GRAFMONUMENTEN EN GRAFZERKEN IN DE OUDE KERK TE DELFT Van Gorcum s Historische Bibliotheek I XI HET STADHUIS TE ENKHUIZEN. GENEALOGISCHE EN HERALDIUit de opkomst en val eener Hol- SCHE GEDENKWAARDIGHEDEN landsche koopstad, door D r Joh. IN EN UIT DE KERKEN DER Theunisz. PROVINCIE DRENTHE, door Mr II J. Belonje en J. Westra van VREDESPOGINGEN TUSSCHEN H o 11 h e. DE OUD-BISSCHOPPELIJKE CLE- xn RESIE VAN UTRECHT EN ROME, VARENDE LUYDEN. Studiën over door Dr F. C. de Vlies. de middeleeuwsche groepen van on- maatschappelijken in de Nederlanden, DE WORDING VAN DE STATEN doorDrD. Th. Enklaar. VAN STAD EN LANDE TOT 1536, door Dr W. J. Formsma. XIII IV DE EERSTE FASE VAN DE HET VERBLIJF VAN LODEWIJK SCHOOLSTRIJD IN NEDERLAND VAN NASSAU IN FRANKRIJK-HU- (1795-1806), door Dr A. M. van GENOTEN EN GEUZEN,(1568-1572) der Giezen. door DrP. J. van Herwerden. XIV V VAN KERSPEL TOT GEMEENTE. DE RAAD VAN DE PRINSEN VAN g^ets van de geschiedenis van de ORANJE TIJDENS DE MINDER- Drentsche gemeente Vledder en JARIGHEID VAN WILLEM III ■j[ïaax landbouwleven, door Mr J. 1650-1668, door Dr B. J. Veeze. Linthorst Homan. VI . OLDAMBT EN OMMELANDEN. XV Rechtshistorische opstellen met bij- DE OMMELANDER STRIJD VOOR lagen door Prof. Mr A. S. d e ZELFSTANDIGHEID, in de 16e eeuw Blécourt. (1536-1594), doorDrW. J. Formsma. VII DE RECHTSPOSITIE VAN DE XVI EIGENERFDEN IN DRENTHE, GRAFMONUMENTEN EN GRAFdoor Dr A. F. W. Lunsingh ZERKEN IN DE OUDE KERK TE M e ij e r. DELFT, door Jhr Mr Dr E. A. VIII van Beresteyn. GESCHIEDENIS der JOHANNITER- ORDE IN NEDERLAND TOT 1795. XVII Historische Schets, door Jhr Mr JOSEPH FREIHERR VON HOR- Dr E. A. van Beresteyn. MAYR. Van apostel der Oostenrijks- IX nationale gedachte tot pionier der DEMOCRATIE EN OLIGARCHIE Duitse eenheid, door Dr M. P. Prins. IN FRIESLAND TIJDENS DE REPUBLIEK door DrC.J.Guib al. XVIII X DE STEMMING VAN DE ENGEL- UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHEN TEGEN DE HOLLANDERS ZEILVAART. De Groninger zeevaart IN ENGELAND tijdens de regeenng in de tweede helft der 19e eeuw, door van den Koning-StadhouderWillem III, Dr P. J. van Herwerden. 1688-1702, door Dr G. van Alphen. (\Czntf 2.^93 GRAFMONUMENTEN EN GRAFZERKEN IN DE OUDE KERK TE DELFT DOOR Jhr Mr Dr E. A. VAN BERESTEYN Van Gorcum’s Historische Bibliotheek Nr XVI 1938 VAN GORCUM & COMP. N.V. - UITGEVERS - ASSEN AFKORTINGEN EN VERKLARINGEN. A. .F. = Algemeen Nederlandsch Familieblad 1883—84. v. d. L. = W. van der Lely. Grafzerken en grafschriften in de Nieuwe en Oude Kerk te Delft. 1768. Manuscript op het Gemeentearchief te Delft (gereproduceerd exemplaar bij den schrijver). Pr. = p. C. Bloys van Treslong Prins. Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de Kerken der provincie Zuid-Holland, Utrecht 1922; blz. 107—164 bevat de Oude Kerk te Delft. Tim. = Timareten. Verzameling van gedenkstukken in Nederland, ’s-Gravenhage 1777, bl. 1—64. N.L. = Nederlandsche Leeuw. J = Joris Kapel. De romeinsche cijfers geven de K = Koor. pleinen aan. KW = Kruiswerk. De arabische cijfers vermelden de M = Middenkerk. graven: N = Noordkerk. N.XVI,3 = Noordkerk NK = Noord-Kapel. 16e plein, 3e graf. T = Toren. y = Vrouwenkoor. De maten zijn in centimeters aan- Z = Zuidkerk. gegeven. Achter ieder nummer der zerken wordt tusschen haakjes het nummer op de kaart van vóór 1923 opgegeven, ten einde de oude ligging te kunnen vinden. boed. = boedelbeschrijving. hv. = huisvrouw, rek. = rekening. m.e. = met echtgenoote. scheid. = boedelscheiding. j.d. = jonge dochter, test. = testament. j.m. = jongman, ak. == armkind. rb. = rouwbord. bk. = baar kind. wed. = weduwe, krk. = kraamkind. zal. = zaliger. INLEIDING. Op 23 September 1921 ontstond er door de onvoorzichtigheid van loodgieters brand in het dak van de Zuiderbeuk der Oude Kerk te Delft. De brand, die zich eerst ernstig liet aanzien, is ten slotte, dank zij het krachtig optreden van de brandweer beperkt gebleven tot het dak van de Zuiderbeuk. Deze gebeurtenis is aanleiding geweest, om de Oude Kerk onder handen te nemen en het herstel niet te beperken tot het wederom in orde brengen van hetgeen door den brand was verwoest. Men heeft het inwendige van de kerk over de geheele linie opgeknapt, niet zooals men het gaarne zou gewenscht hebben, omdat geldgebrek belette een restauratie door te zetten, die geheel aan onze verlangens zou voldoen. De restauratie bracht ook mede vernieuwing van de zitplaatsen en afbraak van de afschuwelijke houten betimmeringen. Toen de bestaande banken waren verwijderd en alle grafzerken zich aan ons oog vertoonden, heb ik ze genummerd, in kaart gebracht en geteekend (Bijlage A). En opdat ze door het aanbrengen van de planken vloer, waarop de nieuwe banken zouden komen te staan, niet voor goed verborgen zouden worden, heb ik ze opgenomen en in de Zuiderbeuk opnieuw gelegd, welk kerkgedeelte aldus is herschapen in een soort zerkenmuseum. Slechts enkele zerken uit Noordkerk zijn naar Kruiswerk en Vrouwenkoor overgebracht ter aanvulling van open plekken. Vervolgens heb ik het ondernomen, om niet alleen van iedere zerk een beschrijving te geven, doch ook na te gaan welke graven zij hebben gedekt, wie daarvan de opvolgende eigenaars zijn geweest, en wie daarin zijn begraven. Ik meende daarmede een dienst te bewijzen aan velen, die zich voor het verleden interesseeren, in het bijzonder de genealogen, heraldici, en tot op zekere hoogte ook onze kunsthistorici. Ik achtte het in hun belang — anders dan ik bij de beschrijving der zerken in de Nieuwe Kerk heb gedaan, omdat mij daarvoor toen de tijd ontbrak — alle eigenaars en begravenen te vermelden, daar veelal verwantschap daardoor duidelijk wordt. Een zeer tijdroovende en omvangrijke voorarbeid was daartoe noodzakelijk. Er waren verschillende bronnen, waaruit moest worden geput. Zij waren echter niet te gebruiken voor dit doel, indien zij niet eerst werden bewerkt. Natuurlijk kon dankbaar gebruik worden gemaakt van het werk dat anderen op dit gebied reeds hadden verricht. De belangrijkste I bron is het mooie werk van den Delftschen notaris-schepen-genealoog Willem van der Lely. Deze accurate liefhebber heeft in 1737 nauwl keurig de opschriften van de zerken overgenomen en de wapens in beeld gebracht. Hij heeft ze eerst 30 jaren later in 1768 in het net geteekend in een manuscript dat thans nog op het Gemeentearchief te Delft aanwezig is. Hierdoor zijn wij in staat, om mede te deelen, welke wapens de zerken vertoonden, toen de revolutie ze nog niet had laten weghakken. In dit verband moge ik herinneren aan het besluit van de representanten van het Bataafsche Volk van 8 Juni 1795, waarin gelast werd, de wapenborden en schilden uit de kerken weg te nemen en de wapens op de grafzerken weg te hakken, behalve die op de artistieke gedenkstukken. Het duurde eenigen tijd alvorens kerkvoogden het nieuwe besluit uitvoerden. Men heeft evenwel ten slotte alle zerken grondig verminkt en beschadigd, om aan de gelijkheid, vrijheid en broederschap te voldoen! Van der Lely heeft toen hij later zijn in 1737 gemaakte aanteekeningen en schetsen in het net heeft overgebracht, zooveel mogelijk ook de ligging der grafzerken vermeld. Jammer genoeg heeft er in het einde der 18e eeuw een groote opruiming en verlegging van de zerken plaats gehad, waardoor verschillende zerken öf zijn verdwenen öf naar andere plaatsen zijn overgebracht, zoodat men aan de plaatsbepaling van van der Lely niet steeds houvast heeft. Wij lezen immers op een gedenksteen aangebracht in de N-muur van de Noordkerk: „Oude Kerk opgehoogt en verlegt Kruyswerk, Noordkerk, Middenkerk, Zuydkerk, begonnen a°. 27 December 1791 geëyndigt 10 Augustus 1793”. De graven in het overige gedeelte van de kerk, de diverse Koren ,(J, K, VK, NK), die vermoedelijk reeds hooger lagen, zijn niet verlegd, maar dit beteekent nog niet, dat men niet op vacante plaatsen in 1791 enkele zerken uit het andere gedeelte van de kerk daarheen heeft overgebracht. Dit is m.i. stellig het geval geweest. Vinden wij b.v. niet in het Koor een zerk met het opschrift 17 P. 7 G. die, aangezien het Koor slechts 10 pleinen heeft, daar van elders is gebracht. Van der Lely heeft, voorts, genealoog en heraldicus als hij was, zich voornamelijk met de wapens bezig gehouden. Zijn teekeningen zijn dus allesbehalve volledig. Dit is de reden, dat een aantal zerken aan de hand van de onvolledige teekeningen van van der Lely, niet meer zijn terug te brengen. Toch zijn er dit slechts een gering getal. Bij vollediger teekening zouden stellig de nummers 7, 8, 64, 107, 124, 247, 262 en 330 herkend zijn geworden. Met de gothische zerken, waaruit de koperen opschriften en wapens zijn weggenomen, zou dit eveneens het geval zijn geweest, omdat zij zeer verschillend zijn (n08. 163, 164 en 277). Dat van der Lely zich ook wel eens een enkel maal vergist, spreekt van zelf. Om een voorbeeld te noemen, verwijs ik naar n°. 230, een steen met twee wapens, door van der Lely (blz. 56, n°. 4) met slechts één wapen geteekend. Enkele zerken heeft hij tweemaal beschreven: 57 n°. 2 en 80 n°. 1, en 77 n°. 3 en 52 n°. 2. De wapens op de zerken 281, 302, 420 en 434 kon ik niet thuis brengen, evenmin de huismerken der zerken 384, 386 en 410. Van der Lely was niet de eerste die zich naar de Delftsche Kerk had begeven om er de monumenten te beschrijven. Immers in 1684 verscheen van de hand van Prof. Theodorus Janssonius ab Almeloveen bij de wed. Joseph Brouning te Amsterdam een werk getiteld: „Collectio monumentorum, rerumque maxime insignium Belgii faederati e. templ et locis pub. urbium et academ. A primordies reipub hujusque deducta qualis nunquam antehac divulgata etc per Phileleuterum Timareten, pars prima.” Hierin zijn slechts enkele monumenten beschreven in de Oude Kerk te Delft, alle in het latijn. Een eeuw later ondernam A.F. (waarschijnlijk de Haagsche Schilder Albertus Freese) een nieuwe en veel uitgebreider en verbeterde uitgave van het werk van Timareten. Zijn Ie deel, bevattende de Stad Delft, verscheen te ’s Gravenhage in 1777 bij Isaac du Mee, onder den schuilnaam „een liefhebber der Vaderlandsche merkwaardigheden” Het IIe deel, bevattende ’s Gravenhage en Scheveningen verscheen in 1778 bij denzelfden boekverkooper, doch nu onder de initialen A.F. Het IIIe deel, le stuk, bevattende Dordrecht, dat uiterst zeldzaam is x) zag, ook onder de initialen A.F. te ’s Gravenhage bij H. H. van Drecht in 1781 het licht. De twee volgende stukken van dit deel, Haarlem en Leiden, zijn wel in de voorrede aangekondigd, doch nimmer verschenen. Het manuscript er voor berust op de Kon. Bibl. A.F. heeft een groot aantal grafzerken beschreven. Ongeveer 70 stuks, benevens 12 monumenten. Hij heeft de latijnsche teksten telkens vertaald. Er zijn vele verschillen in data met van der Lely en over het algemeen kan men wel zeggen, dat hij de namen en data niet al te nauwkeurig heeft opgeteekend. Zoo leest hij b.v. Boni voor Bom enz. Dit boek geeft echter geen enkele beschrijving, die niet van In Alg. Ned. Familieblad 1883-1884, no. 72 bl. 1 deelt dan ook ten onrechte Ridder Pauw van Wieldrecht mede, dat er niet meer is verschenen dan de twee deelen. elders bekend is. Alleen leeren wij uit Timareten en A.F. dat in de O.Kerk, naast de nog aanwezige monumenten er nog twee zijn geweest, van Amold van Duvenvoorde en Margaretha de Jonge van Baardwyk, die van der Lely niet meer heeft aangetroffen. In het Algemeen Nederlandsch Familieblad I (1883—1884) heeft Mr. M. C. H. Ridder Pauw van Wieldrecht, vervolgens den inhoud I van het boek van van der Lely gepubliceerd, voorzoover niet bij { Timareten juist beschreven (aflev. 72,102,3, 7,16,18,20,21,23 en 25). Tenslotte heeft Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins de zerken bezichtigd en opnieuw beschreven. Hij beschrijft eerst de 235 zerken en monumenten, die hijzelf heeft aangetroffen en vermeldt vervolgens nog 107 zerken, waaronder 2 monumenten, hem uit de litteratuur bekend geworden. Een 17-tal zerken, die Prins verklaart te hebben j gezien, heb ik niet meer aangetroffen (24, 25, 53, 77, 103, 172, 173, \ 191, 210, 211, 213, 217, 218, 224, 225, 226 en 230); het zijn meest kleine zerkjes met een merk of een paar letters, die mogelijk nog voor den dag komen. Aangezien Prins niet de plaats vermeldt, waar hij de zerken aantrof, is niet meer na te gaan, of deze misschien na den brand zijn opgeruimd, gezonken of zoekgeraakt. Over het algemeen genomen heeft Prins uitstekend werk geleverd. Dit neemt niet weg, dat hier en daar een letter of cijfer wel eens fout is gelezen. Maar in aanmerking genomen het reuzenwerk dat Prins verzet heeft met zijn beschrijving van de duizenden zerken in de verschillende kerken, moet men zijn arbeid hoogelijk prijzen. Indien ik mijn onderzoek vergelijk met hetgeen Prins eenige jaren tevoren had opgeteekend, — waarbij ik mij wel de vraag heb gesteld, of hij inderdaad die 17 steenen, bovenvermeld persoonlijk nog heeft aangetroffen —dan is het mij gelukt, nog een aantal zerken, door van der Lely beschreven doch door Prins niet herkend, terug te vinden. Het zijn de door Prins vermelde nummers 236 (98), 242 (323), 243 (320), 246 (124), 255 (184), 256 (165), 263 (34), 265 (336), 266 (212), 267 (302), 273 (138), 275 (250), 276 (346?), 277 (232), 278 (169), 281 (170), 284 (82), 289 (194?), 291 (260?), 292 (31), 293 (26), 301 (28), 302 (275), 303 (32), 304 (274), 313 (55), 317 (345), 319 (18), 320 (54), 321 (280), 326 (264), 330 (36), 331 (167), 334 (229), 338 (35), alzoo 35 stuks. Nadat het voorbereidende werk, het in teekening brengen van de zerken en hun vroegere en tegenwoordige ligging was afgeloopen, kon begonnen worden met de bestudeering der archivalia, ten einde na te gaan welk graf de zerk had gedekt, de juiste vroegere ligging, wie er eigenaars van waren geweest en wie er in begraven waren geweest. Het archief der Kerkvoogdij bevat een drietal series registers, die ik heb aangeduid met de letters A—C. Serie A beschrijft de eigenaars. Het zijn twee registers A 1 begonnen in 1624, A 2 aanvangende 1753. Deze registers bevatten alle graven, zoowel de eigen graven als de kerkegraven die verhuurd werden. De graven worden beschreven in volgorde: Joris-Kapel, Koor, Vrouwenkoor, Noord-Kapel, Kruiswerk, Noord-, Midden- en Zuidkerk en onder den Toren. Bij ieder graf worden in volgorde de eigenaars aangeteekend. Deze registers zijn door mij op fiches gebracht, voor zoover betreft de eigen graven en gealfabetiseerd, daar er geen klappers op bestaan. Het register A 1 is in 1624 aangelegd door den kerkvoogd Bruno Schinckel, en is later door de kosters bijgehouden. Toen Schinckel deze arbeid ondernam vond hij een aantal oude registers, die reeds zijn gepubliceerd door den Archivaris Bouricius. In volgorde van tijd wensch ik ze hier te vermelden. I. Het „oude register”, dagteekenende van ± 1310, dat echter verdwenen is. i II. Het register van 1367, dat zich sedert een kwarteeuw op het 'gemeentearchief te Delft bevindt en door Bouricius is uitgegeven in de Wapenheraut XVI—XVII (1913) blz. 33 v. Het dateert uit den tijd van de eerste vergrooting van de Kerk, toen de zuidermuur van de Zuidkerk i 3 M naar buiten werd verlegd, waardoor een aantal kerkhofgraven binnen de Kerk kwamen te liggen. Nadat in het begin der 15e eeuw wederom een vergrooting plaats had gevonden door verbreeding van de Noordkerk en de bouw van het Koor werd een nieuw register aangelegd: III. Het register van 1420, waarvan thans nog zoowel de minuut op papier in het gemeentearchief als het net exemplaar op perkament bewaard wordt op het Museum Meermanno Westrenianum. Ook dit register is uitgegeven door Bouricius in de Wapenheraut XIV (1910) bl. 97 v. IV. Het register van 1619, dat een copie door Schinckel van dat van 1420 is. Hoe interessant deze registers ook zijn, voor ons doel hadden deze oude registers weinig beteekenis en wel, om de twee volgende redenen. Vooreerst dateeren deze registers uit den tijd, dat in hoofdzaak begraven werd in die gedeelten van de kerk, waar in 1791—93 de graven zijn gerooid, zoodat van de oude zerken aldaar zoo goed als niets meer over is. In hoofdzaak toch liggen de nog aanwezige zerken in de oostelijke helft, de diverse koren, die die oude registers niet beschrijven. Maar in de tweede plaats is er een te groot hiaat tusschen ons register A 1 van 1625 en de oude registers van 1367 en 1420 om de opvolging aan te wijzen. Daarvoor zou voor iedere zerk een uitvoerige studie noodzakelijk zijn, zonder veel kans op succes omdat de graven vaak van eigenaar zijn verwisseld. In verband met een en ander begint dus in onze beschrijving de vermelding der eigenaars in den regel met 1625, waarbij dient opgemerkt te worden, dat soms de te-boek-gestelde in 1625 reeds was overleden, omdat de erfgenamen blijkbaar hadden verzuimd, het graf op hun naam te laten overschrijven. De tweede Serie B bevat de registers der begravenen in eigen graven. Zij zijn aangelegd, om te kunnen nagaan, of er voor een bijzetting in het graf nog gelegenheid was. De begravenen zijn hier dus „per graf” opgeteekend, waarbij twee systemen zijn gevolgd: B 1 aangelegd in 1661 en B 2 in 1687, beide door den koster Willem Simonsz. Decker begonnen, vermelden de graven door elkander in chronologische volgorde. De eerste Begrafenis, die de koster boekte werd op blz. 1 geboekt. Het graf, waarin deze begravene werd bijgezet, wordt dus het eerst vermelde graf in dit register enz. Alle in dit zelfde graf begravenen werden dus op blz. 1 bij dit graf geboekt. Zonder klapper zijn dus noch de graven, noch de begravenen te vinden. De beide registers bevatten klappers op de graven, niet op de begravenen, wel op de eigenaais, evenwel slechts op den vóórletter dus b.v. de schoolmeester op de „d” van „de”! Zij verwijzen wel naar elkander. Het register B 3 in 1724 door den koster Christoffel van der Sluys aangelegd heeft een andere, een topografische indeeling. Hij heeft ieder graf in volgorde een hoofd gegeven en dan de begravenen per graf geboekt. Een klapper op de graven is dus bij dit register niet noodig. Het verwijst wel naar het vorige register. Door mij zijn alle drie registers per graf op fiches gebracht en daarna is een klapper op alle begravenen, naar schatting 7000 a 8000, gemaakt. Indien er data niet waren ingevuld of namen onvolledig waren vermeld door de kosters, dan heb ik gepoogd het ontbrekende aan te vullen door raadpleging der begrafenisregisters op het archief, waarbij echter nimmer wordt vermeld in welk graf de overledenen zijn begraven. Om die reden kon ik dus niet verder teruggaan dan 1661 met de vermelding der begravenen, niettegenstaande de begrafenisregisters in het archief der kerkvoogdij aanwezig zijn van 1570—80, van 1624 en verder vanaf 1649 en op het gemeentearchief. De derde Serie C bevat de begravenen in kerkegraven, die dus begravenen in één zelfde graf bevatten, waartusschen niet de minste familieverhouding bestond. De beide registers C 1 aangelegd in 1687 en C 2 in 1734 zijn topografisch gerangschikt. Er is een gebrekkige klapper op de begravenen. Uit deze registers heb ik genoteerd de begravenen met een achternaam, doch voor dit boek zijn deze van geen belang. Aan de beschrijving zijn enkele plattegronden toegevoegd, een tweetal aangevende den toestand vóór en na de verlegging, alsmede een viertal, waarop de zerken zijn aangegeven, wat de wapens betreft, gereconstrueerd in den toestand van vóór 1795. Er zijn slechts een viertal zerken waarop de wapens niet zijn uitgehakt. Het zijn de nos. 58, 97, 106 en 281. Het blijkt, dat sommigen reeds bij het leven hun grafzerk lieten in orde maken, sommigen door er de wapens op te plaatsen, zooals met n°. 280 het geval is geweest, sommigen zelfs met vermelding van namen, betrekking enz., enkel met openlaten van den sterfdatum, die b.v. bij de'zerken nos. 40 en 270 nimmer is ingevuld. Hieruit kan worden geconstateerd, dat niet altijd onder een zerk begraven liggen de personen, wier wapen op de zerk is afgebeeld. Op de zerk n°. 280 waren b.v. aangebracht de wapens van het echtpaar Paulus van Beresteyn en Volkje Claesdr. Knobbert. Deze zijn echter niet in de Oude doch in de Nieuwe Kerk begraven. Ook blijkt uit den tekst, dien van der Lely weergeeft, dat hij later de kerk is blijven bezoeken en de opschriften heeft bijgehouden. Voor het recht van begraven werd onderscheid gemaakt tusschen volwassenen en kinderen. De laatsten werden wederom onderscheiden in armkinderen, waarvan de kist op den arm in de kerk werd gebracht, dus zeer jonge en in baarkinderen, die op een baar werden begraven. Er hebben voorts in de kerk een groot aantal rouwborden en epitaphen gehangen. De laatsten hebben de revolutie getrotseerd en prijken nog ingemetseld in de muren. De eersten zijn door de eigenaars teruggehaald of verwijderd. De heer C. F. Gijsberti Hodenpijl heeft in de Ned. Leeuw (1901, 85, 105, 147, en 1902, 12, 41, 70) een opsomming daarvan gegeven, nadat hij in den Navorscher 1899, blz. 23, over dit onderwerp een en ander had medegedeeld. Ik heb deze üjst, alfabetisch gerangschikt, aan dit werk toegevoegd. Ten slotte heb ik het dienstig geacht, aan mijn beschrijving der nog bestaande en bekende grafzerken een lijst toe te voegen van de zerken en monumenten, die er volgens de schrijvers eenmaal zijn geweest. Het zijn ongeveer 93 stuks. Bij iedere zerk heb ik verwezen naar de litteratuur, hierboven beschreven. Ik heb voorts vermeld, indien mij een testament bekend was van dengene wiens naam op de grafzerk vermeld staat. Ik ben I daartoe in de gelegenheid dank zij het testamentenregister, dat de heer Warnsinck met groote toewijding op de Delftsche notarieele acten heeft gemaakt. Daar nog niet alle notarieele protocollen zijn geklapperd, kon ik eerst aanvangen met ± 1640. Het nummer in vier cijfers is het nummer van het Delftsche notaris-protocol op het Algemeen Rijksarchief. Ik heb mij, wat de vermelding van den Notaris betreft beperkt tot de initialen. In F. L. Hartong Register der protocollen van Notarissen in Nederland 1916, zijn zij gemakkelijk terug te vinden. Voorts heb ik hier en daar enkele verwijzingen naar de litteratuur opgenomen. In de spelling der namen heb ik eenigermate eenheid betracht en de namen geschreven zooals deze het meest voorkomen. Bij het copieeren van de opschriften op de zerken, heb ik mij echter gehouden aan den tekst, zooals ik dien daar kon lezen. Onnoodig te zeggen, dat tal van opschriften nog slechts ten deele waren te lezen, zoodat ik dan heb overgenomen den tekst, zooals van der Lely dien heeft opgeteekend. Alle grafmonumenten, voorzoover thans nog aanwezig, zijn afgebeeld. Voorts zijn een aantal van de fraaiste grafzerken gefotografeerd en in het boek opgenomen. Om alle misverstand te voorkomen wijs ik er op, dat de wapens en helmen op de reproducties voorkomende, door mij zijn hersteld op de foto, behalve n08. 58, 97, 100 en 281. Aan het werk zijn toegevoegd, behalve een lijst der afkortingen, een register op alle in het werk voorkomende namen, waarbij de dubbele namen zooveel mogelijk zijn geplaatst op den juisten naam. Voorts een register van de beschreven wapens. Ik mag dit voorwoord niet besluiten, zonder een woord van welgemeenden dank te richten tot Mej. P. Beydals, Archivaresse te Delft, voor de welwillende medewerking, om in de gevallen waarin de koster een datum had vergeten of een naam geheel had verhaspeld, deze op te zoeken in de begrafenisregisters. De heer F. A. J. Vermeulen was zoo vriendelijk de monumenten voor mij te beschrijven. Voorts heeft de Directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg mij zeer verplicht, door mij met het fotografeeren der monumenten behulpzaam te zijn. Eindelijk wil ik gaarne de firma Van Gorcum mijne erkentelijkheid betuigen, dat zij alles heeft in het werk gesteld, om deze uitgave tot stand te brengen. — E. van Beresteyn. I. MONUMENTEN. De Oude Kerk bevat een viertal grootere Monumenten alsmede zes epitaven, en een gedenksteen. Twee epitaven, in de 17e eeuw beschreven zijn niet meer aanwezig. De monumenten en epitaven zijn allen afgebeeld in dit werk. De kerkvoogdij stelt een gidsje beschikbaar, waarin alleen de vier grootere monumenten worden beschreven. De opschriften en vertalingen zijn uit dit gidsje overgenomen. De beschrijving der monumenten, wat het bouwkundige betreft, zijn van de hand van den heer F. A. J. Vermeulen, hoofdcommies aan het Rijksbureau voor Monumentenzorg. I. In den oostwand van het Koor: Tombe Piet Hein. 1629. Het beeld van den admiraal, in wapenrusting, de linkerhand op den naast hem geplaatsten helm, de rechterarm langs het lichaam gestrekt, rust op een matras. Dit, door Pieter de Keyser uit wit marmer gehouwen geheel, wordt gedragen door een zwart marmeren voetgestel op welks hoeken, aan elke zijde van het beeld, twee Dorische zuilen opgaan, de schachten van zwart, — de basementen en kapiteelen van wit marmer. Met de bijbehoorende muurpilasters dragen zij, in aediculavorm, een zwart marmeren hoofdgestel met witmarmeren triglyphen, bekroond door een driehoekig fronton, in het midden waarvan een witmarmeren cartouche met het wapen [een zwarte vogel op een hek zittende op goud veld] is aangebracht. Op de hoeken een hemel- en aardglobe, zinnebeeld der zeevaart. Tegen den achterwand der aedicula is, in een witmarmeren omlijsting, een gedenkplaat van toetssteen aangebracht, waarop in gouden letters het grafschrift: Deo opt. Max. Et Aeternae Memoriae Sacrum. lugete, foederati mortuum, quem praeclara in Remp. hanc merita non sinunt esse mortalem. Petrus Heinius. Architalassus Brasiliae, mari Mexicano, Lusitanis, Morinis, fatale nomen, hic iacet, cui fortitudo Mortem, Mors vitam dedit. Delphorum Portu sub septentrione editus, natalis soli Famam, reportatis portu Matancae, ad Occidentem opimis spoliis gemino orbi intulit, parentum humilem sortem animi magnitudine, et rerum gestarum Gloria transcendens, non nasci semper Heroes docuit, sed audendo fieri, per ineluctabiles fortunae terra marique casus numinis favore eluctatus. Indiam, Hispaniam, Flandriam, captivitatis suae mox libertatis ac Victoriae testes habuit, sine temeritate intrepidus, sine fastu magnanimus, disciplinae navalis tenax non sine severitate, ut obsequii primum omnis patiens, sic imperii postmodum omnis capax. Anno CIO. IOC. XXIV. Praefecti vicem gerens, urbein Salvatoris in Brasilia inter primos exscendens, Lusitanis ereptum ivit. A°. CIO. IOC. XXVII. Classi praefectus naves hostium sex et viginiti, sub eiusdem urbis moenibus, Stupendo facinore expugnavit, diripuit, exussit: alias insuper tres incredibili ausu, ad Maream insulam aggressus preamia Belli spectante hoste abduxit. A°. CIO. IOC. XXVIII. Classem navium viginti, auro, argento, mercibusque pretiosissimis gravem, at Cube littora felici occursu offendens, feliciore Marte superavit, et novus Argonauta, e nova novi orbis Colchide, aureum Hispaniarum Regis vellus, Principibus Europaeis formidabile, non in Graeciam sed foederatorum terras, nullo hactenus exemplo, transvexit et societati Occidentalis Indiae immensas opes, Hispano inopiam, Patriae suae robur, sibi immortale decus paravit. Tandem. Maris Praefecturam quam foris meruerat, domi adeptus dum navali praelio cum Morinis decemit, navium hostiumque post cruentam pugnam victor, ipse machina maiore ictus, fatalem mp.ta.rn, sine metu gloriose adivit. Eius Famae virtutisque ergo, Ex 111. et praep. ordinum decreto rei maritimae praefecti Senatores Mon. Hoe Pos. Vixit AnnosLI. Mens. VI. Dies XXIII. TOMEN ©ANE1N OUK AIZXPON, AAA AIZXPQZ ©ANEIN. De Nederlandsche vertaling hiervan luidt aldus: Ter eere van den Almachtigen God en tot eene eeuwige gedachtenisse, Rouwt, Vereenigde Nederlanden, over den afgestorvene, wiens schitterende verdiensten tegenover het Gemeenebest niet dulden, dat hij sterfelijk is. Hier ligt de Admiraal Piet Hein, een naam noodlottig voor Brazilië, de Mexicaansche zee, de Portugeezen en Vlamingen, wien dapperheid den dood, de dood het leven schonk. Te Delfshaven, in het Noorden, geboren, heeft hij, door het behalen eener rijke buit uit de haven van Matanca, in het Westen, den roem van zijn geboorteland in beide werelddeelen verspreid. Zich boven zijne nederige afkomst verheffend door zijne zielegrootheid en den roep zijner daden, heeft hij getoond, dat helden niet altijd geboren, maar ook door stoute ondernemingen gevormd worden. Niet te doorworstelen gevallen, te land en ter zee, door goddelijke hulp, ontworsteld zijnde, had hij Indie, Spanje en Vlaanderen tot getuigen, eerst van zijne gevangenschap, doch spoedig van zijne vrijheid en zegepralen. Hij was onversaagd zonder roekeloosheid, hooghartig zonder verwatenheid, de scheepstucht gestreng onderhoudend en later even bekwaam tot elke heerschappij als in den beginne zich voegend in alle dienstbaarheid. In den jare 1624 heeft hij, als vice-admiraal, St. Salvador in Brazilië den Portugeezen ontweldigd, zelf behoorende onder de eersten, die haar wallen beklommen. Anno 1627 heeft hij als bevelhebber van de vloot, zes en twintig schepen van den vijand onder de muren van diezelfde stad, door een verbazend stout bestaan, overmeesterd, geplunderd en verbrand; nog drie schepen bij het eiland Marea met ongelooflijke dapperheid aanvallend, voerde hij ze als oorlogsprijzen onder de oogen des vijands mede. In het jaar 1628 eene vloot van twintig schepen, beladen met goud, zilver en de kostbaarste koopwaren, door een gelukkig toeval ontmoetende, heeft hij ze met nog gelukkiger wapenen overwonnen en als een nieuwe Argonaut, uit het nieuwe Colchis der wereld, het gulden vlies van den koning van Spanje, schrikkelijk voor de vorsten van Europa, niet naar Griekenland, doch naar de Vereenigde Nederlanden — eene daad tot heden zonder weerga — overgebracht en der West-Indische-Compagnie buitengewoon groote rijkdommen, den Spanjaard ten schade, het Vaderland tot ondersteuning, heeft hij zichzelve onvergankelijken roem bezorgd. Eindelijk, het opperbevelhebberschap, op vreemde zeeën verdiend, tehuis verkregen hebbend, is hij, terwijl hij in een zeeslag met de Vlamingen streed en na een bloedig gevecht overwinnaar der vijandelijke schepen bleef, door een kogel getroffen en heeft den eindpaal zijns levens bereikt, zonder vreeze, op de eervolste wijze. Wegens zijne vermaardheid en verdiensten hebben de Raden der Admiraliteit, volgens besluit der Hoogmogende Staten, dit gedenkteeken doen oprichten. Hij heeft geleefd 51 jaren, 16 maanden en 23 dagen: Te sterven is niet schandelijk, maar wel schandelijk te sterven. De graftombe is geplaatst op een verhoogden vloer en met een ijzeren hek omgeven. De zerk tot den ingang van den kelder is beschreven onder n°. 53. Het monument is herhaaldelijk afgebeeld, o.a. bij Prins Zie afbeelding no. 1. II. Aan den Oostwand van het Vrouwenkoor: Graftombe van Elisabeth van Marnix, 1611, door sommigen toegeschreven aan den Engelschen beeldhouwer Nicholas Stone (schoonzoon van Hendrick de Keyser), den meester, die ook het, mede in deze kerk aanwezige, epitaaf van J. van der Dussen (n°. V) vervaardigde. Anderen meenen dat het monument een te engelsch karakter draagt voor een leerling van de Keyser. Op een voetgestel van zwart marmer, ingelegd met gebeeldhouwde platen van rood-geaderd marmer, ligt het wit-marmeren beeld van Elisabeth uitgestrekt, op een eveneens wit-marmeren matras, rustend op een door drie vergulde leeuwtjes gedragen zerk van toetssteen. Midden in de voorzijde van het voetstuk is het vólgend grafschrift aangebracht: illustri serie longaeque ab origine gentis Morgani hic coniux Elisabetha tegor *). Marnixi soboles, quod non nescitur in orbe Nomen, et invito tempore semper erit. Virtutum satis est uni placuisse marito, Quod pro me loquitur tam preciosus amor. De vertaling luidt: Hier lig ik Elisdbeth, gesproten uit een luisterrijk en oud geslacht, echtgenoote van Morgan, begraven', ik, een kind van Marnix, een naam niet onbekend in de wereld en die altijd in weerwil van den tijd zal blijven bestaan. Het is verdienstelijk genoeg aan een gemaal behaagd te hebben, hetgeen zijne zoo dierbare liefde getuigt. Te weerszijden hiervan gaan twee Corinthische zuilen op met schachten van toetssteen, die, met overeenkomstige pilasters aan de achterzijde, een overhuiving dragen in den vorm van een triomfboog, met rondbogig gewelfd middengedeelte, waarop een gelede bekroning in de vormen der Nederlandsche Renaissance, in het midden waarvan het wapen van Elisabeth Marnix(no. 58)gedeeldmet dat vanharenechtgenoot en omgeven door de vier kwartieren die ook op haar zerk (no. 58) voorkomen, is gehouwen. Onder de overwelving, tegen de rugzijde, zijn de jaartallen 1611 alsmede 1655 en 1856 (ter herinnering aan de herstellingen) geschilderd en hieronder een antiek lampje met eenbrandende en een gedoofde pit. Twee griffioenen op de hoeken van het hoofdgestel houden de wapens Cerf (in goud een roode aanziende hertekop; en Pouyes (een zwarte keper op blauw met een vrijkwartier, zwarte leeuw op goud); twee leeuwtjes op de trappen der bekroning houdende wapens van Spangen (in goud een blauwe balk) en Praet van Moerkerken (in goud een rood schuinkruis beladen met vijf gouden schelpen); op den top een eenhoorn met het wapen Marnix. Het geheel wordt omgeven door een ijzeren hek, welks spijlen afwisselend zijn uitgesmeed tot vergulde lelies. Voor dit hek ligt, aan den ingang van het graf, een hardsteenen zerk, welke beschreven is onder n°. 59. Het monument is meermalen afgebeeld o.a. bij Timareten blz. 14 (n°. I). Zie afbeelding n°. 2. i) In de Voorloopige lijst van monumenten (Zuid-Holland, blz. 26) wordt de begravene „Elisabeth Tegor” genoemd inplaats zooals er staat „Elisabeth Maxnixi”. III. Aan den Oostwand der Noordkapel: Grafmonument Maarten Harpertsz. Tromp., vervaardigd in 1655—1659, in 1850 gerestaureerd. Ontworpen door Jacob van Campen (of Pieter Post?), uitgevoerd door de beeldhouwers Rombout Verhuist en Willem de Keyser. Het monument heeft den vorm van eene aedicula, welker voetgestel in het midden vooruitspringt bij wijze van tombe. Op deze tombe ligt het wit-marmeren beeld van Tromp (gesigneerd: R. Verhuist) in volle wapenrusting, het hoofd rustend op een stuk geschut, den commandantsstaf in de rechterhand. Hieronder is in het midden van de voorzijde de zeeslag bij Terheiden, waarin Tromp sneuvelde, in relief gehouwen, van wit-marmer in een omlijsting van toetssteen. Aan iedere zijde van het beeld rijzen twee halve zuilen op van rood marmer met Corinthische kapiteelen van wit marmer, die een hoofdgestel dragen, waarop een gebeeldhouwde wit-marmeren bekroning, voorstellend het wapen-Tromp, (in zilver een roode keper waaronder een oorlogsfregat met een blauw schildhoofd beladen met een gouden lelie,) gehouden door twee griffioenen, tusschen twee Tritons met dolfijnen. Tegen den achterwand der aedicula is een groot marmeren relief aangebracht, waarin engeltjes de wapens der Staten Generaal en van Holland houden; hierboven, in een cartouche, een toetssteenen gedenkplaat met het grafschrift: Aeternae Memoriae Qui Batavos, qui virtutem ac verum Laborem amas lege ac luge. Batavae Gentis decus, virtutis Bellicae fulmen, iacet, qui vivus nunquam iacuit et imperatorem stantem mori debere exemplo suo docuit, amor civium, hostium terror, Oceani stupor. Martinus Harperti Trompius Quo nomine plures continentur laudes, quam hic lapis capit, sane angustior ei, cui Schola Oriens et Occidens mare, materia triumphorum universus orbis Theatrum, Gloriae fuit, praedonum certa pemicies, Commercii felix assertor, familiaritate utilis, non vilis, postquam nautas et milites durum genus Patemo et cum efficacia benigno Rexit Imperio, post L. praelia quorum Dux fuit aut pars magna, post insignes supra fidem Victorias, post summos infra meritum honores, tandem Bello Anglico tantum non victor certe invictus X. Aug. An. Aerae Christianea CIO. IOC, LUI. Aet. LVI. vivere ac vincere desiit. Foederati Belgii Patres Heroi optime merito. M. P. De Nederlandsche vertaling van dit grafschrift is deze: Tot eene eeuwige gedachtenisse. Gij, die de Nederlanders, de deugd en waren arbeid liefhebt, lees en treur. 2 Het sieraad van het Nederlandsche volk, de geweldige in den krijg, ligt terneder hij, die bij zijn leven nimmer ternederlag en door zijn voorbeeld leerde, dat een bevelhebber staande behoort te sterven, hij, een voorwerp van liefde voor zijne medeburgers, van schrik voor de vijanden, van stomme verbazing voor den oceaan. Maarten Harpertszoon Tromp, een naam, in welken meer loftuitingen opgesloten liggen dan deze steen bevat, een steen, vrij knellend voor hem, wien het Oosten en Westen tot een leerschool was, de zee tot eene aanleiding van zegepralen, het geheele wereldrond tot eene schouwplaats van zijnen roem; hij, een zeker verderf voor de zeeroovers, een geluk aanbrengend beschermer van den handel, door zijne gemeenzaamheid nuttig, niet onwaardig-, na het scheepsvolk en de soldaten, een ruw slag van menschen, op vaderlijke en met heilzaam gevolg welwillende wijze bestuurd te hébben; na vijftig gevechten, waarin hij aanvoerder was of waaraan hij althans een groot aandeel had', na ongelooflijke overwinningen, na de hoogste eerbewijzen, schoon beneden zijne verdiensten, heeft hij ten slotte in den Engelschen oorlog, bijna overwinnaar, zeer zeker onoverwonnen, op den 10den Augustus 1653 volgens de Christelijke jaartelling, in den ouderdom van zes en vijftig J) jaren, opgehouden te leven en te overwinnen. De Vaderen van het Vereenigde Nederland hébben den allerverdienstélijksten héld een gedenkteeken opgericht. Op een rol het volgende vers: Urbs Phoebi cineres iactat, sed currus honores, Ingreditur quoties egrediturque mari. Waarvan de vertaling in proza letterlijk luidt: Phoebus’ stad praalt op zijne asch, maar zijn wagen verbreidt zijn lof, zoo dikwijls die op- en ondergaat. *) De zerk toegang tot den kelder gevende is beschreven onder n°. 139. Het monument is herhaaldelijk afgebeeld o.a. in Buiten 1921, blz. 52. Zie afbeelding n°. 3. IV. Tegen den Noordelijken torenmuur in de Noordkerk: Gedenkteeken Anthony van Leeuwenhoek, opgericht door zijn dochter Maria, in 1739 vervaardigd door G. van der Giessen naar een ontwerp van T. Jelgersma. 1) TROMP is volgens de jongste onderzoekingen geboren 23 April 1598 en was derhalve 55 jaar toen hij sneuvelde. 2) De stad Delphi, in de oudheid vermaard door het orakel van Apollo of Phoebus, werd daarom genoemd: de stad van P h o e b us . Delft heet in het Latijn DELPHI BATAVORUM. Men begrijpt derhalve de woordspeling. Wij moeten het vers dus zóó lezen: De stad van Phoebus (Delphi) beroemt zich op zijne (namelijk Tromp’s) asch (stoffelijk overschot), maar de wagen van Phoebus (de zon) vermeldt zijne (nl. Tromp’s) eer, zoo dikwijls hij (de zonnewagen of zon) op- en ondergaat. In een spitsbogige nis staat, op een voetstuk van Escozijnschen steen, een op twee bollen en een doodshoofd rustende obelisk, bekroond door een urn, waaruit een vergulde vlam opstijgt. Boven tegen het voorvlak der obelisk hangt, aan een gebeeldhouwden strik, een witmarmeren medaillon met het portret van den overledene in profiel. Hieronder het grafschrift: Piae et aet Mem. Antonii a Leeuwenhoek Reg. Angl. Societ. Membri, Qui naturae penetralia et physices arcana, microscopiis ab ipso inventis et mirabili arte fabricatis assiduo studio et persecutatione detegendo et idiomate belgico describendo de toto terrarum orbe optime meruit. Nat. Delph. XXIV Oct. A°. MVICXXXII. Ibidemque denat. XXVI Augusti A°. MVIICXXIII Hetgeen in het Nederlandsch wil zeggen: Tot eene eerbiedige en eeuwige gedachtenisse aan Anthony van Leeuwenhoek, Lid van de „Royal Society” in Engeland. Die de verborgenheden der natuur en de geheimen der natuurkunde met behulp van microscopen, door hem zelf uitgevonden en verwonderlijk kunstig vervaardigd, door rusteloozen ijver en onderzoek, heeft ontsluierd en in de Nederlandsche taal beschreven, waardoor hij zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt tegenover de geheele wereld. Geboren te Delft, den 24sten October, in den jare 1632 en aldaar overleden 26 Augustus van het jaar 1723. De zerk behoorende bij dit monument is beschreven onder n°. 244. Zie afbeelding n°. 4. V. Aan de Zuidwand van het Koor: Epitaaf voor Jacob van der Dussen. 1614. Dit op goede gronden aan den Engelschen beeldhouwer Nicholas Stone (schoonzoon van Hendrick de Keyser) toegeschreven epitaaf 1), uitgevoerd in de rijke vormentaal der Nederlandsche Renaissance, bestaat uit de gedenktafel met het opschrift gevat in een omlijsting van twee Corinthische halve zuiltjes, die een hoofdgestel dragen, welks kroonlijst in het midden is doorbroken met een voetstuk, waarin het wapen van der Dussen (zerk n°. 35). Op het voetstuk een groep van drie vrouwenfiguren, Geloof, Hoop en Liefde, voorstellend. De zuiltjes rusten op een door consoles gedragen voetgestel, waarin, behalve het jaartal MDCXIIII, ook de volgende vier kwartieren: van der Dussen (n°. 35), Sasbout (n°. 221), l) Vergelijk het artikel van Mej. Dr. E. Neurdenberg in Bulletin van den Oudheidkundigen Bond 1936, blz. 59. alsmede twee wapens, vermoedelijk van der Dussen en du Pont, beschreven bij den zerk n°. 314, die bij dit monument behoorde. Geheel onderaan een ruitvormig wapen gedeeld: a. Heemskerck (n°. 71), b. van Santen (n°. 62), betrekking hebbende op Geertruid van Heemskerck, de eerste huisvrouw van Jacob van der Dussen. Jacob van der Dussen was een zoon van Hugo van der Dussen (zoon van Jacob Jan Bruinszz. van der Smaling en Claesje Ewoutsdr. van der Dussen) en van Magdalena Sasbout (dochter van Pieter en Grietgen du Pont). De zerk behoorende bij dit monument, is beschreven onder n°. 314. Het monument is meermalen afgebeeld o.a. in Timareten blz. 16 (No. II). Zie afbeelding n°. 5. VI. Tegen den middelsten pijler van het Koor: Epitaaf voor Johan van Lodensteyn en Maria van Bleyswyck, 1644. In een door vijf treurende engeltjes gehouden barokke cartouche, in zwaren oorschelpstijl (gehouwen in den trant van R. Verhuist), aan de bovenzijde het gedeelde wapen van Lodensteyn (zie n°. 26) en van Bleijswijck (zie n°. 77) omsloten door een slang, die zichzelf in den staart bijt (symbool der Eeuwigheid), aan de onderzijde door een schedel op console, is het volgende opschrift aangebracht: Ple Memorie Patris Clarissimi JOHANNIS A LODENSTEYN Consulis Delphensis et Matris Dulcissime MARIA A BLEYSWYCK Filius Unicus EDUARDUS a LODENSTEYN ejusdem Urbis Consul hoc Monimentum PONI CURAVIT M. D. C. XLIV. De zerk behoorende bij dezen epitaaf is beschreven onder n°. 300. Het monument is afgebeeld bij Timareten blz. 30 (n°. V). Zie afbeelding n°. 9. VII. Tegen den pilaar verbindende Koor en Vrouwenkoor in het Koor'. Epitaaf voor Maria de Bije, echtgenoote van Frans Meerman. (1622.) De gedenktafel draagt het volgende opschrift: Voor sooveel groote Deuchd, die Ghy hem hebt betoont, U Man Mari de Bye, Frans Meerman U beloont Met dit seer droef Geschrift, meer kan hy U niet geven, Zoo GODT WIL was U woordt: Hy sagh het U beleven, In alles wel gerust onschreumig voor de Doodt, Geluckige Vyf jaer dien Hy U Deucht genoodt, 0 Leef verr’ uit het oogh nooyt buyten myn gedachte, Alhier wil ick met U den Jongsten Dach verwachte. STARF DEN VI«“ OCTOBER XVIC XXII Oud xxiv Jaren. Dit is gevat in een omlijsting van twee Ionische pilasters, die een hoofdgestel dragen, welks gebogen kroonlijst een gevelveld omsluit, dat in een cartouche met engelenkopje het wapen Meerman (n°. 62) bevat; hierboven, op een draagstuk, een witmarmeren omsluierde schedel. In de lijst onder het opschrift is een liggende zandlooper gehouwen en in de afsluiting daarbeneden een cartouche met het wapen de Bije (beurtelings gekanteelde balk vergezeld van 4 bijen boven en 3 onder). De zerk behoorende bij-deze epitaaf is niet meer te vinden. Het monument is afgebeeld bij Timareten blz. 20 (n°. IV). Zie afbeelding n°. 7. VIII. Tegen den pijler die Vrouwenkoor verbindt met Noordkapel, in ’t Vrouwenkoor: Epitaaf voor Jacob Delff. In een soortgelijke barokke cartouche als die voor Johan van Lodensteyn is het volgende opschrift aangebracht: Deo. Opt. Max. ET PL,E memorie amplissimo viro D. JACOBO DELFF, Qui Senatoria jEdilitiaque, in urbe Del- FENSI, DlGNITATE CUM LAUDE FUNCTUS, PRID. ID. JüN: An°. CIO. IOC. LXI°. Aïtatis VERO SUA3 XLII0. VITA CUM MORTE COMMUTATA, DESIDERATUS BEATORUM Resurrectionem HIC EXPECTAT. Marito Charo ANNA HOOGENHOECK Abrahami Filia, Hoe quale Monumentvm Moerens posuit. Sequar te dilectissime Conjux. Te weerszijden hiervan staan twee treurende engeltjes, die boven het opschrift de wapens Delff (doorsneden: I. gedeeld: a. een dubbel gekanteelde balk; b. een korenschoof; II. drie vogels) en van Hoogenhouck (n°. 65) houden. Het geheel wordt bekroond door een gesluierden schedel tusschen twee fakkels en aan de onderzijde afgesloten door een gevleugelden zandlooper. De zerk bij deze epitaaf behoorende is beschreven onder n°. 84. De epitaaf is afgebeeld bij Timareten (blz. 40 (n°. VII). Zie afbeelding n°. 10. IX. Tegen den vieringpijler van het Vrouwenkoor'. Epitaaf van Gerard Welhouc 1665, Maria van Lodensteyn, 1624 en Petronella Spiering, 1686. Het opschrift is geplaatst in een omlijsting met twee rechthoekige orillons, verbonden door een rondbogig veld, waarin het wapen Briell Welhouc (gevierendeeld: 1 en 4 stappend paaschlam (Briell), 2 en 3 gedeeld en ingehoekt van zes stukken (Welhouc) ); in de onderzijde der omlijsting een witmarmeren cartouche met engelenkopje, dat om den hals de wapens van Lodensteyn (n°. 26) en Spiering (gedeeld: a. drie spieringen boven elkaar; b. drie vogels) draagt; het geheel wordt gedekt door een driehoekig fronton, in welks tympaan een schedel is geplaatst, en vertoont in zijn vormen het karakter der Hollandsche renaissance in den trant van H. de Keijser. Het opschrift luidt: * Sepulture van D Heer GERARD WELHOUC Burgemeester deser Stadt ende Bewinthebber van de Oostindische Compagnie Starf den 7 February 1665. LEGGEN HIER BEGRAVEN JUFFROUWE MARIA JAN van LODESTEINSdr. Starf de 27sten September 1624. ENDE Jofvrouwe PETRONELLA SPIERING Starf den 14 September 1686. Syn Ed. Successive Huysvrouwen. De zerk bij deze epitaaf behoorende is beschreven onder n°. 101. De epitaaf is afgebeeld bij Timareten blz. 42 (n°. VIII). Zie afbeelding n°. 8. X. Tegen den eersten pijler vanaf den toren, Zuidbeuk-Middenkerk: Epitaaf voor Clara van Spaerwoude, weduwe van Mr. Arent van der Meer. Ao. 1615. Convex gebogen epitaaf, bestaande uit een gedenkplaat met opschrift, gevat in een omlijsting van twee op gebogen consoles rustende, gemarmerde Dorische zuiltjes, die een gecomist hoofdgestel dragen, waarop een gebogen fronton, doorbroken met het wapen van Sparwoude (zie n°. 67), dat bekroond is met een topstuk, waarin het devies „Van Herte Claer”, en waarop een siervaas. Te weerszijden zijn, achter de hoeken van het fronton, obelisken aangebracht. De opschriften luiden: VAN HERTE CLAER. Alle Vleesch is als gras, en alle Heerlycheyt des Menschén als een Blomén des velts. i Petr. i Cap. vs. 24. Hier. leyt begraven Jovfrov. CLARA. VAN SPAERWOUDE. weduwe van. Mr. Arent van der Meer. in syn leven Hoge. Heemraet. van Delflant Raet. ende Secretaris deser Stadt. Delff. sterf DEN IIII*®. AUGUSTY Anno. xvc. vyftien. Salich en Heylich is hy, die deel heeft in de eerste opstandinge: in desén en heeft de tweede doot géén macht. Apoc. xx vers VI. Wy sien nu door een’ spiegel in een duyster reden maer dé.t sullen wy sien aensicht aen aensichte. 1 Cor. • Cap. xiii vers xii VAN SPAERWOUDE De zerk waaronder Clara van Sparwoude begraven is is verlegd naar N en is thans n°. 