VOORLOOPIGE LIJST DER MONUMENTEN IN DE PROVINCIE FRIESLAND 11OCT 1930 VOORLOOPIGE LIJST DER NEDERLANDSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS » EN KUNST » DEEL IX DE PROVINCIE FRIESLAND opgemaakt en uitgegeven door afdeeling a der rijkscommissie voor de monumentenzorg ingesteld bij koninklijk besluit van 10 mei 1918, n°. 66 's Gravenhage — Algemeene Landsdrukkerij — 1930 Verkrijgbaar bij A. Oosthoek te Utrecht Voorwoord. Met liet hier verschijnende deel IX van de voorloopige lijst der monumenten van geschiedenis en kunst is de reeks der beknopte inventarissen van monumenten, uitgegeven door Afdeeiing A der Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, op twee deelen na voltooid1); de voorloopige lijsten van Noord-Brabant en van Groningen zullen binnen enkele jaren het licht zien. Voor dit negende deel is aanvankelijk, in de jaren 1916 tot 1922, de stof bijeengebracht door den heer S. Koldijk, districtsopzichter der landsgebouwen te Leeuwarden, die zijn diensten hiervoor welwillend en belangeloos had aangeboden. Deze heeft een zeer groot aantal Friesche steden en dorpen bezocht, doch kon wegens den beperkten tijd, welken zijn ambtsbezigheid hem hiervoor vergunde, slechts beknopte, en niet steeds volledige, aanteekeningen opstellen. Ook liet zijn gezondheidstoestand in de laatste jaren te wenschen. Een en ander maakte herziening en, na den dood (1926) van den heer Koldijk, ook voortzetting van het door hem ondernomen werk noodzakelijk, een taak, welke in hoofdzaak door het bureau werd uitgevoerd, doch waaraan voor een deel wijlen het lid der Afdeeiing, dr. C. Hofstede de Groot, medewerking verleende, voorzoover zijn bezichtiging en opneming der in Friesland bewaarde oude schilderijen er gelegenheid toe zou geven. Laatstgenoemde leverde dus, behalve de inventarisatie der schilderijen in de geheele provincie, ook een herziening en aanvulling omtrent de monumenten van niet schilderkundigen aard in de plaatsen Arum, Balk, Berlikum, Bolsward, Dokkum, Drachten, Duurswoude, Engwierum, Franeker, Gorredijk, Haskerhorne, Heerenveen, Hichtum, Hindeloopen, Jelsum, Joure, Kornwerd, Leeuwarden (gcdeelt.), St. Nicolaasga, Menaldum, Nijemirdum, Oosterbicrum, Oudehaske, Oudega, Oudcmirdum, Peins, Sloten, Sondcl, Stavoren, Suameer, Tjcrkgaast, Tjum, Veen wouden, Waaksens, Westergeest, Wommels, Woudsend, Wykel en Zweins. De secretaris, dr. E. J. Haslinghuis, bezocht met hetzelfde doel de monumenten in Blya, Britsum, Dokkum, Ferwerd, Finkum, Goutum, Genum, Hallum, Hantum, Hantumhuizen, Holwerd, Hoogebeintum, Huizum, Hvum, Hempens, Jelsum, Jislum, Kornjum, Leeuwarden (gedeelt.), Lichtaard, Marrum, Reitsum, Stiens, Wanswerd, Westernijkerk en Wierum. Alle overige plaatsen van Friesland inventariseerde de hoofdcommies, de heer F. A. J. Vermeulen. Uitzondering maken hierop slechts nog de Ned. Hervormde kerken in St. Anna-, St. Jacobi- en Vrouwenparochie, alsmede de plaatsen Brantgum, Foudgum, Hiaure, Raard en Zwichem, die door den adjunctcommies, dr. M. D. Ozinga, werden opgenomen. De redactie van den tekst geschiedde voor het grootste deel door den heer Vermeulen, voor het overige door den Secretaris. De registers zijn samengesteld door de beide laatstvermelden en mej. M. Kossmann. Bij de inventarisatie is van vele zijden medewerking ondervonden. Aan de gemeentebesturen, kerkvoogdijen, weleerw. heeren pastoors en predikanten en eigenaren van staten of huizingen brengt onze Afdeeiing dank voor de welwillendheid, waarmede zij de bezichtiging van de in hun bezit, onder hun beheer *) Deel I, II, III, IV, V 1 en V 11, VI, VII en VIII, gewijd aan de provincies Utrecht, Drente, Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam), Amsterdam, Zeeland, Overijssel en Limburg zijn eveneens verkrijgbaar bij den uitgever A. Oosthoek te Utrecht. of toezicht zijnde monumenten toestonden. Verder worden hier met erkentelijkheid herdacht de inlichtingen, verstrekt door het bestuur v^n het F^sch FriArhM °r ortn N- OTTEMA- M- W. Vieweg, directeur van het door den h^r™! °A VlssCHER' gemeente-archivaris, allen te Leeuwarden; r den heer J Annokkee, secretaris van de museumcommissie te Franeker door den heer w. P„. Hendriks te Bolsward, door den heer J. Hidde IWnd te s-Gravenhage, door den heer Hl. Voet Jr. te Bloemendaal en door de veZmmeTwanr^).Van ^ (tOCn ^ Stede" de huizen j ^'ide"s de bewerkiJnK vcrschenen twee uitgaven, waarvan de raadpleging bij die vJnH .at'C Va1dC V'fle ' Fnesland tot de elfde eeuw z.,n oudste beschaving en geschiedenis fs-GravenhaKC en Leeuwarden, 1927) en de Catalogus der tentoonstelling van antieke gouden z,lverwerken gehouden te Leeuwarden, 15 Augustus-, 5 Septem^r 1027 H\enals tot dusverre zi]n de monumenten in deze lijst gerangschikt volgens der W'eenT'ien "eZe utStCAalphat>etischc volgorde geplaatst naar de speHing der Woordenlost" van het Aardrijkskundig Genootschap. Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling »: ÏSSi"*c" pomp.nBTS.atïnt'nz™ndb,CM€° ^«tekenen, k,„„„, d. Wereldlijke openbare gebouwen. e. Kerkelijke gebouwen. ƒ. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst. fr Particuliere gebouwen. h. Musea, particuliere verzamelingen, varia. srS 5ïïS.dr h of" ™ ecnereeuwofdoor a, b, c d, om een der vierendeelen van de eeuw aan te wijzen De plaatsaanduiding der onderdeelen van een gebouw geschiedt zooveC ,X'tïrrs^:,;dr wiod"~k-«-»^ ^ s?» t; l ' waren zij zuiver georiënteerd. ten chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken een reeister van Srr:^t,liden'insedceid voi*cns h- -kk-' " ,1 fP, ?""nra71CnI en ecn toP°grarisch register besluiten het boek Zooals de titel aanduidt, draagt dit werk een voorloopig karakter Voorenen aanmerkingen houdt onze Afdeeling zich daarom dringend aanbevolen. -Afdeeling /\ der Rijkscommissie voornoemd: De U"nd. Voorzitter: J. A. FREDERIKS. De Secretaris: Dr. E. J. HASLINGHUIS. Achtkarspelen ACHTKARSPELEN. Augustinusga. e. De Ned. Herv. kerk. (H. Augustinus) is een, vermoedelijk door de Cisterciënsen van Gerkesldooster gesticht, baksteenen gebouw (XIV), bestaande uit een schip, een hiervan niet gescheiden, recht-gesloten koor en eenen vierkanten toren met houten spits. Spitsbogige vensters, waartusschen, langs de muren van het schip, steunbeeren hebben gestaan, die + 1870 zijn weggebroken, terwijl aan de zuidzijde twee schuine te niet loopende beeren zijn opgemetseld. Op de hoeken van den westgevel en van het koor twee overhoeksche beeren. In den oostelijken, met een rollaag afgedekten puntgevel, beneden drie vensters, waarvan de beide buitenste, kleinere, zijn dichtgemetseld; hierboven in den top drie spitsbogige nissen gevuld met vlechtingen. In den noordmuur een dichtgemetselde ingang, met omlijsting van profielsteen. De toren bestaat uit twee vlakke geledingen, in de bovenste waarvan rondbogige nissen met galmgaten. Inwendig (geheel gewit): over het geheele schip gemetselde kruisribgewelven, welker ribben rusten op eenvoudige gebogen kraagsteenen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIIc, geverfd), als te Surhuizum. Doophek (XVIIb). Familiebank (midden-XVII) met wapens (nieuw gepolychromeerd) ; een dito familiebank en twee overhuifde (XVIII). Koperen predikantslezenaar (1778). Gebeeldhouwde zerken (XVII en XVIII) van de geslachten Harckema (1652), Burmania (1679), Hania (1680), en Haersma (1759); verder van 1605, 1613, 1634, 1640. Drie koperen lichtkronen (XVII B); dubbelen koperen lichtarm (XVIII) op het doophek; verscheidene kleine koperen kandelaars. Avondmaalszilver: beker op voet met wapensGrovestins en -Burmania, opschrift en: 1683 (merken: Leeuwarden, jaarletter L en meesterteeken K = Klaas Cornelis) ; doopbekken met opschrift, wapen-Grovestins en: 1742 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter G en monogram HD = Harmanus Dillenck). Klok, in 1617 gegoten door Hans Falck van Neurenberg. Buitenpost. d. In den gevel van het raadhuis (XIX A) een eenvoudige steen met het wapen der gemeente. e. De thans ned. herv. kerk, in 1446 gebouwd, blijkens een steen in den noordgevel, waarschijnlijk ter vervanging eener oudere, in 1594 verbrand en in 1611— 1613 herbouwd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren (XIII A, in 1790 hersteld en andermaal in 1886) met houten spits. In den zuidmuur van het schip een dichtgemetselde, segmentvormig getoogde ingang. Op het koor een leliekruis (midden-XV) met haan. De toren, in 1886 aan west- en zuidzijde nieuw ommetseld, heeft in den westgevel een klein rondbogig venster, op welks onderdorpel : 1790. Inwendig (in 1875 geheel gewijzigd en van een gewit plafond met koof voorzien) : oude eiken balken boven de tegenwoordige zoldering. In de beide onderste verdiepingen van den toren rondboognissen (torenkapel ?) en overblijfselen van uitgebroken koepelgewelven; in den oostmuur een, thans ontoegankelijke, uitgespaarde trap. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIIc). Doophek (XVIIIc). Koperen doopbekken (XVIIIc) met houder. Achtkarspelen Vier heerenbanken (XVIIc), waarvan een met overhuiving, en een overhuifde bank (XVIIIa) bekroond met wapen-Haersma en siervazen. Grafzerken (XVI, XVII en XVIII), waaronder van de families Haersma, Jeltinga e.a.; epitaaf (1660) voor ds. Gerhardus Croddenbosch (f 1659) ; in den muur een zerk (XlXa) met wapen-Minnema de With. Zes gebeeldhouwde rouwborden: Scheltinga (1720), Kinnema (1730), Haersma (1744), Bouricius (1757), Humalda (1777), Acronius (1780). Vier geschilderde wapenborden (XVIII): Haersma, Jeltinga, Kinnema en Scheltinga. Avondmaalszilver: broodschotel met geciseleerden rand, wapens-Acronius en Humalda, opschrift en : 1773 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter R en monogram = Andreas Passamier); broodschotel met opschrift (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter A = 1778 en monogram van H. Daum). Klok, in 1620 gegoten door Hans Falck van Neurenberg, in 1883 vergoten door A. H. van Bergen te Heiligerlee. Een achtkante steenen doopvont (^ 1300), uit deze kerk afkomstig, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Buweklooster. Van het in 1242 gestichte Buweklooster der Premonstratensen, bestaan nog slechts de grachten, die het voormalige kloosterterrein omgeven, en een kerkhof, waarop een oude klokkenstoel. Op het kloosterterrein staat thans o.a. een oude boerderij, nr. HO 67, met in den voorgevel een nokanker, waarin: 1807. Op de buitendeuren ijzeren kloppers en beslag. Inwendig: voorkamer met volledige betimmering (XlXa): schouw met geschilderd schoorsteenstuk (XVIIIa), voorstellend Petrus, die Christus verloochent; kasten en met 3 Achtkarspelen blauwe tegels bekleede wanden. Hierachter een vertrek, eveneens met schouw en geheel betegelde wanden. Op het erf dezer boerderij een zandsteenen doodkist (XIII B), waarin aan hoofd- en voeteneinde een kruis en een kruis tusschen twee abtsstaven gegroefd zijn. Een bronzen pot (1516), vermoedelijk uit dit klooster, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Drogeham. e. De ned. herv. kerk is in 1876 gebouwd in navolging en op de grondslagen van een oudere, aan den H. Nicolaas gewijde baksteenen kerk (XIIIa),met halfrondgesloten koor, waarvan de vierkante toren met zadeldak nog staat. Deze bestaat uit twee geledingen en heeft in de onderste geleding een keperboogfries, in de bovenste jaartalankers: 1704, van eene herstelling. De kerk bezit: Koperen doopbekkenhouder (XVIIIa) met bekken en doopschaaltje. Drie zeslichtskroontjes (XVIIIa). Klok, in 1633 gegoten door (Andreas) Obertin. Gerkesklooster. e. De ned. herv. kerk is gevestigd in het voormalige brouwhuis van het in 1240 gestichte Cisterciënsenklooster Jeruzalem of Gerkesklooster. Rechthoekig baksteenen gebouw (XVIa, in 1786 hersteld door vernieuwing van de kap en van een gedeelte der muren), met een later aanbouwsel tegen het oostelijk gedeelte, waarin zich de kosterswoning bevindt. In den westgevel en in de zijgevels sporen van korfbogige vensters ; in den oostgevel dichtgemetselde korfbogige vensters met neggen van profielsteen. Onder de vensters een omloopende geprofileerde zandsteenen waterlijst. De kap en een gedeelte der muren zijn in 1786 afgebroken en vernieuwd. De kerk bezit: Fragmenten (XVII?) van een ouden eiken preekstoel, in den tegenwoordigen aangebracht. In den tuin, achter de kosterswoning, een marmeren beeld (XVId, Italiaansch werk?), een kind op een schaap voorstellend, op een hardsteenen voetstuk (XVIIIb). Gegraveerden zilveren Avondmaalsbeker (XVII B) op voet met opschrift; tinnen blad (XVII B). Een klok, in 1504 gegoten door Arnoldus van Wou, uit dit klooster afkomstig, is thans te Gadstrup, in Denemarken. Koten. e. De ned. herv. kerk, in 1896 gebouwd ter plaatse van een in 1883 gesloopte, bezit: Twee twaalflichtskronen (XVIId). Zilveren Avondmaalsbeker met opschrift en: 1720 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter D = 1719 en meesterteeken B.A. = Bernardus van Asten?). Klok, in 1759 gegoten door Steen en Borchardt te Enkhuizen. Surhuisterveen. ex. De ned. herv. kerk, in 1685 gebouwd op de fundeeringen eener oudere, is een eenvoudig baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en een kleinen vierkanten toren. In de kerk een houten tongewelf met trekbalken. Zij bezit : Eiken preekstoel (XVIId, geverfd), met eenvoudig paneelwerk. Koperen lezenaar (XVIId). Koperen doopbekkenhouder, waarop een bekken met in den rand : 1813. Avondmaalszilver: gegraveerden zilveren beker met opschrift betreffende het leggen van den eersten steen, afbeelding der oude kerk en: 1685 en 1691 (merken: Kollumerlaod, jaarletter P = 1687, en G. A.); gedreven schaal (merken: Leeuwarden, Friesland, L = i74J en HL aaneen). Voorts een tinnen kan en twee tinnen broodschalen (XVIIId). Klok, in 1726 gegoten door Jan Albert de Grave te Amsterdam. De Doopsgezinde kerk is een eenvoudig gebouw met klassicistischen ingang, waarboven een opschrift en : 1801. Op het dak een opengewerkt koepeltje zij bezit: r ' Koperen lichtkroon (XVIIc). Tinnen kan, twee tinnen borden en een dito doopbekken (alles ^ 1800). Surhuizum. e. De ned. herv, kerk, in 1614 gebouwd ter plaatse van een oudere, waarvan alleen de toren bewaard bleef, in 1734 verbouwd en naar het Oosten uitgebreid, bestaat uit een schip, een driezijdig gesloten koor en eenen geheel vnjstaanden, van groote moppen opgetrokken, vierkanten toren (X Vla), met gemetselde spits. De kerk heeft aan de zuidzijde een ingang, geflankeerd door eenvoudige pilasters, met opschrift en : 1614. Aan de oostzijde een dergelijke ingang met segmentvormig fronton, waarin het wapen-Haersma en waaronder een opschrift betreffende het leggen van den eersten steen in 1734. Tusschen kerk en toren een op een boog gemetselde verbindingsgang. De toren, in 1898 door onoordeelkundige restauratie verminkt, heeft op eiken hoek twee veelvuldig versneden, tot bij de spits opgaande steunbeeren, waarvan sommige vernieuwd zijn. Hij wordt bekroond door vier met klimmende boogfriezen versierde puntgevels, waartusschen de spits is opgemetseld. Inwendig: eenvoudie- Achtkarspelen houten tongewelf; tegen den westmuur een hooge dubbele trap, toegang gevend tot de verbindingsgang naar den toren. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIIc), als te Augustinusga. Koperen lezenaar met wapen-Haersma en : 1778, eveneens als te Augustinusga. Gesmeed ijzeren doopbekkenhouder (XVII A). In het koor drie gebrandschilderde vensters, in 1734 vervaardigd door Ype Staak, met wapens (o. a. dat van Haersma) en opschriften. Avondmaalszilver : gegraveerd zilveren beker, met opschrift en: 1745 (merken: Leeuwarden, Friesland, L, en HL aaneen) ; broodschaal in vaasvorm op klauwen, met wapens, opschrift en: 1710 (merken: Leeuwarden, Friesland, P en HS = Hessel Sinnema). Klok, in 1630 gegoten door Hans Falck van Neurenberg. Twijzel. e 1. De ned. herv. kerk, in 1692 gebouwd op de grondslagen eener oudere, waarvan de toren nog staat, in 1925 inwendig gewijzigd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig gesloten koor en eenen vierkanten toren (^ 1200, in 1787 ten deele afgebroken en herbouwd) met zadeldak. Aan de zuidzijde een eenvoudige ingang met driehoekig fronton op Toscaansche pilasters en : 1692. Spitsbogige vensters. De toren heeft aan den voet een keperboogfries, rustend op tufsteenen kopjes; te halver hoogte sporen van dichtgemetselde rondbogige openingen, waarboven latere rondbogige galmgaten (1787 ?), en onder de gootlijst een omloopend rondboogfries. In den oostmuur de moet van een hooger schipdak, dan het tegenwoordige. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIId). 7 Ameland Familiebank (XVIIId), met gesneden ruggeschot, waarin ornament en wapens. In den koormuur gemetseld twee grafsteenen (1613 en 1633). Drie koperen twaalflichts kronen. Klok, in 1787 gegoten door Jan en Christiaan Seest te Amsterdam. 2. T 72. De ned. herv. pastorie (1745) heeft een voorgevel met verhoogde middentravee, waarin de deur (gewijzigd), en met halsgevelvormige bekroning met kuif en aanzetkrullen. In deze bekroning een opschrift en : 1745. In de draagstukken, onder de krullen : 1745. AMELAND. Ballum. e 1. Van de voormalige kerk (wellicht slotkapel van de in 1829 gesloopte Jelmera-state of Cammingha-huis), in 1832 gesloopt, staat nog slechts de toren (XV ?) met zadeldak, thans eigendom der burgerlijke gemeente, in 1755 hersteld, blijkens een steen boven den ingang. Hij is geheel ommetseld met kleine gele steen en heeft boven aan iedere zijde een rondbogig galmgat. In den toren : Klok, in 1784 gegoten door Christiaan en Jan Seest te Amsterdam. e 2. De ned. herv. kerk, in 1832 gebouwd (blijkens steen) ter vervanging eener oudere, waarvan de toren (zie e 1) nog staat, is een eenvoudig baksteenen schuurkerkje. Zij bezit: Rijk gesneden eiken preekstoel (1604, blijkens jaartal op het deurtje). Drie koperen kroontjes (XVIII B). Avondmaalszilver: beker (XVIIId) met opschrift en : I777 (merken : jaarletter H, meesterteeken: bloem met C F I, en gekroond monogram K). Gedreven offerschaaltje met gegraveerd opschrift en : 1777 (merken : H, Q. en onleesbaar). Broodschaal met gedreven rand en gegraveerd opschrift : 1778 (merken: Amsterdam, Holland, jaarletter R = 1776, VCB = Valentijn Casper Bömke van Dortmund ?). In een gebouwtje op het kerkhof ligt een groote, rijk gebeeldhouwde, van den grafkelder der heeren van Ameland afkomstige, zerk (1556, gem. Vincent Lucas), met wapens, voor Hayo (1556), Pieter (1574—1575), Pieter (f 1658) en Wytso (f 1641) van Cammingha. e 3. Naast de kerk de Ned. Herv. pastorie, met twee gewitte puntgevels (XVIII B) en jaartalankers: i7?i. g. Verschillende puntgevels van het Friesche kusttype met te halver hoogte van den top een fries (doorgaans met vlechtingen), welks zandsteenen lijst de zijkanten doorbreekt en te weerszijden een trapje vormt, veelal met jaartalankers, o. a. : 1. Ongenummerde gevel (1742). 2. Dergelijke gevel (1771). 5. Dergelijke gevel (1775). 4. Nr. 17. Gevel (1779). 5. Nr. 35. Boerenwoning met halfronde ontlastingsbogen boven de vensters. Jaartalankers : 1676. Hollum. e. De ned. herv. kerk, in 1678 opgetrokken uit den bouwval van de in 1569 door de Watergeuzen verwoeste kerk, mogelijk ter plaatse van de voormalige abdij der Benedictijnen Bethanië, en in 1879 hersteld, thans zeer vervallen, is een deels uit reuzenmoppen, deels uit kleinere baksteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip, een 5/io-gesloten koor en een vierkanten toren (hersteld in 1876) met zadeldak. In den grootendeels uit reuzenmoppen bestaanden noordmuur spitsbogige vensters, dichtgemetseld met kleine steen, een eveneens dichtgemetselde, segmentboog gedekte ingang en een korfbogige ingang, waar de waterlijst rechthoekig omheen is gevoerd. De zuidmuur, van kleine steen, heeft groote spitsbogige vensters, evenals de van groote steen opgetrokken koorsluiting. Boven den zuidelijken ingang een gedenksteen betreffende de herstelling in 1879. Tweemaal versneden steunbeeren. De toren bestaat uit vier geledingen, waarvan de onderste van groote moppen, de overige \ an kleine steen zijn opgetrokken. In de derde geleding spitsbogige spaarnissen met eenvoudige baksteenen traceeringen. In de bovenste geleding korfbogige galmgaten. Inwendig (gewit) : om de vensters groote rondbogige spaarnissen. In de benedenruimte van den toren een dichtgemetselde spitsbogige doorgang naar het schip en rondbogige spaarnissen. Geverfd houten tongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIId) met gewrongen Ionische zuilen op de hoeken der kuip. Doophek (XVIId) met gewrongen balusters. Eiken tafeltje (1784, in de consistoriekamer). Zerk (1695) voor Eduard Neuhusius ; dergelijke zerk (1707) voor diens vrouw en dochter. Drie koperen kronen (1775). Groenlandsche Eskimo-kano. Avondmaalszilver: twee bekers met gegraveerden bovenrand, waarvan een met, tegen den bodem, een opschrift en : 1694 (merken : Haarlem, jaarletter A en huismerk); en een met, tegen den bodem, M.R.T.I.K. (merken: Haarlem, jaarletter G en onleesbaar). Broodschaal met gedreven rand, opschrift en: 1733 (merken : W en onleesbaar). Twee collectebakjes, waarvan een met opschrift en : 1694 (merken: Amsterdam, jaarletter L en meesterteeken, waarschijnlijk van Andries Visch). Twee broodschaaltjes met opschrift en : 1778 (merken : Amsterdam, Holland, V C B = Valentijn Caspar Bömke van Dortmund?). Klok, in 1787 gegoten door Christiaan en Jan Seest te Amsterdam, met het prinselijk wapen. g. Verschillende puntgeveltjes van het Friesche kusttype, als te Ballum, meerendeels met jaartalankers, o.a. : 1. Nr. 100. Huis (XVIIa), waarin omstreeks 1800 de commandeur ter walvischvaart Hidde Dirksz. Kat woonde. Halfronde ontlastingsbogen boven dichtgemetselde vensters en ingang. In den gevel gemetseld : A. 160?. 2. Nr. 105. Puntgevel met jaartalankers : 1651. 3. Nr. 39. Dergelijke gevel (1664). 4. Nr. 49. Dergelijke gevel (1684). 5. Nr. 104. Dergelijke gevel (1720). Twee windmolens (XVIII), achtkante bovenkruiers met ingebogen lichaam. Nes. e 1. Van de vroegere kerk (H. Johannes de Dooper) staat nog slechts de toren (vermoedelijk XIII of XIV), geheel ommetseld, waarschijnlijk in 1664, met kleine gele steen, en bestaande uit drie weinig versnijdende geledingen. Boven den westelijken ingang een steen, betreffende eene herstelling in 1890. In de tweede geleding jaartalankers : 1664. In de bovenste geleding rondbogige galmgaten. Zadeldak. In den toren : Klok, in 1832 gegoten door A- H. van Bergen te Midwolde. 2. De ned. herv. kerk, in 1824 gebouwd, in 1913 verbouwd, blijkens een gedenksteen boven den ingang, is een eenvoudig schuurkerkje. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII B). Drie koperen kroontjes (XVIII B). Avondmaalszilver: twee bekers met gegraveerd opschrift en: 1708 (merken: Friesland, jaarletter O, meesterteeken: takje met klaverblad); broodschaal met gegoten rand en gegraveerde opschriften (merken: Amsterdam, Holland, jaarletter \\ = 1731 ? en meesterteeken, vermoedelijk van Joh. Winter van Groningen); twee collecte schaaltjes met gegraveerde opschriften en: 1716 (merk: N). 3. De r. k. kerk (H. Clemens), in 1878 gebouwd dooi Dr. P. J. H. Cuypers, bezit: Altaarsteentje (XVII ?) van een draagbaar altaar, waarschijnlijk tijdens de Hervorming gebruikt. Gedreven koperen relief (XVIIA), Christus en de Samaritaansche voorstellend. Twee houten reliefs (XVIIIA), Franciscanen voorstellend. Altaarschildering (+ 1700, toegeschreven aan Gerardus \\' igmana), de Kruisiging voorstellend. Kleine zilveren ciborie (vertoonde oorspronkelijk meesterteeken van Gabynus van der Lely, maar is gerestaureerd). ' ^ Vier zilveren kandelaars (XVIII A). Vier kleine zilveren kandelaars (XlXa). Kazuifel met borduurwerk (^ 1700, gerestaureerd). Klok (1832), afkomstig uit de R. K. kerk te Wijtgaard. g 1. Badweg. Baksteenen gevel (in 1926 hersteld door architect D. Meintema) met in- en uitgezwenkte zijkanten, top- en hoekpilasters. Twee geprofileerde waterlijsten. Jaartalankers: 1625. In de linkerhelft van den top een zolderluik, waarboven een hijschanker. Inwendig: gedeeltelijk met tegels (XVIII) bekleede wanden. Baarderadeel Verschillende puntgevels van het Friesche kusttvpe (zie blz. 9), o.a.: 2. Puntgeveltje met jaartalankers : 1678. 3. Nr. 90. Dergelijk geveltje. Jaartalankers: 1680. Boven de voordeur, rechts in den gevel, een zolderluik, waarboven een hijschanker. 4. Nr. 86. Dergelijk geveltje (1691). j. Dergelijk geveltje (1733). 6. Tegenover nr. 90. Dergelijke gevel. Jaartalankers : 1771. Zoldervenster, waarboven hijschanker. Vier sierankers. Aan de oostzijde van het dorp een windmolen (i 1800?), achtkante bovenkruier met ingebogen lichaam, bekleed met riet, zonder stelling. Beddebankjes (1744 en XVIII B), een draaikeeft (XVII), een lessenaarvormig kistje (XVIII) en een eikenhouten stoof, van Ameland afkomstig, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. BAARDERADEEL. Baard. a. Scherven van geometrisch versierd aardewerk, hier gevonden, zijn in het Friesch museum. e. De Ned. Herv. kerk, in 1873 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Gertrudis), bezit: Twee kleine trapeziumvormige zerken (XIV) van roode Bremersteen, blijkens randschrift in gothische letters bestemd voor twee kinderen uit het geslacht Dekama. Beers. e. De ned. herv. kerk (H. Maagd), waarschijnlijk ± 1300 gesticht, + 1500 verbouwd en vergroot, is een eenbeukig baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/1 o-gesloten koor en een toren met spits. In het koor oorspronkelijke, thans dichtgemetselde, spitsboogvensters met traceeringen. Aan de noordzijde een spitsbogige ingang (XVd) in omlijsting van profielsteen. Inwendig • houten tongewelf (XIX vernieuwd) met gesneden rozetten. De kerk bezit: Afsluiting onder het orgel, overblijfsel (XVIb) van een koorhek met gebeeldhouwde balusters. Preekstoel van blank eikenhout, in 1759 vervaardigd door h. Swalue te Leeuwarden, met gebeeldhouwde paneelen, klankbord, ruggeschot en trap Doophek (XVIIIa). Heerenbank (1764, verknoeid) der familie van Aylva. Gesneden banken en lambrizeeringen (XVIIIc). Rood zandsteenen priesterzerk (1476). Gebeeldhouwde zerken (meest bedekt): een (i557_i56i, gem. Claes jansz), voor Hessel Ipma en Syts Hessels ; dergelijke zerk, (1618 1657—1671) met de wapens-Bouricius, Tyara en Aleinsma; zerken van 1602, 1608, 1616, 1614, 1618, 1642, 1666, 1768. Vier gesneden tekstborden (XVIIIc). ^wee blokken, in 1569 gegoten door Thomas Both en Willem van Aalten. g. Van de in 1756 gesloopte stins Unia-State staat nog een baksteenen poortgebouw (1616). Aan voor- en achterzijde een topgevel met in- en uitgezwenkte zijkanten. In den voorgevel een steen met (afgehakte) wapenslyara en Buygers en opschrift. Op de geveltoppen twee windwijzers met wapen-Tyara. Boven de gracht een door\aartboog, op welks sluitsteen wapens. Bosum. De ned. herv. kerk (H. Margaretha), XII gebouwd, omstreeks 1250 verhoogd, is een grootendeels tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip, een halfrond-gesloten koor, aan de bovenzijde door uitmetseling overgaand in 3/8, en een vierkanten toren, deels van tuf- deels van groote baksteen, met zadeldak. De verhooging van het tufsteenen schip en koor bestaat uit groote moppen. In het koor rondbogige vensters, in welker togen een ronde kraal rustend op zandsteenen colonnetten. Aan de noordzijde, in het tufsteenen gedeelte, een spitsbogige dichtgemetselde ingang in omlijsting van gebakken profielsteen. Sporen van een gedichte rondbogige ingang en van een dergelijk venster. Aan de zuidzijde een ingang van baken bergsteen, geflankeerd door Korinthische pilasters, die een hoofdgestel dragen, waarin een opschrift en: 1700. De toren heeft in de bovenste geleding galmgaten, waarvan die aan de zuidzijde spits-, aan de overige zijden rondbogig zijn. Onder deze galmgaten bevinden zich rondbogige nissen. Inwendig: ellipsvormig houten gewelf (1912), waarboven, in het koor, een waarschijnlijk koepelachtig steenen gewelf 1250?) met ribben en sluitring. De kerk bezit: Eiken preekstoel (midden-X VII, gewijzigd, trap nieuw). Eiken doophek (XVIIIc), met vier siervazen (XVIIId). Eenvoudige koperen doopbekkenhouder (XVII B). Orgel met rugpositief, blijkens opschrift in 1791 vervaardigd door den orgelmaker Rudolf Knol; gebeeldhouwd orgelfront en galerij (XVIII d). Twee heerenbanken (XVIII c/d). Eenvoudige banken en wandbetimmering (XVIIIc, gedeeltelijk vernieuwd). Twee koperen kroontjes (^ 1700). Trapeziumvormige zerk (XV) van Bremersteen. Onder den houten vloer twee gebeeldhouwde zerken in den trant van Colijn en Floris, waarvan de een in 1541 en de andere in 1543 vervaardigd door den monogrammist B. G. Voorts verschillende zerken (XVII en XVIII). Zilveren Avondmaalsbeker (1686). Dergelijken beker (1818), en broodschaal (1818). Twee klokken, in 1635 gegoten volgens opschrift door Andreas Obertin „uit Frankrijk". Vijf geschilderde portretten (1634) van het geslacht Bockema en een ruitvormig graf bord (1649), van hier afkomstig, zijn in het Friesch museum. Britswerd. e. De ned. herv. kerk (H. Georgius) is waarschijnlijk XHIa opgetrokken van gele baksteen, later meermalen gewijzigd en verknoeid. Zij bestaat uit een schip, een halfrond-gesloten koor en ^enen vierkanten toren met nieuwe spits. In de muren van het schip sporen van rondbogige vensters. Aan de zuidzijde ccn ingang (1753) van bak- en zandsteen, met gebeeldhouwde zandsteenen bekroning. In het gevelveld het wapen-Aylva. De kerk bezit : Grafzerken onder den houten vloer. Avondmaalszilver (tevens van Wiewerd): beker (1632, blijkens jaartal onder den voet) met een in den bodem gesoldeerde munt (1627) en een later opschrift (1820); beker (^ 1650) met opschrift (merken: Sneek, K. en T.G). Klok in 1534 gegoten door Geert van Wou. Hilaard. a. Scherven van geometrisch versierd aardewerk, hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De Ned. Herv. kerk (H. Joannes) is een van groote moppen opgetrokken gebouw (XIV), bestaande uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. Spitsbogige vensters in omlijsting van holle profielsteen en met schuine dagkanten. Onder de vensters een rondgaande zandsteenen waterlijst, vierkant om den zuidelijken spitsbogigen ingang gevoerd. Aan de noord- zijde een dergelijke dichtgemetselde ingang. Tweemaal versneden steunbeeren. De toren, met kleine steen hersteld, heeft aan de westzijde een topgevel met in- en uitgezwenkte zijkanten; in ankers: 1865. Inwendig (geheel gewijzigd en vernieuwd) : in den toren overblijfselen van een baksteenen koepelachtig gewelf over de benedenruimte. De kerk bezit: Gebeeldhouwd marmeren epitaaf, blijkens opschrift in 1656 vervaardigd ter nagedachtenis van Hobbe van Aylva en zijne echtgenoote, met vier kwartierwapens. Onder het koor een grafkelder. Verschillende gebeeldhouwde zerken onder den houten vloer, en een zerk (1720) onder de kachel. Klok, in 1392 gegoten door Hermannus. Huins. a. Een Germaansch figuurtje van gebakken aarde, een dier voorstellend en gevonden in een terp, is in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas) is een uitwendig gepleisterd baksteenen gebouw (XIII A), bestaande uit een schip met een halfrond-gesloten koor. Aan de noordzijde een dichtgemetselde korfbogige ingang. De kerk bezit: Preekstoel (XVII b, geverfd). Zerk (1577) van pastoor Sippe Japicksz.; eenvoudige zerken (XVII). Eiken bank (XVIIb). Klok, in 1617 gegoten door Hans Falck. Jellum. Een uit de vroegere kerk afkomstige romaansche doopvont (^ XII) is in het Friesch museum te Leeuwarden. Jorwerd. a. Een vierdeelige gouden oorring en een ovale schijf (VIII) van witte kalksteen, waarin een Christusfiguur met nimbus is gesneden, in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum. Germaansche beenen spinschijfjes en kammen zijn in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden. e. De thans Ned. Herv. kerk, wellicht XI gesticht, sinds XIII a aan het klooster Bloemcamp behoorend, XV gewijzigd, in 1890 gerestaureerd, is een grootendeels tufsteenen gebouw (XII), bestaande uit een schip (XV verhoogd van baksteen, met een gootlijst van profielsteen), een halfrond-gesloten koor, naar de gootlijst uitgekraagd tot 5/10, en eenen vierkanten toren met zadeldak. Spitsbogige vensters (XV) ; aan de noordzijde moeten van kleine rondbogige vensters ; aan noord- en zuidzijde ingangen (XVII, later gewijzigd). De overkraging onder de gootlijst van het zwaar met klimop begroeide koor is gemetseld van Bremersteen op tufsteenen kopjes. De toren bestaat uit drie tufsteenen geledingen (XI), waarvan de tweede en derde versierd zijn met keperboogfriezen, en een vierde baksteenen geleding (XV) met tootboogfries en spitsbogige nissen, gevuld met vlechtingen van roode en gele baksteen ; op de hoeken der beide topgevels zandsteenen aanzetkrullen (^ 1700); in de derde geleding aan iedere zijde twee gekoppelde rondbogige galmgaten met middenzuiltjes van roode Bremersteen ; aan de westzijde een spitsbogige ingang (XV). Inwendig: spitsboogvormig, houten tongewelf met geprofileerde schinkels en gesneden sluitrozetten ; eiken trekbalken, met muurstijlen, korbeelen en sleutelstukken (XV). De kerk bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVII c). Doophek (XVIII c). Koperen doopbekkenhouder (XVIII). Vele koperen blakers (XVIII). Orgel (XVIII d) met rugpositief. Drie eenvoudige overhuifde heerenbanken (XVII c), banken (XVII c) en soortgelijke banken (XVIII c). Eiken lambrizeeringen (XVIIIc). Groote zerk (1556, door Pieter Dircks) voor pastoor Hoeko Fons; gebeeldhouwde zerk voor Watze van Hania (f 15 69), met voorstelling van diens moord; groote zerk (1658, door Aysma) voor den ritmeester Johannes Nauta; zerk (1584—1596—1630), een (1644—1658), een (1660), enkele eenvoudige (XVII a en XVII d). Zilveren Avondmaalsbeker (XVIII) met opschrift. Twee klokken, waarvan een in 1404 gegoten door Hermannus en een in 1749, door J. Borchardt te Groningen. Een zilveren Avondmaalsbeker (+ 1650, merken: Leeuwarden, jaarletter A en W.B. = Wynout Baerens van Asten) uit deze kerk afkomstig, is thans in particulier bezit te Leeuwarden. Een dergelijke beker (1818, meesterteeken O. S. = O. Swartwolt) is eveneens in particulier bezit te Leeuwarden. Lions. a. Een Romeinsch bronzen beeldje, voorstellend de godin Fortuna, en twee Keltische schedels en andere skeletdeelen, hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Catharina) is een baksteenen gebouw (XIV, later gewijzigd), uitwendig geheel gepleisterd, en bestaande uit een schip, een 5/8-gesloten koor en eenen kleinen toren met spits. Mantgum. e. De ned. herv. kerk (H. Maagd Maria), in 1203 gebouwd door de Praemonstratensen van Oldeklooster, bestaat uit een uitwendig geheel vernieuwd en gepleisterd schip, een 5/io-gesloten koor, en eenen nieuwen toren (1868). De kerk bezit: Volledige eiken betimmering, in 1779—1781 vervaardigd, bestaande uit: Preekstoel met rijk gesneden ronde kuip en klankbord. Doophek. Heerenbank met overhuiving. Banken met gesneden wangstukken. Onder het (moderne) orgel een afsluiting met paneelwerk. Gesneden lambrizeeringen. Alles in den trant van Lodewijk XVI. Groote gebeeldhouwde zerk (XVId), met twee levensgroote figuren, alliantie- en kwartierwapens, voor Seerp van Galama (t !581) en Hys van Botnia (f 1593); gebroken zerk (XVIc) met wapens, voor Fueck Hoxwier (f 1554) en Galo van Galama (f 1559). Klok, in 1491 gegoten door Geert van Wou. Oosterlittens. e. De ned. herv. kerk (H. Margaretha) is een waarschijnlijk XII gesticht, XIV vergroot, hoofdzakelijk baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een halfrond gesloten koor tegen welks noordzijde eene sacristie (XV), en eenen toren (1854). In schip en koor overblijfselen van tufsteenen muurwerk (XII) met moeten van rondbogige vensters. Aan de noordzijde van het schip een dichtgemetselde korfbogige ingang (XV), in omlijsting van profielsteen; aan de zuidzijde een ingang (1665) van bak- en zandsteen, met engelenkopje in den sluitsteen. Op het schip een dakruiter. Inwendig : spitsbogig houten tongewelf (XVla) met geprofileerde schinkels ; trekbalken met korbeelen en muurstijlen (XVla). De kerk bezit: Gebeeldhouwden eiken preekstoel (175 5). Doophek (midden-XVIII). Koperen lezenaar (midden-XVIII). Heerenbank (1604) met snijwerk en wapens. Banken en lambrizeeringen (midden-XVIII). Grafzerken (XVIIc en XVIII), onder den houten vloer. Rouwbord (1664) en een (1695), van leden der familie Hettinga. Avondmaalszilver: beker (merken: Bolsward, jaarletter S en monogram A E) met opschrift, wapens en een in den bodem gesoldeerde munt (1623). Twee klokken, waarvan een gegoten in 1576 door Wilhelmus Wegewaert, en een in 1621 door Hans Falck. Oosterwierum. e 1. Van de ned. herv. kerk (H. Nicolaas), in 1905 gesloopt, staat nog slechts de toren, een vierkant, ongeleed baksteenen bouwwerk, wellicht Xlld gebouwd, i 1300 gewijzigd, in 1589 hersteld, blijkens een steen in den zuidmuur. Korte, ingesnoerde spits. Boven in den noordgevel galmgaten, gedekt door tootbogen (± 1300); in de overige gevels rondbogige galmgaten (1589). Inwendig : vier verdiepingen, waarvan de benedenste later door een zoldering in tweeën is gedeeld; hierin rondbogige muurnissen, aan de westzijde doorbroken door een later spitsboogvenster. Op de derde (thans vierde) verdieping een muurnisje gedekt door een keperboog. De kerk bezit: Fragment van een grafzerk (XII) van roode Bremersteen met vlak lijnornament. Avondmaalszilver: beker, blijkens opschrift in 1631 vervaardigd uit een miskelk van 1319 (merken: Leeuwarden, jaarletter A en I. M. = Jan Melchiors Oostervelt). Collecteschaal, eveneens in 1631 uit een miskelk (1319) vervaardigd, met rand wellicht van een ouder voorwerp (merken als voren). Klok, in 1537 gegoten. Baarderadeel • e 2. De r. k. kerk (H. Wiro) bezit: verguld zilveren miskelk (XVIIb) met op den voet eene voorstelling van Golgotha en een alliantiewapen (meesterteeken: lelie met kroon, van Jarich Gerrits van der Lely te Leeuwarden). Schillaard. e. Van de ned. herv. kerk (H. Maagd), vermoedelijk XIV gesticht, in 1880 gesloopt, staat alleen nog de toren (midden-XVII, 1927 in herstelling), een vierkant bouwwerk van baksteen met toepassing van zandsteen, bestaande uit drie een weinig versnijdende geledingen en gedekt door een zadeldak. In de vlakke benedenste geleding, aan de oostzijde, een (gewijzigde) toegang van den toren tot het voormalige schip ; aan de noord- en aan de zuidzijde twee gebeeldhouwde zandsteenen consoles met kopjes. In de tweede geleding Ionische pilasters van roode baksteen, te weerszijden van ellipsvormig getoogde spaarvelden ; aan de oostzijde de moet van een zadeldak. In de derde geleding Ionische pilasters van gele baksteen te weerszijden van spaarvelden, waarin rondbogige galmgaten. In een der zandsteenen hoekblokken het jaartal 1567 (?) en in een ander 1767. Inwendig : in den muur uitgespaarde, gemetselde trap, voerende naar de verdieping boven het koepelgewelf, dat de benedenruimte overkluist. Klok, in 1534 gegoten. Weidum. e. De ned. herv. kerk (H. Johannes), volgens overlevering in 1199 gesticht door den edelman Viglius Haniama, gebouwd door de Augustijnen van Ludingakerk, bestaat uit een baksteenen schip met een halfrondgesloten koor, onder de gootlijst uitgekraagd tot j/10, en eenen vierkanten tufsteenen toren (i noo) met ingesnoerde achtkante spits. Baarderadeel Rondbogige vensters, waarvan sommige dichtgemetseld, andere later vergroot zijn, aan noord- en zuidzijde van het schip geflankeerd door rondbogige nissen met vlechtingen; deze vensters hebben schuine dagkanten met een zware kraal. Aan de noordzijde een korfbogige ingang (XVd), waarboven een later ingebroken spitsbogig venster. Aan de zuidzijde een dergelijke ingang, gedekt door een spitsboog met tufsteenen toten; in den boogtrommel een spitsbogig nisje, waarschijnlijk voor een vroeger heiligenbeeld. De toren bestaat uit twee geledingen, gescheiden door een rondboogfries op dunne collonnetten. In de bovenste geleding, aan iedere zijde, dubbele rondbogige galmgaten. Inwendig: houten tongewelf (XVd) met geprofileerde schinkels, trekbalken, sleutelstukken met peerkraal, en korbeelen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIIa). Doophek (XVIIIa). Orgelvoet (XVIIIa) met snijwerk. Vier gebeeldhouwde heerenbanken (XVIIIa) met overhuiving, waarvan de grootste het jaartal 1708 draagt. Banken en lambrizeeringen (XVIIIa). Trapeziumvormige zerk (1479) van roode Bremersteen met Latijnsch opschrift. Gebeeldhouwde zerk (XVIIa, waarschijnlijk vervaardigd door Pieter Claes 1), voor den hopman Viglius van Hannya en Aelke van Scheltema. Dergelijke zerk (thans onder den houten vloer), in 1612 vervaardigd door Pieter Claes, voor den hopman Titus van Hannya en Bets van Osinga. Zerk (1615) voor den ingang van den toren. Twee klokken, waarvan een in 1531 gegoten door Geert van Wou en Johan Tersteghe, en een in 1626 door Hans Falck van Neurenberg te Leeuwarden. 1) Zie R. Ligtenberg, O. F. M., Grafzerken der XVIe eeuw in Friesland, in Vrije Fries XXIII (1915), b'z- 177- *3. Baarderadeel Wiewerd. a. Van eene vondst van negen en dertig Frankische gouden sieraden (VII) bevinden zich een solidus, geslagen te Arles tien solidi van Clotarius II, geslagen te Marseille, en een Merovingische vingerring in het Friesch museum te Leeuwarden; het overige deel dezer vondst, meerendeels draagmunten (VI en VII), is in het Rijksmuseum \ an Oudheden te Leiden, evenals een aantal voorwerpen van gebakken aarde (I-IX) en eenige zilveren ringen in de terp gevonden. ö ' De ned. herv. kerk (H. Nicolaas), ± 1200 geouwd XIV, XVII en XVIII gewijzigd, in 1860-1870 ^•\j°\te S nicuw ornmetseld (behalve aan de noordzijde), in 1888 verminkt door slooping van den toren is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip en een 3/8-gesloten koor. In den noordmuur, aan de westzijde een dichtgemetseld romaansch venstertje ; aan de oostzijde ?vtaa 1 r°n voorstellend Maria met het kind (merk : Fransche lelie met kroon = Johannes van der Lely) ; gegoten zilveren plaquette (±1750), de H. Maagd voorstellend (merk : A. i. in gekroond schildje). Een zilveren ablutiekelkje (XVII, merken: Bolsward, onduidelijke jaarletter, en huismerk als meesterteeken), en een zilveren wierookvat en scheepje, door van Tekelenburg in 1732 vervaardigd, zijn in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. 5. De r. k. kerk (H. Martinus), in 1849—1850 gebouwd door Th. Molkenboer, in 1906 vergroot onder leiding van Hardeman, bezit: Zilveren monstrans (XVIII a) in zonvorm. Twee verguld zilveren kelken (XVIII a). Zilveren altaarschel (XVIII a). Zilveren beslag (XVIII a) van een missaal, met voorstellingen van Jezuïeten-heiligen. Een gedreven ovaal lavabo-blad, in 1664 vervaardigd door Claes Baert, is in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. 6. Kerkstraat E 86. Voormalige synagoge (XIX a). Klassicistische ingang met gebogen fronton. f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst. 1. Het algemeen stadsarmenweeshuis bezit een buffelhoornen drinkhoorn 1600) met gegraveerd zilveren beslag, waarop jachttafereel en wapen (merken: Bolsward, R. en monogram A E (?)); en twee zilveren kroezen (1648, merken : Bolsward, jaarletter R = 1648 en lelie). 2. Nieuwmarkt 26-28. Het sint-Antoniegasthuis, in 1464—-1474 op deze plaats gebouwd, in 1778—1781 geheel herbouwd, heeft een voor- en achtergevel in klassicistischen trant, van bak- en zandsteen. Hoofdingang geflankeerd door zandsteenen pilasters. Inwendig : voogdenkamer met fraai gesneden schotwerk ; lambrizeeringen, waarboven vakken met schilderingen (XVIII d, in 1910 gerestaureerd door J. Grolman te Utrecht), stucplafond met koof; schoorsteenmantel; drie leunstoelen en veertien stoelen, alles Lodewijk XVI. Eene reeks kopergravures, uit dit gesticht afkomstig, is thans in het raadhuis (d 1). 3. Groote Dijlakker. Het r. k. liefdesgesticht. Inwendig : rechtervoorkamer met lambrizeering, waarboven geschilderde muurvakken (Lodewijk XVI). Boven de deur een witje. Zoldering, beschilderd met ornament in den trant van Lodewijk XIV. Linkervoorkamer met gesneden dubbele deur; schoorsteen met gebeeldhouwden mantel en boezem met stucversiering, waarin een schildering. g. Particuliere gebouwen. A. Trapgevels van bak- en bergsteen, met geprofileerde afdekkingen en toppilaster op kraagsteen : 1. Kerkstraat 32. Eenvoudige gevel (XVII b). 2. Groote Dijlakker 17. Gevel (1649, in 1889 gerestau- reerd) met gebeeldhouwde friezen en geprofileerde vensteromlijstingen. Sierankers. 3. Dijkstraat 23. Gevel (XVII d) met gebeeldhouwde vleugelstukken op de trappen. Gevelsteen (XVIII a, springend paard). 4. Appelmarkt 12. Gevel (XVII). Steen met wapens en : 1741. B. Halsgevels (recht en ingezwenkt), meerendeels met aanzetkrullen en gebeeldhouwde, segmentvormige frontons : 5. Dijkstraat 2. Halsgevel (XVII d). 6. Marktstraat 6. Ingezwenkte halsgevel (1715)- Op het segmentvormig fronton een siervaas. In den top een oeil-de-boeuf, omlijst door festoenen. Onder de vensters guirlandes. Boven de deur een cartouche met: 1715. Bovenlicht. 7. Groote Dijlakker 27, 29, 30. Gevel (XVIII a). 8. Groote Dijlakker. Rechte halsgevel (1729) met gebeeldhouwde vleugelstukken. In den top een cartouche, omlijst door festoenen. Onder de vensters gebeeldhouwde draperieën, waarvan een met: 1729. Steen met alliantiewapen. Sierankers. 9. Polstraat 5. Gevel (1730). dj-. ■ -1' 10. Groot Zand 15. Dergelijke gevel (XVIII b), met twee groote trappen, waarop gebeeldhouwde vleugelstukken. Onderpui verbouwd. ' 11. Groot Zand 8. Ingezwenkte halsgevel (XVIII A), waarin gedenksteen (XVIII c) met wapens. C. Gevels met rechte kroonlijst: 12. Jongemastraat 6. Gevel (XVII c) met vensters in omlijsting van profielsteen. Zandsteenen boogblokken en kraagsteenen met engelenkopjes. 13. Polstraat 10. Gevel (1740). Boven het tweelichtsvenster een gebeeldhouwde cartouche met: 1740. Ingang tusschen geblokte pilasters, waarboven een gebeeldhouwde bekroning met alliantiewapen. Deur met rijk bovenlicht, waarin een monogram. Dakvenster met gesneden bekroning. 14. Appelmarkt 5. Gevel (XVIII c), met kroonlijst op consoles. 15. Marktstraat 2. Gevel (XVIII c), met kroonlijst op gebeeldhouwde consoles, waarboven een dakvenster in omlijsting. 16. Groote Dijlakker 4 en 5. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesneden deur in omlijsting. 17. Groote Dijlakker 19. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesneden deur in omlijsting van pilasters en kroonlijst. 18. Groote Dijlakker 31-32. Dergelijkegevel(XVIII d) Kroonlijst met fronton, waarin een venster in gesneden omlijsting. 19. Marktstraat 1. Dergelijke gevel (XVIII d). 20. Marktstraat 17. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesneden deur met boven- en zijlichten, waarin gesneden roeden; rijk gebeeldhouwde omlijsting met kuif in den trant van Lodewijk XV. Inwendig : in de gang twee portieken ; in voor- en achterkamer betimmeringen en gesneden schoorsteenmantels. 21. Marktstraat 9. Dergelijke gevel (XIX a, gepleisterd). Fragmenten en details van buitenarchitectuur : x. Heeremastraat 8. Van het voormalige Heeremahuis, XIX A verminkt, bestaat nog slechts een langgestrekt rechthoekig gedeelte (XVI a), met een vleugel aan de achterzijde, van afwisselende lagen roode en gele baksteen. In den gevel sporen van dichtgemetselde, segmentvormig getoogde vensters en ingang. Een geschilderd drieluik (1513) met een voorstelling van de H. Maagd met het kind en portretten van Frans Minnema en Wijts Jongama, uit dit huis afkomstig, is in het Friesch museum te Leeuwarden. 2. Kerkstraat 38. Zijgevel (XVI b), boven het water op een boogfries uitgekraagd. 3. Marktstraat 4. „Apothekerspoortje". Poortje (1660) met bergsteenen versieringen, op den sluitsteen een vijzel, hierboven een alliantiewapen. 4. Groote Dijlakker 50. Poortje (1666) van bak- en bergsteen met alliantiewapentjes. 5. Groote Dijlakker 38. Onder de vensters gebeeldhouwde afhangende versieringen (XVIII A). 6. Groot Zand 2. Dakvenster (XVIII c), in gebeeldhouwde omlijsting. 7. Polstraat 6. Deur (XVIII d), waarboven een venster in gesneden omlijsting. 8. Polstraat 8. Kroonlijst (XVIII d). Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld : Appelmarkt 11, gebeeldhouwde gedenksteen (XVII a, in den zijmuur), met Latijnsch opschrift; Kleine Dijlakker 4, steen met engelenkopje, wapen en : 1625. Fragmenten van binnenarchitectuur: 1. Marktstraat 8. Geverfde eiken binnenportiek (i 1700). 2. Kleine Dijlakker 18. Dergelijke portiek (± 1700). 3. Bagijnestraat 3. Bedsteden met wandbetimmering (XVIII). b. Vtaria. Een tegeltableau (± 1700) van veelkleurig aardewerk, een oorlogsschip voorstellende, en afkomstig uit eene woning alhier, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Dantumadeel Een overmans-gildepenning (1721) van het medicijns-, chirurgijns- en apothekersgild te Bolsward, met opschrift, is in hetzelfde museum. DANTUMADEEL. Akkerwoude. e. De ned. herv. kerk, in 1849 gebouwd ter vervanging eener oudere, bezit: Eiken preekstoel (± 1700, later gewijzigd). Gesneden lezenaar (i i700)Twee koperen zeslichtskroontjes (XVII d). Klok, in 1655 gegoten door Jelte, Pier en JohanRiemers Gravius van Hoeytema te Sneek. Birdaard. e. De ned. herv. kerk, in 1851 gebouwd, bezit: Koperen doopbekkenhouder (XVII d). Twee koperen lichtarmen (XVII d). Grafzerken, onder den vloer. Twee klokken, in 1638 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden. Dantumawoude. e 1. De ned. herv. kerk (H. Benedictus), waarschijnlijk ± 1200 gebouwd, XIV vergroot, is een thans geheel gepleisterd baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen baksteenen toren met zadeldak. In den zuidmuur onder de pleisterlaag, een keperboogfries en lisenen. De toren (XIV, in 1686 gewijzigd) heeft in den oostelijken geveltop spitsbogige nissen (XIV) met geprofileerde dagkanten ; aan de noordzijde, onder de gootlijst, in ankers : 1686. Inwendig : houten tongewelf (XVIII) met trekbalken op sleutelstukken (XV) met peerkraalprofiel. In den toren een steen met opschrift en : 1686. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII c), met gesneden paneelen. Eiken doophek (XVIII c). Koperen lezenaar, blijkens een opschrift in 1757 vervaardigd door Lieuwe Geerts te Dokkum (evenals die te Driesum). Orgel met galerij en balustrade met gesneden bekroning, waarin wapens en : 1777. Twee gebeeldhouwde zerken (XVII c) van het geslacht Heemstra; verschillende eenvoudige zerken (XVII en XVIII). Twee groote rouwborden (1794 en 1824) voor leden van het geslacht Bergsma. Avondmaalszilver: gegraveerd zilveren beker met opschrift, wapens-Heerma-Goslinga en : 1643 (merken : leeuw groote keur, V en P) ; dito beker met opschrift en: 1771, merken: leeuw groote keur, T en onleesbaar.) Klok, in 1786 gegoten door L. H. Haverkamp te Hoorn. e 2. De doopsgezinde kerk, XIX c gebouwd, heeft boven den ingang een gedenksteen der vroegere kerk, met opschrift en : 1776. Zij bezit: Eiken familiebank (XVIII d) met gesneden bekroning, waarin wapens en de letters J. D. en E. H. Stoel, waarop gesneden : 1807. Driesum. a. Van een vondst van Romeinsche kleine bronzen munten, in 1875 ontgraven uit een terp, bevinden zich vijf en veertig (III) in het Friesch museum. e. De thans ned. herv. kerk is een in 1713 ter plaatse eener oudere opgetrokken baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en een in 1876 gebouwden toren. Groote rondbogige vensters tusschen Dorische pilasters (vroegere lisenen?). Aan de noordzijde een ingang geflankeerd door Dorische pilasters, waarop een segmentvormig fronton met: 1713 ; hierboven een steen in gebeeldhouwde omlijsting, met Latijnsch opschrift, vermeldend het leggen van den eersten steen, in 1713, op de plaats eener oudere, vervallen kerk. Aan de zuidzijde een ingang, waarboven een zonnewijzer met: 1713. Inwendig: houten tongewelf (XVIII a) met trekbalken. De kerk bezit: Gebeeldhouwden eiken preekstoel (1714), met, in het middenpaneel, een gesneden eiken console (XVIII c). Doophek (XVIII a). Koperen lezenaar, blijkens opschrift in 1771 vervaardigd door Lieuwe Geerts te Dokkum (evenals die te Dantumawoude), met koperen arm, rustend op de console in het middenpaneel van den preekstoel. Avondmaalstafel (midden-XVII) met bolpooten. Orgel (1782) met gesneden kast en voet rustend op Ionische zuilen, en met gebeeldhouwde balustrade, waarin wapens. Familiebank (XVIII a) met overhuiving en alliantiewapen-Haersma ; en dito bank (XVIII a) met bekroning, waarin het wapen-Sytsama. Groote gebeeldhouwde zerk (1582) van het geslacht Bouma ; dito zerken (1630, 1651, 1760 en 1780) van de geslachten Haersma en de Kanter. Twee koperen twaalflichtskronen (XVIII a) en een dito gedreven lichtarm (XVIII a). Acht zandsteenen wapenborden, in gebeeldhouwde omlijsting, van leden der geslachten Ausma (1714), Knyff (1767), Goslinga (1781), Osinga-Aisma (XVIII c), Aylva (XVIII c), SchwartzenbergthoeHohenlandsberg(XVIIIc), Ropta-Camstra (XVIII c) en Sytsama (XVIII c). Bijbel, met zilveren beslag, blijkens gegraveerd opschrift in 1714 geschonken door Geertruida en Aurelia van Haersma. Klok, in 1617 gegoten door Hans Falck van Neurenberg te Leeuwarden. ƒ. K 228. Voormalig schoolgebouw, in 1787 gebouwd, blijkens een gedenksteen in den topgevel, ter vervanging van een ouder, dat is afgebrand. Op het midden een halsgevel met halfrond fronton en aanzetkrullen, waaronder : 1787. Inwendig : in een voorkamer deur en eenvoudige betimmering (Lodewijk XV). Janum. e. De thans ned. herv. kerk, XII d gebouwd van groote baksteen, bestaat uit een schip, en een inwendig halfrond, uitwendig 8/16-gesloten koor. Tegen den westgevel een eenvoudige klokkenstoel. In noord- en zuidgevel van het schip rondbogige vensters met omlijsting van profielsteen, elk geplaatst tusschen 2 rondbogige nissen, omlijst door een zware kraal en gevuld met vlechtingen ; de vensters later benedenwaarts vergroot. In het midden van den westgevel een liseen, met rondstaven langs de kanten, te weerszijden waarvan dichtgemetselde rondboogvensters in omlijsting van profielsteen. In de westzijde van den zuidgevel een rondbogige ingang met afgeschuinde, dubbel geprofileerde dagkanten ; een dergelijke ingang, maar dichtgemetseld, in het westelijk deel van den noordmuur ; voorts in beide muren, aan de oostzijde, sporen van dichtgemetselde rondbogige ingangen. De koorsluiting is onder de gootlijst uitgekraagd naar 3/8, met, op de hoeken, korte rondstaven, gedragen door op den kant gestelde baksteenen. Inwendig : tegen den westmuur rechtstanden met aanzetten van riblooze kruisgewelven, die overigens zijn weggebroken en vervangen . door een zoldering met balken, waaronder sleutelstukken (midden-XVII). De kerk bezit : Klok, in 1539 gegoten. Murmerwoude. e. De ned. herv. kerk (H. Bonifacius) is een baksteenen gebouw (+ 1200), bestaande uit een schip, een koor, welks absis is gesloopt en vervangen door een rechte sluiting, een later aangebouwden noordvleugel (XIX d), en eenen vierkanten toren (XIV) met zadeldak. De gepleisterde zuidmuur vertoont sporen van spaarvelden gedekt met rondboogfriezen ; de ongepleisterde noordmuur heeft drie dichtgemetselde rondboogvensters, geflankeerd door spaarvelden, welke gedekt zijn met rondbogen, afgewisseld door een keperboog. De toren heeft in de bovenste geleding nisversieringen, die aan de noordzijde trapsgewijze zijn gemetseld, aan de oostzijde spitsbogig met traceeringen. Inwendig is de kerk geheel verbouwd. Zij bezit: Eiken preekstoel met gesneden bekroning, waarin de wapens-Botma en Kleffens en : 1818. Klok, in 1818 gegoten. Rinsumageest. e. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper), vermoedelijk XI als eenbeukig kerkje gebouwd, in romaanschen tijd verbouwd tot driebeukige basiliek, later gewijzigd door het sloopen der zijbeuken en het dichten der scheibogen, 4; 1500 vergroot met een zuidbeuk, bestaat thans uit een tufsteenen noordheuk (^ 1100) met een halfrond gesloten koor (XII B), waaronder een kleine krocht, een baksteenen rechtgesloten zuidbeuk (+ 1500), en eenen tegen de westzijde van den noordbeuk gebouwden, baksteenen toren (1610, op ouderen voet; in 1805 nieuw ommetseld), met een zadeldak en eenen driezijdig uitgebouwden traptoren, waarlangs de zuidbeuk is doorgetrokken. In den noordmuur vier met tufsteen dichtgemetselde scheibogen met verhoogden extrados en afgeschuinde imposten ; oostelijk hiervan een later ingebroken en weer dicht- gemetselde rondbogige ingang, een dichtgemetseld spitsbogig venster (XIV), drie smalle rondbogige spaarnissen, waarin kleine, gedichte rondboogvensters, en hieronder drie blijkbaar later aangebrachte rondboogjes. Ingang (1647) met gebogen fronton, waarin wapens en waarboven een steen met opschrift en : 1647. De koorsluiting bestaat uit twee geledingen, elk met oorspronkelijk vijf door twee rondboogjes afgedekte spaarnissen, waarvan de twee westelijkste aan iedere zijde zijn weggebroken en vervangen door groote spitsbogige vensters. In den oostmuur van den zuidbeuk een spitsbogig dichtgemetseld venster; in den zuidmuur drie dergelijke vensters en een gedeeltelijk weggebroken ingang met eenvoudige traceering (i 1500). De toren heeft rondbogige galmgaten, aan de zuidzijde nog met de oorspronkelijke dubbel geprofileerde dagkanten. In den westmuur twee steenen : een cartouche met opschrift en : 1610, en een met verweerd ornament (XVII a, maar met later hierop aangebracht jaartal 1805). Inwendig : tusschen de beide beuken drie ronde zuilen met achtkante voetstukken en eenvoudige ronde lijstkapiteelen van roode Bremersteen, waarop de geprofileerde spitse scheibogen rusten. Eenvoudige ellipsvormige houten tongewelven. Tusschen noordbeuk en toren een geprofileerde rondbogige doorgang. In den zuidmuur van het thans afgeschoten en tot consistoriekamer ingerichte koor een eenvoudige piscine. Onder het koor een kleine halfrond-gesloten krocht, overkluisd met gepleisterde kruisgewelven op gordelbogen, gedragen door twee zuilen met schachten van rood geaderde travertij n, zandsteenen teerlingvormige kapiteelen (XI?, vermoedelijk NoordItaliaansch werk) en zandsteenen Attische voetstukken met hoekknoppen. Deze, waarschijnlijk aan de westzijde verkleinde en dichtgemetselde krocht, heeft thans alleen een later ingebroken toegang in den oostmuur met een trap en een zware gevangenisdeur (XVII) met getralied kijkgat. De toren heeft thans vier verdiepingen : de gelijkvloersche ruimte is overdekt door een koepelgewelf op zwikken van kleine baksteen ; aan de noordzijde een schuin in de muurdikte aangebrachte toegang tot den traptoren ; de derde verdieping is overkluisd met een laat stergewelf op baksteenen ribben van eenvoudig peerkraal-profiel; in den zuidwestelijken hoek de segmentvormig gemetselde schacht van het rookkanaal eener vroegere stookplaats ; hierboven, rustend op het stergewelf, de klokkenstoel. In den traptoren een gemetselde wenteltrap, met gewonden spil, bestaande uit drie peerkralen. De kerk bezit : Gebeeldhouwde zerk (1618) van de familie Aylva ; zeer groote gebeeldhouwde zerk 1600), met wapens van het geslacht Tsjaerda, gedeeltelijk bedekt door den houten vloer ; verschillende zerken (XVII en XVIII). Gebeeldhouwd epitaaf (XVI c, in den oostelijken buitenmuur van den zuidbeuk gemetseld) met opschrift betreffende het overlijden van Syds Tsjaerda in 1546 en van zijn vrouw Moed Sythiema in 1557. Twee tinnen schotels, met opschrift en : 1747. Twee klokken, waarvan een in 1904 gegoten, ter vervanging eener in 1617 door HansFalckvan Neurenberg vervaardigde, en een in 1620 door denzelfden meester gegoten. Een gebeeldhouwd doodkistdeksel (1341) van roode zandsteen, afkomstig uit den oostmuur van den zuidbeuk, voorstellend een met een lans gewapenden jongeling, in een spitsbogige nis, met een opschrift vermeldend den naam van Eppo en het jaartal 1341, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. 2. Van de voormalige abdij der Cisterciensen Klaarkamp, in 1165 gesticht, in 1580 verwoest, moeten zich in de vroegere kloostergronden, benoorden het Klaarkamper meer, nog fundeeringen bevinden. Een koperen zegelstempel (XV?) van een pastoor, hier gevonden, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Roodkerk. De thans ned. herv.kerk, vroeger behoorende aan de abdij der Premonstratensen te Dokkum, is een oorspronkelijk tufsteenen gebouw (XII), aan zuid- en oostzijde geheel ommetseld, bestaande uit een schip, een halfrondgesloten koor en een westgevel met spitsje, ter vervanging van den vroegeren toren. In den grootendeels tufsteenen noordmuur dichtgemetselde rondboogvensters. De kerk bezit: Drie geschilderde rouwborden (1770 en 1787) van het echtpaar Harinxma—Heemstra. Klok, in 1307 gegoten door Nicolaas. Sybrandahuis. e. De thans ned. herv. kerk is een XIII d van groote baksteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en een vlakken westgevel met houten spitsje, waarschijnlijk ter vervanging van een vroegeren toren. In den noordmuur een dichtgemetselde segmentvormig getoogde ingang, waarboven de moet van een spitsboog ; moet van een weggebroken aanbouw (sacristie?). In het schip dichtgemetselde ronde lichtopeningen met dubbel geprofileerde dagkanten, in gedrukt spitsbogige nissen, in het koor gedrukt spitsbogige vensters, waarvan een, dichtgemetseld, nog de oorspronkelijke baksteenen traceeringen heeft. Eenvoudige, vlakke steunbeeren (lisenen), waarvan de meesten zijn weggebroken. Inwendig (geheel gewijzigd en gewit) : aanzetten en schildbogen van een vroeger steenen gewelf. De kerk bezit: Eenvoudige zerken (XVII). Klok, in 1756 gegoten door Steen en Borchardt te Enkhuizen. g. Heerenhuis (1773) aan de Dokkumer Ee. Gesneden deur met zijlichten in omlijsting. Aan de achterzijde een deur met luifel. Inwendig: in de gang gesneden deuren. Twee voorkamers met gesneden bedschotten; schouw met betegeling. Balkenzolderingen. In de keuken een eiken glazenkast (XVII d). Veen wouden. e. 1. De ned. herv. kerk, in 1648 gebouwd ter plaatse eener oudere, aan den H. Johannes den Dooper gewijd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig gesloten koor en een ingebouwden toren met zadeldak. Aan de westzijde een eenvoudige rondbogige ingang. Boven aan den toren jaartalankers : 1648. Inwendig : onder de binnenhoeken van den toren twee ronde zuilen (XV, gewit) met geprofileerde lijstkapiteelen en voetstukken, door korfbogen onderling en met den westmuur verbonden, waardoor een portaal onder den toren wordt gevormd. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d). Doophek (XVII d). Koperen doopbekkenhouder met bekken, waarin : 1842. Onder den vloer grafzerken (XVIII). Twee koperen kronen, met opschriften : 1722 en 1728. Vier tekstborden (XVII d). Twee tinnen offerschalen (XVII d) met deksels. Gesneden wijzerplaat, met: 1790. Klok, in 1715 gegoten door Jan Crans te Enkhuizen. 2. De Schierstins, vroeger genaamd Skiramonnicahuus, overblijfsel van een uithof der abdij Klaarkamp, in 1906 gerestaureerd, is een vierkant torengebouw (XIV) van groote baksteen, met een wolfdak, tegen welks oost- zijde een lager aanbouw (XVIIIA gewijzigd, zie g). Het uitwendige is ongeleed en heeft in den voet aan drie zijden groote dichtgemetselde rondbogige openingen en schietsleuven ; in de eerste en tweede verdieping smalle tweedeelige vensters met zandsteenen kozijnen en segmentvormigen ontlastingsboog. Inwendig bestaat de toren uit drie verdiepingen : de benedenruimte, overdekt met kruisgewelven met spitse schildbogen, heeft aan de oostzijde een rondbogige toegang, in de drie andere zijden dichtgemetselde, zwaar geprofileerde rondbogen, waarboven schietsleuven. In den oostelijken, thans tot postkantoor en woonhuis ingerichten aanbouw (zie g.) bevindt zich, in een woonvertrek, een voormalige buitenmuur van groote baksteen. In de benedenruimte van den toren en tegen den noordmuur bevinden zich : Doodkist (XII) van roode Bremersteen, met vischgraat-versiering in de binnenzijde. Fragmenten van rood zandsteenen zerken (4; 1200), met geometrisch ornament, afkomstig uit Bergum en Drachten. g. Het postkantoor, een voormalig woonhuis, XVIIIA gebouwd tegen de oostzijde der Schierstins (e 2), waarschijnlijk ter plaatse van een ouderen aanbouw, heeft aan voor- en achterzijde een eenvoudigen ingezwenkten halsgevel met geschonden zandsteenen afdekking. Tegen de achterzijde een gebouwtje met een eenvoudigen trapgevel. Inwendig : in een woonvertrek, zichtbaar in een muurkast, een vroegere buitenmuur van groote baksteen, vermoedelijk overblijfsel van een gesloopt gedeelte der Schierstins. Wouterswoude. e. De thans ned. herv. kerk, waarschijnlijk XIII d gebouwd, XIX B grootendeels ommetseld, is een bak- Dokkum steenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3; 8-gesloten koor en eenen vierkanten toren met lage, ingesnoerde spits. De toren is niet ommetseld, maar heeft geheel vlak gehouden muren van groote baksteen, De kerk bezit : Gesneden kuip (XVIII d) van den preekstoel. Koperen lezenaar (XVIII d). Heerenbank (XVIII a), met gesneden bekroning en wapens als te Driesum. Zilveren beslag van een bijbel, waarin gegraveerd : 1841. Klok, in 1780 gegoten door Pieter Seest te Amsterdam. Zwaagwesteinde. e. De ned. herv. kerk, in 1837 gebouwd op T-vormig grondplan, bezit: Klok in 1837 gegoten door van Bergen en Zoon te Midwolde. DOKKUM. a. Voorhistorische,Komeinsche en Oud-Gerniaansche monumenten. Een zestigtal Romeinsche munten (III), hier gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Een Karolingisch spinschijfje, hier gevonden, bevindt zich thans in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. b. Verdedigingswerken. De oude omwalling is in een plantsoenaanleg veranderd. c. Sluipen, Pompen. 1. Vóór het Raadhuis in den kademuur twee gedenksteenen (XVIII c) betreffende den bouw in 1583 van een houten sluis, en de vernieuwing in 1757 door den landschapsbouwmeester Hendrik „Sehler". Een vroeger aanwezige derde steen is vervangen door een nieuwen C1893). 2. Buiten de stadsgracht eene pomp met ijzer bekleed (1884), de „Bonifaciusbron", met gebeeldhouwde zandsteenen siervaas (XVIIIa), waarop een Bacchantenfeest. 3. Op den hoek van de „Fetze" eene gebeeldhouwde pomp (XVIII a), met hout omkleed ; als spuwer een steenen leeuwenkop met zwaren koperen uitlaat; als bekroning een zandsteenen siervaas (XVIII a) met Bacchantenfeest. In den zijgevel tegenover deze pomp een gedenksteen met opschrift: „Dit is de Fetzefontein 1712". d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Het voormalig admiraliteitsgebouw, thans Armhuis, zie f 2. 2. Het raadhuis heeft een keldergedeelte (XVI a) en een bovenbouw (XVII a), naar het W. uitgebreid (1761—1762, door P. de Swart) en verknoeid. Het is een baksteenen gebouw, met vooruitspringende middenpartij en, aan de achterzijde, een uitgebouwden toren (XVI en 1717) en bestaat uit een kelderverdieping, een verhoogden begane-grond en een verdieping. Op den toren een eenvoudige open houten koepel (vernieuwd in 1834) met windvaan. De vroegere midden (top)gevel is vervangen door een kroonlijst met driehoekig gevel veld, bekroond door een houten beeld der Gerechtigheid. Hoofdingang (XVIII d) met halfronde zandsteenen stoep, overdekt door een balcon op Dorische zuilen en met ijzeren balustrade (XIX A), deurkozijn met versierde zandsteenen omlijsting ; boven het balcon eveneens een kozijn met versierde omlijsting. Boven in den toren een steen (1717) met de namen der bouwmeesters Outger Douwes en Foppè Hessels. Inwendig: eiken wenteltrap (XVII) met gedeeltelijk behouden oudere ondermetseling: gewclf- velden met geprofileerde ribben en met gemetselde spil (XVI c) en treden ; leuning met balusters (XVIII a). Op den begane-grond in de wachtkamer (voorm: kantonrechterskamer) een gebeeldhouwde zandsteenen schouw (XVII a, doch geverfd in groen en goud), met ranken en grotesken, rustend op Ionische kolommen, en met het stadswapen; boven het fries een gebeeldhouwde bekroning, waarin het stadswapen ; op de hoeken van de schouw twee koperen lichtarmen (XVII c), behangsel van goudleer (XVIII b). In de raadzaal eene betimmering (1765) van bruin geschilderd grenenhout, in den stijl van Lodewijk XV; zoldering met ornament (XVIII c) in stuc; twee schoorsteenen met marmeren onder- en houten bovenmantel en met koperen kaarsarmen ; in de bovenmantels witjes (allegorische voorstellingen) in gesneden omlijsting ; boven de vier deuren eveneens witjes ; in de vakverdeeling der wanden vier historische schilderingen (1763, door D. Reynes) in gesneden omlijsting; aan de wanden zes (waarvan vier gebroken) gesneden houten lichtarmen (alles van 1763) ; twee leunstoelen en twee-en-dertig stoelen (XVIII b) van beukenhout met snijwerk; vier stoelen (XVIII d) ; achter de betimmering zijn twee ruimten (toilet en gemak) uitgespaard. In de kleine raadzaal een schoorsteenmantel (XVII c) met moderne schildering ; goudleeren behangsel (XVIII b) ; eene schilderij (XVIII a) met afbeelding van het stadhuis vóór 1760, familiegroep (XVIII b); negen stoelen (XVIII d). Op de deuren van de raadzalen en de wachtkamer koperen kloppers en knoppen (XVII a). Beneden, in de secretarie, een schoorsteenstuk: stedemaagd met het wapen van Dokkum (XVIII c). In de kamer van den burgemeester een koperen kandelaar (XVII) en een zilveren blad (zie bi). Op den zolder een beschilderde archiefkist (XVIIIA). Riblooze kruisgewelven over de kelders in het oudste gedeelte. 3. Breedstraat. De voormalige waag, in 1752 ter plaatse eener oudere gebouwd, en thans dienst doende als brandweer- en politiehuis, is een vrijstaand baksteenen gebouw (XVIII b/c), afgedekt door een tentdak waarop een eenvoudige houten, met lood bekleede, open koepel met windvaan : stadswapen. De voorgevel heeft vier gemetselde Ionische pilasters, waartusschen drie rechthoekige vlakke nissen en, boven de gootlijst, een gebeeldhouwd zandsteenen topstuk, met het gemeentewapen in omlijsting van zwaar ornament; boven den eenvoudigen achtergevel een dergelijke bekroning, met het wapen van Friesland. In den voorgevel een gebeeldhouwde stichtingssteen met opschrift „Weegt en Waakt" en : 1752. Inwendig een houten opschriftbord over een levering (in 1752) van 50 kazen, wegende 1186 pond, en (in 1759) van 58 kazen, wegende 1293 pond. e. Kerkelijke gebouwen. 1. De ned. herv. kerk (H. Martinus) is een baksteenen gebouw (ten deele XIV ?, verhoogd en vergroot XV-XVI), bestaande uit een schip met verkort noordelijk zijschip en 5/10- gesloten koor (XV). De westgevel, met dakruiter, werd vernieuwd en gepleisterd (XVIB en XIX). Langs de zijmuren en op de hoeken van het choor steunbeeren ; bovendeel van den zijmuur in de westelijke traveeën uitgekraagd op eenige segmentbogen en hieronder, een lage ingang, omlijst met profielsteen en gedekt door een korfboog, waarboven een spitsboog ; langs de andere traveeën een tandlijst; met lood bekleed torentje op den westgevel. Inwendig : Schip en zijschip worden gescheiden door vijf ronde zuilen, tusschen welke de spitsbogen zijn weggebroken (XVII d of XVIII a) en eene „kraak" (galerij) werd opgetrokken, rustend op vierkante pijlers, verbonden door rondbogen. Het oorspron- kelijke steenen gewelf is vervangen door een gestucadoord segmentvormig houten gewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIIb), met trap, klankbord, gesneden rugschot en kuip met gebeeldhouwde paneclen. Eiken doophek (XVIII b) met gedraaide balusters en gesneden middenstuk. Op den preekstoel en het doophek twee gegoten koperen lezenaars (XVII c). Orgel (1688) met balustrade op steenen zuilen. In een der banken een gesneden rugstuk van een vroegere heerenbank (=1594) en opschrift met de namen Tako van Mockema en ioffrou Isck van Feitsma. Voormalige heeren (thans weezen) bank met rugstuk (XVIII d, overigens XVII). Tochtportaal (XVII d), in het kooreinde, met gebeeldhouwd hoofdgestel; in het fries eene allegorische schildering ; (gemerkt; Frans van der Els, 1770 of 1779) 5 het bekronend fronton het geschilderde stadswapen; balustrade (XVIII d). Avondmaalszilver: een ovalen en twee ronde schotels met opschrift: 1803, (merken: Friesland, Leeuwarden, M = !7^9' F* = Feddema); een doopbekken en vier bekers (1803 en 1818). Bijbel (1729) met zilveren beslag. De vroeger aanwezige klok, gegoten in 1653 door Eppe van der Arck, is er sinds kort niet meer. Naast de koorsluiting, aan de Fetzestraat A 75, de consistoriekamer : ingezwenkte halsgevel met steenen : 1734 en wapenschild ; boven de deur een ovaal licht in omlijsting. 2. De r. k. kerk (H. Bonifacius), gebouwd (XIX d) door Dr. P. J. H. Cuypers, bezit: Relief (XVII d) : H. Bonifacius ; houten borstbeeld (XVII d) van den H. Leonardus van Vechel. Schilderijen: Maria Boodschap (1633, Vlaamsche school) ; Graflegging (XVII c) ; H. Ignatius (XVIII) ; H. Franciscus Xaverius (XVIII); marteling van den H. Laurentius (XVIIIb); H. Appolonia (XVII B, school van Rubens) ; riviergezicht (door D. van Harst) ; ruiters bij een fontein (^ 1700). Verguld-zilveren stralenmonstrans (XVII d, merken : Utrecht en S). Gedreven zilveren miskelk met nodus (XVII c). Gedreven, verguld-zilveren miskelk (1643, merken: Utrecht, C en MB aaneen). Ellipsvormige, zilveren hostiedoos (XVII d), op bolpootjes, op het deksel een Jezus-monogram. Twee zilveren ampullen, waarop een wapenschild; en een ampullenblad (XVIII b, merken: Dokkum, N en HS ?) Koperen lavabo (XVII d). Kazuifel (XII B, zeer vergaan) in klokvorm, met gaffelkruis. Koorkap (XII d) van lichtblauwe zijde met patroon van toegewende pauwen. Een fragment van deze kap is in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. Drie goudleeren kazuifels (XVIII b/c), met zilveren en gouden rankornament; een dezer kazuifels is in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. Hoekkast (XVIII A). In de pastorie eene kamer, waarin een betimmering (XVIII c); en een schoorsteenstuk (1719, blijkens tijdspreuk) : Christus aan het kruis. ƒ. Gebouwen van liefdadigheid. 1. Het ned. herv. weeshuis, verbouwd in 1854, heeft in den gevel een gebeeldhouwden gedenksteen (1758) met vers en gemeentewapen, gehouden door twee weezen. Het bezit twee eiken keeften met gepijpte kolommen en gesneden paneelen (XVII b), en een gewasschen pen- teekening (1839), voorstellende den (niet meer aanwezigen) toren der kerk. 2. Lange Oosterstraat, B. 40. Het armhuis, voormalig Admiraliteitsgebouw (Zeekantoor), is een baksteenen gebouw (1618) met zandsteenen banden, blokken en lijsten, waarvan de geveltop over de middenpartij verdwenen is. Boven de vensters paanderbogen met zandsteenen kopjes als sluitstukken ; aan het binnenplein de stoep met den ingang, geflankeerd door pilasters, met behakte zandsteenblokken versierd en gedekt door een hoofdgestel met fries (1618) en gebeeldhouwde bekroning met wapen van Friesland — Groningen boven gekruiste ankers, drie obelisken en leeuwenmasker. Acht-en-twintig knopankers. Aan de straatzijde een poortje van bak- en bergsteen, geflankeerd door pilasters met maskers ; sluitsteen met leeuwenkop. Inwendig : eiken balkenzoldering met geprofileerde sleutelstukken (XVII a). g. Particuliere gebouwen. A. Late Gothiek. 1. Boterstraat A 41. Gepleisterde puntgevel (XVIa), met korfbogen boven de vensters der verdieping en overblijfselen van hoekpinakels. Top gewijzigd. 2. Lange Oosterstraat tegenover B 32. Pakhuis (of brouwerij ?) gevel (XVI a), met geprofileerde baksteenen lijsten, ten deele weggehakt; zijgevel onder het dak overgebouwd. B. Renaissance. 3. Zijl D 33. Voormalige trapgevel (1622), waarvan de top thans schuin is afgedekt; bak- en bergsteenen banden, met omlijstingen van profielsteen om de vensters. Vensters gewijzigd, waardoor de vier ontlastingsbogen van den beganen grond verdwenen; overigens Tudorbogen boven de vensters. Knopankers. 4. Zijl D 34 (hoek Vlasstraat). Hoekhuis met twee trapgevels (1622, blijkens steen) waarvan een in den top verminkt, de andere met gewrongen toppilaster. Bergsteenbanden. Geprofileerde dagkanten aan de bovenste vensters. Tudorbogen. Pui gewijzigd. 5. Dijk D 50. Verminkte topgevel (XVII a) met banden, verder omlijstingen en ontlastingsbogen als bij de twee vorige gevels. De top vervangen door een driehoekig houten fronton. 6. Keppelstraat D 207. Trapgevel (XVII a) met zandsteenen afdekkingen en gewrongen toppilaster op kraagsteen. 7. Zijl D 32. Trapgevel (XVII a), met zandsteenen banden en blokken en toepassing van profielsteen ; in de bogen engelkopjes. Kraagsteen onder den uitgeschulpten toppilaster. Acht knopankers. 