Broch. 2 : 42 ALKOHOL OF NIET? Een ernstig woord aan Jonggehuwden DOOK ■' ' -- TITIA VAN DER TUUK. Ned. Geli.-Onth.-Bond. ===== Brochure-adres; ■■■■ – C. DE JONG, ZÜIDSCHARWOÜDE. Al kohol of niet? Een ernstig woord aan Jonggehuwden. De huwelijksvoltrekking is pntegenzeggelijk een hoogst gewichtige mijlpaal op de levensreis van man en vrouw. Loopt vóór dat tijdstip ieders pad in een eigen richting, van dat oogouhlik a£ zijn hun wegen samengevallen; als goede kameraden, die hetzelfde doel voor oogen hebben, zetten zij verder hun levensreis gezamenlijk vpprt. leder heeft daarbij zijn eigen taak en in het zoo goed mogelijk vervullen daarvan wordt de verwezenlijking van het gemeenschappelijk streven het best bereikt pf althans het meest benaderd. Alles, Wat de vervuiling van elk's levenstaak vergemakkelijken en bevprderen kan, moet aangegrepen, alles, wat de plichtskwijting belemmert en tegenhoudt, vermeden worden. Jammer genoeg, dat het vaak zoo moeilijk uit te maken is, wat mee- pf tegenwerkt, wat waarlijk goed of beslist slecht is, en hoe men, hetgeen op zichzelf noch goed, noch slecht is, dienstbaar kan maken aan de bevordering van zijn streven. Hoe dikwijls wordt niet de blik beneveld dopr vooropgevatte meeningen, een kloeke daad bemoeilijkt door valsche schaamte en nadenken verhinderd dopr gemakzucht en het vasthouden aan sleur; ook wprdt niet zelden te gpeder trpuW een verkeerd pad ingeslagen. Binnen zekere grenzen is veel hiervan onvermijdelijk; dwalen is menschelijk, en het krachtigste, eerlijkste streven is zonder dwalen niet denkbaar. Toch zal ieder, wien het oprecht om volmaking te doen is, gaarne alles uitschakelen wat de kans pp dwalen npodzakelijk vergroot, wat de mogelijkheid van struikelen bevordert, wat de krachten ondermijnt, den mped doet zinken en den ondergang, zij het op!k eerst op den langen duur, waarschijnlijk maakt. Bij zulk een gewichtige stap als het huwelijk is, mogen de echtgenjoiotein wel eens ernstig overwegen, hoe ze hun leven zullen inrichten. Hun levenswijze, hun dagelijksche gewoonten,1 hun doen en laten toch hebben een enormen invloed niet slechts op hun eigen bestaan, maar tevens op dat van anderen. Een gehuwd piaar staat immers tegenover de maatschappij geheel anders dan een ongehuwd man en een ongehuwde vrouw; ieder.voelt dat schier onbewust en het komt op allerlei wijzen tot uiting. Een echtpaar is als een volledig element der maatschappij te beschouwen, omdat het de noodzak'elijke factoren voor de instandhouding en den groei der maatschappij in zich bevat. De bekwaamste eenling is vopr die instandhouding en groei als zoodanig van minder belang, dan een eenvoudig rechtschapen, gezond en krachtig echtpaar. Het huwelijk vprmt het ware gezin juist door die factoren van groei en ontwikkeling. Man en vrouw moeten er krachtig naar streven, dat die groei alzijdig is. Met eenigen goeden wil is dat altijd mogelijk; want, terwijl de mensch in alle andere verhoudingen en vereenigingen slechts een deel van zijn wezen kan ontplooien, kan hij in den familiekring vpior alle zijden van zijn natuur voedsel vinden. Daarom kan men gerust zeggen: men kent een mensch nooit tem volle, wanneer men hem niet aan eigen haard heeft gadegeslagen. Slechts hier hunnen man en vrouw zich ten volle uitleven. De primitiefste instincten zoowel als de verhevendste gevoelens vinden hier hun bevrediging. Het gezin is een wereldje op zich zelf, een maatschappij op kleine schaal, Waarin alle mogelijke krachten tot ontplooiing kunnen komen en waarin van alle deelgenooten inspanning, zelffceheersching, toegevendheid, welwillendheid en nog veel andere eigenschappen meer worden gevorderd. In zeer tij zonder e 'mate 'worden deze deugden in het begin van het huwelijk op de