1 *» ww .imr^«g.^.M- *•«*.** ^tsu^ J + H LIEDJES WUZEN EN PRENTJES MET PIANO- BECCL: SPEENHDFF R'DAM W+L&J + BRU55E* VIERDE BUNDEL ZO»rSvn!Eni"E?BJnS VAN liEKENDE PAPIER. IN' HANDIG FORMAAT TEGEN ZEESLAGEN PRIJS ÜLD'U QEDRUKT 0P 00ED Reeds verschenen: No. 1. EEN BOEK van Bernard Canter. Twee weken Bedelaar, ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. No. 2. EEN BOEK van Frans Coenen. De Zomergenoegens van de Familie Kramp, ƒ 0.25; geb. ƒ 0.45. No. 3. EEN BOEK van M. J. Brusse. In de Nachtbuurt. ƒ 0.35; geb. / 0.55. No. 4. EEN BOEK van Henri Hartog. In d'r Nieuwe Woning. Realistische Novelle. ƒ 0.30; geb. ƒ 0.50. No. 5. EEN BOEK van Hélène Lapidoth-Swarth. Louise. Een Novelle. / 0.25; geb. ƒ0.45. No. 6. EEN BOEK van Richard de Cneudt. De Primus. Humoristische Novelle /0 25 • geb. ƒ 0.45. No. /. EEN BOEK van Frits Leonhard. Zwervelingen, ƒ 0.25; geb. ƒ0.45. No. 8. EEN BOEK van Lute Klaver. De Vrachtrijder van Warmelo. ƒ0.35geb. ƒ 0.55. No. 9. EEN BOEK van J. H. Speenhoff. Avontuurtjes, ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. No. 10. EEN BOEK van Richard de Cneudt. De Secretaris der Dekenij. Humoristisch verhaal uit het Vlaamsch klcin-burgcrlijkc leven, ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. No. 11. EEN BOEK van Mr. M. G. L. van Loghem. Proefkonijntjes, ƒ 0.35; geb. ƒ0.55. No. 12. EEN BOEK van M. J. Brusse. Achter de Coulissen, ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. No. 13. EEN BOEK van J. H. Speenhoff. Filiphina's Wonderliefde. Met 30 teekemngen. ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. No. 14. EEN BOEK van Ina Boudier-Bakker Een Dorre Plant, ƒ 0.35; geb. ƒ0.55. utN BOEKHANDEL VERKRIJGBAAR. VIERDE BUNDEL LIEDJES, WIJZEN EN PRENTJES NÉDERI%DSCHESSSCHW^ ZOPrvn[^il^Er-BJnS VAN BEKENDE PAPIER, IN HANDIG FORMAAT, TEGEN ZEER LAGE^ PRUs! GEDRUKT OP GOED Reeds verschenen: No. 1. EEN BOEK van Bernard Canter. Twee weken Bedelaar, ƒ 0.35; eeb ƒ 0.55. 6 No. 2. EEN BOEK van Frans Coenen. De Zomergenoegens van de Familie Kramp. ƒ 0.25; geb. ƒ 0.45. No. 3. EEN BOEK van M. J. Brusse. In de Nachtbuurt. / 0.35; geb. / 0.55. No. 4. EEN BOEK van Henri Hartog. In d'r Nieuwe Woning. Realistische Novelle. ƒ 0.30; geb. ƒ 0.50. No. 5. EEN BOEK van Hélène Lapidoth-Swarth Louise. Een Novelle. / 0.25; geb. ƒ 0.45! No. 6. EEN BOEK van Richard de Cneudt. De Primus. Humoristische Novelle /O 25geb. ƒ 0.45. ' ' No. 7. EEN BOEK van Frits Leonhard Zwervelingen, ƒ 0.25; geb. ƒ 0.45. No. 8. EEN BOEK van Lute Klaver. De Vrachtrijder van Warmelo. ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. No. 9. EEN BOEK van J. H. Speenhoff. Avontuurtjes. ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. No. 10. EEN BOEK van Richard de Cneudt. De Secretaris der Dekenij. Humoristisch verhaal uit het Vlaamsch klein-burgerliike leven, ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. No. 11. EEN BOEK van Mr.M. G. L. van Loghem. Proefkonijntjes, ƒ 0.35; geb. / 0.55. No. 12. EEN BOEK van M. J. Brusse. Achter de Coulissen./0,35; geb. ƒ0.55. No. 13. EEN BOEK van J. H. Speenhoff. Filiphina's Wonderliefde. Met 30 teekeningen. ƒ0.35; geb. ƒ0.55. No. 14. EEN BOEK van Ina Boudier-Bakker. Een Dorre Plant, ƒ 0.35; geb. ƒ 0.55. IN DEN BOEKHANDEL VERKRIJGBAAR VIERDE BUNDEL LIEDJES, WIJZEN EN PRENTJES Van J. H. SPEENHOhT zijn bij de uitgevers W. L. & J. BRUSSE mede verschenen: AVONTUURTJES. EEN BUNDELTJE HUMORISTISCHE SCHETSEN. Prijs f 0,35. In linnen gebonden f 0,55. FILIPHINA'S WONDERLIEFDE OF DE SMART VAN KONING BILLIOEN. EEN HUMORISTISCH VERHAAL MET 30 TEEKENIN'GEN van den SCHRIJVER Prijs f 0,35. In linnen gebonden f 0,55. ZEDE-SPELEN. No. 1. lou. Tooneelspel in 1 bedrijf f 0,35. No. 2. Ploertje. Tooneelspel in 1 bedrijf I 0,35. No. 3. De Bosdokter. Blijspel in 1 bedrijf i 0,35. No. 4. Een vrije vrouw. Tooneelspel in 1 bedrijf I 0,35. VIERDE BUNDEL LIEDJES, WIJZEN EN PRENTJES DOOR J. H. SPEENHOFF DICHTER-ZANGER-TEEKENAAR. MET PIANO-BEGELEIDINGEN door JAC. BLAZER ROTTERDAM — W. L. &. J. BRUSSE. HET AUTEURSRECHT OP DEN INHOUD VAN DIT BOEK IS VERZEKERD VOLGENS DE WET VAN 28 JUNI 1881, STBL.No. 124. INHOUD VAN DEN VIERDEN BUNDEL. Bladz. Opoe 7 Gemeubileerde kamers 10 Een meisje dat men nooit vergeet .... 14 De Rembrandtfeesten 19 Michiel Adriaanszoon de Ruijter .... 23 Isadora Duncan 28 Duitsche vriendschap II 34 Ons Hollandsch ideaal .38 Haagsche nieuwtjes . 43 Rotterdamsche nieuwtjes 49 Boscoopsche praatjes 54 Leidsche praatjes 57 De zeven plichten van 'n vrouw .... 61 Blad*. Gezongen door C. J. A. Speenhof!—Prinz: 't Kind van de zonde 66 Daar kan 'n mensch niet buiten . . • .71 Dat doet men in gezelschap niet .... 75 'n Vrije vrouw 80 De vivisectie K'r> Er wordt aan gewerkt 89 Dat kan een vrouw alleen 94 't Diner van meneer Boon 97 Lente-idylle 103 De nieuwe meid '08 De vier studenten "2 't Weldadigheidsfeest "6 De veertien dochters van Ridder Jan . . .119 OPOE kin - dc - ren fie-sjnuwd; Al d'r jon - gens en d'roeis-je» Wa - ren na el-kaar ge-trouwd. locn » ° " ^ 8 wo - nen Pij d'r jong - ste lic - ve • ling, En daar wacht - te ze ge - dul - dig Tot zc naar 't kerk - hof ging. In 't begin was opoe alles, Ieder was haar aangenaam ; 't Warmste hoekje naast de kachel, 't Mooiste plaatsje voor 't raam; Maar toen opoe's spaarbankboekje Heelemaal was afgezet, En toen opoe lam ging worden Moest ze 's middags vroeg naar bed. Eerst moest opoe naar de keuken. Had d'r lieveling gezeid; Toen moest opoe naar de' zolder In de bedstee van de meid. Manden lajj ?r daar te puffen, Niemand had meer medelij; Tot de kleine meid kwam zepgen Dat d'r opoe niks meer 7ei. GEMEUBILEERDE KAMERS. Om wal bc - ter rond te ko - men I Met hun amb - tc - naars pen - siocn Trok - ken ze naar Sche - ve • nin - gen In 't be - gin van 't bad sci- !l25T 7. ver - huur - den hun e - ta - ge Goed-schiks voot 'n maand of twee. En be- hiel-pen zich op zol - der, Voor de huur-der van be - neê. Op die heete zolderkamer Met een kookstel en 'n pan. Bakten ze hun varkenslapjes Of een eitje nou en dan ; Toen de baklucht van hun eten Langs de trap naar onder gleê, Aten ze maar boterhammen Voor de huurders van beneê. Maar [t ergste nog van alles Wat ze vreesden dag en nacht, Was 't kindje dat moest komen, Eiken dag werd 't verwacht; Wat ze vroeger zoo verlangden Viel op zolder nu niet mee. Want de drukte was vervelend Voor de huurders van beneC*. Toen 't eind'lijk ging gebeuren Op een nacht dat alles sliep, Was er niemand om te helpen Die voor hun den dokter riep; Zij lag in d'r haar te bijten Wist niet meer wat of ze deê. Want ze durfde niet te pillen Voor dc huurders van beneC. Starend lag ze in d'r kussens Met d'r kindje in d'r schoot. Toen die 's morgens wat wou vragen Was zijn lieve stakker dood . Dat er boven op de zolder In hun huis een doode leó. Kon die toch niet gaan vertellen Aan de huurders van beneö. Om geen rouwbeklag te krijgen Stuurde ie geen kaarten rond, Liet ie geen gordijnen zakken Hield ie radeloos zijn mond, 's Avonds laat werd ze begraven Heel alleenig liep ie mee, Alles had ie nu verloren Ook zijn huurders van beneö HEN MEISJE DAT JE NOOIT VERGEET. I Wan-neer 'n man zirh otid gaat voe - len, Ver-liest ic zijn luid-ruch-tig-heid, Dan wordt ie J zui - nig op zijn ci - gen. Dan maakt ic zor - gen voor de' tijd. Dan gaat ie den - ken aan zijn fui - vrn, A.in at 't Refrein rit! la - chen wat ie deed. Maar'.mees-te waar die aan zal den - ken Bij al zijn lief en al zijn leed. 