DE wmm mmm ®giii N'VIiITGLVEK MMBCIWJI VAN liTjMUM ISIATEQUSI EN I VISSER TEARNHEM IMCMXXI □ DEO nUZE'KATEQ EW'OIWÏIG I /PB2DKIE I IN'MDRMN IME'HEDMAN MEUEBMAN3 EERSTE BEDRIJF (Een kamer met schouw en eenige ouderwetsche portretten. In het midden een rustbank, een oude kist en een havelooze stoel. De luiken voor het venster zijn gesloten; de ruiten zijn met lappen bedekt. Vroegmorgen. Zonlicht door de harten der luiken.) DE WIJZE KATER 2 EERSTE TOONEEL JONATHAN BAKKER ANS JONATHAN (Hij ligt gekleed op de rustbank, wordt even wakker door het nijdig luiden der voordeurschel, rekt zich uit en slaapt weer in. Er wordt opnieuw gescheld en tegen de luiken gebonsd. Geeuwend staat Jonathan op, en onverstoorbaar bij het verder luiden en bonsen, slaat hij de deken, waaronder hij gelegen heeft, uit, legt haar op de kist, en gebogen bij de lichtkieren van het venster, begint hij zijn laarzen met een verweerden borstel te schuieren. Ongevoelig voor het aanhoudend schellen en kloppen, dekt hij de met een korst brood en een kan, die hij aan de achterzijde uit de kist tevoorschijn haalt. Plotseling meent hij een geluid te herkennen, beklimt een kruk voor het raam, kijkt door het uitgesneden hart vaneen der luiken, werpt vroolijk een kushand toe, springt van den stoel, opent de voordeur inde gang) ...Kom binnen! Welkom! En kijk niet te veel rond! Mijn huishoudster is nog niet uit de veeren... En met wat kan ik u van dienst zijn? BAKKER (presenteert papier) Asjeblief. JONATHAN Met uw verlof, geachte heer: ik zal eerst het daglicht permissie geven hier binnen te schijnen... (opent de luiken de zon plast in het vertrek) ...Is dit geen lenteweer om bij te knielen?... Goeden morgen, juffrouw Ans! Al zoo vroeg bij de hand, en al zoo vroeg van zulk een bevallige bekoorlijkheid, dat ik me . schaam me in dezen desolaten toestand aan uw gazelle-oogen te vertoonen... BAKKER... Asjeblief. JONATHAN... Gaat u zitten. Deze stoel heeft wel een uiterlijke wormstekigheid, maar innerlijk is hij van een kracht, om eeuwen te trotseeren... En juffrouw Ans: deze sofa zal het zich tot een eer rekenen... BAKKER Mijn dochter en ik komen hier niet op bezoek. En wij gaan niet zitten. Asjeblief. Dat is drie- maal. . JONATHAN Dat telde ik ook. Als ü er dan niet bij HEIJERMANS neerzit: permiteer dat ik het doe. Dit is een quitantie, als ik me niet vergis... BAKKER Als je je niet vergist? Tien, twintigmaal heb ik 'r door mijn knecht laten aanbieden, en nou kom ik nog eens zélf voor 't laatst! Ben je van plande rekening te betalen, ja of nee? JONATHAN Van plan, ja. Maarde menschen wikken en de góden beschikken: een plante hebben is makkelijker dan een plan uitte voere n... BAKKER Ik ben niet zoo gek, doordraaier, om er in te vliegen! (tot zijn dochter) Trek jij nog eens zijn partij! Wees nóg eens zijn voorspraak! Tot zelfs de meubelen heeft hij beleend! Niets om fatsoenlijk beslag op te leggen! Maar je kent me niet, oplichter! Al moet ik je een jaar laten gijzelen: de rekening van mijn brood zul je betalen. Daar doe ik een eed op! JONATHAN Nee, doe geen valschen eed... Tenminste niet in het bijzijn van uw dochter, die u kieschheidshalve niet bij dit voor u en voor mij zoo uitermate pijnlijk onderhoud op den vroegen morgen had moeten tegenwoordig laten zijn... BAKKER Een kist, een kapotte stoel, een bank, een kruk!... Jij groeit voor de galg op! Jij moest niet durven kijken naar 't portret van je vader, die jou in welstand achterliet en van wien jij alles verbrast heb... JONATHAN Ik kijk er ook niet naar. BAKKER En niet naar het portret van je grootvader... JONATHAN... Als ik naar iets kijk, meer dan geachte heer, is het naar de schoone, blozende en rijpe vrucht, die u onder mijn eenzaam dak heeft meegebracht... De bewering, dat de appel niet vèr van den boom valt gaat niet altijd op. Want uw dochter... BAKKER Antoinette, wacht buiten op me... ANS Maar, vader... BAKKER Hoor je niet wat ik zeg? ANS Maar, vader, ik zou toch bij u blijven, omdat u zoo vreeselijk driftig kan worden! JONATHAN Juist, en omdat drift een mensch ontsiert en diens gedachten over de hindernissen van bezonnenheid en koelbloedigheid laat struikelen ben ik DE WIJZE KATER het met uw dochter volkomen eens, dat haar aanwezigheid als beminnelijke rem noodzakelijk is. BAKKER Antoinette! ANS Goed dan, vader... (wacht bij de deur). BAKKER En nu voor het laatst: wie geeft jou het recht mij op te lichten? JONATHAN De genegenheid voor uw dochter... BAKKER Jij praat wartaal! JONATHAN... De genegenheid voor 'n meisje, licht den dikbuikigsten en ongezelligsten vader inde sfeer van teederheid, die in het gemoed van den verliefden jongeling is... Ik licht u dus 0p... BAKKER ’t Is goed. (driftig) Maar dat zeg ik, oplichter, dat ik je vasthou, dat ik me zoo niet laat behandelen, en dat, als ik mijn handen niet te goed achtte, ik je op een pak ransel zou trakteeren... ANS Vader!... BAKKER... Ik je op een pak ransel zou trakteeren! • Ik waarschuw je, mannetje, jij ontloopt me niet! JONATHAN Zou u iets minder luidruchtig uw argumenten pro en contra mijn soliditeit willen uiten, want er is hier nog een huisgenoot, die er aan gewend is op zachtzinnige wijze gewekt te worden... BAKKER lemand, die niet te eten, en die geen rooien duit heeft, om zijn bakkersrekening te voldoen, hoort er geen huisgenoot op na te houden! Antoinette! ANS J2iy vader? BAKKER Vooruit! Hier verspil ik geen woord meer! We gaan naar den schout en als die ons niet helpt, naar den Koning! JONATHAN Ik wensch u een aangename wandeling in dit wel gezegend lente-weer! BAKKER Antoinette! Wat treuzel je? ANS... Dag, meneer Jonathan... JONATHAN Dag, juffrouw Ans, en kijk me niet te verwijtend aan... Ik voel me al zoo laag gezonken, zoo minder dan minderwaardig bij deze laatste resten van een vroeger welvarende bezitting, dat ik op mijn eerewoord... BAKKER (Ans meetrekkend) ...En nou heb ik er genoeg van... (af). HEIJERMANS TWEEDE TOONEEL JONATHAN SCHOENLAPPER SCHOENLAPPER (door venster sprekend) Nou wordt het mijn beurt, meneer! Ik sta hier al 'n poos af te luisteren op wat voor manier jij den bakker mishandelt!... Ik ben niet van zins me ook zoo te laten afschepen... Ik heb voor een maand fatsoenlijk je schoenen gezoold en geachterlapt en nou mot ik fatsoenlijk of onfatsoenlijk m’n geld of ik kom niet van m’n plaats! JONATHAN Ik vrees, schoenlapper, dat je dan langer dan je lief zal zijn, op die plaats zal moeten schildwachten, want ik hèb het niet, zoo waarachtig als de aarde om de zon draait en de planeten zich in elipsvorm bewegen... SCHOENLAPPER Het is goed, vriend. Ik heb geduld. JONATHAN Ik ook. En zonder mezelf te vleien: het is een van mijn weinige deugden. SCHOENLAPPER Voor een maand heb ik de schoenen, die daar staan, gezoold en geachterlapt... JONATHAN Ja, helaas, voor een maand! Had ik ze toen, met overleg en met gedachte aan de toekomst, dadelijk betaald, dan zou ik nu het recht en het voorrecht hebben je te vragen: schoenlapper, zool en achterlap ze nog eens, want ik loop op mijn vergankelijk tandvleesch... SCHOENLAPPER Al zou je op je bloote voeten naar me toekomen: voor jou heb ik geen zolen en achterlappen meer! Jij had niet geboren moeten worden! JONATHAN Maak daar mijn moeder en vader een verwijt van! SCHOENLAPPER Je vader? Die draait zich in zijn graf om! Dien zou ik tot het uur van mijn dood crediet hebben gegeven, maar jou... JONATHAN Heb je er wat op tegen, dat ik verder ontbijt? SCHOENLAPPER Jij komt vaneen slechte reis thuis! DE WIJZE KATER DERDE TOONEEL DE VORIGEN MELKBOER MELKBOER (inde deur) Goeien morgen. JONATHAN Goeien morgen, melkboer. MELKBOER Mot 't 'n halve of ’n heele zijn? JONATHAN Laten we zeggen ’n heele pint. Bij warm weer drinkt-ie meer dan anders... MELKBOER En de centen? JONATHAN De centen? MELKBOER D'r staan nou al twaalf halve en zes heele pinten... JONATHAN Ik heb er geen aanteekening van gehouden, maar ik heb zoo’n onvoorwaardelijk vertrouwen in uw voortreffelijke boekhouding... MELKBOER Jawel, da's machtig aardig maar vanmorgen lever ik geen melk zonder boter bij de visch! JONATHAN... Melk, boter, visch ik watertand er bij... MELKBOER Wat weerlicht, ik kan niet van den wind leven! JONATHAN Ach, ach, kon ik het! MELKBOER As je zoo op zwart zaad zit, dat je geen twaalf halve en zes heele pinten melk kan betalen, mot je 'r geen poes op nahouen! SCHOENLAPPER En je schoenen niet laten zooien en achterlappen! Hij laat iedereen ’r in vliegen, melkboer! Daar straks stond de bakker ook op te spelen! MELKBOER O, wordt ’r uit dat vaatje getapt? Dan verzet ik geen poot of de centen motten voor me uitgeteld worden! JONATHAN Mijne heeren... SCHOENLAPPER... En i k schreeuw ’t heele dorp bij mekaar! JONATHAN Mijne heeren... MELKBOER Eergister zei je: gister, en gister zei je: vandaag, en vandaag zeg-ie: morgen! Daar steek ik ’n stokkie voor! JONATHAN... Mijne heeren... SCHOENLAPPER... Daar heb ik een halven nacht voor zitten zweeten... HEIJERMANS MELKBOER... Daar loop ik voor dag en voor dauw na de wei, om m'n eenige koebeest te melken... JONATHAN... Wat ineen goed vat is, verzuurt niet... MELKBOER... Wat verduurt of niet verzuurt is mijn zaak... Ik mot m’n centen en as 't niet goedschiks gaat, dan kwaadschiks! SCHOENLAPPER Ik verzet geen poot! DE WIJZE KATER VIERDE TOONEEL DE VORIGEN ANS ANS Wie schreeuwt er zoo op den vroegen morgen? SCHOENLAPPER Ik! Hij laat 'n arm mensch dagen en dagen om 'n paar stakkerige guldens loopen! MELKBOER Hij zet 'n ongelukkigen melkboer met één koe en zeven kinderen af! SCHOENLAPPER Hij zit op zijn gemak te eten, en treitert je zoo, dat de vlammen je uit slaan! MELKBOER Je vader, de bakker, moet geld van hem hebben! SCHOENLAPPER En de slager! En de kruidenier! MELKBOER Ik laat me geen loer draaien! Twaalf halve en zes heele pinten! Ik moet er met mijn zeven kinderen van bestaan! SCHOENLAPPER Ik loop me blaren aan mijn voeten voor mijn paar centen! ANS Toe, winden jullie je niet zoo 0p... MELKBOER Geen spoog melk krijgt-ie meer van me! Geen druppel! En nog vandaag klaag ik je aan! SCHOENLAPPER En ik! Eens kijken of er voor arme menschen geen recht in dit land te krijgen is! ANS Wees toch wat redelijk, schoenlapper, als hij het toch niet heeft... MELKBOER... Dan mot hij zijn smerige kater géén melk laten zuipen! SCHOENLAPPER En geen onsies leverworst bij den slager halen! En niet op krakende zolen door het dorp lanterfanten! Wie een arme te kort doet, zal door onzen Heer bezocht worden! Dat staat inde Schrift! Meer zeg ik niet! Maar je zal van me hooren! MELKBOER En van mij! (grijpt de melkkan) En geen druppel meer! (schimpend met Schoenlapper af). HEIJERMANS VIJFDE TOONEEL JONATHAN ANS DE KATER ANS Wat vind ik dat allemaal onpleizierig voor u, meneer Jonathan! Als ik zelf geld had, en u er niet door beleedigde, zou ik u vragen of ik u mocht helpen... JONATHAN (verbitterd) En denk je, dat ik het zou aannemen? Denk je, dat ik er misbruik van zou ma- ken, als je met ongeschoolde voeten boven op een hellend vlak zou gaan staan? Heeft je vader je niet geleerd je spaarpot lief te hebben als je zelf? Spiegel je aan mij, juffrouw Ans, en bega geen buitensporigheden inde buurt vaneen afgrond! ANS (angstig) Waarom spot u zoo? JONATHAN (bitter) Spotten? Zie ik er uit als een spotter? Je vader, de schoenlapper, de melkboer, de spekslager, de kruidenier zijn wijze lieden ik ’n warhoofdige boef! (Zij begint zacht te schreien. De kater, dooreen gat van de schouw binnengekropen, rekt zich uit en wascht zich) Traantjes in je lieve oogen, juffrouw Ans? Nou bederf je m’n heelen dag! ANS Ik ben niet als m'n vader... JONATHAN Nee, goddank! Of liever je móést zoo zijn! Wee, wee, en nog eens wee, als kinderen niet op hun verstandige, eiken duit sparende ouders gelijken! Schendt men zijn spaarpot schendt men zijn aangezicht ! ANS U heeft vroeger zóóveel voor anderen gedaan ik wou dat ik voor u wat kon doen... JONATHAN Waarom voor mij? Het heele dorp kan getuigen, dat ik een verdoold schaap ben... ANS Als u wil kan u alles... (zij schrikt, omdat de kater haar plotseling rugjes geeft) ...Hè! JONATHAN... Dat mag niet, Hans! Gedraag je betamelijk... ANS Wat ’n schat van ’n dier en wat is-ie groot geworden sinds ik ’m ’t laatst heb gezien! JONATHAN Dat komt, omdat-ie ratten, muizen en vogels a discrétion eet en zonder 'r door inde schuld te raken! Op je plaats, Hans, je maakt 't de juffrouw DE WIJZE KATER lastig en je weet hoe je verhaart! (De kater kruipt weer bij de schouw) Hè, nee, blijf nog even zitten! In geen dagen en dagen heb 'k 'n stem binnen deze vier wanden gehoord... ANS Ik durf niet. Als m'n vader wist, dat 'k hier was... Dag, meneer Jonathan... JONATHAN Dag, juffrouw Ans. ANS Is u boos? JONATHAN Als ik 'n man van geld was... ANS Wat dan? JONATHAN Dan zou ik probeeren ’n spiegel te koopen, waarin ik 'smorgens, ’smiddags en 'savonds ’n paar gazelle-oogen zag als de uwe... ANS En dan? JONATHAN Dan niets. Dan zou ik den spiegel omkeeren, omdat het niet goed is te lang naar één ding te kijken. ANS Ik zie uw oogen ook zonder spiegel... JONATHAN En ik de uwe, juffrouw Ans. ANS Dag, meneer Jonathan. JONATHAN Dag, juffrouw Ans. ANS Heeft u vandaag niets anders te eten dan die korst? JONATHAN (luchtig) Niets, maar ze is van de meest voortreffelijke kwaliteit. En ze is goddank zoo droog, zoo weldoorbakken, dat ik eiken hap minstens tweemaal moet slikken, om hem door mijn keelgat te krijgen. Reken eens na: wat een voordeel dat is. Als je spreekt met een echo hoor je je woorden méér dan eens en als je kauwt met een echo eet je dubbel. Je vader is een bakker bij de gratie Gods! ANS Mag ik wat voor u doen? JONATHAN Ja, nog even je kleine hand inde mijne leggen! ANS Dag, meneer Jonathan, ik heb zoo'n vreeselijk meelijden met u... JONATHAN Ik geloof niet, Ansje juffrouw Ansje dat ik dat waard ben. Meelijden heb ik alleen met 'n aantal zotte menschen en met m'n geduldige poes, die ’t vandaag voor 't eerst van z’n leven zonder melk zal moeten stellen... En als ik met mezelf meelijden ga krijgen, dan... ANS (angstig) Wat dan? HEIJERMANS JONATHAN (luchtig) ...Dan ga ik vannacht ja, 't wordt volle maan! inden lachenden maneschijn kuieren en in mijn zielig eentje wat zitten droomen en luisteren boven op den rotswand, waar de kleine bergstroom in het dal stort en waar de wilgen en populieren, als op een kerkhof zoo rustig, heen en weer, altijd door heen en weer, wiegen en zingen. Ik heb er dikwijls gezeten, de laatste weken. Als ik vandaag of morgen nóg meer meelij met mezelf krijg doe ik mijn oogen daar zalig toe... ANS (angstig) ...En? JONATHAN... En glij misschien, misschien, als een uitgebloeide, losgewaaide lavendel zoo zacht en zoo Zonder eenig geluid naar benee en de bergstroom spoelt het vrachtje, dat voor schoenlapper, melkboer en bakker een gruwel is geworden, ergens aan ergens... ANS Lieve God, doe dat niet je ben nog zoo jong, meneer Jonathan!... En er zijn toch ook menschen, die van je houen... JONATHAN Wie? Wees mijn gids in die volte... Wie? ANS... De de menschen aan wie u in uw goeie dagen zelf geld heeft geleend... die houen van u en ik... JONATHAN En jij?... Waarom jij?... ANS... Dat denk ik zoo maar... Dat zei ik bij wijze van spreken... Ik kan het niet zien, dat mijn vader en de anderen u als een dief behandelen, dat u hier leeft als ineen gevangenis en niet te eten heeft... Daar slaap ik niet van, meneer Jonathan... Dat doet me zeer... Toe, toe ik weet wel aan geld te komen... Zeg dan niet nee, als ik het u breng... JONATHAN Geld van wie? ANS Wat doet dat er toe? JONATHAN Ja, ja, Ansje: ze hebben gelijk, je vader, de schoenfrik, de water-en-melk-boer, de varkensslager, de kruidenier en de rest! Ik moet wel walgelijk-diep inde modder terecht zijn gekomen, dat ik waarachtig even aarzelde, om vaneen vrouw geld aan te nemen! 't Wordt de allerhoogste tijd, om als de uitgebloeide lavendel mee inden stroom naar beneden te gaan... DE WIJZE KATER ZESDE TOONEEL DE VORIGEN KATTENMEPPER KATTENMEPPER (achter het raam) ...Volk! Volk! JONATHAN Wie daar? Wat moet je? KATTENMEPPER... Ik ben Markus, de kattenmepper! Ik betaal katten met zilver en katers met goud! (de Kater zet een hoogen rug) Op dien kater van jou, Jonathan, heb ik al nachten geloerd, maar hij is me te glad! Ik bied je twee gouden dukaten, als ik hem hier in mijn zak bij een jonge poes mee mag nemen! JONATHAN Is niet te koop! KATTENMEPPER... Ik bied drie gouden dukaten! JONATHAN Is niet te koop! KATTENMEPPER Het hermelijn van den koning, Jonathan, het statie-hermelijn, is door de ratten en muizen van 't Hof kaalgevreten! Ik kom tot eer en aanzien, Jonathan, als ik den Koning een stevigen kater bezorg... Vier gouden dukaten, Jonathan... Vier... Vier... JONATHAN Is niet te koop! KATTENMEPPER Vijf gouden dukaten, Jonathan! Denk aan 't belang van het land! De Koning slaapt niet meer! De Koning verliest zijn eetlust! De Koning wordt zwaarmoedig! De Koning raast en tiert... Zes gouden dukaten, Jonathan en misschien een onderscheiding! JONATHAN Is niet te koop en weg van mijn raam! (sluit het venster). KATTENMEPPER (roepend)... Wie heeft katten te koop? Wie heeft katten te k00p?... HEIJERMANS ZEVENDE TOONEEL JONATHAN KATER ANS ANS Je heb • toch niet te eten... Waarom doe je het niet?... JONATHAN Omdat ik van dat dier hou, omdat dat beest alles met me meegemaakt heeft en van mij houdt... ANS... En géén geld van mij? JONATHAN (driftig) Nee! ANS Je kan het me later terug geven, Jonathan... JONATHAN Nee! Nee en nog eens nee! ANS Goed dan. Ik dring het je niet op, al vind ik het verschrikkelijk, afschuwelijk, dat je honger lijdt! JONATHAN Niemand lijdt langer honger dan-ie zélf wil... ANS Wat bedoel je daar mee? JONATHAN Niets. Ik dank je wel, Ansje. Je ben 'n goed, lief kind en ik had je eerder moeten leeren kennen. Nou is 't te laat. Voor alles. ANS Je maakt me bang... JONATHAN Je ziet hoe ik glimlach. De dingen in het leven schijnen erger dan ze zijn. Dag Ansje... ANS Dag meneer... JONATHAN Je vergeet je bloemen. ANS Die vergeet ik niet. Die had ik voor u meegebracht. JONATHAN Dank je. (hij knikt haar inde deuropening na, steekt de bloemen inde kan, zit neer). Jasmijnen, boschviooltjes, bottelrozen, vergeetmenietjes, korianders... (telt de blaadjes, lacht verdrietig) ...Ze houdt van me... ze houdt niet van me ze hóüdt van me... Te laat... Hans, vriend en huisgenoot, hier helpt geen gesnor en gespin op de rustbank: we ontbijten samen voor de laatste maal. Morgenochtend zal niemand antwoorden als je miauwt en roept. Vul je maag met muizen a la béarnaise en musschen a la Metternich melk valt helaas niet als manna uit den hemel! KATER Dat komt er van, Jonathan... JONATHAN (legt verschrikt de broodkorst neer, staat op) Wat zeg je, Hans? DE WIJZE KATER KATER Ik zeg: dat komt er van, Jonathan... JONATHAN Word ik gek of ben jij 't? Spreek j ij, Hans? Jij? KATER Ja, ik... JONATHAN Daar krijg ik kippevel bij! Praat jij héüsch? KATER Ja, ik... JONATHAN Sinds wanneer? KATER Vind jij dat zoo’n wonder? JONATHAN Ik tril en beef er van! Dat is het grootste Godswonder, dat ik ooit heb gehoord! KATER Wat? JONATHAN Dat spreken als een mensch... KATER (wascht zich) Ik wil je geen onaangename dingen zeggen, Jonathan, en dat zeker niet op het oogenblik, dat ik zoogenaamd het eerst met je uitspreek, maar als de zon niet zoo buitengewoonhinderlijk scheen, zou ik koeien van oogen krijgen om de verregaande inbeelding van jou en de andere tweevoetige dieren! Zijn jullie onze meerderen, omdat je bij alles een mond-van-heb-ik-jou-daar opzet? Zijn wij jullie minderen, omdat wij zwijgen? Het zou het grootste Godswonder zijn, als jullie ons rustig voorbeeld volgden. Ik vind jou en dat zonder eenige hatelijke bedoeling het sympathiekst in je slaap en dan nog kun je dikwijls zoo onzalig snurken, dat je de muizen van het pad houdt, en ik me met verbazing afvraag, of jullie bij dag, nacht en ontij geluid noodig hebben! Zoo als je nu met een mond vol tanden over me zit, respecteer ik je ongemeen, Het ligt niet aan de hoeveelheid, maar aan de hoedanigheid, Jonathan... JONATHAN Ik geloof m'n ooren niet... KATER Ik de mijne altijd! En dat komt omdat ik weet te luisteren. Jullie daarentegen babbelt, krakeelt, rumoert, of de heele wereld om jullie draait. Soms verkneuter ik me in het zonnetje en knijp dan mijn oogen dicht, omdat ik me er voor gchaarn, dat jullie meer aan je voetgenooten dan aan de maan en de sterren denkt. Soms kuier ik over den muur van het kerkhof en zeg tot mezelf: daar liggen de eindelijkverstandigen van het praatzieke ras. Soms luister ik op het kozijn vaneen kerkraam, als er dienst is, en HEIJERMANS wanneer ik dan doodzachtjes over de duizend-eneen-wonderen van onzen besten, braven, lieven Heer spin, ga ik er met een vaart vandoor, als een op den kansel uren, dagen, maanden, noodig heeft. om het jullie duidelijk te maken, dat je van mekaar moet houden... Nee, Jonathan, dat gepraat is niks ge JONATHAN Vreemd, vreemd, een sprekende kat, als jij, komt in geen eeuwen v00r... KATER Een zwijgend mensch nóóit. JONATHAN Vreemd, ik voel me mets meer op mijn KATER Ik ook niet, want inden grond is het een ongehoord schandaal, dat er geen warm bakje melkvoor vl me klaar staat! Kun jij met zelf ergens met een emmer onder de uiers vaneen koe inde wei kruipen, om wat melk af te tappen? JONATHAN Dat mag niet. KATER Waarom niet? JONATHAN Omdat het niet mag. KATER Wil de koe niet? i?ATERHJeNherbeeall^ndm”adê koe te maken. De melk is van de koe. JONATHAN Nee, van den man. KATER Heeft de man melk? TONATHAN Nee, de koe. .... KATER Dan begrijp ik er niets van. Als ik een muis achter het behang hoor, heb ik jou dan permissie te vragen? TONATHAN Nee, de muis. KATER Waarom maak jij verschil tusschen een muis en een koe? TONATHAN Dat doet de man. . , KATER Ik geloof niet, dat jij vanmorgen friscn ben opgestaan. Stil eens! . TONATHAN Wat is er? Ik hoor niets! KATER Stil toch! Daar kruipt een lijster inden wingerd bij het raam. Mis. Heeft me in ’t snotje! Is er vandoor. Gek is dat, hè, dat je je gedachten met bij mekaar kan houen, als 'n malsche brok in je buurt komt! Heb jij dat ook? DE WIJZE KATER JONATHAN Hans, men neemt geen lijster in z’n bek! Dat is gemeen. KATER Waarom is dat gemeen? JONATHAN Omdat een lijster zingt! KATER Kraait een haan? JONATHAN Natuurlijk. KATER Kakelt een kip? JONATHAN Natuurlijk. KATER Kan een haan zingen? JONATHAN Als een haan kraait, zmgt-ie. KATER Kan een kip zingen? JONATHAN Als een kip kakelt, zingt ze. . KATER Jonathan, men neemt geen haan en geen kip in zijn bek! Dat is gemeen. En ik neem je dat dikwijls kwalijk. JONATHAN Waarom is het gemeen? KATER Omdat een haan zingt... JONATHAN Dat is niet hetzelfde. Jullie vermelen uit moordzucht. KATER En jullie moorden uit vernielzucht. Laten we er geen boom over opzetten. Het onderwerp is delikaat en pijnlijk. In mijn jeugd, toen ik nog graag op den schoot van je moeder sprong, dacht ik: de mensch is geen dier zooals wij vandaag, met ervaring en meerdere rijpheid, denk ik: de, mensch is een bijzonder beest 'n beest van n beest... JONATHAN Ik vind het erg prettig de meening van een onzijdige te hoor en! .. KATER Nu zul je me niet gelooven, maar ik gat mijn hééle zaligheid voor een halve pint melk! JONATHAN Behelp je voor één keer met water, Hans... KATER Ik denk er niet aan. Ik slurp wel ergens een slokje. Als ik straks voorbij de pastorie slenter, zit de domineesche voor het raam of inden voortuin, en als ik haar met takt kopjes geef en goed voor in den mond vrrrauauwww! zeg, giet ze me een kopje vol. Oog om oog, tand om tand, kopje om kopje. Het is een christelijke vrouw en ze begrijpt de ziel van een dorstigen kater. Is ze er niet, dan loer ik ergens anders op een te volle melkkan* Neem*** als je niet krijgt. 