234. Deze epitaaf is afgebeeld bij Timareten blz. 18 (n°. III). Zie afbeelding n°. 6. XI. Volgens Timareten bevond zich in 1684 in het Koor een epitaaf die van der Lely in 1737 niet meer heeft geteekend. Het opschrift luidde: EPITAPHIUM Nobiliss. & Magnanimi Herois ARNOLDI DUVENVORDII, Tribuni militum, diversorum Oppidorum & Munitionutn olim Gubernatoris pro Deo & Patrio, fidissimi & potentissimi; obiit in Ostendw obsidione: 11 Junii Anno 1602. Siste gradum tu qui transis, meritoque se- PULCHRO Aspice ut inquiras quis hic est? Ille a quo potuit virtutem discere virtus; Cui COMES ET PIETAS ET FIDES: VlVERE CUI DECUS IN CHRISTO, CUI PRO GREGE Christi Dulce fuit bellum et mors ipsa. Scire CUPIS QUIS sit? Jacet HIC DUVENVORDIUS ILLE Nobilis ARNOLDUS Batavum Decus. Heu! rapuit quem pestis atrox Ostendaque S-iEVA, Felix, nam Deus ipsum suscipit. Rara avis in terris, nigroque simillima cy- GNO. Magnus erat Pietate et Marte. Obiit Anno coi.ioc.ii. iv. Non. Jun. Een afbeelding is mij niet bekend. Pr 250; Tim 12. XII. Timareten beschrijft vervolgens nog een epitaaf voor Margaretha de Jonge van Baardwijk, echtgenoote van Jacob Frederik van Renesse. In ruitvorm het wapen gedeeld: a. van Renesse (aanziende leeuw op met blokjes bezaaid veld); b. de Jonge: gevierendeeld: 1 en 4 een geschaakte dwarsbalk; 2 en 3 een rad; omgeven door acht kwartieren: links 1. de Jonge, 2. Sasbout (zie n°. 229), 3. Pynssen van der Aa (gedwarsbalkt van zes stukken), 4. van der Meer (zie n°. 104); rechts 5. de Heuyter (een poort met twee torens), 2. van Bruhese (drie posthoorns), 3. Pynssen van der Aa, 4. Heerman van Oegstgeest (ankerkruis). Het opschrift luidt: D. O. M. Nobilissim/E et Pientissim^e D: Dominee MARGARITjE de JONGE del BAERDWYK VXORI SILE CARISSIM/E Nobilissim. Generosissim. D: Domin. JACOB FREDERIC a RENESSE de BAER, Dn. de Grypskerken et Poppendamme Cum Justis Lachrimis Hoe Mnemosymon SACRAVIT. Faemineum de Jonge Decus rapuere Renesse Margarim & Angelicis fata dedere Choris: Sanguis Honor Pietas terreno e femine Gemmam Jussere dïthereis ignibus esse parem. Obiit m Nonas Februarii An°. Reparatae salutis. cid dc LU. De zerk heb ik niet meer gevonden, die het graf van Margaretha de Jonge dekte. Zij was een dochter van Jacob de Jonge (zoon van Cornelis Jacobsz. de Jonge ex dementia Pynssen van der Aa en van Anna Joostdr. Sasbout ex Catharina van der Meer) en van Jacoba de Heuyter (dochter van Jacob Jansz. de Heuyter ex Geertruyd Pynssen van der Aa en van Margaretha Comelisdr. van Bruheze en Hillegonda Heerman van Oegstgeest). De epitaaf is afgebeeld bij Timareten blz. 34 (n°. VI), en bestond dus nog in 1777. Pr 327; Tim 34. XIII. Tegen een pilaar een gedenksteen met opschrift: H. K. Poot obiit 31-12-1733. Pr 219. II. GRAFZERKEN. A. JORIS KAPEL. De Joriskapel bevat 6 pleinen, genummerd van West naar Oost. Ieder plein houdt 7 graven genummerd van Zuid naar Noord. De meeste zerken lagen nog op hun oorsponkelijke plaats, doch er was wel een en ander gewijzigd, doordat er groote kelders waren gemaakt. De zerken zijn allen opgenomen en verlegd om verder afsüjten te voorkomen. 1. (J 5) 238 X 87. Deze zerk bevat in een medaillon de alliantiewapens van het echtpaar Verburch (twee liggende koeien met de koppen van elkander afgewend, waarboven twee Latijnsche Kruisen, de lange armen omhoog) en van der Aa (drie ruiten, 2 en 1); ht: een uitkomende koeiekop. Opschrift: „Rustplaats van dHr Johan Verburgh gebooren den XXIIIen April XVIc drije en dertig ende overleden op den XIXen Junij XVIc negenentaghtigh alsmede desselfs moeder Joffrouw Elysabeth Adams van der Aa zar weduwe van De Heer Hendrick Verburch oud 82 jaar overleden op den Xlen Mey XVIc een en ’t negentich.” De zerk dekte J II, 2 en is daar in 1689 opgelegd; de oude zerk is toen overgebracht naar N II, 7 toebehoorende aan Elisabeth van der Aa. Eigenaars: 1625 Jan Comelisz. Verburch; 1638 Gerrit Jansz. Verburch; 1669 Elisabeth Jansdr. Verburch; 1687 Jan Hendriksz. Verburch; 1689 Anna Hendrikdr. Verburch; 1716 Simon van Son. Begravenen: 28-11-1664 Kind van Stephanus Marchand, professor te Leiden; 9-12-1686 Elisabeth Verburch, wed. Cornelis Adriaensz. van Bleyswyck; 23-6-1689 Johan Hendriksz. Verburch; 15-5-1691 Elisabeth van der Aa, wed. Hendrik Verburch; 19-6-1709 Geertruyt Verburch, wed. Prof. Stefanus Marchand. Test. 18-6-1689 (W. v. R. 2290 f 33). v. d. L. 1*; Pr 121. 2. (J 2) 172 x 80. Blanco. De zerk dekte J I, 3. 3. (J 1) 182 X 95. In een medaillon bevond zich het wapen van der Lee (een rechterschuinbalk beladen met zes zespuntige sterren van boven vergezeld van een gaanden leeuw). Opschrift: „Graffstede van de Hr. burgr Dirck van der Lee. Den 21 Mey 1673 hierin begrawe de Hr. Huybertus van der Lee; den 1 April 1676 hierin begraven de Hr. Burgemr. Dirck van der Lee. Den 1 Mey 1690 Juf Aletta van Well weduwa wijle de Hr. Burg. Dirck van der Lee. Den 10 Mey 1700 hierin begraven de hr. Mr. Gijsbertus van der Lee ende Heindrick van der Lee in sijn leven regent van ’caretaathuys bedient 36 jaren sterf den 10 Maart 1705.” Deze zerk dekte met nog een zerk de graven M—Z II, 1 en M IV, 14 en schijnt in de 18® eeuw overgebracht te zijn naar J 1,1; v. d. L. vermeldt als ligging: in de Z.trans naast de bank van diaconen. De steen waarop het bij Tïmareten vermelde opschrift, betreffende de wed®, van Ryck, stond is verdwenen. Eigenaars: M IV, 14. 1671 Dirk van der Lee, die in 1672 M—Z II, 1 er bij kocht. 1699 Hendrik van der Lee. 1705 Jan van der Lee. Begravenen behalve de op de zerk vermelde personen: 18-9-1673 Helena van Suylen; 3-4-1682 Comelia van Suylen j.d.; 21-5-1701 Anna van der Lee, wed. Nicolaes van Ryck, drost van Waelwyck; 5-6-1703 Ds. David Clijnkant; 27-7-1711 Johannes van der Lee; 23-3-1705 Jan van Ryck; 23-3-1705 Hendrik van der Lee; 12-10-1708 Maria van Ryck; 23-11-1709 Wilhelmina van der Lee, hv. Jacob Jansen Goeree. Boed. Dirk van der Lee 21-5-1677 (J. v. O. 1957 f 18); test. Hendrik van der Lee 28-3-1704 (J. d. B. 2398 f 122). v. d. L. 831, die 17 in plaats van 18 Febr. 1700 vermeldt; Pr 125, die 10 Mei in plaats van 18 Febr. 1700 leest en 10 Maart in plaats van 17 Maart; Tim 43, die 10 Febr. in plaats van 18 Febr. 1700 leest, en evenals Prins 10 Maart, inplaats van 17 Maart 1705. A.N.F. 121®, die weer een anderen datum geeft: 21 April inplaats van 1 April 1676. Ned. Leeuw 1914. Kol 327. 4. (J 20) 232 x 144. In een ovaal de letters J.M. (Johan Molijn). De zerk dekte J IV, 1 en 2 en was omgelegd naar het Noorden. Eigenaars: 1625 Gerrit Fijck, tinnegieter; 1632 Dirk Teunisz. van der Piet; 1679 Johan de Molijn; 1748 Burgr. Arent Hendriksz. van der Dussen; 1760 Joris Geesteranus; 1782 Wilhelmina Susanna Geesteranus. Begravenen: 17-11-1679 zijn de begravenen uit het ook aan Molijn toebehoorende graf M IX, 12 naar dit graf overgebracht, terwijl de zerk van dat graf is getransporteerd naarV, I, 2; 19-3-1680 Philips de Molijn. j.m.; 7- 3-1687 Dr. Anthon de Molijn; 21 Aug. 1689 bk. van Anthon de Molijn, alsmede een in M IX, 12 op 29-4-1689 begraven kind van denzelfden bijgezet; 8-12-1691 Sr. Johan de Molijn; 7-9-1700 bk. van Dr. Anthon de Molijn; 10-6-1772 Maria Stadlander hv. van Lith de Jeude; 16-2-1773 bk. van Johan Geesteranus; 26-2-1776 Joris Geesteranus; 21-1-1789 Elisabeth Eva van den Hout; 16-1-1797 Maria Stadlander overgebracht naar K.W. I 5/6; 31-8-1808 AhdaSophiaNoodthv.Mr. JohannisGeesteranus; 8- 10-1812 Johannis Geesteranus; 20-11-1817 Wilhelmina Comelia Maas, ongeb.; 17-5-1821 Alida Sophia Maas, ongeh.; 2-4-1827 Wilhebnina Susanna Geesteranus hv. Pieter Maas. Test. Johan de Molijn 25-4-1679 (J. B. 2307 f 95). v. d. L. 38; Prins 115; A N F. 1022. 5. (J 8) 261 X 144. Blanco. De zerk dekte J II 4—5; het graf der familie van Adrichem. 6. (J 17) 196 x 82. Blanco. De zerk dekte J III, 7. 7. (J 18) 202 X 100. Renaissance steen met het opschrift „Sepulture”. De zerk dekte J IV, 7. 8. (J 4) 193 X 107. Renaissance steen waaruit de koperen inscriptie en het wapen is weggenomen. De zerk lag J II, 1, welk graf in 1625 toebehoorde aan Geertgen Corstiaens, wed. Cornelis Groen. 9. (J 3) 230 X 127. Een ovaal bevatte het wapen, van het geslacht van der Well (drie scharen, ht: uitkomende leeuw). In de vier hoeken ovalen, die de wapens der ouders hebben bevat van Burgemeester Cornelis van der Well en zijn echtgenoote Christina van Dyck: 1 van der Well; 2 van der Block (een beurtelings gekanteelde balk vergezeld van zeven (4 en 3) bijen); 3 van Dyck (gevierendeeld met vier leeuwen); 4 Melisdyck (een meermin, houdende een schild met drie klaverbladen). Opschrift; „Sepulture van Cornelis Lambrechtsz van der Wel oudt Burgemeester deser stat Delff starf den 20en Novembris anno MVIc XXI ende Crystina Pieters van Dijck sijn huisvrouwe starf den ao MVc LXXXXII ende van Elysabeth Comelisdr. van der Well huysvrouwe was van Daniël Gerritssoon van der Buys cornet sterff den XIIII May ao. XVIc XXVII.” De zerk dekte J I, 4—6, welke graven na den dood van Burgemeester Cornelis van der Well in 1621 werden verdeeld tusschen zijn zoon Johan en dochters Elisabeth en Petronella. J I, 4. Eigenaars: 1627 Doctor Johan van der Wel; 1636 Joost Jacobs van Moerkercken; 1663 Willem van der Hiel; 1719 Cornelis Overgauw; 1737 Nicolaas Overgauw; 1750 Johannes Mensert. Begravenen: 20-4-1669 Jeremias Willemsz. van der Hiel; 6-9-1684 en 29-10-1685 Kinderen van Adriaan van der Hiel; 24-10-1736 Catharina Overgauw; 23-8-1740 Jacoba Apolonia Overgauw; 8-10-1748 Comelia Overgauw. J I, 5. Eigenaars: 1624 Lysbet Cornelis van der Wel met haar broeder en zuster 2 graven; 1631 Jan Bogaert; 1648 Andries Bogaert; 1679 Daniël Bogaert; 1702 Adriaen Beman; 1741 Samuel van de Casteelen; 1775 Helena van de Casteelen; 1777 Dr. Willem Verbrugge; 1824 G. Verbrugge. Begravenen: 29-1-1658 Andries Boogaert; 20-6-1679 Agneta van der Buys, wed®. Notaris Andries Boogaert; 17-6-1681 Daniël Boogaert; 30-3-1737 Sr. Adriaan Beman; 28-1-1739 Wilhelmina Bogaert, wed®. Adriaan Beman; 21-11-1763 Johanna Beman; 25-1-1775 Samuël van den Casteelen; 29-11-1775 Helena van den Casteelen; 17-12-1823 Antoinetta Pantekoek,wed®. Dirk van Kuyk. Eigenaars 6® graf: 1631 Pietertje Comelis van der Wel; 1675 Nicolaas van Harpen; 1693 Jonas Jacobs de Kort; 1736 Johanna de Kort; 1763 Johanna Rynderts; 1784 Engeltje van Dam, huisvr. Dirk Rynderts; 1793 Dirk van Leeuwen; 1822 L. Hoogersdijk. Begravenen 6® graf: 17-2-1672 Johan Strick; 20-2-1674 Maria Elsevier, wed®. Johan Strick; 16-7-1674 Johanna Verdelff, huisv. Aelbert de Koninck; 29-3-1685 Kind van Jacob Kettingh; 16-1-1736 Maria van Harpen; 17-11-1747 en 20-4-1748 bk. Dirk Rynders; 7-9-1757 Jan van Dam den Ouden; 8-9-1759 Jan van Dam de Jonge; 17-10-1759 Maria van Dam, j.d.; 18-6-1762 Johanna de Kort; 21-9-1775 ak. Johannes van Leeuwen; 5-5-1783 bk. Johannes van Leeuwen; 21-8-1784 Dirk Rynders; 13-1-1789 Elisabeth Rynders; 18-4-1789 ak. Johannes van Leeuwen; 21-1-1789 bk. van denzèlfde; 24-8-1790 Jan Rynders. Test. Comelis van der Well 28-10-1621 (D. d. H. 1647 f20). v. d. L. I1; Pr 124; Tim 21, die per abuis 13 Mei 1627 leest. Wandelingen 53. De ouders van Christina Pietersd. van Dyck, waren Pieter Jansz. van Melisdyck (zoon van Jan Aper Melisz. en Styntje Claesdr. van Dyck) en Liesbeth Mattheusdr. van der Houven, zoodat de wapens fout zijn geweest, indien v. d. L. ze althans juist heeft overgeteekend. De ouders van Comelis van der Well waren Lambert Jansz. van der Well en Johanna van der Block. 10. (J 9) 125 X 70. In een medaillon de wapens van een echtpaar. 1. doorsneden a. twee rozen naast elkander; b. een gebladerde tak. 2. een loopende haas op grasgrond, boven wolken; ht: roos tusschen een vlucht. Opschrift: „Hier leyt begraven Nicolaes Dichters oudt 37 jaeren sterf den 22 September anno 1652.” De zerk dekte J II, 6. Het graf er naast J II, 7 (n°. 20) behoorde later aan dezelfde eigenaars. Vermoedelijk is de zerk overgebracht, want v. d. L. vermeldt als ligging: „Noordzijde van het orgel onder de bank”, hetgeen echter in strijd is met. het begrafenisboek. J II, 6. Eigenaars: 1630 Jannetje Davids; 1631 Jan Arents van Dunevelt; 1697 Maria Dichters; 1720 Maria Libergen; 1720 Comelis van der Sleijden; 1744 Simon van der Sleijden; 1778 Comelis van der Sleijden; 1794 Aegidiusvan Braam. Begravenen in het 6® graf: 3-9-1670 Mr. Nicolaes Dichters; 18-9-1676 Catharina Dichters; 21-3-1709 Catarina Dichters bej. dr.; 18-2-1696 Maria van Duynevelt, laatst wed. van Johan Alenburgh, uit ’s Hage gebracht; 29-5-1720 Comelis de Vries j.m. uitgedragen uit het huis van Notaris van der Sleyden; 12-12-1722 Notaris Comelis van der Sleyden; 17-8-1737 Johan de Jongh; 26-5-1742 juffr. Yda Amsterdam, wed. Notaris Comelis van der Sleijden; 12-7-1751 Mr. Simon van der Sleyden; 12-11-1777 Magdalena Penning; 17-10-1794 Mr. Cornelis van der Sleyden; 6-1-1796 vrouwe Magdalena van Braam; 25-7-1804 ak. Dr. Adriaan Sanderus van der Boon Mesch; 9-6-1815 Maria Comelia Caninus, wed. Johan Adriaan van Dorth; 9-5-1828 Adrianus Sanderus van der Boon Mesch. J II, 7. Eigenaars: 1625 Mr. Dirk van Santen, auditeur-rekenmeester; 1660 Maria Fransd. Meerman; 1717 Burgemeester Meerman aan de Kerk. Begravenen: 6-10-1731 juffr. Johanna Doncker, wed®. Symon Amsterdam, in het 7e graf; 22-12-1735 ak. van Mr. Symon van der Sleyden; 11-10-1783 juffr. Volkera Comelia van der Sleyden; 24-12-1788 juffr. Johanna van der Sleyden, wed. J. Koob; 26-10-1799 bk. van Capitein Aegidius van Braam; 4-4-1816 bk. van Capitein Jeremias van Steel, v. d. L. 80»; Pr 122; A N F. 1215. 11. (J 14) 205 x 90. Opschrift: „Comelis Engelbrechtsz. van Maeslandt met Sophia Matheusdor. Engelbrecht Cornelis van Maeslandt rekenmr. der graefficxheyt van Hollt starf an. 1574 den 16 Augusty. Dr. Joan Basius raed van Zijne Exc van Oraengien H.Mie starf ao. 1596 den 11 Sept. met Sophia van Maeslandt starf an. 1598 den 27 April. Baertgen Engebrechts van Maeslandt sterf den 2 Aug. ano 1609 met Gerard Jansz Graswinckel sterf den 5 Aug. ano 1627.” Deze zerk is naar J overgebracht uit N, blijkens de mededeeling van v. d. L. 701, die de ligging beschrijft „in de Noord trans naast de zerk van Bom.’’ Gerard Jansz. Graswinckel bezat in de N de volgende 3 graven XVII, 13; XX, 11; en XXIII, 11. Een dezer graven zal deze zerk hebben gedekt. Boed. Gerard Jansz. Graswinckel 5-8-1627 (A. B. 1874). v. d. L. 70l; Pr 118; A.N.F. 72»; Tim 6. 12. (J 19) 202 X 114. Fraaie laat-gothische zerk met het wapen van het geslacht Bom (een burcht met drie kanteelen waarop drie vogels staan; ht: de toren met de vogels). In den rechterhoek een krukkenkruis over 2 gekruiste palmen, links een rad waardoor een kromzwaard. Randschrift: „Hier leit begraven Anthony Bom Jacobz was tot Constantinopelen a° 1551 tot Jerusalem a° 54 sterf a°. 1586 den 6 April.” Onderschrift: „Hier leit begrave Soetge Arentsdr huysvrou van Anthoni Bom Jacops starf a°. 1581 de 11 December.” Deze zerk lag in den Noordtrans (v. d. L.) en is overgebracht naar J II, 1—2. v. d. L. 631; Pr 110; A N F 721; Tim 8, die foutief „Boni” leest. 13. (J13) 234 x 115. Op een vierhoek het volledig wapen d’ Overschie (een rietbos met als ht een hertegewei) met vier kwartieren: 1 Overschie; 2 van der Hoeff (gevierendeeld 1 en 4 een leeuw, 2 en 3 een ankerkruis); 3 van Adrichem (een slang); 4 van der Burch (een gebogen rechterschuinbalk). Opschrift: „Sepulture van Hr. Godefrid’ d’Overschie starf den 3 Juny anno 1632 oudt 26 jaren.” Deze zerk dekte J III, 2/3. In 1632 trok Lambert d’Overschie er het graf bij waarin zijn grootmoeder en stiefgrootvader van der Burch waren begraven en maakte er een kelder van, die 3 graven (J III, 1—3) besloeg. Eigenaars: 1625 Isebrant Goverts d’Overschie; 1632 Lambert d’Overschie; 1717 Johanna Lambertina d’Overschie, dochter van Mr. Johan, broeder van den voorgaande, gehuwd met Dirck Wuytiers, Heer van Werve enz.; 1735 Carel Joseph d’Overschie, Heer van Baardwyk; 1746 Adrianus d’Overschie, Heer van Baardwyk; 1769 Gaspasianus Frederik Charles Baron d’Overschie. Begravenen: 11-4-1665 Mr. Jan de Been (?); 24-4-1674 Jacqueline de Pottere, wed. Johannes d’Overschie (volgens NL LI, 377 zou zij te 's-Gravenhage begraven zijn); 9 Oct. 1677 Laurentius d’Overschie; 21-9-1703 Laurentius d’Overschie; 25-8-1713 Maria Sophia d’Overschie; 5-8-1716 Ijsbrand d’Overschie. v. d. L. 2»; Pr 119; A N F. 102s. Verg.: Ned. Leeuw. LI, 374. 14. (J 27) 232 X 143. In een medaillon de wapens van het echtpaar a. van der Mast (gevierendeeld 1 en 4 drie leeuwekoppen (v. d. Mast) 2 en 3 een keper vergezeld van drie vogels (Steyn) en b. Liefting (een dwarsbalk vergezeld van drie adelaars). Opschrift: „Pulvis et umbra Sumus. Het graf van Mr. Bartholomeus van der Mast.” De zerk dekte het graf J-K1,1/2, toebehoorende aan Bartholomeus van der Mast, die er echter niet is begraven, (zie n°. 343). Eigenaars: 1649 Bartholomeus van der Mast; 1669 Capitein Marcelis van Gogh met III® plein, 7® graf; 1709 Hendrik van Gogh; 1720 Maria van Gogh; 1730 Adriaan Matheus van der Goes; 1759 Charlotte Beatrix Strick van Linschoten, wed®. Mr. Gerard Cornelis van Riebeeck. Begravenen: 9-9-1720 Hendrik van Gogh, baljuw van het Zoestland; 1-10-1729 Maria van Gogh, wed®. Matheus Victor van der Goes; 1-2-1734 Antonia Adriana van der Goes. In 1750 zijn al deze begravenen overgebracht naar K VI, 6—8; 25-5-1780 Frederika Wilhelmina Praebentow van Willemsdorf, huisvr. van Ds. J. L. Verster te Rotterdam; 27-5-1784 Uit KW VII, 1—3 overgebracht Mr. Gerrit Cornelis van Riebeeck, Secretaris 3 van Delft; 27-5-1795 Charlotte Beatrix Strick van Linschoten, wed. van Riebeeck. v. d. L. 52; Pr 114; 102*. — 15. (J 12) 234 X 128. Aan een tak opgehangen de wapens van het echtpaar van der Burch (n°. 13) en van Adrichem (n°. 13) met het jaartal: Anno 1587. Omlijst door een randschrift met in de hoeken vier cirkels, die vermoedelijk kwartierwapens hebben bevat. Opschrift: „Hier leyt begraven Jan Reyersz van der Burch sterf den 14en July 1587 ende zijn huysvrouwe Geretruyda Adriaensdr van Adrichem sterf den 22 Novembr anno 1600.” De zerk dekte J III, 1 en werd in 1632 getrokken bij den kelder der familie d’Overschie (n°. 13). v. d. L. 3«; Pr 120; A.N.F. 72*. 16. (J 15) 166 x 78. Aan een tak opgehangen het wapen van Dyck [gelijk aan dat van Adrichem (slang).] Opschrift: „Hier leyt begraven Mariken Anthonis van Dijck sij sterf den [25 January 1588. Hier leyt begraven Ewout Jacobsz. Brand sterf den lOn Decembris 1591 en Aeltje Comelisdr. Hodenpijl sijn huysvrou sterf den July 1623.]” Deze zerk dekte J IV, 6. Eigenaars: 1624 Nog ten name van Ewout Brandt (die er 10 Dec. 1591 was begraven); Gerard Tuyning, raadsheer Leenhof van Brabant (zoon van Johan, Secretaris van Frederik Hendrik en Catharina Brandt, Ewoutsdr.). Begravenen: Er is na 1655 niemand meer in begraven. v. d. L. 2»; Pr 116; A.N.F. 102*. Ned. Leeuw, XVIII, 23; Lil, 247. 17. (Z 9) 110 x 84. Kleine zerk met de letters A. O. M. en een koopmansmerk. Deze zerk lag Zuidkerk dicht bij de Joriskapel en werd in 1923 overgebracht. v. d. L. 311; Pr 223. 18. (J 26) 320 x 186. Zeer fraaie gebeeldhouwde zerk met de wapens a. van Beresteyn (gevierendeeld 1 en 4 beer (mannetjesvarken) op een steen 2, en 3 zes kepers (Egmond)); b. Hezenbroek van Hofdyck (een springende eenhoorn, vergezeld van drie klaverbladen.) Een vierkant cartouche, de inscriptie bevattende, wordt vastgehouden door twee engelen. Opschrift: „’t Graf van Mr. Comelis van Beresteyn, in sijn leeven heere in Middelhamis en Burgemeester der stad Delf, starf den 13 Augusti 1638 oud 51 jaren ende Corvina Hofdijk zijne huysvrouwe starf den 21 Octobris anno 1667 oud 65 jaaren mitsgaders Mr. Jacob Hofdijk in sijn leven heere in Middelhamis, starf den 28 Aug. 1632 oud* 23 jaaren.” Deze zerk dekte 4 graven J V—VI, 6 en 7. Eigenaars: 1632 Comelis van Beresteyn; 1668 Mr. Zacharias van Beresteyn van Hofdyk; 1681 Comelis Joseph van Beresteyn; 1716 Jacob Vallensis; 1725 Catharina Maria Vallensis; 1745 Mr. Jacob van der Dussen, Heer van Zouteveen; 1786 Ewout van der Dussen; 1786 Hendrik Pieter van der Willigen; 1787 Mr. Nicolaas Kraeyvanger; 1797 Adrianus van der Straten. Begravenen: 26-10-1667 Corvina Hofdyck, wed. Comelis van Beresteyn; 28-9-1669 Mr. Jacob van Beresteyn; 27-7-1679 Mr. Zacharias van Beresteyn; 24-2-1689 Comelis Joseph Zacharias van Beresteyn; 24-2-1692 Anna (lees Agneta) Deutz, wed. Zacharias van Beresteyn; 1-7-1692 Comelis Vallensis; 3-10-1716 Comelis van Beresteyn; 20-1-1719 Amilia Vallensis, hv. Mr. Johan van Bleyswyck; 21-7-1724 Mr. Dirk Vallensis; 13-1-1790 Ida Maria Kraeyvanger; 2-2-1790 Everhardine Boogert, hv. Burgr. Kraeyvanger; 10-7-1792 Mr. Campegius Comelis van der Straten; 9-5-1796 Oud-Burgr. Nicolaas Kraeyvanger. Test. m.e. 8-5-1621 (de L. 1696); wed. 21-9-1664 (N. V. 2061 f 159). v. d. L. 42; Pr 319, die Tim. copieerende evenwel 18 Aug. 1638 opgeeft i.p.v. 13 Aug. en 28 April 1632 i.p.v. 28 Aug.; A.N.F. 721; Tim 30. Ned. Leeuw 1914, 330. Wap. XVIII, 214. Afgebeeld n°. 11. 19. (J 23) 321 x 192. In een medaillon in cartouche, de wapens van het echtpaar a. van der Made (een gebogen rechterschuinbalk beladen met drie bollen) en b. van Adrichem (n°. 13), waaromheen een draperie en het jaartal 1581. Hieronder een cartouche. Opschrift: „Hier leyt begrave Adriaen Arlewinsz van der Made en starf ao. 1580 de 20e february en Machtelt Adriaensdr. va Adrichem sijn huysvrouwe starf ao. 1597 den 30 Augusti ende Beatris van der Made starf den 30 October 1620.” Deze zerk besloeg 6 grafplaatsen J III—V, 3—4. Eigenaars: 1625 Adriaen Arlewyns, nu Hester Adriaensd. van der Made;1662 Mr. Comelis Onderwater (erfg. zijner oud-tante); 1682 Comelis Soetens (erfg. van zijn oom); 1687 Comelia Soetens; 1698 Mr. Adriaan v. Schuylenburch (erfg. van zijn schoonvader); 1753 Willem Spranger. Begravenen: 3-10-1680 Mr. Comelis Onderwater; 12-2-1686 Mr. Comelis Soetens en gelijktijdig getransporteerd uit N I, 3—5 Maria Imans, zijn echtgenoote; 16-2-1697 Comelia Soetens, hv. Mr. Adriaan van Schuylenburch. v. d. L. 41; Pr 112; A.N.F. 1022; waar het wapen der vrouw ten onrechte wordt genoemd als dat van zijn dochter. 20. (J 11) 200 x 100. Blanco. Deze zerk dekte J II, 7 doch of deze is overgebracht is niet na te gaan. 21. (J 24) 231 X 122. Blanco. De zerk lag op de plaats J VI, het graf der familie van Santen, v. Muylwyck en Gael. 22. (J 22) 250 x 158. Gebeeldhouwde zerk met een medaillon, waarin de wapens van het echtpaar a. Jacob Briell (gevierendeeld 1 en 4 een stappend paaschlam (Briell), 2 en 3 een boom (Bosch) en b. Maria van Beresteyn (beer op steen); ht: paaschlam. Er boven een draperie met engelen houdende flambouwen. Er onder een vierkant in cartouche geflankeerd door twee figuren, houdende weegschaal en bijbel en kerk. Opschrift: „’t Graff van Dheer Mr Jacob Briell, starff den 20®“ January 1644 out 64 jaeren en joffrouw Maria Duyst van Beresteyn starff den 7en Marty 1663 out 42 jaer.” De zerk dekte de kelder J V, 1—2. Eigenaars: 1633 Mr. Jacob Briell; 1644 Mr. Paulus Briell; 1693 Jacob Paulus Briell; 1744 Mr. Willem van Schuylenburch; 1794 Amoudina Maria Briell; 1825 Hendrik Huygens. Begravenen: 17-11-1679 Mr. Jacob Briell; 25-2-1682 bk. van Lt. Col. de Flut; 1-9-1699 Kap. Gaspar van Kinschot; 12-12-1705 Albertina Johanna Briell; 12-1-1732 ak. Mr. Willem van Schuylenburch; 19-4-1732 bk. van denzelfde; 18-2-1734 Mr. Herbert Briell; 22-2-1740 ak. van Willem van Schuylenburch; 11-6-1768 Maria Elisabeth Briell. v. d. L. 2»; Pr 111; A.N.F. 72*. Afgebeeld n°. 18. 23. (J 16) 64 x 41. Kleine zerk met het opschrift: „Rust noch cleyne tijt ende verlossinghe is nae bije. Siet ick come haestelick. Coomt Heere Jesus. Psal 27.” Deze zerk lag, vlgs. v. d. L. op het K. v. d. L. 741; Pr 117. 24. (J 25) 232 x 95. Blanco. Deze zerk ligt J VT, 3, het graf van Adriaen Claesz. van Adrichem. 25. (J 10) 167 x 71. Opschrift: „C. G. — W. R. — C. W. —G. W. Pr 123. B. KOOR. Het Koor bevat 10 pleinen, genummerd van West naar Oost, ieder plein 13 graven, genummerd van Zuid naar Noord. De zerken der eerste 7 pleinen zijn allen opgenomen omdat daarover een vloer gelegd zou worden voor de banken. Zij zijn overgebracht naar de Zuid-beuk (nos. 285—347). Beschreven worden dus nu de pleinen VIII—X. 26. (K 68) 223 x 136. De dood houdende fakkels in de hand met voor zich een cartouche voor het opschrift. In de bovenhoeken twee wapenschilden waarop vermoedelijk waren aangebracht de wapens van Lodensteyn (golvende balk waarboven een barensteel) en Voorburgh (een boom). Om het doodshoofd een slang. Opschrift: „De rustplaatse van Joost van Lodenstein Comelisz. in zijn leven Burgemeester der stad Delft obiit 21 April 1660, oud zijnde 76 jaaren en Maria van Voorburch Dirksdr. sijn huysvrouw obiit 11 Juny 1667 oud 79 jaren; Joost van Lodensteyn predikant tot Utrecht obiit 16 Augustus 1677 oud 57 jaren. Dirk van Lodensteyn schepen dezer stad en Bewinthebber van de Oost Indische compagnie obiit 6 Augustus 1679 oud 69 jaaren en Amelia de Berch Jacobsdr. sijn huysvrouw obiit 31 Mei 1681 oud 70 jaren.” De zerk dekt K VIII, 1—2. Eigenaars: 1660 Dirck Joosten van Lodensteyn; 1682 Catharina van Lodensteyn; 1713 Abraham Keyser; 1744 Mr. Johannes Abrahams Keyser; 1752 Heter Kleyn; 1752 Martinus van Berkel; 1791 Adrianus van Berkel. Begravenen: 15-6-1667 Maria Voorburgh, wed. Joost van Lodensteyn; 18-3-1670 bk. Sr. Gillis Grommée; 10-6-1676 Comelia van Beyeren; 20-8-1677 Ds. Jodocus van Lodensteyn; 8-3-1679 Sophia van Lodensteyn, wed. Abraham Pietersz. van Hoogenhouck; 3-4-1679 k. van Willem van der Hiel de jonge; 10-8-1679 Dirk van Lodensteyn, o. Sch. naast juffr. Voorburgh, zijn ouders en Jodocus van Lodensteyn; 10-11-1679 Sophia van Lodensteyn en dr. en zoontje van Sr. Gillis Grommée uit de St. Jorisk. hierin gezet. 4-6-1681 Emilia de Bergh, laatst wed. van Sch. Dirk van Lodensteyn; 31-1-1747 juffr. Abigaël van Beyeren, wed. Jan Keyser uit K IX, 1 naar hier; 3-2-1747 Mr. Johs. Keyser; 1-4-1751 naar N XXV, 10 en 11; 11-9-1752 uit V. I, 3 naar hier overgebracht Apolonia Paerdecooper, wed. B. van Berkel en een bk. van Martinus van Berkel; 12-7-1758 Martinus van Berkel; 23-3-1769 Pastoor Joann. Hendriks; 30-5-1778 Hubert van Berkel van Gouda gebracht; 1-6-1782 ak. Adriaan van Berkel; 22-3-1789 Gerardus Bartholomeus van Berkel, uit IJsselstein gebracht; 5-9-1789 bk. Adriaan van Berkel; 21-1-1790 juffr. Joh. Maria Houwert; 22-10-1790 ak. Adriaan van Berkel; 24-9-1792 bk. Adriaan van Berkel; 24-5-1793 ak. Adriaan van Berkel; 27-4-1797 Mej. Aletta Franciska van Berkel; 11-7-1798 bijgezet Maria Gerarda van Wagenburgh, hv. Adriaan Josephus van Berkel des avonds; 14-9-1809 Weleerw. Heer Bartholomeus van Berkel; 15-11-1811 Vrouwe Maria Catharina van Tomputten, hv. Adriaan Josephus van Berkel; 19-8-1812 Adriaan Josephus van Berkel; 7-10-1814 ak. Amoldus Joseph van Berkel; 18-7-1815 ak. Amoldus Joseph. van Berkel; 8-5-1819 bk. Amoldus Johannes van Berkel; 10-3-1827 K. Joanna Bassona, hv. Amoldus Johannes van Berkel. v. d. L. 18»; Pr 293; A.N.F. 1024. Afgebeeld n°. 23. 27. (K 69) 222 X 154. Een dubbele zerk waarop 2 medaillons, ieder met een cartouche en 2 wapenschilden er onder. Op het linksche de gecombineerde wapens van Dirk van Voorburg (n°. 26) en Catharina Adriaensdr. (drie kooien met steel) op het rechtsche het wapen Voorburg; ht: van beide een sikkel. Opschrift: „De grafstee van Dirck Jacobsen van Voorburch, gestorven den 5 Mey 1638 out 78 jaer met sijn huysvrou Catherina Adriaensdr. gestorven den 28 Augusty 1624 oud 61 jaer. De Heer Adriaan Dircksz. van Voorburch veertigraad der stad Delft haar beider soone obiit 28 Augustus 1664 oud 78 jaren. Nu toecomende Jacob Dircksen van Voorburch gestorven den 21 Mey 1642 out 58 Jaer met Catharina Jacobsdr. van Voorburch sijn dogter die gestorven is den 5e April 1664.” Deze zerk dekte K VIII, 3—4. Eigenaars: 1624 Dirck Jacobs van Voorburch; 1639 Jacob Dircks van Voorburch; 1655 Catharina van Voorburch; 1667 Dirck van Lodensteyn 1682 Adriaan van Beyeren; 1685 Catharina van Lodensteyn, wed. Capn. Vrouweling; 1713 Maria Vrouweling, wed. Capn. van der Hiel; 1717 Sara Petronella van der Hiel; 1776 Dr. Willem van Blommesteyn; 1791 Willem Diderik Leendert van Blommesteyn; 1802 Dina Comelia Onderdenwyngaard. Begravenen: 10-4-1664 Catarina Voorburch; 1-9-1664 Johan van Voorburch; 9-12-1686 k. van Willem van der Hiel; 12-7-1687 Justus Vrouweling, overgebracht van K VI, 13; 9-12-1687 bk. Willem van der Hiel; 4-9-1691 k. van Willem van der Hiel; 12-8-1695 bk. Willem van der Hiel; 28-2-1697 Sr. Willem van der Hiel; 27-1-1705 ak. Dirk van der Hiel; 23-10-1706 ak. Sr. Dirk van der Hiel; 15-3-1709 Catharina van der Hiel; 3-11-1711 ak. Dirk van der Hiel; 14-6-1712 Catharina van Lodensteyn, wed. Capn. Vrouweling; 19-7-1712 bk. Sr. Dirk van der Hiel; 23-6-1716 Maria Vrouweling; 13-4-1722 bk. Dr. Hermanus van Blommesteyn; 8-4-1730 bk. Dr. Hermanus van Blommesteyn; 25-2-1750 Dr. Hermanus van Blommesteyn en uit de N. 2 kinderen van Hermanus van Blommesteyn; 12-10-1751 ak. Dr. Willem van Blommesteyn; 18-12-1754 doodgeb. k. Willem van Blommesteyn; 19-9-1757 bk. Willem van Blommesteyn; 24-4-1767 Agatha Grommée; 6-12-1775 Sara Petronella van der Hiel; 27-1-1781 doodgeb. k. Mr. Diderik Leendert van Blommesteyn; 15-11-1789 Dr. Willem van Blommesteyn, oud R.; 4-2-1789 zijne wed. Catharina Anna Grommée; 23-7-1794 bk. Diderik Leendert van Blommesteyn; 28-9-1795 ak. Diderik Leendert van Blommesteyn; 29-12-1804 ak. Petrus Canzius van Blommesteyn; 17-11-1806 ak. Petrus Canzius van Blommesteyn; 30-1-1809 mej. Dina van Blommesteyn; 26-7-1815 bk. Jan de Raad Jr. Test. Adriaan Dirksz. van Voorburch 14-5-1660 (v. d. W. 1923 f 119). v. d. L. 20»; Pr 72; A.N.F. 1021. 28. (K 70) 192 x 86. Twee wapens opgehangen aan een tak, waaronder een zandlooper. Het mannelijk wapen: een bloemkrans waardoor twee gekruiste pijlen (Swijs) het vrouwelijk wapen blanco. Onderschrift: „’t Graff van Vincenten Swijs starf 25 february ao. 1629 en Maria Jacobsdr. sijn huysvrou starf 23 Mey ao 1625 Jan Adriaensz. Swijs starf 6 february ao. 1646. Dr. Vincent Adriaensz. Swijs starff 11 Maart 1648. In den rand: Hier leyt begraven Abrahamus van Peene sterf 9 february 1665 en sijn huysvrou Maria Swijs sterf 22 December 1678.” Eigenaars: 1624 Adriaan Vincenten Swijs; 1630 Jan Adriaans Swijs; 1646 Dr. Vincent Adriaansz. Swijs; 1681 Mr. Wybrandus Laurentius; 1716 Fran§ois Laurentius; 1744 Mr. Johannes Laurentius; 1744 Gerrit Longepee; 1786 Mr. Canzius Onderdewijngaard. Begravenen: 13-2-1665 Ds. Abraham van Peene; 28-2-1678 Maria Swys, zijne wed.; 26-4-1745 Kelder gemaakt; 21-11-1746 juffr. Adryana Dullaart, wed. Ds. Gasparus van der Tak, predikant tot Rijnsburg; 1-5-1766 Gerrit Longepee; 19-4-1786 Christina van der Tak, wed. G. Longepee. Test. Jan Adriaansz. Swijs 24-1-1645 (d. L. 1692); huw.v. Dr. Abraham van Peene en Maria Swijs 17-11-1637 (d. L. 1688); test. wed. 26-12-1678 (J. F. 2299 f 67). v. d. L. 204; Pr 301; A.N.F. 1024. — 29. (K 71) 223 X 157. Blanco. Deze zerk met de daamaastgelegene (n°. 30) behoorde het geslacht Boogaert en dekte later den kelder van Kretschmar—Doublet. K VIII, 6—8. Eigenaars: K VIII, 6—7: 1625 Jacob. Gysbrechts Briell met zijn zusters; 1639 Mr. Nicolaas Boogaert Adriaensz; 1659 Mr. Adriaen Boogaert; 1713 Reyer van der Burch; 1740 Franck Reyers van der Burch. K VIII, 6—8; 1740 Franc Reyers van der Burch; 1766 Diderik van der Burch; 1828 Iman Anna van der Burch van Spieringshoek. Begravenen: K6—7: 14-6-1673 k. van Mr. Adriaan Boogaert; 17-8-1676 k. van Mr. Adriaan Boogaert. 30. (K 72) 172 x 85. Opschrift: „Inganck tot het Graff van Adriaen Boogaert, heere van Beloys etc. etc.” Deze zerk dekte K VIII,- 8, is later gecombineerd met n°. 29. Eigenaars: 1625 Adriaan Leenderts Cramer; 1656 Adriaan de Bije; 1673 Adriaan Adriaans de Bije; 1677 Abraham van der Bommenaar; 1679 Willem Decker; 1679 Mr. Adriaan Boogaert van Beloys. Begravenen: 20-8-1688 Anna Briell van Welhouck, hv. Burgr. Adriaan Boogaert van Beloys; 28-2-1689 Petronella Boogaert van Beloys, hv. Mr. Franco van der Burch; 7-10-1695 Anna Caecilia Boogaert van Alblasserdam, hv. Nicolaas Boogaert van Beloys; 3-2-1708 Adriaan Boogaert van Beloys, Burgr.; 25-12-1714 Anna Petronella van der Burch j.d.; 18-1-1715 Mr. Franc van der Burch; 4-9-1718 kk. Reyer van der Burch; 29-8-1722 bk. Reyer van der Burch; 16-8-1756 Catharina Philippina Doublet, laatst wed. Luit. gen. van Kretschmar. Boed. 28-3-1713 (W. V. 2582); rb. N. L. 1901, 149. v. d. L. 5»; Pr 71; A.N.F. 72». 31. (K 73) 222 x 86. Blanco. Vlgs. v. d. L. 211, vertoonde de zerk, die K VIII, 9 dekte een wapen met springend paard, ontleend aan de bakkerij „in ’t Swarte Paard”, waar Jeronimus Jacobsz. de Leutering, bakker, in woonde. Eigenaars: 1647 Jeronimus Jacobs (de Leutering) bakker; 1669 Annetgen Claesdr., hv. Comelis Comelisz. Dordtman; 1690 Jan Pietersz. van Ruyven; 1742 Christina van Ruyven; 1744 Joost de Bruyn; 1792 Maria Johanna van Willigen; 1802 Willemina Hoboken, wed. Amoldus Rogge. Begravenen: 13-2-1668 Fyck Pietersz. van Lynschoót; 7-9-1668 Jeronimus Jacobse de Leutering; 5-1-1709 Barbara van Schinne, (hv. Pieter Jansz. van Ruyven); 22-5-1719 Pieter Jansz. van Ruyven, (Kunstschilder); 25-7-1733 Christina van Ruyven, (zijn dochter); 19-4-1741 Capn. Jan Pietersz van Ruyven (zijn zoon), v. d. L. 21l; Pr 292; A.N.F. 102*. 32. (K 74) 219 x 167. Groote zerk in Lodewijk XV stijl met de wapens van Kinschot (beurtelings gekanteelde dwarsbalk vergezeld van drie bijen en een vrij kwartier beladen met een valk) en Dedel (drie lelies). Opschrift: „Grafstede van [Mr. Gaspar Rudolph van Kinschot Gasparsz. heer van Nieuwerkerk, hoogbailjeu en dijkgraaff der stad en lande van Oudewater secretaris der stad Delft etc. gebooren den 26 October 1704 overleeden den 7 Mey 1748 ende Vrouwe Catharina Maria Dedel Philipsdr. gebooren 11 Junij 1705 overleeden den 7 April 1752 waren te zamen in den echt verbonden den 29 Mey 1725.]” Deze zerk dekte de graven K VIII, 10 en 11. Eigenaars K VIII, 10: 1625 Frans Pietersz. Bleycker; 1652 Maartgen Pietersdr.; 1663 Leendert Claesz. Rodenburg; 1670 Neeltje Leendertsdr. Rodenburg; 1675 Willem Decker; 1676 Antony van Heusden. K VIII, 11: 1624 Dr. Jacobus Vallensis, dit graf geruild tegen K X, 8—9 (n°. 54); 1639 Liedewij van der Dussen; 1643 Maria van der Dussen; 1668 Mr. Jan Bruyns van der Dussen. K VIII, 10 en 11: 1685 Doctor Abraham Tigurinus; 1739 Jan Hendrik, van der Burch; 1774 Otto Comelis Gerard Cloot, heer van Nieuwerkerk; 1798 Pieter Hacker; 1804 Regiena Elisabeth Hacker. Begravenen: VIII, 10: 17-4-1663 Maertge Pieters; 12-7-1676 hierin getransporteerd uit V. I, 8 Comelis Gilisse van der Velden, Magdalena Willems; 2 kinderlijkjes en Geertgen Gillis; 2-5-1684 k. van Comelia van Heusden; 25-4-1685 getransporteerd naar N XXIII, 4 daar dit graf verkocht is aan Dr. Abraham Tigurinus. K VIII, 11: 13-5-1668 Susanna Deneys, hv. Ds. Bemardus Tigurinus; 11-6-1682 Ds. Bemardus Tigurinus; 16-9-1685 Ida Tigurinus, wed. Ds. Johannes Bashuysen; 24-6-1686 Ds. Jacob van Wouw. K VIII, 10—11: 9-9-1714 Abram Tigurinus; 18-2-1716 Comelia Dossingen, wed. Tigurinus; 13-5-1748 Mr. Gaspar Rudolph van Kinschot, van Nieuwerkerk; 14-4-1772 Catharina Maria Dedel, wed. Mr. Gaspar Rudolph van Kinschot; 14-5-1773 Anna Catharina Philippina van Kinschot, hv. Mr. Otto Comelis Gerard Cloot; 17-10-1798, alle gebeenten overgebracht naar KIX, 8 en begraven Johanna Sara Hooreman, hv. van Pieter Hacker; 14-4-1804 Pieter Hacker; 7-9-1812 Charles van Maros, lyfknecht van Pieter Hacker; 14-4-1823 Louisa Theodora Hacker; 14-7-1823 Comelia Smith, ong. Test. m.e. 31-12-1734 en 24-10-1738 (A. Sw. 2654 f6, en 2655 f33); rb. N. L. 1902, 42. v. d. L. 22* en 24*; Pr 70 en 303; A.N.F. 1021 en 103s; Tim. 54. 33. (K 75) 224 x 79. Deze zerk bevat het volgende opschrift: „Hier leyt begraven Pieter Willemsz. van Schie gebooren den 19 Februarij 1630 en gestorven den 26 December 1702 ende Margarita Maartens van der Nulck zijn huysvrouw gebooren den 15 Maart 1630 en gestorven den 2 Junij 1700.” De steen dekte K VIII, 12. Eigenaars: 1625 Cataline Pouwels, wed. Jasper Brugman; 1676 Annetje Brugmans; 1682 Jochem Brugmans; 1684 Pieter Willem van Schie; 1711 Willem Pieters van Schie; 1726 Pieter van der Burch; 1739 Elisabeth van den Heuvel, wed. Gregorius van Blijenburg; 1776 Maria Neck, wed. Arnoldus Wilhelmus de Laat. Begravenen: 3-3-1693 Abraham Comelis van Schie; 7-6-1700 Grietje van der Nulck; 2-1-1703 Pieter Willemsz. van Schie; 8-4-1737 Johanna van Schie, hv. Pieter van der Burch; 10-1-1739 Pieter van der Burch; 10-11-1747 Gebeente van Gregorius van Blijenburg bijgezet; 12-1-1745 Elisabeth van den Heuvel, wed. Gregorius van Blijenburg; 19-4-1776 Luit.-Kol. Arnoldus de Laet uit N X, 3 overgebracht; 1-3-1788 Maria van Neck, wed. Arnoldus de Laet. Test. m.e. 8-6-1699 (C.'sGr. 2536); alleen 16-6-1701 (J. F. 2403 f 174). v. d. L. 27*; Pr 69; A.N.F. 1035. 34. (K 76) 225 X 165. In een medaillon de wapens van het echtpaar a. Adriaan Adriaansz. Fijck en b. Magtelt Pietersdr. van der Graeff. (a. gevierendeeld 1 en 4, drie liggende schedepunten, 2 en 3, drie blokken, drie wassenaars en wederom drie blokken balksgewijze geplaatst onder elkander; b. gevierendeeld 1 en 4 twee dwarsbalken waartusschen een zesp ster en in ’t schildhoofd drie pluvieren (van der Graeff); 2 en 3 een balk, in ’t schildhoofd vergezeld van drie zesp. sterren (van der Hooge); ht: een man met puntige muts vasthoudende in zijn rechthand een boon.) Geen opschrift. De zerk dekt K VIII, 13. Eigenaars: 1653 Sophia van der Hooge, wed. Pieter Pieters van der Graeff; 1716 Magtelt van der Graeff, hv. Francois van Bredenhoff, heer van Oosthuysen; 1745 Jan Pieter van den Brande; 1766 Aletta Maria van den Brande, hv. Wilhelm Wilhelmius; 1784 Douarière van Riebeeck. Begravenen: 26-10-1665 dr. van Sch. Mattheus Gael; 26-7-1673 Geertr. van der Hooge, hv. Arent van der Graeff, van Alkmaar; 24-11-1679 Arent van der Graeff, rekenmr. Gen. Rekkr.; 7-4-1682 k. van Baron van Leliens; 31-1-1684 Sophia van der Hooge, laatst wed. Mattheus Gael; 8-4-1687 Mr. Adriaan Adam Fyck; 1-3-1768 Vr. Aletta Maria van den Brande, hv. Wilhelmus Wilhelmius; 4-1-1772 Wilhelmus Wilhelmius, heer van Brakel, des morgens van Utrecht; 26-5-1784 uit M. Joost Lodewijk van Praebentow; 2-4-1785 Maurits Wennemer Sluyter. v. d. L. 251; Pr 263; A.N.F. 1036. 35. (K 67) 108 x 42. Rest van een zerk, waarop de wapens Graswinckel (drie roggen) en van der Dussen (gevierendeeld 1. loopende hond, 2. twee beurtelingsgekanteelde dwarsbalken, 3. drie kepers, 4. een St.-andrieskruis waaroverheen een beurtelings gekanteelde dwarsbalk). Opschrift: „Comelis Abrahamsz. Graswinkel sterff 13 Mey 1664 oud 82 Jaren en zijn huysvrouw Maria Jacobsd. van der Dussen sterf den 21 January 1670. Jannetje Comelisd. Graswinkel gebooren op 13 July 1614 sterft op 1 Dec. 1615. Jannetje Comelisdr. Graswinkel geboren 15 September sterf 29 December 1620. Comelis Comelisz. Graswinkel geboren 28 sterf 30 october 1626. Comelis Comelisz. Graswinkel geb. en begraven 1629. Comelis Comelisz. Graswinkel geb. 29 May sterft 5 Juny 1634." Deze zerk dekte V, VII, 1 en werd hier gevonden in 1923. Eigenaars: 1634 Comelis Abrahamsz. Graswinckel; 1677 Mr. Dirck Graswinckel, advocaat; 1698 Mr. Franco van der Burch; 1723 Reyer van der Burch; 1740 Franc Reyersz. van der Burch; 1771 Diderik van der Burch; 1828 Iman Anne van der Burch van Spieringshoek. Begravenen: 16-5-1664 Comelis Graswinckel; 25-1-1670 Maria Jacobsdr. van der Dussen, wed. Graswinckel voorn.; 7-11-1708 Geertruit Graswinckel, wed. Reyer van der Burch; 2-9-1723 Maria van der Burch. v. d. L. 331; Pr 338; A.N.F. 725. 36. (K 77) 190 x 95. In een medaillon de wapens van het echtpaar: a. Johan Keyser (twee naar elkander toegewende leeuwen) en b. Abigaël van Beyeren (drie brakkekoppen). Opschrift: „Hier leyt begraven Gilles Grommé geb. 20 Jan. 1631, overleden 16 Aug. 1684 en Agatha van Lodesteyn zijn huisvrouw geb. 7 feb. 1622 overleden 14 November 1688. Justus Keyser overleden 29 Mt. 1694 en Johannis Keyser in sijn leven capitein van de schutterij deser stad overleden den 7 Mt. 1707.” Deze zerk dekte K IX, 1. Eigenaars: 1674 Abraham Fransz. Verkerck; 1674 Gillis Grommée; 1689 Johan Keyser, wijnkooper; 1730 Johan Keyser Abrahamsz,; 1752 Martinus van Berkel; 1791 Adrianus van Berkel. Begravenen: 21-8-1684 Gillis Grommée; 29-10-1687 kldr. Abraham Grommée; 20-11-1688 Agatha van Lodensteyn, wed. Gillis Grommée; 2-4-1694 Justus Keyzer, zn. van Johannes Keyser; 11-3-1704 Johan Keyser, Capn. Burgery; 11-11-1727 Abraham Keyser; 4-5-1728 Abigaël van Beyeren, wed. Jan Keyser; 1-6-1741 Theodora Schrevelius, wed. Abraham Keyser; 31-1-1747 Mr. Johannes Keyser, R. en Vr. Test. Gillis Grommé, m.e. 20-2-1670 (J. v. d. H. 2021 f 170); id. wed. 27-7-1688 (W. v. R. 2289 f 102); test. Johan Keyser en Adriana Grommé 12-5-1707 (J. d. B. 2399 f 161). v. d. L. 221; Pr 330; A.N.F. 725. 37. (K 78) 153 x 83. Blanco. Indien deze gebroken zerk op de oude plaats ligt dan dekt hij K IX, 2, het graf der geslachten van Hasselt, de Lille en van Hoecke. 38. (K 79) 200 x 78. In een vierkant een uitgehakt volledig wapen. Boven een vierkant waarin de letters A(driaan) V(an) S(taveren). Deze zerk dekt KIX, 3 en vormde één graf met K IX, 4. In 1753 werd er een kelder van gemaakt met n°. 40. Pr 62. 38a. (—) 60 x 37. Opschrift: „17 P. 7 G.” Deze zerk is overgebracht uit N XVII, 7 en heeft dan het graf gedekt, dat in 1625 behoorde aan Comelis Hartmans van der Poel, later aan het geslacht Thierens. Pr 64, die evenwel per abuis heeft gelezen „P.J.G (16 en 17)’’. 39. (K 80) 221 x 80. Opschrift: „Ingang A(driaen) V(an) S(taveren).” Deze zerk dekt K IX 4, en vormde één graf met K IX 3. In 1753 werd er een kelder van gemaakt met n°. 40. Eigenaars: KIX, 3—4: 1624 Jannetje Dirksd. van Groenewegen, hv. Adriaan Pauw; 1668 Mr. Adriaan Gooi; 1682 Harmannus van Wielick; 1716 Jacobus van Wielick; 1716 Wolphard Hengwerdus. Begravenen: Nov. 1625 bijgezet Dirk Christiaansz. van Groenewegen (t 28-10-1625); 23-5-1667 Elisabeth Pauw; 5-10-1669 Mr. Adriaan Gooi; 3-2-1712 Elisabeth van der Does, hv. Prof. Senguerdus. 40. (K 81) 231 X 144. De gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Adriaan van Staveren (gedeeld 1. halve adelaar, 2. twee schuingekruiste herderstaven, door een lint gebonden) en b. Comelia Johanna van Riel (drie leeuwen). Opschrift: „Grafstede van den Heere Adriaen van Staveren Com. in leven raad & president schepen &a &a mitsgads. opperboekhouder & cassier van de Oost Indische compagnie binnen dese stad &a geboren 14 January 1699 gestorven 1 Maart 1778 ende sijne vrouw Comelia Johanna van Riel Wilhelmdr. gebooren 27 January 1705 gestorven 1 November 1775 (ende deselver kinderen Elisabeth Adriana obiit 30 Mey 1740, Frederik obiit 29 November 1741, Comelia Maria obiit 5 Januari 1747).” Deze zerk dekte de in 1753 gemaakte kelder van van Staveren, welke de 4 graven KIX, 3—6 bevatte. Eigenaars KIX 6: 1624 Jochem Jochems van Hulst; 1657 Leendert van der Meulen; 1689 Sophia van der Meulen; 1752 Maria Benjamins. K IX, 3—6: 1748 Adriaan van Staveren; 1778 Willem van Staveren; 1790 Comelis van Staveren; 1807 Bastiaan van Staveren. Begravenen: K IX, 6: 19-10-1684 Jacob Fergeson, j.m.; 27-6-1685 k. van Sr. Jacob Fergeson; 28-10-1686 Jannetje van der Meulen, hv. Jacob Fergeson; 12-5-1691 bk. van Jacob Fergeson; 28-3-1718 Sophia van der Meulen. KIX, 3—6: 21-10-1748 overgebracht 3 ak. van Adriaan v. Staveren uit N.; 24-3-1753 tot één kelder gemaakt K IX, 3—6; 7-11-1775 Comelia Johanna van Riel; 12-7-1777 Mr. Hendrik van Staveren; 7-3-1778 Adriaan van Staveren, oud R. en Sch.; 13-9-1785 Elisabeth Johanna van Staveren, hv. Mr. Hendrik Verploegh; 14-6-1787 Mr. Willem van Staveren, 40 R. en oud Sch.; 4-10-1797 Isaak van Staveren; 11-1-1800 bk. Isaak van Staveren; 16-11-1805 Schepen Isaak van Staveren; 28-7-1806 van Leiden gebracht Govert Pieter Verploegh, ongehuwd; 19-7-1814 ak. Dirk Adriaansz. van Putten van Delfshaven; 17-3-1815 overgebracht dit laatste kind; 24-10-1816 Daniël van Staveren; 28-3-1820 Comelia Johanna van Staveren, wed. Isaak van Staveren van Delfshaven. Test. m.e. 7-3-1764 (v. Z. 2885 f 16). v. d. L. 232, die de overlijdensdata van het echtpaar niet ingevuld heeft, omdat deze personen na hem zijn overleden, terwijl de steen blijkbaar reeds te voren was klaargemaakt. Pr 63; A.N.F. 1026 Afgebeeld n°. 26. 41. (K 82) 171 x 75. Gothische zerk met uitgenomen koperen inscriptie en in de hoeken de evangelistenteekens. De zerk dekt thans KIX, 7, in welk geval er onder begraven liggen leden der geslachten Brugman, van Dalen en Blommendaal. 42. (K 83) 113 X 73. Blanco zerk. 43. (K 84) 75 X 42. Bevat als opschrift: „16 P. 7 G.” Deze zerk is einde 18® eeuw vermoedelijk overgebracht uit N XVI, 7 en heeft dan gelegen op ’t graf der familie’s v. Bergen en van Zwol. 44. (K 85) 225 X 79. Twee wapens van het echtpaar: a. Dr. Michiel Lubecx (een schildpad op een grond) en b. Philippina Maria van Bronsvelt (een lihkerschuinbalk beladen met drie bladeren). Opschrift: „Rustplaats van Maria Gloudina van der Burch wed. Philip van Bronsvelt geboren den 19 July 1657 obijt den 20 july 1728. Docter Mighiel Lubeex gebooren den 4 Augustus 1674 obijt den 7 July 1737, Magdalena van der Burch gebooren den 7 Mey 1649 obijt den 19 January 1742.” Deze zerk dekt K IX, 9. Eigenaars: 1624 Hans van Loon; 1652 Maritge Abrams van der Burch; 1655 Ursultge Gerrits Copier; 1679 Aeltgen de Langue; 1698 Martinus Dissius; 1700 Mr. Jan van der Burch; 1729 Philippina Maria van Bronsveld, hv. Dr. Michiel Lubecx; 1753 Maria Catharina van Bronsveld; 1791 Gerard Hendrik van Hoey. Begravenen: 22-11-1667 Magtelt de Lange; 29-10-1678 Ursultje Gerrits Copier; 22-4-1691 Carel Dissius; 14-4-1717 schoongemaakt; 24-7-1728 Maria Gloudina van der Burch; 12-7-1737 Doet. Michiel Lubecx; 24-1-1742 juffr. Magdalena van der Burch; 7-7-1752 Philippina Maria van Bronsvelt, wed. Dr. Michiel Lubecx. Test. Michiel Lubecx m.e. 2-10-1728 (J. v. d. W. 2617 f56). v. d. L. 23*1 leest 20 Januari 1742; v. d. L. 18* vermeldt het graf van Hans v. Loon met een koopmansmerk en de letter H. L., dat op dezelfde plaats heeft gelegen; Pr 65 (en 314); A.N.F. 102* (en 1024). 45. (K 86) 229 x 94. Opschrift: „P. 9. N°. 10” en Maria van Beyeren Abrahamsdr. weduwe Jan de Vrient, obiit den 9en Julij 1739 out 93 jaaren, 1 maand, 12 dagen.” Deze zerk dekt K IX, 10 en ligt dus nog op zijn plaats. Eigenaars: 1624 Maritgen Comelis van Buytenvest; 1636 Adriaan Gerrits van Beyeren; 1653 Abraham Adriaens van Beyeren; 1689 Maria Abrahams van Beyeren; 1739 Willem Raecks; 1763 Diderik Raecks; 1774 Maria Raecks, wed. Hendrik Blank; 1788 Meinardus Pieter Blanlr Begravenen: 1-10-1677 Adriaan de Jager, chirurgyn; 26-3-1683 Adriaen van Beyeren, j.m. 3-3-1696 bk. van de wed. van den hr. Raecks; 3-12-1696 bk. van de wed. van den hr. Raecks; 18-10-1700 Agatha Raecks; 15-7-1739 juffr. Marya van Beyeren, wed. Hr. Jan de Vrindt; 19-10-1748 juffr. Agatha de Vrindt, hv. Willem Raecks; 23-11-1762 Willem Raecks van Amsterdam; 21-9-1774 bijgezet juff. A. C. de Thomeze, hv. Diderik Raecks; 9-11-1774 bijgezet Diderik Raecks. Test. Maria van Beyeren hv. Johan de Vriend 28-6-1699 (P. D. 2237 f 710). v. d. L. 23**; Pr 66; A.N.F. 1031. 46. (K 87) 219 x 101. Opschrift: ,/t Graf van Michael van der Dussen, Joanna van der Dussen obiit 15 December ano 1653.” Deze zerk dekte K IX, 11 en ligt nog op de plaats. Eigenaars: 1624 Michiel Comelis van der Dussen; 1683 Maria Caecilia van der Dussen; 1740 Christoffel van der Sluys; 1742 Adrianus van IJperen; 1777 Arent de Gaey. Begravenen: 1-3-1670 Maria van der Dussen; 31-5-1677 Maria van der Dussen j.d.; 13-10-1681 Michiel van der Dussen; 4-3-1683 Wilhelmina van Setten, wed. Michiel van der Dussen; 10-1-1742 bk. Adrianus van IJperen; 20-2-1742 de heer van IJperen; 16-12-1755 Mej. Sophia de Gaey, wed. Jacobus Lamberegts; 25-4-1777 Mej. Cornelia de Gaey, wed. Adriaan van IJperen; 4-8-1797 Jonkvr. Johanna Adriana de Gaey; 6-12-1798 Mr. Arend de Gaey; 23-2-1822 Vrouwe Emerentia van IJperen, wed. Mr. Arent de Gaey. v. d. L. 214; Pr 67; A.N.F. 1024 waar 5 i.p.v. 15 Dec. staat. 