AKERiCAN IMPORT CQAPAKï ÉlM tePIM Uil BEIDE ZUDEN Td . 3 I lOSLÖ^J^il W DOOR .. D=©c§oS1TOWlloc PREMIE OPWARENDORF'5 FAMILIE-KALENDER VOOR I90Z —»■ FABRIEK van Fijne Vleeschwaren ais — WORSTSOORTEN, HAM, ROOKVLEESCH, PASTEIEN, SOEPEN, OEBRAOEN VIjEESCH enz., enz. Voor Huishoudelijk gebruik, Scheepsprovisie en Export. Franco toezending aan particulieren, ook postpakketten, door geheel Nederland. TER MARSCH & Co., ROTTERDAM. I Gewoon- en Luxebrood in groote verscheidenheid. 4- <» » BESCHUIT, <*> «&> & KRENTENBROOD enz. Bereid uil alléén PRIMA grondstoffen. PRIJSCOURANT FRANCO B. DERKSEH, Brood- en Beschuitfabriek „De Oude Vette Hen" OPGERICHT 1680. te '8-GRAVENHAGE. Telepho.- No. 2480. OUDE MOLSTRAAT 8 (bij het Stadhuis). :: Uedep. Fabrieksmerk. FABRIEK V Ü II «ofleveransier». Fijne Vleeschwaren — als — WORSTSOORTEN, HAM, ROOKVLEESCH, PASTEIEN, SOEPEN, GEBRADEN VIiEESCH enz., enz. Voor Huishoudelijk gebruik, Scheepsprovisie en Export. Franco toezending aan particulieren, ook postpakketten, door geheel Nederland. TER MARSCH & Co., ROTTERDAM. Q£> lofleverancier ~(H> Gewoon- en Luxebrood in groote verscheidenheid. 4- <%> 4» BESCHUIT, <%> 4= KRENTENBROOD enz. Bereid uit alléén PRIMA grondstoffen. PRIJSCOURANT FRANCO B. DERKSEH, Brood- en Beschuitfabriek „De Oude Vette Hen" OPGERICHT 1680. te 'S-GRAVENHAGE. Telephoon No. 2480. : OUDE MOLSTRAAT 8 (bij het Stadhuis). :: «Ufet j MAGAZIJN „OUD-HOLLAND" DAMRAK 75 AMSTERDAM TELEF. 7261 Directie P. C. PAERELS IMITATIE- EN ANTIEK KUNSTSNIJWERK KOPER- EN ZILVERWERK, TIN, GLAS, PORSELEIN, OUDE PERZISCHE TAPIJTEN, ENZ. ENZ. ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN VAN OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK DE KUNST GEZOND TE BLIJVEN door DR. C. S. STOKVIS Arts te Amsterdam Vbi, bewerkt naar Dh. Baur, Die Kunst oesünd zü bleiben. AMSTERDAM VAN HOLKEMA & WARENDORF De Vleeschwaren en yteeschconserven jvan TER MAUOI & C — ROTTERDAM — zijn van prima kwaliteit en zindelijk bereid uit lste soort vleescli, dat op liet stedelijk slachthuis te Rotterdam is geslacht en streng gekeurd. Meermalen bekroond met GOUDEN MEDAILLES en EEREKRL IS. Vraag Prijscouranten. Onze Huishoudelijke Soepen zijn GOEDKOOP en toch LEKKER en KRACHTIG. .ren zou stapels van tijdschriften en boeken, tot inhoud hebbende de kunst om de menschelijke gezondheid te behouden, kunnen verzamelen. Als wij echter nagaan, of de vele daarin voorkomende vermaningen om de gezondheid te bewaren ook in goeden bodem vallen, of zij niet klinken als de stem eens roependen in de woestijn, of misschien niet meer dan ooit, schadelijke invloeden het menschelijke geslacht verzwakken en doen kwijnen, dan moeten wij helaas daarop een volmondig ja antwoorden. Onze tijd zoo vol van concurrentie, brengt zoowel voor het enkele individu als voor de geheele menschheid meer en meer gevaren voor de gezondheid, lichamelijke zoowel als geestelijke. Is het dan een wonder, als zoovelen daaronder ten gronde gaan. Bovendien is het een groote fout, at onverschilligheid en lusteloosheid wat de gezondheid betreft schering en inslag zijn, en dat het instandhouden van een goede gezondheid uit louter gemakzucht nagelaten wordt. Men bekommert zich om alles meer als om zijne gezondheid. Voor alles heeft men meer tijd en geld over dan tot het instandhonden van dit zoo kostbare goed. Genoegens van allerlei aard wedijveren met elkaar om haar schade te berokkenen. Maar om haar te bevorderen, daarin ziet men geen nut. De omstandigheid, dat men het volk met een overmaat van raadgevingen overstelpt en volpropt, zonder op het gehalte ervan te letten, is hier schuld aan. Verder wil liet mij een groote fout schijnen, dat men de menschen maatregelen voor wil schrijven, welke zij toch niet in staat zijn, elk voor zich uit te voeren. W ij zullen nu trachten deze fouten te vermijden, en kort en bondic iedereen slechts twee woorden ter overweging en navolging aeveu twee woorden vol van beteekenis, bij wier voor oogen houden, de gezondheid tot in lioogen ouderdom verzekerd is. Die twee woorden zijn: SPIEROEFENING en LEVENSWIJZE. SPIER0EFEN1NG. Een geleerde van dezen tijd heeft, eens gezegd: „De kunst om het leven te verlengen bestaat daarin, het niet te verkorten.' De ervaring, de beste leermeesteres, leert ons dagelijks, dat slechts daalde gezondheid tot op hoogen leeftijd behouden blijft, waar 's morgens en 's avonds in den winter zoowel als jn den zomer, in de jeugd zoowel als in den ouderdom, overal tot zelfs in het kleinste hoekje van ons lichaam een voortdurende stofwisseling levendig wordt gehouden. De mensch is echter de slaaf van zijn beroep, en dit houdt hem onder het juk van stilzitten en weinig beweging gevangen. Daarom moeten wij middelen zoeken, en den weg vinden, om de ietwat trage stofwisseling te verlevendigen en aan te zetten. In vroegere tijden, voor men zich met bacteriën ophield, wisten de geneesheer», reeds uit ervaring dat door een vermeerdering of verlangzaming van de stofwisseling, vele ziekten, voortgesproten uit een verandering in deze, genezen konden worden. In het bijzonder werd een onvolkomen of verlangzaamde stofwisseling daardoor verbeterd, dat groote en kleine spiergroepen, willekeurige en onwillekeurige, tot buitengewone werking aangezet werden, opdat de organen met sneller loopend bloed zouden voorzien worden. Buitendien werden afwasschingen, inpakkingen, licht, lucht en dampbaden, eilgymnastiek, electriciteit aangewend om ieder afzonderlijk orgaan in zijn stofwisseling te ondersteunen, wat ook tot de genezing°van ziekelijke toestanden bijdroeg. Wij zullen daarom ook met succes datgene tot voorkoming van ziekten aanwenden, wat van oudsher de geneesheeren tot genezing van kwalen gebruikten. Wij zullen daarom de spierbewegingen foreeeren, om de uitgeputte stofwisseling weder aan te zetten, om haar in een' goeden koers te sturen, opdat de verschillende verbrandingsproducten van het lichaam, „de slakken' verwijderd worden, en aan de organen goed voedingsmateriaal rijkelijk toegevoerd worde. De behoefte aan meerderen spierarbeid is bij.de menschen instinctief. Slechts zieke abnormale individuen missen dié behoefte. Reeds in de kindsheid doet zich die drang tot spierarbeid gevoelen en uit zich in de levendigste bewegingen. Veronderstellen wij immers niet, dat een kind, dat na geslapen te hebben met zijn voeten trappelt, zich behagelijk gevoelt. Gaan wij dit tegen, dan wordt het boos, het gaat huilen en houdt hiermede niet eerder op, voor het van zijn lastige banden bevrijd is. Niet één normaal kind is in staat rustig te blijven zitten het verlangt er naar om naar hartelust rond te springen. Deze 'beweging der spieren versterkt het hart en de ademhalingsorganen, zij maakt dat deze krachtiger gaan werken, zij veroorzaakt een vermeerderde stofwisseling en bezorgt alle deelen van het lichaam meer bloed, en daardoor gelegenheid tot groei en krachtige ontwikkeling der levenskrachten, evenals ook tot rijkelijke uitscheiding van stoffen. Deze natuurlijke kinderlijke lust tot beweging, wordt in de eerste schooljaren, sterk tot schade van het kind, tegengegaan. Men ziet het dan ook spoedig de kleine A-B-C schutters aan, dat er in hun lichaam ongerechtigheden geschieden, die voor hun schoolgaan niet bestonden. Het is waar, dat de vorming van verstand en Gemoed slechts door stilzitten te verkrijgen is, toch zou men in den vrijen tijd wel eenigszins aan dien bewegingsdwang kunnen tegemoet komen. Door spelen, wandelen, hardloopen, en springen, komt veel meer in gang, wat bij stilzitten rustte. Wat eenerzijds als physiologische wet voor de jeugd geldt, geldt anderzijds ook voor den ouderdom. Organen, die niet werken, ontaarden en kwijnen. Worden zij echter geoefend, dan geven zij blijk van een frisch leven, en kunnen vele ziekten trotseeren. Verder is bewezen, dat spieroefeningen op ieder orgaan, namelijk op hart en longen, de stofwisseling prikkelend werken, en daardoor voorbehoedmiddelen tegen ziekten zijn. Daarbij komt nog, dat spierarbeid de geestelijke arbeidskracht die bij zoovele beroepen te hoog opgevoerd is, weer eerder tot den norm brengt, dan wanneer op een geestelijke arbeid volkomen rust zou volden Spierarbeid verf'riseht een door werken verslapte geest, en doet. haar weder tot nieuwen arbeid in staat worden. Hij veroorzaakt een gevoel van welbehagen en sterkt den wil. Moritz Arndt zegt: „des te sterker en krachtiger gij uw ziel wenscht, des te sterker en machtiger make uw lichaam," en Pel, hoogleeraar te Amsterdam, zegt zeer juist van den arbeid: „Hij houdt ons lichamelijk jeugdig, geestelijk frisch, hij staaft den wil, versterkt de physieke en moreele energie, hij verkwikt het gemoed, waakt tegen verveling, houdt af van slechte wegen, behoedt ons voor een vroegtijdigen ouderdom en zet ons schier ongemerkt over de beslommeringen des levens heen." ') Plalo zegt: „Laat ons nimmer de ziel zonder het lichaam, noch het lichaam zonder de ziel bewegen, opdat beide tegenover elkander hetzelfde in sterkte worden en gezond blijven. Daarom moet hij, die de wetenschappen beoefent of ijverig een andere bezigheid waarbij gedacht moet worden uitvoert, ook lichaamsbewegingen uitoefenen, wat hij bereikt, door zich met gymnastiek bezig te houden. Aan den anderen kant moet hij, die voor zijn lichaam met zorg waakt, de bewegingen van de ziel beoefenen, doordat hij met vlijt zich op de muziek en wetenschappen toelegt, wil hij met recht schoon en waarlijk goed genoemd worden." Euripides noemt hem, den schoonsten man der schepping, die met een hand de Iphigenie schrijft, en zich met de andere den lauwerkrans der Olympische spelen op het hoofd drukt. Wij zien dus, dat bij alle volkeren, die intellectueel hoog staan, voorheen en thans, de lichamelijke oefeningen te zamen met de geestelijke verricht worden, dat alles wat eenzijdig is vermeden wordt, ') De kunst om gezond en gelukkig te leren en ziekte te voorkomen. Door Prof. Dr. P. K. Pel, blz. 34. en dat ieder geheel naar de grondstelling leeft: „Mens sana in corpore sano." Een gezonde ziel in een gezond lichaam. De tijd van lichaamsoefeningen is bij den tot stilzitten gedwongene, zeer spaarzaam uitgemeten. Hij moet dus gebruikt worden wanneer het slechts eenigszins mogelijk is. Men beginne dus, verondersteld dat men gezond is, direct 's ochtends vroeg na het opstaan, dat 's zomers om G uur, 's winters om 7 uur gebeuren moet, nadat men (volwassen) uit een minstens 8 uur durenden verkwikkenden slaap ontwaakt is, en zijn toilet gemaakt heeft. Maakt dadelijk de vensters open, als men tenminste niet gewoon is met open ramen te slapen, en vasthoudt aan het bijgeloof dat de nachtlucht schadelijk is. Voer nu onder diepe ademhalingen de volgende oefeningen uit. ls,e Serie. 