2 HEIJERMANS JONATHAN Dat is geen levensleer, Hans. Gij zult niet stelen! KATER Steelt de muis, als ze broodkruimels van den vloer wegsleept? JONATHAN Nee. KATER Steel ik, als ik de muis wegsleep? JONATHAN Nee. KATER Steelt de man, als hij de koe melkt? JONATHAN Nee. KATER Wat wil je dan? Als ik dorst heb en ik drink nièt, dan besteel ik mezelf. En wie zichzelf besteelt, is geen dief, omdat Ego en Alter ego één zijn. JONATHAN Hans, je weet, hoe beroerd ik het heb: breng me niet in verleiding! KATER Ik zeg het nog eens, Jonathan: je bent öf vanmorgen niet frisch opgestaan, óf de oogen van het~ meisje, waarmee je daarnet zoo sentimenteel om- sprong, zitten je dwars, öf wij twee zullen mekaar nooit begrijpen. Je kijkt naar de menschen en ik naar de wijde wereld... Jij omlaag ik omhoog. Jullie hebt van de natuur een muizenval gemaakt. Doet iemand na t u u r 1 ij kin de natuur, dan krijgt-ie de deur van den val op zijn ribbekast of raakt opgesloten en krepeert. Ik ben in beginsel tegen muizenvallen en voor de natuur. En omdat inde natuur alles natuur is, en de natuur zich nóóit vergist, lach ik om de onnatuur, die jullie natuur is. Begrepen? JONATHAN Eerlijk gezegd: néé. KATER Dan zal ik je een voorbeeld uit duizend geven. Als ik verliefd raak en de zij van hiernaast of hier- over dito op mij, dan vliegen we mekaar aan en takelen elkaar toe tot onze klauwen geen fut meer hebben. Maar dan begint de eensgezindheid en de liefde. Dat is natuur. Bij jullie begint het met eensgezindheid en liefde, maar eind i g t het met elkaar aanvliegen en toetakelen. Dat is onnatuur. Daarstraks was de dochter van den bakker hier en keek jou met smeltende oogen aan. En wat dee jij? Je stond haar na te zwammen in het deurgat met een bosje bloemen in je hand. En in plaats dat te doen wat elk verliefd mede-dier inde natuur zou hebben gedaan: haar knuffelen en pakken... ben DE WIJZE KATER je als een idioot de blaadjes vaneen koriander gaan tellen, om te zien, of ze je mocht. JONATHAN Dat is niet waar! KATER Heb je me niet, toen je nog niet kon vermoeden, dat ik hier op ’t oogenblik zoo over je zou zitten, duidelijk gezegd: „het is te laat, Hans"...? JONATHAN (glimlachend) Ik zal voortaan voorzichtiger Zijn... KATER Trouw haar. Dat is de natuur. JONATHAN Ik kan niet, Hans! KATER Waarom niet. Jonathan? JONATHAN Omdat ik geen rooien duit heb. KATER Dat is onnatuur. Heeft een van de kraaienslam- pampers, die d'r nest zoo hoog bouwen, dat je er met goed fatsoen niet bij kan, één rooien duit? Heeft een van ons rooie duiten? Heb ik geen dozijnen en dozijnen jongen, zonder rooien duit. Er staat geschreven, Jonathan, gaat en vermenigvuldigt je, maar jullie vermenigvuldigt eerst en gaat dan zonder je te vermenigvuldigen. Schaam je. En schaam je dubbel, omdat als je den weg van de natuur gevolgd was door haar een kus te geven ik weet niet wat dat kussen voor onsmakelijk vermaak is, maar jullie schijnt er dol op te zijn èls je haar een kus had gegeven, zou ik nu zeker een kommetje melk slobberen en geen poes-wat-heb-je-een-mooiejongen voor de domineesche hoeven te spelen.^ JONATHAN Jij redeneert makkelijk... KATER Ik redeneer verstandig... JONATHAN Goed, verstandig. Maar als ik een beeld vaneen meisje met eerlijke bedoelingen omhels, bega ik een misdaad als ik dat doe met een halven stoel en een stel kapotte schoenen! KATER Hou je van haar? JONATHAN Hans, als een... KATER... Ja, ik zie het al. We kijken allemaal op dezelfde manier inde natuur, als we verkikkerd zijn... Dus met een halven stoel en kapotte schoenen is het een misdaad? JONATHAN (zuchtend) Ja, Hans. KATER Ben het niet met je eens, Jonathan; ik zou het een misdaad vinden, als je haar omhelsde met een HEIJERMANS héélen stoel en hééle schoenen en je maar half van haar hield! Kerel, zit er niet zoo slap bij! Hoeveel rooie duiten heb je noodig om haar te trouwen en mij een behoorlijk thuis, zonder muizenissen, op mijn ouwen dag te verzekeren? JONATHAN Laat ik niet beginnen te rekenen, Hans! Ik leef ineen vat zonder bodem! KATER Had je vader geld? JONATHAN Ja, Hans. KATER En je grootvader? JONATHAN Ja, Hans. KATER Waarom trek je zoo'n leelijk gezicht? JONATHAN Omdat ik niet graag over vader en grootvader spreek, en nog nooit iemand in vertrouwen heb genomen... KATER Ik ben zoo onvoorwaardelijk-gesloten, Jonathan, als de provisiekast bij den pastoor, als-ie gebakken bot of spekbokking ingeslagen heeft. Ik hoor, zie, Zwijg. Heb je me ooit anders gekend? JONATHAN Beste Hans, voor jou had ik nooit geheimen. Met jou hier inde kamer heb ik nachten en nachten op en neer geloopen, blij dat de schoenlapper, de bakker, de kleermaker en de zooveel anderen het me niet lastig maakten... Jij heb me hardop hooren tekeer gaan en hardop hooren klagen... KATER Ja, ja en hóé hardop! JONATHAN Toen m'n grootvader stierf, zei m'n moeder: huil niet, jongen: je grootvader was een slecht man, die alleen voor zichzelf leefde. En ze had gelijk. Waar ik als kind kwam, keken ze me aan met oogen, die pijn deeën. Toen m'n vader stierf... KATER Wat zei toen je moeder? JONATHAN Die zei niets. Je wéét dat ze eerder dood is gegaan vader sloeg haar. KATER Waar jij bij was? JONATHAN Waar ik bij was. KATER En als-ie haar sloeg, wat dee zij dan? JONATHAN Niets. Ze liet zich slaan. KATER Ik begrijp jullie menschen niet. Waarom sloeg-ie haar? JONATHAN Omdat ze niet zuinig was met zijn geld DE WIJZE KATER en dat van grootvader omdat ze arme menschen niet kon weigeren. ' KATER Verder? JONATHAN Toen m’n vader stierf, was ik de baas de baas over de boeren, de paarden, de koeien, de schapen en jou... Maar niemand mocht me. Grootvader noemden ze een schurk, vader een afzetter. Ze zeien het niet hardop. Ze dachten het. Liep ik in het dorp, dan groetten ze stug. Achter mijn rug balden ze de vuisten. Het is niet prettig, Hans, enkel haat om je heen te voelen, haat als je eet, haat als je drinkt, haat als je in het zonnetje zit, haat als je slaapt. En het is niet prettig, dat de gebraden duiven je in je mond vliegen, zonder dat je er iets voor heb gedaan. KATER..*. Nou overdrijf je. Een gebraden duif in je mond is geen bepaalde bezoeking... JONATHAN Toen, om ze m’n grootvader en vader te laten vergeten en die haat van me af te houden, heb ik domme dingen gedaan. KATER Welke domme dingen? JONATHAN Ik liet de boeren geen pacht meer betalen, ik verkocht de paarden, koeien en schapen voor niemendal aan menschen, die krom leien van zorg, ik maakte schuld, om anderen van schuld af te helpen ik leefde als een gek, om den reuk van het geld, dat ik geërfd had, kwijt te raken ik strooide links en rechts en was blij als ik stakkers uit ellende verloste en juist toen ik begon te gelooven, dat Ze hier en daar van me hielden, dee ik drie ontdekkingen, de eerste: dat ik me tot over m’ ooren vast had gewerkt de tweede: dat ik zelf slachtoffers, en het meest onder arme bliksems, gemaakt had de derde: dat geleend geld je dubbel zooveel vijanden bezorgt. Eerst hebben ze me gehaat, omdat ik teveel nu haten ze me, omdat ik te weinig heb. Snap je? KATER Nee, als i k te veel heb, kijk ik niet naar de rest om, en als ik te weinig krijg, néém ik tot ik te veel heb. Dat is de cirkelgang van de natuur. En de natuur heeft al moet ik het duizendmaal zeggen altijd gelijk! Nou, patroon, wat zullen we doen, HEIJERMANS jij en ik, om jou uit de penarie en mij aan een halve pint melk te helpen? JONATHAN Ik heb er een zwaar hoofd in. KATER Laten we zonder zwaar hoofd overleggen! Heb je niks als die korst in huis? JONATHAN Nee, Hans. KATER Daar leef je geen vollen dag van... JONATHAN Zeg dat wel. KATER Wat kan ik voor jou vangen, dat jij lust?... Ik heb waarachtig meelijden met je... Heb je trek ineen dikken, vetten rat, een mannetjesrat —de wijfjes haal ik nooit te vroeg van het nest: die zorgen voor morgen en overmorgen heb je daar idee in? JONATHAN Dank je... KATER Of in prima qualiteit muizen, vleezig en sappig soort? JONATHAN God beware! KATER Man, je weet niet wat goed en wat lekker is. Wat dan? Een musch, een duif, een vink, een jonge JONATHAN Ik denk enkel aan haar! KATER Wou je dat ik met Ans in mijn bek aan kwam dragen? . ...... JONATHAN Het eenige, dat me kan helpen, is eerlijk verdiend geld... KATER Waar vind je dat? JONATHAN Ja, waar?... Ik heb me er moe over gedacht... (krijgt een inval) Hans, met jóu zou ik schatten verdienen... KATER Met mij? , JONATHAN Als ik met een sprekenden kater de wereld rondreisde, zou het goud binnenstroomen en zou ik niemand tekort doen... KATER Zou dat éérlijk verdiend geld zijn? JONATHAN Natuurlijk! KATER Natuurlijk?... Wat is daar voor natuurlijks aan? JONATHAN Ze zouen d’r laatste centen geven om jou te hóóren! KATER Om mij te hooren wat is de mensch een stakkerig verschijnsel! Nee! Denk er niet aan! Ik houd niet van dressuur, houd niet vaneen hond met DE WIJZE KATER een muilkorf, niet vaneen paard in ’t gareel voor een kar, niet vaneen ezel met een vracht om z'n schoeren, niet vaneen os voor de ploeg! Haal die kunsten uit met den papegaai van den schout! Dat kreng is ijdel genoeg, om telkens als je „lorre” tegen 'm zegt, de buurt bij mekaar te vloeken! Koppiekrauw! Koppiekrauw! Verrek! Verrek!... Nee, je ben aan het verkeerde adres! JONATHAN (triestig) Dan niet. KATER Ik smeer ’m net zoo lief over alle daken en goten! JONATHAN (triestig) 't Is goed, Hans (laat het hoofd inde hand zakken). KATER (klopt hem op den schouder) Nou, wees niet dadelijk in je wiek geschoten... Ik meen het zoo kwaad niet en ik ben misschien wat uit m'n humeur, omdat 'r geen melk is... Je ben, da's waar, 'n goeie kerel... De mot met den melkboer was om mij de ruzie, gisteravond, met den slager was om de onsies leverworst... Dien verrotten mepper heb je daarstraks keurig te woord gestaan... Ik bewijs je graag 'n dienst terug, maar niet op die manier... Kom nou! Duizend tegen een zit je weer met idiote gedachten!... 't Is de laatste maal dat we samen ontbijten, is het niet?... 'n Uitgebloeide lavendel, wat?... Goed, speel maar stommetje!... Dat hou ik langer uit dan jij!... (stilte) ...Trek je je schoenen niet aan? JONATHAN Nee. KATER Jij niet? Dan ik. Hoe kan je je ’r zoo tusschen laten nemen!... Die waren voor ’n maand met bordpapier in plaats van met leer gezoold! Dat ruikt men toch subiet, ’t Moest mijn schoenfrik zijn! Ik zou 'm teekenen... Nou, zitten ze me als gegoten?... (heeft de pooten inde schoenen gestoken)... JONATHAN Hans, je maakt ze nog meer kapot! KATER Hoe kapotter, hoe makkelijker! Geef me je jas eens aan! JONATHAN Wat ga je beginnen? KATER Laatste metamorphose van Ovidius. Van kater tot mensch. (trekt de jas aan) Homo sum! (beziet Zich in scherf spiegelglas bij schouw) Nou nog je HEIJERMANS hoed... Ik herken mezelf niet! Ik lijk op een grand seigneur, een puma, een jaguaar... De familie Felis zou plezier aan me beleven!... (neemt hoed met zwier af)... Tot vanavond, meneer! Ik groet u met respect en grandezza!... JONATHAN Hans! KATER Roept u, meneer? JONATHAN Je ben het toch niet héüsch van plan zoo 't dorp in te gaan? KATER Zoo waar achtig als ik hier voor je sta! JONATHAN En ik dan! Ik heb toch geen tweede paar schoenen... KATER Je wou ze toch niet aantrekken! JONATHAN En m’n jas! Zoo kan ik niet uit! KATER Dan ga je wat maffen! Qui dort dine... De voortreffelijkste haringkoppen, de smeuigste palinggraatjes, de overgenietelijkste kaaskorsten heb ik in dróómen genoten, terwijl jij het door je lee g e handen te v o 1-handig had, om mij delikatessen toe te stoppen... JONATHAN Hans, hou op met die aardigheden, en leg m’n goed neer! Op mijn stukkende kousen, met mijn gerafelde hemdsmouwen, ben ik aan alle vijanden, die me hier blieven te belegeren, op genade en ongenade overgeleverd! Hoe kan ik, zonder hoed, jas en schoenen in gevallen van nood vluchten? Ik móét, móét weg! KATER Zoo ineens? JONATHAN Ja! KATER Er is toch nog geen maneschijn... JONATHAN Wat bedoel je met maneschijn? KATER Jij wil naar de plek boven op den rotswand, waar de bergstroom in het dal stort en ik wil die gekheid niet, verstaan? En daarom leg ik beslag op deze lastige spullen, die een vogelverschrikker van me maken, tot jij je gezonde verstand weer bij mekaar heb... JONATHAN Ik verzeker je op mijn eerewoord... KATER... Op wat? JONATHAN... Op mijn woord van eer! KATER Wat is eer? JONATHAN Dat kan ik jóu niet met twee woorden DE WIJZE KATER duidelijk maken! En daar staat mijn hoofd nou niet na! Ik móét hier vandaan! KATER Ga dan mee. JONATHAN Als ik me vertoonen kan! KATER Dat kan je zoo best! JONATHAN Heb jij daar verstand van? Zonder kleeren loop ik voor schandaal! KATER Wat is schandaal? JONATHAN Hans, treiter me niet! Hier alléén verdraai ik het! Ik laat me op die manier niet insluiten! KATER Dus ’t gaat niet zonder rommel aan je boddie? JONATHAN Nee! KATER Ga dan naar den zolder, onder de dakpannen daar leit nog van alles... JONATHAN... Onder welke dakpannen? KATER Pannen zijn pannen! Drie-hoog, eerste deur links, naast het leeggehaalde musschennest. Als ik er den weg in het stikkedonker vind, kan jij het bij klaarlichten dag! Vannacht nog lei ik op een zoodje afleggers van puike kleeren en beschimmelde schoenen, naar een judas vaneen vleermuis, die al maar heen en weer laveerde, tot-ie voor goed piep zei, te loeren... Wat treuzel je? JONATHAN Je wacht tot ik weer beneden ben? KATER Op mijn woord van hoe heette 't ook weer...? JONATHAN... Van eer! KATER... Op mijn woord van eer! JONATHAN Ik ben terug ineen vloek en een zucht. KATER Ineen zucht is voldoende. Ik houd niet van vloeken... (Jonathan af) Sallemander vaneen vlieg, denk je dat ik me nog langer laat pesten! (neemt zijn sprong, vlucht over de rustbank op de kist, als een hond inden tuin aanslaat) Je breekt met schoenen en een jas aan haast je nek! Jawel, de keeshond van den slager, de smerige poen, die brokken hout uit het water apporteert! Kijk ’m z’n baas likken! Wacht, nou krijgt-ie mij inde spieden! (hij zet een hoogen rug). KEESHOND 'r Af! 'r Af! 'r Af! KATER 'r Af?... Ga nou gauw, gauw, gauw! KEESHOND Ben paf, paf, paf! HEIJERMANS KATER Hij is paf! Nou, nou, nou! KEESHOND Laf, laf, laf! KATER Laf!... Ik, laf?... As ik maar wou, wou, wou! (de hond wordt gefloten) ...Daar luistert-ie na! En loopt weer te likken of de menschen het mekaar niet genoeg doen! (springt op de rustbank terug)... Allemachtig, wat heb ik een hoogen rug en een dikken staart gekregen! Raak ik die erfelijke belasting en die reflex-bewegingen dan nooit kwijt! Zoo'n ingebeelde armoedzaaier! Laat zich aan een ketting leggen en kauwt uren op kluiven, die een ander al afgekloven heeft!... Daar komt iemand... Binnen! DE WIJZE KATER ACHTSTE TOONEEL DE KATER ANS ANS (met melkkan) Is meneer Jonathan er niet, meneer? KATER Nee, juffrouw... ANS (angstig)... U komt me zoo bekend voor. KATER U mij ook. ANS Ik moet u meer gezien hebben... KATER Is u bang voor mij? ANS Bang, nee. Maar toch... Ik breng melk mee voor de poes... KATER Mijn vriend Jonathan zal u voor dit geschenk zeer dankbaar zijn. Mag ik me aan u voorstellen? Felis Domestica Angorensis, sinds jaren en jaren intimus van de familie. Gaat u zitten, (zij zit op stoel, hij op bank). ANS Is meneer uitgegaan? KATER Ja, op avontuur onder de pannen. Riekt fameus. ANS De bloemen? KATER De melk. Het is om bij te likkebaarden. En vandaag schijnt hij er minder aqua pura distellata bij gedaan te hebben. ANS Ik dacht dat u de boschviooltjes... KATER Boschviooltjes en bloemen: pas mon genre! Als ik een jonge vrouw het hof maak... U permiteert...? (steekt zijn kop inde melkkan) ...Voortreffelijk... Ik kom pas van de reis en ben zoo dorstig of ik 'n dozijn haringkoppen gegeten heb... Het smaakt waarlijk als nectar!... Mag ik u een vertrouwelijken raad geven? ANS Zeker. KATER Laat het dan niet bij die ééne halve pint! Met halve, maar vooral met heele pinten volle melk, verovert u stormenderhand het hart van mijn vriend. ANS (verlegen) Dat verlang ik niet te veroveren. KATER Ach kom! (drinkt). ANS Zal ik een glas voor u inschenken? KATER Geef je geen moeite! Er zijn hier geen glazen, (grijpt haar hand en bekijkt die). ANS Au! KATER Heb ik u pijn gedaan? ANS U heeft zulke scherpe nagels... HEIJERMANS KATER Dat komt, omdat ik nog geen gelegenheid had mijn manicure te ontbieden. Nee, trek je handje niet terug! (drinkt) Zeldzame-fijne melk heeft mijn lijfkoe vanmorgen geleverd* Dat is de lente* Ik proef op slag of het zoogdier op stal staat en zich met stroo verzadigt of dat het inde wei malsche sprieten herkauwt. (bekijkt de hand) Uw levenslijn dat is deze wordt hier al dadelijk door kleine, zeer duidelijke lijnen doorsneden: een, twee, drie, vier duidelijke lijnen dat wil zeggen vier kinderen van hem. ANS Van wie? KATER Van hem ANS Ach, nee. KATER Ach, ja. Waarom niet. Mijn eerste vrouw had er zeven, mijn tweede zes, mijn derde acht, mijn vierde vijf... En zoo voort... ANS Vier vrouwen, zes en twintig kinderen? Ln alle- maal inleven? T * KATER Dat zou ik je niet kunnen zeggen. Je gaat uit mekaar en ziet elkander niet altijd terug. Het is tragisch. Maar je went aan tragiek. En als je r met weemoed aan terugdenkt, zet je 'r een borrel op. (drinkt). . ANS Daar zou ik niet aan wennen... (staat op). KATER Gaat u al weg? ANS Ik had de melk om den hoek van de deur willen zetten. Het past niet, dat ik alleen op visite kom... KATER Mijn moeder zei altijd: jongen, met een zuiver geweten past alles en als het met een zuiver geweten niét past, maak het dan pasklaar voor je geweten. Tot weerziens, juffrouw Ansje, en laat het niet bij die halve pint. Les petits cadeaux entretiennent I’amitié... Er ligt nog wat op uw stoel... ANS (angstig) Dat is niet van mij... KATER Een beurs met geld een buidel met zooveel geld... Daarstraks lag het 'r niet... ANS 't Is niet van mij... KATER Niet van u van wien dan?,.. Het ruikt naar meel en er kleeft meel tusschen de naden! ANS (angstig) Ik heb het niet neergelegd... DE WIJZE KATER KATER Straks heb ik daar gezeten en u komt pas van den stoel... ANS Dan zal het van Jonathan zijn, maar i k heb het niet meegebracht... KATER Goed, goed. ANS Dag meneer. KATER Dag juffrouw. ANS (doodelijk-angstig bij de deur) Zeg hem in Godsnaam niet dat i k hier geweest ben! KATER Waarom niet? Is dat een geheim? ANS Hij mag het niet weten, vooral niet weten! KATER Juffrouw Ans, heb jij een zuiver geweten? ANS (gejaagd) Dat heb 'k! KATER Je brengt melk voor de poes en geld voor hem... ANS... Ik,weet niet van geld! KATER Je weet er niet van? ANS Nee! KATER Dan is het voor den eerlijken vinder... ANS Dat is het. Geef het hem. Hij heeft het zoo schrikkelijk noodig. Vaneen vrouw neemt hij niets aan. Van u misschien wel! KATER Ja, ja... ANS En u heeft mij hier niet gezien! KATER Ik heb u hier niet gezien. ANS Op uw eerewoord? KATER Ja, ja... ANS Mijn vader zou me dood slaan... KATER... Als-ie hoort dat je hier melk achter de deur heb gezet? ANS... Dat zóü-ie en vraag nou niet verder! Ik ben ineens zoo angstig geworden... U kijkt me zoo vreemd aan... Uw oogen lichten z00... ’t Is eerlijk geld, maar ik weet er niet van... Geef me uw hand dat ik er niet was... KATER... Mijn hand. I k heb het gevonden. Jij was er niet. ANS Au! KATER Heb ik je weer pijn gedaan? ANS Nee, nee, en het hindert ook met... Ik heb geen oogenblik tijd meer. Dag meneer. Dag meneer... HEIJERMANS NEGENDE TOONEEL DE KATER KATER (inde deuropening) Voor een half uur stond hij op dezelfde plek met 'n bossie bloemen nou kijk ik haar na met ’n kluit geld... (zit neer) De mensch is de meest gecompliceerde karnivoor, of is door eigenwijsheid, menschenvrees en menschen-vergoding gecompliceerd geraakt. Ik geloof, dat ik op weg ben merkwaardige dingen te beleven. Maar ik geloof niet, dat ik langer dan hóógst noodig deze verkleeding onderga. I k heb dus dezen buidel gevonden. Zij was niét hier. Raadselachtig. En om het onmelodieuze gerinkel van wat hierin rammelt, maakt Jonathan het den melkboer lastig, zegt de melkboer: de melk is niet van de koe, maar van mij, schreeuwt de schoenfrik of-ie krolsch is geworden, vloekt de bakker als de papegaai van den schout, wil de een zich van kant maken en staat de ander met zoo'n bleek gezicht te draaien en te liegen of ze 'n moot schol van 'n gedekte tafel heeft gemoerd. Raadselachtig. Het beweegt niet, ruikt naar visch nog vleesch, kijkt, hoort niet. Het ziet er leelijk en mal uit en op iederen rand staat: „God zij met ons”! God zij met ons. Wat kan de diepere beteekenis, de wijsgeerige zin, zijn? DE WIJZE KATER TIENDE TOONEEL DE KATER JONATHAN JONATHAN 'k Heb me 'n ongeluk gezocht en enkel dezen aflegger van mfn over-grootvader gevonden... KATER... God zij met ons... JONATHAN... En deze beschimmelde en nóg kapotter schoenen moeten minstens een verreljaar inde pekel weeken... Da's leer nog harder dan de korst van het brood!... KATER... God zij met ons... JONATHAN... Hoor je niet wat ik zeg? KATER Volkomen. Ik luister met twee ooren en maak terwijl theologische studies... God zij met ons... JONATHAN... Doe me het bijzonder genoegen, Hans, en laat de maskerade nu uit zijn! Ik zal het de dagen of jaren dat ik nog te leven heb niet vergeten, dat ik jouw stem waarachtig óf in dróóm, als die van een mensch, heb begrepen maar ik moet er vandoor de ruïne, de leegte, de verlatenheid drukken me hier en ik wil niet aan iedereen laten zien, dat ik bedelaar geworden ben! KATER... God zij met ons... Vreemd... Raadsel- achtig* ♦♦ JONATHAN... Wat heb je daar? KATER Geld. JONATHAN Geld? KATER Eerlijk gevonden. Eerlijk geld. Eerlijk verdiend. JONATHAN... Hoe kom je aan dien heelen buidel vol? KATER Heb mijn ziel aan den kattenmepper Markus verkocht... JONATHAN Hans, ik waarschuw je voor een ding:... als kater had je de gewoonte bij mij en bij anderen wat je lustte stiekum te grazen te nemen! Doe dat niet in deze kleeren, want je zou er gloeiend bij zijn! 