/ UITGEGEVEN DOOR DEN „ANTI-SUIKERACCIJNS BOND" GEEN SACCHAR1NE IN bE HUISHOUblNG! DOOR M. GRESHOFF Directeur-srheikundige v/iv het Koloniaal Museum te Huarlt in NIKUWK UITGAVK CTwee on Twintigste Duizendtal) TYP. „VADA" - WAGENINGEN 1905 Mei in ore, fel in corde. GEEN SACCHARINE IN DE HUISHOUDING! door M. GRESHOFF Directeur-scheikundige lan het Koloniaal Museum te Haarlem Nieuwe uitgave (22ste Duizendtal) Typ. N. V. Drukkerij „Vada", Wageningen 1905 Seen saccharine in de huishouding! Het Bestuur van den Anti-suikeraccijiisbond wenscht, dat duidelijk eu in geheel den lande de waarschuwing' veruonieu worde, die boven dit vlugschrift staat. Is suiker een vriend van den huize, eene stof. kostelijk als genotmiddel en als voedingsmiddel — een hoofdbron onzer spierkracht en een der beste hulpmiddelen, den mensch geschonken om zijn lichaam gezond te houden — van saccharine kan die lofspraak geenszins gelden: integendeel! A\ ie strijdt voor goedkoope suiker ais een noodwendige behoefte voo!' ons volk, moet dus óók strijden tegen de Umgénsuiker, tegen de saccharine, die met haar valsche zoetheid de echte suiker wil verdringen. Eu er is dus wél verband tusschen de aiiti-suikeraccijns-beweging en eene anti-siccharine-be weging'. Want: Geen saccharine in de huishouding! is nog slechts eene negatieve leuze, die aldus dient aangevuld: Goedkoope suiker voor de huishouding! Het zal echter in ons land, dat nu eenmaal de begrooting voor een goed deel op de suikerbelasting heeft gevestigd, en dat daarvan per jaar 19 niillioenen gulden trekt (4 a 5 millioen gulden meer dan de vermogens- en bedrijfsbelasting samen!). heel wat moeite kosten, om dien suikeraccijns afgeschaft te krijgen, 't Is om die reden goed, het veel gemakkelijker tot oplossing te brengen saccharine-vraagstuk eenigszins zelfstandig te behandelen. Ue aanleiding, dat zulks door mij in dit vlugschrift geschiedt, is deze: Van verschillende zijden had ik vernomen, en't was mij bij een ingesteld onderzoek ook gebleken, dat in de stad mijner inwoning, te Haarlem, op uitgebreide schaal wordt gebruik gemaakt van saccharine ter vervanging van suiker. Dit gaf mij aanleiding tot eene waarschuwing in de Oprechte Haarlcmsche Courant van 13 Februari 1905. Iti verschillende dagbladen, tot zeli's op 't verre Java (in het Bataviaasch Xiewcsblad van 15 Maart jl.), is dat stuk overgenomen en besproken *), en het schijnt wel, dat deze waarschuwing bij velen voor 't eerst de aandacht gevestigd heeft op iets. dat naar mijn oordeel voor ons volk reeds een euvel is, en een ramp dreigde te worden. Van vele plaatsen des lands ontving ik bericht, dat het met dat toe- *1 Zoo schreef de Telegraaf het volgende : •Dr. M. GresliofF is in de „Oprechte Haarlemmer" aan het foeteren geslagen tegen het toenemend gebruik in onze volkskringen van saccharine als zoetstof. En in tal van provinciale kranties lees je nu waanwijze ingezonden stukken, als daar zijn; bespiegelingen of exclamaties van strijdwillige huismoeders, ot bange praatjss van betwetende onderwijzertjes. Er is plotseling roering in de lucht gekomen! Aan de goedkoope groene kartonnetjes met de welbekende zoete tabletjes krampen zich eenerzijds de waschtobbe-handen, de met halve centjes kleerïekenende vingerhaken van de dames kostgeelfeters en buurtmoedertjes angstwekkend vast. . . nemend saccliai-ine-gebruik elders al evenzoo is. Saccharine-tabletjes blijken in vele huisgezinnen de suiker te verdringen, tot zelfs in kostscholen en kazernes. Reizigers in saccliarine bezoeken zoowel de banketbakkers en limonade-fabrikanten als de bierbrouwers en likeurstokers. En niet alleen in onze steden, ook op het platteland stijgt het gebruik, dringt de saccliarine dieper bij 't volk door. Ik zal zulks straks door eenige cijfers aantoone.i. Het geschiedt natuurlijk onder den invloed