8. D 175. Trapgevel (XVII b) met geprofileerde afdekkingen en toppilaster op leeuwenkop. 9. Anjelierstraat A 94. Trapgevel (XVII b) met geprofileerde afdekkingen, korfbogen, waarin zandsteenen sluitstukken, profiellijsten en toppilaster op leeuwenkop. Zeven sierankers met knoppen. In den zijgevel de steen vermeld onder c 3. C. L o d e w ij k s t ij 1 e n. 10. Lange Oosterstraat B 6. Ingezwenkte halsgevel top met krullen, afdekking en topstuk met siervaas. Gebeeldhouwde gedenksteen: grutterij en: 1739. Twee blanke wapenschilden. 11. Vleeschmarkt D 12. Halsgevel (1743) met gebeeldhouwde vleugelstukken en topstuk ; in den gevel een groote cartouche : „De gouden hand". 12. Dijk D j 8. Pakhuisgevel met ingezwenkten hals (XVIII A). 13. Kleine Breedstraat B 98. Ingezwenkte halsgevel (1750) met krullen. De gevel is aan eene zijde verbreed. 14. Keppelstraat D 142. Ingezwenkte halsgevel (1758) met krullen, (voorheen brouwerij). Gevelsteen: klok, en I. F. 15. Koningstraat C 78. Ingezwenkte halsgevel, (XVIII c 1759?), gebeeldhouwde krullen (afdekking en topstuk verwijderd). 16. Dijk D 55. Ingezwenkte halsgevel (1762) met krullen en kuif. 17. Keppelstraat D 145. Ingezwenkte halsgevel (1794) met krullen. Fronton verdwenen. 18. Kleine Breedstraat B 104. Gevel (XVIII d) met rechte kroonlijst en gemetselde hoekpilasters. Gevelsteenen, voor zoover nog niet genoemd : In den tuinmuur naast het pakhuis (zie g. 2), tegenover B 32 (1614, loopend hert); Boterstraat, hoek Anjelierstraat (1649, botervat); Boterstraat A 44 (1656, zeepaard); Lange Oosterstraat B 39 (cartouche XVII); Boterstraat, A 173 (XVII, eenhoorn) ; Koningstraat C 66. (XVIII, zeilschip). Westerbolwerk bij voormalige walpoort (1834, stadswapen en S P Q D, wellicht afkomstig uit het tolhuis?). Fragmenten van binnenarchitectuur: 1. Lange Oosterstraat B 13. Inwendig : In de gang een gesneden houten portiek (XVII c) met pilasters en eene bekroning, waarin wapens (o.a. Schwartzenberg) als vulling. Linkervoorkamer met gesneden dubbele deur en schouw (XVIII b), in den stijl van Lodewijk XV; schoorsteenstuk door L. van der Werf (1753). Rechtervoorkamer met bedschot, deuren en schoorsteen en gestucadoord plafond (XIX a) in den stijl van het Eerste Doniawerstal Keizerrijk. In de achterkamer en in het kantoor een betimmering (XVIII b) en deurbekroningen (XIX a). In de keuken een tegelbekleeding. 2. Koningstraat C 137 a. Stuczoldering (XIX a), in den stijl van het Eerste Keizerrijk. 3. Breedstraat B 19. In een onlangs geheel verbouwd huis van 1697 (blijkens ankers in den achtergevel) is, als eenig overblijfsel van het interieur (XVII d en XVIII B), een beschilderde schoorsteenmantel (i 1800) bewaard gebleven. Op een der bolwerken een molen: bovenkruier met het jaartal 1849. h. Varia. 1. De stad bezit een rechthoekig zilveren blad (1784, merken : Friesland, Leeuwarden, G en HD = H. Daum) met gegraveerde afbeeldingen van twee zegels en met magistraatswapens. 2. Een in Dokkum vervaardigd zilveren oorijzer(iÓ96) met peervormige knoppen, een zegelstempel (XVII)derstad, alsmede een aantal Landdag-, vroedschaps- en gildepenningen (XVII — XVIII), uit deze gemeente afkomstig, bevinden zich in het Friesch museum te Leeuwarden. DONIAWERSTAL. Broek. Op het kerkhof een klokkenstoel, waarin een klok in 1600 gegoten door Henrick Wegewart. Dijken. Op het kerkhof een klokkenstoel (XVIII A?) met overhuiving. Doniaga. Op het kerkhof een klokkenstoel, waarin een klok, in 1460 gegoten door Gerrit Butendiic. Goëngarijp. e. De ned. herv. kerk, in 1770 gebouwd op de grondslagen eener oudere, bestaat uit een schip en een 3/8-gesloten koor. Boven den zuidelijken ingang een steen met wapens-Vegelin van Claerbergen en : 1770. In den oostmuur een stichtingssteen met opschrift en : 1770. Nabij de kerk een klokkenstoel (XVIII ?). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII d). Zes gebrandschilderde vensters, in 1770 vervaardigd door Ipe Staak te Sneek, met wapens van prins Willem V, Jhr. Joh. Vegelin van Claerbergen, Rekenmeesters van Friesland, Gedeputeerde Staten, de Staten in 't mindergetal, en de Raden van 't Hof. Klok, in 1534 gegoten door Gerhardus van Wou. Idskenhuizen. e. De ned. herv. kerk (XVIII?) is een eenvoudig baksteenen gebouw, bestaande uit een klein, rechtgesloten schip, met een houten spitsje op den westgevel. In eiken zijgevel twee rondbogige vensters ; rondbogige westelijke ingang. Op den oostelijken nok van het dak een windwijzer, waarin ster en kroon. Inwendig : eenvoudig houten tongewelf met trekbalken, kraagstukken en gesneden muurstijlen (± 1800). De kerk bezit: Eenvoudigen preekstoel (XVII d?, witgeverfd). Klok, in 1789 gegoten. Oude windvaan met haan, afkomstig van het spitsje. Langweer. e. De ned. herv. kerk, in 1777 opgetrokken ter plaatse van een in 1683 door Sybren Sjoerds gebouwde (welke een oudere, aan de H. Catharina gewijde verving), in 1923—1924 gerestaureerd met Rijkssubsidie, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een driezijdig-gesloten schip en eenen vierkanten toren met ingesnoerde achtkante houten spits. De kerk heeft eenvoudige korfbogige vensters en, aan de noordzijde, een ingang met gebeeldhouwde en gepolychromeerde vulling in den boogtrommel en een gesneden deur. De toren bestaat uit drie geledingen, versierd met hoekpilasters, bij opeenvolging in Dorischen, Ionischen en Korinthischen trant, en met korfbogige nissen ; in de bovenste geleding korfbogige galmgaten. Inwendig : houten tongewelf met trekbalken en sleutelstukken. De kerk bezit: Eiken preekstoel, in 1684 vervaardigd door Benedictus Jans, blijkens een opschrift in het ruggeschot gesneden ; in de paneelen der kuip symbolische voorstellingen. Doophek (XVII d), met gewrongen balusters. Twee gesneden lezenaars (XVII d). Overhuifde heerenbank (XVII d) met gewrongen zuiltjes ; twee eenvoudige eiken heerenbanken (XVII d) ; dito gewone banken. Orgel (1784) met rugpositief en galerij, rustend op Ionische zuilen, waartusschen gesneden paneelwerk. Onder den houten vloer grafzerken. Avondmaalszilver : beker met opschrift en : 1665 (een dergelijke nagemaakt in 1851); kan : 1828. Twee klokken, waarvan eene in 1538 gegoten door Johannes van Deventer, en een in 1683 door Petrus Overney te Leeuwarden. Halfuursslagwerk (XVIII d). In den tuin der pastorie een gebeeldhouwde zerk (1625) met wapen. Legemeer. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel (XVIII), waarin: Klok, in 1727 gegoten door J. A. de Grave. St. Nikolaasga. e i. De ned. herv. kerk, in 1721 gebouwd op de grondslagen eener oudere (H. Nicolaas), bestaat uit een 3/8-gesloten schip met een open koepeltje op den westgevel. Inwendig : houten tongewelf, met trekbalken op sleutelstukken. De kerk bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVII c). Eenvoudig doophek (XVII c). Op het kerkhof twee zerken, waarvan een met: 1640 en een met: 1652. Klok, in 1467 gegoten door Steven Butendiic. e 2. De r. k. kerk bezit: Houten groep (XVIA), voorstellend de graflegging van Christus. Oldeouwer. Op het kerkhof, in een overhuifden klokkenstoel (XVIII) : klok, in 1738 gegoten door Cornelis Crans te Enkhuizen. Ousterhaule. e. De ned. herv. kerk, in 1802 gebouwd, blijkens jaartalankers in den westgevel, bezit: Eenvoudigen preekstoel (XVIIIA, witgeverfd), als die te Idskenhuizen. Doophek (XVIII A). Orgelkast (XVIII b) en galerij. Ousternijega. Ter plaatse van een vroegere kerk (H. Christophorus) staat thans nog slechts een overhuifde klokkenstoel, waarin: Klok, in 1312 gegoten. Engwirden Ter Oele. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel, waarin : Klok, in 1614 gegoten door Jan Burgerhuis. Tjerkgaast. e. De ned. herv. kerk, in 1703 ommetseld en gewijzigd, heeft een classicistischen ingang, met een fronton, waarin een opschrift betreffende het leggen van den eersten steen, en : 1703. Inwendig: balken met gesneden kraagstukken. Zij bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVII c, waarschijnlijk uit de oudere kerk). Doophek (XVII c) met gewrongen balusters. Zerk (XIV ?) van roode zandsteen, voor den ingang; eenige zerken (1649, 1652, 1673), gedeeltelijk onder den houten vloer. Klok, in 1577 gegoten door Wilhelmus Wegewart. Een zilveren Avondmaalsbeker (1650, merken: Leeuwarden, jaarletter T en E. L. = Eelke Wyntiens), uit deze kerk afkomstig, is in het Friesch museum te Leeuwarden. g. T 9. Aan het kruispunt der wegen Sneek—Lemmer en Joure—Sloten de herberg „spannenburg" (XIX a). Pilastergevel met vooruitspringende middenpartij op Dorische zuilen, gedekt door een fronton, waarin het provinciale wapen. Boven de deur een ramskop. ENGWIRDEN. Voor het raadhuis zie onder Heerenveen op blz. 133. Gersloot. Op het kerkhof een overhuifde dubbele klokkenstoel (XVIII ?), met twee klokken, waarvan eene oud, zonder opschrift of jaartal, en eene in 1618 gegoten door Hans Falck van Neurenberg. Heerenveen. Zie blz. 133 vv. Luinjeberd. Op het kerkhof een overhuifde dubbele klokkenstoel (XIX a ?) met twee klokken, in 1843 uit de kerk van Terband hierheen overgebracht, waarvan een in 1538 gegoten door Geert van \\ ou en Jan ter Stege, en een in 1645 door Jacob Noteman te Leeuwarden. Terband. e. De ned. herv. kerk, in 1843 gebouwd naar het ontwerp van den architect Th. Romein te Leeuwarden, op de plaats eener reeds in 1315 vermelde kapel, heeft een classicistischen voorgevel, waarboven een opengewerkt koepeltje. Zij bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVII b ; trap nieuw en geverfd). Koperen doopbekkenhouder (XVII b) met bekken. Groote gebeeldhouwde zerk (1653) van de familie Crack, met wapens-Crack en -Lycklama a Nyeholt; dergelijke zerk voor Martinus Bouricius (f 1755) en Romelia Lycklama a Nyeholt (f 1774) met wapens; twee eenvoudige zerken (1803 en 1812). Klok, in 1785 gegoten door L. Haverkamp. Twee klokken zijn in 1843 uit deze kerk naar Luinjeberd overgebracht. Tjalleberd. e. De ned. herv. kerk, in 1742 gebouwd, is XIX a vergroot met een noordelijken dwarsarm. Zij heeft een classicistischen ingang in den westgevel, waarboven een gedenksteen met wapens-Bouricius en -Lycklama a Nyeholt, opschrift en : 1742. Aan de oostzijde een classicis- Ferw erderadeel tische ingang met driehoekig fronton op Dorische pilasters. Inwendig : houten tongewelf. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII c). Zilveren Avondmaalsbeker (XVII c, merken: zwaard tusschen twee eikels (?), jaarletter Q (?) en G. \\.). Klok, in 1670 gegoten door Petrus Óvernev te Leeuwarden. FERWERDERADEEL. Blya. a. In de terpen alhier gevonden voorwerpen : een Mercuriusbeeldje, een bronzen mantelspeld (II), een houten lepeltje (V), een vroeg-Romeinsch lampje van gebakken aarde, een beker van glanzende terra nigra (III) met het stempel „Boudilufi" ; eenig Friesch en Karolingisch aardewerk bevinden zich in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XVI a); een 5/io-gesloten koor (XVI a) en eenen door een zadeldak gedekten westtoren (beneden XIII; geen westingang) van groote baksteen, verhoogd (XVI a). Steunbeeren. Spitsboogvensters (ingekort) met geprofileerde neggen. Segmentbogige ingangen aan de noord- en de zuidzijde, de noordelijke in een spitsbogige nis gelegen. Inwendig : vlak tongewelf; sleutelstukken (XVI a); in den toren een koepelachtig gewelf. De kerk bezit: Preekstoel (XVII d, geverfd). Zerken : een (gemerkt: Vincent Lucas 1552): twee figuren tusschen zuilen en met wapens, voor Janke van Unema (f 1540) en Tetz van Wyboldsma (f 1532); een (1615) voor Taco van Aylva en een (1657) voor Barteld Tjaerda van Starkenborch. Twee klokken, in 1704 gegoten door Jan Albert de Grave. Ferwerd. a. Een bronzen Mars- of Minervabeeldje, een ijzeren zwaard, z.g. „Saks" (V B), twee bronzen ringgespen (V), twee bronzen sierschijven en een broche (VII), een geribdglazen armband (I—II), een beenen kam (V) met foedraal, een aardewerk kom (V) met christelijke emblemen, een Angelsaksische vensterurn, een Merovingisch gouden muntje, laat-Merovingisch aardewerk, een gouden tiers de sol (VII ?), een eikenhouten doopvont (?, XI— XII ?), alles opgegraven in terpen, bevinden zich in het Friesch museum te Leeuwarden. Eveneens een in de Burmaniaterp gevonden gouden ring (XII ?). e. De ned. herv. kerk (H. Antonius ? H. Vincentius?), gerestaureerd 1926—1927, is een baksteenen gebouw (XIII, vergroot XVI a : in een cordon stond het jaartal 1525), bestaande uit een schip met een even breed 5/io-gesloten koor en eenen op zeer zware muren gebouwden breeden toren (XIII, gewijzigd XVI) met zadeldak. De sacristie ten N. van het koor is afgebroken. Lichte steunbeeren (meest van kleine steen), waartusschen groote spitsboogvensters met geprofileerde neggen. Onder het dak een geprofileerde baksteenen lijst. Zuidelijke ingang (XVII c) met Ionische pilasters en gebogen hoofdgestel. Oostelijke ingang (in het koor) met zandsteenen omlijsting en fronton (XVII c). De toren, aanmerkelijk hersteld (d= 1875) met kleine steen, vertoont in den voet een latere spitsboognis met korfbogigen (dichtgemetselden) westingang ; in de tweede geleding overblijfselen van driedeelige nissen met stijlen; in de bovenste geleding korfboognissen (XVI), waarin de galmgaten. In den noordmuur een trapkoker uitgespaard, hoogerop in den zuidmuur. Zie toevoegsels op blz. 393. Inwendig: m houten tongewelf met geprofileerde schinkels en sleutelstukken. Eiken betimmering. De kerk bezit. Eiken preekstoel (X VIIc) met twee koperen lichtarmen. Tochtportaal (XVIIc). Drie overhuifde heerenbanken (XVIIc). Orgel (XVIII a) met vijf beelden. Eenige eenvoudige grafzerken (XVII—XVIII). Andere (XVI—XVII) zijn bedekt. Drie klokken, waarvan een in 1383 gegoten door Seghebodus, een in 1426, een in 1457 (met reliëfs : Kruisiging, Madonna, H. H. Catharina, Martinus en Vincentius) door Hendrik Kokenbaker. Bij de kerk een poorthuis (XVII): doorgang naar het kerkhof, met leeuwenkop op twee sluitsteenen. Pastorie (XVII), later gemeentehuis. Deuromlijsting (XVIIId). Kamerbetimmering (XVIIc). Genum. De ned. herv. kerk is een XV vergroot en verhoogd gebouw, dat echter in zijn bijna geheel van tufsteen opgetrokken noordmuur een overblijfsel van het oorspronkelijke gebouw (XII) heeft. De kerk, overigens van groote baksteen, is rechthoekig met een driezijdige sluiting en een baksteenen toren (XIII) zonder westingang met hoekpinakels en gedekt door een zadeldak. De noordmuur is in velden ingedeeld door lisenen, onderling verbonden door rondboogjes. In een dezer velden een rondboog (voor een aanbouwsel ?). De romaansche vensters zijn dichtgemetseld. In den zuidmuur en in twee der sluitingszijden spitsboogvensters. Een ingang aan de noord- en een aan de zuidzijde zijn dichtgemetseld. Inwendig: houten tongewelf, ellipsvormig in doorsnede. In den toren een baksteenen koepelgewelf op muurbogen. De kerk bezit: Grafzerken: een (1545) van Rienck van Aylva en zijn vrouw, een (1552) van Jeppo , een (1573) van van Roorda, een priesterzerk (XVI c) van Anske Doenia, een (1586) van Sybe van Roorda, een (1601) van Cunera van Aylva, een (1692), een (1725). Twee klokken, waarvan een kleine in 1340 gegoten door Stephanus, en een groote in 1494 gegoten. Een doopvont (XVI, beschadigd), uit deze kerk afkomstig, bevindt zich in het Friesch museum te Leeuwarden. Hallum. a. In het Friesch museum te Leeuwarden bevinden zich talrijke voorwerpen opgegraven uit terpen bij dit dorp: een bronzen mantelspeld (I B), een miniatuurbijltje van dioriet (?), een bronzen Ceresbuste (II), twee Romeinsche beenen zwaardgrepen, een laat-Romeinsche bronzen lepel, een dito krabber, een bronzen haarring en een gegoten bronzen handvat, een hertshoornen hak, netverzwaringen, ruim 200 zilveren „sceattas" (^ 700), 16 Merovingische denariën, een Merovingische mantelspeld, een zilveren haarnaald (VII), een leeren schoen, Saksisch- en vroeg-Friesch aardewerk. In het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden: eenige terra sigillata en Frankisch en Saksisch vaatwerk, een Saksische mantelspeld. Twee romaansche relieftegels, gevonden in de fundamenten van de kloosters Mariengaarde (gesloopt in 1583) en Genezareth, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Maarten ?) is een kruiskerk, ontstaan uit de verbouwing in baksteen van een tufsteenen kerk (Xlla?). Zij bestaat uiteen schip (XIVA), lager dwarsarmen, een 5/io-gesloten koor (XV), en eenen westtoren (hersteld en ommetseld in 1806, na instorting met leien spits. Ook boven den noordarm een achtkante met lei bekleede spits. Inwendig een modern houten tongewelf. Zie toevoegsels op blz. 594. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII c), op de hoeken de Evangelisten, op de paneelen ornament, op het klankbord een engel met banderol; gesneden trapspijlen. Dito doophek. Heerenbanken : een (XVII b) met fronton en obelisken; twee (XVII c), alle met voorbanken met gedraaide spijlen. Orgel (ingewijd in 1811) ter vervanging van het in 1804 door de instorting van den toren vernielde orgel. Op het front de beelden van Geloof, Hoop en Liefde, op het rugpositief kinderfiguren. Drie rouwborden : een voor Andr. Lucia van Bronchout (f 1666), een voor Gysbert Arentsma van Idsinga (f 1760), met Ionische zuilen, doods- en oorlogsemblemen, en een voor Duco Martena van Burmania (f 1775), met oorlogsemblemen, wapenen, wapens en opschrift. Gebeeldhouwde grafzerken : een (XVI b, gemerkt: huismerk tusschen de letters B. en G.) voor Pieter van Aylva (f 15 39) en Roxt van Abbinga (f 1543) ; een (XVI c, gemerkt 11552 tusschen B en G ; herbezigd in 1598) voor Haring van Sythiema (f1557) en Jey Sickenga (f 1551) ; een (gemerkt: 1565, Vincent Lucas) voor Ruurd Scheltes van Abbinga (f 1559) en Ydt van Dekema (f 15 51); een (gemerkt: 1563 tusschen P en D = Pieter Dircks), met Charitas en zuilenportiek, voor Gabbe van Scheltema (f 1558) en Tets Ythiema (f 1561), een (met portiek, jager en honden) voor Ernst van Goslinga (f1558) en Sits Donia (f 15 71); een voor Ernst van Goslinga (f 1614) en Sjuck van Kamminga (f 1627) ; een voor Syds van Sythiema (f 1636) en Frouck van Kamminga (f 1623), Haring van Sythiema (f 1668) en Perck van Ringia (f 1673). Verder zerken van 1510, 1606, 1615, 1626, 1650, 1676, 1700. Ten Z. van de kerk eenige (o.a. 1670 en 1776), Avondmaalszilver: beker met gegraveerde cartouches FËRWERDERADEEL en opschrift (1718, merken : Leeuwarden, Friesland, C = 1718 en monogram van A. Andeles); schotel met opschrift (1787, merken : Leeuwarden, Friesland, K, en N. S. = N. Swalue) ; twee ronde schalen (1787); kan van wit Delftsch met zilveren beslag, waarop een alliantiewapen en: i653- „ , Twee klokken, waarvan een („Salvator , met medaillons van Zaligmaker en Madonna) gegoten in 1542 door Geert van Wou en Johan ter Stege, en een gegoten in 1648 door Jacob Noteman. Hoogebeintum. a. In het Friesch museum te Leeuwarden bevinden zich talrijke voorwerpen, opgegraven uit terpen bij dit dorp : een gouden spang (VII, Friesch werk?) met bijliggende kralen en ringen, een gouden ringvormige en een schijfvormige mantelspeld van Angelsaksisch type, twee bronzen halsringen (I), een Romeinsche mantelhaak, twee Saksische beenen haarkammen (V), waarvan een met foudraal, een ijzeren stang (z.g. ango?), een figuurtje van gebakken aarde, een uitgeholde boomstam of „doodenboom" (V—VI), een beenen haarnaald (VI—VII), een fragment van geometrisch versierd aardewerk met witte vulling, Merovingsche lijkurnen, huispotten en ander Karolingsch vaatwerk (IX), Angelsaksische brandurnen, eenig Saksisch vaatwerk. e. De thans ned. herv. kerk, gelegen op een hooge, bijna geheel afgegraven, terp, is een grootendeels tufsteenen gebouw (XII), bestaande uit een schip met halfronde koorabsis; (verbouwd XIII en XV in baksteen; meteen baksteenen toren (XIII), gedekt met een zadeldak. Overblijfselen van romaansche vensters. Noordelijke en Zuidelijke ingangen (XVI) met segmentboog van profielsteen, de zuidelijke dichtgemetseld. Zie toevoegsels opblz. 394. 80 Inwendig: houten tongewelf (XVII, doch met laatgothische sleutelstukken. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d). Eiken heerenbank (XVII d) met overhuiving en wapens-van Nysten en -de Schepper. Vijftien rouwborden (1722—1768) voor de geslachten van Coehoorn, van Nysten en de Schepper. Orgel (XVIII d). Zilveren doopbekken met opschrift (XVIII c, merken : Leeuwarden, Friesland, V en W. D. = W. Domynicus). Klok, gegoten in 1652 door Jurjen Balthasar te Leeuwarden. Jislum. a. Een ijzeren mes uit het begin onzer jaartelling, uit een terp alhier, is nu in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De moderne ned. herv. kerk, welke staat ter plaatse van een aan de H. Catharina gewijde, bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met Ionische zuilen en boogpaneelen. Twee klokken, waarvan een gegoten in 1445 door Johannes van Wou en een in 1636 door Jacob Noteman te Leeuwarden. Lichtaard. e. De ned. herv. kerk (H. Gertrudis), gelegen op een hooge terp, is een gebouw (XIII, westgevel vernieuwd XVIII of XIX) van baksteen in grootformaat, bestaande uit een schip met 5/io-gesloten koor en een in het schip geplaatsten westtoren met houten zijschotten en gedekt met een zadeldak. Segmentbogige vensters in geprofileerde omlijsting. De in spitsboognissen geplaatste ingangen (XVI) zijn met een korfboog gedekt. Inwendig: een houten tongewelf met laat-gothische sleutelstukken. De kerk bezit: Kuip van eiken preekstoel (XVII a). Twee klokken, waarvan een (XIV, „St. Petrus"), en een gegoten in 1404. Marrum. a. Bij dit dorp opgegraven oudheden: een van hout gedraaide schaal, een bodem van een Romeinsche bronzen zeef, een gouden munt (VII) en een geelkoperen kandelaar (XV) bevinden zich in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Godehardus) is een gebouw, ten deele van tufsteen (XII), vergroot (XIII) en verhoogd (XV) in roode en gele baksteen van groot formaat. Zij bestaat uit een schip met een inspringende koorsluiting, op welker hoeken ronde schalken met kegelvormigen kop; en met een ingebouwden westtoren (vernieuwd, met den westgevel, in 1850), gedekt met een spits. Zie toevoegsels op blz. 394. Inwendig: houten tongewelf (XVIII) met laatgothische sleutelstukken (ten deele vervangen). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII) met Korinthische zuilen en ingelegde paneelen. Vier overhuifde heerenbanken: drie (XVII a), een (XVII d) met Korinthische zuilen omslingerd door ranken; kroonlijst met alliantiewapen en siervazen. Avondmaalszilver : beker (merken : Leeuwarden, E 1677 en monogram van Ar. Mensma) ; beker met wapens -Grovestins en -Burmania, en opschrift (merken: Leeuwarden, C = 1675); schotel met wapens en opschrift: 1719 (merken: Leeuwarden, H = 1680, ketel = Jan Keetel). Twee klokken, gegoten in 1630. Reitsum. e. De moderne ned. herv. kerk (XIX a, ter vervanging van eene van 1738) bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met Ionische zuilen en boog- paneelen. Eiken bank (XVII a). Klok, gegoten in 1612 door Hendrik Wegewaert te Kampen. Wanswerd. e. De ned. herv. kerk (H. Petrus) is een gebouw van roode en gele baksteen, bestaande uit een sterk \ ernieuwd schip (XIII), een 5/io-gesloten koor (grootendeels vernieuwd XVIII, met hoekpilasters) en eenen breeden toren (XV), gedekt met een zadeldak. Spits- en rondbogige vensters. Inwendig een houten tongewelf (XVIII). De kerk bezit: Eiken doophek en eenige banken (XVII c). Onder den houten vloer eenige zerken (XVI, XVII en XVIII), zie toevoegsel op blz. 395. Klok, gegoten in 1442. Wester-Nijkerk. e. De ned. herv. kerk (H. Oswaldus) is een gebouw (XIII, vernieuwd en vergroot XV) van roode en gele baksteen, bestaande uit een schip met 3/8-gesloten koor en een kleinen westtoren (XIII ?) gedekt met een zadeldak. Overblijfselen van romaansche en van vroeg-gothische vensterbogen. Op de hoeken van het koor muurschalken met schijfkapiteelen. Twee korfbogige ingangen (XV) in spitsboognissen; de noordelijke had een geprofileerde omlijsting. Zie toevoegsels op blz. 395. Franeker Inwendig een vernieuwd houten tongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII b). Eiken heerenbank (XVII a) met overhuiving op Korinthische zuilen, snijwerk en voorbank gedraaide spijlen en gesneden boogfries. Drie eiken eindschotten (XVI) van banken met gesneden paneelen en bekroning. Twee klokken, waarvan een gegoten in 1385 en een in 1405. FRANEKER. a. Voorbistorische, Romeinsche en Oud-Germaansche Monumenten. Twee bronzen beeldjes van Mars en Apollo, eenige bronzen spiralen en Romeinsche vingerringen, benevens een aantal zilveren muntjes (sceattas), gevonden in een terp bewesten de stad, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. b. Verdedigingswerken. De i 1200 aangelegde, XVI en XVII gewijzigde om walli ngen zi j n in 18 79—1880 afgegraven. Thans best aan hiervan nog slechts het tot wandeling omgeschapen Noorder Bolwerk en de Zuiderkade, en twee overblijfselen van bastions aan de Noordwest- en Westzijde. d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Het raadhuis is een, in 1591 van bak- en zandsteen, onder leiding van Claes Jolles, opgetrokken gebouw, waarvan het achterste gedeelte in 1760 door Hendrik Zijlstra van Leeuwarden is afgebroken en vervangen door een nieuw gebouw en het voorste gedeelte gerestaureerd (1887—1890) door P. J. H. Cuypers. a. Het oudste gedeelte bestaat uit een hoekhuis met kelderverdieping, verhoogden begane-grond en verdieping en heeft op den hoek twee trapgevels, waarachter, uit net aak opgetrokken, een opengewerkte achtkante toren. In den oostelijken trapgevel de hoofdingang met dubbele trap en bordes en omlijsting van karyatiden met bekroning, waarin wapens en opschrift: korfbogig gedekte vensters, zandsteenen hoek- en negblokken, versierde zandsteenen lijsten; op de hoeken der geveltoppen spuwers in en vorm van leeuwen. In den toppilaster een beeld Gerechtigheid. Tusschen de vensters der tweede verdieping in sierankers: 15 91 * ^en noor<^M^e 1S a , den begane-grond een erker uitgebouwd, rustend op zandsteenen overkraging. De zuidzijde ^or t ^ gesloten door een brandgevel met trappen. De toren staat uit twee geledingen, bekroond door een opengewerkte peer. Inwendig 1): overwelfde kelderverdieping, op den begane-grond vestibule met moer- en kinderbalken op geprofileerde kraagsteenen; hier zijn een aan a gevelsteenen van afgebroken gebouwen opgesteld. Links van de vestibule eer groot vertrek (legaat Stapert) waarin moer- en kinderbalken en schoorsteenmantel (XV1 ^'ruS" tend op Ionische zuilen; aan de wanden portretten (>\i ;, afkomstig van de voormalige Academie; kasten ( „a^' waarin porseleinverzameling; notenhouten kast qaviii c; en wapentrofee (XVIII); tafel (XVII a/b) met bolpooten. Op de verdieping boven de vestibule bevindt zich de secretarie, waarin zoldering met moer- en kinderbalken ; links daarvan een vertrek waarin eiken tochtpoftaal (1012;, schouw, rustend op zandsteenen hermen, met gesneden eiken bovenlijst en schilderij (XVII): Christus en de pharizeeen. 1) Onlangs gedeeltelijk ingericht tot Stedelijk museum. Zie h i. b. Het achtergedeelte van het raadhuis is uitwendig eenvoudig ; onder de rechte kroonlijst gebeeldhouwde consoles. Inwendig: Beneden een gang met gestucadoord plafond (1771), onder de moerbinten karvatiden; gesneden deuren; boven een der deuren een voorstelling in pleister; eiken trap (1760) naar de verdieping; staande klok (XVIII d). Raadzaal (XVIII c) met gestucadoord plafond, twee schoorsteenen met wit marmeren beneden- en gesneden houten bovenmantel, goudleeren behangsel; op een beschilderd tafeltje (XVIII c) de „Globebeker" (1607), geschonken door huurders van landerijen der stad op het Bilt, met gegraveerde wereldkaart, vermoedelijk naar een ontwerp van Pibo Gualtheri; zes zilveren kandelaars (XVII b); langs de wanden geschilderde portretten der stadhouders van Friesland. Burgemeesterskamer met betimmering (XVIII c), eenvoudig versierd plafond, twee schoorsteenen van gebeeldhouwd zwaart marmer, met schilderingen (jaargetijden), geschilderd behangsel (1762, geteekend: Rosen ?); aan den westwand groote schilderij (doek, omstr. 1700). Bodenkamer met eenvoudige kast (XVII b). Boven : trappenhuis en gang met versierd plafond en voorstellingen in stuc boven de deuren ; langs de wanden portretten van professoren. „ Vijfdeelen"kamer met eenvoudige betimmering(X^VIIIc), geornamenteerd stuc-plafond, twee schoorsteenen met marmeren beneden- en gesneden houten boven-mantels, goudleeren behangsel en vier-en-twintig stoelen (XVIII c, zie ƒ 6). Twee verguld zilveren bekers op voet, waarvan een (XVI c gemerkt: CC en W.S. aaneen) met later deksel (merken: Leeuwarden, jaarletter A = 1610 en monogram A.H. = Alger Hotses); en een (XVII b) met op het deksel een schutter (merk: I. D. = Jan Douwes, te Leeuwarden); verguld zilveren beker(XVII b, merk : gekroonde hand) van het dijkbestuur der „Vijfdeelen"zeedijken, met balustervoet, waarschijnlijk van later tiid, vier zilveren z.g. geuzenlepels met gegoten steel (merken: Leeuwarden, (?), Friesland ^ enonduidehjk meesterteeken) ; zes zilveren kandelaars (XVIII b, mer . onbekend stadsmerk, Holland, C en onduidelijk meester ^VoortTzijn aanwezig : twee achtkante zilveren theebussen met op den bodem een opschrift en : 1753 (meesterteeken: bokaal met IS en onleesbaar), zilverent «oomkom (XVIII B) op voet; zilveren suikerstrooier (™ . zilveren stempel (XVIII) met houten handvat zilveren sierkurk (XVIIIB) met ring en gegraveerd wapen der stad Een planetarium vervaardigd door Lolke Sideriu (f 1920), sedert 1925 in particulier bezit te Oude Biltzijl, is in 1929 verbrand. 2. Waag (1657). Zie d 5. , Eise Eisingastraat, 28. Het Korendragers (zakkendragers-huisje, gebouwd (1634) voor het korendragersgilde, thans wachthuis van korendragers, turf gers en brandweermannen, is opgetrokken in bak- en za steen en heeft een trapgevel met twee hooge trappen^en geschonden top, zandsteenen lijsten, hoek- en boogblokken^ Voor den ingang een zandsteenen stoep. In het midden a den gevel, boven de deur een steen, waarin een figuur (korenmeter) met schepel en schop is gebeeldhouwd; daar boven een andere steen met letters: T.A.K., hierboven een met eene ellipsvormige opening en in den top een vierd , waarin het oude wapen van Franeker (bel) is gehouwen ; links en rechts van den korenmeter twee steent,es me : anno 1634. Terzijde, aan de gracht, is de verdieping uitgebouwd over het water ; toegang met trap. 4. Voorstraat 35- Het martena-huis thans raadhuis der gemeente Franekeradeel, is een baksteenen gebouw (XVI a), gesticht in 1498 door Hessel van Martena> met grondplan in den vorm van een winkelhaak en bestaande uit overwelfde kelderverdieping op pijlers, verhoogde begane-grond en verdieping; in de binnenzijde van den rechten hoek een achtkante traptoren, afgedekt met uivormigen koepel. Ingang met trap, waarboven deurkozijn met zijlichten (XVIII, gewijzigd); vensters met omlijsting van profielsteen, gedekt door korfbogen. Aan de zijkanten twee puntgevels met nissen en aan de achterzijde een dergelijke gevel. In een nis van den westelijken brandgevel een groot wapenschild, waarvan de wapens zijn afgehakt. Inwendig is de bouw geheel gewijzigd : Op den begane-grond een van voor naar achter doorloopende, in steen overwelfde, breede gang, verdeeld in vakken door banden in korfboogvorm (XVIII a); eenvoudige vertrekken met moerbalken op consoles en kinderbalken. In de achterkamer (burgemeesterskamer) schoorsteenbetimmering (X VIIIa)met spiegel in omlijsting van snijwerk, waarboven wapens der geslachten Martena en Vervou ; levensgroot portret (1630) van Saepcke van Vervou,' door L. F. Woutersin, en een schilderij: vertrek van Karei' II uit Scheveningen in 1660 (1661) door K. Beelt. Raadzaal (XVIII a) met lambrizeeringen, waarboven geschilderde doeken; zoldering met caisson-verdeeling en in het midden eene schildering (XVIII a); beschilderd kamerscherm (XVIII a). Op een bovenkamer fragment (1609) glas-in-lood met opschrift: „Heer Hessel van Martena, ridder, eerste fundateur van dit huis, is gestorven in het eylant Rhodos, 1517 . In den toren een rondloopende houten trap tot aan den zolder ; door spitsboog gedekte ingang met zandsteenen boogvulling, waarop wapens en ornament; daarboven nis met zandsteenen console. Een levensgroot portret (1542, op eikenhout), voorstellende \X orp Ropta, grietman van Dongeradeel, uit deze state afkomstig, is sinds 1902 in het Rijksmuseum te Amsterdam. 5. Voorstraat 51. Post- en telegraafkantoor met trapgevel (1662), waarvan het benedengedeelte geschonden. Boven de vensters der verdiepingen driehoekige tympans met gebeeldhouwde vullingen; onder de vensters gebeeldhouwde festoenen. Op de hooge trappen van den top gebeeldhouwde vleugelstukken. Zandsteenen hoek- en negblokken. Onder de waterlijst tusschen de eerste en de tweede verdieping twee zandsteenen cartouches met: anno 1662. In den gevel van het naastgelegen perceel, vroeger Waag, thans aangetrokken bij het postkantoor, zijn cartouches ingemetseld met wapens en opschriften (XVII), waaronder een gedenksteen (eerste steen) met: 1657. e. Kerkelijke gebouwen. 1. De ned. herv. kerk (H. Martinus), vermoedelijk XII of XIII gebouwd, omstreeks 1421 en daarna XVI a verbouwd, in 1876—1878, voornamelijk inwendig, gerestaureerd onder leiding van den architect Bruns, is een ter plaatse van een tufsteenen kerk opgetrokken, grootendeels baksteenen hallenkerk, bestaande uit een driebeukig schip, een door een omgang omgeven 5/10-gesloten koor, een aan de noordzijde van het koor uitgebouwde sacristie (thans consistoriekamer), en eenen in 1714 door brand beschadigden, daarna iets verlaagden toren met traptorentje. Het middenschip wordt gedekt door een zadeldak, de zijbeuken en de kooromgang door lessenaarsdaken ; onder de gootlijst van den middenbeuk een uitkraging van profielsteen ■ in de zijbeuken en den kooromgang spitsboogvensters, waarin thans houten kozijnen; tegen de zijmuren en het koor tweemaal versneden steunbeeren. Aan de noordzijde een dichtgemetselde korfbogige ingang en een dergelijke open ingang. Aan de zuidzijde een korfbogige ingang in omlijsting van profielsteen, waarboven de moet van een zadeldak ; in den oostelijken sluitmuur van het koor een korfbogige ingang van bak- en zandsteen, waarboven een fronton met cartouche, waarin wapen van Franeker en : 1647. Naast dezen ingang is een steen ingemetseld met onleesbaar opschrift. De toren bestaat uit drie geledingen ; de beide onderste zijn geheel vlak, de bovenste heeft aan iedere zijde drie door korfbogen gedekte lichtopeningen en wordt bekroond dooreen ijzeren balustrade (ter vervanging eener vroegere van hardsteen) ; achtkante spits. Het gedeeltelijk afgebroken traptorentje gaat thans nog tot den voet van het gewelf op. Inwendig: Dertig vrijstaande, ronde zuilen met dubbele, achtkante basementen en eenvoudige baksteenen kapiteelen ; tusschen deze zuilen, welke op onderling ongelijke afstanden geplaatst zijn en eenvoudig geprofileerde scheibogen dragen, werden bij de restauratie (XIX d) afscheidingen met baksteenen traceeringen en glas-in-lood aangebracht. In middenbeuk en zijbeuken geschilderde trekbalken op muurstijlen en korbeelen met gothische sleutelstukken ; ellipsvormig houten gewelf, ter vervanging van een vroeger spitsbogig gewelf, waarvan in het middenschip de geprofileerde eiken schinkels nog aanwezig zijn. In de zijwanden van den middenbeuk, tusschen de muurstijlen, boven de scheibogen spitsbogige nissen met eenvoudige traceeringen. In de sacristie een geverfde eiken betimmering met briefpaneelen en balken op geprofileerde sleutelstukken (XVI a). De kerk bezit: Vier gothische koorbanken (XV d) met eenig snijwerk, geplaatst twee aan twee te weerszijden in het koor. Eiken preekstoel (XVII b) met snijwerk en paneelen ingelegd met ebbenhout. Doophek (XVII b) met gedraaide balusters. Koperen standaard (XVII d) voor doopbekken. Ionisch zuiltje (XVII) met collectebakje. Orgel (XVII d). Gothische eindschotten (XV d) van banken. Zitbank (XVII a) met leuning. Eenvoudige zitbanken (XVII b). Zandsteenen epitaaf (1605) met wapenschild, ornament en vaasbekroning voor Minne van Cammingha, zijne vrouw, Luts van Herema en hunne dochter Lucia, door haar man Carel van Sternsee geplaatst. Tegen den noordmuur een eenvoudige epitaaf met pilasters en fronton (XVII a) voor Menelaos Wins, met Latijnsch gedicht door P. Winsemius. In het westeinde van den noordzijbeuk een zandsteenen epitaaf (i65o)metKorinthische pilasters en gebroken fronton, waarin wapenschild met ornament (XVIII c) voor Hendrik Antonides van der Linden (f 1614), hoogleeraar in de theologie aan de universiteit te Franeker. Tegen den zuidwand een zandsteenen epitaaf (XVII d) met gebeeldhouwde omlijsting, gedragen door kinderfiguren, voor Georg van Dunte ("f 1693). In den zuidwand marmeren epitaaf (XVIII d) voor Abraham Frederik van Schurman, kanunnik van S. Marie te Utrecht, geplaatst door Louisa Stuyvesant (f1783); gedenkplaat (XIX a) voor J. Amersfoordt (f 1824). Langs de wanden van het koor staan verschillende in 1877 rechtopgestelde grafzerken 1), waaronder van roode Bremersteen (1475, 1501) en de volgende groote, gebeeldhouwde zerken : een (XV) voorstellend een ridder in wapenrusting ; een in 1539 vervaardigd door den monogrammist B. G. voor Hilck, Gerold van Herama s dochter (f 1542) ; een, in 1542 vervaardigd door denzelfden monogrammist, voor Juw van Dekama (f 1523) en Catharina(P) Hottinga (f 1539); een (XVI b), door denzelfden, voor Gerrolt van Heerama ("J" 1536) en Luts van Zyaerda (f 1532) ; dergelijke zerk (XVI b) door denzelfden, voor Tjalling van Botnia (f 15 3 3); een in 15 5 5 vervaardigd door Vincent Lucas, voor Gerardus Agricola, laatsten prior van 1) Een handschrift (1678), vermeldend de toenmalige ligging der graven cn de opschriften der zerken, is in het stadsarchief. het klooster Klaarkamp (f 1598) ; een in 15 5 6 vervaardigd door Vincent Lucas, voor Jarich van Dekama (f 1553) en Catharina van Camstra (f 15 84) ; een, door Vincent Lucas, voor Hero van Ockingha (f 1587) en Anna Dekama (f 1563); een in 1556 vervaardigd door denzelfden beeldhouwer voor Menno van Cammingha (f 15 71) en [Luts van Heremaj ; een, door denzelfden, voor Luts Hoxwier en Atke Heerema (f1533); een met: 15... en Vincent [Lucas] ; een (1568) voor Jhr. Raes van Vervou; een, in 1571 vervaardigd door den monogrammist D.B., voor de kinderen van Dirck Govertszoon, apotheker ; een, in 1602 vervaardigd door Claes Jellès, voor Rienck van Cammingha (f 1598), later herbruikt voor de familie BrouwerJakles ; een, XVII a vervaardigd door Jelle Claes voor ?, herbruikt voor de familie van der Waayen ; een (1623) voor Jac. Rodrigues de Becker; een (1623) voor Fred. van Schurman ; een (XVII a), herbruikt voor Bern. Schotanus (f 1652) ; een (1676) voor Cecilia Moll; een (1676) voor Idsardus van Geroldsma; een voor Nicolaus Arnoldi (f 1680), hoogleeraar in de theologie ; in den vloer der kerk nog verschillende fragmenten (XIV en XV) van zerken van roode Bremersteen en zerken (1559, 1607, 1611, 1612, 1664, 1681, 1686). Op drie zuilen van het koor en op twee van den zuiderzijbeuk muurschilderingen (XVd, blootgelegd in 1860): H. Appolonia, H. Hubertus, H. Rochus e.a. ; in het middenschip zijn deze schilderingen met een gordijn bedekt. Rouwbord (XVII c) voor Christoph Gerike (f1653) uit Koningsbergen. Avondmaalszilver (thans in het Stedelijk museum in het raadhuis bewaard): een gegraveerden beker (1660), met wapens,ornament en opschrift (merken: Franeker, 1= 1660 en meesterteeken A. I.); twee bekers (1663) met ornament en opschrift (merken: Franeker, M en onleesbaar); twee broodschalen (1665) met wapens ; een zeer groote brood- schaal (1667) met wapens ; een zilveren doopbekken (1663) met wapen ; twee offerschalen (XVIII a) met opschrift; twee offerschalen (XIX a). Groote klok, in 1629 gegoten door Hans Falck; tweede klok (1450) door Aernt Butendiic; kleine klok (1739) door Johan Borchardt. 2. De r. k. kerk (H. Franciscus) is gebouwd in 1863 in de plaats van eene vroegere (omstreeks 1829). f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst. 1. Het stadsarmenhuis, in 1785 gebouwd op de plaats van het voormalige Sjaerdema-slot, later verbouwd, heeft van de oorspronkelijke stichting, boven den ingang een gebeeldhouwden gedenksteen met opschrift en : 1785. Twee zuilen en zeven dekplaten, afkomstig uit de voormalige Sjaerdema-stins, zijn thans eigendom der Rijksacademie van Beeldènde Kunsten te Amsterdam en, in bruikleen bij de gemeente Amsterdam, ondergebracht op Frankendaal (Watergraafsmeer), zie voorloopige lijst V, 11, blz. 436. 2. Het klaarkampster weeshuis, of Blauwe Weeshuis, genoemd naar Gerardus Agricola, abt van de abdij Klaarkamp (hier in 1598 overleden), voorheen gevestigd in de Dijkstraat, sinds 1888 in het voormalige Okkingahuis, heeft nog een gebeeldhouwden gevelsteen (XVII a) met opschrift betreffende Agricola, geflankeerd door een mannen- en een vrouwenfiguur. De stichting bezit een aantal schilderijen (XVI—XVIII), waaronder portretten (XVI d) van Gerardus Agricola en van Carel van Sternsee 1). 1) Een beschrijving, waarin ook de schilderijen besproken worden is te Franeker in bewerking. 3. Breede Plaats, 1. Het oude botnia-huis, diaconie-weeshuis der ned. herv. gemeente, gesticht XV (het eerst bewoond door Jarich van Botnia, 1540), in later tijd aanmerkelijk verbouwd, bestaat uit een voorgedeelte en een geheel verknoeid achtergebouw. Voorgevel en eindgevels van het voorgebouw zijn gemetseld in roode en gele baksteen. De voorgevel, verminkt en geverfd, vertoont nog twee oorspronkelijke zandsteenen kozijnen (XVI A) en kelderraampjes ; de eindgevels zijn topgevels met nisversiering in omlijsting van profielsteen ; in den noordelijken topgevel moeten van twee dichtgemetselde, smalle, hooge vensters. Een gebeeldhouwde gedenksteen (1668) boven den ingang is van een vroeger weeshuis afkomstig. Inwendig: kelders met gemetselde gewelven ; verder geheel verminkt uitgezonderd de kap en bovenbalklaag van zware moerbalken op muurstijlen en karbeelen met gothisch geprofileerde sleutelstukken. In de benedengang vier wapens met opschriften (XVII), en in de regentenzaal drie portretten van stichters (XVIII c). 4. Nieuwe Hof. Het Westerhuis-vrouwengasthuis, in 1737 gesticht door Titia Bogardia, weduwe van Dr. Sufridus Westerhuis, bestaat uit achttien woningen, die met vier vleugels een binnenplaats omsluiten. Poortje (1737, in 1884 hersteld) van bak- en bergsteen met Ionische pilasters, wapens en opschrift. 5. Godsacker, 1. Het ned. herv. diaconie-armenhuis heeft in den zijgevel een gedenksteen (1665) ter herinnering aan het ongeval van Johan Maurits van Nassau te Franeker. Inwendig : betimmering (XVIII c). 6. Academiestraat en Sjaardemastraat. De voormalige Academie (ingewijd 1585, opgeheven in 1811), eerder (1468—1580) Kruisbroeders klooster, thans (sinds i8jo)een Krankzinnigengesticht, bestaat uit eenige eenvoudige, om eene binnenplaats gelegen, in bak- en bergsteen opgetrokken gebouwen, belangrijk gewijzigd en hersteld in 1642. Aan de Academiestraat een eenvoudige gevel (1749) met versierde gootlijst en gebeeldhouwde dakvensters. Op het binnenplein een lange gevel (XVIII A) met Ionische pilasters in baksteen met zandsteen-blokken en -banden ; gemetseld poortje van profielsteen met zandsteenen pilasters en bekroning, waarin wapens en opschrift: 1650 ; op de voormalige kapel (later gehoorzaal) een koepeltje (XVII b) In een tuinmuur zijn verschillende fragmenten gemetseld : engelenkopjes en cartouches (1661). Inwendig: in de voormalige gehoorzaal muurstijlen, karbeelen en gesneden gothische sleutelstukken. Een eiken boekenkastje (^ 1700), bekroond met het wapen van prins Johan Willem Friso en door dezen aan de Academische bibliotheek geschonken, is in de Provinciale bibliotheek te Leeuwarden ; een planetarium, vervaardigd door Wright en Cole te Londen en in 1785 door Willem V geschonken, is in het Friesch museum te Leeuwarden ; geschilderde portretten van hoogleeraren en 24 stoelen (XVIII c) zijn op het raadhuis (zie d 1). g. Particuliere gebouwen. A. Renaissance. 1. Voormalig Dekamahuis (XV d), uitwendig geheel verknoeid, inwendig verbouwd. 2. Voorstraat 19. Eenvoudige topgevel (1615). 3. Voorstraat 21. Als voren (XVII a). 4. Noord N.z. 102. Trapgevel (XVII c) ; onder den toppilaster een mannenkop. 5. Breede plaats 8. Pilastergevel (XVII d); boven en onder de vensters guirlandes. Boven : in het middelste kozijn een cherubshoofd met vleugels ; gebeeldhouwd dakvenster. 6. Zilverstraat 3. Trapgevel (XVII d) ; gebogen fronton met siervaas. 7. Zilverstraat 5. Trapgevel (XVII) met toppilaster waaronder een engelenkopje. Steen met hazewind en een met: 1780. 8. Eise Eisingastraat 24. Dergelijke trapgevel (XVII). B. Lodewij kstijlen. 9. Raadhuisplein 13. Halsgevel (1734), waarin gebeeldhouwde cartouche met op den top een vrouwenbuste. . 10. Voorstraat 10. Trapgevel (1737) met gedenksteen der eerste-steenlegging. 11. Eise Eisingastraat 2. Halsgevel (1745), met gebeeldhouwd topstuk en vleugelstukken. 12. Voorstraat 49. Gevel (1746). Versierde hardsteenen plint; ingang met gesneden omlijsting, kalf en deur ; onder alle vensters gebeeldhouwde korfstukken; te weerszijden van den top, zware gebeeldhouwde zandsteenen vleugelstukken, en bekroning met borstbeeld: „Hippokrates". Inwendig : Eiken trap tot den zolder, met ovaal schalmgat, gedraaide balusters en gesngden harpstuk; voorkamer, waarin bedschot en versierd plafond; achterkamer : betimmering en plaflond ; keuken met glazen kasten ; gang eenvoudig. 13. Zilverstraat 49. Gevel (XVIII d) met gootlijst op consoles en gebeeldhouwde dakvensters. Inwendig : in de gang wenteltrap met langwerpig schalmgat, gesneden harpstukken en gestoken balusters ; in de bovenvoorkamer bedschot met snijwerk en schoorsteenmantel waarin een witje, geteekend : F. Swart, 1783 ; beneden voorkamer : gesneden bedschot en alkoof, gebeeldhouwde schoorsteenmantel met witje : T. H. J. Anno 1781. Pakhuisgevels: 14. Froonacker, tusschen 11 en 15. Pakhuis met puntgevel (XVII B). Rondbogige luiken. 15. Froonacker 16. Dergelijk pakhuis (XVIIB). Gevelsteen met wapen van Franeker (bel). 16. Froonacker 2. Klein pakhuis met puntgevel (XVIII B). Fragmenten van buitenarchitectuur: x. Naast perceel Zilverstraat 26 : poortje met sluitsteen : 1594 en huismerk. 2. Zilverstraat 7. Bovengedeelte (XVII a) van een trapgevel, thans afgeschuind, met zandsteenen blokken, obelisken en bekroning (XVIII b). 3. Noord, N.z. 2. Bij den hoofdingang van het onherkenbaar verminkte Botniahuis (thans hotel „De Koornbeurs") twee gebeeldhouwde zandsteenen vazen (XVIII b) Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld : Zilverstraat x (XVIII a) met ornament en opschrift; Raadhuisplein 3 (1760) met wapen van Franeker; Sjaardemastraat (café „De bocht van Guinee"), steen (XVIII c) met ornament en opschrift. Fragmenten van binnenarchitectuur: 1. Zilverstraat 26. Renaissance-betimmeringen(XVId); onder de balken kraagstukken. In het voorgedeelte een poortje (XVII c) met schuine doorgang, geflankeerd door Ionische pilasters, nieuwe deur, waarin gothische paneelen uit een vroegere deur ; gebroken fronton. Naast dit poortje een deurkozijn met gebeeldhouwde omlijsting en bekroning. 2. Molensteeg 13. In de voorkamer: gesneden bedschot en schoorsteenmantel (XVIII c). Franekeradeel h. Varia. i. De Oudheidkamer in het raadhuis (zie d i) is tijdens het ter perse leggen van deze lijst gereorganiseerd als Stedelijk museum en grootendeels ondergebracht in de voormalige Vijfdeelenkamer. Hier bevinden zich thans o.a. ook: herinneringen aan de voormalige Hoogeschool; eene verzameling-Anna Maria van Schurman (zelfportretten, miniaturen, handschriften enz.); eene botanische verzameling in 15 8 boekvormige houten doozen, ^ 1809 door Dr. Schlaumbach aan de Universiteit geschonken, enz. 2. Eise Eisingistraat 3. Planetarium. Eenvoudige halsgevel met zonnewijzer en gevelsteen : 1768. Inwendig : in een vertrek met eenvoudige betimmering (XVIII d) het planetarium vervaardigd (1774—1781) door Eise Jeltes Eisinga. Een verguld zilveren beker op voet (XVIIA, Antwerpsch werk), versierd met gegoten voorstellingen van Loth en zijne dochters en de bespotting van Noach (keur: Antwerpen), eigendom van het dijkbestuur der Vijfdeelen Zeedijken, is thans in bruikleen in het Friesch museum te Leeuwarden. Een gildepenning (1692) van het Grootschippersgilde is in hetzelfde museum. FRANEKERADEEL. Achlum. a. Een Keltische schedel, een bronzen hals- of borstring (^ 100 v. Chr.), Romeinsche bronzen voorwerpen, een Angelsaksische zilveren spang (VII), een gouden bracteaat, scherven van inheemsch, geometrisch versierd vaatwerk, van terra sigillata, van Frankisch en Karolingisch aardewerk, eene verzameling munten van Lodewijk den Vrome, waaronder geslagen te Wijk-bij-Duurstede, een Merovingische bronzen haarnaald en dito riemtong, in terpen gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Gertrudis), waarschijnlijk XI of XII A gesticht, als dochterkerk van Alderum en behoorende aan de St. Paulusabdij te Ltrecht, XV verhoogd en naar het Oosten uitgelegd, is een nog grootendeels tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip, een j/8-gesloten koor en eenen vierkanten westtoren (XV) met houten bovengedeelte (1790) en spitsje. Tegen den noordmuur tufsteenen lisenen, waartusschen een fragment van een rondboogfries en gedichte rondboogvenstertjes met elliptische buitenbooglijn. Later ingebroken spitsboogvensters (XV). Inwendig : houten tongewelf (XV) met trekbalken, muurstijlen, karbeelen, en sleutelstukken met peerkraal- profiel. De kerk bezit: /vxrTT Gebeeldhouwden eiken preekstoel (XVII d) met gewrongen trappaal, als te Kimswerd. Doophek (XVII d), als te Kimswerd. Koperen doopbekkenhouder (X"V II d). Eiken familiebanken (XVII d) met gedraaide baksters; banken met gesneden eindstukken, waarop kruisvormig motief, als te Kimswerd. Bij den noordelijken ingang een zerk (XIII .) van ^oode Bremersteen ; verschillende gebeeldhouwde zerken (X\T en XVII, afgesleten). In den noordmuur, fragment van een relief (XIV) van roode Bremersteen, voorstellend de Moeder Gods. Avondmaalszilver : gegraveerden beker met ornament en: 1669 (merken: Franeker, jaarletter N = 1664, meesterteeken P. I.) _ . Twee klokken, waarvan de groote in 1621 en de kleine in 1631 te Leeuwarden gegoten door Hans Falck van Neurenberg. Een beenen mesheft (XIV), in de terp gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Boer. e. De ned.herv. kerk (H. Maagd), vermoedelijk XII a gesticht, sinds XIV parochiekerk, is een thans geheel gepleisterd baksteenen gebouw (XIII?), bestaande uit een schip, een halfrond-gesloten koor en eenen westtoren met spitsje(ter vervanging van een vroeger zadeldak). Tegen het koorlater aangebrachte steunbeeren, waartusschen bogen zijn uitgemetseld onder de daklijst. Aan de zuidzijde een ingang, geflankeerd door pilasters met festoenen, waarop een fronton met twee schildhoudende leeuwen en : 1664. Inwendig : houten tongewelf (^ 1570) met doorhangende schinkels, versierd met een gesneden eierlijst; trekbalken op sleutelstukken met peerkraalprofiel. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c, verminkt). Doophek (XVII c). Schot (XVII c) met gedraaide balusters. Doodsbaar (1731, zwart geverfd). Klok, in 1561 gegoten door Wilhelm Wegewart. De voormalige pastorie, thans kosterswoning, ten Westen der kerk gelegen, is een baksteenen gebouw (± I5°°) met een zijgevel, in welks top duivengaten. Inwendig : balken, waaronder sleutelstukken met peerkraalprofiel. Overwelfde kelders. Dongjum. a. Een vroeg-Romeinsche bronzen voet van een bekken of kan, en een wit-beenen haarnaald (IX), in de terp gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk, in 1777 gebouwd ter vervanging eener oudere, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en eenen west- toren met spits. Boven den ingang aan de noordzijde een sluitsteen met: 1777. De kerk bezit: Marmeren graftombe, in 1737 vervaardigd door J. B. Xavery, voor Sicco van Goslinga, grietman van Franekeradeel en gedeputeerde te velde (f X751)» en Johanna Isabella, baronesse thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg (t 1735), waarschijnlijk bij verplaatsingen in 1777 en 1795 beschadigd (eenige niet nader te bepalen fragmenten bevinden zich nog in de pastorie). Avondmaalszilver : grooten beker (XVII d, merken : Franeker, jaarletter P en monogram AV ?) met gegraveerde medaillons ; broodschaal (XVIII A), op vier pootjes, met alliantiewapen-Goslinga-Schwartzenberg ; kan van blauw aardewerk (Harlingsch) met zilveren deksel, waarin gegraveerd een opschrift en : 1696 ; zilveren doopbekken (1835). Klok, in 1553 gegoten. Herbaaium. e. De thans ned. herv. kerk, waarschijnlijk XIII B gesticht, in 1872 verbouwd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/io-gesloten koor en een westgevel (1872) met spitsje, ter vervanging van een vroegeren toren met zadeldak. In den westgevel een gedenksteen der verbouwing. De kerk bezit: Grafzerken (XVII) op het kerkhof. Zilveren Avondmaalsbeker met opschrift en: 1719, onder den voet gegraveerd : P. E. G. (merk : 11 V). Klok (XIII B), zonder opschrift of jaartal, met meester- teeken (huismerk). Een rood zandsteenen kapiteel (XIII B), vermoedelijk uit een der galmgaten van den in 1872 gesloopten toren afkomstig, wordt thans door den predikant bewaard. g. Van het voormalig slot Siccama bestaan nog slechts de gracht en een baksteenen poortgebouw (XVI ?), gepleisterd en vervallen. Hitsum. a. Een gouden Noorsche bracteaat (VI) met runenopschrift : „foro", een bronzen mantelspeld, een ijzeren speerpunt, Germaansch aardewerk en een Romeinsch bronzen masker, in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. Germaansche potten, steenen voorwerpen en Frankische kralen, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. e. De ned. herv. kerk bezit: Twee gesneden lezenaars (XVII d). Vier eenvoudige tekstbordjes (XVIII d). Twee klokken, waarvan een in 1637 gegoten door Jacob Noteman en een in 1671 door Petrus Overney. h. Een bronzen vrouwebeeldje (XI?), in een terp gevonden, is in het Friesch museum. Midlum. a. Dertien Byzantijnsche gouden solidi (V B) en een bronzen unstertje (VIII—IX), in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum. e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas), waarschijnlijk ^ 1200 gesticht, als dochter van de voormalige abdij der Augustijnen Ludingakerke, reeds XIII als parochiekerk vermeld, XIX en andermaal in 1906—1907 „gerestaureerd" en grootendeels ommetseld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, tegen welks noordzijde in 1906 een consistoriekamer is aangebouwd, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren in 1810 verlaagd en gedekt met een achtkante houten spits. De zuidmuur is gewit, onder de kalk sporen van rondboogvensters ; in den noordmuur een dichtgemetseld rondboogvenstertje en daaronder een eveneens gedichte, later aangebrachte spitsbogige ingang. Gootlijst van profielsteen. De toren is geheel om manteld met kleine gele steen, met uitzondering van den noordmuur. Inwendig : spitsbogig houten tongewelf (XVI) met doorhangende schinkels. De kerk bezit: Eenvoudige zerken (XVII en XVIII) op het kerkhof. Twee klokken, waarvan de kleinste (midden-XV ?), en de groote in 1473 gegoten door Reinerus. otyi ' " * Peins. e. De ned. herv. kerk (H. Gertrudis), vermoedelijk XII gesticht, omstreeks 1300 verbouwd, in 1865 in- en uitwendig geheel verminkt en in 1902 andermaal gewijzigd door het wegbreken van den toren, is een baksteenen gebouw, met nog eenige tufsteen van de oorspronkelijke kerk, bestaande uit een schip, een 5/8-gesloten koor en een, na het sloopen van den toren, van oude steen opgemetselden westgevel met spitsje. Sporen van vroeg-gothische vensters (J^ 1300). Aan noord- en zuidzijde dichtgemetselde spitsbogige ingangen. De kerk bezit: Klok, in 1654 gegoten door Jurjen Balthasar. Ried. De thans ned. herv. kerk, in 1653 gebouwd, waarschijnlijk op de grondslagen eener reeds ^ 1300 bestaande parochiekerk, in 1871 hersteld en gepleisterd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren, in 1625. gebouwd door mr. Abe Ede, ter vervanging van den toen ingestorten toren, in 1871 gepleisterd, in 1925—1926 geheel ommetseld en van een nieuwe spits voorzien. Boven den zuidelijken ingang twee steenen, waarvan een betreffende de herbouwing in 1653 een vermeldend de herstelling in 1871 ; in den zuidmuur een steen met: 165 3. In den noord- muur van den toren een steen met het wapen-Andla (afgehakt) en opschrift; op den noordwesthoek een, vermeldend Abe Ede als meester, diens handmerk en : 1625. Boven de torendeur een steen met opschrift en : 1625. In den zuidmuur van den toren twee steenen, waarvan een met opschrift en : 1625, en een vermeldend de instorting van den vorigen toren en den herbouw in 1625. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Bij den zuidelijken ingang twee roode zerksteenen (XIII ?) en een blauwe; gebeeldhouwde zerken (1639 en XVII) van de familie Andla. Avondmaalszilver: twee bekers, waarvan een kleine met drie medaillons, waarin figuurt jes, onder den voet: A. H. I. J. 1644 (merken: Bolsward, jaarletter N = 1644 en huismerk) ; en een grootere met medaillons, waarin Geloof, Hoop en Liefde, wapens,letters D.O.,M.D.,i648, opschrift en in den bodem gesoldeerd een munt (merken: Sneek, jaarletter R = 1648 en VI = Wyger Jansen van Isens?). Twee klokken, waarvan de kleine in 1624 gegoten, vermoedelijk door M. Frangois Simon en Andreas Obertin, en de groote in 1634 door Hans Falck van Neurenberg te Leeuwarden. Schalsum. e. De thans ned. herv. kerk, XII d of XIII a gesticht, later gewijzigd, XIX aan de noordzijde ommetseld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een halfrondgesloten koor, door getoogde uitmetselingen boven de vensters overgaande naar j/8, en eenen vierkanten toren met achtkante houten spits. In den zuidmuur een dichtgemetselde rondbogige ingang ; sporen van kleine, rondbogige vensters. Inwendig : houten tongewelf (XVI a) met geprofileerde schinkels en trekbalken, waaronder sleutelstukken met peerkraal. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1711, op den trappaal), met gebeeldhouwde paneelen. Orgel (XIX a, geverfd). Grafzerk (1486) van roode Bremersteen ; twee zerken (1633 en 1699). Klok, in 1761 gegoten door Steen en Borchardt voor de kerk te Giekerk, omstreeks 1890 hierheen overgebracht ter vervanging eener vroegere klok, in 1705 gegoten door Mammes Fremy. Tjum. a. Een Romeinsch schrijftafeltje (I A n.Chr.) van dennenhout met daarop gegrifte koopacte en scherven van terra sigillata en van geometrisch versierd vaatwerk, in de terp Groot-Tolsum en in andere terpen hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden ; dertien zilveren Romeinsche denariën (i 160—192), in 1850 gevonden in een terp bij de zathe „de Vlaren", zijn in hetzelfde museum. e. De NED. HERV. KERK (H. Johannes de Dooper), XI of XII gesticht, in 1220 vermeld, XIV, XV en XVI vergroot, in 1843 hersteld, in 1881 gewijzigd en verknoeid, is een, behoudens enkele fragmenten van tuf, grootendeels baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (westelijk gedeelte XI—XII), met een zuidelijken dwarsarm (XVI A), een 5/io-gesloten koor (XIV) en eenen vierkanten toren (1548—*549) van bak- en bergsteen, met hooge, ingesnoerd-achtkante spits. De zuidgevel is geheel ommetseld ; het westelijk deel van den noordmuur is van tufsteen, met rondboogfries en sporen van rondbogige vensters. De toren bestaat uit drie geledingen met zandsteenen hoek- en negblokken. In de onderste geleding, aan de westzijde, een hooge spitsbogige ingang met zandsteenen vischblaastraceeringen ; in den zuidmuur een gedenk- steen, betreffende den bouw in 1548—1549 en vermeldend : „Cornelis Claesz. toernmeester"; in de tweede geleding, aan elke zijde drie spitsbogige nissen met vischblaastraceeringen ; in de bovenste geleding, aan elke zijde twee korfbogige nissen, waarin uitgespaarde galmgaten ; op de vier hoeken gebeeldhouwde spuwers. Houten balustrade. Inwendig : in 1881 geheel verknoeid en met een gestucadoord gewelf overdekt. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1699, geverfd). Orgel (1760, in 1817 vernieuwd). Grafzerk (XV) van roode Bremersteen; zerk (XVII b) o.a. voor Jorit Martens, gesneuveld in 1628 bij de verovering der Zilvervloot; verschillende zerken onder den houten vloer. Een groote en twee kleinere koperen kronen (XVII d). Avondmaalszilver: beker (XVII c, merken : Franeker, A. H.) met opschrift; voorts een beker, een kan, drie broodschalen, drie bekkens, alles 1847. Klok, in 1525 gegoten door Gerhardus van Wou en Johannes Schonenborch. Zweins. e. De ned. herv. kerk (H. Regina), vermoedelijk XIII gesticht, XVIII d gewijzigd, is een baksteenen, XVIII d geheel ommetseld gebouw, bestaande uit een schip, aan beide einden driezijdig-gesloten, met op het dak een koepeltje (XVIII d). Inwendig : houten tongewelf (XVIII d) op consoles. De kerk bezit: Avondmaalstafel (XVII d). Gesneden eiken preekstoel (XVIII d). Eenvoudig orgel (XVIII d, maar trant Lodewijk XV). Twee overhuifde familiebanken (XVIII d) met wapensvan Beyma, van Burmania en Lycklama a Nyeholt. Epitaaf (XVII c) van zand- en toetssteen, blijkens opschrift voor Jaeycke van Vierssen (f 1652), echtgenoote Gaasterland van Ign. Kingma, met gedicht door D. E. L. Hesenaer. Zerk (1481) van roode Bremersteen; gebeeldhouwde zerken (1550, 1580, 1585, 1588, 1590, 1615, 1672). Twee gebeeldhouwde hardsteenen zerken (1533 en 1567), afkomstig uit de kerk te Seksbierum, zijn buiten in den zuidmuur gemetseld. Twee eenvoudige gesneden tekstborden (XVIII d). Vijf geschilderde rouwborden (1633, 1669, 1677, 1680, XVÏI d), en een (XVII c) met wapen-van Idsinga, oorspronkelijk geen rouwbord. Avondmaalsbeker met gegraveerden rand ; onder den voet een alliantiewapen, opschrift en: 1657 (merken: Leeuwarden, jaarletter L (of D?) en meesterteeken T. L. = Thomas Laurens). Klok, in 1471 gegoten door Steven Butendiic. g. Aan den weg Leeuwarden—Franeker, tegenover den weg naar Zweins, staat in den tuin eener boerenplaats, een zonnewijzer op gebeeldhouwd voetstuk (XVIII a). GAASTERLAND. Balk. d. Het raadhuis, in 1615 gebouwd, in 1912 door verbouwing gedeeltelijk verknoeid, is opgetrokken van baken zandsteen en heeft een trapgevel aan de voor- en een aan de achterzijde, waartusschen een zadeldak met een opengewerkt torentje (1793) op het midden. De voorgevel (in 1836 geheel vernieuwd) heeft rijk gesneden jaartalankers : 1615 ; zandsteenen hoekblokken en met kopjes versierde steenen in de hoeken der geveltrappen ; hooge stoep met trap en bordes, waarop twee hekpijlertjes met schildleeuwen. Inwendig: eenvoudige betimmeringen (XVII b); in de burgemeesterskamer twee tinnen kandelaars (XVIII d). In het torentje : Gaasterland Klok, in 1615 gegoten door Gherart Koster te Amsterdam. Op den zolder een klok, in 1746 gegoten door Cyprianus Crans te Amsterdam, afkomstig uit den klokkenstoel te Ruigahuizen. e 1. De ned. herv. kerk, in 1728 gebouwd door den mr. timmerman Roelof Saegman, is een eenvoudig rechthoekig gebouw, Zuid-Noord gericht, met een 4/8-gesloten koor aan de noordzijde, waarvan een hoek in de lengteas. De voor (zuid-)gevel heeft een top met rechte zijkanten, zandsteenen aanzetkrullen, waaronder : 1728 ; in het midden, tusschen twee rondbogige vensters, de ingang, waarboven steen met opschrift. Inwendig: ellipsvormig houten tongewelf met trekbalken. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met snijwerk. Doophek (XVIII b). Koperen doopbekkenhouder (XVII c). Eenvoudig orgel (i 1800), waarop drie uitgezaagde houten beelden, (XIX A) in grauw beschilderd door Hans Dijkstra. Twee familiebanken (XVIII b) met gesneden alliantiewapens. Avondmaalszilver: beker met opschrift en : 1664 (merk: monogram T. G.)j broodschotel (^ 1650, merken : Sneek en monogram) met wapen en opschrift; doopbekken (a_ 1650, merken : Sneek en monogram) met alliantiewapen en opschrift. Gebrandschilderd glas (1729, beschadigd) in het koor, met wapens en opschriften, o.a. een betreffende den bouwmeester. Klok in 1727 gegoten door J. A. de Grave. 2. De ned. herv. pastorie. Zie g Fragmenten 1. 3. De r. k. kerk van den H. Ludgerus, in 1883 gebouwd door H. Tepe, bezit: Kazuifel (XVI a) met zes fraai geborduurde voorstellingen uit de jeugd van Christus. g. A. Trapgevels, meerendeels met zandsteenen lijsten en afdekkingen, toppilaster op kopje, bloemvormig nokanker: 1. B 78. Gepleisterd ; sierankers : 1608. 2. B 33. Ankers : 1677. 3. B 290. Dergelijke gevel (XVII c). 4. B 28. Ankers : 1706 en drie sierankers. B. Ingezwenkte halsgevels, meerendeels met aanzetkrullen op draagsteenen en met gebeeldhouwde afdekking van den top: 5. B 360. Halsgevel (1693). In den top twee gekroonde botervaten. Hardsteenen plint; deur (XVIII d) met gesneden omlijsting en bovenlicht; stoeppalen met kettingen. 6. B 65. Dergelijke gevel (XVIII a, eenvoudig). 7. B 46. Dergelijke gevel (XVIII b). 8. B 63. Dergelijke gevel (1767). 9. B 366. Dergelijke gevel (XVIII c, vermoedelijk uit Workum afkomstig en hier in 1875 herbouwd); in den top een alliantiewapen, gehouden door cherubijntjes. 10. B 43. Dergelijke gevel (1789)- Inwendig: in een voorkamer op drie wanden schilderingen (XVIII d, doek), landschappen voorstellend; schoorsteenmantel met schilderstuk (XVII d), voorstellend het bezoek der engelen aan Abraham. Op een bovenkamer een bedstede (XVIII d). 11. B 308. Dergelijke gevel (XVIII d). 12. B 346. Dergelijke gevel (XVIII d, eenvoudig). Voorts nog*: 13. B73. Puntgevel met toppilaster op engelenkopje, jaartalankers : 1655, en sierankers. 14. B 54. Gevel (XVIII d) met rechte kroonlijst, deur in omlijsting en gesneden bovenlicht. 15. B 55. Dergelijke gevel (XVIII d). Fragmenten en details: 1. B41. De ned. herv. pastorie (in 1909 gebouwd ter plaatse van de toen gesloopte, met fraaien trapgevel XVIc) heeft van het vroegere huis nog een poortje (XVId) en inwendig eenige betimmeringen (XVI d). 2. B 44. Gevel, waarin van een vorigen zijn bewaard gebleven acht sierankers, vier waarvan het jaartal 1633 vormen ; zandsteenen blokken, banden en engelenkopjes ; steen met botervat. Inwendig : in de voorkamer betimmeringen met gesneden bedsteedeuren; in de binnenkamer een houten schoorsteenmantel met tegelbekleeding (XVIII b), voorstellend Zacheus in de vijgenboom; twee bedsteden en twee kastdeuren. 3. B 95. Topgevel waarin een draagsteen (XVII b) van een verdwenen toppilaster. 4. B 104. Fragment van een topgevel (XVII b) met waterlijst op gemetseld rondboogfries ; boven het middenvenster een ontlastingsboog met kopje. Sieranker. 5. B 87. Fragment van een trapgevel (XVII c), met engelenkopje van een vroegeren toppilaster. 6. B 35. Drie sierankers (XVII). 7. B 98. Bloemvormig nokanker (XVII). 8. B 16. Ankers : 1761, en bloemvormig nokanker. 9. B 166. Aanzetkrullen en draagsteenen (XVIII c), in een verbouwden gevel (1850). 10. B 53. Gesneden bovenlicht (XVIII d). 11. B 324. Fragment van een ingezwenkten halsgevel, met aanzetsteenen waarop : 1802. 12. Dubbelstraat. In een pakhuis een gebeeldhouwde gevelsteen (XVI d), voorstellend Adam en Eva („Int Paradis"). Harich. e. De ned. herv. kerk, in 1663 gebouwd ter vervanging van eene vermoedelijk in 1245 vermelde, door storm verwoeste oudere kerk, waarvan alleen de toren bewaard bleef, bestaat uit een rechthoekig baksteenen schip met driezijdige sluiting en eenen vierkanten toren (XII; XV verbouwd, in 1665 verhoogd), met een gemetselde, maar in 1902 met hout en leien bekleede spits (1663 ?). In den zuidmuur een rondbogige ingang van profiel- en zandsteen, met een sluitsteen, waarop : 1663 ; hierboven een gedenksteen betreffende den bouw in 1663. De toren bestaat uit een benedengedeelte (XII en XV) van tuf- en groote baksteen, en een bovengedeelte (1663 ?) van kleine baksteen ; in het benedengedeelte aan de westzijde een rondbogige ingang, waarboven een spitsbogige nis, en dichtgemetselde rondbogige galmgaten. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met gegroefde Ionische zuilen op de hoeken. Doophek (XVII c) met gedraaide balusters. Marmeren grafmonument (XVIII d), bestaande uit een sarcophaag, waarop een obelisk, het geheel omsloten door een classicistische portiek en met gedenkplaten voor Ulbo Aylva Rengers (f 1787), Nicasia van der Heer (f 1778), Lamoraal Albert Emilius Rengers (| 1811) en Francina Gerardina Constantia van Lynden van Sandenburg (f 1821). Zilveren Avondmaalsbeker, met opschrift en : 1708. Twee klokken, in 1682 en in 1683 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden. Mirns. a. Van een in 1849 onder Rijs ontdekt en toen vernield hunebed (Jz 2000 voor Chr., het eenige in deze provincie), welks overblijfselen in 1922 onder leiding van A. E. van Giffen zijn ontgraven, bestaan waarschijnlijk nog enkele draagsteenen, thans bij den ingang der Mirnserlaan, ten Oosten van het huis Rijs liggend. Scherven van vaatwerk, uit dit hunebed afkomstig, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, andere overblijfselen van geometrisch versierde ceramiek en vuursteenen voorwerpen zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. Van de XVIII c gesloopte kerk bestaat nog slechts het kerkhof, waarop een klokkenstoel met: Klok, in 1767 gegoten door Pieter Seest te Amsterdam. g. Het huis rijs, XVII d gebouwd ter plaatse van een vermoedelijk i 1500 gestichten uithof der St. Odulphusabdij te Hemelum, XVIII d verbouwd en van een verdieping voorzien, heeft een eenvoudigen gevel (XVIII d) met rechte kroonlijst, waarboven in het midden een dakvenster in houten omlijsting ; middentravee met omlijsting. Inwendig : familieportretten (XVIII d en XIX a, in olieverf en in pastel) van de geslachten Rengers en van Lynden. Nijemirdum. e. Van de XIX gesloopte kerk (H. Nicolaas) staat nog de vierkante baksteenen toren (XIV B, later verlaagd) van drie iets inspringende geledingen, gedekt met een korte spits. In de bovenste geleding, in elk der muurvlakken twee spitsbogige nissen, waarin galmgaten. Inwendig: in den noordoostelijken hoek een uitgespaarde gemetselde trap. Klok, in 1541 gegoten door Jacob Waghevens te Mechelen. Oudemirdum. e. De ned. herv. kerk, in 1790 gebouwd op de fundeeringen eener oudere (behoorende aan de abdij Corvey), is in 1926 geheel verbouwd. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Doophek (± 1700). Zerk (XIII) van roode Bremersteen. . Gebrandschilderd glas, in 179° vervaardigd door Ype Staak, met wapen van Friesland (geschenk der Staten). Twee gesneden psalmbordjes (XVIII d). Klok, in 1458 gegoten door Steven Butendnc. Rijs. Zie: Mirns. Ruigahuizen. Z. Twee huizen (XVII d) van Fransche uitgewekenen, eenvoudige vierkante „huissteden", door een sloot omgeven. h Een gebeeldhouwde steen (XII) met romaansch ornament, in 1926 hier gevonden, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Sondel. t De ned. herv. kerk, in 1870 gebouwd op de fundeeringen eener oudere, met 3/8-gesloten koor, bezit: Eiken preekstoel (XVII d). Overhuifde familiebank (XVII d) met gewrongen zmlen. Drie psalmbordjes (XVIII d). Oude klok (XIII ?) zonder opschrift. Een klok, in 1481 gegoten door Steven Butendnc en Tan van Vorscoten, vermoedelijk uit deze kerk afkomstig, is thans in de Ned. Herv. Kerk te Gonnchem. 0- Van het voormalig heerenhuis Beukerswijk, in 188 5 verbouwd tot boerderij, bestaat nog een gedenksteen (1780) met opschrift betreffende den eersten steen en wapens-Beukers-Siccema, -Nauta, -Beuckens-Swalue en -van Hylkama, in den tegenwoordigen voorgevel. Wykel. e. De ned. herv. kerk (H. Gregorius ?), i Ï400 gebouwd, i 15°° vernieuwd, XVII c gedeeltelijk door brand vernield en in 1671 herbouwd, bestaat uit een schip (XVII d), een 3/8-gesloten koor (± 1500) en eenen vierkanten toren (± 1400, in 1671 verhoogd, in 1821 hersteld) van groote moppen met zadeldak. De toren heeft drie geledingen, waarvan de tweede aan drie zijden twee spitsbogige nissen heeft; de bovenste (1671, blijkens ankers) is van kleinere baksteen opgetrokken en heeft aan elke zijde drie gekoppelde rondbogige galmgaten. De kerk bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVII d). Doophek (XVII d) met gedraaide balusters. Familiebank (XVII a) met voorbank en overhuiving op Ionische en Korinthische zuilen ; overhuifde familiebank (XVIII a) met gewrongen zuilen ; familiebank (XVIII a) met balustrade. Marmeren praalgraf (XVIII a) voor Menno, baron van Coehoorn (f 1704), vervaardigd naar ontwerp van Daniël Marot, volgens Galland door J. B. Xavery, en bestaande uit een zwart marmeren sarcophaag op hardsteenen voet, waarop in wit marmer het levensgroote liggende beeld van van Coehoorn tegen een obelisk met wapentrofee en bekroond door een siervaas; op den voet een relief: belegering; om het geheel een gesmeed ijzeren hek. Marmeren epitaaf voor Frederik \\ illem, graaf van Limburg Stirum (f 1747). Epitaaf van zwart en wit marmer voor Hendrik Casimir van Coehoorn (f 1756), met ornament en wapentrofee; bijbehoorende gebeeldhouwde zerk (XVIII c). Gebeeldhouwde zerken (1627, 1632, 1636) van leden der familie van Wyckel en anderen ; gebeeldhouwde zerk van Gozewijn Theodoor van Coehoorn (f 1737). Avondmaalszilver: twee bekers (XVII c), waarvan een Harlingen met afbeelding der kerk na den brand en vóór de herstelling in 1671. Klok met twee reliefs, in 1338 gegoten en genaamd „Gregorius". HARLINGEN. a. Germaan sche en%. oudheden. Eenige zilveren denariën (IX), in den omtrek gevonden, zijn thans in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden. Een Angelsaksische munt (VI), met het runen-opschrift „Hada", is in het Friesch museum te Leeuwarden. c. Bruggen, sluis en%. Groote sluis aan de Noorderhaven, waarbij vier schildhoudende leeuwen (XVIII a, geverfd) met gemeentewapen. Gedenktee kenen. Op den Zeedijk een monument voor Caspar de Robles, Heer van Billy, Spaansch Gouverneur der Nederlanden (1570—1576), genaamd „de Steenen Man", of „Terminus", bestaande uit een hardsteenen voetstuk (1834), waarop een vierkante zandsteenen zuil (1576), met het wapende Robles en bekroond door een Janus-kop, (hersteld in 1774). Het geheel omgeven door een ijzeren hek (1833), opnieuw gerestaureerd 1895. d. Wereldlijke openbare gebouwen. x. Het gebouw der admiraliteit, na een brand (1771) in 1773 herbouwd, thans Hoogere Burgerschool, heeft een verminkten pilastergevel met drie toppen. Het wapenbord der admiraliteit en vaandels, hieruit afkomstig, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. 2. Noorderhaven 86. Het raadhuis is een vrijstaand gebouw, bestaande uit twee gedeelten. Het oudste (1730, door Hendrik Norel) heeft een trapezium-vormig grondplan, beslaat de helft der totale diepte en is opgetrokken in hardsteen en baksteen (in den stijl van het Regentschap). Het achterste gedeelte (1756) is rechthoekig van grondplan ; tegen de achterzijde (Voorstraat) is een toren (XVI c) aangebouwd. De baksteenen voorgevel heeft een hardsteenen plint met breede stoep ; de middenrisaliet heeft boven den ingang een balcon met balustrade, rustend op gebeeldhouwde consoles en een venster met gebeeldhouwde omlijsting ; het geheel wordt bekroond door een gebogen fronton, waarin verguld beeld van den H. Michaël met den draak, geflankeerd door kinderfiguren met stadswapen, gebeeldhouwd door Gerbrand en Theodorus van der Haven. Gebeeldhouwde consoles onder de kroonlijst. Twee dakvensters met versierde bekroning. Op de hoeken twee schamppalen. De toren (XVJ c, nieuw ommetseld in 1750, spits XVII B), verbouwd door H. Norel, bestaat uit een vierkant met natuursteen bekleed benedengedeelte, overgaande in een achthoekig bovendeel, afgedekt door een balustrade (1750) met omloop, alles in baksteen en zandsteen, en een opengewerkten koepel. In den zuidgevel een steenen relief (1669): H. Michaël met den draak en het wapen van Harlingen, afkomstig van den ingang der voormalige \j7esterkerk (zie e 2). Inwendig 1): bij den ingang de vierschaar (vestibule) met gestucadoorde zoldering, waarin een borstbeeld (XIX a) van Simon Stijl en modellen (XlXa) der havenwerken; daarnaast een vergaderzaal waarin een schoorsteen met 1) Onlangs hersteld, waarbij de hier beschreven toestand eenigszins is gewijzigd. attributen der gerechtigheid. In de gang een trap (XVIII b) en drie schilderijen met wapens van de bevelhebbers der stad van 1740 af. Op de bovenverdieping de raadzaal, waarin deurbetimmering in den trant van Lodewijk XVen lambrizeeringen in den stijl van het Eerste Keizerrijk ; gestucadoorde zoldering met koof, welke ornament en stadswapens bevat; twee gebeeldhouwde marmeren onderen houten bovenmantels, in een waarvan een grauwtje (gemerkt P. Bakker, 1792), met emblemen van den landbouw afkomstig uit het tegenwoordige politiebureau. In de kleine raadzaal 24 stoelen in den stijl van het K.eizerrijk. In den toren een gemetselde wenteltrap met ribgewelven (XVI c), en twee klokken : groote klok, gegoten te Leeuwarden door ]acob Noteman (1648); kleine klok, aldaar gegoten door Petrus Overney (1684). Verder zijn nog aanwezig: stadszegel (1606), twee koperen tabaksdoozen (1786) met wapen van Harlingen ; enkele zilveren penningen (XVIII d—XIX b); twee verguld zilveren bodeninsigne's met stadswapens. In de kamer van den secretaris een krijtteekemng (J. P. Schaafsma 1836), voorstellend een gezicht op de Franekerpoort. e. Kerkelijke gebottven. 