_ sloeg van nevenstaand model. De bovenste punt verdween / dan in .den 'boom, de loodrechte stang lag plat tegen den / boomstam en de onderste punt stak naar voren. Even daarboven bevestigde men een stuk vleesch en, indien / de wolf naar dit stuk vleesch sprong, was er groote kans, / dat hij met zijn kaak in den wolfsangel of wolfshaak, zooals het instrument ook heette, bleef hangen. Het zou echter verkeerd zijn, om hieruit af te leiden, dat de wolfsangel als zinnebeeld zijn oorsprong aan deze jachtwijze te danken zou hebben. Het geven van den naam wolfsangel aan dit teeken is alleen het gevolg van het feit, dat er overeenstemming bestaat tusschen den vorm van het veel oudere zinnebeeld en het veel jongere wapen. X Dergelijke naamgevingen komen meer voor. Het hiernaast afgebeelde zinnebeeld draagt den naam van zandlooper, maar het teeken zelf bestond al duizende jaren voor de uitvinding van den zandlooper. Al brengt de naam ons dus niet verder, het gebruik van den 1 als teeken in den tijd, dat de naam ontstond, doet dit misschien wel. Het werd nml. gebruikt om vreemdelingen te waarschuwen, dat er wolven in de streek waren en het duidde dus op gevaar. Laten wij thans, aan de hand der toepassingen nagaan, of er nog andere beteekenissen aan te hechten zijn. Daarbij willen wij er op wijzen, dat de wolfsangel met en zonder dwarsstreepje voorkomt en ƒ terwijl de ronde vormen £ en g eveneens en zelfs meer voorkomen dan de hoekigen. Wij willen eerst den hoekigen vorm bezien. De oudste voorbeelden hiervan vinden wij in de runen, de letterteekens onzer voorvaderen, dis tot in de veertiende eeuw gebruikt werden, maar geleidelijk vervangen werden door de Romeinsche letters die wij thans nog gebruiken. Ook de runen hebben niets met heidensch of Christelijk te maken. Zoowel de Runen als de Romeinsche letterteekens komen in vóór- en na-christelijken tijd voor. In de Angelsaksische runenrij droeg de \ den naam eh of eoh, met de beteekenis paard en de letterwaarde e. Bij de oudste Noorsche runen kwam de \ niet voor, wel in de latere zgn. „lange" runenrij, waar hij eveneens de letterwaarde e had. Ook bij de Oost-germaan- sche runen bevindt zich de \ en eveneens bij die in Duitschland en langs de Noordzeekust. In de jongere, zgn. „korte" runenrij in Scandinavië komt hij .niet meer voor. Afwijkende vormen vinden wij nog in de Angelsaksische runenrij en wel als 5 en Z terwijl in verband met het feit, dat de runen zoowel van links naar rechts als andersom geschreven werden, overal naast de ^ ook de ^ aangetroffen wordt. In de lange Noorsche runenrij treffen wij de of N aan met de letterwaarde j. In de Angelsaksische runenrij met de letterwaarde s en den naam sygil met de beteekenis van „zon". In de latere korte Skandinaafsche runenrij heeft hij de letterwaarde n en de beteekenis „nood". Oogenschijnlijk is er dus nogal verwarring en de gegevens zijn niet voldoende om hieruit gevolgtrekkingen te maken. Toch mogen wij niet uit het oog verliezen, dat de runenletters een diepere beteekenis hadden dan uitsluitend die van letterteekens. Het was door middel der runen dat God zich, naar men meende, aan de menschen openbaarde. Niet alleen had Hij de runen aan de menschen geschonken, maar men kon ze ook gebruiken om in de toekomst te zien. Daarvoor werden ze in beuken staafjes gekrast (vandaar nog het Duitsche woord „Buchstabe") en na deze staafjes door elkaar geworpen te hebben werden ze opgelezen. Wij hebben dit woord nog behouden in de dubbele beteekenis van het lezen van letters, maar ook in het lezen van korenaren; de laatste vorm is dan de oudste beteekenis. Uit de volgorde van „oplezen" voorspelde men dan de toekomst. Dé runen en dus ook de hadden dus een zeer ver gaande zinnebeeldige beteekenis, maar deze is geheel voor ons verloren gegaan. Al ging deze beteekenis meer en meer verloren, het teeken zelf bleef bestaan en er werden waarschijnlijk verschillende andere beteekenissen aan gehecht. In de eerste plaats zien wij den wolfsangel in de middeleeuwen en ook nog lang daarna in gebruik als huismerk, dus als kenteeken voor een bepaalde