der dure suikerprijzen, prijzen, die door de onbarmhartige accijnswet in ons land, dat — bittere ironie — zelf overvloediglijk suiker teelt en bovendien de rijkste suikerleverende kolonie der wereld, Java, bezit, veel liooger zijn dan in andere landen. Eerstgenoemde suiker is beetwortelsuiker, laatstgenoemde rietsuiker, doch daartusschen — het zij nog eens voor de zoveelste maal gezegd — is als voedings- en genotmiddel geenerlei verschil: beide zijn dezelfde stof: saccharose, en hebben in deu wereldhandel nagenoeg dezelfde waarde, die in de eerste plaats door de landbouwkosten van riet en biet bepaald wordt. Saccliarine is echter een geheel kunstmatige stof. in fabrieken te maken in elke verlangde hoeveelheid, en voor weinig geld. In de eerste plaats kan dus die saccliarine als „goeXH. In die enkele formule kan de ingewijde al zéér veel öUj van de eigenschappen der stof lezen. 11I. dat zij inderdaad niets heeft uittestaan met suiker, en dat, naar alles wat wij van dergelijke, van benzol, resp. toluol, afgeleide lichamen weten, saccharine geen voedsel kan zijn. doch wel een vergift, in 't gunstigst geval misschien een medicijn, zoo iets als salicylzuur bijv. De heer Fahlberg maakte druk. en met groot linancieel succes, reclame voor zijne ontdekking. In die dagen hadden velen, zelfs ouder de geleerden. geen duidelijk inzicht in de voedingswaarde van suiker, en werd die stof alleen als ..zoetstof", als nutteloos genotmiddel, beschouwd. Onder dien invloed is ook onze suikeraccijns-wet ontstaan. Dat suiker veel meer is, dat die stof aan 't lichaam warmte en kracht verleent, eiwit bespaart en vet vormt, dat besefte men toen zoo niet. Geen wonder dus, dat de saccharine als een 300-voudige suiker met gejuich begroet werd, en men te goeder trouw meende, dat met die goedkoope zoete stof een weldaad aan 't volk te bewijzen viel. Dat de saccharine niet voedde, erkende men van den beginne af, maar dat werd toen zelfs van echte suiker niet gewaardeerd. Een bekend vooruitstrevend Duitsch schrijfster, Lina Morgenstern, haastte zich een kookboek samen te stellen, waar saccharine overal werd voorgeschreven, waar in de ouderwetsche keuken suiker gebruikt was .... Andere Duitsche chemici, naijverig op Fahlberg's in goud klinkenden roem, gingen óók aan 't zoeken naar dergelijke zoetigheid: zoo ontdekte de heer Dr. Berlinerblau het para-aethoxyphenylureum, dat hij duleiet doopte, en met saccharine liet concurreeren, tot een derde kwam, die weer een auder zoet, de glucine, uit de teer haalde. Ieder roemde deze nieuwe triutnfen der chemie, en schertsenderwijze werd beweerd, dat de groote Fahlberg een vervolg gevonden had op 't antwoord van Simson's raadsel in Hichferen XIV. (Wat is zoeter dan honigV —- saccharine!). In dien trant kon men ook de lofspraak hooren: ral de zoetheid der voorwereldlijke perioden, vastgelegd in de steenkool, is nu door Fahlberg aati het licht gebracht !" Eene nieuwe zoetstof vinden, was dus een tijdje het ideaal van alle fabrieks-ehemici. Niet lang heelt in Duitschland die saccliarine-roes geduurd. Immers, al spoedig bleek er aanleiding te zijn, in de eerste plaats tot de vraag: Is saccharine nadeelig voor de sp ijsverter ihg ? Het kon de aandacht niet ontgaan, dat de zoetheid der saccharine aan velen besliste walging inboezemde, en ook andere klachten werden vernomen. l»at leidde tot vele, proefnemingen over de werking der saccharine in maag en darmkanaal van menschen en dieren. Een reeks van onderzoekingen, ingesteld door geleerden in Duitse lilaud en Frankrijk, zou men kannen aanhalen, doch wij behoeven niet zoo ver van huis te gaan. De invloed van saccharine toch. is nauwkeurig nagegaan door wijlen den Groningsehen hoogleeraar I'. C. I'lugge (7 te Buitenzorg op Java, 29 Juni 1 iS'.'T), een uitnemend onderzoeker en een onafhankelijk geleerde. l[ij deelde in den. jaargang 1888, Dl. II, Mz. 5t>9—573 van iiet Xed. Tijdshr. voor Geneeskunde de resultaten zijner uitvoerige onderzoekingen mede ter toelichting van de volgende vragen: 1. oefent saccharine invloed uit op de spijsvertering (digestie) in den mond, 111. a. \v. stoort zij de omzetting van zetmeel (amyluin) door het speekselferment: ptyaline? 