De Tramverbinding Hoogeveen — Oosterhesselen —Sleen—Nieu W-Amsterdam. C. PET - HOOGBVBBN - 1903. De Tramlijn naar het Oosten. &$eehoefte zijn voorzien, die nu nog bestaat en naar het zich laat aanzien nog tal van jaren onvervuld zal blijven. De bijeenkomst had plaats ten huize van K. van Dalen aan de Oosterhesselerbrug op den 4d,n December 1879. Er waren 34 van de genoodigden bijeen, waarbij 18 uit Hoogeveen; wel een bewijs, dat het plan hier instemming vond. Er werden allerlei bezwaren ingebracht, die ook later tegen den aanleg van andere tramlijnen zijn aangevoerd, maar nu deze bereden worden, blijken van niet veel gewicht te zijn. Meer in het bijzonder tegen het plan—Rahdkr werd aangevoerd, dat een lijn, uitloopende op twee doode punten (Nieuw-Amsterdam en Coevorden) zou blijken niet levensvatbaar te zijn. Met Coevorden is gebleken, dat die sombere profetie niet is uitgekomen; er bestaat goeden grond voor de verwachting, dat ook Nieuw-Amsterdam zal blijken een punt te zijn, dat leven geeft aan den tramweg. Niettemin ontving de heer mr. Rahder van alle kanten blijken van sympathie voor zijn plan; doch sympathie is niet voldoende, om een tramweg te leggen, staand en rollend materieel te bouwen en te koopen; — daarvoor moet klinkende munt wTezen, en die gaf men niet. De heer Rahder koos een andere werkkring en — van een tramverbinding tusschen Hoogeveen en het oosten van Drente kwam evenveel als van een spoorverbinding, namelijk: niets. Tien jaren bleef de zaak rusten. Inmiddels was door de Heeren Willink c.s. een project gemaakt van een locaalspoorweg vau Deventer uitgaande, langs Coevorden en het oosten van Drente tot Groningen. Dit gaf den heer J. B. Levie aanleiding, 0111 in een vergadering der vereeniging „Hoogeveen" in Maart 1889 de vraag te doen : „zullen er pogingen van wege deze vereeniging worden aangewend, dat op de eene of andere wijze deze gemeente worde verbonden aan den ontworpen locaal-spoorweg ? Tengevolge van deze vraag werd in de vergadering van 29 Januari 1890 — men ziet, dat de zaak nog al kalm werd opgenomen — medegedeeld, dat een Duitsch comité bestond, hetwelk ten doel had, met daartoe reeds toegezegd staatssubsidie, een verbinding van de spoorlijn in Dnitschland met de ontworpen lijn nabij Hardenberg of Coevorden tot stand te brengen, en aan het Bestuur der Vereeniging opgedragen „zich te • vergewissen, of dergelijk plan bestaat en te overwegen wat er zou moeten geschieden, om deze gemeente daarvan voordeel te kunnen doen genieten". Wat het resultaat van dat onderzoek is geweest, vinden we niet vermeld. Zeker is het, dat bedoeld plan niet is uitgevoerd. Later is een verbinding van onze gemeente door een tramweg in de vergaderingen der vereeniging „Hoogeveen" meermalen besproken. In October 1894 vestigde de heer Essf.lbrugge de aandacht op een verbinding met Slagharen. Een denkbeeld, dat eenige jaren later door hem iii den Gemeenteraad nader werd ontwikkeld toen er sprake was van verbetering van den Riegshoogteudijk. Toen in den loop van 1895 plannen tot den aanleg van een stoomtram naar het oosten van Drente werden gemaakt, verleende de meergenoemde vereeniging haar steun, die uit gebrek aan financieelen kracht alleen een zedelijke kou zijn, aan het tot standkomen van de lijn, die nu wordt geopend. Zijdelings echter gaf zij ook steviger steun door H.H. Directeuren van de door haar opgerichte Spaarbank te verzoeken in een eventueele leening deel te nemen. Deze Directeuren voldeden niet