De nu volgende HISTORISCHE ZAAL is in vijf vakken verdeeld. Het eerste vak bevat, in aansluiting van de vorige, aangrenzende Oranjezaal, verschillende portretten in olieverf en pastel, van Prinsen en Prinsessen uit het huis van Oranje-Nassau uit de 18e eeuw; de reeks kleine portretten van krijgsbevelhebbers, afkomstig van het huis Honselaarsdijk wordt hier aangevuld; eenige portretten van vreemde vorsten als van Prins Eugenius Franciscus van Savoye door J. van Schuppen ; van Maria de Medicis door Krans Pourbus de Jonge; van Catharina II Keizerin van Rusland door J. B. Lampi; eindelijk een twaalftal schilderijen door Otto van Veen, betrekking hebbende op den opstand der Batavieren tegen de Romeinen. Het tweede vak bevat verschillende portretten van Admiralen en zeehelden, benevens eenige afbeeldingen van veldslagen; o. a.: De slag bij Nieuwpoort, en De belegering van 's-Hertogenbosch, beide door Paulus van Hillegaert; — Het uittrekken van het garnizoen na de overgave van 's-Hertogenbosch in 1629; — Het overgaan van de stad Hulst in 1645 en uittocht der Spaansche bezetting van Breda op 10 October 1637, beide door Hendrick de Meijer ; de vergulde belijsting van het laatstgenoemde schilderij, rijk versierd met oorlogsattributen, is een meesterstuk van houtsnijkunst uit de 17e eeuw. Verder twee voorstellingen van zeeslagen: Gevecht tegen Bossu op de Zuiderzee, 6 October 1573, door Abr. de Verwer en: Gevecht tusschen Hollandsche en Spaansche schepen op de Haarlemmermeer door H. Vroom. Het derde vak bevat ter rechter zijde een reeks portretten afkomstig van de familie de Ruyter en be- trekking hebbende op den Admiraal M. H. de Ruyter en zijne nazaten. In het midden zijn portret door Ferdinand Bol; daaronder eene afbeelding van zijn praalgraf in het choor der Nieuwe kerk te Amsterdam door Emmanuel de Witte. Bizondere vermelding verdienen de portretten van den Vice-Admiraal Baron Engel de Ruyter, van den Kapitein ter zee Jan Pauwelsz van Gelder, stiefzoon van den grooten zeeheld, door Jan Lievens ; en van den Luit. Admiraal Corn. Evertsen door Nic. Maes geschilderd. Verder portretten van aanverwante familiën door verschillende meesters. De linkerzijde is grootendeels gewijd aan den tocht naar Chattam in 1667. Wij zien daar de portretten der Gebr. de Witt door J. de Baen ; de twee prachtige schilderijen van W. v. d. Velde, voorstellende: het opbrengen der veroverde prijzen (de Roval Charles), en het andere de vierdaagsche zeeslag. Eene allegorie door Corn. Bisschop op Johan de Witt en den tocht naar Chattam, Juni 1667. In het midden hangt een groot doek van J. A. Beerstraaten: Zeeslag tusschen de Nederlandsche en Engelsche vlooten, 12 Juni 1666. Aan weerszijden de portretten van Admiraal van Nes en zijne vrouw door Lud. de Jongh. Het vierde vak houdt de herinnering levendig aan den Admiraal M. H. Tromp en zijn zoon Corn. Tromp door de tentoonstelling hunner portretten en die hunner echtgenooten, door J. Lievens en D. van der Plaes; en door afbeeldingen van zeeslagen, waarbij deze helden betrokken waren. Het vijfde of laatste vak bevat een hoogst belangrijke reeks penschilderijen door W. v. d. Velde den Ouden uitgevoerd. De voornaamste dezer zijn afkomstig uit de nalatenschap van den admiraal Tromp en stellen voor den slag bij Duins, — den vierdaagschen zeeslag, — den slag in de Sont, enz. Nog vindt men eenige schilderijen betrekking hebbende op de Hollandsche nederzetting in Brazilië onder Joan Maurits van Nassau, wiens portret ook daar wordt aangetroffen. OUD HOLLANDSCHE REGENTENKAMER. Deze is afgestaan aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en ingericht als een 17de eeuwschc Regentenkamer; aan de zoldering allegorische schilderstukken van G. de Lairesse, de wanden zijn versierd met oude geweven behangseltapijten en eenige regentenstukken. Ter zijde van den ingang twee marmeren medaillonportretten van den Burgemeester (ornclis De Graeff en van zijne echtgenoote Catharina Hooft door A. Ouellinus en bij den uitgang de marmeren borstbeelden van den Burgemeester Andries de Graeff door A. Ouellinus en van Johannes Munter door R. Eggers. In het aangrenzend vertrekje eenige goudlederen behangsels en schilderijen o. a.: M. C. Duyster — de bruiloft van Adriaen Ploos van Amstel, heer van Oudegein en Tienhoven en een stuk van L. M. Dumesnil voorstellende: de ontvangst van den Gezant der Staten der Vereenigde Nederlanden C. Hop, aan het hof van den Koning van Frankrijk, Lodewijk XV. Door de Rembrandtzaal komt men nu weder in de Eerezaal en begint: EERSTE VAK LINKS. A. van der Hecken, De slagerij. M. Meerman. Portret van Antonius Antonides van der Linden, Rector der Latijnsche school te Utrecht en dat van zijn tweede echtgenoote Sara Svveerts de Weert. J. Ochterveld. Vier regenten van het Leprozenhuis, benevens de binnenvader en eene vrouw met 2 kinderen. F. Bol. Naaman de Syriër. A. Pynacker. De oever van een Italiaansch meer. A. Leerstraaten. Gezicht op de voormalige Regulierspoort te Amsterdam, bij winter. J. de Baen. 1 ortret van den Ambassadeur Hieronymus van Beverningk en dat van zijne echtgenoote Joanna le Gillon. Nic. Elias. Corporaalschap van Kapitein M. W. Raephorst. J. van Goyen. Gezicht op de stad Dordrecht. B. van der Helst. Portretten van Andries Bicker, Burgemeester van Amsterdam en van Gerard Bicker, Drost van Muiden. P. van Anraadt. Het afscheidt van den krijgsoverste. Links het portret van den schilder zelf met palet en penseelen in de hand. Z. Blijhooft. Portretten van Mr. Francois Leidecker in 1685 Burgemeester van Tholen en van zijne echtgenoote Maria van der Burgt. Ferd. Bol. Zinnebeeldige voorstelling van het onderwijs. TWEEDE VAK. L. Bramer. 1 ortrct van den dichter en historieschrijver Pieter Cornelisz Hooft. J. Glauber. Diana in het bad; en Mercurius en Iö (pedanten). H. ten Oever. Familietafereel. A. van Niculaiul. Mythologische voorstelling. Corn. Janssens van Geulen. Mansportret. J. van der Hagen. Hollandsch landschap. N. Wieringa. Portret van een krijgsoverste. G. van Honthorst. De vroolijke speelman. Albert Cuyp. Vechtende Vogels. M. Nouts. Vrouweportret. S. de Vlieger. Storm op de kust. P. Danckerts De Rij. Portret van een jongman in jachtcostuum. Th. de Keijser. Corporaalschap van Kapitein Jacob de Vries. Joh. Verkolje. Portretten van .... Groenewegen, Bewindhebber der Oost-Indische Compagnie en van zijne echtgenoote. Abr. Mignon. De omgeworpen ruiker. B. van der Helst. De Doelenheeren. J. D. de Heem. Bloem- en fruitstuk. J. Lievens. Verheerlijking van den Vrede.. DERDE VAK. C. van Everdingen. Mans en Vrouweportret. A. L. Jacobs gezegd v. d. Tempel. Familietafereel. Jan Ter Borcli. De teekenles. Ph. de Koninck. Landschap. J. B. W eenix. Studie van een liggende bok. Jac. Lyon. Corporaalschap van Kapitein J. Hooghka- mer, 1628. Roelant Roghman. Landschap. M. d'Hondecoeter. De eendenkom. J. S. van Ruisdael. Landschap in de omstreken van Haarlem. H. G. van Vliet. Vrouweportret. ■ Frans Hals. Portretten van Frans Haly en zijne tweede eclitgenoote Lijsbeth Reiniers. A. van Heerstraten. Gezicht op den Dam met hel stadhuis in opbouw. J. van Rossum. Vrouweportret. C. Vercuijlen. Musiceerend gezelschap. VIERDE VAK. Jacobus Delff. Mansportret. P. van Anraadt, Mans- en Yrouweportrct. W. van Valckert. Corporaalschap van Kapitein A. ('. Burgh. Jacob Hogers. De ontmoeting van Jacob en Ezau. M. d'Hondecoeter. De hofstede; en: De ekster in bespiegeling. A. L. J. v. d. Tempel. Portretten van Abraham de Visscher en van Machteld Bas, weduwe van Abr. de Visscher. D. D. Santvoort. Portretten van Martinus en van Anna Alevvijn als herder en herderin. Onbekend meester Iloll. school. Kinderportret. Meisje. Joh. Spilberg. Schuttersmaaltijd met twee en twintig beelden. Nicolaes Elias. Portretten van Gerard Ottsz Hinlopcn en zijne echtgenoote Trijntje Tijsdr. van Nooy. J. B. Weenix. Dood wild. (tovert Flinck. Vier Doelheeren der Kloveniers, i6.|_\ In de Voorhal terugkomende slaan wij links om en dalen dezelfde trap af die wij bestegen hebben gaande door de vestibule langs het bronzen beeld ,,de Vrede". De overige in den doorgang geplaatste beeldhouwwerken worden later beschouwd; thans gaan wij door de glazen deur naar de afdeeling Porcelein, glas en aardewerk, behoorende tot het Nederlandsch Museum. É In de zaal tredende links eene groote etalage met fraaie potten, pullen en vazen van oud chineesch porcelein, waarvan vooral de aandacht trekt de in liet midden geplaatste visehkoni. Voor de ramen aan de straatzijde vijl platte toonkasten waarin zich bevindt eene gemengde verzameling schotels, borden enz. van binnen- en buitenlandschen oorsprong. De drie eerste bevatten uitsluitend Delftsch aardewerk, waarbij vooral in de derde zeer fraaie voorwerpen zijn. Op de daarbij staande afscheiding staat een stel van zeer fraai veelkleurig Delftsch aardewerk. In de vierde en vijfde toonkast zijn stukken Makkumsch en Arnhem sch. In het midden der zaal staan eenige toonkasten met Delftsch (blauw en polychroom) aardewerk, Amstel, Loosdrechtsch en Weesper porcelein. Eene vitrine bevat Italiaansch en Spaansch aardewerk, waarin stukken van hooge waarde. Aan de zijde van het binnenhof tusschen de ramen eenige kasten met meerendeels oud Chineesch en Japansch porcelein veelal dagteekenende uit den tijd der O. I. Compagnie. Verder in het midden der zaal Japansch lakwerk en eenige voorwerpen in brons enz. en daartusschen een lakwerk-tafel, geschenk van Z. M. Koning Willem III. ZAAL No. 220. WESTELIJKE PAVILJOENZAAL. Van de porceleinzaal komt men in de afdeeling glasen aardewerk. De twee eerste kasten bevatten eenige groen gestipte en geëtste glazen, daarna zoogenaamde \\ olfsglazen ; in de derde kast, aan de raamzijde een zeer fraai geslepen glas, zoogenaamd „Hedwigglas", waarop in relief dierengestalten geslepen zijn. De vorm der dierengestalten schijnt op een Byzantijnsehen oorsprong te wijzen, 12e eevnv. Deze glazen zijn zeer zeldzaam. Verder glazen voor bizondere gelegenheden vervaardigd niet verschillende opschriften. Vervolgens eenige kasten met kruiken en potten van Frechen, Raeren Nassau en Kreussen, vormende een zeer fraaie verzameling. In deze zaal is eene door wijlen den lieer D. Franken Dz. ten geschenke gegeven schoorsteen uit liet begin der 17e eeuw vervaardigd door den beeldhouwer A. J. Vinckenbrink. Bij den uitgang dezer zaal rechts is eene deur voerende naar de restauratie en de waterclosets. Bij gebruikmaking keere men door dezelfde deur terug. Nu volgt liet PRENTENKABINET. Op standaards en in kasten zijn verschillende prenten en teekeningen tentoongesteld. De mogelijkheid bestaat echter dat de lieden tentoongestelde over eenige dagen geheel of ten deele door andere vervangen worden, zoodat eene beschrijving van het geëxposeerde, 11a eenigen tijd, haar doel zou missen. Het aantal prenten, prentwerken en teekeningen die het Kabinet bezit kan op ongeveer 125000 stuks berekend worden. Deze allen tegelijk te exposeeren is ondoenlijk. I11 den regel zijn, zoo niet bij allen dan toch bij de overgroote meerderheid van het tentoongestelde de voorstelling en den naam van den vervaardiger, aangegeven. De tegenwoordige tentoonstelling geeft een vrij volledig overzicht van de graveerkunst van de vroegste tijden tot op heden, meest van Hollandsclie meesters. Aan liet einde der zaal, rechts, is eene deur die toegang geeft tot de Bibliotheek en studiezaal, alwaar men alle gewenschte inlichtingen en op aanvrage inzage van bizondere portefeuilles kan verkrijgen. De boeken in de bibliotheek betreffen in hoofdzaak kunst en kunstgeschiedenis. Op Zon- Feest- en Maandagen wordt geen toegang verleend. De nu volgende zaal is in verschillende vakken verdeeld. Het grootste gedeelte is ingenomen dooide prachtige verzameling moderne schilderijen, geschonken door Mevrouw de Douairière Baronesse van Lynden geboren Baronesse van Pallandt, welke zich aansluit bij de verzameling vroeger door wijlen haren echtgenoot Baron R. van Lijnden aan het Rijk gelegateerd. Zij bestaat uit stukken van de beste meesters uit de Fransche en Hollandsehe scholen. Aan den wand tusschen de beide ingangen : C. Tideman. Het zieke kind. D. O. L. van Franckenberg. Bezoek aan het atelier van Potter. David Joseph Bles. De conversatie. 