P H 1 LI PS UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK UTRECHT 3210 181 2 UITGAVE VAN DE N.V. PHILIPS’GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN – HOLLAND KORTE BESCHRIJVING DER PHILIPS’ BEDRIJVEN INHOUD PAG. Wording 3 Indeeling van het bedrijf 9 Overzicht der producten 9 Gloeilampenfabriek 12 „Philora” Natrium- en kwiklampen 15 Neonverlichting 19 Radiolampen 20 Zendlampen en zendstations 22 Radio-apparaten 25 Luidsprekers 29 Röntgen afdeeling 30 Installaties voor opname, projectie en weergave van geluidfilms .... 33 Geluidversterking 36 Telegrafie- en telefonieverkeer langs draad of kabel 38 Industrie-producten 42 Wolframbereiding 46 Diamant-treksteenen 48 Glasfabriek 50 Edelgas 56 „Philite” 58 Metaalwaren 61 Papierfabriek 63 Cartonnage ■ 66 Natuurkundig Laboratorium 67 Televisie 70 Machinefabriek 74 Electriciteit 76 Sociaal-Economische Afdeeling .... 81 Afdeeling Arbeid 82 Psycho-technisch Laboratorium ... 83 Onderwijs en Volksontwikkeling ... 86 Ontspanningswerk 92 Geneeskundige verzorging 95 Gezondheidsdienst 96 Woningdienst 98 Kantoren 101 WORDING In 1891, ineen tijd toen men nog weinig vertrouwen inde toekomst der electrische gloeilamp had en vaneen massafabricage nog geen sprake kon zijn, kochten Frederik Philips en zijn zoon, Ir. Gerard L. F. Philips, een kleine leegstaande bukskinfabriek te Eindhoven, om hierin de fabricage van kooldraadgloeilampen te beginnen. Gezien de enorme vlucht, die de Philips’ Gloeilampenfabriek in den loop der jaren heeft genomen, getuigt dit niet alleen van durf en ondernemingsgeest, maar tevens vaneen juist inzicht inde toekomstige ontwikkeling van het verlichtingswezen. Terwijl Frederik Philips, kassier en commissionnair in effecten te Zaltbommel, als geldschieter der Firma Philips & Co. optrad, was zijn zoon de werkende vennoot. Deze had steeds groote belangstelling voor de chemie gehad en reeds eenige jaren tevoren had hij ineen eigen laboratorium te Zaltbommel en te Amsterdam de noodige proeven genomen voor de vervaardiging van kooldraadlampen. Het eerste bedrijfsjaar werd besteed aan de installatie van het bedrijf, welke financieel niet meeviel; bovendien was Ir. Gerard Philips aangewezen op personeel, dat met het vak in het geheel niet vertrouwd was. Hij moest derhalve in dien tijd zoowel de DE FABRIEK IN 1891 technische als de commercieele leiding vrijwel geheel alleen op zich nemen. De zaken gingen dan ook de eerste drie jaren lang niet rooskleurig. Bijna was men er toe overgegaan de fabriek te sluiten; na rijp beraad werd echter besloten het bedrijf nog één jaar als proef voort te zetten. Dit jaar, 1894, was het eerste, waarin zonder verlies werd gewerkt. Daar het bezwaarlijk was, dat één persoon zoowel met de technische als met de commercieele leiding belast bleef, werd een commercieel medewerker gezocht. De broeder van Ir. Gerard Philips, de heer Anton Philips, die te Londen in het effectenvak werkzaam was, verklaarde zich bereid deze functie te aanvaarden en begaf zich in Januari 1895 naar Eindhoven. Er waren toen 30 arbeiders inde fabriek werkzaam en per dag werden circa 500 lampen gemaakt. Het resultaat van dat bedrijfsjaar was, dat na eenige afschrijvingen een bedrag van Fl. 14000. als netto winst geboekt kon worden. Het jaar daarop kon de omzet en daarmede ook de winst worden verdubbeld. In 1899 overleed de oudste oprichter, de Heer Frederik Philips. Zijn voorzichtig financieel beheer is steeds zijn stempel blijven drukken op de afschrijvingspolitiek der vennootschap. In 1907 werd de metaaldraadlamp uitgevonden en kort daarop was Ir. Gerard Philips in staat ook een Philips metaaldraadlamp op de markt te brengen. Dit was iets geheel nieuws en een belangrijke stap vooruit inde gloeilampentechniek; terwijl de vroegere kooldraadlamp watt per kaars verbruikte, was het verbruik van de nieuwe metaaldraadlamp ca. H/4 watt per kaars, hetgeen dus een groote besparing aan electrische energie beteekende. In 1908 werd de eerste ingenieur aan de fabriek verbonden en werd tevens besloten den eersten hoogbouw in beton op te trekken. Inmiddels was in 1911 in Amerika de lamp met getrokken draad uitgevonden en na eenige maanden van onvermoeid experimenteeren door Ir. Gerard Philips en zijn staf, brandden in December 1911 ook in het laboratorium te Eindhoven de eerste lampen met getrokken wolframdraad. In 1912 werd het bedrijf omgezet ineen Naamlooze Vennootschap, de N. V. Philips’ Gloeilampenfabrieken, met een kapitaal van De oorlogsjaren brachten nieuwe moeilijkheden, vooral toen in 1915 de uitvoer van glazen ballons door Duitschland verboden werd. Daar de ballons voor de gloeilampen uit Duitschland en Oostenrijk betrokken werden, zou dit stopzetting van het bedrijf tengevolge hebben gehad, indien niet zonder aarzelen besloten ware, zelf een glasfabriek te bouwen. De eerste spade ging 15 Augustus 1915 inden grond en 5 Januari 1916 werden reeds de eerste glasballons geblazen! Ir. Gerard Philips werd in 1917 door de Technische Hoogeschool te Delft benoemd tot Doctor honoris causa inde Technische Wetenschappen. Begin 1922 trok hij zich als Directeur uit de zaken terug, en sindsdien berust de leiding bij den Heer A. F. Philips, wien in 1928 door de Nederlandsche Handels Hoogeschool te Rotterdam, het Doctoraat honoris causa inde Handelswetenschappen werd verleend. Fl. 6.000.000. Het kapitaal werd sindsdien eenige malen verhoogd en bedraagt thans circa Fl. 68.000.000. COMPLEX EMMASINGEL (FOTO K.L.M.) Naast de vervaardiging van electrische gloeilampen, Neon-lichtbuizen enz., werd in 1918 de fabricage van radiolampen ter hand genomen. In 1924 volgden gelijkrichters en plaatspanning-apparaten en in het najaar van 1926, na een omvangrijk vooronderzoek, de fabricage van luidsprekers. Een jaar later kwam het eerste complete Philips ontvangtoestel op de markt, gevolgd door de radio-gramofoon en andere radio-artikelen. Inmiddels hadden ook de Philips „Metalix ' Röntgenbuis en het draagbare „Metalix” Röntgen-apparaat een wereldnaam verkregen. In 1932 deed de natriumlamp („Philora”) voor wegenverlichting haar intrede, twee jaar later gevolgd door de super-hoogedruk kwiklamp, terwijl in 1933 de fabricage van geluidfilm-apparaten werd ter hand genomen. De snelle ontwikkeling der radio-techniek maakte het noodzakelijk tot aanzienlijke uitbreiding der fabrieksgebouwen over te gaan, terwijl ook het in 1925 opgerichte laboratorium in het jaar 1929 belangrijk vergroot werd en thans een oppervlakte van 18.000 m2 beslaat. Zooals vanzelf spreekt, ging de uitbreiding der fabrieken gepaard met behoefte aan meer kantoorruimte. In het begin van 1928 werd het nieuwe kantoorgebouw aan den Emmasingel, dat gebouwd is volgens plannen van architect Ir. Roosenburg, in gebruik genomen. Ook bestond er groote behoefte aan een schoolgebouw, waar cursussen en voordrachten voor het personeel van allerlei rang gegeven konden worden en waarin ook de verschillende opleidingen van toekomstig personeel konden worden ondergebracht. Zoo kwam in 1929 de Bedrijfsschool tot stand, eveneens onder architectuur van Ir. Roosenburg. De meisjes, die inde bedrijven werkzaam zijn, hebben gelegenheid de Philips’ Huishoudschool-cursussen te volgen, aan welk belangrijk werk Mevrouw Philips-de Jongh leiding geeft. Ook voor ontspanning van het personeel wordt op deskundige wijze zorg gedragen. In 1929 werd tot dit doel het Ontspanningsgebouw geopend; hierin is o.m. inde groote theaterzaal gelegenheid tot het geven van tooneel- en bioscoopvoorstellingen, concerten, enz., terwijl men zich inde gymnastiekzaal, schermzaal en biljartzaal, aan sport en ontspanning kan wijden. Zoo moest o.a. worden gezorgd voor voldoende huisvesting voor de zich dagelijks hier vestigende nieuwe gezinnen, waarvan een of meer leden een werkkring inde Philips’ Bedrijven hadden gevonden. In overleg met het Gemeentebestuur moest snel worden gehandeld, om verschillende verkeersproblemen op te lossen. Vele straten en wegen bleken te smal, om het steeds toenemend verkeer te kunnen verwerken; fraaie plantsoenen en villaparken werden aangelegd. Door den Heer en Mevrouw Philips-de Jongh werd het Philips-de Jongh Wandelpark aan de gemeente Eindhoven geschonken; het Philips-de Jongh Natuurpark werd door hen inde aangrenzende gemeente Yalkenswaard voor het publiek opengesteld. Door al deze uitbreidingen, in hoofdtrekken hier aangegeven, is Eindhoven, vroeger een klein stadje, een belangrijk industriecentrum met ruim 100.000 inwoners geworden. Alleen door energiek en krachtig ingrijpen is het mogelijk geweest aan alle eischen te voldoen, die een zoo snelle toename der bevolking met zich bracht. COMPLEX STRIJP (FOTO K.L.M.) Het spreekt vanzelf dat deze industrie, van de, in bet najaar 1929 ingetreden economische crisis een zekere invloed ondervond. Speciaal de door deze crisis verscherpte autarkische maatregelen in alle landen zouden voor het bedrijf, dat voor zoo’n belangrijk gedeelte aangewezen is op de buitenlandsche markt, fnuikend geweest zijn, indien niet te rechter tijd een deel van de productie naar bet buitenland ware verplaatst geworden. De decentralisatietendenz werd nog versterkt door moeilijkheden, voortvloeiende uit de ontwrichting van het internationale betalingsverkeer. Deze decentralisatie van de productie, welke o.m. blijkt uit onderstaand overzicht betreffende het personeel, werkzaam in binnen- en buitenland, heeft daarenboven de producten meer op de verschillende nationale behoeften ingesteld en zoodoende de positie der N.Y. versterkt. Hierdoor zijn meer menschen in ons land aan het werk gebleven, dan bij gedeeltelijk verlies van de afzetgebieden mogelijk ware geweest. De grootte van het personeel, te werk gesteld in Nederland en in het buitenland. Nederland Buitenland Totaal 1 October 1929 27.000 13.000 40.000 1 October 1934 18.500 18.000 36.500 1 October 1935 16.500 18.500 35.000 1 October 1936 15.000 19.500 34.500 1 October 1937 19.500 25.500 45.000 Ondanks decentralisatie is dit bedrijf voor de Nederlandsche welvaart van de allerhoogste beteekenis. De N.Y. Philips’ Gloeilampenfabrieken is eender grootste industrieën van Nederland, terwijl baar producten eender belangrijkste posten van den Nederlandschen uitvoer vormen. In 1936 nam b.v. de uitvoer van radioartikelen met een bedrag van 34.437.000 gulden de tweede plaats in onder de uitvoerposten van ons land. Zoo is het Philips’ Bedrijf tot zijn tegenwoordige grootte gegroeid. De hierna volgende beschrijving der verschillende afdeelingen zal van deze ontwikkeling een denkbeeld geven. Tegenwoordig nemende terreinen der Philips’ Fabrieken een oppervlakte van ruim 320.000 m2 in beslag, ingedeeld als aangegeven op den plattegrond in dit boekje. Het oude fabriekje aan den Emmasingel besloeg slechts 1500 m2. Teneinde een overzicht te kunnen geven van de verschillende artikelen, welke door de Philips’ Fabrieken worden vervaardigd, deelen wij het bedrijf als volgt in: A. HOOFDBEDRIJVEN 1. Gloeilampen, natrium- en kwiklampen en verlichtingstoestellen, o.a. armaturen, autolampen en rijwiellantaarns, Neonbuizen voor reclame-doeleinden en plantenbestraling, enz. 2. Radiolampen Zendlampen Gelijkrichtbuizen Kathodestraalbuizen Fotocellen 3. Radio-ontvangtoestellen en -onderdeden, b.v. luidsprekersystemen transformatoren (voedings- en laagfrequent-) condensatoren, o.a. variabele, trimmer-, electrolytische, mica, persblok-, draad- en keramische) smoorspoelen spoelsystemen (o.a. H.F., M.F., osc., ultra-kortegolf, ijzerkern-, enz.) weerstanden potentioineters schakelaars trillerunits Televisie-ontvangers en -zenders Meettoestellen, b.v. kathodestraal-oscillografen service-meetoscillatoren 4. Röntgentoestellen en -buizen Bestralingstoestellen INDEELING VAN HET BEDRIJF 5, Geluidfilm-toestelleii; opname-toestellen (Philips-Miller systeem) voor radioomroep- en filmstudio’s weergave-toestellen, vaste en transportabele smalfilm-apparaten Bell & Howell (Philips) 6. Toestellen voor geluidversterking en acoustiekve’-betering: microfoons versterkers luidsprekers toestellen voor radio-distributie hotel- en scheepsinstallaties 7. Toestellen en onderdeden voor telegrafie- en telefonieverkeer langs draad of kabel: pupinspoelen complete lijnversterker-rekken apparatuur voor draaggolf-telefonie bijbehoorende apparaten 8. Toestellen en onderdeden voor draadloos telefonie- en telegrafieverkeer Zenders voor: omroep telefonie, telegrafie luchtvaart en grondbebakening scheepvaart, leger en politie 9. Industrie-artikelen: laadgelijkrichters bioscoopgelijkrichters speciale gelijkrichters laschtoestellen laschstaveu laschtoebehooren spanningsregelaars spanningsveiligheden condensatoren ter verbetering van den arbeidsfactor aanloop-weerstandbuizen 1. Wolfram, molybdeen, zirconium, thorium 2. Diamant-treksteenen 3. Glas 4. Edelgassen 5. „Philite” in plaatvorm en in technische vormstukken 6. „Philite” gebruiksvoorwerpen 7. „ bouwbeslag 8. „ lamphouders en stopcontacten 9. Metaalwaren 10. Papier en golfcartonverpakking C. NATUURKUNDIG LABORATORIUM D. NEVENBEDRIJVEN Machinefabriek Technische bedrijven Electriciteitsvoorziening E. PERSONEEL-AFDEELINGEN Sociaal-Economische Afd. Afd. Ontspanning Afd. Arbeid „ Geneeskundige verzorging „ Onderwijs „ Gezondheidsdienst „ Woningdienst F. KANTOREN Inde verschillende fasen van ontwikkeling der Philips’ Bedrijven kunnen wij 3 perioden onderscheiden: I. de ontwikkeling en vervolmaking van de gloeilamp; 11. de vervaardiging van half-fabrikaten, waardoor het bedrijl zich meer onafhankelijk maakte van de leveranciers; 111. de uitbreiding van het werkgebied tot b.v. radiolampen, radioapparaten, luidsprekers, zendlampen, Röntgen-apparaten, neonbuizen, bestralingsapparaten, chemische producten, gasontladings-lampen, gelijkrichters, geluidfilm-apparaten, lange afstand-telefonieapparatuur, enz. B. AANVERWANTE BEDRIJVEN In aansluiting op vorenstaande indeeling, kunnen wij thans verschillende belangrijke afdeelingen nader beschrijven. Wij beginnen met A. DE HOOFDBEDRIJVEN DE LAMPENFABRIEKEN Deze fabrieken zijn gelegen aan den Emmasingel, tegenover het eerste fabriekje van 1891, inde inleiding vermeld. Inden loop der jaren heeft dit complex zich aanmerkelijk uitgebreid; de laatste groote beton-gebouwen ervan werden in 1930 voltooid. GLOEILAMPEN De fabricage der gloeilamp geschiedt voor het grootste gedeelte machinaal, terwijl nog steeds technische verbeteringen tot de vervolmaking van deze fabricage bijdragen. De bouwstoffen van de gloeilamp zijn glas en metaal, het laatste inden vorm van wolfram voor den gloeidraad der lamp, en verschillende andere metalen, b.v. voor de stroomtoevoerdraden, voor de doorvoering van de stroomdraden door het glas en voor de draden, die den gloeidraad ondersteunen. Een groote rol bij de fabricage der lampen speelt de gasvlam. De gasvlam n.l. smelt af, buigt, boort, lascht enz. Wat wel het meest opvalt is het feit, dat bijna nergens de traditioneele diamant voor het snijden van glas wordt gebruikt. Wij kunnen de fabricage van de metaaldraad-lamp in verschillende fasen indeelen: a. de bouw van het brugje met het insmelten van de toevoer draden, b. het inzetten van de molybdeen-haakjes voor den wolframdraad, c. het opzetten van de spiraal, resp. den gloeidraad, d. het insmelten van het stel inden ballon, e. het luchtledig maken, resp. met gas vullen en dichtsmelten van den ballon, f. het opzetten en soldeeren van de huls, g. de diverse controles. Al deze bewerkingen geschiedden vroeger in afzonderlijke afdeelingen inde fabrieken; thans is de belangrijke verbetering doorgevoerd, dat de verschillende machines voor de gloeilampen-fabricage bij elkaar op één afdeeling staan. Een serie machines is dan voor bet samenstellen vaneen bepaalde soort lamp ingesteld. De „Bi-Arlita”, resp. „Spiralta” lampen worden gemaakt op dezelfde machinegroepen als waarop o.a. de „Arga” lampen worden samengesteld. Voor de „Bi-Arlita” lamp hebben diverse machines, vooral die voor het opzetten van den gloeidraad, wijzigingen ondergaan. Is de lamp gereed, dan volgt een nauwkeurige controle. Eerst laat men de lampen proefbranden op hoogere spanning dan waarvoor zij zijn geconstrueerd; daarna volgt de controle op de waarde van den lichtstroom, welke bij bepaalde stroomsterkte en spanning wordt verkregen. Hierop volgt nog controle op het vacuum of op de gasvulling, waartoe men de gloeilamp brengt ineen electrisch veld van hooge frequentie. Tenslotte wordt geregeld een aantal lampen der dagelijksche fabricagehoeveelheid aan de brandramen inden toren der gloeilampenfabriek op levensduur beproefd; deze lampen maken ’s avonds den toren tot een lichtbaken, dat mijlen ver buiten Eindhoven zichtbaar is. GLOEILAMPENFABRIEK De verpakking der lampen geschiedt gelijkvloers inde gloeilampenfabrieken. Van het in eigen bedrijf gemaakte golfcarton worden door middel van zeer vernuftige machines de wikkels der lampen vervaardigd; tevens worden de lampen door deze machines verpakt. De wagons der spoorwegen rijden op de fabrieksterreinen tot vlak naast de expeditie-afdeelingen. Het aantal soorten lampen, dat te Eindhoven vervaardigd wordt, is zeer groot (circa 40.000). Dit vindt zijn oorzaak niet alleen in de verschillende toepassingen der lampen, doch tevens inde verschillende spanningen en lichtsterkten, waarvoor de lampen vervaardigd moeten worden. Een lamp voor huisverlichting heeft b.v. een verbruik van 25 tot 100 watt; lampen voor verlichting van open terreinen verbruiken tot 2000 watt; voor vuurtorenlampen komen wij tot 10.000 watt. BRANDRAMEN Dit zijn ontladingslampen, welke naast een vulling met edelgas, het z.g. vulgas, een bepaalde hoeveelheid natrium of kwik bevatten. Deze metalen moeten eerst inden voor de ontlading noodzakelijken dampvorm worden gebracht. Dit geschiedt door de ontlading eerst te doen plaats vinden in het vulgas. De hierbij ontwikkelde warmte heeft dan de verdamping van het natrium of van het kwik ten gevolge, zoodat de ontlading geleidelijk door den metaaldamp wordt overgenomen. Behalve de eigenaardige kleur geel-oranje vooi het natriumlicht, witachtig blauw voor het kwiklicht welke het ontladingslicht naar het uiterlijk kenmerkt, bezit dit licht nog verschillende gunstige eigenschappen, waarvan wijde volgende hieronder noemen: 1. Hooge lichtopbrengst; deze is voor natriumlampen 3a 4 maal grooter aan voor gloeilampen van ongeveer hetzelfde vermogen, terwijl kwiklampen in dit opzicht ongeveer 2 a 4 maal beter zijn dan gloeilampen. 