, xIAOI^^BBERS eva's bal, DOOR AGATHA. EVANGELINE. I. Er was eens een klein meisje, dat heette Ev angel ine, een mooie naam, doch wel een beetje heel lang, zooals alle menschen schenen te vinden, ten minste bijna ieder noemde haar kortaf Eva", en er waren zelfs vele, die niet eens wisten dat dit maar een klein stukje van haar naam was. Een was er echter die dat nooit kon vergeten, en dat was haar oom William uit Londen. Deze noemde haar altijd voluit Evangeline, want het nichtje deed hem altijd denken aan zijn eenigst dochtertje, dat gestorven was, toen ze nog heel klein. was, en dat denzelfden naam had gedragen. Misschien hield oom daarom wel dubbel van de kleine Eva, ten minste dit dacht mevrouw Walter, Eva's moeder, als zij zag hoe haar broeder er altijd op bedacht was om het meisje genoegen te bezorgen. Bij allerlei gelegenheden werd Evangeline door oom bijna overladen met presenten en als zij bij hem logeerde •— dat gebeurde altijd eens in den zomer — wist hij letterlijk maar niet hoe hij het haar alles prettig genoeg zou maken. „ Ge zult mij dat kleine ding nog geheel bederven," waarschuwde mama wel eens, als zij zag hoe haar kind alles bij oom gedaan kon krijgen. „Ze is zoo lief," zeide dan oom. „Ja, maar daarom moet ze toch niet altijd toegegeven worden," vond de moeder, doch oom zeide: „och, ze is hier zoo kort, laat ik haar in die weinige weken maar een klein beetje bederven. Dat doe ik zoo graag." Wat zou mama daarop antwoorden? Zij vond het wel niet zoo heel goed, dat haar kleine meid zoo verwend werd, maar Eva vond het dol prettig, als oom baar alle dagen mede uit rijden nam, alles voor haar kocht wat zij mooi vond en allerlei pretjes voor haar verzon; en de heer Darrel, zoo heette oom William, genoot als hij zag hoe opgetogen zijn nichtje kon wezen. „En vertel mij nu eens, Evangeline, wat er alzoo op het lijstje van verlangen staat voor je verjaardag?" vroeg oom, eens op een morgen, terwijl hij Eva op zijne knieën zette. Eva zou namelijk haar achtsten verjaardag bij oom aan huis vieren. „Een Schotsche pennehouder en een medaillon en een pot met witte rozen en een papeterie, en een lamp voor de poppekamer of' nog liever een kroon, en een badpoppetje en een klein flaconnetje—" „ En ? vroeg oom. „Mama weet u niets meer?" vroeg Eva, die niets meer bedenken kon. „Me dunkt, er is al zoo iets opgenoemd," lachte mama, „oom heeft al een ruime keuze." Maar oom schreef al de opgenoemde zaken op een lijstje en gaf de huishoudster stilletjes bevel om dat alles te koopen, en wel elk dingetje zoo mooi, als het maar te krijgen was. DE VERJAARDAG. II. Mama sliep nog toen er „klop, klop" op de kamerdeur werd gehoord, waar Eva al wakker lag in haar keurig wit. ledikantje. „Wat zou dat zijn?" dacht Eva en deed de deur open. Er was niemand, maar daar zag ze een mandje staan, met een menigte pakjes er in en een papier er bij, waarop te lezen stond: „voor de lieve, jarige Evangeline van haar oom William.'' Of de mand ook spoedig in de kamer vlak voor mama's bed stond! en of hij ook vlug was uitgepakt! Neen maar! die goede, lieve oom ! daar was nu letterlijk alles in wat er op het lijstje van verlangen had gestaan en alles even keurig. Hoe prettig! ' ' Het zou mij niet verwonderen als Eva wel honderdmaal dien morgen voor het ontbijt had uitgeroepen: „och maar, kijk eens, mama!" en daarom, toen Eva later beneden kwam, zeide mama lachende, nadat zij haar lieveling bad gefeliciteerd: „och maar, kijk nu eens Eva.'' Eva kwam naar hare moeder toe, die nu een doek optilde, iets te voorschijn haalde en vroeg: „wat heb ik hier? „Ha, een pop in bruidstoilet," riep Eva uit, „o mama! hoe aardig, hoe prettig,' en zij bekeek het nieuwe kind heel nauwkeurig, 't Was een allerprachtigste pop met witte satijnen laarsjes aan en met een beelderig wit tarlatan kleedje, waarop geele satijnen randen prijkten. Verder