'n Kater vergeven ze 'n mensch, die op een kater lijkt, niet... Heb jij dit ergens weggesleept? KATER Nee. Gekregen. JONATHAN En daarnet had je 't gevonden! KATER Gekregen, gevonden, wat doet 't 'r toe! Ik steek HEIJERMANS 'r de twee voorste nagels van mijn rechter klauw bij op, dat je ’t rustig mag aannemen. JONATHAN Jawel, maar... KATER... Maar, niemendal! 't Eene oogenblik sta je te janken als 'n hond bij 'n draaiorgel, en 't andere doe je zoo edel als de vrouw van den kruidenier, die ’n gevangen muis met stukkies spek voert voor ze 'm in kokend water verdrinkt! Heb ik jou bij 'n bakkie melk of bij ’n onsie leverworst ooit gevraagd: gekregen of gevonden?... Of betaald?... Pak aan en maak schoon schip! De dag zet zich gelukkig in en eindigt gelukkig. Ik bende dood voor alle zwarte vliegen... JONATHAN Voor jóuw verantwoording... KATER De mijne! JONATHAN Je ben i n de kamer gebleven? KATER Er in! JONATHAN En geen bezoek gehad? KATER Jawel! JONATHAN (gretig) Van wie? KATER Van 'n kanjer van 'n horzel en van den verroesten bastaard-keeshond van den slager... JONATHAN Dat is het tweede mirakel inden vroegmorgen! En een uitkomst, die me er voor weken bovenop helpt... Kan mij het verder schelen: ik denk, vraag, aarzel niet meer!... (smijt zijn jas in een hoek en schopt de oude schoenen uit) M'n jas, m’n schoenen, Hans! Ik hol het dorp door, om m'n kleine schulden kwijt te raken! Het eerste dat ik insla, ouwe kameraad, is een pint melk voor jou... (grijpt de kan)... 'r Zit nog in... Hèb je al gehad?... Hoe kan dat? KATER 'k Ben zelf onder de koe gekropen, hahaha! (rumoer buiten)... Mooi zoo, 'r is wat aan ’t handje!... Drie te paard!... Te paard!... Vind jij 'n paard niet ’t schunnigste dier van de schepping, dat-ie zich 'n gebit in z’n bek laat sjorren en 't gewriemel van 'n mensch op z'n korpus permitteert! Ze moesten 't bij mij probeeren! 'k Zou zoo met m'n vrachtje de goten inschieten of den eersten den besten boom inklauteren... DE WIJZE KATER ELFDE TOONEEL DE VORIGEN HOFMAARSCHALK RENTMEESTER OPPERHOUTVESTER OPPERHOUTV. Woont hier Jonathan? RENTM. Meneer Jonathan, wij komen... HOFMAARS.... Pèrdon, heeren, ik heb het woord!... (tot Kater) Heb ik het genoegen met meneer Jonathan te spréken... (Jonathan, in z'n gerafelde hemdsmouwen en met z'n kapotte kousen, staat bedremmeld ineen hoek. Een stilte) Ik vraag of ik ’t buitengewoon genoegen heb met meneer Jonathan te spréken? KATER (met sierlijken armzwaai) Met wien heb ik het genoegen? OPPERHOUTV. Ik ben... RENTM. Wij zijn... HOFMAARS. Pèrdon, heeren, als we ons niet een weinig aan de étiquette houden, degradeeren we ons tot inferieure wezens... Meneer Jonathan, ik ben Hofmaarschalk van onzen geëerbiedigden Koning, en we komen hier met een dringend verzoek en een zeer imperatief mandaat! U heeft, om met de deur in huis te vallen, en naar men ons uit de beste bron verzekerde, een buitengewoon-krachtigen kater... RENTM. Dat beest wouen wij... OPPERHOUTV. Tegen eiken prijs van u... HOFMAARS. Pèrdon, heeren, ik moet u nog eens verzoeken aan mij als eersten dignitaris de afwikkeling van deze aangelegenheid over te laten... Meneer Jonathan: is u bereid den kater in quaestie aan Zijne Majesteit te cedeeren dat wil zeggen tegen meer dan hoog honorarium? Men zeide ons en ik citeer dat niet, om u te blameeren! dat u door bijzondere omstandigheden in minder aangename situatie verkeert... Geld is voor ons bijzaak... KATER Pèrdon, ik ben niet te k00p... HOFMAARS. Pèrdon, uw kater... KATER (met buidel rammelend)... Geld is voor ons bijzaak... RENTM.... U kunt eischen wat u wil... OPPERHOUTV.... Ongelimiteerd! 3 HEIJERMANS HOFMAARS. Pèrdon! Pèrdon! Heeren wordt niet zoo ontzaggelijk-nerveus, dat u het ceremonieel op zulk een blameerende wijze vergeet! Nee, pèrdon, ik treed direct op Hoog Bevel namens Zijne Majesteit op! Nee, meneerde Rentmeester en nee, meneerde Opperhoutvester, uw houding in deze delikate zaak is ongemeen-ongepast!... Meneer Jonathan, wat ik u bidden mag, denk aan uw plichten als goed vaderlander! Zijne Majesteit heeft de laatste dagen bovenmenschelijke schokken doorstaan! Het statie-hermelijn, dat bij de kroning gediend heeft en dat eerdaags bij het huwelijk van de Kroonprinses weer had moeten dienen, is door de ratten letterlijk kaal gevreten... Het gespuis wandelt met opperste bravoure door zalen en korridors en ontziet zelfs niet de koninklijke sponde!... Zijne Majesteit is door die bezoeking zoo hyper-zenuwachtig geworden, dat de lust tot regeeren hem in dezen fatalen tijd begint te begeven... De troon wankelt, de staat is in gevaar. Cedeer ons in naam van den Hemel uwen kater... Er is door welke oorzaken ook een bedroevend gebrek aan katers ontstaan, of deze dieren zwerven inde bosschen en in het gebergte... OPPERHOUTV..,. Wij bezorgen u op 's Konings verjaardag een ridderorde... RENTM.... Een titel! HOFMAARS. Pèrdon, heeren het woord is thans aan meneer Jonathan... KATER. Het spijt me machtig, Excellentie, maar hij is er vandoor... OPPERHOUTV. Vandoor? RENTM. Vandoor! HOFMAARS.... Vandoor?... Maar hij was er toch straks... Nog geen half uur geleden! Fataal! Fataal!... KATER... Mijn huisknecht Hans, die daar achter u staat, had hem niet behoorlijk gevoed... Het arme dier leefde door de schuld van mijn ondergeschikte waarlijk van de schobberdebonk, vaneen uitgehongerde muis of een lichtschuwen rat en vanmorgen was er zelfs geen scheut melk... Wat zou u in zoo'n geval van schandelijke onverzorgdheid doen? DE WIJZE KATER 'm Smeren! En het hooghartige dier, te trotsch om langer te schooieren, heeft ’m helaas gesmeerd!... Te laat, mijne heeren... Te laat! HOFMAARS. Dan is Zijn Majesteit, die mede door het gebruik van te zware bourgogne overal ratten meent te zien, verloren... OPPERHOUTV.... Dan is de dynastie verloren! RENTM.... Dan is onze natie verloren! HOFMAARS. Pèrdon, pèrdon, heeren!... Ik bende hofmaarschalk!... Ziet u geen kans, meneer Jonathan, het dier terug te bezorgen? KATER Ónmogelijk, Excellentie, onmogelijk! Maar in uw plaats zou ik niet in zak en asch blijven zitten, want als niemand van u het klaarspeelt Zijne Majesteit van het kleine euvel, het bijna belachelijk bagatel, te verlossen, ben ik gaarne bereid mijn persoonlijke diensten aan te bieden! HOFMAARS. U? RENTM. Hij! KATER... Ik. HOFMAARS. Ach kom!... Het is zeer te waardeeren, het getuigt van brillante kwaliteiten in uw karakter, dat u een boven-menschelijke taak op u zou willen nemen, maarde strijd tegen dit horribel ongedierte is niet aan een van ons, op den zesden-dag-geschapenen, opgelegd... KATER Pèrdon, Excellentie, ik heb van dit en van andere onderwerpen een speciale, theoretische en niet falende studie gemaakt... Jaren en jaren nam ik wetenschappelijke proeven... Laat mij een enkelen nacht inde vertrekken van Zijne Majesteit doof de lichten temper alle geluid en zoo het mij niet gelukt het knagend kanalje door mijn onfeilbaar middel te verdelgen, met rat en muis, als op een zinkend schip, te laten vergaan, mag Zijne Majesteit mij op het binnenplein der Staatsgevangenis, eenvoudig en zonder procesverbaal, laten onthoofden... HOFMAARS.... Pèrdon, ik zou daar niet mee gekscheren, meneer... pèrdon: hoe is uw volle naam?... KATER... Jonathan van Felis Angorensis... HOFMAARS.... Ik zou er niet mee gekscheren, meneer HEIJERMANS Van Angórensis: Zijn Majesteit bevindt zich in zulk een toestand van geprikkeldheid en opwinding, dat bij mislukking, de zaak, de muis voor u een leelijk staartje zou hebben... KATER... Muis en staartje neem ik voor mijn verantwoording ! HOFMAARS.... Dus u zou de ratten...? KATER Met huid en haar. RENTM. En als ze ude baas zijn... KATER Bestaat niet. OPPERHOUTV.... En binnen hoeveel tijd? KATER... Ach, meent u dat sérieus?... Vraag mijn huisknecht, asjeblief! Jona... Hans, hoe flik ik het?... Hoe heb ik ze hier weggepoeierd? JONATHAN... Prima. Hij komt, ziet, overwint... KATER... En als ik de ratten en muizen de bange slampampers uit gaten en holen verjaagd heb, kan Zijn Majesteit op me rekenen voor kuikens, fasanten, hazen, konijnen, lijsters, musschen en kanarie- vogels... HOFMAARS. Een oogenblik, meneer Van Angórensis... (neemt de twee anderen apart)... Wat dunkt u, mijne Heeren?... Zullen wede proef nemen? Veel vertrouwen heb ik er niet in... Maar hij waagt zijn eigen huid... Alleen ben ik er wat huiverig voor, doe ik het a contrecoeur, wanneer ik hem aanbeveel. Zijn échec wordt ons échec... RENTM. Maar zijn succes wordt ons succes... OPPERHOUTV. Als we een kater mee hadden gebracht zou Zijn Majesteit ons... HOFMAARS.... Pèrdon, mij... OPPERHOUTV.... Ons, u, is enkel een nuance zou Zijn Majesteit ons u u ons, kolossaal-dankbaar zijn geweest... RENTM.... Maar 'n mensch met de qualiteiten als deze rare sinjeur pretendeert te hebben, is een latent ge- vaar... HOFMAARS. Pèrdon, heeren, wij hebben voor heeter vuren gestaan. Een goed diplomaat, die met takt achter de schermen weet te werken, stuurt den boel in 't honderd, of stuurt het schip de haven binnen, of stuurt heelemaal niet, maar mits hij alles met DE WIJZE KATER handschoenen aan doet, en iedereen met een kluitje in het riet lanceert, blijft hij een fijne geest. Laten wij het met dit minder gunstig type met een slinger om den arm, probeeren, en laten wij fijne geesten blijven... (wendt zich tot Kater, die zich met Jonathan heeft bezig gehouden) Pèrdon, meneer Van Angorensis, wij zijn, maar ik zeg het met nadruk, voor uw risico bereid, u aan het Hof te introduceeren. Wilt u ons volgen? KATER Met genoegen. Hans, laat onmiddellijk inspannen, en pak de medicijnkisten van mijn studeerkamer met den bekwaamsten spoed in. Wij vertrekken binnen tien minuten... HOFMAARS. Als u van mijn schimmel gebruik wil maken, is u nog eerder aan het Paleis... KATER ik moet mijn bagage meenemen. Tot ziens, Excellentie tot ziens, meneerde Opperhoutvester tot ziens, meneerde Rentmeester... (Zij buigen met plichtpleging). HEIJERMANS TWAALFDE TOONEEL JONATHAN KATER JONATHAN Hans, je ben krankzinnig! Je zal toch niet Zoo dol zijn, om dat avontuur door te zetten! KATER (spartelend van pret op de rustbank)... Dat wordt de grootste bak, die ik nog ooit heb meegemaakt! Jonathan, eer ’t avond is, staan we met z'n tweeën op de bovenste sport van den maatschappelijken ladder 1... Hahaha! Ik lach me een kriek en een dubbelen bult!... Wat zijn jullie 'n oer-grappige stumperds!... Vooruit! Toon fut!... We hebben de leidsels te pakken! Laat de sjees van de „Vergulde Kat" inspannen! Geld heb je zat! 'n Tweespan en als 't kan 'n vierspan!... JONATHAN... Je breekt jouw en mijn nek! KATER Larie! Gezwam! Ik kom altijd op mijn pooten terecht! Hahaha!... EINDE EERSTE BEDRIJF DE WIJZE KATER HEIJERMANS TWEEDE BEDRIJF (Een zaal van het Koninklijk Paleis, bij avondschemer. Inden achterwand dubbele gebeeldhouwde deuren. Zuilen tegen de zijwanden. Rechts, eerste plan, deur; tweede en derde plan hooge tuimelramen van gebrand glas. Links leunzetels met baldakijn; links, derde plan, deur. Rechts tafel met zetels.) DE WIJZE KATER EERSTE TOONEEL EERSTE EN TWEEDE LAKEI EERSTE LAKEI (treedt binnen, tot Tweede, die ineen stoel bij tafel slaapt)... Hé! Hé!... Man hoe durf je! En dat hier! TWEEDE LAKEI Wat ik eiken nacht en weer vannacht tekort schiet, haal ik in. Da’s mijn recht. EERSTE LAKEI Als ik je niet waarschuw, ben je 'r bij!... Sta op en neem die pan van tafel!... Allemachtigste: heb je Nero z'n souper nog niet gegeven!... TWEEDE LAKEI... Ik word getrapt als 'n hond, slaap slechter dan 'n hond licht dat de hond op z’n vreten wacht, tot ik 'm z'n portie blief te brengen... EERSTE LAKEI Ik ben bang, langtongig, brutaal maatje, dat jij je langsten tijd hier ben geweest... TWEEDE LAKEI... Dat ben ik zelf ook. EERSTE LAKEI... ’n Goed en correct lakei aan ’t Hof, moet zich weten te buigen en te plooien. Jij m&g niet denken: de hond van Zijn Majesteit kan op zijn portie wachten. Want omdat het de hond van Zijn Majesteit is, is het al geen hond inden gewonen zin van het woord „hond” meer. Leer dat van mij... Ik ben in adellijke kringen vergrijsd en jij ben nog niet droog achter je ezelsooren! (ontsteekt de kroon). TWEEDE LAKEI Ik zal het ook nooit worden. Ik hoor hier niet. Als mijn vader geen stuk domein in pacht had, en van de opbrengst van z’n lappie grond moest leven, smeet ik 't lakeiepak in ’n hoek! EERSTE LAKEI Zeg, wil jij wel eens... TWEEDE LAKEI... Tien, twintig maal ben ik alleen vannacht gewekt... Eerst moest ik met een stok in de antichambre blijven porren, om de ratten bang te maken, toen onder het bed kruipen en daar blijven liggen blijven liggen, godbeter! om het geloop achter het behang tekeer te gaan!... En als ik van moeheid niet meer kon, vloekte en raasde de Koning, dat ik moeite had ’m geen opstopper te geven... Nero lei lekker in z'n nest, Socrates, de baviaan, HEIJERMANS snurkte in 'n mand ik was 't eenig dier, dat in z’n koninklijke livrei de wacht mocht houden en geen permissie kreeg 'n oog dicht te doen... EERSTE LAKEI Stil! Neem je pan weg! DE WIJZE KATER TWEEDE TOONEEL DE VORIGEN REGINA HOFDAME HOFDAME De Kroonprinses... REGINA (terwijl de lakeien eerbiedig wijken) Is Zijn Majesteit in zijn Kabinet, barones? HOFDAME Is Zijn Majesteit in zijn Kabinet, Jean? EERSTE LAKEI Zijn Majesteit is niet in het Kabinet, barones. HOFDAME Zijn Majesteit is niet in het Kabinet, Koninklijke Hoogheid. REGINA Dank u. Is Zijn Majesteit uitgereden? HOFDAME Is Zijn Majesteit uitgereden, Jean? EERSTE LAKEI Zijn Majesteit is niet uitgereden, barones. HOFDAME ,Zijn Majesteit is niet uitgereden, Koninklijke Hoogheid. REGINA Dank u. Waar is Zijn Majesteit dan? HOFDAME Waar is zijn Majesteit, Jean? EERSTE LAKEI Zijn Majesteit rust na afdoening der staatszaken, voor het souper, wat uit, barones. HOFDAME Zijn Majesteit rust na afdoening der staatszaken, voor het souper, wat uit, Koninklijke Hoogheid. REGINA Dank u. Heeft Zijn Majesteit vanmiddag geslapen? HOFDAME Heeft Zijn Majesteit vanmiddag geslapen, Jean? EERSTE LAKEI Zijn Majesteit heeft ook vanmiddag niet geslapen, barones. HOFDAME Zijn Majesteit heeft ook vanmiddag niet geslapen, Koninklijke Hoogheid. REGINA Dank u. Hoe laat is het, barones? HOFDAME Hoe laat is het, Jean? EERSTE LAKEI De klok staat stil, barones. HOFDAME De klok staat stil, Koninklijke Hoogheid... REGINA Dank u. Waarom staat de klok stil? HOFDAME Waarom staat de klok stil, Jean? EERSTE LAKEI Omdat ze kapot is, barones. HOFDAME Omdat ze kapot is, Koninklijke Hoogheid. REGINA Dank u, barones (wenkt met de hand, dat zij alleen wenscht gelaten te worden. De hofdame wenkt met de hand. De eerste Lakei wenkt den tweede. Beiden af). HEIJERMANS DERDE TOONEEL REGINA HOFDAME REGINA Dat belooft wat, barones!... Papa vannacht én vanmiddag wéér niet geslapen... Als-ie zoo'n schrikkelijk humeur heeft als gister en eergister, eclipseer ik, zonder te soupeeren. HOFDAME Slaapt ü dan wel, Koninklijke Hoogheid, met deze ellendige bezoeking in het Paleis? REGINA Waarom niet, barones?... Ik verveel me en amuseer me dikwijls met deze schrandere diertjes. Er zijn er op mijn slaapkamer zulke tamme en intelligente, dat ze precies weten hoe laat ik chocolade met beschuit op mijn bed krijg, en allervermakelijkst om een kruimel vechten. Twee eten er uit mijn hand... HOFDAME Fidonc, Koninklijke Hoogheid, wat een tegen alle étiquette strijdende bezigheid voor een Vorstin... Dus u voedert de érgste vijanden van Zijn Majesteit hoogst-uzelf...? REGINA Pourquoi pas, chérie?... I k ben er niet bang voor. Ik aard naar mama. HOFDAME Ik begrijp u niet meer inde laatste weken, Koninklijke Hoogheid. En dat terwijl u wéét, hoe uw aanstaande, prins Arthur, kosten noch moeiten spaart, om de indringers te verdrijven! REGINA Dat is voor mij juist hèt motief, om hun partij te trekken... HOFDAME Koninklijke Hoogheid, dat meent u toch niet! REGINA Ik kan mijn aanstaande niet luchten.. HOFDAME Hoogheid... REGINA Ik kan hem niet zien! HOFDAME Maar, Hoogheid... REGINA In plaats van 'n man, waarvan ik hou, krijg ik 'n boonenstaak, 'n ridder zonder blaam en zonder charme!... 'n Eigen poney mocht ik kiezen 'n eigen man niet... HOFDAME... 'n Eigen poney is van geen beteekenis voor het land... REGINA... Goed: voor het land voor het land! ik sta er buiten en omdat ik er buiten sta, volg DE WIJZE KATER ik het voorbeeld van wijlen mama, die papa óók niet kon luchten of zien en doe waar ik speciaal plezier in heb! Laat prins Arthur kosten noch moeiten sparen, om de ratten te verdrijven: ik zal ze zoo tam maken, dat ze van de borden komen eten... HOFDAME... Dat zou Zijn Majesteit niet overleven! REGINA Wordt het mij gevraagd of ik den bruiloftsdag met den prins-gemaal overleef?... HEIJERMANS VIERDE TOONEEL DE VORIGEN LAKEI PRINS ARTHUR EERSTE LAKEI Zijn Koninklijke Hoogheid, Prins Arthur! (af). ARTHUR (kust de hand der prinses) Uw Koninklijke Hoogheid ziet er vanavond zoo bekoorlijk uit, dat ik naar woorden moet zoeken, om er bescheiden getui- genis vanaf te leggen. REGINA Ik dank Uwe Koninklijke Hoogheid zeer. ARTHUR Zou Uwe Koninklijke Hoogheid, nu het toeval het met zooveel gratie wil, dat ik u bijna alleen ontmoet, mij eenige oogenblikken in bijzonder-particuliere audiënte willen ontvangen? HOFDAME Pardon, prins, het Hof-ceremonieel verbiedt het ten strengste, dat de Kroonprinses haar aanstaanden gemaal, zonder facheux troisièmes, ont- vangt... REGINA... Helaas, Hoogheid, ik moet mij aan de étiquette onderwerpen... ARTHUR Hoogheid, ik smacht naar een tête a tête van meer teederen aard! Ik tel de dagen, de uren, de minuten, die mij en u van het allerkostelijkst oogenblik in het bestaan van twee tastende menschenzielen scheiden... REGINA Tel liever in eenzaamheid, Hoogheid ik raak zelf inde war, als ik in tegenwoordigheid van derden tel... ARTHUR Hoogheid, u is wreed, maar uit uw mond, van uw delikate lippen, klinkt en vloeit alles als ambrozijn... (zet met pathos in:)... U is de Lente van mijn leven... Mijn hart, mijn bloed wil ik u geven... Ik ben bereid voor u te sneven... En rozen op uw pad te weven... REGINA (spottend)... Ik kom terug... wacht nog maar even... (af). ARTHUR Wat beteekent dat, barones?... HOFDAME Dat beteekent, Hoogheid, dat u te onstuimige declaraties afsteekt. De prinses is jong, onervaren en liefde is een zaak van voorzichtig patience- spel... (buigend af). DE WIJZE KATER VIJFDE TOONEEL PRINS ARTHUR EERSTE LAKEI ARTHUR (loopt driftig heen en weer, wenkt den lakei) Jccin 1 EERSTE LAKEI Hoogheid...? ARTHUR Hoe is de nacht geweest? EERSTE LAKEI Uitgezocht, Hoogheid: het was een crème van slapeloosheid, een hors d'oeuvre varié van even de oogen sluiten, vloeken, razen, verwenschen, weer een paar seconden insluimeren en met brio wakker schrikken. Zooals Zijn Majesteit vannacht zichzelf gekweld en ons hoogst-eigenhandig gemaltraiteerd heeft, is het geen tweeden keer gebeurd... ARTHUR Je? weet het positief, Jean? EERSTE LAKEI... Informeert u bij den Lijfarts, Hoogheid! In medische termen uitgedrukt, geloof ik dat de crisis ingetreden is, en in niet-medische, dat Zijn Majesteit op het moment zoo bek-af is, dat geen sterveling hem een voet dwars moet zetten... ARTHUR... Die voet dwars, is bijzaak... Heeft hij wéér van abdikeeren gesproken? EERSTE LAKEI... Gesproken?.... Hij heeft het gebruld ! ARTHUR Bravo!... Uitnemend! En onthoud het goed, Jean: het ijzer moet heet gesmeed worden... Je voert de ratten toch behoorlijk? EERSTE LAKEI Dag en nacht. Achter de gobelins laat ik spek, boonen en erwten vallen en in het springveeren matras van het koninklijke bed is prima qualiteit tarwe gestrooid... De beesten fleuren op met het uur... Ze arriveeren in het paleis als magere scharminkels en loopen na een week met volgegeten hangbuiken... ARTHUR... Bravo! Hulde!... En ik passeer je nog eens mijn prinselijk woord, dat ik je diensten met goud zal beloonen, als Zijn Majesteit ziek en overspannen geabdikeerd hééft! Hoe meer ratten, hoe meer vreugd. Je ziet dat mijn methode, om alle katten en katers op te koopen en onschadelijk te maken, HEIJERMANS het onfeilbaarst middel is, om het Rijk aan een betere, jongere en doortastender Dynastie te helpen, Le Roi se meurt vivent les rats! EERSTE LAKEI Maar, Hoogheid, er dreigen gevaren... ARTHUR Welke? EERSTE LAKEI De Hofmaarschalk, de Rentmeester en de Opperhoutvester, bang voor een te spoedige Troonsverwisseling, conspireeren... ARTHUR Conspireeren...? EERSTE LAKEI Na de mislukte premie voor elke gevangen of gedooden rat mislukt, omdat i k de klemmen liet dichtkleppen vóór ze dienst hadden gedaan zijnde heeren gisteravond laat op hóóg bevel uitgereden, om in afgelegen dorpen katers in te slaan. Ik wacht ze ieder oogenblik terug. ARTHUR... Sacrénom!... Maar 't zal de kliek weinig helpen... Ik ben ze voor geweest! EERSTE LAKEI Maar ó15...? ARTHUR... Als?... Dan neem je de dieren onder jouw zéér speciale en toegewijde hoede en je doet wat je met vroegere exemplaren gedaan hebt: la mort sans phrase, begrepen? er liggen er meer met steenen om den nek inden vijver van het Park... EERSTE LAKEI... Zat, Hoogheid. De vijver is langzamerhand een katten-kerkhof geworden... ARTHUR... En het listig driemanschap houd je in 'toog... Wij kunnen hier hielenlikkers missen! DE WIJZE KATER ZESDE TOONEEL DE VORIGEN TWEEDE LAKEI KONING ARTS TWEEDE LAKEI De Koning! KONING (driftig instuivend)... Ik kan geen lijfarts gebruiken, die als een poes met de muizen, met me speelt!... Alle medicijnen van de wereld heb ik geslikt, alle poeders, pillen en drankjes, en ik lig iederen nacht wakker... (woest uitvallend tegen de lakeien)... Wat staan jullie? Wat luisteren jullie?... Houd ik een oratio voor lakeienpak?... Scheer je weg!... (Lakeien af tot lijfarts) Ik ontsla je, meneer!... Mijn koninklijk hoofd barst van hoofdpijn!... Ik zie scheel! Ik zie dubbel... Ik heb geen oog toegedaan... Alle uren van alle klokken heb ik hooren slaan!... Voor wat heb ik een lijfarts, als ik door elk geritsel, elk gepiep, elk geknaag, wakker word? En nu weer de nieuwe, zooveelste, vervloekte nacht! LIJFARTS... Sire... KONING... Antwoord als ik vraag!... Ik vraag rust, ik vraag verlossing van het gespuis in het paleis van mijn vaderen, en als ik dèt vraag, suf je of je geen tien kan tellen, meneer!... ARTHUR Majesteit... KONING Bemoei je er niet mee, Hoogheid! ARTHUR Ik wou enkel... KONING Laat u aandienen, Hoogheid. Het is aan mijn Hof niet gebruikelijk, dat men onaangediend binnentreedt... ARTHUR... Ik had de goede bedoeling... KONING... Interesseert mij niet, Hoogheid! Ik wensch gerespecteerd te worden! Laat u aandienen... ARTHUR... Dit is een wel zonderlinge houding, Sire, tegenover den aanstaande van uwe dochter en tegenover dengeen, die Uwe Majesteit met raad en daad... KONING... Ik ben in geen stemming om wien dan ook te woord te staan! Elk geluid ergert me! 