2. Lange levensduur van de lampen Voor natriumlampen gelden bovendien in het bijzonder de volgende voordeelen: 1. Sterk verhoogde gezichtsscherpte. 2. Gemakkelijke accommodatie, dank zij de kleur van het licht, welke vrijwel overeenkomt met die waarop het oog in wit licht geaccommodeerd is, zoodat geen vermoeidheid tengevolge vaneen ongewone instelling van het oog optreedt en de verlichting dus bijzonder rustig is. 3. contrastrijkheid van de verlichting, waardoor de waarneembaarheid van voorwerpen op den verlichten weg of op het verlichte terrein sterk verhoogd wordt. 4. Betere zichtbaarheid onder ongunstige weersomstandigheden, zooals regen of mist. 5. Verhoogde snelheid der waarneming, een eigenschap welke vooral gewaardeerd wordt door het autorijdende deel der weggebruikers. „PHILORA” NATRIUM- EN KWIKLAMPEN 6. Zeer sterk verminderde verblinding, waardoor in hooge mate wordt bijgedragen tot de verbetering der verlichting. Naast de glazen kwiklampen HO zijnde kwartskwiklampen ontstaan, welke als kleine eenheden met hoog rendement (HP), doch ook als zeer groote eenheden van betrekkelijk kleine afmetingen kunnen gefabriceed worden (SP), een en ander in tegenstelling met de glazen kwiklampen. De kleine kwartskwiklampen worden thans reeds op groote schaal toegepast zoowel voor buitenverlichting, alleen of tezamen met gloeilampen in z.g. mengverlichtingsinstallaties. Een dergelijke installatie is de eenige, waarin op technische schaal, zonder verliezen, een benadering van het daglicht kan worden verkregen. Een speciale uitvoering dezer lampen in zwart glas levert uitsluitend ultra-violette stralen voor het opwekken van fluorescentieverschijnselen (HPW). De groote kwartslampen (HP) dienen voor speciale doeleinden: verlichting van landingsbanen op vliegvelden of van andere uitgestrekte oppervlakken, zooals b.v. rangeerterreinen. VERLICHTING VAN EEN KLEUREN-DRUKKERIJ MET MENGLICHT VERKREGEN MET SUPERHOOGEDRUK-KWIKLAMPEN HP 300 EN GLOEILAMPEN Deze lampen worden hoofdzakelijk gebruikt voor projectiedoeleinden, hoewel ook studio verlichting (televisie) en andere toepassingen mogelijk zijn. TOEPASSINGEN DER ONTLADINGSLAMPEN. Natriumlampen, type SO, worden daar toegepast waar het zien van normale kleuren geen vereischte is, bijvoorbeeld: le. Snelverkeerswegen, invalswegen van steden, enz. Door het hooger rendement en den langen levensduur is een goede wegverlichting ook economisch mogelijk. Zelfs bij betrekkelijk laag verlichtingsniveau komen de gunstige visueele eigenschappen van natriumlicht tot hun recht, hetgeen tengevolge heeft: groote gezichtsscherpte, verhoogde contrastwerking, gemakkelijke waarneming, geen verblinding en gunstig effect bij mist en nevel. 2e. Spoorwegemplacementen, industrieele terreinen, enz. 3e. Laad- en losplaatsen, opslagplaatsen, garages en benzine-servicestations. 4e. Bruggen, kaden, sluizen en kanaalwerken se. Werken in uitvoering, bouwputten. 6e. Werkplaatsen met contrastarme omgeving, zooals lasscherijen, ketelmakerijen, plaatwerkerijen, gieterijen, vormerijen en smederijen. 7e. Voor randverlichting van vliegvelden. Be. Gevelverlichting, reclameborden, opschriften, enz. Tenslotte hebben de kwartskwiklampen zich ook ineen andere richting ontwikkeld, n.l. door het verhoogen van de belasting, zonder de afmetingen te vergrooten (SP). Dit is echter slechts mogelijk gebleken door het toepassen van geforceerde koeling, b.v. met behulp vaneen watercirculatiesysteem. Deze lampen kenmerken zich door hun hoog rendement, alsmede door hun zeer hooge helderheid, die de helderheid van de zon kan evenaren en in sommige gevallen zelfs belangrijk kan overtreffen. Kwiklampen, type HO en HP worden eveneens toegepast, waar normale kleurbeoordeeling niet primair is. De verkleuring is echter slechts van dien aard, dat deze lampen veel toepassing vinden voor: le. Groote verkeersaders en pleinen in steden. 2e. Terreinverlichting, enz. 3e. Verlichting van werkplaatsen en fabriekslokalen, waar nauwkeurige kleurbeoordeeling geen rol speelt. 4e. Garages en benzine-service-stations. se. Ge vel verlichting, verlichting van boomgroepen, reclameborden, opschriften, enz. Menglicht vindt toepassing voor: le. Straatverlichting, verlichting van parken, pleinen, enz. 2e. Verlichting van perrons. 3e. Verlichting in kantoorgebouwen. 4e. Verlichting in fabrieksruimten, waar kleurbeoordeeling noodig is. se. Verlichting van daarvoor geschikte winkeletalages en verkoopruimten. VERLICHTING VAN DEN SNELVERKEERSWEG AMSTERDAM-HAARLEM MET NATRIUMLAMPEN, TYPE SO 650 De neon-verlichting is principieel verschillend van de methode der lichtopwekking inde gewone gloeilamp, daar inde neonbuizen eene electrische ontlading plaats vindt dooreen gas. De z.g. neon-letter neemt inde huidige lichtreclame een zeer voorname plaats in. De fabricage bestaat bier grootendeels uit handenarbeid. De glazen buizen, inde Philips’ Glasfabrieken in verschillende dikten getrokken, worden inde neon-afdeeling inden verlangden vorm gebogen door ervaren glasinstrumentmakers, teneinde de gevraagde letters en figuren te verkrijgen. Het is juist eender aantrekkelijkheden van de neon-lichtreclame, dat de buizen zich tot alle gewenschte vormen laten verwerken. Neon-buizen kunnen worden gemaakt in rood, blauw, groen, geel en diverse nuanceeringen dezer kleuren. Rood is de karakteristieke kleur der neongas-ontlading, terwijl de blauwe kleur ontstaat door toevoeging van kwik inde neonbuis. De overige kleuren worden door andere glassoorten, dan wel door andere gasvullingen verkregen. Behalve voor reclame-doeleinden worden neon-buizen toegepast voor vliegveld-bebakening, hoewel hiertoe natuurlijk vaneen veel grootere stroom- en lichtsterkte gebruik wordt gemaakt dan bij reclameverlicbting het geval is. Deze neon-buizen worden met laagspanning gevoed en zijn voorzien vaneen gloeikathode. Soortgelijke laagspannings-neonbuizen worden tegenwoordig veel toegepast door kweekers voor het bestralen van bun gewassen in den winter, waarmede een vervroegde bloei en grootere oogst bereikt wordt. Tegenwoordig vinden fluorescentiebuizen veel toepassing. Dit zijn lichtbuizen, waarin op den binnenwand een fluoresceerend poeder is aangebracht, waardoor een veel grootere lichtintensiteit wordt verkregen. De voornaamste kleuren waarin deze buizen geleverd worden zijn wit, blauw, groen en geel. De buizen worden onderverdeeld in twee groepen, te weten „Luphilos”- buizen en „Superphilos”-buizen. De eersten zijn voorzien van koude kathoden en branden op hoogspanning, terwijl die van de tweede groep voorzien zijn van gloeikathoden en op een veel lagere spanning branden. NEON-VERLICHTING De radiolamp is een product, dat zoowel in physisch als in constructief opzicht nauw verwant is aan de electrische gloeilamp. Kennis van de problemen betreffende het luchtledige der lampen, zoowel als ervaring inden bouw', inde samenstelling van glas en metaal enz., zijn voor beiden noodzakelijk, en hieraan is het toe te schrijven, dat de N.V. Philips9 Gloeilampenfabrieken er in zeer korten tijd in is geslaagd de kwaliteit harer radiolampen zoodanig op te voeren, dat deze een eerste plaats op de wereldmarkt innemen. Men mag zich wel afvragen, wat nu eigenlijk verrassender is: de successen, die de wetenschappelijke onderzoekers in het laboratorium behaalden, dan wel de massavervaardiging van dit kleine technische wonder, welks goede werking afhangt van ontelbare kleinigheden, die als evenvele valstrikken op den weg der fabricage liggen. Daarbij komt nog, dat de ontwikkeling der radiolamp ineen zoodanig snel tempo gaat, dat er voortdurend nieuwe typen vervaardigd moeten worden, eenerzijds om gelijken tred te houden met de vorderingen van toestel- en luidsprekerbouw, anderzijds om rekening te houden met de bijzondere eischen, die de export van radiolampen naar bijna alle landen van de wereld stelt. CONTROLE RADIOLAMPEN R ADIO – ONT V ANGL AMPEN Inde machinefabriek moest men zich met volle kracht gaan toeleggen op het bouwen van speciale machines voor de radiolampenfabricage. Dat deze machines aan zeer hooge eischen moeten voldoen en dat de problemen nog moeilijker zijn dan bij de gloeilampenfabricage, moge blijken uit de navolgende vergelijkingen: De radiolamp heeft n.l. een zeer groot aantal onderdeden, die aan het brugje der lamp worden bevestigd, n.l. de toevoerdraden naar gloeidraad, kathode, roosters en plaat en bovendien nog verschillende steundraden. Bij de plaatsing van gloeidraad, plaat en roosters ten opzichte van elkander, komt het verder aan op uiterst nauwkeurige opstelling. Wat bij den gloeidraad vaneen verlichtingslamp voldoende is t.o.v. de zuiverheid van het materiaal, nauwkeurige afmetingen, isolatie en luchtdichtheid, voldoet bij de constructie van de radiolamp nog lang niet. Er wordt dus een precisie vereischt, die, uitsluitend bij handenarbeid, onmogelijk zou zijn; toch is het aantal arbeiders, dat bij de fabricage der radiolamp noodig is, nog groot, daar de machinale methodes de controle geenszins overbodig maken. Bovendien is de controle hier veel moeilijker dan bij de gloeilamp, daar op veel meer eigenschappen moet worden gelet. De eerste proeven zijn van meer mechanischen aard, doch na het luchtledig pompen, het aanbrengen van de bekende spiegelende laag en het monteeren van de huls, is het binnenste van de lamp feitelijk aan het oog onttrokken, en dan begint een serie van electrische proeven, waarbij niet het oog, maarde wijzer van het meetinstrument eventueele fouten moet aanduiden. Ook worden de radiolampen bij honderden op brandramen geplaatst, groote rekken, waarop de kathode haar definitief karakter krijgt en eventueele „defecten inden dop” zich spoedig openbaren. Voor de controle passeeren de radiolampen meettafels met precisiemeetinstrumenten, waar de karakteristieke eigenschappen van de lamp, die een volledig beeld geven van haar gedragingen, worden gemeten. En ten slotte volgen de ontvanginstallaties met luidsprekers, waarop steekproeven uit de fabricage worden genomen. Evenals bij de gloedampencontróle, worden bij de radiolampen ook steekproeven op den normalen levensduur genomen. Doordat bier duizenden radiolampen tot het einde toe branden, onder omstandigheden, die aangepast zijn aan de zwaarste eischen van de praktijk, krijgt men hier een uiterst volledig beeld van de wijze waarop deze lampen zich gedragen. Op geregelde tijdstippen worden de lampen gemeten, zoodat men hun volledige levensgeschiedenis op papier krijgt. ZENDLAMPEN EN ZENDSTATIONS Met de fabricage van zendlampen is een speciale afdeeling der fabriek belast. In tegenstelling met de ontvanglampenfabricage, valt dit werk, vooral wat de groote modellen betreft, geheel buiten het kader der massafabricage. De hoogfrequente stroomen, door de zendlamp bij haar gebruik ineen zender opgewekt, ontstaan uit gelijkstroom; wij kunnen ons deze lamp dus voorstellen als een groote omvormer, die gelijkstroom omzet in hoogfrequenten wisselstroom. Evenals alle omvormers, heeft de zendlamp een bepaald nuttig effect; de optredende verliezen worden inde lamp in warmte omgezet. Vooral bij de MODERNE WATERGEKOELDE 25 KILOWATT ZENDPENTHODE De fabricage van watergekoelde lampen vertoont dus wel het meest kenmerkende verschil met de ontvanglampen-fabricage. De groote metalen cylinders, die als anode dienen, worden door ervaren glasblazers op speciaal daartoe ingerichte machines aan de glazen ballons gelascht. Zware laschmachines lasschen bet rooster (dat soms 100 cm lengte en 6 cm diameter heeft) aan de steundraden. Op de pompinstallatie wordt de lamp dan luchtledig gepompt en daarbij zoo hoog mogelijk verhit, om alle resten van gas, die zich inde onderdeelen der lamp mochten bevinden, te verwijderen. De meest moderne zendlampen zijnde penthodes, waarvan een geheele serie wordt vervaardigd; de grootste dezer lampen is watergekoeld. zendlampen voor zeer groote vermogens, was het een moeilijk probleem de ontwikkelde warmte af te voeren, teneinde het bezwijken der lamp door te groote hitte te verhinderen. Dit probleem is hier opgelost door deze zendlampen uiteen glazen en een metalen gedeelte op te bouwen, welke luchtdicht aan elkander zijn gelascht. Het metalen gedeelte wordt bij gebruik door water gekoeld, zoodat deze lampen voor een veel grooter vermogen kunnen worden gebouwd dan vroeger mogelijk was. OMROEPZENDER TE RIO DE JANEIRO Behalve over de gewone meettafels beschikt de afdeeling over drie groote proefzenders met kunstantenne, waarin de watergekoelde lampen onder verzwaarde bedrijfsvoorwaarden beproefd kunnen worden. Deze zenders kunnen resp. 100 en 1000 kilowatt vermogen aan de lampen toevoeren. Het vermogen van de hier vervaardigde zendlampen loopt van 3 tot 250.000 watt. Vooral op het gebied der ultra-korte golven heeft Philips steeds een leidende rol gespeeld. Verschillende speciale lamptypen werden hiervoor ontwikkeld. Met de z.g. magnetronlampen bereikt men thans golflengten tot 4 cm. Zeer bekend is de laboratoriumzender PCJ geworden; reeds in 1927 werd met dezen zender een radiotelefoniscbe verbinding met Indië tot stand gebracht, een prestatie die toentertijd eenig ter wereld was. De gunstige resultaten met dezen zender behaald, gaven aanleiding tot den bouw vaneen definitieven PHOHI zender, de PHI te Huizen, die thans, door uitzending van dagelijksche omroep-programma’s op de korte golf, het contact tusschen het moederland en de Nederlandsche overzeesche gewesten onderhoudt. In 1924 werd de omroepzender te Hilversum voor den Nederlandschen omroep gebouwd; deze werd in 1929 verbouwd voor de golflengte van 301 m. Deze zender is in eigen exploitatie en blijft zoodoende steeds ZEND-ONTVANG-INSTALLATIE VOOR LANGE EN KORTE GOLVEN,MET RADIOKOMPAS, ZOOALS GEÏNSTALLEERD AAN ROORD VAN DE K.L.M.-VLIEGTUIGEN „DOUGLAS DC 3” VOOR DE NED.-INDIË-ROUTE APPARATENFABRIEK Behalve de eigenlijke montageafdeeling, waar de radio-ontvangtoestellen worden samengesteld uit de verschillende onderdeden, varieerende van eenvoudige metalen beugeltjes tot meesterstukken van precisiearbeid, zooals de draaicondensator b.v., omvat deze fabriek ook de afdeelingen, waarin verschillende dezer onderdeden worden vervaardigd. In tegenstelling met vele andere apparatenfabrieken, die deze elders inkoopen, worden nl. alle onderdeden voor de Philips apparaten inde eigen fabrieken gemaakt. Behalve de metalen deelen en stukken van „Philite”, die inde hieronder te noemen metaalwaren- en „Philite”-fabriek worden vervaardigd, worden in Eindhoven nog de volgende onderdeden gefabriceerd. Natte electrolytische condensatoren, welke ineen kleine ruimte een zeer groote capaciteit herbergen. De isolatie wordt gevormd aan de nieuwste vindingen aangepast. Het draaggolfvermogen bedraagt thans 25 kW overdag en 60 kW des avonds. De laatste trap is inmiddels reeds geschikt gemaakt voor een vermogen van 120 kW, waarvoor twee lampen van 250 kW gebruikt worden. Het spreekt vanzelf, dat de ontwikkeling van zendlampen nauw verband hield met het ontwerpen van diverse soorten zendstations; de vele moeilijkheden, welke zich op radiozendgebied voordeden, zijn inde Philips’ Laboratoria grondig onderzocht. Ook andere typen van Philips zenders hebben ertoe bijgedragen de aldus gevestigde reputatie te versterken. Wij noemen slechts de vliegtuigzenders, die thans overal ter wereld gebruikt worden. De welhaast spreekwoordelijke betrouwbaarheid en regelmatigheid van de half-wekelijksche K.L.M. diensten tusschen Nederland en Indië, zijn niet inde laatste plaatste danken aan de radio-installaties in deze vliegtuigen. De verkregen ervaring en de resultaten van het laboratorium-onderzoek zijn vastgelegd inde ontwikkeling van verschillende series van standaardzenders, zooals lange- en kortegolf omroepzenders, vliegtuig-, vliegveld-, baken-, scheeps-, politie-, militaire-, draagbare installaties enz. dooreen dun aluminiumoxyde-huidje, dat met behulp vaneen electrolytisch procédé op een aluminium-kern wordt aangebracht, die uiteen schijfje aluminium is gespoten. Droge electrolvtische condensatoren, waarbij de oxydehuid wordt aangebracht op een aluminiumband, die daarna onder tusschenlegging van papier, met een tweeden, niet met oxyd bedekten aluminiumband, tot een buis wordt opgewikkeld. Verschillende papiercondensatoren in buis- of doosvorm. Behalve het opwikkelen uit metaalfolie en papier en de montage, wordt een belangrijk onderdeel dezer fabricage gevormd door het impregneeren onder hoog vacuum, waardoor de papierisolatie zeer gunstige electrische eigenschappen verkrijgt. In deze afdeeling worden ook de groote condensatoren voor zenders en voor verbetering van den arbeidsfactor in electriciteitsnetten gemaakt. Mica-condensatoren, welke zijn opgebouwd uit met zilver bespoten mica-plaatjes. Deze condensatoren worden gebruikt, waar de kleinst mogelijke verliezen en een groote nauwkeurigheid vereischt zijn. Keramische condensatoren, bestaande uiteen verzilverd buisje van porcelein of glas. Hiermede worden condensatoren van zeer kleine afmetingen verkregen. Koolweerstanden, bestaande uit poiceleinen, met een zeer dunne koollaag bedekte buisjes en regelbare koolweerstanden. Transformatoren voor de voeding van het ontvangtoestel, welke veelal met zeer fijn draad worden bewikkeld. Een bijzonderheid dezer transformatoren is, dat elke transformator dooreen eenvoudige omschakeling voor iedere voorkomende