't Is aan 't I ineL» - je dat ie nooit ver - geet, 't Is aan 't meis - je dat ic nooit ver - geet. iiut meisje waar die van ging hou'un Liep (ip 'n avond zoo maar mee, Dat beste kind wou geen cadeautjes Was met zijn zoenen al tevreê. Ze zei: „Jij ben van al de jongens „De allermooiste die ik ken ,, l.n ach, je hoeft me niet te trouwen „Wanneer jij maar gelukkig ben." Refrein. Dat is 'n meisje, enz. Ze poetste 's morgens vroeg zijn schoenen Ze deed de vlekken uit zijn jas. Ze zorgde 's middags voor zijn potje Wanneer er wat te koken was, En ging ze 's avonds met hem loopcn Dan was ze leuk en chique gekleed, Zoodat de mannen naar d'r keken Omdat 'm dat genoegen deed. Refrein. Dat is 'n meisje, enz. En was ie 's nachts weer aan den boemel Dan had ze uren lang gewacht. Dan deed ze net zoo lief als anders Al werd ie dronken thuis gebracht. En was ie 's morgens soms niet lekker Dan zei die allerbraafste meid : „Hier is 'n haring en 'n klare, „Dan ben je gauw je kater kwijt." Refrein. Dat is 'n meisje, enz. Vierde Bundel 2 Wanneer zijn ouders bij 'm kwamen Twee brave menschen van 't land, Dan ging ze verven en behangen Dan was zijn rommeltje aan kant. Terwijl die oudjes zich verbaasden Dal alles zoo in orde was, Zat zij maar stiekum in de keuken En deed of ze de dienstmeid was. 'Refrein. Dat is 'n meisje, enz. En toen 't uit was met zijn liefde Zei ze: „lk ga weer naar m'n moe, „Je hoeft me niks geen geld te geven, „Stuur me maar „anzichtskaarten" toe. „Mocht ik je naderhand ontmoeten, „Als je getrouwd en vader ben, „Dan zal ik heusch alleen inaar kleuren, „En doen alsof ik jou niet ken. ' Refrein. Dat is 'n meisje, enz. DE REMBRAND T F E E S T E N. \f(ni/ratr> Tam tl ijk btirtgtrnd. | Rem-brandt mag wel dank-baar we - zen, Dat hij o - ver - Ie - den is. Dat de Ne - der - land-schc Na - tic. Fuift zijn na - ge - dach - te • nis. Want wan • neer hij nu nog . eei-ac Met z.jn hoo-gcr i - de - aal, Was hij ccn ge - wo - nc schil-dcr, Vond geen raensch licm ge - ni • aal. Rembrandt heeft niet stil gezeten, Stuk na stuk heeft hij gewrocht, Ieder jaar hoort men van werken Door professors opgezocht; Maar wanneer hij nu nog leefde Keek hij die professors an, I£n dan vroeg hij hoe een dooie Nog zoo'n massa schild'ren kan. Rembrandt maakte veel portretten, Ook voor Six in Amsterdam, Door die zure karreweitjes Kwam hij an zijn boterham ; Maar wanneer hij nu nog leefde En hij hoorde Jonkheer Six, Zei hij: „Geur nou niet zoo met me, „Want 't kostte bijna niks!" Rembrandt heeft als Amsterdammer I leel wat woningen gehad, Overal ontdekt mrn huizen Waar de Grooto Meester zat; Maar als Rembrandt nu nog leefde Ki ek hij zich meewarig aan, Want dan was hij huisjesmelker En dus nooit failliet gegaan* Rembrandt is zijn heele leven, Altijd schraal bij kas geweest, Millionnair kon hij niet worden Daarvoor had hij te veel jjeest; Maar wanneer hij nu nog leefde Werd hij vast een rijke man, Want dan liet hij zich maar kijken In een groot café-chantant. Rembrandt maakte van zich zelve, Elke twee jaar een portret, Lxpres heeft hij die geschilderd Voor M'neer Bredius en Jan Yeth, Maar wanneer hij nu nog leefde Had hij 't zeker niet gedaan, Want dan kwam hij als reclame Week'lijks in „De Prins" *j te staan Lcu ^ciklustxeerd wcckt/luJ MIC Hl EL ADRIAAN5ZOON DE RUIJTEF MfiHrr/tti Ttimr/i/k hm rgen ' Eerst werd Rem-brandt op - gc - he • meld, Toen weid Bil - der - dijk gc- | ccrd. Hol • land heeft zich ziek pc • hul - digd, Feest pc - vierd en gc - di - neerd En nu wordt er met Dc I Kuij-ter door liet na - ge-slacht ge-gcurd. * God weet komt na ve - Ie ccu-wcn, Ja - cnb Bl.i • zcr t) aan dc bcurl. Vroeger jaren kreeg Brittanje Van De Ruijter op zijn kop, En dan bracht hij na zoo'n zeeslag Britsche oorlogsschepen op; Maar wanneer men tegenwoordig Hier een Britsche kruiser ziet, Is ie opgekocht door sloopers l;.n die vochten daarom niet. Is 't niet een heerlijk teeken Als een volk zijn helden eert, Als 't met Oe Ruijter-boter Rembrandt-olie adverteert: * Of • God weet komen wij na eeuwen Ook misschien nog aan de beurt t) Kapelmeester van liet Casino tc Rotterdam. Plechtig viert 't huldefersten Drinkt 't huldebier en wijn, Jammer dat men voor zoo'n hulde I rrst een plechtig lijk moet zijn. Vegetariërs beweren Dat hij nimmer beafsteak at. Drankafschaffers weten zeker D.it hij nooit een kater had; Zedemeesters zijn van meening Dat hij niet aan vrouwen dacht, Als De Ruijter nu nog leefde Riep hij: „Miss'lijk nageslacht" of *) Werd hij dronken thuis gebracht. 't Regent ingezonden stukken Vol met muggenzifterij, Hoe de naam was van De Ruijter Met een i, of met een ij; Of hij wel De Ruijter heette Of alleen maar Adriaan, Straks schrijft iemand in de kranten Och, die knul heeft nooit bestaan. •) Vooral du hij zoo befuifd wordt. 1 Als De Ruijter nu nog leefde En hij stapte op zijn vloot, En hij schoot met zijn kanonnen Uier of daar een vijand dood; Kwam er gauw een dikke diender En die zei: „Kom mee, meneer! „Naar 't Hof van Arbitrage, „Vechten doet de mensch niet meer Vhssingen liep op 'n hoopje 1 oen hij in den toren zat, leder die Muhiel zag klimmen Juichte: „Wat 'n held wordt dat1" Als De Ruijter nu nog leefde En hij deed dezelfde mop, Voedde men hem niet voor zeeheld M.uu voor glazenwasscher op DE NIEUWERWETSCT1E FEE OF ISADORA DUNCAN. S( het tiend. In Ilol-land staat een won-der-huis In Noordwijli aan de Zi e; Daar woont in zoe-te een-zaara-heid 'n j nieu-wer-wet-sche fee; Des a-vonds laat mag men haar 2ien, Dandwaalt ze langs 't strand, En o - ver-dagdan blijft ze thuis Voor Rffrein mcn-schenvan dc krant, 't Is I • sa - c!o - ra Dun-can, li - rc - li - rc Dun-ran, li - rc - li • rc, hoep-sa - sa. Heel Holland ziet haar bevend aan, Knielt juichend om haar heen En snoept van haar kl.issiekcrigheid En van haar bloote been , 7Je menschen vallen haast in zwijm, Heel Noordwijk staat verstomd W anneer de reine fee verschijnt, 't Is of de zeeslang komt. 'Refrein. Maar 't is Isadora Duncan, enz. Maar ach do fee gaat niet in zee, Want feeën baden niet. Omdat dan ieder kosteloos De feeunbeenen ziet, Die exploiteert ze veel te goed Ze doet geen steek voor niks, Haar bcenen mag men s winters zien, Dan kost zoo iets een riks. Refrein. Voor Isadora Duncan, enz. Bij haar is allus hooge kunst En hoog klassiek gebaar, Ze danst op Mozart en op Bach Soms beiden door elkaar. Ze danst in 't Fransch en in 't Duitsch Ze danst de hooge c En als 't vol is in de zaal Dansen de duitjes mee. 'Refrein. Voor Isadora Duncan, enz. De fee verloor verleden jaar Een taschje met een schat, Ze gaf den man 'n schijntje fooi Die 't weer gevonden had. Want in 't taschje wat hij vond Zat heusch niets kostbaars in, Er zat behalve 'n pijpje schmienk Alleen reclame in. Refrein. Voor Isadora Duncan, enz. De fee bewoont ons vaderland, Ons volk snapt haar zoo goed En ook omdat ze hier allicht De beste zaakjes doet, En daar ze dankbaar is van aard En teeder van gemoed Danst ze 't volgende seizoen Op ons Wien-Neerlandsch-bloed. Refrein. Heil Isadora Duncan, enz. Vierde Bundel 3 DE DUITSCHE VRIENDSCHAP. II. Duitscli-land wil ons volt be-scher - men, Lluiiath-Uud on - ze bond • ge - noot, Duilsch-land on • ze bra • ve broe- I dei, On - ze red-der in den nood. Maarzoo-lang de Duit-scliers schel-den Op de Ne - der-land - sche „kliek", I Zat 't ons ge - sto - ten wor-den, Zijn we "'<* fa • mi - lie - ziek. Onlangs ging t in Hen Rijksdag Iemand vreeselijk te keer. Dokter Paassche stond te schelden Op den Hollandschen „meneer", Aan dat schimpen om 'n hoekje, 7.0o kwajongensachtig klein. Merkt men dat er in den Rijksdag Ook nog heel wat „Moffen" zijn. Onze ambtenaars zijn schurken Die naar de kolonie gaan Om zich lekker rijk te gappen En in Holland bluf te slaan: „Hollandsche Meneers" zijn dieven, Indiü wordt uitgebuit, We bestelen de Regeering Riep die moffrikaansche guit. Maar wat in hun snertkolonies In Zuid-Afrika geschiedt, Hoe of daar wordt huis gehouden Zei die Dr. Paassche niet; Maar de Europeesche bladen Zagen achter de gordijn Dat er in die pracht-kolonie Hooggeplaatste dieven rijn. Dat bij gToote dieverijen Een Minister is gemoeid, Die nu zijn ontslag moet nemen Daar hij stil had meegeknoeid; Kan men ons nog niet verwijten, Daarvoor zijn we nog te fijn, Daaruit blijkt dat de „Meneeren" Werkelijke Heeren zijn. Zag men gouverneurs vertrekken, Met hun minnares aan boord, Heeft men zulke fraaiigheden Ooit van de „Meneers" gehoord; Nooit zag men van onze ambtenaars Zoo iets treurigs en „unfairs" Laat de Duitschers daarom zwijgen, Van de „Hollandsche Meneers" Dikwijls worden Nederlanders Uit het Duitsche Rijk gejaagd, Meestal zijn 't knappe werklui Die men zoo kleingeestig plaagt. Als men hier bij ons in