's Nachts de ratten en overdag mijn onderdanen en omgeving... Laat me met rust... Mijn koninklijke slapen bonzen, mijn koninklijke oogen puilen uit 4 HEIJERMANS mijn hoofd... Ik word erger dan krankzinnig... Laat u aandienen, en als je je laat aandienen, ben ik er niet! Ik wil alleen zijn met den vulkaan, den Zondvloed van mijn rampzalige gedachten!... ARTHUR... Zooals Uwe Majesteit het verlangt, en terwijl Uwe Majesteit rust tracht te vinden, ga ik inde antichambre en zalen op jacht! (af, uitgelaten door Eersten Lakei, dien hij genoegelijk toeknikt). DE WIJZE KATER ZEVENDE TOONEEL KONING LIJFARTS KONING Wat treuzel je, meneer?... Wat kijk je, wat wil je? LIJFARTS Ik wacht de bevelen van Uwe Majesteit... KONING... Ik heb geen bevelen en èls ik ze heb worden ze uitgevoerd?... LIJFARTS Ik ben Uwe Majesteit met hart en ziel toegedaan en Uwe Majesteit weet dat... Er is een buitengewone, door geen wetenschappelijke hypothesen te verklaren sterfte onder de katten van uw land. De strijd der soorten schijnt zich te verplaatsen, Sire. De keeren, dat het ons gelukte zeldzame katerexemplaren van over de grenzen te importeeren, verdroegen de dieren ons klimaat niet. De meest verderfelijke vergiften heb ik persoonlijk in pap-vorm onder kasten en bedden gereed gezet het hielp niet. We staan machteloos tegenover een acute invasie! Als Uwe Majesteit, die zich op de slagvelden als een nationale held gedraagt, kon besluiten minder overigens verklaarbare vrees voor ratten te hebben, als Uwe Majesteit tot die voorbeeldige zelfoverwinning kon geraken, zou het leed althans te overzien zijn... KONING... Laat me een flesch Bourgogne brengen! LIJFARTS... Sire... KONING... Moet ik het tweemaal vragen? LIJFARTS Het is enkel in het belang van de gezondheid van Uwe Majesteit dat ik mij veroorloofde te aarzelen... (schelt, tot Eersten Lakei)... Een flesch Bourgogne... (Lakei af). KONING... Ik doe afstand van den troon! Ik teeken nog vandaag het dekreet, waarbij ik mijn dochter Regina Amalia Victoria tot regeerend. Vorstin benoem en ik trek me terug ineen rattenvrij klooster inde bergen! (grijpt beker wijn van het door Lakei binnengebracht blad, drinkt wild) ...Ik verdraag het niet langer!... Ik abdikeer!... (staart in opengebleven deurgat) ...Waarom tikt de klok niet? EERSTE LAKEI... Stukgeknaagd, Sire... (af). HEIJERMANS KONING Stukgeknaagd! Stukgeknaagd! Mijn statiehermelijn, mijn kroningsgewaad, mijn scepter, mijn troon: alles stukgeknaagd! Als ik mij in eenzaamheid terugtrek, om over de belangen van dit mijn Koninkrijk te mediteeren, knaagt het inde laden van mijn bureau-ministre als ik een dossier staatsstukken opneem, zit er een gillend nest onder als ik cour houd, wemelt het vinnige, gedrochtelijke, zwarte staarten tusschen de plooien van het baldakijn als ik me met wèggeknaagden eetlust aan tafel begeef, zie ik loerende, priemende, saterende ratte-oogen in alle hoeken van de eetzaal als ik neerkniel inde kapel, hoor ik hoe het altaar beknaagd wordt als ik in bed stap, moeten de lakeien de dekens en kussens doorwoelen voor ik me durf nederleggen!... Het knaagt bij dag en bij avond het knaagt bij zon- en bij maanschijn het knaagt hardnekkig en driest het knaagt mijn koninklijk ontzag weg het knaagt in mijn hersens, mijn maag, mijn geweten! Ik verdraag het niet langer!... Ik ben het regeeren beu! En straks, na het souper, moet ik weer en nog eens weer de foltering vaneen langen, knagenden nacht ondergaan! (zakt ineen zetel). LIJFARTS... Ratten, Sire, doen menschen geen kwaad! KONING Hou op met je troost!... Kan iemand het helpen als-ie met een bult, een horrelvoet of met één oog op deze gecompliceerde wereld verschijnt?... (drinkt)... LIJFARTS Nee, Sire... KONING... Kan ik het helpen, kwakzalver, pillendraaier, kiezentrekker, vee-arts hahaha! wil je een glas...? LIJFARTS... Dank u, Sire het is voor mij al een voldoende verheugenis, dat Uw Majesteit er opgewekter begint uitte zien... KONING Ik vraag of ik het kan helpen, ziekte-aanbrenger!, dat het geslacht der ridders en koningen, waaruit ik stam, nooit tegen een doodvonnis, nooit tegen een bloedbad, als het staatsbelang het eischte, heeft opgezien, dat we ons door niets lieten intimideeren en imponeeren, maar dat we öf vluchten voor een spinnekop, öf aan zelfmoord denken bij een rat op onzen DE WIJZE KATER' weg...? (drinkt)... Mijn grootvader, Karolus de Vilde, nam zelf de bijl uit de handen vaneen aarzelenden, neurasthenischen beul, stak zélf het hoofd van den een-kop-kleiner-gemaakten schobbejak op een piek, en kreeg een beroerte dooreen rat in zijn slaapkamer!... Schuif bij, geleerde receptenknoeier! Ik voel me eindelijk weer kiplekker... (ledigt de flesch)... Bourgogne is hèt antisceptisch middel!... Schrijf daar een wetenschappelijke verhandeling over... LIJFARTS (neerzittend)... Dank u, Sire... KONING Dit is de eenige zaal, waar ik me 's avonds op mijn gemak v0e1... De marmeren wanden knagen ze niet stuk, de parketvloer is massief en doordat excellent-hooge raam klauteren ze niet binnen... Hier slaap ijt vannacht... Zeg dat aan den paleisintendant... LIJFARTS... Zoo als Uw Majesteit het verlangt... KONING... En laat me een tweede flesch Bourgogne voor stimulans van mijn ontredderde maag hahaha! ik krijg daar een pracht vaneen inval! hahaha! voor de restauratie van mijn binnenste ik brengen!... Als er geen katers meer op te diepen zijn, drink ik me vanavond binnen deze vier wanden een r e uz e-kater! HEIJERMANS ACHTSTE TOONEEL DE VORIGEN HOFMAARSCHALK RENTMEESTER OPPERHOUTVESTER EERSTE en TWEEDE LAKEI HOFMAARS. (binnengelaten door de Lakeien)... Majesteit, wilt onze vrijpostigheid, wilt de overtreding der Hof-étiquette excuseer en, maar we komen met vermoedelijk verblijdend nieuws... RENTM. Wij brengen... OPPERHOUTV. Er is beneden... HOFMAARS. Pèrdon, heeren, ik spreek: Zijn Majesteit wordt niet in koor voorgelicht... Sire, het is ons gelukt... KONING... Hoeveel?... HOFMAARS.... Wat bedoelt Uw Majesteit? KONING... Nom d'un chien, wat kan ik bedoelen?... HOFMAARS.... Er is... Maarde garantie... OPPERHOUTV.... De stelligheid... RENTM.... De zekerheid... KONING... Hoeveel zijn er? HOFMAARS.... Hoeveel?... KONING... Hoeveel katten of katers? HOFMAARS.... Sire... KONING... Nom d'un chien, daar staan ze weer met hun drieën, mijn vertrouwden en raadgevers, en durven me niet inde oogen te zien! Weer met leege handen! Andere vorsten dragen hun gezanten, attachés, vrienden en vertrouwenslieden de meest kiesche zaken op andere vorsten worden op hun wenken bediend, krijgen de geheimen van de generale staven van de heele wereld, elk vestingplan, elk model geweer, elke nieuwe uitvinding, elk compromitteerend buitenlandsch stuk en ik krijg van mijn bijzonder gezantschap nog geen kater! 't Is wel, mijne heeren: ik ga een nieuwen slapeloozen nacht tegemoet, maar ik zal morgen uw aanhankelijkheid beloonen. Adieu. HOFMAARS. Sire... KONING Adieu. HOFMAARS. Majesteit, op gevaar af in ongenade te DE WIJZE KATER vallen, verzoek ik u met gepasten deemoed, mij nog een paar woorden te veroorloven. Wij brengen weliswaar geen kater mee, maar onze reis heeft toch eenig resultaat opgeleverd... KONING Dat interesseert mij niet... HOFMAARS. Er wacht inde antichambre een man, een medicijnmeester uit Oostersche landen, met naar men zegt ongekende en mysterieuze begaafdheid, een soort... magiër... OPPERHOUTV. Toen hij de vestibule inkwam, vluchtten twee ratten... RENTM.... Van onder de zoo beschadigde antieke bank... HOFMAARS.... Dat kan ik, op eerewoord, getuigen! OPPERHOUTV.... Voor ons gingen de twee abominabele kreaturen niét aan de haal... RENTM..*.. Voor ons bleven ze sarrend-kalm onder de antieke bank zitten... HOFMAARS.... En voor hèm vluchtten ze met zoo'n panischen schrik, dat ze, rechtstandig tegen de Moorsche zuilen op, het plafond inschoten, Sire! Als de proef met dien magiër lukt, wordt het als 't ware een historische datum... OPPERHOUTV.... De redding... RENTM.... De verlossing... KONING... Silence, nom d’un chien! Silence! Ik moet mijzelf geweld aandoen, meneerde Hofmaarschalk, om u niet de eer vaneen koninklijke oorvijg te doen ondergaan! Denken jullie, door mij uit ’t stof opgeraapte zotten, dat ik door de slapeloosheid van de laatste maanden niet meer toerekenbaar ben? Smijt de deuren open, Jean en Pierre, en smijt de heeren... LIJFARTS... Majesteit, kom tot uzelf! HOFMAARS.... Sire! KONING... Smijt de deuren open! Wie heeft hier te gelasten! (de Lakeien openen angstig de deuren) Er uit, meneerde Opperhoutvester, meneerde Rentmeester, meneerde Hofmaarschalk! HOFMAARS. We gehoorzamen aan uw bevel, Sire, maar wij doen het bij zulk een vernederende behandeling in het bijzijn van lakeien, onder protest... LIJFARTS (schrikkend) Majesteit, pas op! HEIJERMANS EERSTE LAKEI Allemachtigste Hemel! OPPERHOUTV. De ratten! (Inde achterzaal klauteren een aantal ratten tegen het behang op. Enkele vluchten de voorzaal binnen en klimmen in radeloozen angst tegen de zuilen der zijwanden op). KONING (springt op eender zetels onder het baldakijn) Wat is dat! Wat gebeurt er? HOFMAARS. Uw Majesteit kan zich er zelf van overtuigen: de ratten, het gespuis, het crapule, het bestiale plebs, trekt zich in stormloop terug! OPPERHOUTV. De meest toegewijde dienaren van Uwe Majesteit hebben geen woord onwaarheid gesproken! RENTM. (bij de achterdeur) Het is een sauve-qui-peut, Majesteit! KONING Jean, droom ik? JEAN (Eerste Lakei) Nee, Sire, Uw Majesteit is wakker! KONING Pierre, ben ik wakker? TWEEDE LAKEI De sallemanders en krengen hebben de koorts op d'r lijf, Sire! Voor mijn part steken ze allemaal de moord, de verrekte judassen! KONING Dank je, Pierre. Ja, nou kan ik niet anders dan wakker zijn. Zoo praat 'r maar één aan mijn Hof!... Dus, de ratten... HOFMAARS. Daar komt de man zelf, Sire. Permitteert Uw Majesteit, dat hij z'n opwachting maakt? KONING Laat binnen, laat onmiddellijk binnen! DE WIJZE KATER NEGENDE TOONEEL DE VORIGEN JONATHAN KATER HOFMAARS. Dokter Jonathan van Felis Angorensis! KATER Majesteit!... LIJFARTS (verlegen) Pardon dat is de Koning! KATER Pèrdon, dat kan ik bij zooveel menschen tegelijk niet ruiken! HOFMAARS. (zeer vriendelijk)... Pèrdon, hooggeachte dokter Van Angorensis, men ruikt hier niet men geeft zijn oogen de kost, en als men zijn oogen de kost geeft, ziet men dadelijk aan het je-ne-sais-quoi, wie zich door vorstelijk gebaar en vorstelijke houding van de omgeving onderscheidt... KONING (nog steeds angstig, met opgetrokken beenen op den bald'akijn-zetel)... Is dat...? HOFMAARS. Ja, Majesteit! KONING En die daar? HOFMAARS. Dat is de knecht van den dokter... KATER Pèrdon, pèrdon, Excellentie dit is mijn vleescheigen broeder en secretaris Hans Van Felis Angorensis... Vanmorgen toen mijn broeder nog ongekleed was, had ik zekere gêne, bediende ik mij vaneen kleine onwaarheid om bestwil nu#hij zich weer als gentleman kan vertoonen, mag ik dat jokkentje niet langer volhouden... KONING Meneer van Angorensis, ik sta u toe mij de hand te kussen... KATER Is dat noodig? HOFMAARS.... Dat is een bijzondere onderscheiding! KATER O, pèrdon... (kust de hand). KONING Au! U heeft spelden in uw handschoenen, beste dokter... Gaat u zitten. Hofmaarschalk, vraag onzen gast want u is onze gast, dokter! wat hij wil gebruiken voor wij aan tafel gaan! HOFMAARS. Een verfrisschende teug, dokter?... Een kelk champagne of landwijn of een citronade? KATER Nou, als 't je 't zelfde is, Excellentie, ’n lekker bakkie warme melk... KONING Hahaha, heel origineel! Drinkt u bij voorkeur melk? HEIJERMANS KATER... Men moet, Majesteit, steeds zoodanig leven, dat men er een kou d en neus bij houdt. KONING Hèhèhè!... Curieus!... Melk... Een kouden neus... (tot Lijfarts)... Is dat zoo, pillen- draaier?... LIJFARTS Het zal me een eer zijn, Sire, met Dokter Van Angorensis consult te houden... KONING... Een flesch Bourgogne voor mij en een glas warme melk voor deze heeren... Hofmaarschalk ik wensch met mijn gasten alleen gelaten te worden. HOFMAARS. Zijne Majesteit wenscht alleen gelaten te worden, (af met de anderen). DE WIJZE KATER TIENDE TOONEEL KONING KATER JONATHAN KONING Waarde dokter, u heeft dus, naar het zeggen van de heeren van mijn Hofhouding, de bijzondere gave, om het afstootend, ontzaggelijk-irriteerend gespuis, dat hier alles vernielt en me belet te slapen, positief te verjagen? KATER Vraag het Hans! Hoe flik ik het, zeg? JONATHAN Ik garandeer u, Majesteit, dat hij er geen enkelen, letterlijk niet één, ontziet! KONING Curieus... En maakt u van uw methode een geheim? KATER Van mijn methode? Heb-ie nog nooit gezien...? JONATHAN... (snel aanvullend)... De methode van mijn broer Jonathan, Majesteit, berust op magische suggestieve, cosmische, hyper-biologeerende middelen en verschijnselen. Na jarenlange studies op physionomisch, phrenologisch, bucomantisch en chiromantisch gebied, na de houding van het lichaam en de bewegingen der ratten in verband met hun ondeugden en hartstochten volgens de kenteekenen der occulte wetenschappen te hebben geanalyseerd, is mijn broer er in geslaagd den vicieuzen aard dezer dieren te bepalen... (tot Lakei)... Nee, merci, ik geen melk... KONING (beker Bourgogne van Tweeden Lakei aannemend). Uw gezondheid, heeren! (drinkt beker leeg). KATER (vergeet inde verbouwereerdheid over Jonathan's overstelpende wijsheid zijn melk)... Wat heb je daar verteld...? JONATHAN Dat 'r geen tweede zoo goed ratten en muizen vangt als jij... KATER Verroest! KONING (wenkt Lakeien om heen te gaan)... Ik hoop, dokter, dat uw broer bij de beschrijving van uw talent niet overdrijft. Je ziet er ik mag wel jè tegen je zeggen? patent en fideel uit met je naalden van snorharen en je kleine, geslepen oogen! Als 't jou lukt me van 't geknaag te verlossen, kun je alles van me verlangen... KATER Alles? HEIJERMANS KONING Alles wat je maar wil! Ik heb hier geen leven meer gehad! En enkel omdat ik kouwe rillingen over m'n rug krijg, en m'n haren te berge rijzen, als ik zoo’n paar vervloekte ratte-oogen zie, of 's nachts 't spektakel in m'n slaapkamer hoor! Ik ben en aan een dokter mag men een psychisch defect biechten! gruwelijk bang voor ratten! KATER Voor ratten? KONING Schrikkelijk! KATER Dat snap ik niet. Je houdt je ’n poos koest, knijpt je oogen toe, neemt je sprong en ze zeggen geen boe of ba meer! KONING Ik kruip onder de dekens. KATER Voor wat? Stel je voor, dat ik onder de dekens kruip! Ik zal 't je eens voordoen hoe je ze moet van- gen... JONATHAN (hem tegenhoudend) Dat mag je met, Jonathan... KONING... En al zou je 't mij duizend keer voordoen: 'n rat in mijn buurt is mijn d00d... KATER (krom van het lachen)... Hoe is 't mogelijk! En dat heet mensch!... Je d00d!... Dan is jouw dood ik mag wel jij en jou zeggen, wat? dan is jouw dood mijn brood!... KONING... (vroolijk)... Angorensis, verdomd, jij bevalt me... De toer, die jij daarnet met het crapule uitgehaald heb, is kolossaal!... Kolossaal!... Rooken? KATER... Wat? KONING... Rooken? 'n Havanah, 'n manilla, 'n import? KATER Rooken?... KONING... (naar rechter deur)... Ik haal ze zelf voor je, Angorensis zelf! onthou dat voor je verder leven: een koning haalt sigaren voor je! (af in kabinet). DE WIJZE KATER ELFDE TOONEEL KATER JONATHAN KATER (melk slurpend) Jonathan, jongen, ik begin 't in de spiezen te krijgen, dat ik hier zoo met m'n neus in de boter ben gevallen, als ’n vloo op 'n zomerschen dag in ’n nest jonge poesen. De melk is exquis en behalve de paar vette ratten, die ik zag schuilen, ruik ik een keur-collectie om bij te watertanden! Wat kijk je benauwd? Ook het psychisch defect van Zijn Majesteit? JONATHAN Hans, ik heb het gevoel of ik op blaren zit. KATER Wat is dat voor een gevoel? JONATHAN Ik gaf er wat om, als ik thuiswas bij m’n korst brood, in plaats van hier, waar ik tusschen hangen en wurgen, op mijn stoel draai! KATER (ook den anderen beker melk leegslurpend) Ik voel me ook als 'n mensch in ’n vreemd pakhuis, maar de melk is best. Wat haalt de idioot voor me? JONATHAN 'n Sigaar. KATER Is dat die smeerlapperij, die jij ook wel eens in je mond steekt, en waaruit je rook wegblaast of de wind op de kachel staat? JONATHAN Precies. KATER Hoe smaakt ’t? JONATHAN 't Smaakt heelemaal niet. KATER Waarom doe je 't dan? JONATHAN Zoo maar. KATER Mot je ’r op kauwen? JONATHAN Nee. KATER Wat dan? JONATHAN Niks! KATER Kan je niet fatsoenlijk antwoorden, als ik je iets vraag? JONATHAN Je vraagt zooveel, dat iemand ’r suf van wordt! Ik transpireer van duizend en een angst om 't gevaarlijke van ’t avontuur en hij verzint de eene malligheid na de andere! Rook voor mijn part en welbekome 'tje! KATER Verdraaid, voor wien stel ik me hier aan! Jij bezorgt iemand ’n hoogen rug en 'n dikken staart! HEIJERMANS JONATHAN Nou, nou, laten we geen ruzie krijgen! KATER Zeg dan fatsoenlijk hoe ’k moet rooken, om geen gek figuur te slaan! JONATHAN Je trekt en je blaast... DE WIJZE KATER TWAALFDE TOONEEL DE VORIGEN KONING KONING Alsjeblief, Angorensis, 'n sigaartje om van te smullen! Ik rook ze zelf alleen bij feestelijke gelegenheden... KATER (steekt sigaar in zijn mond en blaast vervaarlijk). KONING (wijkt achteruit)... Wat is 'r? KATER (blaast) Ik rook. KONING Op zoo'n vreemde manier? JONATHAN... Dat is, Majesteit, de gebruikelijke methode bij Oostersche volkeren... KONING Zonder vuur? JONATHAN Ik doe het mèt hij zonder... KONING (blaast den Kater een rookwolk in het gezicht)... Hoe ruikt-ie, Angorensis? KATER (blaast)... Als jij blaast, blaas ik harder! Wat 'n uitvindingen, om doodziek van te worden, houden jullie er op na!... Ik leg net zoo lief naast ’n walmende lamp of 'n smeulende turf! KONING Hahaha!... Heel origineel... Ik heb me in geen maanden zoo geamuseerd... En nu zou ik graag willen weten, Angorensis, wanneer je de groote jacht begint? KATER Vannacht. KONING Vannacht? KATER Overdag heb je te weinig kans. Dan hebben zij minder lef en zie ik minder goed. KONING Curieus. Zet dan overdag een van mijn gouden lorgnetten op! t KATER (port den Koning in zijn buik)... Ik met n lorgnet! (schatert het uit)... Hoor je hem, Hans?... Met zoo'n ding op m'n neus als de schoolfrik van ’t dorp, as-ie voor de klas de kinderen de vaderlandsche geschiedenis inpompt!... Ik geloof dat de heele rattenfamilie 'n beroerte van 't lachen zou krijgen! Hahaha!... Ik met twee glaasies voor me test... Je doet net zoo komiek, Majesteit, as de Keeshond van den slager, as-ie met 'n muilkorf voor, 'n kluif tusschen z'n kiezen wil nemen!... Is dat lachen! KONING Hahaha!... Zeg dat wel! Is dat lachen! Jij HEIJERMANS kikkert me heelemaal 0p!... ’r Gaat van jou iets zoo pyramidaal-leuks en gezonds uit, dat ik je nooit meer laat gaan, Angorensis!... Ik benoem je tot mijn oppersten Lijfarts, en als ik er de zekerheid van heb, dat er een eind komt aan dat goddeloos geknaag, word jij de allerhoogste dignitaris van het land... KATER En hij?... TONATHAN... Majesteit, ik ambieer mets... KONING Papperlepap, jou geef ik de keus vaneen dozijn baantjes, broertje!... Als ik de pee tegen iemand heb, vind ik een strop en een galg voor m als iemand me ’n loer draait, knjgt-ie levenslang of kan-ie probeeren haasje-over of blindemannetje te spelen, zonder kop op z'n nietswaardige romp maar als ze me 'n waarachtigen dienst bewijzen, als ze me redden uit 'n situatie, waaruit ik mezelf met weet te redden, dan marcheer ik op mijn beurt voor mijn redders door vuur en water... Laat je dat gezegd zijn, KATER Goed, goed... Dus wat wordt mijn broer Hans, als ik je help, ouwe heer? KONING Wat wil je, Hans? JONATHAN Niets, Majesteit... KONING Niets? ~, , . JONATHAN Ik mag van uw onlekkeren toestand, Majesteit, een toestand, die u al zooveel slapelooze nachten bezorgde, geen misbruik maken! KONING Denk jij, Angorensis Junior, dat een Koning zich op zoo’n manier laat kennen? Wanneer hij te bescheiden is, Angorensis Senior, zeg jij t dan waarmee ik hem kan pleizieren! . KATER Inde eerste plaats met n vrouwtjes-mensch. KONING Met ’n vrouwtjes-mensch, hahaha.... Jij neb voor alles zulke buitengewoon-lollige expressies, als ik in geen jaren heb gehoord! 