|Ï! j|^ HANDELSDRUKKERIJ ^jlgir i^EL^ J C. VAM VLIET, ROTTERDAM ^gfjTS: RAPPORT in zake een MODEL-ARBEIDSOVEREENKOMST voor Handels- en Kantoorbedienden met daarbij behoorenden GIDS. Uitgegeven door het Bestuur van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden „MERCURIUS" Prijs ƒ 0.15 □ 1908. □ Ujp HANDELSDRUKKERIJ ra^ J c. VA» VLIKT, ROTTERDAM RAPPORT in zake een MODEL-ARBEIDSOVEREENKOMST voor Handels- en Kantoorbedienden met daarbij behoorenden GIDS. Prijs ƒ 0.15 Uitgegeven door het Bestuur van den Nationalen Bond van Handelsen Kantoorbedienden „MERCURIUS" 1908. Bureau voor Arbeidsrecht van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden „MERCURIUS." R. WINKEL, 's Gravenhage. JAC. BAKKER, Rotterdam. Mr. S. J. L. VAN AALTEN, Rotterdam. Juridisch adviseur. Sluit geen arbeidscontract alvorens vooraf daaromtrent het Bureau voor Arbeidsrecht uwer afdeeling of van den Bond te hebben geraadpleegd. RAPPORT in zake een MODEL-ARBEIDSOVEREENKOMST voor Handels- en Kantoorbedienden met daarbij behoorenden GIDS. Uitgegeven door het Bestuur van den Nationalen Bond van Handelsen Kantoorbedienden „MERCURIUS" 1908. -V' ./VJ - • x7 ■ - ■ ... .v '«.f •; ,yX' %f- »•/. c •i:*. T"' Bureau voor Arbeidsrecht ■ «r* ' I : • ... > r >- -• ; •(. : v-'i \ vV v 4 . ;.ï-^ van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoerbedienden •• ; ïï* ? '' '' - %> - • X •* ■" „MERCURIUS." R. WINKEL, 's Gravenhage. JAC. BAKKER, Rotterdam. : .-W'- ■' ?",* • '-••*•• . >Vr,. Mr. S. J. L. VAN AALTEN, Rotterdam. . Juridisch adviseur. - .?n '• S'V*.-t■' \?*%&'■ .1': 'Ji . -T 5-..' ' ' ■' ' , . • • . • - * . . ' ■: ' ■ •••; „• ; y-V' 1. : y. " ■ ■ . *' '4 „• * *-• . •* ~ .s"' '; •>,'* *•'• .v' ,• Vv- % ~ , ■ v■ .rv:,;^\v Sluit geen arbeidscontract alvorens vooraf daaromtrent, het Bureau voer Arbeidsrecht uwer afdeeling of van den Bond te hebben geraadpleegd. RAPPORT in zake een MODEL-ARBEIDSOVEREENKOMST voor Handels- en Kantoorbedienden met daarbij behoorenden GIDS. Uitgegeven door het Bestuur van den Nationalen Bond van Handelsen Kantoorbedienden „MERCURIUS" 1908. VOORBERICHT. Den 17l>n April 1905 word door liet Bondsbestuur van den toenmaligen Nederlandschen Rond van Handels-en Kantoorbedienden ..Mercurius'" eene commissie benoemd, belast met het ontwerpen van eene model-arbeidsovereenkomst voor handels- en kantoorbedienden. Deze commissie bestond uit de leden van onzen Bond E. .J. Sanson, J. W. de Tombe en Hugo de Goede, van wie laatstgenoemde de functie van secretaris-rapporteur deicommissie vervulde. Den 28p" October 1907 diende de commissie haar rapport in, dat. behalve de eigenlijke model-arbeidsovereenkomst met toelichting, een „Gids" bevatte voor hen, die een arbeidsovereenkomst sluiten, gebaseerd op de inmiddels aangenomen wet op het arbeidscontract en omvattende, nevens een hoofdstuk over nietige bepalingen, een uitvoerig overzicht van verscheidene wettelijke bepalingen, betreffende de arbeidsovereenkomst. liet Bondsbestuur zond dit rapport ter beoordeeling aan het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen te Amsterdam en ontving het den 13°" Januari 1908 van dit Bureau terug met een uitvoerig schrijven, bevattende tal van wenken en aanwijzingen, die ter kennis werden gebracht van de voornoemde commissie. De commissie beantwoordde het schrijven van het Bureau in .luni 1908, met de mededeeling, dat bet haar aanleiding had gegeven, op meerdere punten wijziging in haar rapport aan te brengen, maar dat zij met betrekking tot eenige andere bemerkingen aan de lezing van het rapport de voorkeur bleef geven. Intusschen meende het Dagelijksch Bestuur, door het Bondsbestuur gemachtigd, de uitgave van het rapport te bezorgen, ook met de andere dan de door de commissie overgenomen bemerkingen zooveel mogelijk rekening te moeten houden en bracht het daarom de door het Bureau aangegeven wijzigingen voor het grootst gedeelte in den tekst aan. Slechts daar, waar het standpunt der commissie verband hield met den geheelen door haar gekozen opzet, werd de door haar gebezigde redactie onveranderd gelaten. Eindelijk werd de proef van het rapport, alvorens tot afdrukken werd overgegaan, aan den heer Mr. S. J. L. van Aalten Jr. te Botterdam ter revisie aangeboden. Op deze wijze mag verondersteld worden, dat voldoende waarborgen zijn gegeven voor een combinatie van de inzichten der mannen van de practijk met het oordeel van sociologen en rechtsgeleerden, in zake de aanpassing van het rapport aan de wet op het arbeidscontract. » * * Bij de uitgave van het rapport acht het Dagelijksch Bestuur het zich tot eene aangename taak,, de commissie die voor de samenstelling van het rapport heeft zorg gedragen, met groote waardeering een woord van hartelijken dank te betuigen voor de moeite, aan dezen nuttigen arbeid besteed en vooral voor de nauwgezette wijze, waarop zij haar omvangrijke en lang niet gemakkelijke taak heeft volbracht. Moge de verschijning dezer uitgave bijdragen tot de vorming van een juist begrip omtrent de beteekenis van de wet op het arbeidscontract en tot verwezenlijking der indertijd zoo vinnig bestreden uitspraak, dat de wet op het arbeidscontract, mits goed toegepast, den arbeidsverhoudingen ten goede zal komen. Veel zal daarbij afhangen van den invloed der vakorganisatie. Aan de handels- en kantoorbedienden in Nederland tot taak, dien invloed voor wat hun vak betreft, zoo groot mogelijk te doen zijn. Het Dagelijksch Bestuur van den Nat ionalen Bond ran handels■ en kantoorbedienden „Mercurins". De Secretaris: JAC. F. VOGEL. De Voorzitter: R. WINKEL. 's-Gravenhage, rottkbdam, Juli 1908. RAPPORT over een Model-Arbeidsovereenkomst voor Handels- en Kantoorbedienden. i RAPPORT over een Model-Arbeidsovereenkomst voor Handels- en Kantoorbedienden. Dc arbeidsovereenkomst in het algemeen. Bedoeling der ModelOvereenkomst. Dc arbeidsovereenkomst is, naar de bewoordingen van art. 1687ce B. W.: „de overeenkomst, waarbij de eene partij, dc arbeider, „zich verbindt, in dienst van de andere partij, den werkgever, „tegen loon gedurende zekeren tijd arbeid te verrichten". Deze overeenkomst is onderworpen aan een aantal wettelijke bepalingen, die, hoewel de contractvrijheid in het algemeen bestendigend, voor een deel partijen beperken in hunne bevoegdheid overeen te komen wat hun goed dunkt. Het terrein der wettelijke bepalingen is echter, helaas, niet dan na veel moeite onder de bekende terreinen te rangschikken en dus voor verreweg de meeste arbeiders, — ook Is de Modelovereenkomst daartoe voldoende? Aanvulling var de opdracht der Commissie de intellectueele — gevaarlijk. Toch worden zij, evenals elk staatsburger, geacht er mede bekend te zijn en dragen zij zelf de verantwoordelijkheid en de gevolgen, indien zij misstappen. Een gids is dus dringend noodig en als zoodanig is de model-arbeidsovereenkomst bedoeld. Een gids kan aan velen tegelijk uit den aard der zaak slechts één weg aanwijzen, die hem het best toeschijnt. Zoo gaat het ook met de model-overeenkomst en, hoesvel natuurlijk het streven moet zijn, door practische propaganda zooveel mogelijk eenheid te bereiken, is het begrijpelijk, dat er steeds collega's zullen zijn die moeten of willen afwijken. Door deze afwijkingen kan de model-overeenkomst niet alleen en in elk opzicht van dienst zijn en moet dus naar verdere hulpmiddelen worden uitgezien. Hoewel het feitelijk buiten hare taak ligt, heeft dc commissie gemeend de beraadslaging over die verdere hulp1 middelen mede onder hare werkzaamheden te moeten opnemen Wat den vakverenigingen in dezen nog meer te doen staat. Wat de arbeidsovereenkomst moetinhouden. Wat de arbeidsovereenkomst verder nog kan inhouden. en vleit zij zich met de gedachte, dat deze voortvarendheid haar slechts ten goede zal worden aangerekend. Z\j heeft ten slotte gemeend, dat een overzicht van de wel en niet toegelaten afwijkingen der wetsvoorschriften en een overzicht van de gevolgen der model-overeenkomst het best als gids door de wettelijke bepalingen kon dienen en biedt deze overzichten afzonderlijk bij dit rapport aan onder den titel ..Gids voor hen, die een arbeidsovereenkomst aangaan". Ook met dit hulpmiddel is, daarvan is de commissie zich bewust, niet iets gegeven, dat in alle gevallen den weg wijst; zooiets is trouwens onbestaanbaar. Toch acht de commissie het gewenscht, dat nog meer voor den handels- en kantoorbediende wordt gedaan, hem nog meer voorlichting gegeven worde dan hij in dit rapport met bijbohooren zal vinden. Van groot practisch nut zou daartoe h.i. zijn een permanent lichaam of commissie, die in zaken, zoowel betrekkelijk tot het aangaan «in