2. bestaat er een storende invloed op de maagdigestie, op de omzetting van eiwitstoffen in peptonen door liet ferment van het maagsap: pepsine ? 3. heeft saccharine invloed op liet digestieproces in den darm, of wel meer bepaaldelijk op: a. de trypsine-werking en b. op de sacchariliceerende werking van het pancreassap V Uit al zijne proeven, met kleine hoeveelheden volmaak' zuivere saccharine genomen, bleek nu, dat deze stof de spijsvertering, zoowel in mond, maag, als darm, belangrijk vertraagt. Zelfs een zéér gering gehalte saccharine heft de oplossende werking van het speeksel op zetmeel geheel en al op ! Het is. of men zijn brood ongekauwd naar binnen slokt. En waar vooral voor de lijders aan suikerziekte de saccharine meermalen een „uitkomst"' werd genoemd, voegde prof. Plagge aan zijn artikel de waarschuwing toe, dat hij juist voor die patiënten, welke zooveel van hun digestie-apparaat hebben te hopen, maar ook te eischen, voor wie een krachtige spijsvertering van zoo groot belang is. het gebruik van saccharine zéér bedenkelijk achtte. Doch ook aan tal van andere personen, die moeite hebben hunne zwakke spijsvertering te verbeteren, of eene goede digestie te behouden, moest hij het gebruik beslist ontraden. -Ondanks de vele opgaven over de onschadelijkheid van saccharine". zoo schreef prof. Plugge, „komt het mij voor, dat men aan de ongunstige ervaringen van onderzoekers als Worms, Dujardin-Beaumetz e. a. sreen gering gewicht moet hechten. 1111 het ook bij het onderzoek buiten het lichaam blijkt, dat die stof de digestie inderdaad belemmert"'. Vele andere geleerden hebben dit ongunstig oordeel over saccharine bevestigd. Vooral Prof. von Jaksch deed zulks, ook de beroemde giftkenner Lewin. (Zie Aant. 1). Een Oostenrijksch onderzoeker, Stift, en later Raslikovitsch, die tal van proeven nam. kwam zelfs tot liet oordeel, dat de saccharine volkomen uit den handel diende geweerd te worden. Cantani beschreef het gevoel van ouwelzijn, dat vaak zelfs na gering saccliarinegebruik optreedt. Een ander bekend onderzoeker, Stutzer, wees vooral op het feit. dat saccharine het maagsap onwerkzaam maakt; ook Salkowsky vond een schadelijken invloed op de pepsine-werking. De nieuwste onderzoekingen zijn die van Stoklasa (1904) en van v. Fujitani (1905). De eerste noemt saccharine een specifiek vergift voor de spijsvertering, ongeschikt vooral ook voor diabetes-lijders, omdat het de bij hen toch reeds verzwakte enzyme-werking in pancreas en spieren stoort; de laatstgenoemde bewijst door proefnemingen, dat saccharine zell's in eene verdunning van 1-100000 de spijsvertering vertraagt. Voor eeniare jaren trouwens had de arts l)r. K. Bornstein, den arbeid van wijlen pref. Plugge hervattend, wederom liet bewijs geleverd, dat door saccharine de vertering en resorptie van 't voedsel benadeeld, en zelfs het arbeidsvermogen verminderd wordt. Inderdaad is er een ervaringsfeit, dar prof. Plngge's ongunstig oordeel volkomen bevestigt. Lijders aan suikerziekte n.1. klaren niet zelden, niet alleen dat hun de saccharine weldra walgt, maar dat zij ernstig de spijsvertering schaadt. Het is de ervariux van vel-n. van artsen en leeken. Ook ik kon dat eenige malen in mijn oiuuwing waarnemen: na een paar maanden saccharine als zoetmakeml midd'-l gebruikt te hebben, pleegt de diabeticus zijn tabletjes geheel aan den kant te doen, of wel hij beperkt t gebruik tot het hoogst nooditre. Daartegenover staat dat andere lijders, blijkbaar met sterker magen, ni:t in die mate over de saccharine klagen. Het feit is in medische klingen bekend, zoolang als de saccharine bestaat, en wijst er in ieder geval niet op, dat die stof op den duur als genotmiddel voor allen voldoet. Het is dan ook de reden, dat de iransclie gezondheidsraad reeds 17 jaar geleden een zeer ongunstig oordeel velde over Sucre de Itouille als suiker-surrogaat. 