1. De ned. herv. kerk is een ter vervanging eener oudere kerk (H. Michaël), in baksteen tegen een ouden toren opgetrokken Grieksch-kruisvormig gebouw (1775), door de stadsbouwmeesters Eelke Jelles en \\ illem Douwes, misschien n. o. van Jac. Otten Husly). Een andere Ned. Herv. kruiskerk, de Westerkerk, (XVII) is in 1896 afgebroken (zie e 2). Hoekpilasters. Roosvensters in de geveltoppen. Aan de ingangen pilasters en bekroningen van zandsteen; de oostelijke ingang, naar de consistoriekamer, blokverband met gevelbekroning, eveneens in zandsteen. De toren, in 1775 aan west- en zuidzijde ommetseld en verhoogd (XVIII d), bestaande uit drie geledingen, vertoont aan de noordzijde de tufsteen van den oorspronkelijken bouw (XII b). Hierin twee rondboogfriezen; aan de westzijde boog-friesfragmenten (XVIII b). Inwendig (door Jacob Otten Husly): de oostelijke arm afgeschoten; Dorische stuc pilasterordonnantie tegen de wanden; snijwerk door Joh. George Hempel; galerijen (de westelijke dubbel). De kerk bezit: Eiken preekstoel (1778, door Joh. George Hempel) in kathedervorm en verbonden met orgelpartij. Orgel (XVIII d) met rugpositief door Hinsch van Groningen. Vier heerenbanken (XVIIId), met overhuivingen, waarvan de lijsten bij het maken der galerijen zijn doorgetrokken. In de voorkerk een groote gebeeldhouwde zerk (XVI c) met ridder- en vrouwefiguur, van ChristofFel von Sternsee (f 1560) en Cunera van Ropta (f 1555) ; zerk (1575) van G. van Espelbach ; zerk (16..., herbezigd in 1772). In de consistoriekamer een schoorsteenmantel (XVIII ) een tien-gebodenbord (1650), en een pastelportret (1774) van Ds. F. Piekenbroek. Avondmaalszilver : drie bekers met opschrift en wapen van Harlingen (1707, merk: Harlingen, Friesland, N. en onleesbare meesterteekens); een beker met opschrift en wapen van Harlingen (1707, merken: Harlingen, Friesland, X en T. (?); twee kleine broodschalen (1778, merken: Amsterdam, Holland, O, hartvormig schild met drie kersen); voorts een groote broodschaal (merken 's Gravenhage, Holland, X. en E.I.); een doopbekken met deksel (merken: 's Gravenhage, Holland X en E.I.) en eene collecteschaal met deksel, deze laatste drie voorwerpen (in den stijl van Lod. XV) geschonken in 1761. Bijbel (1729) met zilveren beslag, waarin gegraveerd een opschrift (1761). Groote klok, gegoten in 1723 door H. Kempe; kleine klok in 1724 door J. A. de Grave. Op het voormalige kerkhof aan de oostzijde der kerk . fragmenten van gebeeldhouwde zerken (± 1600); groote gebeeldhouwde zerk (1622) met wapens van Sivert Tjaerts Oenema en Griet Sieverts dochter ; groote gebeeldhouwde zerk (XVII a) van de familie Ropta, met wapens; gebeeldhouwde zerk (1724), en verschillende andere zerken (XVIII en XlXa). 2. Van de voormalige westerkerk (1669, naast of ter plaatse van eene van 1553)» afgebroken in 1896, is een re ie overgebracht naar den toren van het raadhuis (zie e 1). 3. De r. k. kerk van den H. Michaël (XIX d, door H. Tepe) bezit: , _ Huisaltaar (omstr. 175o), in den trant van Lod. XV , deurtje met gedreven zilveren beslag. Tinnen doopvont op voetstuk (XIX a) in den stijl van het Keizerrijk. Hardsteenen voetstuk (XVIII d). Verguld zilveren monstrans in zonvorm (omstr. 1720). Drie zilveren Miskelken (vermoedelijk 1530, 1580 en 1620). Eenige zilveren kelkjes. Ampullenblaadje (1679), van gedreven zilver (merken: Bolsward, G, familiewapen-Baerdt). , ^ . Koperen Godslamp (XIX a) in den stijl van het Keizer- * Drie canonborden van gedreven zilver (± I73°)' Twee gedreven koperen kandelaars (1570 en 15 80). Zes zilveren kandelaars (1685). Twee zilveren kronen van Lieve-Vrouwenbeelden f_i_ i75o), waarvan een met merken: Franeker, Fries and, A en gekroonde kalebas ; en een met: Franeker, Friesland, H (?) en meesterteeken: schild met twee palen. 2. De evang. luthersche kerk bezit: Kleinen zilveren Avondmaalsbeker met oningevulde alliantiewapens, letters D. H. A. H. (merken : Leeuwarden, D, = 1655), meesterteeken WO = WillemOlthof); zilveren broodschoteltje met opschrift K. D. R. f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst. 1. In een zijgevel van het gebouw der Ned. Herv. Diaconie aan het kerkhof: stichtingssteen (1763). 2. Zuiderhaven 63. hoogere burgerschool in het vroegere gebouw der Admiraliteit (1773). Zie d 1. g. Particuliere gebouwen. A. Late gothiek. 1. Lanen 28. Verminkte gothische gevel (XVI b), waarin een gevelsteen (15 26) met beeld van den H. Michael. B. Renaissance. 2. Zuiderhaven 48. Verminkte gevel (XVI c). In de vestibule een plafond (XVI c) met caissons, waarin ornament ; muur onlangs gewijzigd. Langs de muren lijst met versierd fries. Eiken trap met gebeeldhouwde trappalen, de benedenste bekroond door een schildhoudenden leeuw, de bovenste door een schildhoudend zeepaard. 2. Zuiderhaven 2. Hoekhuis met twee verminkte trapgevels (4; 1590). Trapgevels met geprofileerde deksteenen en lijsten, toppilaster op gebeeldhouwden kraagsteen en ontlastingsbogen boven de vensters : 4. Franekereind 6. Trapgevel (XVII a), zonder toppilaster. Gepleisterd. 5. Breedeplaats 35. Pakhuisgevel (1647) bak- en bergsteen ; top vernieuwd. Rond de vensters profielsteen. 6. Raamstraat. 7 Trapgevel (XVII b). 7. Schritsen 36. Trapgevel (XVII b). 8. Heiligeweg 7. Trapgevel (XVII b), fragment. Top ontbreekt. 9. Voorstraat 99. Trapgevel (XVII b), top geschonden. 10. Schritsen 4. Trapgeveltje (XVII A). Kopjes in de ontlastingsbogen. Gebeeldhouwd ornament en gevelsteen, waarop eene hand is afgebeeld. 11. Kleine Breedeplaats. Trapgevel (XVIIA) in baken bergsteen. Moderne winkelpui. Als topbekroning een schildhoudende leeuw. Zandsteen- en neg- en hoekblokken. Drie kruiskozijnen en drie sierankers. Ellipsbogen. 12. Kleine Breedeplaats 14. Trapgevel (XVIIA) ; geverfd. Gesneden bovenlicht in de deur. 13. Kleine Breedeplaats 15. Trapgeveltje (XVII A), met ellipsbogen en rond venster. 14. Kleine Breedeplaats 20. Trapgevel (XVIIA), met moderne onderpui. Gevelsteen met vat. \\ indwijzer met wapen en naamcijfer. 15. St. Jacobstraat 5. Trapgevel (XVII A). 16. St. Jacobstraat 9. Trapgevel (XVII A). 17. Noorderhaven 24. Trapgevel (XVIIA) ; top- pilaster met leeuw. 18. Voorstraat 61. Voorgevel van voormalig heerenhuis (± 1650), van bak- en bergsteen. Moderne winkelpui. Ontlastingsbogen der eerste verdieping rond, der tweede verdieping spits. Bergsteenen hoek- en negblokken. Negen sierankers. Zijgevel in gele baksteen met bergsteen (XVII a) ; in de bogen kopjes en maskers. Aan de achterzijde van dit perceel eveneens ontlastingsbogen met kopjes, en geprofileerde lijsten. 19. Noorderhaven 106. Pakhuisgevel (1657), in baken bergsteen ; top gewijzigd. Zandsteenen hoek- en negblokken ; kopjes in de togen ; kruiskozijnen. In het fries gevelsteenen, waarvan twee met het jaartal 1657. In de dammen der eerste verdieping vier gebeeldhouwde gevelsteenen (Venus, Ceres, Bacchus en Aeolus). Zijgevel (XVII B) in gele baksteen ; middentopgevel; om de kozijnen zandsteenblokken en -banden. 20. Brouwersstraat 16. Trapgevel (XVII B). 21. Rozengracht 4. Trapgevel (XVII c). 22. Voorstraat 11. Trapgevel (XVII c, gerestaureerd), opgetrokken in bak- en bergsteen. Moderne winkelpui. Fries met gevelsteenen, waarvan twee leeuwenmaskers, twee cartouches met jaartal: 1659, en een wapensteen. 23. Voorstraat 40. Gerestaureerde trapgevel, waarin cartouche met jaartal: 1683. Toppilaster op gebeeldhouwde console. 24. Vijverstraat 4. Trapgevel (1694), waarin gevelsteen met zeilend schip. De volgende puntgevels : 25. Noorderhaven 62. Voormalig pakhuis (1646) met kantoor, van bak- en bergsteen; top geschonden. Gebeeldhouwde cartouches. 26. Heerenwaltje 3. Gevel (XVII b) van bak- en bergsteen. 27. Hoogstraat 10. Gevel (XVII b) van bak- en bergsteen. 28. Schritsen 39. Gevel (XVII b). 29. Schritsen 41. Gevel (XVII b). 30. Noorderhaven 93. Gevel (XVII b) van bak- en bergsteen. Geschonden. Zandsteenen hoek- en negblokken. Tudorbogen met kopjes ; twee ankers. Gevelsteen met druiventros. 31. Vijver 2. Gevel (XVII b). 32. Vijver 4. Gevel (XVII b). 33. Franekereind 15. Logegebouw (1651), zeer geschonden; zijgevel van bak- en bergsteen; sluitsteenen met kopjes. Gebeeldhouwde ingang, met deur in den stijl van het Regentschap. 34. Voorstraat 95. Gevel (1655). 35. Kleine Breedeplaats 12.Gerestaureerde gevel(1667) van bak- en bergsteen; topleeuw en gebeeldhouwd ornament. Zes ankers. Gevelsteen, waarop een gebouw in Renaissance-stijl (vermoedelijk vroegere stadsherberg) is afgebeeld. 36. Noorderhaven 24. Gevel (XVII c) van baksteen met blokken en banden van bergsteen. Op den top een leeuw. 37. Noorderhaven 46. Gevel (XVII c, geschonden). Halfronde ontlastingsbogen ; gevelsteen. 38. Raamstraat 2. Zijgevel (XVII c) met gemetseld dakvenster en geprofileerde zandsteenen afdekkingen. 39. Kruisstraat 6. Pakhuisgevel (XVII d) met kruiskozijnen. 40. Schritsen 5. Gevel (XVII) met vier knopankers. Verder nog de volgende, van de voorgaande afwijkende gevels : 41. Noorderhaven 62. Gevel (1646); boven een der middenvensters een ezelsrugboog. In het fries vier koppen, en kopjes in de bogen. Gebeeldhouwde gevelsteen in boog veld. 42. Noorderhaven 33. Gevel (XVII d), met gebeeldhouwd dakvenster. 43. Hoekhuis Noorderhaven—Havenstraat. Gevel (XVII d), sterk gewijzigd. C. Lodewijk-stijlen. 44. Havenplein 14. Gevel (1724) in bak- en bergsteen. Cartouche met zeilend schip. 45. Noorderhaven 55. Gevel met gebeeldhouwden middenrisaliet en dakvenster (1731). Halsgevels, met aan weerszijden van den top bergsteenen aanzetkrullen, en segmentvormige bekroning: 46. Zuiderhaven 24. Halsgevel (1724) van bak- en bergsteen. Cartouche met zeilend schip. 47. Groote Breedeplaats 26. Halsgevel (XVIII a), met voetstukken van siervazen te weerszijden van den top. 48. Heiligeweg 22. Halsgevel (XVIII a). 49. Voorstraat 68. Aan weerszijden van den top gebeeldhouwde voluutvormige vleugelstukken. Gebeeldhouwde deur en omlijsting van het middenvenster der eerste verdieping. Onder de gevelbekroning een gebeeldhouwde cartouche met jaartal 1732. Inwendig : gang, waarvan wanden en plafond in vakken zijn verdeeld, versierd met pleisterwerk, w.o. buste van den stichter; eiken trap met gebeeldhouwde trappalen en consoles. In de achterkamermuurvakkenmetschilderingen(i796door Nic. Baur). In de keuken gebeeldhouwde bedstedebetimmering en schouw. In de bovenachterkamer een behangsel in den stijl van Lodewijk XIV. 50. Kerkstraat 3. Halsgevel (1733) met gebeeldhouwde bekroning. 51. Noorderhaven 71. Halsgevel (1737), met gebeeldhouwden top. Deur met kalf en bovenlicht (XVIII d). 52. Voorstraat 5. Halsgevel (1739) met in hout gebeitelde gevelversiering: de Bijleman. 53. Noorderhaven 45. Halsgevel (1740), waarin cartouche met zeilschip. 54. Voorstraat 56. Halsgevel (1744), met siervaas boven de gebeeldhouwde bekroning. 55. Heiligeweg 64. Halsgevel (XVIII b), gepleisterd. 56—5 Ga. Kerkstraat 28 en 29. Eenvoudige halsgevels (XVIII b). 57. Voorstraat 32. Halsgevel (XVIII b). 58. Voorstraat 50. Halsgevel (XVIII b). Deur met bovenlicht. 59—59<7. Zuiderhaven 55 en jjbis. Halsgevels (XVIII b). 60. Zuiderhaven 51. Halsgevel (XVIII b). 61. Brouwersstraat 1. Halsgevel (XVIII b), geverfd. 62. Brouwersstraat 8. Kleine halsgevel (XVIII b), gepleisterd. 63. Groote Breedeplaats 14. Halsgevel (XVIII A), met festoenen. 64. Kleine Breedeplaats 11. Halsgevel met jaartal 1763. 65. Brouwersstraat 16. Halsgevel (1766). 66. Franekereind 8. Halsgevel (1768). 67. Noorderhaven 91. Halsgevel (1769). 68. Franekereind 40. Halsgevel (XVIII c), met festoenen, rondlicht en siervaas, drie knopankers. Geverfd. 69. Heiligeweg 22. Halsgevel (XVIII c) met gebeeldhouwde afdekking. 70. Voorstraat 32. Halsgevel (XVIII c). 71. Groote Breedeplaats 14. Halsgevel (XVIII c), met gebeeldhouwd dakvenster. 72. Havenplein 26. Halsgevel (XVIII c). 73. Brouwersstraat 7. Halsgevel, met een bekroning (XVIII d) en festoenen (XVII d). 74—740. Heiligeweg 18 en 24. Eenvoudige halsgevels (XVIII d). 75. Groote Breedeplaats 4. Halsgevel (omstreeks 1800), met wapensteen. Gepleisterd. 76. Voorstraat 36. Halsgevel, waarin jaartal : 1805. Versierde dorpels onder de vensters. Versierde stoeppalen. In de Voorstraat meer soortgelijke eenvoudige halsgevels (XVIII). Verder nog de volgende, van de bovenstaande verschillende, gevels : 77. Noorderhaven 55. Gevel met zandsteenen versiering om middentravee en dakvenster (1731). 78. Noorderhaven 104. Gevel (XVIII c) met kroonlijst en twee dakvensters in gebeeldhouwde omlijsting. 79-80. Voorstraat 26 en 28. Twee huizen (XVIII c) met gebeeldhouwde dakvensters. Kroonlijsten met triglyphen. Inwendig: marmeren gang; ineenloopende vertrekken met gebeeldhouwde deuren en schoorsteenmantels. In een der kamers gebeeldhouwde zoldering en kast. 81. Groote Breedeplaats 26a. Heerenhuis (XVIII c) ; gootlijst met gebeeldhouwde consoles; dakvenster in omlijsting. 82. Schritsen 65. Gevel (1786) met gevellijst en dakvenster in gebeeldhouwde omlijsting. 83. Franekereind 14. Gevel (XVIII d) met gebeeldhouwde lijst en dakvenster. 84. Voorstraat 16. Gevel (XVIII d) met gootlijst en consoles en twee gebeeldhouwde dakvensters. 85. Voorstraat 44. Gevel (XVIII d) met gootlijst en gebeeldhouwd zandsteenen dakvenster. 86. Voorstraat 58. Gevel (XVIII d) ; gootlijst met gebeeldhouwde consoles en dakvenster met gebeeldhouwde omlijsting waarin medaillonportret van Simon Stijl. 87. Voorstraat 95. Gevel (XVIII d) met kroonlijst en gebeeldhouwd dakvenster. 88. Zuiderhaven 38. Gevel (XVIII d) met gesneden deur, waarboven gebeeldhouwde omlijsting der middentravee. 89. Zuiderhaven 65. Gevel (XVIII d) met dakvenster in gebeeldhouwde zandsteenen omlijsting, waarin medaillon. 90. Noorderhaven 33. Gevel (XVIIId), waarin deuromlijsting en gebeeldhouwde omlijsting van een dakvenster. D. Stijl van het Keizerrijk. oi. Lanen 2. Gevel (XIX a). gz. Noorderhaven 17. Gevel (XIX a) met driehoekig fronton, waarin beeldhouwwerk. Bovenlicht met lier. 93. Schritsen 32-34. Gevel (XlXa), voormalig gebouw van den Zeekrijgs-raad, waaronder zich nog gevangenkelders bevinden, in verbinding staande met een achtergelegen pand. Details van buitenarchitectuur: 1. Groote Breedeplaats 31. Twee ankers : 15.... 2. Franekereind 4. Puibalk met gekoppelde bovenlichten (XVII A). 2. Havenplein 16. Groot dakvenster (XVII c) met trapgevel, in bak- en bergsteen. 4. Groote Ossenmarkt 18. Boven in den gevel het '^5, Heiligeweg 27. Zandsteenen krullen (XVIII b) in een vernieuwden gevel. (j Voorstraat 60. Gootlijst met gebeeldhouwde consoles en dakvenster (XVIII c). 7. Voorstraat 44. Dakvenster (XVIII d) in gebeeldhouwde omlijsting. 8. Voorstraat 9 5. Dakvenster met gebeeldhouwde omlijsting (XVIII d). Twee gevelsteenen met: Anno 1656. 9. Noorderhaven 17. Gevellijst (XVIII d) en bekroning met Mercuriusbeeld en ornament. xo. Noorderhaven 29. Gootlijst (XVIII d) en in steen gebeeldhouwd dakvenster. 11. Noorderhaven 92. Kroonlijst met gebeeldhouwde consoles (XVIII d). 12. Franekereind 12. Gesneden deur en bovenlicht (XVIII d). 13. Noordijs 5. Gootlijst en gebeeldhouwd dakvenster (XVIII d). Haskerland 14. Lanen 39. Deur (XVIII d) met snijwerk en gesneden bovenlicht. 15. Brouwersstraat 3. Zandsteenen krulvormige aanzetstukken (XVIII). 16. Heiligeweg 60. Kroonlijst (XIX a) in den trant van het Keizerrijk. Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Kerkstraat 18 (1595); Heiligeweg 66 (1623); St. }acobstraat 8 (1631) ; St. Jacobstraat 12 (1638) ; Heiligeweg 9 en 9 A (1646); Kerkstraat 42 (1652); Kerkpoortstraat, tusschen 2-5 en 27, steen (1658) met leeuw ; Lanen 82 (1665); St. Jacobstraat 4 (1668) ; Kerkpad 4, twee (1671) ; Lanen 78-80 (omstreeks 1700); Noorderhaven 73 (1722); Heiligeweg 16 (XVIII a); Kleine Breedeplaats 13 (1734) ; Noorderhaven 26 (1744) ; Noorderhaven 20 (1756) ; Noorderhaven 23 (1786). Details van binnenarchitectuur : 1. Groote Breedeplaats 31. Fragmenten eener binnenbetimmering (XVII a). Op den Zeedijk een windmolen (XVIII), achtkante bovenkruier met stelling en ingebogen romp, bekleed met horizontale planken. HASKERLAND. Haskerdijken. e. De ned. herv. kerk, in 1818 gebouwd op de fundeeringen eener in 1505 vermelde parochiekerk, is een eenvoudig baksteenen gebouw, bestaande uit een driezijdig gesloten schip. Boven den ingang een steen met Latijnsch opschrift betreffende de verbouwing, en: 1818. De kerk bezit: Zilveren Avondmaalsbeker, met opschrift en: 1687. Klok, in 1528 gegoten door Gerhardus van Wou en Jan ter Stege. g. Ten Oosten van de kerk een boerenwoning (± 1750): stelp. b. Een houten kuip (doopvont?) op vier pooten, gevonden op de Buitengreven in den Haskerveenpolder, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Haskerhorne. e. De ned. herv. kerk, in 1913 herbouwd op oude fundeeringen, bezit: Gebeeldhouwden eiken preekstoel (XVII A). Doophek (XVII A). Rijk gesneden orgel (XVIII c, vernieuwd in 1873). Grafzerken: 1575, 1645, 1731, 1760 en 1770; een afgesleten zerk (XVII) in het voetpad voor de kerk. g. Oud-Friesche greidboerderij (1644, later veel verbouwd). Heerenveen. Zie blz. 133. Joure. d. Het raadhuis der gemeente Haskerland, een eenvoudig gebouw (XIX a), heeft een gevel met rechte houten kroonlijst en driehoekig fronton, waarin het gemeente-wapen. In het gebouw wordt bewaard een bronzen sluitgewicht (1619), in den trant van die te Sloten en te Ijlst. ei. De ned. herv. kerk is een van roode en gele baksteen, met toepassing van zandsteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip (1644, of toen verbouwd?) van twee, door zuilen gescheiden, beuken, met een gemeenschappelijke driezijdige sluiting, doch afzonderlijke zadeldaken; en eenen in 1628 gebouwden vierkanten toren tegen den breederen noordelijken beuk. Langs de muren zware steunbeeren. Het zuidelijke schip heeft aan de westzijde een puntgevel met zandsteenen afdekkingen, aanzetkrullen en een segmentvormig fronton, en een westelijken ingang (: 1644), geflankeerd door pilasters, waarop een fronton met„Flekke Joure";een dergelijken ingang aan de zuidzijde (: 1644); rondbogige vensters met zandsteenen neg- en boogblokken. De toren bestaat uit een vierkant gedeelte van drie door zandsteenen lijsten gescheiden geledingen, afgedekt door een omgang met balustrade en bekroond door een houten achtkant, waarop een open koepel met spits en windvaan. In de onderste geleding aan de westzijde een rondbogige ingang, met diep geprofileerde omlijsting en met een sluitsteen, waarin een opschrift betreffende het leggen van den eersten steen, en: 1628. In de overige geledingen rondbogige nissen met zandsteenen boogblokken. Inwendig: tusschen de beide schepen een rij van vijf Dorische zuilen; houten tongewelven met geprofileerde schinkels en trekbalken op sleutelstukken; op een der trekbalken een opschrift, vermeldend het leggen van den eersten steen en: 1644, met het wapen-van Baerdt en dat van Joure. Op de verdieping van den toren de oude gerechts kamer, waarin een schouw (XVII b) met nog een van de oorspronkelijke twee consoles; beschilderde balkenzoldering; tribune met balustrade; geschonden eiken deurtjes, en een driedeelig venster met luiken, waarvan het middelste benedenwaarts openklapt (voormalige pui voor afkondigingen). De kerk bezit: Preekstoel (XVII b, geverfd), met ruggeschot en klankbord, zonder snijwerk. Eenvoudig doophek (XVII b). Overhuifde heerenbank (1645) van de familie van Baerdt, met wapen-van Baerdt en kwartierwapens. Twee overhuifde banken (^ 1700). Overhuifde heerenbank (XVIII c) van de familie Vegelin van Claerbergen. Verschillende zerken (XVII en XVIII). Houten bord, waarop een schildering (1648), voorstellend Mozes met de wetstafelen. Vier psalmbordjes (XVII B?), met kleplaadjes voor de cijfers. Avondmaalszilver: twee gegraveerde bekers (1670); twee dergelijke bekers, in 1815 naar de vorige vervaardigd. Drie klokken, waarvan een, in 1512 gegoten door Geert van Wou en Johan ter Stege, afkomstig uit Haskerhorne; een, in 1603 gegoten door Gregorius van Hall; een in 1636 door Jakob Noteman te Leeuwarden; en een in 1790 door L. Haverkamp te Hoorn. Eiken uittrektafel (± 1650, in de consistoriekamer). ex. De doopsgezinde kerk (1824) bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVIII c, geverfd). Orgel (XIX A) met galerij. Banken (XIX A). Psalmbordjes (XVIII c) met kleplaadjes. ? 3, De r. k. kerk bezit: Godslamp (?) i). g x. Het severeinshuis (thans hotel) heeft tegen de zijgevels steunbeeren (XV d) met geprofileerde afzaten. 2. Midstraat, A 318. Van de voormalige N. H. pastorie zijn gebeeldhouwde gevelfragmenten (XVII a), nl. een alliantiewapen, een beeld der Justitia, festoenen en maskers van zandsteen, gemetseld in de muren van een berghok in den tuin. 3. Midstraat A 329. Gevelsteen: steigerend paard, roskam en: 1647. 4. Midstraat A 388. Gevelsteen (XVII A), afkomstig uit de voormalige herberg „Het Tolhuys", met gemeentewapen en opschrift. 5. Midstraat A 151. Gevelsteen (XVII): zwarte haan. 1) Bezichtiging geweigerd. 6. Midstraat A 445. Gevelsteen (XVII): Justitia, in den zijgevel aan de Boterstraat. 7. Midstraat A 381. Halsgevel (XVII c), met gevelsteen: lijnbaan. .8. Midstraat A 409. Halsgevel (XVIII c, in 1858 hersteld), met gebeeldhouwde bekroning. 9. Midstraat A 102. Puntgevel, waarin een steen met: 1780. 10. Midstraat A 605. Halsgevel (XVIII B) met aanzetkrullen en gebeeldhouwde bekroning. 11. Midstraat A 637. Halsgevel met aanzetkrullen, waaronder, op de draagstukken: 1837; gevelsteen: zeilend schip. Nijehaske (thans aaneengebouwd met Heerenveen). e. De ned. herv. kerk, waarvan de eerste steen, blijkens een opschrift, is gelegd in 1775, is een eenvoudig gebouwtje, op de grondslagen eener oudere kerk (H. Johannes) opgetrokken, bestaande uit een rechthoekig schip met 3/8-sluiting. In den voorgevel een steen met opschrift en wapen. Voor de kerk twee hekpijlers waarop liggende leeuwen (XVII c), en een ijzeren hek (XVIII d). Inwendig: houten tongewelf. De kerk bezit: Eenvoudigen preekstoel (XVIII c, geverfd). Doophek (XVIII d) met siervazen. Orgel (XVIII c). Kerkeraadsbank (XVIII d). g. Tweede Heerewal 182. Eenvoudige halsgevel met aanzetkrullen en: 1659. Oudehaske. e. De ned. herv. kerk bezit: Gesneden preekstoel (XVII, geverfd). Doophek (XVII). Heerenbank (XVII) met overhuiving. Klok, in 1776 gegoten door J. Borchhard te Enkhuizen. Snikzwaag. e. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel, waarin een klok, in 1787 gegoten door L. Haverkamp te Hoorn. Westermeer. e. Van de XIX a gesloopte kerk staat nog de romaansche toren (XIII a), een baksteenen bouwwerk van drie geledingen, afgedekt met een korte spits, ter vervanging van een vroeger zadeldak. De muurvlakken zijn \ersier met lisenen, verbonden door rondboogfriezen. In de onderste geleding is aan de westzijde in gothischen tijd een deur ingebroken, later gewijzigd tot venster. In den toren: Klok, in 1512 gegoten door Gerardus van Wou en Joh. ter Stege. Op het kerkhof een zerk (1717), afkomstig uit de verdwenen kerk. HEERENVEEN. c. Bruggen, en%. Over de van Engelenvaart, tusschen Breedpad en Heerenwal, een houten ophaalbrug (XVIII d). d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Oude Koemarkt. Het kantongerecht. Zie g 2. 2. De Fok. Het raadhuis der gemeente engwirden, in 1842 gebouwd, heeft een eenvoudigen baksteenen ge\ el met rechte kroonlijst, en in het midden, voor den hoofdingang, eene portiek, rustend op twee Ionische zuilen. 3. Gemeenteplein. Het raadhuis der gemeente schoterland, in 1640 gebouwd als State Grovestins, sinds 1828 raadhuis van Schoterland, in 1876 aanmerkelijk verbouwd en vergroot met een vleugel, heeft inwendig, in de gang, een boog, rustend op een karyatide (middenXVII). In de secretarie een houten plafond beschilderd met mythologische voorstellingen (XVII c, door van Pellecom); notenhouten kast (XVIII d). e. Kerkelijke gebouwen. 1. De Fok. De ned. herv. groote kerk, in 1637 gebouwd in den vorm van een Grieksch kruis, met een koepeltoren op het midden, in 1859 gewijzigd en vergroot door het inbouwen der oostelijke hoeken tusschen de armen van het kruis, is een baksteenen rechthoekig gebouw, met een in 1859 op den westelijken arm gebouwden toren. Inwendig: op de hoeken van het vroegere kruis vier Korinthische zuilen (1859), waarop de oorspronkelijke houten gewelven (1637) met geprofileerde schinkels rusten. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Heerenbank (i 1650) van de familie Grovestins met wapen, vertimmerd en geverfd; dergelijke bank (XVIII c) van de familie Heioma, eveneens gewijzigd en geverfd. Avondmaalszilver: twee gladde bekers (XVII); twee bekers met opschriften, alliantiewapen-Heloma-Scheltinga en: 1809 (merken: Leeuwarden, letter b, kroon en monogram DWD); twee bijbehoorende broodschalen; twee collecteschalen met opschrift onder tegen den bodem, en: 1786 (merken: Dokkum, Friesland, jaarletter I). Klok, in 1727 gegoten door Jan Albert de Grave te Amsterdam. In het perk voor den toren een zandsteenen schildleeuw (XVII c). 2. De r. k. kerk (H. Geest), in 1842 opgetrokken in Waterstaatstrant, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een driebeukig, rechtgesloten schip met een toren op den westgevel. Inwendig: over den middenbeuk een tongewelf, rustend op zware, slinkende zuilen met lijstkapiteelen. ƒ. Gebouwen van liefdadigheid en%. Pastoriesingel. Het verplegings- en ziekenhuis der gemeente Engwirden, vroeger genaamd het Diaconiearmhuis, in 1847 opgetrokken, is een eenvoudig baksteenen gebouw met rechte kroonlijst. g. Particuliere gebouwen. 1. Lindegracht 65. Verminkte topgevel (1658) van bak- en bergsteen, waarin gevelsteen: lakenvollerij. 2. Oude Koemarkt. Crackstate, vermoedelijk in 1608 gesticht door Hypolitus Crack, grietman van Engwirden, ± 1660 verbouwd, 1811—1925 arrondissementsrechtbank" sinds 1923 in gebruik voor kantongerecht, belasting- en registratiekantoor, is een thans geheel gepleisterd, vrijstaand gebouw (± 1660) van bak- en zan steen, bestaande uit twee verdiepingen met zolderverdieping, gedekt door een wolfdak en bekroond door een koepeltoren; het geheel omringd door een gracht, waarover een boogbrug (1775, in den sluitsteen) met hek (1819) tusschen pijlers, bekroond door schildleeuwen. De voorgevel, bestaande uit zeven traveeën, gescheiden door Toscaansche pilasters der groote orde, heeft een iets vooruitspringende middenpartij van één breede ingangstravee, geflankeerd door twee smallere venstertraveeën, waaromheen de kroonlijst is gekornist; hierboven een top, waarin een venster (omlijsting XIX a), tusschen twee nissen met schelpen in den kop, waarop twee ronde nissen met busten van een man en een vrouw; de top wordt geflankeerd door gebeeldhouwde klauwstukken en gedekt door een driehoekig fronton. Rondbogige ingang tusschen Ionische pilasters; deur met fraaien koperen klopper (dolfijn) en slotplaat. De vensters zijn XIX gewijzigd; die van den begane-grond hebben driehoekige frontons. Inwendig (XIX a en later gewijzigd): in de vestibule trap- en gangportieken met koppen in de sluitsteenen. In de gelijkvloersche vertrekken (kantoor der registratie) een in ouden trant vernieuwde schouw, waarin een ijzeren haardplaat met het wapen van Amsterdam en: 1650. Trap met breede treden, waaronder de oorspronkelijke eiken treden. Zittingzaal van het kantongerecht met gesneden betimmeringen (XIX a, groen geschilderd); gesneden deuren en schoorsteen. 3. Dracht 420. Halsgevel met gebeeldhouwde, segmentvormige afdekking en aanzetkrullen, waaronder, op de draagstukken: 1741. Onderpui gewijzigd. 4. Tweede Heerewal A 33. Verminkte halsgevel (XVIII c) met aanzetkrullen. 5. Lindengracht 98. Puntgevel (XVIII c) met zandsteenen aanzetkrullen. 6. Oude Koemarkt 84 h. Heerenhuis (XVIII d); gevel met rechte kroonlijst op gesneden consoles. Ingangstravee in gebeeldhouwde omlijsting. 7. Breedpad 512. Puntgeveltje (XVIII d), thans kantoor-van Gend en Loos, met schoorsteen op den top. Gesneden deur. 8. Tweede Heerewal A 39. Puntgeveltje (XVIII d), waarin anker: 6. 9. Tweede Heerewal A 51. Dergelijk puntgeveltje (XVIII d); anker: 9. Aan de Tweede Heerewal nog tal van dergelijke eenvoudige puntgeveltjes. 10. Breedpad 633. Heerenhuis (i 1800) van twee verdiepingen, zeven traveeën breed, gedekt door een wolfsdak met twee schoorsteenen. Rechte kroonlijst, met goot op klossen. Weinig vooruitspringende middenrisaliet van drie traveeën, gedekt door een driehoekig fronton, waarin twee putti een ronde omlijsting houdend, met thans een venster ter vervanging van een vroegere wijzerplaat. Ingang met kroonlijst op twee consoles, waartusschen Hemelumer-Oldefaart en Noordwolde een guirlande; deur met bovenlicht. Inwendig: eenvoudige betimmeringen (i 1800). 11. Tweede Heerewal A 5. Eenvoudige gevel (XIXa) met rechte kroonlijst; dakvenster in houten omlijsting; ingang tusschen Ionische pilasters; deur met bovenlicht. b. Een hangklok (1686) met peervormig koperen gewicht, vervaardigd door \\ atse \\ atsis te Heerenveen, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. HEMELUMER-OLDEFAART EN NOORDWOLDE. Galamadammen. d. Het tolhuis (XVIII a), bij de keersluis tusschen de Morra en het Fluessenmeer, is een eenvoudig classicistisch gebouw met weinig vooruitspringende middenpartij, waarop een driehoekig fronton. In den voorgevel een steen met wapen-Galama. Hemelum. e. De ned. herv. kerk, in 1668 opgetrokken, waarschijnlijk op de fundeeringen eener oudere, aan den H. Odulphus gewijd, in 1816 hersteld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen toren (1896), ter vervanging van een vroeger houten spitsje. Zij bezit: Orgel, in 1843 geschonken door Jhr. G. R. G. van Swinderen en vrouwe C. J. Rengers. Gebeeldhouwde zerk (XVII). Een zilveren Avondmaalsbeker (XVII a, merken: roos ? D en L. H.) met gedreven deksel, van Hemelum en Mirns, is thans in particulier bezit te Leeuwarden. g. Huis H 61. Eenvoudige topgevel met jaartalankers: 1722. Koudum. e. De ned. herv. kerk, in 1857 gebouwd ter vervanging eener oudere aan den H. Martinus gewijde, bezit: Gesneden eiken preekstoel (midden-XVII), welks kuip rust op een voet bestaande uit een hardsteenen plint, waarop zeven marmeren Donische zuiltjes, met een hoofdgestel, waartegen aan de voorzijde een witmarmeren plaat met de wapens-Aylva en -W'alta; koperen trapleuning met een baluster, op welks voet EEV en: i6(4?)6. Doophek (midden-XVII) met zware gedraaide balusters, boogfries, en kroonlijst en gesneden deur en koperen doopboog. Koperen doopbekkenhouder (midden-XVII), waarop: EEV. Eiken kerkeraadsbanken (midden-XVII), in paneel gewerkt. Eenvoudige eiken banken (midden-XVII) met gesneden eindstukken. Fraaie dubbele eiken deur (midden-XVII), onder het orgel, met kwartronde bovenpaneelen, waarin engelenkopjes. Koperen lezenaar (midden-XVII, op den preekstoel). Twee gesneden tekstbordjes (midden-XVII). Geschilderd gedenkbord (1612) met vers betreffende de verwoesting van het dorp door de Spanjaarden in 1580, waarbij een onderschrift in 1652 geschilderd door B. Hoffman. Avondmaalszilver: beker met drie cartouches, opschriften: 1656 (merken: Sneek, jaarletter E en VI); dergelijken beker met opschrift en: 1687 (merken: Leeuwarden, jaarletter P en zwaan = Nic. Mensma); twee collecteschalen (XVIII, merken: 's-Gravenhage, Holland, Z, meesterteeken: vogel ?); ovale broodschaal (XVIII, merken: 's-Gravenhage, Holland, A en vrouwekop ?); kan op voet (merken: Bolsward?, W en meesterteeken). Drie klokken, in 1832 gegoten door Petit en Fritsen. Mirns. e. Avondmaalsbeker. Zie bij Hemelum op blz. 137. Molkwerum. d. Voormalig dorpshuis, in welks voorgevel baksteenen vlechtingen en gemetseld het jaartal: 1597; gesneden deurkozijn met geprofileerde stijlen. e. De ned. herv. kerk, in 1850 gebouwd ter vervanging eener oudere (1799), waarvan de toren met zadeldak nog over is, bezit: Koperen doopbekkenhouder (4; 1700). Drie koperen kronen, waarvan een (XVI d, twee armen ontbreken) blijkens opschrift geschonken door Saelyngh Reyns en Claes Pyters; een (1648) met drie schildjes, op een waarvan het jaartal en op de beide andere een man en vrouw in oude kleederdracht; een (XVIII, twee armen ontbreken). Zilveren Avondmaalsbeker (1678) op gedreven voet; zilveren schenkkan (i 1800). Twee klokken, in 1649 gegoten door Jakob Noteman te Leeuwarden. g. A 17. Gevelsteen (1597): zwaan. Nijega. e. De ned. herv. kerk, in x 864 gebouwd, bezit: Zilveren Avondmaalsbeker (XVIII d). Tinnen kan en drie tinnen borden (XVIII d). Klok, in 1320 gegoten door Stephanus. Oudega. e. De ned. herv. kerk, in 1846 gebouwd, bezit: Klok, in 1692 gegoten. Scharl. e. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel, waarin: Klok, in 1597 gegoten door Hendrik W'egewaert te Kampen. Warns. e. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper), XII A gebouwd, in 1682 verbouwd, bestaat uit een schip en een driezijdig-gesloten koor (1682) van kleine baksteen en eenen vierkanten tufsteenen toren (XII A, in 1682 gewijzigd) met een ingesnoerde achtkante spits. Rondbogige vensters in schip en koor. In den zuidmuur van het schip een rondbogige ingang van bak- en zandsteen met Dorische pilasters, gedekt door een hoofdgestel met een segmentvormig fronton; in het fries een opschrift en: 1682; oude deur met gesmeden ijzeren ring in den vorm van een geknoopt koord. Boven dezen ingang een ovaal licht in gebeeldhouwde zandsteenen omlijsting. Aan de noordzijde een steen met opschrift betreffende de steenlegging en: 1682. De toren bestaat uit twee een weinig versnijdende geledingen: de onderste is geheel vlak behandeld (geen ingang), de bovenste heeft hoeklisenen, waartusschen twee door rondboogfriezen gedekte spaarvelden; in het onderste dezer beide velden oorspronkelijke romaansche lichtopeningen, de overige vensters en de galmgaten in 1682 deels dichtgemetseld, deels gewijzigd. Inwendig: houten tongewelf met korbeelen, muurstijlen en geprofileerde sleutelstukken. In den toren, op de eerste verdieping sporen van een vroeger gewelf en in den oostmuur een Hennaarderadeel. rondbogige doorgang met verhoogde boogbuitenlijn; in de wanden rondbogige nissen. De kerk bezit: Preekstoel (XVII d) van blank eikenhout, met gesneden paneelen, klankbord, ruggeschot en trap. Doophek (XVII d) met balusters. Koperen doopbekkenhouder (XVIId) met doopbekken. Drie eiken heerenbanken (XVII d), waarvan een (tegen den zuidmuur) met het wapen van Stavoren en een met familiewapen. Zerk (1660, afgesleten); dergelijke zerk (XV 11c). Avondmaalszilver: gegraveerden beker (XVI11 b); gedreven broodschaal, met opschrift en: 1776. Twee klokken, waarvan een in 1528 gegoten en een in 1710 door J. A. de Grave. » A 16. Woonhuis (XVII c) met twee groote en twee kleine topgevels, waarin friezen en ontlastingsbogen van roode en gele baksteen. Deurkozijn met gesneden en geprofileerden bovendorpel. Sierankers. HENNAARDERADEEL. Baaium. a. Scherven van vóór-Karolingisch Friesch aardewerk, van een Romeinsche dakpan, en van Frankisch en Saksisch aardewerk, gevonden in de terp „Houten Baaium , zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk, in 1876 gebouwd ter vervanging eener oudere (de eerste was XIII c), bezit: Vierkante doopvont (XIV) van roode zandsteen met deksel van witte steen, en met een opschrift vermeldend de opgraving en herstelling in 1668. Avondmaalszilver te Welsrijp, waarmede Baaium sinds de Hervorming is vereenigd. h. Verglaasde vloertegels (XIV), afkomstig uit het voormalige klooster Munnikebaayum en een koperen zegelstempel (XV) van een pastoor te Winsum, hier gevonden, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Edens. e. De ned. herv. kerk is in 1863 gebouwd ter plaatse eener oudere (+ 1200), waarvan alleen de van reuzenmoppen opgetrokken noordmuur en de vierkante toren met zadeldak bewaard bleven. In den noordmuur kleine rondbogige vensters; in de benedenruimte van den toren aanzetten van een weggebroken koepelgewelf. De kerk bezit: Gesneden eiken preekstoel (midden-XVII, geverfd). Wapensteen (XVII b). Twee klokken, waarvan een in 1617 gegoten door Hendrik Wegewart te Kampen, en een in 1665 gegoten door Jurjen Balthazar te Leeuwarden. Fyns. a. Twee-en-vijftig zilveren Romeinsche denariën (I vóór Chr.—37 na Chr.) in de terp benoorden den Slagtedijk gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. Hennaard. a. Een Friesche tweeoorpot, gevonden in de terp Sassinga-State, is in het Friesch museum. e. Houteq. klokkentorentje (XIX a?) op steenen voet, waarin: klok (XIII?) zonder opschrift. Op het kerkhof eenige zerken (XVII en XVIII). Hidaard. e. De ned. herv. kerk, in 1873 gebouwd ter vervanging van een oudere (1303, in 1508 verbouwd), bezit: Onder den houten vloer grafzerken, waaronder vermoedelijk een (XVI d) van den laatsten abt van Bloemkamp. g. Nr. 32. Boerenwoning met opkamer. In den voorgevel jaartalankers: 1779* Kubaard. a. Een buikige pot (I) met concave oornop in de terp gevonden, is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. e. De ned. herv. kerk, XV gebouwd, meermalen gewijzigd, in 1857 vernieuwd, bestaat uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen westtoren (1885) met spits, uitwendig gepleisterd. Korfbogige ingangen in den zuidmuur en in den oostmuur van het koor. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf, met geprofileerde schinkels, trekbalken op gothisch-geprofileerde sleutelstukken (± 1500), muurstijlen en korbeelen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII b) met gegroefde Korinthische zuilen op de hoeken der kuip. Dito doophek (XVII b). Familiebank (XVII b) met op Korinthische zullen rustende overhuiving, waarop een gesneden bekroning met alliantiewapen; dergelijke bank met overhuiving op Toscaansche zuilen; familiebank zonder overhuiving. Gedenksteen met opschrift, wapens en: 1739. Klok, in 1677 gegoten door Peter Overney. Lutkewierum. e. De ned. herv. kerk. (H. Gertrudis), in 1557 gebouwd gedeeltelijk van groote moppen, ± 1850 gewijzigd, bestaat thans uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. De onderbouw is van groote moppen, afgedekt door een zandsteenen waterlijst, waarboven het overige muurwerk van kleine baksteen met spitsbogige vensters in een omlijsting van profielsteen met zandsteenen negblokken; gelijkerwijs behandelde, thans dichtgemetselde ingangen aan de noord- en zuidzijde; in den zuidmuur een nis, waarin een steen met opschrift en: 1557. Aan de noordzijde sporen van een ± 1850 gesloopte sacristie. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf met geprofileerde schinkels en trekbalken op sleutelstukken met peer kraal profiel. De kerk bezit: Twee klokken, waarvan een met relief: abt, in 1516 gegoten door Gherardus Wou en Johannes Schonenborch, en een in 1737 door Cornelis Crans te Enkhuizen. Oosterend. a. Germaansch vaatwerk, voorwerpen van gebakken aarde, Romeinsche bronzen ringetjes, looden en beenen voorwerpen en Merovingische beenen voorwerpen, hier gevonden,zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Twee Romeinsche drinkbekers (IIIB) van vernist aardewerk zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), vermoedelijk XIV B gebouwd ter plaatse van een oudere tufsteenen kerk (XII A ?), waarvan nog overblijfselen aanwezig zijn, XIX hersteld en gedeeltelijk ommetseld met gele baksteen, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/io-gesloten koor, een tegen de noordzijde van schip en koor aangebouwde sacristie (± 1300), en eenen vierkanten toren (XIII A?, in 1672 door onweer geteisterd in 1688 herste'd), met een lage houten spits (1688) ter vervanging eener vroegere gemetselde. Het schip, geheel ommetseld met kleine gele baksteen, heeft aan de zuidzijde later aangebrachte zware beeren van dezelfde steen. Het koor, opgetrokken van groote moppen, heeft eens-versneden steunbeeren met waterlijsten deels van roode Bremerdeels van gebakken profielsteen. De sacristie heeft aan de noordzijde een trapgevel in welks top een versiering van klimmende spitsbogige nissen; sporen van een dichtgemetselden ingang (venster?), waarboven de moet van een zadeldak; aan de oost- en de westzijde sporen van kleine vensters, en een gootlijst van profielsteen. De toren, opgetrokken van groote moppen, XIX d gedeeltelijk vernieuwd in kleine gele baksteen, heeft aan de westzijde een ingang met houten portiek (XIXa), bekroond door een driehoekig fronton, waarboven een gedenksteen met het wapen-van Grovestins, een opschrift betreffende het herstel, en: 1688. Inwendig: Het schip is geheel vernieuwd en geschilderd. Boven het moderne houten gewelf bevindt zich nog het oorspronkelijke (XVI a), dat in de koorsluiting zichtbaar is en geprofileerde schinkels heeft, neerkomend op muurzuiltjes. Oorspronkelijke eiken bekapping (XVI a). De sacristie heeft twee verdiepingen. Op de bovenste verdieping eiken balken, rustend op sleutelstukken met peerkraalprofiel. Hier is een gedeelte van den oorspronkelijken tufsteenen en met groote baksteen verhoogden noordmuur (XIIA) der kerk zichtbaar, met te halver hoogte een rondboogfries, waarboven de moet van een zadeldak. Hiernaast een later ingebroken en vervolgens weer dichtgemetselde doorgang, eertijds wellicht voerend naar het oksaal. In de overige muren nissen van dichtgemetselde segmentvormig getoogde vensters. Over de benedenruimte van den toren een baksteenen tongewelf. In den zuidmuur een uitgespaarde, ten deele weggebroken en ter hoogte van de eerste verdieping dichtgemetselde wenteltrap. Op de tweede verdieping een eiken klokkenstoel en, in den oostmuur, een later ingebroken doorgang naar de ruimte boven de gewelven van het schip. De kerk bezit: Oksaal (de „kraak" genaamd), opgelegd met eikenhout, rijk gesneden in den trant van Cornelis Floris en Colijn de Nole, blijkens een opschrift in 1554 vervaardigd door Hein H(agart), bestaande uit twee verdiepingen elk van drie traveeën, waarvan de onderste gedekt zijn door houten ster -, de bovenste door netgewelven met gesneden sierribben. De traveeën openen zich op schip en koor door rondbogen, tusschen welke in de benedenverdieping Korinthische zuilen, die een hoofdgestel dragen, waarop aan de westzijde de balustrade der verdieping rust. Het geheel wordt afgedekt door een zware kroonlijst aan de westzijde gedragen door vier karyatiden, aan de oostzijde door vier atlanten („Perzen"). In later tijd heeft men aan de koorzijde een houten trap aangebracht, die toegang geeft tot de verdieping, vermoedelijk ter vervanging van den dichtgemetselden toegang in de bovenverdieping der sacristie (zie blz. 145). Eiken preekstoel (XVII d, geverfd) met gesneden paneelen, voorstellende Geloof, Hoop, Liefde, Rechtvaardigheid en Waarheid. Heerenbank (XVII d, geverfd). Groote gebeeldhouwde grafzerk (1606) der families Heeringa en Roorda, en verschillende zerken met wapens en kwartieren (1636, 1667, 1699, XVII en XVIII). Zilveren Avondmaalsbeker met gegraveerde versiering, onder tegen den bodem een vrije afbeelding der kerk, een opschrift en: 1646 (merken: Bolsward, P, en monogram H.M.); dergelijken beker, copie van den vorigen, met opschrift en: 1813 (merken: waarborgteekens gehelmde kop en haan, en een onleesbaar); zilveren kan met opschrift en. 1818 (merken: Hollandsche leeuw in schildje, en P.R.); twee zilveren schalen (XIX b, merken: Hollandsche leeuw, gehelmd kopje, V(an) K(empen), en U.); zilveren schaaltje (XIX a, met dezelfde merken, en R.). Twee klokken, waarvan een in 1468 gegoten door Steven Butendyc en een in 1645 door Jacob Noteman. Spannum. a. Een Merovingische bronzen armband, gevonden in een terp, is in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Remigius), eertijds behoorende aan het klooster Lidlum (sinds 1328 13 3■2-)» sedert de Hervorming gecombineerd met Edens, in 1742 hersteld, in later tijd vooral inwendig gewijzigd, is een gebouw (± 1500), bestaande uit een eenbeukig schip, aan de zuidzijde en het koor ommetseld met kleine baksteen, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren van groote moppen met zadeldak. Spitsboogvensters. In den nog grootendeels uit groote baksteen bestaanden noordmuur een dichtgemetselde korfbogige ingang. Tegen de noordzijde van koor en toren latere aanbouwsels. Boven den ingang in den zuidmuur een steen met opschrift. De toren bestaat uit drie geledingen, waarvan de tweede en derde versierd zijn met spitsbogige nissen; in de onderste geleding aan de westzijde een spitsbogige ingang en in den zuidmuur een steen, in omlijsting van kleine baksteen, met opschrift vermeldend de herstelling van den toren in 1742, en bekroond door het wapen-van Sminia gehouden door leeuwen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII b, geverfd) met Korinthische zuilen op de hoeken der kuip. Eenvoudige Avondmaalstafel (XVIIb) met bolpooten. Twee eenvoudige heerenbanken (XVIII) met overhuiving op Korinthische zuilen. Twee banken (± 1650) met balusterleuningen. Veertig gesneden eindstukken (± 1650) van banken. Twee gesneden tekstborden (± 1650) met gesneden vleugelstukken en bekroning. Tien-gebodenbord (XVII B) met een geschilderde voorstelling van Mozes de wetstafelen toonend, in gesneden omlijsting met bekroning. Twee klokken, waarvan een gegoten in 1590 door Thomas Both en een in 1620 door Hans Falck. Waaksens. e. De ned. herv. kerk (XIII A ?), in 1742 en later gewijzigd, is een thans geheel gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip, een halfrond-gesloten koor en eenen toren (XIX d). Boven den spitsbogigen ingang in den noordgevel een gebeeldhouwde gedenksteen met opschrift betreffende de vernieuwing van een vroegeren toren in 1742. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf (XVI a), met trekbalken, waaronder sleutelstukken met peerkraalprofiel, korbeelen en muurstijlen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c), met gegroefde Ionische zuiltjes op de hoeken der kuip. Doophek (XVII c) met gedraaide balusters. Welsrijp. a. Een groote houten ton (waarschijnlijk vroeg-middeleeuwsch), in de terp gevonden, is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. e. De NED. HERV. KERK (H. Ursula), vermoedelijk ^1200 opgetrokken van groote baksteen, XIX d uitwendig grootendeels nieuw ommetseld, bestaat uit een schip, een halfrond-gesloten koor en een boven den westgevel aangebracht spitsje (ter vervanging van den in 1892 gesloopten toren met zadeldak). Aan de noordzijde is nog een deel van het oude muurwerk zichtbaar, waarin sporen van kleine romaansche vensters. Inwendig: spitsbogig eiken tongewelf (XVI a, gewit) met geprofileerde schinkels en trekbalken op sleutelstukken met peerkraalprofiel (die in het schip later gewijzigd). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII c, geschonden). Doophek (XVIII c) met gesneden balusters en paneelen. Koperen doopbekken op eiken standaard (XVII A, geverfd). Orgel (1785, blijkens jaartal in de achterzijde der vleugelstukken van het front), ±1865 hierheen overgebracht uit een R. K. kerk in Noordbrabant. ' ' Banken en betimmering (XVIII c). Vier tekstborden en twee opschriftborden (XVIII c), met teksten opgesteld door ds. S. Abbring. Zerk (XV) van roode Bremersteen; fragment (XVI a) van een evangelistenzerk met afgesleten opschrift; groote gebeeldhouwde zerk (XVI c, rechtop tegen den muur der voorkerk) voor Otto van Galema en Eets van Feitsma, met opschrift vermeldend de jaartallen 1573 en 1586, en wapens. Avondmaalszilver (tevens van Baaium): beker met opschrift en: 1726 (merken: Leeuwarden, jaarletter L, meesterteeken Elgersma, en onleesbaar). Een dergelijke beker heeft een opschrift en: 1819. Op de in 1909 gegoten klok is het opschrift eener vroegere aangebracht, in 1545 gegoten door Goebel Zaal. Wommels. e. De ned. herv. kerk (H. Jacobus), vermoedelijk XIII gebouwd, in 1508 verbouwd, later gewijzigd en geheel gepleisterd, bestaat uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren met spits (XD£ c) ter vervanging van een ouderen met zadeldak. Inwendig: spitsbogig houten gewelf op geprofileerde schinkels; trekbalken op gothische sleutelstukken (1508), korbeelen en muurstijlen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1700) met koperen trapleuning. Koperen lezenaar (± 1700). Orgel (1847) door P. J. Raadersma te Wieuwerd. Gebeeldhouwde eiken heerenbank (1625) met overhuiving, bekroond door de wapens-Jongema-Aylva, JongemaLiauckama en Aylva-Cammingha. Epitaaf (1638) van Doucke van Jongema. Vijf groote rouwborden (1667, 1733, i754> I775 1785) van het geslacht Sminia; twee kleine geschilderde rouwborden (1638) van de familie Jongema. Avondmaalszilver: beker op voet, met opschrift: 1681, Hindeloopen en wapens-Grovestins en Burmania (merken: Bolsward, jaarletter H en onleesbaar meesterteeken); achthoekig collecteschaaltje op voet met opschrift en: 1764 (merken: 's-Gravenhage, Holland, jaarletter K. en onleesbaar meesterteeken), doopbekken met wapens-Grovestins en Burmania, opschrift en: 1683 (merken: Leeuwarden, jaarletter L en monogram C.K. = Klaas Cornelis). Twee klokken, waarvan een in 1494 gegoten door Gerardus van Wou en een in 1611 door Hendrik Wegewart te Kampen. Ytens. e. De ned. herv. kerk (1878) bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII d) met Ionische zuiltjes op de hoeken der kuip. Avondmaalszilver: kleinen beker met drie cartouches en onder den voet een opschrift en: 1658 (merken: Bolsward, jaarletter F = 1657 en zwaan in schild); gedreven broodschotel (XVII c, merken: Bolsward, jaarletter I, en het wapen-Baerdt = Claes Baerdt?). Klok, in 1312 gegoten door Stephanus. HINDELOOPEN. c. Tolgebomven. Het havengebouw (XVII d, later gewijzigd), zeer eenvoudig op rechthoekig grondplan van baksteen opgetrokken, heeft aan de straatzijde een afdak op houten stijlen, waarboven, in den geveltop, een steen (XVII d, geverfd), een visschersschuit voorstellend. Op het zadeldak een open klokkenstoel met gesloten bovendeel, bekroond door een ingesnoerd achtkant spitsje. Inwendig: balken zolderingen (XVII d). d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Het oude raadhuis (XVII c, thans museum) is een dubbel gebouw, bestaande uit twee aaneengebouwde rechthoekige panden, gedekt door twee zadeldaken tusschen \ ier topgevels en gescheiden door een zakgoot. Voor den hoofdingang aan de zuidelijke lange zijde een hooge stoep van tien treden met een bordes, waaronder rondbogige toegang naar den begane-grond. De hoofdingang hierboven wordt omlijst door een houten portiek met gebogen fronton, waarop een beeld der Gerechtigheid. Aan de straatzijde twee puntgevels met rechthoekige topjes, waarop driehoekige frontons; eenvoudige ingang met driehoekig fronton en rondbogige deuropening, waarboven in de zwikken snijwerk, een figuurtje in oude Hindelooper kleedij voorstellend; hierboven een steen: cartouche met gemeentewapen gedekt door een kroon. Voor de stoep een paal, waarop een schildleeuw (XVII d, geverfd), het wapen der gemeente houdend. Inwendig: zie h i. 2. Het raadhuis, een voormalig woonhuis (XVIII d, later gewijzigd), heeft een gevel met rechte kroonlijst, waarboven een eenvoudig gebeeldhouwd fronton. e. Kerkelijke gebouwen. i. De ned. herv. kerk, in 1658 gebouwd ter plaatse van een oudere (H. Odulphus), in 1892 gerestaureerd, is van gele baksteen opgetrokken en bestaat uit een schip, verbouwd uit een oorspronkelijk tweebeukig (doch de zuidbeuk afgebroken), een 5/io-gesloten koor, en eenen vierkanten westtoren (ten deele 1615, spits gewijzigd in 1701 en 1754). Spitsbogige vensters (ten deele veranderd in rondbogige), waartusschen eensversneden steunbeeren. Noordelijke ingang geflankeerd door pilasters, waarop een gebroken fronton met het stedelijke wapen; aan de zuidzijde een dergelijke ingang (afkomstig van den gesloopten beuk) met: 1658, en in het fries een berijmd opschrift. De toren bestaat uit twee vlakke geledingen, in de bovenste waarvan rondbogige galmgaten; onder de gootlijst een rondboogfries op zandsteenen kraagsteentjes; hierboven een houten achtkant van drie geledingen met een koepeltje, bekroond door een peer, waarop een windvaan (schip). Inwendig: tusschen schip en toren een rondbogige doorgang in omlijsting van profielsteen; in den noord-oostelijken hoek van den toren een gemetselde trap, gedeeltelijk in den muur uitgespaard. De kerk bezit: Preekstoel (XVII a) met gegroefde Korinthische zuiltjes op de hoeken der kuip. Eenige eenvoudige zerken (XVI, XVII en XVIII). Zes koperen kronen (XVII d). Twee klokken, in 1683 en 1685 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden. 2. De doopsgezinde kerk, XVII d gebouwd, heeft een gepleisterden voorgevel en een achtergevel met vlechtingen. Zij bezit: Koperen zandlooper (i 1700) met wandarm. Acht koperen kroontjes (i 1700). g. Particuliere gebouwen. Puntgevels (alle XVII d), meerendeels met een top van twee geledingen, gescheiden door baksteenen friezen met vlechtingen: 1. A 32. Puntgevel. 2. A 35. Achtergevel. 3.. A 37. Achtergevel, toppilaster met versierden gemetselden schoorsteen. Sierankers. Inwendig: eiken bedschotbetimmering (XVIII). 4. A 39. Achtergevel, met gedenksteen, waaropzwaan met jongen afgebeeld; inwendig: eiken betimmering (XVIII) met snijwerk. 5. A 40. Aan de voor- en de achterzijde een topgevel; inwendig: betimmering als voren. 6. A 42. Voormalig tuinhuis, later tot woning ingericht, toppilaster en schoorsteen met vlechtingen. 7. A 46. Woonhuis met verbouwden voorgevel; achtergevel. Inwendig: betimmering met snijwerk, particuliere verzameling van Hindelooper kunst. 8. A 66. Pakhuisgevel met houten top; ingang, waarboven op geprofileerde stijlen een gesneden dorpel met: 1696. 9. B 44. Sierankers. 10. C 54. Huis uit het water opgetrokken, voorgevel verbouwd, aan de achterzijde een puntgevel met lijsten en vlechtingen; ontlastingsbogen en sierankers. Zijgevel met overkraging van profielsteen. 11. C74. Met gevelsteentje met cherubijnenkopje, waaronder een hond. 12. A 89. Gevel met sierankers (XVIII d). Halsgevels, meerendeels met aanzetkrullen en driehoekig of gebogen fronton: 13. A 50. Halsgevel (1764)- Op den zijgevel een versierd dakvenster. Deur met snijwerk, koperen klopper en gesneden bovenlicht. 14. C 63. Woonhuis (XVIII c) met gesneden deur en bovenlicht. 15. A85. Woonhuis (1794). 16. A60. Woonhuis (XVIII d), met gesneden deur en dito bovenlicht. Details: 1. B25. Deurkozijn (XVII d). 2. C43. Deurkozijn (XVII d). 3. C 99. Kozijn met bovendorpel (XVII d). b. Musea, varia. 1. De Hidde Nijland-stichting, plaatselijke oudheidkamer, ondergebracht in het voormalig stadhuis, bevat naast een aantal voorwerpen van locaalhistorisch belang (afbeeldingen, documenten, lijkbaar van het bakkersgilde uit 1666 enz.) en Hindelooper kleederdrachten (waaronder verscheidene sitsen en Oost-Indische bonten), een vrij groote verzameling goede stalen van Hindelooper huisvlijt, vooral bont beschilderd houtwerk en een gemeubileerde en gestoffeerde Hindelooper kamer; een beugeltasch (XVIII c) met gegoten zilveren haak (keur: Amsterdam), gouden rijgpennen (XVIII), om het Hindelooper keurslijf te rijgen, gouden hoofdnaalden en andere sieraden (XVII—XVIII); aardewerk en kinderspeelgoed (XVIII). Voorts schilderijen in olie- en waterverf, voorstellend gezichten in Hindelooper kamers, kleederdrachten, volksvermaken, van schepen, die op Hindeloopen voeren, portretten, gezichten van de dijkbreuk in 1825, en een schilderij door of naar Joachim Beuckelaer, voorstellend de vier Evangelisten met hunne symbolen. 2. Twee Hindelooper kamers met o.a. een beschilderde bedschotbetimmering (1763), een beddebankje (1720), verdere meubelen (XVII en XVIII), eene verzameling Hindelooper stoffen, poppen in Hindelooper kostuums (XVIII), miniatuur huisraad (XVIII d, als kinderspeelgoed), teekeningen van Hindelooper huizen en kamers, in 1847 vervaardigd door H. Lap te Hindeloopen, en een gouden voorhoofdplaat, hier gedragen in ,de plaats van oorijzers, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. 3. Een van hier afkomstige kamer (XVII) is in 1898 verkocht aan het „Markische museum" te Berlijn; dergelijke vertrekken zijn ook ingericht in het museum te Dusseldorp en in het „Germanische museum" te Neurenberg. 4. Zie bij g 7 op blz. 153. Idaarderadeel IDAARDERADEEL. Egum. e. Van de in 1856 gesloopte kerk, die een in 1777 ter plaatse eener oudere (H. Nicolaas ?) gebouwde verving, bestaat nog slechts de baksteenen toren (XVI a, gepleisterd) met zadeldak. In den westmuur een steen met wapenvan Scheltinga en: 1717. Inwendig: in de benedenruimte en in de verdieping hierboven aanzetten van kruisgewelven. Twee klokken, waarvan eene (XIII?) zonder opschrift of jaartal, en eene in 1326 gegoten door Stephanus. Friens. e. De ned. herv. kerk, in 1795 gebouwd, in 1906 gedeeltelijk verbouwd, heeft een driezijdig gesloten schip en een vernieuwden westgevel met op de hoeken oude aanzetkrullen, waaronder draagsteenen met: 1795. Zij bezit: Gesneden bekroning (XVIII c) van een heerenbank, met wapens-Sytzama, op de orgelgalerij. Zes groote gebeeldhouwde zerken (1607, 1637, 1721, xyj2, 1759)» met wapens-Sytzama en kwartieren, rechtgezet tegen de muren der koorsluiting; op het kerkhof zeven zerken (XIX A) van de familie van Haersma. Dertien rouwborden (1637, 1678, 1721, 1726, 1727, 1728, 1732, 1755, 1759' ll64> I7<^5» !78i> i843) van de familie Sytzama. Avondmaalszilver: beker met opschrift en: 1690; twee broodschalen met gegraveerd ornament en: 1747 en 1750; kan (XVIII c) van aardewerk met zilveren deksel; offerbakje (XVIII c). Klok (XIII ?) zonder opschrift of jaartal. Grouw. d. Het raadhuis van Idaarderadeel heeft een gevel (XIX b) met rechte kroonlijst op klossen; dakvenster met halfronde afdekking; ingang geflankeerd door twee gegroefde Ionische pilasters. e. De ned. herv. kerk (H. Petrus), oorspronkelijk een seendstoel, XII A gebouwd, XVI a gewijzigd, XVII inwendig verbouwd, XIX c andermaal ingrijpend gewijzigd, in 1908 gedeeltelijk hersteld, is een deels tuf-, deels baksteenen gebouw, bestaande uit een rechthoekig schip, een versmald rechthoekig koor met halfronde sluiting en eenen vierkanten toren (XIV—XV) met zadeldak. Op het koor een achtkant koepeltorentje (X VIII). Tegen de noordzijde van het koor is in 1908 een kosterswoning aangebouwd. De tufsteenen noordmuur (XII A) van het schip heeft in het benedengedeelte een reeks van zes rondbogige siervelden, waarboven zes kleine spitsbogige vensters; hierboven een verhooging (XVI a) van groote baksteen met een rondboogfries (XVI a); de zuidmuur is geheel met kleine baksteen bekleed en met groote spitsbogige vensters doorbroken; hierboven de oude verhooging met rondboogfries (XVI a). Het sterk verminkte koor heeft in de halfronde sluiting nog een gedeelte (XII A) van het oorspronkelijke tufsteenen werk bewaard, bestaande uit twee door een rondboogfries gescheiden geledingen; in de onderste geleding siernissen, gedekt door klimmende rondboogfriezen; in de bovenste sporen van kleine rondbogige vensters, waarboven fragmenten van een romaansche daklijstop een rondboogfries; overigens zijn in de koorsluiting groote rechthoekige vensteropeningen gebroken en is zij grootendeels met kleine baksteen ommetseld. De toren bestaat uit twee door een waterlijst gescheiden geledingen, met hoekblokken van Bremersteen. Zuid- en westzijde zijn geheel vernieuwd van kleine baksteen, de noord- en oostzijde bestaan uit groote moppen; aan de westzijde een spitsbogige ingang, in welks hoogveld een steen met wapens-Burmania en -Aylva (afgehakt), opschrirt (betr. aankomst van eikenboomen in 1672) en: 1673; in de bovenste geleding aan elke zijde twee korfbogige nissen, waarin gekoppelde spitsbogige galmgaten met gemetselden middenstijl; hierboven aan de oostzijde een versiering van klimmende spitsbogige nissen. Inwendig (in 1908 verbouwd): houten tongewelf met trekbalken, korbeelen en muurstijlen. Het koor is door een muur van het schip gescheiden, in twee verdiepingen verdeeld en ingericht o.a. tot consistoriekamer en portaal. De kerk bezit: , Eiken preekstoel (XVII a), in 1908 zeer verbouwd (trap, klankbord en ruggeschot nieuw). Orgelkast (gedeeltelijk XVIII). .. Eiken paneelwerk (1656) onder de westelijke galerij, met trapleuning met gedraaide balusters; gesneden bordje met: 1656 en 1908. Heerenbank (1660) met overhuiving, waarop gesneden bekroning, waarin wapens-Haitsma, -Camstra en -Juckama; dito bank (XVII c), met op de overhuiving, het wapen-Hania; twee overhuifde familiebanken (XVII c) met gesneden siervazen op de hoeken. Drie koperen kronen (± 17°°)- Tekstbord met opschrift en: 1654. Avondmaalszilver: gegraveerden beker (1821); broodschaal met gegraveerd opschrift, wapen-Roorda-Heloma en aan de onderzijde: 1681 (merken: H, zwaard tusschen twee eikels of vlammen? in schildje en versprongen meesterteeken HH); twee broodschaaltjes met opschnit en 1826; doopbekken, waarin gegraveerd het wapen-Camstra, opschrift en: 1709 (merken: O = 1708» HS- — Hessel Sinnema, en onleesbaar). Bijbel met zilveren beslag, waarin opschrift en: i778Klok, in 1786 gegoten door Chr. en Jan Seest. Zonnewijzer (1642) tegen den zuidelijken buitenmuur. Een klok, in 1653 gegoten door Jurjen Balthasar te Leeuwarden, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Aan den ingang van het voormalige kerkhof een houten poort (XVIII d) met Latijnsch opschrift. g 1. Poortgebouw (1663) van een vroegere state, bestaande uit twee eenvoudige, langgestrekt-rechthoekige vleugels van baksteen, en een hooger middengedeelte van bak- en zandsteen met ingang, geflankeerd door Dorische pilasters. Vensters met ellipsvormige ontlastingsbogen. In den geveltop: 1663. Aan de achterzijde van het complex een oude gevel, waarin een steen met opschrift en: 175 5 - 2. G312. Huis, vroeger bewoond door den uurwerkmaker Joh. Anders en zijn vrouw Anderske Klases. Dakvenster in ingezwenkt halsgeveltje met aanzetkrullen, waaronder: 1764, gebogen bekroning met kuif, waarin: IA. AK. 3. G 462. Ingezwenkt halsgeveltje om het dakvenster; aanzetkrullen, waaronder: 1769; in den top een steen : zeilschip. 4. G 318. Puntgeveltje met segmentvormig bekroonden top; steen met opschrift en: 1784. 5. G 317. Huis, thans postkantoor, met rechte kroonlijst (i 1800) op klossen. Gesneden deur. In den gevel twee nieuwe gedenksteenen voor de gebroeders Halbertsma. 6. Op den hoek der hoofdstraat, bij de kerk, een eenvoudig huisje (XVIII B) met vooruitgebouwd middengedeelte der verdieping, rustend op twee houten zuilen. 7. G 282. Gevel (XIX a) met rechte kroonlijst op klossen. 8. Oud-Friesche greidboerderij „Ekema" (1668, in 1870 verbouwd). o. Oud-Friesche greidboerderij „Groot-Jetsma" 1700, in 1828 verbouwd). In een der schuurstijlen het jaartal 1828. Idaard. e. De ned. herv. kerk, in 1774 gebouwd op de grondslagen eener oudere (H. Gertrudis), waarvan de toren (XV) behouden bleef, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en een vierkanten toren met zadeldak. In de gevels van den toren zeer eenvoudige nisversieringen. Boven den ingang in den noordmuur van het schip een steen met wapen-van Scheltinga en: 1774- Inwendig: over de benedenruimte van den toren een koepelgewelf. De kerk bezit: Drie geschilderde fragmenten van een orgelbekroning (XVIII A). Driedeelige familiebank (XVIII d). Gesneden bekroning (XVIII c) van eene familiebank. Twee gebeeldhouwde zerken, van Karei van Roorda (+ 1652) en Arent Corn. van Scheltinga (f 1762), rechtopgezet tegen den koormuur; in de voorkerk een zerk met het wapen-Scheltinga en -Jelgersma. Zes gebrandschilderde glazen, in 1774 vervaardigd door Ype Staak te Sneek, met wapens en opschriften. Twee rouwborden van Karei van Roorda, en Lisck van Wissema (f 1680). Twee gesneden rouwborden (XVIII c), waarvan een met wapen-van Scheltinga en een met wapen-van Viersen. Avondmaalszilver: beker met opschrift en: 1690 (merken: Leeuwarden, S, en E. A., waaronder een ster = Eise Andeles); doopbekken met opschrift op de achterzijde en: 1747 (merken: Leeuwarden, Friesland M, en AA, waartusschen een bloem = Andele Andeles). Twee klokken, waarvan een (XIII ?) zonder opschrift of jaartal, en een in 1658 gegoten door Jurjen Balthasar. I g. benige bouwfragmenten en beeldhouwwerk, poortbekroning met cartouche (1652), afkomstig van de in 1882 gesloopte state Friesma, zijn in 1909 tegen den noordmuur van den kerktoren geplaatst. Goudleeren behang (XVII c), uit dit huis afkomstig, is thans in het Princessehof te Leeuwarden. Roordahuizen. e. De ned. herv. kerk (H. Vincentius), XV gebouwd, in 1726 gedeeltelijk vernieuwd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een rechthoekig schip, een 4/io-gesloten koor, met een sluitingshoek in de lengteas, en eenen toren (1885). De noordmuur, nog geheel van groote moppen, heeft moeten van twee dichtgemetselde ingangen. Tegen de hoeken van de nog gedeeltelijk uit groote moppen bestaande koorsluiting zijn lisenen van kleine baksteen gemetseld. Aan de zuidzijde een rondbogige ingang, geflankeerd door Ionische pilasters, waarop een gebogen fronton met wapens-Camstra (geverfd) en: 1726. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII b). Orgel (XVIII d). ,p t Twee klokken, waarvan een in 1628 vergoten door Andreas Obertiin en zijn broeder Nicolaas Rogier uit Lotharingen, en een in 1792 gegoten door Chr. en J. Seest te Amsterdam. Warga. a. Een vóór-Karolingisch Friesch één-oorpotje en een vischnetverzwaring van gebakken aarde, hier in een terp aan den Meeneweg gevonden, zijn in het Friesch museum. e 1. De ned. herv. kerk (1874) bezit: Avondmaalszilver: beker met opschrift en: 1729, (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter O, en meestertee- ken A. S., waartusschen een stuk gereedschap = Ate Scheversteyn); achthoekige broodschaal met opschrift, wapens en: 1728 (merken: Leeuwarden, Friesland, N, en D. V. = Joh. de Valk); collecteschaal met rand, waarop opschrift en: 1761 (merken: Leeuwarden, Friesland, I = 1761 en R. E. = R. Elgersma). 2. De r. k. kerk (1862) van den H. Martinus, bezit: Klok, in 1694 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden, en in 1862 gekocht van van Bergen te Heiligerlee. g. W 69-71. Dubbel huis (± 1700), met weinig vooruitspringende middenpartij, waarop een groot dakvenster in den vorm van een halsgevel. Ingang met zijlichten en hooge stoep. In een aangebouwden vleugel fragmenten (XVII d) van een vroeger gebouw. Inwendig: eenvoudige betimmeringen (± 1700). Warstiens. e. De ned. herv. kerk, in 1892 gebouwd ter vervanging eener vroegere (H. Jacobus of H. Cecilia?), bezit: Klok, in 1607 gegoten door Gregorius van Hall. Een uit de vroegere kerk afkomstige klok (XIII, blijkens het opschrift wellicht 1252), is in 1885 verkocht en bevindt zich thans in het Rijksmuseum te Amsterdam. Wartena. e. De ned. herv. kerk, in 1780 gebouwd ter vervanging eener oudere, is een eenvoudig baksteenen gebouw met een vierkanten toren. Langs de zijgevels pilasters. Boven den noordelijken ingang een steen met wapensCamstra en-Haersma en een steen met opschrift en: 1780. Boven den westelijken ingang, in den toren, een steen met wapen-Bergsma. De kerk bezit: Zeven gebrandschilderde glazen in 1780 vervaardigd door Jurjen en Ype Staak, te Sneek, met wapens en opschriften; in 1925 hersteld (Het venster van Willem V, Kollumerland en Nieuw-Kruisland in 1795 vernield, is in 1925 naar het voorbeeld der andere bijgewerkt). Twee gegoten en gepolychromeerde omlijstingen (XVIII d) van psalmborden. Twee klokken, waarvan eene in 1657 gegoten door Jurjen Balthasar, en een in 1680 door Petrus Overney te Leeuwarden. g. Oud-Friesche greidboerderij zonder schuur. In den voorgevel jaartalankers: 1711. KOLLUMERLAND EN NIEUW-KRUISLAND. c. Op den dijk ten Z.O. der Nieuwe Zijlen staat een gedenkteeken (1729), bestaande uit een hardsteenen obelisk op voetstuk, omgeven door een hek, ter herinnering aan de dijk- en sluisverbetering. Augsbuur (Lutkewoude). e. De ned. herv. kerk, in 1782 gebouwd, ter vervanging- en wellicht op de grondslagen eener oudere, is een eenvoudig baksteenen gebouw, met een nieuwen toren (1917). Op het koor een gesmeed ijzeren kruis, waarin het jaartal 1782. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d), met opschrift en alliantiewapen-Aylva, gedeeltelijk gewijzigd, waarbij o.a. de hoekzuiltjes zijn vernieuwd. Doophek (XVII c) met gedraaide balusters. Groote gebeeldhouwde zerk van Syds Roorda (f 1617),. met kwartierwapens. Koperen kroontje (XVII d). Houten bord (XVIII?) met geschilderde naamlijst der predikanten van 1587—1866. Twee rouwborden (XVIII a) voor Jeltje van Scheltinga (f 1708) en Catharina van Scheltinga (f 1712). Avondmaalszilver (thans te Kollum bewaard): gegra- veerden beker met opschrift, jaartal 1682, wapens-Aylva en afbeelding der vroegere kerk (merken, volgens den catalogus der tentoonstelling van Friesch zilver te Leeuwarden, 1927, blz. 35: Dokkum, jaarletter K = 1682 en T. S. door elkaar); dito schotel, met: 1708 (merken: Dokkum, TS. E); dito doopschaaltje (XVIII a, merken: Leeuwarden, Friesland, Q = 1710, en vischje). Burum. e. De ned. herv. kerk, in 1784 gebouwd ter vervanging eener oudere (in 1408 aan de abdij Gerkesklooster geschonken), is een eenvoudig gebouw, bestaande uit een schip en toren. Zij bezit: Gesneden eiken preekstoel (+ 175°) met karyatiden onder de hoeken der kuip. Koperen doopbekkenhouder (XVIII c). Doophek (1630) met gedraaide balusters. Gesneden familiebank (iÓ42)methet wapen-Fogelsangh. Vijf eenvoudige familiebanken (XVIII c), waarvan een (1784) en een (1785). Kapstok (1754). Zerken: 1611, 1633, 1652, 1664 (?) en 1716. Drie koperen kronen (XVIII d). Zilveren Avondmaalsbeker (XIX b). Klok, in 1756 gegoten door Steen en Borchhardt te Enkhuizen. Kollum. a. Een Saksische bolvormige pot (VIII), hier gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. d. Het raadhuis (XIX a) is een classicistisch gebouw in den stijl van het Keizerrijk, met rechte gootlijst en driehoekig fronton. Ingang geflankeerd door pilasters; dubbele stoep met bordes. Inwendig: raadzaal met stuc- plafond en schoorsteenmantel (XIX a); kamer met dergelijk plafond en schoorsteen. e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), in 1383 voor het eerst vermeld, in 1408 genoemd als „ecclesia parochialis", XV geheel verbouwd, in 1580 ontluisterd, in 1608 hersteld, in 1840 en in 1853 gewijzigd door het vergrooten en dichtmetselen van vensters en door aanbouw van een consistoriekamer, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (+ 1400) met een lateren noordbeuk (XV d), een j/io-gesloten koor met noordelijk aanbouwsel (1853) en eenen vierkanten toren, welks tufsteenen benedengedeelte (i 1100?) een overblijfsel is van de oorspronkelijke kerk, terwijl het bovengedeelte, in 1661 door bliksem afgeworpen, kort daarop van baksteen herbouwd en met een hooge, ingesnoerde houten spits gedekt werd door den timmerman Bonne Alberts. Spitsbogige vensters (in 1840 vergroot en van nieuwe glazen voorzien). Tegen de hoeken van het koor tweemaal versneden steunbeeren; tegen den noordbeuk zware beeren (1608); boven een venster van den noordbeuk een steen met opschrift en: 1608. In den oostmuur van het koor een later ingebroken ingang. De toren bestaat uit drie geledingen, waarvan de onderste van tufsteen is, terwijl de tweede en derde gescheiden zijn door een geprofileerde waterlijst. In den zuidmuur een steen met onleesbaar opschrift in gothische minuskels; in de bovenste geleding (XVII c) kleine spitsbogige galmgaten. Inwendig (XVII gewijzigd en geheel gewit): over den hoofdbeuk steenen kruisribgewelven (XVI a), over de koorsluiting een straalgewelf, en over den zijbeuk een houten zoldering, ter vervanging van de waarschijnlijk in 1608 weggebroken gewelven, waarvan de sporen nog zichtbaar zijn tegen den noordmuur. Tusschen hoofd- en noordbeuk vier ronde pijlers, welke de spitse scheibogen dragen. Boven de scheibogen spitsbogige nissen, waarin kleine korfbogige. De met een peerkraal geprofileerde gewelfribben rusten in het koor op sterk gelede muurpijlers met laat-gothische lijstkapiteelen, in het schip en in de sluiting op geprofileerde schalken. Het westelijk, langs den toren doorgetrokken deel van den noordbeuk, is van het overige afgeschoten en tot bergplaats ingericht. Hierin overblijfselen van een vroegeren uitgebouwden traptoren. De toren heeft, in de thans met hout overzolderde benedenruimte, aan de noord- en zuidzijde, half onder den grond, nissen (voormalige lichtopeningen?). In den zuidmuur en in het westelijk deel van den noordmuur ingangen; aan de oostzijde van den noordmuur een dichtgemetselde spitsbogige ingang. De kerk bezit: Eiken preekstoel, met opschrift en: 1692. Doophek (XVII d), met gedraaide balusters. Eenvoudig orgel (1844). Gebeeldhouwde heerenbank, met wapens-Jeltinga en -van Aysma en: 1617; dito bank met wapens-Broersma, -Botnia, -van Rosema, en -de Schepper, en: 1680; dito bank met wapen-Rinse en: 1692; overhuifde bank (XVII d), z.g. Fogelsanghbank; bank (XVIII d) der familie de Wendt; eenvoudige bank (XVIII) der familie van Heemstra; dito bank (XVIII) der familie Wibrandi; dito bank (XIX a) van de familie Feitsma; rectorenbank (XVIII) der voormalige Latijnsche school. Tochtportaal (XVIII d) met fronton, waarin een schildering, engeltjes met bijbel voorstellend. Fragment van een zerk (XIV) van roode Bremersteen. Groote gebeeldhouwde zerken (i477> I537> I57I> 1612, 1615, 1635, 1646, 1671 en 1763) boven grafkelders van de geslachten van Broersma, Doma, Fogelsangh, Heemstra, van Hardenbroek, Jeltinga, van Meckama, van Tadema en de Wendt. Groot rouwbord met opschrift en: 1780, voor Eyso de Wendt. Wapensteen, met de wapens-Botnia en -Broersma (afgehakt) en: 1681. Avondmaals2ilver: twee bekers met vrouwefiguur in cartouche, opschrift en: 1687 (merken: Kollumerland, P en G. A.); doopbekken met wapen, opschrift (merken: Leeuwarden, Friesland, K — 1704, en R. E. = Richoeus Elgersma); collecteschaal met wapen, opschrift en: 1771 (merken: Leeuwarden, Friesland, T = 1771 en monogram H. M. met kroontje). Avondmaalszilver, behoorende aan de kerk te Augsbuur, zie blz. 162. Twee klokken, waarvan een in 15 26 gegoten door Johan Schonenburgh en een in 1618 door Hans Falck van Neurenberg te Leeuwarden. Kollumerzwaag. e. De thans ned. herv. kerk, ^ 1200 gebouwd, XV d vergroot, XIX d gerestaureerd, is van groote baksteen opgetrokken en bestaat uit een schip, een 5/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak, in 1872 gedeeltelijk afgebroken en hersteld. Om den voet der geheele kerk een geprofileerde lijst van roode zandsteen. Spitsbogige vensters met eenvoudige traceeringen (vernieuwd). Langs schip en koor eensversneden steunbeeren. Aan de noordzijde een korfbogige ingang, gedekt door een spitsboog in een omlijsting van twee baksteenen gewrongen muurzuiltjes, waarop een hollijst van profielsteen; in den boogtrommel eene nis. In den westmuur van den toren een dichtgemetselde rondbogige ingang. Inwendig: in de benedenruimte van den toren pendentiefs van een weggebroken koepelgewelf. De kerk bezit: Preekstoel (i 1800, geverfd), met eenvoudig snijwerk. Galerij op twee houten Korinthische zuilen (XVIII d). Klok, in 1769 gegoten door J. Borchardt te Enkhuizen. Lutkewoude. Zie blz. 162: Augsbuur. Munnikezijl. e. De ned. herv. kerk bezit: Eiken preekstoel (1759). g. Twee eenvoudige burgerhuizen (XVII d). Oudwoude. a. Een Saksische bolvormige pot (VIII) en 62 zilveren Karolingische denariën (IX), gemunt te Wij k-bij-Duurstede, te Parijs en te Orleans, in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De thans ned. herv. kerk, vermoedelijk XV gebouwd, XVIII gewijzigd, ± 1880 gepleisterd, bestaat uit een schip, een 5/8-gesloten koor en een houten spitsje op den westgevel, ter vervanging van een XVIII gesloopten toren. Aan de zuidzijde een spitsbogige ingang in geprofileerde omlijsting. Inwendig: in de zijmuren korfbogige spaarnissen. De kerk bezit: Eenvoudige overhuifde familiebank (XVII d). Zes rouwborden, waarvan drie (1694, 1775 en 179}), en drie (1755, 1762 en 1783), afkomstig uit de kerk te Kollum. Twee geschilderde wapenborden, waarvan een met wapen-van Doma en: 1675, en een met wapen-van Broersma en: 1678. Twee zilveren Avondmaalsbekers, waarvan een (XVIII c) met eene afbeelding der kerk, en een (i 1700)» afkomstig uit de kerk te Westergeest. /. Ter plaatse van het voormalige veenklooster, een nonnenklooster der Premonstratensen, ook Olijfberg en Mons S. Marie genaamd, vermoedelijk XlH a gesticht, in 1287 vermeld, in 1580 verlaten en gesloopt, bevindt zich thans het buitengoed fogelsangh-statë, waarschijnlijk XVII c gebouwd door Theodorus Fogelsangh, sinds 1836 in het bezit der familie van Heemstra, meermalen gewijzigd en verbouwd. Bij den ingang twee gebeeldhouwde siervazen (XVII d). Westergeest. a. Een Friesch-Merovingische gouden vingerring (VII), vervaardigd van een tiers-de-sol, en hier gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), waarschijnlijk XIII a gebouwd van groote baksteen, en behoorende aan de abdij te Dokkum, in 1635, 1795 en ± i83° inwendig gewijzigd, bestaat uit een schip, een versmald halfrondgesloten koor en eenen vierkanten toren, vroeger met een zadeldak, in 1807 verlaagd en met een ingesnoerde houten spits gedekt. In de benedenhelft der zijmuren een reeks van rondbogige spaarvelden, in de bovenhelft een reeks van even breede velden, onder de gootlijst gedekt door rondboogfriezen. In de bovenste spaarvelden kleine gedruktspitsbogige vensters; aan de zuidzijde spoten van vier rondbogige vensters, en vijf groote, later uitgebroken spitsbogige vensters; aan noord- en zuidzijde de moeten van weggebroken armen van een dwarspand. Langs de koorsluiting lisenen met lijstkapiteelen en basementen, verbonden door boogfriezen, waarboven een muizetandfries. De toren bestaat uit twee geledingen, waarvan de onderste rondbogige spaarvelden heeft, met aan de westzijde een dichtgemetselden ingang. Inwendig (geheel gewit): over de halfronde koorsluiting een half koepelgewelf. Tusschen schip en koor een groote, zeer gedrukt-spitsbogige triomfboog, in welks westelijke Leeuwarden hoeken de aanzetten van een ribloos kruisgewelf, waarvan de muralen aan de zijwanden zichtbaar zijn. Een westelijk gedeelte van het schip is afgescheiden van de verdere ruimte door een eiken tusschenschot met dubbele deur, waarboven gesneden het jaartal: 1635. In het aldus gevormde portaal een rondbogige doorgang tusschen kerk en toren, van laat-romaansche profileering. In de benedenruimte van den toren baksteenen welfzwikken van een overigens weggebroken koepelgewelf. De kerk bezit. Overblijfselen (± 1400), vermoedelijk van een sacramentshuisje. Piscina (XIII), in den zuidmuur van het koor. Eenvoudig gesneden eiken kuip (XVIII d) van den preekstoel. Vier grafzerken (i 1200) van roode Bremersteen, met ingegroefd geometrisch ornament; gebeeldhouwde zerk (1581); dito zerk (1635) met wapens-van Buma. Gewelfschilderingen (XIIIB) in de koorsluiting, in 1894 ontdekt,zijn daarna weer overgewit. LEEUWARDEN. a. Komeinsche en O ud-Gerwaansche monumenten. Eenige Romeinsche munten en een Merovingische gesp, gevonden in de Koningstraat, zijn thans in het Friesch museum. Een Romeinsch bronzen beeldje, omstreeks 1910 in de Groote Kerkstraat gevonden, is later verloren gegaan. Scherven van geometrisch versierd aardewerk en van terra sigillata, een Friesche bolpot (navolging van vroegKarolingisch werk), een bronzen mantelspeld (II), beenen voorwerpen en vier menschelijke schedels, gevonden in de Hoogterp, zijn in het Friesch museum. b. Verdedigingswerken. De oude omwallingen (XVI d en XVII a) werden in 1835—1844 geslecht en, onder leiding van den architect G. van der Wielen en van den architect van buitengoederen L. P. Roodbaard, gedeeltelijk omgeschapen in plantsoenen. Van de sinds 1581 door den ingenieur Joost Mattheus aangelegde versterkingen bestaan nog overblijfselen van twee driehoekige bastions aan de noordoostzijde der stad (bij den Oostersingel): het oostelijke, genaamd de Amelandsdwinger (1583), waarop in 1827—1829 de Prins Frederikkazerne werd gebouwd; en het Hoeksterbastion (1584, in 1830 doorgegraven voor den aanleg van den Groninger straatweg). Van de 1619—1625 naar de plannen van graaf Willem Lodewijk aangelegde versterkingen bestaan nog overblijfselen van een westelijke en drie noordelijke bastions: de Lievevrouwepoortsdwinger, tegenover den Harlinger singel, thans (sinds 1844) de Westerplantage; de Oldehoofsterdwinger, sinds 1843 de Noorderplantage; de Noorder- of Doeledwinger (ter vervanging van een in 1581 aangelegd bolwerk), in 1648 door den stadhouder Willem Frederik beplant als lusthof, sinds 1798 openbare wandelplaats, in 1803 gewijzigd, in 1819 door koning Willem I aan de stad geschonken en onder leiding van den tuinarchitect Roodbaard in 1821—1824 nieuw aangelegd als openbaar park, thans Stads- of Prinsentuin geheeten; de Jacobijner- of Wubbe Wissesdwinger, omstreeks 1837 en in 1841 gedeeltelijk afgegraven en geslecht, met het Hoeksterbastion samengetrokken en als plantsoen aangelegd. Van de in 1398 gegraven grachten bestaan nog: een noordoostelijk gedeelte van de Nieuwe Buren (Voorstreek) langs de Tuinen tot de Turfmarkt, een zuidelijk gedeelte van het Zwitsersch Waltje langs de \\' eaze tot de Brolpijp; een zuidwestelijk stuk, van de Brolpijp langs de Waag tot de Langpijp. Van de sinds 1481 begonnen uitbreiding der versterkingen bestaan nog: een zuidwestelijk gedeelte der gracht aan de Nieuwestad; een noordoostelijk deel (1494) van het Hoeksterpad tot de Nieuwe Buren. Om de overgebleven bastions bevinden zich nog de tegelijk daarmee gegraven grachten (XVI d en XVII a), in 1639—1647 beplant en als wandelsingels aangelegd. c. Bruggen. Baksteenen bruggen (XVII), hier „pijpen" genoemd, met zandsteenen hoeken en hardsteenen afdekkingen, op halfronde of korfbogige gewelven: 1. Brol. De Brolpijp, in 1516 vermeld, 16x5—1617 verbouwd, in 1687 van ijzeren leuningen voorzien. 