netspanning te gebruiken is. Golfschakelaars. Dit zijn zeer ingenieuse constructies van beweegbare en vaste contacten, die dienen om het ontvangtoestel op verschillende golfbanden over te schakelen. Inde geheele onderdeelen-fabricage is zooveel mogelijk de handenarbeid door machinale arbeid vervangen. Zelfs het meten en sorteeren van condensatoren en weerstanden geschiedt automatisch. Inde montageafdeeling leenen de bewerkingen zich minder voor het gebruik van machines, echter geschiedt het transport hier wel geheel Aan den montageband worden eerst zooveel mogelijk alle onderdeelen op een metalen doos zonder bodem, de z.g. „montageplaat”, bevestigd, waarna de verschillende verbindingsdraden door soldeeren aan de onderdeelen worden bevestigd. De voor den leek op het eerste gezicht wat „rommelige” bedrading is noodig omdat verschillende verbindingen zoo kort mogelijk, dus „recht toe, recht aan” moeten worden gemaakt. De verbindingsdraden worden dooreen afzonderlijke groep arbeiders op maat geknipt en gebogen. Nadat de electrische montage is beëindigd en het schaalaandrijfmechanisme hierop is aangebracht, doorloopt het chassis zijn verschillende bewerkingen, waarbij het electrisch en mechanisch wordt beproefd en afgesteld. Hierna worden de houten kasten, waarin de luidspreker en de afstemschaal reeds zijn aangebracht, op den band geplaatst en de compleet gemonteerde en afgestelde chassis hierin bevestigd. mechanisch door middel van den loopenden band. ledere arbeid(st)er krijgt het werkstuk toegevoerd door den band en plaatst het na beëindiging van de hem (haar) toegewezen bewerking weer hierop. Hierdoor wordt een regelmatig doorloopen van het product verkregen, zoodat ieder apparaat, waaraan ’s morgens begonnen wordt, nog dienzelfden dag als gereed product inde pakkerij of in het magazijn komt. FABRICAGE RADIO-APPARATEN Na een eerste controle worden de apparaten op zeer langzaam voortbewegende banden geplaatst, waarop zij gedurende eenige uren op de volle spanning worden beproefd. Aan het einde doorloopen deze apparaten een ijzeren kooi, waarin zij automatisch op een zeer hooge spanning worden gebracht, zoodat na deze proef een betrouwbare werking tijdens bet toekomstig gebruik verzekerd is. De band voert ze nu ineen geluiddichte kamer, waarin het muzikale gedeelte van ieder apparaat wordt gekeurd en de zuivere weergave en vrijheid van bijgeluiden wordt gecontroleerd. Na deze controle worden de apparaten inde pakkerij vaneen achterwand voorzien en verpakt. De montage van muziekkasten en z.g. consoles geschiedt ineen aparte afdeeling. Rijwielverlichting. Inde apparatenfabriek worden tevens rijwieldynamo’s, lantaarns en achterlichten vervaardigd. Ineen afzonderlijke ruimte worden de papieren conussen (membranen), welke aan zeer speciale eischen moeten voldoen, om alle toonhoogten gelijk weer te geven, „geschept”. Zij worden inde luidspreker-afdeeling van zeer lichte spoeltjes voorzien en daarna aan een transportband met magneten en andere onderdeelen tot luidsprekers samengevoegd. Aan het einde van dezen band worden de magneten gemagnetiseerd en komen de luidsprekers ineen geluiddichte controlekamer waarin zij op een goede weergave van verschillende toonhoogten worden gekeurd. Alle luidsprekers, vanaf de kleinste voor autoradio tot de grootste voor „public address”, worden in deze afdeeling gemaakt. LUIDSPREKERS NEON-VERLICHTING OP PHILIPS FABRIEKEN Daar de ervaring, opgedaan bij de fabricage en de bewerking van glas, en de kennis van de bij het luchtledig maken van verlichtingslampen optredende problemen, zeer van pas komen bij de fabricage van röntgenbuizen, is het niet te verwonderen, dat de Philips’ Fabrieken ook de vervaardiging van dit product ter hand hebben srenomen. Bij röntgenonderzoekingen wordt steeds met zeer hooge spanningen gewerkt. Toen de fabricage door Philips voor het eerst ter hand werd genomen, lagen deze spanningen tusschen de 50.000 en 200.000 volt, thans gaan deze reeds tot 1.000.000 volt en hooger. Deze hooge spanningen brengen mede, dat aan het product en dus ook aan de fabricage ervan, buitengewoon hooge eischen moeten worden gesteld. Daardoor is men gedwongen van het materiaal zooveel te verlangen en de constructie zoo sterk te maken, dat men alleen met RÖNTGEN-AFDEELING MATERIAALONDERZOEK jVAN EEN KETEL MET HET „METALIX” APPARAAT, TYPE MAKRO 180 de hulp vaneen bijzonder goed toegerust natuurkundig laboratorium, de beste werkplaatsen en een zeer nauwgezette fabricagecontröle, in staat is op dit gebied iets werkelijk goeds te brengen. Inde röntgentechniek heeft men sinds haar ontstaan inden waarsten zin des woords steeds aan de grens van het mogelijke gewerkt, en dit doet men ook thans nog. Nadat men gedurende korten tijd röntgenbuizen vervaardigd bad, die zich aan het tot dan toe bekende aanpasten, ging men ertoe over volkomen nieuwe wegen in te slaan. De uitvinding van het chroomijzer maakte de gasdichte verbinding van glas en metaal mogelijk en leidde tot de constructie vaneen volkomen nieuw type röntgenbuis, die van de tot nu toe bekende sterk afweek en als „Metalix” buis vermaardheid heeft verworven. De „Metalix” buis biedt een absolute bescherming tegen ongewenschte röntgenstralen die, zooals bekend is, in grootere hoeveelheden „CENTRALIX” DENTAL APPARAAT Na verloop van slechts weinige jaren sedert het uitbrengen van deze buis, heeft het principe van bescherming tegen stralen reeds zoo algemeen ingang gevonden, dat de oorspronkelijke, onbeschermde glazen buizen geheel op den achtergrond zijn gedrongen. In het jaar 1928 ging men nog een schrede verder door aan de stralenbescherming de volledige bescherming tegen hoogspanningsgevaren toe te voegen, waardoor een werkelijk volledig beschermende röntgen-inrichting tot stand werd gebracht. Daartoe was het niet alleen noodzakelijk, de röntgenbuis zelf te maken, maar ook om bij de fabricage van den transformator, waaruit deze gevoed wordt, en van de schakelinrichting, rekening te houden met de nieuwste eischen op dit gebied. Het resultaat van dit streven was het „Metalix” Junior apparaat, de voorlooper vaneen geheele reeks, volgens deze nieuwe principes geconstrueerde röntgenapparaten, die thans het geheele toepassingsgebied der röntgenstralen, zoowel op medisch als op technisch gebied en op dat van het natuurkundig onderzoek, omvatten. Het kleinste apparaat dezer serie („Centralix”) weegt slechts enkele kilogrammen en heeft de transformator en de buis ineen omhulling vereenigd; de grootste apparaten voor diagnostiek hebben een capaciteit van eenige tientallen kW bij 100.000 volt; die voor therapie worden sinds eenige jaren voor 200.000 en 400.000 volt leer schadelijk kunnen zijn en laat de „nuttige” röntgenstralen enkel door het z.g. venster naar buiten treden. C/60, BUIS VAN C 25 IN VERGELIJKINGMET VULPENHOUDER INSTALLATIES VOOR OPNAME, PROJECTIE EN WEERGAVE VAN GELUIDFILMS Het wijd vertakte gebied der geluidfilmopname en -weergave, met zijn geheel bijzondere technische eischen, was aanleiding om een hierin gespecialiseerde afdeeling van het Philips bedrijf, n.l. Philips Cine Sonor, te vormen. Op het gebied der weergave-installaties neemt Philips thans een vooraanstaande plaats in. De voor gebruik in hioscoop-theaters enz. vervaardigde complete ~Reality Range” projectie- en weergave-installaties, die men in practisch alle landen van de wereld aantreft, waarborgen een buitengewoon goede weergave, zoowel van muziek als van het gesproken woord, terwijl zij tevens uitmunten dooreen heldere projectie van het beeld. Er zijn installaties ontwikkeld voor de kleinste zoowel als voor de grootste zalen, terwijl het gebruik van lantaarns van groot vermogen projectie mogelijk maakt van de grootste inde praktijk voorkomende PHILIPS-MILLER OPNAMETOESTEL VOOR DEN RADIO-OMROEP gefabriceerd, terwijl er ook reeds genei atoren voor spanningen van 2.000.000 volt tegen aarde zijn vervaardigd en geleverd. De hooge spanningen worden op het geheel nieuwe gebied der atoomsplitsing o.a. ook benut voor het produceeren van kunstmatige radioactieve stoffen, waardoor hier een volkomen nieuw, zeer boeiend en veelbelovend gebied geopend wordt. beelden. Een economische stroombron voor de booglampen vindt men inde Philips oxydkathode-gelijkrichters met bijbehoorende spaarstabilisatoren. Naast de installaties, welke dienen voor vaste opstelling inde cabines van bioscopen, worden ook transportabele installaties geleverd voor reizende bioscopen, schepen, vereenigingen, universiteiten, kortom voor alle toepassingen waarbij slechts af en toe filmvoorstellingen, die niettemin aan de hoogste eischen moeten voldoen, gewenscht zijn. Behalve de bovengenoemde installaties, die voor weergave van normaalfilm (breedte 35 mm) dienen, worden door Philips, naast camera’s en projectoren voor stomme-smalfilm, ook geluid-filminstallaties voor deze filmbreedte van 16 en 8 mm inden handel gebracht. Goede weergave van geluid-smalfilms stelt zeer hooge eischen aan het electro-acoustische gedeelte der installatie, zoodat zeer diepgaande proefnemingen vooraf dienden te gaan. CINE SONOR APPARAAT Op het gebied der geluidopname nemen wij een zeer bijzondere plaats indoor de z.g. Philips-Miller patenten. Werd tot nu toe geluid langs fotografiscben weg op film vastgelegd, thans geschiedt dit met het Philips-Miller apparaat mechanisch. Hiermede is een absoluut natuurgetrouwe weergave bereikt. Dit systeem kan worden toegepast voor de „bioscoop”-film, het radiozendwezen, het opnemen van redevoeringen, b.v. in parlementen, enz. Bij de radio heeft dit procédé al een ruime toepassing gevonden, o.a. omdat de duur vaneen Philips-Miller programma onbeperkt is. Alle bijkomstige artikelen, zooals cinema-gelijkrichters, fotocellen, enz., die tevens afzonderlijk inden handel worden gebracht, zijn in de Philips’ Laboratoria ontwikkeld en worden in eigen bedrijf vervaardigd. Versterking van het gesproken woord, versterking van directe en mechanische muziek, verbetering der acoustiek, alles ineen woord samengevat onder „geluidversterking”, spelen een belangrijke rol in de moderne samenleving. Men kan zich heden ten dage geen groote vergadering, meeting, wedstrijd of andere bijeenkomst voorstellen zonder geluidversterking. Op dit gebied wordt dan ook door Philips een groote activiteit ontwikkeld. Een complete serie versterkers, verschillende typen krachtluidsprekers en microfoons, stellen ons in staat aan de hoogste eischen, welke aan een geluidversterker-installatie kunnen worden gesteld, te voldoen. GELUIDVERSTERKING Z.K.H. PRINS BERNHARD BEZOEKT DE PHILIPS’ FABRIEKEN TE EINDHOVEN OP 30 OCTOBER 1936. (Foto Dr. E. Salomon) HET S.S. „NORMANDIE” IS UITGERUST MET EEN PHILIPS VERSTERKER-INSTALLATIE Door Phihps werden o.a. vaneen geluidversterker-installatie voorzien: het nieuwe Volkenbond-paleis te Genève, een van de grootste en zeer zeker het belangwekkendste project ooit in Europa uitgevoerd; het Fransche m.s. „Normandie”; de St. Pieter te Rome; de parlementsgebouwen in verschillende landen; eenige der grootste lucbthavens, zooals Leßourget te Parijs en Schiphol te Amsterdam, enz., enz. Ineen onzer fabrieksgebouwen is een zaal in gericht waar de bezoeker een juisten indruk krijgt van wat op het gebied van geluidversterking kan worden bereikt. Door middel vaneen speciaal schakelsysteem kan bier de met de verschillende installaties verkregen reproductie ten gehoore worden gebracht. VERSTERKER-INSTALLATIE OP DE WERELD-JAMBOREE 1937 TE VOGELENZANG PUPINSPOELEN De groote ontwikkeling der kabeltelefonie over langen afstand werd o.a. slechts mogelijk door den inbouw, op regelmatige afstanden, (2 km) van zelfinductiespoelen, gebaseerd op de uitvinding van Professor Michael Pupin. Deze pupinspoelen hebben ten doel, de vervorming, veroorzaakt door de capaciteit van de kabelleidingen, voor een groot deel op te heffen en bovendien de verzwakking, waaraan elk gesprek over langen afstand onderhevig is, te verminderen. Deze pupinspoelen bestaan uit draadwindingen om een ringvormige kern; de magnetische eigenschappen van deze kern zijn bepalend voor het met de spoel verkregen resultaat. Inde Philips’ Laboratoria werden gedurende een lange reeks van jaren onderzoekingen verricht op het gebied der legeeringen met bijzondere magnetische eigenschappen, o.a. door toepassing dezer legeeringen inde kernen van de laagfrequent-transformatoren der radio-ontvangers. TELEGRAFIE- EN TELEFONIEVERKEER LANGS DRAAD EN KABEL AFLEVERING VAN EEN SERIE PUPINKETELS, TYPE XB 70 TE WARSCHAU Voortbouwend op de bereikte resultaten, is het Philips gelukt een speciale nikkel-ijzer legeering te vinden de bewerking van dit materiaal is geoctrooieerd die, gebruikt als kern voor pupinspoelen, een reeks van groote voordeelen biedt. De pupinspoelen, die voor montage ineen telefoonkabel geschikt gemaakt worden door onderbrenging in laschmoffen of in speciale pupinketels, worden door Philips vervaardigd en aan verschillende P.T.T. administraties op groote schaal geleverd, terwijl vele buitenlandsche telefoonfabrieken gebruik maken van de Philips kernlegeering. COMPLETE LIJNVERSTERKERREKKEN Hoewel de inbouw van pupinspoelen de verzwakking van het PENTHODE-LIJNVERSTERKERREKKEN IN HET P.T.T. VERSTERKERSTATION TE UTRECHT De ruime ervaring van Philips met betrekking tot den bouw van geluidversterkers en de daarbij behoorende versterkerlampen, maakte het mogelijk inde afgeloopen jaren ook moderne tegengekoppelde versterkers voor gebruik in telefoonkabels te bouwen, en met groot succes. De Philips lijnversterkers worden thans reeds op groote schaal in het moderne telefoonverkeer toegepast. TOESTELLEN VOOR DRAAGGOLF-TELEFONIE De moderne ontwikkeling van het telefoonverkeer heelt geleid tot den bouw van apparaten, die het mogelijk maken gelijktijdig over één draad- of wel over één radioverbinding een groot aantal gesprekken te voeren. Dit is mogelijk doordat ieder gesprek, evenals inde radiotechniek, voortgeplant wordt met behulp vaneen draaggolf, die voor ieder gesprek afzonderlijk een bepaalde, van de overige gesprekken verschillende, frequentie heeft. Ook hier bleek bet mogelijk, de veelzijdige ervaring van de Philips’ Laboratoria te combineeren tot een uitmuntende basis voor den bouw van installaties voor draaggolf-telefonie, waarmede reeds zeer belangrijke resultaten zijn bereikt. BIJBEHOORENDE APPARATEN Hieronder vallen vrijwel alle toestellen, die, behalve de hierboven reeds genoemde, inde telefoontechniek gebruikt worden. telefoongesprek vermindert, zijn deze spoelen niet in staat de verzwakking bij lange afstanden voldoende op te heffen. Met het groeien van den afstand wordt weldra de grens der verstaanbaarheid bereikt. Sinds 1916 worden daarom, behalve pupinspoelen, in alle belangrijke telefoonkabels op regelmatige afstanden versterkers ingebouwd, die met behulp van versterkerlampen het verzwakte gesprek op het oorspronkelijke niveau terugbrengen; dit zelfde beeld herhaalt zich periodiek langs de geheele lijn. Eerst hiermede is een wijde horizon ontstaan voor het telefonisch verkeer langs kabels. De lijnversterkerrekken, zoowel als de pupinspoelen, vormen onmisbare factoren in dit samenstel. Wij noemen hiervan slechts: gelijkrichters, lijnversterkerlampen, noodvoeding-agregaten, toestellen voor het overbrengen van wekstroom en kiesimpulsen. echo-onderdrukkers, lijntransformatoren, electrische filters, meet- en contröle-apparaten voor de telefoontechniek. DRAAGGOLF-TELEFONIE INSTALLATIE Van onze industrie-producten noemen wij : TOESTELLEN VOOR ELECTRISCH LASSCHEN Voor dezen jongen tak van industrie vervaardigen wij een uitgebreide reeks toestellen en benoodigdheden: laschgelijkrichters, voor het lasschen met gelijkstroom; laschtransformatoren, voor het lasschen met wisselstroom; dubbelstroom-toestellen, die zoowel gelijkstroom als wisselstroom leveren; bekleede laschstaven voor de gewone constructies uit vloeiijzer en vloeistaal en voor bijzondere metalen, als aluminium, roestvrij staal enz.; laschkabels, tangen, beschermkappen en verdere toebebooren. Een bijzonder kenmerk van de PHILIPS laschtoestellen voor gelijkstroom is hun traagheidslooze werking, d.w.z. dat de toestelspanning zich onmiddellijk aanpast aan de veranderingen inde spanning aan den vlamboog, waardoor een gemakkelijke ontsteking van den boog en een gelijkmatige inbranding worden verkregen. INDUSTRIE-PRODUCTEN MONTAGE VAN EEN SERIE DUBBELSTROOM-LASCHTOESTELLEN TYPE 1306 DUBBELSTROOM-LASCHTOESTEL TYPE 1306 Om roestvrij staal, aluminium en aluminiumlegeeringen goed te lasschen, zijn dikwijls zeer korte laschtijden noodig (b.v. 1/50 sec.). Met de gebruikelijke electromecbanische schakelaars is dit wegens hun traagheid niet te bereiken, daar deze voor de grootere vermogens niet meer betrouwbaar werken bij laschtijden beneden 1/s sec., hetgeen neerkomt op maximaal 150 laschpunten per minuut. De Philips snelschakelaar „Tempomaat” is een geheel en al electrisch regeltoestel, dat, dank zij zijn traagheidslooze werking, den laschstroom tot 1500 maal per minuut openen en sluiten kan, overeenkomend met laschtijden van slechts 1/50 sec. Het toestel werkt met zoodanige precisie, dat elke stroomdoorgang op nauwkeurig hetzelfde punt van de wisselstroomperiode begint en eindigt, zoodat alle laschpunten volkomen aan elkaar gelijk zijn. SNELSCHAKELAARS „TEMPOMAAT” VOOR PUNT- EN NAADLASCHMACHINES PUNTLASCHMACHI NE MET SNELSCHAKELAAR ,-TEMPOMAAT” Yele electrische toestellen en installaties kunnen alleen met gelijkstroom worden gevoed. Beschikt men slechts over wisselstroom, dan moet deze in gelijkstroom worden omgezet. Dit kan zeer eenvoudig geschieden, door gebruik te maken van gelijkrichters, welke ook door Philips inden handel worden gebracht. Deze nemen weinig plaats in, vereischen geen fundament en geen toezicht. STERKSTROOMCONDENSATOREN Het verbeteren van den arbeidsfactor (cos q>) in electrische installaties kan het eenvoudigst