1°. Vijfmaal naar voren uitstrekken van den rechterarm en achteruit brengen van den linker-, en omgekeerd (fig. 1). 2°. Vijfmaal naar boven uitstooten van den linkerarm en vijf maal naar beneden brengen van den rechterarm en omgekeerd (fig. 2). Fig. 1. ] rig. 2. Fig. 3. Fig. 4. Fig. 5. 3°. Vijfmaal naar beide kanten uitstooten van beide armen (fig. 3). 4°. Vijfmaal kniebuigingen en -strekkingen (fig. 4). 5°. Vijfmaal rompbuigingen en -strekkingen (fig. 5). Iedereen kan deze oefeningen, zonder voorafgaande studie, gemak- kelijk verrichten. Zij nemen niet korter dan 5, en niet langer dan 10 minuten in beslag. Men houde er mee op, zoodra men een gevoel van moeheid bespeurt. Een pauze van eenige minuten moet tusschen iedere oefening gehouden worden. Hoe gemakkelijk en weinig inspannend deze groep van oefeningen ook lijkt, toch is hun werking vol effect, hetwelk zich spoedig uit in een aangenaam warmtegevoel, gepaard gaande met eene lichte zweetsecretie en een vermeerderde werking der stofwisseling, wat in het bijzonder dan het geval is, wanneer men, wat aan zwakke personen veroorloofd kan worden, gedurende eenen korten tijd weder naar bed gaat. Opdat de oefeningen niet te eentonig worden en daardoor gaan vermoeien en vervelen, raad ik nog de volgende seriën aan. 2de Serie. Vijfmaal schuins in de hoogte steken van den eenen arm met schuins naar beneden steken van den anderen arm en van het been aan den zelfden kant, met verwisseling van den anderen arm (resp. been) (fig. 6.) Vijfmaal naar voren brengen van beide armen en buigen van rechterknie en strekken van linkerknie (fig. 7). Vijfmaal naar beide kanten uitsteken van beide armen met kniebuigingen (fig. 8). Fig. 6. Fig. 7. Fig. 8. 3de Serie. Vijfmaal sprong naar voren, recht opgericht met vooruitsteken van den linkerarm, den rechterarm op den rug gelegd. Fig. 12. Fig-113. Fig. 14. Fig. 9. Fig. 10. Fig. 11. Hetzelfde met verwisseling van de houding der beenen (fig. 9). Vijfmaal vooruitspringen met kniebuigingen en gelijktijdig weder strekken (fig. 10). ^ ijfmaal beide armen voorwaarts slingeren met buigen van de linkerknie en strekken van de rechterknie (fis. 11). 4de Serie. 1 Minuut lang de armen in uitgestrekte houding in een cirkel bewegen (fig. 12). 1 Minuut lang, hetzelfde met de beenen (fig. 13). 1 Minuut lang, diepe kniebuigingen en strekkingen. 1 Minuut lang, rompbuigingen en strekkingen. 1 Minuut lang, zwaaibewegingen (fig. 14). 5de Serie. Vijfmaal rompbuigen naai- voorwaarts, naar beneden, en strekken (resp.) naar beneden stooten der armen (fig. 15). Fig. 15. Fig. 16. Fig. 17. Fig. 18. Vijfmaal rompbuigen naar achteren met strekken (resp.) naar boven stooten der beide armen (fig. 16). Vijfmaal beide armen naar buiten en naar binnen slingeren, met een sprong, terwijl men op de teenen staat (fi<*. 17). Fig. 19. Fig. 20. Fig. 21. 6de Serie. Vijfmaal den arm in de hoogte en naar de beide kanten brengen (fig. 18). \ ijfinaal den arm naar voren en naar achteren brengen (fig. 19). Fig. 22. Vijfmaal het rechterbeen, daarna het linkerbeen in de knie gebogen houden (fig. 20). Vijfmaal den romp naar links en naar rechts draaien (fig. 21). Vijfmaal den romp in een cirkel bewegen (fig. 22). Wanneer deze seriën goed uitgevoerd worden, wanneer het lichaam in goede conditie verkeert, nl. gesterkt door den slaap, en niet door nauwsluitende kleederdracht belemmerd, dan zullen zij in staat zijn, reeds des morgens in de vroegte het lichaam in goeden toestand te behouden. Zij zullen er toe bijdragen, om kouvatten te voorkomen. Dit ontstaat immers, zooals de ervaring leert, meestal in de morgenuren, d. w. z. wanneer de huid door de bedwarmte verhit is, en de bloedsomloop langzaam gaat. Krachtige personen kunnen hunne armen met halters of staven, die tot 1 K.G. gewicht mogen hebben, bezwaren. Het is goed dezelfde oefeningen voor het naar bed gaan te herhalen. Hoe komt het, dat deze voorschriften zoo gezondmakend werken? De mensch scheidt, zooals bekend is, in den slaap de vermoeiïngsstoffen, die van giftigen aard zijn, uit, terwijl de bloedsomloop in een langzaam tempo gaat. Alle organen, het hart in de eerste plaats, krijgt na den dagelijkschen arbeid, in den slaap de noodige rust. Zij kunnen dus wederom op krachten komen, de ledige voorraadschuren vullen zich gemakkelijker en nog hierom des te meer, daar het bloed in rust en in rugligging zonder hindernis naar de organen stroomt. Het lichaam bevindt zich in een weldoenden tot opfrissching voerenden toestand. Zijn de organen na een slaap van ten minste 8 uren, weder op krachten gekomen, zijn de voorraadschuren weder vol, is liet huis met zijn vertrekken goed schoongemaakt, zuiver en rein, dan kan de arbeid krachtig en met succes weder beginnen. Des te langer de slaap en de rust duurt, des te meer zal ook de spier verslappen. De stofwisseling is relatief traag geworden, het bloed stroomt langzaam, daar het slechts voor de uitscheiding heeft te zorgen en weinig nieuwe stoffen behoeft toe te voeren. Daarom zal het van nut zijn, na het opstaan deze rust langzaam in beweging om te zetten. Eveneens doet de kat, wanneer zij zich na het wakker worden, uitrekt en een hoogen rug zet.'Hieruit spreekt toch het streven der natuur, de stijfgeworden spieren uit te rekken, en weder tot nieuwe functie aan te zetten. Doet men dadelijk na het eindigen van den slaap, de spieren van het lichaam, volgens de rij af, met eenige bewegingen de revue passeeren, dan zal de daarna komende arbeid des te gemakkelijker en prettiger vallen. De spierbewegingen direct 's morgens vroeg, hebben bij hen, die met het hoofd werken, en bij lieden die stilzitten, nog het voordeel, dat de stremming in den bloedsomloop, als gevolg van het stilzitten, niet schadelijk kan werken. Het stroomende bloed gehoorzaamt, als ieder zich in beweging bevindend lichaam, aan de wetten der traagheid. Daarom zal een eenmaal in sterke beweging gebrachte bloedskolom langer in gestadigen omloop zijn dan de spierbewegingen duren. De laatste werken dus nog lang na. De waarheid van deze wetten zien wij bij alle lichaamsoefeningen, bergklimmen, roeien, wielrijden enz., bevestigd. Des te grooter de energie der bewegingen is, des te grooter zullen de gevolgen zijn. Een prikkel tot beweging van het bloed bij het begin van dien arbeid, zal nog na geruimen tijd, dus zelfs nog gedurende het stilzitten nawerken, zoodat de schadelijkheid der zitperiode niet zoo sterk tot uitwerking komt. De door ons voorgeslagen oefeningen hebben echter ook nog andere, in hunne algemeene werking niet te onderschatten, voordeelen. 1°. Bijna alle spieren van het lichaam worden er door geprikkeld, elke eenzijdigheid wordt vermeden, het bovenste, onderste en middelste gedeelte van het lichaam wordt geoefend. 2°. Deze oefeningen kunnen zonder bijzondere modificaties bij iedereen toegepast worden, bij het kind zoowel als bij den volwassene, bij man en bij vrouw. 3°. Overal kan men die oefeningen uitvoeren. Bijzondere toestellen zijn er niet bij noodig. 4°. Bij alle oefeningen is in het nil nocere (niet schaden) de grondslag tot het behoud der gezondheid gegeven. Wat baten ons alle fraai bedachte toestellen tot spieroefening, wanneer wij er niet mede kunnen individualiseeren, wanneer zij in de hand van enkelen, als een doos van Pandora zijn, waaruit kwaad zoowel als goed kan komen. Iedereen kan onze oefeningen op iederen tijd, zonder schadelijke gevolgen, tot zijn eigen heil uitvoeren. De avondoefening beoogt, de vernieuwing van het bloed en de uitscheiding der vermoeiingsstoffen, door een nogmaals aangezetten bloedsomloop, in den rusttijd te hulp te komen. Hebben dus de morgenoefeningen het doel, om de ophooping van stoffen in het lichaam, als gevolg van vele beroepen, niet te groot te doen worden, die des avonds beoogen den bloedsomloop, die door de bedrust trager woi'dt, iets aan te zetten, opdat vele vergiftige stoffen uitgescheiden worden. Bestaat er overdag een traagheid der stofwisseling, dan moet deze ten minste 's avonds nog eens de zweep gegeven worden, Ofidat het lichaam zich van zijn verbrandingsproducten kan ontdoen. Aldus doe men op een werkdag, als de plicht van ons beroep, ons roept. Nog meer vernieuwing heeft het lichaam gedurende den rustdag, den Zondag noodig, den dag, welke het goddelijke wereldbestuur heeft ingesteld, om het lichaam te verplegen en te versterken. Helaas, aan die wet van God wordt zeer dikwijls niet gehoorzaamd, ja zelfs er wordt totaal in strijd mede gehandeld. Het voornaamste wat op dezen dag voor lichaam en geest te doen is, bestaat wederom in het maken van vrije oefeningen. Ik raad daarom aan, op iedere spierbeweging een verfrisschend bad met zwemoefeningen te doen volgen. Is dit niet mogelijk, dan wassche men zich van het hoofd tot de voeten met water, in den zomer met koud, in den winter met lauw. Mijn regels voor een bad zijn de volgende: 1°. Er mag slechts gebaad worden, als het lichaam zich warm gevoelt. 2°. Maakt voor ieder bad, borst en slapen met koud water nat. 3°. Baadt niet kort na het middagmaal. 4°. De baden moeten slechts kort duren, zoolang als tot opwekking des bloedsomloops noodzakelijk is. Hoe kouder het bad, des te korter moet het duren. Koude baden van 12° Celsius mogen een halve minuut, die van 16° Celsius hoogstens 5 minuten duren. 5°. Het lichaam moet na het bad, vooral op die plaatsen die aan de buitenlucht blootstaan goed afgedroogd worden. Zoo b.v. hoofd en handen. Slechts lieden met veel bloed, verdragen het niet afdrogen ongestraft. 6°. Ieder zorge daarvoor, dat hij na het bad beweging neme, opdat de bloedsomloop nog langen tijd levendig blijve. 7°. Men overdrijve niet met baden. In den winter is 1 keer per week, in den zomer 1 keer per dag voldoende. 8°. Men kleede zich snel 'uit en aan. 9°. De kleeding zij een zeer lichte, voor lucht toegankelijke, niet te nauwsluitende. 