eene arbeidsovereenkomst als tot de uitvoering en gevolgen dier overeenkomst, adviezen geeft. Eene arbeidsovereenkomst zal in het algemeen moeten omvatten bepalingen omtrent: a. den aard van den te verrichten arbeid; b. het loon, dat zal worden genoten; c. de wijze en tijd van betaling daarvan: d. den tijd waarvoor de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan ; c. de wijze waarop zij eindigt: /. de tijden waarop de arbeid moet worden verricht (arbeidsduur, rusturen en rustdagen). Verder kan de arbeidsovereenkomst nog regelen: de voorschriften, waarnaar de arbeider zich heeft te gedragen (arbeids-rcglementen); de bevoegdheid va 1 den werkgever tot het opleggen van boeten; de wijze waarop wijzigingen in de overeenkomst tot stand komen. Invloed der wetsvoorschriften. In hoeverre de wetsvoorschriften zelfstandig een gewenschte overeenkomst vormen. Hoewel al deze zaken bij bijna elke arbeidsovereenkomst verschillend worden — althans kunnen worden vastgesteld, beperken de wettelijke bepalingen de vrijheid in deze in verschillende opzichten. Daardoor zijn er eenige zaken, die, voor den handels- en kantoorbediende althans, zoodanig begrensd zijn. dat, zelfs zonder eenige uitdrukkelijke regeling de bediende voor nadeelen is gevrijwaard. Die punten zijn: a. de uitbetaling van het loon (met exceptie voor hem, wiens loon niet naar tijdsruimte is vastgesteld); b. de beëindiging der arbeidsovereenkomst; c. de wijziging der arbeidsovereenkomst; A. Toelichting. Het loon wordt voor den handels- en kantoorbediende zoowel per jaar als per maand vastgesteld, doch, behoudens zeer enkele uitzonderingen, per maand uitbetaald. Het eenige gevaar, dat, met betrekking tot de uitbetaling, in het vaststellen van een jaarloon ligt, is de mogelijkheid tot uitbetaling per kwartaal. Waar dit echter geen usance is, is dit gevaar zeer gering en zal in de gewoonte, van „een salaris van zooveel 's jaars" tv spreken, licht wijziging zijn te brengen. In het formulier is bovendien de uitdrukking ..per maand ' opgenomen in de zinsnede, die de hoegrootheid van het loon vaststelt. Voor handels- en kantoorbedienden, die /1200.— per jaar of minder verdienen, kan deze regeling geen enkel bezwaar opleveren, daar zij toch minstens elke halve maand hun loon ontvangen moeten. De plaats van uitbetaling kan door art. 1638A; geen moeilijkheden opleveren voor een bediende. Alleen zal het tijdstip waarop betaling moet plaats hebben, speciaal genoemd moeten worden, in verband met het feit, dat den bediende schadevergoeding toekomt in geval van vertraging. Artt. 16:57h-j waarborgen voldoende de uitbetaling van het loon in den riclitigen vorm (geld), terwijl art. I6887, tot tijdige uitbetaling dwingt. Verder is, enkel door het van kracht zijn der wettelijke voorschriften, du bediende or voor behoed, dat hem, bij de uitbetaling van het luon iets anders wordt gekort, dan 1. de door hem aan den werkgever eventueel verschuldigde schadevergoeding; 2. de voorschotten op het loon, door den werkgever in geld aan den arbeider verstrekt; mits daarvan blijko door eene schriftelijke, door den arbeider afgegeven verklaring vermeldende de oorzaak en het bedrag der schuld; 3. het bedrag van hetgeen op het loon te veel betaald is; 4. de kosten van verpleging en geneeskundige behandeling, welke, ingevolge art. 1638y (dat echter uitsluitend betrekking heeft op inwonende arbeiders) ten laste van den arbeider komen ; 5. boeten, welke volgens art. 1637x mochten verschuldigd zijn. Men bedenke intusschen, dat boeten slechts volgens schriftelijke overeenkomst of reglement kunnen worden opgelegd, zoodat zij bij gebruikmaking van 't hier achter volgende model niet kunnen voorkomen; 6. de bijdrage tot een fonds als bedoeld in art. 1637s. In "t kort dus: onverwachte en onbillijke kortingen zijn ongeoorloofd, ook zonder dat daaromtrent iets in de overeenkomst is bepaald. Voor hen, wier loon niet naar tijdsruimte is vastgesteld, is een bijzonder beding ten aanzien van een termijn van uitbetaling gewenscht, teneinde verschil van meening omtrent de toepassing van art. 1688>h te voorkomen. B. (Beëindiging der arbeidsovereenkomst). Is niets overeengekomen, dan eindigt de dienstbetrekking (dood en andere omstandigheden, waartegen geen voorziening door overeenkomst, mogelijk is, buiten gesloten): 1". ingeval een duur voor de overeenkomst is vastgesteld, door het enkel verloop van dien termijn tenzij voorafgaande opzegging bij schriftelijke overeenkomst of bij reglement is bedongen, of volgens wet, verordening of gebruik behoort plaats te hebben ; Wat nog nadrukkelijke overeenkomst vereischt. In hoeverre men daarin vrij is. 2°. ingeval de dienstbetrekking voor onbepaalden tijd is aangegaan, na opzegging. De termijn van opzegging is dan gelijk aan den tijd, die gewoonlijk tussclien twee opeenvolgende uitbetalingen van het in geld vastgesteld loon verstrijkt, doch niet langer dan zes weken; dus voor den handels- en kantoorbediende één maand. In dat geval geldt èn voor werkgever én voor werknemer dezelfde opzeggingstermijn. De opzegging moet geschieden tegen een bij overeenkomst of reglement bepaalden of door het gebruik aangewezen dag; bij gebreke dier aanwijzing mag de opzegging tegen eiken dag geschieden. C. (De wijziging der arbeidsovereenkomst). Weder indien niets bepaald is, kan natuurlijk in de overeenkomst zelve door geen der partijen willekeurig wijziging gebracht worden. Wordt de arbeidsovereenkomst beïnvloed door de bepalingen van een reglement, dan waakt art. 1637/c voor de belangen der handels-, en kantoorbedienden ingeval de werkgever tot wijziging van dat reglement en daardoor allicht tot wijziging der overeenkomst wil overgaan. Derhalve zou een niet verwerpelijke arbeidsovereenkomst zijn verkregen door nadrukkelijk vast te stellen : u. den aard van den te verrichten arbeid ; h. de hoegrootheid van het loon met de eventueele periodieke verhoogingen daarvan en het tijdstip van betaling; r. den duur der overeenkomst: . de hoegrootheid van het loon ; c. arbeidstijden en rusttijden. Dientengevolge is nadrukkelijke overeenkomst ten aanzien Schriftelijke of mondelinge overeenkomst. Mogelijkheid eener algemeene formuleering. dezer punten een eerste vereischte. liet is voor ieder handels=n/of kantoorbediende begrijpelijk dat voor deze punten geen ilgemeen geldende bepalingen kunnen worden aangegeven. Verder laat de wet geheel vrij den duur voor welken men sen arbeidsovereenkomst wil aangaan, doch. daar van den duur Afhankelijk is, welke bepalingen het eindigen der overeenkomst beïnvloeden, is stilzwijgendheid hier niet gewenscht. Waar bij schriftelijke overeenkomst noodzakelijk is te stipuleeren, öf, hoe lang de overeenkomst zal duren, óf wel, dat zij voor onbepaalden tijd is aangegaan, raden wij aan, waar niet door speciale omstandigheden een bepaalde tijd is vastgesteld. een overeenkomst voor onbepaalden tijd te sluiten. De arbeidsovereenkomst kan zoowol mondeling als schriftelijk worden aangegaan. De commissie is van meening, dat als het meest betrouwbaar steeds is aan te merken de schriftelijke overeenkomst, hoewel do wet toelaat, by schriftelijke overeenkomst eenige bepalingen te maken, die bij eene mondelinge overeenkomst nietig zijn. Deze bepalingen zijn echter naar het oordeel der commissie van dien aard, dat zy niet voldoende pleiten tegen eon schriftelijk contract voor handels- en kantoorbedienden. Trouwens, zulke bepalingen moeten, evenals alle verdere bepalingen die eene arbeidsovereenkomst kan bevatten, bijzonderlijk gemaakt worden, en het kan derhalve niet aan onbekendheid van den werknemer met die bepalingen te wijten zijn, indien iets voor hem nadeeligs mocht worden bedongen. Bovendien, voor kosten behoeft de bediende niet beducht te zijn, want er zijn niet licht kosten voor te betalen, en, zoo ze er zijn, zijn ze voor rekening van den werkgever. Waar een zoo betrekkelijk gering aantal punten nadrukkelijke overeenkomst behoeft, om een voor handels- en kantoorbedienden gunstige overeenkomst te verkrijgen is een algemeen voldoende formuleering naar de meening der commissie zeer wel bestaanbaar. Het volgende diene als proeve eener zoodanige formuleering: Ftrmuliar. ARBEIDSOVEREENKOMST. Tusschen ondergeteekenden : ') als werkgever, en *) als werknemer is op heden den s) aangegaan eene arbeidsovereenkomst voor onbepaalden tijd. (*) De door den werknemer te verrichten arbeid zal bestaan uit ♦) (") welke arbeid door hem eiken werkdag zal worden verricht op de kantooruren welke zijn s) (*") De werknemer heeft jaarlijks op een telkenmale nader door den werkgever na overleg met den werknemer te bepalen tijdstip gedurende «) achtereenvolgende werkdagen recht op vacantie met behoud van loon. De werkgever verplicht zich tot het betalen van een loon van *) per maand, te voldoen op den ») en dag van elke maand. Aldus overeengekomen, te ») 1) Naam van den werkgever. 