Holland Van zoo'n treurig zaakje hoort, Zijn die Duitschers meestal spelers, Zakkenrollers en zoo voort. ONS MOLLAK DSC H IDEAAL. r Z . Mc, •* schei -ding ,n je haar, Ncjcs «huis be-zorgd ,e «o, - den Door een „e, - ,e co, -e-m,. AU^ Moe door'n vi * si - te Jam-mer niet de deur uit mag; En je Pa niet naar kan-toor moet Op een Beurs-va-can-tie- dag. Juist op tijd ce-bo-ren wor-den, Niet te vroeg en niet ie laat. Net pre - ries op je ver-jaar-dag, An-ders spreekt de we-reld Kffrein [ nat urn -schcn «v„ ons at - lc - maal. Dal .s ons Hcl-landsch I - - dc - aal Netjes op je vader lijken, Net zoo dom en net zoo vlug, Net zoo uit je oogen kijken, Anders stuurt hij je terug, Nooit aan anderen verklikken Waar je Pa je Moe voor scheldt. Wie de broek draagt van hun tweeen En de baas is van 't geld, Netjes eten, netjes praten, Toonen dat je vormen kent, Nooit wat doen en nooit wat laten Als je op visite bent. Refrlin. Dat wetischen wij, enz. Netje- met oen meisje trouwen, Met een bruidschat van 'n ton, Duiten bij elkander hou'en. Rente, kapitaal, coupon ; Altijd netjes op je zaken, Koffiedrinken op kantoor. Op de tram 'n praatje maken. Tweede klasse op 't spoor. Dan je leunstoel, je sigaartje- Met je vrouwtje en de krant, Warme toffels en je klaart je. Wonen in je eigen pand. Refrein. Dat wenschen wij, en/.. Zagen we hoe onze zeelui Op gevaar af van den dood, < 1'Allerlaatste menschen redden Van 't wrak der I larwiehboot. Zagen we hoe doodsveraclitend Kik van hun zi|n plichten dec Als ze vochten in de branding Van de donderende zee, Aangemnedigd ^nor 't voorb^Hd Dat Prins Hendrik hen gaf, Brachten ze de drcnkclingrn Van 't vreeslijk wrakstuk af; Danken we die brave kerels Voor hun redding in den nood, Een hoerah dus voor Prins Hendrik En voor 't volk der Reddingboot. Refrein. Dat roepen wij nu allemaal, Zij zijn ons Hollandsch ideaal- •)Bij 't vergaan der 1?*rwidi>>oot „Brrlin", 21 Febr. 19^7. voor de Hoek van Holland HAAGSCHE PRAATJES. A'i el U vlug- und. Hier de bos • scheo, par - ken, plei - neo. Ginds 1 Sche - ve - mng-schcslrand. Maai » ook a, I Ie - ven nog zoo fijn, Toch kon men hier nie-mand vin - den, Die mi - nis - ter wil - de ztjn.g De Beaufort ging aan 't zoeken, Maar 't vinden ging niet glad Hoe hij snuffelde en praatte, Niemand die er in zin had. Sinds de aanslag op Van Raalte Is minister zijn een straf, Want geen mensch ligt graag ontijdig Als minister in zijn graf. Van 't ouwe ministerie Wil geen een benoemd meer zijn, Van een „blijvende gedeelte" *) Kan dus nu geen sprake zijn, *) Wetsvoorstel, waarom 't ministerie viel Bij gebrek aan goede krachten, Leest men in de krant misschiet» Wordt gevraagd een ministerie Van getuigenis voorzien* In Den Haag daar doen de dienders 's Nachts de kroegen netjes dicht, Over nacht-gelegenheden Zijn ze nog niet ingelicht. Stap je dan in een urbaintje En je rijdt maar even mee, Zit je binnen vijf minuten In een vroolijk nachtcafé. In de Haagsche dierengaarde. Waar men zelden brullen hoort. Exposeert men weinig dieren. Maar wel auto's cn zoo voort, ■Heel die fraaie expositie Heeft de moeite niet geloond, Enkel zeven kinderwagens Werden er met goud bekroond. Onlangs li<~p 't stoomschip „Vernis" Op 't Wassenaarsche strand, Hoe men groef en trok en sjorde, „Venus" wou niet uit t zand. Dat is zeer goed te begrijpen. Wassenaar ligt bij Den Haag. In Den Haag dat weet u allen, Ziet men „Venus" veel te graag. Lang gewacht en stil gezwegen *) 't Ministerie is kompleet, Nooit gedacht en toch gekregen, Want we hebben Rappard beet •) 14 dagrs later. Alles blijft nu bij 't ouwe Daarvoor zijn we in April, In zoo'n maand is alles moog'lijk. Want April brengt wat ze wil Heel Parijs is aan 't schelden Op den Hollandschen gezant. Weldra wordt hij t'ruggeroepen. Kan men lezen in de krant, Was Van Rappaid niet gekozen Dan was nu De Steurs de man, Want die heeft zich laten kennen Als een man die praten kan *J. In de Haagsche Diererigaarde Gaat 't anders aardig toe, d' Directeur is weggeloopen, Die is ook zijn baantje moe, Commissarissen zijn allen Directeurtjes in 't klein, Zoodat er veel meer commissarissen Dan getemde dieren zijn. *) In de iéék Montagmoi, Heel de Haagsche dameswereld Heeft een hartkwaal opgedaan. Ziet hoe treurig en verlaten Of ze langs de straten gaan, Hoort ze zuchten, hoort ze klagen Heeren, hebt er meêlij mee! Want Marcou de 1'ransche zanger Nam haar aller harten mee R O T T E R D A M S C H E PRAATJE S Niet te ? lug. Rot - ter-dam is toch maar ee - nig, Jon-gen, ion - gen wat 'n ! stad, Ie - der - een wou dat zijn va • der Hier een rij - tje pand - jes had. Maar ai is ook al - les prach-tig, En 't Vierde Bundel 4 Ir - ven noc zoo fijn, Toch wil nie-mand van ons al - len In Rot - ter ■ dam e - gra-ven z.jn In de Zandstraat is 't heerlijk, Overal muziek en licht, Voor een glaasje oude klare Slaan ze daar je oogen dicht; Met revolvers en met messen Maken ze elkaar van kant, Daarom zeker heet de Zandstraat In 't begin : ,,'t Roode Zand. Boven op de fraaie gevel Van ons nieuwe Rechtsgebouw, Staat met weegschaal en met sabel Een geblinddoekte mevrouw ; Maar de blinddoek van haar oogen Heeft zo voor haar neus gedaan, Want de scherpe geur van koffie Was niet langer uit te staan. *) Op de Blaak staat trotscn en prachtig d' Wissel- en effectenbank, Hooge vensters, fraaie deuren, Dikke muren glad en blank. Als de muren dunner waren Of van minder sterke steen, Vlogen de revolverkogels Dagelijks er glad doorheen, f) Onlangs was een simpel boertje De Passage ingegaan. Want hij dacht er met biljarten Gauw een duitje uit te slaan; ♦) Dc rechters dronken onbewust koffie van door den portier gestolen boonen uit zakken als bewijsstukken bewaard. |) Werd tweemaal achtereen voor de deur een moordaanslag geplefgd. „Wel potdorie'" riep 'l boertje, ,,'t Kost me al een riks of tien, ,,'k Heb al uren staan te wachten „En ik heb geen bal gezien !" Rotterdam was voor 'n poosje Nog een achterlijke stad, Daar men net als vroeger jaren Niets dan paardentremmen had; Maar nu zijn er elektrieke, Ieder wijk heeft nu haar lijn. Weldra zullen er meer tremmen Dan Rotterdamsche burgers zijn. 't Is een herrie en 'n leven In die elektrieke tram, Praatjes maken is niet moog'lijk, Want je schreeuwt je longen lam, Prachtig zit je in de wagens, Je darmen schudden door elkaar, Gunstig voor de spijsverteering Rammelen en hossen maar. Kijkt ze langs de straten snorren. Langs bun elektrieke baan, Die niet haastig in kan stappen Laten ze gewoonweg staan; Voor 'n hijpaal of 'n wagen Staat de tram onmiddellijk stil, Mujr '11 mensch wordt overredec Als ie dan niet hooren wik *) ') Gemiddeld twee ongHukken per dag eo een doode per week. Bij den aanvang vau de in d.eost stelling B O S C O O P S C H E PRAATJES. Niét te vlug. Uos-cuop is de laai • ste ja - ren Wun-der - lijk voor-uit ge¬ gaan Daar • om ziet men langs de we - gen Zul - ke mooi - e hu, - zen staan. Ik zou oest mer w,r - ,eu no" dan in dc stad. Als ik ci - Rcns lanps dc Gnu - wc. Maar een mooi - e vil - la had. Bosroop gaat 't goed np aarde, Roscoop wordt een Paradijs, Al die welgedane menschen Zijn daarvan ccn vast bewijs; [V- natuur is overheerlijk, Tuin en akker overschoon, Torh is Boscoop niet gelukkig. Want 'r mist een telefoon. Maar de Staat is reeds begonnen Met den aanleg van het net, Hier en daar zijn langs de wegen Vele palen neergezet; Iedereen wil voor zijn woning Graag zoo'n dikke, lange paal, Straks gaat iemand met 't paaltje Van zijn buurman aan den haal. Ook een spoorweg is er noodig, Een locaaltje of zoo iets, Want al is 'n boottocht aardig, Voor den handel is 't niets; Om naar Boscoop toe te komen Is men vele uren kwijt, Iemand vroeg me op 't bootje Of 't op 'n eiland lcit. Boscoop krijgt een waterleiding, Geld is er genoeg in kas, Ruimte is er om te boren Als er nu maar water was; Daarom boorde een commissie Duizend meters in 't rond, Of ze ergens in de diepte Soms een waterleiding vond. LEIDSCHE PRAATJES. A'i>/ Ie f /fjf 1 Lei - den heeft ge - brek aan dui-ten, Zoo-als cl • ke groo • te I zaak. Dus be-dacht men 'n bc - las - ling Op 't n - - baar vermaak. Maar God-dank de Raad w.is wij - zcr. De bc- I las - tinc kwam cr niet, An - ders waar' dc Lcid-schc schouw-burg Nu ren o - pen - baar ver-drict. ,,Allerzielen" *) werd verboden, Leiden is daarvoor te fijn. Voor zoo'n stuk zijn hier de mcnschen Allemaal nog veel te klein. Toen de wijze Burgervader Die vertooning heeft belet. Was dc goede stad van Leiden Voor dc tweede maal ontzet. Maar tot troost der Leidsche burgers Werd cr naderhand gezeid Dat ze niets cr aan verloren Want 't stuk was narigheid, *) Het ra. H<*yermans Jr. Leiden heeft een Burgervader Die naar kunstvered'Iing streeft. Die bij al zijn hooge plichten Ook tooneelkritieken geeft. Onlangs kocht een kleine jongen Bij een taartjesbakker thee, Die behalve in comestibles Ook in anisette deê; Door de werking van de drankwet Werd de man er bij gelapt, Daar hij aan een minderjaar'ge Frauduleus had thee getapt. Anti-revolutionnairen Liberaal en Katholiek, Met vrijzinnig democraten Vormen hier de politiek; Daag'lijks moeten die partijen Van dezelfde richting zijn, Als ze naar 't Haagje rijden ln dezelfde bommeltrein. F Daar waar men iets komt verrichten, Wat men niet op straat mag doen, Anders waren we als hondjes Zonder burgerlijk fatsoen ; Daar waar arm en rijk eendrachtig Steeds dezelfde taak verricht. Wordt de Lcidsche Rembrandthulde Rembrandt's buste opgericht. DE ZEVEN PLICHTEN VAN EEN VROUW. Moderato. De ccr - stc plicht van cl - kc vrouw Is nooit ge • lccrd tc doen, Dat komt bij lief - de niet te pas, Een zoen is maar een zoen; Wat geeft 't of ze met een bock Haar I' ÜC-VC her- sens krenkt. Een vrouw die denkt bij wat « zeSt, Zegt mm - raer wat «denk. De tweede plicht van clKe vrouw I* houden van haar man. Te zorgen dat ze met ren zoen Hem steeds verleiden kan ; Want als ze daar geen slag van had En altijd kuisch Nvou zijn, Dan waren wij er allen niet En dat zou jammer zijn. De derde plicht van elke vrouw Is goed gekleed te zijn. Al heeft ze heelemaal geen geld Voor rokken van satijn. Al draagt ze bloesjes van katoen, Ze moeten aardig staan. Een vrouw kan toch lieftallig zijn, Al heeft ze weinig aan. De vierde plicht van elke vrouw Is steeds gehoorzaam zijn, En altijd onderdanig doen, Al is 't maar in schijn, Wanneer ze geestig vleien kan Dan volgt haar man gedwee, Een vrouw regeert de wereld toch, We weten wel waarmee. De vijfde plicht van elke vrouw Is manlief toe te staan, Om zonder haar van tijd tot lijd Alleen eens uit te gaan ; 'n Vrouw die zegt: „Man ik mot mee", ,,Of anders blijf je hier", Is niet jaloersch op zijn persoon Maar wel op zijn pleizier. De zesde plicht van elke vrouw Is zwijgen op haar tijd, Omdat ze juist 't meeste zegt Met haar stilzwijgendheid. Een vrouw die altijd praatjes maakt En altijd kletsen wil, Is erger dan een fonograaf Want die houdt eenmaal stil. De zevende en mooiste plicht Is dat ze koken kan, Want als ze eenmaal opoe is Dan heeft zc daar wat an, Omdat een man die ouwer wordt En jaren is getrouwd Toch veel meer van zijn eigen buik Dan van een opoe houdt. Vierde Bundel 5 HET KIND VAN DE ZONDE. Mineur. Klagend \ ^ Ik ben ten licht - zin - nig per - soon - tje, Te jong om ver - stan - dig te ' doen. Ik lach aU een at» - der zou hui - - - - len, Mijn hee • Ie for - tuin is een zoen. Mijn naam «an „,e - men - dal sche - leo, Om - dat ik nirtwec, wie ik bon. kan mct Ie . 2cn of i scnnj-vcn, Want la - rhen is al wat ik krn Ik « k0n Ik ben maar een >""« van de Zon - . de, Ik leef voor den glan-zen -den schijn; Wan-nccr er geen zon-den be • ston - - den, Dan zou ik een en • gel - tje zijn. Mijn vader die uou me net hebben. Mijn moeder die ruimde me op. Toen is er een juffrouw gekomen Die pakte me mee uit ons slop; Toen kwam ik terecht in haar winkel. Daar heb ik 't beter gehad, Maar die wou me ook al niet houden Omdat ik te veel bij haar at. Refrein. Ik ben maar een kind, enz. ioen ben ik de straat opgeloopen, Daar sprak me 'n jongetje an, Die gaf me een zoen en 'n handje Daar leerde ik bedelen van; En als ik nu niets heb te eten Dan scharrel ik langs de café's, Dan vraag ik de heeren om klontjes Die geven ze wel aan zoo'n wees. Refrein. Ik ben maar een kind, enz. Toen is er een diender gekomen Die stopte me in 't bureau. Daar heb ik 'n nachtje geslapen Die dienders die mogen me zoo, Ze gaven me 's morgens nog koffie Omdat ik niet weet wat ik doe Ze brachten me weg in een wagen, Toen ging ik naar Veenhuizen toe Refrein. Ik ben maar een kind, enz AW r/»f DAAR KAN EEN MENSCH NIET BUITEN I Al zijn dc kin-drcn nog zoo stout. Al brc- ken ze de rui-ten, Wan-ncer men troost cn lief-de zoekt, Dan kan men er niet bui-ten. Al is een mcnsch millioenen rijk Al zwemt ie in zijn duiten, Zijn doodkist moet een ieder in Daar kan 'n menscli niet buiten. Al 711n de menschen moordenaar^ C.eweldige schavuiten, Wat was een rechter zonder hun Daar kan de man niet huiten Al ts Dr. Kuvper nog 700 Knap In 't nemen van besluiten. Toch moet hij eerst minister 7i|ti Daar kan de man niet buiten. Al is de brandweer nog zoo goed Al heeft ie reuzenspuiten, Wat was een brandweer zonder brand. Daar kan ie toch niet buiten. Al is je vader een handiet Een man om op tc sluiten, Een vader moet er toch maar zijn Daar kan 'n mensch niet buiten. Al scheldt jc vrouw den heelen dag. Zoodat je ooren tuiten, Al slaat ze alles kort en klein Een man kan er niet buiten. DAT DOET MEN IN GEZELSCHAP NIET. A'i et Ir vlug Muziek van Nap de la Mar. To<:I» '1- mijn ou-ders hui» ver - liet. Zri mor. hoor 's Mar-ga - riet, Doeniet als j' in ge - zei-schap ben Als - of je geen ma - nie - ren ken. 1^11111111111 O shoc-kinc Mar - Ra - riet, Dat duet men in ge - zei-schap niet. Wanneer er iemand aan je vraagt Waarom je geen bnllianten draaft, /eg dun niet: ,,lk heb ze niet aan, „Omdat ze in de lommert bi aan. Rüfkein. O shocking, enz Wanneer je van 't dansen warm Wat uitrust op een heer zijn arm. Zeg dan niet: „ach meneer, meneer, „Ik zweet me dood, ik kan niet tneer" Refrein. U shocking, enz. Wanneer de gastheer je misschien Zijn pasgeboren kind laat zien, Zeg clan niet: „Bah, wat 'n gedrocht, „Zet dat maar buiten in de tocht". Refrein O shocking, enz. Wanneer de herren na den wijn Een beetje opgewonden zijn, Zorg dan wanneer men moppen tapt Dat je niet kleurt als je ze snapt. Refrein. O shocking, enz. Wanneer de gastvrouw met je praat, Haar blanke tanden kijken laat. Vraag dan niet in jc dommigheid: „Draagt u die tanden al 'n tijd?" Refrein. O shocking, enz. En als de gastvrouw tot jc zegt: „Ach, mijn gezondheid is zoo slecht," Zeg dan niet: „Gut, dat dacht ik al „Dat u 't niet lang meer maken zal" Refrein. O shocking, enz. Wanneer er soep gegeten wordt Leg dan je beentjes op je bord, En als j'er een hebt ingeslikt. Zorg dan vooral dat je niet stikt. Refrein. O shocking, enz. li Wanneer 't eten is gedaan En alle gasten op gaan staan, Neem dan bij toeval na 't diner Geen zilveren vorken stiekum mee. Refrein. O shocking, enz. 'N VRIJE VROUW. A/iuirrêh'. der - ne ze - den uit. Pas - sen mijn ie - form - ja • pon - nen Niet vol - ko - men bij mijn snuit, Loop ik met inetgroo-te | pa» -sen, Als ik lang* de stra • ten sjouw; Lijk ik nou wel op 'n da - rne, iien ik soms geen vrij - e vrouwV Als de mannen toch eens wisten Hoe ik ze totaal veracht, O! o! o! ik heb zoo'n hekel Aan dat sterkere geslacht, Al hun snorren en hun baarden, Laten me volkomen koud, Nooit zal ooit een man mij hebben, Nooit... al word ik nog zoo oud. Vrijen vind ik minderwaardig, Dat hoort bij de beesten thuis, lk vertik 't om te zoenen. Heel mijn leven blijf ik kuisch, Vierde Bundel 6 Weg met zoenen en met vrijen, Bah, wat 'n geschiedenis, lk moet niets van liefde hebben Oxe niet vegetarisch is- Liefde vind ik onaestetisch, Hoogstens abnormaal geklets, Voor de echte vrije vrouwen Is de liefde ouwerwetsch; ^rv^n^n is ni#»t hyj>i^ni^r h, O. 