IN EN UIT DE KERKEN DER PROVINCIE NOORD-HOLLAND BESCHREVEN DOOR Mr. P. C. BLOYS VAN TRESLONG PRINS EN Mr. J. BELONJE DEEL I AALSMEER tot AMSTERDAM (Nieuwe Kerk) A. OOSTHOEK UTRECHT 1928 GENEALOGISCHE EN HERALDISCHE GEDENKWAARDIGHEDEN AJ Ia iiïiWiüsts**» oe', ;*■ GENEALOGISCHE EN HERALDISCHE GEDENKWAARDIGHEDEN Uitgegeven met steun van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de Vereeniging Amstelodamum, het Prov. Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen en den Bond Heemschut. Tombe van Graaf Floris Vin de Gr. Kerkte Alkmaar. (Zie bl. 65). IN EN UIT DE KERKEN DER PROVINCIE NOORD-HOLLAND BESCHREVEN DOOR Mr. P. C. BLOYS VAN TRESLONG PRINS EN Mr. J. BELONJE DEEL I A. OOSTHOEK UTRECHT 1928 GENEALOGISCHE EN HERALDISCHE GED EN KWAARDIGHEDEN Aan het slot vaneen kort voorwoord bij de „Genealogische en Heraldische gedenkwaardigheden in en uit de Kerken van de provincie Overijssel”, welke in het voorjaar van 1925 het licht zagen, schreef ik, „nu komt Noordholland aan de beurt, waarvan de beschrijving voor 4/6 deel reeds gereed is.” Sindsdien zijn bijna 3 jaren voorbijgegaan, een langere tijd, dan ik gedacht had, toen ik in October 1925 weer terugging naar Batavia. Van zeer verschillenden aard zijnde oorzaken van deze vertraging, welke ten slotte niet grooter is geworden, dank zij de krachtige hulp van mijn medewerker in Noordholland, Mr. J. Belonje te Alkmaar, en den zeer geappreciëerden steun van Mr. D. F. Pont, burgemeester van Uithoorn. Noordholland leverde op het onderwerpelijk gebied heel wat op. Stond inde zes provinciën, van wier kerken de gedenkwaardigheden door mij reeds werden gepubliceerd, de Groote Kerkte Rotterdam met bijna 600 grafzerken aan het hoofd, wat het aantal grafschriften betreft, verschillende kerken van Noordholland lieten Rotterdam ver achter zich als Edam met ruim 1000, Alkmaar met bijna 1000, Enkhuizen met ruim 800 grafschriften, enz., enz. De genealogische gedenkwaardigheden uit deze provincie zullen dan ook wel 5 deelen vormen; het eerste deel gaat, zooals u ziet, niet verder dan Amsterdam, komt dus nog niet eens aan het einde van de eerste letter van het alphabet; met recht is dus Noordholland dus “last but not least”, want ik denk wel niet, dat het mij gegeven zal wezen nog één provincie op deze wijze te inventariseeren. Dat dit in Noordholland gelukt is, had ik zelfs nooit gedacht en is, zooals gezegd, in niet geringe mate te danken aan Mr. Belonje voornoemd. VOORREDE. Achter elke kerk vindt men tusschen twee haakjes een B of een P, al naar gelang zij door mijn medewerker of door mij werd beschreven. Sommigen hebben wij samen geïnventariseerd en de tochten, die wij daartoe maakten, behooren tot de aangenaamste herinneringen, welke ik aan mijn onvergetelijke kruistochten door Nederland bewaar. , Inde aangehaalde voorrede betreffende Overijssel merkte ik reeds op, hoe de provincies onderling op het onderwerpelijke gebied verschillen. In Noordholland komt dit wel heel sterk uit, vooral inde plattelandskerken. Bijna nergens zerken met wapens, heel weinig zeer oude zerken, behoudens dan enkele op priestergraven. De Noordhollandsche plattelands grafschriften betreffen bijna allen gezeten burgers uit de gouden eeuw, toen de steden in wier achterland zij lagen, nog niet tot de „villes mortes” behoorden. En waar er inde 17de—18de eeuw in Noordholland heel wat gezeten lieden woonden, bevreemdt het dus niet, dat in die provincie zooveel menschen onder een zerk werden begraven, dat de opschriften daarvan 5 boekdeelen vormen en dat deze provincie aan het hoofd staat van hare tien zusters. Helaas staat zij ook ineen ander opzicht aan het hoofd. Nergens is zóó barbaarsch gewoed tegen de grafmonumenten, zerken, enz. als hier. Dit culmineert in hetgeen te Harenkarspel een jaar of vier geleden geschiedde, toen de kerkvoogdij aldaar voor ƒ 400,— (zegge vierhonderd gulden) de hervormde kerk verkocht met inbegrip van kerkklok, grafzerken, preekstoel, enz., enz. En als men dit bedenkt en daarbij, dat men ook te Oterleek, en binnenkort misschien in nog meer plaatsen, mir nichts, dir nichts, de dorpskerk afbreekt, dan behoeft het geen verwondering te baren, dat de afgevaardigden uit die in negatieven zin „kerksche” plaatsen, niets gevoelden voor een subsidie ten behoeve van de uitgave van dit werk en met 39 tegen 29 stemmen miin verzoek van die strekking verwierpen. Zoo heer, zoo knecht, zoo bevolking, zoo hare afgevaardigden. Gelukkig kan ik dankbaar melding maken van de subsidies gegeven door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten- schappen, de Vereeniging „Amstelodamum”, het Prov. Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen en den Bond Heemschut en ik denk met groote erkentelijkheid aan de hulpvaardigheid van den Rijksarchivaris inde provincie Noordholland, Jhr. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet. Weltevreden (Java), October 1927. . B. v. T. P. Sedert 1922 was ik bezig met het verzamelen van de grafschriften, aanwezig inde kerken uit Alkmaar en omgeving, waarover ik een publicatie voorbereidde. Inden loop van 1925 maakte ik echter kennis met Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins en ons werk is toen samengesmolten. De nog overblijvende arbeid, waardoor Noordholland voltooid kon worden, verrichtten wij vervolgens grootendeels in gemeenschappelijk overleg. Met erkentelijkheid voor de verleende steun, hopen wij beiden van ganscher harte door ons werk te kunnen bereiken, dat de belangstelling voor de nog talrijke Noordhollandsche monumenten zal toenemen en dat dit zal mogen leiden tot bescherming daarvan. Want op menige plaats in ons boek zal de lezer wèl ontdekken, dat monumentenzorg in Noordholland een geenszins overbodige zaak is ! Alkmaar, November 1927. J. BELONJE. Lijst van de voornaamste der geraadpleegde boekwerken, handschriften, enz. 1. De „Noord Hollandsche Oudheden” door G. van Arkel en A. W. Weissmann. A’dam 1894. 2. Algemeen Nederlandsch Familieblad. 3. Nederland’s Adelsboek. 4. Nederland’s Patriciaat. 5. Joh. E. Elias „De Vroedschap van Amsterdam”. 6. Maandblad van het Genealogisch en Heraldiek genootschap de Nederlandsche Leeuw. 7. De Wapenheraut. 8. C. W. Bruinvis a. Over Alkmaarsche Geschiedboeken en Geschiedschrijvers, Alkmaar 1892. b. Alkmaarsche Kunstenaars. c. De molens van Alkmaar. d. Inde Alkm. St. Laurenskerk. e. Het Patriotisme te Alkmaar. ƒ. De Regeering van Alkmaar tot 1795, g. De Alkmaarsche Vroedschap. h. Het Kerkgeschil te Alkmaar. i. Bouwstoffen voor de Geschiedenis der Doopsgezinde Gemeente te Alkmaar. j. De Bank van leening te Alkmaar. k. Het huis het Moriaanshoofd en zijn bewoners inden Feestbundel Bredius 1915. 9. C. P. Bruinvis a. Levensschets van den heer G. F. W. Wildeman en geschiedenis der stichting van het provenfiuis. 1859. Gemeente Archief te Alkmaar Handschrift Vil 57. b. Beschrijving der schilderijen enz. in het Burgerweeshuis te Alkmaar. H. Coster 1870. 10. S. Eikel en berg. Alkmaar en zijn geschiedenissen. 11. Jaarboek van de Vereeniging Amstelodamum. 12. Gotfr. Hegeniti Itinerarium Frisio Hollandicum etc. Leiden Elsevier 1630. (Kon. Bibl. ’sGravenhage no. 235 D 10.). 14. Nederlandsche Kunstbode. 15. Van Alphen’s Nieuw Kerkelijk Handboek. 16. M. Z. Boxhorn. Theatrum Hollandiae. 17. Oud en Nieuw op het gebied van Kunst en Kunstnijverheid in Holland en België. 18. C. H. J. Hioolen „Het geslacht Hioolen”. Delft 1924. 19. Tegenwoordige Staat van Holland. 20. Nieuw Biographisch Woordenboek. 21. J. j. de Gelder „Ordre op de Latijnsche Scholen en geschiedenis der Latijnsche School te Alkmaar”. 22. „De Gouverneurs generaal van Ned. Indië” doorM. A. van Rhede van der Kloot. 23. Amsterdamsch Jaarboekje. 24. „Grafzerken inde Groote Kerkte Alkmaar” (Verkooping van Huffel’s antiquariaat April 1924 no. 138) in bezit van Jhr. Mr. Dr. E. A. van Beresteyn te ’s Gravenhage. 25. Afbeeldingen van grafmonumenten en tombes bijeen verzameld door Mr. W. van der Lely; handschrift inde Kon. Bibliotheek te ’s Gravenhage. 26. Beschrijving van Dordrecht door M. Balen. 27. Collectio monumentorum etc. per Philelentherum Timareten, Amsterdam 1684. 28. Beschrijvinge ende Afbeeldinge van de Heeren daarna graven van Egmond met hunne en der egtgenoten wapenschilden enz. door Kornelis van Alkemade anno 1728. P. van der Schelling; handschrift no. 75 C 22 inde Kon. Bibl. te ’s Gravenhage, 29. Genealogisch Heraldische Bladen. 30. De Nederlandsche Heraut. 31. Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem. 32. Academisch register door Martinus Soermans, emeritus predikant van Goudriaan, Leyden 1704. 33. Vernieuwt Kerkelijk Alphabeth van de Namen aller leeraren, die onder het synodus van Noord Holland den Kerkedienst bekleed hebben 1566-1749 door M. Veeris en Franciscus de Paauw, Enkhuizen 1750. 13. De Agnietenkapel 1470, 1632, 1921. Gedenkboek uitgegeven door den Secretaris van den Senaat der Universiteit (J. H. Scholte) MDCCCCXXI. Gedrukt ter Stadsdrukkerij Amsterdam. 34. C. vanderWoude, Kronijk van Alkmaar met zijn dorpen, 2e druk ’s Gravenhage 1745.1 35. Stamboek van den Frieschen Adel door Jhr. Mr. M. de Haan Hettema en Mr. A. van Halmael Jr. Leeuwarden 1846. 36. Oud-Holland. 37. Diarium van Arendvan Buchell. Uitgave van het Historisch genootschap derde serie no. 21. 38. Het dijks en molenbestuur in Holland’s Noorderkwartier door Mr. G. de Vries Az. A’dam 1876. 39. De Navorscher. 40. Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken van Zuidholland door Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins. 41. Deductie door Vrouwe M. A. Burmannus geb. Van Vladeracken. 42. A. L. G. Bosboom Toussaint „De Alkmaarsche wees”. 43. Verzameling schepenzegels in het gemeentearchief te Alkmaar. 44. Geheim boekje begonnen int jaer 1716 door Jan Hendrik Hermans. (Handschrift Kon. Bibl. a.v. 78 H 68.) 45. La familie del Court van Krimpen, réfugiés de Verviers, etc. Arnhem 1916. 46. W. Kleeff Oudheden en geestelijke gestichten der stad Alkmaar. (Handschrift in het gemeente archief te Alkmaar). 47. Tijdschrift voor Munt en Penningkunde. 48. Het Oud Adellijk Luiker geslacht De Loen de Kemesche, gezegd vanLoonuitdeLooz, de Hamal en d’Als teren, in verband beschouwd met de daarmede verwante families VanSanen en Koorn door A. F. van Beurden. Roermond 1906. 49. A. W. Weismann „Geschiedenis der Nederlandsche Bouwkunst”. 50. Kronijk van het Historisch Genootschap. 51. De Heerlijkheid Bergen in woord en beeld door M. van Reenen-Völter. Alkmaar 1903. 52. Catalogus van de pleisterafgietsels in het Rijksmuseum te Amsterdam. 53. Wandelingen door Gooi- en Eemland door Prof. J. A.. de Rij k. 54. De Opmerker, Bouwkundig Weekblad. 55. De Nederl. Spectator. 56. Archief voor Ned. Kerkgeschiedenis onder redactie van J. G. R. Acquoy, H. C. Rogge, F. Pijper. 57. Chronijk van de stad Medenblik door Dirk Burger van Schoorel, Amsterdam 1710. 58. Outheden en Gestichten van Kennemerland, Amstelland, Noordholland en Westvriesland enz. door H. van Rijn Leiden 1725. 59. Informacie up den Staet faculteyt ende gelegenheyt van de steden en de dorpen van Holland ende Vrieslant, handschrift uit 1514, gedrukt te Leiden 1866. (Koninklijke Bibliotheek te ’s Gravenhage 449 D 118.) 60. Enqueste ende Informatie upt stuck van der Reductie ende Reformatie van den schiltaelen enz. van Hollant ende Vrieslant gedaen te Hoorn op 10 Mei 1494 (Er staat abus. 1394) bij Huich du Mont tresorier enz., handschrift gedrukt te Leiden 1876. (K. B. a.v. 2 H 1275). 61. Tijdschrift der Vereeniging voor Noord Nederlands Muziekgeschiedenis. 62. Batavia Sacra of Kerkelijke historie van Nederland, Leiden Christiaan Vermey. 63. Het handschrift Van Engelen op het rijksarchief te Utrecht. 64. Inventaris van het Archief van de Heerlijkheid Heemstede, opgemaakt door P. N. van Doorninck, Haarlem 1911. 65. Genealogie van het geslacht Hoeufft enz. bewerkt door Jhr. Mr. W. H. Hoeufft, Middelburg 1905. 66. Wapenboeck van veele Edele Nederlantse Families en van andere in 4 quartieren gestelt met de wapens in couleuren; 2 deeltjes met eygen handen geschreven, geteyckent en afgeset door Job Martin de Lange, gebooren tot Gorinchem den 11 Juny 1652. (In 1924 eigendom van Jhr. Mr. Dr. E. A. van Beresteyn te ’s Gravenhage). 67. De Vrije Fries, Mengelingen uitgegeven door het Friesch Genootschap. Deel XVI, XVIII en XIX. 68. Wapenboek van Mr. Gerard Schaep 1620-1650, destijds berustende inde bibliotheek van Mr. J. Meerman en waarvan een copie eigendom is van W. Baron Snouckaert van Schauburg te ’s Gravenhage. 69. Beschrijving der voornaamste afdeelingen, eylanden, dorpen, gehugte geleegen en behoorend onder het Noordhollandse Synoda, dus bijeen gesamelt en beschreven door Ger r i t Schoemaker, (Handschrift Koninklijke Bibliotheek te ’s Gravenhage No. 129 C 21). 70. Korte beschrijving van de steden dorpen herenhuyzen etc. Schoemaker. 1733. (No. 78 C 54 en 55 der Handschriften collectie op de Kon. Bibliotheek te ’s Gravenhage). 71. Naamen, waapenen en stamdeelen van de Edele Achtbaare Heere Raaden inde vroedschap der stad Haarlem, welke in leeven waaren den 23en february 1718 enz. door Pieter Velsen. (Handschrift Kon. Bibl. te ’s Gravenhage 75 A 5). 72. Verzameling gedenkstukken van Timareten, vervolgd door Frese; handschrift Kon. Bibl. te Gravenhage 78 B 5 en 78 C 8. 73. Nederlandsch geslacht- stam-en wapenboek van Abraham Ferwerda enjacobus Kok. 74. Aanteekeningen betrekkelijk eenige Haarlemsche geslachten medegedeeld door Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt. (Overgedrukt uit de Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem 1897.) 75. Het Privilegie Semeyns door P. J. Buyskes. 1907. 76. Geslachtboomen van de Familiën. Handschrift in het archief van Baron van Wij nber g e n. 77. Kronijkmatige en geschiedkundige beschrijving van Purmerende enz. door G. van Sandwijk. 78. H. G. A. Obreen „Het Geslacht Van Wassenaer”. 79. Het wapenboek no. 7 C 1 in het museum Meermanno Westreenianum te ’s Gravenhage. 80. Het dossier genealogieën 7 B 26 in het sub no. 79 genoemd museum. 81. G. Brandt, Historie van Enkhuisen 1747. 82. G. van Zeggelaar „Blikken in het verleden van Waterland” Herdes en Co Amsterdam. 83. De graf- en begraafboeken, aanwezig in het Rijksarchief te Haarlem. 84. De doop-, trouw- begraaf- en grafboeken, aanwezig in het archief van Alkmaar. 85. Het grafboek, aanwezig in het kerkarchief te Nieuwendam, 86. Nieuwe Kroniek van Hoorn door H. Kroon Dz. en F. Kapteyn, A. C. Boldingh Hoorn 1891. 87. De ambachtsheerlijkheid Kortenhoef door B. J. M. de Bont, Amsterdam 1902. van West-Friesland, Kennemerland, Waterland en Amstelland, benevens het meeste gedeelte der selver afbeeldinge sooals ’t van outs geweest is, of als het tegenwoordig is, meest zelf na ’t leven getekend en bij een gebragt door Andries 88. G. J. Honig en J. C. Vis. Geschied- en Stamboek der familie Vis, Zaandijk anno 1899. 89. Dr. L. Smits „Schatkamer der Nederl. Oudheden”. Amsterdam 1711. 90. P. Bor „Nederlandsche Oorlogen”. Leiden 1626. 91. A. ’s Gravesande „Tweehonderdjarige Gedachtenis van de Wezelsche Synode van 1568”. 92. E. W. Moes, Iconographia Batava. 93. S. van Leeuwen, Batavia Illustrata. ’s Gravenhage 1685. 94. Verslag der commissie der Koninklijke Akademie van Weten- schappen tot het opsporen, het behoud en het bekend maken van de overblijfsels der Vaderlandsche Kunst uit vroegere tijden. 95. Rombout Verhuist beeldhouwer 1624-1698 door M. van Notten 1907. 96. Inventaris van het archief van Bennebroek opgemaakt door P. N. van Doorninck, burgemeester van Bennebroek, Haarlem 1892. 97. Eigen haard. Geïllustreerd Volkstijdschrift. 98. Elsevier’s geïllustreerd maandschrift. 99. Mr. I. Visser. Recueil van eenige monumenten, wapens en grafschriften in Holland Ao 1772. (Een boekje eigendom van den heer A. P. M. A. Storm deG ra vete ’s Gravenhage.) 100. Beknopte geschiedenis der stad Hoorn en van de Groote Kerk door C. A. Abbing 1839. 101. Biographisch Woordenboek van Oost Indische predikanten door C. A. L. Troostenburg de Bruyn pred. te Heeze, 1893. Ned. Herv. Kerkte Aalsmeer. (P.) (H. Petrus en Paulus.) Op de klokken leest men volgens de Noordh. Oudheden: 1. Gerard Koster me fecit Amstelredami anno 1669. 2. C. Hendricksen.J. Buys / Ambachtsbewaerders / St. Claessen . W. Heertgens / C. Arisen.JohanCocq. Schout / N. Doublet . H. C. Maertsen / A. Gabrielsen . M. Jansen / P. Cloppenburg . Schepenen / J. Cruys . J. Heertgens / Kerckmeesters. / Gerard Koster me fecit Amstelredami 1669. (Vgl. ook Alg. Ned. Familieblad XVI, 1903 bl. 64.) Buiten op een steen vaneen aangebouwd gedeelte leest men: „De eerste steenen zijn gelegd door Cornelis Met oud ,5 jaren, Willem Noorderhout oud 5 jaren, Jan Los oud g „7 jaren, Cornelis Bij oud 3 jaren. 18 jgso.” Daarboven op een steen: C. Langhout 1850. Inden toren buiten aan weerszijden van den ingang leest men: 29 April 1868 Burgemeester: Mr. J. Tak, Wethouders 29 April Raadsleden a° 1868 K. van Zijverden K. Jz. de Vries W. Streefkerk L. Jz. Run kei C. de Vlaming. Jb. Gz. Maarse J. H. Lichtenbelt Jr Op grafzerken: 1. Waeckt . ende . bit . want . Ghij . en . weet . noch ure . noch . tijt . (Een merk.) Hier . leidt . begraven . Marritgen . Dirricx . dochter .van Voorschooten . en . start . den . 24 . Junius . anno . 1617 . 2. Hier leyt begraven de oude Jan Jansen Digge gerust in den Heere den 24 Januarius anno 1611 out ontrent 67 iaeren. R. (Een merk.) D. 3. Jakobus Aadels obiit 10de April 1719. 4. Marcelis van Cronenberch anno 1601. (no. 24) 5. Willem Claesz. Veer. (no. 50) 6. Hier leidt begraven gen lans dochter de [huis] vrou van Willem P . . . . zoon Laeken cooper te Aelsmeer sterf int jaar ons Heeren anno 16 .... . 8 December, (no 21) W. (Merk de 4.) P. •7. Hier leyt begraven Krijn Beertsen ende is gestorven op den 13 Junius anno 1667. 8. Wapen: een beker; helmt.: een beker. 9. Hier leyt begraven Den Eersamen Heertgen Tams sterf den sevenden Martii anno 1601. Dit graf hoort toe Pieter lanssen van ’t Kruys. 10. Hier leyt begraven Dirck Cornelissen van der Speek ende is gestorven inden jaere 1649 den 111 Junii. (no. 6) 11. C. D. (no. 14) 12. Hier leyt begraven Maertgen Cornelis de moeder van Claes Gerrit Nellen en start den 13 October ah 1660. (?) (Een hooivork.) 13. Hier leyt begraven Jan Heynricxsoon van ’t Oosteynde is gestorven den 19 februarij 1615. (Een zeis.) Aalsmeer. 14. Fijtgen (?) Sijvertsdr. ende is gestorven op den 19 October anno 1661. 15. Buis anno 1621. 16 eyt begraven . . . . tel Claesdr. den 2 May 1670. De Noordhollandsche Oudheden t.a.p. vermelden nog 17. Hier leyt begraven Dirck Janszoon Boogaert is gestorven den 22 November anno 1611. R. I. P. (Hier en daar liggen nog brokstukken met gedeelten van grafschriften, welke echter geen enkele aanwijzing geven omtrent den persoon dien zij betreffen.) Ned. Herv. Kerkte Aartswoud. (P.) De klok heeft het volgende randschrift: Gods . stem . Aertswout . alleen . betrout . Albert . Janz. Wagenaer . Burgemeister . en . Tijs . Glasz . Kerckmeisters . ende . Jelis . Gerbrantzoon . predicant . Henricus . Nieman . me . fecit . Enchusae . Anno . Domini . 1620. Van de oude kerk is nog de toren over; de grafzerken zijn bedolven onder den cementen vloer der nieuwe kerk, waarvan de ingang is op de plaats van het vroegere koor. In het voorportaal leest men op steenen inden muur: Deze kerk is gebouwd / onder het bestuur van de H. H. / Jb Vel Dk Rempt P. Hartog Kerkvoogden. K. Vel Kz. Jn KoornDz. Jb Zweet Dk Pluister K. Helder P. Glas K. VelJb z. Notabelen, en D. Tates Secr.-Penn.mr. Ontwrs en Bouwmrs C. Leeuw en C. Deutekom. Aalsmeer. De eerste steenen / aan dit gebouw zijn gelegd door / Dirk Rempt Dz. / oud 12 / en Geertje KoornJ.Dr /oud 10 jaar / den 17 Mei 1883. / Ontws en Bouwms D. Deutekom en C. Leeuw. Boven een prachtig gebeeldhouwde eikenhouten bank uit 1641 bevindt zich een wapen: een keper; helmt. een antieke vlucht. (Dit is het wapen de Soete van Laeken volgens de klok van Hoogwoud.) Op de vier deuren van die bank ziet men de wit ingelegde letters: V. C. G. K. P. I. S. K. C. R. H. K. I. I. M. K. Op een steen onder het hek om de kerk heen leest men Dit hek is gesteld in het jaar 1901 onder toezicht der kerkvoogden Jn Vel Kz., Jn Koorn Jb z., Jn Schagen Cz. Op een steen boven den toreningang leest men: Piet e r C 1 as e n Buis .JanJanz. Mul ao 1635. Ned. Herv. Kerkte Abbekerk. (B.) Op de klok leest men: Fecit . me . Fremius . ao . 1684 Amstelodami. Op grafzerken: 1. Een hart, bekroond dooreen kruis. Terzijde de letters G. F. 2. Hier leyt begraven /Maertien Gertsd. sijn/de de 2 Huysvrouw van / Cornelis Teumisz. is inden / Heere gerust, en ont/slapen den 5 Februw / Ao 1648. (Een monogram) C.A.V.R.(?) Heeft dit Gehouden 1650. (33) Aartswoud. 3. En sijn opvolger /Jacob Vink Schoolmr / & Voorzanger alhier Jaar / Gerust den 15 May 1703 / Oudt 41 Jaar & 19 Dagen / En haar Beyder Huysvrou / Lijzebetjans / Overleden den 6 (?) M ... . 4. en / Jan Jansz Schoenmaker / overleden den 17 Juny 1748 / Oud 58 Jaaren en Sijn Huysvrow / Geertje Reijnders / Den 8 September 1757 / Oud 75 jaaren / 5. Een Monogram: P. L. H. I. A. (?) 6. Een Monogram: N. P. 7. Hier lijdt begraven / Maery Pieters *d / die huysvrou van / Jacop Reinder Zoon / Mantges Rust inden Heer / den 2 Nofember Anno 1644 / Hier leyt begraven Anne Yacobs Dochter / Die Huisvrou van Yan Fredericks / is inden Heer geruist / den 20 September / Anno 1655. 8. Hier leyt begraven / Aef Pieter Koningsd / Huysvrou va Cornelis / ....z Koninck is / .... gerust op / . . . ruary 1669. / (Gedeeltelijk bedekt). 9 en haar Man / Sijmon Wognum / Den 29 Decembr Ao 1750. / (Gedeeltelijk bedekt). 10. Hier leyt begraven / Aerien Cornelisdr /is inden Heer gerust / op den 19 Octob 1660 / Ende AnnaAlderts / Gewesene Huysvrou / van lan lansz Schoenmakr / D Jong is gerust den 9e / Anno 1694. / 11. Hier leyt Begraven / Reynuw Nannings docht / is in den Heere gerust op / den 12 November inden / lare 1663. / Noch de tweede vand / Naam gerust de 3 May / Anno 1682. / 12. Hier leyt begraven / lan lansz Schoenmake [r] / is inden Heere gerust / op den 18 February / Anno 1669. (In een lijst een schoen). Abbekerk. 13. Hier leyt begraven /Ne el lans geweesne / Huysvrou va Sr. Tamis / Heyndricksz Eijcken/boom is inden Heere / gerust dë 3 July 1680../ (44) 14. Als mede Desselvs / Huysvrouw Antje Wognum / overleden den 13 April / Anno 1794. Out zijnde / 68 jaar 1 Maand 16 Dagen. / (6) 15. Hier leyt begraven / Aaltje Jans / Huysvrouw / van Jacob Vink / Is Overleden Den 15 July / Ao 1748. 16. Hier leyt begraven / lan Pietersz. Veen /is inde Heer gerust / op den 21 May 1675. / 17. Hier leyt Begraven /Wi 11 em Sijmonsz. Jong / Schoolmr. Alhier / Geweest den Tijd van / 16 Jaren: Gerust den / 24 Februarij: Ao 1742. / Oud 41 Jaren: 18. En sijn soon Jan Jansz. / Schoenmaker de Jong /is inden Heere gerfust] / den 8 November . . . . / en sijn Huys- vrou . . . / lans is inde Heer gerust / den 8 April A 16?1. / Den 11 Augustus 1734 Is / gerust Anna Jans Oud / haar Dogter van J: J: en G. R. / Gedeeltelijk bedekt.) 19. Hier leyt Begraven / Aerjen Pietersz / ... . In zijn Leven Burgemeester] / Alhier ln den He[er / gerust] Den 11 Dezember . ... j Oudt 58 Jaare 1 M[aand.] / En Zijn Huys- [vrouw] Jantje Langedijk. In ; [den] Heere gerust den 9 Dez / Ao 1800 Oudt ruym 54 Jaa[r]. / (76) (Gedeeltelijk bedekt.) 20. En zijn Zoon / Jan Langedijk In zijn leven / Geregts Bode der Stede / Abbekerk. Inden Heere / gerust den 23 November / Anno 1786 Out 73V, Jare /En deszelfs Huysvrouw / Grietje Jacobs van der Meulen / In Den Heere gerust den 22 / luny Ao 1782. Out 671/* Jare. / 21. C. I. B. / 1655. (En een merk.) 22. Hier leyt begraven / Taet Jansdr. is gerust / den 16 October 1677. / Abbekerk. 23. Hier Leyt Begraven / Meynu Klaas Huysvrou / van Pieter Hendriksz. / Has is inden Heere Gerust / den 13 April Ao 1751 / Oud 52 Jaren: 24. Hier leyt Begraven / Pieter Gerbrants /in sijn – leeven Bur/gemeester tot – Abbe/kerck – en – is – in- den / Heere – gerust op den / 23 – luly 1640. (Een merk) Noch is hier [begraven] / lan Pieters [Van]/dijckisind[en Heere] / gerust dë 17 / Anno 16?? / Hier leyt Be[graven] / Jacobus Vandij[ck] / Chirurgijn t[ot Abbekerk]/Overleden Den 9 Novem[ber] / Oudt 94 [Jaar] / 2 Maande 2 We[ke]. (60) (Gedeeltelijk bedekt). 25. Hier leyt begraven /LystWijbrantsd is ge/rust den 1 December. / (Gedeeltelijk bedekt.) 26. Hier Leyt Begraven / Antj e Corn: is inden Heere/gerust den 15 April Ao 1768 / Oud 75 Jaaren en bijna 6 Maand . . / Als mede Haar Man / C 1 aas Hen d. V. D. Meul e n. / In Leven Chirurgijn tot Abbekerk. / Is In Den Heere Gerust den 25 January Ao 1773 / Oud 81 Jaren en ruym / 8 Maanden. 27. H. L. B. /S: P: Sijms in sijn / Leven Burger Mr. &c. &c. Obiit 27 Maart Ao 1747. / Oud 73 Jaren en / 10 Maanden (Gedeeltelijk bedekt.) 28. Pieter Jansz. Visser / Overleden den 20 Augus/tus Ao 1783. Out 56 Jaar. 29. L. C. D. (Daaronder een merk: een kruis, waardoor een O.) 30. Randschrift: [Hier] leit [begraven] lan Veen ..en. . . t den 20 en December Anno 16?2. Midden: Hier leyt [begra]ven Trijn is inden He[ere ger[ust int I[aer] 1640 de 12 I (Een medaillon, waarin een schild met een merk —A— en de letters I. I.). (42). Abbekerk. Op een steen: Wyert Pieters Wyert burger- meester en Jacob Pieters Landman secrets en Kerkmr leyde van deese toorn den eersten steen op den 29 Juni inden jare 1656. Op het tochtportaal ziet men het wapen van Abbekerk en het jaartal 1838. Op een heerenbank hetzelfde wapen en: 1728, Inde sluiting aan het gewelf bevindt zich een monogram waarop de letters A. K. (?) en 1756. Ned. Herv. Kerkte Akersloot. (B.) (H. Jacobus maior.) Deze kerk is in 1836 geheel verbouwd. Op de klok leest men: Wibe . Epes . Einga .Jacob.Everts.Yenkeßuiers. Henricus . Both . me . fecit . 1596. Op het 17e eeuwsche doophek ziet men het wapen van Akersloot. De grafzerken uit de vroegere kerk worden dooreen planken vloer aan het oog onttrokken. In het vak onder den toren leest men op zerken: 1. I. W.; en een merk. (T. waardoor een kruisje). 2. In het midden een miskelk met hostie. Randschrift in gothische karakters: Hier lei[t] / begrauen heer / florys(?) / bit (?) v / Abbekerk. PLATTEGROND van de GROOTE KERK te ALKMAAR, met vermelding van de Nos., waaronder de zerken beschreven zijn. KAPELLEN ZUID A—F ZUIDERKRUIS Onder Zuider Nos. 541—607 de portaal F E D C BA librije 525-540 479-489 472-478 465-471 458-464 446-457 440-445 DooPkaPel ZUIDERGANG Nos. 226—439 KOOR MIDDENGANG Nos. 784-972 Nos. 675—783 NOORDERGANG Nos. 5—225 F E D C BA 512—524 511 509—510 500—508 490—499 I NOORDERKRUIS Nos. 608-674 KAPELLEN Noord A-F T N Groote Kerkte Alkmaar. (B.) (S.S. Laurentius en Matthias.) Op de groote klok („De Zaligmaker”) leest men dit randschrift: + Sum . saluator . ego . dum . pulsor . funere . plango X ac . pello . demonis . insidias X ad . maiora . pin . uocito . solemnia . cleru X me . wormer . natus . meynardus . man . dedit . abbas + Lager staat: anno . domini . M . CCCCC . XXV . jaspar . moer . me . fecit . (Dit vervangt de mededeeling in Nav. 111 bl. XLIV.) De klok is versierd met beeldjes van den Zaligmaker, den zweetdoek van de H. Veronica en een engel. Verder onderscheidt men een abtsstaf, geflankeerd door de letters a en y en een schild, beladen met een ster (8), het schild vergezeld van dezelfde letters en staf als hiervoor genoemd. Het carillon bestaat uit 32 klokken. Van deze dragen zeven klokken het randschrift: f MelchiorDeHazeme fecit Antverpiae Anno Domini 1689. zes klokken: f MelchiorDeHazeme fecit Antverpiae Anno Domini 1688. vier klokken: f Melchior De Haze me fecit Antverpiae. twaalf klokken, waarvan éen bovendien versierd met engelenkopje, f Melchior De Haze me fecit. drie klokken: f M. De Haze me fecit Antverpiae. Een klok afkomstig van de Alkmaarder kerk, vindt men thans te Stompetoren. (Zie aldaar.) Een andere dergelijke klok (doch grooter) die tot opschrift droeg: „Als – Myn – Geluyt – Sal – Woerden – Gehoort So – Komt – Vnde – Brenget – De Dooden Vort Om – Te – Begraven – Alle – Gelijck – Het – Sy – Ock – Arm – Ofte – Rijck”, en als randschrift: „H in riek Wegewart Heeft My Gegooten Inder Stadt Cainpen Tot Behoef Der Stede Alckmar – Anno 1614”, was nog in 1856 ter plaatse aanwezig. Het uurwerk draagt op eender spijlen het opschrift: Jacob Henneman Me fecit Alcmaar Anno 1692. Ineen der houten muurstijlen van de Zuidzijde van het schip (de tweede vanaf de viering) leest men: Claes lansen Timmer man Anno 1655. Inde gewelfvakken der voormalige sacristie ziet men de wapens van Karei V (tusschen twee zuilen; boven het wapen leest men: Montes Herculis Colunae.), van Holland, van Westfriesland; van Alkmaar, Delft en Oudewater. Inde gewelfvakken der kerk zag men tot 1886 (Zie Bouwkundig Weekblad 1885, 5e jaargang bl. 186.) In het Schip Zuid-Zijde: a. Bij eene vertimmering weggenomen en niet hersteld. b. Het wapen van Jeruzalem tusschen 2 pijlen. (Jonge Doelen. c. St. Se bast i aan, gebonden aan een boom en doorboord met pijlen. d. Een klok. e. Een gekroonde hamer en daarnevens een bijl. f. Een kerktoren. g. St. Anna, ten halven lijve ineen bloem verborgen met twee kinderen inde armen. h. Twee geopende scharen. i. Drie kronen, boven elkander (tiara?) en daarnaast het wapen Van Zei: (Een gouden ster op blauw.) j. Een windmolen. k. Een weitasch, hangende aan een paal, boven een kroon. l. St. Hubertus. In het Schip Noord-Zijde: Een moor. b. en c. Een wapen: drie gouden dwarsbalken op? (Pijnsen?) d. Een windhond, die een ei inden bek draagt. (St. Rochus). e. Het wapen, als op zerk no. 508. f. Een grazende koe. g. Wapen: effen vair (Van Aelbout.) 2 Groote Kerk Alkmaar. h. Een vat, hangende aan een draagboom. i. Twee gekruiste visschen, waaronder een sleutel. (S t. Piet e r) j. Een emmertje met een wijwaterkwast. k. Twee weversspoelen, gekruist. l. Een balans met schalen. In het Zuider Kruis Oostzijde: a. en b. Een zeilend schip, d. en c. Een kruis. e. en f. Twee gekruiste schoenmakerselsten, waartusschen een bijl. g. Het jaartal van de voltooiing van het schilderwerk: MVcXIX. In het Zuider Kruis Westzijde: a. Wapen van St. Lucas. b. en c. Een drinkhoren. *) d. en e. Een lap laken met franje, hangende overeen staf. f. en g. Een rooster. (St. Laurens). In het Noorder Kruis Oostzijde: a. De zweetdoek van St. Veronica met de beeltenis van Christus. b. en c. Een miskelk met hostie. d. en e. Een pelgrimsstaf, waarnaast schelpen en drinkkruikjes. (St. Jacob). f. Maria (In haar hart zeven zwaarden). g. Een burg met lauwerkrans. (Wapen van Alkmaar.) (Dit is van later tijd.) Noorder Kruis Westzijde: a. en b. Een voetboog onder het wapen van St. Joris. (Oude Doelen). c. en d. Een rijk versierde ciborie met de Hostie, e. en f. Een eenvoudige miskelk met de Hostie. g. Een rood schild, beladen met negen zilveren penningen. Inde Choorsluiting bevond zich aan het gewelf een schildering van het laatste oordeel. (1518.) 1) Dit gewelfvak is bewaard gebleven Groote Kerk Alkmaar. Aan het gewelf, ziet men een aantal laat gothische sterren en schildjes, waarop de volgende versieringen (te beginnen bij het Choor): a. Christuskop. b. Wapen van Karei V. c. Wapen van Alkmaar. d. Wapen van Maximiliaan van Oostenrijk. e. J. C. V. 1886 en een wapen: gevierendeeld I en IV een ooievaar(?); II en 111 een knol? f. Het Lam Gods (Inden rand: lan Coninck Molenmaker.) In het schip: g. Een engelenkopje, e. Bloemversiering. f. Wapen als op grafzerk no. 508. g. Een engelenkopje. (En nog eenige onbeteekenende ornamenten). Aan het gewelf der viering hing een vierkant wijzerbord met de wapens van het H. Roomsche Rijk, Delft en Oudewater. (Sedert 1886 in het Stedelijk Museum te Alkmaar.) Aan het Choorgewelf hangt een scheepje. Op den achtersteven ziet men een gezicht op Alkmaar en een afbeelding vaneen ruiter te paard, benevens: De Ru ij ter is mijn naem anno 1667. Op een zeil van dit scheepje leest men: Door Gunst neemt hier op merck en leest dit kort verhael ’t verciert de Alckmaer Kerck ’t Schip van den Admirael die tegen ’t brittenlandt kloeckmoedig lanck dorst strijden tot eere van Hollandt veel Vroomen tot verblijden die onze Stadt en Staet bemint ist een Exempel ’t afbeeltsel tot cieraat Verciert des Heeren Tempel Niet onberispelijck Sibeth Pietersz Specher(?) van Outdorp. Groote Kerk Alkmaar. Verder ziet men aan het gewelf een aantal schildjes: 1. Inden Noorder-zijbeuk ter hoogte van kapel A: het wapen van Alkmaar. 2. In Kapel B. Noord: Een St. Andrieskruis, vergezeld van vier droogscheerdersscharen. 3. In Kapel C. Noord: Het wapen als op grafzerk no. 508. 4. In Kapel D. Noord en inden Noord-zijbeuk ter hoogte van deze kapel: effen vair. (Wapen van Claes Corff van Boshu ij se n.) 5. In Kapel B. Zuid: Het wapen als op grafzerk no. 251. 6. In Kapel C. Zuid: Een gedeeld wapen: I. St. Anna tegenover de Moedermaagd en het Kind; b. op rood een geopende gouden schaar. (Thans in het Stedelijke Museum.) Het in 1511 nieuw geplaatste kleine orgel (vroeger „groote orgel”) is op de galerij voorzien van de wapens van: het H. Roomsche Rijk, Holland, de stad Alkmaar, twee vorsten uit het Bourgondisch-Oostenrijksche huis, Wassenaar, Brederode, den graaf van Egmond. Sedert 1524 prijken hierop bovendien de wapens van den kerkmeester Augustijn van Teylingen, rentmeester van Egmond en zijne vrouw Joost Jansdr van de Nieuwburg. Na de vergrooting van 1703 werden hieraan toegevoegd de wapens der burgemeesteren: Vrij burg h, Baert, van Egmond van de Nijenburgh en Oudesteijn. Naast dit orgel een muurbord met opschrift (distichon) ontworpen door den rector Johannes Murmellius. Anno 1511 / Calendis Mai Sonabat / Quam graphice vario melici modulamine catus / Haec sonat artifici machina pulsa manu. / Johannis Confluentini opus. / Op een ander bord, dat betrekking heeft op dit orgel, leest men: In magnificentiam organi En Haec non Tacita est Coeli Modulantis Imago: Non sinit immunes nos canor iste sui Sed modo quot volucres axis septemplicis orbes, Sed variat spirans machina mille modos Quam sibi consentit! Vocem conspirat in unam Fistula tam dispar, dissimilisque sibi Non secus Aetherii respondent orbibus orbes Groote Kerk Alkmaar. Atque obeunt cursus sidera qaeque suos Tot sciat hanc spectans praeconia flare Tonantis E, gracili iunctas quot videt aere tubas Non satis Alcmariae est populis celebrare tot ora Ni . canat, huic concors, et locus ipse Deum. I. Forestus Alcmarianus. Men ziet inden rand van dit bord de wapens van Alkmaar en van de kerkmeesters van het jaar 1605, n.l. van Jacob van Teijlingen, Dr. Adam van Foreest en Borridt Heijndricksz Muijden. (Mr. Jan van Foreest was de zoon van Jacob en Maria van Egmond, later Secretaris van Gecomm. Raden van het Noorderkwartier, Burgemeester van Hoorn, Raadsheer inden Hoogen Raad, enz. – verm. Jacob v. Teijlingen mr. Florisz – Dr. Adam v. Foreest, oom van Mr. Jan v.d., zie wapenbord no. 20. B. H. Muijden, zie no. 839.) Dezelfde wapens ziet men op een tweetal borden waarop in het latijn en hollandsch de oorsprong en geschiedenis der kerk wordt gegeven. De opschriften werden ontworpen door Jacob van Teijlingen. (Zie C. W. Bruinvis „Inde Alkmaarsche St. Laurenskerk” in „Oud en Nieuw op het gebied van Kunst en Kunstnijverheid in Holland en België”, 1889 bl. 50. Zie ook N. H. Oudheden. 11. 1. bl. 30, 31 en Boxhorn: „Theatrum Hollandiae” bl. 366.) Boven het orgel is een allegorisch tafereel geschilderd hetwelk op twee andere borden wordt uitgelegd; de beginletters van beide explicaties geven te lezen: Alcmaria en Alckmaar. Het eene opschrift, gesteld in het latijn, is onderteekend door „R. de Hooghe J. U. D. et CoFn R. auct. D. D. 1693.”; het tweede door „R. de Hooghe a? 1693.” Op de kamer boven het orgel ziet men ingesneden een merk (weerhaak; door het midden een schuinkruisje) en „Daniël de Bruijnnen van Haerlem den 10 meij 1646”. Tegen de choorbanken hangt een bord, houdende bepalingen om orde inde kerkte handhaven, „gepubliceerd van den puije des raethuijs der stadt Alckmaer present den heer Abraham de Vos officier der zelver stadt op den 13 Januarius 1645 Cornelis van der Gheest”. (secretaris.) Groote Kerk Alkmaar. Op een bord „de Christelijke Zeevaart” geheeten en afkomstig van het schippersgilde, ziet men de wapens van Alkmaar, Delft en Oudewater. Het stadswapen treft men aan op het O. portaal, op de doopbanken, op het doophek, op verschillende heerenbanken, op den preekstoel lezenaar, op den voet van den preekstoel en op den voorzangers lezenaar. Op den voet van den preekstoel leest men „C. De Ghilde 1665” en ziet men de wapens van de kerkmeesteren van dat jaar: Johan Schagen, Nanning van Veen en Jacob Dierten Cromhout. (Zie over Cornelis de Gilde: C. W. Bruinvis: „Alkm. Schutterstukken” Nederl. Kunstbode 1880 bl. 123 Jacob Diert e n C. Capitein-Majoor der stad, Heemraad van de Heer Hugowaard, Kerkmeester 1665 en ’66. N. v. Vee n, zie wapenbord 88 Johan Schagen Kerkmeester 1664 tot zijn dood 1666, zie ook zerk 274.) Het avondmaalzilver, twee kannen een schaal en zes borden, is getooid met het wapen Baert (op een ruitvormig schild, onder een kroon en tusschen twee gekruiste palmtakken) waaronder men leest: „Ter gedachtenis van lonkvrouw C: 1: Baert Ao 1749 / Gestorven den 24 Novemb. / (Zij was Catharina Johanna 8., zie zerk no. 229, zie ook C. W. Bruinvis „Uit Alkmaars Verleden—Kerkzilver” Alm. Courant no. 219 van 29 Sept. 1908.) Op de kaarsenkronen ziet men het stadswapen. Op die vóór het groote orgel leest men tevens: „Jan Pietersz Standert me fecit 1643”. Op de twee kronen hangende vóór de dwarspanden ziet men schildjes met: a. een voetboog het wapen Kes s e 1 het wapen v. T eij 1 i ng e n b. twee gekruiste handbogen het wapen Ni erop het wapen Clock. (Geschenk van de kapiteinen der Alkmaarsche Schutterij. In 1641 waren kapiteinen van deze Schutterij : Oude Doelen bij het Oranje Vendel Jhr. Cornelis van Tellingen, zie wapenbord 58; by het Blauwe Vendel Willem Wi 11 em s z Kess e 1, zie no. 758. Nieuwe Doelen bfj het Witte Vendel Cornelis Jansz Nier o p, schepen en vroedschap van Alkmaar, Heemraad van de Schermer; bjj het Groene Vendel Jan Lourisz Clock, zie no. 618.) Groote Kerk Alkmaar. De opschriften van drie ordonnantie borden (1672), en vaneen aantal lijsten met de namen van kerkmeesters en diaconen, oorspronkelijk inde copy opgenomen, werden door mij gepubliceerd inden „Navorscher” 1927 onder den titel: „Wandborden inde Groote Kerkte Alkmaar”. Op een bord, dat vermoedelijk inde kapel C Noord hing las men: Genere et virtute Nobilissimo viro, Dno Florentio a Teylingen, J. U. Lo. Cons. et Senatori hujus urbis vigilantissimo, et inter alia munera publica potentiss. m. ordin. m. General, m. Stat. magno cum honore per quinquennium continuüm functo patriae et amicis Ao M. D LXXVII Mense Octobri nato eorundemque maximo luctu Ao M D C XXIV eodem mense denato hic sito. Res ut vacillent lubricae mortalium, quis non videt qui quid videt? perit venustas, forma, splendor, gloria et quidquid hic amabile; actae superstes unicum vitae decus, in omne durat seculum. Virtus trophaeis clarior quibuslibet insignibusque splendidis; aeternat illa, nominisque vividam post busta famam prorogat, non supprimenda voce detrectantium injuriosa, nee dolis, aevique lapsu. Sunt caduca caetera, Sunt vanitas, fumus, nihil. Vive ergo (lector), vita ne te deserat hac luce cum privaberis. At (te beatis immorante sedibus) virtute notus, et fide, Groote Kerk Alkmaar. in ore vivas, atque votis posterum, his flebilis, sed non tibi. Patrueli chariss». amoris ergo pos. L. A. T. (Zie de afbeelding inde collectie Vander Lely op de Kon. Bibl. te ’s Gravenhage en Timareten bl. 358). De gebrandschilderde vensters, die zich vroeger in deze kerk bevonden worden vermeld in Oud Holland XI, bl. 78—81. Zij waren: 1. Een glas geschilderd op last van den Hertog van Saksen, als boete voor de vermoording van den Schout Nicolaes van Ruyven te Haarlem door het Kaas- en Broodvolk. Er was op afgebeeld een geknielde krijgsman, waaromheen 4 gekleurde wapens en het onderschrift „Anno 1492 drie dagen in Mei sloegen de Casenbroots de poorten van Haerlem op ende Claes van Ruyven van Haerlem doot”. (Dit venster zal identiek geweest zijn aan hetgeen zich inde Groote Kerkte Haarlem bevond (zie aldaar); het wordt ook vermeld iu het Diarium van Arend van Buchellbl. 274). 2. Christus als hovenier met Maria Magdalena inden hof, geschenk van den vice-cureit Pelt in 1505. 3. De geschiedenis van de beide beschermheiligen der kerk S.S. Laurens en Matthias, waarbij ook de marteling van den eersten op den rooster, alles levensgroot, daaronder Keizer Maximiliaan en 7 Keurvorsten met hunne wapens en daaronder de heiligen Laurens, Matthias, Benedicta en Clara. Ter weerszijden Claes Corff en zijn vrouw Geertruid met wapen en hun zoon Dirk Sijmonsz f 1510, en 3 schoonzoons Mr. Jacob Pijnsz, Reinier de Jonge, heer van Baardwijk en Jan heer van Liesveld, Heemstede en Zijlhof met hunne vrouwen Gerarda, Wendelmoet en Marie Corff, ieder boven zijn wapen. (Dit venster; een geschenk van het echtpaar Cor f f en hunne erfgenamen, in 1516 geleverd door F o y Jacobs te Leiden). 4. Een venster, waarschijnlijk voorstellende de vruchtelooze bestorming van Alkmaar door de Spanjaarden in 1573, met de wapens der 24 leden van de vroedschap inde jaren 1642-1644, gemaakt door Jan Engelsman Maartensz. (Vgl. Bedragen Bisdom Haarlem XXVIII, bl. 209 v.v. en C. W. Bruinvis: Inde Alkmaarsche St. Laurenskerk). Groote Kerk Alkmaar. In het Algemeen Ned. Familieblad, 1903, bl. 177 v.v. vindt men vermeld de Wapenborden, welke voor 1795 in deze kerk hebben gehangen. De data achter de namen zijn die der begrafenis. Het waren borden voor: 1. Boudewijn van Rietwijk, 10 Sept. 1631. (Hp was geb. 1573, zn. van Willem en 2e vrouw Wi 1 h e lm in a Bouwensdr. van Poelenburgh. Zie S. v. Leeuwen Bat. Illustrata sub. Rietwyck). 2. Mr. Jacob Cooren Gerritsz, 1 Nov. 1631. (Hp f ’sGravenhage 24 Oct. 1631, was oud secretaris te Alkmaar en raadsheer inden Hoogen Raad, zn. van Gerrit Jacobs C., schepen te Alkmaar en ondertr. 5 Mei 1602 Barbara Mostert, begr. met haar kind 27 Juli 1614, dr. van Gui 11 au m e inde Langestraat. Hp liet na 3 kinderen: Guill au me, Maritgen en Gerrit. Zie grafzerk no. 271; Mr. Jaco b C. testeerde met zpn vrouw Barbara M. vd. op 13 Maart 1609 voor nots. H. J. v.d.Lpn te Alkmaar). 3. Jr. Willem Bardes, heer van Warmenhuizen, 13 Nov. 1631. (Hp was zn. van Mr. Willem en Cornelia van Loo, geb. omstreeks 1590, ridder van St. Michel, heer van Warmenhuizen en Krabbendam en in 1609 stud. te Heidelberg; hp 115 Oct. 1631 ongeh. en was toen bruigom vaneen juffrouw Sis ma; vgl. Amsterdamsch Jaarboekje 1899 bl. 158). 4. De vrouwenmoeder van Franciscus de J ode, 12 Feb. 1632. (Franciscus Fer[di]nandi de of du Paz kocht het graf koor no. 133 op 14 Mei 1619 voor f 70. Hp X ©en dr. van Diogo Duarte van Antwerpen en zpn zwager Duarte Ro d – riges D. was blpkens het grafboek zpn eenige erfgenaam; zie ook zerk no. 732). 5. Elisabeth Thomas, 15 Juni 1632. (Wellicht is dit bord toen opgehangen voor de op 17 Sept. 1631 overledene E. Thomas van Cronenburg echtgen. Cor n e 1 is van Eg mond van de Nyenburg, Mannengasthuismoeder te Alkmaar 1616. Kinderen begr. 6 April 1583; 1 Juni 1592; 28 Juni 1597, Huw. voorw. 9 Mei 1583 voor den Nots. L. J. Coren te A. Zij had een broer Jan Thomasz v. C., te Alkmaar die als wapen voerde een boom, vergezeld vaneen ster (6). Zij was de moeder van Jr. Thomas van E. v.d. N., zie bord no. 80). 6. De huisvrouw van De Bye, 12 Feb. 1633. • lOp 12 Feb. 1633 werd het wapen opgehangen; zp werd 4 Nov. 1632 begr. en was Hes ter, dr. van dr. Adam van Foreest en Aleid Jacobs van Veen, de vrouw van Mr. Nicolaas de B jj e, kerkmeester der Groote Kerk in 1632 en 1633, Heemraad Heer Hugo Waard. Zie de nos. 20 en 65). Groote Kerk Alkmaar. 7. Capeteyn Morgan, 28 Maart 1633. (Hjj lag te Alkmaar in garnizoen; commandant vaneen Engelsch vendel; zie Nav. 1853 Bjjbl. IX; het wapen werd 16 Juli opgehangen. Nog komen voor: 10 Oct. 1614 wordt inde kerk begr. „t kint van Morgen vaenderich”; in 1619 ligt te Alkmaar de compagnie van Monsieur Morgan; vgl. het trouwboek der geref. gemeente; uit de registers van het Krijgsgeschiedkundig archief te ’s Gravenhage is deze kapitein niet te identificeeren; wel doet 28 Nov. 1626 een luit. Eduard Morgan op 28 Nov. 1626 den eed als opvolger van den t kap. A p p 1 e g at, maar deze komt nog in 1639 voor. (vgl. Raad v. State fol. 163 jo. 164 en 127 jo. 135 en commissieboek Zeeland 19 November 1639). 8. Juffrouw van Sonnevelt, 6 Juni 1633. (Vermoedelijk Mach t e lt van S., dr. van Mr. Hendrik en X Nanning van Poreest, zn. van Mr. Nanning en Maria van Hattum; deze Ma c h t e 1 d was dr. van H e n r i c k, inleven thesaurier te Alkmaar en Anna Daems, wonende inde Coorstraat aldaar. Zij test. te Alkmaar voor notaris H. J. van der Lijn 15 Juni 1605, toen z\) 20 jaar oud was). 9. N. N. van Vladeracken, 1633? (Op 11 Juni 1633 werd betaling voor het wapen ontvangen; betreft vermoedelijk den majoor Vladeracken, begr. 6 Jan. 1633, of (misschien dezelfde?) voor wien een wapen werd opgehangen, Kapitein Antony van VI., wiens wed. Jannetje Gerrits ondertr. 26 Juni 1633 (bet. naar Oudorp) Jan Jansz. Vij ch j. g. van Hoorn; (An)tonis (An)tonisz van V. was in 1625 pachter der brandewjjnsacqjns te Alkmaar en Antony van V. komt voor als adelborst op het stuk ’) door W. Bartius (1629) voorstellende den adel der schutterij aldaar). 10. David Colterman, Heer van Callantsoog 20 Juni 1634. (Hij was baljuw van Kennemerland 1596 en Bloys 1596, Hoofd- ingeland van de Zjjpe sinds 1620, X 1627 Geertruy van De u – ticum en f 16 Juni 1634 of 16 Januari 1634, en zn. van Hans en Pietertje van Adrichem; vgl. Wap. 1897 bl. 161. Nog komt voor in het Doodboek der Groote Kerk: begraven 1 Juli 1630 De baillui van de Nieuwburgen (Daniël) Colterman; een kind 26 Juli 1630; een kint 13 Maart 1630; Yrerick Aelbartz Kolterman van Haarlem kruynier werd 17 Juni 1599 poorter van Alkmaar). 11. Jr. Vermaten, 29 Juni 1634. (Hij heette Jr. Johan van Abcoude van Meerthen en was kerkmr. der Groote Kerk in 1624 1626. In het laatste jaar verliet hij Alkmaar, zie de lijst van kerkmeesteren der St. Laurenskerk op den zolder der Librije. Een juffrou G e e r t r u i d v. A. v. M. kwam met attestatie op 13 Aug. 1600 bjj de gemeente en woonde toen te Alkmaar inde Langestraat naast het Hooge Huis). *) In het Sted. Museum te Alkmaar. Groote Kerk Alkmaar. 12. Jacob Poelenburg 8 Jan. 1635. (Hij was Jacob Speyart, zie Ned. Adelsb. 1917 bl. 319 subV.) 13. Mr. Jan Kyes, 17 Mei 1636. (D.i. Jr. Jan de Kies van Wissen, des H. K. Bijksedele; licentiaat i. d. Rechten, geb. 13 Juni 1565, werd 18 Mei 1589 poorter van Alkmaar en heette van Haarlem afkomstig; hij t 13 Mei 1636 en X 1° 1588 Maria Jans Quinting, test. den sJuni 1609v00r den nots. H. J. van der Ljjn te Alkmaar. 2° 1621 Agatha Raephorst; zie Gen. Her. Bladen I bl. 411 en 111 bl. 380; zijn ouders waren Adriaen en Maria Soutman (Claesdr. ex Magdalena van Wissen), zie zerk no. 82). 14. Geertruid van de Nieuwburg, echtgen. Mr. Matthijs van Oudensteyn, burgemeester 6 Nov. 1636. (Zy waszuster van burgem. Thomas v.d. N., X Alkmaar, ondertr. 7 Oct. 1607 Mr. M. v. 0., geb. 11 Feb. 1584, vroedschap en burgem. van Alkmaar 1622—1642, schepen 1612 -1619, t ’s Gravenhage 18 Jan. 1647 als raadsheer inden Hoogen Baad. Hij was concessionaris tot de bedijking van de Schermer en had een dr. Magdalena v. 0., ged. 2 Jan. 1620, die f vóór haar vader). 15. De vrouw van Jacob van Teijlingen, 17 Feb. 1638. (Vermoedelpk Maria de Malapert; zie Gen. Her. Bladen VII bl. 201.) 16. De zoon van den heer Van Dussenßaltes, 29 Oct. 1638. (In dezen tyd was Eduard Jacot van Axele, heer van Dussen; vgl. bord no. 60; blijkbaar is hier bedoeld Mr. Balthasar Jacot zijn zoon, o.a. in 1635 ingeland van de Schermeer en 1635/36 Heemraad van de Zjjpe.) 17. De zoon van Floris Barthouts van Poelenburg genaamd van Teijlingen, 31 Jan. 1639. (Hij was zn. van F. B. Speyart van Woerden, zie Ned. Adelsb. 1917 bl. 319 IV; zie ook grafzerk no. 879.) 18. Claas van de Nieuwburg, 15 Juli 1639. (De zoon van Johan en Magdalena Basjens van der Hoolk, geb. 18 Dec. 1543, X Johanna van Montfoort bjj wie hp een dr. Maria naliet, die X Nico laas van Abbenbroek, zie Mdbl. Ned. Leeuw 1918 bl. 24). 19. De vrouw van Cornelis Graef, 10 April 1640. (Cornelis Graeff, begr. 24 Apr. 1640, zie no. 661, zoon van Jan de Graeff Jacobsz Heemraad van de Zjjpe en Trij n Simonsdr Comans of van Maria Gerrits zie Elias I bl. 63 en no. 647 X 1° Adriana dr. van Jan Gijsbrechtsz en Teetgen Groote Kerk Alkmaar. Yven, zie no. 656 ondertr. 10 Sept. 1623. Hjj woonde toen op het Dronkenoord bjj Schepen Reinier Coetenburgh, zie no. 647. X2* Maria van Veen, die „leggende int kinder bedde” 5 Mei 1632 testeerde voor den Notaris H. J. v.d. Lijn te Alkmaar. Zij woonde toen aan de Nd. Zijde van de Oudegracht en had een zoontje Pieter d. G. Zjj verklaarde te zijn een zuster van Thy ma nv. V., Cornelis v. V., Geertruid v. V., Theodora v. V., en Apol lon ia v. V. Waarschijnlijk is zij het, die hierboven vermeld wordt.) 20. Burgemeester Dr. Adam van Foreest, 21 Mei 1640. (Hjj was geb. Emden 1570, prom. te Padua in Juni 1594, ontv. der gemeenelandsmiddelen, Hoofd ingeland van de Schermer, vroedschap en kerkmeester der Groote Kerkte Alkmaar, X aldaar 16 Mei 1640, zn. van Dirk en Catharina Adams en in 1598 geh. met Aleid Jacobsdr. Van Veen, zie de borden nos. 24 en 6 en Vander Woude Kronjjk van Alkmaar bl. 107.) 21. Jutfr. van Crompvliet, 19-10-1641. (Misschien de moeder van Maria C., zie no. 62.) 22. Kapitein Jhr. F lor is van Jutphaes van Wijnesteyn 3-5-1644. (Hij was luitenant inde compagnie van kapt. Wildenborch, werd 22 Juli 1620 door de Staten Generaal benoemd tot kapitein der compagnie voetknechten van 70 man van wijlen kapt. Adriaan Ketel, waarvoor hij den volgenden dag den eed deed. Hij was in 1638 en 1640 commandant van het fort Isabella nabij ’s Hertogenbosch. Hij huwde met Margaretha Splinter, dochter van wijlen jhr. Paulus thesaurier generaal der Unie te 's Hage en wed. van Willem Burchgraeff (huwel. voorw. d.d. 15. X. 1613.) Zij stichtten op de hoek van het Ritsevoort en de Lindegracht te Alkmaar een provenhuis voor 8 oude gereformeerde vrouwen. In 1925 zond de archivaris van Alkmaar in het licht den „Inventaris van de archieven van Jhr. Floris van Jutphaes van Wijnestein en Margaretha Splinter, alsmede van ieders boedel en stichting te Alkmaar” Het wapenbord is eender enkele, welke nog bestaan en bevindt zich thans in het gemeentemuseum te Alkmaar. Het vertoont het wapen Yan Jutphaas (het St. Andrieskruis met de lelies) en de kwartieren : 1. Jutphaas 3. Voorden (Op goud een van twee rijen zilver en zwart ge- schaakt kruis.) 2. Oostrum (Een gouden adelaar). 4. Lookhorst.) 23. Dr. van Bodegem, 17-9-1644. (Betreft Dr. Burchhardus Laurentii van Bodeghem, begr. op het choor no. 65; als med. dr. 2 Juli 1643 met attest v. Leiden n. Alkmaar. Vermoedelijk was hij de zoon van Laurens Jansz. van 8., brouwer te Delft. Als wedr.Xte Alkmaar 23 Aug. 1634 Grietje Cornelis Houwarts zie ook de zerk sub. no. 195.) Groote Kerk Alkmaar. 24. Aleid van Veen Jacobsdr., huisvr. (weduwe) van burgemr Adam van Foreest, 8-11-1644. (Vgl. bord no. 20; zij was op Texel in 1598 geh. met Dr. Adam van F. en dr. van Jacob Willemsz en Maartje Jozefsdr., zie Gen. Fier. Bladen II bl. 142 en Burg op Texel zerk no. 43.) 25. Kapitein Nieberch, 19-11-1644. (Mogelijk is hij kap. Jacob van Egmond van de N., die een zn. was van Adriaan en Anna van der Meer van Barendrecht; althans deze, die 21 Mei 1630 den eed deed als kap. (R. v. State commissieboek fol. 253) wasdood 10 April 1645 toen Hendrik van Volbergen gewezen luit. van kap. Vander Mijl den eed deed als kap. in plaats van wijlen kap. Nieuburgh van Egmont (Commissieboek R. van State 1527; vgl. ook commissieboek 1641—B—bl. 123; het grafboek spreekt van kap. Nu beek.) 26. Heiltgen van Foreest, Nanningsdr. weduwe van Mr. Adriaan van Veen, 20-2-1645. (Mr. A. van Yeen was baljuw en dijkgraaf van den Heer Hugowaard; zij was dr. van Mr. Nanning van F. en Maria van Hattum, geb. 12 Sept. 1576 en t Amsterdam 15 Feb. 1645. In 1603 was zij geh.) 27. Foreest „van de Oude Vest”, 6-3-1645. 28. Samson van Bronckhorst, 20-3-1645. (De Wap. 1906 bl. 334 noemt hem ten onrechte Braeckhorst Hij was Kastelein van' het Slot te Schagen na Jacob Cornelis Hogersy f 1599; ook was hy Rentmeester van Jkvr. van der Stael, zie Res. Staten v. Holland 27 Jan. 1618. Margaretha Bronckhorst, wed. van den Heer Spiegel t 7 Mei 1684 (R. K. Doodenboek). Wellicht behoort zij tot zijn familie evenals Sampson Spiegel X Jofifr. Oatharina Mogaerts, wonend te Amersfoort den 12 Nov. 1679. „Mijnheer Spi e g e 1”, f 27 Feb. 1671 (R. K. Doodenboek) was Garbrand S., penningmeester van de Heer Hugowaard sinds 8 Apr. 1657.) 29. Mr. Roelof Kessel, 6-10-1645. (Mr. Roelof Willems z. v. K. was licentiaat inde rechten en advocaat te Alkmaar en testeerde 8 Juni 1640 voor nots. H. J. v. eer Lijn te Alkmaar; op dien datum was zijn dochter Eva, begr. 9 Sept. t 1641, ongeh. Mr. Balthasar v. K. zyn vooroverleden zoon geh. geweest met Anna de Jonge, had twee kinderen nagelaten; Hy zelf was geh. met Johanna van Teylingen elders gen. Johanna Roest, dr. van Adriaan Roest en Johanna van Toorenburch begr. 5 Sept. 1636; hy was nog landeigenaar Groote Kerk Alkmaar. inde Schermer en een halfbroeder van den sub bord no. 30 genoemden. Zie ook zerk no. 280. Een afbeelding van het wapenbord van Mr. Yan K., waarop de kwartieren: Kessel Loon Wijngaerdt Zuurmondt Boksmeer Poll Sevenbergen Kuyk bevindt zich thans inde collectie van Mr. W. C. Baert van Waarde te Vevey (Zwitserland). 30. Burgemeester Pieter Willemsz Kessel. 29-11-1645. Wapen en vier kwartieren. (Schepen en vroedschap sedert 1618. In 1615 waardijn; diaken in 1619 en kerkmeester der Groote Kerk 1631—’34, Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer van de Zijpe en van de Heer Hugowaard. Zie grafzerk no. 758. Hij f 23 Nov. 1644 en het bord werd op 20 Nov. 1645 opgehangen). 31. Margaretha Splinter, wed. Jhr. Floris vanjutphaes. 2-12-1645. (Ygl. wapenbord no. 22). 32. Jr. Arent Bardesius, heer van Warmenhuizen f Aurich 22-9 en begr. 4 Oct. 1646. (Hij was Heer van Crabbendam, vrijheer van Rijsum, Ypestein en Harscamp, hoveling en hofjonker aan het hof van den graaf van Oost-Friesland.XFeb. 1630Everdinavan Delen dr. van Hector, heer van Rijsum en Harscamp. Hij werd bij zijn broer Willem (zie bord no. 3) begraven inden kelder van zijn ouders Willem B. t 8-5-1619 en Cornelia van Loo f 16-9-1607. Zie Elias t. a. p. bl. 48. Hij liet na twee kinderen: a) jhr. Willem; b)Everhardina X Jhr. Joachim van Houtstede, drost van Withmündt. Op den kelder was een groote zerk met de wapens Bar des (zie Rietstap sub Bardesen) en Yan Loo (twee gekruiste degens, de gevesten boven, vergezeld van vier klaverbladen) en de kwartieren lßardes 3 vanLoo 2 Admiraal? 4 VanderMyle (een paardekop). (de eenhoorn). ’) Toen de kelder in 1760 was gekocht door Ca rel de Dieu, werd de zerk in 1762 op het kerkhof te koop aangeboden; zie Amsterdamsch jaarboekje 1899, bl. 158). *) Deze wapens ziet men thans nog, hoewel met dikke verfkorsten overdekt cn daardoor byna onherkenbaar, inden tuin van „het hof van Sonoy” (nu Ned. Herv. Diaconie en vroeger het woonhuis der Bard esen) te Alkmaar. Deze wapens hebben oorspronkelijk den gevel aan de zijde van de Nieuwesloot gesierd. (Vgl. de plaat by van der Woude, Chronijk van Alkmaar). Groote Kerk Alkmaar. 33. Maritgen van Foreest Jacobsdr. 29-1-1647. (Vermoedelijk een dr. van Jacob, secretaris van Gec. Kaden van het Noorderkwartier en Maria van Egmond van de Nij – e n b u r g h). 34. Jr. Egbert Ramp, 31-8-1647. (Hij was de zoon van Andries E. en Cornelia Panser, t ongehuwd, vgl. Bergen no. 1). 35. Floris Barthoutsz van Poelenburg van Teij-lin gen, 26-10-1647. (Hij is Floris Barthoutsz Speijart van Woerden, zie Ned. Adelsb. 1917, bl. 319 sub IV. In „de Alkmaarsche familie van Teijlingen”, Geneal. en Herald. Bladen 1912, bl. 167, wordt hij echter genoemd F. B. van H e e9k e 1 e n, zeepzieder. Hij X C ath arina van Tellingen, dr. van Mr. Pieter Florisz en Elisabeth van Wamelen. Uit de familie van deze laatste verkreeg Floris Barthoutsz den eigendom van zijn graf; zie ook no. 17 en grafzerk no. 879). 36. De huisvrouw van kapitein Herri E Ilse le, 4-10-1649. (Het is niet duidelijk of in het doodboek de naam „Ellsele” staat. Zeer waarschijnlijk is hier bedoeld „Juffrouwe Adriana van Gore 1”, als wed. van den „vaendragher Grim” hertr. te ’s Hage met jonker Har r y Ech 1 i n,'„capitein onder den collonel Hinde r s o n” *") ondertr. Alkmaar 10 Dec. 1628). 37. Marije van Nes, 8-11-1650. (Gijsbrecht van Nesse, licentiaat inde beide rechten, oud burgemeester te Haarlem f vgl. Elias bl. 21 op 24 Dec. 1611 X 2° Anna Harcken van Leeuwen. Laatstgen. test., wonende inde Coorstraat te Alkmaar, 17 Mei 1612 voor nots. H. J. v.d. Lijn aldaar. Drie kinderen: a) Mr. Gijsbrecht f vóór 1642 X Dieuwertje Hoogel a n d t, zie sub. 112 die 3 Jan. 1642 voor denzelfden nots. testeert en moeder was van GeertruijtX Jhr. Jacob van Poelen burg, zie wapenbord 53 en van Gjjsberta van NesseX Jhr. Fe ij co van Aylva van Hoxwier, ‘) Heemraad van de Wieringerwaard (huw. voorw. 28 Oct. 1660 voor nots. C. van Heijmenbergh te Alkmaar; een dr.? Gijsberta Maria v. A. begr. Gr. Kerk N. Gang 190 den 21 Dec. 1700.). b) Maria van Nesse, mogelijk de genoemde, c) Adriana, de vrouw van Jacob Cornelisz Nobel, poorter van Haarlem, zie bord 67 en Gr. Kerk Haarlem no. 264. d) een voor Aug. 1605 f dochter Elisabeth van Alckemade, die een zoon Willem Bicker naliet). *) Getuigen waren : Fe\jc o ’s broer Jhr. Bart h o u tv. A. van Gralda ? tot Memiaem ?; zijn neef: Jhr. Sixtus v. Eningha; Heer van Roodhuis op de Schinge en Wobma tot Dolagoutum en en Jhr. Sixtus van Eningha de Jonge, Heer van Wiarda tot Dola Goutum zijn zwager. ”) VernioedeLgk Jhr. Frangois Hendel'son, die in 1616 luitenant kolonel was. Groote Kerk Alkmaar. 38. Andries van Heemskerk, 18-10-1651. (Dr. A. Heemskerk inde Coorstraat te Alkmaar was een zoon van den Rentmeester van de Grafelijkheids Vroonlanden He ndr i ck Willemsz en Maria Pauw, zie sub. 686). 39. Juffr. Anna van Nes, 28-12-1651. (Vermoedelijk was zij Jonffr. Anna van Nes X Gerrit ter Stege. Bij het sluiten van hunne huw. voorw. 4 Sept. 1611 voor den notaris H. J. van der Lijn te Alkmaar ten huize van joffr. Maria van Teijlingen inde Langestraat, heette hij eerste klerk bij de Ed. Mog. Staten van Utrecht. Haar broeders waren Jacob en Dirk v. N. en haar zwager Johan van Wittendel, die evenals Jacob Gerritsz Caljff, schout van Alkmaar, man van Geertruijt v. Wittendel (zuster van Anna v.d.) aanwezig waren). 40. Juffr. Nieustadt 25-9-1652. (Zij was Anna le MaireXJacob.van de Nieustadt, zie Gen. Her. bladen I bl. 427). 41. Gerrit Pijl, 1-10-1652. (Mr. Gerrard Pjjl, doctor inde beide rechten en advocaat voor den Hove van Utrecht X 29 Juni 1648juffr. Wernefrida Buijck inde Coorstraat O. Z. te Alkmaar. (Verm. dr. van den E. N i c o 1 a e s Bu(jck en Aeltgen Jacob Gerrits Calff). 42. De Heer van Hautain, 11-10-1652. (Misschien Chaerle de Soetevan LackendeHautin, heer van Hoogwoud, Aartswoud, enz. Zie: Hoogwoud. Mr. G. de Vries Az.: „Het Dijks en Molenbestuur in Hollands Noorderkwartier” vermeldt een octrooi op 17 Apr. 1631 verleend aan Vrouwe Louise van der Noot wed. Philips Hautin, inleven collonel en gouverneur van Vlaanderen, Vrouwe van Hoogwoud en Aartswoud). 43. Juffr. van Teijlingen, 26-11-1652. (Misschien was zij de sub no. 39 genoemde Maria van T.?) 44. Fredrik Adriaansz Westphalen, 15-10-1653. (Vgl. zerk no. 573. De collectie van der Lely bevat vermoedelijk een teekening van deze rouwkas. Bovenaan een doodshoofd met gekruiste doodsbeenderen. Daaronder las en zag men : Ossa hic expectant resurrectionem. Hieronder het wapen Westphalen nl. gevierendeeld: -I op zilver een roode dwarsbalk, vergezeld boven vaneen groenen barensteel van vijf hangers; II op zwart een zilveren keper met een Groote Kerk Alkmaar. gouden lelie over den punt en vergezeld beneden vaneen zilveren kruisje; 111 op zwart een gouden adelaar; IV doorsneden: boven op zilver een blauw schuin kruis als een muuranker [gebogen, vergezeld boven vaneen gouden ster (6); beneden het Jeruzalemskruis van rood op goud; helm gekroond; helmt. de barensteel tusschen een vlucht. Aan weerszijden twee kwartieren: Westphalen Rix s e n (Gedeeld: I als I hiervoor; II als II hiervoor.) (Op blauw een gouden rechterschuinbalk, ververgezeld van zés gouden lelies volgens den balk 3 en 3.) Van Adélen W ij d e n e s (Gedeeld: Ide halve adelaar, zwart op goud; II op blauw (Gedeeld: I op blauw een zilveren rechterschuinbalk; II op zilver een verkort zwart kruis.) een gouden sleutel, baard boven schuinrechts geplaatst, vergezeld van *twee gouden sterren (6), een boven en een beneden; zie Stamboek Friesche Adel no 1.) Hieronder: Fredericus Westphalen Enchusanus Sacr. Rom. imp. eques auratus nee non Hierosolymitanus, post peragratam Europam, Asiam atq. Africam Diem Extremum clausit Alcmariae An» aetatis suae LXXII ? a Christo nato MDCLIII die XI mens. Octob. Vgl. ook Balen, Beschrijving van Dordrecht pag. 1291; hij was de zoon van Adriaan W. en Vrouwe Catharina Rycholt of Rijcks, ridder des H. R. Rijks en van Jerusalem, geb. Enkhuizen 23 Oct. 1582, f 2 Oct. 1653; vgl. ook Timareten bl. 361.) 45. Cornelis van Sonnevelt, 22-1-1654. (Hy waste Alkmaar Burgemeester, Schepen en Vroedschap; Dijkgraaf van den Hondsbossche‘) van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en Westfriesland en van Geestmerambacht. Heemraad van de Schermer; X Bergen 9 Mei 1632 Margarita van Perspn j.d. van Alkmaar, dr. van Jan Maertsz en Aechte Dircks. Zie no. 74 en de grafzerken nos. 853 en 855. 46. Üva van Brederode, wed. Claes Rietvelt, 28-3-1654. (Hij was Claes Cornelisz R., begr. 26 Oct. 1652, Schepen van Alkmaar, Vroedschap 12 Dec. 1617, doch ontslagen 11 Oct. 1618. Aalmoezenier Heemraad van de Wieringerwaard en van de Zijpe. *) Herbouwer van het Gemeenlandahuis te Petten blijkens gedenksteen aldaar. 3 Groote Kerk Alkmaar. Hij noemde den G. G. van der Lijn zijn „cosijn”. Uitvinder vaneen type-watermolen. ' . Zij lieten na a) Agat ha. b) Sar a. c) Nico 1 a as R. de jonge X Geertruijt Jans, hadden een zoon Frederik Rietvelt, alias Houtman, Hoofdingeland van de Zijpe, Heemraad van de Wieringerwaard; Inde Schermer Heemraad en collecteur van het Zout-, Zeep-, Heere- en Redemptie-geld, Kerkmeester der Gr. Kerk te Alkmaar. X Hester Laurens) 47. Juffr. Catharina Nobels, 28-4-1654. (Ygl. no. 67, zie Nav. 1855, bl. 835. Zij zal de echtgen. zijn gewreest van Jhr. Petrus van der Burch). 48. Jhr. Nicolaes van Teijlingen, 1-2-1655., (Hij was Heemraad van de Wieringerwaard en van de Zijpe, zoon van Job Jansz en Catrijn van der Wiele. Hij X 1644 D. Hogel a n d, zie no. 73). 49. Mevrouw Elisabeth van Duvenvoorde, 20-10-1655. (Zij was wed. van Jhr. Jacob van Tienen en werd begr. op het Choor no. 131, welk graf in 1646 werd gekocht door Geertruijda van Duvenvoorde’s erven. Deze Geertrujjda was waarschijnlijk Geert r u ij d van Veen gezegd van Dorp, dieXGosewijnvanDuvenvoordevan der Poel, ouders van Dirk van D. v.d. P. In 1682 werd de helft van voornoemd graf getransporteerd op de kinderen van den oud Kerkmeester Na n – ning van Veen en Isabella van Tienen, vgl. wapenborden nos. 88 en 83). 50. Mr. Jan van Nordingen, 3-11-1655. (Hij was advocaat te Alkmaar, Heemraad van de Zijpe en aalmoezenier aldaar X Margaretha Hejjckens, vgl. Gen. Her. bladen 11, 428). 51. Jr. Jan van Nordingen, 5-2-1656. (Hij was gehuwd met Mar ia'van Steenhutjsen, dr. van Framjois zie zerk 110. Zie ook Kronijk van Alkmaar door C van der Woude en Gen. en Herald. bladen 11. 428.) 52. Eduard Jacot van Axele, Heer van Dussen, Munsterkerk en Heer Aartswaard, 4-11-1656. (Hij was zn. van Balthasar Jacot, koopman te Amsterdam en Ne eitje Everts, Hoofdingeland, Baljuw en Dijkgraaf van de Zijpe; Heemraad van de Wieringerwaard. en de Heer Hugowaard Groote Kerk Alkmaar. Concessionaris tot de bedijking van de Schermer; Hoofdingeland van de Schermer. Hij woonde te Alkmaar aan de N. zijde van de Langestraat. Als adelborst komt hij voor op een schutterstuk d.'Claas van der Heek in 1613 geschilderd *) voorstellende den adel der Schutterij Luitenant in 1616 Kapitein 1618/’l9. Huwde Grietie Coetenburgh (huw. v.w. voor nots. H. J. van der Lijn te Alkmaar Feb. 1610.) dr. van Adriaan Maertsz., concessionaris tot de bedijking van de .Wieringerwaard en Ydt g e Reyniersdr. Cromhout. Zie Nav. 1864 bl. 128, no’s 16, 60 en 85.) 53. Juffr. Geertruid Poelenburg, 18-3-1658. (Geertruijd van Nesse, begr. N. Gang no. 190 eerste vrouw van Jacob Speijart, heer van Poelenburg te Utrecht, die zich Poelenburgh noemde. Zie Ned. Adelsboek 1917 bl. 320. YI. Zy liet een dr. na Geertruyd Catharina vgl. bord no. 37.) 54. Johannes Sas, 29-9-1658. (Blijkens het doodboek der Gr. Kerk werd hij begraven op het Choor in graf no. 48, welk graf hem en zijne echtgen. Anna Margrita la Febure toekwam en afkomstig was van zijne moeder Maria Bols, welk laatstgen. te Alkmaar 30 Aug. 1643 met attest van Haarlem b.d. Gemeente kwam. Anna Margrita 1 a F. X 2° te Heiloo 29 Maart 1659 Jan de Marez, Ridder, bezitter vaneen buitenplaats inde Zijpe (1621-1676, vgl. Wapenheraut II bl. 83.) Een dr. Johanna ged. 11 Jan. 1664. Kinderen werden hier begraven op 28 Nov. 1659; 19 Apr. 1663 en 15 Jan. 1664.) 55. Catharina Coltermans, 21-6-1660. (Zy was een dr. van Hans en Susanna van Ylierden, geb. 1600, zie Wapnht. I. 1897 bl, 161.) 56. Jacques de Mol, 29-7-1661. (Zie grafzerk no. 726.) 57. Jr. Mr. Johan van Egmond van de Nijenburg, 25-8-1661. (Zoon van Janenßensburg du Gard ij n, geb. 4 Sept. 1616 X’s Hage 21 Juni 1643 Margaretha Berkhout. Dykgraaf van de Hondsbossche (commissie 21 Juli 1654) en van de Uitwaterende sluizen. (Vgl. de Rijp venster no. 8.). Bewindhebber der O. Indische Compagnie Raadsheer inden Hoogen Raad. Hoofdingeland van de Wieringerwaard sinds 1648). *) thans in het Stedel. Museum te Alkmaar. Groote Kerk Alkmaar. 58. Jhr. mr. Cornelis van Teijlingen, 26-10-1661. (Zn. van Mr. Floris en Adriaantje van de Nijenburgh, geb. Alkmaar 1613 t ald. 20 Oct. 1661. Schepen Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar Hoofd Ingeland Heer Hugo Waard Heemraad van de Zijpe en de Schermer en Hoog Heemraad van de Uitwaterende Sluizen. X 30 Apr. 1652 He ster de B ij e, zie no. 65.) 59. Juffr. Wendelina van Raephorst, 4-11-1661. ' (Zij was gehuwd met Thomas van Egmond van de Nijenburgh, eerder wed. van Adam Hendriks van Southolm te A’dam Vgl. Elias bl. 378.) 60. Juffr. Ida Jacot van Axele, vrouwe van Haegoort, 17-1-1662 (dr. van Eduard en Margrita CoetenburghXHerman Verse hu ij ren, heer van Haegoort. zn. van Everhard, ridder van St Michel, Heer van Schuren, Lievendaal, enz. en Maria van C u y 1. Zij werd begr. inden kelder van haar geslacht.) 61. Jr. Floris van Harlaer, 22-12-1662. (Dit was een „enkeldt waepen” Hij was de zoon van jhr Loeff en Guertie Floris, begr. N. Gang no. 54. Hij was advocaat te Alkmaar en woonde a/d O. zijde van de Coorstraat; X 1° Geertr u ij d, dr. van Mr. Jan van Wittendel Burgemeester van Alkmaar en Dijkgraaf van Geestmerambacht en van Machteld Jarichsdr. van Tjepma wed. van den Burch (Huw. voorw. 21 Dec. 1621: test 28 Juni 1625 voor Nots. H. J. van der Lijn te Alkmaar). Zjj hadden in 1625 een dochtertje Machteld. Hij X 2# joffr. Hermanna van Leeuwen, wed. van den commies Adriaen Schipmans, den 5 Jan. 1631. Kinderen van hem werden begr. 9 Sept. 1624; 27 Oct. 1625 en 6 Nov. 1626. Zie ook Egmond aan den Hoef no. 16.) 62. Juffr. Maria Cromvliet, 20-4-1663. (Zij was geh. met Jan van Egmond van de Nijenburgh, zoon van Cornelis en Elisabeth van Cronenburg en misschien uit den Haag afkomstig.) 63. Zeger la Fébure, 2-7-1663 (Begr. Choor graf no. 48 vgl. wapenbord no. 54.) 64. Jacob van de Nieuwstad, 7-6-1664. (Begr. Middengang no. 221. In 1620 was hij baljuw en schout te Egmond Binnen. Later Burgemeester en Vroedschap van Alkmaar 1662 Dijkgraaf van de Uitwaterende Sluizen. Hoofdingeland van de SchermerXl' Justiana of Juliana le Maire, zie Egmond Binnen no. 1 (zoon: Cornelis, ged. 14 Feb. 1637) X 2° An na 1 e Maire, zie wapenbord no. 40 (drs. Geertrui) d, ged. 25 Mrt. 1643 en MariaX Barthout Frans z. v. Steenhuisen, Heemraad Groote Kerk Alkmaar. en Kerkmeester van de Wieringerwaard enz. zie „Het geslacht Steenhuijsen” Geneal. en Herald. Bladen 1907/’B.) X 3° te ’s Hage 15 Oct. 1656 Digna van Gelre. Zie ook no. 702. Zijn dr. CatharinaXB Sept. 1669 Nicolaas Bruijningh Kerkmeester Schepen en Vroedschap te Alkmaar Heemraad van de Wieringerwaard en van de Zjjpe; Secretaris; Heemraad en Penningmeester van den H. Hugo Waard begr. N. Gang 32 den 16—11—1680, zie „Het geslacht Bruiningh”, Amsterdamsch Jaarboekje 1900.) 65. Hes ter de Bij e, 8-6-1664. (dr. van Mr. Nicolaas en Hester van PoreestX 1652 Mr. C. van Teylingen; zie borden 6 en 58.) 66. Jr. Cornelis van de Nieuburgh, 5-7-1664. (Geb. 2 Mei 1627 zn. van Jr. Thomas en Wendelina van Raephorst; X Geertruyd Vygh, Heemraad van de Heer Hugowaard en van de Schermer). 67. Jr. Jacob Nobel, 10-8-1666. (Hij was Jacob Cornelisz Nobel en werd begr. Middengang graf nos. 152 en 153 X Alkmaar (huw. voorw. nots. H. J. van der Lijn aldaar 9 Sept. 1609) Adriana van Nesse, dr. van Gij s – b r e c h t, zie bij wapenbord no. 37, omdat zy mogeiyk identiek is met de daar genoemde, en van Anna van Leeuwen. Kinderen: a) Catharina X Jhr. Petrus van der Burch te Utrecht, zoon vau Jacob en Johanna Sneeck, neef van Andr i e s Ramp, zie wapenbord 34. b) Anna, X te Alkmaar voor burgemeesteren 13 Nov. 1646 jhr. Aernout van den, B u r g h, heer van Oudaen te Utrecht. Op 13 Maart 1669 werd in bovengenoemd graf inde Middengang begraven Jhr. Willem van der Burch, voor wien eveneens een wapen werd opgehangen, dat evenwel niet in deze lijst wordt vermeld). 68. Mr. Jacob Sammer, 25-11-1666. (Ha r m en Tbomasz Sammer inde Langestraat te Alkmaar, begr. 26 Sept. 1620, nalatende een wed. Griete Jacobs van Saenen. Hy liet na, behalve eenige dochters: 1) Thomas 2) Allert, die in 1637 een verzoek aan den Paus medeonderteekende, waarbij de belangen der Jezuitenstatie te Alkmaar werden bepleit. Bovengenoemde broeders maakten 12 Juli 1636 een mut. test. voor nots. H. J. van der Lijn te Alkmaar, waaruit blijkt, dat zij deel hadden ineen „wooninghe boomgaard en landen” groot 23 morgen inden ban van Egmond Binnen, genaamd „Sammer”, welke thans daar evenals de „Sammerspolder” nog bestaat. 3) Mr. Co rn el is, -begr. 10 Dec. 1652, test. 7 Sept. 1605 voor nots. W. P. van Limmen te Alkmaar. 4) Mr. Jacob v.d. erfgenaam van Allert J.ansz Crombalch, den man van „Tesselschad e”. Hij testeerde 21 Juli 1658 voor Nots. C. van Hejjmenbergh te Alkmaar en werd begr. Middengang no. 260). Groote Kerk Alkmaar. 69. Jacob Stassaert „van Oudefest”, lid der vroedschap, 26- 9-1667. (Vgl. de grafzerk no. 708). 