V BOODSCHAP DER VELDEN mm iyjBÉimflÉtfaiiW^ \1wmwm \ 1 DE BOODSCHAP DER VELDEN Groote tijden brengen groote problemen mede en wie die problemen niet begrijpt, verstaat zijn tijd niet. Wij leven in groote tijden, en de gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Wij beleven in enkele jaren zooveel wereldgebeuren als vroeger een heel geslacht niet meer meemaakte. Wel terdege moet men heden zijn tijd verstaan; doet men dit niet, volgt men de nieuwe denkbeelden en zienswijzen niet met aandacht, voordat men er op bedacht is, is men verouderd, conservatief, is men niet met zijn tijd meegegaan. Velen, zeer velen, ja, de grootste massa is jammer genoeg van dat soort gedachteloozen, dat, lamlendig en onbenullig, het aan den tijd zelf wil overlaten. De tijd zal het voor hen leeren, doch de tijd is altijd een dure leermeester geweest, niet alleen voor die leeghoofden, doch mede voor de weldenkende individuen. De tijd is niet alleen een dure leermeester, maar ook maakt hij geen onderscheid tusschen goede en slechte leerlingen; hij scheert ze allen over dezelfde kam. Onze wijze landsbestuurders behooren mede tot die groote massa die hun tijd niet begrijpen of niet willen begrijpen. Ons land moet de gevolgen van deze , er^eerde inzichten terdege ondervinden in zijn eeneele samenleving en de bevolking voelt reeds een reeks van jaren de gevolgen daarvan in den strijd om et bestaan. Dat er een geringe groep van onze bevolking voordeel heeft van deze depressie, maakt dit betoog met zwak, integendeel, versterkt het juist doordat het het verkeerde van ons landsbestuur des te scherper belicht. In een goed geordende staat mag et niet voorkomen dat de eene groep der bevolking buitengewone voordeelen behaalt, ten koste van de andere groepen. In het bijzonder lijdt het platteland in deze crisisjaren, terwijl de bewoners van het platteland dit niet sVt^enT'K^egentel Zij eigenlijk Juist' om bij misstanden te blijven de crisiswinstmakers moesten zijn als de 1 n stand houders der natie. ' De bewoners der velden, altijd nog de helft van onze bevolking met hun eenvoudige zeden en ge- woonten, hun klaren eenvoud en practische zin, hun nuchteren kijk op de dmgen, begrijpen hun tijd wèl xj, die produceeren en voortbrengen, steeds maar weer opnieuw, de levensbronnen van den staat zn 355SÜ3?« Strijdende om het bestaan, om zijn leven om rW van vrouw en kind, gelijkt de veldbewone'r op die vanTo " m,het Zeeuwsc^e wapen en op hem is zonder steden is in de geschiedenis wel melr vooïe no^ intt^n^" ^ scheppers der le^voTrwaTrdfn vo'or^n atie, het gezondste, krachtigste deel der natie de wXSnblt bd°d JedT' "« Suw W k°«<™ >>e, beStfdï;»fs Mb^r; puikste, het edelste van een staat'vXynen fn dt' heid en armoede, terwijl de redmiddelen te vinden zijn? Nooit! nooit! nooit! De veldbewoners hebben met verwondering en verbazing dien toestand zien intreden. Zij begrepen niet, dat wat zij in hun eenvoud direct verstonden, door de wij sten van de natie, niet begrepen werd. Daarop gingen ze waarschuwen, waarschuwen tot in het oneindige, doch teleurgesteld zagen zij hun wijze raadgevingen in den wind geslagen. In lijdzaamheid zagen zij zich wegkwijnen, verteren en verkankeren tot op het gebeente, tot een mummie, tot haast een skelet van het eens zoo welgedane, gezonde lichaam. Met het water aan de lippen, strijdt de veldman gelijk die Zeeuwsche leeuw tegen de tegenwerkende krachten van dwaasheid en domheid, van zelfzucht en internationalisme, van klassemachtswellust en pacifisme en al de particuliere neiginkjes van egoïstische winstmakerij. Doch een nieuw geluid werd gehoord. Vanuit de brandpunten van eenige cellen, waarin gezond verstand en ware gemeenschapszin als het hoogste goed wordt gewaardeerd, drongen lichtstralen door naar het platteland, eerst glimpjes, als vuurvliegen in den nacht, doch spoedig versterkend, aangloeiend tot wachtvuren eener nieuwe gedachte in deze eeuw van chaotische ontreddering. Met een huivering van ontspannende zenuwen en siddering van hoop en moed door alle leden, werd dit licht en geluid waargenomen, door het stervende platteland. De stroohalmen, door een verstarrend staatsbestier naar de drenkelingen in de draaikolk van de malaise, geworpen, waren niet voldoende