proef gesteld. Man en vrouw toch hebben ieder een geheel voiorleven achter den rug, waaruit ze tal van aanw.endsels, fouten, gebreken, deugden, hebbelijkheden en eigenaardigheden 'meebrengen in het echte- lijk samenleven; en hoe onschuldig' vele eigenaardigheden op zich, zelf mogen wezen, ze kunnen lastig, hinderlijk, zells on verdragelijk1 worden, als ze in botsing komen met even onschuldige hebbelijkheden van andere zijde. Er is al veel geluk gestrand op onbeduidende kleinigheden, al dikwijls vrede bewaard door wijze toegevendheid, menige goede verstandhouding gered door een hartelijk1 woord van innige sympathie. In dat vporleven behoefde niet voortdurend rekening* gehouden te worden met de wenschen, de belangen, het geluk van anderen, althans niet meer dan in het algemeen; in het huwelijk is dat anders geworden; elke daad van man of vrouw kleurt het lot van den ander; niets wat de een doet of ondervindt, is zonder invloed voor den ander. Daaruit wordt een verantwoordelijkheidsbesef geboren, dat op het karakter van gehuwde personen gunstig werkt. Het spreekt van zelf, dat eerst pp den duur de echtgenoot en den gunstigen invloed van eikaars omgang in hun eigenschappen ten volle openbaren, en dat natuurlijk slechts dan, wanneer heiden elkaar oprecht lief hebben, en eikaars geluk op het p,og hebben. Wanneer andere beweegredenen dan Ware liefde tot het huwelijk hebben geleid, is de kans pp geluk wel niet verkeken, maar toch veel geringer geworden en de veredelende invloed van het echtelijk' leven blijft! 'dan licht achterwege of maakt plaats voor erger. Evenals elke overeenkomst schept de huwelijksverbintenis (verschillende nieuwe betrekkingen voor de deelgenooten. In elk dier verhoudingen staan rechten en plichten tegenover elkaar. De maatschappelijke taak van den man is in den regel na het huwelijk dezelfde gebleven; maar zij heeft een zekere wijding gekregen; er is een ander doel hij gekomen; het geluk van zijn vrouw, de welvaart van zijn gezin, het maatschappelijk aanzien van hem zelf en de zijnen hangen voor een groot deel samen met de rvijze, waarop hij zich van zijn plicht kwijt, en die overweging geeft hem een gezonden prikkel om zijn best te doen. De taak der vrouw is door en na het huwelijk in de meeste gevallen anders geworden; de plaats van haar werk is in den regel het huisgezin, maar de vruchten van haar streven laten zich merken ook ver daarbuiten. Zorgt zij' voor een gezonde, frissche, opwekkende atmosfeer, waarin het gemoedsleven wel gedijt, dan werkt zij krachtig met haar echtgenoot mee, zonder zich rechtstreeks met zijn arbeid te bemoeien, dan maakt zij de taak van allen, die tot haar gezin behooren, licht. Men bedenkt niet half genoeg, dat een rustige atmosfeer en een opgewekte, blijde stemming, de eerste vereisch'ten zijn voor het welslagen van elk werk. Het echtelijk samenleven in zijn meer beperkten zin is natuurlijk' ook van grooten invloed op het lichamelijk, geestelijk, en zedelijk welzijn van heide partijen; liet dient op verstandige wijze geregeld te worden, mag nooit tot sleur worden verlaagd en in een waarlijk goed huwelijk mag nimmer een herpep op de wet het innige huwelijksverkeer viotor een der heide partijen tot een gedwongen daad maken. Tegenover derden moeten man en vrouw een onverbrekelijke gemeenschap vjormen met vaste, goede grondregelen. Dan gaat er een kracht ten goede van hen uit, die niet licht geheel verloren gaat. In elk gezin, ook waar men geen vast dienstpersoneel heeft, heeft men af en toe hulp van anderen noödig; bakkers- of kruidenierswaren worden b.v. thuisbezorgd; er is een klein karweitje aan het huis te doen; er moet gestukadoord of gewit worden; voor verstelwerk neemt men een enkelen keer eens een naaister; hij de