— l Amand LiNi.Aflftferdaa. UITGAVE VAN MS. BROM ET, AMSTERDAM aa Biaaaa naatfaaas OF HENDRIKS EERSTE REIS. ♦ Het was op een kouden wintermorgen toen Hendrik, een kleine jongen in Londen, uitging met zijn bezem in de hand om de straat te vegen. Er Was geen regen of sneeuw gevallen, zoodat de kleine straatveger niet veel verwachtte van de voorbijgangers, die anders bij slecht weer gaarne eenige centen gaven aan Hendrik, die hun een schoon voetpad maakte dwars door de straten. Hij wachtte den ganschen morgen en namiddag en betreurde het zeer dat hij op dien dag zoo weinig had ontvangen om naar zijne arme moeder, die eene weduwe was, te brengen. Eensklaps hoorde hij eene ruwe stem tot hem zeggen: «huilen jongen! wat scheelt er aan ?" Hendrik zag op tot den ruwen, doch vriendelijken Janmaat, die tot hem sprak, en zeide: »ik heb den ganschen dag maar anderhalven stuiver ontvangen, en dat is niet genoeg om voor moeder vuur en het avondeten te koopen." »Ik vrees dat gij daarvoor niet genoeg zult hebben, zoo gij niet meer hebt," zeide de matroos, «maar kom jongen huil niet langer, hier hebt gij twaalf stuivers. — Maar is het niet eene schande dat zulk een flinke jongen, in gescheurde kleeren loopt bedelen langs de straat? Zoudt gij niet zoo'n mooie broek willen hebben als de mijne r" »Ja zeer zeker, maar moeder kan mij zoo een niet koopen; zij is zeer arm," zeide Hendrik, terwijl hij zuchtte. »Zoudt gij zin hebben om een kleine matroos te worden, naar zee te gaan, op een groot schip te leven en in de mast te klimmen? — Weet gij wel wat een mast is ?" »0 ja, dat is een lange paal," zeide Hendrik, die veel schepen inde haven had gezien. O ja, ik zou graag naar zee willen gaan, maar men zal een kleinen jongen als ik ben niet willen hebben!" »Hoor eens! onze kapitein zoekt naar een kleinen jongen, zooals gij, en als uwe moeder u wil laten gaan, dan zal ik een goed woordje voor u spreken en ik geloof wel dat de kapitein u zal aannemen." Janmaat, de vriendelijke matroos, ging toen met Hendrik naar zijne moeder en vertelde haar wat hij aan haar zoontje had voorgesteld, en hoewel de arme weduwe weende bij de gedachte, van haar geliefd kind te moeten scheiden, gaf zij hare toestemming. Den volgenden morgen ging Hendrik met Janmaat naar de zeestad, waar het schip lag. Daar zag hij veel, dat nieuw en wonderlijk voor hem was: het groote dok waar de schepen worden gebouwd; de vele matrozen uit alle landen, die verscheidene talen spraken, welke hij niet verstond; de groote schepen in de haven, en bovenal de groote zee, die hij zag en de op- en neergaande golven. Dit alles vervulde hem met groote verwondering. Janmaat nam Hendrik aan boord van de Zeemeeuw (zoo heette het schip) en na eenige oogenblikken gewacht te hebben, kwam de kapitein op dek, luisterde naar hetgeen Janmaat vertelde en zich tot den knaap keerende, zeide hij: »als gij belooft een gehoorzame jongen te zullen zijn dan kunt gij met ons meegaan." Dit beloofde Hendrik te zullen zijn. Hendrik was nu opgeruimd en blij bij de gedachte, dat hij een kleine matroos zou worden; hij schreef dienzelfden dag aan zijne moeder, en daarna nam zijn vriend Jan hem naar een fatsoenlijk logement alwaar hij vernachtte. Voor hij echter naar bed ging, knielde hij neer en dankte God voor Zijne goedheid, en viel toen in slaap om te droomen van het leven op die blauwe, blauwe zee. Zij, die Hendrik eenige dagen later zagen in zijne nieuwe kleeding, zouden hem niet meer herkend hebben als de kleine in lompen gekleede straatveger. Soms kon Hendrik het zelf naauwelijks gelooven, dat hij dezelfde jongen was-, hij zag en leerde zooveel, en alles rondom hem was zoo verschillend, dat, toen het schip wegzeilde en hij een beetje tijd had om een brief aan zijne moeder te schrijven, hij nauwelijks wist waarmee te beginnen; en het was ook niet gemakkelijk te schrijven daar het schip zoo zeer hobbelde. Alles was aan boord niet even aangenaam; want terwijl Hendrik ondervond dat sommige der matrozen vriendelijk waren, waren er nochtans eenige die zeer ruw en hem dikwijls eene leelijke poets speelden. Maar Jan was en bleef zijn vriend en beschermde hem als de een of andere matroos hem onvriendelijke woorden toesprak. Als het werk van den dag gedaan was (en aan boord is er