geschieden met statische condensatoren. Wij vervaardigen deze voor elk vermogen, voor hooge en voor lage spanningen.Een nieuwigheid vormen de Philips drukcondensatoren, die het mogelijk maken een groot condensatorvermogen in een kleine ruimte onder te brengen. GELIJKRICHTERS KWIKKATHODEGELIJKRICHTER 250 VOLT, 55 KW. DRIEFASIGE GLOEI KATHODEGELIJKRICHTRUIS 40 A, 230 V. DRUKCONDENSATOREN VOOR VERMOGENS VAN 75 KW EN 20 KW. HOOGTE RESP. 2 M EN 0.75 M. FLOODLIGHT VERLICHTING ST. MAARTENSTOREN – ZALTBOMMEL DE WOLFRAMBEREIDING EN HETj VERVAARDIGEN VAN WOLFRAM-DRADEN EN -SPIRALEN Wolfram was de eerste grondstof, die in eigen bedrijf werd vervaardigd. Daar de kwaliteit van de gloeilamp in hooge mate afhankelijk is van de eigenschappen van den gebezigden wolframdraad, worden bij de fabricage tal van voorzorgen in acht genomen. Men gaat hierbij als volgt te werk: Uit het wolframerts wordt eerst langs chemischen weg zuiver wolframoxyde bereid. Aan dit oxyde worden kleine hoeveelheden stoffen toegevoegd, waarvan gebleken is dat ze de eigenschappen van den lateren wolframdraad gunstig beïnvloeden, waarna het oxyde met waterstof tot wolfram-metaal wordt gereduceerd. Op deze wijze verkrijgt men het metaal inden vorm vaneen grijs poeder, waarvan het smeltpunt zoo hoog ligt, dat het niet op de normale wijze gesmolten en gegoten kan worden. Daarom wordt een andere methode gevolgd om het poeder tot samenhangende staven te verwerken. Door middel vaneen groote hydraulische pers wordt het poeder in stalen matrijzen geperst tot vierkante staven. Deze staven, waarin het wolfram nog zeer weinig samenhang bezit, worden, nadat ze ineen electrischen oven zijn voorverhit, in met waterstof gevulde en met water gekoelde klokken dooreen electrischen stroom van dh 5000 ampère tot vlak onder het smeltpunt verhit. Bij deze verhitting sinteren de wolframdeeltjes innig tezamen, zoodat een harde maar nog zeer broze wolframstaaf ontstaat, die door het nu volgende hamer- en trekproces geductiliseerd wordt. Nadat de staven in electrische ovens op wit-gloeiliitte zijn gebracht, worden ze in roteerende hamermachines gehamerd. Hierbij verliezen zij hun vierkanten vorm en ontstaat langzamerhand een ronde staaf en ten slotte een ronde draad. Tengevolge van de groote hardheid van wolfram, kan het hameren slechts in kleine trappen geschieden, zoodat een vierkante staaf van 15 X 15 mm wel honderdmaal gehamerd moet worden, eer hieruit een ronde draad van 1 mm doorsnede is verkegen. B. DE AANVERWANTE BEDRIJVEN Hoe fijn deze draad is, blijkt wel uit het feit, dat, hoewel wolfram ruim tweemaal zoo zwaar is als de meeste metalen, 650 km wolframdraad van 0,01 mm slechts 1 kg weegt. Om inde gasvullingslampen een beter rendement te bereiken, is het noodzakelijk de wolfram draad spiraalvormig te wikkelen. Beneden ca. 1 mm wordt getrokken. Hierbij wordt de draad aangepunt en dan getrokken dooreen conische opening ineen diamant, welke ca. 10 °/0 kleiner is dan de draaddiameter. Het gevolg is, dat de draad dunner wordt en langer. Omdat wolfram bij gewone temperatuur te hard is, wordt de draad telkens voor het trekken op hooge temperatuur gebracht en met grafiet gesmeerd. Meer dan ca. 10 °/0 kan men niet aftrekken, omdat anders de draad breekt. Men is dus genoodzaakt om het trekken te herhalen, voor de dunste draden tot 0,01 mm, zelfs 50 tot 100 maal. Het gevolg is, dat men een groot aantal trekbanken noodig heeft en een uitgebreid personeel. Vooral bij den nauwelijks zichtbaren dunnen draad is het zeer moeilijk om de punt door het gaatje inden diamant te steken; dit werk vereischt goede oogen en veel handigheid; het wordt meestal door meisjes verricht. HET HAMEREN VAN WOLFRAMSTAVEN Dit gebeurt op speciale machines, om een kern van staaldraad, die daarna langs chemischen weg wordt opgelost. Door deze spiraal nogmaals te spiraliseeren, kan men het rendement nog meer verbeteren, zooals dat voor „Bi-Arlita” lampen geschiedt. Een normale wolframdraad zou echter bij het branden van de lamp zijn vorm verliezen; het is daarom noodzakelijk om in dit geval te spiraliseeren om veel duurderen molybdeendraad en speciale verhittingsmethoden toe te passen. Er worden echter door de Philips’ Fabrieken geen kosten gespaard om het rendement van de Philips lampen zoo hoog mogelijk op te voeren. Om dezelfde reden worden ook de spiralen, alvorens ze aan de gloeilampenfabriek worden afgeleverd, aan een strenge microscopische controle onderworpen. ledere spiraal, welke fouten vertoont, wordt onherroepelijk afgekeurd. DIAMANT-TREKSTEENEN 20 u/0 van de wereldproductie van industrieele diamanten wordt verbruikt voor de vervaardiging van steenen voor het trekken van metaaldraad. Diamanten verdienen meestal de voorkeur boven kunsttreksteenen, uit hoofde van hun grootere hardheid, waardoor de slijtage veel geringer is. Daar waar het dus vooral op nauwkeurigheid en uniformiteit bij het draadtrekken aankomt, zooals o.a. bij alle draadsoorten, welke inde electrische industrie gebruikt worden, spelen diamant-treksteenen een groote rol. De Philips’ Bedrijven produceeren en verkoopen jaarlijks millioenen gloei- en radiolampen in alle deelen der wereld. De kwaliteit dezer lampen staat of valt met de hoedanigheid van de daarin verwerkte gloeidraden, welke door in eigen bedrijf vervaardigde treksteenen getrokken worden. Voor treksteenen wordt Kaapsche of Braziliaansche diamant gebruikt. De steenen worden hiertoe aan twee zijden afgevlakt, waarna met stalen naalden en diamantpoeder loodrecht op deze vlakken geboord wordt. Bij de kleinere diamanten wordt bovendien nog een facet geslepen loodrecht op het grond- en bovenvlak, teneinde de boring microscopisch te kunnen controleeren. Het gewicht der diamanten hangt af van den gewenschten diameter en varieert van 1/6 tot 10 Kt. Het boren duurt voor een normalen diamant meestal wel een maand. Afgezien van den prijs van den diamant is dus ook het boren zeer kostbaar. De diamanten slijten bij het gebruik uit en de trekopening verliest daardoor haar ronden vorm. Het is dus voortdurend noodig nieuwe diamanten te boren en de oude op te polijsten; bovendien moet men zorgen, ze steeds in alle maten voorradig te hebben. Door belangrijke uitbreidingen brengen de Philips’ Fabrieken thans op grootere schaal dan voorheen geboorde diamanten op de markt. Deze treksteenen vinden niet alleen hun bestemming inde gloeien radiolampen-industrie, maar ook inde belangrijke staal-en kopertrekkerijen in Europa en Amerika. In weinige jaren is, Philips dan ook de grootste leverancier van diamant-treksteenen ter wereld geworden. DIAMANTBOORDERIJ Vóór het jaar 1915 werden de glasartikelen, die in ons bedrijf noodig zijn, uit het buitenland betrokken. De oorlog bracht zoodanige invoermoeilijkheden met zich mede, dat tot den bouw vaneen eigen glasfabriek voor de fabricage van ballon-, buis-, staaf- en röntgen-glas werd overgegaan. Het glas ontstaat door samensmelting van verschillende grondstoffen bij hooge temperaturen. De eigenschappen en de verhouding der gebruikte grondstoffen bepalen de latere eigenschappen van het glas: verwerkingspunt, uitzettingscoëfficient, bestendigheid tegen plotselinge temperatuurwisselingen en tegen aantasting door gloeiende dampen (zooals natrium- en kwikdamp, e.a.), doorlaatbaarheid voor verschillende lichtgolven (gekleurde glazen), röntgenstralen, enz. Het aantal der gebruikte grondstoffen is zeer groot. Onder andere wordt gebruik gemaakt van: bariumcarbonaat, boorzuur, borax, dolemiet, loodmenie (voor zwaar kristalglas en voor buizen), potasch, soda, zand, zinkoxide. Om het glas te kleuren voegt men cadmiumsulfide, cobaltoxide, koperoxide, selenium of fluorverbindingen toe. Deze laatste geven het glas een verstrooiende werking (opaalglas). Als voorbeeld vaneen eenvoudige samenstelling is te noemen: kiezelzuur inden vorm van zand, soda en kalkspaat. De grondstoffen worden inde mengkamer gezeefd, zorgvuldig afgewogen, en daarna in „gemeng-karren” gestort en gemengd. Dit mengen geschiedt bijna steeds machinaal, waardoor het hinderlijke stuiven wordt voorkomen. Als hygiënische maatregel zijnde arbeiders inde mengkamers door maskers zooveel mogelijk tegen het rondzwevende stof beschermd. Aan de aldus gemengde grondstoffen, „gemeng” geheeten, voegt men nog afvalglas en scherven toe. De gemeng-karren worden gevuld naar de ovens gebracht en de inhoud wordt gedurende de nachturen gesmolten. Deze ovens worden verhit tot i 1400° C, door middel van eigengemaakt gas of stookolie, onder toevoer van hoog-voorverwarmde verbrandingslucht. Tijdens dit smeltproces ontstaan gasbellen (koolzuur), die langzaam door de dun-vloeibare glasmassa DE GLASFABRIEK HET BLAZEN DER BALLONS De glasblazer drukt met zijn blaaspijp op de oppervlakte der vloeibare glasmassa, draait de pijp rond, en windt een kleine hoeveelheid glas om de pijpopening, ervoor zorg dragend dat de blaaspijpboring niet verstopt. Men noemt dit „keien”. De aan de blaaspijp gekeide hoeveelheid glas wordt door den blazer overeen ijzeren plaat gerold, waarna hij met den mond een kleine hoeveelheid lucht in het glas blaast. Door zwaaien van de pijp verlengt hij nu de glasbei tot een hol cyhndertje, brengt dit ineen uit twee helften bestaande matrijs, welke met den voet gesloten wordt, en blaast nu de wanden van het cylindertje tegen den binnenwand der matrijs, onder voortdurend draaien der blaaspijp, waardoor een ballon van bepaalden vorm ontstaat. De matrijs is vervaardigd van gietijzer, bekleed met wat smeer en inwendig bevochtigd met water, zoodat bij aanraking van het heete glas met den vorm een stoomlaagje ontstaat, dat te snelle afkoeling en daardoor springen van het glas voorkomt. Na opeuing van de matrijs geeft de blazer de pijp met den geblazen ballon aan den „aftikker”, een jongen die telkens voor twee blazers werkt en den ballon door middel vaneen natte vijl en klophout aftikt, waardoor de nog zeer warme ballon op het blazersrek valt. omhoog stijgen. Nadat het geheel blazenvrij geworden is, „gelouterd”, laat men deze dun-vloeibare „smelt” zoolang afkoelen tot een stroperige substantie is verkregen, die geschikt is om te worden verwerkt. Inde glasfabriek zijn twee soorten glas-smeltovens in gebruik: die waarin potten uit hoog-vuurvast materiaal zijn opgesteld, en de z.g. kuipovens, waarin één groote vuurvaste bak met glas is gevuld. Deze laatsten zijn bestemd voor doorloopende afgifte van gesmolten glas (het machinale bedrijf), de pot-ovens voor het discontinue handbedrijf. Inde potten nu wordt het „gemeng” gedaan, „ingelegd”, de temperatuur wordt opgevoerd tot 1400° Cen hooger, en na het beëindigen van de smelting wordt de oven geopend en koelt het glas af tot de werktemperatuur van br 1200° C. Dit geheele proces duurt ongeveer 12 uren. Rondom de ovens bevindt zich een platform, dat bij de groote ovens aan ongeveer 90 blazers plaats biedt. Gemiddeld staan om een pot, waaraan normaal gewerkt wordt, 8 blazers. POTTENMAKERI.J Nadat de ballon nog op fouten gecontroleerd is, wordt het pijp-einde, de „zak” genaamd, door gas-zuurstof vlammen afgesneden. De ballon is dan „geopend” en moet nog aan een warmte-bewerking worden onderworpen, om de door de plotselinge afkoeling ontstane spanningen in het glas te verwijderen. Dit is in het kort de fabricage van den helderen ballon. Voor de fabricage der ballons voor „Argenta” lampen gebruikt men opaalglas. Inden oven staan bij deze fabricage 2 potten naast elkaar, n.l. een pot met helder doorzichtig glas en een pot met opaal, wit doorschijnend glas. De blazers werken telkens per 2 man met een „postenmaker”, een jongen die eerst uit den „helderen” pot een kleine hoeveelheid glas neemt en deze tot een „post verwerkt. De blazers nemen, telkens de een na den ander, een kleinen helderen post en keien nu inden pot met opaalglas dit glas over den helderen post heen. Wij krijgen dus een grooteren post met twee lagen glas, de binnenste helder, de buitenste opaalglas, die ineen matrijs tot ballon wordt uitgeblazen. Na jarenlange proefnemingen is men er in geslaagd, de gecompliceerde bewerking van liet ballonblazen door machines te doen verrichten. De geheel in ons bedrijf geconstrueerde ballonblaas-machineinstallaties nemen inde glasfabriek een belangrijke plaats in. De grondstoffen worden in continu glas afgevende kuip-smeltovens ingelegd, en van den, uit den bodem vaneen eraan gebouwd oventje, Inde lampenfabricage wordt gebruik gemaakt van buis- en staafglas voor den opbouw van het binnenwerk der lamp. Buis- en staafglas worden in groote hoeveelheden inde glasfabriek gemaakt. Ook hier onderscheiden wij een hand- en een machinaal bedrijf. Bij het handbedrijf neemt de postenmaker glas uit den ovenpot. Deze post wordt eenige malen „overvangen” d.w.z. door herhaalde (voeder) uitstroomenden glas-straal, knipt een schaar hoeveelheden van nauwkeurig gelijk gewicht af, welke inde machine tot ballons worden gevormd en door middel van transportbanden, via een oven voor het ontspannen van het glas, aan het magazijn worden afgeleverd. Een kuipoven met 2x4 machines heeft een dagproductie van -J- 60.000 ballons per etmaal. BALLONS BLAZEN' malen „keien” telkens van nieuwe lagen glas voorzien. Dit wordt afgewisseld door opblazen van den post en walsen op een vlakke ijzeren plaat. Dit walsen is een zeer belangrijk onderdeel van de fabricage. Nadat de groote holle kegel door ronddraaien op een gelijkmatige temperatuur is gebracht, wordt deze met zijn uiteinde op een schijfvormig stuk glas geplaatst, dat de hulptrekker den blazer op het uiteinde van zijn pijp voorhoudt. De twee arbeiders gaan nu naar den trekvloer en hier verwijderen beiden zich van elkaar, terwijl de blazer telkens lucht inde zich vormende buis blaast. De opdracht is een buis te trekken, waarvan de doorsnede rond is en de buisdiameter, zoowel als de wanddikte, een bepaalde maat hebben. Ook moet de buis recht zijn. Om dit resultaat te bereiken, moeten vele factoren in acht worden genomen, die de trekker uit ervaring kent. Deze zijn: de vorm en de temperatuur van den glasklomp, de helling van de blaaspijp gedurende het trekken, de snelheid waarmede de hulptrekker zich van den trekker verwijdert, alsmede het ronddraaien van de buis gedurende het afkoelen. Hoewel hiermede een bewonderenswaardig resultaat bereikt wordt, voldoet niet de geheele productie aan de gestelde eischen en vallen belangrijke hoeveelheden glas, o.a. de uiteinden der getrokken buis, af. Dit feit is aanleiding geweest te trachten ook dit proces te mechaniseeren, met het gevolg dat het handproces door het machinale proces bijna verdrongen is en slechts kleine hoeveelheden buis van speciale soorten glas en van bepaalde doorsneden met de hand worden getrokken. HET MACHINALE BUISTREKPROCES voltrekt zich als volgt: Het glas wordt gesmolten en met groote ijzeren lepels inde trekovens overgeschept. De uit deze trekovens komende glasstroom wordt, nadat temperatuur en hoeveelheid nauwkeurig geregeld zijn, geleid op de binnenoppervlakte vaneen om zijn as draaienden cylinder, welke eenigszins voorover helt en tegen uitstraling geïsoleerd is. Het glas legt zich nu tegen den cylinderwand aan en vloeit langzaam naar voren. Zoodra het glas het laagste punt van den cylinder heeft bereikt, wordt het zoo gevormde holle cylindrische glasstuk uitgetrokken en ineen machine gebracht, die met regelbare snelheid de buis voortbeweegt Ofschoon buis- en staafglas, op deze wijze vervaardigd, een groote mate van gelijkmatigheid bezit, wordt het nog op automatische meetmachines geclassificeerd in groepen met 0.25 mm diameter en 0.1 mm verschil in wanddikte. Een gedeelte van het buisglas wordt gebruikt voor vervaardiging van miniatuur-ballons voor rijwiel-, zak- en autolampjes. Aan de glasfabriek annex en er zeer nauw mede verbonden, is de steen- en pottenfabriek. Hier vindt de fabricage plaats van de smeltpotten en de vuurvaste steenen, welke inde glasovens gebruikt worden. De smeltpotten worden uit speciaal daarvoor geschikte en in stukken vaneen bepaalde lengte verdeelt. Deze machine werkt onafgebroken. Door verandering van de toegevoerde hoeveelheid en de temperatuur van het glas, loopt het laagste punt van den cylinder vol en kan ook massief staafglas worden geproduceerd. BALLONBLAASMACHINE vuurvaste kleisoorten vervaardigd. Daar droge klei zonder meer niet is te verwerken, wordt deze vermengd met water, waardoor een goed verwerkbare plastische massa (specie) wordt verkregen. De potten worden uit de hand vervaardigd en moeten uit den aard der zaak drogen. Dit drogen kost veel tijd, omdat de potten z.g. aan de lucht gedroogd moeten worden. Het geheele proces neemt ongeveer 6 a 7 maanden in beslag en de levensduur der potten is 1 a 30 weken, zoodat een flinke voorraad potten noodig is. Er zijn ovens met 12 potten en met 6 potten en speciale ovens met 1 pot. Het halen van de oude potten uit de ovens en het plaatsen van de nieuwe geschiedt met speciaal pottenzetters gereedschap. EDELGAS De uitvinding van de gasgevulde lamp in 1913 deed groote behoefte ontstaan aan stikstof en argon, welke gassen vroeger uit het buitenland werden betrokken. De wereldoorlog maakte het echter noodzakelijk, deze gassen zelf te gaan fabriceeren. Inde edelgasfabriek worden dein de lucht voorkomende edelgassen geproduceerd: argon, neon, helium, krypton. Tevens worden de hoofdbestanddeelen, zuurstof en stikstof, zoowel in gasvormigen als in vloeibaren toestand, van de lucht afgescheiden. De scheiding van al deze bestanddeelen berust op het vloeibaar maken en de gefractionneerde distillatie. BUIZEN TREKKEN Technisch geschiedt het hier als volgt: De lucht wordt grondig van vocht en koolzuur bevrijd en gecomprimeerd op 150 atmosfeer, waarna ze in het vloeibaarmakingsen scheidingstoestel geleid wordt. Het vloeibaar maken geschiedt door de gecomprimeerde lucht in tegenstroom-apparaten in aanraking te brengen met de nog koude ontledingsproducten en vervolgens met kokende vloeibare zuurstof. Daarna volgt expansie op normalen druk ineen ventiel, waarna de thans vloeibare lucht inde distillatiekolom gevoerd wordt, waarin door nauwkeurig geregelde verdamping de verschillende gassen gescheiden worden. Inde edelgasfabriek worden per uur ca. 2000 m3 lucht verwerkt. Uit onderstaande tabel blijkt het percentage der verschillende gassen, die zich inde lucht bevinden en tevens blijkt, dat de werkwijze, om deze gassen zuiver te maken, zeer nauwkeurig moet zijn, daar sommige kookpunten dicht bij elkaar zijn gelegen. Kookpunt Krypton 0.0001 °/0 (1 :10 ) -1533 Celcius Helium 0.0005 »/0 (1 : 200.000) -269° „ Neon 0.0015 °/u (1 : 67.000) -246° Argon 1 % -186 „ Zuurstof 21 °/0 -183J „ Stikstof 78 °/0 -196° „ De gassen worden, wanneer zij vrij gemaakt zijn, naar gashouders geleid. Het vervoer naar de verschillende afdeelingen, waar zij gebruikt worden, geschiedt door buisleidingen, of wel gecomprimeerd in stalen flesschen. Ook worden ze in vloeibaren vorm, in speciale vaten, naar de fabricage-afdeelingen en het laboratorium vervoerd. Het principe van het vloeibaar maken van gassen door afkoeling of door samenpersing is reeds lang bekend, doch hoewel men temperaturen van 110° Celsius en drukken tot 2800 atmosfeer kon bereiken, duurde het nog geruimen tijd, alvorens men zuurstof, stikstof en de z.g. edelgassen vloeibaar kon maken. In 1877 gelukte het voor het eerst lucht vloeibaar te maken. Ineen aparte afdeeling wordt waterstof bereid van zeer hooge zuiverheid, door electrolyse van water, ineen groot aantal z.g. electrolyse cellen. „PHILITE” Tot de moderne fabrieken, die op de Philips-terreinen verrezen zijn, behoort ook de „Philite”-fabriek. „Philite” is ons handelsmerk voor een product, dat door de radioapparaten-bouw, van groot belang is geworden. Wij kunnen het materiaal rekenen tot de kunstharsproducten; de groote bruikbaarheid, speciaal inde electrotechniek, als isolatiemateriaal, komt in hoofdzaak voort uit de volgende 3 eigenschappen van „Philite”: 1. De persbaarheid in zeer verschillende vormen, waarbij weinig nabewerking noodig is. 2. Het materiaal kan ineen groote verscheidenheid van kleuren gefabriceerd worden. 