70. De heer rekenmeester Nanning van Foreest, 6-12-1668. (Geb. te Alkmaar 1578, zn. van Mr. Nanning en Maria van Ha 11 um, vroedschap en Secretaris van Alkmaar, Gecommitteerde te Velde voor ’s Hertogenbosch, Raad en Rekenmeester van de domeinen van Holland en Westfriesland, Meesterknaap van Holland, Gecommitteerde over de educatie van den Prins van Oranje. Mede ondernemer van de bedijking van de Heer Hugowaard; Penningmeester en Hoofdingeland van dien polder; hoofdingeland van de Schermer. In 1607 geh. met Machteld van Sonnevelt, zie wapenbord 8). 71. De heer van Harencarspel, Jacob van der Moere, 14-2-1669. (Hij was geh. met Maria de Bij e en zn. van Ju 1 i aen en Elselina van der Dussen; zie de wapens te Dirkshorn. Hoog Heemraad der Uitwaterende Sluizen 1661; Hoofdingeland van de Heer Hugowaard en van de Schermer; Kerkmeester van de Groote Kerk 1658 tot zijn dood). 72. DavidColterman, 29-11-1669. (Hij was de zoon van Hans C, Rentmeester van Kennemerland enSusanna van Vlierden; Schepen van Alkmaar, Heemraad van de Zijpe). 73. Dieuwertje Hogelant, wed. Jr. Nicolaas van Tellingen, 13-1-1670. (Zij komt voor als Eduarda Richolts van Hogelant, dr. van Hercules H. en Geertruid Willemsdr Verstuiver en X 1644 N. van T. Op 22 Maart 1660 testeerde zjj te Alkmaar voor Nots. C. van Heijmenbergh. Vgl. bord no. 48). 74. Juffr. Margaretha van Vladeracken, 11-6-1672. (Zij was Margar. van Pers ij n van Waterland, f 7 Juni, wed. van Mr. C. van Sonn e v e 11, zie bord no. 45, die 2 Aug. 1654 te Egmond Binnen huwde met Jr. Gerard Geldolfsz van Vladeracken, zie no. 78). 75. Juffr. Margriet Lammer (sic, een verbastering van Le Maire.) 27-6-1673. (Geertruid Cujjck van Mierop, vrouw van den burgem. Cornelis van der Lijn, eerder wed. MaximiliaanleMaire. Zij was de zuster van den baljuw van Beverwijk en Bloys Jacob van C. van Mierop, vgl. no. 82, zie van Rhede van der Kloot „de Gouverneurs generaal bl. 51 en Elias t. a. p. bl. 905). Groote Kerk Alkmaar. 76. De commandeur Wollebrandt Geleijnsz de Jong, oud-directeur van den handel in Perzië, 1-2-1674. (Zie grafzerk no. 33). 77. Mr. Jacob van Veen, 6-3-1674. (Hfl was geb. 20-3-1604 en X 19-6-1633 Adriana Brassers, dr. van Joost, Hoofdingeland van de Wieringerwaard. Hij was de zn. van Mr. Adriaan en Hepltje van Foreest, zie Gen. Her. Bladen II bl. 146. Heemraad en Hoofdingeland van de Heer Hugowaard; Hoofdofficier van Alkmaar). 78. Jr. Gerard van Vladeracken, 7-11-1674. (Hjj was geb. vóór 1615, t 3 Nov. 1674. Regent van het Mannen Gasthuis; Baljuw en Schout van Bakkum en Wimmenum; Hoofdingeland en Waarsman wegens Duinkavel inden Hondsbossche, Schepen, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar; testeerde wonend te Egmond aan den Hoef te Alkmaar 16 Jan. 1654 voor Nots. B. J. Heerencarspel. Zoon van den Rentmeester en Kastelein van het Hondsbosch Geldolf en Barbara Geertruid Hinderduy n, zie zerk no. 128 X 1° 23 Jan. 1639 Maria nagel. dr. van Loeff van Herlaer en Guertie Floris, f 11 Mei 1653. X 2° wonend te Egmond a. d. Hoef Margaretha van Persen, zie bord no. 74, huw. voorw. voor Nots. B. J. Heerencarspel te Alkmaar 16 Juli 1654, hjj geassisteerd door zjjn moeder en Geertr. v. Vladeracken, wed. Gerrit Stuft ling, zie no. 887, zft geassisteerd door den E. Joh a n Vu ij st, convoymeester). 79. Juffr. Margriet Berckhout, 24-4-1675. (Wapen met *4 kwartieren.) (Juffr. Margriet Teding van Berkhout, geb. 16-4-1619 f Alkmaar 19-4 1675. dr. van Mr. Adriaan en Margaretha van Beresteyn X 1643 Mr. Johan Johansz van Egmond van de Nijenburg geb. Alkmaar 4-9-1616 f ald. 25-8-1661, zie wapenh. 1905 bl 430; de kwartieren zy'n: Teding van Berkhout Vanßerestejjn VanDujjvendrecht Knobbert. ) 80. Jhr. Thomas van Egmond van de Nijenburg 1-10- 1675. (Wapen met acht kwartieren.) (Vgl. no. 59. Hy was zn. van Co melis en Elisabeth Thomasdr. van Cronenburg, geb. 7-3-1599, gecomm. ter Staten Generaal, Schepen en Vroedschap van Alkmaar, waar hij woonde in de Langestraat, Raad van State, Dijkgraaf van Geestmerambacht, Schager en Niedorper Kogge, en van de Schermer Heemraad en Hoofdingeland van de Heer Hugowaard X 29 Maart 1626 Wendelina van Raephorst, zie Elias I 378, de acht kwartieren zjjn: Groote Kerk Alkmaar. Van Cronenburg Van Egmond van de N. Basjens van der Hoolck Van Amerongen 81. JohanColterman, heer van Callantsoog, 16-12-1678. (Er waren in het laatst der 17e Eeuw te Alkmaar twee broers? Joh a n C, zoons van David en Geertrujj van Deuticum, zie bord no. 10. Deze, bijgenaamd de Jonge, was kapitein, Vroedschap van Alkmaar, Kerkmeester der Groote Kerk, fabriekmeester; de oude Joh a n C. f 1681, was Heemraad van de Zijpe en de Wieringerwaard. Zie Oosterkerk Zaandam). < 82. Cornelis van der Lijn, 1-8-1679. (Zie bord no. 46. Gouverneur Generaal van Oost Indië, Kerkmeester Gr. Kerk, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar, f 27-7-1679 X 1° Batavia, ondertr. 4 Apr. 1630 Livina Polet (4 zoons) 2» Sept. 1656 Geertruijd Cuijck van Mierop. Vgl. v. Rhede van der Kloot „De Gouv. Generaal” bl. 51; Tavenier „Reizen” bl. 3, Hfdstuk 21). 83. Juffr. Isabella van Tienen, 25-4-1681. (Wapen en vier kwartieren.) (Zie no. 88. Z(j was dr. van Jacob en Geërtrutjt van Duvenvoorde, zie Ned. Leeuw 1924, bl. 851 X 1649 Nanning van Veen, zn. van Mr. Adriaan en Heiltje van Foreest, zie no. 49. Een luitenant-kolonel Philips van T. was naar inde Schermer, waar hij inde kavels L 24, 25 samen met den kapitein Jhr. Gflsbert van Duvenvoirde in 1639 een huis timmerde. Voorts wordt nog genoemd ineen procuratie voor Nots. J. A. de Wit te Alkmaar 31 Juli 1676 een Jr. Arent van T, heer van Berlicum. Hare kwartieren waren: Van Tienen Van Duvenvoirde Rataller. Ru\jchaver 84. Jr. Cornelis van Teijlingen, 7-6-1681 (Wapen en vier kwartieren.) 85. Jr. Maarten, Heer van Dussen, 26-8-1681. (Hij was de broeder van Mevrouw Verschuyren, zie no. 60. Heemraad en Hoofdingeland van de Zijpe en van de Wieringerwaard; Hoofdingeland van de Schermer.) Groote Kerk Alkmaar. 86. Jr. Geldolf van Vladeracken, 4-3-1682. (Vgl. no’s. 74 en 78 en zerk no. 887. Hjj was zn. van Gerard en diens le vrouw en X Maria van Houten. Hij testeerde den 26 Aug. 1660 en 19 Aug. 1665 voor nots. J. van Beijeren te Alkmaar en was Baljuw van Bakkum, Kerkmeester der Gr. Kerk 1675—’80 Schepen en Heemraad van de Zijpe, Vroedschap en Pres. Schepen van Alkmaar.) 87. Susanna van Lanschot. 6-4-1682. (Wapen en vier kwartieren.) (Vgl. no. 104; zij was geb. 20-3-1644 f Alkmaar 30—3—1682 dr. van Mr. Philip, advoc'aat te Leiden, later Schepen te Alkmaar en van Rachel Southolm en huwde Johan Kien. De kwartieren waren: v. La n schot. Southolm. van den Bogaard Raephorst.) 88. Nanning van Veen, 1-8-1682 (Wapen mit vier kwartieren.) (Hij woonde te Alkmaar op de Oudegracht naast de „vergulde Salm”, was Dijkgraaf van G-eestmerambacht 1650-1678; Baljuw en Dijkgraaf van de Zijpe en van de Wieringerwaard, Hoofdingeland van de Schermer;,Kerkmeester van de Gr Kerk, zjjn wapen op den voet van den preekstoel; geb. 3—B-1612, X 1649 Isabella van Tienen, zie no. 83, zjjn kwartieren waren: v. Veen v. Foreest v. Rietwjjck v. Hattu m.) 89. Juffr. Gijsberta van Veen, 17-12-1682. (Wapen en vier kwartieren.) (Zij was ged. Alkmaar 29—9—1652, dr. van Nanning en Isabella v. Tienen, de kwartieren waren: v. Veen. v. Tienen v. Foreest. v. Duvenvoirde. 90. Juffr. Geertruid van Veen, 3-7-1683 (A.v.) (Z\j was ged. a.v. 20—8—1651, zuster van de sub 89 genoemde.) 91. Mr. Adrianus Coetenburgh, 27-3-1687 (A.v.) (Hij was ged. 19 Jan. 1624, zoon van schepen Rejjn i e r en Adriana de Grae f f, zie zerk no. 647. Advocaat te 's Hage en aldaar f den 20 Mrt.) Groote Kerk Alkmaar. 92. Mr. Adriaan van Veen, 16-11-1687 (A.v.) (Hij was ged. 1655, zn. van Nanning en Isabella van Tienen; Dykgraaf van Geestmerambacht sedert 1678 Baljuw en Dykgraaf van de Wieringerwaard, Heemraad van de Schermer. X 1686 E 1 se 1 ina va n de r Moere, zie no. 94 en voor de kwartieren no. 89.) 93. Jacob van Oudesteijn, 25-10-1688 (Wapen en vier kwartieren.) (Hy was zn. van Dr. Gillis en Josina Jacob Gerritsdr. Calff en X Clara Bas vgl. Alg. Ned. Fam. XVI. 1903 bl. 319 en Elias bl. 250. Hy was luitenant .kolonel vaneen regiment voetknechten ter dienste der Vereen. Nederlanden. De echtgenooten testeeerden 7 Feb. 1676 voor Nots. C. Kessel te Alkmaar. De kwartieren waren: VanOudesteyn. Calff. Raephorst. Van Teijlingen.) 94. Mevr. Elsel ij n van der Moere, 20-7-1689 (A.v.) (Zy f 15-7-1689, was dr. van Jacob en Maria de Bije enX 1686 Mr. Adriaan van Veen, de kwartieren zyn : Vander Moere, De Bye. Vander Dnssen. Van Foreest. vgl. Mdbl. Ned. Leeuw 1919 bl. 216 sub. 24.) 95. Hester van Teijlingen, 4-12-1689 (A.v.) (Zy was geb. 28 Juli 1657, dr. van Jr. Co melis en Hester de Bij e, X Jhr. Johan van Egmond van de Nyenburg, vgl. no’s 58 en 65; de kwartieren waren: Van Tejjlingen. D e By e Yan deNyenburg. Van Foreest.) 96. Vrouwe Maria de Bije, 14-3-1690 (A.v.) (Ygl. no. 71. Zy was dr. van Nico 1 a as en van Hester van ForeestXJacob van der Moere, heer van Harenkarspel, enz. De kwartieren waren: D e By e Van Foreest. Van Montfoort Van Veen.) 97. Jr. Johan van Egmond van de Nijenburg, 8-4- 1690 (A.v.) (Hij was geb. 20 Sept. 1646, ged. 21 d.a.v., zoon van Mr. Joh a n Jans z X 17 Mei 1682 Hestor van Tellingen, zie no. 95. Groote Kerk Alkmaar. Heemraad van de Zijpe Heemraad en Hoofdingeland van de Wieringerwaard, Schepen, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar, Baljuw van de Nieuwburg en van de Egmonden. De kwartieren waren: Van Egmond v.d. N. Teding van Berkhout DuGardin. Vanßeresteijn.) 98. Dirk van Egmond van de Nijenburg, 13-6-1690 (A.v.) (Hij was ged. Alkmaar 4-10-1654 f ongeh., begr. inden familiekelder kapel C Noord, zn. van Mr. Johanen Margaretha Teding v. Berkhout, zie no. 79. Hij was kapitein. De kwartieren zijn: als van no. 97). 99. Juffr. Johanna van Egmond van de Nijenburg, 15-8-1690 (A.v.) (Zij was een zuster van de voorgaanden). 100. Mr. Hendrik Druijff, 25-11-1690. (A.v.) (Hij was zn. van H. C. Dru Ij ff, zie zerk no. 71, en werd begr. inde Middengang, zie no. 925). Vroedschap van Alkmaar, Aalmoezenier, Heemraad en Hoofdingeland van de Zijpe, President van den Hoogen Raad van Holland en Zeeland, vgl. Mdbl. Ned. Leeuw 1922 bl. 277-8). 101. Mevrouw Speijaart, 30-4-1693 (A.v.) (Zy was Willemina Ramp dr. van Andries, en Cornelia Pan s e rXHaarlem 1660 Jacob Speijart, heer van Poelenburg, zie Nederl. Adelsb. 1917, bl. 320, sub VI; het hoofdwapen van dit bord een ovaal schild bevindt zich thans in het gemeentemuseum te Alkmaar; het is: gedeeld I gevierendeeld: 1 en 4 Speijart van Woerden; 2 en 3 gedeeld a. op goud een halve zwarte adelaar, b. op goud een roodgetongde wolf of leeuw ? II Ramp; de kwartieren waren: Ramp Panser Van Sonnevelt —) 102. Egl d ia van Teijli n g e n, vrouwe van Maasdam, 24-11-1693 (Wapen en acht kwartieren.) (Zij was ged. Alkmaar 16-8-1620, dr. van Mr. Floris en Eleonora Vivien X den Haag Aug. 1649 Frederik van Dorp, Heer van Maasdam, Raadsheer i'n het Hof van Holland, Baljuw en Dijkgraaf van Rijnland; de kwartieren waren: Van Tellingen Vivien Cromhout Malapert Van Egmond van de Nijenburg Malapert Hillebrants. Kethele) Groote Kerk Alkmaar. 103. Jr. Cornelisvan Egmond van de Nijenburg, 29-10-1698 (Wapen en 4 kw.) (Hjj was de zoon van Jan en Catharina de Graeff en ged. Alkmaar April 1648, de kwartieren waren: Egmond van de Nijenburg. de Graeff. Boelens. Pauw. ) 104. Johan Kien, 7-6-1701 (A.v.) (Vgl. no. 87. Hjj was geb. 16-8-1636, zn. van Nicolaas en Catharina v.d. Honert, 1656 soldaat, verliet den dienst 1675 als Kolonel; Raad en Burgemeester van Alkmaar, waar hij woonde op de Oudegracht, tusschen de Brillesteeg en Ridderstraat, na zijn f bewoond door den sub 129 genoemden. Gecommitteerde inden Raad van State en Staten-Generaal, Hoofdingeland van de Heer Hugowaard en van de Schermer; Heemraad van de Schermer X 3 Oct, 1660 als vaandrig Susanna van Lanschot X 2' Helena van Veen, zie no. 114. Hy liet na behalve een zoon Mr. Nicolaas, zie no. 107 en een zoon Philips, zie no. 106, Willem K, kapitein ten dienste dezer landen; Anna Margaretha K; Mr. Johan, Schepen en Vroedschap van Alkmaar, Secretaris van de Schermer, Schepen en Heemraad van de Heer Hugowaard en de Wieringerwaard X Geertruida Geesteranus, f 1 begr. 8 Mei 1727 kapel F. Zd. 5-6, zie C. W. Bruinvis Het Huis „het Moriaanshoofd”; denz. „Het Geslacht Geesteranus”, zie ook zerk 229, Catharina Isabella K. X Joris Backer, zie Elias, en tenslotte een zoon Nanningh K, ged. 18 Nov. 1685 f 11 Jan. 1727, Heemraad van de Wieringerwaard en de Schermer, Baljuw en Dijkgraaf van de Zjjpe. De kwartieren waren: K'en Van den Honert Swanke Halling Froydure De Jonge De Mjjster Verbeis.) 105. Jr. Adriaan van Egmond van de Nijenburg, 10-5-1702 (A.v.) (Hij was ged. Alkmaar 3-9-1649 en f ald. 3-5-1702, broer van de sub 97 en 98 genoemden. Ygl. Mdbid. Ned. Leeuw 1909 bl. 22, Baljuw van de Nieuwburg, Heemraad van de Zjjpe, Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer en de Wieringerwaard, Raad en Burgemeester van Alkmaar). 106. Mr. Philips Kien, 18-11-1702 (A.v.) (Geb. 1664, poorter te Alkmaar 1 Sept. 1684, Heemraad van de Wieringerwaard en de Schermer, Schepen van Alkmaar, Ontvanger van Peelland inde Meierij van den Bosch f ongeh. 12-11-1702; de kwartieren waren: Groote Kerk Alkmaar. Van Lanschot. South o 1 m. Kien. Yan den Honert. 107. Margaretha Tromp, 21-2-1705 (A.v.) (Zü was geb. 9-7-1668, dr. van H e r p e rt, burgem. te Delft MartensznexDina de Haas en van Magdalena van Adrichem, Jacobsdr. ex Sara van der Graaff; zij f 13-2-1705. XMr. Nic ola as Kien, President Schepen, Hoofdofficier en pensionaris van Alkmaar, Rentmeester van de Grafelijkheids Vroonlanden, Zijpen en Egmonden; Heemraad van de Schermer. Hij verdronk inden Binnen Amstel te A’dam 9 April 1722, nadat de Rekenkamer beslag had gelegd op zijn goed en een deurwaarder op zijn kantoor had gesteld. Hunne zoon was J o ha n K, ged. 26 Mei 1697 Ritmeester Gardes; 1733 Ritmeester Regiment Carabiniers van Kolonel Saxus van der Gronde en in dat jaar in garnizoen te Meenen; in 1735 majoor, 1743 kolonel, commandant, van het Regiment Schaik, in 1747 Generaal-Majoor der Cavallerie; Hoofdingeland van de HeerHugowaard + Juni 1754, zie no. 134. Yoorts hadden zij een dr. S u sa n na, ged. 22 Mei 1693; een dr. Magdalepa, ged. 27 Apr. 1695 f 21 Dec. 1720XMr. Maarten Adriaan van Sjjpesteijn, geb. 4 Nov. 1681 t 25 Juni 1717, zn. van Mr. Maerten en QuirinaCorneliaPieterson, wedr. van Margaretha Helena Coldenbach, Schepen en Raad van Alkmaar, Penningmeester van de Heer Hugowaard; een dr. Harpertina ged. 6 Juni 1700 t ongeh. 1752 en een dr. Catha r i na Sar a, zie no. 161. De kwartieren waren Tromp. Yan Adrichem. De Haas. , Yan der Graaff.) 108. Jr. Gerard van Vladeracken Geldolfsz, 26-5-1706 (A.v.) (Hij was de oudste zoon van Jr. Geld o 1 f van V, vgl. no. 86, en Maria van Houten, ged. Alkmaar 14 Oct. 1664, Raad en Schepen van Alkmaar, Heemraad van de Schermer; Hoofdingeland en Heemraad van de Zijpe, ondertr. 6 Apr. 1692 Dorothea van Yladeracken dr. van Mr. Geldolf enlevrouw Anna Druij- ' vesteijn; hij werd begr. Middengang no. 336. De kwartieren waren: Van Tladeracken. Yan Houten. Yan Harlaer. Potterus.) 109. Hendrik Cromhout, Heer van Nieuwerkerken, 2-10-1706 (A.v.) (Hij was geb. Juni 1666, zoon van Jacoba Willemsdr. van der Wiele van der Werve t 25 Sept. 1706, begr. Middengang no. 235. X 21 Juli 1705 Cornelia Baldina Adri a na dr. van Mr'. Reynier Jacob Coetenburg van Amsterdam en diens eerste vrouw Baldina Margriet a Fonteyn. Groote Kerk Alkmaar. Een dr. uit dit huwelijk Elisabeth MariaXAnthony, baron van Wassenaer, Vrijheer van Alkemade, Vrijenhoek en Nieuwerkerk. De wed. van H. Cromhout X 2° 19 Oct. 1710Frangois Adolph Baron von Zinzerling, gezant van Karei 111 bij Hunne Hoog Mogenden. Kinderen: Renerus.Josephus, Chevalier von Zinzerling; Johannis Pranciscus, baron von Zinzerling en Maria Elisabeth Baldina von Z, X Inghelbert Martin Joseph de Kerkhove, baron van Exaa r d e. Zij X 3° Valentinus Benignus, baron Stauthals te Gent, uit welk huwelijk een zoon: Pranciscus Josephus Stauthals, baron van Bléchem). 110. Jr. Cornelis van Egmond van de Nijenburg, heer van den Engh., 20-11-1708 (Wapen en acht kwartieren.) (Ged. Alkmaar 4-10-1651, broeder van de sub. 97, 98 en 105 genoemden; Schepen ald. Baljuw van de Nieuwburg, Baljuw en Dijkgraaf van de Wieringerwaard; Heemraad van de Schermer X Catbarina van Panhu ijs, zie Gen. Her. bladen 111, bl. 478. Z\j testeerden te Alkmaar 9 Mrt. 1692 voor Nots. C. Kessel. De kwartieren waren: Van Egmond v.d. N. Teding van Berkhout. D u Gard ij n. Befestefjn.. Ve rd uy n. (Vander Duijn) Duijvend r e c h t. Brasser. Knobbert.) 111. Juffr. Alida van Qrotesteijn, 14-9-1709 (Zij was dr. van Jan en Ida MarkmanXMr. Geldolfvan Vladeracken, geb. Alkmaar. Pres. Schepen en Raad aldaar f Alkmaar 18-2-1723, zn. van Geldolf en Maria van Houten zie no. 108). 112. Mevr. Clara van Oudesteijn, 26-9-1709 (Wapen en 4 kw.) (Vgl. no. 93; Cl ara Bas, dr. van Pieter en Clara Jansdr. Vink, X Alkmaar 21-7-1652 Overste Jacob van Oudestepn, vgl. Alg. Ned. Pam. XVI 1903 bl. 319. De kwartieren waren: Bas. Vink. Coerten Overlander. Spont, vgl. Elias t. a. p bl. 249.) 113. Juffr. Hester Jacoba van Egmond vandeNijenburg, 4-7-1710 (A.v.) (Ygl. Bergen, avondmaalszilver. Zij was dr. van Gerard, heer van den Engh, Petten en Nolmerban en Machteld van Poreest' de kwartieren waren: Van Egmond van de N. van Poreest. Teding van Berkhout van Poreest.) Groote Kerk Alkmaar. 114. Juffr. Helena van Veen, 5-9-1711 (A.v.) (Vgl. no. 104. Zij was geb. 2-9-1656, zuster van de sub 89 en 92 genoemden, f 29-8-1711 en waste Alkmaar 19 Sept. 1688 geh. met Johan Kien, zie no. 104.) 115. Jr. Johan van Egmond van de Nijenburg, 3-11-1712 (Wapen en acht kw.) * (Hij was geb. Alkmaar 9-9-1618 Hoofdingeland van de Schermer, Burgemeester en Vroedschap van Alkmaar, lid der Staten Generaal, enz. t 26-10-1712 zn.» van Gerrit en Chr'istijntje Boelens; hij Xlc 9-10-1644 Catharina de Graeff, zie Elias t. a. p. bl. 63 regel 8, en hertr. Yda Cromhout dr. van Adriaen en Aeltje Si x, zie N. Biogr. Woordenboek 11. 480. De kwartieren waren: Van Boelens (Van Gisp.) B u r gh Van Egmond v.d. N. Vander D u ij n (V e r d u ij n.) Van Egmond v.d. N. Van Boelens Schouten van Cleeff.) Yan der Laen (Verlaen.) 116. Jr. Gerard van Egmond van de Nijenburg, 3-12-1711. (A.v.) (Hij washeer van den Engh, Petten en Nolmerban, ged. Alkmaar 3-9-1646, broeder ven Jr. Cornelis, zie no. 110. Zjjn portret inde verzameling van Mevr. de Wed. Mr. B. van den Feen de Lille te Alkmaar. Hij was Gecomm. Raad; Schepen Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar Baljuw van 'de Nieuwburg, Baljuw, Dijkgraaf en Hoofdingeland van de Heer Hugowaard, Dijkgraaf van den Hondsbossche en van de Uitwaterende Sluizen, Heemraad, Kerkmeester en Hoofdingeland van de Schermer, Hoofdingeland van de Wieringerwaard en bewoonde te Alkmaar het Hof van Sonoy. In 1710 bouWde hij het huis Nijenburg bij Heiloo (zjjn wapen thans aldaar nog inden achtergevel.) X Machteld van Foreest, zie no. 122.) 117. De Heer Nicolaas Ruychaver van Loon, 5-8-1716. (Wapen ; vier kw.) (Hij was een zn. van Maarten R. v. L. en Anna Nicolaasdr. Hasselaar, zie Elias bl. 443 en zerk no. 722. De kwartieren zijn: Yan Loon Hasselaer. Ruijchaver. VanDiemen.) 118. Jr. Dirk van Egmond van de Nijenburg, 8-6-1717 (Wapen en 8 kw.) (Hij was de zoon van Jr. Gerarden M. van Foreest, zie no. 116 Schepen van Hoorn, Hoofdingeland van de Schermer. H(j werd inden familiekelder bijgezet; zie zijn kwartieren bij no. 127.) Groote Kerk Alkmaar. 119. Mevrouw Clara Maria van Oudesteijn, 8-11-1717, (Wapen en 4 kw.) (Zy was 4-2-1700 te Alkmaar ged. en f ongeh., dr. van Mr. Jacob en Maehteld Coorne. De kwartieren waren: Van Oudesteijn Bas Coo r n e Van Heuvel) 120. Jr. Cornelis van Egmond van de Nijenburg, 30- (Wapen en 4 kw.) (Hjj was een broer van Jr. Jan, zie no. 147.) 121. Mevrouw Anna Jacoba van Vladeracken, 26-10- 1719, (Av.) (Zij was geb. Alkmaar 30 Sept., ged. 3 Oct. 1697, dr. van Gerard van VI. en Dorotbea van Vladeracken en X Haarlem 21 Maart 1719 Christoffel Six, heer van Oterleek, zie no. 146 en Elias t. a. p. bl. 461. De kwartieren waren: Van Vladeracken Van Houten Van Vladeracken D r u ij v e s t e ij n) 122. Vrouwe Machteld van Foreest, 2-10-1721, (Wapen en 8 kw.) (Zij was wed. van Jt. Gerard van Egmond van de Nijenburg, zie no. 116 en dr. van Dirk en Hester van Foreest, geb. Hoorn 15-10-1642 f 25 Sept. 1721. De kwartieren waren: Van Foreest Van Segwaert Van Foreest Van Sonnevelt Van Hattum Van Egmond v.d. N. Van Wenssen Da e ms.) 123. Juffr. Margaretha van Egmond van de Nijenburg, 13-7-1723, (Wapen en 4 kw.) (Begr. Familiekelder kapel C. Noord; f 7-7-1723, dr. van Mr. Johan en Margriet Teding van Berkhout, zie voor de kwartieren no. 98). 124. Mr. Jan Lodewijk van Kinschot, 7-3-1725. (Av.) (Als zn. van Mr. Roelant en Catharinavan der H o o 1 c k geb. ’s Hage 4-12-1664, f 28-1-1725, begr. graf Middengang no. 132; Schepen en Vroedschap van Alkmaar en Kerkmeester van de Gr. Kerk. 1699-1702. Schepen en Heemraad van de Zijpe en van de Schermer. Hij X 1693 Margaretha van Steenhu ij sen, die t 30 Sept. 1727. De kwartieren waren: Groote Kerk Alkmaar. Van Kinschot Vander Hoolck De C o e n e) Sweerts de Weert 125. Vrouwe Maria van Houten, 23-4-1726. (Av.) (Zie no. 86 en zerk no. 572. Zij was dr. van den Stadsdrukker en Regent van het Weeshuis Ysbrant Jansz Bontekoe alias van Houten, en Aagje Potterus, was Weesmoeder in 1680 en eenig erfgenaam van haar oom Mr. Jacob van H., zie zerk 944 x Geldolf van Vladeracken Gerritsz.) 126. Margaretha Johanna van Egmond van de Nijenburg, 4-5-1726. (Wapen en acht kw.) (Zij f 28-4-1726 en X Jr. Gerard van Egmond v.d. N., zie no’s 127, 95 en 97. De kwartieren waren: Van Egmond van de N. Teding van Berkhout Du Gard ij n Van Teijiingen De Bij e V e r d u ij n Van Beresteijn Van Poreest) 127. Jr. Gerard van Egmond van de Nijenburg, heer van de drie Egmonden, 25-1-1727 (Av.) (Hij f 18 t. v., zn. van Jr. G erard, zie no. 116 en Machteld v. Poreest en X Egmond 6-10-1724 Margaretha Johanna van Egmond v.d. N., zie no. 126. Zie Alg. Ned. Fam. 1. 91. bl. 2. Student Leiden; Hoogheemraad Uitw. Sluizen, Hoofdingeland van de H.H. Waard en de Schermer. De kwartieren waren. Van Egmond v.d. N. De Graeff Van Poreest Van Poreest Van Segwaert Van Sonuevelt.) Boel e n s Pauw 128. Jr. IJsbrant Jacob van Vladeracken, 27-10-1727. (Wapen en acht kw.) (Geb. Alkmaar 1665 f ongeh. ald. 20-10-1727, zn. v. G e 1 d o 1 f en Maria van Houten; begr. Middengang 335. Kerkmeester der Gr. Kerk, Hoofdofficier, Schepen en Vroedschap te Alkmaar, Waarschap en Hoofdingeland van den Hondsbossche, Schepen en Heemraad van de Zijpe en van de Schermer. De kwartieren waren: Van Vladeracken Van Houten Van Harl aer Hinderdujjn ' Potterus Florisdr. – .) 4 Groote Kerk Alkmaar. 129. Jr. Willem van Egmond van de Nijenburg, 28-2- 1728, (Wapen en 8 kw.) (Geb. Alkmaar 8 Mei 1654, zn. van Cornelis. no. 66 en Geertruid Vijg h, Heemraad, Kerkmeester Hoofdingeland en Dijkgraaf van de Schermer, Dijkgraaf van de Heer Hugowaard; Schepen en Heemraad van de Wieringerwaard, zie sub. 104 X 1 April 1700 Geert r u ij d Theo d o ra Clas i na Vijg h. Zij hertr. Sept-1729 Mr. Simon Schagen, geb. eind 1691, jur. stud. te Leiden 1709 t op zijn buitenplaats inde Schermer 11 Juli 1743 Schepen, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar, Hoofdingeland en Dijkgraaf van de Schermer Heemraad van de Wieringerwaard, wedr. van Cornelia Kr aft, die na haar dood hertr. 14-5-1743 Jacoba Jacobsdr. Keijser, ex Hillegonda de Hertogh, ged. 3-5-1716, begr. 25-11-1765 zie zerken nos. 917, 274. zie C. W. Bruinvis „Het huis Het Moriaanshoofd” Feestbundel Bredius 1915; Herald. Bibl. 1879 bl. 245; C. W. Bruinvis: „Diaken worden of betalen” Alkmaarsche Courant 1903 no’s 129 en 132. Laatstgen. Jacoba K. X 2° 16-2-1745 Nicolaas Hendrik Domis, Baron de Sénerpont, schepen en raad van Alkmaar Hoofdingeland van de Schermer, zn. van Mr. G. T. Domis de S. en van Anna Elisabeth van Saxen. De kwartieren waren: Van Bgmond v, d. N. V y g h Van Raaphorst Van Hattum Van Cronenburg Opt Water •) 130. Jr. Jan Adriaan van Egmond van de Nijenburg, Heer van den Engh, Schoorl, Camp, Petten en Nolmerban, 12- 4-1728. (Av.) (Geb. Alkmaar 14, ged. 17 Nov. 1675 f ongeh. ald. 5-4-1728, zn. van Jr. Gerard en Machteld van Poreest, zie no. 116 en voor de kwartieren no. 127. Schepen, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar, Gec. Eaad ter Admiraliteit. Dijkgraaf van den Hondsbossche, Baljuw Hoofdingeland en Dijkgraaf van de Wieringerwaard, Hoofdingeland van de Heer Hugowaard, Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer, zie N. Biogr. Woordenbk. II 430). 131. Floris van Teijlingen, Heer van Harenkarspel, Oudkarspel en in Koedijk, 13-4-1728, (Wapen en 4 kw.) (Hij was 3-11-1658, ged. te Alkmaar, f ald. 7-4-1728, zn. van Mr. Cornelis en Hester de Bije, vgl. no. 58. Schepen en Vroedschap van Alkmaar. Hoofdingeland en Heemraad van de Zijpe, de Schermer en de Wieringerwaard, Heemraad van de Heer Hugowaard; Dijkgraaf van de Uitwaterende Sluizen X Alkmaar 27-5-1691 Alida van der Moere. De kwartieren waren: VanTeijlingen deßije Yan Egmond van de Nijenburg Van Poreest.) 132. Jkvr. Catharina Christina van Egmond van de Nijenburg, 12-4-1729. (Av.) Groote Kerk Alkmaar. (Zij was geb. Alkmaar 9-2-1678, t ongeh. 5-4-1729; zuster van den sub. 130 genoemde). 133. Vrouwe Alida van der Moere, 30-6-1730. (Av.) (dr. van Jacob, Heer van Harenkarspel en Mari ad e Bij e X Alkmaar 27-5-1691 Flo r is van Teijli n g e n, zie no. 131; de kwartieren waren: Vander Moere Vander Dussen De Bij e Van Foreest.) 134. Vrouwe Maria Jacoba de Blois van Ginderdeuren, 16-2-1733, (Wapen en 4 kw.) (Zij was dr. van David en Engeltje Courten, ged. Alkmaar R. K. 20-9-1695, begr. Choor no. 184, X l'Johanne.s Barchman de Wale Wuijtiers, X2° 8 Nov. 1723 te Sloterdijk Joh a n Kien, zie no. 107; zie Mdbld. Ned. Leeuw 1902 bl. 26, 27 en C. W. Bruinvis: „Menton, de Bloys van Ginderdeuren, Bosschaert en Kien” in Navorscher 1913, bl. 165. De kwartieren zijn: D e B 1 o is va n G i n d e r d e u r e n Courten Menton .) 135. Burgemeester Mr. Gerard Fannius, 30-3-1733, (Wapen en acht kw.) (Hij was geb. 2s--i-1690, burgem. en Raad te Alkmaar, Heemraad O van de Wieringerwaard, Hoogheemraad van de Uitw. Sluizen, zoon van Mr. Piet e r, vrijheer van Oud Haarlem, zie no. 139 en Cor – nelia Baen, echtgen. van C. S. Kien, zie no. 161. De kwartieren vgl. Mdbl. Ned. Leeuw 1897, bl. 185, waren: Fannius Baen VanSijpesteijn VanWesele Van Beaumont Repelaer VandeCorput EQssel.) 136. Vrouwe Machteld Coorne, 6-12-1734, (Wapen en 4 kwartieren). (Vgl. 137; zij werd te A’dam ged. N. Kerk 9-6-1669, f 28-11-1734, dr. yaji Mr. Samuel en Margaretha van Heuvel X 1" Philips van der Gies s e n X 2' ondertr. A’dam 10-4-1699 Mr. Jacob van Oudesteijn, vgl. Elias t. a. p. bl. 733 en Alg. Ned. Fam. XVI, 1903 bl. 319-20.) 137. Mr. Jacob van Oudesteijn, 4-4-1735. (Av.) (Hij f 27-3-1735, zn. van Jacob, zie no. 93 en C 1 ara Bas, zie no. 112; iur. stud. Leiden 25 April 1679 Schepen, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar, Gecomm. ter Admiraliteit, Gecommitteerde Raad in het college van Westfriesland en het Noorderkwartier, Meesterknaap van Holland en Westfriesland, Hoofdofficier van de Niedorper Cogge, Rentmeester der Grafelijkheids Vroonlanden Hoofd- Groote Kerk Alkmaar. ingeland van de Heer Hugowaard, Heemraad Hoofdingeland en Kerkmeester van de Schermer. Zie de zerken no’s 373 en 374. De kwartieren waren: Bas Yinck.) Van Oudestejjn Calff 138. De Heer Arnold Joost d’Escury, 20-12-1736, (Wapen en acht kwartieren). (Hij was geb. 1718 begr. Zd. Kruis no. 65; cornet en ongeh.‘) Zijn kwartieren waren: Collot d’Escury Sweerts de Landas De la Valette Van Els tot Boedelham Lopez de Villanova De la Primaudaye De Pelve Van Lijnden.) 139. De Heer Mr. Pieter Fannius, 13-12-1737, (Wapen en zestien kwartieren). (Hjj was de vader van den sub. no. 135 genoemde; de kwar- tieren waren: Fann i u s Van Sijpesteijn Van Corput Van Njjenrode Bussen Van Beaumont Helling Ha 11 in g de Vleeshouwer G r e b e rt Schade Van Neverom Van den Broeck Ha n e k o p Walen Vander Bies Vgl. Gen. Her. Ged. in Zd. Holland II bl. 115.) 140. Burgemeester van Teijlingen, 28-1-1738, (Wapen en vier kwartieren). (Jhr. mr. Cornelis van T., Heer van Harenkarspel, Oudkarspel en in Koedijk, geb. Alkmaar 15 Sept. 1692 f ald. 22-1-1738 zn. van Floris en Alida van der Moere, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar, Gecomm. ter auditie der gemeenelands rekening in Westfriesland, Baljuw en Dijkgraaf van de Heer Hugowaard, Schepen en Heemraad van de Zijpe en de Schermer, Hoofdingeland van de Wieringerwaard en de Schermer X Oudkarspel 8-7-1727 Christina van Kinschot; vgl. Gen. Her. Bladen VII bl. 218; de kwartieren zijn: *) Tusschen 1741 en ’4B woonde te Alkmaar een juffr. Albertina Christina d’Escury. Mevr. SweertsdeLandas Douairière d’Escury had in 1736 het graf gekocht waarin den 18 Apr. 1741 nog werd begraven een kind van den Heer D’ E s c u r y. Groote Kerk Alkmaar. Van Tejjlingen De Bij e Vander Moere De B ij e .) 141. Mr. Jacob van Oudesteijn Jr., 16-12-1739, (Wapen en vier kw.) (Hij was ged. 15-4-1703 en zoon van Mr. Jacob en Mac hte 1 d Coorne, zie no’s 136 en 137 t kinderloos 9-12-1739 na 28-6-1735 geh. te zijn met Debora Tieleman, die hertr. 4-10-1746 Zacheus S to e sa k, zie no. 178. Hij was Penningmeester van de Schermer en Heemraad van de H. H. Waard en de Schermer. De kwartieren waren: Van Oudesteijn Bas Coo r n e Van Heuvel.) 142. Jr. Dirk van Egmond van de Nijenburg, Heer van Petten en Nolmerban, 30-1-1740, (Wapen en acht kw.) (Ged. Alkmaar 1-1-1696 t ald. 22-1-1740 zn. van Jr. Cornelis en Catharina van Panhujjs, Schepen en Vroedschap van Alkmaar, Heemraad van de Wieringerwaard en de Schermer X Egmond Binnen 17 Juli 1729 zijne nicht Maria van Egmond van de Nijenburg, zie no. 145. De kwartieren waren: Va n E g m o n d v.d. N. Van Panhuijs Teding van Berkhout Van Hoogeveen Du Gard ij n Yivien Vanßerestejjn Heerman.) 143. De Heer Qualter Christoffel van Lanschot, 16-12- 1741, (Wapen en vier kw.) (Hjj was 1736-1741 Kerkmeester der Gr. Kerk, woonde op de Oudegracht en werd begr. op het Choor no. 201. Hjj X E 1 is ab e t h Scriba, die 29 Jan. 1749 hertr. Adriaan Bolten, Notaris te Alkmaar. Vermoedelijk was hij een zoon van den Baljuw van de Streek, Dijkgraaf van Geestmerambacht, Schager en Niedorper Coggen Alexander van L. en Josinavan Beek van Haarlem. In dit geval waren de kwartieren Van Lanschot Van Beek I’Empereurd’Oppjjck ) 144. De Heer Anthonie Cornelis d’Assonville, 28-3- 1742. (Av.) (Zijn familie was afkomstig uit Artois, hjj was officier en werd begr. Choor no. 191 Wapen: een zwarte dwarsbalk beladen met driesterren (6) Wapenspreuk „SuivezDieu”. Hij X 1737 (?) Johanna van der Slujjs, geb. A’dam 29 Apr. 1712 + Alkmaar 5 Feb. 1780 uiteen Brielsche regeeringsfamilie. Zjj X 2'1 28 Mei 1743 Mr. Groote Kerk Alkmaar. Willem Winder, Hoofdofficier van Alkmaar, zie grafzerken no’s 42 en 777. Uit haar eerste huwel. twee dochters: Maria Elisabeth, zie no. 176 en Anna Cornelia, begr. Westerkerk Enkhuizen Middenkap no. 503 den 10 Nov. 1827. Van deze laatste berust een pastel portret inde verzameling van Mr. W. C. Baert van Waarde te Vevey, Zwitserland.) 145. Vrouwe Maria van Egmond van de Nijenburg, Vrouwe van de drie Egmonden, Schoorl enz., 20 Oct. 1742. (Wapen en acht kw.) (Geb. Alkmaar 22-5-1684 f Huis Nijenburg 12 Oct. 1742 dr. van Jr. Gerard en Machteld v. Foreest X Jr. Dirk van Egmond v.d. N., zie no. 142. Zie voor de kwartieren o.a. no. 127.) 146. Christoffel Six, Heer van Oterleek, 10-1-1743. (Wapen en vier kw.) (Geb. Haarlem 16-7-1697 f kinderloos Alkmaar 2-1-1743 begr. Middengang no. 235 vgl. Elias t. a. p. bl. 461. Hij was licentiaat in de rechten, Meesterknaap van Huisduinen en Helder, Baljuw van Egmond en Rinnegom, Hoofdingeland, Baljuw en Dijkgraaf van de Heer Hugowaard Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer, Thesaurier Schepen Raad en Burgemeester van Alkmaar, Kerkmeester der Gr. Kerk, Heemraad van de Zjjpe, Hoofdingeland van de Wie ringerwaard, Penningmeester van de Egmondermeer. Te Egmond aan den Hoef woonde hij op „Oudhoef” en inde Zijpe had hy een buitenplaats aan den Ruigeweg. Hij X 1° Anna Jacoba van Vladeracken zie no. 121 en X 2° Yda Johanna van V 1 ad e ra c k e n, zie no. 150. De kwartieren zijn : Six Yan Assendelft Stilte VanLoo.) 147. Jr. Jan van Egmond van de Nijenburg, 12-3-1745. (Av.) (Hij was ged. Alkmaar 20-9-1684, f ald. 5-3-1745, zn. van J a n en Hester van Teijlingen, Hoofdofficier, Raad en Burgemeester van Alkmaar, Heemraad van de Zijpe; President Hoofdingeland, Heemraad en Kerkmeester van de Wieringerwaard X Egmond a. d. Hoef 1-5-1729 Maria Agatha van Vladeracken, zie no. 156. De kwartieren zijn: Van Egmond v.d. N. VanTeijlingen Teding van Berkhout Deßije.) 148. Jr. Jan Anthonij van Vladeracken, 30-10-1745. (Av.) (Geb. Alkmaar 17-7-1708 zn. van Geldolf en Alida van Grotesteijn, stud. Leiden 10-9-1723 Vroedschap van Alkmaar, Secretaris van de Schermer, Heemraad van de Wieringerwaard en de Schermer t Alkmaar in het tuchthuis 22-10-1745 X Alkmaar, 30-8-1729 Maria Angelica Daey. De kwartieren waren: Groote Kerk Alkmaar. VanVladeracken VanGrotestejjn Van Houten ’ Markman Behalve den sub no. 167 genoemden Hendrik, had hij nog drie jonggestorven kinderen n.l. 1. Alida Geldolfia v. V., geb. 2, ged. 4-10-1731, begr. Middengang 380:18 Feb. 1740; 2. Hendrik v. V., geb. 15-5-1733 t 4 Sept. 1733 ; 3. Geld o 1 f v. V., geb. 24-9-1734, f 13 Sept. 1739. Hjj en zijn afstammelingen voeren het wapen v. V. met deze uitbreiding: de schildhoudende leeuwen houden elk een banier, waarvan de 1. beladen met drie vijfbladen, 2 en 1 en de r. beladen met drie molenijzers, 2 en 1; zie verz. schepenzegels gemeente archief Alkmaar.) 149. Jkvr. Constantia Wilhelmina van Hesse, 2-11-1747, (Wapen en zestien kw.) (Begr. Z. G. no. 11 in graf toebeh. aan Jkvr. J. G. Ie Chastelain, zie no. 155 Verm. van haar familie.) 150. Vrouwe Yda Johannavan Vladeracken, wed. Christoffel Six, 23-9-1749. (Wapen en vier kwartieren). (Vgl. no. 146; zij was ged. Alkmaar 1-11-1697, weesmoeder in 1744, wonend inde Langestraat dr. van Mr. Geld o 1 p h en Alidavan Grotesteijn, vermeld sub no. 111; zij f Alkmaar 15-9-1749 en X Egmond aan den Hoef, aant. Alkmaar 25-5-1721 Christoffel Six, wed. van Anna Jacoba van Vladeracken. Zie voor de kwartieren no. 148.) 151. Vrouwe Christina van Kinschot, wede. Jr. Cornelis van Teijlingen, 9-9-1752. (Wapen en vier kwartieren). (Zij was geb. 4-2-1698, f 2-9-1752, wonend op de Oude Vest te A., dr. van Mr. Jan Lodewijk en Margaretha van Steenhuysen enXB-7-1727 Jr. Mr. Cornelisvan Teylingen, zieno. 140. De kwartieren zijn: Van Kinschot Van Steenhuysen Vander Hoolck Kinnema.) 152. De H. W. geb. Heer Justus Philip baron du Tour, generaal majoor cav., f Leiden 20-2-1756, begr. 28-2-1756. (Wapen en acht kwartieren). (H« was geb. Leeuwarden 4-3-1698, zn. van David Constant ij n (Zie: Ned. Adelsb. 1918 bl. 89 sub. IV) en Albertina Tamminga, wedr. van Elisabeth van Assendelft en echtg. van Sara Catharina Kien, vgl. nos. 161 en 173.) De kwartieren waren: Du Tour Tamminga L’Empereur d'Oppyck _ VanHemmema Vander Meulen Sloet Uytenlimminge Erntreuter von Hofreit.) Groote Kerk Alkmaar. 153. Jr. Jan Lodewijk van Teijlingen, Heer van Harencarspel, Oudcarspel en in Koedijk, Vroedschap, 8-12-1758. (Wapen en vier kwartieren). (Hij werd 12-4 1729 te Alkmaar geb. 1753 Kapitein Oranje Vendel Schutterij; Hoofdingeland, Heemraad en Kerkmeester Zijpe, Hoofdingeland Wieringerwaard en H. H. Waard. Heemraad Schermer f Alkmaar 29-11-1758, de laatste mannelijke telg. van zijn geslacht, zn. van Jr. Mr. Cornelis en Christin a van Ki nscho t, X Alkmaar 12-10-1752 Jkvr. Maria van Foreest; vgl. Gen. Her. Bladen VII bl. 219; de kwartieren waren: Van Teylingen Vander Moere Van Kinschot Van Steenhuysen.) 154. Jkvr. Catharina van Kinschot, 20-2-1762. (Av.) (Zy was geb. 8-1-1694, f 11-2-1762, begr. in graf Middengang no. 132, dr. van Mr. Jan Lodewjjk en Margaretha van Steenhuysen; vgl. voor de kwartieren no. 151). 155. Jkvr. Johanna Geertruida le Chastelain, 23-4- 1771. (Av.) (Zij werd begr. inden kelder V. Egmond v.d. Nyenburgh (oudere linie). Zij was een nicht van de sub. no. 129 genoemde Geertruyd Theodora Clasina Vijg h. Zie ook no. 149 en Kapelkerk te Alkmaar bij het orgel.) 156. Vrouwe Maria Agatha van Vladeracken, wede. Abraham Burmannus, eerder van Jr. Jan van Egmond van de N. en daarvoor van Hendrik Hofman van Someren, 14-12-1775. (Av.) (Zij was dr. van GeldolphGeldolphszn. en Alidavan Grotesteijn, X 1° in Dec. 1723 H. H. v. S. Heer van Aalst, „Lieut. Collonel en Capitein van de Guardes van desen Staat” die f 3-7-1728 s. h.; X 2° Egmond zie no. 147; en X 3° 1748 Abrah. Burmannus, schepen te Alkmaar en te voren Koopman te Amsterdam, geb. 15-2-1710, f 14-3-1769, wedr. Van Joha n na Elisabeth van Bueren, by wie vader van de sub no. 168 genoemde. Zij woonde te Wimmeiium op het huis Schuylenburg, en te Alkmaar inde Coorstraat. Zie over haar de „Deductie van Vrouwe M. A. B. geb. v. V.”. Zie voor de kwartieren no. 148.) 157. Mr. Jan Frederik de Mey, oud burgem. vroedschap, 16-1-1776. (Av.) (Hij was comm. t. zee, ter admiraliteit van de Maze. In 1757 werd hij kapitein van liet witte vendel der Schutterij te Alkmaar; hjj was Heemraad van de Schermer; Schepen 11. Hugowaard, begr. Choor no. 144; XWilh. Cornelia du Bois test voor den Nots. P. Groen te Alkmaar 27 Jan. 1746 en 28 Oct. 1748 (zie no. 165). Zij was geb. 1-12-1709. Zij woonden te Alkmaar op de Oude Vest; een kind van hen begr. 15 Mei 1748 Noorder Gang 277. Zijne kwartieren waren: Groote Kerk Alkmaar. DeM e y Backer Ra y e Vander Hey (Vgl. Mdbl. Ned. Leeuw 1924 bl. 381/2.) 158. Jr. Willem Jan le Chastelain, 23-7-1778. (Av.) (Vgl. no. 169; hij f 17 Juni was kap. en afkomstig uit Limburg of het land van Gelder en daarna burgemeester en vroedschap van Alkmaar; in 1753 kapitein van het groene vendel der Schutterij, Hoofdingeland van de Schermer; bewindh. O. I. Comp. ter Kamer Enkhuizen. Hij was universeel erfgenaam van het groote vermogen van zjjn tante Johan na Geertruida, (testament voor Nots. Jacob van Bodeghem 19 April 1767.); zie sub 155. Hij liet na drie dochters en was gehuwd met Wilhelmina Christina du Tour. H(j was bij zijn overlijden circa 57 jaar.) 159. Burgemeester Mr. Arend Jan van den Steen, 9-11- 1779. (Wapen en acht kwartieren). (Hij was geb. Tiei 10-2-1712 zn. van Mr. Arend Hendrik, heer van Ommeren en Geertruid Cornelia Verbolt en X 1° Susanna Jacoba Kien zie sub. 229 en 2° Alkmaar 3-4-1753 Maria Angelica Daey, wede. Mr. Johan Anthony van Vladeracken, zie no. 148; schepen en vroedschap van Alkmaar, schepen en heemraad en hoofdingeland; sinds 11 Apr. 1773 Dijkgraaf van de Zjjpe, Heemraad Wieringerwaard, kerkmeester der Groote Kerkte Alkmaar; Hoofdingeland Heer Hugowaard en Schermer f 31 Oct., begr. Choor no. 157; de kwartieren zjjn: V e r 'b o 11 Le Maire Cri e p Cuyck van Mierop.-) Van den Steen D e B \j e Crayvanger Bic k e r 160. Jkvr. Margaretha van Kinschot, 15-11-1779. (Wapen en vier kwartieren). (Zij was geb. Alkmaar 1-10-1704, f aldaar 5-11-1779 en werd bp hare zuster, vermeld sub. no. 154, begraven; zie ook no. 151.) 161. Vrouwe Sara Catharina Kien, wede. burgem. Fannius, 18-9-1780. (Wapen en acht kwartieren). (Zie nos. 107, 135 en 152; Z(j was geb. 6-9-1698, + Leiden 13-9-1780, dr. van Nicolaas en Margaretha Tromp, X*" 1713 Mr. Gerard Fannius, f 20-3-1733, enX2'Justus Philip baron du Tour. De kwartieren waren: T r o rn p Kien Van Ad r i ch e m De Haas Van Lanschot Van den Honert So uth olm Van de G ra a f f.) Groote Kerk Alkmaar. 162. Joost Willem Grothe, kol. reg. cav. van den luit. gen. Van Tuyll van Serooskerken, 4-10-1781. (Wapen en acht kw.) (Hij is geb. Arnhem 19-2-1712, f ongeh. 30-9-1781 werd 1734 cornet, 1742 luit., 1746 kap. luit., 1748 ritmr., 1767 majoor, 1773 luit. kol. In 1778 kreeg hij een Cie. Ruiters, 1779 kol., zn. van Mr. Jacob en Margaretha Pit.; de kwartieren zijn: Grot h e Pi t (Ned. Patr. IV) Cremer (Ned. Patr. I) Ruysch (Op goud drie groene golvende dwarsbalken) P ra sa u w (Op zilver een De Vogel (Op zilver een zwarte arend met een groen takje in den bek en onder de pooten) roode kapel) Van Bommel Van Dalen (Doorsneden van hermelijn op rood.) 163. Jr. Mr. Dirk van Foreest, heer van Schoorl en Camp, Heemraad, Hoofdingeland en Dijkgraaf van de Wieringerwaard, Hoofdingeland van de Zijpe, burgem., vroedschap, 3-4-1782. (Wapen en acht kwartieren). (Zie Ned. Adelsboek 1913 bl. 344 sub. XI; hij werd geb. Hoorn 25-8-1729, f Alkmaar 27-3-1782 X Maria Wilhelmina Stoezak; de kwartieren waren: Van Foreest De Groot Van Akerlaken Mer e n s Swe e r s V o o r d ij Teding van Berkhout De Groot.) 164. Mr. Jan Govert de Meij, 12-6-1782. (Wapen en vier kwartieren). (Hij was Baljuw van de Nieuwburgen en Egmonden; Schepen van Alkmaar 1772/’B2; Vroedschap aldaar 1776 tot zijn dood. Kapitein van het groene vendel der schutterij in 1780; Heemraad van de Schermer. Schepen van de Heer Hugowaard geb. 16-12-1743, zn. van de sub. 157 en 165 genoemden; de kwartieren waren: DeMeij Du Bois Backer _.) 165. Vrouwe Wilhelmina Cornelia du Bois, wede. Mr. Jan Frederik de Meij, 19-7-1782. (Av.) iZy X 21-6-1740 Mr. J. F. de Mey vgl. no. 157.) Groote Kerk Alkmaar. 166. Jkvr. Elisabeth van Foreest, 30-10-1782. (Av.) (Zy was ged. 29 Sept. 1757 en werd begraven N. Gang no. 220 dr. van de sub. wapenbord 168 genoemden; de kwartieren waren: Burm a u v. Bueren.) Van Foreest De Vries 167. Jhr. Hendrick van Vladeracken, 20-5-1783. (Av.) (Hij was geb. Alkmaar 18-9-1735, zn. van Johan Antony, (zie no. 148.) en Maria AngelicaDaey, secretaris schepen en heemraad van de Wieringerwaard, en de Heer Hugowaard, Secretaris en Rentmeester van de Hondsbossche en Duinen tot Petten, Secretaris van de Schermer, Schepen van Alkmaar f ald. 11-5-1783, en X aldaar 25-9-1761 Maria E 1 isabet h' K1 oe ck + Alkmaar 6-12-1795, dr. van Mr. Gerard en Cornelia Witte. De kwartieren waren: Da e y Van Vladeracken Van Grotesteijn Geesteranus .) 168. Jhr. Mr. Jacob van Foreest, 13-11-1783. (Wapen en acht kwartieren). (H\j was Vrijheer van Petten en Nolmerban en als zoodanig zijn wapen inden voorgevel van het in 1748 herstelde Raadhuis te Petten; Heemraad van de Heer Hugo waard; Hoofdofficier, Schepen en Vroedschap van Alkmaar, zie Ned. Adelsb. 1913, bl. 349, sub X, geb. Hoorn 13-12-1731 f Alkmaar 6-11-1783, X F ra 11 c 1 na Jacoba Burman. De kwartieren zfln : De Vries N oordland Sonk Van Nek .) Van Foreest Sweers VanPoreest Merens 169. Vrouwe Wilhelmina Clementia du Tour, wed. Willem Jan le Chastelain, 10-5-1785. (Wapen en zestien kw.) (Vgl. no. 158 en no. 173 voor de kwartieren; zij was geb. 7 April 1723, dr. van Mare Willem en Christina Clementia Sweerts de Land as; zy X 1753). 170. Vrouwe Anna Agatha de Beaufort, 13-3-1786. (Wapen en 16 kwartieren). (Zij was X Jhr. Gerrit Martin du Tour; vgl. Ned. Patr. 1921-’22, bl. 16; en geb. 7-5-1715 f Alkmaar 3-3-1786 XlO 1743 Mr-Jacob Bachman;X2° 1752 G. M. d u Tour (zie no. 172.) test. te Alkmaar voor den Nots. P. Groen 19 Mei 1752. De kwartieren waren. Groote Kerk Alkmaar. Walbeecq geb. te A’dam fte Marienstein te Heiloo 1 Sept. 177L begr. 7 Sept. d.a.v. inde grafkelder op het Choor der Gr. Kerkte Alkmaar. Hij was schepen, vroedschap en 20 maal burgemeester van Alkmaar; Meesterknaap inde Houtvesterij van Holland en Westfriesland; Hoofdingeland en later Dijkgraaf van de Heer Hugowaard; Secretaris van de Beemster (als zoodanig zijn wapen op de sluis te Schardam.) Hoofdingeland van de Schermer Kapitein van het Blauwe Vendel der schutterij; Kerkmeester der Groote Kerkte Alkmaar. Hij testeerde den 9 Juli 1787 voor den Nots. Mr. P. Panneboeter te Alkmaar en woonde te A. aan de N.zijdederLangestraatinhetdoorhem gebouwde huis met fraaie bergsteenen gevel, waarin de wapens de Dieu en de la C r oix. Mevr. de Wed. van der Feen de Lille-Fontein Verschuir, die tegenwoordig dit huis bewoont is in het bezit van 2 geschilderde portretten voorstellende C. de Dieu en diens vrouw. Zie: Mr. B. van der Feen: Genealogie de Dieu in Mdbl. Ned.- Leeuw 1895 bl. 115; C. W. Bruinvis: Het Patriotisme te Alkmaar; Elias hl. 782. De kwartieren van deze rouwkas, de eenige welke zich thans nog inde Kerk bevindt, hangend in het Choor, zijn: DeDie u Si x Van Alteren Commersteyn Bogaard • Spiegel Oetgens van Waveren Van Os In het midden ziet men het wapen de Di eu Helm met wrong ; helmteeken : een polak, halverwege uitkomende tusschen een gewone vlucht. Fasces cum securibus, gekruist achter het schild. Schildhouders, twee polakken, elk den helm met de rechterhand steunende. Boven het wapen: „MDCCLXXXIX”; Onderaan leest men: „Obiit XXV Octobris”.) 175. Jkvr. Cornelia Hermina van Vladeracken, 11-12- 1789. (Wapen en vier kwartieren). (Zij was een dr. van Jhr. Hendrik v. VI. (zie no. 167) en Maria Elisabeth Kloeck, ged. te Alkmaar 26Apr. 1767, begr. Gr. Kerk Middengang no. 334; de kwartieren waren: Klo e c k Witte.) Van Vladeracken Da e y 176. Jkvr. Maria Elisabeth d’Assonville, 22-3-1790. (Wapen en vier kwartieren). (Zij was eene dr. van de sub. 144 genoemden.) Groote Kerk Alkmaar. 177. Vrouwe Gerarda Juliana Sophia baronesse Van Delen, 9-11-1791. (Zij was ged. Echteld 5-12-1759, dr. van Steven, rechter en dijkgraaf van Nederbetuwe en Johanna Helena van Zutphen, X 4-8-1790 Jhr. Jacob van Foreest, geb. 13-2-1761, zn. van Mr. Dirk en Maria Wilhelmina Stoezak). 178. Maria Wilhelmina Stoezak, wed. Jhr. Mr. Dirk van Foreest, 6-8-1793. (Zij was in Indië geb. en X Alkmaar 22-7-1755 Mr. D. van F., zie Ned. Adelsboek 1913 bl. 344 XI; was dr. van Zacheus en Debora Tieleman, zie no. 141.) Inde kerk bevinden zich zes grafkelders: 1. De grafkelder van Mr. Johan Baert inden Zuidergang, zie zerken nos. 229-233 en 523. Deze behoorde vroeger aan het geslacht Van Torenburch (zie grafboek XIII fol. 21) en ging uit de familie Baert door vererving (zie wapenbord no. 173) over aan de familie du Tour. 2. De kelder van den tak der familie Van Egmond van de Nijenburgh afstammende van Jan Jansz, den oudsten zoon van Jan Jansz en Soutgen Qerrits van Amerongen. Hij bevindt zich inden Middengang, en de mond wordt gevormd door de zerken nos. 316 en 317.*) (Deze Jan Jansz, wiens afkomst uit het geslacht van Egmond op verschillende wijzen wordt opgegeven, was gehuwd met Mag d alena Cornelis Basgensende vader van Cornelis Jansz, dieX Elisabeth Thomasdr van Cronenburg, zie de rouwkas no. 5 hiervoor.) 3. Onder de geheele kapel C. Noord (de kapel van de Nieuwburgen) bevindt zich de grafkelder, waarin de meeste leden van het met Jan Aegidius van Egmond van de Nijenburg in 1747 uitgestorven geslacht zijn begraven. De Egmonds *) Deze kelder werd eenige jaren geleden bij het maken van ondersteuningswerken, ten behoeve van den verzakkenden toren opengebroken en verwoest, hoewel buiten het rayon van het eigenlyke werk vallende. In het grafboek. (Gem. Arch. Alkmaar V. 18. 6e Serie I, fol. 156 vso.) vindt men over deze kelder het volgende aangeteekend.( Vgl. ook het medegedeelde sub. wapenborden nos. 129 en 155 ): „Dit graft synde een kelder moet ten eeuwigen dagen ingevolge de testamentaire dispo„sitie van Vrouwe Geertruy Theodora Vijgh voorat voor de Notaris Arent Klaver ~en twee getuygen binnen dese stad den 17 Januarij 1733 gepasseert geslooten blijven uijtge„sondert dat hare Nigte Juffrouw Johanna Geertruyd Chastelain alhier stervende „daer inne b\jgezet sal mogen werden hebbende tot een erkentenis en naarkominge van zulks „aan dese Kerk gelegateert de somma van twee duijsent guldens dienende alhier voor memorie.” Groote Kerk Alkmaar. hadden dezen kelder in gemeenschap met de Van Teylingens, zie zerk no. 508. De fam. v. Teylingen, eigenaresse van dezen kelder, stierf uit met Jhr. J an^Lode wijk v. T., Heer van Harenkarspel in 1758. In 1799 kwam de kelder door koop aan de familie Kloeck. (Hoewel in deze kapel C. Noord een tijdens de reformatie-woelingen gespaard gebleven schilderij hing, waarop waren afgebeeld Jan Gerrit sz., baljuw van de Nieuwburg, zoon van Gerrit Wi 11 ems z. (den stichter dezer kapel en misschien dezelfde als de sub. grafzerk no. 885), van 1495-1516 schout en meermalen burgemeester van Alkmaar f 25-2-1523, met zijne vrouw Jud i t h Heerman van Oegstgeest en 17 kinderen, behoort dit schilderij bij den kelder no. 2 hiervóór; dein 1747 uitgestorven tak zou n.l. afstammen van Jan Cornelisz. [Comansz.?] (1551- 1621) X Grietje Gerrits Verduyn, welke Jan uiteen geslacht Bij 11 zou stammen en inde vrouwelijke lijn op een of andere wijze uit de Egmonden van der N. De afstammelingen van dezen Jan voerden n.l. als wapen hetzij Coma n s, hetzij gevierendeeld C o ma n s met Egmond, welk wapen, blijkens hunne Alkmaarsche schepenzegels, eerst in het eind der XVIIe Eeuw van het wapen Coma n s ontdaan werd en omgevormd tot het volle wapen v. Egmond van der N. (zie Rietstap: „de Wapens van den Ned. Adel”; vgl. zerk no. 851 en het onder no. 28 aangehaalde boek over de Egmonden.) Zie voorts voor de fam. v. Teijli n g e n het betreffende artikel van Wüstenhoff en Bruinvis in Gen. Herald. Bladen. 1918, waaruit o.m. blijkt dat de stamvader August ij nv. T. X Joost Jans, de dr. van Gerrit Willems bovengenoemd. Mr. Willem Jacob Kloeck, die den kelder kocht was ged. Alkmaar 12 Feb. 1733 f 3, hier begr. 7 Dec. 1811, zoon van den Baljuw van de Nieuwburg, Burgemeester enz. Mr. Ger ar d en CorneliaWith of Witte. H(j was Heemraad van de Zijpe, Hoofdingeland 1762 en Dijkgraaf 1779-1790; Raad, Schepen en Burgemeester van Alkmaar X 1“ Johanna Geertruijda Vermeeren, dr. van Jan Jacob en Constantia Catharina Balde ondertr. 14 Mrt. 1762 bet. n. A’dam, begr. 14 Sept. 1771 X 2° Helena Coster, ondèrtr. 16 Apr. 1775, begr. 28 Oct. 1786. (Kinderen). Zijn broer Jan K. Hoofdingeland van de Purmer en de Schermer, Burgemeester van Monnikendam, ged. 30 Aug. 1741, f 5, hier begr. 11 Dec. 1804 X 16-9-1770 Wilhelmina Catharina van Sanen, dr. van den Monnikendamschen burgemeester Mr. ArentenClasina Catharina de Leeuw, hier begr. 4 Mrt. 1813, die hertr. Andries Adriaan van der Lei), hier begr. 2 Juli 1825, Baljuw van de Nieuwburg, Hoofd-officier van Alkmaar, kapitein Blauwe Vendel der Schutterij, Vrederechter, Hoofdingeland en Penningmeester van de Schermer.) 4. Inde kapel D Noord was de kelder der familie van Cla es Corff. (Inde Oorvers kapel, genoemd naar Claes Corff van Boshu ij sen, Dijkgraaf van Geestmerambacht, Rentmeester en Heemraad van den Hondsbossche, Burgemeester van Alkmaar, enz., hing voor de reformatie diens „epitafium”, een opschrift door den rector Bartholomeus van Keulen, dat iater werd overgebracht naar het „Huis van Zessen” te Alkmaar, Eikelenberg het nog zag Groote Kerk Alkmaar. in 1711. Zie C. W. Bruinvis: „Claes Corff, zijn zoon Dirc en hunne kapel.” Arch v. Ned. Kerkgesch. VII. Vermoedelijk was de laatste van deze familie die hier werd begr. 8 Oct. 1619 „die jonfrou pij n sze va Egmont” of Anna van der Abee 1 e, wed. Jan Pij n sz, die 9 Mrt. 1602 voor nots. P. W. van Limmen te Alkmaar testeerde, (waarschijnlijk dus een schoondochter van Jan Pijnsz Baljuw van Egmond en Wassenaar en diens vrouw Gerarda Claes Corffsdr. 5. De kelder onder de geheele kapel E Noord (Mond de zerk no. 77.) welke met het afsluitingshek vóór de kapel im 1628 werd aangelegd door Eduard Jacot van Axele heer van Dussen, in wiens familie hij bleef. Volgende eigenaars werden: 2 Oct. 1705 Jhr. Johan Louis (van) Schuuren, Heer van Dqssen,1) Heer van Heijnsdonck, Hoofdingeland van de Oude Zijpe; Hoofdingeland van de Wieringerwaard. f 1727; 7 Febr. 1727 diens dochter Elisabeth Catharina Schuuren, vrouwe van Haagoord en Dussen en daarna (hare kinderen?) Maria, Anna, Elisabeth, Catharina en Jhr. Jacobus Franciscus van Groesbeek. Door koop werd 2 Dec. 1758 eigenaar Mr. Gerardus Bernardus Heijmenberg, Heer van Hoogenhuyzen, Advocaat, Hoofdingeland; Schepen en Heemraad van de Wieringerwaard en de Zijpe, Heemraad van de Schermer. (Zie wapenbord no. 52 en Gen. Her. Bladen 11, bl. 15, regel 10 van o.), die als laatste in deze kelder werd begr. 5 Mrt. 1782. 6. De kelder op het Koor, gesticht door Willem Bardes. (Zie wapenbord no. 32 en zerk no. 757. In 1760 verviel hij aan de kerk en werd verkocht aan Carel de Dieu, in wiens familie h(j bleef. (Zie C. W. Bruinvis: Het Patriotisme te Alkmaar bl. 114.) Op grafzerken leest men: 1. In het portaaltje, toegang gevend tot de librije: W. P. / Twisk . . . . / Hofkerk / 1743. (Een fragment; 333.) (Betreft Pieter van Twisk Jacobsz., begr. 18 Mrt. 1752; wonend op de Laat te Alkmaar en zijn huisvrouw Antje Hofkerk). i) Waarschijnlijk behoorde hij met den Slib rouwkas no. 60 genoemden Herman Verschuil'on tot een familie, welke in het bezit was van de hofstede „Burgerhout” ten N. van Burgerbrug, gelegen aan de O -zjJde der Groot® Sloot inde Zijpe. Men ziet daar n.l thans nog op een steen inden voorgevel een wapenschild onder 9-parelige kroon: gedeeld a) als het wapen van der Schuren (Gelderland), zie Rietstap: de wapens van den Ned Adel, bl. 893. b) Gevierendeeld : 1 en 4 een schuinbalk, 2 en 3 als het wapen de van der Schueren zie Rietstap t.a.p. bl. 211. Over alles heen een hartschild beladen met een leeuw. Onder het schild „Amor Fundamentum " Lager leest men : SCh Vren ' AMpLlat ' B V rgerhoV D t ■ 1774 Groote Kerk Alkmaar. 2. Tegen den 3e contrefort, (gerekend uit het Westen) van den Zuider-zijbeuk van het Schip: Acht voetstappen voor dezen / steen rust het lijk van Anna / Maria Elisabeth Fleischer / Echtgenoot van / Frangois Joseph Bailly, / Overleden den 3 Augustus / MDCCCXI / ln het zeven en twintigste / jaar van haaf ouderdom. / Vrienden eert het geheugen / van de geene die eene goede / dochter echtgenoote en / moeder geweest is. / 3. Inde Kerkstraat (Stoepsteen van het huis A no. 15.) Een merk en C. I. 4. In het Choor ligt op een eikenhouten tombe (op de zijden versierd met het wapen van Holland en engelenfiguurtjes), een zerk, eveneens met het wapen van Holland ineen medaillon. Rondom leest men in goth. karakters: Hier. ond’. ist . inghewat . g’ue . floriis . va . hol lat . v’slagen . wort . va . ’h . gerijt . va . velsë . Om het schild, in rom. karakters: An° 1296 dë XXVIII iuny. (Dit laatste, blijkbaar een toevoeging van later datum, wordt reeds in Buchelius’ diarium vermeld'. Zie een afbeelding van dit „Eergraf van Graaf Floris de Yijf d e” in S. Eikelenberg „Alkmaar en zijne geschiedenissen” bl. 96. Nog een afbeelding inde N. Holl. Oudheden t. a. p. dl. I 2e. stuk bl. 32.) Noorder Gang. 5. Een uitgesleten merk in medaillon en daarboven A. S. B – (4.) (Betreft Adrianus Stalen Berg begr. 12 Aug. 1767 X Gerritje de Graaf.) 6. Hier Leyt Begraven / Yan Yansz Noortwick/Is Yn Den Heere / Gerust Den 26 Tulius Anno 1685 / (5). (Na hem volgde Cecilia van Noortwijk als eigenares van dit graf volgens het grafboek.) 7. Ineen medaillon een schild: Drie paaschbrooden tusschen de letters D. H. en in het schildhoofd» een koe (fragment; 6). (Betreft Dirck Har mens z.; zie C. W. Bruinvis: „Over Alkm. Gesehiedboeken en Geschiedschrijvers”, Alkmaar 1892 bl. 18.) 5 Groote Kerk Alkmaar. 8. Hier leyt begraven / anneken va Elstlant / is Inden heere Gerust / de 14 Maert Aö 1630. / Ende Haer Dochter / Susanna Mesdagh / Sterf Den 27 Septemb / 1643 / Noch Jaques Mesdagh / Sterf Den 31 January / 1644. Lager een fragment vaneen merk in medaillon (arabische vier?) (afkomstig uit de Huiszittenkapel, no. 1). (Anneken van Elstland, begr. 16 heet in het doodboek „de vrou inde kandelaer op de mijent” Susan na M., begr. 1 Ocet. heet daarin „de vrou van Marcelius” Jaq u e s M., begr. 5 Feb. heet daar „de vader van Ma r s eli s” terwijl hij vlg. het grafboek „garentwijnder inde Candelaer op de Mient” genoemd wordt. Misschien is met Marcelis of Marcelius bedoeld de brouwer inde brouwerij „de wereld” en „de drie ruiten” n.l. Matthijs Marcelis van Aldenhoven test. voor Nots. C. Kessel 22 Sept. 1669 en 30 Jan. 1668; begr. 17 Mrt. 1670. Een Neeltje Marcelis op de Oude Vest te Alkmaar bij de geref. gem. 1643. Zie ook Haarlem Groote Kerk no. 85. Voorts komt te Alkmaar voor een Johannes Mesd a c h, witgarentwijnder, genoemd ineen acte d.d. 28 Dec. 1661 voor nots. J. v. Beyeren aldaar. Getuige daarbij is Gillis Mesdach. Johannes M’s weduwe Livina Gillis test. 21 Jan. 1668 vook denz. Nots. Zij had toen 4 kinderen: Gillis; Catalina X Dr. Sixtus van Steenwijcq, zn. v. Frederik Samuelsz. med. dr. te Workum, test 30 Jan. 1668 voor denz. Nots.; Maria toentertijd minderjarig en een reeds overleden dr. Janne t ie, die den 16 Oct. 1661 voor burgemeesteren gehuwd was met Johannes Casteleyn j.g. van Haarlem. Een Neeltje Gillis Mesdach X vóór 1666 Dirck Adriaensz. van der Mieden, leerlooier te Alkmaar, zie Ned. Adelsboek.) 9. In medaillon een broodbakkerswerktuig (een z.g.n. schieter) bekroond dooreen ster (6) tusschen de letters D. C. (9). 10. Hier leyt begrave Pieter / Jacopsz van Ouer die Geejst] / sterf de 5 Maert Aö 1591. Lager: een merk (15). (Pieter Jacobsz. „over die geest” (naam vaneen buurt W. van de stad A) X Dieuwer O 1 b ra n t s. Hij testeerde te Alkmaar voor den notaris L. J. Coren 30 Mei 1585.) 11. Ineen medaillon een merk (dubb. arab. vier, de voet eindigt ineen kruisje), bekroond dooreen roskam, tusschen de letters I. C. R. (17). (Betreft Jan Cornelisz. Roscam wiens eenige erven waren op 29 Apr. 1726 blijkens het grafboek Jacob Hendriksz Oesdom en Annetje Alexanders Roscam.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 12. Ineen medaillon een merk (arab. vier, de horizontale lijn eindigt ineen kruisje; door den voet een hoofdletter A.) tusschen de letters I. / A. B. / (18). (Betreft Jan Aeriaensz. Bontwercker, 17e. Eeuw.) 13. Pieterjanszkeruerln/die kooltuyn. / Een merk (St. Andrieskruis.) tusschen de letters P. I. (19). (De Kooltuin is een grachtje te Alkmaar. K was korenkooper aldaar inde 17e. Eeuw.) 14. Ineen medaillon; een paard'. (59). 15. Hier Leyt Begraven /lacob Willemse Vol/ler Stadts Bode Gerust / Den 13 January 1687. / Lager een wapen in medaillon: Gedeeld I gevierendeeld: 1?; 2 een hartvormige vrucht (?) 3 een merk (?) 4 een leeuw. 11 binnen een ring twee handen, de duimen naar buiten gericht; Helm met wrong en dekkleeden; helmteeken een antieke vlucht waartusschen een ? Onder het medaillon leest men nog: A. L. Brugman. (22). (Betreft o. a. Arien Lourisz Brugman, begr. 15 Apr. 1728.) 16. Randschrift: Hier Leyt Begrave / Hillegont Zacharias Is Gerust Den 10 April Anno 163? / En Haer Dochter / Trijn Paulus Is Gerust Den 28 April Anno 1628. / Midden: Aö 1648 Decem / 18 Is Gerust Mr. Zacharias Pau/lusz Schilder / Aö 1653 Novem / 24 Is Gerust / Paulus Rijser / Lager: een uitgesleten merk in medaillon. Daaronder: Aö 1664 Mey 13 Is / Gerust Poulus / Poulusz Tin (23). (Zacharias Paulusz. maakte met zijn vrouw Lijnt g e n J e 1 is dr. op 13 Juni 1620 huw. voorw. voor nots. H. J. van der Lijn te Alkmaar; zijn le. vrouw werd 6 Sept. 1614 begr.. nadat 28 Feb. 1614 een kind van hem was begr. Nog werden kinderen van Mr. Z. begr. 31 Oct. 1620, 6 Jan. 1622, 23 Dec. 1624 en 15 Juni 1629 Poulus Rijser, die 29 Nov. 1663 werd begr. was 1640 lid van ’t St. Lucasgild geworden. Poulus Poulus Tin de Oude, testeerde 18 Jan. 1654 te Alkmaar voor den nots. J. v. Beyeren. Zie ook C. W. Bruinvis: „Alkm. Kunstenaars” en no. 58.) 17. Ineen medaillon: Cornelus / Roos / (24). (1648 kochten dit graf C. Koos en zijn huisvrouw Eva Schotvangers.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 18. Randschrift: Hier Leyt Begravjen] Maerten Pietersz Vander Ameyde Sterf / Dê 9 Decemb. 1600 / lan Maertz Van Ameyde Sterf De 23* April 1604. / Midden (ineen cartouche.): Doctor Pieter / Van Ameyde / Sterf Den 5 / lunius 1607. Lager: Ineen medaillon een wapen: een geschaakt St. Andrieskruis, vergezeld in 1 en 4 van drie schelpen, 2 en 1 en in 2 en 3 van drie rozen (vijfbladen?), 2 en 1. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken een roos (vijfblad?) tusschen een antieke vlucht. Daaronder twee cartouches boven elkaar (25). (Zie over den stadstimmerman tijdens het beleg Maarten Piet e r s z.: C. W. Bruinvis inde Alkm. Courant 1892 no’s 31 en 75. Als deskundige werd hij geraadpleegd bij den sluizenbouw inde Zijpsche herdijking; hij was houtkooper te Alkmaar en bezat land inde Zijpe, dat na zijn dood door zijn beide bovengenoemde zoons werd verkocht.) 19. Hier Leijt Begraven / Aeltien Jans Dochter / Is Gerust Op Den 5 Maey. / Lager een merk (latijnsch kruis, waarvan de horiz. lijn links een weinig omhoog gebogen is; door de voet een TI.) ineen medaillon. (26). 20. Hier Leyt Begraven / Lysbet Pieters Key/sers Is Gerust Den / 9 November Aö 1643 / Savonts te 7 Uren. / Lager: ineen medaillon een schild beladen met een molenijzer (?) vergezeld van vier struiken 1,2, en 1. (27). (Blijkens het oudste grafboek (± 1599) kwam dit graf toe aan Pieter Lourisz. KeysersXLjjsbeth Dierten; L (j sbe t h Pi e t e r s dr. v.d. was hunne dochter.) 21. Een merk tusschen de letters C. F. (Een ongenummerd fragment). 22. Monogram (A. C. S.) (Een ongenummerd fragment). (Daar het bovenbeschreven monogram overeenkomt met dat van het contrazegel van zijn schepenzegel, betreft dit fragment waar- schijnlek Mr. Adriaen Sevenhuysen, zoon den sub. 312 genoemden C. C. T. Sevenhuysen. Hij was schepen van Alkmaar 1637-’53 Vroedschap 13 Nov. 1649't0t zijn dood en burgemeester 1658-’69 Gecommitteerde ter Admiraliteit te Hoorn. Begr. N. Gang 100 den 12 Mrt. 1669. Hij X Lijsb e t h Simon s, nag. dr. van Sim on Harcksz van Warmenhuizen, ondertr. 3 Dec. 1623. Zij Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. lieten verscheidene kinderen na w. o. een zoon Sij'm o n, zie sub. no. 498; een zoon Mr. Cornelis, ged. 11 Feb. 1635, schepen, vroedschap, secretaris en burgemeester van Alkmaar, Rentmeester van de Vroonlanden Zijpen en Egmonden f 14 Mrt. 1682 en een zoon Ha r c k, zie sub. no. 115.) 23. Randschrift-. Hier leyt begraven / lief Jansdr is gerust den 16 Janneuari Ao 1603 ende haer dr / diew Jacobs is gerust de / 28 september Ao 1605. / Midden: een cartouche, die naar boven en naar onder een aanzet vertoont inden trant van Hans Vredeman, waarin een schild beladen met een bolgewas (bloembol; tulp?) tusschen de letters A. W. / V. / (32). (Begr. 24 Jan. 1603: „lief ja n s In die cooltuijn” Voor de Kooltuin zie no. 13.) 24. Hier Leyt Begraven / Yacob Aryaens Vyen / In Sijn Leven Coopman Tot Amsterdam Sterf / Op Den 20 September / Anno 1655 / En Sijn Soon Aeryaen / Yacobs Vyen Sterf / Den 31 Desember / Anno 1679. / In het midden een cartouche als no. 23, echter hier het schild beladen met een merk (lat. kruis; door den top een schuinkruisje; de voet eindigt in twee naast elkaar geplaatste schuinkruisjes). – (33). (Jacob Adriaensz. V. bezat land en een „hofstede” inde Schermer, gelegen aan de Noordervaart inde nabijheid van Alkmaar. Z\jn broer Adriaen Adriaensz. Y. herbergier in ’t Hondsbosch testeerde den 1 Nov. 1648 te Alkmaar voor Nots. J. Hertogh.) Zij hadden een zuster Die u wer en waren kinderen van Adr. Wi 11 em sz. Y ij e n.) 25. Heeda. (34). (Medio 17e Eeuw waren eigenaressen Aeltgen, MaritgeD Wpbrecht en Magdalena Hedaes drn.) 26. Een merk (A) (35). 27. M (36). (Betreft vermoedel. Willem van der Molen begr. 16 Apr. 1762 X Pieternella van der P1 uij m, begr. 19 Mei 1775.) 28. Gedenckt / Te Sterven. / Lager-, een schild, omgeven dooreen krans. Daaronder leest men: Groote Kerk Alkmaar. Noorder (lang. Hier Leyt Begraven/Jan Claes Vierheems / Kindren Is Gerust Den / 21 November 1657. / (37). (Den 24 Nov. werd hier blijkens het doodboek begr. Jan Claesz Steenhouwer. Hij was de zoon van den bierdragersvader Claes Jansz Vierheemskinderen en kwam in 1631 als beeld- en steenhouwer in het Gilde. Als j.m. op het Verdronkenoord te A. X 5 Mei 1630 Mar ij tj e, dr. van den Vroedschap Jacob van der Meer. Zie no. 51. Een dr. Marjjtje ged. 10 Jan. 1631.) 29. S. A. Cluyver. (38). (Sijmon Ariss C. en Annetgen Arisdr. waren medio XVII eigenaren.) 30. Ineen medaillon twee gekruiste bijlen (embleem van de slagers). (39). (Medio XVII was o. a. eigenaresse Trijn Florisdr. wed. Hendrik Roelofs Vleijshouder.) 31. Ineen medaillon een „wildeman”, dragende een knods over den rechterschouder. (41). (Blijkens de grafboeken behoorden de graven Noorder Gang no’s 41 en 42 in 1624 aan Louris Ysbrantsz Wildeman (Y sbr a n t W. begr. 24 Dec. 1593.) zijn zusterszoon Ysbr a n t Cornelisz., snijder tot Hoorn; Floris Florisz W. en Maritgen Florisdr. zijn zuster. In 1645 behoorden bovengenoemde graven aan Floris Laurensz W. en Ysbrant Lourisz W.; Floris Laurensz W. XMartje Vechters. De wed. test. te Alkmaar voor nots. L. J. Coren 27 Juni 1587 en had toen 3 kinderen La u r is (nog geen 16 jaar oud), Maritge en Floris. Floris Florisz W. v.d., zie no’s 311-314, liet na een zoon G er rit, zie aldaar; een dr. Clementia (die als bejaarde dochter te Alkmaar testeerde den 17 Feb. 1665 voor den Nots. C. Kessel); een zoon Floris en een zoon Pieter, waarvan de laatste kinderen naliet.) 32. Als no. 31. 33. Hier Leyt Begraven Wollebrant Gleynsz / De longh In Syn Leven Raet In Oost Indien. / Commandeur En Directeur In Persien. / En Voor Commandeur Over Een Retour Vloot / Van Twaelf Scheepen In Patria Gearriveert / Den 7 Augusty 1648 En Is Binnen Alckmaer / Gerust Den 28 January 1674 Out 80 Jaren / Lager ineen medaillon zijn wapen: Een klimmende vos. Helm Groote Kerk Alkmaar. Noorder Qang. met wrong en dekkleeden. Helmteeken een hand, houdende een commandeurstaf. (44-45). (Het wapen hierboven beschreven wijkt af van het zegel van de Jon g h vgl. de Verzameling zijner brieven Gem. Arch. Alkmaar. Zie over den zeevaarder: A. L. G. Bosboom Toussaint: De Alkmaarsche Wees”; Dr. H. E. van Gelder: „de Alkmaarsche Wees” in Oud Holland” 1915 bl. 22; C. P. Bruinvis: „Beschrijving der Schilderijen, enz. in het Burgerweeshuis te Alkmaar” bl. 26 e.v.v.; C. W. Bruinvis Navorscher 1917 bl. 326 en Moes Iconographia Batava no. 4038.) 34. Hier Legt Begraven / Elbert lansen Mar/kes Sterf Den 3 De / luleius Anno 1606 / Met Sin Husfrov / Neltgen Gisberts. / Lager een merk (46). (Hij werd blijkens het doodboek begr. 3 Juni 1606.) 35. Ineen medaillon twee gekruiste bijlen, boven verbonden door een merk (Een zandlooper, waaraan de basis ontbreekt). (80). 36. Ineen medaillon een uitgesleten merk (pijl; de punt naar boven; door het midden loopt een dwarslijntje) tusschen de letters F. G./K. / (50). 37. Groot. (51). (Betreft Jacob Meyndertsz de Groot, Schepen 1610/11; burgemeester 1629-’34; vroedschap van 1620 tot zijn dood in September 1634. Hjj huwt te Alkmaar in 1609 Maritgen Ciaes, wed. Zijn huisvrouw begr. den 24 Mrt. 1628. Zie ook de no’s 561; 674; 943.) 38. Ineen medaillon een schild beladen met een merk (uitgesleten) (52). 39. Hier Legt Begraven / De Wel Eerwaarde / Heer Daniël Bedber / Gewesene Predicant / Te Schalkwijk / Oudewater Alkmaar / En Amsteldam / Overleden 6 lanuary / 1726/ —(56). (Ds. Bedb e r, geb. inde Meyerjj van ’s Hertogenbosch 5 Aug. 1683 werd als prop. te Schalkwijk beroepen en ald. bevestigd 28 April 1710; in 1714 werd hjj naar Cabauw beroepen, doch bedankte; te Oudewater werd hjj 27 Maart 1714 beroepen en in Juli d. a. v. bevestigd; te Alkmaar werd hij 25 Oct. 1715 beroepen; te Amsterdam 28 Dec. 1723 beroepen en 6 Feb. 1724 bevestigd. Hij overleed te Amsterdam 6 Januari en werd te Alkmaar 11 Jan. 1726 begr.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Qang. Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 45. De helft vaneen (vroeger dubbele) zerk. Bovenaan leest men: Westphalen. Randschrift: . . . [bjegraue -hey n dri c k – / a-wamelen – en – starf – ano – XVc – en – X – dë 111 – aprilis – En / katry – fransse – sy huy[svrou] . ... / Midden: hangende aan een draagboom een wapenschild, beladen met twee naar elkaar toegewende beereklauwen (zeer uitgesleten en gedeeltelijk onder een heerengestoelte). (67). (Van Wamelen was Schepen van Alkmaar en Kerkmeester van de Groote Kerk aldaar in 1510.) 46. Willem Snoerwang / Anno 1715. / Lager ineen medaillon een monogram (C. W. L.) (68). (Het monogram betreft ClaesWoutersz Lecanu, blykens het grafboek eigenaar sinds Aug. 1661. Willem Snoerwang kleermaker f9 Juni 1756 X Catharina de Blijdt; een dr. ? Anna S. hier begr. 6 Dec. 1735.) 47. [Hier leyt begra]ve /CornelisM[ole]naer va/Schagen sterf den 10en / febryary Aö 1627. / Lager ziet men een z. g. n. standerd-molen (als de nos. 248; 401; 407; 423.) (83). (Hy begr. den 13 d. a. v. In het doodboek komt hij voor als Floris Cornelisz.) 48. Monogram: L. H. A. V. (?) (84), 49. Hier Leyt Begraven / Adryaen Gerritsz / lanvaer Is Gerust Den / 13en February Ao 1639 / Ende Syn Soon Gerrit / Adriaensz lanvaer / Is Gerust Den 29en / October Anno 1656. / Lager leest men nog: A. T. Rol (71). (Gerrit Adr. Janvaer was notaris te Alkmaar; protocol 1653-’56 Adr. GerritszJ. is verm. identiek met „schipper Adriaen wtde wan” begr. 16 Feb. 1639, zie no. 975. Abram Tam is Rol f vóór 1671.) 50. Een uitgesleten merk. Daarnaast leest men G. H. (72). (Gerrit Hoolegeest begr. 6 Oct. 1725.) 51. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hier Leit Begrav/en Queryn [Vand]er Meer Is Gerust Den 24 September A 1638 / Hier Leit Begra/ven Maritgen Van Der Meer Sterf Den 28 Augisti Anno 16?1. / Midden: Hier Leit Begraven / [Mar]itgen Krijn/nen De Huysvrou / Va[n Jacob] Van Der / Meer Is Gerust / Den 13en September / Anno 1614. / Lager: ineen medaillon een schild, waarop een zittende aap. – (77). (Het graf dat vóór 1620 behoorde aan de wed. en erven van G e r r i t Quiryns Selden, werd in dat jaar met toestemming van Wille mt g e Quirijnen, zuster van Maritge Quirpneu, gesteld op Jacob van der Meer, v.d., die als garentwijnder wonende op de lange Nieuwesloot en zoon van Joost den 14 Juni 1605 ondertr. met Maritge Q. v.d., nagel. dr. van Crjjn Jansz. Selden. Nadat zpn eerste vrouw was overleden (begr. 15 Sept. 1614), hertr. Jacob v.d. M. als oud diaken inde Hofstraat T r p nt j e Daniels, wed. Thomas Dircksz., Vleeschhouwer. Hij kwam 6 Feb. 1605 b.d. gemeente. Baad van Alkmaar, f 10 Dec. 1642. Zijn zoon Justin u s, predikant te Haringhuizen en Graft X 25 Nov. 1635. Annatge Schagen j.d. dr. van Pieter Schagen en Maria van Oudestepn beiden f vóór 1651, zie C. W. Bruinvis „Het Gesl. Oudesteyn Kinderen: Jacob en Pieter Zijn zoon Quirinus v.d. 30 Nov. 1634 bij de gemeente, begr. 21 Sept. 1638 volgens het doodboek der Gr. Kerk X 16 Sept. 1635 Aeltje, nagel. dr. van Nanning Jacobsz Smit, begr. 2 Jan. 1637. Zijn zoon Johannes, ged. 3 Juli 1616 X 17 Juli 1641 Lysbeth van der Geest, dr. van den vroedschap Jacob en Maartje Pi e t e rs dr. (kinderen.) Zie ook no. 28). 52. Ineen cartouche een merk en G. J. (78). (Betreft Grietie Jans, verm. een zuster van den sub 53 ge- noemden B. Jansz.) 