1J. J. Toussaint. De jonge schilder. L. lianedoes. Landschap. Van dezen schilder zijn verschillende schilderijen, alle landschappen. In het vak aan d e n kant v a 11 h <• t Binnenhof. Onbekend meester. Hollandsehe school iQe eeuw. De molen. Kate Bisschop—Swift. De schildersweduwe. J. A. Stroebel. Een keuken. C. Westerbeek. Koeien aan de plas. C. A. Schermer. Paardenmarkt in de Maliebaan te 's-Ciravenhage. F. C. E. Gallard Lepinay. Venetië. \. J. van Prooyen. Landschap. A a 11 d i: 11 a 11 d u r e 11 k a 111. II. J. Burgers. Jodenbegrafenis. F. J. van Rossum du Chattel. De ophaalbrug. S. Opzoomer. Johan van Oldenbarncveldt. J. J. Scholten. Gerard Honthorst aan Amalia van Solms de teekeningen zijner leerlinge Louisa van Boheme tonnende. O. Achenbach. Italiaansche marktdag. F. U. Hendriks. Landschap. E. M. E. Lepoittevin. Herdersjongen. J. H. L. Meyer. I11 volle zee. E. M. F. Hamman. Landschap. G. Saai. Maanlicht. N. V. Diaz de la Pena. Idylle. Fr. Bon vin. Stilleven. J. B. C. Corot. De boschvijver. A. Vollon. Duinkerken. J. M. N. Whistier. Effie Deans uit „The Heart of Midlothian" door Sir Walter Scott. Meisjrsporttret ten voeten uit. C. F. Daubigny. Strand. A. 1). Feppercorn. Schemering, l il. Couture. Gekochte liefde. Aug. Allebé. Vroeg ter kerke. J. Maris. Stadsgezicht. Aug. Boulard. De maaltijd. J. Dupré. Heideweg en Boschgezicht. G. Courbet. Appelen. N. V. Dias de la Pena. Bloemen. J. Maris. Riviergezicht. L. Mettling. De cavalier, en ie ts verder: Meisjeskop. E. Jettid. Rivierkromming. H. W. Mesdag. Kalme Zee. G. Courbet. Rotsen, en iets verder Het bosch van Fontainebleau. A. G. Decamps. De truffelzoeker. A. F. Ribot. De naaister en iets verder: ,,Visschen." A. Hawksley. De eenzame baai. Mancini. Het arme kind. C. Monet. De roode bergweg. A. Mauve. De melkbocht. H. Daumier. Christus en zijne apostelen. Victor Dupré, Landweg. Emile Breton. De branding. F. V. E. Delacroix. Christus in den hof van Gethsemané. A. Monticelli. Laat de kinderkens tot mij komen. F. Ziem. Moorsche roeiers. Th. Rousseau. De wolven-schlucht. Const. Troyon. De Kaapstander. L. A. Japy. De watermolen. C. Daubigny. October. A. Jouve. Bloemen. A. Passim. Paardenweide in Algerië. |. Weissenbruch. Stadsgezicht. W. Maris. Koeien bij de "Wetering. J. Bosboom. Kerkinterieur. Bisschop. De Valkenier. Aan den kant van den binnenhof zijn nog eenige schilderijen waaronder een viertal van Adriaen de Lelie, betrekking hebbende op de thans ontbonden Maatschappij „Felix Meritis" als de teekenzaal voor liet ontkleed model; Prof. Andreas Bonn onderwijs gevende op liet ontkleed model; De beeldengalerij der genoemde Maatschappij; en Inwijding van het gebouw 31 October 1788. Verder verschillende portretten van schilders en kunstvrienden waaronder een van Johannes Hermanus Molkenboer, door M. J. van Bree. 5 Aan den wand tusschen de ramen eene afbeelding van een St. Bernardshond, levensgroot, door B. Ie Gempt en de door H. W. Mesdag geschilderde portretten van Menno David Graal van Limburg Stirum, Luitenant Generaal en Minister van Oorlog en van zijne eehtgenoote Maria Hermina Heemskerk. Het overige gedeelte der zaal is ingenomen door het Nederlandsch Museum ; bij den ingang twee horstbeelden vervaardigd door Hendrik de Kevser, een van Jacob van Reigersberch vervaardigd door Rombout Verhuist, een, dat van Karei II van Engeland, toegeschreven aan denzelfden. Meer in het midden een beeld, voorstellende ,,de Razernij" afkomstig uit het voormalig Dolhuis te Amsterdam, einde i6e eeuw en eenigszins links een fraai groepje in marmer ,,stoeiende kinderen" door J. B. Xavery. Aan den wand en op standaards eene verzameling oorspronkelijke modellen in gebakken aarde voor de beeldhouwwerken van het Koninklijk paleis op den Dam te Amsterdam door A. Quellinus. Verder eenige toonkasten met beeldhouwwerken in brons en ivoor; in een dezer een kleine bronzen David figuur toegeschreven aan Michel Angelo; een kleinere toonkast bevat het model van het beeld van Willem 1, Prins van Oranje, liggende op den sacrophaag van het monument boven den Koninklijken Grafkelder in de Nieuwe kerk te Delft. Dan volgt een vertrek dat ten gebruike is afgestaan aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en ingericht als een t 7e eeuwsche Hollandsche binnenkamer. Alle meubelen, stookplaats enz. zijn daarmede in overeenstemming. Boven de schouwe een schilderij voorstellende een ijsberg die 2 Januari 1565 met den vloed de Maas opdreef en zich te Delftshaven vastzette; Napoleon in persoon eenige batterijen kon,mande«r,nv terwijl rijn broeder Jerême hem .Mgel.jks de aankomst van het Pruisisch leger meldt. Vervolgens rechts: H. G. ten Cate. De Jan-Roodenpoorts-toren te Amsterdam, (gesloopt in 1829). , (i P Westenberg. Stadsgezicht in Amsterdam bij wint . N. Bauer. Stil water (De Maas bij Rotterdam). S v. d. Berg. Zomerochtend. I B. Tom. Op de heide. J jelgerhuis Rz. De winkel van den boekhandelaar P Meyer Warnars, op den Vijgendam te Amsterdam i8°o : en De Leidschepoort te Amsterdam 1813. A. Kr„s«man. Portret van Koning Willem 1 der Nederlanden. ... , Nic. Pieneman. lJortret van Konmg Willem III Nederlanden. . cnr.i,:_ F. K. Winterhalter. Portret van Koningin Sophia Mathilda der Nederlanden. yVeimar I. Spoel. Portret van Bernhard van Sakscn-Wamar J. W. Pieneman. Portret van den Kolonel C. H.' a!' de Bloeme. Portret van den Luit.-Generaal A F J. E. J. Baron van Omphal. W. J. van Troostwijk. Geldersche landschappen. Maria de Vos. Stilleven. I. C. Greive. Schattijd. II. Reekers. Vruchten. L. Lingeman. De bijeenkomst. Charles Rochussen. De requisitie: en Jagusia A. Mouilleron. Vruchten. A. Schelfhout. Aan den Maaskant. Nic. Pieneman. Portret van Jan Hendrik W ms. O. Kerelman. De intocht van Hare Majesteiten Koningin Wilhelmina en de Koningin-Moeder binnen Amsterdam op 5 September 1898 bij gelegenheid der Inhuldigingsfeesten. De schilder heeft het oogenblik gekozen dat hel Koninklijk rijtuig zich bevond op het Frederiksplein nabij de Utrechtschestraat. Daar boven R. C. Koekkoek. Boschgezicht; en aan den anderen wand: C. H. Hodges. Portretten van Joh. P'rascr en echtgenoote. Joh. Kobell. Geldersch landschap. C. II. Hodges. Portret van Lodewijk Napoleon, Koning van Holland. P. Stortenbeker. Morgenstond. Raden Saleh. Op leven en dood. Gevecht ttisschcn twee leeuwen en een Karbon. A a n den anderen \v and: Adolphe Mouilleron. Stilleven. \driana Johanna Haanen. Bloemen en Vruchten. F. A. Breuhaus de Groot. De Fransche kust te Nazaire. S. L. Verveer. Stadsgezicht. I. G. Vogel. Noordbrabantsche heide. D. F. Jamin. Het gebed voor den overledene. II. A. van Trigt. Godsdienstonderricht in de Luthersche kerk van het dorp Vik in Noorwegen. \V. Verschuur. Buiig weer. Ch. Rochussen. Park in de omstreken \an Parijs. I.. Hanedoes. Kennemer landschap. II. J. Scholten. Zondagmorgen. C. Cunaeus. Jachtgezellen. I. Paelinck. Psyche in het paleis van Amor. Gerardina Jacoba v. d. Sande Bakhuijzen. Bloemen en vruchten. C. Springer. Het raadshuis en de groentemarkt te Veere. J. A. ES. Stroebel. Staalmeesters van de Leidsche Saaihal. Willy Martens. Het gezin van den timmerman. (Heilige familie). ]. H. L. Meyer. Storm in het Engelsche kanaal. [. Bosboom. De Lieve-Vrouwe kerk te Breda, (j. J. van Soeren. Heimwee. In een nevenvertrek waarin een iöe Eeuwsche Schouw zijn nog enkele oude schilderijen, waaronder: lac. Muller. Ruitergevecht van Keizerlijken en Turken. II. Bloemaert. Portret van Johannes Puttkamer, Licentiaat in de godgeleerdheid, op zijn paradebed. 1'aulus van Vianen. Rust op de vlucht naar Egypte. Dirk van Delen. Bloemenmaaksters. f. de Wet. Hemelvaart van Maria. Isaac Isaacz. Abimelech geeft Sara aan Abraham weder. Van uit dit vertrek voert een trap ons naar het benedenhuis, alwaar men in de gang vindt een paar hooge pianos, zoogenaamde Giraffen; aan den muur hangen een paar beschilderde Spiuetdeksels. Rechts door een deur komt men in de afdeelmg 1 fuziekinstrumenten. De eerste kast, rechts bevat een oude schuiftrompet van zeer fraaie vorm en bewerking; verder instrumenten welke met dubbel mondriet geblazen worden; in de benedenhoek -taan 4 kromhoorns of rinken uit de eerste helft eer t eeuw : eenige houten fagotten en een zeer fraaie collectie hobo's; op den bodem der kast een zeer zeldzaam instrument een zoogenaamde Wiirstfagot of ook wel Kaustfagot genoemd. Verder twee pianos waarvan cl« kleinste, in den vorm Den weg vervolgende komt men in eene ruimte waar eenige modellen van watermolens, scheepskameelen, dokken, enz. zijn tentoongesteld, waarboven een serie portretten van Bewindvoerders der Oost-lndisclie ( ompagnie, Kamer van Rotterdam. Links kranen, windassen, reddingbooten : een model van den Van Speyk s vuurtoren te Egmond. Modellen van ,,factorijen en andere instellingen uit den tijd der O. 1. Compagnie. De ruimte tussehen de trappen wordt gedeeltelijk ingenomen door een aantal groote modellen van droge dokken, benevens relief-afbeeldingen van de werven te Hellevoetsluis. Eenige vitrines bevatten Herinneringen aan de overwintering der Hollanders op Nova-Zembla, onder Willem Barentz en Jacob v. Heemskerk, die in 1595—qj een scheepstocht naar het Noorden ondernamen, om een noord-oosterlijken doortocht naar China te zoeken, Barentz stierf in Juni 1597 op het barre eiland tengevolge der doorgestane ellende, en in 1871 werden de voorwerpen door kapitein h. Karlsen van Hammersfest in hun winterverblijf op het eiland gevonden. Boven hangen vlaggen door admiraal \ an Wassenaar in 1658 op de Zweden veroverd; in de hoeken scheepslantaarns; onderaan vier Nederlandsche vlaggen, waaronder een, door koning \\ illem III ten geschenke gegeven aan de „Medusawelk schip op den 1 ien Juli 1863 geheel alleen de Straat van Simonoseki forceerde. De overige vlaggen zijn afkomstig van drie andere, wegens krijgsverrichtingen in de wateren van Japan bekende schepen. Portretten van de Gouverneurs-Generaal van Ned. Oost-Indië; twee paarden geschilderd door J. de Gheyn. In een glazen toonkast een kostbaar stuk geschut door een Singaleeschen prins aan de Hollanders vereerd. Links voor den ingang naar het middengedeelte staat het model van het Atjehmonument waarvoor een houten standbeeld van Prins Willem II te midden van allerlei kanonnen van Europeesch en Indisch maaksel; en van eenige wapenrustingen waarvan enkele zeer fraai zijn. Midden in dit Binnenhof zijn drie rijen modellen van schepen tentoongesteld. In de middelste rij: 651. „De William Rex," Oorlogschip (70 stukken) gebouwd in Zeeland in 1698; 598 ,.Koning der Nederlanden", linieschip van 84 stukken (1842) ; 499. Engelsch linieschip uit het midden der 18e eeuw (40 stukken). — In de rij links : 663. „Eurydice", fregat van 32 stukken uit het begin der 19e eeuw; Kruiser van het jaar 1 774: 1257. „Chatham , oorlogsschip; 1235Ramtorenschip,,Buffel" : 1239,,! ijger . monitor; 489. Een schip van 1756 (40 stukken). — In de rij rechts; 497. Schip van 1752 (54 stukken); 3^3. „Mercurius", oorlogsschip, 58 stukken (1747); 1259. ..Olifant", koopvaarder uit het midden der vorige eeuw; 850. Oorlogskotter (18 stukken); 665. 't Fregat „Prins Frederik der Nederlanden" (44 stukken). — In den hoek rechts van den ingang; 405. Oorlogsschip van 1794, 74 stukken (onder een stolp); model van een schip uit de 17e eeuw, in Noordbrabant opgegraven in ,822. — In den hoek links van den ingang: 500. ,,Vrijheid", Oorlogsbodem van 1782. Tegen den wand, W. van den ingang: 503. Fregat van de Oost-Indische Companie; 1140, 1141. Pantserschepen. — 1150—54. Pantserplaten; 1156. Torpedoboot; 655. Fregat van 1179: 511. Model van de eerste stoompont in gebruik op den Moerdijk. ie KABINET. Vuurtorens, seintoestellen, stoommachines, bakens. In de groote zaal daaraan grenzend: rompen en voorstevens van schepen. 2e KABINET. Riemen, roeren, kompassen, modellen van booten, ankers, touwwerk. Middenin een reddingboot; in de groote zaal daaraan grenzend: lichtschepen, loodsvaartuigen, enz. 3e KABINET. Loggen, chronometers, scheepstelegrafen, seintoestellen, pompen, tuigage enz. Wij vervolgen onzen weg langs een aantal modellen van kleinere schepen in de groote zaal. Boven in het midden tegen den O. wand ziet men door vlaggen omgeven den spiegel van het Engelsche admiraalschip ,,The Royal Charles", in 1667 door de Hollanders op den tocht naar Chattam veroverd en in 1673 gesloopt. — 679. Galei, gebouwd in Holland voor Czaar Peter den Groote; 696. Zweedsche kanonneerboot; 673. 672. Nederlandsche kanonneerbooten, enz., enz. Naast de trap tegenover den ingang is de toegang naar het Sous-terrain, waar zijn opgesteld een verzameling grafmonumenten en sarcophagen uit de 11e eeuw, 3 stel oude torenklokken o. a. uit de 13e eeuw, kachel- en schoorsteen platen uit de middeleeuwen, fragmenten van beeldhouwwerken afkomstig van de restauratiën van oude monumenten. In het achtergedeelte zijn een aantal crypten gebouwd 11I. die van Rolduc, van de O.-L.-Vrouwekerk te Maastricht, van de kerk te Resumageest, van de St. Pieterskerk te Utrecht en de Bergkerk te Deventer. Hierin bevinden zich stukken van den Kansel van de voormalige kloosterkapel te Roermond en de ruiterbeeldjes op de schraag bogen van de St. Jan te 's-Hertogenbosch. Achterin een weefgetouw uit 1G00 ongeveer. Verder de beroemde grafzerk uit de kerk te Schagen (15t- eeuw); oud ijzerwerk waaronder een gegoten kachel van 1600; oude tegels uit de 13e eeuw. Men keere langs denzelfden weg terug en bestijge de trap voerende naar de afdeeling Kerkelijke Bouwkunst, die de ontwikkeling toont der kerkelijke bouwkunst in de Nederlanden van de oudste tijden af, tot de 17e eeuw. ZAAL 176. Tijdperk van Karei den Grooten (8e—io^ eeuw). De bouwstijl is gevolgd naar dien eener kapel, toegeschreven aan Karei den Groote, aan de westzijde der St. Servaaskerk te Maastricht. l)e bevloering is een navolging van oude gedeelten in die der Domkerk te Aken. De muurschilderingen, pilaren, gewelven, geschilderde glazen en het altaar zijn alle navolgingen van oude bouwwerken. Rechts een gebeeldhouwde steen, boogtrommel uit de abdij van Eginond, voorstellende Graat Dirk van Holland (988) en diens moeder geknield voor St. Pieter, die de sleutels van hemel en aarde draagt. Het schilderwerk (bovengedeelte) is aan de abdij van Egmont, het ondergedeelte aan een zeer oude geweven stof uit de schatkamer der St.-Servaaskerk ontleend. Doopvonten uit de 1 ie en volgende eeuwen. ZAAL 175. Romaansch tijdperk (11e en begin 12e eeuw). De bouwstijl en geschilderde versiering dezer zaal zijn ontleend aan de abdij van Rolduc, de St.-Servaaskerk te Maastricht en andere kerken uit dien tijd, evenals de in lood gevatte glazen. Middenin staat een kopie der reliquiënschrijn van St.-Servaas uit het begin der 12e eeuw. Op eenige stellingen zijn hier zeer fraaie oude sloten en gehangen tentoongesteld meest uit de 16e en 17e eeuwen en gedeelten van vloeren van verglaasde tegels uit de 13e eeuw. ZAAL 174. Gothisch tijdperk, (einde 12e en eerste helft der 13e eeuw). De architektuur is een navolging van die der O. L. Vrouwe Munsterkerk te Roermond en de voorstellingen: ,,De verzoeking van Christus in de woestijn" en ,,De bruiloft van Kana" in gebrand glas, zijn kopieën van het beroemde glasraam van de Notre Dame te Chartres. Reproducties van grafmonumenten in de bovengenoemde kerk te Roermond. Het sierlijke schilderwerk van den boog tusschen deze zaal en de volgende is vervaardigd naar voorbeelden uit de kerk van St. Jean te Poitiers. ZAAL 173. Gothisch tijdperk (midden van de 13e eeuw). De architektuur is ontleend aan die van den Dom te Utrecht (1251—67), de bevloering aan de O. L. Vrouwe Munsterkerk ; de vensters, in glas met lood, naar de oudste glazen van den Keulschen Dom. Verder bevat deze zaal een altaar waarop houten liguren en een fraai bas-relief, van voren een geborduurd antependium uit de 15e eeuw; daarboven de afbeelding van een kruis, gebezigd als reliqui-kast te Roermond. In den hoek houten groepen uit de 15e eeuw. De boog, die naar zaal 172 voert, is ontleend aan de kerk te Fritzlar. ZAAL 172. Gothisch tijdperk (14e eeuw). De architektuur is in navolging van die der Bovenkerk te Kampen (1369) en der St.