2) Wij zien dus, niet alleen dat saccharine nooit ofte ■immer als voedingsmiddel is aanbevolen of verdedigd, doch dat ook het gebruik als genotmiddel aan ernstige bezwaren onderhevig blijft. Dan rijst de nieuwe vraag: heeft die digestie-storende stof wellicht nog andere nadeelige eigenschappen'? Is saccharine een vergift ? Er zijn velen, die deze vraag ontkennend beantwoorden, en zij beroepen zicli daartoe ten eerste op de ervaring, dat men in de praktijk zelden of nooit van ernstige rsaccliarine-vergiftiging' heeft vernomen, en ten tweede op het feit, dat men bij proefdieren alleen dan eene doodelijke werking waarneemt, indien er ongeëvenredigd veel dezer stof wordt toegediend. Noch het een, noch het ander, kan echter een afdoend antwoord geacht worden op de vraag: of saccharine als consumtie-artikel op den langen duur werkelijk areheel onschadelijk genoemd mag worden'? Dat men zich met saccharine niet vergiftigt als met Pruisisch zuur, welnu, dat vindt geen tegenspraak. Maar een zwakker gift kan daarom toch óok wel schadelijk zijn. Eenmaal, in Praag, is in 1902 een geheel huisgezin door overmatig saccharine-gebruik ziek geworden, en stierf er één *). Men vergete ook niet, dat in het Duitsche rijk al vrij spoedig door een „Süssstoff-Gesetz" tegen saccharine gew aakt is, en dat evenzoo in de meeste andere landen het verbruik onder strenge controle gestaan heeft, zoodat de kans op vergiftiging door het eten van eene groote hoeveelheid in ééns — wie trouwens zou daartoe neiging hebben bij eene stof, die zoo ontzettend zoetig is V — in de praktijk wel uitgesloten was. En wat uu de dierproeven betreft ? Terwijl een arts hier te lande, Dr. J. Huj'gens, die zich een vijftien jaar geleden voor zijn proefschrift niet saccharine bezig hield, en wiens gunstig oordeel over die stof — dat door wijlen prof. B. ,T. Stokvis werd aanvaard — thans al iets geheel nieuws in 't debat gebracht wordt, vond. dat bij konijnen eerst de giftwerking optreedt als men 1-2 gr. per kilogram lichaamsgewicht inspuit, zag Dr. A. Stift (1899) reeds konijnen sterven, die per dag slechts 0.4 gr. saccharine in liun voedsel toegediend kregen. De waarheid zal wel deze zijn, dat de saccharine geen snel doodend vergift is. maar tóch een vergift. Dat het eerste vergiftigings-verschijnsel eene hevige diarrhoea is, moet met den reeds gesehetsteu nadeeligen invloed der saccharine op de spijsvertering samenhangen. Die nog twijfelen aan de giftnatuur van saccharine, raad ik eene eenvoudige proefneming aan. Men brenge levende visschen in eene saccliarine-oplossing. Dan vertoonen zij weldra groote onrust, zij verschieten van kleur, verliezen het stuur, d. i. het vermogen begeeft ze, zich bij het zwemmen te richten: kortom, zij zijn vergiftigd! (in suiker-oplossing merkt men daarvan niets.) Nu zal men zeggen: ,.een mensch is geen visch", maar het antwoord daarop is: dat juist deze proef zeer wel nabootst, wat er gebeuren kan. indien eene verdunde saccharine-oplossing de fijne organen van het menschelijk lichaam bespoelt, juist zooals zij bij de visschen het fijne weefsel van het ademhalings-orgaan, de kieuwen, drenkt. Want dat is een der eigenschappen van saccharine, dat die stof grootendeels onveranderd in ons gelieele lichaam rondwaart, tot in de nieren. Ruim de helft der saccharine wordt als zoodanig weder afgescheiden. Het is. nog afgezien van den nadeeligen invloed in