10°. Na het bad ga ik in Gods vrije natuur. Hier moet men nog eenige vrije oefeningen herhalen. Ook is het goed, long-gymnastiek te doen, doordat men de frissche warme, hartige boscblucht diep inademt. Op deze wijze zal de elasticiteit der longen zeer vermeerderd worden. De capaciteit der longen, d. w. z. haar geschiktheid om lucht op te nemen en daardoor veel donkerrood bloed in lichtrood te veranderen, wordt belangrijk daardoor verhoogd. Ik kan ook op de volgende manier longgymnastiek doen. Ik adem door neus en mond diep in, hef de armen zijdelings horizontaal op, blijf in deze houding ongeveer 3 seconden staan en adem dan iets sneller uit, terwijl de armen weder naar beneden gebracht worden. Na eenigen tijd kan men dan overgaan tot de 2de oefening, die zich van de eerste daardoor onderscheidt dat de armen tot boven het hoofd opgeheven worden. Men moet eerst dan tot de 3de ademhalingsoefening, waartoe meer kracht en taaiheid noodig is, overgaan, nadat men gedurende eenige weken de beide eerste eenige keeren per dag verricht heeft, en de gezondheid er niet door gestoord is. Men zoude deze 3de oefening eene zwemoefening in de lucht kunnen noemen. Evenals in de beide eerste, neme men de houding van militair stilstaan aan. Men make dan, de armen naar voren strekkend, op zoodanige manier o dat de rugkanten der handen tegen elkaar liggen, een diepe inade min.' en gedurende deze inademing bewege men de handen in een cirkel door de lucht, totdat de handen achter den rug samen komen. In deze houding blijve men eenige seconden, den adem inhoudend. Deze oefening kan iets gemakkelijker gemaakt worden, doordat men gedurende de inademing langzaam op zijn teenen gaat staan, terwij men bij de uitademing in zijn oorspronkelijke positie terug eei . Andere middelen zijn de volgende: lo. Ademhalingspauze. Door lang den adem in te houden, wordt een zekere luchthonger teweeggebracht, die weer maakt dat de daarop volgende ademhaling diep en ruim is. 2» Verhindering in beweging van eenige deelen der borstkas, terwijl geforceerd geademd en de beweging van andere deelen ondersteund wordt. 3» Het uitvoeren van arm- en rompbewegingen, door welke de spieren, die de bovenste lidmaten met de borstkas verbinden of de ribben optillen, uitgerekt worden, zoodat die uitrekking op e borstkas overgebracht wordt en op deze inspiratorische trekking uitoefent. , , Wanneer ik een wandeling van tenminste 2 uur gemaakt heb, dan smaakt het middagmaal voortreffelijk, want honger is de beste kok. Na het eten leg ik mij te ruste, echter zonder te slapen; daarna zoek ik de woudlucht weder op, teneinde voor de geheele week een voorraad van gezondheid op te doen. De weersgesteldheid behoeft hierbij niet een rol te spelen, tenminste wanneer Jupiter Pluvius het niet al te bont maakt. Koude en hitte hinderen niets, want men kan er zich zeer goed met de kleeding naar richten. Blijft zoolang mogelijk buiten en zijt gij weer mis gekomen, dan kunt gij u 's avonds ter ruste leggen en slapen, zonder broomzouten of trional, of hoe al die kunstmatige slaapverwekkers, die alle in min of meerdere mate een hartvergift zijn, ook heeten mogen. , , . . Ik heb haast wel niet noodig te zeggen, dat de wandeling niet in een wedren moet ontaarden, maar behagelijk behoort te zijn. De stofwisseling behoeft niet eeu maximum van werking, maar een gemiddelde te verrichten. Als gij den Zondag zoo gebruikt hebt, en daarbij matig hebt gegeten en gedronken, kunt gij ook 's avonds zonder de vrije oefeningen naar bed gaan. Men gelooft wel, dat men zich van y.ijn gezelschappen, zijn boeken, en tijdschriften en van zijn middagslaapje niet scheiden kan. Probeert het echter maar eens 14 dagen naar mijn voorschrift te leven en ik verwet er 100 tegen 1 op, dat gij ei niet aan denkt, tot uwe oude schadelijke gewoonten terug te keeren. Men zal nu wel zeggen „dat zijn waarheden als koeien", en „men wil ons kinderspelletjes leeren'. Men kan echter den mensch de waarheid nooit genoeg onder het oog brengen, ook zelfs wanneer die waarheden ook nog zoo groot zijn. Het gaat er immers mede als met' de reclame. De eerste keer let men er niet op, de tweede keer wel, koopt echter niet, de derde keer let men er op en koopt. Eerst hoort men de waarheid niet, ot wil men haar niet hooren. De tweede keer hoort men haar wel, maar volgt haar niet op, en de derde keer hoort men haar en volgt men haar op. Wanneer al deze waarheden vanzelf spreken en niet opgevolgd worden, moet men er juist niet mede ophouden ze te verkondigen. In een opzicht moet ons zeker de opvolging van ons dagelijksch régime een kinderspel worden. Een kinderspel dat men gaarne speelt. Zooals de kinderspelen opfrisschen en flink maken, zoo moet ons „kinderspel" dat de volwassenen doen. Daar de een of ander een liefhebber van een sport is, en gelooft dat hij daardoor zijn spieroefeningen kan volbrengen, zoo zullen wjj ook het nut voor de gezondheid hiervan eens nagaan. Onder de lichaamsoefeningen kennen wij, naast liet wandelen, het bergbeklimmen, turnen en spelen, zwemmen, roeien, wielrijden, paardrijden en schaatsenrijden. Het bergbeklimmen is een buitengewoon gezond, liet hart en de ademhaling versterkend middel, wanneer het echter, zooals helaas dikwijls het geval is, niet wordt overdreven. Wordt het in een N» tempo uitgeoefend da. levert het een rfemh.lm^rtt»» op dat een voortreffelijke longgymnastiek is. Het voert zuivere frissche lucht, doet den adem in volle teugen in de, longen komen. Het geeft veel afwisseling en leidt ons dus af. doet uitrusten, na moeite en zorg, beter dan door mets doen Zeker is het dat na buitengewone geestelijke arbeid me s zoo goed is als bergtoeren. Wanneer het waar is, en dat is zoo da een inspannende geestesarbeid van 2 uren overeen komt met een lichaamsarbeid van een geheelen dag, dan zullen wij ook kunne begrijpen, dat de werker met het hoofd spoedig aan de grenzen van ziin kunnen is gekomen, als hij niet voor verkwikking zorgt. ' Deze brengt hem nu het bergklimmen. Een tocht in het geberg e, die hem aan den eenen kant de geweldige natuur der bergkolossen, aan den anderen kant het gezicht op de in de dalen liggen e ve en geeft, doet dat uitrusten na geestelijke inspanning spoed.g en zeker komen. , , Hierin is nu de ervaring wederom leermeesteres. De geneesheer zelf raadt menschen met zwakke harten aan van een rustig b.rgklimm.» tegen niet .1 te steil, hoogten, gebrmk te „„ken- Hiervan leggen de terr.i.kuren de best, getogen»»» Komen er hartkloppingen, en wordt de ademhaling moeihjk, moet men opkonden «» geen stap verder doen, voordat e volkomen r, m de iLtorgan.» r:rfngai: klimmen afraden, of slechts onder zekere omst.nd.gh.d.n veroorlover,^ Het turnen is eveneens, wanneer het matig gedaan woidt, een uitstekend middel om bij te komen, daar hierbij de geest.l.jk, arbe.d 1 «el mogelijk uitgeschakeld wordt. Het is verder een voorluik middel, om het oog te oefenen, de hand.ghe.d en kracht tlT vermeerderen en den bloedsomloop, de ademhaling, zoowel als de stofwisseling aan te metten. Daarom is het zeer t» pnj-.en dat ver«„imn-en er voor zorgen dat het edele turnen van jongsaf beoefen wordt en daardoor het lichaam gestaald en de kracht geoefend wordt. Kregen de handigheids- en krachtoefeningen hierbij niet zulk een leeuwendeel, dan zoude het nog veel meer nut hebben. Deze doen het dikwijls ontaarden in een handigheidssport, die het lichaam vele gevaren, ongelukken en ziekten bezorgen kan. Bewezen is het dat krachtmenschen, zoowel athleten als reuzenzwaai-verrichters van professie, niet oud worden. Steeds is bij hen het hart vergroot en uitgezet. Wordt het turnen in de frissche lucht en niet in een stoffige zaal beoefend en in overeenstemming gebracht met den leeftijd, dan kan het een voortreffelijk middel zijn, om de gezondheid te bevorderen en om ons te harden tegen regen en wind. De leeftijd speelt hierbij in zooverre een rol, dat zekere oefeningen niet voor een bepaalden ouderdom deugen. Terwijl de jeugd de hardloop- en springoefeningen al spelende kan doen en zich dus met gemakkelijke handigheidsoefeningen kan bezighouden, is de rijpere leeftijd in staat alle oefeningen, ook die welke kracht en taaiheid vereischen, te verrichten. De geschiktheid tot deze oefeningen, neemt, als men 40 jaar is, weder af. De groote krachtoefeningen moeten dan op den achtergrond treden. Deze doen toch een groote elasticiteit van de circulatie-organen veronderstellen. In het bijzonder moet het optillen van zware gewichten vermeden worden. Dan treden weder de orde- en vrije oefeningen in hun vroegere rechten. Deze oefeningen kunnen zelfs tot op een hoogen leeftijd voortgezet worden. Het spel bevordert ook zeer sterk de gezondheid. Laat men het jongensspel, dat door de jeugd als bij instinct verlangd wordt, buiten bespreking, dan is ook het spel voor den volwassene tot op een hoogen leeftijd een voortreffelijk middel om afleiding te bezorgen en om te harden. Het zorgt, dat het lichaam goed bloed en een krachtige hartsactie krijgt en geeft een ruime ademhaling. Het spel brengt in de vrije natuur, en het laat toe, dat er mede opgehouden wordt, zoodra vermoeienis optreedt. Daar het slechts een spel is, komt er dwang niet bij, en er komen zelden overdrijvingen bij voor, die nadeelig voor de lichamelijke gezondheid kunnen zijn. De beweging in de frissche lucht, het zelfstandige, ervaren, doelbewuste handelen, de matige krachtsontwikkeling en de lichaamsbeweging kunnen het spel en in het bijzonder het balspel met ontzegd worden. Het lijdt geen twijfel, dat Engeland het land van het spel, de hoogte van zijn cultuur naast het gebod der matigheid en de afwisseling tusschen rust en arbeid, voor een groot deel aan het spel te danken heeft. Guts Muths, die reeds in 1804 in zijn boek „Spelen tot oefening en verkwikking van den geest 10b spelen opnoemt, drong op hunne beoefening bij den toenmal.gen minister van onderwijs met de volgende woorden aan: „Zoovee schijnt mij zeker, dat men bij het onderricht der menschen met alleen op zijn geestelijk leven, maar ook op zijn lichaamstoestand moet letten, om het evenwicht der lichamelijke en geestelijke krachten zooveel mogelijk te bewaren." Wordt overigens het spel overdreven, dan kan het nervositeit en uitputting ten gevolge hebben. Het zwemmen is een van de meest gezonde lichaamsoefeningen Aan den eenen kant zet de prikkel van het bad het zenuwstelsel aan, aan den anderen kant oefent de beweging van het zwemmen 'en 'de druk van het water op de spieren van het lichaam, voornamelijk op het ademhalingsapparaat een voordeeligen