-Janskerk te 's-Hertogenbosch ; de gewelf- en muurschilderingen van die in den Dom te Freiburg, de kerk van Warmenhuizen, door J. van Scorel, deze schilderwerken zijn verdeeld in 5 vakken, 4 vierkant en een driehoekig. Het driehoekige is wederom in drie gedeelten en stelt voor: het midden : „Het Laatste Oordeel" en ter zijde: ,,de Hemel" en „de Hel". Het vierkante vak, grenzende aan dat van „de Hemel" stelt voor: „Het regenen van de Manna in de woestijn", en dat grenzende aan „de Hel" „Abraham en Melchisedech" ; de beide andere: „De vreugdebedrijven bij de oprichting van het gouden kalf" en „de vernietiging der Egyptenaren in de Roode Zee". Nog zijn hier ook tentoongesteld de in 1541 door Barent van Oerley vervaardigde cartons voor het glasraam, dat weleer prijkte in den" westelijken gevel der St. Bavokerk te Haarlem, gejaarmerkt 1541. Zij stellen voor Georgius van Egmont, van 1535 tot 1550 Bisschop van Utrecht, geknield voor de Heilige Drievuldigheid ; de schutspatroon van den Bisschop, de Heilige Martinus, staat achter hem, een aalmoes gevende aan een bedelaar. Deze monumenteele schilderwerken zijn kosteloos te bezichtigen alle werkdagen, van 1 Mei tot 31 Augustus van 2 tot 5 uren en van 1 September tot 30 April van 2 tot 4 uren. Men heeft zich te wenden tot den daar inwonenden Amanuensis. 1294 ——i Prijs 25 Cents. „.ep*. vu Justitie —$ * - ,«<■» d. y D i K N O P I E / V \ ' i ^ \g y ■ ^ - Gids door 'sRijks-Museum MET 2 Pl.ATTK'iRi >NI)F.X VAN II KT RlJKS- MUSIXM E ~i 4- Amsterdam VAX HOLKEMA & WAREXDORF. >902 f f (||^nLpte ' • ^ - v' { u5 vA ; *■ > V <. 'S ! i DO<ï 5 0iP, \ Hv-V v th t'5 Lh%\i i 4 i5^-ss!~n•■ is8 -- > I j ^ i ^ \v ! * <. ?. V * M^.yVs^H VAN HET RIJK,M4U| ^ | | rs x v i f \ s 2*i g ! -3 VJ i \ s isl° \ ■ ® V > B o i -n V Ai g \k i * n m. ^ | H{ R imumtu -~g c Ameriea'n.-Hotel. CAFE-RESTAÜRANT. Geheel nieuw herbouwd en met >lle comfort ingericht. Personenlift. Electrische -verlichting-. Centrale verwarminff. V AMSTERDAM. Leidscheplein. AUG. VOLMER, Directeur. Café-Restaurant RIJKS MUSEUM, INGANG: luykenstraat. Geopend op alle dagen en uren waarop het Museum voor het publiek toegankelijk is. KOUDE EN WARME SPIJZEN. UITGEBREIDE WIJNKAART. Aanbevelend, DE RESTAURATEUR. Beknopte Gids door 's Rijks-Museum. Het beheer van het gebouw is, onder toezicht eener daartoe van Rijkswege ingestelde Commissie, opgedragen aan een hoofddirecteur, terwijl elke verzameling onder speciaal beheer van een afzonderlijk directeur gesteld is. De Hoofddirecteur, Juk. B. \Y. F. van Riemsdijk, is tevens Directeur van 's Rijks-Museum van Schilderijen, terwijl ook de verzameling gipsafgietsels naar beeldhouwwerken en de bouwfragmenten onder zijn beheer zijn. Assistent van s Rijks-Museum van Schilderijen \V. J. Steenhoff. Verder zijn in het gebouw gevestigd: a. 's Rijks Prentenkabinet waaraan is toegevoegd de Bibliotheek van 's Rijks-Museum ; Directeur J. Pu. van dek Rellen, Onderdirecteur E. W. Moes. Assistenten J. Pu. van dek Rellen Dz. en J. A. Roland. b. Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, waarbij ook behoort de verzameling munten van Nederland, Bezittingen en Koloniën, in bruikleen afgestaan door Joh. W . Stephanik en de verzameling historie, — gilde — en verdere penningen, geschonken door de familie van Gelder; Directeur A. Pit. Assistenten J. Kalf en E. H. Baay. Het Museum is kosteloos voor het publiek geopend op alle werkdagen, uitgezonderd des Maandags: van 16 November tot 15 Februari van 10—3 ure; „ 16 Februari tot 30 April van 10—4 ure; „ 1 Mei tot 30 September van 10—5 ure; ,, 1 October tot 15 November van 10—4 ure. Op Zon- en feestdagen is de tijd van opening te 1 ure, die van sluiting als op de werkdagen. Het Museum is gesloten des Maandags en op Nieuwjaarsdag. Het maken van studiën of schetsen naar voorwerpen is, tijdens het Museum geopend is, aan een ieder vrij gelaten, tenzij gebruik gemaakt moet worden van schilderezels, tafels, stoelen of toestellen, waartoe schriftelijke aanvrage noodig is bij den Directeur, onder wiens beheer het na te bootsen voorwerp behoort. Het indrukwekkende gebouw, gebouwd van 1877—'85. naar de plannen van den architect Dr. P. J. H. Cuypers, in den zoogenaamden Oud-Hollandschen Renaissancestijl, die den overgang van de Gothiek tot de Renaissance vormt, beslaat een oppervlakte van 3 hektaren, door Amsterdam aan het Rijk daarvoor kosteloos afgestaan en waarvan 11,000 vierkante meters bebouwd zijn. Het front is naar de Stadhouderskade gekeerd. De beeldhouwwerken, die den gevel versieren, zijn van Bart en Hove van Amsterdam en Frans Vermeylen, van Leuven. Het tegelwerk, voorstellende de voornaamste figuren en gebeurtenissen uit de geschiedenis der Nederlandsche kunst, zijn uitgevoerd naar cartons van prof. G. Sturm. Het niet-bebouwde gedeelte is als lusthof aangelegd in den stijl van den 17e en 18e eeuw, terwijl het geheele terrein door een gesmeed ijzeren hek van den openbaren weg is afgescheiden. De geveltop is gesierd met het metalen beeld der Victorie. Boven den 71 meter langen doorrit, is een zinnebeeldige groep aangebracht, voorstellende de Nederlandsche Maagd, omringd door Sohocnheid, Waarheid, Wijsheid en Rechtvaardigheid, de hulde der Nederlandsche kunstenaars aannemend. Rechts: de bouwmeesters Eginhart, Jan ten Doem en Keldermans; links: de beeldhouwer Klaas Sluter en de schilders I)irk Stuerbout en ï_,ucas van Leyden. In de volgende afdeeling rechts: Rembrandt en zijn tijdgenooten; links: de meer moderne kunstenaars. Aan weerszijden daarvan zinnebeeldige tafercelen van de verschillende beeldende kunsten; (rechts: teeken- en schilderkunst; links: bouw- en beeldhouwkunst). Op de konterforten, die deze 3 reliefs van elkander scheiden, staan de beelden van de Kunst en Geschiedenis. De twee groote reliefs boven de ramen hebben betrekking op de stichting van het Museum. Aan den grondslag van den driehoekigen gevel zijn twee zittende beelden geplaatst, de Bezieling en de Arbeid, en ter weerszijden der twee hoofdingangen, de beelden der Bouwkunst, Beeldhouwkunst, Schilderkunst en Graveerkunst. De 26 beelden in tegelwerk, in het hoofdgebouw en in de beide torens, zijn zinnebeeldige voorstellingen der verschillende steden, die door de uitoefening van kunst en kunstnijverheid vermaard zijn, met Amsterdam, 's Gravenhage, Haarlem, Leiden, Delft, Dordrecht en Rotterdam in het midden. Door den doorrit gaande komen wij aan den rijk versierden zuidelijken gevel van het gebouw. In het middenvak, Rembrandt in zijn werkplaats, omgeven door tijdgenooten en leerlingen, de „Staalmeesters schilderende. Ter rechterzijde hiervan : (links van den toeschouwer) Frederik Hendrik ontvangt Dr. Nicolaas Pietersz I ulp en Joh. Six; deze worden hem voorgesteld door 's Prinsen geheimschrijver Constantijn. Huygens. Links: Joost van den Vondel zijn gedicht over de grootheid van Amsterdam voorlezende aan Jeremias De Decker, J. Pz. Somer en J. C. Silvius. Hiernaast volgen zes tafereelen, drie rechts en drie links : 1. Gewijd aan de Nederlandsche beeldhouwkunst van de 14e—17e eeuw. 2. Albrecht Dtirer, in 1520 te 's-Hortogenbosch door het Gild der Goudsmeden onthaald. 3. Frederik Hendrik en Amalia van Solms omringd door verschillende kunstenaars. 4. Vorsten, prelaten en steden schenken de gebrande glazen aan de St. Janskerk te Gouda. 5. Jan van Evck, werkzaam op het Hof te's-Gravenhage. 6. Stichting van het Kasteel te 's-Gravenhage door Willem II van Holland, omstreeks 1258. De Oostelijke gevel is verdeeld in 4 vakken, die voorstellingen dragen van de stichting der basiliek van St. Servaas te Maastricht; de stichting van het Valkenhof te Nijmegen ; de stichting van de St.-Pieterskerk te Utrecht, en een zinnebeeldige groep voorstellende: kunst en letteren door de geestelijke orden bevorderd. De Westelijke gevel vertoont, eveneens uit vier afdeelingen, een historisch zinnebeeldigen optocht van beroemde personen, die de Nederlandsche kunst beoefend of bevorderd hebben. Over den oorsprong der verzamelingen, die nu zulk een uitgebreidheid bezitten, dat men vele dagen zou kunnen besteden, indien men alles nauwkeurig zou willen bezien valt het volgende te vermelden. Hij decreet van 1 April 1808 werd door Koning Lodewijk het Koninklijk Museum gesticht, waartoe bij den aanvang behoorden: a. een gedeelte der hier te lande gebleven schilderijen van den Stadhouder Prins Willem V. Deze hadden eerst een deel uitgemaakt van het „Natioaal Museum te 's Gravenhage, en werden nu — 96 stuks schilderijen en ongeveer 98 Nos. rariteiten naar Amsterdam overgebracht; b. ^1 schilderstukken, 6 Juni 1808 voor ongeveer f 100,000 op de verkooping G. van der I ot van Groeneveld te Rotterdam aangekocht; c. acht schilderijen, oude kunst, in Augustus 1808 uit Den Haag gezonden, en zeven dergelijke stukken, door de stad Amsterdam tijdelijk afgestaan; deze maken nu nog een deel der verzameling uit, en vormen er den grootsten schat van ; daaronder toch bevinden zich de Nachtwacht, de Staalmeesters en de Schuttersmaaltijd; d. zes schilderijen en een marmeren beeldje, door baron Van Spaen van Biljoen geschonken, en nog enkele geschenken ; c. ecnige op de tentoonstelling van 1808 gekochte moderne schilnerijen ; /. het geheele kabinet Van Heteren (137 schilderijen), dat in 1809 voor ongeveer ƒ100,000 werd aangekocht en zeven schilderijen gekocht op de verkooping van Mevr. Bicker in 1809; g. afgietsels van antieke beelden uit het Musee Napoléon te Parijs; li. eenige oudheden uit Drente, enz. In 1815 werden de schilderijen, aanvankelijk in het Koninklijk Paleis op den Dam geplaatst, naar het zoogenaamde Trippenhuis overgebracht; eerst in Mei 1885 ontvingen zij een waardige plaats in het Nieuwe RijksMuseum aan de Stadhouderskade. In 1825 hadden een paar ruilingen plaats met het Koninklijk Museum te 's Gravenhage (Mauritshuis); ten jare 1828 werd van een aantal zoogenaamde ,,dubbelen" een veiling gehouden, die ruim ƒ22,700 opbracht, voor welke som andere schilderijen werden aangekocht. Sedert dien tijd ontving de verzameling nu en dan geschenken en legaten, tot het in 1870 door het legaat L. Dupper Wz. met 64 uitmuntende schilderijen aanzienlijk verrijkt werd. In 1880 volgde het insgelijks zeer aanzienlijk legaat van Jhr. J. S. H. van de Poll, bestaande uit 52 schilderijen. Ook de Regeering liet zich niet onbetuigd, en sedert 1870 werden er weder (en soms enkele hoogst belangrijke) stukken, voor hare rekening aangekocht. Moge zij hierin niet vertragen, maar door geregelde aankoopen de vele leemten, die deze verzameling nog kenmerkt, aanvullen, opdat zii eens een zoo getrouw, en volledig mogelijk denkbeeld geve onzer éenige, groote, heerlijke Hollandsche Schilderschool. Toen de Rijksverzameling in het voorjaar van 1885 uit het Trippenhuis naar het nieuwe Rijks-Museum werd overgebracht, vervoerde men daarheen ook de vermaarde verzameling Van der Hoop, door dezen kunstliefhebber in 1884 aan de stad Amsterdam gelegateerd. Zij telt * 226 nummers, waaronder vele meesterstukken onzer XVIIe eeuwsche schilderschool. In Mei 1885 werden ook de 184 moderne schilderijen, tot op dat tijdstip bewaard in het Paviljoen ,,Welgelegen" te Haarlem, door de regeering in's RijksMuseum overgebracht. Deze verzameling, die voornamelijk bestaat uit schilderijen van Nederlandsche meesters uit de eerste helft der XIXe eeuw, werd in 1828 door Z. M. Koning Willem I gesticht en in Augustus 1838 voor het eerst toegankelijk gesteld. Met het aantal stukken uit particuliere verzamelingen verrijkt bezit het Rijks-Museum thans bijna 2800 schilderijen. Wij willen in de volgende bladzijden eene wandeling door het Rijks-Museum beschrijven waardoor men in den kortsten tijd al het merkwaardige te zien krijgt en wel volgens een weg voerende door de verzamelingen zooals zij min of meer stelselmatig geordend zijn ; wij treden het gebouw ter rechterzijde binnen waar men in het voorportaal stokken, regen- of zonneschermen en die voorwerpen welke door de portiers worden aangewezen, afgeeft. Aan weêrszijden van de onderste trap zijn twee zittende bronzen beelden, voorstellende een Batavier en een Geus vervaardigd door F. Vermeylen, geplaatst. De groote trap opgaande ziet men rechts een zittend bronzen beeld „de Vrede" door F. Vermeylen en links eene schilderij van George van der Mijn (i8e eeuw) voorstellende Mr. Pieter Cornelis Hasselaer, Burgemeester van Amsterdam en gezin en op het bordes een familiestuk van W. Vaillant (1623—1677) voorstellende Reijer van den Burg en zijn huisgezin te Delft, met het oude arsenaal op den achtergrond. De wanden van het trappenhuis zijn versierd met een drietal allegorische voorstellingen op de uitdeeling van levensmiddelen en brandstoffen door Van Loo en Bronchorst, een familie tafereel van G. Kamper en een groot doek door Barent Graat, voorstellende Abraham Ortt ter jacht. Van de trap komt men in de Voorhal. Deze is groot 40 M. bij 11.46 en is verdeeld in vijf gevelvakken. De versiering vormt een harmonisch geheel. In de eerste plaats de fraai geschilderde vensters, vervaardigd door \\ J. Dixon. Deze vensters geven eene allegorische voorstelling van schilder-, bouw- en beeldhouwkunst. De eereplaats is aan de oudste kunst, de bouwkunst, toegewezen; zij beslaat het middelste boograam en wordt voorgesteld door vier vrouwenfiguren die dc voornaamste keerpunten in de bouwkunst aangeven: de klassieke, de oud-christelijke, de gothieke en de renaissance bouwstijlen. Het boograam rechts heeft betrekking op de beeldhouwkunst. In de beide kleinere ramen tusschen de groote boogramen worden: Wijsbegedrte, Godgeleerdheid, Dicht- en Toonkunst voorgesteld. In twaalf vakken der drie groote ramen