1159 LEIDRAAD voor de Haaasche Meisjes hii de keuze van een beroep DOOR ANNA POLAK, Directrice van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid. N°. 18 der Goedkoope Uitgaven, bewerkt aan Hat Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doeaatraat 68. •a-Oravenhase. r nio J U.jU udm-u k ,«n de ven school gunde meisjes wordt dit boekje kosteloos uitgereikt. G * 39 LEIDRAAD VOOR DE HAA6SCHE MEISJES Bl] DE KEUZE VAN EEN BEROEP DOOR ANNA POLAK Directrice van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid. VOORWOORD. Reeds eenige jaren geleden vatte het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid het plan op, een boekje samen te stellen dat tot leidraad zou kunnen dienen bij de beroepskeuze voor meisjes. Telkens opnieuw toch trof ons het treurige verschijnsel, dat vrouwen in veel grooter getale nog dan mannen hare arbeidstaak beschouwen als een last die als een looden zwaarte getorst in stede van met opgewektheid en veerkracht gedragen wordt, omdat zij van haar werk niet houden of er niet voor geschikt zijn, terwijl zij zich op een ander plekje van het uilgestrekte maatschappelijke arbeidsveld wellicht opperbest op haar plaats zouden gevoelen. Dat verschijnsel is ongetwijfeld te wijten aan verschillende oorzaken, waarvan voorzeker niet de minst belangrijke te zoeken is in onbekendheid met het bestaan en den aard van een aantal beroepen, de gelegenheid om daartoe te worden opgeleid en de vooruitzichten die zij bieden aan de deugdelijk onderlegde arbeidskracht. Even veelvuldig als de oorzaken, zijn ook de noodlottige gevolgen van die gebrekkige beroepskeuze gebleken: stuwing van, steeds versche scharen werkkrachten naar enkele overvolle beroepen, waar een scherpe concurrentie gaat heerschen en de loonstandaard daalt; onbevredigdheid van de „arbeidster” die moeilijk plaatsing vindt, langzaam opklimt, weinig verdient en haren dagelijkschen arbeid met tegenzin vervult; ontevredenheid ten slotte bij de ouders, die geld hebben besteed aan een opleiding die zoo luttel resultaat blijkt op te leveren. Tot voor weinige tientallen van jaren werd, behalve in enkele bevoorrechte kringen en ook déar veelal voor de zoons alleen, aan het zoo bij uitnemendheid belangrijke vraagstuk van de beroepskeuze geen of ternauwernood aandacht geschonken. Eerst langzamerhand begint het besef door te dringen, dat arbeid niet slechts de eenige bron is van duurzame welvaart, maar bovendien één der grootste bronnen van levensvreugde voor iedere volwassen valide persoon zoo vrouw als man. En gelijk met dit besef nam ook de zo££ u’ .e er .aan eroePskeuze werd besteed. De brochures die over dat onderwerp gedurende de laatste jaren ten onzent het licht zagen, zijn voor zoover wij weten, in hoofdzaak de „Gids voor Amsterdamsche Ouders, Voogden, Verzorgers en Onderwijzers”, bewerkt door de afdeeling Amsterdam van de Vereeniging „Volksonderwijs”, de beroepskeuze-boekjes van de Dordtsche en de Haagsche Arbeidsbeurzen en vooral van Mameren’s „Leidraad bij de keuze van een ambt, betrekking of beroep.” Maar terwijl van Mameren's Leidraad een lijvig boekdeel vormt en voor kleine beurzen onbereikbaar is, geven de overige boekjes, behoeve zoowel van jongens als van meisjes samengesteld, voor de laatsten niet de uitvoerige inlichtingen die wij in haar belang zouden wenschen. Beter voldoen in dat opzicht de Duitsché „Ratgeber”, uitsluitend ten behoeve van meisjes te Bremen, Francturt a. M., Hamburg, Bremen en Lübeck bewerkt, respectievelijk door den „Bremer Verband evangelischer Jungfrauenvereine”, Frau Henriette Fürth, en de Hamburgsche, Bremer en Lübecksche Kamers van Arbeid. I och hebben wij gemeend, onzen eigen leidraad op verschillende punten van de Duitsche wegwijzers te moeten doen afwijken, terwijl vooral het gezamenlijk behandelen van verschillende gemeenten met onderling somtijds vrij ver uiteenloopende toestanden ons onraadzaam leek. Wèl zijn wij voornemens, op deze Haagsche brochure gelijksoortige uitgaven voor andere gemeenten in ons land te doen volgen. In 1913 komt Rotterdam, in 1914, naar wij hopen, Amsterdam aan de beurt. Uil beide gemeenten mochten wij reeds de toezegging van hulp ontvangen voor het zeer omvangrijke plaatselijke onderzoek, dat uitteraard voor het verzamelen van betrouwbare gegevens wordt geëischt. Wat den Haag betreft, werd dit tijdroovende werk welwillend verricht door mejuffrouw L. R. Loman, volontaire aan ons Bureau, wie wij daarvoor onzen hartelijken dank betuigen; evenals aan al degenen die ons, hetzij door mondelinge, hetzij door schriftelijke inlichtingen tot deze uitgave in staat hebben gesteld. Wij hopen dat wij thans de heeren- en damesschoolhoofden bereid zullen vinden, onzen leidraad aan de van school gaande vrouwelijke leerlingen of hare ouders of voogden in handen te geven, en dat menig meisje er door gevoerd zal worden naar een toekomst van nuttigen arbeid, die in eiken kring onzer samenleving welvaart, waardigheid en levensbevrediging schept! INLEIDING. Een Woord aan Ouders en Voogden. Reeds vroeg plegen ouders zich bezig te houden met de vraag : „wat moet onze jongen worden’.’? Soms wordt de toekomst van den mannelijken spruit in de wieg reeds vastgesteld. Met betrekking tot de dochters daarentegen wordt die vraag eerst veel later, in menig gezin zelfs nooit gehoord. En toch moesten ouders en voogden met even veel zorg het beroep kiezen dat door hun meisjes, als dat hetwelk door hun jongens beoefend zal worden. Volstrekt niet alleen voor zoover het ongefortuneerde meisjes betreft. Want vooreerst: geld kan verloren gaan, maar hetgeen men verzameld heeft aan kennis of practische handigheid is een duurzaam bezit; een schat, voor het leven vergaard ! En bovendien : géén brood smaakt zoo lekker als het eigen verdiende; en het zou wel zeer onbarmhartig zijn, om juist het rijke meisje dat genot te ontzeggen. Zij zou daardoor armer worden dan hare armste zusteren. Intusschen, de overgroote meerderheid der Nederlandsche meisjes is niet van rijken huize. Zij moeten wel degelijk zelven, volwassen geworden, in eigen onderhoud voorzien ; velen helaas! lang vóór zij volwassen zijn! Overwegingen omtrent een wellicht te verwachten huwelijk mogen daarbij geen gewicht in de schaal leggen. Ouders en voogdan, die op dien grond hun dochter of pupil geen vak laten leeren, handelen onverantwoordelijk ; en van menig gebroken leven zouden de muren van ons Bureau kunnen vertellen, als waarschuwing voor die ouders, voor wie het nog niet te laat is, en in wier macht het nog staat, het leven van hun kind ten goede te leiden. Immers: niemand is het gegeven in de toekomst te zien. Hef kan wezen, dat een meisje in het geheel niet trouwt; dat zij eerst laat, tégen of na haar 3(>te jaar in het huwelijk treedt; dat zij ook na haar huwelijk op de eene of andere wijze in het onderhoud van het gezin moet bijdragen; terwijl in ieder geval een meisje dat haar eigen brood verdient zich veel vrijer voelt tegenover den man die haar ten huwelijk vraagt en veel eerder de stem van haar hart kan volgen, dan degene die niet in haar onderhoud kan voorzien, en dus den eersten den besten of „slechtsten”? moet aannemen, uit angst, dat zij misschien onverzorgd zal achterblijven. Vast staat dus, dat ieder meisje evenals iedere jongen deugdelijk moet worden opgeleid voor eenig beroep. Maar voor wélk beroep ? In de eerste plaats voor dat beroep, dat het meest met haar aanleg en lichamelijke gesteldheid overeenkomt. Wie handig en met voorliefde knutselt, moet geen vak kiezen, waar alleen hoofdwerk voor wordt vereischt. Wie het meeste pleizier heeft in rekenen, moet niet verder leeren voor een beroep, waar taal de hoofdzaak is. Een zwak meisje moet geen strijkster worden, en een zenuwachtig persoontje geen telefoniste .... Maar niet alleen met den aanleg van het meisje, ook met de vooruitzichten in de verschillende vakken moet terdege worden rekening gehouden. -Anders loopt men gevaar een beroep te kiezen, dat geen middel van bestaan oplevert; hetzij tijdelijk, doordat gedurende eenige jaren te.velen zich juist voor dat vak hebben bekwaamd; hetzij blijvend, omdat het een achteruitgaand vak is, of omdat het slechts voor een enkele plaatsing biedt. Wij hebben getracht, U bij de zoo moeilijke beroepskeuze voor meisjes een leidraad te verschaffen, bestaande in: I. een lijst van beroepen, in Nederland door vrouwen vervuld; 11. een lijst van beroepen, waarvoor in den Haag opleiding te vinden is ; lil. inlichtingen omtrent die opleiding en omtrent de vooruitzichten in die beroepen; IV. een lijst van beroepen, waarvoor alleen buiten den Haag opleiding te verkrijgen is; V. inlichtingen omtrent de plaats(en) waar dan die opleiding te vinden is en omtrent de vooruitzichten in die beroepen; VI. een lijst van beroepen, waarvoor (nog) geen opleiding bestaat of waarvoor opleiding niet noodig is; Vil. eenige inlichtingen omtrent de vooruitzichten in die beroepen. Betreffende de opleiding buiten den Haag konden wij geen gegevens verstrekken, omdat daardoor ons boekje een veel te groote uitbreiding zou ondergaan. En ook in verschillende andere opzichten moesten wij wegens gebrek aan ruimte beknopter zijn dan wij ten behoeve der belanghebbenden wel hadden gewenscht. Zoo werden bijv. slechts zeer zelden examen-eischen en nooit het bedrag der examen-gelden vermeld, terwijl niet dan bij uitzondering eenigszins uitvoerig de werkzaamheden werden omschreven, die aan eenig bepaald beroep verbonden zijn. Met zorg werd gepoogd, duidelijkheid aan beknoptheid te paren. Waar desondanks de leidraad te kort mocht schieten, daar is ons Bureau, Jacob van der Doesstraat 68, gaarne bereid zoowel mondeling als schriftelijk zooveel mogelijk aanvullende inlichtingen te geven. Eiken werkdag is het tusschen 9 en 12, 2 en 4 voor bezoekers toegankelijk. Nog op een enkel punt, ten nauwste met het vraagstuk der vakopleiding samenhangend, zouden wij uw aandacht willen vestigen : op de gezondheid der aanstaande „arbeidster”. In zoo menig beroep hoort men de klacht uiten, dat juist de vrouwelijke werkkrachten zooveel verzuimen ; somtijds door voorgewende, maar dikwijls ook door werkelijke ziekte. Het komt ons voor, dat een groot gedeelte der schuld daarvan moet worden geschoven op de opvoeding, die de jongens buiten schooltijd in de open lucht laat spelen en ravotten, en de meisjes, kleine moedertjes van kindsbeen af, binnen houdt voor allerhande huiselijke bezigheden. Wanneer die noodzakelijke verrichtingen nu in het vervolg eens beurtelings aan alle kinderen worden opgedragen, dan zullen stellig de jongens er handiger, redzamer en vooral ook minder ruw en zelfzuchtig op worden, en de meisjes, door meer te genieten van licht en lucht, beweging en zonneschijn, sterker jonge vrouwen worden, krachtiger aanstaande moeders van een toekomstig geslacht, die bovendien ook beter tegen haar werk zullen zijn opgewassen. De meisjes zullen het dan op hare beurt stellig later voelen als haar plicht een plicht tegenover de ouders die haar in staat stelden tot flinke, welonderlegde vakvrouwen op te groeien, en niet minder ook tegenover zichzelve en de maatschappij om haar werk te verrichten met opgewektheid en toewijding; door verstandig arbeids- en rusttijden, inspanning en uitspanning te doen afwisselen, haar gezondheid te bewaren; en het voorwenden van ziekte te vermijden, als een oneerlijk en harer onwaardig middel om hare taak op anderer schouders te schuiven. En nog van iets anders zullen die jonge vrouwen zich bewust zijn: dat zij voor goed verrichten arbeid behoorlijke arbeidsvoorwaarden kunnen bedingen en zich niet moeten tevreden stellen met een kariger bezoldiging dan haar mannelijke collega’s, wier werk niet vlugger en niet beter gedaan wordt dan het hare. Het middel nu om rechtmatige verlangens ingewilligd te krijgen is; aaneensluiting der belanghebbenden. Géén flinke arbeidster met hoofd of hand die verzuimen mag, lid van hare vakorganisatie te worden. Wij hebben dan ook steeds, voorzoover ze ons bekend waren, de vakvereenigingen onder de verschillende heroèpen vermeld. Zoo hopen wij dan, dat onze leidraad ons iets nader zal brengen tot de ideale toekomst, waarin ook iedere vrouw zal arbeiden met vreugde én toewijding aan werk dat overeenkomt met haar eigen aard éh aanleg, en waardoor haar, in grootere of kleinere mate, in ieder geval bescheiden welvaart gewaarborgd wordt. Ook de arbeidster is haar loon waardig ; te meer, waar zij het juiste inzicht toont te bezitten in hetgeen haar plicht is en haar recht! I. Lijst van Beroepen en Betrekkingen, in Nederland door Vrouwen vervuld. I. Beroepen en betrekkingen van huishoudelijken aard. 1. Huishoudster. 2. Hulp in de huishouding. 3. Huisverzorgster. 4. Dienstbode-alleen. 5. Keukenmeisje. 6. Kamermeisje. 7. Linnenmeisjc. 8. Kamenier-linnenmeisje. 9. Kamenier. 10. Juffrouw van gezelschap. 11. Hofdame. 12. Kindermeisje. 13. Kookster. 14. Directrice van een coöperatieve keuken. 15. Moeder van een Wees- of Armhuis. 16. Werkmeesteres (opzichteres) aan een rijksstrafinrichting. 17. Kosteres. 18. Stovenzetster. 19. Toiletjuffrouw. 20. Badvrouw. 21. Linnenjuffrouw op een boot en stewardess, 22. Qarderobe-bewaarster. 23. Werkvrouw 24. Kamerverhuurster of pensionhoudster. 11. Beroepen en betrekkingen op het gebied van opvoeding en onderwijs. 1. Gouvernante. 2. Kinderjuffrouw. 3. Directrice van een Tehuis voor Schoolg. Kinderen. 4. Helpster in 5. Hoofd eener Fröbelschool. 6. Onderwijzeres aan een Fröbelschool. 7. Privaat-onderwijzeres in het fröbelen. 8. Hoofd eener lagere school. 9. Onderwijzeres aan een lagere school. 10. „ „ „ school voor achterlijken. 11. „ .. blinden. 12. „ „ „ „ „ doofstommen. 13. „ in nuttige handwerken. 14. „ „ huishoudelijke vakken aan een herhalingsschool. 15. „ of leerares in teekenen. 16. „ „ „ „ pianospel. 17. „ „ „ „ vioolspel. 18. „ „ „ „ het bespelen van andere instrumenten. 19. „ „ ~ zang. r-\s\ K^nlrnmi/inn 20. „ „ „ „ boekhouden. 21. „ „ „ „ stenografie. 22. „ „ „ „ gymnastiek. 23. „ „ „ „ademhalings-gymnastiek, hygiënisch spreken en declamatie. f\v_ 11 v-ll UV,UUIIIUIIV,. 24, „ „ „ „ dramatische kunst. 25. „ „ „ „ dansen. 7u;pmmpti 26. „ „ „ zwemmen. 27. Leerares in costuumnaaien. 28. „ „ linnennaaien. 29. „ „ fraaie handwerken. *-*7* ff >) 11 ll«uunv,mvii. 30. „ „ huishoudkunde. 31. „ „ koken en voedingsleer. 32. „ „ waschbehandeling en strijken. 33. „ aan een school voor middelbaar onderwijs. 34! „ „ „ „ „ voorber. hooger „ 35. Assistente aan een Hoogeschool. 36. Privaat-docente aan een Hoogeschool. 37. Lectricc. 38. Directrice eener Tuchtschool voor meisjes. 39. Onderwijzeres aan een Tuchtschool voor meisjes. 40. Directrice van een Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. 41. Onderwijzeres aan een Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. 42. Onderwijzeres aan een Strafgevangenis. 43. Directrice van een particulier Opvoedingsgesticht, Doorgangs- of Reddingshuis. 44. Hulpkracht aan een particulier Opvoedingsgesticht, Doorgangs- of Reddingshuis, 45. Opvoedster in een Christelijk philanthropische instelling. 46. Directrice van een „Ons Huis” (Toynbee-inrichting). 111. Beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 1. Directrice van een Ziekenhuis. 2. Hoofdverpleegster, Ie verpleegster, verpleegster. 3. Particuliere verpleegster. 4. Wijkverpleegster. 5. Krankzinnigenverpleegster. 6. Kraamverzorgster. 7. Baker. 8. Vroedvrouw. 9. Hoofd eener crèche (kinderbewaarplaats), of Toevlucht voor zuigelingen. 10. Helpster aan een crèche. M U(UI Wl.ll W 1 LV.IIW. 11. Enquêtrice of huisbezoekster in dienst der tuberculose-bestrijdinsr. V.UIUOC-UCÖU IJUIM^. 12. Heilgymnaste-masseuse. 13. Manicure-pédicure. IV. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor. 1. Hoofd van, of „deelgenootè” in een groothandelsof winkelzaak. 2. Correspondente. 3. Steno-typiste. 4. Typiste. 5. Boekhoudster. 6. Assistent-accountant. 7. Caissière. 8. Kantoorbed, v. administratieve werkzaamheden. 9. Administratrice (hoofd eener administratie). 10. Particulier secretares. 11. Winkelbediende 12. Buffetjuffrouw. Bode. 14. Agentes. 15. Inspectrice en adjunct-inspectrice eener Verz.mij. 16. Handelsreizigster. 17. Colportrice. 18. Depóthoudster. 19. Kioskjuffrouw. 20. Makelaarster. ;) 21. Houdster van een bemiddelings-bureau. 22. Besteedster. 23. Koopvrouw. 24. Houdster van een hoenderpark of kennel. 25. Collectrice van de Staatsloterij. 26. Comraissionaire in effecten. 27. Uitgeefster. V. Indiistrié'ele beroepen 2) en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskmst. 1. Hoofd van een fabriekmatig bedrijf. 2. Apotheker. 3. Provisor. 4. Apothekers-assistente. 5. Drogiste. 6. Detacheuse (vlekken-uitmaakster) in chemische wasscherijen. 7. Strijkster. 8, Waschvrouw. 9. Glazenwasscher 3). 10. Barbierster. 1!. Kapster en haarwerkster, patrones. 12. Kapsterren haarwerkster in een kapperszaak, of zelfstandig gevestigd. 13. Modiste. patrones. 1• 11 iwuioiv,, pan unto> 14. Modiste, in een hoedenzaak. 15. Corsetten-maakster, patrones. 16. „ „ werkneemster. ft ft Mvinnvvmotti. 17. Bandagiste. 18. Costuumnaaister, patrones. 19. Coupeuse. 1) Voor zoover ons bekend is. ééne in ons land. te Haarlem. *> iuuvci uii& uckciiu is, cene in ons iana, ie naariem, 2) Tot ons leedwezen kunnen wij in de lijst niet opnemen: horlogemaakster. De eenige vrouw, die voor zoover wij weten, dit beroep ten onzent uitoefende (te Amsterdam), heeft na haar huwelijk het vak vaarwel gezegd. uci van viuiiwci gc/.CfJU. 3) Voor zoover wij weten, ééne in ons land, (te Alkmaar). 20. Taillewerkster. 21. Rokken werkster. 22. Kleedermaakster. 23. Huisnaaister. 24. Linnennaaister, patrones. 25, „ werkneemster. 26. Verstelnaaister. 27. Bontwerkster. 28. Behangersnaaister l). 29. Arbeidster in de textiel-industrie. 30' „ „ „ glasfabricage. . 3i. „ „ porcelein-enaardewerkindustrie. 32. „ „ „ pijpenfabricage. -33] „ „ „ steen- en dakpannenfabricage. 34 „ „ „ fabr. v. verduurzaamde levensmiddelen. 35. „ „ „ Koffieverlezerijen. 36. Haringspeetster. 37. Arbeidster in de tabak- en sigarenfabricage. 3§' „ „ „ beetwortelsuikerfabrieken. 39. „ „ „ zuivelfabrieken. 40. „ „ „ suikerrafinadenjen. 41'. „ „ „ erwten- en zaadlezerijen. 42. Oestersteekster. 43. Qarnalenpelster. • i J _ 1- ■ in Am onftuiirn 44. Arbeidster in de darmschraperijen en sorteerd. 45 „ „ cacao- chocolade en suikerwerkf. 46. „ „ „ aardappelmeelfabrieken. 47. „ „ „ biscuitfabrieken. 48. „ „ „ beschuit- en koekfabrieken. 49. „ „ „ vermicellifabrieken. 50’ „ „ „ vruchtendrogerijen en appelsiroopfabrieken. si. n „ „ wasch-industrie (behalvestrijkster en detacheuse). 52. „ „ „ lompensorteerderijen. 53. „ „ „ papierfabrieken. 54. „ „ „ schoenfabricage. 55. „ bij „ bewerking van metalen. 1) Voor zoover wij weten, telt ons land wat zeer te betreuren valt nog geen „behangsters" of „stoffeersters”. 56. Arbeidster in de capsulen-fabrieken. 57. „ „ „ emailleerfabrieken. 58. „ „ „ kinderwagenfabrieken. 59. „ „ „ instrumentfabrieken. 60. „ „ „ etuifabrieken. 61. „ „ „ rieten- en kammenfabrieken. 62. „ „ „ gloeilampen-industrie. 63. „ „ „ lucifersfabrieken. 64. „ „ „ wasbleekerijen. 65. „ „ „ waskaarsenfabrieken. 66. „ „ „ borstelfabrieken. 67. „ „ „ stroohulzenfabrieken. 68. „ „ hoepelmakerijen. 69- „ „ „ zeepfabrieken. 70. „ „ „ verfwarenfabrieken. 71. ~ „ „ stroohulzen-fabrieken. 72. „ „ „ turfstrooiselfabrieken. 73. „ „ „ boek- en steendrukkerijen. 74, Boekbindster. 75. Bloemenbindster. 76. Goudsmid-reparatrice. 77. Diamantsnijdster en -slijpster. 78. Fabrieksopzichteres. 79. Zaalchef in wasch- en strijkinrichtingen. VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst. 1. Kantwerkster. 2. Borduurster, goudborduurster, kunslnaaldwerkster. 3. Costuum-ontwerpster. ') 4. Handweefster. 5. Batikster. 6. Lithografe. 7. Photografe. 8. Retoucheuse. 9. Cartonnagewerkster. 10. Leerbewerkster. 11. Houtsnijdster. 12. Metaalbewerkster: drijfster, inlegster, emailleerster. 1) Voor zoover wij weten, 2 in ons land. Vil. Technische beroepen en betrekkingen. 1. Ingenieur. 2. Scheikundige bij den gemeentelijken keuringsdienst. 3. Technoloog (scheik. in industrieëele bedrijven). 4. Assistente bij de Rijks-Commissie voor Graadmeting en Waterpassing. 5. Analiste of assistente aan een Rijks-landbouwproefstation. 6. Adjuncte aan een Rijksproefstation voor zaadcontróle. 7. Amanuensis in een laboratorium. 