2. Korenmarkt. De Korfmakerspijp, in 1680 van ijzeren leuningen voorzien. 3. Korenmarkt. De Wortelhavenpijp, in 1680 van ijzeren leuningen voorzien. 4. Nieuwestad. De Duco Martenapijp, XVI d bestaande, in 1695 van ijzeren leuningen voorzien. j. Nieuwestad. De St. Jacobs- of Toutjepijp. 6. Nieuwestad. De Lange pijp, in 1690 van ijzeren leuningen voorzien. 7. Nieuwestad. De Nieuwe pijp, XVII d van ijzeren leuningen voorzien. 8. Schavernek. De Adje Lammerts- of VC esterpijp, in 1582 vermeld, XVII d van ijzeren leuningen voorzien. 9. Voorstreek. De Dubbele pijp, XVII d van ijzeren leuningen voorzien. 10. Weaze. De Keimpema- of Paardenpijp, in 1687 van ijzeren leuningen voorzien. d. Wereldlijke openbare gebouwen. x. Tweebaksmarkt 52. Het provinciaal gouvernement of College, oorspronkelijk abtshuis van het Bergumer klooster, in 15 80 ingericht tot Statenhuis, in 1668 vergroot en andermaal in 1710, in 1784 geheel verbouwd en vergroot, in 1887 en wederom in 1891—94 vergroot en gewijzigd, in 1908 nogmaals uitgebreid aan de zijde der Korfmakersstraat, heeft een baksteenen voorgevel (1784) van drie verdiepingen en elf traveeën. Rechte kroonlijst met in het midden een gebroken fronton, waarin het provinciale wapen, gedekt door een kroon en gehouden door leeuwen. De hoofdingang is versierd met Ionische halfzuilen en geflankeerd door Dorische pilasters, die over de drie verdiepingen doorgaan; boven het deurkozijn een fries van acanthusbladen; halfrond bovenlicht versierd met ranken. Aan de zijde der Korfmakersstraat een pilastergevel (XVII c) van twee verdiepingen, met vijf traveeën, gescheiden door baksteenen Korinthische pilasters met zandsteenen kapiteelen, waarop een rechte kroonlijst rust. Hiernaast een trapgevel (1893), waarin de zandsteenen boogvullingen, afkomstig uit een tevoren op deze plaats gestaan hebbenden Renaissance-gevel (1631), verwerkt zijn. Het inwendige, herhaaldelijk verbouwd, bevat: op de eerste verdieping in de raadkamer, thans zaal van Gedeputeerde Staten, een betimmering, bestaande uit een lambrizeering, waarop aan iederen wand twee Ionische halvezuilen tegen pilasters, en in de hoeken halve pilasters, welke een rijk gestucadoord plafond met versiering van ranken en allegorische figuren dragen; blauw marmeren schoorsteenmantel (XVIII d); dubbele deur in den trant der betimmering; boven de deur een klok, Lodewijk XVI, met verguld houtsnijwerk. Een uit deze kamer afkomstige armenbus (XVI) is in het Friesch museum. In de commissie- of wachtkamer een geschilderde kaart (1659, op perkament) van den zuidwest-hoek der Friesche kust,afkomstig van Ypama-state bij Ysbrechtum. In de kamer van den griffier een blauw marmeren schoorsteen, als in de zaal van Gedeputeerde Staten. In de kamer der tweede Afdeeling (vroeger secretarie) aan drie zijden een betimmering (XVIII c/d) van blan eikenhout met pilasterstellingen, een balken zoldering draeend; tusschen de gesneden pilasters boekenkasten; eiken schouw met schildering (XVIII B), voorstellend de Stilzwijgendheid en de Getrouwheid. In verschillende vertrekken prenten (XVII a-c), voorstellend Friesche stadhouders en plattegronden van Friesche steden, in ae gang de dubbele deur der raadkamer, met Wok; en aan de linkerzijde twee eenvoudige deuromlijstingen (X \ Ui )■ z. Van het voormalige landschapshuis, vergaderplaats van de Volmachten der vier kwartieren van Friesland, in 1594 gevestigd in een der daartoe gewijzigde gebouwen van het Minderbroedersklooster, in 1616 verbouwd, in 1849 gesloopt en vervangen door het RitskeBoelema-gasthuis (zie blz. 193), zijn fragmenten (ibio) eener poort overgebracht in den muur eener boer eri) van het vroegere Martena-state te Kornjum (zie blz. 226). Een gedenksteen (1648) van den vrede van Munster, uit den voorgevel van dit gebouw afkomstig, is thans in het koor der Groote kerk (zie e 3)- 3. Korfmakerstraat. Het gebouw van den provincialen waterstaat heeft in den gevel een fragment van een met ranken en koppen versierd zandsteenen fries (XVI d, met nieuwe aanvulling), afkomstig uit een in 1908 gesloopten gevel. 4. Wilhelminaplein. Het paleis van justitie, in 1846—1852 gebouwd naar het ontwerp van den architect Th. Romein, onder leiding van den hoofdingenieur van den Waterstaat A. C. Kros, is een vierkant baksteenen gebouw met attiek en middenportiek op acht hooge Korinthische zuilen. Inwendig: vestibule en audiëntiezalen in classicistischen trant, met stucversiering. In de kamer van den president drie leunstoelen (XVIII c); in de keuken van den concierge een gesneden hoekkastje (XVIII c); een twintigtal tinnen inktstellen. Een serie brandijzers, uit dit gebouw afkomstig, is in het Friesch museum. 5. Turfmarkt. De kanselarij, voormalige zetel van het Hof van Friesland, opper-gerechtshof, is in 1566—1571 gebouwd, volgens EekhofFi) door Bartholomeus Janszoon, dit op grond van een akte van 5 Juli 1571 (Charterboek, III, 857), welke echter alleen vermeldt, dat „Meester Anthones del Vaile Raedt Ordinaris in den Hove van Vrieslandt, Bartholomeus Jansz. Coninklijcke Mayesteyts Boumeyster, ende Albert Jansz. Burgemeester der stede Leeuwaerden, bij den voorscreven hove gecommitteert zijn geweest om te bezichtigen die huysingen, staende aan de Vischmerckt, ende streckende metter achtereynden ende plaetsen aen 't diep jegens de nieuwe Cancelrye over" enz., ten behoeve van den aanleg eener nieuwe straat, de tegenwoordige Koningstraat. Het gebouw, in 1811 herschapen in een „Hof d'Assises en Tribunaal ter eerste instantie", en kort daarna tot militair hospitaal ingericht, in 1814—1824 als kazerne gebruikt, 1824—1891 als huis van bewaring, werd in 1892 gerestaureerd onder leiding van J. van Lokhorst en is sindsdien in gebruik als Rijksarchief en Provinciale bibliotheek. Het bestaat uit een lang-gestrekt rechthoekig voorgebouw van baksteen met rijke toepassing van bergsteen, met een noordelijken vleugel en, tegen den noord- 1) Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden (1846), II, 324. oostelijken hoek, een teruggelegen nevengebouw met traptoren, in 1646 door de Staten aangekocht, in 1892 geheel vernieuwd. Het voorgebouw heeft twee verdiepingen, gedekt door een hoog zadeldak met dakkapellen (in 1892 vernieuwd). De noordzijde wordt afgesloten door een zijgevel met trappen, de zuidzijde door een vlakgewerkten brandgevel, die, evenals tandingen en aanzetten in het muurwerk van den voorgevel, wijst op het oorspronkelijk plan dit gedeelte naar het Zuiden te verlengen. De beide verdiepingen zijn in den voorgevel gescheiden door een geprofileerde zandsteenen waterlijst. De vensters der bovenverdieping worden gedekt door korfbogen, neerkomend op driehoekig uitgemetselde pilasters, welke met de rijk geprofileerde dagkanten der vensters benedenwaarts door de waterlijst zijn gevoerd tot ongeveer te halver hoogte van de dammen tusschen de vensters der benedenverdieping, waar zij rusten op gebeeldhouwde kraagsteenen. In de boogtrommels der bovenvensters dubbele ontlastingsbogen en vlechtingen van gele baksteen. Boven de vensters der benedenverdieping zandsteenen korfbogen. In het zuidelijk deel van den voorgevel bevindt zich de hoofdingang met trap en bordes (1621), waaronder de ingang naar de kelders. Op de trapleuning vier schildhoudende zandsteenen leeuwen (1621). De hoofdingang, waarboven een gebeeldhouwde zandsteenen bekroning met opschrift en 1571, ligt rechts van de as der ingangstravee, en op hiermee overeenkomende wijze verspringt ook de as van den boven deze travee opgetrokken trapgevel met rijk geprofileerde zijpilasters, vensternissen, en een driedeeligen toppilaster op gebeeldhouwde kraagsteenen, bekroond door een beeld, z.g. van Karei V. Op de trappen allegorische beelden (in 1892 gerestaureerd). Over de geheele lengte van den voorgevel een rechte kroonlijst op kraagsteenen, en afgedekt door een balus- trade (1892), welke op den noordelijken hoek aansluit tegen een achtkant traptorentje. Inwendig (grootendeels gewijzigd en gerestaureerd): in de kelders vlakke kruisgewelven op zandsteenen zuilen. Vertrekken met zolderingen op moer- en kinderbalken. Zandsteenen kraagstukken, waarop wapens zijn uitgehouwen. Van de beneden- naar de bovenverdieping een gemetselde trap met geprofileerde gewrongen spil; de breede eiken treden rusten op van de spil tot den muur geslagen bogen, waartusschen sierlijk gemetselde gewelfjes op fijn geprofileerde ribben, die samenkomen in gebeeldhouwde sluitsteenen. In de Provinciale bibliotheek bevinden zich: een pastelportret (XVIII a) van Johan Willem Friso; een olieverf portret (1828, door W. B. van der Kooi) van Joost Hidde Halbertsma. 6. Het raadhuis, in 171 j—1724 gebouwd onder leiding van den architect Claes Bockes Balck, ter plaatse van het voormalige Auckamahuis (sinds 1616 in gebruik als raadhuis), in 1760 uitgebreid aan de achterzijde met een bijgebouw naar de plannen van den architect P. de Swart, in 18x6 en in 1830 gewijzigd, en andermaal in 1845—1847 onder leiding van den architect Th. Romein, is een vierkant gebouw in classicistischen trant, met een zuidoostelijken vleugel (1760), door een pleintje met een gesmeed ijzeren hek (XVIII c) van de straat gescheiden. Het hoofdgebouw heeft een baksteenen voorgevel met eenigszins vooruitgemetselde middenpartij, bekroond door een driehoekig fronton boven de rechte, op klossen rustende kroonlijst. In deze middenpartij de hoofdingang, met het venster daarboven in gebeeldhouwde omlijsting. De deur, met halfrond getoogd bovenlicht, wordt geflankeerd door pilasters, waarop, te weerszijden van het puikozijn, de beelden van Vrede en Gerechtigheid. In het fronton gebeeldhouwde vulling, door Pieter Nauta en den steenhouwer Gerbrand van der Haven, voorstellend de stedemaagd met wapen, omgeven door allegorische kinderfiguren. Voor den ingang een stoep met bordes (1847), waarop twee lantaarnpalen (1847) van gegoten ijzer. Vensters in 1816 vernieuwd. Op het midden van het wolfdak een achtkant koepeltorentje, waarop een windvaan met het stedelijk wapen. De zijvleugel heeft een voorgevel met rechte kroonlijst op gesneden consoles, waarboven een attiek met gebogen middengedeelte in gesneden omlijsting, de figuur van een klimmenden leeuw bevattend. Ingang met daarboven gelegen venster in rijk gesneden omlijsting. In de bovenverdieping groote vensters met getoogde bovendorpels, waaronder gesneden versieringen in den trant van Lodewijk XV. Inwendig in het hoofdgebouw: Vestibule met stucplafond, in 1724 vervaardigd door de Italianen Joseph Barberino en Gio Batista Albisetti, en een poort, toegang gevend tot een trapportaal; boven de deur een grauwtje (XVIII a, door Hayema), voorstellend den Vrede en de Onrust; breede eiken bordes-trap met gesneden trappalen en balustraden (XVIII a), vervaardigd door Pieter Nauta en B. Dijkstra. Burgemeesterskamer met betimmering (XVIII a); geschilderde zoldering (1718, door Hayema) met houten kooflijst op consoles; rijk gebeeldhouwde schoorsteenmantel met schoorsteenstuk (door Hayema), voorstellend het verbond der Unie; wandtapijten (1718, door Alexander Baart), voorstellend vier werelddeelen; twee eiken tafels (XVIII a) met bolpooten; vier eiken stoelen (XVIII a) met geslingerde pooten; boven de deur een klok (XVIII d), vervaardigd door Peter Bökland uit Bremen; waschfontein (XVIII a); twee vergulde houten luchters (XVIII d). In de voorkamer der burgemeesterskamer (genaamd ,,'t blanke ruim") negen stoelen (XVIIIB), waarvan zeven met goudleer; tafelkleed (XVIII a) met gemeentewapen; gesneden kolomkast (XVII); beschilderde geldkist; schilderij (door D. Dalens III, bruikleen van het Friesch genootschap), voorstellend een landschap; een grauwtje, eenige portretten in olieverf, topografische gezichten in olieverf en een aquarel (XVIII en XIX A). In de Vertrekkamer (boven, achter de burgemeesterskamer) een eiken lambrizeering (XVIII a); houten schouw met Ionische pilasters, die een schoorsteenstuk flankeeren, geschilderd door Hayema, en voorstellend Minerva met allegorische vrouwefiguren, op zwart marmeren ondermantel; wandschildering (door H. W. Beekkerk), voorstellend Mozes en de zeventig oudsten (de studie in olieverf hiervoor is in de secretariskamer); zes leun- en drie eenvoudige stoelen (XVIII). In de „Nieuwe zaal" (in 1845 ingericht door Th. Romein in den stijl van het Keizerrijk) pilasterstellingen en stucplafond, door J. E. Martens vervaardigd. Vijf oude leunstoelen. Aan de meeste deuren koperen krukken (XVIII a). Op trappen en gangen oude vaandels, bodestaf, lantaarn van de brandwacht, en topografische afbeeldingen. In den zijvleugel: de raadzaal met rijke betimmering (1760, trant Lodewijk XV), stucplafond, marmeren schoorsteenmantel, waarin een portret (1856, door W. B. van der Kooi), voorstellend prinses Maria Louise. De muurvakken bevatten een portret van koning Willem I, door W. B. van der Kooi en moderne geschilderde portretten van leden van het koninklijk huis, ter vervanging van de in 1795 verwijderde portretten der Friesche stadhouders. Boven deze vakken grauwtjes (door R. Keyert, twee gedateerd: 1760), voorstellend allegorische figuren en wapentropheeën. Boven de deuren allegorische schilderingen (1763 en 1764, door R. Jelgerhuis), voorstellend den Overvloed, de Vrijheid, Minerva, en de Algemeene veiligheid. In het archief portretten en een geschilderde naamlijst der leden van het zilversmids- gilde sinds 1597, in 1623 vervaardigd in den vorm eener polyptiek. In den koepeltoren: klokkenspel van twee-en-dertig klokken, in 1687 gegoten door Claude Fremy te Amsterdam; en twee klokken, afkomstig uit den in 1884 gesloopten Nieuwetoren, waarvan een in 1541 gegoten door Cornelis Waghevens te Antwerpen, en een in 1544 door Johan ter Stege. Uit dit gebouw afkomstige eiken stoelen (i 1700), een zwaard van Grooten Pier, een beulszwaard, vier zilveren bodestaven (XVIII a), een ballotage-zak (1715), en een kaarsenhouder (XVII) van verguld hout, zijn in het Friesch museum. 7. De waag, 1596—1598 gebouwd, in 1643 tevens als beurs in gebruik gesteld, in 1786 gewijzigd, in 1884 ingericht deels tot bergplaats van brandbluschmiddelen, deels tot muziekschool, 1884—1890 gerestaureerd naar de plannen van den stadsarchitect Noordendorp, is een vrijstaand rechthoekig gebouw van bak- en bergsteen, bestaande uit twee verdiepingen en gedekt door een hoog wolfdak. Tegen de benedenverdieping is in 1890 te halver hoogte een rondgaande houten hangluifel aangebracht, naar het voorbeeld van den oorspronkelijken, die in 1786 door een op twintig houten Toscaansche zuilen rustenden luifel vervangen was. Aan de oost- en westzijde één, aan de noord- en zuidzijde twee ingangen met zwaar geprofileerde zandsteenen omlijstingen. In de benedenverdieping vensters in korfbogige nissen, in de bovenverdieping vensters met kruiskozijnen (1884) ir geprofileerde nissen, afgedekt door Tudorbogen. Tusschen beide verdiepingen een omloopend gebeeldhouwd fries met versieringsmotieven als aan het raadhuis te Franeker. Onder dit fries, op de afgesnoten hoeken, schildhoudende leeuwen. Zandsteenen hoek-, neg- en boogblokken. Inwendig: zoldering met moer- en kinderbalken. Eenige geschilderde gedenkborden en een eikenhouten bord met de namen van boterhandelaren en botermerken (z.g. ritsen), uit dit gebouw afkomstig, zijn thans in het Friesch museum. 8. Van den in 1884 gesloopten nieuwetoren (4: x 540 gebouwd aan de oostzijde der voormalige kapel van het St. Jacobsgasthuis in de Groote Hoogstraat) zijn de klokken in 1914 overgebracht in den toren van het raadhuis (zie d 6). De verguld koperen windvaan is thans in het Friesch museum. 9. De oude hoofdwacht, in 1688 op 's lands kosten gebouwd, in 1844 aan de stad in gebruik gegeven, werd in 1845 verbouwd naar de plannen van Th. Romein, en sindsdien, met verschillende wijzigingen, tot politiebureau ingericht. 10. Hofplein 29. Het z.g. koninklijk paleis, of voormalig stadhouderlijk hof, thans ambtswoning van den commissaris der Koningin in Friesland, XV in het bezit van het geslacht Rolkama, in 1564 geheel verbouwd voor Boudewijn van Loo, raad in den Hove, koninklijk rentmeester-generaal in Friesland en grietman Van het Bilt, werd in 1587 gekocht door Gedeputeerde Staten als woning voor den stadhouder Willem Lodewijk van Nassau, in 1661 met „excessive kosten" verbouwd, in 1734 vergroot voor Willem Carel Hendrik Friso, in 1790 uitwendig hersteld, in 1795 ontruimd en daarna achtereenvolgens ingericht tot weeshuis, Latijnsche school, kleedingmagazijn, hospitaal enz., in 1804 deels gesloopt, deels gewijzigd, in 1816 door de koninklijke familie teruggekocht en tot paleis ingericht, in 1880 in onderhoud aan het Rijk afgestaan, gewijzigd, en sindsdien gebruikt als ambtswoning voor den commissaris der Koningin. Het geheel verminkte gebouw bevat nog slechts eenige overblijfselen van het oude muurwerk. Inwendig: in de eetzaal of Oranjezaal een betimmering (XVIII) met acht muurvakken, waarin portretten van Oranje-vorsten. Een houten zoldering (XVII d), beschilderd met ornament in den trant van Lodewijk XIV, afkomstig uit de in 1804 gesloopte danszaal, is thans in het Rijksmuseum voor beeldhouwkunst en kunstnijverheid te Amsterdam. Een fragment eener lambrizeering, een beschilderd Chineesch koromandelhouten wandbeschot (± 1700)» en een beschilderde zoldering (± 1700), afkomstig uit een kabinet in het gesloopte gedeelte, bevinden zich in hetzelfde museum te Amsterdam. Eene verzameling portretten van Oranje's en van de officieren van het regiment Oranje-Friesland, in 1879 door koning Willem III aan het Friesch genootschap geschonken, zijn in het Friesch museum (zie h 1). Eenige schilderijen, waaronder van Philip van Dijk, Jan Lievens, en van den Duitschen schilder Johann Heinrich Roos, hieruit afkomstig, zijn in het Mauritshuis te 's-Gravenhage. Van de in 1607 en 1679—1682 ten behoeve van het stadhouderlijk hof gebouwde stallen en rijschool, bevinden zich nog overblijfselen in de Groote Kerkstraat (zie g. Poortjes, 7 op blz. 208). 11. Groote Kerkstraat 11. Het oudprinsesse-hof, oorspronkelijk een reeds in 1622 bestaande patricisch huis, XVII c verbouwd door prinses Maria Louisa, weduwe van Johan Willem Friso, in 1730 gekocht en met de oostelijk hieraan grenzende z.g. Papingastins (thans Groote Kerkstraat 13 (zie g. Fragmenten van gevels i, op blz. 208) en een aan de westzijde gelegen huis in 1642 tot een complex vereenigd(zie^ j8), in 1765 weer afzonderlijk verkocht, in 1911—1912 gerestaureerd, werd in 1916 eigendom der gemeente en is sedert ingericht tot museumen tentoonstellingsgebouw, in 1928—1929 inwendig gewijzigd en aan de achterzijde uitgebreid. Het bestaat uit twee verdiepingen (XVII c) en een in 1731 daarop aangebrachte lage zolderverdieping. Baksteenen voorgevel met rechte kroonlijst op gebeeldhouwde consoles (1731). De twee onderste verdiepingen zijn gescheiden door een breede zandsteenen lijst. Tusschen de vensters dezer verdiepingen baksteenen pilasters (XVII c) met zandsteenen composietkapiteelen. Boven de vensters afwisselend engelenkopjes, bloem- en vruchtenslingers, en driehoekige frontons met schelpvormige vullingen. Inwendig: rechter voorkamer (Lobry Troostenburg de Bruin-kamer) met goudleeren behang (± 1700), afkomstig van Friesma state te Idaard (vroeger in het voormalige museum van Kunstnijverheid te Haarlem), schoorsteen (XVIII b) met vergulden gesneden boezem (moderne marmeren mantel) waarin een spiegel, moderne meubelen (stijl van ± 1750, door Jac. van den Bosch); linker voorkamer met balkenzoldering (XVII c). In de benedengang deuren met deurstukken (XVIII b) van stuc, en wit marmeren fonteintje (XVIII b) met zilveren hertekop als kraan. Tuinkamer met stucplafond (4; 1750), gesneden deuren, schouw met gesneden boezem en schoorsteenstuk waarin spiegel (alles XVIII b), goudleeren behang (XVIII c), meubelen in bruikleen uit de verzameling Ottema (zie h 3) In het trappenhuis in den muur een oeil de boeuf (XVII c), afkomstig uiteen huis op het Vliet; marmeren fonteintje (XVIIIc) uit het huis Nieuwstad 53, in bruikleen uit de verzameling Bodenheimte Amsterdam. Op den overloop een bekroning (XVII d) van een poortje afkomstig uit een huis op de Grachtswal. In de middenbovenzaal een balkenzoldering (XVIII b). Voorts tentoon- stellingszalen en museum van Indonesische en Chineesche kunst (zie h z). ^ . Twee geborduurde vuurschermen (XVIII a), uit dit huis afkomstig, zijn in het Friesch museum. Een schoorsteenstuk (± 1500) door Geertjen van St. Jans, voorstellend de aanbidding der Wijzen, is thans in het bezit van Mr. N. Beets te Amsterdam. e. Kerkelijke gebouwen. i. toren „de oldehove". Ter plaatse van een wellicht IX gestichte kapel (H. Vitus), later kerk, aan de abdij Corvey toebehoorend, XIII d verbouwd, en in x 5 c) 5—1596 geheel gesloopt, begon men in 1529» o^der leiding van den bouwmeester Jacob van Aaken, een nieuwe kerk te bouwen, waarvan echter alleen de toren gedeeltelijk uitgevoerd, in 1533 onder leiding van Cornelis Frederiks beëindigd en nimmer voltooid werd. Daar de toren van den beginne af wegens de bodemgesteldheid sterk naar het noordwesten verzakte, moest hij in 15 99, in 1612 en in 1640 hersteld worden; in 1648 na bliksemslag wederom; na in 1739 andermaal door brand geteisterd te zijn, waarbij de bekapping verwoest werd, opnieuw in 1768, 1788, 18x6, 1846,1877, en in 1908^ 1911 gerestaureerd, de laatste maal onder leiding van W. C. A. Hofkamp, directeur van gemeentewerken. Vrijstaande vierkante toren van roode en gele baksteen, met banden, hoek- en negblokken, traceeringen en afdekkingen van Bentheimer steen, bestaande uit drie geledingen. Dubbele hoekbeeren, over de geheele hoogte doorgevoerd en schuin afgedekt. Tegen de noordzijde, in den hoek van den noordwestelijken steunbeer, een met drie zijden uitgebouwde, vlak afgedekte traptoren, opgaande tot de omgang der derde geleding; langs deze laatste geleding een in den zuidoostelijken hoek uitgespaarde gemetselde trap, voerende naar het plat. In de benedenste geleding, aan west- en oostzijde, groote spitsbogige doorgangen, in 1599, met het oog op de verzakking dichtgemetseld (de vulling van den westelijken ingang kreeg XIX c een voormetseling van waalsteenen); aan de oostzijde schalken met gebeeldhouwde zandsteenen kapiteelen, waarop aanzetten van kruisribgewelven en muralen, en, ter hoogte van de tweede geleding, tandingen voor de muren van het onuitgevoerde schip. De derde geleding springt terug en krijgt aldus een omgang met in de hoekbeeren gespaarde doorgangen. Aan noord- en zuidzijde der tweede en aan alle vier de zijden der bovenste geleding drie diepe nissen met geprofileerde dagkanten: die in de middelste geleding spits- en de bovenste rondbogig; deze laatste alleen aan de oostzijde nog met de oorspronkelijke koppen van profielsteen; aan de andere zijden later in zandsteen vernieuwd. In den noordmuur der bovenste geleding een stuk Bentheimersteen met: 1529. Inwendig: In de eerste en tweede verdieping ronde schalken van profielsteen, met zeskante voetstukken en rijk gebeeldhouwde zandsteenen kapiteelen, waarop aanzetten van gewelfribben. In de plaats der onuitgevoerd gebleven gewelven werden verschillende eiken balklagen aangebracht, in 1910 vervangen door twee balklagen van profielijzer. In den noordmuur van de benedenruimte een zandsteenen poortje toegang gevend tot den traptoren; op de eerste verdieping een dergelijk poortje, scheluw in den muur gewerkt; in de zandsteenen omlijsting hiervan verschillende steenhouwersmerken. Op de tweede verdieping, aan de noordoostzijde, het voormalige torenwachterskamertje met venster en schouw (betegeling nieuw). In den traptoren een spiltrap met treden van Bentheimer steen; in de bovenste trede het jaartal 1529. Aan de zuidzijde van den voet, in den buitenmuur gemetseld, een gebeeldhouwde grafzerk (XVII d, omstreeks 1865 uit het bijgelegen kerkhof opgegraven) met ongeveer levensgroote figuren van Pieter van Dekema (f 1568) en zijne vrouw Catherina van Loo (f 15 8l)> omgeven door de wapens-Dekema en van Loo en zestien kwartieren op acht gedeelde wapenschilden. Twee klokken, waarvan de groote in 1635 gegoten door Hans Falck van Neurenberg, ter vervanging eener in 1540 te Kampen gegoten klok; en de kleine in 1637 door Jacob Noteman te Leeuwarden. 2. Van de voormalige parochiekerk van hoek, door het geslacht Cammingha gesticht, en aan de H. Catharina gewijd, in 1580 ontluisterd en tot tuighuis ingericht, na velerlei wijzigingen in 1834 verbouwd tot stadswerkhuis, sinds 1874 ingericht tot hulpziekenhuis, dat in 1888 nogmaals werd gewijzigd, bleef nog slechts eenig oud muurwerk (XIII?) bewaard (zie ƒ 11). 3. De Ned. Herv. groote-of jacobijnenkerk, voormalige Dominicanen-kloosterkerk (H. Jacobus de Meerdere), is tusschen 1228 en 1245 gesticht met hulp van het geslacht Cammingha, in 1392 door de Schieringers grootendeels verwoest, met steun van hertog Albrecht van Beieren sinds XV a herbouwd en uitgebreid ; na 1480, onder het prioraat van Theodericus Petri nieuw opgetrokken, XVI b voltooid, in 1567 inwendig verfraaid, in 1576 gedeeltelijk en in 1580 geheel door de kloosterlingen ontruimd en door de Hervormden in gebruik genomen, in ditzelfde jaar gedekt met leien afkomstig van het dak der St. Vituskerk (zie e 1), in 1581 inwendig gewit en nieuw geschilderd; in 1616, 1628, 1663—1699 meermalen hersteld, in 1842 1843 „gerestaureerd", waarbij al het muurwerk werd afgehakt, nieuw ingevoegd en gepleisterd, de vensters van nieuwe glazen en kozijnen voorzien en het inwendige gewijzigd; in 1852 wederom gewijzigd, in 1883 gecement en geteerd, en in 1901 gedeeltelijk van een nieuwe dak- bedekking voorzien. Driebeukige kerk, bestaande uit een middenbeuk (kern XIII of XIV?) met smallen noordbeuk (XIV) en breeden zuidbeuk (XVI a), deze laatste met geveltoppen op elk der vier traveeën; een 5/12-gesl°ten koor (XV), waartegen aan de zuidzijde een 5/10-gesloten kapel (i ijoo), later „broodkamer" geheeten, en aan de noordzijde de voormalige sacristie (later grafkapel) en een traptoren. Op het dak een open koepeltje (XVII d) met klok, in 1680 gegoten door Jur. Balthasar. Tegen den zuidoostelijken koorwand de „Oranjepoort": een portiek (XVII c, het bovendeel vernieuwd in hout) met gewrongen zuilen, zwikversiering, en scheluwen ingang met eiken deur (XVII). Hierboven een ovaal venster in gebeeldhouwde omlijsting (XVII c). Spitsboogfries boven langs het schip en (vernieuwd) langs het koor. Westgevel met spitsbogige en ronde nissen, uitgemetselde ronde hoekpinakels waarop bollen en een later tegen den middenbeuk uitgebouwd portaal. Op de zuidelijke geveltoppen gebeeldhouwde bekroningen (XVI). Tweemaal versneden beeren tegen den noordbeuk. In den oostwand der zijkapel een poortje met bergsteenen banden, driehoekig fronton (1663) en vers over de brooduitdeeling; eiken met nagels beslagen deur. Hoogerop een ovaal licht in omlijsting. Tegen de westelijke travee van den zuidbeuk een portiek (XIX b) met driehoekig fronton op Toscaansche halvezuilen. Inwendig: wijde spitse scheibogen op tweemaal drie zware zuilen (vermoedelijk door ommetseling van ouder muurwerk), van welke die aan de zuidzijde aanmerkelijk lager dan den noordelijke; lijstkapiteelen. In het koor, dat ten deele ingenomen wordt door een galerij (de „Koningskraak") op houten zuilen, loopt een spitsboogfries onder langs de kap. Houten tonzolderingen over schip en koor; gestucadoorde over de zijbeuken. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c); klankbord met bekroning Orgel (1727, door Christ. Muller te Amsterdam, in 1928 gerestaureerd) met beelden op het front en het rugpositief; onder dit laatste het gesneden wapen van Lee Wotgeigalerij met borstwering (XVIlIb) en gedragen door vier hardsteenen zuilen. , . „ Geverfde eiken borstwering (XVII b) van de „kra met gesneden paneelen en bankoverhuiving (X\ )• Snijwerk (XVII b) aan eenige banken In het koor een toetssteenen gedenkplaat (14 ) P den vrede van Munster, in 1867 hier geplaatst uit l849 afgebroken Landschapshuis (^2). Marmeren tombe voor J. H. JNieuwui u j Onder het koor de grafkelder der stadhouders uit huis van Oranie-Nassau. ~ < Grafzerken: een (XVI, gesleten, volgens het grafbnek van Deco Wyarda en Helena van Sickama), een ze ;*oo« (± .HO) met alliantiewapen en nrtvoenge.voorstelling in relief: oordeel van Salomo; een (^) ™ medaillonkoppen in de hoeken; een ( , ; van Holdinga; een (1601, volgens het grafboek Carel en Andreas van Roorda). .. Verschillende zerken in het schip, doch l deze zijn bed . , ee «n waarvan een in bruikleen als \ oren. De kosterij bevat nog den westelijken en eengedeeke van den noordelijken arm van de kloostergang, o%er kluisd met kruisribgewelven (XV d) op kraa^tee^. ' Ingang met poortje (XVIII b), bekroond door een halsgeveltje. 4. De thans ned. herv. galileërkerk, in 1472 buiten de stadswallen opgericht, in 1493 voltooid, als kerk van het toen door den edelman Tjomme Oenes Wiarda gestichte Minderbroedersklooster Galilea, ten deele verwoest in 149 8 (?) en daarna binnen de stad overgebracht en op de tegenwoordige plaats gebouwd, in 1566 tijdelijk in handen der Hervormden, in 1570 hersteld en vergroot met een noordbeuk, in 1578 door den beeldenstorm geteisterd, in 1580 blijvend aan de Hervormden overgegaan, in 1587 verbouwd, in 1661, 1691, en 1706 gewijzigd, in 1795 door de Revolutie gehavend en als vergaderlokaal gebruikt, in 1844—1845 vernieuwd naar de plannen van Th. Romein met behoud van den bestaanden vorm, in 1899 gerestaureerd, is een eenvoudig baksteenen gebouw, bestaande uit een hoofdbeuk (+ 1500), een noordelijken zijbeuk C^?0)» en een 3/8-gesloten koor. Op het dak een open koepeltorentje, in 1831 gebouwd ter vervanging van een \ roegere spits. Voorgevel (XIX b); vensters en bedaking in 1844 vernieuwd; zijbeuk in 1844 verhoogd. Inwendig (in 1844—1845 gewijzigd en gestukadoord): over den hoofdbeuk een hoog houten tongewelf met doorhangende, geprofileerde schinkels, rustend op gesneden kraagstukken (XVI a), waarvan sommigen versierd met apens der Saksische hertogen. Tusschen hoofden noordbeuk gepleisterde zuilen, waarop in 1844 muurschilderingen met het jaartal 1570 werden gevonden. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII c). Banken (XVIII b) met snijwerk versierd. Onder den vloer grafzerken (1541, 1600, 1611, 1616). 5. De ned. herv. westerkerk (H. Anna), oorspronkelijk kerk van het omstreeks 1460 ter plaatse van de tegenwoordige algemeene begraafplaats gestichte St. Annaklooster der Franciscanessen of Grauwe begijnen Franciscusweerd (Fiswerd) geheeten, dat in 1472 voor het eerst vermeld wordt; in 1498 door hertog Albrecht -van Saksen en de Schieringers bezet; in 1510 overgebracht naar „Oldehove" binnen de stad, en gebouwd nabij de Oude gracht aan de tegenwoordige Bagijnestraat; in 1580 aan de Hervormden overgegaan en achtereenvolgens tot pakhuis, timmerhuis, brouwerij en tuchthuis ingericht; in 1637—1648 verbouwd en tot Hervormde kerk ingericht; in 1681—1684 vergroot met een noordelijken beuk; in 1693 en 1696 inwendig gewijzigd; in 1845 1846 verbouwd naar de plannen van Th. Romein. Het eenvoudige baksteenen gebouw bestaat uit een zuidbeuk met een 3/8-gesloten koor (XVI a), en een even hoogen noordbeuk (1684). Inwendig (in 1845 geheel verbouwd en bepleisterd): tusschen de beide beuken een rij van vier zuilen (1643); gestukadoorde gewelven; rondbogige galerij (XVII d) met trappen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d). , In de banken eenige paneelen met snijwerk (XVII d) afkomstig van de vroegere betimmering. Onder den vloer grafzerken. 6. Groote Kerkstraat 34. De ned. herv., zoogenaamde waalsche kerk, voormalige kloosterkerk (H. Apostelen) der Dominicanessen, in 1523 gesticht door \\ endelmoed Hermans, in 1530 gewijd door Laurentius Hertoghe, bisschop van Hebron, in 1580 ontruimd, XVIIA als school gebruikt, in 1659 door de stad aan Gedeputeerde Staten in bruikleen gegeven en ingericht tot kerk der Waalsche gemeente, waarbij het schip door een muur van het koor gescheiden en de voorgevel gewijzigd werd, in 1836—1837 hersteld, in 1839 verkleind door slooping van het bij het R. K. armenhuis in gebruik zijnde koor; in 1888, na opheffing der Waalsche gemeente, aan de Ne . Hervormde gemeente overgegaan, is thans in gebruik voor doop- en huwelijksplechtigheden en godsdienstoefeningen voor kinderen. Het zeer verminkte gebouw heeft een eenvoudigen puntgevel met classicistischen ingang (XVII c) tusschen Toscaansche pilasters, waarop een driehoekig fronton. Inwendig: galerijen met gesneden paneelen (XVII d) De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met gewrongen trappaal. Doophek (XVII c) met gedraaide balusters. Orgel in 1735 geschonken door prinses Maria Louisa vervaardigd door J. M. Swartsburg, met gesneden vleugelstukken en balustrade, en in 1742 aangebrachte wapens van Johan Willem Friso en Maria Louisa. 0\ erhuifde heerenbank (XVII c) met gegroefde Korinthische zuilen. Galerijen met gesneden paneelen (XVII d). 7. Nieuwe Oosterstraat B 30. De evang.-luthersche kerk, in 1680 gesticht door Jhr. Andreas Moelier, in 1774 verbouwd en vergroot, in 1810 door de Franschen als pakhuis der douane gebruikt, in 1888 van een nieuwe e kapping voorzien, in 1894 inwendig gewijzigd, is een eenvoudig gebouw met baksteenen puntgevel, waarin gedenksteen (1774) in gebeeldhouwde omlijsting (XVIII c) met een opschrift en: 1774. Windvaan: zwaan. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVIII d). Orgel met betimmering (XVIII b). Koperen lessenaar (XVIII d). Grafbord (geschilderd) van A. Moeller. Zilverwerk: doopbekken, geschonken in 1709 (merken: Leeuwarden, Friesland, P = 1709 en H D aan elkaar = Herm. Dillinck); broodschaal (1803); offerschaaltje (1815). In de consistoriekamer een marmeren schoorsteenmantel (XVIII c) en dertien houten wapenschilden (XVIII c). 8. Wirdumerdijk. De doopsgezinde kerk, in 1760 gesticht ter vervanging van de vermaningen der Vlaamsche en Waterlandsche gemeenten, op de plaats der oude Waterlandsche vermaning (1631, in 1680 van steen opgetrokken); in 1813, 1818 en 1832 gewijzigd, in 1837 inwendig verbouwd, in 1850 vergroot, in 1889 hersteld is een eenvoudig vierkant gebouw, waarvoor een classicistische zuilenportiek (1832) met gedenksteen in den zijwand. Inwendig vier hoekzuilen en gestucadoorde zoldering. Eiken betimmering (XVIII d). De kerk bezit: Eiken preekstoel, verbouwd uit eenen (X\ III d), met koperen lezenaar (XVIII d). Orgel (XVIII d), boven den preekstoel en evenals deze in 1813 van de kleine Doopsgezinde kerk te Amsterdam overgenomen, in 1848 en in 1850 hersteld. 9 Speelmansstraat. De r.k. kerk van den h. dominicus in 1609 op deze plaats gesticht in een overblijfsel van het voormalige klooster der Dominicanessen, in l850—1869 geheel herbouwd, omstreeks 1875 vergroot met de hierachter gelegen H. Antoniuskerk (in 1805 gebouwd), bezit: Op het hoogaltaar een schildering (XVIII a), voorstellend Christus aan het kruis, met Maria en Johannes. Eiken beeld (± 15 °°) van OL* Vrouw van Leeuwarden. Zilverwerk: stralenmonstrans, met opschrift (1707) op den voet; kleineren monstrans (XVIII b); vergulden Miskelk (1676), met op den voet gedreven voorstellingen van de H. H. Dominicus, Thomas, Hyacinthus en Raimundus van Pennafort; hierbij een pateen en een lepeltje; vergulden kelk (XVIIIc); wierookscheepje (1765, merken: Leeuwarden Friesland, I.B = Jul. Buissink). Gouden hoekbeslag (± 175°)- 10. Collegiesteeg, achter het Amelandshuis. De r.k. kerk van den h. bonifatius en gezellen, in 1884 gebouwd naar de plannen van Dr. P. J. H. Cuypers, op den Amelandshof, ter vervanging eener oudere (in 1680 door de Jezuieten aan de Vleeschmarkt gesticht), bezit: Koperen doopvont, in 1846 vervaardigd door M. H. Nagtheim. Rijk gesneden eiken preekstoel (XVIII a) in den trant van Marot. Gesneden eiken groep (XVI a, nieuwe polychromie), voorstellend de H. Anna Zelfderde. Vergulden Miskelk (1630) met alliantiewapen; dergeüjken kelk op zilveren voet (1652) met alliantiewapenBronchorst-Abbinga; verguld zilveren Miskelk (± 1660, merken: Haarlem, S en sleutel); zes zilveren kandelaars (XVII d). Zie verder toevoegsels op blz. 395. 11. De ned. israëlietische synagoge (1805) bezit: Twee zilveren siertorens (1694); vier (XVIII); zes handwijzers (XVIII). Zilveren chanoekaluchter (i 1800). Geborduurden wetsmantel (XVIII). 12. Van het voormalige dominicanen- of predikheerenklooster, tusschen 1288 en 1245 gesticht, in 1392 verwoest, XV a herbouwd en vergroot, bestaan nog slechts de kloosterkerk (e 3) en een gedeelte van de overwelfde kruisgang, in de tegenwoordige kosterswoning der Groote kerk (zie e 3 blz. 187), gevormd door vijf vakken met ster- en twee met kruisgewelven, welker ribben van profielsteen rusten op gemetselde kraagsteenen. ƒ. Gebouwen van liefdadigheid en%. 1. Het old burgerweeshuis, in 1534 gesticht door Auck Petersdochter, echtgenoote van den schepen Lieuwe Lieuwezoon, in 1563 vervangen door een grooter aan het Raadhuisplein, in 1596 in algemeen stedelijk gebruik overgegaan, in 1634 wederom vergroot, in 1672 gedeeltelijk vernieuwd, in 1675, na de stichting van het stadsweeshuis, tot burgerweeshuis teruggebracht, in 1763 gewijzigd, in 1795 ontruimd en ingericht tot kazerne der Fransche troepen, die het inwendig vernielden, in 1808 hersteld, in 1873 vervangen door een nieuw gebouw aan Zaailand en Zuiderstraat. In den zijgevel van dit gebouw aan de Zuiderstraat is overgebracht een poortje (1672), de voormalige hoofdingang van het vroegere weeshuis, geflankeerd door pilasters versierd met bloem- en vruchtfestoenen, ook tegen de dagkanten, en met pseudoIonische kapiteelen, waarin kopjes en: 1673; gebogen fronton, in welks gevelveld een ovale lichtopening in cartouche; hierboven een door drie kinderfiguren gehouden bekroning met wapens-Glinstra, -van Viersen, -Mamminga, -Hittinga, -Faetsma, -van Heckma, en -van Burmania, opschrift, en: 1672. 2. Jakobijner Kerkhof 1. Het nieuwe stadsweeshuis, in 1675 gesticht, in 1795 ontruimd en door de Fransche troepen bezet, in 1802 op staatskosten hersteld, in 1834— 1835 tengevolge eener testamentaire beschikking van Jacobus Martinus Bal jee, oud-Raad van Nederlandsch Indië, gewezen verpleegde der stichting, verbouwd en vergroot, wederom in 1869, in 1888 en in 1907 uitgebreid, bezit van het oorspronkelijke gebouw nog een classicistisch zandsteenen poortje, geflankeerd door Ionische pilasters. In de bekroning het stadswapen met ornament, opschrift en: 1675. 3. Het ritske-boelema-gasthuis, kort vóór 1547 in de Speelmanstraat opgericht door Ritske Boelema en onder beheer van het Zoete-naam-Jezusgilde gesteld; na de opheffing van dit gilde, in 1580, zelfstandig voortgezet, in 1623—1632 verplaatst naar de Monnikenmuur- straat, in 1639 vergroot, en andermaal in 1823 en 1840, is in 1849—1850 overgebracht naar de Tweebaksmarkt, waar het ter plaatse van het voormalige Minderbroedersklooster en van het hiertoe gesloopte Landhuis (zie d 2) nieuw werd opgetrokken naar de plannen en onder leiding van F. Stoett. Dit gebouw is in 1863 vergroot. 4. Van het oude gabbema-gasthuis, in 1634 ten Noorden van de Groote kerk gebouwd, in 1906 vervangen door een nieuw gebouw in de Wij brand de Geeststraat, bestaat nog een poortje, dat naar de nieuwe stichting werd o-\ ergebracht. 5. Jacobijner Kerkhof 7. Het boshuizen-gasthuis, in 1652 gesticht door Anna van Eysinga (f 1655), echtgenoote van Philip van Boshuizen, grietman van Het Bilt, heeft van de oorspronkelijke stichting nog den aanleg, bestaande uit een binnenhof, omsloten door eenvoudige huisjes. In den buitenmuur een poortje (midden—XVII) van bak- en bergsteen, te weerszijden waarvan een opschrift. Naar het binnenplein een dergelijk poortje met zandsteenen bekroning waarin: 1652; in den sluitsteen een engelenkopje. 6. Groote Kerkstraat. Het st. antonie-gasthuis, in 1425 vermeld, in 1877 geheel verbouwd, bezit vier gegoten zilveren kandelaars (merken: Leeuwarden, Friesland, K = 1787, meesterteeken van P. Meeter); twee zilveren komforen (1707, Leeuwarder keur). Een uit de oude gebouwen afkomstig poortje is overgebracht naar het Nieuw St. Anthonie-gasthuis (ƒ 7). 7. Groeneweg. Het nieuw st. antonie-gasthuis, in 1862—1864 gebouwd als uitbreiding van het oude (ƒ6) heeft in den julianavleugel (1910) een zandsteenen poortje (1682), afkomstig uit het oude huis, met een gebeeldhouwd fronton, waarop drie nieuwe beelden. 8. Noordersingel. Het marcelis goverts-gasthuis, in 165 8 gesticht op den Grachtswal door den bouwmeester Marcelis Goverts en zijn vrouw Mayke Marcus, in 1766 verbouwd, in 1876—1877 overgebracht naar de tegenwoordige plaats, heeft van de oorspronkelijke stichting nog een poortje (XVII c), geflankeerd door Toscaansche pilasters, die een hoofdgestel dragen met gebogen fronton (waarin later een bovenlicht is aangebracht), bekroond door twee putti, die een alliantiewapen houden. 9. Groote Kerkstraat 24. Het ned. herv. diaconiehuis, in 1755 gesticht, en gevestigd in het gebouw der opgeheven Landschapsmunt (in 1552—15 54 gebouwd als stins voor Wilco van Holdinga, en later Schwartzenbergshuis genaamd), dat in 1758 hiertoe gewijzigd en vergroot werd; in 1762 uitgebreid met een vleugel aan de Bollemansteeg, ter plaatse van de z.g. Bollemanskamers (1607); in 1794 door brand geteisterd en hersteld, in 1835 verbouwd, in 1850 gedeeltelijk vernieuwd en andermaal in 1873—1875, in 1886 gewijzigd door verbouwing van den vleugel aan de Bollemansteeg, in 1905 wederom gewijzigd, heeft boven den ingang figuren (XVIII c) van een man en eene vrouw in de kleedij der verpleegden, afkomstig van het vroegere gebouw. In een achtergevel een groote gebeeldhouwde gedenksteen met opschrift en: 1758. 10. Het stadsziekenhuis, in 1841—1842 gebouwd ter vervanging van een ouder (in 1825 gevestigd in de voormalige scherprechters woning), is in 1853, 1889, 1896, 1901 en 1905 verbouwd en vergroot. 11. Het hulpziekenhuis, sinds 1874 gevestigd in de, na velerlei wijziging, in 1834 tot Stadswerkhuis verbouwde Hoeksterkerk (zie e 2), heeft van dit laatste gebouw nog overblijfselen (XIII ?) van een zijmuur bewaard. 12. Nieuwestad Zz. Van de z.g. poptakamers, een hofje, midden-XVI gesticht door Eesck van Popma, vrouw van Sybolt van Aylva, in 1696 vergroot door Dr. Henricus Popta, omstreeks 1846 gesloopt, bestaat nog het Popta-poortje, naar een lateren bewoner meest het Struivingspoortje genoemd, in 1915 gerestaureerd door den architect G. J. Veenstra, en opnieuw gesteld. Het poortje heeft een ingang geflankeerd door met vruchtfestoenen behangen bergsteenen pilasters met composietkapiteelen, die een hoofdgestel dragen met uitgebogen fries en gebogen kroonlijst. In het gevelveld het wapenPopta en: 1696. Hierboven een baksteenen halsgevelvormige bekroning met gebeeldhouwde aanzetkrullen en afdekkingen, en een segmentvormig fronton. g. Particuliere gebouwen. A. Late gothiek. 1. Ossekop. Hoekhuis (XVI a). Boven den afgesnoten benedenhoek een uitkraging naar het vierkant. Boven de benedenvensters twee gevlochten segmentbogen van groene en gele steen. Spitsbogige ingang van profielsteen, om de laag met twee lagen vroeger groen verglaasde, thans groen geverfde baksteenen. B. Renaissance. Trapgevels, meerendeels met geprofileerde zandsteenen lijsten, afdekkingen en toppilaster op kopje: 2. Kleine Hoogstraat, hoek Muggesteeg 1. Trapgevel (1630, gepleisterd). In de sluitsteenen der korfbogige vensterbogen engelenkopjes. In den zijgevel sierankers. 3. Bagijnestraat 44. Dergelijke gevel (XVII b). Gesneden voordeur (XVIII c). 4. Eewal 80. Dergelijke gevel (XVII b). Ontlastingsbogen met gebeeldhouwde sluitsteenen. Sierankers. 5. Dokkumerend 291. Dergelijke gevel (XVII A, ge- P 6. Korenmarkt 230. Dergelijke gevel (XVII A). 7. Nieuweburen 113. Dergelijke gevel (vermoedelijk vernieuwd). 8. Tuinen 1 i. Dergelijke gevel (XVII A). 9. Groote Hoogstraat 16. Dergelijke gevel (XVII c, gepleisterd). ^ N 10. Sint Jacobstraat 7. Dergelijke gevel (XVII c) met Ionische pilasterstellingen. 11. Korenmarkt 230. Dergelijke gevel (XVII c). 12. Nieuwe Oosterstraat 18. Dergelijke gevel (XVII c, gepleisterd). Gesmeden deurkalf. 13. Nieuwestad (zuidzijde) 46. Dergelijke gevel (XVII c). Sierankers. 14. Raadhuisstraat 6. Dergelijke gevel (XVII c). Ontlastingsbogen met zandsteenen boogblokken. Ankers. 15. Speelmanstraat 19. Dergelijke gevel (XVII c). 16. Voorstreek 291. Dergelijke gevel (XVII c, geplei- 17. Weaze 40. Dergelijke gevel (XVII). In het midden een gevelsteen (orgel, en Spaansch opschrift): te weerszijden twee waarschijnlijk later aangebrachte steenen met. 1743. Sierankers. Pilastergevels: 18. Sint Jacobsstraat 13.1) Gevel (gebouwd in 163 5 voor den Deventenaar Dirck Albertsz., wellicht door Pieter Adriaansz. van Sexbierum) van bak- en zandsteen in den trant van Hendrik de Keyser. Top met twee groote trappen, waartegen klauwstukken; driepasvormige bekroning (± 1700). Gekoppelde pilasters en boogtrommels met vullingen in den trant van Hendrik de Keyser. Ge- 1) Eigendom der vereeniging „Hendrik de Keyser". beeldhouwd fries met voorstellingen, betreffende het drukkersbedrijf. Twee gebeeldhouwde cartouches met: 1635. 19. Achter de Groote kerk 21. Pilastergevel. In het midden een alliantiewapen; rechts hiervan een steen met 1648. 20. Nieuwestad (noordzijde) 15 5. Vier baksteenen pilasters (XVII b) met zandsteenen voetstukken enkapiteelen, rustend op kraagsteenen met leeuwenmaskers. 21. Tweebaksmarkt 45. Verminkte topgevel (XVIIA). Ontlastingsbogen. Sierankers. 22. Uniabuurt 8. Verminkte trapgevel (XVIIA, gepleisterd). Console met leeuwenmasker van een vroegeren toppilaster. 23. Nieuwestad (zuidzijde) 54. Verminkte trapgevel (midden-XVII) met blokken en een console met engelenkopje van een verdwenen toppilaster. 24. Bagijnestraat 43. Gewijzigde topgevel met waterlijsten en met een fries, waarin koppen en festoenen. Gevelsteen met afbeelding van de voormalige kerk der Grauwe begijnen, en twee steenen met: 1653. 25. Bagijnestraat 45. Gepleisterde gevel met drie gevelsteenen: 1654. 26. Hofplein 34. Pilaster gevel, waarin een gevelsteen (Mercurius) en cartouche met : 1660. 27. Korenmarkt 203. Verminkte pilastergevel met Ionische pilasters, waaronder gebeeldhouwde console's in den trant van Lutma. Cartouche met: 1665. In het midden blanke wapenschilden; boven de bovenvensters slingers van schelpen. 28. Raadhuisplein 24. Pilasterstellingen naast de vensters der verdieping. In het midden een gevelsteen („In de fortuyn"), Onder de vensters twee cartouches met: 1666. 29. St. Jacobsstraat 11. (Hotel „de Phoenix"). Pilastergevel van drie verdiepingen: beneden Dorische, daar- boven Ionische en vervolgens Korinthische pilasters me zandsteenen voetstukken en kapiteelen. Langs de bovenste lichtkozijnen festoenen, en boven de vensters der eerste verdieping zware bloemslingers. Cartouches met: 1666 ,0 Voorstreek 62. Het voormalige Amelandshuis stins van het geslacht van Cammingha (reeds ix vermeld als bezitters ven Ameland), vóór 1450 gesticht in 1466 versterkt met een „bolwirck nut balsteen , in 15 84 1&25 geheel ombouwd met woonhuizen, in 1678 herbouwd, in 1691—1715 gewijzigd, xix a verbouwd en gepleisterd Gevel met vier Korinthische pilasters, oprijzend boven de benedenverdieping; bloemslingers boven de zijvensters der middenverdieping; voor het middenvenster een balkon Voor de vensters der bovenverdieping hekwerk, in het fries onder de gootlijst de twee en dertig kwartieren van Frans Doecke van Cammingha (f 1680), den laatste van dit geslacht. Hieronder, in 't midden, een steen met Eenvoudige gevel met korfbogige ontlastingsbogen. Gevelsteen met: 1669. 32. Groote Hoogstraat 47- Fragment van een gevel (XVII c). Sierankers. i/vvtt^ . Kleine Kerkstraat 45 • Verminkte topgevel (X\ 11 c) met twee cartouches te weerszijden van het bovenvenster 14 Kruisstraat 25. Verminkte gevel (XVII c) met ontlastingsbogen. Dakvenster in gesneden omlijsting (Xlm Droevendal 20. Pilastergevel (XVII c). Beneden Dorische, boven Ionische kapiteelen. Boven de vensters strekken, waarin beneden kopjes en boven leeuwen- ""S^Nieuweburen 129. Gevel (XVII c) met Dorische pilasterstelling tegen de eerste verdieping. W aterlijst en zandsteenen blokken. Gesneden deurkal . 37. Weaze 12. Gevel (XVII c). Vier Korinthische pilasters met hoofdgestel. Onder de vensters van den verhoogd liggenden beganegrond, lauwerkransen en bloemfestoenen. In het uitgebouwde benedenhuis een lage winkel, in het voorste gedeelte waarvan een doorloop op twee zuiltjes. 38. Tweebaksmarkt 47. Gevel (XVII c) met doorgaande Ionische pilasters en hoofdgestel. Driehoekig fronton, waarin draperiën, krans en gekruiste bijlbundels. 39. Weerd zo. Verminkte topgevel (XVII c, gepleisterd). Inwendig: eiken trap met gesneden trappalen en balusters. 40. Groentemarkt 1. Verminkte pilastergevel (1697, top verdwenen); pilasters met Ionische kapiteelen. Uithangteeken (vergulde hand). 41. Bagijnestraat 580. Verminkte gevel (XVII d) met ontlastingsbogen, boogblokken en gebeeldhouwde lijst. 42. Bij de Put 2. Fragment van een gevel (XVII d) met ontlastingsbogen en sierankers. 43. Bollemansteeg 7. Verminkte gevel (XVII d). 44. Eewal 43. Fragment van een gevel (XVII d) met ingang onder stoep. Onder de vensters bloemslingers. 45. Groote Kerkstraat 65. Fragment (XVII d) van een bak- en bergsteenen gevel. Te halver hoogte een versierde lijst. Ontlastingsbogen met engelenkopjes. Gesneden deur met kalf (XVIII d). 46. Weaze 25. Gevel (XVII d) van bak- en bergsteen, welks top is weggebroken en door een rechte gootlijst vervangen. Gekoppelde Dorische pilasters op versierde overkragingslijst. Ontlastingsbogen. Fries met vlechtingen en zandsteenen blokken. 47. Blokhuisplein 18. Ontlastingsbogen (XVII d). Gevelsteen met opschrift. Deur en gesneden kalf (XVIII c). 48. Weerd 11. Verminkte gevel (XVII d) met versierde overkragingslijst tusschen en naast de vensters der bovenverdieping. 49. Druiistreek 53. Verminkte gevel (XVII d) met lijst onder lichte overkraging van het bovendeel. Zand- steenen leeuwenmasker op den hoek. /y VTT 50. Korfmakerstraat 15. Dergelijk fragment (XVII d) met pilasters tegen de verdieping. /yvttj 5I Tweebaksmarkt 49- Dergelijk fragment (XVII d, pui verbouwd). Hiernaast een poortje met alliantiewapen onder fronton met: .64.- Inwendtg: gang met gestutte kruisgewelven, voortgezet over de trap,.en rustendomen zandsteenen kraagstukken: ramskoppen (XVII b) eiken trap met gesneden trappaal en balusters, en, op eeunng een leeuw en een putto. Zandsteenen portiek (XVII b) met gebroken fronton. Aan de achterzijde gebeeidhouwde schilden van alliantiewapen. Tegelbekleedingen. p zolder een verborgen ruimte („smokkelzolder ) 52. Tweebaksmarkt 51. Verminkte gevel (XVII b) van bak- en bergsteen. Fragmenten van overkragingslijsten. Beneden drie ontlastingsbogen. Aan den zijgeve een uitgemetselde schoorsteen rustend op kraagsteen met leeuwenmasker. . „„„,1 53. Bollemansteeg 5- Verminkte gevel met gevel- St74.' Kalksteeg 5. Gepleisterde gevel met gevelsteen: I7,t. Achter de Groote kerk 17. Kosterswoning der Groote kerk (zie { 3). , 56. Nieuwestad (noordzijde) 41. In een modernen gevel een kroonlijst met halfrond afgedekt venster in gesneden omlijsting (XVIII b). Onder de gootlijst gesneden consoles (XVIII b). . 57. Kleine Kerkstraat 6. Winkelhuis met puntgevel (XVIIIA). Boven de oorspronkelijke kozijnen zijn moderne spiegelruiten aangebracht. Twee waterlijsten. Links hiervan een poortje (XVIIIA) met uitgehakte alliantiewapens. 58. Groote Kerkstraat 7 en 9. Oorspronkelijk patricisch huis met chvarshuis, waarvan het laatste in 1742 door prinses Maria Louisa als vleugel bij het Princessehof werd getrokken (d 11). Nr. 7 heeft thans nog een voordeur met pilasters en gesneden deurkalf (XVIII b). Nr. 9 heeft een gevel (XVIII b) met Korinthische pilasters. In het fronton een gesneden draperie. 59. Bagijnestraat 54. Gebeeldhouwd fries, waarin 1752. Gesneden deurkalf. 60. Korenmarkt 244. Fragment van een halsgevel met gebeeldhouwde versieringen. Onder het bovenste raam in den top een korfstuk met 1175 3. 61. Nieuwesteeg 5. Boven den ingang een venster in gesneden omlijsting (XVIII c). 62. Tweebaksmarkt 32. Verminkte gevel (XVIII c) met zandsteenen blokken een rechte kroonlijst op gesneden consoles. 63. Weerd 16. Helft van een woonhuis (XVIII c) met gesneden consoles onder een kroonlijst met versierd fries, waarin: „Anno" (het jaartal stond op de verbouwde helft). 64. Nieuwesteeg 3. Gesneden omlijsting (XVIII d) van een venster boven den ingang. 65. Hofplein 44. Eenvoudige gevel (XVIII d). Kroonlijst, waarop balustrade. C. L o d e w ij k s t ij 1 e n. Ingezwenkte halsgevels met driehoekig of gebogen fronton, danwel met een gebeeldhouwde kuif; aanzetkrullen, waaronder draagsteenen, veelal met jaartal: 66. Korenmarkt 244. Halsgevel. Op de consoles onder het middenvenster: 1713. 67. Bagijnestraat 52. Dergelijke gevel. Cartouche met alliantiewapen van Hillebrand Andeles en Hopkje Buma, en: 1725. Gesneden deurkalf. 68. Tuinen 32. Dergelijke gevel. Op de draagsteenen: I?69- Breedstraat 5 5. Dergelijke gevel (XVIII b), waarin wapens en gebeeldhouwde cartouche. 70. Nieuwestad (zuidzijde) 156. Dergelijke gevel (1756). Onder het bovenste venster gebeeldhouwde korf- stukken. Fronton met siervaas. 71. Voorstreek 283. Dergelijke gevel met versierde aanzetkrullen, waaronder draagsteenen met: 1756. 72. Nieuweburen 67. Dergelijke gevel (1759)- 73. Nieuwestad (noordzijde) 39- Dergelijke gevel ^ 749 Turfmarkt 6. Dergelijke gevel (1764)- 75. Korenmarkt 209. Dergelijke gevel (1765)- Ingang geflankeerd door Ionische pilasters; gesneden deurkalt. 76. Weaze 32. Dergelijke gevel (1768). 77. Nieuwestad (noordzijde) 121. Dergelijke ge"ve (1770), met gebeeldhouwde afdekking. In den top een gevelsteen (ijsbeer). 78. Amelandstraat 42- Dergelijke gevel V7T})- 79. Nieuwestad Zz. 78. Dergelijke gevel (XM11 c). 80. Nauw 186. Dergelijke gevel (1785). 81. Eewal 5 3 • Dergelijke gevel (XVIII d). 82. St. lacobsstraat 15. Dergelijke gevel (XV11I d). 83. Zuidvliet 46. Dergelijke gevel (XVIII d), met ovale lichtopening in zandsteenen omlijsting. Gevels met rechte kroonlijst, meerendeels op gebeeldhouwde consoles: 84. Groote Kerkstraat 18. Gevel met ingangstravee geflankeerd door pilasters, beneden Dorisch, boven Ionisch. Tusschen de pilasters, in den boog van den ingang ornament en: 1683. Boven de kroonlijst een dakvenster. Inwendig: betimmeringen met snijwerk. 8 5. Doelestraat 8. Gevel (XVII d, gepleisterd). Hooge stoep. Ingang, waarboven een venster in gesneden omlijsting. Inwendig: in de vestibule stuc-versieringen. Eiken trap met gebeeldhouwde balusters; gesneden deuren. 86. Groote Kerkstraat 31. Gevel (XVIII a). Gesneden deurkalf. Inwendig: eiken trap, tot den zolder opgaande, met gesneden trappalen en balusters. 87. Boterhoek 139. Eenvoudige gevel, waarin steen met 1732. Gesneden deur. 88. Tweebaksmarkt 64. Gevel (XVIII b). Gesneden deur, omlijst door pilasters en daarop rustende kroonlijst, waarboven een venster in gesneden omlijsting met wapenschild. Te weerszijden van dit venster steenen met: 1740. Inwendig: trap met gesneden trappalen en balusters. 89. Nieuwestad Nz. 61. Gevel (XVIII b). Middenrisaliet met hoofdingang, waarboven lichtkozijn in gesneden omlijsting; hiernaast: 1747, en erboven een afgehakt alliantiewapen. Twee dakvensters in gesneden omlijsting. Boven de vensters bloemslingers. Om de vensterkozijnen zijn later lijsten van portland-cement getrokken. 90. Tweebaksmarkt 36. Gevel (XVIII b). Hooge stoep met ijzeren hekken. Dakvenster met gesneden omlijsting. 91. Druifstreek 57. Dergelijke gevel (XVIII c). Versierd fries. 92. Eebuurt 12. Eenvoudige gevel (XVIII c). Inwendig: betimmeringen. 93. Eebuurt 14. Gevel (XVIII c). Deur met bekroning. Inwendig: betimmeringen met snijwerk. 94. Grachtswal Zz. 167. Gevel (XVIIIc). Middenpartij, waarboven op consoles een dakvenster met gebeeldhouwde bekroning, waarin een afgehakt alliantiewapen. Inwendig: gesneden deuren. 95. Groote Hoogstraat 32. Gevel (XVIII c, gepleisterd). Gesneden bovenlicht. 96. Kleine Hoogstraat 18. Dergelijke gevel (XVIII c). 97. Nauw 172. Hoekhuis Nauw-Nieuwestad. Voorgevel (XVIII c). Terzijde een trapgevel (XVII c) met sierankers en ontlastingsbogen. 08 Koningstraat, hoek Turfmarkt. Huis, in 17 gebouwd voor Jhr. Frans J. J. van Eysinga, in 1797 vergroot door het bijtrekken van een naastgelegen pand (hoek Turfmarkt), sinds 1881 hoofdgebouw van het toen hierin gevestigde Friesch museum (zie h 1). De beide gevels bestaan uit een hardsteenen plint voor de kelderverdieping, waarboven twee verdiepingen van baksteen zijn opgetrokken. Ingang en venster daarboven in eenvoudige onlijsting. Kroonlijst met tnglyphen. Inwendig (in 1907 en 1924 eenigszins gewijzigd in verband met de uitbreiding van het museum): rechts van de gang een kleine hoekkamer met betimmering, schoorsteen met grauwtje en fragmenten van een geschilderd behang (alles 4- 1798); kamer met betimmering (± i798)» kamer (thans Poptazaal) met stucplafond, schoorsteenen met grauwtjes, deurstukken in grijs, en overblijfselen van blauw zijden damast-behang in 1783 vervaardigd door Ernst van Poemeren en Abr. Laeter. Links van de gang de bestuurskamer", waarin een stucplafond en een grijs marmeren schoorsteen met spiegel (ter vervanging van een vroeger schoorsteenstuk), waarboven een grauwtje in vergulde omlijsting (alles ± 178 3); vertrek (Oranjezaal) met rijke betimmering (1781)- Eiken trap met leuning uit den tijd van den bouw. 99. Breedstraat 52. Gevel (XVIII d). Gesneden omlijsting van het venster boven de deur. 100. Druifstreek 59. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesneden deurkalf en bovenlicht. 101. Druifstreek 63. Dergelijke gevel (XVIII d). Hardsteenen stoep; trap met ijzeren leuning, en hekwerk. 102. Eewal 73. Dergelijke gevel (XVIII d) met gesneden deur. Inwendig: betimmeringen. 103. Galileërkerkstraat 17. Dergelijke gevel (XVIII d). Ingang met gesneden bovenlicht, waarboven een venster in dito omlijsting. 104. Groote Kerkstraat 20. Gevel (XVIII c d). Houten attiek en dakvenster in omlijsting. Ingang tusschen Ionische pilasters. Gesneden deur met medaillon (trant Lodewijk XVI) en bovenlicht. Onder de goot vijf consoles (XVIII c). 105. Groote Kerkstraat 29. Gevel (XVIII d). Inwendig: in een der benedenvertrekken een in hout gesneden schoorsteenmantel (XVIII a) met spiegel en mythologische schildering. Trap (XVIII a) met gesneden leuning. Op de bovenverdieping een houten schoorsteenmantel (XVIII b) met spiegel en geschilderd damesportret (XVII c). In een ander vertrek een Hindelooper betimmering, houtsnijwerk en Makkumer tegels, benevens verschillende voorwerpen uit Hindeloopen afkomstig. 106. Hofplein 33. Dergelijke gevel (XVIII d), waarin een gesneden deurkozijn. 107. Noordvliet 7. Dergelijke gevel (XVIII d) met gesneden deur en bovenlicht. 108. Ossekop 9. Breede gevel (XVIII d) met rechte kroonlijst. Boven de middenpartij een driehoekig fronton, waarin portretmedaillon. In de middentravee deur met venster hierboven in omlijsting. Op de bekroning van den ingang twee siervazen. Gesneden bovenlicht en kalf. IJzeren stoephek. 109. \\ eerd 18. Gevel (XVIII d). Hooge stoep met leuning. Ingang met gesneden festoenen, waarboven een op kraagsteenen uitgebouwde arkel. 110. Eewal 6j. Gevel (XIX a). Deuromlijsting en gesneden kalf. in. Groote Kerkstraat 73. Gevel (XIX a) met dakvenster in houten omlijsting. Gesneden deur. 112. Nieuwestad Nz. 49. Heerenhuis (XIX a), be- staande uit kelderverdieping en drie bovenverdiepingen. Gevel van vijf traveen met klassicistischen ingang op hooge stoep. Gesneden deur en venster daarboven tusschen Ionische pilasters. Voor de vensters der eerste verdieping ijzeren hekken. Stoeppalen met kettingen 113 Nieuwestad Nz. 51. Dergelijke gevel (XIX a) met gesneden deur, kalf en bovenlicht. Stoeppaalen en hekken. Hekjes voor de vensters der tweede verdieping. II4—n6. Zuidvliet 10, 12 en 14. Drie gevels (XIX a) met gesneden voordeur en deurkalf. Herberg: 117. Hoekstersingel 1. Herberg (XVIII d) „Het Blauwhuis". Voorgevel met portiek op Dorische zuilen. Pakhuisgevels: n8 1x9. Zwitsersch waltje 4 en 6. Pakhuis (XVII b) met ontlastingsbogen boven drie van de zes oorspronkelijke lichtkozijnen der bovenste verdieping. Sierankers. 120. Amelandstraat 12. Puntgevel. Ontlastingsbogen met zandsteenen boogblokken. Gevelsteen, voorstellend een kuiper, en een met: 1686. 121. Olde Galileën 5. Pakhuis (XVII d) „Eeburg , met topgevel en kruiskozijnen. 122. Zuidvliet 22. Pakhuis „Groningen". Gevel met klaverbladvormigen top, op welks hoeken draagsteenen met 1755. In den top een vaasvormige versiering. 123. Molensteeg 7. Puntgevel met geprofileerde dekplaten. In den top een gevelsteen met: 1763. 124. Oostersingel 2. Pakhuis „Petersburg', met twee topgevels (XVIII c). 125. Zuidvliet 292. Pakhuisgevel (XVIII c). 126. Zuidvliet 24. Pakhuis „Friesland". Gevel met klaverbladvormigen top, waarin een vaasvormige versiering (als 22) .Twee draagsteenen met. 1793' 127. Noord vliet 9. Pakhuis (XVIII d) met topgevel. 128. Zuidvliet 16. Pakhuisgevel met ankers: 1806. 129. Zuidvliet 26. Pakhuis (XIX a) „Koningsbergen". Puntgevel met rondbogigen ingang en vensters. Poortjes: 1. Naast Tweebaksmarkt 49. Poortje (1641). Zie l66l> l668> 1675, 1678, 1686, 1687, 1691 (alsvoren) ± 1700, verscheidene hiervan met hoekmedaillons. Twee zerken (1619 en 1649) met hoekmedaillons. Avondmaalszilver: beker (1601) met gegraveerde afbeelding der oude kerk en opschrift; beker (1818, merk: O.S = O. Swartwolt te Leeuwarden). Klok, in 1593 gegoten door Willem Wegewart. Een gedenkbord met opschrift betreffende het bezoek (1646) van kardinaal Chigi (later paus Alexander VII) is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Een klok, in 1663 gegoten door Jurjen Balthasar te Leeuwarden, is in 1798 verkocht naar Mannheim (Konkordienkirche). ƒ. School, zie g 2. g. i. d'aumale-poort. Eenig overblijfsel van de in 1781 gesloopte Hemmema-state. Halsgevel (XVIII b) met gevelsteen, waarop wapen. In 1923 verminkt en inwendig betimmerd. 2. Nr. 284 (kostershuis) heeft oud muurwerk en in den zijgevel een steen (1617) met Latijnsch opschrift betreffende herbouw van de school. 3. Nr. 563 heeft hoekblokken en een eiken voordeur (XVIII c). 4. Molen. Achtkante houtzaagmolen (herbouwd na brand in 1843), met riet gedekt, op steenen voeting. Blessum. a. Een gouden pinkring (VII) met gegraveerde voorstelling van het Lam Gods, hier in een terp gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. ^ e. De ned. herv. kerk (H. Maagd), vermoedelijk XIV a gebouwd van groote moppen, ±1500 gedeeltelijk vernieuwd, bestaat uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren met ingesnoerde achtkante spits ter vervanging van een vroeger zadeldak. Dichtgemetselde spitsbogige vensters (XIV a). Aan de noordzijde een korfbogige ingang (-}- 1500) van roode en gele baksteen, in spitsbogige omlijsting omsloten door een rechthoekige lijst van gewrongen profielsteen ; in den boogtrommel een eenvoudig gebeeldhouwde zandsteenen vulling met nis (voor vroeger heiligenbeeld). Aan de zuidzijde een gewijzigde ingang. De kerk bezit : Zerk (XV) van roode Bremersteen met onleesbaar randschrift. Avondmaalszilver te Boksem, waarmede Blessum sinds de Hervorming is gecombineerd. g. Twee hardsteenen hekpijlers (± 1700), bekroond door beschadigde gebeeldhouwde siervazen, wellicht afkomstig van de voormalige Ringia-state (XIX A gesloopt). Boksem. e. De ned. herv. kerk (H. Margaretha), i 1100 gebouwd van tufsteen, ± 1500 vergroot met groote baksteen, ±1500 andermaal gewijzigd, bestaat uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren, in 1843 herbouwd, na in 1842 te zijn ingestort, en in 1879 nieuw bekleed (blijkens steen in den zuidmuur), met ingesnoerde achtkante spits. Gedeelten van tufsteenen muurwerk met sporen van rondboogvensters ; in het baksteenen gedeelte dichtgemetselde, gedrukt spitsbogige vensters (± 1300). In den noordmuur een dichtgemetselde korfbogige ingang (± 15°°) met spitsbogige omlijsting van profielsteen. Inwendig : houten tongewelf (± 1500) met geprofileerde schinkels en gesneden sluitrozetten. In het koor een gebeeldhouwde kraagsteen, vermoedelijk van een vroeger gewelf. De kerk bezit : Overhuifde heerenbank (1661, geverfd) met bekroning, waarin de wapens-Bouricius en -Glinstra. Overhuifde kerkvoogdenbank (1826). Onder den houten vloer een gebeeldhouwde zerk, in 1561 vervaardigd door Pieter Dircks, voor Worp van Juckama (f 1560) en Anna van Mockema (f1585), en een zerk van Wytzo van Oetsma (f 1565). Eenvoudig houten gedenkbord (XVII) met Latijnsch opschrift betreffende den slag van Boksem in 15 86. Avondmaalszilver (tevens van Blessum, thans buiten gebruik en in een glazen toonkastje in de kerk bewaard) : beker (1657) met drijfwerk en opschrift; dergelijken beker (in 1823 naar den vorigen vervaardigd). Tinnen kan (XVII A). Klok, in 1843 gegoten door A. H. en U. A. van Bergen te Midwolde, ter vervanging van twee in 1842 verbrijzelde klokken, waarvan de eene in 1453 was gegoten door Gerrit Butendiic en de andere in 1639 door Hans Falck van Neurenberg. Een drinkhoorn (XVII d) met zilveren beslag en opschrift, uit deze kerk afkomstig, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Deinum. a. Fragmenten van Germaansch en Saksisch aardewerk en een Frankisch spinschijfje, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. e. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper), waarschijnlijk XIIA gebouwd, ^ 1300 vergroot, midden-XVI gewijzigd, is deels van tuf-, deels van groote baksteen opgetrokken en bestaat uit een schip (gedeeltelijk XII A), een j/io-gesloten koor (^ 1300) en eenen vierkanten toren (benedengedeelte ± 1300, verbouwd in 1550—1567 door den metselaar Everhard), met een peervormige houten bekroning (1589, in 1926 hersteld). Aan de noordzijde tufsteenen muurwerk met dichtgemetselde rondbogige vensters (XII A ?) en een dichtgemetselde spitsbogige ingang. In koor en zuidmuur groote spitsbogige vensters, waartusschen eenvoudige steunbeeren (XIX A?); zuidelijke ingang rondbogig, waarboven een spitsbogig venster. De toren bestaat uit drie een weinig inspringende geledingen, gescheiden door zandsteenen lijsten, en met zandsteenen hoekblokken. De onderste geleding is gedeeltelijk nog van groote moppen; zij heeft aan de noordzijde een steen met Latijnsch opschrift en aan de zuidzijde een dergelijken steen, vermeldend den bouw in 155°—15^7 door den metselaar Everhard;in de volgende geledingen aan iedere zijde een gedrukt spitsbogige nis met zandsteenen negblokken, gedeeltelijk zandsteenen posten en vischblaastraceeringen; in een der aanzetsteenen van den kop der nis in de zuidzijde van de tweede geleding ingehakt: F. S. en 1571(?); de achtkante peer rust op een omgekeerd kelkvormigen voet omgeven door vier houten, ingesnoerde achtkante hoekpinakels; in den peer kleine dakkapellen. Inwendig: in den noordmuur van den toren een gemetselde wenteltrap tot den klokkenzolder, van hier een gemetselde steektrap naar den peer. Een der spanten in de peer draagt ingebrand het jaartal 1589. De kerk bezit: Vier groote gebeeldhouwde zerken, rechtop gezet tegen den noordwand, waarvan een (1547) voor Ryoerd Feitsma en Tyemck Eminga, met grottesken-ornament en alliantiewapen-Feijtsma-Eminga in omlijsting van Renaissance-architectuur; een, in 1561 vervaardigd door P.(ieter) D.(ircks), voor Hessel Feitsma (f 1557) en Luts van Mellema (f 15 80) met Renaissance-architectuur, grottesken en wapens; een dergelijke, in 1603 vervaardigd door Claes Jelles, voor Ofko van Feitsma (f 1613) en Homme van Camstra (f 1579); een dergelijke (XVII a) voor Jelger van Feytsma (f 1620) en Auck van Herema (f 1613). Verder nog zerken van 154a, 1620, 1666. Gegraveerden zilveren Avondmaalsbeker (1695) met opschrift. Klok, in 1543 gegoten door Johan ter Stege. Een Avondmaalsbeker met opschrift en: 1695 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter A, meesterteeken: ster en klaverblad in een schild = Pieter de Wit) is thans in particulier bezit te Leeuwarden. In eene boerderij bij de kerk een gedenksteen (1768) met opschrift betreffende de familie Siersma. Dronrijp. a. Scherven van vroeg-Germaansch aardewerk, voorwerpen uit het tijdperk der Germaansche terpencultuur, een fragment van een Romeinsche kom van terra sigillata en laat-Karolingische en Frankische voorwerpen hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Een Romeinsch lampje (I) van terra cotta, een bronzen beeldje van Mars, een geëmailleerde bronzen broche (III), een gouden ring met steentje, waarin opschrift, gevonden in de Poelen, en een els van ijzer met beenen heft zijn in het Friesch museum te Leeuwarden; een vondst van dertig gouden Merovingische muntjes (\ II), waarvan een met den naam van den muntmeester Ansoaldo in 1876 ontgraven uit de terp achter Schatzenburg, een dergelijke vondst van veertien trientes, een gouden staaf en een Merovingische gouden gordelklamp, zijn in hetzelfde museum, evenals een aantal Romeinsche dakpannen en stukken terra sigillata (o.a. met stempels van de pottenbakkers Ursulus en Dexter te Trier), en eene uitgebreide verzameling Romeinsch, Frankisch en inheemsch vaatwerk uit verschillende terpen hier afkomstig. e. De ned. herv. kerk (H. Salvius), in 1544 gebouwd ter vervanging eener oudere, in 1650 gewijzigd, in 1865 „opgeknapt" en geheel gepleisterd, is opgetrokken van gele en roode baksteen in afwisselende lagen en bestaat uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren met achtkant bovengedeelte, bekroond door een spits met koepeltje en peer, en met een gedeeltelijk in de kerk gebouwden traptoren tegen den noordoostelijken hoek. Groote spitsbogige vensters, waarvan twee in de koorsluiting zijn dichtgemetseld; tegen het schip eenvoudige afgeschuinde steunbeeren; tegen de koorsluiting tweemaal versneden beeren. In den oostmuur der koor- sluiting een ingang geflankeerd door Ionische pilasters, waarboven op een gebeeldhouwd halfrond fronton, drie zandsteenen beelden, voorstellend Geloof, Hoop en Liefde; in het fries guirlandes en: 1650; eiken deur met fraaien bronzen trekker (leeuwenkop). Aan de zuidzijde een dergelijke ingang van bak- en zandsteen met gebroken fronton, waarin: 1650 en een sluitsteen met engelenkopje. Het vierkante benedengedeelte van den toren bestaat uit twee door een geprofileerde waterlijst gescheiden geledingen, in de bovenste waarvan spitsbogige nissen met vischblaastraceeringen; de achtkante traptoren is ter hoogte van den onderbouw van het achtkant gedekt met een spits, tegen den noordoostelijken wand van het achtkant is een halfrond traptorentje uitgebouwd, tegen de hoeken eensversneden steunbeeren te halver hoogte rustend op draagsteenen; spitsbogige galmgaten met zandsteenen traceeringen; zandsteenen hoek- en negblokken. Inwendig: van het ^ T^79 £e~ sloopte houten gewelf (midden-XVl) bestaan nog fragmenten met geprofileerde schinkels, boven het tegenwoordige gewelf van kraalschroten. Over de benedenruimte van den toren een kruisribgewelf. Op de tweede verdieping in de bovenhoeken gemetselde uitkragingen voor het achtkant. De kerk bezit: Gesneden eiken koorafsluiting (XVII b) met deur en bekroning (gedeeltelijk — 1800). Gesneden eiken preekstoel (± 1650). Doophek (^ 1650). Fraai orgel (1653, ± 1920 hersteld en schoongemaakt) met rugpositief; gesneden kast met (nieuwe) vleugelstukken; eiken galerij met Korinthische zuiltjes in de balustrade, rustend op twee Ionische zuilen. Drievoudige overhuifde familiebank (XVII a) met Ionische zuilen, bekroning met wapens en uitgezaagde vleugelstukken, op de hoeken obelisken. Dergelijk gestoelte (1631) met gegroefde zuilen. Dergelijk gestoelte (XVII b). Zerk (XIX a) voor Jelte Eises Eisinga, vader van Eise Eisinga. Zerk (1844) voor Eise Eisinga (f 1828), vervaardiger van het planetarium te Franeker. Vijf gesneden eiken psalmborden (± I730j geverfd). Avondmaalszilver: beker, blijkens Latijnsch opschrift 1773 geschonken door Johanna Cole, weduwe van den predikant O. Faber (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter U, meesterteeken R. E. = R. Elgersma); dergelijken beker (± 1650, merken: Franeker, S, en AS); broodschaal met wapen-Verwouw, blijkens opschrift geschonken door Sophia de Verwouw (± 1650, merken: Leeuwarden, jaarletter G of C?