't is zoo ongezond. Mijn bacterie vrije lipprn Walgen van een mannenmond Laat Hf kranten ons maar schHHen Met hun uitgezocht venijn. Laat professor Treub maar zeggen Dat we hobbezakken zijn. Laat - neus 't ls inoord en hongersnood; Wanneer 'n Rus den Keizer vraagt 1 loe 't met de vrijheid staat. Dan antwoordt Nicolaas beleefd 'l'erwijl ie hem de kop afslaat rfci-kein. Er wordt aan gewerkt Een vrrrmHr]inr' kwam naar Den Hoacr r» Hij deed een vrrrc rris. Hij keek zijn Baedeker 's na Voor 't Carnegie-paleis; Toen vroeg hij nan een Hagenaar Waar staat toch dat gebouw, De Hagenaar die keek 'm aan Als of hij zeggen wou Refrein. Er wordt aan gewerkt Wanneer men aan den ooievaar Om een visite vraagt, En als men bij dat brave dier Zich steen en been beklaagt, Dan kijkt hij ons meewarig aan En overdenkt uw klacht, En zegt dan om er af te zijn Terwijl hij troostend lacht Refrein. (Alleen het gebaar van zingen). DAT KAN EEN VROUW ALLEEN. VVan-neer 'n man geen cent ver-dient, Al paVt hij al • les an, Wan- I " .. _ ^ mnP(, v,r . liest. Om - dat hij niet meer kan. Dan slaat zijn lie - ve bra - ve vrouw Haar Wanneer men door de ooievaar Al achtmaal is bedacht. 2oodat men aan zijn vrouwtje zegt. Hij heelt genoeg gebracht; Maar brengt hij dan 't volgend jaar Er twee in plaats van een, Dan is dat net iets voor 'n vrouw, Dat kan 'n vrouw alleen. Wanneer een oude weduwnaar Mistroostig verder leeft, En daardoor 's avonds grokjes drinkt Fn 's morgens katers heelt, ar - men om hcra heen, Dan is hij tuin - tig maal zoo sterk, Dat kan een vrouw al - leen. Dan zucht hij als hij wakker wordt Waarom ging zij ook heen. Geen mensch die mij een haring brengt, Dat deed mijn vrouw alleen. Al werkt een man ook nog zoo hard Hij blijft zoo arm als Job, Al bidt en smeekt hij zijn patroon: Sla mijn salaris op. Maar gaat dan op een kwaden dag Zijn vrouw voor hem er heen, Wordt zijn salaris wel verhoogd Dat kjji 'n vrouw alleen. 'T DINER VAN MENEER BOON. Meneer Boon een rentenier Kwam er toe om, voor zijn plezier, Vierde Bundel Ook s naar Parijs te gaan Ofschoon hij geen woord Fransch kon verstaan, Maar had hij in zijn eigen gezegd 7 Met geld kom je overal wel terecht, En als mijn mond me in den steek mocht laten Dan moeten mijn rijksdaalders maar voor me praten , Toen hij aankwam in Parijs Was hij hongerig van de reis, De klok had net op zijn Hollandsch zes geslagen En zijn maag begon hem dus te plagen. Zonder zich lang te bezinnen Stapte hij een eethuis binnen, Trok zijn jas uit, hing zijn hoed op den knop Streek met zijn handen zijn haren wat op, Snoot zijn neus en zette zich neer Als kwam hij er al voor den hondersten keer, Hij n.im de spijskaart en las Wat er die middag te eten was, Maar met ccn ernstig gezicht Peed hij de kaart weer dicht, Want hij snapte geen zier Van dat Fransche gemier. Maar dacht hij: die Parijzenaars met hun Fransch Bij mi| hebben ze geen kans. Ja ze moeten mij leeren Hoe je moet dineeren. Mij tikte — de kellner kwam voor hem staan Boon wees in eens N°. t van de spijskaart aan, Hij rammelde met zijn geld 't Gerecht werd besteld. En toen de kellner terugkwam zag hij pas Dat N°. i een soepje was. Hi| proefde 't, maar trok 'n snuit, 't Zag er zoo'n beetje als erwtensoep uit Hij proefde nog een keer Maar lustte niet meer. En toen zijn bord weggenomen werd Dacht hij: nou die erwtensoep lijkt ook wel snert. Bah, wat 'n kost, neem maar jongeheer En hij tikte weer Aan den kellner die voor hem kwam staan. Boon wees N". 3 van de spijskaart aan. En toen de kellner terugkwam zag hij pas Dat N". : ook al een soepje war- Nou dacht hij hij zijn ' igen. Je schijnt hier niets dan soep te krijgen, Die Franschcn met hun kouwe rlrukkie Geef mij maar liever een hartig Mollandsch stiikkic. Maar 's Iands wijs, 's lands eer Ik dineer, Ik heb geen hinder Van een soepje meer of minder. Hij tikte, de kellner kwam weer buigend voor hem staan. Nu wees Boon NJ. 3 van de spijskaart aan. En toen de kellner weer terugkwam zag hij pas Dat N". 3 potverdikkie alweer 'n soepie uas Boon begon in de war te raken, Willen ze 'n waterleiding van me maken. Soep, soep, soep die aanstellerij, 't Leger des Heils is er heilig bij Woedend tikte hij tegen zijn glas Aan den kellner die dadelijk bij hem was En buigend voor hem kwam staan. Boon wees nu 't laatste nummer van de spijskaart aan. En toen de kellner terugkwam zag hij pas Dat 't laatste gerecht 'n tandenstoker was. LENTE-IDYLLE. Lente, park, hooge boomen, Jonge blaadjes uitgekomen. Lekker weertje, mugget» brommen. Groene perken, boterblommen. Een, twee, drie vergeet-mij-niet Spreeuwen zingen minneliedjes. Koeien loeien, eenden kwaken, Musschen tjilpen op de daken. Donker laantje, eenzaam bankje, Zeven paaltjes met 'n plankje. Aardig meisje, frissche wangen, Oogen die naar te veel verlangen, r.irapluietje in dc hand, Teekent hartjes in 't zand. Meisje kijkt voorzichtig rond, Fepermuntje in den mond. — Ouwe Heer komt aangeloopcn. Meisje blauwe oogen open. Heertje kijkt haar aardig aan, Blijft aandachtig voor haar staan. Meisje glimlacht, wangen kleuren. God! wat zal er nu gebeuren? Want dc ouwe grijz hcerc Zet zich deftig bij mij neer. „Gunst, wat zit u hier verlaten, Willen wij een beetje praten, Allerliefste jonge juffer?" Meisje mompelt: „Ouwe suffer " Ouwe Heer schuift naderbij. Zegt een kleine vleierij: '„Aardig meisje, liefste zusje. Geef me maar een heel klein kusje. Al wat jong is m.ig ik graag." „En ik dito, ouwe zaag!" Denkt 't meisje, maar ze zegt: „Foei meneer, wat is u slecht. Kusjes geven mag niet hoor. Daar ben ik te netjes voor'" Ernstig keek ze voor zi, we hebben 'n meid, Een nieuwe meid, 't Werd tijd. De vorige zijn we al drie weken kwijt. Verbeeld je drie weken alles zelf gedaan, H eusch, schoenen gepoetst, vroeg opgestaan Drie weken hebben we zonder gezeten En alles aangebrand gegeten. Ma heeft met dat nare koken Al haar nagels afgebroken. En kijk mijn handen eens hoe rood. Ik schaam rne dood Voor de leerares. Ik durf er niet mee naar de les. Ze lachen me uit op de H. B S. De vorige hebben we weggestuurd Omdat ze zoo kletste in de buurt Ze had aan de heele straat verteld Dat Ma de baas was van ons geld *) Naar 'u h ruiikch litJje t>r werkt En 'Int onze Pa alle dag^n Aan Ma om zakgeld moest vragen ja, verbeeldt u, is dat niet slecht, \ an mijn oudste broer had zc gezegd Dat hij aan haar kamertje luisterde En rare woorden tusschen de deur door fluisterde Die hij stilletjes in een hoek Opzocht in zijn woordenboek. Maar Goddank, niemand heeft 't geloofd. Want mijn broer is al drie jaar verloofd. Kn dan een meneer Die doet dat niet meer, Wat denkt zoo'n meid wel, ajakkus Met haar bolle bakkus. En bovendien, mijn broer is al een man En dan kijk je geen keukenmeid meer an Maar gelukkig, we zijn haar kwijt. Nu hebben wc een nieuwe meid, 't Is er zoo eentje van buiten. Pa zegt: zoo versch van de kluiten, Zulke handen en zulke kuiten En die loopt te fluiten. Gisteren avond kwam ze aan f'.n .'e is dadelijk naar bed gegaan I n van morgen voor \ijvrn al opgestaan. M.iar verbeeldt jc wat ze. heeft gedaan, A.tn 't ontbijt Vroeg Ma aan de nieuwe meid ()f ze al een bad genomen had, Pat was hier zoo de gewoonte in de stad. /r krek Ma erg verwonderd aan Fn ze i dat ze dat nog nooit had gedaan. Maar als Mevrouw 't Zoo wou. Dat ze 't dadelijk nem^n zou. Om tien uur is ze er in gegaan Fn om twaalf had ze nog niet gedaan. Ma werd ongerust en wou 's gaan hooren, Maar Pa zei: Ach, je mort haar niet storen. Maar toen 't al (én geslagen had Kn die meid nog in de badkamer zat, Werden we allemaal bang, 't Duurde te lang. God weet Wat die domkop daar deed. Ma ging kijken, de deur was niet dicht, De nieuwe meid zat met 'n akelig gezicht Op den rand van 't bad te hijgen, Ze kon geen adem meer krijgen. Ze was blauw van de schrik En ze had hevig den hik. Mevrouw, zei ze, ik kan niet meer, 't Is te veel op eene keer. Ik ben zoo naar, ik ben 't zat, Het is te groot dat bad. Dat nare water wil niet slinken, Ik zie geen kans om dat htele bad leeg te drinken. DE VIER STUDENTJES Allegitlto. r Annonce. Ik ga een lied • je zin-gen, Zoo Dc vier Studentics. r ... ,1WI «a. Ziin. Het Ui van v.er stu - den - ten, En van een maag-de - lijn. •) Vrij vertaald uaar 'I Franscb. De een studeerde rechten, De tweede de chemie, De derde medicijnen, De vierde geen van drie. 