8. Tandtechnica. 9. Pianostemster. ') VIII. Beroepen en betrekkingen in land- en tuinbouw. 1. Boerin. 2. Landbouwster. 3. Tuinbouwkundige (kweekster). 4. Tuinierster. 5. IJmker. IX. Beroepen en betrekkingen op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. 1. Stationchef. -) 2. Wisselwachteres. 3. Beambte bij den dienst der loketten der S. S.; klerk bij de H. IJ, S. M. 4. Witkiel. 3) 5. Gids. 6. Koetsier. *) 7. Hótel-houdster. 8. Hótel-geëmployeerde. 1) Voor zoover wij weten in ons land, te Leiden en Leeuwarden. ' ■ • , • . _ I_ .1 i 1 m n rr\n Is 2) Voor zoover wij weten 1 in ons land, te Mastenbroek. I. I y vy U I Lt\J \J VV I '' * J n vkV ■■ n 3) Voor zoover wij weten 1 in ons land, te Bergen op Zoom. 4) Voor zoover wij weten 1 in ons land, te Domburg. X. Betrekkingen bij den dienst der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. 1. Directrice van een Post- en (of) Telegraafkant.'). 2. Commies bij Posterijen en (of) Telegrafie. 3. Surnumerair „ .. » 4. Klerk „ ~ » » » 5. Hulptelegrafiste. 6. Aspirant-hulptelegrafiste. 7. Rijkstelefoniste, gemeentetelefoniste, telefoniste bij een particuliere onderneming. 8. Hulptelefoniste. 9. Aspirant-hulptelefoniste. 10. Brievengaarste!-. XI. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. 1. Adjunet-commies in dienst van rijk of gemeente. 2. Klerk „ „ proy. of „ 3. Directrice eener vrouwen-strafgevangenis 2). 4. Cipier. t. 5. Directrice en adjunct-directrice eener gemeentelijke arbeidsbeurs. G. Inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. V >, 7. Contróleuse van den arbeid. 8. Arrondissements-schoolopzienster 3). 9. Qemeente-inspectrice bij het lager en voorbereidend onderwijs J). 10. Politie-assistente sj. XII. Beroepen en betrekkingen van maatschappelijken aard. 1. Predikante. 2. Qodsdienst-leerares bij de Remonstr. Broedersch. 3. Qodsdienst-onderwijzeres. 1) Te Breukelen, ’s Heerenberg, Nnnspeet, Venraay en Warmond. 2) Te Appingedam en te Gorinchem. 3) Op Texel en te Doetinchem. 4) Te Amsterdam en te Rotterdam. 5) Te Rotterdam. 4. Officier bij het Leger des Heils. 5. Stationsjuffrouw. 6. Woningopzichteres. 7. Armen- of ziekenbezoeksler. 8. Propagandiste. 9. Arbeidster in andere betrekkingen van maatschappelijken aard. XIII. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industriëele en maatschappelijke betrekkingen. 1. Advocaat. 2. Arts (ook schoolarts, [controleerend] gemeentearts, en geneeskundige aan een ziekenhuis). 3. Tandarts. 4. Directrice aan een laboratorium. 5. Conservatrice van een wetenschapp. verzameling. 6. Archivares, adjunct-archivares ')■ 7. Bibliothecares, bibliotheek-beambte. 8. Accountant 2). 9. Actuaris, :t) adjunct-actuaris. 10. Correcfrice. XIV. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 1. Letterkundige. 2. Redactrice. 3. Journaliste, verslaggeefster. • jvHimwioiv, vtiaiaggctiaitl. 4. Recensente. 5. Schilderes. 6. Etsster, graveerster, illustratrice. 7. Beeldhouwster. 1) Voor zoover wij weten ééne archivares, te Leeuwarden, en ééne adjunct-archivares, te Rotterdam. 2) Voor zoover wij weten 2 in ons land. 3) „ „ „ „ 2 „ „ 8. Architecle. 9. Componiste. 10. Concert-speelster; concert-zangeres. 11. Concertmeesteres '). 12. Organiste. 13. Tooneelspeelster. 14. Balletdanseres. 15. Declamatrice. 16. Lectrice. 1) Eéne bij ons te lande: aan het orkest van de Fransche Opera te ’s-Gravenhage. 11. Lijst van Beroepen en Betrekkingen, door Vrouwen te vervullen, waarvoor IN DEN HAAG opleiding te vinden is. 1. Beroepen en betrekkingen van haishoudelijken aard. 1. Huishoudster. 2. Hulp in de huishouding. 3. Dienstbode, (dienstbode-alleen, tweede-meisje, keukenmeisje, werk-linnenmeisje, kindermeisje). 4. Kamenier-linnenmeisje. 5. Kamenier. 6. Kookster. 7. Directrice van een coöperatieve keuken. /. i_/ iivvii iv.t van ttu Luuptiaiitvt ntuiu.ll. 8. Linnenjuffrouw op een boot. 9. Stewardess. 11. Beroepen en betrekkingen op het gebied van opvoeding en onderwijs. 1. Gouvernante. 2. Kinderjuffrouw. 3. Hoofd eener Fröbelschool. 4. Onderwijzeres aan een Fröbelschool. 5. Privaat-onderwijzeres in het fröbelen. 6. Hoofd eener lagere school. U. 1 IUUIU V. OVIIV/Ul. 7. Onderwijzeres aan een lagere school. 8. „ „ „ „ „ v. achterlijken. 9. Directrice eener Tuchtschool voor meisjes. 10. Onderwijzeres aan een Tuchtschool voor meisjes. 11. Onderwijzeres aan een Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. 12. „ „ „ Strafgevangenis. 13. „ in nuttige handwerken. 14. Onderwijzeres in huishoudelijke vakken aan een herhalingsschool. 15. „ of leerares in teekenen. 16. „ „ „ „ pianospel. 17. „ „ „ „ vioolspel, of bespeling v.andere insfrum. 18. „ „ ~ ~ zang. 19. „ „ „ademhalings-gymnast. en declamatie. 20. „ „ „ „ gymnastiek. 21. „ „ „ „ dansen. 22. „ „ „ „ zwemmen. 23. „ „ „ „ stenografie. 24. „ „ „ „ boekhouden. 25. Leerares in costuumnaaien a.e. Ind.sch. of verw. inr. 26. „ „ linnennaaien ibid. ibid. 27. „ „ fr. handwerken ibid. ibid. 28. „ „ huish.kunde a.e. huish.sch. ofyerw.inr. 29. „ „ koken en voedingsleer ibid. 30. „ „ waschbeh. en strijken ibid. 31. „ „ aan een school voor mictdelb. onderw. 111. Beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 1. Directrice van een ziekenhuis. 2. Hoofdverpleegster, le verpleegster, verpleegster. 3. Particuliere verpleegster. 4. Wijkverpleegster. 5. Krankzinnigenverpleegster. 6. Enquétrice of huisbezoekster in dienst dertuberculose-bestrijding. 7. Heilgymnaste-masseuse. 8. Manicure-pédicure. IV. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor. 1. Hoofd van of deelgenoote in een groothandelsof winkelzaak. 2. Correspondente. 3. Steno-typiste. 4. Typiste. 5. Boekhoudster. 6. Assistent-accountant. 7. Commissionaire in effecten. V. Industrieele beroepen en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskunst. 1. Apothekers-assistente. 2. Drogiste. 3. Detacheuse in chemische wasscherijen. 4. Strijkster. 5. Kapster en haarwerkster, patrones. 6* n » „ in een kapperszaak of zelfstandig gevestigd. 7. Modiste, patrones. > I-'*-* ' • V.O. 8- ~ in een hoedenzaak. 9. Corsetten-maakster, patrones. !v- „ » ii in een corsettenzaak. 11. Bandagistc. 12. Costuumnaaister-kleedermaakster, patrones. 13. Coupeuse. 14. Taillewerkster. 15. Rokken werkster. 16. Linnennaaister, patrones. '7- „ in een lingeriezaak. 18. Huisnaaister, verstelnaaister. ■V.U.VIUUUIOH-I. 19. Bontwerkster. 20. Behangersnaaister. 21. Boekbindster. 22. Diamantsnijdster en -slijpster. 23. Zaalchef in wasch- en strijkinrichtingen VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst. 1. Kantwerkster. 2. Borduurster, goudborduurster, kuustnaaldwerkster. » uviuioivi j iimi,niiuamvu,M\aici. 3. Handweefstcr, 4. Batikster. 5. Lithografe. 6. Phofografe. 7. Refoucheuse. 8. Cartonnage-werkster. VII. Technische beroepen en betrekkingen. 1. Pianostemster. VIII. Beroepen en betrekkingen in land- en tuinbouw. 1. Tuinbouwkundige (kweekster). 2. Tuinierster. IX. Betrekkingen bij den dienst der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. I, Directrice van een post- en telegraafkantoor. 2. Commies bij posterijen en telegrafie. 3. Surnumerair bij posterijen en telegrafie. 4. Klerk ~ ~ ~ ~ 5. Hulptelefoniste, X. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. 1. Klerk in dienst van rijk, provincie, spoorwegmaatschappij of gemeente. XI. Beroepen en betrekkingen van maatschapp. aard. 1. Godsdienst-onderwijzeres. XII. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industrieele en maatschap, betrekk. 1. Bibliothecares, bibliotheekbeambte. 1. i jii/iivj \_o, uiunuinwwni/^uiuinv. 2. Accountant. 3. Actuaris, adjunct-actuaris. XIII. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 1. Scheppend kunstenares op het gebied der beeldende kunsten. 2. Componiste. 3. Uitvoerend kunstenares op het gebied van muziek. 111. Inlichtingen omtrent opleiding voor, en vooruitzichten in de beroepen en betrekkingen, door vrouwen vervuld, waarvoor IN DEN HAAG opleiding te verkrijgen is. I. Huishoudster. Opleiding: Aan de Huishoudschool, Laan van Meerdervoort 207, en aan de ’s-Gravenhaagsche Vakschool voor meisjes, Iste van den Boschstraat 2. Duur: 2 jaar, n.l. ‘,2 jaar verplichte voorbereidende klasse en 11 2 jaar vakonderwijs; 2 jaar. (Aanvang September). Kosten: ƒ 125 de voorbereidende klasse en ƒ250 per jaar de vakklasscn ; —ƒ2oo, of ƒ 100 wanneer de leerlinge huishoudelijk werk verricht. Leeftijd voor toelating: tenminste 17 jaar; tenminste 16 jaar. Jongere leerlingen worden geplaatst in de voorbereidende klasse. (Aanvang September), Schoolgeld ƒ 20 per jaar. Examen: door beide inrichtingen wordt een schooldiploma uitgereikt. Betrekking: hoofd van de huishouding in een gezin of een inrichting. Salaris: veelal ƒ 200—ƒ 500, met kost, inwoning en waschgeld of vrije bewassching. In een inrichting is het salaris soms belangrijk hooger. Opmerkingen. Er bestaat een „Plaalsingsbureau voor gediplomeerde huishoudsters”; secretares: mejuffrouw B. Ott de Vries, Leidsche Kade 99, Amsterdam. (IpHinJnmpprHp huiclmnrlofoi-c uinrioM i. Gediplomeerde huishoudsters vinden in ons land gemakkelijk plaatsing. 2. Hulp In de huishouding. Opleiding: Ais voor huishoudster (zie boven). De opleiding behoeft voor dit beroep niet volstrekt voltooid te zijn. Betrekking : Vaste hulpkracht in een gezin ter assistentie der huisvrouw; of: tijdelijke hulpkracht in een gezin ter vervanging van de huisvrouw. In het laatste geval kan men naar Nederlandsche gemeenten worden uitgezonden, veelal telkenmale voor den tijd van 6 weken in eenzelfde gezin, door dc Vereeniging „Tijdelijke Hulp in Huisgezinnen”, secretares; Mejuffrouw J. H. de Waal, Adeldoornsche weg 81, Arnhem; of door de Vereeniging „Voor steun en tijdelijke Vervanging der Huisvrouw”, secretares: mevrouw A. A. Weigel—van Otterloo, Tempelierstr. 13, Haarlem, mits de „hulp” niet jonger dan 21, niet ouder dan 45 jaar zij. Salaris: voor de vaste betrekking veelal ƒ 100— ƒ 250, met kost, inwoning en bewassching. Voor de tijdelijke plaatsingen: ƒ4 per week, met kost en inwoning en vergoeding van reiskosten. 3. Dienstbode. Opleiding: Aan de ’s-Gravenhaagsche Vakschool voor meisjes, le van den Boschstraat 2. Duur: 2 jaar. (Aanvang September). Kosten: een kwartje per week. Leeftijd voor toelating; ten minste 13 jaar. Diploma: Er kan een school-diploma worden verworven voor: meid-aileen, tweede meid, keukenmeid, .werk-linnenmeid, kindermeid. Salaris: voor een tweede meisje (dagmeisje) te beginnen met ƒ2 per week; voor een tweede meisje voor dag en nacht ƒ9o—/140; voor een meid alleen ƒ 100—ƒ 150; voor een keukenmeisje ƒl2o—-ƒ300; voor een kindermeisje ƒ 100—ƒ 150 ; alles vermeerderd met ƒ 26—ƒ 30 waschgeld, kost, en behalve voor de dagmeisjes inwoning. Opmerkingen. Goede dienstboden vinden gemakkelijk plaatsing. , Wij vestigen de aandacht op de vakorganisaties: „Algemeene Nederlandsche Dienstbodenbond”, en „’s-Gravenhaagsche Dienstbodenvereeniging”. 4. 5. Kamenier-Linnennieisje en Kamenier. Opleiding: Aan de ’s-Gravenhaagsche Vakschool voor meisjes, le van den Boschstraat 2. Duur: 2 a 3 jaar. (Aanvang September). Kosten: ƒ2O per jaar. Leeftijd voor toelating: ten minste 16 jaar. Jongere leerlingen kunnen eerst de voorbereidende klasse doorloopen, eveneens tegen ƒ 20 per jaar. Salaris: f 120—ƒ250 met kost, inw. en vvaschgeld. Opmerking:. De kans op plaatsing is gering en wordt steeds geringer. (). Kookster of kokkin. Opleiding: Als voor huishoudkundige (zie blz. 24) of dienstbode (zie blz. 25). Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde kookster die door families wordt aangenomen bij diners; kokkin in een coöperatieve keuken, ziekenhuis, hotel of restaurant; uitzendster van diners. Salaris : van de vrije kookvrouw : ƒ s—ƒ 10 per keer; in een ziekenhuis: zeer verschillend (in het gemeenteziekenhuis in den Haag ƒ7 per week met den kost); in een hotel of restaurant ongeveer ƒ 200—ƒ 500, met kost en inwoning. Het inkomen der uitzendster van diners hangt geheel van de clièntele af. Opmerkingen. Wie kokkin in een groot hotel wil worden, heeft aan de school-opleiding niet genoeg. Zij moet daarna „aide de cuisine’' worden, tegen een klein of desnoods zonder salaris, in verschillende hotels; liefst ook in het buitenland. lp het buitenland wordt aan een goede kokkin soms een aanzienlijk salaris uitgekeerd ; in Zwitserland bijv. wel ƒ6oo—/ 1200 met kost en inwoning. Het is te betreuren, dat in de coöperatieve keukens ten onzent nog bijna altijd gekookt wordt door mannelijk personeel, dat ongeveer ƒ 7—ƒ 20 per week verdient, met den kost. Het komt ons voor, dat vrouwen moeten trachten, dat arbeidsveld te veroveren ; evenwel niet, door haar werkkracht aan te bieden onder de markt. Misschien zou het plaatsingsbureau voor gediplomeerde huishoudsters hier behulpzaam kunnen zijn. 7. Directrice van een coöperatieve keuken. Opleiding: Als voor huishoudkundige (zie bladz, 24); liefst voor leerares in koken en voedingsleer, door één jaar langer verblijf aan de Huishoudschool Laan van Meerdervoort 207. Salaris: ongeveer ƒ 600—ƒ 800 ’s jaars, met den kost. 8. Linnenjuffrouw op een boot en Stewardess. Opleiding: Voor linnenjuffrouw', als voor huishoudster of hulp in de huishouding (zie blz. 24) ; voor stewardess als voor linnenmeisje, (zie blz. 25). De kennis van Duitsch of Engelsch die voor een stewardess wordt vereischt, kan geleerd worden op de Berlitz-school of door privaatles. Werkzaamheden: de linnenjuffrouw is belast met de behandeling van het linnengoed, aan boord of op de linnenkamer (van het gebouw der maatschappij); het toezicht op de kinderen gedurende de maaltijden; zoo noodig bediening en verzorging van zieke dames (wanneer geen stewardess aan boord is); de administratie betreffende het linnengoed. De stewardess vooral met de verzorging en bediening van vrouwelijke passagiers en kinderen ; huishoudelijke bezigheden ; hulp in de linnenkamer. Salaris: voor een le linnenjuffrouw: ongeveer ƒ 38-/40 per maand; een 2e linnenjuffrouw fc/33 per maand; een stewardess/ 20-/30 per maand, met verval (fooien); alles met kost en inwoning. Opmerkingen. Stewardesses worden telkens voor één reis aangemonsterd. Linnenjuffrouwen bij sommige maat schappijen eveneens; bij andere is haar positie vaster. Een leeftijd van ongeveer 30 jaar is voor aanstelling de meest gewenschte. Voor de booten op Indië strekt eenige kennis van Maleisch tot aanbeveling. Voor men zich laat aanmonsteren, neme men uitvoerige informatie; en wel wat salaris en werkzaamheden betreft, bij het bestuur der maatschappij waar men zich wil aanmelden en wat de gevaren die de „stewardess” opzedelijkheidsgebied zou kunnen loopen, bij het „Nationaal Bureau van Informatie tot Bescherming van Vrouwen en Meisjes", adres: den Heer G. Velthuysen jr., Weteringplantsoen 22, Amsterdam. 9. Gouvernante. Opleiding: Aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, Elandstraat 130; de Christelijke Kweekschool, Beeklaan 439; de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen op vrijzinnig godsdienstigen grondslag, Antonie Duyckstraat 126; de R.-K. Kweekschool der St. Willebrordusvereeniging, Oude Molstraat 35; de Inrichting tot opleiding voor Onderwijzeres (door het Rijk gesubsidieerd), Hollanderstraat 22—28; de Rijks- normaallessen, gegeven in de openbare lagere scholen Bakkerstraat 59 en Korte Lombardstraat 7, en o.a. de Bijzondere Normaallessen, Laan van Meerdervoort 104. Duur: 4 jaar; alleen in de Hollanderstraat tot dusver 3 jaar. (Aanvang aldaar 1 Mei). Kosten: Elandstraat:/50p.jaar, minvermogenden ƒ25, onvermogenden geene; Beeklaan: ƒ4B per jaar; Antonie Duyckstraat: ƒ 75 per jaar; Oude Molstraat; f3O p. jaar en leermiddelen; Hollanderstraat: ƒ 120—ƒ 180 p. jaar; Rijksnormaallessen; geene; bijzondere normaallessen : 1c en 2e jaar ƒ3O, 3e en 4e jaar ƒ4O per jaar. Leeftijd voor toelating: ten minste 14 jaar; in de Hollanderstraat voorloopig ten minste 15 jaar; leeftijd voor deelneming aan het staats-examen ter verkrijging der acte L. O.: ten minste 18 jaar. Het verdient aanbeveling, bovendien één of meer lagere taalactes of de hoofdacte te verwerven. Opleiding lagere bij-acten : aan den cursus, uitgaande van den „Bond van Nederlandsche Onderwijzers”, afdeeling den Haag, adres; Archimedesstraat 6; door privaatonderwijs; en vermoedelijk na 1913 aan de Kweekschool, Antonie Duyckstraat 126. Duur: Archimedesstraat: 2 jaar; Antonie Duyckstraat: vermoedelijk 1 jaar. Kosten: Archimedesstraat: f 3.50 per maand voor 2 wèkelijksche lesuren (betaald wordt voor 11 maanden) voor leden v. d. Bond; niet-leden-oridérwijzèrs(essen) betalen 20 °/0 meer. Opleiding hoofdacte: aan den gemeentelijken cursus, gehouden in de H. B. S. met 3-jarigen cursus, Raamstraat; den cursus, uitgaande van den „Bond van Nederlandsche Onderwijzers”, afdeeling den Haag, Archimedesstraat 6; de Christelijke Kweekschool, Beeklaan 439; en de R.-K. Kweekschool, Oude Molstraat 35. Duur: 2 jaar. Kosten: Raamstraat: ƒ2O per jaar voor éen vak, elk vak meer ƒB, alle vakken ƒ 40; Archimedesstraat: ƒ 1 per maand voor 1 wekelijksch lesuur, ƒ 1.75 voor 2 uur, ƒ 2.25 voor 3 uur, ƒ2.75 voor 4 uur, ƒ3.25 voor 5 uur, /3.75 voor 6 uur, j A. 25 voor 7 uur,/4.50 voor 8 uur; Beeklaan :f 30 per jaar; Oude Molstraat ■ ƒ 40 per jaar en leermiddelen. Salaris: zeer verschillend; wisselend tusschenƒ3oo en ƒ 1200 en hooger, (o.a. bij Hollandsche families in Indië), veelal met kost en inwoning. 10. Kinderjuffrouw. Opleiding: Aan de ’s-Gravenhaagsche Vakschool voor meisjes, le van den Boschstraat 2. Duur-, 2 jaar. (Aanvang September). Kosten : f 30 per jaar. Leeftijd voor toelating: tenminste 16 jaar. Leerlingen, jonger dan 16 jaar, kunnen eerst de voorbereidende klasse doorloopen, tegen ƒ2O per jaar. Examen wordt jaarlijks afgenomen door de Algem. Nederlandsche Vrouwenvereeniging „Tesselschade”. Leeftijd : tenminste 18 jaar. Betrekking of beroep : kinderverzorgster hetzij als huisgenoote, hetzij zelfstandig gevestigd en telkens voor een dag, een gedeelte van den dag, een dag en nacht of ook voor langer, de kinderen in verschillende gezinnen verzorgend. Salaris : in hef eerste geval / 150—ƒ300 met kost, inwoning en waschgeld ; in het tweede geval ±fc ƒ1.50 per dag, ƒ 2 per etmaal, benevens den kost. Opmerkingen. Gediplomeerde kinderjuffrouwen behooren bare eischen, wat liet salaris betreft, hoog te stellen. Gewenscht ware liet, dat er een vakvereeniging van gediplomeerde kinderjuffrouwen werd gevormd, welke vakvereeniging een plaatsingsbureau stichtte (evenals de „gediplomeerde huishoudsters'’ hebben gedaan, zie biz. 24) en hetminimumsalans vaststelde , waaronder géén lid der vereeniging hare diensten mocht verleenen. 11. 12. Hoofd en onderwijzeres aan een Fröbelschool en privaatonderwijzeres in het fröbelen. Opleiding: Aan den gemeentelijken cursus tot opleiding van onderwijzeressen en kweekelingen der bewaarscholen, gegeven in de H. B. S. voor meisjes, Laan; en aan de Vormschool voor Christel. Bewaarschool-onderwiizeressen Westeinde 68. Duur: aan den gemeentelijken cursus, voor leerlingen die zóó van de lagere school komen, 4 è 5 jaar voor de hulpacte; 3 jaar langer voor de hoofdacte; aan de Vormschool-, 4 jaar voor de hulp-, 6 jaar voor de hoofdacte. Kosten: gemeentelijke cursus: geene; Vormschool: f 36 per jaar voor de hulp-, ƒ4O per jaar voor de hoofdacte. Leeftijd voor toelating; aan den gemeentelijken cursus: ten minste 13 jaar. Er moet een toelatingsexamen worden afgelegd. Aan de Vormschool; ten minste 14 jaar. Leeftijd voor deelneming aan het examen voor de hulpacte: ten minste 18 jaar; voor de hoofdacte: ten minste 20 jaar. Examen wordt afgenomen door een gecombineerde Haagsch-Rotterdamsche commissie en door de Vereeniging van Christelijke Bewaarschoolonderwijzeressen in Nederland. Van het laatste examen wordt het schnfteliik gedeelte afgenomen einde Maart te Utrecht, het mondeling gedeelte half April, in 1912 te s-Oravenhage. Salaris; in den Haag, voor onderwijzeressen 2e klasse aan de gemeente-scholen ƒ3O0—ƒ 500, met een toelage van ƒ25 per jaar voor de hoofdacte; voor onderwijzeressen le klasse (hoofdacte verplicht en benoeming na een vergelijkend examen) ƒ 550 ƒ 750, vooi hoofden ƒ 800-/1000 met vrije woning. Salaris: aan Christelijke bewaarscholen (in din lande) voor onderwijzeressen met hulpacte ƒ 200 tdM, met hoofdacte ƒ4OO -ƒ7OO ; voor hoofden ƒ 300-/100(4 (de salarissen in grootere en kleinere gemeenten en aan wél en niet gesubsidieerde scholen loopen zeei uiteen). Opmerkingen, De leerlingen van den gemeentelijken opleidingscursus moeten trachten, zoo spoedig mogelijk als volontaires geplaatst te worden aan de gemeente-scholem Sommigen worden kweekelmgen, op een salaris van J 80 lot ƒ 100 per jaar. Wij wijzen op de Vakverenigingen .Bond van Onderwijzeressen'bij het Fröbelonderwijs ; .Vereenjinfs van Christelijke Bewaarschoolonderwijzeressen m Nederland ,■ „Vereeniging van Onderwijzers en Onderwijzeressen bij het Voorbereidend Onderwijs in Nederland . 