om deze slachtoffers van een zelfzuchtigen gemeenschapszin op het droge te brengen naar behouden levenshaven. Doch zie, den ondergang nabij, den dood voor oogen en in gedachten, doemt nogmaals hulp op, van een geheel anderen kant. Waar redding verwacht werd van den staat, wiens eerste plicht het toch was, wordt door een kleine groep staatsburgers de hulp ter elfder ure nog geboden. En waar van den staatsredder niets meer te verwachten valt, doet het hulpontberende platteland goed, dezen nieuwen redder niet uit het oog te verliezen, want al is de hulp nog gering naar volume, naar pit en kracht, die er van uit gaat, is het een hulp van de eerste grootte. Het is een geluk, dat het nog niet geheel en al te laat is. Veel heeft het platteland, als slachtoffer van misleidende staatsbemoeiing al verloren, doch nog rest er genoeg om daaruit met goed beleid weer een krachtig en sterk geheel op te bouwen, waarin een werkzame, ordelievende bevolking met gerustheid voor de toekomst verder kan streven naar het groote doel, dat het altijd voorstond: door werken te leven. Wanneer dat weer het. geval is, dat het platteland weer leeft door zijn werk en niet als nu verkwijnt in zijn arbeid, dan leeft ook weer de geheele staat op, krachtig, sterk, frisch door den verjongenden geest van het platteland. Door werken televen, dat is de eisch der maatschappij aan ieder individu, want de mensch is dienaar vanaf zijn geboorte. Niet luieren, lanterfanten en lijntrekken ten koste van de samenleving; niet parasiteeren op deze aarde, is de taak, waarvoor de mensch op deze aardbodem is gekomen, doch om mede op te bouwen, elk naar zijn vermogen en draagkracht zijn staat, waarin hij thuis hoort, tot heil en geluk van zichzelf en zijn natie. Dit is dan de boodschap der velden aan den nieuwen tijdgeest, aan de brengers eener nieuwe dageraad, aan het fascisme, dat geheel Europa doordringt, aan het Nederlandsche in het bijzonder, aan de N. S. B. Want het platteland ligt in een brandend verlangen te reikhalzen naar hetgeen de N. S. B. wil voortbrengen. De boeren, de in een hoek getrapte boeren, de hedendaagsche koelies voor de groote vakverbonden, zien in de N.S.B. hun redder uit den nood. Den landarbeider, nog verdwaasd en beneveld door S. D. A. P. en Communistische waanvoorstellingen, vallen langzamerhand de schellen van de oogen, en reeds zijn de eersten toegetreden in de rijen der zwarthemden. De geheele middenstand en voornamelijk, die van het platteland, wier bestaan staat en valt met den boer, ze zullen bij hoopen overgaan tot de N. S. B. ondanks leugen en verdachtmaking. De velden, de dragers van de toekomst, de zieners door de eeuwen, ze weten het: de tijd is gekomen voor een nieuwe, betere richting in ons ingewikkeld economisch strijden om het bestaan. De kenners van de natuur, de wijsgeeren van het leven, maar ook de nuchtere practici, ze weten: de natuur is hard, rnaar rechtvaardig. Daarom raden ze U, de leiders van de toekomst: weest hard, streng, als het moet, maar blijft bovenal rechtvaardig. Stelt recht boven onrecht en stelt ook den rechten man op de rechte plaats. Stelt den stoeren werker boven den nietsnutter, laat de medebouwer aan het huis van de toekomst zijn loon naar verdienste genieten. Maar ook: hij, die niet werken wil, stoot hem uit, verban zulke uit de samenleving, want onze maatschappij wordt te kostbaar om nietsnutters en leegloopers door het leven te kunnen kruien. De landman, de man van weinig woorden, doch de man van de daad, zal een ongekende machtige schakel in de keten van het fascisme vormen en daaarom nogmaals zorgt spoedig en gauw uw organiseerende macht over de velden te strekken. De tijd is rijp, kan nooit geschikter zijn. Nu of nooit! Hou zee! Dit is de boodschap der velden. VELDBEWONER f j ABONNEERT U OP „VOLK EN VADERLAND" WEEKBLAD VOOR DE NATIONAAL SOCIALISTISCHE BEWEGING IN NEDERLAND i PER KWARTAAL ƒ 0.80 BIJ VOORUITBETALING VOOR INDIE EN BUITENLAND: PER KWARTAAL ƒ 1.— BIJ VOORUITBETALING POSTGIRO 207915 POSTBUS 74 UTRECHT Ondergeteekende - te wenscht zich te abonneeren op „VOLK EN VADERLAND" h f 0.80 per kwartaal, bij vooruitbetaling. i f L— » t» f> t, voor IndiëenBuitenl. Storting op Giro 207915 spaart incassokosten uit. Handteekening