had ze een bruidssluier en een kransje op het hoofd, 't was keurig! „Wat zullen mijne andere poppen er van opkijken," zeide Eva. Zij had er zeven" doch die waren thuis gebleven , mama kon niet al het speelgoed inpakken. „En kijk nu nog eens, Evangeline," zeide oom, toen de pop naar hartelust bewonderd en gedoopt was met den naam Flora, en de heer Darrel bood haar een zeer groote bouquet aan. „Je moet weten," vertelde hij lachende, „daar had ik den bloemist een heele mooie bouquet besteld, doch vergat er bij te zeggen dat het voor den verjaardag van een heel klein meisje was, en nu stuurt hij mij zoo n groote. Eva, moest er wel om lachen, zoo'n groote bouquet voor zoo'n kleine meid, dat was toch ook al heel grappig, maar de bloemen waren zoo mooi en roken zoo overheerlijk, dat ze het prettig vond dat prachtstuk eens van dichtbij te kunnen bekijken. In Holland woonden zij dicht bij een bloemist en daar zag zij wel eens van die prachtige bloemruikers, die voor verjaardagen of bruiden bestemd waren, doch de gedachte was natuurlijk nog nooit bij haar opgekomen om zelve zoo iets in eigendom te hebben. Oom vond echter een bouquet behoorde bij een verjaarfeest en zoo stond Eva later deftig met haar groote bouquet in de hand om de gasten af te wachten, die het feest mede zouden vieren. Oom had alle grootere en kleinere kinderen, die hij kende, uit laten noodigen om den verjaardag te komen bijwonen. „Maar hoe zal ik al die kinderen verstaan, oom?" vroeg Eva, toen oom haar vertelde dat er een partij zou zijn ter harer eere, want zij kende geen Engelsch. „Ja, dat weet ik waarlijk niet," sprak oom. Daar had hij in het geheel niet over nagedacht. „Dat spijt mij nu," zeide hij nadenkend, „wat zullen we daaraan doen?" „Wel niets, Eva moet zich maar redden, kinderen leeren elkander spoedig genoeg begrijpen, en ik wed dat zij veel pleizier zal hebben," antwoordde mevrouw Walter. DE GASTEN. III. „ Kom, ze zullen je niet opeten," merkte hare moeder aan. „Neen," zeide Eva, „dat is ook zoo," maar ze zag toch wel een beetje tegen de partij op, en toen de bel gehoord werd en de eerste gasten kwamen, fluisterde zij hare moeder dat nog eens even in het oor. 't Was dan ook wel vreemd om te weten dat er bij al die kinderen geen enkele was, die haar kon verstaan of met wie zij praten kon. Maar het viel haar erg mede. De huisknecht was een Hollander en die had een aardige manier om spoedig alles over te zeggen. Hij bleef dicht bij Eva staan en noemde haar de namen der gasten, en zoo waren er werkelijk al spoedig oogenblikken dat de jarige geheel vergat dat ze de kinderen niet kon verstaan en toen hare moeder na een poosje vroeg: „hoe gaat het er mee Eva?" antwoordde zij dadelijk: „ o, best, ik heb erg veel pret." En het was op haar gezichtje te lezen dat zij heel veel pleizier had; eerst had ze, deftig stilstaande om de kleine gasten af te wachten, de groote bouquet in de hand gehouden, maar toen de spelletjes begonnen bood Hendrik aan die maar voor haar in een vaas te zetten. Nu, dat was veel gemakkelijker, want om prettig te kunnen spelen moet men de handen vrij hebben. Welke spelletjes er gespeeld werden? dat vroegen later de vriendinnetjes aan Eva, toen ze weer thuis was en dit alles vertelde, maar dat kon ze zich nooit goed herinneren. „Het was, geloof ik, zoo iets van „kruip door, sluip door," zeide zij, en van „doekje beleggen," maar het ging toch anders dan bij ons. Waarschijnlijk had Eva maar half begrepen wat er eigenlijk gespeeld werd, maar dan, het spel duurde ook niet zoo heel lang, want behalve dat er velerlei lekkernijen gepresenteerd werden, dat nog al oponthoud gaf, was toch de tijd voor het spelen zeer kort, omdat er gedanst zou worden. Oom had muzikanten besteld, en er kwam een dansmeester, 't was alles in de puntjes. De groote zaal had hij geheel laten inrichten voor het dansen. Het