onmiddellijk onder de boogtraceering is de samenleving voorgesteld. In kleine medaillons zijn de maanden des jaars afgebeeld, voorgesteld door figuren die werkzaamheden verrichten naar gelang van den tijd des jaars. De vloer geeft eene allegorische voorstelling van het stoffelijk gebied. Het middenvak vertoont de Alpha en de Omega, het begin en het einde, waaruit stralen schieten; daaromheen de teekenen van den dierenriem en verderop water met visschen, alsmede planten en diersoorten. Vervolgens de maanden van het jaar, de vier rivieren van het Paradijs en in de vier hoeken de Zon, de Maan en de planeten Jupiter en Venus, omgeven door sterren. Het zijvak links stelt voor in het midden den Tijd, waaromheen Morgen, Middag, Avond en Nacht en in de hoeken de vier leeftijden. Het zijvak rechts stelt voor in het midden de vier hoofdstoffen: Lucht, Aarde, Water en Vuur, en in de hoeken de vier jaargetijden. In de voorhal zijn verscheidene borstbeelden geplaatst nl. van de toonkunstenaars Joh. J. H. Verhulst door Joh. Keiler; Richard Hol door A. W. M. Odé Jansz'. — de dichters P. J. Hasebroek door Joh. Keiler; E. J. Potgieter door F. Stracké; I)r. K. Laurillard door A. W. M. Odé Jz.; W. J. Hofdijk en J. J. L. ten Kate beiden door Bart van Hove; — Ridder Hubert de Stuers, Generaal-Bevelhebber van het Nederlandse!) Indisch leger (1X30—1835) door Mr. Ridder Alphonse de Stuers; de beeldhouwer Louis Royer; Koning \\ illem I; Prins Frederik der Nederlanden; Johan de Witt; A. R. Falck; J. R. Thorbecke en Mr. J. van Lennep. Voorts vindt men er nog verschillende beeldhouwwerken, als: „Ecce II01110 door Louis Rover; ,,Prima Vcra" — het ontwaken der Lente — door Bart van 1 love ; Titanenstrijd door A. I Iesselink; Slavin door Georgine Schwartze ; Godes wraak door Minca Bosch Reitz ; Illusie door J. H. Baars en in het midden het pleistermodel van het gevleugelde bronzen beeld ,,de Victorie' dat den geveltop van het gebouw versiert, door F. \ ermeijlen. In het rond zijn eenige prachtige vroeg i6e Eeuwsche tapijten tentoongesteld, voorstellende de Openbaring, de Schepping en de Heiligmaking, in bruikleen afgestaan door Baron van Zuylen van Nyevelt van de Haer; benevens vier geschilderde voorstellingen van de Jacht door den Vlaamschen dierenschilder David de Coninck. EEREGALERIJ. Uit de voorhal begeeft men zich naar de Ecregalerij, voerende naar het meesterstuk van Rembrandt „de Nachtwacht" dat aan het einde er van in al zijn grootheid te zien is. De wanden der galerij zijn rijk versierd met de wapens der provinciën en van Amsterdam en met allegorische voorstellingen van de verschillende kunsten door Prof. G. Sturm vervaardigd. Aan weerszijden zijn vertrekken waarin schilderijen van groote afmetingen der Hollandsche school eene plaatsing hebben gevonden. De galerij bevat voorts nog eenige borstbeelden, als die van H. K. II. de Groothertogin van Saksen Weimar Eisenach, geboren Prinses Sophia der Nederlanden ; de Prinsen van Oranje: Willem V en diens gemalin; Willem IV en diens gemalin; Philips Willem en Maurits; Paus Leo Xll ; den dichter Dr. H. J. A. Schaepman; Cornelis Apostool, van 1808 tot 1844, Directeur van het Schilderijen Museum, en van de tooneelspeelster Johanna Cornelia Ziesenis geboren Wattier. Voor de bezichtiging der schilderijen begint men ter linkerzijde. 1) EERSTE VAK, LINKS. Noordzijde. Portret van Mr. Willem van de Velde, Secretaris van Hugo de Groot, aan de andere zijde: Portret van Elsje van Houweningen, echtgenoote van Mr. Willem van de Velde, die Hugo de Groot behulpzaam was bij zijn ontvluchting uit het slot Loevestein in i6:>i. W. Vaillant. Portret eener dame met drie kinderen. A. C. Beeldemaker. Jagers en honden, (zijn meesterstuk). C. Dusart. Jongeling bij kaarslicht. J. de Moucheron. Gezicht in den Hortus Medicus van Amsterdam. O o s t z ij d e. K. Batist. Bloemstuk. Sohool van Frans Hals. De jonge patriotten. J. Victors. Jozef de droomen uitleggende. Portret van Bartholomeus van der Wiere, Secretarie van Amsterdam in 1578. A. Fonteyn. De Mosselenmarkt. 1) De schilderijen die bijzondere aandacht verdienen zijn met vettere letter gedrukt. Portret van Lysbeth Hendriksdr., echtgenoote van B. van der Wiere. H. Heerschop. Erechtonius door de dochters van Crecrops gevonden. Paulus Bor. Mozes gevonden door Pharao's dochter. P. de Grebber. Het lijk van Christus door de vrouwen beweend. Schuttersstuk. De Magistraat en de schutterij van Dordrecht. Z u i d z ij d e. S. van der Does. Moederliefde. Jan Steen. De sauveguarde van den duivel. (Des duivels vrijgeleide). Paulus Potter. De Berenjacht. Een groot gedeelte is in het begin der ige eeuw overgeschilderd. TWEEDE VAK, LINKS. J. van Goyen. Gezicht op het Valkenhof te Nijmegen. J. van Ruysdael. Een Waterval. S. de Vlieger. Gezicht op de Zeeuwsche stroomen. B. Graat. Portret van Johan Ortt, Heer van Breukelen en Nyenrode, te paard. O o s t z ij d e. K. du Jardin. Portret van Gerard Reinst, vermaard kunstverzamelaar, Raad en Schepen van Amsterdam. R. van der Burgh. Zeevisschen. Giacomo Victor. Gevogelte. Jan Asselijn. Zinspeling op de waakzaamheid van den Raadspensionaris Mr. Johan de Witt, aangeduid door een zwaan die zijn nest tegen een hond verdedigt. M. d'Hondecoeter. De klokhen in angst. Hercules Sanders. Portret eener aanzienlijke vrouw. Isaac van Duynen. Zeevisschen. C. P. Lastman en A. van Nieuland. Kapitein A. Boom en Luitenant A. Oetges met nog zeven schutters die op 23 Sept. 1623 uit Amsterdam trokken ter bescherming van Zwolle, hij den aanval der Spaansche troepen uit Lingen in de Zcvenwolde. J. A. Mijtens. Herdersidylle. Th. de Kevser. Portretstuk van drie kinderen. C. P. Berchem. Ruth en Boas. F. Verwilt. Het zoontje van den Admiraal. W. de Geest. Portret eener aanzienlijke vrouw. DERDE VAK, LINKS. J. van Son. Een festoen van vruchten in welks midden een borstbeeld. N. Maes. Het gebed zonder end. M. d'Hondecoeter. De menagerie. J. Backer. Regenten van liet Huiszittenhuis. L. Bramer. Salomo offert aan de afgoden. C. van der Voort. Portret van Cornelis Pietersz. Hooft, Burgemeester van Amsterdam. D. Santvoort. Vier regenten en een suppoost der Saaihal te Amsterdam 1643. N. C. Moeyaart. De keuze van een vrijer. Drieërlei keuze. Jan Lievens. Simson en Delila. X. Elias. Portret van Reinier Ottsz. Hinlopen. N. C. Moeyaart. De onwaardige gast. Wouter Pietersz. Crabeth. De ongeloovige Thomas. Jan Weenix. Wild en vruchten. II. Bloemaert. Zinnebeeldige worsteling van den winter. B. Fabritius. Portret van een bouwmeester met echtgenoot en kind. Ferd. Bol. Salomo, dochter van Hcfodias, dansende voor Herodes. Jan Weenix. Dood wild en jachttuig. j IS. Graat. Zinspeling op de liefdadigheid. VIERDE VAK, LINKS. W. v. d. Velde de Jonge. Het Y voor Amsterdam. A. Racker. Zeven Inspectores van het Collegium Me- dicum te Amsterdam, 1683. Jan Weenix. De hofstede. G. VV. Berkhout. Het kasteel Egmond in welstand. K. du Jardin. De regenten van het spinhuis, 1679. A. H. Verboom. Boschgezicht. M. d'Hondecoeter. Het drijvend veertje. J. C. Droochsloot. Huisvesting der armen. A. van Nieulant. Optocht der Leprozen op Koppermaandag om giften voor het Leprozenhuis in te zamelen. J. de Baen. Vijf regenten en twee regentessen van het Werkhuis 1684. Voor eene geregelde wandeling door het Museum is het van belang de vakken ter rechterzijde thans niet te bezichtigen omdat men toch door de Eeregalerij terugkeert; daarna betrede men de REMBRANDTZAAL. De versiering der zaal trekt onmiddellijk de aandacht door de vier vrouwenfiguren onder het gewelf die eene voorstelling geven van: de Morgen ; de Dag ; de Avond ; ft O ft ' O en de Nacht. In de fries staan de voornaamste bizonderheden uil het leven van den grooten kunstenaar, naar wien de zaal genoemd is, vermeld. k Ferd. Bol. Salome, dochter van Hefodias, dansende voor Herodes. Jan Weenix. Dood wild en jachttuig. j B. Graat. Zinspeling op de liefdadigheid. VIERDE VAK, LINKS. W. v. d. Velde de Jonge. Het Y voor Amsterdam. A. Backer. Zeven Inspectores van het Collegium Me- dicum te Amsterdam, 1683. Jan Weenix. De hofstede. G. VV. Berkhout. Het kasteel Egmond in welstand. K. du Jardin. De regenten van het spinhuis, 1679. A. H. Verboom. Boschgezicht. M. d'Hondecoeter. Het drijvend veertje. J. C. Droochsloot. Huisvesting der armen. A. van Nieulant. Optocht der Leprozen op Koppermaandag om giften voor het Leprozenhuis in te zamelen. J. de Baen. Vijf regenten en twee regentessen van het Werkhuis 1084. Voor eene geregelde wandeling door het Museum is het van belang de vakken ter rechterzijde thans niet te bezichtigen omdat men toch door de Eeregalerij terugkeert; daarna betrede men de REMBRANDTZAAL. De versiering der zaal trekt onmiddellijk de aandacht door de vier vrouwenfiguren onder het gewelf die eene voorstelling geven van: de Morgen ; de Dag ; de Avond ; ft ft O ' ft en de Nacht. In de fries staan de voornaamste bizonderheden uil het leven van den grooten kunstenaar, naar wien de zaal genoemd is, vermeld. Recht over den ingang is het groote meesterstuk van Rembrandt: „Corporaalschap van Kapitein Frans Banning Cocq en Luitenant Willem van Ruyterberg van Vlaerdingen, 1642", algemeen bekend onder de benaming van „de Nachtwacht." Het stelt voor een gedeelte van de Compagnie die met den Kapitein Frans Banning Cocq, heer van Purmerland en Ilpendam en den Luitenant Willem van Ruyterberg, heer van Vlaerdingen, uittrekt om te gaan schieten. Onder de schutters merkt men een meisje op, het blonde haar met paarlen getooid, aan haar gordel hangt een vogel, waarschijnlijk de prijs voor den overwinnaar in den wedstrijd. Naast dit wereldberoemde stuk is rechts (van den toeschouwer) eene schilderij van N. Elias „Corporaalschap van Kapitein Dirk Theuling, 1639" en links eene van Frans Hals „Corporaalschap van Kapitein Reynier Reael en Luitenant Cornelis Michielsz. Bleau, 1637" — de zoogenaamde ,.magere Compagnie — (Deze schilderij, grootendeels door Fr. Hals geschilderd, is door P. Codde voltooid). Aan de westelijke- en oostelijke wanden zijn de twee groote stukken van Barth. van der Helst geplaatst rechts: „De Schuttersmaaltijd, gehouden 18 Juni 1648, ter viering van den Munsterschen Vrede", — en links „Corporaalschap van Kapitein Roelof Bicker voor de bierbrouwerij de Haan (Gelderschekade en Boomsloot) 1639. Aan den noordelijken wand, ter zijde van den ingang, bevinden zich twee groote doeken van Ferd. Bol: „Amazia en de man Gods" en „Abraham door de Engelen bezocht". Een eikenhouten kastje bij den linker uitgang bergt het ,,Gulden Boek", dat de oirkonde, die op de opening van het Museum betrekking heeft, bevat, en tevens bestemd is om er de handteekeningen van Vorstelijke en andere hooggeplaatste bezoekers in te vereeuwigen. Uit de Rembrandtzaal gaat men links af door een lokaal, dat als de KAROLINGISCHE ZAAL is aangeduid en een nabootsing is van de Keizerzaal van Karei den Groote in den narthex van de St. Servaaskerk te Maastricht en komt zoo in de INTERNATIONALE ZAAL. Hierin zijn tentoongesteld schilderijen van oude buitenlandsche Meesters. Links beginnende ter zijde van den ingang bij den noordelijken wand zijn een vijftal schilderijen geplaats: J. Brueghel (?) Christus prediking in een visschersschuit. Tu *ee stukjes van I). Boone: Kaartspelende boeren, — en de papeter. A. Brueghel. Vruchten. Kopie naar F. F. Rubens. De ontmoeting van Jacob en Ezau. N o o r d e 1 ij k e wand. Lucas van Valckenborgh. Bergachtig landschap. Ferd. van Valckenborgh. Bergachtig landschap. V laamsche school. Jardin d'amour. Faulus Bril. Bouwvallen. Gilles Peeters. Landschap met watermolen. Onbekend. Suzanna en de Ouderlingen. A. Mirou. Boschrijk landschap. Adr. Stalbemt. Landschap. Seb. Vrancx. De Schelde bij Antwerpen. Idem. De gestrafte roover. \ incent Malo. Een boerengezelschap. Jan Brueghel de Oude. Twee riviergezichtjes. 2 Dezelfde. Rust op de vlucht naar fcgypieA. F. Baudewijns. Landschap. Corn. Schut. De Verheerlijking van Maria. J. van Kessel (?) Dame bij een tafel met vruchten. P. Neefs de Oude. Twee gezichten in een kerk. A. Adriaensen. \ isschen. B. Peeters. Havengezicht aan de Zeeuwsche stroomen. P. Gijzels. Een vlaamsch stadsgezicht. J. Brueghel de Oude. Landschap aan een rivier. D. Rijckaert. Een Schoenmakerswerkplaats. Vincent Malo. Christus bij Martha en Maria. F. Snijders. Dood wild met vruchten en groenten. J. Ovens. Familietafereel. P Neefs. Gezicht in de predikheerenkerk te Antwerpen. Kopie naar A. van Dijck. St. Franciscus aan den voet van het kruis. Anth. van Dijck. Boetvaardige Magdalena. Anth. van Dijck. Portret van J. van der Borcht, Burgemeester van Antwerpen. w.llam u Anth. van Dijck. Portretstuk van Prins Willem II van Oranje en zijne bruid Prinses Maria Stuart. Hierop volgen drie stukjes van D. Teniers den Jonge. Boerenherberg, De wachtkamer en Rustende werklieden. G. Gijsaerts. Bloemkrans met portret van Hiëronimus van Weert. . , J. Jordaens. Een sater en „De Sater in den mond van den visch. F. Snijders. Dood wild met vruchten en groenten. D. Teniers de Jonge. De verzoeking van den H. Antonius. P. P. Rubens. De kruisdraging. (Schets). Spaansche school. Portret van Karei Balthasar, zoon van Koning Philips IV van Spanje. Peschiers. Vanitas. J. Wildens. Gezicht op de stad Antwerpen van de landzijde 1636. N. Bcrtin. Jozef ontvlucht Potifar's vrouw en Suzann.'i in het bad. (}. de Lairesse. Diana en Endymion. (i. Poussin. Twee landschappen. Th. Willeborts. Mars wien door Venus een zwaard wordt aangegespt. Oostelijke wan d. Caspar de Crayer. De afneming van het kruis; en De aanbidding der herders. Z u i d e 1 ij k e \v and, zich aansluitende aan de Oostzijde: Spaansche School. De geestelijke echt der H. Catharina. E. van den Broeck. Bloemen. O. Elliger. Bloemen. P. Meulener. Landschap met beelden. J. M. Roos. Liggende bok met geiten. G. de Lairesse. Allegorie op de deugd. Italiaansche School. Johannes de Dooper op jeugdigen leeftijd; en Het Huwelijk der H. Maagd. Jeroom Franken de Oude. Allegorie op den troonafstand van Keizer Karei V te Brussel 25 