47. (K 88) 233 X 132. Gothische zerk met wapen de Gorter; gedwarsbalkt van zes stukken. In de hoeken de evangelistenteekens. Het randschrift luidt: „Hier leyt begraven Comelis Jacobsz Gorter en starf de eersten September Anno MCCCC neghentich en een. Bidt voer den ziel.” Deze zerk dekte K IX, 12—13. Eigenaars: 1624 Frangois Dirks Meerman; 1699 Jan Gerrits Meerman; 1726 Johannes Saldenus; 1761 Johanna Stembor; 1762 Alida Anna van Alderwereld, geb. de Roo; 1791 Rogier van Alderwereld, heer van Rosenburch. Begravenen: 19-6-1666 Maria Briell, wed. Frangois Meerman; 9-8-1668 Gerard Meerman; 4-10-1702 Mr. Jan Meerman; 6-3-1714 Jana des Marets; 22-6-1725 Henriëtte Maria des Marets, hv. Johan Saldenus, hier gebracht van buiten den Haag; 20-12-1762 bk. Mr. J. C. Alderwereld, 40 R.; 5-7-1774 Joan Carel van Alderwereld; 18-4-1785 Alida Anna de Roo van Rosenburch; 25-6-1791 Mr. Joan Carel van Alderwereld, 40 R. en Pres. Burg.; 7-1-1805 uit ’s-Hage bk. Mr. Rogier van Alderwereld van Rosenburg; 22-4-1820 Mr Rogier van Alderwereld van Rosenburg. v. d. L. 25*; Pr 68; A.N.F. 1035. In het grafboek van 1420 wordt melding gemaakt van Jacob die Gorter. Het betreft M XV, 6: „Dit graf heeft gecoft Jacob Hermansz. die men hiet Jacob de Gorter.” (Wapenheraut XIV, 257.) 47a. (—) 69 x 47. Opschrift: „3 P. 8 G.” Dit gedeelte van een zerk zal overgebracht zijn toen de vloer werd opgehoogd. Op N III, 8 zal de steen geen betrekking hebben, want die zerk bevindt zich thans in Z Kerk n°. 278. 48—51. (K 94—%) 220 x 76; 211 X 77; 201 x 77; 221 x 79. Blanco zerken die vermoedelijk hierheen zijn verlegd. 52. (K 90) 261 X 159. In een medaillon de wapens van een echtpaar. Opschrift: „’t Graf van Joost Jacobsz van Adrichem.” Deze zerk dekt het graf K XI, 3—5. Indien deze nog op de oorspronkelijke plaats ligt dan heeft deze waarschijnlijk de wapens bevat van het echtpaar Joost Jacobsz. van Adrichem en Catharina Gerritsd. van der Eyck, aan wie dit graf toebehoorde en hetwelk zij in 1639 hadden geruild tegen hun graf K XI, 6—7 ten einde daarvan te maken den toegang tot den kelder van Piet Hein. Eigenaars: Joost Jacobs van Adrichem, die voor / 300.— zijn graf daarnaast in 1630 heeft verkocht; 1655 Emmerentia van Adrichem; 1685 Mr. Jacob Meerman; 1730 Cathanna Mana Dedel, hv. Secr. van Kinschot; 1777 Mr. Adriaan van der Goes. Begravenen: 16-9-1678 Sch. Franco Verburgh; 20-9-1678 Frans Jansz. Meerman; 23-6-1683 k. van Reyer van Bleyswyck; 4-4-1684 Emmerentia van Adrichem, wed. Frans Jansz. Meerman; 24-12-1685 k. van Reyer van Bleyswyck Evertsz.; 8-12-1687 k. van Reyer van Bleyswyck Evertsz.; 25-4-1690 k. van Reyer van Bleyswyck Evertsz.; 21-9-1692 bk. van Reyer van Bleyswyck Evertsz.; 30-5-1694 ak. van Reyer van Bleyswyck Evertsz.; 19-11-1698 Isabelle Comelia Pauw, hv. Jacob Meerman; 14-2-1702 k. van Philtps Dedel; 14-8-1706 Maria Meerman, hv. Jan Gerrits Meerman; 30-8-1708 bk. van Philips Dedel; 7-12-1708 Jan Gerritsz. Meerman; 7-9-1709 ak. Philips Dedel; 27-5-1718 Anna Catharina Meerman, hv. Philips Dedel; 27-5-1718 hare dochter Sophie Altena Dedel; 27-12-1719 Reyer Evertsz! van Bleyswyck; 3-4-1724 oud-Burgr. Jan Fransz. Meerman; 31-3-1725 Mr. Philips Dedel; 4-2-1728 Petronella Verburgh, wed. Reyer Evertsz. van Bleyswyck; 12-11-1729 Adriana van Santen, wed. Mr. Jan Fransz. Meerman; 29-6-1733 bk. Frans Verwijn; 9-10-1734 Franco van Bleyswyck; 14-7-1741 Mr. Gerrit Jansz. Meerman. Test. 10-7-1645 (W. v. A. 1849 f 459). v. d. L. 21s die evenwel geen wapens teekent; Pr 61; A.N.F. 1024 53. (K 91) 234 x 116. Blanco. Deze zerk dekt den ingang tot den grafkelder van Piet Hein (zie n°. 52). 54. (K 92) 219 x 156. In een medaillon omgeven door figuren de wapens van het echtpaar; u. Dr. Jacobus Vallensis (een leeuw omzoomd door rozen) en b. Margaretha van Clootwyck (een dwarsbalk vergezeld van vijftien bollen 5, 4, er boven, 3, 2 en 1 er onder); ht: een hand houdende een twijg. Onder: het wapen van den Dael (drie vierbladerige bloemen). Opschrift: „Hier leggen begraven Dr. Jacobus Vallensis/ in sijn leeven eerste medicijn van Zijn Exell. Maurits ende Zijn Hoogh. Frederik Hendrick princen van Oraniën etc. sterf den XIV february MDCXLIV. Juffr. Margarita van Clootwijk sijn huys* vrouwe sterf den XXX july MDCLXII.” De zerk dekt K XI, 8—9. Eigenaars: 1637 Jacobus Vallensis, medicijn der stad Delft; 1662 Dr Theodorus Vallensis; 1702 Corvina Maria Vallensis, wed. Gerard van Borsselen, 1728 Catharina Mana Vallensis, hv. Ewout van der Dussen; 1745 Mr. Jacob van der Dussen, heer van Souteveen. Begravenen: 3-8-1662 Margrieta van Clootwyck; 1-8-1673 Capn. Gerard van Borsselen; 19-8-1673 Burgr. Theodorus Vallensis; 20-11-1677 bk. Gerard van Borsselen, zal.; 17-5-1702 Agatha van Beresteyn, hv. Dr. Theodorus Vallensis; 6-9-1728 Corvina Maria Vallensis. wed. Gerard van Bnn«niPn- 4 hierin de fam. 1’Espaul en Rover overgebracht uit M.; 23-3-1792 Mr. Franc. Nicolaas van Hoogeveen; 23-2-1796 Mr. Gerard van Hoogeveen; 28-12-1799 Mr. Bruno Rover bijgezet van deszelfs buitenplaats te Voorburg; 27-8-1800 Maria van Hoogeveen, hv. Mr. Herin. Johan van Royen; 5-12-1800 Comelia Adriana de 1’Espaul; 13-12-1800 Hester de 1’Espaul; 12-4-1803 Mr. Matthys Rover; 17-1-1812 Herxnanus Johan van Royen; 17-8-1824 Jkvr. Catharina Elisabeth 1’Espaul, ong. Test. Margaretha van Clootwijck 9-12-1660 (E. v. d. V. 2069 f 83); boed. 5-12-1668 (A. v. d.V. 2171). v. d. L. 261; Pr 320; A.N.F. 1035; Tim 32. Afgebeeld n°. 24. 55. (K 93) 219 X 156. De wapens van het echtpaar: a. Matthijs /an Clootwyck (zie n°. 54) en b. Hendrica van Dommelen of Drimmelen 'een dwarsbalk waarboven twee naar elkander gewende uitkomende lalve leeuwen; onder: gedeeld 1. drie rozen, 2. drie lelies). Onder een ;artouche. Opschrift: „Alhier berust jufvrouwe Henrica van Drimmelen was weduwe van de Heer Mathijs van Clootwijk in sijn leven Rentemeester over sijn Hoogheijds domeynen onder Geertruijdenberge ende burgemeester der selver stede stierf den VIII february MDCXXXVII.” De zerk dekt K XI, 10—11. Eigenaars: 1631 Jasper van Clootwyck, rentmr. N. Beveland; 1668 oud Sch. Dr. Theodorus Vallensis, m. mede erfg. juffr. Henrica van Drimmelen, wed. Hr. Rentm. Matthijs van Clootwyck; 1702 Raadshr. Jacob Vallensis; 1725 Catharina Maria Vallensis; 1786 Ewoud van der Dussen, heer van Zouteveen en Middelhamis; 1786 Hendrik Pieter van Willigen; 1789 Bruno Rover; 1800 Gerard van Royen. Begravenen: 8-4-1680 k. v. Mr. Jacobus Vallensis; 25-1-1684 bk. Mr Jacobus Vallensis; 24-1-1709 Corvina Vallensis; 26-1-1715 Mr. Griffier Gerrit Vallensis; 28-12-1719 Mev. Maria van Bleyswyck; 21-2-1725 Mr. Jacob Vallensis, Rdsh. H. v. H.; 9-3-1786 overgebracht Middelkerk en gecombineerd met K XI, 8/9. v. d. L. 25»; Pr 313; A.N.F. 103s; Tim 33. C. VROUWENKOOR. Het Vrouwenkoor bevat 9 pleinen ieder van 12 graven. De pleinen worden geteld van West naar Oost, de graven van Zuid naar Noord. In het Vrouwenkoor zijn de zerken in 1923 op hun plaats gebleven, alleen zijn een 10-tal zerken uit Noordkerk overgebracht naar ’t Vrouwenkoor op open plaatsen. 56 en 57. (V 65 en V 66) 231 X 158 en 230 X 128. Blanco. Deze beide steenen dekken de kelder der familie van Berkel. V,IX 3 5. Eigenaars: Dirck van Beresteyn; 1666 Maerten Pauw; 1710 Comelis van Aerssen, heer van Voshol en Hoogerheide; 1745 Mr. Willem van Berckel; 1760 Willemina van Heemskerk; 1782 Jan van Riel. Begravenen: 21-8-1666 Elisabeth Berkels, wed. Jacob de Witte, heer v. Haamstede, nu 4 i/d kelder; 30-11-1669 Monsr. Abraham de Dieuw; 13-7-1671 Margaretha van der Geest; 22-7-1745 Mr. Gerard van Berckel, comm. v. Fin., getransporteerd van ’s Hage en uit Jor.kap. II, 3/5. Cecilia Elisabeth Boogaert, hv. Sr. Willem van Berckel. Kist gemerkt C. E. B. 1730, 7 m. 28 dag.; 27-12-1759 Mr. Willem van Berckel, oud R. 58. (V 67) 262 X 145. In een medaillon een ruitvormig schild: gedeeld, a. gevierendeeld 1. een griffioen, 2. drie aanziende koeiekoppen, 3. drie burchten, 4. een leeuw (Morgan); b. een rechterschuinbalk vergezeld van twee vijfpuntige sterren (Mamix). Ter weerszijde twee , kwartieren: 1. Mamix, 2. Americourt, rechterschuinbalk, 3. Ballieur; st. andrieskruis van vair, 4. Grijssen, drie kepers. Opschrift: „D.O.M. Elisabethae Mamixiae V.N. Philippi Mamixii San, Aldegondanini f, matronae generosissimae, uxori optimae castissimae, matri pientissimae, dulcissimae Carolus Morgan eques. trib. m. C.P.L.P. Vixi ut vivis, morieris ut sum mortua, anno CIDIOC VIII. X Feb. relicta filiola patri, Anna Morgan. Lex universi est quae iubet nasci et mori.” Eigenaars: Colonel Morgan; 1675 Anna Morgan. Begravenen: 26-2-1688 Anna Morgan, gravin van Pembroke. v. d. L. 35*; Pr 14; Tim 14. Afgebeeld n°. 12. 59. (V 68) 231 X 158. Boven een cartouche vastgehouden door twee figuren, het wapen van Beresteyn (beer op steen); ht: beer tusschen de vlucht; vergezeld van 4 kwartieren: 1. van Beresteyn, 2. Knobbert (drie klaverbladen), 3. van der Graeff (zie n°. 34), 4. Bosschaert (een uitgerukte doode boom waarop drie vogels). Opschrift: „Sepulture van de Heere Amout van Beresteyn.” Deze zerk dekt V, IX, 8—10. Eigenaars: 1645 Aemout van Beresteyn; 1662 Mr. Nicolaas van Beresteyn; 1680 Schepen Aemout van Beresteyn; 1695 Maria Aemoutsdr. van Beresteyn; 1716 Mr. Anthony Weveringh; 1738 Mr. Adriaan Weveringh, thesaurier; 1783 Nicolaas van Oostendijk, prof. med. Leiden. Begravenen: 30-11-1672 Pieter van Beresteyn, de 3® kist v/d kelder; 24-5-1678 O. Sch. Nicolaas van Beresteyn; 9-4-1685 Arent van Beresteyn; 3-12-1694 O. Burgr. Dirk van Beresteyn; 26-11-1696 Magdalena van Beresteyn; 26-4-1700 Isaak Graswinckel; 16-ll-1702Volckera van Beresteyn, wed. Isaak Graswinckel; 30-10-1705 bk. Adriaan Weveringh; 29-9-1710 ak. Mr. Maerten Weveringh; 23-3-1715 Maria van Beresteyn; 3-5-1718 Jacoba van Royen, hv. Mr. Adriaen Weveringh; 31-5-1719 Mr. Adriaen Weveringh; 31-5-1719 Philip Adriaensz. Weveringh; 17-8-1720 Maria, van Hoogenhouck; 6-9-1720 Mr. Antony Weveringh, hr. van Tholen; 23-4-1737 Mr. Antony Weveringh overleden te Leiden; 6-11-1739 Maria Susanna Thierens, van Leiden getransporteerd; 28-6-1743 Wendelina van Alphen, hv. Mr. Johan Thierens; 14-11-1758 de laatste 2 overgebracht naar KIII, 10—11; 23-12-1768 Mr. Adriaan Weveringh Raad; 23-10-1783 Martina Baert, wed. Mr. Adriaan Weveringh; 30-10-1783 Bartha Weveringh, hv. Prof. N. J. Oostendijk. Test. Aemout van Beresteyn m.e. 27-9-1652 (d. L. 1695). v. d. L. 34s; Pr 15; A.N.F. 72*. Tim 55. Afgebeeld n°. 17. 60. (V 69) 176 X 88. Een wapen met koopmansteeken opgehangen aan een tak. v.d.L. 35*. 61. (V 70) 118 x 107. Een steen in trapeziumvorm waarop een beker is gebeeldhouwd. 62. (V 58) 244 x 155. In een ovaal cartouche het wapen van der Graeff (zie n°. 34) met vier kwartieren vastgehouden door engelen: 1. van der Graeff, 2. Briell (zie n°. 22), 3. Meerman (een meerman met schild en opgeheven zwaard), 4. van Santen (drie springende bokken). Daaronder een cartouche geflankeerd door twee figuren voor de inscriptie: „Sepulchrum Alberti Amoldi van der Graeff. Leggen hier begraven joffrouwe Margrita Visch sterf den 4e Octrobis 1634 ende joffrouwe Eva Briells sterf den 19e Decembris 1640.” Deze zerk dekt V, VIII, 1—2. Eigenaars: 1639 Aelbrecht van der Graeff; 1685 Schepen Willem van der Graeff; 1727 Willem Twent; 1754 Nicolaas Franfois Twent; 1771 Mr. Hendrik Twent; 1790 A. P. Twent. Begravenen: 13-12-1670 Arent van der Graeff; 9-3-1684 Jacob van der Graeff; 5-4-1684 Br. Aelbert van der Graeff; 16-3-1685 bk. Sch. Willem van der Graeff; 9-10-1685 Fran9oise van Santen, wed. Burgr. Aelbert van der Graeff; 26-2-1725 Aleyda Verburgh, hv. Mr. Willem van der Graeff; 8-11-1725 Mr. Willem van der Graeff; 26-7-1742 ak. Mr. Willem Twent; 15-6-1750 Mr. Willem Twent; 18-6-1750 Alida Willemina van der Graeff, hv. Mr. Hendrick d’Acquet, R. en Burgr. Delft; 5-8-1751 Franjoise Helena van der Graeff, hv. Nicolaas Twent; 21-3-1754 Nicolaas Twent, 40 R.; 31-12-1764 ak. Nicolaas Fran9ois Twent, 28-12-1769 Hendrik d’Acquet, oud R., oud Burg.; 24-8-1771 Nicolaas Fran9ois Twent, 40 R.; 21-4-1774 AgathaHoogwerff, wed. Mr. Willem Twent; 13-7-1790 Wilhelmina Catharina Marcus van Leiden. Test. Margaretha Visch met haren man 24-9-1634 (de Gr. 1715 f 307).). v. d. L. 32*; Pr 23; A.N.F. 725; Tim 28. Zie afbeelding n#. 19. 63. (V 59) 235 X 145. In een liggend ovaal de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Leonardus de Voocht (drie lisch- dodden) en b. Maria van Santen (zie n°. 62); ht: een man in zijn rechterhand een plompestok houdende; omgeven door 4 kwartier wapens 1. de Voocht; 2. Lyliënhoek (een dwarsbalk vergezeld van 5 lelies zonder voet, 3 onder, 2 boven); 3. van Santen; 4. Meerman (zie n°. 62). Onder en boven een cartouche voor de inscriptie. Opschrift: „D.O.M.S. Leonardus de Voocht supremae curiae senator et Maria Santena conjuges hoe sepulchrum sibi et posteris suis fieri voluerunt.” De zerk dekt V, VIII, 3—5. Eigenaars: 1631 Mr. Johan de Vooght; 1653 Nicolaas de Vooght; 1662 Carel de Vooght; 1664 Philip, de Vooght; 1679 Margaretha de Vooght, wed. Johanne. Teelingh; 1692 Leonora de Vooght; 1701 Maria Teelingh; 1712 Samuel Cruckius; 1734 Nicolaas Cruckius. Begravenen: 12-9-1663 Carel de Voocht; 25-7-1669 Mr. Otto de Voocht, fiscaal; 1-11-1679 Anna de Voocht, bej. d.; 9-7-1699 Leonora de Voocht, bej. dr.; 26-10-1725 Samuel Cruckius; 14-12-1729 Nicolaas Brouwer; 5-2-1734 Veronika van der Meer, wed. Samuel Cruckius; 25-3-1740 Veronika Brouwer, hv. Ds. Johan van Staveren, hier gebracht van Leiden; 27-8-1740 Louisa Cruckius, hv. Hendrick van Markel. v. d. L. 33*; Pr 22; A.N.F. 107»; Tim 55. 64. (N 34) 209 X 77. In een vierkant twee uitgehakte wapens van een echtpaar. Daaronder een cartouche voor inscriptie waaronder een doodshoofd. 66. (V 60) 222 x 157. De wapens van het echtpaar: a. Pieter van Hoogenhouck (drie arendsklauwen) en b. Catharina van Ruyven (een dwarsbalk vergezeld van zes vogels, 3 en 3); ht: uitkomende arendsklauw vasthoudende een gebladerde knol. Er onder twee flambouwen, zandlooper en doodshoofd, alsmede 8 wapens, van de daarin begraven leden van het geslacht van Hoogenhouck. Opschrift: „Hier leyt begraven de Heer Pieter Hoogenhouck in sijn leven borgemeester ende raadt deser stede stierf den 26 January 1679 ende joffrouw Catarina van Ruyven desselfs huysvrou overleeden den 16 Juny 1695. Pieter (van) Hoogenhouck stierf 17 febr. 1673. M(aerten) v. Hoogenhouck sterf 4 Aug. 1680. Abraham (van) Hoogenhouck stierff 26 Octob. 1675. Clara (van) Hoogenhouck stirf 14 Jan. 1681.” De vier laatste opschriften op de linten om de kleine wapens. Deze zerk dekte V, VIII, 6—7. Eigenaars: 1679 juffr. de Molijn; 1679 Catharina van Ruyven, wed. Burgr. Pieter van Hoogenhouck; 1695 Harman van Hoogenhouck; 1703 oud Burgr. Maarten van Hoogenhouck; 1720 Margaretha van Hoogenhouck; 1735 Anna Pietersd. van Hoogenhouck, wed. d’Acquet; 1754 Pieter Jan Pietersz. Marcus. Begravenen: 31-1-1679 Burgr. Pieter van Hoogenhouck; 1-2-1679 St. Pieter van Hoogenhouck uit de N XVI, 4 hierheen getransporteerd; 30-10-1679 Abraham van Hoogenhouck, Pensionaris; 8-8-1680 Johan van Hoogenhouck j.m.; 19-1-1681 Clara van Hoogenhouck j.d.; 1-6-1695 Catharina van Ruyven, wed. Burgr. Pieter van Hoogenhouck; 3-7-1698 Adriaan Baart, Pensionaris Delft; 4-10-1702 Capn. Harmen van Hoogenhouck; 27-7-1707 Magtelt Boogaert, hv. Maarten van Hoogenhouck; 31-3-1717 Catharina van Hoogenhouck; 30-12-1720 Mr. Maarten van Hoogenhouck; 10-1-1732 Dr. George d’Acquet; 24-6-1735 Margreta van Hoogenhouck, wed. Mr. Adriaan Baart; 6-8-1750 Anna van Hoogenhouck, wed. George d’Acquet. Test. Pieter van Hoogenhouck m.e. 27-8-1647 (A. v. d. B. 1747 f 119 wed. 10-4-1692 (W. v. R. 2291 f 91). v. d. L. 341; Pr 20; A.N.F. 72*; Tim 44. 66. (V 61) 195 X 103. In het midden een arm, die een lint vasthoudt, waarop: „Want het gaen en is niet als voor dezen”. In de hoeken de evangelistenteekens. Opschrift: „Hier leyt begraven Maritge Pieter Talincxdochter Willem va Dycken wedeuw en starf int jaer ons Heren XVc XXXVII de XV Decembris. Bidt voer haer ziel.” Deze zerk dekte V, VIII, 8, is later vereenigd met V, VIII, 9—10 tot den kelder van ’t geslacht van der Hoeff, van Assendelft en van der Laly. Voor eigenaar, en begravenen, zie n°. 67. v. d. L. 87s, die „Talincxdr” vergeet; Pr 19; A.N.F. 1234. 67. (V 62) 223 x 125. In een rond cartouche een weggenomen koperen plaat, waarop het wapen van Sparwoude (een schuinsrechts geplaatste visch vergezeld onder en boven van een zespuntige ster), waaromheen de vier evangelistenteekens. Onder cartouche. Opschrift: „Hier leyt begraven Heer Vincent Willemszoon va Sparwou pbr. en sterf de leste Novemb. a°. XVc LIL Hier leyt begraven Jan Willemszoon van Sparwou en sterf de XXVIIte Decembr ao XVc LI bidt voer die zielen.” Deze zerk dekte V, VIII, 9—10 en behoorde tot een kelder met V, VIII, 8 (n«. 66). Eigenaars: n°. 66 en 67:1639 Willem van der Hoeff, Baljuw en dijkgr. van Delft; 1663 Sch. Pieter van der Hoeff; 1693 oud Burgr. Adriaan van der Hoeff; 1705 Gérard van Assendelft; 1760 Adriaan van der Lely; 1802 Jacob van der Lely van Oudewater. Begravenen: 7-1-1669 Catarina van der Hoeff; 14-5-1671 k. van Schepen Gijsbert van Beresteyn; 17-9-1681 Sch. Mr. Gijsbert van Beresteyn; 2-2-1699 Comelia van der Hoeff, wed. oud S. Mr. Gijsbert van Beresteyn; 16-12-1700 Catharina Meerman, hv. Burgr. Adriaan van der Hoeff; 8-11-1705 O. Burgr. Adriaen van der Hoeff; 2-12-1711 Maria van der Hoeff, wed. Nicolaas van Assendelft; 19-9-1715 Maria Magdalena van Beresteyn, hv. Mr. Adriaan van Assendelft; 30-9-1747 k. van Salomon. van Groenewegen; 30-12-1748 kind van Salomon van Groenewegen; 30-3-1757 Salomon van Groenewegen; 5-4-1774 Mr. Jacob van der Lely Jac.z.; 5-1-1780 Franc Jacob Musly, capitein artillerie; 8-2-1780 Maria Magdalena van Assendelft; 17-9-1795 Mr. Jacob van der Lely; 25-9-1795 Aemilia Comelia van der Lely, wed. Franc Jacob Musly, uit de N. Kerk overgebracht Heer en Mevr. Jacob Johan le Sueur; 2-10-1815 Mr. Maarten Willem van Groenewegen. v. d. L. 353; Pr 18; Tim 4. 68. (V 63) 208 x 78. In een medaillon, twee wapens, vermoedelijk van Ds. Jacobus Schagen (geschaakt) en zijn vrouw Catharina Timman Opschrift: „Hier leyt begraven Yacobus Schagen in syn leven predikant deser stad obiit den 8 Yuny 1707.” Deze zeik dekt V, VIII, 11. Eigenaars: 1683 Willem Decker; 1683 Jacobus Schagen; 1707 Elisabeth Schagen; 1792 Charlotta Alida Vlaardingerwout, hv. Jacob van Kretschmar; 1807 Louise Adriana Geertruida van Kretschmar, hv. Jan Slicher. Begravenen: 9-11-1683 Catarina Timman, hv. Ds. Jacobus Schagen; 11-5-1707 Ds. Jacobus Schagen; 26-9-1718 Elisabeth Schagen, hv. Mr. Maerten Vlaerdingerwout; 11-12-1762 Mr. Maerten Vlaerdingerwout, heer van Dirksland, uit ’s Hage; 29-9-1815 Jan Slicher; 25-11-1815 Louisa Adriana van Kretschmar, wed. Jan Slicher. Boed. Jacob Schagen 18-6-1707 (W. v. R. 2297 f 89). Scheid. Catharina Timman 12-4-1688 (A. v. d. V. 2191 f 180). v. d. L. 32s; Pr 17; A.N.F. 107a; Tim 49. 69. (V 64) 213 x 98. In een medaillon een wapen, vermoedelijk van Jan Crans, niet meer door v. d. L. geteekend. Opschrift: „Sepulture van den Welede. Heef Jan Crans in leven oud goevemeur van Malacca overleden binne Delft den 26 van grasmaand 1780 oud 47 jaar en 16 dagen.” Deze zerk dekte V VIII, 12. Eigenaars: Dirck Gerritsz Couckebakker; 1643 Susanna van Straten, wed. Dirk v. Rees; 1715 Hendrik van Heden; 1740 Clasina van Heden; 1780 Anna Margaretha Hazelkamp, wed. Jan Crans. Begravenen: 31-12-1674 Annetje Dirks, wed. Jan Barentse Rees; 28-7-1670 Dirck Rees, notaris; 1-12-1680 k. van Hendrik van Heden; 30-5-1684 k. van Hendrik van Heden; 24-6-1687 bk. Hendrik van Heden; 30-10-1687 k. van Hendrik van Heden; 15-5-1690 Neeltje Rees. 'hv. Johan Ouwerschie; 22- 12-1693 bk. Hendrik van Heden; 18-7-1695 bk. Francoys Rees (goutsmid); 10-3-1699 k. van Hendrik van Heden; 11-7-1700 ak. Hendrik van Heden; 23- 5-1703 Adriaen van Heden; 27-3-1704 ak. Hendrick van Heden; 20-11-1719 Amoldus van Heden; 2-9-1729 Anna Rees, hv. Henderik van Heden; 29-10-1731 Sr. Henderick van Heden; 24-4-1746 Hr. Nicolaas Anderson; 1769 uit M III, 10 naar hier Margaretha van den Berg, Maria Benjamins, Hugo van Kreethuysen, Andries Kleyn, 4 zoontjes Pieter Kleyn; 8-3-1773 Jacobus Merssen; 6-7-1774 Jacob Merssen naar M. I, 4 en 5; 1-5-1780 wed. A. Kleyn en gen. lijken naar K. 1,10; 3-5-1780 Jan Crans, oud gouv. van Malakka; 11-11-1797 Hendrik de Roock; 21-11-1818 Emanuël Sandoz, Burgr. Delft. Test. Jan Crans m.e. 18-4-1780 (Prijn 3137 f 27). v. d. L. 32® beschrijft nog het oude opschrift C: V: H(eden) Anno 1731 (Pr 260); Pr 16; A.N.F. 107®. 70. (V 52) 263 x 171. Groote zerk, met rijk bewerkt cartouche, omgeven door zwevende engelen, waarom het opschrift vermoedelijk is weggehakt en later vervangen door: „Rustplaats van den Heer H. Koppiers overleden den 28 April 1823 oud 41 jaaren.” Vermoedelijk dekte deze steen V,VII, 1, doch het overlijden van Koppier. is niet gevonden. Pr 21. Afgebeeld n°. 25. 71. (V 53) 204 X 85. Aan een tak opgehangen drie wapens, in het midden het mannelijk schild van Santen (zie n°. 62), links een ruit met het wapen van Heemskerck (leeuw), rechts een ruit met het wapen van Montfoört (geschaakt). Opschrift: „Hier leyt begraven Yda Dirksdr. va Heemskerck huysvrou van Floris Jacobz van Montfoort starf den 29e Mey 1595. Henrick Dircxz van Santen burgemeester va Delff starf den 30® Maert 1606. Helena Floris van Montfoertdr staerft den 2 Januarius 1610.” Deze zerk dekte V, VII, 2—4. Eigenaars1625 Adriana Pous, wed. Gerrit Dirksz. Meerman (eerder wedr. van Anna Hendriksd. van Santen); 1708 Willem Spieringh; 1756 Anna Maria,; Spieringh, wed. Gerard Sulyard de Leefdael; 1767 Willem Sulyard de Leefdael; 1823 iVr. Anna Christine Johnstone geb. Buze. Begraveneii: 20-6-1669 Wilhelm Meerman; 7-9-1680 O. Burgr. Dirk Meerman, hr. van Molenaarsgraaf; 27-3-1686 Willem Spieringh, R. en Vr.; 28-1-1689 Anna Pous, wed. Willem Spieringh; 7-5-1694 Mr. Adriaen Spieringh, zoon van Willem Spieringh, 40 R.; 25-8-1703 Mr. Gerrit Spieringh; 25-6-1707 Adriana Margaretha Spieringh; 4-5-1723 Jacob Spieringh; 21-10-1733 Mr. Willem Spieringh; 29-1-1751 Jkvr. Agatha Suljard de Leefdael; 7-5-1756 Comelia Maria Boogaert, wed. Mr. Willem Spieringh; 7-5-1768 Jkv. Agatha Maria Spieringh; 14-10-1768 van IJsselstein met een schip getransporteerd vr. Anna Maria Spieringh, wed. Suljard de Leefdael, die aldaar eenige jaren was begraven geweest, v. d. L. 316; 'Pr 35; A.N.F. 107»; Tim 11. 72. (V 54) 335 x 198. Groote zerk met de wapens van een echtpaar, in laat-gotischen stijl op koperen platen die verdwenen zijn. Deze zerk dekte V, VII, 6—8 de kelder van de familie van der Goes. Eigenaars: 1625 Burgr. Adriaan van der Goes; 1663 Mr. Andries van der Goes; 1670 Franck Adriaansz. van der Goes; 1711 Mr. Adriaan van der Goes van Naters; 1722 Andries van der Goes van Naters; 1739 Mr. Comelis van der Goes; 1783 Comelis van der Goes. Begravenen: 2-7-1663 Jacob van der Goes, hr. van Naters; 15-5-1665 Fran^ise Fyck; 15-2-1669 Mr. Adriaen van der Goes; 8-12-1678 Jacoba de Jongh, wed. Christiaen van der Goes; 22-12-1681 k. van Christiaen van der Goes; 22-3-1683 k. van Christiaan van der Goes; 2-8-1685 k. van Adriaen van der Goes van Naters; 13-5-1686 k. van Adriaan van der Goes van Naters; 29-11-1691 bk. 10 j. Adriaen van der Goes van Naters; 6-12-1691 bk. IJ j. Adriaan van der Goes van Naters; 20-10-1694 bk. 7J j. Philippus van der Goes van Naters; 3-9-1699 Anna van der Goes, klopje; 17-3-1703 Christiaen van der Goes; 22-8-1707 Maria Dulcea Spieringh, hv. Mr. Adriaen van der Goes; 14-11-1707 Philips van der Goes, vice-adm. van de Maas; 29-2-1708 Clara van Meekeren, wed. vice-adm. van der Goes; 16-4-1713 bk. Mr. Adriaen van der Goes, secr. van Delft; 10-12-1714 ak. Mr. Adriaen van der Goes; 5-10-1715 bk. Philips van der Goes; 24-2-1721 oud Burgr. Adriaen Andries van der Goes; 2-7-1721 bk. Philips van der Goes; 17-3-1723 doodgeb. k. Mr. Fran5ois Doublet, hr. van Groeneveld; 2-12-1724 ak. Franco van der Goes, Raadsheer ’s Hage; 15-4-1730 Andries van der Goes; 10-6-1734 Elisabeth Pauw, wed. Andries van der Goes; 8-10-1744 Christina Vockestaert, hv. Burgr. Comelis van der Goes; 23-2-1747 Philippus van der Goes; 19-2-1755 Jkv. Comelia van der Goes; 19-2-1761 ak. Philips Jacob van der Goes, van Rotterdam; 3-1-1764 Adriana Comelia van der Goes, hv. Sec. Mr. Adriaan van der Goes, uit ’s Hage; 14-5-1764 Comelis van der Goes, oud Rd.; 17-2-1767 Mr. Franc van der Goes, uit ’s Hage. 73. (V 55) 259 x 186. In een medaillon omgeven door linten de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Frank Reyersz van der Burch (n°. 13) en b. Agatha van der Hoeff (n°. 13). Opschrift: „Hier leyt begraven de Heer Franck Reyerse van der Burch burgemr deser stadt sterf den 1 September 1619 ende juffrou Agatha van der Hoeff sijne huysvrou sterf den 12 Aug 1632.” Deze zerk dekte V, VII, 9—-11 Eigenaars: 1635 Mr. Willem van der Burch, Burgr.; 1660 Sophia van der Burch; 1671 Willem Reyers van der Burch; 1714 Mr. Adriaan van der Burch; 1714 Adriaan van Vredenburch; 1760 Gerard van Vredenburch; 1786 Ewoud van Vredenburch. Begravenen: 9-7-1695 Reyer van der Burch, secr. Weeskamer; 24-7-1700 Mr. Franco van der Goes, Oud Burgr.; 23-10-1700 Catharina van der Goes; 16-8-1703 Wigbold Slicher; 10-10-1714 Mr. Jacob van Vredenburch van Adrichem; 25-10-...:.— bk. Mr. Philips van der Goes; 30-11-1753 Henriëtte Gael, hv. Adriaan van Vredenburch; 4-5-1754 Jkvr. Jacoba van Vredenburch 21-2-1755 Jkvr. Anthonia Catharina Gael; 10-11-1759 Mr. Adriaan Gael, 40 R., nadat uit Koor V 7 waren overgebracht Mr. Willem en juffr. Sara van Vredenburch. v. d. L. 321; Pr 34; A.N.F. 72*; Tim 20. 74. (V 56) 225 x 101. Opschrift: „Den inganck tot sepulture van Jacob Delff.” Deze zerk dekte V, VII, 12. Eigenaars: 1662 Anna van Hoogenhouck, wed. Jacobsz. Delff; 1680 Geertruyd Jacobsdr., wed. Gerard van Berkel; 1696 officier Johan de la Faille; 1662 Anna Middelhouck; 1671 Judith Middelhouck; 1688 Philip de Bries; 1708 Anthony de Bries; Jan de Bries Philipsz.; 1724 Thesaurier Johan Heemskerk; 1744 Doktor Dirk van Heemskerk; 1784 Anthonie van Heemskerk; 1795 Diderica Hillegonda Jacoba van Heemskerk. Begravenen: 17-6-1661 Jacob Delff; 12-7-1667 k. van Dirk van Beest; 14-1-1668 k. van Dirk van Beest; 17-1-1668 Burgr. Dirk van der Dussen; 1-2-1668 k. van Dirk van Beest; 26-10-1670 k. van Gerard van Berkel; 9-11-1673 k. van Dirk van Beest; 28-10-1676 k. van Gerard van Berkel; 16-12-1676 Antonia des Quiens, hv. Justus van Hoogenhouck, overleden te Leiden; 10-7-1677 k. van Johan van Berkel; 13-9-1698 Anna van Hoogenhouck, laatst wed. Dirk van der Dussen; 15-6-1685 Dirk van Beest; zie voorts n. 84. 75. (V 57) 174 x 85. Blanco. Deze zerk dekte denkelijk V, VII, 13, in welk geval deze betrekking heeft op het graf van Anna vanMiddelhoecker 17-8-1668 begraven, daarna 26-1-1688 Judith van Middelhoeck, wed. Franfois van Bleyswyck. 76. (V 44) 245 x 144. Blanco. Deze zerk ligt V, VI, 1 waarin leden der familie Putmans, Ruysch en de Ruyter begraven zijn. 77. (V 45) 229 x 143. Ovaal cartouche waarin de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Johan van Bleyswyck (drie bollen) en b. Clara van der Burch (n°. 13). Rechts en links 8 kwartieren: links 1. van Bleyswyck, 2. van Santen (n°. 62), 3. van der Dussen (n°. 35), 4. Storm van ’s Gravesande (drie vogels met een hartschild beladen met negen (5, 4) ruiten); rechts: 1. van der Burch (n°. 13), 2. van der Graeff (n°. 34), 3. van der Hoeff (n°. 13), 4. Bosschaert (n°. 59). Onder en boven plaats voor opschriften, die echter onleesbaar zijn. De zerk dekt V, VI, 2—3. Eigenaars: 1637 Capn. Heyman van Blyenburg; 1670 Burgr. Johan Comelissen van Bleyswyck; 1696 oud Sch. Reyer Jansz. van Bleyswyck; 1708 Evert Jansz. van Bleyswyck; 1712 Maria Jansdr. van Bleyswyck; 1726 Johan van Bleyswyck, Raadsheer Hoogen Raad; 1748 Pieter van Bleyswyck; 1793 Maarten Willem van Groenewegen; 1816 Jacob van Beresteyn. Begravenen: 18-8-1668 Anneke Felix van Sambix; 14-5-1669 Maria Felix van Sambix; 10-10-1670 getransporteerd naar Joris-Kap. III, 5; 20-9-1681 Clara van der Burch, hv. Burgr. Joh. van Bleyswyck, ontv. gen. Holl. Kerk goed.; 30-1-1686 Agatha van Bleyswyck, hv. Johan Slicher; 2-8-1696 Jan Comelisse van Bleyswyck, O. Burgr.; 15-2-1708 O. Burgr. Reyer Jansen van Bleyswyck; 29-10-1711 Evert van Bleyswyck; 4-4-1719 Geertrui van Cleef, wed. Ds. Cornelis van Bleyswyck; 26-11-1723 Ds. Comelis van Bleyswyck uit Gouda getransporteerd; 16-3-1725 Maria van Bleyswyck; 21-1-1726 Alyda van Bleyswyck Jansdr.; 20-3-1748 Mr. Johan v. Bleyswyck, Raadsh. Hof v. Holland; 12-8-1754 Clara Jacoba van Bleyswyck; 19-9-1769 Mr. Reyer van Bleyswyck; 4-11-1790 Mr. Pieter van Bleyswyck, oud Raadpensionaris v. Holland. v. d. L. 36»; Pr 27; A.N.F. 107»; rb. N. L. 1902, 43; 1901, 107. 78. (V 46) 145 x 117. Blanco. 79. (V 47) 199 x 69. Blanco. 80. (N 24) 165 x 72. In een ovaal een wapen (Lodensteyn (zie n°. 26). Opschrift: „Hier leyt begraven den ouden en rechten Everaert Lodenstein van Leiden bestevader van Harman de Ridth Elyasz gerust ontrent anno 1511. Hier leidt begraven Geertgen Floris de huysvrouwe van Harman de Ridth Eliasz en is gerust den 17 Octobris anno 1611. 2 P. 5 G.” Deze zerk is in 1923 overgebracht uit N II, 5. v. d. L. die de zerk ook beschrijft zegt dat hij „in de Zuydtrans tegen het hek van het Koor onder de bank" lag, wat niet met opschrift 2 P. 5 G en de ligging in 1923 klopt. Eigenaars: 1625 Neeltje Jansd. van Melisdyck, wed. Mattheus Jansz. Onderwater; 1642 Johanna van Santen; 1647 Geertruid Onderwater, wed. Nicolaas Gael; 1653 Elisabeth van der Aa, wed. Hendrik Verburgh; 1691 Geertruid Verburgh (wed. Prof. Marchant?); 1717 Maria v. Schoonhoven, wed. Floris van der Werff; 1720 Jacob van der Werff. Begravenen: 22-5-1694 Eva Pietersd. Prelt; 30-5-1702 ak. Ds. IJsbrant van der Eist; 9-3-1719 Petronella Schilperoort; 5-5-1720 Maria Schoonhoven; 25-6-1731 Anna Beatrix van der Werff. v. d. L. 84»; Pr 155; A.N.F. 121». 81. (N 23) 144 x 78. Blanco. Deze zerk is in 1923 overgebracht uit NII, 4, alwaar hij het graf dekte der familie van Schagen. Eigenaars: 1625 Leendert Gysbrechts van Schagen, stoeldraaier; 1669 Jacobus van Schagen; 1691 Comelis van Schagen; 1703 Maria Jacobsdr. van Schagen; 1755 Jacob Jacobsz. van der Lely; 1777 Jacob Adriaansz. van der Lely. Begravenen: 5-9-1664 Leendert van Schagen; 19-10-1669 Baertge Comelisd. Verheul, wed. Leendert Gysbrechtsz. v. Schagen; 21-6-1670 Jannetje Crombrugghe, wed. Ds. Abraham Moraeus. 82. (V 49) 33 X 33. Gedeelte van een kleine zerk waarop een koopmansteeken geflankeerd door een schop en een greep, alsmede het jaartal 1598. Opschrift: („Hier leijt begrave Maerte W)ülems starf 1598 den 7e January.” V. d. L. 784; Pr 284; A.N.F. 1215. 83. (V 50) 40 x 36. Kleine zerk met een hamer geflankeerd door de letters I en B. alsmede een meesterteeken, een weerhaak met een streep door het midden, in de richting der haken. 84. (V 51) 236 x 200. Opschrift: „Sepulture van de Heer Jacob Delff in sijn leven raet ende havemeester der Stadt Delff starf de 12 Juni anno 1661 oudt 42 jaren.” Deze zerk dekte V, VI, 11—12 en behoorde bij epitaaf n°. VIII. Eigenaars: 1661 Anna van Hoogenhouck, wed. Jacobus Delff; 1680 Geertruyd Jacobsdr. Delff; 1696 Johan de la Faille; 1716 Anna Delff, wed. Gerard van Berkel; 1724 Mr. Johan Heemskerk van Beest, thesaurier; 1744 Dirck van Heemskerk; 1784 Jan Anthonie van Heemskerk; 1795 Diderica Hillegonda Jacoba van Heemskerk. Begravenen: 17-6-1661 Jacob Delff; 12-7-1667 k. van Dirk van Beest; 14-1-1668 k. van Dirk van Beest; 17-1-1668 Burgr. Dirk van der Dussen; 1- 2-1668 k. van Dirk van Beest; 26-10-1670 k. van Gerard van Berkel; 9- 11-1673 k. van Dirk van Beest; 28-10-1676 k. van Gerard van Berkel; 16-12-1676 Antoniades Quiens, hv. Justus van Hoogenhouck, o verl. te Leiden; 10- 7-1677 k. van Johan van Berkel; 13-9-1678 Anna van Hoogenhouck, laatst wed. Dirk van der Dussen; 15-6-1685 Dirk van Beest; 28-1-1696 Geertruy Delff, hv. Mr. Dirk van Heemskerk van Beest; 30-9-1719 ak. Mr. Jan Dirks Heemskerk van Beest; 5-4-1720 bk. Mr. Jan Dirks Heemskerk van Beest; 9-1-1723 Anna van Berkel; 25-1-1723 Anna Jacobs Delff, wed. Mr. Gerard van Berkel; 27-10-1723 Adriana van Berkel, naast hare zuster; 24-8-1726 Maria Heemskerk van Beest, wed. Sybrand van der Lely; 7-3-1729 Hillegonda van Berkel; 31-12-1732 Mr. Jan Heemskerk van Beest; 18-12-1742 Emmerentia de Winter, wed. Mr. Jan Heemskerk van Beest; 14-4-1745 doodgeb. k. Dr. Dirk van Heemskerk van Beest; 24-5-1746 ak. Dr. Dirk van Heemskerk van Beest; 9-6-1749 ak. Dr. Dirk van Heemskerk van Beest; 27-11-1760 doodgeb. k. Willem van der Lely; 12-12-1772 Theodora van der Lely, hv. Dirk van Heemskerk van Beest; 2- 4-1772 Willem van der Lely, oud 40 R.; 18-9-1775 Geertruida van Heemskerk, wed. Willem van der Lely; 25-10-1776 bk. Ian Anthonie van Heemskerk; 31-10-1776 bk. Ian Anthonie van Heemskerk; 3-7-1779 bk. Ian Anthonie van Heemskerk; 28-9-1780 Jan Christoffel van Heemskerk, oud Cap. ter Zee; 22-7-1782 Jan Dirk van Heemskerk, Raad en Sch. te 's Bosch; 5-3-1785 ak. Mr. Jan Anthonie van Heemskerk; 13-11-1788 doodgeb. k. Willem Anthonie van Heemskerk; 16-1-1789 Jan Dirk van Heemskerk; 14-9-1789 ak. Willem Anthonie van Heemskerk; (5-9-1775 Mevr. H. van der Lely geligt en getransporteerd naar N. Kerk). v. d. L. 30*; Pr 28; A.N.F. 107»; Tim 41. 85. (V 35) 204 x 78. In een ovaal drie wapens opgehangen aan een tak. In het midden het wapen Decker: doorsneden, a. een zittende eekhoorn, b. drie lelies; links van der Chys? (drie vogels), rechts van der Meer? (drie plompebladeren). Opschrift: „’t Graf van Willem Symonsz Decker.” Deze zerk dekte V, V, 1. Eigenaars: Francoys de Lorm; 1678 Symon Elsevier; 1683 Elisabeth Elsevier; 1699 Jacoba Elsevier, geb. Deyst; 1712 Begravenen: 10-3-1667 Ds. Hero Lamerus; 27-12-1667 Francoise de Lorm, wed. Ds. Hero Lamerus; 15-8-1679 Johanna Margaretha de Bosch, hv. Sr! Symon Elsevier; 2-3-1682 Sr. Simon Elsevier; 13-2-1699 Elisabeth Elsevier j.d.; 16-4-1709 Margreta de Wolff; 24-4-1711 Jacoba Elsevier. v. d. L. 864; Pr 30; A.N.F. 121*. Hoe weten Pr en A.N.F. dat de 3 vogels van der Chys en de drie plompebladeren van der Meer zijn? v. Eheineck Leyssius in N.L. 1928, 286 ziet in de plompebladeren wassenaars, omdat Willem Symonsz. Decker te Delft O.K. 17 Mei 1672 zijn zoon Sjmnn het doopen met als moeder Sara Adriaansd. van Groenevelt, voerende drie wassenaars. Het wapen van Willem Symonsz. Decker is dan vermoedelijk vergezeld van de wapens zijner twee echtgenooten. 86. (V 36) 212 x 83. Opschrift: „Hendrik Verduyn.” Deze zerk dekt V, V, 2. Eigenaars: 1625 Boudewijn de Man; 1657 Carel de Boogh; 1710 Johannes Tooren; 1730 Jacobus Tooren; 1744 Hendrik Verduyn; 1757 Ary Verduyn; 1774 Philippus Verduyn; 1798 Engeltje Verduyn. Begravenen: 22-11-1668 hier ingezet Neeltje Jans, begr. 3-2-1667 V, VI4,; 27-1-1672 Jan Pietersz. Storm; 31-1-1673 k. van Comelis van Oosterwyk; 3- 9-1678 k. van Pieter Beuningh; 4-10-1681 k. vanPieter Beuningh; 27-4-1687 bk. Pieter Beuningh; 29-12-1690 Pieter Beuningh; 11-3-1694 Jannetje Soeteman van Haamstede, wed. Jan Pietersz. Storm; 7-1-1724 Tohannes Tooren. Pr 31. 87. (V 37) 212 x 81. Opschrift: „Dns. C. J. Velse en Vr. E. van Os. 1788.” Deze zerk dekt V, V, 3. Eigenaars: 1625 Annetje Aemouts Elserack; 1642 Mr. Gerrit Bon, advocaat; 1678 Aemold Bon, stadsdrukker; 1708 Aemold Bon; 1712 Maria Bon; 1743 Johannes Velsen. Begravenen: 11-12-1662 Cataryna Elserack; 17-9-1671 Annetje Aemouts Elserack, wed. Bon; 29-7-1726 juf. Margaretha de Winter; 11-4-1737 juf. Maria Bon, hv. Ds. Wilhelmus Velse; 11-1-1742 Ds. Wilhelmus Velse; 4- 12-1788 Ds. Comelis Johannes Velse; 30-12-1788 juf. Elisabeth van Os! wed. Ds. Comelis Johannes Velse. Test. Comelis Johan Velse m.e. 1-5-1784 )v. Z. 2899 f 101 Pr 32. 88. (V 38) 265 x 235. Blanco. Deze zerk ligt op V. V, 4—6, in welk geval wij te doen hebben met het graf dat in 1625 toebehoorde aan Hendrik Fransz. van der Wiel, later aan de families van der Dussen, Boogaert en Briell. 89. (V 40) 198 x 85. Opschrift: „Hier rust Hendrick Vockestaert Adriaensz raed en vroedschap deser Stad Delf sterf den 8 September A° 1634 out 48 jaaren en Ida Vockestaert zyn dochter starf den 24 Octob 1662 out 40 jaeren.” Deze zerk dekte vroeger M IV, 9 en is denkelijk in de 18® eeuw overgebracht naar V. Eigenaars: Jan Maertensz., huistimmerman; 1627 Hendrick Berent Vockestaert; 1637 Anthoni Hendriksz. Vockestaert; 1688 Mr. Hendrik Woutersz. Vockestaert; 1727 Mr. Hendrik Vockestaert, secretaris van Delft; 1761 Gerard Armstrong. Begravenen: 27-10-1662 Ida Vockestaert; 23-5-1673 Anthony Vockestaert; 29-3-1685 Sophia van Lodensteyn, wed. Anthony Vockestaert; 15-9-1760 alles overgebracht naar J VI, 3. v. d. L. 73»; Pr 37; Tim 28. N.L. 1914, 293, (40 R n». 6). 90. (V 39) 71 x 67. Blanco. 91. (V 41) 227 X 157. In een geschulpt ovaal de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Anthonio Mannqua, heer van Maasdam en b. Theodora van der Chys {a. gevierendeeld 1 en 4 twee manden met hengsel waaruit slangen den kop opsteken, boven elkander; 2 en 3 negen ronde schijven; b. drie vogels; ht: de 2 slangen als een 8 gekronkeld). Opschrift: „Sepulture van Jonckeer Anthonio Mannqua in zijn leven Hr. van Maasdam.” Deze zerk dekt V, V, 8—9. Eigenaars: 1625 Comelis Coenraadsz, schoenmaker; 1631 Jonkh. Anthony; Manrique; 1662 Dr. Nicolaas Middelhouck; 1677 Gerard van der Heim; 1689 Mr. Anthony van der Heim; 1715 Mr. Anthony van der Heim Gerardsz. 1764 Jacob van der Heim; 1800 Paulus van der Heim te Rotterdam. Begravenen: Gerard van der Heim; 17-8-1684 k. (Gerard) van Mr. Anthony van der Heim; 4-5-1685 doodgeb. k. van Mr. Anthony van der Heim; 9-5-1687 doodgeb. k. van Mr. Anthony van der Heim; 17-3-1688 Comelia Croeser, wed. Gerard van der Heim; 10-8-1690 doodgeb. k. van Mr. Anthony van der Heim, Raadsheer H. v. H.; 1-11-1692 k. van Mr. Anthony van der Heim, Raadsheer H. v. H.; 19-11-1695 Clara van der Heim, hv. Joh. de Vlamingh; 2-8-1697 ak. (Jacoba Gerarda) Mr. Anthony van der Heim; 31-7-1706 Catharina Heynsisus, hv. Mr. Anthony van der Heim; 18-12-1714 Mr. Anthony van der Heim, Rekmr. v. Holl.; 7-11-1722 ak. Mr. Anthony van der Heim; 5-1-1725 ak. (Anthony) Mr. Anthony van der Heim; 22-7-1746 Mr. Anthony van der Heim, Raadspensionaris; 27-6-1763 k. (Jacoba Cathanna) Mr. Jacob van der Heim, Raad R’dam, alhier gebracht; 6-12-1763 Catharina van der Heim, geb. van der Waeyen, uit 's Hage; 6-12-1765 ak. (Hendrica Franfoise Susanna Margarita) Jacob van der Heim, uit R'dam; 26-10-1771 Bsse. Voigt van Elpse, gent. van Voss, geb. van der Heim; 17-12-1784 Jacoba Elisabeth Groeninx, hv. Mr. Paul van der Heim; 12-7-1792 Agatha Phihppina van der Does, hv. Mr. Paul van der Heim; 9-2-1793 Maria Amoldina Gevaerts, hv. Mr. Jac. van der Heim; 15-7-1799 Oud Burgr. van R’dam Jacob van der Heim. Test. 30-7-1636 (v. d. C. 1643), m.e. 29-6-1653 (C. v. V. 2029 f 14). v. d. L. 314; Pr 33; A.N.F. 107*; Tim 55. 92. (V 42) 225 x 86. Blanco. Dekt V, V, 10—11, behoort tot den kelder n°. 101. 93. (V 43) 226 x 168. Blanco. De zerken 92 en 93 dekten samen den kelder V, V, 10—12 onder n°. 101 van het geslacht Pauw, later van Welhouck. 94. (V 27) 230 x 71. Blanco. Deze zerk dekte graf V, IV, 1. 96. (V 28) 230 x 115. Blanco. Deze zerk dekte graf V, IV, 2. De graven V, IV, 1—2 behoorden de familie Graswinckel. 96. (V 29) 220 x 87. Opschrift: „I. G. Vorstman 18—23,” in een liggend ovaal. o Deze zerk dekt V, IV, 3. Eigenaars: 1649 Pieter Lievens de Bock; 1685 Abraham van Noorden; 1705 Mr. Abraham Sprongh; 1730 Maria Liebergen; ^ 1730 Aagje Hop, wed. Gerrit Meerman; 1777 Johanna Catharina Chalmers; 1791 Cathanna Chalmers; 1823 Johannes Gerardus Vorstman. Begravenen: 19-1-1665 k. van Arent de Man; 13-10-1670 Pieter Lievense de Bock; 12-2-1671 k. van Arent de Man; 29-6-1671 Susanna van der Eem, wed. Arent de Man; 30-7-1671 Maria de Bocq; 19-1-1672 Oedetge de Bocq, hv! Anthony Messchert; 4-4-1688 k. van Abraham Sprongh; 7-12-1689 k. van Abraham Sprongh; 1-7-1692 Sr. Abraham Sprongh; 7-11-1692 bk. Abraham Sprongh; 21-4-1694 Comelis Sprongh; 26-9-1694 Mary van Roon, hv. Abraham van Noorden; 29-7-1705 Abraham van Noorden; 5-7-1707 ak. Hèndrick Sprongh; 28-5-1737 Aalbert Mynaert Sjonck de Vries; 7-6-1738 bk. Ds. Wilhelmus Peyffers; 2-2-1743 alles naar J III, 5; dit tot kelder gemaakt; 12-12-1746 juf. Willemyne Dunum, wed. Robbert Chalmers; 13-6-1776 Aagje Hop, wed. Gerrit Jan Meerman; 18-2-1779 Jeanne Catharina Chalmers; 25-5-1790 Johanna Catharina Chalmers. 5 Scheid, met echtgenoote Alida van Nieuwenhuyzen 20-8-1827 (S. A. S. 3584 f 163). Pr 41. 97. (V 30) 202 x 83. In een vierkant een ruitvormig schild met het wapen Dedel (n°. 32), vastgehouden door twee engelen met bazuinen. Er om heen vier kwartieren: 1. Dedel; 2. van Leeuwen (een dwarsbalk vergezeld van drie leeuwen, 2 en 1); 3. van der Dussen (doorsneden waarover een geschaakt St. Andrieskruis); 4. van Groenewegen (drie boonen.) Opschrift: „Hier leit begraven Jonckvrouw Machtelt D’Edel Willemsdr sterf den eersten Juni 1689 out 98 jaren 10 maanden 15 dagen.” Deze zerk dekte M XIV, 8. Den 4 April 1690 is deze zerk op dit graf gelegd en de oude vervoerd naar N VI, 14. Later moet deze zerk weer zijn verlegd naar V, IV, 4, want in 1923 werd deze aldaar aangetroffen. Eigenaars van M XIV, 8: 1625 Cryntje Crijnen (van der Meer), hv. Frans Adriaansz. van der Dussen; 1632 Hendrik Fransz. van der Dussen; 1654 Maria van der Dussen; 1666 Machteld Willemsd. Dedel; 1690 Machteld Dirksd. Boogaert; 1749 Judith Goeree; 1752 Catharina van der Heim- van der Waeyen; 1764 Mr. Jacob van der Heim; 1800 Paulus van der Heim te Rotterdam. Begravenen: 5-6-1689 Magtelt Dedel bej. dr.; 19-9-1690 Caecilia Dedel bej. dr.; 12-11-1703 Maria Magdalena Dedel; 1-54708 Maria van der Dussen; 6-7-1714 Willem Goeree; 20-4-1731 Elisabeth Goeree; 18-2-1741 Joan Goeree, van Rotterdam gebracht; 17-6-1751 Jonkvr. Judith Goeree. Test. 21-12-1682 (A. v. d. V. 2185 f 287). v. d. L. 761; Pr 42; A.N.F. 724. Afgebeeld n°. 16. 98. (V 31) 204 x 95. In een vierkant twee wapens van het echtpaar Duyst en Uyttenbroeck. Deze zerk ligt op de plaats V,IV, 5, welk graf behoorde in 1625 aan Arent Wouterse Vosmaer, later aan de familie ’s Gravensande. Eigenaars: 1624 Arent Woutersz. Vosmaer, zilversmid; 1637 Arent Doe ’s Gravesande; 1639 Comelis Arentsz. ’s Gravesande; 1651 Fran$ois Comelisz. ’s Gravesande; 1681 Arent ’s Gravesande; 1716 Maria Bon; 1743 Comelis Johannis Velsen; 1789 Paulus van den Ende. Begravenen: 22-3-1665 Franfois ’s Gravesande; 18-12-1678 k. van Amold Bon; 25-1-1679 k. van Joghem Brugman; 29-10-1680 Deliana Both van der Eem, wed. Franjois ’s Gravesande; 20-6-1681 Comelia ’s Gravesande, hv. Joghem Brugman; 1-3-1684 bk. van Joghem Brugman; 7-11-1691 Amold Bon; 5-8-1693 k. van Cornelis Bon; 4-2-1696 Comelis Bon, houtkooper; 9-8-1697 bk. wed. Comelis Bon; 27-1-1707 Helena ’s Gravesande, hv. Albrecht de Keuning; 4-8-1738 Geertruyt van ’t Wout, wede. Willem Blom; 23- 5-1739 Jacob Blom Willemsz.; 1-5-1742 bk. Gerrit van Grootvelt; 24- 7-1799 Wilhelmus van den Ende; 3-9-1805 Anna Maria van den Ende, hv. Johan Coenraad Vigelius; 12-4-1826 Catharina Helena van Moock, wed®. Johan Coenraad Vigelius. v. d. L. 831; Pr 236: A.N.F. 121*. 99. (Kw 43) 201 X 115. Gothische zerk met een ruitvormig uitgekapt schild en het jaartal 1555. Deze zerk is in 1923 overgebracht uit K.W. Pr 40. 100. (V 32) 233 X 138. De gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Quiryn Bugge en b. Anna Jansd Melisdyck (a. drie vogels; b. (zie n°. 9); ht: een vlucht). Quiryn Jansz. Bugge had twee graven in de OK, nl. Z I, 5 en Z XIII, 6, zoodat deze zerk waarschijnlijk vóór 1923 naar V. is overgebracht. Pr 39. Afgebeeld n°. 13. 101. (V 33) 221 x 154. Opschrift: „Sepulture van Gerard Welhouc. Maria Jan van Lodensteind syne huysvrouwe starf den 27 September A° 1624.” Deze zerk dekte de groote kelder van Gerard Welhouck beslaande 6 graven V, IV en V, 10—12 en 4 zerken n°. 101, 102, 92 en 93, en behoorde bij epitaaf n°. IX. Eigenaars: 1642 Burgr. Geraldo Welhouck; 1686 oud Burgr. Mr. Adriaen Boogaert van Beloys; 1713 Nicolaes Adriaense Boogaert van Beloys. Begravenen: 11-2-1665 oud Burgr. Geraldo Welhouck; 5-7-1678 k. van Ds. Amoldus Bormius; 8-2-1679 k. van Willem Spierinck; 18-9-1686 Petronella Spierinck, wed. Geraldo Welhouck; 10-10-1690 k. van Mr. Nicolaas Adriaan Boogaert van Beloys; 2-1-1692 k. van Mr. Nicolaas Adriaan Boogaert van Beloys; 8-10-1700 Mr. Gijsbert Boogaert van Beloys j.m.; 23-3-1705 bk. van Mr. Nicolaes Boogaert van Beloys; 31-3-1705 k. van Mr. Nicolaes Boogaert van Beloys; 6-4-1705 bk. van Nicolaes Boogaert van Beloys; 21-6-1729 Willem Karei Boogaert van Beloys; 10-7-1730 Kapiteyn Willem Karei Boogaert van Beloys; 16-5-1746 zijn' Vader Mr. Nicolaes Boogaert van Beloys. v. d. L. 30»; Pr 38; Tim 42. 102. (V 34) 226 x 87. Blanco. Dekt V. IV, 12 en behoort tot den kelder n°. 101. 103. (V 18) 201 x 112. Blanco met een ovaal en opschriftcartouche. 104. (V 19) 192 X i01. In een vierkant het wapen van Hendrik Adamsz. van der Burch (gevierendeeld: 1. van der Burch (zie n°. 13); 2. van der Meer, (drie plompebladeren); 3. van der Dussen (een snoek vergezeld van drie vogels 2 en 1); 4 van Santen (zie n°. 62); ht: arendsklauw. Omgeven door zijn vier kwartierwapens: 1. van der Burch; 2. van Santen; 3. de Jonge (geschaakte balk); 4. van Dongen (twee dubbel gekanteelde balken); Opschrift: „Hier leyt begraven Hendrik Adamsz. van der Burch in zijn leven Burgemeester dezer Stad, en Raad van de Staaten van Holland sterf Anno 1591 den 2e februari." Deze zerk dekte V. III, 3. Eigenaars: 1624 Vrank Hendriksz. van der Burch; 1646 Johan Duyst van Voorhout; 1686 Geertruid Comelia van de Moere; 1691 Maria Duyst van Voorhout, vrouwe van Renswoude; 1746 Mr. Comelis van der Kist; 1769 Maria van der Eist, hv. van David Kleeman; 1794 Petronella Comelia van Willigen, geb. Kleyn; 1802 Maria Jongste. Begravenen: 27-5-1663 zoon van Maerten Meerman; 2-3-1665 k. van Hendrik Duyst; 17-4-1799 Johanna Stembor, hv. Pieter Kleyn; 28-7-1802 Johanna Stembor naar V. III, 1; 28-7-1802 Tryntje Zonne, wed. Ary Jongste; 30-4-1806 ak. Dirk Zonne; 18-4-1820 Machiel Zonne. v. d. L. 291; Pr 43; A.N.F. 72*; Tim 8. 105. (V 19a) 202 x 80. In een ovaal de gecombineerde wapens van het echtpaar a. Aper Fransz. van der Houven (drie violen) en b. Wilhelmina Robbertsd. van der Mast (drie leeuwekoppen); ht: zittende hond, omgeven door 4 kwartierwapens: 1. van der Houven; 2. Melisdijck (n°. 9); 3. van der Mast; 4. Moerkerken (gevierendeeld 1 en 4 beurtelings gekanteelde dwarsbalk vergezeld van drie lelies; 2 en 3 drie leeuwekoppen); onder: de zittende hond van het helmteeken. Opschrift: „Hier leyd begraven Sophia Apersdr. van der Houven huysvrouw van Mr. Dirk van der Wolff, president Schepen tot Rotterdam, out 96 jare, Sterf a° 1637.” Deze zerk dekte vermoedelijk V. III, 4. Eigenaars: 1625 Maritgen Apersdr. van der Houven, hv. van Harmen van der Ceel; 1718 Dirck van Ryck; 1718 Alewijn Verbrugge; 1737 Jan van der Horst; 1774 Abraham Maas. Begravenen: 23-2-1664 Dr. Aper de Vogel; 21-3-1718 Comelia van Assendelft, hv. Gysbrecht Verbrugge; 20-10-1721 Adriana Verbmgge; 30-1-1730 Burgr. Gysbrecht Verbmgge; 11-1-1737 Alewyn Verbmgge; 11-6-1774 Agatha Beyerman. v. d. L. 29»; Pr 336; A.N.F. 72*. 