3. Het bezit zeer goede isoleerende eigenschappen, zoowel tegen electriciteit als tegen warmte. EDELGASFABRIEK Het materiaal laat zich echter alleen vormen bij hoogen druk en hooge temperatuur. Hiertoe zijn een groot aantal krachtige persen noodig; deze geven aan de fabricage van „Philite” een geheel ander karakter dan aan de meer minutieuze fabricage, die men bij de gloei- en radiolampen en bij de radiotoestellen zelf aantreft. Zooals gezegd, moet „Philite” tot de kunstharsproducten gerekend worden; het bezit eigenschappen, die het voor vele toepassingen uiterst geschikt maken. In „Philite” kunnen metaaldeelen worden ingeperst, van welke mogelijkheid, in combinatie met de zeer goede isolatie-eigenschappen, inde electrotechniek een zeer uitgebreid gebruik wordt gemaakt. Deze mogelijkheid geeft het materiaal een belangrijken voorsprong op keramische producten. „Philite” toegepast voor hoogspannings-isolatiemateriaal evenaart porselein, wat zijn isoleerende eigenschappen aangaat, doch is veel minder breekbaar. Een andere zeer belangrijke eigenschap van „Philite” is de kleine uitzettings-coëfficient, waardoor het mogelijk is zonder nabewerking producten uit „Philite”, binnen toleranties van enkele tienden millimeter nauwkeurig te persen. „PHILITE” FABRIEK Inde „Philite”-fabriek worden dergelijke mengsels op groote schaal bereid. Zulk een massa komt in poedervorm of inden vorm van koud geperste pastilles inde perserij. Zij bezit de eigenschap om door verwarming week te worden, zoodat ze onder een hydraulischen druk van ongeveer 300 kg per cm2 in matrijzen te persen is. Deze matrijzen zijn met stoom op circa 150° C verwarmd. In het materiaal vindt nu een chemische reactie plaats, als gevolg waarvan het hard wordt, zoodat na een perstijd van slechts enkele minuten de harde, gevormde ~Philite”-voorwerpen de matrijs verlaten. Zij hebben dan reeds een hoogen glans en behoeven nog slechts een geringe nabewerking (bramen wegnemen, gaatjes boren, enz.) te ondergaan om voor gebruik gereed te zijn. Lampvoetjes worden in groote hoeveelheden tezamen machinaal geperst, waarbij gelijktijdig de contactpennen erin bevestigd worden. Een vereischte voor het persen op de juiste, verlangde maten is, dat de matrijzen nauwkeurig geconstrueerd zijn; de vervaardiging der matrijzen is aan onze machinefabriek toevertrouwd. De omzet „Philite” wordt langs chemischen weg bereid dooreen condensatiereactie, welke ineen ketel, voorzien van roerwerktuigen, wordt uitgevoerd; als resultaat verkrijgt men een harsachtige vaste stof. Zulk een werkwijze was reeds in 1870 bekend, doch eerst in 1908 kon het materiaal voor de techniek bruikbaar worden gemaakt, o.m. door het bijmengen van houtmeel, waardoor het product zijn brosheid verliest. ARTIKELEN VAN „PHILITE” METAALWAREN De metaalwarenfabriek is dat gedeelte van het Philips Bedrijf, waar onderdeden gemaakt worden, die in andere afdeelingen, (apparatenfabriek, gloeilampenfabriek, röntgenapparatenfabriek enz.) worden samengevoegd tot apparaten, armaturen, röntgen-apparaten en -buizen enz. De metaalwarenfabriek is ongeveer tegelijk met de apparatenfabrieken opgericht, omdat al dadelijk bij den aanvang der apparatenfabricage in 1925 bleek, dat het niet mogelijk zou zijn, alle onderdeden van buiten te betrekken, of wel, zooals in het begin, deze te vervaardigen inde machinefabriek, welke niet voor massafabricage was opgezet. De onderdeden, die inde metaalwarenfabriek worden gemaakt, zijn schroeven en ander klein draaiwerk, benevens allerlei gestampte artikelen uit plaatmateriaal of isolatiestoffen. Bij de vervaardiging hiervan zijn twee factoren van groot belang: lage prijs en korte leveringstermijn. Voor het eerste is noodig fabricage op arbeidbesparende machines, voor het tweede een magazijn met voldoende hoeveelheden grondstoffen. Het is duidelijk, dat reeds bij het ontwerpen der onderdeden de constructeurs zich rekenschap geven van de wijze van fabricage van elk onderdeel en dat zij slechts gebruik mogen maken van grondstoffen, die in hoedanigheid en afmetingen genormaliseerd zijn, teneinde de benoodigde soorten zoo beperkt mogelijk te houden. De fabriek is verdeeld in: a. stamperij, h. afwerking, c. draaierij, d. galvaniseerderij. van „Philite” producten is gedurende de laatste jaren zeer gestegen. Het blijkt voor allerlei doeleinden, ook op huishoudelijk terrein, uitnemend bruikbaar te zijn. De steeds stijgende omzet der „Philite”- fabriek heeft het noodig gemaakt tot het aanschaffen van nieuwe persen van hooge capaciteit over te gaan. Er bevinden zich sedert kort 3 1000-ton persen en 2 persen, elk met een vermogen van 750 ton, in bedrijf. a. De stamperij. Hier vindt men scharen en persen voor het maken van artikelen uit plaatmateriaal. Onderdeelen, die in zeer groote aantallen benoodigd zijn, worden uit opgerold bandmateriaal gemaakt op automatisch werkende persen, waarbij er zijn, die 42.000 stuks per uur produceeren. De hiervoor benoodigde stempels zijn vaak zeer gecompliceerd en vertegenwoordigen een groote waarde, daar het vaak kunstproducten zijn van de beste gereedschapmakers. Bij de stamperij is dan ook een gereedschapmakerij, waar deze gereedschappen onderhouden worden. Nieuwe gereedschappen worden hoofdzakelijk inde centrale gereedschapmakerij van de machinefabriek gemaakt. b. De afwerking. In deze afdeeling worden de producten uit de draaierij en de stamperij onderworpen aan bewerkingen, als boren, tappen en slijpen. Zeer nauwkeurige vlakslijpbanken slijpen onderdeelen van luidsprekers met 0,01 mm nauwkeurigheid op dikte. In deze afdeeling worden ook kleine elementaire onderdeelen tot meer gecompliceerde samengesteld. Wanneer deze samengestelde producten in groote aantallen benoodigd zijn, worden speciale machines gebouwd, welke de montage automatisch verrichten. Zulke machines zijn in groote verscheidenheid inde metaalwarenfabriek aanwezig. c. De draaierij. Hier vindt men moderne automaten voor het maken van schroeven, moeren en ander draaiwerk, waarbij b.v. machines zijn, die een productie van 3600 stuks per uur hebben. Verder zijn hier revolverbanken en ook gewone draai- banken voor nabewerking en voor de vervaardiging van zeer nauwkeurig bemeten onderdeelen. d. De galvaniseerderij. In deze afdeeling worden metalen onderdeden vaneen roestwerende of verfraaiende laag vaneen ander metaal voorzien. Behalve baden voor het vernikkelen, verkoperen, verzilveren, verzinken, vercadmiumen en verchromen vindt men hier ook machines voor het polijsten. Ten slotte dient vermeld te worden, dat alle artikelen aan een loopende controle zijn onderworpen. Voor elk onderdeel zijn PAPIER- EN CARTONNAGEFABRIEKEN Deze fabrieken zijn opgericht om te voorzien inde behoefte aan verpakkingsmateriaal voor de verschillende Philips producten. PAPIERFABRIEK De vestiging van de papierfabriek dateert van 1926, toen begonnen werd met de fabricage van verschillende soorten pakpapier, uitsluitend voor de cartonnagefabriek. Opgesteld staan: 1 machine met een werkbreedte van 2 m (in bedrijf sedert 1926) en 1 machine met een werkbreedte van 3m (in bedrijf sedert 1930). Deze twee papiermachines kunnen papier fabriceeren van 70 tot 400 gram per m2, terwijl de gezamenlijke productie ca. 60 ton per dag bedraagt. Als grondstof wordt voor deze machines hoofdzakelijk oud papier gebruikt, dat voor het grootste gedeelte aangekocht wordt, en, voor zoover beschikbaar, wordt verzameld uit afval van de eigen bedrijven. Hiernaast wordt ook een klein gedeelte cellulose verwerkt voor de vervaardiging van betere soorten pakpapier. Dit materiaal wordt opgeslagen in groote loodsen en door middel vaneen drietal electrisch loopende kranen naar de machines getransporteerd. De fabricage van het pakpapier geschiedt nu als volgt: Het afval wordt in z.g. kollermolens gemalen, onder toevoeging van eenig water, waardoor een grauwe, korrelige stof ontstaat, die, wanneer zij voldoende fijngemalen is, aan den achterkant van de molens op een schudzeef valt. Hier worden de te groote stukken uitgesorteerd, en de papierstof die voldoende gemalen is, valt door de schudzeef heen op een transportband, waarboven nog een roteerende magneet gemonteerd is om de verschillende ijzerdeelen, die zich in het oud papier bevinden, te verwijderen. maattoleranties vastgesteld, waardoor voorkomen wordt, dat later, bij montage, de deelen eventueel niet in elkaar zouden passen. Alle massa-onderdeelen zijn onderling verwisselbaar. Van dezen transportband gaat de stof naar een mengkuip, waarin zooveel water wordt toegevoegd, dat de massa opgepompt kan worden naar de „hollanders”. Hierin worden de vezels fijn gemalen en fijn getrokken. Inde „hollanders” wordt tevens de benoodigde hoeveelheid lijm toegevoegd, om het papier voldoende waterwerend te maken, alsmede verf, om het papier op de gewenschte kleur te krijgen. Inde „hollanders” worden verder de vezels fijn gewreven en gemalen, opdat deze zich zeer goed met het water kunnen verdeelen. Het water vormt een zeer belangrijk hulpmiddel bij de papierfabricage, omdat dit dient om de vezels zoo gelijkmatig mogelijk te verspreiden, teneinde het papier vlak te kunnen fabriceeren. Van de „hollanders” gaat de papieroplossing naar de roerkuipen, waarvan de inhoud de tusschenvoorraad voor de papiermachine vormt. Van de roerkuipen, waarin een schepwerk bevestigd is, gaat de papierstof naar den zandvanger, onder toevoeging van groote kwanta water. Hier stroomt de stof zeer langzaam door, waardoor zand en zwaardere voorwerpen afgescheiden worden. Hierna passeert de stof den knoopenvanger. Dit is een roteerende cylinder, die voorzien is van spleten waar de oplossing door moet passeeren, waardoor onzuiverheden, die lichter zijn dan water: PAPIERMACHINE Als eerste onderdeel van de machine is te noemen het koperdoek. Hierop wordt de papierpap toegevoerd, onder de z.g. schuimlatten door, die dienen om de stof gelijkmatig over de volle breedte van het koperdoek te verdeelen. Om schuimen tegen te gaan, wordt voortdurend water op de brei gesproeid. Op het eerste gedeelte van het koperdoek valt het water door eigen gewicht door het fijne kopergaas heen. Is dit niet meer mogelijk, dan wordt het water inde z.g. zuigkasten dooreen vacuumleiding afgezogen. Hierdoor neemt het papier reeds een vasten toestand aan. Het papier wordt vervolgens over wollen vilten geleid, en door drie achtereenvolgende persen wordt het water er, voor zoo ver mogelijk, uitgeperst. Teneinde te voorkomen, dat de papierlaag tijdens het passeeren van deze persen over de geheele breedte af zou scheuren, zijn over de bovenste walsen van de persen touwtjes gehangen, die een groefje in het weeke papier drukken. Indien dan door onvoorziene omstandigheden een scheur ontstaat, zal deze zich beperken tot 2 touwtjes, waardoor de papierbaan, hoewel beschadigd, toch haar weg door de papiermachine kan vervolgen. Na het passeeren der persen loopt de papierlaag over de droogcylinders. Deze bestaan uit verschillende gietijzeren trommels, die van binnen door stoom verwarmd zijn en waartegen het papier geleid wordt door z.g. droogvilten, die het papier vlak houden, waardoor het niet kan schrompelen, en die het droogproces bevorderen. Een van de laatste en grootste droogcylinders, is de z.g. glanscylinder, waar het papier onder zeer zwaren druk tegen geperst wordt, waardoor dit, indien gewenscht, aan één kant wordt geglansd. Hierna wordt het papier opgerold op zware ijzeren assen, de z.g. tamboers. Van deze tamboers wordt het papier overgewikkeld op cartonnen kokers en op de gewenschte breedten afgesneden door de z.g. omrolmachine. De afvalstrook, welke daaibij eventueel wordt afgesneden, wordt in een buisleiding opgezogen en naar de kollermolens teruggevoerd, waar dit papier opnieuw gemalen wordt en hetzelfde proces doormaakt zonder verloren te gaan. houtjes, lucifers enz., tegengehouden worden. Dan komt de stof op de papiermachines, waar aan het begin de bladvorming plaats heeft, doch waarvan het doel verder eigenlijk slechts is de groote hoeveelheden water uit het papier te verwijderen. CARTONNAGEMACHINES Op te merken valt nog, dat de dikte van het te produceeren papier bepaald wordt door de snelheid van de machines en de hoeveelheid stof, die door het schepwerk inde roerkuipen toegevoerd wordt. Deze snelheid is ongeveer regelbaar van 6 tot ca. 100 m per minuut. Het door de papierfabriek gefabriceerde papier wordt opgeslagen ineen tusschenmagazijn. In dit magazijn zijn ca. 50 verschillende papiersoorten voorradig en hieruit kan de cartonnagefabriek de verschillende soorten betrekken. CARTONNAGEFABRIEK Voor de verpakking der Philips artikelen wordt hoofdzakelijk golfcarton gebruikt, dat uit het inde papierfabriek gefabriceerde papier vervaardigd wordt. Dit gegolfd carton wordt vervaardigd uit 3 rollen papier. De golf, die zich tusschen het binnenblad en het buitenblad bevindt, wordt gepersd tusschen geribde, verwarmde walsen, waarna het aan een of aan beide zijden met een plakmiddel bestreken wordt, waartegen de 2 gladde lagen gedrukt en bevestigd worden. Het golfcarton wordt dan nog overeen droogpartij gevoerd. Op de golfcartonmacbines, wordt het in platen gesneden, zoo noodig van rillen voorzien en op rolscbaren en hechtmachines verder bewerkt. Een belangrijk gedeelte van de productie der cartonnagefabriek wordt verkocht aan talrijke Nederlandsche en buitenlandsche afnemers, die ook dit Philips product op de juiste waarde weten te schatten. c. HET NATUURKUNDIG LABORATORIUM Aanvankelijk ingericht voor het onderzoek van gloeilampen en de daarmede samenhangende problemen, werd het laboratorium het terrein van veelomvattende onderzoekingen, waarvan o.a. die op radiogebied een zeer belangrijke rol zijn gaan innemen. Op het gebied der electrische verlichtingsmiddelen vinden vanzelfsprekend uitvoerige onderzoekingen plaats. De verschillende ontladingslampen met damp van natrium, kwik en andere metalen worden NATUURKUNDIG LABORATORIUM Als platgeslagen doozen, opvulstukken enz., verlaat dit carton dan de fabriek. De productie der cartonnagefabriek bedraagt ca. 80.000 m2 per dag, d.i. 60.000 doozen van verschillende formaten. Het groote voordeel van de golfcartonverpakking, vooral voor fabrieken die massaproducten fabriceeren, is het feit dat zij zeer licht is, waardoor een besparing aan vrachtkosten ontstaat; ook neemt golfcartonverpakking zeer weinig magazijnruimte in. hier ontwikkeld. In aansluiting hieraan wordt gewerkt op het terrein der ultraviolet bestraling en de hiermede verband houdende vitaminebereiding. Het radio-onderzoek omvat niet alleen datgene wat voor de ontwikkeling van radiolampen en -apparaten noodig is, doch beweegt zich ook op het terrein van den omroep, van den zenderbouw en van de televisie. Het uit theoretische beschouwingen en experimenten verkregen inzicht leidt tot nieuwe vormen van radiolampen, ontvangtoestellen met betere eigenschappen, speciale versterkers, luidsprekers, televisie-opname en -weergave apparaten. Hier worden ook zendlampen van steeds grooter vermogen ontwikkeld, terwijl vroeger hier ook de proeven met kortegolf uitzendingen werden verricht. HOOGSPANNINGSINSTALLATIEVAN 2 MILLIOEN VOLT GELIJKSPANNING IN HET NATUURKUNDIG LABORATORIUM Een vleugel van het laboratorium is gewijd aan het röntgenonderzoek, waarmede men zich ten doel stelt, het verkrijgen van röntgenapparaten, welke niet alleen stralingsvrij voor den gebruiker zijn, doch daarenboven geenerlei gevaar opleveren bij aanraking van spanningvoerende deelen. Een uitgebreide serie apparaten voor talrijke doeleinden legt getuigenis af van het welslagen van dit onderzoek. De proefnemingen op het gebied der versterkers en der acoustiek leidden tot de ontwikkeling van