invloed int. Het werkt als een soort massage. De beweging der armen en van het bovenlichaam naar voren ondersteunt de inademing, het terugbrengen der armen naar het lichaam en het uitstooten der beenen bevordert de uitademing. Daarom is het zwemmen als een ademhalincsgymnastiek te beschouwen, die in haar werking me >ij een andere achterstaat. Slechts dan is het zwemmen als lichaamsoefening nadeelig, wanneer het overdreven wordt, wanneer er sport, oefeningen mede verbonden worden, wanneer waaghalzerijen er mede vereenigd worden, b.v. langdurig duiken. Het hierbij noodzakelijk Jan cr inhouden van den adem kan zelfs een hart- of klepvhesverscheuring ten gevolge hebben, op zijn minst echter zet het den hartswand overmatig uit. . Het roeien is eveneens een zeer gezonde lichaamsoefening. Jammer dat het niet overal beoefend kan worden. Het oefent de spieren der borstkast, en versterkt daardoor de kracht der ademhaling. Het vermeerdert de stofwisseling op ongekende wijze. Het doet een goede zuivere lucht inademen en bevordert aldus eveneens de zuivering O van het bloed. Alle spieren van het lichaam zijn bij het roeien in werking. Hieruit is dus een goede algemeene uitwerking te verklaren. Het wiel rijden, heeft als iedere sport een Janusgezicht. Het goede gezicht zegt ons, dat het rijwiel ons brengt in de vrije natuur, dat het de indrukken van het dagelijksche leven doet vergeten. Het oefent de spieren van het geheele lichaam en sterkt daardoor de hartswerking en verbetert de ademhaling. '). Het slechte gezicht wijst ons op de gevaren der overdrijving, die bij het wielrijden zeer licht kunnen ontstaan. Hoe dikwijls is reeds de wielrijder door hartsdilatatie aan den rand van het graf gehaald. De houding van het lichaam die dikwijls zeer onhygiënisch is, mag de ademhaling niet belemmeren. Zit daarom recht op het wiel, het hoofd omhoog, de borst niet ingedrukt. Het spreekt vanzelf, dat het schadelijk is, van zijn rijwiel te springen, teneinde snel een paar glazen koud bier op te slokken. Wegens den toevoer van het bloed naar den buik, moet het wielrijden door meisjes en vrouwen in de critische periode nagelaten worden. Zeer gezond en den moed sterkend is het paardrijden, waarbij alle spieren van het lichaam in beweging zjjn. Dat dit het geval is, kan iedereen getuigen, die na langen tijd weer voor het eerst uitrijdt. Doen zoo iemand, niet alle spieren, die er aan deelnemen pijn ? Het jagen is eveneens zeer gezond, in het bijzonder daardoor, dat het de gelegenheid geeft veel in de vrjje natuur te komen. Het schaatsenrijden is een zeer aangename, gemakkelijk uit te voeren, en toch krachtige lichaamsoefening. Het brengt ons 's winters, wanneer men anders in een bedompte kamer zou zitten, in de vrije lucht. Daarbij oefent het de spieren van het geheele lichaam. Nadeelen van het schaatsenrijden heb ik nooit gezien. ') Dit is m. i. niet geheel juist. Het wielrijden is, hoe goed ook als spierbeweging een zeer eenzijdige lichaamsoefening. Het oefent alleen de spieren deionderste ledematen, hoogstens de rugspieren. (Noot van den bewerker). Wat valt er nu te zeggen, over lichaamsoefeningen bij het vrouwelijk geslacht. Dat de lichamelijke vorming van het vrouwelijk geslacht van evenveel belang is, als van het mannelijk, is reeds lang algemeen als bewezen aangenomen. Toch is het dikwijls zeer moeilijk hen er van te doen profiteeren. De een of andere lichaamsoefening wordt dikwijls voor het vrouwelijk geslacht als niet passend beschouw . Van meer belang echter is de vraag, welke lichaamsoefening is met het oog op de vrouwelijke gezondheid het meest gewenscht en welke het meest ongewensclit. D^ar het meisje veel meer zit, dan de knaap, zijn hart en longen veel zwakker gevormd, daarbij komt het verderfelijke inrijgen van de streek, waarin deze organen gelegen zijn In de eerste plaats dient dus hiertegen gestreden te worden, liet best door snelheidsoefeningen, die in de jeugd bij het spelen kunnen verricht worden. . De lichaamsoefeningen kunnen eerst dan tot zegenrijke wer ing komen, wanneer zij in een los zittend turnkleed zonder corset zonder rijgschoenen, zonder nauwe halsbekleeding in zulk een vo oen c mate verricht worden, dat de inwendige organen en de spieren werkelijk geoefend worden. LEVENSWIJZE. Naast de spieroefening is een juiste levenswijze, tot instandhouding der gezondheid noodzakelijk. Die levenswijze of kunst om te leven bestaat in een rationeele voeding in zieke en gezonde dagen, in betrachting van matigheid en in het nalaten van onmatigheid, in de afwisseling tusschen rust en arbeid, en in het vermijden van alle over-arbeid, en in het verzorgen der afzonderlijke organen, namelijk door de wetten der zindelijkheid in acht te nemen. Het zou niet lang goed gaan, een paard tegelijkertijd de zweep te geven en het de haver te onthouden. Het zou eene foutieve berekening zijn, een lichaam te prikkelen, zonder het de juiste voeding te geven. Men heeft de huishouding van den mensch dikwijls en zeer juist met een handelszaak vergeleken, die al of niet een bepaald omzetkapitaal heeft. Een kleine zaak met een groot omzetkapitaal is er veel beter aan toe dan een groote met een klein kapitaal. Terwijl daar immers een zeer aanzienlijk uitgebreide omzet mogelijk is, is deze hier een zeer kleine. Langzamerhand moet men, wanneer de zaak niet goed aan den gang komen wil, uit het bedrijfskapitaal nemen; men grijpt dan zijn reserve aan, iets wat de slechtste gevolgen kan hebben. De grond wordt met een hypotheek bezwaard, uit de kas wordt meer genomen dan er in komt, de achteruitgang en ten leste het bankroet van de zaak zijn onvermijdelijk. Het reserve-kapitaal bij den mensch zijn de spieren en de organen, het omzetkapitaal is het voorradige eiwit, dat altijd in genoegzame hoeveelheid aanwezig moet zijn, opdat het lichaam in dagen van ingespannen arbeid en in dagen van nood en ziekte hierop teren kan, zonder van het eiwit deiorganen gebruik te moeten maken. Opdat liet lichaam zich nu in den zoogenaamden „stofwisselings-e ven wichtstoestand* bevinde, heeft men verschillende regels voor de voeding vastgesteld, die het volgende, door de ervaring bewezene, leeren. De voeding van het kind en den volwassen mensch, in zieke en gezonde dagen, is van groot gewicht, want aan den eenen kant komt het er bij het kind op aan niet alleen het lichaam te onderhouden, maar ook opnieuw op te bouwen. Aan den anderen kant is bij den volwassen mensch het kunnen afhankelijk van een juiste voeding, terwijl door die juiste voeding ook het weerstandsvermogen tegen ziekte wordt versterkt. Het kind is veel prikkelbaarder dan de volwassene. Zijn stofwisseling is veel levendiger. De spieren van het spijsverteringsorgaan zijn nog zwak ontwikkeld en de verschillende, de spijzen verterende sappen van een andere samenstelling dan bij den volwassene. Vele klieren, b.v. de pancreas (alvleescli-klier), zijn nog weinig ontwikkeld. Verder hebben de kinderen in den zuigelingstijd nog geen gebit. Om al deze redenen moeten zij een licht te verteren, goed gekookt voedsel krijgen. De melk is voor de meerderheid deikinderen het meest aangename en passende voedsel, dat hun ook het beste bekomt. Geeft men de zuigeling, uit niets anders dan gemaksgronden, iets anders dan moedermelk, zoo begaat men een zonde tegen het menschelijk geslacht. Moet er nu toch een ander voedsel gegeven worden, dan is de koemelk, het beste surrogaat, (afgezien van de melk van een min, die slechts voor de meer gefortuneerden verkrijgbaar is). De koemelk moet altijd verdund worden. Het beste geschiedt dit met gerstewater ; ongeveer 50 gram gerst wordt met 1jz L. water gekookt, gezeefd en met de melk vermengd. Hoe jonger het kind is, des te grooter zij de verdunning. Op l/< jaar> V4 me^ en "I* gerstewater, op een half jaar, half gerstewater en half melk, op 3/i jaar, 3/* melk en 14 gerstewater. Met een jaar kan onverdunde melk gegeven worden. Het beste is de melk langen tijd te koken en dan in bijzondere flesschen luchtdicht af te sluiten (Soxhlet).,Na één jaar kan men ook licht verteerbare groenten geven. Een kind van 2 jaar heeft 35 gram eiwit, 30 gram vet en 150 gram koolhydraten noodig. Hoe ouder het kind, des te meer komt het bedrag aan eiwit gelijk met dat aan vet, het bedrag aan koolhydraten komt dan ongeveer gelijk met dat van een volwassene. Is het kind nog jong, dan geve men het dikwijls in kleine hoeveelheden te eten. Men gewenne het aan regelmaat in de voeding en zorge er voor, dat de nachtrust bewaard blijve. In het bijzonder moeten de stoepende meelspijzen vermeden worden. Waakt onder alle omstandigheden tegen het gebruik van alkoholische dranken bij kinderen. Voeding va» het zieke kind. De geneesheer regele de voeding van het zieke kind. Daar bij zieke kinderen de spijsvertering altijd mede aangedaan is, zij het voedsel zoo licht mogelijk. Bij zuigelingen met maag- en darmziekten, die, zooals bekend is, de grootste sterfte geven, breke men geheel met het voedsel dat men vroeger gegeven heeft. Zeer slecht wordt melk verdragen. Probeert het dan met kindermeel. Aan te bevelen zijn die van Pheinhardt, Kufeke, Nestle en Molenaar. Doe het kind liever vasten. De begeerte naar voedsel komt voort uit dorst niet uit honger. Hiertegen helpt het best een slok warm suikerwater. Heeft het kind een afkeer van kindermeel, beproeft het dan met eiwitwater. Het wit van een ei wordt in een wijnglas warm water omgeroerd, hierbij komt een theelepel melksuiker. \oedt het kind hiermede lepelsgewijze. Zeer goede voedingsmiddelen bij ziekte op ouderen leeftijd zijn: meelspijzen, beschuit, rijstaf kooksels, eieren, zeer lichte thee en koffie. Geeft een kind niet, zelfs in tijden van ziekten, genotmiddelen (in bijzonderheid alkoholische dranken). Dus om kort te gaan, breken met de vroegere voeding, en vasten. Dit is het hoofdprincipe bij de voedingsstoornissen voor- komende bij kinderen. Gemakkelijk te verteren en krachtig voedsel, zooveel mogelijk vloeibaar in kleine porties toegediend, zij het a-b-c van de ziekenvoeding bij alle ziekten der kinderen, in het bijzonder bij die van de spijsverteringsorganen '). Voeding van den volwassene bij rust en arbeid. De mensch bestaat uit water, eiwit, vetten en minerale zouten. Door het verbruik van deze stoffen gedurende het levensproces, is een voortdurende nieuwe opname hiervan noodig. Buitendien heeft hij een stof