106. (V 20) 202 X 79. In een ovaal de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Jacob Graswinckel en b. Maria Berckel (a. n°. 35; b. een boom; ht: rog tusschen een vlucht). Opschrift op een koperen plaat: „In dit graf rust Jacob Jansz. Graswinckel geseit Boot geboren 25 July 1536, was tot een wonder, den armen rijc, hem selven arm, sterf X Martii Anno MDCXXIV sijns ouderdoms LXXXVIII.” Deze zerk is in 1923 overgebracht van N. III, 7 en gelegd in V. III, 6. Eigenaars: N. III, 7:1626 Comelis Abrahamsz. Graswinckel; 1670 Dirk Graswinckel, Advocaat; 1698 Mr. Frank van der Burch; 1730 Reyer van der Burch; 1740 Frank Reyersz. van der Burch; 1766 Diderik van der Burch. Begravenen: 30-4-1707 Willem Graswinckel. v. d.L. 50a; Pr 169; A.N.F. 116'; Tim 21. 107. (V 21) 202 X 80. Twee schilden met uitgehakte wapens. 108. (N 9) 202 X 86. In een vierkant de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Christiaan Jorisz. van der Houven en b. Maria Jorisdr. van Vliet (a. n°. 105; b. een hoekige dwarsbalk; ht: zittende hond tusschen twee takken). Opschrift: „Hier leyt begraven Margarieta Cristiaensdochter van der Vliet die deser werelt overleden is den 8 dag in Januario a 1607.” Deze zerk ligt op de plaats van V.III, 5, maar of deze van elders is overgebracht kon ik niet nagaan, aangezien de familie van der Houven in 1625 elders vele graven bezat doch niet V. III, 5, dat in 1625 behoorde aan Dirk van Beest. v. d. L. 301 die mededeelt dat de zerk op ’t Koor lag; Pr 44; A.N.F. 107*. 109. (V 22) 215 x 78. Blanco. Vermoedelijk dekt deze steen V. III, 6 waarin in de 18® eeuw de dames Cool e.a. zijn begraven. 110. (V 23) 203 x 78. Blanco. Vermoedelijk dekte deze zerk V. III, 7, het graf dat in 1625 behoorde aan Comelis Maertensz. van Hoogenhouck, later aan de families van der Houven, Doncker en Cau. 111. (V 24) 220 x 86. In een ovaal de wapens van het echtpaar: a. Pieter Adriaansz. Croeser en Johanna Claesdr. Verburgh. (a. drie kroezen; b. (zie n°. 1). Er boven een monogram van de letters P.A.C. Opschrift: „Rustplaats van d’Heer Pieter Adryaensz Croeser in zijn leven raad en vroedschap midtsgaders out burgemeester deser stadt sterf den 9 Maert 1677 oudt sijnde 83 jaren ende desselfs huysvrouw Joffrou Johanna Claes Verburghsdr. sterf den 25 September 1671 oudt sijnde 69 jaren.” Deze zerk heeft de kelder gedekt in K VII, 4 en is 1751 naar V overgebracht, met alle begravenen, in V. III, 10—11. Eigenaars K VII, 4: 1624 Bruyn Harmansz. Schinckel; 1636 Mr. Harman Schinckel; 1648 Bruyn Harmansz. Schinckel; 1671 Pieter Adriaensz. Croeser; 1677 Testart van Hasselt; 1684 Catharina Croeser; 1705 Jan Anthonisz. Thierens, oud-Schepen; 1734 Jan Thierens. Eigenaars V.III, 10—11; 1758 Johan Thierens; 1792 Adolph Johan Remy. Begravenen K VII, 4: 29-12-1671 .Annetje Claesd. Verburgh, hv. burgr Pieter Adriaansz. Croeser; 13-3-1677 Burgr. Pieter Adriaansz. Croeser; 21-4-1704 Catharina Croeser, hv. Hendrik Kruymel; 29-8-1704 Hendrik Kruymel; 20-7-1713 bk. Ds Franciscus Burmanus; 25-7-1713 bk. Ds Franciscus Burmanus; 28-11-1713 Elisabeth Thierens, hv. Ds. Franciscus Burmanus; 19-12-1732 Johan Anthonie Thierens, oud Sch.; 10-8-1734 Ds. Johan Hadriaan Thierens; 8-5-1738 Mr. Geraert Thierens, raadsh. H. v. H.; 26-8-1751 Sophia Wevering, wed. Ds. Johan Hadriaan Thierens, allen getransporteerd naar V. III, 10/11. Begravenen: V. III, 10: 15-11-1758 ak. Mr. Johan Thierens; 6-8-1759 Johan Thierens, Capitein; 26-3-1768 Mr. Johan Hadriaan Thierens, van Rotterdam; 21-7-1784 bk. Anthonie Callenberg Baartmans. Boed. 5-8-1677 (T. v. H. 2159 f 347). v. d. L. 191; Pr 126; Tim 44. 112. (V 25) 201 X 79. In een vierkant drie uitgehakte schilden (een mannelijk en twee ovale schilden). Deze zerk dekt V. III, 11, behoorde later bij den kelder der familie Thierens. In 1625 behoorde het graf aan Willem Jansz.,bezemmaker. v. d. L. 37*. 113. (V 26) 204 x 86. Een monogram van de letters B(erend) S(noeck). Opschrift; ,/tGraft van Bemard Snoeck. Hier leyt begraven Duvinia van Poelgeest huysvrouw van Bemard Snoeck starf den 18 October A° 1661. Hier leyt begraven Bemard Snoeck sterf den 5 October a° 1689 out 61 jaren.” Deze zerk dekt V. III, 12. Eigenaars: 1627 Magteld van Bugel; 1660 Magdalena Linderhuysen; 1688 Barent Snoeck; 1698 Abraham Snoeck van Cleeff; 1744 Nicolaas Jacobus Snoeck. Begravenen: 8-5-1666 Magdalena Linderhuysen; 10-9-1689Maria v. Kleeff, wed. Bemard Snoek; 8-10-1689 Bemard Snoeck; 30-1-1713 juf. Guldemondt, hv. Sr. Bemard Snoeck; 2-2-1723 Comelia Keyser, hv. Sr. Matheus Snoeck; 23-11-1746 Sr. Matheus Snoeck; 2-1-1748 ak. Nicolaas Jacobus Snoeck; 16-5-1752 Sr. Nicolaas Jacobus Snoeck; 24-3-1764 juf. Agatha Daams, hv. Gerrit Toomburg; 18-12-1794 Lucia Comelia van Es, laatst wed. Harman Toomburg. Test. beide 9-7-1659 (J. v. d. H. 2020 f121) Test. 17-9-1688 (A. v. d.V. 2191 f225). v. d. L. 36*; Pr 45; A.N.F. 107*. 114. (N 38) 88 x 57. Een wapenschild waarin een koopmansmerk, omgewende 4 op drie pooten; ht: vlucht. Opschrift: „Hier leyt begrave Isack Comelisz Pos huickmaker van Delft starf op den Sesten November 1604." Deze zerk lag voor 1923 N I, 2 en is verlegd in 1923 naar V. II, 1. Voor 1923 zal echter dit kleine zerkje wel van elders daar zijn gelegd. v. d. L. 43*; Pr 138; A.N.F. 107*. 115. (V 9) 194 x 78. Blanco. 116. (V 10) 204 x 76. Opschrift: Inganck tot het graft van de Hr. Hugo ’s Gravesande." De zerk ligt V. II, 3, doch de graven van Hugo ’s Gravesande lagen N II, 12—14 en N IV, 13. De zerk die N II, 12—14 dekte ligt thans in K. W n°. 197 wellicht lag deze steen daarnaast. Pr 52. 117. (V 12) 133 X 64. Een gothische zerk met in het midden een koopmansteeken en het jaartal 1566; in de vier medaillons in de hoeken koopmansteekens: 1. een driehoek met kruisje er in en de letters I. C; 2. een schuin kruis waarvan de linkerschuinbalk naar beneden is omgebogen en letters I. T; 3. een V met twee vleugels met de letters W. v. M.; 4. een koopmansteeken met letters A. I. Opschrift: „Hier leit begrave Jan Jansz Braber Starf de 5 April a° 1566 en Garytje Jansd syn huysvrou en starf den 4 December a°. 1557.” Of deze zerk het graf van V. II, 4 dekte kon ik niet vaststellen. v. d. L. 43»; Pr 50; A.N.F. 1074. 118. (V 11) 64 x 30. Kleine zerk met de letters „3 P. C.B.N.”. Pr 51. 119. (V 13) 200 X 85. In een vierkant de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Pieter van der Dussen en b. Anna van der Stock (a. het wapen der R.C.tak (zie n°. 104); b. een boom waarvoor een staand schaap; ht: vogel tusschen vlucht; vergezeld van 4 kwartierwapens: 1. van der Dussen; 2. van Beaumond (gevierendeeld 1 en 4 drie St. Andries kruisjes; 2 en 3 een koggeschip en in een schildhoofd een gaande leeuw); 3. van der Stock; 4. Versteyn (gevierendeeld: 1 en 4 een stappend paaschlam; 2 en 3 een dwarsbalk beladen met halven leeuw en negen turven 5 en 4 boven en zes turven 3, 2 en 1 beneden). Opschrift: „’t Graf van Pieter van der Dussen sterf den 16 September in den jaare 1661 ende Anna van der Stock syn huysvrouw sterff den 19® Mey 1647.” Deze zerk dekt V. II, 5, welk graf later met V. II, 4 is vereenigd. Eigenaars: 1624 Sasbout van der Dussen; 1647 Pieter van der Dussen; 1662 Pieter van der Dussen; 1700 Pieter Constantinus van der Dussen; 1718 Margaretha Petronella van de Werve, wed. Pieter Constantinus van der Dussen; 1719 Anna Maria van de Werve; 1727 Reyer ÏXoogwegh; 1743 Adriana Hoogwegh, wed. Simon van der Valck; 1746 Pieter van Meurs, vereenigd V. II, 4 en 5; 1769 Simon Leonardus van Meurs; 1825 Gerardus Moning. Begravenen: 12-3-1668 Anna Maria van der Dussen; 25-4-1678 Anna Magnus, hv. Pieter van der Dussen; 25-7-1682 k. van Constantijn van der Dussen; 13-11-1683 k. van Constantijn van der Dussen; 9-4-1691 Constantijn van der Dussen Pietersz.; 4-6-1694 Mr. Pieter van der Dussen; 24-10-1701 Agatha van der Dussen; 30-9-1727 Symon van der Valck, korenkooper; 17-9-1728 Comelia Hoogwegh; 30-1-1740 Reyer Hoogwegh; 31-8-1742 Adriana van Schie, wed. Reyer Hoogwegh; 15-5-1751 Jan Barbieri; 22-1-1755 Adriana Hoogwegh, wed. Simon van der Valck; 21-5-1768 Pieter van Meurs; 29-5-1784 Adriana Comelia van der Valck, wed. Pieter van Meurs; 14-5-1791 Simon Leonardus van Meurs. v. d. L. 28*; Pr 49; A.N.F. 107*. 120. (V 14) 232 x 144. In het midden een ovaal met de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Gerrit Jansz. van der Eyck en b. Immetje Jansdr. van Hoogenhouck. (a. 3 schapen; b. zie n°. 65) en in de hoeken 4 kwartierwapens: 1. van der Eyck; 2. Storm van ’s Gravesande (zie n°. 77); 3. van Hoogenhouck; 4. van Bleyswyck (zie n°. 77). Opschrift (onleesbaar): „Hier leyd begraven Gerrit Jansz. van der Eyck burgemeester dezer stad Delfft starf den 16 December 1620 ende Grietgen Gerritsdr van der Eyck starff den 17 Augustus 1625 ende Jan Gerritsz van der Eyck starf den 1 Juni 1625.” Deze zerk dekt de graven V. II, 6—7. Eigenaars: 1642 Catharina Gerritsd. van der Eyck; 1644 Aaltje Gerritsd. van der Eyck; 1644 Emerentia van Adrichem; 1651 Gerrit Meerman cedeert ze aan de Kerk. v. d. L. 28»; Pr 48; A.N.F. 107*. 121. (V 15) 223 x 159. Blanco. Dezezerkligt op de graven V. II, 8—9. In 1625 was Jan de Groot eigenaar. Of deze zerk echter deze graven dekte is niet na te gaan. 122. (V 16) 185 X 124. In een ovaal het wapen Camerling: een beurtelings gekanteelde dwarsbalk vergezeld van zeven (4 en 3) bijen; ht: een bij tusschen een vlucht. Onder een cartouche. Opschrift: „Sepulture van Frans Fransz Camerling starf den 20 Julii a° 1629. Hier leyt begraven Elysabeth Mattheusdr van Dyck zyn huysvr sterf ao 1586 den 28 September. Hier leit begraven Anna Willemsdr zyn twede huisvrou, die sterf den 21 Mey anno 1612. Hier leyd begraven Anna van der Broek sterf den 28 Mey 1631.” Deze zerk dekte V. II, 10. Eigenaars: 1624Marietje Jansd. deHaes, wed. Dirk Bruyns van der Dussen; 1653 Mr. Arent van der Dussen, Secretaris; 1719 Magdalena van der Dussen] wed. fiscaal Johan Ruysch; 1741 Mr. Dirk van der Dussen; 1764 Maria Geertruy van Son; 1766 Johannes Amoldus Prijn; 1802 Elisabeth Prijn, wed. Frederic Carel Manger; 1824 Martinus Anne Wijnaendts. Begravenen: 6-3-1686 Mr. Arent van der Dussen; 17-8-1688 Wed. Arent van der Dussen geboren Dumertra; 5-10-1764 Maria Geertruy van Son; 19-11-1774 Anna Boon; 2-2-1792 Samuel Prijn, 40 Raad; 18-4-1797 Johannes Amoldus Prijn; 9-6-1817 Geertruyda de Bruyn, wed. Samuel Prijn ir. v. d. L. 371; Pr 47; A.N.F. 107*. 123. (V 17) 216 x 73. Opschrift: „Grafstede van Jacobus Langenberg 1746.” Deze zerk dekt V. II, 11. Eigenaars: 1624 Lysbeth Wouters, wed. Arent Stuling; 1641 Geertruy Arentsdr.; 1650 Maritge Jorisdr.; 1695 Catharina Jorisdr.; 1697 Machtelt van Vloet; 1707 Adriaantje Graswinckel; 1728 Mr. Gerard van Loon; 1745 Gerrit van der Giesen; 1746 Jacobus Langenberg. Begravenen: 10-11-1663 Aagje Stuling; 14-4-1677 Geertruyd Stuling; 28-8-1678 Annetje Comelisdr., wed. Com. Janse uit Noortketel; 3-6-1682 Maritge Jorisd.; 7-3-1692 Maritge Jorisd. bej. dr.; 10-5-1696 CatarinaJansd. bej. dr. op ’t bagijnhof; 2-2-1699 Neeltje Pouwelse; 3-12-1727 Aryaantje Colyns Graswinckel; 17-12-1755 Anna Langenbergh, wed. Sr. Tibout Berman; 16-5-1757 Magdalena Hoogervorst, hv. Sr. Jacobus Langenbergh30-11-1759 Sr. Jacobus Langenbergh; 7-6-1763 ak. van Matthijs Nederwaert- 18- 5-1771 bk. van Johannes Bermond; 4-5-1772bk. van Johannes Bermond] 19- 10-1793 Maria Helena Janson, hv. Johannes Bermond; 3-1-1799 Mathys Nederwaert; 31-1-1807 Johannes Bermond. Test. 18-10-1718 (J. d. B. 2412 f 2251. v. d. L. 37*; Pr 46; A.N.F. 107*. 124. (VI) 264 x 175. In een ovaal het wapen Spiering-Guldecroon: oorsneden a. een kroon; b. gedeeld 1. een rad; 2. drie zwanehalsen Duyst); ht: een snoeimes. Deze zerk dekte K—V. I, 1 2. Eigenaars: 1650 Isaac Spieringh, Magteld Spieringh Guldecroon hv. Mr Willem van Assendelft. Begravenen: 9-2-1674 Isaac Spieringh; 2-12-1687 Catharina Pelgrom, wede. saac Spieringh Guldecroon; 2-2-1724 PieterSpieringhGuldecroon; 12-12-1739 Magteld Spieringh Guldecroon, laatst wed». Mr. Willem van Assendelft”1J*3 Maria van Assendelft; 26-1769 Henriëtte Charlotte van Assendelft; 17-8-1780 Agneta Maria van Assendelft; 28-6-1783 Johanna Magtüda van Assendelft. v. d. L. 33*; Pr 246; A.N.F. 107*. 125. (V 2) 190 x 72. In een vierkant het wapen Haexman: gedeeld: a. twee vierhoeken, een grooter dan de ander op hun hoek staande doorsneden door vier diagonalen; b. drie haringen boven elkander (Haringh). Opschrift: „’t Graft van Comelis Haexman.” Dit graf dekt V. I, 2. Eigenaars: 1625 Jacob Molyn, Schilder; 1665 Jan Molyn; 1692 Comelis Haexman; 1717 Jan Haexman; 1722 Hendricus Haexman; 1739 Maria Haexman. Begravenen: 22-1-1664 hv. Ds. Petrus van der Linde; 28-4-1664 Ds. Andreas Petry van der Linde; 26-9-1666 GrietjeMolyn; 13-3-1668Magdalena Gerritsd aan den Geerweg; 21-7-1697 ak. Johan Beeman; 5-8-1714 Grietje van Haringh; 13-7-1716 ak. Jan Haexman, grutter; 9-1-1717 bk. Comelis Haexman; 20-8-1722 ak. Joris Rijnderman; 9-6-1723 doodgeb. k. Joris Rijnderman; 2-2-1724 Johan Beeman, kassier bank van leerling; 6-10-1724 doodgeb. k. Joris Rijnderman; 31-7-1729 ak. Joris Reynderman; 23-7-1735 Hillegonda Haexman, wed. Johan Beeman; 30-10-1738 Hendrick Haexman; 23-3-1740 Joris Rijnderman; 28-12-1745 bk. Pieter Romans; 15-11-1756 ak. Sr. Pieter Goebeeck; 13-7-1758 ak. Sr. Pieter Goebeeck; 28-2-1760 ak. Sr. Pieter Goebeeck; 1-9-1764 Maria Haexman, wed. Joris Rijnderman; 6-1-1769 doodgeb. k. Pieter Goebeeck; 18-8-1783 ak. Pieter Goebeeck; 22-11-1783 Clara Rijnderman; 11-7-1794 Pieter Goebeeck. Test. 23-10-1714 (J. d. B. 2408 f32). v. d. L. 27»; Pr 54; A.N.F. 107*. 126. (V 3) 197 x 70. Opschrift: „’t Graff van Joseph Bolina. Hier leyd begraven desselfs kleyndogter Maria Anna Keetwijk gebooren den 16 July 1750 overleden den 11 Juny 1752.” Deze zerk dekt V. I, 3. Eigenaars: 1625 Paulus Comelisz., grootwerckmaker, m. zijn hv.; 1631 Wouter Jacobsz. de Witte; 1666 Herman Jansz. Henwaert; 1679 Comelia de Witte, wed. Christiaan van Sweden; 1717 Isaak Stant, echtgenoot van Margaretha van Spijc; 1730 Martinus van Berckel; 1752 Joseph. Bolina; 1762 Nicolaas Keetwyk; 1786 Jacobus van der Stap. Begravenen: 7-9-1664 k. van Christiaan van Sweden; 25-7-1673 Maria Jansd. Kreeft, j.d.; 19-8-1678 Christiaan van Sweden; 11-9-1679 Wouter Kreeft, j.m.; 11-4-1730 Bartholomeus van Berckel, uit V. II, 1 (Kerckegraf); 4- 2-1732 Gijsberta van der Hoop, hv. Martinus van Berckel; 13-7-1733 bk. Martinus van Berckel; 18-3-1744 Apolonia Paardekooper, wed. Bartholomeus van Berckel; 5-9-1747 bk. Sr. Martinus van Berckel; 11-9-1752 alles naar M VIII, 1 en 2, en uit dat graf bk. Sr. Nicolaas Keetwijk naar hier; 20-10-1760 Sr. Joseph Bolina; 15-4-1763 Emmerentia Hendriksd. Eymberts; 11-6-1767 Maria van Rijk; 16-5-1782 Gerardina Elisabeth Bolina, hv. Nicolaas Keetwijk 5- 8-1785 Nicolaas Keetwijk; 9-11-1792 Johanna Petronella Loyaarts; 27-8-1813 Jacobus van der Stap. Test. beide 22-6-1732 (C. A. d. M. 2664 f 113). v. d. L. 27*; Pr 55. 127. (V 4) 229 x 129. Opschrift: „Hier leyt begraven Johanna Baroen huysvrou van Jacob van der Pot overleden den 2 Augusty 1711 oud 35 jaren 11 maende 7 dagen. Jacob van der Pot overleden den 22 November 1728 oud 49 jaren 2 maenden 25 dagen. Mr. Cornelis van der Pot overleden den 11 Augusty 1730 oud 22 jaren 5 maenden 25 dagen.” Deze zerk heeft M XIV, 6 gedekt. Eigenaars: 1710 Jacobus Pot; 1728 Cornelis van der Pot; 1730 Abraham van der Pot; 1756 Willem van der Pot. Begravenen: 9-9-1719 Catharina Elisabeth Lessasy; 26-11-1728 Jacobus van der Pot; 15-8-1730 Mr. Cornelis van der Pot, minderjarig j.m. Test. Jacob van der Pot m.e. 13-2-1708 (v. d. K. 2378 f 78), test. Cornelis van der Pot 1-5-1728 (C. P. 2711 f31). v. d. L. 76a; Pr 139; 121*. Johanna Baroen op de zerk vermeld is te Delft begraven in de Oude Kerk 5 Aug. 1711 doch in het grafboek wordt zij niet vermeld in M. XIV. 6. 128. 185 X 71. Blanco. Deze zerk ligt V. I, 4, doch of deze zerk bij dit graf behoort is niet na te gaan. 129. (V 5) 201 x 101. In een liggend vierkant de wapens van een echtpaar. 130. (V 6) 227 x 144. Blanco. Deze zerk dekt met n°. 131 waarschijnlijk V. I, 8—9, de kelder van Jacob Thierens, Schepen. 131. (V 7) 239 x 88. Blanco. 132. (V 8) 240 x 103. Blanco. Deze zerk dekt denkelijk V. 1,10—11 van de familie van der Burch. 133. (N 17) 203 x 76. Opschrift: „’t Graf van Daniël de Leeuw en syn huisvrouw Alida van der Neer.” Deze zerk dekte N. II, 10 en is in 1923 naar hier verlegd. Eigenaars: 1652 Boudewyn van Brakel; 1666 Jacob Stalpert; 1686 Lucas van der Pot; 1693 Daniël de Leeuw; 1724 Michiel van der Wal; 1759 Johannes van der Wal; 1802 Willem Verbrugge. Begravenen: 16-5rl668 Maria Jacobsd Stalpert; 2-10-1705 Daniël de Leeuw; 20-2-1713 Helena van der Neer; 26-1-1732 Catarina de Leeuw; 2-12-1748 Michiel van der Wall; 8-8-1758 Jacoba van Bambergen, wed. Michiel van der Wal; 17-1-1787 Catharina van Bambergen; 19-7-1787 Joan van der Wall, Phil. Dr. en Lector; 10-5-1808 Catharina Verbrugge, wed. Johan van der Wall. Test. Daniël de Leeuw 14-7-1705 (H. v. L. 2549), test. Alida van der Neer 31-3-1712 (H.v.L. 2555). v. d. L. 53s; Pr 148; A.N.F. 118*. 134. (N 43) 41 x 35. Opschrift: „I. V. M. B. 1723.” Deze zerk lag in N. voor het Koorhek en is daar vermoedelijk van elders reeds vroeger neergelegd. Pr 142. 135. (N 29) 246 X 86. In een ovaal met palmtakken omzoomd de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Henrick d’Acquet en b. Sophia Lieftinck (a. gedeeld: I. doorsneden a. drie lelies, b. een leeuw. II. twee schuingeplaatste vliegen boven elkander; b. een dwarsbalk vergezeld van drie adelaars 2 en 1). Opschrift: „Rustplaats van Hr. Johan Lieftinck nu toekomende de Hr. Dr. Henrick Dacquet in sijn leven raet en borgemeester deser stad, gebore den 20 Juni 1632 gestorven den 12 Augustii 1706 ende desselfs huysvrouwe Sophia Lieftinck geboren den 24 January 1637 gestorven 2 January 1733. Noch leyt hier begraven J. Amarantha Dacquet huysvr. van Hr. Mr. Johan van Kouwenhove geboren 7 October 1654 gestorven 1 Maert 1688. Hier leyt begraven de Hr. Mr. Anthony Thierens in zijn Ed. leven raad en vroetschap en ouwd schepen der stadt Delft en rentm. van de domijnen ’s Lands van Heusden, stierf den 28 Maart 1741 ende desselfs huysvrouw Anna Catharina Dacquet geboren den 25 July stierf den 30 Mey 1762.” Deze zerk is in 1923 overgebracht uit N waar deze N I, 11 dekte. In 1688 is dit graf vereenigd met N I, 9—10 (van de familie Lieftinck) en tot één kelder gemaakt. Eigenaars: 1625 Maria Jacobs van der Dussen; 1646 Alida van der Dussen; 1663 Abraham van der Dussen; 1684 Mr. Jacob Abrahamsz. van der Dussen; 1687 oud Sch. Henrick d’ Acquet; 1736 Mr. Henrick d’ Acquet; 1826 Mr. Charles Alexander Chais. Begravenen: 8-1-1673 Aeltje Teeckmannus bej. dr.; 13-4-1687 Emmerentia van der Linden, wed. Joris d’ Acquet; 4-6-1693 k. van Mr. Jacob Vlaerdingerwout; 26-3-1697 Mr. Jacob Vlaerdingerwout; 16-8-1706 oud Burgr. Henricus d’ Acquet; 16-2-1711 Anna Outlanden, wed. Mr. Jacob Vlaerdingerwout; 10-11-1721 Kapitein Arent van Bueren; 21-4-1725 Sabina Agneta d’ Acquet, wed. Capitein Arent van Bueren; 8-1-1733 Sofia Lieftinck, wed. Henrick d’ Acquet 24-10-1738 bk. Ds. Johan Wilhelm Amarik; 1-4-1741 Oud Sch. Mr. Anthony Thierens; 12-1-1746 Jacob van Kouwenhoven; 4-6-1762 Anna Catharina d’ Acquet, wed. Anthony Thierens; 12-8-1773 Mr. Isaak van Bueren, R. en Burgr.; 17-5-1799 Mr. Arend Hendrikz. van Bueren; 8-1-1823 Magdalena van Aken, wed. Mr. Arend Hendriksz. van Bueren. Test. Johan Lieftinck 14-6-1636 (J. v. 0.1947 f 109), test. dezelfde m.e. 16-4-1687 (J. B. 2310 f 477), test. Johan van Kouwenhoven m.e. 2-2-1688 A. v. d. V. 2191 f 155), test. Anthony Thierens m.e. 12-12-1739 (F. B. 2635 f2452). Scheid. Anna Catharina d’Acquet 11-3-1763 (J. B. 3005 f501). v. d. L. 52*; Pr 144; A.N.F. 118®; Tim 48, die inplaats van 1654 heeft genoteerd 1659. D. NOORD-KAPEL. De Noordkapel bevat drie pleinen, genummerd van West naar Oost, ieder plein 8 graven genummerd van Zuid naar Noord. Het vierde plein is geheel opgeofferd voor de graftombe van Maarten Harpertsz. Tromp. — In deze zerken schijnt geen wijziging te zijn gebracht, zoodat alle zerken die aldaar meest kelders dekken, nog op hun oorspronkelijke plaats liggen. 136. (NK 13) 290 x 220. Een ovale cartouche, vastgehouden door een doodgeraamte waarin de wapens; a. van der Dussen (gevierendeeld: 1. (n°. 97); 2. hond; 3. drie kepers; 4. twee beurtelings gekanteelde balken en b. van der Hoeff (zie n°. 13); ht: het kruis) boven zwevende engelen die een krans vasthouden, rechts en links een vaas met bloemen. Opschrift: „Hier leyd begraven den E Heer Eeuwout van der Dussen, ridder ende burgemeester der stad Delff starf den 16e May MDCLIII ende juffr Catharina van der Hoeff desselfs huysvrou starf den X December MDCLXVI.” Deze zerk dekt V—N Kap., II, 1—2. Eigenaars: 1649 Ewout Jacobsz. van der Dussen; oud Burgr.; 1667 Schepen Pieter van der Dussen; 1703 Mr. Ewout van der Dussen; 1745 Mr. Jacob van der Dussen, heer van Souteveen; 1786 Ewout van der Dussen, heer van Zouteveen en Middelhamis; 1826 Jan van der Dussen, heer van Zouteveen en Oost Barendrecht. Begmvenen: 25-6-1665 Mr. Jacob van der Dussen, Sch.; 15-11-1665 Ewout van der Dussen; 15-12-1666 Catharina van der Hoeff, wed. Ewout van der Dussen; 11-10-1678 Bartha van der Dussen; 18-1-1696 Alida van der Dussen; 19-4-1703 Mr. Pieter van der Dussen; 2-9-1704 Diederik van der Dussen j m • 31-5-1705 k. van Ewout van der Dussen, heer van Zouteveen; 11-9-1707 ak. Ewout van der Dussen, heer van Zouteveen; 10-1-1710 bk. Ewout van der Dussen, heer van Zouteveen; 30-10-1710 bk. Ewout van der Dussen, heer van Zouteveen; 12-10-1716 bk. Ewout van der Dussen, heer van Zouteveen; 23-12-1769 Elisabeth Aletta Slicher, hv. Mr. Nicolaas van der Dussen van Oost Barendrecht, gecomm. raad; 16-1-1770 Mr. Nicolaas van der Dussen van Oost Barendrecht. v. d. L. 381; Pr 5; A.N.F. 107*; Tim 35. 137. (NK 14) 259 x 109. Blanco. Deze zerk dekt NK III, 2, doch behoort bij den kelder van Slicher (n°. 138). 138. (NK 15) 258 X 185. Het volledig wapen Slicher (dwarsbalk, vergezeld boven van drie hoefijzers met de kalkoenen naar beneden naast elkander, beneden van een molenijzer; ht: springend paard) omgeven boven door een engel, onder een doodshoofd op gekruiste fakkhls ter weerszijden fasces, palm, zwaard en weegschaal en 4 kwartieren: 1. Slicher; 2. Oudshoom (drie posthoorns); 3. Spiegel (een dwarsbalk vergezeld boven van een zespuntige ster, beneden van drie merletten); 4. Roeters (gedeeld: a. drie Stokvisschen zonder kop, staand met den staart naar beneden en gekroond: b. doorsneden 1. een leeuw, 2. drie merletten). Geen inscriptie. Deze zerk dekt de kelder NK III, 3—4 met n°. 137. Eigenaars: 1651 Mr Govert Brasser; 1669 Theodorus Brasser; 1696 Pieter Teding van Berkhout de jonge; 1711 Johan Slicher; 1738 Hugo van Strijen; 1792 Comelia van den Santheuvel, wed. van Quirijn van Strijen. Begravenen: 23-1-1665 Liedewy Teding van Berkhout; 11-9-1671 k. van Theodorus Brasser; 26-11-1674 Diderik Brasser, majoor van het Regt. Prins van Oranje; 31-7-1687 Govert Brasser j.m.; 1-5-1689 Henrich Brasser j.m.; 18-7-1738 Mr. Johan Slicher, oud Burgr.; 3-3-1756 Clara Maria Slicher, hv. Willem van Stryen, van Gouda gekomen; 18-1-1765 Mr. Willem van Stryen, R. en oud Burgr. van Gouda, van Gouda gekomen; 12-12-1769 Agatha Philippina van Strijen, hv. Ary Prins, R. en Sch. van Gouda; 28-10-1772 Willem van Strijen, uit ’s Hage; 14-1-1786 Mr. Joan Hugo van Strijen j.m., uit ’s Hage; 28-1-1790 Mr. Quirijn van Strijen, ontvanger-generaal, uit ’s Hage; 30-12-1797 Comelia van den Santheuvel, wed. Mr. Quirijn van Strijen uit ’s Hage. v. d. L. 41l; P 273; A.N.F. 107». rb. N.L. 1902. 41. 139. (NK 16) 251 X 157. Een halve cirkel bevattende de wapens van het echtpaar: a. Maarten Harpertsz. Tromp en zijn derde vrouw; b. Comelia Teding van Berkhout («. een keper waaronder een fregat met alle zeilen bij en in een schildhoofd een lelie; b. gekeperd van 14 stukken met een vrij kwartier: een zwaan; ht: een lelie; tenanten twee griffioenen. Opschrift: „Den ingang van het graff van den admiraal Maerten Harpertsz Tromp.” De zerk dekt NK III, 6 en geeft toegang tot den kelder onder het monument. Eigenaars: 1624 Crijn Gysbrechtsz. Lodenstein Kuiper; 1643 Simon Comelisz. Chyfer; 1647 Maarten Comelissen; 1692 Comelis Gans, gehuwd met Janna Maria Tromp; 1692 Janna Maria Tromp; 1768 Robbert van der Mast; 1781 Gasper van Kinschot; 1821 Gunther Jan van Kinschot. Begravenen: 28-3-1673 Johan Tromp; 30-10-1674 doodgeb. k. Burgr. Tromp; 14-10-1678 Pensionaris Mr. Gaspar van Kinschot; 24-1-1679 k. van Mr. Gaspar van Kinschot; 14-9-1679 Ritmeester Adriaan Tromp 11-10-1680 juf. Margaretha Tromp j.d.; 18-101-1680 Comelia Teding van Berkhout, douaière Admiraal Maarten Harpertsz. Tromp; 16-9-1682 Capitein Maarten Tromp Janz.; 23-11-1684 Magdalena van Adrichem, hv. Burgr. Mr. Harpert Tromp; 23-2-1689 Johanna Kieviet, wed. Johan Tromp; 9-5-1691 Mr. Harpert Tromp, Burgr; 6-6-1691 Luit.-admiraal, graaf Comelis Tromp; 23-3-1701 Mr. Dirk Tromp; 13-3-1708 Oud Sch. Harpert Tromp Graaf Baronnet, Penningmeester der groote Visscherij; 8-4-1711 Sara Tromp, hv. Hugo van der Mast, eerder wed. Gaspar van Kinschot; 17-11-1747 Kolonel Roelandt van Kinschot; 14-11-1759 Mr. Gaspar van Kinschot, 40 R.; 26-5-1762 Catharina Comelia van Kinschot, wed. Burgr. van Kinschot, van NK; 27-4-1771 Robbert van der Mast, gen. majoor Luit. Colonel effectief, Capitein Comp. Grenadiers; 30-5-1801 Sara Catharina van der Mast, hv. Gaspar van Kinschot; 1-7-1820 Gaspar van Kinschot. v. d. L. 41®; Pr 2; A.N.F. 107»; Tim 37. 140. (NK 17) 231 X 140. In een medaillon het volledig wapen ’s Gravesande (gevierendeeld met vier leeuwen; ht: een pauwestaart). Opschrift: „Hie jacet Comelius ’s Gravesande Delfensis med.d Urbis patriae senator ac, scabinus, Anatomes et Chirurgiae praelector obiit 2 Decembr Ao. 1691 aetatis 60 Cum conjuge Agatha van Schagen obiit 17 Julii a° 1683 aetatis 44.” Deze zerk dekt NK III, 7—8. Eigenaars: 1676 Dr. Comelis ’s Gravesande; 1693 Dr. Isaak ’s Gravesande; 1704 Mr. Cornelis ’s Gravesande; 1744 Mr. Comelis ’s Gravesande; 1791 Maximiliaan ’s-Gravesande. Begravenen: 6-1-1681 k. van Oud Sch. Dr. Comelis ’s Gravesande; 21-7-1683 Agatha van Schagen, hv. Sch. Comelis ’s Gravesande; 5-12-1691 Oud Sch. Dr. Comelis ’s Gravesande; 23-6-1699 Dirk ’s Gravesande; 21-9-1703 Dr. Isaak ’s Gravesande; 6-10-1712 bk. Mr. Comelis ’s Gravesande; 26-10-1714 Anna ’s Gravesande; 30-11-1729 Sara ’s Gravesande; 19-7-1737 Mr. Comelis 's Gravesande, 40 R.; 25-11-1737 Magdalena van Mierop; 19-4-1751 Comelis ’s Gravesande, 40 R.; 17-1-1761 Johanna Margaretha Swalmius; 14-5-1764 Maria de Rave, wed. Mr. Comelis ’s Gravesande; 5-9-1765 Comelis ’s Gravesande, R. en Vr.sch. Brielle; 6-2-1792 Johannes Krom; 21-11-1797 Anna Cau, wed. Mr. Jan Wastenau; 20-8-1800 Ida Paulina de Rave, wed. Johannes Krom; 16-1-1805 Mr. Maximiliaan ’s Gravesande; -4-1831 aan J. Fyck afgegegeven Max. van ’s Gravesande en Anna Cau. Test. Comelis ’s Gravesande m.e. 8-7-1662 (W. v. A. 1852 f 1001), test. van hem alleen 2-11-1691 (v. d. W. 2235 f75). v. d. L. 40*; Pr 7; A.N.F. 107»; Tim 46. 141. (NK 12) 125 x 88. Opschrift: „Den ingangh tot de kelders van de familie van Van der Dussen.” v. d. L. 38*; Pr 6. 6 142. (NK 1) 289 x 213. Het wapen van der Dussen als van n°. 136 omgeven door draperiën, doodsbeenderen en zandloopers. Opschrift: „Hier leyt begraven de Edelen Heer en Mr. Dirck van der Dussen in sijn leven burgemeester der stadt Delff starf den 19 Maart 1658. Nogh den Edelen Welgeboren Heer en Mr. Pieter van der Dussen in sijn leeven raad en oud burgemeester en bewinthebber van de Oost Indische compagnie alhier overleden den 14 April 1703 oud 70 jaren en 3 maanden en 20 dagen. Nogh den Edelwelgeb.en heer en Meester Ewout van der Dussen, Heer van Souteveen en Oostbaerendregt en in Middelhamasch in sijn leven raad en burgemeester der stadt Delff en wegens deselve afgesonden in de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, mitsgaders balliuw en dijkgraaf van den landen van Strijen, overleeden den 17 October 1729 oud 60 jaren en 9 maanden en 17 dagen ende Vrouwe Catharina Maria Vallensis vrouwe in Middelhamasch desselfs huysvrouw overleeden den 16 January 1745 oud 68 Jaeren9maenden en 2 dagen. Nog de Welgeb Weledele gebore Heer M. Nicolaes Ewoutz. van der Dussen heere van Oostbaerendrecht oud raed en oud president scheepen der stadt Dordrecht, geboren den 2 September 1718 en overleeden den 13 Januarij 1770 en vrouwe Elisabeth Aletta Slicher desselfs huysvrouwe geboren den 9 february 1727 en overleeden den 20 December 1769.” Deze zerk dekt V—NK 1,1—2. Eigenaars: 1649 Dirk Jacobsz. van der Dussen; 1659 Mr. Jacob Albertsz. van der Dussen; 1665 Mr. Pieter van der Dussen; 1703 Mr. Ewout van der Dussen; 1745 Mr. Jacob van der Dussen, heer van Zouteveen; 1786 Ewout van der Dussen, heer van Zouteveen en Middelhamis; 1826 Jan van der Dussen, heer van Zouteveen en Oost Barendrecht. Begravenen: 22-10-1729 Mr. Ewout van der Dussen, heer van Zouteveen en MiHHplhamis; 28-10-1730 Margaretha Jacoba van der Dussen Mr. Ewoutsdr.; 22-1-1745 Catharina Maria Vallensis, wed. Mr. Ewout van der Dussen; 28-7-1751 bk. Mr. Nicolaas van der Dussen van Oost Barendrecht, van Wassenaar gebracht; 19-8-1751 bk. Mr. Nicolaas van der Dussen van Oost Barendrecht, van Wassenaar gebracht; 1-7-1752 Lidia Catharina van der Dussen, hv. Seno Coenraad, Baron von Schwartz Heere tot Ansen, Lt. Col. Infanterie, van Leiden gebracht; 11-2-1767 ak. Mr. Nicolaas van der Dussen van Oost Barendrecht; 23-5-1772 Mr. Jacob van der Dussen van Zouteveen en Middelhamis; 4-5-1776 Catharina van Vredenburch, wed. Mr. Jacob van der Dussen; 24-10-1801 Hendrica Catharina Repelaer, hv. Mr. Jacob van der Dussen, van Wageningen gekomen (te Wageningen Juni 1800 overleden); 22-11-1804 Mr. Hieronimus van der Dussen, van ’s Hage gebracht; 14-10-1805 Eva Richter, hv. Ewout van der Dussen; 25-9-1807 bk. Mr. Jacob van der Dussen; 2-2-1811 Henriëtte Elisabeth van der Dussen, van ’s Hage gebracht; 29-5-1811 Anna Maria Pompe van Meerdervoort, wed. Rippert van Royen; 27-11-1826 Ewout van der Dussen van Zouteveen en Oost Barendrecht. Test. Pieter van der Dussen 5-4-1703 (A. L. 439); test. Ewout van der Dussen m.e. 5-7-1721 (C. v. d. SI. 2533); test. Catharina Maria Vallensis 2-12-1732 (P. C. 2497 f39); boed. 14-6-1745 (F B. 2639 f1756). rb.N.L. 1901, 148; 1902, 13, 41 en 46. v. d. L. 382; Pr 3; A.N.F. 107s; Tim 39. 143. (NK 7) 216 x 78. Blanco. Deze zerk zal hebben behoord bij den kelder-van der Dussen daar n°. 141 een gedeelte er van dekt. 144. (NK 8) 234 x 155. De gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Reyer Frankenz. van der Burch en b. Aeltien Arents van der Graeff (a. n°. 13, b. n°. 34). Ter weerszijden 4 kwartierwapens: 1. van der Burch; 2. van der Meer (als n°. 104) 3. van der Hoeff (n°. 13); 4. van der Burch. Opschrift: „Grafste van Reyer Franckenz van der Burch starf oudt 59 jaren den 24 April anno 1649 ende desselfs huysvrouw Aeltien Arentsdr van der Graaff starf oudt 81 jaren den 6 April anno 1673.” De zerk dekt NK II, 2—4. Eigenaars: 1638 Reyer Abrahams van der Burch; 1675 Arent van der Burch; 1691 Willem Reyersz. van der Burch; 1714 Alida van der Burch; 1722 Reyer van der Burch; 1740 Franc Reyersz. van der Burch; 1766 Comelis van der Burch; 1771 Franc van der Burch; 1775 Franc van der Burch Willemsz.; 1776 Diderik van der Burch van Spieringshoek. Begravenen: 9-6-1662 Burgr. Everard van Bleyswyck; 11-4-1673 Alida van der Graeff, wed. Reyer van der Burch; 8-10-1679 Alitha van der Burch, laatst wed. Joachem van Wevelinckhoven; 16-5-1690 Mr. Corn. van der Burch Reyersz.; 27-2-1691 Mr. Pieter van der Burch; 15-6-1692 Sara van der Burch, wed. Evert van Bleyswyck, Burgr.; 9-5-1695 Mr. Reyer van der Burch; 5-4-1712 Willem van der Burch; 8-5-1717 Aletta van der Burch; 17-12-1739 overgebracht Mr. Willem van der Burch, die 11-12-1733 begraven was M VI, 7/8; 18-12-1739 Mr. Jan van der Burch; 23-9-1757 Maria van Royen, wed. Jan van der Burch; 24-3-1775 Mr. Franc van der Burch; 7-5-1790 Anthonia Sofia van der Goes, wed. Mr. Franc van der Burch; 7-12-1801 Anna Maria van der Goes, hv. Mr. Franc van der Burch, Wz. uit K VII, 5 overgebracht; 8-12-1801 Maria van der Burch, wed. Mr. Hermannus Ulricus Hamerster, bijgezet van Woestduyn onder Vogelenzang; 17-11-1803 Mr. Franc van der Burch Willemsz. v. d. L. 39*; Pr 4; A.N.F. 72*; Tim 33. Afgebeeld n°. 20. 145. (NK 9) 217 x 79. Opschrift: „Introitus Sepulchri.” 146. (NK10) 232 x 158. Het wapen Pauw (een dwarsbalk vergezeld boven van een paal, tusschen twee sterren, beneden een ster; ht: pronkende pauw). Rondom draperiën en twee engeltjes die de schilden ier 4 kwartierwapens vasthouden: 1. Pauw; 2. van der Chys (zie tto. 91); 3. Goeree (springende eenhoorn); 4. Hofdyk (springende senhoom vergezeld achter het dier van een klaverblad). Opschrift: „Hier leyt begraven de Heer Jacob Pauw raet ende schepen deser stede Delft starf den 12 September A° 1645 oudt 41 jaren.” De zerk dekt NK II, 5—7. Eigenaars: 1645 Agatha Pietersd. Goeree, wed. Jacob Pauw, Schepen; 1679 Elisabeth Pauw, hv. Oud Sch. Johan van der Dussen; 1717 Adriaan d’ Overschie, heer van Baardwijk; 1737 Carel Joseph d’ Overschie; 1756 Adrianus d’ Overschie; 1825 Gasparus Frederik Charles d’ Overschie. Begravenen: 30-8-1679 Agatha Goeree, wed. Jacob Pauw; 10-7-1683 Burgr. Johan van der Dussen; 11-2-1689 O. Sch. Mr. Dirk Dirksz. van der Dussen Gec. R. Admir. Amsterdam; 3-6-1706 Elisabeth Pauw. v. d. L. 40*; Pr 11; A.N.F. 107*; Tim 32. Afgebeeld n°. 21. 147. (NK 11) 235 X 113. Opschrift: „Grafkelder van den Heer Comelis van Staveren Adrisz. cassier van de Oostindische compagnie ter camer Delft gebooren 30 September 1735 overleeden en deszelfs huisvrouw Catharina Rijnders Izaacsdr. gebooren 24 Janio. 1746 overleeden alsmeede Suzanna Geertruyd van der Burgh gebooren 10 Janrij. 1709 overleden den 18 Maart 1797 mitsgaders de kinderen van boven gem. C. v. Staveren en C. Rijnders te weeten Bastiaan van Staveren gebooren 30 October 1776 overleeden 23 Mrt. 1778. Willemina Comelia van Staveren gebooren 20 April 1780 overleeden 24 Maart 1784.” Deze zerk dekt NK II, 8. Eigenaars: 1653 Frederik Becker; 1689 oud Schepen Johan Thierens; 1717 Bartholomeus Thierens; 1777 Johanna Stembor; 1778 Comelis van Staveren; 1817 Leendert Comelis van Staveren. Begravenen: 23-7-1669 k. van Louis Philibert Vematti; 5-11-1682 Adriana Thierens j.d. en getransporteerd zoontje van den heer Johan Thierens uit N M VII, 1; 16-9-1683 k. van Oud Sch. Joh. Thierens; 13-3-1708 Johan Thierens; 26-8-1715 Maria van Sonneveldt; 18-12-1734 Margaretha Thierens van ’s Hage gebracht; 27-3-1778 bk. Casper Comelis van Staveren; 27-3-1784 bk. Caspar Comelis van Staveren; 1-6-1790 Geertruida van Goch, wed. Johannes Rijnders; 23-3-1797 Susanna Geertruid van der Burch; 9-5-1804 Maria Elisabeth Glinnigen, hv. Gerardus Nicolaas Beeldemaker; 28-11-1804 Pnmplig van Staveren; 9-5-1812 Catharina Reynders, wed. Comelis van Staveren; 7-10-1817 Leendert van Staveren, van Voorburg gebracht; 29-3-1823 ak. Leendert Comelisz. van Staveren; 27-8-1829 bk. Leendert Cornelisz. van Staveren. Pr 12. 148. (NK 2) 215 X 80. De wapens van het echtpaar: a. Verschouw; b. van der Burch (a. een boot, waarin een boer een koe vervoert; b. gevierendeeld: 1 en 4 een valk met kap; 2 en 3 een kerk; hartschild, een toren). Opschrift: „Het graff van Anthony Verschouw sterf den 4 December an° 1679 ende syn huysvrouw Anna Claes Koertse van der Burghsdr starf den 12® October an° 1669. Hier leydt nogh begraven Nicolaes Verschouw sterf den 6 Maert en begraven den 11 Maert 1699.” De zerk dekt NK I, 2. Eigenaars: 1671 Anthony Verschouw; 1681 Nicolaas Verschouw; 1699 Johannes Taets; 1727 Comelia de Jongh; 1757 Alida de Jongh; 1760 Dirck Donker; 1774 Jacobus Donker. Begravenen: 14-8-1671 Anna van der Burch, hv. Anthony Verschouw uit N XII, 15; 7-12-1679 Anthony Verschouw; 11-3-1699 Nicolaas Verschouw; 21-1-1757 Comelia de Jongh; 11-12-1760 Alida de Jongh, hv. Dirk Doncker; 3-12-1774 Dirk Doncker; 4-10-1792 bk. Com. Evert Visser; 19-12-1793 bk. Com. Evert Visser; 30-11-1804 ak. Com. Evert Visser; 27-3-1827 Jkvr. Maria Adriana Petronella van der Dussen. Rek. Nicolaes Verschouw 4-2-1699 (Ph. S. B. 2344 f38a). v. d. L. 391; Pr 8; A.N.F. 107». 149. (NK 3) 213 x 143. In een ovaal cartouche de wapens: a. Soetens en b. Onderwater (a. een boom; b. drie eendjes op water; ht: boom). Opschrift: „Het graft van Comelis Soetens.” Deze zerk dekt NKI 3—5. Eigenaars: 1651 Comelis Soetens, commissaris; 1677 Comelis Soetens, oud Sch.; 1682 Melchior Wittens, baljuw van Dirksland; 1711 Volckera Comelia van Heyden; 1783 Comelis van der Heyden; 1794 Egidius van Braam. Begravenen: 12-6-1673 k. van Melchior Wittens, baljuw van Dirksland; 10-5-1676 Comelia Onderwater, wed. Comelis Soetens; 20-5-1678 k. van Melchior Wittens, baljuw van Dirksland; 28-12-1679 Maria Iemans, hv. Comelis Soetens de jonge; 21-2-1685 k. van Melchior Wittens, baljuw van Dirksland; 12-2-1686 Maria Iemans, getransporteerd naar J. V, 3/4; 12-1-1696 Comelia Wittens; 13-1-1700 Melchior Wittens; 20-2-1711 Maria Soetens. v. d. L. 39»; Pr 9; A.N.F. 107»; rb. N.L. 1901, 107 en 108. 150. (NK 4) 220 x 180. Blanco. Deze zerk behoort tot den kelder Soetens (n°. 149). 151. (NK 5) 249 X 220. In een medaillon de wapens a. van Santen; b. Spieringh (a. n°. 62; b. gedeeld: 1. drie zwemmende spieringen boven elkander; 2. drie vogels; ht: uitkomende bok). Opschrift: „Sepulture van de Hr Pieter van Santen burgemr deser Stadt starf den 7 November 1658.” Deze zerk dekt NK I, 6—7. Eigenaars: 1658 Anna Spieringh, wed. oud Burgr. Pieter van Santen; 1715 Soetgen van Santen, wed. Maarten Meerman; 1720 Adriana van Santen, hv. Burgr. Meerman; 1730 Catharina Maria Dedel, hv. Gaspar van Kinschot; 1754 Pieter Meerman, ritmeester; 1791 Egidius van der Dussen. Begravenen: 11-11-1676 Nicolaas Verburgh; Gerard van Santen tevens ingezet uit V. VI, 1; 17-11-1676 Maria van Santen, wed. Nicolaas Verburgh; 19-5- 1677 Anna Spieringh, wed. oud Burgr. Pieter van Santen; 4-3-1713 Maarten Meerman, van Utrecht; 26-11-1720 Soethea van Santen, wed. Maarten Meerman; 30-9-1723 ak. Mr. Maarten Meerman; 18-10-1725 Margaretha Constantina van Halewyn tot de Werve, hv. Gerrit Maartensz. Meerman, gebracht van ’s Hage; 9-11-1731 Mr. Gerrit Meerman; 14-1-1736 Frans Venijn; 28-6-1748 bk. Kolonel Egidius van der Dussen; 23-8-1753 Gerrit Maartensz. Meerman en Soetge van Santen geruimd; 24-8-1753 Soetea Franfoise Meerman, hv. Kolonel Egidius van der Dussen; 27-8-1753 ak. Kolonel Egidius van der Dussen; 27-2-1764 Theodora Aletta van der Dussen; 22-4-1789 Kolonel Pieter Meerman uit ’s Hage; 11-4-1791 Luitenant-generaal Egidius van der Dussen; 16-5-1817 Susanna Catharina van Marselis, wed. Egidius van der Dussen. Test. Pieter van Santen m.e. 3-8-1640 (J. v. S. 1829 f 361). Scheid. 1659 (v. d.W. 1936). v. d. L. 39a; Pr 10; A.N.F. 107*; Tim 40. 152. (NK 6) 141 x 82. Opschrift: „Deese kleine grafkelder behoort bij en aan de nevensleggende graftkelder van den Hr. Coms. van Staveren.” Deze zerk dekt thans NK I, 8 en behoort bij n°. 147. Pr 13. E. KRUISWERK. Het Kruiswerk bevat 5 pleinen van 15 graven, een 6e plein van 5 en een 7e van 6 graven, genummerd van O. naar W. De graven tellen van Noord naar Zuid. In tegenstelling met de tevoren beschreven afdeelingen lagen de zerken in 1923 reeds niet meer allen op hun plaats. Blijkbaar heeft men reeds in de 18e eeuw toen de andere gedeelten zijn gehoogd al verschillende zerken verlegd, ook een aantal in Kruiswerk, vooral uit Middelkerk. In 1923 heb ik in het Kruiswerk nog een 12-tal zerken (158a, 161, 165, 166, 171, 174, 185, 186, 190, 194, 197 en 198,) er bij gelegd uit Noordkerk, waar de banken zijn geplaatst; de meeste zerken zijn verlegd. 153. (KW 18) 1.99 x 79. Opschrift: „Catharina Spronk huisvrou van Salomon [Bos] gesturven den 11 September 1697. Chnstina Spronk huisv van David Broers overleden 23 July 1700.” Deze zerk dekte in 1923 KW III, 11 doch is destijds daarheen gebracht van MIX, 9. Eigenaars van MIX, 9:1625 Jan Claesz. van der Mast; 1652 Mr. Bartholomeus van der Mast; 1682 Dirk van der Mast; 1697 David Broers; 1712 Dr. Isaak Bijl. Begravenen: 25-2-1668 Claes Jansz. van der Mast; 27-6-1683 twee kinderen van Mr. Arent van der Tack; 18-8-1683 k. van Mr. Arent van der Tack; 16-9-1697 Catharina Sprongh, hv. Salomon Bos; 29-7-1700 Christina Sprongh, hv. David Broers; 13-11-1711 David Broers; 1-6-1712 Pieter Comelisz. Bijll. Test. Salomon Bos m.e. 20-7-1697 (P. D. 2237 f 474). v. d. L. 75*; Pr 159. 154. (KW 28) 138 x 78. Gedeelte van een zerk waarop: „Hier leyt begraven Anna Henrick Buggedr sterff den 10®n Mey anno 1613. Het andere stuk ligt thans n°. 199b. en lag vroeger tegen dit stuk aan op KW II, 12 en vermeldt het graf van Matthys Jansz. de Been. In ’t midden het wapen Bugge (drie vogels) in de hoeken de evangelistenteekens. Deze zerk lag vermoedelijk nog op de oorspronkelijke plaats KW II, 12. Eigenaars: 1625 Jacob Mathysz. de Been; 1655 Rolandus Sturmius; 1693 Maria Margaretha Dedel1), hv. Cornelis van Ouwendyck; 1717 Willem van Ouwendyck; 1749 Christoffel van der Sluys; 1750 Maria Magdalena Jeroen; 1786 Johannes de Bunje; 1790 Elisabeth de Bunje. Begravenen: 2-1-1750 Henderina de Swart, hv. Gerrit Jeroen; 27-2-1759 Gerrit Jeroen; 27-11-1786 Comelia Halewijn; 17-12-1790 Johannes de Bunje; 18-12-1802 Elisabeth de Bunje, hv. Nicolaas van der Mandele. v. d. L. 44s; Pr 134. 1) haar moeder was Elisabeth Bugge van Ringh. 155. (KW 36) 75 x 47. Blanco. 156. (KW 38) 235 x 147. Het wapen van Bleyswyck (drie bollen; ht: een posthoorn op een vlammende kogel) op twee gekruiste flambauwen, onder een doodshoofd en zandlooper. Opschrift: „Hier legt begraven Heer Dirk van Bleizwijk Heeren Evertz. burgermr. der stadt Delft etc. geboren aldaer den XXVIII Decemb. 1639 gestorven tot Middelburg in Zeelandt den XI September 1681. Evert van Bleyzwijk hr. Francoz. geboren den XXVII Septemb. 1672 gestorven den XII November 1692. Hester van Bleizwijk Hr. Francozdr. geboren den XI Maert 1681, gestorven den 2 April 1694. Maria van Bleizwijk Hr Francozdr geboren XXVI August. 1676 overleden den 4 Maert 1696. Margareta Catarina van Bleizwijk Hr Francozdr. geboren XX Febru. 1695 overleden den XIIII Maert 1696. Sara van Bleizwijk Hr. Franco’sdr. geboren den III January 1674, overleeden den XI Mey 1709, Evert van Bleyswyck Hr Fransz geboren den 26 Juny 1693 overleeden den 8 October 1715. Magdalena van Bleizwijk Hr. Francosdr. geboren den 25 Maart 1686 overleden den 28 November 1716.” Deze zerk ligt nog op de oorspronkelijke plaats KW I, 7—9 en is in 1923 niet verlegd. Eigenaars: 1674 Mr. Dirck Everts van Bleyswyck; 1682 Evert Franken van Bleyswyck; 1693 Maarten van Bleyswyck; 1752 Mr. Franc van der Burch Jansz.; 1775 Jean Louis vand er Burch. Begravenen: 15-11-1692 Evert Frankz. van Bleyswyck j.m.; 6-4-1694 Hester Frankd. van Bleyswyck j.d.; 7-3-1696 Maria Frankd. van Bleyswyck jd; 16-3-1696 ak. Mr. Frank van Bleyswyck; 15-5-1709 Sara Frankd. van Bleyswyck; 12-10-1715 Evert Frankz. van Bleyswyck; 2-12-1716 Magdalena Frankd. van Bleyswyck; 19-3-1723 Mr. Frank van Bleyswyck; 12-12-1726 Mr. Pieter van Bleyswyck op zijn vader; 7-4-1730 Anna van Hoogenhouck, wed. Frank van Bleyswyck, oud Burgr.; 27-6-1732 Mr. Dirk van Bleyswyck, secr. van de Staten van Holland; 13-9-1740 Mr. Arent van Bleyswyck; 19-9-1740 Mr. Jan van Bleyswyck; 12-9-1741 Alyda van Bleyswyck; 14-8-1751 Mr. Maarten van Bleyswyck, 40 R. v. d. L. 44l; Pr 130; A.N.F. 72*; Tim 89; rb. N.L. 1901, 107. 167. (KW 39) 230 X 92. Blanco; in 1923 niet verlegd. 158. (KW 40) 197 x 70. Blanco, in 1923 niet verlegd. 158a. (N 33) 68 x 30. Opschrift: „[Hier leijt begraven [Johan de Sajllengre in [syn leven Rajet en Tresorier [van de Hooghjgeboren Graven [van Hohenjlo vrijheeren [van Langenbejrg Cranichsvelt [etc sterf den 2]7 Maerty A° [1646 out synde 7]3 jaeren 4 M[aanden 3 dage].” Deze zerk is de rechter helft van n°. 200. v. d. L. 51*; Pr 140; A.N.F. 116*; Tim 33. 159. (KW 42) 207 x 110. Gothische zerk, in een ovaal een ruitvormig schild met het wapen van der Aa (drie dwarsbalken), vergezeld van de evangelistenteekens. Opschrift: „Hier leyd begraven Agniesgen Vranckendr van der Aa, die gewest is een getrouwe moeder van deesen convente en starf op den lle dagh in Maart Anno 1564. Bidt voor haer ziele.” Deze zerk is niet verlegd, v. d. L. 431; Pr 128; Tim 5. 160. (KW 31) 199 x 114. Twee vierkanten. Opschrift: „Hier rusten in de hoope der zalige opstanding vrouwe Eva Justina van Schweinitz gestorven in den ouderdom van 92 jaren en 8 maanden, zijnde gebooren den 3 April 1697 en overleeden den 10 December 1789 en derzelver egtgenoot Sebald Godfried Manger Wraar in de Nederd. Herv. gemeente dezer stad, gestorven in den ouderdom van 91 jaaren en 7 maanden zijnde gebooren den 12 Augustus 1703 en overleeden den 7 Februari 1795. Deze zerk lag in 1923 KW n°. 31, doch was overgebracht in de 18® eeuw van MIV, 5, „liggende voor de heerenbanken”. Eigenaars: 1625 Dirk Claesz. Cramer; 1658 Cornelis Dirkse van der Minne; 1686 Jacob Jansz. Goeree; 1695 Dr. Johan van Til; 1730 Guilelmus van Bleyswyck; 1765 Geertruida Anthonia van Bleyswyck; 1768 Samuel Hendrik Manger; 1792 Catharina Elisabeth Manger. Begravenen: 12-6-1695 Aletta van Bueren van N XI, 15 hierheen overgebracht; 12-6-1695 ak. Dr. van Til; 2-11-1726 doodgeb. k. van Guillelmus van Bleyswyck; 7-12-1729 ak. van denzelfde; 14-8-1730 Catharina Paspoort, wed. Ds. van Til; 26-10-1737 ak. Guilelmus van Bleyswyck; 15-12-1789 Eva Justina baronesse von Schweinitz, hv. Ds. Sebald Godfried Manger (overleden ’s Hage 10 Dec.); 12-2-1795 Ds. Sebald Godfried Manger (overl. Delft 7 Febr.). Pr 129; Wap XXII, 302. 161. (N 44) 205 x 93. Zerk met het opschrift „H. v. D.”, — dat ik niet kan identificeeren, — en het cijfer 4. Pr 175. 162. (KW 29) 200 x 141. In een medaillon de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Johannes de Bries en b. Margaretha van Velsen (a. drie loopende valken met kappen; b. drie uien; ht: een vlucht) Opschrift: T. Graff van Johannis de Bries Jacobz. gebooren 14 April 1620 gestorven 10 September 1698 ende Margaretha van Velsen Philipsdr. sijn huysvrouw gebooren 25 Juny 1617 gestorven 11 July 1689.” Deze zerk lag in 1923 KW n°. 29, doch was daarheen tevoren reeds overgebracht van M I, 7—8. Eigenaars MI, 7—8: 1625 Dirk Robbrechts van Schilperoort; 1669 Petronella van Schilperoort; 1698 Daniël de Bries, Med. Dr.; 1735 Dr. Wynand de Bries; 1791 Lambertus Sanderus. Begyavenen: 6-6-1662 Franchois Bruynseels, van Geervliet; 15-9-1698 Sr. Johan de Bries en zijn hv. overgebracht uit J I, 2; 25-2-1700 Jacob de Bries, oudste zoon van den voorgaande; 28-10-1700 Margaretha dè Bries bej. dr.; 20-10-1704 Dr. Daniël de Bries; 9-11-1709 Izaak van Roon; 17-2-1722 Comelia de Bries; 28-1-1726 Margaretha de Bries; 4-10-1731 bk. Dr. Wynant de Bries; 25-4-1733 Comelia Schuyl, wed. Dr. Daniël de Bries; 17-1-1735 8® graf Margaretha de Bries; 5-9-1766 ak. van Lambert Sanderus; 12-12-1793 bk. van denzelfde; 20-9-1822 Maria Cloppenburgh, wed. Lambert Sanderus; 8-9-1776 in ’t 7® graf Comelia de Bries, hv. Lambert Sanderus; 3-12-1776 bk. Lambert Sanderus; 19-5-1797 Johanna Theodora Sanderus, ongeh.; 24-6-1813 Lambert Sanderus. Test. Johan de Bries m.e. 27-4-1655 (G. R. 1986 f 284); test. 4-7-1692 (J. F. 2302 f61). v. d. L. 71*; Pr 131; A.N.F. 724. 163. (KW 34) 1% X 114. Gothische zerk waaruit de koperen geschriften zijn weggenomen, met enkel nog het cijfer 4. 