53. Ineen cartouche als no. 52 eenzelfde merk. Hier is het merk echter geplaatst tusschen de letters B. I. (79). (Betreft Bartelmies Jansz. f vóór 1640). 54. Een uitgesleten medaillon, waarin men nog slechts flauw onderscheidt een pot, voorzien van twee ooren en drie pooten. (Vgl. de nos. 366; 469, enz.) en daarboven een merk (A?) benevens de letters S. O. (Betreft blijkens de grafboeken der Gr. Kerk „Sander Oloffsz, potbacker”. Hij testeerde 16 Jan. 1672 te Alkmaar voor den Nots. J. v. Beyeren). 55. Cartouche, waarbinnen een wapenschild (schildhoofd? zeer uitgesleten) bekroond dooreen leeuwenkop. In lateren tijd is blijkbaar toegevoegd: Herman Meulman / En / Marijtje Bosman. / (81). (H. M. begr. 2 Juni 1749; M. B. begr. 14 Oct. 1750) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 56. Barent Simerink / Sara Veltkamp / (82).- (Zij woonden te Alkmaar op het Hof. Hij was schipper op de „goetschuijt” van de Zijpe, begr. 15 Mrt. 1749, zij begr. 15 Jan. 1784.) 57. Een merk tusschen de letters T. L. (85). 58. Hier Leyt Begraven / Aaltien Pieters Is / Gerust Den 4 May / 1651. / Lager: P. C. Witsmeer een merk. (90). (Pieter Claesz Witsmeer v.d. begr. 28 Nov. 1769 X H Nov. 1708 Immetje Jans Schagen, begr. 11 Juli 1750. Ae 11 ien Pieters was verm. „de huisvrouw van Pouweljjs tin” begr. 8 Mei 1651. Eigenares van het graf was toentertijd Hi 11 ego n t Zacharias, vgl. no. 16.) 59. G. V. / Houten. Een merk in medaillon. (91). (Begr. 6 Aug. 1772 Gerrit van Houten.) 60. Ineen medaillon een merk tusschen de letters I. C. B. – (94). 61. Den 7 Juny 1734 / is hier begraven / Maria Haantje / Huisvrouwe van / Jacob Langedyk / Voorzanger in deze Kerk / En op den 29 November 1738 /Antony Lange dijk/ (97). (Jacob Langedjjk, voorzanger en schoolmeester te Dolfshaven, door den Kerkeraad beroepen tot voorzanger der Gr. Kerkte Alkmaar Dec. 1727, begr. 2 Nov. 1754). 62. Hier Leyt Begrave / Dieuwer Lans Dr. / Huysvrou Van C 1 ae [s] / Gerritsz Schoute / Gerust Den 3en May / Anno 1658. / Lager: ineen medaillon een merk (arab. vier; door den voet een dwarslijntje ?) tusschen de letters C. G. S. (115). 63. Twee merken naast elkaar, respectievelijk tusschen de letters: H. K. en C. K. Lager: Hier . Leyt . Begraven . / Cornelis . lacopsz . Kei/ser [is] g[erust] Den 1 / lanwary Aö 1628. / 64. Zeer uitgesleten witte zerk. Rozetten op de vier hoeken. Bovenaan een voorstelling vaneen schip (? Ongeveer als no. 184)- Lager: een medaillon met schild. (100). Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 65. T. V. Op Dam. (101 ?). (Den 29 Nov. 1628 werd te Alkmaar begr. Cornelis Jansz. O.) 66. Hier Leyt Begraven / Dr. Rembrant Cran[e] / steyn ls Gerust Delen Feberwary 1648. / (107). (Dr. R. Cranesteyn, 1627, Regent van het Huisarmenhuis te Alkmaar; 1 Dec. 1644 bij de geref. gemeente aldaar, was de zoon van Cornelis C., die vermoedelijk uit Doesburg afkomstig was; hij huwde Catharina f 14 Jan. 1623, dr. van Pieter Thomasz Baert en diens eerste vrouw, zie de nos. 787 en 897.) 67. Ineen medaillon een wapenschild: Gedeeld (?) a) een dwarsbalk, beladen met 3 rozen ? en vergezeld van 4 vogels, 2 en 2. b) een staande beitel of losstaande paal (?) Boven het schild een vogel. (50; afkomstig uit den Middengang?). 68. Een afbeelding vaneen zeeppan. (75; afkomstig uit den Middengang?) (Vgl. ook no. 879.) 69. Willem Eubels. (110). (Blijkens het grafboek werd hij 12 April 1728 begraven Hij was brouwerX Elisabeth Pieters Hommers Z(jn dr. Geertje Xöarbrand M.o e n s te Purmerend. Vgl. ook no. 779.) 70. JanVertestJacobz/ Ob[iit] 2 Febr. 1750 Oud 15 Jaar/ – (H2). (Jacob Vertest inde Hofstraat X Sara Finea, begr. 22 Feb. 1782. Behalve een zoon Jacob v.d. haddenzjj een dr. Margaretha. Een Ewout Jacobsz V., schout van Schagen o. a. 1629 en Jacob V., baljuw aldaar o. a. 1662.) 71. In cartouche een schild, beladen met een druiventros en de letters H. C. (113). (Betreft Hendrik Cornelisz Druyff, koopman te A’dam, later raad en schepen te Alkmaar 1618-1638; Heemraad van de Zjjpe X 1606 Wijntje Cornelisdr. Pot. Hij was de zoon van den biersteker Cornelis Claesz Druyff of „inde Druyff’, op de Z. zijde Luttik Oudorp, Schepen 1574-92 en Immetje Dyonysdr., zie wapenbord no. 100; Gen. Her. Bladen YII bl. 210; zerk no. 925.) 72. Medaillon, waarin twee gekruiste leidekkers-instrumenten (bikijzers?) bekroond dooreen leihamer. Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. Om het medaillon: P. S. W. (116) (Pieter Stoffelse X Aafje Ariens, begr. 15 Sept. 1727. Volgende eigenaren waren Pieter Werp begr. 20 Mei 1738 en Ar i e Werp, beiden loodgieter, begr. 17 Aug. 1762.) 73. Fragment vaneen dubbele zerk, vroeger versierd met de alliantiewapens Daey X Heycken. Ineen medaillon ziet men nog het wapen Daey. Inden rand om het medaillon: Da[ey] (26; afkomstig van het Choor). (Een tweede fragment van deze zerk vindt men sub no. 681 Mr. Hendrik Daey, geb. Amsterdam 1 Jan. 1651, pres. Schepen en Vroedschap te Alkmaar; Dijkgraaf van de Zijpe Secretaris van de Wieringerwaard, begr. 16 Jan. 1712 X 1° Heiloo 18 Dec. 1678 zijn volle nicht Anna Heyckens, geb. Alkmaar 15 Mrt. 1645 f ald. 23, begr. 27 Aug. 1682, dr. van Hendrik en Catharina Cop pi t (zuster van Opi na C., die X 1° N. Goole ma n s X 2° Kapitein Mart ij n Daey). Een zoon uit dit huwelijk was Mr. Maarten, Heemraad van de Schermer burgemeester, enz. te Alkmaar wonend op de Oudegracht, zie St. Maartensbrug, hij hertr. , Alkmaar 7 Juni 1699 Maria van der Geest, zie Wapenh. II bl. 41.) 74. Medaillon, waarin monogram. (P. P. V. D. V.) (122). (Betreft blijkens het grafboek Poulus Pietersz van de Velde, f vóór Feb. 1696.) 75. Ineen cartouche: een beitel, troffel en schaaf; boven deze gereedschappen: A(driaan) R(eyersz Metselaer), en daarbeneden: R. Y. P. (134). 76. Dirck Lourisz B[ont] (127). (H\j was schoenmaker, f vóór 1669 en was een oom van Nots. J. v. Beyeren te Alkmaar, zie de familie-aanteekeningen in diens protocol.) 77. Fragment vaneen groote zerk, thans vormend de mond van den grafkelder in Kapel E Noord. Randschrift: [Hier Leyt Begraven] / Den Burger / Mester Reinier Krfomhout] . . . Midden: een ruitvormige lijst met fraaie vullingen inden trant van Hans Vredeman de Vries, waarin vervat een wapenschild, beladen met een merk (zandlooper, waaraan de basis ontbreekt; door het midden der bovenlijn loopt een verticaal lijntje) dat Groote Kerk Alkmaar. Noorder Oang. overeenkomt met het merk op K’s schepenzegel. (Vgl. Verzameling schepenzegels Gem. Arch. Alkmaar.) (130). (Reynier Kromhout Adriaensz., geb. 6 Peb. 1544 X 3 Juni 1565 Griete Lucasdr., was schepen van Alkmaar 1573-78; Vroedschap aldaar tot aan zijn dood; begr. 3 Sept. 1591 Vgl. rouwkas no. 52 en Elias, bl. 17.) 78. Dit Graf Hoort To[e] / Attie Liwes / (131). (A. L. woonde in 1686 in het Vrouwen-gasthuis, zij was wed. Jan Jansz Rijck en testeerde den 21 Juli 1675 voor den Nots. C. Kessel te Alkmaar.) 79. Susanna ....(?)/ 16?? / (137?). (Betreft Susanna van Diemen??) 80. Hier Leyt Begraven / Grijetie-Klaes-De- Huys / vrov – van lan – Aeriensz / Koogh – Meester / Metselaer – Is – Gerust / Den – 27 – Maert – Aö 1681. / Lager een medaillon, waarin: Maerte / De / Kramer / Daaronder volgt: Hier Leyt Begraven / Arintie Yans – De – Huys – / Urou – Uan – Cornelis – / Michyelsen – / Maerschalck Is Gerust / Den 17 luny Anno 1681 / (140). (Maerten de Kramer f 5 Dec. 1732 woonde te Alkmaar aan de Zuidzijde van de Oudegracht. Hij testeerde 14 April 1724 voor Nots. Mr. C. Yssen aldaar.) 81. Hier Leyt Begraven / Maria Bocke Weduw / Wijle Cornelis Coeck / Is Gerust / Op Den 13 / Augusti 1653. / Lager leest men: Jan Vuyk (141). (Jan Vuyek, begr. 30 Mrt. 1737 zie no. 157 X Grietje Hensbroeck, ged. 1 April 1693, dr. van Jan Hensbroek en Rebecca du Rieu.) 82. Ineen medaillon een wapen: 3 pijlen, schuinsrechts geplaatst (zeer uitgesleten; de pijl-punten en de einden der schachten nog slechts herkenbaar). Gekroonde helm; dekkleeden. Helmteeken: een pijl, geplaatst tusschen een gewone vlucht. (De vlucht is door den beeldhouwer blijkbaar foutief aangebracht). (123-124). (Wapen van Mr. Johan de Kies van Wissen, vgl. ook rouwkas no. 13.) 83. Hier Leyt Begrave / [J]acop Jacopsz Kuiper / I[s] Gerust Dé 3 January / 1639 / Hier Leyt Begravê / Trijntgen Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. Heertgis / Huisvrou Van Jacop / [Jjacopsz Kuiper Is / Gerust De 24 February / 1639. Lager: een merk (A) en daaronder een kuipershamer. (147). 84. Schild in medaillon, beladen met drie schilden, 2 en 1 (schilderswapen). Terzijde: A. 1. S. (159). (Betreft blijkens het grafboek Aelbertjansz Schilder. Hjj was eender oprichters van het Schildersgild te Alkmaar f aldaar Sept. 1673. Zie: grafzerken no’s 91; 353; 548 en Oud Holland 1909 bl. 115.) 85. Medaillon, waarin een klaverblad. (150?) 86. Cartouche, waarbinnen een merk (ruit; naar boven en naar onder zijnde zijden met aan zich zelf gelijke stukken verlengd) en de letters C. H. (154). (Betreft: Cornelis Hooghuys begr. 28 Apr. 1734.) 87. Aan een draagstok een schildje, beladen met een zwaan. – (155). (Wapen Moutmaker; -vgl. no. 457. Een Mr. Willem M. was Heemraad en Aalmoezenier inde Zijpe 1650-’54.) 88. Hier Leyt Begraven / Aerien Willemsz Met/selaer Is Gerust De / 5 September Ao 1682 (?) (156). 89. Hier Leyt Begrave / Symon Wyllemsz / Seilmacker Sterf Den / 28 September Ao 163[8] / Hier Leyt Begraven / Dirck Willemssoon / M . . . . es Dirck Baes / Sfterf?] Den 4 Juny 16?? / Hier Leyt Begraven / Risie Willems Sterf / Den 31 September / Anno 1646 / J. S. Rijke / P. Klijnswager / (157). (Jan Symonsz Rijke begr. 22 Juni 1775 X Pietern elletj e Klijnswager, begr. 4 Mrt. 1763 test d.d. 13 Peb. 1756 voor den Nots. P. Groen te Alkmaar.) 90. Abram Blossem / Helena Voogt/ (158). (Zij begr. 12 Juli 1752.) 91. Als no. 84. (160). 92. Schild in medaillon, beladen met een merk (pijl; de punt naar boven; door den voet een arab. vier) en de letters A. P. S. – 061). (Stoop Pietersz werd eigenaar 23 Nov. 1652, zie no. 896.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 93. Als no. 92? (Zeer uitgesleten). (162). 94. Hier Leyt Begraven / Marytie Jans / Huysvrouw Van Aert / Pietersz Lel ij velt / Gerust Den 20 / January Aö 1703 / (164). (A. P. Lelyvelt, j.m. op de Oudegracht te Alkmaar X 8 Juli 1685 voor Burgemeesteren Maritge Rieuwerts, j.d. Hij begr. 22 Feb. 1730.) 95. Randschrift: Mr. Balthasar Van / Rensen Wyncoper (Een merk) Ende Willemtien / lans Syn Hvisvrov / – (165). (Van R., afkomstig uit Amsterdam, kwam 29 Mei 1630 met attest van Enkhuizen bij de geref. gem. Te Alkmaar was hij chirurgijn en ook te E., waar men zijn wapen in het glasraam van de Chirurgijnskamer boven de Waag ziet.) 96. In medaillon: J. A. 8., en een merk. (166). 97. Ineen cartouche een schaaf en daarboven #en merk (arab. vier; de voet splitst zich in tweeën?) Lager leest men: lan lansz Limburgh. (167). (Guurtje Adriaens wed. Willem JanszKistemaker verkocht dit graf 1670 aan Jan Jans z L., begr. 8 Juli 1710.) 98. Hier Leyt Begrave / Neeltie Symens DrT / De Huysvrou Van Mat/heus Kinneman Is Gerus[t] / Den 29 Maert An° 1650 / (Een ongenummerd fragment). (M. Kinneman t vlg. R. K. doodboek 1661.) 99. Ineen medaillon een platvisch (schol?), beladen met een merk (Een ster, 6.) (Een fragment uit ? genummerd 9 ?) 100. Hier Leyt Begrave / Cornelis Willems / Schoenma[k]er Sterf / Den 2 Yulius Anno 1630 / (Een merk),— (169). 101. Ineen cartouche-. Hier Leyt Begrave / Den E Abraham /Jaspersen Verdoefs] / Burg[em]ester / [En] Raadt Deser / Steede Sterf Den 17 / April Anno 1634. / Ineen cartouche daaronder een wapen: schild uitgesleten. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken uitgesleten. 6 Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. Inde derde, onderste cartouche, leest men :Jan H. Honteman / Anno 1712. / (174). (Abraham Verdoes, poorter 24 Mei 1681: in 1685 koekebakker op de 0.-zljde Mient, was burgemeester 1621/’32; Vroedschap 1609; ontslagen 22 Feb. 1610; herbenoemd 1618, tot zijn dood. Kerkmeester der Groote Kerk 1629 en 1630; Met zijn huisvrouw Ariaentje Jans 22 Oct. 1681 bij de Geref. Gemeente. Een dr. begraven 16 Nov. 1696 Jan Hendrickss Honteman, kooper van dit graf 1712; begr. 18 Juni 1734? testeerde met zijn huisvrouw Christina Bjjleveldt, begr. 27 Apr. 1728 den 27 Juni 1709 voor den Nots. C. van der Meer te Alkmaar.) 102. Ineen medaillon: een eikel. (175). 103. Ineen medaillon een merk (arab. vier; naast den voet twee schuinkruisjes.) (176). 104. de Vrije. Lager: een medaillon, waarin een zwaan (?) (177). (1696 eigpnaar Jeuriaan de V., later Daniël de V., zie no. 326.) 105. H(ier) L(eit) B(e) G(raven) / Guertie Jans Vandr Velde / Huys vrou van / JanJansz . . . . / sterf den 1 Septembr Ao 1710). Lager: een medaillon, waarin een schild, beladen met een schaaf, vergezeld vaneen passer, winkelhaak en ellestok. (178). (Zij begr. 5 Sept. 1710 was de huisvrouw van Jan Jansz Cars, verm. begr. 17 Mrt. 1723.) 106. Willem Frans / Gerust Den 30 September 1745 / Oud 63 Jaren 1 Maand En 7 Dagen / Abigael Valk / Gerust Den 17 Augustus 1750 / Oud 60 Jaren Min 5 Dagen. / Een medaillon. (180). (Gehuwd in 1714 woonden zij te Alkmaar bij de Geesterpoort en hadden twee dochters; zie Alg. Ned. Familieblad I no. 101 bl. 46. Z\j was een dr. van Albert Valk en diens le. vrouw Grietje Laurens, vgl. no. 706.) 107. S. W. /V. Een merk (W.) (182). (Betreft Symon Willemsz Veen X Dievertje Gerrits eigenaars 1709. Zij begr. 7 Feb. 1719.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 108. Aan een draagboom een schild, beladen met een merk (A?) (Een fragment; 201; afkomstig uit?). 109. Randschrift-. .... Brouwers Sterft Den 22 / February / Anno 1636 – Ende Agatha . . . . (Een fragment genummerd 350; afkomstig uit de Middengang). (Adriaen Gerritsz Egmond, begr. 5 Feb. 1626, brouwer of biersteker in het „dubbelt cruys” op de Bierkay, Secretaris van de Uitwaterende Sluizen 1602-1626 X N. C 1 ae s, dr. van Cla e s Cornelisz van Wessaenen, begr. 16 Juni 1619. Zij lieten na behalve een dr. Meinsgen, nog inleven in 1636 een dr. Machteld, die wonend op het Yerdronkenoord blijkens deze zerk overleed 22 Feb. 1636, hoewel het doodboek der Gr. Kerk haar begrafenis reeds op den 19 Feb. 1636 stelt. Laatstgen. was gehuwd met N. Bal, die bij haar twee zoons Mr. Harmanus en Jan naliet. Haar kleinkind Petronella BalXCornelis van Toornenburg erfde dit graf Apr. 1690.) 110. Rechterhelft vaneen (vroeger dubbele) zerk. Ineen medaillon het wapen van Fran ? o is van Steenhu ij sen (gedeeltel. verdwenen door afkapping van de helft der zerk), zijnde gevierendeeld I en IV: drie posthoorns, 2 en 1; II en 111 een vogel op een gebladerde tak. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken een hoorn uit het schild. Op de hoeken van den vroegeren buitenrand der zerk bevinden zich twee kwartierwapens in medaillons, beiden volgens het schild. (215). (Franco is van S., begr. 19 Feb. 1641, zoon van Baert Jansz en Maria Smit, koopman te Amsterdam, Heemraad en Hoofdingeland van de Wieringerwaard X Catharina Fortuin. Zij lieten drie kinderen na. Zie wapenbord no. 51 en C. W. Bruinvis „Het Gesl. Steenhuysen”, Genal. en Her. Bladen 1907-’08.) 111. Hier rust / Jan van Baseroy / oud 28 Jaar en zijn / vrouw Agatha Koeman / 27 Jaar en haar Dogter / Geertruijda van Baseroy / Huijsvrouw van Jan Boom / oud 52 Jaar / (192). (Jan van 8., vierde kind van Samuel, zie no. 770 en A 1 ida Bilderbeek, ged. 21 Aug. 1729 + 10 begr. 15 Juni 1757; diaken, regent van de diaconie X 22 Mrt. 1750 Aga t ha R., eenige nagel, dr. van Ado 1 f, kaarsenmaker op het Luttik Oudorp te Alkmaar en van Geertje Bel. Zij hertr. 23 Dec. 1759 Jacob Hovingh Gz. diaken en regent a.v. J. van Baseroy had 2 dochters: E 1 isabeth, ged. 25 Nov. 1753, begr. 1 Mei 1754 en Geertruy v.d., ged. 16 Mrt. 1751 begr. 2 Mrt. 1802.) 112. De linker helft vaneen vroeger dubbele zerk. Rozetten op de oorspronkelijke hoeken. Randschrift: [Hier Leijt Begjraven Dirk / Hendricksz Groen Is Gerust Den 12 Marty / Anno 1647 Midden-, een gedeelte vaneen wapen ineen medaillon: twee zwanen (als het wapen van de Wieringerwaard); helm met wrong; dekkleeden; helmteeken een gewone (?) vlucht. (193). (Dirck Heijndricksz G., ingeland van de Schermer, 14 X Heemraad van de Zijpe, Heemraad en Hoofdingeland van de Wieringerwaard was blijkens de grafboeken de zoon van Heijndrick Corne 1 is z G. die hier w. begr. 2 April 1620 en vermoedelijk een kleinzoon van Cornelis Hendricksz G. die 7 Oct. 1585 poorter werd van Alkmaar en begr. werd 19 Aug. 1613. Hij droeg den eigendom van deze graven over op Joffr. Dieuwertgen Hogelant wed. Mr. G. van Nesse, zie wapenbord no. 37 en op zijn dochter Lijsbet G. Vermoedelijk had hij een zoon Dirk, Heemraad van de Wieringerwaard f 1637 en een zoon Pieter, Heemraad van de Wieringerwaard 1649-’54; Schepen van de Heer Hugowaard, Heemraad van de Zijpe 1648-’52. Voorts schijnen tot deze familie te behooren: Mr. Maarten G., Heemraad van de Wieringerwaard 1670-’80; Aalmoezenier, Schepen en Heemraad van de Zijpe ,X 1° 3 Juni 1666 Catharina Kinnemans, wed. Mr. Pieter Bouman inde Langestraat te Alkmaar t 10 Nov. 1673 X 2° te Haarlem Jan. 1681 Agatha van Poelenburg; en ook Mr. Pi e t e r G., Heemraad van de Wieringerwaard 1705-1710, Kerkmeester van de Gr. Kerk. 1743-’45 in welk jaar hij uit de stad vertrok X Johanna Clara Mathan, hier begr. 5 Jan. 1712 nadat hier twee van hunne kinderen waren begr. 23 Juli 1708 en 2 Oct. 1710. Een andere fam. Groen was verm. deze: Ja n G., begr. N. gang 234 den 23 Mrt. 1699 XEI isab e t h, dr. van Samuel Loth en Catharina Schagen, zie zerk no. 159, begr. 28 Juli 1721. Zij lieten na 6 kinderen ged. tusschen 1681 en 1694 w. o. een zoon Adri a a n, ged. 30 Apr. 1684 begr. 29 Apr. 1721, procureur te Alkmaar inde Langestraat X 8 Mei 1707 Hester, dr. van Petrus du Bois, geb. Gorinchem 30 Oct. 1678 t 16 begr. 21 Mrt. 1749. Adr. G. en Hes ter d. B. lieten o.a. na een dr. Elisabeth, geb. 4, ged. 7 Apr. 1709 begr. 6 Mei 1777 X 23 Feb. 1738 Siraon van Hooi werf, zn. van Gerrit Hendricksz en Aefje Sijmonsdr. Schagen, boekdrukker te Alkmaar, ged. 30 Jan. 1707 f 3 Mei 1741, zie no. 701 en een zn. Pieter, ged. 28 Sept. 1713 begr. 8 Dec. 1779 Notaris inde Langestraat Secretaris van Alkmaar 1745-’73. X 2 Juni 1739 Christina Marchant, verin, een -zuster van Maria, zie no. 917, begr. 19 Apr. 1799. Laatstgenoemden lieten na: 1. Mr. I's aa c, Schepen 1772; Secretaris van Alkmaar 1773-’95. Thesaurier en Notaris aldaar, Schepen van de Heer Hugowaard. Hij woonde sinds 1782 het huis op de Oudegracht (thans A 204) hetwelk hij herbouwde en dat inden oorlog van 1799 als hoofdkwartier diende; t 2, begr. 6 Mei 1827 X 1° 12 Mei 1776 Abigael Repelius, 1787 Regentes Weeshuis f 1 begr. 5 Jan. 1804 (drie dochters en een zoon Pie ter, ged. 26 Feb. 1786, officier Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. by de landmacht, zie N. J. M. Dresch „De Archieven van Jhr. Floris van Jutphaes v. Wynestein en Marg. Splinter” bl. 38.) X 2° 28 Oct. 1804 Naatje Schoenmakers. 2. Cornelis, ged. 4 Mrt. 1751, begr. 2 Sept. 1757. 3. Petronella Christina, ged. 27 Jan. 1756 begr. 17 Oct. 1826 X 8 Aug. 1799 Christianus Stuurman Bucerus Schepen v. Alkmaar, Heemraad van de Schermer, begr. 15 Mrt. 1804 verm. zn. van Ds. Sigbertus Bucerus en Elisabeth Stuurman.) 113. De rechter helft vaneen (vroeger dubbele) zerk, waarop inde hoeken twee der vier symbolen der Evangelisten over zijn. Rest vaneen oud randschrift in laat gotische letter: hier leijt be ” Midden: een schildje aan een draagstok. In het schild leest men de (blijkbaar in later tijd toegevoegde) woorden: Niesien / Corne/lis Graf / (194). (N. C. XC. C Spon t, zie no. 487. Als wed. test. zij 8 Mrt. 1619 voor Nots. H. J. van der Lijn te Alkmaar, daarbij te niet doende haar test. van 7 Feb. 1606 voor den nots. P. W. van Limmen aldaar.) 114. Vertoont twee cartouches boven elkaar, waartusschen een medaillon. In het medaillon een wapen: Drie lelies, 2 en 1. Helm met wrong èn kroon; dekkleeden. Helmteeken: een aanziend moorenborstbeeld met hoofdband, waarvan de beide uiteinden naar links afwapperen, met kraag en drie snoeren boven elkander over de borst. Kwartierschildjes inde hoeken der zerk. 1 en lil uitgesleten. II negen ruiten, 5 en 4, die van elke rij aaneengesloten (Van der Does) IV drie lelies, 2 en 1. Randschrift: Hier Leyt Begraven / Gerrit Dircxz Van Der Does Sterf Den 10en Aprilis 1608 / Endê Sijtjen Taems / Dr Sijne Huysvrouw Ruste Den llenjuni Anno 1621. (195). (Gerrit Dircksz v.d. D., in 1601 in het grafboek als „Gerrit Dircksz timmerman” en in het doodboek bij zijn overlijden als „houtcoper” vermeld, begr. 12 Apr. 1608. S. Taems begr. 14 Juni 1621 woonde toen zij 24 Aug. 1608 bij de gemeente kwam te Alkmaar op het Ritsevoort. Kinderen: 1. Taems Ge r rits z, zie no. 115. 2. Dirck Gerritsz, vertrok naar den Haag 3.Brechgen Ger r i ts, zie no. 887. Opmerkelijk is, dat het graf der fam. v.d. Does blijkens de grafboeken oorspronkelijk gedekt werd dooreen steen geteekend met een merk (1604). In 1624 blijkt dit merk vervangen dooreen wapen: drie lelies, 2 en 1 en in het schildhoofd een barensteel of lambel van drie hangers. Men ziet dat op de hierbovenbeschreven zerk en op no. 115, steenen, welke naar den stijl te oordeelen circa 1640 moeten zijn vervaardigd, de barensteel uit het wapen is verdwenen.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 115. Als no. 114, echter met deze verschillen; kwartierwapentjes I, II en IV zijn uitgesleten; 111 vertoont een klimmende leeuw. De cartouches zijn van eenigszins anderen vorm. Als hoekvulling ziet men tusschen de onderste cartouche en het medaillon rechts een graflamp en links een zandlooper. Onder deze voorwerpen leest men respectivelijk: „Memento” en „Morij”. Bovën het midden van laatstgenoemde cartouche een doodshoofd en doodsbeen. Randschrift: [Hie]r Le[yt] Begrave Jacob – En – Gerrit Zoone Va T[aem]s – Gerr[it]s [V]a dr Does / 1613 / En – Trijntjen – Dircxdr Sijne – Huysvr – Ruste – De – 21e – May – 1624 – / Bovenste cartouche: En DirckVad/Does – Out – Schepe – / Deser Stede / Ruste 1 luny 1642. / Onderste cartouche: [E]n [T]ha[em]s Gerri [ t ] s va dr. Does Out Burg / M[r.] En Raadt D[e]s[er] / [St]ede Ruste Den 13 / [Fe]bruar[y]us [l6]s[7]. (196). (T. G. v.d. Does v.d. zoon van Gerrit Dircksz en Sijtje Tae ms, zie no. 195 X T rij nt j e Di r c ksd r. inde Roosenboom op het Kruiswerk te Alkmaar. Beiden bij de gemeente 24 Aug. 1608; zij begr. 27 Mei 1624. Hjj X 2° Trijn t j e Yv e n dr. van Yf f Maertsz op het Fnidsen, wed. van den schepen Franpois du Rie s, ondertr. 12 Dec. 1627. Zij begr. 30 Mei 1633. Hij was ouderling der Geref. Kerk 1627; Schepen 1628-’32; Thesaurier 1620-’2l Burgemeester 1639-’5l Vroedschap 1635 tot zijn dood; Heemraad van de Zijpe; Kerkmeester der Gr. Kerk 1634-’39; 1649 tot zijn dood. Kapitein bij het Oranje vendel der schutterij en als zoodanig ziet men hem op een schutterstuk Oude Schutterij door W. Bartius 1631, in het Stedel. Museum te Alkmaar. Hij liet na behalve een kind begr. 21 Aug. 1607 en twee zoontjes bljjkens het randschrift van dezen steen Jacob en Gerrit geheeten, die hier werden begr. op 4 en 11 April 1613 een zoon Dirk, v.d. als j.m. op het Fnidsen te Alkmaar bij de gemeente 3 Juni 1635, ondertr. 8 Aug. 1638 A ef j e j.dr. van den Burgemeester C o r n e 1 is Kejj s e r van Hoorn. Zij test. 24 Mei 1667 voor Nots. C. Kessel te Alkmaar. D. was landmeter, in 1638 vaandrig der schutterij en Schepen 1639/40; begr. 4 Juni 1642. Van hen werden gedoopt a. Mr. Gerrit X Anna Bon, test. 17 Mrt. 1667 voor denz. notaris b. Jannetje X Harck Sevenhuysen, Schepen van Alkmaar, zie no. 22. c. D i r k, respectivelijk op 11-12-1639; 3-4-1641 en 5-11-1642. Laatstgenoemde werd in 1673 Kapitein van het blauwe vendel de) schutterij; Schepen, Vroedschap, Burgemeester en HoofdofFicier van Alkmaar X Yda Welsingh, bjj wie hjj 8 kinderen naliet. Voor denz. notaris testeerden zij gezamelijk 8 Juli 1668 en hij alleen den 20 Mrt. 1685.) 116. Ineen medaillon een schild beladen met een gekroonde passer. Hier Leyt Begraven / Eva Van Koulster Huys / vrouw Van / Teunis Ouburg / Gerust den 20 / Augusti Ao 1691 / – (197). Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. (Hjj was zn. van Mich i e 1 0., zie C. P. Bruinvis „Beschrijving der Schilderijen”, bl. 45; 48-50, waar ook Eva van K. genoemd wordt.) 117. D Krom. (198). (Dirk Jacobsz K. werd hier begr. 1 Nov. 1819.) 118. Gerril Clase / Wits – Meer. (200). (G. C. Witsmeer v.d. X 14 Juni 1711 voor burgemeesteren Elisabeth Theunis Hogeland. De Witsmeer is een oude benaming voor de Schagerwaard: ook hier ziet men dein N. Holland in vroeger tijd verbreide gewoonte zich een achternaam naar een dorpsnaam te kiezen, welke naam meestal zonder het woordje „van” achter den voornaam werd geplaatst, vgl. b. ▼. no’s. 174, 365, 746, 750 enz.) 119. Hier leijt begraven / Eijtie Gerrits Schon/neuss is inden Heer / Gerust den 26 Nov/ember Anno 1669 / Een merk. (203). (Zij en haar zuster Grietje waren eigenaressen. In 1708 ging de eigendom over op Servaas S., haar eenige erfgenaam, die hier werd begr. 6 Mei 1718.) 120. Een koperen plaat waarop een cartouche met een latijnsch gedicht (?) gestaan moet hebben. Vaag onderscheidt men nog boven den rand der cartouche een doodshoofd. Lager ineen medaillon een wapen (Van Teijlingen): Doorsneden: I een leeuw halverwege opkomende uit de snijdingslijn, II een losstaand schildje, gekeperd van 12 stukken (Egmond); helm met wrong; dekkleeden, helmteeken: een uitkomende leeuw. Daaronder leest men: Hier Leijt Begraven Augustijn Va Teijlinghejn] / Obijt Den 9 lanuary 1611 / Met Sijn Suster Cornelia / Van Teijli[nghe]n Obijt De 19 September 1612. / (204). (Zie over de sage aan de koperen plaat verbonden: Navorscher 1853 X. Bijblad; Augustijn v. T. was geb. Alkmaar 7 Juli 1547, Cornelia 21 Juli 1545 en zij waren blijkens het doodboek kinderen van Augu s t ij nv. T., zie Geneal. en Herald. Bladen VII. bl. 192.) 121. [Hi]er – leijt begrave / [Ja]cob Mathijsen Vis/bien is gherust in / den Heer- op – den 10 / luni – Anno – 1603 / Ende Sijn Huisvrov / Tuentge Willems / Van Sellekart. / Hier Leijt Begraven / Grietgen Ysbrandts / Dochter Is Gerust / In Den Heer Den 15 / April 1643 / Geert Jacobts/ Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. Visbien Is In Den Heer / Gerust Den 18 November / 1652 / Ysbrant Symonsen / Verwer Is In Den Heer / Gerust Den 7 May 1653 / (207). (G riet j e Ysbr a n t s v.d. heet in het doodboek „de dochter van Geert Visbijen”) 122. Opschrift uitgesleten. In medaillon: een manshoofd. (208). 123. Petrus : Le : Roy. Ineen medaillon een hart tusschen de letters: D. I. (209). (G-eb. Antwerpen 1671; te Alkmaar benoemd 23 Jan. 1707 was hij pater bij de statie der Predikheeren t 13 begr. 16 Mrt. 1737 in zjjn ambt opgevolgd door zijn broeder Jaco b u s, geb. A’dam f Alkmaar 7 Mrt. 1741 begr. 13 d.a.v. in hetz. graf. Zie: W. Kleefï „Oudheden en Geestel. Gestichten” bl. 232.) 124. Ineen medaillon een hart, bekroond dooreen kruis (omgekeerd) tusschen de letters S. J. B. (210). (Betreft Sijm o n Jansz Barnebos, gorter te Alkmaar begr. 31 Mrt. 1723, vgl. no. 125.) 125. Als no. 124. (211). 126. Medaillon, waarin twee ruiten naast elkander (?); zeer uitgesleten. (214). 127. Medaillon met het schilderswapen en een merk. (Vgl. no. 84.) Ter weerszijden van het merk: K. P. en V. M. (Klaas Pietersz van der Meulen, schilder en glasschrijver te Alkmaar, zie C. W. Bruinvis „Alkmaarsche Kunstenaars”; Zie ook „Oud Holland” 1909 bl. 120, 123 en „Inde Alkm. St. Laurenskerk” t. a. p. bl. 17.) 128. Ineen cartouche een versiering vertoonend inden trant van Vredeman de Vries het wapen Hinderduin: Een Jeruzalemskruis; helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken: twee uitkomende palmtakken, waartusschen drie konijnen, 1 en 2. Boven het helmteeken: A. D. H. Op de vier hoeken schildjes: ! en II volgens het schild; 111 en IV twee gekruiste palmtakken. (220-221). (Adam Dirksz Hinderdüin, begr. 17 Dec. 1640, landdrost van het Noorderkwartier, pachter van gemeenelandsmiddelen be woonde te Alkmaar het Koning Willemshuis, waar een steen met zijn wapen thans nog aan zijn verblijf herinnert. Hij werd poorter Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. van Alkmaar 16 Aug. 1596 en waarschijnlijk was h(j als landdrost de opvolger van Cornelis van Rietwijk, begr. 28 Oct.. 1612. Als wedr. X te Oudorp, ondertr. Alkmaar 31 Jan. 1631 Lpsbeth Jacobs, wed. Jan Pietersz Praet inde St. Jacobsstraat. Zij was 1633 Vrouwengasthuismoeder en w. begr. 15 Feb. 1639. Hjj hertr. te Alkmaar ondertr. 25 Sept. 1639 Lydia Michiels wed. Jacob Alberts. Het doodboek vermeldt voorts 27 Dec. 1620 begr. de huisvr. van Jan Adams H. en hemzelf op 17 Jan. 1639. Hij was eigenaar van het huis Elsebeek inde Egmondermeer. Barber Ada ms H., zie rouwkas 78, begr. 9 Oct. 1658 en Dirck Adamsz H., begr. 30 Juni 1619. Een Cornelis Dircksz H. X Maritie Cla e s had twee zoons: Dir c k en Gerr i t, zie no. 896 en een dr. An n i t j e. Zie: C. W. Bruinvis: „Het tuchthuis en de gevangenissen te Alkmaar” en W. R. H. Wakker: „Over den steen in het Koning Willemshuis” Alkm. Courant 1923 no. 72.) 129. Ineen cartouche een boom. Inden rand: Peereboom. (222). (Betreft Jan Peereboom, begr. 17 Nov. 1763.) 130. Ineen medaillon een merk (V waardoor een dwarsliggende P, de boog links en omlaag. Door het snijpunt bij de voet van de Peen lijn evenwijdig aan de linkerzijde van de V) en: 1. C. (223). (Betreft lochum Claesz, schoolmeester in het wees- en huisarmenhuis te A. t vóór 1691 Het merk toont duidelijke verwantschap met het chrismon.) 131. Een klok, waarop twee monogrammen boven elkaar: C. T. (?) en Y. S. (?) – (224). (Inde 17e Eeuw behoorde dit graf aan Jan Ysbrantsz Clocksteller.) 132 / Wijnanda .... Coppiers / odi lunia / morbo .... positum / summo filiorum maerore / Ao 1650 16 Augusti / Quos simul / sociavat amantes / Hos simul hoe tumulo / condidit una dies / (226). (Volgens C. W. Bruinvis: Inde Alkmaarder St. Laurenskerk : „Grafschrift tot gedachtenisse der zeer waarde ouderen Johannes en Wynanda Coppiers op eenen dag door de woedende pest ujjt dit leven gerukt met groote rouw der kinderen gestelt den 16 van Oogstmaand des jaars 1656.” blikbaar een vertaling, afkomstig vaneen oude aanteekenaar. Zü heette vig. het grafboek Weyntgen Heyndricks.) (Jroote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 133. Terzijde vaneen merk: J. C. Onder het merk: Op Dam. (228). (Midden 17e. Eeuw was eigenaar Jan Cornelisz Opdam.) 134. Den Hoog Ed. Gestr Heer / Joost Willem Grothe / / Collonel Van Een Regiment / Cavallerie Ten Dienste / Deezer Landen / Overleeden Den 30 Septr 1781. (229). (Zie rouwkas no. 162.) 135. In cartouche een merk (lambda, waaronder het figuur beschreven sub. 86), tusschen de letters A. D. Onder het merk: Korver de 11 October 1727. (230). (Betreft Adriaen Dircksz Korver, vleeschhouwer op het Fnidsen op den hoek van de Hekelstraat, zie Alg. Ned. Fam. I no. 82 bl. 6a.) 136. Een lijndraaiersinstrument. (Een ongenummerd fragment) 137. Ineen medaillon een schildje, beladen met een molenrad (12) en vergezeld van de letters P. G. I. (31; Een fragment uit?) 138. Hier leyt begraven / Aeltgen Remmen is / gerust den 6 Septem/ber Anno 1641 / Hier leyt begraven / [Pieter] Cornelisz Boer/[man] is gerust den ?? / November Anno 1644 / Hier leyt begraven§/ Luijcas Cornelisen / Boerman is gerust / Den Eersten Yunius / Anno 1655. / (231). (L. C. Boerman, begr. 4 Juni 1655 heet in het doodboek „luyt korne 1 is z vleeschouwer”. Piet er Cornelis Boertge was toen eig. met z(jn drie broeders.) 139. Ineen medaillon een merk (A), vergezeld van de letters C. D. G. (74; afkomstig uit het Zuider Kruis, zie no. 661). 140. Een kalf, vergezeld van de letters: C. C. P. (233). (1604 eig. Corn. Pietersz Calff, gekomen van z(jn zwager mr. Dirrick José phs; 1624 eigenaars: Piet er, Maritje en Dieuwer Cornelis Calff.) 141. Een merk inden vorm vaneen damhek. (In 1604 behoorde dit graf aan Jacques Dircksz van der Heek en de erven van zijn zuster Maritge Jacobsz.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 142. Merk tusschen de letters C. G. 143. Merk, waar doorheen de letters I. L. O. Inden rand van het hier omheen aangebrachte medaillon: E. C. Colterman & J. L. Oudewater. (240). (Jan Lourensz Oudewater j.m. en „zakkentrapier” X 8 Mrt. 1654 Elisabeth Colterman j.d. Kinderen gedoopt tusschen 1654 en ’5B. Hij test. 20 Dec. 1652 te Alkmaar voor Nots. J. v. Beyeren.) 144. Hier leyt begrave / Ysb ra n t Heyndrickz / Hensberch in sijn / Leven stads Boode / Is inden Heer Gerust / den 26 November 1653 / Ende sijn Huisvrouwe / Neltie Claes is in den / Heere Gerust Den 25 / February Ao 1671. / Ineen medaillon een rest vaneen merk, bovendien is nog herkenbaar de letter H. (241). (Zij testeerden gezameljjk voor nots. B. J. Heerenkarspel te Alkmaar 14 Juni 1645 en zjj afzonderlijk als wed. van H., „inleven gesworen roedrager deser stede” 29 April 1670 voor den Nots. C. Kessel.) 145. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hier leyt begravê / Jan varcken sterf dê 21 nouember Aö 1619 Ende syn Huys / vrou Trijn / Cornelis is inden Heer gerust op den 24 Augustus 1639. Midden: Abraham / Porcinus / Overleden den / 17 October 1712. / Lager: Ineen medaillon een varken. Inden rand van het medaillon: Jan Varcken. (242). (Het op den hoek van dd Coorstraat en Heul te Alkmaar staande winkelhuis vertoonde voor de afbraak ten behoeve van het nieuwe Post- en Telegraaf-kantoor boven de deur in het bovenlicht een verguld varken. Den gevelsteen in het naast dit pand a/d Coorstraat gestaan hebbend poortje vertoonde eveneens een varken. De steen bevindt zich in het Stedel. Museum te Alkmaar. Een en ander herinnert aan de familie Varken, later Porei nus genoemd, welke dit perceel langen tijd bewoonde. Jan Yarcken v.d. „drapenier inde Coorstraat” begr. 24 Nov. 1619 Zijn huisvrouw begr. 27 Aug. 1639. Hunne zoon was vermoedelijk ClaesX J os Ü n e Cornelisdr. van Barnebos, die behalve Claes, Trijntie en Maycke naliet een zoon: Abraham Claesz Porcinus of YarckenXl' Trijntje Jans de Jong., test. voor Nots. J. v. Beyeren te Alkmaar 12 Dec. 1673 X 2° Claesje Thys. Van hem werden gedoopt de vlg. kinderen Josina 25 Nov. 1668; Cornelis 16 Apr. 1671; Jannetje 29 Juni 1672; Thij s 22 Mrt. 1684. Een kind begr. 6 Dec. 1673. Een zoon was vermoedel. ook de stadsdrukker Johannes P. t 1732. Zie voorts de no’s 519, 679 en 764.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Oang. 146. Randschrift: Hier leyt begraven / Jannetge JansdFva Ni e dorp sterf dë 21 december Ao 1603 ende Cornelis / Jans Molenar fon/datuer va het weeshuijs tot niedorp sterf den 18 augusti Ao 1607. / (243). 147. Medaillon, waarin een merk, (arab. vier; door den voet een schuin lijntje; de dwarslijn eindigt ineen kruis) en: 1. G. P. Lager: H. L. B. G. C. L. Daaronder een merk (a. v.; de dwarslijn eindigt ineen haak), met de letters P. C. P. (244). (In 1604 was eigenaar Cornelis Ariaensz Prins; na hem o.a. Jan G-arbrantsz P.) 148. Ineen medaillon: Ter weerszijden vaneen merk(arab. vier; door het midden 2 dwarslijntjes; de voet eindigt in 2 schuinkruisjes naast elkaar) de letters G. T. (245). (Betreft G-ysbert Theunis Speldemaecker.) 149. Hier Leyt Begraven / Magdalena Schuyt / Is Gerust Den 24 / Maert A° 1724 En / Claartje Reus / Gerust den 30 April Ao 1732 / En / Dirck Klijn Gerust / Den 30 Maart / Ao 1747. / (250). (Zie over deze familie K1 ey n Alg. Ned. Fam. I no. 120 bl. 2b; Claartje Reus begr. 3 Mei X Pieter Schuyt, huw. voorw. 22 Jan. 1699 voor nots. C. van der Meer te Alkmaar. Dirk Kiyn X Marytje Plug begr. 11 Juni 1773. Zij test. 4 Juli 1769 voor Nots. J. v. Bodeghem te Alkmaar. Eig. werd in 1630 C o r n e 1 is Dircksz Kuyten, „Capiteyn op een schip van oorlooge”. Hij liet na een dr. Ariaantj e K., die een zoon Jan Lobs, f 1 Aug. 1684, naliet en een dr. Mari t g e X Corn e 1 is P1 ug h, die twee zoons naliet; n.l. Cor ne lis en Jan.) 150. J. Keyser. Ineen medaillon een schildje, beladen met drie kannen, 2 en 1. (251). (JacobKetjser, XMariJtje Th ü m e r s van der Schelling werden eig. 1693. Zij werd hier begr 28 Oct. 1712.) 151. Hier Le[yt bejgraven / Jan Pieter Hogenraat / is in den Heere Gerust / op den 1 November / Anno 1716. / Ineen cartouche een schild onder veel parelige kroon, waarop een vat, gevuld met ? Lager: Jan Pietersz Hogenraat / Anno 1716. (252). (J. P. H. X Eva Pieters Soeteman, begr. 21 Oct. 1734.) Grroote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 152. Randschrift: Hier leyt begravê / Claes Heyndricxz Conninck Eertijts Sijdenlakencooper va Amster/dam Starf den 9 Mey Anno 1591. / Midden: Hier leyt / begraven / Aeltgen / Dircks Doh/ter is ghe/rust den 1 / april Aö 1645 / (Merk). In medaillon een merk en: J. W. R. J. J. (253). (Aeltgen Dircks v.d. begr. 4 Apr. heet in het doodboek Aeltie Coeninx. Cornelis Dircksz Coningh verkocht het graf Dec. 1674 aan Jacob Willems* Ruijmgaert X Jannetje Jans.) 153. Ineen medaillon: een schild, beladen met een merk (arab. vier) en P. J. W. (254). (Pieter Jansz Wp werd 1665 eig.) 154. Een ongenummerd fragment tegen den Noord-muur; een merk (zandlooper, waaraan de basis ontbreekt) en A. D. 155. In medaillon een kuipershamer tusschen de letters I. I. Een merk, (weerhaak?, door het midden een dwarslijntje) (255). (Vóór 1665 eigenaar Jeuriaën Jansz kaasdrager en diens wed. G u e r t i e Jans.) 156. Ineen medaillon een monogram P. A. 1. W. (256). (Betreft Pieter Abramsz Jongewaard X Trjjntie C 1 ae s, eigenaar Oct. 1676.) 157. Jan Vuyk – / Margrita Hensbroek. / (258). (Vgl. no. 81.) 158. Hier leyt begrave / Lucia Harcxsdr D, / HuysVrou van Cor/nelis Mathysn Scha/gen Burgermr Deser/Stede Alcmr sterf / Den 3en April Aö 1612. / Noch Cornelis Ma/thijsn Burgermester / Voornt Sterf den / 2en February Ao 1628. / C. M. Schagen. / Noch begraven Anna / Cornelis Sc hagen dr / Wijlen Sah Burgerm. / Voornt is gerust den / 3 luly Aö 1649./ Noch Mar ij a Kerke/ringh wed. wijle / Mathys Schage / voornoemt gerust / den 5 Augusty 1659. / (259). (Cornelis Matthiisz S. op het Luttik Oudorp was schepen 1584/’96 burgemeester 1600/’24 en vroedschap ' 1583 tot zijn ontslag 22-2-1610; herbenoemd 1618 en gebleven tot zijn dood, XVrouwtje Jans Steenhuysen en volgens no. 158 ook X Lucia Harcxs. Hij liet na: a. Lucia Cornelisdr. als j.d. op de Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. Oudegracht, gehuwd 25 Jan. 1654 met Johan Verschuer nagel, zoon van Claes, j.m. Schepenmeester te Hoorn. b. Adriaen Cornelisz, zie no’s 255 en 256. c. Harck Cornelisz, schepen, weesmeester, burgemeester en schout van Alkmaar X 23-12-1601 Heyltgen Brouwer dr. van Willem J a n s zin de Langestraat (Kinderen.) d. Anna Cornelisdr. bij de gemeente in April 1600; zie boven. e. Ma 11 hijs Corne 1 is z, zie no. 159.) 159. Hier leyt begraven / DHr Mathys Scha/ghen in sijn leven / Commissaris Ordinaris / van de Monsteringh / Over Tnoorderquar/tier is gerust den 28 / September Aö 1652. /C. M. Schagen. / (260). (Ondertr. 29 Oct. 1619 Reyme'rich dr. v. Simon Fredericksz Leydecker eii hertrouwde 27 Maart 1622. Maritgen nagel. dr. v. Wichman Kerckrinck drost van Terschelling; zie Elias bl. 915 vgl. C. W. Bruinvis: Geneal. Herald. Bladen 1907,’08: Het Geslacht Van Steenhuysen. Op 23 Juni 1627, 21 Mei 1628, 30 Mei 1631, 31 Mei 1632 werden begraven kinderen van comm. Schagen. Zijn dr. Catharina begr. 15 Sept. 1690, ondertr. 3 Nov. 1647 Samuel Loth j.m. van Amsterdam, zoon van N. N. Lo t h en E 1 sj e Corn e 1 is.) 160. Een schild in medaillon met: I. I. &f (261). (Het graf werd verkocht op 31 Dec, 1730 aan Jacob Jacobsz Verfailje of Verfaille, begr. 17 Dec. 1736 waarna het op naam kwam van Joha n n e s V., die als j.m. op het Verdronkenoord voor burgemeesteren X Sara Regters j.d. bij de Bokkesluis beiden te Alkmaar den 27 Feb. 1735. Hij j- 29 Feb. 1784, hier begr. 5 Mrt. d.a.v. > zijn vrouw t 8j hier begr. 11 Aug. 1751. Hunne zn. Jacob geb. 29 Dec. 1737, ged. 28 Feb. 1762 f 21 Dec. 1780, hier begr. den 27 d.a.v. en hunne dr. Catha r i na V., geb. 3 Aug. 1739 f 18 Aug. 1807 X 20 Nov. 1778 Jan Regter Schagen, begr. 31 Oct. 1825, diaken der Waterlandsche Doopsgezinden, bode van de Heer Hugowaard en van de stad Alkmaar; Volksrepresentant. Voorts woonde te Alkmaar Mattheus V., begr. 16 Oct. 1736 vermoedel. lakenkooper afkomstig uit Amsterdam X 29 Dec. 1726 Maart je Regters, dr. vaneen houtkooper op het Zeggelis buiten de Boompoort. Huw. voorw. 28 Dec. 1726 voor Nots. C. Seullijn te Alkmaar. Een Jacob Jacobsz V., ged. 3 Juni 1743 f Enkhuizen 1 Juli 1778 X aldaar 21 Juni 1754 Anna Belkmeer j.dr. van A 1 bert en Elisa b e t h van Velden. Zij lieten 8 kinderen na geb. tussehen 1755 en 1776.) 161. Hier leyt begraven / Willem Sijmensz Vleis/houwer is gerust den / 12 November Aö 1646 / De afbeelding van een koe en in medaillon een kuipersinstrument, z. g. n. passer ? vgl. Warmenhuizen no. 49. (262). Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 162. Een ongenummerd fragment tegen den Noord- muur: Hier leyt begraven / Maertgen Engels is / gerust den 21 iulijs / 1643. / (Misschien was zij, „die vrouw van Willem Roelofse”, die den 24 d.a.v. begraven werd.) 163., Als voren Drie stoopen boven een merk. Beneden: een merk tusschen de letters A. C. 164. Inden rand: Hier leyt begrauen dirck heijndrycxz Int Jaer 1601 ende willem dirckz sijn soon / anno 1604 / noch leyt hier begrauen mar ij pieters dr anno 1605. / Midden : een scheepsroer met een merk (arab. vier, door het midden een dwarslijntje.) (53.) 165. Hier leyt begraven / Aris Stikel / Gerust den 21 Maert / 1748 in sijn leven / Stadts Timmer en / Metsel Baes en / Deszelfs Huysvrou / Sijbrig Visser / Gerust op den /II October 1758. / (269) (Zij woonden op de te Alkmaar nog bestaande stadstimmerwerf op het Stadserf.) 166. Een merk (arab. vier?) tusschen de letters B. I. (218). 167. Een ongenummerde tegel bij den Noord-muur. Merk. Rand: Hier leyt begra/ starf de 1 Mey / an 1583. / (Inde nabijheid ligt een soortgelijke tegel; echter zonder het randschrift.) 168. Ineen medaillon een gekroond hart, waarachter twee gekruiste bijlen. Daarbij de letters: D. A. T. (Dirck Adriaensz Timmerman). Daarboven de letters: A. W. T. (Aris Willemsz Timmerman). Beneden: A. D. T. (Adriaen Dircksz Timmerman). (273). 169. Jacob Oostwal / is gerust den / 10 October / 1714. / – (276). (J. Oost w a 1, begr. 13 Oct. XTrjjntje Veldthujjs, begr. 22 Apr. 1728. Kinderen Ja n O. begr. 10 Oct. 1757 X Corn e 1 ia Ljjsterman begr. 26 Mei 1752 en Ariaantje O. begr. 11 Oct. 1731 X Sijmon Heere begr. 8 Feb. 1757.) (Jroote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 170. Raephorst. (277). (Betreft Pieter Matthijszß. Zie ook no’s. 512 en 816. Inde 2e. helft der 17e. Eeuw komen als eigenaars voor: Aefgeu Pieters, wed. P. M. Raephorst en Maritgen Pieters, wed. van Adriaan Hals en vervolgens: Jacob en Actiën Brasser en de kinderen van Pieter Brasser.) 171. Als no. 170. (278). 172. In medaillon een wapen. Het schild is uitgesleten of uitgekapt. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken een antieke vlucht. (280). 173. Een ongenummerd fragment tegen den Noord-muur: Jan aeriansz backer. Een merk (2 gekr. weerhaken). 174. Hier leyt begraven Griet / dirckxdr van hoochtwout die / huijsurou van Jacop Aerien[sz] / is Gerust dê 21 febriarij 162? / Hier leyt begraven / Jacob Aeriaensz berck/merdijck is gherusjt] den 3 January 163? / Een medaillon met een boom (omgekeerd).— (283). (Griet Dirkxdr. was verm. de huisvrouw van Jacob Adriaensz Boerman, begr. 23 Peb. 1627 vlg. het doodboek. JacobAeriaenszß. was verm. Jacob AdriaenszCoeboer, begr. 6 Jan. 1634.) 175. Hier leyt begrave / Ysbrant Jacobsz / [Tjeer-kooper gerust / den 2 May 1679/En sijn dochter Grietje / Ysbrants gerust den /26 November 1679 /En sijn huys-vrouw / Trijntje Ysbrants / gerust den 17 Januari / 1685. / (Een medaillon) En sijn Soon / Jacob Ysbrantsz / Boeckdrucker is ge/rust den 20 Juny / 1694. / —(287). 176. Een ongenummerd fragment tegen den Noord-muur. Merk (Een greep, door den voet een schuin lijntje), tusschen de letters A. N. B. 177. Ineen cartouche een vrouwefiguur, uitgestrekt liggende op een mat. Daarbij de jaartallen 1559 en 1560 en twee gelijke merken. (Een weerhaak, in ’t midden voorzien vaneen ster (8) —) Een zeer uitgesleten opschrift: Ey laes nu bevïd ick dat my die is geseit / dat tegê dê doot baet rijcdöö noch edelheit / Groote Kerk .Ukmaar. Noorder Gang. wijsheit noch cracht noch ionh, va iaerë / als die doot cüpt die wil niemant sparen / op hude ist m . . . . lich .... ic .... gi dijn. / O mes tis u ëë gheestelijc wijsh? groot / alre (?) voir al ulie (?) licht de doot / wat ic wt liefde (?) gaf is mij al gaebleve / dat ick vast behilt, heeft mij begevë. / (290/291). (Zie: J. Belonje: „De legende van de Alkmaarsche Scbijndoode” Alkmaarsche Courant 5 Juli 1924, no. 157.) 178. Hier leyt begrave / Harck Gerritsz / Apoteker is gerust / den 22 December 1635 / (295). (Hij was Harck Gerritsz Bijwaert, begr. 26 Dec. Vroedschap 1630t0t zijn dood X Stijntje Michiels. Kinderen behalve Michiel en Jan; zie no. 279: Piet erf 24 begr. 29 Jan. 1704 X Hoorn 5 Peb. 1656 Nannichjen Crjjnen begr. 7 Juni 1666 X 2° te Hoorn Teunisje Nannings ondertr. 8 Mrt. 1671 Schepen Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar; Cornelis, begr. 1 Jan. 1670; Gerrit begr. 3 Feb. 1654.) 179. Een schild in medaillon met een ster (6) een anker en een monogram C. I. (296). 180. In het midden een merk. Rozetten op de hoeken. Inden rand: Hier leyt be/graven Jonge Jan Walichsz sterf den 27 Janwary anno 1595 / Hier leit begra/ven brecht Jans is gherust den 2 January Anno 1632. / (297). (Brecht Jans was een dr. van Jonge Jan W. v.d. Diens andere kinderen waren: Walich Jansz Gorter, Trjjn, Griet Aeltgen en Cornelis.) 181. In medaillon een monogram: S. B. A. L. (?) (299). 182. D: V: D: Horst. (300). (Betreft Dirk van der H., begr. 3 Sept. 1743.) 183. Theunis van Toornburg / Goudt en Silversmidt /en / Desselfs huysvrou / Steijntje Van den Bos / Ineen medaillon een kruis en: W. T. B. (301). (Willem Toornburg begr. 16 Oct. 1717 en zijn huisvr. Maritje Cornelis Coningh begr. 30 Mrt. 1712 werden eigenaars 11 Mei 1708.) 7 (rroote Kerk Alkmaar. Noorder Qang. 184. Rozetten op de hoeken. Midden: een schip (?) Een medaillon met schildje, waarop in medaillon: G. I. A. B. (?); Mettie Bodie / is gerust den / 4 May 1682. / (302). (Vgl. no. 64. Zij was de zuster van G ab r i e 1 8., wien misschien het monogram geldt.) 185. Ineen medaillon een merk (zandlooper) benevens de letters: F. C. P. en C. C. P. (303). 186. Pieter Cornelisz / Schoon / Ineen medaillon een merk. (304). 187. Hier leyt begraven / Griet Maertes die / huysvrou van Garre/brant Toomassen / scepemaker is gerust / den 24 Feberwary 1646. / (308). 188. Gerrit Lubbertse / Indijck. / (100). (Een Ger r i t I. was notaris te Alkmaar 1679-’96. Zie Alg. Ned. Fam. I. 1883/84 no. 101 bl. 4.) 189. Hendrik Barneveld / en sijn huysvrouw / Geertije van Truijen / Jakobus Vander Horst / en sijn Huysvrouw / Marijtije Barneveld. / (312). (H. B. begr. 17 Juni 1749; G. v. T. begr. 26 Oct. 1773.) 190. Ineen medaillon een schild met een merk en S. S. (317). (Eigenaar reeds 1604 Symon S ij m o n s z Wielemaeker.) 191. Jan Hemsink / 1805. / (318). (Het graf werd op 22 Juni 1805 verk. aan Helena Smit wed. J. Hemsink. Hij w. begr. 20 Juni 1805.) 192. Hier laeijt begraven / Aris Dircks Scher/remer is gerust den / 25 November Aö 1645. / Ineen medaillon een merk (hexagram) en: A. D. / S. (320). 193. Een ongenummerd fragment tegen den Noord-muur: Ineen medaillon een merk en de letters T. G. / C. 194. Fragment als voren. Arie W / en / Saertje Van / (jroote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 195. Hier leyt begraven / Heinderick Willems / Bruijn Veldt is inden / Heer gerust den 2/en October anno 1651 / Hier leyt begraven / [A]riaentie Willems / Huysfrov van Abraham / van Bodecom is inden / Heer gerust den 20/en November Anno 165? / Hier leyt begraven Trintie Willems D. / Huisvrouwe van / Cappetain Rens Cornelis Sevenhuisn / inden Heere gerust / den 13 Sebruari / anno 1653. / (325). (Ariaentie en Trintie waren de dochters van den vleesehhouwer Willem Heyndricksz op het Sluysgen en van J a n n e t j e J a n s. R. C. Sevenhuysen v.d., zie sub. no. 400 woonde op de Voormeer en kwam 5 Oct. 1642 b.d. geref. gem. Hij X 1° T r i n t i e Wi 11 em s v.d. (een dr. Trijn t j e ged. 20 Mei 1635.); X 2° Ae ch j e Crijn n e n, wed. onde'rtr. 4 Mrt. 1655, bet. naar Egmond Binnen. Hij begr. 17 Juli 1659 Z. Gang no. 312. A. Lourensz van Bodeghom als j. g. van Delft te A. gehuwd 15 Aug. 1627 Ariae n t i e v.d. Hjj X 2" te Alkmaar 13 Dec. 1654 HillegondHermens. Zij| lieten kinderen na. Vermoedelijk was hij een broer van den sub. rouwkas no. 23 genoemden.) 196. Ineen medaillon een merk: (2 gekr. weerhaken, geplaatst in kruisvorm) en C. H. / Q. B. (329). (Ygl. no. 947. Betreft Claes Harmesz G-outsblom, Back er X Geertje Cornelis, eigenaar 22 Eeb. 1702) 197. Een medaillon-, een man met een spade inde hand, en A. M. (377). 198. Ineen medaillon een gekroonde troffel, de letters M. A. V. R., benevens de letters L. V. O. Beneden: H. L. 8./ Marijtie van / Rossen. / (332). (Hit den boedel van Maerten Adriaensz v. Rossen, begr. 27 Dec. 1719 kwam dit graf aan Jan Smit mr. metselaar en diens vrouw Mar(jtje van Rossen v.d., hier begr. 27 Apr. 1728.) 199. Ineen medaillon een merk (A.) (334). 200. Een merk (z.g.n. greep) tusschen de letters W. W. (337). (Reeds in 1604 was eigenaar WilleboortWillemszCrockgen.) 201. Een merk (z.g.n. driestal) tusschen de letters t. I. —(338). (30 Oct. 1638 werd eigenaar Taemes Jansz Schoenmaker.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 202. Dirk Meijjer; Ineen medaillon een aambeeld. (341). (D. M. begr. 5 Jan. 1762 XJannetje Rosée begr. 8 Mrt. 1785.) 203. Hier leijt begraven / Maria Blauw / Obit den 8 Maart / Anno 1711 / Een uitgesleten medaillon. (344). 204. dit graf comt toe die / kinderen van sijbrant/pietersz van op meer / (Een merk: 6-puntige ster). Hier leijt begrave Anna / sijbrants dr sterf den 16/April anno 1627./— (346). 205. T. D. (347). (Betreft: Trijntje, dr. van Daniël Nannings. Hy was in 1604 reeds eigenaar.) 206. C. A. (348). (1631 werden eigenaars Eefjer en Cornelis Aelbertsz (Kaap) Horensvaarders.) 207. Een ongenummerd fragment. Wapen: Gekeperd van twaalf stukken. Gekroonde helm; dekkleeden; helmteeken: een samengebonden bos haneveeren. (Van Egmond van de Nijenbur gh). 208. Hier leyt begraven /JanJansz Keyser / Sterf den 28en April / Ao 1649. Doen ick was / oudt 40 jaeren gesond / doen woech ick 312 / pont Ende sijn / vader Jan Jansz / Goedleven ls Inden / Heer Gerust op den / 21 luny Aö 1649. / (358). (In het doodboek heet J. Jz. K.: Koyser Jansz Schipper, begr 1 Mei 1649.) 209. Ineen medaillon een schild met monogram I. D. V. en de letters I. D. (363). (Betreft Jan Dircksz Visscher, eigenaar sinds Feb. 1663.) 210. Hier leyt begraven / Pieter lansz IJser is / inden Heere gerust / den 13 November Ao 1665. / Ineen medaillon twee wapenschilden 1 en 2. 1. drie staven (ijzers?); 2 een ruitvormig schild, waarin het bovenlijf vaneen gewapend man, gedekt dooreen stormhoed. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken een staaf (ijzer?) tusschen antieke vlucht. (364). Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. (Catharina Willems Huysmans huisvrouw vau P. J. Ys e r wonende op het Pnidsen te Alkmaar 2 Maart 1645 met attestatie van A’dam; P. J. Ys e r 30. Nov. 1645 bij de gemeente. Zij testeerden 24 Jan. 1665 voor den Nots. J. v. Beyeren te Alkmaar. Hunne dr. Maria X Mr. Sim,on de Rees, wed. chirurgijn, (Huw. voorw. den 13 Nov. 1670 voor denz. notaris.) 211. In medaillon een merk (arab. vier; de dwarslijn eindigt- in een kruis; de voet splitst zich in drieën) en de letters K. P. S. M. (366). (Klaes Pietersz Sigman, provenier in ’t Vrouwen Gasthuis X Aeltie Vrericksz, eigenaars 1679.) 212. Hier leyt begraven / Sybet Willemsz Bier/stecker is gherust / op den 20 Feberwarus / Anno 1646. / Ende sijn huysvrou / Neel lans is gerust / den 15 April Ao 1674. / Ineen medaillon een schild met een merk (Uitgesleten.)—(367). (Sybet Willems werd reeds in Dec 1606 genoemd als brouwer in „’t Anckertge” te A. Zijn huisvrouw heet in het grafboek Neltgen Sybeth Yans van Saerdam.) 213. Rozetten op de hoeken. Aan een draagstok een schild met een merk. (Een cirkel, welke onderaan 2 aanzetten vertoont; uit het middelpunt rijst op een lat. kruis, dat den bovenkant d. cirkel snijdt) en I. P. Inden rand: Hier leyt begra/ven lif pietersz Met sijn huijsvrou lijsbet Tucois sterf dê 10 / October 1612. / (368). (lif. P. gorter te Alkmaar, begr. 11 Oct. 1612.) 214. Ineen medaillon: een paaschbrood, waarop een merk. Boven het paaschbrood hetzelfde merk en de letters C. C. B. (370). (Betreft Cornelis Cornelisz Backer X Neeltje Cornelis c.a. 1700.) 215. Ineen medaillon aan een draagstok een schild met drie moorenkoppen, 2 en 1. (De eerste kop is omgewend.) Randschrift: Barbertien Muerlings. Beneden (omgekeerd) C. Muerling. Boven: Jan Otter. (371). (Cornelis Muerling, boekbinder werd eigenaar Juli 1639; 1689 op naam van Bar b e r M. en in Dec. 1746 op naam van Jan Otter, begr. 25 Juli 1747 en Claas Stam begr. 30 Jan. 1767. Een Jan O. X Willemeijntie Yan Hoven woonde in het midden der XVIIIe. Eeuw op de Varkenmarkt.) Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. 216. Een merk en de letters C. P. B. K. Daarboven: A. A. U. W (372). (Betreft Cornelis Pietersz Bonte Koe en Anna Aarts Y a n W ij k. Zij t voor Aug. 1711.) 217. [Hier ljeijt begraven / jacob pietersz stadtstim/merman sterf den 21 Juny / 1635 Ende sijn huisvrou /Krintien Jans is gerust /den 16 september 1623 / Hier leyt begrav[en] / Neltie lacops sterf / den 3 April / 1643. / Ineen medaillon een schild met monogram J. P. en een bijl. (373). 218. Ineen medaillon een merk (aambeeld) en de letters I. P. S. Daaronder: lan Pietersz Smit / Gerust den 13 April/ 1658/ Ende sijn huijsvrouw / Haesie Taemis is inden /Heergerust den 18 Apr[il] / Anno 1666. (374). (Ygl. no. 520. Haesje Taemsdr. wed. Jan Pieterssoon Janbaes test. 11 Jan. 1659 voor Nots. J. van Beijeren te Alkmaar.) 219. Een fragment: Ende sijn huijsvrou / [Elijsabetie Aeriaens / Schenk is inden Heer / gerust den 27 April / Ao 1657. / (82; afkomstig van het Choor). (Zij was wed. van Pieter Cefjns, begr. 30 April.) 220. Ineen medaillon een koe. (378). (Het dorpswapen van Koedijk De eigenaar was Corn e 1 is Sijmonsz Coedfjck. In dit graf werd begraven de Fransche generaal J. A. David, die in het gevecht bij den Zijperdijk op den 10 September 1799 doodelpk gewond werd. Te Alkmaar overleden werd hy in dit huurgraf met militaire eer begraven. Aldus het grafboek der Gr. Kerk en ineen marge-aanteekening: „14 Sept. 1799 David Fr. generaal”. Zie N. Biogr. Woordenboek V bl. 125; Vonk, L. C. Inval der Engelschen en Kussen in N. Holland I. 158.) 221. Rozetten op de hoeken: Ineen medaillon een wapen: Doorsneden a) een kelk, b) gedeeld, 1 een vijzel met stamper 2 een merk (arabische vier, door den voet en de top een dwarslijntje). Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken de kelk uit het schild. Daarboven: Hier leyt / begraven Grie/tie Claes Sterf / den 18 lanuary / 1641 / Hier leyt be/grave luryaen / Heijndericksz / Kroes sterf de / 13 November / 1643. / Rand: Hier leyt begra/ven Willem Cop Huydecooper is gerust den 20en October / ANö 1611. End / Harmen Willemsz Cop sterf den 11 Februarius 1636. / (380). Groote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. (Zie no. 529. Stijntje Willems Cop ondertr. 17 April 1605 Jan Willemsz van Brujjl wedr. te Niemegen. Grietie C 1 aes, begr. 21 Jan. 1641 heet in het doodboek Griet Harman C o p p e s.) 222. Ineen medaillon een schildje met anker. Inden rand: A. Baas Hsz / 1802 / – (381). (Betreft Adriaan B. Hendriksz, die eigenaar werd 20 Febr. 1802.) 223. Als no. 209. (383). 224. Een ongenummerd fragment tegen den Oostmuur: Hier leyt begrave / Lijsbedt Wijbrans sterf de 6 Feberwary / Anno 1637 / Hier leijt begraven / Heertgen Heertgen / sterf de ?? lanuarius / Anno 16? 2. / 225. Een fragment tegen den Oostmuur: Hier leijt begraven / lan lansz van Exter / Ende sijn huisvrou / Maertgen Sij – mons / Ende noch twee soon / tiens van lan Phelipse / Chabaelie in November / 1647 En lannetie lans vroe/vrou huisvrou v[an] / Frans Karei / op de Koo[nincxweg] / den 2 / (J. P. Chabaelie of Schabaelje, geb. te A’dam ± 1580, alwaar hy met zijn broeder Pieter veel geld had verdiend door eene uitvinding vaneen molen om boekweit tot wit meel te rollen en te malen. Leeraar der Waterlandsche doopsgezinden te Alkmaar. Begraven te Alkmaar 6 April 1656. Hij woonde er inde Hofstraat over de „Mosterdpot”. Yan hem zijn bekend een achttal geschriften van kerkelijken aard. Zie Ned. Biogr. Woordenboek 11. 1268. Het graf lag inde Zuider kapel P no. 10; hij was er eigenaar van met Jannitge Willem s, de zuster van zjjn huisvrouw.) Zuider Gang. 226. In het midden'een medaillon met wapen: Een pronkende pauw; helm met wrong en dekkleeden; helmteeken de pauw uit het schild. Om het medaillon: Dit Ist Wapen Van Freedrick Pietersn Houtman / Glroote Kerk Alkmaar. Noorder Gang. Op de hoeken van de zerk wapenschildjes in kleine medaillons: Het stadswapen van Gouda en het merk van F. Houtman, beiden tweemaal. Een opschrift vult de overige ruimte: Hier Laeyt Beegraeven / Freedrick Pietersoon Hou/tman In Sijn Leeven Ge/eweest Gouverneur Van / Amboina . Mede . Eerste Raet / Van Oost Indien ' Ende Mit/sga[e]rs / Scheepen En / de Raet D[ese]r [Stede] / Alcmaer [Sterf Op] / Den [E]en[en]t[wintichsten Oct]/oober [Anno 1627] (1/2; oud no. 54.) (Wapen en merk van Houtman zooals men ze op de zerk ziet komen overeen met die van zpn schepenzegel en contrazegel, zie Verzameling Schepenzegels Gemeente Archief Alkmaar. Hp was grondeigenaar inde Wieringerwaard en was in dat waterschap Hoofd-Ingeland. Zie over dezen beroemden zeevaarder en pionier in Indië Oud Holland XXVI bl. 203, 204; C. W. Bruinvis in Navorscher 1859 bl. 389; 1914 bl. 417 en Alkm. Courant 1852 no. 153. Houtman werd 25 Oct. 1627 begraven blijkens een aanteekening in het doodboek der Groote Kerk: „Fredrick Houtman Scheepen en Capt. 3 pos (d.i. drie poosen geluid B.) f 13— Noch de selffde twee graeven en Sarcken f 148.—”) 227. Drie medaillons: 1. Een smidshamer; 2. H. I. en een merk. 3. Een aambeeld. Daaronder: Hier leyt begraven / Huijch Yansen Velsen / Smit is in dn Heere / gerust den 9 Septem/ ber anno 1628 / Kool / (3). 228. Hier leyt begra/ven Trijntge Fre/rickx dr. sterf de / 15 Maert 1628 / Een hoefijzer. (4). (Het grafboek noemt haar Trijn Fredricx Hoeffijser.) 229. Ineen medaillon, dat bijna de geheele zerk beslaat, blijkens het onderschrift op een geplooid lint, het wapen van: Mr. lohan Baert . / Burgemeestr / Ende Raed . / Het wapen, hoewel uitgekapt, is te reponstrueeren en moet gelijk zijn geweest aan dat van no. 642. Gekroonde helm; dekkleeden die bijzonder fraai zijn uitgevoerd inden stijl Lodewijk XIV; Helmteeken uitgekapt. Achter het schild gekruist en uitkomend twee fasces cum securibus. (5). (Mr. Johan Baert, zoon van Jacob en Catharina Kessel, zie no. 653 geb. 1 ged. 5 April 1651 f 15 Sept. 1721, begr. 20 d. a. v. Schepen van Alkmaar 1687/’BB Burgemeester 1696/1709; Vroedschap 28 Oct. 1686 tot zp'n dood. Hoofdofficier 27 Jan. 1712 tot zijn benoeming tot Gecommitteerde Raad 16 Jan. 1713. Raad ter Admiraliteit Penningmeester van de Schermer, Hoofdingeland en Kerkmeester van de Wieringerwaard, Rentmeester en Secretaris van de Uitwaterende Sluizen. Hoofdingeland van de Heer Hugo Waard en van de Schermer türoote Kerk Alkmaar. Zulder Gang. De zerk no. 229 inde Gr. Kerkte Alkmaar. Hoofdingeland en Heemraad X ’s Gravenhage 8 Sept. 1676 (ondertr. 16 Juli) Catharina Jacob, geb. te Rotterdam dr. van Daniël en Maria van Wouw, begr. 30 Nov. 1715. Zij lieten na de volgende kinderen (1-9.) 1. Catharina Johanna geb. 2 ged. 3 Oct. 1677, ongeh. f 24 Nov. begr. 2 Dec. 1749, zie bl. 6. 2. Maria geb. 27 ged. 28 Nov. 1679 t 24 Mrt. 1686. 3. Mr. Jac o b, geb. 26 April 1682 + te ’s Gravenhage 24, hier begr. 31 Maart 1719 Griffier van de Rekenkamer Heemraad van de Schermer X 24 Aug. 1707 Will.emina Vrijburgh, begr. Z. Gang 122 den 30 Nov. 1708, zie no. 861. 4. Mr. Daniël, tweeling met den vorige f op zijn buitenplaats Torenvliet aan de Keinsmer- en Ruigeweg. inde Zijpe 25 Mei, hier begr. 1 Juni 1757 Schepen Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar Kerkmeester van de Groote Kerk. Aalmoezenier Schepen en Heemraad van de Zijpe. Schepen en Heemraad van de Schermer. Penningmeester en ontvanger der ordinaris en extraordinaris verponding en later Hoofdingeland, Kerkmeester en ook Dijkgraaf van de Wieringerwaard, Hoofdingeland 7an de Heer Hugo Waard, Bewindhebber der W. Indische Compagnie. Hij was bekend om z’n oranjegezindheid. X 1“ Corne 1 ia, dr. van Hendrik Gualtersz Brand en Adriana Brasser, zie sub. 482 f 20, begr. 26 Juni 1731 N. Gang7oX2°22Mrt. 1735 Theodora Scrivelius wed. S1 icher van Leiden f 5 Mrt. 1751. 5. Cornelis geb. 16; ged. 18 Feb. 1685 f 18 Mei 1689. 6. Maria. geb. 30 Aug. 1686; f 16 Sept. d. a. v. 7. Mr. .Wille m, geb. 2 Dec. 1687, f 8 Feb. 1712 te Amsterdam, hier begr. 16 d. a. v. Heemraad van de Wieringerwaard. 8. Mr. Johan, geb. 20 Jan. 1689 f 15, begr. Zd. kapel F. 6 den 18 Peb. 1749 Schepen van Alkmaar; Schepen en Heemraad van de Zijpe; Hoofdingeland en Penningmeester van de Wieringerwaard Schepen en Heemraad van de Heer Hugowaard; Rentmeester en Secretaris van de Uitwaterende Sluizen, Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer. X 1° 11 Juni 1722 Anna, dr. van Sijmon Duijsingh en Maria Doornekroon (zie no. 619.) Kinderen: Catharina, geb. 21 ged. 24 Oct. 1723 begr. N. Kruis 13 den 20 Nov. d.av. en Maria Anna, tweeling met de vorige, zie wapenbord no. 173. X 2° Susanna Jacoba Kien, dr. van Mr. Johan en Geertruij da Geesteranus, zie wapenborden 104 en 159, begr. Kapel Zd. F. 5 den 8 Juli 1756. Kinderen: Johan, ged. 26 Sept. 1725 begr. 28 Juni 1730 enJacob Nanning, ged. 26 Dec. 1726, begr. 23 Nov. 1737. 9. Mari a Corne 1 ia, tweeling met den vorige, ongeh. t 3, begr. 9 Aug. 1717.) 230. lohan: Baert. (6). (Ygl. no. 229.) 231. Als no. 230. (8). 232. Als no. 230. (9). Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 233. Hier leyt begraven /Dirck lansz Kroone / is gerust den 8 / November anno 1685 / En Dockter lohannis/Croone obiit den / XXV May 1689. / Lager leest men: Kroon. (17). (Eene aanzienlijke R. K. familie te Alkmaar Jan Jansz C. op de Lange Nieuwesloot te Alkmaar liet by zyn vrouw Trij n Ja n s na o.a. een zoon Dir c k, zie boven, wiens zoon Dr. Joh a n v.d. X 10 voor burgemeesteren 16 Januari 1678 Anna Castricums X 2° a.v. 14 Maart 1688 Magdalena Hazes van Hoorn. Uit diens eerste huw. een dr. Catharina ged. R.K. St. Laurenskerk 28 Apr. 1682. Een andere dr. Aga t ha X 18 Oct. 1663 Cornelis van Heijmenberg inde Langestraat wedr. C o r.n e 1 ia Boot, zoon van Jasp'ar Jansz en Aeltie Gerrits Langedijck, notaris te Alkmaar (mut. test. 17 Juli 1664 voor Nots. J. van Beieren aldaar).) 234. Kroon. (20). (Een naast dit no. gelegen steen (genummerd 19.) vertoont dit zelfde opschrift, doch zeer verminkt.) 235. Ineen medaillon een haan. Terzijde I. H. Hier leyt begraven / Claes lan[sen] Timmer/man die gerust is op dë / 26 February 1612. / Ende Pietertge Claes / Syne dochter die huys/vrou was van [Claes] / Cornelis deHaes inde / Here gherust den 26 / luly 16?? / Claes de Haes Gerust / [den] 8 May 1653. / (22). (I. H. betreft vermoedel. Jacob de Haen + vóór 1650.) 236. Ineen medaillon een monogram: G. V. M. (24) (Betreft: Gerrit Gerritsz van der Meulen.) 237. Ineen medaillon een merk en: W. T. (26). (Betreft: Willem Florisz Troost.) 238. Hier ligt begraven / Casparus Jozephus / Bottemanne / Inleven, mr beeld en steenhouwer / te Alkmaar / Geboren te Escaussines / in Braband den 2 Mey / 1757 Overleden te Alkmaar / den 16 April 1812. / Als mede deszelfs huisvrouw / Geertruda Maria / Rivet / Geboren te Rotterdam / den 24 December / 1758 / en te Alkmaar overleden / den 21 April 1817. / Een vijftal zoonen / Dekt met dezen steen het graf / van ’t oudrenpaar, / wiens deugd hun ’t lofflijkst voorbeeld gaf. / (2-8). Groote Kerk Alkmaar. Zulder Gang. 239. Een ongenummerd fragment (als no. 234). 240. Als voren. 241. Cornelia le Fevre / ouerleden den 10 febr / 1720 / Ende haare suster / Alida le Fevre / huysvrouw van/Abram Middelman / ouerleden den 11 may / 1722 / (29). (Cornelis le Fèvre was notaris te Alkmaar 1666-’B3, pestvader 1679, begraven aldaar Middengang no. 168 den 17 Jan. 1684; Cornelia en Alida le F. maakten 18 Sept. 1714 voor nots. C. van der Meer te Alkmaar een mutueel testament. Zij waren dochters van C. le F. v.d. en diens vrouw Marjjtje, dr. van Aert Jansz van Putten.) 242. Een schildje beladen met een pentagram en: S. YV. 1714. Lager: een bijl en: C. C. T. (34). (Beatrix en Jan Timmer, kleinkinderen van C 1 aes Cornelisz Timmerman droegen den eigendom over op 30 Dec. 1710 aan Sij t s Yacobsz Vollers begr. 1 Juni 1714 X Cneel is z e Aelbers de Lange begr. 6 April 1728.) 243. M. Y. S. Lager: Ineen medaillon een klok en daaronder een merk. – (36). (Reeds in 1604 behoorde het graf aan de voorkinderen van Louris Adriaens inde Clock, n.l. Pieter, Anna, Aelbert, A e r ia e n en J a n n e t g e n, zie no. 613.) 244. Een merk en: I. S. (37). (Betreft verm. YsbrantCornelisz Sc h i p p e r, waarschijnlijk f na 1624.) 245. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hier leyt begraven / Tringien lans dochter van lan Cornelis Haringcarspel / is gerust den 10 / Marty Ao / Midden: Hier leyt begraven / lan / C / den 11 Marftii] . ... / B. V. Yperen. / Lager: een schild in medaillon. .(De dochter van Jan Cornelisz H. begraven 11 Mrt. 1628. Barent van Yperen test. voor den Nots. P. Groen te Alkmaar 13 Oct. 1751 en 22 Juni 1761 begr. 18 Sept. 1761 X 4. nn a Finea Laatstgenoemden woonden op de Laat te Alkmaar.) (xroote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 246. Ineen medaillon een merk (Een St. Andrieskruis, door het hart een horizontale lijn) en de letters I. B. (39). (Betreft: Mr. Jan Bonckenburgh, stadschirurgijn medio XVII. Een Pieter Jansz B. werd begr. Zuider Gang no. 133 den 20 Juli 1677.) 247. Hier is begraven (de voorstelling vaneen plaat.) Cornelis Plaat / en Kornelia Keijs[ers] / Saame inde egte Staat / getreden over 42 jaare / in dese Kerk / sijn beide in 3 dage geleit / onder dese Serk / den 3 en den 6 / November Anno 1749 / (40). (Cornelis Anthonisz Plaat, j.m. inde Nieuwstraat, verm. een broeder van de sub. 305 genoemde Sara P. X 22 Mei 1707 Corne li a Hendricks Key s er, j.d. inde Huigbrouwersteeg.) 248. Ineen lijst een z. g. n. standerd-molen. Lager leest men: Hier leyt begraven/lan Dircksz Molenaer / van de Wolf is gerust / den 5 luny anno 1648 / en Tryntie Adriaan / Blauwmolen sterf / den 11 Februari Ao 1675 / (3; afkomstig uit Zd. Kapel B.) (De molen „de Wolf’ of de Keetmolen stond te Alkmaar even beoosten de Keetkolk, zie C. W. Bruinvis: De Molens van Alkmaar bl. 12 ev.v. zie ook no’s. 47, 401, 407, 423.) 249. Dit graft hoort toe / Juffrou Elisabet G. / Vander Voort 1709. / (42). (Zij werd eigenaresse 1709, hier begr. 14 Nov. 1711.) 250. Een schild met: W. V. Seyl. M. V. Seyl. (43). (Willem van S. XMaritjePieters Hofdijk en Maurits van S. X Grietje Pieters Hofdijk, eigenaren 1701.) 251. Ineen medaillon-, een ster (8). (Wapen van Zeil.) (9. Afkomstig uit de Zuiderkapel B.) (Zie ook de no’s: 463, 449, 929.) 252. Hier legt begraven / Claes Dircksen van / der Sluys is gerust / op den 28 October / Anno 1680. / Een merk en C. D. V. S. (45). 253. Ineen Medaillon het wapen der stad Haarlem. (47). (In 1633 komt voor als brouwer van „’t Haerlems schilt” of „wapen” een Jan Jansz, den 6 Aug. 1606 kwam Henrick Willemsz, Groots Kerk Alkmaar. Zuider Gang. De zerk no. 248 (tusschen de no’s 247 en 249) inde Gr. Kerkte Alkmaar. de brouwer in ’t Swaert op dronckenoort bjj de geref. gemeente, vgl. Kapelkerk n0.9, terwijl Aerian Aeriaensz „weduwnaar in ’t Haerl. wapen en biersteker” den 11 Mrt. 1590 ondtr. Jannetje J a n s d r van Weesop. Dit no. betreft Maerten Heijndricksz eigenaar sinds 27 Febr. 1638. Hij schijnt overleden vóór Maart 1663, wanneer z\jn zoon en mede erfgenaam Pieter van Bekum een huis uit zjjn boedel overdraagt. Hij was brouwer inde brouwerij het zwaard of het wapen van Haarlem, gelegen aan de Varkenmarkt tegenover het hofje van Wildeman. Het Zwaard, zie no. 919, werd herbouwd in 1686.) 254. Als voren. (48). 255. Ineen medaillon een merk (De arabische vier, door de voet een dwarslijntje.) Lager leest men: [Je] lis Baertsz sterf den 20 luny 1515 ende Vrouw Vreerick sijn huysvrou sterf 1541 den 3en May en Aecht lacops Hoogelant huijsvrou van Adriaen Cornelisz Schagen sterf den 29 Maret 1608 en Vroutie Baerts sterf den 7 May 1625. (49). (Het Memoriaal v. Kerckmeesteren, tevens oudste doodboek d. Groote Kerk, vermeldt tusschen Paschen en Pinksteren 1541: „Baert Jelisz moeder is gesturven ergo” „sculdig van clockgelt kaerss en graffgelt” ,Inals 1111 gl Xlsts” Dus: jelis Baertz X Vrou Yrerick hadden een zn. Baert Jelisz. Laatstgenoemde was schepen 1544/46 en vroedschap van Alkmaar tot zjjn dood in 1546. Zie Eikelenberg en Boomkamp „Alkmaer” bl. 115. Hjj X Vroutgen Baerts v.d. dr. van Baert N. en Katrij.n Jacobsdr. Soutmans (laatsgen. hertr. na den dood van haar eerste man Jan Jansz Steenhu ij s op de Voordam, zie verkl. v. Nots. F. van Teylingen Alkmaar 13 Juni 1555.) die hertr. Mr. Jacob Hogelant, begr. 17 Dec. 1590, Heemraad van de Zppe, zoon van Aelbert Pietersz H. van Schagen, die o.a. in 1553 schepen van Schagen was en later dijkgraaf van de Zijpe. (A. P. Hogelant had behalve deze zoon een eenige dr. Geurt X N. Ve rduij n die behalve twee dochters twee zoons n.l. Cornelis en Pieter naliet.) Zie voorts no. 256.) 256. Medaillon en merk als voren. Lager leest men: Hier leyt begraven den E. burgemeester Arien Cornelisz Schagen sterf den 1 October 1639. (50). (Adriaen Cornelisz S. vgl. C. W. Bruinvis: Het gesl. Yan Steenhuijsen Gen. en Herald. bladen 1907/08 de tweede zoon van Cornelis Matthijsz Schagen, zieno. 158. Hjj kwam bij de gemeente 7 Feb. 1599 was schepen, thesaurier, vroedschap en burgemeester van Alkmaar. Kerkmeester der Gr. Kerk; begr. 5-10-1639. Hij X lo 24 Jan. 1599 Aechl, eenige dr. van Mr. Jacob Hogelant, zie no. 254. X 2o 14 Juni 1609 Anna Jacobs. Hjj liet na behalve een dr. Maritge b.d. gemeente 7 Sept. 1622 en een dr. Nee 11 ge neen zoon Mr. Jacob, die zich naar zijn moeder Groote Kerk Alkmaar. Zulder Gang. Schagen Hoogland noemde; Schepen van Alkmaar, waar hij op het Verdronkenoord woonde; Heemraad van de Wieringerwaard en van de Zijpe. Vermoedelijk waren Dr. Cornelis Schagen.H. X 2 Jan. 1656 Anna, nagel. dr. v. Pieter Gerbrantz Spiegel med. dr.; Heemraad van de Zjjpe en Jacob Schagen H. f’s Hage 11 Apr. 1672, vroedschap, schepen en burgemeester van Alkmaar X 16 Jan. 1657 Geertrujjd Cloppenburg van A’dam zijn twee zoons.) 