'n Vrouwtjes-mensch, hahaha!... En welk vrouwtjes-mensch, dokter? Mijn favorieten kunnen de schitterendste huwelijken doen... KATER Hij is stapeldol met... JONATHAN Hans! KATER... Met de dochter van den bakker... KONING... Met de dochter van den bakker.... Hen de wijze kater Van Angorensis met... Kom, kom, kom!.,. Daar flirt men mee met zoo’n bakkersdochter, maar die trouwt men niet, als men hoffahig geworden is... En vanaf het oogenblik, dat men met mij aan een tafel gezeten heeft, is men meer dan hoffahig... Een bakkersdochter... Is de man Hofleverancier? JONATHAN Nee, Majesteit. KATER Nee. Hij levert enkel tegen de centen op de tafel, of hij maakt zoo’n heibel, dat de schoenlapper en de melkboer er aan te pas komen en op hun beurt de buurt bij mekaar blerren... KONING Dat zou een mésaillance worden... KATER Wat is dat? , KONING Ach kom, grappenmaker, dat zal jij met weten! KATER Sire, nou zit-ie of-ie geen tien kan tellen, maar zoowaar als ik tegen donker opruiming onder je ratten ga honen: hij is smoor op de bakkersdochter en de vader is er tegen... KONING Er tegen?... Waarom? KATER... Omdat mijn broer in verklaarbare en vergeeflijke lichtzinnigheid wat schulden heeft... KONING Die betaal ik. KATER Wij danken u zeer. KONING En die bakkersdochter zullen wij laten ont- bieden... KATER Goed zoo. Ik begin van je te houen, ouwe heer. JONATHAN Maar, Majesteit... . KONING... Geen maren, Angorensis Junior!... De bakker en zijn dochter worden ontboden... KATER Nou, nou, nou: hij is niet makkelijk, Sire, als-ie met z'n quitantie in z’n meelhanden voor je staat! KONING Hahaha, dat zullen we er op wagen... JONATHAN... Majesteit... KONING Silence, nom d'un chien!... Maar je doet een dwaasheid, jonge man! 5 HEIJERMANS DERTIENDE TOONEEL DE VORIGEN REGINA REGINA REGINA Papa, mag ik even?... Niemand durft binnenkomen... En het souper is klaar... KONING... We soupeeren hier... REGINA U soupeert hier? KONING Ja, sans met deze heeren. Mijn dochter Regina Amalia Victoria: dokter Van Angorensis en zijn broer... REGINA Is dat de rattendokter...? KONING Ja. REGINA (koeltjes) Aangenaam. KONING Wat deze heer enkel door zijn komst daarstraks verricht heeft, grenst aan het wonderbaar lijke... REGINA (snibbig)... Zeker beschermelingen van Prins Arthur, en door Prins Arthur aanbevolen! Ik soupeer niet mee, papa ik ben moe... KONING Moe of niet moe, wij staan er op, dat u hier de honneurs waarneemt... Een oogenblik, heeren, ik ben dadelijk weer tot uw beschikking... DE WIJZE KATER VEERTIENDE TOONEEL REGINA KATER JONATHAN REGINA Natuurlijk heeft mijn aanstaande echtgenoot u hier geintroduceerd? JONATHAN Uw aanstaande echtgenoot... REGINA Spreek u mij niet tegen, meneer en laat me u dadelijk zeggen, opdat u weet wat u aan mij heeft, dat ik in principe andere opvattingen dan Prins Arthur heb, dat ik niet meedoe aan het geintrigeer van den Prins, en dat, als er een haar gekrenkt wordt op het hoofd van de tamme ratten in mijn kamers, u mij Zult leeren kennen! (af). HEIJERMANS VIJFTIENDE TOONEEL KATER JONATHAN daarna ARTHUR KATER Daar loopt ’n streepje d00r... JONATHAN Daar begrijp ik niemendal van... KATER Er is hier iets niet inden haak... Een koning die de stuipen op zijn lijf voor ratten heeft niet één collega con amore aanwezig niet één kat op de lucht van zooveel versnaperingen present 'n verzameling ratten zoo doorvoed, dat ’t tuig voor de oogen van 'n kenner onnatuurlijke hangbuiken heeft tamme ratten inde kamers van de dochter. Jonathan, there is something rotten in the state of Danmark snap je? JONATHAN Nee. ARTHUR Pardon, mijne heeren!... Heb ik de eer met den pas aangekomen geneesheer uit Oostersche landen kennis te maken? Ik ben Prins Arthur, de aanstaande Prins-gemaal van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Regina... KATER Jonathan van Felis Angorensis mijn broer Hans Van Dito-Dito..., ARTHUR... Meneer Van Angorensis, ik wou u wel een seconde privé spreken... KATER Voor mijn broer heb ik geen geheimen... ARTHUR Pardon, maar als het u hetzelfde is, spreek ik u liever onder vier oogen. Het betreft een dringende aangelegenheid, waarbij u vermoedelijk zij zult kun- nen spinnen... KATER Zij spinnen...? ARTHUR Begrijpt u die uitdrukking niet na uw lang verblijf in het buitenland?... Zij! Spinnen!... Spinnen!... KATER Eerst blazen. Nou spinnen. Wat willen ze van me?... Hans verdwijn! JONATHAN Jawel, maar... KATER Jongen, maak je maar niet ongerust. Ik loop in geen zeven slooten tegelijk. JONATHAN (zacht) Ik luister achter de deur! (af in kabinet). DE WIJZE KATER ZESTIENDE TOONEEL KATER PRINS ARTHUR ARTHUR Wat doet u vreemd. KATER Ik spin. ARTHUR (lachend) Heel aardig!... Meneer Van Angorensis: op den man af ligt u met den Hofmaarschalk, den Rentmeester en den Opperhoutvester onder één deken? KATER Onder welke deken? ARTHUR Maakt u alsjeblief geen gekheid! De zaak is te ernstig. Ik weet wel dat geld een verleidelijk lokaas is, maar geld kan met geld overtroefd worden, niet?... En om de wille van de smeer likt de kat de kandeleer... KATER Ik lik niemand, hoogstens mezelf. En bij mijn weten is dat gelik vaneen kandeleer larie en laster! ARTHUR Waar heeft de Hofmaarschalk u opgediept? KATER In mijn woning. ARTHUR In welk dorp? KATER Wat doet dat er toe? ARTHUR Is u ingeschreven inden Burgerlijken Stand van uw gemeente? KATER (zich wasschend) Dat zal wel. ARTHUR O! Zal dat wel?... Klopt met mijn vermoedens! Meneer Van Angorensis, weet u waarop ik u taxeer? KATER Nee. ARTHUR U maakt op mij den indruk vaneen gedecideerden chevalier d'industrie te zijn... KATER Ach kom. Dat doet mij genoegen! ARTHUR Laat u zich dat zeggen, zonder er bij op te stuiven? KATER Ik stuif alleen op, als het hard waait of als er gemeen weer op til is. ARTHUR Uw voorkomen bevalt mij niet u durft iemand haast niet inde oogen te kijken u maakt uw entree met charlatannerie en geeft ontwijkende antwoorden, wanneer men u vraagt naar de meest gewone dingen... Als aanstaande schoonzoon van een overspannen Koning, die vandaag of morgen HEIJERMANS abdikeert, ben ik verplicht op mijn qui vive te zijn... Heeft u papieren?... KATER Die heeft mijn broeder-secretaris. ARTHUR Ook uw geboortebewijs? KATER Is dat noodig? Het bewijs, dat ik geboren ben, lever ik a prima vista. Ik ben geboren. ARTHUR En uw identiteit? Uw legitimatie? (De Kater krabt zich het achterhoofd)... Uitstekend. Het lijkt me heel verstandig, dat u voorzichtig Zwijgt... Heel leep en taktvol!... En willen we mekaar nu eens goed verstaan, meneer Jonathan van Felis Angorensis of hoe u Godbeter ènders heet!.,.? Het hoeft me maar twee woorden te kos- ten, om u te ontmaskeren en onschadelijk te maken! Maar voor ik u door de lijfwacht laat fouilleeren en benee inde kelders inde boeien slaan de kelders wemelen van ratten, meneer Van Angorensis, ratten, die zich door geen trucjes laten bang maken, meneer Van Angorensis! vóór ik die stappen doe, geef ik u een kans... U maakt een fransch saluut... KATER Een wat? ARTHUR (driftig),,.. Een fransch saluut nog voor de klok twaalf slaat... KATER De klok slaat niet meer... ARTHUR... Meneer, ga niet te ver met je kwajongensgrapjes!... Je pakt je koffers met bekwamen spoed!... KATER ’k Heb geen koffers... ARTHUR Zelfs dat niet!... U eclipseert subiet en laat de ratten met rust! KATER Dat kan ik met den besten wil van de wereld niet, Hoogheid! ARTHUR Kan je dat niet?... Heb je je zoo vast tegenover den Hofmaarschalk en zijn camarilla verbonden? Wat hebben ze je toegestopt? KATER Nog» zelfs geen haringkop! ARTHUR Jawel, ik ken dat!... Meneer Van Angorensis ik bied je 't dubbele, ’t tiendubbele, als je hier geen experimenten begint! Het is, en dat zeg ik je Zonder omwegen, mijn voordeel als Prins-gemaal, dat de ratten zich vrij blijven bewegen... KATER Doe jij je natuur geweld aan! DE WIJZE KATER ARTHUR... Zoodra ik met mijn vrouw en een vrouw telt niet mee het land regeer, mag je voor mijn part 't ongedierte met kunstmiddelen het water injagen, maar zoolang de Koning leeft, en zoolang hij geen afstand van den troon heeft gedaan, blijf je met je oplichter-streken uit de buurt! Wat kies je: de bescherming van drie Hof-kornuiten, die op het punt staan ontslagen te worden of de allerhoogste bescherming van de Kroonprinses en van Mij...? KATER Stil! ARTHUR Wat stil? KATER Stil! ARTHUR Meneer Van Angorensis... KATER Kan je nou niet even je snater houen?... Stil...! (hij loert, springt overeen stoel, grijpt een rat achter.het baldakijn)... Zoo'n brutale vlerk, om me achter die gordijnen te zitten pesten!... Dan moet je vroeger opstaan, volgevreten smeerlap!... Daar staat de wereld bij stil, dat zoo'n driest jonkie geen respect voor mijn grijze haren heeft! Jammer! Is ineens kapot van den schrik, of ik heb hem te hardhandig te pakken gekregen!... Jammer! Had graag nog 'n poosje met ’m gespeeld... Maar an dooie exemplaren heb ik krimineel 't land! (smijt den rat door het tuimelraam naar buiten). ARTHUR... Dus jij luistert niet naar me, meneer Van Angorensis! KATER Koescht!... Ik luister naar wat anders! ’t Zit hier tjokvol... Ik hoor ze met mudjes achter de pEticdcn! ARTHUR Ik vraag u nog eens en voor het laatst: wil u van de ratten afblijven? KATER Ik wil wel, Hoogheid, maar ik kèn niet! Chassez la nature, elle revient au galoppe!... ARTHUR Het is goed, meneerde chevalier d'industrie!... Dan blijf ik bij u de kat uit den boom kijken! KATER Doet u dat, en als 't ’n aardige vrouwtjes-kat is, kijk ik mee. ARTHUR Jij hangt jezelf 'n strop om je nek! KATER Mezelf doe ik dat niét, Koninklijke Hoogheid, en als anderen het probeeren, kunnen ze meer dan hun lief en dierbaar is ondervinden, dat ik geen rat- HEIJERMANS tenvanger ben, om zonder handschoenen aan te vatten! (bij kabinet-deur) Kom binnen, Hans! Het dringende onderhoud met Zijn Hoogheid den Prins is afgeloopen tot wederzijdsche tevredenheid, mag ik wel zeggen... DE WIJZE KATER ZEVENTIENDE TOONEEL KATER JONATHAN KONING PRINS ARTHUR REGINA HOFDAME HOFMAARSCHALK EERSTE en TWEEDE LAKEI KONING Ziezoo, mijne Heeren, daar ben ik gekuifd en gekapt, tien jaar jonger, en met lust om er honderd oud te worden, terug!... Ah, prins Arthur, heeft u zich hersteld van mijn kleine, minder wellevende stemming van daarstraks... (De lakeien dragen een gedekte tafel binnen en rangschikken de andere tafel in evenredigheid in het midden, met de zetels er om heen)... Ik was wat kwalijk gehumeurd en besloten in eenzaamheid te soupeeren, maar het goede fortuin laat me niet inden steek... Het onverwacht bezoek van deze twee heeren heeft me verrassend opgeknapt... Mag ik je even voorstellen, prins?... Dokter Van... ARTHUR... Ik had al het zéér bijzonder genoegen, Sire... KONING Ik heb het voornemen, prins, dezen voortreffelijken geneesheer, als zijn talenten aan mijn hooggespannen verwachtingen beantwoorden, tot eersten dignitaris van het land te benoemen... ARTHUR Ik wensch u met dat voornemen van ganscher harte geluk, Sire... KONING lemand, die mij mijn rust terugggeeft en dat op een oogenblik dat de regeeringstaak me te zwaar en te drukkend dreigde te worden, beschouw ik als mijn rechterhand... Hoe is uw advies? ARTHUR... Als het mij zou passen u te adviseeren, Sire, zou ik dezen voorbeeldigen onderdaan, die er momenteel een intellectueel genot in schijnt te vinden, een vlieg te vangen en op te eten, tot mijn raadsman in justitie-aangelegenheden bevorderen. De plaats is juist vacant... KONING (tot Kater, die door Jonathan vermaand wordt zich beter te gedragen)... Hoort u dat, Angorensis?... De prins wil u tot oppersten rechter van ons Koninkrijk benoemen... HEIJERMANS RTHUR... De dokter zal van het ontmaskeren van oplichters, chevaliers d’industrie en meer ordinaire misleiders, na zijn ratten-evoluties een gedocumenteerde studie kunnen maken... «turnen ATER Niets zal me aangenamer zijn, Sire ik begin namehjk te ontdekken, dat er hier meer geknaagd ordt, achter en voor de marmeren platen, de gobelms en het behang, dan ik bij de eerste diagnose8 vermet dee'rS!. e gen°egllik klaar ~ RESNZftten!!.reedS H°fdame 3an de tafel Zlt> PaPa> Rf Maj'esteit' er is gedekt... gin? T^pfmi^. Angorensis, en sans gene... Je eet en je drinkt zooveel als je lust. Doe alsof ;e thuis ben. Met 'n behoorlijk gevulde maag zul je vannacht je ambtelijke bezigheden met meer V?nSAngornnen Waarnemen- En Üh meneer Hans Van Angorensis, voor vanavond, de eereplaats aan de zij van mijn dochter Regina./. Ja, Prins! we bre ken n kwartier met de étiquette... De barones wacht tafeldame. Smakelijk eten... TE LAKEI (inde achterzaal roepend) Zijn Majesteit is gezeten! F ' ’ DE WIJZE KATER ACHTTIENDE TOONEEL DE VORIGEN, daarna OPPERSCHENKER KOK VOORPROEVER OPPERSCH. (met flesschen) Haut Sauternes, Pommard, Moët... KONING Moët... (de Voorproever proeft, waarna het glas van den Koning wordt ingeschonken). OPPERSCH. (tot Kater) Haut Sauternes, Pommard, Moet? KATER (loert de tafel af, tracht met Jonathan te spreken, neemt een besluit) Ik hou me bij ’n kom melk... KONING Maar, Angorensis... KATER Sire, ik ben geheel-onthouder... KONING Dan*maak je voor een keer een uitzondering! KATER Nou dan uit de flesch met die belletjes... (de Opperschenker gaat verder rond). KOK Majesté, un lapin d'une délicatesse extraordinaire, avec une Sauce exquise... Pommes sautées... Salade de saison ou compote de fruits assortis! (de Koning knikt de Voorproever proeft). VOORPROEVER Excellent, de première ordre, Ma- jesté! KATER (tot barones) Daar zit 'r weer een... HOFDAME Wat bedoelt u? KATER Inde plooien van de gordijnen ’n kanjer ’n mannetjesputter van 'n rat... Wat 'n lef, wat 'n door de wol geverfde dief! Hou m’n glas met die vuiligheid 'ns vast, dan zal ik dat stuk schorum... HOFDAME Blijf in godsnaam zitten, dokter! Als Zijn Majesteit 'm ziet, laat-ie ’t souper inden steek... KATER Ja, jij kan makkelijk blijven zitten, maar ik... KOK (tot Kater)... Un lapin d’une délicatesse exquise, monsieur le docteur, sauce naturelle... Pommes sautées... Salade de saison ou compote de pêches avec mélange d'ananas... KATER (nijdig) Ik dank je! KOK (terwijl een strijkje inde achterzaal inzet en de lakeien hem behulpzaam zijn met serveeren), Vous n'en prenez pas, monsieur le docteur? Ie lapin est d'une tendresse merveilleuse! HEIJERMANS KATER Ik dank je en hou die schotel niet zoo dicht bij mijn neus! KONING... Wat heb je, m’n waarde Angorensis? KATER Ik heb niks, maar ik blief dat niet! KONING Papperlepap!.,. Dat kennen we hier aan 't Hof, hahaha! 'n Acteur, die voor het eerst optreedt, is ziek door debuutkoorts en zonder je te blameeren, dokter! iemand uit jullie kringen, die, pour la première fois, z'n beenen onder ’s Konings tafel steekt, vecht zoo met z'n geëchauffeerde zenuwtjes, dat z'n bord vol van tafel weggaat, als wij, m'n familie en ik, al lang klaar zijn... Helpt den maïtred'hotel, Jean en Pierre, om mijn fïdeelen gast van de beste stukken te voorzien... Nee, Angorensis, geen aanstellerij en geen zenuwbrok in je keel... Eten, stevig eten, en je zoo weinig geneeren als ik —: en petit comité, zooals nu, geef ik het joviale voorbeeld door de kluifjes in m'n handen te nemen... Leg nog maar wat op den dokter z'n bord, Jean... Het ligt öf aan mijn stemming öf aan het uitnemend gezelschap öf aan de qualiteiten van mijn kok, maar ik heb in geen jaren zoo’n extra-malschen haas geproefd boter!... grasboter! hulde kokje, hulde... (de Kok buigt zeer geflatteerd en gaat met de lakeien rond)... Mon cher Prince, tast u niet toe? ARTHUR Uwe Majesteit zal me willen verontschuldigen, voor vanavond gratielijk excuseeren: ik heb buitengewoon laat gedineerd... Dezen plat laat ik liever passeeren... KONING En jij, Regina, neem je niets? REGINA Ik ben moe, papa, en zit alleen aan, om u gezelschap te houden... Ik vind het heerlijk, dat u eindelijk weer met smaak soupeert... Ik zal enkel een stukje fruit mee-eten. KONING En jij, meneer Hans Van Angorensis, ook moe?... Schaam je je niet? JONATHAN Sire, ik heb vandaag al 200 copieus gegeten... KONING... Goed, goed!... Wij kennen dat! Hoe meer debuutkoorts hoe beter... Dan neem ik nog eens!... Nom d’un chien daar zit ik paf bij: de DE WIJZE KATER Hofmaarschalk drinkt niet... Ziek geworden, Excellentie? HOFMAARS.... Integendeel, Sire, maar ik zit met zulke verheugde oogen naar uw ongewonen eetlust te kijken, dat het genoegen van die observatie mijn beetje appétit al stilt... KONING Een tweede portie, Jean... (terwijl hij bediend wordt, let hij de gêne bij de overigen op, en neemt het woord)... Zeg den chef d'orchestre, dat hij stopt... Mesdames et messieurs, het zij mij vergund, even de bijzondere gezondheid te drinken van onzen ongemeen-welkomen gast Dokter Jonathan Van Felis Angorensis, die ons vandaag de eer aandoet aan onze tafel aan te zitten! Moge het u gegeven zijn, hooggeschatte dokter, uw taak naar wensch in het belang van het* land te volvoeren moge er zegen op uwen arbeid rusten! Mesdames et messieurs, je bois h la santé du docteur distingué Jonathan d’Angoren- sis... (fanfare van het orkest). KATER Ik dank u wel, Sire, (zit nijdig neer, zonder aan te stooten). KONING... Maar Angorensis, wat een demonstratie van slecht humeur... KATER Ik heb de smoor in, Sire. KONING Wat heeft u? KATER De duvel in!... KONING Waarom, mijn beste vriend? KATER Eet jij mensche-vleesch? KONING Of ik...? KATER Lust jij mensche-vleesch? KONING... Mensche-vleesch? Fidonc, dégoutant! KATER Jij lust geen mensche-vleesch en ik geen katte-vleesch! Dat zet men niet voor! KONING Angorensis, hoe heb ik het met je? KATER Dat 's 'n gemeenheid om juist mij een gebraden kat voor te zetten!... Wat zou jij doen, Sire, als ik je inviteerde en je trakteerde op de lucht van 'n gebraden vrouwtjes-mensch?... Ja, al zetten jullie allemaal oogen op, ik vind 't 'n perverse streek!... Dat komt niet te pas!... Ik leef nog net zoo lief dagen lang van de mestvaalt, als dat ik me aan d£t soort lijken bezondig!... Foei, wat ’n gebrek aan HEIJERMANS takt! En ik zeg je een ding, dat ik geen vin voor den smeuigsten rat verroer, als ze aan uw Hof, Sire, het heiligste dier van de oude Egyptenaren, 'n afstammeling van Mohammed's lieveling en van Freya's troetelkinderen, in piquante saus opdienen, in plaats van hem te gebruiken tegen het parasieten-gespuis, dat tot zelfs hier achter de gordijnen van je troon krioelt!... Moest er een aparte missie naar het platteland gestuurd worden, om katten op te koopen, terwijl ze je ratten vetmesten en de poesen met pommes sautées en perzik-compote serveeren?... Onthaal ’n ander op die infamie!... Ik pas... (een stilte). KONING (ingehouden)... Voorproever! VOORPROEVER Majesteit... KONING... Wat eet ik? VOORPROEVER... Een haas, Majesteit en een schitterend-malsche! KATER Jij liegt, meneer: een haas ruikt anders! KONING... Maïtre d'Hotel meneer mijn lijfkok: wat heb ik gegeten? KOK Hazevleesch, Majesteit, zoo waarlijk helpe... KATER Jij liegt! Een haas heeft geen grijptanden! Jij liegt, anders zou je op het oogenblik niet zoo bleek worden! KONING Meneer mijn lijfkok, van welken leverancier heb je die hazen betrokken? KOK Sire, uw eerste lakei Jean is ze persoonlijk wezen inslaan... KONING Jean, eet ik haas of eet ik kat? Versta je niet, Jean? EERSTE LAKEI Sire, ik doe er een eed op, dat de Kok eerste qualiteit haas voor uw souper gebraden heeft... KATER En ik, als kenner van alle diersoorten, doe er een eed op, Sire, dat er op mijn bord het rugstuk en de achterpoot vaneen kat of een kater liggen. Een haas is anders gebouwd. Een haas smaakt anders. Een haas ruikt anders. Een haas heeft een inde lengte gerekt lichaam, vijf teenen aan de voorpooten en vier aan de achtervoeten! Overtuig u, Sire, op uw eigen bord! U wordt bedrogen, belogen en bedot! U heeft gesmuld vaneen ongelukkige, die u had kunnen beschermen ! DE WIJZE KATER KONING Jean, waar heb je deze hazen ingeslagen, zooals de Kok beweert? EERSTE LAKEI Majesteit, ik bezweer u, dat de Rattendokter zich vergist. De hazen, die wij zoo juist hebben rondgediend, zijn een persoonlijk geschenk van Zijn Koninklijke Hoogheid Prins Arthur en door Zijn Koninklijke Hoogheid eigenhandig geschoten... ARTHUR Parole d'honneur, Majesteit! KATER Zijn Koninklijke Hoogheid, Sire, liegt! ARTHUR Deze chevalier d'industrie liegt, Majesteit deze charlatan zwendelt u wat v00r... KATER (die zich van den schotel heeft meester gemaakt) Sire, ofschoon ik van de lucht van deze kadavers bij intuïtie huiver en walg: hier is het bewijs! De Prins liegt, Voorproever liegt, de Kok liegt, uw Lakei liegt bij het stroopen van deze ongelukkige katten of katers ik gruw er van! zijn door de nonchalance van uw voorbeeldigen Kok, die er haast zeker van was, dat Uw Majesteit in zenuw-overspanning niets zou eten, aan deze voorpooten de klauwen blijven zitten! Heeft een haas klauwen, Sire? Vangt een haas ratten en muizen? Meer zeg ik niet. (Een stilte. De muziek zet in). KONING Geen muziek bij dit treurspel! Wat beteekent dit, Prins Arthur... ARTHUR Majesteit... KONING Geen woord meer, Hoogheid! Geen woord, of je zal me leeren kennen, zooals je me nog nooit heb leeren kennen! Dus, ik leef hier onder vijanden, vijanden, die de laagheid begaan mij met opzet aan het geknaag over te leveren! Er waren nergens katten te krijgen! De katten waren uitgestorven! En men bederft mijn maag met katten! ARTHUR Sire... KONING Laat me alleen, Hoogheid! Laat me allen alleen! Dat men aan mijn Hof zulk een daad van schande, zulk een moordkomplot kon volbrengen, dat men mij ’snachts kon laten woelen en zweeten, en mij niets minder dan gebraden katten met pommes sautées kon serveeren, is erger dan 'n afgrond! Als ik dezen vreemdeling, dezen trouwhartigen kerel niet in HEIJERMANS mijn paleis had gekregen, zou ik nog langer jullie speelbal zijn gebleven! ARTHUR Ik herhaal, Sire, dat ik deze dieren zelf heb geschoten en ik zeg u, dat deze man niet is wat hij schijnt! Ik bewijs het u morgen... (af, gevolgd door Opperschenker, Kok, Voorproever, Lakeien). HOFMAARS. Sire, ik hoop dat u niet ontevreden is over dengeen, die dokter Angorensis in uw paleis introduceerde... KONING Ja, ja, ’tis goed! Laat me alleen! (Hofmaarschalk af). REGINA Dus, papa, het engagement is af? KONING Denk jij, dat ik je laat trouwen met ’n kattenmepper? Nooit! Ik vraag mezelf alleen af, wat hier achter zit wat de beteekenis is van dezen in- famen, perfieden, schunnigen aanslag! Goeien nacht. Slaap wel, mijn kind... REGINA Nacht, papa. HOFDAME Goeien nacht, Majesteit, (beiden af). DE WIJZE