't Waren trouwe vrinden. Een klaverblad van vier. Ze hadden weinig duiten. Maar des te meer pleizier. Vierde Uundel a De een dronk whiskey soda, De tweede gerstenat, De derde oude klare, De vierde wat hij had. Ze waren dol met fuiven, En jolig uit te gaan, En als ze niet meer liepen, Dan konden ze niet staan. Ze hielden van een meisje, Een eigenaardig dier. Dat had een luchtig hartje, Waar plaats in was voor vier Dat zelfde lieve kindje, Dat was hun grootste schat, Haar wonderzoete hartje Was alles wat ze had. Dat s;af ze die studenten, Aan elk een vierde part. Wat kan zoo'n simpel meisje Meer geven dan haar hart. De vaders der studenten Die werden daarom boos, Toen zij studenten waren Studeerden ze altoos. Toen gingen ze aan 't blokken, Studeerden dag en nacht, Daar konden ze niet tegen En stierven onverwacht. Dat zoete, lieve meisje Loopt treurig door de stad. Ze zoekt weer vier studentjes, Maar nergens vindt ze wat. HET WELDADIGHEIDSFEEST. *) ff* 3 —— - f ** Annonrr. j_jet |S nu een-maal de ge-woon-te, Dat op 'n Het wddadiRhiMdsfrest. I feest van welda-die-heid, Eenian-ge- ,es een lied kom. rin-gen, En da. een re - de - naar wat zei.; Zoo zal het voor-, aan aU,,d •) Vrij vertaald ».aar 't Fnnsch blij-ven, Zoo is het vroe-ger ook ge-weest. Want zon-der zan - ce - res en sprc-ker, Be-staat er geen wel-da-die? fee&t De zangeres is altijJ eenig. Ze heeft talent en zingt met gloed. Wat of ze zingt kan niemand .schelen, Als ze maar zingt is 't al goed. Wanneer ze zingt verveelt zich niemand, I laar lieve stem treft 't gemoed, 't Is jammer dat men van te voren Nog eerst den spreker hooren moet. Wanneer de dame staat te zingen, Dan houdt de redenaar zijn snuit. En als de redenaar gaat .spreken. Uin rust de zangeres wat uit Daardoor bespaart men de vergaad'ring Heel wat verveling en verdriet, Want als de dame staat te zingen. Hoort men Goddank den spreker niet. Wanneer de spreker zit te zwijgen, Dan lucht de dame haar gemoed En na de woorden van den spreker Doet haar geluid den menschen goed Ze vragen lachend aan elkander Wat of hun nu toch zoo bekoort, ls 't 't zwijgen van den spreker Of wel 't zingeD dat men hoort. De zangeres zingt niets oorspronk'lijks, 't ls meestal van 'n componist Die sedert jaren is gestorven En sedert jaren is gekist. Tusschen de dame en de spreker ls 't verschil dus nog al groot, De spreker is altijd oorspronk'lijk, Maar is daarbij, helaas, niet dood DE VEERTIEN DOCHTERS VAN RIDDER JAN. *) Rid-der Jan dat was een ra - re Met Zijn vie¬ ze klee - ren an, Met zijn stii - ve var - kens - ha - ren Leek hij niets geen e - del - man. •) Vrij vertaald naar 't Duitseh. j. Ridder |.m was rijk aan dochters. Veertien meisjes s;root en klein, 't Jongste verfde reeds haar haren, 't Oudste kon al opoe zijn. Ridder Jan had alle dagen: Heer, verlos me van mijn schat. Maar er wou geen vrijer komen Omdat J;ui geen duiten had. Eind'lijk kwam er een beambte. Iemand van de posterij. Die vroeg om de hand der jongste En die zei: hier heb je mij. Nu was Ridder Jan geborgen, Eind'lijk was hij uit den nood. Zeven dagen na de bruiloft Zei hij: amen en was dood Dertien dochters hieven over En die gingen nu alras Bij Hen postbeambte eten, Tot er niets meer over was Toen de boel was opgegeten, I iep de postman naar 't woud, Hing zich op aan een kastanje, Zuchtte: amen en was koud Ridder Jan ?ijn veertien dochters Gingen allen in den rouw. En ze vroegen aan elkander. Wie ter wereld voedt ons nou? Ridder |an zijn veertien dochters Gingen naar een apotheek, Aten veertien pond vergif op, Maar geen een er van bezweek. En nu eindig ik mijn liedje. Anders doe ik u verdriet. Anders ging u zitten huilen En dat wil ik liever niet. Herren is er iemand bij u Oio geen bruidje vinden kan. Denk aan Ridder Jan zijn dochters. Veertien wachten op een man. Bij de uitgevers Bellettrie. W. L. & J. BRUSSE te. Rotterdam is mede verschenen: Antonlo (Mr.) Nieuwe Schetsen uit de Tweede Kamer onder het Ministerie-Kuyper. Met 60 karikaturen van Dirk Nijland. Prijs gecart. f 2,25. Assche (Piet van) Marrus en Theus. Met omslag-en bandversiering van D. Nijland. 1'rijs ing. f 2,90,gebonden i' 3,5u. Brusse (M. .1.» Boefje. Naar het leven verteld door M. J. Brtisse. Op veertien steenen in prent gebracht en verlucht niet bladversieringen en beginletters door Dirk Nijland. Met een voorrede door ,1 ohall de Meester. Gebonden in perkamenten band met gouden stempels. (83 X 27'/i c.M.. XX + löti + 14 X 4 bladzijden. 14 prenten op Japansch papier, buiten den tekst.) No. 1 —100 épreuves d'artiste, gewaarmerkt door den schrijver en den teekenaar met hunne handteekeuingen. 1'rijs f 47,50. No. 101—300 op de snelpers gedrukt en geb. in linnenf 25,—. Brusse (M. J.) Boelje. Naar het leven verteld. Meteen voorrede van Johan de Meester. 8e druk. Met omslag-en bandversiering van Steinlen en een portretschets van den schrijver door D. Nijland. Prijs f 1,50. geb. f 1,90. Brusse (M. J.) Het Nachtlicht van de Zee. Met een pentekening van Jozet Israëla en een omslagteekening van .1. li. Heukelom. Prijs 10,90, geb. 1' 1,25. Brusse (M. J.) l.andlooperij. Met een kopergravure van l'rof. 1'. Dupont. Uitsluitend in dezen eersten druk. Ken krijtschets van zijn hand is op het omslag gereproduceerd. Prijs 11,90, geb. f 2.50. Brusse (M. J.) Landlooperij. Zwerftocht van een dagbladschrijver onder stroopers eti schooiers. 3e druk. 4e lOOOtal. Goedkoope uitgaaf f 0,90, geb. f 1,25. Carelsen (Geertruida) Noord-Hollandsche Vertellingen. Met omslag- en bandversiering van Kees van Dongen. Prijs I 2,40, geb. f 2,90 l'oenen (Frans) Biirgemiensclien. Prijs f 2,90 geb. t 3,50. Dekking (Henri) Op Dwaalwegen. Oorspronkelijke roman. Prijs f 3,25. geb. kop verguld f 3,90. I Dekking (Henri) Getroffenen. Prijs f 3,25, geb. f 3,90. ! Dekking (Henri) Winterkoninkje. Prijs f 3,25, geb. f 3,90. Gurkl (Maxim) Slaapstee (Nachtasyl). Uit de onderste lagen der samenleving. Tooneelspel in 4 bedrijven. Vertaald door Henri lfartog. 2e druk. Prijs f 1,25, geb. f 1,65. ' Hartog (Henri) Sjofelen. Verzameling van de nagelaten werken van den schrijver niet zijn portret. Voorrede van Lodewijk van Deyssel. Prijs f 2,90, geb. 1 3,50. Krede Beii Heik Achmed, gezegd de dorst naar liet sehoone. Het boek Ontluiking. Oorspronkelijke roman, ing. in 3 deelen I' 7,50, geb. in linnen band met gouden stempel f 8,50. Leo n ha ril (Krits) Aan l.ager Wal. Oorspronkelijke roman. Omslagteekening van .1. .1. Aarts. Prijs f 2,40. geb. 1 2,90. Leouliaril (Krits) Het Knechtje. Oorspronkelijke roman.Omslagen bandversiering van 1). Nijland. Prijs I' 2,90, geb. f 3,50. Leonhartl (Krits) Kleine Bandeloozen. Omslag-en baiulteekening van 1). Nijland. Prijs f 1,50, geb. 1' 1,90. I.eunharil (Krits) Emigranten. Tooneelspel in 3 bedrijven. Prijs |! f 1,25, geb. f 1,60. I hoveling (Virginie) Erfelijk Belast. Oorspronkelijke roman. Met portret. Prijs f 2,90, geb. f 3,50. Lovellng (Virginie) De Twistappel. Oorspronkelijke roman. Prijs . I' f 2,40, geb. I' 2,90. ; Lniiili)Uist (Ernst) Talnii. Roman uit het leven te Stockholm. Geautoriseerde vertaling van K. I.alir.fr. 1'rijs t'2,10,geb. f2,50. Martin (Hans) Onder Jongens en Meisjes. Prijs f 2,50. Gebonden - I in stempelband f 3,25. Meer (Pieter van der) I.evens van l.eed. Met omslag- en bandversiering van 1). Nijland. Prijs 1 2,50, geb. I' 3,25. Jleyere (Victor de) l.angs den stroom. Prijs f 2,50. geb. f 3,25. Moreseu (A.) Journalistieke Manoeuvres met den Zedenspiegel. Met een geteekend portret en boekversiering door .1. Aarts. Prijs f 1,50, geb. 1,90 a Morlssou I Arthur) De lotgevallen van Dicky 1'errot. Het kind van den Jago. In omslag of band van 1) Nijland. Prijs f 1,50geb.f 1,90. Serie EEN KOEK. No 1 Cauter (Bernard) Twee weken Bedelaar. 3e druk met 2 portretten. 192 bladz. f 0,35, neb. f 0,55. No. 2. Coeuen (Frans) De Zoniergenoegens van de Familie Kramp. 100 blz. Prijs f 0,25, «eb. f 0,45. No. 3. Brusse (M. J.) In de Nachtbuurt. 