alleen aan dit verzoek om medewerking, maar gaven nog grooter steun dan gevraagd was, door het nemen van aandeden in de Maatschappij zelf tot een bedrag van 10000 gulden. Inmiddels luidden de heeren J. E. Schotten te Groningen en J. Blom te Meppel zich in verbinding gesteld met de heeren Van Hasselt & De Koning te Nijmegen en waren door dezen verschillende plannen ontworpen, die in een bijeenkomst van genoodigden in het hotel Thomas den 23""" October 1895 werden besproken. In het rapport der heeren Van Hasselt & De Koning werd het resultaat van opmeting in elf verschillende richtingen medegedeeld, uitgaande, zoowel van Beilen als van Hoogeveen en strekkende tot Emnien en Nieuw-Amsterdam. De ruimte in dit overzicht gedoogt niet van dat rapport en van de daarop gevolgde beraadslaging meer over te nemen dan dat de richting gekozen werd, waarlangs de weg nu is gelegd en dat een nieuw comité gevormd werd, bestaande uit de heeren Scholten en Blom met Burgemeester en Wethouders en leden uit den Raad van elke gemeente waardoor de lijn loopt. In het vroegere comité, dat toen werd ontbonden, hadden ook zitting raadsleden uit de gemeenten Beilen, Westerbork, Zweeloo en Euunen. Voor Hoogeveen hadden in het nieuwe comité zitting nevens Burgemeester en Wethouders, de raadsleden F. H. Robaard, J. Pet en mr. M. O. Gratama met de leden der Kamer van Koophandel, de heeren J. B. Levie en N. Wessels Bofr. Men mag dus, al is de dag der oprichting van de Eerste Drentsche Stoomtramweg-Maatschappij een andere, den 23"Mn Octol>er 1895 de dag noemen, waarop de werkzaamheden voor (le verbinding van Hoogeveen niet oostelijk Drente langs ijzeren baan een aanvang namen. Er moest echter nog veel worden gedaan en voorbereid, veel geschreven en besproken, veel arbeid schijnbaar vergeefs verricht, eer de eerste spade in den grond kon worden gestoken. Medewerking werd ondervonden, maar ook bestrijding, ook lijdelijk ver/et. Doch van dit alles past hier geen woord. Als het kind is geboren, vergeet men het vooraf gegane leed en verheugt zich in de toekomst. Maar wel moet worden medegedeeld, dat de verschillende gemeentebesturen, ieder naar de kracht van zijn gemeente, ruime bijdragen hebben gegeven. Hoogeveen nam voor 50000 gulden aandeelen en garandeert 3 percent voor een aandeelenkapitaal van 50000 gulden. Oosterhesselen heeft voor 15000 gulden aandeelen en garandeert 3 percent rente voor 5000 gulden aandeelenkapitaal. Sleen nam voor 20000 gulden aandeelen. Bovendien garandeeren deze drie gemeenten 4 percent rente van eene nog te sluiten obligatie-leening, groot ongeveer 05000 gulden. Het kind is geboren en wij staan gereed het ten doop te heften, of, niet andere woorden : heden wordt de tramweg feestelijk ingewijd, in tegenwoordigheid van den Commissaris der Koningin in Drente en een aantal andere autoriteiten, daartoe uitgenoodigd door den Raad van Commissarissen, bestaande uit de heeren J. E. Scholtkn, voorzitter, .1. Blom, secretaris, J. Pottinga Sz., G. L. Gratama, L. B. J. Dommers, N. Wessels Boer en H. Rigterink. Directeur der Maatschappij is de heer B. W. re Boer. Slaan we nu een blik op het terrein en de gebouwen. Dat terrein, zoo gunstig mooglijk gelegen, dicht bij het punt van afrit, heeft een oppervlakte van 72 ares of 6 akker. Het is vooraan bebouwd met het station en de remises, en daarachter is het een kris-kras dooreen gewriemel van spoorlijnen, voor een leek in het vak een doolhof, maar niet voor de machinisten, die er met locomotieven