2) „ n „ werknemer. 3) Datum. Omschrijving. -) Werktijden. rt) Aantal. "> Hoegrootheid van het loon. *) Datum. 9) Plaats en Datum. Voldoet deze formule aan de te stellen eischen ? De hierboven als nadrukkelijk te regelen aangegeven pun ten vindt men in dit concept als volgt terug: Te regelen was: De aard van den te verrichten arbeid. De hoegrootheid van het loon. Het tijdstip van betaling daarvan. De duur der overeenkomst. De arbeidstijden en rusttijden. Bewoordingen van het formulier waarin deze regelen verrat zijn: De door den werknemer te verrichten arbeid zal bestaan uit: De werkgever verplicht zich tot betaling van een loon van : te voldoen op den en dag van elke maand. voor onbepaal- den tijd welke arbeid door hem eiken werkdag zal worden verricht op de kantooruren, welke zijn De werknemer heeft jaarlijks, op een telkenmale nader overeen te komen tijdstip gedurende achtereenvolgende werkdagen, recht op vacantie met behoud van loon. Toelichtingen tot het formulier. Veel toelichting op dit formulier is niet noodig. Bij de zinstede, die de overeenkomst op „onbepaalden tijd" stelt, O, kan worden opgemerkt, dat deze, al naar de omstandigheden het noodzakelijk maken, kan worden vervangen door een andere tijdsbepaling. * Oogenschijnlijk kan het ecnigc moeilijkheden opleveren bij (") de omschrijving der werkzaamheden in te vullen. De commissie meent echter, dat wel haast steeds volstaan kan worden met een korte omschrijving; b.v.: ..gewone kantoorwerkzaamheden" of, indien de betrekking speciaal kan worden aangeduid door een titel, als ,boekhouder", correspondent", enz., dan kan zulks luiden : ,gewone kantoorwerkzaamheden als boekhouder", enz. De commissie was van oordeel, dat aan een punt van zóó algemeen belang als onder (*•*) wel een plaats mocht worden ingeruimd in deze algemeene formule. Natuurlijk blijft er steeds ruimte om, met betrekking tot welk onderdeel dan ook, bijzondere overeenkomsten te treffen, mits blijvend binnen de door de wet gestelde perken. Voor deze grenzen verwijst de commissie weer naar haren gids voor het aangaan eener arbeidsovereenkomst. Toch dient een ieder, die een arbeidsovereenkomst aangaat, zich er wel van bewust te zijn, dat er zoo talrijke eigenaardigheden zijn in elk bedrijf, dat ook de uitvoering van de juridisch meest volmaakte en oogenschijnlijk meest gunstige arbeidsovereenkomst hem schade kan berokkenen, ook zonder dat een der partijen ook maar eenigszins het vvrwijt kan treffen, de wettelijk voor hem uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, niet te zijn nagekomen. Tegen zulke ontduikingen der overeenkomst kunnen geen algi'ineen geldende regelen gesteld worden. Het wil de commissie toeschijnen, dat vooral handels-en kantoorbedienden, wier loon niet naar tijdsruimte is vastgesteld, er voor te waken hebben, dat zij van dergelijke ontduikingen niet zullen te lijden hebben. Een enkel voorbeeld zij hier gegeven, ter illustratie van wat de commissie bedoelt: lo. Ken bediende, wiens loon afhankelijk is van de winst van de onderneming des werkgevers (een bediende die op tantièmes werkt, dus) kan op velerlei wijzen worden benadeeld, indien niet met nauwkeurigheid bepaald wordt, wat als „winst" zal gelden. 2e Geval: Een provisie-reiziger zal, wil hij zich voor é teleurstelling in zijne verdiensten behoed zien, daftrvoor moeten waken, dat zijn overeenkomst stipuleert, op welke wijze de prijzen en verkoop-condities van het door hem te verkoopen artikel zullen worden vastgesteld, opdat h\j vooraf wete of eene behoorlijke salarieering voor hem bereikbaar is. Zoo zouden tallooze voorbeelden zijn op te noemen, algemeen geldende regelen zijn daarvoor niet te stellen. Ieder betrokkene leze dus wel wat hem als zoodanig als overeen te komen wordt voorgelegd en late zich zoo mogelijk te bevoegder plaatse voorlichten. GIDS voor hen die een arbeidsovereenkomst aangaan. INLEIDING. Bij het geven van een richtsnoer voor het aangaan van een arbeidsovereenkomst dienen twee hoofdsoorten deiarbeidsovereenkomsten in het oog gehouden te worden en wel: a. de mondelinge overeenkomst; b. de schriftelijke overeenkomst. Voor ieder dezer hoofdgroepen zullen wij eenige bepalingen releveeren, die bij het aangaan derzelve noodzakelijk in het oog gehouden moeten worden. Op te sommen, welke bepalingen bij het aangaan eener overeenkomst wèl mogen worden gemaakt, is niet doenlijk. De praktijk zou er wellicht eiken dag weer nieuwe aan toevoegen. Van meer practisch nut is het daarom, aan te geven welke bepalingen niet gemaakt mogen worden, resp. wanneer zij mochten worden gemaakt, nietig zijn. Die bepalingen mogen echter weder soms niet, soms wel worden gemaakt. De voornaamste onderscheiding is daarbij of de overeenkomst mondeling of schriftelijk is aangegaan. Daarom is bij die opsomming aangegeven of het beding nimmer mag worden aangegaan bi alleen bij de mondelinge overeenkomst verboden is. Eene tweede onderscheiding is die tusschen arbeiders, die meer dan f 4.— per dag (ƒ 100.— per maand of f 1200.— per jaar) en die, welke dat bedrag of minder verdienen; voor zoover dit noodig was, is ook deze onderscheiding aangegeven. Heeft men nu, voor zooveel noodig, deze bepalingen, die in alphabetische volgorde van het reglement zijn aangegeven, geraadpleegd, dan kunnen zich talrijke gevallen voordoen, waarbij men weten wil welke nu de gevolgen der overeenkomst zijn, resp. of men eene bepaalde handeling binnen de perken dier overeenkomst mag verrichten of zich een bepaalde handeling moet laten welgevallen. Nu kan men hebben aangegaan : 1°. Een mondelinge overeenkomst; 2°. de model-overeenkomst; 3°. een meer uitvoerige schriftelijke overeenkomst. In het eerste en het tweede geval kunnen de gevolgen in hetzelfde verband omvat worden, daar de model-overeenkomst alleen die bepalingen bevat, die mondeling noodzakelijk ook gemaakt moeten worden. Is een meer uitvoerige schriftelijke overeenkomst aangegaan, dan zijn die meerdere schriftelijke bepalingen steeds wel zóó gesteld, dat zij duidelijk de gevolgen en de strekking aangeven. Door dus alleen op te sommen, welke de gevolgen zijn der model-overeenkomst, beeft men alles bereikt wat noodig is. Met enkele woerden zijn de onderwerpen, waarover gehandeld wordt, aangeduid en, waar deze aanduidingen zijn geplaatst in de alphabetische volgorde van het eerste woord,— dat meestal zóó gekozen is, dat de hoofdzaak waaraan bij het raadplegen gedacht wordt, erdoor wordt aangegeven — zal het opzoeken van wat men wenscht te weten, zeer gemakkelijk kunnen geschieden. Volgens deze aanwijzingen geraadpleegd, zal de „Gids" menigmaal blijken een gemakkelijk en betrouwbaar raadgever te zijn. NIETIGE BEPALINGEN. Arbeidstijd. Elk beding, strijdig niet het voorschrift, dat de werkgever gehouden is, den arbeid dusdanig te regelen, dat de minderjarige arbeiders volgens het plaatselijk gebruik in de gelegenheid gesteld zijn, de lessen te volgen in inrichtingen voor godsdienst-, herhalings- of vakonderwijs, is nietig. Boete. Nietig is elk mondeling gemaakt boetebeding. Voor boeten, vastgesteld bij reglement, zie „Reglement". Ten aanzien van arbeiders, wier in geld vastgesteld loon f 4.— per dag (= /1200.