geboorte van een kindje komt er een baker of is gedurende eenige dagen een welwillende buurvrouw telkens over den vloer; in al die' gevallen is een vriendelijke bejegening, een wederzijdstehe welwillendheid zolo aangenaam. Ook als gastheer en gastvrouw moeten echtgenooten wel eons optreden. In den regel gaat er een bijzondere bekoring uit van een jong gelukkig huishoudentje. In den volheid van hun nieuw geluk vjoelen beiden behoefte ook anderen liefde te bewijzen en dat uit zich gaarne in gulle gastvrijheid. Laten 'ze echter niet vergeten, dat de heerlijke gezelligheid niet zit in hetgeen aangeboden wordt, maar veeleer in de wijze, waarop zij hun gasten onthalen, en 'meer nog in deu geest, die in hun gezin heerscht', den geest, die de openbaring is van het geluk, dat ken één maakt. I)e mensch kan bij brood alleen niet leven. Dit is in letterlijke zoowel als in toegepaste heteekenis waar. Zelfs hij, die uit innige overtuiging zoo, eenvoudig mogelijk leeft, heeft af en toe een kleine versnapering noodig; de mensch, die de grootste vreugde vindt in het nauwgezet vervullen van zijn dagelijksch werk, moet van tijd tot tijd er eens uit; hij moet zich eens losmakan van de eentoonigheid van zijn bestaan, omdat hij bewust of onbewust voelt, dat anders zijn arbeid tot sleur zou worden en hem kon drukken of verstikken. Wanneer een ware feestelijke stemming hem doorstroomd heeft, vpplti de mensch zich als herboren; hij ziet met andere pogen rond; geen schaduw zoo donker, of hij merkt, dat het licht toch niet geheel afwezig is; wat hem vroeger voor verwezenlijking niet vatbaar scheen, komt hem nu toch wel bereikbaar voor; waartoe hij zich eerst niet in staat achtte, lijkt hem nu zpo moeilijk niet; de lust om aan te pakken is vergroot; een blij vertrouwen bezielt hem; nieuwe veerkracht staalt zijn wil en doet zijn energie verdubbelen. Op velerlei wijzen kan men eenige afwisseling brengen in het alledaagschè bestaan, maar niet elke manier is goed; men moet haar toetsen aan de uitkomsten. Er heerscht, helaas, meer valsche feestvreugde dan echte, en de vaische vreugde laat steeds een bitteren smaak na. Wat men tot opfrissching, uitspanning, afleiding of opwekking doet, mag geen schade berokkenen aan ziel of lichaam; het moet inderdaad heilzaam werken als een echt gemoedsmedicijn. Het echt gemoedsmedicijn werkt slechts dan met alle kracht wanneer het in gemeenschap wordt gebracht. Gedeelde vreugde is meer, veel meer dan dubbele vreugde, gedeelde vreugde groeit steeds aan; zij springt als een electrische vonk van den een op den ander over. Het gezin kan een brandpunt worden van echte, mooie vreugde, van weldadige blijheid, van onschuldigen lust en vroolijkheid; dan gaat er een heilzame kracht van uit, die niet licht «verschat kan worden. Jonge' echtparen, die levensblijheid weten aan te kweeken, zijn alleen daardoor al een zegen vpor allen, met wie zij in aanraking komen. De mensch is een samengesteld wezen, en toch is hij tevens één enkel ondeelbaar geheel, dat zich op verschillende wijzen naar buiten openbaart. En dan spieken we van lichaam, ziel, geest, gemoed, verstand en zoo meer. om sommige werkingen en verrichtingen naar hun aard te onderscheiden en te groepeeren, maar iedere daad, die wij bedrijven, elke gedachte, die wij vormen, elke gewaarwording die ons treft, elke opwelling, die ons tot handelen aanzet, elke werktuigelijke daad zelfs, ze zijn te beschouwen als verrichtingen van den mensch, den persoon; geen onwillekeurige spierbeweging komt tot stand buiten den invloed der hersenen, en elke daad heeft invloed op den geheel en mensch. Dit is vooral het geval met daden, die zich herhalen, dus in het bijzonder met levensgewoonten. Nu hebben zich pnder alle kringen der