KATER NEGENTIENDE TOONEEL KONING KATER JONATHAN KONING 't Is een gruwel! KATER Misselijk, schandalig! KONING En je vergist je niet, Angorensis? KATER Hans, weet i k wat een kat is? JONATHAN ledereen kan zich vergissen, Sire, alleen h ij niet! KATER Al had je me God en de wereld beloofd, Sire van die lijke-lekkernij zou 'k geen hap geproefd hebben, en ik verzeker je, dat mijn maag rammelt... KONING Ik zal wat anders klaar laten maken... KATER Niet noodig, Majesteit ik vind wel wat van mijn gading... KONING Ik ben bang, dat ik vannacht na dat gestoorde souper weer geen oog zal dicht doen! KATER Gaat u rustig slapen, Sire en bij de oude Egyptenaren, die godinnen met kattekoppen aanbaden, zweer ik u, dat u geen rat zult hooren!... Waar slaapt Uwe Majesteit? KONING (links achterdeur bedoelend). Daar, Angorensis... Jij garandeert dus... KATER Ik garandeer, dat ze het licht van mijn oogen in het donker niet verdragen, en dat Uwe Majesteit morgen zoo frisch als een hoentje zal ontwaken... KONING... Ik geloof je, Angorensis en je weet wat ik je beloofd heb... KATER... De bakkersdochter voor hem... KONING... En voor jou wüt je maar wil! Goeien nacht ik zend een lakei om jullie slaapkamers te wijzen... Goeien nacht... KATER... Slaap lekker, Sire! JONATHAN... Aangename nachtrust, Sire... 6 HEIJERMANS TWINTIGSTE TOONEEL KATER JONATHAN, later TWEEDE LAKEI KATER (vliegt als bezeten over stoelen en tafels). Hoe is-ie, Jonathan?... Komt mijn voorspelling uit?... Denk je nog aan 't uitstapje inden maneschijn en aan ’t in 't water glijjen als 'n uitgebloeide lavendel?... Ik lach me een kriek!... JONATHAN Hans, jij vat 't op jouw manier op, maar ik zit op heete kolen... KATER Dan op blaren dan op heete kolen jullie stupiede menschen hebt speciale liefhebberijen! (trekt zijn handschoenen uit). Goddank, dat lucht 0p!... En nou nog m'n schoenen uit, en ik word weer kater!... De uitvindingen!... Krankzinnig zijn jullie!... Hè!... Hè!... Zalig... TWEEDE LAKEI Zijn Majesteit heeft me gelast de heeren den weg naar de slaapkamers te wijzen... KATER Nacht, Jonathan! Droom plezierig van Ansje... JONATHAN Ik hou je liever gezelschap, Hans... KATER Haal nou geen nonsens aan! Sinds wanneer muizen jullie... Nee, jongen: de sallemanders zijn me toevertrouwd... Ik begin trek te krijgen... Goeien nacht... JONATHAN... Nacht, maar wees voorzichtig! KATER Ja, ja, schiet nou op! TWEEDE LAKEI Gaat de dokter niet mee? KATER Nee, vriend ik waak bij den Koning... TWEEDE LAKEI Goeien nacht... KATER Nacht... DE WIJZE KATER EEN EN TWINTIGSTE TOONEEL KATER KATER (springt op zetel achter de tafel, spreekt den schotel met het katte-gebraad toe)... Rust in vrede, arme vermoorde kameraden... De mensch is ’t geniepigste, venijnigste, geraffineerdste beest, dat op deze zotte aarde rondkuiert... Schande!... Schande!... Requiescat in pace!... En nou tdsschen ons, bourgeois-rattentuig weldoorvoed, vervettend, luierend rapalje... Ik schijn in dezen Augiasstal broodnoodig te zijn... (draait de kroon uit. De maan belicht zwak het tuimelraam. De groene katteoogen staren strak boven de tafel uit, beloeren een rat, die over het tafelkleed aansluipt). EINDE TWEEDE BEDRIJF HEIJERMANS DERDE BEDRIJF (Dezelfde zaal van het Koninklijke Paleis. Zonnige middag. De zon schijnt door de tuimelramen.) DE WIJZE KATER EERSTE TOONEEL LIJFARTS TWEEDE LAKEI TWEEDE LAKEI (zet keurvaas met rhododendrons en gouden regen inde reeds met bloemen versierde zaal) Ja? LIJFARTS (bedrukt) Dag Pierre... TWEEDE LAKEI Dag dokter. Verkeerde been uit bed gestapt? LIJFARTS Is Zijn Majesteit in zijn kabinet, Pierre? TWEEDE LAKEI Nee, dokter. LIJFARTS In zijn slaapvertrek? TWEEDE LAKEI Nee. Gaan toeren met de Prinses en met... (maakt gebaar-van-je-begrijpt me-wel). LIJFARTS... En met... Ja, ja... 't Is wel ineens botertje tot aan den boom. Maar dat 't zoo twee-handen-op een-buik en zoo bliksemsnel an zou raken, had geen sterveling kunnen droomen! TWEEDE LAKEI Daar hoef je geen gezicht bij te trekken, dokter, of je uit begraven mot gaan: ik gun je nieuwen collega 't beste... (zet zich over den Lijfarts)... Ik gun hem nog duizend jaren! Vannacht heb ik geslapen as 'n marmot en gisternacht as 'n mormeldier-in-den-winter... Niet één keer wakker gevloekt! Niet één keer met ’n trap in m'n lenden gewekt!... Niet inde antichambre hoeven te porren, niet onder ’t bed hoeven te kruipen... Na maanden en maanden krakeel en gedonderjaag, na ontelbare slapelooze uren: eindelijk 'n ongestoord maffen... Ik ken m'n weelde niét... Ik loop voor je collega door alle vuren van de hel!... LIJFARTS Ja, ja... Maar wij leggen 't loodje... Waar is Jean? TWEEDE LAKEI Zit inde nor... LIJFARTS Inde nor?... Gestolen? TWEEDE LAKEI Moord met voorbedachten rade. LIJFARTS Allemachtigste! Wie? TWEEDE LAKEI Twee katten en een kater. LIJFARTS Noem jij dat moord met voorbedachte rade? TWEEDE LAKEI Ik niet. De Koning. En z’n nieuwe Raadsman. HEIJERMANS LIJFARTS Is dat...? TWEEDE LAKEI Ja. 'r Is gistermiddag op de Landsdrukkerij 'n Proklamatie gedrukt en vanmorgen voor dag en dauw overal aangeplakt. LIJFARTS En? TWEEDE LAKEI Nou en! LIJFARTS Heb je een exemplaar hier? TWEEDE LAKEI (naar kabinet wijzend). Daar. LIJFARTS ’n Proklamatie... Laat 'ns gauw lezen... TWEEDE LAKEI Durf ik niet. LIJFARTS Waarom niet? TWEEDE LAKEI Omdat hij alles ruikt. LIJFARTS De Koning? TWEEDE LAKEI Ga nou d00r!... 'n Koning is met je permissie net as 'n getrouwde man. Die ruikt 't trekkebekken van anderen met z'n vrouw eerst as de heele wereld de essetee geroken heeft... ’n Koning is met z'n neus altijd 'n eeuw ten achter... LIJFARTS (sussend) Tütütü!,.. Wat zijn dat voor uitvallen? TWEEDE LAKEI Ik ben 'n boerejongen, goddank, en ik zeg de dingen, zooas ik ze meen... As ’t opstand broeit, en iedereen 't gesmeul inde spiezen het, snuift 'n Koning de lucht pas op, as ze ’m de smurrie met geweld onder z'n neus douwen... Een van ons is altijd te vroeg een van jullie altijd te laat..* LIJFARTS Jij schijnt te vergeten, Pierre, dat je Hoflakei ben, en dat als Zijn Majesteit ook maar 't zoo- veelste van je ongepaste aardigheden hoorde, je je kameraad Jean inde nor gezelschap kon gaan houden... • TWEEDE LAKEI Hij most ’t juist wel hooren... LIJFARTS Zulke dingen denkt men, zegt men niet. TWEEDE LAKEI Precies. En omdat ze hier denken en niks zeggen, is de Koning, die heelemaal niet denkt en alles zegt, met z'n gedachten 'n half dozijn eeuwen achter. Daarom is-ie Koning. LIJFARTS Nou verzoek ik je die aardigheden aan anderen, die er van gediend zijn, te debiteeren en mij die Proklamatie te laten inzien. TWEEDE LAKEI Haal 't ding zelf. LIJFARTS Dat is erg comme-il-faut, Pierre. DE WIJZE KATER TWEEDE LAKEI Ik waarschuw je, dokter, de nieuwbenoemde eerste Raadsman, ruikt 't als je met je vingers ergens aan geweest ben. Die is met zijn neus 'n eeuw vooruit. Die heeft 't spek en de erwten geroken achter 't behang. Die ruikt 't onderscheid tusschen 'n gebrajen haas en 'n gebrajen kat. Die ruikt of er water inde melk is gedaan. Die ruikt luchtjes op ’n afstand en 'n luchtj es as 'r hier aan ’t Hof zijn... LIJFARTS In orde. Ik waag het er op. Een Proklamatie is er om gelezen te worden (keert met een papier uit het Kabinet terug, leest): Aan mijn geliefde Onderdanen! Allen, die dezen zullen zien en hooren lezen, saluut... (mompelt verder)... Aldus wij in 's Lands belang besloten hebben onzen beminden onderdaan Jonathan Van Felis Angorensis tot eersten Raadsman en Oppersten Rechter te benoemen... (leest mompelend verder)... Karolus, de Negende, Rex. Dat is geweldig... Dat beteekent 'n nieuwe richting naar de zij van buiten- en binnenland... TWEEDE LAKEI Ja, ja, 't is niet voor de poes! Pas op! HEIJERMANS TWEEDE TOONEEL DE VORIGEN KATER LIJFARTS Excellentie... KATER Waarom frommel je 'n papier in je zak, dokter? LIJFARTS (terwijl de Lakei zich retireert) Ik frommel geen papier, Excellentie... KATER Waarde heer, er steekt ’n prop papier in je rechterzak... LIJFARTS Ik verzeker u... KATER... Verzeker niks, waarde heer, ik hoor papier in je rechterzak schuren, terwijl je voor me nuttelooze buigingen maakt, en dat papier heb je er pas ingestoken, omdat het geluid nog zoo versch is... LIJFARTS Uwe Excellentie heeft de prachtigste ooren, die ik nog ooit heb gezien. KATER Dank je wel voor het compliment, collega! Wat heb je weggemoffeld? LIJFARTS Ik las de proklamatie, en omdat ik schrikte, stak ik haar door 'n reflex-beweging in m'n zak. KATER Als u alles in uw zak steekt, wanneer u schrikt, zal u zakken tekort komen, dokter. LIJFARTS (quasi-lachend) Daar ben ik ook bang voor, Excellentie. Alsjeblief, (haalt de proklamatie uit zijn zak). KATER Leg u haar weer neer, waar u haar zonder permissie weggehaald heeft, (de lijfarts doet het). Dank u. En onthoud, dokter, dat u er wel is, om Zijn Ma- jesteit, met wetenschappelijke overtuiging een bedorven maag te bezorgen, maar niet om in zijn kabinet rond te snuffelen... LIJFARTS Ik heb Zijn Majesteit nooit 'n bedorven maag bezorgd daar protesteer ik tegen... KATER Op de tafel en op het nachtkastje van Zijn Majesteit, heb ik over de honderd fleschjes, potjes, doosjes en rare pulletjes geteld, genoeg om al de gekroonde hoofden van de wereld en alle dynastieën om zeep te brengen. LIJFARTS Ik breng niet om zeep. Ik heb een wetenschappelijke opleiding gehad. Ik cureer. KATER Met wat? DE WIJZE KATER LIJFARTS Met mijn recepten. KATER Zoo. Was de Koning ziek? LIJFARTS Ernstig. KATER Wat voor ziekte? LIJFARTS Dat heeft u toch zelf kunnen observeeren 'n mixtum van nerveuze hyperakusie, nerveuze asthenopie, nerveuze kardialgie, spastische obstipatie, cerebrale neurasthenie en... KATER... Medisch gezwam, meneer. De Koning had ratten, magere en vette, drieste en tamme. En in plaats die ratten uitte roeien, zooals ik ’t zonder recepten heb gedaan, roeide u 't laatste restant gezondheid van den Koning uit. LIJFARTS Had u soms gewild, dat ik ex officio de ratten...? , KATER Dat had ik gewild, als u ’t had gekund... LIJFARTS Ik ben geen poes. KATER Dat hoeft u mij niet te zeggen en als u ’t was, zou ieder rechtschapen kat zich voor u schamen, 'n Zieke kat zoekt valeriaan en kattenkruid, stilte. en ’t zonnetje. LIJFARTS Dat is de nieuwste natuurgeneeswijze... KATER Ik zou dat met minder spot beweren, meneer de natuur geneest alles, en als de natuur het niet doet, doen het geen honderd fleschjes, potjes en doosjes. LIJFARTS Wij helpen de natuur... KATER Jawel, in het graf. LIJFARTS Excellentie, wij staan op afwijkende stand- punten... KATER In 't heele dierenrijk doet men het zonder uw standpunt. LIJFARTS... Wij kunnen ons niet met het dierenrijk vergelijken! KATER En het dierenrijk niet met u. LIJFARTS U houdt van paradoxen. KATER Ik houd van de waarheid. LIJFARTS Zou u willen, dat wij ons, met ons bevoorrecht intellect, naar het eerste het beste beest richtten...? Dat zou het toppunt zijn! KATER Waarde dokter, spreek niet zoo aanmatigend over het eerste het beste beest. U is wel gewend om HEIJERMANS dieren te kwellen en te mishandelen, maar van die dieren weet u niets, niets. Laat me u een raad geven, een bijzonder-wetenschappelijken raad: leg de Zweep overeen paard, dat het achteruit slaat van pijn snij een koe de hals af en leg den kop, met bloemen inden bek, inden uitstalkast van den slager smijt een kreeft in kokend water brandt een hengst met wit-gloeiende ijzers, om een trekhengst van 'm te maken steek een vink de oogen uit, om 'm beter te laten zingen schiet de meeuwen uit de luchten neer, om het plezier ze te raken bindt een meikever met een poot aan een draadje en lach je 'n ongeluk als het dier spartelt en met een poot minder wegvliegt pijnigt, moordt en vernietigt maakt muziek, zooals eergisterenavond op mijn darmen... LIJFARTS Op uw darmen?... KATER... Pardon, ik bedoel op katte-darmen darmen, die je uit de ingewanden van 'n lam of 'n kat pelt, om met tranen in je oogen naar het geklaag van de snaren te luisteren heersch over het levend en kruipend gedierte, zooals er in zeker Boek geschreven staat, maar beweer niet dat je ons pardon: de dieren! kent! LIJFARTS Excellentie, ik sta ineen en al stomme verbazing... Hoeveel ratten heeft u hier sinds eergisteravond zelf niet gedood? KATER Dat moest ik doen. LIJFARTS Waarom...? KATER Omdat ik tegen de natuur zou handelen, als ik het niet deed. LIJFARTS En wij dan? KATER Jullie mishandelen en kwellen alles, vanaf de'wurm aan den haak tot je mede-mensch. LIJFARTS Hoezoo? KATER Vermoorden de musschen mekaar? LIJFARTS Nee. KATER Doodt één diersoort dezelfde diersoort? LIJFARTS Bijna nooit. KATER En jullie? LIJFARTS Jullie dat is u toch ook? KATER Laten we zeggen, dat ik ook tot de jullie behoor ik zie niet op een woord! —: jullie vermoor- DE WIJZE KATER den elkaar, met list en overleg jullie zijn zoo blind, zoo laag, zoo gedegenereerd, dat je elkander met stapels van kant maakt... Er is geen dier, dat zoo buiten het dierenrijk en de natuur staat als jullie... Het is bij God een schande om met jullie onder dezelfde zon te leven! LIJFARTS Excellentie... KATER Nee, zeg maar niks meer, dokter. Ik ben wat katterig van de omgeving hier geworden en misschien geef ik je een gladverkeerde les inde onvolprezen natuurlijke historie! Tot ziens, dokter en wees zoo beleefd het gehouden consult als confidentieel te beschouwen. Onze naasten zijn zoo lichtvaardig geneigd, om vaneen ander te getuigen, dat hij het grootmenschelijkp mist en ik stel er vóór alles prijs op mensch te worden! LIJFARTS U vindt dus, om te resumeeren, dat ik Zijn Majesteit een geringer quantum geneeskundige middelen moet voorschrijven? KATER Schrijf jezelf 'n theelepel geweten, 'n paplepel nadenken en 'n paplepel natuur voor, collega, en als je dat twaalfmaal daags gebruikt heb, rust dan tegen den avond wat uit op den muur van 't kerkhof. Dat is mijn methode. LIJFARTS O p den muur van ’t Kerkhof? KATER Ja, daar was mijn uitverkoren zitje voor ik het tot deze hooge staatsbetrekking bracht. En op dien muur heb ik veel gepiekerd over dood en leven. Neem gerust de proef, dokter. Over het leven kan verschil van opinie bestaan, over den dood nooit. En het is een prettig voorrecht, dat de wetenschap die diagnose met stelligheid kan memoreeren. LIJFARTS In ieder geval, Excellentie... Pardon, we worden gestoord... HEIJERMANS DERDE TOONEEL KATER HOFPREDIKER HOFPREDIKER Zou u me willen voorstellen, dokter? LIJFARTS Zijn Excellentie Van Angorensis, eerste Raadsman van Zijn Majesteit de Hofprediker van Zijn Majesteit... En ik mag me zeker wel retireeren, Excellentie ik moet nog verschillende patiënten bezoeken... (af). HOFPREDIKER Excellentie, ik heb met het meeste genoegende jongste proklamatie van Zijne Majesteit, onzen geëerbiedigden Koning, gelezen en ik haast mij mij namens de geestelijkheid van ons land aan u te komen voorstellen. U heeft, naar men mij verzekert, het leven van Zijne Majesteit gered en ik stel het op hoogen prijs, dat het mede aan uw wereldlijke hulp te danken is, dat Zijne Majesteit zijn gemoedsrust terug verkreeg... (hij wacht op antwoord. De Kater knikt een paar maal bedachtzaam-wijs)... Wat zegt u?... (de Kater zoekt een plek, waar de Zon feller binnenplast, spint behagelijk, knikt)... Wat? KATER Wie is u? HOFPREDIKER Wie ik ben?... De Hofprediker, KATER Heeft u den Koning drie en tachtig nachten onder de dekens laten bidden? HOFPREDIKER Dat zal wel. Ik begrijp u niet goed, Excellentie. KATER Waarom heeft u den Koning laten bidden? HOFPREDIKER (met glimlach) Waarom? Omdat Zijn Majesteit, naar hij biechtte, door de meest geprononceerde angstgedachten, aan chronische slapeloosheid leed. KATER Helpt bidden in zoo'n geval, meneerde Hofprediker? HOFPREDIKER Bidden helpt natuurlijk altijd. KATER Altijd? HOFPREDIKER Altijd! KATER Ook bij ratten? HOFPREDIKER Bij ratten?... KATER Helpt bidden onder de dekens, als iemand DE WIJZE KATER Zoo dwaas is, om bang te zijn voor ratten? HOFPREDIKER Uwe Excellentie schijnt te willen gekscheren. Als zieleherder heb ik alleen met de ziel te maken... KATER En als ratten de ziel in het gedrang brengen? HOFPREDIKER Dat kunnen geen ratten. KATER En u overlaadde Zijn Majesteit met stichtelijke lectuur, preeken en schietgebedjes... HOFPREDIKER U vergist zich, Excellentie. Het was de wensch van Zijn Majesteit zelf, om troost en geeste- lijke afleiding te zoeken... KATER Voor de ratten. HOFPREDIKER Wat wil u toch met uw ratten? KATER Drie en tachtig nachten heeft de Koning onder vier dekens, een sprei en een statie-overdek gezweet en gebeden*, om van ’t geknaag verlost te worden. U liet knagen en schonk bij elk bezoek ethischen raad, vertroosting, opwekking, traktaatjes en hemelsche zalving. U had een poes moeten meebrengen. HOFPREDIKER Dat is niet mijn taak. KATER Wat is uw taak dan? HOFPREDIKER Ik predik. En dat weet Uw Excellentie. KATER Wat? HOFPREDIKER Ach kom! Dèt. KATER Dat? Wat? HOFPREDIKER Uw Excellentie houdt blijkbaar van 'n kleine scherts. Maar op dit gebied scherts ik nooit... Ik predik de liefde. KATER Sinds wanneer? HOFPREDIKER Sinds Christus' geboorte. KATER Ja, ja ik heb dikwijls zondags op 't kozijn van de kerk zitten luisteren... HOFPREDIKER Op 't kozijn? KATER 'n Voortreffelijke plaats. Je hoort en ziet er uitstekend. En als je voldoende gesticht ben, smeer je 'm zonder den dienst te storen. HOFPREDIKER Met uw verlof, Excellentie, u spreekt als eerste Raadsman van den troon op een wel zonderlinge manier. Ik acht het uitnemend dat Zijn Majesteit de democratische opvatting huldigde, om een volkskind tot oppersten dignitaris van het Rijk te' benoemen, maarde religie moet buiten en boven de par- HEIJERMANS tijen staan het godsdienstig gevoel gaat boven allen strijd en boven allen tijd uit... KATER Voor iedereen? HOFPREDIKER Voor iedereen, onverschillig van welk geloof! KATER Ook voor ons? HOFPREDIKER Ook voor u? KATER Ook voor dieren...? HOFPREDIKER... Voor dieren?... Ik vecht tegen het dierlijke inden mensch... KATER Zou het niet gewenschter zijn te vechten voor het menschelijke in het dier? HOFPREDIKER Ik zal u niet op dezen gewrongen weg volgen, Excellentie: ik houd mij aan ons heilig 80ek... KATER... Het testament? HOFPREDIKER Het testament. KATER... Ik heb dikwijls bij den schouw liggen denken als er uit het testament werd voorgelezen en voor zoover ik door de lezing niet in slaap viel raakte ik er nooit over uitgetobd, waarom in het oude , testament onschuldige beesten geofferd worden, en 'in het nieuwe met geen woord gerept over over... Gelooft u, dat, om een zot voorbeeld te kiezen, een kat een ziel heeft...? HOFPREDIKER Dat zijn van die vragen, waarop ik 't antwoord moet schuldig blijven. KATER Waarom blijft u het antwoord bij zoo'n logische vraag schuldig?... U is toch zieleherder. HOFPREDIKER Zieleherder voor menschen. KATER Ik benijd u dat niet. HOFPREDIKER Wou u soms, dat ik...? KATER Waarom niet? Kijk 'n kat in ’r oogen kijk ’n hond ik hou er allerminst van: ik geef het als exempel! kijk 'n hond in z’n oogen kijk 'n muis aan, als-ie doodsangstig voor je zit, en weet dat-ie geen minuten meer te leven heeft kijk alles wat kijk t aan, eerwaarde heer Hofprediker, en zet 'n boom op over de ziel van den mensch!... Nee, ik zou niet voor jouw baantje deugen... Als de dieren een voor een 'ns spreken konden, een voor een klagen wat ze door de ziel van den mensche, christenen of antichristenen geleden hebben dan dorst 'r geen do- DE WIJZE KATER minee of pastoor of rabbijn meer 'n mond open te doen... Wat meent u? HOFPREDIKER Ik meen niets. KATER Dat is voor een godgeleerde niet veel. HOFPREDIKER Ik geloof aan God. Dat lijkt me voldoende. KATER Ja, ja God zij met ons dat heb ik ergens gelezen ♦ HOFPREDIKER Inden bijbel? KATER Nee op den rand van geldstukken. HOFPREDIKER U is een vreemdsoortig demokratisch minister. KATER Ja, 't kan niet wenschelijk zijn, dat er meer metamorphosen plaats hebben. Ezels aan het hoofd van het gouvernement het kan. De volkeren schijnen er voorkeur voor te hebben, maar een wijsgeerige kater... HOFPREDIKER U is amusant. KATER Niet waar? HOFPREDIKER Maar met twijfelen komen we er niet. KATER Hoe leert men niét te twijfelen? HOFPREDIKER Door 't echte en waarachtige geloof, door zich over te geven aan de leer... KATER Nee, asjeblief, spreek niet!... Ik heb, en dat erken ik eerlijk, een in zekeren zin verstokt gemoed... Wat zou u doen, als u een visch was, een springlevende visch, met twee springlevende oogen, en op het droge raakte...? HOFPREDIKER Excellentie, ik ben geen visch. KATER Hoe zou u doen, als u een vlinder was, een springlevende vlinder, met twee springlevende oogen, en een insectennaald geregen door uw springlevend lichaam? HOFPREDIKER Excellentie, ik ben, God zij dank, geen vlinder. KATER Laat God er buiten! HOFPREDIKER Ik kan God niet buiten een gesprek laten, dat theologische onderwerpen op zulk een spottende wijze aanroert! KATER Ik spot om den drommel niet! Wij hebben afzonderlijke en afwijkende begrippen van God u en ik! en zoolang er sprekende menschen en HEIJERMANS zwijgende dieren zijn, eerwaarde heer, en de mensehen de natuur als een goor vod behandelen, dat ze bij hun hoogere gratie mogen verminken, beduimelen, verscheuren en als óngoddelijk leven ineen hoek trappen, praat ik liever niet overeen gemeenzamen God! , _ HOFPREDIKER Hahaha, uitmuntend! Dan zal ik Zondag, tot inluiding van het nieuwe régime, van den kansel uw protégés, de katten, visschen, vlinders enzoovoort met innerlijke overtuiging toespreken. Dat wordt het Allernieuwste testament, hahaha! KATER Doe dat, godgeleerde heer. Leert de burgerij, dat er nog een andere wereld, met ander zieleleven, ander leed en andere vreugde bestaat... HOFPREDIKER... Met andere woorden een demokratie zonder godsdienst! KATER Integendeel de demokratie met de godsdienst, met genegenheid voor d e schepping! HOFPREDIKER En dat de woorden van den man, die tot aanzien raakte door honderden ratten in twee simpele nachten uitte roeien! KATER Daar schaam ik mij niet voor. Al wat in het donker knaagt moet gedood worden. Er zijn meer ratten, eerwaarde heer, dan u en ik vermoeden! HOFPREDIKER Ik dank u wel voor uw heusche ontvangst, maar ik wil het niet onder stoelen of banken steken, dat uw levensbeschouwing en de mijne lijnrecht tegenover elkaar staan, en dat wij het verderf- lijk paganisme... DE WIJZE KATER VIERDE TOONEEL DE VORIGEN JONATHAN JONATHAN... Hans! KATER... Je had wel eerder kunnen binnenkomen je stond al ’n poos achter de deur... JONATHAN... Hoe weet jij dat? KATER Ik hoor. Ik ruik. En allebei inde perfectie! Mag ik je voorstellen: jullie Hofprediker en herder van menschelijke zielen mijn broer... HOFPREDIKER Aangenaam. Tot ziens, Excellentie! KATER Tot ziens —en Zondag kom ik op ’t kozijn in 't zonnetje! 