nieuwe systemen voor het opnemen en weergeven van geluidfilms. Een compleet ingerichte studio is voor deze proefnemingen aanwezig. De chemische onderzoekingen, die een belangrijke plaats in het laboratorium innemen, gaven reeds aanleiding tot het ontstaan van nieuwe magnetische materialen, de bereiding van metalen DEMONSTRATIEHAL IN HET NATUURKUNDIG LARORATORIUM Na de geslaagde experimenten met den kortegolfzender PCJ, waarmede in Maart 1927 voor het eerst in Indië de stem uit het Moederland kon worden gehoord en waarmede in Juni van datzelfde jaar H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana de Oost- en West-Indische gewesten toespraken, is deze zender uit het Laboratorium verplaatst naar een meer vrij gelegen plek. als hafnium en zirconium, benevens tot de vervaardiging van electrolytische condensatoren, fotocellen, enz. Ook werd een nieuw lichtdrukpapier uitgewerkt. Speciale onderzoekingen op metallurgisch en kristallografisch gebied worden met röntgenstralen verricht. Het laboratorium heeft een oppervlakte van 17700 m2 met 400 werkvertrekken. De laatste zijn gelegen aan weerszijden van de gangen. Aan de eene zijde zijn deze verdeeld in groepen van 6, die een zijvleugel vormen (een z.g. „eenheid”). Elke kamer is voorzien van leidingen voor hoog- en laagvacuum, gas, druklucht, water en electriciteit. Met het oog op geluidwering en om ongestoorde arbeid te waarborgen, is in alle vertrekken geluidabsorbeerend materiaal toegepast. De electrische energie voor het drijven der motoren inde machinekamer en voor de verlichting van het geheele gebouw, wordt van het provinciale net betrokken. Uit den aard der zaak zijn tallooze stroomsoorten in het laboratorium noodig; deze worden uit decentrale machinekamer en uiteen aantal accumulatorenbatterijen betrokken. Daar het provinciale net zoodanige spanning-schommelingen vertoont, dat bepaalde metingen niet uitgevoerd zouden kunnen worden met machinespanningen, zijn enkele regulatoren aangebracht, die de spanningen tot 1/5 °/00 constant houden. Een bibliotheek met ruim 2500 boekwerken, een volledig ingerichte collegezaal en een laboratorium voor proeven met spanningen tot twee millioen volt completeeren de inrichting van dit instituut, dat tot eender grootsten van de wereld gerekend mag worden. TELEVISIE Waar in Engeland en Duitschland reeds sedert eenigen tijd geregeld televisie-uitzendingen plaats vinden, is het begrijpelijk, dat men ook in ons land voor dit nieuwe wonder der techniek bijzondere belangstelling toont. En het is steeds weer de vraag: „Hoever staat men nu eigenlijk met deze merkwaardige vinding en krijgen we nu binnenkort ook televisie in onze huiskamer?” .... Al zal men de ontwikkeling van de televisie voornamelijk uit berichten uit Duitschland en Engeland gevolgd hebben, hieruit dient geenszins te worden opgemaakt, dat men in ons land, i.c. inde Laboratoria der Inde Philips’ Laboratoria huldigt men de meening, dat, indien televisie ooit een practisch succes zou worden, de detail-rijkdom van het beeld zoo groot moet zijn, dat een goed waarnemen van het beeld mogelijk is. Een 180 beeldlijnen-systeem, dat aanvankelijk o.m. in Duitschland werd toegepast, geeft vrij onbevredigende resultaten; men moet hierbij dan ook op een afstand van eenige meters van het beeld zitten, om te voorkomen, dat men de afzonderlijke beeldlijnen ziet. Dit heeft weer tengevolge, dat het beeld vrij klein schijnt, zelfs indien men betrekkelijk groote beeldschermen toepast. Bovendien is bij een 180 lijnen-systeem uitzending van meer gecompliceerde tafereelen, b.v. buitenlucht-scènes waarin meerdere personen voorkomen, zóó ongunstig, dat de personen reeds spoedig onherkenbaar worden. Dit is gemakkelijk te begrijpen, indien men bedenkt, dat, wanneer een hoofd b.v. V2O van de hoogte van het beeldvlak inneemt, slechts 9 beeldlijnen hiervoor beschikbaar zijn. Onder deze omstandigheden is het detail natuurlijk veel te gering. Men heeft daarom te Eindhoven steeds gewerkt aan de vervolmaking vaneen systeem met een zoo groot mogelijk aantal beeldlijnen. Bovendien zijnde Philips’ Laboratoria er destijds voor het eerst op het continent in geslaagd, buitenopnamen op het televisiescherm te laten zien, zonder gebruik te maken vaneen tusschenfilm. De beeldkwaliteit van de Philips’ televisie (405, resp. 570 beeldlijnen) is ook inde landen, waar geregeld televisie-uitzendingen gegeven worden, nimmer overtroffen. Inmiddels is het zelfs mogelijk gebleken, de afmetingen van het beeld, die normaal ca. 20 X 25 cm bedragen, door projectie aanzienlijk te vergrooten en te brengen op 40 X 50, resp. 90 X 120 cm. Dit wordt bereikt door gebruik te maken van een speciaal geconstrueerde kleine kathodestraalbuis van groote bchtsterkte, welke dooreen zeer hooge anodespanning (ca. 20.000 volt) gevoed wordt. Philips’, Fabrieken, op dit gebied heeft stil gezeten. Integendeel, men heeft zich in deze laboratoria, die zoovele belangrijke bijdragen tot de ontwikkeling der radiotechniek geleverd hebben, intensief met de televisie bezig gehouden. Dat hieraan tot dusverre betrekkelijk weinig bekendheid is gegeven, is daaraan toe te schrijven, dat men geen illusie wilde wekken, alsof televisie thans reeds overal inde praktijk zou kunnen worden toegepast. Zooals bekend, geschiedt bij de televisie de opname met behulp vaneen z.g. iconoscoop, een electrisch oog, dat het beeld doorgeeft aan den televisiezender, die op een golflengte van ca. 7 meter werkt. Door den televisie-ontvanger worden deze uitzendingen opgevangen en het beeld wordt op de zich in dit toestel bevindende kathodestraalbuis voor den toeschouwer zichtbaar. Het bij vroegere systemen zoo hinderlijke flikkeren van het beeld is hierbij vermeden door de toepassing van z.g. geïnterlinieerde aftasting. Daar men deze kathodestraalbuis voor practische toepassing niet willekeurig groot kan maken, heeft het normale televisiebeeld gewoonlijk de afmetingen van ca. 20 X 25 cm. Door projectie kan dit beeld weliswaar grooter gemaakt worden, het toestel wordt hierdoor ook omvangrijker en ... . duurder. Nu is inde practijk veelal gebleken, dat de toeschouwer, die voor de eerste maal televisie ziet, werkelijk verbluft staat en zeer enthousiast is. Na eenigen tijd zal hem echter toch de kleinheid van het (20 X 25 cm) beeld vermoeien, en we mogen daarom wel aannemen, dat inde toekomst, als televisie eenmaal ingang gevonden zal hebben, een grootere beeldweergave verlangd zal worden, m.a.w., BUITENOPNAME VOOR TELF.VISIE-UITZENDING MET DE ICONOSCOOP dat hiervoor dus de duurdere projectie-apparaten in aanmerking zullen komen. Wat nu het televisie-programma betreft, dit zal op den duur een geheel eigen karakter moeten krijgen. De moeilijkheden, die men in Engeland met de samenstelling van attractieve televisie-programma’s heeft, bewijzen reeds voldoende, dat hieraan hoogere eischen gesteld worden dan aan een radio-programma. Want wat is het geval? De radio dwingt niet alle leden van het huisgezin tot aandachtig luisteren. De een leest de krant, de huisvrouw vervolgt hare bezigheden, de dienstbode hoort toe onder het afwasschen. Geheel anders is het bij televisie inde woonkamer! Heldere verlichting is hierbij hinderlijk; het is dus duister en het gezin is verplicht onafgebroken naar de televisiebeelden te kijken. Er zal dan al heel wat bijzonders geboden moeten worden, om aller belangstelling blijvend gaande te houden. En wat de uitzending van een film betreft: zonder twijfel zal de handeling wel boeien, maar wij zijn nu eenmaal zoo verwend door de groote, detailrijke beelden inde bioscopen, dat de televisie-weergave vermoedelijk niet ten volle zal bevredigen. Niet alleen, dat de programma’s aanzienlijke geldmiddelen zullen eischen, de beperkte reikwijdte van de televisiezenders maakt het noodig talrijke zenders te plaatsen. De dure uitzendingen naast de hooge aanschaffingskosten der ontvangapparaten maken het dan ook uiterst moeilijk een commercieele exploitatie op te bouwen. Met dit al ... . televisie zal er vermoedelijk tóch komen. Alleen zullen we stellig nog ettelijke jaren geduld moeten hebben! MACHINEFABRIEK Voor de gloeilampen-, radiolampen-, en radio-apparatenfabricage wordt op zeer groote schaal gebruik gemaakt van speciale machines en toestellen, welke vol- of halfautomatisch vele werkzaamheden met groote nauwkeurigheid verrichten, ter vervanging van handenarbeid. Een fabriek van grooten omvang zal er de voorkeur aan geven de benoodigde machines in eigen beheer te vervaardigen. Deze machines, dooreen staf van kundige technici ontworpen, zullen veel beter gelijken tred houden met de ontwikkeling der fabricage, dan machines, die dooreen fabriek, niet tot het eigen bedrijf behoorende, worden gebouwd. Zoo heeft zich dan ook inden loop der jaren uiteen kleine afdeeling voor het maken en repareeren van machines, een fabriek ontwikkeld, zoodat alle speciale machines en de benoodigde reserve-onderdeelen thans inde Philips’ Machinefabriek worden vervaardigd. d. DE NEVENBEDRIJVEN GEREEDSCHAPMAKERI.I a. vlugge en rationeele methode van werken; b. onafhankelijkheid van andere fabrieken; c. teekeningen blijven onder eigen beheer; d. eventueele reparaties kunnen snel geschieden; e. beproeving kan plaats vinden in tegenwoordigheid der fabricageingenieurs, de toekomstige gebruikers. Zooals duidelijk is, ontwikkelen zich de speciale machines in dit bedrijf van stap tot stap; voortdurend houdt zich de staf van ingenieurs bezig met het ontwerpen van nieuwe machines of met het verbeteren van bestaande methoden, welke aan de praktijk zijn getoetst. Steeds blijkt daarbij, dat de machinale arbeid, de kwaliteit van het product en de grootere gelijkmatigheid aan de fabricage ten goede komen. Inde Philips’ Machinefabriek is, naast de serie-fabricage van machines, het voortdurend uitwerken en toepassen van nieuwe vindingen hoofdzaak. Deze inrichting biedt de volgende voordeelen: MECHANISCHE WERKPLAATS Inde laatste jaren heeft de fabricage van röntgen-, geluidfilm-, gelijkrichter- en versterker-apparaten zich zeer uitgebreid. Het mechanisch gedeelte van deze apparaten wordt inde machinefabriek gemaakt. De gereedschapmakerij zorgt voor den aanmaak van matrijzen, benoodigd voor de „Philite” fabricage, voor vervaardiging van stempels voor de massafabricage van diverse onderdeden en voor het maken van andere speciale gereedschappen. Hiervoor is zeer vakkundig personeel een eerste vereischte. Bij de snelle uitbreiding der Philips’ Fabrieken van enkele jaren geleden voelde ook de machinefabriek, evenals andere Nederlandsche fabrieken van dezen aard, moeilijkheden bij het vinden van geschoold personeel. Men kan dit personeel weliswaar inde fabriek zelf opleiden, doch het is noodzakelijk, dat de theoretische en practische grondslagen van het vak op school onderwezen worden. Zoo is tenslotte als schakel inde keten der Philips’ Fabrieken de Bedrijfsschool ontstaan; deze zal ineen ander hoofdstuk worden beschreven. TECHNISCHE BEDRIJVEN De afdeeling Technische Bedrijven der N.Y. Philips’ Gloeilampenfabrieken heeft tot taak het ontwerpen der technische installaties en het onderhoud van de gebouwen en terreinen der vennootschap te Eindhoven, alsmede het uitvoeren of onder hare leiding doen uitvoeren van alle technische installaties, verbouwingen, uitbreidingen en eventueele nieuwe aanbouw bij de fabrieken te Eindhoven, zoowel als inde bij de vennootschap aangesloten fabrieken. ELECTRICITEITSYOORZIENING Daar de geheele fabricage steeds meer gemechaniseerd wordt, neemt de toepassing van electriciteit sterk toe. liet verbruik per arbeider, per jaar, is gestegen van + 2000 kWh in 1929 tot 3500 kWh in 1933 en tot i 4000 kWh in 1937. In 1915 werd besloten de stroom te betrekken van de N.Y. Prov. Noord-Brabantsche Electriciteits-Maatschappij. Het energieverbruik is gestegen van 6.800.000 kWh, in 1921 tot ruim 41.000.000 kWh Vanuit het 50 kV onderstation der P.N.E.M. te Woensel wordt de draaistroom met een tegengekoppelde spanning van 10.000 volt betrokken en over 3 kabels geleid naar een boogspanningsgebouw op bet terrein der gloeilampenfabrieken; tevens loopen vanuit bet station Woensel 4 kabels naar het terrein der Philips’ Fabrieken te Strijp. Tusschen de beide complexen is eveneens een verbinding met 6 kabels. Een defecte kabel wordt automatisch aan beide kanten afgeschakeld, waarbij het bedrijf niet gestoord wordt. Hetzelfde geschiedt ook met de op deze kabels aangesloten transformatoren, welke ook bij een defect aan beide kanten worden afgeschakeld, zonder bedrijfsstoring te veroorzaken. Elke storing wordt automatisch aangegeven, terwijl de scbakelbordwachter dooreen sein gewaarschuwd wordt. Op de beide genoemde fabrieksterreinen staan thans 9 hoogspannmgsgebouwen en 6 omvormerstations; verschillende groote gebouwen, zooals Natuurkundig Laboratorium, Bedrijfsschool, Ontspanningsgebouw, hebben een eigen station. Zooals begrijpelijk is, zijn voor het Philips’ Bedrijf vele stroomsoorten noodig en is de toepassing van electriciteit zeer veelzijdig. Wij noemen hiervan b.v. de stroom voor lichtboog, hoogfrequent gloei- en temperovens voor temperaturen tot 3000° C en verbruikende tot 500 kVA. Het totale verbruik aan stroom voor ovens bedraagt ruim 3000 kW. Verder de stroom van zeer constante spanning voor laboratorium- en brandproeven; stroom, waarvan de spanning zeer sterk geregeld moet worden voor prepareer-doeleinden. Stroom voor de ± 15.000 motoren, waarvan de grootste 1000 P.K. sterk is, en voor de verbchting, waarvoor ± 50.000 lampen gebruikt worden met een energieverbruik van ± 4000 kW. Tenslotte nog vele verschillende stroomsoorten voor zeer uiteenloopende doeleinden, zoowel gelijk- als wissel- en draaistroom van 20 tot 500 perioden, zeer hoogfrequente stroom en zeer lage spanningen in 1929 en 1930. In 1932 liep het verbruik terug tot 27.000.000 kWh, terwijl het thans weer is gestegen tot ± 48.000.000 kWh, waarvan wij zelf, met behulp van eigen turbines, ± 10.000.000 kWh opwekken. De maximale belasting is 15000 k\A of 12000 kW, terwijl het geïnstalleerde vermogen, met inbegrip van de reserve, 25.000 kVA bedraagt. voor electrolytische doeleinden, evenals spanningen van meer dan 100.000 volt voor röntgeninrichtingen, en stroomen van 8000 ampère voor smelten en prepareeren. Verder nog stroompjes van enkele micro-ampères voor radio-doeleinden. Al deze stroomsoorten hebben uiteenloopende eigenschappen, waarmede men rekening beeft te houden. Voor ventilatie van de gebouwen zijn in totaal ca. 400 ventilatoren in gebruik, met een gezamenlijk vermogen van ca. 2000 P.K. De totale belasting bedraagt ± 12.000 kW. De overbrenging van den electrischen stroom inde verschillende fabrieksgebouwen geschiedt zooveel mogelijk volgens hetzelfde principe. Inde groote fabrieken wordt per verdieping de stroom geleid naar 2 verdeelruimten; elke verdeelruimte voorziet de helft der verdieping van stroom, teneinde het spanningsverlies niet te groot te maken. Op elke etage zijn dan hoofd- en onderverdeelkasten aangebracht, waarvan leidingen voeren naar aansluitdoozen, welke aan het plafond bevestigd zijn. Deze aansluitdoozen voor de verschillende spanningen herhalen zich volgens een bepaald systeem. De eenmaal aangebrachte leidingen behoeven dus nimmer gewijzigd te worden, al wordt ook een fabricageruimte geheel ELECTRISCHE CENTRALE in korten tijd worden opgeheven. In elke fabriek is verder een noodverlichting aangebracht met ca. 8 lampen op elke verdieping, die bij storing inde verlichting dooreen eigen stroombron kunnen worden gevoed. Als stroombron hiervoor dient inde Gloeilampenfabrieken een stoommachine, welke een gelijkstroomgenerator drijft; inde fabrieken te Strijp wordt hiertoe een Dieselmotor-generator van 750 P.K. gebruikt, die bovendien nog de vitale bedrijven van stroom voorziet, Behalve de reeds genoemde machines voor stroomopwekking, beschikken de Philips’ Bedrijven ook nog overeen turbogenerator, welke 3100kVA draaistroom van 10.000 volt kan leveren, benevens over een turbogenerator, welke 800 kVA, 500 volt opwekt. Beide machines veranderd. Het geheele net is zóó uitgevoerd, dat bij groote storingen, de stroom over geheel andere kabels en eventueel van andere onderstations betrokken kan worden. Elke storing kan dus DE PHILIPS’ BRANDWEER zijn tegendrukturbines; stoom van 18 atmosfeer treedt in, stoomvan i 2 atm. treedt uit, die alsnog gebruikt wordt door de papieren cartonnagefabrieken en de chemische fabriek, benevens voor centrale verwarming. De stroom met dit systeem opgewekt, wordt dus zeer goedkoop. Voomoemde machines voeden een eigen net en worden bovendien parallel geschakeld met het P.N.E.M. net. Bij een storing schakelt de koppelschakelaar uit en werkt elke machine op haar eigen net. De meeste groote omvormers worden gedreven door synchroonmotoren, die tevens gebruikt worden als fase-compensatoren, om een goede arbeidsfactor te verkrijgen, waardoor minder verlies inde voedingskabels en meer constante spanning wordt verkregen. Door toepassing van dubbele rails inde centrales en door verdeeling in verschillende secties, wordt elke storing begrensd en kan elke defecte machine dooreen andere worden vervangen. Wij kunnen aan dit hoofdstuk nog toevoegen, dat het Electrotechnisch Bedrijf tevens het onderhoud heeft te verzorgen van de automatische telefooncentrale, waarop ca. 2300 nummers zijn aangesloten. Per dag worden ca. 30.000 telefoongesprekken gevoerd, waarvan een 800-tal interlocale en internationale. Verbindingen worden tot stand gebracht met alle landen der wereld. E. DE PERSONEEL-AFDEELINGEN SOCIAAL-ECONOMISCHE AFDEELING Het spreekt vanzelf, dat ineen groot bedrijf als dit, bijzondere aandacht moet besteed worden aan het regelen van de verhoudingen van personeel tot onderneming. Een klein bedrijf kan in dit opzicht veel overlaten aan den persoonlijken tact, ook aan het persoonlijk geheugen van den bedrijfsleider; hier is dit