164. (KW 30) 202 x 117. Gothische zerk. In een medaillon een engel in iedere hand een schild houdende met aan de voeten een derde schild. In de hoeken de evangelistenteekens. Het is vreemd dat noch v. d. L., noch Pr dezen steen beschrijven. 166. (N 31) 219 x 127. Gothische zerk met een meesterteeken In de hoeken evangelistenteekens. Opschrift: „Hier leyd Wiggert Jansz., metselaar en starff den 28e Juny A° 1584.” Deze zerk lag in 1923 N 31, doch of deze het graf NII, 8 of 9 dekte kon ik niet uitmaken. v. d. L. 47*; Pr 256 die de zerk niet heeft gevonden en per abuis Wiggett schrijft. 166. (N 27) 212 X 113. Blanco, overgebracht in 1923 uit N n°. 27. 167. (KW 32) 192 x 99. In een vierkant de wapens van een echtpaar, uitgehakt, waarschijnlijk van Comelis Boogaert te Delft overleden 19-11-1626 (een boom) en Adriana van Santen (n°. 62) in de O.K. begraven 15-1-1597. Deze zerk is iets verlegd, was in 1923 KW n°. 32, doch dekte vroeger M VI, 5. Eigenaars: 1654 Mr. Nicolaas Boogaert, oud burgr.; 1659 Comelis Boogaert; 1668 Adriana Boogaert, wed. Pieter Bosschaert; 1719 Jan van Swanenburch; 1743 Hendrik van Swanenburch; 1791 Anthony Buys. Begravenen: 30-8-1676 Pieter Bosschaert, j.m.; 1-5-1679 Izaak Bosschaert j.m.; 26-5-1734 Maria van Driel, hv. Jan van Swanenburch, stadsbode; 24-1-1743 Jan van Swanenburch; 1-7-1782 Hendrik van Swanenburch; 8-5-1784 Elisabeth van den Ende, wed. Hendrik van Swanenburch. v. d. L. 73*; Pr 331; A.N.F. 121*. 167a. 47 x 46. Opschrift: „9 P. 7 G." Vroegere ligging onbekend. 168. (KW 45) 202 X 104. Gothische zerk met vier kwartieren in de hoeken. Deze zerk lag in 1923 KW n°. 45. Het opschrift is niet meer te lezen doch waarschijnlijk staat er: „Hier leyt begraven A° XVcLIII obit XV starf Neeltgen Adriaensdr bit voer die Siele.” 169. (KW 41) 64 x 40. Zerkje met een merk: krukkenkruis, met cijfer 1. v. d. L. 693 (het graf van C. P. van de Werven?); Pr 278; A.N.F. 120*. 170. (KW 25) 71 X 59. Zerkje met de letters: „A. B. V. H.” en een merk, omgewende 4 op drie pooten. v. d. L. 697 vermeldt deze zerk als liggende in den Noordtrans bij de kleine deur. Pr 281; A.N.F. 1207. 171. (N 40) 247 x 132. Blanco. 172. (KW 17) 204 x 80. Blanco. 173. (KW 19) 203 X 86. In een medaillon het wapen van der Graeff (zie n°. 34). Opschrift: „Hier leyt begraven Jacob Aelbrechts van der Graeff sterf den 24 Mey Anno 1641.” Deze zerk lag in 1923 KW n°. 19, doch is vermoedelijk van elders overgebracht. Deze van der Graeff was gehuwd met Josina Bataille, zonder kinderen, 17 Oct. 1621 overleden, v. d. L. 74*; Pr 158; A.N.F. 72*. 174. (N 33) 198 X 113. In een gothisch medaillon twee schilden aan een tak opgehangen op een koperen plaat, die weggenomen is. Er onder een cartouche voor opschrift. 175. (KW 37) 135 x 72. Laat-gothische zerk met wapenschild en cartouche voor inscriptie. 176. (KW 21) 129 x 79. Opschrift: „I. v. H. 1786.” Ik heb geen enkel begravene in 1786 gevonden wiens initialen overeenkomen met dit opschrift. De eenige eigenaar is Isaak van Haastert, die in 1786 eigenaar werd van KW III, 7, hetgeen volkomen klopt met de oude ligging in 1923. Eigenaars: 1625 Aefge Gysbertsd., hv. Jan Claesz., metselaar; 1649 Claes Jansz. Suys; 1650 Martinus Ariens van Spaendonck; 1686 Lambrecht Huygensz. van Leeuwenhoek; 1701 Notaris Adriaan van Leeuwenhoek; 1739 Lambrecht Adriaansz. van Leeuwenhoek; 1764 Adriana van Leeuwenhoek' 1768 Aemout Carlier; 1786 Isacq van Haastert. Begravenen: 26-10-1667 Jan Pieters Walpot; 8-2-1686 Martyntje Arriens van Spaendonck, wed. Jan Pietersz. Walpot; 18-8-1688 Ariaentje van Spaendonck, hv. Lambrecht van Leeuwenhoeck; 8-8-1690 k. Notaris Adriaen van Leeuwenhoeck; 20-8-1696 k. v. Maarten van Leeuwenhoeck; 4-1-1701 Lambrecht van Leeuwenhoeck; 2-10-1704 ak. Maerten van Leeuwenhoeck; 24-4-1723 Eva van Overschie; 25-4-1724 k. van Pieter van Leeuwenhoeck; 27-6-1738 k. van denzelfde; 25-6-1739 Notaris Adriaan van Leeuwenhoeck; 2-6-1767 Adriana van Leeuwenhoeck; 30-11-1776 Eva van Leeuwenhoeck; 9-11-1779 Comira Reuvens en haar doodgeb. kind; 19-6-1780 Aemout Carlier; 22-6-1791 bk. Gerrit Ploos; 6-4-1798 Sara Hoogeveen, wed. Abram van Ee; 14-1-1813 Maria van Haastert, hv. Gerrit Ploos van Amstel; 29-1-1813 Gerrit Ploos van Amstel; 18-7-1821 Agnieta Maria van Haastert, wed. Jan van Dijk. Test. Isaac van Haastert (t 28-2-1834) 25-4-1832 (S. A. S. 3589 f 50); boed. 4-4-1834 (S. A. S. 3591 f 50). Pr 156. 177—179. (KW 22—24) 39 x 39; 39 x 39; 39 x 39. Drie kleine -erken met een koopmansteeken, hier gevonden. 180. (KW 14) 77 x 46. Opschrift: „4 P. 8 G.” 181. (KW 16) 235 X 132. Blanco. 182. (KW 10) 202 x 78. Opschrift: „Hier leyt begraven de Hr. Anthony van Bronckhorst starff den le Novemb. 1670. Domine v. Vianen rustend predikant.” Deze zerk is in 1923 overgebracht van KW IV, 11, liggende op de oorspronkelijke plaats. Eigenaars: 1625 Barbaxa Louis, hv. Joris Hectorsz.; 1633 Jacob van Bronckhorst; 1658 Anthony van Bronckhorst; 1701 Antonie van Bijsterveld; 1709 Johannes van Bijsterveld; 1745 Dr. Harmen van Vianen. Beeravenen: 5-11-1670 Sr. Anthony van Bronckhorst; 17-5-1701 Annetje van Bronckhorst, hv. Anthony van Bijsterveld; 25-4-1703 Antonie van Bijsterveld; 26-3-1720 Johannes van Bijsterveld; 21-3-1733 Rustina van Bijsterveld met doodgeboren kindje; 3-10-1742 Cathanna v. Tright, hv. Johan van Bijsterveld; 4-4-1744 Sr. Johan van Bijsterveld; 25-6-1765 Johanna Maria La Brun, hv. Ds. Harmen van Vianen; 20-4-1781 Ds. Harmen van Vianen. Test. 26-5-1671 (R. v. E. 2244f56). v. d. L. 47»; Pr 160; A.N.F. 724. 183. (KW 46) 79 X 65. Kleine zerk met de letters „H. B.” als monogram, in 1923 overgebracht ten O. van KW n°. 37. Pr 132. 184. (KW 11) 190 X 78. In een ovaal een ruitschild met een wapen gedeeld: a. Lopez de Villa Nova (een kasteeltoren); b. de Landas (gedeeld en ingehoekt). Ter weerszijde 4 kwartieren: links 1. Landas; 2. Henneron, twee kepers vergezeld van drie klaverbladen; 3. de Wastini, dubbelkoppige adelaar; 4. du Mortier, geschaakt 6x5 velden; rechts 1. Dennetiers, geschulpte rand en drie schildjes? 2. Chatillon, doorsneden; 3. Cottrel, een schuinbalk, beladen met drie adelaars op een met lanspunten bezaaid veld; 4. Vilain, gevierendeeld 1 en 4, getralied en in een schildhoofd drie sterren naast elkaar, 2 en 3 een pijl geplaatst schuin links. Opschrift: „D.O.M. Piae Memoriae nobilissim. D.D. Sara. de Landas, viduae nobiliss D.D. Martini Lopez de Villa Nova, defunctae 21. April 1630. Eorumdem liberi, haeredes monumentum hoe moesti p.c.c.” Deze zerk is in 1923 overgebracht van zijn oorspronkelijke plaats KW IV, 10. Eigenaars: 1630 Martina Lopez de Villanova; 1718 Christina Tack; 1718 Michiel Poortermans. Begravenen: 9-5-1670 Maria Lopez de Villanova; 14-3-1678 Martina Lopez de Villanova, wed. Ds. Samuël La Riviera; 24-7-1724 bk. Michiel Poortermans; 6-2-1732 bk. Sr. Michiel Poortermans; 16-11-1744 Adriaan Poortermans; 10-4-1759 Michiel Poortermans; 4-2-1768 Jacoba de Vlieger; 26-3-1802 Elisabeth Poortermans; 14-2-1806 Theuntje Poortermans, wed. Adriaan Hazelhorst; 15-3-1811 Pieter Hazelhorst; 18-11-1811 Maria Geertruy Hazelhorst, hv. Pieter van der Kemp, 2 beenkisten naar N XXIII, 6; 28-3-1826 Maria Blankenbijl, wed. Pieter Hazelhorst; 10-7-1826 Gerritje Blankenbijl, wed. Dirk van Delft. v. d. L. 451; Pr 255; A.N.F. 116». 185. (N 35) 79 x 58. Blanco. Klein zerkje overgebracht uit N n°. 35. 186. (N 26) 116 x 62. Een koopmansteeken. Een koopmansteeken, overgebracht uit N n°. 26. 187. (KW 12) 46 x 39. Kleine zerk, met koopmansteeken, hier gevonden. 188. (KW 13) 39 x 38. Kleine zerk. Opschrift: „Hier leyt begraven Claes Meese, Kupar” en een merk. v. d. L. 902; Pr 26; A.N.F. 1234. 189. (KW 4) 227 x 120. Gothische zerk met gecombineerde wapens van Matheus Oziers van der Houven (n°. 105) en Marietje Jacobs (keper vergezeld van drie rozen); in de hoeken evangelistenteekens. Opschrift: „Hier leyd begraven Matheus Ozyersz va de Howe starf a° XVcXLIIII den 9e februaris en zyn huysvr Maritje Jacobsd. starf a°. XVcLI den XXI Novemb Bid voor die zielen. In het midden een 17e eeuwsch opschrift: Hier leyd begraven Comelis Hugensz van Ryck was oud 79 jaeren, ende heeft op zyn 18 jaren met zijn vader Huich Huygensz. van Rijck geweest tot Jerusalem en starf den 28 Mey 1623. Hier leyd begraven Jan Huygensz van Ryck, in zyn leven brouwer in de witte leev, starf 13e Maart 1625.” In het midden een koopmansteeken met de letters T.M. en tusschen den tekst een Jeruzalemskruis op palmen. Deze zerk is blijven liggen waar deze in 1923 werd gevonden KW n°. 4. Zij testeert 20 Febr. 1547 (Test.: Delft. Aanw.: R. A. 1890, 26D, fol. 73°). v. d. L. 461; Pr 161; A.N.F. 116*; Tim 2, die 1543 15 Febr. leest en 1551. 190. (N 14) 204 x 79. Opschrift: „Hier rust Dirk Scholl, die ruim twe meer als sestig jaaren bezielde ’t klokkespel en ’t Nieuwkerks orgelwerk; Sijn leeftijd wierd beperkt als ses en tachtig waren, ’t Onsterflijk leeft omhoog en 't sterflijk dekt dees serk. Obijt 31 Maart 1727. Hier legt ook begraaven desselfs soon Huybertus Gornelis Scholl in sijn leven meede organist en klokkenist va de Nieuwe kerk alhier overleeden 12 Junij 1741.” Deze zerk is in 1923 overgebracht uit N n°. 34 en dekte toen N III, 1. Eigenaars: 1625 Michiel Jansz. Tou; 1628 Jacob Jansz. Tou; 1676 Gilles Simonsz. Maes; 1689 Reynier Maes; 1692 Dirk Jansz. Schol, organist; 1727 Huybrecht Schol; 1774 Dirk Schol; 1793 Comelia Schol van Egmond. Begravenen: 23-9-1667 Sara Wouters, Jannetje Jacobs; 8-1-1677 Hester Reynieren, hv. Gillis Simons van der Maes; 30-10-1686 Comelia van der Maes, hv. Jacobus van der Beek; 7-2-1688 Gillis Simonsz. van der Maes, Mr. Metselaer; 29-7-1689 bk. Mr. Dirk Schol, organist; 26-11-1691 Reynier van der Maes j.m.; 30-4-1709 Monsieur Johannes Scholl j.m.; 4-4-1727 Sinjeur Dirk Schol, organist; 17-6-1741 Sinjeur Huybertus Comelis Schol; 28-9-1744 Pieter Schol; 13-3-1745 Magthalina Broelers, wed. Pieter Streyaert; 7-5-1762 Jacobus Comelis Scholl; 5-5-1780 Dirk Scholl. Test. Dirk Scholl 29-5-1706 (C. v. d. SI. 2518). v. d. L. 48a; Pr 163; Tim 53. 191. (KW 20) 216 x 82. In een ovaal het wapen Gyblant; (gevierendeeld 1 en 4 een molenrad; 2 en 3 geschaakt St. Andrieskruis; tit: twee bovenarmen van het kruis, waartusschen het molenrad). Opschrift: „Hier leyt begraven Comelis Arentsz Gyblandt sterf den 19«n Maart A° 1634.” Deze zerk is in 1923 verlegd van KW n«. 20, waarheen hij echter vroeger was overgebracht van M—Z VIII, 2. Eigenaars: 1625 Simon Adriaensz. van Groenewegen; 1632 Comelis Gyblant (gehuwd met Machtelt Simonsdr. van Groenewegen); 1634 Arent Comelisz. Gyblant; 1665 Simon Comelisz. Gyblant; 1719 Pieter de Coningh; 1739 Leendert de Coningh; 1767 Petrus de Meester; 1803 Hendrik van Diest. Begravenen: 26-5-1664 Aemout Gyblant; 19-8-1664 Aganieta de Wit; 27- 7-1680 Symon Gyblant; 22-10-1686 Leonard van Dam; 10-5-1720 Dirk de Koningh; 30-8-1720 ak. Pieter de Koningh; 25-3-1726 Maria IJmans, wed. Dirk de Koningh; 14-4-1730 Adriana de Koningh; 6-5-1755 Leendert de Koningh; 15-4-1797 Helena Maria Koppens, wed. Petrus de Meester; 14-11-1803 Johanna Francina de Meester, hv. Hendrik van Diest. v. d. L. 88»; Pr 157; A.N.F. 72'. 192. (KW 15) 131 X 71. Opschrift: „Hier rast juffrou Johanna van Noorde overleeden den 17 Augustus ao 1718. Op een ouden steen 16e eeuw overgehakt” en het cijfer: 15. Deze zerk is overgebracht in 1923 van zijn oorspronkelijke plaats KW n°. 15, waar hij het graf KW III, 15 dekte. Volgens het grafboek zou hier moeten gelezen worden Maria van Noorde. Eigenaars: 1625 Jannitgen Ariens Uiten Hoek; 1627 Jacob Suyst; 1718 Maria van Noorden; 1740 Hendrik van der Stoel; 1782 Maria van der Stoel; 1815 P. Hoppens Gzn. Begravenen: 22-8-1718 Maria van Noorden; 17-3-1742 ak. Sr. Hendrik van der Stoel; 16-3-1748 Aletta van Dongen, wed. Nathaniel Albertijn; 28- 12-1750 Jacobmina van Noorden, hv. Hendrik van der Stoel; 6-2-1781 Hendrik van der Stoel; 9-4-1812 Maria van der Stoel. v. d. L. 481; Pr 162; A.N.F. 116'. 193. (KW 5) 114 x 71. Een uitgehakt wapen aan een tak opgehangen in een ovaal cartouche. 7 Het randschrift is niet te ontcijferen. Er schijnt te staan: „RT aurata salutis CIO 10 IIC PH ...... No XIII) ....vixit nonis Aprilis anno ” 194. (N 32) 146 X 79. In een medaillon de wapens van een echtpaar. In 1923 is deze zerk overgebracht van N n°. 32, doch vermoedelijk lag deze toen reeds niet meer op de oorspronkelijke plaats. Het zou v. d. L. 71, Pr 289 kunnen zijn; A.N.F. 1028. 195. (KW 6) 93 x 79. Kleine zerk met vers en opschrift: Siet hier de plaets van rust Van die zijn levens lust Was deucht met vreucht te soecken; Het lichaem leydt hier doot De ziel in Abrhams schoot; Zijn geest leeft in zijn boecken. Posuit A. Ro. Vir clarissimus ac eximius Mr. Johannes Stalpardus [natus S. Caecilia die 1579 obiit IV Calend Jan anno Salutis 1630].” Deze zerk is niet verlegd en was 1923 KW n°. 6. Waar het graf heeft gelegen van den Delftschen pastoor, is niet bekend, v. d. L. beschrijft deze als hij de Joriskapel opneemt. Oud Holland XXIX bl. 97 zegt dat Stalpard in Vrouwenkoor was begraven. v. d. L. 3l; Pr 164; Tim 27. 196. (KW 44) 224 x 125. In een medaillon het wapen van der Bruggen (gevierendeeld 1 en 4 drie bruggen boven elkander; 2 en 3 een berg; ht: vlucht). Opschrift: „’t Graff van Daniël van der Bruggen. Hier leyt begraven Frans Fransz van der Bruggen sterf den 17 October 1665. Boven het cijfer 2 P.” Deze zerk is in 1923 overgebracht van KW n°. 44, is evenwel afkomstig van M II, 7. Eigenaars: M II, 7: 1671 Daniël van der Bruggen; 1681 Comelis Spranger; 1714 Willem Spranger; 1776 Pieter Spranger; 1793 Dirkje Spranger; 1807 Jacob Pietersz. Oprust. Begravenen: 10-10-1673 Francois Franssen van der Bruggen, syn moeder (nl. van Daniël) die hier al in begraven was 20-10-1665; 23-9-1674 k. van Comelis Spranger; 6-7-1675 Fmmerentia van der Bruggen, hv. Comelis Spranger nevens haar kind in één kist; 10-6-1676 Daniël van der Bmggen; 18-11-1676 Frangois van der Bmggen j.m.; 25-1-1677 Maria Cordy, wed. Daniël van der Bruggen; 30-6-1753 Willem Spranger den Oude; 22-10-1757 ak. van Comelis Spranger; 28-5-1776 Dina van der Pijl; 1-2-1792 Cccrtruid Spranger bej. d.; 21-10-1793 Pieter Spranger bej.j.; 1-4-1807 Dirkje Spranger Hammevel; 13-4-1810 Wilhelmina Dina Hammevel, hv. Jacob Oprust. Test. Frans Fransz. van der Bruggen 29-4-1653 (C. B. n°. 1656). v. d. L. 721; Pr 133; A.N.F. 72*. 197. (N 15) 204 X 131. De gecombineerde wapens van het echtpaar Hugo ’s Gravesande-Machteld van Bleyswyck (zie n08. 140 en 77) omgeven door vier kwartieren: 1. ’s Gravesande; 2. van der Dussen (zie n°. 35); 3. van Bleyswyck (zie n°. 77); 4. van Hoogenhouck (zie n°. 65). Opschrift: „Hier leyt begraven juffr Machtelt van Bleyswyck Evertsdr. huisvrou van den Hr Hugo ’s Gravesande geboren den 6en Sept 1638, gestorven den 29 Juny 1665.” Deze zerk is in 1923 overgebracht van N n°. 15, alwaar deze het graf NII, 12—14 dekte. Eigenaars: 1665 Hugo 's Gravesande; 1718 Maerten ’s Gravesande; 1731 Nicolaes ’s Gravesande; 1732 Comelis Comelisz. ’s Gravesande; 1752 Johanna Margaretha Swalmius; 1762 Cecilia Wilhelmina van Heemskerck; wed. Dr. Johan Swalmius; 1800 Ijsbrand van der Duyn; 1802 Tryntje van der Duyn; 1814 Maria van der Duyn. Begravenen: 11-12-1675 bk. Burgr. Hugo ’s Gravesande; 10-5-1678 bk. van d«w*1f6e; 19-8-1680 bk. van denzelfde; 24-8-1699 Burgr. Hugo ’s Gravesande; 23-9-1710 Arent ’s Gravesande; 22-7-1718 Margaretha van Hoogenhouck, wed. Hugo ’s Gravesande; 12-12-1731 Mr. Maarten ’s Gravesande; 12-2-1732 Nicolaas ’s Gravesande; 25-11-1761 Dr. Johannes Swalmius; 14-11-1771 bk. Johannes Swalmius; 3-8-1781 Cecilia Wilhelmina van Heemskerck, hv. Jan van Riel; 22-8-1783 Jan van Riel Wz.; 28-11-1800 Pleunis Holierhoek; 18-12-1800 Ijsbrand van der Duyn; 31-3-1814 Tryntje van der Duyn, wed. Joost de Bout; 15-4-1818 Mana van Rampen, wed. PI. Holierhoek. Test. Machteld van Bleyswyck 21-2-1663 (v. d. W. 1924 f47). v. d. L. 53*; Pr 145; A.N.F. 72». 198. (N 30) 218 x 143. Het wapen Lieftingh (zie n°. 14, ht: arendspoot) met twee vrouwelijke wapens: Sallengre (tien boomen of bladeren, door v. d. Lely geteekend als pijlpunten, 4, 3, 2 en 1) en van der Mast (drie leeuwekoppen, 2 en 1), alsmede: 1 P. Opschrift: „’t Graf Van Johan Lieftingh sterf den 18 Juni anno 1684 oud 80 jaren en sijn huysvrou Sophia de Salengre sterff den 3 July 1630 out 20 jaaren. Agnieta Lieftingh haer dogter sterff primo Augusti oud 20 jaren. (Anna van der Mast sijn 2e vrou sterf den 30 Augustus 1673 out 64 jaaren. Nicolus Lieftingh haar soon sterf den 24 December 1667 oudt 26 jaren.)” Deze zerk is in 1923 overgebracht van N n°. 30, alwaar deze nog op de oorspronkelijke plaats N I, 9—10, lag. Eigenaars: 9-10-1624 Gysbrecht van Beresteyn; 1639 Arent van Beresteyn; 1645 Jan Gerritsz. Lieftingh; 1685 Dr. Hendricus d’Acquet; 9-11-1826 Mr. Charles Alexander Chais, 11® gr.: zie n°. 135. Begmvenen: 2-9-1673 Anna van der Mast, hv. Jan Gerritsz. Lieftingh; 21-6-1684 Johan Lieftingh; 23-9-1686 Sara Lieftingh. De later begravenen na de combinatie met N 1,11 zie n°. 135. Test. Johan Lieftingh m.e. 25-2-1644 (v. d. W. 1826); test. Johan Lieftingh 9-10-1676 (C. P. B. 1917 f47). v. d. L. 52*; Pr 143; A.N.F. 1166. 199. (KW 26) 89 x 68. Een gedeelte van een cartouche. 199a. (KW 27) 88 x 86. Een gedeelte van een cartouche, waarop een uitgehakt wapen (een kelk?) en de letters „5 P. 7 G.” Deze zerk is in 1923 overgebracht van KW n°. 27, doch kan daar nooit op de oorspronkelijke plaats gelegen hebben daar deze was KW II, 13. Misschien is het een brokstuk van den grafsteen dekkende het graf N V, 7 dat in 1640 toebehoorde aan Arent Andriesz. Vosmaer, de tinnegieter. 1996. (KW 35) 78 x 62. Gedeelte van een zerk behoorende bij n°. 154. Opschrift: „Elisabeth Dirksdr huysvrou van Matthys Jansz de Been starff 10® October 1615.” Deze zerk is in 1923 overgebracht van KW n°. 35, waar hij KW II, 12 heeft gedekt, samen met n°. 154, onder welk nummer de eigenaars en begravenen zijn vermeld. v. d. L. 44»; Pr 134 en 135; A.N.F. 107*. 200. (KW 7) 75 x 28. Opschrift: „Hier lei[t begraven] Johan de Sa[llengre in syn] leven ra[et en tresorier van] den Hoogh[geboren Graven] van Hoh[enlo vryheeren van] Langenbe[rg, Cranichsvelt en] sterf den 2 [7 Maerty A° 1646] out synde 7[3 jaeren 4 ma]enden 3 dage.” Dit brokstuk is de linker helft van een zerk, waarvan n°. 158a de rechterhelft vormt. v. d. L. 51*; Pr 140; A.N.F. 116*; Tim 33. Zijn weduwe Maria van Teylingen; test. 22 Mei 1657 (Test. Delft Aanw. R.A. 1890, 26D, fol. 173). 201. (KW 8) 75 X 41. „Familiegraven van” Deze zerk lag hier in 1923 KW n°. 8. 202. (KW 9) Blanco. Hier gevonden. 203. (KW 1) 229 x 143. De gecombineerde wapens van: a. Junius en b. Lenaerts (a. gevierendeeld 1 en 4 geboord met zes smalle dwarsbalken, 2 en 3 vijfblad, in het schildhoofd drie merletten; b. een gekroonde leeuw houdende drie lischbladeren in zijn rechterpoot; ht: een adelaar). Onderschrift: „Rustplaats van de Hr. Jacob Junius Isaacqs soon sterf den 25 Sept. 1671 en van sijn huysv. Juffru. Marya Lenarts Jacobsdochter en haer beider dochter Juffru. Marya Junius sterft den 2 January 1683 ende alsmede haer soon Mr. Jacob Junius raet ende vroedschap deser stad Delft overleede den 4 April 1706.” Deze zerk (1923 KW n°. 1) dekte met n°. 204 KW VII, 4—6, doch is overgebracht in 1676 uit M X, 9—10. Eigenaars M X, 9—10: 1625 Dirk Pietersz. Vrouweling; 1642 Pieter Dirksz. Vrouweling; 1665 Jacob Junius. Eigenaars KW VII, 4—6: 1676 Maria Lenaerts, wed. Jac. Junius; 1717 Hendrik Jacob Junius. Begravenen M X, 9—10: 9-8-1666 k. van Jacob Junius; 16-10-1667 k. van Mr. Johan Junius; 19-8-1669 idem; 29-3-1671 k. van Jacob Junius; 29-9-1671 Jacob Junius; 2-11-1673 k. van Mr. Johan Junius; 20-2-1674 idem; 2-7-1674 k. van Amoldus Pit. Begravenen KW VII, 4—6: 3-7-1676 overgebracht Jacob Junius uit M X, 9, en een kind van Jacob Junius en een kind van Amoldus Pit; 24-12.1682 Hester Segbol, wed. Ds. Abrahams Junius; 5-1-1683Maria Junius j.d.; 15-3-1688 Amaratha d’ Acquet, hv. Johan van Couwenhoven; 8-10-1688 dit lijk overgebracht naar kelder van haar vader; .8-4-1706 Jacob Junius; 29-1-1707 Hendrik de Sandra, ridder, maj. ritmeester Commandant van Deventer; 17-12-1710 Maria Lenaerts, laatst wed. Hendrik de Sandra; 6-8-1726 Elisabeth Junius, hv. Ds Johan Junius, Predikant te Amsterdam. Test. Mr. Jacob Junius 25-1-1683 (J. B. 2309 f 17); rb. N.L. 1901, 148. v. d. L. 45»; Pr 176; A.N.F. 116»; Tim 43. 204 .(KW 2) 231 x 112. Opschrift: „Inganck tot de kelder van de Hr. Jacob Junius. 1 P.” Deze zerk lag in 1923 KW n°. 2. v. d. L. 45»; Pr 177; A.N.F. 116»; Tim 43. 205. (KW 3) 39 x 36. Opschrift: „Aeltge Gysbertsdr Sasbout, starf a° XVc. LVIIIden.... Bid voer die ziel.” Dit gedeelte van een zerk lag hier in 1923 (KW n°. 3). v. d. L. 401; Pr 171; A.N.F. 107*. F. NOORDKERK. De Noordkerk bevat 25 pleinen, genummerd van Oost naar West. De pleinen I—V bevatten 16, plein VI 14, pleinen VII—XXIV 15 graven en XXV 14 graven allen genummerd van Noord naar Zuid. In de noordmuur van dit gedeelte is een steen ingemetseld waaruit blijkt dat in 1791—93 de vloer is gehoogd en gelijktijdig verschillende grafzerken zijn verlegd naar andere deelen van de Kerk. Het opschrift luidt: „Oude Kerk opgehoogt en verlegt Kruyswerk, Noordkerk, Middelkerk, Zuydkerk, begonne a° 27 Dec. 1791, geëyndigt 10 Aug. 1793.” In 1923 zijn de zerken der eerste 6 pleinen opgenomen en verlegd naar Zuiderbeuk, Vrouwenkoor en Kruiswerk, omdat er in dit gedeelte van de Noordkerk een houten vloer met banken werd aangebracht. De beschrijving der Noordkerk begint dus met het 7e plein. In 1923 zijn in het overige gedeelte van de Noordkerk geen zerken verlegd, behalve n°. 211—215 uit Middenkerk. 206 en 207. (N 45 en 46) 210 x 83 en 210 x 94. 206. Opschrift: „Inganck tot de kelder van van der Burch gemaekt a°. 1737.” 207. Een ovaal schild met wapen van der Burch (zie n°. 13) met een lint er onder waarop „van der Burch” en twee takken. Opschrift: „Hier rust Jacoba Catharina van der Burgh geb. 20 Dec. 1683 en overleeden den 14 Feb. 1755 en Comelia Margaretha van dr Burgh gebn 28 Septr 1680 en overleeden 30 April 1759 en Johanna Maria van der Burch gebn 16 Septemb. 1678 en overleeden 15 February 1768. Deze zerken dekken de kelder van van der Burch, N VTI, 8/9. Eigenaars: 1625 Marietgen Wolferts van den Bergh; 1664 Comelis Dirksz. Schaep; 1700 Matthijs Poelgeest; 1705 Christiaan van der Burch; 1723 Johanna van der Burch; 1768 Christiaan Johan de Man; 1800 Aemilia Boogaert, binnen Rotterdam. Begravenen: 22-7-1705 Christiaan de Man Willemsz.; 6-10-1723 Margrieta de Man; 17-12-1725 ak. Capitein Willem de Man; 27-4-1728 Catharina van der Burch, hv. Willem de Man; 5-6-1737 tot een kelder gemaakt; 20-6-1752 ak. Christiaan Johan de Man; 19-2-1755 Jkv. Jacoba Catharina van der Burch; 5-5-1759 Comelia Margaretha van der Burch Christiaansd.; 10-5-1762 bk. Christiaan Joan de Man; 20-2-1768 Johanna Maria van der Burch; 8-11-1770 Jacomina Catharina de Man; 30-3-1793 Maria Zittert, hv. Christiaan Joan de Man; 15-7-1793 Comelis Willem de Man; 16-7-1800 Christiaan Johan de Man. Test. der drie zusters 22-9-1722 (C. P. 2709 f 39). v. d. L. 56' en 56*; Pr 178—179; A.N.F. 72*. 206a. 42 x 42. Zerk met de letters: „B. v. B.” 207a. 39 x 39. De letters: „W.O.” als monogram. 208. (N 47) 41 x 36. Opschrift: „9 P. 5 G.” 208a. 57 x 46. Opschrift: „6 P. 7 G." 208è. 56 x 42. Opschrift: „12 P.” 209. (N 48) 36 x 35. Opschrift: [„Hier leyd begrjaven Quierin [van Borsselen] ende Aefge Duyst [15]87.” Deze zerk heeft waarschijnlijk N V, 16 of M XIII, 4 gedekt, v. d. L. 55*; Pr 181; A.N.F. 72*. 209a. 52 x 42. Opschrift: „13 P.” 210. (N 49) 35 x 35. Opschrift: „2 P. 7G. P.P.W." Pr 182. 211. (M 5) 44 x 30. Opschrift: „7 G.” Overgebracht uit M n°. 5. 212. (M 3) 198 x 112. In een medaillon twee gecombineerde vapens op koperen platen, die reeds uitgenomen waren toen v. d. L. Ie kerk inventariseerde. In de hoeken 4 kwartieren, waarvan de jovenste ook toen reeds waren versleten, terwijl de onderste onder de irincessebank hebben gelegen en niet zijn uitgehakt; links: van der Poel: effen en een vrijkwartier gevierendeeld met vier leeuwen, rechts: üertman, doorsneden: boven halve leeuw rustend op de snijlijn; >nder drie vogels 2 en 1. Opschrift: „Hier liit begraven Symon Jan Jacobsz van de Poel ende sterff anno 1551 ierste in May ende siin Huiisvr.Marike Hertmansdochter sterf ano 1582 de lesten Mey.” Deze zerk is in 1923 overgebracht uit M n°. 3, waar hij N M VII, 1 dekte. Eigenaars: 1625 Cornelis Hartmansz. van der Poel; 1654 Antoni Thierens; 1674 Catharina Thierens; 1677 Johannis Antonisz. Thierens; 1734 Mr. Anthony Thierens. Begravenen: 30-7-1662 Adriaan Adriaansz. Thierens; 14-2-1670 Jacobus Hanselaer; 26-5-1677 dochter van Anthony Thierens; 22-3-1681 bk. Johan Thierens, ontvanger-generaal; 10-7-1685 bk. Johan Anthonisz. Thierens; 2-2-1686 bk. van denzelfde; 12-2-1692 Maria van der Wel, hv. Johan Anthonis Thierens; 28-12-1693 Willem Verschoor; 9-8-1697 Wilhelmina Thierens; 24-7-1715 Mr. Pietreus; 7-1-1722 Nicolaas Thierens, ProcureurGeneraal. v. d. L. 612; Pr 266; A.N.F. 120». 213. (M 4) 232 X 71. In een ovaal een metselaarshamer en Opschrift: „’T Graf van Jan Jacobsz de Vries sterf den 18 October 1669 ende desselfs huysvrouw Petronella Jans v. d. Meer sterf den 16 Dec. 1676.” Deze zerk is in 1923 overgebracht uit M n°. 4, waar hij M XV, 1 dekte. Eigenaars: 1625 Mr. Ahasverus Jacobsz. van Moerkercken; 1629 Joost van Moerkercken; 1663 Jan Jacobsz. de Vries; 1677 Adam Elfman, te Rotterdam; 1694 Leendert Claesz., timmerman; 1694 Leentge Jacobsd. van Dyck, wed. Jacob Comelisz. van den Acker. Begravenen: 26-8-1666 Aegie Jansd. de Vries, hv. Johannes van den Bos; 8-12-1668 Marie Jansd. de Vries, hv. Willem Decker; 21-10-1669 Jan Jansz. de Vries; 24-10-1669 k. van Johan van den Bos; 21-12-1676 Pietemelletje Jans van der Meer, wed. van Jan Jacz. de Vries; 26-1-1696 ak. Pleun van den Acker; 11-3-1697 idem; 22-1-1698 idem; 6-1-1699 idem; 7-7-1700 bk. Jacobus van Dyck; 3-12-1700 doodgeb. k. Pleun van den Acker; 24-2-1702 ak. Pleun van den Acker; 26-7-1710 Leuntje van Dyck, wed. Jacob Comelisz. van Ackersdyck. Test. Jan de Vries m.e. 4-3-1666 (W. v. A. 1853 f 1132); inv. 18-12-1669 (A. V. 2203 f99). 214. (M 2) 214 X 130. In een medaillon op koperen platen de wapens van Santen (zie n°. 62) en van Melisdyck (zie n°. 109). Opschrift boven en beneden in cartouches: „[Int jaer ons Heejre 1551 den 27e [Mey sterf Dirick] Jan Bokelsz [van Santen] Kerkmr. [in zijne tijd hier] begraven. [Bid voor d]ie ziel.” Deze zerk lag half onder de Princessebank in ’t middenschip en is daardoor voor de helft af gesleten. v. d. L. 81; Pr 214; A.N.F. 1215; Tim 4, die „31 Mey” heeft gelezen. 215. (M 1) 88 X 74. Het wapen van den Heuvel (een keper) daaronder een merk en de letters W.A. Opschrift: „.... sz van den Hoevel .... brouwer starf A° 1558 26 Octobris en Anna Jan Aper Meliszdr.” Overgebracht uit M n°. 1, waar hij dekte het graf N—M VII, 2. Anna Jan Apersdr. van Melisdyck was gehuwd met den brouwer Willem Tielemansz. van den Heuvel. Eigenaars: 1625 Aeltje Willemsd. van den Heuvel; 1633 Willem Comelisz. van der Burch; 1644 Cornelis van der Burch; 1685 Mr. Adriaan van der Burch; 1685 Helena van der Burch; 1726 Cornelis van Cleeff, R. en O. Sch. van Utrecht. Niemand begraven. Nergens beschreven. 216. (N 50) 204 x 72. Opschrift: „’t Graff van Symon en Engebrecht Doncker.” Deze zerk dekt N XII, 12. Eigenaars: 1625 Machtelt Dirksd. Stein; 1642 Symon Stein; 1646 Maertgen Jacobs; 1649 Symon Jansz. Doncker; 1652 Engelbrecht Doncker; 1669 Harman Jansz. Houwaart; 1685 Samuel* Eenhoorn; 1707 Elisabeth van Schagen. Begravenen: 7-1-1662 Jan Doncker; 8-6-1675 k. van Samuel van Eenhoorn; 15-9-1679 Barbara Jacobs, hv. Harmen Jansz. Houwart; 19-11-1680 Harmen Jansz. Houwart; 2-11-1682 bk. Sr. Samuel van Eenhoorn; 23-7-1685 bk. van denzelfde; 22-8-1691 bk. Sr. Lambertus van Eenhoorn; 3-12-1723 Mr Roelant van Edenburg. Test. Simon Doncker m.e. 3-8-1646 (G .R. 1974 f59); boed. Engebrecht Doncker 23-11-1666 (J. R. 2120 f1320). v. d. L. 58'; Pr 183; A.N.F. 118*. 217. (N 51) 203 X 83. Wapen: gedeeld: a. rechterhelft van een wiel; b. linkerhelft van een lelie beide van de deelingslijn uitgaande; hieronder een koopmansteeken. Opschrift: „[Den] Er ount Achtbaren [voer]nemen man Edleff [Brojederss aut den [Nord]tstrande is syn soon [Broe]deris Adolfys tot [Delfjt in Holland sallich [gesjtorven den 15e Appriel [na]middaegh, den Godt [genjadygh sij ende is oudt [ge]weest 21 jaer Anno 1613.” v. d. L. 6S; Pr 184; A.N.F. 1028; Tim 16. Allen lezen iets anders en vermelden 1621 en niet 1613. De zerk is incompleet zoodat men moet gissen naar hetgeen is afgehakt. Het begrafenisregister meld: Begraven: 18 April 1613 „Adolphus van Noortstram uit Duyslant”. 218. (N 52) 205 x 89. Opschrift: „Hier leyt begraven Cornelis de Bye Corneliszoon starf den 11e Mei 1599 en Marritgen Gerritsdochter zijn huysvrou starf den XXVIIe December 1578. Lisbet Cornelisdochr. haar luyder dochter starf de Ve October 1602. Haer dochter Trintge Cornelis sterf den 27 Febriwaris 1630 ende haer dochter Neeltge Cornelis sterf den 24 Janewaris 1645 ende haer soon Cornelis de Bye Cornelis sterf den 4 Apryl 1636 ende sijn husvrou Thuentge Floris sterf den 8 Yuly 1624... B. v. d S.” De zerk dekt N XIII, 6. Eigenaars: 1625 Cornelis Comz. de Bie; 1639 Comelis Jansz. van de Velde; 1719 Gijsbrecht de Wit; 1767 Gerrit de Wit; 1777 Geertruid de Wit; 1783 Dirkje Kersbergen. Begravenen: 11-11-1667 Aeghie Meese; 10-7-1679 Frans Comelisz. Vlaerdingerwout; 4-12-1679 Tryntje Jans, bej. dr.; 16-12-1680 Willempje Pietersd. Tou; 18-11-1722 Geertruid van den Bree of Broe; 14-9-1724 Gysbrecht de Wit; 28-4-1725 ak. wed. de Wit; 26-9-1725 Gerrit de Wit; 3- 7-1728 ak. Johannes Brandt; 1-5-1733 bk. Johannes Brandt; 5-6-1756 Arent Brandt; 22-12-1766 Johannes Brants en Alida Rocheling, echtel.; 4- 10-1776 Gerrit de Wit; 11-4-1783 Geertruy de Wit. v. d. L. 7*; Pr 185; A.N.F. 72*. 219. (N 53) 206 x 79. Opschrift: „Hier legd begraven Barent van Edenburg gestorven den 25 Mei 1725 oud 57 jaren en Geertruid Voorstad zyn huisvrouw gestorven den 4 Augusti 1728 od 66 jare.” Deze zerk dekte N VIII, 7. Eigenaars: 1625 Capitein Adriaan de Wael; 1627 Geertruyt de Wael; 1719 Barent van Edenburgh; 1728 Paulus Teding van Berkhout; 1769 Jacob Kok; 1792 Mr. Jacobus Kok. Begravenen: 19-10-1684 Annetje Kleyn j.d.; 16-11-1694 Tryntje Comelisd., wed. Comelis Jansz. Kleyn; 19-3-1705 Jacob Comelisz Kleyn; 6-7-1720 Johanna Vosmar; 1-6-1725 Barent van Edenburgh; 9-8-1728 Geertruy Voorstad; 7-6-1763 Elisabeth van Hiel, wed Paulus Teding van Berkhout; 6-7-1769 Comelis Kok; 11-8-1773 Neeltje Kok; 10-6-1791 Arlanda Kok. Test. Barent van Edenburg m.e. 24-8-1724 (J. d. B. 2418). v. d. L. 56*; Pr 186; A.N.F. 72*. 220. (N 54) 201 x 84. Een wapen waarop een monogram van de letters L.A.V. geflankeerd door twee ovale leege schilden. Opschrift: „Graf van Jan Lansvelt.” Deze zerk dekte N XV, 3. Eigenaars: 1625 Michiel Lambrechtsz. Krieckenbeeck; 1639 Aelbrecht van der Graeff; 1639 Johan Lantsvelt; 1692 Joris Jansz. Lantsvelt; 1739 Jan Lantsvelt; 1764 Jan van Lookhorst; 1793 Pieter Jacob Louis Mesch. Begravenen: 31-8-1679 hv. Jan Lantsvelt (Wilhelmina Elants) die 29-11-1678 begraven was M XI, 9 hierheen gebracht; 11-7-1683 k. van Abraham van Schie; 20-9-1686 Adriaan Lantsvelt j.m.; 13-10-1687 k. van Rochus Hoppestein; 4-6-1691 Geertruid Brugman, tweede hv. Johan Lantsvelt; 3-1-1692 Sr. Johan Lantsvelt, wijnkooper; 30-4-1692 k. van Rochus Hoppestein; 17-3-1702 Joris Lantsvelt, op zijn vader; 15-8-1705Alyda Lantsvelt, hv. Rochus Hoppestein; 20-5-1711 bk. Pieter Mesch; 8-10-1713 ak Adriaan Hoppestein; 22-9-1714 bk. Pieter Mesch; 15-10-1714 doodgeb. k. Adriaen Hoppestein; 26-8-1739 Mayke van Veen, wed. Joris Jansz. Lantsvelt; 8-11-1755 Capitein Jan Lansvelt; 12-4-1764 Martina Lansvelt; 30-10-1819 Barta Holster, wed. Jacob Visser; 20-6-1822 Barbara Visser, hv. Pieter Hendrik Mesch. Test. Jan Lansvelt (f 31-12-1691) 31-12-1691 (Ph.d. B. 2332 f 65);boed. 17-2-1692 (Ph. d. B. f78). v. d. L. 61l; Pr 187; A.N.F. 120*. 221. (N 55) 209 x 93. In een ovaal cartouche het wapen Sasbout (drie goudsbloemen) onder en boven cartouches. Opschrift: „Hier leyd begrave Sasbout Dirckzoen ende starf de lOen Octobris ano 1538 den 11e July starf Magtelt Jansdochter Sasbout Dirckzoens wedewij. Bidt voor de Ziele... Ao. 1573 de 20 Maert ruste Jan Sasbout Dircxz. hier begrave. Sepulture van Aeffge Jans Sasboutsdr. sterf den Uien Janewary anno XVIc ende VIII ende van Ytge Jan Sasboutsdr sterf den Ven Maert anno XVIc ende XV.” Deze zerk dekte vermoedelijk NXI, 3 (kan ook NVT, 14 zijn). Eigenaars: N XI, 3: 1625 Catarina Jans Sasbout; 1663 Jacob van Rhijn; 1678 Maria Dedel Jansd.; 1718 Jan Liessen; 1751 Jacobus Keyser. Geen begravenen. v. d. L. 60*; Pr 189; A.N.F. 118». 222. (N 56) 140 X 78. In een ovaal een wapen, een leeuw, met als ht: een uitkomende leeuw. Opschrift: „[Hier leyd begraven] Willem Jacob overleden op den 8 October 1738.” Deze zerk dekte N XV, 10. Eigenaars: 1625 Annetje Dirksd., wed. Aelbrecht Cornelis Mol; 1718 Jacobus van den Ende; 1726 Andries Reynier Jacob; 1737 Willem Jacob. Begravenen: 23-7-1675 Pleuntje Jacobs van den Ende bej. dr; 23-3-1679 bk. Isaak van Lil Zalr, bakker; 4-10-1684 Aelbrecht van den Ende; 12-4-1696 bk. Johannes van der Schooll; 18-8-1696 bk. Jan van der Schooll; 27-3-1701 Pietemelle van den Ende; 30-7-1701 ak. Jan van der Schooll; 4-4-1707 Comelia van den Ende; 11-7-1709 bk. Jan Koek; 19-7-1710 ak. Jan Koek; 4-10-1718 Jan van den Ende; 27-7-1733 Meynert Jacob; 28-2-1737 Jacobus Jacob; 11-10-1738 Willem Jacob; 20-1-1768 Pietemella Treeken, wed. Meyndert Jacob. v. d. L. 591; Pr 188, die ten onrechte het wapen toeschrijft aan Heemskerck daar dit geslacht een ander ht heeft; A.N.F. 118®. 223. (N 57) 57 x 56. Zerkje met opschrift „D.O.D.” Pr 193. 224. (N 58) 41 x 41. Zerkje met opschrift: „N.K.B.I.” 225. (N 59) 45 x 42. Zerkje met opschrift „V.D.B." Pr 180, nog eens 212. 226. (N 60) 201 x 85. Blanco. 227. (N 64) 151 X 71. Het wapen Proot (liggende zandlooper vergezeld onder en boven van een klaverblad), waarboven cartouche. Opschrift: „Hier leyd begraven Tryntje Gerritsdr Prot sterf a°. 1599 den 25e July. Dits Geerit Joppens Proots graf. Zyn moeder Geertgen Govertsd is begraven op den 5 Mey A°. 1606. In vrede moete ze ruste.” Deze zerk dekt N XXI, 7 en is denkelijk in 1791 hier gelegd. Eigenaar. 1625 Gerrit Joppensz. Proot. Geen begravenen. v. d. L. 681; Pr 192; A.N.F. 120'. 228. (N 61) 236 x 87. Blanco. 229. (N 62) 210 x 84. In een medaillon de gecombineerde wapens Sasbout (drie goudsbloemen) en van der Hoeff (zie n°. 13). Opschrift: „Sepulture van Sasbout Jansz Sasbout sterf den 10 Decemb a° 1588 en Michiel Sasbout sterf den 8 Maart a° XVIc en X. Hier leyd begraven die Eerwaarde Liedewy Michielsdr de huysvrouw van Jan Jansz Sasbout en starf 20 December 1560 Bid voor de ziel.” Deze zerk dekte N VI, 14. Eigenaars: 1625 Catharina Jansd. Sasbout; 1663 Jacob van Rhijn; 1678 Maria Dedel Jansd.; 1748 Jan van Breugel; 1770 Pieter Lucas. Begravenen: 3-3-1670 Jan Hendriksz. Bugge; 20-3-1690 Anna Catharina van Alkemade j.d.; 17-4-1695 Yda Pieters Walraven; 14-2-1702 Comelia van Rijt; 1-12-1749 Adam van Breugel; 29-6-1751 Jan van Breugel; 18-12-1752 bk. Pieter Lucas; 2-1-1753 ak. Pieter Lucas; 29-3-1766 bk. Pieter Lucas; 20-2-1778 Rutgerus Lucas; 11-3-1780 Pieter Lucas; 24-4-1780 Daniël Lucas j.m. v. d. L. 60® Pr 190 en 334, die het tweede opschrift dat bijna onleesbaar is niet heeft vermeld; A.N.F. 1186. 230. (N 63) 1% x 83. In een cirkel de wapens van het echtpaar Comelis Woutersz. van der Burch (zie n°. 13) en (Marytje Engelsd. Sonderdanck?). Opschrift: „Hier leit begraven Comelis Woutersz van Burch sterf a° 1574 de 25 Octob en Marytge Engelsdr sijn huysvrou starf a° 1574 de 28 October.” Misschien stonden er de wapens van der Burch en van Dorp op. v. d. L. 564 vergist zich, teekent slechts één wapen; Prins 194 vermeldt drie wapens, terwijl Prins het opschrift ten onrechte aanvult met den zoon Engel; A.N.F. 72a. 231. (N 65) 150 x 73. In een medaillon een ruitschild beladen met een boom op grasgrond, vergezeld van twee vogels naar elkander toegewend, opgehangen aan een lint. Het onderschrift op een cartouche was ten tijde van van der Lely reeds onleesbaar. v. d. L. 571 die de zerk achter Kerkmeesterenbank aantrof. 232. (N 66) 121 x 68. In een medaillon twee wapenschilden en het cijfer 5. Waarschijnlijk dekte deze zerk M VI, 5, door v. d. L. 483 beschreven. In dit geval vertoonde deze zerk de wapens van het echtpaar: a. Pieter Bosschaert en b. Adriana Boogaert (a. vier boomen op grasgrond met stappend hert op den voorgrond; b. doorsneden 1 Boogaert (n°. 167) en van Beresteyn (n°. 22); ht: uitkomend hert). Opschrift heeft dan geluid: „Adriana Boogaert huysvrouw van Pieter Bosschaert starf den 20 January 1675.” Test. Adriana Boogaert 15-7-1671 (A. v. d. V. 2169 f433) en 2-11-1674 (2170 f417). v. d. L. 483; Pr 262, die inplaats van Boogaert voor de 2e maal per abuis Bosschaert schrijft; A.N.F. 1166. 233. (N 69) 78 x 52. In een ovaal het wapen van Couwenhoven: gedwarsbalkt van 6 stukken en in een vrijkwartier: drie kepers; ht: een boom. Opschrift: „1665 Dit graf hoort toe Arent Jansz van Couwenhoven.” Deze zerk lag in 1923 N n°. 69, doch is vroeger overgebracht van M XVII, 5, „onder het orgel”, zooals v. d. L. beschrijft. Eigenaars: 1625 Arent Andriesz. Vosmaer; 1641 Michiel Arentsz; 1665 Arent van Konwenhoven; 1685 Johan van Kouwenhoven; 1758 Bartholomeus Schuts; 1788 Hester Schuts, hv. Leonard Stephani Riedel. Begravenen: 26-6-1665 bk. van Arent van Kouwenhoven; 21-4-1685 Arent Jansz. van Kouwenhoven; 2-7-1685 Johanna de Fret, wed. Arent van Kouwenhoven; 17-9-1706 Arent Ketelmans; 8-4-1758 Johanna de Man, hv. Bartholomeus Schuts, Schipper O.I.C.; 4-10-1764 Josina Walbroek, hv. Bartholomeus Schuts; 15-10-1787 Bartholomeus Schuts. Test. 14-10-1674 (D. R. 2149 f 336); rek. 15-11-1686 (W. W. 2389 f 1.—). v. d. L. 781; Pr 195 die ten onrechte Jan Arentsz heeft gelezen; A.N.F. 724. 234. (N 67) 260 x 146. Groote Zerk van het geslacht van der Meer, met twintig wapens, links tien wapens van der Meer (n°. 104), rechts telkens de wapens der echtgenooten: 1. Hodenpijl (vijf rechter schuinbalken); 2. Foreest (hoekige balk); 3. Pendrecht (drie boeien); 4. de Wilt van Bleyswyck (drie vogels met als hartschild van Bleyswyck drie bollen); 5. Alkemade (gekroonde leeuw); 6. Tetterode (drie plompe- v bladeren); 7. van Berendrecht (drie vogels); 8. van der Dussen (zie n°. 119); 9. van Sparwoude (zie n°. 67); 10. Sandeling (drie hanen). Opschrift: „Hier leggen begraven deze anboren ende meer hunne nacomers Jan Franck getr. met Catrijn van Foreest, oudste zoon van Lambert van Tol en Aüjd van Hodenpijl zijn wijf zedert genaamt Van der Meer nu mede Van Berendrecht. Arent Frankensz. schout deser stad, bailjeu en dijkgraeff van Delfland, die dit graf maken dede, starf ao. 1503 met Jacomijne Claesdr. ambagtsvr. in Pendrecht sijn wijff. st. 1509. Pieter Arentsz. starf 1479 met Lidewije de Wilt van Bleiswijk Jacobsdr. sijn wijff. Jacob Arentsz. starf op de jacht 1482 wiens wijff was Rus van Alkemade. Lodewijk Arentsz. starf in den oorlog tot Overschie onder het gebied zijns vaders 1488 wiens wijve was Margaretha van Tetterode. Franck Pieter Arendsz. schout en na burgemeester deser stad eerst bailjeu, dijkgr. en hoogheemraad van Delfland starf 1554 met Clara vn Berendrecht sijn wijf 1558. Joost Franckensz. starf 1585; zijn wijff was Magteld van der Dussen Comelisdr. starf 1560. Mr. Arend Frankensz. licentiaet in de regten, hoogheemraad van Delfland en secretaris deser stad, die het vernieuwe dede starf 1596. Zijn wijf was Clara van Sparwoude Jansdr. Willem Frankensz. secretaris des Konings in den Hove van Holland starff 1594 zijn wijff was Anna Sandeling Arentsdr. starf 1568.” Deze zerk is in het einde der 16® eeuw gemaakt door Mr. Arent van der Meer, den echtgenoot van de bekende Clara van Sparwoude, ter vernieuwing Ivan de oude zerk, die zijn overgrootvader Arent, einde der 15e eeuw had laten maken, zijnde een zerk met wapen van der Meer en zijn 4 kwartieren I in de hoeken, welke zerk Johan Dirksz. van Beest van Heemskerck in zijn | M.S. op blz. 268 beschrijft en in 1626 nog heeft gezien, liggende „aende zuytzijde van den inganck uytten toom”. De zerk n°. 234 beschrijft v. d. L., als liggende „onder den orgel” dus Middenkerk, alwaar ook het monument, beschreven onder n°. X, van Clara van Sparwoude aan een der pijlers is opgehangen. Ik vermoed dat het graf later niet meer gebruikt is. Test. Clara van Sparwoude wed. 12-6-1598 (Reg. Test. Delft Aanw. R.A. 1890, 26D, fol. 160). v. d. L. 82; Pr 201; A.N.F. 1215. 235. (N 68) 220 x 86. Opschrift: „Hier leyt begraven Jan van Bodengom gestorven den 1 September a° 1711 oud 27 jaar.” Deze zerk dekte N XXI, 3. Eigenaars: 1625 Engeltje Mattheusdr. van der Houven; 1639 Lysbeth van der Houven; 1648 Matheus Vermeulen; 1663 Margaretha Vermeulen; 1684 Willem van Steelant; 1684 Comelis van Bodegom; 1701 Jan Comelisz. van Bodegom; 1752 Alida Verlee, wed. Jan Comelisz. van Bodegom; 1762 Jacobus van Loon; 1782 Jacob Waalwijk; 1792 Adriana Wilhelmina Waalwijk, hv. Jan Wannee; 1818 Mevr. de Wed. Comelis van der Mandele, geb. Ryfsnij der. Begravenen: 27-2-1685 k. van Comelis van Bodegom; 26-10-1685 bk. van Comelis van Bodegom; 30-11-1685 Geertruit van Willigen, hv. Comelis van Bodegom; 2-6-1690 Mana van Vliet, wed. Harmen Caspertse van Bodegom; 18-11-1700 Comelis van Bodegom; 5-9-1711 Jan Comelisz. van Bodegom; 19-8-1762 Jannetje Wartelaar; 19-3-1777 Neeltje van Loon; 26-2-1782 Jacob van Loon; 9-7-1793 ak. Jan Wannee; 30-11-1797 ak. Jan Wannee; 3-2-1802 ak. Jan Wannee; 24-3-1823 Comelis van der ManHoi» uit V. II, 3 met bk.; 23-7-1824 Sara Elisabeth Rijfsnijder, wed. Comelis van der Mandele; 21-4-1825 bk. Bemardus Johannes van Aalst; 12-5-1826 Bemardus Johannes van Aalst. v. d. L. 646; Pr 199; A.N.F. 72*. 236. (N 70) 204 x 74. Opschrift: „Hier leit begraven Jan van der Cost Janssoon sterff den 2 Mey 1688 oud 39 jaren. Elysabeth Jansdr. van Bodegem huysvrow van Jan Engelbertsz. van der Kost sterf den 28 Augusti 1690 oud 67 jaren. Jan Engelbertsz. van der Kost sterf den 29 Augusti 1691 oud 79 jaren. Mr. Engelbert Jans van der Kost sterf den 20 December 1693, out 31 jaren. Mr. Wybrand Jans van der Kost sterf den 17 Juny 1710 oud 56 jaren. Maria Leeuwenburch huysvrouw van Mr. Wybrand van der Cost sterf den 7 January 1733 oud 82 jaren. Mr. Jurrianus van der Kost sterf den 9 April 1745 oud 61 jaren 6 maande min 2 dagen. Elisabeth van der Kost wed. Jacob van der Pot overleden den 19 November 1770 oud 84 jaren. Deze zerk dekte N XVIII, 4. Eigenaars: 1625 Tryntje Willems, hv. Comelis Gerrits Bosmaker; 1652 Jan van der Cost; 1692 Wybrand Jansz. van der Cost; 1733 Juriaan van der Cost; 1762 Elisabeth van der Cost; 1771 Amoldus Lambrechts. Begravenen: 5-5-1688 Jan van der Cost de Jonge j.m.; 31-8-1690 Elisabeth van Bodegom, hv. Johannes van der Cost; 1-9-1691 Jan Engebrechtsz. van der Cost; 24-12-1693 Mr. Engelbert van der Cost; 21-6-1710 Mr. Wybrant van der Cost; 13-1-1733 Maria Leeuwenburgh, wed. Mr. Wybrant van der Cost; 13-4-1745 Mr. Jurriaan van der Cost; 24-11-1770 Elisabeth van der Cost, wed. Jacob van der Pot'. Test. Jan van der Kost m.e. 15-8-1682 (R. v. E. 2268 f 86); test. Wybrand van der Kost m.e. 2-12-1681 (J. F. 2300 f 56) en 28-9-1683 (J. F. 2300 f 150); test. Jacob van der Pot 12-9-1730 (C. P. 2711 f230). v. d. L. 62*; Pr 197, die een paar regels heeft laten uitvallen; A.N.F. 724. 3 237. (N 71 120 X 70. In een ovaal cartouche een gecombineerd wapen in één schild: a. een hulstboom (van der Hulst); b. een springend paard (Laubegeois). Opschrift: „Hier leit begraven Joachim Lambrechtsz. van der Hulst ende starf den le Augustus anno 1602 en Quintimna Laubegeoisd syn huysvrou starf den lle Julyus anno 1602.” Deze zerk dekte vroeger K IX, 6. Eigenaars: K IX, 6. 1625 Jochem Jochemz. van der Hulst; 1657 Leendert van der Meulen; 1689 Sophie van der Meulen; 1752 Maria Benjamins. Begravenen: 12-5-1691 bk. Jacob Ferguson; 28-3-1718 Sofia van der Meulen. v. d. L. 21B; Pr 196; A.N.F. 726. 238. (N 72) 95 x 73. Aan een lint opgehangen de wapens van de Velden (halve bol, waarop een kruis) en Schotte (een merk.) Opschrift: „’t Graft van I. v. d. Velden en Sara Schotte sterft 29 Aug. 1724 out 66 jaar I. v. d. Velden sterft den 26 Aug. 1730 out 75 jaar ên 23 dagen.” Deze zerk dekte N XIX, 15. Eigenaars: 1625 Jan van Lodensteijn Jacobsz.; 1639 Machtelt van Lodensteijn; 1724 Christoffel van der Sluys; 1724 Jan van der Velde; 1745 Dr. Cornelis van Gysen; 1762 Adriaan van Gysen; 1793 Gerard Toussyn, echtg. van Catarina van Gysen; 1806 Rebecca Rijfsnijder, hv. van Hendrik Pieter Kleyn van Willigen; 1809 Paulus Soek. Begravenen: 2-9-1724 Sara Schotte, hv. Jan van de Velden; 23-2-1730 Geertruy Schotte; 8-7-1730 ak. Capitein Cornelis van Gysen; 1-9-1730 Sr. Jan van de Velden; 3-3-1757 Adrianus van Gelder; 16-3-1758 Johannes Pelt; 12-8-1761 Pieter van Onckhuysen; 2-11-1809 Comelia Justina van Noorden, hv. Paulus Soek; 5-1-1816 ak. Paulus Soek; Test. I. v. d. Velden m.e. 8-4-1697 (v. d. K. 2373 f 13). v. d. L. 644; Pr 198; A.N.F. 120«. 239. (N 73) 56 x 56. Zerkje met de letters „S. v. W.” en „H.D.M. 1718”. Misschien slaan deze initialen op Symon van der Wijden en zijn hv. Helena Dyckman, graf N XX, 13. Pr 200. 240. (N 74) 42 x 37. Fragment met de letters: „ nsz ende 28 Meyns ..... 9”. 241. (N 75) 81 x 36. Opschrift: „Hier leidt begraven Lysbet Evers huysvrow van Gerrit Jans van Ooste starft den 8 Julius anno 1637. Hier leyt begraven Gerrit Janse van Oosten sterf den 12 Feberwary 1655.” Deze zerk dekte N XXIII, 6. Eigenaars: 1625 Lysbeth Evers, hv. Gerrit Jansz., vleeshouwer; 1655 Jan Gerritsz. van Oosten; 1722 Adriaan van Oosten; 1724 Andries Voorstad; 1743 Jacobus Lefevre; 1791 Bastiaan den Hengst; 1810 Pieter van der Kemp; 1816 Johannes Kempen. Begvavenen: 16-9-1676 Gerrit Jansz. van Oosten j.m.; 17-10-1678 Amelie van Oosten, hv. van Adolf Jacz. Vlaerdingerwout; 12-12-1691 bk. Nicolaas Verheul; 29-2-1698 bk. Andreas Voorstad; 6-10-1698 ak. Christiaan van der Tack; 14-4-1698 ak. Andreas Voorstad; 19-2-1705 Jan van Oosten; 11-5-1706 ak. Christiaan van der Tack; 28-1-1710 Maria Voorstad; 23-12-1710 ak. Christiaan van der Tack; 11-4-1715 bk. Michiel Poorterman; 14-7-1715 doodgeb. k. Jacob Verlou; 14-10-1719 Maria Kunst, hv. Jan van Oosten; 26-6-1731 bk. Gillis Luymes; 13-9-1737 Adriaan Voorstad; 4-7-1744 Anna Poortermans; 20-4-1747 ak. Bastiaan den Hengst; 22-6-1750 ak. Andries Voorstad; 8-7-1756 ak. Bastiaan den Hengst; 19-10-1758 Maria Lefebre, hv. Huybert van der Laan; 1-7-1760 ak. Bastiaan den Hengst; 22-5-1761 Neeltje Voorstad, hv. Bastiaan den Hengst; 12-12-1770 bk. Hendrik Jan Bijmerwaart; 31-3-1773 ak. Pieter Haselhorst; 13-11-1776 ak. Pieter Haselhorst; 16-7-1797 Bastiaan den Hengst; 17-1-1798 Margaretha den Hengst, hv. Pieter Haselhorst; 23-8-1798 ak. Comelis Bakker; 13-12-1799 Maria Geertruid Houtman, wed. Bastiaan den Hengst; 6-11-1810 Pieter van der Kemp; 2-2-1815 ak. Pieter van der Kemp; Test. beide 6-7-1637 (A. v. d. B. 1737 f 121); boed. 12-4-1655 (de L. 1696). v. d. L. 69!; Pr 202; A.N.F. 726. 