13. Hoofd eener lagere school. Opleiding, duur en kosten : zie biz. 27—28. Leeftijd voor toelating: ten minste 18 jaar. De acte L. O. moet behaald zijn. fo fmriS'\ln d.tfn HaaS aan openbare scholen ; ƒ 1700— /21ü° met vrije woning of ƒ350 vergoeding voor :°ni"nghr.; en /290 voor acte Fransch, ƒ5OO voor acte Duitsch en ƒ5OO voor acte Engelsch aan scholen waar onderwijs in die talen wordt gegeven. vante" aan”!! leeHinge^"6" Van het hoo,d uit,eraard af wi*zen ,°P de vakorganisaties: „Vereenitdntr van Nederla"d" AdSSXI On" 14. Onderwijzeres aan een lagere school Opleiding-, Als voor gouvernante (zie bladz. 27—28). hoofdact' /firn nïfin ? openbare scholen, zonder /^OO-toplaag0 5. j toelaSe voor de hoofdakte nm’ .*°e. aRe voor iedere taalacte of -aanteekening ƒlOO, md.cn de betreffende taal aan de school ondfolnmat WH°/dtJ toelage voor acte- aanteekening of telkenmale /d50ekenen’ wiskunde’ zang of handenarbeid >,o?R?lerkinfre?- De salarissen aan bijzondere scholen ziin aL openbare°scholen wiizers^einMt^hfn'’Vakßrg^nisaties ..Nederlandscli Onder,r„ genootschap , „Bond van Nederl. Onderwijzers” zeresseng,ingn.h" Christelijke Onderwijzers en Onderwij’ Unfe van ChrUtelHkïVrf de- ove bezittingen", Ve eeniging voor JM | Iolnde.r,wlJzers ™ pnderwijzereslen” organisaties die alle ook vrouwelijke leden opnemen. 1). ünderw. aan een school v. achterlijken. tóftovfnW voor°nderwi]zeres aan een lagere school hebben To/hp!l me" tevens bev°egdheid moet eooen tot het geven van onderwijs in de vriie en hpht°efeningen der gymnastiek, en diploma A moet vin ZrZTen-Van deü^ereen tot Bevordering an het Onderwijs in Handenarbeid in Nederland” ("waarvoor men zich aan de kweekschool Antonie Duiickstraat of door privaatles bekwaamt); en de onderwijzeres hoofdzakelijk belast met het onderwijs m handwerken, de acte of aanteekenmg voor nuttige handwerken. ') Salaris: ƒ1400—ƒ2200. Opmerking. Wij wijzen op de vakvereeniging: "Vereen. van Onderwijzers en Artsen, werkzaam aan inrichtingen van onderwijs aan achterlijke en zenuwzwakke kinderen". 16. Directrice der Tuchtschool voor Meisjes (te Montfoort). Opleiding: Als voor hoofd ecner lagere school (zie blz. 31). Salaris ■. ƒ 1700 met kost en vrije woning. 17. Onderwijzeres aan de Tuchtschool voor meisjes (te Montfoorf). Opleiding: Als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 31). Salaris: ongeveer ƒ 800-/1000 met kost en inwoning. 18. ümlenv. aan het Rijksopv. gesticht v. meisjes (te Zeist). Onleidine • Als voor onderwijzeres a. e. lagere school 3ll ■ o! aan de Huishoudschool Laan van 207 waar de acte voor leerares in een ook anuert dtic rnno met kost en mw. Salaris: ongeveer ƒ9oo—/ 1 mei, mei 19. Onderwijzeres aan een Strafgevangenis. Opleiding: Als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 31). . f mm Salaris: ongeveer ƒ800; hoogste salaris / 10üU. Opmerking. De betrekking is extern. ,) Bij de Vereeniging van een °cursus'''te6*0pénen tot6opleiding lan onderwijskrachten voor die scholen. 20. Onderwijzeres in nuttige handwerken. Opleiding : Aan de Industrieschool voor meisjes, van Diemenstraat 202. Duur; 3 jaar en 6 a 8 maanden voor leerlingen die van de lagere school komen, n.1., 3 jaar voorbereidend onderwijs, 6 a 8 maanden vakonderwijs. Kosten: f2O per jaar, Qeheele of gedeeltelijke vrijstelling kan worden verleend. Leeftijd voor toelating:‘ten minste 12 jaar. Leeftijd voor deelneming aan het staatsexamen, dat van half Februari tot half April gehouden wordt: tenminste 17 jaar in het jaar waarin het examen wordt afgelegd. Betrekking: vak-onderwijzeres aan openbare lagere scholen der le cn 2e klasse en aan openbare burgerscholen. Salaris: aanvangswedde voor een vaste onderwijzeres le klasse ƒ 45, 2e klasse }25 per wekelijksch lesuur. Na 2 jaar kan de wedde wordén verhoogd met ƒ5 per wekelijksch lesuur, tot de maxima ƒ65 en ƒ45 per wek. lesuur zijn bereikt. De verhooging wordt aan degenen die de acte L. O. bezitten alleen verstrekt, nadat zij het diploma in methodiek; aan degenen die de acte L. O. niet bezitten, alleen nadat zij de diploma’s in methodiek en paedagogiek hebben verworven. Zij worden daartoe bekwaamd in een 12 of 18 maandschen cursus van resp. 2 en 1 uur per week, beginnend telkenjare 1 Mei; voor deelneming waaraan men zich, na een oproeping van B. en W., kan aanmelden bij de afdeeling Onderwijs ter gemeentesecretarie. Opmerkingen. Aan de openbare lagere scholen der le en 2e klasse wordt 3 uur per week les gegeven, aan de burgerscholen 3V2 uur. Eenzelfde leerkracht kan aan 4 of 5 scholen worden benoemd. Wij wijzen op de vakorganisatie „Vereeniging van Onderwijzeressen in Handwerken te ’s-Qravenhage''. 21. Onderwijzeres in huishoudelijke vakken aan een herhalingsschool. Opleiding: Als voor huishoudkundige (zie blz. 24), terwijl het gewenscht is, zich nog een jaar langer té bekwamen aan de Huishoudschool, Laan van Meerdervoort 201, en het diploma te behalen voor leerares in huishoudkunde. Salaris: ƒ 10 per cursus van 6 maanden, één avond per week. Opmerking. Eenzelfde leerkracht kan aan 2 of 3 scholen worden benoemd. 22. Onderwijzeres of Leerares in teekenen. Opleiding: Aan de Academie van Beeldende Kunsten, Prinsessegracht 4; den Haagschen Teekencursus, Qalileïstraat 2; of door privaat-onderricht. Duur: voor de acte L. O. ± 2 jaar; 1 a 2 jaar; voor de acte M. O. 4 jaar; 3 jaar. Kosten : Prinsessegracht voor L. 0., per cursus van I Oct. tot 15 Juli, gedurende 5 avonden ’s winters en 4 avonden ’s zomers ƒl5; voor M. O. (dag-cursus) ƒB5 per jaar; Galileïstraat voor L. 0., avond-cursus (3 avonden per week) ƒ6O per jaar, dag-cursus (4 leertijden) ƒ 100 per jaar; voor M. O. avond-cursus (4 avonden per week) ƒ72, (5 avonden per week) ƒ 84, dag-cursus ƒ 150 per jaar. Leeftijd voor toelating: Prinsessegracht ten minste 14 jaar. Examen wordt afgenomen door den Staat. Betrekking : vakonderwijzeres aan een lagere school, een herhalingsschool, een middelbare school, een industrie- of vakschool. Salaris: zeer verschillend. Aan de openbare lagere scholen te ’s-Qravenhage aanvangswedde ƒ 600, na 2 jaar dienst ƒ5O verhooging, tot het maximum van ƒ9OO is bereikt; aan de herhalingsscholen ƒ1 per lesuur; aan de H. B. S. voor meisjes te’s-Qravenhage van ƒl7OO met 4 3-jaarlijksche verhoogingen tot ƒ2lOO of ƒ 2300, als de leerares de bevoegdheid heeft, aan een H. B. S. met 5-jarigen cursus les te geven. Opmerkingen. Voor de meeste betrekkingen wordt het bezit van eene der middelbare actes vereischt. Vaste aanstelling aan een openbare lagere school geschiedt alleen, wanneer het aantal lesuren per week tenminste 8 bedraagt. Wij wijzen op de vakorganisaties voor leerkrachten bij het lager onderwijs (zie blz. 31) de „Vereeniging vak Leeraren bij het M. 0.”, en de „Nederlandsche Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen”. 23. Muziek- of Zangonderwijzeres of -leerares. Opleiding-, Aan het Koninklijk Conservatorium voor Muziek, Korte Beestenmarkt 7; of door privaatonderwijs. Duur: hangt van aanleg en tijd voor studie af. Kosten : aan het Conservatorium ƒ 175 per jaar; voor eerstbeginnende!! die onderwijs ontvangen van leerlingen uit de hoogste klasse (onder toezicht van hun leeraar): ƒ75 per jaar. Onvermogenden kunnen bij bijzonderen aanleg, na 1 jaar betaald te hebben, verder kosteloos de lessen volgen. Privaatlessen zeer verschillend. üoede lessen ±ƒ 2 per les. Diploma kan worden verworven aan het Conservatorium, of van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, de Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging en het Nederlandsch Muziek-paedagogisch Verbond. Voor de twee laatstgenoemde examens kan men aan het Conservatorium niet worden opgeleid. Het diploma van het Conservatorium en dat van „Toonkunst” zijn van gelijke waarde. Leeftijd voor toelating: aan het Conservatorium ten minste 12 jaar. Men moet zich aan een toelatingsexamen onderwerpen. Nieuwe leerlingen worden alleen met Januari aangenomen. Beroep of Betrekking: leerares aan een Muziekschool of privaat-leerares of onderwijzeres. Honorarium : zeer verschillend. Meestal ƒ I—ƒ1—ƒ 2 per uur; ook hooger en lager. Opmerkingen. Aan liet Conservatorium en door Toonkunst worden diploma’s uitgereikt voor „onderwijs*'en voor „virtuositeit”. De Toonkunstenaarsvereeniging reikt een „lagere” en een „middelbare” acte uit. Wij wijzen op de vakorganisatie „Muziek-paedagogisch Verbond”. 24. Onderwijzeres of Leerares in hygiënisch spreken, ademhalingsgymnastiek en declamatie. Opleiding: Door privaatonderwijs. Duur en kosten der opleiding, alsmede vooruitzichten bij eigen vestiging als privaat-leerares, geheel verschillend. Bijverdienste : door vakonderwijs aan een gemeentelijken spreekcursus voor onderwijzers, aan kweekscholen, muziekscholen en bijzondere inrichtingen. Het salaris aan den gemeentelijken spreekcursus voor onderwijzers bedraagt ƒ4O per wekelijksch lesuur, met een minimum van ƒ 500, welk bedrag na 3 jaar dienst kan worden verhoogd met ƒ 2.50 tot een maximum van ƒ 50 per wekelijksch lesuur. Opmerkingen. Het verdient aanbeveling, zich ook in het buitenland te bekwamen. Het vak biedt slechts voor enkelen een bestaan. 25. Onderwijzeres of Leerares in gymnastiek. Opleiding-, Aan de Inrichting voor Gymnastiek, Heilgymnastiek en Massage, Westeinde 29; of door privaatonderwijs. Duur: Westeinde voor de acte L. O. (vrije-en ordeoefeningen) 1 jaar; voor de acte M. O. 2 jaar. Leermiddelen (boeken) moeten zelf betaald worden. Leeftijd voor toelating; ten minste'l6 jaar. Betrekking of beroep, voor de bezitsters der acte M. O.; onderwijzeres aan een openbare lagere school; leerares aan een middelbare school of gymnasium; onderwijzeres aan een bijzondere school; privaatonderwijzeres. Salaris: aan een openbare lagere school te ’s-Gravenhage aanvangswedde ƒ 600; na 2 jaar verhooging van ƒ5O per jaar, tot het maximum van ƒ 900 is bereikt ; aan de H. B. S. voor meisjes ƒ5O per wekelijksch lesuur met een minimum van ƒ 300 per jaar en 4 5-jaarlijksche verhoogingen tot ƒ 75 per wek. lesuur; aan het gymnasium ƒ5O per wek. lesuur met een minimum van ƒ400; aan een bijzondere school of als particuliere onderwijzeres; ƒ I—ƒ2 per les. Opmerking-. Wij wijzen op de vakorganisaties „Vereeniging van gymnastiek-onderwijzers in Nederland" en „’s-Gravenhaagsche gymnastiek-onderwijzersvereeniging 26. Onderwijzeres of Leerares in dansen. Opleiding : Door privaat-onderwijs. Examen wordt afgenomen door de Nederlandsche Dansonderwijzersvereeniging. Betrekking of beroep: particulier onderwijzeres; vakpnderwijzeres aan bijzondere onderwijs-inrichtingen. Honorarium : zeer verschillend. Voor het leiden van clubjes somtijds ƒ 10—/15 per leerling; privaatles tot ƒ 2.50—ƒ 3. Aan de Tooneelschool en de School voor vocale en dramatische Kunst, beide te Amsterdam : ƒ9O of / 100 per wekelijksch lesuur. Opmerking-, Wij wijzen op de vakverecniging ..Nederlandsen Dansonderwijzersgenootschap” (de „Nederlandschc Dansonderwijzersvereeniging" neemt geen vrouwen op onder hare leden). 27. Onderwijzeres of Leerares in zwemmen. Opleiding-, Door privaat-onderricht. Examen wordt jaarlijks afgenomen door den Nederlandschen Zwembond. Leeftijd: voor het Diploma A (voor zwemondcrwijzeres) ten minste 23 jaar. Diploma B geeft recht op mededinging naar een betrekking als directrice eener zweminrichting. Salaris : als onderwijzeres, soms ± ƒ 11 per week. Opmerking. Voor zoover ons bekend is, zijn alleen in de openbare zweminrichtingen te Amsterdam en Rotterdam directrices werkzaam. Ook liet aantal plaatsen voor onderwijzeressen schijnt gering tc zijn. 28. Onderwijzeres of Leerares in stenografie. Opleiding: Aan de Stenografieschool ~Stolze-Wery”, da Costastraat 71—73; Bureau Riënts-Balt, de Perponcherstraat 78; Remington-school, Papestraat 22; Centraal Bureau stenografie-Pont, de Ruyterstraat 46 en door privaat-onderricht. Duur : 4 a 6 maanden. Kosten : ± ƒ 20 a ƒ 40. Examen wordt afgenomen door de Vereeniging van Leeraren in de Handelswetenschappen, terwijl de meeste instituten eigen diploma’s uitgeven. Beroep of betrekking: particuliere onderwijzeres, of als bijbetrekking vakonderwijzeres aan een bijzondere onderwijs-inrichting. Honorarium: zeer verschillend. Opmerking. Het eerste diploma A, voor zuivere toepassing, is niet voldoende, om als onderwijzeres op te treden. Daarvoor wordt diploma B of C vereischt. 29. Onderwijzeres of Lecrares in boekhouden. Opleiding: Door privaat-onderricht. Duur; ongeveer 2 jaar, bij voldoenden aanleg. Kosten : ongeveer ƒ 2—ƒ 2.50 per les. Eén les per week kan voldoende zijn ; meestal zijn 2 lessen per week gewenscht. Acte M. O. wordt verworven door een staatsexamen. Betrekking of beroep-. Onderwijzeres aan een H. B. S., een liandelsschool, een industrieschool, een bijzondere school of privaat-onderwijzeres. Salaris: aan de H. B. S. voor meisjes ƒ 1700—ƒ2100; aan den handelscursus ƒ9O per wekelijksch lesuur, met 4 5-jaarlijksche verhoogingen van ƒ 10 per week. lesuur; privaat-onderwijs 1 ƒ2— ƒ 2.50 per uur. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Vcreeniging van Leeraren in de Handelswetenschappen". 30. Leerares in costuumnaaien Opleiding: Aan de Industrieschool voor meisjes, van Diemenstraat 202 en de ’s-Gravenhaagsche Vakschool voor meisjes, le van den Boschstraat 2. Duur : aan de Industrieschool 5 jaar, de 3 jaren voorbereidend onderwijs meegerekend; aan de Vakschool 4 a 6 jaar. Kosten: aan de Industrieschool ƒ 20 per jaar, terwijl geheel of gedeeltelijk vrijstelling kan worden verleend; aan de Vakschool een kwartje per week gedurende 2 jaar; daarna kan vrijstelling worden verleend, en bij goeden aanleg iets worden verdiend als werkster op het aan de Vakschool verbonden atelier. Leeftijd voor toelating aan de Industrieschool ten minste 12 jaar; aan de Vakschool ten minste 13 jaar. Een diploma of getuigschrift der school kan worden verworven. Examen wordt bovendien afgenomen, om de 2 jaar, door de Vereeniging van Hoofden van Industriescholen. Dit diploma is echter niet verplicht voor een benoeming als leerares. Na 1913 wordt niemand meer tot deelneming aan dit examen toegelaten, die niet het diploma voor cosfuumnaaien verworven heeft aan een Industrieschool of verwante inrichting. Betrekking-, directrice van, of leerares aan een Industrie-school of verwante inrichting. Salaris : van de directrices ongeveer ƒl2O0—ƒ3000; van de leeraressen meestal ƒ 600—ƒ 1200. Opmerking-. Wij wijzen op de vakorganisaties „Vcrecniging van Hoofden van Industriescholen" en „Bond van Vakschoolleeraren en -leeraresscn. 31. Leerares in linneimaaien. Opleiding: Eveneens aan de Industrie- en Vakschool. Duur: aan de Industrieschool 5 jaar, de 3 jaren voorbereidend onderwijs medegerekend; aan de Vakschool 3 jaar. Kosten: aan de Industrieschool f2O per jaar, terwijl geheel of gedeeltelijk vrijstelling kan worden verleend; aan de Vakschool ƒ 0.25 per week gedurende 2 jaar. Leeftijd voor toelating: aan de Industrieschool ten minste 12 jaar; aan de Vakschool tenminste 13 jaar. Een diploma of getuigschrift der school kan worden verworven. Examen wordt, in 1913 voor’t eerst, afgenomen door den Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs, en de Verceniging van Hoofden van Industriescholen. Betrekking: directrice van, of leerares aan Huishoudscholen, Industriescholen en verwante inrichtingen. Salaris: van de directrices ongeveer ƒ 1200—ƒ 3000; van de leeraressen meestal ƒ6oo—looo. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ncdcrlandsche Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen*', „Verceniging van Hoofden van Industriescholen", en „Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs". 32. Leerares in fraaie handwerken. Opleiding: Aan de Industrieschool voor meisjes, van Diemenstraat 202, en door privaat-onderricht. Duur: aan de Industrieschool 5 jaar, de 3 jaren voorbereidend onderwijs medegerekend. Kosten: f2O per jaar; terwijl geheel of gedeeltelijk vrijstelling kan worden verleend. Leeftijd voor toelating: ten minste 12 jaar. Leeftijd voor deelneming aan het Staatsexamen: ten minste 18 jaar. Betrekking-, directrice van, of leerares aan een Industrie- of Kunstnijverheidsschool. Salaris: van de directrices ongeveer ƒ 1200 -ƒ3000; van de leeraressen meestal ƒ 600—ƒ 1000. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Nederlandsclie Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen." 33, 34, 35. Leerares in huishoudkunde, koken en voedingsleer, waschbehandeling en strijken. Opleiding: Aan de Huishoudschool, Laan van Meerdervoort 207. Duur: 2 jaar, den verplichten voorbereidenden cursus van 'h jaar meegerekend. . Kosten: van den voorbereidenden cursus ƒ125; van de opleiding tot leerares in huishoudkunde, koken en voedingsleer ƒl5O per jaar (geheele opleiding dus / 350); van de opleiding tot leerares in waschbehandeling en strijken ƒlOO per jaar (geheele opleiding dus ƒ 275). Leeftijd voor toelating: ten minste 17 jaar. Leeftijd voor deelneming aan het examen: ten minste 20 jaar. Examen wordt afgenomen door den Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs. Betrekking: directrice van, of leerares aan Kooken Huishoudscholen en verwante inrichtingen, of aan andere onderwijs- of opvoedings-instituten, waar speciaal onderwijs in deze vakken wordt verstrekt. Salaris: van de directrices ons onbekend; van de leeraressen meestal ƒ 600—ƒ800. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nederlandsclie Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen", „Bond van Leeraressen bij het Huisliondonderwijs". 36. Leerares aan een school voor middelbaar onderwijs. Opleiding: Door privaat-onderricht. Aanbeveling verdient, dat degenen'die zich voor een middelbare taal- acte bekwamen, eenigen tijd in het buitenland vertoeven, en ook gedurende een of meer jaren de colleges vblgen van den hoogleeraar, den lector of den privaatdocent in het betreffende vak aan de eene of andere universiteit (voor Fransch te Groningen, Amsterdam, of Leiden ; voor Engelsch te Groningen, Amsterdam, Leiden of Utrecht; voor Duitsch te Groningen, Leiden, of Utrecht.) Duur en kosten: zeer verschillend naar gelang van het gekozen vak, den aanleg der candidate en de voor-opleiding die zij genoten heeft. Het kostbaarst zijn uitteraard de taal-opleidingcn. Staatsexamens ter verkrijging eener middelbare acte worden jaarlijks afgenomen. Salaris: zeer verschillend, naar gelang van het te doceeren vak en de gemeente, waar de school gevestigd is; gemiddeld f1500—ƒ2500 ’ jaars. Opmerking. Wij wijzen op de vak-organisaties „Vereeniging van Leeraren bij het M. 0.“ en „Vcreeniging van Leeraren bij het Openbaar Middelb. ünderw. te ‘s-Gravcnhage“. 37, 38, 39, 40. Directrice van een ziekenhuis, hoofdverpleegster, le verpleegster, verpleegster. Opleiding: Aan het Gemeente Ziekenhuis, Zuid wal 83 ; het Kinderziekenhuis, Laan van Meerdervoort 112; het Diaconessenhuis, Laan van Meerdervoort 84; de Inrichting voor ooglijders, Laan van Meerdervoort 114; de Zuigelingenkliniek, Regentesselaan 18—20. Duur -, 3 jaar;- 3 jaar; – tenminste 3 jaar; – 2 jaar, waarna de opleiding nog gedurende 2 jaar in een algemeen ziekenhuis moet worden voortgezet; insgelijks 2 jaar en daarna nog 2 jaar in een algemeen ziekenhuis. Kosten : geene, de leerlingen verdienen ƒ 100—ƒ 150; ƒ 100;—niets;—ƒ 100; —f 125 ’s jaars. Leeftijd voor toelating: tenminste 23 jaar; —2O jaar; 18 jaar; 23—30 jaar; 18—30 jaar. Eischen voor toelating: algemeene ontwikkeling en eenige kennis van talen; algemeene ontwikkeling, lagere school doorloopen; kennis van huishouden gewenscht; algemeene ontwikkeling, liefst meer uit- gebreid lager onderwijs genoten; ons onbekend ; lager onderwijs genoten. De "opleiding geschiedt voor het diploma voor algemeens ziekenverpleging. "'Aanvullende opleiding voor ooglijdersverpleging heeft plaats in de Inrichting voor Ooglyders, Laan van Meerdervoort 114. (Opleiding voor kraamvrouwen verpleging is te ’s-Gravenhage niet te verkrijgen). Salaris ■ voor gediplomeerd verpleegster zeer verschillend ' in de verschillende gemeenten en verschdlende ziekenhuizen; te s-Gravenhage f 250 J > voor hoofdverpleegster ƒ 500-/600; ad]U”<: '^ fg(^C van /1200 met 2 jaarlijksche verhoogmgen tot ƒlB , alles met kost, inwoning, bewassching en |^eeb, ‘ dige hulp (in het Diaconessenhuis wordt geen salaru, alleen kleedgeld verstrekt). Eefn K0 KeWijdwtea7 de,tvakorganisaties Ve^leegst^r^^n^'v^rplcg^rs^^en1^1 „Nederlandsche Bond voor ziekenverpleging". 