en wagens nianoeuvreeren als soldaten op een parade veld. Als we van den straatweg het hek zijn doorgegaan, komen we, eerst rechts gaande, voor het stationsgebouw, dit is niet groot, maar zelfs bij drnk verkeer zal het voldoende ruimte bieden. De hoofdingang is echter niet daar, maar aan de andere zijde onder de ijzeren overkapping. Het stationsgebouw bevat een ruime kamer voor den Directeur, een kamer voor den stationschef, een kleiner kantoor voor den goederenklerk en een wachtkamer. Er aan verbonden is de goederenloods. Men zou de aanmerking kunnen maken, dat de wachtkamer te klein is, als er veel passagiers zijn; maar in tegenstelling inet een spoortrein, die slechts op bepaalde punten reizigers inlaadt, geeft een tramtrein ook onderweg gelegenheid tot instappen en daarom is een ruime wachtkamer geen vereischte. Op eenigen afstand van het stationsgebouw staat een steenkolenloods. Onder de overkapping de rails overstappende, komt men in de remisegebouwen. Daarin vindt uien werkplaatsen voor timmerlieden, voor smeden, voor schilders, allen ruim en, door een bijzondere constructie in de l>ekapping, in overvloed voorzien van licht en frissche lucht, zonder tocht. Verder heeft men een groote, we mogen wel zeggen, zaal voor het repareeren van de locomotieven. In die zaal is boven een gemetselde kuil of kelder een draaischijf, waarop de locomotieven geplaatst worden en door een mechaniek, dat door een man l>ediend wordt, kan het zware gevaarte in de hoogte worden gebracht. Verder heeft men in die gebouwen de zeer ruime bergplaatsen voor de rijtuigen, de magazijnen voor materialen en kantoor voor den werkmeester. Boven deze localen vindt men nog meer magazijnen en ook een groote ijzeren kuip of bak, gevuld met het water, dat tot voeding van de locomotieven dient. Die bak of dat reservoir kan 10 kubieke meter water bevatten, of 10.000 liter. Dat water wordt daarin gebracht door een perspomp in het magazijn beneden, uit een put naast het gebouw. Die put, geslagen door den heer Haitzkma te Dedemsvaart, levert niet alleen voldoende hoeveelheid water, maar, wat van meer l>eteekenis is, ook uitstekend drinkwater, dat bij scheikundig onderzoek blijkt geen schadelijke bestanddeelen te bevatten en ook voor de voeding van de locomotieven deugdelijk wordt geacht. Deze put is 60 nieter diep en in een groot deel van het terrein liggen leidingen, waaruit het water met standpijpen wordt opgehaald. Overl>odig zou het zijn van al die groote en kleine vertrekken de afmetingen op te geven; cijfers, die door niet direct belanghebbenden even gauw vergeten als gelezen zijn ; maar wèl moet worden vermeld, dat de gelxMiwen zijn gesticht en het terrein voor het rangeeren van locomotieven en treinen is aangelegd volgens de plannen en teekeningen van den Directeur der E. D. S., den heer B. W. de Boer. Aannemers van de gebouwen zijn de heeren Hückriede te Enschedé ; van het terrein de heer J. N. Keuisinga te Groningen en van de overkapping de heer Jacob Hilgehs te Rheinbrohl. Dat alles keurig netjes en voor zoover men oordeelen kan solide is afgewerkt, ziet ieder wien een kijkje in de gebouwen vergund wordt. Terwijl we liet vaststaand materieel hebben liezichtigd is een trein in gereedheid gebracht, oni ons langs de ijzeren baan naar het oosten te brengen. Bekijkeu we eerst de locomotief; of die heet „Drente," of „Hoogeveen", of „Oosterhesseleu", of „Sleen", of „Nieuw-Amsterdam", dat is hetzelfde ; want zij zijn allen gelijk en gebouwd in