maatschappij' gewoonten gevestigd en schier algemeen gehandhaafd, waarvan de schadelijkheid door onbevooroordeelde onderzoekingen duidelijk’ is gebleken. Ik bedoel de drinkgewoonten, de ellendige hebbelijkheid, pm bij alle gelegenheden alcoholische dranken te gebruiken, bij feesten en rampen, bij geboorte en dood, bij het verleenen van hulp en arbeid in huis en pp het veld, bij verknopingen en verhuringen, bij markten en verkiezingen, kortom hij elke gebeurtenis van weinig of veel gewicht. Een jong echtpaar, dat zich zijn roeping bewust is en zich rekenschap geeft van de draagwijdte zijner daden, moet zich ernstig afvragen, pf het zich in deze zal houden aan de algemeene gewoonte, of wel er niet aan zal meedoen. Het gemakkelijkst is zeker den sleur te vplgen. Maar is dat ook het beste ? Laten we de wetenschap eens vragen, hoe de alcohol op het menschelijk' organisme werkt. Welaan, dppr tal van opzettelijke proeven, door telkens herhaalde waarnemingen is aangetoond, dat de alcohol, in welken vorm ook gebruikt, nooit heilzaam, maar altijd slecht en gevaarlijk voor den mensch is. Hij geeft slecht bloed, bederft lever, nieren en milt, verzwakt maag1, longen en hart, ontrooft ons onze krachten, verstompt ons verstand, verdooft ons zedelijk bewustzijn; verzwakt en vergiftigt de kiemen en ontaardt den geheelen mensch naar ziel en lichaam. Het is waar, hij betrekkelijk matig gebruik werkt hij langzaam, vooral op een sterk gestel; maar de werking gaat onverbiddelijk door en zet zich voort op het nageslacht. Geen slachtoffer ontkomt ooit aan de noodlottige gevolgen van den alcohol. Niemand mag zich bewust aan het gewaar van zulk' een lot ‘blootstellen, maar allerminst gehuwde menschen, die als volledig element der samenleving het in hun macht hebben, lal is het vpoir nog zulk een gering deel, de ‘maatschappijl een weinig hooger pp te voeren, en van wie een invloed ten goede, kan uitgaan in velerlei richting. Zij kunnen met de daad van hun voorbeeld bewijzen, dat ware levensblijheid uit het hart voortspruit en, niets met alcohol te maken heeft; zij kunnen door .hun leven vooroordeel en tegeningenomenheid tot zwijgen brengen. Groot zijn ook de winsten voor hun eigen welvaart, die uit de' geheelonthouding van alcoholische dranken voortspruiten; het besparen van onnutte, gevaarlijke uitgaven is nog ïnaar het geringste, al zal dat in de meeste gezinnen lang niet onverschillig zijn. Maar geestkracht en oordeel blijven onverzwakt, komen het werk ten goede en werken ongetwijfeld mee tot het verkrijgen van een betere positie en een onbezorgd bestaan. Hun medeburgers voelen, dat er op hen te rekenen valt en schenken hun hun vertrouwen; zoo stijgt ook hun maatschappelijk aanzien. Hun intiem huiselijk leven krijgt door de geheelonthouding een gansch anderen stempel. De alcohol toch werkt in hooge mate prikkelend op de geslachtsdrift, terwijl hij tegelijkertijd, zoo als hoven reeds gezegd is, een ontaardenden invloed (uitoefent op |de kiemen. Het gevolg vajn een en ander is, d,at de geslachtsdaad niet meer is de uiting van den tot hoogste extase gestegen wederzijdschen drang tot éénwording, maar eenvoudig een laag toegeven aan genotzucht; dat de uit zulk een gemeenschap geboren kinderen alle 'kans hebben met een gering weerstandsvermogen te zijn uitgerust pf geheel ontaard zullen blijken te zijn en dat da 'moeder waarschijnlijk' onbekwaam zal wezen, haar kind zelf te zongen, vooral indien ook reeds haar ouders alcoholgebruikers zijn geweest. Dit zijn geen Ipsse beweringen, maar waarheden, die uit tal van gegevens gebleken zijn; jaren achtereen hebben geneesheeren als Dr. Demme, Dr. Legrain, Dr. Bunge, Dr. Forel, Dr. Laitinen en anderen de feiten, die zich in menigte aan hem opdrongen, nauwkeurig