— per jaar) of minder bedraagt, is elk beding nietig, waarbij: a. boeten onmiddellijk of middellijk strekken tot persoonlijk voordeel van den werkgever zeiven of van dengene wien deze de bevoegdheid heeft verleend, den arbeider boete op te leggen : b. eene boete niet op een bepaald bedrag is gesteld of niet is uitgedrukt in de munt, waarin het loon is vastgesteld; c. binnen een week aan een arbeider een hooger bedrag aan gezamenlijke boeten kan worden opgelegd, dan zijn in geld vastgesteld loon voor éénen dag of ééne boete hooger dan dit bedrag wordt gesteld. Collectieve overeenkomst. Elk beding tusschen den werkgever en den arbeider, strijdig met eene collectieve arbeidsovereenkomst, door welke zij beiden gebonden zijn, zal op de daartoe strekkende vordering van ieder dergenen, die bij de collectieve arbeidsovereenkomst partij waren, met uitsluiting evenwel van den werkgever zeiven, worden nietig verklaard. Dit beding is niet van rechtswege nietig, doch de nietigverklaring daarvan moet uitdrukkelijk gevorderd worden. Concurrentiebeding. Het z.g. concurrentiebeding, cl. i. het beding tusschen den werkgever en den arbeider, waarbij deze laatste beperkt wordt in zijne bevoegdheid om na het einde der dienstbetrekking op zekere wijze werkzaam te zijn, is nietig wanneer het mondeling of met een minderjarige is aangegaan. * Getuigschrift. Op geenerlei wijze mogen de verplichtingen des werkgevers om een getuigschrift uit te reiken, worden uitgesloten of beperkt. Ook mag geen bepaling worden gemaakt, die afwijking van de bepalingen der wet met betrekking tot inhoud of vorm daarvan, toelaat. Loon. Bedrag van het loon. Nietig is het beding, waarbij zou worden bepaald, dat, indien het bedrag van het loon afhankelijk is gesteld van eenig gegeven, dat uit des werkgevers boekhouding moet kunnen blijken, behalve indien dit gegeven betreft de winst in des werkgevers onderneming of een deel daarvan behaald, de bewijzen daarvan niet aan den arbeider persoonlijk of aan een bepaald aantal arbeiders in dienst des werkgevers of aan een of meer deskundigen inzake boekhouding zullen worden medegedeeld. Behoud van het loon. Bij mondelinge overeenkomst mag nimmer worden afgeweken van de voorschriften der wet (art. 1638c en d), die den arbeider in bijzondere gevallen behoud van loon toekennen. Beslag op het loon. Elk beding dat beslag op het loon zou toestaan tot een ander bedrag dan bij de wet is voorgeschreven, is nietig. Betaling van het loon. Ziedaarvoor: „Voldoening van het loon." Gebruik van het loon. Op de vrijheid van den arbeider, zijn loon of z\jne overige inkomsten te gebruiken op de wijze die hem goeddunkt, bestaan maar twee uitzonderingen (die ook mondeling gemaakt mogen worden), n.1.: 1°. het recht van den werkgever, te bedingen dat de arbeider zal deelnemen in eenig fonds, mits het fonds (Loon). voldoet aan de voorwaarden bij algemeenen maatregel van bestuur gesteld; •2". ten aanzien van minderjarige arbeiders het beding, dat een gedeelte van het loon, gedurende de minderjarigheid verdiend, door den werkgever ten name van den arbeider, overeenkomstig de voorschriften van art. 1637s, zal worden geplaatst op de Rijkspostspaarbank of in een ander, aan de wettelijke eischen voldoend fonds. Voldoening van het loon. Bij mondelinge overeenkomst mag niet worden afgeweken van het voorschrift, dat uitbetaling van het loon zal geschieden als volgt: Indien het loon bij de week of bij kortere tijdsruimte is vastgesteld, telkens na eene week; indien het loon is vastgesteld bij eene tijdruimte, langer dan eene week, doch korter dan eene maand, telkens na verloop van den tyd, waarbij het loon is vastgesteld; indien het loon bij de maand is vastgesteld, telkens na eene maand ; indien het loon bij langere tijdruimte is vastgesteld, telkens na een kwartaal. Wel mogen deze termijnen bij mondelinge overeenkomst worden ingekort. Bedingen, welke de strekking hebben een zeker bedrag van het loon op den betaaldag niet uit te betalen, mogen mondeling nooit worden gemaakt. Elk beding, dat de verplichting des werkgevers, den arbeider dat gedeelte van zijn loon, dat in inwoning, kost of andere levensbenoodigdheden mocht zijn vastgesteld, te voldoen volgens plaatselijk gebruik, mits overeenkomstig de vereischten van gezondheid en goede zeden, inkort, is nietig. Nietig is ten aanzien van arbeiders, wier in geld vastgesteld loon f 4.— per dag (= f 1200— per jaar) of minder bedraagt, elk beding, waarbij wordt afgeweken van de wettelijke verhooging van het loon, indien dit niet op tijd wordt uitbetaald. Vorm van het loon. Het loon van arbeiders, welke niet bij den werkgever inwonen, mag niet anders worden vastgesteld dan in : (Loon). 1°. geld ; 2°. voedsel te nuttigen, alsmede verlichtings- en verwarmingsmiddelen, te gebruiken, ter plaatse waar ze worden verstrekt; 3°. kleeding, door den arbeider bij de waarneming der dienstbetrekking te dragen; 4". t.ene bepaalde hoeveelheid der voortbrengselen van liet bedrijf, waarin het loon verdiend wordt, of der grondof hulpstoffen, in dat bedrijf gebruikt, een en ander voor zoover die voortbrengselen of grond- of hulpstoffen, wat aard en hoeveelheid betreft, behooren tot de eerste levensbehoeften van den arbeider en z\jn gezin, of als grond- of hulpstoffen, werktuigen of gereedschappen in het bedrijf des arbeiders worden gebezigd, en in ieder geval met uitsluiting van alcoholhoudenden drank : 5°. het gebruik van eene aangewezen woning of lokaal, van een bepaald stuk grond of van weide of stalling voor een bepaald aantal, naar de soort aangeduide dieren, toebehoorende aan den arbeider of aan een der leden van zijn gezin; het gebruik van werktuigen of gereedschappen, alsmede van het onderhoud daarvan ; 6". bepaalde werkzaamheden of diensten, door of voor rekening van den werkgever voor den arbeider te verrichten ; 7°. onderricht, door of vanwege den werkgever aan den arbeider te verstrekken. Ook de straf, die op overtreding dezer bepaling staat, n.1. dat het in ongeoorloofden vorm vastgesteld loon, op geld gewaardeerd, 5 maal verschuldigd is, met maximumverhooging tot 1' i-maal het gebruikelijke loon, mag op geenerlei wijze worden gewijzigd. Ontslag. Men zie voor de bepalingen, die met betrekking tot het ontslag, niet inogen worden gemaakt, hetgeen bij „Opzegging" en ..Opzeggingstermijn" is medegedeeld. Hier zij alleen vermeld, dat niet mag worden afgeweken van de bepalingen, dat noch alleen dc werkgever, noch alleen de arbeider mogen beslissen of een dringende reden tot beëindiging der dienstbetrekking in den zin der wet aanwezig is. Opzegging. Nietig is het beding, waarbij wordt afgeweken van de bepaling, dat dc weigering des arbeiders, zich te vereenigen met een nieuw reglement, dat wordt ingevoerd, of met eene wijziging in het bestaande, wordt aangemerkt als een opzegging, uiterlijk tegen den dag der invoering van het nieuwe reglement of der wijziging. Nietig is elk beding, waarbij des arbeiders bevoegdheid, de dienstbetrekking, wanneer die is aangegaan voor langer dan vijf jaren of voor den duur van het leven van een bepaalden persoon, van het oogenblik, waarop sedert haren aanvang vijf jaren zijn verloopen, op te zeggen met inachtneming van een termijn van zes maanden, wordt uitgesloten of beperkt. Opzeggingstermijn. Mondelinge afwijking van de bepaling, dat de termijn van opzegging gelijk is aan den tijd, die gewoonlijk tusschen twee opeenvolgende uitbetalingen van het in geld vastgesteld loon verstrijkt, doch niet langer dan zes weken, is nietig. Elk beding, dat voor een arbeider, die f 4.— per dag (= f 100.— per maand - f 1200.— per jaar) of minder verdient, den opzeggingstermijn langer dan in de vorige alinea is aangegeven stelt, indien de usance geen langeren termijn aangeeft, is nietig. Proeftijd. Elk beding, waarb\j de proeftijd niet voor beide partijen gelijk, of wel op langer dan twee maanden gesteld wordt, alsmede elk beding, waarbij tusschen dezelfde partijen een nieuwe proeftijd wordt aangegaan, is nietig. Reglement. Nietig is elke zoo mondelinge als schriftelijke verklaring dos arbeiders, dat hij zich met elk in de toekomst vast te stellen reglement of met elke toekomstige wyziging van een bestaand reglement, vcrcenigt. Nietig is elke mondelinge verklaring des arbeiders, dat hy zich met een hem bekend reglement of met gemaakte wijzigingen in een bestaand reglement vereenigt, of dat van de bepalingen van een reglement mag worden afgeweken. Echter, kan de arbeider, hoewel hij eene mondelinge overeenkomst heeft aangegaan, schriftelijk verklaren zich met een hem bekend reglement te vereenigen. Afgeweken mag ook niet worden van de bepalingen: 1°. dat een volledig exemplaar van het reglement kosteloos door of vanwege den werkgever aan den arbeider wordt verstrekt; 2°. dat door of vanwege den werkgever een door dezen onderteekend volledig exemplaar van het reglement ter inzage voor een ieder is neergelegd ter griffie van het kantongerecht, binnen welks ressort de onderneming, in welke het reglement geldt, is gevestigd ; 8°. dat een volledig exemplaar van het reglement op eene voor den arbeider gemakkelijk toegankelijke plaats, zoo mogelijk in het arbeidslokaal, zoodanig opgehangen zij en blijve, dat het duideiyk leesbaar is. Nietig is, ten aanzien van arbeiders, wier in geld vastgesteld loon f 4.— per dag (= f 1200.