41, Particuliere Verpleegster. Opleiding: Als voor ziekenh. verpleegster (zie b1z.41). Honorarium : ƒ 3-/5 per dag, met kost en inwoning. Opmerking. Wijzen op de vakorganisaties "Nosokomos" en "Nederlandsche Bond voor ziekenverpleging". 42. Wijkverpleegster. Opleiding : Als voor ziekenh. verpleegster (zie blz. 41). Betrekking-, externe verpleegster in ver®ct’l,l' lende gezinnen, in dienst hetzij van de gemeen tte Amsterdam en te Groningen), hetzij van een ker – genootschap, hetzij van een vereenigmg of particulier persoon. Honorarium: wisselend tusschen ƒ 600 en ƒ |2OO ’s jaars; meestal met bijkomende vergoeding rijwiel-gebruik en de premie voor ouderdoms-, invaliditeits- en ongevallenverzekering. Opmerking. Wij wijzen op dc vakorganisaties „Npsokómos“ en ~Ncderlandschc Bond voor Ziekenverpleging . 43. Krankzinnigenverpleegster. Opleiding: In de. gestichten „Oud Rosenburg" en „Bloemendaal” te Loosduinen. Duur: in „Oud-Rozenburg” voor diploma A, ; Kjaar; voor A2:l a IK’ jaar daarna; voor diploma A3 Ka 1 jaar daarna; voor diploma B: 1K jaar daarna; in „alocmendaal” 3 jaar. Kosten: Geene Examen wordt afgenomen door de Nederlandsche Vereeniging voor Psychiatrie en Neurologie en de Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland. De Nederlandsche Vereeniging voor Psychiatrie en Neurologie splitst het examen ter verkrijging van diploma A in 3 deelen; Aj, A 2 en A,. Diploma A3 en het daarmede gelijkstaande staatsdiploma '), geven de bevoegdheid tot het optreden als krankzinnigenverpleegster in een gesticht. Wie particuliere krankzinnigenverpleegster of hoofd van een gesticht wil worden, moet in het bezit zijn van diploma B. Salaris: in „Oud-Rozenburg" voor leerling-verpleegster ƒ125 aanvangssalaris, dat in 5 jaar, mits het examen A-> wordt afgelegd, kan klimmen tot ƒ 250 ; salaris der eerste verpleegster ƒ 300—ƒ350 (2 jaarl. verheugingen van ƒ 25); hoofdverpleegster ƒ4OO ƒOOO (4 2-jaarl. verhoogingen van ƒ 50); in „Bloemendaal ƒ 115—ƒ 150. Opmerking. In het gesticht „Bloeinendaal" worden alleen verpleegsters voor de eigen inrichting opgeleid. 44. Enquctrice of huisbezoekster in dienst der tuberculosebestrijding. Opleiding: Aan den cursus, uitgaande van d e Neder – landsche Centrale Vereeniging lot Bestrijding der Tuberculose, secretaris; dc Heer C. Dekker, arts, Statenlaan 70. 1) Staatsexamen wordt alleen afgenomen in de rijkskrankzinnigengestichten te Medemblik en te Grove. Duur: 6 maanden ol 3 a 4 maanden; aanvang van den 6 maandschen cursus Maart en September; van den 3 a 4 maandschen Maart, Juli, November. Aanmelding persoonlijk tusschen 1 en 2 uur bij den secretaris en bij de dames M. Sparnaaij, Copernicusstraat 100 en Dr. Henriette Schagen van Soelen, Regentesseplein 12 (spreekuur 12—1) door wie de cursus gegeven wordt. De candidaten worden alleen aangenomen bij lichamelijke en geestelijke geschiktheid. Gediplomeerde verpleegsters genieten de voorkeur. Kosten : van den 6 maandschen cursus ƒ 75, benevens tramgeld (voor het practische werken) en leermiddelen ; van den 3 a 4 maandschen, uitsluitend bestemd voor wijkverpleegsters en personen, door een vereeniging aangewezen, om als huisbezoekster werkzaam te zijn : geene. Diploma wordt uitgereikt door de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose. Betrekking: in een bepaalde plaats gevestigd of in een provincie rondreizend bezoekster van in huis verpleegde tuberculose-patiënten, in dienst van vereenigingen, werkzaam op hygiënisch of verpleeggebied. Salaris: zeer verschillend : ƒ 600 zonder vrij wonenƒ 1000 mèt vrij wonen. Opmerking. Wij wijzen op dc vakorganisatie „Bond van Huisbezoeksters bij de Tuberculosebestrijding”. 45. Heilgymnasle-masseuse. Opleiding: Aan dc Inrichting voor Gymnastiek, Heilgymnastiek en Massage, Westeinde 29. Duur: I—2 jaar, voor wie de acte gymnastiek M. O. bezit, hetgeen zeer gewenscht is. Kosten: ƒ 150 per jaar en boeken. Leeftijd voor toelating: tenminste 18 jaar. Examen wordt afgenomen door het Genootschap voor Heilgymnastiek en Massage. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigd heilgymnaste-masseuse, of verbonden aan een Zanderinstituut. Honorarium: ƒ I—ƒ2 per uur of per keer; ongeveer ƒ 800—ƒ 1300 per jaar. Opmerkingen, De markt in dit valeis overvoerd; wij raden een ieder af, zich in de eerste jaren er voor te bekwamen. Wij wijzen op de vak-organisatie „Genootschap voor Heilgymnastiek en Massage”. 46. Manicure en pédicure. Opleiding-, Bij Mevrouw S. van den Heuvel-Wolff, hofpédicure, Jan van Riebeekstraat 41. Duur-, 1J4—2 jaar. Kosten: met de aanstaande leerlingen zelf te regelen. Leeftijd voor aanneming; -O 13 jaar. Voorwaarde: de lagere school moet zijn doorloopen. Honorarium: zeer verschillend naar om vang en aard der clientèle. Opmerkingen. Wij meenen, dat slechts enkele meisjes, met groote handigheid, geduld, geschiktheid om met publiek om te gaan en een zeer vast karakter, in dit vak een behoorlijk middel van bestaan zullen vinden. Aanbeveling verdient het, om na verwerving van het diploma der opleidster, in Brussel of Parijs het vak verder te leeren aan eene der daar bestaande scholen, en tevens het diploma voor massage te behalen (zie blz. 44). Het vak van pédicure kan ook verbonden worden aan dat van schoenmaakster; dat van manicure aan het beroep van kapster. 47. Hoofd van of deelgenoote in een groothandels- of winkelzaak. Opleiding-, Zeer verschillend naar gelang van den aard van het bedrijf. Voor het handelsgedeelte: aan de Middelbare school voor handel en administratie, Laan van Meerdervoort 104; de Handelsklasse verbonden aan de Gemeentelijke H. B. S., Raamstraat; den Gemeentelijken Handelscursus,\n het voormalig gymnasium, Westeinde. Duur: 5 jaar, d. i. 3 jaar H. B. S. en 2 jaar Handelsschool; 1 jaar (hoogste klasse b) der H. B. S. met 3-jarigen cursus ; 5 jaar, d. i. 2 jaar voorbereidende en 3 jaar hoofdcursus. Kosten : 3 jaar ƒ 250, 2 jaar ƒ 400 ’s jaars; ƒ 60, ƒ 30, of geene; ƒ2.10 per lesuur in den voorbereiden cursus, ƒ2.70 per lesuur in de le en 2e klas, ƒ 3 in de 3e klas van den hoofdcursus en leermiddelen. School-diploma kan worden verworven. Opleiding voor het practische gedeelte in de zaak zelf. Daarna is veelal een verblijf in een gelijksoortige zaak in een andere plaats, of in een groote zaak in het buitenland gewenscht. Opmerkingen. Voor zaken waarin ook industrieele bekwaamheid wordt vereischt, zal deze, met uitzondering van de vakken die aan de Industrieschool, van Diemenstraat 202, of de Vakschool, 1c van den Boschstraat 2, worden onderwezen veelal gevonden moeten worden aan ambachtsscholen of bijzondere vakscholen, buiten den Haag gelegen. Men raadplege desgewenscht het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68. .. . 111 i _ 1 :.. .1.1 Iro »1 don \F n Hor Waar de dochter werkzaam is in de zaak van den vader, geven wij dezen in overweging, het meisje als vaste „bediende" aan te nemen, evenals een vreemde, met een vaste bezoldiging. Geleidelijke opklimming volge, tot het deelgenootschap verworven wordt. De zaak voere dan den naam „firma zoo en z.oo en dochter". De vrouwelijke bedrijfshoofden geven wij in overweging, zich aan te sluiten bij de bestaande, thans veelal alleen door mannelijke leden gevormde vakorganisaties, de vereenigingen van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand, 48. Correspondente. Opleiding: Aan de Middelbare school voor Handelen Administratie, Laan van Meerdervoort 104; (zie blz. 45) de Handelsklasse, verbonden aan de Gemeentelijke H. 8.5., Raamstraat (zie blz. 45) en den Gemeentelijken Handelscursus, Westeinde (zie blz. 45) en door privaatonderwijs. Examens worden afgenomen door „Mercurius” de Federatie van Handels- en Kantoorbedienden-vereenigingen in Nederland, en de Vereeniging van Leeraren in de Handelsweteaschappen. Salaris •. zeer uiteenloopend : ƒ600—ƒ2500 ’sjaars. Opmerkingen. De hoogere salarissen worden zelden door vrouwen genoten. Het ware zeer gewenscht, dat de goede vrouwelijke werkkrachten hare salaris-eischen belangrijk verhoogden. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nationale Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercnrius", „Algemeene Nederlandsche Bond van Handels- en Kantoorbedienden" en „R.K. Kantoor- en Winketbediendenbond St,-Nicolaas“. 49, 50. Stenotypiste en typiste. Opleiding-, Als voor onderwijzeres in stenografie (zie blz. 37). Salaris : ongeveer ƒ10—ƒ6O in de maand. Voor wie dictaat in vreemde talen kan opnemen loopt het salaris tot ƒl7OO ’s jaars. Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisaties boven genoemd, benevens „Nederlandsche Vereeniging van Stenografen*, „Nederlandsche Stenografen-Vereeniging Stolze-Wéry“, „Vereeniging Federatie van Stenograne-Leeraren, systeem I. Pitman". 51. Boekhoudster. Opleiding-, Als voor correspondente (zie blz. 46). Examens worden afgenomen door den Staat (M. 0.), „Mercurius” en de Vereeniging van Leeraren. Salaris: ± ƒl2o—ƒ2ooo ’s jaars (n.l. aan de Rijksverzekeringsbank). Opmerking, Wij wijzen op de vakorganisaties op blz. 46 genoemd. 52. Assistent-Accountant. Opleiding: Door privaat onderwijs van een accountant. Duur: voor wie de Middelbare School voor Handel en Administratie doorloopen heeft ± 1 jaar, voor wie een H. B. S. met 3- of 5-jarigen cursus of een school voor M. U. L. O. doorloopen heeft ± 2 jaar, bij voldoenden aanleg en tijd voor studie. Kosten: voor goede lessen ƒ 2 per les. Examen wordt afgenomen door het Nederiandsch Instituut van Accountants, de Nederlandsche Accountants-Vereeniging, de Nederlandsche Academie van Accountants en den Nederlandschen Bond van Accountants. Salaris: ± ƒ6oo—ƒ 1600 ’s jaars. Opmerking-. Wij vestigen er de aandacht op, dat bij bovengenoemde vak-organisaties ook assistent-accountants kunnen wordeit opgenomen. 53. Commissionaire in effecten. Opleiding: Aan de Middelbare School voor Handel en Administratie, Laan van Meerdervoort 104 en op een effecten-kantoor. Duur en kosten (zie blz. 45). Beroep; zelfstandig gevestigd of geassocieerd commissionaire. Inkomen-, geheel afhangend van persoon, aanleg, connecties en omstandigheden. 54. Apothekers-Assistente. Opleiding '): o. a. bij den Heer Adama, Bezuidenhout 111; de Dames van Beest, Huygensplein 3; den Heer Damen, Weimarstraat 20, met Mejuffrouw Offerhaus, Groot Hertoginnelaan 154; de Heeren Holm, Vaillantlaan 157; Lontinga, Anna Paulownastraat 45; Roem, Suezkade 75; Speliie, Havenkade 3a, Scheveningen ; van der Tooren, Regentesselaan 105. Duur: 2 jaar, voor wie een school voor M. U. L. O. heeft doorloopen. Kosten: ƒ 200 per jaar, eenige leerboeken en de kosten voor de lager onderwijs-lesssen. Bij Offerhaus en Damen ƒ3OO per'jaar. Leeftijd voor aanneming: bij de meesten ten minste 16 jaar. Examen wordt, afgenomen door den Staat. Vrijstelling van de niet-technische vakken wordt verleend aan wie het einddiploma H. B. S. hebben verworven, soms ook aan wie tenminste 3 klassen eener H. B. S. hebben doorloopen en wie het lager onderwijs-examen hebben afgelegd. De overigen moeten gedurende Yi jaar, 1 jaar of langer, een uur per week les nemen van een onderwijzeres). Betrekking: zelfstandige hulpkracht in de apotheek, intern of extern, voor heele of voor halve dagen. 1) Waar in deze brochure personen, firma's, ateliers, enz., genoemd worden, waar men opleiding kan vinden voor eenig beroep, daar bedoelen wij geenszins te kennen te geven, dat de andere werkgevers (geefsters) op dat zelfde gebied niet opleiden of niet aanbevelenswaardig zouden zijn. Het één en (of) het ander is somtijds wèl, maar meermalen ook volstrekt niet het geval. Wij noemen alleen diegenen van wie ons bekend is, dat ze tot opleiden bereid zijn, en tegen opname in deze brochure geen bezwaar hebben, terwijl wij bij het onderzoek daaromtrent ten opzichte van sommige vakken zooveel mogelijk volledigheid hebben betracht, ten opzichte van andere vakken daarentegen (zooals het costuumvak en het hoedenvak) ons tot de grootere ateliers hebben beperkt. Salaris: intern, dus met kost en inwoning, meestal minder dan ƒ3OO ’sjaars; extern, voor halve dagen (9-4 of 5 uur): ƒ240 tot ƒ4OO ’sjaars; extern, voor heele dagen (9 v.m.—10 n.ra.): ƒ 600 tot ƒ 1000; evenwel wordt hoogst zelden meer dan ƒ 700 verdiend. Opmerkingen. In dit vak met lange werkdagen en lage salarissen is de markt overvoerd. De Haagsche afdeeling van de Maatschappij tot Bevordering der Pharmacie raadt af, zich voorloopig voor dit beroep te bekwamen. Werktijden en salarissen zijn beter geregeld in gemeente-apotheken, Nuts-apotheken, in het algemeen in apotheken die van vereenigingen uitgaan, dan in particuliere apotheken. Aan de betrekking in gemeente-apotheken is pensioen verbonden. Emplooi is ook te vinden in Indië, Duitschland en Zwitserland (zonder nieuw af te leggen examen). Men inforrneere vóór men een betrekking in die landen aanneemt evenwel eerst bij den consul of de „apothekersvereeniging", oodat de gemaakte overeenkomst inderdaad worde nageleefd. Wij wijzen op de vakorganisatie „Algemeene Apothekers-Assistenten-Bond“. 55. Drogiste. Opleiding : Als voor apothekers-assistente (zieb!z.4B) De drogisten hier ter stede leiden thans geen vrouwelijke leerlingen op. Examen wordt eens per jaar afgenomen, indien er candidaten zijn, door den Nederlandschen Drogistenbond. De apothekers-assistenten onderwerpen zich uit den aard der zaak niet aan dat examen. Het is trouwens niet verplicht. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigd drogiste of bediende in anderer zaak. Oprichtingskosten en benoodigd bedrijfskapitaal voor zelfstandige vestiging: ƒ4OOO h ƒ5OOO. Bezoldiging der (mannelijke) bedienden : ƒ 10—ƒ 13 per week. Opmerkingen. Vrouwelijke drogistenbedienden zijn er tot dusver in den Haag niet, omdat de mannelijke bedrijfshoofden geen vrouwelijk personeel wenschen, en de vroulijke bedrijfshoofden zonder personeel werken. Mocht men ooit overgaan tot het aanstellen van vrouwelijke bedienden op een lagere bezoldiging dan de voor mannen gangbare, dan zouden wij de werkkrachten in ernstige overweging willen geven, die te lage bezoldiging niet te aanvaarden. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nederlandsche Drogistenbond" (van ongeëxamineerde drogisten en apothekersassistenten te zatnen) en „Vereeniging van Drogisten" (alleen apothekers-assistenten.) 56. Detacheuse (vlekkenuitmaakster) in een chemische wasscherij. Opleiding : O.a. bij den Heer Ant. den Engelsen & Co, Binckhorstlaan 30. Duur: 2 a 3 jaar, Kosten: geene. Er wordt dadelijk ±ƒ3 per week verdiend. Salaris: voor een zeer bekwame kracht in een zeer grboté inrichting ten hoogste ƒ 16 per week. Opmerkingen. Dit vak, dat slechts aan zeer enkelen een niet onaardigên werkkring biedt, vereischt iets meer vooropleiding, dan de lagere school verstrekt. Aangeraden wordt, althans gedeeltelijk een school voor M. U. L. O. te doorloopen. Wij wijzen op de vakorganisatie „Vereeniging van personeel aan Wasch- en Strijkinrichtingen „Vooruitgang is ons Streven". 57. Strijkster. Opleiding: !n de meeste kleinere wasdiinrichtingen; bij sommige strijksters, o.a. Mw. Beijersbergen van Henegouwen, Vaillanflaan 81; en in sommige grootere wasch- en strijkinrichtingen, o.a. in de Engelsche Waschinrichting, Trekweg; bij de firma Heijnen, Haringkade 165 ; de Heeren Roos, Loosduinsche weg 581 en van der Schalk, Rijswijk. Dmv. hangt van den aanleg af. Een goede strijkster kan in =t 2 jaar gevormd worden. kosten : geene. Meestal wordt dadelijk, of zeer spoedig iets verdiend; b.v. ƒ 1 per week, terwijl soms ook betaling per stuk geschiedt voor goed afgeleverde werkstukken. In kleinere inrichtingen moet de leerling wel eens huiswerk verrichten. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde strijkster of strijkster in anderer zaak. Salaris in anderer zaak: ƒ 2.50—ƒ 18 per week; loonen van ƒB—ƒ 12 komen het meest voor. Soms wordt vast weekloon uitbetaald; in grootere inrichtingen meestal stukloon. Opmerkingen. Voor gezonde meisjes met handigheid en werklust is dit vak zéér aan te bevelen. Goede fijn strijksters zijn zeer gezocht, en kunnen flinke weekloonen bedingen. Men leere het vak grondig en sluite zich daarna aan bij de „Vereeniging van personeel aan Wasch- en Strijkinncntingen „Vooruitgang is ons Streven". 58. Kapster, haarbewerkster. Opleiding: In kapperszaken, *) o.a. bij de heeren Hamburger, Koordeinde 87c; Hagetoorn Havenkade 20a; Kleef, Heerengracht 14a (niet voor haarwerk); Lankhorst, Valeriusstraat 49; Meeuws, Heerengracht 22; Vorst, Koordeinde 99; Zeldenrust, Plein 16a. Duur: ± 3 jaar, wil men het vak volledig ieeren. Voor kappen alleen: een cursus (van 4 of 5 meisjes) van 3 maanden, of privaatlessen, 7 a 15 naar gelang van den aanleg. Kosten: zeer verschillend. Soms betalen de leerlingen niets; soms verdienen zij dadelijk een kleinigheid ; soms, bijv. bij den Heer Zeldenrust, kost het le jaar ƒ4O het 2e jaar niets, terwijl het 3e jaar iets verdiend wordt; bij den Heer Kleef kost 5 a 6 maanden les in haarwasschen, kappen en onduleeren tenminste ƒlOO. De kosten voor een grondige, volledige opleiding, gedeeltelijk in het buitenland, bedragen tenminste ƒ 300. Kosten voor privaatles in kappen alleen: ƒl—ƒ2 per les; een cursus van 3 maanden, bij den Heer Meeuws, Heerengracht 22 : ƒ 10. Leeftijd voor aanneming als leerlinge : bij sommigen ± 14 jaar; bij anderen: 16—17 jaar. Een weinig kennis van Fransch is in sommige zaken gewenscht. Beroep of betrekking: hoofd eener zaak, bediende in een zaak, of zelfstandig gevestigde kapster. Salaris eener bediende : ± ƒ 20 per maand, veelal met procenten, soms 10 %, van verkoop en werk. Inkomen der zelfstandig gevestigde kapster (die geen haarwerk maakt) : afhangende van de clientèle. Tarief =•= ƒ 10 per maand ; vrouwen die dagelijks kappen voor ƒ 5 of ƒ 6 per maand, werken onder de markt. Opmerkingen. Het is te betreuren, dat meisjes het vak veelal onvoldoende leeren, en tevreden zijn met een weinig kennis van kappen en haarwasschen. Zij krijgen daardoor 1) De Nederlandsche Barbiers- en Kappersbond laat op zijn vakscholen alleen toe wie het 4e Heerendiploma behaald heelt. Feitelijk is de toegang voor meisjes daardoor gesloten. Het zou aanbeveling verdienen, dat b.v. dochters van kappers zich bij haar vader voor dat diploma bekwaamden en zich dan aan de Vakschool aanmeldden. slecht betaalde betrekkingen, waarbij ze tegen 30 a 40 cent per keer particuliere clientèle zien te krijgen; of vestigen zich als „kapster”, werken onder de markt, en brengen het vak in discrediet. Voor ƒlO aan benoodigdheden kan men zich reeds als kapster vestigen. Het ware gewenscht, dat meisjes in het vervolg het vak grondig leerden ; wat kappen, wasschen en onduleeren betreft in eene der genoemde zaken, en daarna het haarwerken in het buitenland (België of Parijs). Er is geen reden, waarom jongens niet en meisjes wèl „vies” zouden zijn van haarwerk! Een bekwame kapster en haarwerkster zou voorzeker een hooger salaris verdienen. Wij raden bovendien zelfstandige oprichting van dameszaken ten sterkste aan. Benoodigd kapitaal: ten minste ƒ2OOO. Wij wijzen voor de patronessen op de vakorganisatie „Nederlandsche Barbiers- en Kappersbond”. (Van de „Haagsche Kapperspatroonsvereeniging” kunnen geen vrouwen lid_zijn). Dóór grondige vakopleiding, ernstige vakuitoefening, liet niet langer werken onder de markt en organisatie, hetzij in de gemengde vakvereeniging. hetzij in een nieuwe vakvereeniging, gevormd uitsluitend door vrouwen, patronessen zoowel als bedienden en zelfstandig gevestigden, zou langzamerhand het vak van „dameskapster” in zijn geheelen omvang door de vrouw veroverd kunnen worden. 