maag-darmkanaal, niet het minst de kans, dat de saccharine op den langen duur een zoo teeder orgaan als de nieren schaden kan, die tot voorzichtigheid bij 't gebruik maant. Prof. H. W. Wiley, die onlangs eene bijzondere studie gemaakt heeft over dergelijke stoffen in ons voedsel als de kunstmatige verzoeting- en conserveeringmiddelen zijn, ontraadt ten sterkste liet toelaten van saccharine in spijs en drank, evenals van boorzuur, salicylzuur. zwaveligzuur. En juist daarom, omdat deze chemicaliën, ook al geven zij niet direct tot vergiftiging aanleiding, toch aan de nieren zulk een onnoodig verhoogden arbeidslast opleggen, zal dit op den duur nadeelig moeten zijn. Het zij herhaald: de geheele „Fragestellung" betreffende de werking van dergelijke stoffen is thans veranderd, en deze luidt liier nu niet meer: „geeft saccharine dadelijk aanleiding tot vergiftiging docli wel: ris het langdurig gebruik van saccharine in spijs en drank nadee- ♦) Buiten beschouwing laten wij een onlangs te Rotterdam voorgekomen geval, waar de vrouw des huizes en een zoontje on-, ■iteld waren geworden na het drinken van koffie, toen de suiker door één tablet saccharine meer dan gewoonlijk, n.1. door twee, vervangen was. lig ?" Ik wijs op liet aan die stof zoo na verwante en lang gelieel onschadelijk "•ea'chte sahcylzuur, waaromtrent als conserveermiddel soortgelijke strijd gevoerd is als aangaande saccharine, die ten nadeele ervan eindigde. Geeft men eenmaal den fabrikant-winkelier een vrijbrief voor dergelijke, in ieder geval onnoodige, bijmengselen, dan zal hij ze ook vrijelijk gebruiken, en daarin ligt juist het gevaar. Tot nu toe spraken wij voornamelijk over liet open saccharine-gebruik, als tabletjes. Dat is echter niet liet ergste, want in den regel weet dan de verbruiker wat, en hoeveel, hij binnen krijgt. Een veel grooter gevaar schuilt in het heimelijk gebruik der saccharine door fabiikanteu en winkeliers, 0111 daarmede in hunne koopwaren de dure suiker uit te sparen. Hoe groot dat misbruik hier te lande is, weet niemand met juistheid, maar liet laat zich enigszins raden uit de invoercijfers, en bovendien: liet laat zich bewijzen uit de treurige ervaringen, die bij 'tonderzoek van voedings- en genotmiddelen aan den dag komen. Eerst in de laatste jaren is in dit opzicht de saccharine-qnaestie van werkelijk belang. Vroeger was die stof te duur, ongeveer li 80 per K.ü. Allengs is de prijs tot nauwelijks of tl < per K.(r. gedaald, dus men heeft nu ruim l K.li. „suikerwaarde" voor 2' .cent. en toen eerst is saccharine een goudmijn voor knoeiers geworden, liet zijn in de eei .-*t e plaats de nieuwerwetsche zoete dranken, waarin tegenwoordig vaak saccharine schuilt: siropen, limonades, vruchtenwijnen, alcoholvrije likeuren enz. Schrijver dezes heeft verleden jaar in een vakblad gewaarschuwd tegen die goedkoope limonades 3), louter uit chemicaliën bereid, zoogenaamde vruchtensappen, die nooit de schaduw eener vrucht gezien hebben. Die waarschuwing is niet onopgemerkt gebleven - vooral niet van de zijde dei verwoede verkoopers. (Wat al brieven ik toen ontving, van heinde en verre! Sommige bloemzoet-vermanend, andere dreigend-beleedigend. Een fabrikant, de wreedste van allen, wilde mij zelfs een kist van zijne knust limonade ten geschenke zenden). Ste'«is heet liet, dat 't met die dranken niet zoo erg is. Maar zoo vaak in onze steden de limonades enz. onderzocht worden, zoo vaak vindt men in sommige saccharine, aniline, saponine. amylacet.int en andere foezelaclitige essences, t) Voor 't bereiden van lenion squash (.kwast") Verkoopt men vunzige kwastkoekjes, bestaande uit saccharine en wijnsteenzuur. De eerlijke fabrikant is ten slotte daarvan het slachtoffer, hij moet én zijn suiker én zijn vruchtensap duur betalen, eq liet, groote publiek, alleen op de goedkoopte