onmogelijk. Met behoud van de noodige soepelheid ten aanzien van de verschillende bedrijfsonderdeelen, is toch een zekere uniformiteit over het geheele bedrijf gewenscht, eenerzijds om een eenvoudige administratie mogelijk te maken, anderzijds om te voorkomen, dat de afzonderlijke arbeiders zich verongelijkt voelen, wanneer anderen gunstiger behandeld worden dan zij, hoewel zij toch in één onderneming werkzaam zijn. Hier ligt o.m. de taak van de Sociaal-Economische Afdeeling, die de regelingen ontwerpt, welke dan, zooals hieronder blijken zal, grootendeels door de afdeeling Arbeid worden uitgevoerd. Onder deze regelingen valt het geheele terrein van de rechtspositie van den arbeider; fabrieksreglementen, loonregelingen, vacantieregelingen, e.d. vormen daarvoor het geraamte, natuurlijk uitgebreid waar de practijk dit wenschelijk doet zijn. Naast de regeling van de rechtspositie staat onmiddellijk de zorg voor den bedrijfsvrede, die eveneens bij de Sociaal-Economische Afdeeling berust. Hier wordt het contact gelegd tusschen de onderneming als werkgeefster eenerzijds en de interne of externe vertegenwoordigingen van het personeel anderzijds. Sinds jaren functionneert hier de Kern, het door en uit het personeel gekozen vertegenwoordigend orgaan, dat inden loop der tijden voor personeel en onderneming veel nut heeft afgeworpen. Deze Kern bestaat uiteen aantal z.g. „Arbeiderscommissies”, n.l. voor ieder bedrijfsonderdeel één; iedere Arbeiderscommissie vergadert NA DEZE KORTE BESCHRIJVING DER NEVENBEDRIJVEN KUNNEN WIJ THANS OVERGAAN TOT EEN NIET MINDER BELANGRIJK ONDERWERP: als regel een maal per maand met de vertegenwoordigers der Directie. Het overzicht van de sociale instellingen in deze onderneming zou niet volledig zijn, indien niet gewezen werd op de uitvoering van verschillende sociale verzekeringen, zoowel wettelijke als vrijwillige; eigen ziekenkas voor de uitkeering van ziekengeld, wanneer het loon door ziekte stop staat, pensioenfondsen voor de verzekering van ouderdoms-, invaliditeits-, weduwe- en weezenpensioenen, geneeskundige verzorging door den Geneeskundigen Dienst en door het fonds Ziekenzorg, zijn voorbeelden hiervan. Verder berust bij de Sociaal-Economische Afdeeling ook het bureau vaneen aantal andere sociale instellingen, zooals het Kindertoeslagfonds (kindertoeslagen aan bepaalde groepen fabrieksarbeiders met 3 of meer kinderen), de Belastingspaarkas (sparen voor de belastingen en het geven van belastingadviezen aan de leden) en het Ondersteuningsfonds (ondersteuning in bijzondere gevallen). AFDEELING ARBEID Een belangrijke taak van deze afdeeling is het aannemen en overplaatsen van personeel; hierbij wordt natuurlijk nauw samengewerkt met de chefs der verschillende afdeelingen van fabrieken en kantoren. Vacante plaatsen en overcompleet personeel moeten onmiddellijk gemeld worden bij deze centraal werkende afdeeling, waar dus te allen tijde inlichtingen te verkrijgen zijn betreffende vacatures en sollicitanten voor alle functies in het bedrijf. De opgeroepen sollicitanten worden, indien een vooronderzoek daartoe aanleiding geeft, geneeskundig (zie „Gezondheidsdienst ) en psycho-technisch (zie „Psycho-technisch Laboratorium ) onderzocht. De resultaten daarvan, tezamen met de verkregen inlichtingen en vooral ook de persoonlijke indruk, welke van den sollicitant werd verkregen, beslissen over al of niet aanneming. De afdeeling Arbeid is tevens belast met bet uitvoeren van alle regelingen op het terrein der rechtspositie van den werknemer, zooals fabrieksreglementen, loonregelingen, vacantieregelingen, enz. (zie „Sociaal-Economische Afdeeling”) en met de controle op de handhaving der arbeidsvoorwaarden. LOONBUREAU Als meer zelfstandig onderdeel van de Afdeeling Arbeid werkt het Loonbureau, dat belast is met het maken van tijdstudies op wetenschappelijken grondslag en het op grond daarvan vaststellen van de tarieven; het nauwe contact met het werk inde fabricageafdeelingen, magazijnen, enz., dat daardoor ontstaat, geeft doorloopend aanleiding tot het doen van voorstellen op het gebied van de bedrijfsorganisatie, zooals verbeteringen van fabricagemethoden of van fabrieksinrichting. Meermalen wordt hierbij van films gebruik gemaakt voor het vaststellen van de beste fabricagemethoden of voor het bepalen van bewerkingstijden. PSYCHO-TECHNISCH LABORATORIUM Bij de Philips’ Bedrijven dient aan het personeelvraagstuk bijzondere aandacht te worden geschonken. In het algemeen spelen bij het aannemen van nieuw personeel en leerlingen zeer veel subjectieve invloeden en toevalsfactoren een rol, factoren, die leiden tot verspilling van tijd, geld en levensvreugde. Door zorgvuldig onderzoek tracht de bedrijfspsychologie de capaciteiten der candidaten te toetsen, om op deze wijze mee te helpen den rechten man op de rechte plaatste brengen. Het is duidelijk, dat geen der gebruikelijke waarborgen als: medische keuring, informaties en practische ervaring Verder is een hoofdtaak dezer afdeeling de toepassing der wetten op het terrein der arbeidsbescherming: Arbeidswet, Veiligheidswet, Ongevallenwet. Alle veiligheidsmaatregelen worden centraal gecontroleerd en zoo noodig voorgeschreven; alle werktijdregelingen en tijdelijke afwijkingen daarvan moeten hier worden goedgekeurd. Een interessante taak der afdeeling Arbeid is nog de behandeling der z.g. „Opmerkingenbus”, tezamen met de daarvoor door de Directie in het leven geroepen Commissie. ledere werknemer kan zijn opmerkingen en voorstellen betreffende productiemethoden, bedrijfsorganisatie, besparingsmogelijkheden, nieuwe artikelen, hygiëne, veiligheid, enz. indienen. Na onderzoek worden dan door de Commissie voor de goede opmerkingen belooningen toegekend. daardoor overbodig worden. Integendeel, dooreen zoo volledig en exact mogelijk onderzoek van sollicitant en arbeid wordt het beste resultaat bereikt. Hoe meer het gelukt den rechten man op de rechte plaatste brengen, des te geringer is het verloop, des te minder het aantal bedrijfsongevallen, des te korter zijnde leertijden, des te geringer zal de uitval inde fabricage, de slijtage aan machines en gereedschappen zijn en des te hooger de gemiddelde arbeidsprestatie. Voor de werknemers is het van groot belang een werkkring te vinden, die in overeenstemming is met hun aanleg en capaciteiten. De kansen op voldoening in het werk en op een goed loon staan gunstiger, eveneens de promotiekansen voor begaafden; de kansen op mislukking en teleurstelling worden over de geheele lijn verminderd. Het Psychotechnisch Laboratorium, gesticht in 1922, onderzocht in de eerste 15 jaren ruim 75000 personen, waardoor het overeen ruime ervaring beschikt. De praktijk heeft bewezen, dat de werklieden, die bij hun indiensttreden een zeer goed psychotechnisch rapport kregen, voor het grootste deel promotie hebben gemaakt. De veelzijdige diagnose van alle kwaliteiten heeft speciale beteekenis voor de „onvolwaardigen”, die door het suggestieve effect van hun PSYCHO-TECHNISCH ONDERZOEK VOOR ONGESCHOOLDEN (DOOLHOFTEST) gebrek vaak niet de gelegenheid krijgen te toonen, dat ze in allerlei opzichten best volwaardig, zelfs superieur kunnen zijn. Naast de selectie van het ongeschoold, half geschoold, het hooger technisch en kantoorpersoneel, geeft het laboratorium ook adviezen bij de leerlingenselectie en de klasse-indeeling voor de talrijke scholen en cursussen van het Philips’ Onderwijs. Door het vormen van intellectueel homogene groepen wordt het nuttig effect van het onderwijs sterk verhoogd en de taak van leerling en leeraar veraangenaamd. Tevens heeft het laboratorium tot taak doeltreffende adviezen uitte brengen over de pupillen van het Philips-van der Willigen Fonds, met het oog op subsidie aan kinderen van arbeiders en employé’s voor het volgen van nijverheids-, middelbaar of hooger onderwijs. Tenslotte werd in 1935 begonnen met een psychologisch adviesbureau, om de ouders inde gelegenheid te stellen van de vorderingen der psychologische en paedagogische wetenschap te profiteeren. Na een psychologisch onderzoek wordt den ouders advies verstrekt in zake moeilijkheden in gezin of school, de keuze van opleiding, studie of beroep. De proeven, welke moeten worden afgelegd, zijn voor alle categorieën verschillend. De testserie voor ongeschoolde en half geschoolde arbeiders, na zorgvuldige toetsing gekozen, geeft een veelzijdig beeld van practische intelligentie, gezichtsscherpte, handigheid en tempo. Voor hooger technisch en kantoorpersoneel b.v. zijnde proeven van geheel anderen aard. Zij toetsen de opmerkzaamheid, het geheugen, de intelligentie, het logisch oordeel, den mathematisch- MONTAGEPROEFJE (TEST VOOR ONGESCHOOLDEN) technischen aanleg. Begrijpelijkerwijze zijn deze opgaven veel zwaarder, dan die aan arbeiders-candidaten worden gesteld. De resultaten worden niet weergegeven in cijfers, maar ineen grafiek. Hierdoor heeft de personeelaannemer ineen oogopslag iemands talenten en tekortkomingen voor zich en kan hij hiermee volledig rekening houden bij aanname en plaatsing. Het psychotechnisch onderzoek en dein den aanhef vermelde overige gegevens bevorderen de harmonie tusschen mensch en arbeid. ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING Vele arbeiders der Philips’ Fabrieken, uit alle oorden van ons land afkomstig, wenschten voor hun kinderen degelijk neutraal onderwijs. Daar ineen steeds groeiend bedrijf de promotiekansen groot zijn en het personeel voelde, dat meerdere kennis de kansen op bevordering vergrootte, was er ook veel behoefte aan onderwijs voor de werknemers zelf. De zorg voor de arbeidsters, die door haar werk op de fabriek de gelegenheid zouden missen zich voor haar toekomstige taak als huisvrouw te bekwamen, was mede oorzaak tot het ontstaan en den groei van het Philips’ Onderwijs. KLEUTERSSCHOOL PHILIPSDORP twee kleutersscholen, vier scholen voor gewoon lager onderwijs, een school voor uitgebreid lager onderwijs, een jongens-nijverheidsopleiding. De kleutersscholen en de scholen voor gewoon lager onderwijs zijn in eigen gebouwen gehuisvest. Zij zijn inde eerste plaats toegankelijk voor kinderen uit gezinnen van Philips’ employés en, voor zoover de ruimte het toelaat, ook voor andere kinderen. Door bijeenkomsten met de ouders, voordrachten voor de leerkrachten, onderwijs in handenarbeid, tuinarbeid en gymnastiek, tracht het schoolbestuur het onderwijs zoo vruchtdragend mogelijk te maken. De lessen van de U.L.0.-school en de jongens-nijverheidsopleiding worden inde Bedrijfsschool gegeven. Zij zijn zonder onderscheid toegankelijk voor de beste candidaten, die zich aanmelden. Aan de U.L.0.-school is verbonden een kantoorbediendencursus, waarvan de lessen een betere aanpassing aan de kantoorwerkzaamheden beoogen. De lessen van deze instituten worden gegeven Inden loop der jaren werden, met financieelen steun van de Directie, door de Philips’ Yereeniging voor Onderwijs en Volksontwikkeling verschillende scholen gesticht, waarvan de volgende thans functionneeren: PHILIPS le LAGERE SCHOOL door dezelfde onderwijzers. Een leerling van deze inrichting zal aan het einde van den 3-jarigen cursus, behalve zijn u.1.0.-kennis, vaardigheid verkregen hebben in het verrichten van lichte kantoorwerkzaamheden, welke anders eerst op het kantoor geleerd moeten worden. De jongens-nijverheidsopleiding, die 4 jaren duurt, is geregeld volgens het leerlingstelsel. De leerlingen worden gedurende dien tijd door een patroon (hier de Philips’ Fabrieken) in opleiding genomen. Om een goede vorming te verkrijgen, worden zij gedurende de eerste twee jaren ineen leerlingenwerkplaats onder leiding gesteld van bekwame werkmeesters uit het bedrijf. De volgende twee jaren werken zij ineen der fabrieksafdeelingen onder den baas. Intusschen volgen zij het jongens-nijverheidsonderricht, waarbij zij eerst gedurende twee dagen, later één dag per week, onderwezen worden inde theoretische kennis, die zij voor hun vak behoeven. Over hun werkzaamheden inde fabriek brengen de jongens wekelijks rapport uit bij de schoolleiding, terwijl deze zich ook inde fabriek BEDRIJFSSCHOOL Eendoor het schoolbestuur, onder goedkeuring van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, benoemde controleur houdt toezicht en let er op, dat voldaan wordt aan de wettelijke voorschriften, welke het leerlingstelsel regelen. Alle leerlingen, die dagscholen bezoeken, staan onder geregeld toezicht vaneen eigen schoolarts. Behalve deze opleidingen, worden inde Bedrijfsschool aan vele honderden uit het bedrijf lessen gegeven. De naai- en verstellessen stellen de fabrieksmeisjes, toekomstige huismoeders, in staat, zich te bekwamen in het vervaardigen en herstellen van kleedingstukken. Deze zeer gewaardeerde lessen vormen met de kooklessen, die gegeven worden inde Huishoudschool, den oorsprong van de tegenwoordige ontwikkeling van het Philips’ Onderwijs. Deze vergewist van hun vorderingen, gedrag en ijver. Zoo wordt gestreefd naar een nauw contact met het bedrijf, al verplicht de leerling zich niet na de opleiding in dienst der N.V. Philips te treden. Zijn vakdiploma, uitgereikt dooreen examencommissie, benoemd door den Minister, zal hem ook de poorten openen van andere bedrijven. De jongens worden opgeleid tot geschoolde bankwerkers, draaiers, grofbankwerkers, fitters, electriciens, instrumentmakers en glasinstrumentmakers. LEERLINGENWERKPLAATS cursussen werden in 1917 gesticht door Mevrouw Philips-de Jongh, die nog steeds de ziel van dezen tak van onderwijs is. Op het vervolgonderwijs kunnen jeugdige werknemers hun vergeten schoolkennis opfrisschen en uitbreiden. Het avond-kantooronderwijs leidt de kantoorbedienden op in Nederlandsche, Fransche, Engelsche, Duitsche en Spaansche Taal en Handelscorrespondentie en Boekhouden. Apart moet hier vermeld worden de schrijfschool, waar reeds honderden voor stenograaf en typist werden opgeleid. De gediplomeerde oud-u.1.0.-leerlingen worden niet losgelaten, indien zij bij de N.V. werken. Zij mogen, als zij daartoe lust hebben, den speciaal voor hen gevormden cursus volgen, die een overgang vormt naar het bovengenoemde avond-kantooronderwijs. Ook voor de gediplomeerde leerlingen van de jongens-nijverheidsopleiding is een cursus in het leven geroepen, om de theoretische kennis, welke een volledig geschoold vakman noodig heeft, te onderhouden en uitte breiden. Verder noemen wij cursussen voor onderbazen, electriciens, in leekenen, in radiotechniek. Al deze leergangen worden inde avonduren gegeven. GYMNASTIEKOEFENING Van de dagcursussen vermelden wij: den oriëntatiecursus, welke de nieuw-aangestelden in leidende technische en commercieele functies op de hoogte brengt van de Philips’ Bedrijven. Deze cursus, zoo noodig gevolgd dooreen excursie, wordt gegeven door de chefs der verschillende afdeelingen; den steno-typistencursus, die 17 a 18-jarige meisjes opleidt tot steno-typisten inde 4 talen; de naai- en verstellessen voor vrouwen van werknemers. Rest ons nog te spreken over het Pliilips-van der Willigenfonds. In het jaar 1916, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Philips’ Fabrieken, stichtten de Heer en Mevrouw Dr. Ir. G. L. F. Philips-van der Willigen een fonds ten behoeve van de kinderen van het personeel, die door hun verstandelijke eigenschappen voor voortgezet onderwijs bijzonder geschikt zijn. Uit de baten van dit fonds wordt aan omstreeks 200 pupillen tegemoet gekomen inde kosten van hun studie. Zij bezoeken allerlei inrichtingen van voortgezet onderwijs: vakscholen, middelbare scholen en gymnasia, kweekscholen. Zelfs kunnen de besten van hen universitair onderwijs volgen, waarbij de studierichting wordt vrijgelaten, mits zij in overeenstemming is met den aanleg. Onder het personeel zijn inden loop der jaren tal van vereenigingen opgericht op verschillend gebied. De Philips’ Harmonie, bestaande uit 70 leden, is overbekend en staat op een zeer hoog muzikaal peil. De P.S.V. (Philips’ Sport-Vereeniging) beoefent verschillende takken van sport als: voetbal, korfbal, hockey, tennis, schermen, gymnastiek. De Philips’ Vereeniging organiseert voor hare leden tooneelvoorstellingen, lezingen en kienavonden. Het Philips’ Symphonie Orkest onder leiding van Jan Düring geeft tweemaal per jaar een zeer goed voorbereid en uitgevoerd concert, meestal opgeluisterd dooreen jong Nederlandsch solist. Het Philips’ Amateur Tooneel, dat inden laatsten tijd oefent onder leiding van den bekenden acteur Kommer Kleijn, geeft eveneens tweemaal per jaar een uitvoering. Inden loop van 1937 werd ook nog opgericht het Philips’ Philharmonisch koor, dat onder leiding is komen te staan van Otto Glastra van Loon. Tenslotte moet nog vermeld worden een zeer bloeiende schaakvereeniging. PHILIPS-DE JONGH ONTSPANNINGSFONDS Op 21 Maart 1921 werd het Philips-De Jongh Ontspanningsfonds gesticht, dat ten doel heeft onder het personeel en hun gezinnen ontspanning inden ruimsten zin te bevorderen en te leiden. In November 1929 werd het Ontspanningsgebouw officieel geopend. Hierin bevindt zich een schouwburgzaal, welke in 1935 verbouwd is naar de plannen van Regierungsrat Prof. Carl Witzmann, die o.m. in Weenen een drietal theaters verbouwd had. Zijn plannen werden, wat de acoustiek betreft, nauwkeurig onderzocht in het Natuurkundig Laboratorium, dat een enkele wijziging voorstelde. Het resultaat is schitterend te noemen. De zaal wordt met lucht verwarmd. Er is geen enkele radiator meer aanwezig. De zaal biedt plaats aan bijna 1000 personen en beschikt overeen volledig geoutilleerd tooneel. In het winterseizoen wordt deze zaal ONTSPANNINGSWERK Verder is er een groen betegelde, zonnige eetzaal in het Ontspanningsgebouw; hierin eten ± 800 arbeiders en arbeidsters, die te ver van de fabrieken wonen om inden rusttijd naar huis te kunnen gaan, dagelijks hun meegebrachte boterhammen op. Aan de buffetten kunnen ze tegen geringen prijs koffie, thee, melk en pap krijgen, terwijl ze zich daar