- per jaar) of minder bedraagt, in een reglement het boetebeding, dat niet nauwkeuring de bestemming der boeten vermeldt. Schadeloosstelling. Nietig is elke bepaling, die het recht des arbeiders inkort op de schadeloosstelling, hem toekomend, in geval de dienstbetrekking als gevolg van de invoering of wijziging van een reglement eerder eindigt, dan bü normaal verloop zou hebben plaats gehad. Ook is eene schadevergoeding verplichtend, als eene der partijen de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen doet eindigen, tenzij de wederpartij tot de verbreking der overeenkomst eene dringende reden heeft gegeven. Het bedrag dezer schadevergoeding is bij eene dienstbetrekking voor onbepaalden tijd aangegaan minstens gelijk aan het bedrag van het in.geld vastgesteld loon voor den duur van den opzeggingstermijn. (Zie ook pag. 32 onder „bedrag der schadeloosstelling.") Schadevergoeding. Nietig is elk beding, strijdig met de bepaling, dat de werkgever ter zake van eenzelfde feit niet boete mag heffen en tevens schadevergoeding vorderen. Schuldvergelijking. Elk beding, waarbij den werkgever eene ruimere bevoegdheid tot schuldvergeiyking zou worden toegekend dan hij krachtens art. 1638r heeft, is nietig. Staangeld. Mondelinge bedingen, welke de strekking hebben een zeker bedrag op den betaaldag niet uit te betalen, zijn nietig. Zorg voor den arbeider. Elk beding, waardoor de verplichtingen des werkgevers, te voldoen aan art. 1638.C en ij, zouden worden uitgesloten of beperkt, is nietig. OVERZICHT van verscheidene wettelijke bepalingen betreffende de Arbeidsovereenkomst. Aanspraak op loon bij verhindering om te arbeiden. De arbeider heeft, wanneer hij den bedongen arbeid niet heeft verricht, slechts in de volgende vier gevallen aanspraak op behoud van zijn loon: 1°. voor een betrekkelijk korten tijd, wanneer hij tengevolge van ziekte of ongeval verhinderd is geweest, zijn arbeid te verrichten, tenzij de ziekte of het ongeval door zijn opzet of onzedelijkheid veroorzaakt of het gevolg is van een lichaamsgebrek, waaromtrent hij bij het aangaan der overeenkomst den werkgever opzettelijk valsche inlichtingen heeft gegeven. Komt hem in zoodanig geval hetz\j krachtens eenige wettelijk voorgeschreven ziekte- of ongevallen-verzekering, hetzü krachtens eenige verzekering, of uit eenig fonds, waarin de deelneming is bedongen by, of voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst, eene geldelijke vergoeding of uitkeering toe, dan wordt het loon verminderd met tiet bedrag dier vergoeding of uitkeering. 2°. voor een korten, naar billijkheid te berekenen tijd. wanneer hij, tengevolge van de vervulling eener door wet of overheid, zonder geldelijke vergoeding, opgelegde verplichting, die niet in zijn vrijen tijd kon geschieden, verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten. Onder vervulling eener door de wet of overheid opgelegde verplichting wordt begrepen de uitoefening der kiesbevoegdheid. Militieplichten zijn hier niet bedoeld, voorzoover zy door het r\jk worden betaald en niet van korten duur z\jn. 3°. voor een korten, naar billijkheid te berekenen IJjd, wanneer hij tengevolge van zeer bijzondere, buiten zijne schuld ontstane omstandigheden, verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten. Onder zeer bijzondere omstandigheden worden, voor de toepassing van dit artikel begrepen: de bevalling van de echtgenoote van den arbeider, zoomede het overlijden en de begrafenis van een zijner huisgenooten en van een zijner bloed- en aanverwanten in de rechte linie onbepaald en in den tweedon graad der z\jdlinie. 4°. indien hij bereid was den bedongen arbeid te verrichten. doch de werkgever daarvan geen gebruik heeft gemaakt, hetzij door eigen schuld, of zelfs ten gevolge van, hem persoonlijk betreffende, toevallige verhindering. Komt hem in zoodanig geval krachtens eenige wettelijk voorgeschreven ziekte- of ongevallenverzekering, of krachtens eenige verzekering of uit eenig fonds, waarin de deelneming is bedongen bü, of voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst. eene geldelijke vergoeding of uitkeering toe, dan wordt het loon verminderd met bet bedrag dier vergoeding of uitkeering. Is het loon in geld op andere wijze dan naar tijdruimte vastgesteld, dan zijn de bepalingen van dit artikel eveneens van toepassing met dien verstande, dat als loon wordt aangenomen het gemiddelde loon, hetwelk de arbeider, wanneer hij niet verhinderd ware geweest, gedurende dien tijd had kunnen verdienen. Het loon wordt echter verminderd met het bedrag der onkosten, welke de arbeider zich door het niet verrichten van den arbeid heeft bespaard. Aftrek van het loon. Aftrek van een gedeelte van het loon door den werkgever is in twee gevallen geoorloofd, n.1.: 1°. als schuldvergelijking. Behalve bü het eindigen der dienstbetrekking is tegen de vordering tot uitbetaling van het loon schuldvergelijking alleen toegelaten wegens de volgende schulden des arbeiders: 1°. de door hem aan den werkgever verschul digde schadevergoeding; 2". de boeten, door hem volgons art. 1637« aan den werkgever verschuldigd, nuts door dezen een schriftelijk bewijs worde afgegeven, vermeldende het bedrag van iedere boete, alsmede den tijd waarop en de reden waarom zij is opgelegd, met opgave van de overtreden bepaling van het reglement of van do schriftelijk aangegane overeenkomst ; 3". de bedrage tot een fonds of de inlage in de Rijkspostspaarbank of in een spaarfonds, door den werkgever overeenkomstig artikel 1637s 1°. en 2°. ten behoeve van den arbeider gestort; 4°. de huurprijs van eene woning, een lokaal, welke door den werkgever bij schriftelijk aangegane overeenkomst aan den arbeider zijn verhuurd ; 5°. de koopprijs van gewone en dagelijksche benoodigdheden der huishouding, daaronder niet begrepen alcoholhoudende drank, een en ander door den werkgever aan den arbeider geleverd, mits van die levering blijke uit een schriftelijke, door den arbeider afgegeven, verklaring, vermeldende de oorzaak en het bedrag der schuld, en mits de werkgever niet meer berekene dan den kostenden prijs, en die prijs niet hooger zij dan die, waarvoor de arbeider zich die benoodigdheden der huishouding, elders zoude kunnen aanschaffen; 6°. de voorschotten op het loon, door den werkgever in geld aan den arbeider verstrekt, mits daarvan blijke door eene verklaring als in liet voorgaande nummer vermeld; 7». het bedrag van hetgeen op het loon te veel is betaald; 8". de kosten van verpleging en geneeskundige behandeling, welke ingevolge artikel lö88y ton laste van den arbeider komen; Ter zake van hetgeen de werkgever krachtens de nummers 2"., en •"»*. zoudo kunnen vor- deren, mag door hem bij elke uitbetaling van het loon niet meer in vergelijking worden gebracht, dan een vijfde gedeelte van het in geld vastgestelde loon, hetwelk alsdan zoude moeten worden uitbetaald; terzake van hetgeen hij krachtens de bepalingen van dit artikel in het geheel zoude kunnen vorderen, mag de schuldvergelijking niet verder gaan dan tot twee vijlde gedeelte van hetzelfde bedrag. 2°. wegens beslag, door derden op het loon gelegd. Beslag onder den werkgever op het door dezen aan den arbeider verschuldigd loon, is, indien het in geld vastgesteld loon, vier gulden per dag of minder bedraagt, niet verder geldig dan tot een vijfde gedeelte van het in geld vastgestelde loon. Is het in geld vastgesteld loon hooger dan vier gulden per dag, dan is ten aanzien van dit bedrag beslag evenzeer slechts tot een vijfde gedeelte geldig en is op het meerdere beslag onbeperkt toegelaten. Geenerlei beperking geldt, indien het beslag dient tot verhaal van onderhoud, waarop de beslaglegger volgens de wet aanspraak heelt. Bedrag der schadeloosstelling. De schadeloosstelling, bedoeld onder de rubriek ,Schadeloosstelling"' en wel voor datgene waartoe de arbeider zal zijn gerechtigd volgens sub 1°. en 2°. en eveneens die, waartoe do werkgever gerechtigd is in het daarbij genoemde geval, is bij eene dienstbetrekking, voor onbepaalden tyd aangegaan, gelijk aan hot bedrag van het in geld vastgesteld loon voor den duur van den opzeggingstermijn. Bij eene dienstbetrekking voor bepaalden termijn overeengekomen, is zij gelijk aan het bedrag van het in geld vastgesteld loon voor den tijd, dat de dienstbetrekking volgens de artikelen 1639c en had behooren voort te duren. Is het loon der arbeiders, hetzij voor het geheel, hetzij gedeeltelijk, niet naar tijdruimte vastgesteld, dan geldt de maatstaf van artikel 1637o. In geval eene der partijen de dienstbetrekking onrechtmatig heeft doen eindigen, heelt de wederparty het recht, hetzij het b}j artikel 1639r bedoeld bedrag, hetzij eene volledige schadevergoeding te vorderen. Hetzelfde geldt indien eene der partijen door opzet of schuld aan de wederparty eene dringende reden heeft gegeven om de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen te doen eindigen en de wederpartij van die bevoegdheid heeft gebruik gemaakt. Behoud van loon. Zie: „Aanspraak" op het loon bij verhindering om te arbeiden. Beslag op het loon. Beslag onder den werkgever op liet door dezen aan den arbeider verschuldigd loon, is, indien het in geld vastgesteld loon vier gulden per dag (f 100.