lettend, gaat zijn deur voorbij, en koopt net zoo lang het vervalsehte bocht tot de politie het verbiedt. Niet anders is het niet de jam fabricage. Ook in deze industrie wordt groot misbruik gemaakt van saccharine eene deloyale concurrentie, schadelijk voor de soliede nijveren, en schadelijk ook voor de volksgezondheid. In gelijke mate geldt zulks voor het gebruik van saccharine bij de koek-en suikerbakkers. , I)e bewijzen zijn er, e Dnitsche uitvoer bedroeg in 1899: 41100, in 1900: 0(5300, in 1901: 50:500. in 1902: 43000, in 1903: 60100 K.G. Hoe groot de productie in Frankrijk en Zwitserland, in België en elders is, is mij niet bekend. Dat in die landen echter in dfi laatste jaren ook zeer veel saccliarine wordt gemaakt, en in fabrieken die best niet de Duitsclie concurreeren kun len, blijkt uit den invoer dier stof iu Dnitschland. die in 1899: 9700, in 1900: 30400 en in 1902 : 79700 K.G. bedroeg, voor de helft uit Zwitserland, voor de andere helft uit Frankrijk afkomstig. Toen heeft Dnitschland, dat zeer wel voor zijn eigen belangen weet te waken, er een eind aan gemaakt. Een der Duitsclie fabrieken werd met liet saccharine-monopolie („Staatliche Concession") belast, en de invoer van vreemde snecharine's en andere zoetstoffen werd met ingang van 1 April 1903 volledig verboden. De buitenlandsche fabrieken hebben echter iu de drie eerste maanden van dat jaar, vóór dus de Duitsclie deur voor goed voor hun neus werd dicht geslagen, nog even de kleinigheid van 57100 K.G. saccliarine over de Duitsclie grens gebracht: Zwitserland leverde daarvan 31500 en Frankrijk 25100 K.G. De uitvoer van Dnitschland naar .Nederland bedroeg in 1899: 2000, iu 1900: 2800, iu 1901: 4100, in 1902: 4900 en in 1903: 11700 K.G. Ik ontleen deze cijfers aan de ambtelijke Slnlislik des Deiitsrheu Tteichs. In den laatsten tijd neemt de invoer uit België, dat in 1903 ons 3379 K.G. saccliarine leverde, veel sterker toe dan die uit Dnitschland. Hoe groot wel het saccharine-verbruik is in Nederland? De openlijke invoer bedroeg in 1897: 1035 K.G. ., 1898: 2298 _ 1899; 5(590 „ ., 1900: 7087 _ 1901: 9018 „ 1902: 9373 „ .. 1903: 15931 . r 1904: £0990 Men ziet. dat ik niet zonder reden alarm sla: van jaar tot jaar stijgt de hoeveelheid verbazend! Zóó gezien, schijnt liet nog niet veel, maalais men nagaat, dat het een 300-voudige hoeveelheid suiker, dus in 1904: ii' i millioen K.G., beduidt, dan spreken die cijfers al duidelijker, vooral zoo men er bij bedenkt, dat in het voorlaatste jaar. toen Dnitschland aan ons 11700 K.G. saccliarine verkocht, Zweden slechts plaats had voor 3300 K.G., Italië voor 2900 K.G., Rusland en de Ver. Staten slechts voor 1000 K.G. Duitsche saccharine. Blijkt het dan niet, dat dit kleine land ongeëvenredigd veel er van verorbert? En wees er zeker van, dat de 209'.H) K.G. nog maar een deel uitmaken van t totaalverbruik liier te lande. Het artikel wordt in groote hoeveelheden binnengesmokkeld ; rechts en links wijst men u in onze Belgische giensprovinciën lieden aan, die zich daarmede bezighouden, deels voor inlandsehe industrieën, deels voor wederuitvoer, o. a. naar Engeland. Er wordt hier ook veel Fransclie saccharine verkocht; ik lieb^ ze herhaaldelijk in de oorspronkelijke verpakking in handen gehad. En meer dan de „Staatlich concessionirte" Duitsche fabriek, leggen die in de andere landen, welke, zooals wij zagen, tot voor korten tijd zelfs aan Dnitschland leverden. zich toe tip het clandestien export, ouder allerlei schoone namen, zoo als Sucre de Lyon. Sncre Sucraniinée, Sucre de iiananier, Extrait de t'anne enz. Het doel dier fancy-namen is o. a., om de gewetensbezwaren van saccharine-verbrnikers tegemoet te komen: „saccharine in mijn fabrikaat - -. wel neen, daarvoor zou ik mij schamen. Ik gebruik alleen de beste soort: suikerextract, verzoete glucose, sucraiiiine, sncrol, sucrase, sycose, tolunlzoet, zuckerine, cryst.allose, duleine, glvcine. edulcorant. .. . maar «lat is heel wat antlers en volmaakt onschadelijk". liet zijn natuurlijk de fabrikanten en leveranciers, die hun dat ingefluisterd hebben. En daarom is liet wel merkwaardig, lioe veel kwaad de heeren zoetstof-fabrikanten van elkanders product spreken. Zoo lees ik ia eene Duitsche circulaire, dat duleine wordt aanbevolen als zijnde weit weniger 'j'jt<'J als Saci'liarin. 