October 1555. Juriaen Ovens. Portret van Cornelis Nuyts. G. de Lairesse. Twee verschillende voorstellingen van Mars en Venus en daarnaast eene allegorische voorstelling bij een fontein. J. de Momper. Landschap. Vlaamsche School 16e eeuw. Tweestrijd tusschen Apollo en Pan. J. van Bredael. Dorpsgezicht aan een rivier. Duitsche School. Zinspeling op de vergankelijkheid. G. F. Barbieri genaamd il Guercino. Maria Magdalena (Kopie). School van Michel Angelo Amerighi, genaamd Caravaggio. De dood van Orion. In do (jneksche tabelleer komt (Jrion voor als een schoon, forsch gebouwd jager, die door Eos (Aurora) bemind werd, 't geen de goden zoo zeer tot toorn prikkelde, dat Artemis (Diana) hem met een pijl doorboorde. Zeus (Jupiter) plaatste hem 11a zijn dood op de bede van Artemis, als sterrenbeeld aan den hemel. Guido Reni. Maria Magdalena. School van A. van Dyck. Het heilige gezin B. E. Murillo. Maria boodschap. Italiaansclie school. St. Sebastiaan. (}. Seghers. Christus en de boetvaardigen. P. P. Rubens. De Romeinsche ouderliefde. Volgens het verhaal van oude schrijvers was Cimon in de gevangenis geworpen en veroordeeld om den hongerdood te sterven, zijne dochter Fera echter wist zich toegang tot hem te verschaffen en zijn leven te redden door hem aan hare borst te laven. Toen de overheid deze daad van toewijding jvernam, werd Cimon zijn vrijheid hergeven. C. Allori, genaamd Bronzino. Judith met het hoofd van Holofernes. J. Antolines. De verheerlijking der H. Maagd. A. van Dijck. Portret van den organist H. Luberti (kopie). Onbekend. Kruisafneming. Ticiano Vecelli. Boetvaardige Magdalena. (kopie). J. de Bueckelaer. Ecce Homo. Markttafereel, op dan achtergrond tafereelen uit de lijdensgeschiedenis van Christus. J. van Winghe. Nachtbanket en maskarade. J. Brueghel. Latona door de boeren vervolgd. Maerten de Vos. Portretten van Gilles Hoffman en Margaretha van Nispen. Pieter Brueghel. De aanbidding der Wijzen. Seb. Vrancx. Marktgezicht in een Vlaamsche stad. P. C. van Rijck. Keukenstuk; op den achtergrond de gelijkenis van den rijken man en Lazarus. Karei van Mander. Allegorie op de inhaligheid deigeestelijken. H. van Balen. Hulde van Bacchus aan Diana. Westelijke wan d. H. Rottenhammer. Mars en Venus. Balth. Denner. Vrouweportret. Vlaamsche school. Het laatste oordeel en de zeven hoofdzonden. (Phantastische voorstelling). Hieronymus Bosch. De verzoekingen von den H. An- tonius van Padua. Q. Massys. Portret van Desiderimus Erasmus. (kopie). Henri met de Bles. Voorstelling van het paradijs. H. Holbein. Portret van Robert Sidney. (kopie). Jan Sanderse gezegd Jan van Hemessen. Ecce Homo. idem. Vrolijk gezelschap, (copie). Cath. van Hemessen. Vrouweportret. Corn. Metsys. De gelijkenis van den verloren zoon. J. Bueckelaer. Een vlaamsche keuken, op den achtergrond Christus bij Maria en Martha. De zaal wederom teruggaande komt men in de afdeeling der middeleeuwsche en vroeg i6c eeuwsche school. Rechts beginnende. Onbekend schilder. Duitsche school. Mansportret. Corn. Engebrechtz. Christus aan het kruis en eenige heiligen. School van Jacob Cornelisz van Oostsanen. Calvariënberg. G. Mostaert. De aanbidding der Koningen. Jan Gossaert genaamd Jan van Mabuse. Portret van Philips van Bourgondie, Bisschop van Utrecht. D. Jacobsz. Schuttersstuk met twaalf beelden. De geschiedenis des Zaligmakers in 18 tafereelen, beginnende met de verkondiging zijner geboorte tot aan de uitstorting des H. Geestes. D. Barentsz. Schuttersstuk met veertien beelden. Geertgen van St. Jans. Leven en marteldood van de H. Lucia van Syracuse. Portret van Frank van Borselen en iets verder dat van zijne gemalin Gravin Jacoba van Beyeren. Maria met het kind Jezus, vergezeld van eenige heiligen. Geertgen van St. Jans. Allegorie op het Zoenoffer des Nieuwen Verbonds. Tafereel ter gedachtenis van de Heeren van Montfoort gesneuveld in den tocht tegen de Friezen, 1345. Onbekend. Schuttersstuk. Door eene kleine deur komt men in een vertrek waar, op standaards in het midden der zaal, eenige i6e Eeuwsche altaarstukken zijn geplaatst: 2 vleugels eener triptiek: a. Jezus in den tempel en Jezus nedergedaald ter helle brengt de verlosten daaruit; b. De besnijdenis en De opstanding van Christus. De voorstelling van Jezus in de tempel; op de achterzijde : Koning Balthasar. Twee vleugels: Johannes de Dooper; keerzijde: de aanbidding der herders en zes geknielde portretten. Vleugel, geschilderd door Maerten van Heemskerck: De Sybilla Erythrea; op de achterzijde Matelief met zijn beschermheilige. Triptiek; op het middentafereel: Christus aan het kruis, waarbij de H. Maagd en Johannes ; op den achtergrond een gezicht op de stad Utrecht; de vleugels stellen voor: de H. Mis van den H. Gregorius, en den H. Christophorus, het Christuskind door het water dragende. Aan de wanden zes portretten van leden van het oud-adellijk geslacht van Naeldvvyck 15e eeuw. Benvenuto Tisi, genaamd il Garofalo. üe aanbidding der Wijzen. Lancelot Blondeel. Eene marteling. Portretten van Jan, Graaf van Egmond en van zijne gemalin Magdalena van \\ aardenburg. Joh. Woutersz. Het kantoor van den rechtsgeleerde. Lucretia en Tarquinius, en Jozef en Potifars vrouw. D. Jacobsz. Schuttersstuk, (drieluik). Aan den korten wand: Cornelis Buys. Rebekka die Eleasar bij den put te drinken geeft. H. Swanevelt. (?) De gelijkenis van het onkruid dat met de tarwe opwies. Boven de deur een familietafereel voorstellende Pierre de Moucheron met zijne vrouw en 20 kinderen. Terugkomende in de eerste zaal: Twee vleugels eener triptiek. Op de eene: de stichter met zijne zonen en St. Jacob, op de andere de stichteres met hare dochter en St. Magdalena. P. Aertsen, genaamd Lange Pier. Een gortenteller. Voorstelling van een zuinigen huisvader; op de schilderij staat: ,,sal ick de huysraet terecht bestellen, soo moet ick 't gort selfs in de pot tellen. Onbekend. Christus aan het kruis. Jacob Cornelisz van Oostsanen. Mansportret wellicht den schilder zelf voorstellende. Dezelfde. Saul en de heks van Endor. Onbekend. Schuttersstuk. H. van Aeken gezegd Bosch. Het snijden van den kei. Portret van Andries, bastaard van Wassenaar. De verovering der stad Rhenen in 1499 door Jan II Hertog van Kleef. Maerten van Heemskerck. Portret van Johannes Colman, omstreeks 1538, Rector van het St. Agathaklooster te Delft. In de manier van Rogier van der Weyden. Afneming van het kruis. Portret van Reinier III van Brederode. P. Aertsen, genaamd Lange Pier. De eiërdans. idem. De geboorte van den Zaligmaker; fragment van eene schilderij, die bij den brand van het oude stadhuis, grootendeels vernield werd. Satirieke voorstelling betreffende Luther. Aan den noordelijken wand zijn eenige schilderijen van en naar J. van Scorel, als : Bathseba en David, Salomo en de Koningin van Seba, Schuttersstuk en Portret van Aerntz van der Dussen, Secretaris van Delft; waartusschen eene Kerkprediking van Lucas van Leyden. Aan den westelijken wand in de manier van Scorel „de Clavecimbelspeler", J. van Scorel. Maria Magdalena. School van J. C. van Oostsanen. Maria's afscheid en D. Barentz. „De pos-eters", Schuttersmaaltijd met achttien mannen en eene vrouw die de schotels met pos aanbrengt. In het midden een altaarstuk, voorstellende : „Golgotha", met beschilderde deuren. Uitstekend werk onder den invloed van Corn. Engebrechtsz. ZAAL No. 227. Rechts beginnende aan den zuidelijken wand. Jacob Pynas. Paulus en Barnabas te Lystre. A. Key. Mansportret. Anno 1581. A. Pietersen. Fragment van een schuttersstuk. Dezelfde. Zes staalmeesters der lakenhal te Amsterdam, Op de lijst: Betreet u eedt Int gunt ghy weet Oprechtlick leeft. Door gunst of haet Of eygebaet Geen oordeel geeft. C. C. van Haerlem. Portret van den graveur, dichter en geleerde Dirck Volkertz. Coornhert. Dezelfde. Adam en Eva in het paradijs. P. Lastman. Christus den melaatschen genezend. Schuttersstuk met acht beelden. Oostelijken wand. Het kasteel Vredenburch te Utrecht. Verschillende stukjes van Adr. Pietersz van de Venne, waaronder de 4 jaargetijden en eenige grauwtjes. Jan Pijnas. Mozes verandert het water in bloed. J. G. Cuyp. De lachende boerin. P. Moreelse. Portret van Maria van Utrecht, echtge- noote van Mr. Joan van Oldenbarnevelt. R. Saverv. De profeet Elia door de raven gevoed. D. Vinckeboons. Johannes de Dooper staande in een bosch te midden van allerlei volk. Gilles d'Hondecoeter. Herten in een bosch. H. Avercamp. Ijsvermaak bij een dorp. E. v. d. Velde. Maaltijd in het bosch. Isaac Isaacs. Schuttersstuk met een en twintig beelden. J. W. Delff. Portret van Paulus Corn. van Beresteyn. J. C. Droochsloot. Het afdanken der waardgelders. C. J. Delff. De hoenderkoopman. Noordelijke wand. Barth. van Bassen. Binnenvertrek uit het begin der XVIle eeuw. H. van der Mast. Vrouweportret. Gilles d'Hondecoeter. Landschap. A. P. van de Venne. Prins Maurits bezoekt de kermis te Rijswijk. D. Vinckeboons. I)e soldaten, verjaagd door de boeren en de soldaten spelen den baas bij de boeren. Nic. Moeyaert. De ontmoeting van Jacob en Rachel bij den put. I'ieter de Bloot. (?) De kwakzalver. H. van der Mast. Mansportret. A. Pietersen. Anatomische les van Dr. Sebastiaan Egbertsz, 1603. W e s t e r 1 ij k e wand. R. Saverv. De Drinkplaats. Onbekend. Landelijk tafereel. A. P. van de Venne. De haven te Middelburg. Isaac Isaacs. Schuttersstuk. Hend. Avercamp. Ijsvermaak. A. Arentz, gezegd Cabel. Visschers en jagers. A. P. van de Venne. De zielenvisscherij. A. van Antum. Gevecht tusschen de Hollandsche en Engelsche schepen tegen de Spaansche Armade op de reede van Dover, 22 Augustus 1588. A. Arentz, gezegd Cabel. Visschers en boeren. C. C. van Haerlem. De kindermoord te Bethlehem. A. Willaerts. Zeegezicht. A. v. Antum. Het passeeren van het statenjacht voorbij het kasteel IJsselmonde, in Augustus 1617. Jacques Savery. Landschap. ZAAL No. 226. Rechts beginnende aan den zuidelijken wand. Anth. Palamedesz. Vrouweportret. B. Breenbergh. Jacob's worsteling met den Engel. Gijsbert d'Hondecoeter. Watervogels. F. de Bloot. Boerenkermis. W. van Valckert. Regentessen van het Leprozenhuis. S. de Vlieger. Strand met visschers. J. C. Droochsloot. Sint Maarten. Anth. Palamedesz. Mansportret. Oostelijke wand. D. D. Santvoort. Portret van de echtgenoote van Frederick Alewijn. R. Savery. Rotsachtig landschap met een hertenjacht. A. B. v. d. Schoor. Vanitas en Mansportret. D. D. Santvoort. Portret van Frederick Alewijn. J. Rotius. Stilleven. A. Camerarius. Christus en de hoofdman over honderd. D. D. Santvoort. Familietafereel van den Burgemeester Dirck Bas, diens tweede vrouw en kinderen. Theod. of Dirck van Baburen. Prometheus. J. van Bijlert. Vrouweportret. L. Bramer. Bijbelsch onderwerp. Es. van dc Velde. Ijsvermaak buiten de muren eener stad. M. J. Mierevelt. Portret van Jacob Cats. J. C. Verspronck. Portret van Pieter Jacobsz. Schout, Burgemeester van Haarlem. I'. van Laer. Italiaansche herberg. Noordel ij ke wand. Corn. Saftleven. De verkondiging aan de herders. M. de Vries. Portret van David ke Moor. H. Heerschop. Rebecea en Abrahams knecht. P. J. Saenredam. Gezicht in de gesloopte Mariakerk te Utrecht. Theod. of Dirck van Baburen. De koppelaarster. J. v. Ravestein. Portret van Jan Doubleth, Heer van Sint Annaland, oud ontfanger Generaal der Generaliteit. P. Stalpert. Heuvelachtig landschap. J. van Schooten. De aanbidding der Koningen. W e s t e 1 ij k e w and. M. J. Mierevelt. Vrouweportret. Mich. Sweerts. Een schildersatelier. Gijsbert d'Hondecoeter. Landschap. Th. de Keyser. Een Hollandsch gezin. E. van de Velde. Hollandsch landschap. M. Sweerts. Boerengezelschap. M. J. Mierevelt. Mansportret. Aan twee wanden hangen eenige schilderijen van \\ . van \ alckert, betrekking hebbende op uitdeeling van levensmiddelen door Regenten van het Aalmoezeniers Weeshuis, aanneming van kinderen en inschrijving der armen van dat huis. ZAAL No. 225. Rechts beginnende aan den zuidelijken wand. J. Vonck. Doode vogels. Jacob Marrel. Bloemstuk. J. Hannot. Vruchten. A. de Gelder. Portret van Czaar Peter I, den Groote. A. van Beijeren. Visschen. W. van Aelst. Dood gevogelte. Jan \ ictors. Jacob door Jozef aan Pharao voorgesteld. A. Backer. Portret van Daniël Niëllius, opziener der Remontstrantsche Gemeente te Alkmaar. C. de Bie. Landschap met herder en vee. A. van de Velde. (?) Landschap. J. Vonck. Visschen. N. Lachtropius. Bloemstuk. O o s t e 1 ij k e w a n d. B. v. d. Helst. Mans- en Vrouweportret. A. Pijnacker. Landschap. Corn. Brisé. Stilleven. Paulus Potter. Orpheus, de dieren temmende. Laroon. Drinkers. N. Maes. De peinzende. J. van der Meer. De slapende herder. Onbekend. (Monogram B. v. d. A.) Visschen. A. van Everdingen. De kanongieterij Julitabruk in Zweden, van de familie Trip. B. Graat. De verloren zoon. C. Leliënberg. Stilleven. O. Marseus van Schrieck. Insecten. J. Rombouts. Bosclirijk landschap. Abraham Willaerts. Portret van een echtpaar en hun kind, leden der familie van Beresteijn, te voeten uit in een landschap. Noordel ij ke \van d. Adr. van de Velde. De hut. P. de Ringh. Stilleven. A. Cuyp. Een ruitergevecht. K. du Jardin. De muilezeldrijvers. Alb. Cuyp. Landschap met herder en vee. Ph. Wouwerman. De Rijschool. D. van den Bergen. Landschap met herder en vee. C. van der Voort. Schuttersstuk. Gerard Dou. Portretstuk van een heer en dame. Nic. van Gelder. Stilleven. Westelijke wand. G. Camphuysen. Stal met figuren. H. C. van Vliet. Gezicht in de Oude Kerk te Delft. Jan Steen. De Emmaüsgangers. W. Romeyn. De rustende kudde. G. \V. Heda. Stilleven. A. C. Begeyn. De plundering. Hubert Ravestein. Stilleven. C. 1'. Bega. Boerenconcert. J. van Goyen. Riviergezicht. J. van Spreeuwen. Philosoof in zijn studeervertrek. Ant. Natus. Kaartspelende jongelingen. D. Stoop. Wachtende jagers. Christ. Puytlinck. Twee doode hanen. G. Flinck. Portret van Gerard Huift, Eerste Raad en Directeur-Generaal van Indië. J. D. Oudenrogge. Een wevers werkplaats. A. Leemans. Stilleven. J. van der Hagen. Bergachtig landschap. Rij den uitgang staat een beeld in marmer der nimf „Echo'', vervaardigd door F. Leenhoff. Door de deur achter dit beeld komt men in een vertrek N°. 