sibbe. Iedere sibbe had haar eigen huismerk, dat van vader op zoon geërfd werd met dien verstande, dat ter onderscheiding van de verschillende leden der sibbe kleine veranderingen en toevoegingen in het huismerk werd aangebracht. Wanneer wij thans nog de oude kerken bezoeken, dan vinden wij op de grafzerken tallooze huismerken, die tot in de 18e eeuw en soms zelfs nog later werden gebruikt. Maar eveneens vinden wij die huismerken vaak ingesneden in kerkbanken (in Edam bijv. in de oude banken der weeskinderen) in oude kerkdeuren (Monnikendam) in paneelen (koorpaneelen Oude Kerk Amsterdam) enz. M.a.w. zooals men nu zijn naam te pas en te onpas overal inkrast, deed men dit vroeger met zijn huismerk. Voorts treffen wij huismerken aan in allerlei officiëele acten en andere stukken uit die tijden, eerst in de plaats van, later naast de handteekeningen. Onder deze huismerken nu, die misschien uit zeer oude tijden stammen, vinden wij ook den wolfsangel. De afb. 1 is zonder streepje, afb. 2—9 met één dwarsstreepje, afb. 10—14 met meerdere dwarsstreepjes, afb. 15 en 16 laten eenige wolfsangel-huismerken zien, die door toevoeging van eenige extra streepjes aantoonen, dat de gebruikers zich hiermede van de overige sibbeleden onderscheidden. Niet alleen diende het huismerk voor doeleinden als bovenomschreven, ook steenhouwers gebruikten ze om hun „meesterteeken" op den behouwen steen aan te brengen. Ajb. 17—19 geven hiervan twee voorbeelden. Dat bij de invoering van familiewapens deze door de huismerken beïnvloed werden is begrijpelijk. Afb. 20—25 geven eenige van deze familiewapens weer. Ook in stedelijke wapens treffen wij de wolfsangel aan. Als voorbeel dgeven wij afb. 26. Afb. 27 en 28 ten slotte zijn twee toepassingen van den wolfsangel die ten overvloede bevestigen, dat dit teeken algemeen gebruikelijk was en dus ten volle aanspraak kan maken op de omschrijving „een oud, veel gebruikt, Nederlandsche zinnebeeld". Naast den hoekigen vorm komt, zooals hierboven reeds gezegd wordt ook de ronde vorm voor. Deze ronde vorm stamt reeds uit oeroude tijden. Reeds ongeveer 1500 voor het begin onzer jaartelling (dus reeds 3500 jaren geleden) hebben onze voorouders, die toen nog in Zweden, hun Germaansche stamland zaten, dit teeken, zooals afb. 28 weergeeft, in de rotsen gegrift. En hoe onveranderlijk deze, bij den aard van een polk passende zinnebeelden zijn, blijkt wel uit afb. 30. Hieruit blijkt, dat 3500 jaren nadat zijn voorvader dit teeken in de Zweedsche rotsen hieuw een bouwmeester uit Colmschate het als versiering van het door hem gebouwde huis koos! Afb. 31 35 geven nog een aantal voorbeelden uit den tegenwoor- digen tijd. Het zijn er slechts enkele, maar iemand, die er eens per fiets of auto op uittrekt en het platteland doorkruist, kan de gegeven voorbeelden met een onbeperkt aantal vermeerderen. Maar als men de bewoners van de huizen vraagt waarom zij hun woning met een hoekigen of ronden „wolfsangel" hebben versierd, dan zullen zij het antwoord schuldig blijven. „Dat is zoo het gebruik", „dat doen we hier altijd", „mijn vader en grootvader deden het ook reeds" ... dat zijn de verklaringen die men krijgt. Wat mogen wij uit het bovenstaande nu besluiten? In de eerste plaats dat de wolfsangel een oeroud zinnebeeld is, dat het door alle eeuwen heen door ons volk is gebruikt en dat het ook heden ten dage nog een teeken is, dat in den geest van ons volk leeft, getuige de nog dagelijksche toepassingen. Het is ook het teeken, dat het meer dan de andere oude teekens toepassinug vindt, al zijn er ook andere, zooals het zonnerad, die veel verbreiding gevonden hebben. \ \ Afb. 1. Huismerk op grafzerk in kerk te Monnikendam. Afb. 2. Kerk Monnikendam. Afb:. 