altijd veel te doen) was Hendrik blij eenige oogenblikken naast zijn hangmat te knielen en uit den bijbel te lezen van den grooten Vriend, die altijd nabij hem was op zee of te land, en Hem te vragen om voor zijne moeder en zuster te zorgen, en ook voor hem op den grooten oceaan. De Zeemeeuw, kwam aan in verschillende [havens en daarna werd voor vele dagen en weken geen land gezien, maar alleen water en lucht; eens werd de lucht bedekt met zware wolken, de wind waaide hevig, terwijl de golven vreeselijk tegen het schip sloegen, zoo dat men in groot gevaar verkeerde, dat het schip door den storm zou verbrijzeld worden. Toen dacht Hendrik, hoe de Heere Jezus den storm, op de zee van Galilea deed ophouden; hij bad tot den Heer en was ook niet langer bevreesd. Kort daarna hield de storm op en men zeilde voort; de kleine matroos dankte toen den Heer voor Zijne goedertierendheid en zorg. Eindelijk kwamen zij in Indie aan, en toen Hendrik aan wal ging met zijn ouden vriend Jan, zag hij vele en nieuwe vreemde dingen: vreemde huizen, vogels, planten en bloemen en ook de taankleurige inboorlingen in hunneveelkleurige kleeding. Dit alles beviel Hendrik zeer. Hij ging ook in eene Bazar of Indischen winkel om er een geschenk voor zijne moeder en zusje te koopen. Op raad van zijn ouden vriend Jan, kocht hij voor zijn moe eene mooie chale, ook een papegaai voor zijne zuster en een aapje voor zich zelf. Op den terugreis leerde hij de papagaai vele deuntjes fluiten en aardig praten. Drie jaren gingen voorbij voor dat Hendrik weer te huis kwam; en toen het schip nabij zijn geboorteland kwam, was zijn hart verblijd en klom hij en zijn aapje in de mast, van waar hij in de verte de kust van zijn vaderland kon zien. Eerst zag hij eene flauwe strook, die allengsken grooter werd, en eindelijk was het schip veilig in de haven, alwaar de vrienden van het scheepsvolk hen opwachtten om ze welkom te heeten. Ook de moeder en zuster van Hendrik hadden gehoord, dat de Zeemeeuw op dien dag aankomen zou, en hadden zich naar de zeestad begeven om hunnen geliefden kleinen matroos te verwelkomen. Zij waren blij om te zien dat de kleine Hendrik een groote jongen en flink matroos was geworden. Straks werd zijn kist uitgepakt en hoe blijde waren zijne moeder en zuster, toen Hendrik hun de geschenken ter hand stelde: een mooie Chale en een aardigen papegaai. Zij allen dankten dien nacht den goeden God dat Hij heeft willen zorgen voor den kleinen matroos. Ook had Hendrik meest van zijn geld, 't welk hij ontvangen had gespaard en dat aan zijne arme moeder gegeven. Nadat zij een hoofdstuk uit Gods woord hadden gelezen zongen zij* het lied: Hij leidt mij steeds, o zalig lot! De Heiland leidt, welk heilgenot! Waar ik ook ben, op zee of land, Ik word geleid door Zijne hand. en gingen naar bed zonder zorgen en sliepen rustig en ongestoord zonder zelfs te droomen. :|raraie Ijitgam tan jj[. J>. jjjroraet, ^msttrdam 1. DE KLEINE MATROOS of Hendriks eerste Reis, met 6 gekleurde Platen en geïllustreerd Omslag. f o.5o. 2. DE KLEINE HUISMOEDER of de Geschiedenis van een Bessen- taart, met 6 gekleurde Platen en geillustreerd Omslag » o.5o. 3. DE IJVERIGE LANDMAN, met 6 Plaatjes en geillustreerd Omslag » o.25. 4. SCHETSEN UIT HET ALLERBESTE BOEK, met 6 Plaatjes en geillustreerd omslag » o.25. 5. TAFREELEN UIT DE SCHRIFT, (No. 3), 6 Boekjes elk met 6 Plaatjes en geillustreerd gekleurde Omslag, per pakje van 6. . . . » o.85. 6. TAFREELEN UIT DE SCHRIFT, (No. 4), 6 Boekjes elk met 6 Plaatjes en geillustreerd Omslag, per pakje van 6 » o.65. 7. »MIJN BIBLIOTHEEK," 32 kleine Boekjes elk met een Plaatje, per pakje van 32 » 0.75. 8. ALMANAK VOOR HET KLEINE VOLKJE met 13 Plaatjes in kleurendruk en geillustreerd Omslag » 0.07^. Per 100 » 6.00. 9. »HET STERFBED IN DE BOERENWONING," bewerkt door J. H. van Linschoten, een verhaal uit den Fransch-Duitschen oorlog, met 1 gekleurd Plaatje en geillustreerd Omslag » o.3o. 10. SANKEY'S LIEDEREN op losse blaadjes, No. i-32, per pakje van 100 gesorteerd » o.65. Per 1000 gesorteerd » 5.00. 11. LIEDEREN TRAKTATEN, per pakje van 100 gesorteerd ...» o.85. Per 1000 gesorteerd » 6.5o. 12. HET KERSTFEEST, met 4 fijn gekleurde Platen en 3 Kerstliederen op Muziek » o.5o. fPer getallen tegen verminderden prys.)