1'n bij sucramine klapt tle Fransclie fabrikant uit de school, dat zijn product coiitrairement en strijd tcgi'ii il<' s.ji cliarine aanbindend, heb ik mij, om wél gewapend te zij» tege» hen. die deze stof uog altijd als een ..onschuldig genotmiddel blijvenvoorstellen, echter ook gewend tot een der grootste autoriteiten op het gebied van "enecsmiddel- en vergift leer: Prof. Dr. Und. Kobert. vroeger te Dorpat, thans te Kostork. met de volgende vraag: ..Kan. naar «we meeuing. saccliarine i» het vrije verkeer worden toegelaten, af acht .gij zulks\ool de volksgezondheid sclia.l. lijk afgezien d»s va» overwegingen van fiscaliteit. *) Terwijl ik dit schreef, braeht men mij de brochure «ener Ainstordamseho firma waarin het» volgen do. te lezen staat: verbruik aan saeehanne neemt voortdurend toe, en meer en uieei kom mên tot de erkenning, dat het een deugdelijk en do gezondheid be\o,d< >. ml veizoet in gs middel is. .la, saeehanne ,s zei Is heter voor de p-«ondl« ld dan Jker w,ieebarine heet't bloedzuiverende eigenschappen, liet windt >n d. indu stri'e reeds overal toegepast, vooral bij liet inleggen van vruchten en de beieiding van'vruchtensappen. in banket- en koeki.akker.jen, konom overal \ond saccliarine in een kort tijdsverloop.haar weg. In ontelbare Innsg.-ziin« J •iacebarine nu gebruikt bij de bereiding van -roemen, ,...uu.u»», enDeri;elijke propagM,da-gesel,rif.je« voor de sacel.arine worden bij duizen den verspreid, onder de deuren geschoven in de woningen der werklieden.. Het antwoord van prof. Kobert laat aan duidelijkheid niets te wensclien over, en luidt als volgt: ,.Ik haast mij, u te melden, dat ik de onbeperkte afgifte (vrijen verkoop) van saccharine ten gebruike in de huishouding en voor conserven (jams) en dranken, als schadelijk (nadeelig) beschouw". („Ich eile Ilinen zu melden, dass icli die unbesclniinkte Abgabe von Saccharin zur Verwendung im Haushalt und für Konserven und Getranke für scliadlich eraclite". Men ziet het, ook van deze zijde klinkt de erustige waarschuwing tegemoet: „Geen saccharine in de huishouding!" Aanteekeningen. 1) rWenn gleich das Saccharin bis jetzt noch kcine schweren Vergiftungen hervorgerufen hat, so zeigen uus doch die Erfahrungen, dass dor fortgesetzte Gebrauch eine B-eihe von Symptomen erzeu^t, welche dem Saccharin zur Last zu legen sind. Als solche möchte ich nach eigenen, ausreichenden Erfahrungen bezeichnen: Erbrechen, Aufstossen. totales Darniederliegeu des Appetites und Diarrhoeën. In einer Reihe von Fiillen von Diabetos, in welclien ich dieses Mittel yerordnete, habe ich solche nur auf das Saccharin zu beziehende üble Nebenwirkungen dieses Körpers beobachtet". (Prol. E. von Jaksch, De Vergiftungen). „Ich glaube. dass jeder Stoft", der pilzliche Lebewesen töltet oder in ihrem "Wachsthum oder ihrer Entwicklung schadigt, bei gewisser Dosirung aucli ein Schadiger für gewisse menschliche Körperzellen darstellen kann .... Saccharin ist kein Gewürz, sondern ein Medicament, wenn man schon eine solche Trennung vornehmen will. Es sollte nicht nur für Getranke und Fruchtsatte, sondern aucli fiir Backwaren verboten werden/' (Prof. L. Lewin, Nebenivirkungen der Ar:neien). 