kleed was er opgenomen en prachtige bloemen en boomen in bakken versierden de hoeken. Een klein fonteintje spoot een lekkere frissche lucht van eau de cologne door de zaal en de gaskroonen maakten het er heerlijk licht, 't Zag er echt feestelijk uit. Wat was Eva verrast toen de groote vleugeldeuren opengingen, en zij die zaal zoo voor zich zag. „Dat is nu alles ter eere van de jarige Evangeline," zeide Hendrik, „en daarom moet zij het bal ook openen," en toen kwam een der jonge heeren met een Schotsch pakje aan en vroeg Eva voor den eersten dans. „Yes," zeide Eva, want zij had al geleerd dat dit „ja" beteekende en toen galoppeerde zij vroolijk met John de zaal binnen. Al de anderen volgden spoedig twee aan twee en welhaast was het bal in volle fleur, zooals men kan zien op het plaatje. „Wat een gekrioel," zeide Eva's moeder eindelijk, toen zij een poosje er naar gekeken had en ze wees haar broeder op een klein nufje, dat aan niets scheen te denken dan aan haar waaier en aan hare kleeren, maar oom lette op niemand dan op zijn nichtje. „Tk ben zoo blij dat mijne lieve Evangeline pret heeft," zeide hij, en hij zuchtte eens. „Arme William!" zeide Eva's moeder zacht. Zij wist wel aan wie hij op dit oogenblik dacht. HET SOUPER. IV. „Maar, William, houdt dat feest nooit op?" riep mevrouw Walter uit, toen haar broeder vroeg of zij eens even met hem mede wilde gaan naar de eetzaal om te zien of daar alles in orde was. „Het souper is het besluit van het feest," antwoordde de heer Dar rel en hij gaf nog eenige aanwijzingen aan de bedienden, terwijl Eva's moeder niet zonder schrik zag hoeveel taarten en lekkernijen, en hoe er zelfs fijne wijnen waren klaar gezet. „Die arme magen van die jonge kinderen," dacht zij, maar zij liet niet aan haar broeder bemerken, dat zij liever gewild had dat het souper achterwege was gebleven, want, gedane zaken nemen geen keer. Mevrouw Walter dacht: „'t.is maar voor eens, en het deed haar genoegen om te zien, hoeveel pret haar broeder aan Evangeline's vroolijkheid had. Hij had besloten dat deze achtste verjaardag, de eerste, die zij in Engeland vierde, eens onvergetelijk prettig voor het kind zou wezen en daarom alles bedacht, wat maar bij eenige mogelijkheid de feestvreugde vermeerderen kon. En de heer Darrel had veel voldoening van het feest, want hadden alle kinderen blijkbaar pret, Eva kwam gedurig eens naar hem toegeloopen om te vertellen dat het zoo'n heerlijke avond was. Ze had druk gedanst, want begrepen de jonge heertjes dat het beleefd was om met het nichtje van den gastheer te dansen, ze vonden het ook zoo grappig om die vreemde taal eens te hooren spreken. Ze vroegen Eva de beteekenis van allerlei woorden en probeerden dan haar het Hollandsch na te zeggen, maar dat klonk zoo vreemd dat Eva soms meende Engelsch te hooren, als zij een woord herhaalden dat ze van Hendrik of van haarzelve geleerd hadden. Wat werd er gelachen om al dat misverstand aan weerszijden! want Eva probeerde ook af en toe eenige Engelsche woorden te zeggen, die ze had opgevangen en dan meestal geheel verkeerd gebruikte. Maar dat kwam er niet op aan, het ging zooals mama gedacht had, de kinderen hielpen elkander wel terecht en leerden zich te redden. Toen John Howard aan Eva vroeg of ze samen een klapper in een pistache wilden aftrekken en zij hem eerst maar niet kon begrijpen, wees hij haar zijn bedoeling en deed dat zoo grappig dat al de kinderen er om moesten lachen, zelfs de kleinen, die al zoo slaperig werden, dat zij hunne oogen nog maar nauwelijks konden openhouden. 