160 bladz. f 0,35, geb, f 0,55. No. 4. Hartog (Henri) In d'r nieuwe woning. Realistische novelle. Met 1 portret 12» bladz. Prijs f 0,30. geb. f 0,50. No. 5. Lapiilotli-Swarth (Hélène) Louiae. Ken novelle 88 bladz. Prijs f 0,25, geb. f 0.45. No. b. Cueudt (Richard de) De Prinius. Humoristische Novelle. 90 blaux. Priis f 0,25, geb. f 0,45. No. 7. Leouhard (Frits) Zwervelingen. 100 bladz. Prijs f 0,25, geb. f 0,45. .. No. 8. Klaver (Lute) De Vrachtrijder van Warmelo. Prijs 10,35, geb. f 0,55. No. 9. SpeenholT (J. H.) Avontuurtjes. 120 bladz.Prijs t 0,35, geb. f 0.55. No. 10. Cueiidt (Richard de) De Secretaris der Dekenij. 164 bladz. Prijs f 0,35, geb. f 0,55. No. 11. Luglieui (Mr. M. G. L. van) Proefkonijntjes.Uiteen meisjesdagboek. 136 bladz. Prijs f 0,35 Geb. t' 0,55. No. 12. Brusse (M. J.) Achter de Coulissen. Prijs f 0,35 geb. f 0,55. No. 13. Speeuhoff (J. H.) Filiphiua's Wonderliefde. Met 30 teekeningen van den schrijver. Prijs f 0,35 geb. 1' 0,55. No. 14. Boudler Bakker (Ina) Ken dorre plant. Prijs I' 0,35 geb. f 0,55. Brusse's Reisgidsen. No. 1. Lissa (G. van) Twee weken te Berlijn. Geïllustreerde Gids voor Berlijn met een kaart en een spoorwegkaartje. Prijs f 0,50. No. 2. Brusse (M. J.) De Harz. Ken Harzreis door M. J. Brusse. Geïllustreerde gids voor den Harz met een uitslaande kaart. Prijs f 0,50. No. 3. Dekking (Henri) Van de Hotte tot de Schelde. Dwaaltochten over de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche eilanden. Met 30 teekeningen van J. B. Heukelom. Prijs. 1 0,50. Verzen. Adauia van Schelteuia (C. S.) Kenzame Liedjes. 2e druk. Prijs f 0,60, £eb. f 1,10. Aitama van Schelteuia (C. S.) Zwerversverzen. 2e druk. Prijs f 0,60, geb. f 1,10. Adama >an Schelteuia (0. S.) Van Zon en Zomer. 2e druk. Prijs 1'0,60, geb. f 1,10. 2e druk. Adama van Schelteuia (('. S.) ITit den Dool. Prijs f 1,90 geb. f 2,40. Adauia vau Schelteuia (('. S.) Ken weg van Verzen. Prijs f 1,90, geb. f 2 40. Adama vau Schelteuia ((.'. S.) Levende Steden: 1. Londen. 2. Dus- seldorp. 3. Amsterdam. Prijs f 1,25. Buuteus (P. C.) Het Treurspel van Agamemnoon. Naar bet Griekscli van Aischylos in Nederlandsche verzen overgezet. Met aanteekeningen. Prijs f 2,60. , . \*... O...I .... 1 u.wl l'rüu I' II <111 wh f 1 40 , lllllflll IA. \nn) v nn ti» r>- -• - ' ~ I Kelen (Jan) Leutelinde. Het Lied van een jonge Liefde. Prijs 1 1,00. Islees (Theod.) Recitatieven. Prijs 1 2,50, geb. f3,50. Martin (Hans) Bekentenissen. Prijs f 0,90. geb. 1 1,40. Knkele exemplaren op geschept Huil. papier a f 5,— Schutter (Lodewijk de) Verzen f 1 — Shelley (Percy Bysshe) Alastor of de Geest der heilzaamheid. In Nederlandsche Verzen overgebracht iloor Dr. K. H. de Haaf. Met portret van Shelley. Voorrede door Willem Kloos. Prijs f 0,90. Gebonden in leder f 1,50. Liedjes, Wijzen en Prentjes. SpeenholT (J. H.) Ie, 2e, 3e, 4e en 5e Bundel. Prijs p. bundel f 0,50. geb. f 0,75. j 5 Bundels iii éen band f 2,90. Boeken voor Jongens en Meisjes. Abhlng van Hnnweninge (Mevr. N.) Lente, Zomer, Herfst en fcjWinter. Ken sprookje met rijke illustraties van P. Cornelis "rie Moor. Ken Luxe hoek voor jonge kinderen op zwaar geschept Hollandsch papier. Prijs f 2,50, geb. f 3,50. Brusse (M. J.)Een Dierenkolonie in een Groote stad. Derde druk. Voor de schooljeugd bewerkt door W. M. van Dijk. Met 25 illustraties van W. F. A. 1. Vaarzon Morel. Compleet in 2 deeltjes. Prijs f 0,60. Gogh-Katilhach (Anna van) Hektor. De Geschiedenis van een bond. Fraai geïllustreerd door J. B. Heukelom. Prijs f 0,90, geb. f 1,25. Knnst, Wetenschap» Onderwijs en Opvoeding. Kunst. Adama van Scheltema (C. S.) De Grondslagen eener nieuwe Poëzie. Proeve van een maatschappelijke kunstleer tegenover het naturalisme en anarchisme, de tachtigers en hunne deca denten. Prijs f3,90; in halfleder gebonden f 5,—. Berlage (H. P.) Grundlagen und Entwickelung der Architektur. Vier Vortriige gehalten im Kunstgewerbe Museum zti Ziirich von H. P. Berlage. Mit 29 Abbildungen f 2,25, geb. f 2,90. Berlage (H. P.) Over Stijl in Bouw- en Meubelkunst. Met. 51 teekeningen van den schrijver. Tweede verbeterde druk. Prijs f 2.60, geb. 3,25. Hartog (Henri) Ken Kigenwijs Schrijfster. (Anna de Savornin Lohman). Prijs f 0,25. Haverman (F. J.) Portret van Dr. A. Kuvper. Prijs f 3—. Hntschenrnvter (Wouter.) Wolfgang Amadeus Mozart. Met een portret. 0«islag- en bandversiering van Krans Hutschenruyter Prijs f 0,50, geb. f 0,90. Jacohsen (Dr. K.) ('arel van Maneer. (1548—1 H0fi>. Dirhtcr en prozaschrijver. Prijs f 3,90, geb. f 4,90. Kloot MeQhtirg (Herman van der) Tachtig Schetsen van Boerenhuizen in Nederland. Met verklarenden tekst, in vier talen. Met, een voorred** van Prof. Henri Kvers. Prijs f2,90, geb. 13,50. Knuttel (Dr. J. A. N.) Het geestelijk Lied in de Nederlanden voor de Kerkhervorming. Prijs f4,90, geb. f 5,75. Meestee (Johan de) De Menschenliefde in de werken van Zola. Met portret door Steinlen. Prijs f 0.50. Morris (William) Kunst en Maatschappij. Gewone Editie. Prijs f 2,60, geb. f 3,25. Luxe editie in percament f 12,50. Pomes (Dr. H.) Over van Alphen's Kindergedichtjes. Bijdrage tot de kennis van de opvoeding hier te lande in de achttien le eeuw. Met een portret en 32 illustraties. Prijs f 3,90, in linnen gebonden f 4,90. Prinsen JLzn. (Dr. J.) Multatuli en de Romantiek.Prijs f 1,25, geb. f 1,90. Kolanri Holst (R. N.) Vijftien afbeeldingen in boekdruk van de Wandschilderingen dour R. N. Rolanii Holst in het gebouw van den Algemeenen Nederlandschen Diamant,hewerkersbond te Amsterdam. Met enkele opmerkingen over en korte verklaringen van de muurschilderingen. Prijs f 0,35. Itnlnuri Holst (R. N.) Vijftien fotografieën naar de wandschilderingen van R. N. Roland Holst in het gebouw van den Algemeenen NederlandHchen Diamantbewerkersbond te Amsterdam. In halflederen portefeuille, met gouden stempel van ('. J. Mensing. Prijs f 00,—. Kos (J. I>.) Het ontwerpen van Vlakornament. Met een voorrede van H. J. de Groot. Met ruim 300 illustraties waarvan H in kleuren. Prijs f ,3,—, geb f 3,75 of in 6 stukken compleet A f 0,50. Hygii'iip, ^onooskiindp, soHalo on wotcnschappolykc ondprwerppin. Dalsum (H. A. van) Toestand op het Kroondomein. Prijs f 0,25. Dlopter Het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Prijs f 0,30. Ulnpter (A. Kcppler. c.-i.) Het Staatstoezicht op de Volksgezondheid II. Prijs f 0,50. _ , t> i hii ppn Egener-van Kaken << nr.j r,en gevm v«i. «Wir,w...wv.« kind en de behandeling daarvan door Chr. Egener-van kijken. Prijs 0,35. Kgener-van K(Jkeii (Chr.) Methodisch-Hvgiënisch Spreken. Het genezen van stotteren en andere spraakgebreken. Handleiding ten behoeve van Onderwijzers, Ouders, Opvoeders en spraakgebrekkigen. Handhoek voor zelfonderricht.. Geïllustreerd. Prijs f 0,90, geb. f 1,25. KHkmm. UW. I)r. Hygiënische Strijdvragen. Prijs f 0,60. Heijernians (L.) Arts. Handleiding tot dekennis der ziekten. Met een voorrede van l'rof. Dr. II. H. Saltet, 113 illustraties naar fotogralieën en een alphabetisch register. XX -|-568blz. ''rijs f 'n lialt' le(,er B —' Beyermans (L.) Arts. Hel onderwijs in de bedrijfshygiene. 1'rijs f 0,50. Heyermaiis (L.) Arts. Gezondheidsleer voor Arbeiders. Met 28 illustraties. I'rijs f 1,50, geh. fl,90. HnfT (Dr. I.. van t) i.eneesKuimige "ion ..n. kapitein, Geïllustreerd. 1'rijs geh. f 1,25. Japlkse (Mr. A.) Ken Strijd tegen de Verbruikscoöperatie. Academisch proefschrift. I'rijs t 1,50. Jaiilkse (l)r. H.i Licht- en andere «tralen. J'njs f 0,00. Leopnld (Dr. J. H.) Stoische Wijsheid. Tweede vermeerderde druk. I'rijs f 0,95, g.b. f 1,35. . .. . /■»*.. i' .... it;■.!«»»-» i'ntri.ittMntml. Met 4 < Historie- lilIITlllll \ LrT. 1 • H l \J urn « «n .v«vv...v— .•n spotprenten uit de Verzameling van Stolk. Geïllustreerd door G. van Rijn. I'rijs f 1,50. in 18e eeuwschen stijl geb. I l.JO. Ile Misdadige Jeugd lil het Havenbedrijf. I'rijs f 0,50. ' ^ _ . . . .. . i.. . i. i::i.t.„:,l it.iii l»<»t (tiuii'ph. Nijhoff (Prof. l>r. <». < .) i>c nooazii^iijKurm rY"'' 1 kundig onderzoek vóór liet, huwelijk. Prijs f °M>.. Polman Krnsemau (Mr. W.) Frederik Nagtglas, uitzijn werken geschetst. Prijs f 0,50. Uitgaven der Sociaal-Technische Vereeiiiglng van llemo. ratlsclie lnirenieurs en Architecten. No 1. Beschouwingen over Het Ontwerp Arbeidswet 1904. 