257. Hier Leyt Begraven / Cornelis Gerritsz / Duecht Is Gerust / Den 11 Februari 1662 / Aeltie Cornelis / Lager-, ineen medaillon een schild met een paardekop. (54). (A. Cornelis v.d. was D’s huisvrouw.) 258. Hier leyt begraven / Cornelis Clasen / Timmerman is gerust / den 29 April Aö. 1623. / Ende Maritgen / Remmen sijne moeder / is gerust op den 18 / May Ao. 1636 / Cornelis lansz Kort / gerust den 31 Augusty 1652 / —(56). (C. J. Kort heet in het doodboek: „Cornelis Jansz korte butter straet”, dus verm. naar de straat waar hjj woonde.) 259. Ineen medaillon: een merk, en H. W. (57). (Heyn'd riek Wi 11 ems z, bakker X Jannitje Nannings van Meeteren, eigenaar 1660.) 260. Hier leyt begraven / Willem Too / Hooren / den 22 October 1638. / K. V. Vasen / In medaillon: een uitgesleten schild; ter weerszijden F. M. en een merk. (58). (Klaas van V. begr. 18 Juni 1776.) 261. Medaillon en merk als voren. (59). 262. Wouter / Francken / (62). (W. Franken, deurwaarder, begr. 17 Feb. 1740.) 263. Hannes Schaagen / en / Desselfs Huijsvrow / Immetje Edel. (64). (Hfl begr. 5 Oct. 1769; zij 30 Oct. 1777.) 264. Een schoenmakersels en een merk. – (Een ongenummerd fragment.) Oroote Kerk Alkmaar. Zulder Gang. 265 Ineen medaillon: een schild. (Wapen als no. 279?) (65). 266. Ineen medaillon een zwemmende bruinvisch. (69). (Jan Bruinvis en zijn huisvrouw G-uurtje Kleyn kochten dit graf blijkens het grafboek den 31 December 1731. Zij werden hier begraven respectievelijk op 26 Juni 1766 en op 16 November 1775. Zie Alg. Ned. Fam. I no. 120 bl. 2.) 267. Hier leyt begraven / Maertije / Catenius is / gerust den 22 / Yanuary 1732 (70). (Zij woonde op het Verdronkenoord; toen zij 26 Jan. werd begr. stond het graf ten name van haar moeder (?) Garbrig Collemans, wed. C at e n i u s) 268. Ineen medaillon een arm met opgeheven hand, waardoor een staf omklemd wordt gehouden. Lager leest men: Philippus Depmar / Bode dezer Stad / En / Desselfs Huysvrouw / Johanna van der Burg / obiit den 9 mey / Anno 1743 / (71). (Depmar was inwonend bode op het Stadhuis.) 269. Een schildje, waarop A. I. en een boom. Lager: Krieekeboom. (73). (Betreft Mr. Aelbert I Krieekeboom, chirurgijn,deelgenoot inde Brouwerij „de Boom”, begr. 22 Sept. 1730. Hy was gehuwd met Glu u rtj e Corne lis Kleyn begr. 18 Nov. 1732. Zie Alg. Ned. Fam. I no. 94 bl. 4.) 270. Als no. 269. Het schildje is hier ineen medaillon ge plaatst. (74). 271. Ineen medaillon een wapen: Gevierendeeld: I en IV een korenschoof; II een gekroonde klimmende leeuw; 111 een gaande bok. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken de korenschoof uit het schild. Op de hoeken van de zerk kwartierwapentjes, volgens het schild. Inden rand leest men: Hier leyt be/graven Lobbrant Jacobszoon Coren / Secretaris] der / stede Alkmaer sterf dë 17 Api 1600. / In het midden leest men: Hier leyt be/graven /Jacob Lobb / [rantsz] sijn [soon] / schepen ende / Raet deser / stad gerust / den 8 October / anno 1644. (77). Groote Kerk Alkmaar. Zuider flang. (Jacob Gerrits Cooren van Hoorn; wjjnkooper? ><; Clemejjns Lobbrants?; poorter van Alkmaar 14 Nov. 1545 f 1566 had twee zoons: 1. LobbrantJacobsC. Kerkmeester der Gr. Kerk. Secretaris. 18 Nov. 1572 einde 1587. Notaris te Alkmaar 1571-1600; begr. 20 Apr. 1600. Hjj woonde aan de Noordzijde der Langestraat. Deze liet na 2 zoons: Ad riaan adelborst der Schutterij 1615/19 en Jacob, schepen 1627-’43; vroedschap 1627, begr. 13 Oct. 1644, zie boven. 2. Gerrits Jacobs C. lakenkooper; Kerkmeester der Gr. Kerk 1575-’B2, schepen 1583-1590; burgemeester 1593-’9B; vroedschap 1586, afgezet 1610, herbenoemd 1618 en vervolgens lid tot zijn dood in 1625. Diaken der geref. gemeente 1587. Adelborst der Schutterij 1577 X 1“ Maria dr. van Willem Jansz Steenhuys, zuster van den sub. 313 genoemden Jacob Willemsz S.X2° Ad riaan Jaco b s dr., bij de geref. gemeente 28 Mei 1581; begr. 6 Aug. 1597. Kinderen begr. 17 Nov. 1582; 28 Mei 1584 en 7 Mei 1587. De overige kinderen waren: a. Mr. Jacob, zie wapenbord no. 2. b. Cla e s X 28 Aug. 1600 Ja n net je, nagel. dr. van Jan Pietersz Verwer „int blauwe Dujjfge” te Alkmaar. Deze liet na een zoon Jan, ged. 27 Mei 1619 en een dochter M aartje, ged. 8 Aug. 1621; een kind begr. 2 Febr. 1616. c. Reynier, X te ’s Hage 30 Sept. 1607 Lij sbeth, dochter van Jan Jansz Hooghlandop het Fnidsen te Alkmaar Zie ook sub. 889. Deze gegevens wijken af van „Het Oud Adellijk Luiker Geslacht De Loen de Kemesche, enz., bl. 65, waarin men op bl. 67 een minder betrouwbare teekening van deze zerk aantreft.) 272. W. V. – (79). (Willem Vrugt werd eigenaar 23 Dec. 1758.) 273. T. D. G. I. (80). (Na 1624 eigenaars: Tijs Douwensz en Geertruijt Is b ra n t s.) 274. Cornelis Schagen. (81). (C. Schagen was verm. de zoon van Johan Schagen, zie no. 502 en was schepen te Alkmaar 1689/’9O; Vroedschap 1688 Hoofdofficier April 1690 tot zjjn dood 24, begr. 30 April 1708. X Anna Hejj ndricks S wart begr. 19 April 1689 X2° 15 Oct. 1690 Anna Sevenhuysen dr. van Sijmon en Elisabeth Sne 11 iu s, zie no. 498 huw. voorw: 28 Sept. 1690 voor Nots. C. van Heijmenbergh; mut. testament 15 Mei 1698 voor Nots. G. Winder. Hyj liet o.a. na een zoon Mr. Sim o n, uit het 2e. huwelijk, zie rouwkas no. 129 en uit zijn eerste huwelijk een dr. Elisabeth X Hendrick Swart.) 275. Hier leyt begraven Louris Symonsen Scuitmaker. Lager ziet men ineen medaillon 2 merken. (85). (Cornelis Kessel en Grietje Sjjmons, afstammelingen van Aeff Cornelis, wed. van L. Symons v.d. verkochten dit graf 19 April 1692.) Groote Kerk Alkmaar. Zulder Gang. 276. H. E. (87). 277. Pieter Najer. (88). (Hij werd den 2 Dec. 1769 begr.) 278. Ineen XVIII cartouche een bloempotje, waarin bloemen. – (89). (Betreft Harck Blom Harcksz, schilder, en evenals vader Stadssteenhouwer. Hij werd 30 Juli 1728 lid van het St. Lucasgild te Alkmaar, zie „Oud Holland” 1909 bl. 116. Zie ook Alg. Ned. Fam. I. no. 94 bl. 2.) 279. Ineen medaillon aan een draagstok een wapenschild, beladen met een lelie, vergezeld van twee sterren (6) in het schildhoofd. (Bywaert.) Een uitgesleten onderschrift-, men onderscheidt: [BY]W[AER]T. – (91). (Het graf werd op 8 Juli 1666 gekocht door Michiel Harcksz 8., vermoedelijk uit Hoorn afkomstig, Regent van het Mannengasthuis, Schepen van Alkmaar 1667-’7l; vroedschap vanaf 15-5-1666 tot aan zijn dood 24-12-1678. Begr. 29 d.a.v. Een zoontje begr. 21 Sept. 1674. Hij test. 25 Feb. 1670 voor den Nots. C. Kessel te Alkmaar. Michiel Harcksz’ broer Mr. Jan Harcksz B. Chirurgijn, werd hier begr. 28 April 1674. Deze X 1° 1 Mei 1664 Ariaentje Gerr i t s te Schoorl (een zn. Dr. G e r r i t, + 10, begr. 15 Apr. 1722, Vroedschap, Schepen en Burgemeester van Alkmaar, Heemraad van de Wieringerwaard en de Schermer, ondertr. 3 Juni 1685 Maria Tjerks.) X 2* 30 Sept. 1668 Trijntje Jans Waach,wed.) 280. Ineen medaillon een aan een ring hangend wapen: vijf aaneengesloten ruiten, gesteld in kruisvorm (Kessel.) (92). (Betreft vermoedeljjk Mr. Roelof Kassei, zie rouwkas n0.29). 281. [Jacob Jacobsz Posthumjus [in den Heejre Gerust [de]n 24 Maert A 1710. Lager ziet men een merk. (Een ongenummerd fragment; oorspronkelijk Zuidergang no. 75.) 282. Hier leyt begraven / Trijntgen Dirx van dë / Berg Huysvrou van Mr. / Hendrik Eysinga Stads / leproos Mr. van Alkmaer. / (Mr. Hendrik van E. inde Lombardsteeg te Alkmaar, ondertr. 2 Feb. 1631 Tryn Dircks van den Bergh, wed. van Ysbrandt Adriaans z, officier van Heiloo, wier dochter B rec h j e ondertr. 23 Feb. 1631 Cornelis Aelbertsz wedr., varensgezel op bet Groot Nieuwland te Alkmaar). 8 Groote Kerk Alkmaar. Zulder Gang. 283. Hier leyt begrauë marijtgen / Jans dochter die huysvroü van /aerrië dircksz sterf dë Ben / october A° 1620. / (Een fragment.) (Misschien was zij „die huijsvrouwe van Aer ia n Sco e n’ opt luttic oudorp naest de spiegel”, begr. 10 Oct.) 284. Hier leyt begraven [Gar]/brant Cornelisz lyn- dreie [r]. / Lager: ineen medaillon een lijndraaiers instrument en een merk. (95). (Verm. was hij vóór 1604 reeds overleden) 285. In het midden ineen medaillon een wapen. Schild uitgekapt. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken uitgekapt. Óm de zerk loopen twee randen: Inden buitenrand: Hier Leyt Begraven Pieter / Jansz Stoop ls Gerust Den 18en November 1580 / Ende Syn Huysvrou Mar[it]gen / Van Foreest Gerust Den 12en May Aö 1582. / Inden binnenrand: Ende Haer Dr Grietgen / Stoopen Gerust Den 21 Marty 1612 / Ende Haer S[oo]n lorden / Stoop Gerust Den 13en May Aö 1614. / Boven en onder het medaillon ziet men twee fraaie cartouches met uitloopers inden trant van Hans Vredeman de Vries. Inde bovenste cartouche leest men: En De Heer / lordaen Stoop / Hooftingelandt (en inde benedenste): Van Beyde De Zypen Gerust Den 13en AprilAo 1668. Om het wapen leest men tenslotte: En De Heer Burgrmr lan Pts Stoop Gerust Den 9 September Aö 1634. (96/97). (Een notitie in grafboek XIII beschrijft het bovenstaand wapen vóór de vernieling als: „Drie stoopen ende een beerenhooft . Een dwarsbalk, beladen met deze 3 stoopen is op het schild nog flauw waarneembaar; het „beerenhoofd” zal wel een zwijnskop wezen, en het wapen is dan gelijk aan het wapen van het Dordtsche geslacht Stoop, zie Ned. Adelsboek. Een verwante Alkmaarsche familie Stoop, waartoe o.a. behoorde de burgemeester Jan Jacobsz S., zn. van den Burgemeester J. Dirksz Wijnkooper, begr. 8 Dec. 1633, gehuwd met Neel Tyssen Raephorst, zie no. 816, (zn. Wi 11 em S., apotheker, begr. 9 Jan. 1662.) en misschien ook de sub 896 vermelde G-errit Adriaensz S., voerde het wapen met deze verschillen: in het schildhoofd een ster [6] en als helmteeken een antieke vlucht, zie Verzameling Schepenzegels Gemeente Arch. Alkmaar. Bovengenoemde P. Jz Stoop was de zoon van Jan Willemsz S. poorter van Alkmaar 15 April 1541 en begr. inde Groote Kerk aldaar 1558, en vermoedelijk de kleinzoon van Wi 11 e m Jans z S. Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. De zerk no. 285 inde Gr. Kerkte Alkmaar. Schout van Heiloo en Oesdom 1518, van Bergen 1534-1541 en van Koedijk 1534-1540 en de neef van Adriaen Willemsz Stoop, Schout van Bergen 1543-1554 en van Koedijk 1543-1551. Hij was in 1567 luitenant der schutterij; zeilmaker; komt in 1572 voor onder de ingelanden van de Zijpe; Schepen van Alkmaar in 1580 X Marit gen, dr. van Jorden van Foreest en Margaretha Beyers, zie 306. Kinderen werden van hen begraven: Najaar 1569 (2) en in 1563. Verder lieten zij na: 1. Griet g e n, zie boven. Bij de geref. gemeente 10-2-1602; begr. 25 Maart. 2. lord e n, zie boven. Hij was thesaurier van Alkmaar in 1613. Als luitenant der schutterij komt hij voor op een schutterstuk door C. van der Heek (1613), aanwezig in het Gemeente Museum te Alkmaar X Brech i e n, dr. van Jacob Willemsz. Steenhu ij s en Catrijna Dijcx, zie no. 314 en C. W. Bruinvis: „HetGeslacht Steenhuysen” in Geneal & Herald. Bladen. I, waar zij niet geïdentificeerd kon worden. Zij was weesmoeder 1619, tuchtmoeder 1627; begr. 16 Juni 1628. Zij lieten na: . a) Jac o b S. Heemraad van de Wieringerwaard van 1635 tot zijn dood, begr. Gr. Kerk 28 Januari 1638 en b) Jorden S., (zie boven) X Ida, dr. van Reynier Coetenburgh en Adriana de Gra e f of Graaf, zie no. 647, t 30 Nov. begr. 5 Dec. 1679 inde Zuidergang no. 107. H(j werd begr. 18 April 1668, was Hoofdingeland en Heemraad van de Oude Zijpe en behalve Heemraad en Kerkmeester, blijkens zijn grafschrift ook Hoofdingeland van de Nieuwe Zijpe of Wieringerwaard. Voorts was hij provoost van het blauwe vendel der Schutterij te Alkmaar en in 1648 Heemraad van de Schermer. 3. Jan, zie boven. Herhaaldelijk Heemraad, Hoofdingeland van de Zijpe, Heemraad van de Schermer. Hij werd lid der Vroedschap na den dood van zijn neef Dirk van Foreest in 1596; ontslagen 1618. Eerste Heemraad en Hoofd-Ingeland van de Wieringerwaard, Heemraad van de Heer Hugowaard. Hij woonde te Alkmaar op het Luttik Oudorp en was zeilmaker. In 1599 is hp kapitein der Jonge Schutterij, burgemeester 1608-’ll, begr. 13 Sept. Hij huwde 9 April 1595 Trijn Jacobsdr inde Craen; zij lieten kinderen na. 4. Elisabeth X Willem Jacobs Steenhuis, broer van Dieuwertje, zie no. 482 en C. W. Bruinvis: Het Gesl. Steenhu y s e n.) 286. Ineen medaillon en hangend aan een draagstok, welke aansluit aan die van de sub. no. 287 vermelde zerk, een wapenschild : Een zwaan. (100.) (Het wapen van Symon Gerritsz Swaen, zie no. 287). 287. Ineen medaillon en hangend aan een draagstok, welke aansluit aan die van de sub. no. 286 vermelde zerk een wapenschild: Drie posthoorns, 2 en 1. Lager leest men nog: I. Keyser (101). (Het wapen is dat van YeffDirck de Ylamincx vanOutshoorn, huisvrouw van den sub no. 286 genoemden Symon Swaen begr. 4-10-1625. Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. Symon S., geb. Alkmaar 1553, kap. majoor van het garnizoen te Amsterdam 1590, ging in 1594 naar Alkmaar, waar hjj in 1600 kerkmeester werd van de Groote Kerk; Schepen 1601-’O5 en Vroedschap vanaf 1602 tot zijn dood; begr. 28-12-1605; hij X 1“ Reymerich Jan Lobbenzoon dr inden thoorn van Babiloniën; X 2° 1588 Grietge de Wael, dr. vanWigbout en Lysbeth Benningh; X 3° 3 Maart 1598 AefDircksdrde Vlaming, geb. 1555, dr. van Dirck Cornelis en Aeff Pieter Fopsdr; zie Elias t. a. p. bl. 127 en 130 bovenaan. Jacob Keijser vd., kastelein inde Nieuwe Schutters Doelen te A., testeerde aldaar voor den Nots. A. Klaver, den 23 Aug. 1737 en 10 Nov. 1741.) 288. Ineen schild: F. I. en een merk. (102). (Op 10 Oct. 1607 werd te Alkmaar begr. een kind van Frederik Jacobsz Schimmelpenninck; op 21 Jan. 1650 werd hijzelf begraven; op Yl% Oct. 1652 zijn weduwe Adriana Cornelis met wie hjj 19 Feb. 1617 voor nots. H. J. v. der Lijn te Alkmaar had getesteerd, zie Mndbld. Ned. Leeuw 1907 bl. 270. Zie ook Bijdr. Bisd. Haarlem dl. 32 bl. 458.) 289. Ineen medaillon een pot (als no. 50) en I. R. (120). (Betreft Jan Remmen, pottebakker f na 1624) 290. Ineen medaillon drie kronen, 2 en 1. (103). (Vgl. no. 859.) 291. Ineen medaillon: schild met R. M. en een merk. (104) (Vgl. no. 821.) 292. Ineen medaillon een merk en C. P. Daaronder: Be k e steyn. (105). 292 bis Een medaillon, waarin een merk (latijnsch kruis, waarvan de horizontale lijn links herkruist is en de voet zich in drieën splitst) tusschen de letters R. C., alles op een gefrijnden achtergrond. (Betreft, bljjkens het contrazegel van zijn schepenzegel en blijkens de grafboeken, den schepen Reynier Coetenburgh, zieno. 647.) 293. Pieter Cornelisz / Veldhuys is inden/ Heere gerust den 20 / September 1704 / —Jan Van Bergen / (114). (J. v. Bergen, inde Nieuwe Doelen, begr. 10 Sept. 1772, zijn huisvrouw Margareta Heynsius 4 Jan. 1758.) 294. Hier leyt begrave / ludiek Beyers dr van / Amsterdam is gerust / den 29 April Aö 1582 / Noch leyt hier be/graven Mr Frans / lansz Menton is / gerust den 14 Maert Ao 1615./ Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. Noch leyt hier beg[ra]/wen Susanna Franse / Dochter sterf den / 21 lanuarius anno 1640 / Hier leyt begrave / Lysbeth Fransen / Menton die inden / Heere gerust ls / op den vijfden / Augusty Aö 1654 / (110). (Menton, leerling van Frans Florisz, teekenaar, plaatsnijder en portretschilder. Hp werd in 1580 poorter van Alkmaar, was afkomstig uit Haarlem, testeerde voor notaris H. J. van der Lijn te Alkmaar 1 Juni 1613 en werd begr. 17 Mrt. 1615. Kinderen: 1) een dochter (?) begr. 26 Mei 1606. 2) Lijsbeth X Cornelis Gerbrandtsz, begr. 21 Juni 1633; zie boven. 3) Susan na, zie boven; en 4) Dav i d, die zich Kin n is noemde en een dochter Jac o • mina naliet, begr. 6 Mei 1668 X Ja n Babtistadeßloys van Ginderdeuren. Zie C. W. Bruinvis: Menton, de Bloys Yan Ginderdeuren, Bosschaert en Kien, Navorscher 1913 bl. 165 sqq; Oud Holland 1909 bl. 120 en Alkmaarsche Kunstenaars sub Menton; Mdbl. Ned. Leeuw 1902 bl. 24; Nieuw Biogr. Woordenboek 111 843.) 295. Binnen een cartouche hangt aan een draagstok een schild met: Ao / 1727./ Rondom het schild leest men: Mejuffr Maria Everdina meyn gestorven den 26 October (115). 296. Ineen uitgekapt medaillon : 1.1. D. W. Lager: Hier leyt begraefven / Tiejleman Broensis / [ge]- rust den 25 / December Aö 1678 / (4; afkomstig uit de Zuider Kapel B ?). 297. Hier leyt begraven / lan lansen Krachtin / Steenhouwer is gerust / den 28 Juny Aö 1649. / Ineen medaillon een merk (1; afkomstig uit Kapel Zuid B?) (H\j kwam 15 Febr. 1644 als beeld en steenhouwer bij het gild.) 298. Een monogram, bestaande uit de letters V. B. (De V heeft de halve lengte van de B en sluit bij de laatste aan, juist daar, waar de beide bogen inde B samenkomen. Dwars door het midden van den bovenboog is nog een lijn aangebracht, die zich tot over de V uitstrekt. (Dit is het monogram Vryburgh, dat ook voorkomt op de zerken sub 299, 426, 804 en 960. Over de combinatie Vrijburgh—Y a n der L ij n op de zerk no. 425, Elias bl. 452 en zerk no. 861.) 299. Als no. 298. – (123). Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gagn. 300. Randschrift: Hier leyt begraven Evert [Nanningsz Abbichael] sterf den 6 October Anno 162[2]. In het midden is het opschrift uitgesleten. (125). (In 1624 behoorde dit graf blijkens het grafboek aan Jannetgen Jacobs, wed. van Evert Nanninghs A. met haar kinderen. Evert N. had met zijn vrouw 3 Sept. 1622 test. gem. voor nots. H. J. v.d. Lijn te Alkmaar. Hij woonde reeds in 1582 op de Oostzijde van de Mient te Alkmaar en was heemraad van de Zijpe, inde bedijking waarvan hij een belangrijke rol heeft gespeeld. Voorts was hij lakenkooper en pachter van het gemaal te Wormer en Jisp, zie Resol. Staten v. Holland, 21 Dec. 1602. Zijn dr. Maritgen X Jan Symonsz Eu ij ter.) 301. Areyaantje / Gerrits Witsmeer. / Een uitgekapt medaillon (90; uit?) 302. H. Pouwer. / T. Braek. (131). (Henderick P. XTrijntje Jacobs B. Zij begr. 31 Oct. 1750). 303. Ineen medaillon een schild met een merk en I(an) C(laessoon) C(oninck) (4; afkomstig uit Zuid F.) 304. Hier onder is begraven / Joan Leyten (?) inden Heer I gerust den 29 Septem/[ber] Anno 1690 / Verwachtende een salige opstandinge / door Jesum Christum. I on .... I Lager: een wapen in medaillon: een roos, en een schildhoofd, beladen met een gaanden leeuw. (135). (Een Trijntje Claes Moens wed. van J o ha n L., reeds fin April 1703, kocht dit graf 23 Sept. 1690). 305. [Hier] leyt begrave / Claes/ [s]terf den / r Ao 1635. / Lager een merk (rijksappel) en: Cornelis Duyn / Hier leyt begraven / Sara Antonis Plaat / gerust den 9 January / A° 1720. / (137?) (Cornelis Cornelisz Duijm, begr. 28 Oct. 1719 XGrr i 61 j e Ari e n s, begr. 1 Eeb. 1715). 306. Zerk van rooden zandsteen. Tweemaal eenzelfde merk (een gelijkzijdige driehoek; onder het midden van de basis hangt een latijnsch kruis). (139; oud no. 26.) (Blijkens de grafboeken der kerk en de schepenzegelverzameling in het Gemeente archief, behoort het bovenstaande merk aan Nanning of Nan Beiers, zoon van den Alkm. Kerkmeester Be ij er Woutersz (?) Schepen 1504’9, Kerkmeester der Groote Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. Kerk 1498-1510; f 1510 X Baerte Reijersdr. Hij was de vader van Margaretha B. X Jorden van Foreest, zoon van Jorden en Alijt Jansdr. van Egmond v. Meeresteijn, sche- pen, thesaurier en burgemeester van Alkmaar, Baljuw van Bergen t Feb. 1559 en begraven bij de Minderbroeders te Alkmaar; zie voor hunne kinderen de no’s 285 en 933). 307. Ineen medaillon een merk en S. G. (140). (S ij ver t Gerr i t s z houtkooper kocht dit graf doch verruilde het in 1654 weer). 308. Ineen medaillon een wapen, opgehangen aan een draagstok: Een bijenkorf, voorzien van twee vlieggaten; boven de korf een merk. (144). (Thomas Thomasz koeckebacker was reeds in 1604 eigenaar van dit en het volgende graf). 309. Als no. 308 en: T. T. B. (143). 310. I. I. V. K. (66). 311. Monogram: G. F. W. (146), (Betreft: Ger r i t Wildeman, zie de no’s. 312 en 313; (zoon van Floris Floriszf vóór 1635 en diens vrouw Maria Baert, geb. 1590, dr. van Thomas Pieterszß. en kleinzoon van Floris Laurensz W., vroedschap van Alkmaar f 4 Mrt. 1584 en diens vrouw Mart je Vechters zie no’s. 31 en 32.) geb. 1627 stud. math. te Leiden 11 Nov. 1666 aalmoezenier van de Zjjpe f 17 Augustus 1702, begr. 15 d.a. v. X 2 Juni 1658 te Heiloo Adriana van der Veer, dr. van Abraham in het huisde Mosterdpot inde Hofstraat te Alkmaar. Hunne beide kinderen Floris en Clementie stierven jong. W. was de stichter vaneen naar hem genoemd provenhuis aan de Z. Z. Oudegracht te Alkmaar, zie Tegenwoordige Staat van Holland dl. XV. bl. 394, 395. Zijn door Johannes Voorhout geschilderd portret bevindt zich in het hofje. Zie „Levensschets van den Heer G. F. Wildeman en geschiedenis der Stichting van het provenhuis”, door C. P. Bruinvis 1859 Hs. Gemeente archief Alkmaar VII. 57). 312. Ineen medaillon een wapen: Gedeeld: I. een klimmende leeuw; 11. een wildeman, die inde opgeheven rechterhand een pijl en inde linkerhand een boog houdt. Over den rechterschouder hangt een pijlkoker. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken: de leeuw uit het schild, uitkomende (Wapen Wildeman.) Onder het medaillon een monogram als op no’s 311 en 313. – (147). Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 313. De helft vaneen (vroeger dubbele) zerk. Op de oude buitenhoeken de teekenen der Evangelisten (Os en Arend). Randschrift: [Hier – le]ijt – begraue – / Meister – hendrick – pieter zöö – sterf – aü – XVc – LVII – / de – XI – dach (?)... Midden: d starf – dë – I – / 1577 – / starf – den -5 ... . / .... ao (?) – 1586 – / [Cornelis – Heynd]rick – rabbi – starf / [ 9 Jan]uarii – A[o] – 1588 – / Lager ziet men een uitgesleten schild, hangende aan een draagstok. Daarbeneden ziet men nog een medaillon als op no’s 311 en 312. (148). (Blijkens de"marge-teekeningen inde grafboeken en de schepenzegels was bovengenoemd schild beladen met een merk (een gelijkzijdige driehoek, uit het midden van de basis is een loodlijn neergelaten, waardoor twee dwarslijntjes.) De zerk betreft Mr. Hendrick Pietersz Rabbi, die reeds in 1530 te Alkmaar woonde op de O-zijde der Mient. Hij werd inde Kerk begr. tusschen St. Jan en 18 Dec. en achter zijn naam staat in het doodboek deze notitie: „sculdich vaT graffghelt, kaerssen en doeken 1111 gl. VI sts ex testamento 111 gl.”. Ben kind van hem begr. 1543. Verder betreft de zerk vlg. het doodboek „Rabbi Sust e r”, (dus waarschijnlijk een zuster van den na te noemen Cornelis R. en Mr. Aeriaen R., en dochter van Mr. Hendrick Pz. R. v.d.) welke stierf 1 Mei? 1577. Vervolgens een onbekende en dan volgt Cornelis Heyndricksz R., begr. 21 Januari 1588. Hij was adelborst der Schutterij 1562; Schepen 1575-’B6 en Vroedschap tot zijn dood. Ook werd inde Groote Kerk begr. 4 Mrt. 1620 Mr. Aeriaen Hendricksz R. Kerkmeester der Groote Kerk 1615-’lB, Thesaurier 1575-78; Schepen 1580-1600 Vroedschap vanaf 1588 tot zijn dood. Hij X 1° Sophia Jansdr. X2°Margaretha vanNeck, vrouwengasthuismoeder 1624, begr. 4 Sept. 1636. Zie Elias t. a. p. bl. 30. Door zijn huisvrouw was G. F. Wildeman verwant aan de fam. Rabbi, zie no. 311). 314. In het midden ineen medaillon, dat kruiselings aanzetten vertoont inden trant van Vredeman de Vries, een wapen op gefrijnden achtergrond: Doorsneden: 1. Een vogel op een tak; 11. Drie posthoorns, 2 en 1. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken: een hoorn uit het schild (Steenhuys). Inden buitenrand en vervolgens naar binnen leest men: Hier Leyt Begraven / Steenhuys – Gervst Den . . . . . . . 1555 (?) Ende .... [la]cobs[z Steen[huys [ls] Gerust Den 24 April 1573 Ende Catrijna / Cornelis Dijcx Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. D Hv[ysvrou] / 1605 en [Jacojb / Willemz Steenhuys Is Gerust Den 5 / [Fe]br[uari a]nn[o] (149/150). (Betreft:Jacob Willemsz Steenhuys, poorter van Alkmaar 29 Mei 1582, Vroedschap, Burgemeester en Schepen aldaar; begr. 8 Peb. 1612, zijn huisvrouw Catrij na D(jcx en o.a. mogelyk een hunner kinderen, f 24 Apr. 1573. Zie Gen. en Her. Bladen I (1906.) hl. 430, en zerken no’s 285 en 482. Ygl. het wapen van deze familie, die zich Steen huys noemde met dat der verwante familie van Steenhuysen op grafzerk no. 110). 315. Hier leyt begraven / lan Broense Ruyter / Meester Metselaer / is gerust den 10 / October anno 1681. / Lager ineen medaillon een beitel, een troffel en een schietlood. – (153). 316. Hier leyt begaven / Grietie Claes Rippen / (156). 317. Hier leyt begraven den E / lan Pietersz van Oyen in / sijn leeven Burger – meester / der Stadt Alckmaer sterf / den 15 lanuary A° 1639. / Lager ziet men een merk (XVI?; op primitieve wijze uitgehakt.); een latijnsch kruis; aan de voet ter weerszijden een klein St. Andrieskruis. (157). (Y a n Oy e n woonde te A. inde Hoogstraat, was schepen 1621 /’27; in 1623 kapitein der Oude Schuttert); burgemeester 1629 /’39; vroedschap 1624 tot zijn dood. Kerkmeester der Groote Kerk 1628; Hoofdingeland van de Schermer, begr. 19 Januari 1639. Op 5 Mei 1629, 27 Maart 1630, 18 Juli 1630 en 23 Augustus 1631 werden kinderen van hem inde Groote Kerk begraven. Hij X 2 April 1623 GrietkePietersdr. van Grol, wed. v. Lauris Jelis v. Oudensteyn o/de Koningsweg. Zy b.d. gemeente 27 Nov. 1630; huisarmenmoeder 1622. Keeds in het oudste grafboek (± 1599) komt deze steen, kenbaar aan het merk, voor. Eigenaars: „de erven van Allert Claes Louwen”.) 318. Hier leyt begraven / Koenr[ae]t Claesz Waeter/- vliet Wynkooper is ge/rust den ? [Ma]ert Aö 1670 / Ende syn Huysvrou Sytie / Ysbrants Hensbergh / gerust den 17 November / 1669. / (cartouche.) (161). 319. Ineen medaillon: M. A. H. en een uitgesleten merk. (164). (Betreft Maerten Alders Hullaer X Cataljjntje Wu 11 em s, eigenaar van Jan. 1688). Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 320. Ineen medaillon: een klok; daaronder een merk en lage/ een scheepje. (165). (Dit graf kwam toe aan Lieven Cornelisz Kloek, Enckhuijser veerschipper, die het kocht 12 Dec. 1661. Hij en zijn huisvrouw Geertie Cornelis Coninck testeerden te Alkmaar den 5 Aug. 1677 voor den Nots. C. KesseJ). 321. Hier Leyt Begraven / Harencarspel En Sterf / Lager: een merk (gelijkzijdige driehoek; uit het midden der basis is een loodlijn opgericht, welke boven den top eindigt ineen kruis. (169). (Het opschrift is onvoltooid. Reeds in het oudste grafboek komt als eigenaresee voor Trijn Willems [Vrient] huisvrouw van Jacob Claesz Heerencarspel van Alkmaar, die de bekende penningmeester tjjdens de bedijking van de Zijpe was en naar wien de Jacob Klaassesluis werd genoemd, aldaar f 1587. Deze waren de moeder en vader van Dieuwertje Jacobs, jonge Ne eitje Jacobs en de E Claes JacobszH., Schepen en Raad te Amsterdam, Heemraad van de Zijpe, welke laatstgenoemden blfjkens contract der gezamel. erven Harencarspel (acte voor Nots. Jacob Jacobsz te Amsterdam) 6 Apr. 1641 eigenaars werden; zie Elias I bl. 316 en Beverwijk rouwkas no. 1. Als zwagers van Trij n Willems treden op ineen transportacte van de Zijpe d.d. 17 Maart 1597 :SijmonJansz Brouwer en Lourens Joosten; in een acte van vruchtgebruik, voor het gerecht van dien polder verleden 15Dec. 1599, haar broeder Pieter Willemsz. Ygl. Elias 1 bl. 98). 322. Hier leyt begraven / Anne lans huis vrow / van Lenaert Pietersz / Egmont op Ze is gerust / den 17 Yuini 1652 / (merk) – (171). (Hij testeerde 17 Juli 1660 voor den Nota. J. v. Beyeren te Alkmaar, daarbjj te niet doende een test. d.d. 9 Sept. 1654 voor den Nots. J. van Everdingen aldaar. Zij heet in het doodboek: „de huijsvrouw van Leendert pietersz: dronckenoort”). 323. Pieter van Velde / Maria Klauw / Lager een wapen: Gevierendeeld: I en 11. uitgesleten; 111. een veld, schematisch weergegeven; IV. een arendsbeen (klauw!). Helm zonder wrong of kroon. Dekkleeden. Helmteeken: een vliegende vogel. (173). (Hij begr. 15 Oct. 1743; zij 6 Sept. 1775.) 324. Jan Schouten. (174). (Hg werd begr. 18 April 1762.) Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 325. De Heer Daniël de Vrij Regent van het Burgerwees en Huysarmen huys binnen Alkmaar / stierf den XXIII en is alhier begraven den XXIX Septemder MDCCLII / Een wapen: gevierendeeld : 1 twee eenden op een grond; II twee dwarsbalken; 111 éen eend a.v.; IV twee gekruiste zwaarden. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken een uitkomende geharnaste arm, een zwaard inde hand houdende. (175). (D eV. was wijnkooper te Alkmaar en woonde inde Langestraat, zie no. 104 en C. P. Bruinvis: Beschrijving der schilderijen, enz. in het Burgerweeshuis te Alkmaar.) 326. Hier leyt bee/graven Corne/lis Yansoon Ryp /in sijn leven out = / Burgemeester / en Gekommit/teerden Raedt /Deeser Steede is gerusdt den / 25en Augusty / Anno 1630 / Daaronder een omgekeerd monogram C. 1. S. R. Randschrift: Hier leyt begravê / Neeltgen lan Steenhuys dr sterf dë 21 Septemb. 1607 / (313; afkomstig uit de Middengang.) (Vgl. C. W. Bruinvis: Het geslacht Van Steenhuysen, Gen. Hor. Bladen I 1906, bl. 431 onderaan; en zerk no. 689; Cornelis Steenhuys, de grootvader van Nee 11 ge n, dien Bruinvis niet kon indentificeeren, blijkt uit de huw. voorwaarden van laatstgenoemde Neeltje met C. J. Rijp, gepasseerd voor nots. H. v. der Lijn te Alkmaar d.d. 18 Aug. 1602, een broer te zjjn van Jan Jansz en Willem Jansz Steenhuys en dus eender zoons van Jan Barthoutsz en Cornelia van der Gracht; C o r n. J z. R ij P, zn. van Jan Jan Arents Rijp was in 1622 kapitein der oude Schutterij; Kerkmeester der Groote Kerk in 1622, Schepen 1610/’2O; Burgemeester 1623/'2B; Vroedschap van 1619 tot zpn dood X 18-8-1602 Neeltje, dr. van Jan Cornelisz Steenhuys en Anna Dircksdr; Huw. voorw. denz. dag v. nots. H. J. v.d. Lijn te Alkmaar. Hij hertrouwde; zijn tweede vrouw begr. 18 Apr. 1632. Behalve een dr. Annetje X Isaac ’s-Gravensande te Delft had hij een zoon Jan Steen huys Rjjp, bjj de geref. gemeente 12 Sept. 1638, Heemraad van de Schermer; Vroedschap Nov. 1620; Schepen 1641/’43; Weesmeester; Burgemeester 1648/’53 f 1 Dec. 1664 Xl° 28 Feb. 1638 Corne 1 ia, dr. van Jan Cornelisz Hensbroek, zie no. 687. Zjj begr. 11 Feb. 1640; X 2°6Nov. 1643 Annetje nagel. dr. van Cornelis Pietersz Baert, zie no. 787. Het monogram op den steen betreft dezen Ja n S. R., vgl. het contrazegel v. zijn schepenzegel inde Verz. schepenzegels Gem. Arch. Alkmaar.) 327. Jan Lantslot / Anno 1775 / (180) (Jan Lanslot, apotheker, j.m. X 26 Mrt. 1719 Clasina Bontekoe j.d. Zij begr. 10 Sept. 1760; hij begr. 19 Febr. 1778. Een zoon Abraham ged. 3 Dec. 1726.) Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 328. C. J. Boot. (181). (Claes Jacobsz B. kocht dit graf 31 Mei 1642.) 329. Ineen medaillon een merk en: I. D. (183). (Jan Dircksz Panneman eigenaar na 1624.) 330. Hier leyt begraven / Elysbet lacobs Dochter / sterf den 14 September / anno 1642 / Hier leyt begraven / Anna Dirckx sterf / den 25 Augustus 1653/En Yacob Po u welssen / haer man sterf den / 26 Desember anno 1655 / Lager ineen medaillon een schild met merk (als vorig no. ?) en (dezelfde ?) letters. (185). (Eerstgen. heet in het doodboek „Lijs b e t Jaco b s s op de oude gracht”, begr. 14 Sept. 1642.) 331. Een merk-, D(irck) D(ircksz Timmerman). (Ongenummerd; uit Zd. F). 332. Laurens Veer / overleden 23 Augustus 1825 / en Deszelfs Huisvrouw / Diewertje Van Der Sluis. / Overleden 1 Maart 1825 / – (187/188). (Hij woonde te Alkmaar aan de Noordzijde van de Langestraat, was Notaris, Procureur, Dijkgraaf van de Westwouder polder, Molenmeester Overdie, Achtermeer en Klappolder, Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer, Secretaris van de Starnmeer en Schout en Secretaris der Ambachtsheerlijkheid Akersloot en vermoedelijk de zoon van Laurens Veer en Grietje. Wi 11 em s Kruijs. – De afstammelingen noemden zich van 'der Sluis Veer. Zie C. W. Bruinvis: „Het Patriotisme”, bl. 132.) 333. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hijer leyt / begraven Maerten Cornelisz Koeck/kebacker/ sterf den 13 Maert Anno 1619 ende sijn / (Midden:) Huysvrou Dieuertge Wouters sterf den 19 Maey 1623 Een voorstelling van de vier Heemskinderen op het paard. (70; afkomstig uit?). (Maerten C. heet in het doodboek der Groote Kerk: „die coeckebacker uijt de vier heemskinderen op dronckenoort”. —Op 29 Dec. 1709 werd door de vroedschap behandeld eendoor Tryn t i e All er t s ingediend verzoek om schadevergoeding wegens ontijdige afbraak van haar huis genaamd de Vierheemskinderen, waarin gevestigd was een „Koekebackers neeringe”. Dit huiswas in 1707 ten dienste van de uitbreiding der Kapelkerk afgebroken. Thans bevindt zich een uit dit perceel afkomstige gevelsteen, voorstellende de vier Heemskinderen, ineen huis aan de Noordzijde der Laat, no. 158.) Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 334. Ineen medaillon een merk en de letters T. 1. K. (190). (De neven en tevens erven van Thijs Joosten Kroon en Anneken Pieters verkochten het graf in 1704.) 335. Anna Henrica Fullink / Geboren den 22 September / 1795 / Overleden den 4 Augustus / 1820 / (192). 336. Ineen medaillon een monogram 1. K. H. (?) (193). 337. Ineen medaillon een hoefijzer en: W. T. (195). (Betreft Willem Teunisz Voorhoeven f vóór 1624.) 338. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hier leyt begraven Heer Ewout Fransz Van Hoogelant is geru[st] den / 12 luly Ao 1623 / lohannes ten Dam obiit 18 Maii 1758 R. I. P. lacobus ten Dam. / Midden: een miskelk. Daaronder ziet men ineen medaillon een wapen: een druiventros, hangende aan een dwarsgestrekten tak met twee bladeren en een schildhoofd, beladen met drie kronen. Gekroonde helm met dekkleeden. Helmteeken: twee druivetrossen, uitkomende. (196). (Heer Ewout Fransz werd in 1571 priester inde Groote Kerk Zie Rekening Paling en Foreest-Provenhuis 1573 fol. 4 en 7. Afgezet zynde, kocht hij zijn kost als provenier in het gasthuis te Alkmaar, alwaar hjj gestorven is. Zie: Oudheden en Geestel. Gestichten der Stad Alkmaar t. a. p. bl. 98 en 242. Zijn bovenbeschreven wapen wijkt af van het door Rietstap vermelde, zie De Wapens van den Nederl. Adel bl. 347. Johannes ten Dam, zoon van Otto ten D. en Cornelia van Swanenburg, was eerste pastoor te Kralingen. Hij werd begr. 24 Mei. Diens broeder was : Jacobus ten Dam, geb. te A’dam 12 Mei 1708. Te Brussel tot priester gewijd 20 Dec. 1732; Kapelaan te Voorschoten; Pastoor te Warmenhuizen 1739; Pastoor der Statie van St. Matthias te Alkmaar; begr. 2 Juni. Er bestaat van hem een begrafenispenning. Zie C. W. Bruinvis: Alkmaarsche Begrafenispenningen. Tijdschr. voor Munt en Penningkunde 15e Jaargang 1907; le afl.l 339. Ineen medaillon de rest vaneen monogram (herkenbaar is slechts een P. ?) lan Kroonen en Desselfs Huysvrou Maria Paardebos (355; afkomstig uit de Middengang?) (Hij was zilversmid te Alkmaar en f 1 Dec. 1759. Samen bekostigden zij in Dec. 1735 het nieuwe altaar inde R. K. St. Matthias kerkte Alkmaar. Hunne dochter Eva, begr. Z. Gang 214 den 27 Oct. 1774 X 28 Jan. 1742 voor burgemeesteren Simon Kleef f, houtkooper op de Oudegracht, R. K. ged. 19 Oct. 1716 f 22 Feb. 1752, zoon van Daniël en ï r y n t j e C o e d jj c k.) Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 340. Helft vaneen (vroeger dubbele) zerk. Op de twee buitenhoeken ziet men teekens van de Evangelisten. Randschrift: Hier leyt begra[ven]'. ... j ... . Midden: Ende sijn Huysvrou M[aritgen] . . . . / Willems drvan polen ..../is Gherust op den 7 d[e september] Ao 1602 noch . ... I begraven Lijsbet willejms] / van der Meer is Geru[st] . ... / 12 september Ao 16?? / Lager een schild, beladen met een merk. (203). (Doodboek der Groote Kerk: 11 Sept. 1602: „marritgen wil- 1e ms die huysvrou van meester jacob van boven”; Mr. Jacob van Boven werd inde Kerk begraven 4 Dec. 1612. Hij werd voor de tweede maal poorter v. Alkmaar 9 Nov. 1600 en voor de derde maal den 16 April 1605. Beide malen wordt bij „empiricus” genoemd. Ja n |W ill em s va n derM e e r, „doctor in die medecinen” werd 7 Nov. 1598 poorter van Alkmaar.) 341. De helft vaneen (vroeger dubbele) zerk. Op de buiten- hoeken de teekenen der Evangelisten. Rand: Hier leyt beg[ra- ven] .... XII den VII ste / dach in lunius bidt voer de ziele. / Midden: Hier leyt begraue Jan/. . . . sterf den .... April A . . . Daaronder een driepas-versiering, waarin wellicht een mis- kelk heeft gestaan ? (204). 342. Hier leyt begraven Hillegont Cornelis die Huysvrou van lan Garrebrantsen Korenkoper is gerust den 28 November Ao 1622. Hier leyt begraven Garrebrandt Heer- tij es is gerust de 4 October Anno 1644. Ineen medaillon een hart en de letters I. G. Hier laeyt begraven Trijn ij e Alders die Huysvrou van Ia n Garrebrantsen Korenkoper is gerust den 27 December Ao 1648. Hier leyt begraven lan Garrebransen Korenkoper is gerust op den 5 Maey Anno 1649. (8; Afkomstig uit het Zuider Kruis). (Gerbr. Heertjes, begr. 7 Oct. 1644, beet in het doodboek „de vader van Jan Gerbrantsz.”) 343. /neen omlijsting: een zeilend schip. Lager: Frans An- driesz / Tal Anna / Bartholomeus Fouschi / (206). (Hij werd hier begr. 9 Aug. 1749.) 344. A. Rensma[n] / en / Desselfs Huysvrou / A. Kasen- bergh. / Hier leyt begraven / Yan Gerritsz Uan / Niewen- burgh inde / Heer gerust den 22 / October Ao 1678 / Ende Groote Kerk Alkmaar. Zuider Qang. sijn Huysvrou / Femmetie Bos is inde / Heer Gerust den 9 / Augusty 1690 / Hier leyt begraven / P. Florentius Monfort / is inden Heere gerust / den 4 July 1706 / en / Gerret van den Bergh / gerust den ? Octobr / (208). (M onf o r t was pater bij de Statie der Jezuiten te Alkmaar en bediende dit ambt reeds in 1697, vgl. W. Kleeff „Oudheden” t.a.p. pg. 223 Antony Rensman was meestertimmermanXAntje Kasenberg.) 345. Medaillon met schild. Randschrift: Hier leyt begraven Grietgen Pietersdr die huijsvrou van Cornelis is gerust den 11 May Ao 1606. (209). (Doodboek d. Groote Kerk: „XIII may 1606 Griete Pieters Passement”.) 346. Hier leyt begraven / Ro me ij nis gerust. . . . / 16 – (213). 347. Nannyng Clasen / Den vifden November / 57 .... / Hier leyt begraven / Maritie Claes Romijn / is gerust den 28 / Augusty 1661 / Ende haer suster / Klaertie Claes Ro- mijn / is gerust den 23 Septem/ber 1661 / (214). (N. C 1 asen begr. 8 Nov. 1657 heet in het doodboek Nanningh Klaesz Romein.) 348. C. ? B. – (215). 349. Ineen medaillon een merk, waaronder een bijl. A(driaen) l(acobsz) K(orver) (30; Afkomstig uit het Zuider Kruis)./ 350. De helft vaneen, (vroeger dubbele) zerk. Wapen Van Foreest opgehangen aan een draagstok. Een onderschrift is geheel uitgesleten. (342. Afkomstig uit de Middengang). (Zie no. 933.) 351. Cornelis Kleyn / obiit 17 25. / Maartie Kleyn / obiit 17 9~ 34 / Theunis Kleyn / obiit 17 34 / – (220). 352. Hier leyt begraven / Symon Jansz webber/kooper van heeringkars/pel sterf dê 31 Maert 1626. / Ineen medaillon een schild met merk en S. I. – (9; uit Zd. F.) (Zijn weduwe Trijn Jans, „webbecoopster op de Laat”, her- trouwde 22 April 1629 Cornelijs Sasker Coningh.) Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 353. [Hijer leyt begrave / lan Aelbertszo scilder / sterf den 25 luni / Anno 1622 / (Een merk.) (229). (Zie nos. 84, 91 en 548; op 31 Juli 1617 werd begr. een kind van Jan Albertsz Schilder; hij zelf werd 27 Juni 1622 begr.) 354. Hier leyt begraven / Cornelis Cornelisz / Rues Is gerust den / 23 luni Anno 1650 / Hier leyt begraven / Cornelis Cornelisz / Kuiper is gerust den / 6 September Ano 165?/ – (230). 355. Hier leyt begraven / Henricus Esdre in sijn / leeven Doctor der Stat / Alckmaer is gerust / den 10 September 1664. / Wapen: 3 beuketakken; helm met wrong en dekkleeden; helmteeken de takken uit het schild. (ongenummerd fragment; afkomstig uit de Noorder Gang, genummerd geweest 153). (Dr. E. werd 20 Nov. 1663 tot stadsdoctor aangesteld. Te A’dam woonachtig X te Schermerhorn 9 Juli 1666 Cornelia, Ne eitje of He 11j e, dr. van Schepen Willem Willemsz Kessel en G-uyrtgen Adriaensz, zie sub. 768. Zij lieten kinderen na, ged. tusschen 1657 en ’64. Zij was 1667 Vrouwengasthuismoeder ; begr. 27 April 1699 nadat zij hertr. was (huw. voorw. 27 Nov. 1678 voor Hots. C. Kessel) met Hendrick de Haes, Raad en Thesaurier van Alkmaar.) 356. Hier leyt begraven / Hendrickie lans Van Olden [is gejrust de / 29 Maert 1667. / (Wapen: schild uitgesleten; helm met wrong en dekkleeden; helmteeken een antieke vlucht). – (233). (De broeders Harman en Dirk Jans v. O. eigenaars 1667.) 357. Rand: [Hijer leijt / begraven Trijn Sijbransvan Warmenhuysen sterf / den 25 Nove/mber anno 1609. Ende Sijbrant lacobsz Haring- (Midden:) Karspel sterf / den 25en lan/wary anno 1639. / En Mathijs / Sijbrandsz Ha/ring Karspel / sijn zoon sterf / den 3en Augusti Anno 1649. In medaillon schild met I. I. H. K. (87; afkomstig uit Zuider Kruis?) (S. J. Haringkarspel begr. 27 Juni 1639, heet in het doodboek Sijbrant Jacobss van Ritsevoort.) 358. D(irck) G(erritsz). (244) 359. A. W. H. – (245). 360. Ar ij Klaesse. / Neeltie Klaes. – (246), Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 361. O. H. K. P. – (252). (Betreft Olphert Hoogkarspel, steenkooperte Alkmaar; bij het gild 11 Juli 1754-5 Dec. 1778. Hij werd 7 Sept. 1742 tot timmerbaas van deze kerk aangesteld.) 362. Een merk en I(an) I(acopsz Carpeneel); Daaronder: D. W. H. Lager: een merk, en W(illem) G(erritsz) H(i 1.) – (254). 363. In cartouche een wapen: een kelk en ineen schildhoofd, de kap vaneen windmolen zóó gesteld, dat de beide wieken geheel zichtbaar zijn; helm met wrong en dekkleeden; helmteeken de kelk. Hier leyt begraven / looesien lansdrde Huijs / vrou van Anthoni Denijs / sterf den 23en December / Anno 1631. / Antoni de Nijs Die / Rust Steenhouwer / Deser Stadt Godt / Geef Sijn Ziel Ziels/Lust Tlijck Daerde / Heeft Gehadt Aetatis / Suae 40 Obiit Den / 15en luly 1644. / (255). (De Nijs gaf in 1640 een glasraam voor het rechthuis van Groot- Schermer; hij werd 19 Juli 1644 begr. en was ingeland inde Schermer. Als j. g. van Dordrecht en steenhouwer op de Laat X 23 Aug. 1626 Joosge Jans, wed. van Cornelis Hermansz stadssteen- kooper van Alkmaar. Beiden bij de geref. gem. 4 Mrt. 1627.) 364. Hier leyt begraven / Steeven Louriszoon / Mandemaker en is in / den Heer gerust den / 17 November 1630 (?) Een merk, en: K(laes) I(ansz) K(arpentier). G(eertruijt) V(erbeeck). (256). (Karpentier was blijkens het grafboek Stadstimmerbaas. In het archief van Kerkvoogden der N. H. kerkte Alkmaar bevindt zich een acte, den 13 Juli 1703 verleden voor Nots. K. Seulljjn aldaar, waarin Jan Verbeek borg staat voor aanspraken van kinderen en erven van Jan Claes Karpentier, zoon en erfgenaam van CJaas Jansz Karpentier, ter zake dat Sara Ruijsscher, huisvrouw van Y’s zoon Dirk Verbeek in dit graf begraven was.) 365. Merk en medaillon, daaronder: Hier leijt begraven / Vrerick Pietersen is / gesturven op den 22 / October Anno 1656 / Hier leyt begraven / Saertie lans Diepsmeer / de huijsvrouw van / Gerrit Adriaensz / Schoenmaker is gerust / den 25 luny Aö 1681 / (258). (V. Pi e t e r s e n, begr. 24 Oct. 1656, heet in het doodboek „Fre- drick Pietersz backer’’.) g Groote Kerk Alkmaar. Zulder (lang. 366. Ineen medaillon een pot (als no. 469) en de letters R. H. M. Daaronder: . wen / laekopien Aeriaens. / De huisvrou van Roelif / Hindericksen Potte/backeris gerust op / den 28 November 16?? / Hier leyt begraven / Roelif Heindericksen / Pottebacker is gerust / op den 10 luni anno 166? / – (259). 367. A : K : M : Daaronder een wapen (?): Schild met een merk (A) en de letters P. I. R.; helm en dekkleeden. (260). U 661 werden eig. Philip Jansz Rijstet X Belijtjen G e r r i t s.) 368. Een zaag, tusschen de letters: I. I. (274). (Betreft Jacob Jansz Sagenmaker, eigenaar in 1624. Hij liet na een dr. Jannetje Jacobs.) 369. [Hier l]eyt begraven I ... . aet d Haes / [gerjust den 19 [Decemjber Ao 1691. (Een ongenummerd fragment, afkomstig uit de Zuidergang, genummerd geweest 160). (Betreft blijkens Doodboek: „de hr. Mr. Cornelis de Haes, begr. 22 Dec. 1691.” Hij was aalmoezenier van de Ztjpe.) 370. Ineen medaillon een bijl en de letters: C. I. A. I. (8, afkomstig uit Zuid F.) 371. Een merk; daaronder: Henrick Pieters / Hooft van Ams/terdam starf dë / 30 Mai Ao 1596 / noch leyt hier begraven / Lijsbedt Claes dochter / van Amsterdam is gerust / den 28 september Aü 1615 / Ende haer suster Griete / Claes dr die huysvrou van / Henrick Pietersz Hooft / is gerust dë 13 novembefr] / Aö 1615. / Hier leyt begrave Lijs/betgen Otters dr van / Amsterdam Huysvrou / van lan lansz Rinnegam / is gerust dë 24 May 162? / -- (271). (Henrick Pietersz Hooft (zn. van Pieter Willemszn. en le. vrouw Jannetje Hendricksdr.) was overman van de Voetboogdoelen te Amsterdam en + kinderloos te Alkmaar 30 Mei 1596; hij X Amterdam Aug. 1581 Geerte of Griete Claesdr. Stoot er,- dr. van Claes Laurensz S.; zie Elias bl. 150. Hij werd poorter van Alkmaar 26 Januari 1585; Goossen Jacobs Hooft van Amsterdam werd poorter van Alkmaar 8 Nov. d. a. v. Jan Jansz Rinnegom te Alkmaar v.d. kreeg met Ren s Dircksz van de Keins den 9 Juni 1605 octrooi van de Staten van Holland tot het oprichten vaneen „witte schrijfpapier molen”.) Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 372. Hier leyt begraven / Huych Gerretsen / Costeris gerust den / 31 Mayus Anno 1645 / Hier leyt oock begraven / . . . be . . . inpraa . / . . Henrik . / . . yswaart /. t. / den 2 M . . . Anno 167? / Ineen medaillon een schild met een hart. – (273). (H. G. was reeds vóór 1633 koster dezer kerk.) 373. Ineen medaillon een, aan een ring hangend, schild (De resten van het merk der familie van Oudesteyn). (277). 374. Als no. 373. (278). (Vgl. Het Geslacht Oudesteyn te Alkmaar doorC.W.Bruinvis in Alg. Ned. Fam. blad 1903. Zie rouwkassen 93, 119, 137, 141.) 375. Een aan een ring hangend schild; Monogram B. V. D. (279). (Betreft Benjamin van Dalen, deurwaarder extraordinair van de gemeene middelen te Alkmaar, die op 4 Jan. 1704 te Alkmaar test. voor den nots. A. van der Hoeve; hij liet na een dr. Ma ri a X Dirck Rijckemayer.) 376. Aeltije Hoogeboom / is gerust den 16 May / Ao 1742 / – (280). (Z(j was geh. met Dirk van Duyn, die f 14 Aug. 1764; zie Algem. Ned. Fam. I no. 83, bl. 6). 377. [Hier le]yt begraven / [Cornejlus Boter / [sterf] den 23 May / 1694 / [en syn] Huysvrouw / [Neelti]e Claas is / [gerust] den 11 / [Decem]ber 1697. / In medaillon een sleutel. (Een ongenummerd fragment, afkomstig uit de Noordergang; was genummerd 316.) 378. Ineen medaillon een merk en de letters: W. H. P.; G. P. – (4). 379. Rozetten op de hoeken. Inden rand: [Hier leyt be/graven Annitgen Crijnen An/[no] ...... I Midden ineen medaillon het wapen van Molenvliet. Het schild is uitgesleten; heltn met wrong en dekkleeden; helm- teeken: een kop vaneen vogel met langen hals. Onder het wapen leest men nog: Johannes Radogla / Grietje Dubbelthoff. / (353 afkomstig uit de Middengang). (Deze zerk betreft: Willem Jansz van Molenvliet, deurwaarder voor den Hove van Holland. Poorter van Alkmaar 10 Juni Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 1604. Schepen aldaar 1620 / 1638; vroedschap vanaf 1638 tot zijn dood 13 Maart 1639. Hij was grondeigenaar inde bedijkte Schermer. Rentmeester van de heerlijkheid Hoogwoud. Begr. 17 Mrt. 1639. Zie ook no. 642. Zijn vrouw was Annitgen Crijnen, huiszitten-moeder in 1611; begr. 4 Aug. 1622. Zij maakten beiden op 2 Nov. 1619 hun test. voor nots. H. J. v.d. Lijn te Alkmaar en hadden een dr. E 1 isab e t h; een zn. Cornelis, baljuw van Harenkarspel gehuwd met Odilia Comans, zie 851, die een dr. Engeltje, gehuwd met Mr. Willem van Trier en een dr. Beatrix nalieten; en een dr. MaritgenXC- J- Baert. Elisaheth, huisarmenmoeder 1655 X 22 Dec. 1624 L o e ff, wijnkooper, zoon van den waardijn en lakenkooper Barthout Loeven van de Hoolck, wonend op de Mient te Alkmaar en regent van de Huiszittende armen in 1634. Heemraad van de Schermer. Hij begr. Z. Gang 223 den 2 Apr. 1653. Zij lieten kinderen na. Johannes Radogla, begr. 19 Dec. 1750. Grietje Dubbelthoff, zijn huisvrouw, begr. 6 Feb. 1768.) 380. Ineen medaillon een wapen: Op een grond een wijnstok; kroon van dertien parelen; boven de kroon een wingerdrank en R. W. Terzijde van het medaillon 1706. (287). o (Rem Jansz Wijngaarden test. 4 Mei 1691 voor Nots. C. van der Meer te Alkmaar.) 381. Hier leyt begra[ven] / Pieter Goverts / Vander Schelling is / inden Here gerus[t] / D 23 February 164? / Ende sijn Docht[er] / Guertie Pieters Va[n] / Der Scelling is in / den Here gerust de / 3 Maert 1642. / (288). (Met zijn huisvrouw Geertruyd tèst. hij voor nots. B. J. Heerenkarspel te Alkmaar 10 Feb. 1642.) 382. Merk, en: P. D. S. – (290). (Pieter Dirksz Sweeter, eigenaar reeds in 1624.) 383. Vertoont hetzelfde medaillon als no. 315, met het verschil, dat waar deze een schietlood heeft, hier wordt onderscheiden een konijn vergezeld door de letters A. (boven) en K. (beneden). Onder den troffel nog een C. (?) Boven het medaillon: B. (292). (Betreft: Cornelis pietersz koonjjnenvanger, eigenaar 1655.) 384. Rand: Hier leit begraven Klaes Klaesen Sterf anno 1588 / van Aevenhorn. / (Midden:) Hier leijt begraven / Grietgen Dircks / de huisvrou van Klaes Klaesen sterf anno 1606. / (Ineen medaillon een schild met een merk). (295). Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 385. Arent van der Goes. Lager: zijn wapen n.l. drie gehoornde bokkekoppen, 2 en 1. (296). (Op 14 Nov. 1631 werd te Alkmaar begr. een kind van A. va n d e r G ° e s ; 6 Juli 1633 de vrouw van Arent van derQ.,24 oct 1644 een zoontje van Yan de r Go e s en 15 Mei 1645 een zuster van Arent v.d. G.) 386. Ineen medaillon een hart. Rondom de letters A(braham) Y(acobsz) D(e) H(art). – (299). 387. Hier leyt begraven / [Try?]ntie Cornelis / Slot is gerust / den 23 November 1640 I ... I 1640 – (299). ' ' ‘ ‘ (Zij was blijkens het doodboek: „die vrouw van Jan Dircks Slot”, zp werd begraven 26 Nov. 1640.) 388. Een medaillon met merk. (Een pentagram). (301), 388 bis ineen medaillon een alliantiewapen: Twee uitgekapte schilden (het 2e. ovaal). Helm met wrong en dekkleeden. Boven het medaillon: 1720 ~ . – (303). (Betreft: Fransois van de Velde, begr. 17 Mei 1731 en zijne huisvrouw juffr. Margaretha Maide. De laatste werd begraven m de G-roote Kerk 29 Juni 1720.) 389. Marten Martensz / Discker. / – (Ineen medaillon een schild, waarop een klaverblad en een merk). – (304). 390. Ende sijn huisvrow / lannetje lans Docter / is ge-‘ rust den 5 Sept/ember Anno 1614. / Hier leyt begraven / laecop Maersen Hans / Goutsmit is gerust / den 6 lunyus anno 1636. / (Een ongenummerd fragment tegen den Zuid-muur). 891. Hier leyt begraven / die Huisvrou van lan Dircksz Ruiter / sterf de .../._ (Een fragment tegen den Zuidmuur, genumm. 97, afkomstig uit?) 392. Pieter Hoogenraad. Lager ineen medaillon een schild: drie putten, 2 en 1, de 2e omgewend (wapen Petten) en de letters A. A. Beneden: een merk en de letters I. H. (309). (Het merk en de letters I. H. betreffen Jan Heijndricks timmerman f vóór Juli 1654. Het wapen Petten en de letters A. A. doelen op Abraham Adriaansz Petten V Tr lint ie f»' z» *"'• 23 1,16 P' *• Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 393. Monogram: J. S. (310). (Betreft Jacobus Schoenmaker, vermoedel. zn: van J o ha n n e s, zie no. 651. Schepen van Alkmaar, in welke functie hij een wapen gebruikte als deel Ivan het schild van Mr. P. Velthuys, zie sub 749. Hoofdingeland van den Hondsbossche, Vroedschap Nov. 1727, f 15, begr. 21 Apr. 1747. X Johanna van de Kasteel e, wonend op de Oudevest te Alkmaar f 16, begr. 29 Oct. 1748. Kinderen o.a. 1. Alida Christina, ged. 16 Oct. 1718, begr. Choor 45 23 Juli 1777 X Mr. Gerrit van Maanen Stuurman, zn. van Ds. Cornelis Stuurman en Geertruy van Maanen, mut. test. voor nots. P. Groen te Alkmaar 5 Apr. 1748. Secretaris van Alkmaar 1749 —t; begr. 1 Feb. 1772. 2. Sjjmon, die zich naar z’n moeder van den Kasteele Schoenmaker noemde, schepen en vroedschap van Alkmaar, ged. 14 Oct. 1725 t 23 Feb. begr. 2 Mrt. 1751 X ondertr. 14 Apr. 1748 Johanna van der Streng, mut. test. voor denz. notaris 22 Juli 1749, bij wie hij, behalve een dr. Johanna Christina, ged. 8 Feb. 1776, naliet een zoon Mr. Jacobus Johannes Schoenmaker, ged. 23 Oct. 1749, begr. 6 Mrt. 1792; Schepen en Vroedschap van Alkmaar; Heemraad van de Schermer wegens de stad X te Heiloo, ondertr. 7 Aug. 1774 Margaretha van Gaart, begr. 23 Feb. 1784, dr. van Jan Ferdinand, Brouwer inden Eenhoorn, en Maria Sanjé Symon’s weduwe hertr. 23Jan. 1753 den Overste Nanning Daey, Hoofdingeland van de Wieringerwaard, Heemraad van de Schermer, zoon van Dijkgraaf Mr. Hendrik en Maria Geesteranus ged. 14 Aug. 1721, begr. 6 Aug. 1779. Zie voorts Alg. Ned. Fam. 1-73 bl. 2.) 400*). Cornelis Cornelis / Tomasz Saylmaker. / (Tusschen de twee eerste woorden een merk, dat zeer uitgesleten is). – (312). (Het merk is afgebeeld in grafboek XIIII fol. 9, sub A. Zd. Cb. 51. C. C. Tomasz werd ook Sevenhuysen genoemd. Hij woonde op de Oude Yest; was kapitein der schutterij, en komt als zoodanig voor op een schuttersstuk in het Stedel. Museum te Alkmaar, voorstellende de Jonge Schutterij in 1621, geschilderd door Zacharias Paulusz. Hoofdingeland van de Schermer, Geadmitteerd landmeter 10 Juli 1630, Schepen 1625-’35; vroedschap vanaf 1628 tot zijn dood opBSept., hegr. 12 Sept. 1649. Hij X 2°Trijntje Kerckrincks op de Yoordam. Ondertr. 26 Juli 1626. Zij begr. 9 Jan. 1628. Hij liet na, behalve een dr. Grietje, zie 840, 4 zoons:] a. Rens, zie sub no. 195. b. Corne 1 is, zie sub no. 809. c. Ma 11 hijs, weesmeester en gasthuisvader, begr. Noordergang 101, 19 Feb. 1678 X 8 Mrt 1626 Trijntje nag. dr. van den koekebakker Adriaan Pietersz Scha gen. Kinderen, w.o. een zoon Mr. Adriaan, ged. tusschen 1630 en ’4B. d. Mr. Adri a a n, zie sub no. 22.) 401. Hier leyt begraven / lan lansen Molennaer is gerust den / 13 Mayus Anno 1657. / (De afbeelding vaneen standerdmolen als no’s. 47, 248, enz). (313). *) De no’s. 394 t. m. 399 werden uitgelicht. Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 402. hier leyt begraue / .... dirricxgo (Een fragment aan de Choorzijde). 403. ...R Riszßyser. (Een ongenummerd fragment nabij den ingang van het stovenhok). (Te Alkmaar werden o.a. begr. op 19 Nov. 1641 en 14 Dec. 1643 een kind van Jan R[j ser; op 27 Feb. 1644 een kind van den kaaskooper Jac o b R.; op 30 Dec. 1644 Gerritß. en op 9 Nov. 1645 weer een kind van J a n R.) 404. Een merk, en: C. P. (Een ongenummerd fragment tegen den Zuid muur). 405. Een ossenkop en daaronder: Ossen Hooft. (Twee uitgesleten medaillons). (315). (Een gevel aan het Verdronkenoord Z.Z. no. 101 D vertoont thans nog als gevelsteen „’t witte Ossenhoofd” en het jaartal 1693. Een Baert Claesz in ’t Ossenhoofd genoemd te Alkmaar inde 2e helft der 17e Eeuw. Zie ook sub no. 432.) 406. lan Q ijs el. (Een monogram H. I. W.). (316). (Betreft Jan G(js e 1, begr. 29 Aug. 1788; het monogram betreft Hilbrant Wigtiüan, schipper XTrijn Cornelis, eigenaars 1678.) 407. Hier leyt begraven / Willem lansz Moolenaer / is gerust den 6 Septemb /Ao 1660 /En sijn huysvrouw / Maertien Aeriens is / gerust den 22 May Aö 1663 / (Met de afbeelding vaneen Standerdmolen, zie de no’s 47, 248, enz.). – (317). 408. K. I.K. – (319). (Betreft Klaes Jansz Kraemer, eig. 1651.) 409. Een monogram: T. 1. W. M. Daaronder: T. I. Wits. Meer. – (320). (Betreft Tamis ofThaemsJansz Witsmeer,eigenaar 1709.) 410. [Hier le]yt begra[v]en / [Cornelis Florisz [Lijn] drayer is gerust / . . [Au]gustus 16??. (En een instrument als 284). – (322). 411. H. W. (Een fragment aan de Choorzijde, genummerd 9, afkomstig uit?) Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 412. Ineen medaillon een merk en: D. I. H. (325). (Dirck Jansz Huijdecoper was reeds eigenaar in 1624.) 413. In medaillon een aan een ring hangend schild: een kuipershamer en de letters: C. I. K. (327). (Betreft Cornelis lacobsz Kujjper, eigenaar 1668.) 414. D. V. O. – (329). (Betreft Mr. Dirck Yan Oirschodt, reeds eigenaar in 1624.) 415. Hier leyt begrave / Baert Pietersz / . . der . is gerust / den 1 A 1639(?) / leek / .... / Hier leyt be/graven Ytie / lans de huijs/vrou van Maerte / Heyndericksz/ Trapenier is / gerust den 2 / lulius 1604 / ....•/ Heijn- dricksz / sterf den 4 / December 1670(?) / – (330). 416. Een merk en de letters: I. 1.; K. B. (331). 417. A. v. en de letters: I. C. B. – (334). 418. Dit graf komt toe / Cornelis Allfertsz Cramer] / – (335). 419. Een uitgesleten medaillon en een medaillon met monogram A. C. – (337). (Betreft vermoedelük:AeffOutgersint Cromhout inde Kooltuin. Zij was houtkoopster, begr. 23 Gct. 1613. Zie ook no. 424.) 420. Een schild met een ster (6) en de letters I. H. Rondom: Dit is lan Hemmensz Kosters graf Anno 1608(?) – (339). (Jan Emm en, koster der Groote Kerk, bij de geref. gem. 24 Feb. 1608, begr. 15 Juni 1629 X Tr(jn Claes. Kinderen te A. gedoopt tusschen 1622 en ’29.) 421. Hier [leijt begrajven / . ngel . . . sterf 160? ende sijn / soon . . . . H. L. B. G. / T rijn tij e de Boer / De huysvrou van / Kornelis Mens / Overleden den /18 May 1744 / (Een fragment; 340). 422. Ineen medaillon een schildje met een boom en aan weerszijden: A; R; VD; AB. – (343). Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 423. Hier leyt begraven / Kornelis Mourisz Schermer is gerust den / 31 Augustus Anno 1738 / Met de afbeelding van een standerdmolen, evenals de nos. 47, 248, 407, 401. (345). (G-rietie Ariens Verlangen wed. C. Schermer begr. 6 Feb. 1748.) 424. Medaillon en monogram als no. 419. (347). 425. V(ander) L(ijn); en een monogram als nos. 298, 299, 804, 960. – (352). (Afkomstig uit de Middengang. Vgl. het wapenbord no. 82 en zerk no. 861.) 426. Dit graft hoort toe / Antonie Mij er 1709 / -- (350). (Vgl. no. 429 A. Meijer, begr. 16 Mei 1732 X Catharina Groen- hoff, begr. 7 Juni 1729.) 427. Hier leyt begraue pi eter c[or]nelisz van haringhkarspel in sijn leuen notaris publijck sterf de 11 Juny Aö 1625 – (352). (Protocol 1609-1625; Hij werd 14 Juni d. a. v. 'begr. en woonde te Alkmaar op het Luttik Oudorp in het Vergulde Achlum.) 428. Hier leyt begraven / Cornelis lansz Dec/ker sterf den 24 / September Aö 1642 / Hier leyt begraven / Raeynst Symens / die huysvrou van / Cornelis lansen Dec/ker is gerust den 27 December Anno 1648. [ln een medaillon de rest vaneen merk en C. I. D.) (354). (C. J. Decker, begr. 27 Sept. 1642, heet in het doodboek Cor- nelisJansz Schipper.) 429. Antonie Meijer 1709. (Fragment tegen den Oostmuur, ongenummerd.) / (Ygl. no. 426.) 430. Vir Cl. / lanus Erasmius Lam / Ultraiect. / Hic / lacet / – (364). (Hij was geboren te Utrecht 1604, rector te Tiel 1634. In 1641 te Harderwijk rector en professor inde logica en de grieksche taal geworden, werd h(j te Alkmaar tot conrector benoemd. Hij overleed 12 April 1658 en werd begr. den 26 daarna.) 431. lacob lanse Kort. / Anna lans Boes. / Ineen medaillon een merk en L. 1. P. (368). (Betreft o.a. Lucas lansz. Pelser, eigenaar 1624.) Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 432. Hier leyt begraven / lan Dircksen de Wit / is gerust op den / V September 1730 / – (370). (Hij was de lakenkooper in het Ossehoofd; zie Alg. Ned. Fam. I 94 bl. 4.) 433. Ineen medaillon een merk en C. A. – (371). (Cornelis Albertsz Backer werd eigenaar 1670.) 434. Ineen medaillon een merk en: C. I. H. – (373). (Cornelis Jansz Hondt inde podt was reeds eigenaar in 1624.) 435. Een merk ineen medaillon. Hier rust t Lighaem / van / Maartje Corns Briet / Den 7 Novemb 1726 / huysvrouw / van / A. Hoogsant. / M. Timmerman. / (377). (Ary Hoogsant begr. 24 Juni 1740.) 436. Hier leyt begraven / Aerien Lourisz Moole/naer Ende sijn Huys/vrou Neltgen looris / is gerust op den 25 / lanwaryus A» 1649 / (375). 437. Hier leyt begraven /AnnaMeyndertsis / gerust den 23 / November Anno 1686. / Merk: een latijnsch kruis, staande met den voet in het hart vaneen St. Andrieskruis. Daarnaast de letters F. H. S. – (378). (Betreft Prederik Hermansz Smits, provenier in ’t Mannen Gasthuis. X Anne tj e Meyndertsdr., welke laatste het graf kocht als zyn weduwe op 24 Aug. 1661.) 438. Hier leyt begraven / Wellemoet lans / die huisvrou van /KlaesPovvelsenis / ghestorven die 2 / lannevaris 1653 / Ineen medaillon een merk en de letters: C. P. – (379). 439. Petrus van A[ngelen] Ineen medaillon een hart, waarop een latijnsch kruis. Uit het hart ontspruiten drie bloemen. Hoe men het (De afbeelding vaneen hart.) dor be . . . . / Meer ’t gemoet int h . . . . / (380). (Ds. Petrus Anghe 1 i u s of Pieter van Aengelen (Engelen), geb. Husen in Holstein, was meesterknecht b(j een zijdewever te Amsterdam, terwijl h(j sedert 1636 in stilte dienst deed by de Lutherschen te Edam, Monnikendam en Purmerend. In 1648 werd hij beroepen te Zaandam, maar 1652 afgezet. Hij was voorts de stichter der Luthersche gemeente te Alkmaar; f 14 Mei, Groote Kerk Alkmaar. Zulder Qang. begr. 19 Mei 1664. Hij X Elsje, dr. van Christoffel DirckSz Capelman en liet te Alkmaar de volgende kinderen doopen: Justus op 23 Feb. 1640, Sophia 17 Maart 1641; Flora 26April 1643 ;Mar ia 22 Jan. 1645; Marisza 2 Dec. 1646; Christina 3 Dec. 1648, begr. in dit graf no. 380 op 4 Oct. 1726. Van hem werden kinderen begr. 20 Feb. 1645, 2 Maart 1647, 16 Mei 1653 (Zuider- kruis no. 308) en een dochtertje 4 Aug. 1656. Zie: De predikanten der Ev. Luth. gemeënte te Alkmaar door W. P. J. Overmeer, Gen. Her. Archief 1902.) KAPELLEN. Kapel A. Zuid. 440. Hier Leyt [Begraven] / Evert . . . . / Backer S[terf den] / 29 Dese[mber] .... (Een ongenummerd fragment). (Een Aelbert Evertsz Backer begr. 28 Apr. 1657 Noordergang 317.) 441. Hier lei[t begraven] ... [ster]f Ao / 1556 dë 1 septëber Midden: een schild. (Deze zerk bestaat uiteen aantal verspreide fragmenten, w. o. éen inde Doopkapel en éen genummerd 11.) 442. lacop Abrahamsz / Wannemaeker. / Lager: een merk, en R(eyer) I(ffsz). Daaronder: ineen medaillon een wan. (2). (In 1629 werd blijkens het grafboek een steen geleverd door de kerk ten behoeve van: „de wannemaecker over de waech”. Jacob Abrahamsz v.d. X Reynouw Jans, w. eigenaar 1664.) 443. Ineen medaillon een kuipershamer. (4). (9 Apr. 1659 werden eigenaars Jan Cornelisz Kuyper X Grietie Jacobsdr.) 444. Hier rust / [het stofjfelijk overschot / [vandje echtgenooten / Rei nier ... . an Rauws / [gestorven] den 2 December 1832 / [in d]en ouderdom [van] 27 jaren en Willemine . . . . nneweening [gestorven de]n 28 Apr[il] / – (Een ongenumm. fragment tegen den Zuid-muur; vermoedelijk afkomstig van het Zuiderkerkhof). Groote Kerk Alkmaar. Zuider Gang. 445. Een schild met een merk. Lager: een medaillon met een merk en I. ? B. (Een laat-gothisch randschrift is verloren gegaan). – (Ongenummerd). Kapel B. Zuid. (Kapel van Zeil of Snijderskapel.) 446. Ineen medaillon een merk (De arab. vier, waarbij de verticale lijn naar beneden verlengd is en voorzien van twee dwarslijnen), en de letters E. I. – (1; fragment). 447. Hier Leyt Begraven / lan Heindfricksz] / Is Gerust Den / 9 Maius Ao 1648. Ineen medaillon een wapen aan een draagstok: twee rozen; in het schildhoofd een kroon en inden schildvoet een ster (6). Lager leest men: Abram Haldermondt. – (2). (Jan Heijndricksz was „Cramer opt hoeckgen vant groote Nieuwland bij de Capelsbrug” te Alkmaar, blijkens het grafboek der Groote Kerk. Abram Jansz Haldermondt, Stadsbode op de Breestraat te Alkmaar, bij de geref. gem. 29 Aug. 1647, begr. 26 Mei 1667. Met zijn huisvrouw Maria Kroonenburg, testeerde hij den 27 Aug. 1664 voor den Kots. J. van Beyeren te Alkmaar.) 448. Adriaan Wentel / En Johanna Bolten / Lager: in een medaillon een merk met de letters T. P. (44; afkomstig uit de Z.-Gang). (T. P. duidt op Tomas Pietersz Tinnegieter, ca. 1650 eigenaar, blijkens het grafboek. Adriaan W., woonde op de Zfjldam; Regent van de Diaconie; Waardfjn in 1742 f 1771 X 22 April 1742 Johanna 8., dr. van Jan, de bode. Zij lieten na een dr. Ag at ha, ged. 25 Juli 1743.) 449. Dubbele zerk. Op de hoeken ziet men de teekens der Evangelisten. Randschrift: Hier – leit – begraven – / jacop – pieters – zoen – sel sterf – int – iaer / / dach – in– – bidt – voer – de – ziele’ / Midden (het opschrift voorgesteld als geschreven op een blad perkament, dat aan de hoeken is omgekruld): Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. Hier leyt begraüë clemens jacob pieterz doet’ huisvrou va wille janz’ schout va alemaer en starf dë XXIIIId"e dach jn julio Aö XVcXXXVIJ bidt voer die ziel Lager ineen medaillon een ster (6) als no. 453 (5/6). (Willem Jansz van Eg mond vande Nyenburch pachtte het Schoutambt tusschen 1523 en 1542, zie C. W. Bruinvis : De Regeering van Alkmaar, bl. 5, waar hem ten onrechte de naam „W ij lene e r” gegeven wordt. W. Jansz hertr. Geerte Claes Rycx, zie Eikelehberg’s „Alkmaer”, bl. 37, 38. Ygl. ook S. van Leeuwen Batavia Illustrata.) 450. F. 1. Regter / Gerust Lager: een medaillon, waarin twee gekruiste lakenverfstokken en G. R.M. – (7). (Het medaillon betreft Gerrit Rotman, lakenverver; procuratie d.d. 3 Aug. 1660 voor den Hots. J. van Beyeren te Alkmaar van Gerrit R. op zijn huisvrouw Christina Rotmans; Francij n t j e R e g t e r, dr. van Jan Fransz R. verkreeg den eigendom 14 Dec. 1733.) 451. Merk en de letters W. G. (8). (Willem van der Grift eigenaar 6 Apr. 1799.) 452. Cornelis Claesz Keern 1713 (23; afkomstig uit den Zuidergang). (C. C. Kee r n van Hoorn X Doopsgez. Kerk inde Ridderstraat te Alkmaar 8 Mrt 1711 Neeltje Dirks van Amsterdam. Hp begr. 14 Mrt. 1721.) 453. Als de no’s. 251 en 929. – (10). 454. Een merk en de letters B. H. V. D. M. (11). (Barend Hermansz Yan Doelma kocht dit graf blijkens het grafboek in 1651.) 455. Ineen medaillon een schild beladen met een vogel, gezeten op een tak. [Ariaan] Vogel [ensang] / en / Maertje (Jacobs) Veen / (171; afkomstig uit de Z.-Gang). Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. 456. Medaillon met een merk (zandlooper, waaraan de basis ontbreekt; door het midden een dwarslijntje.) tusschen de letters PA. IK. I – (15). (Betreft Pieter Jansz Kluyt, die het graf den 28 Jan. 1691 met zijn huisvrouw Grietje Govers Clott kocht.) 457. Ineen cartouche een schild aan een draagstok, beladen met een zwaan. Op de vier hoeken schildjes; de beide ondersten beladen met een merk (A., waaraan ter hoogte van de dwarslijn uit de linkerzijde een latijnsch kruisje is aangebracht). De schildjes zijn zeer afgesleten. Randschrift: Hier Leyt Be/graven – Burgemester – Heyndrick – Willemsoon / Moutmaker Is / In Den Heere Gerust Den 5 luny Anno 16[30] /. (Vgl. no. 87. M. was Burgemeester van Alkmaar 1629-’3O; Schepen 1620-’24; Vroedschap van 1618 tot z(jn dood; Heemraad van de Zijpe; Kapitein der Oude Schutterij en als zoodanig op een schuttersstuk, geschilderd door Zacharias Paulusz in 1619, dat zich thans in het Stedel. Museum te Alkmaar bevindt; Kerkmeester der Groote Kerk 1627 en 1628; Ouderling in 1619. Zijn dr. A eitje X 28 Mrt. 1627 Corne 1 is, zoon van Jan Cornelisz Hensbroek. Zie no. 687. Het bovenbeschreven merk werd door M. als contrazegel gebezigd; zie Verz. Schepenzegels Gemeente Archief Alkmaar.) Kapel C. Zuid. 458. Aan een draagstok een wapenschild, in het schildhoofd beladen met een springend paard. (witte steen; 3). 459. Ineen medaillon een wapenschild op gefrijnden achtergrond en hangend aan een ring. Wapen: een posthoorn, hangend aan een haak en vergezeld van drie rozen, 2 en 1. Lager leest men: Hier Leyt Begraven / Maart jen Jacobs Van / Den Hoorn Stigter / [Va]n Het Vrouwen Pro/[ve]niers-Huys Staande / [Op] Het Fneetse Eylant / [Bin]nen Deser Stede Is / [ln] Den Heere Gerust / Den XXX November / [An]no MDCLXXVII. / (Twee fragmenten; het éene genummerd 126; afkomstig uit de Zuidergang). Groote Kerk Afkmaar. Kapellen. (Maartje Jacobs, weduwe van Pieter Lammertsz Fortuin, stierf zonder kinderen na te laten en stichtte bij testament een provenhuis voor twee gereformeerde weduwen en twee roomsche maagden in haar woonhuis op het Eiland. Het Hofje, dat bijgenaamd was „Het Huis van Vieren”, bestond tot 1818. Zie J. Belonje: „Het Huis van Vieren”, Alkm. Courant 1924 no. 4.) 460. [Hie]r Leyt Begrave Pieter / [Piet] ersz Boodt Sterf D[en] / . . . aey 1626. Een merk; en daaronder ineen cartouche: Hier Leyt Begraven / Anna Gheres Dochte[r] / Starf Den 18 December Anno 1616 / Ende lanlansoon / Stienhouwer Starf Den 14 May Aö 1618 / (Een fragment no. 22.) (Jan Jansz was steenhouwer op den Dijk te Alkmaar, blijkens het grafboek en Anna Gheres was misschien; „die huysvrou van Jan Arian Roo s”, begr. 27 d. a. v.) 461. S. M. – (6). 462. Merk, en de letters I. P. (Ongenummerd; 5?) 463. Hier Leyt Begrave / Anna lans Van Ryck / Sterf Den 7 Augusty / 1637. / (11). (Doodboek: begr. 10 Aug. 1637 Anna Jans Weduwe.) 464. [Hier leyt begravjen D’ Eerbaerre / Agata Gerrits dr. huysvrou van Cornelis Garbrantsz / Ruych S[terf] Midden: [Hier leyt bejgraven Jan / [Cornelisz Ruych] is gherust j ... . [a]nno 1618 / – (Een ongenummerd fragment vaneen dubbele zetk). (Cornelis Garbrantsz R. was schepen van Alkmaar in 1570, verm. een zoon van Gerbrant Jansz, lakenkooper en Katrijn Jansz, die, wonend op de W.-zjjde van de Mient, den 25 Oct. 1557 testeerden voor den Nots. F. van. Teijlingen te Alkmaar. Jan Cornelisz R., poorter van Alkmaar geworden 20 Feb. 1599, werd hier begraven 2 Dec. 1618 en had z(jn test. gemaakt voor den Nots. H. J. van der Lijn; hij woonde toen aan de W.-zijde van de Coorstraat en X Ljjsb e t li Frans. Als kinderen van zijn overleden broeder komen in 1615 voor: MagdalenaCornelisdr. en Gerrit Cornelisz R.) Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. Kapel D. Zuid 465. Hier Leyt Begraven / Maertijntie Michgi/els IsGerust Den 23 / November 1644 / Ineen medaillon een merk en de letters: W. R. Lager: Hier Leyt Begraven / Wouter Soeten Is / Gerust Den Eersten / Mayifs Anno 1658 / (1). (M. Michiels, begr. 30 Hov. 1644, heet in het Doodboek: „de moeder van Wouter schulpsantmaker.” Haar zoon begr. 6 Mei 1658; zijn wed. was Lijsbedt Davidts.) 466. Ineen medaillon een merk en de letters A. D. (12). (Betreft blijkens het graf boek Almer Dircksz Wijnschenker, wiens wed. Marjjtje Cornelis het graf kocht 4 Nov. 1651.) 467. Wijn a n t Pols. (20). (Hij was apotheker te Alkmaar; t 1765. Een andere W. P. diaken der Gr. Kerk nog in 1773.) 468. Ineen medaillon een merk en: D. I. V. H. (8). 469. Dit – Graf – Hort – Toe /A. P. Die – Wedu – Van /G. P. Van Houten / Een merk; lager leest men: Hier Leyt Begraven / Pieter Gerritsz Van / Houten Is Gerust Den / 1 April Anno 1652 / En Sijn Broeder Hein/drick Gerritsz Van / Houten Is Gerust De / 26 October Anno 1656 / En Haer Suster Trintie / Gerrits Van Houten / Is Gerust Den 19 / December Anno 1656 / Daaronder: ineen medaillon een pot als no. 901. (16). (Adriaentje Pieters was de wed. van Gerrit Pietersz van Houten. Pieter Gerritsz v. H. was blijkens het doodboek der Gr. Kerk pottebakker.) 470. Hier Leyt Begraven / Machtelt Jans Die / Huisvrou Van Engel / Dircksz Backer Sterf / Den 3 Desember 165[1] / – dl). (Zij was de vrouw van E. D., bakker op het Yerdronkenoord te Alkmaar.) 471. Afbeelding vaneen dakpan. (111; Afkomstig uit de Middengang). Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. Kapel E. Zuid. 472. Een medaillon met een merk en: A. W. W. S. (7) 473. A.v., en: A. P. S. K. (8). (Betreft blijkens het grafboek: Adriaen Pietersz Sijde Kraemer. Hij en zijn huisvr. Anna Sjjmons werden eigenaars 18 Nov. 1653.) 474. A.v., en: M. P. / Fecke / (11), (Betreft Maerten Pietersz Fecke, korenkooper, eigenaar 6 Mrt. 1653; scheiding door zijn erven d.d. 13 Jan. 1659 voor den Nots. J. van Beijeren te Alkmaar.) 475. A.v., en D. O. G. (73; Afkomstig uit het Zuider Kruis?) 476. Een gekroond hart. Daaronder: Hier Leyt Begraven / Cornelys Kroone / Is Gerust Den / 29 luly Anno 1687 / – (12). 477. Merk (een gamma-kruis) en: B. I. L. Merk (zandlooper, waaraan de basis ontbreekt) en: P. C. – (14). 478. I. K. – (16). Kapel F. Zuid. 479. Hier leyt begrave Griet / [l]acobs die huysvrou van / [D]irck lourisz Scepmaker / [s]terf dê 9 desember Ao 163? / Lager ziet men een merk, een bijl, een beitel, een hamer en een lange boor. Daaronder: Hier leyt begraven / Dirck lourisz Scepmaker / sterf den 21 July 16? 4 / – (2). 480. Randschrift: Hier [leyt begraven] wellemoet Jacobs die huysvrou vanjacob Miesen sterf den .... Midden-. Grietgen Jacobs / dr Oudt ontrent / 20 stalt Jaer Is / gerust den 19en / October Ao 1618. / 10 Groote Kerk Alkmaar, Kapellen. Daaronder: ineen medaillon een schild, beladen met een adelaar en een hamer? (15; oud. no. 133; afkomstig uit de Zuidergang). (G riet g e n vd. heet in het doodboek begr. 21 Oct. 1618 : „die dochter van Jacob mieussen egwercker”.) 481. Ineen medaillon: twee geaccoleerde schilden op gefrijnden achtergrond. Het eerste vertoont een boom-, het tweede, dat uitgesleten is, heeft den ruitvorm. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken een boom, uitkomend. (118; afkomstig uit de Zuidergang). (Cornelis Heyndricksz Boom, zoon van den Schepen Hendrick Cornelisz (f 1574.) „in ’t Boomdtge” inde Houtil te Alkmaar, bij de geref. gem. aldaar 22 Jan. 1581; Diaken 1587; Vaandrig der Schutterij 1567; President Schepen 1594-1609; Burgemeester 1610, Vroedschap van 1590; begr. 17 Sept. 1611 X 1° Guerte Baertsdr., 25 Dec. 1581 by de geref. gem., X 2° Guert Nanne n f ? 25 Oct, 1600. Inde Gr. Kerk werden begr. een kind van C. H. B o o m 10 Juli 1599 en Baert Cornelisz B. den 8 April 1611. Zie ook no. 877. Blijkens het grafboek behoorde dit graf ± 1650 aan Griet ie, Agnietie en Heyndrick, kinderen van C. H. Boom. Heyndrick, zie no. 549; G-rietie, 5 Nov. 1600 bij de Gem. X 2 Apr. 1606 Philippus Ruyl, predikant te Sevenhoven. Zij en haar broeder Baert vd. testeerden te Alkmaar voor Nots. H. J. van der Lijn, onderscheidelijk oud 21 en 18 jaar, op den 6 Sept. 1602.) 482. In fraaie lijst, waaraan versieringen als een engelenkopje, vleugels, graflampen, een zandlooper, e. d. voorkomen, een medaillon, met het wapen Brasser: drie meerbladen, 2 en 1. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken: een antieke vlucht, waartusschen een meerblad. Onder dit wapen leest men Hier – Onder – Leggen – Begraven – Ende – Verwachten De – Compste – Cristi – Inde – Opstandinge – Der – Dooden. Servaes – Brasser – Oudt – Burgemr Deser – Stadt – Alcmaer – Is – In- Den Here – Gerust – Den – 10 Februari – Aö 1656 Diuwertge Stenhuysen – Syn Huys Vrouwe – Is – In- Den – Here – Gerust Den 6 Februari – Ano 1636 (5/6). (Servaes Dirksz Brasser van Delft, Burgemeester buiten de Vroedschap 1644-’5l, Schepen 1641/’42; Penningmeester van de Zijpe en de Wieringerwaard, Heemraad, Kerkmeester en Hoofdingeland van de Wieringerwaard, Hoofdingeland van de Schermer, Weesmeester, Kerkmeester en Heemraad van de Zijpe, woonde te Alkmaar inde Langestraat X Delft 12 Jan. 1619 Deborah van Steenhuysen, Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. De zerk no. 482 inde Gr. Kerkte Alkmaar. dr. van Jacob Willemszen Trijn Cornelis Dyckx, zie no. 314. Blijkens zpn schepenzegel was zjjn spreuk „Mon Espoer en Dieu”, zie Gen. Her. Bladen I, bl. 430. zie ook zerk no. 502. Volgens de grafboeken der Gr. Kerk werd bovenvermelde zerk op 2 Dec. 1634 voor f 14. van de Kerk gekocht. Een kind van Servaes B. begr. 28 Oct. 1630. Voorts liet hij na een zoon Jac o b, Heemraad van de Zijpe en van de Wieringerwaard X 18 Nov. 1646 Geertruyd van Harlaer, nagel. dr. van Adriaen inde Coorstraat en Judith van Boekholt, die 4 kinderen hadden, gedoopt 1647-1652. Zij overleefde hem en maakte een testament 16 Mei 1668 voor den Nots. J. van Beyeren. Hare 2 nagelaten dochters waren Adriana Brasser X Mr. Hendrik Brant, zie no. 944, en Jacoba Brasser X Mr. Johannes Geesteranus, zie C. W. Bruinvis: Het geslacht Geesteranus.) 483. Een merk en de letters A. K. (Een ongenummerd fragment). 484. Merk en de letters S. M. – (263; Afkomstig uit de Zuidergang). (Betreft, blijkens het grafboek, medio XVII: SyvertMichielsz., touback-vercooper.) 485. Rozetten op de hoeken. Randschrift-. Hier Leyt Begraven Maertgen Cornelis Is Gerust De 31 lulius 1635. 486. Een bakoven, een destilleer-kolf(?) en een vat (De attributen vaneen apotheker?) benevens de letters 1.1. B. (Een ongenummerd fragment). 487. Bovenaan in laat-gothische letters-. Hier leit begüen Anna / Cornelisfdr] va Amsterda / starf Anno MVcLXIX den V / ianuarij /. Op een band leest men verder om den rand in Rom. letters: Hier Leyt Begraven Cornelis Claasz Spont / Lakencooper / Is Gerust Den ?? [Sepjtemb Anno 1604 /. In het midden een schild aan een draagstok. Het schild beladen met een merk (A.; een kruisje onderaan het rechter snijpunt der horizontale lijn, binnen de letter). Onder het schild leest men nog: Ao 1600 Dë / 8 Desember / Hier Begra-/ Vê Immetgen Maynnert / Syevertz / Va Duynnen / Dr / – (11). Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. (Spont woonde te'Alkmaar op het Fnidsen „inden vergulden Sterre”, een thans nog bestaand huis, waar hij het lakenkoopers bedrijf uitoefende. Hij werd begraven 2 Oct. 1604 en werd in het doodboek genoemd: Cornelis claes „Amsterdammetge”, waaruit misschien zijn afkomst uit Amsterdam kan blijken. Hij huwde 2“ 13 Mei 1601 Wendelmoet, dochter van Louris Baertsz Rijs e r „op de Biercay”, zie no. 827; X 3° Niesje Cornelis, bij de geref. gem. 26 Maart 1595, zie no. 113. Z;jn kinderen waren: 1. Claes, lakenkooper inden Vergulden Sterre. 22 Nov. 1595 b./d. Geref. Gemeente X 1° Maritgen Cornelis j. d. van Medemblik X 2C Januari 1604 Lijsbet Gelis La Gare „op d’Oudegracht” te Alkmaar. Hij was in 1611 Huiszitten Meester. Zijn kind begraven 23 Mei 1611; hij zelf 9 Jan. 1630. 2. Dr. Cor n e 1 is, begr. 23 Peb. 1630 X Saertje Claes. 3. Anna, bij de geref gem. 28 Apr. 1698 X 17 Mei 1698 Ds. Adolphus de Jager of Venator, zie Oud Holland 1924 en C. W. Bruinvis: „Kerkgeschil”. 4. Teetgen, zie no. 610. Ydtgen Meynerts van Amsterdam werd inde Gr. Kerk begr. 21 Nov. 1624.) 488. He[n]deric[k] Winder / Obyt Den 20 lan 1706 / (226; Afkomstig uit de Z. Gang.) (Hij was ~ Commies ten Gemeenelands Comptoire dezer Stad” en de 2e zoon van Cornelis Willemsz Winder, „meester hoedemaker” *) te Alkmaar, zie no. 649 en van Maria Henricks de Mo lijn, werd ged. 2 Eeb. 1667 en begr. 28 Jan. 1706XMaartje Hensbroek. Yan hen werden gedoopt: Maria 29 Jan. 1693; Margarita 28 Nov. 1694; Wi 11 e mij nt j e 12 Aug. 1696; Ad rianus 24 Nov. 1697; Cornelis 1 Jan. 1700, boekverkooper te Alkmaar op den hoek van den Houtil inden vergulden druckpers. Zie: J. Belonje: „Twee Oude Langestraathuizen”, Alkm. Courant 8 Aug. 1926, no. 186; Jan 4 Sept. 1701; Jan 3 Jan. 1704 en Hendrik 14 Jan. 1706. Eerstgen. Jan begr. op het Choor no. 78 den 10 Sept. 1703; een ander kind begr. Zuide'r Gang 226 den 28 Dec. 1706.) 489. Hier Leyt Begr[aven] / Aefien Adams Sterf / Den 6 November 161? / Ende Haer Man Mi e [s] /TysszFlaeisfhouder]/ Sterf Dê 23 luny 16?? / Hier Leyt Begr[aven] / Cornelis lan / Sterf Den 6 .... / Hier Leyt Begr[aven] / Griet- gen Miess [en] / Die Huysvrou Van Cor/nelis lansz Ruiste / Den / Den 3 September 164? / Hier Leyt Begraven / Adam Miesen Keerse/maecker Is Gerust Den/26 Maert Ano 1649 / (281; Afkomstig uit de Z. Gang.) (Na den dood van Mies Th ij s z behoorde dit graf vlg. het grafboek aan zj)n kinderen: Qrietie, Wijntien, Annetgen, Adam en Cornelis.) i) Hy heet universeel erfgenaam in het testament van GrietieJans wed. Ger r i t WillemsWinderin leven Schipper op Schoorldam, wonend op Buitenduin inden banne van Schoorl (gepasseerd den 9 Sept. 1682 voor den Nots. C. Kessel te Alkmaar.) Of er verband bestaat tusschen de beide families Winder is nog niet uitte maken. Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. Kapel A. Noord. 490. Ineen medaillon een merk (gedeeltelijk uitgesleten). Daaronder: Ende Syn Dochter / Catrina Backers Is / Gerust Den 28 April / 1651 / (93, Afkomstig uit?) (Begr. 2 Mei 1651: „de dochter van dom ene back er”. Misschien een dr. van Johannes Backerus, predikant te Oudkarspel, zie no. 746.) 491. Ineen medaillon aan een draagstok een schildje, beladen met een merk en de letters 1. M. Lager een ander merk en de letters I. G. (48; afkomstig uit de N. Gang). 492. [HJier Leyt Beg[r]av[en] / Brecht lacob[s] /Is Gerust 17 lanwar / 1649 / (183; Afkomstig uit?) 493. Louweris Dircks / Schouten / (Ongenummerd). 494. lacobus Verhoeven / En / Antje Pleytman Lager: ineen medaillon een tang tusschen de letters S. W. – (8). (Het medaillon betreft vlg. het grafboek „S ij mo n Wi 11 em s z haeckemaecker”. Jacobus Verhoeven, bakker inde Coorstraat X 1° 21 Mei 1713 Marijtje de Zeeuw, begr. Egmond Binnen 18 Oct. 1720 X 2° 28 Sept. 1721 Annetje Hendriks Pleytman, z(jn dienstmaagd, f 1 Apr. 1756. Hij zelf f 16, begr. 20 Mei 1749. Kinderen gedoopt tusschen 1714 en 1735.) 495. Hier Leyt [Bejgraven / Leyntie van dr Meer / De Huysvroue Van Aerry Willemsoon / Schipper Sterf dn 4/een May Anno 1631./ Lager: ineen medaillon een tweemaster. (9). 496. Ineen medaillon een merk (dubb. Arab. vier; de twee horizontale lijnen eindigen elk ineen kruisje.) tusschen de letters R.P./A.P. (Betreft blijkens het grafboek Rijckelandt Pietersz en Aeltje Pieters, nagel. drs. van Pieter Pieters Ger art van Schagen, eigenaressen 1651.) 497. Ineen medaillon een merk (lat. kruis; overdwars door den voet een kapitale lambda.) en de letters S. 1. – (11). üroote Kerk Alkmaar. Kapellen. 497 bis. K.Y. – (12). (Betreft Kars Yans en diens nagel, kinderen Ae 11ie en G e e rt ie, eigenaars 7 Feb. 1670. De laatstgen. hier begr. 23 Oct. 1719.) 498. Fragment vaneen dubbele zerk. Wapen in medaillon: schild beladen met een klimmende leeuw ; dekkleeden ; het overige verdwenen. Lager: Hier Leyt Begraven / Do Adrianus Snellius Ge/ wesene / Getrow Predicant / Der Gereformeerden Tot/Alckmaer 30 [Jjaeren / Ende Medicinae Doctor Is / Gerust Den [2]3 Oct. 1648. / (8; afkomstig uit de Noordergang en genumm. geweest 8/9.) (Ds. Sn. werd als prop. in 1616 beroepen te Hooge en Lage Zwaluwe en in Mei 1619 te Alkmaar. Hij test. te Alkmaar voor Nots. Corn. de Haas 28 Oct. 1644 en X 17 Nov. 1619 Annetjen Kerckrincks j.d., zuster van de sub 158 genoemde Mar ij a K., t 3 Nov. 1628; X 2° 10 Aug. 1630 Anna, j.d., dr. van Bar te 1- mies Pelletier, coopman tot Hamburg en Anna Thijs, begr. 14 Aug. 1649. Bij zijn eerste vrouw liet hij na vier dochters en een zoon t. w: 1. Susan na, ged. 2 Oct. 1622 X Hutgert ten Houten, Raad en Schepen van Schoonhoven. (Zij lieten na een zoon Johannes. Zie Schoonhoven no. 100.) 2. Dr. Godefridus, ged. 23 Aug. 1620; Pestvader 1650; Kerkmeester der Gr. Kerk 1664; Schepen 1656-’6l; Vroedschap 1654 tot zijn dood 13 Jan. 1671; Ontvanger der Gemeenelands middelen; Heemraad en substituut Dijkgraaf van de Schermer en eigenaar van een hofstede aan de Noordervaart nabij Schermerhorn. X 4 Sept. 1650 Aef i e of Eva, ged. 25 Feb. 1632, nagel. dr. van den Burgemeester, Hoofdingeland en Heemraad van de Schermer, Jacob Jjacobsz Braskers enßeijna Pietersdr, wier portret voorkomt op het regentenstuk no. 10 van het Burgerweeshuis te Alkmaar, zie sub zerk no. 502. Zij test. den 8 Feb. 1674 te Alkmaar voor den Nots. C. Kessel. ‘) 3. Elisabeth, ged. 31 Jan. 1625; b.d. Geref. Gem. 1 Juni 1646 X Symon Sevenhuysen, zoon van Mr. Adriaen, zie sub no. 22. (Ondertr. 24 Oct. 1649). Hij was zeilmaker op de Voormeer te Alkmaar; en testeerde aldaar den 20Feb. 1693 voor Nots. C. Kessel; by de gem. 4 Juni 1649, Weesmeester; Vroedschap 4 Juli 1683 tot zjjn dood 5 Oct. 1694; Schepen 1673-'74; Burgemeester en Kerkmeester der Gr. Kerk. Zij lieten na een zoon Mr. Adriaen S., zie St. Maartensbrug sub no. 24; een dr. Ann a, zie no. 274 en een dr. Elisabeth. 4. Levina, ged. 10 Jan. 1627, b/d Gem. 1 Mrt. 1646 X 21 Oct. 1657 Ds. Petrus Langereys te Oosthuizen, zie Schoonhoven no. 100. 5. Catrij na, ged. 1 Jan. 1624.) i) Hare erven waren: lo Catharina Brasker (Zy was de dl', van erfl. broeder en Geertruyd va n d e Ve 1 d e, zie sub. no. 866). Xl ClaesClock, f 1727 Vroedschap, Ontvanger d. Gem. landsmiddelen, Hoofdingeland van de Schermer, Heemraad Wieringerwaard, zie sub. no. 701 en 887 X 2 Schepen Dirck Steenveld wedr. van Ca t h ari na’s zuster Anna 2o hare susterlingen van vaderszijde, n.1.: a. De kinderen van Jacob Brasker burgemeester en ontvanger v. Edam (zie Edam Groote Kerk no. 237.) b. de kinderen van Jacob Brasser, officier van Edam, (Gr. Kerk Edam no. 238) c. Trijntje Sjjmons Brasser en de kinderen van haar broeder Jacob Symonsz B. te Purmerend. Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. 499. Ineen medaillon een merk en de letters L. T. (Een ongenummerd fragment). Kapel B. Noord. 500. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hier Leyt Begra/ven Frans Pietersz Gestorven Den 28en Augusty 1615 / Ende Machtelt / Claes Zijne Huysvrovwe Gerust Den 6en Febvary 1628. / Midden: Item Leggen / Hier Noch Be/graven Hare Na Genoemde Kin/deren – Als / Griete Frans / Gestorven Dë / 22en February / 1610. / Ineen medaillon: een schild met een merk (twee gekruiste weerhaken) en de letters F. P. (1). (Zie no. 503.) 501. Ineen medaillon een schild met een merk en I. A. /D. A. (53; Afkomstig uit het Noorder Kruis). 502. .... Op Alle De ... . kingen Der Heere [Stajten Van Hollant [en] De Westvrieslandt Ende Staande De Selve In Den Haghe Overlede Den XXVI lanuari 1665. Lager: ineen medaillon aan een draagstok twee geaccoleerde wapens, n.l. het wapen van Mr Cornelis Schagen: gevierendeeld I en IV een wereldbol; II en III: drie bollen, 2 en 1; en het wapen van Livina du Gard ij n: een tuin, waarin drie boomen, en inden schildvoet een roos. (Een ongenummerd fragment, afkomstig uit het Choor, no. 188). (C orne 1 is S c h., geb. 20 Oct. 1599, zoon Tan Pieter Jansz en Maria van Oudensteyn, stud. te Leiden 1616, prom. ald. tot med. dr., vertrok in 1620 naar Italië als „Edelman” in het gevolg vaneen ambassadeur; prom. te Padua inde rechten, werd 1621 Secrs. van Alkmaar, 1636 Vroedschap, f als Ordinaris Adjunct Gedeputeerde in het Stadslogement te ’s Hage, waarop in dit grafschrift blijkbaar wordt gezinspeeld. Hij werd 31 Januari te Alkmaar begraven en was geh. met Livina du Gardjjn, dr. van burgemr. Adïiaan Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. en Maria Dirksdr. Brasser1), geb. te Alkmaar in 1600, regentes van het Wees- en Huisarmenhuis te Alkmaar. Haar portret ziet men op het regentenstuk no. 10 in het Burgerweeshuis te Alkmaar ; vgl. no. 774 en Algem. Ned. Familieblad 1903 bl. 320/1. Zij lieten na een aantal kinderen, w. o. Mr. Pieter, ged. 21 Juli 1634, begr. 29 Jan. 1692, Secretaris van Alkmaar XMariaßruyninghjGeertruyd X Pieter Tjerk s, koopman te A’dam; Maria, ged. 27 Oct. 1635 X Mr. Pieter Vrijburgh, zie no. 861, Mr. Adri a a n, zie no. 774; en vermoedelijk ook Johan, Kerkmeester en Schepen, zie no. 274.) 503. [Hier Leyt Begraven] .... P[h ili p s] .... Gerri[ts- soon] / Raf[felb]erch Is [Gerust] / Den 17 la[nn]uary Ano 16?? / Hier Leyt Begrav[en] / Grietie [Fr]ansen We[duwe] ' Van Burg[er]meester Ocker / Is Gerust Den 2 April / 1672 / Lager: Ineen medaillon een hondje? (3). (Pieter Fransz Ocker, zoon van Frans Pietersz en Machteld Claes, zie no. 500; Ontvanger der Verpondingen 1658; Notaris, protocol 1638-’6l; Secretaris der Uitwaterende Sluizen (zie z(jn wapen als zoodanig op het raam der Uitwaterende SI. te de Rijp); Schepen van Alkmaar 1651-’55; Burgemeester 1662; Vroedschap van 9 Juli 1647 tot zijn doodden 6 Maart 1665; begr. Nd. Kapel B. no. 1 den 12 Mrt. Hij X als wedr. 23 Juni 1652 Grietje Frans bovengenoemd, wed. van Philips Gerrits Raffelberg, drapenier te Alkmaar, die sinds Aug. 1634, blijkens het grafboek eigenaar was van dit graf. Zij was weesmoeder 1658. P. P. Ocker had een zoon Frans, Schepen van Alkmaar 1660 /’6l en eveneens Notaris aldaar; begr. Kapel Nd. B. no. 1 den 12 Sept. 1661 X 3 Aug. 1659 Adriana van Veen, begr. M. Gang 337 den den 23 Mrt. 1672.) 504. Hier Leyt Begraven / Huibe.rtgen lans D? / Van Langedijck Sterf / Den 12 November Aö 1642 / Ende Haer Suster / Aecht lans Dr Van Langedijck Is In Den /-Heren Gerust Den 21 / November Anno 1644 / Ende Haer Suster / Maretye lan[s Dr] Is / Gerust Den 29 / [Sjeptember Anno 1655/ (180; Afkomstig uit?) (H. Jans, begr. 14 Nov. 1622 heet in het doodboek „een vrijster op die breestraat, Aecht vd. begr. 23 Nov. 1644: „Aecht Jans op de brestraet”.) 505. Ineen medaillon een gekroonde hamer en de letters C. E. S. Daaronder: Hier Leyt Begraven / Claes Ewousen Hoef/ Smiet Is Geruist Op / Den 2 Feberwarius / Anno 1615 / (7). l) Zij was een zuster van den sub. no. 482 genoemden Servaes B. Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. 506. J. Vennekool. (Jacob Vennekool was blijkens het gildeboek der schilders meester steenhouwer te Alkmaar. Vlg. Bruinvis vervaardigde hij o.a. de beeldgroepen van de hamei der Scbermerpoort aldaar1, zie C. W. Bruinvis: Alkm. Schutterstukken Ned. Kunstbode 1880 bl. 123. Het bovenstaande graf werd 9 Aug 1710 gesteld „op de naamen van jacob Fennekool en juffr. Adriana geertruyda van t e s”. Blijkens het grafboek werden zij begr. respectievelijk den 2 Fab. 1711 en 9 Dec. 1719. Hij f 27 Januari.) 507. [Hiejr Leyt Begraven / [lan] lansz Van Der / [Beejck Schoenmaker / [ls] Gerust Den 23 / [Febjeruary 1674 / – Ineen medaillon: een molenijzer. (33; Afkomstig uit het Zd. Kruis.) 508. Aan een draagstok een wapen. Gedeeld: I gekeperd van twaalf stukken (Egmond.) II: Een kruis, in 1 vergezeld vaneen meermin, die inde opgeheven rechterhand een spiegel houdt. Hartschild met schildzoom en beladen met een kruis (Van Zyll). Terzijde van dit wapen ziet men nog enkele uitgekapte gothi- sche letters: «... . glter (?) / .... r. 1 (Een dubbele zerk, ongenummerd; mond van den grafkelder Van Egmond van de Nijenburgh-Van Teylingen). (Zie bl. 63. Ten onrechte wordt het wapen in II in Mdbl. Ned. Leeuw 1898 bl. 199 Vander Sype genoemd.) Kapel C. Noord. De bevloering van deze kapel is inde 80er jaren der vorige Eeuw geheel vernieuwd, bij welke gelegenheid waarschijnlijk ook de zerk van den beroemden Alkmaarschen Burgemeester Floris van Teylingen (Vermeld inden Tegenwoordigen Staat van Holland, bl. 388, dl. XV) is verdwenen. De zerken (tegels) die er thans liggen zijn modern. Kapel D. Noord. (Corvers-Kapel.) 509. M. L., en een merk. (Een ongenummerd fragment vóór de afsluiting). Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. 510. In medaillon C. D., en een z. g. n. greep (ongenumm. fragment vóór de afsluiting). Kapel E. Noord. 511. B. C., en een merk. – (Een ongenummerd fragment vóór de afsluiting). Kapel F. Noord. 512. Als no’s. 170 en 171. – (1.) 513. Aerien Ariens / in Gashuys Capel / Een merk – (2). (Reeds in 1602 was eigenaar A. A. in het Kapelsgasthuis te Alkmaar.) 514. G. P. S. (A. v.) – (3). (Gerrit Pietersz Schagen tlB Juni 1616; zie N: Biogr. Woordenboek 1-1452.) 515. P.P. (A.v.) – (4). (Pieter Pietersz, smid in ’t aanbeeld, reeds in 1602 eigenaar.) 516. Ineen medaillon een monogram: I. S. Lager: 1. H. Backker. – (5). (Jan Heyndricksz B. werd in 1666 eigenaar.) 517. A.I. L. – (6). 518. Hier leyt begraven / Dirck lansz Hoede / Stof V eerder sterf / den eersten April / Anno 1644 / Noch leyt Hier Be/graven Claes lansz / Kaeskooper van / Aeckersloot gerust / Inden Heerden 25 / April anno 1652 / Noch leyt hier be/graven Grietie / Willijms de Huys/vrou van Dirck / lansz Hoedecramer / is gerust den 4 / November A° 1652 /. Een hoed en een stoffeerders instrument. (166 afkomstig uit de Noordergang). (Cornelis Jansz, begr. 29 April 1652, heet in het doodboek: „klaes Jansz kaeskooper oude vesten.”) 519. Ineen medaillon 1.1. en een merk. (9). (Vgl. no. 145. Misschien betrof deze steen JanJansz Varcken, een zoon van den aldaar genoemden Jan V., drapenier inde Coorstraat.) 520. P. P. S., en een merk als no. 218. (10). (Betreft denzelfden als no. 218.) 521. loha n n e s van Rij ke 1. (11). 522. I.C. G. G. Ineen medaillon een konijn. (12?) 523. Als no’s 230-233. – (7). 524. .. . vrou ../lanMaertsz. (Een ongenummerd fragment). Zuiderportaal. (Onder de Librije). 525. P. D. B. en een merk. (Een gamma-kruis). (Ongenummerd fragment). 526. In medaillon P. A. en een merk. – (A. v.) 527. In medaillon monogram S. B. V. B. (?) (A. v.) (Vermoedelijk genummerd geweest 197 en afkomstig uit de Middengang.) 528. Hier leyt begraven / Govertlacopsen Messel/laer is gestorven den / 28 September Anno 1627 /. beitel, troffel, merk en hamer. (Ongenummerd). 529. Hier leyt begraven Marijtgen / Willems Kop de Huysvrou van /lande Schauteet lacopsen / Gorter is gerust den 23 / Meij 1624. / En Maritgen Aeriaens / sijn twede vrou is in dê / Heere ontslapen den 2 / October Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. 1647. / Hier leyt begraven / lan lacopseSchouteet/is gestorven op den / 19 May anno 1658. / Ineen medaillon een uitgesleten wapen: Gedeeld: 1. Een wassenaar, vergezeld van drie lelies zonder voet (?), 2 en 1. II Als het wapen sub. no. 221. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken? Onder het wapen leest men verder: Hier leyt begraven / Cornelis Ia n s (?) (9). (Jaeques de Scouteet Jansz, predikant van Groet en Camp, 1586-1623, woonde te Groet. Als emeritus predikant vestigde hij zich met zijn huisvrouw Piryntje de Caluwe te Alkmaar. Bljjkens het aangifteboek der graven der St. Laurenskerk, kocht hij een graf onder het portaal der kerk, welk graf met zjjn wapen geteekend was: Een wassenaar vergezeld van drie lelies zonder voet, 2 en 1; vgl. Gemeente Archief Alkmaar V. 18-le Serie no. 3 fol. 106. Hij werd „onder ’t portael” begraven 20 October 1628. De zerk is niet meer aanwezig. Hjj liet na de volgende kinderen: 1. Susanna, attestatie van Groet en Camp bij de geref. gemeente te Alkmaar met hare ouders 14 Juni 1623. 2. Jannetje, met attestatie a. v. 6 Eeb. 1606. 3. Elisabeth, met attestatie a. v. 9 Peb. 1603. 4. Jan, zie boven Xl° 8 Apr. 1607 Mari tge Wi 11 em s, dr. van Willem Co p, 26 Aug. 1607 met attestatie van Amsterdam. Vermoedelijk was zij een dochter van den sub. 221 genoemde. Zjj lieten na twee dochters: Leventje, b.d. gemeente 3 Juni 1632, en H e n d r i c k j e a. v. 5 Sept. 1638. 5. Mari a X 29 Nov. 1620 A-llert Cornelissen „weduwnaar en bakker ’, wonende inde Langestraat te Alkmaar. 6. Liv i na X 1607 Steven Dircksz Snyder inde Achterstraat te Alkmaar. Zij diende bij jhr. Bardes en kwam in 1605 met attestatie van Schagen bfj de gemeente; S. Dircksz 26 Aug. 1607 b./d. gemeente.) 530. H. L. B. G. / Maertje Pouwelis /de Huysvrouw van / Cornelis lacobsz / Groen Is gerust den /28 . luly. 1685 / – (Een ongenummerd fragment afkomstig uit het Noorderkruis no. 14). 531. Ineen medaillon: F. P. R., en merk. – (Een ongenummerd fragment). 532. Ineen medaillon een koe. – Hier leyt begraven / Adriaen Dircksz Thooet / sterf den 18 en lulyus / 1669. / Hier leyt begrave / lan Visser / ende / Elisabeth Reeman / Huysvrouw van Pieter Visser / Gerust den . . Augus[t]us / – ÜO). Groote Kerk Alkmaar. Kapellen. (Dirk Adriaensz Koehouder bij de Friesche Poort kocht het graf 21 Juli 1669. Jan Pieters V. werd begr. 23 Apr. 1737. Pieter Y is s e r, koster van de Gr. Kerk, zie 735, begr. 8 Mei 1770 X E 1 is. Roeman, begr. 2 Sept. 1752. De zerk is afkomstig uit de kapel Zd. C.) 533. H.L.B. /A. Visser / – (9; Afkomstig uit kapel Zd. C.) (Adriaen V., begr. 1 Maart 1725.) 534. Hier leyt begraven / Dyrck lansen Koeke/Backer is gerust den ' 3 May Ao 1653 / – (15. Afkomstig uit de Zd. kapel C.) 535. In medaillon: A. M. I. en een merk. (16). 536. Rozetten op de hoeken. Inden rand: Hier leyt be/graven Cornelis pietersz halfvasten raet deeser steede / [sterf] den 21 decembris Aö 1607 op sinte steuens dach / – Midden: ineen medaillon met aanzetten als de no’s 23 en 24 een schild met uitgesleten merk. (70 Afkomstig uit het Zuiderkruis). (Hij was Kerkmeester d. Groote Kerk 1570-73.) 537. Hier leyt be[grav]en / Trijn t i e Dirk s de Huysvr / van Pieter Cornelisz / Kuyper is gerust den 1 /Augusti Aö 1652. / – (Een ongenummerd fragment). 538. De kinderen va[n] Aldertlanse Stoelemaker. (A. v.) (4; Afkomstig uit het Zuiderkruis 1) 539. In medaillon een wapen: Gevierendeeld: 1 en IV een klok; II en 111 het bovengedeelte vaneen molen, de wieken geheel zichtbaar. Helm met wrong (?) en dekkleeden. Het overige gedeelte is weggekapt. (A.v.) 540. Hier leyt [begraven] / Seger Ariaensz / van der We [re] / inden Heer ontslapen / den 18 October 164? / – (A. v.) (Seger Adriaansz, wedr. wonend op de Korte Nieuwe Sloot te Alkmaar X 11 April 1627 Sara van Poecke, wed. van Isaac van der Meer op ’t Dronckenoort aldaar. Trijntje Segersdr. van der Weere, j.d. op het Verdronkenoord te Alkmaar, 3 Sept. 1649 b.d. Gemeente.) Groote Kerk Alkmaar. Z. Portaal. Zuider Kruis. 541. Hier leyt begraven / Gerret Cornelisz / Comee (sic, voor coman!) Gerret van / Petten sterf den 23 / Maert Aö 1647. / Medaillon met merk en G. C. (1). 542. Hier leyt begraven / Trijn Sij vers Schagen. Een merk en: I(an) C(ornelisz) H(eck) (2). (Zfj werd 8 Sept. 1620 begraven en komt voor als poorteresse van Alkmaar, oud omtrent 60 jaar ineen getuigenverklaring voor Nots. P. W. v. Limmen te Alkmaar van den 1 Januari 1605.) 543. In het midden een, merk en: I. W.; Inden rand: [Hier leyt begraven Jan] walichsz gorter sterf den 22 maey Aö 1590./ Ende sijn huys/vrou neel Jansdr sterf den 26 desember / (205. Afkomstig uit de Zuidergang). 544. Ineen schild twee gekruiste visschen, waarboven een kroon. Terzijde W. C. A. – (4). 544 bis. Hier Leyt Begraven / G e e rtruyt Jelis Is / Gervst Den 17 545. Ineen medaillon: H. C. / Quant / en een merk (Ongenummerd). 546. Ineen medaillon een schild met een merk. (Een anker; onder den ring een St. Andrieskruis) en P(ieter) I(acobsz) G(oyer). (9). 547. Ineen medaillon een bijl, een merk, en T(homas) G(arbrantsz) S(cheepstimmerman) (10). 547 bis. Q . I . V . Vloosewijck. (Ongenummerd; 11). (Betreft Qijsbrecht Jans v. Y. f Alkmaar, waar hij woonde O.Z. Hofstraat, vóór 1671. Zjjn weduwe Juffr. Petr. Stevens test. aldaar 5 Peb. 1671 voor nots. J. v. Beijeren.) 547 ter. Rondom een medaillon: . . . . n Vlooswijck is inden Heer Ge[rust] .... Lager: Noch Rust Hier On[der] / Syn Huijsvrou / Petronella Stev[ens] / Van Westerveld Over / leden Den 15 Octo[ber] / Anno 1679. (Zie vorig no.) 548. Ineen medaillon een merk en A. I. S. (Een ongenummerd fragment tegen den Westmuur). (Naar analogie van no. 353 betreft dit vermoedelijk Aelb e r t Jansz Schilder. Zie ook no’s 84 en 91.) Groote Kerk Alkmaar, Krufswerken. 549. Schild aan draagstok. Terzijde: H. en B. (13). (Betreft Heijndrick Bo om „procureur voor den Hove van Holland”, eender kinderen van Cornelis Heijndrickszßoom, zie no. 481. Hij huwde te Dimmen juffr. Jozijna van Sonnevelt, wonende te Alkmaar inde Coorstraat, ondertr. 6 Dec. 1626.) 550. Ineen medaillon een kaaspers, waarop voorkomen de letters W. 1. B. (Een ongenummerd fragment tegen den Westmuur). 551. Een merk en: I. W. M. (14). (Jan Willem Meurs was schepen 1651/52; vroedschap van Alkmaar van 1641.) 552. / Sterf den 12 Novemb / Ao 1624 / Lager: een medaillon, waarin een geopende hand. (31; Fragment tegen den Westmuur. Afkomstig uit de Middengang). (Betreft Ne e 1 Sijbr a n t s Wt de Hant, blijkens het doodboek der Gr. Kerk.) 553. In medaillon een merk. Terzijde: M. R. B. – (24). 554. In medaillon een merk. (Een dubbele, tegengestelde Arabische 4; door het midden een dwarslijn) en: P. I. / Baert / (Een ongenummerd fragment tegen den Westmuur). (Zie no. 787.) 555. Rozetten op de hoeken. (Slechts twee zijn bewaard, doordat het benedengedeelte verdwenen is.) Rand: Hier leyt be/graven Cornelis Reyersz Lakenkoper s[terf] .... [sijn] huysvrou Trijntge Remme is gerust den / 10 lu[ni] Aü 1638 / (Een ongenummerd fragment tegen den Westmuur). (Cornelis Reyersz. geb. te Oostland bij Steenbergen, was lakenkooper inde Kraan bij de Vischmarkt te Alkmaar. Hunne kleindochter G uurtje, zie no. 787, zette de nering in 1618 voort; z(j heet bjj haar dood lakenkoopster op de Vischmarkt v.g.l. passim Correspondentie v. Wollebrandt Gleynsz de Jong, Gemeente Archief Alkmaar en Dr. H. E. van Gelder: Wollebrand Geleynsz de Jongh „De Alkmaarsche Wees” in Oud Holland 1915 Ie afl., overdr. bl. 22. C. R. werd in 1592 lid van de vroedschap, doch nam, niet beëdigd, geen zitting en stierf in 1617.) 556. In medaillon een merk en I. P. / H. / – {Een ongenummerd fragment). 557. In medaillon een merk en I. P. (A.v.) 558. M. B. C. (24; Een fragment). 559. In medaillon een merk en G. I.; A. C. (26). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 560. Dirk Bosch. (3). 561. Groot. – (29), (Betreft Jacob Meijnertsz Groot, zie nos. 37, 674 en 943.) 562. G. S. – (79). 563. In medaillon een merk en S. H. – (21), 564. Monogram C. I. B. (?) (381 ; Afkomstig uit de Middengang?) 565. Hier leyt begrave / Wilbert Claesz / is gerust den 22 / Maey Aö 1643 / (166; Afkomstig uit?) 566. P(ieter) C(laesz) Spierd ij c k. [Een merk.) (35). 567. Rozetten op de hoeken-, inden rand: Hier leyt begra/ven trij n piete r s d r die huysvrou van Cornelis pietersz van / wormer sterf den 29 augustij Aö 1624 Ende noch dieuer Jacobs die moeder / Midden: van Cornelis / Pietersz van wermë / sterf den 6 Augusti / anno 1629 / Ineen medaillon een merk – passer ? en C. V. W. Noch beertgen cor/nelis huysvrou va/jaecopjansz gorter / va Akersloot ende / die dochter van cor/nelis pietersz van / Wermer sterf dé / 15 October Aö 1629 / (38). 568. In medaillon: Twee gekruiste weversspoelen onder een kroon; onder de spoelen een merk; terzijde G. D. (Ongenummerd). (Betreft waarschijnlijk een deken of lid van het Weversgild.) 569. H. L. Begraven G. P. Lager een medaillon met merk en: P(ieter) P(ietersz Molenmaker). (42). 570. Hier. is . begraven / Mies . Yacopsen Muur/1 ingh. starf . den 2en / luly 1650 / [ejn . Grietyen . Ericx / syn . huysvrou . starf / den . sen October . 1652. / – (47). (Het graf behoorde onverdeeld toe aan M. J. Muurlingh vd. X G. Ericx enAris de Haas X Anna Ericx, waarna het in 1627 werd overgeboekt op de H’s nakomelingen. In de 18e Eeuw waren die nakomelingen a) de kinderen van Adr. Dirkszvd. Mieden en Grietje Aris de Haas n.l. a. Mr. Aris van der Mieden, Dijkgraaf van de Uitwaterende Sluizen, enz. en diens zusters Cornelia en Cathari na v.d. Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. M. b) Ar is de Haas jr., f 17 Jan. 1738. Zie „Een Hist. Geneal. Dagboek” in Alg. Ned. Fam.blad 1883. c) de erven van Anna de Haas, n.l. de kinderen van haar 'dr. Marijtje Ankers X den wjjnkooper Stephanus S tuil, zie no. 589. d) de kinderen van Grietje de Haas X Jan te Noord, die hier begr. werd 23 Mrt. 1729.) 571. Ineen medaillon een merk en: I. C. B. – Lager in medaillon een merk en: F. G. S. (48). 572. Boven een medaillon met wapen, beneden een cartouche-, het geheel gevat ineen lijst. Wapen: Het schild is geheel uitgesleten. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken: een vijfblad op hoogen stengel (?) (Van VI ad e ra c k en.) Inden rand: Van Houten. (335; Afkomstig uit de Middengang). (Zie rouwkas no. 125.) 573. In het midden een wapen-, boven en onder het wapen een cartouche. Aan elke zijde vier kwartierwapentjes, elk met onderschrift. Wapen: Schild uitgekapt. Gekroonde helm met dekkleeden. Aan het medaillon om den helm hangt een kruisje. Schildhouders: een leeuw en een griffioen, beiden omziende. Kwartieren: Rycholt-Ryxs van Wijdenes Alb o u t Westphalen Van Adelen Ba n ia e rt Wi 11 sch u t Pi 1 g r o m. Inde cartouche onder het wapen: Hier leyt begraven den Ed: Heer / Frederick Adriaen Westphalen . Ridder / Des . H. R. Ryxs . en van lerusalem. Etc geboren / Tenchuysen 1582 . nadat hij Europam . / Asiam . en Africam . uyt . lust te lande door / gereyst heeft . is gesturven tot Alcmaer / Wonende Aö 1653 den 11 October. A.W.i.c. M.P. / Inden onderrand leest men nog: Westphalen: (51/52). (Vgl. rouwkas no. 44; hij was de kleinzoon van Adriaan W., geëiigeerd raadsheer in het hof van Holland, f 1556 en Eva Banjaert. (Zie Yan Leeuwen Batavia Illustrata bl. 1168); zjjn zuster was vermoedelijk Remerigia Adriaansdr., zie Enkhuizen Westerkerk no. 33. De zoon van den wereldreiziger vd. was Mr. Adriaan W., bekend verzamelaar te Alkmaar, begr. Zuiderkruis no. 51 op 18 Mei 1695, X voor burgemeesteren 16 Mei 1649 Margrieta C. Coetenburgh, dr. van den schepen Re jj nier, zie bl. 172; zjj werd hier begr. 26 Maart 1704. Voorts werden hier begr. 11 Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. hunne volgende kinderen: een zoontje 26 Mei 1657; een kind 18Mei 1661 en Catharina Maria 24 Nov. 1722. Yermoedelijk was ook een zoon uit dit huwelijk Frederik Arnulphus W., raad van Z. Ms. eerste rekenkamer te Brussel, fte Brussel 1728, nalatende de XXe penning te Warmenhuizen. – Zie N. Biogr. Woordenboek 111 1413. Zie Bijdr. Bisdom Haarlem dl. XVIII, bl. 162.) 574. Hier leyt begraven / Simon Assendelft /in sijn leeve Burger/Meester en Raat / is gerust den 21 / April 1722. / Lager een medaillon met merk en: I. A. D. (53). (Dr. S. Assendelft, schepen 1681/’96; vroedschap vanaf 16-12- 1678, weesmeester, thesaurier 1687-93; 1697-1705 Heemraad van de Zp'pe; Heemraad van de Schermer. In 1684 was hij kapitein van het oranje vendel der Schutterij. Hij was de zoon van Jacob Maertsz A. en X 1° (huw. voorw. 19 Feb. 1677 voor Nots. C. Kessel te Alkmaar.) Grietie Maertens Bosman, meerderj. j. d. van Assendelft. Hunne eenige dr. Maria, f29 Feb. 1724 XPieter Nicolaesz C 1 oc k (dr. Margar e t ha, zie sub. 701.) —DrA. X 2° 29 Sept. 1686 Stpntje Bpwaert, begr. 19 Juli 1738.) 575. Een schildje met een merk: een rad (4) en L(ouris) D(ircksz) H(uijghen). (54). 576. Als no. 575 en bovendien: Hier leyt begraven / Louris lansz va Veen / sterf den 13 Maert / 1644. / (55). (Hij werd 16 Maart 1644 begr.; op 20 April 1644 een kind van hem en zijne wed. f Alkmaar 14 Maart 1653; zie Gen. Her. Bladen II bl. 152.) 577. Willem Hackof/En / Cornelia Van Den Bergh / – (50). (Zy testeerden 8 Feb. 1742 voor den Nots. P. Groen te Alkmaar.) 578. Hier leyt begraven / Lysbet. lans. dr. die / Huysvrou . van Pieter/lansz Veerwer start / den 16en May Aö 1638/Ende haer man Pieter/lansz Blaeu Verver / sterf den 14 luny 1640 /. lan Block. / Ineen medaillon een merk en P. I. V. (58). 579. Hier leyt begraven / Trijntie Sc ij vers / is gerust den 8 July / 1694 / Lager ineen medaillon een kruis en H(a esi e n) H(eyndricks); / W(illem) A(riansz provenier). – (61). 580. W(i 11 em) Po 1 Marijtie Schekkerman. (39/40). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 581. Ineen medaillon een monogram M. V. N. D. K. (?) / 4 / 1682 / – (64). (Betreft: Mauris van Dijck, majoor X 19 Mei 1675 Aaltje Yierheemskinderen; huw. voorw. 16 Mei 1675 voor Nots. C. Kessel te Alkmaar.) 582. Simon Kleeff. (Ineen medaillon een merk en letters, uitgesleten). (58). 583. In medaillon een merk (Een latijnsch kruis) en: C(o r n elis) H(arckssz). (66). 584. Hier leyt begraven Cornelisie lans Dr. Sterf den 25 May Aö 1633. Lager een medaillon met merk. Terzijde K(laas) M(aartensz) H(eere). – (57). 585. Evert/ Niewenhuysen. / – Lager: een medaillon met een sikkelvormige bekroning. In het medaillon een merk (De Arabische 4, waarvan de voet eindigt in twee naast elkaar geplaatste St. Andrieskruisen.) en: I. D. B. – (69). (Jacques de Bonnet werd 7 Jan. 1642 begraven.) 586. Een merk. (Een dubbele, tegengestelde Arabische 4.) en L. C. – 1654 – (Een fragment, afkomstig van onder de librije ?) 587. Ineen medaillon een schol. Terzijde de letters K. S. – (71). (Betreft Krijn Schol.) 588. Als no. 587. – (72). 589. Gerrit Stull. (18). (G-. S., hegr. 20 Juni 1730 X 1° als j. m. achter de Vischmarkt 30 Apr. 1684 Caelitge Capelman j.d. inde Langestraat (een groot aantal kinderen gedoopt tusschen de jaren 1685 en 1702, w. o. een zoon Stephanus, zie sub. 570.) X 2° Busa n na Bronkhorst, begr. 15 Nov. 1734.) 590. Hier leyt begraven / Hans de Ries geboó/ren tot Antwerpen/int laer 1553 ende in /den Heer gerust 1638/op. den . 14 September. / Hier leyt begraven /Guertie lansdr sin/ huysvrou Inden Heer / gerust den 3 lulius / 1638. / Hier leyt begraven / Willem Gerritsz / Lijnslager is inden / Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. Heere gerust op den / 23 lanuaryus Aö 1674 / En sijn Huys Vrouw / Antjen Aerjens / Is gerust den 15en / January Aö 1692. / – (74). (Hans de Ries werd in 1598 te A. beroepen; poorter 29 Oct. 1604, leeraar der Waterlandsche Doopsgezinde gemeente. Zie: Blaupot ten Cate, Geschiedenis der Doopsgezinden, vgl. ook no. 225, N. Biogr. Woordenboek II 1209, Icon. Bat. no. 6436; Hans de R. de oude en z(jn huisvr. Geert Jansdr. testeerden te Alkmaar 7 Aug. 1616 voor nots. H. J. van der Lijn.) 591. Rozetten op de hoeken. Inden rand-. Hier leyt begr/aven Allert Gerritsen Touslager is gerust den 23 En / May Aö 1626 En sijn Huys vrou Aecht Barens Drls Gerust den 23 En / – (In het midden-.) May Aü 1627 En / sijn soon Louris / Allertsz is gerust / den 13 April Aö 1636. / En sijn dochter / Lijsbet Allers is / Gerust den 24 / en February Aö / 1637. En sijn / Dochter Trijn / Allers Is gerust / den 6 en lulijus / Aö 1638 / En syn dochter / Annetie Allerts / is gerust d[en] / 19 Decem[b]er / Anno 1653. / En sijn dochter / Duijfie Alders / is gerust den / 23 September / Ao 1657. / en Aldert Lou/riseis gerust / den 21 October Ao 1656 / en sijn moeder / Neeltijen Yans/Ys gerust den 20 / Yannewary Ao 1670. / – (75). (A. Gerrit s z, begr. 26 Mei 1626, heet in het doodboek „A 11 er t Gerretsz wt de kaebel”, zjjn dr. Lijsbet begr. 27 Feb. 1637: „1 tj sbet i e n All er s wt de cabel”, zijn dr. Anne t ie, begr. 23Dec. 1653 „Annetje Allerts Kabel”; 'Aldert Lourise, begr. 24 Oct. 1656 „Aldert Lourisz Kabe 1”. Zie ook no. 956.) 592. Hier leyt begra/ven Jan Dircksz Sout/man is inden Heer / ontslapen den / 24 Yuni 1679 / out 65 Yaer. / In medaillon een schild met merk. Lager: En sijn Huys vrouw / Grietie Sijmons / is gerust den 29 / Juny 1684 / out 64 jaer. / (37). (Hij was landmeter, geadmitteerd 6 Mrt. 1664, en woonde eerst te Amsterdam, later te Alkmaar. Hij maakte aanteekeningen over Alkmaar en omstreken; begr. 27 Juni 1679. G. Sijmons was zijn tweede vrouw. Hij liet na een dr. ElisabethXJan Jacobsz Ha n t (huw. voorw. 17 Feb. 1674 voor Nots. ,C. Kessel.) en een zoon DirkX 1674Guertie, dr. van Jan Cuyck en Neeltje Jacobs.) 593. Een merk, en W. H. S. (Ongenummerd). 594. In medaillon een merk, e«D(irck)Y(ansz)Q(uintingh) – (79). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. (Hij was Schepen 1616/’l7; vroedschap 1617; ontslagen 1618. H(j was 1618/’l9 kapitein der schutterij; op 8 April 1623 werd inde kerk begr. S ij men Jansz Quintingh.) 595. Als no. 594. (80). 596. Hier leyt begraven / lan lansz [S]choen/maecker en sturf ../.... aer Ao 1651 den 11 October . ... / (Een ongenummerd fragment). 597. Hier leyt begrave / CornelisGerritse/Koehouwer is gestor/ven den 6 October / (Een merk in medaillon). (83). 598. Anderies lacobse / Oudestam. / Hier is begraven /Marijtje: Franse / Lettenbel / Huysvrouw van / An dries lacobse Oudestam / gerust den . . December / Anno 1738 /. (Een medaillon, waarin een hoed). (85). 599. Op de hoeken kwartierwapentjes. Midden een medaillon, van boven en van onder vergezeld vaneen cartouche. Bovenste cartouche: Hier leyt begraven /Er ... ere loffr[ou] / [Maria] van Hattum Wed / van de E Heer Raedts / Heer Mr Nanningh [van] / Foreest [st]er[f / den] 3 February . 1624. Onderaan leest men: Gedenckt te Sterven. In het medaillon zijn twee dooreen engel gehouden wapenschilden, het tweede ruitvormig, 1 en 2; 1. Een schildpad, vergezeld in het schildhoofd vaneen geharnaste arm, die een dolk houdt, gericht naar den schildpad. (Van Veen) 2. Een hoekige dwarsbalk van vier spitsen van boven en drie geheele en twee halve van onderen. (Van Foreest). (356). De kleine wapentjes zijn: (Uitgesleten) Van Foreest (Uitgesleten) (Uitgesleten) (Deze zerk is afkomstig uit de Middengang en betreft Maria van Hattum, die 7 Februari 1624 werd begr., en met baar man den 14 Aug. 1578 voor den Nots. L. J. Coren te Alkmaar testeerde benevens (vermoedelijk) hare dochter HeiltgenvanForeest met den echtgenoot van deze Mr. Adriaan van Veen, zie rouwbord no. 26; in het laatste geval zijnde kwartierwapentjes geweest: Van Veen Van Foreest Van Hattum. Van Rietwijck Vgl. ook de zerk no. 601.) Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 600. Een dubbele zerk, met koperen strooken en platen belegd. Inden rand: / Pieter Claessoë Palinck Gods Ridder die gerust is de XXI dach Meerte Ano MCCCCC En XLVI En losina va Foreest Willemsdochter sijn huys frouwe die gherust is de XXVIII en Februarii Anö MV Ende XLI. Boven: het Wapen van Jerusalem, bekroond door twee palmtakken. Schildhouders twee engelen. Daaronder een mannen- en een vrouwen-figuur, beide in lijkkleed gehuld en uitgestrekt op een mat. Om de figuren een lint met: Wy waren als ghi nu ligghen wij hier denckt om sterven ghy en weet niet hoe schier wat is op deser werelt bedreve als eene roock is des mensche .leven. Lager: ln te Domine speravi nö confundar in Eternum. (Ps 34 vs. 2). Inden rand zes wapenschilden: 1. Palinc (Drie schuinkruisjes) 4. Van Foreest 2. Een wiel (6) 5. Een hermelijnen mantel 3. Een St. Andrieskruis van ruiten. 6. Drie harten, 2en 1. (Zie Xronijk Hist. G-enootsch. 1859-XV. Koperen grafplaat van Pieter Claasz Palinc en Josina van Foreest inde G-roote Kerkte Alkmaar, door O. W. Bruinvis, met een afbeelding. Ben minder nauwkeurige afbeelding bevindt zich inde Noordhollandsche Oudheden t. a. p. bl. 35, le dl., 2e stuk. Zie nog: A. W. Weismann, Geschiedenis der Nederl. Bouwkunst bl. 221.) 601. Als no. 599, doch met het verschil dat het opschrift der bovenste cartouche ontbreekt. – (357, afkomstig uit de Middengang). 602. Medaillon met merk en: H. G. – {Een ongenummerd fragment tegen den Oostmuur). 603. Ineen medaillon: I(elis) F(ransz) V(ander) B(eeck) (266; Afkomstig uit de Zuidergang). 604. In medaillon een schild met een paard en A. D. – (Een ongenummerd fragment tegen den Oostmuur). 605. Colterman. (78). Zie rouwkassen no’s. 10; 55; 72; 81; behalve de daar genoemden vond ik nog, dat 23 Nov. 1625 te Alkmaar huwden Daniël C. van Haarlem, baljuw van de Nieuwburgh en Joffr. Adriana Burchgraeff, wede. Adriaen Hendriks van Tethrodein z(jn Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. leven burgem. van Leiden; David C. baljuw van Kennemerland, testeerde voor nots. Huyb. Jacobs v.d. Lijn te Alkmaar 13 Dec. 1631 en 24 April 1635; hy woonde te Alkmaar inde Choorstraat en benoemde tot voogd over zijn kinderen en executeur van zyn test. den E. Johan Colterman, raad en rentm. gen. van Kennemerland, zijn broeders oudsten zoon.) 606. Hier onder is begrave 7jan Dircksz Rooy / Koster is gerust / den 13 July Anno 1683. / (Medaillon, waarin een hart, beladen met een ster (6); terzijde de letters; I. D. R. K.) – (98.) 607. Rozetten op de hoeken. Inden rand: Hier leyt begraven Cornelis Verlaen Ende / sijn huysvrou. Midden ineen medaillon een wapen: Een keper vergezeld van drie vaten, die op de zijde liggen en voorzien zijn van hoepels, 2 en 1. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken: een vat uit het schild. – (99). Noorder Kruis. 608. Een medaillon met merk (A) en P. P. K. (2). 609. Hier . leyt . begraven / Leevijntie . Sijmons / Is . gerust . Den 2 Juny / Anno 1689 / Lager in medaillon; Kan) C(laesz) / V(an) L(eeuwen) (EenfragmentV;was vroeger Noordergang no. 346). 610. Ineen medaillon een schild, bekroond dooreen vogel (vink). Op het schild het monogram; 1. I. V. (3). (Dit monogram werd als contrazegelgebezigd door Jan Jacobsz Vin c k, ged. inde Oude Kerkte Amsterdam 6 April 1577, zn. van oude Jacob Jansz gen. Jacob Jansz Weyer en Hillegont L u y t e n d r; hjj X Alkmaar I'6 Juli 1606 Teetgen Cornelisdr Bpont van Alkmaar, dr. van wijlen den lakenkooper Cornelis Claesz Spont en werd 23 Jan. 1607 poorter aldaar; hy was zelf ook lakenkooper en schepen te Alkmaar 1616-1626; 1618-’l9 was hy adelborst der schutterij; na doode zjjner le vrouw X hij Neeltje Gillisdr Oudensteyn, geb. ald. 13 Jan. 1578, f 14 Maart 1648; zie Verzameling schepenzegels Gemeente Archief te Alkmaar; Elias bl. 186 en Alg. Ned. Fam. 1903, bl. 318; zie ook no. 487.1 Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 611. De helft vaneen (vroeger dubbele) zerk. Randschrift: T . Provenhuys . van / Zalgr . Pieter Claesz Paling . ende Yosina . Van / Foreest . en Andries / Willemsz van Sonnevelt In het midden ineen medaillon twee geaccoleerde wapens, waarvan het 2e slechts over is: Gedeeld: I drie posthoorns, 2 en 1, (Van Outshoorn van Sonnevelt); 11 drie latijnsche kruisjes, 2 en 1. (Paling.) (5). (Deze zerk dekte een tweetal graven toebehoorend aan het provenhuis van Palinc-Foreest en v. Sonnevèlt.) 612. Ineen schild een monogram I. C. en de letters: T. G. (Een ongenummerd fragment). 613. Rozetten op de hoeken. Inden rand: Hier leyt / begraven Grietgen Andries dö We wijlen Lou/rens Adr/yaensz Clock sterft den 21 Maert Aö 1639 Ende / (Midden:) Haer soon /Adryaen / Lourensz / Clock sterft / den 20 Maert / Ao 1631. / – (7). (Laurens Adryaensz vd. „wonende inde Clock”, begr. 29 Nov. 1603 X 3 Jan. 1591 Grietje Andries v.d., „zijn tegenwoordige dienstmaagt”. Behalve een dr., begr. 4 Juni 1615, liet hij na eenige voorkinderen, zie no. 243, w. o. Ael b e r t X 10 Sept. 1595 T r Ü nt je, dr. van Floris Lijndraijer op de Oude Yest. Voorts waren zijn zoons: Jan, t 10 Aug. 1653 X 16 Jan. 1622 Grietje dr. van Jacob Jacobsz van Harencarspel te Schagen. Hij was Kerkmeester, Schepen, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar, Kapitein der Schutterij, zie bl. 22 en sub. 887. en Adriaen vd. X 1° 27 Jan. 1619 Jannetje, dr. van Bodewijk Dircksz en Reynou Jans, begr. 22 Mrt. 1620 X 2° 2 Jan. 1622 als „wed. int witte paertije” Maritge, dr. van Maerten Claesz van Saerdam (Kinderen.) Zijn wed. hertr. Jan Reyersz Kloek, Schipper uit Oost Indië, wedr. inde Doelenstraat, 16 Sept. 1640 met att. uit Batavia, Schepen van Alkmaar, die na haar dood weer hertrouwde E 1 isabeth, dr. van den Officier Pieter Schagen.) 614. Ineen schild een merk als op no. 959. (8). (Behoorde aan G-arbrandt Joppen op de Mient.) 615. Monogram I. C., en de letters: V. D. O. (9). (Behoorde aan Jacob van der Oort, schepen in 1618.) 616. Hier. leyt. begrav[en] /Mee s t e r lan Flo r e [ s-/z]oon . K o e c k . S . G . van / Amsterdam . Starf / den 24 Augusti . Ann[o] / 1597. / [e]nd[e] sijn huysvro[u] / [lJmmetgen H armen [s] / Dr van Diemen ster[f] / den 29 lunius / 1606. / (Fraai medaillon met merk.) (10). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 617. In medaillon een merk en: A(lbert) C(ornelisz laeckenkoper) – (11). 618. Hier leyt begraven /Aerien Corneelisz / van der Boom surgijn / sterf den 29 November / Anno 1639. / (Monogram : C. A.) . Hier leyt begraven / Vroutien Adriaens / van der Boom die nae/gelaten dochter van / Meester Adriaen / Sergeyn is gerust / den 25 April 1654. Hier leyt begraven / Aeltie Naemsloot de / huysvrou . van Ad r ia n / Aernens . van der Boom / is gerust den 14 Dese/mber int iaer 1661. / Noch rust hieronder / Adriaen Adriaensz /Vander Boom Is inden / Heere gerust . ... / October In / – (12?). 619. Jacob Doornekroon / Juris Consultus / Ph. Doet & Lam / denatus / 5 Septemb 1717. / (13). (Vermoedeiyk de vader van Maria D., zie 229.) 620. Een schild met: E(wout) I(acobsz) S(paan.) (15) 621. Klaverwey (?41; afkomstig uit de middengang). (Een Willem K. X Aagie Faardekooper t te Alkmaar 622. In medaillon een dubbelkoppige adelaar en I. H. K. (17). 623. Dit graft hoort toe / Klaes Yanse van / Hoogt Woudt en / Wullemintie Yans / van Griecke. / Een schild in medaillon. (Een fragment, afkomstig uit de middengang en genummerd geweest 353 ?) 624. Hier leyt begraven / lan Claesz Kersmaeker / sterf den 3 May 1639 / Hier leyt begraven / lannetie lans sterf / den 17 luny Anö 1638./Ende haer man Willem / [Hjeindericksz gewees / met der stat Alck/maer sterf den 20 (?) Augustus Anö 1643. / – (57). (Jan C 1 ae s, begr. 6 Mei, heet in het doodboek: „Jan Cla as z lava”; „Willem Heijndrixsz vleyshauwer” werd begraven 1 Sept. 1643.) 625. Ineen medaillon een platvisch (schol ?) (59; Afkomstig uit?) (Vgl. no’s 587 en 588.) 626. Louris Cornelisz. Lager een merk en L. C. (20). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 627. Ineen medaillon ineen schild een merk en de letters J. I. In het schildhoofd een lam. Lager staat: Pieter West. {Een ongenummerd fragment, vroeger Noord Kruis no. 63). (Betreft: 1° Jacob Jansz int Radt van Abenturen. Het Huis „het Rad van Avontuur” stond te Alkmaar op de Korte Mient en werd gesloopt in 1886. De gevelsteen met afbeelding van het rad en 2 steenen, waarop in cartouches: „Anno” en: „1667”, bevinden zich in het Stedel. Museum te Alkmaar. 2° Pieter West, welke, blijkens een aanteekening in het doodboek der Groote Kerk hier begraven 24 Aug. 1743.) 628. In medaillon een schild, met drie bijenkorven, 2 en 1, elk met twee vlieggaten, boven elkander; terzijde A. M. / B. M. 629. In medaillon: C. W. F. / Schouten / – Lager een monogram: H. B. – (26.) 630. Trijntje . Bos. {ln medaillon een voorstelling vaneen bosch). – (27). 631. In medaillon: Y. M. L. S. N. P. K. – (28). 632. In medaillon een wapen: drie vierbladen, 2en 1. Gekroonde helm met dekkleeden. Helmteeken: een kop vaneen vogel (?) Lager staat: A. 1. den 5 luni 1650. Boven het wapen een uitgesleten opschrift. Men herkent nog: Hie[r leyt begraven] / De / Vl[a]der[acken? ?] .... i de . . . . I ... . [J]uly [Anno 16?]2 /En Sin H[uysvrouw] . ... I Ava lans / Gerust / luly 16?? . . . . / – (29). 633. CornelisCornelisz/van der Werf Molenaer / vantNieulant / Ineen medaillon een merk en de letters: I. K. en sijn Huysvrouw /JannetieJanz Jonkers / is gerust den 12 Maart / Ao 1721. / (30). 634. Ineen medaillon een merk en B(eertgen) F(redricx) – (31). 635. Ineen medaillon :M(aritie)A(riens) R(o ot) – (33). 636. C(ornelis) A(rentsz) B(uur); Pr Clok. – (34). 637. Ineen medaillon een merk en S. L. W. (42). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 638. Ineen medaillon een troffel en P. M. (44); 639. Inden rand-. Hier leyt begraven / Willem Maertsz Schipper starf den 25en September anno 1613. En / Helena Reyersdr die / huysvrou van Willem Maertsz starf den 27en May anno 1614. Middenin een medaillon, waarin een schild met een merk en: W. M. (46). 640. Rozetten op de hoeken. Inden rand: Hier leyt be/graven Trijn Cornelis Rentenaers dochter / Middenin een medaillon, waarin een schild met een merk en T. C. R. – (48). 641. Schild met monogram C. V. E. (49). (Bovenstaand monogram heeft betrekking op den Alkmaarschen schilder Cesar van Everdingen. Zijn schilderijen placht hij daarmede te signeeren. Zie over C. v. E.: C. W. Bruinvis: „Alkmaarsche Kunstenaars”; „De van Everdingen”, Oud Holland 1890 pg. 216 en 1903 pg. 51; h(j schilderde o. a. het beeldwerk van het orgel der Groote Kerk in 1644 en 1645; vgl. Kronijk van Alkmaar t. a. p. bl. 87. Zie ook C. W. Bruinvis in Kunstbode 1879 en C. W. B.: „Nadere mededeelingen over Kunstenaars en hun werk in betrekking tot Alkmaar”, Oud Holland 1909 bl. 118.) 642. Rand: Hier Leyt Begravê / Cornelis lansz / Baert In Sijn Leven / Treserier Tot/Alcmaer Is Gerust / Den 13en May 1640. / In het midden een wapen: Een dwarsbalk beladen met een ster (6); In het schildhoofd twee sterren (6) en inden schildvoet een visch (baars?). Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken: een ster (6). (51). (Corn e 1 is 8., zoon van Jan Thomasz, Notaris en Rentmeester van Egmond en Alewfjn Adriaansdr. Texel, geb. 1585, begr. 17-5-1640. Woont te Alkmaar in het „Vergulde Hoeffijser”, tegenover het Stadhuis. Notaris vanaf 1608; thesaurier en vroedschap 1639 tot zijn dood. Admissie als landmeter 28 Juni 1635; Secretaris van de Wieringerwaard 1635 X 1611 ? Maria dr. van den schepen Willem Jansz van Molenvliet en Annitgen Crij n e n Z(j was Vrouwengasthuismoeder, begr. 10-1-1653. Zie no. 379. Zy lieten vele kinderen na, w. o. een zoon Jac o b, zie no. 653. Zie ook no. 840. Op 24 Sept. 1624 maakten Corn. Jz. Baert en Maritgen Willems test. voor Nots. Huybert Jacobs v.d. L(jn te Alkmaar.) 643. C. I. Baer t. (52). (Betreft denzelfden als sub no. 642.) 644. Hier leyt begraven / Trijntie Jans Burgers / is gerust den 16 April / 1719. / (68). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 645. Pieter Klaverwey. Schild met een klaverblad. (352; Afkomstig uit de middengang). 646. Een schild met een anker en I(an) H(eertiens) Lager staat: Hier leyt beg[raven] / Maeretgen lacops /is gherust op den 10 (?) / Aperïl Anno 1643. (57). 647. In medaillon een merk (A met verlengde dwarslijn) en A. D. G. – (59). (Betreft blijkens het grafboek Adriana de Graef, wed. Reynier Coetenburgh, zie nos. 285, 292 bis en 661. Reynier C., zoon van Adriaen Maertsz C., zie rouwkas no. 19, Hoofd-Ingeland van de Wieringerwaard, Heemraad en Hoofdingeland van de Zijpe, Heemraad H. Hugowaard en van den Hazedwarsdjjk, Schepen van Alkmaar 1619-1625. Z(jn weduwe leefde nog in 1640. Zij was de dr. van Jan Jacobs z, in 1602 nog minderjarig. Bij hunne huw.voorw. d.d. 23 Jan. 1615 werd zij geassisteerd door Styntje Jacobs enLuduw Spmons, hare moeien en door Jacob de Graaf, Oud Burgemeester van A’dam en Ger r i t van de Nieuwburg, Oud Schepen van Alkmaar, haar neven, zie wapenbord 19. Hij werd begr. 24 Oct. 1633, nalatende de volgende kinderen: 1 Catharina, ged. 21 Feb. 1620, begr. 7 Sept. 1646. 2. Maddaleentje, ged. 12 Feb. 1621, begr. Z. G. 108 den 12 Apr. 1666. 3. Maria, ged. 10 Aug. 1622. 4. Mr. Adri a a n, zie rouwkas no. 91. 5. Ida, zie no. 285. 6. Mr. Maarten, ged. 11 Juli 1625, Advocaat, Penningmr. Wieringerwaard, Penningmeester, Schepen en Heemraad van de Zijpe, + 4, begr. 9 Oct. 1682; 7. Mr. Jan, advocaat te Amsterdam, hoofdingeland van de Z(jpe X Cornelia Hannema. Z(j lieten na 11 kinderen, w.o. Mr. Reinier Jacob, penningmeester van de Zijpe, zie rouwkas 109 en Begijnhofkerk A’dam no. 5. 8. Mr. Jacob X 10 Feb. 1658 Geertruyd Hester Groen. Zij stierven te A’dam op 25 en 26 Feb. 1674, nalatende een zoon Corne 1 is. 9. Mr. Reinier, ged. 1632, pastoor inde Zijpe, in 1658 pastoor inde statie van St. Matthias te Alkmaar, f 16 Sept. 1663. 10. Margaretha Caecilia X Mr. Adriaan Westphalen, zie s,ub no. 573.) 648. Jacobus Volckerts Overleden / Den 16 October 1716 / Elisabeth Hiole / overleden den 2 / September 1722. / – (61). (Z(j hertrouwde te Oude Niedorp 13 April 1721 Barend Cloeck, wedr. van Anna de Moll, vader van Mr Gerard, zie bl. 63. Zie: Het Geslacht Hioolen door C. N. J. Hioolen: acten 269-314. Zie ook zerk no. 649.) 649. Jacob Porcinus / Obiit Den 31 Mei / 1732 en / Walburgh Hiole / Obiit Den 16 Augustus / 1737. / I. S. / Way o p. / (62.) Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. (Zie no. 648; Jacob P., zn. van Abraham, zie no. 145, X I*. Anna Cornelis Winder, dr. van Cornelis Willemsz. zie no. 488, huw.voorw. voor nots. C. van der Meer te Alkmaar 3 Juli 1698; X 2°. Walburg Hiole (huw.voorw. voor denz. nots. 1 Jan. 1704), dr. van Bs. Johannes, geref. pred. te Alkmaar en Haasje Costerus. Kinderen: a. Dr. Johannes; b. Isaacus; c. Clasina; d. Susanna; e. Catharina, + 19 Apr. 1789 X Frederik Finea (kinderen). De wed. van Jacob SijmonszWayop vd., Fransie Jaspers testeerde den 27 Jan. 1667 te Alkmaar voor den nots. C. Kessel.) 650. Een medaillon met een bijl, een merk en C(o rnel is) C(ornelisz) K(oop). (65). 651. Een schild met monogram J. S. (?) Lager; lohannis / Schoenmaker overleden / Den 14 October / 1719. / (67). (Vermoedelijk had hij 2 kinderen: 1. Jacob, zie sub. 393; en 2. Geertruyd X Krijgsman, zie Alg. Ned. Fam. I, 73, 2.) 652. Hier leyd begraven / Mr. Barent Janzoon / sterf den 17 November / Anno 1637. / – (Een ingelegd medaillon van marmer. Daaronder:) Hujus per Nepotem /Ex Filio Pronepos / lacob Van Der Beek. / (69). (J. v.d. Beek de Stadsbaas, meester steen en beeldhouwer, t 24 Sept. 1737 X. Maartje Claver; hunne dr. Aaltje X Adrianus van der Meijopde Laat + 1771 ?) 653. Hier leyt begraven / Yacob Baert / en sijn soon / Willem Baert / beyde in haer leeven / Burgemeester ende / Gecommitteerde Raedt / tot Alcmaer. / (70). (Betreft Jacob 8., oudste zoon van Cornelis en Maria van Moolen v 1 i e t, zie no. 642, geb. te Alkmaar 1612, Notaris aldaar, protocol Mei 1641-Maart 1646; Thesaurier 1640-’42; Schepen 1648-’52; Burgemeester 1658-’67; gecomm. raad; in 1657 kapitein van het Oranje vendel der Schutterij; Secretaris van de Schermer; Secretaris van den poldèr Starnmeer en Kamerhop 1641 tot zijn dood ; Heemraad Heer Hugowaard 1657 tot zijn dood, Hoofdingeland 1662; Vroedschap 1645 tot zijn dood 17-10-1668; begr. 23 Oct. Xl2Aug. 1635 Trijntje Willems Kesselof van Kessel. (Voor hare kwartieren zie rouwkas 29.) geb. 24 Feb. 1614, overl. 8 en begr 13 Mrt. 1677. Zij lieten na een groot aantal kinderen, w.0.: I. Willem 8., hierboven genoemd, geb. 14, ged. 20 Feb. 1636 f 28 Jan. 1684, begr. 3 Feb. Schepen van Alkmaar, 1665-’7l, Burgemeester 1676-’B4, Gecomm. raad te Hoorn, Hoofdingeland Heer Hugowaard 1676 tot zijn dood, Vroedschap 1671, Huisarmenvader 1659, Regent van het Mannengasthuis, Heemraad van de Zijpe, Penningmeester-Secretaris d. Uitwaterende Sluizen. X 21 Juli 1658 Elisa b e t h nagel. dr. van burgemeester PieterWillemsz Kessel, zie no. 758, ged. 20 Jan. 1640, begr. Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. Groote Kerk Alkmaar. (Choor 162) 6-2-1717. Twee olieverfportretten van hen beiden door Cesar van Everdingen in 1671 geschilderd in het Rijksmuseum te A’dam. Zij lieten na 9 kinderen, geboren tusschen 1659 en 1681. Zie: C. W. Bruinvis: „Alkmaarsche Begrafenispenningen” in Tijdschrift Kon. Ned. Genootsch. v. Munt & Penningkunde 15e Jaargang (1907). Deze tak stierf spoedig uit. 11. Mr. Adriaan Baert, geb. 28 April en ged. 2 Mei 1646, Heemraad H. Hugowaard; Pensionaris van Delft. Uit hem (en zijn zoon Mr. Jae o b, zie Schoonhoven no. 83.) de familie Baert van Cranenbrouck, zie sub 42. 111. Cornelis Baert, Heemraad Heer Hugowaard 1691; begr. 9 Dec. 1699. IV. Mr. Johan Baert, zie no. 229.) 654. HarmenJanszThijsingh. – (233?) 655. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hier leyt begra/ven Cornelis Claesz Boerman sterf den s sterf den 17 Juny anno 1630 / – (Ongenummerd-, 14?) (Op 19 Juni 1630 werd te Alkmaar begraven de weduwe van Cornelis Claesz B.) 656. Ineen medaillon een schild met merk en I. Q. P. (76). (Betreft vermoedeljjk Jan Gjjsbertsz Pauw op de Laat te A., zoon van den Schepen en Vroedschap G(jsb e r t Jans z. P., (poorter van A. 15 Juli 1553, test. 22 Dec. 1554 voor Nots. P. van Teylingen te A.; provoost d. Schutterij 1572-76) en Gheerte Gherritsdr. Hij was kapitein der Schutterij in 1606, Schepen 1607-’22; Heemraad van de Zjjpe, Wees- en Kerkmeester aldaar. Collecteur van het hoornvee en bezaaide landen 1576; burgemeester 1627, vroedschap. Voerde een wapen: gedeeld I het wapen Pauw, II een kruis, vergezeld in het le en 2e k. vaneen lelie. Helm met wrong, helmteeken een gewone vlucht. Zie rouwkas no. 19.) 657. Dit graf Hoert / toe Harrae Willemsz / Mulder / (Een merk). (77). 658. Des / Hier ley[t] ..../. Cornelis / Moyweer is ger[ust] / den 6 Mey Aö 1654. / Hier leyt be- graven .... (Medaillon uitgesleten) (Fragmenten; 78). (Doodboek Groote Kerk: 9 Mei 1654 Oornelis Moeyer, kaesdraegher; Aaltje Gerrits, wed. Oornelis Pieters Moyweer test. den 27 Jan. 1655 voor den Nots. J. v. Beyeren te Alkmaar.) 659. E. I. K. – Lager een merk. – (Ongenummerde fragmenten; 79 ?). 660. Anthoni / Wingerla / (80). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. (Hij werd begraven 16 Oct. 1713 inde Middengang no. 232; zijn huisvr. Bartha de Kaar test. 19 Mei 1693 te Alkmaar voor Nots. C. van der Meer. Hij leverde „winkelwaren”.) 661. In medaillon een merk en C. D. G. (72). (Betreft Cornelis de Gra e f, Schepen van ? Vgl. Kouwkas no. 19; zerken nos. 139 en 647; Elias bladz. 63.) 662. Gerrit Rabeling. Lager ineen medaillon een bijl en I(an) C(ornelisz) K(oopman) – (85). (Gerrit Rabelingvd. begr. 5 Juni 1770.) 663. Als no. 647. (58). 664. Ineen medaillon een troffel. Inden rand: Corß a at s . MR’ Metselaar. (88). (Cornelis Kaats, metselaarsbaas op de Oudegracht X An – netje Wassenbergh.) 665. Hier leyt begraven / lan lansz Rolberch is / gerust den 15 lanuary / Ao 1670. / Medaillon met een merk. (Een pentagram). Lager staat: Reynier Baars. – (89). (Zie 847; B. begr. 17 Juli 1738.) 666. Hier leyt begraven / Maertie Claes / de dochter van / Claes Dircksz Gorter / Is inden Heer gerust / den 11 Juny A° 1692 / (10; afkomstig uit Zuid F.) 667. In medaillon een schild, waarop een gekroonde leeuw. – (92). 668. Als nos. 647 en 663. (Ongenummerd), 669. Ineen medaillon een pot (als no. 54). en: C. G. B. – (95). 670. Als no. 669. – (96). 671. Van Der Heyden. Lager ziet men de voorstelling vaneen ham en: A. C. H. (98?). (Betreft o.a. Annetgen Cornelis Ham, dochter van Oornelis Jacobsz. Hammitgen. H(j t tusschen de jaren 1604 en 1624. In het laatste jaar leven van hem behalve Annetge n voornoemd, de volgende kinderen en kindskinderen: Dirck Jacobsz Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. Ham, Dirck ClaeszHam, Jan Cornelisz Ham en Aef gen Cornelis Ham. Zie grafboek no. 14, fol. 69; Cornelis Pieters Hammitge uyt het leprooshuis, werd begr. 17 Dec. 1620.) 672. Hier leyt begraven Deer/baere Hilgont lansd. Hu/ysvrou van Mr Pieter die / long gerust den 5 lulius / 1621 / – Monogram: R. I. P. (?) – (Een ongenummerd fragment.) (Mr. Pieter de Jong werd poorter van Alkmaar 18 Dec. 1584. Hij was chirurgijn op de Laat, deken en raad van het Chirurgijnsgild te Alkmaar. Hij w.begr. 27 Mei 1625; een kind 2 Jan. 1586; zijn zoon 22 Juni 1614. Hilgont Jans vd., zuster van Mr. Ghijsbert, chirurgijn heet 7 Juli 1621 in het doodboek: „de huisvrouw van Mr. Pieter de Jong, barbier”.) 673. Een hoed en de letters D. O. (?) – (315; afkomstig uit de Middengang of Zijbeuken). 674. Hier leyt begrave / brecht Jacobsdr die h[uijs]/vrou va Meijn[ert] / Groot is gherust den 2 / may Anno 1596./ Ende Guiert M e ij ne[rt s d r] / is gherust dë 2 augujstus] / (Een ongenummerd fragment). (Betreft waarschijnlijk de ouders en de zuster van Jac o b Mejjnertsz Groot, zie de no’s 37, 56] en 943. Guurtje vd. de dochter van M. Jacobs. G. vd. X 10 Oct. 1599 A1 be r t Albertsz schoenmakersgezel; beiden woonden in het Achterfnidsen te Alkmaar.) Choor. 675. Hier leyt begraven / lan lansz Korver / sterf den 9 lanuarius Aö / 1645. Ende sijn huys/vrou Neeltgen Pie/ters sterf dê 1 Maert / 1645 / – (Een fragment naast het Choorhek, ongenummerd). (Hij werd 12 Jan. begraven.) 676. Willem Tuen e s z. {ln een medaillon een merk en: T. P.) – (6). Groote Kerk Alkmaar. Kruiswerken. 677. Hier leyt begraven / AlbertusMoy / den 4 October Ao 1679. / (Ineen medaillon een gekroonde eenhoorn). – (8; oud no. 6?) (Hij was vermoedel. brouwer in „de Eenhoorn” en de vader van de sub. 701 genoemde Maria.) 678. In medaillon een merk (V, waardoorheen een omgekeerde W.) en T. 1. G. – (11). (Th(js Jansz Gorter was ± 1670 leeraar der Waterlandsche Doopsgezinden te Alkmaar.) 679. Pieter lansz sterf / den 6 Augusty 1644 Lager in een medaillon een merk en I. P.; L(ijsbet) S(ij b ran ts dr.) – (12). 680. Hier leyt begraven /Wi 11 em H. van den Hoove / is inden Heere gerust / out 79 laerre den 6 / Desember int iaer / Anno 1674. / – (13.) h 681. Fragment van de zerk vermeld sub 69: Wapen Heyckens: een keper, vergezeld van drie lelies, 2en 1. Ovaal schild, gedekt dooreen kroon van vijf parelen. – Inden rand leest men nog: Heykens. (25). (Ygl. no. 73.) 682. Hier leyt begraven / Banckeris Cornelissen / Seylemaker is gerust int / laer 1646 den 13 lunyus / Hier leyt begraven / Jan Willem Boersen / sterft den 11 Mey 1779/out 75 jaren. / -Een medaillon met een boompje-, lager'een merk (Een omgekeerde W, waardoor halverwege een dwarslijn getrokken is) en daaronder: lah Boerse. – (27). !) Het graf genummerd 14, thans slechts kenbaar aan een uitgekapt medaillon, waarin misschien eens het wapen vanWeezelzal hebben gestaan, werd 22 Augustus 1660 door Kerkmeesters dor Groote Kerk verkocht aan Dominicusßootvan Weezel, Heemraad en rentmeester van de Zype, Heemraad en Hoofdingeland Wieringerwaard. Hier werden blijkens het grafboek begraven : De„hfH!®y,?ouw VAN Dominicus van Weesel (=Anna Roemers Visscher) op 6 Juli looi Mr. Ro ma nu s van "ff. 6 Juli 1699, Penningmeester en Hoofdingeland van de Wieringerwaard en diens echtgenoote Maria Willemsdr. van Neren 7 Mei 1688. Juffr. Machteld van W., 6 Juli 1699. Inde 18e Eeuw stond het graf ten name van Antoinetta Maria Magdalena van W., dr. van Lambertus Dominicus van Weezel, Heemraad van de Wieringerwaard en Maria Ge ertruy t S c h u t, die ’t huis Nyenburg bewoonde sinds den dood van Maria v. Egmond v.d. N., zie sub wapenbord no. 146. ZU was gehuwd met Jan va n Hoor n; het graf verviel in 1760 aan de kerk. 12 Groote Kerk Alkmaar. Choor. 683. Hier leyt begraven /Veronica Ku ij pers / obid den 6 April 1664 / Ende haer moeder / Cornelia Pronck wedue / van Sr Albert Kuyper / obit 5 lanuarius 1667.’ – Een merk. (28; oud no. 207 ?) 684. Hier leyt begraven / Gerart van Brederoede / Is inden Heere gerust / op den 24 October 1690. Medaillon met monogram: G. V. B. Lager: medaillon met een schuitje. (Hij was de zoon van den Majoor Nicolaas van B. en diens huisvrouw Maria Ruyl, ged. 14 Mei 1659, begr. 28 Oct. 1690 X Aefje Sn o eek bij wie hij naliet de volgende kinderen 1. Nicolaas, ged. 15 Peb. 1682. 2. Anna, ged. 29 Juni 1684, reeds in 1729 wed. van Oaspar Bog'aert. 3. Nicolaas, ged. 18 Oct. 1685, jong gestorven.) 685. Twee medaillons met ornament inden trant van Hans Vredeman, boven elkander; het bovenste bevatte het wapen Pauw. (Zie no. 686; thans zijn hiervan schild en helmteeken weggekapt.) In het onderste een uitgekapt ruitvormig schild. Randschrift: Hier leyt be/graven Weyntien Heycken Huysvrou / Van Den Rent/meester PieterPauw / Sterf Den 22 May 1640. (30). (P. Pauw was de zoon van Jacob Pauw; hjj was schepen van Alkmaar 1630/31, burgem. 1641, vroedschap 11 Oct. 1618 tot dood; Kerkmr. der Groote Kerk 1633-41 en 42 tot dood; rentmr. van de grafelijkheids Vroon- en Zijplanden en Egmonden; baljuw en dijkgraaf van de Zijpe en Wieringerwaard; hoofdingeland van de Schermer, tte Delft 26 Nov. 1647; vgl. Icon. Bat. no. 5805. Op 10 Aug. 1618 test. te Alkmaar voor nots. H. J. van der Ljjn Hendrick Jansz Pauw en Maritgen Jansdr. van Amsterdam, echtelieden. Daaruit blijkt, dat testateurs broeder was Jacob P. en dat zijn zusters waren Geertje en Dieuwertje P.; testatrices oudste broer is Willem Jans, haar oudste broer Mr. MiCb i e 1 Jans en haar zusters waren Aeltjeen Lijsbeth Jans; aanvulling Elias bl. 90.) 686. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Pieter Adriaenz Pauw, Rentmr Van De Vroon En Sijplanden Gerust Den 31 Marty Anno 1611. In het midden: Noch is hier begraven Pieter Reynier[sn] / Pauw [sterf den 1 Augustus 1626]. Een medaillon met wapen Pauw. (Zie Ned. Adelsboek). (31). (Zie N. Biogr. Woordenboek 11. 1078; Elias t. a. p. bl. 161 P. Adr. Pauw was zn. van Aclriaan P. en Anna van Persen; hij t kinderloos X 1° G-eertruyd Laurensdr. Spiegel enX 2" 25 Juni 1578 Machteld Jansdr. Valckenier, weesmoeder Groote Kerk Alkmaar. Choor. te Alkmaar 16Q1, begr. O. K. Amsterdam 19 Sept. 1617. Zijn broer Reyn i e r P., zie Adelsarchief 1900 bl. 184, werd te Alkmaar begr. 3 Aug. 1626 als „Pieter Pauw van Amsterdam” en diens huisvrouw vermoedelijk 1 Juni 1628. Een zuster van bovengenoemde twee broeders was Maritge Paeuw, geb. 1562, f 4 Oct. 1617, X 1° te Leiden 2 Mei 1579 Hendrick Willemsz van Heems ker c k, geb. Leiden, rentmr. van de Grafelijkheids Yroonlanden te Alkmaar, f 29 Sept., begr. Groote Kerk 2 Oct., 1588; X 2° 30 Dec. 1590 Jan Aelbertsz Comans, zn. van den sub. no. 851 genoemde. Nog werd te Alkmaar op 10 Maart 1628 begr. de huisvrouw van Hendrik Pauw; vgl. Icon. Bat. no. 5804.) 687. W. S. Stooker. (Ineen medaillon het wapen van het dorp Hensbroek). (32). (Blijkens het grafboek der Groote Kerk komt dit graf toe aan Jan Cornelisz Hensbroeck op de Bierkay, zie no’s 326 en 457. Zijn dr. Grietje 2 Mrt. 1640 bij de geref. gem.) 688. P. I. van Singhel. (33). (Pieter Jacobsz van Singelen werd hier 1 Mei 1709 begr.; op 11 Juli 1709 test. te Alkmaar voor nots. C. van der Meer een Pieter van der S. en zijn huisvr. BaafieJans Hand.) 689. Randschrift in laat gothische karakters uitgesleten op de woorden „Hier leyt begravë” na. In het midden: Claes Jansen / Rij p is gerust / den 30 Desember / Aö 1652 ende sijn huysfrou / Oetie lans / dochter is / gerust den 18 / lanniuary Ao 1653. Daaronder een medaillon met een monogram uit de letters N. R. – (34). (Op 27 April 1646 is begr. een kind van den steenhouwer Rij p; zie ook de zerk sub. no. 326.) 690. Ineen medaillon een merk en de letters I. I. K. Een ongenummerd fragment. 691. Monogram: C. H. B. (37). (Dit graf werd op 5 Nov. 1650 door Kerkmeesteren verkocht aan Cornelis Aryaensz Hensbroeck, zie no. 717. Hij werd hier begr. 6 Mrt. 1688. Hij woonde o. h. Verdronkenoord; b.d. Geref. gem. 1 Dec. 1639. Yan hem werden ged. de vlg. kinderen :N e e 11] e, 13Nov. 1639; Pi eter, 11 Juni 1642 ; Neeltje, 21 Dec. 1644, begr. 12 Apr. 1718 X als wed. Henrick Hoolwerf, wed. van Maria van der Miede, huw. voorw. v. nots. C. Kessel 17 Apr. 1686; Frederik 14 Dec. 1646 X Grietje van Loosen te Enkhuizen 1 Aug. 1674, hjj begr. 20 Apr. 1683, begr. een kind 8 Juni 1683; Jacobus Groote Kerk Alkmaar. Choor. 28 Oct. 1648; Jacobus 27 Sept. 1651; Johannes 22 Apr. 1654, wijnkooper; Trijntje 16 Dec. 1656; Claes 21 Mrt. 1659; Corne lis 29 Juli 1661 en Adriaen X Margaretha Schagen (test. 17 Juli 1664 voor nots. C. Kessel te Alkmaar.) 692. Ineen medaillon een merk en de letters: W. I. – (38). (A.v. 21 Aug. 1655 aan Willem Jansz. Doodt en Neeltje C o r n e 1 is zijn huisvrouw.) 693. Ineen medaillon een hart, beladen met een ster, (6). In een rand daaromheen: A. C. Vo 11 e r Ao 1712. D. Hert o g h. – (39). (D ir c k H. notaris te Alkmaar 1680-96; begr. 6 Oct. 1696.) 694. Hier Lyt Begraven / D Heer Pieter Bouman / Gestorven Den 12 / February Begraven / Den 18 February 1769 / Hier Sluymert Hy / Gerust In De Aarde / Die Ne'derigheyt / Met Miltheyt Paarde / (41). 