waargenomen en verzameld en daaruit met de uiterste nauwgezetheid hun gevolgtrekkingen gemaakt. Op hun gezag mag men gerust zeggen: de alcohol ontaardt niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, het individu, maar voornamelijk het ras. Jonggehuwden, gij, die elkaar liefhebt, wilt toch gaarne elkaar look blij ven achten; anders zou de liefde haar hechten grondslag verliezen. Wat een geluk, om, hoe beter men elkaar leert kennen, hoe meer edele eigenschappen, bij elkaar te ontdekken. Maar die eigenschappen loopen gevaar bij het gebruik van alcohol; en zou. bij het constateeren van het dalen van de zedelijke waarde van uw levensgezel uw smart op den duur niet overgaan in moedeloosheid, onverschilligheid en ten slotte misschien in verachting ? Zou daartegen de liefde bestand zijn? Bij velen stellig niet; de werkelijkheid bewijst het dagelijks. Jonggehuwden, gij, die elkaar liefhebt, beschouwt ge het niet als de kroon ,op uw geluk een kindje aan uw hart te 'mogen drukken, als een pand van uw hooge, mooie liefde ? En zpudt ge iets heerlijk'ers verlangen, dan dat kindje met gezondheid en kracht te,zien gezegend? Kunt ge u iets hegeerlijkers voorstellen, dan dat ge de edele eigenschappen, die u in uw echtgenoot zoo aantrekken en bekoren, |oo!k bij hem ontdekt? Neen, niet waar? Is het niet het hoogste genot het goede te zien groeien en vermeerderen? Wil toen daarvoor niet alles doen wat dat bevorderen, laten, wat dat belemmeren kan? Welnu, dan hebt ge geen keus inzake het gebruik van alcohol; want de alcohol is de ergste, de onverbiddelijkste vijand van de gezondheid van u zelf en uw 'kind, hij belaagt voortdurend de edelste eigenschappen van lichaam en ziel en bederft de beste levenssappen. Uit zorgvuldig opgemaakte statisstieken blijkt op de overtuigendste wijze, dat het sterftecijfer van drankgebruik'ers Veel hooger is dan dat van onthouders; daarom stellen verscheidene: levensverzékering-maatschappijen zich dan opk met lagere premiën van onthouders voor een uitkeering hij overlijden tevreden; drankgebruikers zijn tevens veel vatbaarder voor ziekten en de ziekten hebben bij hen een langduriger en gevaarlijker verloop. Dit beteekent in den regel ook een verlies van welvaart en stellig van levenslust en werkkracht en gelijkmatighed van humeur, waardoor weer do h uiselijke geest een verlaging ondergaat. Ook, waar alcoholgebruik niet tot bepaalde ziekten voert, werkt het verderfelijk door den prikkel, dien het op de zenuwen uitoefent en het is ‘waarlijk nog de vraag wat in een gezin eris: een voorbijgaandei ziekte of een voortdurende lichtgeraaktheid,, opvliegendheid en prikkelbaarheid in meerdere of mindere mate van alle huisgenooten. Is het te verwonderen, dat misdaad, Krankzinnigheid en zelfmoord in een nauw oorzakelijk verhand staan met het alcoholgebruik? Dat de meeste vergrijpen tegen de zeden in dronkenschap worden begaan ? Dat de prostitutie voornamelijk haar slachtoffers eischt onder de drankgehruikers? Dat echtscheiding in zeer vele gevallen door drankgebruik wordt uitgelokt? Dit zijn i mmers dingen, die uit de eigenschappen van den alcohol logisch volgen. Hoezeer misdaad, krankzinnigheid en zelfmoord ook toenemen, totok zijn de gevallen in verhouding 'tot het bevolkingscijfer zoo gering in aantal, dat de meeste menschen hij het gebruik maken van alcoholische dranken allerminst zich door die gevaren bedreigd achten, evenmin als iémand, die veel reist, eiken keer, dat hij in een spoorwegwaggon stapt, aan de mogelijkheid van een ontsporing of hiotsing denkt- Maar de vroeger genoemde gevaren bedreigen niet alleen lederen drankgebruiker, in meerdere of mindere mate 'zal hij of zijn nakomelingschap, waarschijnlijk bfeide er stellig dopr getroffen worden; daar is