2) Men leest in dat rapport o. a. „la saccharine a une actiou suspensive sur la digestibilité des aliments, elle modilie proiond/'inent la marche des transformat ions, que doivent subir dans le tube digestif les aliments, que nous ingérons ; elle doit rendre nécessairement celle-ci plus lonte, plus pénible; les propriétés étudiées expérimentalement doivent faire prévoir, qu'elle rendra dvspeptiques les personnes, qui en feront 1'usage." 3) „Er mag wel eens gewezen worden op het onmatig gebruik, dat tegenwoordig 's zomers van „limonades" gemaakt wordt. Nergens zag ref. dat verbruik zóó verbazend groot als aan het strand te Scheveningen in het drukke badseizoen. Bij duizenden worden daar dan. vooral door de kinderen uit gegoeden stand, allerlei soorten van „vruchten-limonades" gedronken: sterk schuimende vloeistoffen van levendige en deels lluoresceerende kleuren, en van twijfelachtige samenstelling. Men blijft analyticus ook en vill/giature, en ik heb in een strandstoel zoo wel eens een vermoedelijk recept dezerlimonades van drie centen samengesteld. Van vruchtensfippen geen spoor natuurlijk! Maar; voor het zuur zwavelzuur, voor de kleur aniline, voor het zoet saccharine, voor de stroperigheid, ql'/ccnve, voor den geur amylcalerianaat of een ander gemeen estertje, en voor Lét schuim saponine (de z.g. Gomcréme, Schaumerzeuger, Foamigator, eene uit houtzeep bereide scherp giftige en den maagwand aantastende stof.) Dat alles vereenigd tot een schoon vocht. Het wordt gedronken uit onreine glazen, met bacteriënhoudend ijs wordt het afgekoeld, en dan door de jeugd langs een goor strootje zéér langzaam opgezoden, om het infecte vocht toch vooral daar te brengen, wa;ir het op de zachte slijmhuid van mond- en keelholte het meeste nadeel kan aanbrengen.'' (Pharmac. Weekbl. 1904, blz. 309; ook blz. 421 en 444). In 1905 schijnt mij het gehalte der Scheveningsclie limonades iets beter geworden, en is de drie cents waar verdwenen. Maar nog zag men aan het strand de aniline's flonkeren en... lustig schuimde nog de saponine! 4) Onlangs kon men in het orgaan de Volksbond lezen, dat bij een te Enschedé ingesteld onderzoek van 10 alcoholvrije dranken in 'ó saccharine, in 6 salicylzuur, in 10 teerkleurstof aanwezig was. In de verslagen van het voedingsmiddelenonderzoek te Amsterdam, Kotterdam. Leiden, is trouwens herhaaldelijk op 't gebruik van saccharine in limonades, jams, enz. gewezen. Ten bewijze iets uit de laatst verschenen verslagen (1904): Amsterdam: ,Een onderzocht monster Grenadine bestond uit verdunde aardappelstroop, bedeeld met samengestelde aetliers, eene aniline kleurstof, saccharine en salicylzuur." Rotterdam: „Huishoudjams van ... en frambozeniams van . . . bevatten bijna uitsluitend aaidappelstroop met saccharine: abrikozenjams van... bevat 0,salicylzuur. aardbeienjam van . . . bevat kunstmatige kleurstof. In den handel dezer voedingsmiddelen wordt de strijd niet enkel met eerlijke wapenen gestreden." Leiden: „Een partijtje bessensap, door een fabrikant in vruchtensappen geleverd, bleek een waardeloos kunstproduct te zijn. Het hoofdbestanddeel vormde een dunne stijfselpap, gekleurd door toevoeging van aniline-kleurstof, zoet gemaakt door bijmenging van wat saccharine, geconserveerd met salicylzuur, zuur gemaakt, met, wijnsteenzuur, en gearomatiseerd door sporen van samengestelde aethers." 5) „Saccharine is een aan ons organisme vreemde stof, en van deze stol is het waarschijnlijk, dat het voortdurende gebruik ervan niet onschadelijk is. Het is hoogst bedriegeiijk, saccharine in plaats van suiker in banketbakkerswaren en limonades te doen, want men geeft dan door den smaak als het ware den indruk, alsof er een flinke hoeveelheid suiker in gedaan is, en ze dus daardoor met een zekere voedingswaarde is bedeeld. Het wordt wel tijd, dat er eens eenig Staatstoezicht op de levensmiddelen wordt ingevoerd, en dat er in het byzonder maatregelen getroffen worden tegen de bedriegelijke saccharine".