5. Kerk Edam. Afb. 4. Kerk Edam. Afb. 7. Kerk Monnikendam. Afb. 8. Kerk Monnikendam. Afb. 3. Kerk Edam. Afb. 6. Groote Kerk Rotterdam. Afb. 9. Kerk Edam. Afb. 20. Wapenschild in Paushuize te Utrecht, indertijd bewoond door den lateren Paus Adriaan. onderdeclvan het afgietöql van hetgdae monument van add1aan flodi5zoon van utrecht(ws9j523, pau5 onder oen naam van adriaan vi in 1522) inde.kïlrkl van. s>.maria dell'anima te rome. Afb. 21. Afb. 22. Wapen der familie Hartgering. Afb. 23. Gevelsteen uit Ootmarsum. % Afb. 24. Wapen uit Museum te Utrecht. Afb. 25. Zegel van familie Aertsen. Afb. 29. Dakraamversiering uit Zwolle. Afb. 30. Geveliopieeken uit Colmschate. Afb. 32. Grafsteen te Doornspijk. Afb. 31. Lichtopening in raamluik te Teuge. Afb. 33. ,,Oelebord" uit Boyl. UITGAVE VAN DE NËNASU - LEIDEN POSTBUS 2 PRIJS 15 CENT ItZf \ S IDE M W0ILIFS AMC HEIL DE WOLFSANGEL UITGAVE VAN DE NENASU - LEIDEN POSTBUS 2 PRIJS 15 CENT De Wolfsangel Er zijn een aantal zinnebeelden, die ons volk door alle eeuwen heen vergezeld hebben en die wij dus zoowel in het ver verleden als op den huidigen dag aantreffen. Tot deze zinnebeelden behoort ook de „wolfsangel", die wij dus als een traditioneel, bij ons volk behoorend, teeken kunnen beschouwen. Het komt zoowel in den ouden heidenschen als in den lateren christelijken tijd voor, is door vele goede christenen gebruikt, maar heeft op zich zelf niets met een heidensch of christelijk geloof te maken. Zoowel in heidenschen als in christelijken tijd heeft men den grond beploegd, huizen gebouwd en adem gehaald, maar evenmin als deze dingen heeft de wolfsangel met een bepaalde geloofsovertuiging te maken. Wat is dan wel de beteekenis van dit zinnebeeld en vooral: welke waarde heeft het voor ons? Het is het eigenaardige van ieder zinnebeeld, dat dergelijke vragen niet altijd even gemakkelijk te beantwoorden zijn. leder zinnebeeld (zinne-beeld) is een zichtbare vorm, een beeld van iets innerlijks, ja, iedere uiterlijke vorm verbergt iets in zich, dat in de gedachten of gevoelens van den schepper van dien uiterlijken vorm leefde. Van datgene wat in den geest, in den zin van dien sci rpper leefde is de uiterlijke vorm dus het zinne-beeld. Wij uiten ons innerlijk leven in vormen, dus in zinne-beelden en daarom kunnen wij ook trachten onze medemenschen, door de door hun geschapen vormen, door hun zinne-beelden, te begrijpen. Maar het begrijpen van anderen is niet gemakkelijk en daarom is het begrijpen van zinnebeelden dit evenmin. En nog moeilijker wordt het als de zinnebeelden niet meer bewust, met een bepaalde bedoeling, maar onbewust, uit traditie, worden gebruikt. Dit laatste is met tal van zinnebeelden het geval en zoo ook niet den wolfsangel. De moeilijkheid wordt nog grooter als we bedenken, dat een zinnebeeld verschillende beteekenissen kan hebben. We zullen bij onze gevolgtrekkingen dus zeer voorzichtig moeten zijn. Willen wij over het een of ander iets weten, dan zullen wij goed doen met ons allereerst bezig te houden met den naam er van. Dit zullen wij dus ten opzichte van den wolfsangel ook doen en dan zien of deze ons iets verder brengt. Vervolgens zullen wij nagaan, welke toepassing de wolfsangel in den loop der tijden gevonden heeft, om dan ten slotte na te gaan óf dit zinnebeeld voor ons nog een beteekenis kan hebben en zoo ja, welke. Allereerst dus de naam. Deze is afkomstig uit den tijd, dat in deze lancfen veel last van wolven werd ondervonden. Men trachtte deze op allerlei manieren te vangen en een dezer middelen was, dat men in een boom een haak Afb. 10. Kerk Eda.n. Afb. 11. Afb. 12. Oude Kerk Amsterdam. Kerk Monnikendam. N l\ * N Afb. 13. Kerk Edam. Afb. 14. Kerk Monnikendam. Afb. 15. Kerk Doesburg. Afb. 16. Kerk Doesburg. Afb. 17. Metselaarsmerk in den Leeuwarder toren ,,de Oldenhove", die tusschen 1525 en 1535 is gebouwd. Afb. 19. Wolfsangel als metselaarsmerk in den Dom te Utrecht. Afb. 18. Wolfsangel in muur van het Geschiedkundig Overijsselsch Museum te Zwolle. Afb. 26. Leeuw op bordes van Stadhuis te Purmerend met stadswapen. Afb. 27. Gevelsteen uit huis te boerden met wapen van Haarlem. r\J U» MCI i/ugn-tn 1500 vóór het begin onzer jaarielling. Afb. 34. Geveltop te Hoorn. Afb. 35. Houten gevel uit 1781 te Wervershoof. De afbeeldingen zijn ontleend aan F. E. Farwerck, LEVEND VERLEDEN, plaatwerk met bijna 500 afbeeldingen over Nederlandsche zinnebeelden. Uitgave van de Werkgemeenschap „Der Vaderen Erfdeel", Hoofdweg 4, Amsterdam-W.