695. Ineen medaillon een schild, waarin een hart, waaruit drie bloemen ontspruiten. Het hart is in vier vakken verdeeld en elk vak bevat een letter: W. I. P. P. (42). (Betreft Wouter Jansz Pinxter, laeckencooper van Pelt medio XVII.) 696. Hier Leyt Begraven / Sy lans Ys Gerust / Den 8 May Aö 1657 / – Ineen medaillon daaronder: een droogscheerdersschaar. (43). 697. lan Ursem / Obiit Den 14 Maart / 1778 / Out 89 Jaar 7 Maande /'En 14 Dagen / (44). (Hij woonde op het Verdronkenoord te Alkmaar en was gehuwd met Cornelia Strandvliet.) 698. Lourens Valk / En / Angenila Van Wolphen / – (46). (Zie sub 706.) 699. Ineen medaillon een monogram (P. S. M.) en de letters M. I. Groote Kerk Alkmaar. Choor. 700. Medaillon, waarin een aan een lint opgehangen schild, beladen met een doodshoofd. Achter het schild uitkomend een gedoofde fakkel, een zeis en een zandlooper. Onder het schild een lint, waarop: J. C. Wi 11 e Jr / Geboren 29 October 1800 / Overleden 29 October 1826 / Lager: Hier Rust Het Stoflijk Deel / Des Jonglings Om Zijn Deugd / Der Magen Gunsteling / Der Oudren Hoop En Vreugd / Een Vriend Die Weemoedsvol / Zijn Vroegen Dood Beweent / Siert Ter Gedachtenis/ Zijn Graf Met Dit Gesteent / A. B. (48). (Jan Caspar Witte, geb. te Gelswold in het Osnabrugsche X te Hoorn Catharina Swering, ondertr. Alkmaar 11 Peb. 1798. Hfl kocht 26 April 1797 te A. de brouwerij „het Fortuin”, waarvan thans nog bestaat het pakhuis aan de Oudegracht (no. 212) met den door W. in 1805 geplaatsten gevelsteen. Jan Caspar W. Jr. vd. was een hunner kinderen. HU werd vermoedelijk te Hoorn geboren.) 701. Ineen medaillon een wapen: twee leeuwekoppen en een zwijnskop, 2 en 1. Helm met kroon en dekkleeden. Helmteeken: een uitkomende leeuw. (49.) (Betreft de familie Ras, welke vermoedelijk uit Enkhuizen afkomstig is. Daniël Ras, vice president Schepen van Alkmaar 1716-’2l; Pesthuisvader 1695, Regent van het Weeshuis 1700, Ouderling 1711; Zeepzieder in „de Hamer” ; ged. 17 Aug. 1662 f 25 Juli, begr. 1 Aug 1731 was vermoedelijk een zoon van den zeepzieder Heyndrick Ras, (ex. Adriana Berckelis?) die het graf 1 Mrb. 1653 kocht. Hij Xte Egmond aan den Hoef 5 Oct. 1692 CorneliaCatharinavan Arssen t 30 Juni, begr; 6 Juli 1735, testament 19 Dec. 1734 voor den notaris A. Klaver te Alkmaar. Hunne portretten bevinden zich in het Sted. Museum te Alkmaar. Z(jn schepenzegel wijkt af van het boven beschreven wapen. Behalve een zoon Ds. Adri a a n, ged. 17 Nov. 1695, predikant in Ned. Indië (Ygl. Trooste'nburg de Brulin bl 351.) t Malakka Jan. 1726, X 21 Nov. 1723 Everharda van Heeselenbergh, wed. Posthumius? uit de Bank van Leening, fte Batavia 1725; een zoon Hendrik, ged. 21 Mrt. 1696, begr. 28 Aug. 1724, X 28Dec. 1721 Elisabeth Meeuwsen, dr. van Johannes, wijnroeier, teerkooper, brouwer inden Eenhoorn en van Maria Mo y (zie no. 677.) f 16, begr. 20 Sept. 1752 Choor 173, wiens wed. hertr. 17 Apr. 1735 Adolf van Westhoven, schipper op Oost Indië; en eenige andere kinderen ged. tusschen 1693 en 1707, een zoon: Mr. Emanuel Ras, ged. 1 Dec. 1694, fl6 Oct, begr. Midden Gang 157 23 Oct. 1761. Hij woonde te Alkmaar op het Luttik Oudorp en was Hoofdingeland, Penningmeester, Schepen, Hoog Heemraad, Kerkmeester en Commissaris van de Conijnenschouw inde Zijpe; Hoofdingeland, Baljuw en Dijkgraaf, Schepen, Heemraad en Kerkmeester van de Wieringerwaard. Dijkgraaf van de Uitwaterende Sluizen. Ord. Gedeputeerde; Gedeputeerde inde Staten Generaal, Gecommitteerde Raad; Heemraad van de Schermer; President-Schepen 1724-’33, Vroedschap 17 Mei 1728 tot zijn dood en Burgemeester van Alkmaar 1741-’6l. Hü X 1° 12 Sept. 1725 Margaretha Klok, oud 16 jaar Groote Kerk Alkmaar. Choor. dr. van Schepen Mr. Pieter Nicolaas, Heemraad van de Schermer, zie sub no’s 498 en 574, f 27 Feb., begr. 4 Mrt. 1729 Middengang 158. Gr. Kerk X 2° te Amsterdam 9 Mei 1730 Johanna ter Himp e 1, geb. A’dam 4 Nov. 1705 f 28 April, begr. 6 Mei 1760 M. G. 167. Hij liet na de volgende kinderen: 1. Cornelia Catharina, ged. 15Oct. 1726, f 23, begr. 28 Aug. 1779, Regentes Vr. Gasthuis X 17 Juli 1746 Jacob Maagh, j. m. van A’dam, begr. 13 Juli 1771, Stads-Boekdrukker, Kerkmeester der Groote Kerk. Zijn wed. zette het bedrpf voort. 2. Daniël, ged. 20 Feb. 1729; begr. 28 Mrt. 1729. 3. Johanna Cornelia, ged. 14 Mei 1731, begr. 21 Mei 1731. 4. Cornelia Catharina Ge er truy, geb. 16 Sept. 1733 X Mr. Hendrik Adriaan Daey, Hoofd ingeland en Heemraad van de Zijpe en Wieringerwaard, Hoofdingeland, Secretaris en Dijkgraaf van de Schermer, Ontvanger, enz., f 24 Sept. 1770, huw. voorw. 10 Feb. 1761 voor den nots. P. Groen te Alkmaar, zie Wapenh. II bl. 41. 5. Mr. Daniël, ged. 28 Oct. 1732, f 22 Feb., begr. 2 Mrt. 1785 M. G. 158, Schepen van Alkmaar 1763-’64. Vroedschap 17 Nov. 1761, Burgemeester 1780/’Bl, Hoog-Heemraad van de Uitw. Sluizen, (als zoodanig zijn wapen op de Sluis te Zaandam.) Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer; Baljuw en Dijkgraaf en Hoofdingeland van de Wieringerwaard, Penningmeester van de Zijpe. Ijverig prinsgezinde, zie C. W. Bruinvis: „Het Patriotisme te Alkmaar”, passim. Testament 24 Dec. 1778 te A’dam voor Nots. K. van der Piet. Hp X 1° 22 Juli 1764 Maria Vierevant, inde kraam f 6 Nov. 1766 (Haar dochtertje Johanna Cornelia Catharina begr. M. G. 158 den 29 Aug. 1778.) X 2° te A’dam Elisabeth Ruyghrock, ondertr. 31 Juli 1767, begr. M. G. 158 den 7 Juli 1769 X 3° 25 Apr. 1775 .te A’dam Adriana Jacoba de Dieu, zie Mr. B. van der Feen : „Genealogie de Dieu” Ned. Leeuw 1895, bij wie hp behalve twee jonggestorven zoontjes een zoon Willem Jacob naliet, ged. 16 Jan. 1780, die nog in 1816 als eigenaar van het graf Choor 49 te boek staat. 6. Pieter, ged. 27 Dec. 1735, als koopman 2 Nov. 1754 n. O. Indië vertrokken. 7. Adriaan, ged. 19 Juli 1739. 8. Johanna, ged. 26 Jan. 1741 X 1° Dr. Isaac Du Bois Hoolwerff, verm. een zoon van den boekdrukker Simon van Hoolwerf en Elisabeth Groen, zie sub no. 112. Huw. voorw. 2§ Dec. 1770, test. 3 Mrt. 1771; beiden voor den Nots. P. Groen te Alkmaar; Schepen en Vroedschap, + 7 Dec. 1781. Zij X 2° 1 Juni 1783 Mr. Pieter Binckhorst, Heer van Oudkarspel en in Koedijk, baljuw aldaar. Baljuw der Drie Bgmonden, Heemraad en Hoofdingeland van de Heer Hugowaard, Baljuw en Dijkgraaf tot zijn dood. Pres. Heemraad van de Zijpe. Ontvanger der Gemeenelandsmiddelen, Hoofdofficier, Schepen, Burgemeester, Wethouder en Vroedschap te Alkmaar, t 22, begr. Z. Kruis 81 den 28 Feb. 1810, oud 69 jaar en 6 maanden.) 702. Vir Cl. /R.Neuh u s i u s Reet &J.C. / Frisius / Hic / lacet / Daaronder ineen medaillon twee geaccoleerde wapens: 1 en 2. 1: Een latijnsch kruis, bekroond dooreen ster (6); 2'. (een ruitvormig schild.) Twee rechtop geplaatste visschen, de koppen omlaag. Gekroonde helm en dekkleeden. Helmteeken: een dubbelgekanteelde muurtoren, waar twee kleinere torentjes bovenuit steken. (50). Groote Kerk Alkmaar. Choor. (Betreft den Rector d. Lat. School te Alkmaar Regnerus Neuhusius, geb. Leeuwarden 1608, begr. 28 Dec. 1679 en diens eerste vrouw Boet h ia D’Hop t i 11 e, zie N. Biogr. Woordenboek II 984; J. J. de Gelder „Ordre op de Lat.. Scholen” bl. 384-422; C. W. Bruinvis : „'Over Alkm. Geschiedboeken en Geschiedschrijvers” bl. 61; Icon. Bat. no. 5363. Zijn dr.. B o e th ia X Ds. Pi e r i u s V o m e 1 i u s, pred. te Hensbroek, test. 7 Juli 1699 en 23 Oct. 1708 als diens wed. voor nots. A van der Hoeve te Alkmaar, zie no. 917. Zijn dr. Geertruyda X Ds. Abraham KnolofCnollius, praeceptorder Lat. School, testeerde den 6 Peb. 1671 voor den nots. C. Kessel te Alkmaar en zijn dr. Margaretha test. 4 Apr. 1685 aldaar als meerderj. dochter voor den nots. C. van der Meer.) 703. H. L. B. G. / Trijntie Cornelis / Huysvrow Van Seeger / Adriaensz Van Der Meer / Is Gerust Den 2 luny 1684. Lager: ineen gekroond hart een monogram: S. A. V. D. M. – (52). 704. Ineen medaillon een merk en de letters: V. B. H. —(53). 705. Hier Rust / Ls Kleeff / In Den Ouderdom Van 31 Jaaren / Overleden Op Den 13'/ En Begraven / Op Den 18 Van Grasmaand / 1804 / (54). 706. Albert Valk / Obiit 8 October 1713 / En Grietje Laurl / Obiit 21 December / 1691 / En Cornelis Valk / Obiit 24 October / 1733 / (56). (Albert V. was wpnkooper en „distelateur” te Alkmaar; test. vóórdat hij op reis ging naar O. Indië, op 17 Dec. 1699 voor nots. C. van der Meer; hij X 1" Grietje Laur e n s, bjj wie hij 4 kinderen naliet: Abigaël, zie no. 106; Laurens; zie no. 698; Lijsbeth X Hendrik Blomsaat op het Verdronkenoord te Alkmaar ; en Sara. Hij X 2° Guurtje 801, Johannesdr.) 707. Ineen medaillon twee gekruiste lijndraaiersinstrumenten. ~ (58). 708. Ineen medaillon een wapen: Doorsneden a. eenkoppige adelaar, b. een ossenkop, aanziende gesteld. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken twee koehorens, geplaatst op de wijze vaneen gewone vlucht. (62). (Vermoedeljjk het wapen van JacobofJacques Stassaert, 6 Dec. 1654 met attest van Amsterdam bij de Geref. Gem. te Alkmaar ; zijn huisvrouw Jannetje Christiaens 8 Mrt. 1654 b.d. Geref. Gem. Hij werd vroedschap van Alkmaar 23 Oct. 1666, zie wapenbord no. 69.) Groote Kerk Alkmaar. Choor. 709. Ineen medaillon een geharnaste man, die in zijn rechterhand een speer houdt. Terzijde: de letters I. P. (64). (Betreft vermoedel. Jan Pietersz Yserman, zie grafboek Gr. Kerk Y: 18: 3e Serie no. 1 fol. 238.) 710. F. W. V. / P. W. V. / (67). 711. Ineen medaillon een merk. Daarboven een schaaf\ bekroond dooreen winkelhaak. (85; afkomstig uit de Middengang). 712. In het midden een wapen: Een hartschildje, beladen met een St. Andrieskruis en vergezeld van acht lelien, zoomswijze gerangschikt, 3 van boven, één aan elke zijde en 3 van onderen. Gekroonde helm; dekkleeden. Helmteeken: een uitkomende brak. Terzijde van het wapen de kwartierwapens: lutphaes Van Wynestein. Voorden. Oostrom. Lockhorst. Daaronder een cartouche (inde bekroning een doodshoofd) met gedeeltelijk uitgesleten inscriptie : Hier Leyt Begraven / [De] We[le]delen loncker / [Fl]orens Van lutphaes Van Wyne[steyn] / A[nno 1644] / (69-70). (Zie de rouwkassen no’s 22 en 31. De zerk vertoont, wat bewerking betreft, een groote overeenkomst met die van jhr. Ramp te Bergen. Het bovenbeschreven wapen wijkt eenigzins af van het bij Rietstap: „de Wapens van den Ned. Adel” opgegevene.) 713. Ineen medaillon een schild, een ossenkop en de letters: F. I. O. Inden rand een merk. (71). (Betreft den rector Franciscus I. Ostdorpius. Zie •N. Biogr. Woordenboek II: 1036.) 714. Ineen medaillon een wapep: twee klaverbladen, de stengels dooreengestrengeld. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: een klaverblad tusschen een gewone vlucht. Lager staat: Hier leyt begraven / Grietje Evers gerust / den 2 October 1695 / noch haer man / Lowijs Jansz de Wael / is gerust den 7 Januari / 1696 / (72). (L. J. de Wael woonde a. d. W. Zijde der Kapelsteeg te A. en testeerde 20 Dec. 1661 aldaar voor den nots. J. v. Beyeren.) 715. Een medaillon met wapen als voren. (73). Groote Kerk Alkmaar. Choor. 716. 1682 / Boudewijn Demeijer / Bontwercker / Ineen medaillon een merk en de letters: B. M. (75). (Een B. de M., „peltier”, X Grietje Jans, testeerde 26 Jan. 1681 voor den nots. C. Kessel en 18 Nov. 1693 en 6 Mrt. 1699 voor den nots C. v.d. Meer.) 717. Ineen medaillon een merk (Een A, inden top een dwarslijntje) en de letters F. C. C. (78). (Betreft Fredrick Cornelisz Cos; vgl. no. 3te Hensbroek; in 1635 komt hij voor onder de landeigenaars inde bedjjkte Schermer. Zijn dr. Aef ie, b.d. geref. gem. 2 Mrt. 1640 XIS Jan. 1639 Cornelis, nagel, zoon van Aerien Cornelisz Hensbroeck, zieno. 691.) 718. Ineen medaillon een schild met een■ merk en: B(artholomeus) H(eijndrickx) Y. Randschrift in fraaie renaissance karakters: Hier leyt begra/ven lan Willemssoon Sampson. Ende hij / starf den elfd/en November Anno 1598 / (79). (Bartholomeus H. was apotheker te Alkmaar. Ygl. het oudste grafboek der Groote Kerk (1699) was eigenaar van dit graf Willem Cornelisz Sampson.) 719. Cornelis de Haes / [ge]rust den 1? / December 1644/ lan Cornelisz Kort / gerust den 28 (?) en / Octobris 1651. / Claes lansz Kort / gerust den /24 Augusti 1652/ Stijnti e Claes / Weduwe van lan / Cornelisz Kort / gerust den 20en / [Djecember Aö 1653 / (80). (Cornelis de Haes was procureur bij het gerecht te Alkmaar, geadmitteerd tot Notaris aldaar 29 Jan. 1623. Protocol tot 1644, in welk jaar hij den 21 Dec. hier werd begr. Claes Jansz Cort was notaris te Alkmaar, protocol 1645-’52.) 720. Vesalii Mobachii / Rectoris Alcm. / MNHMEION. / Ineen medaillon een schild met een anker, waarom zich een slang kronkelt. De voet van het anker is beladen met een hart. Lager leest men een distichon-. Anchora Christe / Mea es sub imagine / Vise Colubri; / In meritis toto / corde recumbo tuis. / – (81). (VesaliusMobach ofWesselM., geb. Dieren 1 Sept. 1640, zn. van Ds. Petrus en Margarita Ringelbert, rector te Wageningen; in 1667 rector te Arnhem en in 1674 conrector te Alkmaar; rector aldaar in 1679 na den dood van Neuhusius, zie no. 702, tot einde Dec. 1692, toen rector te Groningen, waar hü f 13 Oct. 1694, X Wilhelmina Prederica Hachia of Hachijn; zie over hem C. VV. Bruinvis in Nav. 1864 bl. 144 en N. Biogr. Woordenboek II 927.) Groote Kerk Alkmaar. Choor. 721. 1659 Maert 8 is gerus[t / Cjornelis lansz Bloos. (Een ongenummerd fragment.) 722. Ineen medaillon een wapen: Doorsneden: boven twee van elkander afgewende negerkoppen; beneden drie molenijzers, 2 en 1. Helm zonder wrong of kroon; dekkleeden. Helmteeken: een negerkop. (Wapen Van Loon) Lager leest men: Hier lyt begraven / Nicolaes Ruijckhaver / van Loon gestorven / den 31 July ende / begraven den V den / Augusti A 1716. / – (87). (Zie rouwkas no. 117.) 723. In medaillon een merk (Een Arabische 4; omgewend) en: I. V. M.; C. R. M. (88). 724. Rozetten op de hoeken. Randschrift-. Hier leyt be/graven Tryntge lacobs D Huis Vrowe Van Pieter / Cornelisz / Clocksteller starf den sen Mey 1624 / Midden in: Hier leyt begrav / Pieter Cornelisz / Clocksteller / sterf den 22 / September 1624 / Hier leyt begrav /MaertenClasen / Bonifaes is / gerust op den 2 / Maey anno 1653 ' Lager: een medaillon met schild, waarin een klok. (90). 725. Joris . lacop . Mol. (91). (Joris Jacobsz de Mol als tafelhouder inde bank van Leening te Alkmaar reeds genoemd in Dec. 1594. In 1608 bouwde hij een huis aan de W. zijde der Lombardsteeg aldaar. Hij begr. 15 April 1624 en zijn zoon Joris de Jonge begr. 28 Januari van het volgend jaar. Het tafelhouders octrooi kwam na hun overlijden aan Abraham de Mol. Diens octrooi werd het laatst verlengd Paschen 1652. Zie C. W. Bruinvis : „De bank van Leening te Alkmaar.” Een kind van de „jonge Mol” begr. 12 Dec. 1615; Aef Jans, de huisvrouw van Joris Mol, begr. 13 Mei 1613. Een kind van „Joris Mol bancquier” begr. 9 Jan. 1619.) 726. Ineen medaillon een wapen: Een hart, doorsneden door een lijn inden vorm vaneen keper, die aan beide zijden is gebogen ; beneden die lijn een ster (6); uit het hart rijst een dubbel gekruist kruis op. Gekroonde helm ; dekkleeden. Helmteeken: het kruis uit het schild. Lager leest men: Den Edsr (sic!) lan Michie[ 1 ] de Mol is inden Heere / gerust den 3 October / 1652 Ende leyt / alhier begraven /. Hier rust den wel / Edle Heer laquesjohannes del Mol / in sijn leve Doctor / inde Rechte obijt / den 25 luly 1661 / (93). Groote Kerk Alkmaar. Choor. (Zie rouwkas no. 56; zie no. 725. „Het kind van Jaeckus Mol” begr. 26 Juni 1610, zfln huisvrouw begr. 14 Oct. 1608.) 727. Benningh. (94). (Betreft Sr. Benning, gehuwd met Alida Pietersdr. van Lienen. Zij werd hier begr. 17-2-1712; 2 kinderen respectievelijk 21-10-1710 en 9-2-1711. Zie ook no. 876.) 728. Abraham Boonacker. Een medaillon, waarin de letters: A. A. V. en een vogel. (95). (Abraham 8., zie Petten no. 89, woonde op de Yoordam, Regent v.d. Diaconie; begr. 14 Juni 1782. Yan hem en zijn vrouw Harmina Brouwer werd ged. een dr. Catharina 24 Feb. 1743. Kinderen begr, 6 Aug. en 1 Sept. 1739, 6 Aug. 1744.) 729. Hier leyt begraven / loost Cornelisz Taen/der sterf den 28 No/vember Anno 1640 / Hier leyt begraven / Maeritien Ariens is / gerust den 9 Augusti / Anno 1656 l~ Ineen medaillon een merk en de letters I. C. (96). 730. A(rnoldus) S(chut). Ineen medaillon een bezem en de letters: I. C. Lager een K. (97). (Betreft o. a.: lan Claesz Besemmaecker.) 731. Hier leyt begraven / lan Barentsz Cist/emaker sterf den 1 / Maert 1614 / Een schaaf. (98). 732. De helft vaneen (vroeger dubbele) zerk. Randschrift: [Hier] Leyt begraven Duarte Roderiges Duarte Soone van Diogo Dua/rte van Antw[erpen]. In het midden in een medaillon een wapen: gedeeld: I. een klimmende leeuw, omgewend. 11. een halve boom, vergezeld vaneen roos. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: een klimmende en uitkomende leeuw. (99). (Zie C. W. Bruinvis: Eenige mededeelingen naar aanleiding van „de Zeeuscbe Nachtegaei”, Oud Holland 1898 leafl; Op 1 Feb. 1646 werd begr. Francisco D u ar t e. Zie rouwkas no. 4. Ygl. misschien Resol. Staten v. Holland 6 Nov. 1608 en 6 Jan. 1609.) 733. Jan van der Goes / In sijn leven Capiteijn / Ter Zee/ ten dienste deser lande / obiit / den XIII November / MDCCXVII / En / desselfs huysvrou / Catharina Schagen / Mede op den 20 Dito / daar Aan volgende / (100). Groote Kerk Alkmaar. Choor. (Zie; C. W. Bruinvis: „Het huis het Moriaanshoofd en zijn bewoners”, Feestbundel Bredius 1915. Vermoehelijk was hij zoon van Claes Jacobsz en Maria Capelman, ged. 14 Mrt. 1669, begr. 18 Nov. 1717, ondertr. 12 Mei 1697 (huw. voorw. voor nots. C. van der Meer te Alkmaar 15 Mei 1697) Cath. Schagen, begr. 25 Dec. 1717.) 734. Hier Leyt Begraven / Den Eersamen Cor/nelis Graafland Is / Gerust De 20 Octo/ber 1643 Out Sijnde / 63 laar En Sijn Soon / lan Graafland Is / Gerust Dë 1 Februari / 1642 Out 19 laar / (Daaronder in medaillon het wapen Graafland; drie molshoopen als spitse bergjes, 2 en 1. Uit den ondersten komt aan de rechterzijde een mol te voorschijn. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken ; een uitkomende mol.) (106). (Zie Elias t. a. p. bl. 527 en Ned. Adelsb. 1914 bl. 2 sub 11. Cor- nelis Cornelisz G. kwam met Brecbje van Hoorn 29 Mei 1641 met attest van Amsterdam.) 735. Ineen medaillon aan een draagstok het wapen van Terschelling. Inden rand: T. Schellingen Wapen. / Lager leest men: E. Fabritius / en desselfs huysvrou / C. Menger / – (108). (Eerste bezitster was Alet Oukes van der Schelling te Amsterdam. -Ernst Fabritius, Kastelein en sedert 1749 eigenaar van de herberg de „Roode Leeuw” inde Coorstraat hoek Oudegracht te Alkmaar, begraven 27 Juni 1781, X 1° 30 Juni 1743 Cornelia Menger, herbergierster te Alkmaar, begr. 20 April 1750 X 2° Alkmaar 22 Nov. 1750 Antonia Sybrantsvan A'dam. Hij liet na een groot aantal kinderen, gedoopt tusschen 1745 en 1760, w. o. a. een zoon Ernst Willem, ged. 24 Aug. 1760, predikant te Castricum en Heemskerk, f Hazerswoude 29 April 1827 X Johanna Chris ti na van Someren van Vrijenes (1759-1834); b. een dr. Elisabeth, geb. 18 Dec. 1754 X 1“ 1773 Mr. Joachim Nuhout van der Veen, schout, secretaris en notaris van Castricum, Dykgraaf van den Hondsbossche en X 2“ Hendrik Nob b e, die in 1783 inde verponding van de Roode Leeuw was aangeslagen, zie C. W. Bruinvis: „Hendrik Nobbe”; c. een dr. Wii 1 emina X J. v.d. Coddejd. een dr. JohannaXPieter Visser, koster d. Gr. Kerk, zie 532.) 736. Een merk tusschen de letters I. 1.; een geopende hand. Daaronder drie suikerbrooden (?) en dit alles gevat ineen medaillon. Onder het medaillon een dakpan. (110). 737. Hier leyt begraven / Grietgen Claes is / gerust den 28 Novembejr] / anno 1644 /. Een medaillon waarin een z.g.n. greep. Om het medaillon de letters: C. P. B. Lager staat: Groote Kerk Alkmaar. Choor. Hier leyt begraven / KlaasStickelen/ sijn dogter / Diewertie Stickel /. (111). 738. Een merk, en: C(laes) A(driaensz) / Ypestijn. / Lager een monogram W. B. ( = Wijna.ndt Baeck). (112). 739. Hier lijdt begrave / Heer Jan Bitterloo/ storve den 31 Maart / 1770 (?) begrave den 5 April / Was Oudt 59 laar en 16 / Daage. / Lager een paard en een merk, (Een St. Andrieskruis.) benevens de letters Y. A. (113). (Dit betreft Yacob Adamsz Cheval.) 740. Ineen medaillon een merk en: A. I.; I(acob) I(ansz) Slot. (114). 741. Een medaillon waarin een monogram (F. S.) (118) 742. Hier leyt begraven / Annetien Aeriaens dr / van Warmenhuysen is / gerust den 6 luny 16?? / (119). 743. Hier leyt begraven / Anna Koonninckx / is gerust op den 9en / May 1661. / Hier leyt begraven / is gerust / den 23 September 1652 / Ineen medaillon twee klaverbladen, de stengels dooreengestrengeld vgl. no. 714 en de letters L. I. W. (125). (Betreft o.a. Louwies Jansz de Wael.) 744. Aerndt Derckse / Molenaer / Herck Mysen de Haes / (128). 745. PieteT Walraven. Ineen medaillon een merk en: G. S. B. (129). (P iet e r W. X 1709 Cornelia Capelman; huw. voorw. v. Nots. K. Seu 11 ij n te Alkmaar. H(j f 2 Dec. 1744 en testeerde dien dag voor den Nots. J. v. Bodeghem te Alkmaar. H(j werd „de Oude” genoemd in tegenstelling met zjjn zoon Pieter, Kapitein ter Zee in dienst der O. I. Compagnie, den 1 Juli 1757 in Oost Indië overleden.) 746. Hier leyt begrav[en] / Neeltien Aeriens / Wedue van Sa Scheepe[n] / Pieter Cornelise’ / Oterlyck is gerus[t] / op den 18 May 1653 / (135). Groote Kerk Alkmaar. Choor. (Pieter Cornelisz 0. was schepen 1629/’34, vroedschap van 1626 tot zijn dood in September 1640. Hij was lijndraaier en kwam bij de geref. gemeente 24 Feb. 1608, Diaken der geref. Kerk. Als wedr. op de Bierkay te A. ondertr. 16 Juli 1623 Neeltje Adriaansdr. wed. v. Schorel inde Beverwijk, met attest, v. Beverwijk 6 Sept. 1623. Hij liet vier dochters na: Ae 11 je, Duyf je, Trijn t j e en Anni t g e, waarvan de laatstgenoemde X 2 Dec. 1635 Cor n e 1 is j.g., zoon van den Notaris Jacob Cornelisz van der Geest en Ma art j e Pi e t e rs dr., begr. Ch. 30 den 26 Mei 1670, Heemraad v.d. Zijpe, secretaris van Alkmaar, die X 2) 10 Nov. 1647 Angelica Engelbrechts Pauw van Delft. Trijntje X Johannes Backer of Backerus pred. te de Waal en Oostereind op Texel, die f als pred. te Oudkarspel en Noordscharwoude en w. begr. te Alkmaar 17 Nov. 1642. Zij overleefde hem; zie 490.) 747. Een schild, waaróp drie molenijzers, 2 en 1. A(driaen) H(eyndricksz) Feyter. (192). 748. Ysak van Truyen / Antye Masson. / (138,). 749. In Dit Graf Sijn Begraven / Den Wel Edelen / Gestrengen Heere / Mr Pieter Velthuys / Jn Sijn Wel Ed. Gestr. / Leven Burger Meester / En Raad Inde Vroedschap / Mitsgaders Ontfanger Van de / Convoyen En Licenten / Binnen Alcmaar/Overleden Den 29 Maart / 1742 / En Desselfs Huys / Vrouwe Vrouwe / Geertruyd Engels / Overleden Den 30 Augustus / 1757. / – (142). (Mr. V. was ook Heemraad en Schepen van de Wieringerwaard en Hoofdingeland van den Hondsbossche.) 750. Hier leyt begraven / Gerbrant Hensbroeck /ijn leven Scheepee / deser stadt Alckmaar / [i]s gerust den 2 Mart[y] / 1662. Lager-. In medaillon een wapen: gevierendeeld: len IV het wapen van het dorp Hensbroek; II en III: drie staande messen of schaatsen? Gekroonde helm; dekkleeden. Helmteeken het figuur uit I en IV. (146). (Gerbrand Adriaensz H., op de Bierkay 16 Sept. 1640 b.d. Gemeente. Te Alkmaar, Schepen 1659/’6O; Heemraad, Aalmoezenier, weesmeester en ontvanger van de tienden van de Zijpe X 1) Maria van der Geest, waarbij Adriaen, ged. 25 Juni 1642, brouwer inden Eenhoorn, J a c o b u s, ged. 29 Juni 1646 en C o rn e 1 ia, ged. 19 Mrt. 1649 X JDs. AlbertusTegularius, pred. te Grootebroek; hij X 2) Maria Pieters Oterleek, Vrouwengasthuismoeder 1663, -j- 1678.) 751. In medaillon een wapen: doorsneden: I. een ooievaar tusschen de letters I. S.; 11. een merk tusschen de letters O. V. Groote Kerk Alkmaar. Choor. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken de ooievaar. (149-15Ó). (De letters I. S. kunnen betreffen Ja nSijmo n s (Thij mon s z) van Emeloort Kapitein. Een latere beziter was Evert Albertsz, hopman te Enkhuizen.) 752. lan Gijsel / Lourens Bergen / 1792 / (151). (Jan Gjjsel, koopman in kruidenierswaren, test. .2 Pebr. 1763 voor Nots. Mr. A. de Lange te Alkmaar; hij f 16 Dec. 1777. L. Bergen, Representant 1795, Raadslid 1796, Lid Admin. Bestuur 1798, Lid Comm. Alg. Welzijn.) 753. Lourens Bergen / 1789/ Lager ineen medaillon een schild, waarop de letters: H. V. S. V.; een schoen en een merk (een kruis waardoorheen een S.) (152). (Betreft Herman van Scoonvelt, schoenmaker, vlg. het grafboek „getrouwt met Pieter van Everdingens dochter. Hunne dr. Gr i et j e hier begr. 20 Sept. 1719. Zie C. W. Bruinvis: „De van Everdingens” Oud Holland XVII bl. 216.) 754. Twee geaccoleerde wapens. Beide schilden zijn uitgekapt, doch op het eerste is nog een dwarsbalk te herkennen. Het tweede schild heeft een ovalen vorm. Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken uitgekapt. Lager: A. Kampman / A. loris Kramer / (153). (Antje Joris Kramer, begr. 28 Dec. 1739, was de vrouw van den deurwaarder Albert Kampman, begr. 16 Apr. 1727. Hunne dr. Anna, begr. 29 Jan. 1737 X Simon van Hoolwerf, zie no. 112 en hunne dr. Cornelia X Mr. Jacob Josias Dibbets van de Cape 11 e. Mogelijk betreffen de wapens de fam. Wrocht. Sijmon W. eigenaar van dit graf 1659; daarna waren rechthebbenden z\jn afstammeling Pieter en Mr. Prederick W., advocaat.) 755. Hier Leijt Begraven / lanAdriaenszdeWit/In Sijn Leven Notaris / Deser Stede Is Gerust / Den 28 April MDCLXXXIII[I]. / Monogrammen: „J. A. D. Wit” en M. A. (?) (158). (Zijn protocol liep van 1667-1684. Hij testeerde den 10 Dec. 1681 voor den Nots. Jan Warmenhuysen te Broek op Langedijk en werd begr. 2 Mei 1684.) 756. In medaillon een monogram (L. P.?) en L. P. B. (160). (Het betreft Louris Pieterse Bonteboer, eigenaar na 1624. Hij was, blijkens de familieaanteekeningen voorin het protocol van den Alkmaarschen notaris en procureur Jacob Jans van Be ij e ren, diens grootvader van moeders zijde.) öroote Kerk Alkmaar. Choor. 757. Ineen medaillon twee geaccoleerde wapens (De Dieu en De La Croix), gesteld op een afhangend tapijt en onder een kroon. Als schildhouders twee Turken, gekleed in lange, afhangende mantels, elk gedekt met een hooge puntige muts, waarvan de omgeslagen top is voorzien vaneen kwast. Onder het medaillon een cartouche, waarachter de fasces cum securibus gekruist. Aan beide zijden acht gekroonde kwartier- wapens met de onderschriften De Dieu Six Van Alteren Commerstein Boogaart Spiegel Van Waveren Van Os De La Croix Van Walbeeck Lycochthon Montenacq Van Hoorn Engelen Van Ophuysen Graafland Montenacq (Dit zyn de wapens, elk met acht kwartieren van C are Ide DieuenAnnaßrigittadela Croix, zie rouwkas no. 174.) 758. Op de hoeken uitgesleten wapenschildjes. Randschrift: Hier Leyt Begrave / Lysbet – Pieters – Dr – Is – Gerust – De – 18 – April- 1629 – En Lys[bet- /Floris-Dr-Vrojuw – Vande – Burgemeester – Kessel – Is – Gerust – Den 15 – April- 1638 – / Het middengedeelte is in drieën verdeeld. In het bovenste vak leest men ineen cartouche: Hier Leyt Begra/ven Den E Heer / Burgeemeester / Pieter Willemsz / Kessel Is Gherust / Den 25 November / Anno 1644 / In het vak daaronder ineen medaillon het wapen Kessel, zie bl. 113. Helm met wrong, dekkleeden. Helmteeken: een tournooihoed. Om het medaillon als zwikvullingen: 1. een bloem; 2. twee kerkboeken; 3. een graflamp; 4. een doodshoofd en doodsbeenderen. In het onderste vak leest men, wederom ineen omlijsting: Hier Leijt / B[egraven] Neel/tge Co melis Kessel [Dr] Is / Gerust Den 10 April Ao 162[8] (162). (P iete r Wi 11 em sz K., vgl. wapenbord no. 30 X als j-g- in de Boterstraat te Alkmaar 11-10-1598 LpsbethFlorisdr. op de Oudegracht aldaar. Zij was vrouwengasthuismoeder 1628 en werd begr. 20 Apr. 1638. Hij hertr. te Petten 1640 Anna Lu jj ca sf 26 Febr., begr. 2 Mrt. 1662. P. W. Kessel zelf werd begr. 29 Nov. 1644. Hij liet na de volgende kinderen : 1. E 1 isab e t b, zie no. 653, hier begr. Groote Kerk Alkmaar. Choor. 8 Peb. 1717. 2. Piet e r X wi 11 emi na Vrijbu r g h, zie no. 861. 3. Willem ina, ged. 26 Juni 1643 X Dr. Jacob Vrjjburgh, zie no. 861 f 16, begr. 21 April 1663. Hij was Pres. Schepen, Vroedschap en Burgemeester van Alkmaar; Heemraad van de Zijpe; Rekenmeester inde Camer van Rekening in ’t N oorderquartier, test. 1 Nov. 1680 voor den nots. C. Kessel te Alkmaar, daarbij als univ. erfgen. benoemend zijn zoon Nico la as V., zie 861. Lysbeth Pietersdr. vd. was de moeder van Burgemeester P. W. Kessel; zij werd begr. 19 April 1629. P. W. Kessel had voorts twee jongere broers n. 1. Willem Willemsz K., begr. 4 Mrt. 1645, Schepen en Raad van Alkmaar; Vronwengasthuisvader; Heemraad van de Heer Hugowaard; Kerkmeester en Penningmeester van de Schermer, biersteker van „de drije lelien” X Guijrtgen Adriaens, Huisarmenmoeder, begr. 26 Mei 1656; test. voor nots. H. J. van der Lijn Alkmaar 4 Jan. 1614, zie sub 355 – en Cornelis Willemsz K,, die kinderen naliet. De notaris Cornelis Kessel, ged. 21 Jan.1639; Schepenen Raad van Alkmaar, Heemraad van de Wieringerwaard 1693/’94, begr. 28 Jan. 1699, was de zn. van Dirck Cornelisz K. *) en Jannetje Maertens. Wellicht was hij een kleinzoon van Corn. Willemsz K. voornoemd.) 759. Simon Bucerus. (163). (Hij was zilversmid op den Yoordam; werd begr. 4 Apr. 1806 X Tr ij ntj e, begr. 20 Nov. 1807, dr. van Jacob Hen en Judith Schilders. Kinderen ged. tusschen de jaren 1754 en ’60.) 760. H : I : S : / Dus lohannis: Sobbe / Natus 17 Novembris / 1691 Amsteldam: / Denatus 18 Maji 1750 / Almeriae / – (164). (Hij woonde reeds in 1747 met een dienstmaagd te Alkmaar.) 761. Rozetten op de hoeken; randschrift: Pieter Heijndricksz 20 Van / Bijl velt Hooftingelandt Van De Zijpe Sterf / Ao 1610 0 oo En Sijn Huysvrou/ludiek Evertsdr Is Gerust—Anno 1612 / In het midden ineen medaillon, dat aan de buitenzijde versieringen vertoont inden trant van Vredeman de Vries, een wapen: gevierendeeld a. en d. een bijl, schuins geplaatst; b. en c. een naar voren springend everzwijn. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken twee gekruiste bijlen. (166-165; oud no. 150-151). (Hij was de zoon v. Hendrik en van Elisabeth Jansdr. Steen h u ij s en als koopman uit A’dam afkomstig; was reeds in 1596 Hoofdingeland en Heemraad van de Zijpe, in welks definitieve bedijking hij een belangrijke rol gespeeld moet hebben. Inde Zjjpe 1) Hy woonde op de Oude Vest en kwam 2 Mrt. 1640 b.d. gemeente; begr. 7 Maart 1681 Ohoor no. 28 13 Üroote Kerk Alkmaar. Choor. bezat hij veel land en o. a. de hofstede Vroegop bij de Jacob Klaassesluis. Het doodboek der Gr. Kerk noemt hem dan ook: „P. H. Sijp h e e r”. Zie C. W. Bruinvis: „Het geslacht Steenhuijsen” in Geneal. en Herald. bladen 1907/’OB. Zijn kinderen waren: a. Joh a n, weesmeester te Alkmaar, Heemraad van de Schermer en van de Wieringerwaard; Aalmoezenier, Weesmeester, Kerkmeester en Heemraad van de Zijpe, begr. 30 Mrt. 1654 X Elisabeth Berbringhs, j.d. van A’dam, ondertr. 24 Apr. 1622, begr. 30 Mei 1669. Kinderen w.o. een zn. Johannes X Ida Bas, dr. van Pi e ter van Enkhuizen en Grietie Maes, b. Evert, c. Jannitge, d. Pieter, e. MariaXDirck Jacobsz Beugel van Giessenburg1), Schepen van Alkmaar, Schepen en Heemraad van de Zijpe, eerste penningmeester van de Beemster.) 762. Hier Leyt Begrave Mr Daneel lansz Van Borselen Vyolist Sterf Dê 3 November Anno 1642. (169). (Omdat hij violist was noemt het doodboek der Gr. Kerk hem „Mr. Daniël Speelman.” H(j werd begr. 6 Nov. 1642, een kind van hem 10 Sept. 1632.) 763. Uitgekapt opschrift; schild in medaillon. Inden rand: I. W. V. H. Lager leest men: Ariaentie Cornelisdr / [ijs gerust den laesten / December Anno 1635 / Hier leyt begraven/ Lucas Hosius is / gerust den 24 Maert / Anno 1670/ (172). 764. Ineen medaillon: een merk en C. J. V. (173). (Betreft Cornelis Jansz Varcken, X als j.m. inde Coorstraat, 31 Jan. 1638, Stijntje Joris, j.d. van Hoorn, zie no. 145. Misschien was hij zn. van den aldaar gen. Jan V.) 765. Rerum Vices... / Ita Viatoris Nisi Transitu / Omni finem / Mundus hic immundu Quae Veneratur Habe ... /... Transit Honos Transit Forti... / Pecunia Transit.../... Mente Deo Similis.../... Corpore Transit H0e.../... Transibimus Omne ... In Coelo Patriam Quib .../... Transit Habet... / (Een ongenummerd fragment). 766. In het midden een medaillon met wapen: Een kasteel binnen een gracht, welke aan de voorzijde overbrugd is. Slechts inde bovenverdiepingen zijn vensters. Helm met wrong (?), dekkleeden. Helmteeken een uitkomende leeuw. (Lycochthon Hooghcamer). Het volgend opschrift vult het verdere oppervlak van de zerk: Atra Domus Longae Nocti Somnoque Dicata Aere Mea Es. Tandem Sic Ero Jure Tuus. Quod Mortale Mei Est, Votis Tibi Destino, Donec *) Zijn broer was „d’Eers. Adriaan Jacobsz Be ugel bijersteecker van de Passé mette croon" X Neeltge Heijndricksdr. Vermoedelijk vindt men een afbeelding van het teeken van diens brouwerij op no. 116. Groote Kerk Alkmaar. Choor. Reddere Depositum Jusserit Una Dies. Morte Carent Animae. Sed Non Nisi Sanguine Christi Lustratas Superum Vita Beata Manet CIODCCXLVII. J. L. H. 7 January, 1763, Stierf Mrjacob Lycochthon / Hooghcamer, Regeerend Burgemr / E[n] Raad In De Vroedschap / Gecommittde Raad Van De / Ed. Gr. Mog. Heeren / Staaten Van Holld. En / West-Vriesld. In Westvriesld. / En ’T Noorder Quartier / Dijkgraaf Van De Schermeer / En Curator Der Latijnsche / Schooien Alhier Enz. Enz. Enz. / ’k Heb, Eignaars Eignaar, die den Oom huist! U geërft: Huis ook den Neef; en word zijn Eignaar, als hij sterft H. H. 28 October, 1775, stierf Hendrik Houtkamp / Oud Voorzittend Scheepen der Stad Alkmaar, / Heemraad van de Bedijkte Schermeer, Enz, Enz, / (174-175). 767. Ineen medaillon twee geaccoleerde wapens, 1 en 2; 1. op een grond een plant, waaruit drie aren ontspruiten (de twee buitenste omgebogen) aan beide zijden een vogel; de koppen naar de plant gewend. 2. Een ovaal schild met een St. Andrieskruis, waarvan de twee bovenste uiteinden zijn verbonden. In elk der vier vakken, waarin het schild door het kruis wordt verdeeld: een lelie; zóódanig dat de bovenste lelie valt binnen den driehoek, die door het bovenbeschreven kruisfiguur wordt gevormd. Helm met kroon van negen parelen. Helmteeken: een vogel. (176). (De wapens van Mr. Antony van Westhoven en zijn huisvrouw Margaretha Forangier; Hij was ged. 10 Nov. 1716, president heemraad van de Schermer, (aan welk waterschap hij eenige geslepen glazen schonk, gesierd met zijn wapen, welke thans nog in het bezit van het waterschap zjjn.) zoon van Gerard en Maria Reyniera Heeselenberg, schepen 1757/’76 en van 1770 vroedschap van Alkmaar, Kapitein van het Groene Vendel der Schutterij, f Juni 1779; zij f October 1780. Zij testeerden den 9 Sept. 1774 te Alkmaar voor den. notaris J. v. Bodeghem.) 768. [Hier] Leyt Begraven / Willem Jacobsz Schout [en] / Is In Den Heer Gerust de / 20en October 1617 Michie[l] / lacobsz Schouten Is Inde / [H]eer Gerust Den 25 August[us / 1 [622 Met Heijnderickie / [l]acobsdr sijn eerste huys/ vrou Is In Den Heer Gerust / Den 9en Marsyus 1615 / [B]onyfaes lacobsz Schout[en]/Is In Den Heer Gerust / Den 19en October 1629 / Meester Pieter lacobs / Schouten En Absalo[n] / Organist Deeser Steed[e] / Is In Den Heer Gerust/ (Jroote Kerk Alkmaar. Choor. Den 17en lanwaryus 1630. / Cornelis lacobsz Schou[ten] / Is Int laer 1618 Tot Lissebo[n] / In Spangen Deser Werelt / Overleden Ende In Den Heer / Gerust lan lacobsz Schouften] / Is Int laer 1604 Dese[r] / Werelt Overleden / Geerigen lacobsdr Is In[t] / laer 1596 Deser Werelt / Over Lede etwies / ... Spanbrouck In Den Hee[r / Geru]st Ende Aldaer Begrae[ven] / – (178). (Mr. P. Schouten werd 21 Jan. 1630 begraven, Bonyfaes S. heet in het doodboek begr. 22 Oct. 1629 „Bonifaes Jacob Schout Aris”.) 769. Ineen medaillon een merk, en: D. I. (181). 770. Samuel van Baseroy / Gerust den 12 April / 1742 / Een merk. (183). (Vlg. het grafboek betreft het merk waarschijnlijk Pieter Joosten bakker, die reeds in 1624 eigenaar was. Samuel van B. was gehuwd met Alida Bilderbeek, zie no. 111.) 771. Hier leyt begrauê Cornelis / Pietersz lontstock stienkop[er] 1 sterf den 15 Maert Aö 1639 / Twee merken. Ende sijn huisvrou / Guertge Fransen / sterf dê 25 Febryary 1645 / (184). 772. Ineen medaillon #en merk en: I. F. / V. L. Lager: Gerrit / Warmenhuijsen / Obiit Den [3] 1 December 1733 / – (185). (Jacob van Langeren was reeds in 1602 eigenaar. O- err i t W., begr. 6 Jan. 1734, testeerde den 28 Dec. 1733 voor nots. Jan Bregman te Harenkarspel, Secretaris van Geestmerambacht, Baljuw, Schout en Secretaris van Oudkarspel, Hoogheemraad van de Uitwaterende Sluizen, in deze laatste functie opgevoigd door zijn broeder Adriaan; X Geertje, dr. van Willem Dircksz Claverblatten Aegje Willems (huw. voorw. 26 Dec. 1710 voor nots. A. Hoogwoud te Alkmaar.) begr. 11 Oct. 1763, bij wie hij twee dochters naliet: Deb o ra W., ged. Oudkarspel 11 Apr. 1723, t 21, hier begr. 27 Jan. 1786 (test. 20 Jan. 1783 voor nots. Mr. H. Rijser en 14 Juli 1783 en 29 Sept. 1786 voor nots. J. L. van den Toorn, beiden te Alkmaar.) X den procureur Lange d ij k op de Oude Vest en Aagje W., ged. Alkmaar 28 Nov. 1717 X Cornelis Cr o 11, die kinderen naliet.) 773. Hier Leijt Begrave / [AJeltge Dircksdr / Qewesene Huijsvrou / Van D. Laurentius / Nicolai Dienaer / Des Goddelijcken . Woorts . Tot Haring / Huisen Gerust In Den / Heere Op Den 3 Den / February Ano XVIC / Een En Vijftich / – (187). Groote Kerk Alkmaar. Choor. (Ds. L. Nico 1 ai, van Egmond als proponent in 1644 beroepen naar Haringhuizen en in 1657 naar Harderwijk vertrokken, ondertr. Alkmaar 31 Mei 1648 Aeltge Dircks, wier nagel. dr. vlg. het grafboek Hermina Anthonisdr. Gout X Jacob van Steenhuysenzn. v. Barthout Franco is en Maria van de Nieuwstad, secretaris van de Zijpe, Kerkmeester van Alkmaar, Heemraad van de Wieringerwaard, enz., zie C. W. Bruinvis: „Geslacht Steenhuizen”.) 774. Hier Leyt Begraven / Heer Adriaan Schagen / In Sijn Leven Burgemr / Raadt Ende Pentionaris / Deser Stat En Rentemr / Van De Graaflijckheijts / Vroonlanden Zijpe Ende / Egmonden Is Overleden / Den 8 April 1699 / Ende Sijne Huys Vrouw / Maria Vrijburgh Stierf / Den 2 December 1680 / Noch Rust Hier Onder / Haar Soon Mr Dirk Schage[n] / Stierf Regeerend Scheepen Deser Stadt En Rentemr / Van Des Graaflijckheijts / Vroon Landen Zijpe Ende Egmonden / Is Overleden Op Den 21 July 1696 / (189). (Mr. A. Schagen, zoon van den sub 502 genoemden Cornelis Sohage n, was Schepen van Alkmaar, enz., Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer, Heemraad van de Heer Hugo Waard en Hoog Heemraad van de Uitwaterende Sluizen, X Maria Vr p b u rg h, ondertr. 13 Mrt. 1667, begr. 6 Dec. 1680, zie no. 861. Behalve een zoon Mr. Dirk vd., ged. 7 Mei 1671, Heemraad van de Schermer en de Heer Hugowaard, hadden zp een dr. An na Maria, ged. 31 Aug. 1673, huw. voorw. voor nots. C. v.d. Meer te Alkmaar 17 Mrt. 1700 met Mr. Gerard Treschow, advocaat te A’dam, zie Limmen en een zn. Mr. Ad r ia a n, secretaris van Alkmaar.) 775. In medaillon een merk. Rondom leest men: Meelis Pietersz Vander Paden. (190). (M. P. v.d. P. X Agate Reijnders, eigenaars 27 Sept. 1687. Zp begr. 10 Aug. 1717.) 776. Hier Legt Begra[ven] / Den Weled Geboor[en] / Heer / Anthony Cornelis / D’Assonville / Ontslapen Inden / Heere / Den 21 Maart 1742 / Een mer/r: een hart en een omgekeerd hart dooreen. (191). (Zie wapenbord no. 144.) 777. Rustplaats / van het stoffelijk / overschot / van den W. E. Q. Heer / C: H: van Diepenbrugge / Overl: 22 Jan. 1820 / En vrouwe / M. van Diepenbrugge / Geb: Verschuir / Overl: 15 Maart 1827 / (192). Groote Kerk Alkmaar. Choor. (Hjj was Cornelis Hendrik van D., zoon van Corne lis en Cornelia van der Hoeven, kornet bij het Regiment Dragonders, van Yan Bylandt o.a. 1786, later luitenant bfj de Waalsche Dragonders, f Alkmaar kinderloos, begr. 25 Jan. 1820 X Leeuwarden 2 Dec. 1805 Margareth a V., dr. van prof. Jan Hendrik en Isabella Alg ra van Fontein en zuster van Jhr. mr. Gij sbert Fontein Yerschuir, Heer van Heiloo, Oesdom en ter Coulster, zie Jaarboek Ned. Adel 1894 bl. 381, geb. Bolsward 11 Aug. 1762, begr. Alkmaar 19 Mrt. 1827. Zij woonden te Alkmaar aan het N. W. einde der Langestraat.) 778. Jan Corver. (Een cartouche). Trijntje Finea. – (197). (Jan C. te Alkmaar op de Mient, begr. 22 Aug. 1778 X Trijntje F., begr. 2 Apr. 1770.) 779. W. Eubels / Hans van Goorl / (198). (Vgl. no. 69. Den 2 Peb. 1728 werd het graf gesteld op naam van Willem Eubels, brouwer in het Fortuin X Elisabeth Hem- mers. In 1602 waren eigenaars Hans van G-oorl, Daniël van G-., An netje van G-. en Adriaantje van Eede, hunne moeder, elk voor Op 29 Mei 1655 contracteerde Adriana Daniels v. Q-. met haar oom Hans v. Gr., waarbjj zjj haar deel in dit graf afstond aan hem, mits zij benevens hare drie dochters A e c h g e n, Willemtje en Adriana Harmens hier zouden mogen worden begraven.) 780. J. C. W. / Hans van Goorl / (199). (Zie no. 779. J. C. W. betreft misschien Jan Winkel, hier begr. 28 Aug. 1730.) 781. M. V. G. W. (203). 782. [Hier le]yt begraven / Arienssz velthuijs / [sterf] d XI december / Ao 1610 / Een merk. Hie[r le]yt begraven/kornelis [dirjksz velt/[huij]s sterf den??maey / Anno 1622 / (Een ongenummerd fragment). 783. Hier leijt begravê iaepien / ians / 1620 / Hier leijt begravê neeltgen / Jans dr die [h]uijsvr[ou v]a[n] / (Ben ongenummerd fragment – misschien was dit graf Choor no. 200 en in dit geval betreft het opschrift vermoedel. Ne e 1 J a n s dr. wed. van ClaesAdriaensz Boeckiens, eigenaresse reeds in 1602.) Groote Kerk Alkmaar. Choor. Midden-Gang. 784. F. D. L. (Een ongenummerd fragment). 785. Cornelys Pijttersz scoo[n] Lager-, een merk. (19). (Hij was bakker en kocht dit graf 2 Nov. 1624.) 786. Hier Leyt Begraven / longh Tyssen Oost / Indy Vaerder Is / Gerust Den 12 Maert / Anno 1654 / Lager: een uitgesleten medaillon. (20). (Hij testeerde 23 Aug. 1643 en 12 Mrt. 1654 voor nots. A. C. Heemskerk te Alkmaar.) 787. Hier Leyt Begraven / Cornelis Pieterz Baer[t] / Sterf Den Ben luny 1616 / Ende Cornelis Baert / Syn Soon Sterft Den 15 / En September 1636 / Noch [Guyrtgien Cornelis] / Syn Huysvrou Sterf / Den 16 En September 1638 / Hier n / / Lager', ineen medaillon een merk als no. 554. (23). . (Cornelis 8., zoon'van Pieter Thomasz, Bentmeestervan Egmond, zie no. 897 en Aecht Jans, geb. te Alkmaar 1588, Lakenkooper aldaar. Hij X H Beb. 1607 G-uurtje, dr. van Cornelis Ba c k e r en C o r n e 1 is dr., zie no. 565. Hunne zoon Cornelis vd., apotheker te Alkmaar, begr. 17 Sept. 1636 X 1 April 1636, Geertruyda, dr. van Jan Ma erts z. van P e r s ij n, schout van Heiloo en Aachte Dircks, „de dochter uyt tMoriaenshooft” inde Langestraat.1) Hut aan de pest zonder kinderen na te laten, vgl. no. 796. Hunne dochter Annetje, begr. 3 Juni 1664, zie no. 326. Ben zuster van Cornelis Pietersz B. was Catharina, zie no. 66.) 788. Randschrift: Hier Leyt Begraven / Cornelis Cornelisz Broertgien Cuyper Sterft Den 22 Aprilis / Anno 1622 Ende / Neeltgen Maertiens Syne Hvysvrov Sterft Den 8 May Aö 1623. / Middenin: Ende lan Corn/eliszoon Broe/rtgiens Hare / Soone Sterft / Int laer Ao 1636 / Den 23 Febrwary / Lager: ineen medaillon een schild, waarop een kuipershamer en een merk. (24). i) Zuster van Margatetha v. P., zie rouwkas 46, vanWillem v.P., en van Maria v. P. X Schoorl 11 Juli 1633 Jan, zn. van den Schout van Alkmaar Harck Schagen en Heijltge Willlem Jans Brouwer. Groote Kerk Alkmaar. 789. W. V. Bloem. (27). (Blijkens het grafboek werd dit graf 24 Apr. 1733 gesteld ten name van Willem Vlas Bloem en diens huisvrouw Nee 11 j e Bo tt er. Hp was de zoon van Jan Willemsz Vlasbloem en Antje Kon ing, zie acte voor Nots. A. Klaver te Alkmaar d.d. 5 Aug. 1733. Zie ook Alg. Ned. Fam. 1883 no. 101 bl. 4 sub 52.) 790. Pr Van Zyl /T. Oosterhoorn / (28). (Blijkens het grafboek gesteld op naam van Pieter van Zijl en Trijntje Oosterhoorn den 17 Aug. 1725.) 791. Ineen medaillon een schild, beladen met een Jeruzalemskruis. Inden schildvoet twee palmtakken. Om het medaillon T. D. B. (30). (Betreft Tymen Dircksz Burger medio XVII.) 792. Hier Leyt Begraven / lan Fredericxz / Van Den Burch Is / Gerust -Den 18 Marty / Anno 1654 / Hier Leyt Begraven / Frederick Fredericxz / Van Den Burch Is Gerust Den 15 Marty / Anno 1658. / Lager: ineen medaillon een schild met merk en de letters F. y., benevens een schoen. (32). (Jan Fredericxz begr. als „Jan fredricxs timmerman” den 19 Mrt. 1654.) 793. Hier Leyt Begraven /Piet e r Piïtersz Van/Der Laen Boeckver/kooper Is Gerust / Den 4 April Aö 1671 / (34). 794. Hier Leyt Begraven / Pieter lansz Kurver / Is Gerust Den 8 Nove/mber Anno 1647. / Lager: een merk. (35). 795. B. (37). (Dit betreft Ds. Martinus Bruno of Bruyningh, te Alkmaar beroepen 1624, met zp'n huisvrouw Heyltje van den Heuvel met att. 1 Dec. 1624 van Heemstede. Zij begr. 20 Feb. 1633, een kind begr. 27 Aug. 1625. Hij hertr. 17 Juni 1633 Aeltje J a n s, wed. van Heyndrick Kerkhof f. Zij begr. 18 Nov. 1660. Hp fte Alkmaar 1650; een geteekend portret inde Gem. prentverzameling te Alkmaar. Behalve een zoon Dr. Johannes, zie Egmond a/ Zee en de Rijp, 1 Dec. 1639 met att. van Leiden, Theo], cand; Praeceptor der Latpnsche school te Alkmaar, predikant te Egmond aan Zee X als j.m. inde Doelenstraat aldaar 3 Feb. 1641 Maria v. Driell j. d. van A’dam, wonend inde Coorstraat te Alkmaar, die kinderen hadden (een kleinzoon was Jacobus 8., die als „lieutenant op het Groote Kerk Alkmaar. Middengang. schip van oorlog van Capiteijn van der Goes”, zie no. 733, in April 1704 gereed was om uitte varen, blijkens acte d.d. 11 April 1704 voor Nots. C. v.d. Meer te Alkmaar.) liet hij na drie dochters: 1. Jannetje. 2. A1 id a, ged. 9 Apr. 1628, b.d. Geref. Gem. 2 Mrt. 1645. 3. Geertruy of Grietje, ged. 9 Juni 1630, b.d. Gem. 6 Dec. 1648.) 796. Hier Leyt Begraven / Servaes lansz Van / Persyn Sterf Der. 2 November 1639 / Hier Leyt Begraven / Styntgen Cornelisd / [ljs Gerust Den 11 Decembr / 1638 / Hier Leyt Begrave[n] / Pieter Cornelisz [Perjsyn Is Gerust Den ?? Maeyus 164[0 ?] (38). (Servaes Jansz v. P. liet na twee dochters: Anna X Carel Gerritsz Sprinckrijck en Geertruyd X Carel Schabaille, vgl. no’s 225 en 787. Stijntgen Cornelisdr. vd., begr. 14 Dec. 1638, komt in het doodboek voor als „Styntie wtde Goutsbloem”; den 11 Nov. 1639 begr.: „tkind van Jan Porsijn”; Pieter Cornelis goudsbloml) begr. 1 Juni 1640. —ln 1602 was eig. Cornelis Aer t s lakenkooper van wien de eigendom overging vóór 1624 op zijn erven, zijnde P. C. Goutsbloem vd., Stjjntgen Cornelis, Trfln Cornelis, het kind van Guertie Cornelis en de kinderen van Jan Cornelisz.) 797. Pieter Campen / En / Diewertje Hart. / Lager: Ineen medaillon een schild, beladen met een gedeel- telijk uitgesleten merk. (41). (Hij begr. 11 Apr. 1758; zij was zijn huisvrouw en werd begr. 6 Feb. 1751.) 798. Ineen medaillon een monogram. (De letters A en B naast en aan elkaar. De gemeenschappelijke lijn, naar boven verlengd, eindigt ineen kruisje). 42). 799. Als no. 798. (43). 800. Merk, en: H. S. /M. S. Lager: een afgesleten medaillon. (47). (Betreft Hendrick Smit, begr. 11 Oct. 1712 en diens zuster Maria, begr. 11 Jan. 1720.) i) Waarschijnlijk behoorde ook tot deze familie v. Pers ij n of (uit) de Goudsbloem de sub. 196 en 947 genoemde Claes Harmensz en wellicht ook Pieter Harmensz Clock of van P e r s y n, Schepen en Raad van Alkmaar, Hoofdingeland en Heemraad van de Zijpe t 1629, wiens zuster T rij n X Hendrick Woutersz Jager, zeepzieder te Alkmaar, Heemraad van de Zijpe t kort na 1600 In het doodboek komt nog voor „d ie uwer in die gousbloem”, begr. einde 1675. Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 801. Dit Ist Capelrij Graf / Van Heer lacob / Matyssen / – (48). (Zie over deze capellerie en haar geschiedenis: C. W. Bruinvis: „Vicarijen inde Parochiekerk te Alkmaar”, Bijdr. Bisd. Haarlem XVIII, 1893.) 802. Ineen medaillon een schild, waarin een merk en G. I. W -(51). (Betreft Gerrit Jansz Wanckel, t vóór 30 Mrt. 1630.) 803. Randschrift: p . . . . e dro ... Is Gerust / Dë 7 1 / Ende Grietge Van Der Wie [1 e] .. . . de .... o ... . 1664 (?) In het midden: aan een draagstok een schild: Gedeeld (?) I. Een rad (?); 11. Een klimmende Eenhoorn. (242; Afkomstig uit de Z. Gang). (Betreft de familie Thielman van den Eynden. Cornelis Thielman v.d. E. was Landdrost van Westfriesland of het Noorderkwartier, begr. Gr. Kerk. 9 Aug. 1691. Een zoon An dries X Grietgen Cornelis; een zoon Pieter X als j.g. Maritge Boudewjjnsdr. te Haarlem Oct. 1606. Margaretha Pieters van der Wiele, wed. T h i e 1 ma n Cornelis van den Eynden, poorteresse van Haarlem, testeerde 4 Feb. 1601 te Alkmaar voor den nots. W. P. van Limmen. In 1662 werd het graf verkocht door „Dr. Ja.cob Thielemans van der Eynden tot Delft” en diens broeder Cornelis Thielmans te Haarlem.) 804. Monogram als op no’s 298, 299, 425 en 960. (12? Afkomstig uit de Zuidergang). 805. M. R. V. H. Lager: Een merk ineen medaillon. (83) (Betreft blijkens het grafboek Mechiel Roelifsz Vollen Hooven X Lijsbeth Jan Eucly, die eigenaars werden 7 Oct. 1679.) 806. Joost Qoethart. Lager-. Ineen medaillon een schild, beladen met een zwaan (Wapen Zijpe). (57). (H\j wasbode van den polderde Zij pe, begr. 12 Mrt. 1727, X Me ij n o u Jans, begr. 17 Apr. 1731.) 807. Ineen medaillon een merk en de letters P. I. B. (58). (In 1624 werd dit graf gesteld op naam van A1 i t Jans, wed. van Pieter lanszoon Backer, alias Safgen.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 808. Hendrick de Bruyn / Hendrick [de] Bruyn. In het midden: een merk (A.) (59). (Hendrick de Bruyn kocht dit graf 17 Feb. 1691; in 1712 werd het door zijn eenige dochter Willemyntje X Sijm o n Cornelisz Klejjenburgh, weder verkocht.) 809. Ineen medaillon een monogram: H. P. (76). (Betreft Hans Philipss op de Bagtjneweid. Zjjn nagel. dr. Sara Jans, wed. Jan Jacobsz Schoenmaker X 27 Jan. 1630 Cornelis Sevenhuysen, zie no. 400. Deze laatstgenoemden lieten na een zoon Mr. Cornelis, advocaat, schepen 1662-’66, Thesaurier 1672-’73 en Vroedschap van Alkmaar 1675 tot zijn dood 31 Dec. 1681 X Florentia du Rieu van Delft, dr. van en Blisabeth van Elserack, hier begr. 1 Jan. 1677, nalatende meerdere kinderen. Vgl. no. 823.) 810. Ineen medaillon een merk en de letters W. G. (75). 811. Randschrift: Hier – Leyt – Begrave / Symon – Maertsz – Cuyper – Is Gerust Den 4en April Aö 1631. / Midden: Ineen medaillon een schild, beladen met een kuipershamer en daaronder een merk met de letters S. M. C. (62). (Deze zerk vertoont in uitvoering groote overeenkomst met no. 788.) 812. Schild, beladen met een merk en de letters I. R. H. (92). 813. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hier leijt begrave / claesjacopien scheepmaker sterf dë 25 nouember 1626. / In het midden: Hier leijt begraven neltg.../... omis sterf dë 17 maert 1619. / Daaronder: ineen medaillon een schild, hangend aan een ring: drie muurankers, 2 en 1. Lager leest men nog: Ant. Van Zyl. – (78). (Zie Nederl. Heraut VII bl. 15. Doodboek Gr. Kerk : begr. „nee 11 g e herc k e n, die huysvrouwe v¥ huy ch jansz” 24 Mrt. 1619.) 814. Een merk en de letters I. S. (65). 815. Medaillon, waarin een merk en de letters C. G. B. (67). (Cornelis Gerritsz Brouwer kocht het graf 13 Jan. 1652.) G roote Kerk Alkmaar. Middengang. 816. lan Tyssen Rapost. (69). (Den 1 April 1631 begr. de vrouw van Jan Matthijszßaephorst. Vermoedelijk waren hij, de sub 170 genoemde Piet er Matthijsz R., schepen v. Alkmaar 1591-’99 en de door Elias I bl. 378 genoemde Willem Matthijsz van Raephorst broeders en hunne zusters de sub 285 genoemde en Trijntje Mathijsdr. X Gi 11 is Gil is z Oudest e ij n, zie C. W. Bruinvis : „Het Gesl. Oudensteijn te Alkmaar”, welke allen kinderen waren van Matthijs Reijersz R. X Neeltje Pietersdr. De eigendom van dit graf werd den 9 Apr. 1639 overgedragen op T rij n J a n s R., wed. Jan Jansz Cronen, zie 233.) 817. Midden: een medaillon, waarin een wapen: Een leeuw met een barensteel van drie hangers over de borst van den leeuw gaande. Gekroonde helm; dekkleeden. Helmteeken: de leeuw, zonder barensteel, uitkomende (Van Teylingen). Onderaan dit medaillon is een schildje, hangende voorgesteld, beladen met een zeeppan (voorwerp uit het zeepziedersbedrijf) welke bekroond wordt doer een klaverblad. Boven het medaillon leest men: Ende Gr[i e t e ] / Lourisd[r Van] / Toornenbur[gh] / Syn Huysvrofuw] / Sterf de ?? / luny Ao 16? 1 / Randschrift: Hier Ley[t Begraven Pi eter lacobsz VanTeyl] in gen Bas Out Burgermeeste[r] / En Seepsieder [Deser] Stede Sterf Den 30en luly Anno 1617 / (55). (Zie Gen. Her. Bladen YII bl. 204 en Elias bl. 164, waar P. J. v. Teylingen Bas lakenbereider te Amsterdam wordt genoemd en vervolgens raad te Alkmaar. Hij werd als Kapitein der N. Doelen beëedigd 22/23 April 1603; zoon van Jacob Basgen en Trijn Claes, X Grietgen Laurisdr. inde Paternosterstraat; huw. voorw. d.d. 13 Sept. 1586 voor den nots. L. J. Cooren te Alkmaar; zij geassisteerd door haar zwager Cornelis Willemsz Lakeman; hij door zijn moeder Trij n Claes. Hij werdbegr. ï Aug. 1617 als: „die burgemr. piet er iansz bas”.) 818. In medaillons op de hoeken afwisselend een roskam en een paardenkam. Randschrift: Hier leyt begra/ven Jan Tuenisz hets sterf den 2 November Anno 1627 / Middenin een medaillon met schild, waarin een paard, en een merk. (72). (J. T. H. was vlg. het grafboek gehuwd met Imme Foppis.) 819. [Hier] leyt begrave I ... .sz oude pors/schipper op Dordt/recht sterf den 11 / September anno 1647 (?) / Lager een medaillon met een schip. (77?) (Doodboek d. Groote Kerk: 16 Sept. 1647: „schippersije Jan Jansz”.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 820. In medaillon reen handboog tusschen twee klaverbladen en P. I. (64). (Pieter Jansz Capiteijn werd begraven 14 Januari 1628.) 821. In medaillon een schild aan een ring: Een merk en de letters R. M. (79). (Vgl. no. 291.) 822. Hier leyt begraven / lan Aelbertsz Lijn/slager gerust den / 11 April Aö 1626 / Ende sijn huys . vrou / Pietertie lans Dr / Gerust den 20 April / Aö 1647. / (In medaillon een merk). (82). (Begr. 24 Apr. 1647 „Pietertien moer wt het weeshuys”. Verin, was zij een dr. van Jan Maerten Pietersz van Persijn.) 823. Hier leyt begraven / Hans [Philips] sterf / den 10 September / Anno 1629. (Een monogram als op no. 809). (54?) 824. B. D. J. (89). (BarenddeJeugd begraven 7-6-1723; zijn huisvrouw Hi 11 et j e Pi e t e r s begr. 12-11-1727.) 825. Hier leyt begraven / Claes lansz S (?) / gerust den 20 / . . . ember Ao 165? / . . . sijn huisvrove .../... ers is gerust . ... / Medaillon met merk en G. I. D. (63?). (Betreft o. a. vermoedelijk Claes Jansz Spierdijek, begr. 24 Nov. 1656.) 826. In medaillon: een klaverblad en C(laes) C(ornelisz Laeckenbereyder.) (93). 827. Hier . Leyt . Begrave / Marytien . Gerrits / Saeliger . Huysvrouw / van Laurens Baertsz / Ryser sterf den 1 (?) / May Aö 1604 / (94). (Zie no. 487. Hij woonde te Alkmaar aan de O. Zijde van de Houtil en was Kerkmeester der Gr. Kerk 1602, ’O3 en ’O4. Met zijn huisvrouw Eva Pietersdr. testeerde hjj 30 Dec. 1580 voor den nots. L. J. Coren aldaar. Hij begr. 18 Aug. 1608. Een Johan R. was aalmoezenier van de Zijpe 1655 en volgende jaren.) 828. In medaillon: merk en D. P. (95). (Dirk Pietersz Gorter was eigenaar 1602.) 829. W. (98). (xroote Kerk Alkmaar. Middengang. 830. Hier . leyt . begraven / Cornelis . Willemsz / Van . Hooleghest . is / gerust dë 18 lanuary / Anno 1642. / Hier leyt begraven / Trijntien Aeibers Die / Moeder van Hoolegeest / is gerust de 19 Febewary / 1650. / (Een uitgesleten medaillon). (137). 831. Harmanus / Dranteman / (101). (H. D. en zijn huisvrouw Grietje de Vos, wonend op de Zijldam te Alkmaar, testeerden 23 Jan. 1742 voor nots. P. Groen aldaar. Huw. voorw. van H. D. en Jannetje Roos d.d. 4 Mrt. 1745 en test. d.d. 22 Aug. 1745 voor denz. notaris.) 832. A. S. (104-105). (Betreft Arie van Schagen, begr. 26 Nov. 1750 en zijn vrouw Elisabeth Cornelis, begr. 28 Juni 1772.) 833. Turck. (107). (Zie „Oud Holland” 1909 bl. 124.) 834. lanGerritse Van / Leeuwen / En / Syn Huysvrou / Eytye lanse / Vellinga / Lager: een merk en M. G. Kz. (110). (J. v. L. begr. 10 Apr. 1767; E. V. begr. 25 Mei 1748.) 835. Hier Leyt Begraven / Gerritgen Gerrit / Hee...ans D’Huysvro[u] / Van Hout[e]m Secretaris / Sterf D[e]n 7 luly / 1587 / Lager: een merk. (109). (Harck Jansz van Houten, Diaken 1592, Schepen 1580-’B6, Secretaris, Vroedschap van Alkmaar tot zijn dood 10 Juni 1602, woonde inde Hofstraat en X 1° Geertgen vd., dr. van Gerrit en Elisabeth Dircks; X 2° Gerritje, dr. van Maertenen Aerian Yffven, huw. voorw. d.d. 19 Dec. 1587 voor nots. H. J. van der Lijn. Bij zijn le vrouw liet hij na de volgende kinderen: 1. C 1 ar a, geb. 1575 2. Geertgen, geb. 1576 X Thobias, zoon van den Brielschen Burgemeester Jan Commersteyn en Willemtje Ger rits, huw. voorw. v. denz. nots. 16 Sept. 1602 ; 3. Gerrit geb. 1581 4. Dir c k, geb. 1584 X Maritgen Florisdr. 5. Jan geb. 1386 6. Lijsbeth, geb. 1587. Zie ook: Heiloo no. 1.) 836. Hier Leyt Begraven /AegielakobsOesdom / Huysvrow / Van / Theunis Theunisz / Cloet / Gerust Den 5 Februarii / Anno 1680. / Lager: ineen medaillon een merk en: T. T. C. (108). Groote Kerk Alkmaar. Middengang. (Zie C. W. Bruinvis: „Inde Alkm. St. Laurenskerk”, t. a. p. bl. 53; Hij was mr. timmerman en houtkooper te Alkmaar; naar ziin plannen van 28 Feb. 1684 werd de gevaarlijke uitzetting van den Noordermuur van het schip dezer kerk gestuit. Bij zijn le vrouw vd. liet hij een dr. Neeltje na; met zjjn 2e vrouw Ae 11 i e Dircks Ru ij ter test. hij 14 Feb. 1682 voor Nots. J. A. de Wit te Alkmaar. Verm. was zij een dr. van de sub 894 genoemden.) 837. Ineen medaillon een merk en de letters I. P. /B. / (165). 838. Merk en twee uitgesleten letters-. I en C?; daaronder-. Amster/Damscoen/Maker. / (112?). (1 Oct. 1605 begr. „Amsterdammétge schoenmaker” en 1576(?): „Aemsterdammerkens wijf”.) 839. Hier – Leyt – Begraven – / Boridt – Hendricksz / Muyden – Out-Schepen / Deser – Stede – Is – Gerust – / Den 29 December – 1641 / Out – 91 laren – 10 Maanden / Hendrik Schoonhoven / Lager: ineen medaillon een merk en de letters B. H. M. (114). (M uyd e n was Apotheker, Schepen in 1618 en Kerkmeester der Gr. Kerk. 1601-’O4; ’O5; ’O6; ’08; ’O9 en ’l2. Hij werd poorter van Alkmaar in 1580 en heet in het poorterboek afkomstig van Weesp. Zijn wapen op eender wandborden inde kerk, zie hiervóór. H. Schoonhoven, begr. 17 Jan. 1766.) 840. Frederick Bas Medenblik. (116). (Andries Bas, begr. 9 Feb. 1597, liet na behalve een zoon Jeronymus, begr. 2 Feb. 1593 en een jonggestorven kind, een zoon Augustijn Bas, landmeter 13 Juli 1605, welke vermoedeljjk naar zijn moeder Aefie Doeden1) de naam Medenblik aannam. Deze A u g u s t ij n B. M., b/d gem. 6 Apr. 1597, begr. 4 Sept. 1614, wonend inde Houtil, X 1 Juni 1597 Neeltje, dr. van Gerrit Lubbertsz in ’t Eiland van Texel inde Coorstraat, b.d. gem. 15 Aug. 1599, begr. 11 Aug. 1611. Kinderen: 1. An dries op de Oudegracht X H Mei 1625 Grietje Corne 1 is, dr. van Cornelis Thomasz, zie 400. Hij, begr. 22 Mei 1629, liet twee zoons na, waarvan de oudste a. August ij n, ged. 1 Jan. 1627 als j.m. op de Zijldam X 1° 26 Jan. 1648 An netje van der MeerX2°lsNov. 1671 Celitje Cornelisdr Baert, zie no. 642, vele kinderen naliet en de jongste b. Gerard, ged. 26 Jan. 1629 op de Laat woonde, 4 Juni 1659 b.d. Gem.; hier begr. werd 24 Jan. 1654. 2. Marijtie X 1° Sybrant Pietersz Schagen; X 2* Jan Adriaensz ’t Hooft. Zij woonde op het Luttik Oudorp N. Zijde in het Huisde Witte Molen. i) Vermoede! een dr. van DoedeJanszMedenblik, burgemeester, raad en schepen van Alkmaar, begr 29—10—1612. Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 3. Mr. Adriaan, gezworen landmeter, f 22, begr. 25 Juni 1653, zijn vrouw begr. 8 Dec. 1639. Hij testeerde 2 Juni 1653 voor den nots. J. v. Beyeren te Alkmaar, wiens „volle susterling van moederszijde” hij was volgens diens familie aanteekeningen, zie no. 756. Frederick Bas M. vd. X S ar a Treutelaan. Hij testeerde met zijn moeder Trjjn Jans van de Landen 9 Jan. 1668 voor den nots. van Beyeren, bij wien hij klerk was. Vermoedelijk was hij een zoon van den sub I b. genoemden Gerard Andriesz, zie ook no. 970.) 841. Hier Leyt Begraven / Trijntie Dircks / Lastman Is Gerust / Den – I – luni Anno 1672 / En Ysbrant lansen Boumees/ter – Is Gerust – Den 26 / Januari Anno 1681 / (121). (Ysbrant Boumeester, X Maartje Dirks Lastman, testeerden 14 April 1680 voor den nots. S. Spont te Alkmaar.) 842. Hier Leyt Begraven Tys / Eeuertsz Backer Sterf Dé/ 9 Februarij Anno 1631 / Hier Leyt Begraven / Lysbet Tyssen Dr Sterf / Den Eerste Desember / Anno 1637 / Hier Leyt Begraven / Geert lacobs Dr Ster[f] / Den 19 October Aö 1639. Lager: een merk. (124). (Begr. 4 Dec. 1687: „Lysbet tijssen van de ouwe vesten”; begr. 24 Oct. 1639: „de wedu van Tys eeuwerts backer”.) 843. Hier Leyt Begraven / GerritCornelisz / Saeilemaker Is In Den / Heern Gerust Op Den / 25 November Op Sinte / Katarijnë Dach 1623. / Daarboven: ineen medaillon een merk (schuinkruis, waarvan één bovenarm ineen kruis eindigt) en de letters G. C. —(125). 844. Diewertje Galeman / Overleden Den 25 / September Ao 1704 / Theunisje Galeman / Overleden Den 22 / October Ao 1707. / Daaronder: een medaillon, waarin een monogram F. H. (126). (Het medaillon betreft Floris Heyndricksz, stadsbode, t na 1624.) 845. Ineen medaillon een pot, waarin een stamper. Lager: Pieter Evertse / De Fries / (127), (Met zijn tweede vrouw Aagje Pieters Stoop maakte hij huw. voorw. voor nots. G. Winder te Alkmaar 9 Sept. 1701 en testeerde op 8 Maart aldaar voor nots. C. van der Meer.) trroote Kerk Alkmaar. Middengang. 846. Hier Leyt Begraven / lan Baertsz Syie / Kramer Sterf Den / 4 Maey Ao 1639. Lager: Ineen medaillon een merk. (134). (Hij kreeg dit graf 10 April 1632 uit den boedel van Willem vanßietwljcken XSyberich van Rietwjjck; in Feb. 1639 test. hfl voor nots. B. J. Heerencarspel te Alkmaar. Hij liet 5 kinderen na: Grietgen, Aelbert, Baert, Aefgen enJann i t g e.) 847. Randschrift: Hier leyt begraven / wijbrant Aelbertsz lakencoper start den 16 July Aö 1607. / Ende syn huysvr/ou Maritgen Claes dö start Int laer 1592 In martyii. / Midden: Hier leyt be/graven / Marytien / Ysbrants d / Huysvrouw / van lan lanse / Rolberch is / gerust den 19 / September / Anno 1656. / Lager: Een uitgesleten schild in medaillon. (136), (Begr. 22 Sept. 1656: „Maritge Ysbrants alias Maritgen C 1 ae s huysvrou van Jan Jansz Rolbergen, 2 poosen geluyt”. Maritgen Claes begr. 31 Mrt. 1592. Rolbergen, zie no. 655, verm. zn. van Jan Maerts Drapenier en Maritgen J a n s, Regent Huisarmenhuis, Aalmoezenier Zijpe.) 848. W. (99). 849. Hier Leyt Begraven / Mester lohannes Van / Den Burcgh In Sijn / Leven Picuer Deser / Steede Is Gerust / Den 23 Desember 165[3] / Ende Syn Huysvrouw / Beyateris Van Groenesteyn Es / Gerust Den 11 Maert / 1657 / Lager ziet men een merk. Daaronder: En Sara Waben Huys /Vrouw Van – Bartholo/meus Van [D]en Burgh / Picuer – Tot – Amsterdam / Is Gerust Den 20 / Maert Anno 1683 / Lager: een tweede merk (een gebogen karwats?) (138). (Sinds 1613 bestond, vlg. de Resol. der Vroedschap, te Alkmaar een „pikeerhuis”, gevestigd inde schuur van het Oude Begijnhof Jan Meeuwesz van de Burch, begr. 29 Dec. 1663, zoon van een deurwaarder en zijn huisvrouw Beatrix v. G. kwamen met attest, van ’s Hage 3 Dec. 1627 b.d. Geref. Gem. Van hen werden hier gedoopt: 1. Cornelia, 19 Sept. 1627; 2. Heyltje, 24 Juni 1629 ; 3. Jan, 2 Mei 1631; 4. Jan, 9 Maart 1633.) 850. Jan Jansz Rechter / Adriaen Panser / (139). (De E. Adriaen Panser, begr. 4 Mei 1668; Jan Rechter was bakker te Alkmaar, begr. 22 Jan. 1713.) 14 türoote Kerk Alkmaar. Middengang. 851. Ineen medaillon een wapen: Gegeerd naar het midden en een hartschild, beladen met een schuingestelden bijl. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: twee gekruiste bijlen. (C oma n s) – (142). (Cornelis Garbrantsz Co mans, lakenkooper X 1° Aiydt S(jm onsdr. (zij t 1546) X 2° Marytje Dircksdr. Everdjjcx (f 1572), wed. Jan van de Nieuwburgh, liet na: 1. Jan C., Schepen en Raad van Alkmaar (Kinderen Lucia,f vóór 1602 X Gerrijt Claesz; Dirck, begr. 24 Mrt. 1607, test. 26 Juli 1602 voor nots. P. W. van Limmen te Alkmaar X Neeltje Gerrits dr., begr. 25 Sept. 1617 ; Lud u, f na 1602; Lour is, begr. 2 Dec. 1613, X 1596 Anna Dircksdr.) 2. Sijm o n C., begr. 21 Apr. 1604, Weesmeester, thesaurier en Schepen van Alkmaar; 3. Aelbert C., begr. 20 Nov. 1602, lakenkooper, weesmeester, thesaurier en burgemeester van Alkmaar, X 1’ huw. voorw. 18 Juni 1556 voor nots. F. van Teijlingen te Alkmaar Oud u, dr. van Jan N. en Grietie Gerrits X 2» Cornelia van der Dujjn Gerritsdr. van Hoorn X 3° Beatrix Splinters (Z(jn zoon Jan X Maritgen Pauw, zie no. 686, liet na behalve een zn. Jan, ondertr. 13 Juli 1631 Di e u w er t je, dr. van den schout C 1 aas Hendricksz van EdamofvanZeevanckenTrijnJacobs Pa e t s, een zn. Hendrik, een dr. O d i 1 ia en een dr. Anna, zie Hoorn, Oosterkerk no. 34. Zjjn zoon Cornelis liet na twee zoons: Rogier en Jan en zijn zoon Claes had behalve een dr. Odilia X C. va n Molenv 1 i e t, zie no. 379, een dr. Catha r i na, een dr. Lu cr et ia, begr. 7 Apr. 1657, een zn. Cornelis, en een zn. Jacob.) 4. Garbrant C., test. 28 Dec. 1572 voor nots. L. J. Coorn te Alkmaar, begr. 22 Juni 1602, Schepen van Alkmaar, X Marijtje Eeuerts, hadden behalve twee dochters: Aechte en Ludou en twee zoons: Cornelis en Re ij er, nog een zn. Claes, begr. 23 Sept. 1598, brouwer inde Burg op de Voordam te Alkmaar, Hoofdingeland van de Zijpe, X N.N., begr. 17 Apr. 1599. Laatstgen. Claes Garbrantsz C. had drie kinderen: a. Rjjckelant X Jan S(jmonsz, brouwer inde Burg. b. Aechte, begr. 17 Aug. 1607 X HeijndrickWillemsz, brouwer inde Swan, die 30 Dec. 1607 hertr. Jaco b g e, dr. van Cornelis Rejjersz (misschien dezelfde als sub no. 555), zie no. 253. c. Jac o b, zie no’s 887 en 891. Van dit graf waren in 1599 medeeigenaars S ij m o n en Aelbert Cornelisz C., met den burgemeester Cornelis Jansz van de Nieuwburgh. Deze combinatie was vermoedelijk ontstaan doordat Jan Cornelisz Comaus alias van de Nieuburgh (1551-1621; gehuwd met Griet Gerrits Verduijnen vader van Jan Jansz van Egmond van de Nieuwburgh, 1579-1621, X Rensburgh du Gard ij n) een broer was van Sijm o n en Aelbert vd.) 852. Als no. 851. Onder het medaillon leest men nog: Aelbert Cornelisz / Coomans. / (141). 853. Ineen medaillon een wapen op gefrijnden achtergrond: Gevierendeeld: I en IV drie posthoorns, 2 en 1. (Van Outs- Gfroote Kerk Alkmaar. Middengang. hoorn); II en 111 drie leliën, 2 en 1. (Van Sonnevelt). Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken: een rechtopgeplaatste voorarm, de hand houdende een posthoorn (Wapen v. Sonnevelt van Outshoorn). (145). (Betreft de nakomelingen van Andries Willemsz van Sonnevelt, genaamd van Oudtshoorn, geb. vermoedel. 1500, t 20 Aug. 1555, Rentmeester van de Abdij van Egmond, Eerste Dijkgraaf van de Uitwaterende Sluizen, grootgrondbezitter in het Noorderkwartier, X Alkmaar 20 Jan. 1516 Wi 11 emi na Pali n c, dr. van Pieter Claesz en Josina van Foreest, zie no. 600, geb. 1499. Behalve een jonggestorven zoon C 1 ae s, geb. 15 Nov. 1521, begr. „totalckmaer in die groote kercke bij die preekstoel recht voort smidts outaer”, zooals de vader in zijn particulier aanteekenboek „’t Rentboeck” geheeten, aanteekent,1) lieten zij na een zoon Willem, geb. 5 Sept. 1520, f 1569, Rentmeester als zijn vader, Burgemeester en Raad van Alkmaar, X Hester van Rollant, begr. 14 Jan. 1591, dr. van Dirk en N. A e 1b o ut, die o. a. een dr. Wi 11 emi na, zie Bergen no. 1 en een zn. Pieter nalieten, zie Elias I bl. 60.) 854. Ineen medaillon, hangend aan een ring een schild, beladen met drie dwarsbalken. Naast het schild: G. W. K. Onder het medaillon leest men: Hier Leyt Begraven / Gerret Woutersen / Koot Met Sijn Huysvrouwen Sterf Int / laer 1645 Op Den 10 October / (92). 855. Als no. 853. (150). 856. Randschrift: Hier Leyt Begraven Havick / Havicksz Van Der Uelden Sterf Den 15 luny / Anno 1640 Nogh Is Gerust GeertruydaVanDe Uelden – Den 11 November 1652. / Midden: Hier Leyt Begraven Arent / Van De Uelde – Starf Den 9en Nouem/ber Anno 1605 En Syn Huysvrouw / Geertruyt Arents Weduwe Wylen / ArentVan De/Velde Starf Den / 27en Augusty / Anno 1611. / Daaronder: een wapen in medaillon. Gedeeld 1 drie meerbladen, 2 en 1; II een keper, boven vergezeld van twee sterren, beneden vaneen wassenaar. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: een havik met uitgespreide vlucht. Onder het wapen: Hier Leyt / Begraven / Antonette Havickxd’ / Starf Den 15en Septembris – Anno / 1624 Oudt 39 laren Hier Leyt Begra/ven Meinsgien Van De Velde Sterf / Den 30en October Aö 1638 Oudt 75 laren / (157-158). i) Dus de plek van dit graf. Groote Kerk Alkmaar. Middengang. (Are n tv. d. Velde van Amsterdam werd poorter te Alkmaar 1 Oct. 1587 en nogmaals 8 Dec. 1599, begr. 13 Nov. 1605; hij X Geertruyd Arentsdr., die als zijn wed., wonende inde Langestr. later inde Papestraat te Alkmaar, 24 Aug. 1606 en 30 Jan. 1608 testeerde voor nots. H. J. van der Lijn ald. Zij lieten twee dochters na: Meynsgen vd. en Aeltgen X N. N. van Duijnen. Eerstgen. begr. 4 Nov. 1638, X Havick Cornelisz, woonde te Alkmaar inde Langestraat en bezat land en een „vogelkooi” inde Beemster. Zij test. voor denz. nots. 18 Sept. 1629 en liet de volgende kinderen na: 1. Havick Havicksz, zie boven, eigenaar van het iand, enz.; test. a. v. 3 Peb. 1639, begr. 19 Juni 1640. 2. Teuntje H., 3. Annetje H., die X N. N. en vier kinderen naliet, n. 1. Arent, Havick de Jonge, Pouwels, te A’dam en Geertruyt vd. X Pieter? Brasker, verm. ged. 6 Sept. 1622 en zn. van' den burgemeester Jacob en Beyna Pieters, zie sub no. 498, al deze kinderen eveneens van de Velde geheeten. 4. Christina, zie no. 861, wier dr. Maritgen Vrijburch X Willem Coorn, baljuw van de Nieuwburg, eigenaresse werd van de voornoemde goederen. Antonette Havicksdr., begr. 17 Sept. 1624, heette in het doodboek: „de dochter van marry willems valn veld e”.) 857. Een fraaie miskelk, waarboven de Hostie, binnen een sierlijke laat-gothische randversiering. Rondom leest men: (slechts gedeeltelijk is het randschrift bewaard, doordat de linkerzijde der zerk is afgekapt): hier leit begrauë Jan arysz backer. (159). 858. Een merk (pentagram) en daaronder D. I. V. H. / 1697 Lager een tweede merk en: I? A. H. (163). (Dirk van Houten werd eigenaar 1696. De letters I. A. H. duiden vermoedelijk op Jan Adriaensz tHooft, ebbenhout – werker, eigenaar omstreeks 1650.) 859. Als no. 290. (164). 860. Een bijl en de letters: ? I. R. (169?). 