noodig, die als brandstof gemakkelijk tot zijn eindproducten verbrand wordt, om warmte te veroorzaken. De mensch heeft daarom water, eiwit, vet, koolhydraten en minerale zouten, in dezelfde hoeveelheid noodig, als het verlies aan deze stoffen bedraagt. De mensch die werkt, heeft 120 gram eiwit, 70 gram vet, 500 gram koolhydraten noodig; het lichaam in rust 100 gram eiwit, 50 gram vet, en 480 gram koolhydraten. Ieder voedsel verschaft het water en de minerale zouten in voldoende hoeveelheid. Niet aldus is dit het geval met de andere stoffen. Enkele voedingsstoffen zijn rijk aan eiwit, arm aan vet en koolhydraten, anderen hebben als hoofdbestanddeel vet en koolhydraten. Men moet het voedsel zoo kiezen, dat van het eene voedingsmiddel niet te veel behoeft genomen te worden, en dat een groote hoeveelheid ervan de maagfunctie niet belemmert. Eiwit zit hoofdzakelijk in vleesch, melk en in eieren, vet in vleesch en melk, zoowel ■) De eerlijkheid heeft hier geboden de meening van den schrijver letterlijk weer te geven. Echter zij eenig voorbehoud bij het opvolgen der door hem gestelde regels niet overbodig. Zoo is het breken met de vroegere voeding volstrekt niet altijd aan te bevelen. Immers het is volstrekt niet zeker, dat alle voedingsstoornissen uit het slecht verteren van voedsel voortkomen. Bij sommige voedingsstoornissen bij kinderen zullen b.v. enkele soorten melk, als b.v. karnemelk, zeer zeker op hnn plaats zijn. Eiwit bij voedingsstoornissen te geven lijkt mij zeer irrationeel. Deze stof verteert immers zeer slecht. Ook is het geven van kindermeel als enkel voedsel zeer zeker af te keuren. In het algemeen zou ik den raad geven: volg van al de door den schrijver gegeven raadgevingen steeds deze eene op: „raadpleeg uwen geneesheer!" (Noot van den Bewerker.) hem de^ poorten van het krankzinnigengesticht opent, hetzij dat het ulkoholisme der voorvaderen er schuld aan is. Over de 70% der misdadigers en over de 60% van de bevolking der krankzinnigengestichten zijn door den alkohol zoover gebracht. Het ontzaglijk gebruik van den alkohol ondermijnt eindelijk de volkswelvaart, doordat het zooveel krachten in den vorm van menschen aan de maatschappij onttrekt, en zooveel kapitaal doelloos wegsmijt. Hoeveel ellende zou er niet gelenigd kunnen worden, wanneer het kapitaal dat nu verdronken wordt, gebruikt werd tot de oprichting van goede gezonde arbeiderswoningen en tot het instandhouden van volkskeukens enz. VOEDINGSWAARDE VAN ENKELE PLANTAARDIGE VOEDINGSMIDDELEN. Hij die oogen beeft om te zien, zie, en hij die ooren lieeft, hoore het ongeluk dat de alkohol brengt. Hij derhalve, die een gezond hart wil hebben, dat lang voor de welvaart zijner medemenschen slaat, gebruike de genotmiddelen met mate. Eenige regels te behartigen bij het eten. 1°. Eet slechts met goeden appetijt. Het is verkeerd zieken en gezonden tot eten te dwingen. 2°. Is de eetlust slecht, gebruik dan den tijd, dat hij er is, zonder u aan regelmaat in het gebruik der maaltijden te storen. 3°. In het algemeen moet de gezonde en de zieke op regelmaat in het nemen zijner maaltijden letten, die bij gezonden ten getale van 3_4, bij zieken ten getale van 6-8 moeten gebruikt worden. Het liefst gebruike men bij zieken de morgenuren voor het eten, 's nachts late men de spijsverteringsorganen met rust, tenminste wanneer dat niet speciaal door den geneesheer is voorgeschreven. Hoe grooter de maaltijd is, des te langer moeten de pauzen er tusschen duren. Niemand neme binnen het uur den eenen maaltijd na den anderen. 4». Een hoofdmiddel om den eetlust te behouden, is een veelvuldig spoelen van den mond en gorgelen, in het bijzonder na braken, eventueel met een soda-oplossing. 5°. Nooit mag de eetlust van zieken met sterk gekruide spijzen geprikkeld worden. 6°. De zieke moet bij het eten zooveel mogelijk rechtop zitten. 7". Men moet de spijzen goed kauwen. Goed gekauwd is half verteerd. Is het kauwen door het gebrek aan tanden niet mogelijk, dan bereide men de spijzen zoo toe, dat zij niet meer gekauwd behoeven te worden, of make ze zoo fijr., dat het eten er gemakkelijker door wordt. 8°. Eet niet te haastig, te warm of te koud. Verzorg den mom vóór, gedurende en na den maaltijd. Slapen na het eten is niet zoo goed als eenvoudig uitrusten. De laatste maaltijd gebruike men 3 uren voor het naar bed gaan. 9°. Zorg steeds voor eene zuivere, goede atmosfeer gedurende het eten. Een kleine koude afwassching l/a uur voor het eten zet den eetlust sterk aan. 10°. Netheid en zindelijkheid moeten steeds bij gezonden en zieken voor en na den maaltijd betracht worden. Spijzen en dranken moeten voor den maaltijd nooit in de ziekenkamer gebracht worden, ook dienen alle overblijfselen ten spoedigste er uit verwijderd. Menu voor zieken. 1°. Verboden spijzen. Vet en zuur. Gebakken en sterk gekruide spijzen. Sausen. Zware groenten (koolsoorten). Rauw fruit. Kaas. Wijn. Likeuren. 2°. Veroorloofde spijzen. 1°. Ontbijt. Melk, koffie, thee of cacao met melk en tarwebrood. 2°. Ontbijt. 1 — 3 zachte eieren of koud vleesch of rauwe ham of rauwe runderworst. Tweede ontbijt. Koud of warm vleesch met brood, eventueel 1 kop thee, toespijzen zooals 's middags. ✓ Middageten. Soepen. Gries, gerste, rijst, sago, eieren, tapioca, bouillon soepen. Vleesch. (gekookt of gebraden), rund, kalfsvleesch, kip, duif, wild, met uitzondering van bruin wild en wilde eendvogels. Magere vissollen. Snoek en kleine forellen, in zout water gekookt, niet gebakken. Groenten en toespijzen. Aardappelpuree (zonder uien\ gestoomde rijst. Macaroni. Sinaasappels. Appelmoes. Spinazie. Bloemkool. Mierik (gekookt). Asperges. Meelspijzen. Omelet (niet te vet); rijstenbrij. Dranken. Apollinaris, Victoria, Hollandia, Kaiserbrunen, enz. 3 wordt bijeengegaard, slaapt in den winter. En zou dan de mensch de rust niet noodig hebben? Velen misbruiken helaas den rusttijd. Zij maken den nacht tot dag en hopen in hun lichaam schuld bij schuld op, totdat het er onder bezwijkt. Ik sprak van evenwicht tusschen rust en arbeid. Maar van het eene mag niet te veel, van het andere niet te weinig gebruikt worden. Overal zien wij de schadelijke gevolgen van overwerk, niet alleen op lichamelijk maar ook op geestelijk gebied. Zwaar werk, in het bijzonder vrouwenen kinderwerk is voor het lichaam schadelijk, in het bijzonder daarom aar het den rusttijd rooft, en de spankrachten in meerdere mate dan z.j voorhanden zijn, gebruiken. Statistieken geven ons een treurt ee d, hoeveel steen- en ijzersljjpers hun longen te gronde richten, ïoeveel sjouwerlieden hun hart vergrooten. Evenals de lichamelijke arbeid, teert ook de geestelijke arbeid het lichaam uit. Ik reken on er het lichamelijk en geestelijk overwerk ook mede de zonden op zedelijk gebied, zoowel in als buiten den echt begaan, die lichaam en ziel te gronde richten. Om dezelfde reden vermeld ik onder deze rubriek de groote zucht naar schouwburgen en bals, naar romans en feuilletons Deze veroordeel ik, want zij doet de fantasie die evenals het lichaam rust nood.g heeft, niet tot kalmte komen. Nerveusheid ja zelfs zielsziekten kunnen het gevolg van die rusteloosheid zijn. e rustpauze moet met den arbeid gelijk gesteld zijn, zij ma* niet minder dan deze zijn. Hiertegen wordt helaas veel gezondigd. De D die der rust gewijd moet zijn, wordt veel eerder aan iets anders besteed dan aan die rust. De zondagen worden tot koffiehuisbezoek gebruikt, waar de inademing van een slechte met rook verontreinigde lucht en het overmatige gebruik van alkohol slechte gevolgen met z.ch brengen, die na eenige dagen zelfs nog te bemerken zijn. n niet alleen de Zondag wordt hiertoe gebruikt, ook de nacht 0p een rustdaS volgt, wordt tot dit alles misbruikt. Het best geschiedt de herstelling in den slaap, daarom zoude het het beste zijn, wanneer slaap en arbeid elkander afwisselden Er is echter n.emand, die dit tot werkelijkheid brengen kan. Wij kunnen echter ook nog op een andere manier, lust tot arbeid verwekken, in het bijzonder bij hen, die voortdurend een eentonigen arbeid verlichten. Hier is het prettig afwisseling in het werk te hebben. De manier waarop, laat zich echter niet zoo gemakkelijk bepalen. De werkman die den geheelen dag zijn spieren gebruikt heeft, heeft er zeer zeker op een rustdag geen pleizier in spieroefeningen te doen, en een rustig verblijf in bosch en veld zal hem zeker meer herstellen dan een lang stilzitten in een kroeg. De werkman, die zijn armen voortdurend gebruikt, rust uit, wanneer hij een kleinen tocht op een rijwiel maakt, omgekeerd zal een machinenaaister zich het beste door balspel verfrisschen. Zeer zeker zoude het verkeerd zijn door met dezelfde bezigheid af te wisselen, een herstelling te willen bewerken. Ieder kieze zooveel mogelijk een totaal tegenovergestelde bezigheid. Niets verhindert meer dat de mensch een machine wordt, dan de den geest en het gemoed opwekkende rust. De derde helper in nood om een ziekte te voorkomen, en tevens een gewichtige factor van het leven, is het goed opvolgen der wetten van het harden en van de zindelijkheid. „Ik heb vandaag weder koude gevat. De tocht van het open raam is daarvan de schuld, en het staan naderhand op de koude steenen, hielp er ook nog toe mede." Hoe dikwyls kan men die klacht hooren. ^anneer de mensch zich maar verstandig en juist wist te harden, dan zoude zij niet meer gehoord worden. Hij kan dit bereiken, door reeds in zijn kindsheid met harden te beginnen. Hiertegen wordt reeds in de jeugd, door een warme, zwak makende kleeding gezondigd. Deze is te nauw, zoodat het tot een sterk warmteverlies van het lichaam moet komen. De mensch is er veel te weinig aan gewend, om de temperatuursverschillen, die nu eenmaal in ons klimaat voorkomen, te weerstaan. De matrozen van onze marine krijgen veel minder catarrh en pijn in de keel, omdat zij bij wind en weder den hals bloot dragen. Hun huid reageert niet op iederen kouden wind, met te sterke afkoeling. De spieren van de huid zijn er juist aan gewend, dadelijk met tegenmaatregelen op te treden. Zij die door hun beroep veel in de buitenlucht zijn, zijn bestand tegen het weder, terwyl zij daarentegen, d* in b.n kan,er b<,kke0i ^ Daarom moeten de laatst, i. htl„nen „s„ m ^ ^ fusscbe lueht vertoeven, en moeten de kind.,e„ die den geheelen harden » d« bmt.ntacht speien, om deh „ Zeer hardend is koud water, in den vorm van donehes en afwasschingen toegediend. S Da Bois-Revniond noemt koud water een turnen voor huid en atspieren, die de bloedvaten der huid bij afkoeling dadelijk doen ZZHeT' Tg het k0Ude bad 0f de koude af-assching z^::z:rdaar anders tfi *eei—- gestrekt0 DeV°°r ?