— .per maand = f 1200. per jaar, of minder bedraagt, niet verder geldig dan tot een vijfde gedeelte van het in geld vastgesteld loon. Is het in geld vastgesteld loon hooger dan vier gulden per dag, dan is ten aanzien van dit bedrag beslag evènzeer slechts tot een vijfde gedeelte geldig en is op het meerdere, beslag, onbeperkt toegelaten. Geenerlei beperking geldt indien het beslag dient tot verhaal van onderhoud, waarop de beslaglegger volgens de wet aanspraak heeft. Betaling van het loon. Zie: „Voldoening" van het loon. Binnentijdsche beëindiging der dienstbetrekking. Zie: „Opzegging". „Dringende redenen". „Gewichtige redenen". Boekhouding des werkgevers. Zie: „Loon". Boeten. Boeten op de overtreding van een reglement mogen slechts geheven worden, indien zij in dat reglement zijn aangegeven. Bijzondere omstandigheden, l>ij welke behoud van loon is gewaarborgd. Zie: „Aanspraak"' op het loon bij verhindering om te arbeiden". Concurrentiebeding. Het concurrentiebeding is, zoolang het niet aan de bepalingen van de model-overeenkomst is toegevoegd, of, indien het met een minderjarige is aangegaan, niet van kracht. De rechter kan, hetzij op de vordering van den arbeider, hetzij ingevolge diens daartoe strekkend verweer in een geding, zulk een beding geheel of gedeeltelijk te niet doen, op grond, dat, in verhouding tot het te beschermen belang des werkgevers, de arbeider door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Aan een concurrentiebeding kan de werkgever geene rechten ontleenen, indien hij de dienstbetrekking onrechtmatig heeft doen eindigen, of den arbeider door opzet of schuld eene dringende reden heeft gegeven om de dienstbetrekking te doen eindigen en deze van die bevoegdheid heeft gebruik gemaakt, noch indien de rechter op het verzoek of op de vordering des arbeiders de arbeidsovereenkomst ontbonden heeft verklaard, op grond van een dringende reden, den arbeider gegeven door opzet of schuld des werkgevers. Dood van den arbeider. De dienstbetrekking eindigt door den dood des arbeiders. Dood van den werkgever. De dienstbetrekking eindigt niet door den dood des werkgevers, tenzij uit de overeenkomst het tegendeel voortvloeit. Echter zijn zoowel de erfgenamen des werkgevers als de arbeider bevoegd de dienstbetrekking voor een bepaalden tijd aangegaan, door opzegging, met inachtneming van den opzeggingstermijn te doen eindigen, als ware zij voor onbepaalden tijd aangegaan. Dringende redenen tot beëindiging der dienstbetrekking. Dringende redenen om de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van den opzeggingstermijn te doen verbreken, zullen o. a. aanwezig geacht kunnen worden: voor den werkgever: 1°. wanneer de arbeider bij de afsluiting der overeenkomst den werkgever heeft misleid door het vertoonen van valsche of vervalschte getuigschriften, of dezen opzettelijk valsche inlichtingen heeft gegeven omtrent de wijze waarop zijne vorige dienstbetrekking is geëindigd; 2°. wanneer hij, in ernstige mate, de bekwaamheid ol geschiktheid blijkt te missen tot den arbeid, waarvoor hij zich heeft verbonden. 8°. wanneer hij zich ondanks waarschuwing overgeeft aan dronkenschap of ander liederlijk gedrag; 4". wanneer hij zich schuldig maakt aan diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven, waardoor hij het vertrouwen der werkgevers onwaardig wordt; 5". wanneer hij den werkgever, diens familieleden o( huisgenooten, of zijne medearbeiders mishandelt, grovelijk beleedigt of op ernstige wijze bedreigt: 6". wanneer hij den werkgever, diens familieleden of huisgenooten, of zijn medearbeiders verleid of tracht te verleiden tot handelingen, strijdig met de wetten of de goede zeden; 7". wanneer hij opzettelijk, of ondanks waarschuwing, roekeloos des werkgevers eigendom beschadigt of aan ernstig gevaar blootstelt; 8". wanneer hij opzettelijk, of ondanks waarschuwing, roekeloos zich zelf of anderen aan ernstig gevaar blootstelt; 9°. wanneer hij bijzonderheden aangaande des werkgevers huishouding of bedrijf, die hij behoorde geheim te houden, bekend maakt; 10°. wanneer hij hardnekkig weigert te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten, hem door of namens den werkgever verstrekt; 11°. wanneer hij op andere wijze grovelijk de plichten veronachtzaamt, welke de overeenkomst hem oplegt; 1'2°. wanneer hij door opzet of roekeloosheid buiten staat geraakt den bedongen arbeid te verrichten. Voor den arbeider: 1". wanneer de werkgever den arbeider, diens familieleden of huisgenooten mishandelt, grovelijk beleedigt of op ernstige wijze bedreigt, of gedoogt, dat dergelijke handelingen door een zijner huisgenooten of ondergeschikten worden gepleegd: 2". wanneer hij den arbeider, diens familieleden of huisgenooten verleidt of tracht te verleiden tot handelingen, strijdig met de wetten ot de goede zeden, of gedoogt dat dergelijke verleiding of poging tot verleiding door een zijner huisgenooten of ondergeschikten worden gepleegd; 3". wanneer hij het loon niet op den bepaalden tijd voldoet; 4°. wanneer hij, waar kost en inwoning bedongen zijn, niet op behoorlijke wijze daarin voorziet; 5". wanneer hij den arbeider, wiens loon afhankelijk van de uitkomsten van de te verrichten arbeid is vastgesteld, geen voldoenden arbeid verschaft; 6°. wanneer hij den arbeider, wiens loon afhankelijk van de uitkomsten van den te verrichten arbeid is vastgesteld, de bedongen hulp niet of niet in behoorlijke mate verschaft; 7°. wanneer hij op andere wijze grovelijk de plichten veronachtzaamt, welke de overeenkomst hem oplegt: 8°. wanneer hij, zonder dat de aard van de dienstbetrekking dit meebrengt, den arbeider, niettegenstaande diens weigering, gelast arbeid in het bedrijf van een anderen werkgever te verrichten; 9". wanneer de voortduring van de dienstbetrekking voor den arbeider zoude verbonden zijn met ernstige gevaren voor leven, gezondheid, zedelijkheid oi' goeden naam, welke niet blijkbaar waren ten tijde van het sluiten der overeenkomst; 10°. wanneer de arbeider door ziekte of andere oorzaken zonder zijn toedoen buiten staat geraakt, den bedongen arbeid te verrichten. Eindiging der dienstbetrekking. 1 >e wijzen waarop de dienstbetrekking eindigt zijn: 1°. verloop van den tijd, bij een overeenkomst met bepaalden duur, tenzij voorafgaande opzegging bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement is bedongen, ol volgens wet, verordening of grbruik behoort plaats te hebben; 2°. opzegging bij een overeenkomst met onbepaalden duur; 8°. binnentijdsch ontslag of opzegging wegens dringende redenen; 4". binnentijdsch ontslag of opzegging met betaling eener schadeloosstelling; 5". onrechtmatige beëindiging, d. w. z. binnentijdsch ontslag of opzegging zonder dringende redenen en zonder betaling eener schadeloosstelling; 6". dood van den arbeider en soms dood van den werkgever; 7°. ontbinding der arbeidsovereenkomst door den kanionrechter wegens gewichtige redenen; 8". ten aanzien van minderjarigen, ontbinding der arbeidsovereenkomst door den kantonrechter op verzoek van den wetteiyken vertegenwoordiger van den minderjarige of van het O. M. bij het kantongerecht; 9". ontbinding der overeenkomst met of zonder vergoeding van kosten, schaden of interessen, ingevolge artikel 1803 B. W. Art. 1303 B. W. luidt: „Dengone te wiens opzichte de verbintenis niet is nagekomen, heelt do keus oin óf de andere part\j, indien zulks mogelijk is, tot nakoming der overeenkomst Le noodzaken. of dezelver ontbinding te vorderen, niet vergoeding van kosten, schaden en interessen. Faillissement van don werkgever. Onder de bevoorrechte schulden des werkgevers is nu opgenomen : „Het loon van den arbeider over liet verschenen jaar en hetgeen over het loopende jaar verschuldigd is, benevens het bedrag dor verhooging van dat loon ingevolge art. 16387 ') alsmede het bedrag der uitgaven, dooi' den arbeider voor den werkgever gedaan, mitsgaders het bedrag der schadevergoeding, door den werkgever aan den arbeider bij het einde der dienstbetrekking krachtens art. 1639/J) verschuldigd; dat voorrecht komt ten bate ook van hem') te wiens behoeve dat loon, krachtens de artikelen 374/; en 440c wordt uitbetaald"'. 'i Zie: „Te late voldoening van het loon". si Zie: „Onrechtmatige verbreking der dienstbetrekking". 