220, waarin gehangen zijn „de Staalmeesters van Rembrandt", een verzameling portretten vormende het legaat Pieker en eenige schilderijen, afkomstig van het aloude Chirurgijns gild te Amsterdam, waarop zijn afgebeeld voor het meerendeel Professoren en medici, onderwijs gevende in de ontleedkunde, zoogenaamde anatomie-schilderijen. In de eerste plaats vermelden wij Rembrandt's Staalmeesters dagteekenend uit 1661, het meest compleete werk van den grootmeester der Hollandsche Kunst. Tegenover dit doek hangt de Anatomische les van Dr. johan Deyman uit 1656, ook door Rembrandt geschilderd. Dit is een fragment van een groot schilderij, dat in 1723 bij een brand in de Gildekamer der Chirurgijns grootendeels werd vernield. Vergelijkt men dit werk met de bekende Anatomische les van Prof. Nic. Tulp uit 1632, in het Koninklijk Kabinet van Schilderijen te 's-Gravenhage, dan kan men zien hoe de kunst van Rembrandt zich in deze 24 jaren ontwikkeld heeft. Onder de portretten uit het legaat Pieker vestigen wij in het bizonder de aandacht, op dat van Mr. Jan Barend Schaep door Jurriaen Ovens, wellicht het meesterwerk van dezen schilder. Dit lokaal door dezelfde deur verlatende betreden wij, nadat men nog eenige portretten, voor het meerendeel behoorende tot het geslacht Bicker, zijn voorbij wegaan de Regenten- en Schutterszaal. In deze zaal zijn de groote doeken aan de Gemeente Amsterdam toebehoorende, waarop schutters-en regenten zijn afgebeeld, eenigszins naar tijdorde gerangschikt. Beginnende links bij den zuidelijken wand ontmoeten \\ ij C. Ketel. Schuttersstuk met dertien beelden te voeten uit, zijnde: het Corporaalschap van Dirk Rosecrans, vergaderd in den Handboogdoelen, 15^Tengnagel. Maaltijd met zeventien beelden. Aert. Pietersen. Schuttersstuk met negentien beelden, 1509. P. Moreelse. Schuttersstuk met veertien beelden. Nicolaas Elias. Vier Regenten van het Spinhuis met den boekhouder en een bode, 1628. Corn. van der Voort. Schuttersstuk met twaalf beelden. Luitenant Pieter Hasselaer, 1613; iets verder hangen nog drie stukken van dezen meester, n.m. Regenten van het Rasphuis; Schuttersstuk met een en twintig beelden en Regenten van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis A°. 1618. Thomas de Keyser. Corporaalschap van Kapitein Allard Cloeck en Luitenant Lucas Jacobsz. Rotgans, 1632. D. D. Santvoort. De Regenten van het Spinhuis te Amsterdam, 1638. W. van Valckert. Regenten van het Leprozenhuis, 1624. Aan den overkant (noordel. wand) hangt nog een stuk van denzelfden meester: Overlieden van het groot kramersgild. Nicolaes Moeyaert. Zes Regenten en twee Regentessen van het Oude Mannen- en Vrouwen-Gasthuis te Amsterdam, 1G40. De westelijke wand is geheel ingenomen niet een groot doek van Nicolaes Elias: Corporaalschap van Kapitein Jacob Rogh en Luitenant Anthonij de Lange, 1645, en daaraan sluitende, het eerste stuk aan den noordelijken wand van denzelfden meester, Schuttersmaaltijd met Kapitein Jacob Backer en Luitenant Jacob Rogh, 1632. en daarboven eene Anatomische les van Dr. Sebastian Egbertsz de Vrij, in 1619 geschilderd door Thomas de Keijser. Alsnu volgen drie groote doeken, als een van J. bandrart. Schuttersstuk met negentien beelden voorstellen het Corporaalschap van Kapitein van Swieten, gereed om Maria de Medicis, Koningin-Weduwe van brankrijk, wier borstbeeld in hun midden staat, in te halen 1 September 1636, en twee van Govert Flinck. Schuttersfeest bij het sluiten van den Munsterschen vrede; de Kapitein der Burgerwacht Joan Huvdecoper van Maarseveen wordt door de schutters geluk gewenscht, 1648, en Corporaalschap van Kapitein Albert Bas en Luitenant Lucas Conijn, 1645. Vervolgens twee stukken van Ferd. Bol, Vier Regenten en Drie Regentessen van het Leprozenhuis en daarboven eene door Nic. Elias in 1625 geschilderde Anatomische les van Dr. Johan Holland, bijgenaamd Fonteijn. Aan den oostelijken wand: Juriaen Ovens. Regentenstuk met zeventien beelden. Ferd. Bol. Zeven regenten van het Huiszittenhuis iG57;en Pieter van Anraadt. Zes regenten met een bode van het Oudezijds Huiszittenhuis, 1675. Nu volgen de Oostelijke kabinetten, gelegen langs den voorgevel. Deze, en ook de aan de andere zijde van de voorhal gelegen westelijke kabinetten bevatten hoofdzakelijk schilderijen der Oud-Hollandsche school, die door kleine afmetingen en uitvoerige behandeling in kleinere lokalen met zijlicht beter tot hun recht komen. KABINET No. 219. C. van Poelenburg. De verdwijning uit het Paradijs; Badende personen, en Meisje uit het bad komende. Onbekend. Familiestuk. Nic. de Giselaer. De verschijning van den Engel Gabriël aan Zacharias. Corn. Ketel. Portret van Grietje Pietersdr. Codde, gehuwd met Jacob Bas. W. C. Duyster. De trictracspelers. Pieter Claesz. Stilleven. Barth. Breenbergh. De aanbidding der Wijzen. C. Ketel. Portret van Jacob Bas Claesz, in 1581 Burgemeester van Amsterdam. Onbekend. Gezicht op Venetië, Moises van Wttenbrouck. Nimf en Sater in een Arcadisch landschap. C. Poelenburg. De bespiede meisjes. Aan de andere w anden : P. P. van Noordt. Visschen. Stilleven. Varkenskop, worst en andere eetwaren, met opschrift: Tis al vant Vereken. A. P. v. d. Venne. Vastenavond. J. A. Rootius. Portret van een meisje, een bok vasthoudende. R. Savery. De poëet op het feest der dieren gekroond. P. Codde. De aanbidding der herders. A. v. d. Neer. Landschap uit 1636. P. di' Ruelles. Gezicht op het voormalig St. Agnietenklooster (later zoogenaamd Kinderhuis) te Utrecht. D. Dalens en Wttenbroeck. Italiaansch landschap met ruïne. 3 C. D. van der Heek. Het Kasteel Egmond in welstand. P. Moreelse (toegeschreven). Zeven portretjes, vermoedelijk van de familie Hartley. P. J. Saenredam. Gezicht in de St. Bavokerk te Haarlem, idem. Gezicht in de gesloopte Mariakerk te Utrecht. Pieter Isaacsz. Oploop der Romeinsche vrouwen voor het Capitool. A. Arentzen. Landschap. P. J. van As. Riviergezicht. C. D. van der Heek. De abdij Egmond in welstand. KABINET No. 218. R. Camphuizen. Avondstond. K. Slabbaert. Het gebed voor den maaltijd. G. Terburg. Portret van Ds. Hendrik van der Schalke, van zijne echtgenoote en van hun dochtertje. G. Ban. Mansportret. J. Bylert. De guitaarspeler. P. Moreelse. De schoone herderin. D. Bailly. Portret van Maria van Reigersbergh, echtgenoote van Hugo de Groot. J. van Assen. Mansportret. Charles de Hoogh. Landschap. P. de Putter. Visschen. P. Claesz. Stilleven. Balth. van der Veen. Gezicht op de stad Haarlem. A. Brouwer. Boerenvechtpartij en Boerendrinkpartij. Pieter Potter. De Stroosnijder. P. Moreelse. Het prinsesje. A. Waterlo. Boschrijk landschap. Onbekend Mansportret. P. de Bloot. Het kantoor van den Advocaat. M. Withoos. Havengezicht. J. Griffier. Riviergezicht. C. Saftleven. Herders met vee in een landschap. H. Doncker. Mans- en Vrouvveportret. M. J. Mierevelt. Portret van den Predikant Joh. Uyttenbogaart. P. de Molijn. De pleisterplaats. Portret van Willem van Oldenbarnevelt. P. Codde. Mans- en Vrouwenportret. Isaac Elyas. De maaltijd. Joh. Leemans. Stilleven. J. Vrel. Achterbuurtje in een oud-Hollandsche stad. P. Quast. De heelmeester. P. J. Saenredam. Gezicht in de gesloopte Mariakerk te Utrecht. H. Dubbels. Riviergezicht. P. van Laer. De herder en de waschvrouwen. KABINET No. 217. Rembrandt. Mythologische voorstelling. W. de Poorter. Salomo offert aan de afgoden. G. Flinck. Izaak zegent Jacob. Th. de Keijser. Mansportret. G. van den Eeckhout. De overspelige vrouw. B. J. Cuyp. Jozef aan den schenker en den bakker in de gevangenis hunne droomen uitleggende. Carel Fabritius. Portret van Abraham de Notte. C. P. Berchem. De ossendrift door het water gaande. J. van der Heyden. Een ophaalbrug. Rembrandt. Vrouweportret uit de familie van Weede. C. P. Berchem. De drie kudden. J. van der Heyden. Een steenen brug. G. Flinck. Portret van den ontvanger Joh. Uytenbogaart. Isack van Ostade. Boerenherberg. Rembrandt. Een studiekop. C. Fabritius. Herodias ontvangt het hoofd van Johannes den Dooper. Rembrandt. De steenen brug. Hollandsch landschap. Jacob dc Wet. Christus de kinderen zegenend. KABINET No. 216. Paulus Potter. Herders met hun vee. E. v. d. Poel. De bouwvallen van Delft, 11a het springen van den kruittoren, 12 October 1654. Frans Hals. Een vrolijk man. R. van Vries. De boerenwoning. Philips Wouwerman. Een boerengevecht. Th. Heeremans. Wintergezicht. N. Knupfer. De afgezanten van het volk van Rome aan Cineinnatus de waardigheid opdragende van Consul. F. Jansen. Een Kortegaard. Th. Wyck. Een boerenbinnenhuis. P. Gallis. Stilleven. Dirk Hals. Een buitenpartij. Corn. Lelienberg. Dood gevogelte. S. Koninck. Een oud man in een studeervertrek. E. van der Poel. Vischmarkt. Dan. de Blieck. Het inwendige eener kerk. S. van Beest. Groentenmarkt. J. A. Duck. De wijnproevers. J. Both. Italiaansch landschap met ponteveer. Judith Leyster. De lachende drinker. Th. de Keyser. Vermeend portret van Luit. Admiraal Piet Hein, met bijhebbend gezelschap. Anth. Palamedesz. Stevaerts. Vrolijk gezelschap. J. A. Beerstraten. Het Paalhuis en de Nieuwe brug, aan den IJ-kant te Amsterdam bij winter. KABINET No. 215. D. van Hoochstraten. Maria met het kind Jezus benevens de H. Anna. Abr. Hondius. De verkondiging aan de herders; en: de aanbidding van de herders. A. van Borssum. Landschap bij maneschijn. J. Toorenvliet. De muziekles. J. P>. Wolfert. Italiaansch landschap met herders. G. van den Eeckhout. Baders. B. Schaak. Yanitas. J. A. Duck. De ruiterstalling. Fr. Hals. Portretten van Lucas de Clercq en diens echtgenoote Feyna van Steenkiste. J. A. Beerstraaten. De puinhoopen van het oude stadhuis te Amsterdam, na den brand van 7 Juli 1652. A. v. d. Hecke. Portret van den Ingenieur Corn. Meyer. Jac. de Claeuw. Stilleven. W. van Odekercken. Schurende vrouw. S. de Vlieger. De halte. A. van Gaesbeek. Portret van een jongeling in een studeervertrek. E. v. d. Poel. Een boeren binnenhuis. M. d'Hondecoeter. Vogels en insecten. Men is nu weder in de voorhal die men in hare geheele lenij (ïranilios. Ferd. Bol. Portret van Roelof Meulenaer. H. M. Sorgh. Groenmarkt. J. van Hemert. Portret van Dirk Meulenaer. J. Hackaert. Landschap met vee. Onbekend. De Evangelist Johannes op Pathmos. ZAAL No. 260, genaamd DE ORANJE ZAAL. In dit lokaal bevinden zich portretten van den stamvader en van verschillende vorsten en helden uit het Huis van Oranje Nassau. Aan den w e s t e 1 ij k e 11 \v a n d : In het midden het door M. J. Mierevelt geschilderd portret van PrinsWillem I, daarnaast dat van den Stadhouder Prins Frederik Hendrik door denzeltden meester en aan den anderen kant dat van Prins Willem II door Willem van Honthorst; daar boven een familiestuk voorstellende Prins Frederik Hendrik met gemalin en drie kinderen, door Gerard van Honthorst en daar naast het levensgroot portret van Prins Maurits door Mierevelt en de portretten van de broeders van Prins Willem I: de graven Jan, Hendrik, Adolf en Lodewijk van Nassau ; aan denzelfden wand hangen nog de beeltenissen van Prins Frederik Hendrik en van diens gemalin Amalia van Solms door G. van Honthorst en dat van Prins Willem 111. later koning van Engeland door Willem Wissing. Aa 11 den noor clc 1 ij 1< e 11 \vand: een groot doek van W. van Honthorsl, zijnde de portretten van de Prinsen Willem 1, Maurits, Frederik Hendrik, Willem II en Willem III. daar naast de door Wybrandt de Geest geschilderde levensgroote portretten van Ernst Casimir, Graaf van Nassau en van Hendrik Casimir I van Nassau, beiden Stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe. Vervolgens eenige kleine portretten van Oranje-vorsti n afkomstig van het huis te Honselaarsdijk; een schilderij door Adam van Breen ,,Gezicht op de Vijverberg te 's-Gravenhage bij winter, op den voorgrond Prins Maurits met gevolg. Een allegorie op de godsdiensttwisten 1618—1612 en een doek door Paulus van Hillegaert: „De afdanking der waardgelders te Utrecht, 31 Juli 1G18." Aan den Oostelijken wan d : (i. van Honthorst. Portret van Prins Willem II van l )ranjc. W. de Geest. Ernst Casimir, Graaf van Nassau en diens gemalin Sophia Hedwig van Brunswijk en een door een onbekend Hollandsch meester geschilderd portret van Amalia van Solms, weduwe van Prins Frederik Hendrik, allen te paard. Daar boven een groot doek door A. P. v. d. Ve >ne, voorstellende: Prins Maurits, de Koning van Bohem» (Frederik V van den Palts) Philips Willem, Frederik Hendrik, Willem Lodewijk en Ernst Casimir, Johan Ernst en Johan Lodewijk. Aan den anderen kant der deuropening aan clenzelfden wand: B. van der Helst. Levensgroot portret van Prinses Maria Henriette Stuart, weduwe van Prins Willem II. Godfried Schalcken. Koning Willem III van Engeland, bij kaarslicht. J. A. van Ravcstein. Justinus van Nassau. Onbekende meester. Louisa Christina van Nassau, weduwe van Joan Wolfert van Brederode en bovenaan een door A. P. v. d. Venne in het grauw geschilderd doek, voorstellende: De Koning van Bohème met gemalin en gevolg op de jacht. Aan den Z u i d e 1 ij k e n w a n d : drie groote stukken; in het midden een door Govert Flinck geschilderd allegorisch portret van Amalia van Solms, als weduwe van Prins Frederik Hendrik en daarnevens de door G. van Honthorst geschilderde levensgroote afbeeldingen te voeten uit van Prins Willem II en zijne gemalin en van den Grooten Keurvorst van Brandenburg en zijne gemalin Louise Henriette Prinses van Oranje. Boven de deur: Portret van Prins Philips Willem van Oranje Nassau door M. J. Mierevelt en verder nog eenige kleine portretten afkomstig van het huis Honselaarsdijk; allen leden van het huis van Nassau. In het midden van het vertrek een standaard bevattende eene fraaie collectie miniaturen waarvan de fraaiste uit Engeland afkomstig zijn. Zij stellen voor leden van het Engelsche Koningshuis en van den hoogen Engelschen adel. De beste zijn van Hilliard, John Hoskins en Cooper. Ook de verzameling miniaturen van leden der Stadhouderlijke familie