242. (N 76) 77 x 36. Een zerkje met het opschrift „D.C.H.T.” en „Jan v. Seyst 1776”. Deze zerk dekte N XIX, 8. Eigenaars: 1625 Maerten Comelisz. Voorstadt; 1720 Clasina van der Horst, wed. Matthijs van Lunenburgh; 1736 Johanna de Man; 1744 Caspar Werkhoven; 1776 Jan van Seyst. Begravenen: 20-9-1720 Mattheus van Lunenburgh; 25-10-1735 Clasina van der Horst, wed. Mathys van Lunenburgh; 22-7-1744 Jacobus Werkhoven; 3-1-1758 Caspar Werkhoven; 17-1-1760 ak. Christiaan Samuel Smid; 1776 nu gecoft by Jan van Seyst; 6-11-1776 ak. Jan van Seyst; en nog een kind uit Noordkerk in een kerkegrai; 26-9-1781 ak. Jan van Seyst; 2-8-1782 Maria van Seyst; 21-3-1789 Jan van Seyst. Test. 12-3-1768 (v. d. SI. 2972 f26). Pr 204. 243. (N 77) 41 x 37. Zerkje met „20 P.” 244. (N 78) 205 X 132. Een adelaar vasthoudende het wapen van Leeuwenhoek; een leeuw. Er onder een sphinx. Opschrift: „Hier rust Anthony van Leeuwenhoek outste lit van de Konincklijke Sosyteit in Londe gebooren binnen de Stadt Delft op den 24 October 1632 en overleeden op den 26 Augusty 1723 out sijnde 90 jaer, 10 maende en 2 dagen. Tot den leeser: Heeft elk o wandelaer! alom Ontzagh voor hoogen ouderdom en wonderbaere gaven Soo set eerbiedigh hier uw stap Hier legt de grijse wetenschap in Leeuwenhoek begraven. En Maria van Leeuwenhoek desselfs dogter gebooren te Delft den 22 September 1656 en overleeden den 25 April 1745.” Deze zerk dekte vroeger het graf N XIX, 12. Den 14 Nov. 1739 heeft zijn dochter Maria dit graf verruild tegen N XXII, 14 en 15 en haar vader daarheen overgebracht naar 15 en is zelf begraven in 14. Eigenaars N XIX, 12:1686 Johan de Molyn; 1686 Anthonie van Leeuwenhoek; 1723 Maria van Leeuwenhoek; Eigenaars N XXII, 14: 1739 Maria van Leeuwenhoek; N XXII, 15: 1745 Kamer van Charitate; 1779 Hendrik van Swanenburch; 1814 Mathijs van Kempen. Begravenen N XIX, 12: 14-8-1681 bk. van Amoldus van den Heuvel; 6-6-1682 k. van Mr. Anthony de Molyn; 9-7-1683 k. van Mr. Anthony de Molyn; 6-1-1694 Comelia Swalmius, hv. Dr. Anthony van Leeuwenhoek, Lid Kon. Soc. te London; 2-9-1723 Anthony van Leeuwenhoek, Lid Kon. Soc. te London. Overgebracht naar XXII, 14,15 op 14 Nov. 1739. Begravenen XXII 14—15: 30-4-1745 Maria van Leeuwenhoek. Test. Anthony van Leeuwenhoek 11-2-1712 (J. v. d. C. 2621); rek. 23-9-1776 (J.v. K. 3193 f69); test. 17-4-1690 (J. F. 2301 f208). v. d. L. 59»; Pr 216; A.N.F. 118»; Tim 51. Afgebeeld n°. 27. 245. (N 79) 203 X 83. In een medaillon de wapens van der Burch (zie n°. 13) en van der Meer (zie n°. 104). Op een cartouche: Opschrift: „Hier leyt begraven Reyer Heyndricxz van der Burch starf den XXVIII Januari anno MVc LXV ende Clara Vranckend. van der Meer syn huysvrou starf den X May anno MVIcII. 21 P. 7 G.” Deze zerk ligt nog op de oorspronkelijke plaats N XXI, 7. Eigenaars: 1625 Claertgen Reyers van der Burch; 1660 Sophia Reyers van der Burch; 1671 Willem Reyers van der Burch; 1714 Mr. Willem van Vredenburch; 1744 Mr. Adriaan Philips van der Goes. Niemand begraven. v. d. L. 66*; Pr 205; A.N.F. 72*. 246. (N 80) 211 x 123. Het wapen van Santen (drie bokken) in een cartouche in den vorm van een epitaph. Onder en boven Bid God voor de ziel. Enkele letters zijn nog te ontcijferen. Opschrift: „Bovenste cartouche: A° 7den .. Maert starf Ja Die Bo graven. Bit god voer die Siel. Onderste cartouche: „A° TER Boe y. Soetge Bokels .... hier begraven. Bit god voer die Siel.” Deze zerk lag volgens v. d. L. „onder den orgel Z.zijde”. v. d. L. 801; Prins verwart deze zerk in 214 met v. d. L. 81; A.N.F. 121*. 247. (N 81) 198 x 85. In een medaillon twee wapens, niet meer te identificeeren. 248. (N 82) 204 x 126. Opschrift: „Hier rust Adriaan Jan Hoekwater geboren 28 October 1771 overleden 5 Maart 1818 in leven lid van den raad der stad Delft, weesmeester, regent van het oude en nieuwe gasthuys, kommendant met den rang van kolonel der schutterij. Hij rust, die in den loop van weinig vlugge jaren Den arbeid van een man van grooter leefkring deed, Volijvrig in zijn werk en moedig in gevaren; Tot ieders hulp bereid, begaan met ’s naasten leed; Een vriend van land en stad; voor zijn gezin een vader, Verbond hij liefde en pligt en trouw en deugd te gader. 5 Maart 1818. Dr. A. van Stipriaan Luiscius. Deze zerk dekt N XXIII, 15 en ligt nog op de oorspronkelijke plaats. Eigenaars: 1628 Comelis Michiels van Rijn; 1652 Jacob van Rijn; 1678 Maria Dedel; 1748 Maria Camphuizen; 1791 Johan Daniël Hoekwater; 1810 Adriaan Jan Hoekwater. Begravenen: 15-9-1676 Maria Copperts bej. d.; 6-11-1676 Dr. Comelis van der A j.m.; 4-11-1679 Maria Pauw bej. d.; 28-1-1681 Neeltje Jans van Leeuwen; 28-2-1749 Christiaan Pouwelusse; 3-3-1750 Barendyna Kamphuizen, wed. Pieter Tropof; 14-5-1751 Geertruid Spilhout, wed. Daniël Camphuizen; 21-12-1810 Wilhelmina van der Putten, hv. Comelis Maas; 4-7-1811 ak. Thomas Francis Richard; 10-3-1818 Adriaan Jan Hoekwater; 7-7-1825 ak. Comelis Hoekwater. Test. 24-4-1797 m.e. (J. v. K. 3225 f 61). Pr 203. 249. (N 83) 203 x 84. Opschrift: „Hier rust Hermanus Kamphuizen geboren 15 April 1670 overleden 23 April 1770 als vaandrig bij het Statenleger gekwetst in den veldslag bij Malplaquet.” Deze zerk heb ik niet kunnen identificeeren, daar ik de begrafenis van den vaandrig niet kon vinden in het begrafenisregister. Pr 206. 250. (N 84) 203 X 78. Boven een vierkante cartouche houdt een engel twee wapens: Graswinckel (zie n°. 35) en Maesland (een springende eenhoorn). De inscriptie was reeds, toen v. d. L. de zerk teekende, uitgesleten, gelijk hij vermeldt. Deze zerk betreft het echtpaar Gerard Graswinckel en Bartha van Maesland en dekte N XXIII, 11, ligt dus nog op de oorsrponkelijke plaats. Eigenaars: 1625 Engelbert Graswinckel van Maesland; 1649 Maerten Graswinckel; 1676 Jan Graswinckel; 1712 Maria Graswinckel, wed. Bruno van der Dussen; 1731 Arent Brunoz. van der Dussen; 1743 Franfois Nicolaas van Hoogeveen; 1792 Gerard van Royen. Begravenen: 12-8-1700 Hillegonda Bruijningh; 8-2-1712 Jan Graswinckel, 19-10-1722 Hillegonda van der Dussen; 30-5-1731 Maria Graswinckel; wed. Secrs. Bruno van der Dussen; 26-6-1742 Jan Graswinckel gerooid en Burgemr. Mr. Arent Bruins van der Dussen begr.; 13-2-1801 doodgeb. k. Mr. Benjamin Petrus van Weezele Scholten; 4-7-1815 doodgeb. k. Theodorus Coenradus Casparus Veeren; 29-5-1819 bk. Theodorus Coenradus Casparus Veeren; 3-4-1823 ak. Petrus Didericus Henneveld; 28-9-1824 Bertina Chalmers, ongehuwd; 5-10-1824 Maria de Hoogt, vrouw van Petrus Didericus Henneveld; 31-1-1825 ak. Petrus Didericus Henneveld; 26-2-1829 bk. Petrus Didericus Henneveld. v. d. L. 67; Pr 275; A.N.F. 1206. 250a. (85a) 76 x 52. Brokstuk met gothisch opschrift: sterf den 18 April? an° 74”. 251. (N 85) 206 x 76. Opschrift: „’t Graf van Willem van Dorst sterf den 2 Juny anno 1650 ende Margaryta van Buyl syn huisvrouw starf den 6 Jannewari anno 1634. Aeltgen Arents van Puffvhet syn tweede huysvrou sterff den 15 Mey anno 1655.” Deze zerk dekte N XXIII, 4 en ligt dus nog op de oorspronkelijke plaats. Eigenaars: 1625 Willem van Dorst; 1658 Mattheus Vermeulen; 1663 Margaretha Vermeulen; 1684 Willem van Steelant; 1685 Antoni van Heusden. Begravenen: 14-5-1662 Machtelt van Dorst; 25-4-1685 Kinderkisten overgebracht uit M VIII, 10; 15-12-1687 doodgeb. k. van Comelis van Heusden; 9-11-1689 k. van denzelfde; 17-11-1689 Anthony van Heusden; 1-5-1694 Marietge ’sGravelaar, hv. Comelis van Heusden. Test. Willem van Dorst 19-8-1656 en 22-10-1657 (S. v. S. 2074 f 76 en 90). Test. m.e. 20-10-1630 (J.v. S. 1827 f76). v. d. L. 69l; Pr 209; A.N.F. 120». 251a. 210 x 87. Opschrift: „Hier leydt begraven Samuel van Eenhoorn in sijn leven capiteyn van de borgerije dezer Stad gestorven op den 30“ September 1685.” Deze zerk dekte N XXV, 12—13, ligt dus nog op zijn plaats. Eigenaars: 1685 Cecilia Houwaert, wed. Samuel van Eenhoorn; 1707 Elisabeth Schagen; 1693 Adriaan Christiaansz. van Groenewegen; 1714 Juliaan Adriaansz. van Groenewegen; 1740 Salomon van Groenewegen; 1811 Johannes Hendricus Sanderson; 1791 Mr. Jacob van der Lely Adriaansz. Begravenen: 3-10-1685 Sr. Samuel van Eenhoorn; 11-8-1687 zoon van Samuel van Eenhoorn; 28-10-1687 k. van Dr. Leonard van den Hoek; 5-12-1689 Catharina Houwaert, laatst hv. Dr. Leonardus van den Hoek; 20-2-1690 Caecilia Houwaert, laatst hv. Ds. Jacobus Schagen, Predikant alhier; 1-9-1707 Lysbeth Kunst, hv. Gerrit van den Bergh; 26-6-1723 Comelia Couwenhoven, hv. Salomon Vlaerdingerwout; 3-12-1729 Salomon Post gez. Vlaerdingerwout; 26-9-1730 Dr. Jacob Vlaerdingerwout; 31-8-1693 Anna Adriaansd. van Groenewegen; 7-6-1706 Albertus van Groenewegen; 14- 9-1712 Adriaan van Groenewegen, Raad en Vroedschap; 5-9-1714 ak. Juliaan van Groenewegen; 31-12-1714 Anna Verburgh, wed. Aelbrecht van Groenewegen; 27-6-1738 alles gerooid; en begraven Alyda van Groenewegen; 15- 9-1739 Juliaan van Groenewegen, Raad; 11-3-1740 Maria van Groenewegen; 23-3-1745 Margriete van Groenevelt, hv. Salomon van Groenewegen; 15-2-1773 Anna Elisabeth Chasteleyn; 12-3-1773 Mr. Juliaan van Groenewegen; 14-1-1807 Mr. Jacobus Johannes le Sueur; 16-5-1808 Jacoba Hillegonda de Wet, wed. Jacobus Johannes le Sueur; 4-2-1811 overgebracht uit Nieuwe Kerk Willemina Lindeloo, hv. van Johannes Henricus Sanderson; en begr. Maria Willemina Sanderson en een ak. en een bk. van Johannes Henricus Sanderson; 19-12-1816 Chnstoffel van Andel; 27-1-1821 Johannes Henricus Sanderson; 16-8-1824 ak. F. C. Kist; 11-4-1829 ak. F. C. Kist. Test. m.e. 22-9-1685 (P. d. B. 2327 f69); rb. N.L. 1902, 72. v. d. L. 684; Pr 207; A N.F. 72s. 251 b. 235 X 96. Uitgehakt wapen met schildhouders, rechts een iraak, links een hond. Wapenspreuk: „Désormais”. Opschrift: „Grafkelder behoorende van Pieter Clifford Kocq Hendrikszoon veertigraad en oudscheepe der stad Delft en bewinthebber der Westindische comp. op de Maase enz. enz. en desselfs huysvrouw Comelia Jacoba Adams wenschende dat Godt Almagtig hun geslagt mag zeegene enz. enz. Hier leyt begraaven Den voornoemde Heer Pieter Clifford Kocq Hendrikszoon veertigraad en oud burgemeester der stad Delft gebooren den 19 April 1716 overleeden den 29 December 1788 en desselfs huysvrouw Comelia Jacoba Adams gebooren den 17 November 1716 overleeden den 30 April 1784.” Deze zerk dekte N XXV 10—11 en ligt nog op zijn plaats. Eigenaars: 1680 Gabriel Schrivelius; 1712 Theodora Schrivelius, hv. Capitein Keyser; 1744 Mr. Johannes Keyser, Abrahamsz.; 1757 Pieter Cocq Hendriksz.; 1791 Simon Banning Clifford Cocq. Begravenen: 11-6-1680 Sr. Pieter van Middelhoek; 12-5-1684 Anthonetta Kopers, hv. Gabriel Schrivelius, chirurgijn; 26-10-1685 twee lijken ge- transporteerd uit MII, 3; 29-12-1700 Catharina Langenbergh, hv. Gabriel Schrivelius; 30-12-1702 WiUem SchriveUus; 18-5-1708 Gabriel Schrivelius; 29-6-1709 bk. Sr. Willem Kool; 22-11-1710 ak. Sr. Willem Kool; 20-3-1712 ak. kapitein Abraham Keyser; 16-5-1716 Sr. Willem van der Kool; 4-5-1718 ak. kapitein A. Keyser; 7-6-1718 ak. van denzelfde; 30-6-1718 ak. van denzelfde; 27-10-1735 doodgeb. k. Gabriel Kool; 1-4-1751 Hierin gezet Abigael van Beyeren, wed. Jan Keyser; Abraham Keyser, Theodora Schrivelius, wed. Abraham Keyser en Mr. Johannes Keyser Abrahamsz. uit K VIII, 1—2 en IX, 1; en 21-6-1751 allen weer overgebracht naar N XI, 3; 19-1-1757 bk. Pieter Cocq Hendriksz.; 16-6-1757 ak. van denzelfde; 3-4-1784 r™-n»iia Jacoba Adams, hv. Pieter Cocq; 3-1-1789 Pieter Cocq, uit ’s Hage gebracht, oud raad en burgr., 21-3-1804 Mr. Simon Banning Clifford Cocq, van Cuylenburch *s morgens 5 uur; 23-12-1809 Maria Wesselina Clifford Cocq, hv. Baron Carel Lodewijk Hendrik van Harlingh van Geispitzheim, van 's Hage ingevoerd. Test. m.e. 27-9-1782 (L. 3018 f18). Pr 208. G. ONDER DEN TOREN. Onder den toren liggen een zevental zerken en fragmenten verspreid waarvan er in de 18e eeuw bij het ophoogen zijn neergelegd. 252. (T 3) 60 x 33. Kleine zerk met het opschrift „I. G. Reyn”. Pr 231. 253. (T 2) 194 X 111. Blanco, alleen zichtbaar een uitgehakte rechthoek en 2 cirkels. 254. (T 1) 227 X 121. In een medaillon twee wapens, hoogstwaarschijnlijk van der Dussen (met snoek en drie vogels) en Storm, doch waarvan de koperen platen, reeds ten tijde van v. d. L. verdwenen waren. Opschrift: „Hier leyd begravë Arent Comelisz. va der Dussen sterf ano XVc LIII dë Xn dach October en Beatris Corssendr. in Coelen zijn huysvr. en sterf ano XVc LXX dë XV dach in Augusto. Bid voir die ziele.” v. d. L. 79; Pr 232; A.N.F. 121*. Wittert, het geslacht Wittert blz. 1191 zegt dat hij in 1554 is gestorven en schrijft dat zij „uit Keulen” is, doch denkt er niet aan, dat „in Coelen” de naam van het bekende huis te Delft is. 255. (T 5) 212 x 86. Opschrift: „Rustplaats van Pieter van der Heyde. Hier leyt begraven Helena Varentrap. out 58 jare 11 maande 15 dagen 1713 en haer man Pieter van der Heyde out 67 Jaar 9 maande 24 dagen 1715 en Jacob Leopold. George Leopold obiit 1780 en desselfs huisvrouw Catharina Hals obiit 1800. Spreuk: Deleat qui carit.” Deze zerk is overgebracht uit M X, 4. Eigenaars: 1625 Adriaan Comelisz. van Ryck; 1656 Hendrik Jansz. Schaar; 1667 Aristoteles Bosman; 1676 Sara Bosman; 1683 Johannes van Velsen; 1709 Pieter van der Heyden; 1715 Jacob Leopoldus; 1735 George Leopoldus; 1800 Ds. Johan Frederik Schlosser; 1828 Ds. G. G. Land. Begravenen: 24-1-1671 Aristoteles Bosman; 27-12-1674 Catharina Bosman, wed. Aristoteles Bosman; 1-6-1686 k. van JohannesBlankenburch; 31-7-1687 Johannes Wibbert; 14-4-1693 bk. Stoffel Bagein; 4-8-1694 k. van dezelfde; 15-2-1713 Helena van Varentrap, hv. van Pieter van der Heyden; 28-3-1715 Pieter van der Heyden; 13-4-1722 Jacob Leopold; 4-4-1735 Aima van der Heyden, gezet op haar man Jacob Leopold. Test. Pieter van der Heyden m.e. 6-2-1713 (P. C. 2477 f 13). Test. Jacob Leopold m.e. 21-6-1710 (W. V. 2579). v. d. L. 75’; Pr 234; A.N.F. 72’, die de zerk met fouten en onvolledig beschrijft. 256. (T 4) 72 x 29. Opschrift: „Hier leyt begravë Aderiaen Crijnsen sterf den 20 April 1639.” Pr 233. Niet in het begrafenisregister vermeld. 257. (T 6) 56 x 46. Blanco. 258. (T 7) 84 x 82. Een gedeelte van een cartouche. Opschrift: „Die hier leit heeft geseyt: weest rein, acht u kleyn vrest den dach die niemand voor bien mach. Wouter Adryaens den Buiser starf den 16 September anno 1602. Adriaen Woutersz. den Buiser starf den 19 Maert anno 1610.” v. d. L. vermeldt deze zerk „onder den toom in het portaal", v. d. L. 78»; Pr 235; Tim 11. H. ZUIDKERK. Na den brand in 1921 zijn hier de 9 nog aanwezige zerken opgenomen en op één na weer verlegd in Z. Voorts zijn hier overgebracht de zerken van de eerste 7 pleinen van het Koor (nos. 285—347, behalve 307, 329, 332 en 335 die uit Zuidkerk komen), eenige uit Noordkerk (de n<«. 262—284, behalve 274 en 275 uit Middenkerk), twee stuks uit Middenkerk (de nos. 274 en 275), alsmede 259—261 uit Zuidkerk. BI 259. (Z 3) 204 x 88. De wapens van het echtpaar: a. Albert van Leuninghen en b. Agniesje Bruynen (a. een springende haas, b. gevierendeeld: 1 en 4 een ankerkruis belegd met een hartschild, 2 en 3 drie leeuwekoppen) opgehangen aan een tak. Opschrift: „Hier leyt begraven Albert Heyndricxz van Leuninghen oudt burgemeester van ’s Gravenhaghe sterf den XXXste Maert anno 1613 ende Agniesgen Bruynen Caesarsdr. zijn huysvrou starf den XXIII December anno 1612.” v. d. L. 86s; Pr 228; A.N.F. 121'. 260. (Z 2) 204 x 94. In een cartouche twee wapens: a. een boom vergezeld van drie vogels 2 en 1 \ b. een leeuw. Opschrift: „Hier leyd begraven Michiel Comelisz van den Ring starff den 7e September anno 1603” alsmede „5 P. 5 G”. Deze zerk dekte Z. V. 5. Eigenaars: 1625 Jacob Mathijs de Been; 1663 Jacob van Rijn;1678Maria Dedel Jansd.; 1748 Hendrik de Vogel; 1764 Adrianus Scheer Jr.; 1797 Jacobus Grauwzalm. Begravenen: 24-9-1666 Johanna van Rijn; 5-10-1764 Pieter Scheer; 19-10-1764 Adrianus Scheer Sr.; 1-11-1764 Leendert Scheer; 9-12-1774 Adriana Maria Scheer; 5-6-1789 Magdalena Robol, wed. Leendert Scheer Sr.; 26-3-1796 de burgr. Adriaan Scheer, v. d. L. 861; Pr 291; A.N.F. 1216. Wittert, genealogie Wittert bl. 1355 .vermeldt acten waaruit blijkt, dat het geslacht van Ringh, later Bugge van Ringh, zich ook noemde van Rijn. Jacob, die in 1663 eigenaar werd, was dan ook de kleinzoon van den hier begravene, die volgens Wittert is overleden 12 Sept. 1602 en gehuwd in 1568 met Elisabeth van Gruythuysen. 261. (Z 1) 203 x 101. Aan een tak opgehangen de wapens van een echtpaar, reeds door v. d. L. als uitgesleten geteekend. Opschrift: „Het graff van Hendrik van Anckeren en Marya Bonstoe zijn huysvrouw 1687. Marya Bonstoe Jacobsdr. oud 67 jr. overl. 21 Jan. 1717. Amasia van Anckeren oud 32 jr. overl. 8 Oct. 1717. Hendrik van Anckeren oud 72 jr. 9 mnd. overl. 17 Mey 1723. Louisa van Anckeren oud 32 jr. overl. 20 October 1757. Louisa Boekwout huysvr. van Yacob van Anckeren oud 53 jr. 10 m. overl. 8 Aug. 1759. Jacob van Anckeren oud 76 jr. 2 m. overl. 17 Maart 1762. Johanna Clasina van Anckeren overl. 8 Nov. 1771 oud 22 jaar en 8 m. Johannes Alarinus Kok overleeden den 12 Febi. 1777.” Deze zerk dekte Z XV, 4, welk graf vereenigd was met Z XV, 3. LEigfifmars XV, 3: 1625 Jan Cornelisz. Verburch, brouwer in de Clock; 1638 Gerrit Jansz. Verburch; 1687 Hendrik Mozesz. van Anckeren; XV, 3 en 4: 1723 Jacob van Anckeren; 1763 Henricus van Anckeren; 1809 Jacob Paulus Slijp. Begravenen: 31-7-1682 k. van Hendrik van Anckeren; 4-12-1683 k. van denzelfde; 26-1-1717 Maria Bonstoe, hv. Hendrik van Anckeren; 12-10-1717 Amasius Hendriksz. van Anckeren; 22-5-1723 Hendrik van Anckeren; 6-6-1739 ak. Sr. Jacob van Anckeren; 2-9-1741 ak. van denzelfde; 14-10-1739 bk. van denzelfde; 18-10-1751 ak. van denzelfde. Test. Hendrik van Anckeren en Maria Bonstoe 17-11-1701 (v. d. K. 2375 f 31). Scheid. Hendrik van Anckeren 30-7-1723 (C. A. d. M. 2659 fol. 76). Test. Jacob van Anckeren en Louise Boekwout 9-4-1723 (H. v. L. 2574). Test. Jacob van Anckeren 18-10-1760 (C. O. 3027 f71). Scheid. 7-7-1766 (v. Z. 2886 f39). Test. Johanna Clasina van Anckeren 6-11-1771 (C. O. 3041 f101). v. d. L. 90l en 4, die zich blijkbaar vergist door de zerk dubbel te beschrijven met en zonder wapens; Pr 221; A.N.F. 1234. 262. (N 4) 119 x 83. Een medaillon met een blanco wapen. Bovenaan de letters M. I. De zerk lag ter plaatse N III, 16, doch of dit de oorspronkelijke ligging was is onbekend. 263. (N 1) 129 X 75. In een ovaal een volledig wapen met op het schild een monogram van de letters: H.R.O. [Hendrik Robbrechtsz. Oudenhoorn] en de letters „5 P. 9 G.”. Deze zerk is overgebracht N V, 9. Eigenaars: 1643 Lysbeth Robbrechtsz. Schilperoort; 1. Maria Abrahamsd. Oudenhoorn; 1713 Comelia van der Willigen; 1758 EvaBaale; 1782 Rolland Krijgsman; 1820 Mr. Jut van Dijk. Begravenen: 6-9-1669 k. van Hendrik Oudenhoorn; 21-8-1681 Annetje Salomons, hv. van Abraham Jorisz. Oudenhoorn; 27-5-1690 Abraham Jorisz. Oudenhoorn; 3-11-1691 bk. Abraham van der Willigen; 4-2-1712 Pieter Oudenhoorn; 28-7-1712 Maria Oudenhoorn; 20-6-1714 Hendrik Oudenhoorn; 12-7-1717 ak. Jacob Kool; 24-6-1730 bk. Jacob Kool; 22-5-1733 Sr. Jacob Kool; 24-5-1748 Sr. Abraham van der Kool; 5-8-1758 bk. Sr. Holland Krijgsman; 3-7-1765 Jacoba van der Kool; 2-9-1766 Elisabeth Verbrugge; 12-8-1803 Cornelia Catharina Krijgsman, hv. Daniël Frederik Fischer; 18-1-1806 Petronella Dekker ,hv. Holland Krijgsman; 20-7-1808 Holland Krijgsman, v. d. L. 55»; Pr 174. 264. (N 2) 80 x 79. De letters V.H.B. waaronder twee palmtakken. Opschrift: „’t Graf van Jacob van Hoogeveen en Maria van Hensbroeck.” Deze zerk dekte N—M III, 1. Eigenaars: 1669 Jan Jansz. Hensbroeck; 1706 Bregje Hensbroeck; 1716 Jan Haringh; 1718 Jacobus Hoogeveen; 1737 Johanna Hoogeveen; 1765 Alida Contenot, wed. E. Rouxel; 1769 Jan Frederik Stembor; 1782 Hendrik de Haas; 1791 Elisabeth de Haas. Begravenen: 16-5-1672 k. van Leendert Heeringh; 24-8-1673 k. van denzelfde; 8-12-1682 Grietje Gerrits van Oost, hv. Jan Jansz. Hensbroeck; 19-8-1705 Jan Jansz. Hensbroeck; 20-11-1715 Bregje Hensbroeck; 11-3-1726 Jacobus van Hoogeveen; 11-3-1726 Bregje Hensbroeck naar N VI, 8; 3-5-1737 juffr. Maria Hensbroeck, wed. Sr. Jacobus van Hoogeveen. Test. m.e. 19^-1723 (C. P. 2709 f83). Scheid. 14-10-1738 (C. P. 2715 f 128). v. d. L. 50»; Pr 326; A.N.F. 116». 265. (N 37) 203 x 87. Twee wapens van het echtpaar; a. Pieter Wolphertsz. van den Bergh en b. Aeltje van der Graeff. (a. een balk vergezeld boven van twee dooreengevlochten doomtakken balksgewijze geplaatst, onder van een ankerkruis; b. zie n°. 34). Opschrift: „Hier leyd begraven Pieter Wolphersz van den Bergh starf 27 October 1658 oud 74 jaren en Aeltgen Albrechtsdr van der Graeff starf 13 October 1671 oud 77 jaren.” Deze zerk is uit N overgebracht doch is indertijd daar neergelegd uit M V, 5. Eigenaars: 1625 Marietje Wolpherts van den Berg; 1665 Mr. Hendrik Vockestaert; 1691 Mr. Henrick Woutersz., secretaris; 1727 Hendrik Vockestaert, secretaris; 1760 Mr. Hendrik Vockestaert; 1791 Mr. Hendrik Vockestaert. Begravenen: 17-10-1671 Aeltje Aelbrechts van der Graeff, wed. Pieter Wolphertsz. van den Bergh; 14-6-1702 Aryaentje Bos; 24-7-1708 Judith Tienen, wed. van Pieter Tris; 15 -9-1760 overgebracht naar J VI, 3—4. v. d. L. 73»; Pr 137; A.N.F. 72». 266. (N 16) 195 x 78. Blanco. Deze zerk is overgebracht uit N waar deze den ingang tot den kelder van ’s Gravesande NII, 12—14 dekte. 267. (N 22) 199 x 79. In een vierkant de wapens van het echtpaar: a. Jan Melisdyck en b. Dirkje Cruysert (a. zie n°. 109; b. vier ankerkruisjes 1, 2, 1; ht: meermin.) Opschrift: „Hier leyt begraven Geertruy Onderwater, weduwe van Nicolaes Gael starf den 5 Maert An° 1653.” Deze zerk dekte N II, 5. Eigenaars: 1625 Neeltgen Jansd. [Melisdyck] wed. Mattheus Jansz. Onderwater; 1642 Johanna van Santen; 1647 Geertruid Onderwater, wed. Nicolaas Lotze Gael; 1653 Lysbeth van der Aa, wed. Hendrik Verburgh; 1717 Maria Schoonhaven, wed. Floris van der Werff; 1720 Mr. Jacob van der Werff. Begravenen: 22-5-1694 Eva Pietersd. Prelt; 30-5-1702 ak. Ds. Ysbrant van der Eist; 9-3-1719 Petronella Schilperoort; 15-5-1720Maria Schoonhaven; 25-6-1731 Anna Beatrix van der Werff; v. d. L. 484; Pr 153; A.N.F. 116'. 268. (N 18) 205 x 72. In een cartouche het wapen Paspoort (twee gekruiste beenen waaronder een moorekop; ht: een vlucht. Opschrift; „Hier leyt begraven Sacharias Lambrechsz. Paspoort sterf den 2 November 1638 ende sijn huysvrouw Trijntge Arens van Puffvliet sterff den 6 Maert 1647.” Deze zerk overgebracht uit N was daarheen verlegd van MII, 3. Eigenaars: 1624 Comelis Simons Ketelaar; Trijntje Arents van Puffvliet, hv. Zacharias Paspoort; 1653 Gillis Langenberch; 1683 Nicolaas Hoogvliet; 1686 Nicolaas van Schie; 1707 Isaak van Crimpen; 1763 Elisabeth van Bergen 1773 Arlanda Koek; 1791 Mr. Jacobus Koek. Begravenen: 30-8-1682 Marie Paspoort, laatst wed. Teunis Jansz. Hoogvliet; 7-5-1684 Nicolaas Hoogvliet (beide getransporteerd 26-10-1685 naar NXXIV, kelder van Gabriel Schrivelius); 28-3-1683 bk. van Nicolaas Hoogvliet; 7-5-1694 Comelia van Schie j.d.; 27-1-1696 Dirk van der Does; 27-5-1698 Judichje Biddaf; 22-2-1700 Nicolaas van Schie; 29-7-1709 k. van Izaak van Krimpen; 12-12-1716 Izaak van Krimpen; 6-1-1736 Joris Antonisz. de Man; 24-3-1752 Comelis Alenburch; 22-7-1752 Lidia Voorstad, wed. Izaak van Krimpen; 30-8-1763 Maria van Bergen, v. d. L. 71*; Pr 149; A.N.F. 1214. 269. (N 21) 171 x 89. Gothische steen waarin later een ovaal is jehakt met het wapen Schilperoort (gevierendeeld: 1 en 4 drie schelpen, l en 3 drie vogels; ht: een vlucht) en de letters P(ieter) T(eunisse) 5(chilper) 0(ort). Opschrift in den rand: „Hier is begraefven Jan Claesz, baicker, starf ano XVc XXIIII dë XVIII January ende Engel Ariaënsdocht. sy huysvr starf ano XVc, XLVI dë IX April.” In het midden: „Noch leyt hier begraven Michel Jan Dircksz sterf ao XVc XXXVI den XXIX January. Den II Juny a° XVc L sterf Harman Jans, leyt in der Nye Kerck begravë. Onder het ovaal: „Hier leyt begravë Pieter Teunise Schilperoort starf den 20 April 1649.” Deze zerk dekte N II, 6, later gecombineerd met N II, 5. Eigenaars: 1625 Engel Jans, hv. Hans Verbeek; 1643 Pieter Antonisz. Schilperoort; 1683 Beatrix Pietersd. Schilperoort, wed. Pieter Aelbrechtsz. Schoonhaven; 1691 Floris van der Werff, notaris; 1720 Mr. Tacob van der Werff. Begravenen: 6-2-1676 Beatrix van der Hoeve, wed. Pieter Anthonisz. Schilperoort; 20-11-1685 Dirk Robbrechtsz. Schilperoort; 28-8-1693 Sr. Floris van der Werff, Notaris en Procureur; 14-10-1700 Adriana van der Werff j.d.; 11-7-1712 Symon van der Werff; 10-1-1736 Mr. Jacob van der Werff; 13-7-1763 Comelia van der Werff. v. d. L. 491 en 2 heeft tweemaal dezelfde zerk geteekend; Pr 152; A.N.F. 116*. 270. (N 20) 193 x 71. In een medaillon de wapens van het echtpaar; Jan Verburch (zie n°. 1) en Annetje Verdelf (een dwarsbalk beladen met een liggenden wassenaar vergezeld van drie leeuwekoppen (2 en 1). Onder: een klok. Opschrift: „Sepulture van Jan Comelisz. Verburgh brouwer in de clock sterf den ende van Annetge Gerritsdr. Verdelf sijn huisvrouw sterf den ” Deze zerk schijnt vóór de begrafenis gemaakt en niet gebruikt te zijn. Deze brouwer in „de Klok” bezat in 1625 drie graven: J II, 2 (zie n°. 1), Z XV, 3 en Z XXI, 1. Welk dezer beide laatste graven deze zerk heeft gedekt is niet uit te maken, v. d. L. 501; Pr 151; A.N.F. 116*. 271. (N 41) 203 X 100. In een medaillon het wapen van Santen (zie n°. 62) hangende aan een tak. Opschrift: „Int jaer ons Heerê 1552 dë 28 Mey starf Jan Dirck Bokelszoë va Santen hier begravë. Bit voer de ziel.” Het is niet meer na te gaan welk graf deze zerk heeft gedekt. In N. is deze neergelegd vermoedelijk in 1791 bij de ophooging, want v. d. L. vermeldt deze zerk „in de Zuydtrans”. v. d. L. 88*; Pr 141; A.N.F. 1234. 272. (N 28) 174 X 92. Een leeg schildje. Deze zerk hoorde vermoedelijk bij het graf der familie Thierens onder n°. 135 beschreven. 273. (N 18) 199 x 86. Opschrift: „Hier leydt begraven Adriaen Boeckhout gestorven den 12 November 1706 out 57 yaer 9 maenden en 15 daagen ende Hendrick Korff sterff den 27 Juny 1732 out 76 jaaren en 10 maanden. Nogh legt hier begraeven Johanna van Frijtom eerst huysvrouw van Adriaen Boeckhout en laest van Heyndrik Korff sterff den 8 Maart 1740 out 78 jaren 2 maenden en 5 dagen. Deze zerk was naar N II, 8 overgebracht van M XVI, 9. Eigenaars: 1625 Dirk van Beest; 1644 Jan van Beest; 1651 Franco van Beest; 1667 Mr. Dirk Heemskerck van Beest; 1697 Jan Heemskerck van Beest; 1742 Comelis van Passouw. Begravenen: 16-11-1706 Adriaen Boeckhout; 2-7-1732 Sr. Hendrik Korff, 14-3-1740 Johanna van Frytom laatst wed. Hendrik Korff. Test. Adriaan Boekhout m.e. 27-8-1703 (Ph. d. B. 2337A f27). Test. Hendrik Korff m.e. 8-7-1707 (C. v. d. SI 2519). Test. Johanna Frijtom 20-8-1732 (C. A. d. M. 2664 f 142). Boed. 20-4-1740 (H. 2823 f268). v. d. L. 771; Pr 150; A.N.F. 121*. 274. (M 6) 204 X 114. In een vierkant de gecombineerde wapens van het echtpaar: a. Jacob Pauw en b. Mechteld van Heemskerck (a. n°. 146, b. n°. 71; ht: pronkende pauw). Vermoedelijk heeft deze zerk N—M II, 1 gedekt, toebehoorende aan den oudsten zoon Adriaan Pauw. v. d. L. 514; Pr 304; A.N.F. 116‘. Adelsarchief 1900, blz. 134 deelt mede dat hij voor het Koorhek onder deze zerk met zijn echtgenoote is begraven. 275. (M 7) 180 x 78. In een cirkel een doodshoofd waarboven de letters P.M. Opschrift: „Initium sapientiae timor Domini; et delectare in eo; omnia praetereunt praeter amare Deum. Soli Deo gloria. Het is al niet die wel besiet Mundus transire et gloria ejus. Facile contemnit omnia qui cogitasse esse moriturus. Disce mori et opera sequuntur in vita aetema. Non habemus hic manentem civitatem sed futuram inquerimus in aetemitate. Deucht verheucht hoop is blide. Patientia vincitur omnia. Hier leyt begraven Lijsbet Jansdr. de eerste huisvrou van Sasbout Comelisz. van der Dussen burgemr. van Delft starf in December ao. 1545 Grietgen Sasboutsdr. 1566. Jan Sasboutszn 16....” De erfgenamen van Sasbout Comelisz. van der Dussen bezaten geen graf op de plaats in M waar deze zerk lag, zoodat de oorspronkelijke ligging niet kan worden vastgesteld. Wellicht kwam deze uit Kruiswerk. v. d. L. 531; Pr 302; Tim 4, die mededeelt: „in het Noord-Kruispand, doch is onlangs uitgehakt’’. 276. (N 13) 190 X 88. Aan een tak opgehangen de wapens van het echtpaar Sasbout Comelisz. van der Dussen (zie n°. 119) en Maertgen Michielsdr. (van der Hoeff) (zie n°. 13) en in de hoeken 4 kwartieren: 1. van der Dussen; 2. Sasbout (zie n°. 229); 3. van der Hoeff; 4. Muys van Holy (drie, twee, drie merletten en een blank vrijkwartier.) Opschrift: „Hier leggen begraven Sasbout Comelisz. van der Dussen burgemeester van Delft, gestorven anno 1580 ende zijne huysvrou Maertgen Michielsdr. 1595. Michiel Sasboutsz. 1568. Lisbet Sasboutsd. 1596. Arent Sasboutz. ao. 1624. Comelis Sasboutz. ao. 1627. Jacop Sasboutz. ao. 1630 Fytgen Sasboutsdr. 1592. Machtelt Sasboutsd. ao. 162. Grietge Sasboutsd. ao. 1627. Elizabeth Hendncx Bugged. ao. 1622. Sasbout van der Dussen overleed den 19 November 1652. B. v. S. 1606.” v. d. L. 711; Pr 165; A.N.F. 121*; Tim 7 geeft 16.. i.p.v. 1592, 1602 i.p.v. 1622, 10 i.p.v. 19 Nov. en noemt niet Machteld en Grietje; Genealogie Wittert, blz. 1190. 277. (N 12) 194 x 112. Gothische steen, waaruit het koper is verdwenen. Deze zerk lag op de plaats N III, 4, doch het is niet meer vast te stellen of deze zerk daar oorspronkelijk heeft gelegen. 278. (N 8) 190 X 84. Aan een tak opgehangen de wapens van het echtpaar Johannes Buyster (doorsneden: a. gedeeld: 1. zespuntige ster; 2. vijf palen; b. een verkort St. Andrieskruis) en Cornelia Meyers (een jachthoorn boven vergezeld van twee klaverbladen). Opschrift: „’t Graff van Johannes Buyster.” Deze zerk lag op de oorspronkelijke plaats N III, 8. Eigenaars: 1625 Arent Leendertsz. van der Beest; 1688 Johannes Buyster; 1721 Comelis Buyster; 1741 Samuel van de Casteelen; 1775 Helena van de Casteelen; 1777 Willem Verbrugge. Begravenen: 26-1-1664 Annetje Doelmans; 18-1-1701 Evert Buyster, Predikant Mijnsheerenland; 10-10-1703 Mr. Jan Buyster; 18-9-1704 Johannes Buyster, de jonge; 19-3-1720 Cornelia Meyers, wed. Jan Buyster; 6-8-1722 Comelis Buyster; 15-12-1764 Juffr. Johanna Trimmel, laatst wed. Jacob van der Kemp. Test. Johannes Buyster 9-8-1666 (A. V. 2201 f 71). v. d. L. 504; Pr 168; A.N.F. 116‘. 279. (N 10) 203 x 87. In een vierkant een volledig uitgekapt wapen. Opschrift: „Hier leyt begraven Johan Nicolaessen van der Aa brouwer in den os ende is gestorven den 14en Juny 1648.” Deze zerk lag op graf N III, 6, maar het is niet vast te stellen of deze daar oorspronkelijk heeft gelegen. Het lijkt mij niet waarschijnlijk daar v. d. L. de zerk dan wel zou hebben gezien en geteekend. Test. 7-11-1643 (A. v. d. B. 1743 f193); 9-3-1645 (J. v. S. 1829 f501). Pr 167. 280. (N 7) 160 X 73. In een vierkant een koperen plaat, thans verdwenen, met de wapens van het echtpaar Paulus van Beresteyn (zie n°. 22) en Volkera Knobbert (drie klaverbladeren). Boven een cartouche waarop „3 P. 9 G”; onder een leeg cartouche. De zerk dekte N II, 9 doch is niet gebruikt voor de personen wier wapen er op stonden, omdat deze in de Nieuwe Kerk zijn begraven (Zie mijn Nieuwe Kerk blz. 16 en n°. 73). Eigenaars: 1624 Paulus van Beresteyn; 1639 Arent van Beresteyn; 1662 Mr. Nicolaas van Beresteyn; 1680 Schepen Dirk van Beresteyn; 1695 Maria Arentsd. van Beresteyn; 1716 Burgemr. Anthony Weverineh heer van Holy. ° Hierin is niemand begraven, v. d. L. 551; Pr 321; A.N.F. 118». 281. (N 11) 204 x 86. Het volledig wapen Houffyzer (een dwarsbalk beladen met drie St. Andrieskruisjes naast elkander, vergezeld van drie, (2 en 1) hoefnagels; ht: een staande beer houdende in iedere poot een hoefnagel). Er onder twee ruitvormige schilden (links geschaakt rechts een merk, twee letters X naast elkaar, waarboven een kruis)! Op 4 kleine cartouches „pulvis et umbra sumus”. Opschrift: „Begraefplaets van Mr. Johan Pietersz. Houffyzer starf den 21en Augusti ao. 1608 met Jannetgen Comelisdr. zijn twede huysvrouwe starf ende Elysabeth Johan Houffijzersdr. huysvrouwe van Jacob Fransz Duyst van Voorhoudt starff den 21en Octobris ao. 1585.” Deze zerk is nog gaaf. Terwijl deze zerk in 1923 het graf NIII, 5 dekte, is het niet waarschijnlijk dat daar de oorspronkelijke plaats is geweest. Immers v. d. L. meldt dé ;'°nder de bank voor de Sepidture van ciaja van Sparwoude’’ d.i. Middenkerk bij het orgel. v. d. L. 891; Pr 166; A.N.F. 72'. Afgebeeld n°. 15. 282. (N 6) 205 x 160. In een medaillon de wapens van het echtpaar Adriaan van Coolwyck (gevierendeeld 1 en 4 twee St. Andrieskruisjes naast elkander, 2 en 3 drie koolplanten; ht: een vlucht) en Levma Brasser (drie liggende plompebladeren) omgeven door 4 kwartierwapens: 1. Coolwyck; 2. Grebber (een zwaan); 3. Brasser; 4. van Ijlen (de hals en kop van een zwaan). Onder de wapens Coolwyck en Berck (een vijfblad), vastgehouden door twee engelen en vergezeld van lamp, doodshoofd en zandlooper. Opschrift: „Hier leyt begraven de Heer Mr. Adriaen van Coolwijck m sijn leven ontfanger generael van de ecclesiastycke goederen, raet, schepen ende tresorier deser stede, starf den 27 July 1637 ende Joffrouw Livina Brassers starf den 16e December 1649 de Heer Diederik van Coolwyck in sijn leven raadt en burgemr. nUtSgaders baüHuw en dijckgraef van Delfland sterf den 29 November 1688. De Heer Johan van Coolwijck in sijn leven seryant mayoor van een regiment infantrye ten dienste deser lande sterft den 25 October 1694. Deze zerk lag op de oorspronkelijke plaats en dekte N III, 10—12 Eigenaars: 1640 Dirck van Coolwyck; 1716 Adriaan van Coélwyck-1745 Geertruid van de Polder. y 9 Begravenen: 3-12-1688 Oud Burgr. Dirk van Koolwyk, Dijkgr. van Delft; 30-10-1694 Johan van Coolwyk, Capitein-majoor; 3-12-1707 Margaretha van der Sijs, wed. Majoor van Coolwyk; 17-2-1722 Franc van de Polder; 21-2-1722 Justus van de Polder; 5-2-1726 Paulus van de Polder; 30-12-1727 Maria van de Polder van Alkmaar gebracht; 5-11-1732 Mr. Justus van de Polder; 6-7-1735 Comelia Corf, wed. Justus van de Polder; 7-4-1737 Ds. Petrus van de Polder, Predikant te Alkmaar; 4-6-1766 Gerard Cocq, oudRaad en Schepen; 9-8-1768 Geertruid van de Polder, wed. Gerard Cocq; 12-3-1773 Adriana Maria Maasdam, hv. Gerard Stephanus Dedel Cocq; 12- 3-1776 Machelina Lieshout; 17-2-1783 Maria Beatrix Dedel Cocq, wed. Lt.-Colonel en Capitein Abraham Rouveroy; 14-5-1788 Jkvr. Anna Comelia Dedel Cocq; 6-7-1809 overgebracht uit KW 1,10—11 Reynier Hartog, Michiel Hartog en Sofia Christina Heys, hv. van Hermanus Hartog en Jacoba Elsevier; hv. van Michiel Hartog; 24-11-1809 Jacomina Hartog, hv. Abraham Jan Scholten; 24-8-1811 Neeltje van Graauwenhaan, hv. Hermanus Hartogh Heys; 17-5-1815 Maria Hartog, hv. Tobias Drayer en haar doodgeb. kind; 9-9-1816 ak. Hermanus Hartogh Heys; 21-12-1819 bk. Hermanus Hartogh Heys; 1-10-1825 Hendrik Hartogh; 16-11-1826 Hendrik Hartogh; 13- 12-1827 Hendrika Hartogh Heys, ongehuwd. v. d. L. 541; Pr 147, in welk opschrift een regel is uitgevallen; A.N.F. 118®, waar slechts Adriaan van Coolwyck wordt vermeld; Tim 29. 283. (N 3) 198 x 78. In een ovaal de wapens van het echtpaar Louis Elsevier (gevierendeeld door een versmald kruis: 1 en 4 een leeuw, 2 en 3 drie lelies; ht: vlucht) en Ida Hem (een brug met drie poorten waarop een etende gans). Opschrift: ’T graf van Lorijs Elsevier sterfft den 30 November 1675.” Deze zerk lag in 1923 nog op de oorspronkelijke plaats en dekte N IV, 9. Eigenaars: 1675 Ida Hem, wed. Louis Elsevier; 1688 Clara van Buren, wed. Johannes Elsevier; 1697 Maria Elsevier; 1704 Jacobus Elsevier; 1727 Jacobus Spoors; 1736 Gerrit Spoors. Begravenen: 3-12-1675 Louis Elsevier, schilder; 25-3-1678 k. van Sr. Johan Elsevier; 25-3-1678 Geertruid Hem, overgebracht uit N XIII, 3 eenige jaren geleden begraven; 25-2-1682 Ida Hem, wed. Louis Elsevier; 7-12-1682 Peter van Buren; 26-6-1687 Johannes Elsevier, nadat ’t gebeente van Geertruid Hem was gerooid; 3-5-1701 Jacomientje Elsevier, wed. Adriaan Wallpodt; 28-9-1703 Marytje Elsevier; 12-8-1719 Jacobus Elsevier; 25-1-1727 Elisabeth van Exsel, wed. Jacobus Elsevier; 13-1-1733 Maria Strick, wed. Willem Guldenarm. v. d. L. 511; Pr 170; A.N.F. 116'. 284. (N 5) 204 x 157. In een medaillon het wapen van der Hooch: een dorre boom met drie vogels bezet; ht: de boom; en de spreuk „Hoop is lijdens troost”. Opschrift: „Hier leyd begraven Comelis van der Hooge [Arentz, Hoogheemraad van Delfland in zijn leven, sterft den 9® April A° 1535 Bidt voor zijn ziele]. De beide laatste regels zijn afgesneden. Deze zerk dekte N III, 13—14 en lag nog op de oorspronkelijke plaats. Eigenaars: 1625 Arent Aertsz. van der Hoogh; 1650 Capitein Johan van Santen; 1671 Odilia van Santen; 1702 Engelbert van der Myle; 1735 Nicolaas van der Myle. Begravenen: 28-1-1683 Johanna van der Myle j.d.; (Kist Elisabeth van Santen begraven 1679 lager gezet); 22-2-1721 Jacoba van der Myle; 3-8-1730 Engelbreght van der Myle. v. d. L. 542; Pr 146; Tim 2, die de ligging beschrijft: „bij de regeeringsbank". 285. (K 39) 221 x 173. Groote Louis XV zerk met de wapens van Assendelft (stappend paard) en Hoogewerff (twee beurtelings ge- kanteelde dwarsbalken). Opschrift: „Hier rust den Weledele gestrenge Heer Mr. Willem van Assendelft in sijn Ed. leeven raad vroetschap en regerend hoofdofficier deeser stad &c &c &c. gebooren den 26e Maart 1704 overleeden den 20 Janij. 1756.” Deze zerk is overgebracht uit K V, 3—4. Eigenaars: (zie onder n°. 290 tot 1753); 1753 Willem van Assendelft. Begravenen: (zie onder n°. 290 tot 1753); 24-1-1756 Mr. Willem van Assendelft, 40 R.; 18-3-1774 ak. Jacob van Vredenburch; 12-2-1780 ak. Jacob van Vredenburch; 8-9-1781 bk. Jacob van Vredenburch; 6-11-1786 Wilhelmina Magteld van Assendelft, hv. van Vredenburch, met haar doodgeb. kindje; 23-1-1787 Johanna Hoogewerff, wed. Hendrik Franken; 11-1-1796 Adriana Hoogewerff, wed. Willem van Assendelft; 11-1-1814 Mr. Jacob van Vredenburch; 11-10-1822 Aletta Elisabeth Le Jolle, ongehuwd; 24-2-1826 Adriana Willemina van Vredenburch, ongehuwd, v. d. L. 14*; Pr 85; A.N.F. 721; Tim 54. 286. (K 42) 205 x 107. De wapens van der Burch (zie n°. 13) en van der Goes (drie bokkekoppen) aan een strik opgehangen. Opschrift: „Hier leyt begraaven Mr. Franc van der Burch Jansz veertigraad en burgemeester der Stadt Delft etc. etc. obiit den 17® Maart 1775 en desselfs huysvrouwe Anthonia Josina van der Goes obiit den 3® Mey 1790.” Deze zerk dekte K V, 7. Eigenaars: 1624 Jacob Schot tot Amsterdam; 1718 Adriaan van Vredenburch; 1760 Gerard van Vredenburch; 1790 Anthonia Josina van der Burch, geb. van der Goes; 1805 Mr. Hendrik Vockestaert. Begravenen: 13-12-1717 Willem van Vredenburch j.m.; 31-1-1718 juffr. Sara van Vredenburch; 6-11-1761 Agatha Corvina van der Dussen, hv. Gerard van Vredenburch; 22-11-1774 geligt, benevens de wapenkas ge- transporteerd naar ’s Gravesande; 31-7-1790 overgebracht Mr. Franc van der Burch Jansz. en zijne wed. Anthonia Josina van der Goes, overgebracht uit NK II, 3—4. Pr 90. 287. (K 8) 218 x 80. Blanco zerk lag op de plaats van K 1,11, het graf dat in 1625 toebehoorde aan Jan Jacobsz. Thierens. 288. (K 44) 254 x 87. Opschrift: „C.V.B. en A.A.V.S.: (Cornelis) V(er) B(rugge) en A(driana) A(pollonia) v(an) S(taveren).” Deze zerk dekte KV, 10 (verg. n°. 294). Eigenaars: 1644 Ewoud Evertsz. van Bleyswyck; 1658 Mr. Hendrik van Bleyswyck; 1703 Barthold van SlingelandtGovertsz.; 1729 Catharina Maria Vallensis; 1745 Mr. Jacob van der Dussen van Zouteveen; 1786 Ewout van der Dussen, Heer van Zouteveen en Middelhamis; 1786 Hendrik Pieter van Willigen; 1786 Cornelis Verbrugge en Adriana van Staveren; 1804 Catharina Bertha Verbrugge, hv. Jan Hoogeveen; 1804 Rector Jan Hoogeveen; 1807 Wed. Jan Hoogeveen; 1823 Hermina Agatha Theodora Heymans-van Stipriaan Luiscius, wed. Johan Frans. Hoogeveen. Begravenen: 16-8-1625 is Stijntje Willems hierin begraven. Is vol; 20-1-1668 Elisabeth van Heldingen; 4-10-1669 k. van Mr. Hendrik van Bleyswyck; 5-5-1671 k. van denzelfde; 15-5-1723 de Heer O. Burgr. Mr. Ewoud Evertsz. van Bleyswyck; 21-1-1719 juff. Johanna Margaretha van der Burch; 12-3-1726 juff. Helena van der Burch; 29-9-1783 kelder gemaakt; 8-4-1790 Capitein Cornelis Verbrugge; 25-4-1804 Adriana Apollina van Staveren, wed. Capitein Cornelis Verbrugge; 17-12-1804 Catharina Bartha Verbrugge, hv. Rector Jan Hoogeveen; 4-6-1806 Rector Jan Hoogeveen; 22-3-1814 Johannes Franciscus Hoogeveen. Pr 89. 289. (Z 40) 209 x 80. Opschrift: „Anno 1716 S.H.F. (Simon Hendrik Freiquenius) alsmede: „Ik leve niet meer maar Christus leeft in mij” en ’t nummer 5.” Deze zerk dekte K V, 5. Eigenaars: 1625 Hendrik Dirksz. van Nes; 1663 Hendrik van der Eem; 1716 Mr. Simon Hendrik Freiquenius. Begravenen: 4-9-1664 Anna van der Dussen, hv. Mr. Hendrik van der Eem; 28-12-1682 k. van Heer Rogier, baron van Leefdael; 21-7-1687 Mr. Hendrik van der Eem, per abuis in 6® gr.; 29-4-1692 Cunera van der Eem j.d.; 1716 dr. van Ds. Freiquenius; 12-2-1720 Sara van Tiel; 25-5-1720 ak. Mr. Simon Hendrik Freiquenius; 1-11-1759 Mr. Simon Hendrik Freiquenius. v. d. L. 10!; Pr 86; Tim 49. 290. (Z 41) 200 x 71. In een ovaal cartouche de wapens van het echtpaar Hendrik Hendnksz. van den Mierop (dne vogels) en Ida Meerman (zie n°. 62). Opschrift: „Hier leyt begraven Heindrick van den Myerop starf den 20®“ July ano 1640 en syn huysvrou.” Deze zerk dekte in 1923 K V, 6 doch moet verlegd zijn van K V, 3, toen de groote kelder van Assendelft werd gemaakt in ± 1753. Eigenaars: tot 1753 van K V, 3 (zie verder n°. 285); 1636 Hendrik van den Mierop; 1642 Dirk van den Mierop; 1672 Elisabeth van den Mierop; 1714 Magdalena van den Mierop; 1745 Jan Proot; 1752 Pieter Kleyn (koster der kerk], Begravenen onder deze zerk: 9-10-1690 k. van Johannes Swalmius19-11-1693 Ds. Johannes Swalmius; 27-3-1696 bk. wed. Ds Johannes Swalmius; 5-10-1712 bk. Mr. Cornelis ’s Gravesande. v. d. L. 101; Pr 87; A.N.F. 102®. 291. (K 48) 225 x 148. Het volledig wapen van Bleyswyck (zie i°. 77) met daarboven 4 kwartierwapens: 1. van Bleyswyck; 2. van Ier Graft (toren); 3. van Wel (dwarsbalk beladen met drie St. Andriescruisjes naast elkander); 4. Proeis (een boven gekanteelde dwarsbalk) Opschrift: „Hier leidt begraven de Hr. Dirck Guliaemsz van Bleyswijck in sijn leven rt. en vroetscap deser stadt sterft den 3 October 1694 oudt 42 jaaren en sijne vader de Heer Gulielmus van Bleyswijck natus Juny 1622 obijt den 16 Januarij 1701 ende sijn Wel Ed. Huysvrouw vrouwe Cathrina van Well geboore int jaar 1627 en gestorve 1722. De Heer Francois Guillamsse van Bleyswijk in sijn WelEd. leeven raat en burgemeester deser stad geboore 1657 en gestorve 1723 en deszelfs broeder d’Heer Abraham Guiljaamze van Bleyswijk in zijn leven raad en vroedschap deser stad geboore, 18 Mei 1663 gestorven 8 Sept. 1739.” Deze zerk dekte K VI, 1—3. Eigenaars: 1625 Pieter Willemsz. Voorstad; 1673 Jan Teding van Berckhout; 1694 Guilliam van Bleyswyck; 1724 Abraham van Bleyswyck; 1739 Guiljelmus van Bleyswyck; 1765 Geertruida Anthonia van Bleyswyck1791 Frans Diderik Cau; 1820 Abraham van Schuylenburch. Begravenen: 9-12-1669 Margaretha van Neck, wed. Arent van der Vorst; 13-10-1694 Dirk van Bleyswyck, R. en Vr.; 30-6-1695 Theodorus van Bleyswyck, uit de N. Kerk getransporteerd; 25-1-1697 Antonetta Blonck hv. Abraham van Bleyswyck; 11-7-1698 Elisabeth van Bleyswyck hv! Johannes de Kranckel, Ds. te Wateringen; 21-1-1701 Guiljam van Bleyswyck; 6-5-1706 Geertruit van Lamswaert, tweede hv. Abraham van Bleyswyck’ 22-9-1707 bk. Abraham van Bleyswyck; 2-6-1710 ak. van denzelfde; 3-7-1710 ak. van denzelfde; 26-1-1712 Willem van Bleyswyck; 22-9-1722 bk Mr Willem Jan Schimmelpenningh; 30-10-1722 Catharina van Wel; 23-8-1723 Oud Burgr. Franchois van Bleyswyck; 23-9-1734 Catharina van Bleyswyck hv. oud Sch. Dirk Ingelby; 14-9-1739 Abraham van Bleyswyck; 22-10-1740 bk. GuiUelmus van Bleyswyck; 16-9-1746 Wilhelmina van Dongen, wed. Burgr. Francois van Bleyswyck; 6-2-1761 Catharina Maria van Bleyswyck; 30-6-1762 Adriaan van Schuylenburch, uit ’s Hage; 26-11-1762 Mr. Guillelmus van Bleyswyck, R. en Pres. Burgr.; 6-6-1764 Hillegonda Magteld van Til, wed. Mr. Guiljelmus van Bleyswyck; 19-6-1788 Catharina van Bleyswyck, wed. Adriaan van Schuylenburch; 8-7-1790 Vr. Geertruida Anthonia van Bleyswyck, hv. Mr. Pieter van Bleyswyck; 9-11-1811 Anna Anthonia van Bleyswyck, hv. van Mr. Abraham van Schuylenburch; 15-11-1814 Mr. Abraham van Schuylenburch; 21-3-1815 Adriana Catharina van Schuylenburch; 26-1-1821 Dionysea Jenella van Schuylenburch, hv. Mr. Dirk Graswinckel; 27-8-1821 bk. Abraham Graswinckel; 21-7-1824 ak. van denzelfde; 28-9-1825 bk. van denzelfde; 3-2-1829 bk. van denzelfde; 1-9-1829 Johanna Catharina van Maanen, wed. Johan Jacob Ernst. v. d. L. 122; Pr 84, die foutief noteert van der Graeff in plaats van van der Graft, en Proeys niet volledig opneemt; A.N.F. 723; Tim 47. Afgebeeld n°. 22. 292. (Z 43) 198 X 91. In een cartouche een gedeeld wapen: a. van der Hoeff (n°. 13) en b. van der Hooch (n°. 284), opgehangen aan een tak. In de hoeken de 4 kwartieren: 1. van der Hoeff; 2. van der Burch (n°. 13); 3. van der Hooch; 4. Sasbout (n°. 229). Opschrift: „Sepulture van Jan Raets starf den 19 December anno 1605. Michiel Lambrechtsz. van Kriekenbeek starf en Margaretha van der Hoogh sijn huysvrouw starf den 2en July anno 1616.” Deze zerk dekte K V, 8. Eigenaars: 1624 Sasbout van der Dussen (gehuwd met Anna van der Hooch, de zuster van Margaretha, die met hare beide echtgenooten op de zerk vermeld staat); 1649 Pieter van der Dussen (broeder van Sasbout); 1662 Cnmplia van der Dussen Pietersd., wed. van Jonker Aert Jan van Renoy van Spijk; 1678 Boudewyn van Renoy (zijn zoon); 1709 Aert Jan van Renoy Sasboutsz. (kleinzoon); 1748 Hendrik de Vogel; 1784 Hendrik de Vogel; 1817 Jan van Kuyk; 1825 Gerrit van Kuyk Jz. Begravenen: 28-3-1675 Comelia van der Dussen, wed. Jhr. Aert Jan van Renoy; 17-11-1755 Agatha de Vogel, hv. Comelis van Ruyven; 28-1-1756 ak. Comelis van Ruyven; 24-10-1764 Pieter Pietersz. de Vogel; 27-11-1767 Sara de Visser, hv. van Hendrik de Vogel; 4-5-1771 ak. Jacob de Vogel; 25-3-1775 Jacob de Vogel (zoon van Sara de Visser); 6-10-1784 Hendrik de Vogel; 29-1-1787 ak. Johan van Kuyk. v. d. L. II1; Pr 88; A.N.F. 1023. Gen. Wittert bl. 431 en 1192. Ned. Patr. VI, 211. 293. (Z 15) 223 X 79. Blanco, overgebracht van K II, 9. 294. (Z 45) 205 x 78. Opschrift: „C.v.B. en A.A.v.S.: C(omelis )V(er) B(rugge) en A(driana) A(pollonia) V(an) S(taveren). Deze zerk dekte KV, 11 (verg. n°. 288). Eigenaars: 1624 Stijntje Willems, brouwster „in de Visch”; 1633 Willem Comelisz. van der Burch; 1644 Comelis van der Burch; 1685 Mr. Willem van der Burch; 1695 Mr. Adriaan van der Burch; 1703 Helena van der Burch; 1726 Comelis van Cleef, Raad en oud-Schepen van Utrecht; 1782 Maria Johanna van Willigen; 1786 Comelis Verbrugge en Adriana Apollonia van Staveren, echtelieden; 1804 Catharina Bertha Verbrugge, hv. Jan Hoogeveen; 1804 Rector Jan van Hoogeveen; 1807 Wed. Jan van Hoogeveen; 1823 Hermina Agatha Theodora Heymans-van Stipriaan Luiscius, wed. Johan Frans Hoogeveen. Begravenen: 6-11-1663 Margaretha van der Burch; 12-3-1664 Comelia van der Burch; 11-7-1669 dr. van Comelis van der Burch; 17-9-1676 Comelis van der Burch; 20-4-1685 Reynburgh van den Heuvel, wed. Comelis van der Burch. Pr 89. 295. (Z 31) 195 X 116. In een vierkant de wapens van het echtpaar Abraham van Bleyswyck (zie n°. 77) en Maria Gribius (een zwijnskop). Opschrift: „Hier rust Ds. Petrus Gribius gebn. 25 Octobr. 1651 overlede 30 Octobr. 