'i De voogdijraad. Van den dag der faillietverklaring af is het loon boedelschuld. Arbeiders in dienst van den gefailleerde kunnen de dienstbetrekking opzeggen, en hun kan wederkeerig door den curator de dienstbetrekking opgezegd worden, met inachtneming van de overeengekomen of wettelijke termijnen, met dien verstande echter, dat in elk geval de dienstbetrekking kan worden geèindigd door opzegging met een termijn van zes weken. Getuigenbewijs. Getuigenbewys is in twistgedingen, betrekkelijk tot een arbeidsovereenkomst, toegelaten. Bloed- en aanverwanten, mitsgaders arbeiders in dienst van partijen zullen, in twistgedingen, betrekkelijk tot eene arbeidsovereenkomst, als zoodanig noch onbekwaam zijn, noch kunnen gewraakt worden. Getuigschrift. De werkgever is verplicht bij het eindigen der dienstbetrekking den arbeider op diens verlangen een getuigschrift uit te reiken. Het getuigschrift bevat eene juiste opgave omtrent den aard van den verrichten arbeid en den duur der dienstbetrekking, alsmede, doch alleen op bijzonder verzoek van dengene aan wien het getuigschrift moet worden uitgereikt, omtrent de wijze, waarop de arbeider aan zijne verplichtingen heeft voldaan en de wijze, waarop de dienstbetrekking geëindigd is; heeft de werkgever echter de dienstbetrekking zonder het aanvoeren van redenen doen eindigen, dan is hij slechts gehouden zulks te vermelden, zonder verplicht te zijn de reden zelve mede te deelen; heeft de arbeider de dienstbetrekking onrechtmatig doen eindigen, dan is de werkgever gerechtigd zulks in het getuigschrift te vernielden. De werkgever, die weigert het gevraagde getuigschrift af te geven, die in het getuigschrift tegen beter weten onjuiste mededeelingen opneemt, of die het getuigschrift van een kenmerk voorziet, bestemd om aangaande den arbeider eenige mededeeling te doen, welke niet in de bewoordingen van het geschrift is vervat, is zoowel jegens den arbeider als jegens derden aansprakelijk voor de daardoor veroorzaakte schade. Gewichtige redenen tot het doen eindigen eener dienstbetrekking door den kantonrechter. Als gewichtige redenen 0111 den kantonrechter ontbinding der overeenkomst te vragen, worden, behalve de elders genoemde „dringende" redenen, ook beschouwd veranderingen in den persoonlijken of vermogenstoestand des verzoekers of der wederpartij of in de omstandigheden, waaronder de arbeid wordt verricht, welke van dien aard zijn, dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korten tijd behoort te eindigen. Zie verder onder „dringende redenen tot beëindiging der dienstbetrekking". Kosten van het aangaan der arbeidsovereenkomst. Wanneer de arbeidsovereenkomst schriftelijk wordt aangegaan, zijn de kosten der akte en andere bijkomende onkosten ten laste van den werkgever. Kwitanties. Kwitanties terzake van betaald loon zijn vrij van zegel. Loon. Bestaat het loon voor het geheel of voor een gedeelte in een bedrag, dat afhankelijk is gesteld van eenig gegeven, dat uit des werkgevers boekhouding móet kunnen blijken, dan heeft de arbeider het recht, van den werkgever mededeeling te verlangen van zoodanige bewijsstukken als voor hem noodig zijn om tot de kennis van dat gegeven te geraken. De mededeeling van de bewijsstukken door of vanwege den werkgever geschiedt desverlangd onder uitdrukkelijke verplichting van geheimhouding door den arbeider. De verplichting tot geheimhouding is voor zoover noodig opgeheven, indien de opgave in rechte wordt betwist. Machtiging tot ontvangst van het loon. Machtiging van een derde tot het in ontvangst nemen van het loon der arbeiders moet steeds schriftelijk geschieden. Volmacht tot invordering van het loon, onder welken vorm of welke benaming ook door den arbeider verleend, is steeds herroepelijk. Overdracht, inpandgeving, of elke andere handeling waardoor de arbeider eenig recht op zijn loon aan eenen derde toekent, is slechts in zoover geldig, als een beslag op zjjn loon, geldig zoude zijn. Ongeoorloofde voldoening van het loon. Voldoening van het loon, voor zoover zij anders plaats heeft gehad, dan bij de overeenkomst of de wet is bepaald, is nietig. De arbeider behoudt het recht, van den werkgever het verschuldigd loon te vorderen, zonder gehouden te zijn hem het bij de nietige voldoening ontvangenc terug te geven. Niettemin is de rechter bevoegd bij toewijzing van de vordering des arbeiders de veroordeeling te beperken tot zoodanig bedrag, als hem met het oog op de omstandigheden van het geval billijk zal voorkomen, doch uiterlijk tot de som, waarop de door den arbeider geleden schade door hem wordt gewaardeerd. Ongeval. Behoud van loon bij een — Zie: „Aanspraak op het loon bij verhindering om te arbeiden". Onrechtmatige verbreking der dienstbetrekking. Ieder der partijen, die de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen doet eindigen, zonder dat de wederpartij daarin toestemt, handelt onrechtmatig, tenzij zij tegelijkertijd aan do wederpartij eene schadeloosstelling betaalt op den voet als bij artikel 1639r is bepaald, of de dienstbetrekking aldus doet eindigen om eene dringende, aan de wederpartij onverwijld medegedeelde, reden. Ingeval eene der partijen do dienstbetrekking onrechtmatig heeft doen eindigen, heeft de wederpartij liet recht, hetzij bet bü art. lti:S9/bedoeld bedrag, hetzij eene volledige schadevergoeding te vorderen. Zie verder: „Bedrag der schadeloosstelling". Ontbinding der overeenkomst door den kanton rechter. leder der partijen is ten allen tijde, ook voor dat de arbeid is aangevangen, bevoegd zich wegens gewichtige redenen te wenden tot den rechter van het kanton, waarin de plaats van haar werkelijk verblijf gelegen is, met het schiittelijk verzoek, de arbeidsovereenkomst ontbonden te verklaren. Zie verder : „Gewichtige redenen tot het doen eindigen eener dienstbetrekking door den kantonrechter". Indien de wettelijke vertegenwoordiger van eenen minderjarige meent, dat de door dezen gesloten arbeidsovereenkomst voor den minderjarige nadeelige gevolgen zal hebben, of heeft, of wel. dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in de in art. 1637# genoemde machtiging, kan hij zich wenden tot den rechter van liet kanton, waarin de plaats van het werkelijk verblijf des minderjarigen gelegen is, met liet schriftelijk verzoek, die overeenkomst ontbonden te verklaren. Indien de rechter het verzoek inwilligt, bepaalt li\] op welk oogentilik de dienstbetrekking zal eindigen. Gelijke bevoegdheid als aan den wettel ijken vertegenwoordiger is toegekend, komt onder gelijke omstandigheden toe aan den ambtenaar van het openbaar ministerie bij het kantongerecht, binnen welks ressort de plaats van het werkelijk verblijf des minderjarigen gelrgen is. Opzegging. Opzegging is voor het doen eindigen van eene dienstbetrekking steeds noodig, indien de dienstbetrekking voor onbepaalden tijd of tot wederopzegging is aangegaan. Zie verder: „Opzeggingstermijn". Is dr dienstbetrekking voor bepaalden tijd aangegaan, dan is voorafgaande opzegging alleen noodig : 1". indien zulks bij schriftelijke aangegane overeenkomst of reglement is bedongen : 2". indien volgens wet, verordening of gebruik ook bij vooraf bepaalden duur opzegging behoort plaats te hebbenen partijen daarvan niet, waar zulks geoorloofd is, bij schriftelijke aangegane overeenkomst of bij reglement zijn afgeweken. Opzeggingstermijn. De termijn van opzegging is, indien niets afwijkends is bedongen, gelijk aan den tijd, die gewoonlijk tusschen twee opvolgende uitbetalingen van het in geld vastgesteld loon, verstrijkt, doch niet langer dan zes weken. Men zie in verband met deze bepaling de bewoordingen van hut formulier. Plaats der voldoening van het loon. Zie: „Voldoening v;m hot loon". Reglement. Een reglement is slechts geldig, indien de arbeider schriftelijk heeft verklaard, zich daarmede te vereenigen en indien tevens is voldaan aan de verder in art. 168 ij gestelde vereischten. Schadeloosstelling. Hierop kunnen rechten geldend gemaakt wordendoorden arbeider : 1". indien de werkgever, de dienstbetrekking binnentijds, eenzijdig, zonder dringende redenen, doet eindigen of dringende redenen tot beëindiging door den arbeider geeft; 2". bij invoering van een reglement of wijziging van een bestaand reglement, indien de arbeider zich daarmede niet kan vereenigen en de dienstbetrekking, indien zij voor bepaalden tijd is aangegaan, daardoor wordt verkort, of, indien zij voor onbepaalden tijd is aangegaan, er tusschen den dag waarop het nieuwe reglement aan zijne goedkeuring wordt onderworpen, en dien waarop het in werking zal treden, minder vrije dagen liggen dan de opzeggingstermijn omvat; 3". indien de werkgever niet voldaan heeft aan de verplichtingen tot onderhoud van lokalen en werktuigen en de arbeider daardoor een ongeval heeft gekregen. Zie vorder: „Bedrag dor schadeloosstolling." De werkgever heeft aanspraak op schadeloosstelling : indien de arbeider de dienstbetrekking binnentijds, eenzijdig, zonder dringende redenen, doet eindigen ot den werkgever dringende redenen geeft, de dienstbetrekking te doen eindigen. Schadevergoeding. Zoowel de werkgever als de arbeider zijn tot schadevergoeding gehouden, indien zij : 1°. de dienstbetrekking onrechtmatig hebben doen eindigen ; 2". de wederpartij dringende redenen hebben gegeven om de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van den opzeggingstermijn te doen eindigen en de wederpartij van die bevoegdheid heeft gebruik gemaakt; leder vorderingsrecht krachtens deze bepalingen vervalt na verloop van zes maanden. 