861. Randschrift: Hier Leyt Begraven Christina Havicx / Saliger Huysvrou Van Pieter Clasen Vryburch Is / In Den Heer Gerust Den / Derde May Anno 1611 Oudt Wesende 28 laren. / Midden: Hier Leyt Begraven Pieter / Clasen Vryburch Saliger Is In Den Heer Gerust Den 10 / November Anno 1620 Out / Weesende 42 laeren. / (170-171). Groote Kerk Alkmaar. Middengang. (Claes Jacobsz, zeilmaker op het Ritsevoort te Alkmaar, begr. 18 Juni 1591, liet na twee zoons, die zich Vrijb u r g h noemden : 1. Pieter vd. woonde te Alkmaar op de Oude Vest en was Vroedschap. Hij Xl° 4 Juli 1604 Ari aa ntj e, dr. van Jan Claasz Quintingh inde Langestraat, X 2° 18 Feb. 1607 Christina Havicx van de Velde, zie no. 856, nalatende ook een zn. Adriaan, geb. 1605, fte Rome 19 Dec. 1628, waar voor hem een grafmonument werd opgericht (zie Bijdragen Geschied. Bisdom Haarlem dl. 44 (1926) bl. 471 en Mededeelingen v.h. Ned. Historisch Instituut te Rome dI.V. 1925 bl. 203 met afb.) —en 2. Jacob, begr. 26 Mei 1615, zeilmaker op de Laat, Schepen en Kapitein der oude schutterij; ondertr. 4 Mrt. 1601 (betoog n. Bergen onder protest.) Ma rit gen, nagel. dr. van Dirk van Foreest op de Koningsweg en Catharina Adams, geb. vóór 1585, begr. vermoedel. 29 Jan. 1647. Zij was Vrouwengasthuismoeder en hertr. 1628 Pieter Jacobsz van Dijk, Kerkmeester Gr. Kerk, Schepen, Raad en Burgemeester van Alkmaar. JacobClaesz V. had twee zoons, die zich eerst Acatius, later ook Y r ij b u r gh noemden. De jongste van deze twee Dr. D i r k, 1 Mrt. 1646 b.d. geref. gemeente, Stadsdoctor, Ontvanger, Kerkmeester, Burgemeester en Raad van Alkmaar, Hoog Heemraad der Uitwaterende Sluizen, begr. 11 Jan. 1664, X Anna Sijms van Hoorn. Zjj lieten na 8 kinderen, w. o. behalve Maria, ged. 19 Nov. 1631, X Mr. A. Scha g e n, zie no. 774 ; Adri a e n V., kapitein in Staten dienst, ged. 16 Nov. 1640 X 1671 Louise Christina van Falckenhaen van Breda (kinderen); Wejjntje, ged. 21 Dec. 1633 X Aert.Cool (kinderen); een zoon Mr. Pieter, ged. 19 Nov. 1636,f27 Apr., begr. 1 Mei 1681, X 17 Apr. 1672 Maria Schagen, dr. van Mr. C o r n e 1 is, zie no. 502, Burgemeester, Schepen en Raad van Alkmaar, Hoogheemraad als zijn vader, Heemraad van de Schermer, die nalieten een dr. Ann a, begr. 8 Sept. 1711 X 81 Dec. 1701 Cornelis Rejjnst, zn. v. Hendrik en Amaranta Rippers e, begr. 3 Mei 1712, Raad van Alkmaar, Heemraad van de Zijne en van de Schermer, zie Elias I bl. 462, huw. voorw. 15 Dec. 1701 en test. 26 Juni 1702 voor nots. C. v.d. Meer te Alkmaar. Een nicht van Anna V. en C. Reij n s t was : Amaranta Jacoba V., begr. 9 Juni 1713 X Jacobvan Hoorn, Raad en Schepen van Alkmaar, f 2, begr. 9 Oct. 1713, test. voor nots. G. Winder te Alkmaar 27 Juli 1713, zie Egmond a/d Hoef. De oudste zn. van J.acob Claesz V. was Nico 1 aas, bij de geref gem. 28 Mei 1686, Heemraad van de Schermer en de Heer Hugowaard, Schepen en Kerkmeester van Alkmaar, begr. 20 Aug. 1656, X H Apr. 1627 Geertje Simons van Hoorn, wed. Abraham van Someren op de Oudegracht te Alkmaar, Vrouwengasthuismoeder. Kinderen, w. o. een dr, Wejjntje, ged. 22 Dec. 1628, X 7 Dec. 1658 Ds. Henricus Kief t te A’dam, hij begr. 19 Mei 1683 en een zn. Dr. J a c o b, t 2, begr. 8 Apr. 1692, X 7 Nov. 1660 Wi 11 emi na Kess e 1, dr. van Piet e r Wi 11 ems z, zie no. 758, Raad, Schepen en burgemeester van Alkmaar, Heemraad van de Zjjpe en van de Schermer, die nalieten een zn. Mr. Nico laas, ged. 2 Dec. 1661, f 1, begr. 8 Juni 1737, Schepen, Raad en Burgemeester van Alkmaar, Secretaris van de Heer Hugowaard, Heemraad en Aalmoezenier van de Zjjpe, Hoofdingeland, Heemraad en Kerkmeester van de Schermer, X 8 Aug. 1683 Maria van de Cap e 11 e te Leiden, begr. 8 Mei 1720. Groote Kerk Alkmaar. Middengang. Mr. N. Vri)b u r g h en M. v.d. C. lieten na behalve een dr. Catharina Maria, ged. 24 Oct. 1686 X 21 Jan. 1721 Mr. Nic olaas van de Velde en een dr. Wi 11 emi na, ged. 28 Mei 1684, begr. 30 Nov. 1708 X Mr. Jacob Baert, zie no. 229, een zn. Mr. Jacob Josias Vrpburgh van de Capelle, ged. 27 Mei 1693, f 9, begr. 17 Mrt. 1755; Baljuw van de Nieuwburg, Schepen, Raad en Burgemeester van Alkmaar, waar hij woonde inde Langestraat, Heemraad en Hoofdingeland van de Schermer, Secretaris van de Heer Hugowaard en Aalmoezenier van de Zijpe. Bij zijn vrouw Anna Maria Domis, zuster van N. H.*Dom is, zierouwkas 129, liet hjj na een dr. M aria Elisabeth, ged. 3 Aug. 1724, begr. 4 Juni 1746 en een zn. Mr. N i c o 1 a as, ged. 11 Nov. 1725, f 9, begr. 16 Mrt. 1756, Secretaris van Alkmaar en Heemraad van de Zppe.) 862. Catrina Van Donker Hof (172). (Begr. 29 Oct. 1743.) 863. Een aambeeld, waarboven twee hamers-. Daartusschen: A. V. L. (173). Betreft den uurwerkmaker en kloksteller Arie vanLimmen; hij verstelde de uurwerken van Kerk en\ Stadswaag 1730-’45.) 864. Ineen medaillon een wapen: Een dwarsbalk, vergezeld van drie druiventrossen, 2 en 1. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: een wingerdrank, waarvan een druiventros afhangt. (175-176). 865. Ineen medaillon een merk en de letters: C. P. (177). 866. De teekens van de Evangelisten op de hoeken door afkapping van de zerk grootendeels verloren gegaan. Randschrift nog gedeeltelijk (boven en onderzijde) leesbaar: Hier legghë begrauë / / 11. april En Jan. / Midden-. Ineen driepas-omlijsting een miskelk, waarop de Hostie. Onder de driepas aansluitend: een schild, beladen met een kelk, gedekt door de pat'ene. Bovenaart leest men voorts: Hier leyt begrave Mighiel / Cornelisz van huijswert / [stjerfden 24Jannijuari Ao 16??/ – (178). (Het randschrift betreft Heer Claes Buyser, priester, t 1558 en diens broer Jan Jansz Buyser, Kerkmeester der Gr. Kerk, 1536, ’42, ’45, Schepen, Vroedschap en Burgemeester te Alkmaar, t 1561. Zie J. Belonje : „Een oude priesterzerk”, inde Alkmaarsche Courant van 4 April 1923.) Uroote Kerk Alkmaar. Middengang. 867. Trijn Remmen. (180). (De Alkmaarsche Kenau Hasselaar ? Vgl. C. W. Bruinvis „Trjjn Kembrants” Alkm. Courant 1892 no. 78 en „Navorscher” 1854, bl. 20.) 868. Rozetten op de hoeken. Randschrift: Hier Leyt Begraven Wyert / Pietersz Coren Cooper Is Gerust Den 17en Decemb 1609 Ende Aeff / lans Dr Syn Huysvrou Is Gerust Dé len luny 1630. / Midden: Hier Leyt Begraven Den E / Heer [Pieter] Wyersz Heeren / Carspel [ls Ge]ru[st] Den 6: Octobe / 1638; / Bart, J. M. Daaronder ineen medaillon een wapen: Gevierendeeld: len IV. Een keper; 11. Een gekroonde haring; 111. Een paard. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: een gekroonde haring, uitkomende. (Dit wapen komt overeen met H’s schepenzegel). Lager leest men nog: Ende Syne – Huysvrouw – Anna / Hendricksdr Die Gerust Is Op Den 5 lanwary 1658/ (181-182). (Pieter Weyertsz was Kerkmeester der Groote Kerk 1624, ’29; ’3O-’36; Schepen van Alkmaar 1625/’2B; Vroedschap 1627 tot zijn dood, begr. 11 Oct. Hij was grondeigenaar inde Schermer en Hoofdingeland in 1637. De naam Bart J. M. is een toevoeging van later datum: Bart Jansz Mager kocht n.l. het graf den 31 Dec. 1748.) 869. Ineen medallon een merk (De Arab. vier?) en de letters G. D. (187). (Betreft blijkens het grafboek Gerrit Dircksz Langedijk, X AeffCorn e 1 is z, die hem overleefde. Hij, begr. 2 Jan. 1624, was de bekende landmeter L., geadmitt. 28 Oct. 1592, beroemd kaartenteekenaar, evenals zfjn zoon Dirk, die 2 Juli 1649 geadmitteerd werd en den 17 Aug. 1662 testeerde voor nots. J. W. Brederoe te A. Hy verrichtte belangrijke diensten bij de herdijking van de Zijpe, was Molenmeester van den Polder G. aldaar, Heemraad van de Zijpe 1619-’2l. Begr. werden 8 Oct. 1604 zijn moeder; den 12 Feb. 1618 zijn dochter; den 9 Aug. 1620 zijn zoon Doctor; den 28 Juni 1623 zijn zoon. Op 11 Dec. 1666 werd eigenares van dit graf zijn dochter Ae 11j e Gerrit sdr. L., de vrouw van Jasper van Heijmenbergh en de moeder van Corn e 1 is v. H., notaris te Alkmaar, van Gerrit en Annetje en van Johannes v. H., landmeter 2 Juli 1649.) 870. lan Marens. (189). (Begr. 20 Apr. 1782.) 871. A. C. (190?) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 872. Een merk en de letters: T. D. Voorts: A. V. F. / M. V. B. / – 091). (Bljjkens grafboek V-18. 3e serie no. 1 werd dit graf op 19 Sept. 1664 verkocht aan „Thijs Dircksz Botterverkooper en Elsje Outgers, zijne huysvrou”; Arent van Faasen, begr. 9 Juli 1736; Machteltje van Boven, begr. 31 Jan. 1753.) 873. Ineen medaillon een merk en de letters I. A Lager: lan Block. (193). (Een J. 810 c k banketbakker in 1674, zie C. P. Bruinvis: „Be schrijving der Schilderijen”, bl. 44.) 874. Als no. 873. – (194). (Blijkens het grafboek werd in dit graf begr. 15 Sept. 1708 Ia n B1 o c k.) 875. Teekens van de Evangelisten op de hoeken door afkapping van de zerk grootendeels verloren gegaan. Randschrift nog gedeeltelijk (boven en onderzijde) leesbaar: Hier leit begrauë / /en dirck reijersz / Midden: Hier leit begraue / katrijn-dircks-dr / dirck reijersz huis / vrou – start – Ao XVcLIX / (en onder het wapen voortgaand): dé 25 – XXV – iuni -op – sint / alberde – dach – / Tusschen het voorgaande opschrift een schild aan een draag- stok hangende, beladen met een merk, waaraan later blijkbaar zijn toegevoegd de letters I. A. R. (Dirck Reyersz pottenbakker was Schepen van Alkmaar 1541/’44 en Kerkmeester der Gr. Kerk in 1549 en ’5O, in welk jaar hyj stierf. Zijn dr. Yf fg en, huw. v.w. 25 Aug. 1561 voor nots. F. van Teijlingen te Alkmaar met Claes Olbrantsz. Zij was daarbjj vergezeld door haar broeder Aeriaen Dircksz en door Pi e t e r D i r c x uit de Nieuwpoort, haar oom. Het bovengenoemde merk komt overeen met dat van D. R.’s schepen zegel; de letters naast het merk hebben blijkens het grafboek betrekking op den lateren eigenaar van het graf lanAdriaensz Root.) 876. Francoys Benningh. (229). (Blijkens het grafboek op 5 Oct. 1703 ten name van Fran g o is B. en Barber Sijmons, zijne huisvrouw. Hjj begr. 28 Oct. 1720, zie no. 727.) 877. Ineen medaillon een schild, gedeeld: I. een boom; 11. een merk. Naast en onder het schild: C. H. Boom. (196.) (Het sub II genoemde merk komt overeen met dat van bet contrazegel van den schepen C. H. Boom, zie no. 481.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. . 878. Hier Leyt Begraven / Dirck Pietersz Zeeman / Ende Syn Huysvrowe / Nelletien Gerrisdr / Syn Gerust Int laer / Anno 1635 / (198). (Hij werd begr. 17 Jan. 1635.) 879. Rozetten op de hoeken. In het midden een wapen: Een ketel zonder hengsel, voorzien vaneen gebogen rand en puntigen voet (zeeppan, vgl. no’s. 68 en 817). Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: twee olifantstrompen. (199). (Vgl. wapenbord no. 35 en zerk no. 68. Dit is het wapen van Florisßarthoutsz, alias S p e y art, zeepzieder, zie Ned. Adelsb. 1917, bl. 319. Hij testeerde, met tenietdoening van zijn testamenten, d.d. 9 April 1636 en 21 Dec. 1634, den 2 Mei 1639 ten overstaan van nots. H. J. van der Lijn te Alkmaar en benoemde als eenigen erf genaarn Jacob, zn. van zijn overleden zoon Jacob, heer van Poelenburg te Utrecht. Zijne beide zusters, Neeltgen en Maritge n hebben descendenten nagelaten. Uit het testament blijkt verder, dat Mr. Adriaan Kies en Jhr. Barthout van Teylingen zijn neven waren.) 880. Ineen medaillon een schild, beladen met een merk en de letters: S. G. H. Voorts: een uitgesleten opschrift. (204). (Betreft Siewerdt Gerrits, „Houtverkoper”, zie no. 307.) 881. Als no. 880, doch zonder opschrift. (205). 882. E. P. D. S. / T. P. t. H. – (382). (Betreft Elias F. de Smeth, begr. 17 Jan. 1720 X Trijntje Pieters ’t Hooft.) 883. Een merk (als het tweede van no. 849) en de letters M. I. – (214). 884. Ineen medaillon een merk en de letters C. 1. Onder het medaillon een menschelijke voet, afgesneden boven den enkel. – (216). (Jan Bvertsz, garentwijnder in het huis „de blauwe voet” aan de Achterstraat, den 4 Feb. 1607 bij de geref. gemeente. Een huis „de vergulde voet” te Alkmaar aan de Noordzijde van het Kruiswerk genoemd in 1674. De letters C. I. auiden wellicht op Catelina J a n s, wed. Gillis L o u r is z, eigenaresse medio XVII.) 885. Een dubbele witte zerk. Op de hoeken de teekens der Evangelisten. De bovenrand is door afkapping verdwenen; de teekens inden benedenrand zijn zeer geschonden. Groote Kerk Alkmaar. Middengang. Randschrift: [Hier leyt begrauen] / gerrit Willëz va egmöt en alijt lu ij tg is sij huijs / vrou met haer ghest / . . . . të va meester cornelis gerrijt bidt voer d zijel. / In het midden ziet men bovenaan ineen medaillon een mis- kelk, waarop de Hostie. Terzijde leest men: disce mori. Lager : een gedoomde tak, waaraan een tweetal (?) schilden hangen. Op één schild is nog een merk (A?) te onderscheiden. Onder de wapens: Hier leit begraven meester / Cornelis gerrijtz priester / en start dê VII dach in ianuario Aö / XV[C]XLI / (217-218). (De eerstgenoemde was Schepen van Alkmaar in 1480 en Burgemeester buiten de Vroedschap, 1450-1488. Vermoedeiyk was hy een lid van het geslacht, dat zich naderhand van Egmond van de Nyenburgh noemde, vgl. S. v. Leeuwen: Batavia Illustrata.) 886. Uitgekapt medaillon (nog leesbaar de letters A. R. ?) Lager: M. J. K. (230). (Behoorde begin XVII aan de erven Rabbi, zie 313; in 1703 werden eigenaars: Maerten Jansz Krom X Agnietje Cornelis.) 887. Rozetten op de hoeken. Uitgesleten randschrift: huisvrouw Stuylingh rus[te] December Midden: G. Stuiling. (231). (Betreft Gerrit Stuyling, zn. van Maerten Adriaensz S., brouwer inde Boom inde Houtil te Alkmaar en van Brechjen Gerrits, zie sub 114. Hij was Schepen van Alkmaar, Heemraad en Hoofdingeland van de Heer Hugowaard, Heemraad en Aalmoezenier van de Zijpe, begr. 26 Nov. 1653, X l)Ariaentje Piete r sdr., met haar eerste kind inde kraam gestorven, begr. 7 Peb. 1639, X 2) 21 Juli 1641 Geert r u ü d, dr. van jhr. Geldolph van Vladerack e n, na haar mans dood brouwster inde Starrekroon, zie rouwkas no. 86 en Icon. Batav. no. 2032. Hij liet vele kinderen na, w. o. een dr. Geertr u (j d, ged. 16 Nov. 1653, begr. 3 Aug. 1728, Weesmoeder, gehuwd met Pieter Sijms Adriaensz, Waardijn, schepen en vroedschap van Alkmaar, penningmeester van de Heer Hugowaard (Hunne zn. Gerard, noemde zich Stu ij lingS ij ms, t op zjjn buitenplaats te Egmond aan den Hoef, 6 Nov. 1748, Vroedschap van Alkmaar, Hoogheemraad der Uitw. Sluizen voor Duinkavel, X ondertr. 3 Apr. 1718, Ad r ia na G ij s e n, f 28 Nov. 1750.) Mogeljjk betreft deze steen ook een zn. van Gerrit Maertensz S., n.l. G e*l d o 1 ph, ged. 16 Aug. 1643, f 20 Jan. 1673, Schepen van Alkmaar, Heemraad van de Heer Hugowaard, X als j. m. op het Verdronkenoord te Alkmaar, 17 Feb. 1664, Anna Sijms, j.d., zuster van Pieter vd. en dr. van den lakenkooper-burgemeester Groote Kerk Alkmaar. Middengang. Adriaan1) en MariaAnnaMassony op de Mient aldaar, geb. 2 Apr. 1644, test. voor nots J. v. Beyeren te Alkmaar 21 Oct. 1673, begr. 16 Dec. 1695. Zij hertr. Nicolaas Clock, wed. vanCatharina Brasker, zn. van Jan(?) zie sub 613 en Dieuwer S c h e u r o f f, zie noot sub 498. Geert r u ij d S., de dr. van Geld o 1 f Stu ij 1i n g vd. X 20 Juli 1687 Pieter de Lange (hieruit de Alkmaarsche familie de Lange, welke het wapen Stuyling overnam.) Maerten Adriaensz Stuijlingh vd., Kerkmeester der Gr. Kerk, Brouwer inde Boom, Hoofdingeland en Heemraad van de Zijpe, Heemraad van de Heer Hugowaard, Hoofdingeland en eerste Dijkgraaf van de Schermer, stierf aan het graveel en werd begr. 16 Oct. 1635. Hij X 20 Nov. Brechtje Gerrits vd., Weesmoeder, begr. vóór Juni 1644. Zij lieten na een dr. Ariaentje X 21 Juli 1630 Hendrik Jacobsz Somer, j.g. van Amsterdam, wonend op Wieringen (kinderen) en een dr. Catharina X Dr. P. Bant. – M. A. Stuyling had een jongere zuster Lijsb e t h S., begr. 14 Apr. 1642 X 1) 25 Juni 1605 Jacob Claesz Comans, zie no. 851 X 2) Juriaen Harmansz Backer, „majoor en capiteijn” te Bergen op Zoom. Zij heette in het doodboek: „huisvrouw van J. H., wachtmeester”, zie no. 891. Maerten en Lijsbeth S. vd. waren de kinderen van Adriaen Evertszoon S., die Burgemeester was tijdens het beleg en van Trijntien Maertensdr, dr. van Maerten en Aerian Yffven, zie no. 891. Ook Adriaen S. was lakenkooper; hij woonde op het Pnidsen te Alkmaar, was in 1598 Regent van het Gasthuis, in 1607 Waardijn der Lakennering en werd begr. 13 Aug. 1617.) 888. Schildje, beladen met een losstaande keper (van Rietwijck) – (266). (Blijkens het grafboek kwam dit graf toe aan de kinderen van Cornelis 'van Rietwjjck, baljuw van Egmond, zie S. van Leeuwen: Batavia Illüstrata sub Riet w ij c k.) 889. CornelisCoren. – (234). (Hij was koopman te Amsterdam en erfgenaam van den burgemeester G. J. C o r e n, zie sub 271.) 890. Ineen medaillon een monogram I. P. – (235). (Betreft vermoedelijk Jan Jacobsz Paling man, f 1579.) 891. Randschrift: Hier Leyt Begraven / Trijntien Maertens – Huysvrou – Van Za: Adriaen Evertzoon – Stuy/lingh In Den Heer / Ontslapen Den 27 Decembris 1617 – Als Mede lacob Clasoon / i) A. Sym s, begr. 13 Sept. 1686, hertr. te Schermer, ondertr. Alkmaar 16 Feb. 1681 Su • eannaßoddens, wed. Hendrik Heemskerk, ae C. P. Bruinvis: „Beschrijving der schilderijen, enz.” Groote Kerk Alkmaar. Middengang. (Midden:) Comans Die In Dë Heer Gerust Is Dë 24 February 1618 / Benevens Syn / Huysvrou Lysbet / Adriaens Die Over/leden Is Den 9en / April 1642 / – (236). (Zie sub no. 887.) 892. Hier leyt begraven / Geert Wijbrants dr / sterf den 22 Junius / Ao 1608 / Hier leyt begraven / Wijbrant Pietersz Groot / Scijer Is gherust Den / 31 Augusti Aö 1624. Lager: een merk. Daaronder leest men verder: Hier leyt begraen Jan Wijbrantsz G[root?] / den 1 nouem[ber] 1626. / (242). (Geert Wijbrantsdr. heet in het doodboek der Gr. Kerk begr. 22 Juni 1608: „wybrantclaessdochter”.) 893. Ineen medaillon een merk en de letters A. G. C. (243). (Betreft Aelbert Gerritsz Crael, biersteker inde drie haringen, die het graf kocht na 1602.) 894. Hier Leyt Begraven / Aeltie lans Dochter ‘/ De Huysvrouwe Van / Dirck lansz Ruyter / Is In Den Heer Gerust / Den 24 En Febriwary / Anno 1655 / En Haar Man / Die rek -Yansen – Ruyter / – Meester – Messelaer / En Steen – Kooper Is / Gerust – Den 20 Yanuary / Anno 1679. / Lager: een medaillon, waarin een passer, troffel en schietlood, benevens de letters D. I. R. (246). (Vgl. no. 836.) 895. Ineen schild: een merk en F. I. S. (247). 896. Medaillon met een uitgesleten schild. Lager: Hier leyt [be]- grav[en] / Gerrit Adriaensz Stofop] / is inden Heer gerus[t] / den 12 Augustus Aö 166[9]. (248). (Adriaen Stoop of Stoop Pietersz, zn. van Pieter en Lijsbeth Adriaensdr,') was ingeland van de Schermer en gorter te Alkmaar, zie no. 92, X 1) GrietgenAelbertsdr., dr. van Aelbert Lambertsz, gorter te Alkmaar, (huw. voorw. 18 Juni 1608 voor nots. H. J. v.d. Lpn aldaar), begr. 15 Aug. 1614; X 2) Jannitgen Thonisdr van Vlade racken. (test. voor denzelfden nots. 25 April 1616 en voor den nots. A. C. Heemskerk te Alkmaar den 17 Jan. 1644, scheiding v. nots. J. v. Beyeren aldaar 17 Jan. 1663). Zijne kinderen werden begr. 11 Jan. 1609, 2 Mei 1612 i) Zjjn vader was Mr. Pieter Gerritsz van Zeil, wellicht heette zijn moeder Stoop. Groote Kerk Alkmaar. Middengang. en 3 Jan. 1630. Verder had hij 2 zoons: 1. Gerr i t, bovengen., gezworen landmeter 10 Apr. 1641, begr. 15 Aug. 1669, testeerde met zijn vrouw Trijntje Hendricx Koedijck 10 Aug. 1669 v. nots. J. v. Beijeren, kinderen nalatende en 2. Pieter, gorter te Alkmaar, X Y f g e Cornelis, die in Juni 1672 een minderj. dr. A e gj e hadden. Hij begr. N. G. 161 op 8 April 1667. 3. Lijsb e t h test. voor nots. B. J. Heerencarspel te Alkmaar, 19 Sept. 1652. f 1667 X 22 Sept. 1658 voor Burgemeesteren Johannes, zoon van Gerrit Cornelisz Hinderdujjn, zie no. 128.) 897. Fraaie renaissance-cartouche, waarin: een merk (als no. 554) en de letters P(ieter) T(homasz). Een uitgesleten opschrift: Hier [leyt begrjaven / r.n.s/e.. inden Heere [gerusjt Den 14 / Yannewary Ao 1625 / Lager staat: Jan Over / Sara Posthumius / (250). (Blijkens het oude grafboek der Groote Kerk behoorde dit graf op 9 Dec. 1618 aan de kinderen van Aecht Jansdr, eerste huisvrouw vanPieter Thomaszßaert, zie no. 787. In 1624 wordt dit zelfde graf aangegeven door den Stads-boekdrukker Thomas Pietersz Baert, zoon van den bovengenoemden P. T. Baert, die het met het graf inde Middengang, zie no. 787, liet stellen op naam van de erven van bovengenoemden Pieter Thomasz 8., n.l. op zichzelf, op zijn zuster Guertje Pieters en op de kinderen van zijn beide overleden broeders Cornelis Pietersz, zie no. 787 en Pauw els Pietersz. De bovenbeschreven grafzerk dateert van na 1624, immers volgens de margeteekening, die in het grafboek van dat jaar voorkomt, vertoonde de zerk, die toen het bedoelde graf dekte, een ander merk. Blijkens het grafboek kocht J. P. Baer teen steen van de kerk in 1625. Voorts vond ik nog uit J. P. B’s testament (d.d. 5 Juni 1621 voor nots. C. v.d. Lijn) dat zjjn kinderen heetten Pieter en Aech g e n, dat zij n vrouw was Grietgen Willems en zijn zusters waren Trijntje en Guurtje Pieters en uit het testament van zijn vader P. T. Baert (d.d. 24 Jan. 1613 voor denz. notaris) dat deze toen woonde inde Magdalenen steeg en dat diens kinderen waren: Trijntje, Cornelis, Pouwels, Maritje, Thomas en Guurtje. Mr. Jan Over werd in 1698 stadschirurgijn; ontslagen 1712. J. Symonsz Over en SaraP. huw. voorw. 13 Maart 1682 voor nots. A. O. Blaumolen te Alkmaar.) 898. Een uitgekapt merk. Lager een schild in medaillon met een merk. (De Arabische 4; door den voet twee dwarslijntjes) en F. I. Lager: Goe . Rust. (252). (Polckert Jacobsz fioe Rust eigenaar 23 Nov. 1662.) 899. Cornelia Creagh Obiit de /XV . Octobris . MDCLXXXIX / Feme . Bone . Vaut . Mieux . / Que . L . Argent . Nil . Or. / (253). (In 1696 kwam dit graf op naam van Andries C.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 900. A: S. (255). 901. Ineen medaillon een pot (Als de no’s 50, 54, 289, 366 en 469). 902. Ineen medaillon een schild (uitgesleten). Daarboven: Gerrit Diercksz / Vander Hoogh. (257). (Reeds in 1624 was eigenaresse Yeff Direksdr. wed. Gerrit Dirc k s z. bakker.) 903. Hier leyt begrave / Aecht lackops p.p. I ... . sterf den / . . . nij anno 162? / (259). (Misschien was zij „Aeehte Jacobss op d’ nieuwe Steenebrug”, begr. 5 Juni 1627.) 904. In medaillon een merk en G. C, 905. Als no’s. 873 en 874, met het verschil, dat hier de naam boven het merk is geplaatst. (267). 906. Heindrick Aerrent / Schiepper / Aelberten Aelbers. / Ineen medaillon een scheepje. (268). (H. A. Schipper en zijn huisvrouw A. Aelb e r s waren eigenaars geworden 1660.) 907. Hier [leijt begraven] / Susanna van Liesvelt / Huysvrouw van Piete [rJ / van der Heem is gerust / den 3 November Aö 1670. / – (270). (Vgl. no. 912.) 908. Hier leyt begravfen] / Maertie Klaes Huys / Vrou van lan Tatnisz / Witsmeer is gerust / den 22 Desember / Ao 1677. / Hier leyt begraven / lan Tamisz Witsmeer / is gerust den 19 / November A° 1691 / In medaillon een monogram (1. T. W. S.) en: I. T. Wits me er, – (2711 (Jan Thaemsz, schipper op Breda, werd eigenaar 1667.) 909. [l]an . lansen . Plaat (?) – In medaillon een merk en 1. 1. – (275). (J. J. Pla werd eigenaar 1680.) Groote Kerk Alkmaar, Middengang. 910. Uitgesleten medaillon (twee gekruiste bijlen.) (308) 911. In medaillon een schild-, doorsneden; 1 gedeeld; a. een krab; b. drie wassenaars, 2 en 1. II een merk. (282). (Medio XVII waren eigenaars Egidius Eenigenburg met z(jn zusters.) 912. Midden-. Hier leyt / begraven Hille/gontie Klaes / van der Heem / gerust den 16 / Augusti Ao 165? / Ende haer Sus[ter] / Sijbrichie Klaes / van der Heem is / gerust den 18 Novembri Ao 1658. / Lager een wapen: Gevierendeeld: 1 en IV een bruinvisch (?); II en 111 een ster (8). Helm met wrong (?); dekkleeden. Helmteeken: de bruinvisch uit het schild. Op de hoeken van de zerk kwartierwapentjes, waarschijnlijk volgens het schild. (De beide onderste zijn bedorven door toepassing van cement.) – (283). (Hillegontie, Sijbrichie, Pieter (zie no. 907), en Nel- letje van derHeem (zie no. 914), waren kinderen van Claes Pietersz van der Heem, zeepzieder te Alkmaar en grondeigenaar inde Schermer en van Lijsb e t h, dr. van Jan Jan Aere n t s z Rij p, zie 326.) 913. Hier leyt begraven / Annetge Michgiels/dochter is gerust / den 7 luny anno 1640 (?) / (Een merk). (284). (Misschien was zij de dr. van Jan Michielsz van Huijswaert, eigenaar van dit graf medio XVII.) 914. Hier leyt begraven / Aerrent van der Qoes / Sepsieder is gerust / den 13 Desember 1647. / Lager ineen medaillon een wapen als no. 385. – (286). (Hij werd 18 Dec. begraven. Jacobus van der Cr., welke een zoon was van den zeepzieder Arend van der G. de jonge (waarschijnlijk dein het grafschrift genoemde), die zelf een zoon was van Arend van der G. de oude, blijkens de grafboeken, X (ondertr. 6 Aug. 1645) Nolletje Claes van der Heem, zie no. 912. Zij lieten na de volgende kinderen: 1) Claes, ged. 25 Apr. 1646 X 5 Aug. 1667 te Schermerhorn, Maria Capelman. Laatstgen. lieten na 5 kinderen w.o. een zoon Jan, zie no. 733, en een dr. Hi 11 ego n d, ged. 8 Juli 1674, f 9, begr. 13 October 1727, X I#.1#. Petrus Thierens, wedr., ondertr. 13 Sept. 1705; hjj begr. Ch. 138 den 12 Aug. 1706, X 2" Dr. David Schagen, die X 2° Leyntje Groes van Hoorn. (Een zoon Mr. Jan Schagen van derGoesX N. Keerwolf, Schout en Secretaris van Beverwijk,t 10 Aug. 1753.) 2) E 1 isa b e h, ged. 2 Aug. 1648, begr. M. Gang no. 295 den 12 Feb. 1675 X Adriaen Lourisz Kloek. 3) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. Jannetje, ged. 14 Juni 1647. 4) Jahneken, ged. 26 Juli 1652, zie no. 917. 5) Arent, ged. 16 Dec. 1654 en vermoedeljjk dezelfde als A. v.d. G., notaris te A. sedert 1682, begr. 21 Sept. 1706 inde Zuidergang no. 173. Als weduwnaar van Margaretha Schaaff (begr. 7 Juni 1694) hertrouwde hij 27 Nov. 1695 Susanna Hensbroeck (begr. 3 Mei 1733). Zij lieten een groot aantal kinderen na. 6) Jan Ari aan tj e, ged. 14 Januari 1657. 7) Jan, ged. 28 Aug, 1658. 8) Hilgo n da, ged. 14 Apr. 1660. Kinderen begr: 27 Jan. 1657; 1 Aug. 1657 en 18 Aug. 1670.) 915. Ineen medaillon een schild, waarop twee gekruiste bijlen en de letters D. T. (287). (D.irek Theunisz, scheepmaker, kocht dit graf 6-1-1696, blijkens het grafboek.) 916. Merk en C. M. (Reeds in 1624 was Claes Meijnertsz eender rechthebbenden tot dit graf.) 917. In medaillon een wapen: Gedeeld schild (uitgekapt?) Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken uitgekapt? (Klaver) (295-296). (Het wapen Klaver: gedeeld: I effen ?; 11, drie bokkekoppen, 2 en 1 [van der Go es], zie de Verzameling schepenzegels, Gemeente Archief Alkmaar. Maarten Klaver, kastelein' inde Oude Doelen, f 20, begr. 24 Dec. 1727 X Jannetje van der Goes, wed. van der Hoolck, huw. voorw. 3 Apr. 1691 v. nots. C. v. Heijmenbergh, mut. testament 14 Oct. 1694 v. nots. G. Winder, f 8, begr. 12 Nov. 1728, zie sub no. 914. Zp lieten na twee zoons, waarvan de jongste was Mr. Arent, Deurwaarder, later Procureur, Advocaat en Notaris; Schepen en Vroedschap van Alkmaar, Heemraad van de Schermer, f 7, begr. 11 Sept. 1741 X D Cathar i na Coo 1, -f- 7, begr. 16 Sept. 1735 X 2'i 31 Mei 1736 Maria Marchant, geb. te A’dam, dr. van Cornelis en ChristinaUyienbergh, huw. voorw. 2 Mei 1736 voor nots. J. van Twuijver. Bij zijn eerste vrouw liet hij na een zoon Martinus Regnerus, ged. 26 Jan. 1730, begr. 1 Feb. 1732; zijn wed. hertr. Mr. Adriaan Baert van Cranenbrouck, zn. v. Mr. Jacob en C. v. Peursum, zie Schoonhoveu.no. 83. De oudste zoon: Adriaan K. was wijnkooper op den Dijk te Alkmaar; Schepen aldaar 1742 en Kerkmeester van de Groote Kerk 1737-’42,X Sara Vomelius, dr. van den chirurgijn V. en Marjjtje Over en kleindochter van Ds. Pir i u s Vomelius, zie no. 702. Zij lieten een aantal kinderen na, gedoopt tusschen de jaren 1715 en 1724, w. o. behalve een zoon Jan, die inde rechten studeerde, een zoon Pi e t e r, ged. 30 Sept. 1716, begr. 15 Nov. 1776, wijnkooper op den Dijk, Regent van de Diaconie en van het Mannen Gasthuis, X Johanna Ouburg, dr. van Michiel en Ariaantje de Vos, begr. 1 Mei 1781. JanK. en Johanna V. hadden 4 kinderen, ged. tusschen 1747 en 1760, waarvan de meest bekende was Mr. A dr ia a n, ged. 19 Nov. 1750 Groote Kerk Alkmaar. Middengang. X 1) 27 Juni 1773, Anna Maria de Vries, begr. 6 Sept. 1777 X 2) 2 Aug. 1778, Magdalena Hilgonda Domis, dr. van Nicolaas Hendrik en Jacoba Keyser, zie rouwkas 129, ged. 27 Apr. 1755, begr. 10 Apr. 1781; X 3) te Egm. a/d Hoef, ondertr. 28 Nov. 1784, Geertruyt Waarts, verm. dr. van Schepen Jan en Geertruyt Waarts, Regentes van het Weeshuis 1782, vertrokken 1797. Uit elk der drie huwelijken, kinderen. Hij was kapitein der Schutterij bij het Oranje vendel, Ontvanger der Gemeenelandsmiddelen; 1776, Hoofdingeland en 1785, Heemraad van de Heer Hugowaard, Schepen, Vroedschap, Hoofdofficier en Maire van Alkmaar; zie C. W. Bruinvis: „Het Patriotisme te Alkmaar”.) 918. lannetie Qijsz / Overleden / den . 11 . Febriwary / 1729./ Lager in medaillon: een wapen; een geopende hand in goud(?); helm zonder wrong of kroon; dekkleeden. Helmteeken een ooievaar tusschen een gewone vlucht. – (297). (Zij was de dr. van MiesClaesz Gijsen, voornaam leerkooper inde Ooievaar op het Dronkenoord X 30 Dec. 1714 Claas Hand, begr. 23 Jan. 1745, die hertr. 10 Apr, 1730, Maria Koeslager, een juffr. van Monnikendam, welke als zijn wed. op het Yerdronkenoord woonde. (Kinderen: Agatha X Dirk de Wit, zn. van Jan en Hilgont Jans Klein en Jacob, ged. 30 Aug. 1731, begr. 18 Dec. 1772 X 1° 24 Juni 1764 Lijsbeth de Wit, X 2° 29 Nov. 1767 Margaretha Bu ij tenpos t, begr. 4 Nov. 1788.) Hij t 18 Jan. 1745, zie Alg. Fam. Blad I 101 bl. 5.) 919. Henrick Kerckrinck. – (299; oorspronkelijk genummerd Choor 174 of 175). (Zie Elias bl. 915. Hij was gewezen Commandeur in Indië en woonde te Alkmaar buiten de Kennemerpoort. Bij de geref. gemeente, 1 Mrt. 1646; begr. Choor 174 den 30 Sept. 1653. Zijn huisvrouw Catharina Luypaert, 4 Maart 1649 b.d. Gem.; begr. a.v. 18 Sept. 1653. Yan hen werd een kind begr. 2 Mei 1646. Gedoopt werden te Alkmaar hunne volgende kinderen: 1) Mari a, 18 Sept. 1644; 2) Gerit, 19 Nov. 1645, leeft nog in 1663 ; 3) Lucretia, 6 Feb. 1647. Laatstgen. testeerde, 16 Aug. 1664 te Alkmaar Voor den nots. J. van Beyeren. Yoor denz. nots., hare huw. voorw. d.d. 10 Nov. 1664, met Nicolaas Cornelisz van der Wiele, j.m. te A’dam. Voorts woonden te Alkmaar hunne kinderen, Clara Kerckrinck, f vóór 1706 Xl)deE. D ir c k van B e eck um, brouwer in het Zwaard, begr. 8 Apr. 1670, zie no. 253. In haar testament voor denz. notaris van Maart 1670, heet zjj „brouwster in ’t Zwaard”. Ze woonde te Egmond Binnen op de hofstede Vredesteyn (zie Egmond Binnen sub 20) en te Alkmaar naast haar brouwerij X 2) Elias Thomasius en Anna Kerckrinck xFlotis Sluijter, koopman te Amsterdam.) 920. E. Bd. J. (300). 921. Cornelis lansz Yssen. (In medaillon een merk). – (301). Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 922. Hier leyt Begraven / Cornelis Jansz Ketel / sterf den 7 December / Anno 1639. / (In medaillon een merk.) (302). (C. J. Ketel, begr. 10 Dec. 1639. Verder werden begr. zijn moeder, 9 Feb. 1624 ; zijn zoon, 22 Mei 1623; zijn dochter, 5 Feb. 1652.) 923. Hier leyt begraven Wilhem Cornelis Zuygeest is in den Heer gerust den 1 November Aö 1666. – (Een uitgesleten medaillon). (312). (In het doodboek d. Groote Kerk: begraven 4 Kov. 1666: Cornelis uijtgeest!) 924. Een schaaf en daaronder P. P. P. Lager staat: Hier leijt begrave / Tijs Gijsbertsz Kist/maecker Gerus[t] / den 6 April Ao 166? / – (176). (Een kind van T. G. Kistmaecker, begr. 9 Sept. 1631.) 925. Als no. 71. (318). 926. In medaillon: een hellebaard (?) en C. A. – (319). 927. Midden: Medaillon, waarin een wapen: Schild uitgesleten. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken uitgekapt. (Van Veen). Op de hoeken kwartierwapentjes in medaillons, uitgesleten. – (322-323). (Zie: „Het geslacht van Veen” in Gen. en Herald. bladen II.) 928. In medaillon een schild met een merk en S. M. (328). (Reeds in 1624 was voor de helft rechthebbende Sijm o n Mi c h i e 1 s z.) 929. Als no’s. 251 en 453. (331). 930. Incentia . Gaeff . B . Fa / [ojbiit . 24 .Novems.l679 I loannes . Gaeff . B . Fs / Obiit . 16 lulii . 1681. / – Een merk, en W. G. – (332). (Willem G., eigenaar van dit graf 1681, testeerde den 1 Juni 1696 voor nots. Th. Heymenbergh te Alkmaar.) 931. Ineen medaillon een schild aan een draagstok (uitgesleten). Schild, beladen met twee schilden, op de wijze van no. 73. (het tweede ruitvormig). Inden rand leest men nog: Goulart – Rijswijck. (334). (Betreft Mr. OttovanßijswijkX Anna Goulaert. Hy was schepen van Alkmaar, 1714-1719 en broeder van Pi et e r v. R., zie Sint Maartensbrug no. 24.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 932. Ineen medaillon het wapen Van Foreest: een hoekige dwarsbalk, vier spitsen van boven en drie geheele en twee halve van onderen. Gekroonde helm; dekkleeden. Helmteeken: een ovale omboorde schijf, rustende op eender zijden, die ineen steel uitloopt en beladen met de dwarsbalk uit het schild. – (340). 933. De helft vaneen (vroeger dubbele) zerk. (Sluit aan bij no. 350). Onder het halve wapen Van Foreest ziet men nog restanten vaneen opschrift in romeinsche karakters. Dit opschrift luidde volgens Godfr. Hegeniti Itinerarium Frisio Hollandicum etc. Leiden, Elsevier 1630 en vlg. van der Woude’s Kronyk van Alkmaar: EVICtVs fato CVbat haC sVb MoLe ForestVs HlppoCrates [BataVls si fVIt ILLe fVlt.] (Betreft Petrus Forestus of Pieter Jordaensz van Foreest cujus annus obitus hoe versu numeratur, hoogleeraar in de geneeskunde, lijfarts van Willem van Oranje, geb. Alkmaar 1522, t aldaar 1597; zie Nieuw Biografisch Woordenboek I kol. 884 v.v. en J. Belonje. Petrus Forestus’ grafzerk Navorscher 1924; hij was de zn. van Jordaan v. F. en Margaretha Beyers, zie no. 306 en Ned. Adelsb. 1918 bl. 342 sub III.) 934. Als no. 942. – (343). 935. lacobvs Brouwer. Daaronder: Ineen medaillon een wapen: Een klimmende leeuw. Helm met wrong (?); dekkleeden. Lager: Willem ij nt ij e Beruw. (344). (Zij was de huisvrouw van Sr. Jacob Brouwer X 13 Mei 1725. H(j was eerst coffischenker op de hoek van ’t Kruiswerk bij de Steenebrug en later koopman in koffie en thee; Regent van het Yr. Gasthuis. Zjj lieten na twee zoons, zie Alg. Ned. Fam. I no. 120 bl. 2.; zjj begr. 25 Jan. 1774; hij, f 22, begr. 28 Feb. 1758. Te Alkmaar woonden zjj, „inde Schaapesteeg”.) 936. Rozetten op de hoeken. In het midden ineen medaillon een wapen: een greep tusschen de letters: L. C. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: een greep. Boven het wapen: Hier leyt / begraven / Lijsbet Tames / is gerust den 19 October 16? 2. / (346). (Na 1650 werd dit graf verkocht aan Lauris Cornelisz gorter en zijn huisvrouw L ij s b e t h Taems, „beijden van Boekelt”.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 937. Jan Claasz Dapper / is gerust op den 22 / Augusty 1710 / en / Maritje Jans / [Djappers de Huys/vrou van Cornelis / Bosch is gerust den / 21 Augustu[s] / 1711 / – (een merk.) Noch Barbera / Cornelis Huysv: van / Jan Claasz dapper ge/rust den 16 September 1711 / Nog Cornelis Bosch / gerust den 11 Feb. 1722. / (348). (Een dochter van Jan Claesz. D. nl. Cornelia X Jan Lou is d e Waa 1, j.m. (huw. voorw. 26 April 1696 voor nots. G. Winder te Alkmaar.) De Waal hert. Guurtje Jans (huw. v.w. voor denz. notaris 1702.) 938. Hier leijt begraven heijn/derick Willemsz pampier/maker sterf dé 3 Junij 162? / (Merk, en H. W. – (349). (Misschien „Hendrickwillemsz vetti s”, begr. 5 Juni 1627.) 939. In medaillon een merk en I. G. W. – (283). 940. Ineen cartouche een merk en: P. B. (54). (Deze zerk, uit het Noorderkruis afkomstig, betreft Piet e r Beet s f3 Nov. 1737 X Stjjntje van Baseroy f 26 Aug. 1755, wed. Jacob Kudde, die hertr. burgemr. Dirk Seven- hu(js e n, op de Bierkay te Alkmaar; zij was een zuster van den sub 770 genoemde; vgl. Ned. Fam. 1884 no. 120 bl. 2b.) 941. Midden: in medaillon een wapen: Gevierendeeld: I en IV een rad (6); II geschaakt; 111 gepaald van zes stukken. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken een hertengewei. Op de hoeken: kwartierwapentjes, volgens het schild. Randschrift: Hier [Leijt Be]/graven lan Claes . Van Marcken Sterf Den 23 (25?) Mey Ao 16[20?] – (353). (Jan van M. van Amsterdam, poorter te Alkmaar 22 Nov. 1590, vermoedel. dezelfde als „Jan v. M. uuijt den Papenstraat”, die den 26 Juli 1620 werd begraven. Zie Elias I, bl. 89. Hij X Liefgen Gerritsdr. Kinderen w.o. een dr. Dieu w e r, geb. 1573 f 27 Oct. 1647 X Hendrik Laurensz Spiegel, koopman te A’dam.) 942. Ineen medaillon een spade en de letters C. C. / B. / (Betreft Cornelis Claesz Bommer, landmeter 10 Oct. 1634, eigenaar van dit graf reeds 23 Nov. 1652. Hij werd hier begr. 28 Oct. 1667 als „Cornelis Claesgen Bommer”.) 943. Groot. (200; afkomstig uit de Zuidergang). (Zie no’s 37, 561 en 674.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 944. Hier Is Begraven / Cornelia Brant / Huysvrou Van Mr lacob / Van Houten Ruste / Den 25en Februari / Ano 1651 / Ende Haar Moeder / Aeltien Brouwers / Sterf Den 24Mert ' Ano 1652 / – (357). (Mr. J. van Houten, begr. 18 Oct. 1678, zoon van Jan Jacobsz alias Bontekoe de boekebinder; thesaurier, schepen, raad en bur-gemeester van Alkmaar, Kerkmeester der Gr. Kerk, Heemraad van de Zjjpe en de Heer Hugowaard, zie rouwkas no. 125. Hij testeerde 1 Apr. 1670 voor nots. J. v. Bejjeren te Alkmaar. A. Brouwers vd., vermoedel. dr. van Dirk Jansz 8., begr. 28 Mrt. 1652, heet in het doodboek: „de moeder van wou 11 e r brandt” *)•) 945. lan Stroo. (360). (Jan S., op de Korte Nieuwesloot te Alkmaar, hegr. 27 Jan. 1762 X Grietje Valk, begr. 5 Sept. 1766.) 946. lan Oosterbrug. (361). (Met zijn vrouw Sijtje Jacobs Clerck test. hij 22 Mrt. 1706 voor nots. C. van der Meer te Alkmaar.) 947. Ineen medaillon een wapen. Het oorspronkelijk wapen (Boon) uit het schild is vervangen dooreen merk en de letters C. H. / G. B. Helm gedekt dooreen tournooihoed; dekkleeden. Als helmteeken een tweetal schuinkruisjes tusschen een antieke vlucht. Lager leest men: In Christo Qui Morte I ... m Mors Est Transitus . . . is / . . iinuum (?) Mortis Vidit (?) / Gra . . . ant . . . Obitum I ... . rnum Ut Vivas Moritur Christus Sit Medicin . . . . / Me ij nardus Boon 22 Novfember] / Anno Domi[ni] 1605. / (363; oud 79?). (Het wapen Boon is vermoedelijk te reconstrueeren uit grafboek V 18, le Serie 4 fol. 93 en 129 als: 9 steenen of boonen (?) 2,3 en 4. Daaronder, eveneens de helft van het schild beslaand: 9 St. Andrieskruisjes: 4,3 en 2. i) Wouter of GualterßrandtHendriksz inde Doelenstraat te Alkmaar, by de geref. gemeente 3 Dec, 1643, begr. 16 Mrt. 1689; Kerkmeester der Gr. Kerk; Fabriekmeester ; Heemraad van de Schermer en de Zype X Elisabeth nagel. dr. van Jan Hendriksz Rotgans, ondertr. 13 Feb, 1639. Zy lieten na behalve een zn. Mr. Joan, ged. 19 Juli 1647, begr. 16 Nov. 1697, President-schepen van Alkmaar, Heemraad van de Zppe en van de Schermer, Dykgraaf van Geestmerambacht X 21 Juni 1676 Maria van der Geest, dr. van Cornelisen Angelica Pauw, ged. 16 Mrt. 1661 (zy hertr Mr. H. Dae y, zie no. 73.) en een dr. Corn e 1 ia vd. een zn. Mr. Hendrik + 4, begr. 11 Jan. 1713, die het huis Brandtwyk inde Zype bezat, Burgemeester en Raad van Alkmaar, Raad ter Admiraliteit, Hoofdingeland en Heemraad van de Zype, Heemraad van de Schermer en van de Wieringerwaard X 12 Mei 1669 Adriana Brasser, zie no 482, by wie hy naliet een dr. Corne 1 ia, ged. 1 Mei 1678, .Mannengasthuismoeder, zie no. 229 en een dr. Elisabeth, begr. 1 Dec 1747, Weesmoeder Xl9 Juni 1708 Pieter de Carpen tier, ged, 18 Aug 1676 A’dam W. K, broer van Margaretha, zie Nederhorst den Berg no. 6, t 10, begr. 19 Apr. 1742, Hoogheemraad en penningmeester van de Zype; Schepen, Thesaurier, Raad, Burgemeester en Hoofdofficier van Alkmaar, waar zy woonden op het Verdronkenoord (nakomelingen.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. Mr Me ij nardus Boon, begr. 23 Nov. 1605, zn. van Frans Boon, bode van den baljuw van de Nieuwburg en Tryn Yerlaen, was Notaris te Alkmaar en liet als universeele erfgename na Catryna Boon. Het merk en de letters betreffen Claes Harmensz Goutsblom, vgl. no’s. 196 en 796.) 948. lan van Truijen. (364). (Begr. 28 Mrt. 1740.) 949. Een medaillon als no. 547, doch zonder de bijl. (303). 950. Stategaart. (365). (Begr. 22 Apr. 1749 Rongh Stategaart.) 951. Hendk Luttels / 1810. / (369). (Hfj was zn. van Willem en Aaltje Hazenkamp, ged. 3 Oct. 1779 en X 25 Nov. 1805 voor burgemeesteren Anna Maria Thiebout, by wie hij twee dochters naliet: 1. Alida Wilhelmina, ged. 11 Febr. 1807 en 2. Juliana Hendrika, ged. 23 Dec. 1810.) 952. Hier is begraven / Simon Eikelenberg / Gerust den 4 November / Anno 1738. / (Betreft den bekenden Alkmaarschen kronykschryver, wiens portret voorkomt in „Alkmaar en zijne geschiedenissen”, een van hem na zijn dood bij Simon van Hoolwerf verschenen kronyk. Hij was geb. te Alkmaar, 16 Mrt. 1663. Zie over hem C. W. Bruinvis „Alkmaarsche Geschiedboeken en Geschiedschrijvers”, bl. 19 sqq.) 953. In medaillon: een merk en W. M. G. (371). – (Betreft Wijbrant Maertensz Gifting, eigenaar reeds in 1624.) 954. In medaillon een wapen: drie zuilen, 2en 1; Als schildhouder een griffioen. (372 ?). (Indien het no. 372 was, werd eigenaar van dit graf in 1632 Jan C o p pi e r.) 955. Wapen: Vier gegolfde dwarsbalken. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken een hertenkop. Lager leest men in een cartouche: hier . leit . begr . claes / gerritz’ v’deel: starf 1559 / 21 iuni. / (374/375). (Oudste doodboek Gr. Kerk fol. 59: „Claes verdeel is in die kerck begraven en is sculdig van graffgelt kaarssen doeken 4 gl. 6 st.” Het oudste grafboek (1599) geeft op als eigenaresse Groote Kerk Alkmaar. Middengang. van dit graf Joffr. Anna Gaven Hendrix dochter’s erven. In 1624 werd het graf aangegeven door jhr. Geraert Sandelijn om te teekenen op de erven vd.) 956. Rozetten op de hoeken. Buitenrand: Hier leyt be[gr]aven Claes / Nannincx houtcooper sterf den 29en may 1613 / met sijn huijsurou Reijnu/Cornelisdr sterf den 19 nouember Ao 1614. / Binnenrand: Hier leyt begraven Maritge Claes die / Huysvrov van Gerret AU erts / Touslager gerust den 18 November An° 1649. / Midden: Hier leyt begraven Cornelis / Claesz Houtcooper sterf / den 21 December 1638. / Daaronder in medaillon een wapen op gefrijnden achtergrond: gedeeld (?) I een merk; II een houthaak. Helm met wrong; dekkleeden. Helmteeken: de haak uit het schild. Rondom het wapen: Hier leyt begraven Gerrijt AU erts Touslager is gerust den 9 Maert Anno 1654. Onder het wapen: Hier leyt begraven / Diewertgen Heyndricz / de huisvrov van Claes / Cornelisz Houtcooper / sterf den 21 Septemb 1652. / (378/379). (Claes Nanninx, vroedschap van Alkmaar sinds 1612, begr. 1 Juni 1613, testeerde met zjjn vrouw, Refjnouw Cornelis, 19 April 1613 voor nots. H. J. v.d. Lijn, aldaar. Maritge Claes heet in het doodboek: „die Huijsvrou van Gerrit Allertsz inde Vergulde Salm”, begr. 22 Nov. 1649 en Gerrit Allers: „gherrit allertsz uijt de Cabel”, begr. 12 Mrt. 1654, vgl. no. 591.) 957. In medaillon een wapen (Van Vladeracken): gevierendeeld (de figuren uitgekapt.) Gekroonde helm; dekkleeden. Helmteeken uitgekapt. (380). (Zie de wapenborden no’s 9,74, 78, 86,108, 111, 121,148, 150, 156, 167, 175. Zie ook Egmond aan den Hoef.) 958. Ineen medaillon een uitgesleten merk en de letters D. C. – (381). 959. Randschrift: Hier leyt begraven Gar/brandt Joppen is gerust den 31en maert 1615. Ende sijn soon Gerrit / Garbrandts is gerust / den 31en October Anno 1618. / In het midden een schild met merk. (385). (Zie no. 614 ; Gerbrandt J. was in 1574 vaandrig der schutterij. Misschien was zijn zoon Gerr i t, „die hacker uuijt witten oven op den leet”, begr. 3 Nov. 1618.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 960. In medaillon een monogram als no’s 298, 299, 425, 960, (ongenummerd). 961. Hier leyt begraven Aeltie T....us HuysVrou van Bartholomeus Symensz Avontver gerust den 1 October 1647. (191; afkomstig uit de Zuider gang) (Zy werd als „de vrou van bartelmijes” begr. 4 Oct. 1647. Eigenaars 1602: Maritgen, Machteld en Bartholomeus S ij m o n s, erven van Bal ij Bartholomeus.) 962. Hendrick Tijsen Kleef, (tusschen het eerste en tweede woord een merk.) Lager ziet men een medaillon, waarin een merk (St. Andrieskruis). Daaronder: Gerrit Valentijn 1709. (Een merk en G. H.) (91; afkomstig uit het Noorder Kruis.) (Het graf behoorde blijkens de grafboeken gezamenlijk aan Hendrick Tyse van Cleef en diens huisvrouw Ariaentje Teunis Bij voet, Herrit Hendrickze Valentpn en diens huisvrouw Antje Teunis Bijvoet. Hier werden begraven: 3 Mrt. 1712, Ariaantje Bijvoet; 14 Dep. 1718, H. T. Kleeff; 16 Mrt. 1723, G. Val en t ij n; 13 Mei 1732, Antje Bijvoet, vgl. grafboek no. 68. fol. 148.) 963. Ineen lijst leest men: lan Hoogt wout. (185; afkomstig uit de Noordergang.) (Blijkens het doodboek werd Jan Claesz van Hoogwoud in dit graf begraven den 30 April 1739.) 964. Ineen medaillon een merk (A), waaraan verbonden de letters G. S. (76; afkomstig uit het Zuiderkruis?) 965. Een uitgesleten medaillon en: I. C. S. H. M. (19; afkomstig uit het Zuiderkruis?) 966. Ineen medaillon een schild beladen met een merk (Arab. vier) waaraan de letters H. en A. (?) verbonden zijn. (100; uit het Zuiderkruis.) 967. [Hier leyt be]graven / Cornelisz / er ster[f] / den 2 Oct[ober] Ao 16??. / (fragment uit het Noorderkruis?) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 968. Hier l[eyt begjraven / Tuenisie (?) [Ma?]ertens / Dr die [Huisjvrou [van] / Cornelis Bru /••• ndewy / [st]erf d[en] (een fragment, afkomstig uit?) 969. Ineen medaillon een merk tusschen de letters D. C 970. Ineen medaillon een wapen. Gedeeld (?) Helm met wrong en dekkleeden. Helmteeken uitgekapt. Bovenaan den zerk leest men: Frederick Bas / Medenblick (309). (Zie no. 840.) 971. Een schild, beladen met een merk en ée letters K. / I. C / ? C. / – (104). 972. Hier Leyt Begraven / Sijtgen Cornelis D[r] / Sterf Den . . April 1636. / Daaronder een merk tusschen de letters: C. I. Lager: En Dievert Cornelisdr / Sterf Den 4 Avgvsty / Anno 1640. / Hier Leyt Begraven / Annetgen Cornelis / Is Ghervst Den 30en / lanvaryvs Anno 1649. (306). (Eigenares van dit graf werd 3 Mei 1636 Jannitgen Jans, wed. Cornelis Jansz Schoenmaker. Den 21 April 1636 werd Sptgen Cornelis begraven als „de dochter van Jannetien Jans”. Annetgen Cornelis vd. is vermoedel. dezelfde als degene die den 28 Jan. 1649 werd begr. als „de huijsvrou van Pieter Cornelis z, schoenmaker”.) 973. Ineen medaillon een schildje beladen met een monogram (B. V. D. L. ?) (231). 974. W: K: W: (366). (Medio XVIII waren eigenaars van het betreffende graf, Willem Klaver Wey X Aegie Paerdekopers.) 975. Rozetten op de vier hoeken. Randschrift: Hier leijt begr[aven] / dieuwer (?) Cornelisdr de huisvrou van Jan Gerritsz Januaer (?) [sterf?] / de 26 A[prilis ?] 15?? I .... I .... I Midden-. Hier leijt be[graven] / Gerrit Jansz [Janvaer] / Met Sijn Huisjvrou] neel wijbrants [dr.] sijn gerust de 17 [Juny] / 1614 en / Hier Leijt Be/Graven Fijtien Pi eters D[r] Huijs/Vrov Van Tames lansz lanvaer Is / Gervst Den 7 February Ao 1699. / Hier Leijt Be/Gra[ve]n Groote Kerk Alkmaar. Middengang. [S ij mo n ?] / laco b [ s z Boom?] / En Aec h t (?) Ia n s (?) / Dr Sijn Huys/Vrov Is Qervst / (345). (In 1602 was eig. van dit graf, Jan Gerritsz Janvaer, die inde Gr. Kerk werd begr. 5 Jan. 1614. Zijn huisvrouw Dieu w e r Cornelis vd. was wellicht dezelfde als Dieuwer Janvaers, begr. 7 Mei 1587, blijkens het doodboek dezer kerk. Zyn zoon Taems, zie boven, begr. 15 April 1626, huwde, wonend in het vergulde Hert op het Luttik Oudorp te Alkmaar, Fijt gen vd., dr. van Pi eter Cornelisz, zeepzieder (ondertr. 14 Jan. 1601.) Zijn zoon was waarschijnlijk ook de genoemde Gerrit Jansz J., in het doodboek aldus als begraven gemeld op 20 Juni 1614: „Gert jan vaers, met sjjn huijsvrou”. In 1624 verscheen, blijkens het grafboek, Sijmon Jacobsz Boom (mogelijk de schoonzoon van J. G. Janv a e r, zie boven.) om dit graf te doen teekenen op Taems Jans Janvaer, Aecht Ja n s, de kinderen van Trijn Jansdr. en Adriaen Gerritsz J a nv a e r. Zie voor den laatstgen. zerk no. 49.) 976. [Hier leijt be]grave / . . . slage . . . . / Sept[embe] Ao / Lager ziet men een merk. (Het merk vindt men afgebeeld in grafboek Gr. Kerk XII, fol. 60 vso. Het betrof daar een graf, gemerkt Noorder Kruis no. 30 en toebehoorende: „Joos i e Joos e n, wedue wijlen t s gaues z.”) 977. Een merk (achtpuntige ster, eender stralen aan het einde omgebogen) ineen medaillon. (fragment.) 978. Een merk (h ? uitgesleten) tusschen de letters C. u. (fragment genummerd 32 en 33 afkomstig uit het 0.-einde van eender zijbeuken ?) 979. Midden: een medaillon, waarin een Agnus Dei. Hier Leijd Begraven Heer Cornelis Hen[dricksz] Pastoor uijt de Kuijnder. Overleden Den 25 Maart [l6] 16. (Choor 84). (Deze zerk lag inde 18e Eeuw ineen stoep voor de deur van de brouwerij het „Roode Hert”, aan de Lindegracht te Alkmaar en was nog in 1841 in het bezit van Wm. Knijpers, metselaar aldaar. Thans is de steen verdwenen. Heer Corn e 1 is H., geb. te Limmen 1534; pastoor te Kuinre 1571-1580, waarna hij te Alkmaar werkzaam was en inde Kerkstraat woonde, alwaar hjj 31 Oct. 1617 voor nots. H. J. van der Ljjn testeerde. Inde Bibliotheek der R. K. Kerkte Limmen, bevindt zich eendoor hem geschreven boek met predicatiën. Zie overeen en ander: Eikelenberg’s „Alkmaar”, bl. 425; Bijdr. Bisd. Haarlem XV, bl. 390; Iconogr. Batav. no. 3398 en W. Kleeff „Oudheden en Geestel. Gestichten” t. a. p. bl. 83 e.v.v.i Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 980. Hier leijt begraven / Maritgen Jans dr va / barnghoru d huijsvrou / van Groote Cornelis / sterf dë 16 may Ao 1613. / Ende haer (een merk, z.g.n. greep) man Corne/lis Jansz groedt en is / gerust dë 12 Junys 1615. / (Een tegel, gelegen hebbende Choor nó. 116 en gevonden op een put b(j graafwerk inde school aan de Brillesteeg te Alkmaar, Nov. 1925; thans in het Gemeente Museum aldaar.) De volgende zes grafschriften worden vermeld in het Diarium van Buchelius (Uitgave van het Historisch genootschap te Utrecht, 3e serie no. 20 bl. 274.) en zijn thans niet meer inde kerkte vinden : 981. Hier leyt begraven de vromen manmachtigen Joachim van Liefrijk van Lubeck in sijn tijt geweldich provoost ende superintendent van d’armade van F. G. prince van Oraingen in Noorthollant, die deerlicken doorschoten wert den 21 April 1574. (Blijkens het doodboek der Gr. Kerk werd 29. Aug. 1574 begraven „de gheweldich provoost”.) 982. Lude (Een afbeelding vaneen draaitol) Fuge. (en drie dobbelsteenen) Christus rex est et Pont. (Afbeelding van Christus habet claves Maximus (psal. 110) een tiara boven inferni ac mortis, et caput ecclesiae uni- twee gekruiste- (Apocal. 1.) cum (Ephes. 1) sleutels.) Ecce leo'de tribu ludae. (Een leeuw gezeten op een languit liggenden man) Apocal. Cap. V Christus solus regnat, imperat, gubernat ac plene salvat. Rumpantur ut ilia papae. Beati qui in Domino moriuntur. (Dit was de zerk, die ’t graf dekte van burgemr. Willem van Rietw ij c k, geb. 1517, f 18, begr. 21 Dec. 1589, vroedschap, schepen 1555/82; waarschijnlijk was het een dubbele witte zerk, waarop een wapen : gevierendeeld : I een keper (Van Ri e t w\j c k); II twee kepers; 111 een molenrad van twaalf schepraderen (Van Torenburch); IV een leeuw; welke zerk' vermeld wordt in het grafboek V 18, le Serie V fol. 95 als toebehoorende aan de erven van Willem van Rietwpck en gelegen zijnde inde Middelkerk sub A no. 44.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. 983. D. Gerardus Basgen obiit Ao 1518. D. Petrus Dodonis obiit Ao 1551. D. Adrianus Basgen obiit Ao 1586. D-. Johan nes Kannemaker obiit Ao 1534. Gregor. Christo data omnis potestas Ante Christum praecurrit, qui se in coelo et in terra. (Mat. 18) universalem sacerdotem vocat. Kapelkerk te Alkmaar. (P.) (Voormalige Lieve-Vrouwe of St. Janskapel.) Deze kerk werd in 1707 verbouwd en is daarna op 21 Augustus 1760 verbrand. Volgens Oud Holland XXVI, bl. 88, waren de glazen der oude kerk in 1705 in zulk een slechten staat, dat burgemeesters besloten de zeven Zuiderglazen te vernieuwen en 8 December 1705 besloten den glazenmaker aan te zeggen, dat hij er voor moest zorgen op het middelste glas te maken het wapen der stad en inde twee naaste glazen aan elke zijde de wapens van hun Edelachtbaren Hendrik Brand, Floris van Teylingen, Leonard Ras en Mr. Johan Baert. Deze glazen zijn vermoedelijk gemaakt door Laurens van der Meuten, f 18Juli 1711. Inden Noordelijken gevel is een steen, waarop: T was Jaco b Vrijbu rghszoon, die d’ hoecksteen veste Aan ’t nieuwe gebouw van deez’ veroude kerek Den Hemel-Koninck geev’ het streek ten beste Van Christus huys en geestlyck tempelwerck. MDCCViI den 23 Julius. Over den preekstoel inden bovenmuur: MDCCVII. Op het bankje van den predikant inden preekstoel leest men: Door den Wel Eed / le Welgeb. Heer / Adriaan van der Mieden out 11 jaar / en XI weeken / is de eerste spijker ge/ slagen aan de / predikstoel tot / de Capelle Kerk / op de stads / timmerwerf / den 11 April MDCCLXII / (HJj was de zoon van den Kerkmeester Mr. Ar is en Anna Coren, zie Ned. Adelsboek, waar zijn geboorte datum onjuist is opgegeven.) Groote Kerk Alkmaar. Middengang. Op het orgel ziet men in kleuren het wapen Le Chastelain in ruitvorm, nl. op rood drie zwarte (moet zijn groene) gekanteelde dwarsbalken; over alles heen een gouden gekroonde leeuw; boven het schild een kroon; schildhouders twee gouden griffioenen. Daaronder leest men: Ter duurzame eer van de Edel welgeboren/Jonkvr Johanna Geertruida Le C has tel ai n / welke dit orgel edelmoedig bekostigd heeft / hebben Heeren Burgemeesteren dit dank / en gedenkteeken doen stellen Anno MDCCLXII. / Aan weerszijden van dit wapen en opschrift de wapens in kleuren van: (links van den toeschouwer) (rechts van den toeschouwer) Mr. Hendrik Nanning Daey. Mr. Adriaan Baart. Carel de Dieu. Jhr. Jacob van Cats. (Vgl. Rouwkas Groote Kerk no. 155.) Inden toren een klok, waarop: 1. Kylianus Wegewart me fecit Campis ao 1630. Op de andere leest men: 2. Joan Nicolaus Derck me fecit Hornae anno 1760. Henrico Nanningio DaeyJ. C. Carolo de Dieu Cornelio Elias Johanne Henrico de Carpentier J. C. CDI3CCLX lila . ego . quae . supra . tria . jam . per . secula . turris Pax . et . honor . posset . monstro . quid . una . dies Corripiunt . aedes . flammae . dum . tecta . voraces Labor . et . officio . reddor . inepta . meo Perdor . anus . flamma . artificis . sed . flamma . juventam His . mihi . consulibus . reddere . jussa . fuit. Ni mirum fusa Ao CI3CCCCXLIII A. D. XXf Aug. 1760 CIDDCCLX (Genoemde vier heeren waren de burgemeesters.) Kapelkerk Alkmaar. De Bijdragen voor de gesch. van het bisdom Haarlem, Deel 25, bl. 39, vermeldt nog een klok, waarop: 3. Sinte Jan is mijn naem, mijn geluyt sij God bequaem. Pieter van Dormen MCCCCXLIII. Uit de oude Kerk zijn ook nog aanwezig eenige grafsteentjes of fragmenten daarvan-, men leest er op: 1. In het turfhok: Een merk, z.g.n. greep of griep, tusschen de letters I. en Y. 2. Voor den ingang aan de Laatzijde: Hier leyt begraven / Trijn Cornelis D. is gerust / den 17 April ao 1627. / Hier leyt begraven / Barberjans dr. sterf / 1629. Achterin de Kerk: 3. Hier leyt begraven / Jan Heynisis gerust / den 5 Desember anno / 1627. / 4. G. D. K. / H. W. M. / G. H. D. / F. D. K. / 5. Wapen: gekeperd. V. N. B. (Is dit misschien Van (de) Nieuburg met het wapen Van S g m o n d ?) 6. Hier leyt begravê Pieter / Jansz Backer sterf den / 12 Maert Ao 1626. 7. Hier leyt begraven / Mertgen Pietërsdr. / is gerust den 27 Febru/arius anno 1625 / Hier leyt begravê Pieter / Jansz Smit van Scagen / sterf dê 2 Junyus 1631. 8. Hier leyt begraven / Jannegen JansPolfvliet / is gerust op den 15 Janni/warius anno 1628 ende / haer man Heindrick / Ben sterf dë 3 February 1632. / (Een merk). 9. Hier leyt begraven Jan / Aeriansz Kayser brouwer / van die Svan mit die Croon / is gerust dê 24 Maert / anno 1618. (Een gekroonde zwaan op een terras en een merk: (K.) Kapelkerk Alkmaar. (In 1605 was Heyndrick Willemsz brouwer van „de Swan”. vgl. Gr. Kerk no’s 253 en 851, die op het Verdronkenoord te Alkmaar stond. Op 2 Mei 1619 werd begr. in deze Kerk „Een kind van de brouwer „in ’t Swannitge.”) Voor het orgel: 10. Hier leyt begraven / Claeyn Aerriensz / Scipper van den Hoef / is gerust den 10 Juny / anno 1645. / (Een merk-, de 4 tusschen de letters C. en A.) 11. S. 12. Op een schild de letter P. Om het schild de letters I. g R. 13. (Een merk). Hier layt begraeven / Hayndrick Gerritsen / Kooperslaeger is in / den Heere gerust den / 28 May anno 1628. 14. Hier leyt begraven / DirckCornelisz van/den Aecker is gerust / den 24 December Ao 1670. / Over den preekstoel: 15. Een merk tusschen de letters I. p 1. 16. Boudewijn / Tijsen / Hanecray. (Hij was gehuwd met Trijntie Barents en testeerde den 22 Apr. 1665 te Alkmaar voor den nots. C. Kessel.) 17. Een merk ineen ovaal tusschen de letters B. 18. Een merk en de letter D. 19. W. C. 20. Een merk tusschen de letters I. B H. Inden voet W. C. 21. Hier leyt begravë Jaepgen / Willems dr die huysvrou / van Louwerus Willemsen / is gherust den 4 April op Paesdach anno 1627. Ineen ovaal een merk tusschen de letters L. W. Kapelkerk Alkmaar. 22. Twee schilden 1. (aan een stronk hangend) een schuinkruis, vergezeld onder vaneen zandlooper en links van de letter C. en boven vaneen ster (6); 2. in ruitvorm blanco. 23. Ineen ovaal een boender, het handvat boven, tusschen de letters A en B. 24. Aan de Laatzijde 1. Q. W. 25. Hier leyt begrave jacop / Doedensz sterf den 7en ƒ November Ao 1626. (Een schoenmakershamer.) 26. Een naar links omgebogen buis met boven verbreede opening; boven de opening een kruisje; rechts van den buis I. 27. T. H. K. / Anno 1669 / (ln een cirkel drie stopen, 1 en 2.) 28. Ineen cirkel een merk, twee vieren ruggelings naast elkaar en verbonden, onder die figuur een kromme lijn. 29. T. D. 30. J. J. P. Als nog achterin: 31. I. X R. 32. Een timmermansbijl. Baert (Een ster (6)) Willemsz. 33. Int jar 1625 dé 31 Octobr / is gerust Harmen Barensz / de soon von Barent Harmesz / Laekenkooper / sterf de 28 Maey Ao 1626. (Een figuur inden vorm vaneen roskam, blijkbaar een instrument om laken te kammen en daarnaast de letters B. en H. en daartusschen twee gekruiste gaffels.) ende sijn huysvrou Anna Heyndericksz sterf den 19 Jannywary Ao 1629. / Hier leyt begraven / Guertie Baerentsdr. de / huysvrou van Jan Jacobs / Schoenmaker isindë Heer / ontslapen den 8 April 1641. / (Een merk tusschen de letters I. g I.) Kapelkerk Alkmaar. 34. Hier leyt begraven / Lijsbet Segers de huys/vrou van Aeriaen Jansen Vis/cooper is gerust den 25 / Maey Ao 1638. / 35. Een cirkel, waarin drie lijnen naar het midden, een van boven, een van onder rechts een van onder links, tusschen de letters I. I. 36. Als no. 23. Nog over het orgel: 37. M. T. D. 38. T. D. (Over den preekstoel). 39. Een griep. 40. Dit graf hoort toe / Jacop Claesz van der Laen. / Een merk. 41. G. H. A. H. 42. Een naar rechts gewende bijl boven de letters I. G. 43. Ineen cirkel een groote hoofdletter A, vergezeld van de letters A. C. 44. I. S. 45. Een merk (de 4 boven de leters T, A. E. aan elkaar; door den steel van de 4, de letter S.) 46. Ineen cirkel een merk (de 4) gewend tusschen de letters 1. K' A. 47 GR – lANSZ – OUWE [ho]edemaeker is gerust [de]n 17 Desember Ao 164.. 48. A. N. L 16 Kapelkerk Alkmaar. 49. Een gekroonde steenhouwershamer tusschen rechts een dito hamer en links (bedekt). 50. Een haan op een terras ineen cirkel. 51. Een merk tusschen de letters I. D. 52. P. West. Op den koperen lezenaar van den voorzanger is het wapen van Alkmaar. Inden bijbel van den preekstoel leest men: 1727 den 31 Augustus is getrout Christiaan van der Heyden met Trijntje Lammers Graef. 1728 den 24 September (op Vrijdag) is gebooren Jannetje Christiaensz van der Heyden en is gerust den 1 Julius 1730. 1731 den 27 Januarius is geboore Sytje Christiaensz van der Heyden Saterdag. 1732 den 10 April is gebooren Lammert van der Heyden (Donderdag) en den 15 dito is gerust Sijtje Christiaensz van der Heyden. 1732 den 6 October is gerust Lammert Christiaensz van der Heyden. 1734 den 16 February is geboore WillemChristiaenszvan der Heyden savons de Klok 4 a 5 ure op Weunsdag. 1734 den 11 September is gerust Willem van der Heyden ’snags tussen half en 12 uren. 1736 den 14 Mayjus is geboore Willem van der Heyden ’s namiddags ten half 4 uren op Maendag. 1739 den 11 Maert is gebooren Lammert van der Heyden en gerust den 15 Juny 1770 tot Amsterdam ’s morgens omtrent seeven uren op Dingsdag. 1741 den 15 Desember is geboore Jan van der Heyden op Sondag omtrent tien uren ’s morgens. 1743 den 12 February is gerust Jan van der Heyden op Dingsdag ’s morgens ten half agten. 1743 den 6 Maert is geboore Jannetje van der Heyden ’s morgens ten half drie uren op Woennesdag. Kapelkerk Alkmaar. 1744 den 3 Juny sijnde Woensdag is geboore Jan van der Heyden na de middag de klok een ureiv 1745 den 24 Julius synde Saterdag is gebooren Fijtje van der Heyden op den middag effe voor twaelf ure. 1746 den 11 Juny is gerust Jan van der Heyden agtermiddags de Klok half vier uren. 1747 is geboren Maertje Christiaenssen van der Heyden den 9 Febr. op Donderdag ’s namiddags tussen een en half twee uren en is gerust primo April 1748. 1749 den 23 January is gebooren Jan Christiaens van der Heyden snags tussen 12 en half 12 (sic) uren sijnde Donderdag. 1749 27 May is gerust Jan van der Heyden ’s middags tusschen twaelf en half eenen sijnde Dingesdag. 1768 den 6 Maert is inden Huwelijk staat getrout Jan de Graaff met Jannetje Pannekoek. 1770 den 28 Maey is geboore Maartie Jans de Graaff naamiddag om 4 uren sijnde Maandag. 1772 den 18 Feberwary op Dingsdag morgen te 2 uren is geboren Jan Jansz. de Graaff en gerust 17 Mart 1772 smorgens ten 6 ure. 1773 den 30 April op Vrijdagh ’s naghs ten een ure is geboore Trijntie Jans de Graaff. 1774 den 30 Augustus is geboore Jan de Graaff op Dingesdag s morgens te 4 uren. 1778 is gerust den 3 Maert Jan de Graaf out 70 jaar en 9 maanden. Op geschilderd glas, (voorgesteld op vier zuilen, op gekruiste pijlbundels als aan linten hangende,) waren in 1707 aangebracht de wapens der burgemeesters van dat jaar: Gerard van Egmond van der Nyenburg, Pi et er Sijms, Mr. Nicolaas Vrijburch en Simon Assendeltt. Bij de omwenteling van 1795 verdwenen deze wapens. Kapelkerk Alkmaar. Luthersche Kerkte Alkmaar. (B.) Boven den ingang bevindt zich het jaartal 1692. Op een steen inde Kerk leest men: Dees kerk is door Gods genaad en d’ ovjerheede gunst Door Vroomen Herten hulp en door der Meestren Kunst Wel Heerlijk opgeboud doen Laurens Lange leerde En Petrus Haerboe met Joan de Rood regeerde Int jaar van sestien hondert twee en negentig Tot Godes Heyligdom der Menschen Heyl en Ligt En is nog meer Versiert door Gaven en Vereering 1693 van Daniël Rademaker in zijn Regering. De Heere sij gepresen de groote God van magt Die t’ al gegeven heeft wij sugten nu met kragt. O God wil deeze kerck tot Uwes Namens Eren Bewaeren t’ aller tijt en alle Ramp afkeeren. Op den eikenhouten preekstoel ziet men den naam: J. Rademaker Daniël dn daarbij het wapen: Gedeeld: I drie ruiten aaneengesloten en boven elkander; II doorsneden: boven een posthoorn, beneden twee gekruiste zwaarden, de gevesten beneden; helm zonder wrong; dekkleeden; helmt. drie struisveeren. Op een tochtportaal aan de Noordwestzijde ziet men den naam Ps Haerboe, voorts diens wapen: gevierendeeld: I en IV een haas; II en 111 een springende fontein; helm met lauwerkrans; dekkleeden; en het jaartal 1695. Op een idem aan de andere zijde: Kerckelijk gedachtenis van P. Haerboe en Amerensia Bisschop 1695. Op een koperen kroon het wapen van Amsterdam. Op twee psalmborden het vorenbeschreven wapen: Rademaker en: „Anno 1827”. Op het doophek, dat zich thans in het South Kensington Museum te Londen bevindt, zag men: In het midden het wapen van „Do. L. Lange / prediekant”, nl. een hart, waardoor twee gekruiste pijlen gestoken zijn; het geheel omgeven dooreen lauwerkrans; helm met wrong en dekkleeden; helmteeken het hart met de pijlen. Rechts het wapen van „I. D. Roode / Ouderlingh”. Schild?; helm met wrong; dekkleeden; helmt. drie struisveeren. Links het wapen van: „P. Haerboe / Ouderlingh” (Zie hierboven). (Laurentius Lange, geb. Ratseborg in het Holsteinscbe, als prop. te Deventer, pred. 1679, pred. Zwolle 1680, Leiden 1684 en Alkmaar 1691. Op 14 Sept. 1692 wijdde hp de nieuwe Luthersche kerk in; in 1695 ber. te Gouda, f 4 Maart 1697. Zie: De pred. der Evang. Luth. gem. te Alkmaar, door W. P. Overmeer, Rijswijk, Gen. en Her. Archief 1902 bl. 6; P. Ha e r b o e, gezworen landmeter 16 Jan. 1668, X Amerentia Bisschop van Witmunt, testeerden, 12 Sept. 1674 te Alkmaar voor den nots. C. Kessel. Johan deßoode X Catharina Hopfer, was Heemraad van de Wieringerwaard en van de Schermer, 1720-’2l en solliciteur militair te Alkmaar, o.a. voor Duitsche vorsten, welk bedrijf door z\jn weduwe werd voorgezet. Zij test. voor nots. C. v.d. Meer te Alkmaar den 1 Mrt. 1703.) Remonstrantsche Kerkte Alkmaar (B.) Op den koperen lezenaar van den voorzanger ziet men het wapen van Alkmaar en het jaartal 1698. Op den koperen lezenaar van den predikant is het monogram R. S. K. (?) en 1711. Twee koperen doopbogen vertoonen het monogram E. L. K. ? en het jaartal 1760. Destijds waren er twee gebrandschilderde glazen, geleverd door Abraham Washuizen. Luth. kerk Alkmaar. Ned. Herv. Kerkte Amstelveen. (P.) (H. Urbanus.) Op een monument tegen den muur: Cineresjani Broukhusii nati XX Nov. MDCXLIX, tumulati XX Dec. MDCCVII, sepulcri num. LXXXV. D. M. lani Broukhusii defuncti anno CDIDCCVII Sparge . sacro . lauros . myrtumque . hederasque . sepulcro. Pieridas . quisquis . Pallada . quisquis . amas. Callimachum . numeris . referens . Broukhusius . umbrum. Hic . Amstelvenia . conditus . aede . iacet. Ut . post . gradim . partes . in pulvere . palmas. Otia . qua . coluit . docta . quiescat . humo. Laude . sua . pietas . cineri . nunc . praestita . gratae . Nobile . in . exemplum . posteritatis . eat. Quae . male . neglectis . et . honore . carentibus . umbris. lustra . suum . reddit . post . duodena . decus. sint . licet . ingenui . monumenta . perennia . tanti Busta . sed . e . pario . marmore . caesa . ruant . Petrus Burmannus secundus. Abrahamus Calkoen Corthoevii toparcha summus Amstelandiae praetor eiusque aggerum praefectus. (Mr. Abraham Calkoen was secretaris en hoofdschout van Amsterdam en leefde van 1729-1796; het monument is dus lang na den dood van Jan Broukbuisen opgericht.) Op den lezenaar van den preekstoel is het wapen van Amstelveen aangebracht. Op de klokken leest men: 1. Verbum . Domini . manet . in . aeternum . Everhardus Splinter . me . fecit . Enchusae . anno . 1641. 2. Franciscus . Marcken . novae . Amstelae . praetor .et . Guilhelmus . Nicolai . Ket . aeditivs . huius . templi . restauratores . anno . MDCXLII . Cornelis . Ouderogge . en . D. I. O. Rotterdam. Gereformeerde Kerkte Amstelveen. (P.) De eerste steen gelegd door J. Versloot als oudste lid der gemeente den 3 Juli 1899. Voormalige Agnietenkapel te Amsterdam. (P.) Inde vestibule leest men: Capellam, quondam Sanctae Agnetis in honorem factam. Anno MCCCCLXX, Athenaeo illustri anno MDCXXXII recens inaugurato sedem datam, Anno MDCCCLXIV Scholis publicis traditam, postquam pristinam in formam redacta est nee non decori prisco reddita anno MDCCCCXXI Studiis academicis iterum consecraverunt Senatus populusque Amstelodamensis. Inden muur vaneen voorpleintje heeft men eenige steenen gemetseld, w.o. een altaarsteen. Op eenige is hier en daar een letter of een cijfer te zien. (1. H.; I. H. S.) N. H. Kerk Amstelveen. Op een brokstuk leest men : [Hier – leit – bjegravë . Ytkë dochter . starf Ano XVc. C . . . . dë XVII . Januarii (Op een schild een merk, waaraan drie eikels). Hier . leit . [begravë] doctooer starf Ano (Vgl. De Agnietenkapel, 1470, 1632, 1721. Gedenkboek, uitgegeven door den Secretaris van den Senaat der Universiteit (J. H. Scholte) MDCCCCXXI. Gedrukt ter Stadsdrukkerij Amsterdam.) Amstelkerk te Amsterdam. (P.) Niets te vermelden. Museum Amstelkring te Amsterdam. (B.) Inden gang bevinden zich twee zerken, inden muur gemetseld. 1. Een zwart marmeren steen, waarop nog te onderscheiden een miskelk. (Blijkens den catalogus is deze steen afkomstig uit de kapel van het voormalige klooster der Oude Nonnen, op den Kloveniersburgwal bij de Oudemanhuispoort te Amsterdam en werd hjj gevonden, toen dit 'gebouwencomplex in 1887 werd afgebroken.) 2. Een witte steen, op welks vier hoeken men binnen vierpassen de zinnebeelden der Evangelisten ziet. Inden rand leest men: Hier leyt be/grave meester Wouter Jonge Jacobs Zoê priester / Int jaer ons / here. M . CCCC . LXXX . upte sesten dach ï mrcio: b’ v’ ziel . In het midden een schild met uitgeschulpten rand, waarop een miskelk met hostie. Aan dit schild hangt aan een riem met gesp een schuinhangend schild, waarop een merk. Het geheele middenvak is voorts gevuld met rijk laat-gothisch ornament. Agnietenkapel A’dam. Begijnhofkerk te Amsterdam. (P.) Op bl. 45 van Jaargang 1894 XIX, van de Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem wordt melding gemaakt vaneen foliant, berustende in het archief van het Begijnhof en bevattende de namen van degenen die sinds 7 Juli 1642-1817 in die kerk begraven zijn; aldaar worden uit dit register de volgende personen vermeld: 1. 1661 den 23 Nov. is begraven heer Bruino Janse[n] een eygen graft, 123. (Deze pastoor was vroeger te Burg op Texel en te Rijp en Graft.) 2. 1664 den 2 Sept. is begr. Mr. Jan Harwinen, eijgen graft, 54. (Vroeger pastoor te Bovenkarspel, 1653 te Amsterdam.) 3. 1665, den 13 Oct. Mr. Lambertis Ho[f]man, eygen graft 126. (Hij was geb. Amsterdam, zn. van Corne 1 is, in 1645 pastoor te Ilpendam, 1652 in het Begijnhof.) 4. 1670, den 15 Feb. is begr. Mr. Jacop Verharen, eygen graft, 123. 5. 1712 den 14 May, Mr. Simon Franciscus Coetenburgh; graf no’s. 121 en 122. (Hij was zn. van Mr. JanenCornelia Hannema, priester in 1680, kapelaan te Assendelft, pastoor te Purmerend, 1700 te Amsterdam; zie Groote Kerk Alkmaar, zerk no. 647.) 6. 1745 den 14 Sept. Franciscus Cornelius Dierhout (Dierout), no. 126. (Hij was ged. Utrecht 9-3-1675, 1701 kapelaan te Amersfoort, 1709 pastoor te Teckop b\j Woerden, 16 Mei 1712 pastoor van het Begijnhof; op 1 Aug. 1725 was hp 25 jaar priester; zy'n portret inde zaal van het Begijnhof, f 8-9-1745.) 7. 1751 den 23 Dec. Josephus de Weerdt in no. 123. (B\j was geb. Utrecht circa 1689, pastoor te Warmenhuizen 1713, te Amsterdam aan de Berebijt Oct. 1735, f aldaar.) 8. 1752, den 29 Nov. Gijsbertus Ouwerogge, no. 43. (Hy was ged. Montfoort 30 Maart 1699, zn. van Johannes en Maria Clara Schijf, kapelaan te Montfoort 1724, te Amsterdam in het Duifje 1725, 1727 kapelaan te Maarssen, 1730 pastoor te Naarden, Nov. 1751 op het Begijnhof te Amsterdam, f aldaar 23 Nov. 1752.) 9. 1753, den 17 Mei Johannes Duyn, no. 32. (Hy was priester gewijd 1733, pastoor te Hoorn 1740-1752, in Jan. 1752 pastoor aan de Berebijt te Amsterdam.) 10. 1762, den 8 Sept. Johannes Baptista Scheepen, no. 41. (Hij was geb. Amsterdam circa 1696, in 1726 kapelaan te Amsterdam.) 11. 1767, den 9 Sept. Johannes La(u)rette, no. 15. (Hij was 1764 kapelaan geworden aan de Berebyt te Amsterdam.) 12. 1772, den 31 Maart Jacobus de Roeper, no. 126. (Hy was geb. Hoorn 26 Juni 1717, priester gewijd in Maart 1743, pastoor te Bergen 1748-1752, 8 Oct. 1748, lid Haarlemsch kapittel, pastoor op het Begijnhof 10 Dec. 1752, zyn portret inde zaal aldaar.) 