de fabriek van de heeren Backer & Rukb te Breda. Toen de eerste locomotief van het terrein der S.S. naar de remise werd vervoerd, had die veel bekijks en velen meenden, dat er nu maar zoo mêe gereden kon worden en het verwonderde hen, dat het overbrengen niet ging met eigen kracht. Maar het leek er niet naar, dat die locomotief toen in orde was. Het duurde nog ettelijke dagen eer zij was gemonteerd en gereed voor den eersten rit. Er waren toch niet minder dan 126 voorwerpen aan te brengen: l»eugel, manometer, remtoestel, verwarmingsbuizen, handvatten, schroeven en moeren en wat niet al, dat geplaatst en bevestigd moest worden eer het ijzeren paard getoomd en getuigd was. De locomotieven en de daaraan verbonden inrichting voor den trein zijn volgens de nieuwste eischen geconstrueerd ; men heeft daar aangebracht, wat nog geen tramtrein in ons land heeft: bufters, die het stooten voorkomen, remtoestellen van verschillenden aard, hetzij om zeer snel, hetzij 0111 bedaarder den trein te doen stilstaan; verwarmingsbuizen, die van uit de locomotief met stoom gevuld worden. Er is in één woord zoowel voor de veiligheid als voor het gerief der reizigers gezorgd. Gemak en gerief vinden zij in de zeer ruime, net afgewerkte wagens uit de fabriek der C" Centrale de Construction te Haine-S'.-Pierre (Belgie), 12 uur bezuiden Brussel. De eerste klasse biedt op zachte kussens ruimte voor 14 personen met een balcon, waar 10 plaatsen zijn; in de tweede klasse kunnen op gemaklijke banken 30 personen zitten en ook voor die klasse is een balcon met 10 plaatsen. In het geheel is er ruimte voor 04 personen in de ongeveer 13 Meter lange wagens, die van buiten met een grijsgroene kleur keurig zijn beschilderd, een kleur, die gekozen is omdat daarop het stof niet zoo te zien komt. Van binnen zijn de wagens van Djattie hout. De Maatschappij bezit 5 locomotieven, 8 personenwagens, 3 postrijtuigen, 0 gesloten en 1 2 open goederenwagens, 2 houttrucks en 4 veewagens, te zamen 40 stuks rollend materieel, wat uitgebreid zal worden zoodra de lijn enkele maanden in exploitatie zal zijn. Van den weg zijn geen bijzonderheden te vermelden. Hij is 35 kilometer lang en naar den eiscli gelegd door den lieer J. N. Krcisinga te Groningen, volgens de plannen van de heeren Van Hasselt & de Koning en onder toezicht van den heer E. C. Sanctie», civiel ingenieur en den Directeur der Maatschappij. Er zijn in den weg een ijzeren draaibrug over het kanaal te Hoogeveen gelegd door de heeren P. en W. Bjjkf.r te Zwolle en Utrecht, een vaste brug over de 28ste wijk bij Nieuweroord, een ijzeren klapbrug over de Modderwijk, een dito klapbrug over het kanaal bij Nieuweroord en nog enkele kleinere vaste bruggen. Het station of remisegebouw te Nieuw-Amsterdam is van hout opgetimmerd en zal later, als het station van den Noord-Ooster-locaalspoorweg gebouwd wordt, verplaatst worden. Eindigen we dit overzicht met den wenseh, dat deze tramweg aan zijn doel mag beantwoorden, voorspoed brengen in de streek waarlangs hij loopt en gevolgd worden door andere tramverbindingen, verschillende richtingen uit. Zoo spreide de Eerste Drentsche StoomtramwegMaatschappij haar net uit over geheel zuidelijk Drente in aansluiting aan die van andere Maatschappijen en in andere provinciën. Dan zal, op andere wijze, maar voor het publiek gerieflijker, vervuld worden wat de heeren Kaptijn en Gentis zich voorstelden en reeds sinds meer dan 30 jaren is gehoopt en verbeid. Hookeveen, Augustus 1903. P.