geen ontkomen aan. Alleen onthouding kan hem vrijwaren. Jonggehuwden, gij, die aan het begin Van een nieuwe levensperiode staat, stelt u eens helder de twee mogelijkheden vopr oogen, waartusschen gij te kiezen hebt: eeó leven, zooals de meerderheid om u heen nog leeft, de algemeene gewoonte volgend, van hij elke gelegenheid alcoholischen drank te drinken en aan te bieden, met de zekerheid, dat ge te kort schiet in uw plichten jegens u zelf, de maatschappij en uw kropst en een bestaan, waaruit ge met volle bewustheid een hinderpaal verwijdert, die u voortdurend ‘zou belemmeren in het streven naar het ideaal en in de volvoering van uw plicht. Het is waar, er zijn aan de keus van het laatste eenige bezwaren verbonden; maar die bezwaren worden hoi© langer hoe geringer en maken al spoedig voor het tegendeel plaats. Toch is het goed ze niet te min te achten en ze (onderl de oogen te zien. In de eerste plaats is het altijd min of meer onaangenaam anders te zijn, anders te handelen dan de meerderheid; he-t lijkt zooi .aanstellerig en men staat er door bloot aan smaad en verdachtmaking. Dat duurt ©venwel zelden lang, ware vrienden en goedgezinde kennissen merken al gauw, dat slechts innige overtuiging u doet afwijken van den algemeenen regel en wanneer ge dpor voorkomendheid, gulle hartelijkheid en welwillendheid toont, dat ge hart voor uw medemenschen hebt, dan denkt men niet meer aan verkeerde beweegredenen, maar gaat integendeel eens nadenken over de zaakl zelve. Zoo kunt ge door taktvol optreden ook anderen npg tot inkeer brengen. en tot zegen worden. In de tweede plaats meenen velen, dat geen feestelijke stemming moge!ijk is zonder het gebruik van alcoholische dranken. Die, opvatting is min of meer door de traditie gewijd, 'maar ten onrechte. De feestelijke stemming zit in het hart van de feeetgenooten, niet in hetgeen zij gebruiken ; luidruchtigheid en lostongigheid is heel wat anders dan geestelijke mededeelzaamheid, en een 'feeststemming, die gevolgd Wordt door onplezierigheid, die aan ongesteldheid grenst of het is, is Waarlijk niet om op te roemen. Gij zult ondervinden, dat men veel beter feest kan vieren zonder dan met alcohol en dat er geen spijt of wroeging terngblijft, wat bij het verlies van de toerekenbaarheid tengevolge van alcoholgebruik zoo dikwijls het geval is. Onschuldige scherts, jokkernij, aardige spelletjes, goochelstukjes, zang, voordrachten, gedachtenwisseling op elk' gebied, kunnen feestvreugde (opwekken en verhoogen en tevens voedsel geven voor verstand en hart. Er Wordt tegenwoordig veel gedaan om ontwikkeling en beschaving- allerwege te bevorderen; het peil van den omgang "wordt daardoor verhoogd; het leven krijgt meer inbond. Moet dat, nu vertroebeld worden door den alcohol ? Jonggehuwden, gij, die tot de levende elementen van de maatschappij behoort, weest u toch helder bewast, hoeveel er vopr de toekomst van u afhangt. Geeft er u rekenschapl van, hoezeer uw breken met de drinkgewoonten de atmosfeer zuivert, waarin de maatschappij zich mpet ontwikkelen, bedenkt hoeveel voldoening uw deel zal zijn, wanneer ge na een Welbesteed leven de overtuiging hebt, dat ge door uw eerlijk streven naar volmaking het pad geëffend hëht vpor die na, u komen, dat gij deel hebt aan de verbetering van Vele toestanden naar de mate van de krachten, die uj geschonken waren. Als ge u dat goed voor oogen stelt, dan aarzelt ge, dunkt mij, niet langer in uw keus; dan zegt gij, terwijl ge elkaar ernstig in de oogen ziet; „Met geheelonthouding onzen gezamenlijken levensweg betreden. Aan het einde blinkt het rozige licht van een betere toekomst. De bezwaren? Waar zijn ze? Wij tellen ze niet; ze vallen in ’tniet bij de voordeel en. Vooruit, met moed en levenslust. Het kan”.