= 1675,en A.S.);twee kleine schaaltjes met opschrift en : 1838 (merken: waarborgmerken en D. G. 97). Kan (J- 1700) van Delftsch aardewerk met zilveren deksel, waarop gegraveerd een alliantiewapen. Twee tinnen borden, waarvan een groot met wapen (?) en NICHO?, en een kleiner met merken: Amsterdam, kwaliteitsmerk (engel), zon en CC (gekroond). Knipwerk door Is. v. Adels (in de kerkeraadskamer). Twee klokken, waarvan een in 1493 gegoten door Geert van Wou, en een in 1632 door Hans Falck van Neurenberg. ƒ. Het gasthuis voor oude vrouwen, in 1744 gesticht door Agneta Huber, heeft twee ingezwenkte halsgevels met gebeeldhouwde bekroning. In een van deze gevels een steen met opschrift. g. Aan den weg Dronrijp-Menaldum het huis Schatzenburg (XVIII A), ^ 1780 gewijzigd voor J. L. Huber. Gevel met rechte kroonlijst en verhoogde middenpartij, waarop een gebeeldhouwd zandsteenen fronton met alliantiewapen. Op de (nieuwe) hekpijlers: 1724. Tuinbeeld op voetstuk (XVIIIA). Engelum. a. Een radvormige bronzen broche (VI), en scherven van geometrisch versierd vaatwerk en terra sigillata, in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum. e. De ned. herv. kerk (H. Christophorus), vermoedelijk XIII gebouwd (toen behoorende aan Ludingakerke), XIX uitwendig geheel ommetseld en inwendig verknoeid, bestaat uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren met spits ter vervanging van een vroeger zadeldak. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII c, geverfd) met gewrongen Ionische zuiltjes op de hoeken der kuip, en gesneden paneelen. Eenvoudige eiken banken (XVII, geverfd). Eiken tafel (± 1600) met bolpooten. Eiken bank (vertimmerd) met leuning (± 1600). Op het kerkhof eenige eenvoudige zerken (XVII). Twee klokken, waarvan eene in 1529 gegoten door Jan ter Stege, en een in 1600 hergoten door Henricus Muers. Hatsum. a. Bij het afgraven van de terp zijn hier grondsporen gevonden van rechthoekige woningen (100—300 n. Chr.) met overblijfselen van wanden van vlechtwerk; een menschelijk geraamte (III) en Romeinsche dakpannen, hierbij gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. Marsum. a. Scherven van geometrisch versierd vaatwerk en van terra sigillata, en een Romeinsch bronzen bokje, gevonden in de terp een Zuiden van het dorp, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. tufsteen'' w' ^ W' XI1 gebuwd van rsteen, XV vergroot en verhoogd van groote baksteen, bestaat uit een gedeeltelijk tufsteenen schip een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren met'spits (ter vervanging van een vroeger zadeldak). De eedeelte- vénst'erfrxm 7°?mUUr mct.sPorcn van rondbogige ensters (XII), heeft groote spitsbogige vensters fXV1» en een geprofileerden korfbogigen ingang (illa) waarboven een spitsboog. De zuidmuur, geheel met mop begroeid heeft een korfbogigen ingang (XVII a) boopblnRCn Za"dstee" met Piasters en gebeeldhouwde boogblokken. Inwendig: spitsbogig eiken tongewelf WbeelP iSChfkelS; trekbalken met muurstijlen, arbeelen en gothisch geprofileerde sleutelstukken. In ru.W "T Cen SPltsb(W nis' In de benedenuimte van den toren kleine lichtopeningen en een gemetseld kruisgewelf. De kerk bezit- g vanGTbe"en (XV"C) ***"* snedenPbhoSgi2V" ^ MmK'S en Koperen doopbekken (XVII c) te ?éS™dé8„!3 vervaardigd door A-Gruisen ZoiKn Eiken lambrizeering (XVII c) met Ionische pilasters aan den noord- en den zuidwand. Rijk gebeeldhouwde, overhuifde heerenbank (XVII d met gewrongen zuilen, gesneden friezen, hoekvazen en kroning metwapens-Bouwmeester en Jongestall. Dergelijk dubbel gestoelte (1671) met wapens-Eysinga op Heennga, -Hiddema en -Galema. h Dergelijk gestoelte (XVII c), met wapens-Goslinga, W'ielinga en Andringa, gehouden door schildleeuwen. Drie zerken (XV, zeer uitgesleten) van roode Bremersteen. Gebeeldhouwde zerken (1589—1724) van de families Baerdt, Eysinga en Harinxma. Avondmaalszilver: gegraveerden beker met opschrift, voorstelling van eene synodale vergadering en wapens (merken: Leeuwarden, jaarletter b = 1633 en I.M. = Jan Melchiors Oostervelt). Twee klokken, waarvan een in 1472 gegoten en een in 1618 door Hans Falck van Neurenberg. ƒ. Het Popta-gasthuis voor oude vrouwen, in 1711 gesticht door Henricus Popta, ingewijd 13 Mei 1713, is een van bak- en bergsteen opgetrokken gebouw op rechthoekig grondplan, dat met vier vleugels een binnenplein omsluit. In het midden van den voorgevel, aan de oostzijde, bevindt zich de hoofdingang met (gewijzigde) dubbele hardsteenen stoep en bordes voor een portiek, geflankeerd door zandsteenen Korinthische pilasters en gedekt door een hoofdgestel met halfrond fronton, dat een opschrift (1712) met Latijnsch vers betreffende de stichting (onderteekend: S. Gerroltsma) bevat en bekroond wordt door het wapen-Popta tusschen twee zittende vrouwefiguren. Hierboven is een topgevel opgetrokken, bestaande uit twee geledingen, met Ionische hoekpilasters, gebeeldhouwde zandsteenen vleugelstukken, zandsteenen lijsten en afdekkingen en een segmentvormig fronton. Te weerszijden van den topgevel, boven de gootlijst, twee dakvensters met hoekpilasters, bekroond door een halsgeveltje met gebeeldhouwde afdekkingen en aanzetkrullen en segmentvormig fronton. Aan de binnenplaats, boven den hoofdingang en boven het tegenovergelegen waschhuis, topgevels van twee geledingen met zand- steenen lijsten, gebeeldhouwde vleugelstukken en segmentvormige frontons, waarin dakvensters geflankeerd door Ionische pilasters. Hieronder een ovale nis met gebeeldhouwde zandsteenen omlijsting. Aan de binnenzijde van den hoofdingang in medaillon een Latijnsch opschrift en: 1712; in de aanzetsteenen van den boog: 1711. Boven de deur van het waschhuis een opschrift betreffende de eerst-steenlegging (1711). Op de binnenplaats uitkomende poortjes, gedekt door rondbogen waarin versierde sluit- en aanzetsteenen. Aan de dorpsstraat (tusschen nrs. 223 en 224) een poortje met portiek geflankeerd door Korinthische pilasters, waarop een doorbroken fronton, waarin een cartouche met opschrift hoeken13' sluitsteen met leeuwenkop, siervazen op de Inwendig: in den oostelijken vleugel, boven de deur der voogdenkamer, snijwerk met de wapens-Hanenburg -loptaen die der vier eerste voogden. In deze kamer twee wapenborden van voogden. Het zilverwerk, bestaande uit vier schaaltjes (1632) met gedreven voorstellingen ontleend aan de Herscheppingen van Ovidius (waarvan een met merken: Leeuwarden, A en H.L. = Hans Christiaansz.) en uit het z.g. Poptazilver: een grooten gedreven schotel (1671, merken: Leeuwarden, ) aariet ter V, en meesterteeken bron of beker) gedreven schenkkan (merken als voren); schotel met gedreven rand (meesterteeken als voren); een paar kandelaars (1670, merken: Leeuwarden, jaarletter T meesterteeken zwaan = Claes Mensma); en een snuiter (1668, merken: Leeuwarden, jaarletter R, en beker of bron), uit deze stichting afkomstig, bevindt zich sinds 1080 in het Friesch museum te Leeuwarden. g. heringa-state of popta-slot (XVI b), verbouwd in 1631, in 1681 gekocht door Dr. Henricus Popta en door dezen in 1712 vermaakt aan het Armevrouwengasthuis (zie voren bij/), werd in 1906—1908 geheel gerestaureerd en grooten deels herbouwd door den architect J. F. L. Frowein (met gebruikmaking van oude baksteen, afkomstig o.a. van den toren te Peins). Het bestaat uit een, op rechthoekig grondplan, in bak- en bergsteen opgetrokken hoofdgebouw, en een vleugel (XVIII), welke aan de oost- en de zuidzijde een voorplein begrenzen, en uit een aan de westzijde van dat plein gelegen poortgebouw (1631). Aan de west- en de noordzijde wordt het voorplein afgesloten door een muur, waarin zich, westelijk van den vleugel, een poortje (XVII b) bevindt. a. Het poortgebouw (gerestaureerd XIX d), opgetrokken in baksteen met rijke toepassing van natuursteen, heeft een rondbogigen doorgang met bergsteenen sluit- en aanzetstukken, welke geflankeerd wordt door gebeeldhouwde pilasters en waarboven twee verdiepingen, de tweede versmallend, met vleugelstukken, bekroond door een top, eveneens met vleugelstukken en met een segmentvormig fronton, waarop een zandsteenen bol. Aan de noord-oostzijde van het gebouw een traptoren. In elke verdieping gemetselde pilasters, waartusschen nissen en vensters met driehoekige frontons. Twee cartouches (trant van Hendrik de Keyser) met jaartal: 1631. Gebeeldhouwd wapen-Popta (XVIII a) in omlijsting (XVII a), waaronder een cartouche met opschrift (1650). Tusschen eerste en tweede verdieping een fries met engelkopjes en wapens. In de tweede verdieping een nis met zandsteenen schelp en het wapen van het H. Roomsche Rijk. Eiken poortdeur (XVII b) met ijzeren beslag. Inwendig: in den traptoren een houten trap naar de verdieping. b. Het hoofdgebouw heeft een kelderverdieping, een verhoogden begone-grond, een tusschen- en een zolder ver- dieping, gedekt door een hoog zadeldak. Tegen het midden v an den westelijken (voor-)gevel is de hoofdtoren aangebouwd; aan de achterzijde bevindt zich een lagefe deels ingebouwde toren. De hoofdtoren bestaat uit een' vierkant benedendeel met schildhoudende leeuwen op de hoeken, en een achtkante bovengeleding met peervormige bekroning. In dezen toren bevindt zich de ^Kant^ R10 rl {n^an^' SeAankeerd door pilasters trant van Hendrik de Keyser). Hierboven een steen met het wapen-Popta. De oostelijke toren is vierkant en ïeeft, evenals de westelijke, een peervormige bekroning (vernieuwd XX a). Aan de noord- en de zuidzijde staan uit de slotgracht opgaande trapgevels. Inwendig: een met riblooze kruisgewelven overkluisd voorhuis, waarin, aan de zuidzijde, een portiek van r en bergsteen met Dorische pilasters en doorbroken fronton met beeldengroep. Rouwbord (1712) van Dr kru.W 1 A cdenVCrdiePing ganS met riblooze kruisgewelven. De groote zaal, met, aan den ingang een soortgelijke gebeeldhouwde portiek als in het voorhuis Gesneden eiken deur, schouw met gebeeldhouwde Korin- ïische pilasters, waarboven een cartouche met opschrift rVvn T'p (XVI1 a)' Eiken kast (XVII). Leunstoel rl r'ir (XVIIT 3) Van Dr- H- P°Pta en ^n zijne moeder, \\ alkje Hanenburg. Aan de noordzijde van gang een derde portiek, toegang gevend tot de twee voogdenkamers (XVII). In de westelijke dezer kamers een bedstede (midden-XVII) en twee schilderijen voor- burJn1n: H mga. Mtate (± l630)' Cn Walkïe Hanenburg in de oostelijke een vloer van verglaasde tegels (midden-XVII), een portret van Dr. H. Popta (XVIH a) een wapenbord (XVIII a), een geborduurd \afelkleed (XVIII a) met het .wapen-Popta. Een steenen trap met schroefvormig gemetselde spil, voerende naar den kelder en naar de hoofdverdieping. De keuken, in de kelder- verdieping, heeft steenen gewelven rustend op een, in het midden geplaatsten, vierkanten pijler. Op de tusschenverdieping twee insteek-kamers: in de eene een schouw (XVII), in de andere een eiken bedstede (XVII) met „kinderlade". Op de zolderverdieping drie slaapkamers: in de noordelijke twee gebeeldhouwde eiken bedsteden (midden-XVI), met ingebrande opschriften in de friezen en wapens -Heringa en -Jongema; in de middelste twee eiken bedsteden (XVII); in de zuidelijke twee dergelijke bedsteden met gekoppelde Dorische zuiltjes. c. Het zuidelijke vleugelgebouw, thans grootendeels woning van den bewaarder. Inwendig: een vertrek (XVIII d), waarin een schoorsteenstuk (1782, door F. Swart). Voorts bevinden zich in het gebouw: Eenige klaptafels, geld- en kleerkasten, banken, haardplaten (alles ± 1700 en XVIII), deels tot de oude inrichting behoorende, deels er bij de restauratie van elders in overgebracht. Schilderijen: damesportretten (1565 en 1680) en een portret van een krijgsman (XVII d), in bruikleen van het Friesch Genootschap; mansportret (1630); beweening van het lijk van Christus (±' 1650, naar A. v. Dijck); Laatste Avondmaal (XVII c); gezicht op Marsum (XVIII d). Wapenkaart der regenten van 1712 af. Eenige geteekende plattegronden en gezichten. Menaldum. a. Een werpmesje(VIII) met bloedgleuf hier gevonden is in het Friesch museum te Leeuwarden, scherven van Germaansch aardewerk zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De ned. herv. kerk (H. Lambertus), in 1874 ee- nblU-d,.°P d<: fundeeringen eener oudere, en met een noordelijken dwarsarm vergroot, bezit* Eiken preekstoel (XVII c) met gesneden paneelen en gewrongen zuiltjes op de hoeken sienrazen.Ck C) gewron8en hockzuilen, waarop Koperen voorzangerslezenaar (XIX a). Orgel (1861) met gesneden voet (XVII c) op dubbele gewrongen Ionische zuilen. Overhuifde heerenbank (XVII c, geverfd) met ee- wapen-^amstra. " ^ ™ "et Eenvoudige heerenbank (XVII d, geverfd). Onder het koor een dichtgemetselden grafkelder waarin zich waarschijnlijk drie doodkisten (XVI?) bevinden. Avondmaalszilver: twee bekers (1787, merken: Leeuwarden, Friesland, K in schild en IF = Jan FeddemaV twee dergelijke bekers (1817, merken: Leeuwarden en doopb^nTlxl"- SChUt); CenVOUdig Zl1™ encre,n"rnKChC:k>ann,Cn' ZCS tinnen broodschaaltjes I HR broodschotel, gemerkt: roos, waarboven Twee klokken, waarvan een in 1473 gegoten door Johannes van Deventer en een in 1619 door Hans Falck ^n Neurenberg te Leeuwarden. g. Oud-Fnesche bouwboerderij met liikdeur. In den voorgevel een nokanker: 1688. aardewfik^TfnSChekandilaar VM verg|aasd kerfsnecte truwarL P 'S hö F'ieSch Schingen. e. De ned. herv. pastorie 1800) heeft een dakvenster met eenvoudig ingezwenkt halsgeveltje (gepleisterd). Slappeterp. a. Fragmenten van waarschijnlijk Frankisch aardewerk, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. e. De ned. herv. kerk, in 1826 gebouwd ter vervanging van een oudere gewijd aan den H. Dionysius, bezit: Priesterzerk (1612); eenige zerken (XVII) met wapens. Klok (XIII?) zonder opschrift. Wier. e. De thans ned. herv. kerk, waarschijnlijk middenXII gebouwd, XIX c gewijzigd, is opgetrokken van groote moppen en bestaat uit een schip, een halfrondgesloten koor en eenen vierkanten toren (XIX c). De zuidzijde en het koor zijn geheel ommetseld; sporen van gedrukt spitsbogige vensters (midden-XIII). Inwendig: spitsbogig eiken tongewelf (XVI a) met geprofileerde schinkels en sluitstukken, trekbalken, muurstijlen, korbeelen en sleutelstukken met peerkraalprofiel. De kerk bezit: Gewrongen balusters (XVII c) in een later doophek. Eenige zerken (XVI en XVII) op het kerkhof. Zilveren Avondmaalsbeker (XVII c), kelkvormig op hoogen voet, met opschrift en: 1670 (merken: Leeuwarden, jaarletter S = 1669, B. en onleesbaar). Klok (XIII?) zonder opschrift. Een achtkante gebeeldhouwde doopvont (^ I5°°) op gewrongen voet, uit deze kerk afkomstig, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Oost-Dongeradeel OOST-DONGERADEEL. Aalsum. a. Scherven van Germaansch aardewerk, spinschijfjes van gebakken aarde, een waarschijnlijk vroege Germaansche bronzen ring met spiraalvormige uiteinden, Frankische kralen en spinschijfjes, beenen schaatsen, spinschijfjes, kammen en andere beenen voorwerpen, een Saksisch kogelpotje (V of VI) van grauw aardewerk, een dergelijk kommetje en fragmenten van Karolingische beenen kammen, alles hier in de terp gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Een bronzen kam, een Merovingische gouden vingerring met rooden steen, en een op een skelet aangetroffen Merovingische bronzen mantelspeld (VII), versierd met gecloisonneerde steentjes, benevens een gordel versiering van bronsblik en negen kralen van barnsteen, voorts een bijl van hertshoorn, een spiesijzer, een eiken weefzwaard, een wollen kap en handschoen, een Karolingische grauwkleurige bolpot met breeden rand en standring, Saksische bolpotten, een ijzeren sleutel, en een verzameling van zeven en twintig Karolingische denariën, waaronder van Lotharius I, te Wijk bij Duurstede gemunt, en een verbasterde gouden solidus van Lodewijk den Vrome, uit dezelfde vindplaats afkomstig, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Anna) is een hoofdzakelijk van groote baksteenen opgetrokken gebouw, (i 1200), bestaande uit een eenbeukig schip en een versmald halfrond-gesloten koor. De vroegere toren is XIX c gesloopt en vervangen door een westgevel van kleine baksteen met een houten spitsje. Langs koor en koorsluiting een grootendeels tufsteenen rondboogfries, waarboven een baksteenen rondstaaf, die, wat de koor- sluiting betreft, wordt gedragen door ronde baksteenen lisenen, welke met hun voet de geprofileerde plint doorsnijden. In de koorsluiting drie dichtgemetselde rondboogvensters en twee later ingebroken spitsboogvensters. In den zuidmuur van het koor een gedicht rondboogvenstertje (slechts ± 0.80 M. boven den beganen grond). In den noordmuur van het schip een hooger aangebracht, eveneens dichtgemetseld venstertje. Inwendig: in de koorsluiting moeten van een weggebroken steenen gewelf. In de beide koormuren dichtgemetselde spitsbogen, waarschijnlijk van vroegere dwarsarmen. Houten segmentbogig gewelf. De kerk bezit: Zilveren Avondmaalsbeker met opschrift en: 1698 (merken: Friesland, Leeuwarden, jaarletter D = 1698, en meesterteeken van Wybrandus Lolly); dergelijken beker met opschrift en: 1707 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter N - 1707, en meesterteeken van Wybr. Lolly); wijnkan (XVII d) van Keulsch aardewerk, met zilveren deksel, afkomstig van de diaconie teWetsens, dat sinds de Hervorming met Aalsum is gecombineerd. Klok, in 1440 gegoten door Butendiic, met twee reliefs: Maria. Anjum. e De ned. herv. kerk (H. Michaël), waarschijnlijk ± 1100 gebouwd var tufsteen, XIII verbouwd, en nogmaals vergroot en verhoogd XVI a, is een deels tuf-, deels baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/io-gesloten koor (XIII) en eenen tufsteenen toren met smalle zijruimten (vgl. Britsum), beklampt met baksteen en door zware beeren geschraagd, ^gesnoerde achtkante houten spits. Aan de noord- en de zuidzijde van het schip overblijfselen van tufsteenen muurwerk. Het koor geheel van groote moppen opgetrokken. Tegen den noordmuur van het schip eenvoudige afge- schuinde beeren (XIX) van kleine baksteen; tegen den zuidmuur een dergelijke beer en een, gedeeltelijk ouder (XIII?), eenmaal versneden; een kleine dichtgemetselde rondbogige opening (XIII a). Spitsbogige vensters, meerendeels in later tijd gewijzigd en naar beneden doorgetrokken. In de vijfde travee van den zuidmuur tufsteenen muurwerk met moet van een zadeldak. In de noordelijke zijruimte van den toren een romaansch venstertje (XII a) met schuine dagkanten. De boven deze zijruimten opgaande, tufsteenen geleding van den toren heeft aan de noord- en aan de westzijde spaarvelden, gedekt door een rondboogfries, in het midden gedragen door twee dunne colonnetten. Hierboven is de toren opgetrokken van baksteen met bergsteenen banden (XVI a), gedrukte spitsbogige galmgaten en, onder de spits, een fries van korfboogjes, op de hoeken en in het midden van elk gevelvlak aansluitend tegen gebeeldhouwde kopjes. Inwendig: de zij ruimten van den toren bestaan uit twee verdiepingen, strookend met de twee onderste verdiepingen van den toren, waarmede zij door rondbogige openingen met afgeschuinde imposten in verbinding staan, terwijl zij eertijds ook naar het schip geopend waren met thans meerendeels dichtgemetselde rondbogen op afgeschuinde imposten. De verdieping der noordelijke zijruimte staat in verbinding met het schip door een eiken trap (XVII a); de rondbogige doorgang is hier in later tijd gewijzigd. In de middenruimte van het gelijkvloersche sporen van een vroeger gewelf; over de noordelijke zij ruimte een later aangebracht segment gewelf. De zuidelijke zij ruimte is verbouwd en verbreed met groote baksteen. Tusschen de noordelijke zijruimte en het middengedeelte gelijkvloers een met ijzer beslagen gevangenisdeur (XVII), waarin een getralied kijkgat. De kerk bezit: Sacramentshuisje (XVI a, gewit) van bak- en bergsteen. Piscina (?), onder den vloer. Eiken preekstoel (i 1700). Heerenbanken 1700). Eiken bank (XVI d), op de eerste verdieping in den toren. Overwelfde grafkelder (XVII) van het geslacht Holdinga. Grafzerk (1649—1659—1666). Zilveren Avondmaalsbeker met opschrift en: 1630, en wapens-van Schwartzenberg en-van Holdinga (merken: Leeuwarden, jaarletter L = 1620, en T.L. = Laurens Thomas); dergelijken beker met opschrift en: 1715 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter W = 171 j, en RE = Richardoeus Elgersma). Twee klokken, waarvan een in 1618 gegoten door Hans Falck van Neurenberg, en een in 1742 door Joh. Borchardt te Groningen. Ee. e. De ned. herv. kerk (H. jariglulfus), ± I25° gebouwd, XV vergroot, in 1867 gewijzigd, is een gebouw van groote baksteen, bestaande uit een eenbeukig schip (XIII B), met een latere travee (XV), een 3/8-gesloten koor (XV) en eenen half ingebouwden toren (1867). Een vroeger tegen de noordzijde staande sacristie is gesloopt. In den noordmuur zijn zes spitsboogvensters (i 1250) in drie groepen van twee aangebracht, met schuine dagkanten, waarin een kraal; hiervan zijn vier dicht gemetseld. In den zuidmuur vijf spitsboog vensters (XV) met hol geprofileerde dagkanten. Het muurwerk van het schip is in later tijd verhoogd; van het hierbij weggebroken boogfries zijn bezwaard gebleven de kraagsteentjes (-)- 1250) van roode zandsteen, gebeeldhouwd met menschen- en dierenkoppen. Aan de zuidzijde een korfbogige ingang (± 1500) in spitsbogige omlijsting van profielsteen. Westgevel en toren zijn in 1867 verbouwd. Inwendig: ellipsvormig houten gewelf (XVIII) ter vervanging van vroegere steenen kruis(rib ?)gewelven, waarvan de moeten nog zichtbaar zijn; eiken trekbalken met geprofileerde sleutelstukken. De kerk bezit: Orgelgalerij (XVIII d) op schotwerk met Ionische pilasters en gesneden dubbele deur. Heerenbank (i 1650, geverfd) met gedraaide balusters. Dergelijke bank (XVIII c, geverfde) met gebeeldhouwd ruggeschot waarin alliantiewapen. Dergelijke bank (XVIII d, geverfd) met gebeeldhouwde bekroning. Marmeren epitaaf (1627) voor Snelliger Meckhama (f 1625), bestaande uit een gedenkplaat met Latijnsche verzen van H. A. Gerritzma, geflankeerd door staande kinderfiguren, en gedekt door een gebeeldhouwde bekroning, waarin het wapen-Meckhama; in de omlijsting de kwartieren: Meckhama, Starckenburg, Unia, Iuckama, Howarda, Bolta, Terborch, Lougen. Negen ruitvormige geschilderde rouwborden van: Tiemck van Humalda (f 1642), Ofke van Witsma (f 1651), Bynck van Bauwema (f 1652), Gerardus van Wytsma (f 1652), Thecla van Witsma (f 1653), Leo van Wytsma (t ïGjj), Catharina van Hottinga (f 1655), Ebel van Meckhama (f 1662), Siuck Abinga (f 1679). Avondmaalsbeker (i 1700, merken: Dokkum, D en monogram P.S.) Klok, in 1642 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden. Engwierum. e. De ned. herv. kerk is een in 1746 vernieuwd, maar in zijn kern waarschijnlijk ouder gebouw, bestaande uit een een eenbeukig schip, driezijdig gesloten koor en eenen vierkanten toren (XVI) met zadeldak. Inwendighouten tongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII c, geverfd) met gebogen kuip, op welker hoeken de symbolen der Evangelisten; gesneden ruggeschot en trap; klankbord met de gesneden wapens-van Haarsma en Wijckel. Orgel (XVIII d). Gebeeldhouwde zerk (1750) met afgehakte wapens. Twee gebrandschilderde glazen, in 1746 vervaardigd door Ype en Jurjen Staak, in 1906 hersteld, voorstellend de wapens van Oranje en van de provincie, geflankeerd door allegorische vrouwefiguren. Zeven tekst- en gezangborden (XVIII c). Jouswier. a. Een beenen fluit en een ringvormige mantelspeld (V) van Angelsaksisch type, in de terp gevonden, zijn m het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Petrus), vermoedelijk XIII gebouwd, XIX door bepleistering en ommetseling verknoeid, bestaat uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen nieuw ommetselden vierkanten toren met zadeldak. Onder de kerk bevindt zich een grafkelder, in ijl1 gemetseld voor Willem Bergsma, dijkgraaf, ontvangergeneraal en oud secretaris van Oost-Dongeradeel. De kerk bezit : Rouwborden voor Willem Bergsma (f 1774) i v°or Lucia Petronella Bergsma (f 1781)» echtgenoote van Ludolph Reinier Wentholt ; voor Remalia Schik (f I792)' weduwe van Willem Bergsma. Klok, in 1395 gegoten door Hermannus. Lioesens. e. De thans ned. herv. kerk, waarschijnlijk XII gebouwd, XV verbouwd, in 1827 hersteld en gewijzigd, m 1924 hersteld, is een gebouw van groote moppen, bestaande uit een schip en een 3/8-gesioten koor. De oorspronkelijk vermoedelijk aanwezige westtoren is in later tijd weggebroken en vervangen door een geheel gesloten westgevel, deels van tuf-, deels van baksteen, waartegen in 1924 een klampmuur van machinale klinkers is opgetrokken. Houten, met leien bekleed spitsje op den westgevel. Hooge spitsbogige vensters. Tegen de hoeken der koorsluiting tweemaal versneden steunbeeren. Van dergelijke later weggebroken beeren bevinden zich de moeten tusschen de vensters in den noord- en den zuidmuur. In den zuidmuur een gedichte spitsbogige ingang, waarin later weer een venster is aangebracht ; in den noordmuur een korfbogige ingang. Een geprofileerde baksteenen waterlijst is rechthoekig om deze ingangen gevoerd. De kerk bezit: Kraak met opschrift ter herinnering aan een herstelling in 1827. Heerenbank (XVIII), met gedraaide balusters en alliantiewapen. Grafzerken : 1652, 1678, 1687, 1720 en 1743. Gedenksteen (1829) voor Taede Alberts Hofman. Klok, in 1498 gegoten door Johannes. Metslawier. De ned. herv. kerk, in 1776 gebouwd ter vervanging eener oudere, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen ingebouwden, vierkanten toren (hersteld in 1925) met spits. Rondbogige vensters, waartusschen pilasters met eenvoudige lijstkapiteelen. Boven den ingang aan de zuidzijde een gedenksteen met afgesleten opschrift betreffende den eersten steen en : 1776, bekroond door een gebeeldhouwd alliantiewapen. In den buitenmuur van het koor een gedenk- steen (1570) betreffende den Allerheiligenvloed. Inwendig : rondbogig houten tongewelf. De kerk bezit : Eiken preekstoel (XVIII d). Orgel (XVIII d). Heerenbank (XVIII c) met overhuiving, waarop een gesneden kuif. Groote gebeeldhouwde zerk (gemerkt : H. G. 157...") met wapens voor Worp van Ropta (f 15 51) en Bjuck van Abbinga (f 1545) ; dergelijke zerk (XVII c) met levensgroote figuren in biddende houding, voor Christoffel van Sternsee (j" 1560) en Cunera van Ropta (f 1 5 5 5 )• Koperen lichtarm (XVIII d) op den preekstoel. Verschillende koperen blakers (XVIII) op de banken. Rouwbord van Johannes Casparus Bergsma (f 1793). Klok, in 1711 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden. g. 1. boerenwoning met rietendak en jaartalanker: 1820. 2. Dergelijke boerenwoning, met jaartalanker: 1833. •3. G 109. boerderij (1839). Gevel met rechte kroonlijst, waarboven een groot dakvenster met driehoekig fronton.' Ingang met Toscaansche pilasters en hooge stoep ; boven de zijdeur een steen met opschrift en : 1839. Morra. e. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Evangelist), waarschijnlijk XHIb gebouwd van groote baksteen, in 1846 gewijzigd, bestaat uit een schip, een 3/8-gesloten koor en een koepeltorentje, in 1846 gebouwd op den toen ter vervanging van den vroegeren toren gemetselden westgevel.Spitsboogvensters. In den zuidmuur een rondboogvenster met baksteenen kraal tegen de neg. Aan de noordzijde een dichtgemetselde ingang met spitsboog en klaverbladvormigen onderboog, gedeeltelijk van geglazuurde steen. Inwendig: houten tongewelf (XVIA) met schinkels en trekbalken op geprofileerde kraagsteenen (XVIA). De kerk bezit : Eiken preekstoel (XVII c, trap en klankbord vernieuwd). Orgel en orgelgalerij (1740, blijkens opschrift op de borstwering der galerij). Marmeren epitaaf (XVII b) voor Scipio van Scheltema. Twee groote gebeeldhouwde zerken, waarvan een (XVI c, als de zerk gemerkt H. G. te Aletslawier, maar met jaartal 1627) van de familie Scheltema, en een (1747) van de familie Botma, beiden rechtop in den noordmuur gemetseld. Drie koperen kronen (^ 1700). Twee koperen lichtarmen (XVII c). Klok, in 1659 gegoten door Jurien Balthasar te Leeuwarden. Ni je wier. De ned. herv. kerk, in 1678 gebouwd van de groote moppen eener oudere, in 1811 hersteld, bestaat uit een rechthoekig schip, een driezijdig gesloten koor en eenen westgevel (1811) met houten spitsje. Gewijzigde rondbogige vensters. Onder de goot een tandlijst. Boven den noordelijken ingang een steen met het wapen-Bosma, opschrift en: 1678. Inwendig: segmentvormig houten gewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII B, geverfd). Orgel, in 1818 vervaardigd door J. A. Hillebrand te Leeuwarden, met galerij op twee houten Korinthische zuilen. Op de orgelkast beelden (XVII c), afkomstig van het oude orgel. Vier zerken: 1639, 1667, 1675 en 1686. Twee tekstborden (XVIII d, als te Aalsum). Klok (XIII A ?) zonder opschrift of jaartal. Ooster-N ij kerk. e. De ned. herv. kerk (H. Cecilia,) vermoedelijk -4- 1300 gebouwd van groote moppen, in later tijd gewijzigd, bestaat uit een schip, en 3/8-gesloten koor en eenen nieuw ommetselden vierkanten toren met zadeldak, zonder westelijken ingang. Spitsbogige vensters; eensversneden beeren; baksteenen waterlijst. Aan noord- en zuidzijde segmentvormig getoogde ingangen in spitsboognis met omlijsting van profielsteen. In de bovenste geleding van den toren gekoppelde galmgaten en siernissen. Leliekruis met haan (± 1500). Inwendig: in de kerk een houten tongewelf; over de benedenruimte van den toren een gemetseld koepelachtig gewelf op ribben. De kerk bezit: Gesneden blank eiken preekstoel (XVIII c). Doophek (als voren). Koperen doopbekkenhouder (XVIII c), in den vorm van een vuist, met bekken. Kerkvoogdenbank (XVIII d) met balusters in het ruggeschot en alliantiewapen, waarboven een afgehakt wapen met kroon; familiebank (XVIII d) met gesneden ruggeschot, waarin een alliantiewapen als het voorgaande. Twee koperen kronen (XVIII c). Avondmaalszilver: beker met gegraveerd opschrift en: 1714 (merken: Leeuwarden, Friesland, V, gekroonde visch); dergelijken beker (1842); doopbekken (1783, merken: Leeuwarden, Friesland, F en vogel = P. Meeter). Twee tinnen schotels en twee kannen (XIX A, merken: engel, Gerrit van Rees). Klok, in 1668 gegoten door Jurien Balthasar te Leeuwarden. Oostrum. a. Een steenen bijlhamer, een fragment van zulk een bijlhamer en een rood geverfde bolpot 800), hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Vitus), XIV A gebouwd van groote baksteen, -J- 1500 verbouwd, bestaat uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en eenen lagen, vierkanten toren met zadeldak (± 1923 hersteld). Spitsbogige vensters met dagkanten van profielsteen. Tweemaal versneden beeren tegen de koorsluiting; moeten van beeren aan den noord- en den zuidmuur. Aan de zuidzijde een korfbogige ingang in spitsbogige omlijsting, met in het hoogveld een nisje. Het dak is aan de zuidzijde geheel aan de noordzijde gedeeltelijk gedekt met middeleeuwsché pannen („monniken"). Inwendig: houten tongewelf, met trek bal ken op sleutelstukken met peerkraalprofiel (± i'5 00). In den toren, over de benedenruimte overblijfselen van een koepelachtig gewelf met doorhangende ronde ribben De kerk bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVIII c). Gesneden eiken bijbellezenaar (XVIII c). Heerenbank (XVII a, geel geverfd), zonder overhuiving, met in het ruggeschot de wapens-Elcama en Tiboult. Vier geschilderde rouwborden voor Maria van Tiboult (t 1645), Johannes van Elcama (f 1645), Haio Elcama en ?. Onder den vloer zerken en een grafkelder, waarin koperen en looden opschriftplaten (XVII) betreffende de geslachten Elcama en Tiboult. Klok, in 1457 gegoten door Henricus Kokenbacker. Pesens. e. De ned. herv.- kerk (H. Antonius), waarschijnlijk ± ï25° gebouwd van groote moppen, bestaat uit een schip, een versmald halfrond-gesloten koor, onder de gootlijst overgaand in veelhoekig, en een houten spitsje op den blijkens een gedenksteen in 1792 ter vervanging van een vroegeren toren opgetrokken westmuur. In de koorsluiting kleine spitsboogvensters, waarvan een dichtgemetseld. In den noordmuur een dichtgemetselde rondbogige ingang. Zuidzijde zwaar begroeid met klimop; in den zuidmuur een ingang (1792). De kerk bezit: Zerk met uitvoerig berijmd grafschrift en: 1776 (op het kerkhof). Klok, in 1504 gegoten door Johan. g. Windmolen. Achtkante bovenkruier met stelling. Bovendeel met riet bekleed op steenen voet. Boven den ingang een steen, waarop hond en: 1861. Wetsens. a. Een vuursteenen bijl, een hoornen lepel, beenen haarkammen, een bronzen ruiterspoor en een houten spa (proto-historisch) hier in de terp gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Vitus), XII A gebouwd, XV en XIX a gewijzigd, is een tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/8-gesloten koor, en een ter vervanging van den vroegeren westtoren, XIX a opgetrokken driezijdige sluiting van kleine gele baksteen, waartegen een hangend houten klokkenstoeltje. legen de hoeken der koorsluiting te halver hoogte dunne ronde lisenen. Langs het schip een rondboogfries en fragmenten van lisenen, gedeeltelijk van roode zandsteen. In den noordmuur kleine, met groote moppen gedichte, romaansche rondboogvensters en een eveneens dichtgemetselde rondbogige ingang; segmentvormige getoogde ingang (XV) in spitsbogige nis van groote baksteen, met omlijsting van profielsteen. De zuidmuur is op 267 verschillende plaatsen met baksteen hersteld; korfbogige ingang (XV) van groote moppen. De kerk bezit: Orgelgalerij (XIX a) op twee houten Toscaansche zuilen. Twee zerken (1611, 1658), en op het kerkhofzerken (1652, 1681 en 1744). Tekstbord (XVIII d). Avondmaalszilver: zie bij Aalsum op blz. 257. Klok, waarschijnlijk in 1842 gegoten door A. H. van Bergen en Zn. te Alidwolde. OOSTSTELLINGWERF. r u- ^en*r verzame'ing steenen hamers en beitels (paleolitnisch), afkomstig uit een in 1925 onder deze gemeente ontgraven „hurkgraf", proto-Saksisch vaatwerk, bolpotten en het gewei van een eland, onder deze gemeente gevonden, zijn thans in de Oudheidkamer te Oldeberkoop (zie blz. 272); een bronzen zwaard van het z.g. Hallstatt-type hier gevonden in zandgrond, bij kanalisatie van de Tjonger, benevens vuursteenen bijlen zijn in net Fnesch museum te Leeuwarden. Appelsga. e. 1. De ned. herv. kerk te Oud-Appelsga in 1909 gebouwd ter vervanging eener oudere (1869), die eene aan den H. Nicolaas gewijde verving, bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (^ 1800?). Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel, hersteld van afbraak van een vroegeren molen. Hierin een klok in *435 gegoten door Joh. van Bomen. 2. De ned. herv. kerk te Nieuw-Appelscha bezit: benvoudigen eiken preekstoel (^ 1800). Donkerbroek. a. Een steenen beitel en een bronzen randbijl (± iooo vóór Chr. ?), hier gevonden, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk, in 1714 gebouwd op het benedengedeelte eener oudere (H. Laurentius), bestaat uit een driezijdig gesloten schip met een spitsje op den westgevel. Boven den in 1918 herstelden ingang een gebeeldhouwde wapensteen (XVIII a, wapens grootendeels afgehakt) met opschrift, geflankeerd door twee gedenksteenen met opschrift en: 1714. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d) met boogpaneelen en met gewrongen Korinthische zuilen op de hoeken der kuip. Doophek (XVIII c) met gewrongen balusters. Gesmeed ijzeren voet (XVII d) van een doopbekken. Orgel (XVIII c). Avondmaalszilver: twee gegraveerde bekers, waarvan een (1707) en een (1840), met opschriften en wapens. In een overhuifden dubbelen klokkenstoel op het kerkhof twee klokken, waarvan een (XIII B ?) zonder opschrift of jaartal en een in 1502 gegoten door Gerhardus Wou en Johannes Schoonenborch. h. Vóór de (moderne) kosterswoning ligt een fragment (XV ?) van een altaarsteen van roode zandsteen met wijdingskruisje. Elsloo. e. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel, met twee klokken, waarvan een (XV) met Latijnsch opschrift en een in 1849 hergoten door H. van Bergen en Co. te Midwolde uit een, in 1484 gegoten door Johannes van Venlo. Fochteloo. e. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel C1837), waarin twee klokken (XIV?) zonder opschrift of jaartal. Haule. a. Een vuursteenen dolk, onder het veen gevonden, een vuursteenen beiteltje, een steenen bijl en twee gepolijste vuursteenen dik-nekbijlen, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Langedijk. a• Fragmenten van een touwbeker 2000 v. Chr.), gevonden ;n een in 1928 hier ontgraven hurkgraf, een urn (III of II v. Chr.) met gekartelden rand en deksel, een aarden beker van Jutlandsch type, steenen bijlen en een steenen pijlpunt, gevonden in graven uit den lateren steentijd, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel, waarin een klok in i3oo(?) gegoten door Nicolaas. Makkinga. e. De ned. herv. kerk, in 1775 gebouwd door den timmerman Theunes Thomas uit Bergum, ter plaatse eener oudere (H. Bonifacius), bestaat uit een driezijdig gesloten schip en een vierkanten toren met ingesnoerde achtkante spits. Boven den zuidelijken ingang een gedenksteen met: 1775. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel, in 1776 vervaardigd door Theunes Thomas. Gesneden eiken lezenaar (1776). Gebeeldhouwde zerken (1619, 1670, 1731) met afgesleten wapens-Lycklama a Nyeholt. Twee koperen kronen (XVII d). Eiken bordje met gesneden opschrift vermeldend den bouw der kerk en het vervaardigen van den preekstoel door Theunes Thomas in 1775 en 1776. Twee klokken, waarvan eene in 1463 gegoten en een in 1776 hergoten door Claudius Fremy. Wijzerplaat (in de kerk, tegen den westmuur) met: 1777- Nijeberkoop. e. Van de in 1826 gesloopte ned. herv. kerk (H. Bonifacius) bestaat nog slechts het kerkhof, waarop een overhuifde klokkenstoel (XVIII?) Oldeberkoop. e. De ned. herv. kerk (H. Bonifacius), XII A gebouwd, XIV gewijzigd en naar het Oosten vergroot, in 1845 hersteld, thans in restauratie, is een deels van tuf-, deels van groote baksteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor (XIV) en eenen vierkanten toren met zadeldak. De zijmuren van het schip zijn in de bovenhelft versierd met nissen, beurtelings gedekt door twee en door drie rondbogen; in 't midden van deze laatste nissen dichtgemetselde rondboogvenstertjes. In den noordmuur van het koor een kleine, dichtgemetselde spitsbogige lichtopening, een dichtgemetselde ingang en een dichtgemetseld spitsboogvenster. Tegen de hoeken der koorsluiting eensversneden steunbeeren. In alle muren groote, later ingebroken, spitsboogvensters. De geheel gepleisterde toren is op de beide westelijke hoeken tot ongeveer de halve hoogte versterkt en heeft een later ingebroken westelijken ingang. In het bovengedeelte aan elke zijde twee rondbogige galmgaten. Inwendig: de wanden van het schip vertoonen boogstellingen als de buitenmuren; het bovengedeelte is van tuf-, de benedenste helft van groote baksteen (de arcaturen zijn hier flauw spitsbogig, vermoedelijk eene herstelling ± 1250). In de hoeken van de koorsluiting ronde schalken met eenvoudige kapiteeltjes, waarop aanzetten en spitsbogige muralen van een vroegere steenen overwelving. Thans over de geheele kerk een houten tongewelf (XVIII). De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (± 1300), op achtkanten voet. Eiken preekstoel (XVIIA, geverfd) met gegroefde Korinthische zuiltjes op de hoeken der kuip. Eiken doophek (XVIIA, geverfd) met gedraaide balusters. Drie familiebanken (XVIIA, geverfd) met overhuivingen. Groote gebeeldhouwde zerk (XVII d) van de familie Barels, met wapens. Avondmaalszilver: beker (1590) met, onder tegen den bodem, gegraveerd het wapen van Fedde Auckes Rengnalda, 1590 en meesterteeken (huismerk); gladden beker, broodschaal en kleine schaaltjes (alles: 1833). Klok (XIX a) zonder opschrift. h. De oudheidkamer der gemeente Ooststellingwerf, onlangs opgericht en gevestigd in de Landbouwschool, bezit: proto-Saksisch vaatwerk en bolpotten, steenen hamers en beitels, het gewei van een eland, oude wapenen (XVI en XVII), een haardplaat (XVII c), vuurkorf (XVII), schilderijtje (1665, paneel), voorstellend een dubbelen haas, en verdere plaatselijke curiosa. Oosterwolde. a. In een in 1924 hier ontgraven kringgrepgrafveld (i 200 v. Chr.) zijn urnen gevonden. Een vuursteenen Opsterland dik-nekbijl en een strijdbijl van amphiboliet zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk, in 1735 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Bonifacius), heeft een in 1790 vernieuwde spits op den westgevel en boven den zuidelijken ingang drie steenen met opschriften en: 1736. Naast den ingang een zonnewijzer. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII d) met gewrongen {Corinthische zuiltjes op de hoeken der kuip. Dito doophek (XVII d) met gedraaide balusters. Overhuifde familiebank (XVII a). Zerk (1658) voor de familie Barels. Avondmaalszilver: beker (1641) op vier bolpootjes met symbolen der Evangelisten, in den gegraveerden rand voorstellingen van Christus en de Apostelen, opschrift en: 1641 (merken: Sneek, K en onleesbaar); beker met opschrift en 1663, in welks bodem gesoldeerd een munt (Saksen, 1623), dergelijken beker (XIX, naar den vorigen vervaardigd). Tinnen broodschaal (XVIII d). Op het kerkhof een dubbele klokkenstoel met twee klokken, waarvan een in 1492 gegoten door Herman, en een in 1738 door Cyprianus Crans. In den tuin der pastorie een achtkante zandsteenen doopvont (XIV). OPSTERLAND. Bakkeveen. a. Vuursteenen beitels en bronzen wapens (i 500 vóór Chr.) hier gevonden, bevinden zich in het Friesch museum te Leeuwarden. e. i. De ned. herv. kerk in 1856 gebouwd, ter vervanging eener oudere (H. Johannes) bezit: Orgelfront (XVIIIB), waarop twee witgeverfde beeldjes. Koperen lichtarm (XVIII B), op het doophek. 2. Van het voormalige klooster marienhof der Praemonstratensen bestaat nog slechts een kerkhof ten Zuidwesten van het dorp. Beets. e. De ned. herv. kerk (H. Gertrudis), oorspronkelijk een seendstoel, sedert de Hervorming gecombineerd met Beetsterzwaag, is in 1889 vervangen door een nieuw gebouw, dat thans onder Beetsterzwaag behoort (zie blz. 275). De kerk bezit: Twee klokken, waarvan een in 1482 gegoten door Herman, en een in 1520 gegoten door Gerhardus van Wou en Johan Schoonenborg. h. Een aantal zilveren bisschopsmuntjes (XII, waarschijnlijk te Deventer geslagen), hier in de „Oude fenne" gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Beetsterzwaag. a. Een knodssteen met steelopening, gevonden in de Boornevallei, is in het Friesch museum te Leeuwarden. e. 1. De ned. herv. kerk, in 1803 gebouwd blijkens een steen in den toren, bezit: Kuip en ruggeschot (XVII b) van een eiken preekstoel. Koperen lezenaar (XVII c). Twee eenvoudige familiebanken (XIX a) met overhuiving. Twee groote gebeeldhouwde zerken (1614 en 1635) met wapens-Fockens; op het kerkhof een zerk (1778, vernieuwd in 1905) waarop een standerdmolen is gehouwen. Drie koperen kronen met opschrift en: 1804, en twee dito lichtarmen. Klok, in 1739 gegoten door Cornelis Crans te Enkhuizen. 2. De ned. herv. hulpkerk, in 1889 gebouwd ter plaatse van de vroegere parochiekerk van Beets (zie blz. 274), bezit: Preekstoel (XVII d, zeer gewijzigd). Drie gebeeldhouwde zerken, thans in den muur gemetseld, waarvan een (1719) met wapens-Lycklama a Nyeholt en-Andringa, een (1770) met wapen-Scheltinga, en een (1773) niet wapen-Lycklama a Nyeholt. Twee klokken, waarvan een in 1482 gegoten door Herman en een in 1520 door Gerhardus van Wou en Joh. Schoonenborg. In het Friesch museum te Leeuwarden bevinden zich sinds 1889 twee zerken (XIII) van roode zandsteen met abtsstaven en geometrische versieringen; een zerk met opschrift en: 1521 van pastoor Dodo Iwsma, deken van Boorndego; een (1524) van roode zandsteen van pastoor Mathias van Eelbing; een dergelijke zerk (1558) van pastoor Poptatus Ibema, uit de vroegere parochiekerk afkomstig. g. 1. boerderij „De Olde Weeme", ter plaatse der voormalige pastorie, waarvan nog overblijfselen in den grond zijn gevonden. 2. Op het huis lauswold bevinden zich een schilderij van Rembrandt, een Rabbi voorstellend, en twee ovale stukken (school v. Rembrandt, vermoedelijk Joh. Victors). 3. In den tuin van het huis lindestein twee borstbeelden (^ 1700) op hardsteenen voetstukken. 4. Bg. 156. In den zijgevel van een nieuw huis een gebeeldhouwde steen 1700) met alliantiewapen. 5. Bg. ij2. Puntgeveltje met schoorsteen op den top, waarin een nokanker met: 1754. Op den schoorsteen een windwijzer (adelaar). IJzeren arm van uithangteeken. 6. Bg. 133. In een verbouwden gevel gebeeldhouwde afdekkingen (XlXa, in den trant van Lodewijk XV) van togen boven twee vensters (als te Gorredijk; zie blz. 278—279, nrs. 7, 8, en 16); zijpoortje met bekroning (XIX a) van terra cotta. Duurswoude. e. De ned. herv. kerk (H. Johannes Evangelist), i 1250 gebouwd van groote moppen, XVIII d gewijzigd, bestaat uit een schip, een 3/8-gesloten koor en een houten torentje op den verbouwden westgevel (XVIII d, in 1885 bepleisterd). Vensters uitwendig spitsbogig in omlijsting van profielsteen, inwendig rondbogig. In den zuidmuur een dichtgemetselde rondbogige ingang, in den noordmuur een dergelijke ingang. Op de hoeken van het koor lisenen, langs de zijmuren eensversneden steunbeeren; onder de vensters aan de noordzijde een waterlijst, aan de zuidzijde alleen bij de twee westelijkste traveeën. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel met koperen lezenaar. Doophek (XVIII a). Gesneden, lezenaar (XVIII b). Trapeziumvormig rood zandsteenen deksel (XIII ?) van een doodkist (voor den ingang). Klok, in 1783 gegoten door L. Haverkamp. Gorredijk. e. 1. De ned. herv. kerk, in 1683 gebouwd, in 1735 vergroot en verhoogd, zoodat twee gelijke beuken gescheiden door zuilen ontstonden, werd in 1877 vooral inwendig gewijzigd, waarbij de zuilen zijn verwijderd. Zij bestaat thans uit een vierkant schip, aan de oostzijde driezijdig gesloten, aan de westzijde met twee gepleisterde puntgevels, waarvan de zuidelijke bekroond wordt door een houten spits, terwijl de noordelijke is afgedekt door een segmentvormig topstuk met een gevleugeld kopje. In deze twee gevels zes steenen, waarvan twee betreffende de stichting, met: 1683, een betreffende de vergrooting, met: 1735, twee met opschriften, en een (XVIII b, oude wapensteen) met: 1877. De kerk bezit: Gebeeldhouwden eiken preekstoel (XVII d) met gewrongen Korinthische zuilen op de hoeken der kuip. Dergelijk doophek (XVII d, geverfd). Gesneden lezenaar (XVII d). Eenvoudige familiebank (XVII d) met overhuiving op Korinthische zuilen. Avondmaalszilver: gegraveerden beker met alliantiewapen, opschrift en: 1671 (merken: Bolsward, jaarletter V, en monogram J. O. = Jan Olthof); gegra veerden beker met opschrift en: 1739 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter D en P. F. = P. Feijijen); dergelijken beker (1806); twee bekers (1805 en 1809, merken: I. P. G., 10, c = 1810 druiventros en I. R.). Twee klokken, waarvan een in 1727 gegoten door Cyprianus Crans, afkomstig uit den klokkenstoel te Hemrik (zie blz. 279), en een, in 1816 hergoten door Andries H. van Bergen en M. Fremy. 2. De synagoge, XVIII d gebouwd, heeft een eenvoudigen classicistischen voorgevel en een pyramidevormig dak bekroond door een koepeltje, waarop een rijk gesmede windwijzer (hert). Kroonlijst met triglyphen, boven het midden waarvan een driehoekig fronton met Hebreeuwsch opschrift. g. i. Hoofdstraat 40. In een modernen gevel een wapensteen met: 1660. 2. Kerkewal G 50. Winkelhuis (i 1700). Twee puntgevels met sierankers. Inwendig: in den winkel eene betimmering met portiek gedragen door bazuinengeltjes. In de voorkamer eene bedschotbetimmering: twee bedsteden zonder deuren; glazenkast, waarboven bordenlijst; gesneden schoorsteenmantel; betegelde wanden met bloemstukken en bijbelsche tafereelen. 3. Langewal G 372. In de keuken een muurbetegeling (i 1700) met bijbelsche tafereelen. 4. Hoofdstraat G 45. Halsgevel (i 1725) met groote gebeeldhouwde vleugelstukken; siervazen op de hoeken; onder de vensterkozijnen en onder de hoeken lamberkijns. Top met gebeeldhouwde bekroning waarop een siervaas. 5. Brouwers wal G 254. Eenvoudige puntgevel met schoorsteen op den top, waarop een nokanker met: 1741. Geverfd. 6. Brouwerswal G 265. Dergelijke puntgevel (XVIII b). 7. Brouwerswal G 239. Halsgevel (XVIII b) met segmentvormig afgedekten top. Aanzetkrullen waaronder: 1884 (herbouwing?). Venstertogen met gebeeldhouwde omlijsting (XIX a, trant Lodewijk XV). 8. Langewal G 376. Halsgevel (XVIII b) met vernieuwden klaverbladvormigen top en afdekkingen. Venstertogen met gebeeldhouwde omlijsting (als voorgaande gevel). 9. Molenwal G 144. Moderne gevel met twee oude aanzetkrullen (XVIII b). 10. Molenwal G 169. Puntgevel (gewijzigde halsgevel) met gebeeldhouwde aanzetkrullen, waaronder: 1756. Gebeeldhouwde gevelsteen: „Twee Gebroeders". 11. Hoofdstraat G 222. Halsgevel (1762) met segmentvormig afgedekten top en gebeeldhouwde aanzetkrullen waaronder cartouches met: 1762. In den top een gebeeldhouwde vulling met passer, schietlood en winkelhaak. 12. Hoofdstraat G 48. Eenvoudige halsgevel (XVIII c) met gebeeldhouwd fronton en aanzetkrullen. Gevelsteen met wapens. 13. Kerkewal G 63. Eenvoudige halsgevel. Onder de aanzetkrullen: 1776. Zes sierankers. Inwendig: eenvoudige portiek in den trant van Lodewijk XV. 14. Hoofdstraat G 221. In een modernen gevel oude gebeeldhouwde krullen, waaronder: 1797. 15. Brouwerswal. „De Koornbeurs". Eenvoudige gevel (XVIII d) met rechte kroonlijst en dakkapellen in houten omlijsting met driehoekige frontons. 16. Brouwerswal G 232. Halsgevel met klaverbladvormigen top en kuif. Venstertogen. Onder de aanzetkrullen: 1805 (vergroofde trant Lod. XV). 17. Kerkewal G 54- Nieuw herbouwde halsgevel met oude krullen en bekroning. Onder de krullen: 1806. In T. I. den top een schild met: 18. Hoofdstraat G 41. Halsgevel met gebeeldhouwde krullen en bekroning. Gevelsteen met: 1812. 19. Hoofdstraat G 44- Dergelijke halsgevel (1826, maar in den trant van Lodewijk XV). In den top een J-F- steen met: ^ j Hemrik. e. De ned. herv. kerk, in 1739 gebouwd (blijkens een wapensteen boven den ingang), ter vervanging eener oudere (H. Andreas), bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met boogpaneelen. Doophek met doopbank (XVII B). Eenvoudige banken (XVII B). Op het kerkhof een klokkenstoel met een klok, in 1494 gegoten door Gerhard van Wou. Een tweede klok, in 1727 door Cyprianus Crans gegoten, is thans te Gorredijk. Kortezwaag. e. De ned. herv. kerk, in 1797 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Maria?), welker klok nog tot 1920 aanwezig was, in later tijd verknoeid, heeft in den westgevel een portaal van bak- en bergsteen met een driehoekig fronton, waarop een obelisk. Zij bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII d). g. K 167. Aan de vaart een woonhuis (1744). Puntgevel met schoorsteen op den top, waarin nokanker en toppilaster op leeuwenkop, waaronder een console met opschrift en een steen met: 1744 en W. V. Onder de vensters gegroefde zandsteenen dorpels. Acht sierankers. Inwendig: bakkerswinkel met oorspronkelijke betimmering, voor- en achterkamer en gang met balkenzolderingen gesneden deuren en betimmeringen (^ 1750), waarin glazenkastjes en met tegels bekleede wanden. In de achterkamer een schouw, waarin een bekleeding van blauwe en paarse tegels met bijbelsche voorstellingen. Langezwaag. e. De ned. herv. kerk, in 1781 gebouwd ter plaatse eener oudere (H. Matthaeus), in 1927 gerestaureerd, bestaat uit een 3/8-gesloten schip en eenen toren, die in zijn benedengedeelten nog overblijfselen van een vroegeren bouw heeft. De kerk bezit: Altaarsteen (XIII ?) met wijdingskruisjes, voor den noordelijken ingang. Preekstoel (XVIII c), met rijk gesneden paneel en. Gesneden eiken lezenaar (XVIII c). Eiken Avondmaalstafel (XVII b). Zeven grafzerken (1605, 1655, 1659, 1707, 1741, 1776 en XVIII) rechtop gezet tegen de muren der kerk. Avondmaalszilver: gegraveerden beker (XVII c, merken: S., klaverblad en zwaard tusschen twee kruikjes of eikels ? in schild); dito beker (1807, gemerkt DPC) naar den vorigen vervaardigd. Twee klokken, in 1763 gegoten door Pieter Seest. Lippenhuizen. e. 1. De ned. herv. kerk, in 1743 gebouwd ter vervanging eener oudere, later gewijzigd, bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met gewrongen Korinthische zuilen, omwonden met wijnranken op de hoeken der kuip. Doophek (XVIII d). Heerenbank (XVIII b) bekroond door een alliantiewapen met leege schilden. Eenvoudig gestoelte (XVIII d). Drie koperen twaalflichtskronen. Twee klokken, waarvan een in 1694 gegoten door Petrus Overney en een in 1722 door J. A. de Grave. 2. De doopsgezinde kerk is in 1802 gebouwd. g. 1. L 182. Woonhuis met luifel (XVII d) op geprofileerde stutten. 2. L 190. Puntgevel (XVIII c) met sierankers. Olterterp. e. De ned. herv. kerk (H. Hippolytus), waarschijnlijk ± 1400 gebouwd, in 1744 gewijzigd, in 1913 gerestaureerd (voor rekening van de familie Sandberg), is van groote moppen opgetrokken en bestaat uit een schip, een rechtgesloten koor en eenen vierkanten toren, in 1744 geheel herbouwd, met een ingesnoerde achtkante spits. Aan west- en oostzijde trapgevels; kleine spitsbogige vensters; in noord- en zuidgevel een grooter spitsbogig venster met eenvoudige traceering; in den oostgevel een groep van drie spitsboogvensters, waarboven een ronde lichtopening in den top en waaronder een gedenksteen betreffende de restauratie in 1913; in den zuidmuur een dichtgemetselde korfbogige ingang. Onder de goot een baksteenen tandlijst. In den westmuur van den toren, boven den ingang, een steen met wapens-Boelens en -Lycklama a Nyeholt, een opschrift en: 1744. Inwendig: houten tongewelf (in 1913 vernieuwd) met geprofileerde schinkels. De kerk bezit: Gesneden doophek (XVIII d). Koperen lezenaar (XVIII d), waarin: A. C. Trotz. Eenvoudige eiken heerenbank (XVIII d). Zerk (1651—1666) voor Boelard Boelens en zijn vrouw, met alliantiewapen; groote gebeeldhouwde zerk (16...— 1672—1690) met alliantiewapen-Boelens en -Hemminga; een kleinere zerk (1676—1709) met alliantiewapen-Boelens en -Ebeltje Mangadan; groote gebeeldhouwde zerk (1715) met wapens-Lycklama a Nyeholt; dergelijke zerk (1720); dergelijke zerk (1730) met alliantiewapen-Boelens en -Hemminga; dergelijke zerk met alliantiewapen voor Ayso Boelens (f 1782) en Rinske Lycklama a Nyeholt (t I75°)- Een halfrond stuk roode Bremersteen (XIV?), waarop een kruis en een (later) ingehakt jaartal: 1718. Vier rouwborden van: Pierius Lycklama a Nyeholt (f 1720), Hillegonda Ipekien van Boelens (f 1749), Vrouwe Rinske Lycklama a Nyeholt (f 1750), Ayzo van Boelens (f 1782). Fragment (wapen) uit een rouwbord van Daniël de Blok Lycklama a Nyeholt (f 1781). Klok, in 1776 hersteld door Claudius Fremy te Makkinga. Terwispel. a. Een aantal sceatta's (VII, z.g. Wodan-monstertype), hier in het veen gevonden, zijn in het Friesch museum. e. De ned. herv. kerk in 1864 gebouwd, waarschijnlijk op de grondslagen eener oudere, bezit: Eiken preekstoel (XVII) met Dorische zuilen op de hoeken der kuip. Twee klokken, waarvan een in 1662 gegoten door Jurjen Balthasar, en een in 1694 door Petrus Overney. Ureterp. a. Een steenen breedtoppige bijl, gevonden te Salmien, is in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Petrus), waarschijnlijk XIII B gebouwd van groote moppen, ^ 1800 verminkt en gedeeltelijk van kleine steen herbouwd, bestaat uit een schip met thans recht gesloten oostelijk deel (ter vervanging van het vroegere koor), en eenen vierkanten toren van groote moppen, met zadeldak. De noordmuur, evenals de oostmuur van kleine steen, is bezet met eenvoudige pilasters; de zuidmuur bestaat nog grootendeels uit reuzenmoppen en heeft een fragment van een gootlijst (XIII B) van profielsteen. De toren heeft in het bovengedeelte (XVI d ?) gekoppelde rondbogige galmgaten. Inwendig: tusschen kerk en toren een spitsbogige verbinding geflankeerd door twee rondbogige muurnissen. In den zuidelijken wand een rondboogstelling. Over de benedenruimte van den toren pendentiefs en muralen van een weggebroken koepelgewelf. De kerk bezit: Kuip van den preekstoel met overblijfselen (i 1650) van gesneden paneelen. Op het kerkhof zerken (1756, 1769 en XIX a). Klokkenstoel, waarin klok in 1766 gegoten door Pieter Seest. g. Tegenover de kerk de ned. herv. pastorie, oud huis (XIIIA) met fragment en aanzetkrullen van een vroegeren halsgevel. Ureterp aan de Vaart. g. Nr. .237. Aan de Ureterpervaart een arbeiderswoning genaamd „De Paapsche leere", in welker gewijzigden gevel een wapensteen met wapens-EminghaRoorda, Latijnsch opschrift en: 1630; op de hoeken van dezen gevel twee zandsteenen engelenkopjes en onderin gebeeldhouwde hoeksteenen. Boven een venster, in een nieuw aanbouwsel, een gebeeldhouwd deurkalf, afkomstig uit Siegerswoude. Nokanker: 1766. Wijnjeterp. e. De ned. herv. kerk, in 1778 gebouwd bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVIII d), de kuip versierd met voorstellingen van Mozes en de vier Evangelisten. Twee eenvoudige koperen doopbekkens (XVIII?). Heerenbank (XVIII d), bekroond door het geschilderd wapen van Opsterland, gehouden door twee leeuwen. Twee twaalflichts koperen kronen, dertien blakertjes en een koperen arm met twee lichten op den preekstoel (alles XVIII d). Zerk (1690). Zilveren Avondmaalsbeker (1671, merken: Leeuwarden, jaarletterKen meesterteeken A. C. = Alger Claeses). Grooten klokkenstoel met drie klokken, waarvan twee in 1768 en in 1772 gegoten door Steven Borchardt te Enkhuizen en een in 1822 door Andries van Bergen en Mammeus Fremy. Rauwerderhem RAUWERDERHEM. Deersum. e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas), waarschijnlijk ± 1200 gebouwd, XV en XIX d gewijzigd en ommetseld, is een oorspronkelijk van groote baksteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip, een j/io-gesloten koor (XV) en eenen vierkanten toren met zadeldak. Inwendig: houten tongewelf met trekbalken op gothisch geprofileerde sleutelstukken. De kerk bezit: Preekstoel (XVII c, geverfd). Gebeeldhouwde zerk (1664) met wapens, op het kerkhof. Klok (XIV?) zonder opschrift, met netvormige versiering. Flansum. g. Oud-Friesche greidboerderij (in 1663 omgebouwd). In den achtergevel een deur met gesneden kozijn, waarin: 1663. Irnsum. e. 1. De ned. herv. kerk, XIX d gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Mauritius), bezit: Klok, afkomstig uit de kerk te Stavoren, in 1488 gegoten door Gobel Zael. 2. De r. k. kerk (H. Marcus), in 1866 gebouwd, bezit: Gedreven zilveren monstrans (1747) in zonvorm, geschonken door de Bernardinessen van het klooster Swysbeke bij Dendermonde. Klok, afkomstig uit de kerk te Terwispel, in 1662 gegoten door Jurjen Balthasar te Leeuwarden. Vroeger was hier nog een klok met reliefs, in 1504 gegoten door Gregorius Gregorii van Hall. Poppingawier. e. De ned. herv. kerk, ^ 1860 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Nicolaas), bezit: Zerken, onder den houten vloer. Twee klokken, in 1698 en in 1700 gegoten door Petrus Overney. Rauwerd. e. De ned. herv. kerk, in 1814 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Laurentius), is een eenvoudig rechthoekig gebouw, met rondbogige vensters, waartusschen pilasters. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVIII c) met gesneden paneelen, trap, ruggeschot en klankbord en lezenaar op engelenkopje. Doophek (XVIII c) met opengewerkte deur, waarin wapens. Orgel in 1816 vervaardigd door J. A. Hillebrands te Leeuwarden. Twee familiebanken (XVIII b) met overhuiving op gewrongen Korinthische zuilen en bekroond door siervazen. Gebeeldhouwde zerk voor Edo Jonghama (f 1534) met wapens; dergelijke zerk voor zijn vrouw (f 1562) met alliantiewapen-Jonghema-Heemstra, opschriften en: 1575, 1585, 1586; zerk (1575) voor One Heringa en Fokel van Aylva; zerk voor Tjallingh van Eysinga (f 1613) met wapens; groote gebeeldhouwde zerk voor Pieter van Eysinga (f 1645) en Fokel van Heringa, met hunne levensgroote figuren, wapens, opschrift en: 1639; dergelijke zerk voor Tjallingh van Eysinga (f 1658); zerk (XVIII c) voor Jan Schelte Hessel Roorda van Eysinga (f 1790) en Catharina Johanna Vegelin van Claerbergen (f 1762); zerk (XVIII c) voor Tjallingh Ado Johan van Heeringa van Eysinga (f 1768) en Cecilia van Sminia (f 1793). Geschilderd rouwbord (1700) in gesneden omlijsting, voor Cecilia van Humalda, vrouw van Tjalling Johan van Heringa van Eysinga; rouwbord van Tjalling Johan Heringa van Eysinga. Avondmaalszilver: gegraveerden beker met opschriften en: 1685 (merken: Sneek, jaarletter N., en meesterteeken: loopend eendje). Klok, in 1762 gegoten door Johannes N. Derck. Twee rouwborden, waarvan een (1768) van Tjalling Aedo Johan Heringa van Eysinga en een (i793) van Cecilia van Sminia, uit deze kerk afkomstig, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. g. Van de voormalige jonghema-state bestaat nog slechts een baksteenen poort (XVI b), begroeid met klimop. Drie rondbogige doorgangen in omlijsting van profielsteen; wapensteen. In het park twee schildleeuwen (XVII A). h. Een gouden drie-koningenring (XIV), met opschrift, opgegraven in de terp achter Jonghema-state, is in particulier bezit te Leeuwarden. Sybrandaburen. e. De ned. herv. kerk bezit: Klok, in 1540 gegoten door Geert van Wou en Johan ter Stege. Terzooi. e. De ned. herv. kerk, in 1838 verbouwd, heeft van de vroegere, aan den H. Vitus gewijde, kerk nog slechts den toren (XIV?) van groote baksteen geheel vlak opgetrokken. Zij bezit: Klok, in 1644 gegoten door Jacob Noteman. Schiermonnikoog SCHIERMONNIKOOG. d i. Van het voormalig rechthuis, ^ 1720 gebouwd ter vervanging van een ouder (kasteel „Binnendijken", omstreeks 1638-1640 opgetrokken voor Johan Stachouwer, eersten heer van Schiermonnikoog, in 1757 gesloopt), bevindt zich een gevelsteen (XVIII a, gepolychromeerd) met het wapen-Stachouwer ingemetseld in een wand der gelagkamer van het hotel-v. d. Werff, gebouwd ter plaatse van dit rechthuis. 2. In het raadhuis bevinden zich: een koperen draagteeken (XIX a) van den gemeentebode, gemerkt I. N.; een Drentsche eiken kast (XVII B) en een Friesche stoeltjesklok (XVIII), afkomstig uit het armhuis (/" 1). e. De ned. herv. kerk, in 1860 gebouwd ter vervanging van een oudere (oorspronkelijk kapel (^ 1200) van de abdij der Cisterciënsen Klaarkamp te Rinsumageest, in 1715 en andermaal in 1760 verplaatst), in 1902 hersteld, bezit: Avondmaalszilver: gedreven beker met ornament van ranken en schelpen en met gegraveerd randschrift (1706, bodem vernieuwd, geen merken); grooten gegraveerden beker met voorstellingen van schelpen, Neptunus en het wapen-Stachouwer, tegen den bodem een opschrift (1761, merken : Amsterdam ?, V en een naar links loopend hondje als meesterteeken); broodschaal (± 1706) met gedreven rand, in den trant van eerstgenoemden beker, waarin voorstellingen der vier jaargetijden, en in het midden een gegraveerd wapen (merken : Enkhuizen, Holland, ongekroond leeuwtje en hondekopje ?); collecteschaal met opschrift (1784, merken : 8/l en AP); schenkkan met opschrift (1784, merken: % en onkenbaar meester teeken). Drie tinnen offerbussen, waarvan twee (1805) en een (1828). Tinnen schotel (± 1800). Klok, in 1649 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden, volgens overlevering afkomstig van een op de kust van het eiland gestrand oorlogschip. Op het kerkhof een gebroken zerk (1658), voor Gertie Cornelis, huisvrouw van Petrus Marswal, tonnemeester en convooimeester van Friesland, en twee kinderen met alliantiewapen, in het dorp gevonden en hierheen gebracht. ƒ 1. Een uit het voormalig armhuis afkomstige Drentsche eiken kast (XVII B) en een stoeltjesklok (XVIII) zijn naar het raadhuis overgebracht (d 2). Het gemeentelijk armbestuur bewaart een koperen collectebus met opschrift en : 1794- 2. Langestreek. De vroegere school, thans woonhuis, heeft in de achtergevel een steen met opschrift en : 1821. g. Eenvoudige woonhuizen (XVIII) op rechthoekigen plattegrond, opgetrokken van gele baksteen, meerendeels nog met den oorspronkelijken puntgevel, waarboven de schoorsteen is opgemetseld, terzijde waarvan in den top een zoldervenster is aangebracht (als op Ameland) ; tegen den voorgevel een klein aanbouwsel, het „lithuus , waarin oorspronkelijk het eigenlijke woonvertrek was: 1. Middenstreek. Ankers : 1723. 2. Middenstreek 124. Ankers : 1724. 3. Middenstreek 145. Ankers : 1724. 4. Langestreek. Huis, genaamd „Patmos . Inwendig . in de voorkamer een bedschot (XVIII a, geverfd). 5. Middenstreek 183. In de voorkamer een gesneden betimmering (XVIII a) met schoorsteen, waarin een tegelstuk met zeilend schip en tegels met voorstellingen uit de H. Schrift. 6. Vierhuizen. In de voorkamer een bedschotbetimmering (XVIII b) met glazenkast. 7. Voorstreek 179. In de voorkamer een bedschot (XVIII b) en een gesneden deur (XVIII b). 8. Voorstreek 216. In de voorkamer tegelwanden (XVIII b, blauw Makkumsch), gesneden mahoniehouten schoorsteenmantel (XVIII b, geverfd), in den schoorsteenboezem tegels met molen en paarden. 9. Middenstreek 171. Inwendig : in de voorkamer een bedschot (XVIIIA) met glazenkast. Schoorsteenboezem en wanden bekleed met (Makkumsche ?) tegels. 10. Middenstreek 190. (XVIIIA). 11. Westeind. Huisje, in welks „lithuus" : tegelwanden (XVIIIA), waarin gesneden bedsteedeurtjes, en een kleine schoorsteen (XVIIIA) met snijwerk. 12. Zevenhuizen 2. In de keuken tegelwanden (XVIII A). 13. Langestreek 26. Gepleisterd. Ankers : 1758. 14. Langestreek 29. Ankers : 1759. In het voorhuis tegelwanden. 15. Langestreek 102. x\nkers : 1761. 16. Langestreek 38. Ankers : 1794. 17. Langestreek 15. In de achterkamer een eenvoudige bedschotbetimmering (XVIII d) met Toscaansche pilasters ; muren en schoorsteen bekleed met tegels. 18. Langestreek. In een vernieuwd woonhuis een vestibule met tegelwanden (XVIII d). 19. Voorstreek 219. Modern huis met trapgevel, van oude baksteen gebouwd ter plaatse van een (1805), welks nokanker met : 1805 is overgebracht in den gevel van een schuurtje in den tuin. Inwendig: in de vestibule een groot tegelstuk, voorstellende oorlogsschepen, waarvan een gemerkt: I.S. 1779, en een ander: K.S. 1779 ; voorts tegels met ruiters ; twee tegelstukken (XVIII B) met pauwen, afkomstig uit een huis aan de Langestreek ; een op koper geschilderd voormalig schoorsteenstuk (XVIIIB), een vrouwefiguurtje voorstellend, met berijmd opschrift, afkomstig uit het gesloopte huis. b. Een groote middeleeuwsche kruik van pijpaarde, met groen verglaasde bovenhelft, gevonden in de duinen, is in het Friesch rtiuseum te Leeuwarden. SCHOTERLAND. Voor het raadhuis zie onder Heerenveen op blz. 133. Benedenknijpe. e. De ned. herv. kerk (1661) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een driezijdig gesloten schip, met een koepeltorentje op den westgevel. Aan de noordzijde een rondbogige ingang met omlijsting van profielsteen, waarboven het jaartal 1661. Inwendig: houten tongewelf op geprofileerde kraagstukken. Bovenknijpe. e 1. De doopsgezinde kerk, XVIII b gebouwd, later geheel gewijzigd en verminkt, bezit: Tinnen Avondmaalsstel (XVII d). e 2. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel (XVIII). Brongerga. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel (XVIII). Gaast. Op het kerkhof een klokkenstoel (XIX a ?), waarin een klok, in 1556 gegoten, afkomstig uit de gesloopte kerk (H. Juliana). Heerenveen. Zie blz. 133 v.v. Hoornsterzwaag. e. De ned. herv. kerk, in 1761 gebouwd, in 1856 geheel verbouwd, heeft op het kerkhof een klokkenstoel. Zij bezit: ( Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII b). Banken (XVII b). Klok, in 1688 gegoten door Petrus Overney. St. Johannesga. e. De ned. herv. kerk (1864) bezit: Klok, in 1612 gegoten door Henricus Meurs. Jubbega. e. De ned. herv. kerk, in 1713 gebouwd, blijkens drie steenen in den westgevel, waarvan een met wapens-van Scheltinga, bezit: Eenvoudigen preekstoel (XVIII c), in welks ruggeschot een windmolen is gesneden. Klok, in 1732 gegoten door N. Muller te Amsterdam. Katlijk. e. De thans ned. herv. kerk, XVI a gebouwd van roode baksteen, bestaat uit een schip en een 5/8-gesloten koor. Aan de westzijde een puntgevel (i 1600 ?) met een kleine trap en een fries met baksteenvlechtingen te halver hoogte in den top. Korfbogige vensters, in sommige waarvan een gemetselde middenpost. Zware steunbeeren. Aan de zuidzijde een ingang ; aan de noordzijde een dubbele overhuifde klokkenstoel. Inwendig : houten tongewelf met trekbalken op geprofileerde kraagstukken (XVI d ?). De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII b). IJzeren zandlooperhouder (4; 1600). Eenvoudige banken (XVII b). Fragment van een gebeeldhouwde zerk (XVII d ?) ; dergelijk fragment bij den ingang. Twee klokken, in 1752 gegoten door Cyprianus Crans Jansz. te Amsterdam. Mildam. e. De ned. herv. kerk, in 1726 gebouwd, heeft op het kerkhof een klokkenstoel. Zij bezit: Eenvoudig doophek (XVII a). Klok, in 1643 gegoten, door Jacob Noteman. Nieuweschoot. e. De thans ned. herv. kerk, XV gebouwd (zij was in 1315 nog een kapel van Oudeschoot), XIX gewijzigd, bestaat uit een schip en een driezijdig gesloten koor. Het bovendeel van den westgevel is afgebroken in verband met den bouw van een later wolfdak. Spitsbogige vensters met omlijsting van profielsteen ; tegen de hoeken van de koorsluiting steunbeeren. Naast de kerk een overdekte klokkenstoel. Zij bezit: Klok (XV ?) zonder opschrift of jaartal. Nijehorne. e. De ned. herv. kerk, in 1778 gebouwd, ± 1850 hersteld, waarbij de westgevel werd vernieuwd en gepleisterd, heeft boven den noordelijken ingang een gedenksteen met opschrift, wapen-van Scheltinga en : 1778. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII a, geverfd). Doophek (XVII a); doopbanken (XVII a). Koperen doopbekken (XVII ?). Oranjewoud. g. Het buitenverblijf oranjewoud, omstreeks 1820 gebouwd, staat op de gewelfde kelderverdieping van het middenstuk van een ± 1666 door Albertina Agnes gebouwd lusthuis van denzelfden naam (in 1795 tot nationaal domein verklaard, in 1803 en 1805 gedeeltelijk gesloopt), waarvan de grachten nog aanwezig zijn. Het bevat familie- portretten en andere schilderijen, en eene verzameling porselein (Chineesch, Saksisch e.a.), meubelen en zilver. Oudehorne. e. In een klokkenstoel op het kerkhof: Twee klokken, waarvan een in 1617 gegoten door Hans Falck van Neurenberg, en een in 1763 door J. Borchhardt te Enkhuizen. Oudeschoot. e. De ned. herv. kerk, in 1752 gebouwd, blijkens een gedenksteen met wapens boven den ingang, bezit: Eenvoudigen preekstoel (XVIII c). Twee overhuifde heerenbanken (XVIII d). Klok, in 1758 gegoten door Steven Borchhardt te Enkhuizen. ƒ. De Julia Jan Wouterstichting bezit: Twee zilveren theeketeltjes, waarvan een (XVIIIA, merken: Amsterdam, Holland, B, en meesterteeken: man met knods), en een (XVIII d merken : Sneek, Friesland, I = 1786); zilveren aansteekkomfoor (XVIII d) op ebbenhouten voetstuk (merken: Amsterdam, Holland, T., en meesterteeken van Elbertus Verlee Wzn.); zilveren suikerstrooier (XVIII) ; gedreven zilveren klaptafel (meesterteeken: bloem = J. Andringa); elf stuks zilveren kinderspeelgoed (XIX a). b. De verzameling-Mr. M. P. D. baron van Harinxma thoe Slooten omvat Chineesch en Japansch porcelein, Europeesch porselein en aardewerk, oude meubelen, enz. Rottum. e. In een klokkenstoel op het kerkhof hangt een klok, in 1414 gegoten. Sloten SLOTEN. b. Verdedigingswerken. x. De i 1250 aangelegde, in 1525 geslechte, in 1581 hernieuwde omwalling, is in 1857 grootendeels afgegraven en herschapen in een met boomen beplanten wandelweg. Van de versterkingswerken (1581) bestaan nog: 2 3. Twee bruggen, of waterpoorten (in 1768 vernieuwd, in 1917 gerestaureerd), over de uiteinden der middengracht, het Diep, en wel: 1. aan de noordzijde de woudsender- of sneekerpoort, een baksteenen brug geslagen op een hoogen korfboog van zandsteen over het water, geflankeerd door twee kleinere rondbogige doorgangen op de oevers ; aan de buitenzijde twee steenen met het gemeentewapen en: 1768 ; 2. aan de zuidzijde de lemsterpoort of pijp, een dergelijke brug, met aan de buitenzijde het wapen van Friesland en dat van Sloten, en: 1821. 4. Een bastion (in 1917 gerestaureerd) aan de oostzijde van de Lemsterpoort. d. Wereldlijke openbare gebouwen. Het raadhuis, in 1759 gebouwd van baksteen, heeft een gevel met rechte kroonlijst. In het midden de ingang, geflankeerd door eenvoudige, vlakke pilasters, waarop een hoofdgestel met triglyphen en een gebogen fronton met het gekroonde gemeentewapen ; hierboven een venster met gesneden bovendorpel met cartouche, waarin: 1759. Inwendig : gang met stucwerk (XVIII c); eiken trap met leuning op balusters en eiken lambrizeering. Op de bovenverdieping de raadzaal met stucplafond (XVIII d), waarin symbolische voorstellingen der vier jaargetijden; deurstuk van stuc, een landschap met ruïne voorstellend ; schoorsteen met tegen de schacht in stuc het gemeente- wapen ; eiken tafel (i 1700) met bolpooten ; voorzittersstoel (i 1700) met gewrongen pooten en gesneden rug, waarin wapens en initialen; koperen lichtkroon met dubbelen adelaar; twee tinnen kannen en twee tinnen tabakspotten (XVIII); glazen kastje (XVIIIc), waarin o.a. drie stadszegels(XVII enXVIII), zilveren bodeketen(XVIIId), bus van den stadsbode (bovenste en benedenste deelX Villa, middenstuk^ *795)> geslepen glazen bokaal met wapenOranje en 1766, zilveren gildevogel aan keten (XVIII c), bronzen eenheids- of sluitgewicht (XVI d) met deksel waarop vrouwefiguurtjes en jaartallen: 1751—1811 ; twaalf twee-handszwaarden (XVI A) en een en twintig pieken XVIII d) van de vroegere stadswacht, twee vlaggen, waarop het stadswapen, in 1816 geschilderd door S. Stadema. In het commissiekamertje naast de raadzaal een schoorsteenval, waarschijnlijk fragment van een tafelkleed, waarop geborduurd het stadswapen en : 1691. Op het bovenportaal twee door een ketting verbonden schandsteenen, en een weegschaal (XVII d, afkomstig uit de voormalige waag), hangende aan een gebeeldhouwden arm tegen een gesneden en geverfden opstand. e. Kerkelijke gebouwen. 