13. 1773, den 16 Sept. Sjorsie Ewalt, no. 94. (George Joseph E. kap. inde Pool te Amsterdam 1757.) 14. 1781, den 28 Dec. Hendrick Rutten, no. 55. 15. 1785, den 28 Juny Johannes Gerardus Moolenaar, no. 43. (Hy was 1780 pastoor te Hoogmade en sinds 1784 buyten de Raampoort te Amsterdam; hy f 22 Juni 1785.) 16. 1788, den 5 Febr. Timotheus Ignatius Ewald, n0.41. Hij was kapelaan in het Duiije te Amsterdam Aug. 1748, 1750 pastoor te Spanbroek, van 1755-1772 idem te Haarlem, in April 1772 van het Begijnhof te Amsterdam, f 31 Januari 1788; zijn portret is inden zaal aldaar.) 17. 1792, den 7 Januari Josephus Maju, no. 41. (Hy was ged. Amsterdam, (Kerk, Geloof, Hoop en Liefde) 9 Jan. 1724, zn. van Johannes en Lijsbeth Beekenstede; kapelaan inde Pool te Amsterdam, Pebr. 1751, pastoor te Wervershoof 1753, van 1765-1788 te Wormer, Maart 1788 aan het Begijnhof; zyn portret inden zaal aldaar; hy t 2 Jan. 1792.) Begijnhofkerk A’dam. 18. 1792, den 20 December Joannes Casparus Onsteyn, no. 75. (Hij was geb. te Amsterdam, 1758 te Overveen, kapelaan, 1760- 1776, pastoor te Gouda, Nov. 1776 aan de Berebijt te Amsterdam, t aldaar 14 Dec. 1792.) 19. 1798, den 12 Januari Marcelinus La Bourot, no. 94. (Hij was een Fransch immigrant.) 20. 1799 den 23 Maart Gulien le Couturier in no. 68. (Vermoedelijk ook een immigrant uit Frankrijk.) 21. 1800 den 26 Sept. Gerard Anton Albert, no. 115. (Hij was kapelaan op het Begijnhof sedert Aug. 1791, en f aldaar 22 Sept. 1800, oud bijna 37 jaar.) 22. 1801 den 18 Juli Johannes Lesscher, no. 115. (In 1749 geb. te A’dam, van Mei 1777 kapelaan van de Berebjjt aldaar, 1784 pastoor der Egmonden, 1792 pastoor op het Begijnhof; t 14 Juli 1801; zjjn portret inden zaal aldaar.) 23. 1802 den 11 Dec. Hieronymus van den Dorp, no. 129. (Pastoor te Spanbroek, 1769-1775, 1775-1802 te Bullewijk en Ouderkerk.) 24. 1810, den 4 Mei Johannes Josephus Banning, no. 125. (Hij was kapelaan aan het Haantje te Amsterdam, Oct. 1772, 1780 pastoor te Zevenhoven, in 1799 aan de Posthoorn te Amsterdam, t aldaar 29 April 1810.) 25. 1818, den 25 Febr. Joannes He ge man, no. 116. (Hij was ged. inde Posthoorn te Amsterdam 9 Maart 1753, zn. van Michiel en Anna Margareta Sybilla ter Burg, tot priester gewijd Sept. 1776, kapelaan inde Pool te Amsterdam 1776, kapelaan te Diemen 1783, pastoor te Amsterdam aan de Berebjjt 1793, pastoor van het Begijnhof 21 Juli 1801, 22 Sept. 1801 25 jaar priester, f aldaar 20 Febr. 1818, zijn portret inden zaal aldaar.) Begijnhofkerk A’dam. Eilandskerk te Amsterdam. (P.) Op de klok leest men: Ciprianus Crans Jansz Amstelodami me fecit anno 1736, Op grafzerken leest men : 1. Hier leyd gescheyden / door de dood / De Dood / sijn waarde egtgenoot. / Het eerste lijk / dat oyt hier d’aard / bedekt heeft / was Dora Stuaard / overleden / den 12 Februarij ao 1737. – (no. 106). 2. C. A. Schönbeck. 3. Klaas Kool. 4. Maria Mol, huisvrouw van Hendrik de Roos gestorven den 29 January en begraven den 4 February 1750. (no. 15). 5. Thomas ten Brink geb. 23 Oct. 1841 overl. 27 Nov. 1865. (Hy was geb. Amsterdam, theol. stud. aldaar, zn. van den apotheker Hendrik Janszn. en Gertke Ysbrands; vgl. verder no. 8.) 6. Meyboom. – (no. 147). 7. Van Beuningen van Helsdingen 1865. (no. 33). (Ygl. Mdbl. Ned. Leeuw 1899 bl. 124, 157-158; inde kerk werden begraven op 25 Feb. 1846, Atje Jacoba van B. v. H., oud 2 jaar; op 2 Oct. 1851, Frederika Maria Wilhelminav. B. v. H., oud 18 jaai; Le na Lou i sa v. B. v. H., oud 16 d. op 14 Aug. 1852; op 23 Aug. 1853 Kein i e r v. B. v. H., oud 15 dagen; 26 Oct. 1860, Leonard Jacob v. B. v. HL, oud 2*/, jaar; 26 Mei 1864, Margaretha Elisabeth van Helsdingen, oud 64 jaren.) 8. Trijntje ten Brink, geb. 1838, overl. 1850. Lucretia Johanna ten Brink, geb. 1833, overl. 1854. Hendrik ten Brink Jz., geb. 1801, overl. 1855. Jan ten Brink, geb. 1840, overl. 1861. Gertke Ysbrands, wede. H. ten Brink Jz., geb. 1808, overl. 1861. (no. 76). (Trijntje, geb. Amsterdam, 17 Maart 1838, f aldaar 18 Sept. 1850; Lucretia Johanna, geb. a.v. 8- Aug. 1833, t aldaar 4 Nov. 1854 en Jan, geb. a.v. 26 April 1840, t ald. 12 Januari 1861, waren met den sub no. 5, genoemden Thomas, kinderen van Hendrik, geb. Meppel, 29 Oct. 1801, f Amsterdam, 2 Juni 1855, (zn. van Jan en Lucretia Johanna Berlage), dieX aldaar 8 Nov. 1832 G. Ysbrands, t aldaar 29 April 1861. (dr. van Thomas, f Amster dam, oud 72 jaar 6 Dec. 1847.) 9. I. Houtkoper. (no. 64). 10. Pietertje Welma obiit 13 Februarij 1804. (no. 65). 11. Barent Palmboom. Ao 1760. (no. 114). 12. Giertie Bom weduwe Leendert Bom. (no. 113). 13. Lodewijk van der Saan. (no. 111). (Van dezen naam vond ik : t Amsterdam, 4 Jan. 1800 Maria van Maastright, oud ruim 54 j., X Johannes van der Saa n, waagdrager van het Blauwhoedenveem, f A’dam, 9 Maart 1807, oud ruim 67 jaar; Swaantje ten Brink, wede. David vanderSaan, f Amsterdam 14 Aug. 1801, oud circa 84 jaar, moeder en behuwdmoeder van Davidvan derS., Jan Wijngaarden en Mattheus Jan Uurling.) 14. A. v. R. Ao 1814. T. O. B. 1763. (no. 112). 15. Cornelis Cousijnsen. (no. 123). 16. Jan Palmboom. (no. 125). (Hij t Amsterdam 2 Mei 1853, oud 76 jaar, X 1) MariaKleyn, f oud ruim 35 j. te Amsterdam, 27 Jan. 1810, na circa 11 jaar gehuwd; X 2) 1812 Johanna Fredrikaßrinkgreve, 1 Amsterdam 28 April 1862. Uit het le huwelijk was een zoon Jacobus P., f Amsterdam 10 Nov. 1828; uit het 2e een zoon Jan Herman P., geb. ald. 8 Jan. 1826, f aldaar 25 Juli 1828.) 17. Anna Welma. (no. 72). 18. Auke Welma en Maria Lucas. (no. 71). 19. Klees. (no. 24). (Reyer KI., f Amsterdam 21 Jan. 1837, oud circa 50 jaar, na bijna 21 jaar geh. met Marretje Kost. Zijn zoon was K. Klees Rzn., med. dr., die X A’dam 11 Juli 1844 (ondertr. 27 Juni t.v.) Margaretha Elisabeth Claus, f aldaar 6 Oct. 1850, oud 28 jaar 7 maanden, tegelijk met haar eenig zoontje, verdere kinderen van K. Klees waren: 1. een dr., geb. Amsterdam, 12 Mei 1845 en 2. een dr. geb. a.v. 5 Juli, 1846; 3. Clasina Margaretha KI., geb. 1 Mei 1848, f 14 Aug. 1848; 4. Rein ha r t KI., geb. 16 Sept. 1849, f 7 Aug. 1850, alles te Amsterdam.) Eilandskerk A’dam. 20. Johanna Thomas, geb. Schuyt, overleden 27 Juli 1844. (no. 11). (Zjj X A’dam 1 Aug. 1825, Carel Christiaan Thomas Johanszn. ex Anna Maria Schirneck.) 21. Hier rust Eelk Folkerts overleden 1 Januari 1815 inde hoop des eeuwigen levens. (no. 12). 22. Een merk, bestaande uit drie omgekeerde driehoeken, aangesloten boven elkaar, 1 en 2. (no. 28). 23. Jan de Wit overleeden den 29 Desember 1772. (no. 27). 24. J. A. Z. begr. 31 Decemb. 1816. 25. Hier rust Jan van Thi el en Speet en familie. (no. 70). 26. Wapen: een gaande leguaan? (althans een langwerpig dier); helmt. een vlucht. (no. 72). 27. H. G. geb. D. L. obiit 1844. Een merk, bestaande uit de 4 en de letters I, D. en H. (HesterGerritz, geb. deLooper, t oud 54 jaar XFredrik Hendrik Gerritsz.) 28. A. Smit Kr ui sin ga. (no. 74) (Albertus Willem Smit Kruisinga, t Londen 13 April . . . . oud ruim 34 jaar, vermoedelijk zn. van R. R. visiteur der in en uitgaande regten en accijnzen en Zenobia WalradinaTheodorade Raad, geb. Amsterdam 1 Dec. 1834, is misschien een kleinzoon.) 29. W. de Kemp. (no. 83 ). 30. Jonker. (no. 82). 31. M. de Wolff. – (no. 81). 32. Hier legt begrave Pieter van Beerendregt overleeden den eersten November 1766 out 87 jaare 6 maande en 19 dage. (no. 91). Eilandskerk A’dam. 33. G. Kramer overleden 3 February ao 1852. (no. 92). (Gerrit Kr., oud 79 jaar, was geb. A’dam, ongeh., zn. van Hendrik en Jannetje Sweekhorst.) 34. Jan Jacob Lindeman 1769. (no. 118). 35. Hendrik Vermeulen obit 1 Julij anno 1740(?) begraven den 22 dato. Een molen tusschen twee huizen, ieder vóór vier boomen, die boven het dak uitkomen. Hendrik Vermeulen obit 2 October anno 1787 begraven 8 dato. (no. 106). 36. Anno 1760. R. Hooghenbeld (?) (no. 119). 37. Hier ligt gerust Cs. v.d. Oudermeulen gebn. 26 Jany 1735 en gest.n 5 Maart 1794. – (no. 132). (Zie Ned. Patr. I bl. 325 sub VI; hij X 1759 Barbara van Helsdingen, f Amsterdam 18 Dec. 1811; en was sinds 1768 Kerkmeester dezer Kerk; zijn vrouw werd hier 23 Dec. 1811 begr.) 38. F. van der Oudermeulen 10 Maart 1864. (no. 121.) (Ygl. Ned. Adelsb. 1915 bl. 146 sub 4; hy X 1820 Jkvr. Johanna De del en was Fredric v.d. 0., f 6 Maart 1864, comm. Eikenkroon en Ned. Leeuw.) 39. Op een drievoet een blok. Coenraad Blok; huysvrouw Maria Schouten; dogter Christina Blok, Huybert den Breen, schipper op Surinaamen. (no. 129.) 40. K. v. Kr al in ge. (no. 149) 41. W. de Roos. 1780. – (no. 162). 42. Hier rust Elisabeth Bakker weduwe Joannes van der Meulen begraven den lOden February 1786 en Anna van der Meulen begraven den 29sten 'Augustus 1789. – (no. 173.) 43. Lucas Bu . . Obit 21 Maart 1738 en huysvrouw Neeltye Abrahams Langendijck obit 14 Yuly 1738. (no. 171). Eilandskerk A’dam. 44. S. Kraay overl. 12 April 1827. W. P. Kraay geb. Koning overl. 2 February 1838. V. Kraay geb. Bakker overl. 28 April 1850. P. Kraay overl. 25 October 1854. (no. 229.) (Symon K., oud kap. om de West; oud771/,41/, jaar, na ruim 48 j. huwelijk met Wille mijntje Koning, f oud 83 jaar. Hun schoondochter Vrouwtje Bakker, echtgen. Pieter Kraay, f oud ruim 59 jaar na 32 j. huw., met hun zoon Piet e r K., t oud ruim 66 jaar.) 45. H. v.d. B. (no. 193). 46. Familie Rijnders. (nos. 237, 238, 239.) (Mogelijk behoorde tot deze familie Francina Vincenten, wed. Coenraad Rjjnders, t A’dam 9 Dec. 1796, oud 85 jaar en 'circa 9 maanden.) Op het orgel ziet men het jaartal MDCCCXLIV. Op den koperen lezenaar van den voorzanger het wapen van Amsterdam. Ineen lijst hangt-. „Afbeeldinge van de sitplaatsen inde Eylandskerk in ’t koper gebragt door Hendrik de Leth.” Men ziet er bovenaan in kleuren de wapens van: 1. Balthazar Nolthenius. 2. Mr. David Jacob van Lennep. 3. Jan Jacob Birrs van Harlingen (Gevierendeeld: I en IV op rood drie zilveren lelies; II en 111 op zilver vier roode ankerkruisen 2,2.) 4. Is aak Ernst de Petersen (Jhr. I. E. de Peter s e n, zie Ned. Adelsb. 1916 bl. 81 sub V; hjj leefde van 1790-1835; Balth. Nolthenius, zie Ned. Patr. 1917 bl. 331 sub IX, 1763-1830; Mr. D. J. va n Lenn e p, zie Ned. Adelsb. 1915 bl. 94 sub X. Zij waren in 1809, het jaar waarin de benoeming door burgemeesters ophoudt, kerkmeester dezer kerk onderscheidenlijk 1 sedert 1792; no. 2 sedert 1793; no. 3 sedert 1804; no. 4 sedert 1804.) Eilandskerk A’dam. Engelsche Kerk Episcopal Church te Amsterdam. (P.) Deze kerk is in 1698 gesticht. Op den achtergrond ziet men boven de borden met de artikelen des Geloofs enz. het wapen van Koningin Victoria van Groot Brittannië in kleuren. Om het wapen de spreuk Honie soit qui mal y pense; er onder: Dieu et mon droit. Op een wit marmeren plaat binnen boven den hoofdingang leest men: This church having been rebuilt and enlarged was reopened for Divine service on Sunday December the 16th 1827 Revd J. D. Parham A. M. Chaplain Thomas Jackson ) William Faulkner church wardens‘ Voorts leest men nog op marmeren platen: Sacred to the memory of John Locke Jeans M. A., late minister of this church, who died August 20*h 1827 aged 32 years this stone is erected as a testimony of the affection, with which he was regarded by his friends and especially by his sorrowing congregation. By his lamented death this church has not only lost a good and faithful Minister but also an active benefactor, to whose zeal it owes its present beauty and enlargement. Op grijs marmer een witte plaat, waarop in gouden letters: Sacred to the memory of the Reverend William Jameson, M. A. British chaplain at Amsterdam, who feil asleep in Jesus Nov. Bth 1869 Aged 60 years. During the 33 years, that he ministered the word of Life in this place, 17 his one earnest and affectionate aim was to exalt Christus, The way, The Truth and The Life, and to lead sinners into the way of peace and Salvation in all the relations of life, as a minister, a father and a husband. His bright example testified the power and truthfulness of his public teaching; He is gone in the saviour whom he loved and honoured, but he lives in the hearts of all who knew him, and profited by his ministry and faithfulness. By members of his congregation and some of his Dutch friends, this memorial is inscribed as a token of respect and affection. I. Botterman Mr Steenhouwer. Op den koperen voorzangerslezenaar ziet men de letters: W. M. R. R. (William Mary Rege Regina). Hersteld Evangelisch Luthersche Kerk te Amsterdam. (P.) Achter den preekstoel leest men op een marmeren plaat: Op den 5 Julij des jaars 1792 is de eerste steen tot deze Kerk voor de Herstelde Luthersche gemeente gelegd door Anthony Ebeling, zoon van Willem Ebeling en op Woensdag den 28 Augustus en den daarop volgenden Zondag den 1 September des jaars 1793 Zijn in deeze binnen 13 maanden geheel volbouwde kerk de eerste inwijdings leerredenen gehouden. On een zwart marmeren plaat: Qode alleen de eer. Eeuwfeest der gemeente 5 Juli 1891. Engelsche Kerk A’dam. De zerk no. 5 inde Luth. Kerkte Amsterdam. Op het orgel: Van ’t geen Jan Bouwman gaf tot opbouw dezer kerk Staat ook tot eer van God dit sierlijk orgelwerk. Luthersche Kerkte Amsterdam. (P.) Deze Kerk is in 1924/5 gerestaureerd, bij welke gelegenheid alle grafsteenen op hunne plaats zijn gelegd. Zie: „De Grafzerken inde Luthersche Oude Kerk” door A. A. Kok in Jaarboek 1927 Amstelodamum, waarin teekeningen van enkele zerken en een kaart. Beginnende aan de Oostzijde leest men op de steenen 1. Laasbije / A° 1711. – (no. 20). 2. A. M. G. Hurrelbrinck / huisvrouw van / J. S. Wurfbain / overleden 25 September 1850 / J. S. Wurf ba in / overleden 6 December 1851. (no. 22). (Vgl. Ned. Patr. 1920 bl. 413 II bis.) 3. Vrouwe Antoinette Elizabeth / Boissevain / geb. Klijn / geboren 13 Juny 1796 / gestorven 16 October 1817 / Vrouwe ƒ Christrina Maria Klijn / gebn Schenkhuizen / gebn 16 November 1774 / gestorven 9 February 1825. / Barend Klijn Bz. / gebn 21 October 1774 / gestn 13 Jann. 1829. / (no. 24). (Ygl. Ned. Patr. 1924 bl. 7C 1; Ant. E. K1 \j n, 1796-1817 X 1816 Gideon Jeremie Boissevain, 1796-1875; zy was volgens N. P. dr. van Hendrik Harmen on Charlotte Maria Schenkhuysen.) 4. Schaper Claus. (27). 5. Wapen gedeeld: 1 drie sterren (8) bóven elkaar; II een vogel met geopende vlucht en omgewende hals, op een grond staande of uit golven opvliegend; helm, wrong, dekkleeden; helmt. drie degens naast elkaar waaiersgewijze geplaatst, geves tboven). (28). 6. M. Water i n g. (30). Luthersche Kerk A’dam. 7. Barent Stol. (31). 8. Catharinajacoba/Smit. (33). 9. B. Bonn. – (37). 10. H. V. Born. – (38). 11. Josina Coenradina / Meulman / geb. 26 April 1848 / overl. 10 September 1853. (41). 12. Wede C. van Dokkum. / 1844 / (42). 13. Marlot. (43). 14. M. E. Pieterzen/Wed. C. von Glann / 1833. / – (45). 15. H. P. Opterbeek. / Ao 1801 / (46). 16. C. R. en M. B. – (48). 17. Twee wapens: 1. Een leeuw; 2, ovaal, een keper, vergezeld van drie merletten, 2 en 1 ; helm, wrong, dekkleeden; helmt. een uitk. leeuw. Boven inde hoeken van den steen een zandlooper. (49/50). 18. H. V. Born. (55). 19. A. Paauw. (57). 20. J. H. Kolling / obiit 17 Augst / 1797. / – (61). 21. Hermanus / Fredrik / Bultman / 1816. – (62). 22. G. Fogh / weduw. /D. Lublink. / (63). 23. F. Smith. (64). 24. JacobusSiewers. (71). 25. I. H. Stoelman. / 1794 / – (73). Luthersche Kerk A’dam. De zerk no. 17 inde Luth. Kerkte Amsterdam. 26. J. C. Hessling / obiit 19 Decemb. 1803 / – (74). 27. C. G. van den Berg / 1799 / – (77). 28. W. Boeken. – (79). 29. Wapen doorsneden; boven gedeeld : I een gekroonde leeuw; II drie harten of olievaten, 2 en 1 ; gekr. helm; helmt. een uitk. leeuw. (80). 30. Hendrik Rijfsnijder / 1809 / (84). 31. Wapen: een keper, vergezeld boven van twee aanziende leeuwen, die tegen den keper opklimmen en elkaar een poot toereiken; beneden vaneen hart, waaruit drie rozen komen; gekroonde helnj; helmt. het hart met de rozen. (87). 32. C. Lodewijks Wiese / oud 80 jaren / overleden 26 September / 1840 / A. C. Lodewijks / Hoeker / oud 65 jaren / overleden 17 September / 1852 / A. A. Groote / Lodewijks / oud 42 jaren / overleden 19 February / 1865 / (88). 33. N. Lublink / Danielz. (89). 34. G. J. Opterbeek /Ao 1796 / – (90). 35. J. D. Lulofs / 1849 / – (91). 36. Johann Christian / Moes / oud 60 jaren / obiit 19 September 1814 / Anna Margretha / Langreuter / weduwe / Johann Christian Moes / oud 59 jaren / obiit den 6 October / 1815 / – (93). 37. Christian Wilhelm / Eckstein / overleden 3 July 1854 / Johanna Friederike / Eckstein geb. Peill / overleden 16 Mei 1857 / – (96). 38. Carel Loth. – (97). Luthersche Kerk A’dam. 39. De vriendschap schonk deze laatste rustplaats. Een krans ineen medaillon. M. C. L. Liernur / geb. Renard / 12 18 ~ 62 F. U. W. Liernur 18 y 65 (98). 40. Wapen: drie duiven op een grondje, 2en 1. De letters I. en C. door elkaar. (99). 41. JohannesHappé/ Ano 1802 / (100). 42. C. D. Viehoff / overleden 1 July 1857 / (101). 43. Bovenaan op een lint: „Mors Janua vitae” Aan een lint: twee wapens: 1. uitgesleten; 2 in ovalen vorm; een rechterschuinbalk, vergezeld boven vaneen ruit; beneden van? Beneden gevleugelde engeltjes; opschrift uitgeslefen. (110-111). 44. E. Clausing. (115). 45. D. Erven van / 1. H. Kolling / 1811 / (119). 46. J. M. Oswald / huisvrouw / van / Bohl Bohlen— (F.) 47. M. M. Yserstift / geb. Baum / overleden 20 Februari 1859 / S. J. Yserstift / overleden 18 September 1859 / (128). 48. I. M. Hessi in g / gebor. Dohr / 1803 (144) Voor den preekstoel 49. Kelder no. 1: Ms Herfst. 50. Kelder no. 2: Hend. Ogelwight. 51. Kelder no. 3: Pr Wm van Lankeren. 52. Kelder no. 4: A. L. Weddik. / 1807 / Luthersche Kerk A’dam. 53. A. H. Smit 1805. (no. 148). 54. D’erven van 1. H. Rolling 1811. (no. 149), (Jan Hendrik K.) 55. Hier onder rusten Laurens Weddik obiit 17 Febr. ao 1792. Cath. Elisab. Weddik Jun. obiit 25 Novemb. Ao 180. Dit graf behoort aan J. F. Kolde huysvrouw van J. M e n k e ma. (no. 153). 56. C are 1 Roos. (no. 155). (C. Roos Carelszn., t Amsterdam, oud 66 jaar, 18 Juni 1797.) 57. J. C. R. – (no. 156). 58. J. C. Bette. – (no. 157). (Jan Christiaan 8., t Amsterdam 23 Juli 1825, oud 78 jaar, wedr. van Anna Elisabeth Huttenbroek, + h. Bloklust bjj het Geyn, 5 Mei 1819, oud 72 jaar 6 maanden, na 32 jarig huwelijk; Jan Christiaan Bette Jr., t 30 Oct. 1828, oud 38 jaar, geh. met Margaretha Opterbeek, die f Nov. 1868.) 59. H. F. Straatman. (no. 158) (Hendrik F r e d e r i k S.) 60. 1. S. Wurfbain. (no. 160), (JohannesSamuelW., geb. 4 Feb., ged. in deze kerk 7 Feb. 1770, koopman, f 6 Dec. 1851 als wedr. van. Anna Maria Geertruida Hurrelbrinck, zie Ned. Patr. 1920 bl. 413 sub II bis.) 61. A. Vatte 1845. (no. 162). (Vgl. Nèd. Patr. 1917 bl. 393 sub VI; blijkbaar werd dit graf in 1845 aangekocht door Alexander V. (1808-1885) X Corn e 1 ia Joha n na Wa 11 er, van wie een doodgeboren zoontje 22 Maart 1844 werd begraven.) 62. G. H. de Wilde obt ao 1817. (no. 164) 63. H. H. Haalmeyer ao 1801. 64. J. F. W. Philips. (no. 171). (Johan Friederich Wilhelm Ph., apotheker te Amsterdam, t aldaar 7 Dec. 1843, oud ruim 56 jaar, zn. van deu apotheker en Luthersche Kerk A’darti. chemist Gerhard Fredrik en Frederica Johanna Jansen, X 1) Amsterdam, Alida voor der Bruggen, f aldaar 26 April 1821, na 6 jarig huw., oud 29 jaar en 2 maanden; X 2) 21 Maart 1822 Christina ten Cate, t Amsterdam 15 Dec. 1828, oud 28 jaar, nalatende een dochtertje, geb. aldaar, 7 Juni 1825; X 3) Johanna Margaretha Sturk, f Amsterdam, 10 Oct. 1872, oud 71 jaar.) 65. Jan Hendrik Fogh. (no. 181) 66. E. S. van Santen. (no. 199). 67. Johanna Albertina / Eichhorn geb. Pann / geb. 1 Sept. 1783, / gest. 17 Jan. 1825. / (no. 205). (E. C. F. Eichhorn, X Amsterdam 15 Juli 1824, J. A. Pann, die f 10 dagen na bevalling.) 68. Hier rust Carel Brandes overleden 15 October 1820 oud 71 jaren en 3 maanden. Belangeloos ijveraar voor het geluk zijner Kinderen, vrienden en magen. Hier rust zijne asch. Dierbaar blijve zijn nagedachtenis. – (no. 210). (Hjj f als wedr. van Constantia Louisa van Bercheyck (t Rio Demerary 15 Mei 1799, oud ruim 41 jaar) en liet kinderen na, die in 1820 alle buitenslands waren.) 69. Albertus Horstman ao 1822. (no. 211). (Hij f Amsterdam, 6 Peb. 1840, oud circa 51 jaar, na ruim 26 jarig huwelijk met AnnaWilhelmina Webkink, t 16 Dec. 1869, oud 81 jaar, nalatende kinderen en behuwdkinderen.) 70. Thomas Dirjk Rassche 1809. (no. 216). 71. Janßahder obiit den 24 Mei en begraven den 29 daaraanvolgende in Ao 1819. (no. 217). 72. Janßahder 1819. (no. 223). (Jan R., f Amsterdam, oud ruim 68 jaar, wedr. van E 1 isabeth Buddingh, die f, na circa 21 jarig huwelijk, oud ruim 50 jaar, te Amsterdam 20 Jan. 1800, nalatende 5 kinderen n.l. 3 zoons en 2 dochters. De zoons waren : 1. Jan Willem R. X A’dam 21 Juli 1816 Catharina Dorothea Mercker, t Haarlem 5 Oct. 1861, oud- 70 jaar. Luthersche Kerk A’dam. 2. Herbertusß., f A’dam 17 Sept. 1824, oud 36 jaar, XGe r redina Werremelda Stofft (Johan Coenraadsdr.) 3. Sim o n R., X Amsterdam 19 Nov. 1818, E. Mercker, f Aken 13 Aug. 1839.) 73. Johanna Groote huysvrouw van Jan Hendrik Scholte obiit den vierde Dezember 1810. (no. 222). 74. J. H. Tim me. (no. 227). (Johann Hendrik T., f Amsterdam 19 Sept. 1822, 61 jaar, na 34 jarig huwelijk met Johanna Gieske, die hem overleeft.) 75. Hier rust Hendrik Notjens geboren den 30 January 1773 overleden 21 October 1822. Adelheid Notjens geboren Thonsuden geboren den 16 July 1775 overleden 7 Juny 1844. (no. 228). (Zjj f Dordrecht en was moeder van Anna Magdalena N. die X Hendrik Jacobs.) 76. Me Lulofs 1839. (no. 233) 77. I. C. F. W. Gebhard overl. 28 April 1836. Wed. I. C. F. W. Gebhard geb. Harte overl. 3 Mei 1851. (no. 279). (Johann- Carl Friedrich Wilhelm G., geb. Landau in Waldeck, commissionnair, oud 63 jaar, zn. van Johann Jeremias en Louise Henriette Elisabeth Kleinschmidt, X .Geertruy Happé.) 78. F. E. Folkers 1811. (no. 282). 79. G. Oortman 1836 J. M. F. Keysser Jr. 1844. F. A. Keysser 1845. Jan Machiel Fredrik Keysser oud 67 jaren overleden 17 Maart 1847. S. C. G. K. 1847. C. S. Caron geb. Vreedenberg. J. W. A. K. 1855. (no. 337). (Jan Machiel Fredrik K. Junior X W. M. Vreedenberg en t IV Fee. 1844. Zijn affaire werd voortgezet door zijn vader J. M. F. K. die X Geertruy O o r t m an, f Oct. 1836 te A’dam oud 62 jaar 9 maanden na 30 jarig huw.) 80. F. H. Happé. (no. 338). 81. Claas Lulofs 1846. (no. 345) Luthersche Kerk A’dam. 82. I. H. Molkenboer 1824. (no. 386). (J u 1 i u s Hendrik M.) 83. Johannes Conradus Grue 1 man n geb. den 10 Augustus 1754 overleden den 14 Maart 1828. Johann Christoph August Beling geboren den 21 November 1787 overleden den 23 October 1858. C. S. D. Beling, geboren den 27 July 1790, overleden den 15 January 1862. – (no. 391). (J. C. Gruelmann was sinds 1782 med. dr. te Amsterdam, J. C. A. Be 1 ing, wedr. van HenrietteJulieEichhorn, die t 12 Dec. 1829, oud 87 jaar, na gehd. te z(jn 7 April 1826 te Amsterd am, X Amsterdam 16 Juni 1842, Sara Louisa M. Rij k, wede. Carel Co melis van Coeverden, f Amsterdam 5 April 1859.) 84. Hier rust Christina Hobijn / huisvrw van / J. H. Numan / gebooren den 25 December 1770 / overleden den 17 January 1827 / inden ouderdom van ruim 56 jaren / Zij zalig bij Haar God en Heer En gevoelt thans geen srnerte meer. (no. 234). 85. Johan Rudolph Reershemius, oud 74 jaren obiit 19 Maart 1809. 86. Wiedebasch. (213). Volgens J. Wagenaar, Amsterdam 2e stuk 1765, bl. 184/5, hingen vroeger inde kamer van diakenen twee wapenborden van Abraham en Johanna Maria Cromhuysen, die beiden aanzienlijke sommen aan de Luthersche diaconie hadden vermaakt. Men zag en las er op: 1. Het wapen Cromhuysen. Obiit Anno 1751 VI Augustus. De dankbre godvrugt, die in Luthers tempelchoor, Cromhuisens milde gunst haar armoe zag belonken, heeft hier zijn wapenschild de onsterflijkheid geschonken: En stelt hem ’t nageslagt, verheugd, ten heilbaak voor: Welzalig, die hem, getrouw aan ’s Heilands wetten, Hun schat, Gods kerk ten dienste, op Hemelrechten zetten. 2. Het wapen Ten Hove gedeeld met Cromhuysen. Obiit Anno MDCCLXIII . XXXI Octobris. Luthersche Kerk A’dam. Godvreezende armoê ziet zig weder mild beschonken. Ten Hovens weduw volgt haar broeders loflijk spoor: Haar gunst klinkt Luthers Kerk met dankbre galmen door. Zij strooit, door ’t heilgeloof, roept elk, deez’ liefdevonken. De naneef eer’, met ons, die overmilde vrouw: Die deugd bij wapens voegde, en bij de Godsvrugt trouw. (Dit bord betrof Johanna Maria Cromhuysen, weduwe van Mr. M e 1 c h i o r ten H o v e, heer van Rhynauwen enz.) De eerste steen was gelegd 24 October 1668 door Nicolaas Struyck, Hendrik van Riet, Gerrit Hillebrands, en Theodorus Dominicus, onder het opzicht van de bouwmeesters Jacob van Riet, Dirk Dorruinicus, Daniël van Koeschot en David Hunthum. Muiderkerk te Amsterdam. (P.) Niets te vermelden. Nieuwe Kerkte Amsterdam. (P.) (Onze Lieve Vrouwe en St. Catharlnakerk). De kerk is in 1408 gesticht; dele steen werd 23 Juli 1414 gelegd. Zij brandde 24 Mei 1452 geheel en 11 Jan. 1645 grootendeels af. Ten tijde der beeldenstorm waren er 41 altaren. (Vgl. hiervoor en voor verdere bijzonderheden Bijdr. Bisdom Haarlem XXXI, bl. 191-257). In het laatst der 15e en begin 16e eeuw werden de volgende kapellen gesticht: (te beginnen aan de Noordzijde, voorbij het Noordertransept). 1. Onze Lieve Vrouwenkapel (thans de diaconie), op 12 Maart 1488 gesticht door Meeus Gerbrantszoon en zijne moeder Catrijn Doos gen. Bicker. Luthersche Kerk A’dam. 2. (Ten O. van de vorige en zoo vervolgens.) Het Heilige Kruiskoor Hier lagen de grafzerken, vermeld sub nos. 209 en 210. 3. Het drapenierskoor, (thans timmermanswerkplaats.) 4. De Boelenskapel, (eveneens thans bergplaats). Op arduinsteenen kolommen ziet men de wapens: Pau we 1 s. Den Otter. Den Otter (a.v.) De letters N. H. B. Sael. Beths. (Ygl. Oud Holland 1893 Z\j werd gesticht door den priester Vechter Dircksz Boel (t 1520) (vgl. Elias bl. 112.) Hier lag de zerk, die thans aan den Oostelijken Uitgang ligt, vermeld sub no. 155. 5. De St. Laurenskapel achter het priesterkoor. Hier waren gebrandschilderde glazen met de wapens Loen en Boe lens. Zij werd gesticht door Meeus Dirckzn Doos en zijn vrouw Aefje Jan Albertszn Boutdr. in 1443 en heette ook wel de „Vier gekroonden” of Metselaarskapel. (Vgl. Elias bl. 176.) 6. DeJanMeeuskapel (thans brandstof) enhok), gesticht door Jan Meeus Bout (geb. 1476), kleinzoon van voornoemden Meeus Doos, en zijn vrouw Mary Ysbrandsdr. Prins. (Vgl. Elias bl. 176.) 7. St. Jacob de Meerdere kapel of Jacob van Bergen kapel. Zij werd gesticht door Jacob van Bergen Pietersz. in 1482 en is thans de keuken van den koster. Hier lag de zerk, vermeld sub no. 207. 8. De kapel der Zeven Droefenissen, gesticht door Jan Dirks Chille, zn. van Dirck Claesz. Sillemoer, burgem. van Amsterdam in het laatst der 15e eeuw; zij is thans de toegang tot de kosterswoning en het vertrek van den dienstdoenden predikant. Nieuwe Kerk A’dam. 9. De Eggertskapel (ten Oosten van de vorige en ten westen van het schutterskoor). Zij werd gebouwd na den dood van Willem Eggert, den stichter der Kerk, die f 1417. Tegen een pilaar ziet men een wapen: Gevierendeeld: I op zilver drie zwarte vogels; II op blauw een gouden gans; 111 op zwart drie gouden weerhaken; IV op groen een gouden dwarsbalk; helmteeken een uitkomende zwarte beer; schildhouders twee zwarte beren. Willem Eggaert heer tot Purmereynde starff den 15 Julio 1417. Op een hek daarachter leest men: Anno MCCCC ende XVII den XV dag in Julio starff den eerbaeren heer Willem Eggaert heer tot Purmereynde gedoyteert met twee vicariën meede fundateur van dese Kerk die begraven is onder dese blauwe serk. In deze kapel ligt o.a. de zerk vermeld sub no. 6. 10. Achter de voorgaande: Het Schutterskoor of de St. Sebastiaans Kapel (der Voetboogschutters). Hier lag o.a. de zerk vermeld sub no. 208. 11. De Heilige grafkapel. Behalve het sub kapel no. 5 vermelde glas zag men vroeger in de kerk de volgende glazen: 1. Een glas in het zuiderkruis in 1562 geschonken door de stad Amsterdam. 2. De wapens Holland, Henegouwen en Brabant. 3. De wapens van Keizer Ferdinand 111 en zijne gemalin Eleonora van Portugal, geschonken in 1486. 4. De wapens Van Borssele en Van Zuylen. Thans ziet men de volgende glazen: Vanaf het orgel van West naar Oost aan de Zuidzijde: 1. Drie wapens: a. Gevierendeeld : 1 en IV op blauw twee gekruiste zilveren tournooilansen; II op blauw een zilveren zwaan; 111 op blauw een gouden schildhoofd, gevierendeeld: le ea 4e een zwarte; 2e en3e een roode leeuw. (Banningh Cocq). b. Op zilver drie roode meerbladeren. (Vander Meer) c. Op blauw een rosé tulp, vergezeld inden rechterbovenhoek vaneen gouden ster (8) Tulp. Nieuwe Kerk A’dam. (Waarschijnlijk is dit een geschenk van Frans Banningh Coc q, burgem. van Amsterdam 1650, 51, 53 en 54; Dr. Fran c k van der Meer, burgem. a.v. 1652 en Dr. Nico lae s Tulp, burgem. 1654, 1656, 66 en 71 (vgl. Elias bl. 406, 421 en 348).) 2. Anno 1647. Een schip met twee vlaggen in top, waarop het tegenwoordige wapen van Amsterdam en het oude wapen van Amsterdam. 3. Als no. 2. 4. AoDiMCMIX. Acht wapens in kleuren. 1. Reynst (Zie Elias bl. 1098). 2. OetgensvanWaveren (Zie a.v. bl. 1095 sub no. 332). 3. Schaep (Zie a.v. bl. 1100). 4. Spiegel (Zie a.v. bl. 1102). 5. Schaep (Zie a.v. bl. 1100). 6. Vander Does (Zie a.v. bl. 1079). 7. Bas (Zie a.v. bl. 1073 sub no. 233). 8. Geelvinck (Zie a.v. bl. 1081 sub no. 167 zonder het hartschild). 5. Drie wapens: 1. Valckenier (Zie a.v. bl. 1104 sub. no. 166) 2. Van Dronckelaer (Zie a.v. bl. 1079). 3. Pater (Zie a.v. bl. 1096 sub no. 239). 6. Anno 1646 en het oude en nieuwe wapen 'van Amsterdam. 7. Ao Dj MCM IX en acht wapens in kleuren: 1. Roe lof sz (Zie Elias bl. 1099). 2. Cloeck (Zie a.v. bl. 1090 sub no. 155). 3. Weyer (Zie a.v. bl. 1107). 4. Hasselaer (Zie a.v. bl. 1083 sub no. 64). 5. Backer (Zie a.v. bl. 1072 sub no. 117). 6. VandePoll (Zie a.v. bl. 1097.) 7. Bicker (Zie a.v. bl. 1075 sub no. 57). 8. Van Vlooswijck (Zie a.v. bl. 1106 sub no. 29). Nieuwe Kerk A’dam. 8. De Oranjevorsten vanaf Prins Willem I met hunne wapens nl. Prins Willem de Zwijger en Louise de Coligny. Prins Maurits, Prins Willem Lodewijk, Prins Frederik Hendrik en Amalia van Solms, Prins Willem II en Albertina Agnes, de Stadhouder Koning Willem 111 en Koningin Maria van Engeland, de Stadhouders Willem IV en Willem V en de Koningen Willem I, II en 111, Koningin Emma. Onderaan: Willem de Zwijger op een troon gezeten en daaronder de wapens van Holland en Utrecht en voorts het Wapen Oranje Nassau, met de spreuk „Je maintiendrai Nassau”. Over Prins Willem I, Koningin Wil hel mi na den eed afleggende op de grondwet en Haar wapen met de spreuk „Je maintiendrai”. Geheel onderaan: Prins Willem de Zwijger en Koningin Wilhelm i na. 1579 Oranje in zegenrijk verbond met Nederland 1898 9. Over het voorgaande in het middenschip: De voorstelling van de overgave der stad Amsterdam aan Keizer Maximiliaan. De wapens: Geelvinck – Waveren – Hasselaer – Bicker Schaep – Burgh – Mr. de Witt – Mr. Egb. de Vry Temminck Pancras – Backer – Mr. Pieter de la Court De Graeff – Valckenier – Hendrik Hooft 10. A 172. Hier leit begvê Jan / Feitzo starf An XVc / ë LIII dë XVII Decëb. / en Cornelisd. (Later er op gebeiteld: P. W.j (no. 407). 173. Pieter de Jong. (Een merk). 174. Westenberg. (C. no. 340). In het portaal tusschen de kosterswoning en de Kerk. 175. Boven de wapens De Haze en gevierendeeld: 1 en IV een leeuw; II en 111 drie schuinkruisjes; (Blaeuw?) Georgio/de Haze / obiit 17 Martio / 1683/ (Alles ineen cartouche, vastgehouden door 2 engeltjes), (nos. 15 en 16). (Vgl. Elias bl. 601; Geor gi ode Haze (1616-1683) X Vrouwtj e Blaeuw (1626—vóór 1683; op# 24 Maart 1683 werd haar lijk uit de Westerkerk naar de Nieuwe Kerk overgebracht) dr. van Corn e 1 is Michielsz en Weijntge Oetgens.) 176. De wapens De Haze X De Haze. Eveneens fraaie versieringen; het opschrift ineen cartouche is uitgesleten. (nos. 13 en 14). (Vgl. Elias bl. 599; Mr. Jeronimusde Haze de Georgio, heer van Manden er;/,. (1651—1725), zn. van den vorigen, X 1675 Magdalena Clara de Haze, vrouwe van Stabroek (1651—1725.) Nieuwe Kerk A’dam. Chooromgang. Vóór den preekstoel. 177. Hendrik Hagen. 178. Pieter Graver. 179. De letters H. G. C. en W. ineen vierkant en daaronder: 1737. (no. 113). 180. Wapen: een schildje, vergezeld van drie lepelaarskoppen en halzen, 2 en 1; schildhouders twee léeuwen. Spreuk: Omne urn perfectum. Hic situs est / Johannes de Backer / Dus jn Noortwijckerhout / et de Zilk /, civit. Amst.’scabinus / natus D. 25 Novem. ao 1700 / obiit D. 22 Augusti ao 1767. (Vgl. Elias. bl. 437; hij was zn. van Jan en ElisabethEmt i n c k en f ongeh.) 181. Pieter Clockener 1784. 182. Arnoldus Abeleven. (Vgl. Elias bl. 1025; hij f 8 Feb. 1752 en was o.m. bewindh. O. I. comp., hoogheemraad van de Beemster.) Op het Choor. 183. Dirk Spranger. (no. 10) 184. Wapen gedeeld: I doorsneden; boven gedeeld van goud en?; beneden op goud drie linkerschuinbalken; II een klimmende hond; helmt. een lelie tusschen een vlucht. 185. Hier rust D. E. Pieter Hooft Jans, schepen en raad deeser steede starf den 14 January ao 1636 out 60 jaren met D. E. Geertruit Overlander sijn huysvrou die hem volghde op den 6 May ao 1653 out 77 jaren. Tusschen beide namen de wapens Hooft en Overlander. (Een antiek ploegijzer). – (no. 9). (Vgl. Elias bl. 399.) 186. Aarnout Hooft obiit 25 Februari 1680. (no. 8), (Vgl. Elias bl. 148.) Nieuwe Kerk A’dam. 187. H. Hooft. – (no. 7). (Vgl. Elias bl. 151.) 188. Robert Stiles overleden den 5 Octo. 1680. Een merk, waarin de letters O. R. en S. (no. 3) 189. H. Viervant overl. 22 Dec. 1846 oud 62 jaren. B. E. A. van Harpen Kuyper overl. 29 Maart 1847 oud 8 maanden. A. L. van Harpen Kuyper overl. 10 Juny 1850 oud 39 jaren. H. C. F. Zillesen overl. 20 Mei 1857 oud 20 jaren. M. Viervant geb. van Voorthuyzen overl. 12 Dec. 1859 oud 74 jaren. M. A. van Harpen Kuyper overl. 7 Maart 1861 oud bijna 16 jaren. (Hendrik Viervant, notaris, X Baambrugge 80 Juni 1816 Mari a van Voorth u y z e n, wede. Hubert u s Tukker; b(j t oud ruim 62 j., na SO'/j jaar huw.; Bartha Elisabeth Aletta van Harpen Kuyper, f 1847, Was dochter van Adrianus Lodewijk, + 1850 en Bartha Elisabeth Alletta Yiervant; eene andere dr. was Maria Aletta v. H. K., geb. A’dam 21 April 1845, f 1861; zie verder Wap. 11 bl. 163.) 190. (Drie bijlen, vorksgewijs geplaatst, waarboven een kroon.) Claes Feddesz die met sijn bijlle gereijst heeft over duysent mijlle en heeft verkregen door Goodes seegen. Spyeggelt U aen mij Ick heb geweest als ghij en nu legh ick hier en ghij treet op mij. (no. 22/ 191. Wed. Quack geb" Broes. (24). (Dirk Claes Quack, geb. Amsterdam 11 Nov. 1752, X aldaar 26 Feb. 1785 Catharina Elisabeth Broes, geb. A’dam, die in 1804 als wede wordt vermeldt; zij hadden een dochter Susan na Elisabeth Q., geb. A’dam 18 Juli 1787.) 192. Kerckmeesteren van de Nieuwe en Engelsche Kerken. (Op een koperen plaatje). Nieuwe Kerk A’dam. Op het Choor. 193. Hendrik van Vollenhoven. (46). 194. Het wapen Valckenier. (no. 42). Wouter Valkenier. (Vgl. Elias t. a. p. bl. 1104.) 195. Het wapen Van Lockhorst. (no. 40). 196. Gilles Teyler. (no. 50), 197. Jacob Schol!.. (no. 66). 198. Henric Grave archithalassus Batavorum. (Wapen gedwarsbalkt van zes stukken, achter het schild twee ankers; schildhouders twee leeuwen; helmteeken twee armen, wier handen een bosje struisveeren vasthouden. Onderaan acht kwartieren vier aan vier geplaatst: Bovenste rij: 1. Als hoofdwapen: 2. Een leeuw; 3. V. D. Blocq uery (?); 4. Vier kepers. Onderste rij: 1 en 2 verdwenen; 3. op rood een St. Andrieskruis; 4. Een lelie. 199. Blocquery. Het wapen De Blocquery. (no. 157). 200. Gijsbert van Devent'er overleden den 17 November 1780 en desselfs huysvrouw Maria Le Grand overleden den 4 February 1782. (no. 174). 201. Het wapen Boreel. (no. 173). 202. Henrik Hooft Gerritszoon en Hasselaer. (De beide wapens, waarvan het wapen Hooft met cement is volgestopt). (nos. 170 en 171). (Henrik Hooft 1710—1801 X 1736 Susanna Adriana Hasselaer, 1717 1787; vgi. Elias t. a. p. bl. 821.) 203. Een merk, waarin de letters M. D. en H. Anno 1675. (no. 187). (Wapen: drie kasteelen, 2 en 1; helmteeken een kasteel). Nieuwe Kerk A’dam. Op het Choor. 204. Twee wapens: I een pegasus; II een keper, vergezeld beneden van drie raketten; helmteeken de pegasus uitkomende. (no. 186). 205. Wapen Blaeu (een voet; helmteeken een zon), (no. 185). (Zie Elias t. a. p. bl. 1075.) 206. Nicolaas Berkelius. (no. 167). 207. Twee wapens: I een burcht; II een keper, vergezeld van drie wassenaars, 2 en 1. (no. 164). 208. Hier leyt begraven van Antwerpen Hier leyt begraven van Antwerpen huysvrouw van lboer gerust 209. M. E. van Haeften geb. Dallien overleden den 12 Maart 1836. (no. 119) (Maria Elizabeth D., t 1836, oud 54 jaar, na bijna 29 jarig huwelijk met Henri Charles van H.; zij was geb. A’dam, dr. van Andreas en Johanna Fransina Immig.) 210. Margareta Claes Hooft sterft den 11 February 1617: Elisabeth Absalons 14 Junij 1628. Geertruyt Jacobs de Rijck 27 January 1639. Symon-de Rijck out schepen ende raat deser stede 10 Mey 1652. (Wapen gevierendeeld: 1 en IV een keper, vergezeld van drie vogels, II en 111. Hooft; helmteeken twee afgewende varkenskoppen. (nos. 100 en 101). (Vgl. Elias t. a. p. bl. 380.) 111. Het alliantiewapen Nolthenius (Als in Ned. Patriciaqt) X Gevierendeeld: len IV drie vogels, 2 en 1; II en 111 een leeuw; helmt. een leeuw. Hier rust / Den Edelen Heer / Daniël Nolthenius / gewesene ordinaris raad / en geëligeerd directeur / generaal van Nederlands / India / den 28 Augustus ao 1748 als / admiraal van de Retour/vloot gerepatrieert / geboren den 9 Augustus ao 1703 / en overjeden / den 5 November ao 1754. (C. no. 131). Nieuwe Kerk A’dam. Op het Choor. 212. Wapen uitgesleten. Amplissimo Providentissimoque viro Reynero Cantio Amstelredamensis Reipublicae consuli vigilantissimo et senatori consultissimo, illustrissimi Comitis Mauricii Consiliario fidelissimo, Uxor et cum maritis filiae marito optimo patri piissimo lubentes, lugentes cum lachrymis posuere. Salig sijn de Dooden die inden Heere sterven. (nos 102 en 103). (Vgl. Nav. XV bl. 327 en Elias bl. 72/73; Reynier Cant, geb. 1536, f 10 Dec. 1595, X 2) M aria Jansdr Block.) 213. Wapen: een dwarsbalk, beladen met drie miskelken, vergezeld van drie Koningsbustes, 2 en 1; helmt. een buste. (nos. 133 en 134). 214. Twee wapens: 1. een Jerusalemskruis; 2. twee weerhaken en daartusschen inden voet een ster (6). (no. 92). 215. Pieter Anthony Oetgens van Waveren Pancras Clifford. Hier rusten Adèle Leonora Bregitta geb. 18 -48 overl .8 » 49. Johanna Petronella Mulder huisvrouw van P. A. O. v. W. Pancras Clifford geb. 18-|l9 overl. Wilhelmina Frederika O. v. W. Pancras Clifford geb. 18-42 overl. — (no. 91). (Aanvulling op de genealogie in Mdbl. Ned. Leeuw 1888 bl. 94; Pieter Anthony vd. f Arnhem 16 Nov. 1880.) 216. Ici reposent N. J. Bennelle Vereul déc. 29 avril 1836. A. C. Bennelle Vereul déc. 6 Octb 1846. O wee gekruiste ankers, waarnaast de letters A. en A. (no. 109). (NicolasJeanß. V., oud 61 j., geb. in Suriname, ongeh., zn. van Nicolas Johannes Vereul en Jeanne Bennelle; Abraham C ons tan tin B. V., commissionnair, oud 50 j., geb! Amsterdam, X Henrietta Elisa Victoire de Carrion dEspagne de Nisas Paulin, zn. van Abraham en Susanna Maria Godefroy.) Nieuwe Kerk A’dam. Op het Choor. 217. Een merk bestaande uit de letters H. en S. (no. 107). 218. Johannes van Drooge nhorst obit den en MargretaHendrinavanTarelink obit den 19de January ao MDCCCXXXVIIII. (141). 219. Wapen: een tak, waaraan een eikel en vier eikenblaadjes; helmt. de figuur uit het schild. (no. 54). 220. Pieter Graver. (no. 111) 221. Boven tegen een pilaar het monument voor Wol ter Jan Gerrit Bentinck, waarop zijn portret en het opschrift: W. I. B. Bentinck / schout bij nagt van Hol- / land en Westvriesland adjudant generaal etc. etc. aan de gevolgen van zijne inden zeeslag op de Doggersbank bekomene wonden overleden den XXIV August. MDCCLXXXI. (Zie zijne kwartieren Mdbl. Ned. Leeuw 1912 bl. 11.) Tegen een pilaar van den middelbeuk tegenover den preekstoel: 222. Een monument in zwart en geel marmer: ’t Volk dat zijn / gistren blijft gedenken / verloor de hoop / op ’t morgen niet. J. J. L. ten Kate geboren 23 December 1819 overleden 22 December 1889. De Bijdragen voor de gesch. van het bisdom van Haarlem XXXI, bl. 219, 226 en bl. 239 vermelden nog: 223. Hier leyt begravê Meeus Doose ende Aef sijn wijff ende Pi eter sijn soon en Griet sijn dogter. Bidd. voor alle geloovige sielen een pater ende Ave Maria. (Deze zerk lag inde Jacob van Bergen kapel; vgl. Elias bl. 176; Meeus Doose was in 1465 burgem.; Ae f was een dr. van den burgem. Jan Bout; Pieterßieker Meeus Doossensz. + kort voor Nov. 1470.) Nieuwe Kerk A’dam. Op het Choor. 224. Hier leyt begravê Willem Duyn die sturff int jaer XVc XXII dë XIX dach in Jan? Ao XVc XVI dê.. dach in Novembs sturff Jan Bout. Bidt voir sielen. (Vgl. Elias bl. 176 zij waren broeders zoons van voornoemden Pieter Bicker en Ael Duynen; Willem Duyn, geb. ca. 1470, burgemr. in 1516 X Geert r u y d Bruynendr.; Jan Bout, geb. 2 Peb. 1476, X Mar ij Ysbrandsdr. Prins.; deze zerk lag inde St. Sebastiaanskapel.) 225. De grafzerk van Gerrit Banningh. 226. De grafzerk van Ruysch Jacobsz, burgem. in 1422 f 1441. (Deze twee zerken lagen op het Heilige Kruiskoor.) 227. Een witte zerk, waaronder begraven lag Bruyn Dircksz in Leeuwenburch, de schoonvader van Willem Duyn, vermeld sub no. 208; vgl. Elias bl. 54. (Deze zerk lag inde St. Sebastiaanskapel.) Het handschrift Van Engelen t.a.p. vermeldt nog de volgende grafschriften: 228. In hoe sepulcro conditur Dom. Petrus homo nobilis Lusitanus qui e vivis excessit a° 1601 in cuius memoria hunc erexerunt tumulum filii superstites. 229. Optimae indolis eximiaeq spei adolescentibus Meinhardo et Rein e r o Cant i ï s. (Vgl. no. 198; Ygl. ook Elias bl. 74. Blijkbaar zijn zij Meynert en Reinier Cant de jonge, die inde Nieuwe Kerk werden begr. onderscheidenlijk op 5 Oct. 1586 en 30 Nov. 1595, oud circa 21 en 19 jaar.) Over het orgel zie Amstelodamum XV, bl. 1. Nieuwe Kerk A’dam. Op het Choor. Bldz. 25 sub 4 : bij te voegen achter „Hij X ”: „jkvr. Francisca Duarte” en achter: „van Antwerpen”: „en jkvr. Leonore Rodrigo Duarte. Zijn zwager en schoonzuster waren Sr. Caspar Duarte en Maria Duarte”. Bldz. 52 noot: Voor nots. A. Klaver te Alkmaar test. op 23 Oct. 1739 Johanna Martini Geertruij Sweerts de Landas, douair. Hendrik d’Escury, inleven kapitein b/d. cavallerie t/d. dezer Landen. Haar zoon was Simeon Petrus d’E., kornet onder den Kolonel van Son, Erfwatergraaf v.h. N. Watergraafschap v.d. Neder Alblasserwaard; haar overl. moei was Anna de la Valette, wed. Claude de Gauville. Bldz. 57 sub 160: Zij heette Gijsbertha Margaretha v. K. en zij testeerde op 30 Aug. 1764 voor Nots. H. Hoflaan te Schagen. Bldz. 64 noot: bij te voegen achter: „Waarschijnlijk behoorde' hij met” de woorden : „zijn vader” en achter „Herman Verschuiren’’ de woorden „en zijn broer Eduard Frangois v. S.”. Bldz. 79 sub 77: Griete Lucas, dr. van Lucas Andriesz van Zeil, schepen van Alkmaar en kleindr. van Andries Pietersz. v. Zeil (die o.m. een dr. Janneken Andries had), secretaris van Alkmaar, thesaurier, schepen, raad, kerkmeester en burgemeester aldaar, begr. 20 Jan. 1565. Bldz. 106 sub 233: i. p. v. „Een andere dr.” te lezen: „Dr. Johan’s zuster Helena XMr. Willem Cloet, advocaat; zijn zuster”. Bldz. 158 na no. 543 in te voegen een nieuw no. 543bis: 543bis Garbr / Die Huysvrov va[n] / Maertens Is Gerust'/ Den 17 Novembejr] / Anno 1665. / (Uit de Z. Gang n° 225). (Zij was „Dirckien garbrants”, begr. den 20en d.a.v.) ADDENDA ET CORRIGENDA. Bldz. a. v.: 544bis. Achter den eersten regel bijvoegen : Gerust Den 13 / November A° 1677 / (Uit kapel C Zuid n? 4). (Zacharias de Coningh, „raedemaecker”, kocht dit graf van de kerk op 10 Sept. 1635; op 3 Mei 1677 cedeerde Jannetje Sacharias het aan Mr. Cornelis Theunisse en zijn huisvrouw Geertruijt Gillis. Laatstgenoemde heette in het doodboek: „Geertrujjt uit het weeshuijs.) Bldz. 166 no. 600: i.p.v. „een hermelijnen mantel” te lezen: „de zweetdoek van de H. Veronica”. Bldz. 173 sub 652: Mr B. J., chirurgijn en herbergier buiten de Boompoort, zie protocol Nots. C. J. v.d. Geest 1633 bladz. 236. Bldz. 211 sub 853: Andries Willemsz en Willemina Palinc hadden een dr. vóór 1562 gehuwd met Pieter van Bronckhorst. Bldz. 221 sub 897: staat „J. P. Baert” en „J. P. B.”, lees: „T. P. Baert” en „T. P. B.”. Bldz. 236: de aanteekening onder aan de bladzijde vervalt. Lexicographisch Naamregister. (C zie ook K; Z zie ook S; AA zie ook AE, enz.) Aadels, 8 Abba, 279 Abbas, 273 Abbenbroek, van, 27 Abcoude van Meerthen, van, 26 Abeele, v.d., 64 Abeleven, 296 Aberson, 293 Acatius, 213 Acker, van den, 239 Adriaens, 220 Adrichem, van, 26, 45, 57 Aelbertsz, 100 Aelbout, van, 17, 211 Akerlaken, van, 58 Akersloot, v., (?), 14 Albert, 251 Alders (Allers), 11, 164, 235 Alewijn, 273 Algra v. Fontein, 198 Altena, v., 281 Alteren, van, 61, 192 Ameshoff, 278 Ameyde, van (der), 68 Angelen, van, 138, 139 Anghelius, 138, 139 Ankers, 161 Ankersmit, 274 Ariëns, 154 *■ Arssen, van, 181 Assendelft, van, 54, 162, 243 Assonville, d’, 53, 61, 73, 197 Averes, 285 Avontuer, 232 Aylva van Hoxwier, van, 31 Baars, 175 Baas, 103 Bachman, 59 Backer, 44, 58, 96, 99, 101, 139, 144, 149, 154, 190, 199, 202, 208, 212, 219, 239, 270, 271, 274, 279 Backer, de, 296 Baen, 51 Baerle, van, 277 Baert, 20, 22, 54, 60, 62, 104, 105, 119, 123, 132, 159, 171, 173, 174, 199, 207, 214, 221, 236, 237, 304 Baert van Cranenbrouck, 73, 174, 224 Baertsz, 109, 209 Bailly, 65 Bakker, 255, 256 Bal, 83 Banjaert, 161 Banning, 251, 302 Banningh Cocq, 269, 270 Barchman de Wale Wuytiers, 51 Bardes(ius), 25, 30, 64 Barentsz, 240 Barnebos, 88 Barneveld, 98 Barthout(sz.), 217 Bas, 42, 46, 48, 51, 53, 207, 270, 272 Bas Medenblik, 207, 208, 233 Baseroy, van, 83, 196, 228 Basgen, 236 Basjens van der Hoolk, 27, 62 Bastert, 274 Beaufort, de, 59, 60 Beaumont, van, 51, 52 Bedber, 71 Beek, van, 53 Beek, van der, 166, 173 20 Beekenstede, 250 Blois van Ginderdeuren, de, 51, 107 Be(e)kum, van, 109, 225 Beerendregt, van, 254 Beertsen, 8 Blok, 255 Blom, 113 Beets, 228 Blomsaat, 183 Bekesteijn, 116 Bel, 83 Bloos, 186 Blossem, 80 Beling, 266 Bemp(p)de, van den, 291 Bennelle (Vereul), 300 Benningh, 116, 187, 216 Bentes, 273 Boddens, 219 Bodegem, van, 28, 99 Bodie, 98 Boeckiens, 198 Boekholt, 147 Bentinck, 301 Boel, 268 Berbringhs, 194 Berckmerdijck, 96 Beresteijn, van, 49, 53 Berewout, 274 Boele, 293, 294, 295 Boerman, 96, 174 Boerse, 177 Boes, 137 Bogaard, zie Boogaert Bois, du, 56, 58, 84, 182 Bergen, 191 Bergen, van, 116, 268 Bergh, van den, 162 Berghuis, 283 Berkelius, 299 Bois, du B. Hoolwerff, 182 Boissevain, 259 801, 183 Berkhout, 35 Bols, 35 Berkhout, Teding van, 39, 43, 48, 49, 58 Bolten, 53, 140 Bolwerk, 272 Berlage, 252 Bertelman, 283 Beruw, 227 Bom, 253 Bommer, 228 Bonckenburgh, 108 Bonn, 260 Bette, 263 Beugel (van Giessenburg), 194 Beun, 294 Bonnet, de, 163 Bont, 78 Beuningen van Helsdingen, van, 252 Bonteboer, 191 Bontekoe, 49, 102, 123 Beijeren, van, 191 Beyers, 118, 119 Bicker, 31, 57, 267, 270, 271, 274, 301 Bontwercker, 67 Boodt. 143 Boogaert, 9, 61, 178, 192, 272 Boom, 73, 83, 146, 159, 216, 234 Bierstecker, 101 Bilderbeek, 83, 196 Boom, van der, 169 Binckhorst, 182 Boon, 229, 230 Bisschop, 245 Bitterloo, 189 Boonacker, 187 Boot, 124, 177 Blaeuhelm, 291 Boreel, 274, 298 Blaeu(w), 295, 299 Borghorst, 281 Bom, 260 Blauw, 100 Block, 162, 216 Blocquery, de, 298 Borselen, van, 194, 269 Borski, 288 Bloem, 200 Bos, 170 Bosch, 160 Burger, 200 Burgers, 171 Burgh, 271 Burmannus, 56, 246 Buur, 170 Buyck, 32 Buijs, 272, 7 Buyser, 214 Buijtenpost, 225 Bij, 7 Bye, de, 25, 36, 37, 38, 42, 49, 50, 51 Bijlevelt, van, 193, 194 Bij 11, 73 Bijvoet, 232 Bijwaert, 97, 113, 162 Bosman, 73, 162 Boter, 131 Boterhoven, 280 Both, 14 Bottemanne, 106 Botter, 200 Bouman, 84, 180, 286, 295 Boumeester, 208 Bourot, la, 251 Bout, 301, 302 Boven, van, 126, 216 Braasem, 280 Brandes, 264 Brandt, 147, 229, 236 Brasker, 150, 212, 219 Brasser, 46, 96, 105, 146, 152, 229 Calff, 32, 42, 52, 90 Calkoen, 246, 273, 274 Campen (v.), 201, 288 Cant, 300, 302 Brederode, van, 33, 178 Breen, den, 255 Brink, ten, 252, 253 Brinkgreve, 253 Broekhuisen (Broukhuisen), 246, 277 Capelle, v, d., 213 Capelman, 139, 163, 189, 223 Caron, 265 Carpentier, (de), 129, 229, 237 Broens, 117 Broertgien, 199 Broes, 297 Cars, 82 Bronckhorst, van, 29, 163, 304 Brok, 286 Catenius, 111 Cats, van, 237 Ceyns, 102 Chabaelie, 103 Brouwer, 94, 187, 199, 203, 227 Brouwers, 229 Chastelain, le, 55, 56, 57, 59, 60, 62, 237 Brugman, 67 Bruin, 286 Cheval, 189 Claes, 91 Bruinvis, 111 Brumund, 290 Claesz, 89, 160, 169, 231, 232 Clasen, 127 Bruno, 200 Bruijkverstand, 284, 285 Bruyn, de, 203 Bruyningh, 200 Buis, 9, 10 Bucerus, 85, 193 Claus, 253 Claverblatt, 196 Clee, la, 282 Cleef, van, 232 Clemens, 283 Clerck, 229, 294 Buchell, van, 60 Buddingh, 264 Burch, van den, 200, 209 Clifford, Oetgens van Waveren Pancras, 300 Clock, 22, 107, 150, 162, 168, 170, 201, 219 Burch, van der, 34, 37 Burchgraeff, 166 Burg, ter, 251 Clocksteller, 89, 186 Croix, de la, 60, 61, 192 Cromhout, 22, 43, 45, 47 Cromhuysen, 266, 267 Crompvliet, van, 28 Cronenberch, van, 8 Cronenburg, van, 36, 50 Croock, 278 Croone (Cronen), 106, 125, Coedijck, 102 Coetenburgh, 28,35, 36, 41,45, 115, 116, 161, 172, 249 Coeverden, 287 145, 204 Cruijsbergen, v., 272 Crijnen, 131, 132 Cuyk, van, 273 Cuyck van Mierop, 40, 57 Cuypers, 277 Collemans, 111 Collen, van, 274 Colterman, 26, 35, 38, 40, 91, 166, 167 Colve, 60 Daame, 278 Comans, 27, 132, 179, 210, 219, 220 Daems, 26, 48 Daey, 54, 57, 59, 61, 78, 134, 182, 229, 237 Commersteijn, 61, 192, 206 Coningh (de), 93, 304 Cool, 213, 224 Cooren, 25, 111, 112, 212, 219 Coorne, 51, 53 Dalen, van, 58, 131 Dallien, 299 Dam, ten, 125 Dam, van, Cop, 102, 103, 155, 156 Coppier(s), 89, 230 Coren, zie Cooren Corff, 20, 24, 63, 64, 153 Corff van Boshuyzen, 20 Cornelis, 85, 126, 147, 183 Cornelisz., 124, 233 Dapper, 228 David, 102 Decker, 73, 137 Dedel, 255 Delen, van, 30, 62 Denijs, 129 Depmar, 111 Derck, 237 Corput, v.d., 51, 52 Cort (Kort), 185 Corver, 198 Deutekom, 9 Deuticum, van, 26 Cos, 185 Deventer, van, 298 Costa, da, 289 Coster, 63, 286 Court, del, 294 Court, de la, 271 Courten, 51 Dibbets v.d. Capelle, 191 Diemen, van, 79 Diepenbrugge, van, 197, 198 Dierhout (Dierout), 249 Dieu, de, 30, 60, 64, 182, 192, 237 Couturier, le, 251 Crael, 220 Digge, 8 Dircks, 196, 197 Cramer, 136 Cranesteyn, 77 Crans, 252 Creagh, 221 Creemer, 280 Cremer, 58 ' Dircksz, 95, 108, 144, 216 Discker, 133 Dobbenburgh, van, 285 Dodonis, 236 Doedensz,. 240 Crockgen, 99 Doelma, van, 141 Cloeck, 172, 270 Cloet, 206, 207, 303 Cloppenburg, 7,110 Cluyver, 70 Cocq, 7 Codde, v.d., 188 Coeck, 79 Eikelenberg, 230 Elias, 73, 237, 272, 273, 274 Elk, van, 282 Does, van der, 85, 86, 270 Dohr, 262 Domis, 50, 214, 225 Donkerhof, 214 Ellsele, 31 Els tot Boedelham, van, 52, 6Q Elserack, van, 203 Doodt, (de) 180, 252 Doorn, van, 274 Doornekroon, 105, 169 Doos(e), 267, 268, 301 Dormen, van, 238 Elstland, van, 66 Emmen, 136 Empereur d’Oppijck, I’, 53 Emtinck, 274, 285, 286, 296 Engelbert, 277 Dorp, van, 43 Dorp, van den, 251 Doublet, 7 Engelberts, 287 Engels, 95 Engelsman, 24 Ente, 289 Douwensz., 112 Dranteman, 206 Driell, van, 200 Dronckelaer, v., 270, 273 Droogenhorst, van, 301 Druyff, 43, 77 Druijvesteijn, 48 Duarte, 25, 187, 303 Erntreuter von Hofreit, 55, 60 Erpecum, van, 273 Escury, d’, 52, 303 Esdre, 128 Eubels, 77, 198 Eucly, 202 Dull, 293 Duecht, 110 Everdingen, van, 171, 191 Evers, 184 Dussen, van, 27, 40 Dussen, van der, 38 Everts, 34 Duvenvoorde, van, 34, 40 Duvenvoorde van der Poel, van, Evertsz., 217 Ewald, 250 Ewalt, 250 Duyn, 250, 302 Duijn, v.d., 210 Duym, 250, 302 Duysingh, 105 Dijck, van, 13, 163 Dij ex, 115, 120, 147 Dijk, van, 213 Exter, van, 103 Eykenboom, 12 Eysinga, van, 113 Eijssel, 51 Faasen, van, 216 Fabritius, 188 Falckenhaen, van, 213 Fannius, 51, 52 Eenigenburg, 223 Echlin, 31 Faij, du, 273 Fecke, 145 Eek, 282 Eek, van, 60 Eggert, 269 Egmond, van, 21, 83 Egmond van de Nyenburg, 20, 25, 29,31,35, 37, 39, 42, 43, 44, 46, 47, 48, 49, 50, 53, 54, 56, 62, 63, 141, 218, 219, 238, 243 Febure, la, 35, 36 Fèvre, le, 107 Finea, 107, 198 Fleischer, 65 Floris, 36 Floris V, graaf v. Holland, 65 Fock, 286 Folkerts, 254 Egmond v. Meeresteyn, v., 119 Eichhorn, 264 Fontein Verschuir, 198 Forangier, 195 Goula(e)rt, 226 Gout, 197 Graaff, van de, 278 Foreest, van, 21, 25, 26, 28, 29, 31,37, 38, 39, 40,41,42, 46, 47, 48, 49, 54, 58, 59, 60, 62, 114, 115, 119, 165, 166, 168, 211, 213, 227 Graafland, 188, 192 Graeff, de, 27, 44, 47, 115, 172, 175, 243, 271 Fortuin, 143 Franken, 110 Frans, 82 Grand, le, 298 Grave, 298 Graver, 296 Fredericks, 11 Greef, de, 284 Fremy (Fremius), 10 Fullink, 125 Griecke, van, 169 Grift, v.d., 141 Groen, 72, 84, 85, 156, 172, 182 Groenesteyn, van, 209 Groes, 223 Gaart, van, 134 Gabriel, 275, 278 Gaeff, 226 Galeman, 208 Galen, van, 288, 289 Garbrandts (Gerbrandts), 231, 303 Gardijn, du, 35, 49, 151, 210, 279 Gaue, 234 Gauville, de, 303 Gaven, 231 Gebhard, 265 Geelvinck, 270, 271, 278 Geesteranus, 44, 59, 105, 134, 147 Gelre, van, 37 Groet, 235 Groot, 160, 176, 220, 235 Groot, de, 71 Grootenhuijs, ten, 273, 290 Grotesteyn, van, 46, 54, 59 Grothe, 58, 90 Gruelmann, 266 Gülcher, 280. Guldekruijs, 272 Gijsel, 135, 191 Gijsen, 218, 225 Haas, de, 45, 160, 161 Hachia, 185 Genieca, 290 Hackof, 162 Geniets, 281 Haeften, van, 299 Haerboe, 245 Gerbrants, 13 Gerretsen, 131 Haes, de, 106, 128, 130, 185 Hagen, 296 Gerrits, 27 Gerritsz, 128, 164, 254 Gheest (Geest), van der, 21, 75, 190, 229 Giessen, van der, 51 Haldermondt, 140 Hall, van, 278 Halling, 52 Ham, 175, 176 Hand, 164, 179, 225 Hanecray, 239 Gifting, 230 Gilde, de, 22 Glas, 9 Hanekop, 52 Hannema, 172, 249 Happé, 265, 262 Harencarspel, van, 122, 137, Goerust, 221 Goes, van der, 133, 187, 188, 201, 223, 224 Goethart, 202 Goorl, van (Gorel, van), 31, Haringkarspel, 107, 128 Harlaer, van, 36, 49, 147 Harmensz., 65 Gorter, 175, 177, 205 Goudsmit, 133 Harpen (Kuyper), van, 290, 297 Hart, 201 Hoeffijser, 104 Hoeven, v.d., 198 Hofdijk, 108 Hofman, 249 Hart, de, 133 Hogelant, 38, 84, 109 Hogenraat, 92 Hartogveld, 273 Harwinen, 249 Holle, 279 Has, 13 Honert, van den, 44, 57 Hasselaer, 270, 271, 298 Honteman, 82 lattum, van, 26, 38, 41, 50, 165 Hooft, 130, 271, 272, 273, 274, 296, 297, 298, 299 Hautin, 32 Haven, van der, 285 Hooft, ’t, 207, 212, 217 Haverkamp, 293 Haze, de, 16, 273, 295 Hoogeboom, 131 Hoogelant, van, 125 Hoogenraad, 133 Hoogh, van der, 222 Hazenkamp, 230 Hazes, 106 Heddingh, 292 Heeda, 68 Hooghuys, 80 Hoogkamer, zie Lycochthon Hoogkarspel, 129 Heem, van der, 222, 223 Heemskerk, (van), 32, 179, 219, 274 Hoogsant, 138 Hoogwoud (v.), 169, 232 Hoolegeest, 74, 206 Heertjes, 126, 172 Heeselenbergh, 181, 195 Hegeman, 251 Hoolck, van der, 48, 49, 55, 132 Heinsius, 116, 276 Helder, 9 Hoolwerff, van, 84, 179, 182, 191, 230 Helsdingen, van, 252, 255 Hemsink, 98 Hoon, 277 Hendricksz., 234 Hoorn, van, 188, 192, 213, 281, 282 Hen, 193 Henneman, 16 Hoorn, v.d., 142 Hensberch, 91 Hopfer, 245 Hoptille, d’, 183 Hensbroek, 123, 142, 148, 179, 185, 190, 224 Horst, van der, 97 Herfst, 262 Horstman, 264 Hertogh, 180 Hesse, van, 55 Hosius, 194 Houtcooper, 231, 253 Houten, van, 41, 49, 76, 144, 206, 212, 229 Hets, 204 Heuvel, v. (d.), 51, 200 Houthuijs, 284 Houtkamp, 195 Heyckens, 34, 177, 178 Heyden, van der, 175, 242, 243 Houtman, 103, 104 Heye, 283 Houwaits, 28 Heymenberg, 64, 106, 215 Heyndricksz, 95, 99, 108, 109, 136, 140, 185 Houtum, v., 280 Hove, ten, 266, 267 Hubert, 274 Hinderduyn, 39, 49, 88, 89, 221 Hudde, 272 Huguetan, 273 Hinloopen, 272, 273 Hiole, 172, 173 Hullaer, 121 Hunthum, 267 Keerwolf, 223 Hurrelbrinck, 259 Huijbert, de, 60 Huydecoper, 136, 272, 273, 287 Immerseel, van, 280 Immig, 299 Keins, van de, 130 Keiser, 76 Kemp, de, 254 Kerkhoff, 200 Kerkhove, de, 46 Kerkrinck, 93, 134, 225 Kerver, 67 Indijck, 98 Kessel, 22, 29, 30, 104, 112, 113, 128, 173, 192, 193, 213 Jacobs, 124 Ket, 247 jacobsz., 302 jacobsz van Over die Geest, 66 Jacot van Axele, 27, 34, 36, 64 Jager, 201 Ketel, 226 Keyser, 92, 100, 116, 225 Keysers, 68 Keijsser, 265 Kieft, 213 Jameson, 257 Jans, 11,12, 34, 75, 122, 129, 150, 152, 163, 176, 178, 198, 217, 220, 221, 235, 238 Kien, 41,44, 45, 47, 51,57 60, 105 Kies, 217 Jansen, 249 Kies van Wissen, de, 27, 79 Kinnema, 55 jansz, 93, 127, 143, 154, 155, 160, 162, 233 Kinneman, 81, 84 Kinnis, 117 Janvaer, 74, 233, 234 Jeans, 257 Jeugd, de, 205 Jochems, 277 Jode, de, 25 Jong, 12 Kinsbergen, van, 285 Kinschot, van, 48, 52, 55, 56, 57, 60, 73, 303 Kirchman, 280 Kistemaker, 81 Kistmaecker, 226 Klaesen, 132 Klaver, 224, 225 jong, de, 176 jonge, de, 24, 29, 60 jongewaard, 93 Jongh, de, 70, 71, 159 Jonker(s), 170, 254 Klaverwey, 169, 172, 233 Kleeff, 125, 163, 183, 232 Klees, 253 jonkman, 279 Joppen, 168, 231 Jutphaes van Wijnesteyn, van, 28, 38, 184 Kleijenburgh, 203 Kleyn, 92, 111, 127, 225, 253, Kloek, 122, 181, 223 Kloeck, 59, 61, 63 Klonkert, 278 Kaar, de, 175 Kabel, 164 Kluyt, 142 Klijn, 259 Knobbert, 46 Knol, 183 Kampman, 191 Kannemaker, 236 Karseboom, 272 Kasteele, v.d., 134 Kate, ten, 301 Knuyse, 72 Koeck, 168 Koedijck, 221 Koeslager, 225 Kathman, 283 Kayser, 238 Keern, 141 Kool, 252 Koorn, 9, 10 Koninck, 11 Langereys, 150 Langhout, 7 Lankeren, van, 262 Lans, 274 Konijnenvanger, 132 Koogh, 79 Koot, 211 Lanschot, van, 41, 44, 53, 57 Lanslot, 123 Kop, 155 Kort, 110, 137, 185 Korting, 285 Lastman, 208 Laurette, 250 Lava, 169 Korver, 90, 176 Kost, 253 Lecanu, 74 Koster, 7 Leeneman, 293 Leeuw, 9 Koulster, van, 86 Kraay, 256 Leeuwen, van, 36, 167, 206 Lelyvelt, 81 Krachtin, 117 Kraemer, 135 Kraft, 50 Lenaerts, 282 Lennep, van, 256 Lesscher, 251 Lettenbel, 165 Leyten, 118 Kralinge, van, 255 Kramer, 191, 255 Kramer, de, 79 Krieckeboom, 111 Kroes, 102 Leijthen, van, 60 Lichtenbelt, 7 Liefrijk, van, 235 Lienen, van, 187 Liernur, 262 Krom, 87, 218 Kromhout, 78, 79 Kroone, 145 Liesveld, van, 24, 222 Liewes, 79 Kroonenburg, 140 Kruijff, 287 Kruijs, 124 Kruys, van ’t, 8 Krijgsman, 173 Krijnen, 75 Kudde, 228 Kuiper, 79, 80, 128 Kurver, 200 Limburgh, 81 Limmen, van, 214 Lindeman, 255 Lobs, 92 Lookhorst, 28, 298 Lodewijks, 261 Loen, 268 Kuyper, 136, 157, 178, 203 Kuyper van Harpen, 290 Kyes, 27 Lom, van, 282 Lontstok, 196 Loo, van, 25, 30, 54 Loofting, 285 Loon, van, 25, 30, 47, 274, 278 Laen, v.d., 200, 241 Lakeman, 204 Looper, de, 254 Loosen, van, 179 Lam, 137 Lammer, 38 Lopez de Villanova, 52, 60 Los, 7 Landen, v.d., 208 Landman, 14 Laurette, 250 Lulofs, 265 Luttels, 230 Lange, 245 Lange, de, 219, 272 Lange (n) cl ijk, 12, 76, 106, 196, 215, 216, 255 Luttinkhuijs, 289 Luyken, 283 Langeren, van, 196 Mey, de, 56, 58 Meyboom, 252, 280 Meijer, 100 Meijer, de, 185 Meijere, de, 289 Meynderts, 138 Meynerts, 148 Michiels, 144, 223 Mieden, van der, 66, 160, 161, Maagh, 182 Maanen, van, 134 179, 236 Mierop, van, 38 Mieusen (Meuwsen), 146, 148 Maarse, 7 Maastright, 253 Mobach, 185 Maerschalck, 79 Moens, 77, 118 Maertens, 219 Moer, 16 Mager, 215 Maide, 133 Moere, van der, 38, 42, 50, 51, 52, 56, 126 Maire, le, 32, 36, 38 Moerbeek, 293 Maju, 250 Malapert, de, 27, 43 Man, 16 Moes, 261 Moeyer (Moyweer), 174 Mogaerts, 29 Mogge, 60 Mol, (de), 35, 172, 186, 187, 252 Molen, van der, 69 Mandemaker, 129 Marcelis van Aldenhoven, 66 Marchant, 224 Marcken, 247 Marens, 215 Moolenaar, 250 Marez, de, 35 Molenaer, 74, 134, 135 Marken, van, 228 Molenvliet, van, 131, 132, 171, 173, 210 Markes, 71 Massony, 219 Monfort, 127 Mathan, 84 Montenacq, 192 Matijssen, 202 Medenblik, 207 Montfoort, van, 27 Morellon la Cave, 280 Meer, van der, 74, 75, 126, 149, 157, 183, 269, 270, 273 Morgan, 26 Meer van Barendrecht, van der, 29 Mossel, 282 Mostert, 25 Moutmaker, 80, 142 Meeuwsen, 181 Mens, 136 Moy, 177, 181 Mul, 10 Menton, 116, 117 Mulder, 174, 300 Merens, 58, 59 Mulet, 281, 290 Mersch, v.d., 287 Munter, 274 Mesdagh, 65 Murmellius, 20 Met, 7 Muurling, 101, 160 Muyden, 21, 207 Mijer, 137 Mijle, v.d., 29, 30 Metselaer, 78, 80 Meulen, van der, 12, 13, 88, 236, 255 Meulman, 75 Meurs, 159 Luijpaert, 225 Lycochthon, 192 Lycochton Hooghcamer, 194 Lijn, van der, 40, 274 Lijnden, van, 52, 60 Lijndraaier, 114, 135, 168 Lijnslager, 163, 164, 205 Oostwal, 95 Naemsloot, 169 Opdam, 77, 90 Opmeer, van, 100 Opterbeek, 260, 261, 263 Os, van, 61, 192 Nanningsz., 118 Nanninx, 231 Neck, van, 120 Nellen, 8 Oterlyck, 190 Otter (den), 101, 268 Ouburg, 86, 87, 224 Oud, 12 Neren, van, 177 Nes, van, 31, 32, 35, 37 Nesse, van, 31 Neufville, de, 283 Oudermeulen, van der, 255 Oudestam, 165 Oudesteyn, van, 20, 27, 42, 46, 48, 51, 131, 151, 165, 167, 204 Oudewater, 91 Neuhusius, 182, 183 Nicolai, 196, 197 Nieberch, 29 Niedorp, van, 92 Nieman, 9 Nierop, 22 Outgers int Cromhout, 136 Ouwerkerk de Vries, van, 281, 290 Ouwerogge, 247, 250, 272 Over, 221 Nieuwburg, van de, 20, 27, 37, 172, 210 Nieuwenburg, van, 126 Nieuwenhuysen, 163 Nieuwstad, van de, 32, 36, 37, 197 Nobbe, 188 Overlander, 296 Oyen, van, 121 Nolthenius, 299 Nobel, 31, 37 Paardekooper(s), 169, 233 Paden, v.d., 197 Nobels, 34 Noortwijk, van, 65 Pa.cts 210 Paling (Palinc), 166, 168, 211, 304 Noot, van der, 32 Nordingen, van, 34 Palingman, 219 Palmboom, 253 Notjens, 265 Nuhout van der Veen, 188 Pancras, 271 Nulft, v.d., 287 Panhuys, van, 46 Pann, 264 Nijenburg, van de, 36 Pannekoek, 243 Ocker, 152 Panser, 31, 209 ■ Oetgens van Waveren (Pancras Clifford), 61, 270, 295, 300 Passement, 127 Pater, 270 Paulusz., 67 Oirschot, van, 136 Olden, van, 128 Olzati, 280 Pauw, 32, 49, 174, 178, 179, 190, 210, 229, 272 Paz, de (du), 25 Onsteyn, 251 Oort, v.d., 168 Oortman, 265 Oosterburg, 229 Oosterhoorn, 200 Oosterling, 283 Peereboom, 89 Pekstok, 278, 280 Pels, 292 Pelt, 24 Pplvp Hp Persij'n, van. 33, 178, 199, 201, 205 Oosteynde, van ’t, 8 Oostrum, 28 Persijn van Waterland, van, 38 Pet, 285 Rabbi, 120, 218 Rabeling, 175 Rademaker, 244 Radogla, 132 Raephorst, (van), 27, 36, 37, Petersen, de, 256 Petri, 294 Petten, 133 Peursum, van, 224 39, 42, 96, 114, 204, 272 Raffelberg, 152 Philips, 203, 205, 263, 264 Pichot, 292, 293 Rahder, 264, 265 Ramp, 31, 184, 278 Ras, 181, 182, 236 Rassche, 264 Pietersen, 129 Pietersz, 12, 76, 101, 102, 149, 151, 154, 157, 160 Rauws, 139 Ray, 277 Pinxter, 180 Pit, 58 Raye, 57 Reede van Outshoorn, v., 274 Regter (Rechter), 141, 209 Remmen, 116, 215 Plaat, 108, 118, 222 Plessis, du, 292 Pleytman, 149 Pluister, 9 Poelenburg, van, 25, 27, 31, 35, 84, 217 Rempt, 9, 10 Rendorp, 292 Rensen, van, 81 Rensman, 126 Rentengars, 171 Repelaer, 51 Repelius, 84 Reus, 92 Reyersz., 159, 216 Reijnders, 11 Reijnst, 213, 270 Riebeeck, v., 281, 282 Ries, de, 163, 164 Poelenburg van Teylingen, 31 Poeraet, 286 Polet, 40 Poll, van de, 270, 272, 274, 291, 292 Polman, 287 Pols, 144 Polvliet, 238 Pool, 295 Poortingen, ten, 274 Porcinus, 91, 172, 173 Posthumus, 112 Ries, du, 86 Riet, van, 267 Rietvelt, 33, 34 Posthumius, 221 Pottebacker, 130 Pouwelsen, 138 Rietwijk, van, 25, 41, 89, 165, 209, 219, 235 Prasauw, 58 Primaudaye, de la, 52 Prins, 92, 268 Rieu, du, 203 Ringelbert, 185 Rinnegom, 130 Ripperse, 213 Ritter, 283 ftoeper, de, 250 Roest, 29 Pronck, 178 Putten, van, 107 Pijl, 32 Pijnsz, 17, 24, 64 Roeters van Lennep, 286 Röhne, 283 Quack, 297 Quinting, 27, 164, 165, 213 Quirijnen, 75 Rol, 74 Rolbergen, 175, 209 Rollant, van, 211 Rombouts, 273, 279 Raad, de, 254 Raats, 175 Romein, 127 Saxen, van, 50 Saylmaker, 134 Schaaff, 224 Roode, 273 Roode, de, 245 Roos, (de), 67, 143, 206, 252, 255 Root, 170, 216 Rooy, 167 Schabaelje, 103, 201 Schade, 52 Schaep, 270, 271 Schagen, 10, 22, 84, 93, 94, 108, 112, 133, 134, 151, 152, 154, 158, 168, 180, 187, 197, 199, 207, 213,223 Schagen, van, 206 Schagen Hoogland, 110 Schagen van der Goes, 223 Scheepen, 250 Rooy, van, 278 Roscam, 66 Rossen, van, 99 Rotgans, 229, 273 Rotman, 141 Roy, Le, 88 Royer, 275 Ruiter, 133 Runkel, 7 Scheepmaker, 145 Schekkerman, 162 Rutten, 250 Ruych, 143 Ruychaver van Loon, 47, 186 Ruijghrock, 182 Ruijl, 146, 178 Ruysch, 58 Ruyter, 207, 220 Ruyter, de, 275—77 Ruyven, van, 24 Schelling, van der, 132 Schellingwouw, 273 Schenk, 102 Schermer, 98, 137 Scheuroff, 219 Schilder, 80, 128, 158, 193 Schimmelpenninck, 116 Schipper, 107, 222, 239 Schimeck, 254 Schoenmaker, 11, 134, 165, Rijcholt, 33 Rijck, de, 299 Rijck, van, 143 Rijcx, 141 173, 203 Schol, 163 Scholl, 298 Scholte, 277 Scholten, 273 Schönbeck, 252 Schonneuss, 87 Schoon, 98 Rijke, 80 Rij kei, van, 155 Rijnders, 256 Rijp, 123, 179, 223 Rijser, 67, 135, 148, 205 Rijstet, 130 Rijswijk, van, 226 Schoonhoven, 207 Schoute, 76 Schouten, 122, 149, 170, 195, 196, 255 Saan, van der, 253 Sael, 268 Schuitmaker, 112 Schut, 177, 187 Safgen, 202 Sagenmaker, 130 Sammer, 37 Schuuren, van, 64, 303 Schuyt, 92, 254 Sampson, 185 Sandra, 280 Sanen, van, 63 San jé, 134 Schwiers, 277 Schijf, 250 Scoon, 199 Scoonvelt, 191 Santbergen, 292 Sas, 35 Scouteet, de, 155, 156 Scriba, 53 Sautijn, 289 Scrivelius, 105 Speyart, 27, 43, 217 Speyart (van Woerden), 27, 217 Speyk, van, 283, 284 Spiegel, 29, 61, 110, 178, 192 228, 270 Spierdijck, 160, 205 Splinter, 28, 30, 210, 246 Segers, 241 Segwaert, van, 48 Seilemaker (Seylemaker), 177, 208 Seyl, van, 108 Serooskerken, van, 60 Sevenhuysen, 68, 69, 86, 99, 112, 150, 203, 228 Spont, 46, 85, 147, 167 Spranger, 296 Sprinckrijck, 201 Stalen Berg, 65 Standert, 22 Sigault, 284 Sigman, 101 Simerink, 76 Singel, van, 179 Sisma, 25 Stassaert, 38, 183 Six, 54, 55, 60, 192 Stategaart, 230 Stauthals, 46 Six van Oterleek, 48, 54 Slicher, 105, 274 Steen, van der, 57 Sloet, 55, 60 Steenhuys, 93. 109, 112, 115, 121, 123, 193 Steenhuysen, van, 34, 36, 48, 55, 56, 83, 146, 197 Steenveld, 150 Slot, 133, 189 Sluys, van der, 53, 108 Sluijter, 225 Smeth, de, 217, 274 Smissaert, 274 Steenwijck, van, 66 Stevens, 158 Smit, 75, 83, 98, 102, 201 Smit van Schagen, 238 Smit Kruisinga, 254 Smits, 138 Stikel, 95, 189 Stiles, 297 Stilte, 54 Smitten, ter, 274 Stoezak, 58, 62 Snellius, 112, 150 Snethlagen, 287 Snoeck, 178 Stoffelse, 78 Stoffers, 287 Stooker, 179 Snoerwang, 74 Soete van Lacken de Hautin, 10, 32 Stoop, 80, 114, 115, 208, 220, 221 Straalman, 282 Soeten, 144 Strandvliet, 180 Somer, 219 Streng, v.d., 134 Strik, 293 Someren, van, 56, 188, 213 Sonk, 59 Stroo, 229 Sonnevelt, van, 26, 33, 38, 48, 159, 168 Sonnevelt van Outshoorn, van, 211,304 Sonoy, 30 Southolm, 57 Struijck, 267 Stuart, 252 Stull, 161, 163 Stuurman, 134 Stuyling, 39, 218, 219 Sukkel, 287 Soutman, 27, 164 Swaen, 115, 116, 279 Swanenburg, v., 125 Swart, 112 Spaan, 169 Speek, van der, 8 Speldemaecker, 92 Sweers, 58, 59 Tour, du, 55, 57, 59, 60, 62 Treschow, 197 Sweerts de Landas, 52, 60, 303 Sweekhorst, 255 Treutelaan, 208 Trier, van, 132 Trip, 273 Swering, 181 Sijms, 13, 213, 218, 219, 243 Symonsz, 232 Sijpe, v.d., 153 Sijpestein, van, 45, 51, 52 Tromp, 45, 57 Troost, 106 Truijen, van, 230 Tukker, 297 Tak, 7 Tulp, 269, 270, 290, 291 Turck, 206 Tams, 8 Tarelink, van, 301 Tates, 9 Twisk (van), 64, 292 Tijen, van, 285 Tijssen, 199 Teding van Berkhout (zie Berkhout) Tegularius, 190 Tersteeg, 282 Tethrode, v., 166 Tets, v., 153 Teijler, 298 Teylingen, van, 20, 21, 23, 27, 29, 32, 34, 36, 38, 40, 42, 43, 50, 53, 54, 55, 56, 63, 72, 87, 153, 217, 236 Ursem, 180 Uurling, 253 Uijlenbergh, 224 Uyt den Bogaard, 287 Vaïte, 263 Valentijn, 232 Vaiette, de la, 303 Valckenier, 178, 270, 271, 298 Valk, 82, 153, 180, 183, 229 Teylingen Bas, van, 204 Theunisz, 224 Valkenburg, 274 Thiebout, 230 Vandijck, 13 Varcken, 91, 155, 194 Veen, 12, 13, 82, 141 Veen, van, 22, 28, 29, 34, 39, 40, 41, 42, 44, 47, 152, 162, 226 Thielenspeet, van, 254 Thielman van den Eynden, 202 Thierens, 223 Thomas, 254 Thomas van Cronenburg, 25 Thomasius, 225 Veer, 8, 124 Thomassen (Toomassen), 98 Thomasz, 119 Veer, v.d., 119 Vel, 9, 10 Thonsuden, 265 Thooet, 156 Velde, van de, 78, 133, 211, 212, 213, 214, 288 Thijsingh, 174 Tieleman, 53, 62 Velde, van, 122 Vellinga, 206 Velsberg, 282 Velsen, 104 Tienen, van, 34, 40, 41 Til, v., 289 Timmer, 107 Velthuys (Veldhuys), 95, 116, 190, 198 Timmerman, 95 Tin, 67, 76 Veltkamp, 76 Vennekool, 153 Tjepma, van, 36 Tjerks, 152 Torenburch (Toorenburch, Toornburg), van, 29, 62, 97, Verbeek, 129, 289 Verdeel, 230, 231 Verdoes, 81, 82 204, 235 Verduyn, 109, 49, 63, 210 Vereul, 279, 300 Vomelius, 183, 224 Vondel, van den, 279, 280 Voogt, 80 Voorden, 28 Vergeel, 285 Verfaille, 94 Verharen, 249 Verhoeven, 149 Verhuist, 275 Voordij, 58 Voorhoeven, 125 Voorschooten, van, 7 Voort, van der, 108 Voorthuyzen, van, 297 Vos, 284 Vos, de, 21, 206, 224, 281 Vriend, de, 293 Vries, de, 7, 59, 208, 225, 287 Vrugt, 112 Vrij, de, 123 Vrijburgh, 20, 105, 117, 152, 193, 197,212,213,214, 236, 243 Verlaen, 47, 167, 230 Vermaten, 26 Vermeeren, 63 Vermeulen, 255 Verschuer, 94 Verschuir, 197 Verschuyren, 36, 303 Versloot, 247 Vertest, 77 Verwer, 284 Vettis, 228 Victor, 273 Vicq, de, 273 Viehoff, 262 Vrije, de, 82 Vrij Temminck, de, 271 Vuyk, 79, 93 Vyen, 69 Vijgh, 50, 56, 62 Vijver, 73 Vierheemskinderen, 70 Viervant, 182, 297 Vinckenbrinck, 274 Vink, (Vinck), 11, 12,46, 167, 272 Waal (Wael), de, 116, 184, 189, 228 Visbijen, 87, 88 Visscher, 100 Visser, 13, 156, 157, 188 Vivien, 43 Waarts, 225 Waben, 209 Vladeracken, van, 26, 38, 39, 41,45, 49, 54, 55, 56, 59,61, 218, 220, 231 Vlaming de, 272, 7 Vlaming van Oudshoorn, de, 115 Waetervliet, 121 Wagenaer, 7 Walbeecq, (van), 61, 192 Walen, 52 Walichsz, 97, 158 Walraven, 189 Vlasbloem, 200 Wamelen, van, 74 Vleishouwer (Vleyshouder), 70, 94 Wancket, 202 Wannemaeker, 139 Vlierden, van, 35 Vlooswijck, van, 158, 270 Voet, 273 Warmenhuijsen, 196 Washuizen, 245 Wassenaer, van, 46 Wassenberg, 175 Water, op ’t, 50 Waveren, van, 192, 271 Wayop, 172, 173 Webkink, 264 Weer(d)t, de, 249, 273 Vogel, de, 58 Vogelensang, 141 Volckerts, 172 Vollenhooven, 202 Voller, 180 Vollers, 107 Wognum, 11,12 Wolde, ten, 280 Wolft, de, 254 Wolphen, v., 180 Wouw, v., 105 Wrocht, 191 Weere, van der, 157 Weesel, van, 177 Wegewart, 16, 237 Welma, 253 Welsingh, 86 Wenssen, van, 48 Wurfbain, 259, 263 Wuytiers, 278 Wentel, 140 Weppelman, 277 Werp, 78 Wijbrands (Wybrantsz), 103, 220 Wyert, 14 Wijk, van, 286 Wijn, 93 West, 170, 242 Westenberg, 295 Westhoven, van, 181, 195 Westphalen, 32, 33,74, 161, 162, 172 Wijngaarden, 132 Wijnschenker, 144 Weyden, van der, 289 Weyer, 167 Weyertsz, 215 Wiele(n), van der, 34, 45, 202, 225 Wildeman, 70, 119 Yperen, van, 107 Ysbrants, 87, 88 Yser, 100, 101 Yserman, 184 Willemsen, 239 IJssen, 225 Willemsz (Willem), 29, 80, 81, 110 Zeeman, 217 Zeeuw, de, 149 Windel, 291 Winder, 54, 72, 73, 148, 173 Zeevanck, van, 210 Zegers Veeckens, 279 Zei (Zeil, Sel), 17, 140, 220, 303 Zillesen, 297 Zinzerling, von, 46 Zuygeest, 226 Zuijlen, van, 269 Zweet, 9 Wingerla, 174 Winkel, 198 Winter, de, 282 Wissel, v.d., 273 Wissen, van, 27 Wit(t), de, 138, 191, 225, 254, 271, 274 Witsmeer, 76, 87, 135, 222 Witte, 59, 61, 181 Zijl, van, 200 Wittendel, van, 32, 36 Zijverden, van, 7 Woensel, v., 280