59. Modiste. Opleiding-, In hoedenzaken '), o. a. bij de Heeren Alexandre, Wagenstraat 38; van Dooren, Hoogstraat 5; Dames Trager en Kamper, Zeestraat 36; mw.de Haas, Heulstraat 31 ; firma Mack, Lange Poten 31—33 en Hoogstraat 3; den heer Spit, Heerenstraat 2, Plein 17 en Spui. Duur', zeer verschillend, afhangend van den aanleg der leerling. Een goede apprêteuse kan in 2 jaar gevormd worden. Kosten', in sommige zaken ƒ4O per jaar gedurende 2 jaar; in andere zaken geene; soms wordt dadelijk, soms na korten tijd een kleinigheid verdiend. Leeftijd voor aanneming: bij sommigen tenminste 16 jaar. Dikwijls moeten de leerlingen om aangenomen te worden naaldwijs zijn; of reeds in andere, kleinere zaken gewerkt hebben. Betrekking of beroep: apprêteuse of modiste in de zaak van een ander, of zelfstandig gevestigd. I) Zie noot, blz. 48. Salaris van een apprêteuse : ƒ 20—ƒ 25 per maand; van een 2e modiste ƒ3s—ƒBo per maand; van een eerste modiste hooger. Opmerkingen. Het is een vak, waarin 2 maal per jaar seizoenslapte voorkomt. In de meeste zaken worden de apprêteuses in den slappen tijd ontslagen. Wij raden ten sterkste aansluiting aan bij den „Nederl. Bond van mannelijke en vrouwelijke Arbeiders in de Kledingindustrie en aanverwante vakken." 60, 61. Corsettenmaakster, bandagiste, Opleiding: Bij den Heer Vrijlhoff van der Toorn, Dunne Bierkade 24. Duur-, hangt van de geschiktheid af; voor corsetten kort, voor bandages wel 5 a 6 jaar. Kosten-, geene. Er wordt dadelijk iets verdiend. Salaris: ƒl—ƒls per week. Opmerkingen. Slechts voor enkelen is een toekomst in dit vak te vinden. In de corsetten-zaken, door vrouwen gedreven, worden de weinige open plaatsen meestal terstond door kennissen bezet. De bandage-zaken, grootendeels door mannen gedreven, werken uitsluitend met mannelijk personeel, met uitzondering, bij Vrijthof! en van der Toorn, van de corsetten-afdeeling, waar ook een vrouw aan het hoofd staat. Het is moeilijk voor een nieuw gevestigde zaak, zich een clientèle te vormen. Toch zouden wij dit een enkele flinke vrouw, die het corsettenvak grondig verstaat en zichzelve anatomie heeft geleerd, wel durven aanraden. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisatie „Nederlandsche Bond van mannelijke en vrouwelijke arbeiders in de Kledingindustrie en aanverwante vakken.’' 62, 63, 64, 65. Costuumnaaister-kleedermaakster, coupeuse, taillewerkster, rokkenwerkster. Opleiding: }) Aan de Industrieschool voor meisjes, Van Diemenstraat 202 ; de Vakschool voor meisjes, le Van den Boschstr. 2; – de Mode-Academiën van Mw. Danckaerts-Strijbos, Regentesseplein 7; Gezusters Glastra, van Merlenstraat 16; Gezusters de Graajf, Dennenweg 27ö; dames Kanaar, Zuidwal 20a-, Mevr. van Leeuwen Michielse, Jacob van der Doesstraat 35; Mevrouw van der Toorn, Valentijnstraat 195; —de ateliers o.a. van Mw. Beek, Bilderdijkstraat 42; Bodaan, Trompstraat 300; Dupont, Zeestraat 30a; van Dijk, v. Speykstraat 30; 1) Zie noot, blz. 48. de Groot, van Kinsbergenstraat 82; Havelaar, Heemskerckstraat 17; Helmis, de Ruyterkade 54; Kiihne, Kneuterdijk 2; firma Lessur, Lange Voorhout 21; gezusters Mulders, Da Costastraat 40a; Maison Muil, Laan van Meerdervoort 40; Mw. Olies, Willemstraat 9; Maison de Paris, Plaats 12—14; Maison Pfaff, Plaats 24; firma Schuier, Lange Voorhout 100; DamesS/raaö, Balistraat 19; Struijs, Hugo de Grootstraat 60; Sijben, Kanaal 25; Unen, Noordeinde; Magazijn De Wekker, Noordeinde 31 ; Maison Wentholt-Voskuilen, Koningsplein 386. Duur: aan de Industrieschool 5 jaar, de 3 voorbereidende klassen meegerekend; aan de Vakschool 4a 6 jaar; aan de mode-academiën verschillend, o.a, Regentesseplein, een korte cursus van 3 maanden van 8, of 6 maanden van 4 lessen per week; een langere cursus van 5 maanden van 8 of 10 maanden van 4 lessen per week; Dennenweg =fc 2 jaar; facob van der Doesstraat : voor jonge meisjes zeker 3 jaar; op de ateliers 3 jaar voor een volledige opleiding, van onder op, tot rokken- of taillewerkster. Op de ateliers van de dames de Groot en Unen worden ook coupeuses gevormd. Gezusters Mulders leiden uitsluitend voor coupeuse op. Bij de dames Havelaar en Sijben wordt ook het mantelvak geleerd. Kosten : Industrieschool ƒ2O per jaar; geheele of gedeeltelijke vrijstelling kan worden verleend; Vakschool ƒ0.25 cent per week, gedurende 2 jaar; daarna kan de leerling een plaats vinden op het aan de school verbonden atelier; mode-academiën zeer verschillend: Regentesseplein korte cursus ƒ 36, lange cursus ƒ 60; Dennenweg ƒ 150 in het geheel; /acob van der Doesstraat ƒ8 per maand voor 16, ƒ 6 voor 8 lessen; ateliers soms geene; soms een leersom gedurende 1 jaar ƒl2—ƒ3o, terwijl het 2e jaar niet betaald, en het 3e jaar een kleinigheid verdiend wordt. Leeftijd voor aanneming: Industrieschool ten minste 12 jaar; Vakschool ten minste 13 jaar; terwijl op de meeste ateliers de meisjes direct na afloop der lagere school worden toegelaten, met uitzondering van de dames de Groot, Helmis, Maison de Paris, Maison Wentholt— Voskuilen, die alleen meergevorderde leerlingen wenschen. Diploma kan worden verworven aan de schQlen en aan de meeste mode-academiën. Examen wordt afgenomen door de Veréeniging van Hoofden van Industriescholen. Na 1913 zal alleen aan dat examen kunnen worden deelgenomen door haar, die het diploma voor costuumnaaien aan een Industrieschool of verwante inrichting hebben verworven. 1 Salaris: van rokken- en taillewerksters ± ƒ 2—ƒl2 per week (2—25 ct. per uur); in enkele zeer ghoote zaken ƒl6 ƒl9 per week. Het salaris van een „Chef” van het atelier is hooger. Coupeuses verdienen ƒ6oo—ƒl2oo ’sjaars en hooger. Opmerkingen. Wij raden ten sterkste aan, het Vak grondig te lecren; ook het mantelmaken; in het algemeen het z.g. „klcermakerswerk”. Wie coupeuse wil worden in een groote zaak, doet wèl, zich daarvoor te Parijs of Brussel te bekwamen. Volledige inlichtingen omtrent cursussen in die steden verstrekt het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstr. 68 Het is wenschelijk dat flinke, krachtige vrouwen zich tol bedrijfshoofd opwerken. Wij maken opmerkzaam op de vak-organisaties „Nederl. Bond van mann. en vrouw, arbeiders in de Kledingindustrie en aanverwante vakken”, „Nederlandsche Federatieve Bond van Arbeiders(sters) in de en „R.K.Naaisters-Vereeniging te ’s-Gravenhage“. afdeeling van de R K Kleermakersvereeniging ,;St. Gerardus Majella”. 66. Linnennaaister. Opleiding: Aan de Industrieschool, van Diemenstr. 202; dtVakschool, le van den Boschstraat 2; „Licht, Liefde, Leven”, Noordwal 5 en o.a. ‘) op de ateliers van Mw. Hoek, Bazarstraat 16 en Maison Ixe, Parkstraat 60. Duur: 5 jaar (aanvang September); 3 jaar (aanvang September); 2 jaar; bij Hoek en Maison Ixe, ons onbekend. Kosten: f2O per jaar; terwijl geheele of gedeeltelijke vrijstelling kan worden verleend ;—ƒ 0.25 per week gedurende 2 jaar; geene; op de ateliers wordt gedurende 14 dagen tot 2 a 3 maanden zonder loon gewerkt, doch niets betaald. Leeftijd voor aanneming: tenminste 12 jaar; ten- 1) Zie noot blz. 48. minste 13 jaar; na het afloopen der lagere school; Maison Ixe neemt alleen meergevorderde leerlingen aan. Diploma kan verworven worden aan- de scholen. Examen wordt afgenomen, in 1913 voor het eerst, door den Bond van Leeraressen bij het Huishoudondrrwijs en de Vereeniging van Hoofden van Industriescholen. Salaris: ± ƒ 2—ƒ 8 per week. Voor coupeuses en chefs van het atelier hooger. Soms wordt maatwerk mee naar huis gegeven. Opmerkingen. De meeste zaken laten alles, tot liet verstelwerk toe, in liet buitenland maken, vooral in Brussfel. Het ware gewenscht, dat ook hier bekwame linncnnaaisters gevormd werden, zoodat ook het fijnere werk, maatwerk, overhemden enz. hier te lande konden worden vervaardigd. Aanbeveling verdient het, na afloop van een vakschool, te Brussel op een atelier te werken. Inlichtingen en hulp wordt verstrekt door het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacoh van der Doesstr. 68. Wij vestigen de aandacht op de vak-organisaties in de kledingindustrie (zie blz. 55). 67, 68. Huisnaaister, verstelnaaister. Opleiding: Aan de Industrieschool, de Vakschool, „Licht, Liefde, Leven". Duur en kosten: Zie blz. 54 voor de huis-costuumnaaister, en blz. 55 voor de huis- linnen- en verstelnaaister. Bezoldiging: ± ƒl—f 1.75 met den kost per dag. Opmerking. Wij vestigen de aandacht op de vak-organisaties in de kleeding-industrie (zie blz. 55). 69. Hontwerkster. Opleiding: In bontzaken o.a. bij den heer Bachmann, Toussaintkade 32a; firma Kühne en Zonen, Kneuterdijk 2; Maison de Paris, Plaats 12; en firma Schuier en Co., Lange Voorhout 100. Duur: ongeveer 2 jaar. Kosten: geene. Bij Bachmann en Kühne kan dadelijk iets worden verdiend; in Maison de Paris moet een jaar voor niets worden gewerkt. . Loon: ƒ0.75—ƒ 14 per week. Opmerkingen. Het vak omvat: kloppen, knippen, naaien, arrangeeren (d. i. de streepen goed laten loopen), koppen in- zetten, kale plekken bewerken enz. De voornaamste werkzaamheden worden hier te lande niet door vrouwen verricht. Wie het vak grondig wil leeren, raden wij een verblijf in Duitschland (Leipzig) aan. Toch leeren de meisjes bijv. bij de firma Kiihne ook bont knippen. Wij vestigen de aandacht op de groote internationale bontwerkers-organisatie, die ook in ons land hare vertakkingen heeft. 70. Beliangersnaaister. Opleiding: In behangerszaken, o.a. bij de heeren van der Donk, Wagenstraat 41-43; ten Houten, Lange Houtstraat 4; Pander en Zonen, Wagenstraat 1-17; Schreiner, Zoutmanstraat 18-22; en Warnars, Woordeinde 85. (Op den behangerscursus, verbonden aan de Ambachtsschool en uitgaande van de Behangerspatroons-vereeniging zijn alleen mannelijke leerlingen). Duur: niet lang, doch afhangend van de kennis die de leerlinge van naaien heeft en van den aard der werkzaamheden. Deze zijn: het naaien van gordijnen, van naden, ook in leer, het opmaken van kussens, cosy’s, lampekappen, wiegen, enz., soms passementeriemaken. Loon: gemiddeld 14 a 15 ets per uur; er wordt 54, 57 of 60 uur per week gewerkt. Opmerking. Wij wijzen op de organisaties in de kledingindustrie (zie blz. 55) waar ongetwijfeld behangersnaaisters gaarne zullen worden opgenomen, O.a. zullen zij moeten trachten, haar loon voor hetzelfde werk gelijk te krijgen aan dat der mannen, die plrn. 25 ets. per uur verdienen. 71. Boekbimister. Opleiding: Voor zoover betreft ontwerpen van boekbanden, aan de Academie van Beeldende kunsten, Prinsessegracht 4; voorzoover betreft boekbinden als kunstambacht op den Haagschen Teekencursus, Gaiileïstraat 2, of door privaat-onderwijs bij Mw. Geertruid de Graaff, Qroothertoginnelaan 94. Opleiding-, voor zoover boekbinden als ambacht betreft, o.a. in het bedrijf van de heeren Gimberg, Veenkade 53 (alleen voor vergulden) en Ratering, 2e van Blankenburgstraat 129 en door privaat-onderwijs bij den heer Windt, van Speijkstraat 127. Duur: aan den Haagscheu Teekencursus onbekend; bij Mw. de Graaff ± 3 maanden, 4 uur per week; in de bedrijven verschillend, naar gelang van het ondeel of de onderdeden die men wil leeren; gerekend wordt bij Windt op 25 a 30 lessen van 1 uur, bij Gimberg, voor vergulden alleen, 3 a 4 maanden. Kosten: aan den Teekencursus ƒ 150 per jaar, bij Mw. de Graag, ƒ 20; bij Ratenng ƒ 100 per jaar en bij Windt ƒ25 voor één persoon, ƒ37.50 voor e. personen, met lessen van iVj in plaats van 1 uur. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigd boekbindster; hoofd van een meer of minder fabriekmatig boekbindersbedrijf; zelfstandig verguldster, werkend voor boekbinders; verguldster m groote bedrijven, ondergeschikte in groote bedrijven, voornamelijk brocheerster d. i. innaaister, vouwster, soms kaftster, boekbindster in bibliotheken en boekhandels. In die laatste hoedanigheid schijnt men tot dusverre vrouwelijke werkkrachten niet te wenschen. Salaris: voor een brocheerster meestal 2 k a 3 cent per vel, naarmate zij aan de naaibank of de vouwmachine werkt. Ervaren brocheersters verdienen ra fg ner week. Vergulders in groote zaken verdienen tot ƒl6 a ƒlB per week. Wij meenen da als zoodanig nog geen vrouwen werkzaam zijn. Bij zelfstandige verguldsters en zelfstandige bmdsters hangt het inkomen af van tal van omstandigheden. Opmerkingen. Wij raden dit vak voor meisjes af, om de volgende rittenen: le boekbinden als kunstambacht levert slechts voor een hoogst enkele in den lande verdienste op. Het leveren van artiltiek hoogstaand werk vere.scht grootcn aanleg en voor dergelijk werk wordt in ons land geen voldoende afzet gevonden.^ 2e' Het klein bedrijf in dit vak gaat achteruit eenerzyds door de oprichting van groote, fabriekmatig werkende bin derden; anderzijds door de toeneming van bibliotheken en leeszalen, waaraan meestal een concierge-boekbmder ve – bonden is. Ook mannen werken zich slechts met moeite van gezel tot patroon op. Inrichting als verguldster kost zeker ƒ 150, als men alleen met handstempeltjes werkt. Een verguldpers voor banden ïïleenkost minstens ƒ6OO. Een pers voor geheel e boeken (zoodat men voor particulieren kan werken, en met uitsluitend voor boekbinders, die weer hun .orden krijgen.van uitgevers), komt nog veel nooger in prijs. De opnchtingskollen voor een bedrijfshoofd die op bescheiden voet berin! behagen zeker ƒ 1200; voor ƒ 7000 is men nog met eens ruim van persen vppjzien^ .w'qT he’ kans om verguldster in groote zaken of boekbindster’ in groote bibliotheken of boekhandels te worden, lijkt ons gering; in ieder geval is op.dit gebied siechtsvoor een enkeTe plaatsing. 4e- Zoowel de patroon, trachten. uitpConcurrcntievrees, de vrou “lltaan de Ambachtsschool, en u°4aandeevSanrde Boekbinderspatroonsvereeniging, worden mefsjes-leerlingen beslist geweigerd. ~ j:. se. Het brocheerwerk is fabrieksarbeid, die zeker niet beter betaald wordt dan andere soorten van fabrieksarbeid. vet"hsin.& sras sb.sï^s; is! om dit Vak alleen bij hooEe noodZakeh,khe.d cn uitzondering te kiezen. 72. Diamantsnijdster en -slijpster. Opleiding: Voor snijdster en slijpster in de Eerste Haagsche Diamant-indastrie, Nieuwe Molstraat 15. Duur: IVa a 2 jaar. .... i O noiirl Q n 1/TIIOrf fIP. Kosten- ƒ300; maar na ± 8 maanden krijgt leerling vergoeding voor hetgeen zij aflevert Voorwaarde tot aanneming alsFlreekr;,;ngenbne^tlmeer aan den leerplicht is voldaan. Er kunnen met mee dan 6 leerlingen tegelijk worden geplaatst Werktijden voor de leerlingen; B—l2 en 2 b. Betrekking: handsnijdster.'machinesnijdster, shjpster. Slijpen wordt nog beter gehonoreerd. ___ __ " Opmerkingen. Wij raden aan, rz^f'dee geregelde machinesmiden ie leeren d steentjeSi wat siechis verdienste zit in liet smjae ..j anderzi]ds voor groo- Sfe steenelf M hffi«&n‘w.J.chiinliik1 door het machinesnijden zal worden verdrongen geschieden, ten liandsnfjrnmdïine11 kost6 ongeveer ƒ125 doch kan tweedehands goedkooper worden aangeschaft. ■" wlf maken opmerkzaam op de vakorganisatie „Algemeene Nederlandsclie Diamantbewerkersbond . 73. Zaalcheï in een Wasch- en Strijkinrichting. Opleiding: Aan de Huishoudschool, Laan van Meerdervoort 207. Kosten, leeftijd van toelating tot school en examen, als voor leerares in waschbehandeling en strijken (zie Salaris: ƒ6OO-—/ 1500 ’sjaars. Opmerking. Het verdient aanbeveling, na verwerving van het diploma voor waschbehandeling en strijken, een tijdlang als adjunct-directrice werkzaam te zijn, alvorens als directrice te solliciteeren. 74. Kantwerkster. Opleiding: Aan de Koninklijke Nederlandsche Kantwerkschool, Javastraat 68 ’)• Duur: ± 3 jaar. Kosten: ƒ 10 per jaar. Loon: voor repareeren 10—17 ct. per uur; voor het maken van nieuwe kant 10, 13, 15 ct. per uur. Opmerkingen. Aan de school is een atelier verbonden voor het maken van nieuwe kloskant, het wasschen, repareeren en opmaken van oude klos-en naaldkant. Deatelierwerksters kunnen desgewenscht ook werk mee naar huis nemen. Da ir het Nederlandsche publiek nog steeds de voorkeur geeft aan buitenlandsche kant, die veel goedkooper kan worden geleverd, doordat de werkster er zoo goed als niets aan verdient, levert het kantwerken hier, behalve voor een zeer enkele zeer begaafde niet meer dan een bijverdienste op. 75, 76, 77. Borduurster, goudborduurster, kunstnaaldwerkster. Opleiding: Aan de Industrieschool, van Diemenstraat 202; en, vooral wat het machine-borduren betreft in zaken, (teekenen en ontwerpen kan dan geleerd worden aan de Academie van Beeldende Kunsten, Prinsessegr. 4 of aan den Haagschen Teekencursus, Galileïstraat 2) o.a. bij Mw. Arnoldy, Jacob van der Doesstraat 97. Duur: Industrieschool 5 jaar; in zaken ± 3 jaar. Kosten: ƒ 20, met desgewenscht geheel of gedeeltelijk vrijstelling; geene. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde borduurster, speciaal costuumborduurster; thuiswerkster 1) Ook aan de Industrieschool, van Diemenstraat 202, kan een leerlinge met bijzonderen aanleg voor dit vak het kantwerken leeren. voor zaken; werkkracht in handwerkwinkels, behangersof meubelzaken, enz. Loon: zeer verschillend; soms 15 a 20 cent per uur, voor handborduursters ;j ƒ 9—ƒ 12 per week voor machineborduurslers. Opmerkingen. Dit jvak?Lkan“ voor zeer talentvolle werkkrachten die degelijk ondeilegd zijn en begrip van teekenen en ontwerpen hebben, waarschijnlijk wel verdienste opleveren. In Amsterdam zijn enkele groote zaken waar costuum-borduren geschiedt. Meestal wordt dit werk evenwel, door gebrek aan bekwame werksters ten onzent, naar het buitenland gezonden. Misschien is hefraadzaam, met het oog op een mogelijke wisseling der mode, zich te bekwamen niet alleen in costuum-borduren, maar ook in wit-borduren en kantwerken. 78. Handweefster. Opleiding: Aan de Nederlcmdsche Kunstweejschool, Prinsegracht 29. Duur: 2 a 3 maanden. Kosten: ƒ 40; met weven den kost wil verdienen ƒ 20, terwijl ook leerlingen kosteloos kunnen worden aangenomen. Salaris: op het school-atelier ten hoogste 20 cent per uur. Opmerking:. Wij raden dit vak als middel van bestaan ten sterkste af. De materialen zijn duur, en de afzet in ons land niet groot genoeg. 79. Batikster. Opleiding: Aaiden Haagschen Teekencursus, Qalileïstraat 2, of door privaat-onderwijs. Duur: ons onbekend. Kosten: ƒ5O per jaar. Beroep: Thuiswerkster op bestelling. Opmerking. Wij raden ook dit vak als middel van bestaan ten sterkste af. 80. Lithografc. Opleiding-, Voor zoover het ontwerpen (graveeren op steen) betreft, aan de Academievan Beeldende Kunsten, Prinsessegracht 4. Duur-, ons onbekend. Kosten : ƒ 50 per jaar. Loon: ons onbekend. Opmerking. De Haagsche patroons schijnen geen vroulijke drukkers te wenschen. Voor enkele goede krachten zou misschien in het artistieke gedeelte van het vak wel een middel van bestaan te vinden zijn. zéér goede krachten worden in het buitenland (Engeland of Duitschland) gevormd. 81, 82. Photografe, retoucheuse. Opleiding -, o.a. (‘) bij de heeren Deutman, Zeestraat 55; Dewald, Conradkade 61 ;de Haan, Groot Hertoginnelaan 89; de Jong, Zeestraat 63; Koenders, Anna Paulownastraat 27 ; Uchtman, Schenkweg 8 (alleen voor vergrooten en retoucheeren) ; Zimmermans, de Riemerstraat 21 en Mw. Helena Goude, Suezkade 168. Duur: voor het geheele vak ± 3 jaar, voor retoucheeren alleen ± 1 jaar, met 1 les per week. Kosten; ƒlso—ƒ4oo per jaar. Meestal wordt 2jaar betaald, het 3e jaar als volontair gewerkt. Bij bijzonderen aanleg behoeft slechts gedurende 1 jaar te worden betaald, of wordt er gratis opgeleid. Voor retoucheeren alleen wordt ƒ 1 per les berekend. Leeftijd en voorwaarden tot aanneming als leerlinge: bij de meesten 15—16 jaar. Sommigen eischen alleen dat behoorlijk lager onderwijs genoten is, anderen bovendien eenige kennis van talen of scheikunde; voor a.s. retoucheuses begrip van en vaardigheid in teekenen. Beroep of betrekking; zelfstandig gevestigd photografe, met of zonder atelier; zelfstandig gevestigd retoucheuse ; retoucheuse, bediende, of bediende-operateur, bij photograaf of retoucheur; ontvangdame-retoucheuse in grootere zaken, (in volkszaken worden van de ontvangdame geen bekwaamheden als retoucheuse, wel als boekhoudster vereischt). Zie voor de opleiding tot boekhoudster blz. 47. Inkomen der zelfstandig gevestigde photografen en retoucheuses hangt van de clientèle af. Salaris : van de retoucheuses ƒ 25—ƒ 50 per maand (mannen verdienen soms tot ƒ 100 per maand); van 1) Zie noot blz. 48. de bedienden ƒl4—ƒ24 per week; van de bediendenoperaleurs (voor zoover ons bekend is, tot dusver geen vrouwen) ƒ2s—ƒ3o per week; van de ontvangdames ± ƒ 15--ƒ2O per week. Inrichtingskosten: /500—ƒ2000 zonder atelier; ƒ 10.000 mèt een atelier. Opmerkingen. Het is wenschelijk, eerst het vak in zijn geheelen omvang te leeren op eenige goede Hollandsche ateliers; daarna onderdeden op groote ateliers in Parijs, Berlijn of Weenen. Een retoucheuse bijv. in Parijs kan ƒ 100 per maand verdienen; een „hoofd van het atelier” ƒ 125 per maand of hooger. Vóór men zich zelfstandig vestigt, is jarenlange ervaring noodig. Eerst na plm. 3 jaar levert het eigen atelier een middel van bestaan op. Wij vestigen de aandacht op de vak-organisaties „Nederlandsche Fotografen Kunstkring”(voor patroons) en „Photografen-bediendenbond”. 