® ™delflkheid Z1J 07ei' het geheele lichaam uitgestrekt. Deze zindelijkheidsregel wordt echter ter schade der gezond- m ar Ir M ^ « ™t zoo betracht, als het "" nVVe[ ^ handen 6n W Ernaar slechts vluchtig; het geheele lichaam te wasschen laat men na In het bijzonder moeten de nagels door borstelen van het vuil huLTlf T ' l6der 1,aardenbezltter dat door een goede U uur e gezondheid van zijn dieren zal toenemen. De dieren ier huid als het ware met een vernis bedekt is, gaan te gronde. Daarom moeten de poriën steeds opengehouden worden. Wat den mond en de tanden betreft, lette men op de volgende raadgevingen. ° A. Men moet dagelijks de tanden met een niet al te harden borstel ie me water bevochtigd is, schoonmaken. Bij gele tanden doe men' op en borstel het poeder I (geslepen krijt 30 gram, medicinale zeep o gram, 10 druppels pepermuntolie), bij witte blauwachtige tanden gebruike men poeder U (koolzuur magnesia 20 gram medicinale zeep 5 gram, 10 druppels pepermuntolie). De binnenzoowel als de buitenvlakte der tanden moeten door den borstel aangeraakt worden, eveneens de kauwvlakte. De hardheid van den borstel moet naar de hardheid van het email geregeld worden. Bij kinderen is een zachte borstel nood- veroorzaakt, dat men geen gevoel waarneemt alsof de kies langer is of los zit, en dat de pijn bij het indringen van spijzen in de tandholte vermeerdert, dan neme men een watje gedrenkt met nagelolie, en brengt dat voorzichtig in de zieke kies, en late het 10 minuten liggen en herhale dat 4 of 5 keer. Men kan ook op dezelfde wijze een mengsel van kamferspiritus en nagelolie gebruiken (10 gram nagelolie, 10 gram kamferspiritus). Ontstaan de pijnen echter door een ontsteking der wortels en de vliezen hier omheen (symptomen, gevoel van langer zijn, loszitten en pijn bij bekloppen der tanden), dan bevochtige men gedurende langen tijd met koud water, nog beter met ijsvvater, het tandvleeseh en de zieke kies, of penseele het tandvleeseh in met arnica tinctuur, of zette zoo mogelijk 1 of 2 bloedzuigers op het tandvleeseh van de zieke kies. Ik moet hierbij nog vermelden, dat holle kiezen, die niet met een passende vulling voorzien zijn, in staat zijn een slechten reuk uit den mond te veroorzaken. Behalve rottingsprocessen, die in holle kiezen hun zetel hebben, kunnen verzweringen van de weeke deelen in den mond en fistels eveneens de oorzaak van een slecht riekenden adem zijn. Hier is natuurlijk een nauwgezette zindelijkheid van de tanden noodzakelijk en men spoele den mond, zoolang men geen gelegenheid heeft dien te doen onderzoeken, met het volgende mondwater: kaliumhypermanganaat 2 gram, 100 gram water.- Men schudde de oplossing voor het gebruik en neme hiervan 10—15 droppels op een half glas water. Ziekten aan de weeke deelen van den mond, ontstekingen van het tandvleeseh en het slijmvlies van den mond, worden zeer dikwijls door het zich aanzetten van tandsteen veroorzaakt. De tandsteen bestaat hoofdzakelijk uit phosphorzure en koolzure kalk en komt het meest voor aan de snijtanden van de onderkaak en aan de wangzijde van de bovenste kiezen. Het is een neerslag uit het alkalische speeksel, en komt daarom het meeste aan bovengemelde tanden voor, wijl bij deze de uitloozingsbuisen der speekselklieren liggen. Deze tandsteen is zeer schadelijk voor het tandvleeseh en voor de kraakbeenholten, waarin de tanden geplaatst zijn. Het prikkelt het tandvleeseh, brengt het tot etteren en veroorzaakt dan sterk wegteren van de kraakbeenachtige tusschenwanden der tanden. Door voortdurende toename van dien neerslag gaan de tanden dus losser zitten en vallen uit, terwijl het mondslijmvlies in ontsteking geraakt. Een dikwijls herhaalde verwijdering van het tandsteen door eene deskundige hand is het eenige middel tegen een sterken groei van dien neerslag. De middelen die in staat zijn dat tandsteen te vernietigen, zijn immers tegelijkertijd schadelijk voor de tanden, legen ontsteking van het mondslijmvlies gebruike men het volgende mondwater: tinctuur van mirrha en tinctuur van catechu ieder 5 gram, spiritus cochlearis 50 gram, pepermuntolie 10 druppels. Van deze tinctuur neme men 10 — 15 druppels op '/» g'as waler en spoele hiermede meermalen dagelijks den mond uit. De neusholte moet ook met de meest zorgvuldige zindelijkheid behandeld worden, want door den neus moeten wij ademen, om de lucht te verwarmen en te reinigen, en om haar tevens vochtig te maken. Verliest het neusslijmvlies zijn vermogen, voorverwarmer en stofopvanger te zijn, hetwelk door slechte zindelijkheid, door veelvuldige verkoudheid enz., kan voorkomen, dan mist het lichaam een verweermiddel, dat de longen behoedt tegen onraad. De longen worden dan veel gemakkelijker ziek. De voedingsmiddelen zijn ook dikwijls genoeg verontreinigd. Hoe vaak niet worden zij verontreinigd door het slecht schoonmaken der hen toebereidende handen, door slechte dampen, modderige bewaarplaatsen, door vermenging met excrementen, faeces en stof. Wij zouden er allen van rillen, wanneer wij wisten, wat wij al niet eten en wat het maagsap te gronde richten moet, opdat het lichaam niet nadeel er van ondervinde. Men moet dan ook dit sap door een matige levenswijze steeds werkzaam doen blijven. Dr. Steinhardt schrijft hierover: „Het is algemeen bekend, dat het drinkwater bij de verspreiding van wekere infectie-ziekten een groote rol speelt. Zoo worden typhus- en cholera-epidemieën zeer dikwijls door ne wordt in een huis verpleegd waar brood verkocht wordt. Het komt niet zelden voor, dat vrouwen direct van hun aan roodvonk of mazelen lijdend kind in een kruidenierswinkel komen, en met ongewasschen handen eetwaren betasten. Er zijn vele typhoïdepidemieën onder de soldaten van een garnizoen uitgebroken, doordat de melk en de worst uit een winkel betrokken werden, waarin juist typhoïd heerschte; een overbrenging van besmettelijke ziekten door keukenpersoneel is dikwijls genoeg voorgekomen. Zulke gebeurtenissen zijn geen zeldzaamheden; en daar zij een zeer groot gevaar voor de gelieele maatschappij vormen, zoo doet zich vanzelf de vraag voor, wat er ter voorkoming en wat er tot bereiken van een grootere zindelijkheid in het voedingsmiddelenverkeer kan gedaan worden. Het is in de laatste jaren in eenige plaatsen door politiemaatregelen gelukt, een menigte opvallende misstanden te doen verdwijnen; er moet echter in menig opzicht nog verbetering gebracht worden. Men kan die in de eerste plaats verwachten van bestuursmaatregelen. Dit zQude aldus kunnen geschieden, dat de toestemming voor het houden van bakkerijen, slagerijen en kantinen daarvan afhankelijk werd gemaakt, dat hiervoor aparte groote ruimten beschikbaar waren, en andere kamers voor woon- en slaapplaatsen zouden dienen. levens zouden de noodige waschgelegenheden voorhanden moeten zijn. Verder is een vermeerdering van inrichtingen tot onderzoek van voedingsmiddelen noodzakelijk. De voedingsmiddelen zouden niet alleen op bevel van het bestuur, maar ook op den wensch van private personen onderzocht moeten worden. Hierdoor zouden die onderzoekingen meer plaats vinden, en de voedselafkeuringen, wier aantal b.v, in Nürnberg van 23% in 1886, op nauwelijks 10°/o in 1898 zonken, meer afnemen. Het meeste zoude echter bereikt worden, wanneer het gelukte het publiek op te voeden tot het in acht nemen van grootere zindelijkheid. Hier opent zich in liet bijzonder voor de school een gebied van zegenbrengende werking. Dagelijks is daar immers voor de leeraren de gelegenheid voorhanden om hunne leerlingen het begrip zindelijkheid en reinheid in merg en been bij te brengen. De kinderen moeten er op letten, dat lichaam, kleeding en voorwerpen bij het onderwijs schoon zijn; vloer, banken, tafels, gangen moeten zich steeds in een onberispelijk zuiveren toestand bevinden; in de kook- en huishoudingscholen voor meisjes moet de zin voor netheid en reinheid opgewekt worden; voorlezingen over zorg voor de gezondheid moeten in het leerplan opgenomen worden; last not least moet de leeraar zelf het goede voorbeeld geven. Heeft het kind eenmaal belangstelling voor dit streven naar zindelijkheid gekregen, dan zal het er op uit zijn, deze ook in den kring zijner familie en in het verkeer met anderen te uiten; en wanneer maar eerst bij het enkele individu een zeker inzicht voor de vraagstukken van zorg voor de gezondheid en zindelijkheid verkregen is, dan zullen deze bij het volk een vruchtbaren bodem vinden, en de beteekenis van de eischen der moderne hygiëne, tot het verschaffen van goed drinkwater, tot het aanleggen van eene doelmatige rioleering, tot het oprichten van volksbaden, zal in het openbare leven steeds grooter worden. Niet alleen komt het nut, dat hieruit verkregen wordt, het enkele individu ten goede, maar de geheele maatschappij, het vaderland. Zorgt ieder op zichzelf goed voor zijne gezondheid, dan zal ook niet kunnen voorkomen, dat voor zijn buurman eenig gevaar dreigt. De uitwerpselen der menschen zijn dikwijls vergiftige stoffen, die ziektekiemen met zich medevoeren, welke besmetten kunnen. Wees hierop dus steeds zuiver, spuw nimmer op den grond Wat zoudt gij van hem denken, die zijn neusslijm met zijn onbedekten vinger op den grond werpt? Wat zult gij dus van hem denken, die den grond met het slijm uit zijn bronchien en longen verontreinigt en daardoor de ergste ziekten kan verwekken? Gebruik dus steeds een spuwbak, wiens inhoud of verbrand of op een andere manier vernietigd kan worden. Let er op, dat uw faeces en urine in een waterdichten kuil kome, wanneer zij niet tenminste door een goede rioleering verwijderd worden. Overal in de huishouding kome dus zindelijkheid voor, zonder evenwel in een poetsmanie te ontaarden, welke het stof zonder rusten van de eene plaats naar de andere verjaagt. Zindelijkheid heersche in woon- en slaapkamer, welk vertrek niet het kleinst en donkerste, maar het mooiste zijn moet. Zindelijkheid en netheid moeten overal met ons zijn, daar men alle ziekten, vooral besmettelijke, het best hiermede kan bestrijden. Boven den ingang tot den tempel van Delphi stond in gouden letters geschreven: „yv&ói atavzóvkent u zeiven. Onze zelfkennis moet