1739 geweest 54 jaren praedikant alhier. Vrouwe Maria van Bleiswijk gebooren Gribius den 13 Augusti 1685 overleden den 18 November 1751. De Heer Dr. Abraham van Bleyswijk raad en burgemeester deser stad hoogbailliuw en opperdijkgraaf van Delfland, bewindhebber van de Oost-Indische compagnie enz. enz. geboren dn 17 July 1686 dn 22 Yany 1761.” Deze zerk dekte K IV, 3. Eigenaars11624 Mozes Jansz. van Nederveen; 1625 Johan van Nederveen; 1659 Barbara van Nederveen; 1681 Salomon van der Heul; 1705 Petras Gribius; 1740 Pieter van Bleyswyck; 1793 Mr. Willem van Groenewegen; 1816 Hugo van Beresteyn. Begravenen: 22-11-1686 Johanna van der Heul, hv. Dr. Johan Krul; 9-6-1688 Anna van der Heul, hv. Comelis Taal, Burgr. Brielle; 22-12-1699 doodgeb. k. van den heer Koek; 4-11-1739 Ds. Petras Gribius; 24-11-1751 Maria Gribius, hv. Burgr. Abraham van Bleyswyck; 28-1-1761 Dr. Abraham van Bleyswyck, 40 R. etc. v. d. L. 14»; Pr 95; A.N.F. 72»; Tim 53. 296. (Z 16) 236 x 81. Blanco, overgebracht van K II, 10. 297. (Z 58) 221 X 151. De wapens van het echtpaar Adriaan Heinsius (gevierendeeld: 1 en 4 een vijfpuntige ster waarboven een ' liggende wassenaar; 2 en 3 een kruis beladen met vijf rozen, vergezeld van vier blokjes; ht: uitkomende griffioen) en Maria Dedel (n°. 32). Omringd door 8 kwartieren: links Heinsius (het le kwartier); 2. van Bleyswyck (zie n°. 77); 3. Billettes (het 2» kwartier van Heinsius); 4. Fyck (1 en 4 drie kannen; 2 en 3 drie liggende plompebladeren); rechts: 1. Dedel; 2 Outheusden (drie vairpalen, met een schildhoofd beladen met twee rozen); 3. van Leeuwen (een dwarsbalk beladen met drie mispelbloemen, en vergezeld van drie leeuwen 2 en 1); 4. Spronck (rechterschuinbalk beladen met vier sterren boven vergezeld van een leeuw). Opschrift: „Hier rusten Adnaen Antonisse Heinsius, raed en schepen deser stad geb. 25 Jan. 1615 obiit 15 July 1679 en sijn huysvrouw Maria Bruynsdr. Dedel geb. 14 December 1614, obiit 6 Maert 1692, met drie van haare kinderen. Anthony Heinsius secretaris, daema pensionaris deser stad, bewmthebber van de Oost Indische compagnie, 31 jaeren raedpensionaris, groot zegelbewaerder, stadhouder en registermeester van de Leenen van Holland en Westvnesland, gecommitteerd als extraordinaris envoie na Vrankrijk, commissaris deciseur na Engeland, ambassadeur en plenipotentians op de Vredehandeling tot Rijswijk geb. 22 November 1641 obiit 3 Augustij 1720. Erkenraed Heinsius geb. 2 Maert 1643 obiit 7 Junij 1708. Maria Heinsius weduwe wijlen Frederick Sluysken heer van Terhorst president van den hove van Hollandt geb. 8 Augustij 1648 obiit 2 Februarij 1718.” Deze zerk dekte K VII, 1—2. Eigenaars: 1670 Daniël de Bergh Jacobsz.; 1680 Aemilia de Bergh, wed. Dirck van Lodensteyn; 1686 Aemilia Daniëls de Bergh; 1695 Dr. Comelis van Schagen; 1696 Mr. Anthony Heinsius, raadpensionaris van Holland; 1720 Anthony van der Henn, secretaris van de Generaliteitsrekenkamer; 1764 Mr. Jacob van der Heim; 1800 Paulus van der Heim. Begravenen: 20-9-1670 uit N.K. uit het graf van Sr. de Bergh kisten gehaald en in deze nieuwe kelder gezet; 13-4-1671 Jacob Daniël de Bergh, van Leiden gebracht; 31-10-1673 Soetge van der Dussen, hv. Daniël de Bergh; 21-8-1679 Schepen Daniël Jacobsz. de Bergh; allen getransporteerd naar N IX, 7; 9-3-1691 Aemilia de Bergh, wed. Mr. Abraham van Kleeff, naar N IX, 7; 24-3-1696 Mana Dedel en oud-Sfchepen Adriaan Heinsius uit N XIII, 7 getransporteerd; 11-6-1708 Erkje Heinsius; 8-2-1718 Maria Heinsius, wed. Frederik Sluysken, heer van ter Horst; 8-8-1720 Mr. Antony Heinsius, Raadpensionaris; 18-1-1796 Maria Hehriëtte Slicher, hv. Gerlach Jan Herbert van der Heim; 13-4-1809 Jkvr. Johanna van der Heim; 3-10-1811 bk. Mr. Paulus van der Heim uit Amsterdam; 27-6-1814 Jkvr. Hendrika Cathanna van der Heim; 11-4-1823 Jhr. Paulus van der Heim. v. d. L. 132; Pr 73, die 1642 foutief leest; A.N.F. 72*; Tim 45. 298. (Z 34) 198 x 86. Opschnft: „Grafstede van den Hoog Ed. Gest Heer Matthias Adiraan Snoeck kolonel ingenieur ridder der Militaire Willemsorde en desselfs echtgenoot Vrouwe Geertruida Helena Meynhardt anno 1821.” Deze zerk dekte K IV, 10. Eigenaars: 1630 Jan Ariëns, Cruydenier; 1637 Philips Geerlofs; 1656 Mr. Claes Verheul; 1686 Johan Benjamin Verkolje; 1716 Anna Verheul; 1720 Nicolaas Verkolje; 1821 Matthias Adriaan Snoeck, Collonel-Directeur der Genie. Begravenen: 14-3-1673 Mr. Philips Verheul, chirurgijn; 15-3-1675 Mr Nicolaas Verheul, chirurgijn; 22-9-1685 Maria Philips van Velsen, wed’ Nicolaas Verheul; 8-5-1693 Sr. Johan Verkolje, konstschilder; 25-5-1720 Anna Verheul; 29-10-1821 Jonkvrouwe Anna Catharina Snoeck; 7-7-1823 bk. en ak. van den WelEd. Gestr. Heer Dirk Bos; 12-4-1828 Otto Koelman Frederick Snoeck j.m. Pr 94. 299. (Z 35) 219 x 77. Opschrift: „Hier onder leid begraven Domine Gerardus van Heil gebooren den 6 Decbr. 1669 gestorven den 11 Octobr. 1719 bij de 6 jaar alhier predikant geweest.” Deze zerk dekte K IV, 11. Eigenaars: ± 1630 Maertgen, Annetjen en Trijntgen, kinderen van Philips Jacobs; 1668 Johan van der Meer; 1685 Maria van der Meer, hv. Johannes Costerus; 1719 Agatha Verloo, wed. Ds. van Hel; 1750 David Joan Thilenius. Begravenen: 3-11-1664 Catharina van der Burch; 3-11-1667 Anna van der Burch; 18-3-1682 Comelia van Voorburch, hv. Dr. Johannes van der Meer; 22-2-1683 Dr. Johannes van der Meer; 14-11-1689 Agatha van der Meer bej. d.; 5-3-1691 Catharina van der Meer bej. d.; 26-5-1711 Maria van der Meer; 2-11-1719 Ds. Gerardus van Hel; 5-5 1749 Maria Agatha Verloo, wed. Ds. van Hel. Test. van de wed. van Heil 26-3-1737 (C. P. 2715 f 25) v. d. L. 201; Pr 93; Tim 49. 300. (Z 46) 224 x 166. In een ovaal de wapens van Lodensteyn (zie n°. 26) en van Bleyswyck (zie n°. 77) aan een strik opgehangen en gekruiste palmen er onder. Opschrift: „Sepulture. Hieronder leyt begraven Johan van Lodenstem starft burgemeester der stadt Delft op den 4 Octv XVIc en XXVI.” • y' Deze zerk dekte K V, 12—13, en behoort bij epitaaf n°. VI. Eigenaars: 1626 Mr. Eduard van Lodensteyn; 1674 Mr. Hendrik van Bleyswyck; 1703 Mr. Barthout van Slingelandt Govertsz.; 1728 Mr. Barthout Barthoutsz. van Slingelandt; 1756 Elisabeth Catharina Graswinckel-van Shngelandt; 1825 Mr. Joan Willem Graswinckel. Begravenen: 3-2-1668 Burgr. Everardus van Lodensteyn; 10-10-1670 Philippina van der Goes; 2-3-1674 Margaretha van der Vorst, wed. Burgr. Everardus van Lodensteyn; 1-7-1692 Mr. Ewout Hendriksz. van Bleyswyck j.m.; 7-9-1699 bk. Mr. Barthout van Slingelandt; 21-2-1750 bk. van denzelfde; 16-2-1752 Mr. Bartholomeus van Slingelandt, 40 R.; 20-2-1756 Anna Maria van Overschie, wed. Mr. Bartholomeus van Slingelandt; 11- 4-1758 bk. David Graswinckel; 24-12-1759 Johanna Margaretha Ingelby, hv. F. J. van Overschie; 2-4-1764 ak. Johan Herman Graswinckel; 20-12-1766 Maria Catharina Graswinckel; 4-10-1780 Cathalina Wilhelmina van Shngelandt, hv. Johan Herman Graswinckel, van Haarlem gebracht; 8-7-1783 doodgeb. k. Mr. Joan Willem Graswinckel; 23-12-1784 ak. (Comelia Hillegonda) van denzelfde; 7-11-1787 bk. (David Christiaan) van denzelfde; 9-12-1791 Joan Herman Graswinckel, van Haarlem; 27-6-1792 bk. (David) van Joan Willem Graswinckel; 3-12-1793 ongedoopt ak. van denzelfde; 16-9-1796 ak. Dirk Graswinckel; 20-10-1803 David Graswinckel; 17-9-1811 Anna Petronella des Villattes, hv. Mr. Joan Willem Graswinckel; 19-7-1814 MagHalena. Anna Elisabeth Graswinckel, hv. Joan Bosch; 19-9-1817 Comelia Hillegonda Graswinckel, hv. Willem Gustaaf Jacob Baron van Boetzelaer; 22-11-1824 Elisabeth Christina van Slingelandt, wed. David Graswinckel; 19-1-1829 Mr. Joan Willem Graswinckel. v. d. L. 12*; Pr 91; A.N.F. 1028; Tim 21. 301. (K 21) 204 X 95. Het wapen Wittert (dwarsbalk, boven vergezeld van drie zespuntige sterren, onder van twee vogels) ht: een geschaakt kruis; met twee beeren als schildhouders en de spreuk: „Candore et ardore”. Opschrift: „Grafstede van Wittert.” Deze zerk dekte K III, 4. Eigenaars: 1625 Comelis de Bye; 1636 Comelis Jan van Velden; 1693 Comelis [Persijn van] Ouwendyck; 1717 Willem [Persijn van] Ouwendyck; 1745 Mr. Adriaan Wittert Comelisz.; 1775 Adriaan Wittert Adnaansz. Begravenen: 7-4-1673 k. van Dr. Reynier de Graaff; 21-8-1673 Dr. Reynier de Graaff; 22-10-1685 Comelis Jansz. van de Velden; 25-4-1691 Maria de Bye, wed. Sr. Comelis Jansz. van de Velden; 16-6-1703 Elisabeth Bugge; 12- 11-1703 Maria Margaretha Dedel, hv. Comelis [Persijn van] Ouwendyck; 5-5-1704 Comelis [Persijn van] Ouwendyck; 2-2-1705 Barnardus Kraeyvanger; 18-5-1736 de Heer Petrus Nelis, priester; 29-3-1737 Franciskus Koppens, priester; 22-12-1753 Jkv. Comelia Wittert geest, dogter (met toestemming der Ouwendycks). Pr 98. Afgebeeld n°. 28. 302. (K 7) 100 X 54. Twee wapens: a. een keper vergezeld van drie vogels, die onder de keper met uitgespreide vleugels; b. een leeuw. Opschrift: „Hier leit begraven Neeltgen Boudewynen sterf den 23 November 1600.” V. d. L. deelt mede dat deze zerk lag in de Noordtrans en meent dat het mannelijk wapen Thuynhuyzen is. v. d. L. 61*; Pr 267; A.N.F. 120». 303. (K 36) 234 x 161. In een medaillon met bijwerk en twee vazen met bloemen, het wapen van Loon (doorsneden: a. twee afgewende moorekoppen; b. drie, 2 en 1, molenijzers; ht: een moorekop. Opschrift: „Hier leyt begraven Emerentia van Loon huysvrou van Adriaen van Vredenburch starf den 17 January anno 1632.” Deze zerk dedte K IV, 12—13. Eigenaars: 1632 Johan van Loon; 1632 Maria Gerritsd. van der Eyck; 1644 Aeltje Gerritsd. van der Eyck; 1660 Capitein Harpert Tromp; 1696 Maerten Tromp; 1721 Caspar van Kinschot, officier; 1763 Anthony van Kinschot. Begravenen: 15-2-1679 Jacob van Vredenburch; 18-8-1721 Catharina de Beyer eerst wed. Maarten Tromp, daarna wed. Johannes van Steeland [overleden te Aken 11 Juni 1721]; 21-8-1728 bk. Mr. Johan Karei de Roo; 30-8-1734 Mr. Maerten Comelisz. van Beresteyn, heer van Maurick, Schepen ’s-Hertogenbosch, overleden te Rotterdam; 8-10-1738 Alyda Pauw, wed. Mr. Anthon Gunther van Kinschot; 21-2-1753 de Heer van Beresteyn, gelicht en begraven Sara Harpertina van Kinschot, hv. Mr. Joan Carel de Roo van Rosenburg; 19-6-1760 Mr. Willem de Roo van Rosenburg; 4-12-1761 bk. Mr. Johan Carel van Alderwereld; 5-1-1762 Johan Carel de Roo van Rosenburg; 13-9-1788 Mr. Gaspar de Roo van Rosenburg. Test. Emerentia van Loon 28-12-1631 (de Gr. 1715 f81). v. d. L. 9*; Pr 92; A.N.F. 102». 304. (K 23) 213 X 117. In een medaillon de gecombineerde wapens van Groenewegen (zie n°. 97) en van der Burch (zie n°. 13) opgehangen aan een tak. Opschrift op cartouches: „’t Graff van Simon Adriaensz. van Groenewegen starf den 29 Maert 1629 en Hadewey Adriaensdochter van der Made sijn huisvrou starf den 6 Octobris 1624. Hier leyt begraven Adriaan Simonsz van Groenewegen starf den 24 Decembris anno 1603 ende Maria Woutersd. van der Burch sijn huysvrouwe starft den 23 April anno 1607. Anno 1603.” Deze zerk dekte K III, 8—9. Eigenaars: 1624 Simon Adriaansz. van Groenewegen; 1632 Maria Simonsd. van Groenewegen; 1655 Adriaan Simonsz. van Groenewegen; 1658 Volkje . Simonsd. van Groenewegen; 1687 Mr. Dirk van Groenewegen van der Made; 1663 Mr. Comelis Onderwater; 1683 Comelis Soetens. Begravenen: 11-7-1662 Volkje van Groenewegen; 24-3-1731 oud-Burgr. Dirk van Groenewegen van der Made; 22-5-1761 Anna Maria Boogaert van Beloys, zijne wed.; 16-6-1740 door order van Mevr. van Groenewegen van der Made begraven Mr. Gerart Boogaert. v. d. L. 7»; Pr 99; A.N.F. 72'. Afgebeeld n°. 14. 305. (K 5) 222 x 78. Blanco, dekte in 1923 K I 9 en behoorde bij K110 van Pieter Ronaer. 306. Een gedeeld wapenschild waarop twee wapens: a. Bogert (een blok waarop door een bijl een stuk hout wordt gekloofd); b. van der Dussen (zie n°. 35). Opschrift: „Hier leyt begraven Maerten Michgiels Bogaert starf den Villen April anno MVIc XXXVIII.” Deze zerk dekte het graf K II, 13. Later zijn er de graven Koor II, 10,11 en 12 bijgevoegd. Eigenaars II, 13: 1638 Machtelt Dirksd. van der Dussen; 1644 Michiel Maartensz. Bogaert; 1647 Dirk Maartensz. Bogaert; 1691 Maria Dirksd. Bogaert; 1733 Cathalina van der Dussen, wed. Ingelby; 1740 Dirk Ingelby; 1749 Magdalena Ingelby; 1791 Diderik Leendertsz. van Blommestein. Begravenen II, 13: 26-2-1678 Belia Dirksd. Bogaert j.d.; 1-1-1681 Dirk Maartensz. Bogaert; 26-5-1691 Yda Holthuysen, wed. Dirk Bogaert; 10-8-1693 bk. Mr. Maerten van Hoogenhouck; 24-6-1695 kk. Mr. Maerten van Hoogenhouck; 7-3-1733 Maria Dirksd. Bogaert. Eigenaars II, 10: 1625 Abraham Maertensz. van Hoogenhouck; 1649 Mr. Maerten van Hoogenhouck; II, 11—12: 1625 Adriaen Maertensz. van Hoogenhouck; 1638 Comelis Maertensz. van Hoogenhouck; 1670 Mr. Maerten Abrahamsz. van Hoogenhouck, eigenaar ook van II, 10; 1686 Mr. Abraham Maertensz. van Hoogenhouck; 1708 Mr. Arent Maertensz. van Hoogenhouck; 1734 Mr. Arent van Bleyswyck; 1741 Mr. Maerten van Bleyswyck; 1752 Mr. Barthoud van Slingeland. Begravenen II, 10—12: 8-9-1665 Mr. Jacob van Hoogenhouck; 7-9-1666 Margrieta van Hoogenhouck; 7-9-1670 Alida van Hoogenhouck overgebracht uit N IV, 13 (het graf van haren zwager Hugo ’s Gravesande); 11-3-1673 Mr. Maerten van Hoogenhouck, [wed. Sara van Beresteyn]; 24-4-1677 k. van Mr. Abraham van Hoogenhouck; 28-2-1681 k. van Mr. Maerten van Hoogenhouck; 28-2-1681 en 25-7-1683 kinderen van Mr. Anthonie Weveringh: 18-5-1696 Emmerentia Prins hv. Ds Boudens; 14-6-1704 Franfois Boudens; 3-3-1708 Mr. Abraham van Hoogenhouck; 10-12-1715 Maria Struyck, huishoudster van den Heer van Hoogenhouck; 4-2-1719 Mr. Arent van Hoogenhouck. Test. Maerten Michiels Bogaert 19-3-1638 (v. d. W. 1919 f 328). v. d. L. 6*; Pr 105; A.N.F. 72*. 307. (Z 4) 148 x 70. In een vierkant het wapen Schilperoort (zie n°. 269); ht: vogel tusschen een vlucht. Opschrift: „’t Graf van Mr. Jacob Schilperoort ordinaris chirurgijn deser stede starf den 9®1 February ao 1648. Hier leyt begraven Pieter Claesz. Schilperoort starf den 25 December ao 1636 en de letters „8 P. 5 G”.” Deze zerk dekte Z VIII, 5. Eigenaars: 1625 Mr. Jacob Claesz. Schilperoort; 1648 Mr. Nicolaas Verheul; 1686 Johan Benjaminsz. Verkolje; 1716 Nicolaas Verkolje. Begravenen: 22-9-1670 Jannetje Comelisd. Verheul; 22-4-1680 k. van Johan Verkolje; 3-1-1681 bk. van Arent van Zaanen; 8-9-1684 Johanna van de Velden bej. d.; 16-12-. k. van Johan Verkolje; 19-7-1688 bk. van Sr. Johan Verkolje; 1-10-1709 Quirina Verhoek, wed. Arent van Zaanen. Test. Jacob Schilperoort 22-7-1645 (de L. 1692), Pieter Schilperoort 17-7-1630 (J. v. S. 1827 f64). v. d. L. 87»; Pr 227; A.N.F. 123*. 308. (K 60) 227 x 80. In een Louis XV cartouche het wapen Dierkens (een adelaar met als hartschild een verhoogde dwarsbalk beneden vergezeld van een keper [Buvignies]); vergezeld van 8 kwartieren: links 1. Dierkens; 2. Walens (drie jachthoorns); 3. Carpentier (keper beladen met vijf wassenaars); 4. Viviën )keper vergezeld van drie (2, 1) ossekoppen; rechts: 1. van Schuylenburch (drie weerhaken); 2. van der Vliet (een golvende dwarsbalk waarop een eendje); 3. van der Wielen (gedeeld: a. drie pijlpunten, omlaag gericht; b. een Leeuw waarover heen een balk; 4. van de Camer (keper vergezeld boven van twee sterren beneden van een gewenden gezichtswassenaar). Opschrift: „Hier legt begraven Mr. Nicolaas Dierkens heere van Buvignies raad en schepen der stad Delft etc. etc. obiit XV febry MDDCCLI. Hier legt begraven en desselfs huisvrouwe Anna Maria van der Goes .obiit IX Febry MDCCXCII.” Deze zerk dekte K VII, 5 en was ook bestemd voor Mr. Franck van der Burch, de echtgenoot van Anna Maria van der Goes, die evenwel is hertrouwd met Maria Jacoba van der Steen, en begraven is N.K. II, 2/3. Eigenaars: 1624 Pieter Joosten van Ruyven; 1628 Harman Pietersz. van Ruyven; 1648 Pieter Harmansz. van Ruyven; 1680 Magdalena van Ruyven; 1748 Christoffel van der Sluys; 1750 Pieter Kleyn; 1751 Salomon Dierkens; 1769 Willem Hendrik Dierkens; 1776 Jacoba Amantha Dierkens, geb. de Salis; 1783 Johan Adriaan van Westreenen; 1792 Mr. Franc Willemsz. van der Burch. Begravenen: 11-10-1678 Catharina van Ruyven, hv. van Hendricus van Wou; 26-10-1678 Pieter Harmansz. van Ruyven; 20-2-1751 Mr. Nicolaes Dierkens, heer van Buvignies, R. en Sch.; 15-5-1792 is Anna Maria van der Goes, hv. Franc van der Burch Willemsz., overgebracht van K VI, 6/8, en daarna naar NK II, 2/3. v. d. L. 23»; Pr 127; A.N.F. 72‘; Tim. 54; rb. N.L. 1902, 42. 309. (K 13) 201 x 87. In een ovaal cartouche het wapen de Haen (gedeeld: a. een haan; b. doorsneden: boven een wereldbol, onder drie schapen boven elkander. Opschrift: „Hier leyt begraven Dirck de Haen, starf den 15e Decemb. Anno 1637.” Deze zerk dekte K II, 7. Er lag nog zulk een zerk (de oude van K II 7?) op K—V. II, 1/2. Volgens v. d. Lely is de linkerhelft van het wapen de Haes. Eigenaars: 1637 Jan de Haen; 1638 Jannetje Lambrechts; 1646 Jan de Haen; 1715 Dirk Hermans de Haen; 1669 Dirk Rogge; 1800 Mr. Jacob Hendrik Onderdenwijngaart Canzins. Begravenen: 7-8-1668 Elisabeth Bruyns, wed. Jan de Haen. Test. Dirk Harmensz. de Haen 24-11-1631 (J. v. S. 1827 f 94); boed. 24-8-1638 (v. d. W. 1926 f 22) 5® rekening 2-6-1696 (P. d. B. 2342 f 1). v. d. L. 6*; Pr 104; A.N.F. 72'. 310. (K 22) 203 x 73. Blanco, overgebracht van K III, 5. 311. (K 50) 203 X 88. De wapens van het echtpaar Hilbrant van Swanenvelt (gevierendeeld: 1 en 4 een zwaan; 2 en 3 een beurtelings gekanteelde balk vergezeld van drie (2 en 1) lelies; ht: zwaan tusschen vlucht) en Tryntje Comelisdr. (drie wassenaars); onderaan een hand, duidende op het feit dat Swanevelt verver was in de „blauwe hand”. Opschrift: „Sepultuere van Hilbrant Claesz. Swanevelt starf den 12e Mey ao. 1625. — Hier leyt begraven Claes Willemzoon Verwer starf den 2 Novembr. 1613 en Catrijna Pietersdr. sijn 2e huisvro starf den 12 Septemp. 1604.” Deze zerk dekte K VI, 6 en is midden 18e eeuw vereenigd met 7 en 8 tot een kelder. Eigenaars: 1624 Hillebrant Claesz. Swanevelt; 1643 Comelis Swanevelt; 1655 Catharina Swanevelt; 1669 Theophila Beynham; 1688 Catharina Beynham; 1700 Catharina Aynsworth; 1708 Willem Thompson; kelder 6/8: 1755 Maria Benjamins; 1758 Comelia Maria Taal, wed. burgr. Adriaan van der Goes; 1769 Antonia Josephine van der Burch, geb. van der Goes; 1805 Mr. Hendrik Vockestaart. Begravenen: 12-4-1667 Paulus van Beresteyn, Capitein; 30-12-1668 Catharina Swanevelt, wed. Theophilus Beynham; 6-6-1758 Adriaan van der Goes, 40 R.; 21-11-1766 Comelia Maria Taal, wed. Adriaan van der Goes; 14-2-1792 Maria van der Goes, hv. Mr. Franck van der Burch, oud-Burgr., overgebracht K VII, 5. v. d. L. 15»; Pr 82; A.N.F. 102*. 312. (K 25) 81 x 52. Blanco, fragment van KIII, 11, met de letters „3 P n°. 11”. 313. (K 14) 175 X 78. Opschrift: „De letters I.V.K. (Jacob van der Kemp).” Deze zerk dekte K II, 8. Eigenaars: 1625 Lysbeth Gerrits, wed. Floris Fransz. van Dyck; 1718 Johan Westerick; 1724 Jacob van der Kemp; 1757 Dr. Willem Box; 1781 Anthony van der Kemp. Begravenen: 30-9-1679 Huybert Comelisz. Kuyper; 28-9-1680 Jacob Passant; 9-9-1680 k. van Jacob Passant; 12-6-1682 Lysbeth Gerrits, wed. Jacob van Noorden; 19-6-1724 Judith Kroonevelt; 27-6-1724 bk. Jacob van der Kemp; 30-6-1732 Comelia ’s Gravelaer,, wed. Hendrik Kroonevelt; 8-12-1734 bk. Jacob van der Kemp (over de 11 jaar); 11-2-1752 Sr. Jacob van der Kemp; 29-11-1763 Willem Box; 18-12-1772 Mr. Gerrit Herman Oosterdyk; 31-12-1776 Hendrina van der Kemp; 11-5-1804 Neeltje van den Ende, hv. Anthony van der Kemp; 23-3-1809 Anthony van der Kemp; 8-12-1812 Neeltje Anthonie van Tricht, hv. Gerrit van Kuyk. Test. Jacob van der Kemp m.e. (Judith Krooneveld) 10-6-1724 (H. v. L. 2576); met tweede echtg. 27-7-1732 (J. v. d. W. 2618 f 144). Pr 106. 314. (K 51) 233 x 145. Het wapen van der Dussen (zie n°. 35) met zittenden hond als ht; vergezeld van 4 kwartieren: 1. van der Dussen; 2. Sasbout (zie n°. 229); 3. (een geschaakt kruis, vermoedelijk het wapen van der Dussen een geschaakt St. Andrieskruis, doch dan 45° gedraaid); 4. (drie koeiekoppen, denkelijk du Pont). Opschrift: „Het graf van den E. Heere Jacob van der Dussen heere van Heerencarspel, Calversdijk, Dirckshom, ec. Burgemr. der stat Delf en Ho. Heemraedt van Delflant met sijne huysvrouwen ende nacomelyngen. Geertruyt van Heemskerck sijn eerste huysvrou starff den " Dit graf dekte K VI, 7—8 en behoort bij epitaaf n°. V. Eigenaars: 1655 Schepen Isaak Graswinckel; 1717 Mr. Reyer van der Burch; 1740 Franck Reyersz. van der Burch; Kelder 6—8; 1755 Maria Benjamins; 1758 Comelia Maria Taal, wed. van Burgr. Adriaan van der Goes; 1769 Antonia Josephina van der Burch, geb. van der Goes; 1805 Mr. Hendrik Vockestaart. Begravenen: 25-9-1683 Mr. Jacob Halling, R. en Vr.; 11-12-1733 Mr. Willem van der Burch, overgebracht 16-12-1739 naar NK II, 2—4. v. d. L. 152; Pr 59; Tim 17. 315. (K 10) 224 x 145. In een Louis XV cartouche onder een kroon de wapens Kraeyvanger (een naar boven gerichte pijl) en Blesius (gevierendeeld: 1, 2 en 3 een spade, steel naar boven; 4 een zwaard, punt naar boven). Deze zerk dekte K II, 1, in 1719 gecombineerd tot een kelder met K II, 2 en 3, terwijl in 1790 deze nog werd vergroot. Eigenaars Koor II, 1: 1624 Adam Willemsz. van der Burch; 1660 Burgr. Johan Graswinckel; 1719 Engelbert Graswinckel; 1738 Everard Krayvanger; 1766 Mr. Nicolaas Krayvanger; 1797 Adrianus van der Straten. Koor II, 2 en 3: 1625 Jan Vranckenz. Graswinckel; 1668 Geertruit Graswinckel; 1719 Burgr. Engelbert Graswinckel. Begravenen: 23-11-1667 Commies Vranck Graswinckel; 4-6-1668 Burgr. Johan Graswinckel; 28-11-1668 Catharina Hoogenhouck, wed. Vranck Graswinckel; 19-4-1684 Geertruid Graswinckel; 27-12-1697 Jannetje Dirksd. Sam; 28-6-1699 Pietertje Claes; 6-3-1752 Mr. Everard Kraeyvanger; 27-3-1766 Gijsberta Johanna Blesius, wed. Kraeyvanger; 9-7-1766 Ida Anna Durven, hv. Mr. Nicolaas Kraeyvanger; 26-9-1775 bk. Mr. Nicolaas Kraeyvanger. Test. Everard Kraeyvanger m.e. 15-3-1750 (F. B. 2643 f2227); test. G. J. Blesius zijn wed. 27-6-1760 (F. B. 2646 f 2570); boed. 2-10-1767 (H. 2853 f3107). v. d. L. 54; Pr 109; A.N.F. 102*. 316. (K 20) 217 x 89. Blanco, dekte in 1923 K III, 3, behoorde bij den kelder Wittert. 317. (K 56) 175 x 91. Aan een lint opgehangen op twee gekruiste palmen de wapens den Draack (een stappende gevleugelde draak) en van der Swaan (een zwemmende zwaan, ter linker zijde een ster). Opschrift: „Rustplaats van Leendert den Draack en Jannetye van der Swaen. Hierin begraaven Leendert den Draack sterft den 25 April 1726 in den ouderdom van 76 jaaren en 8 maenden 17 daagen en Jannetie van der Swaan sterf den 29 Januarij 1729 oud 82 jaare 11 maande 8 daage.” Deze zerk dekte K—VK III, 1. Eigenaars: 1624 Margriet Ariëns, wed. Pieter Bom; 1658 Christiaan Lems; 1681 Adriaan Lems; 1716 Dirck van Ryck; 1725 Leendert den Draeck; 1731 Comelis van Os; 1768 Amoldus van Os; 1798 Nicolaas Marinus van Beeftingh. Begravenen: 21-3-1674 Margaretha Lems, wed. Alewyn van der Marck, op de kist van haar overleden man; 16-3-1706 Symon Mes Jorisz.; 2-6-1711 Antonia van der Brugge, wed. Roelant van Edenburgh; 29-11-1717 doodgeb. k. Capitein Ferese Jan de Lieba; 30-4-1726 Leendert den Draeck, Schrijver; 16-10-1727 doodgeb. k. Comelis van Os; 4-2-1729 Jannetje van der Swaan, wed. Leendert den Draeck; 17-3-1731 ak. Sr. Comelis van Os; 24-12-1733 bk. van denzelfde; 5-11-1734 bk. van denzelfde; 6-8-1740 Antonia Walburgh Barleus, wed. Heer Capitein Cesar Duyck; 9-7-1743 ak. Sr. Comelis van Os; 23-5-1760 Johanna Helena van Os j.d.; 9-4-1767 Heer Comelis van Os; 18-5-1768 juffr. Maria den Boer; 29-9-1797 de hr. Mr. Amoldus van Os. Test. m.e. 26-2-1726 (A. d. M. 2660 f169). v. d. L. 17»; Pr 76; A.N.F. 102*. 318. (K 11) 224 x 96. Opschrift: „Ingang tot Kraeyvangers grafstede.” Behoorde bij den kelder Kraeyvanger en lag K II, 3. 319. (K 52) 204 x 88. In een vierkant op een verdwenen koperen plaat de wapens van der Hoeff (zie n°. 13) en van der Burch (zie n°. 13). Opschrift: „Sepulture van Elisabeth Jansd., weduwy Lambert Michielsz starf den 2 Mey ano 1606.” Deze zerk dekte K VI, 9. Eigenaars: 1624 Michiel Lambrechtsz. Crieckenbeeck; 1651 Mr. Lambrecht d'Overschie; 1653 Mr. Jan d’Overschie; 1677 Dominicus d’Overschie; 1704 Ijsbrand d’Overschie; 1707 Johanna Lambertina d’Overschie, hv. Dirck Wuytiers, heer van Werve; 1735 Carel Joseph d'Overschie, heer van Baardwijk; 1746 Adrianus d’Overschie; 1769 Gasparus Frederik Charles d’Overschie. Niemand begraven. v. d. L. 15»; Pr 81; A.N.F. 102». 320. (K 6) 200 X 100. In een medaillon met veel bijwerk de gecombineerde wapens Ronaer (drie vogels) en van Bleyswyck (zie n°. 77) en het cijfer 42. Zonder opschrift. Deze zerk dekte K 1,10 en vormde met K I, 9 één graf. Eigenaars: 1624 Govert Pietersz. Knol; 1631 Pieter Hendriksz. Ronaer; 1665 Dijkgraaf Pieter Ronaer; 1690 Mr. Lourens Abraham van Bleyswyck; 1721 Emmerentia Jacobsdr. Snels (Gouda); 1825 wed. J. Boers. Begravenen: 10-7-1665 k. van Johannes Knol; 27-9-1679 Pieter Ronaer; 17-9-1681 Burgr. Dirk Everts van Bleyswyck (in 1682 overgebracht naar K.W.); 30-5-1683 Comelia Ronaer, hv. van Jacob Jansz. Goeree; 24-6-1688 Anna van Bleyswyck, wed. Pieter Ronaer; 1-11-1720 Mr. Louwerens van Bleyswyck; 8-10-1714 gerooid Pieter Ronaer, Comelia Ronaer, hv. Jacob Goeree, Anna van Bleyswyck, Abram van Bleyswyck en zijn hv. Barbara Wouters en Sofie Brootmans, wed. Comelis van der Graft; 11-7-1821 Jan Boers; 6-10-1824 Pieter Willem Boers, ongehuwd. Test. Pieter Ronaer 13-8-1676 (A. v. d. V. 2178 f 115); rek. 27-1-1698 (P. d. B. 2344 f 37); test. Anna van Bleyswyck, zijn wed. 2-2-1688 (A. v. d. V. 2191 f 153); Scheid. 27-5-1698 (C. v. d. S. 2510). v. d. L. 20l; Pr 243; A.N.F. 1024. 321. (K 26) 199 X 85. In een medaillon aan een tak opgehangen de wapens van der Burch (zie n°. 13) en Roscam (twee dooreengevlochten kepers met een klaverblad in het midden) en het cijfer 30. Opschrift: „De rustplaats van Comelis van der Burch Cornelisz. sterf den 4 October 1649 en desself huysvrou Elisabet Franse Mesch obijt 23 Yanu. 1673. En Christiaan van der Burch Cornelisz. geb. 13Xbr 1631 obijt 18. 8br. 1709. En sijn Ed. Huysvrouwe Elisabet van Steelant obijt 25 Mey 1660 en Margaretha Schoonhaven geb. 31 Mt. 1640 obijt 18 Aug. 1722 en Albertus van der Burch geb. 16 Apl 1672 obijt 10 Yuly 1760.” Deze zerk dekte K III, 12. Eigenaars: 1632 Comelis Corstiaansz. van der Burch; 1647 Comelis Cornelisz. van der Burch; 1673 Christiaan van der Burch; 1723 Albertus van der Burch; 1760 Johanna Maria van der Burch; 1768 Christiaan Joan de Man; 1800 Aemilia Boogaert, te Rotterdam. 10 Begravenen: 27-1-1673 Elisabeth Mesch, wed. Comelis van der Burch; 23-10-1709 Christiaan van der Burch; 22-8-1722 Margriet Schoonhaven; 16-7-1760 Albertus van der Burch; 2-3-1768 uit de N.K. getransporteerd Willem de Man; 22-2-1773 Jacobmina Matton. Test. Comelis van der Burch m.e. 26-9-1649 (v. d. W. 1921 f 107); Elisabeth Mesch zijn wed. 5-7-1669 (W. v. A. 1853 f 1224); boed. April 1673 (J. R 2123 f1700). v. d. L. 8»; Pr 101; A.N.F. 722. 322. (K 55) 226 x 127. In een medaillon met bijwerk de gecombineerde wapens Vrouweling (een boom waarin links een bijl is geslagen) en Boogaert (zie n°. 167) (ht: een boom). Opschrift: „Hier leyt begraven Pieter Dirksz Vroulingh sterf den 10® Augusty ano 1653.” Deze zerk dekte K VI, 12—13. Eigenaars: 1624 Dirck Pietersz. Vrouweling; 1642 Pieter Dircksz. Vrouweling; 1665 Emmerentia Vrouweling; 1667 Justus Vrouweling; 1682 Maria Vrouweling; 1718 Dirck van der Hiel; 1771 Maria Amsterdam; 1788 Aachje van Alen; 1804 Maria van Alen. Begravenen: 10-2-1663 Margaretha Vrouweling; 25-4-1667 Emmerentia. Vrouweling; 1-8-1681 Justus Vrouweling j.m., getransporteerd 13-7-1687 naar K VIII, ; 9-10-1699 Willem van der Waeyen; 8-11-1704 Elisabeth Grommee, hv. Dirk Raecx; 4-12-1724 bk. Dirk van der Hiel; 27-11-1728 Maria van der Hiel; 12-11-1734 Catharina van der Hiel, hv. Dr. Petrus Schregardus, Predikant op Bergschenhoek; 27-5-1740 Sr. Michiel van der Hiel; 20-5-1741 juffr. Angeneth van Hoogeveen, hv. Sr. Dirk van der Hiel; 23- 12-1749 Dirk van der Hiel; 17-3-1770 juffr. Petronella Amsterdam, laatst wed. Dirk van der Hiel; 26-3-1784 Pietemella Marsman; 5-3-1788 Jonkvr. Maria Amsterdam; 14-2-1804 Aagie van Alen; 1-4-1814 Abraham Boulyn; v. d. L. 16»; Pr 78; A.N.F. 102». 323. (K 12) 200 X 85. De wapens Boogaert (zie n°. 167) en van Beresteyn (zie n°. 22) naast elkander ieder aan een lint opgehangen en het cijfer 34. Zonder opschrift. Deze zerk dekte K II, 6. De wapens hebben betrekking op het echtpaar Adriaan Boogaert en Margaretha van Beresteyn. Eigenaars: 1640 Comelis Adriaansz. Boogaert; 1644 Ontvanger Mr. Nicolaas Boogaert; 1659 Comelis Boogaert; 1678 Maria Horendijk, wed. MouchQTv 1708 Willem Mouchon; 1730 Adriaan Mouchon; 1773 Charlotte Aemilia Vockestaert. Begravenen: 18-3-1678 Sr. Matheus Mouchon, wijnkooper; 6-8-1683 Soetje Kettingh, laatst wed. Hodenpijl; 25-11-1700 Maria Horendijk, wed. Matheus Mouchon; 27-7-1734 bk. Johannes van Riebeeck; 9-11-1734 Jan Franijois Doesburgh; 23-5-1735 bk. van Riebeeck naar K VII, 1—3; 24- 12-1744 Charlotte Aemilia van Eek, hv. Mr. Adriaan Mouchon. v. d. L. 26»; Pr 242; A.N.F. 103». 324. (K 53) 204 X 87. In een ovaal cartouche het wapen van Santen (zie n°. 62). In een daarboven gelegen vierkant aan een tak opgehangen de wapens van Dirk van Santen en Agniesje Adriaansdr.? (geschaakt met een vrij kwartier beladen met een springend dier (paard?). Opschrift: „Hier leyt begraven Agniesgen Adriaensdochter weduwe wijlen Dyrck Dyrckxz. van Santen starf den 28en Mey ao. 1607. Sepulture van Ariaentgen Dirckxdochter van Santen starf den 2 Augusty anno 1610. Schout nijt altijt.” Deze zerk dekte K VI, 10. Dirk Dirksz. van Santen gehuwd met Tryntje Claesdr. had een dochter Marie gehuwd met Pieter Jansz. van Ruyven wiens dochter huwde met Harmen Pietersz. van Ruyven. Eigenaars: 1624 Harmen Pietersz. van Ruyven; 1638 Willem Jacobsz. van Wouw; 1662 Dr. Pieter Willemsz. van Wouw; 1695 Dirck Harmansz. van Ruyven; 1721 Anna van Ruyven; 1742 Christina van Ruyven; 1777 Anna Christina van Tonningen; 1815 Pieter Hoppers Gzn. Begravenen: 29-3-1720 juffr. Anna van Wouw; 6-5-1807 Comelia van Onkhuysen, hv. Wemmer Roosendaal; 23-11-1809 Wemmer Roosendaal, v. d. L. 161; Pr 80; A.N.F. 1028. 325. (K 9) 230 x 122. In een rond cartouche aan een tak opgehangen de wapens van der Hooch (een hagedis) en van Santen (zie n°. 62). Boven en onder cartouches. Opschrift: „Ano MVc LVIII den XXXSeptember starf Quirijn Aerts. van der Hoeghe leyt hier begraven. Anno MVc XIV den XIII November sterf Ytge Jansd. van Santen die huysvrouw van Quirijn Aertsz van der Hoegh.” Deze zerk dekte K 1,12 en lag volgens v. d. L. toen ook „tegens het hek op ’t Choor”. Eigenaars: 1646 Mr. Nicolaas van Kinschot, Pensionaris; 1661 Comelia van Kinschot; 1666 Magdalena van Kinschot, hv. Hendrik Meerman; 1668 Dirk Hendriksz. Meerman; 1748 Albert Mensingh; 1768 Jacob van Velden. Begravenen: 25-5-1662 Louis de Voocht uit ’s Hage; 15-6-1748 Doe Fran^is de Riet; 13-7-1756 Albert Mensingh; 20-2-1768 Maria van den Berg. v. d. L. 27»; Pr 107. 326. (K 27) 200 x 86. Opschrift: „Rustplaats van Christoffel van der Sluys in zijn leeven koster van de Oude kerk natus den 9 Yanuary 1689 is koster geworden den Wen Yanuary 1719 denatus den 3 Mey 1750 en Maria Liebergen desselfs huysvrouw nata den 2 April 1677 denata den 15 Maart 1750.” Deze zerk dekte K III, 13. Eigenaars: 1693 Jan Hendriksz. van Aecken; 1693 Abraham van Schie; 1742 Maria van Bergen; 1751 Christoffel Raesel; 1794 Jacomina Raesel, hv. Willem Bolderman. Begravenen: 10-12-1703 Comelia Lantsvelt, hv. Abraham van Schie; 13-2-1706 Michiel Jongerwijs; 18-1-1716 Margaretha van Schie; 4-2-1722 Abraham Comelis van Schie; 19-3-1750 Maria Liebergen, hv. Christoffel van der Sluys; 8-5-1750 Christoffel van der Sluys; 8-2-1792 Dirkje Guldenarm 21-6-1794 Christoffel Raesel. Test. Christoffel van der Sluys m.e. 26-3-1744 (H. 2827 f 656); rek. 2-3-1758 (H 2843 f2078). v. d. L. 361; Pr 102; A.N.F. 107*. 327. (K 54) 216 x 78. Opschrift: „Eert vader en moeder opdat tet U welgaet hyer end hyer namels Exod. 20. Vrest den Heer van gheheelder herten en wacht als hij comt (doppende) dat wij bereyt mogen staen de wijle noch levenden adam bij ons is. Syerach. 't Graf van Dirk van Sennewaert.” Deze zerk dekte K VI, 11. Eigenaars: 1624 Pieter Jansz. van Ruyven; 1632 Claes Pietersz. van Ruyven; 1653 Pieter Claesz. van Ruyven; 1680 Sara Claesd. van Ruyven; 1689 Maria van Ruyven; 1697 Dirk van Sennewaert; 1721 Pieter Schim; 1744 Abraham van der Linden; 1769 Leendert Steur te Maassluis. Begravenen: 7-8-1674 Pieter Claesz. van Ruyven, heer van Spaland; 26-2-1681 Maria de Knuyt, wed. Pieter Claesz. van Ruyven; 20-6-1682 Magdalena van Ruyven, hv. Jacob Dissius; 26-1-1689 Sara Claesd. van Ruyven bej. d.; 11-2-1694 k. van Mr. Jan de Geus, chirurgijn; 23-4-1696 Maria van Ruyven; 7-10-1697 ak. Mr. Jan de Geus. Test. Dirk van Sennewaert (f 25-12-1720) 26-2-1716 (F. B. 2622 f98). Scheid. 19-3-1737 (F. B. 2633 f1373). v. d. L. 16*; Pr 79; Tim 55. 328. (K 2) 235 x 158. In een medaillon geflankeerd door twee engelen een gecombineerd wapen van der Graeff (zie n°. 34) en vermoedelijk Bosschaert (zie n°. 59). Geen opschrift. Deze zerk dekte den kelder van Arent Jacobsz. van der Graeff K I, 3—5. Eigenaars: 1624 Arent Jacobsz. van der Graeff; 1658 Burgr. Aelbrecht van der Graeff; 1685 Mr. Willem van der Graeff; 1689 Salomon van der Heul; 1723 Mr. Maarten Staal; 1792 Mr. Maarten Willem van Groenewegen; 1816 Pieter Willem van den Boogaart; 1825 Maarten Willem Salomon van den Boogaart. Begravenen: 21-11-1689 k. van Willem Staal; 13-6-1692 Rusje ’s Gravesande, hv. Salomon van der Heul; 17-4-1696 bk. Willem Staal; 22-9-1699 doodgeb. k. Pieter Kocx; 13-4-1702 Debora van der Heul, hv. Petrus Gribius; 7-12-1712 Mr. Abraham van der Heul; 15-9-1721 ak. Abraham Comelisz. van Bleyswyck; 21-4-1722 Salomon van de Heul; 6-10-1722 doodgeb. k. Dr. Abraham van Bleyswyck; 27-12-1724 Catharina van der Heul, wed. Willem Staal; 24-5-1728 Anna, van der Heul; 21-10-1730 Adriaan van der Heul; 11-6-1736 Johanna Staal, hv. Juliaan van Groenewegen; 15-6-1736 Johanna van der Heul, wed. Mr. Pieter Cocx; 2-3-1759 Dr. Salomon Staal; 29-6-1765 Mr. Maarten Staal, oud-schepen van Rotterdam; 18-12-1767 Sophia Comelia Rysoort, wed. Mr. Maarten Staal; 19-3-1829 Maarten Willem Salomon van den Boogaart. Deze zerk is door geen enkel auteur beschreven. 329. (Z 5) 188 X 103. In een medaillon een gedeeld wapen: a. van der Dussen (een stappende hond gebroken door een halve maan [van der Smaling]); b. Sasbout (zie n°. 229); ht: uitkomende hond. In de bovenhoeken twee halve manen, duidende op de brouwerij „de halve maan”, in het midden 1587. Opschrift: „Sepulture van Huych Jacop Bruyns van der Dussen sterf ao 1587 den lesten Augustj en Magdalena Pieter Sasboutsd. zijnhuisvrowesterf ao. 1565 de eerste September. (ElisabethBruynsdr. van der Dussen wed. wijlen de Heer Evert Dirck Dircksz van Bleyswijk st. 3 July 1613.) Deze zerk dekte Z IX, 5. Eigenaars: 1625 Dirk Evertsz. van Bleyswyck; 1718 Gerrit Sas; 1719 Isaac Penningh; 1751 Ida Penningh. Begravenen: 17-11-1664 Kryntje Willems, dienstmaagd van den heer van Bleyswyck; 11-4-1726 Magdalena Penningh; 1-11-1745 Catharina van der Linden, hv. Sr. Isaac Penningh; 28-5-1749 Sr. Isaac Penningh; 11-9-1767 Ida Penningh; 17-11-1786 Helena Penningh; 19-8-1791 Anna Penningh; 1-5-1800 Catharina Penningh. v. d. L. 87»; Pr 229, die foutief 1585 leest voor 1565; A.N.F. 121*. 330. (K 66) 229 x 144. In een ovaal door engelen vastgehouden twee uitgehakte wapens. Geen opschrift. Deze zerk dekte in 1923 K VII, 11—13 en het is hoogst waarschijnlijk dat deze zerk niet van elders is gebracht. In dit geval hebben wij te doen met een zerk die in 1627 toebehoorde aan Maria Berkel, wed. van Jacob Graswinckel, wiens descendenten van der Meer er later zijn begraven. Niet beschreven. 331. (K 38) 217 x 79. Blanco, dekte in 1923 K V, 2, behoorde vermoedelijk bij den kelder van Assendelft (n°. 285). 332. (K 24) 116 x 81. Opschrift: „Rustplaets van R(oeland) Spieringh en zijn huisvrouw E(lisabeth) v. Bergen.” Deze zerk dekte K III, 10. Eigenaars: 1624 Vrank Hendrik van der Burch; 1646 Hendrik Verburch; 1678 Aeltje Verburch; 1752 Pieter Kleyn; 1769 Roeland Spiering; 1774 Mr. Canzius Onderdenwyngaerdt; 1821 Mr. Jacob Hendrik Onderdenwyngaerdt; 1823 Theodora Cecilia Hobbes, geb. op Hoeck. Begravenen: 11-8-1752 Andries Kleyn; 6-6-1753 bk. Jan Oostermans; 15-3-1755 ak. van Pieter Kleyn, 24 weken, genaamd Hendrik Franfois Kleyn; 29-5-1755 Margaretha van den Bergh, laatst wed. Andries Kleyn; 15-3-1759 Mana Benjamins, hv. Pieter Kleyn; 25-10-1760 Hugo van Kreethuysen; 19-9-1772 Elisabeth van Bergen; 27-2-1773 Roeland Spiering; 19-10-1773 Carel van Duyn; 25-8-1823 Prof. Hendrik Vinck; hierop gezet Johs. Gerardus Hobbes en H. D. Hobbes. Test. Roeland Spieringh 8-2-1773 (C. O. 3039 f63); scheid. 2-3-1774 (C. W. 3152 f 5); test. Elisabeth van Bergen, 24-8-1738 (F. B. 2634 f 128); scheid. 31-12-1772 (v. d. S. 2976 f131). Pr 100. 333. (K 65) 218 x 125. Blanco, dekte in 1923 K VII, 11, behoorende bij n°. 330. 334. (K 29) 193 X 83. Blanco, dekte in 1923 K IV, 1, het graf van de familie Wibbert. 335. (Z 7) 79 x 47. Blanco, afkomstig uit Zuidkerk. Enkel het cijfer 13. 336. (K 49) 231 x 142. In een bewerkte cartouche de gecombineerde wapens Schilperoort (zie n°. 269) en Middelhouck (gedeeld: a. drie leeuwen; b. drie molenijzers) en het woord „Sepultura”. Deze zerk dekte K VI, 4—5. Eigenaars: 1625 Dirck Robbrechts Schilperoort; 1652 Robbrecht Dircksz. Schilperoort; 1663 Maria Dirksdr. Schilperoort; 1699 Dirck Marcus Vos; 1716 Susanna Catharina Volden; 1743 Hendrik Velsen; 1762 Adriana Maria Maasdam; 1769 Dr. Willem Vferbrugge; 1824 Mej. G. Verbrugge. Begravenen: 9-5-1699 Maria Schilperoort; 20-5-1703 Pietemelle Schilperoort 25-2-1716 Dirk Marcusz. Vos; 6-1-1742 Susanna Catarina Vos; 10-3-1769 Leonard Verbrugge; 19-2-1778 Ds. Jacobus Verbrugge; 9-1-1784 Mr. Pieter Verbrugge, de derde broeder in den kelder; 15-12-1788 Johanna van de Kasteelen; 9-2-1804 Dr. Willem Verbrugge Jr.; 16-12-1809 Bartolomeus Verbrugge van Rotterdam ingevoerd; 15-8-1817 Dr Willem Verbrugge. v. d. L. 13»; Pr 83; A.N.F. 102». 337. (K 33) 244 x 155. Blanco, dekte in 1923 K IV, 8—9. 338. (K 3) 231 x 132. Gothische steen, in het midden een ruitschild met het wapen Uytenbroeck (zie n°. 98); boven: de wapens Uytenbroeck en Uytenbroeck en van der Burch (zie n°. 13) gedeeld; en 4 kwartieren: 1. Uyttenbroeck; 2. gedeeld Uyttenbroeck-van der Burch; 3. Bleyswyck (zie n°. 77); 4. van der Does negen (5, 4) ruiten. Opschrift: „Hier leyt begraven Jan Dirck HarpziÜz van UtenBroeck starf ao. 1559 de 15 July en sijn huysvrou Adriana [Dircksdr. van Bleiswyck, die starff ao. 1548 de 27 February. Hier leyt begrave Dirck Jansz. van Uttenbroek starf anno 1596 den 17 January. Anna Pietersdr. van der Burch sijn huysvrouw starf anno 1597 den 4 April. Hier lyt begraven Dirk Harpaz Uttenbroek en Johanna Comelisdr. sijn huysvrouw.]” Deze zerk is afkomstig uit Zuidkerk. v. d. L. beschrijft de ligging „tegen het hek van ’t Koor in den Zuidtrans”. v. d. L. 841; Pr 222; A.N.F. 121*. 339. (K 61) 225 x 114. In een ovaal boven gekruiste palmen, aan een strik opgehangen de gecombineerde wapens van der Mast (drie leeuwekoppen), van der Graeff (zie n°. 34). Opschrift: „De kelder van d’ Hr. Claes van der Mast. Hier rust Claes van dr. Mast met vader, moeder, broeder, obyt den 7 Augusty 1669 out 84 jaaren en sijn beminde vrouw Catarina van der Graaff van twaalff kinderen moeder obijt den 27 Maart 1679 out 90 jaaren.” Deze zerk dekte K VII, 6 en vormde met K VII, 7—8 een kelder der familie van der Mast. Eigenaars: 1629 Sasbout Jacobsz. van der Dussen; 1624 Nicolaes van der Mast no. 7—8; 1644 Nicolaes van der Mast no. 6; 1679 Mr. Bartholomeus van der Mast; 1682 Mr. Arent van der Mast; 1701 Bartholomeus Boogaert; 1764 Margaretha Bartha Simonides; 1791 Adrianus van der Straten. Begravenen: 11-8-1669 Nicolaas van der Mast; 5-11-1675 Sara van der Mast; 10-8-1676 Sabina Liefting, hv. Bartholomeus van der Mast; 1-4-1679 Catharina van der Graeff, wed. Nicolaas van der Mast; 26-3-1681 O. Sch. Mr. Bartholomeus van der Mast, gècomm. Rd. ter Admir. in Zeeland; 14- 12-1683 Margaretha van der Mast, hv. Capitein Mr. Johan Boogaert; 21-9-1702 Mr. Jan Boogaert, Capitein 2® witte vaen; 11-1-1724 Susanna Frangoise Boogaert, wed. Ds. Jacobus Simonides; 20-3-1761 Bartholomeus Boogaert, soldijboekhouder O.I.C.; 25-5-1787 Margaretha Bartha Simonides; 15- 4-1795 Margaretha Boogaert; 27-11-1797 Ds. Franfois Boogaert; 17-1-1799 Catharina Magdalena Boogaert; 30-l-1808Johanna Franjoise Boogaert; 2-5-1808 Susanna Boogaert. Test. Claes van der Mast 20-10-1654 (A. v. d. B. 1753 f 324); test. Catharina van der Graeff, zijn wed. 24-11-1675 (F. v. H. 2158 f 419); scheid. 12-2-1680 (J. v. O. 1957 f151). v. d. L. 17*; Pr 74; A.N.F. 102*; Tim 42. 340. (K 19) 222 x 89. Opschrift: „Graffstede van Jufr. Maria Hageman geboren den 15 July 1606 obyt den 12 January 1695 en hier leyt begrave Mr. Johan Adam Hageman obyt den 4 Mey 1717 ende hier leyt begrave Jacob van der Nolff obyt den 20 Desember 1728. Deze zerk dekte K III, 2. Eigenaars: 1625 Bartelmeus Dircksz. van Rijn; 1649 Ds. Jacobus Dissius; 1685 Maxia Hagemans; 1718 Jan Adam Hagemans; 1729 Hendrik de Jong; 1764 Xaverius Gerardus van der Hont. Begravenen: 15-1-1695 Maria Clowet, geb. Hagemans; 10-5-1717 Mr. Jan Adam Hagemans; 24-12-1728 Sr. Jacobus van der Nolf. Test. Johan Adam Hageman 1-9-1711 (W. V. 2580). v. d. L. 64; Pr 97; A.N.F. 72». 341. (K 30) 94 x 78. Opschrift: „C. Koppens”. Deze zerk dekte K IV, 2. Eigenaars: 1625 wed. Claes Jansz. van der Vorst; 1647 Comelia van der Vorst; 1719 Jan Blanckenberg; 1728 Comelis Koppens; 1766 Jan Francken; 1818 Jacob Rubenkoning. Begravenen: 8-12-1718 en 24-12-1729 twee doodgeb. k. Sr. Comelis Koppens; 25-11-1730 bk. Sr. Comelis Koppens; 16-3-1737 doodgeb. k. van denzelfde; 28-7-1747 bk. van denzelfde; 1-4-1757 doodgeb. k. van Sr. Jan Adriaan Kok; 7-7-1760 Sr. Comelis Koppens; 20-6-1764 doodgeb. k. Dr. Petrus de Meester; 21-12-1765 juffr. Maria de Koning, wed. Comelis Koppens; 8-6-1781 juffr. Francina Kóppens; 7 of 1-8-1818 Johan Franken. Test. Comelis Koppens m.e. 26-1-1758 (C. d. M. 2699 f 11). Niet beschreven. 342. (K 29) 203 x 86. Opschrift: „[Dit graf] hoort toe [Aelberjt van Aken.” Deze zerk lag in 1923 K III, 1 doch was overgebracht van M XX, 1. v. d. L. zegt: „onder den toren in ’t portaal". Eigenaars: 1625 Jan Ariensz. de Hont, Schipper; 1661 Comelis Jansz. de Hont; 1669 Hendrik Jansz. van Aecken; 1690 Aelbrecht Jansz. van Aecken 1717 IJsack Staats. Er is niet in begraven. Het graf K III, 1 waarop de steen is gelegd behoorde in de 18® eeuw aan het geslacht van der Willigen en werd in 1809 eigendom van Gerlach Jan Herbert van der Heim, die er 11 Juli 1822 is begraven. Test. 19-12-1680 (A. v. d. V. 2183). v. d. L. 78»; Pr 96; A.N.F. 121*. 343. (K 62) 221 X 113. In een ovaal onder gekruiste palmen aan een lint opgehangen de wapens: van der Mast (zie n°. 339) en Lieftingh (zie n°. 14). Opschrift: „Hier leyt begraven d’Heer Mr. Bartholomeus van der Mast in zijn leven raad en oudschepen deser stad mitsg. gecom. raad ter admiraliteyt in Zeland obijt 22 Maart 1681 ende joffrou Sabina Lieftingh desselfs huysvrouw obijt den 7 Augusty 1676. Nog rust hier Sussanna Francoise Boogert weduwe van Jacobus Simonsz. Simonides in sijn leven predicant te Naaltwijk overleden den 5 Januarij 1724 oud 42 jaren ende Mr. Bartholomeus Boogert obijt 14 Maert 1761 oud 76 jaeren. Ingank.” Deze zerk dekte K VII, 7—8 en vormde met no. 6 de kelder van der Mast. Ziet voor eigenaars en begravenen no. 339. Test. Bartholomeus van der Mast m.e. 12-12-1636 (J. v. S. 1828 f 239) van hem alleen 7-10-1680 (J. F. 2299 f 270); test. Ds. Jacobus Simonides en Susanne Fran$oise Boogaert 5-10-1706 (J. F. 2305 f 202); test.Bartholomeus Boogaert 9-7-1753 (H. 2838 f1615). v. d. L. 17»; Pr 75; A.N.F. 1024; Tim 46. 344. (K 4) 263 x 158. Groote zerk met in een cartouche de wapens van der Graeff (zie n°. 34) en Bosschaert (n°. 59) en in de hoeken 4 kwartierwapens: 1. van der Graeff; 2. van der Aa (drie ruiten); 3. Bosschaert; 4. Melisdyck (zie n°. 9). Opschrift: „Begrafenisse van Magdalena Berestein huysvrou van Jacob van der Graeff starf 23-6-1615.” Deze zerk dekte K I, 7—8. Eigenaars: 1624 Jacob Arentsz. van der Graeff; 1658 Mr. Arent van der Graeff; 1677 Magdalena Arentsd. van der Graeff; 1701 Henri des Marets; 1726 Henri des Marets; 1761 Anna Magdalena de la Faille, hv. Simon Petrus Collot d’Escury, Heer tot Naaldwijk; 1771 Paulus van Assendelft. Begravenen: 6-5-1673 Magteld Pauw, hv. Arent van der Graeff; 14-11-1674 Adriaen van Vredenburch; 3-10-1676 Mr. Arent van der Graeff, Ridder; 27-8-1693 Dr. Samuel Nicolas des Marets; 5-2-1720 Anna Maria des Marets, hv. Jacob de la Faille; 3-3-1725 Henri des Marets; 15-3-1725 bk. Jacob de la Faille; 8-8-1731 Anna Maria des Marets naar de NK overgebracht; 17-11-1740 Mr. Willem van Assendelft, Resident Brussel; 23-11-1757 Catharina Henriëtte des Marets, wed. uit ’s Hage; 16-9-1776 Paulina Petronella van Assendelft uit Wageningen. v. d. L. 26*; Pr 108; A.N.F. 1035. 345. (K 64) 202 x 85. In een ovaal cartouche het wapen Staal (een arendsbeen; ht: een arendsbeen). Opschrift: „De rustplaats van Maarten Thomasz Staal en desselfs huysvrouw Johanna Dammisdr van der [Vagha].” Deze zerk dekte K VII, 10. Eigenaars: 1625 Mr. Adriaan van Coolwyck; 1660 Dirk van Coolwyck; 1675 Willem Decker Koster; 1675 Maarten Staal; 1708 Willem Staal; 1724 Salomon Staal. Begravenen: 4-11-1669 Susanna Oyens, hv. Abraham de Bocq; 16-11-1672 Abraham de Bocq; 14-12-1680 Johanna van der Vascha, hv. Maarten Thomasz. Staal; 30-4-1708 Maarten Thomasz. Staal; 30-1-1713 Willem Maartensz. Staal. Test. Maarten Staal m.e. 13-7-1677 (J. v. d. H. 2021 f 303) alleen 10-5-1706 (C. ’s Gr. 2540). v. d. L. 181; Pr 317; A.N.F. 1024. 346. (K 63) 202 X 88. In een ovaal een blanco wapen opgehangen aan een strik, en er onder twee gekruiste palmtakken. Deze zerk dekte K V, 9 en zal vermoedelijk het wapen van Nes hebben vertoond. v. d. L. 69*? Pr 276?. 347. (K 1) 200 x 125. Blanco zerk, dekte K1,1 en behoorde denkelijk bij den kelder van der Graeff n°. 328. III. GRAFZERKEN, BESCHREVEN DOOR VAN DER LELy OF PRINS, DIE ZIJN VERDWENEN» NIET ZIJN TERUGGEVONDEN OF NIET HERKEND KONDEN WORDEN. 348. In een ovaal het volledig wapen van der Wiel (gevierendeeld, 1 en 4 een wiel; 2 en 3 een dwarsbalk vergezeld van drie vogels, twee boven; een onder; ht: een wiel tusschen een vlucht) alsmede het jaartal 1594. Opschrift: „Hier leyd begraven Frans Pietersz. van der Wiel, brouwer in de 3 Haringen starff 1593 den 23 October. 1594.” v. d. L. 3*; Pr 323; A.N.F. 102*. 349. Opschrift: „Grafstede van den Heer Willem Adamsz. van der Burch schepen deser stad starf 18 Dec. 1614. Josyna Adriaansdr. van Groenewegen zijn huisvrouwe starf 20 April 1617 en Catherina Willemsdr. van der Burch wed. wijle Vranck Gerritsz. Graswinkel starf 25 Nov. 1623 en de Heer Adam Willemsz. van der Burch schepen deser stad starf 8 April 1659, Maria Jafcobsdr. zijn vrouw starf 12 July 1643.” V. d. L. 4»; Pr 251; A.N.F. 72*. 350. Een doodshoofd op twee gekruiste beenderen, omgeven door vier blanco wapenschilden. Opschrift: „De Heer Jan Frankensz. Graswinckel burgemeester dezer stad starff 30 Mey 1668.” v. d. L. 5l; Pr 249; A.N.F. 725. 351. De wapens van het echtpaar: a. Tristram en b. Vockestaert (a. doorsneden 1. een staande bok, 2. drie klaverbladen 2 en 1; b. drie schapen 1 en 2, vergezeld van drie sterren 2 en 1. Opschrift: „Sepulture van Nicolaes Tristram, die overleden is den 15en Juny 1609 en Joris Claesz. Tristram starff den 16 Augustus 1613.” V. d. L. 71; Pr 289; A.N.F. 102®. 352. Aan een tak drie wapens opgehangen van a. Frank van der Burch en b. en c. zijne beide echtgenooten Helena van der Graeff en Catharina van Zoelen (a. n°. 13, b. n°. 34, c. drie zuilen). Opschrift: „’t Graff van Frank Hendriksz. van der Burch oud Burgem. deser stad sterf den 5 September 1642. Helena Jacobsd. van der Graeff zijn huisvrouw starff den 10 february 1605. Catharina Otto’sdr. van Zoelen zijn 2e huisvrouw starf 26 April 1641. Mr. Hendrik van der Burch starff den 8 July 1637. Adriana Jacobsdr. van der Graeff starff den 15 Sept. 1637.” v. d. L. 81; Pr 252; A.N.F. 72*. 