83. Cartonnage-werk ster. Opleiding-. Door privaat-onderwijs, o.a. bij Mw. Geertruid de Graaff, Groot Hertoginnelaan 94, en de Dames Eckhart, Frederik Hendriklaan 261. Duur: ± 3 maanden; 3 maanden. Kosten: ƒ 10; ƒlO voor 2 lesuren per week voor 4 of meer leerlingen, privaatles ƒ 1.50 per les van 2 uur. Opmerking. Wij raden dit vak als middel van bestaan ten sterkste af. 84. Pianostemster. Opleiding: Bij den heer Schnepper, Valeriusstraat 119. Duur: 2 jaar. Kosten : ƒ 100 per jaar. Leeftijd voor aanneming: ongeveer 16 jaar. Examen wordt afgenomen door de Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde stemster, en stemster in een pianomagazijn. Salaris: der stemster-werkneemster ongeveer ƒB— 20 per week. Opmerkingen, De meeste eigenaars van piano-magazijnen in den Haag vinden het vak ongeschikt voor een vrouw. De heer Schnepper is niet alleen bereid, een meisje op te leiden, maar ook, bij gebleken geschiktheid, haar later te plaatsen. In andere gemeenten, Leeuwarden en Leiden, zijn ons 3 stemsters bekend. Vereischten voor het vak zijn: een goede gezondheid en een zeer fijn muzikaal gehoor. 85, 86. Tuinbouwkundige (kweekster), tuinierster. Opleiding-, Aan de Rijkstuinbouw-winterschool te Naaldwijk en op Huis te Lande, directie de dames Pompe en Hingsf, te Rijswijk. Duur: 2 winterhalfjaren ; 2 jaar. Kosten: ƒ 10 in het geheel; ƒ3OO per jaar. Leeftijd en voorwaarden voor toelating; de lagere school hebben doorloopen; tenminste 17 jaar; kennis van Fransch, Duitsch, Engelsch en liefst ook de grondbeginselen van scheikunde. Beroep of betrekking: kweekster op eigen grond; „bediende” in anderer kweekerij; tuinierster (vrouwelijke tuinman). Opmerkingen. Alleen wie, behalve over de noodige vakkennis, ook over veel handelsinzicht en een groot kapitaal beschikt, kan als zelfstandig kweekster slagen. De grootte van het benoodigde kapitaal hangt af van de streek waar men zich vestigt en de soort gewassen die men kweeken wil. Gerekend kan worden ƒ 10.000—ƒ 50.C00, terwijl stellig gedurende de eerste jaren de opbrengst onvoldoende is om van te bestaan. Vrouwelijke „bedienden” in het tuinbouwvak vinden ten onzent geen plaats; ook niet bij de bloembollenteelt. Vrouwelijke „tuiniersters", die de tuinen van klanten onderhouden, in Engeland tamelijk veelvuldig voorkomend, kennen wij in ons land nog niet. Wij meenen vooralsnog dit vak ten zeerste te moeten ontraden. 87, 88, 89, 90. Directrice van een post- en telegraafkantoor, commies, surnumerair, klerk in den posten telegraafdienst. Opleiding: Gedeeltelijk door privaat-onderwijs, gedeeltelijk in den dienst. Door privaat-onderwijs wordt men bekwaamd voor klerk, surnumerair en aspirantcommies. In den dienst, voor commies. Duur: voor het klerken- en surnumerairs-examen, hangt af van aanleg en voor-oplpiding. Eischen voor het klerken-examen : behoorlijke kennis van Nederlandsch, kennis van Fransch (vertalen in en uit die taal), eenige kennis van Dnitsch en Engelsch (vertalen uit die talen), aardrijkskunde, rekenkunde, net handschrift. Eischen voor het surnumerairs-examen : behoorlijke kennis van Nederlandsch, Fransch, Duitsch, Engelsch (vertalen in en uit die talen), natuurkunde, rekenkunde, algebra, meetkunde, wiskundige aardrijkskunde, aardrijkskunde, topografie, staatsinrichting. Duur: voor het examen voor aspirant-commies (dat hetzelfde is voor de ambtenaren als het surnumerairsexamen voor ongeveer 2 è 3 jaar. (Er bestaat neiging om de surnumerairs af te schaffen, in dier voege, dat géén surnumerairs-examens meer wprden uitgeschreven wanneer het aspirant-commiesexamen een voldoend aantal geslaagden oplevert). Duur: voor het commies-examen (voor aspirantcommiezen en surnumerairs) ongeveer 2 jaar. Kosten: voor de opleiding door privaat-onderwijs zeer verschillend. Verdere opleiding in den dienst: kosteloos. Leeftijd voor deelneming aan het klerken- en surnumerairs-examen : 18—23 jaar. De examens zijn vergelijkend. Salaris : klerk ƒ4OO, na 1 maand ƒ6OO, na 2 jaar ƒ 700, na 6 jaar ƒBOO, na 10 jaar ƒ9OO, na 14 jaar ƒ 1000, na 18 jaar ƒ 1100, na 22 jaar ƒ 1200, jaarlijks; maar, als de klerk in het bezit is van het post- en telegraafradicaal (in den dienst te behalen), dan wordt het salaris na 2 jaar ƒ 800, na 6 jaar ƒ 1000, na 10 ƒllOO, na 14 jaar ƒ 1200, na 18 jaar ƒ 1350, na 22 jaar ƒ 1500. De zeer uitstekenden kunnen, na 15 jaren dienst, den titel verwerven van commies-titulair, en ontvangen als zoodanig ƒ2OO boven haar tractement. Salaris : surnumerair f 600. Salaris: commies (4e klasse) ƒ1000; na 2 jaar ƒ 1200; na 6 jaar (3e klasse) ƒ1500; na 10 jaar (2e klasse) ƒ1800; na 14 jaar ƒ2100; na 18 jaar (le klasse) ƒ2300 ; na 22 jaar ƒ 2500. Salaris: directrice van een post- en telegraafkantoor van de 7e en 8e klasse, de eenige waarvoor vrouwen in aanmerking komen (de directeuren en directrices worden gekozen uit de klerken le klasse, commiezen en hoofdcommiezen) respectievelijk ƒ 1400—ƒ 1500 en ƒ9oo—ƒl3oo, benevens vrije woning. Opmerkingen. Er bestaat in den post- en telegraafdienst een neiging, om het aantal klerken en commiezen te verminderen, en hun werk zooveel mogelijk te doen overnemen door slecht betaalde en weinig onderlegde locale krachten. Bovendien wordt de toegang voor vrouwelijke ambtenaren hoe langer hoe meer bemoeilijkt. Bij de vergelijkende klerken- en aspirant-commies-of surnumerairs-examens wordt een nog kleiner percentage der beschikbare plaatsen dan vroeger voor vrouwen gereserveerd. Tot hulptelegrafist 1) worden met enkele uitzonderingen nog slechts jonge mannen aangesteld. Dat alleen postkantoren der 2 laagste klassen voor vrouwen beschikbaar zijn, meldden wij reeds. Óok kunnen vrouwen bij de ftijkspostspaarbank geen commies worden. Nog door andere maatregelen, den internen dienst betreffend, dreigt de positie der vrouwen ongunstiger te worden. Wij meenen om al deze redenen, deze carrière voorloopig voor vrouwen ten sterkste te moeten ontraden. Degenen, die niettemin dezen weg wenschen te bewandelen, maken wij opmerkzaam op de vak-organisaties „Vereeniging van Directeuren en Commiezen der Posterijen en Telegrafie”; „Nederlandsche Post- en Telegraafbond (Klerkenbond)”; „Nederlandsche Bond van Post- en Telegraafbeambten „De Post”; „Algemeene Nederlandsche Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel"; „Nederlandsche R. K. Bond van Post- en Telegraafbeambten „Sint Petrus”; „Vereeniging van Ambtenaren ter Directie der Rijkspostspaarbank”; „Vereeniging van Klerken ter Directie der Rijkspostspaarbank”. 91. Hulptelefoniste. Opleiding: Door privaat-onderwijs, tenzij 2of 3 klassen H. B. S. doorloopen zijn ; en verder in den dienst. Leeftijd voor toelating: bij den rijks-telefoondienst 16—23 jaar; bij den gemeentelijken telefoondienst te ’s-Gravenhage 17—20 jaar. Eischen voor toelating: voor den rijkstelefoondienst een weinig kennis van Nederlandsch, Fransch, Duitsch, Engelsch, rekenen en aardrijkskunde; voor den gemeente-telefoondienst een weinig kennis van Neder- 1) Het telegrafisten-corps, wordt niet meer aangevuld en zal dus langzamerhand uitsterven. landsch, rekenen, geschiedenis en aardrijkskunde. De directeuren der betreffende kantoren vergewissen zich van de ontwikkeling der candidaten. Duur van de opleiding in den dienst: bij den rijkstelefoondienst 3 a 4 maanden. De opleiding geschiedt kosteloos, doch geen salaris wordt uitgekeerd. Bij den gemeentelijken telefoondienst: 14 diensttijden van 7 uur, welke meestal worden verdeeld over 3 weken. Salaris: bij den rijkstelefoondienst als helpster, dat zijn degenen, die na den leertijd worden opgeroepen bij ziekte der vaste ambtenaren: ƒ1 oer dag. Als lijdelijk hulptelefoniste, voor welke betrekking bij een vacature de helpsters het eerst in aanmerking komen: ƒlO per maand voor de 16 2O per maand voor de 17 jarigen. Als hulp-telefoniste, (ƒ een vaste betrekking die de tijdelijke hulp-telefonisten na 1 of 2 jarigen diensttijd kunnen verwerven: ƒ400; na 1 maand ƒ 450; na 2 jaar ƒ500; na 6 jaar ƒ 550; na 10 jaar ƒ600; na 14 jaar ƒ650; na 18 jaar ƒ700; na 22 jaar ƒBOO. Salaris: bij den gemeentelijken telefoondienst, als leerlinge ƒ1 per dag; als reserve-telefoniste: f 1.25 per dag; als aspirant-telefoniste: f 300 per jaar; na 6 maanden ƒ4OO per jaar; als telefoniste 3e klasse, een betrekking die na jaar dienst als aspiranttelefoniste verworven kan worden ƒ450—ƒ600; als telefoniste 2e klasse: ƒ6oo—ƒ7oo; als telefoniste le klasse ƒ720—ƒ820. Diensttijd: bij rijk en gemeente: 7 uur per dag, verdeeld in 4 en 3 uur met 2 uur tusschenruimte. Zondagdienst bij het rijk om de 2 of 3 weken gemiddeld 3 uur; bij de gemeente om de 3 weken. Nachtdienst bij het rijk niet; bij de gemeente van 10 tot 8 uur, terwijl van half I tot half 6 beurtelings in een afzonderlijke kamer geslapen wordt, den dag te voren slechts 4 dienst wordt verricht: 10—2 uur, en den dag daarna vrij wordt gegeven. Opmerkingen. Voor meisjes met een zwakke gezondheid of een prikkelbaar zenuwgestel is deze werkkring af te 1) Het rijks-fe/e/omsfen-corps wordt niet meer aangevuld, en zal dus langzamerhand uitsterven. raden. Bij den gemeentelijken telefoondienst heeft vóór de toelating een geneeskundige keuring plaats. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nederlandschc Bond van Rijkstelefonisten”, „Algemeene Nederlandschc Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel'’. Het ware gewenscht, dat de Haagsche gemeente-telefonisten evenals de Amsterdamsche, een vakvereeniging vormden. 92. Klerk in dienst van rijk, provincie, gemeente of spoorwegmaatschappij. Opleiding; Door privaat-onderwijs of particuliere cursussen. Duur : hangt af van aanleg, voor-opleiding en lijd die dagelijks aan de studie kan worden besteed. Kosten : ons onbekend. Examen wordt afgenomen, voor het rijk door een commissie, bestaande uit ambtenaren aan het betrokken departement; voor de gemeente, door de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen; voor de spoorwegmaatschappijen, door een commissie uit het bestuur; voor de provincie wordt geen examen afgenomen. Eischen: ongeveer de kennis die gevorderd wordt voor het eind-examen H. B. S. voor jongens met 5- jarigen cursus. Leeftijd ■. 17—25 jaar. Betrekking-, klerk aan één der departementen van algemeen bestuur (alleen aan de departementen van Justitie, Landbouw, Nijverheid en Handel en Waterstaat worden vrouwelijke ambtenaren benoemd); aan het Centraal Bureau voor de Statistiek ; aan de Rijksverzekeringsbank ; bij de Arbeidsinspectie; aan de provinciale griffie; bij het gemeente-bestuur; bij de administratie eener spoorwegmaatschappij. Salaris : 2e klerk aan de departementen van algemeen bestuur ƒ4oo—ƒ7oo; le klerk ƒ 800—ƒ 1100 ’s jaars ; Dij de H. IJ. S. M. ƒ9.so—ƒ 17.50 per week (leerlingen ƒ4—ƒB per week). De overige salarissen zijn ons niet nauwkeurig bekend; wij meenen evenwel dat ze vrijwel met de bovengenoemde gelijk loopen. Opmerking-. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisaties „Vereeniging van Ambtenaren der Departementen van Algemeen Bestuur en hooge Colleges van Staal”, „Vcreeniging van Ambtenaren bij de Rijksverzekeringsbank”, „Algemeene Bond van Nederlandsche Rnksambtenaren”, „Vereeniging v. Administratieve Ambtenaren bij de Arbeidsinspectie”, „Nederlandsche Bond v. Gemeente Ambtenaren”. 93. Godsdienstonderwijzeres bij Nederduitsch Hervormde gemeenten, de Remonstrantsche Broederschap, Doopsgezinde gemeenten, Evangelisch Luthersche gemeenten, het Nederlandsch Israëlietisch Kerkgenootschap en den Protestantenbond. Opleiding; bij de Ned. Herv. gemeenten door de Commissie voor het godsdienstonderwijs; overigens veelal door privaatles van predikanten. Duur: meestal 2 a 3 jaar. Kosten : bij de Ned. Herv. gemeenten geene; overigens ons onbekend. Examen wordt afgenomen door het Classicaal Bestuur, waaronder de gemeente, tot welke de candidate behoort, ressorteert; een Commissie, benoemd door de Permanente Commissie tot de algemeene zaken van het Ned. Isr. Kerkgenootschap te Amsterdam; de Commissie voor godsdienstonderwijs van den Protestantenbond. Leeftijd voor toelating: ten minste 23 jaar; ten minste 18 jaar op 1 Jan., op het examen volgend; ons Onbekend. Eischen van bekwaamheid voor het verwerven van het diploma: gronden van de Ned. taal en onderwijskunde, algemeene inhoud en geest der Bijbelboeken, lezen en verklaren van den Bijbel, Bijbelsche en kerkelijke geschiedenis, Christelijke geloofs-en zedeleer;— voor den len (laagsten) rang: gronden van Ned., gronden van Hebreeuwsch, vertaling in het Ned. der meest gebruikelijke gebeden, uit het hoofd kennen en vertalen der gebruikelijke lofzeggingen, kennis van Bijbelsche geschiedenis en de hoofdtrekken der godsdienstleer, het schrijven van Joodsch schrift; voor den 2en rang: van alle vakkén grondiger kennis, vertaling van den Pentateuch (tot het examen voor den hoogsten rang worden vrouwen niet toegelaten). De exameneischen van den Protestantenbond zijn ons onbekend. Salaris : bij de Ned. Herv. gemeenten ƒ600—ƒ800; bij het Ned. Isr. Kerkgen. ± ƒ450—ƒ500; bij den Protestantenbond verschillend in de verschillende gemeenten, een enkele maal ± ƒ 750 ’s jaars. Meestal kan de godsdienstonderwijzeres van haar salaris niet bestaan. 94, 95. Bibliothecares, bibliolheekbeambte. Opleiding: Aan den cursus, uitgaande van de Centrale Vereeniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken. Kosten : ƒ 60, benevens ƒ2O voor boeken, terwijl het zeer gewenscht is, na afloop van den cursus eenige maanden in Engeland door te brengen. Betrekking: hoofd of hulpkracht aan Bibliotheek of, veelal openbare, Leeszaal en Boekerij. Salaris: varicerend van ƒl5 per maand tot ƒ 1000 per jaar. Opmerking, De toekomst in dit vak is voor vrouwen niet gunstig. Aan de grootste helft der Nederl. bibliotheken zijn geen vrouwen werkzaam; aan verscheiden andere alleen ongesalarieerde vrouwelijke krachten, terwijl slechts weinigen in dit vak haar brood kunnen verdienen. 96. Accountant. Opleiding: Aancursussen, uitgaande van verschillende Accountants-Vereehigingen. Duur: na verwerving van het diploma voor assistefttaccountant meestal nog 4 a 5 jaar. Kosten : ten hoogste ƒ 10 per maand. Examen wordt afgenomen door het Nederlandsch Instituut van Accountants, de Nederlandsche Accountants-Vereeniging, de Nederlandsche Academie van Accountants en de Nederlandsche Bond van Accountants. Het examen bestaat uit 6 onderdeelen, n.l. Talen : Nederlandsch, Fransch, Duitsch, Engelsch ; Munt-, Crediet- en Bankwezen; Statistiek; Recht en Notariaat; Handelsrekeneft; —Aardrijkskunde en Geschiedenis; Accountancy. Men kan telkens,voor één vak examen doen, het laatst voor Accountancy. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigd accoun- tant, tot inrichting, geregelde en accidenteele controle van groote administratie bij industrieele en bankzaken. Inkomen: hangt af van de clientèle. Opmerkingen. Aanbeveling verdient de verwerving der acté M. O. boekhouden vóór men zich laat inschrijven als assistent. Verplicht zijn het diploma van Mercurius of de Vereeniging van Leeraren. Wij vestigen de aandacht op de bovengenoemde vakorganisaties. 97, 98. Actuaris, adjunct-actuaris. Opleiding: Door privaatonderwijs. ') Duur: voor wie het wiskunde-examen K] met goed gevolg heeft afgelegd of de wiskundige kennis en ontwikkeling bezit van iemand die het einddiploma H. B. S. met 5-jarigen cursus verworven heeft, en practisch op de wiskundige afdeeling van een verzekeringsmaatschappij werkzaam is, ± 1 jaar. Examen wordt jaarlijks afgenomen door de Vereeniging van Wiskundige Adviseurs. Salaris van een candidaat-actuaris: ± ƒlOOO en hooger ; van een actuaris: zeer verschillend. Opmerking. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisatie bovengenoemd. 99. Scheppend kunstenares op het gebied der 'beeldende kunsten. Opleiding: Aan de Academie van Beeldende Kunsten, Prinsessegracht 4; den Haagschen Teekencursus, Galileïstraat 2, of door privaat-onderwijs. Duur: hangt af van aanleg en omstandigheden. Kosten: aan de Academie, winteravond-cursus: ƒ s—ƒ5—ƒ 15, dag-cursus ƒ 90—ƒ 100 per jaar ; aan den Teekencursus : ƒ 150—ƒ 200 per jaar. Beroep: schilderes, beeldhouwster, etsster, graveerster, illustratrice. Inkomen; afhangend van tal van omstandigheden. (Voor illustreerwerk wordt meestal ƒ 5 ƒ 20 per teekening betaald). 100. Componiste. Opleiding; Aan het Koninklijk Conservatorium voor muziek, Korte Beestenmarkt 7, of door privaatonderwijs. 1) Te anderer stede, somtijds te Amsterdam, somtijds te Rotterdam, wordt een cursus gehouden voor candidaat-actuaris. Duur: hangt af aanleg on omstandigheden. Kosten : ƒ 175 per jaar. Inkomen: hangt af van aanleg en omstandigheden. 101. Uitvoerend kunstenares op het gebied der muziek. Opleiding: Aan het Koninklijk Conservatorium voor muziek, Korte Beestenmarkt 7, of door privaatonderwijs. Duur : hangt af van aanleg en omstangheden. Kosten : ƒ 175 per jaar. Beroep of betrekking: soliste, concert-meestercs, (') medespeelster in een orkest, koristc, organiste (bij de Doopsgezinde gemeente). Inkomen der soliste; afhangend van aanleg en omstandigheden. Salaris: van de concertmeesteres ƒl5O per maand; de orkest-speelster, ons onbekend, behalve wat de harpiste betreft: soms ƒl4O per maand; de koriste: ƒ6o—ƒ7s per maand aan de Fransche Opera, ƒ 25—ƒ 65 per maand aan het Rembrandt-Theater (Amsterdam) (leerlingen ƒ2o—ƒ4o); de organisfe: ( ƒ 150 per jaar. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Algemeene Nederlandsche Koristenvereeniging . 1) Nog slechts ééne in ons. land: in een opcra-orkest. 73 Lijst van Beroepen en Betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor alleen BUITEN DEN HAAG opleiding te vinden is. 1. Beroepen en betrekkingen op het gebied van onderwijs en opvoeding. 1. Onderwijzeres aan een School voor doofstommen. 2. Leerares in dramatische kunst. 3. Leerares aan een School voor voorbereidend hooger onderwijs. 4. Assistente aan een hoogeschool. 5. Privaat-docente aan een hoogeschool. 6. Lectrice aan een hoogeschool. 7. Opvoedster in een Christelijk philanthropische inrichting. 2. Beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. I. Kraamverzorgster, 2. Baker. 3. Vroedvrouw. 3. Industrieele beroepen en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskunst. 1. Apotheker. Provisor. 2. Qoudsmid-reparatrice. 4. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst. 1. Metaalbewerkster. 2. Leerbewerkster. 5. Technische beroepen en betrekkingen. 1. Ingenieur. 2. Scheikundige bij den gemeentelijken keuringsdienst. 3. Technoloog (scheikundige in industrieele bedrijven). 4. Assistente bij de rijkscommissie voor graadrneting en waterpassing. V-ll »> UIVI J/UOOlllt,, 5. Assistente aan een rijkslandbouwproefsfation. 6. Tandtechnica. 6. Beroepen en betrekkingen in land- en tuinbouw. 1. Boerin. 2. Landbouwster. 3. Imker. 7 aardePCn betrekkinBen van maatschappelijken 1. Predikante. 2. Godsdienst-leerares bij de Remonstrantsche Broederschap. 3. Officier bij het Leger des Heils. 4. Woningopzichteres. 8. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische-, industrieele- en maatschappelijke betrekkingen. 1. Advocaat. 9 A f+r< 2. Arts. 3. Tandarts. 4. Directrice van een laboratorium. 5. Conservatrice aan een museum, of andere weten, schappelijke instelling. 6." Archivares, adjunct-archivares. 9- Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 1. Archifecte. 2. Tooneelspeelster. 75 Eenige inlichtingen omtrent de plaats(en) waar opleiding te verkrijgen is voor, en omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de Beroepen en Betrekkingen, waarvoor alleen BUITEN DEN HAAG opleiding is te vinden. 