3". indien eene der partijen opzettelijk of door schuld in strijd heeft gehandeld met een harer verplichtingen. Is de dientengevolge door de wederpartij geleden schade niet op geld waardeerbaar, dan zal do rechter naar billijkheid eene som golds als schadevergoeding vaststellen. Indien door den werkgever van den arbeider eene schadevergoeding is bedongen, voor het geval dat doze in strijd handelt met het z.g. concurrentiebeding, zal de rechter steods bevoegd zijn do schadevergoeding op eene kleinere som te bepalen, zoo de bedongene hem bovenmatig voorkomt. Schuldvergelijking. Zie: „Aftrek van het loon."' Te late voldoening van het loon. Zie: .Voldoening van het loon." Uitbetaling van liet loon. De uitbetaling van hrt in geld naar tijdruimte vastgesteld loon zal geschieden als volgt: Indien het loon bij de week of bij kortere tijdruimte is vastgesteld, telkens na eene week; indien het loon is vastgesteld bij eene tijdruimte langer dan eene week, doch korter dan eene maand, telkens na verloop van den tijd, waarbij het loon vastgesteld is; indien liet loon bij de maand is vastgesteld, telkens na eene maand: indien liet loon bij langere tijdruimte dan eene maand is vastgesteld, telkens na een kwartaal. Men zie in dit verband do bewoordingen van liet formulier. De uitbetaling van het in geld doch niet naar tijdruimte vastgestelde loon, zal geschieden niet inachtneming van bovenstaande bepalingen, met dien verstande, dat dit loon geacht zal worden te zijn vastgesteld bij de tijdruimte, waarbij het loon gewoonlijk wordt vastgesteld, voor den arbeid, welke ten aanzien van aard, plaats en tijd het meest nabij komt aan den arbeid, waarover het loon verschuldigd is. Voor zoover het in geld vastgesteld loon bestaat in een bedrag, dat afhankelijk is gesteld van eenig gegeven, dat uit des werkgevers boekhouding moet kunnen blijken, zal de uitbetaling geschieden telkens wanneer het bedrag van dat loon kan worden bepaald, met dien verstande, dat de uitbetaling ten minste eenmaal per jaar zal geschieden. Voor zoover dit gegeven betreft de winst in des werkgevers onderneming of een deel daarvan behaald en de aard van het bedr\jf of het gebruik medebrengt dat deze winst eerst na een langer tijdstip dan één jaar wordt bepaald, kan b\j schriftelijk aangegane overeenkomst of by reglement worden bedongen dat de uitbetaling telkens na die bepaling zal geschieden. Uitkeering uit eenig fonds of krachtens wettelijke verzekering. Zie: „Aanspraak op het loon bij verhindering om te arbeiden". Verhooging van liet luon wegens vertraagde uitbetaling. Zie: „Voldoening van het loon-' (Tijd). Verhindering urn te arbeiden of te laten arbeiden. Zie: «Aanspraak op het loon bij verhindering om te arbeiden". Voldoening van het loon. Bedrag. Bij iedere uitbetaling zal het geheele bedrag van het verschuldigde loon worden voldaan. Zie verder „Aftrek van het loon". Plaats. Indien de plaats der voldoening van het loon niet bij overeenkomst of reglement, of door het gebruik, is bepaald, geschiedt de voldoening, hetzij ter plaatse waar de arbeid in den regel wordt verricht, hetzij ten kantore des werkgevers, indien dit gelegen is in dezelfde gemeente waar de meerderheid der arbeiders woont, hetzij a ui de woning des arbeiders, ter keuze van den werkgever. Tijd. De werkgever is verplicht den arbeider zijn loon op den bepaalden tijd te voldoen. Voor zoover het in gold vastgesteld loon, of hot gedeelte daarvan, «lat overblijft na aftrek van hetgeen door den werkgever niet behoeft te worden uitbetaald, en na aftrek van hetgeen, waarop derden overeenkomstig de bepalingen van dezen titel rechten doen gelden, niet wordt uitbetaald uiterlijk den derden werkdag na dien waarop ingevolge de bepalingen onder „Uitbetaling van liet loon" vermeld, de betaling had moeten geschieden, heeft de arbeider, indien deze nietbetaling aan den werkgever is toe te schrijven, aanspraak op eene verhooging wogens do vertraging, welke voor den vierden tot en met don achtsten werkdag, bedraagt v(jf ten honderd per dag en voor eiken volgenden werkdag één ten honderd, met dien verstande, dat do verhooging wegens vertraging in geen geval do helft van het verschuldigd bedrag zal te boven gaan. Niettemin is de rechter bevoegd de verhooging te beperken tot zoodanig bedrag als hom mot het oog op de omstandigheden van het geval billijk zal voorkomen. Aan derden. Voldoening van het loon aan «lenlen is nietig, behalve in de volgende gevallen : 1". aan den voogdijraad, indien die daartoe krachtens art. 874 h en 440 c B. W. gerechtigd is ; 2°. krachtens art. 344/>/s Wetb. van Strafvordering; 3°. krachtens schriftelijke volmacht des arbeiders: Zie verder: „Machtiging tot ontvangst van het loon." 4°. in geval van beslag; Zie: „Beslag op het loon". 5°. aan den wettelijken vertegenwoordiger des minderjarigen arbeiders, indien dit voortvloeit uit de schriftelijke machtiging, aan den minderjarige voor het aangaan der dienstbetrekking verstrekt. Zie verder: „Ongeoorloofde voldoening van het loon." Wettelijk l<»on. Ter berekening van het in geld vastgesteld loon per dag. wordt de dag gesteld op tien uren, de week op zes dagen, do maand op vijf en twintig dagen en het jaar op drie honderd dagen. Is het loon. hetzij voor het geheel, hetzij gedeeltelijk op andere wijze dan naar tijdruimte vastgesteld, dan wordt als het in geld vastgesteld loon per dag aangenomen het gemiddeld loon des arbeiders, berekend over de laatst voorafgegane dertig werkdagen ; bij gebreke van dien maatstaf wordt als loon aangenomen het gebruikelijk loon voor den, wat aard, plaats en tijd betreft, meest nabijkomenden arbeid. Ziekte. Behoud van liet loon bij — Zie: „Aanspraak op het loon bij verhindering om te arbeiden: Zondagsrust. De werkgever is gehouden den arbeid dusdanig te regelen, dat de arbeider geen arbeid heeft te verrichten op Zondagen en op die dagen, die volgens het plaatselijk gebruik ten aanzien van den bedongen arbeid met Zondagen worden gelijkgesteld. behalve voor zooverre het tegendeel is bedongen of uit den aard van den arbeid voortvloeit. Ondergetetkende verklaart Lid te willen worden van den Natiomlen Bond van Handels■ en Kantoorbedienden „Mercwriiis". Naam Voornamen Datum van geboorte Woonplaats Werkzaam bij T< betalen contributie Omlergeteekende verklaart Lid te willen worden van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius Naam Voornamen Datum van geboorte Woonplaats Werkzaam bi,j Te betalen contributie 1 i „De opkomst en de snelle ontwikkeling der reusachtige grootindustrie heeft den werkman meer dan zulks vroeger het geval was, afhankelijk gemaakt van den werkgever. De werknemer is, individueel staande tegenover den werkgever, lieden ten dage veel zwakker dan voorheen en niet zelden als het ware overgeleverd aan diens willekeur. Dit zou in nog hoogere mate het geval zijn geweest, indien niet de werkgever reeds bij herhaling het gewicht zijner voorschriften in de Schaal hadde geworpen in het belang van den arbeider, tot herstel van het evenwicht ten behoeve van de zwakkere partij. Overtuigd, dat de wet is het postulaat zijner vrijheid, heeft de arbeider om te ontkomen aan den druk, waaronder hij als enkeling zuchtte, hare hulp met beide handen dankbaar aangegrepen, zonder daarom aan de andere zijde te vergeten, welke kracht tot eigen opheffing gelegen is in hem zeiven, verbonden met anderen. Vandaar dat hij zich heeft vereenigd tot het vormen van vak- en andere bonden om zijne kracht te verhonderdvoudigen en er eindelijk toe komt de vereeniging ook toe te passen op het arbeidscontract. Waar het bewustzijn voor de kracht der organisatie leeft bij honderdduizenden, zich openbarende in den werkdadigen wil om het geschetste ideaal te verwezenlijken, kan die verwezenlijking zelve op den duur niet uitblijven". (Uit de Memorie van Toelichting op het icctsoniiverpArbeidscontract door Mr. J. A. Loeff).