bovendien kunnen voorzien vaneen bord en een mes. De eetzaal wordt ’s avonds gebruikt als foyer. Tenslotte bevinden zich in dit gebouw vereenigingslokalen, een biljartzaal, een zaal voor gezelschapsspelen, een naar de eischen des tijds ingerichte gymnastiekzaal met douchegelegenheid. Over de verschillende woningwijken verdeeld zijn er 5 Buurt- wekelijks gebruikt voor tooneeluitvoeringen, filmvoorstellingen, concerten, enz., die het personeel en hun gezinnen tegen lage entreeprijzen kunnen bijwonen. In dit gebouw is tevens gevestigd een leeszaal met uitleenbibliotheek en studiezaal. In deze leeszaal mogen de boeken kosteloos gelezen worden, maar wie ze mee naar huis wil nemen, moet voor een luttel bedrag lid worden. De bibliotheek bezat in Januari 1937 ± 10.000 boeken: Nederlandsche, Fransche, Duitsche en Engelsche romans, kinderboeken en studieboeken. In 1936 werden 123.000 boeken uitgeleend. ONTSPANNINGSGEBOUW vereenigingen; 4 daarvan hebben een eigen speeltuin voor de kinderen; 3 hebben een eigen buurthuis, terwijl een 4e in oprichting is. Ook daar zijn weer eigen zang-, muziek- en tooneelclubs opgericht. Door het Philips-de Jongh Ontspanningsfonds wordt uitgegeven het maandblad „In & Om”, een algemeen orgaan voor het personeel der onderneming. Inden zomer worden er onder bekwame leiding reisjes georganiseerd, die door het Philips-de Jongh Ontspanningsfonds worden mogelijk gemaakt. Reeds eenige malen werden massareizen naar den Haag, Arnhem, Valkenburg en Antwerpen georganiseerd, waaraan 3000 tot 6000 arbeiders met hun gezinnen hebben deelgenomen. Het Ontspanningsfonds beeft eigen tenten met kampeermateriaal, waarvan ’s zomers eendruk gebruik wordt gemaakt. Bovendien worden door dit fonds allerlei wedstrijden georganiseerd en in clubverband wordt handwerkles gegeven. TOONEELZAAL ONTSPANNINGSGEBOUW Met den groei der Philips’ Bedrijven heeft ook de geneeskundige verzorging een zeer belangrijke uitbreiding ondergaan. Deze is dan ook op zeer moderne wijze georganiseerd en bevat alles wat noodig is, om een goede geneeskundige behandeling der patiënten te waarborgen (hoogtezon, diathermie, kortegolf, heete luchtapparaten, een electro-cardiograaf en een volledig ingerichte Röntgenafdeeling). Aan den Geneeskundigen Dienst zijn verbonden, behalve een medisch leider, een achttal artsen, die gratis volledige huisartsenhulp verleenen aan het Philipspersoneel met een inkomen beneden een bepaald bedrag. (De eventueele echtgenooten en kinderen beneden 14 jaar hebben eveneens recht op deze hulp). Een staf van deskundig verplegend personeel staat de artsen inde uitoefening van hun praktijk bij. De te verleenen specialistische en tandartsenhulp, ziekenhuis en sanatoriumverpleging, alsmede de verstrekking van genees- en verbandmiddelen, bandages enz., zijn voor rekening vaneen door het personeel zelf bekostigde personeel-instelling, n.l. de Stichting Ziekenzorg. De door de artsen voorgeschreven recepten worden bereid inde Philips’ Apotheek, die onder leiding staat vaneen apotheker en waarin 4 apothekers-assistenten werkzaam zijn. Van het aan den Geneeskundigen Dienst verbonden Consultatiebureau voor zuigelingen, dat tweemaal per week is geopend, kan door iedere moeder gratis gebruik worden gemaakt. Door den Geneeskundigen Dienst is verder een speciale ongevallendienst ingesteld, in hoofdzaak ondergebracht inde Hoofdpolikliniek (een goed ingerichte operatie- en sterilisatieafdeeling staat daar den medici ter beschikking) en inde Verbandkamer der Glasfabriek. Voorts bestaan bij 10 verschillende fabrieksafdeelingen z.g. E.H.8.0.- posten, samengesteld uit vrijwilligers, die na het behalen van het E.H.8.0.-diploma wekelijks een uur practisch oefenen. Deze groepen beschikken over de noodige verbandmiddelen, zuurstofapparaten, gasmaskers en brancards. De ambulancedienst heeft ambulance-auto’s ter beschikking, die tevens dienst doen voor ziekenvervoer. GENEESKUNDIGE VERZORGING Inde laatste jaren is het probleem van de preventieve gezondheidszorg sterk naar voren gekomen, zoodat ook op dit gebied de noodige regelingen moesten worden getroffen. Deze omvatten o.m. het nemen van sanitaire maatregelen ten behoeve van de gezondheid der werknemers en hunne gezinnen, (o.a. inentingen tegen pokken, diphterie; toezicht op contacten van infectieziekten). De taak van dezen dienst omvat bovendien alle problemen van medischen aard, waarbij kennis van bedrijf en beroepsarbeid noodzakelijk is, o.a. a. de medische keuring van alle candidaten voor een functie bij de Philips’ bedrijven, b. de fabrieks- en arbeidshygiëne, c. het medisch onderzoek van alle arbeiders, die overplaatsing om gezondheidsredenen aanvragen, of voor wie de huisarts dit noodig oordeelt. ad a. Het aantal keuringen is groot (tot 70 per dag); het onderzoek moet zich dus tot hoofdzaken bepalen en men moet gebruik maken van de meest efficiënte onderzoek-methoden. Zeer belangrijk is gebleken de systematische Röntgen-doorlichting, speciaal voor het opsporen van longtuberculose 2 °/o der onderzochten; ± 0,2 °/o 0,3 °/0 open tuberculose). De candidaten worden op grond van medisch onderzoek in 3 groepen verdeeld: de eerste groep (d; 60 °/0) geschikt voor alle gevraagde werkzaamheden; de tweede groep (5 10 °/0) totaal ongeschikt om in dienst van de Philips’ Bedrijven te treden; de derde groep (30 —35 °/0), die een beperkte geschiktheid hebben. De tewerkstelling in het bedrijf van deze laatste groep geschiedt volgens een op grond van medische ervaring in het bedrijf vastgesteld diagram. ad b. Hiertoe behooren alle maatregelen welke er toe kunnen voeren, de voor de gezondheid schadelijke factoren van den beroepsarbeid zooveel mogelijk uitte schakelen: zorg voor een goede algemeene ventilatie, afzuigen van schadelijke stoffen (chemicaliën, stof), verstrekken van goede arbeidsstoelen, individueele bescherming (gas- en stofmaskers, gummi- GEZONDHEIDSDIENST Een belangrijk aantal werknemers staat onder periodieke geneeskundige controle, hetzij omdat zij arbeid verrichten, die deze controle noodig maakt, (o.a. personen die in regel- matig contact zijn met kwik, lood, organische oplosmiddelen, stof, enz.), hetzij omdat hun gezondheidstoestand deze controle vordert. ad c. Alle overplaatsingen om gezondheidsredenen geschieden slechts na onderzoek van patiënt en arbeidsomstandigheden door den Gezondheidsdienst. Hierdoor wordt een nauw contact tusschen dezen dienst en het bedrijf gelegd en komen eventueele stoornissen tengevolge van minder gewenschte arbeidsmethoden spoedig ter kennis. De tuberculosebestrijding ouder het personeel en hunne gezinnen is een bijzonder belangrijke taak van den gezondheidsdienst. Deze Dienst is erkend als Consultatie Bureau (Philips C. 8.) en werkt ten nauwste samen met het Districts-Consultatie Bureau te Eindhoven. handschoenen, speciale kleeding, enz,), speciale onderzoekingen in verband met arbeidstijd en arbeidstempo; enz. enz. POLIKLINIEK De werkzaamheden van het Philips C.B. omvatten: 1. Periodieke Röntgendoorlichting van het geheele personeel der onderneming (periode l1/2 2 jaar). 2. Nader onderzoek en verzorging van alle personen met voor tuberculose verdachte afwijkingen, die bekend worden door de onder 1 genoemde serie-doorlichting, door het onderzoek der huisartsen, of die op andere wijze ter kennis komen van het C.B. 3. Periodiek onderzoek van de gezinnen van alle patiënten met tuberculeuze longafwijkingen. 4. Doorlichting van gezinsleden van alle overige werknemers, voor zoover deze zich hiervoor aanmelden. 5. Doorlichting van dienstboden, hulpen inde huishouding, en ander huispersoneel. Eender artsen van den Gezondheidsdienst treedt op als schoolarts voor de scholen der Philips’Yereeniging voor Onderwijs en Volksontwikkeling. De leerlingen dezer scholen worden o.a. jaarlijks aan een tuberculinereactie onderworpen. Alle positief reageerenden staan onder controle van het Philips C.B. WONINGDIENST Tot de belangrijke sociale vraagstukken van het bedrijf behoort ook de huisvesting. Tot voor eenige jaren was de ontwikkeling van het bedrijf en daarmede de vermeerdering van het aantal arbeiders wel zeer snel doch regelmatig te noemen. Hoewel er steeds een woningtekort heerschte en dit, vooral inde oorlogsjaren door de eigenbouwers bij geen benadering kon worden gedekt, was de activiteit van de woningbouw-vereenigingen hier ter stede toch zoo groot, dat door regelmatigen nieuwbouw in het tekort kon worden voorzien. Dat de N.Y. ook reeds in die jaren kleinere complexen woningen bouwde, was dan ook niet zoo zeer het gevolg van de noodzakelijkheid daarvan, dan wel van den wensch, om sociale redenen een eigen dorp te stichten, waar de bewoners tegen een normale huur een betere woning dan elders ter plaatse ter beschikking kregen. Als een min of meer op zichzelf staande vestiging bood op deze wijze het z.g. Philipsdorp, waaronder een complex, gebouwd onder architectuur van wijlen architect de Bazel, ineen aangename omgeving, goede woongelegenheid ineen stad, waar in dit opzicht nog weinig baanbrekend werk verricht was. Inde eerste oorlogsjaren werden glasblazers uit het buitenland naar Eindhoven gehaald, aan wien woningen werden verstrekt; werkloozen met groote gezinnen uit Drente en omgeving verhuisden naar Eindhoven en verwisselden daarbij dikwerf krotwoningen en plaggenhutten met goede arbeidershuizen. Als uitbreiding van het Philipsdorp ontstond aldus het z.g. Drentsche dorp. Tevens zijn door de woningbouw-vereeniging „Volkshuisvesting”, die opgericht was dooreen aantal Eindhovensche fabrikanten, en waarvan de N.V. Philips de belangrijkste aandeelhoudster is, die daardoor overeen bepaald aantal woningen kan beschikken, een aantal complexen arbeiderswoningen gebouwd. Doch eerst in 1928 begon plotseling de koortsachtige uitbreiding van de fabriek. Uit alle deelen des lands vloeiden arbeiders toe. En nu was er geen kwestie van, dat de gemeente, woningbouwvereenigingen en particuliere bouwers inden nood konden voorzien. Hooge huren, slechte woningtoestanden en hooge transportkosten voor het vervoer van arbeiders uit de omgeving, noodzaakten tot PHILIPS’ WONINGEN het zelf bouwen van woningen. Deze zijn thans ondergebracht in diverse woningstichtingen, welke 2557 woningen, alsmede een terrein-reserve van 300 hectaren bezitten, zoodat deze onroerende goederen door middel van deze stichtingen door de N.V. Philips worden beheerd; een dezer stichtingen kocht nog in Augustus 1937 een complex van 351 woningen aan. Hoe de beschikbare woningvoorraad gegroeid is, moge blijken uit den volgenden staat: Aantal Aantal woningen Datum inwoners Eindhoven Gem. Eindhoven Philips l-l-’2O 45.951 8.136 712 l-l-’23 52.516 8.569 996 l-l-’27 65.888 11.138 1270 l-l-’2B 77.547 14.906 1628 l-7-’3O 94.793 17.812 3832 l-l-’32 93.233 18.944 3846 l-l-’35 100.455 19.910 3846 l-8-’37 106.644 21.337 4205 Deze 4205 woningen kunnen als volgt worden onderverdeeld: Heerenhuizen en villa’s 217 Middenstandswoningen 411 Arbeiderswoningen 3507 Winkelhuizen 34 Boerderijen 36 4205 In totaal werden 2024 huizen voor rekening der N.V. en 3601 huizen met rijkssteun gebouwd. De exploitatie van de woningen geschiedt door het Woningbouwbureau, dat onderverdeeld is ineen Woningbureau (uitgifte en controle) en een Bouwbureau (onderhoud). Op behoorlijke bewoning van de arbeiderswoningen wordt toezicht gehouden door inspectrices. Wat betreft de woningen zelf, deze zijn ruim te noemen. Zij hebben allen een woonkamer, „mooie kamer”, keuken en 3 of 4 slaapkamers boven, en zijn op moderne, practische wijze ingericht, met vaste kasten, schuifdeuren tusschen beide benedenkamers en openslaande deuren naar buiten, uitstortbak op de verdieping, marmeren schoorsteenmantels, schuurtje inden tuin, enz. De tuindiepte is aanzienlijk grooter dan algemeen inde groote steden. De tuinafscheidingen worden vanwege de N.V. van heggen voorzien, terwijl ook voor klimplanten en voor beplanting van aan de straat gelegen zijtuinen wordt zorg gedragen, waardoor een vriendelijk aspect van de arbeiderswijken ontstaat. r. KANTOREN Het nieuwe kantoorgebouw, dat in 1928 in gebruik werd genomen, is door architect Ir. Roosenburg gebouwd. Door de snelle uitbreiding van het bedrijf was het echter spoedig noodzakelijk nog een hulpgebouw op te richten, hetwelk in het begin van 1930 is gereed gekomen. Hierin werd de Hollandsche Verkoopafdeeling, die de BOERDERIJTJES TE SON Een fraaie muurschildering, geschonken door het College van Commissarissen der N.V., en vervaardigd door Prof. Thorn Prikker, is aan de dwarszijde van de lichthal aangebracht. Deze muurschildering is ingedeeld in 3 onder elkander geplaatste tafereelen en stelt symbolisch voor het SPREKEN, HOOREN en ZIEN. De gedachtengang hierbij is, dat het spreken, hooren en zien van de belangen voor Nederland en Koloniën waarneemt, gevestigd. Het hoofdkantoor, waarin circa 800 personen werkzaam zijn, beslaat een oppervlakte van ca. 2500 m2 en bestaat uiteen kelder, parterre en 4 verdiepingen. Bij het ontwerpen is er naar gestreefd groote ruimten te scheppen, die door normale tusschenwanden in bruikbare kleinere en grootere afgesloten vertrekken kunnen worden ingedeeld. De aldus gevormde vertrekken zijn gegroepeerd om een groote lichthal, afgedekt dooreen dubbele glazen bedekking. Aan de eene zijde van de lichthal bevindt zich de ingang met trappenhuis, liften en garderobes, voor welk doel ook de overeenkomstige ruimten op de tusschenverdiepingen worden benut. Aan de tegenoverliggende zijde van het gebouw zijnde safes en een tweede trappenhuis met toiletten en garderobes. KANTOORGEBOUW Men zou hieraan kunnen toevoegen, dat ineen „lichtbedrijf” als hier te Eindhoven de toepassing van geschilderde glasramen het beste tot uiting komt, daar deze ramen toch steeds een symbool zijn van den strijd tusschen de materie en het immaterieele licht, waarbij het overstralende licht ten slotte steeds de overwinning behaalt. Wat de N.V. Philips zich voorstelt te bereiken door de steeds meer geperfectionneerde gloeilamp, het symbool van de overwinning van het licht, heeft de ontwerper der glas-in-lood ramen door zijn cyclus willen verzinnebeelden. Het geheel bestaat uit 36 tafereelen, harmonisch verspreid over menschheid te allen tijde wordt beïnvloed door de materieele levensomstandigheden. Onder de figuren der muurschildering bevindt zich een engel, die eender menschelijke figuren aanraakt. Deze uitbeelding stelt voor den MENSCH beïnvloed door den GEEST en dus los van de aardsche invloeden. Hierdoor kan de mensch vrij zijn in zijn uitingen en kan hij WERKELIJK spreken, hooren en zien, zonder dat de aardsche invloeden op hem inwerken. Het trappenhuis in het hoofdgebouw verkrijgt zijn licht door glas-in-lood ramen, ontworpen door Joep Nicolas en aangeboden door den heer en mevrouw Philips-de Jongh. Deze gebrandschilderde ramen geven de uitbeelding eener synthese van het innerlijke karakter der bedrijven, welke in het kantoorgebouw hun administratief middelpunt hebben. WANDSCHILDERING VAN PROF. THORN PRIKKER IN HET HOOFDKANTOOR de zes ramen en raampaneelen. Gelijkvloers beginnende ziet men symbolische voorstellingen van de aarde, het water, het vuur en de lucht; andere tafereelen zijn b.v. de duisternis, de rede, de arbeid, de welvaart, de saamhoorigheid, enz. Als bovenste tafereel is gegeven: „Het licht”. Van de voornaamste afdeelingen, welke in het kantoorgebouw gehuisvest zijn noemen wij o.a. de Commercieele afdeeling, het Secretariaat, de Octrooi-afdeeling, de afdeeling Boekhouding, de Propaganda-afdeeling, enz. enz. Binnen- en buitenlandsche bezoekers worden hier dagelijks ontvangen, terwijl ook vanuit dit Eindhovensche centrum geregeld reizen naar het buitenland worden ondernomen. TRANSPORT IN HET HOOGE NOORDEN TRANSPORT PER TREIN Yan de vele afdeelingen, welke buiten het hoofdkantoor zijn gehuisvest, noemen wij verder nog de Expeditie-afdeeling. Zij moet op de hoogte zijn van alle wijzen van vervoer en middelen van transport, van auto, vliegtuig, trein of schip tot dekschuit of slede toe. Zij moet steeds de vraag kunnen beantwoorden: Op welke wijze worden onze goederen het vlugst en goedkoopst vervoerd? Ten slotte beschikt het Philips’ Bedrijf te Eindhoven overeen eigen Postkantoor, waar de komende en uitgaande post verzorgd wordt. Per maand worden van hier ongeveer 150.000 brieven, van het poststempel „Philips’ Postkantoor” voorzien, verzonden. Wij hopen den lezer hiermede een indruk te hebben gegeven van het Eindhovensche centrum van het Philips’ Concern, dat zijn vertakkingen in alle richtingen, over de wereld heeft uitgestrekt. TRANSPORT IN HET VERRE OOSTEN 1 Fabriek in 1891, thans chemisch magazijn 2 Hoofdkantoor 3 Gloeilampen- en Radiolampenfabriek 4 Kantoor Inkoop-Afd. 5 Polikliniek en Soc. Econom. Afd. 6 Afd. Arbeid 7 Ingenieursbureau 8 Fitterij en smederij 9 Electrotechnische werkplaats 10 Magazijn en modelmakerij 11 Edelgasfabriek 12 Matteerderij 13 Kantoor Verkoop Ncd. & Kol. 14 Tribune voetbalterrein 15 Clubgebouw Philips’ Sportvereeniging 16 Philips’ Kleutersschool met aula 17 Ontspanningsgebouw 18 Philips’ le Lagere School 19 Pottenmakerij 20 Glasblazerij 21 Hoofdmagazijn 22 Drukkerij 23 Cartonnagefabriek 24 Bedrijfsschool 25 Leerlingenwerkplaats 26 Papierfabriek 27 Papierloods 28 Schilderswerkplaats 29 Matteerderij en magazijn 30 Apparatenfabriek I 31 Filtergebouw 32 Mechanische buizentrekkerij 33 Autogarage 34 „Philite”-fabriek 35 Röntgenfabriek, gereedschapmakerij (machinefabriek) 36 Technische werkplaats, fitterij 37 Ketelhuis, machinegebouw IV 38 Magazijnen 39 Autogarage 40 Douaneloods 41 Metaalwarenfabriek II 42 Metaalwarenfabriek I 43 Timmerwinkel 44 Proeffabriek II 45 Apparatenfabriek II 46 Machinefabriek (mech. werkpl.) 47 Condensatorenfabriek, galvaniseerderij. enz. 48 Parafineerderij, werkplaats enz. 49 Natuurkundig Laboratorium 50 Proeffabriek I VERKLARING PLATTEGROND PLATTE GROND VAN DE PHILIPS’ FABRIEKEN TE EINDHOVEN