1. Onderwijzeres aan een school voor doofstommen. Opleiding: Na verwerving der akte L. 0., te Amsterdam, St. Michielsgestel, Rotterdam en Utrecht (in de doöfstom meninstituten). Betrekking: onderwijzeres, intern of extern, aan eene der bovengenoemde doofstommeninrichtingen. Salaris: te Amsterdam ƒBoo—ƒ 1400; —te Si. Michielsgestel, waar de onderwijskrachten alle tot een religieuze congregatie behooren, ons onbekend ; te Rotterdam maximum ƒ1650; te Utrecht, ons onbekend. Opmerkingen. Aan de doofstommeninrichting te Dordrecht zijn geene, aan die te Groningen alleen voor handwerken en fröbelen onderwijzeressen verbonden. Het Ware gewenscht dat aan doofstómmenscholen voor jongens en meisjes mannelijke en vrouwelijke leerkrachten werden benoemd in ongeveer gelijken getale, met gelijke bevoegdheid en gelijke bezoldiging voor hetzelfde werk. (Hetzelfde geldt ook voor de blindeninstituten, waar, althans te Amsterdam, ook alleen voor handwerken en gymnastiek onderwijzeressen zijn aangesteld). Wij wijzen op de vakorganisaties op onderwijsgebied zie blz. 31. 2. Leerares in dramatische kunst. Opleiding : Te Amsterdam (aan de Tooneelschool en de School voor vocale en dramatische Kunst). Betrekking: leerares aan ééne dier beide inrichtingen. Salaris : / 100 per wekelijksch lesuur. 3. Leerares aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs. Opleiding: Voor zoover niet een middelbare acte wordt behaald (zie blz. 41), ie. Amsterdam, Delft, Groningen, Leiden of Utrecht (aan een hoogeschool) ('). Betrekking: leerares aan een gymnasium of lyceum. V ry ï s-t . iii < • Salaris: meestal berekend tegen ± f 100 eer laar per wekelijksch lesuur. 1 P jaar 4. Assistente aan een hoogeschool. Jf/fJfZ8; Te Delft, Groningen, Leiden ot Utrecht (aan een hoogeschool) (>). Salaris : meestal ƒ 1000 ’sjaars. 5. Privaat-docente aan een hoogeschool. Te Delft, Groningen, Leiden oi Utrecht (aan een hoogeschool) (1). (studenten). afhangend van het aantal leerlingen tr?riP»^e^nfen' ,Het verlof om als Privaat-docent op te mpl f verkregen worden van de faculteit, waaraan m?nrMICI wenscht te verbinden. De doctorstitel is nood-Hckte SrÜ Hlon z.ich. het. gevraagde verlof zien toegekend. betrekking* ‘SChap ‘S meestal niet meer dan een bij- 6. Lectrice aan een hoogeschool. terdand^of: ee" hoo£esch°ol in binnen- of bui- Salaris: ƒ2OOO ’sjaarsj 7. Opvoedster in een Christelijk piiilanthropische inrichting. Opleiding■ Aanvankelijk te Amsterdam (2 jaar in de Diaconessenschool der Nederduitsch Hervormde Diaconesseninnchting), daarna in de inrichting waar men als hulpkracht wenscht te blijven. 8. Kraamverzorgster. Te Amsterdam (aan den opleidingscursus A m=t^HaamVtrZ°JgSters’ uitgaande van de Vereeniging Amsterdamsche Kraamverzorging). J.)H..Ir!"c£tIJ?«e.n verstrekt het Cenlraal-Bureau voor Vrouwen-Kerk|rachrirrLe"dénSeCr- MW’ Nannie Qrondhout’ Hoogl.nd.ehe Diploma wordt door bovengenoemde vereeniging uitgereikt, terwijl ook voor plaatsing gezorgd 'wordt van de (zelfstandig gevestigde) kraamverzorgsters. Honorarium: ƒ1.50 a ƒ 2 per dag. 9. Baker. Opleiding: In ± 60 gemeenten (aan cursussen, uit£^lde,r van- de “tWcelingen van het Groene en het Witte Kruis). dislomeerde bakers vintien gemakkelijk &"'ng',7e Botterdam is een plaatsingsbureau gevestigd. Salaris aldaar: voor de wijkbakcrs: ƒ 500 ’sjaars; voor vnnr°Vdp'g*Hrf per-'7eek’ zonder verval, terwijl baker zlch beschikbaar moet houden tot de bevalling de helft van het salaris als wachtgeld wordt 10. Vroedvrouw. Opleiding: Te Amsterdam, Groningen en Rotterdam (aan de rijks-, gemeentelijke- en rijks-kweekschool.)') C __. 7 ' Salaris van een gemeente-vroedvrouw ƒ 150—ƒ 400 soms met vrije woning, terwijl somtijds extra betaald wordt voor hulp aan stads-bedeelden. Het tarief voor hulp bij bevallingen loopt van ƒ4—ƒ 10 Opmerkingen. leder ja ar, in den zomer, wordt een toelatmgs-examen voor de ri/kskweekscholen gehouden Wil UPctltTPn Ho _ J , . . _ •i» !m,eSt'rin farjdacht op de vakorganisaties „Bond ir a ‘)ke Ver'oskundigen in Nederland „Nederlandsche Vroedvrouwenvereeniging". 11, 12. Apotheker, provisor. Opleiding: Te Amsterdam, Groningen, Leiden of Utrecht (aan een hoogeschoo!) (2). 13. Goudsmid-reparatrice. Opleiding; In verschillende fabrieken. r ö. . .v.üv,iiuiuiuc IaUHCKCII. Betrekking of beroep: reparatrice in een fabriek een winkel, of thuiswerkster voor winkels of particulieren. r opVn/worden.’ Kweeksch°o1’ te Heerlen, zal September 1912 ge 2) Zie noot blz. 76. Opmerking. Het vak eischt geduld, fijnvoelendheid, voor sommige onderdeden kracht en scherp gezicht, een sterke borst (voor het soldeeren). In den Haag heeft ééne vrouw er een middel van bestaan in 14. Metaalbewerkster (drijfster, inlegster, emailleerster). Opleiding: Te Amsterdam, Haarlem en Schoonhoven (aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid, de School voor Kunstnijverheid en de Teekenschool van de Nijverheidsvereeniging voor Goud- en Zilversmeden). Opmerking. Evenals alle vakken van nijverheidskunst levert ook de artistieke metaalbewerking slechts voor zeer enkelen een bestaan op. Men wijde zich dus niet aan dit beroep zonder een zeer bijzonderen aanleg. 15, 16, 17, 18. Ingenieur, scheikundige bij den gemeentelijken keuringsdienst, technoloog (scheikundige in industrieele bedrijven), Assistente bij de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing. Opleiding: Te Delft (aan de technische hoogeschool) ('). 19. Assistente aan een Rijkslandbouwproefstation. Opleiding; Te Amsterdam, Delft, Groningen, Leiden of Utrecht (aan de hoogeschool) (l). Aanvangswedde: f 1400. 20. Tandtechnica. Opleiding: In gemeenten, waar de aldaar gevestigde tandtechnici geneigd zijn, een meisje op hun atelier op te leiden. Dit is in den Haag niet het geval. Betrekking of beroep: technica op het atelier van een tandarts, of thuiswerkster voor tandartsen en klanten. Salaris der tandtechnici: ƒ 180—ƒ250 per maand. Opmerkingen. Voor zwakke meisjes is dit vak niet aan te bevelen, omdat er zwaar werk aan verbonden is (goud pletten). Kennis van Engelsch is gewenscht, daar de voornaamste vakbladen in die taal geschreven zijn. Volgens een bekende vrouwelijke tandarts zou het best plaatsing voor een meisje zijn te vinden op een atelier waar tenminste 5 technici werken, zoodat het werk onderverdeeld is Mochten de vage plannen om een school voor tandtechnici op te richten werkelijkheid worden, dan zou het zeer gewenscht zijn, daar ook meisjes te doen opleiden. 1) Zie noot blz. 76. 21, 22. Boerin, landbouwster. Opleiding-. Te Appingedam, Schildwolde, Veendam; Groede, Koewacht St. Andries, Nieuw en St. Joostland, Nieuwer kerk, Oostburg, Woltphaartsdijk; Dubbeldam, Groote Lindt, Oud-Beijerland; Alkmaar, Midden-Beemster. Nieuwe Niedorp, Winkel; Lierop; Groenlo; Utrecht (aan landbouwkundige en landbouwhuishoudkundige cursussen ; aan cursussen voor zuivelbereiding; en, te Lierop, in een R.K. boerinnenpensionaal). 23. Imker. Opleiding: Aan cursussen in gemeenten, waar imkers gevestigd zijn, of waar „leerstallen” gehouden worden. Examen wordt afgenomen door de „Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland” (die alle inlichtingen verstrekt; secr.: de Heer B. Wigman, Wageningen). Opmerking- Dit vak geeft enkel een bijverdienste en is alleen aan te bevelen voor wie buiten woont, een groot stuk grond te harer beschikking heeft en een andere bron van inkomsten bezit. 24. Predikante. Opleiding: Te Amsterdam (aan de gemeentelijke universiteit en aan het Seminarium der Algemeene Doopsgezinde Sociëteit). Opmerkingen. Voor het candidaats- of doctoraalexamen in de theologie kan desnoods ook aan een andere universiteit gestudeerd worden. Doch het verdient de voorkeur, van den beginne af Amsterdam tot studieplaats te kiezen. Nog slechts bij één kerkgenootschap: de Doopsgezinde Broederschap worden vrouwen tot het predikambt toegelaten. De eerste vrouwelijke proponente werd aanstonds in 3 gemeenten beroepen. 25. Godsdienstleerares bij de Remonstrautscbe Broederschap. Opleiding: Te Leiden (aan de rijks-universiteit en het Seminarium der Remonstrantsche Broederschap). Betrekking: hulp voor en plaatsvervangster van den predikant bij alle werkzaamheden, met uitzondering van den predikdienst. Salaris: nog niet vastgesteld. 26. Officier bij het Leger des Heils. Opleiding• Te Watergraafsmeer (in de opleidingsschool). Opmerkingen. Niemand wordt tot de opleidingsschool toegelaten die niet den leeftijd van 18 jaar heelt bereikt en 12 maanden soldaat van het Leger des Heils is geweest De opleiding duurt ongéveer 6 maanden en kost ƒ24 De Kadet wordt uitgezonden naar den post of den arbeid waarvoor zij, volgens de opinie harer meerderen, het meest geschikt is. Van de soort van arbeid hangt het salaris af. 27. Woningopzichteres. Opleiding: Te Amsterdam (aan de School voor Maatschappelijk Werk). Salaris: voor leden der vakvereeniging ± ƒ7— ƒ 10 per woning per jaar. Opmerkingen. Dit beroep biedt alleen een bijverdienste en is dus slechts aan te raden voor wie een andere bron van inkomsten bezit. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisatie „Vereeniging van Woningopzichteressen”, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34. Advocaat, arts, tandarts, directrice van een laboratorium, conservatrice aan een wetenschappelijke instelling, archivares, adjunctarchivares. Opleiding: Te Amsterdam, Groningen, Leiden of Utrecht (aan de hoogeschool). [) Opmerkingen. Het inkomen van een advocaat, arts of tandarts hangt uitteraard af van den omvang der praktijk. Over het algemeen schijnen vrouwelijke artsen en tandartsen zich gemakkelijker praktijk te kunnen verwerven dan vrouwelijke advocaten. De arts kan bovendien worden aangesteld als geneeskundige in een ziekenhuis, als gemeente- of schoolarts. Enkele yrouwelijke artsen zijn reeds in die betrekkingen benoemd. Het ware te wenschen dat haar aantal, vooral dat der gemeente- en schoolartsen, vermeerderde Om tot conservatrice, archivares en adjunct-archivares te worden benoemd, is universitaire vorming niet een besliste noodzakelijkheid, ofschoon bij het ontbreken eener academische opleiding de kansen van slagen ongetwijfeld geringer worden. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisatie „Vereeniging van Archivarissen in Nederland". 1) Zie noot blz. 76. 35. Architecte. Opleiding: Te Delft (aan de technische hoogeschool).') 36. Tooneelspeelster. Opleiding: te Amsterdam (aan de Tooneelschool of de School voor vocale en dramatische Kunst). Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Nederlandsche Tooneelisten". Het ware gewenscht, dat alle tooneclspeelsters zich daarbij aansloten. 1) Zie noot op blz. 76. 82 Lijst van Beroepen en Betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat of waarvoor geen speciale opleiding noodig is. (') 1. Beroepen en betrekkingen van huishoudelijken aard. 1. Huisverzorgster. 2. Juffrouw van gezelschap. 3. Hofdame. 4. Moeder van een wees- of armhuis. 5. Werkmeesteres aan een rijksstrafinrichting. — – i •iiiuuuuiiiii iviuiiit;, 6. Kosteres. 7. Stovenzefster. 8. Toiletjuffrouw. 9. Badvrouw. 10. Garderobe-bewaarsler. 11. Werkvrouw. 12. Kamerverhuurster of pensionhoudster. 2. Beroepen en betrekkingen op het gebied van opvoeding en onderwijs'. I. Directrice van een Tehuis voor schoolgaande kinderen. 2. Helpsterin een Tehuis voor schoolgaande kinderen. 3. Directrice van een rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. 4. Directrice van een particulier opvoedingsgesticht, een doorgangs- of reddingshuis. 5. Hulpkracht aan een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. cfv.wiii, uwwigango- UI ICUUUIgöIiUKï. 6. Directrice eener Toynbee-inrichting. 1) Hetgeen volstrekt niet beteekent, dat voor al de hieronder genoemde beroepen geen ontwikkeling zou zijn ! Dikwijls worden juist zeer hooge eischen van ontwikkeling gesteld, zoowel wat geest als wat gemoed betreft. Somtijds worden ook vóór de aanstelling proeven van bekwaamheid of geschiktheid verlangd. Alleen de bijzondere opleiding juist voor dat speciale beroep ontbreekt. 3. Beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 1. Hoofd eener crèche of toevlucht voor zuigelingen 0 – twnuvm vuui /.uigciintjen 2. Helpster aan een „ s ” ” ” n yi 4. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor. !. Caissière. 2. Kantoorbediende voor administratieve werkzaamheden. 3. Administratrice. 4. Particulier secretares 5. Winkelbediende. 6. Buffetjuffrouw. 7. Bode. 8. Agentes. 9. Inspectrice en adjunct-inspectrice eener verzekerings-maatschappij. 10. Handelsreizigster. 11. Colportrice. 12. Depothoudster. 13. Xioskjuffrouw. 14. Makelaarster. 15. Houdster van een bemiddelings-bureau. 16. Besteedster. 17. Koopvrouw. 18. Houdster van een hoenderpark of kennel. in r> 11 —;. nuc||uciydi k ui Kennel. iy. Lollectnce van de Staatsloterij. 20. Uitgeefster. 5. Industrieele beroepen en betrekkingen in den Haag mtgeoefend '), met uitzondering van de niiverneidskunst. 1. Waschvrouw. 2. Arbeidster in de textiel-industrie. 3. Nettenboetster. 4. Garnalenpelster. 5. Typografe. 6. Bloemenbindster. onrier'de=nt\at.ddeze,eze.cate«orie van beroepen betreft, waaronder de geheele fabrieksnijverheid valt en waaromtrent men een beDe7kendLmdThkeliiStVindn0p-b,z- 13 vv- ons hier te moeten beperken tot die beroepen, welke m den Haag worden uitgeoefend 7. Arbeidster in de aardewerk-indusfrie. 8. „ „ „ waschindustrie (met uitzonde- ring van de strijkster en detacheuse). 9. Arbeidster in de cacao-, chocolade- en suikerwerkfabricage. 10. Arbeidster in andere fabriekmatige bedrijven. 11. Fabrieksopzichteres. 6. Technische beroepen en betrekkingen. 1. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation. 2. Adjuncte aan een rijksproefsfation voor zaadcontróle. 3. Amanuensis in een laboratorium. 7. Beroepen en betrekkingen op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. I. Stationchef. 2. Wisselwachteres. 3. Witkiel. 4. Gids. 5. Koetsier. 6. Hótel-houdster. 7. „ geëmployeerde. 8. Betrekkingen bij den dienst der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. 1. Brievengaardster. 9. Ambtelijke betrekkingen met uitzondering van het onderwijs en den dienst der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. 1. Directrice eener vrouwenstrafgevangenis. 2. Cipier. 3. Directrice, adjunct-directrice eener gemeentelijke arbeidsbeurs. 4, Inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. 5. Contróleuse van den arbeid. 6. Schoolopzienster. 7. Gemeente-inspectrice bij het lager en voorbereidend onderwijs. i uiiuv,i vy ij o. 8. Politie-assistente. 10. Beroepen en betrekkingen van maatschappelijken aard. 1. Stationsjuffrouw. 2. Armen- of ziekenbezoekster. 3. Propagandiste. 4. Arbeidster in andere betrekkingen van maatschappelijken aard. 11. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt. 1. Correctrice. 12. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 1. Letterkundige. 2. Redactrice. 3. Journaliste, verslaggeefster. 4. Recensente. 5. Balletdanseres. 6. Lcctrice (voorlezeres). 86 Eenige inlichtingen omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de beroepen en betrekkingen, door vrouwen vervuld, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat, of waarvoor opleiding niet noodig is. 1. Huisverzorgster. Betrekking: Tijdelijke hulp in gezinnen, waar de huisvrouw tijdelijk geheel of gedeeltelijk voor haar arbeid ongeschikt is. Men wordt, meestal voor niet langer dan 6 weken in één gezin, uitgezonden door de Vereeniging „Tijdelijke Hulp in Huisgezinnen”, Secr. Mw. J. H. de Waal, Apeldoornscheweg 81, Arnhem; de „Vereeniging voor Steun of tijdelijke Vervanging der Huisvrouw”, Secr. Mw. A. A. Weigelvan Otterloo, Tempelierstraat 13, Haarlem (beide vereenigingen strekken hare werkzaamheden uit over het geheele land), en de (uitsluitend Haagsche) Vereeniging „Hulp in het Huishouden”, Pres. Dr. Henriëtte Schagen van Soelen, Regentesseplein 12, welke vereeniging alleen hulpen zendt naar gezinnen uit de volksklasse. Salaris: ƒ4 per week, benevens tijdelijke kost en inwoning, en vergoeding voor reis- en bagage-vervoerkosten; en wat de Haagsche Vereeniging betreft: ƒ 2.50 per week, extern. 2. Juffrouw van gezelschap. Salaris: Zeer verschillend, loopend van enkel kost en inwoning tof ongeveer ƒ 300 per jaar, intern. 3. Hofdame. Salaris: Ongeveer ƒ 1200, met kost en inwoning. 4. Moeder van een Wees- of Armhuis. Salaris: Ongeveer ƒ 200 tot f 500 per jaar, met kost en inwoning. Opmerking:. Slechts in zeer weinige ivees-inrichtingen wordt alleen een moeder of een directrice aangesteld; meestal staat een echtpaar aan het hoofd. Het aantal armhuizen die onder leiding van een moeder staan is tamelijk groot, en bedraagt pl m. 100 in den lande. 5. Werkmeesteres aan een rijks-strafinrichting. Betrekking-, Opzichteres-werkuitgeefster in de 2 vrouwenstrafgevangenissen: te Appingedam ente Gorcum, en in de vrouwenafdeeling van sommige gewone strafgevangenissen. Salaris: / 550—ƒ600, met kost en inwoning. 6. Kosteres. Salaris: Ons onbekend. Opmerking:. Kosteressen worden in verschillende kerkgenootschappen in Remonstrantsche, Doopsgezinde en Evangelisch Luthersche, misschien ook in Hervormde Gemeenten aangesteld. 7. Stovenzetster. Salaris: Ongeveer ƒ 20 per jaar. Opmerking. Dit „beroep" levert slechts een geringe bijverdienste, voor bejaarde of niet-valide vrouwen. 8. Toiletjuffrouw. Salaris: Aan stations ons onbekend;-in treinen, bijv. van Amsterdam naar Emmërich ƒ 1.50 per reis heen en terug. De toiletjuffrouw moet 7 maal in de 14 dagen dienst doen, verdient dus ± ƒ2l per maand, waarschijnlijk met den kost. 9. Badvrouw, Salaris, te Scheveningen gedurende de maanden van het seizoen : ƒ 8.75 per week, benevens de fooien, die onder de 16 badvrouwen verdeeld worden en ongeveer ƒ 2.50 per week bedragen. De badvrouwen zijn in dienst der maatschappij Zeebad. 10. Garderobe-bewaarster. Salaris: Soms ƒ0.50 per voorstelling; soms ± ƒl5 per maand, en meer dan het dubbele soms er bij aan emolumenten. 11. Werkvrouw. Salaris: ƒo.Bo—ƒ 1 per dag, met den kost. 12. Kamcrverhuurster of pensionhoudster. Verdienste: Afhangend van tal van omstandigheden. 13. Directrice van een Tehuis voor schoolgaande kinderen. Salaris : ƒ 250—ƒ 600 ’s jaars. Opmerking. Groote opvoedkundige kennis en liefde voor kinderen worden voor dit werk vereischt, vooral wat de Amsterdamsche „Tehuizen” betreft, die een eenigszins ander karakter dragen dan de overige en waar de salaricering dan ook op een anderen voet is geregeld. 14. Helpster in een Tehuis voor schoolgaande kinderen. Salaris : ƒ 150—ƒ 500. Opmerking. Ook hier is de voet van salaricering te Amsterdam andci s dan elders, hetgeen samenhangt met het verschil in taak. 15. Directrice van het Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes (te Zeist). Salaris: ƒ 2200 per jaar, met kost en vrije woning. Opmerking:. Groote opvoedkundige kennis, administratieve bekwaamheden, tact en raenschenkennis zijn de eigenschappen, die met vele andere nog voor deze verantwoordelijke betrekking, waarvan er 'bovendien slechts ééne in den lande bestaat, worden vcreischt. 16. Directrice van, of hulpkracht aan een particulier Opvoedingsgesticht, Doorgangs- of Reddingshuis. Salaris: Zeer verschillend in de verschillende inrichtingen ; wisselend ongeveer tusschen ƒ2OO en ƒ6OO ’s jaars. 17. Directrice of adjunct-directriceeener Toynbee-inrichting. Salaris: Zeer ongelijk; varieerend tusschen ƒ6OO en ƒ 2000 ’s jaars. 18. Hoofd eener Crèche of Toevlucht voor zuigelingen. Salaris : Ongeveer ƒ 250—ƒ met kost en vrije woning. Opmerking-, Somtijds wordt verpleegstersbekwaamheid, somtijds een opleiding voor kinderjuffrouw vereischt. 19. Helpster aan een Crèche of Toevlucht voor zuigelingen. Salaris: Ongeveer ƒ 100—ƒ 250 met kost en inwoning. 20. Caissière. Salaris: Ongeveeer ƒ 10—ƒ 25 per maand. In sommige groote zaken hooger. Opmerking-, Wij wijzen op de vakorganisaties „Nationale Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius”, „Algemeene Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden” en Ned. RK. Bond v. Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden”. 21. Kantoorbediende voor administratieve werkzaamheden. Salaris: Ongeveer 100—ƒ1200 per jaar. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties hierboven genoemd. 22. Administratrice (van ziekenfondsen, begrafenisfondsen, vereenigingen of instellingen van philanthropischen of maatschappelijken aard). Salaris: Ongeveer ƒ 803—ƒ 1800; misschien een enkele maal beneden dit minimum en boven dit maximum. 