353. Opschrift: „Rustplaets van Abraham Comelis van Schie en sijn huysvrou Comelia Jansdr. van Lantsvelt en sijn zoon Comelis Abrahamsz. van Schie is gebooren in den jaare 1684 den 12 July ende is gestorven den 27 febr. 1693.” v. d. L. 8»; Pr 287; A.N.F. 102». 354. Opschrift: „’t Graff van Nicolaes Voorheul chirurgijn ordinaris lezer stede.” v. d. L. 8«; Pr 247; A.N.F. 102®. 355. Het gecombineerd wapen, zonder ht, van het echtpaar: a. van Nederveen en b, de Vogel. (a. een dwarsbalk vergezeld van vijftien blokjes, negen (5 en 4) boven zes (3, 2 en 1) onder; b. een vogel met uitgespreide vleugels), omgeven door de vier kwartierwapens: 1. van Nederveen; 2. blanco; 3. de Vogel; 4. blanco. Opschrift: „Hier leyt begraven Jannetge Jacobsdr. de Vogel eerste huisvrou van Moses van Nederveen, sterft den 30 July ao. 1604. Jacob Mosesz. van Nederveen sterf den 22 October ao. 1624. Moses van Nederveen sterf den 16 November ao. 1624.” v. d. L. 91; Pr 339; A.N.F. 102». 356. Het gecombineerd wapen van het echtpaar: a. van der Burch en b. van Velsen («. n°. 13; b. drie uiën; ht: arendsklauw). Opschrift: „Hier leyd begraven Jan Adriaansz. van der Burch out 62 jaaren sterf den 16 Sept. 1630 en zijn huisvrouw Judickge Geerlofsz. van Velsen oud 64 jaren sterff 15 April 1637.” v. d. L. 9»; Pr 296. 357. Het volledig wapen van Schot (gevierendeeld: 1 en 4 een roos; 2 en 3 een blad; ht: roos tusschen een vlucht); in de hoeken in vier cirkels twee rozen en twee bladeren. Opschrift: „Geen loof zoo snel en rijst noch Roos en kan verdwijnen, Als d’aertsche mensch vervalt hij sij doch schoon en groen; Maer Christi stem sal hem uit d’aerd' weer doen verschijnen, ghelijk een schoon groen loof een roos in haar saisoen. H. A. M. F. 1595 Memento miseri triste hoe / decurrimus aevum / et avia inani et umbra / inaniores / aetema exipiunt hoe / aevum saecula nonne / ter desipit qui totus / huic in haeret. Hier leyt begraven Jacop Schott sal. starf anno 1592 den 28 Octobris.” v. d. L. 10*; Pr 342; A.N.F. 102»; Tim 10. 358. In een cirkel het gecombineerd wapen: a. van Bleyswyck en b. van der Meer. (a. n°. 77; b. n°. 104; ht: een bol tusschen een vlucht.) Opschrift: „’t Graf van Ewoudt Everts van Bleyswijk, in sijn leven burgemeester deser stad, overleeden den 20 October ao. 1657 ende Maria Heyndricxdr. van der Meer sijne huysvrou sterf den 15 October anno 1644. Hier leyt begraven den WelEdelen gebooren Heer Ewout van Bleyswijk oudt burgemeester deser stad en raat ter admiraliteyt in Zeelandt, overleeden den 9 Mey 1723 oudt 72 jaren ende ruym een maandt.” v. d. L. 11*; Pr 329; A.N.F. 72»; Tim 38. 359. Aan een tak opgehangen de wapens van het echtpaar: a. van Ruyven en b. Schinckel (a. dwarsbalk vergezeld van zes merletten, 3 onder 3 boven; b. drie dwarsbalken waarover heen een rechterschuinbalk). Opschrift: „Sepulture van Pieter Joosten van Ruyven sterf den 11 October 1627 ende Catharina Harmensdr. Schinckel sijn huysvrouw sterf den 6 November 1620.” v. d. L. 19»; Pr 316; A.N.F. 1024. 360. Gecombineerd wapen: a. van Hoogenhouck en b. van der Dussen (a. n°. 65; b. gaande hond; ht: een vlucht). Opschrift: „Hier leyd begraven Maarten Jansz. Hoogenhouck, starf 24 July 1613 en Catharina Adriaansdr. van der Dussen zijn huysvr. starf 17 feb. 1617.” v. d. L. 19»; Pr 288; A.N.F. 72*. 361. Opschrift: „’t Graff van Adriaen Gerritsz van Beyeren.” v. d. L. 21'; Pr 245; A.N.F. 102*. 362. Volledig wapen van Groenewegen (n°. 97; ht: boon tusschen vlucht). Opschrift: ,,'t Graff van Dirk Christiaenz. van Groenewegen burgem. deser stad Delft sterft den 28 Oct. anno 1625.” v. d. L. 22*; Pr 264; A.N.F. 72'. 363. Volledig wapen Hoogland (gevierendeeld: 1 en 4 een rad; 2 en 3 een dwarsbalk; ht: rad tusschen vlucht), en een meesterteeken: haak met twee horizontale strepen er door. Opschrift: „Hier leyd begraven Pieter Doene Hoogland gestorven 9 Oct. 1695 en Crijntje Dirks van Veen zijn huysvrouw gestorven den 13 Maart 1707.” v. d. L. 241; Pr 328; A.N.F. 72'. 364. Blanco volledig wapen. Opschrift: „Hier leyd begraven Jan Jansz. van Santen de jonge was out 25 jaren starff den 6 Juny 1607. Hier leyd begraven Jan van Santen oud 83 jaren sterff den 22 September 1615." v. d. L. 27'; Pr 312; A.N.F. 107*. 365. Opschrift: „Rustplaats van B. van Berkel overleden 8 December 1724 in den ouderdom van 60 jaren.” v. d. L. 27'; Pr 297; A.N.F. 72*. 366. Opschrift: „’t Graf van Sybrand Ariensz. Balckenende starff den 11 February anno 1627 en leyd hier begraven. Nog Jan Matthijsz. de Been van Wena starff den 7e December anno 1639. En Maria Nicolaesdr. van der Lucht haar beyder huysvrouw starf 1643 den 24 December. Stervende zult gij leven en Christus is U Heer. God zal ook geven, te sterven nimmermeer." v, d. L. 28*; Pr 335; A.N.F. 107*. 367. Gecombineerd wapen van het echtpaar: a. van Bodegom en b. Uyttenbroeck. (a. gevierendeeld 1 en 4 een geschaakte dwarsbalk met vrijkwartier een stappende bok; 2 en 3 een man in harnas met pijl in rechterhand; b. n°. 98; ht: vlucht.) Opschrift: „Hier leit begraven Cornelis Framjhoys van Bodegom starf den 14 January 1585 ende Maria Cornelis Wttenbroucxd. sijn huysvrou starf den 2 Mei anno 1613.” v. d. L. 29»; Pr 225; A.N.F. 72». 368. Aan een tak opgehangen de wapens van het echtpaar: a. van Lodensteyn en b. Leenderts. (a. n°. 26; b. een merk, een haak naar links waardoor een streep in de richting der haken.) Opschrift: „Hier leyd begraven Grietgen Leendertsdr. sterf den 15 July 1623 die huysvrouw was van Krijn Gijsbertsz. van Lodesteyn kuiper.” v. d. L. 30*; Pr 254; A.N.F. 107*. 369. Opschrift: „Alhier rust de heer Cramerus in zijn leven rector dezer stede en is gestorven 7 Maart 1667.” v. d. L. 30»; Pr 253; A.N.F. 72*. 370. Opschrift: „Govert Comelisz. Buys 1657.” v. d. L. 304; Pr 259; A.N.F. 107*. 371. De letters C. W. S. v. d. L. 31»; Pr 224. 372. Het volledig wapen van Sysbergen (zes (3, 2 en 1) bergen; ht: berg tusschen vlucht). Opschrift: „’t Graff van Sixtus van Sijsbergen en Maria Plucque sijn huysvrouw.” v. d. L. 31*; Pr 248; A.N.F. 107*. 373. In een cirkel een miskelk geflankeerd door twee schenkkannen met twee blanco wapens. Opschrift: „Hier leyt begraven Willem Jansz. die Brasser sterf ao. XVc IIII de XII Jauary en Aachte Woutersdochtr sijn huysvrouwe sterf XVc 39 de 31 Maert ouders van Heer Vincent Brasser priester.” v. d. L. 34*; Pr 241; A.N.F. 724; Tim 1. 374. Gecombineerd wapen van het echtpaar: a. Meerman en b. Pous, (a. n°. 62; b. een dwarsbalk waarop drie merletten; ht: uitkomende meerman tusschen vlucht), vergezeld van de wapens zijner vier kwartieren: 1. Meerman; 2. van der Meer (n°. 85); 3. van der Burch (n°. 13); 4. Berck (vijfblad). Opschrift: „Hier leyt begraven de E. Gerrit Meerman raet ende schepen deser stede starf oudt 45 jaaren den 19 Octob. anno 1615. De E. Heer Hugo Meerman starf oudt 27 jaer den 24 Juny 1639.” v. d. L. 37»; Pr 324; A.N.F. 107»; Tim 19. 375. Opschrift: „Hier leyd begraven Anneke Ariensdr. sterf 1584 den 14 Septemb. en Jop Lourensz. starf den 1 Juny ao. 1600.” v. d. L. 46»; Pr 298; A.N.F. 116'. 376. Een wiel. Opschrift: „Govert Rota sterft op den 18e April anno 1660.” v. d. L. 46»; Pr 299; A.N.F. 116». 377. H. O. H. Opschrift: „H. O. H. Ik verwacht een beter leven. 1624.” v. d. L. 464; Pr 300; A.N.F. 116*. 378. Twee vierkanten cartouches waarin: A) 1662 d. 11 m. 30 d. L.O.V.S. ob. 1732 d. 4 m. 18 d. B) 1662 d. 2 m. 6 d. A.L.H. ob. 1739 d. 6 m. 9 d. v. d. L. 471. 379. Aan een tak een wapen (een slang als van Adrichem). Opschrift: „Hier leyt begraven Herman Comelis van der Overgaeu in sijn leeven notaris der stad Delf sterf den 12 february 1619.” v. d. L. 474, die zegt dat dit het wapen Overgauw is; Pr 244; A.N.F. 116»; Tim 19. 380. Een koopmansteeken met de letters V.G.H. en E. Opschrift: „Hier leyd begraven Neeltge Govertsdr. starff den 12“ October 1595. ” v. d. L. 47»; Pr 257; A.N.F. 116*. 381. Een gothische zerk. In het midden houdt een zittende leeuw het wapen Duyst (n°. 98) vast; omgeven door lofwerk. In de vier hoeken vier wapens: 1. Duyst; 2. van Andel (een rad); 3. gedeeld wapen Duyst en van Bleyswyck (n°. 77); 4. Scharrenberg (drie zespuntige sterren 2 en 1). Opschrift: „Hier leyt begraven Frans Duyst Jacobsz. en sterf in onzes Heeren MVc XVII den Decemberdagh XV. v. d. L. 49*; Pr 258; A.N.F. 72*. De kwartierwapens zijn niet juist. Frans Jacobsz. Duyst was een zoon van Jacob en Margaretha van Andel; kleinzoon van Dirk Duyst en Fytgen van Bleyswyck en Comelis van Andel en Geertruyt van Beest. Het wapen Scharrenberg heeft betrekking op zijn schoonmoeder Suete Evertsd. van Scharrenberg gehuwd met Jacob Oem, wiens dochter Adriana huwde met Frans Duyst. 382. Opschrift: „Het graff van Simon Decker.” v. d. L. 51»; Pr 315; A.N.F. 1165. 383. Gecombineerd wapen Gael en blanco (twee dwarsbalken beladen met drie en twee ruiten; ht: twee paardepooten). v. d. L. 55»; Pr 322; A.N.F. 118*. 384. Een volledig wapen: een koopmansmerk (omgekeerde 4); ht: vogel tusschen vlucht; en het jaartal 1616. v. d. L. 55*. 385. I. V. H. huysvrou van H. V. B. B. A°. 1746. v. d. L. 55»; Pr 340. 386. In een ovaal een koopmansteeken: 4 en horizontale streep en daaronder de letters G. G. Opschrift: „Hier leyd begraven Gillis Grommé sterf 24 September 1646 en zijn huysvrouw Elisabeth de la Pailje sterff den 13 July 1652.” v. d. L. 561; Pr 341; A.N.F. 118*. 387. Opschrift: „Dit is de rustplaats van Pieter Goetland en zijn huisvr. Adriana van Straten ao. 1697. Hier rust Pieter Goetland overl. 3 feb. 1706 oud 65 jaaren. Hier rust Maria van Lodenstein overl. 25 April 1708 oud 72 jaren. Hier rust Jan Claasz. van Straten overl. 27 feb. 1709 out 74 jaren. Hier rust Adriana van Straten overl. 30 Oct. 1730 oud 73 jaren.” v. d. L. 56»; Pr 337; A.N.F. 72*. 388. Gothische zerk met in de vier hoeken de wapens: 1. Bugge (n°. 100); 2. Sonck (drie egels); 3. Persijn (drie dwarsbalken met 4, 3 en 2 St. Andrieskruisjes beladen); 4. Persijn (idem). Opschrift: „Hier leyt begraven Pieter Bugge Dirksz. sterff 14 Juli 1601; nog leyd hier begraven Meester Jan Dirksz [Bugge] en starft op den 15 December ao. 1601; nog leyt hier Hendrik Bugge Dircksz. starff den 26 febr. 1616; nog leyd hier begraven Dirk Hendriksz. Bugge starf den 27 Sept. ao. 1637. Hier leyd Hendrik Bugge Dirksz. en Dirk Bugge Hendriksz. Bidt voor haer zyelen.” v. d. L. 58l; Pr 305; A.N.F. 724; Wittert bl. 1357. 389. In een ovaal twee blanco wapens opgehangen aan linten, v. d. L. 58*. 390. Een wapen gedeeld a. Vosmaer (springende eenhoorn); b. Sasbout (n°. 229). v. d. L. 58»; Pr 306; A.N.F. 118». 391. Wapen met een rad. Opschrift: „Hier leyd begraven Willem Pieters van ’t Wout.” v. d. L. 58»; Pr 307; A.N.F. 118». 392. Een ruit verdeeld in vieren. Opschrift: „Hier leyt begrave Dirck Arienz ende starff den 28 Mey 1599.” V. d. L. 59»; Pr 217; A.N.F. 118». 393. Opschrift: „Hier leyd begraven Simon van Veen sterf 9 November 1704 en zijn zoon Willem van Veen sterf den 28® Novembris 1705.” v. d. L. 59»; Pr 308; A.N.F. 118». 394. Opschrift: „Hier leyd begraven Dirck Gerritsz Schrobbeling.” v. d. L. 601; A.N.F. 118». 395. Een muurtje geflankeerd door de letters I. W. v. d. L. 614. 396. Gothische zerk met het wapen Vosmaer (zie 390) opgehangen aan een cartouche. In de vier hoeken wapens: 1. van den Heuvel (n°. 215); 2. Vosmaer; 3. gedeeld: a. van den Heuvel, b. Rodenrys (geruit); 4. gedeeld: a. Vosmaer, b. van den Heuvel. Opschrift: „Hier leyd begraven Comelis Michielsz. [Vosmaer] brouwer starf 1564 den 9 Maart [Anna] Tielemansdr. [van den Heuvel] zijn huysvrouw starf ao 1557 den 6 September. Anno 1536 den 2 Oct. starf Tieleman Comelisz. [Vosmaer] brouwer en Aaltje Dirksdr. sijn hyysvr. starf 1535 den 9 November. Michiel Comelisz. Vosmaer wijlen secretaris deser stad rust den 25 Mey 1605.” v. d. L. 621; Pr 268; A.N.F. 120«. 11 397. Opschrift: „Hier leyd begraven Johan van der Hoogh sterff den 19 January 1649.” v. d. L. 63*; Pr 269; A.N.F. 120». 398. Opschrift: „Dit graf hoort toe Jannetje Willemsdr. Barmer.” v. d. L. 641; Pr 270; A.N.F. 120». 399. Opschrift: „Dit graf hoort toe Adriaen Zieren van Middelhouck.” v. d. L. 64*; Pr 271; A.N.F. 120». 400. Opschrift: „Rustplaats van Amoldus van der Vos begraven den 1 Augustus ao 1729.” v. d. L. 64»; Pr 272; A.N.F. 120». 401. Renaissancezerk. In een rond cartouche de wapens van het echtpaar: a. Jan Onderwater (n°. 149) en b. Geertruid Potter (drie Spaansche potten 2 en 1. Boven draperieën. Onder twee raven. Opschrift: „Den 5e Maart 1617 starf Catharina Jansdr. [Onderwater], Den 20 Maart 1618 starf Matheus Jansz. Onderwater en Aechje Jansdr. [Onderwater] starff den 12 October ao. 1625.” v. d. L. 661; Pr 274; A.N.F. 120*. 402. Opschrift: „Hier leit begrave Symon Dierckx van [Groenewegen?] ende staref den II6 Junyo ano XXXIII (1533). Godt ontfarme die siel. A Hier leit begraven Volckge Aeriaensdochter (Pijnssen van der Aa?) Symon Dierckxz. huysvrou ende staerf den XVIII6 Aprieyl ano LXXIIII (1574). Godt ontfarm die siel. A” V. d. L. 68*; Pr 213; A.N.F. 72*. 403. Opschrift: „Hier leyd begraven Pieter Zieren van Middelhouck starf den 9 Juny 1680 oud 46 jaren.” v. d. L. 694; Pr 279; A.N.F. 120*. 404. Opschrift: „Deze grafstede komt toe Gabriel Schrevelius.” v. d. L. 69*; Pr 280; A.N.F. 120*. 405. Wapen: drie spijkers met ronde koppen 2 en 1; ht: vlucht. Opschrift: „Den 5 Augustus anno 1607 de Rustplaats van Leendert Claasz. Timmerman sijn huysvrouw Neeltje Jansdr. van Duyn.” v. d. L. 70*; Pr 282; A.N.F. 1207. 406. In een rond medaillon aan een lint opgehangen de wapens van het echtpaar: a. Joan van Till en b. Catharina Paspoort (a. een pijl naar boven gericht, vergezeld rechts en links van een ring, b. (n°. 268). Opschrift: „Rustplaats van Dr. Johan van Til overleden 29 November 1724 in den ouderdom van 72 jaren en 17 dagen en deszelfs huysvrouw Catharina Paspoort overleden den 8 Augustus 1730 in den ouderdom van 75 jaren 5 maanden 13 dagen.” v. d. L. 72*; Pr 238; A.N.F. 121‘. 407. Gedeelte van een zerk met wapen: gedeeld a. van Hoogenhouck (n°. 65); b. van Santen (n°. 62). v. d. L. 731; Pr 237; A.N.F. 1214. 408. Opschrift: „Dit graf komt toe Huigh die Bloot wonende op Schie anno 1518.” v. d. L. 73*; Pr 332; A.N.F. 121*. 409. Volledig wapen gedeeld: a. Versteyn (gevierendeeld 1 en 4 stappend paaschlam; 2 en 3 Oem (zie n°. 119); b. Couwael, eend zwemmend op water). v. d. L. 742; Pr 333; A.N.F. 1214. 410. Een huismerk: kruis boven en onder met een driehoek met de basis naar elkander toegewend. Opschrift: „Hier leyd begraven Marten Hendriksz. leydekker starf a° 1593 den lesten January.” v. d.L. 751. 411. Opschrift: „Hier leyd begraven Mr. Louis Heinsius in zijn leven Secretaris van de Weeskamer der Stad Delft, starff den 3® December 1662.” v.d.L. 75*. 412. Aan een tak opgehangen het wapen Graswinckel (n°. 35). Opschrift: „Heu jam ossa tegit tumulus mejus aestifra sperat. Gaudia quae vera et non peritura dabunt. Petrus Graswinckel Abrahami filius.” v. d. L. 75*. 413. In een rond medaillon twee uitgesleten wapens. Opschrift: „Dit graf hoort toe Dirk Wibbert.” v. d. L. 774; Pr 290. 414. Een gecombineerd wapen, uitgesleten; ht: vlucht. Opschrift: „’t Graf van Johan Blauwcamer.” v. d. L. 77»; Pr 283; A.N.F. 121'. 415. Een wiel en hakbijl. Opschrift: „Fije die Wielmaker.” v. d. L. 785; Pr 285; A.N.F. 121®. 416. Opschrift: „Het graff van Leendert van Dam.” v. d. L. 78*; Pr 286; A.N.F. 121'. 417. Opschrift: „Hier leyd begraven Barbara Simonsd. van Groenewegen en starff XXVI Nov. anno XVc LXXVI.” v. d. L. 83»; Pr 239; A.N.F. 72®. 418. Volledig wapen: drie staande honden onder elkander; geen ht. Opschrift: „Hier leydt begraven Adriaen de With dienaer des goddelijken woorts Starff int jaer ons Heeren 1602 den 26 September.” v. d. L. 851; Pr 294; A.N.F. 121®. 419. Gothische zerk met aan een tak opgehangen twee wapens: a. drie wassenaars; b. een kruis vergezeld van twee rozen boven, twee wassenaars onder. In de hoeken de evangelistenteekens. Opschrift: „Hier leyt begraven Dirk Jansz. en starf den 21 April 1547 en Caterina Comelisdr. sijn huysvrouw ende starf....” v. d. L. 85*; Pr 295; A.N.F. 121®. 420. In een medaillon een wapen bevattende een hand. v. d. L. 85»; A.N.F. 121®. 421. Opschrift: „Goozen Thomasz. van Ysselmonde Ao 1649.” v. d. L. 86»; Pr 240; A.N.F. 121®. 422. Blanco wapen opgehangen aan een tak geflankeerd door twee vlammende kogels. Opschrift: „Hier leyd begraven Belijtgen Jansdr. Mr. Eouwt Robbertsz. huysvrouwe was ende starf anno 1561 den 20 Augustus.” v. d. L. 88l; Pr 309; A.N.F. 123®. 423. Aan een ring opgehangen schild met drie spaden? Opschrift: „Hier leyt begraven Jan Dirksz. zijn wijff. Bid voor die ziele.” v. d. L. 88*; Pr 310; A.N.F. 123®. 424. Opschrift: „Hier leit begraven Janneken Reyers van Outhoeck huysvr. van Vincent de Knuyt sterf den 21 februwe anno 1650 ende 8. Symon de Knuydt sterf den 4 December ao. 1652 oud 60 jaaren ende sijn huysvrou Madalena Willems van der Marsch sterf den 5 April anno 1654 ovd 69 jaer ende Jan Teunisz. de Leuteryng sterff den 6 October 1663 oud 72 jaren. Hier leyt begraven Vincent de Knuyt sterf den 19 february anno 1664 ende sijn huysvrouw Machtelt de Leuteringh in den Heere ontslapen 24 January 1688.” v. d. L. 89*; Pr 226; A.N.F. 72‘. 425. Opschrift: „C. v. Emuller 1719.” v. d. L. 90»; Pr 261. 426. Gothische zerk. Een zittende vos vasthoudende het wapen van der Meer (n°. 104). In de hoeken de evangelistenteekens. Opschrift en randschrift: „Hier leydt begraven Adriaan Vrankensz van der Meer, starf 1556 den 21e July en zijn huysvrou Catrijn Dirksdr. starff 1536 den 9e Mey. Hier leyd begraven Comelis Adriaensz van der Meer, burgemeester dezer stad, starf den 6e April 1609. Bidt voor die ziele.” v. d. L. 91; A.N.F. 123»; Tim 5. 427. In een krans het volledig wapen van Overschie: gevierendeeld 1 en 4 een valk, 2 en 3 een slang (van Adrichem); ht.: valk tusschen vlucht. In de hoeken vier kwartieren: 1. van Overschie (valk); 2. van der Dussen (een loopende hond (v. d. Smaling)); 3. van Adrichem; 4. van Vliet van Woert (hoekige balk). Opschrift: „Sepulture van Hadrianus van Overschie van Adrichem in zijn leeven bailiou en schout van Vlaerding en Vlaerdingerambacht sterf den 27 Decembris anno 1617. Germanos, Batavus, Gallos Italosq. Brittannosque, ut vidi ut sistor pergo videre Deum. Janus Overschie vix eram anno CIOIDXCI die Oct. XXIII die IIX.” V. d. L. 92; Pr 230 en 311; A.N.F. 125‘; Tim 9 en 19. 428. V. D. H. en een merk, twee gekruiste halve cirkels, horizontaal waarop een priesterkruis. Pr 24. 429. Als n°. 428. Pr 25. 430. Opschrift: „Hier leit begrave Jacob Jansz. met van der Hout sterf ao. 1610." Pr 53. 431. Een anker tusschen de letters W. D. Pr 77. 432. Opschrift: „Hier leit Hester de Coenens....” Pr 103. 433. Opschrift: „Be... ac rata Salute CIDIDIIC. vixit nonis Aprilis anno. Phoebus.... onnon mihi. (?).” Pr 172. 434. Wapen en vier kwartieren uitgehakt; het onderste kwartier rechts is een molenrad of molensteen. In den rand: .... „Godswille (?) en Mr Alphaert en starf int jaer ons Heeren MVC en ” Pr 173. 435. Opschrift: „M. Munts. W. v. d. Bos. 1798.” Pr 191. 436. Opschrift: „G. V.” Pr 210. 437. Opschrift: „L. P. Y. S.” Pr 211. 438. Opschrift: „J. M. H. R. 1719.” Pr 218. 439. Een merk omgewende 4 tusschen de letters H. L. (Hans van Loon). Opschrift: „Dit graf hoort toe Hans van Loon anno 1624.” v. d. L. 18*; Pr 314. Zie ook no. 44 440. Opschrift: „C. W. S.” Pr 224. 441. In een ovaal de wapens van het echtpaar Christiaan van Santwyck en Maria Faes. (a. drie zandheuvels 2 en 1; b. drie molenijzers; ht: zandheuvel tusschen vlucht. Opschrift: „’t Graf van Christiaan van Santwijk starf den 26 February 1692 oud 49 jaaren; nog leyd begraven Grietje Willemsdr. oud 83 jaaren starf den 6 Maart 1680 en leyd nog begraven Judick Ariensdr. huysvrouw van Christiaan Santwijk oud 49 jaaren sterf den 1 July 1684. En leyd nog begraven Maria Faes huysvrouw van Christiaen Santwijck oud 36 jaaren sterf den lln October 1687.” v. d. L. 682; Pr 277; A.N.F. 120*. IV. REGISTER op de van 1677—1793 in de Oude Kerk te Delft begravenen met rouwbord. (Ned. Leeuw 1901, 105, 147, 1902, 12, 41, 70.) Adnchem, Emerentia van, hv. Frans Meerman 1901, 108 Adrichem, Magdalena van, hv. Harpert Tromp 1901, 108 Alderwerelt, Joan Carel van 1902, 73 Assendelft, Maria Magdalena van, hv. Jacob van der Lely 1902, 71 Beaumont, Philips Quirijn van 1902,13 Beresteyn, Comelis van 1901, 151 Beresteyn, Comelis Josephus van 1901, 109 Beresteyn, Gysbert van 1901, 107 Beresteyn, Maria Magdalena, hv. Adriaan van Assendelft 1901, 151 Beresteyn, Zacharias van 1901, 106 Berkel, Adriana van 1902, 12 Berkel, Anna van 1901, 152 Berkel, Gerart van 1902, 41 Berkel, Hillegonda van 1902, 13 Berkel, Willem van 1902, 44 Berkhout, Anna Teding van, hv. Maarten Pauw 1901, 150 Berkhout, Comelia Teding van, hv. Maarten Tromp 1901, 107 Beyer, Catharina de, hv. Johan van Steelant 1901, 152 Bleyswyck, Abraham van 1902, 44 Bleyswyck, Abraham van 1902, 41 Bleyswyck, Agatha van, hv. Johan Slicher 1901, 108 Bleyswyck, Catharina van, hv. Dirk Ingelby 1902, 14 Bleyswyck, Catharina Maria van 1902, 44 Bleyswyck, Dirk van 1901, 147 Bleyswyck, Dirk Evertsz. van 1901,107 Bleyswyck, Ewout van 1901, 147 Bleyswyck, Ewout Evertsz. van 1902,12 Bleyswyck, Franco van 1902, 14 Bleyswyck, Franco van 1901, 152 Bleyswyck, Francois van 1902, 12 Bleyswyck, Guilelmus van 1902, 45 Bleyswyck, Hendrik van 1901, 148 Bleyswyck, Johan Comelisz. van 1901, 147 Bleyswyck, Maarten van 1902, 43 Bleyswyck, Maria van, hv. Jacob Vallensis 1901, 151 Bleyswyck, Heter van 1902, 73 Bleyswyck, Reyer van 1902, 46 Bleyswyck, Reyer Evertsz. van 1901, 152 Bleyswyck, Reyer Jansz. van 1901,149 Boetzelaer, Anna Maria Elisabeth van 1902, 44 Boetzelaer, Jacob George Rutger van 1902, 45 Boey, Adriaan 1902, 72 Boey, Maria Wilhelmina, hv. Paulus Boogaert 1902, 42 Boogaert, Adriaen 1901, 149 Boogaert van Alblasserdam, Andries 1902, 42 Boogaert, Caecilia Elisabeth, hv. Willem van Berkel 1902, 14 Boogaert, Comelia Margaretha, wed. Willem Spieringh 1902, 43 Boogaert, Comelis 1901, 106 Boogaert, Dirkje 1902, 14 Boogaert, Gysbert 1901, 148 Boogaert, Machteld en Maarten van Hoogenhouck 1901, 149 Boogaert van Belois, Nicolaas 1902, 42 Boogaert, Nicolaas Frederik 1902, 43 Boogaert van Belois, Petronella, hv. Franc van der Burch 1901, 109 Boogaert, Kap. Willem Karei 1902, 14 Briell, Albertina Johanna 1901, 148 Briell Welhouck, Anna, hv. Adriaan Boogaert 1901, 108 Briell, Comelia, hv. Arent van der Dussen 1901, 106 Briell, Herbert, 1902, 14 Briell, Isabella Comelia, hv. Nicolaas Frederik Boogaert van Alblasserdam 1902, 14 Briell, Jacob 1901, 107 Bulow, Caspar 1901, 108 Burch, Clara van der, hv. Johan van Bleyswyck 1901, 107 Burch, Franc van der 1902, 71 Burch, Geertruid van der, hv. Johan Duyst van Voorhout 1901, 108 Cau, Maria Louise, hv. Maerten Pauw 1901, 151 Chys, Margaretha van der, hv. Jan van Coolwyk 1901, 149 Coolwijk, Dirk van 1901, 109 Crans, Jan 1902, 72 Dam, Bartha Johanna van, wed. Nicolaas Boogaert 1902, 42 Dam, Johanna Catharina, hv. Willem Hendrik Gael 1902, 71 Dedel, Catharina Maria, wed. Gaspar Rudolf van Kinschot 1902, 46 Dedel, Maria, wed. Adriaan Heinsius 1901, 109 Dedel, Philip 1902, 13 Dedel, Sofia Altena 1901, 151 Delff, Anna Jacobsdr., hv. Gerrit van Berkel 1901, 152 Deutz, Agatha, wed. Zacharias van Beresteyn 1901, 109 Dierkens, Nicolaas 1902, 42 Does, Agatha Philippina van der, hv. Paulus van der Heim 1902, 74 Dongen, Wilhelmina, wed. Franc van Bleyswyck 1902, 42 Duivenhuis, Ida Anna, hv. Nicolaas Kraeyvanger 1902, 45 Dussen, Agatha Corvina van der, hv. Gerard van Vredenburch 1902, 44 Dussen, Alida van der, bej. dr. 1901,147 Dussen, Arent van der 1901, 107 Dussen, Arent Arentsz. van der 1901, 150 Dussen, Bruno van der 1901, 147 Dussen, Comelia van der 1901, 151 Dussen, Diderik van der 1901, 148 Dussen, Dirk van der 1901, 109 Dussen, Ermgard van der, wed. Comelis Boogaert 1901, 148 Dussen, Ewout van der 1902, 13 Dussen, Jacob van der 1901, 151 Dussen, Jacob van der, 1902, 46 Dussen, Lidia Catharina van der, hv. Baron von Schwartz 1902, 43 Dussen, Maria Arentsd. van der, hv. Jacob van Kinschot 1901, 109 Dussen, Nicolaas van der 1902, 46 Dussen, Paulus van der 1901, 149 Dussen, Pieter van der 1901, 148 Dussen, Theodora Aletta van der 1902 45 Duyst van Voorhout, Geertruid, hv. Julius van der Moer 1901, 108 Fyck, Adriaan 1901, 108 Gael, Gerrit 1901, 150 Gael, Jacob 1902, 72 Gevaerts, Maria Amoudina, hv. Jacob van der Heim 1902, 74 Goens, Christina Anthonia van, hv. Quirijn van Beaumont 1902, 45 Goeree, Agatha, wed. Jacob Pauw 1901, 106 Goes, Adriaen Andriesz. van der 1901, 152 Goes, Adriaan van der 1902, 44 Goes, Mr. Andries van der 1902, 14 Goes, Anna Maria van der, hv. Franc van der Burch 1902, 74 Goes, Anthonia Josina van der, hv. Franc van der Burch 1902, 73 Goes, Catharina van der 1901, 151 Goes, Franc Andries van der 1901, 107 Goes, Geertruid van der, hv. Comelis Spiering 1902, 14 Goes, Cap. Jacob van der 1901, 148 Goes, Josina van der, wed. Engelbrecht Pauw 1901, 151 Gogh, Maria van, wed. Matheus Victor van der Goes 1902, 13 Graeff, Albert van der 1901, 108 Graeff, Arent van der 1901, 107 Graeff, Jacob van der 1901, 108 Gribius, Maria hv. Abraham van Bleyswyck 1902, 43 Groenewegen, Salomon van 1902, 43 Halewyn tot de Werve, Margaretha Constantia, hv. Gerrit Meerman 1902, 13 Halling, Catharina, hv. Fran£ois van Muylwyck 1901, 149 Hallingh, Mr Jacob 1901, 107 Halling, Pieter 1901, 152 Halling, Mr. Sonsveld 1901, 107 Heeckeren, Clara van, hv. Philips van der Goes 1901, 149 Heemskerck, Antonnetta Coenradina, hv. Franco Pauw 1902, 71 Heim, Anthonie van der 1901, 150 Heim, Anthony van der 1902, 42 Heim, Catharina van der, hv. Maurits Voigt von Elpe gent Yoss 1902, 46 Heinsius, Anthonie 1901, 152 Heinsius, Catharina, hv. Anthonie van der Heim 1901, 149 Heinsius, Maria, wed. Frederik Sluysken 1901, 151 Heul, Anna van der, wed. Bonifacius Pous 1902, 13 Heul, Johanna van der, hv. Johan Krul 1901, 108 Hoeff, Adriaan van der 1901, 148 Hoeff, Magdalena Maria van der, hv. Nicolaas van Assendelft 1901, 150 Hooge, Sofia van der, hv. Matheus Gael 1901, 107 Hoogenhouck, Anna van, wed. Franco van Bleyswyck 1902, 14 Hoogenhouck, Anna van, wed. Dirk van der Dussen 1901, 105 Hoogenhouck, Harmen van 1901, 148 Hoogenhouck, Maerten van 1901, 152 Hop, Agatha, hv. Gerrit Meerman 1902, 71 Huygens, Jacob Briell 1902, 72 Iemans, Maria, hv. Comelis Soetens 1901, 107 Jong, Jacoba de, hv. Christiaan van der Goes 1901, 106 Junius, Catharina, hv. Jacob IJsbrants 1902, 13 Junius, Jacob 1901, 148 Kievit, Anna, hv. Johan Tromp 1901, 109 Kinschot, Anna Catharina van, hv. Otto Comelis Gerardus Cloot 1902, 71 Kinschot, Cornelia Catharina van, hv. Gaspar van Kinschot 1902, 45 Kinschot, Gaspar van 1901, 106 Kinschot, Gaspar Roeland 1902, 42 Kinschot, Gaspar van 1902, 44 Kinschot, Jacob van 1901, 150 Kinschot, Maria Agatha van 1902, 42 Kinschot, Roeland van 1902, 42 Kinschot, Sara Harpertina van, hv. Jan Comelis de Roo 1902, 43 Kocq, Pieter 1902, 72 Lely, Jacob van der Jacz. 1902, 71 Lenards, Maria, hv. Hendrik de Sandra 1901, 150 Leydekker, Charlotte Maria, wed. Johan van Riebeeck 1902, 42 Lopee, Albert de 1901, 107 Marets, Anna Maria des, hv. Jacob de la Faille 1901, 152 Marets, Samuel des 1901, 147 Mast, Robbert van der 1902, 46 Meer, Comelis van der 1901, 147 Meer, Elisabeth van der, wed. Maarten Pauw 1901, 149 Meerman, Anna Catharina, hv. Philips Dedel 1901, 151 Meerman, Catharina, hv. Adriaan van der Hoeff 1901, 148 Meerman, Dirk 1901, 107 Meerman, Frans Jansz. 1901, 105 Meerman, Gerrit 1902, 14 Meerman, Gerrit 1902, 41 Meerman, Jacob 1901, 150 Meerman, Mr. Jan 1901, 148 Meerman, Maarten 1901, 150 Meerman, Pieter 1902, 72 Meerman, Soetje Francoise, hv. Egidius van der Dussen 1902, 42 Moere, Geertruid Cornelia van der 1901, 109 Moere, Julius van der 1901, 109 Morgan, Anna 1901, 108 Muylwyck, Franco van 1901, 149 Muylwyck, Maria van, wed. Gerard Gael 1901, 151 Onderwater, Cornelis 1901, 107 Overschie, Anna Maria van, hv. Bartholomeus van Slingeland 1902, 43 Overschie, Dominicus d’ 1901, 148 Overschie, Laurentius d’ 1901, 105 Overschie, Maria Sofia d’ 1901, 150 Overschie, Ijsbrand d’ 1901, 151 Pauw, Alyda, hv. Anthony Gunther van Kinschot 1902, 41 Pauw, Elisabeth Franyoise, hv Frederik Hendrik van den Boetzelaer 1902, 44 Pauw, Elisabeth, hv. Dirk van der Dussen 1901, 148 Pauw, Franco 1902, 12 Pauw, Franco 1902, 71 Pauw, Jacob 1901, 107 Pauw, Maerten 1901, 152 Pelgrom, Catharina, hv. Isaak Spiering Guldecroon 1901, 108 Pous, Andries 1902, 12 Pous, Anna, hv. Willem Spiering 1901, 109 Pous, Willem 1901, 151 Riebeeck, Abraham van 1902, 14 Riebeeck, Francois Diderik van 1902, 42 Riebeeck, Gerrit Cornelis van 1902, 44 Riebeeck, Johannes van 1902, 14 Roo van Rosenburgh, Alida Anna de hv. Joan Carel van Alderwerteld 1902 72 Roo van Rosenburgh, Caspar de 1902, 72 Roo van Rosenburg, Jan Carel de 1902, 44 Roo van Rosenburg, Willem de 1902, 44 Rover, Mathys 1902, 13 Ruyven, Catharina van, hv. Hendrik van Wou 1901, 105 Sandra, Hendrik de 1901, 149 Santen, Adriana van, hv. Boudewijn van Muylwyck 1901, 150 Santen, Adriana van, wed. Jan Meerman 1902, 14 Santen, Francoise van, hv. Albert van der Graeff 1901, 108 Santen, Maria van, wed. Frank Verburch 1901, 150 Santen, Soetje van, wed. Maerten Meerman 1901, 152 Schaap, Anna Constantia, wed. Franco Pauw 1902, 13 Schimmelpenning, Willem Jan 1902, 12 Slicher, Clara Maria, hv. Willem van Strijen 1902, 43 Slicher, Elisabeth Aletta, hv. Nicolaas van der Dussen 1902, 46 Slicher, Mr. Johan 1902, 41 Slicher, Wigbolt 1901, 148 Slingelandt, Barthoud van 1902, 43 Slingelandt, Catharina Wilhelmina,hv. Johan Herman Graswinckel, 1902, 72 Snouckaert van Schouburch, Albert Nicolaas 1902, 71 Soetens, Cornelis 1901, 108 Spiering, Cornelis 1902, 41 Spiering, Dulcea, hv. Adriaan van der Goes 1901, 149 Spiering, Geertrui Anna, hv. Reyer van der Burch 1902, 41 Spiering, Petronella 1901, 108 Spiering Guldecroon, Pieter 1902, 12 Spiering, Mr. Willem 1901, 108 Spiering, Willem 1902, 14 Spieringhshoek, Comelia 1901, 150 Strijen, Agatha Philippina van, hv. Ary Prins 1902, 46 Strijen, Jan Hugo van 1902, 72 Strijen, Quirijn van 1902, 73 Strijen, Wigbold van 1902, 41 Strijen, Willem van 1902, 45 Strijen, Willem van 1902, 70 Taal, Comelia Maria, hv. Adriaan van der Goes 1902, 45 Thierens, Gerard 1902, 15 Till, Hillegonda Machteld van, wed. Guillelmus van Bleyswyck 1902, 45 Trello, Walburg van, hv. Franco van Santen 1901, 107 Tromp, Adriaan 1901, 107 Tromp, Cornelis 1901, 109 Tromp, Dirk 1901, 148 Tromp, Harpert 1901, 109 Tromp, Maarten Harpertz. 1901, 149 Tromp, Margaretha 1901, 107 Tromp, Sara, hv. Hugo van der Mast 1901, 150 Vallensis, Agatha, hv. Johan van Bleyswyck 1901, 151 Vallensis, Catharina Maria, hv. Ewout van der Dussen 1902, 41 Vallensis, Corvina Maria, hv. Gerard van Borselen 1902, 13 Vallensis, Dirk 1902, 13 Vallensis, Gerard 1901, 150 Vallensis, Jacob 1902, 13 Velsen, Johan van 1901, 108 Verburch, Franc 1901, 105 Verburch, Petronanella, wed. Reyer Everts van Bleyswyck 1902, 13 Vredenburch, Catharina van, wed. Jacob van der Dussen 1902, 71 Waeyen, Catharina van der, hv. Anthony van der Heim 1902, 45 PERSONENREGISTER. ae = aa; ck = k; ey = ei; uy = ui; gh = g. A Aa, Agniesgen van der. 159 Aa, Comelis van der. 248 Aa, Elisabeth van der. 1, 80, 267 Aa, Johan van der. 279 Aa, Volkje Pynsen van der. 402 Aalst, Bemardus Johannes. 235 Acker, Jacob van den. 213 Acker, Pleuntje van den. 213 Ackersdyck, Jacob. 213 Acquet, Amaratha d’. 135, 203 Acquet, Anna Catharina d’. 135 Acquet, George d’. 65 Acquet, Hendrik d’ 62, 135, 198 Acquet, Jori3 d’. 135 Acquet, Sabina Agneta d’. 135 Adams, Comelia Jacoba. 2516 Adolfs, Broeders. 217 Adriaansdr., Agniesje. 324 Adriaansdr., Judick. 441 Adriaensdr., Neeltgen. 168 Adrichem, van. 5 Adrichem, Adriaan van. 24 Adrichem, Emerentia van. 52, 120, R Adrichem, Geertruida van. 15 Adrichem, Joost van. 52 Adrichem, Machtelt van. 19 Adrichem, Magdalena van. 139, R Aerssen, Comelis van. 56 Aken, Albert van. 342 Aken, Hendrik van. 342 Aken, Jan van. 326 Aken, Magdalena van. 135 Albertijn, Nathaniël. 192 Alderwereld, Mr. Johan Carel van. 47, 303, R Alderwereld, Rogier van. 47 Alen, Agatha van. 322 Alen, Maria van. 322 Alenburch, Comelis. 268 Alenburgh, Johan. 10 Alkemade, Anna Catharina van. 229 Alkemade, Rus van. 234 Alphaert, Mr. 434 Alphen, Wendelina van. 59 Amarik, Johan Willem. 135 Amsterdam, Maria. 322 Amsterdam, Petronella. 322 Amsterdam, Symon. 10 Anckeren, Amasia van. 261 Anckeren, Amasius van. 261 Anckeren, Hendrik van. 261 Anckeren, Jacob van. 261 Anckeren, Johanna Clasina van. 261 Anckeren, Louisa van. 261 Andel, Christoffel van. 251a Andel, Comelis van. 381 Andel, Margaretha van. 381 Anderson, Nicolaas. 69 Arentsdr., Geertraid. 123 Arentsdr., Soetge. 12 Arentsz., Michiel. 233 Ariaansdr., Engel. 269 Ariëns, Margaretha. 317 Ariensdr., Anneke. 375 Ariënsz., Dirk. 392 Armstrong, Gerard. 89 Assendelft, van. 66, 290, 331 Assendelft, Anna Magdalena van. R Assendelft, Comelia van. 105 Assendelft, Gerard van. 67 Assendelft, Henriëtte Charlotte van. 124 Assendelft, Machteld van. 124 Assendelft, Maria van. 124 Assendelft, Maria Magdalena. 67 Assendelft, Nicolaas van. 67 Assendelft, Paulina Petronella van. 344 Assendelft, Paulus van. 344 Assendelft, Wilhelmina Machteld van 285 Assendelft, Mr. Willem van. 124, 285, 344 Aynsworth, Catharina. 311 B Baale, Eva. 263 Baartmans, Anthonie Callenberg. 111 Baert, Adriaan. 65 Baert, Martina. 59 Bakker, Comelis. 241 Balckenende, Sybrant. 366 Bambergen, Catharina van. 133 Bambergen, Jacoba van. 133 Barbieri, Jan. 119 Barnier, Jannetje. 398 Baroen, Johanna. 127 Bashuysen, Ds. Johannes. 32 Basius, Dr. Joan. 11 Bassona, Johanna. 26 Bataille, Josina. 173 Beaumont, Philips Quirijn van. R Beeftingh, Nicolaas Marinus. 317 Beek, Jacobus van der. 190 Beeldemaker, Gerardus Nicolaas. 147 Been, Jacob de. 154, 260 Been, Mr. Jan de. 13 Been van Wena, Jan de. 366 Been, Matthijs de. 154, 1996 Beest, Arent Leendertsz. van der. 278 Beest, Dirk van. 74, 84, 108, 273 Beest, Franco van. 273 Beest, Geertruyt van. 381 Beest, Jan van. 273 Beyer, Catharina de. 303, R Beyeren, Abigael van. 26, 36, 2516 Beyeren, Abraham van. 45 Beyeren, Adriaan van. 27, 45, 361 Beyeren, Comelia van. 26 Beyeren, Maria van. 45 Beyerman, Agatha. 105 Beynham, Catharina. 311 Beynham, Theophila. 311 Beynham, Theophilus. 311 Becker, Frederik. 147 Beman, Adriaan. 9 Beman, Johan. 125 Beman, Johanna. 9 Benjamins, Maria. 40, 69, 237, 311, 314, 332 Berendrecht, Clara van. 234 Beresteyn, Agathe van. 54 Beresteyn, Arent van. 59, 198, 280 Beresteyn, Mr. Cornelis van. 18, R Beresteyn, Cornelis Joseph van. 18, R Beresteyn, Dirk van. 56, 59, 280 Beresteyn, Gijsbert van. 67, 198, R Beresteyn, Hugo van. 295 Beresteyn, Jacob van. 18, 77 Beresteyn, Mr. Maerten Comelisz. van. 303 Beresteyn, Magdalena van. 59, 344 Beresteyn, Margaretha van. 323 Beresteyn, Maria van. 22, 59, 280 Beresteyn, Maria Magdalena van. 67, R Beresteyn, Mr. Nicolaas van. 59, 280 Beresteyn, Paulus van. 280, 311 Beresteyn, Pieter van. 59 Beresteyn, Sara van. 306 Beresteyn, Mr. Zacharias van. 18, R Bergh, Aemilia de. 26, 297 Bergh, Daniël de. 297 Bergh, Jacob Daniël de. 297 Bergh, Gerrit van den. 251a Berg, Margaretha van den. 69, 332 Bergh, Maria van den. 206, 265, 325 Bergh, Pieter van den. 265 Bergen, van. 43 Bergen, Elisabeth van. 268, 332 Bergen, Maria van. 268, 326. Bergen, Maria van. 326 Berck, 282 Berkel, Maria. 106, 330 Berkel, van. 56 Berkel, Adriaan van. 26, 36 Berkel, Adriaan Josephus van. 26 Berkel, Adriana van. 84, R Berkel, Aletta Franciska van. 26 Berkel, Anna van. 84, R Berkel, Amoldus Johannes van. 26 Berkel, Amold Joseph van. 26 Berkel, Bartholomeus van. 26,126, 365 Berkel, Gerard van. 56, 74, 84, R Berkel, Hillegonda van. 84, R Berkel, Hubert van. 26 Berkel, Johan van. 74, 84 Berkel, Martinus van. 26, 36, 126 Berkel, Willem van. 56, R Berkhout, Anna Teding van. R Berkhout, Comelia Teding van. 139, R Berkhout, Jan Teding van. 291 Berkhout, Liedewy Teding van. 138 Berkhout, Paulus Teding van. 219 Berkhout, Pieter Teding van. 138 Bermond, Johannes. 123 Bermond, Tibout. 123 Beuningh, Pieter. 86 Biddaf, Judichje. 268 Billettes. 297 Blank, Hendrik. 45 Blank, Meinardus Pieter. 45 Blankenberg, Jan. 341 Blankenbijl, Gerritje. 184 Blankenbijl, Maria. 184 Blauwcamer, Johan. 414 Bleycker, Frans. 32 Blesius, Gysbertha Johanna. 315 Bleyswijck, van. 297 Bleyswijck, Abraham van. 291, 295, 320, 328, 338, R Bleyswijck, Adriana van. 338 Bleyswyck, Agathe van. 77, R Bleyswyck, AÜda van. 77, 156 Bleyswyck, Anna van. 320 Bleyswyck, Anna Antonia van. 291 Bleyswyck, Mr. Arent van. 156, 306 Bleyswyck, Catharina van. 291, R Bleyswyck, Catharina Maria van. 291, R Bleyswyck, Clara Jacoba van. 77 Bleyswyck, Cornelis. 1, 77 Bleyswyck, Dirk van. 156, 291, 320, 329, R Bleyswyck, Elisabeth van. 291 Bleyswyck, Everard van. 144 Bleyswyck, Evert van. 77, 156, 329 Bleyswyck, Ewout van. 288, 300, 358, R Bleyswyck, Franjois van. 75, 291, R Bleyswyck, Frank van. 52, 156, R Bleyswyck, Fytgen. van 381 Bleyswyck, Geertruida Antonia van. 160, 291 Bleyswyck, Guilelmus van. 160, 291, R Bleyswyck, Hendrik van. 288, 300, R Bleyswyck, Hester van. 156 Bleyswyck, Jan van. 156 Bleyswyck, Johan van. 18, 77, R Bleyswyck, Mr. Lourens Abraham van. 320 Bleyswyck, Maarten van. 156, 306, R Bleyswyck, Machteld van. 197 Bleyswyck, Magdalena. van. 156 Bleyswyck, Maria van. VI, 55, 77, 156, R Bleyswyck, Pieter van. 77, 156, 291, 295 Bleyswyck, Reyer van. 52, 77, R Bleyswyck, Sara van. 156 Bleyswyck, Theodorus van. 291 Bleyswyck, Willem van. 291 Block, Johanna van der. 9 Blom, Jacob. 98 Blom, Willem. 98 Blommendaal. 41 Blommesteyn, Mr. Diderik van. 27, 306 Blommesteyn, Herman van. 27 Blommesteyn, Petrus Canzius van. 27 Blommesteyn, Willem van. 27 Blommesteyn, Willem Diderik van. 27 Blonck, Antoinetta. 291 Bloot, Hugo die. 408 Blijenburg, Gregorius van. 33 Blijenburg, Heyman van. 77 Bodegom, Comelis van. 235 Bodegom, Comelis Franchois van. 367 Bodegom, Elisabeth van. 236 Bodegom, Jan van. 235 Boeckhout, Adriaan. 273 Boers, Jan. 320 Boers, Pieter Willem. 320 Boetzelaer, Anna Maria Elisabeth van. R Boetzelaer, Jacob George Rutger van. Boetzelaer, Willem Gustaaf Jacob baron van. 300 Boey, Adriaan. R Boey, Maria Wilhelmina. R Bok, Abraham de. 345 Bok, Maria de. 96 Bok, Oedetge de. 96 Bok, Pieter de. 96 Bokëlsdr., Soetgen. 246 Bokwout, Louisa. 261 Bolderman, Willem. 326 Bolina, Gerardina Elisabeth. 126 Bolina, Joseph. 126 Bom, Anton. 12 Bom, Pieter. 317 Bommenaar, Abraham van der. 30 Bon, Amold. 87, 98 Bon, Comelis. 98 Bon, Gerrit. 87 Bon, Maria. 87, 98 Bonstoe, Maria. 261 Boogaert. 28, 88 Boogaert, Adriaan. 29, 30, R Boogaert, Adriana. 167, 332 Boogaert, Aemilia. 206, 321 Boogaert, Andries. 9, R Boogaert, Anna Caecilia. 30 Boogaert van Beloys, Anna Maria. 304 Boogaert, Bartholomeus. 339, 343 Boogaert, Beha. 306 Boogaert, Catharina Magdalena. 339 Boogaert, Cecilia Elisabeth. 56, R Boogaert, Cornelia Margaretha. R Boogaert, Cornelia Maria. 71 Boogaert, Comelis. 167, 323, R Boogaert, Daniël. 9 Boogaert, Dirk. 306 Boogaert, Dirkje. R Boogaert, Everhardine. 18 Boogaert, Ds Franfois. 339 Boogaert, Gerard. 304 Boogaert, Gysbert. R Boogaert, Jan. 9 Boogaert, Johan. 339 Boogaert, Johanna Franjoise. 339 Boogaert, Maerten. 306 Boogaert, Machteld. 65, 97, R Boogaert, Margaretha. 339 Boogaert, Maria. 306 Boogaert, Michiel. 306 Boogaert, Nicolaas. 29, 30, 167, 323, R Boogaert, Nicolaas Frederik. R Boogaert, Petronella. 30, R Boogaert, Susanna. 339 Boogaert, Susanna Frangoise. 339, 343 Boogaert, Wilhelmina. 9 Boogaert, Willem Karei. R Boogaert, Maarten Willem Salomon van den. 328 Boogaert, Pieter Willem van den. 328 Boogh, Carel de. 86 Boon, Anna. 122 Boon Mesch, Adriaan Sanderus van der. 10 Borleus, Antonia Walburgh. 317 Borsselen, Gerard van. 54 Borsselen, Quirijn van. 209 Bos, Ariana. 265 Bos, Dirk. 298 Bos, Johannes van den. 213 Bos, Salomon. 153 Bos, W. van den. 435 Bosch, Joan. 300 Bosch, Johanna Margaretha de. 85 Bosmaker, Comelis. 236 Bosman, Aristoteles. 255 Bosman, Sara. 255 Bosschaert, Izaak. 167 Bosschart, Pieter. 167, 232 , Boudens, Franjois. 306 Boudewijnen, Neeltje. 302 Boulyn, Abraham. 322 Bout, Joost de. 197 Box, Maria den. 317 Box, Willem. 313 Braam, Egidius van. 10, 149 Braam, Magdalena van. 10 Braber, Jansz. 117 Brakel, Boudewijn van. 133 Brandt, Arent. 218 Brandt, Catharina. 16 Brand, Ewout. 16 Brandt, Johannes. 218 Brande, Aletta Maria van den. 34 Brande, Jan Pieter van den. 34 Brasser, Diderik. 138 Brasser, Govert. 138 Brasser, Hendrik. 138 Brasser, Livina. 282 Brasser, Theodorus. 138 Brasser, Vincent. 373 Brasser, Willem. 373 Bredenhoff, Framjois van. 34 Bree, Geertruid van den. 218 Breugel, Adam van. 229 Breugel, Jan van. 229 Briell. 88 Briell, Albertina Johanna. 22, R Briell, Amoudina Maria. 22 Briell, Comelia. R Briell, Eva. 62 Briell, Herbert. 22, R Briell, Isabella Comelia. R Briell, Jacob. 22, 29, R Briell, Maria. 47 Briell, Maria Elisabeth. 22 Briell, Paulus. 22 Briell (gezegd van Welhouck), Anna. 30, R Bries, Anton de. 74 Bries, Comelia de. 162 Bries, Daniël de. 162 Bries, Jacob de. 162 Bries, Jan de. 74 Bries, Johannes de. 162 Bries, Margaretha de. 162 Bries, Philips de. 74 Bries, Wijnant de. 162 Broeders, Adolf. 217 Broelers, Magthalina. 190 Broers, David. 153 Broek, Anna van den. 122 Bronckhorst, Annetje van. 182 Bronckhorst, Anthony van. 182 Bronckhorst, Jacob van. 182 Bronsvelt, Maria Catharina van. 44 Bronsvelt, Philip van. 44 Bronsvelt, Philippina Maria van. 44 Brootmans, Sophia. 320 Brouwer, Nicolaas. 63 Brouwer, Veronika. 63 Bruggen, Antonia van der. 317 Bruggen, Daniël van der. 196 Bruggen, Emmerentia van der. 196 Brugge, Fran^ois van der. 196 Brugman. 41 Brugman, Geertruida. 220 Brugman, Jasper. 33 Brugman, Jochem. 33, 98 Bruheze, Margaretha van. XII Bruynen, Agniesje. 259 Bruyn, Geertruida de. 122 Bruyning, Hillegonda. 250 Brun, Johanna Maria la. 182 Bruyn, Joost de. 30 Bruyns, Elisabeth. 309 Bruynseels, Framjois. 162 Brul, Johan. 295 Bugel, Machteld van. 113 Bugge, Anna. 154 Bugge, Dirk. 388 Bugge, Elisabeth. 276, 301 Bugge, Hendrik. 388 Bugge, Jan. 229, 388 Bugge, Pieter. 388 Bugge, Quirijn. 100 Bugge van Ringh. 260 Bugge van Ringh, Elisabeth. 154 Buyl, Margaretha van. 251 Buys, Agneta van der. 9 Buys, Anthoni. 167 Buys, Govert. 370 Buys, Daniël van der. 9 Buiser, Wouter den. 258 Buyster, Comelis. 278 Buyster, Evert. 278 Buyster, Jan. 278 Buyster, Johannes. 278 Buytenvest, Maritgen van. 45 Bulow, Caspar von. R Bunje, Elisabeth de. 154 Bunje, Johannes de. 154 Burch, van der. 13, 132 Burch, Adam van der. 315, 349 Burch, Adriaan van der. 73, 215, 294 Burch, Albertus van der. 321 Burch, Alida van der. 144 Burch, Anna van der. 148, 229, 338 Burch, Arent van der. 144 Burch, Catharina van der. 206, 299, 349 Burch, Christiaan van der. 206, 321 Burch, Clara van der. 77, 245, R Burch, Comelia van der. 294 Burch, Comelia Margaretha. 206 Burch, Comelis van der. 144, 215, 230, 294, 321 Burch, Diderik van. 29, 35, 106, 144 Burch, Frank van der. 29, 30, 35, 73, 104, 106, 144, 156, 286, 308, 311, 314, 332, 352, R Burch, Geertruid van der. R Burch, Helena van der. 215, 288, 294 Burch, Hendrik van der. 104, 352 Burch, Iman Anna van der. 29, 35 Burch, Jacoba Catharina van der. 206 Burch, Jan van der. 15, 32,44,144, 356 Burch, Jean Louis van der. 156 Burch, Johanna Margaretha van der. 288 Burch, Johanna Maria van der. 206, 321 Burch, Magdalena van. 44 Burch, Margaretha van der. 294 Burch, Maria van der. 35, 44, 144, 304 Burch, Maria Gloudina. 44 Burch, Pieter van der. 33, 144 Burch, Reyer van der. 29, 30, 35, 73, 106, 144, 245, 314 Burch, Sara van der. 144 Burch, Sophia van der. 73, 245 Burch, Susanna Geertruid van der. 147 Burch, Willem van der. 73, 144, 215, 245, 294, 314, 349 Bueren, Aletta van. 160 Bueren, Arent van. 135 Bueren, Clara van. 283 Bueren, Isaak van. 135 Bueren, Peter van. 283 Burmanus, Ds. Franciscus. 111 Bye, Adriaan de. 30 Bye, Comelis Comelisz. 218, 301 Bye, Elisabeth de. 218 Bye, Maria de. VII, 301 Bye, Neeltje Comelisdr. de. 218 Bye, Trijntje Cornelisdr. de. 218 Bijl, Dr. Isaak. 153 Bijmerwaart, Hendrik Jan. 241 Bijsterveld, Antoni van. 182 Bijsterveld, Johannes van. 182 Bijsterveld, Rustina van. 182 C Ceel, Harmen van der. 105 Chais, Charles Alexander. 135, 198 Chalmers, Bertina. 250 Chalmers, Catharina. 96 Chalmers, Johanna Catharina. 96 Chalmers, Robbert. 96 Chasteleyn, Anna Elisabeth. 251a Christiaansdr., Geertgen. 8 Chyfer, Simon Comelisz. 139 Chys, van der. 85, 146 Chys, Margaretha van der. R D Daams, Agatha. 113 Dael, van den. 54 Dalen, van. 41 Dam, Bartha Johanna van. R Dam, Engeltje van. 9 Dam, Jan van. 9 Dam, Johanna Catharina van. R Dam, Leonard van. 191. 416 Dam, Maria van. 9 Davidsdr., Jannetje. 10 Dedel, Caecilia. 97 Dedel, Catharina Maria. 32, 52, 151, R Dedel, Machteld. 97 Dedel, Maria. 221, 229, 248, 260, 297, R Dedel, Maria Magdalena. 97 Dedel, Maria Margaretha. 154, 301 Dedel, Philips. 52, R Dedel, Sophia Altena. 52, R Deyst, Jacoba. 85 Dekker, Petronella. 263 Decker, Simon. 382 Decker, Willem. 30, 32,68, 85,213,345 Delff, Anna. 84, R Delff, Geertruid. 84 Delff, Jacob. VIII, 74, 84 Delft, Dirk van. 184 Deneys, Susanna. 32 Deutz, Agneta. 18, R Dichters, Catharina. 10 Dichters, Maria. 10 Dichters, Nicolaas. 10 Dierkens, Mr. Nicolaas. 308, R Dierkens, Salomon. 308 Dierkens, Willem Hendrik. 308 Diest, Hendrik van. 191 Dieuw, Abraham de. 56 Dirksdr., Aaltje. 396 Dirks, Anna. 69, 222 Dirksdr., Catharina. 426 Dirksdr., Elisabeth. 1996 Dirksz., Jan. 423 Dircksz., Michiel Jan. 269 Dirksz., Sasbout. 221 Dissius, Carel. 44 Dissius, Jacob. 327, 340 Dissius, Martinus. 44 Doelmans, Annetje. 278 Does, van der. 338 Does, Agatha Philippina van der. R Does, Dirk van der. 268 Does, Elisabeth van der. 39 Doesburch, Jan Fran5ois. 323 Dommelen, Hendrika van. 55 Doncker. 110 Dongen, Aletta van. 192 Doncker, Dirk. 148 Doncker, Engelbrecht. 216 Doncker, Jacobus. 148 Doncker, Jan. 216 Doncker, Johanna. 10 Doncker, Simon. 216 Dongen, Wilhelmina van. 291, R Dordtman, Comelis Comelisz. 30 Dorst, Machteld van. 251 Dorst, Willem van. 251 Dorth, Johan Adriaan van. 10 iz Dossingen, Comelia. 32 Doublet. 29 Doublet, FranD£Nsr£(N ']( CONSVLISpapHENSis VA ET'MATRIS EMciSjiM* Wj! MaKia.aBleys»'kk*^' Fl'UVSVHjcVSEDVARDVsV AÏODIMSTEYN EiVi&EM / ^ ► VRB1SCONSVLHDC '-k r lytONVMENTVM , * PONi CVRAVfr / y X<0: ,c . Vv W-Dr-XLfV/ J%J5A èwm mwimÊk 9. Epitaaf voor Johan van Lodensteyn 10. Epitaaf voor Jacob Delff 11. Grafzerk van Cornelis van Beresteyn en Corvina Hofdyck (18) ViXI • V'T, • ViV 15! * MOR EMS V;T “-SVM • Mö&TVa-ANMÖ c]>dc vu^ * ig| ymjcTA FILI OUA’PAT&Ï.-ANNA- MORGAN C m 12. Grafzerk van Elisabeth van Mamix (58) 13. Grafzerk van Quirijn Bugge en Anna Melisdyck (100) 14. Grafzerk van Simon van Groenewegen en Hadewij van der Made (304) 15. Grafzerk van Johan Houffyzer en Jannetje Cornelisdr. (281) 16. Grafzerk van Machteld Dedel (97) 17. Grafzerk van Arnout van Beresteyn (59) 18. Grafzerk van Jacob Briell en Maria van Beresteyn (22) 19. Grafzerk van Albert van der Graeff (62) 20. Grafzerk van Reyer van der Burch en Aeltje van der Graeff (144) 21. Grafzerk van Jacob Pauw (146) 22. Grafzerk van Dirk van Bleyswyck (291) 23. Grafzerk van Joost van Lodensteyn en Maria Voorburch (26) 24. Grafzerk van Jacob Vallensis en Margaretha van Clootwyck (54) 25. Grafzerk H. van Koppiers (70) 26. Grafzerk van Adriaan van Staveren en Comelia Johanna van Riel (40) 27. Grafzerk van Antonie van Leeuwenhoek (244) 28. Grafzerk van het geslacht Wittert (301)