7 HEIJERMANS VIJFDE TOONEEL KATER JONATHAN JONATHAN Ruzie KATER Natuurlijk. JONATHAN Waarover? KATER Over de Mysterie. JONATHAN Over welke mysterie? KATER Vraag je dat nog? Ken jij meer dan één mysterie? JONATHAN Hans, als je in Godsnaam... KATER... Laat God er buiten! Jullie staat met God op en gaat met God naar bed en ik ken geeét goddeloozer uitschot dan juist jullie! JONATHAN Had je ’t met den Hofprediker daarover aan den stok? KATER Zoo'n beetje. JONATHAN Hoe kun je zoo onhandig zijn! Je weet van die dingen geen sikkepit en slaat door met 'n air... KATER Datzelfde doen jullie. Alleen met méér air. JONATHAN Als je ons allebei inde grootste ongelegenheid wil brengen, moet je net aan een Koninklijk Hof den godsdienst aanranden. KATER Ik heb het met m’n handschoenen aan gedaan, om m'n paganistische nagels niet te laten zien! JONATHAN De geestelijkheid trekt altijd aan 't langste eind! KATER Dan moet je dat eind korter maken. JONATHAN Je vergeet, dat een Koning bij de gratie God's regeert. KATER Wel bekome het jullie. JONATHAN De grootste macht inden staat... KATER... Is de domheid... JONATHAN... Jij valt telkens inde rede en neemt je gelijk!... De menschen in het algemeen... KATER... Zijn bang om dood te gaan... JONATHAN... Dat zijn jullie toch 00k... KATER... Dat zijn we. Maar we doen ’t zonder gees- telijkheid! JONATHAN Wij hebben vanaf onze jeugd geleerd te bidden. DE WIJZE KATER KATER Bidden moét je niet leeren. Ik doe ’t inde eerste de beste zonpias jullie in donkere huizen. JONATHAN Vind jij dat zoo'n groot verschil? KATER Dat is juist hèt verschil, Hans. Je moet bidden met open oogen, om de wonderen te zien, terwijl je bidt. JONATHAN Larie! KATER Nee, nom d'un sale chien, om met Zijn Majesteit te spreken, géén larie, Hans! Als je met wijd-open oogen bidt, zooals wij, zie je dat er nog iets anders dan jezelf onder de wolken en tusschen het groen bestaat... JONATHAN Allemachtig, wat stel jij je an, sinds je minister geworden ben! Mij maak je niks wijs! Als jij met open oogen bidt, loer je gelijk op musschen en veldmuizen... KATER En als jullie met gesloten oogen bidt, loer je enkel op je eigen belangen en door de spleten van je wimpers naar je buurlui inde kerk! Honderd maal van dichtebij opgelet... JONATHAN Heb je op die nonsens-manier met den Hofprediker gepraat...? KATER Als je er niets op tegen heb, ja. JONATHAN Beste Hans, schei uit met 't menschespelletje... Jij deugt niet voor mensch!... En als ’t jou de keel uithangt... KATER Dat doet 't... JONATHAN Verdwijn je over ’n dakgoot of over 'n tuinschutting en ik zit gepiept als oplichter... Dat vergeet je... KATER Ik vergeet niks, geen syllabe! Jij, de bakkersdochter, vier kinderen 'k heb 't inde lijnen van haar hand geteld 'n warmen honk en lengte van dagen, zooals 't in ’n wel-eindigend sprookje hoort ik weer lekker bij versche bakkies melk, bij bokkingof haringkoppen en bij de zaligheid van den warmgestookten schouw en als we mekaar dan 'swinters, als ’t buiten stormt en sneeuwt, inde oogen zien, vertellen we mekander van onze gekke herinneringen uit de dagen, toen ik probeerde menschelijk te doen en te denken... Stil, ik hoor wat... JONATHAN Je vergist je. HEIJERMANS KATER Ik vergis me nooit, als ik op m'n ooren afga... Wat zei ik je?... Al loopen ze nog zoo zacht op de tapijten! 'k hou ze inde spiezen... (luistert scherp). Dat is de Koning die heeft 'n krakende knie en 'n keel-catarr van z'n gerook en de Bourgogne en de Hofmaarschalk die heeft 'n overhemd an, dik in de stijfsel en de Opperhoutvester met 't gerinkel van al z'n oorlogsmedailles en de Rentmeester met z'n nog niet betaalde bottines en de Lakei met z'n gouden tressen 'n aardige vent, die Lakei, de eenige, die bij mijn katerkarakter past... Let op, of ik me vergis... DE WIJZE KATER ZESDE TOONEEL DE VORIGEN KONING HOFMAARSCHALK OPPERHOUTVESTER RENTMEESTER TWEEDE LAKEI KONING Angorensis, weet je waar we vandaan komen, na de rijtoer? KATER Ik kan alleen vermoeden, Sire, vaneen plek, die zich gelukkig rekent, dat Uw Majesteit haar met uw tegenwoordigheid vereerde. HOFMAARS. Zijn Excellentie, Sire, begint zich hier al zoo in te leven, dat het een lust is naar zijn hoofsche antwoorden te luisteren... KONING Wij waren met z'n allen je raadt nooit waar... KATER Nee, Sire... KONING *ln de kelders... KATER Ach, nee... KONING Formeel in 't donker... KATER Ach, kom... KONING En ik liep door die ontzaggelijke kelders, in dat ontzaggelijk donker, zoo volkomen gerust, alsof ik bij klaarlichten dag ’n eerewacht inspecteerde. Hoe vind je dat? En nergens 't flauwste geritsel, niet inde kelders aan de Oostzijde en niet inde kelders aan de Westzijde. Ik zou er vannacht durven slapen... KATER Majesteit, mag de nederigste van uw onderdanen uw moed bewonderen? KONING En dat alles heeft het Koninklijk Huis aan jou te danken, Angorensis, ik benoem je tot kommandeur inde Orde van den Heiligen Olifant Vigilando ascendimus door waakzaamheid stijgen wij omhoog en je broer tot ridder van mijn Huisorde Per aspera ad astra langs ruwe paden naar de sterren... Nee, waarde Hofmaarschalk, ik hecht de ordeteekenen hoogstmijzelf op de borsten der heeren... KATER Sire, u overstelpt mijn broer en mij met vorstelijke eerbewijzen... Ik had het niet kunnen droomen, dat de Heilige Olifant nog eens op mij n borst zou hangen! JONATHAN Majesteit, ik dank u van harte... HEIJERMANS KONING Gaat zitten, heeren. Ik voel me ’n halve eeuw jonger. Pierre, ververschingen... Angorensis, heb je meeningsverschil met mijn lijfarts en mijn hofprediker gehad? KATER 'n Paar woorden, Sire, maar ik ben niet ran- cuneus. KONING Trek gerust je handschoenen uit we zijn onder ons... KATER Pardon, Sire ik heb last van winterhanden. KONING En vertel nu eens, Angorensis, van je verre reizen... Je moet heel wat van de wereld gezien hebben... KATER Dat heb ik, Sire... KONING (tot Tweede Lakei)... Sinds wanneer bedien jij zonder handschoenen, kaffer? HOFMAARS. Ongepermitteerd!... TWEEDE LAKEI Meneer Van Angorensis heeft de mijne te leen gevraagd, omdat door de zijne z'n nagels heen begonnen te steken... KONING Ik vraag je die bijzonderheden niet! Ik blief niet vergast te worden op rouwnagels en 'n collectie vuile vingers, waarmee jij bagger schijnt op te diepen! OPPERHOUTV. Schandelijk! RENTM. Hoe schaamt 'n lakei zich niet... HOFMAARS. Ga alsjeblief eerst je handen wasschen voor je in dezen kring, in presentie van Zijn Majesteit durft verschijnen... En trek andere handschoenen aan! TWEEDE LAKEI 'k Heb geen tweede stel... HOFMAARS. Silence... TWEEDE LAKEI Mag ik m'n handschoenen terug, meneer Van Angorensis... KONING Wil je ophoepelen, nom d'un chien, oerkaffer?... Leer jij nooit betere manieren?... Marsch! (Lakei grommend af)... Zeldzaam ongelikt beest van ’n mensch! Dat haal je achter den ploeg bij z'n boerevader vandaan dat hou je, omdat-ie zoo vertrouwd is als 'n waakhond en omdat-ie zich voor je dood zou vechten en dat blijft even ruw en lomp als op den dag toen-ie z'n entree aan het Hof maakte herinner je ’t je, heeren? op zulke klompen en met DE WIJZE KATER paarse sokken, waardoor twee bloote hielen, als volle maantjes heen-schenen... Hahaha!... Die onbetaalbaar-komieke natuurwezens... En nou jij, Angorensis, vertel van je reizen, voor je audiëntie houdt... Ze maken al vanaf vanmorgen vroeg queue voor de publieke antichambres om den nieuwen Óppersten Rechter hun wissewasjes te komen vertellen. Je zult 'n volkje leeren kennen en 'n mirakuleuze klachten, om gewoon niet te gelooven... Misschien kom ik incognito je eerste zitting bijwonen... Dan lachen we samen wat na... (tot Lakei)... Heb je nog geen handschoenen aan? TWEEDE LAKEI Majesteit, ik zee je al da'k geen tweede stel heb. Maar m'n pooten heb 'k met groene zeep onder de pomp gewasschen. Asjeblief: je ken d'r van eten en drinken... KONING *('t uitschaterend)... Ik kan op dat product niet boos blijven! Hij heeft z’n pooten onder de pomp... Dat geboefte flapt 'r alles uit wat 'm voor z'n stupieden mond komt!... Hahaha! HOFMAARS. Als je niet mèt handschoenen kan bedie- ! nen, dan bedien je niet! TWEEDE LAKEI Dan bedien ik niet. Ajuus! (nijdig af). HOFMAARS. Sire, ik bied u onze excuses aan voor dit geval van interne insubordinatie hij wordt onmiddellijk ontslagen... KATER Met uw verlof, Sire ik zou den man niet ontslaan. De schuldige met de handschoenen aan zit hier. Wanneer ik hem die witte dingen niet had af genomen, zou hij geen koninklijke schrobbeering gekregen hebben. Ik bepleit clementie. KONING Je zal je zin hebben, Angorensis nee, beste Maarschalk, laat je niet door je temperament meesleepen Angorensis heeft gelijk. En vergeet ook niet, dat ik den man tijdens die vervloekte ratteninvasie meer dan eens in m’n nervositeit onrecht- matige trappen gegeven heb. We moeten dèt deel van het volk, dat zich laat trappen, hoog houden, want het volk, hetwelk de punt vaneen vorstelijke lakschoen met dankbaarheid duldt, wordt helaas met den dag schaarscher... (tot Rentmeester, die zelf de ververschingen is gaan halen)... Heel attent, Rentmees- HEIJERMANS ter... Merci bien... A votre santé, messieurs... Nou, Angorensis! KATER Nee, Sire... Ik krijg 't zuur van die rommel! KONING 't Zuur, hahaha, van tutti frutti, plombières en vanille-ijs?... KATER Ik hou niet van ijs. Da's m'n lamste tijd van 't jaar as de goten dichtleggen en de dakpannen enkel sneeuw zijn... (tot Jonathan)... Wat mot je? Wat stoot je me an? JONATHAN Ik wou je alleen zeggen dat 't bijzonder verfrisschend is... KATER Ik dank je. Haal me liever 'n halve pint! KONING En, Angorensis? KATER Sire, ik ben niet goed op dreef... Om te vertellen zit ik liever in m'n eentje onder de warmte van de lamp, als ze me over m'n rug strijken en ’k geen last van vlooien heb. KONING 'k Heb nog nooit zoo'n origineel ontmoet... Kom, laat je niet soebatten... 'n Enkel typisch avontuurtje... KATER... U zegt zelf, dat er zooveel menschen wachten 0p... KONING Die kunnen wel wat langer wachten. Je moet je, als ze recht zoeken, de burgerluidjes, nooit haasten, Angorensis. 'n Goede Rechtspraak moet over veel schijven loopen, jaren duren en de schuldigen of onschuldigen zoo op de weegschaal balanceeren, dat Ze moe worden van het geschommel van de naald. Dat is recht inde voorname beteekenis van het woord. Als Justitia geblinddoekt is, is dat uitsluitend, om iedereen te waarschuwen, dat het langzaam gaat. Ik heb 'n blindeman nog nooit zien rennen en over hindernissen springen!... Is ’t beeld zuiver, heeren? HOFMAARS. Schitterend, Sire! OPPERHOUTV. Buitengewoon... RENTM. Niets tegen in te brengen! KONING Nou jij, Angorensis... KATER Ja, waar zal ik dan beginnen?... JONATHAN (angstig). Vertel van je jeugd... KATER... Wat moet ik daar van vertellen?... M'n broertjes en zusjes werden voor m'n moeder d'r oogen in 'n zak verdronken... DE WIJZE KATER KONING... Nee! KATER... Zeg nou niet nee 'k heb 't uit 'r eigen mond... KONING Waarom en door wie...? KATER... Eerst wou m’n vader, zaliger nagedachtenis, ons te lijf... KONING Waarom? KATER Vraag nou niet telkens: waarom daar schieten we niet mee 0p!... M'n vader werd kwaadaardig toen-ie ons zag. Hij vloog op ons toe, maar moeder ’n best wijf en zindelijk: nooit naast den bak moeder takelde 'm zoo toe, dat-ie geen poot meer naar ons dorst uitte steken... KONING ’n Vader, die z'n kinderen... KATER Ja, bang voor de nieuwe generatie... Op den negenden dag dee ik m’n oogen open en toen kwam de moordenaar. Drie broers en twee zusters van me knoopte-ie in z'n zak... (tot Jonathan)... Stoot me toch niet om de zooveel woorden an!... in ’n zak met 'n steen ’r bij... En adi... Geen kik... Geen geluid... Da's m'n eerste kennismaking met wat je menschen noemt, geweest... KONING... Die die schurke-streek uit heeft gehaald moet gevierendeeld worden... KATER... Zeg dat wel. Ik zou 'm op 't moment nog graag de oogen uit z'n kop halen!... JONATHAN Vertel nou liever 'n avontuur... KONING Juist, juist, Angorensis... Geen tragische souvenirs, arme kerel!... KATER... 'n Avontuur?... Ratten en muizen is niet interessant... Wacht, de historie met den foxhond van ’n jachtopziener... 'n jaar of wat geleden... Honden zijn geen sympathie van me, Sire... De een gaat an de haal voor ’n rat... KONING Schalk!... Dat slaat op mij, heeren... KATER... De ander heeft de duvel an 'n hond... Ik tenminste... KONING... Hoe is 't mogelijk, Angorensis! Maar dan moet je toch eens kennis maken met dien goeien lobbus van ’n Nero, die boven in z'n mand slaapt... KATER Sire, haal me niks an en haal hem niks an! HEIJERMANS KONING Hahaha!... Verder... Wat was er met dien f°x? , ? JONATHAN Sire, mag ik u opmerken?... KONING Nee, nee laat je broer uitvertellen! DE WIJZE KATER ZEVENDE TOONEEL DE VORIGEN ARTHUR ARTHUR Majesteit... (bij de algemeene aandachtige luistering naar het verhaal van den Kater, blijft hij ongezien inde achter-deuropening toehooren). KATER... Dat valsche loeder, dat tegen iedereen kefte en an alle broekspijpen hing, had an mij, Sire, 'n bijzondere puist gezien. Ik kon me niet wenden of keeren, of hij zat me na. En als hij blafte, blaften al de andere smerige honden mee. Dat werkt zoo op mijn zenuwen, dat ik er niet rustig bij blijven kan! KONING Merkwaardig. Precies mijn geval... KATER Honden zijn altijd 't ongeluk van mijn familie geweest. En die verdomde fox... Als ik 'm zag, ging ik de hoogte'in. Daar hebben ze geen vat op je, want op de lange baan leg je ’t tegen de slampampers af!... KONING 'n Mep met 'n stok of ’n steen naar d'r bast, en ’n fox gaat ’r jankend vandoor! KATER Ik heb 'm beter getrakteerd. Op 'n dag liep-ie met 'n muilkorf en 'n belastingpenning an z'n halsband... 't Stumperig kuiken kwispelstaartte, Sire kwispelstaartte as een van de heeren hier, as Uw Majesteit in goed of belabberd humeur binnenkomt... KONING Hahaha!... (slaat Hofmaarschalk genoegelijk op de knie)... Hoor je Maarschalk? Heb jij 'n muilkorf, Maarschalk? HOFMAARS.... In overdrachtelijke en zeer aangename beteekenis: ja, Sire, hahaha! (de anderen lachen mede). KATER... Mijn gemuilkorfde fox 't uilskuiken! vergat zijn muilkorf... HOFMAARS.... Hoe is 't mogelijk! KATER... Zeg dat niet hij droeg ’t ding pas als je 't lang draagt, zooals jij en anderen, maak je jezelf wijs, dat je zonder korf en zonder penning geboren ben... KONING Ho! Ho! H0!... Nou sla je door, Angorensis! KATER... Mijn fox vergat zijn muilkorf en kreeg zoo op zijn falie, zoo gloeiend op zijn bast, dat-ie 't open HEIJERMANS raam van den koster invluchtte ik hem na over stoelen en tafels en omdat de koster juist met z n vrouw, z’n schoonmoeder en zes kinderen zat te eten, spatte de waterige snert uit de borden tot an t balkenplafond!... De schoonmoeder lei met stoel en al ondersteboven en de vette jas van den koster was 'n schilderij... (schaterlacht)... Nooit meer last van 't kreng gehad!... Blafte, maar op n afstand... Da’s de eenige keer, dat ik ’n hond op de vlakte heb angedurfd, Sire voor de rest van de smeerlappen snij ik uit, zooals u voor de brave ratjes... KONING Angorensis, jij ben ’n snaak, ’n snuiter, zooals ’r geen tweede inden Burgerlijken stand ingeschreven Stelpt* ARTHUR (naar voren tredend)... En zooals er geen tweede ingeschreven zal worden, Sire... KONING Met welk recht durft u hier binnen te dringen, Hoogheid? ARTHUR Met 't recht, Majesteit... KONING Scheer je weg, meneer! Ik sta je met te woord!... ARTHUR Sire, dit zijn twee bedriegers! KONING ’n Bedrieger is de man, Prins, die alle ratten van mijn koninkrijk tegen mij in 't harnas joeg en mij kat kat, è la Béarnaise sauce Béarnaise... KATER... Sauce naturelle... KONING... Sauce naturelle liet slikken!... Er uit mènèèr of ik zal u... ARTHUR... Goed, ik zal mij tijdelijk retireeren tijdelijk, Sire: want u roept mij zelf weer terug! Maar die twee zijn van ’t laagste en gemeenste allooi! Uw gunsteling is in het dorp, waar ik vannacht te paard heen ben gereden, onbekend is uit de lucht komen vallen en zijn broer, de Jonathan, die op zijn beenen staat te beven, is een gevluchte dief, die een buidel geld uit de la van den dorpsbakker gestolen heeft en die ’t halve dorp heeft opgelicht! De getuigen heb ik meegebracht!... Die wachten, Sire... JONATHAN Sire hij liegt! KATER Stil laten smoezen de Koning weet wel beter 1 KONING Ja, ik weet beter, Angorensis en om die DE WIJZE KATER nieuwe intrigues van den Prins te ontmaskeren, draag ik je hierbij op die laster- en leugenpraatjes te onderzoeken in mijn presentie! ARTHUR Uw raadsman, Sire, is —de Hemel weet hoe! langs velden en wegen komen aansluipen! KATER Klopt, Sire! ARTHUR Hij verdraagt 't daglicht niet! KATER Klopt, Sire! ARTHUR Hij heeft geen hemd aan zijn lijf! KATER Klopt, Sire! ARTHUR Duizend tegen een, dat hij zijn handteekenmg niet kan schrijven! KATER Klopt, Sire! . ARTHUR En dat u een gewetenloos roofdier in uw Paleis duldt!... KATER Klopt... KONING Eh nu is het genoeg!... Wijs den gewezen aanstaande van mijn dochter het gat van de deur, Maarschalk, en als de lijfwacht hem weer laat passeeren is hij een kind des doods!... Er uit, plebejer van koninklijken bloede... Er uit, hond! KATER Dat is het juiste woord, Sire een mensch in honde-gedaante! ARTHUR (heengeduwd door de hofhouding)... Pas op, kattekop, en pas op, dief van den bakker! (af). KATER Fidonc, Sire, wat zijn er een ordinaire sujetten onder de vorsten... KONING Trek je er niets van aan, Angorensis. Ik handhaaf je door dun en door dik! Hofmaarschalk, laat de burgerluidjes en de zoogenaamde getuigen van den Prins hier verschijnen! HOFMAARS. Hier, Sire? KONING Ja, hier! Weet je met wat „hier is? HOFMAARS. Ik haast me al, Sire... (af). KONING En jij, Pierre, trek je jas uit! TWEEDE LAKEI Waarvoor? KONING Vraag niet. Gehoorzaam! TWEEDE LAKEI Eerst mot ik m'n handschoenen an en dan m'n jas uit-trekken... KONING Jij mot wat ik mot, begrepen! (trekt de uniformjas van den Lakei aan)... Ziezoo, Angorensis... Nou doe ik als de Sultan uit de Duizend en HEIJERMANS een Nacht, na de verhalen van Sheherazade, en ik begeef me op deze eerste openbare zitting van jou, mijn betrouwbare rechterhand, volkomen onherkenbaar, onder mijn v01k... TWEEDE LAKEI En ik? KONING Jij? Neem mijn jas, maak ’r de vetvlekken uit en pers ’r 0p... TWEEDE LAKEI Ja, maar... KONING Uitgerukt (Lakei af). Ga zitten, Angorensis, spreek recht in mij n naam, in het bijzijn van mijn Hofhouding, stel de bende aan de kaak, bijt van je af en laat je nagels zien! KATER Als ze me nijdig maken, Sire, zal 't niet mankeer en... DE WIJZE KATER ACHTSTE TOONEEL KONING KATER JONATHAN HOFMAARSCHALK LIJFARTS HOFPREDIKER RENTMEESTER OPPERHOUTVESTER GRIFFIER BAKKER SCHOENLAPPER MELKBOER SLAGER, met hond, KRUIDENIER EERSTE en TWEEDE LIJFWACHT VOLKSMENIGTE HOFMAARS. (met Lijfwacht en Hofprediker). Majesteit... (verbaasd bij het zien van de lakeie-uniform) O! KONING Stil! HOFPREDIKER Sire, u in deze vermomming! KONING Wie vraagt je wat? Hou je mond! LIJFARTS Maar Sire!... KATER Komt* hier haast stilte? (tot Koning) Zet de stoelen zóó neer, Pierre, dat dat vólk op een behoor- lijken afstand blijft! KONING Moet ik? KATER Ja, jij! Wie anders? Wou je dat ik 't dee? (de Koning maakt van de stoelen een heg). Dank je. Waarom heb je je handschoenen niet aan? KONING Omdat... KATER... Omdat je niet weet hoe 't hoort! Als ik ze aan heb, kan jij ze ook aan hebben! Breng me ’n kop melk met ’n schotel. Ik kan, zoo hoog en droog als ik hier zit, geen recht spreken! HOFMAARS. Zal ik? KATER Nee, hij! En stoor mij niet in mijn functie! (de Koning af. Gepraat achter de stoelen). Wat is dat daar? Wie doet hier 'n bek open vóór ’m wat ge- vraagd wordt? BAKKER Daar staat-ie, de schobbejak! KATER Stilte! Je bakkerssnuit houen! De zitting begint eerst, als i k begin, en ik begin pas als ik m'n melk heb gehad! (tot Jonathan) Ga zitten. Nee, naast me. SCHOENLAPPER Hij hoort op de bank van de beschuldigden ! KATER Als je nog één woordt zegt, schoenfrik, zal ik je door de lijfwachten uit het gebouw laten verwijderen! (tot Koning) Dank je, Pierre. HEIJERMANS KONING Neem me niet kwalijk, Excellentie, dat ik bij het dragen melk op het schoteltje gemorst heb en dat er 'n vlieg in drijft... KATER Je mag voor mij altijd op 't schoteltje morsen, Pierre ik drink bij voorkeur van schoteltjes en tegen vliegen in melk heb ik geen principiëel bezwaar! (hij slurpt. Algemeene aandacht en stilte). Zoo. Dat brengt me in beter humeur. Een rechter moet nooit achter de groene tafel plaatsnemen, als hij z'n maag meer dan z'n verstand en z'n hart voelt. Aan wie de beurt? BAKKER Ik! SCHOENLAPPER Ik! Ik was 'r eerder! MELKBOER Dat lieg je, ik! SLAGER Wel gedorie, stond ik niet vooran en heb jij me niet opzij gedrongen? KRUIDENIER Excellentie, ik kan d'r 'n eed op doen... KONING Wil je je snaters houen! En wil jij je pet afzetten, hè?... Weet je niet tegenover wie jij staat? KRUIDENIER An jou heb ik maling!... Van 'n lakei wacht ik geen komplimenten af! KONING Nom d’un chien! KATER... Hou je 'r buiten, Pierre!... Slager, kom dichterbij... (onrustig)... Wat hou jij onder je jas? SLAGER (z’n jas losknoopend en er een hond onder te voorschijn halend)... Me hond, Excellentie... KATER (blazend)... Weg met dat gedrocht!... SLAGER... Excellentie... KATER (met hoogen rug)... Weg!... Dat is jouw hond niet!... Jij heb 'n Kees, die einden lat uit 't water apporteert! SLAGER... 