't Was waarlijk geen wonder. Er waren nog zulke heele kleintjes bij, die al heel lang in hunne bedjes hadden moeten liggen. Eigenlijk sliep Eva zelve op gewone dagen ook al lang om dezen tijd, maar nu was zij, zooals ze meende, nog niets slaperig. Het bleek evenwel Wie wil weten hoe slaperig Eva was, moet het volgende hoofdstuk maar eens lezen. SLAPERIGE EVA. V. Wie het laatste prentje van dit boek bekijkt ziet daarop: heel in de verte de koetsiers, die al met de rijtuigen staan te wachten op de jonge gasten, wier wangetjes roodgekleurd zijn door de pret en het late naar bed gaan. Dan de knechts en kindermeiden, die met de koetsen en vigelanten meegekomen zijn en er de kleintjes nu goed warm instoppen, terwijl de grooteren zichzelven en elkander helpen. En eindelijk ziet men in het hoekje op de trap Evangeline staan. Toen ze den volgenden morgen wakker werd was dit het laatste dat zij zichzelve herinneren kon. Hoe het verder was gegaan, dat wist zij niet. Hoe ze boven was gekomen en hoe ze uitgekleed en te bed was geraakt, hoe ze ook dacht, ze kon het maar niet bedenken. En geen wonder! „ Dag Eva, dag Evangeline, ik wou dat het morgen maar weer je verjaardag was! Wat hadden wij een pret! Hoe laat is het wel?" deze en dergelijke uitroepen hoorde Eva de vertrekkende Engelsche gasten roepen en zij zag mantels en kapjes en allerlei gescharrel, maar het was haar niet meer mogelijk om daar lang naar te staan kijken. Ze was nog nooit in haar leven zoo laat naar bed gegaan en de voetjes, die al zoo vroeg op den dag aan het trippelen waren geweest, wilden eindelijk wel eens rusten. Het scheen Eva toe, alsof die voeten zeiden: „ wij kunnen je nu waarlijk niet langer dienenen daarom ging de kleine meid zitten op de trap. Maar toen scheen het hoofd ook op eens zoo zwaar te worden dat het een steuntje noodig had, en half zonder dat Eva het wist, leunde het zware hoofdje tegen de leuning der trap aan, en toen kwam het slaapmannetje en drukte de oogjes dicht. En nog voordat de laatste gasten het voorportaal verlaten hadden sliep de kleine jarige zoo gerust, alsof ze in haar bedje lag. „Wat is dat, Evangeline?" vroeg oom, doch toen hij zag dat ze sliep, nam hij haar zacht in zijne armen en droeg haar naar boven. „Kijk eens," zeide hij, „daar is de slapende prinses." „Maar Eva, laat zoo'n groote meid van acht jaar oud zich nog dragen?" vroeg de moeder lachende, zij dacht dat het kind zich slapende hield, doch Eva gaf geen antwoord, zij sliep echt. n Voorzichtig dat zij niet wakker wordt," fluisterde oom en hij hield Eva op schoot, terwijl mama haar spoedig de mooie jurk uit- en de nachtjapon aantrok en toen droeg oom haar zacht naar haar bedje, waar ze lekker uitsliep. BESLUIT. VI. Of Eva dien nacht droomde van al de pret, weet ik niet, maar dat zij er nog langen tijd over nadacht, dat kunnen al hare vriendinnetjes getuigen, want ze hebben allen zoo dikwijls hooren spreken over „ Eva's bal," dat ieder op hare beurt u vertellen kan van dien goeden oom William en van al de pret, die hij zijn nichtje aandeed. En ze weten zelfs hoe slaperig Eva werd en dan nog hoe ze met schatten beladen thuiskwam en voor [ieder een presentje medenam, voor de eene eenig speelgoed, voor de andere een doos met confituren of chocolaadjes, voor de derde een boek met platen en voor de vierde weer iets anders. Ze was met mama een geheelen morgen bezig geweest om voor de kennissen „ gedachtenisjes" te koopen. „En van mij krijgt ge allen ook iets," beloofde Eva's moeder, „maar daarvoor is geduld noodig, want dat present is pas klaar met Sint Nicolaas." „Wat is dat toch? Wat kan dat wel wezen?" vroegen de meisjes. Ze waren er erg nieuwsgierig naar. Maar Eva kon het haar niet zeggen, want ze wist het zelve niet. „Neen," sprak mama, „het moet een verrassing blijven," en zij zeide er niets van, al zat Eva ook gedurig te raden wat het wel kon wezen. Doch eindelijk, op den Sint Nicolaasdag daar kreeg Eva een pakje en daar zag ze de verrassing. Wat was het? Mama had zes keurige teekeningen gemaakt en die waren gedrukt en er was een vertelling bij geschreven en er was een omslag om heen gedaan en daar stond op te lezen: E V A 'S BAL.