niet alleen een psychische maar ook een physische zijn. Wij moeten steeds, zonder echter een hypochonder te worden, op ons zelf letten. Wij moeten alle wetten opvolgen, die ons de hygiëne en het gezonde menschenverstand voorschrijven. Wanneer wij somtijds vinden, dat het met onze gezondheid niet recht in den haak is, zullen wij ons op onze borst moeten slaan, en ons zelf als berouwvolle zondaren moeten erkennen: mea culpa, mea maxima culpa. Houden wij steeds het oog op de vermelde waarheden gevestigd, oefenen wij ons lichaam regelmatig, nulla dies sine linea, niet een dag zonder oefening, betrachten wij in alles matigheid, laten wij op den arbeid de noodige rust volgen, en betrachten wij streng de wetten der zindelijkheid, dan zal onze laat ondergaande levenszon, die nog eenmaal ons leven op aarde beschijnt, in het avondrood als' facit van de in het leven uitgeoefende zorg voor de gezondheid de woorden doen schitteren: „de mensch die zich zelve overwint, bevrijdt zich van de macht, die elk wezen gevangen houdt." Valere aude. Heb den moed gezond te blijven. Met Eere-Diploma en Goud bekroond. Boor Geneesheren aanbevolen. PRAEPARATENVAN: I KRAEPELIEN & HOLM ftllinri I rivnrlin (KINA WIJN) bevat alle werkende en geneeskrachUUina-LUrUUlK tige bestanddeelen der Kinabast en wel in licht resorbeerbaren vorm, terwijl de onaangename bittere smaak der Kinaalcaloïden door toevoeging van suiker, de beste wijnen enz. is geneutraliseerd Een aangenaam middel tegen koorts en hare gevolgen, slechte spijsvertering, ter vers'erking na ziekte enz. Met STAAL in 't bijzonder tegen bloedgebrek en bleekzucht. Verkrijgbaar in flacons a ƒ 1.90 en ƒ 1.—. Eilrnf PflfWl voedzaam, versterkend, aangenaam van smaak; voor LllVErlUlUU dagelijksch gebruik, vooral voor kinderen, zwakken en klierachtige gestellen zeer aan te bevelen. Als geneeskrachtige drank bij stoornissen der spijsverteringsorganen, ook voor kleine kinderen. Prijs per bus van l KG. ƒ1.70, 1 KG. ƒ 0.90, i KG. ƒ0.50. Chemisch MnlbimiljnM speciaal voor Kindervoeding, in bussen van zuivere nBII\SUIIlBr i KG. ƒ 0.90, 1 KG. ƒ 0.50, J KG. ƒ 0.25. üftlltiMM PïAHMftMfin Het rooken eener halve cigarette is volASÏlimQ-U^reiien doende ter bestrijding van de hevigste aanvallen van Asthma. — In doozen a, ƒ3.50, ƒ0.80 en ƒ0.50. VNiMfiMiHflfl Dnnhnnf LAXEERENDE VRUCHTEN BONBONS ïamannae-DQnOUnS tegen verstopping en hare gevolgen. Als zachtwerkend laxans bewijzen de Tamarinde-Bonbons vooral bij kinderen belangrijke diensten. Prijs per doosje ƒ 0.90 en ƒ 0.50. CNlfMifilf ItNfitillnr Algemeen erkend als bet beste huismiddel aQinilulirUSIIllbJ bij Hoest, Verkoudheid en Keelpijn; bet is een slijmoplossend en verzachtend middel bij uitnemendheid. Uitsluitend in □ fleschjes verkrijgbaar. Prijs per flescbje ƒ 0.20. IIam41*m flMfttillfi* maken bet slijmvlies minder 0nentna POStllieS ontvankelijk voor aandoenin gen door koude; zij vervangen tevens de pepermunt. 'rijs per Üeschje f 0.25. I De praeparaten van KRAEPELIEN & HOLM te Zeist zijn allen voorzien van etiketten, waarop naam en handteekening en verkrijgb. bij de meeste Apothekers en Drogisten. KRAEPELIEN & HOLM, ZEIST. APOTHEKERS—SCHEIKUNDIGEN. YERKADE'S ZAKJES BESCHOOT Per zakje van 13 stuks 10 ets. (Met een plaatje) N. V. Bakkerij „De Ruijter" der Firma Verkade & Comp. dc PHOEMIX nnSTCSDAn - 76 Damrak - - Kantoor en Fabriek : Looiersgracht 43 IMRI0TIMG TER COMPLEETE MEÜBILEERIMG Eigen MEUBELMAKERIJ P NIEUWE ONTWERPEN BEHANGERIJ BILLIJKE PRIJZEN met BEDDENMAKERIJ Garantie STOFFEERDERIJ , LEVERING FRANCO Bij Installatie wordt geen Reis- en Verblijfkosten berekend KAIÏTOOR-III RI©TI MGEM TELEF. 3978. — FILIAAL: Damrak 76 jj' '-. ''2\ ••': '94 -* Cl I als in peulvruchten, koolhydraten in meelspijzen en in granen, gedeeltelijk ook in groenten. In de laatste komen minerale zouten voor. Water is in alle voedingsmiddelen, het meeste in de knolsoorten (aardappelen, rapen) voorhanden. Het is echter niet voldoende dat. het voedsel in de juiste samenstelling gegeven wordt, er moet ook voor gezorgd worden, dat de gezamenlijke hoeveelheid der verschil- VOEDINGSWAARDE VAN ENKELE DIERLIJKE VOEDINGSMIDDELEN. lende stoffen een juiste is. Men kan gemakkelijk verschillende gerechten samenstellen, die aan deze vereischten voldoen, wanneer men een juist inzicht heeft in de samenstelling van verschillende voedingsmiddelen. Dit kan men krijgen door voedingstabellen. Wat nu de genotmiddelen betreft, zoo kunnen deze wel toegestaan worden. Wanneer zij in een matige hoeveelheid gebruikt worden, kunnen zij er zelfs toe bijdragen de digestie aan te zetten en den eetlust te bevorderen. Slechts moet voor te veel en een gebruik in te geconcentreerden toestand gewaarschuwd worden. Dit geldt voornamelijk bij het gebruik van dranken, als thee en koffie. Een verstandig man zal niet den rijperen leeftijd de genotmiddelen ontzeggen,- bij het kind moet dit wel gebeuren. Hier is namelijk dat aanzetten der spijsvertering niet noodig, en het wennen in de jeugd aan die middelen leidt dikwijls tot een misbruik op rijperen leeftijd. Men kan dus rustig den werkman een glas bier of wijn aanbevelen. Terwijl matig genot prikkelt, heeft misbruik een verlammenden invloed. Zij, die gelooven dat alkohol voedt, veikeeren in een groote dwaling. In bier is het gehalte aan voedingsstoffen zeer gering, zoodat, wil het bier werkelijk voeden, het in groote hoeveelheden genoten moet worden, waarbij het dan niet alleen veel vraagt van de spijsverteringsorganen en het hart, maar het ook zeer duur zou worden. Men zegt dat alkohol tot den arbeid aanzet, wanneer de krachten uitgeput zijn. Deze bewering is slechts dan juist, wanneer kleine hoeveelheden worden genoten; absoluut foutief en veideifelijk, wanneer regelmatig groote quantiteiten in het lichaam opgenomen worden. Graaf von Lippe noemde den alkohol een wissel op de gezondheid, die immers altijd verlengd moet worden, daar hij uit gebrek aan krachten niet ingelost kan worden. Door het gebruik ervan wordt het kapitaal in plaats van de renten verteert, en daardoor is het bankroet van het lichaam onvermijdelijk. De alkohol voedt dus niet, integendeel hij verteert, verwoest bij overmatig gebruik het lichaam. De weerstandskracht van den gewoonheidsdrinker is een zeer geringe. Zij vallen dikwijls als offer van longontsteking enz. Het hart vervet, wordt uitgezet, wordt slap. Lever, nieren, hersenen en zenuwen worden aangetast en verwoest. Het bewijs hiervan wordt gegeven door de levensverzekeringmaatschappijen, die bijzondere afdeelingen voor geheelonthouders hebben. De leden hiervan bereiken een veel hoogeren leeftijd. Terwijl bij de eersten de dood slechts in 71 °/o optrad, kwam hij bij de niet-onthouders in 97°/o. Van de eerste categorie sterven dus 26°/o minder spoedig. Onder de misdadigers en zielszieken is een groot percentage aan alkoholisten te vinden, hetzij dat liet alkoholdrinken van den persoon zelf tot de misdaad voert, en voor Een gebod Gods ligt aan de afwisseling tusschen rust en arbeid ten grondslag. Willen lichaam en geest of beiden niet noodlijdend worden, dan moet er evenwicht tusschen arbeid en rust zijn. Arbeid is noodzakelijk, want zonder hem ontaarden de organen. De psalmist zegt: „ons leven duurt 70 jaar, en het wordt ook 80 jaar, en wanneer hel goed geweest is, dan was het vol moeite en arbeid." Den mensch is de begeerte naar arbeid, om de spieren en zenuwen bezig te houden aangeboren. Slechts zieken of abnormaal gevormde inenschen missen die begeerte. Wie niet werkt en zijn spieren niet inspant, die verliest niet alleen zijn spierenergie, maar ziet ook zijn gezondheid benadeeld, want de rust der spieren maakt het hart slap, de longen zwak, terwijl het ook andere organen doet ontaarden en kwijnen, nl. de hersenen, de organen van den geestelijken arbeid. Hierover kan menige candidaat voor een examen medepraten, wanneer hij na lang geboemeld te hebben zich weder voor het eerst aan den arbeid zet. Daar nu echter iedere arbeid vermoeit, er zich giftige stoffen bij vormen, die ten leste de kracht van het lichaam zouden verlammen, moet voor de afscheiding van die stoffen, en voor toevoering van nieuwe voedingsstoffen zorg gedragen worden. De boog verliest zijn kracht, wanneer hij al te sterk gespannen is. !)e vermoeienis komt bij den eenen vroeger dan bij den anderen, bij den niet geoefende het vroegst. De vermoeienis eischt verkwikking door rust of verandering van bezigheid. Een goddelijk gebod heeft eveneens de rust ingesteld: „zes dagen zult gij werken en al uw werk doen, maar den zevenden dag is de sabbath, de dag des Heeren uws Gods. Dan zult gij geen werk doen, noch uw zoon, noch uwe dochter, noch uw dienstknecht, noch uwe dienstmaagd, noch uwe vrouw, noch de vreemdeling, die in uwe poorten is. Want de Heer heeft hemel en aarde en alles wat daarop is in 6 dagen geschapen, heeft den zevenden dag gerust. Daarom zegende de Heelden Sabbath en heiligde hem." ') De natuur, die in de lente overal bloeien doet, in den zomer rijp doet worden, wat in den herfst ') Deuteronomium V, vers 13 en 14 zakelijk. Dagelijks 1 maal goed reinigen is voldoende. Verder zou e het met water van 12'/.