is merkwaardig. In deze zaal is eene deur die toegang geeft tot een lokaal waarin de verzameling Nederlandsche historiegilde en andere penningen, noodmunten en ordeteekenen, afkomstig uit de nalatenschap van den heer P. H. van Gelder; bij- of onder de tentoongestelde zaken is eene schriftelijke aanwijziging. verder een portret van Pieter Dircksz., genaamd Langebaard, in 1383 Burgemeester van Edam en in den bock een tafereel voorstellende: de Rechtspleging van Graal Willem den (.joeden over den Baljuw van Zuid-Holland, die, terwijl Graaf W illem ziek was een landman een sehoone koe ontnomen en een slechte in de plaats gegeven had. In een aangrenzend vertrek een goudlederen behangsel, een landschap van Delftsch aardewerk, enz. Wij keeren thans op onze schreden terug en begeven ons naar de verbindingsgang die leidt naar het nieuwe gedeelte: HET F RAG MKNTENGEBOIJW. Recht over den ingang een schilderij van K. J. Verboeckhoven, voorstellende: Paarden die door hongerige wolven overvallen worden. In den gang de borstbeelden in pleister van de Prinsen Frederik Hendrik, Willem II en diens Gemalin Maria Stuart, Prinses van Groot Brittannie, en Willem III, later Koning van Engeland door R. Verhuist en J. Blommendael. Ter linkerzijde twee schilderijen door L. Moritz en P. G. van Os, betrekking hebbende op het beleg van Naarden 1814. N. Bauer. Woelend water. C. van Cuylenburg. Potret van den Vice-Admiraal Jhr. I. F. van Capellen ; — alsdan wederom 2 talereelen uit het beleg van Naarden door P. (3. van Os. I'. J. Navez. De opwekking van den zoon der Suna- mietische vrouw door den profeet Elisa. ( ■ Kruseman. \ ertrek van Philips 11 uit de Nederlanden. M. Schouman. De tocht naar Palembang en Bombardement van Algiers. W \ erschuur. Fafereel uit den Tiendaasgschen veldtocht. N. Bauer. Bombardement van Algiers en het verbranden der Algerijnsche Marine. |. B. ï.. Maas. De barmhartige Samaritaan. Ter rechterzijde: drie groote stukken van t erd. Bol: De vinding Mozes; Achilles ontvangt van Thetis een nieuwe wapenrusting, en Jozefs beker in den koornzak van Benjamin gevonden, i) \ervolgens. \ic. Pieneman. De onderwerping van Diepo Negoro aan den Luit.-üeneraal H. M. Baron de Koek. J. \V. Pieneman. Jacob Hobein, redder der Nederlandsche vlag onder het vijandelijk vuur, 19 Maart 1831 en De aanvaarding van het hoog bewind 111 naam van den Prins van Oranje, door van Hogendorp en van der Duyn van Maasdam op 21 November 1813. 11 F. de Braekeleer. De puinhoopen der citadel van Antwerpen 1832. . , . L. Meijer. De overwinning van Palembang onder het opperbevel van den Luit.-Generaal H. M. Baron de Koek. \Vederom link s. 1 Iollandsche school. De Prins van Oranje (later Koning Willem 11) bij Quatre Bras. M. Schouman. De tocht naar Boulogne, 1S04. | H de Coene. Marktnieuws. j. A. Kruseman. De proleet Elisa en de Sunamiet.sehe vrouw. N. Bauer. Hulp der sloepen aan de Queen C harlotte van Lord Exmouth, 26 Augustus 1816. De trap opgaande en op het voorportaal: j. A. Daiwaille. Portret van den Inspecteur van den Waterstaat Jan Blanken Jz. ~7)~D^Tschilderijen .uilen waarschijnlijk vervangen worden door moderne schilderijen. J. w. Pieneman. Portret van den Generaal D. H. Raron Chassé. | C. Schotel. Onstuimige zee bij buiig weder. C. H. J. Leickert. Wintergezicht. L. Moritz. Andries Snoek, vermaard tooneelspeler in de rol van Achilles. C. H. Hodges. Portret van Mevrouw Ziesenis \\ attier beroemde tooneelspeelster. J. W. Pieneman. Mevrouw Ziesenis W attier in de ro van Agrippa. J. A. Kruseman. Rustend meisje. Ch. Picqué. üp den St. Bernard. | J Eeckhout. Het huwelijk van Jacoba van Beyeren. Gravinne van Holland, met Jan IV, Hertog van Braband, 141&. Bloem- of fruitstukken van: E. J. Eelkema, A. J. brandt. Joh. Linthorst en Adèle Evrard. Boven de deur, een schilderij voorstellende: Hebe. door Dietz. Thans betreden wij de zaal No. 342, bevattende schilderijen van meest Nederlandschc kunstenaars uit de laatste helft der iqe eeuw. Links begin n e n cl e : 1). [. Bles. De vadermoorders. A. H. Bakker Korff. Onder de palmen. M. Bilders—Van Bosse. Eikenlaan. J. G. Schwartze. Portret van Dr. Frans Rive. A. Neuhuys. Vrijage. J. H. Wijsmuller. Oud Amsterdam. D. A. C. Artz. Bij grootmoeder. [. C. K. Klinkenberg. De markt te Nijmegen. A. Vollun. Vaas met bloemen. J. H. Welssenbrtich. Bij Barbizon. H. \V. Mesdag. Strandgezicht te Schevcningen. J. J. v. d. Sande Bakhuyzen. Landschap in Drenthe. P. J. C. Gabriel. Gezicht bij Abcoude. F. P. Termeulen. In het bosch. Jacob Maris. Stadsgezicht. G. H. Breitner. Regen en wind, en Rijdende artillerie. C. F. Daubigny. Landschap aan de Oise. P. van der Velden, Dubbel blank. P. L. J. F. Sadée. Nalezen. P. J. C. Gabriel. In de maand Juli. W. Roelofs. Visschen. D. A. C. Artz. Het weeshuis te Katwijk. YV. de Famars Testas. Binnenplaats van een huis te Cairo. \YT. Roelofs. Landschap in de omstreken van 's Gravenhage. Thérèse Schwartse. Drie burgerweesjes van Amsterdam. J. H. L. de Haas. Vroege morgen. In de hier aansluitende kamer No. 343, in Oud-Hollandschen stijl van omstreeks 1600 opgetrokken meteen fraai geschilderd plafond (afkomstig uit Dordrecht) een rijk gebeeldhouwden schoorsteen en fraaie kruisvensters. hangen links een viertal portretten van Joost van den Vondel waarvan een door Govert Fiinck. Verder nog een portret van F>arclaius. geschilderd door Frans Hals. De portretten van J. A. van Riebeek, eerste Gouverneur der Kaapkolonie en diens echtgenoote door D. ( raey ; van Francois Leidecker, Burgemeester van Tholen, en diens echtgenoote door B. Zwaardecroon; en in het midden daarvan een vrouweportret van Ant. Palamedesz. Eenige kleinere portretten o. a. van Lubbert Gerritsz. leeraar der doopsgezinde gemeente door M. f. Mierevelt; 11uibert Duifhuis, pastoor der Si. Jacobskerk te Utrecht, door H. M. Sorgh ; van den Amsterdamsclien predikant Jacobus Rnlandus door ( . s an der \ oorl (?): van den dichter P. C. Hooft door J. van Sandrart en anderen. In het midden eenige toonkasten waarin is tentoongesteld de verzameling munten van Nederland, Bezittingen en Koloniën, bijeengebracht en in bruikleen afgestaan door den heer Joh. W. Stephanik. Deze verzameling loopt van de Romeinsehe heerschappij tot aan den tegenwoordigen tijd. De catalogus ad f 0.60 is alhier verkrijgbaar. Een trap voert naar een klein bovenvertrek waar nog eenige Turksche schilderijen zijn tentoongesteld, afkomstig van Cornelis Calkoen, Ambassadeur bij den Sultan van Turkije, 1727, meest allen geschilderd door J. B. van Mour. Terugkomende in zaal No. 342. Adriana Johanna Haanen. De zomer (bloemen). L. T. A. Apol. Een Januaridag. D. van Lokhorst. De schaapskooi. Jozef Israels. Portret van H. Helweg; iets verder: Alleen op de waereld, van denzelfden. A. G. Bilders. Oosterbeek, en iets verder: Zwitserland. Jongkind, De molen. Geo. Poggenbeek. De sloot. H. W. Mesdag. Maneschijn. Aug. Allebé. Het welbewaakte kind. Jozef Israels. Portret van den tooneelspeler L. J. Veltman. Ant. Mauve. Het in zee brengen van een pink. B. J. Blommers. Het breistertje; en iets verder: de kinderen van den Yisscher. J. H. L. de Haas. Ken jonge stier. f. YV. van Borselen. Hollandsch landschap. Joh. Weissenbruch. Stadspoort te Leerdam. J. Neuhuys. Boschachtig landschap bij opkomende 1>' i J. R. Brascassat. Een stier. J. W. Bilders. De heide van Wolfhezen. S. L. Verveer. Te Noordwijk aan zee. Marguerite Roosenboom. Najaarsbloemen. J. H. Weissenbruch. Gezicht bij de Geestbrug nabij 's Gravenhage. Alma Tadema. Studie eener jonge vrouw. G. J. de Vogel. Herfst. Mevr. H. Ronner—Knip. Drie tegen een. Charles Verlat. De houthakker en de beer. S. J. ten Cate. Zwijndrecht voor Dordrecht. M. J. de Haan. Vrouweportret. Mevr. S. Mesdag—van Houten. Stilleven. Thérèse Schwartze. Puck. Aug. Allebé. Vrouweportret, Nadagen en Stilleven. Boven den deur: A. Asselbergs. Zonsopgang in de Kempen. Marie Bashkirtseff. Portret harer schoonzuster. ZAAL No. 344 bevattende eenige historische schilderijen, waaronder de beeltenissen van leden van het Vorstelijk huis en vele werken van Hollandsche schilders uit de eerste helft der I9e eeuw. Hierin bevindt zich de welbekende schilderij door J. W. Pieneman: „De slag van Waterloo", 1815. In het midden op den voorgrond der schilderij de Hertog van Wellington de Opperbevelhebber van het Engelsche leger, op 't oogenblik dat de aankomst der Pruissische armee gemeld wordt; ter linkerzijde bevindt zich de Prins van Oranje door een geweerkogel in den linkerschouder zwaar gewond: ter rechterzijde de verwonde Engelsche Generaal De Langey ; op den achtergrond, in de hoogte, nabij de hoeve Aliance ziet men van een liggende harp, met enkele snaren, met kniepedalen; de andere van later fabrikaat met pedalen welke door den voet bewagen worden. Voor het raam een kastje waarin een Clavicord, oud klavierinstrument, het deksel in de binnenzijde beschilderd door Stoop, eerste helft der 17e eeuw . Een volgende kast bevat instrumenten met enkel mondrieten, een bassethoorn en een groote basfluit en daarnaast een rekje .net bek- of mondfluiten en een mooie collectie dwarsfluiten waarbij eenige van indisch maaksel. . Voor liet tweede raam een spinet of clavecimbel. enkelsnarig instrument, de snaar wordt in trilling gebracht door een ravenpennetje. Een dito instrument staal in het midden der zaal. in den vorm van een vleugel met twee klavieren en vier registere, driesnarig ;en daarnaast op de vleugelpiano van Pleiel een dito instrument, dubbelsnarig, ingericht om op reis mede te nemen. Vervolgens in kasten strijkinstrumenten, onder welke een zeer" fraaie cello en een viola di gamba, violen, draailieren, mandolines, eenige indische instrumenten en hakkeborden waaronder een Anno 1740 welke bespeeld is geworden door Prinses Wilhelmina van Pruisen, gemalin van Prins Willem \. Deze zaal verlatende komt men rechts in de afcleeling Kinderspeelgoed. In een der kasten een zeer Ir.i-ii gesneden beeldje voorstellende een rattenvanger, een schaakspel 17* eeuw: een van been gesneden dominospel. eenige waardigheidsteekens van brandmeesters enz. De volgende zaal bevat costumes uil de laatste heltt der t8« eeuw, eenige platte toonkasten niet kantwerk, handschoenen, enz. Bij den doorgang ecne verzameling paardentuigen en zweepen voor het meerendeel prijzen bij harddra- V"&.n'vertrek rechts is ingericht voor historische zaken als- 2 stoelen, gebruikt door Chasse op de Citade van Antwerpen; een fauteuil van Bilderdijk; net roer van het turfschip van Breda, enz. I„ een platte vitrine verschillende kleinere voorn er pen, waarbij voor het grootste gedeelte voorstelling en herkomst vermeld staan; o.a. stok en degen van de Ruvter, zijn bijbel enz. Een staande vitrine met kledingstukken afkomstig van prinsen van de Friesche tak der Nassau s en van koning Willem III van Engeland; de kroon en de mm s op den bodem liggende, zijn afkomstig van den Luit, Admiraal M. A. de Kuiter. .... , n Op de grens der volgende afdeeling zijn de modellen van twee heerenhuizen geplaatst, liet fraaiste is van schildpad met tin ingelegd eind 17' eeuw. Vervolgens de afdeeling Voer- en Rijtuigen. Hierbij twee oud-Noord-Hollandsche sjeesen. draagkoetsen, jachtwagen 18e eeuw, coupe gebruikt door Koning Willem II als Prins van Oranje. Thans komen wij aan de merkwaardige verzameling Volksdrachten, nog voorkomende 111 de \tiseii <" provinciën van Nederland. Ook h.cr ,s voor het grootste gedeelte bij elk costuum de herkomst aangeduid. Het verdere gedeelte van het westelijk benedenhuis bevat verschillende ontwerpen en modellen van .ei «. bouwwerken van den voorgevel van het Kijks Museu en van het Centraal Station te Amsterdam; van d< beeldengroep op Teijlers Museum te Haarlem V _ vaardigd door F. Vermeylen en Bart van Hoxe, va» liet breid „de Faam", waarvan het origineel 111 marmer aanwezig is op het !,oo, vervaardigd door Eug. J.acomblé ; drie groepen, voorstellende: De stem der liefde, — Hagar en Ismael, — en Onderwerp uit den zondvloed; vervaardigd door Theo 0. Simons. Verder eenige borstbeelden en medaillonportretten <•11 afgietsels van verschillende beeldhouwwerken. Een steenen trap voert ons naar de Westelijke Binnenplaats. Deze bevat een hoogst merkwaardige verzameling gipsafgietsels naar beeldhouwwerken, waarvan het meerendeel van Hollandschen oorsprong. Bovendien zijn langs de wanden antieke kerkorgels geplaatst, t. w. een afkomstig uit de Luthersche kerk te Amsterdam, een uit Haringcarspel, een uit de kerkte Scheemda en een uit de Nicolaikerk te Utrecht. In het midden is geplaatst een houten jubé uit de kerk te Helvoirt van omstreeks 1500. Bij den ingang ziet men vlak vóór zich het Iraaie monument in marmer van Koning Willem 1. vervaardigd door den Belgischen beeldhouwer Geefs. De Koning, levensgroot afgebeeld in liggende houding, rust met den linkerarm op een liggenden leeuw, in den rechterhand den scepter houdende; de kroon ligt aan het voeteneinde. Ter zijde van dit monument het door Antoine Mercic vervaardigd model van het te Luxemburg opgerichte bronzen ruiterbeeld van Koning Willem II, en dicht daarbij een groot borstbeeld in pleister van Prins Hendrik der Nederlanden, vervaardigd door F. Stracké. Naast het ruiterbeeld van Koning Willem II een afgietsel van de twee liggende beelden van Carel Hieronymus, vrijheer van In- en Kniphausen en van zijne gemalin Anna \an Ewssum, vervaardigd in 1664 door Rombout Verhuist, en deel uitmakende van liet grafgedenkteeken in de kerk te Midwolde. In liet midden, recht over bovengenoemd ruiterbeeld, een stelling met afgietsel; aan den eenen kant krijgstropeëen met het wapenschild der Generaliteit en oorlogsattributen als bekroning, XVIIe eeuw, van het stadhuis te Zutphen ; tusschen de tropeëen een gevelsteen met voorstelling van een beladen wagen, bespannen met leeuwen, tijgers en andere wilde dieren, die door een man bestuurd worden. Het origineel bevindt zich in de poort van het voormalig Tuchthuis op den Heiligenweg te Amsterdam. Daar boven een vijftal gevelsteenen met wapens afgegoten