2e druk. I'rijs I 0,W. No. 2. Woningtoestanden in Nederland. Prijs t l,ou. . /ti r;»UüB iTonta it11pifiinlt tot de Philosophie der Gemeenschap. Deel I. De wetten van het Gemeenschapsleven. Deel II. De Metaphysica der Gemeenschap. I rijs in 2 deelen f 4,90, geb. f 5,90. Vallende Ziekte en de Genezing in Nederland. Door de Neder- landsche Vereeniging tegen vallende ziekte uitgegeven ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van haar gasthuis in 1908 (Ken beperkt aantal is in den handel). I rijs f 0.25. Waard .Ir. (C. de) De uitvinding der verrekijkers, hene bijdra^' tot de beschavingsgeschiedenis. Uitgegeven met steun ' i . n- l Wötpn«(»hHtinen. Pri s f 2,<0. van nex.//eeuwhcii ,, Opvoeding en Onderwijs. Rrnsse (M. J.) Ken dierenkolonie in een gruote stad. Met 25 illustraties van W. K. A. I. Vaarzon Morel. 3e druk voor de schooljeugd bewerkt door W. M. van Dijk leeshoek voor de hoogste klassen der lagere scholen. 'ideeltjes f0,60 conipl. Uoste- (J.) De Vereenvoudiging in de Kngelsche spelling. ntjk(\vf Ml''van) Liedjes om te zingen in de school en Twee- en driestemmig in noten en cijferschrift, 130 blz. I rijs K.Jener-vaii Küken (Chr.) Ken geval van Hoorstomheid bij een kind pn de behandeling «laarvan door < lir. Kgener-van rijnen. Kg en »r- v a ii' Ky ke n (Chr.) Methodisch-Hygiënisch Spreken. Het genezen van stotteren en andere spraakgebreken. Han lleiding ten behoeve van Onderwijzers, Ouders, Opvoeders en spraakgebrekkigen. Handboek voor zelfonderricht. Geïllustreerd. Prijs f 0.90, geh. f 1,25. v, , , , Ciriss (.1. ,1.) en Hazelhof (E.) De Volzin. Beknopte NederlandHclie Spraakkunst, ten gebruike bij het onderwijs aan Hooeere Burger-, Kweek- en Normaalscholen, (ieb. t 1,—. Jaiiikse (Dr. H.) Licht- en andere stralen. I rijs i . c TTïf. dt»n Patriottentiid. Met 4i Historie- ' en Spotprenten uit de Verzameling van Stolk. G®iUustreerd door G. van Rijn. Prijs f 1,50. in 18e eeuwschen stijl geb. f 1,90. _ ~ »i. l trRiiilraPP Pouies (L)r. H.) Over van Aipueu» . :?'a~ tot dc kennis van de opvoeding hier te lande m de achttiende eeuw Met een portret en 32 illustraties. Prijs f3,90, in linnen gebonden f 4,90. Kaar en J. J. Griss (l)r. K. H de) Een nieuwe bundel. Leesboek voor Gymnasia, Hoogere Burgerscholen, Kweek- en Normaalscholen. In linnen band van J. B. Heukelom. I en II. I rijs f 1,90 per Deel. Rüder 'J. 1'h. L.) Een Gids op nieuwe banen. Leergang voor het natuurteekenen op de lagere school, le, 2e en ,15e leerjaar met 22 illustraties. Prijs f 0,60. Hos (J D.) Het ontwerpen van Vlakornament. Met een voorrede van H J. de Groot. Met ruim 300illustraties waarvan 8 in kleuren. Prijs f3,-,geb. f3,75 of in 6 stukken compleet & f 0,50. Kos (J. D.) De Nieuwe Richting in het Teekenonderwijs. Prijs f 0,30. tk'hönberg (E.) Administratie en handelskennis voor vrouwen. Wat elke ontwikkelde vrouw dient te weten van Boekhouden en hetgeen ermee in verband staat. Met modellen toegelicht. Prijs f 0,90, geb. f 1,25. Stlprlaan Luïseius (Mr. J. M. van) Karakter. Uitgegeven tot nut der Nederlandsche jongelieden. Prijs 1 0,10 (bij 50 ex. ter verspreiding f 0,05, bij 100 ex. f 0,03,) 3e druk. ,e duizendtal. Vnrai'liillftltflfl onflerwcrDPii. Bergh Jr. (S. V. d.) De Verplichte toevoeging van Sesamolie bij ae Margarine, 2e druk. Prijs f 0,30. Het Gulden Boek voor de Tuberculeuse Kinderen uitgegeven door de Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose te Rotterdam bii W. L. & J. Brusse. Prachtuitgave in pereament f 25,—. Prachtuitgave in groen linnen f10,—. Massa uitgave in geel linnen f2,50. Goedkoopste uitgave in papieren omslag f 1,50. Uitgave ten voordeele van liet kinder Hospitium te Katwijk aan Zee en de kassen der vereenigingen tot bestrijding der Tuberculose in Nederland. Krede Ben Heik „Het boek voor de Geloovigen." 40 vragen en antwoorden over de Leer van „Hersteld Oostersch Israël. Prijs f 0,44. Schüuberg (E.) Wat kan en moet de winkelier van liet warenhuis leeren. Uit Amerikaansche, Duitsche en Fransche gegevens samengesteld. Met een voorrede van J. S. Meuwsen, voorzitter van den Middenstandsbond. Toegelicht met illustraties en modellen. Prijs f 1,60, geb. f 1,95. Schönberg (E.) Administratie en handelskennis voor vrouwen. Wat elke ontwikkelde vrouw dient te weten van Boekhouden en hetgeen ermee in verband staat. Met modellen toegelicht. Prijs 0,90, geb. f 1,25. « v. vfiiiuK^iwUiiipL' ï111-*t toelichtingen, raad- DCIKMiurr^ « iiniviinv.11 ** « . gevingen en begrootings-systeem voor 52 weken. „hlke wijze ...... Konwt huur Ittiis. maar die /.eer dwaas is, breekt het af met hare handen." Prijs gecart. f I,—. Slllevls (Annie) Een Meisje-Student over „Een Meisje-Studentje". Prijs f 0,35. BIJ W. L. & J. BRUSSE TE ROTTERDAM ZIJN MEDE VERSCHENEN DE VOLGENDE WERKEN VAN M. J. BRUSSE. LANDLOOPERIJ. Zwerftocht van een dagbladschrijver onder stroopers en schooiers. Omslag- en bandversiering van Prof. P. DUPONT. Goedkoope 3e druk. 4e 1000-tal. Prijs slechts ƒ 0,90; in linnen band ƒ 1,25. HET NACHTLICHT VAN DE ZEE. Met een penteekening van Jozef Israëls. Omslag- en bandversiering van J. B. Heukelom. 3e 1000-tal. Prijs ƒ 0,90; gebonden ƒ 1,25. IN DE NACHTBUURT. (waarin opgenomen Godsdienst in de Zandstraat.) 2e druk, 11e—15e 1000-tal. No. 3 van de serie „EEN BOEK". Prijs ƒ 0,35; gebonden ƒ 0,55. BOEFJE. Naar het leven verteld. In omslag van Steinlen. 8e en 9e druk, 17e—18e 1000-tal. Prijs ƒ 1,50; gebonden ƒ 1,90. EEN DIERENKOLONIE IN EEN GROOTE STAD. MET 35 ILLUSTRATIES DOOR W. F. A. I. VAARZON MOREL Derde druk voor de schooljeugd bewerkt door W. M. van Dijk, Hoofd eener School. Compleet in 2 deeltjes è ƒ 0,30 per stuk. ACHTER DE COULISSEN. 2e druk, 2e—4e 1000-tal. No. 12 van de serie „EEN BOEK" Prijs f 0,35; gebonden / 0,55. IN DEN BOEKHANDEL ALOM VERKRIJGBAAR. VRAAGT J. H. SPEENHOFFS LIEDJES, WIJZEN EN PRENTJES. Ie, 2e, 3e, 4e, EN 5e BUNDEL MET PIANOBEGELEIDING. PRIJS PER BUNDEL ƒ 0,50. IN LINNEN GEBONDEN ƒ 0,75. DE VIJF BUNDELS IN ÉÉN LINNEN BAND SAMENGEBONDEN ƒ 2,90 INHOUD le BUNDEL: Voorwoord - Moeders brief - Kleine kleülers -^^ Triier'-'^n %"erkb"'ngHerdersliedje - S^relfili?^—'"De Hefde "—^Vreugde* —'^"s^ei^—^Balladè^KunegoV^ — ï-^.defgèsjh^denis — De Vegetariërs^ pTardetraïn "wVeisjTs van'df^H^BTs.^I^lawaa'^'uderU6—'ode a^nde'blauwe zee —Een goede les — Paradoksen (gelijkenissen — De luikertante. INHODD 2e BUNDEL: 't Broekie van Jantje - De geschiedenis van twee aardige menschen - De e$ncthai pegèuJ'ièrs'Tl -Vapus'in £o"2 - De B,wee bedelaars - De nieuwe' drankwet _ Gevolgen un ' -.e J,™!'&TSL en jage'rs - Loflied op generaal Rotterdam — De Reis-Minister — Sintersklaas in Amsterdam — De klacht ^an«en vrouwen — T>e Haarlemsche Naaktlooper — De brief E E"^—nrfmffiri.r-V.rs 7.5!-"&:=« —- - '««*"■ - een Kamerlid — Kloris en roosje. INHOUD 3e BUNDEL: De vijf equipages van een schooier — Het kind van de *°nde^—De ^®ajVaifkMl1,1a3Dt.- eerst^klant - Eerbied voor de aan haar vrijer — De verloopen student — De ouwe knutselaar " . rif geleerde lieer - De ontslagen tuchthuisboef — De eleva- wetten - EeJbied voor de wetten 11 - De gevolgen der beschavmg^- Anna liane -^e^eleerde A«gedame, (Amsterdamsche) - Spotlied op At t0" - SLne^tS-eDéieonuwf snoeper - Walmen zegt e^ wat men denkt - Lentelied - De val van Kuyper - Afloop van een werkstaking Dordtsche praatjes — De klapsigaar, geschiedenis zonder woorden — Opoe. INHOUD 4e BUNDEL: Opoe - Gemeubileerde kamers - Een "^'Si^ dat nicn nooit v®£jj*ejRoUerdVmsche nieuwtjes - Boscoopsche Ruiiter — Isadora Duncan Duitsche • endschap II - Ons Hollandsch 'deaal - Haagjthe nieuwtjes «o h ^ _ Da, doct nieuwtjes - Leidsche nieuwtjes - De zeven plicWen var, r^ ouw _ t K nd v_an de zonde^ a„een _ Het diner van-meneer Boon - Lente- INHOUD 5e BUNDEL: De verloren zoon - De jaloersche "ouwen - Dej verHefde ™™eBn 5'ons'Holland^che^deaal'6-1 De'v^f pUchten van mftriJ8ez® Kiesrechtliedie — 't Onderzoek naar t vaderschap — "n man - Twee verlX stakkers - Eerman met vij tlen kinderen, -H - Het moederhart - Twee poppen -