-15° Celsius uitspoelen van den mond na iederen maaltijd aanbeveling verdienen. Het schoonmaken der tanden met een spons, een lapje of met het bekende populaire middel saliebladeren, neemt het slijm van de voorste tanden wel weg, maar brengt' het tusschen de tanden m, waar het zijn schadelijke werking ongestoord kan uitoefenen. Daarom kan deze manier van tanden schoonmaken geen nut hebben. B. Men hoede zich voor mechanische schadelijke invloeden: men late'het doorbijten van draden, het in den mond houden van zeer harde pijpenstelen, het doorbijten van noten, van hout en andere harde voorwerpen na. Men vermijde te harde borstels en metalen tandenstokers. Het beste zijn tandenstokers van hout. C. Men vermijde de inwerking van temperaturen, die te veel met elkaar verschillen. D Bij aanwezigheid van zuren en rottende pruducten zoeke men de inwerking ervan zooveel mogelijk te neutraliseeren. Dit gebeurt het beste door het reinigen met een tandpoeder van de volgende samenstelling: gestampt krijt 20 gram, dubbelkoolzure soda 20 gram, pepermuntolie 10 druppels. Moeten er zure geneesmiddelen, ijzer preparaten, staalwater ingenomen worden, zoo verzuime men nimmer voor het innemen (hetwelk met behulp van een glazen pijpje geschieden moet) een somelk voor de tanden te brengen. Hierdoor wordt een beschuttende omhulling van slijm gevormd. Na het innemen reinige men de tanden met dubbelkoolzure soda en water. Verschillende tandpasta's, als odontine, enz. worden tot het reinigen der tanden dikwijls gebruikt. Het gebruik hiervan kan dan aanbevolen worden, waar eenvoudig borstelen met water met voldoende is, om de slijmophoopingen weg te nemen. Is er kiespijn aanwezig, dan ga men naar den tandmeester. Tij e- lijk kan het volgende wel eens van nut zijn. Indien men weet, dat de kiespijn van de pulpa uitgaat; wat men daaraan herkennen kan, dat kloppen op de zieke kies geen pijn verontreiniging van het drinkwater met de bacillen van deze ziekten veroorzaakt. De ziekten welke een leger te velde dikwijls meer decimeeren, dan de vijandelijke kogels, worden zeer vaak door slecht drinkwater veroorzaakt." De autoriteiten moeten er dns in normale tijden op uit zijn, voor zoo zuiver mogelijk drinkwater te zorgen, door dit laatste voor verontreiniging van chemischen en bacteriologisehen aard te bewaren. Op dezelfde wijze als het water, kunnen ook andere stoffen, die tot instandhouding van het lichaam noodzakelijk zijn, en in het bijzonder de voedingsmiddelen, schadelijke werking uitoefenen, wanneer bij de bereiding ervan niet de noodige zindelijkheid wordt in acht genomen Ten opzichte van het voorkomen van de onzuiverheid is de taak hier ingewikkelder dan bij het water; terwijl immers het laatste tot op het oogenblik, waarop het in handen van den consument komt, door zorgvuldig vervaardigde inrichtingen voor verontreiniging bewaard blijft, is een zoodanige beschutting der in den handel voorkomende voedings- en genotmiddelen, of in 't geheel of slechts in zeer beperkte mate mogelijk. Op den langen weg van producent tot consument is een zeer veelvuldige gelegenheid tot verontreiniging voorhanden. W ij willen hier niet eens van die verontreinigingen en vervalschingen van spijzen en dranken spreken, welke met opzet met behulp van chemische stoffen verricht worden, ook niet van de voortdurend voorkomende vergiftigingen tengevolge van het gebruik van bedorven visch, vleesch en worst, niet van het geknoei met wijn, bier en melk. De wet op de voedingsmiddelen tracht de misstanden en misbruiken hierin te voorkomen. Terwijl deze wet zich echter hoofdzakelijk slechts bezig houdt met vervalschingen en direct schadelijk verontreinigingen van de voedingsmiddelen, bevat zij niet uitdrukkelijke voorschriften aangaande de zindelijkheid bij de bereiding en den verkoop. En toch bestaan hierbij, en in het bijzonder in den kleinhandel, talrijke ongerechtigheden, die dringend tegengegaan moesten worden. Het zoude te ver voeren, en het ware ook onsmakelijk, om op al deze punten uitvoerig in te gaan. Men kan er zich dagelijks en op ieder uur van overtuigen, hoe bij de bereiding en bij den verkoop van brood en gebak, het vervaardigen en den verkoop van worst, bier en andere voedings- en genotmiddelen, vuil en vele onreinheden er mede vermengd worden. Slechts in het kort zij er op gewezen, hoe het gebruik van vuile vaten, emmers en machines, het gebruik van met stof en andere niet gewenschte bijmengingen verontreinigde grondproducten, het bewaren op vochtige, bedompte, van ongedierte wemelende plaatsen, het transport op slecht of in het geheel niet gesloten wagens, vaten en korven, het dragen van vuile kleeding door de personen, de manipulaties met ongewasschen handen en vingers, de hoofdbron der verontreiniging vormen. Die verontreinigingen beginnen bij den melkboer in den stal, waar het vee, eng op elkaar staande, slecht wordt onderhouden. Zij beginnen bij het brood, in de bakkerijen, die van licht en lucht afgesloten zijn, bij het vleesch, in de slagerijen, waar rottende afval rondom verspreid ligt; en zij zetten zich dan in de winkels, herbergen en keukens, wier inrichting aan zindelijkheid dikwijls zeer veel te wenschen overlaat, in steeds sterkere mate voort. Het gevolg van zulk een onzuivere behandeling van de voedingsmiddelen is in de eerste plaats een zekere weerzin tegen het eten, die op haar beurt een ongunstige werking op de vertering door maag en darmen uitoefent. Tegenzin en walging kan zeer gemakkelijk bij de gedachte aan een onzuivere toebereiding der spijzen, vóór of na de spijsopname ontstaan. Dit kan niet zelden braken en voortdurend gemis aan eetlust ten gevolge hebben. Deze symptomen nu kunnen bij menschen met verzwakte spijsverteringsorganen of gevoelige zenuwen en bij reconvalescenten na zware ziekten een zeer dreigend karakter aannemen. Er dreigt echter nog een grooter gevaar. Afgezien van de reeds aangeduide vergiftiging, kunnen besmettelijke ziekten zeer gemakkelijk door onzuivere manipulaties met voedingsmiddelen overgebracht worden. Een kind b.v. lijdende aan diphte- f ft a Levensverzekering-maatschappij „neerlandia" gevestigd te 's-gravenhage, Anna Paulownastraat 76. Ooeericht en Koninklijk goedgekeurd in 1893. — Maatschappelijk kapitaal f 300.000. TARIEF 9. Dadelijk ingaande Lijfrente op één leven. Jaarlijksche rente over elke f 100.— gestort kapitaal, betaalbiwr aan liet einde van elk kwartaal, zoolatuj ia liet overlijden van den verzekerde, De premii'n jaarlijk» gedurende het ijelieele leven te betalen. Jaarpremien voor eene uitkeering van f 100.—. Jaarlijksche Rente. d s B 9 s > d 1 O es S y 2 5 2 Jaarlijksche Rente. a 6 | S 3 a © a e ce S £ ë l Jaarlijksche Ren*e. 0 O * 9 O > O O O ■ cS s l ===== ; -ï ï i i __ I ... ~ ï ... .... 50 6.9a ü.64 | 61 9.25 9.W 72 10. g| 7.08 6.80 62 9.4ti 9.35 73 14..W 13. 74 52 "7.24 6.96 63 9.89 9.66 74 11.9» 14-29 53 7.W 7.14 64 10.25 9.98 75 to.to «.8b 54 7.60 7.33 65 10.63 10.32 76 16.34 lo.to 55 7.HO 7.53 66 11.— 10.70 77 17-00 16.0a 5c 8.— 7.75 67 11.40 11.09 78 17.89 lb./2 ^ 57 8 22 7 97 68 11.82 11.51 79 IS.69 17.45 li Htó «IS 69 12.27 11.89 80 19.49 18.25 59 8.70 8.50 70 12.69 12.30 — — 60 8.96 8.77 71 13.19 12.74 - - - Leeftijd. 1 Jaarpremie. Leeftijd. | Jaarpremie. Leeftijd, j Juarpremie 20 1.57 ! 35 2.39 | 50 4.18 25 i.Ti I 40 2.83 5 5 5.29 30 2.03 I 45 3.42 60 6.78 I ie Voorbeeld, tón man. oud 53 jaar, stort een kapitaal van /■ 10.000 en ontvnngt daarvoor zoolang hij leeft eene jaarlijksche rente van f 742.- - dus per kwartaal ƒ 1X5-50 of bijna 7 4 o- 2e Voorbeeld- Een vrouw echter, oud 53 jaar. stort een kapitaal van /"10.000 en ontvangt daarvoor zoolang zijlleeft.eenejaarlijksche rente van ƒ714 — dus por kwartaal f 178.50 of ruim 7 o. De Maatschappij sluit alle soorten van Levensverzekeringen en Lijfrenten op één of meer hoofden. SOLIDE EN IJVERIGE AOENTEN GEVRAAGD. Voorbeeld. Een persoon. oud 30 jaar, wenscht eene verzekering van ƒ5000.— te sluiten. Daarvoor betaalt hij jaarlijks een premie van f 101.50. . . . Desverlangd kan men de premie m halfjaarlyksche of in dnemaandelijksche termijnen voldoen, waarvoor dan 2 % voor renteverlies moet worden vergoed. Voor betaling per maand wordt 3 • 0 renteverlies berekend. dë PNOEIÏIX 234 Spuistraat fl^STERDfl/A - 76 Damrak - =========== Kantoor en Fabriek : Looiersgracht 43 IMRiaTlhG TER COMPLEETE MEZJÖILEERIMG eigen MEUBELMAKERIJ R NIEUWE ONTWERPEN BEHANGERIJ BILLIJKE PRIJZEN met BEDDENMAKERIJ Garantie STOFFEERDE RIJ U LEVERING FRANCO Bij Installatie wordt geen Reis- en Verblijfkosten berekend K A MTOO R-1 n RI ©Tl M G EM TELEF. 3978. — FILIAAL: Damrak 76 ^• ai '-==^^p Levensverzekering-Maatschappij „Neerlandia" gevestigd te 's-GRAVENHAGE, Anna Paulownastraat 76. Opgericht en Koninklijk goedgekeurd in 1893. — Maatschappelijk kapitaal f 300.000. TARIEF 9. Dadelijk ingaande Lijfrente op één leven. Jaarlijksche rente over elke ƒ100.— gestort kapitaal, betaalbaar aan het einde van elk kwartaal, zttolang de verzekerde leeft. Jaarlijksche Rente. ■ « I I > d ■ o O es s y 1 Jaarlijksche Rente. a B * s 2 > a • 9 8 es S 3$ 5* 3 Jaarlijksche Reu'e. a O s O 2 > e ■ a ca es 2 2» ! 50 6.93 6.64 61 9.25 9.00 72 13.76 13.23 51 7.08 6.80 62 9.44) 9.35 73 14.20 13.74 52 7.24 6.90 63 9.89 9.66 74 14.99 14.29 53 7.42 7.14 64 10.25 9.98 75 15.65 14.80 54 7.00 7.33 65 10.63 10.32 76 16.34 15.40 55 7.80 7.53 66 11.— 10.70 77 17.06 16.05 56 8.— 7.75 67 11.40 11.09 78 17.89 16.72 57 8.22 7.97 68 11.82 11.51 79 18.60 17.45 58 8.45 8.22 69 12.27 11.89 80 19.49 18.25 59 8.70 8.50 70 12.69 12.30 — — — 60 8.96 8.77 71 13.19 12.74 — — — 1. Voorba.ld. Ken man. oud 53 jaar, stort een kapitaal van f 10.000 en ontvangt daarvoor zoolang hij leeft eene jaarlijksche rente van f 742.— dus per kwartaal ƒ1x5.50 of bijna 71 f 0 ^ 2. Voorbeeld. Ken vrouw echter, oud 53 jaar, stort een kapitaal van ƒ10.000 en ontvangt daarvoor zoolang iü leeft cene jaarlijksche rente van f 714.— dus per kwartaal ƒ178.50 of ruim 7 • .. De Maatschappij slolt alle soorten van Levensverzekeringen en Lijfrenten op één of meer hoofden. SOLIDE EN IJVERIGE AOENTEN QEVRAAQD. COMMISSARISSEN: K. L. A. PENN. Bankier en Lid v. d. Gemeenteraad, 's-Gravenhage. Mr. F. W. J. G. SNIJDER VAN WISSEN KERKE, Raad-Ad vigeur aan het Departement van Justitie en Directeur van het Bureau voor den Industriëelen Eigendom, 's-Gravenhage. P. J. A. TEN HAGEN, Boekdrukker, Uitgever, Lid ▼. d. Kamer v. Koophandel en Fabrieken, 's-G ra ven hage. Mr. D. VAN HOUTEN, Advocaat en Procureur. 's-Gravenhage. W. J. VAN SANDICK, Lid van den Gemeenteraad, Dijkgraaf van den Tedingerbroekpolder. 's-Gravenhage. S. C. KORTEWEG. Secretaris en Lid van het Hoofdbestuur van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, 's-Gravenhage. DIRECTE UE: J. A. VAN L I T H. 's-Gravenhage. GENEESKUNDIG ADVISEUR: Dr. A. A. KORTEWEG, 's-Gravenhage. WISKUNDIG ADVISEUB: J. A. B O O G E R D, 's-Gravenhage. TARIEF i. Versekering van Kapitaal btf Overladen. Het kapitaal wordt uitgekeerd na het overlijden van den verzekerde. De prem&n jaarlijks gedurende het geheele leven te betalen. Jaarpremiën voor eene uitkeering van f 100.—. Leeftijd. Jaarpremie. Leeftijd. Jaarpremie. Leeftijd. Jaarpremie. 20 1.57 35 2.39 50 4.18 25 1.77 40 2.83 55 5.29 30 2.03 45 3.42 60 6.78 Voorbeeld. Een persoon, oud 30 jaar, wenscht eene verzekering van f 5000.— te sluiten. Daarvoor betaalt hij jaarlijks een premie van f 101.50. Desverlangd kan men de premie in halfjaarlijksche of in driemaandelij ksche termijnen voldoen, waarvoor dan 2 % voor renteverlies moet worden vergoed. Voor betaling per maand wordt 3 % renteverlies berekend.