1. De ned. herv. kerk, in 1647 gebouwd op de fundeeringen eener vroegere (H. Joannes de Dooper; oorspronkelijk kapel van de moederkerk te Tjerkgaast, in 15 70 door bisschop Cunerus Petri tot parochiekerk verheven), bestaat uit een baksteenen schip met een 5/10gesloten koor ; op den gepleisterden westgevel een spitsje ; westelijke ingang,geflankeerd door Ionische pilasters, waarop een driehoekig fronton ; groote spitsbogige vensters. Inwendig: houten tongewelf op eiken trekbalken met gesneden sleutelstukken. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII b) met Korinthische zuilen op de hoeken der kuip. Eiken doophek (XVII b) met gedraaide balusters. Orgel met rugpositief, blijkens opschrift in 1786 vervaardigd door A. v. Gruysen te Leeuwarden, met vijf witgeverfde beelden op de orgelkast; orgelgalerij op houten zuilen. Overhuifde familiebank (1647) met bekroning, waarin het wapen-van Epeus van Oosterzee en een opschrift vermeldend het leggen van den eersten steen der kerk in 1647 ; de z.g. „Poutsma's bank" (vroegere schoolbank), drieledig gestoelte (i 1650) met overhuiving ; collectantenbank (+ 1650) met gesneden Ionische pilasters ; eiken banken en lambrizeeringen (alles ^ 1650). Twee groote gebeeldhouwde zerken (1617 en 1618) met sterk afgesleten wapens en opschriften; voorts zerken (XVI, X VII en XVIII). Drie koperen twaalf-lichtskronen (^ 1650); koperen kandelaars op alle banken. Vijf eenvoudige psalmborden (XVII b ?). Avondmaalszilver : beker met tegen den bodem een opschrift, gegraveerd wapen der stad en: 165 8; dergelijken beker (1839). Twee klokken, waarvan een (XIV ?) zonder opschrift en een in 1681 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden. 2. De ned. herv. pastorie. Zie g 1. 3. De r. k. kerk (H. Fredericus), een in 1818—1819 opgetrokken eenvoudig recht-gesloten gebouw met een spitsje op den westgevel, bezit: Hoogaltaar en twee zijaltaren (1819) geflankeerd door Dorische zuilen. Beeld (XIX a) van den H. Fredericus, bisschop van Utrecht. Draaitabernakel (XIX a) met Korinthische zuiltjes. Zilveren torenmonstrans (bovengedeelte XVI d ?) op voet (XVII B, merken : Amsterdam en A B). Zilveren ciborie (XVII B). Zilveren Miskelk (XIX a). Zilveren hostiebusje (XVIII ?) met opschrift en gegraveerde voorstelling van Golgotha op het deksel. Kruis met zilveren corpus en beslag (^ 1840). J. Particuliere gebouwen. 1. Heerenwal 55. Oud burgemeestershuis, wellicht in 1610 gebouwd voor de familie van Oosterzee, thans Ned. Herv. pastorie. Dubbel huis met twee trapgevels van baksteen met hoek-, boog- en negblokken, waterlijsten en •afdekkingen van zandsteen. De noordelijke gevel (1610, blijkens ankers) is van iets grooter formaat baksteen dan de zuidelijke (1671, blijkens ankers) ; de twee gevels zijn verbonden door een vertanding. Toppilasters op kopjes ; ontlastingsbogen. Ingang (XVIII d) met zijlichten, segmentvormig fronton en hardsteenen stoep. Inwendig : zolderingen met moer- en kinderbalken op gesneden sleutelstukken ; eiken trapje met leuning en eiken deur van een vertrek, thans dienend tot consistoriekamer; op de bovenverdieping een eiken ledikant (XVII c) met hemel op gewrongen zuilen, thans achter een bedschotbetimmering. 2. Heerenwal 60. Pakhuis. Trapgevel (XVIIa) van baksteen met bergsteenen lijsten en afdekkingen. Toppilaster met ingebogen zijvlakken op kopje. Vensters deels gewijzigd, deels dichtgemetseld. Ingang gewijzigd. 3. Dubbelstraat 211. Trapgeveltje (XVIIa geverfd) met toppilaster op kopje. 4. Voorstreek 109. Puntgevel (gewijzigde trapgevel ?) met neg-, boog- en hoekblokken, ontlastingsbogen ; wapensteen en twee steenen met : 1644. 5. Voorstreek 106. Ingezwenkte halsgevel (XVIII a) met kuif en aanzetkrullen. 6. Lindengracht 6. Ingezwenkte halsgevel met ge- beeldhouwde afdekkingen. In den top een cartouche en : 1731. 7. Heerenwal 49. Ingezwenkte halsgevel met kuif en krullen, waaronder, op de draagstukken : 1764. 8. Heerenwal 62. Puntgevel met gebogen afdekking. Gevelsteen (1763) : botervat. Op de aanzetsteenen : 1767. 9. Lindengracht 15. Ingezwenkte halsgevel met gebogen afdekking en kuif; aanzetkrullen, waaronder : 1771. Gepleisterd. xo. Voorstreck 105. Ingezwenkte halsgevel (XVIIIc) met gebogen, gebeeldhouwde afdekking van den top, kuif en krullen. 11. Heerenwal 63. Dubbel huis met twee ingezwenkte halsgevels, in het midden waarvan een gevelsteen met botervat en: 1776. 12. Heerenwal 56. Puntgeveltje (XVIIId) met ankers: 1694; onder de aanzetsteenen het jaartal 1789, waarschijnlijk van een verbouwing. 13. Kapelstreek 219. Dergelijk puntgeveltje (XVIII d) met driehoekig fronton op den top. Gevelsteen met schip en: 1698. 14. Voorstreek 95. Eenvoudig huisje (XVIIId) met puntgevel en houten luifel. 15. Voorstreek 107. Rechte gevel (XIX a). Deuromlijsting. Fragmenten: 1. Lindengracht 8. Boven de deur een draagsteen (XVII a) met engelenkopje van een toppilaster. 2. Heerenwal 64. Vier sierankers (XVII). Op het bastion naast de Lemsterpoort een met riet bekleede, later met hout beschoten windkorenmolen (1755, blijkens jaartal op een balk): achtkante bovenkruier met stelling (zeer vervallen). Smallingerland SMALLINGERLAND. Boornbergum. e. De ned. herv. kerk (1871) bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII B). Koperen collecteschaal met opschrift en: 1614. Klok, in 1734 gegoten door Nicolaas Muller te Amsterdam. Drachten. e 1. De ned. herv. kerk, in 1743 gebouwd ter vervanging van de twee oudere kerken van Noorderen Zuider-Drachten (reeds in 1741 gesloopt), is een op T-vormig grondplan opgetrokken gebouw, met een houten spits op den noordelijken arm. In den voorgevel van dezen arm de hoofdingang, waarboven, in een zandsteenen omlijsting, eenige wapens en een opschrift met: 1743; hooger in dezen gevel nog een wapensteentje. Inwendig: houten tongewelven met geprofileerde schinkels; boven het noordportaal een houten galerij. De kerk bezit: Fraai gesneden eiken preekstoel (1743, stijl Lodewijk XV) met trap. Orgel met rugpositief, in 1820 vervaardigd door J. A. Hillebrand te Groningen, blijkens een opschrift op het lampet; op de kast zes groote beelden. Gesneden eiken heerenbank, in 1744 vervaardigd door C. Kooijstra, met bekroning, waarin wapens en namen van kerkvoogden; dergelijke bank (i 1750) met bekroning, waarin afgehakt alliantiewapen. Gesneden bordje (+ 175°) voor de collectezakjes. Vier gebeeldhouwde zerken (XVIII), zeer afgesleten. Vier gebrandschilderde glazen, in 1743 vervaardigd door Ype en Jurjen Staak, in 1916 gerestaureerd door Nicolas te Roermond. Avondmaalszilver: zes bekers, waarvan een gegraveerde met opschriften: 1680; dergelijken beker (1787); twee gelijke bekers met opschriften en: 1829; twee gelijke bekers met opschriften en: 1849. Klok, in 1746 gegoten door J. Borchardt te Groningen. 2. De doopsgezinde kerk, in 1790 gebouwd, is een eenvoudig rechthoekig zaalkerkje met pilastergevels en een ingang in de oostelijke lange zijde, waarboven een steen met opschrift en: 1790. Zij bezit: Gesneden eiken preekstoel (1790, geverfd). . Tegen den wand achter den preekstoel een stuc-versiering met festoenen en kinderfiguren op consoles. Orgel (i 1800). Banken (± 1800) met eenvoudig snijwerk. g 1. Hoek Moleneind zuidzijde en Zuiderbuurt. Huis (XVIII d) met twee puntgevels, op elk waarvan een schoorsteen; kroonlijst op kleine consoles. 2. Moleneind zuidzijde A 117. Huis (± x8oo gepleisterd) met vooruitspringende en verhoogde middenpartij, waarop een halsgevel met aanzetkrullen en segmentvormige bekroning. 3. Hoek Zuiderbuurt en Zuidkade. Gevel (± 1800) met tandlijst. Wolfdak met twee schoorsteenen. Het achtergedeelte, pakhuis, heeft een verhoogd zoldervenster, waarop een driehoekig fronton. Kortehemmen. e. De thans ned. herv. kerk, 4; 1300 gebouwd van groote moppen, in 1620 gewijzigd, bestaat uit een rechtgesloten schip met een vernieuwden en gepleisterden westgevel. Tegen de zijmuur een tot de gootlijst opgaande spitsboogstelling tusschen lisenen. In den oostmuur, die waarschijnlijk een vroegere koorsluiting vervangt, jaartal- ankers: 1620. Aan de noord- en aan de zuidzijde een segmentvormig getoogde, dichtgemetselde ingang. In den zuidmuur een steen met opschrift en: 1620 (afgesleten); hierboven een engelenkopje. Inwendig: aan den zuidmuur sporen van vroegere overwelving. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII A). Doophek (XVII A). Eiken lezenaar (XVII A). Fragmenten (1700 en 1711) van grafzerken. Op het kerkhof een klokkenstoel, waarin een klok in 1750 gegoten door J. Borchardt te Groningen. Nijega. a. Een strijdhamer van serpentijnsteen en vuursteenen dolken, hier gevonden, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk, in 1850 geheel vernieuwd, bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII B, geverfd). Twee klokken, waarvan een in 1320 gegoten door Stephanus, en een in 1783 door Christiaan en Jan Seest. Oudega. e. De ned. herv. kerk (H. Agatha), 4: 1100 °Pge* trokken, in 1599 en XVIII a gewijzigd, in 1921 gerestaureerd met rijkssubsidie, is een hoofdzakelijk tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip, een in 1599 met een baksteenen muur recht gesloten koor, en eenen vierkanten, vrijstaand voor den westgevel geplaatsten, toren (± 1200; XVI A inwendig gewijzigd) met een pyramidevormige baksteenen spits (1888, ter vervanging eener vroegere van tufsteen). De westgevel en de zijgevels van het schip zijn versierd met rondbogige nissen, waarboven een rondboogfries. Het koor, opgetrokken van tufsteen en groote moppen heeft in den oostgevel (herbouw d in 1921) jaartalankers: 1599. Tusschen schip en toren is (XVI A ?) eene verbinding aangebracht, waartoe de westgevel \ an het eerste en de oostniuur van den laatsten zijn doorbroken. In den noordmuur van het schip kleine rondbogige vensters en een dichtgemetselde spitsbogige ingang (XVIa) van profielsteen; in dien van het koor spitsbogige vensters (in 1921 hersteld). In den zuid- en in den oostmuur groote rondbogige vensters (XVlIIa). Aan de zuidzijde een ingang als aan de noordzijde. De toren heeft aan de westzijde een (later ingebroken ?) rondbogigen ingang, als die in den toren te Bergum; zijn oostmuur is gedeeltelijk van groote moppen. In het bovengedeelte aan elke zijde twee rondbogige galmgaten. Inwendig (in 1921 geheel gerestaureerd): over de benedenruimte van den toren een vernieuwd kruisgewelf; inden oostmuur een later aangebrachte doorgang naar de kerk, de eerste verdieping is aan de binnenzijde bemetseld met afwisselende lagen van tuf- en groote baksteen en heeft sporen van een weggebroken gewelf; in den oostmuur de moet van een groote, dichtgemetselde rondbogige opening, waarin later weer een kleinere doorgang is gebroken, in verbinding staande met de orgelgalerij in de kerk, naast deze opening overblijfselen van een baksteenen trap, w aar schijnlijk van een vroegere verbinding tusschen toren en kerk. In de benedenruimte staat een eiken strafblok met paal en kettingen. De kerk bezit: Kenvoudigen eiken preekstoel (X\ II B, gewijzigd). Eiken doophek (XVII B). Doopbekken op ijzeren voet (± 1600). Gesneden heerenbank (^ 1650, in 1921 hersteld en vergroot) met overhuiving en wapens-Haersma en —l-larckama» Twee zandstcenen doodkisten (XI\) cn een deksel (XIV) eener doodkist, versierd met abtsstaf en traceeringen (in den tuin der pastorie); voor den zuidelijken ingang een zerk (XIII ?) van roode Bremersteen. Vier groote gebeeldhouwde zerken (1655, 1717, 1734 en 1753) van het geslacht Haersma; twee kleinere zerken (1742 en XVIII b). Vijf gebrandschilderde glazen, blijkens opschriften in 1717 vervaardigd door Ype en Jurjen Staak. Drie psalmbordjes (XVIII). Elf groote wapenborden (1707, 1709, 1717, 1720, 1723, 1729, 1734, 1742, 175 3. i778> i792) met wapens van leden van het geslacht Haersma en hunne echtgenooten, in rijk gebeeldhouwde omlijsting. Klok, in 1716 gegoten door Jan Albert de Grave te Amsterdam. Rottevalle. e. De ned. herv. kerk, XVIII a gebouwd, bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII B). ' Tinnen schenkkan en schaal (XVIII). Klok, in 1722 gegoten door Jan Albert de Grave te Amsterdam. Smalle-Ee. a. Een bovenstuk van een bolpot met buisvormige tuit, gevonden ter plaatse van het voormalige klooster, is in het Friesch museum te Leeuwarden. e. Van de voormalige abdij smelna, een dubbelklooster der Augustijnen, XIII voor het eerst vermeld, later een klooster van Benedictinessen, in 1581 gesloopt, zijn in 1922 ontgraven de fundamentgreppels der kloosterkerk, met halfrond-gesloten koor ; voorts zijn gevonden scherven van vaatwerk (XII), en een tweetal baksteenen doodkisten (XIV ?), waarvan eene thans in het Friesch museum te Leeuwarden. sneek De Wilgen. a. Een bijl van gepolijste hoornsteen, hier gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. SNEEK. a. Voor-historische, Roweinsche en%. monumenten. Zilveren munten (± zoo n. Chr.) van Septimius Seve- rus, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. b. Vwdedigingswerken. Van de ±1613 aangelegde, XIX geslechte, vestingwerken is bewaard gebleven : de waterpoort, brugge poort over het vaarwater de Geeuw, i 1613 gebouwd, in 1758 vernieuwd, in 1878 gerestaureerd met rijkssteun. Zij bestaat uit twee achtkante torens (1613) van bak- en bergsteen, met ingesnoerde achtkante spitsen, tusschen welke een in 1758 herbouwde brugboog is gemetseld, waarop, boven een portiek met door vierkante hoekpijlers en ronde zuilen gedragen bogen, een poortwachterswoning is opgetrokken. Aan de stadszijde, tusschen twee met baksteen bekleede hoofden, een brugboog met zandsteenen boogblokken en sluitsteen met leeuwenkop en: 1758; aan de buitenzijde een dergelijke boog. De portiek heeft een wolfdak met, aan de stads- en aan de buitenzijde, twee trapgeveltjes met zandsteenen klauwstukken en twee kruiskozijnen; twee steenen met het stadswapen. De torens bestaan uit twee achtkante geledingen, gescheiden door een rijk gebeeldhouwd zandsteenen fries ; onder de gootlijst een boogfries. Inwendig : in beide torens gemetselde trappen. d. Wereldlijke openbare gebouwen. Het raadhuis, vermoedelijk XVII c gebouwd, in 1760 gewijzigd, bestaat uit kelderverdieping, hoofd- en boven- verdieping en wordt gedekt door een wolfdak met een achtkant koepeltorentje op het midden en twee vierkante schoorsteenen op de hoeken. De vijf vensters breede voorgevel (1760), versierd met Rococo-beeldhouwwerk, vervaardigd door Johannes Georg Hempel (maker van preekstoel, doophek enz. te Seksbierum, zie blz. 28), heeft een rechte kroonlijst op consoles met kinderfiguurtjes, waarboven twee dakvensters in gesneden omlijsting, middentravee met gesneden deur in gebeeldhouwde omlijsting, waarvoor een gebeeldhouwde dubbele stoep met lantaarnpalen en bordes van hardsteen, in 1745 vervaardigd door Gerben Nauta (maker van preekstoel en doophek te De Lemmer, zie blz. 234). Inwendig (1924-192 5 gerestaureerd door W. Penaat en J. Linse): vestibule met gesneden deuren, stucwanden en stucplafond, waarin de stedemaagd met wapen; doorgang naar het trappenhuis met architraaf op twee karyatiden van stuc; eiken trap (1760) op gesneden keepboom en met gesneden balusters, trappenhuis met stucwerk, alles in Rococostijl. Groote raadzaal met gesneden dubbele deuren, pilasters en lambrizeeringen (1760), stucplafond met koof, schoorsteen met gebeeldhouwden marmeren stoel en gesneden houten boezem, alles uit denzelfden tijd; goudleeren behangsel (XVIII c, in 1924 gerestaureerd door J. Linse). In de kleine raadzaal: twee schilderijen (XIX a), voorstellend de Ooster- en de Noorderpoort te Sneek ; geschilderd bord (1652) met opschrift vermeldend het eerburgerschap van Henriette Catharina, prinses van Oranje, vroeger schoorsteenstuk in de raadzaal; gedreven zilveren beker, in 1696 door Henriette Catharina aan de stad geschonken (merken: Augsburg en I.H.P.); zilveren kan (1697) met gedreven ornament, blijkens opschrift eveneens geschonken door prinses Henriette Catharina (merken : Augsburg en C.P. = Cornelius Poppe); vier zilveren degens (XVIII c) ; zilveren stadssleutels (XVIII c) ; twee met zilver beslagen drinkhoorns (1529 en XVI d), waarvan een van het groot- en een van het kleinschippersgilde ; zilveren gildeteeken (1802) van het Amsterdamsche beurtschippersgilde ; zilveren bodeteeken (1742) ; dergelijk bodeteeken (1757), gemerkt H. M. ; zilveren brandewijnkop (1692) met lepel, volgens opschrift behoorende aan de stad (merken: Sneek, V = 1692 en meesterteeken H. I.); twee messen (+ 1750) met zilveren heften, waarop het gemeentewapen en merk: boompje. In eene vitrine worden bewaard plaatselijke curiosa, als: een ijzeren helm (XVI B) volgens overlevering van Grooten Pier ; een gedreven koperen pot (XVII A), enz. Op de bodenkamer bevinden zich twee schilderijen (1752, door Ype Staak), voorstellend de Jousterkade en de Waterpoort ; gegraveerde portretten, voorstellend de admiraals Tjerk Heddes de Vries en Auke Stellingwerf; gezicht op Sneek uit het Zuiden (1717, door P. Ypes); gezicht op het in 15 72 verwoeste klooster Thabor (X VlIIb). Op den zolder drie bronzen kanonnetjes (1692, blijkens opschrift). Klok, in 1658 gegoten door Jelte, Pier en Johan Riemers Gravius van Hoeytema. e. Kerkelijke gebouwen. x. De ned. herv. kerk (H. Martinus), waarschijnlijk omstreeks 1500 gebouwd (het koor werd in 1498-1503 opgetrokken), in 1681—1682 aan de westzijde ingekort, in 1924—1925 gedeeltelijk hersteld, bestaat uit een driebeukig schip met een sacristie (XVI a) tegen den zuidbeuk, een noordelijken dwarsarm (± 1800) met een half-achtkant traptorentje in den oostelijken hoek, een driezijdig gesloten westeinde (1682) ter vervanging van den gesloopten westtoren, een 5/io-gesloten koor, met een tegen den oostelijken sluitmuur gebouwd portaal, en een achtkant koepeltorentje (in 1771 gebouwd door Eibert Dirks, timmerman te Makkum, naar teekeningen van P. Nijsloot) op de oostzijde ter plaatse van een vroegeren dakruiter. In de zijbeuken spitsbogige vensters met zandsteenen negblokken tusschen eenvoudige, eensversneden steunbeeren; in het koor vensternissen met geprofileerde dagkanten en zandsteenen negblokken, de vensters in 1682 gewijzigd en rond afgedekt; tegen de hoeken der koorsluiting tweemaal versneden steunbeeren met zandsteenen hoekblokken en banden. Onder de vensters een doorgaande, geprofileerde zandsteenen waterlijst. Aangebouwd oostelijk portaal (XVIII a) met hoekpilasters en rechte kroonlijst; ingang met Dorische portiek, bekroond door een driehoekig fronton. De westelijke sluiting (1682) heeft groote rondbogige vensters, tusschen rechte, pilastervormige steunbeeren; westelijke ingang, geflankeerd door pilasters, waarop een driehoekig fronton. Tegen den zuidbeuk een portaal met houten portiek, waarop een dergelijk fronton. De sacristie (XVI a, in 1924 gerestaureerd) heeft een puntgevel met ronde hoekpilasters (toppilaster XIX vervangen door een schoorsteen), te halver hoogte van het muurwerk een omloopend rondboogfries (XVI a); segmentvormig getoogde vensters met dagkanten van profielsteen. De noordelijke dwarsarm heeft een classicistischen ingang (^ 1800) met hardsteenen pilasters en driehoekig fronton, geflankeerd door twee rondbogige nissen. De in 1682 verlaagde middenbeuk heeft geen eigen vensters en wordt gedekt door een zadeldak, de zijbeuken hebben lessenaarsdaken, die hieronder tegen den middenbeuk aansluiten. Inwendig: over den middenbeuk een segmentvormig stucgewelf (XVIII a) ter vervanging van een vroegere houten overwelving, waarvan zich nog overblijfselen (XVI a) boven het tegenwoordige bevinden; over de zijbeuken een vlakke zoldering. Tusschen hoofd- en zijbeuken twee rijen van zuilen (1682) met Toscaansche kapiteelen, waarop vlakke pilasters rusten, welke de gordelbogen dragen; ronde scheibogen, waarboven rechthoekige, ondiepe nissen. Tegen de hoeken der koorsluiting ronde schalken met eenvoudige kapiteel en 1500). In den zuidbeuk de ingang der sacristie met opgeklampte deur (XVI a) van blank eikenhout met fraai paneelwerk. In het oostportaal een portiek van bak- en zandsteen met gebeeldhouwde boogblokken, een hoofdgestel met halfrond fronton en, in het fries, een Latijnsch opschrift; in de aanzetsteunen van den boog: 1652. In de benedenverdieping der voormalige sacristie, de consistoriekamer met betimmering en zoldering (XVIII c, groen geschilderd), eenvoudige schoorsteen (XVIII c); op de bovenverdieping balkenzoldering met sleutelstukken (XVI a), zandsteenen schouw (± 1500). In den noordelijken traptoren een gemetselde spiltrap. De kerk bezit: Eiken preekstoel,in 1626 vervaardigd door Barteld \v ïnsents, met gegroefde Korinthische zuiltjes op de hoeken Orgef met rugpositief, in 1710-1711 vervaardigd door Arp Snitger. . ,Vvttt ^ Eiken lambrizeering met gesneden siervazen (XV111 d in de koorsluiting). Twee eenvoudige banken (XVII d) met eenig snijwerk. Onder den houten vloer de volgende grafzerken, in 1924 tijdelijk blootgelegd: zerk (XVI A) met opschrift in gothische letters; vijf gebeeldhouwde kinderzerken voor de familie van Roorda-Lyaukema, met wapens en. 155 groote gebeeldhouwde zerk (1560, door Vincent Lucas), voor Frans van Roorda (j* 15 5 ?)>waPens en kwartieren, zerk (XVI c) met wapen; groote gebeeldhouwde zerk (XVI d) voor Lutz van Dekema, huisvrouw van Minne van Eming, met twee figuren en wapens; dubbele zerk voor Gatze van Andringha (f 1622), met wapens; groote gebeeldhouwde zerk voor Petronella Fereres (t 1660), met wapen; dubbele gebeeldhouwde zerk voor Alexandrina Balbian, huisvrouw van Gisbert Griex, Josina Griex en Gisbert Griex (f 1661); zerk (1670 ?) met wapen, en een dergelijke aansluitende zerk; groote gebeeldhouwde zerk (XVII d) voor Rintse Watses Haenstra (in 1669 tot schepen gekozen); gebeeldhouwde zerk (XVIII d) voor Richtje Hogenburgh( f 1784), huisvrouw van Claas Goslinga, burgemeester; zerk (XVIII d) voor Jan Harmens van der Nagel, oud-schepen. Drie eikenhouten wapenborden (XVII d, wapens afgehakt), met gesneden vleugelstukken en bekroningen. In de catoecheseerkamer een schilderij gemerkt HMO 1671, voorstellend een ruitergevecht en David met de harp in den trant van Pieter de Grebber; Geschilderd houten gedenkbord (XVII c) met Latijnsch opschrift betreffende Petrus Moll (1596—1669), hoogleeraar aan de hoogeschool te Franeker. Avondmaalszilver: collecteschaal met het stedelijk wapen en: 1769, (merken: I. R.); twee dergelijke schalen (1779, merken: Sneek, Friesland, B. en I. R.) Groote of heeluursklok, in 1446 gegoten door Steven Butendyc. Klokkenspel van zes-en-twintig klokken, waarvan vijfen-twintig in 1771 gegoten door Joh. Borchardt te Enkhuizen, met koperen trommel vervaardigd door Borchardt en Hermanus Eekhof, uurwerkmaker te Enkhuizen. Gedenksteen (1682) betreffende de herstelling. In een houten klokkenstoel ten Zuiden van de kerk hangen twee klokken, waarvan een in 1543 gegoten door Joh. ter Steghe en een in 1767 door J. Borchardt. 2. Singel 28. De doopsgezinde kerk, XIX a gebouwd ter plaatse eener oudere, heeft een classicistischen pilastergevel der Dorische orde, bekroond met een breed driehoekig fronton. 3. De r. k. kerk (H. Martinus). Vier rijk gesneden reliekhouders (XVIII c), waarvan twee van verguld en twee van zwart geschilderd hout, en een albasten relief (XVII, vermoedelijk Duitsch werk), de Kruisiging van Christus voorstellend, uit deze kerk afkomstig, zijn thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. g. Particuliere gebouw 'en. Trapgevels meerendeels met zandsteenen lijsten en afdekkingen, toppilaster op draagsteen met kopje en sierankers: 1. Singel 48. Gepleisterde trapgevel (1619). 2. Hoogend 15. Dergelijke gevel (XVII a); gebeeldhouwde boogblokken, drie ovale lichtopeningen. 3. Grootzand 62. Dergelijke gevel (XVII A). 4. Kleinzand 1. Dergelijke gevel (XVII A). Gevelsteen (XVII A) met afgehakt wapenschild. 5. Kleinzand 33. Dergelijke gevel (XVII A). 6. Kleinzand 68. Dergelijke gevel (XVII A). Gevelsteen met pot, op draagsteen. 7. Kleinzand 96 en 98. Dergelijke gevel (XVII A). Ingezwenkte halsgevels, meerendeels met gebeeldhouwde aanzetkrullen en gebogen of driehoekig fronton: 8. Geeuwkade 31. Gevel (1720). 9. Singel 80. Dergelijke gevel (1781). 10. Singel 25. Dergelijke gevel (XVIII d). 11. Singel 33. Dergelijke gevel (XVIII d). 12. Singel 59. Dergelijke gevel (XVIII d). 13. Kleinzand 34. Dergelijke gevel (XVIIId). Gesneden deur in omlijsting. 14. Leeuwenburg 20. Dergelijke gevel (X\ III d). Classicistische ingang met pilasters en kroonlijst. 15. Wijde Noorderhorne 5. Dergelijke gevel (XVIIId). 16. Paardesteeg 4. Dergelijke gevel (XVIIId). Op den met wapens versierden top een siervaas. 17. Grootzand 4. Dergelijke gevel (XIX a). 18. Kruizebroederstraat 53. Dergelijke gevel (XIX a). 19. Kruizebroederstraat 59. Dergelijke gevel (XIX a). 20. Kruizebroederstraat 69. Dergelijke gevel (XIX a). In den top een ronde lichtopening. Eenvoudige deur tusschen pilasters. 21. Scharnestraat 4. Dergelijke gevel (XIX a). 22. Singel 76. Dergelijke gevel. 23. Singel 90. Dergelijke gevel. Gevels met rechte kroonlijst: 24. Rienck Bockemakade 7 en 8. Dubbel heerenhuis (± 175°) met vooruitspringende driekante middenpartij, te weerszijden waarvan ingangen met gesneden pilasters en deurkalven. Inwendig: vertrekken met betimmeringen, plafonds en schoorsteenmantels (XVIII c). 25. Grootzand 18. Gevel (XVIII d), met op het midden een gebogen fronton. 26. Grootzand 60. Dergelijke gevel (XVIII d). 27. Kleinzand 4. Dergelijke gevel (XVIII d). Op het midden een houten halsgevel met gesneden vleugelstukken, gebogen fronton en medaillon. Ingang geflankeerd door pilasters; gesneden deur. 28. Kleinzand 60. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesneden deur in omlijsting. 29. Leeuwenburg 10. Dergelijke gevel (XVIII d) met driehoekig fronton en gebeeldhouwd fries. 30. Wijde Noorderhorne 1. Dergelijke gevel (XVIII d). Driehoekig fronton, waarin medaillon met buste en ornament. Ingang met pilasters, waarboven een venster in gesneden omlijsting. Inwendig: kamerbetimmeringen. 31. Biesketorensteeg 1. Dergelijke gevel (XlXa). Kroon- lijst op gesneden concoles; driehoekig fronton. Boven de deur een hertenkop. 32. Geeuwkade 15. Dergelijke gevel (XIX a) met vooruitspringende middenpartij, bekroond door een driehoekig fronton, waarin medaillon met buste. Gesneden bovenlicht. 33. Kleinzand 10. Dergelijke gevel (XIX a). 34. Kleinzand 12. Dergelijke gevel (XIX a). Gesneden deur in omlijsting. 35. Kleinzand 18. Dergelijke gevel (XIX a, eenvoudig). 36. Kleinzand 22. Dergelijke gevel. 37. Kleinzand 42. Dergelijke gevel. Ingang met venster daarboven in gesneden omlijsting. 3 8. Geeuwkade 67. boerenwoning (± i 800), bestaande uit drie gedeelten: een middenpartij met wolfdak, geflankeerd door twee zijpanden met puntgevels op de zijkanten. Boven den ingang in het middengedeelte is een houten dakkamer op twee baksteenen pijlers uitgebouwd, met een ingezwenkt halsgeveltje. Fragmenten en details van buitenarchitectuur: 1. Suupmarkt 16. Verminkte gevel (XVI b, gepleissterd). Vensternissen afgedekt door uitgekraagde korfbogen, in de dammen rustend op drie kopjes. Bovendeel en onderpui verbouwd. 2. Oude Koemarkt 19. Gevel (XVI c, verminkt) met overkraging op engelenkopjes. 3. Kleinzand 90. Verminkte gevel (XVI d) met korfbogige vensternissen in omlijsting van profielsteen. Ovale lichtopening in gebeeldhouwde omlijsting. Sierankers. 4. Gedempte Poortezijlen 5. Verminkte gevel (1624) van bak- en zandsteen. Gevelsteen (Mercurius) en sierankers. 5. Singel 79. Toppilaster (XVII a) op engelenkopje. 6. Hoogeind 24. Verminkte trapgevel (XVII b). Ellipsvormige ontlastingsbogen met zandsteenen boogblokken; gevelsteen, waarin passer en schietlood. 7. Gedempte Poortezijlen 1. Verminkte gevel (X Vllb) van bak- en bergsteen. Sierankers. 8. Grootzand 51. Verminkte trapgevel (± 1650). Toppilaster op kopje. Lichtopeningen in omlijsting van profielsteen. 9. Grootzand 70. Steen (XVII A) met engelenkopje. 10. Grootzand 63. Sierankers (XVII). 11. Kleinzand 22. Winkelhuis met gesneden deur en bovenlicht (XVIII d). 12. Ylsterkade 19. Gesneden bovenlicht (XVIII d). Gevelsteenen, voorzoover nog niet vermeld: Grootzand 78 (XVII, met wapens); Singel 19 (1770, oliemolen); Leeuwenburg 14 (1790, wapen); Grootzand 31 (XVIII d, rogmolen). b. Varia. Een koperen aquamanile (XIII) in den vorm van een leeuw, in 1827 gevonden op het kerkhof, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Twee zandsteenen schoorsteenkaryatiden (XVIB), ieder een wapenschild houdend, twee karyatiden (XVII), Adam en Eva voorstellend, afkomstig uit het voormalige Albadahuis, en een koperen braadschotel (XVII) zijn eveneens in het Friesch museum. Overblijfselen van een planetarium door C. Jz. van der Meulen in het Armhuis te Sneek. Een vuurstolp (1775) van geel verglaasd Friesch aardewerk, met opschrift, is in het Gemeentemuseum te 'sGravenhage. Stavoren STAVOREN. a. Een vöorraadsvat (X) van roodbruine aarde, achter de kerk gevonden, Frankisch vaatwerk (IX B), en een signaalfluitje (IX) van gebakken aarde, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. e i. De ned. herv. kerk (H. Maagd en H. Odulphus), oorspronkelijk waarschijnlijk de moederkerk van Sudergo, behoorende aan de voormalige abdij van den H. Odulphus, is XIX geheel verbouwd. Zij bezit: Preekstoel (XVII b) met gegroefde Korinthische hoekzuiltjes. Eenvoudig orgel (XVIII d) met rugpositief, gesneden vleugelstukken en consoles. Schotwerk (XVI d) met gesneden fries, afkomstig uit vroegere familiebanken. Zerkje (1589); vier zerken (1624, 1658, 1669, 1726) gedeeltelijk zichtbaar onder de banken; groote gebeeldhouwde zerk (XVIII c, afgesleten). Vijf koperen kronen, waarvan de kleinste (XVII a), een groote (XVII d) en drie kleinere (XVII d). Avondmaalszilver: twee gegraveerde bekers, waarvan een (1603) en een (1643) met opschrift en merk H Y. Klok, in 1629 gegoten door Hans Falck van Neurenberg. 2. De doopsgezinde kerk bezit: Drie zilveren Avondmaalsbekers met wapens, opschrift en: 1745, (merken: twee onleesbaar, jaarletter K, meesterteeken J. D. = Jan Doedes ?); drie dergelijke bekers met hetzelfde opschrift en jaartal (merken: Bolsward, Friesland, jaarletter K, meesterteeken E. \\\). b. Een drinkhoorn van buffelhoorn, blijkens een gegraveerd opschrift op den verguld zilveren band om den Tietjerksteradeel mond, in 1397 vervaardigd voor de broeders van het SintAntonisgilde, en met zilveren beslag, gemerkt 1.1., is thans in het bezit van het Friesch genootschap. Een andere buffelhoorn (XVI) met gegraveerd zilveren beslag (XVII b) en band (1643), blijkens opschrift afkomstig van de „grootschippers", is in het Rijksmuseum te Amsterdam. Een gouden mantelspeld (XIII), vervaardigd van een munt van de dynastie der Almohaden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. TIETJERKSTERADEEL. Bartelehiem (Betlehem). h. Een verzameling zilveren bisschopsmuntjes (XII), gedeeltelijk gemunt te Stavoren, in 1888 gevonden ter plaatse van het voormalig klooster Betlehem, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Bergum. d. Het raadhuis van Tietjerksteradeel (+ 1800, voormalig woonhuis der familie Sminia) heeft boven de middentravee een verbouwden halsgevel. Deur met bovenlicht tusschen eenvoudige pilasters. e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), waarschijnlijk i 1100 gebouwd, XIII B verbouwd en vergroot, in 1581 ontluisterd en gedeeltelijk verwoest, XVII en XVIII hersteld en gewijzigd, is een grootendeels baksteenen gebouw, bestaande uit een oorspronkelijk driebeukig schip, welks zijbeuken vermoedelijk in 1581 zijn gesloopt; een dwarspand; een vierkant, halfrond-gesloten koor; en eenen vierkanten toren (^ 1100, XIII B verhoogd), met ingesnoerde achtkante spits. De westmuur van het schip, te weerszijden van den toren, is van tufsteen met lisenen, een overblijfsel ( — 1100) van de oorspronkelijke kerk. In den van groote moppen opgetrokken noordmuur drie gedichte spitse scheibogen, waarboven een vernieuwd gedeelte van kleine baksteen; in de tweede travee van het Westen een korfbogige ingang (XVI d ?) en in elk der gedichte traveeën een later ingebroken spitsbogig venster. De baksteen \ ertoont hier en daar sporen van brand. Het dwarspand heeft aan noord- en zuidzijde puntgevels, waarvan de noordelijke nog de oorspronkelijke nisversiering bezit; in beide dwarspandarmen gedichte, en later weer ingebroken spitsboogvensters, ingangen en sporen van verbouwingen. In de koormuren gedrukt-spitsbogige vensters geflankeerd door spitsbogige nissen, gevuld met zorgvuldig gemetselde ruit- en vischgraatvormige vlechtingen; de vensters hebben in de dagkanten gedeeltelijk weggebroken ronde kralen. Onder de gootlijst een vlak gemetseld rondboogfries tusschen lisenen. De geheel gewijzigde zuidmuur van het schip heeft een rondbogigen ingang met in de aanzetensluitsteenen: Johannes vanGlinstra,en: 1707. De toren bestaat uit drie een weinig versnijdende geledingen (± 1100) van tufsteen bekroond door een zaagtandfries, waarboven een geleding van baksteen met gekoppelde rondbogige galmgaten; aan de westzijde der onderste geleding een met groote moppen dichtgemetselde, rondbogige ingang; in de derde tufsteenen geleding dichtgemetselde rondbogige galmgaten. Inwendig (meermalen gewijzigd en gewit): over schip en koor gemetselde koepelachtige gewelven op halfronde ribben; die in het schip vierdeelig, waarvan twee met een sluitring; dat over het koor achtdeelig met een sluitring; over de koorsluiting een straalgewelf, welks ribben neerkomen op schalken, te halver hoogte eindigend op kraagsteenen. De ribben en gordelbogen der overige gewelven rusten op muurpijlers met eenvoudige afgeschuinde kapiteelen. In de armen van het dwarspand aanzetten en muralen van weggebroken gewelven, thans vervangen door een vlakke zoldering. In de westelijke muren dezer armen dichtgemetselde scheibogen naar de vroegere zijbeuken, welker profielen teniet loopen tegen de scheibogen van de middenbeuk. Het schip staat met den toren in verbinding door een rondbogig portaal.In de benedenruimte van den toren aanzetten van een gesloopt koepelgewelf; in drie verdiepingen hierboven dergelijke aanzetten. Boven de gewelven heeftdeoostmuurvandentoren, onder de dichtgemetselde galmgaten, een moet van een vroeger zadeldak. De kerk bezit: Overblijfselen (XIII B) van een sacramentshuisje, in het koor. Eiken preekstoel (XVII c) met gesneden paneelen, trap met gedraaide balusters en gewrongen trappaal. Orgel (1788) met rugpositief, gesneden kast met vier beelden voorstellend het Geloof, David met de harp, en bazuin-engelen; gesneden lampet met: 1788. Tien familiebanken, waarvan vijf (XVII a) en vijf (XVII c) met overhuivingen. Groote gebeeldhouwde zerk (XV a), gedeeltelijk onder den houten vloer; gebeeldhouwde zerk (1615) van het geslacht Haersma, met opschriften en jaartallen: 162a en 1663 : dergelijke zerk (1654) met wapen-Bouricius en kwartieren; verschillende eenvoudige zerken (XVII en XVIII). Avondmaalszilver: twee bekers op voet, met wapens, gegraveerd opschrift en: 1643 ; een dergelijken beker met: i837- Klok, in 1662 gegoten door Jurjen Balthasar. g 1. I 273. Huis met ingezwenkten halsgevel boven de middentravee; segmentvormig fronton, waarin: 1735; op de zijkanten een rollaag; aanzetkrullen. 2. I. Boerderij met ingezwenkten halsgevel, waarin H.T. (Haye Tjallings, oud-grietman), aanzetkrullen en gebogen afdekking van den top boven de middentravee, waarin: 1773. Ingang tusschen gegroefde Dorische pilasters. Bergumerheide. a. Een groote zwerfsteen ligt op het plein voor de school. Eernewoude. e. De ned. herv. kerk (1774) bezit: Eiken preekstoel met fraai snijwerk en in het ruggeschot namen van kerkvoogden en: 1699. Zilveren Avondmaalsbeker van Garijp, Suameer en Eernewoude, met opschrift en: 1717 (merken: B. RA. O. en twee wapens ?, waarin de catalogus der Tentoonstelling van Friesch zilverwerk 1927, nr. 184, die van Friesland en Leeuwarden herkent). Twee tinnen kannen (XVIII). Klok, in 1500 gegoten door Gerhardus van Wou. Eestrum. e. De ned. herv. kerk (H. Petrus), XIII A gebouwd, oorspronkelijk wellicht behoorend tot de Munstersche Achtkarspelen, is van groote baksteen opgetrokken en bestaat uit een schip, een halfrond-gesloten koor, en eenen vierkanten toren met zadeldak. Aan de noordzijde van het schip twee dichtgemetselde ingangen (XV d), waarvan een spits- en een segmentbogig; van een vroegeren romaanschen ingang is nog een afgeschuinde impost aanwezig. Tegen de afscheiding van het koor twee later aangebrachte steunbeeren. Onder de gootlijst een rondgaand keperboogfries. In schip en koor kleine rondbogige vensters. De toren heeft hoeklisenen, rondboogfriezen en in de topgevels nisversieringen. Inwendig (geheel gewit): over schip en koor gemetselde baksteenen gewelven, met zeer gedrukt-spitsbogige gordelbogen, neerkomend op muurpijlers; twee vakken zijn overkluisd met achtdeelige gewelven met halfronde ribben, waarvan de middenrib is doorgevoerd om den gordelboog, en sluitringen; de westelijkste travee heeft een (later gewijzigd ?) vierdeelig gewelf op vierkante ribben, die rusten op ronde aanzetten. De kerk bezit: Eenvoudige „kraak" of galerij, met opschrift en: 1677. Eiken preekstoel (XVII b). Doophek (XVII b) met gedraaide balusters. Gebeeldhouwde zerk (1698, afgesleten) in den toren, en eenige eenvoudige zerken (XVII). Lijkbaar met opschrift, I. v. S., en: 1713. Klok, in 1759 gegoten door Johan Borchardt. Garijp. e. De ned. herv. kerk, in 183 3 gebouwd ter plaatse eener oudere (H. Petrus), heeft van deze nog den uitwendig geheel ommetselden, ingebouwden toren. De kerk bezit: Zerk (XIV) van roode zandsteen; zerk (1780) van generaal Mart. Acronius. Klok, in 1928 gegoten door Andries Obertiin. Een klok, in 1490 gegoten door Herman, uit deze kerk afkomstig, is thans in de kerk te Bested (Sleeswijk). Giekerk. e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), vermoedelijk i 1100 gebouwd, XV gewijzigd, en andermaal XIX c, is een deels van tuf-, deels van baksteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en een vierkanten westtoren, XIX c gebouwd ter vervanging van een vroegeren, aan de zuidzijde geplaatsten toren. De zuidmuur heeft overblijfselen van het oorspronkelijke tufsteenen muurwerk iioo) met rondbogige nissen en fragment van een zaagtandlijst. De noordmuur, geheel met klimop begroeid, evenals een deel van de koorsluiting, is met kleine steen ommetseld; de koorsluiting met hoekschalken bestaat grootendeels uit reuzenmoppen. Inwendig: trekbalken op geprofileerde sleutelstukken (XVI A). De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII b). Doophek (XVII b, geverfd). Koperen doopbekken (XVII) op eiken voet. Overhuifde heerenbank (XVII b) met Korinthische zuilen. Drie gesneden rouwborden (1742, 1744 en 1762) van de geslachten Frisius en Meijer. Zilveren Avondmaalsbeker met gegraveerd wapenSioerda en Andringa, opschrift en: 1660 (merken: Leeuwarden, jaarletter J., I. P., en F.). Drie zilveren schotels (XVII c) met dezelfde wapens. Klok, in 1809 gegoten door Christiaan Seest te Amsterdam. Hardegarijp. e. De ned. herv. kerk, in 1711 gebouwd door den timmerman Eilof Johannis te Wijns, blijkens een steen boven den noordelijken ingang, heeft zes wapensteenen boven dezen zelfden ingang, en in zijn rondboog drie boogblokken met wapens en: 171 x. Oude deur, met spijkers beslagen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII a, later gewijzigd en geverfd) met rijk gesneden paneelen. Koperen zandlooperhouder (XVIII a). Gesneden eiken heerenbank (XVII c) met overhuiving op Korinthische zuilen en bekroning waarin het wapen-Roorda; dergelijke bank (X VIII d). Grafzerken: een (1610-1625); groote gebeeldhouwde (XVII c) van Jan van Roorda (f 1657) en Watze van Roorda (f 1670) met wapens en kwartieren; een (1752). Avondmaalszilver: beker (1735) met cartouche en opschriften (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter V en monogram H. A. met kroontje = Hans Atsma ?). Klok, in 1498 gegoten door Johannes van Wou. g. Aan den Leeuwarder straatweg, ten Oosten van het dorp, huis bennema. Eenvoudige gepleisterde pilastergevel (XVIII d), waarboven een groot dakvenster met vleugelstukken en balcon. h. Overblijfselen van een tufsteenen doodkist (XII?) hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. Oenkerk. e. De ned. herv. kerk (H. Maagd), XIIIA gebouwd van groote moppen als eenbeukige kruiskerk, later gewijzigd door het wegbreken der kruisarmen, bestaat thans uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. In den noorden in den zuidmuur dichtgemetselde rondbogen der vroegere dwarsarmen, waarboven de moet van een zadeldak. Spitsboogvensters (^ 1500?). De (bouwvallige) toren is ommetseld met kleine baksteen. Inwendig: tusschen toren en schip een eenvoudige rondbogige doorgang. De kerk bezit: Preekstoel (XVII b, later gewijzigd en geverfd). Koperen doopbekken op eiken voet (XVII b). Heerenbank (XVII b) met overhuiving. Marmeren epitaaf (^ 1625, geverfd) voor Gellius van Eysinga, met Latijnsch opschrift door P. Winsemius. Groote gebeeldhouwde zerk (i 1550, door Vincent Lucas) met geharnaste figuur, voor Aede Eysinga (f 15 51) en Fried Juckama (f 1545); dergelijke zerk (1621, door monogrammist Y R Pavoor Aede Eysinga ("f 1619) en ?; gebeeldhouwde zerk (XVIII d) voor Jan de Wit, kapitein-ter-zee (f 1786); voor den zuidelijken ingang twee zerken (XVII c, afgesleten). Zilveren Avondmaalsbeker (merken: Leeuwarden, N = 1664, en meesterteeken van Hildebrand Brongersma). In de consistoriekamer een kist (XVI) met zwaar ijzeren beslag. Twee klokken, waarvan een met relief: Kruisiging, in 1494 gegoten door Harmannus en een in 1768 door J. Borchardt te Enkhuizen. Oostermeer. e. Van de in 1869 gesloopte Ned. Herv. kerk staat nog slechts de vierkante toren (XV) van groote moppen, ongeleed, met een zadeldak, en grootendeels met klimop begroeid. Inwendig geheel gewijzigd en tot bergplaats ingericht bevat hij in de bovenverdieping nog slechts een ouden klokkenstoel met: Klok, in 1835 gegoten door van Bergen. Oudkerk. e. De ned. herv. kerk (H. Paulus), XII gebouwd, XV verbouwd, bestaat uit een deels van tuf-, deels van groote baksteen opgetrokken schip, een j/8-gesloten koor en eenen vierkanten baksteenen toren (XIII A, in 1721 en in 1849 hersteld) met zadeldak. De noordmuur heeft overblijfselen van tufsteenen metselwerk (XIV), de zuidzijde is geheel bepleisterd. De toren heeft een rondboogfries onder de gootlijst en en in den oostgevel nisversieringen met vlechtingen; in het bovengedeelte van den westgevel jaartalankers: 1721; aan den voet een anker, waarin gegroefd: 1849 en S. Y. H(amstra). Inwendig (geheel gewijzigd en gewit): in den toren over de benedenruimte een steenen kruisgewelf; een in de muurdikte ftitgespaarde trap voert naar een voormalige torenkapel boven dit gewelf, waarin overblijfselen van een weggebroken gewelf. De kerk bezit: Preekstoel (XVII b, geverfd) met snijwerk in den trant der Vlaamsche Renaissance. Koperen doopbekken op eiken voet (XVII b). Vijf heerenbanken, waarvan een (XVII b) met overhuiving; een (XVII b) in de koorsluiting, met wapensAylva en Eysinga, waarboven een bekroning, met een schilderij (1637), voorstellend Aiozes op Sinaï, in gesneden eiken omlijsting; twee rijk gesneden gestoelten (XVII b) tegen den westgevel; overhuifde bank (± 1700)met rijk snijwerk en wapens-Sminia, waarin zes stoelen (LodewijkXVI). Eenvoudige eiken kerkvoogdenbank (^ 1650). Eiken bank (^ 1650, in den toren). Groote gebeeldhouwde zerk (XVI d), en een dergelijke zerk (1603); onder den preekstoel een dichtgemetselde grafkelder van het geslacht Sminia, en op het kerkhof een grafkelder (XIX a) van dezelfde familie. In de vensters nog enkele oude, groene ruitjes (XVIII), overblijfsels van vroegere gebrandschilderde glazen (door Ype Staak ?). Twee rouwbladen (i734en 1782) in gesneden omlijsting. Avondmaalszilver: twee bekers, waarvan een met opschrift en: 1655 (merken: Leeuwarden, jaarletter D, en meesterteeken H. B. waartusschen een bron=Hillebrand Brongersma); en een met opschrift en: 1788 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter 1., en goudsmidshamer = H. Cuperus). Twee klokken, waarvan een in 1611 gegoten door Gregorius van Hall, en een in 1671 door Petrus Overney te Leeuwarden. h. Een doodkist (XII ?) van roode zandsteen, hier gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Rijperkerk. e. De ned. herv. kerk bezit: Preekstoel (XVII c). Doophek (XVII c) met gedraaide balusters. Vier heerenbanken, waarvan een (XVII c) met overhuiving, een (XVII c) zonder overhuiving; een (XVII d), met overhuiving op gegroefde Ionische zuilen, en een dergelijke (XVIII d, eenvoudig). Zerk (1659) van een predikant; gebeeldhouwde zerk (XVIII d) met wapens en twee dergelijke zerken (XVIIIb). Klok, in 1546 gegoten door Frans Hachser. h. Het huis vijversburg bezit een klok, in 1517 gegoten door Jan Tolhuis, afkomstig van de voormalige Hoeksterpoort te Leeuwarden. Suameer. e. De ned. herv. kerk, in 1769 gebouwd, op grondslagen van een oudere, heeft boven den zuidelijken ingang een cartouche met opschrift en: 1769, waarboven wapenvan Altena. De toren, met kleine steen ommetseld, heeft een ingesnoerde achtkante spits. Zij bezit: Eiken preekstoel, in 1746 vervaardigd door Cornelis Meines, blijkens een opschrift in de halzen der Korinthische kapiteelen van de kuip. Eenvoudige familiebank (XVIII A) van blank eikenhout. Fragmenten (XVIII c) van zes gebrandschilderde glazen, vervaardigd door Ype Staak, in den tijd der Fransche Revolutie geschonden. Eenvoudig Avondmaalsstel (XVII) van tin. Suawoude. e. De ned. herv. kerk (H. Georgius), vermoedelijk XII A gebouwd, in 1922 gewijzigd, is een gedeeltelijk tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip, welks westelijkste traveeën van baksteen zijn, terwijl het tufsteenen halfrond-gesloten koor in 1922 werd gesloopt en naar het Oosten uitgelegd, en uit eenen nieuwen toren met spits. Zij bezit: Eiken preekstoel (1642, geverfd). Eenige eenvoudige zerken (XVII). Klok, in 1617 gegoten door Hans Falck van Neurenberg. Tietjerk. e. De ned. herv. kerk, in 1902 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Martinus), heeft in den toren een gebeeldhouwdengedenksteen, met opschrift en: 1716, betreffende de stichting der vorige kerk. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVIII c). Doophek (XVIII c) met gedraaide balusters. Klok, in 1608 gegoten door Gregorius van Hall. Wijns. e. De ned. herv. kerk (H. Vitus), ± 1200 gebouwd van groote moppen, later verhoogd en meermalen hersteld, bestaat uit een schip, een versmald 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. De zuidmuur is gepleisterd en met klimop begroeid. Op de hoeken der koorsluiting dunne ronde lisenen, rustend op een versnijding aan den voet en opgaand tot onder de gootlijst van profielsteen. Aan de noordzijde een korfbogige ingang, overdekt door een puntboog. De toren, gedeeltelijk bepleisterd en met kleine steen ommetseld, heeft tegen de noordzijde een later aanbouwsel. Inwendig: houten tongewelf, met trekbalken, muurstijlen, korbeelen en geprofileerde sleutelstukken (X VI a). De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII b, geverfd). Doophek (XVII b) met gedraaide balusters. uvtingeradeel Zilveren Avondmaalsbeker (1644) met opschrift (merken: Leeuwarden, N. en I. M. = Jan Melchiors Oostervelt). Twee klokken, waarvan een in 1711 gegoten door Petrus Overney, en een in 1807. UTINGERADEEL. Akkrum. e 1. De ned. herv. kerk, in 1772 gebouwd ter vervanging eener oudere, is een eenvoudig rechthoekig gebouw met eenen vierkanten toren (1882). Boven den ingang een gedenksteen met opschrift en: 1772. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVIII c). Orgel, in 1821 vervaardigd door Hillebrands te Leeuwarden. Heerenbank (XVII) met gesneden ruggeschot, waarin alliantie wapens. Vier gebrandschilderde glazen (1761 en 1762, door Thomas en Tjalling Gonggryp, uit Sneek) met wapens. Avondmaalszilver: beker (± 1650) met afbeelding der vroegere kerk met zadeldaktoren, en opschrift (merken: Leeuwarden, R = 1648 ? en H. I. = Harmen Jacobs); een dergelijken beker, in 1803 vervaardigd door P. Schmidt te Leeuwarden. Klok, in 1698 gegoten door Pieter Vermaten. e. 2. De doopsgezinde kerk, in 1835 gebouwd, heeft een classicistischen ingang met zuilenportiek. Op het dak een achtkante koepel. ƒ. Bij de stichting ..Welgelegen" een tuinkoepel (XVIII B, gewijzigd XIX d). g. Aan de Nieuwe Schouw een boerderij (± i725» stelp) met vernieuwde deur en vensters. Akmarijp. e. Op het kerkhof staat een overhuifde klokkenstoel, waarin: Klok, in 1545 gegoten door Joh. ter Stege. Nes. e. Van de vermoedelijk bij eene Commanderij der Duitsche orde behoorende, XVII gesloopte kerk, bestaat nog slechts het kerkhof, waarop een overhuifde klokkenstoel en: Gebeeldhouwde 2erk (XVIA). h. Een romaansch koperen wierookvat, uit het vroegere klooster afkomstig, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Oldeboorn. e. De ned. herv. kerk (H. Bonifacius), oorspronkelijk moederkerk van het decanaat Borndego, sinds 1243 behoorende aan de Commanderij der Duitsche orde te Nes, XVI verbouwd, in 1737 en andermaal in 1753 gewijzigd en nieuw ommetseld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren (1737). De zijmuren zijn bezet met vlakke pilasters; de westgevel heeft op de hoeken aanzetkrullen rustend op hoekpilasters met gebeeldhouwde kapiteelen, waarin: 1753. De toren bestaat uit een vierkant benedengedeelte met Ionische hoekpilasters, en rondbogige vensters en galmgaten met zandsteenen middenstijl; hierboven een achtkant van drie versnijdende geledingen, waarvan de twee bovenste zijn opengewerkt en gedekt worden door een halfronden koepel, waarop een peer; westelijke ingang van bak- en zandsteen, geflankeerd door Ionische pilasters, waarop een gebeeldhouwde bekroning met de wapensAndringa, -Lycklama en -Scheltinga, geflankeerd door ge- beeldhouwde vleugelstukken; hierboven een gedenksteen in gebeeldhouwde omlijsting, met wapen, opschrift en: 1736; sierankers, waaronder een met: 1737. Inwendig: houten tongewelf met trekbalken op geprofileerde sleutelstukken. De kerk bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVIII c); trap met opengewerkte balusters. Doophek (XVII A, eenvoudig). Koperen doopbekkenhouder (XVIII c). Orgel (1779) met rugpositief; op de orgelkast gesneden beelden. Overhuifde heerenbank (1655) met gesneden bekroning, waarin geschilderd wapen- Lycklama. Graftombe (XVIII c) van zwart en wit marmer voor Reinier van Andringa (f 1754) en Livius Theodorus van Andringa (f 1765), met rijk beeldhouwwerk. Epitaaf van tegels met opschriften: 1612, ter gedachtetenis van Pibboni Ovitius van Abbema,predikant te Zuilen. Grafzerken onder den houten vloer, en onder het koor een grafkelder. Twee klokken, waarvan een in 1529 gegoten door Johannes Gerardus van Wou, en een in 1767 gegoten door Johan Borchard. g 1. Van het voormalige lycklama-state staat naast de kerk nog een baksteenen fragment (XVIII c) van een zijvleugel. z—3. In de hoofdstraat twee ingezwenkte halsgevels (1780 en 1805) met aanzetkrullen en verminkten top. Terkaple. e. De ned. herv. kerk, in 18 5 4 gebouwd op de grondslagen eener oudere (H. Margaretha), bezit: Preekstoel (XVIII, zwartgelakt). Doophek (XVIII, eenvoudig). West-dongeradeel Grafzerk (1570, gemerkt: „Dirck...") voor Kempe en Doutje van Oenema met alliantie- en kwartierwapens; gebeeldhouwde zerk (1610, gem.: Jacob Lows) met figuguren, voorstellende Douwe van Roorda (f 1601) en zijn vrouw Elisabeth de Borghreeff, (f 1615, begraven te Mechelen), met alliantie- en kwartierwapens. Twee psalmbordjes (XVIII). Klok, in 1472 gegoten door Steven Butendiic. g. Van de voormalige oenema-state zijn in een boerderij naast de kerk nog bewaard gebleven: een wapensteen (1604) en, in een der vertrekken, een gebeeldhouwde schoorsteen (XVII a), op twee zuilen met de wapensRoorda. WEST-DONGERADEEL. Bornwerd. a. In de terp van dit dorp zijn een paar vroeg-historische brandurnen gevonden. e. De op een terp gelegen, thans ned. herv. kerk (H. Maagd Maria) is een van groot formaat baksteen opgetrokken, vroeger halfrond, thans rechtgesloten gebouw (XIII B) met een houten torentje op den voorgevel, dat nog gedekt is met de oude holle en bolle pannen. Het oostelijk gedeelte, dat eenigszins uitspringt, is boven uitgekraagd. De kerk heeft thans kleine rondbogige vensters; in den zuidgevel dichtgemetselde kleine spitsboogvensters en een rondbogigen ingang. Boven den noordelijken ingang is de ingezwenkte halsgevel (1751) van de voormalige pastorie te Hiaure (zie blz, 335) geplaatst met een cartouche (XVIII c) waarop een Friesch rijmpje en hierboven wapens. Inwendig: circa een travee ten Westen van de tegenwoordige sluiting een spitsbogige triomfboog. De kerk bezit: Fraai gebeeldhouwde (gebroken) zerk (gemerkt: B 1565 G) met Renaissance portieken, voor Frans van Aylva (t 1563) en Rixt van Unia (onder den houten vloer). Voor den ingang twee zerken (1660 en 1670). Achter de kosterswoning een zerk (1644) met uitgehakt wapen en nog twee profielkoppen in de medaillons. Eenvoudigen Avondmaalsbeker (175°» jaarletter P, B). Bijbel (1728) met koperen beslag. Klok, in 165 3 gegoten door Eppe van der Arck. Brantgum. e. De ned. herv. kerk, op een terp gelegen, is een eenbeukig, thans geheel gepleisterd gebouw (XV) met 3/8-sluiting en een ingebouwden nieuwen toren. Steunbeeren. Spitsboogvensters. De inwendig geheel gemoderniseerde kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1700), met hoekzuiltjes aan de kuip. In de westelijke afgescheiden travee een zerk (1678) met medaillon en uitgehakt wapen. Op het kerkhof: een zerk (1662) met medaillons en een (1694) met uitgehakt wapen. Het Avondmaalszilver bevindt zich in Waaksens. Twee klokken, waarvan een in 1660 gegoten door Jurien Balthasar. Foudgum. e. De op een terp gelegen ned. herv. kerk is een eenbeukig driezijdig gesloten gebouw (1808, blijkens steen), opgetrokken ter plaatse van een aan Maria gewijde kerk, met behoud van den, thans grootendeels in kleine steen ommetselden, met een zadeldak gedekten baksteenen toren (XIII B). Deze heeft een korfbogigen, nu dichtgemetselden ingang aan de noordzijde en een doorgang naar de kerk; inwendig spaarnissen. Het met een houten tongewelf gedekte schip bevat: Eiken preekstoel 1700). Orgel (XVIII c) in kabinetvorm met later aangebrachte versieringen. Zerken: een (1720) voor den predikant Ijpens Alting, een (1722) met hoekmedaillons en uitgehakt wapen, voor zijn vrouw Doetje Vrijenburg, en een (1764). Twee klokken, waarvan een (met reliefs) gegoten in 1395, en een (met wapen-Aylva) hergoten in 1732 door Jan Nic. Derck, te Hoorn. g. Bij de kerk een boerderij (1780, blijkens ankers). Hantum. a. Een beenen plaatje (VIII ?) met opschrift in runen, gevonden in een terp ten Noorden van Dokkum, bevindt zich in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De thans ned. herv. kerk (H. Nicolaas ?) gelegen op een (grootendeels afgegraven) terp, is een tufsteenen gebouw (XII b—c) verhoogd (XV) en hersteld in baksteen (XV en XVII), met een later ombouwden toren, bekleed met kleine baksteen (XVII ?), welks bovendeel, oorspronkelijk met zadeldak, vernieuwd is en van een spits voorzien. Eenbeukig schip met onversmald, half-rondgesloten koor; de baksteenen verhooging der koorsluiting echter veelhoekig (5/10). De traveeën te weerszijden van den toren zijn van kleine steen. Schip en koor hebben smalle lisenen, verbonden door rondbogen (die van de koorsluiting versierd met diamantkoppen) en tegen de lisenen ronde schalken, welke zeer verweerde maskerkoppen en hierop een rondboogfries dragen, alles van tufsteen. In de westelijke travee van den noordmuur een rond venster; overigens zijn de vensters gewijzigd; smalle en rondboogvensters in den noordmuur, en verder groote spitsboogvensters. Dichtgemetselde in- gangen (segmentbogen) in de traveeën ten N. en ten Z. van den toren. Inwendig: gestuccadoord houten tongewelf; sleutelstukken met peerkraalprofiel. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1715), paneelwerk met gewrongen hoekzuilen, waartegen bladwerk. Op een sierdoek gemerkt: D. W. Sidonides en W. Teddes (schenkers ?). Koperen doopbekken en houder (XVII B); koperen blaker (XVII B). Grafzerken (bedekt). Op het kerkhof: een (XVII c, herbezigd in 1826) met alliantiewapen en medaillonkoppen in de hoeken, een (1659) met medaillonkoppen, een dito (XVII c), een (1777), een (1805), een (1816). Twee klokken, waarvan een (XIV d) en een met reliefs: H. Nicolaas en H. Catharina, gegoten in 15 30. Hantumhuizen. De ned. herv. kerk (H. Anna) is een gebouw van baksteen in groot formaat, bestaande uit een schip (XII c—d) meteen 5/10-sluiting (XV, in 1850 gewijzigd en verhoogd) en eenen ten deele ingebouwden toren (verlaagd XIX b) zonder westingang en gedekt met een zadeldak. Zware lisenen, welker hoeken versierd zijn met rondstaven, teekenen vier traveeëen af, terwijl inwendig het schip overdekt is met drie (riblooze) koepelachtige gewelven (XIIIA) op zware spitsbogen, en wel gordelbogen overdwars en dergelijke bogen in de lengterichting, deze laatste tusschen forsche ingebouwde muurverzwaringen; de smalle vakken tusschen deze beeren overkluisd met spitse dwarse tongegewelven. Overblijfselen van muraalbogen wijzen op een oorspronkelijk andere welving. (Over de koorsluiting geen gewelf). Uitwendig: Tusschen de (oorspronkelijk door een fries verbonden ?) lisenen (van welke aan de noordzijde een is weggehakt) telkens twee hooggeplaatste rondboognissen in een rond staafomlijsting. Van de twee viertallen nissen in eiken wand waren telkens de twee binnenste geopend, de twee buitenste met (bewaard gebleven) vlechtwerk versierd. De vensteropeningen zijn later ten deeledichtgemetseld, ten deele verlengd en met spitsbogen gedekt; aan de zuidzijde in de westelijke travee een segmentbogige ingang in een geprofileerde spitsboognis (XV); aan de noordzijde is de segmentbogige ingang dichtgemetseld. Verder bevinden zich in den zuidwand: overblijfselen van een grooten rondboog (oorspronkelijk aanbouwsel verdwenen ?) en een kleine diepe nis met schuine dagkanten. Inwendig: Fragmenten van een rondboog in de oostelijke travee. De toren is ook inwendig gewijzigd; in den zuidoosthoek een opening (voor een trap ?). De kerk bezit: Eiken preekstoel (1773) met de namen van schenkers en maker (?: G. Heerts). Bijbel met koperen beslag (XVII c). Gedenksteen (XVI c) met pilasters, waartegen vleugelstukken en met fronton; op dezen steen het alliantiewapenEminga-Tsjaerda en hieronder de namen Pybo van Eminga (t 1571) en Biueck van Siaerda (f 1563). Grafzerken: een van Beidts Peima (f 1595) en een van Tsjomme van Peima (f 1611 ?) en Eesck van Harkema (f 1629); een (1688), een (1701—1738) met medaillonkoppen. Naast den toren enkele fragmenten (1618 en XVII a). Avondmaalszilver: een beker (1785, merken: Leeuwarden, Friesland, Q en HD aaneen); twee (1819, merken: Leeuwarden K en T S). Klok, in 1616 gegoten (op een schild: GW? E). Hiaure. a. In de terp van dit dorp zijn Angelsaksische kruisvormige mantelspelden (IV—V) en een geëmailleerde laat-Romeinsche broche gevonden. e i. De ned. herv. kerk, een op een terp gelegen modern gebouw (1869), bezit: Zerk, vernieuwd naar de oude (1665), voor den eersten predikant Gerlacius Habbema. Als stoep der kerk doen dienst een aantal zerken o.a. van 1666, 1673 en 1675 met hoekmedaillons en afgehakte wapens (een in cartouche); voorts op het kerkhof een zerk (1694) met hoekmedaillons en wapen en een (1749) met wapen. Bij de boerderij naast de kerk een zerk (16...) met wapen. Zilveren Avondmaalsbeker (1714, merken: kan en visch). Klok (XV). 2. De gevel (1751) van de voormalige ned. herv. pastorie is overgebracht naar de Ned. Herv. kerk te Bornwerd (zie blz. 330). Hol werd. a. Een hoornen kam en eenige andere hoornen voorwerpen uit de vroege terpenperiode bevinden zich in het Friesch museum te Leeuwarden; eenig aardewerk in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. e. 1. De ned. herv. kerk (H. Willebrordus) is een gebouw (1776) van kleine baksteen, op een plattegrond in den vorm van een winkelhaak, met een ouderen toren (XIV, hersteld in 1739) van groote baksteen op den zuidoosthoek. Gemetselde pilasters, die een houten hoofdgestel dragen. Groote rondbogige vensters. Aan de oostzijde twee ingangen: een (XVII) van hardsteen, met Dorische pilasters en gebogen fronton, en een (XVI d, blijkbaar herplaatst) met pilasters, waartegen vleugelstukken en waarboven een hoofdgestel met driehoekig fronton, waarin een cartouche. Te weerszijden hiervan gedenksteenen: een zeer verweerde (voorheen achter het orgel geplaatst) met opschrift betreffende oudere stichting (158.); en een (1776) met opschrift betreffende de stichting van het tegenwoordige gebouw door Sicco Douwe van Aylva. Boven den ingang van den in kleine steen herstelden toren een steen met opschrift betreffende de herstelling (1739). Leien spits hersteld in 1925 (na brand). Inwendig heeft de kerk houten tongewelven, waaronder een doorloopende Dorische kroonlijst. Orgelgalerij en „kraak", beide op twee houten Dorische zuilen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (i 1776) met snijwerk op de hoekpilasters en de paneelen, gesneden trapleuning en rugstuk. Eiken doophek 1776, later vergroofOverhuifde heerenbank (+ 1776 geverfd) met drie zuilen. Koperen predikants- en voorlezerslessenaar, koperen doopbekkenhouder; koperen blaker en twee wandarmen (alles XVIII c). Zerken: een (^ 1550) met Evangelistensymbolen, drie ruitschilden, gothisch opschrift, het jaartal 15 31, doch ook putti; een (^ 1560) met wapens in hoekvierpassen, voor Siv. van Jaersma (±1561), Eek van Hou(k?)sema (t1536)e-a-5een (158 . = ij84?) met perspectivischen zuilenbouw, putti en compartimenten, voor Tziest van Gal(a)ma, weduwe van Worp Tzezens; een (155 7—15 60) voor Sako van Ringia e.a.; drie kleine (XVI c, een herbezigd in 1710); een (gemerkt 1605 en D. L.) met de wapens -Jaersma en -Meckama; een (X VIIA) met de jaartallen 1607, 1609... 1630, 1638 voor Douwe van Aylva en Lucia van Meckama; een (1656), een (1678). Op het kerkhof twee zerken (XVII) met hoekmedaillonkoppen, een (1688—1669), eenige verminkte (XVII en XVIII). Avondmaalszilver: beker (1659, „Jacobo Revio pastore") op lagen voet (merken: Leeuwarden, H, en HM aaneen); dergelijken beker (1803, merken: Leeuwarden, L, en CVD of CMD aaneen). Twee klokken, waarvan een gegoten in 1600 door Hendrik Wegewart en een in 1653 door Jurjen Balthasar. 2. Doopsgezinde kerk (1850). ƒ. In een woonhuis tegenover de kerk is een gebeeldhouwde (rood- en groen geverfde) steen gemetseld met alliantiewapens en het jaartal 1715, ter herinnering aan den in 1868 afgebroken ouden „Beijert", een stichting van zestien kamers. g. 1. Huis nr. 401. Twee ingezwenkte zijgevels (1720, blijkens het jaartal aangebracht op een houten voorschot). 2. Tegenover Nr. 188 een boerderij met rieten dak en het in ijzer gesmede jaartal 1827. Nes. a. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper) is een gebouw (XIII a) van groote baksteen, bestaande uit een schip (verhoogd XV), en een smaller 6/12-gesloten koor (dus met een sluitingshoek in de lengte-as), dat wellicht een halfronde absis vervangt; en eenen ouderen, thans aan de westzijde geschraagden toren, gedekt door een zadeldak. In den noordmuur van het schip een dichtgemetselde ingang (XIII). Sporen van vensters (XIII a) ook in den noordelijken koormuur. Later zijn grooter vensters ingebroken. Op de hoeken der sluiting smalle (één steen breede) lisenen, verbonden door een fries van rondbogen op afgeschuinde kraagsteenen; hierboven een muizentandlijst en een hollijst. In den noordelijken sluitingswand een rechthoekige nis, waarin een verticale spleet (dichtgemetseld). De toren heeft rondboognissen, waarin de galmgaten zijn aangebracht. Inwendig: gewit houten tongewelf (XVII) en gedeeltelijke lambrizeering van paarse Friesche tegels. Op een houten kalf boven den doorgang naar den toren is het jaartal 1604 geschilderd. In den toren de geboorte en de moeten van een koepelachtig gewelf; in den zuidwand een laaggeplaatst lichtgat. Op het koor een windvaan (XVII): wapen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (^ 1750) met opgelegd snijwerk, klankbord, trap met leuning. Drie koperen kaarsenarmen (XVII d) op het doophek. Eiken heerenbank met gesneden rugstuk en wapen. Grafzerken van 1656, 1663, 1758-61, 1760, 1783; nog enkele XVII en XVIII. Zilverwerk: Avondmaalsbeker (merken: Dokkum, Friesland, C = 1780 en S A = Sacco van Aalsum?) met gegraveerde voorstelling en opschrift; Avondmaalsbeker (1812, merken: haan met 2 in achthoek, J. S., waartusschen een hamer in een ruit = Jippe Smedema te Dokkum), vervaardigd naar dien van 1780. Twee klokken, waarvan een (met aanroeping van H. Ludger en met relief: Madonna) in 1477 gegoten door Gert V. M.(echelen?) en een in 1686 door Petrus Overney te Leeuwarden. Op het kerkhofzerken van 1636 (met hoekmedaillons), 1762, 1765, 1780, 1784, 1785, 1818. Raard. a. In de terp van dit dorp is een Karolingisch-Frankische bolvormige tuitpot en een eivormige amphora (IX) gevonden. e. De op een terp gelegen ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper) is een van groot formaat baksteen opgetrokken eenbeukig gebouwtje (XIII) met 3/8-sluiting en met een later vernieuwden toren (1787, blijkens steen). De kerk heeft thans groote spitsboogvensters. Op de hoeken der sluiting ronde schalken en een paar latere beeren. De toren, gedekt met een van vier- tot achtkant ingesnoerde spits, heeft geen westingang, doch een toegang van de kerk uit. De kerk is met een houten tongewelf gedekt. Zij bezit: Eiken preekstoel 1650); de kuip heeft gegroefde Ionische balusters, waartusschen gesneden paneelen. Eiken Avondmaalstafel (XVII). Zerken: een (1673) en een (1678), beide met hoekmedaillons en uitgehakt wapen en een (1767) met dito wapen. Op het kerkhof een (1662) met medaillon een (1754), een (XVIII) en een (1823). Zilveren Avondmaalsbeker (1789 merk: klaverblad = J. van Groenevelt te Leeuwarden) met gegraveerde voorstelling van het Laatste Avondmaal. Twee klokken, waarvan een gegoten in 1523 door Valterus („Norimberghe" ?) en een in 1620 door Hans Falck van Neurenberg. Ternaard. a. Een bolvormige grauwe kan, opgegraven in de kloosterterp, bevindt zich in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk, gerestaureerd in 1922 door den architect Veenstra, bestaat uit een schip (XVI a) van acht traveeën met 5/io-koorsluiting, van groote baksteen, (hersteld XVIII met kleine steen) met een halfingebouwden toren (in 1871 herbouwd volgens een opschrift boven den ingang). Steunbeeren van kleine steen. Spitsboogvensters, aan de noordzijde nagenoeg alle dichtgemetseld. In het vak ten N. van den toren een klein venster (XIII?) en enkele gedeelten van tufsteen behoorende bij het oudste gebouw. Inwendig: een spits houten tongewelf met geprofileerde schinkels en sleutelstukken (XVI, enkele vervangen XVII). De westelijke trekbalk verwijderd voor het orgel. De kerk bezit betimmering en meubilair (nagenoeg geheel XVII b): Eiken preekstoel met Ionische hoekzuilen en paneelen ingelegd met ebbenhout. Eiken doophek met koperen doopboog. Koperen doopbekkenhouder en kaarsenhouder. Orgel (XVII b, XVIII a gewijzigd, waarbij het rugpositief verplaatst en door gesneden kraagstukken ondervangen is); balustrade van spijlen en boogjes (XVII b). De eikenhouten galerij, gedragen door zuilen, heeft een borstwering met zuilen en twee maal vier paneelen, waarin de wapens der Aylva's. Ook het orgelfront rust op Ionische zuilen; boven het toetsenbord pilasters en opengewerkte vullingen. Onder de galerij eiken deuren. Eiken heerenbank met overhuiving, rustend op gewrongen zuilen met bladwerk; paneelen, festoenen, inlegwerk; voorbank met balusters. Mannen-en vrouwenbanken met paneelwerk en pilasters. Eiken Avondmaalstafel met twee zitbanken op bolpooten: Zes psalmborden (XVIII d); gedenkbord (1719). Grafzerken: een groote (gemerkt: Pieter Dircksz 15 99) met het jaartal 15 96, een Renaissance-portiek, twee levensgroote figuren en alliantie-wapens, voor Ydt van Heerema (f 1596) en Ernst van Aylva (f 1627); een (1589) met gothisch opschrift, voor een Cammingha; eenige (XVII), een (17x9). Avondmaalszilver: beker (merken: Leeuwarden, T = 1628 en H B aaneen = Harmen Brunsvelt) 1); nog een beker (merken: Leeuwarden, Friesland, G = 1701, meesterteeken: visch = Rimb. Visser?). 1) Volgens den heer E. Voet Jr.: jaarletter T = 1650 en monogram AB = Augustinus Brunsvelt. g. In een huis op de Markt een groote gevelsteen, waarop een stadsgezicht en een vestingplattegrond (Rijsel?); aan den achtergevel een ovaal licht (XVII b). Waaksens. e. De ned. herv. kerk (H. Thomas) is een geheel gepleisterd gebouw met 3/8-koorsluiting, ten deele wellicht XIII, te oordeelen naar enkele vensters, overigens gewijzigd XV of XVI a, gelijk vergroote vensters en de in spitsboognissen gevatte noord- en zuidingangen aantoonen. De westtoren is vernieuwd (1815, blijkens steen), evenals de aangrenzende schipmuren. Inwendig een houten tongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (i 1650) met hoekzuiltjes. Eiken doophek (^ 1650). Eiken heerenbank (i 1650) met paneelwerk, gedraaide balusters, overhuiving en geslachtswapen; bekroning met obelisken. Drie eiken banken (XVII b) op bolpooten. Zandsteenen epitaaf ter gedachtenis aan Douwe van Aylva (f 1592), in den vorm van een aedicula met frontonveld, waarin het geslachtswapen; de epitaaf wordt gedragen door een kraagstuk met leeuwenkop. Op het kerkhof twee zerken (1707 en 1709) met medaillonkoppen in de hoeken. Klok, in 1441 gegoten door Johannes van Wou. £. Dicht bij de kerk ligt het poorthuis (XVII a ?) van het voormalig kasteel Sjucksmastate. Baksteenen gebouwtje op schuins-verschoven rechthoek als plattegrond; de bogen over den doorgang zijn klimmend, met het beloop van een verschoven ellips, waardoor optisch bedrog ontstaat; op den sluitsteen boven den doorgang een spotlachende kop. Wapensteen (1668) met de wapens-Harinxma en -Botnia. De kanten van profielsteen, ook aan twee dichtgemetselde poortjes of nissen in de zijwanden. Op de verdieping een duiventil; vliegsteenen in den achtergevel. Vier knopankers. Wierum. De ned. herv. kerk (O. L. Vrouw) is een modern gebouw (1912), dat een tufsteenen kerk (XII) vervangt, doch den ouden tufsteenen toren (XII, hersteld aan den voet en den top in 1912) nog omvat. Te weerszijden heeft deze toren overwelfde zijruimten (vgl. Britsum op blz. 217), eveneens van (vernieuwde) tufsteen. Overblijfselen van pilasters verbonden door boogfriezen, ook langs de zijruimten. Onder het zadeldak (op baksteenen geveltoppen) fragmenten van een rondboogfries. Ingang (XV). Rondbogige galmgaten. De zijruimten hebben in haar westwand elk een nis, gedekt door drie rondboogjes en in haar noord-, o.s. zuidwand sporen van een klein rondboogvenster. Inwendig: in den toren een tufsteenen, van de hoeken uit opgemetseld koepelachtig gewelf. De zij ruimten bevatten aanwijzingen van een opbouw in twee verdiepingen, waarvan de onderste oorspronkelijk overkluisd, vermoedelijk met een tongewelf; ook de verdiepingen waren door rondbogen in verbinding met den toren en met de kerk. Op het torendak een windwijzer: zeilschip, afkomstig van den stadstoren van Dokkum. Klok, in 1611 gegoten door Gregorius van Hall. Voor den ingang een rood zandsteenen zerk met abtsstaf en lijnornament; op het kerkhof zerken van 1685, 1694, i 1700 en 1737. WESTSTELLINGWERF. Blesdijke. e. De ned. herv. kerk werd in 1843 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Nicolaas), die, in 1413 verbrand en herbouwd, in 1836 was ingestort. Zij bezit: Drie gebeeldhouwde zerken (1639, *678 en 1680) van leden van het geslacht Lycklama a Nyeholt, met wapens. Klok, in 1844 gegoten door A. H. en M. A. van Bergen te Midwolde. Boil. e. De ned. herv. kerk, in 1641 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Maagd Maria), is in later tijd gewijzigd en verknoeid. Zij bezit: Gegraveerden zilveren Avondmaalsbeker (XVII d), met afbeelding der oude kerk en opschrift. Op het kerkhof staat een overhuifde klokkenstoel, waarin een klok, in 1399 gegoten. Finkega. e. De ned. herv. kerk (1903) bezit: Klok, in 1642 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden. Munnikeburen. e. De ned. herv. kerk, in 1806 gebouwd, is in 1860 verbouwd. De oude klok, in 1638 gegoten, werd in 1889 door de tegenwoordige vervangen. Noordwolde. e. De thans ned. herv. kerk, XVII d gebouwd op een oudere fundeering, in 1843 vergroot, bestaat uit een baksteenen driezijdig-gesloten schip en een noordelijken dwarsarm (1843). Zij bezit: Eiken afscheiding (XVII b) met balusters, tusschen schip en portaal. Eiken kuip (XVII b, geverfd) van den preekstoel, op welker hoeken zuilen met gesneden kapiteelen. Doophek (XVII b) met ijzeren doopboog. Twee koperen kronen (XVII d). Avondmaalszilver: twee gegraveerde bekers (XVIII a) met opschrift. Op het kerkhof twee gebeeldhouwde hardsteenen grafpalen (XVII c). Nyeholtpade. e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas), XVI a gebouwd van baksteen met zandsteenen banden en boogblokken, bestaat uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren met spits. Eensversneden steunbeeren; zandsteenen waterlijst, waar de spitsbogige vensters doorheen zijn gebroken. Aan de noord- en aan de zuidzijde korfbogige ingangen in omlijsting van profielsteen. In den voet van den toren, aan west-, noord-, en zuidzijde, dichtgemetselde spitsbogige doorgangen. Inwendig (gewit): onder de vensters korfbogige spaarnissen. De kerk bezit: Eiken doophek (XVII c, geverfd) met gewrongen balusters. Twee klokken, waarvan een in 1598 gegoten, en een in 1611 door Gheraert Koster te Amsterdam. Nyeholtwolde. e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas) is XVIII c gesloopt. Op het kerkhof een klokkenstoel, waarin: Klok, in 1788 gegoten door Christiaan en Jan Seest te Amsterdam. Nyelamer. e. De ned. herv. kerk (H. Johannes Evangelist) is in 1747 gesloopt. Op het kerkhof een klokkenstoel, waarin: Klok, in 1599 gegoten door Willem Wegewaert te Deventer. Oldeholtpade. e. De ned. herv. kerk (H. Stephanus), XVI A opgetrokken ter plaatse van eene in 1204 tot parochiekerk verhevene, is een baksteenen gebouw met banden en blokken van zandsteen, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren met achtkante ingesnoerde spits en een aan de zuidzijde uitgebouwden vierkanten traptoren. Eensversneden steunbeeren; halfrond getoogde vensters met boog- en negblokken en omlijstingen van profielsteen. In den westmuur van den toren een steen met wapen-Lycklama. De spits van den toren heeft een peervormige beeindiging. Inwendig: houten tongewelf met geprofileerde schinkels. Over de benedenruimte van den toren een gemetseld kruisgewelf op geprofileerde ribben; hierboven een steenen vloer, waarop het uurwerk; in den traptoren een wenteltrap, vierkant gemetseld op kleine halfronde tongewelven. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel 1650, geverfd), waarvan de trap later is verknoeid. Dito doophek. Orgelfront (XVIII, verminkt). Familiebank (^ 1650, geverfd) met overhuiving; dergelijke bank (XVII c). Gebeeldhouwde zerk met wapens van RignerusFranckena (f 1668) en Mathias Franckena (f 1669). Klok, in 1738 gegoten door Cyprianus Crans. Oldelamer. e. De ned. herv. kerk, in 1794 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Leonardus), bezit: Eiken preekstoel (± I7°°> geverfd) met gewrongen Korinthische zuiltjes op de hoeken der kuip; trap en klankbord uit later tijd. Klok, in 1629 gegoten door Nicolaas Roeijer. Peperga. e. De ned. herv. kerk is een baksteenen gebouw, bestaande uit een rechthoekig schip in 1810 gebouwd en eenen vierkanten toren (1537, blijkens steen in den noordmuur) van drie vierkante geledingen, een achtkant bovengedeelte en een ingesnoerde achtkante spits. In de onderste geleding, aan de westzijde, een spitsbogige ingang in omlijsting van profielsteen, met een spitsbogige nis in den boogtrommel. Tusschen de een weinig versnijdende geledingen geprofileerde zandsteenen waterlijsten. Zandsteenen hoek- en negblokken; in de derde geleding spitsbogige vensters met gemetselde kruiskozijnen en traceeringen; tegen de hoeken van het achtkant steunbeeren, bekroond door zandsteenen pinakels; hiertusschen spitsboogvensters met accoladevormige ontlastingsbogen. Inwendig (geheel gewijzigd): in de als kerkportaal dienstdoende benedenruimte van den toren aanzetten van een gesloopt kruisribgewelf. De kerk bezit: Zandsteenen priesterzerk (1510) voor pastoor Fredericus, met opschrift in gothische minuskels; zerk (1666) met wapens; zerk (1666) voor Pier Peters, bijzitter van Weststellingwerf en dorprechter; zerk (1668) met wapens. Klok, in 1725 gegoten door Jan Albert de Grave te Amsterdam. Scherpenzeel. e. De ned. herv. kerk, ^ 1800 gebouwd ter vervanging eener oudere (vermoedelijk dochterkerk van Echten), in 1860 vergroot met een noordelijken dwarsarm, bezit: Fragment (1644) van een eenvoudige grafzerk, voor de torentrap. Vier gebrandschilderde glazen (beschadigd), in 1788 vervaardigd door Ype Staak, waarvan een geschonken door de raden van het Hof van Friesland, een door de rekenmeesters van Friesland, een door den grietman Willem Anna van Haren, en een door predikant en kerkvoogden; alle met wapens en opschriften. Klok, in 1638 gegoten door Jakob Noteman te Leeuwarden. Sonnega. e. Van de voormalige aan den H. Nicolaas gewijde kerk bestaat nog slechts het kerkhof, waarop een ijzeren klokkenstoel met klok, in 1644 gegoten door Jacob Noteman. Spanga. e. De kerk is in 1820 gesloopt. Op het kerkhof een overhuifde klokkenstoel, waarin een klok in 1761 gegoten door Steen en Borchardt te Enkhuizen. Steggerda. e. De ned. herv. kerk, in 1739 gebouwd, is in 1903 gewijzigd en geheel nieuw ommetseld. Zij bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel 1650, geverfd). Dito doophek. Gebeeldhouwde zerk (1642) met alliantiewapen (opschrift afgesleten). Klok, in 1785 gegoten door Christiaan en Jan Seest te Amsterdam. Ter-Idserd. e. De ned. herv. kerk (H. Bonifacius), ^ ij00gebouwd, in 1903 gewijzigd, bestaat uit een gepleisterd baksteenen schip, een 5/8-gesloten koor en eenen westgevel (1903) met spitsje. Eenvoudige eensversneden steunbeeren; spitsbogige vensters. Zij bezit: Gesmeden ijzeren standaard (X Vlld) met koperen doopbekken. Fragment (midden-XVI) van een gebeeldhouwde zandsteenen epitaaf, voor Haiko Meines van Idzaerda (f 1531) en zijn vrouw Imck Rommaerts ('f155 2), met gepolychromeerd alliantiewapen; gebeeldhouwde zandsteenen epitaaf (1603) voor Baerte van Idzaerda met alliantiewapens; dergelijke epitaaf (1620) voor Meinardus van Idzaerda, met gepolychromeerde wapens, Latijnsch opschrift en: 1620. Gebeeldhouwde zerk met wapen van Bernardus Franckena (f 1610),dergelijke zerk van EyseTerwisgha (f1710;) dergelijke zerk van Aszwerius Terwisgha (f 1714). g. De Van Idzerda-stins, XVI a gebouwd, verbrand, ^ 1600 hersteld, XVIII d herbouwd voor de familie van Terwisga, is thans een eenvoudig buitenhuis, bestaande uit een kelderverdieping en een begane-grond. De deurtravee is verhoogd met een topgevel met in- en uitgezwenkte zijkanten; een dergelijke topgevel aan de achterzijde. Wolvega. d. Het raadhuis van Weststellingwerf, is een rechthoekig, geheel gepleisterd gebouw (XIX a) met een recnte houten kroonlijst op klossen; voorgevel met vooruitspringende middenpartij, waarop een driehoekig fronton met wapens; in het midden de hoofdingang tusschen Dorische halve-zuilen. e. 1. De ned. herv. kerk in 1646 opgetrokken op den onderbouw eener oudere (XIII), aan de H. Maria Magdalena gewijd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren (XIII, in 1853 gedeeltelijk afgebrand en herbouwd) met een houten bovengedeelte en spits (1853). Kerk en toren hebben een voet (XIII) van groote moppen, terwijl de bovenbouw van schip en koor bestaat uit kleine gele baksteen met zandsteenen boog- en negblokken. Segmentvormig getoogde vensters in omlijsting van profielsteen; eensversneden steunbeeren. Boven den rondbogigen zuidelijken ingang een steen met het wapen-van Baerdt (afgehakt), opschrift en: 1646. Inwendig: segmentvormig tongewelf (midden-XVII) met geprofileerde schinkels en gesneden rozetten. De toren is in 1894 inwendig geheel verbouwd, waarbij de benedenruimte werd ingericht tot kerkeraadskamertje. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1650), met gesneden Korinthische zuiltjes op de hoeken der kuip. Doophek (i 1650) met gedraaide balusters. Eiken voet (+ 1650) met koperen doopbekkenhouder. Orgel (1733) met gesneden opschrift (geschonden) tegen den voet en (afgehakt)wapen-Duco van Haren. Overhuifde familiebank (XVII c) met bekroning, waarin het alliantiewapen-van Haren. Eenvoudige heerenbank (XVII b) met overhuiving, waarop het wapen-Heluma. Bank (XVIII d) der familie Sickinga met gesneden medaillons en guirlandes. Rijk gebeeldhouwd rouwbord voor Willem van Haren (f 1728) en dergelijk rouwbord voor Duco van Haren (t J742). Onder den houten vloer grafzerken. Avondmaalszilver: twee bekers, waarvan een (XVII c), blijkens opschrift geschonken door E. E. Sikkinga, op den bodem een ingekrast huismerk (merken: Haarlem, jaarletter R= 1662?, meesterteeken: kan in schild, vermoedelijk van Gaeff Meynert Fabritius), en een met een opschrift en: 1668 (merken: zwaard tusschen twee eikels ?, in schild, R, monogram GW in schild); groote broodschaal' met opschrift en: 1783 (merken: Sneek, I. en K H). 2. De r. k. kerk (H. Franciscus) heeft twee ingangen met gemetselde hekpijlers; op den westelijken schildhoudende leeuwen (XVII d?), op den oostelijken groote zandsteenen pijnappels; hiernaast op den grond eenige zandsteenen bouwfragmenten (^ 1700?). Een zilveren bekertje met opschrift „Haye" en een verguld koperen kelk (± 1650), uit deze kerk afkomstig, zijn in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. g. 1. Van Harenstraat 742. Eenvoudig puntgeveltje met schoorsteen op den top. Nokanker, waarin het jaartal 1762. 2. Van Harenstraat. De Van Harenstins, thans ,,Lindenoord" ^ "naamd, XVIII d gebouwd voor O. Z. van Haren ter plaatse van zijn in 1776 verbrand huis, XIX d gewijzigd, is een eenvoudig rechthoekig gebouw. Rechte kroonlijst met triglyphen; hoofdingang tusschen pilasters, waarboven op de gootlijst een driehoekig fronton met eenvoudig beeldhouwwerk; hooge dubbele stoep; tentdak met vier schoorsteenen. Vóór het huis een koperen windwijzer. 3. Bovenweg, tegenover de R. K. Kerk. De Lycklama-stins, een vervallen heerenhuis (XIX a, gepleisterd), heeft een rechte kroonlijst. h. In het bezit van den heer G. S. Baarda is een zilveren bierpul (1661, merken: Leeuwarden, K en beker). WONSERADEEL. Allingawier. e. De ned. herv. kerk. in 1634 opgetrokken ter plaatse eener oudere, is een eenvoudig baksteenen ge- bouw, bestaande uit een schip, aan de oostzijde 3/8-gesloten, en eenen toren met zadeldak. Rondbogige ingang in omlijsting van profielsteen. In den toren een gebeeldhouwde gedenksteen met opschrift betreffende de steenlegging in 1634. De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVIII d). Doophek (XVII b) met gedraaide balusters. Gebeeldhouwde zerk (XVII c) met wapen. Avondmaalszilver te Eksmorra. Zie blz. 354. Klok, in 1599 gegoten door Hendrik Wegewaert te Kampen. Arum. a. Vroeg-Friesch, kartelrandig vaatwerk zonder ooren, een bronzen oorhanger (omstr. Christus), een gouden broche met bracteaat (^ 600) en een zwaardvormig houten voorwerpje van taxushout („spath") met het Friesche of Angelsaksische runen-opschrift „edae-boda", in 1859 hier gevonden, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk, in 1664 gebouwd van bak- en zandsteen, in 1836 verbrand en in 1837 herbouwd, bestaat uit een rechthoekig schip, aan de oostzijde 3/8-gesloten, en eenen toren (1837) met opengewerkten koepel. Langs de zijden en op de hoeken der sluiting steunbeeren; aan de noordzijde een korfbogige ingang met omlijsting van profielsteen, waarboven een gedenksteen met het wapenCammingha, opschrift en: 1664. De kerk bezit: Overhuifde familiebank (XVIII d) met snijwerk en wapen-Cammingha. Drie koperen kronen (± 1800). Avondmaalszilver: gegraveerden beker met opschrift (1637) en wapens-Cammingha (merken: Bolsward, H = 1639, meesterteeken: ster of drie gekruiste staven?) in schild); drie bekers (een 1818, en twee 1825) met opschrif- ten; doopbekken, met wapens, opschrift en: 1718 (merken: Franeker, Friesland en onleesbaar); broodschaal met opschrift en: 1736; blaadje op voet met opschrift (merken: Leeuwarden, Friesland, ^=1736 en meesterteeken HH); offerschaal met opschrift en: 1825; twee borden met ornament, opschrift en: 1813 (merken: S W en jachthoorn in ruit = B. Westerbaan te Bolsward, waarborgkop en haantje met 2 in achthoek) en 1826; gedreven kan f1850). ƒ. A 365. Van het voormalige armhuis bestaat nog een gebeeldhouwde gedenksteen, waarin de figuren van twee weezen met een spreukband met opschrift en: 1662. A 363. Luifel (XVIII c) op geprofileerde stijlen. Burg werd. De ned. herv. kerk (H. Johannes), XII B gebouwd, XVI a en in 1726 gewijzigd, en andermaal XIX B, is opgetrokken van groote gele en roode moppen, en bestaat uit een schip, een 5/io-gesloten koor, en eenen vierkanten toren met een houten spits, XIXa aangebracht ter vervanging eener vroegere gemetselde. Tegen de zuidzijde van het schip eenvoudige schuine beeren (XIX B); groote, later uitgebroken, rondbogige vensters (XIX B). In koor en koorsluiting drie korfbogige vensters met omlijsting (XVI a) van profielsteen. Aan de noordzijde een korfbogige ingang. De toren is aan de westzijde geheel bemetseld met kleine gele steen; hierin een ingang, waarboven een nis (van een vroegeren gedenksteen), en een spitsbogig venster. Inwendig: eikenhouten tongewelf (XVI a) met geprofileerde schinkels, trekbalken en sleutelstukken. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII a) met gesneden paneelen, trap met gedraaide balusters, en een leeuw op den trappaal. Doophek (XVIII a), eenvoudig met gedraaide balusters. Koperen doopbekkenhouder op gesneden eiken arm (XVIII a). Koperen zandlooperhouder (XVIII a) met zandlooper. Orgel, blijkens opschrift in 1735 gesticht door Klaas Grons, en vervaardigd door den orgelmaker M. Schwartzburg, in 1822 hersteld door L. en J. van Dam. Tegen de orgelgalerij (XVIII b) een gebeeldhouwde bekroning met alliantiewapen-Grons en Buwalda. Gesneden eiken heerenbank (^ 1700) met overhuiving op Korinthische zuilen. Eenvoudige eiken betimmering (i 1700) en banken. Gedeeltelijk onder den houten vloer, een groote gebeeldhouwde zerk (^ 1560, in den trant ■"in Colijn de Nole en Corn. Floris, wellicht door Vincent Lucas) voor leden der familie Ockinga met een opschrift het jaartal 1535 vermeldend; en een dergelijke zerk met het jaartal 1654. Zerk (1718) der familie Grons, met wapens. Twee geschilderde tekstborden (XVIIIA), op een waarvan het gemeentewapen en een tekst door H. van Thoon. Memoriebord van de hernieuwing der kerk in 1726 met afbeelding der kerk, vijf wapens en een gedicht door H. van Thoon. Avondmaalszilver te Hichtum (zie blz. 356), waarmede Burgwerd sinds de Hervorming gecombineerd is. Twee klokken, waarvan de kleine in 1512 gegoten door Johan van Bremen, en de groote in 1656 door Jurjen Balthasar. Dedgum. e. De ned. herv. kerk, in 1889 gebouwd ter vervanging eener oudere (van groote baksteen, met een uit- wendig halfrond-, inwendig 5/io-gesloten koor en een toren met zadeldak), bezit: Eiken preekstoel (XVIII a) met gesneden paneelen en ruggeschot met dito vleugelstukken. Koperen doopbekkenhouder (^ 1700) met bekken. Een poortje (1701) met gebroken fronton, waarop het wapen-Aylva en opschrift, van de vorige kerk afkomstig, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Engwier (Abbegawier). e. De ned. herv. kerk (XIX a) bezit: Klok (XIII?) zonder opschrift. Eksmorra. e. De ned. herv. kerk, waarschijnlijk XIIIA gebouwd (van groote moppen ?), is thans geheel gepleisterd en bestaat uit een schip, een halfrond-gesloten koor en eenen vierkanten toren (XIX verlaagd) met kleine spits. Zij bezit: Fragment (XVII B) van een doophek, met gewrongen balusters. Avondmaalszilver (tevens van Allingawier): beker (1754), broodschaal (1753) met gedreven ornament, doopbekken (i 1750) met gegraveerde bijbelsche tafereelen. Klok, in 1638 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden. Ferwoude. e. De ned. herv. kerk, vermoedelijk XIII B gebouwd in 1767 gewijzigd en andermaal in 1877, is thans geheel gepleisterd en bestaat uit een schip, een 3/8-gesloten koor en een houten spitsje op den westgevel. Ingang van baken zandsteen met gebogen fronton, waarin een opschrift en: 1767. De kerk bezit: Eiken familiebank (XVIII c) met bekroning, waarin wapen-van Velzen in gesneden omlijsting. Eenvoudige bank (XVII d) met gedraaide balusters. Klok, in 1767 gegoten door J. Borchardt. Gaast. e. De ned. herv. kerk (XIV?) is een in 1916 geheel nieuw ommetseld gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en een spitsje op den westgevel. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVIII c). Doophek (XVIII c). Drie koperen kronen (XVII c), uit Bolsward afkomstig. Klok, in 1718 gegoten door Jan Albert de Grave. Greonterp. e. Ter plaatse van de in 1780 gesloopte kerk staat een klokkenhuis (1822), bestaande uit een vierkanten baksteenen onderbouw, waarop een pyramidevormige houten bovenbouw met spitsje. Hierin: Klok (XIV A), met Latijnsch opschrift, maar zonder jaartal of naam van den gieter. Hartwerd. a. Zeven vuursteenen messen en een steenen wijwaterbekken, gevonden in de terp ter plaatse waar eertijds het Ugo-klooster stond, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. Germaansch vaatwerk, beenen schaatsen, een Romeinsche bronzen dodecaëder, oogfibulae, Merovingisch aardewerk, Merovingische beenen gebruikvoorwerpen, en fragmenten van Frankisch metaalwerk, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. e. Op het kerkhof staat een klokkenhuis (XIX b), als dat te Greonterp, waarin: Klok (XIV?) zonder opschrift of jaartal. Hichtum. a. Fragmenten van waarschijnlijk Frankisch aardewerk, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; eene verzameling vroeg terpenvaatwerk is in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk, vermoedelijk midden-XII gebouwd van groote gele moppen, XV d gewijzigd, in 1882 sterk gerestaureerd, bestaat uit een schip, een halfrond-gesloten koor, door uitkraging aan de bovenzijde overgaande in 5/10, en eenen vierkanten toren met een zadeldak. In den noordmuur sporen van een met kleine baksteen en twee met groote moppen dichtgemetselde rondbogige vensters. Steunbeeren. In de noordzijde van den toren een dichtgemetseld spitsbogig poortje. Inwendig XIX B door een dorpstimmerman geheel „opgeknapt". De kerk bezit: Eenvoudigen preekstoel (^ 1800), waarvan de kuip rust op een gesneden eiken arend (XVII B?). Orgel (i 1800), met gesneden bekroning. Grafkelder der familie Schwartzenberg thoe Hohenlandsberg, aan de noordzijde van het koor (thans dichtgemetseld). Epitaaf (XVII c) van zwart en wit marmer, met een op zuilen rustend fronton en gebeeldhouwde figuren, een opschrift betreffende Hessel van Huighes (f 1653) en Frouck van Wykel (f 1668), en hunne wapens en kwartieren. Groote gebeeldhouwde zerk (1626), der families Aijsma en Huijghes. Op het kerkhof verschillende zerken (XIX A) der families Schwartzenberg en Camstra. Twee zilveren Avondmaalsbekers (XVIII c) in kelkvorm, waarop gegraveerd het alliantiewapen-Schwartzenberg thoe Hohenlandsberg (merken: Leeuwarden, Friesland, S = 1770 en vogel = P. Meeter). Zilveren schotel (XVIII c) met in den rand gedreven medaillons, voorstellend de vier Evangelisten, Mozes, en Aaron. Onder tegen den bodem gegraveerd het alliantiewapen als voren (merken als voren en: S; over het meesterteeken is dat van Johannes Jelgerhuis geslagen). Ovale broodschaal (XVIII c, merken als voren). Zilveren doopschotel (in gebruik als broodschaal) met opschrift en: 1792 (merken: Leeuwarden, Friesland, P= 1792 en L.O. = Lucas Oling). Zilveren kan (± 1800) met gedreven medaillons (merken: Leeuwarden, Friesland, Q = 1793 en B E = Bernardus Eerdmans te Bolsward). Twee klokken, waarvan een in 1617 gegoten door Hans Falck van Neurenberg, en een in 1623 gegoten. Hieslum. e. De ned. herv. kerk (1874) bezit: Eiken preekstoel (XVII A) met Ionische zuiltjes op de hoeken der kuip. Klok, in 1673 gegoten door Petrus Overney. Idzegahuizen. e. De ned. herv. kerk (1870) bezit: Klok, in 1696 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden. Kimswerd. a. Fragmenten van Romeinsch aardewerk, waaronder een stuk met stempel van den pottenbakker Mando en een Romeinsch bronzen beeldje, een zittenden Mercurius voorstellend, in een terp gevonden, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden. e. De ned. herv. kerk (H. Laurentius ?), no° gebouwd van tufsteen, in 1515 verbrand, herbouwd en vergroot, in 1695 gewijzigd, bestaat uit een deels tuf-, deels baksteenen schip, een onregelmatig 5/10-gesloten koor, eenen vierkanten tufsteenen toren 1100, in 1516 met baksteenen hersteld) met zadeldak. De noordmuur (± 1100) is nog grootendeels van tufsteen en heeft zes rondbogige nissen, waarin dichtgemetselde rondboogvenstertjes; hierboven is hij verhoogd met groote baksteen; later ingebroken rondbogige vensteis (1695 ?); in het oostelijk deel, te halver hoogte, een rondboogfries. In den baksteenen zuidmuur een korfbogige ingang (1516) in omlijsting van profielsteen. Het noordelijk gedeelte van den toren is van tufsteen, met hoeklisenen waartusschen een rondboogfries. Inwendig: de zijmuren in het schip zijn in het benedendeel verzwaard, waardoor versnijdingen zijn ontstaan. In het koor sporen van vroegere overwelving. Ellipsvormig houten gewelf (1516 ?) met trekbalken, korbeelen en sleutelstukken. De kerk bezit: Gesneden eiken koorafsluiting (XVII d). Rijk gesneden eiken preekstoel (1695) met gewrongen Korinthische zuiltjes op de hoeken der kuip. Doophek (1695) met gewrongen balusters. Familiebank (XVII d) met overhuiving en gesneden bekroning, waarin wapen-Tiara en Heemstra. Zitbanken (1695) met gesneden zijpaneelen als te Achlum (op een der wangen: 1695). Groote gebeeldhouwde zerk, in 1614 vervaardigd door Jacob Lous, voor de familie van Heemstra; dergelijke zerk (1675); gebeeldhouwde zerk (1781) voor den predikant G. Horreus); op het kerkhof eenige eenvoudige zerken (XVI, XVII en XVIII). Geschilderd tien-gebodenbord (XVII a). Memorietafel (XVII a) voor Epo van Heemstra, met geschilderd wapen. Schilderij (x6}6), portret van Ida Tiara, geboren van Heemstra. Gedenkbord met opschrift betreffende de vertimmering in 1695. Gedenkbord met opschrift (door den predikant S. Bakker) betreffende Ida Tiara en: 1798. Ruitvormig wapenbord (1650) van Ida van Heemstra met geschilderd wapen. Zilveren Avondmaalsbeker (1615); houten broodschotel met zilveren beslag (XVIII a); zilveren doopbekken (1707) met opschrift. Twee klokken, waarvan een in 1515 gegoten door Geert van Wou en Johan Schonenborch, en een in hetzelfde jaar door Geert van Wou. Kornwerd. e. De ned. herv. kerk (H. Bonifacius), oorspronkelijk een seendstoel, en waarschijnlijk XII gesticht, ±1300 geheel verbouwd, 1500 gewijzigd en andermaal XVI d en in 1898, in 1916 uitwendig ommetseld en inwendig vernieuwd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren (in 1898 gebouwd ter vervanging van een ouderen met zadeldak). Inwendig: eiken tongewelf (XVI a) met geprofileerde schinkels en trekbalken op sleutelstukken met peerkraalprofiel. De kerk bezit: Eiken preekstoel (174°)Dito doophek (174°)Fragmenten (XVIII b) van een bank. Gebeeldhouwde zerken onder den houten vloer. Fragmenten (XIV A) van rood zandsteenen beeldhouwwerk, vermoedelijk van een retabel afkomstig, thans in den binnenmuur van het koor gemetseld en eene Kruisiging voorstellend; een dergelijk fragment met eenzelfde voorstelling, en twee dergelijke fragmenten met ornament, alles met Latijnsche opschriften. Tien-gebodenbord (1740, vernieuwd in 1809 en 1903) in versierde omlijsting. Vier geschilderde rouwborden (1740—1741). Twee klokken, waarvan een, in 1569 gegoten door Aelt Boister te Kampen, en een in 15 90 gegoten. 7 Longerhouw. De ned. herv. kerk (XIII B ?) is een meermalen gewijzigd, later geheel ommetseld gebouw, bestaande uit een schip, een 5/10-gesloten koor, en eenen gepleisterden vierkanten toren met zadeldak. Op de koorsluiting een gesmeed ijzeren kruis met weerhaan (^ 1500). Inwendig (geheel gewijzigd): houten tongewelf met trekbalken op kraagstukken (XV) met peerkraalprofiel. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII A), met vijf rijk gesneden paneelen (XVI a) voorstellend: de Geboorte, de Kruisiging, de Opstanding, de Hemelvaart en het Laatste oordeel. Klok, in 1742 gegoten door Joan Nicolaus Derck te Hoorn. Makkum. a. Een Germaansche beker van groenachtig glas, hier gevonden, is in het Friesch museum. d. De waag (1698) is een vierkant gebouw van baken zandsteen, bestaande uit drie een weinig inspringende geledingen en gedekt door een rechte kroonlijst, waarboven een tentdak met opengewerkt torentje. Aan twee zijden korfbogige ingangen en omlijsting van profielsteen, uaarboven gedenksteenen met wapens en ovale vensters; vensters met middenkalf en luiken. e i. De ned. herv. kerk, in 1660 gebouwd van baken bergsteen ter plaatse eener oudere (H. Martinus), bestaat uit een schip met noordbeuk, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren met spits. Eensversneden steunbeeren. Aan de westzijde, zuidzijde en oostzijde korfbogige ingangen met profielsteenen, zandsteenen blokken en sluitsteenen met engelenkopjes. Inwendig: tusschen hoofd- en noordbeuk ronde zuilen met lijstkapiteelen, waarop achtkante dekplaten ;spitsbogige scheibogen. Houten tongewelf met geprofileerde schinkels, en trekbalken, op een waarvan een Latijnsch opschrift betreffende de eerste steenlegging door Bonno van Donia in 1660. In den toren een uitgespaarde trap tot de eerste verdieping. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). .... Gebeeldhouwde zerk (XVIII) der familie Donia; eenige zerken (XVII en XVIII). Drie koperen kronen (XVII d). Wapenbord (XVII c) van Bonifacius Harinxsma van Donia (f 1665). . . Gedenkbord (1660) met gedicht betreffende den bouw Zes doodsbaren (XVIII d), waarvan drie beschilderd. Twee klokken, waarvan een in 1738 gegoten door Cyprianus Crans, en een in 1774 door Jan Nicolaas Derck. 2. De doopsgezinde pastorie heeft in een der kamers wanden met Makkumsche tegels (XVIII d) uit de fabriek van Kingma. 3. De r. k. kerk (H. Martinus) bezit: Twee houten beelden(XVIII), voorstellend den H. Jozef en den H. Johannes. 361 Twee zilveren ampullen (XVIII d) met blaadje; zilveren godslamp (XVIII A); twee zilveren kandelaars (XVIII b); twee zilveren halve bloemvazen (XVIII A). g. Trapgevels, meerendeels met zandsteenen lijsten, afdekkingen en toppilasters: 1. C 38. In de ellipsvormige ontlastingsbogen engelenkopjes; sierankers: 1629. 2. D in. Sierankers: 1645. 3. D 106. Sierankers: 1649. 4. B 69. Trapgevel (XVII c, gepleisterd). In de ontlastingsbogen engelenkopjes. 5. C 17. Dergelijke gevel (XVII c). 6. D 8. Dergelijke gevel Vlechtingen (XVII c). 7. D 10a. Dergelijke gevel (XVII c). 8. D 88. Dergelijke gevel (XVVII c). In de ontlastingsbogen engelenkopjes. 9. D 105. Verminkte trapgevel (XVII c). 10. D 135. Gerestaureerde trapgevel (XVII c). 11. A 65. Gewrongen toppinakel op mannekop. Gedenksteen met: 1681. 12. B 60. Trapgevel (XVII d). 13. C 84. Dergelijke gevel (XVII d). 14. A 66. Verminkte trapgevel (XVIII a), waarin gedenksteen met zeilend schip. 15. D 73. Trapgevel. Ankers: 1747. Halsgevels, meerendeels met aanzetkrullen en driehoekige of gebogen frontons: 16. G 107. Halsgevel (XVIII a). 17. A 57. Gevel (1748); te weerszijden van den top gebeeldhouwde vleugelstukken. Gebeeldhouwde bekroning boven het topkozijn en een gebeeldhouwd voetstuk, waarop een beeld van den H. Michaël. 18 D 118. Halsgevel (XVIII c). 19. G no. Dergelijke gevel (179?) met toPstuk' waarin een zeilend schip. 20. A 21. Dergelijke gevel (XIX a). 2I B 35. Dergelijke gevel (XIX a). 22. C 36. Halsgevel (XIX a), met sierankers. 23. D 77. Dergelijke gevel (XIX a). Gevels met rechte kroonlijst: 24 C 87 Gevel met fronton, waarin wapen. Hoofd- Tg ,D'.T'(XIX a), in d= be26°mG "ïXLs (XIX a). Classicistische in- ga"f: D .56. Dergelijke gevel (XIX a) met in de kroonlijst een medaillon. Voorts nog: 28 B 28. Verminkte topgevel (XVI c) met gepro D^X'n^d drie engelenkopjes en een gedenksteen van 1^692 el ^ ( en hektoninL'. G 101. Gevelsteen (XVII e), waarin afbeelding van een bakker of wever. h. 1. Een hier opgegraven middenstuk (XVII) van een schotel van Makkumsch aardewerk, wee schotels en een vuurtest (1725) van dit aardewerk, zijn thans in museum te Leeuwarden. t v, 2. In de plateel- en tegelbakkerij van de fom^e jichelaar bevinden zich nog verschillende tegelpkten CX Vm ;, o.a. voorstellende de geschiedenis van den verioren z , een veldslag, de vier jaargetijden, een schoorsteenstuk en ., voorts eenige (1791 en XIX A). Parrega. e. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper), + 1300 gebouwd, van groote gele baksteen, later gewijzigd en verknoeid, bestaat uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. Tegen het koor eensversneden steunbeeren. Zij bezit: Klok (XIV ?, jaartal gedeeltelijk onleesbaar: MCCC. ?). Pingjum. a. Een Germaansche beker van groenachtig glas, een Romeinsch bronzen Mercuriusbeeld en een verzameling Karolingische zilveren denariën (IX d), in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum. e. De ned. herv. kerk (H. Victorius), vermoedelijk =t Ï500 gebouwd van groote baksteen, in 1759 gewijzigd, waarbij de oostzijde driezijdig werd gesloten en de zuidzijde ommetseld, bestaat uit een schip,een driezijdig gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. Boven den ingang een gebeeldhouwde gedenksteen met opschrift en 11759. Inwendig: trekbalken op sleutelstukken (± 1500) met peerkraalprofiel. De kerk bezit: Eiken heerenbank (XVIII c) met overhuiving, waarop een gebeeldhouwde bekroning met wapen. Dergelijke bank (XVIII c) met overhuiving op gesneden Korinthische zuilen. Twee trapeziumvormige zerken (XV) van roode zandsteen. Twee klokken, waarvan een in 1598 gegoten door \\ illem \\ egewart, en een in 1628 door Andreas Obertin. Ruigelollum. e. De thans ned. herv. kerk, XIII A gebouwd van gele en roode baksteen, later gewijzigd, thans geheel ge- pleisterd, bestaat uit een schip, een halfrond gesloten koor en een spitsje op den westgevel. Inwendig: eiken tongewelf met geprofileerde schinkels en trekbalken met geprofileerde sleutelstukken (X\ Ia). De kerk bezit: Preekstoel (XVIII d). Doophek (XVII b) met gedraaide balusters. Twee eenvoudige familiebanken (XVII b). Zeven zijstukken (XVII b) van vrouwenbanken. Klok, in 15 30 gegoten door Geert van Wou. Schettens. e. De NED. HERV. KERK, in 1877 geheel verbouwd, bezit: In een grafkelder: groote, rijk gebeeldhouwde zerk (1554, door den monogrammist B. G.) met twee figuren en wapens, voor Seerp Osinga (j" 1551) en Jel Heerema (f 1562); dergelijke zerk (f 1600, door Pieter Claes) met putti en wapens, voor Jauke van Osinga (f 1583) en Tiempke van Humalda (f 15 7 5); dergelij ke zerk (1621, door Pieter Claes) voor Sybrand van Osinga (f 1623) en Ake van Aggema (f 1619); dergelijke zerk (1639, door Jacob Douwes) voor Schelte van Aysma (f 1639) en Tiempcke van Osinga (f ?). Helm en degen (midden-X VI), opgehangen in den toren. Klok (XVII) zonder opschrift. Schraard. e. De NED. HERV. KERK (XII B; XVI A gewijzigd) is een gebouw van groote roode en gele moppen, bestaande uit een schip, een halfrond-gesloten koor, en eenen vierkanten toren met zadeldak, aan de westzijde begroeid met klimop. Geen steunbeeren; moeten van kleine rondbogige vensters; groote spitsbogige lichtopeningen. De koorsluiting gaat, onder de gootlijst, door flauwe uitmetseling over in 3/8. Boven in den toren kleine rondbogige galmgaten. Inwendig: spitsbogig houten gewelf met geprofileerde schinkels en gesneden sluitstukken. Trekbalken rustend op gesneden sleutels met diep uitgehold, drieledig peerkraalprofiel (alles geverfd). In de thans vlak overzolderde benedenruimte van den toren sporen van een steenen gewelf met ronde muralen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII b, voet en trap vernieuwd, geverfd). Doophek (XVII b, geverfd) met gedraaide balusters. Koperen doopbekkenhouder (XVII). Heerenbank (XVII b), met gewijzigde overhuiving. Banken met gesneden eindstukken (XVI a), en twee banken (XVII b). Twee groote gebeeldhouwde zerken (1617 en 1625) van de familie van Aylva met wapens en kwartieren. Geschilderd rouwbord(iÓ5 3) voor Jvr. Uylck van Aylva. Zilveren Avondmaalsbeker, rijk gegraveerd, met opschrift onder den voet en: 1688 (merken: S.A., en onleesbaar). Een dergelijke beker, blijkbaar een namaaksel van den voorgaanden, draagt het jaartal 1863. Eenvoudige zilveren broodschaal met, op de achterzijde: DIA 1757. Twee zilveren collecteschalen (XVII a, merken: meesterteeken gekroonde roos met de letters I en F. R. — Frans Cornelis Roos te Leeuwarden); twee schaaltjes met hetzelfde meesterteeken. Zilveren kan met opschrift en: 1826 (merken: R, en kashoudersmerk). Klok, in 1603 gegoten door de kinderen van Willem Wegewart te Deventer. b. Een plat roodkoperen kruisbeeld (XIII A), afkomstig van een boekband, en gevonden in een terp alhier, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Sottrum. a. Een Romeinsch bronzen paardje (I), hier gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. h. Een vierkante gouden eerepenning (1581, gemerkt: I. P.) met gegraveerde voorstelling van de voormalige schans, en opschrift ter herinnering aan de verdediging van Wonseradeel tegen de Spanjaarden door den vaandrig Hidde Sibrants, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Tjerkwerd. e. De ned. herv. kerk, oorspronkelijk (XII ?) van tufsteen gebouwd, in 1888 geheel gewijzigd en ommetseld, bestaat uit een schip, een 5/io-gesloten koor en eenen westtoren met spits (1888). Zij bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVIII a, als die te Dedgum). Dito doophek (XVIII a). Koperen doopbekkenhouder (XVIII A). Heerenbank (XVIII a) met overhuiving op gebeeldhouwde Ionische zuilen en met een bekroning, waarin wapens. Gesneden banken (XVIII a). Lambrizeeringen (XVIII a). Gebeeldhouwde marmeren graftomben (XVII d) voor Valerius Franciscus van Cammingha ("J* 1668) en Rixt van Donia (f 1681) met hunne portretbusten en wapens. Klok, in 1604 gegoten door Gregorius van Hall. Witmarsum. a. Een vuursteenen mes, een Romeinsch terra-nigra vaasje en Angelsaksische kruisvormige mantelspelden van brons, hier in terpen gevonden, zijn in het Friesch museum. e. De ned. herv. kerk (H. Bonifacius), in 1633 gesticht door Tjaerd van Aylva, blijkens een gedenksteen, in 1819 gewijzigd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, aan de beide smalle einden driezijdig gesloten én met een achtkanten opengewerkten koepel (1819) op het midden. Zware steunbeeren, rondbogige vensters. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf op geprofileerde schinkels. De kerk bezit: Twee galerijen (XVIIb) op houten Korinthische zuilen en met vaasvormige balusters. Eenvoudigen eiken preekstoel (XVIII A, geverfd). Doophek (XVIII). Gesneden eiken heerenbank (XVIIb, geverfd) met overhuiving, waarop eene bekroning met wapens. Twee gebeeldhouwde evangelistenzerken (1532); groote gebeeldhouwde zerk (1557), van Epo van Aylva en Sjouck van Sickema, waarop de figuren van een edelman en vrouw in costuum van den tijd; twee groote gebeeldhouwde zerken (1572 en 1601); eenvoudige zerk (1606); gebeeldhouwde zerk (1625) met wapen; en een (1682). Avondmaalszilver: beker met uitvoerig opschrift en: 1690 (voet vernieuwd); beker met cartouches, waarin wapens en opschrift met: 1756 (merken: Franeker (?), Friesland, jaarletter A en onleesbaar meesterteeken); in den voet een munt (1602). Twee klokken, waarvan een in 1405 gegoten, en een in 1656 door Jurjen Balthasar. Wons. e. De ned. herv. kerk, in 1786 opgetrokken ter vervanging van een vroegere (oorspronkelijk een seendstoel), is een achtkant baksteenen gebouw met een pyramidedak, waarop een opengewerkt achtkant koepeltje (1786) met een windvaan: paard. Zij bezit: workum Preekstoel, met op het klankbord: „Besproken van Rickie Jacobsz. Abbema oud 23 j. 1681". Klok, in 1595 gegoten door Hendrik Wegewart. WORKUM. a. Een vuursteenen bijlhamer, in een terp gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Het raadhuis bestaat uit een baksteenen gedeelte (XV), hoek Markt-Bagijnestraat, waarvan de gevel in 1725 onder leiding van den architect Simen Galtema werd gesloopt en herbouwd, en een noordelijk bijgebouw (1620), opgetrokken in bak- en bergsteen. De gevel van het eerste gedeelte is van baksteen (stijl van het Regentschap) en heeft een verknoeide hooge stoep met bordes, waarop twee geverfde schildhoudende leeuwen. De deur met de travee daarboven in een gebeeldhouwde omlijsting (1727). Gebeeldhouwde zandsteenen dorpels en vullingen boven de vensters. De vensters der bovenste verdieping hebben drielobbige bogen. Kroonlijst met gesneden consoles. Het snijwerk (1727) in den gevel is vervaardigd door Willem Lelienberg te Amsterdam. Gesneden deur met bovenlicht (XVIII d). Het bijgebouw heeft een gepleisterden trapgevel met toppilaster op leeuwenkop, gebeeldhouwd fries, geprofileerde vensteromlijstingen en kopjes in de ontlastingsbogen. Gevelsteen met stadswapen. Ankers. Inwendig: in het oudste gedeelte moer- en kinderbalken. In de bovenvestibule gebeeldhouwde deuren en lambrizeeringen (XVIII a). In de raadzaal: Stuc-plafond met allegorische voorstelling, gemerkt: 1773 J.B. Een schoorsteen in den trant van Lodewijk XV, met schildering voorstellend den dood van Ananias. Goudleeren behang (XVIII d). In het noordelijk bijgebouw: Boven, een schoorsteenstuk in omlijsting (XVIII d); overblijfselen van beschilderd behangsel (XVIII d); een beschilderd Hindelooper tafeltje (XVIII) en een spiegeltje in gesneden omlijsting (XVIII d). Beneden, twee stadszegels: klein zegel (XVII) en een (XVIII); gedreven zilveren bodenteeken (1769); gedreven zilveren schildje (XVIII A) met opschrift: „Makelaar der Zeevaart", en een zilveren schildje (XVIII B). 2. De waag, in 1650 opgetrokken door Jentje Jouckes, timmerman, en Tiepke Pybes, metselaar, in 1923 gerestaureerd, is een vrijstaand gebouw van baksteen met versieringen van zandsteen, en gedekt door een tentdak. Aan de noordzijde, onder een luifel op houten kolommen» een poort met omlijsting van profielsteen en sluitsteen met kopje. Vensteromlijstingen van profielsteen; in de ontlastingsbogen sluitstukken met kopjes. Onder de gootlijst hoeksteenen met wapens en huismerken. In de gootlijst, op de hoeken, saterkoppen als spuwers; daarboven schildhoudende leeuwen. Dakvensters met trapgeveltjes waarop geprofileerde dekstukken; toppilasters op leeuwenkoppen. In den noordelijken gevel een steen met wapen, waaronder latijnsch opschrift; in den westelijken gevel een steen met gemeentewapen en jaartal 1650. Sierankers. e. Kerkelijke gebouwen. 1. De ned. herv. kerk (H. Geertruida), eertijds (sedert 1343) aan de H. Odulphuskerk te Stavoren behoorend, in 1515 en 1523 door brand vernield en weer herbouwd, in 15 80 half-voltooid aan de Hervormden overgegaan, in 1826 hersteld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een middenschip en twee tusschen 1515 en 1580 daarmede op ongeveer gelijke hoogte gebrachte zijschepen, een dwarspand, een 4/io-gesloten koor met een steunbeer in de as, en eenen vrijstaanden baksteenen toren (XVI a); aan de zuidzijde van het koor eene sacristie, waarboven eene verdieping, die (XVII) als school dienst deed. Groote spitsboogvensters met baksteenen stijlen en traceeringen; verknoeide ingangen. Aan de westzijde worden de beuken afgesloten door een baksteenen muur en de aangebouwde kosterswoning. Boven in den westelijken gevel in baksteen het jaartal 1615 en een Christusmonogram. De sacristie heeft een gothischen puntgevel. Op de kruising der daken van dwarspand en schip overblijfselen van den voet van een in 1740 afgebroken dakruiter. De toren bestaat uit twee geledingen, de bovenste terugspringend, onderlangs met een gemetselde balustrade op de eerste geleding. Op den zuidoosthoek een veelhoekige traptoren. In west- noord- en zuidgevel vensternissen met geprofileerde dagkanten en baksteenen vischblaastraceeringen. In den westgevel een dichtgemetselde ingang, gedekt door een korfboog, waarboven een hooge spitsboog. Aan weerszijden van den ingang nissen: een met een spitsboog en een met een kielboog. Onderste geleding zonder, tweede geleding met steunbeeren. Aan de oostzijde een hooge spitsbogige doorgang, thans dichtgemetseld. De toren heeft een pyramide-dak, waarop een achtkante houten koepel met peervormige bekroning (1613). Inwendig heeft de kerk zes ronde zuilen met eenvoudige gemetselde kapiteelen en zandsteenen basementen, in een dezer is een geeselroede, in een ander twee doodsbeenderen uitgehouwen. Gewelven (in 1721 hersteld): middenschip, dwarspand en koor hebben houten tongewelven, met doorhangende, geprofileerde schinkels (XVI a). De zijschepen zijn afgedekt met een vlakke zoldering, welker muurstijlen rusten op behakte kraagsteenen van zandsteen. In den traptoren een trap met houten treden. In den torenkoepel op een balk, handmerken der bouwmeesters en het jaartal 1613. In de bovenverdieping der sacristie gebeeldhouwde sleutelstukken (XVI a). De kerk bezit: Koorafsluiting (XVI a) met gesneden boogfries, en zitbanken met briefpaneelen; aan de koorzijde beschilderd met psalmteksten (1690). Eiken preekstoel (1718) met gebeeldhouwde kuip, trap en klankbord, door G. van der Haaven. Eiken doophek door denzelfde. Koperen lezenaar (XVIII a) met wapen van Harlingen en opschrift. Verguld tinnen doopbekkenhouder (XVII d); verguld tinnen zandlooperhouder (XVIII d). Orgel (1697), vervaardigd door Jan Harmens van Berlicum, met rugpositief en gebeeldhouwd eiken orgelfront, (in 1839 verbeterd; in 1878 hersteld door Ypma uit Bolsward). Eiken regeeringsbanken (XVIII a) met overhuiving op gesneden zuilen en bekroning met wapens. Heerenbank (1621) met overhuiving en met pek ingelegd ornament. Tochtportaal (XVII b), waarboven wetstafelen. In den vloer verschillende gebeeldhouwde zerken (XVI, XVII en XVIII), waarbij van de families Hansma, Inthiema en van Wissema. Geteekenden plattegrond der kerk, waarop de aanteekening: „Gemaakt vóór 1829". Geschonden overblijfsel eener wereldkaart in houten lijst (XVIII). Eiken tekstborden (XVII a). Twee gebeeldhouwde rouwborden voor Izaak Martin van Adius (f 1719) en diens vrouw Egbertina Barbara van Unckel (f 1716) met familiewapens. Geschilderd gedenkbord (XVII c) voor Reinhold van Inthiema (f 1656 te Saumur). Acht beschilderde gildebaren: smidsbaar (1756) ; chirurgij nsbaar (1781); timmermansbaar (1791); schippers- baar (1805); grootschippersbaar (1806); landbouwersbaar (XVIII d) en twee kinderbaren (1791 en 1806). Avondmaalszilver: twee bekers, waarvan een (1695) en een, blijkens opschrift op den voet, in 1695 vergroot (merken: Bolsward, A — 1695 en monogram A. H.); groote broodschaal (1681) met alliantiewapen en opschrift (merken: Leeuwarden, K = 1682 en meesterteeken van Pieter Dorsman?); broodschaal (1681) met alliantiewapen-Roorda van Velzen-Heloma en opschrift als op schotel te Grouw (merken: Leeuwarden, K 1682, monogram P. D., waarover een eikeltje = Pieter Dorsman?); schenkkan en twee collecteschalen (1681, merken: Workum, jaarletter? en H. D.) met wapens en opschrift. . Groote klok in 1669 vergoten door Gerhard Schimmel te Deventer; kleine klok, in 1616 vergoten door Hendrik Wegewart. In het koepeltje een kleine klok, in 1780 gegoten door L. Haverkamp. 2. De doopsgezinde kerk of Vermaning is een eenvoudig, rechthoekig gebouw (1694) van baksteen, met spaarzaam gebruik van profiel- en zandsteen, en gedekt door een tentdak. Tegen den voorgevel is de kosterswoning uitgebouwd (XVIII d) met verminkten halsgevel. Hierin eene deur met getoogde houten latei. Inwendig heeft de kerk een aan drie zijden rondgaande galerij van twee verdiepingen, rustend op houten Dorische zuilen en overdekt door een houten koepelwelf met doorhangende, geprofileerde schinkels. De kerk^bezit. Eiken preekstoel met gebeeldhouwde kuip (XVII d). Tinnen Avondmaalskan (XVII d). Staande klok (XVIII e) door A. Ratsma te Harlingen. 3. De r.k. kerk (1878, architect H. Tepe) bezit: Zilveren tabernakel (XVII c). Verguld zilveren monstrans (XVIII c), in zonvorm met kroon. Zilveren ciborie in vaasvorm (XVII c). Een groot en twee kleine canonborden (XVIII d). Zilveren wierookvat (XVIII c). Tien zilveren kandelaars (1780) met ornament. Zes zilveren halve bloempotten (XVIII a). In den tuin: hardsteenen voetstuk (XVIII c) van een zonnewijzer, met ornament. ƒ. Gebouwen van liefdadigheid en%. Noordeinde A 91, Het armhuis, gebouwd omstreeks 1690, XIX c geheel verknoeid, heeft aan weerszijden nog twee poortjes, boven een waarvan een geschilderd relief (XVII d) in terra cotta, voorstellende de Barmhartigheid. In den achtermuur een gebeeldhouwde steen (XVII c), waarop een weesmeisje en -jongen. Op de armenkamer twee gekleurde prenten (1783). Voorts twee narrenmutsen (XVIII, strafmiddel voor de weezen). g. Particuliere gebouwen. A. Renaissance. Trapgevels met geprofileerde dekplaten, toppilaster op gebeeldhouwde console en ontlastingsbogen met kopjes: 1. Noordeinde 63. Verminkt. Cartouches met: 1612. Gevelsteen met vijzel. Sierankers. 2. Noordeinde 98. Trapgevel (XVII a). 3. Wijk E 58. Dergelijke gevel (XVII a) met gemetselde console onder den toppilaster. 4. Noordeinde 54. Zandsteenen hoek- en negblokken, rond venster en cartouche met adelaars en jaartal: 1644. Sierankers. 5. Noordeinde A 93. Dergelijke gevel (XVII b) met gevelsteen (XVIII a). 6 Zuidereinde 8. Gevel (XVII b); verminkt. 7'. Wijk A 40. Gevel (XVIIA) verminkt en gepleisterd. 8. Noordeinde 76. Gevel (XVII A, verminkt); moderne winkelpui. 9. Noordeinde 79. Gevel met cartouche, waaronder: 1659. Ankers. , . . 10. Noordeinde 32. Pakhuis. Trapgevel van baksteen, welks segmentvormige bekroning door den toppilaster (met schildhoudenden leeuw) wordt doorbroken. Zandsteenen pilasters met festoenen, verbonden door rondbogen; zandsteenen hoekblokken en twee cartouches met: 1663. Inwendig: gothische sleutelstukken en schoorsteen-raveelingen met accoladevormige versiering. Dit pand behoort bij Noordeinde 30, zie hieronder bijnr. 38. 11. Noordeinde 34. Trapgevel (XVII c) van bak- en bergsteen. Gebeeldhouwd fries; moderne winkelpui. 12. Noordeinde 36. Gevel (XVII c), verminkt. 13. Noordeinde 83. Gevel (XVIIc) in bak- en bergsteen, waarin gevelsteen met gekroond botervat. 14. Wijk C 12. Gevel (XVII c); verknoeid. i< Wijk C 22. Gevel (XVII c); verknoeid. 16 Wijk C 3 8. Gevel (XVII c) met vlechtingen. 17. Wijk C 51. Gevel (XVII c) met vlechtingen. 18. Zuidereinde 65. Eenvoudige gevel (XVII c). iq Zuidereinde 79. Gevel (XVII c); verknoeid. 20. Zuidereinde 96. Gevel (XVII c) met zandsteenen versieringen en sierankers. Verminkt. 2i Zuidereinde 20. Eenvoudige trapgevel (XVII d), metpotkast. Inwendig: balken met laat-gothische sleutelstukken. In de achterkamer eene betimmering in den trant van Lod. XV en zoldering (XVIII c). Doorloop met glazenkasten (XVIII a). In de keuken gesneden bedschot, waarin beschilderde paneelen (XVIII a). 22. Wijk A 4. Gewijzigd tot puntgevel (XVIIB) met waterlijsten en vlechtingen. B. L o d e w ij k-s t ij 1 e n. Halsgevels, meerendeels met segmentvormige bekroning en zandsteenen krullen: 2 3. Zuidereinde 108. Halsgevel (1731) met beeldhouwwerk. , 24. Wijk A 56. Dergelijke gevel (1737), waarin gevelsteen met Keulschen pot. 25. Wijk E 25. Gevel met gebeeldhouwde vleugelstukken en bekroning, waarin monogram en twee cartouches met: anno — 1747. 26. Zuidereinde 13. Gevel (1751) met gebeeldhouwde afdekking en top met siervaas. Cartouche met: 1751. 27- Wijk C 8. Gevel (1761), met gebeeldhouwde afdekking. 28. Wijk A 3. Gevel met gebeeldhouwde zijlijsten. Onder de krullen: anno — 1762. 29. Zuidereinde 78. Gevel (1765), met ornament. 30. Noordeinde 35. Dergelijke gevel (XVIII c). 31. Noordeinde 40. Gevel (1773) met versierde zijlijsten. Gevelsteen met zeilschip. 32. Wijk E 49. Dergelijke gevel (1786). 33. Wijk E 7. Gevel met houten krullen en bekroning. Onder de krullen: anno — 1798. Verder de volgende, van de voorgaande afwijkende, gevels: 34. Wijk E 59. Eenvoudige trapgevel met cartouche (1744). Hierin gebeeldhouwde steenen (omstr. 1650), waarschijnlijk uit een anderen gevel. 35- Markt 116. Gevel (XVIII) met gebeeldhouwde consoles onder de rechte gootlijst. Gebeeldhouwd dakvenster. 36. Zuidereinde 14. Gevel (XVIII d) met fronton; in het gevelveld guirlandes. C. Stijl van het Keizerrijk. 27, Wijk B 68. Gevel (XIX a) met driehoekige bekroning, gedragen door zuilen. Inwendig: gesneden deuren (XIX a). _ „ . /VTV \ 38. Noordeinde 30. (Zie: nr. 10). Ge^el (XI ^ " een heerenhuis (oorspronkelijk gebouwd XVI a, geiee verbouwd omstreeks 1650), met hooge hardsteenen stoep, rechte kroonlijst en ingang geflankeerd door pilasters; gesneden bovenlicht. Inwendig: in de gang tegelbekleeding en in hout gesneden wapenschild van het geslacht Adius (XVII B); in de beneden-achterkamer beschilderd schotwerk met pilasters (±1650); oude spiltrap ( ); in de boven voorkamer eene betimmering (XVIII c) en behangsel in sepia-druk (XIX a); in de ^enzchtetkamer blank-eiken bedschotbetimmeringen (X\ II A), gebeeldhouwd. Balklagen met gothische profileering en schoorsteenraveelingen met accoladevormige versieringen (XVI a). Fragmenten en details van buitenarchitectuur: 1. Hoekhuis Markt-Noordeinde. In den gevel aan de Markt: zandsteenen beeld (XVII a) van een mannelijke figuur met sleutels in de hand. Gewit. 2. Hoekhuis Markt-Bagijnestraat. Console en zandsteenen nis, waarin een schildhoudende leeuw (X c). 3. Wijk E 46. Console waarop schildhoudende leeuw ^ 4. Wijk A 3 5. Deuromlijsting met zijiichten^(XVIIId); daarnaast een poortje met gesneden deur (X\ 111 d). 5. Noordeinde 74. Ingang met gesneden deur en bovenlicht (XVIII d). 6. Wijk E 46. Bovenlicht (XVIII d). 7. Op een poortje naast E 49 een siervaas (XVIII d). 8. Zuidereinde 84. Deur met omlijsting en gesneden bovenlicht (XVIII d). Gevelsteenen voor zoover nog niet vermeld: Zuidereinde 110, zeilend schip (XVIII A); Wijk E 47, (1762). Details van binnenarchitectuur: 1. Noordeinde 54. Schoorsteen (XVII d) met steenen draagstukken,gewonden zuilen, houten mantel en gesneden raveeling. 2. Noordeinde 56. Eenvoudige, beschilderde bedschotbetimmering (XVII d), met glazenkast. 3. Noordeinde 88. Kamer met besneden betimmering (XVII d) en schoorsteenmantel met geschilderd paneel (1577): Salomon en de koningin van Saba. Tegelwanden (XVII). 4. Markt (Hotel Ketelaar) In de keuken bedstede met gesneden omlijsting en geschilderde paneelen (XVIII a). j. Zuidereinde 24. In voor- en achterkamer betimmeringen en geschilderde schoorsteenstukken (alles XVIII b). 6. Zuidereinde 107. Gang met tegelbekleeding (XVIII B); achterkamer met betimmering en tegelwand (XVIII d), waarin eene tegelschildering gemerkt A. G. Sybel, 1765. In de benedenhoeken van den wand dateeringen: 1791 en 1797. Dit geheele interieur bevindt zich thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Oliemolen (XVIII) Achtkante houten bovenkruier met stelling, waarbij aangebouwd het houten molenaarshuis, met, boven het midden van den voorgevel, een overgebouwden, rond afgedekten topgevel. In dit gedeelte de z.g. „theekamer", langs een trap van buiten af bereikbaar. Twee hooge houten schoorsteenen. Houten kraan (XVIII) met dubbelen kromhouten bovenligger en windas met groot houten rondsel. Wymbritseradeel WIJMBRITSERADEEL. Abbega. e. De ned. herv. kerk, in 1809 gebouwd, blijkens steen, ter vervanging eener oudere (H. Gertrudis),in 1859 vernieuwd, bezit: Klok, in 1647 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden. Op het kerkhof een zerk (1671, afgesleten). Folsgara. e De ned. herv. kerk, in 1864 verbouwd, herbouwd in 1875, heeft van de oudere (H. Laurentius), die werd opgetrokken in de plaats van een in 1498 verbrande kerk, nog slechts den toren (1534, blijkens jaartal in een balk), geheel met klimop begroeid en gedekt door een zadeldak. Zij bezit: . Eiken kuip (± 1700, geverfd) van den preekstoel. Klok, in 1535 gegoten door Geert van Wou en Jonan ter Steghe. Gaastmeer. e. De ned. herv kerk (XIX a) bezit*. Eiken kuip (XVII b) van den preekstoel, met gesneden ^ Klok, in 15x7 gegoten door Geert van W ou en Johan Schonenborch. Gauw. e De ned. herv. kerk heeft van een oudere, aan den H.Nicolaas gewijde, kerk nog slechts den baksteenentoren (XV) met zadeldak. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII b). Klok, in 1698 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden. Goënga. e. De ned. herv. kerk, in 1758 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Willebrordus), is een eenvoudig rechthoekig gebouw met een torentje op den westgevel. Boven den rondbogigen ingang een steen met opschrift en: 1758. Zij bezit: Fragmenten (XVII B) van een ouderen preekstoel, met gesneden paneelen. Groote zerk (XVI b) boven een grafkelder op het kerkhof. Klok, in 1352 gegoten door Stephanus. h. Een gouden mantelspeld (XIII), vervaardigd van een munt van de dynastie der Almohaden, in 1889 hier gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. Heeg. e. De ned. herv. kerk, in 1745 gebouwd ter plaatse van een oudere (H. Christophorus), in 1840 verbouwd, bezit: Gesneden eiken preekstoel (+ 1700). Doophek (^ 1700) met gedraaide balusters en twee deuren. Koperen doopbekkenhouder (^ 1700). Twee koperen doopbogen (+ 1700). Koperen adelaar (+ 1700) als steun van een lezenaar. Eenvoudige eiken banken (^ 1700), in paneel gewerkt, met siervazen op de hoeken. Drie koperen zeslichts kronen (XVIII b), waarvan twee met op vier geschilderde schildjes dc namen of beginletters en wapen-Jor Jowiers en van Hartman van Harinxma; een der kronen draagt het jaartal 1748 en namen en wapens van A. J. B. en Ymtgen Ulbes. Koperen schildje (1747, wellicht van een lichtkroon) met namen en wapens van Ds. Hanso Lemstra en vrouw. Twee beschilderde psalmborden (1819) en twee (XlXa). Zilveren beslag (1762) van een bijbel, waarin gegraveerp de namen der schenkers. Klok (1616). „ Nr. 82. Fragment van een topgevel met jaartal¬ ankers: 1699 en gebeeldhouwden gevelsteen met opschrift vermeldend de namen der stichters Jouke Feelses en Hielck \\7isser en hun wapens. Inwendig: baksteenen portiek met gebeeldhouwde zandsteenen boogblokken en in Hindelooper trant beschilderde deur, van elders hieraan gebracht. Drie gebrandschilderde ruitjes, den scheepsbouw voorstellend, afkomstig uit het bovenlicht der deur, zijn thans in het huis van den eigenaar overgebracht. 2. Nr. 229. Huis, thans onderwijzerswoning der Gereformeerde school, met breeden gevel (1737). Vooruitspringende middenpartij van bak- en zandsteen, bekroond door een trapgevel met gebeeldhouwde vleugelstukken en kuif; ingang met zijlichten en gesneden deur; te weerszijden van de middenpartij twee vensters met gebeeldhouwde latei; kroonlijst met gesneden consoles. Inwendig : schoorsteen met spiegel in gebeeldhouwde omlijsting (XVIII b). , , , , 3. Boerenwoning1) met topgevel, waarin een gebeeldhouwde gevelsteen met wapens-Bergsma en: 1758; hooge zandsteenen stoep met gebeeldhouwde vulling onder de treden; verminkte leuning. Inwendig: opkamer met wandbeschilderingen (XVIII c), vogels en bloemen voorstellend. Onder in den schoorsteen een groot tegelstuk (XVIII c, de boerderij). In den bovenmantel een geschilderd schoorsteenstuk (XVIII c, een zeegezicht). 4. Naast nr. 88. Eenvoudige gevel, waarin nokanker met: 1781. i) Onlangs geheel verbouwd, waarbij de wandschilderingen op den zolder van het nieuwe huis zijn gebruikt, het tegelstuk, voor zoover met vermeld is opgeborgen, terwijl ook de gevelsteen en twee deuren zi,n bewaard gebleven. 5. Nr. 88. Fragment (1793) van een woonhuis, thans onderwijzerswoning der Ned. Herv. gemeente. Inwendig: bedschotbetimmering (1793); in de voorkamer een geschilderd behang (XVIII d) van vier groote vakken (waarvan één (nieuw en een klein (boven de deur), en een schoorsteenmantel met schildering (gemerkt: P. Folder 179..) voorstellend het bezoek van de engelen aan Abraham en Abraham's offerande. Twee schoorsteenmantels (XVIII d), waarin schilderingen, bijbelsche tafereelen voorstellend; in de gang een eenvoudige portiek (XVIII d) en een nis bekroond door snijwerk (XVIII d). 6. Nr. 266. Huis met twee gepleisterde halsgevels (1794). Inwendig: wandschilderingen (XVIII d, doek), voorstellende zeegezichten en landschappen; schoorsteen (XVIII d, eenvoudig); in een nevenvertrek een gesneden bedschot en een schoorsteenmantel, waarin gesneden een bijbelsch tafereel. 7. Nr. 97. Gesneden deurkozijn (4; 1800). Hommelis. e. De ned. herv. kerk, in 1876 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Johannes Baptista), bezit: Koperen doopbekken (XVII d). Eiken doopbekkenvoet (XVII d) in den vorm van een Ionisch zuiltje. Klok, in 1624 gegoten (door Hans Falck van Neurenberg?). Indijk. Op het kerkhof staat een overhuifde klokkenstoel, waarin een klok (XIII?) zonder opschrift. Jutrijp. e. De ned. herv. kerk bezit: Koperen doopbekken (XVII d). Eiken doopbekkenvoet (XVII d, als te Hommerts). Klok, in 1772 ge8°*en door J. Borchardtte Enkhuizen. Loënga. e. Op het kerkhof staat eenoverhuifde klokkenstoel, waarin een klok, in 1670 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden. Nijland. e. De ned. herv. kerk (H. Dodo ?) 1), in 1275 gesticht, XV gewijzigd, later meermalen hersteld, is een gebouw van gele en roode baksteen, bestaande uit een schip, een 5/io-gesloten koor, en een vierkanten toren (in 1615, 1664, 1820 en 18 5 4 hersteld) met een ingesnoerde achtkante houten spits. Tegen schip en koor zware eensversneden steunbeeren. Groote spitsbogige vensters (waarvan die in de koorsluiting zijn dichtgemetseld) in omlijsting van profie steen, en waaronder een rondgaande zandsteenen waterlijst. Aan de zuidzijde een korfbogige ingang (XV), waarboven een driehoekig fronton met opschrift betreffende een herstelling van den toren en: 1664. Aan de noordzijde een dichtgemetselde spitsbogige ingang (XIII d), waarnaast een andere (XV d). De toren heeft in den westgevel een spitsbogig venster, en aan alle zijden ellipsbogige galmgaten (XVII) boven een waterlijst, onder welke rondbogige nissen. Inwendig (XIX B geheel verknoeid): achter een in het koor getimmerde consistoriekamer, in de als berghok gebruikte koorsluiting, is nog een gedeelte van het spitsbogige houten gewelf (XV) met doorhangende geprofileerde schinkels zichtbaar. Deze schinkels rusten in de hoeken der sluiting op schalken, welke te halver h°ogte neerkomen op gebeeldhouwde kraagsteenen. Trekbalken Volgens J. G. C. Joosting en S. Muller Hzn., Bronnen voor de geschiedenis der kerkelijke rechtspraak in het bisdom Utrecht, II, 57' (onder verwijzing naar het Register van Aanbreng, 11, 326) was de kerk aan den H. Nicolaas gewijd. met geprofileerde sleutelstukken (XV). In de consistoriekamer boven de deur een gesneden bekroning (XVIII) met opschrift. De kerk bezit: Altaarsteen (?), voor den zuidelijken ingang gelegen. Eiken preekstoel (1659, geverfd), met meesterteeken en initialen P.I.M. Doophek (XVII c, geverfd) met gewrongen balusters. Koperen doopbekken (XVII c) met deksel en draaibaren arm. Orgelgalerij (XVII c) op gewrongen Korinthische zuilen, waartusschen gesneden paneelen. Op het moderne orgel staan drie beelden (X VII c, gewit), voorstellend Geloof, Hoop en Liefde. Voor den drempel van den noordelijken ingang een halve zerk (XIII ?) van roode Bremer steen, met rechtlijnig ornament; onder den houten vloer een groote gebeeldhouwde zerk (1550, door Vincent Lucas) met Renaissanceportiek en wapens, voor Sydts van Botnia (f 1548) en Bauck van Camstra (f 1547); verder een gebeeldhouwde zerk met wapens, voor Sydts van Botnia (f 1615), Frouck van Botnia (f 1596) en Bauck van Botnia (f 1638). In een der vensters twee fragmenten (XVII) van gebrandschilderd glas, waarop twee ossen (in verband met de legende der kerkstichting). Gegraveerden zilveren Avondmaalsbeker met, onder tegen den voet, een opschrift en: 1646 (merken: Bolsward, jaarletter P = 1646.cn Franschelelie?); dergelijken beker, gecopieerd naar den vorigen^ met opschrift en: 1819 (merken; gehelmd kopje, loopend leeuwtje en A. B.). Twee klokken, waarvan een in 1598 gegoten door Hendrik Wegewart en een in 1619 door denzelfden gieter. g. Huls nr. 6. Puntgevel met aanzetkrullen op de hoeken, waaronder: 1771 (trant Lodewijk XV), en een gevelsteen met bakkersoven en O. Y. Offinga wier. e. De ned. herv. kerk bezit: Klok, in 1637 gegoten door M. F. S. h. Op het schiereiland)e Potschar, aan de Houkesloot, zijn in 19x2 de overblijfselen ontgraven van het z.g. Sneeker oudkerkhof. Behalve eiken doodkisten en skeletten zijn hier gevonden: fundeeringen van een baksteenen gebouw (kapel ?); voorts scherven (XVI d-X VII a) van aardewerk, groen verglaasde estrikken, en fragmenten van glas-in-lood, welke zich thans bevinden in het Friesch museum te Leeuwarden. Oosthem. e. De ned. herv. kerk, in 1860 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Johannes Baptista), bezit: Orgel (1838, door W. van Gruisen). Klok, in 1785 gegoten door L. Haverkamp te Hoorn. Een klok, in 1602 gegoten door Hendrik Wegewart te Kampen, is in 1884 door een nieuwe vervangen. Oppenhuizen. e. De ned. herv. kerk, in 1695 gebouwd ter vervanging van een oudere (H. Johannes Baptista), die aan de Commanderij der Duitsche orde te Sneek behoorde, in 1865 hersteld, heeft aan de zuidzijde een rondbogigen ingang in omlijsting van profielsteen, waarboven een gedenksteen met wapens-Burmania, opschrift en: 1695. Toren (1817) met spits. De kerk bezit: Orgel, in 1821 vervaardigd door A. van Gruisen te Leeuwarden. Drie koperen kronen (XVII d). Vier gesneden tekstborden (XVIII d). Avondmaalszilver (tevens van Uitwellingerga): gegra- veerden beker met opschrift en: 1733; dergelijken beker (1790); twee dergelijke bekers (i 1800). Klok, in 1486 gegoten door Gerhardus van Wou. Oudega. e. De ned. herv. kerk (XIX a) heeft een spitsje op den westgevel. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Zilveren Avondmaalsbeker met opschrift (1689, merk: monogram G. I.). 1623 gegoten door Andreas Obertin. Sandfirde. e. De ned. herv. kerk, XVIIId gebouwd ter vervanging van een oudere (H. Johannes Baptista), bezit: Eiken preekstoel (XVII b) met gegroefde Ionische zuiltjes op de hoeken der kuip. Klok, in 1633 gegoten door Andreas Obertin. Scharnegoutum. e I. De ned. herv. kerk (1861) bezit: Vier gesneden tekstborden (XVIII d). Klok, in 1461 gegoten door Steven Butendiic, in 1902 vergoten. 2 Van het voormalige nonnenklooster der Usterciënsen „Aula Dei", later Nije-klooster genoemd, in 1233 gesticht door Dodo, abt van Bloemkamp, in 15 72 verwoest, zijn in 1916 nabij den straatweg Sneek—Leeuwarden fundeeringen blootgelegd. /VT7-,N 1 • Een zesarmig koperen kaarsenkroontje (.X.V b), drie koperen kandelaars (± i45°)> twee drielichtskandelaars (± 1500), twee koperen wandarmen (± 1500) en eenige kleine koperen voorwerpen (± 1500), hier gevonden, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden. g. Oud-Friesche greidboerderij (XVIII a, ±1750 verbouwd). Smallebrugge. Op het kerkhof staat een overhuifde klokkenstoel, waarin: Klok, in 1617 gegoten door Hendrik Meurs. Tirns. e\. De ned. herv. kerk, in 1699 gebouwd ter vervanging van een oudere (H. Lambertus), bestaat uit een schip, een driezijdig gesloten koor en een houten spitsje op den van grooten moppen opgetrokken westgevel. Rondbogige vensters; aan de noordzijde een rondbogige ingang met oude eiken deur. Inwendig: houten tongewelf met doorhangende schinkels, in welker kruispunten ge sneden rozetten; langs den muur rust het gewelf op een lijst met geprofileerde kraagstukken. De kerk bezit. Eiken preekstoel (XVII d) met in het voorpaneel der kuip het wapen-Burmania. Doophek (XVII d) met gewrongen balusters. Overhuifde familiebank (XVII d); twee eenvoudige banken (XVII d) tegen de afscheiding onder het orgel. Gedenkbord met Latijnsch opschrift betreffende de stichting der kerkin 1699 door Duco GerroltvanBurmania. Op het kerkhof, voor den ingang, twee afgesleten zerken (± 1600) met wapens; zerk (1828) met kruis, op den grafkelder der predikanten. 2. Ter plaatse van het voormalige regulieren-klooster tabor (in 1406 gesticht, in 1572 verwoest) bevindt zich nog slechts een ronde, gemetselde waterput van het klooster, benevens metselsteenen en dakleien. Middeleeuwsch vaatwerk en fragmenten hiervan, benevens een beenen schaats, een zilveren Vlaamsche leeuwengroot (XIV A), en een zilveren stuiver (1508), hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. Tjalhuizum. e. Van de vroegere kerk (XIV, gesloopt XIX a) staat nog slechts de toren, in 1871 geheel vernieuwd, met achtkante houten spits. h. Een zandsteenen doopvont (XV), inwendig rond, uitwendig achtkant, op ieder vak versierd met in relief gehouwen aangezichten van heiligen, afkomstig uit de voormalige kerk (zie e), is in het Friesch museumte Leeuwarden. Uitwellingerga. e. De ned. herv. kerk, in 1680 gebouwd, bestaat uit een schip met driezijdige sluiting en een toren (1873). Rondbogige vensters en ingang in omlijsting van profielsteen. Gedenksteen met wapens-Burmania, opschrift en: 1680. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c), afkomstig uit de kerk te Ysbrechtum. Doophek (XVII b). Heerenbank (XVII b) met overhuiving op gewrongen Korinthische zuilen. Klok, in 1787 gegoten door L. Haverkamp te Hoorn. Westhem. e. De ned. herv. kerk, in 1708 gebouwd ter vervanging van een oudere (H. Bartholomeus), bestaat uit een schip met een driezijdig gesloten oosteinde. Van de oorspronkelijke kerk staat nog de toren (XIV), opgetrokken van groote moppen, gedekt met een zadeldak, waarop een windwijzer (± 1700) en geheel met klimop begroeid. In den noordmuur van het schip een rondbogige ingang met sluitsteen: 1708. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met gesneden pilasters op de hoeken der kuip. Doophek (XVII c). Twee klokken, waarvan een (XV ?) zonder opschrift en een in 1637 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden. Wolsum. e. De ned. herv. kerk (i 1870) bezit: Eiken preekstoel (XVII b) met Ionische pilasters op de hoeken der kuip. . Doophek (XVII b, geverfd) met gedraaide balusters. Twee klokken, waarvan een (XV) zonder opschrift en een in 1598 gegoten door Hendrik \\ egewaert te Kampen. Woudsend. e. De ned. herv. kerk is in 1837 opgetrokken in clas- sicistischen trant. Zij bezit: ^ Koperen doopbekkenhouder (XVIII). Twee koperen lezenaars (XVIII A). Zes gesneden psalmbordjes (XVIII d). c X. Nr. 158. Ingezwenkte halsgevel met aanzetkrullen waaronder: 1741. 2. Nr. 145. Dergelijke gevel (1758). 3. Nr. 280. Gevel (XVIII d) met rechte kroonlijst, waarboven een dakvenster met gesneden vleugelstukken; gesneden deur met bovenlicht. Inwendig: gesneden betimmeringen, bedsteden en schoorsteenmantels. 4. Nr. 282. Deur (XVIII d) met gesneden kalf en bovenlicht. ... 5. Nr. 284. Deur (XVIII d) met pilasters en gesneden kalt. 6. Nr. 285. Dergelijke deur. 7 Nr 139. Halsgevel met jaartalankers: 1805. 8. Nr. 286. Gevel (XIX a) met rechte kroonlijst, waarop in het midden een driehoekig fronton. h. Een gevelsteen (XVII d) met voorstelling eener bakkerij en opschrift, afkomstig uit een in 1906 gesloopt huis, is thans in het Friesch museum te Leeuwarden. IJpekolsga. e. Op het kerkhof staat een klokkenstoel, waarin: Twee klokken, in 1664 gegoten door Jurjen Balthazar. g. Boerenwoning (1783). Ingezwenkte halsgevel met gebeeldhouwde aanzetkrullen. Deur met zijlichten. Inwendig: in een opkamer gesneden deuren en een schoorsteenmantel met spiegel en schildering; gesneden houten plafond met symbolen der jaargetijden; drie wandschilderingen (XVIII d, doek, gemerkt: Aede Lutzens) met gezichten in Grouw, Stavoren en Woudsend; vier dergelijke schilderingen de jaargetijden voorstellend, en drie grauwtjes met allegorische voorstellingen. In een zijkamer een gesneden bedschot (XVIII d). IJsbrechtum. e. De ned. herv. kerk, in 1865 gebouwd ter plaatse van een oudere (H. Martinus, een seendstoel), bezit: Gesneden wangen (XVII d, geverfd) van banken. Twee koperen kronen (XVII d). Graftombe (XVII d) van zandsteen (als marmer geschilderd) voor Duco Martena van Burmania (f 1692) en Eduarda Lucia van Juckema-Cammingaburgt (f 1682) met rijk beeldhouwwerk, alliantie- en kwartierwapens. Twee rouwborden (XVIII d) voor Sjouck Gerrolt Juckema van Burmania Rengers (f 1784) en zijne vrouw Odilia Amelia gravin van Weideren (f 1788), in gesneden omlijstingen. Avondmaalszilver: kelkvormigen beker op hoogen voet, met alliantiewapen en: 1742 (merken: Leeuwarden, Friesland, G=i742 en meesterteeken AA, waartusschen een bloem=Andele Andeles); doopbekken (^ 1650, merken: Sneek, onleesbare jaarletter, meesterteeken: eendje); drie blaadjes met gekartelden rand en elk op vier pootjes, met opschrift (1776, merken, op het grootste: Leeuwarden, Friesland, jaarletter B en onvolledig meesterteeken, op de twee kleinere: 's Gravenhage, jaarletter E en meesterteeken C.R.). Ylst YLST. het TxvH ££? "«iórt SS5T™C- — —eidsgewich. (J- 1600), als dat te Sloten. , I De NED. HERV. KERK, in 1830 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Mauritius) in 1868 vergroot, bestaat uit een schip, aan de oostzijde driezijdig-gesloten, een noordelijken dwarsarm (.868) en eenen vierkanten toren met ingesnoerde achtkante spits Inwendig: usÜchen de spitsbogige vensters Toscaansche halve-zuilen. DEten preekstoel, gemerkt A. F., in 1S72 vervaardigd, bliikens een jaartal ónder den schildleeuw op den trappaal; op de hoeken der kuip en te weerszijden van het mggeschot Eiken doopbekkenstandaard (XVII c) met koperen houder en bekken. Gesneden eiken tekstbord (l647)- Geschilderd tien-gebodenbord (XVI. .)• uvvnn Avondmaalszilver: eenvoudige gladde schaal (XVIII). Twee klokken, waarvan een een in 1542 gegoten do Geert van Wou en Johan ter Stege, en een in 1700 door PT De"voormalige neb. herv. pastorie. Zie g 8. , , C 6. Gewijzigde trapgevel (XVII a); vensteromlijstingen van profielsteen; topp.laster op overkraging; sierankers^ (j668)i wlarop een leenw met ecn b™dP1ne Messingklopper""). Trapgevel (1669, in 1926 hersteld door de vereeniging Hendrik de Keyser) van ï) Eigendom der vereeniging „Hendrik de Keyser". baksteen met zandsteenen banden en blokken, geprofileerde afdekkingen; ontlastingsbogen, waarin sluitsteenen met maskers; ovale lichtopening, waarboven een gebeeldhouwde gedenksteen. In den top een dito opening, een steen met: 1669; sierankers. Inwendig: schouwtje (XVIII); eenige deuren en kozijnen, overgebracht uit het in 1926 gesloopte achtergedeelte. 4. A45. Puntgevel (XVII c); ontlastingsbogen met zandsteenen boogblokken; sierankers. 5. B 91. Eenvoudige puntgevel (XVII c); sierankers. 6. A 47. In een verbouwden gevel drie engelenkopjes (XVII). 7. A 29. Gewijzigde gevel (XVIII a). Inwendig: in de gang een gesneden eiken portiek met fronton; wenteltrap met gedraaide balusters. In de voorkamer een gesneden bedschotbetimmering, gesneden schoorsteenmantel; boven de deuren symbolen van Geloof, Hoop en Liefde; wanden met betegeling, voorstellende schepen. 8. De voormalige pastorie der Ned. Herv. gemeente heeft in den achtergevel overblijfselen van een vroegeren halsgevel (1779). Inwendig: balken met sleutelstukken (XVII a). In de gang een muurkast met gesneden omlijsting (XVIII d). In een tusschenkamer een gesneden schoorsteenmantel (XVIII a). In de achterkamer een bedschotbetimmering (XVIII a); gesneden schoorsteenmantel (XVIII a, bovendeel gewijzigd); boven de deuren gesneden baldakijns met voorstellingen van Geloof, Hoop en Liefde. Toevoegsels en verbeteringen, Blz. 75—84, gemeente FERWERDERADEEL, aan te vullen met het volgende: Blya. Op blz. 75: e. De ned. herv. kerk is verhoogd in kleine steen. Geprofileerde waterlijst. De toren heeft beneden zware geheel vlak opgaande muren (behoudens twee rondboogvenstertjes in den westwand); gekoppelde galmgaten in het latere bovengedeelte. g. Aan den weg naar Ferwerd twee greidboerderxjen (XVIII). Ferwerd. Op blz. 76: e. De ned. herv. kerk heeft in den noordwand geen vensters, slechts een (dichtgemetselden) ingang (XVI) met segmentboog van profielsteen. De steunbeeren tegen het schip zijn in kleine steen opgebouwd. Vermoedelijk is het oorspronkelijk zes traveeën diepe schip later oostwaarts vergroot. De toren heeft tegen de tweede geleding versterkende dammen gekregen; in den zuidwand een zonnewijzer, waaronder een wapensteen (1704); inwendig diepe spitsboognissen in de wanden der eerste verdieping. In den toren twee grafzerken (1774 en I78jI> doch waarschijnlijk ouder) met medaillonkoppen in de hoeken. Hallum. Op blz. 78: e. De ned. herv. kerk heeft slechts tufsteen aan den noordgevel van den noordarm (groote blokken), die echter verhoogd is in groot formaat baksteen en \ er- sierd met een klimmend rondboogfries in roode en gele steen, en verder in den noord- en zuidwand van het schip, doch hier herbezigd, boven het baksteenen muurwerk (XVI). Deze door schuine beeren geschoorde wanden vertoonen in elke travee een slanke spitsboognis met krachtigen rondstaaf in den dagkant, en in elke nis een spitsboogvenster; onderlangs de daklijst (boven de 14 tuflagen) een baksteenen rondboogfries. Ten O. van de dwarsarmen is nog een travee aldus behandeld, de volgende heeft vensters met rijkgeprofileerde neggen (XV), de koorsluiting is geheel vernieuwd (XVIII B). Boven den toreningang een steen met opschrift (1806) in omlijsting (trant XVII c). Hoogebeintum. Op blz. 80: e. Het tufsteenen schip der ned. herv. kerk is westwaarts vergroot in groote baksteen. De absis gaat boven aan van halfrond naar polygoon over; hierin vernieuwde spitsboogvensters (op één na). In den noordmuur een (dichtgemetselde) romaansche ingang. In den zuidmuur, doch in een meer westelijke travee, eveneens sporen van een rondbogigen ingang, verder sporen van romaansche vensters en, bij den toren, een tweedeelig spitsboogvenster. De toren is in 1717 (blijkens ankers) grootendeels bekleed met kleine steen. In de kerk twee rechtopstaande zerken: een (1696) voor Barth. van Nysten en een (1724) voor Gideon van Coehoorn. Lichtaard. Op blz. 81: e. Op het kerkhof drie zerken (1631, 1653 en XVII B). Marrum. Op blz. 82: e. De muren van de ned. herv. kerk hebben een gedeelte van de oude tufsteen bewaard. Sporen van een aanbouwsel (lage dwarsarm?) aan de zuidzijde. Sporen van breede spitsboogvensters. (XVI-XVI) en van latere rondboogvensters. In de sluiting dichtgemetselde oude rondboogvensters. Bij den toren een noordelijke en een zuidelijke ingang onder rondbogen. Wanswerd. Op blz 83: e. De ned. herv. kerk bezit een zeer fraaie groote zerk (gemerkt P D 1562), voor Sipt Ghoshngha en Baerck Zyaerda, waarop, in een poortarchitectuur, de drie Schikgodinnen, hangkorven en festoenen in den trant van Corn. Floris, in het midden een alliantiewapen. Verder zerken van 1614, 1636, 1733» I737> I7"°- Wester-Nijkerk. Op blz. 83: e. De ned. herv. kerk is aanmerkelijk vernieuwd in kleine steen en met schuine beeren geschoord. In den noordwand van het schip geen vensters meer; bij de sluiting een dichtgemetseld rondbogig (XIII); in den zuidwand moderne vensters. De toren had oorspronkelijk wellicht geen westingang en bevat overblijfselen van een kruisgewelf. Blz. 161, na 15en r.v.b.: de op blz. 220 onder Hempens vermelde boerderij behoort onder Blz. 192: LEEUWARDEN, e. 10. De R.K. kerk van den h. bonifatius en gezellen bezit aan oud zilverwerk nog het volgende: Stralenmonstrans (XVII b) op gedreven zilveren voet. Wierookscheepje (1765). Processiekruis (± 1700). Blz. 217—233, gemeente LEEUWARDERADEEL: Goutum. Op blz. 219: e. De op zware muren (XIII ?) opgetrokken toren van de ned. herv. kerk heeft een in een spits bogige nis (later ingebroken ?) geplaatsten, door een korfboog gedekten, ingang, waarboven een tweedeelig venster (dichtgemetseld). Boven de nis een steen: 1651, in de tweede, inspringende, geleding een steen: x 737,na de derde, wederom inspringende, spitsbogige galmgaten. Inwendig heeft de toren beneden tweeledige muurnissen. Huizum. Op blz. 220: e. De ned. herv. kerk is een geheel gepleisterd gebouw (XV) met groote spitsboogvensters en 5/12-sluiting. Steunbeeren verwijderd. De toren is in den onderbouw (XIII), van groote baksteen, geheel blind en zwaar verankerd (: 1655); hierboven, door een lijst gescheiden, een latere inspringende geleding (XVI) met zadeldak tusschen twee, met nissen verlevendigde, topgevels. In den zuidmuur een steen met opschrift aangaande herstelling (1626). Onder den kerkvloer vier grafkelders, w.o. een (Cammingha) gedekt door een zerk (XVI). Op het kerkhof eenige zerken (1666, 1745, eern.ge XVIII). Blz. 221, na 9den r.v.b. in te voegen: g. Ten Z. van de kerk van Huizum twee greidboerderijen (XVIII), nog eene in de richting van Goutum. OVERZICHTEN EN REGISTERS. Chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken. admiraliteitsgebouwen. Zie: Militaire gebouwen. begraafplaatsen. ± 2oc>ov.chr. Langedijk (grafheuvels). ±zooo„ „ Mirns (onder Rijs; overblijfselen van een hunebed). ± 200,, „ Fochteloo (grafheuvels). ± 200 „ „ Oosterwolde (kringgrepgrafveld). ± 1242. Buweklooster. XIII? Bakkeveen (voormalig klooster Marienhof). ? Offingawier (z.g. Sneeker oudkerkhof). boerenwoningen. 1644. Haskerhorne (greidboerdcrij). 1652. Lekkum. 1663. Flansum (greidboerdcrij). 1668. Grouw („Ekema", in 1870 verb.). 1676. Ballum (nr. 55). 1688. Menaldum (bouwboerderij). iju. Wartena (greidboerderij). ± 1725. Akkrum (Nieuwe Schouw). XVIIIa. Scharnegoutum (greidboerderij, ± 1750 verb.). ± 1750. Haskerdijken (stelp). XVIIIb. Wirdum (nr. 209: „Barrahuis"). j758. Heeg. 1773. Bergum (I 2). 1779. Hidaard. 1780. Britsum (bouwboerderij); Foudgum (bij de kerk). 1783. Ypekolsga. XVIIId? Hempens. , .. . XVIII Blya (twee greidboerderijen); Huizum (drie greidboerderijen). ± 1800. Wirdum („De Lope"). 1807. Buweklooster (HO 67). 1817. Lckkum. 1820. Metslawier. 1828. Grouw („Groot-Jetsma"). XlXa. Sneek (Geeuwkade 67). 1827. Holwcrd (t. o. nr. 188). 1833. Metslawier. 18 3 9 • Metslawier. XIX A? Kornjum (bij de voorm. Martenastate). BRUGGEN. !6I5—1617- Leeuwarden (Brolpijp). XVII. Leeuwarden (Adje Lammertspijp, Dubbele pijp, Duco-Martanapijp, St. Jacobs- of Toutjepijp, Keimpema- of Paardenpijp, Korfmakerspijp, Lange pijp, Nieuwe pijp, Wortelhavenpijp). XVIIIa. Harlingen (Noorderhaven). I75ij. Sneek (Waterpoort). jjóff. Sloten (Woudsender- of Sneekerpoort). XVIIId. Heerenveen (ophaalbrug van Engelenvaart). ^1g2i. Sloten (Lemsterpoort). GEDENKTEEKENEN. 1576. Harlingen („Steenen Man", zuil). 1729. Kollumerland en Nieuw-Kruisland (Nieuwe Zijlen). 1834. Harlingen („Steenen Man", voetstuk). GESTICHTEN VAN LIEFDADIGHEID. XVI A. Franeker (N.-H. Diaconie-weeshuis, voorm. Botnia-huis). 1618. Dokkum (Armhuis, voorm. Admiraliteitsgebouw). I(5j2i Leeuwarden (Boshuizen-gasthuis, aanleg). 1yIt 1-713. Marsum (Popta-gasthuis). j7}7. Franeker (Westerhuis-Vrouwengasthuis). 1744. Deinum (Gasthuis v. oude vrouwen). XVIIIc Leeuwarden (Groote Kerkstraat 24, Ned. Herv. Diaconiehuis, gedeeltelijk). j77g I7gi. Bolsward (St. Antoniegasthuis). 1-785. Franeker (Stadsarmenhuis). XVIII. Bolsward (R.-K. Liefdegesticht, inwendig). ,g4, ,842. Leeuwarden (Stadsziekenhuis, later verbouwd). 1845. Seksbierum (Ned. Herv. Diakenhuis). 1g47- Heerenveen (Verplegings- en ziekenhuis v. Engwirden). !849—!8jo. Leeuwarden (Ritske Boelemagasthuis, in 1863 vergroot). GILDEHUIS. 1634. Franeker (Korendragershuisje). GOUVERNEMENTSGEBOUWEN. Zie Rechterlijke gebouwen. HERBERGEN. XVIIIc. Lemmer (A 26, „De Wildeman"). XVIIId. Leeuwarden (Hoekstersingel 1, „Het Blauwhuis"). XIXd. Tjerkgaast („Spannenburg"). HUNEBED. Zie: Begraafplaatsen. KASTEELEN EN LANDHUIZEN. XVIb. Marsum (Heringa-state). XVI A. Franeker (Oude Botnia-huis, Breede Plaats 1). XVI C. Firdgum (Camstra, overblijfselen). XVI. Jelsum (Dekema-state, muurwerk). XVI? -—Leeuwarden (Groote Kerkstraat 13, voorm. Papinga-stins?). 1616. .Beers (Unia-state, poortgebouw). 1640. Heerenveen (State Grovestins, thans raadhuis van Schoterland). 