23. Particulier Secretares. Salaris: Zeer verschillend. Opmerking. Wij nieenen dit vak, behalve onder zeer bijzondere omstandigheden en als bijverdienste, sterk te moeten ontraden. 24. Winkelbediende. Salaris: Zeer verschillend, afhangend van de soort en de uitgebreidheid der zaak. Wij vermoeden ongeveer van ƒ 250 tot 1200 ’s jaars, extern. Opmerkingen. Wij wijzen op de vakorganisaties hierboven genoemd, en den „Nederlandschen Bond van Boekverkoopersbedienden”. 1) 1) Deze bond heeft te Amsterdam en te Rotterdam vakcursussen georganiseerd en neemt examens af. 25. Buffetjuffrouw. Salaris: In een hotel ± ƒ 20—ƒ 25 per maand, met kost en inwoning; aan een station ƒls—ƒlB per maand; in een lunchroom ongeveer ƒ 14—ƒ 25 per maand met kost en inwoning, maar somtijds zonder bewassching. 26. Bode. Salaris : ± ƒ 16—ƒ 20 per week voor mannelijke boden. Wij vreezen, dat de bezoldiging aan instellingen, die vrouwelijke boden in dienst hebben, lager is. 27, Agentes. Inkomen: Een zeker percentage van den verkoop; of, in het verzekeringsbedrijf, van het aantal afgesloten posten, het bedrag der geïnde premiën of het verzekerde bedrag. Opmerking. In het verzekeringsbedrijf is naar agentessen veel vraag. 28. Inspectrice of adjunct-inspectrice eener verzekeringsmaatschappij. Salaris: Ongeveer ƒ 600—ƒ 1200 vast salaris, benevens percenten en vergoeding van reis- en verblijfkosten. Opmerking. Voor flinke vrouwen is in het verzekeringsbedrijf een goede toekomst gelegen. 29. Handelsreizigster. Salaris: ƒ 400—ƒ 6000 voor mannelijke handelsreizigers; gemiddeld ƒl2oo—ƒ 1800. Of de salarissen voor mannen en vrouwen in dit vak gelijk zijn weten wij niet. Opmerkingen. Haar die zich voor dit beroep wenschen te bekwamen, wordt ter bestudeering aanbevolen het boekje „Hoe word ik een goed Handelsreiziger ?” voor Nederland bewerkt door C. van Dam. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisaties, „Nederl. Bond van Handelsreizigers” en „Handelsreizigers-Vereen. „Eendracht ’, die vrouwelijke leden opnemen. Dit is nog niet het geval met de „Nederlandsche Handelsreizigersvereeniging”. 30. Colportrice. Salaris: Afhangend van den omzet van het te col porteeren voorwerp. 31. Dépöfhoudster. Salaris: Van ongeveer ƒ 6 per week, tot ongeveer ƒ 600 per jaar, met vrije woning. 32. Kioskjuffrouw. Salaris: Ongeveer ƒ 6 per week. 33. Makelaarster. Inkomen: Hangt van de clientèle af. 34. Houdster van een bemiddelingsbureau. Inkomen: Hangt van de clientèle af. 35. Besteedster. Inkomen: Hangt van de clientèle af. 36. Koopvrouw. Inkomen: Hangt van den omzet af. 37. Houdster van een hoenderpark of kennel. Inkomen; Hangt van den verkoop af. Opmerking. Degenen, die van kippen of honden niet zeer veel verstand hebben, wordt dit beroep ten sterkste afgeraden. 38. Collectrice van de Staatsloterij. Salaris : ƒ 1500 per jaar. Opmerking. Alleen wanneer er in het corps collecteurs en coilectrices een vacature ontstaat, heeft er een nieuwe benoeming plaats. De sollicitanten moeten de beschikking hebben over een kapitaal, groot genoeg tot betaling der loten (3 maal 100 per jaar) en van prijzen beneden ƒlOO. 39. Uitgeefster. Inkomen: Hangt af van aanleg, energie en omstandigheden. 40. Waschvrouw. Inkomen: Hangt van de clientèle af. 41. Glazenwasscher *). Loon : Ongeveer ƒ 10 per week. 42. Arbeidster in de textiel-industrie. Loon: Voor spinsters ongeveer ƒ3—ƒ 13; Beheersters; ƒ3—ƒl2; speelsters: ƒ 3—ƒ 11 ; weefsters; ƒ3— ƒl3; in tapijtfabrieken: ƒ 4—/ 8; breisters: ƒ2—ƒB per week (alles stukloon) (2). 43. Neltenboetster. Loon :ƒ1 —ƒ 11 per week (uurloon). 44. Garnalenpelster. Loon : Ongeveer ƒ I—ƒ 4 per week (stukloon). Opmerking-. Dit zeer slecht betaalde werk geschiedt veelal in huisindustrie. 45. Typografe. Loon : Van de operatrice ƒ 9—ƒ 10 per week. Opmerkingen, Vrouwen zijn in dit vak werkzaam als zetster, inlegster en „operatrice”. Deze laatste arbeidsters moeten goed en vlug copy kunnen lezen en tegelijk typen (machineschrijven). De machine giet en zet dan haar eigen letters. Deze.soort werksters zijn o.a. bij de firma Hoekstra, Molenstraat la. , moiensiraai ru. . .. ~ Wij maken opmerkzaam op de vakorganisatie „Algemeene Nederlandsche Typografenbond'’. 46. Bloemenbindster. Loon : Ons onbekend. Opmerking. De betrekking is tweeslachtig: de arbeidster moet gedeeltelijk verkoopster, gedeeltelijk bindster zijn. Verstand van planten en bloemen, smaak en handigheid zijn voor dit beroep vereischten. 1) Eéne, te Alkmaar. 2' De loonen in dit en volgende fabriekmatige bedrijven ontleend! wij aan de desbetreffende opgaven in het „Onderzoek naar den Fabrieksarbeid van gehuwde vrouwen in Nederland . verricht door de Inspectrices van den Arbeid, welke gegevens door den Ccntralen dienst der Arbeidsinspectie bewerkt zijn. De hier medegedeelde minimum- en maximum-loonen hebben betrekking op het geheele land. Wij zijn tot ons leedwezen niet bij machte, de Haagsche loonen afzonderlijk op te geven. 47. Arbeidster in de porcelein- en aardewerk-industrie. Loon: Ons onbekend. 48. Arbeidster in de wasch-industrie (met uitzondering van de strijkster en de detacheuse). Loon : Voor reksters en mangelmeisjes (meestal zeer jonge meisjes) ongeveer ƒ 4 per week (stukwerk). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Vereemging van Personeel aan Wasch- en Strijkinrichtingen „Vooruitgang is ons Streven”. 49. Arbeidster in de Cacao-, Chocolade- en Suikerwerkfabricage. Loon: Ons onbekend. Opmerking. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisatie „Algemeene Nederlandsche Bond van Arbeiders (en Arbeidsters), werkzaam in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkings-Bedrijt”. 50. Fabrieksopzichteres. Salaris; Naar wij meenen ƒ 600—ƒ 1200 ; zeer verschillend in de verschillende fabrieken. Soms wordt voor deze betrekking een uitstekende arbeidster gekozen, soms ook worden vrouwen benoemd die buiten het bedrijf in quaestie staan. 51. Analiste aan een Rijkslandbouwproefstation. Salaris : ƒ 600; na 1 jaar ƒ 700 ; na 2 jaar ƒ 800 ;na 5 jaar ƒ 1000; na 8 jaar ƒ H 00; na 12 jaar ƒ 1200; na 16 jaar ƒ 1300; na 24 jaar ƒ 1500. Opmerkingen. Eind-diploma H.B. S. met 5-jarigen cursus, of diploma apothekers-assistente, strekt tot aanbeveling. Aanstelling geschiedt meestal eerst als volontaire. Na tenminste een half jaar kan men leerling-analiste worden op een salaris van plm ƒ2OO het Iste jaar; plm. ƒ350 het 2de jaar; plm. ƒ5OO het 3de jaar. Daar er slechts 5 landbouwproefstations zijn n.l. te Gocs, Groningen, Hoorn, Maastricht en Wageningen, is de kans van plaatsing niet heel groot. De periodieke salarisverhoogingen zijn steeds afhankelijk van de goedkeuring der regeering en de prestaties der analiste. 52. Adjuncte aan een Rijksproefstation voor zaadcontróle. Salaris: Aanvangswedde ƒ 600, na 2 jaar ƒ 800 en verder jaarlijksche verhoogingen van ƒIOO tot het maximum van ƒ 1500 is bereikt. Opmerkingen. Einddiploma H. B. S. met 5-jarigen cursus strekt tot aanbeveling. Een proeftijd van minstens 4 weken wordt gevorderd, vóór de aanstelling volgt. Hooge eischen worden gesteld wat gezichtsvermogen, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid betreft. Er is ten onzent slechts 1 rijksproefstation voor zaadcontrole, n.I. te Wageningen, waaraan thans 7 vrouwelijke leerlmg-adjuncten verbonden zijn. 53. Amanuensis in een laboratorium. Salaris: Voor amanuensis le klasse ƒ 1000—ƒ1200, (2 zes-jaarlijksche verhoogingen van ƒ 100); amanuensis 2e klasse; ƒBoo—ƒ 1000, (2 zes-jaarlijksche verhoogingen van ƒ100). 54. Stationchef. Salaris : Bij de S. S. ƒ 600-ƒ 2000. Opmerking. Men kan stationchef le, 2e, 3e en 4c klasse zijn. Wij vermoeden, dat vrouwen vooralsnog niet voor de hoogere klassen in aanmerking komen. 55. Wisselwachteres. Salaris : Bij de H. IJ. S.M. ƒ 0.75 per dag ; bij de S. S. wisselwachters ƒ1.30—ƒ2.10 per dag; wachteressen (hulppersoneel) die 7 dagen dienst doen : ƒ0.35 per dag, die om de andere week dienst doen: ƒ 0.30 per dag, beide met ƒ 0.025 toeslag, als er minder dan 30 tremen den post passeeren, ƒO.l25 en ƒ0 225 mdien het getal treinen 30—50 of meer dan 50 bedraagt 56. Witkiel =)• Inkomen; Afhangend van het aantal malen, dat van hare diensten wordt gebruik gemaakt. 57. Gids. Salaris: Bij de Vereeniging ter bevordering van het vreemdelingenverkeer te ’s-Qravenhage, Scheveningen en Omstreken ƒ 1 per uur; voor 4 uur vóór 12 of 4 uur na 1 uur: ƒ3; voor een geheelen dag (8 uur) ƒ6. 1) Eéne, te Bergen op Zoom, Opmerkingen. Bovengenoemde vereeniging stelt niet aan, maar men kan zich aldaar beschikbaar stellen, met opgave der talen voor welke men zich aanbiedt en die men volkomen machtig moet zijn. Verder is grondige kennis \ an stad en omstreken, gebouwen en plaatselijke geschiede.lis vereischt. 58. Koetsier. Opmerking. De eenige vrouwelijke koetsier die wij. voor zoover ons bekend is, in ons land (te Domburg) tol dusver bezitten, oefent haar werk slechts sporadisch uit cn heeft dus geen vaste inkomsten. 59. Hotel-houdster. Inkomen: Zeer verschillend, en zooals bij iedere industrieele of handelsonderneming afhangend van tal van omstandigheden. Opmerking. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisatie „Hótelhoudersbond". 60. Hótel-geëmployeerde. Salaris: Hangt af van het hotel en de soort betrekking. Opmerking. Het zou zeer gewenscht zijn, dat de meerderheid der hotels kokkinnen in plaats van koks gingen aanstellen. Dezen zouden dan hetzelfde, veelal hooge, salaris moeten bedingen als ha.it mannelijke vakgenooten. 61. Brievengaardster. Salaris: Zeer verschillend; gemiddeld ongeveer 700. ; afhangend van de belangrijkheid der standplaats cn het aantal dienstjaren. Opmerkingen. Brievengaardsters komen in Den Haag niet voor. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nederlandsche Bond van Post- en Telegraafbeambten „De Post”, „Algemeene Bond van Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel” en „Nederlandsche R. K. Bond van Post- en Telegraafbeambten „St. Petrus”. 62. Directrice eener vrouwenstrafgevangenis. Salaris: Ongeveer ƒl5OO met kost en vrije woning. 63. Cipier. Salaris: Ongeveer ƒ 550—ƒ 600, met kost en inwoning of met inwoning alleen. 64. Directrice of adjunct-dlrectrice eener gemeentelijke Arbeidsbeurs. Salaris: Ongeveer ƒ 800—ƒ 1000. Opmerking. Qroote kennis van maatschappelijke toestanden is voor deze betrekking vereischt. 65. inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. Salaris: (voor de sinds 1909 aangestelden) ƒ 1200— ƒ 2000. 66. Contröleuse van den arbeid. Salaris: ƒBoo—ƒl2oo. Opmerking. De controleuses worden benoemd uit de arbeidsters. 67. Arrondissements-schoolopzienster. Toelage: ƒlOOO benevens vergoeding voor reiskosten. Bureau- en verblijfkosten worden niet vergoed. 68. Gemeente-inspectrice bij het lager en voorbereidend onderwijs. Salaris : Wat de eerste betreft, te Amsterdam: ƒ 3500 ƒ 4500; wat de laatste betreft, te Rotterdam: ƒ 300. 69. Politie-assistente. Salaris: ƒ 800—ƒ 1200. Opmerking. De vrouwelijke politie-assistenten, thans nog alleen te Rotterdam aangesteld, terwijl de benoeming te ’s-Gra\enhage weldra kan worden tegemoet gezien, worden in hoofdzaak gebruikt voor hulp bij de zedenpolitie en bij de uitvoering der kinderwetten. Kennis van maatschappelijke toestanden is voor deze betrekking een eerste vereischte. 70. Stationsjuffrouw. Aard der betrekking: Bewaking der stations, halten van stoomtrams, booten, enz., ten einde meisjes die in een vreemde plaats in betrekking gaan of dóórtrekkende zijn, met raad en daad behulpzaam te zijn, haar goede logementen en tehuizen aan te wijzen, haar tegen slechte en verdachte huizen te waarschuwen en onderzoek te doen naar de personen bij wie zij in dienstbetrekking willen komen. Salaris :± ƒ 200—ƒ 500 ’s jaars. Opmerking. De stationsjuffrouwen te’s-Gravenhage zijn ambtenaressen van het „Haagsche Comité voor Stationswerk”, waarin 5 vereenigingen vertegenwoordigd zijn. 71. Armen- of ziekenbezoekster. Salaris; Ons onbekend, doch zeer gering. Opmerking. Enkele burgerlijke Armbesturen ol vereenigingen voor Armenzorg zenden eenigermate gesalarieerde „bezoekers" of „bezoeksters” uit. Dit is, zoover wij weten, in den Haag niet het geval. 72. Propagandiste. Salaris: Ongeveer ƒ2oo—ƒBoo per jaar. Opmerking. De propagandisten zijn in dienst van vereenigingen werkzaam. 73. Correctrice. Salaris: Ons onbekend. Opmerking. Correctie-arbcid wordt, behalve aan dagen weekbladen, verricht bij uitgevers en drukkers. 74. Letterkundige. Inkomen : Zeer verschillend, doch veelal niet voldoende om er zonder andere bronnen van inkomsten van te kunnen leven. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Noord-Nederlandsche Vereeniging van Letterkundigen". 75. Redactrice. Salaris: Zeer verschillend; soms wordt de redactie van eenig orgaan, uit liefde voor de zaak die het blad wenscht te dienen, zonder geldelijke belooning op zich genomen.' Opmerkingen. Het aantal vrouwen, dat, buiten den kring der vrouwenbladen, in de redactiën van couranten of tijdschriften is opgenomen, is uiterst gering. .. . Wij maken opmerkzaam op de “ vakorganisatie „Nederlandsche Journalistenkring". 76. Journaliste, verslaggeefster, recensente. Salaris of (bij niet-vaste aanstelling) bezoldiging: Zeer verschillend. Opmerkingen. Het is voor eene vrouw moeilijk, zich in de journalistiek een vaste positie te verschaffen. Meestal moet eerst op ander terrein, door medewerking in tijdschriften, het uitgeven van geschriften, naam verworven zijn. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisatie voornoemd. 77. Balletdanseres (voorlei.efes) Salaris; te ’s-Gravenhage: le. danseres ƒ 300, 2e. ƒ144, 3e. (travesti) ƒl5O, 8 overige ƒso—ƒBs; alles per maand. 78. Lectrice. Voorlezeres. Salaris: Zeer verschillend, somtijds ƒ25 per maand voor ’s ochtends, ’s middags of ’s avonds. INHOUD. blz. Voorwoord 3 Inleiding . 6 I. Lijst van beroepen en betrekkingen, in Nederland door vrouwen vervuld 10 1. Beroepen en betrekkingen van huishoudelijken aard . . 10 2. Beroepen en betrekkingen op het gebied van opvoeding en onderwijs . ; • 10 3. Beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging 12 4. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor . . 12 5. Industrieele beroepen en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskunst .... ........ 13 6. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskiwist 15 7. Technische beroepen en betrekkingen . 16 8. Beroepen en betrekkingen in land- en tuinbouw ... 16 9. Beroepen en betrekkingen op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie . 16 10. Betrekkingen bij den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie 17 11. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie 17 12. Bero. pen en betrekkingen van maatschappelijken aard 17 13. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische-, industrieele- en maatschappelijke betrekkingen .... 18 14. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst 18 11. Lijst van beroepen en betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in Den Haag opleiding te vinden is 20 I. Beroepen en betrekkingen van huishoudelijken aard . . 20 2. Beroepen en betrekkingen op het gebied van opvoeding en onderwijs . . 20 3. Beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging 21 4. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor . . 21 5. Industrieele beroepen en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskunst 22 6. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst 22 7. Technische beroepen en betrekkingen 23 I. 1 CV-UIIIÖCIIC CU UCIU.IVRIUgV.iI 8 Beroepen en betrekkingen in land- en tuinbouw ... 23 9. Betrekkingen bij den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie 23 icieionie ... IQ. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie 23 blz 11. Beroepen en betrekkingen van maatschappelijken aard 23 12. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische-, industrieele- en maatschappelijke betrekkingen .... 23 13. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst . • 23 lil. Inlichtingen omtrent opleiding voor, en vooruitzichten in de beroepen en betrekkingen, door vrouwen vervuld, waarvoor in Den Haag opleiding te verkrijgen is . . 24 I. Huishoudster 24 2. Hulp in de huishouding 24 3. Dienstbode 25 4, 5. Kamenier-linnenmeisje en kamenier 25 6. Kookster, kokkin 26 7. Directrice van een coöperatieve keuken 26 8. Linnenjuffrouw op een boot, en stewardess 27 9. Gouvernante 27 10. Kinderjuffrouw . . . 29 lli 12, Hoofd van een Fröbelschool en Fröbelonderwijzeres 2fl 13. Hoofd eener lagere school 31 14, Onderwijzeres aan een lagere school • • 31 15. Onderwijzeres aan een school vot)r achterlijken ... 31 16. Directrice der Tuchtschool voor meisjes. 32 17. Onderwijzeres aan de Tuchtschool voor meisjes. ... 32 «O A-nn.. I.nt Diil.n ftmrnnHlnnsrroctii’lit \rr\ftr 18. Onderwijzeres aan het Rijks opvoedingsgesticht voor meisjes 32 i 9. Onderwijzeres aan een strafgevangenis 32 20. Onderwijzeres in nuttige handwerken 33 U\l. V/UUVI 111 HUUISI. 11H11U •. VI 21. Onderwijzeres in huishoudelijke vakken aan de herhalingsschool 33 22. Onderwijzeres of leerares in teekenen 34 23. Muziek- of zangonderwijzeres of -leerares ...... óo 24. Onderwijzeres of leerares in hygiënisch spreken, aaemhalings-gymnastiek en declamatie 35 25. Onderwijzeres of leerares in gymnastiek 36 26. Onderwijzeres of leerares in dansen 36 27. Onderwijzeres of leerares in zwemmen 37 28. Onderwijzeres of leerares in stenografie 37 VO VI 1 IVV.I UI VU 11. ulw.VJslu.lv ...... 29. Onderwijzeres of leerares in boekhouden 38 WIIUVI yvij<.vivj UI IWUIUIVO ui 30. Leerares in costuumnaaien • 38 31. Leerares in linnennaaien 39 32. Leerares in fraaie handwerken • • 39 33, 34, 35. Leerares in huishoudkunde, koken en voedingsleer, waschbehandeling en strijken ..• • • 36. Leerares aan een school voor middelbaar onderwijs . . 40 37,38,39,40. Directrice van een ziekenhuis, hoofdverpleegstcr, le verpleegster, verpleegster 41 41. Particuliere verpleegster 42 42. Wijkverpleegster 42 43. krankzinnigenverpleegster. . . 43 44. Enquêtrice of huisbezoekster in dienst der tuberculosebestrijding 43 45. Heiïgymnaste-masseuse 44 46. Manicure en pédicure 45 blz. 47. Hoofd van of deelgenoote in een groothandels-of winkelzaak \ \ ,r> Innin 4 I 48. Correspondente . . A! 49, 50. Stenotypiste en typiste j|> 51. Boekhoudster 52. Assistent-accountant “jj 53. Commissionaire in effecten y 54. Apothekersassistente 55. Drogiste f'-J yjyj. 56. Detacheuse (vlekkenuitmaakster) . . f rr, r> ! I.„ i n I 57. Strijkster •?' 58. Kapster, haarwerkster 51 59. Modiste , " 60, 61. Corsettenmaakster, bandagiste 5 ’ 62* 63, 64, 65. Costuumnaaister-kleedermaakster, coupeuse, taille werkster, rokkenwerkster y] 66. Linnennaaister 61, 68. Huisnaaister, verstelnaaister E 6 69. Bontwerkster 70. Behangersnaaister 57 71. Boekbindster 57 72! Diamantsnijdster en -slijpster . 59 no 7nni»iiQf ïn luncpH. p n cfritHnrirhtinen n OiJ 73. Zaalchef in wasch- en stnjkinnchting( n oy 74. Kantwerkster •••••••••,•• §0 na na nn DnrHiiurcfpr (rmiHhnrdmirQfpr Ifiin<ïtnaal – go 50, Fabrieksopzichteres ...... ■ Sj 51. Analiste aan een rUkslandbouwproefstation « 52! Adjuncte aan een rijksproefstation voor zaadcontrole . nujum.lV – > 7 . QQ 53. Amanuensis in een laboratorium ” uo. maiiumoio ... ~ 54. Stationchef *5. CD. q< 56. Witkiel OU. CM 57. Gids 58. Koetsier ns UO. qc 59. Hotel-houdster * Kk oy. qk 60. Hótel-geëmployeerde >)«• UUltrgl.l.Uipivjww«v ... QK 61. Brievengaardster q. 62. Directrice eener vrouwenstrafgevangenis «o 63. Cipier ••••••*• * * * ' 64 Directrice' óf ’ adjunct-drectrice eener gemeentelijke arbeidsbeurs „S ciruciuaucui o , , . j ne 65. Inspectrice, adjunct-inspectnce van den arbeid .... no 66. Contróleuse van den arbeid «o 6?: Schoolopzienster . . . . • • ■ • • •. • V ' 68. Gemeente-inspectrice bij het lager en het voorbereidend onderwijs JJ? unubi mjo qc 69. ;S UÏ7. 1 uum, QK 70. Stationsjuffrouw • . . ™ /U. oiauviiajumuu" 07 71. Armen-of ziekenbezoekster 72. Propagandiste g? 73. Correctrice gj 74. Letterkundige 'TC O n/t n ntri n O 75. Redactrice m 76. Journaliste, verslaggeefster, recensente n'. Balletdanseres 7a Lectrice (voorlezeres) ™ Inhoud * VERBETERING. De Vereeniging van Personeel aan Wasch- en Strijkinrichtingen „Vooruitgang is ons Streven", is ontbonden.