naar de origineelen in de waag te Enkhuizen. Aan den anderen kant der stelling een afgietsel van den hoofdingang van het in 1616 gebouwde Raadhuis te Bolsward. Ter zijde: beelden van St. Pieter en St. Paul van de St. Walburgskerk te Zutphen. Vervolgens een toonkast waarin reproductien van de in het Armeria Real, Koninklijk paleis en Prado Museum te Madrid aanwezige borstbeelden van Keizer Karei V, Koning Philips II en Don Carlos, benevens hunne harnassen en wapenschilden. Ter zijde van het genoemde Jubé is opgesteld een afgietsel van het grafgedenkteeken van Sasbout, Kanselier van Gelderland; het origineel in marmer aanwezigin de St. Eusebius kerk te Arnhem en van voren een beeld, voorstellende St. Servaas waarvan het origineel is in de kerk van dien naam te Maastricht. Vervolgens rechts en links eenige toonkasten met afgietsels van kleinere kunstvoorwerpen, waarvan herkomst en voorstelling voor het grootste gedeelte bij elk voorwerp vermeld staat. De afgietsels der bekers van Franeker en den St. Joris beker van Middelburg zijn in een dezer toonkasten tentoongesteld. In het midden staat een afgietsel van liet portaal der St. Servaas kerk te Maastricht, een der oudste gedenkstukken van Christelijke kunst in Nederland; het hier tentoongestelde, rijk versierde portaal werd in de 12de eeuw hij de kerk opgetrokken. De middenreliefs stellen voor: de dood, de graflegging, en de kroning van Maria; de bogen en de ruimte tusschen de kolommen zijn versierd met beelden van verschillende apostelen en heiligen. Achter dit portaal is opgesteld eene reproductie van het grafgedenkteeken van Karei van Egmond, Hertog van Gelre in de St. Eusebius kerk te Arnhem; — en van dat van Engelbrecht II, Graaf van Nassau, Baron van Breda, veldheer en vertrouweling van Keizer Karei V, en van zijne gemalin Limburg van Baden. Het dekstuk met de wapenrusting wordt gedragen door vier veldheeren: Caesar, Regulus, Hannibal en Philippus van Macedonie, die allen op een knie rusten. Het origineele in marmer aanwezig in de O. L. Vr. kerk te Breda. Ter zijde dezer monumenten reproductiën van de Koorbanken eenerzijds van de O. L. Vr. kerk te Dordrecht en anderzijds die van de St. Maartenskerk te Bolsward; en daartusschen een gedeelte van het koorhek in de Westerkerk te Enkhuizen. Achter dit koorhek een marmeren altaar, afkomstig uit de kerk te Leur (N. Brabant) XVIII1-' eeuw. Ier zijde en gedeeltelijk achter het portaal links, staan afgietsels van het doopvont in de Groote kerk te Breda; van het Muntpoortje te Dordrecht en daarboven een ossenkop met architectuur als bekroning van de voormalige vleeschhal te Haarlem en het wapen dier stad; — een opstelling van verschillende raamkozijnen en van een deur met fraaie kolonnetten afkomstig uil een huis te Delft, Ao. 1537; een gedeelte van het koorhek in de kerk te Abcoude; — en van den Predikstoel in de Groote of St. Jacobs kerk te s-Gravenhage. Aan den anderen kant, meer naar achteren, de ingang van het poortje: van het weeshuis te Enkhuizen en eenige reliefs van het paleis op den Dam te Amsterdam, welke reliefs vervaardigd zijn door A. Quellinus en waarvan de origineelen aanwezig zijn in de afdeeling beeldhouwwerken (Nederlandsch Museum). Verder afgietsels van de grafzerken van Jonkheer Abel van Cats en zijne echtgenoote Jonkvrouwe Charlotte van Tuyll van Serooskerken, in de Kloosterkerk te 's-Gravenhage; — van Justinus van Nassau, natuurlijken zoon van Prins Willem I en zijne echtgenoote Anna Barones van Merode in de Hooglandsche kerk te Leiden, en meer anderen. Vervolgens eene reproductie van liet Monument van Graaf de Borgnival in de kerk te Breda, en van het monument ter gedachtenis van Willem George Frederik Prins van Oranje Nassau, vroeger in de kerk te Padua en in 1896 overgebracht naar de Nieuwe kerk te Delft, van eene gedeelte van een houten Louis N\ betimmering van de achterzaal van het Gouvernementsgebouw te 's-Gravenhage. Verder liggend beeld op het grafgedenkteeken van Adriaen Clant van der Mijl in de kerk te Stedum; liggend beeld van Jan van Kerckhoven, heer van Heenvliet op diens monument in de St. Pieters kerk te Leiden, beide door Rombout Verhuist; grafgedenkteeken van Piet Hein en meer aan den wand dat van M. H. Tromp, welke zich bevinden in de Oude kerkte Delft. Aan den wand reproductien van een gedeelte van den gevel van het Stadhuis te 's-Gravenhage, — van verschillende boogvullingen uit den gevel van het huis van Maarten van Rossum te Zalt-Bommel, enz. 6 Verder eenige standaards met afgietsels van beeldhouwwerken en architectonische fragmenten. Aan de andere zijde van het portaal van St. Servaas staan gereproduceerd: het doopvont uit de St. Walburgs kerk te Zutphen; den Predikstoel in de St. Pieters kerk te Leiden; — het Christusgraf in de Oom kerk te Utrecht: — een gedeelte van den kerkboogte Nijmegen; — en op een houten voetstuk ..De Xiirnberger Madonna", beroemd beeldhouwwerk in hout in het Germaansch Museum te Nurn berg Vervolgens evenals aan den anderen kant een aantal reproducticn van beeldhouwwerken, architectonische fragmenten en oude kerkklokken. De trap aan de Noordzijde opgaande komt men in eene doorgang; onder de hier geplaatste beeldhouwwerken trekt vooral de aandacht het marmeren beeld ,,David", vervaardigd door den beeldhouwer Magni, en eene groote vaas van Algerijnsch marmer. Thans komen wij weder in dezelfde vestibule van waar uit wij onze wandeling begonnen ; wij gaan wederom de trap op, de voorhal door en aan den anderen kant, den trap af, waardoor wij komen in de vestibule van het eigenlijke Ncderlandsch Museum of wel wij verlaten het gebouw en komen aan de andere zijde weder binnen. In het portaal achter den beambte, belast met het bewaren van regenschermen enz., staat liet beeld van den reus Goliath met zijn schildknaap en David. Laatstgenoemde houdt den slinger met de steen in de hand. Deze groep is afkomstig uit het oude Doolhof, eertijds op de Prinsengracht te Amsterdam. Wij gaan ^rechtuit en dalen de trap af naar de ruime, met glas overdekte : ()()STF-LIJKE BINNENPLAATS. Deze binnenplaats levert een grootseln n aanblik door de wapentroteën en de op den vijand veroverde vlaggen die haar in 't rond versieren. Ze is gewijd aan Marine (hoofdzakelijk in het middengedeelte) Oorlog en de Koloniën. Links beginnende ontmoet men vijl afdeelingen; de eerste en tweede bevatten oude wapens, haakbussen, schilden, helmen, een reeks hellebaarden en pieken, malienkolders, harnassen, een reeks degens en zwaarden. De derde bevat de oude wapenkamer van Amsterdam waaronder te vermelden zijn eenige modellen van kanonnen en een prachtige verzameling i6e eeuwsche harnassen der Amsterdamsche schutterij. De vierde afdeeling bevat uniformen gedragen door Koning Willem III. en zijne beide Zoons. In het midden een groote vitrine met equipementsstukken afkomstig hoofdzakelijk uit de jaren 1830 en 1831 o. a. pet en degen van Hertog Bernhard van Saksen Weimar. De vijlde afdeeling bevat de belangrijke verzameling Snouckaert, een historisch overzicht gevende van de uniformen der Nederl. Kavalerie. Verderop bevat een vitrine uniformen uit 1830, een andere de uniform van den Luit.-Generaal Graaf van Limburg Stirum. Daartegenover een kamer uit het in 187c) gesloopte Hoogerhuis te Amersfoort, weleer gebouwd en bewoond door Jacob van Campcn, met verschillende door hem zelf vervaardigde schilderstukken ; en een bedstede met het motto: „el todo es nada" (alles is niets). In het midden staat een model van het Koninklijk Paleis. Aan dit vertrek grenst een Hindeloper kamer, waarin een fraaie groep van een dame met haar kind en een baker, die een zuigeling draagt. Friesche melkerij: NoordHollandsche kaaspers. St. Bavo'skerk te Haarlem en de thans afgebroken kerk te Sevenum ; het in lood gevatte glas van dat in de Beenhouwerskapel in de bovenkerk te Kampen. Een altaar afkomstig van de kerk te Kidrich: eenige fraai gebeeldhouwde paneelen van het orgel der kerk te Maarden en verschillende fraaie houten beelden en groepen uit de 15e en het begin der 16e eeuw meest van Hollandsch of Vlaamsch maaksel geplaatst op of tegen houten schotten. ZAAL 171. Gothisch tijdperk (omstreeks 1400). He gewelven en vensters zijn navolgingen van de St. Michaëlskerk te Zwolle (1356); de bevloering is ontleend aan de St.-Servaaskerk te Maastricht en het schilderwerk aan de St.-Nicolaaskerk te Venlo, annunicatie en engelen uit de Martinuskerk aldaar. Tusschen de kerkbanken aan de W.-zijde is de achterkant van het bovengenoemde altaar van Kidrich rechts en links geflankeerd door schotten met houten groepen en figuren uit het begin der 16e eeuw. Aan de O.zijde staat een groot altaarstuk met figuren, schilderwerk 13e eeuw, afkomstig van de St.-Walburgskerk te Zutfen. Onder den boog, die deze zaal van de volgende scheidt, is een oorspronkelijke muurschildering uit de 14e eeuw. (achter glas) tentoongesteld. In deze en de voorgaande afdeeling — staan onder baldakijnen tusschen de vensters houten Heiligen figuren uit de 15e en 16e eeuwen. ZALEN 166 en 167. De pilaar in het midden en de bevloering zijn reproducties van die in de kerk te Wouw, en in de kathedraal van St. Omer. Het zuidelijkste deel dezer zaal geeft een navolging te zien van het inwendige der kerken te Wouw en Deventer; de schilderingen van die in het St.-Luciakoor te Venlo en van de Parochiekerk te Blitterswijk; de driehoekvormige bogen der twee Zuidelijke gewelven van een kapel in de abdij te Thorn. Het origineel der groote muurschildering bevindt zich in de Dominikanerkerk te Maastricht en dagteekent uit het jaar 1337. Aan den wand is een fraaie preekstoel met gothiek snijwerk (einde 15e eeuw) afkomstig uit het klooster te Uden. Het zuidelijk venster naar een model in de kerk te Hulst, 15e eeuw, het noordelijk naar een venster in den toren der kerk te Ransdorp, begin 16e eeuw. De schilderingen in het N. deel zijn navolgingen van de St.-Jacobskerk te Utrecht en de Bovenkerk te Kampen. Gegraveerde koperen platen van het graf van Gijsbert Willemsz. de Raet (1515) uit de kerk te Gouda; een steenen ,,Tabernaculum" (15e eeuw). Drie toonkasten met verschillende voorwerpen, meest allen voor kerkelijk gebruik. Een bevat eene gemengde verzameling in brons, ivoor, enz. o. a. een olifiantstand met voorstellingen van Simson den leeuw verslaande en een reliekdrager van nijlpaardentand, Byzantijnsch werk 11e eeuw. De tweede bevat miskelken, monstransen, enz. een triptiek uit 1500. Schilderwerk achter en op glas. De derde bevat koper en bronswerk, kandelaars, aquamanillen enz. ZAAL 168. Reproductie van de kapel der Abdij van Aduard, prov. Groningen, een baksteenen gebouw uit de 13e eeuw. Opmerkelijk zijn hierin de geëmailleerde groene tegels met bloemwerk. De gewelfschilderingen zijn copieën van de kerk van St.-Martm-des-Champs te Parijs, de engelen boven den O. doorgang van de Cunibertuskerk te Keulen en de glazen van voorbeel- den uit de 13c eeuw. Wij keeren op onze schreden terug door de zalen 167 en 166 naar: ZAAL 165. (Kerkelijke bouwkunst uit de i7e eeuw) in den stijl der protestantsche kerken, ontworpen door Hendrik de Keyzer (overl. 1621) en Vredeman de Vries. Aan de wanden copieën van muurschilderingen uit de kapel van Cosmas en Damianus en van St.-Seveer, in de St.-Laurenskerk te Rotterdam. De gebrande glazen, waarvan de eene met het W apen van Alkmaar \ ersierd is, en het tweede den slag op de Zuiderzee tusschen de Nederlanders en Spanjaarden in 1573 vertoont zijn uit de Oosterkerk te Hoorn. Het N. O. venster, daartegenover, uit het klooster van St.-Agatha, stelt Prins Maurits in knielende houding voor. Het Z. O. venster is afkomstig uit de Protestantsche kerk te Oostburg. In deze zaal bevindt zich een predikstoel afkomstig uit de kerk te Susteren, begin 17e eeuw; en het model van het orgel in de Luthersche kerk op de Stroomarkt te Amsterdam, voor den brand van 1823. In eenige vitrines oude boekbanden. De nu volgende zalen vertegenwoordigen het Burgerlijk leven van ons voorgeslacht en vormen een hoogst belangrijke reeks vertrekken in oud-Hollandschen stijl. ZAAL 163, 164. Raadhuiszaa!, uit het einde der 14e eeuw. De zoldering is een getrouwe navolging van die in het raadhuis te Sluis, van het jaar 1395. Afgietsel van een fraaie schouw (15e eeuw) vroeger in het oude Markiezershof, thans in het Stadhuis te Bergen-op-Zoom. Eikenhouten Gothieke kast, afkomstig van een der kapittels te Utrecht (14e eeuw); langs de muren Fransche en Vlaamsehe behangseltapijten uit de 15e en 16e eeuwen en Oostersche tapijten, 17e eeuw. In het midden toonkasten met priesterkleederen, en 2 draaiende standaards met oude weefsels. ZAAL 162, 161. Raadhuiszaal uit de 15e eeuw, ingericht in navolging van een zaal in het door den architect Mr. Barent in 1447 gebouwde Raadhuis te Zwolle. De schouw, van trachiet van den Drachenfels, was het ontwerp van Mr. Herman van Keulen. De daarvoor staande balieis versierd met gesneden eikenhouten dierenfiguren (leeuwen, honden, katten, apen, enz.) die wapenschilden vasthouden, en afkomstig zijn uit het aloude Hof van Holland te 's-Gravenhage, dat door Karei den Stoute werd gesticht. Aan den wand, muurtapijten uit het Bourgondische tijdperk en de eerste helft der 16e eeuw. Aan de X.-zijde ziet men een kachel van beschilderd Duitsch aardewerk van het begin der 16e eeuw. Vier toonkasten in het midden bevatten: ie schotels van gedreven koper, 15—17e eenw, 2e ijzerwerk: sleutels, kandelaars, deurkloppers, kistjes enz. 3e koper- en bronswerk o. a. een fraaie verzameling mortieren, 4e tinwerk: kannen, bekers, borden, schalen enz. ZAAL 158. Aan de wanden: bijbelsche tegeltafereelen van gekleurd oud-Delftsch aardewerk. Rechts en links deuropeningen met fraaie betimmeringen en snijwerk uit de 17e eeuw. De keuken daarnaast bevat een wenteltrap met bijzonder fraai gebeeldhouwde leuning (van de 2e helft der 17e eeuw), huishoud- en keukengereedschap en muurbekleeding van Delftsch aardewerk. Door een modern gesmeed ijzeren hek komt men in de OOSTELIJKE PAVILJOENZAAL (157),