1652. Idaard (Friesma, fragment). ± 1660. —Heerenveen (Crack-state). XVIIc? - Oudwoude (Fogelsangh-state, verbouwd). XVIII A. Dronrijp (Huis Schatzenburg, ± 1780 gewijzigd). XVIIIc. Oldeboorn (Lycklama-state, fragment). XVIIId. Hardegarijp (Huis Bennema); Mirns (Huis Rijs); Ter-Idserd (Van Idzerdastins); Wolvega (Van Haren-stins). XVIII. Marsum (Heringa-state, vleugel). XlXa. —Wolvega (Bovenweg, Lycklama-stins). 1820. Oranjewoud. KERKEN. XI? Jorwerd (XV gewijzigd, 1890 gerestaureerd). _j- 1100. Anjum (schip, gedeeltelijk); Giekerk (zuidmuur); Kimswerd (schip, gedeeltelijk); Oudega (Smallingerland); Rinsumageest (noordbeuk). XI—XIIA. Achlum. XI—XII. Tjum (westelijk deel schip). XII A. Deinum (schip gedeeltelijk); Grouw (noordmuur schip en koor¬ sluiting); Oldeberkoop (schip, gedeeltelijk); Suawoude (schip gedeeltelijk); Wetsens. XII A? Hallum (fragm.); Oosterend (overblijfselen noordzijde). Xllb/c. Hantum (XV gewijzigd); Hichtum (XVd gewijzigd). Xllc/d. Hantumhuizen (schip). 1199? Weidum (XVd gewijzigd). Xlld. Janum. XII B. Burgwerd (schip); Rinsumageest (koor); Schraard; Seksbierum. XII. Boer (XIV gewijzigd); Bosum (± 1250 verhoogd); Genum (noordmuur); Goutum (schip, vergroot XV); Hoogebeintum (XIII en XV verbouwd); Hyum (schip); Jelsum (schip); Marrum (XIII en XV vergroot); Marsum (gedeelte schip); Oosterlittens; Oudkerk (schip gedeeltelijk); Roodkerk; Smalle-Ee (fund. voorm. kloosterkerk „Smelna"); Stiens (schip). XII? Tjerkwerd (ommetseld). ± 1200. Aal? urn; Dantumawoude (XIV vergroot); Edens (noordmuur schip); Kollumerzwaag (gedeeltelijk); Murmerwoudc; Schalsum (gewijzigd); Welsrijp (noordzijde); Wieuwerd (gewijzigd); Wijns. ± 1200? Deersum (schip, ommetseld). 1203. Mantgum (uitwendig vernieuwd en gepleisterd). XlIIa. Drogeham (in 1876 herbouwd); Nes (Wes't-Dongeradeel); Wester¬ geest. XlIIa? Britswerd; Morra. XIIIA. Eestrum; Finkum; Huins; Oenkerk; Ruigelollum (gewijzigd), Waaksens; Zwichum. XIIIA? Eksmorra. ± 1250. Britsum (schip en koor); Duurswoude; Pesens; Wier (schip). 1275. Nijland (XV gewijzigd). 1281? Bolsward (Broerenkerk). XlIId. Sybrandahuis. XlIId ? Wouterswoude (XIX B ommetseld). XIII B. Bergum; Bornwerd; Ee (schip); Wirdum (noordelijke kruisarm en koor). .. . XIIIB? Ferwoude (gewijzigd); Herbaaium; Longerhouw (gewi)zig ), Ureterp (zuidmuur). XIII. Anjum (koor); Ferwerd (schip); Lichtaard; Midlum (schip gedeeltelijk); Raard; Wanswerd (schip, XVIII vernieuwd); Wester-Nijkerk (XV vergroot). XIII? Jouwswier (gewijzigd); Waaksens; Zweins (XVIIId ommetseld). XIII—XIV? Leeuwarden (Groote of Jacobijnenkerk, middenbeuk). ± 1300. Beers (± 1500 verbouwd); Boksem; Deinum (koor); Kornwerd (gewijzigd); Kortehemmen (gedeeltelijk); Ooster-Nijkerk; Parrega (gewijzigd); Peins. ± 1300? Oosterend (sacristie). XlVa. Blessum. XIV A. Hallum (schip XV vergroot); Oostrum. XIV B? Oosterend (schip en koor). XIV. Augustinusga; Hilaard; Leeuwarden (Groote of Jacobijnenkerk, noordbeuk); Lions (gewijzigd); Oldeberkoop (koor); Tjum (koor). XIV? Dokkum (N.-H. kerk, gedeeltelijk); Gaast (ommetseld). ± 1400. Kollum (schip); Olterterp. 1421 e. v. Franeker (N.-H. Martinuskerk). 1446—1466. Bolsward (N.-H. Martinuskerk). 1446. Buitenpost (1611—1613 herbouwd). 1498—1503. Snoek (koor). XVd. Kollum (p.oordbeuk); Kollumerzwaag (gedeeltelijk). XV. Brantgum; Deersum (koor); Dokkum (N.-H. kerk, koor); Ee (koor); Giekerk (gedeeltelijk); Goutum (koor); Hallum (vergrooting en koor); Hantumhuizen (koor); Huizum; Hyum (koor); Kollum (koor); Leeuwarden (Groote of Jacobijnenkerk, koor); Lioesens; Marsum (koor); Nieuweschoot (XIX gewijzigd); Oosterlittens (sacristie); Oudkerk (koor); Oudwoude (XVIII gewijzigd); Roordahuizen (gedeeltelijk); Stiens (koor). XV—XVI? Jelsum (koor). ± ijoo. Beers; Leeuwarden (Galileërkerk, hoofdbeuk); Oosterbierum; Pingjum (gedeeltelijk); Rinsumageest (zuidbeuk); Sneek (schip) Spannum; Ter Idserd; Wykel (koor); Wynaldum. 1505. Minnertsga. 1508. Wommels. 1515—1580. Workum. 1516. Kimswerd (zuidmuur en koor). XVIa. Blija (schip en koor); Burgwerd (koor); Ferwerd (vergtooting); Gerkesklooster; Grouw (verhooging); Katlijk; Leeuwarden (Groote of Jacobijnenkerk, zuidbeuk; N.-H. Westerkerk, zuidbeuk en koor); Nijeholtpade; Sneek (sacristie); Ternaard. 1530. Leeuwarden (Waalsche kerk, schip en koor). 1544. Dronrijp. XVIA Bolsward (N.-H. Martinuskerk, sacristie); Oldeholtpade. 1557. Lutkewierum. 1569. Hollum (in 1678 herbouwd). 1570. Leeuwarden (Galileërkerk, noordbeuk). 1599. Oudega-Smallingerland (koorsluiting). XVI. Oldeboorn (ommetseld). ± 1600? Katlijk (westgevel). 1611—1613. Buitenpost (herbouwd). 1614. Surhuizum (1734 vergroot). 1615. Workum (westgevel). 1620. Kortehemmen (gedeeltelijk). 16}}. Witmarsum (1819 gewijzigd). 1654. Allingawier. 1657. Heerenveen (N.-H. kerk, De Fok). 1641. Boil. 1644? Joure (N.-H. kerk, schip). 1646. Wolvega (N.-H. kerk, op onderbouw XIII). 1647. Sloten (N.-H. kerk). 1648. Veenwoude. ^5 3. Ried. 1653? Echten (ommetseling). 1658. Hindeloopen. 1660. Makkum. 1661. Benedenknijpe. 1663. Harich. 1668. Hemelum. 1669. Beetgum (schip gedeeltelijk). 1670. Vrouwenparochie. 1671. Wykel (schip). XVIIc Leeuwarden (Waalsche kerk, voorgevel). 1678. Hollum (1879 hersteld); Nijewier. 1680. Uitwellingerga. ,68i—1684. Leeuwarden (N.-H. Westerkerk, noordbeuk). <■•< 1 i\ W/ /.-Uln on 1682. 5t. Annaparocnie; oneen. v—- r 1683. Gorredijk (1735 vergroot). 1685. Surhuisterveen (op oudere fundeering). 1692. Twijzel (op oudere fundeering). 1694. Workum (Doopsgezinde kerk). 1695. Oppenhuizen. 1699. Tirns. XVIId. Genum (grootendeels); Hindeloopen (Doopsgezinde kerk) Noordwolde (1843 vergroot). 1703. Tjerkgaast. 1708. Westhem. 1711. Hardegarijp. 1713. Driesum; Jubbega. 1714. Donkerbroek. 1716. Lemmer (schip); Wirdum (westelijke sluiting). 1721. St. Nikolaasga. XVIIIa. Rottevalle. 1726. Mildam; Roordahuizen (gedeeltelijk). 1728. Balk. 1734. Dokkum (N.-H. kerk, consistorie). ,7JJt Gorredijk (vergrooting); Oosterwolde. 1739- Hemrik. I742 Tjalleberd (XI Xa vergroot). ' ' Drachten (N.-H. kerk); Lippenhuizen (later gewijzigd). ,745. Heeg (1840 verbouwd). i?46. Engwierum. I7JOj Harlingen (N.-H. kerk). ,75 2 Oudeschoot. I75J. Oldeboom (westgevel). 1758. Goënga. ,759. Pingjum (oostzijde). ,?60' Leeuwarden (Doopsgezinde kerk). 1769. Suameer. 1770. Goëngarijp. , ,772. Akkrum (N.-H. kerk). Eernewoude; Idaard; Leeuwarden (Evang. Luth. kerk). 1774* ,775. Makkinga; Nijehaske. XVIIIc. Lemmer (noordelijk dwarspand). 1777_ Dongjum; Langweer. I776. Metslawier; Holwerd. i777—1779- Berlikum. ,77g. Nijehorne; Lekkum; Wijnjeterp. 1780. Wartena. 1781. Langezwaag. 1782. Augsbuur. 1784. Burum. 1786. Wons. I7g0 Drachten (Doopsgezinde kerk); Oudemirdum (1926 verbouwd). I792, Pesens (westgevel). J794. Oldelamer. ,795. F»ensl797- Kortezwaag. XVIIId. Duurswoude (westgevel); Gorredijk (synagoge); Sandfirde. XVIII? Idskenhuizen. -4- 1800. Scherpenzeel; Ureterp (oostelijk deel). l8oI Surhuisterveen (Doopsgezinde kerk). 1802. Lippenhuizen (Doopsgezinde kerk); Ousterhaule. ,g0J- Beetsterzwaag. ,g05. Leeuwarden (synagoge). 1808. Foudgum. ,g09. Abbega (1859 vernieuwd). 1810. Peperga. IgII_ Nijewier (westgevel). 1814. Rauwerd. 1818. Haskerdijken. 1818—1819. Sloten (R.-K. kerk). 1824. Joure (Doopsgezinde kerk); Nes-op-Ameland (1913 verbouwd). XlXa. Bolsward (Doopsgezinde kerk, synagoge); Engwier (= Abbegawier); Gaastmeer; Oudega (Wymbritseradeel); Sneek (Doopsgezinde kerk); Tjalleberd (dwarsarm); Wetsens (westelijke sluiting). 1826. Slappeterp. 1830. Ylst (schip). 1832. Ballum. 1833. . Garijp. 1835. Akkrum (Doopsgezinde kerk). 1837. Arum; Woudsend; Zwaagwesteinde. 1838. Terzooi. 1842. Heerenveen (R.-K. kerk). 1843. Blesdijke; St. Jacobiparochie; Noordwolde (noordelijke dwarsarm); Terband. ,844—! 845. Leeuwarden (Galileërkerk, voorgevel). 1845. Pietersbierum. 1846. Oudega (Hemelumer-Oldefaart). 1846—1847. Bolsward (R.-K. kerk H. gjaftciscus). 1849. Akkerwoude. 1849—1850. Bolsward (R.-K. kerk H. Martinus). 1850. Holwerd (Doopsgezinde kerk); Molkwerum; Nijega. KLOKKENSTOELEN. XVIIIA? Dijken. XVIII. Bovenknijpe, Brongerga, Legemeer, Oldeouwer, Wiewerd. XVIII ? Gersloot, Nijeberkoop. 1822. Greonterp. XlXa? Gaast, Luinjeberd. 1837. Fochteloo. XIXb. Hartwerd. XIX A? Akmarijp, Appelsga, Boil, Broek, Doniaga, Donkerbroek, Eesterga, Elsloo, Follega, Hemrik, Hoornsterzwaag, Indijk, Janum, Langedijk, Loënga, Mildam, Mirns, Nes, Nieuweschoot, Nijeholtwolde, Nyelamer, Oosterwolde, Oudehorne, Ousternijega, Rottum (Schoterland), Scharl, Smallebrugge, Sneek, Snikzwaag, Spanga, Ter Oele, Ureterp, W ijnjeterp, Ypekolsga. KLOOSTERS. 1165. Rinsumageest (abdij Klaarkamp, fundeeringen). 1233? Scharnegoutum (voorm. nonnenklooster „Aula Dei , fundee¬ ringen). 1242- Buweklooster (terrein). XIV. Veenwouden (Schierstins). ,*468. Franeker (Kruisbroedersklooster, sinds 1585 universiteit). XVIa. Gerkesklooster (brouwhuis, thans N.-H. kerk). KRUISGANG. XVd. Leeuwarden (Dominicanenklooster; noordelijke arm in de kosterij der Groote of Jacobijnenkerk). MILITAIRE GEBOUWEN. 1618. Dokkum (Admiraliteitsgebouw, thans Armhuis). 1775. • Harlingen (Admiraliteitsgebouw, thans H. B. S.). 1845 Leeuwarden (Hoofdwacht, thans politiebureau). MOLENS. 1755. Sloten (windkorenmolen). XVIII. ~Harlingen (Zeedijk, windmolen); Hollum (twee windmolens); —Workum (oliemolen). XVIII-XIX ? St. Jacobiparochie (graanmolen). ± 1800. Nes op Ameland (windmolen). 1843. Berlikum (houtzaagmolen). 1849. Dokkum (windmolen). 18 61. Pesens (windmolen). PAKHUIZEN. XVIa. Dokkum (Lange Oosterstraat t. o. B 32). 1646. Harlingen (Noorderhaven 62). 1647. Harlingen (Breedeplaats 35). XVIIb. Leeuwarden (Heerenwaltje 1, fragment; Zwitsersch waltje 4 6). 1663. Workum (Nuordeinde 32). 1686. Leeuwarden (Amelandstraat 12). XVIId. Leeuwarden (Olde Galileën 5). XVIIB. Franeker (Froonacker, tusschen 11 en 15; Froonacker 16). 1763. Leeuwarden (Molensteeg 7); Lemmer (Turfland D 8). 1773. Lemmer (Turfland, naast D 8). XVIIIc. Leeuwarden (Oostersingel 2; Zuidvliet 292). 1793. Leeuwarden (Zuidvliet 24). XVIIId. Leeuwarden (Noordvliet 9). XVIII B. Franeker (Froonacker 2). ± 1800. Drachten (Hoek Zuiderbuurt-Zuidkade, achterhuis). 1806. Leeuwarden (Zuidvliet 16). 1825. St. Annaparochie (B 101). PALEIS. XVIIc. Leeuwarden (Oud Princessehof, voorgevel). 1731. Leeuwarden (Oud Princessehof, zolderverdieping). POMP. XVIIIa. Dokkum (hoek Fetze). POORTGEBOUWEN. XVIb. Rauwerd (voorm. Jonghema-State). 1616. Beers (Unia-State). # XVIIa? Waakscns (voorm. Sjucksmastate); Ferwerd. 1631. Marsum (Heringa-State, hoofdgebouw). 1663. _--Crouw. XVIIIb. Berlikum (D'Aumale-poort). POORTJES. 1594. ^-Franeker (naast Zilverstraat 26). 1616. Bolsward (raadhuis). XVIIa. Kornjum (van voorm. Landschapshuis te Leeuwarden). 1634. Leeuwarden (Gabbema-gasthuis, Wybrand de Geeststraat). XVIIb. Marsum (Heringa-State). 1652. Leeuwarden (Boshuizen-gasthuis, Jacobijnenkerkhof 7). 1672. Leeuwarden (Old Burgerweeshuis, Zuiderstraat). 1675. Leeuwarden (Nieuw stadsweeshuis). XVIIc. Leeuwarden (Marcelis Goverts-gasthuis, Noordersingel; Twee- baksmarkt 25). 1680. Leeuwarden (naast Groote Kerkstraat 17). 1682. Leeuwarden (St. Antonie-gasthuis, Groeneweg). 1696. Leeuwarden (Struivings- of Poptapoortje, Nieuwestad zuidzijde). XVIId. Leeuwarden (Groote Kerkstraat 17); Workum (Armhuis, twee). 1713. Marsum (Poptagasthuis, Dorpsstraat tusschen 223 en 224). XlXa. Beetsterzwaag (Bg. 133). RAADHUIZEN. XVIa. _ Dokkum (keldergedeelte); Franekeradeel (Martenahuis te Franeker). 1591. ^Franeker (hoofdgebouw). 1613—1617. Bolsward. 1615. Balk. 1620. Workum (noordelijk bijgebouw). XVIIa. Dokkum (bovenbouw). 1640. ^ Schoterland (te Heerenveen, in 1876 verbouwd). XVIIc. ^Hindeloopen (oude raadhuis). 1715—1724. Leeuwarden (hoofdgebouw). 1725. ' Workum (zuidelijke gevel). 1730. Harlingen (voorgedeelte). 1756. Harlingen (achtergedeelte). 1759. Sloten. 1760. Franeker (zijvleugel); Leeuwarden (zuidoostelijke vleugel); Sneek. 1761—1762. Dokkum (westelijk gedeelte). 1768. Bolsward (bordes en stoep). XVIIId. Hindeloopen; Lemmer. ± 1800. Tietjerksteradeel (te Bergum). XlXa. Joure; Kollumerland (te Kollum); Weststellingwerf (te Wolvega). 1842. Engwirden (te Heerenveen). XIXb. Idaarderadeel (te Grouw). XIX A. Achtkarspelen (te Buitenpost). RECHTERLIJKE- EN GOUVERNEMENTSGEBOUWEN. 1566—1571. Leeuwarden (Kanselarij). X597. Molkwerum (Dorpshuis). 1644. Joure (Gerechtskamer in den kerktoren). XVIIc. Leeuwarden (Korfmakersstraat, gevel van het Provinciaal gouvernement). 1784. Leeuwarden (Provinciaal gouvernement, voorgevel). 1846—1852. Leeuwarden (Paleis van Justitie). SCHOOLGEBOUWEN. 1749. ^Franeker (voorm. Universiteit, gevel Academiestraat). XVIII A. ^Franeker (voorm. Universiteit, gevel binnenplein). 1787. Driesum (K 228, voorm. school). 1819. St. Annaparochie (voorm. school). 1821. Schiermonnikoog (Langestreek, voorm. school). STATEN EN STINSEN. Zie Kasteelen en Landhuizen. TOLGEBOUWEN. XVIId. Hindeloopen (havengebouw). XVIIIa. yGalamadammen. TORENS (van kerken). XI ? Jorwerd (benedengedeelte, XV verhoogd). ± noo. Bergum (benedengedeelte); Kimswerd (1516 hersteld; met zadeldak); Kollum (benedengedeelte); Weidum. Xlla. Anjum (benedengedeelte). Xllb. ^-Harlingen (noordzijde). XII A. Warns (1682 gewijzigd). XII A? Oldeberkoop (met zadeldak). Xllb/c. Hantum (ommetseld); Hichtum (met zadeldak). Xllc/d. Hantumhuizen (gewijzigd, zadeldak). Xlld. Oosterwierum (± 1300 gewijzigd, 1589 hersteld). XII B. Britsum; Burgwerd (benedengedeelte); Schraard (met zadeldak). XII. Bozum (± 1250 verhoogd, zadeldak); Harich (XV verbouwd); Hyum; Jelsum (met zadeldak); Wierum. ± 1200. Edens (met zadeldak); Kollumerzwaag (benedengedeelte); OudegaSmallingerland; Twijzel (1787 gedeeltelijk herbouwd, zadeldak); Wijns (met zadeldak). ± 1200? Deersum (ommetseld, met zadeldak); Schalsum. XIIIa. Britswerd (spits nieuw); Drogeham (in 1704 hersteld, zadeldak); Finkum (met zadeldak); Nes-West Dongeradeel (met zadeldak); Westermeer; Westergeest (in 1807 verlaagd). XIII A. Buitenpost ; Eksmorra (XIX verlaagd); Oenkerk (met zadeldak, ommetseld); Oudkerk (met zadeldak); Zwichum (met zadeldak). XIIIA? Oosterend. 1275. Nijland (XV en XVII gewijzigd). XlIId? Wouterswoude. XIII B. Beetgum (benedendeel); Bergum (bovenste geleding); Foudgum (ommetseld, zadeldak). XIII B ? Ureterp (met zadeldak). XIII. Blija (benedengedeelte); Ferwerd (met zadeldak); Genum (met zadeldak); Hoogebeintum (met zadeldak; vernieuwd in 1917); Huizum (benedendeel); Lichtaard( met zadeldak); Wester-Nijkerk; Wolvega (benedendeel). XIII? Jouswier (ommetseld, met zadeldak); Midlum (ommetseld); Nes op Ameland (met zadeldak). ± 1300. Deinum (benedendeel); Ooster-Nijkerk (ommetseld, met zadeldak); Oosterwierum; Parrega (met zadeldak). XlVa. Blessum. XIV B. Nijemirdum. XIV. Augustinusga; Dantumawoude (1686 gewijzigd, met zadeldak); Firdgum; Hilaard; Holwerd (1739 hersteld); Murmurwoude (met zadeldak); Westhem (met zadeldak). XIV? Boer (gewijzigd). XIV—XV. Grouw (met zadeldak). ± 1400. Wykel (benedendeel). 1421 e. v. „Franeker (N. H. Martinuskerk, 1714 verlaagd). 1446—1466. Bolsward (N. H. Martinuskerk, met zadeldak). XV. "^Achlum; Gauw (met zadeldak); Goutum (met zadeldak); Idaard (met zadeldak); Marsum; Oostmeer (met zadeldak); Stiens (met zadeldak); Wanswerd (met zadeldak). XV? Ballum (1755 hersteld); Miedum. ± ,500. Beers, Oosterbierum (1765 hersteld), Oostrum (met zadeldak); Pingjum (met zadeldak); Spannum; Wynaldum (1684 gedeeltelijk herbouwd). 1505. Minnertsga (met zadeldak, 1818 hersteld). XVIa. Anjum (bovendeel); Blija (bovendeel); Egum (met zadeldak); Nijeholtpad; Surhuizum; Tjummarum (met zadeldak); Workum. 1529—1533. Leeuwarden („Oldehove"). 1534. Folsgara (met zadeldak). 1537. Peperga. 1544. Dronrijp. 1548—1549.^Tjum. XVIA. Beetgum (bovendeel); Oldeholtpade. I55o—!567. Deinum (bovendeel behalve de bekroning). 1557. Lutkewierum (met zadeldak). 1589. Deinum (peer). XVId? Ureterp (bovendeel met zadeldak). XVI. Engwierum (met zadeldak); Huizum (bovendeel). 1610. Rinsumageest. 1613. Workum (bekroning). 1615. ^Hindeloopen (benedendeel). 1625. Ried. 1628. ^Joure. 1634. Allingawier (met zadeldak). 1648. Veenwouden (met zadeldak). ± 1650. Schillaard (met zadeldak). 1660. ^ Makkum. 1661. Kollum (bovendeel). 1663. Harich (bovendeel). 1671. Wykel (bovendeel). 1678. Hollum (met zadeldak). 1688. Oosterend (spits). 1701. ^-Hindeloopen (spits, gewijzigd in 1754)- 1737. ^ Oldeboorn. 1744. .Olterterp. XVIIIb. Harlingen (bovendeel). 1769. Suameer. 1775. Makkinga. 1776. Metslawier. 1777. Dongjum. 1781. Langezwaag. 1787. Raard. 1790. Alderum (houten bovengedeelte). 1799. Molkwerum (met zadeldak). 1806. Hallum (herbouw, met zadeldak;) Wirdum. 1807. Westergeest (spits). 1810. Midlum (spits). 1815. Waaksens. XlXa. Burgwerd (spits). XlXa? Hennaard (houten klokkentorentje). 1850. Ijkt. 1843. Boksem. TORENS (van raadhuizen en kasteelen). XVIb. Marsum (Heringa-state, in 1631 gewijzigd). XVIc. _ Harlingen (raadhuis, 1750 ommetseld). 1591. Franeker (raadhuis). XVI. „ Dokkum (raadhuis, benedendeel). 1613—1617. Bolsward (raadhuis). 1717. Dokkum (raadhuis, bovendeel). 1750. Harlingen (bovendeel). TUINKOEPEL. XVIIIB . Akkrum (bij stichting „Welgelegen"). VERDEDIGINGSWERKEN. 1398. Leeuwarden (grachten). 1494. Leeuwarden (grachten). XVI A. Bolsward (gedeelte omwalling). 1 <; 81. Leeuwarden (twee bastions ;) Sloten (omwalling en bastion) XVId-XVIIa. Leeuwarden (wallen, thans plantsoenen). XVI—XVII^Franeker (overblijfselen van omwalling). ± 1613. ^Sneek (torens der waterpoort). 1619—1625. Leeuwarden (drie bastions). 1758. , Sneek (brugboog der waterpoort). 1768. Sloten (Woudsender waterpoort). 1821. Sloten (Lemsterpoort). WAAGGEBOUWEN. 1596—1598. Leeuwarden. 1650. .. Workum. 1657. ^ Franeker. 698. Makkum. jyji, Dokkum. WATERPOORTEN. (Zie ook: Verdedigingswerken). ± 1613. Sneek (torens). !8. Sneek (gedeeltelijk). 1768. Sloten (Woudsender- of Sneekerpoort). 1821. Sloten (Lemsterpoort). WOONHUISGEVELS. XVd. „ Franeker (voorm. Dekamahuis, gewijzigd); Joure (Severeinshuis, fragment). 4- 1 too. Boer (voorm. pastorie, thans kosters woning). XVIa. Bolsward (Heeremahuis, Heeremastraat 8); Dokkum (Boter- straat A 41); Franeker (Martenahuis, thans raadhuis van Franeker»decl); Leeuwarden (hoekhuis Ossekop). XVIb. - Bolsward (Kerkstraat 58, zijgevel); Harlingen (Lanen 28); Sneek (Suupmarkt 16, fragment). XVIc. , Harlingen (Zuiderhaven 48); Makkum (B 28, fragment); Sneek (Oude Koemarkt 19, fragment). ±1590. Harlingen (Zuiderhaven 2). XVId. Sneek (Kleinzand 90, fragment). XVI. Ferwerd (N.-H. pastorie). 1608. ^ Balk (B 78). 1610. _ Sloten (Heerewal 55, noordelijke gevel). 1612. ^Workum (Noordeinde 65). 1615. ^-Franeker (Voorstraat 19). Berlikum (nr. 284, fragment). 1619. ^ Sneek (Singel 48). 1622. , Dokkum (Zijl D 33 en 34)1624. ^Sneek (Gedempte Poortezijlen 5, fragment). j62t. Nes op Ameland (Badweg). XVIIa. .Dokkum (Dijk D 50, Keppelstraat D 207, Zijl D 32); Franeker (Voorstraat 21); Harlingen (Franekereind 6); HoUum (nr. 100); Leeuwarden (Nieuwestad 103); Sloten (Dubbelstraat 211, Heerenwal 60); Workum (Noordeinde 98, E 58); Ylst (C 6). 1629. ^ Makkum (C 38). 1630. Leeuwarden (Kleine Hoogstraat, hoek Muggesteeg 1). jLeeuwarden (St. Jacobsstraat 13). I6^j< Leeuwarden (naast Tweebaksmarkt 49). 1644'. Sloten (Voorstreek 109); Workum (Noordeinde 54)- 1645. Makkum (D 111). 1646. Harlingen (Noorderhaven 62). 1648. Leeuwarden (Achter de Groote Kerk 21). IÓ49- .^Bolsward (Groote Dijlakker 12); Makkum (D 106). XVIlb. ^Balk (B 104, fragment); Bolsward (Kerkstraat 52); Dokkum (Anjelierstraat A 94, D 175); Harlingen (Heerenwaltje 3, Heiligeweg 7, Hoogstraat 10, Noorderhaven 93, Raamstraat 7, Schritsen 36 39 en 41, Voorstraat 99, Vijver 2 en 4); Leeuwarden (Bagijnestraat 44, Eewal 80, Nieuwestad 155, Tweebaksmarkt 51); Sneek (Gedempte Poortezijlen 1, Hoogeind 24); Workum (Noordeinde A 93, Zuidereinde 8). XVII A. Harlingen (St. Jacobsstraat 5 en 9, Kleine Breedeplaats 14, 15 en 20, Noorderhaven 24, Schritsen 4); Leeuwarden (Dokkumerend 291, Korenmarkt 230, Nieuweburen 113, Tuinen 11, Tweebaksmarkt 45, Uniabuurt 8); Sneek (Grootzand 62, Hoogend 15, Kleinzand 1, 33, 68, 96 en 98); Workum (Noordeinde 76, A 40). ± 1650. ~ Harlingen (Voorstraat 61); Leeuwarden (Nieuwestad zuidzijde 54); ^ Sneek (Grootzand 51). 1651. Harlingen (Franekereind 15); Hollum (nr. 105). 1653. Leeuwarden (Bagijnestraat 43). 1654. Leeuwarden (Bagijnestraat 45). 1655. 'Balk (B73); Harlingen (Voorstraat 95). 1657. Harlingen (Noorderhaven 106). 1658. ^Heerenveen (Lindegracht 65). 1659. Harlingen (Voorstraat 11); Nijehaske (Tweede Heerewal 182); Workum (Noordeinde 79). 1660. Leeuwarden (Hofplein 34). 1662. ^Franeker (Voorstraat, thans postkantoor). 1664. St. Annaparochie (B 440—445); Hollum (nr. 39). 1665. Leeuwarden (Korenmarkt 203). 1666. Leeuwarden (St. Jacobsstraat 11, Raadhuisplein 24). 1667. - Harlingen (Kleine Breedeplaats 12). 1668. ,Ylst (B 38). 1669. Leeuwarden (Heerenstraat 7); Ylst (C 17). 1670. Beetgum (nr. 159 gedeeltelijk). 1671. ^Sloten (Heerenwal 55, zuidelijke gevel). XVIIc. Balk (B 87, fragment; B 290); Bolsward (Jongemastraat 6); ^ Franeker (Noord noordzijde 102); Harlingen (Noorderhaven 24 en 26, Rozengracht 4); Joure (Midstraat A 381); Leeuwarden (Droevendal 20, Groote Hoogstraat 16 en 47, St. Jacobsstraat 7, Kleine Kerkstraat 45, Korenmarkt 230, Kruisstraat 25, Nauw 172 zijgevel, Nieuweburen 129, Nieuwe Oosterstraat 18, Nieuwestad zuidzijde 46, Raadhuisstraat 6, Speelmanstraat 19, Tweebaksmarkt 47, Voorstraat 291, Weaze 12, Weerd 20); Makkum (B 69, C 17, D 8, D 10a, D 88, D 105, D 135); Warns (A 16); Workum (Noordeinde 34, 36, 83, Zuidereinde 65, 79, 96, C 12, C 22, C 38, C 51); Ylst (A 4J, B 91). 1677- ^Balk (B 33). 1678. Leeuwarden (Voorstreek 282); Nes op Ameland. 1680. ,Nes op Ameland (nr. 90). 1681. ^Makkum (A 65). 1683. Jaarlingen (Voorstraat 40); Leeuwarden (Groote Kerkstraat 18). 1684. Hollum (nr. 49). 1691. .-"Nes op Ameland (nr. 86). 1692. ^Makkum (D 116 zijgevel). 1693. ^alk (B 360). 1694. „ Harlingen (Vijverstraat 4). 1697. Leeuwarden (Groentemarkt 1). 1699. Heeg (nr. 82, fragment). XVId. ^Bolsward (Dijkstraat 2 en 23); Franeker (Breede plaats 8, Zilverstraat 3); Harlingen (Kruisstraat 6, Noorderhaven 33, hoek Noorderhaven—Havenstraat, Raamstraat 2); Hindeloopen (A 32, 35, 37, 39, 40, 42, 46, 66; B 44, C 54 en 74); Leeuwarden (Bagijnestraat 580, Bij de Put 2, Blokhuisplein 18, Bollemansteeg 7. Doelestraat 8, Druifstreek 53, Eewal 43, Groote Kerkstraat 65, Korfmakersstraat 15, Tweebaksmarkt 49, Weaze 25, Weerd n); Lippenhuizen L 182; Makkum (B 60, C 84); Munnikezijl (twee gevels); Ruigahuizen (twee „huissteden"); Workum (Zuidereinde 20). XVIIB. Harlingen (Brouwersstraat 16, Noorderhaven 106, zijgevel); St. Jacobiparochie (A 4°)» Workum (A 4). XVII. ^Bolsward (Appelmarkt 12); Frajjeker (Eise Eisingastraat 24, Zilverstraat 5); Harüngen (Schritsen 5, Weaze 40). ± 1700. Beetgum (nr. 175); Gorredijk (KerkewalG 50); Warga(W 69 71). 1702. St. Annaparochie (B 166). 1706. ^ Balk (B 28). 1715. Bolsward (Marktstraat 6). 1720. Hollum (nr. 104); Holwerd (nr. 401); Sneek (Geeuwkade 31). 1722. Hemelum (H 61). 1723. Schiermonnikoog (Middenstreek). 1724. ^Harlingen (Havenplein 14, Zuiderhaven 24); Schiermonnikoog (Middenstreek 124 en 145). 1725. Leeuwarden (Bagijnestraat 52). ± 1725. Gorredijk (Hoofdstraat G 45). XVIIIa. Balk (B 65); Bolsward (Groote Dijlakker 27, 29, 30); Leeuwarden (Groote Kerkstraat 31); Harlingen (Groote Breedeplaats 26, Heiligeweg 22); Makkjim (A 66, D 9, G 107); Sloten (Voorstreek 106); Ylst (A 29). X726. Leeuwarden (Bollemansteeg 5, Kalksteeg 5). 1729. Bolsward (Groote Dijlakker). 1730. Bolsward (Polstraat 5). 1731- Harlingen (Nootderhaven 55); Sloten (Lindengracht 6); Workum (Zuidereinde 108). 1732. ---Harlingen (Voorstraat 68); Leeuwarden (Boterhoek 139). 1733. Harlingen (Kerkstraat 3); Nes op Ameland. 1734. Franeker (Raadhuisplein 13). 1735- Bergum (I 273). 1737. .Franeker (Voorstraat 10); Harlingen (Noorderhaven 71); Heeg (nr. 229); Workum (A 56). 1739. Dokkum (Lange Oosterstraat B 6); Harlingen (Voorstraat 5); Vrouwenparochie (kostershuis). 1740. Bolsward (Polstraat 10); Harlingen (Noorderhaven 45). 1741. Gojredijk (Brouwerswal G 254); Heerenveen (Dracht 420); Woudsend (nr. 158). 1742. IJaitóm; DokJjuni (Vleeschmarkt D 12). 1744. Harlingen (Voorstraat 56); Korttzwaag (K 167); Workum (E 59). 1745. Franeker (Eise Eisingastraat 2); Twijzel (N.H. pastorit). 1746. Franeker (Voorstraat 49). 1747. -Makkum (D 73, E 25). 1748. Makkum (A 57). 1750. Dokkum (Kleine Breedstraat B 98); Leeuwarden (Tuinen 32). XVIIIb. Balk (B 46); Bolsward (Grootzand 15); Gojiedijk (Brouwerswal G 239 en 265, Lange wal G 376); Harlingen (Brouwersstraat 1 en 8, Heiligenweg 64, Kerkstraat 28 en 29, Voorstraat 32 en 50, Zuiderhaven 51, 55 en 55 bis). XVIIIA. ^Bolsward (Groot Zand 8); Dokkum (Dijk D 58); Harlingen (Groote Breedeplaats 14); Leeuwarden (Kleine Kerkstraat 6); Schiermonnikoog (Middenstreek 171, 190; Westeind); Ureterp (N.-H. pastorie); Veenwoude (postkantoor). ± 1750. _ Sneek (Rienck Bockemakade 7 en 8). 1751. Bornwerd (fragment van de voorm. pastorie te Hiaure tegen de noordzijde der N.-H. kerk); Hiaure (zie Bornwerd); Workum (Zuidereind 13). 1752. Leeuwarden (Bagijnestraat 54). 1753. Leeuwarden (Korenmarkt 244). 1754. Beetsterzwaag (Bg 152). 1755. Leeuwarden (Zuidvliet 22). 1756. Gorredijk (Molenwal G 169); Leeuwarden (Nieuwestad zuidzijde 156, Voorstreek 283). 1758. ^Dokkum (Keppelstraat D 142); Lemmer (Turfland F 34—35 en D 97—98); Schiermonnikoog (Langestreek 26); Woudsend (nr. 145). 1759. Leeuwarden (Nieuweburen 67, Nieuwestad noordzijde 39); Schiermonnikoog (Langestreek 29). 1760. St. Jacobiparochie (N.-H. pastorie); Lemmer (Langestreek C 35). 1761. - Schiermonnikoog (Langestreek 102); Woftum (C 8). 1762. „ Dokkum (Dijk D 55); Gorredijk (Hoofdstraat G 222); Lemmer (A 25); Wolvega (Van Harenstraat 742); Workum (A 5). 1763. ^Harlingen (Kleine Breedeplaats 11). 1764. Grouw (G 312); Hindeloopen (A 50); Leeuwarden (Turfmarkt 6); Sloten (Heerenwal 49). 1765. St. Jacobiparochie (A 115); Leeuwarden (Korenmarkt 209); __ Workum (Zuidereind 78). 1766. Harlingen (Brouwersstraat 16); Lemmer (Korte Streek F 50); Ureterp Vaart (nr. 237). 1767. ^ Balk (B 63); Sloten (Heerenwal 62). 1768. ^Franeker (Eise Eisingastraat 3); Harlingen (Franekereind 8); Leeuwarden (Weaze 32). 1769. ^,-Grouw (G 462); Harlingen (Noorderhaven 91). 1770. Leeuwarden (Nieuwestad noordzijde 121). 1771. Ballum (puntgevel); Nes op Ameland (tegenover nr. 90); Nijland (nr. 6); Sloten (Lindengracht 15). 1775. Leeuwarden (Amelandstraat 42); LfiffUlSt-(Langestreek B 20); Sybrandahuis (a. d. Dokkumer Ee); Workum (Noordeinde 40). 1775. Ballum (puntgevel); Lemmer^ (Langestreek B 35). XVIIIc. Balk (B 366); Bolsward (Appelmarkt 5, Marktstraat 2); Dokkum (Koningstraat C 78); Gorredijk (Hoofdstraat G 48); Harlingen (Franekereind 40, Groote Breedeplaats 14 en 26a, Havenplein 26, Heiligeweg 22, Noorderhaven 104, Voorstraat 26, 28 en 3*)» Heerenveen (Lindengracht 98, Tweede Heerewal A 33); Hinde"loopen (C 63); Joure (Midstraat A 409); Leeuwarden (Druifstreek 57, Eebuurt 12 en 14, Grachtswal zuidzijde 167, Groote Hoogstraat 32, Kleine Hoogstraat 18, Nauw 172, Nieuwestad zuidzijde 78, Nieuwesteeg 5, Tweebaksmarkt 32, Weerd 16); Lippenhuizen (L 190); Makkum (D 118); Sloten (Voorstreek 105); Workum (Noordeinde 35). 1776. Gorredijk (Kerkewal G 63); Lemmer (Langestreek B 44, Nieuwe Buren E 4, G 19); Sloten (Heerenwal 63). 1779. Ballum; Ylst (voorm. N.-H. pastorie, achtergevel). 1780. Jfcure (Midstraat A 102); Lemmer (H 61); Oldeboorn (Hoofdstraat). ijSi. '''Heeg (naast nr. 88); Leeuwarden (Koningstraat-hoek Turfmarkt, in 1797 vergroot); Sneek (Singel 80). 1783. Vrouwenparochie (C 155). 1784. ^Grouw (G 318). 1785. Leeuwarden (Nauw 186). 1786. Harlingen (Schritsen 65); Workum (E 49). 1789. Balk (B 43); Sloten. (Heerenwal 56). 1792. Vrouwenparochie (C 9). 1793. Heeg (nr. 88); Makkum (G 110). 1794- Dokkum (Keppelstraat D 145); Heeg (nr. 266); Hindeloapen (A 85); Schiermonnikoog (Langestreek 38). 1798. Workum (E 7). XVIIId. ' Balk (B 54, 55, 308, 346); Bolsward (Groote Dijlakker 4, 5, 19, 31 en 32, Marktstraat 1, 17); Dóï&'üm (Kleine Breedstraat B 104); Drachten (hoek Moleneind—Zuiderbuurt); Francker_ (Zilverstraat 49); Gorredijk (Brouwerswal: „De Koornbeurs ), Harlingen (Brouwersstraat 7, Franekereind 14, Heiligeweg 18 en 24, NSSrdirhaven 33, Voorstraat 16, 44, 58, 95, Zuiderhaven 38, 65); Heerenveen (Breedpad 512, Oude Koemarkt 84A, Tweede Heerewal A 39 én' 51); Hindeloopen (A 60); Leeuwarden (Breedstraat 52, Druifstreek 59 en 63, Eewal 53, 73, Galilcërkerkstraat 17, Groote Kerkstraat 20 en 29, Hoekstersingel 1, Hofplein 33, 44. St. Jacobsstraat 15, Nieuwesteeg 3, Noordvliet 7, Ossekop 9, Weerd 18, Zuidvliet 46); Schiermonnikoog (Langestreek 15); Sloten (Kapelstreek 219, Voorstreek 95); Sneek (Grootzand 18 en 60, Kleinzand 4, 34, 60, Leeuwenburg 10 en 20, Wijde Noorderhorne i, Paardesteeg 4, Singel 25, 33, 59, Wijde Noorderhaven 5); Workum (kosterswoning der Doopsgezinde kerk, Zuidereinde 14)» Woudsend (nr. 280). XVIII B. Ballum (N.-H. pastorie); Grouw (hoek Hoofdstraat bij de kerk); _^Joure (Midstraat A 605); Lemmer (F 43, 44, H 62, I 24). XVIII. Harlingen (Voorstraat); St. Jacobiparochie (A 196); Schier- ^monnikoog (Langestreek, Middenstreek 183, Vierhuizen, VoorstrëëlTT79,~216, Zevenhuizen 2); Workum (Markt 116). ± 1800. Bergum (huis Sminia, thans raadhuis); Drachten (Moleneind zuidzijde A 117, Zuiderstraat- hoek Zuidkade); Grouw (G 317); Harlingen (Groote Breedeplaats 4); Heerenyeen (Srêëdpad 633). 1802. ^Balk (B 324, fragment). 1805. Gorredijk (Brouwerswal G 232); Harlingen (Voorstraat 36); ^Oldeboorn (Hoofdstraat); Woudsend (nr. 139). 1806. Gorredijk (Hoofdstraat G 41, Kerkewal G 54); St. Annaparochic (B 193). XlXa. Beetgum (nr. 154, N.-H. pastorie); Bolsward (Marktstraat 9); Grouw (G 282); Harlingen (Lanen 2, Noorderhaven 17, Schritsen Tweede Heerewal A 5); Leeuwarden (Eewal 65, Groote Kerkstraat 73, Nieuwestad noordzijde 49 en 51, Zuidvliet 10, 12 en 14); Makkum (A 21, B 35, C 36, 87, D 77, 136 en 144, G 95); Sloten (Voorstreek 107); Sneek (Biesketorensteeg i.Geeuwkade 15, Grootzand 4, Kleinzand io, 12, 18, 22, 42, Kruizebroedersstraat 53, 59, 69, Scharnestraat 4, Singel 76, 90); Workum (Noordeinde 30, B 68); Woudsend (nr. 286). 1826. Gorredijk (Hoofdstraat G 44). 1837. Joure (Midstraat A 637). Register van kunstenaars en ambachtslieden. Bladz. Bladz. Beeldhouwers. Monogrammisten: , , i P. D., zie bij Dircks. (Ook beeldsnijders en steenhouwers.) ^ Aysma «9 b. G 15, 79, 91, 223, 351. 365 Dirck 33° h. G 263, 264 Dircks, Pieter 19, 79, 241, 243, 330 (?), G. O. H 223 34°. 395- M. H 27 Douwes, Jacob 365 D. L 33^ Dijkstra, B 177 P. I. M 3&4 Floris, Cornelis.15, 145, 213, 353, 395 Y. R. (?) 323 Gabriel, J. P 42 p g 243 Haaven, G. van der 372 H. T 222 Hagart, Hein 145 ; Nauta, Gerben J 234. 3°6 Hansen, Hendrik 36 ! Nauta, Pieter 177 Haven, G. van der .. 116, 117, 372 (?) ; penaat) \j(' 306 Haven, Th. van der 116 pietcrs) jan 36, 37 ? Heerts, G 334 1 Posthumus, Pieter Pz 41 Hempel, Joh. George 29, 118, 239, 306 Schadde Zn., Joh 239 Jans, Benedictus 71 : Schröder 36 Jansz, Claes 14 Schünneman, Joh 3^ Jelles, Claes 92» 243 Schünneman, Hans 41 Kinnema, Joh 41 ( gwalue, E >4 Claes, Jelle 92 | winsents, Bart 3°9 Colyn de Nole 15, I45> 353 Xavery, J. B ioi, 114 Collinet 43 „ r~ Bouwmeesters. Kooystra, C 3°° . Lelienberg, W 369 (Aannemers, architecten en ingenieurs.) Lou(w)s, Jacob 330, 358 Aaken, Jacob van 183 Lucas, Vincent 9, 75, 79, 91,92, 231, 308, Adriaensz, Pieter 197 322, 353 (?), 384. ! Alberts, Bonne 164 Meines, Corn 325 i Balck, Claes Bockes 176 Minnema, Hans 36 I Bosch, Jac. van den 182 Minnema, Hendrik }(> Bruns 89 Bladz. < Bladz. Dirks, Eib }°9 Sexbierum, Pieter Adr.z. van ... 197 Disma, Auke Bouwes 234 Sjoerds, Sybren 7° Dominici, Marten (zie Douwesz.) Stoett, F 194 Douwesz., Marten j6 Swart, P. de 61, 176 Douwes, Outger 61 Tepe, H 108, 119, 373 Douwes, Willem 117, 238 Thomas, Theunis 27°. 271 Ede, Abc i°3. i°4 Veenstra, G. J 196, 339 Everhard 242, 243 i Vredeman de Vries 34. 209 Frederiks, Corn 183 j Wielen, G. van der 170 Frowein, J. F. L 251 Zijlstra, Hendrik 84 Galtema, Simen 3^9 r- >1 „ Damastwevers. Goverts, Mare *95 Gysberts, Jacob 36. 38 Laeter, Abr 205 Hamstra, S. Y 323 Poemeren, E. van 205 Hardeman 45 Hessels, Foppe 61 Geel gieters. Hofkamp, W. C. A 183 Huslv, Jac. Otten 117, ■'» ^eertS' L,euwe / Jacobs, Abr 36 Monogrammtst E. E. V. (?) .. 138 Jansz., Barth 174 Nagtheim M. H 192 1 ij c 11 In Trotz, A. C 282 Jelles, Eelke "7 Johannis, Eilof 3«« Glasschilders. Jolles, Claes 84 Jouckes, Jentje 57° Gonggrijp, Thomas en Tjalling . 327 Keyser, Hendrik de .... 197, 251, 252 Nicolas, J 3°° Clacsz, Corn io6 Staak, Jurjen 161 Kleef, N. van 36 Staak, Ype 7, 70, 113, 159, 161, 307, Kros, A. C 174 324 (?), 325, 347. Cuypers, P. J. H 12, 64, 85, 192 Staak, Ype en Jurjen .. 261, 300, 304 Lokhorst, J. van 174 Wopkes, Gerben 41 Marot, Dan 114. 192, 209, 215 ,, . „ „ Goud- en zilversmeden. Meintema, IJ 12 Molkenboer, Th 44. 45 Aalsum, Sacco van 338 Monogrammist F. S 243 Andeles, Andele 80, 390 Noordendorp *79 Andeles, Eise *59 Norel, Hendrik 116 Andringa, J 294 Nijsloot, P 3°8 Asten, Wyn. Baerens van 19 Pybes, Tiepke 37° Atsma, Hans 322 Romein, Thomas 33, 74, 174, 176, 178, Baert, Claes 45 180, 188, 189. Bömke, Val. Casper 9, 11 Roodbaard, L. P *7° Brongersma, Hild 323, 324 Saegman, Roelof 108 Brunsvelt, Aug 34° „Sehler" Hendrik 60 Brunsvelt, Harm 34° Bladz. Bladz Buissink, Jul 191 Pereboom, J 229 Christiaansz., Hans 25° PoPF*. Corn 5°6 Daum, H 3. 69 Roos, Corn 251 Dillenck, Harm 2 Roos, Frans Corn 366 Doedes, Jan 3M Schut, H. W 254 Domynicus, Wybe 4*. 81, 216 Sinnema, Hessel 7, 157 Dorsman, Pieter 373 Scheversteyn, Ate 161 Douwes, Jan 86 Smedema, Jippe 33» Dronrijp, Jac "6 Storm, B 42, 43 Eekhoff, Theod 224 Swalue, N 80 Eerdmans, Bern 357 Swartwolt, 0 19, *39 Elgersma, Rich. 161, 166, 229, 246, 259 Tekelenburg, Eng. van 45 Elgersma 149 Thomas, Laurens 259 Fabritius, Gaeff Meyn 349 VaIk> Joh- de 161 Feddema, 1 64, 221, 254 Verlee Wzn., Elb 294 Feijijen, P z77 Vianen, Adam van 213 Groenevelt, J. van 339 Visch, Andries n Hotses, Alger 86 Visser, Rimb 34° Huegens, Arn 224 Wal, M. S. de 35 Jacobs, Harm 327 Westerbaan, B 35* Jans, Joh 187 Winter, Joh 12 Jansen van Isens, Wyger .... 104, 138 Wit, Pieter de 243 Jelgerhuis, Joh 357 Wijngaarden, A 221 Keetel, Jan 82 Wyntiens, Eelke 73 Kempen, van !4Ó .. Monogrammisten: Claeses, Alger 284 B Cornelis, Klaas 2, 150 GA 6, 166 Cuperus, H 3*4 HA gekroond 3" Laurens, Thomas 107 SA 338 Lely, Gabynus van der 12 SA 366 Lely, Jarich Gerritsz van der ... 22 B 331 Lely, Joh. van der 45 B en onleesbaar 255 Lolly, Wybr 257 A B 297 Lutma j98 A B 384 Meeter, P 194, 229, 265, 357 M B aaneen 65 Melchiors, zie Oostervelt. VCB 9> 11 Mensma, Ar 82 CMDofCVD aaneen 337 Mensma, Nic 138, 250 D W D en kroon 134 Oling, Lucas 357 HD 373 Olthof, J 277 HD aaneen 334 Oostervelt, Jan Melchiors 21, 220, 249, JD 315 J27. P D waarboven eikel 373 Passamier, Andreas.... 3 AE 21, 46 Bladz. Bladz. I E gekroond 227 I S en bokaal 87 T E (?) aaneen 224 P S 260 TSE (?) 165 TS 334 F (?) 321 T S dooreen 163 I P G (?) 277 W S aaneen 86 TG 16, 108 A V (?) 101 H en bel 34 I I V (?) 101 AH 373 E W 315 AH (?) 106 GW 75 HH 157 GW in schild 350 HH 352 IW 236 KH 350 RR 24 LH en roos (?) 137 V(' AI 92 H Y 315 A I in gekroond schild 45 C F I en bloem 9 Meesterteekens (enkel): EI 118 beker of bron (?) 250, 350 GI 386 bloempot 33 Hl 307 boom 307 II 317 eend 287, 390 OI 29 hand gekroond (Antwerpen ?) . 86 PI 99 hond 288 RI 30 kalebas gekroond 119 VI 104, 138 kan in schild 349 C K 2, 150 kan en visch 335 H L aaneen 6, 7 kersen (3) in schild 118 T F L (?) 224 klauw 33 H M aaneen 225, 336 lelie 46. 3®4 HM 307 man met knods 294 HM 146 roos 231 HM gekroond 166 schild met 3 kersen 118 WO 237 schild met 2 palen 119 AP 288 schild met ster 42, 351 IP (?) 321 schild met vogel.! 224 I H P 306 schild met zwaard tusschen HQ 387 2 eikels (?) 157, 281, 350 CR 390 sleutel 192 IR 310 ] ster in schild 42, 351 I R en druiventros 277 takje met klaverblad 12 PR 146 visch 163, 340 AS 246 visch gekroond 265 CS 229 | vogel in schild 224 H S (?) 65 j vogel (?) 139 Bladz. Bladz" vrouwekop (?) *39 93. 99. i°4, «47, «66, i8j, 219, *37, zwaard in schild 43 *4*. *46, 249. *54, *59, *94, 3M, 3*6, zwaard tusschen 2 eikels (vlam- 339, 357, 38* (?)- men?) in schild... 157. *«»> 35° Fremy, Claud.us *71, * * Fremy, Mammes ... 105, 179, 277, 284 Kartografen. Ghein, Peeter van den *33 o/ I Grave, Jan Albert de 6, 71, 75, '°8> Gualthen Pibo „9, ^4, 141, *3', *8l« 3°4, 346, 355 Rameau, J. J ^ Gravius van Hoeytema,zieRiemers. Klokgieters. Hachser, Frans 3*5 Aalten, Willem van 14 Hall> Gregorius van 35 131. 161, **9, Amerov, Corn *33 *8'. 3*6, 34*, 367. Arck, Eppe van der 64, 33* Harmannus 3*3 Asten, Bern. van 5 Haverkamp, L. H. 51, 74, 13*. '33, *76, Balthasar, Jurjen 81, 103, 142, 158, 159, 373, 385, 388- 162, 186, 218, 239, 264, 265, 283, 285, Herman ... 273, 274, 275, 3*°, 3*3 (?) ,,7. >»•>«. .<» Bergen, van 161,323 J°han " •'•' Bergen en Zoon, van 60 Johannes .... 218, 262, 267 (?), 269 (.) Bergen, Andreas van .... 284 Kempe, H. "9 Bergen, A. H. van 3, », *77 Kokenbaker, Hendrik 77, Bergen en Zoon, A. H. van .... 268 Koster, Gher i°8, 344 Bergen, A. H. en M. A. van ... 343 Crans Jz> Cypr- 54, 4}' 1 ' Z7i' ^ Bergen, A. H. en U. A. van ... 242 *8o> *9*> 345, 3 '• Bergen en C°, H. van 269 Crans, Jan 5 Boister, Aelt 360 Crans, Corn. 7*. *75 Bomen, Joh. van *68 M(echelen ?), Gert V 338 Borchardt, Joh. 19, *7, 93, *33. ^7, ^eurs, Henr. •••• •_*33, *47, *9*, 387 259, *94, 301. 3°*> 3io, 3*o, 3*3, 3*9, Monogrammist G. W. ? E (?) 4 g Monogrammist M. F. S 385 Borchardt!' Steven 284, *94 MuUer' Nic ^ Both, Thomas 14, >47 Nicolaas 57, * Bremen, Joh. van 353 Noteman, Jacob 27, 43, 5°, 74, 8°, Burgerhuis, Jan 73 8l> I02' "7' l>1' *i9' ^ ^ "7' Butendiic *57 2Ó°' 28?' 289, 295, 545> }47> 354' il% Butendiic, Aernt 93 '88' , , , Butendiic, Gerrit 69, 242 Obertin, Andreas 4, 16, 104, 160, 320, Butendiic, Steven 72, 107, 113, 146, 310, 364, 386- o g6 Obertin, Nic. Rog 160 Derck, Joh. Nic. ..287, 33*. 360, 361 Overney, Petrus 28, 39, 7«. 75, '°*> Deventer, Joh. van 71. *54 »I' > I4'> "»• 1Ó2' "0> "2* "4' Falck van Neurenberg, Hans 2, 3, 28l> 28'' *86' 292' 297> J24, ^ 7, 17, *1. *3, 39, 53, 56, 74. 338. 357, 379, 383. 39i- Bladz. Bladz. Petit en Fritsen 159 Wou, Johannes Getardus van... 329 Reinerus 103, 219 Zael, Goebel 43, 149, 285 Riemers Gravius van Hoeytema, Jelte, Pier en Johan 50, 307 Medailleurs. Roe\er, Nic 346 Ansoaldo, muntmeester 244 Schimmel, Gerh 373 B,ock> Coenr 2IJ Schmidt, P 327 ' Domancus, muntmeester 217 Schonenborch, Johan 106, 144, x66, 219, Comdk 2I} 227, 269, 274, 275, 359, 379- Lmma de Jongere 21J Seest, Christiaan 321 Madelinus, muntmeester 225 Seest, Christiaan en Jan 8, 15, ,57, Monogrammist j p j6? 160, 302, 344, 347. Secundus, Janus 213 Seest, Jan en Christiaan 8 Seest, Pieter .... 33, 60, 112, 281, 284 Orgelmakers. Seghebodus 77 Bakker en Timmenga 29 Simon, M (?), Fran? 104 Dam & Zn, L. van 35 Steen en Borchardt 5, 58, 105, 163, Dam> L. en J. van 226, 353 347 Gruisen, A. van 297, 385 Steghe, Johan Ter 23, 31, 74, 80, Gruisen & Zn, A. van 248 129, 131, 133, 179. 243> 247> 287, 310, Gruisen, W. van 385 32"> 379> 391- Harmens van Berlikum, Jan .... 372 Stephanus 43, 78, 139, 150, 155, 231, Hillebrand(s), J. A. 264, 286, 300, 327 302, 380. Hinsch, Alb. Ant. . 27, 29, 41, 118 Tersteghe, zie Steghe Ter. Knol, Rud 15 Tolhuis, Jan 325 Mittenreyter, Joh 239 Valterus („Norimberghe"?) 339 Muller, Christ 187 Venlo, Johannes van 269 Raadersma, P. J 149 Vermaten, P 327 Snitger, Arp 309 Vorscoten, Jan van 113 Schwartsburg, M 190, 353 Waghevens, Jacob 112, 179 Swartsburg, J. M 190 Wegewart, Hendrik 34, 69, 83, 140, Ypma 372 I42> 150. 220> 222>i»<337> 35i» 369> 373. 384, 385, 389. . . Planetariummakers. Wegewaert, Wilh. 21, 73, 100,-345, 364, Eisinga, Eise Jeltes 98, 246 366. Meulen, C. Jz. van der 314 Wou, Arent van 229 Siderius, Lolke 87 Wou, Arnoldus van 5 Wright & Cole 95, 212 Wou, Geert (Gerhart) van 16, 20, 23, 3°. 3'. 7°. 74. 80, 81,106,129, , Pottenbakker8. ^ 131, 133, 144, 150, 219, 227, 233, 236, (""* ewer ma ers') 246, 269, 274, 275, 280, 287, 319, 359, Blok, Hein "6 365, 379, 386, 391. Boudilufi : 75 Wou, Johannes van 323; 341 Dexter 244 302, 380. Tersteghe, zie Steghe Ter. Tolhuis, Jan 325 Valterus („Norimberghe"?) 339 Venlo, Johannes van 269 Vermaten, P 327 Vorscoten, Jan van 113 Waghevens, Jacob 112, 179 Wegewart, Hendrik 34, 69, 83, 140, 142, 150. 22°, 222>i»<337> 35i. 369> 373. 384. 385. 389- y J Wegewaert, Wilh. 21, 73, 100, -345, 364, 366. Wou, Arent van 229 Wou, Arnoldus van 5 Wou, Geert (Gerhart) van 16, 20, 23, 30, 31, 70, 74, 80, 81, 106, 129, 131, 133, 144, 150, 219, 227, 233, 236, 246, 269, 274, 275, 280, 287, 319, 359, 365. 379. 386. 391Wou, Johannes van 323; 341 Bladz. Bladz. Dextra, Jan Th 33 Hoogstraten, D. van 220 Gnaeus Ateius 25 Jacobsz, Lambert "4 Kingma...! 3Ó1 Janson van Keulen, C 114 Mando 357 Jelgersma, R «78- Monogrammist I. S 290 Keyert, R «7® Monogrammist K. S 290 Kooy, W. B. van der .. 176, 178, "4 Sybel, Adam G 220, 378 Kuveenis, Jo 214 Tichelaar 33 j Lap, H «54 Ursulus 244 | Lievens, Jan 181 i Linde, Adr. van der 42 Schilders. Linse Jr ( j Jo6 (Ook teekenaais.) Lutzens, Aede - 39° Accama, B 224 Monogrammist T. H. J 96 Accamaj B. en M *14, 215 Monogrammist H. M. O. ... 310 Bakker P "7 Munnickhuyzen, Johan van 38 Baur, Nic "4 Murant, E 214 Beekkerk, H. W. 178 Nason, P 214 geelt k 88 Pellecom, M. van 134 Beerstraten, A "4 Rembrandt 213. 275 Beck(k)er, J. C. W 233 Reynes, D 62 Beuckelaer, Joach 154 Roos> Joh- Heinr 181 Beyeren, Adam van 214 Rosen... (?) 86 Bisschop, Christoffel 213 Rubens 65 Boëthius zie Bolswert. Schaafsma, J. P 1 «7 Bolswert, Boëthius en Schelte a 38 Schelte, zie Bolswert. Bos, F 39 Schoor, A. van 214 Bote, zie Boëthius. Schuurman, Anna Maria van .... 98 Dalens III, D 178 Stadema, S 296 Dürer, Albrecht 213 Swart, F 96,253 Dijk, Phil. van 181 Tanjé, Pieter 38 Dijck, A. van 253 Victors, Joh 275 Dijkstra, Hans 108 Werf, L. van der 68 Els, Frans van der 64 Wieringa, N 213, 215 Folder, P 382 Wigmana, Gerardus 12 Geertjen van St. Jans 183 Wilde, J. de 214 Geest, Wybrand de 213, 224 Willaerts, A 214 Grebber, P. de 3«° Woutersin, L. F 88 Hanneman, A 214 Ypes, P 3°7 Haringh, M 214 Harst, D. van 65 Schrijnwerkers. Hauck, F. L 215 Hayema «77. 178 ? Heerts, G 334 Hoffman, B 138 | Jans, Ben 7« ? Heerts, G 334 Jans, Ben 71 Bladz. Bladz. Jurjens, P 41 Tapijtwever. ? Kinnema, Joh 41 Baart> Alex 1?? Meines, Corn 325 ? Posthumus, P. Pz. : 41 Tingieters. Monogrammisten: _ _ , . ° Rees, Gerrit van 265 A. F 391 M. H 27 Monogrammisten: P. I. M 384 CC (gekroond) en zon 246 ? I. v. S 320 HL 237 Swalue, E 14 I H R 254 Winsents, B 309 W R V 231 Stucwerkers. Uurwerkmakers. Albisetti, Gi. Bat 177 Anders, Joh 158 Barberino, Jos 177 Bökland, P 177 Martens, J. E 178 Eekhof, Herm 310 Monogrammist J. B 369 Ratsma, A 373 Schaak & C°, Ad 239 Watsis, Watse 137 Register op persoonsnamen (behalve kunstenaars en ambachtslieden). Bladz. Bladz. A. i Arentsma van Idsinga, Gvsbert.. 79 _ . . Arnoldi, Nicolaus, hoogleeraar .. 92— Abbema, Pibboni Ovitius van, . ■ Auckama ■ *7® predikant 329 A , ,, 9An „;, ✓ Aumale, d 240 Abbema, Rickie Jacobsz 369 .,, . „. , , Ausma 52 Abbinga, Biuck van 203 .. , . ' Avlva, (van) 14, 16, 52, 56, 138, 149, 157, Abbinga, Roxt van 79 , , .... T„, 162, 163, 224, 324, 332, 340, 354, ,66 Abbinga 192 . . ^ ,8 .... . c , , Aylva, Cunera van 7» Abbinga, zie ook: Scheltes. , ... . _ Aylva, Douwe van 336, 341 Abbring, S 149 , . _ .. Aylva, Epo van 3Ö8 Abinga, Siuck 260 ' ... Aylva, Ernst van 34° Adelen, van 29 . . _ , , ,oe . Aylva, Fokel van 280 Adius 377 .... _ ... . , ., Aiilva, Frans van 331 Adius, Izaak Martin van 372 . . Aylva, Hobbe van '7 Aenens 34 , , T .. . . „ ... . . T . Avlva, Julia Augusta van 225 Aenens, Joris 34 . . _n .. .. Aylva, Pieter van 79 Aggema, Ake van 305 ' . . , „ , . Aylva, Rienck van 77 Agncola, Gerardus, prior 91, 93 ' ' . ^ , ,/c .. . . Aylva, Sicco Douwe van 336 Aisma, zie: Aysma. , Aylva, Sybolt van '9Ö Acronius 3 . , _ .... , Aylva, Taco van 75 Acronius, Mart., generaal 320 ' .... . Aylva, T|aerd van 308 3 a "'U-' , IOT Aylva, Uylck van, Jfr 366 A bertsz., Dirck 97 Aylva RengerS, Ulbo 1» Alexander VII, paus 239 ' 0 , .... , . . / .a„ Aysma (Aisma, Aijsma), (van) 52,105, Almohaden, dynastie der 316, 380 , Altena, van 325 . e , , ... T. . ,,, Avsma, Schelte van 3Ö5 Alting, Ijpens, predikant 332 <- j 1 . Aytta, Gerbrand van 232 Amersfoordt, J 9* . „ ,,, Andeles, Hillebrand 202 Aytta, Hector van 232 Andla 1 °4 Andringa 249, 275, 321, 328 j jj. Andringha, Gatze van 309 i Andringa, Livius Theodorus van 329 ; Baarda, G. S 35° Andringa, Reinier van 329 I Baerdt, (van) 119, 130. 249. 349 Andringa, Reinier van 329 Bladz. Bladz. Bakker, S 559 Botnia, Frouck van 384 Balbian, Alexandrina 310 Botnia, Hys van 20 Baljee, Jacobus Martinus, Raad Botnia, Jarich van 94 van N.-1 193 Botnia, Sydts van (f 154®) 384 Balkius, B., ds 217 Botnia, Sydts van (f 1615) 384 Barels 272. *75 Botnia, Tjalling van 91 Battaerd, zie: Corbelijn. Bourbon, Charlotte de 213 Bauwema, Bynck van 260 Bouricius 3, 14, 74, 241, 318 Beets, Mr. N 183 Bouricius, Martinus 74 Beieren, Albrecht, hertog van ... 185 Bouwmeester 248 Bekker, Balthasar 224 Broersma, (van) 165, 166, 167 Becker, Jac. Rodrigues de 92 Bronchorst 192 Bekker, Joh. Henr., ds 224 Bronchout, Andr. Lucia 79 Bennema 322 Brouwer-Jakles 92 Bergen, van 161 Brunet de Rochebrune 224 Bergsma 51, 161, 215, 381 Buma, van 169 Bergsma, Johannes Casparus .... 263 Buma, Hopkje 202 Bergsma, Lucia Petronella 261 Burmania, van 1, 2, 82,106, 150,157, 193, - Bergsma, Willem, dijkgraaf 261 218, 219, 220, 224, 229, 385, 387, 388. Bernaerdts, Sybe 222 Burmania, Duco Gerrolt van.... 387 Beukers 113 Burmania, Duco Martena van ... 390 Beuckens 113 Burmania, Epo Sjuck van 225 Beyma, van 106 Burmania, Georgius 229 Binkes 41 Burmania, Laes van 225 Bisschop, Christoffel 213 Burmania, zie ook: Martena. Blok 227 Burmania Rengers, zie: Juckema. Blok, de, zie: Lvcklama a Nyeholt. Buwalda 353 Bodenheim 182 Buvgers 14 Boelema, Ritske 193 Bijbelsche personen: Boelens, (van) 224, 282 Aaron 32, 357 Boelens, Ayzo 282 Abraham 109, 382 Boelens, Boelard 282 Adam en Eva 110, 314 Boelens, Hillegonda Ipekien van. 282 Ananias 369 Bogardia, Titia 94 David 43, 226, 229, 310, 318 Bockema 16 Esau 235 Bolta 260 Lazarus 41 Borghreeff 330 Loth 98 Boshuizen (Boshuysen), Philip van, Mozes .. 32, 42, 131, 147, 178,284, greitman 194, 208, 229 324, 357. Bosma 264 Noach 7 .... 98 Botma 54, 264 Saba, koningin van 378 Botina 97, 165, 166, 216, 341 Salomo 38, 187, 378 Botnia, Bauck van 384 Zacheus 110 Bladz. I Bladz. C zie K. Eminga, Pybo van 334 Eminga, Tyemck 243 Eppo 56 Dekama (Dekerna) 13. 95. 224 Erasmus 213 Dekema, Albert van 223 Espelbach, G. van 118 Dekama, Anna 92 Eysinga 249. 324~ Dekama, Jarich van 92 Eysinga, Jvr. van 216 Dekama, Juw van 91 Eysinga, Aede (f 1551) 322 Dekama, Lucia van 229 Eysinga, Aede (f 1619) 323 Dekema, Lutz van 3°9 Eysinga, Anna van 194. 229 Dekema, Pieter van 185 Eysinga, Jhr. Frans J. J. van ... 205 Dekama, Ydt van 79 Eysinga, Gellius van 322 Dekema, zie: Dekama. Eisinga, Jelte Eises 246 Dodo, abt 3^6 Eysinga, Junius van 231 Docnia, Anske 7*® Eysinga, Pieter van 286 Donia, (van) 165, 167 Eysinga, Tjallingh van (f 1613). 286 Donia 361 Eysinga, Tjallingh van (t 1658). 286 Donia, Bonifacius Harinxma van, Eysinga, Tjallingh A(e)do Johan zie: Harinxma. van Heeringa van 286, 287 Donia, Bonno van 3^i Eysinga, Tjallingh Johan van Donia, Rixt van 3*>7 Heeringa van 287 Donia, Sits 79 Eysinga op Heeringa 248 Doria, Andreas, admiraal 213 Eysinga, Jan Schelte Hessel Roorda Douma 29> 2I® van 2^ Douma, Jan van 225 Douma, Laes van 225 F- Douwema, Edzard van 217 Faber, O., predikant 246 Doys 224 Faetsma '93 Dunte, Georg van 91 Feelses, Jouke 3&i Du Tour 33 Feitsma *^5 Feitsma, Eets van J49 E. Feitsma, Hessel 243 Eegen-van Setten, Dr 216 Feitsma, Isck van 64 Eekhoff 174 Feytsma, Jelger van 243 Eekhoff, W., archivaris 213 Feitsma, Ofko van 243 ^«tlbing, Mathias van, pastoor... 275 Feitsma, Ryoerd 243 Eelsma 29 Fennema 43 Eisinga, zie: Eysinga. Fereres, Petronella 3°9 Elgersma 4i Feytsma, zie: Feitsma. Elcama, Haio 26 Florissen "7 Elcama, Johannes van 266 Fogelsangh l6?' 165 Eming, Minne van 3°9 Fogelsangh, Theodorus 168 Eming(h)a 2«4 Fons, Hoeko, pastoor 19 Bladz. Bladz. Fontein, Gysb., ds 42 jj. Fontein Tuinhout 212 Foppes, Saecke, officier 233 Haarsma, zie: Haersma. Franckena, Bernardus 348 Habbema, Gerlacius, predikant .. 335 Franckena, Mathias 345 Haenstra' Rintse Watses ?10 Franckena, Rignerus 345 Haersma (Haarsma), (van) 1, 3, 6, 7, 52, -"Fredericus, pastoor 346 '»• l6l> 2I'- 26i> 3°3' ?°4. 3l8- Friesma 160, 182, 215 Haersma, Aurelia van 52 Frisius 321 Haersma, Eelco van 224 Frittema 42 Haersma, Geertruida van 52 Hacrsolte 29 G. Haersolte, Rutger van, grietman. 29 Gabbema 194 Ha'tSma '57 Galama (Galema) .37,248 Halbertsma, Eeltje „8 — Galama, Galo van 20 Halbertsma, Joost Hidde ... 158, 176 — Galema, Otto van 149 Hanechroot, Melch, ds 225 Galama, Seerp 20 Hanenburg 250 Gal(a)ma, Tziest van 336 Hanenburg, Walkje 252 Galema, zie: Galama. Hania 1, 157 Galland 114 Hania, Watze van 19 Gerike, Christoph 9* Haniama, Viglius 22 Geroldsma, Idsardus 92 u , Hannya, Titus van, hopman 23 Gerritzma, H. A 260 „ „ , „ Hannva, \ ïghus van, hopman... 23 Gerroltsma, S 249 .0 r,r \ r- Hansma 372 Giffen, A. E. van 111 " Glinstra 193, 241 Hardenbroek, van 165 Glinstra, Johannes van 317 Haren, van 32, 35, 349, 350 Goorle, David van 225 Haren, Duco van 349 Goorle de Zoon, David van .... 225 Haren, Onno Zwier van 350 Goslinga 51, 52, 249 Haren, Willem van 32, 349 Goslinga, Ernst van 79 Haren, Willem Anna van, grietman 347—^ Goslinga, Claas, burgemeester ... 310 Harinxma 57, 249, 341 Goslinga, Sicco van, grietman... 101 „ . „ ^ 0 . . Harinxma, Hartman van 380 Goslinga, Sipt. 595 Harinxma van Donia, Bonifacius. 36! Govertszoon, Dirck, apotheker 92 ^ ti* Harinxma thoe Slooten, Douairière (jraetninga, Rientje van 231 ~ ~ , Mr. C. L. baron van 216 Gnex, Ciisbert 310 Griex, Josina 310 Harinxma thoe Slooten, Mr. M. P. Grons 353 D' baron van 2™ Grons, Klaas 353 Harinxma thoe Slooten, Mr. P. A. Grotenhuis, van 30 ^ ■ baron van 216 Grovestins . 2, 82, 133, 134, 145, 150 Harckama (Harckema) 1, 303 Grovestins, Wijben 239 | Harkema, Eesck van 334 Bladz. Bladz. Heemstra, (van) ji, 57, 165. 168,224, Laurentius 65 286, 358. Leonardus 65 Heemstra, Epo van 359 Ludger 338 Heemstra, Ida van 359 Maarten 42> 77 Heer, Nicasia van der 111 Maria (H. Maagd) 42, 44, 45, 49,64, Heerama, zie: Heerema. 77> 8o> 99> '91» 2l8> 229> 257> 338- Heerema 39. 42. 48 Michael 116, 120, 362 Heerema, Atke 92 Nicolaas 333 Herema, Auck van 243 i petrus 3> 82 Heerama(Herema),Gerold(Gerrolt) Raimundus van Pennafort .... 191 91 : Rochus 92 Herama, Hilck van 91 Thomas 191 Heerema, Jel 365 1 Vincentius 77 Herema, Luts van 91» 92 ! vitus "9 Heerema, Ydt van 340 , Heeringa (Heringa) 146, 250, 253 i Heckma, van 193 Heeringa, Bernard van (f1583) . 222 | Heioma 134. M7> 373 Heeringa, Bernard van (t 1638), Hcluma 349 hopman 222 Hemmcma 32> 24° Heringa, Fokel van 286 Hemmcma, Elisabeth 32 Heringa, One 286 Hemminga 282 Heeringa, zie ook: Eysinga. Hendrickssoen, Joh., pastoor.... 232 Heerma 5! Herama, zie: Heerema. Heerma, Goslick van, grietman.. 41 Herema, zie: Heerema. Heersma, Anna Maria van 224 Heringa, zie: Heeringa. Hermana, Hessel van 27 Hermans, W'endelmoed 189 Heiligen. Hertoghe, Laurentius, bisschop .. 189- Anna 192 Hesenaer, D. E. L 107 Apostelen 273 i Hesscis, Syts 14 Appolonia 65, 92 i Hessen-Kassei, Maria Louisa van 178, Bartholomaeus 218 j 181, 190, 202. Bonifacius 60, 64 Hettinga 2* Dominicus 191 Hiddema 248 Evangelisten 79, 154. 284, 357 Hippokrates 96 Franciscus Xaverius 65 Hittinga 193 Fredericus 297 Hofman, Tacde Alberts 262 Hubertus 92 Hogenburgh, Richtje 310 Hyacinthus 19* Holdinga, (van) 259 Ignatius 65 Holdinga, Hayo van 187 Johannes 191, 361 Holdinga, Wilco van 195 jozef 361 Hollinga, Barbara van 225 Catharina 77. 333 Horreus, G., predikant 359 Bladz. | Bladz. Hottinga, Catharina? (t 15 39) - - - 91 ! Jong(h)ama, Edo 286 Hottinga, Catharina van (j- 1655) 260 Jongama, Wijts 49 Hou(k?)sema, Eek van 336 Jongema, zie: Jongama. Houth 224 Jongestall 248 Howarda 260 j Joosting, J. G. C 383 Hoxwier, Fueck 20 | Jowiers, Jor... 580 Hoxwier, Luts 92 Juckama 157 Huber, Agneta 246 Juckama, Fried 322 Huber, J. L 246 Juckama, Worp van 241 Huighes, Hessel van 356 Juckema van Burmania Rengers, Humalda 3 Sjouck Gerrolt 390 Humalda, Cecilia van 287 Juckema-Cammingaburgt, Eduarda Humalda, Tiemck van (f 1642).. 260 ! Lucia van 390 Humalda, Tiempke van (f 1575) 365 Huijghis 356 Hylkama, van 113 Camming(h)a, (van) 8, 149, 185, 199, I. "o, 340, 351, 396. Cammingha, Frans Doecke van.. 199 . -Ibema, Poptatus, pastoor 275 Kamminga, Frouck van 79 Idsinga, van ,07 Cammingha, Hajo van 9 Idzaerda, Baerte van 348 Cammingha, Lucia van 9I Idzaerda, Haiko Meines van .... 348 Cammingha, Menno van 92 Idzaerda, Meinardus 348 Cammingha, lMinne van 9, Idzerda, van 348 Cammingha, Pieter van (1574/5) . 9 Inthiema 372 Cammingha, Pieter van (■)• 1638) . 9 Inthiema, Reinhold van 372 Cammingha, Rienck van 92 Ipma, Hessel 14 Camminga, Ruurd Carel van .... 219 Iuckama 260 Cammingha, Sits van 42 ' Iwsma' Dodo' Pastoor 2?5 Kamminga, Sjuck van 79 j Cammingha, Valerius Franciscus van 367 Jaersma 336 Cammingha, Wytso van 9 Jaersma, Siv. van 336 Cammingaburgt, zie: Juckema. Jakles, zie: Brouwer. Camstra (Kamstra) 26, 52, 157, 160, Jacobs, Gysbert 42 161, 254, 357. Jansz., Albert, burgemeester 174 Camstra, Bauck van 384 Japicksz., Sippe 17 Camstra, Homme van 243 Jelgersma 159 Camstra, Catharina van 92 Jelmera 8 Camstra, Witze Riencks van .... 231 Jeltinga 3, 165 Cannegieter, P. H., ds 224 Jong(h)ama (Jongema) 38, 149, 253, 287 Kanter, de 52 Jongema, Doucke van 149 Karei II, koning van Engeland.. 88 Bladz. Bladz. Karei V, keizer 175 Lotharius I 256 Kat, Hidde Dirksz., commandeur 11 Lougen 260 Chigi, kardinaal 239 Lyaukema, zie: Liauckama. Kingma, Ign i°7 Lycklama, (van) ... 528, 329, 345, 350 Kinnema 3 Lycklama a Nyeholt 74, 106, 270, 275, Klases, Anderske 158 282, 343. Kleffens 54 Lycklama a Nyeholt, Pierius .... 282 Clotarius II 24 Lycklama a Nyeholt, Rinske .... 282 Knvff 52 Lycklama a Nyeholt, Romelia ... 74 Coehoorn, van 81 Lycklama a Nyeholt, Daniël de Coehoorn, Gideon van 394 j Blok 282 Coehoorn, Gozewijn Theodoor van 114 j Lynden, van 112 Coehoorn, Hendrik Casimir van. 114 Lynden van Sandenburg, Francia Coehoorn, Menno baron van ... 114 Gerardina Constantia van 111 Cole, Johanna 246 Constantijn I 25 Corbelijn Battaerd 212 Cornelis, Gertie 289 Mamminga 193 Crack 74 Mangadan, Ebeltje 282 Crack, Hypolitus, grietman 135 Marcus, Mayke 195 Croddenbosch, G., ds 3 Marswal, Petrus, tonne- en con- Crombach 237, 238 vooimeester 289 ! Martena 88, 173, 225 ^ | Martena, Hessel van 87, 88 ! Martena, Swob van 225 Lannoy, de 224 Martena van Burmania, Duco ... 79 Lemstra 41 Martens, Jorit 106 Lemstra, Hanso, ds 380 Meinsma '4 Liauckama (Lyauckema) . 30, 149, 309 Meckama, (van) 165, 336 Liauckama, Helco (van), abt ... 30, 220 Meckhama, Ebel van 260 Lieuwezoon, Lieuwe, schepen ... 192 Meckama, Lucia van 33 Ligtenberg, R 23, 231 Meckhama, Snelliger 260 Limburg Stirum, Frederik Willem Mellema, Luts van 243 graaf van 114 Meulen, van der 214» 215 Lindanus, Wilhelmus 42 Meijer 321 Linden, Hendrik Antonides van der, Minnema, Frans 49 hoogleeraar 91 Minnema de With 3 Lobry Troostenburg de Bruin... 182 Moelier, Jhr. Andreas 19° Lodewijk de Vrome 98, 256 Mockema, Anna van 241 Loo, Jhr. Boudewijn van, raad in Mockema, Tako van 64 den Hove, 35, 180 Mockema van Unia 224 Loo, Catherina van 185 Moll, Cecilia 92 Looxma 212 Moll, Petrus 310 - \fpnnn Kirnn van . . . TIJ. Bladz. Bladz. Monogram I. S 24 Neuhusius, Eduard 10 Monsma 41 Nieuwold, J. H 187 Muller Hzn., S 383 Nitszen, Caerl van der 27 Nijland, Hidde 154 , , Nysten, van 81 Mythologische en legenda- : , Nysten, Barth van 304 rische personen: ' Aeolus 122 O* Apollo 25, 84 | Oenema 330 Bacchus 122 Oenema, Doutje van 330 Ceres 78, 122 ! Oenema, Kempe 330 Fortuna 19 Oenema, Sivert Tjaerts 119 Hludana 236 Oentsema, Hijlck 239 Janus 115 Oetsma, Wytzo van 241 Mars 76, 84, 244 Ockinga (Okkinga) 93, 353 Mercurius 7J, 127, 198, 313, 358, 364 ! Ockinga, Hero van 92 Minerva 76, 178, 238 Occo, Adolphus 213 Neptunus 288 Oosterzee, van 298 Venus 122 Oosterzee, Epeus van 297 ! Oranje, zie: Nassau. N- | Osinga 52 Osinga, Bets van 23 Nagel, Jan Hermans van der, 1 Osinga, Jauke van 365 schepen 310 j Osinga, Seerp 365 Nassau 181, 187 Osinga, Svbrand van 365 Nassau, Albertina Agnes van ... 293 Osinga, Tiempeke van 365 Nassau, Emilia van 238 Ottema, Nanne 182, 214, 215 Nassau, Henriette Catharina van. 306 p Nassau, Johan Maurits van 94 Nassau, Johan Willem Friso, prins Papinga 181, 208 van 95, 176, 181, 190 Peima, Beidts 334 Nassau, Willem I, graaf van .... 213 Peima, Tsjomme van 334 Nassau, Willem I, koning . .. 170, 178 Peters, Pier, rechter 346 Nassau, Willem III, koning 181 Petersdochter, Auck 192 Nassau, Willem V, prins van 70, 95, Petri, Cunerus, bisschop 296-—— 161, 212. Petri, Theodericus 185 Nassau, Willem Frederik, vorst van 170 Piekenbroek, F., ds 118 Nassau, Willem Carel Hendrik Pier, Groote 179, 307 Friso, prins van 180 Pipenpoy 30 Nassau, Willem Lodewijk, graaf Plettenberg, van 224 van 39, 170, 180 Poelstra, Agge Syb 219 Nauta 113 Poelstra, Attie Zeppe 219 Nauta, Johannes, ritmeester 19 Popma, Eesck van 196 Bladz. Bladz. Popta 205, 212, 251, 252 Ropta 52, 119 Popta, Henricus, Dr. 1 5, 249, 250, 252 Ropta, Cunera van 118, 263 -Pöttugal, Emanuel van 238 Ropta, Worp (van), grietman . 88, 26} Poutsma 297 Rosema, van 165 Pyters, Claes 139 Q. s. Quaestius 213 Saksen, Albrecht, hertog van ... 189 Sandberg 281 Scheltema 264 Rasesoon, Hessel 223 Scheltema, Aelke van 23 Reen, Lolke van 219 Scheltema, Gabbe van 79 Rengers 112 Scheltema, Scipio van 264 Rengers, C. J 137 Scheltes van Abbinga, Ruurd ... 79 Rengers, Lamoraal Albert Emilius 111 Scheltinga, (van) 3, 134,155,159,215, Rengers, zie ook: Aylva. 275, 292, 293, 328. Rengnalda, Fedde Auckes 272 Scheltinga, Arent Corn. van .... 159 Revius, Jacobus, pastor 336 Scheltinga, Jeltje van 162 Reyns, Saelyngh 139 Scheltinga, Catharina van 162 Ringia 241 Schepper, de 81, 165 Ringia, Perck van 79 Schick, Remalia 261 Ringia, Sako van 336 Schlaumbach, Dr 98 Rinse 165 Schotanus, Bern 92 Rinsma, Juw 223 Schurman, Abraham Frederik van, Ripperda 224 kanunnik 91- Robles, Caspar de 115 Schurman, Fred. van 92 Rolkama 180 Schwartzenberg 68, 195, 237, 238, Rommaerts, Imck 348 259, 357. Roorda, (van) 78, 146, 157, 284, 309, Schwartzenberg thoe Hohenlands- 321, 330. berg 52, 356, 357 Roorda, Andreas van 187 Schwartzenberg en Hohenlands- Roorda, Douwe van 330 berg, Isabella Susanna baronesse Roorda, Fokel 222 thoe 237 Roorda, Frans van 309 Schwartzenberg en Hohenlands- Roorda, Harinck van 223 berg, Johanna Isabella baronesse Roorda, Jan van 322 thoe ioi Roorda, Karei van 159 Selys, Marie Gertrudis de 231 Roorda, Carel van 187 Septimius Severus 305 - Roorda, Sybe van 78 Siaerda, zie: Tsjaerda. Roorda, Syds 162 Sibrants, Hidde, vaandrig 367 Roorda, Watze van 322 Sidonides, D. W 333 Roorda, zie ook: Eysinga. Siersma 243 Roorda van Velzen 373 Sieverts dochter, Griet 119 ivaiiuiiuin y » Schurman, Fred. van 92 Schwartzenberg 68, 195, 237, 238, 259. 357Schwartzenberg thoe Hohenlands- berg 52, 356, 357 Schwartzenberg en Hohenlandsberg, Isabella Susanna baronesse thoe 237 Schwartzenberg en Hohenlandsberg, Johanna Isabella baronesse thoe ioi Selys, Marie Gertrudis de 231 Septimius Severus 305 - Siaerda, zie: Tsjaerda. Sibrants, Hidde, vaandrig 367 Sidonides, D. W 333 Siersma 243 Sieverts dochter, Griet 119 Bladz. Bladz. Siccama (Siccema) 101, jij Tiara (Tyara) 14, 358 Sickama, Helena van 187 Tiara, Ida 359 Sickema, Sjouck van 368 Tiboult, Maria van 266 Sickcnga, Jey 79 Tielens, IJdt 223 Sickinga 349 Tjaerda, zie : Tsjaerda. Sikkinga, E. E 349 Tjallings, Haye, grietman 319 Sinnama 29 Tromp 226 Sioerda 321 Troostenburg de Bruin, zie: Lobry. Sixtus, Johannes Nannes 42 Tsjaerda 56 Sjaerdema 93 Tsjaerda (Siaerda), Biueck van .. 334 Sjucksma 34i Tsjaerda, Syds 56 Sluvs, van der 29 Tjaerda van Starkenborch, Barteld 75 Sminia 147, 149, 224, 316, 324 Tsjaerda, zie ook: Ziaerda. Sminia, Cecilia van 286, 287 Tuinhout, zie: Fontein. Speyart, Petronella van 231 Tyara, zie: Tiara. Stachouwer, Johan 288 Tzezens, Worp 336 Stapert 8 5 Starckenburg 260 u. Stellingwerf, Auke, admiraal .... 307 Sternsee, Christoffel van 118, 263 Ulbes, \mtgen 380 Sternsee, Carel van 91, 93 Unema, Janke van 75 Sternsee, Lucia van 91 Unia 14, 260- Stinstra 229 Unia, Rixt van 331 Struiving 196 Unia, zie ook: Mockema. Stuyvesant, Louisa 91 Unckel, Egbertina Barbara van .. 372 Stijl, Simon 116 Swalue 113 V. Swinderen, Jhr. G. R. G. van ... 137 Sythiema, Haring van (f 1557) .. 79 Vaille, Anthones del,raedt ordinaris 174 Sythiema, Haring van (f 1668) .. 79 Vegelin van Claerbergen 70, 130 Sythiema, Moed 56 Vegelin van Claerbergen, Catharina Sythiema, Syds van 79 Johanna 286 Sytsama (Sytzama) 52, 155 Vegelin van Claerbergen, Joh. .. 70 Velzen, van 355 ■j. Verbeek 215 Vervou 88 Tadema, van 165 Vervou, Jhr. Raes van 92 Teddes, W 333 Vervou, Saepcke van 88 Terborch 260 Vervouw, Sophia de 246 Terwisga 348 Viersen, van 159, 193 Terwisgha, Aszwerius 348 Vierssen, Jaeycke van 106 Terwisgha, Eyse 348 Visser, M. S 212 Thoon, H. van 353 Voet Jr., E 340 Bladz. Bladz Vries, Tjerk Heddes de, admiraal 307 Wisser, Hielck 381 Vrijcnburg, Doetje 332 Wit, Jan de, kapitein-ter-zee ... 323 With, de, zie: Minnema. W. | Witsma, Ofke van 260 , „„ Wouter, Julia Jan 294 Waayen, van der 9* 1 „ , „ J ,v, . ,,A Wyarda, Deco 187 Wageningen, van 224 , 1 Walta 138 Wyarda' D°th 2,2 Wyarda, Hering, pastoor 232 VCassenaar 34 ! ' , ... . . . . Wyarda, Tjallmgh 232 Weezei, O. S. Rabi van, kapitein- . „ , . ! Wiarda, T omme Oenes 188 ter-zee 34 ' Weideren, OdiliaAmelia gravin van 390 1 Wyboldsma, Tetz \an 75 Wellenbergh, Dr 2,2 j Wyckd. jvan) 1,4. .6, Wendt, de 165 ; W>ke'. Frouck "6 .... , c Wytsma, Leo van 260 VCendt, Eyso de 100 1 Wentholt, Ludolph Reinier 261 ^ Westerhuis, Sufridus, Dr 94 Wiarda, zie: Wyarda. Ypama 175 Wibrandi 165 Ypey 212 Wielinga 249 Ythiema, Tets 79 Wins, Menelaos 9' Winsemius, P 9'> 322 ^" Wisseraa, van 37* Zyaerda, Luts van 9' Wissema, Lisck van 159 ! Zyaerda, Baerck 395 Topographisch register. Bladz. Bladz A. Arum 351—352 Augsburg (zilvermerk) 306 ■^a^sum Augsbuur 162-163, 166 Abbega . . 379 Augustinusga 1-2, 7 Abbegawier, zie: Engwier. . , , . , e ' ° Auckamahuis 176 Achlum 98-100, 358 A , , . ..... . , '' Aula dei, zie: Nije-klooster. Achtkarspelen 1-8, 319 Akkerwoude 50 ®* Akkrum 212, 327 Baaium 141-142, 149 Akmarijp 328 Baard 13 Albadahuis 314 Baarderadeel 13-25 Alderum 99 Bakkeveen 273-274 Alkmaar 41 Balk 107-110 Allingawier 350-351, 554 Ballum 8-9, 11 Almenum 25 Barradeel 25-31 —Ameland 8^13, 199, 289 Barra-huis (Boerenwoning) 231 Amelandshof 192 Bartelehiem 316 Amelandshuis (Stins) 199 Beers '3-M Amsterdam 43, 93, 136, 187, 191, 307, Beetgum 236-238 369. — Museaen verz. 88, 93,161, 181, Beetgumermolen 238 182, 183, 215, 220, 316. — Klokken Beets 274, 275 aldaar gegoten 6, 8, 11, 43, 60, 108 Beetsterzwaag 274-276 112, 134, 160, 179, 231, 292, 300, Benedenknijpe 291 304, 321, 344,346, 347. — Zilverwerk Bennema (Huis) 322 aldaar vervaardigd 9, 11, 12, 44, 118, Bergum 59, 270, 303, 316-319 154, 288 (?), 294, 297. —Tinmerk Bergumerheide 319 246. Bergumerklooster (Klooster) 172 Anjum 217, 257-239 Berlikum 238-240 Annaparochie (St.) 31-33 Berlijn 154 Antwerpen 179. — Zilvermerk . 98 Bested 320 Appelsga 268 Bethanië (Abdij) 9 Arles 24 Betlehem (Klooster) 316 Arnhem 30 Betlehem, zie ook: Bartelehiem. Bladz. Bladz. Beukerswijk (Huis) nj Deersum 285 Bierum 217 Deinum 242-243 Bilt (Het) 3I-3J» 86> 180, 194 Dekama-huis 95 Binnendijken (Kasteel) 288 Dekema-state 224 Birdaard jo Dendermonde 285 Blesdijke 34^ 343 Deventer 274. — Klokken aldaar ge- Blessum 240-241 goten 345, 366, 373. Bloemkamp (Abdij) 18, 14*. 386 Dokkum 51, 52, 57, 60-69, Blya 75, 397 342. — Zilverwerk aldaar vervaardigd Boer 100 65, 134, 163, 237, 338. Boil 343 Dongeradeel 88 Boksem 240, 241-242 Dongjum 100-101 Bolsward 36-50, 215, 355, 372. — Zilver- Doniaga 69 werk aldaar vervaardigd 21, 42, 43, Donia-state (Terp) 25 45, 46, 104, 119, 146,150, 277, 315, j Doniawerstal 9-75 351, 352, 357, 373, 384. | Donkerbroek 269 Boornbergum 3°° Dordrecht 215 Boorndego 275, 328 j Dorestad, zie: Wijk bij Duurstede. Boornevallei *74 I Dortmund 9. " Borndego, zie: Boorndego. Drachten 59, 300-301 Bornwerd 33-33*> 335 Driesum 5*-53. 6° Bosum 14-16 Drogeham 4 Botnia-huis 94. 97 Dronrijp 213, 244-247 Bovenknijpe 291 Dusseldorp 154 Brantgum 331 Duurswoude 276 Bremen 177 Dijken 69 Britsum 217-218, 223, 342 Britswerd 16 Broek 69 Echten 233, 346 Brongerga 291 Edens 142, *47 Brugge 42 Ee 259-260 Bruggeburen 2 5 1 Eeburg (Pakhuis) 207 Buitenpost 2-3 Eernewoude 319 Burgwerd 352~353 Eesterga 233, 236 Burmaniaterp (Terp) 76 Eestrum 319-320 Burum 163 • Egum 155 Buweklooster 3~4 Ekema (Boerderij) 158 c zie K Eksmorra 351, 354 Elsloo 269 ! Engelum 247 Dantumadeel 50-60 Engwier 354 Dantumawoude 50-51. 52 Hngwierum 260-261 Dedgum 353—354. 367 Engwirden 73-75. *33. *35 Bladz. Bladz. Enkhuizen 310. — Zilvermerk 288. — Genezareth 78 Klokken aldaar gegoten 5, 27, 58, Genum 77-78 58, 72, 133, 144, 163, 275, 284, Gerkesklooster 4-5 294, 310, 323, 347, 383. Gerkesklooster (Abdij) 1, 163 Gersloot 73-74 F. Giekerk 105, 320-321 Ferwerd 76-77, 393 ^0enga j8° Ferwerderadeel 75-84, 393 oenganjp 70 c 1 Gorinchem ui rerwoude 354—355 ? Finkega 343 Gorrediik 276-279, 280 Finkum 218-219 Goutum 21^21°' 395, 396 Firdgum 26 's GravenhaRe (Musea) 181, 215, 314. — Fiswerd, zieï Franciscusweerd.' Zilverwerk aldaar vervaardigd 33, Flansum 285 I'°' '®°' Fluesstnmeer 137 Greonterp 355, 356 Fochteloo 270 Gronin«en I2> 2°7" - °rSe's aldaar Fogelsangh-state 168 gebouwd 27, 29, 41, "8, 3°°. - Klok- Follega 233 ken aldaar gegoten 19, 259,301, 302. Folsgara 379 Groot-Jetsma (Boerderij) 159 Foswerd (Klooster) 216 Croot-Tolsum (Terp) 105 Foudgum 331-332 Grouw\ '73, 39° Franciscusweerd (Klooster) 189 Gro\estins (State) 133 Franeker 84-98, 179, 212, 310. — Zilver- Guinea 97 werk aldaar vervaardigd 25, 29, 92, 99, 101, 106, 119, 352, 368. Franekeradeel 87, 98-107 Haarlem 182, 233. — Zilverwerk aldaar Frankendaal 93 vervaardigd 10, 192, 349. Frankrijk 16 Hallum 78-80, 216, 393 Friens i55 Hantum... 33*333 Friesma-state 160, 182, 215 Hantumhuizen 333 334 Fijns 142 Hardegarijp 321-322 Harenstins (van) 350 Harich 111 Harlingen 25, 115-128, 238, 372, 373.— Gaast (Schoterland) 291 Zilverwerk aldaar vervaardigd 31, 118 Gaast (Wonseradeel) 355 Hartwerd 355—356 Gaasterland 107-115 Haskerdijken 128-129 Gaastmeer 379 Haskerhorne 129, 131 Gadstrup j Haskerland 128-133 "Galamadammen 137 Haskerveenpolder 129 Galilea (Klooster) 188 Hatsum 247 Garijp 319, 320 Haule 270 Gauw 379 Heeg 380-382 Bladz. I Bladz. Heerema-huis 39. 4® J* -Heerenveen 132, U3-I37 Jacobiparochie (St.) 33-35 Heiligerlee (klokken aldaar ge- Janum 53- 6oten> 3' 161 Jellum 17 HemeIum II2> 1,7 Jelmera-state 8 Hemelumer-Oldefaart en Noord- jelsum 222-224 uo'de 137 I^1 Jeruzalem (Klooster), zie: Gerkes- Hemmema-state 240 klooster. HemPens "°> 398 Jislum 81 Hempensermeer 220 Johann£Sga (St) 292 Hemrik *77, 279~28° Jongema-huis 58 Hennaard 142 i Jonghema-state 287 Hennaarderadeel 141-150 jQrwcrd lg_I9 Herbaaium 101-Ï02 Jour£ I29_IJ2 Heringa-state 250 Jouswier 2ÖI Hiaure »°' 334~335 Jubbega 292 Hichtum 5"' 356-357 Jutrjj 383 Hidaard M2_I43 Hieslum 357 Hilaard 16-17 K. Hindeloopen 150-154, 206, 212, 216, 370 Hitsum 102 Cammingha-huis 8 Hollum 9-11 Kampen (klokken aldaar gegoten) 83, Holwerd 335~337 >4°. '4^, 15°. 185, 220, 222, 234, 351, Hommerts 382, 383 360, 385, 389. Hoogebeintum 80-81, 394 Camstra (Slot) 26 Hoogterp (Terp) 169 Katlijk 29a Hoorn (klokken aldaar gegoten) 51, Kent 225 131, 133, 332, 360, 385, 388. Kimswerd 99» 357-359 Hoornsterzwaag 291-292 Klaarkamp (Abdij) 56, 58, 92, 93, 288 Houten Baaium (Terp) 141 Kollum 162, 163-166, 167 Huins 17 Kollumerland (zilverwerk aldaar Huizum 220-221, 396 vervaardigd) 6, 166 Hyum 217, 221-222, 223, 342 Kollumerland en Nieuw—Kruis- land 162-169 Kollumerzwaag 166-167 Idaard 159-160, 182, 215 Koningsbergen 92, i°8 Idaarderadeel xy^—162 Kornjum *73» 225"22^ Idskenhuizen 70, 72 Kornwerd 359~3®° Idzegahuizen 357 Kortehemmen 301-302 Idzerda-stins (van) 348 Kortezwaag *8° Indijk 382 Corvey (Abdij) 112, 183 Irnsum 285 Koten 5 Bladz. Bladz. Koudum 1J8-139 249, 250, 254, 255, 257, 259, 265, -Crackstate 155 277, 283, 284, 287, 319 (?), 321, 322, Krewert 216 323, 324, 327, 334, 336, 337, 339, Kubaard 143 34°. 35°, 35*. 357. 366, 373, 390. — Tinmerk 237. k- Leeuwarderadeel 217-233, 395 Langedijk 270 Legemeer 71 Langezwaag 280-281 Leiden 239. — Museum v. Oudheden Langweer 70-71 l8> 24, 25, 6o, 78, 84, 102, 112, Lape, de (Boerderij) 232 "5, 143, !44. 148, 218, 220, 221, Lauswold (Huis) 275 222, 228, 236, 238, 242, 244, 253, -Leeuwarden 14, 19, 33, 36, 42, 74, 84, 255, 256, 305, 335, 355, 356. 95, I37, '60, 163, 169-216, 226, 243, Lekkum 226-227 287,325,395.—Friesch Museum 3,4, ; Lemmer 233-236, 306- 13, 16, 17, 18, 19, 24, 25, 30, Lemsterland 233-236 31, 35, 36, 49, 51, 57, 60, 69, : Liauckama (Slot) 30 73, 75, 76, 78, 80, 81, 82, 84, Lichtaard 81-82, 394 95, 98, 99, 100, 102, 105, ii2, 113, Lidlum (Klooster) 30, 146, 238. 115, 129, 134, 137, 142, 144, 154,158, Lindenoord, zie: van Harenstins. 163, 167, 168, 169, 172, 174, 179, Lindenstein (Huis) 275 180, 181, 183, 187, 217, 218, 220,221, Lioesens 261-262 222, 225, 226, 228, 229, 233, 236, 238, Lions 19 239, 240, 242, 243, 244, 247, 248, 250, Lippenhuizen 281 253, 254, 255, 256, 261, 266, 267, 268, Loenga 383 269, 270, 273, 274, 275, 283, 291, 302, Londen 95, 212 304, 305, 314, 315, 316, 322, 324, 328, Longerhouw 360 332> 335, 339, 35i, 354, 355, 35, 358, Lotharingen 160 360, 363, 364, 366, 367, 369, 378, 380, Ludingakerke (Abdij) 22, 102 385, 386, 387, 389, 390. — Klokken Luinjeberd 74 aldaar gegoten 23, 27,43, 5°, 53, 71, Lutkewierum 143-144 74, 75, 81, 99, 104, m, 117, 131, Lutkewoude, zie: Augsbuur. 139, 142, 215, 158, 161, 162, 166, 185, Lycklama-state 329 218, 220, 222, 224, 227, 239, 254, Lycklama-stins 350 260, 263, 264, 265, 285, 289, 297, 324, 338, 343. 347, 354, 357, 379, 383, M' 388. — Orgels aldaar gebouwd 29, Maastricht 217 226, 248, 264, 286, 297, 327, Makkinga 270-271, 282 385. — Zilverwerk aldaar vervaardigd Makkum 206, 212, 290, 308, 360-363 2> 3, 5, *>, 7, 19, 21, 22, 42, 64, 69, Mannheim 239 73, 80, 81, 82, 86, 87, 107, 120, 141, Mantgum 19-20 149, 150, 159, 160, 161, 163, 166, Mariengaarde (Klooster).... 78, 216 187, 190, 191, 194, 216, 220, 221,224, Marienhof (Klooster) 274 225, 227, 229, 231, 239, 243, 246, Marrum 82, 394 Bladz. Bladz. Marseille 24 Nyeberkoop 271 Marsum 247 25 3 Nijega (Hemelumer-Oldefaart) .. 139 Martena-huis 87 Nijega (Smallingerland) 302 Martena-state 173, 225, 226 Nijehaske 132 Mechelen 112, 330 Nyeholtpade 344 Menaldum 253-254 Nyehorne 293 Menaldumadeel 236-255 Nyeklooster (Klooster) 212, 386 Metslawier 262-263, 264 Nyelamer 344 345 Midlum 102—103 Nijemirdum 112 Midwolde (klokken aldaar gegoten) 11, Nijewier 264 60, 242, 268, 269, 343. Nijland 383-385 Miedum 227 Mildam 293 Minnertsga 26-27 Oenema-state 330 Mirns (Gaasterland) m-112 Oenkerk 322-323- Mirns (Hemelumer-Oldefaart) 137, 139 Offingawier 385 Molkwerum 139 Okkingahuis 93 Mons S. Marie (Klooster), zie: Oldeberkoop 268, 271-272 Veenklooster. Oldeboorn 328-329 (Water) 137 Oldeholtpade 345 Morra 263-264 Oldeklooster 19 Munnikebaayum (Klooster) 141 Oldelamer 345 34^ Munnikeburen 343 Oldeouwer 72 Munnikezijl 167 Olterterp 281-282- Munster 173, 187 Olijfberg (Klooster), zie: Veen- Murmerwoude 54 klooster. Oost-Dongeradeel 256-268 Oosterbierum 27-28 _^Nes (Ameland) 11-13 Oosterend 144-146 Nes (Utingeradeel) 227, 328 Oosterlittens 20-21 Nes (West-Dongeradeel) 337_338 Oostermeer 323 Neurenberg 154 Ooster-Nijkerk 265 -Nieuw-Appelscha 268 Oosterwierum 21-22 Nieuwe Bilt 35 Oosterwolde 272-273 Nieuweschoot 293 Oosterzee 233, 236 Nieuw Kruisland, zie: Kollumerland. Oosthem 385 Nicolaasga (St.) 72 Oostrum 265-266 Noordbrabant 148 Ooststellingwerf 268-273 Noorder-Drachten 300 Oppenhuizen 385-386 Noordwolde 343-344 Opsterland 273-284 Noordwolde, zie ook: Hemelumer Oranjewoud 293-294 Oldefaart. Orleans 167 Nyeholtwolde 344 Oud-Appelsga 268 Bladz. ! • Bladz. Oude Biltzijl 87 Ruigelollum 364-365 Oudega (Hemelumer Oldefaart) . 140 Rijperkerk 325 Oudega (Smallingerland) .... 302-304 Rijs m Oudega (Wymbritseradeel) 386 Rijs (Huis) 112 Oudehaske 132-133 Rijsel 341 (?) Oudehorne 294 Oudemirdum 112-113 ' *>■ Oudeschoot 293, 294 Saksen 273 Oudkerk 323-324 Salmien 283 Oudwoude 167-168 Sandfirde 386 Ousterhaule 72 I Sassinga-state (Terp) 142 Ousternijega 72 Saumur 372 Scha^sum 104-105 p, Scharl 140 Scharnegoutum 386-387 Papingastins 181, 208 „ , . ... . . . Schatzenburg (Huis) 244, 246 Parrcga 364 Scherpenzeel 346-347 Parijs 167 „ . , I Schettens 365 Peins 103, 251 c Scheveningen 88, 213 Peperga 346 ■ Schiermonnikoog 288-291 - Pesens 266-267 _ , . ' ; Schierstins 58, 59 Petersburg (Pakhuis) 207 , Schillaard 22 Pietersbierum 28 c , . Schingen 2J5 Pingjum 364 Schoterland 133, 291-294 Poppingawier 286 Schraard 365-366 Popta-slot, zie: Heringa-state. c , , . „ , r 0 Seksbierum 28-30, 107, 306 Potschar 385 c ,, ' ' Sevenwolden 44 Severeinshuis 131 Siegerswoude 284 Raard 338-339 Siccama (Slot) 101 Rauwerd 286-287 ; Sjaerdema-slot 93 Rauwerderhem 285-287 ! Sjucksmastate 341 Reitsum 83 ! Skiramonnicahuus, zie: Schierstins. Rhodos (Eiland) 88 Slappeterp 255 Ried 103-104 Sloten 295-299, Ringia-state 241 Smallebrugge 307 Rinsumageest J4_56, 288 Smalle-Ee 304 Roermond 300 i Smallingerland 300-305 Roodkerk 57 I Smelna (Abdij) 304 Roordahuizen 160 Sneek 70,1-^9, lütt, 234.305-314. tto- — Rottevalle 304 1 Zilverwerk aldaar vervaardigd 16, 104, Rottum 294 108,273,287,294,307,310,350,390 Ruigahuizen 108, 113 Snikzwaag 133 Bladz. Bladz. Sondcl "3 Sonnega 347 Ugo-klooster (Klooster) 355 Sottrum 367 Uitwellingerga 385, 388 Spanga 347 Ureterp 283 Spannenburg (Herberg) 73 Ureterp aan de Vaart 284 Spannum M^-147 Utingeradeel 3*7-33 -Stavoren 141, 285, 31J-316. 37°. 39° Utrecht 40, 46, 91, 99, 297. — Aarts- Steggerda 347 bissch. Museum 44, 45, 6j, 311, Stiens 228-229 ^ j —Zilverwerk aldaar vervaardigd Suameer 319, 325 : 64, 65 Suawoude 325_326 I Sudergo 31? V. Surhuisterveen 5-6 , Surhuizum 1, 6-7 ec ^ 4 Swijsbeke (Klooster) 285 Veenklooster (Klooster) 167 Sybrandaburen 287 | Veenwouden . 58-59 Sybrandahuis 57 Vlalen' de (Z"he) IO' Vrouwenparochie 35 ^ j Vijversburg (Huis) 325 L L ' w Tabor, zie: Thabor Terband 74 Waaksens (Hennaarderadeel) .. 147-148 Terhorne-state 238 ; Waaksens (West-Dongeradeel)... 331, Ter-Idserd 347_34® 341-342. Terkaple 329"330 Wanswerd 83, 395 Ternaard 339-34' Warga 160-161, 220, 395 Ter Oele 73 Warns 140-141 Terwispel 283, 285 Warstiens 161 Terzooi 287 W'artena 161-162 Thabor (Klooster) 307, 387 ! Watergraafsmeer 93 Tietjerk 326 Weeme, De Olde (Boerderij) ... 275 Tietjerksteradeel 31&~}27 Weidum 22-23 Tirns 387 Welsrijp 141, 148149 Tjalhuizum 388-389 West-Dongeradeel 330-342 . . Westergeest 167, 168-169 Tjalleberd 74~75 w. _ , , Westergo 39 T,erkgaaSt 73> 296 Westermeer i33 Tjerkwerd 3*7 Wester-Nijkerk 83-34, 395 Tjonger (Rivier) 268 Westhem 388-389 ..Tjum 105-106 Weststellingwerf 342-35° Tjummarum 30-31 Wetsens 257, 267-268 Trier 244 Wiarda-state 220 Twijzel 7-8 Wier 255 w. Blad2- Bladz. erum Wijnjeterp 2g. —wiewerd l6 w/.' y 2H4 Wilgen (De) ' * ^ ^l"5 " »»• ^7 w/. 3°J Wijtgaard Wlnsum 25, ,41 12 WirdUm 230-232 Y" Witmarsum 367-368 Ykt '/> W Wolsum Ypama-state ' I7j ^Wolvega 348-350 Ypekolsga 389-390 Wommels 149-150 Ysbrechtum I?3> 388, 390-39! Wons 368-369 Ytens ijo Wonseradeel 42> 3jo_j69 z Workum 109,369-378. — Zilvermerk 373 Zuider-Drachten ,00 woudsend ,ö/> ~ 300 Wouterswoude ,A? Z 329 w/mL. u n> , 59~6° Zwaagwesteinde 60 Wykel '' 6 l6?' 225' 256 ZwaarderterP (Terp) 228 Wynaldum .... ?""?™ 3i Zwolle 36, 220 INHOUD. Bladz. Voorwoord VI1 Beschrijving der gemeenten 1 Toevoegsels en verbeteringen 393 Chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken 399 Register van kunstenaars en ambachtslieden 4J9 Register van personen (behalve kunstenaars en ambachtslieden) 427 Topographisch register 43 8 Inhoud 447