't Is een van z'n jongen, Excellentie 'n bastaard, die me nageloopen is, toen ik op weg na 't Paleis-van-justitie was... KATER... Wij spreken geen recht in ’t bijzijn van den bastaard van ’n Kees!... Men brengt hier geen honden mee! Dat is in strijd met de waardigheid van het Gerechtshof! Weg er mee!... Doe je plicht, Lijf- wacht! EERSTE LIJFWACHT (den hond af nemend)... Hij bijt toch niet, slager? DE WIJZE KATER KATER (weer zittend)... Z00!... Nou kan ik met je praten. Jij bende slager? SLAGER Ja, die ben ik. Ik kan van de persoon, die naast u zit, geen centen loskrijgen. Honderd keer laat-ie je loopen! Honderd keer! En nou zoek ik ’t hooger 0p... KATER Van wat krijg jij centen? SLAGER Dat was maar onsies leverworst voor en onsies leverworst na en halve ponden magere en doorregen lappies... KATER Beschuldigde nee, blijf zitten je hoeft 't je niet moeilijk te maken! at jij zooveel onsies lever- worst? JONATHAN Ik nee me kat. Ik at de lappies. KATER Hoor je dat, slager? SLAGER Wat heb ik met zijn smerige kat te maken?... Leverworst blijft leverworst! KATER Met welk recht spreek jij van ’n smerige kat, man en dat ineen vorstelijk huis, dat pas door de opofferende diensten vaneen kat werd gered! KONING Bravo! Uitstekend! Uit mijn hart gesproken! KATER Geen teekenen van goed- of afkeuring, nom d’un chien!... Slager, ik waarschuw je in je eigen belang me op mijn vragen naar waarheid te antwoorden!... Wist jij dat de onsies leverworst voor de maag van den beschuldigde, of voor de maag van zijn poes be- stemd waren? SLAGER Dat gaat me niet an. Ik heb leverworst geleverd, maanden en nog is maanden! Ik mot me centen! KATER Wil jij je toon wat matigen, mannetje of ik zal je een boete van heb-ik-jou-daar opleggen!... Antwoord en geen uitvluchten!... Wist jij dat de poes de leverworst at? SLAGER Dat wist ik. KATER (tot Griffier). Noteer dat goed, griffier: hij wist het! En het was leverworst? SLAGER Dat was 't. KATER Beschuldigde nee, hou je gemak! —: heb jij die leverworst zelf geproefd? JONATHAN Nee, Excellentie. Nooit. KATER Dat is een meer dan schandelijk verzuim, jonge 8 HEIJERMANS man!... Dus jij laat 'n onnoozele poes zijn leverworst kauwen, en je kauwt zelf niet mee? SLAGER Mijn leverworst is leverworst! Ik lever die leverworst an de notabelen van ’t dorp, en wie ik ze lever, zegt dat mijn lever... KATER Stop!... Enkel antwoorden! Lever, om van leveren te praten, lever jij jouw leverworst, die je voor katten uitweegt, ook aan menschen? SLAGER... Dat wil zeggen... KATER Dat wil zeggen, dat je 'r twéé qualiteiten op nahoudt en dat je inde kattenworst dingen verwerkt, die 't licht niet verdragen! Hou je mond, aartsbedrieger!... Het was geen leverworst!... Ik heb er alles in ontdekt... SLAGER... U? KATER 1k!... Als ik rechtspreek overtuig ik me persoonlijk!... Ik heb in jouw worst bedorven en nuchter vleesch van meer dan één diersoort aangetroffen! Ontken je dat? SLAGER... Excellentie, 'n kat vreet èlles... KATER Noteer dat, griffier: 'n kat vreet alles... Antwoord! Waarom rij jij in 't holste van den nacht door 't dorp met 'n overdekte wagen, waaruit 'n lucht slaat, die iemand onpasselijk maakt? SLAGER (angstig)... Dat doe ik niet... KATER... Dat doe jij wel en ik kan het getuigen! Jij heb verleden week, toen de maan in 'r laatste kwartier stond, twee lammeren vervoerd, die an miltvuur gestorven waren... Die was je wezen koopen bij ’n boer, die ze al begraven had... En jij koopt dooie honden en dooie ratten en dooie katten en dooie kippen en dat alles maal je in je hakmachine jij stopt 'n heele diergaarde in je katten- en menschenworst. Antwoord: heb jij leverworst aan de poes van dezen te goedgeloovigen heer geleverd? SLAGER (zeer angstig)... Nee, Excellentie... KATER Waarom eisch jij dan betaling voor leverworst? Waarom bier jij de buurt bij mekaar inde woning van dezen jongeling?... Maak dat je je onmiddellijk met je bastaardhond verwijdert en als je het den beschuldigde nog eens lastig durft maken, zullen wij een vervolging op hoog bevel tegen je instellen!... DE WIJZE KATER KONING (is er gebluft bij gaan zitten)... Prachtig! Ik zit paf, paf! Zoo scherpzinnig is er in mijn rijk nog nooit recht gesproken! KATER Pierre, hou je mond en blijf er bij staan! KONING Ik krijg het in mijn beenen en ik luister makkelijker, terwijl ik zit. KATER Dat word je niet gevraagd. Dat vraag je zelf ook nooit!... Stilte, kaffer!... Nou jij! SCHOENLAPPER Rechter, ik kan me recht niet vinden! De schout verdomt 't en nou klop ik hier an. Z'n schoenen heb ’k gezoold en geachterlapt! 'n Nacht heb 'k 'r voor op gezeten... KATER Kniel! SCHOENLAPPER Knielen? KATER Kniel! Weet jij niet .wat knielen is! Wat je in de kerk doet, met ’n eerlijk geweten! Kniel! Wat heb ik aan mijn voeten? SCHOENLAPPER Kapotte schoenen. KATER Dat voel ik zelf wel. Daar heb ik jou voorlïch- ting en jouw gekniel niet voor noodig! Van wien zijn die schoenen? SCHOENLAPPER Als ik me niet vergis... KATER Je vergist je niet. Als goed rechter heb ik ze als bewijsmateriaal aangetrokken... Antwoord: kijk me in m'n oogen! Heb jij deze schoenen gezoold en geachterlapt? SCHOENLAPPER Stellig. Daar steek ik m’n vingers bij op! KATER Noteer dat, griffier! Met wat heb jij gezoold? SCHOENLAPPER Met ’t puikste leer. KATER Wat is leer? SCHOENLAPPER Hèhèhè!... Mot ik op zoo'n kemieke vraag antwoorden? KATER ’n Rechter, ezel, doet nooit 'n komieke vraag!... Als jij niet met leer gezoold en geachterlapt heb... SCHOENLAPPER Dan hoeft hij geen cent te betalen! Maar ik zweer... KATER Zweer geen valschen eed, schoenfrik, terwijl je nog geknield ligt!... (trekt een zool uiteen der schoenen)... Pierre, wat is dit? Nou, doe er geen uur over... KONING (terwijl Pierre met de koningsjas over zijn arm binnentreedt en meeluistert)... Hoor 'ns, Angorensis, daar pas ik voor! HEIJERMANS KATER Waar pas jij voor? KONING Dat pak ik nog niet met handschoenen an! KATER Geef jij 't slechte voorbeeld an andere lakeien? Geen tegenspraak, oerkaffer... KONING Met je permissie, dat gaat te ver... KATER Silence, nom d'un chien!... Mijnheer de Lijfarts: wat verscheur ik hier tusschen m'n vingers? LIJFARTS (onwillig)... Papier. KATER Wat voor papier? LIJFARTS Bordpapier. KATER Overtuig je, Pierre!... Bordpapier! Zoo worden de onderdanen van dit slecht bestuurd rijk door 'n schoenfrik bedrogen! Sta op, rakker! Blijf niet langer geknield, doe- en deugniet! Kan jij je recht niet vinden!... Is het recht, om papier in ’n schoen te naaien en den prijs van leer te willen afdwingen? Mag jij de nagedachtenis van welke koe ook schenden door voor de Rechtbank vol te houden, dat dit de huid vaneen eens bezielden hoorndrager was? Is dit leer? SCHOENLAPPER Nee, Excellentie... KATER Heb je nog meer schoenen op die manier gezoold en geachterlapt? (alle aanwezigen bekijken hun zolen. Zacht rumoer). Je hoort hoe ze over je denken, wetsovertreder! Vox populi, vox Dei!...-Verdwijn uit onze oogen en laat ons nooit meer iets van je hooren! (Schoenlapper af). KONING Ik zit paf, paf! KATER (na wat melk geslurpt te hebben). De bakker! BAKKER Excellentie, de slager en de schoenlapper hebben ongelijk gekregen ik kom op voor ’n rechtvaardige zaak! Twintig maal heb ’k om de rekening van mijn brood gezonden, en de oplichter, die geen stuk meubel meer in huis heeft, betaalt me met getreiter en gesar, omdat mijn dochter... KATER... Omdat je dochter....Maar dat is ’n tweede zaak... BAKKER... Hij heeft uit de la van de kast in mijn achterkamer... KATER... Dat is ’n derde zaak en ik houd hier geen zitting om drie zaken tegelijk te behandelen! Antwoord! Wat is meel? BAKKER (grommend). Dat weet ik niet! DE WIJZE KATER KATER Als jij dat niet weet, heb je in rechten niet 't recht brood te bakken! Pierre, wat is meel? KONING Als je me dood slaat, Angorensis, weet ik ’t niet. Dat zijn zoo van die dingen, die je eiken dag eet, en waarover je nooit nadenkt! Hahaha! KATER Daar houdt alles bij op! Ik zal me 'r bij den Koning over beklagen, uilskuiken, dat jij op de eenvoudigste vragen geen antwoord weet te geven! Je moest je schamen, om de Koninklijke livrei te dragen! (tot Pierre). Jij daar, wat is meel? TWEEDE LAKEI Dat weet toch ommers de grootste stommeling! Da's gemalen graan... KATER Goed zoo. Jij ben verstandiger an je pink dan hij an z’n heele lichaam! KONING Nou moet ik je toch verzoeken HOFMAARS. Dat is ongehoord! RENTM. Vlegelachtig! OPPERHOUTV. Schandalig! LIJFARTS Ik zou dat niet dulden, Sire! KONING Angorensis, je zei daar... KATER Stilte! Recht is recht en recht kent geen verschil van rang en stand! Als 'n bakker niet weten wil wat meel is, omdat-ie dat meel met krijt, aardappelmeel en zemelen vervalscht! ik ben aan ’-t woord, meelverknoeier! als ’n bakker bij zoo’n vraag listig zwijgt, neem ik hem dat niet kwalijk, want ’n bakker is 'n bakker, en 't hoort bij z’n vak, maar als ’n Koning niet weet wat elke boer weet, dan moet ik als rechter mijn plicht doen! Heb jij dezen jongeman brood geleverd, bakker? Heb jij 't dorp brood geleverd? (de bakker knikt). Van enkel meel? (de bakker zwijgt). Je zwijgt? 't Is in orde, en ik breng dezen heer naast mij hulde, dat hij mij als rechter in staat stelde een slager, een schoenlapper en een bakker in hun ware gedaante te laten zien! BAKKER Maar mijn dochter en mijn gestolen geld... KATER Laat die dochter binnenkomen! (Lijfwacht af). KONING Angorensis, je ben 'n fideele kerel, en ik heb tweemaal paf gezeten, maar je maakt 't te bont! Jij zet op die manier ’t heele volk tegen me op! KATER Bemoei je 'r niet mee, Pierre... Straks ben je weer Koning nou tel je niet mee! HEIJERMANS NEGENDE TOONEEL DE VORIGEN, zonder SLAGER SCHOENLAPPER ANS EERSTE LIJFWACHT Vooruit! Daar heb-ie z'n dochter, Excellentie... Vooruit dan! KATER Dag Ansje, kind. Je hoeft niet zoo bleu en beangst te zijn... Ken je me niet meer? ANS Ja zeker u is die heer met de scherpe nagels... KATER... Dat heb je fijngevoelig onthouden, Ansje! Ga zitten... ANS Ik durf niet... KATER... Goed, blijf dan staan... Ken je dien man met z’n bloote voeten en z'n bakkershemd? ANS Dat is mijn vader. KATER Ken je dien jongen heer? ANS Ja, meneer... KATER Ansje van den Bakker, herinner je je dat wij twee voor een paar dagen overeen zuiver geweten gesproken hebben? ANS Ja, meneer... KATER Ansje, je vader beweert dat hij (Jonathan bedoelend) 'n dikken buidel met geld... BAKKER... Uit de la van de kast... KATER... Gestolen heeft. Is dat zoo? ANS Hoe kan ik dat weten? BAKKER... Ik was uit en de leege zak... KATER... Met meel inde naden... BAKKER... Precies!... Lag bij hèm, bij dien dief, op de tafel!... Door 't raam zag ik 'r leggen... Asjeblief!... De spaarduiten van jaren zaten d'r in!... 'sMorgens had de schobbejak geen cent in huis, om mij en den melkboer waar of niet, melkboer?... MELKBOER... Hij zeit de waarheid!... BAKKER... Om mij en de melkboer te betalen, en 'smiddags ree-ie rond in 'n open sjees van de „Vergulde Kat”, smeet overal met geld, kocht kleeren en spullen, en toen de kruidenier bij me kwam om 'n papiertje te wisselen waar of niet, kruidenier? —... KRUIDENIER... Zoo waarlijk helpe me God de waarheid mot gezeid worden!... DE WIJZE KATER BAKKER... Toen de kruidenier bij me kwam om 'n bankie te wisselen, herkende ik ’t bankie en toen ik me wou overtuigen, was de zak uit de achterkamer gevlogen!... Daar staat de dief, rechter!... Daar is de inbreker!... Met de sjees was-ie 'r al vandoor, en toen we door 't raam van z’n leeggehaald huis binnenkeken lee de leege zak op z’n tafel! Ik vraag m'n recht!... Ik mot m'n recht!... De slager wordt hier beduveld en de schoenlapper met 'n smoesie de deur uitgesmeten, omdat de flesschentrekker met de hooge oomes bevrind is ik vraag niet meer om de betaling van 't brood, dat-ie opgevreten heeft, met of zonder meel, met of zonder krijt ik vraag recht voor wat me geroofd is! KATER Hoeveel is er geroofd? BAKKER De bruidschat van m’n dochter d’r moeder's erfdeel eb wat ik voor ’r gespaard had, om 'r te laten trouwen! KATER Dus was ’t van haar?... BAKKER Van haar, as ze trouwde! KATER Dus als ze met hèm getrouwd was...? BAKKER Ze trouwt gedorie niet met hem!... Mijn dochter trouwt met geen dief! Ik vraag recht, recht! En eer ga ik hier niet vandaan! KONING Angorensis, als jouw broer dat gedaan heeft, dan zeg ik... KATER Stilte! Je meening wordt niet gevraagd! Ansje, heb je dat van je vader gehoord? (zij knikt). Ansje, zou jij hèm toch trouwen, als-ie ’n dief i5...? ANS (angstig) Hij is geen dief... KATER Dat vraag ik je niet! Zou je hem toch...? ANS Al had-ie ’n moord op z’n geweten! KATER (tot Jonathan). En jij zou jij haar trouwen, als ze 'n dievegge was...? JONATHAN Ze is geen dievegge! KATER Maar èls ze ’t was? JONATHAN Al was ze de grootste misdadigster: ik hou van 'r! KATER Dan gelast ik, bakker, in naam van Zijn Majesteit, onzen geërbiedigden Koning, en in naam van alle natuurwetten, dat die twee jonge menschen, die al HEIJERMANS lang van elkaar houen, door den Hofprediker hier worden ingezegend... BAKKER Ik hang me nog liever op! KONING Angorensis, die man heeft gelijk! KATER Boere-kaffer, stoor de rechtszitting niet! KONING Pierre, m’n jas! Wanneer jij je zoo vergeet, Angorensis, dat je de partij van je broer trekt, dan deug jij niet voor rechter en speel ik niet langer deze komedie! (heeft zijn jas aangetrokken). Ziezoo, nou ben ik weer Koning... En let nou op je woorden! KATER (terwijl de menigte eerbiedig buigt). Sire, u heeft mij alles beloofd, alles wat ik wenschte en dezen jon- gen man heeft u de dochter van den bakker toegezegd... KONING Maar toen wist ik niet van dat gestolen geld... KATER Majesteit, nog een oogenblik... Ansje, m’n kind, heb je niets te getuigen? ANS Ik durf niet. KATER Ben je bang voor den Koning? ANS Voor m’n vader. KATER Ansje, 't is beter ’n goed geweten dan ’n vader te hebben... Heeft hij dien zak geld...? ANS Nee. Ik. BAKKER Dat liegt ze, Koning! Dat zeit ze alleen om den schooier, waarop ze verkikkerd is, te redden! ANS Nee, vader... BAKKER Ze liegt, Koning! ANS Ik heb 't geld uit de kast genomen, omdat ik van hem hou en niet zonder hem kan... KATER Hoort u dat, Sire? BAKKER (dreigend) Beest van ’n meid, dat ’r eigen vader besteelt! ANS Hij wou zich van kant maken, en toen bracht ik hem Moeder's erfdeel... KATER Hoort u, Sire? Deze man wil zijn dochter beletten te trouwen. Hij beschuldigt iemand van diefstal en beweert dat het geld van zijn kind, zijn geld is! Zij nam haar eigendom en lei het neer in (met gebaar naar Jonathan) zijn woning, omdat ze wist dat hij van haar geen geld zou zou willen ontvangen. Deug ik voor rechter, Sire, en deugt mijn uitspraak, dat de Hofprediker in uw tegenwoordigheid den eer- DE WIJZE KATER sten steen moet leggen voor. een huwelijk met een gezegend aantal kinderen? KONING Ik geef mijn toestemming, en ik benoem jou, bakker, tot koninklijk hofleverancier... BAKKER Ik verdraai 't... KONING Hier valt niks te verdraaien hier heeft maar iemand te verdraaien en dat ben ik! HOFPREDIKER Dan verklaar ik het huwelijk tusschen deze twee jongelieden voor gesloten. KATER Amen. Het is bijzonder plechtig, al doen wij het met minder plichtpleging en zonder interventie van vaders en moeders... HEIJERMANS TIENDE TOONEEL DE VORIGEN SLAGER SLAGER (verwoed)... Ik kom nog is terug! KATER Slager, gedane zaken nemen geen keer! SLAGER Met m’n leverworst ben ik schandelijk in 't ongelijk gesteld, maar ik krijg geld van de magere en doorregen lappies! Dat valt niet af te strijjen!... Vleesch is vleesch! KONING Wat moet die schreeuwende lummel...? SLAGER Met jou heb ik niks te maken, al trek je tienmaal andere jassen an! HOFMAARS. Impertinente vlerk, majesteitsschennis wordt met tuchhuis gestraft!... SLAGER Ik krijg centen van 't vleesch! KATER Een oogenblik, Sire!... Wilt u het jonge paar, dat door uwen Hofprediker pas op zulk een voortreffelijk-voorspoedige wijze vereenigd werd, veroor– loven te vertrekken? Niettegenstaande de bakker door Uw Majesteit op de meest goedertierende manier tot Hofleverancier benoemd werd, eet hij zijn dochter met waarlijk angstwekkende oogen op! Ik vrees voor nieuw krakeel en nieuwe juridische conflicten, wanneer Uwe Majesteit het jonge paar niet gelast onmiddellijk en alleen op reis te gaan en liefst zoo ver mogelijk weg! KONING Rentmeester! RENTM. Sire...? KONING Ga met Angorensis Junior en zijn bekoorlijke jonge vrouw naar mijn schatkamer, doe een royale, immers koninklijke greep in 'sßijks schatkist, opdat zij de eerste jaren zonder zorg kunnen leven en verstrek hun een pas voor de huwelijksreis! JONATHAN Sire, ik weet niet hoe ik Uwe Majesteit voor zooveel goedheid kan bedanken... KONING Tatatata!... Daar zit de wijze rechter... JONATHAN... Hans!... KATER Smeer 'm nou!... Ik heb hier nog te doen!... De rest vertel je me later!... Goeie reis! SLAGER... Eerst me centen! KONING (tot Lijfwachten)... Houdt dat individu DE WIJZE KATER vast, nom d'un chien!... Goeie reis, jongelui! (Jonathan, begeleid door Rentmeester en Ans af. Hofmaarschalk en Opperhoutvester houden den ziedenden bakker tegen). HEIJERMANS ELFDE TOONEEL KONING KATER HOFMAARSCHALK OPPERHOUTVESTER HOFPREDIKER LIJFARTS SLAGER MELKBOER BAKKER KRUIDENIER EERSTE en TWEEDE LIJFWACHT MENIGTE GRIFFIER TWEEDE LAKEI SLAGER Met de worst ben ik in 't ongelijk gesteld maar 't vleesch was niet te vervalschen! KATER Laat dien man los, wachters!... Wat was dat voor vleesch, slager? SLAGER Van ’n koe!... KATER Van wien was die koe? SLAGER Van mijn! KATER Weet jij dat zeker, man?... Want ’n tweeden keer laat ik me niet beliegen! SLAGER Zoo waarachtig as God leeft: ’t was mijn koe! KATER Man, je liegt! SLAGER Zoo waarlijk helpe mij God, 't was mijn koe, mijn echte koe, die ik geslacht heb! KATER Mijnheer de Hofprediker: tot tweemaal toe heeft deze man God aangeroepen! Mag dat? HOFPREDIKER Als hij de waarheid en niets dan de waarheid spreekt, ja! KATER Hofprediker: van wien is de zon? HOFPREDIKER Natuurlijk van niemand! KATER Van wien is de regen? HOFPREDIKER Van niemand! KATER Hoor je dat, slager? De zon en de regen zijn van niemand. Van wien zijnde wolken, de sterren, de wind, de maan? Van niemand! KONING Jawel, maar die man komt op voor het vleesch van zijn koe!... KATER Waarvan leeft 'n koe, mijnheer de Lijfarts? LIJFARTS Van gras en van... KATER Niet haasten!... De koe leeft van gras! Gras ontstaat door zon en regen. De zon, het gras, de lucht, de wolken, de regen zijn van niemand hoe kan dan de koe van iemand zijn? KONING Dus dan zou mijn land met mijn vee... KATER Als de zon van niemand is en de lucht van DE WIJZE KATER niemand is en de regen van niemand is, kan het land en het vee, dat zonder zon, lucht en regen en gras niet leven kunnen, niet van iemand zijn of die iemand is een dief... Wanneer dus deze slager een koe, die van gras en lucht en licht leeft, vermoordt en zoo'n dier magere lappies uit z’n lichaam snijdt, om die magere lappies te verkoopen en er een medemensch om lastig te vallen, dan zeg ik met mij n beetje verstand, dat deze man een beul is, een dief en een leugenaar, en ik zeg dat met te inniger overtuiging, omdat ik en mijn familie van oudsher veel verplichting hadden aan de koe... (drinkt een scheut melk). MELKBOER Dus ik zou niet maggen melken? KATER Maggen, mag je. Maar of de melk, die door zon, lucht, licht, regen en door 't geduldig herkauwen van eender mfeest nobele dieren ontstond, jouw eigendom is, huisjesmelker, dat is 'n vraag, die i k niet in jouw voordeel zou oplossen, verstaan? SLAGER Ik merk ’twel! leder houdt hier z’n mond!... ’r Is geen justitie voor ons! Je wordt door den hond of den kater gebeten! KATER Jij lastert, man! Ik bijt niet! Ik spreek recht, Zoo als 't inde Natuur, waarvan jij en ik niemendal afweten, gesproken móét worden! De Natuur... HOFPREDIKER Sire, die man is een sater en hoont God! KATER Sire, ik spreek recht! KONING Angorensis, ’t spijt me machtig: je hebt mij en 't land buitengewone diensten bewezen door wat hier knaagde en knabbelde uitte roeien en te verjagen maar op dit nieuwe gebied, haal je gewoon enormiteiten uit, en praat je zoo rood-op-de-graat als 't kaf van 't koren van mijn volk! Ik geef je dus, met erkenning van je uitmuntende kwaliteiten als ratten- vanger het meest eervol ontslag als opperste rechter... KATER Sire, de natuur... KONING Amice, wij hebben maling aan de natuur, want wij zijn inde eerste plaats menschen. Adieu. Ik zeg nog eens 't spijt me machtig. Adieu, (af met Hofmaarschalk, Opperhoutvester, Hofprediker, Lijfarts, HEIJERMANS terwijl de Lijfwachten slager, melkboer, bakker, kruidenier en menigte verwijderen. De griffier klapt nijdig de folianten dicht, tikt met wijsvinger tegen z’n voorhoofd, smijt de deur achter zich toe). DE WIJZE KATER TWAALFDE TOONEEL KATER TWEEDE LAKEI TWEEDE LAKEI (gaat over den Kater zitten, knikt bedenkelijk). Nou, nou! 'k Had niet gedacht, dat je zoo gauw in je hemd zou staan! Maar, verdomd, ik mag je... (rumoer buiten). En ik geloof, dat je 'n harden dobber zal hebben, om hier levend uitte kommen! Je heb ze allemaal, vanaf den Koning tot den slager, den schoenfrik en den melkboer, tegen je opgezet, stommerd! KATER (trekt z'n handschoenen uit). Asjeblieft, jongen, daar heb je die dingen terug! TWEEDE LAKEI (bij rumoer). Je komt 'r niet door! KATER (trekt z'n schoenen uit). En misschien kan je die ook nog gebruiken... (trekt z'n jas uit, staat weer alg * TWEEDE LAKEI Gedorie, ben jij de duivel? KATER Nee, jongen, 'n te wijze kater... (er weerklinkt sterk geblaf)... Ja, ja, had ’k inde spiezen! Als ze 't met d'r verstand tegen je afleggen, laten ze d'r honden op je los! (begint tegen eender zuilen bij het tuimelraam op te klimmen). God zij geprezen, ik ga weer naar de daken, de goten en de vrije Natuur terug... TWEEDE LAKEI 'k Wou da’k met je mee kon gaan, Angorensis... KATER Zeg maar: poes en wij twee, jongen, vinden mekaar later wel... (het geblaf wordt sterker). Doe ze de groeten van den kommandeur inde Orde van den Heiligen Olifant Vigilando ascendimus door waakzaamheid stijgen wij omhoog... (hij klimt door het tuimelraam). HEIJERMANS DERTIENDE TOONEEL TWEEDE LAKEI PRINS ARTHUR met een koppel honden BAKKER SLAGER SCHOENLAPPER MELKBOER KRUIDENIER MENIGTE HOFPREDIKER LIJFARTS LIJFWACHTEN SLAGER (boven het geblaf der honden uit). Waar is-ie, de fielt? (geroep en geschreeuw). TWEEDE LAKEI (wijst naar het raam. De kop van den Kater wordt zichtbaar. Gejoel en geblaf). DOEK EINDE DERDE EN LAATSTE BEDRIJF Amsterdam, zomervacantie, half Juni—half Aug. 1917 DE WIJZE KATER