Bij den Uitgever verscheen reeds: EEN BOEK VOOR JONGE MANNEN. Naar het Amerikaansch van Dr. SPERRY, door H. BOSMA, Privaat-Docent te Groningen. Vijfde verbeterde druk, Waarvan de eerste druk reeds binnen één maand werd uitverkocht. Prijs t'0.35. Franco p. p. f 0.40. EEMUE BEOOKDEELIXttEN 1>EK 1'ERS „Een Boek voor jonge Mannen" is uit het Engelsch van den Amerikaan Sperry door den heer H. Bosma, privaat-docent alhier, bewerkt en uitgegeven bij don heer A. J. Vredevoogd. Het bevat dingen, waarover men gewoonlijk niet spreekt, maar die men dient te weten, vooral ter waarschuwing. ^ij worden zeer ernstig behandeld en deze uitgave kan van wezenlijk nut zijn. Waarom wij daarop de aandacht vestigon. Prov. Gron. Ct. van ii Febr. 1900, no. 29. Ken Boek voor Jonge Maunen, door Dr. Sperry. Vrij bewerkt naar het Engelsch voor het Nederlandsch publiek, door H. Bosma, priv.-docent te Groningen. Bovenstaand werkje, waarvan we een exemplaar hebben ingezien en nauwgezet hebben nagegaan, heelt ons tot het eindoordeel gebracht, dat, hoe vele werkjes van dien aard reeds het licht zagen, er geen is hiermee gelijk te stellen. Duidelijk en bevattelijk, volledig, juist en beknopt, zonder humbug en vertoon is hier met meesterlijke hand de sluier opgelicht, die over 't rijk van liefde en echt zoo dikwijls rampen brengt. De bewerking — eene vertaling is liet minder is uitstekend; liet boekje leest prettig en is interessant geschreven, terwijl de prijs van 35 cent het stelt in een ieders bereik .... Ommelander Courant 7 Oct. 1899 no. 80. ,,Een boek voor jonge mannen'', uit het Amerikaansch bewerkt door H. Bosma te Groningen, wat we reeds in een vorig nummer aankondigden, hebben we thans ook gelezen. En we raden ieder jonge man aan, die ernstig belang stelt in de zoo belangrijke kwestie van het geslachtsleven en prijs stelt op zijn lichaamlijke en goestelijke gezondheid, hetzelfde te doen .... Recht door Zee, •>' Maart 1900, no. 9. EEN BOEK voor jonge vrouwen naar het Amerikaansch van Dr. Sperry, hoor H. B O S M A, pui vaat-docent te groningen. Met inleiding en slotartikel van den bewerker. MET TIEN ILLUSTRATIES. Derde verbeterde druk. A. J. VREDEVOOGD. — Groningen. Bij den Uitgever verscheen reeds: EEN BOEK VOOR JONGE MANNEN. Naar het Amerikaansch van Dr. SPERRY, ,loor H. BOSMA, Privaat-Docent te Groningen. Vijfde verbeterde druk. Waarvan de eerste druk reeds binnen één maand werd uitverkocht. Pi ijs f' 0 35. Franco p. p. f 0.40. EEXIUE BKOOBUEEIilSÜEX DEK 1'EKS. „Een Boek voor jonge Mannen ' is mt het, Engelsch van den Amerikaan Sperry door den lieer 11. Bosnia. privaat-docent alhier, bewerkt en uitgegeven bij don heer A J. Vredevoogd. Het bevat dingen, waarover men gewoonlijk niet spreekt, maar die men dient te weten, vooral ter waarschuwing. Zij worden zeer ernstig behandeld en deze uitgave kan van wezenlijk nut zijn. Waarom wij daarop de aandacht vestigen. Prov. Gron. Ct. van 3 Febr. 1900, no. 29. Ken Boek voor Jonge Mannen, door Dr. Sperry. Vrij bewerkt naar het Kngelsch voor het ïsederlandsch publiek, door H. Bosma, priv.-docent te Groningen. Bovenstaand werkje, waarvan we een exemplaar hebben ingezien en nauwgezet hebben nagegaan, heelt ons tot het eindoordeel gebracht, dat, hoe vele werkjes van dien aard reeds het licht zagen er geen is hiermee gelijk te stellen. Duidelijk en bevattelijk, volledig, juist en beknopt, zonder humbug en vertoon is hier met meesterlijke hand de sluier opgelicht, die over 't rijk van liefde en echt zoo dikwijls rampen brengt. De bewerking — eene vertaling » het minde,. _ is uitstekend; het boekje leest prettig en is interessant geschreven, terwijl de prijs van 35 cent het stelt in een ieders bereik .... Ommelander Courant 7 Oet. 1899 no. 80. Een boek voor jonge mannen'", uit het Amerikaansch bewerkt door H.'Bosma te Groningen, wat we reeds in een vorig nummer aankondigden, hebben we thans ook gelezen. En we raden ieder jonge man aan, die ernstig belang stelt in de zoo belangrijke kwestie van het geslachtsleven en prijs stolt op zijn lichaamlijke en geestelijke gezondheid, hetzelfde te doen .... Reclit door Zee, •')' Maart 1900, uo. 9. EEN BOEK voor jonge vrouwen NAAR het Amerikaansch van Dr. Sperry, DOOR H. BOSMA, P lil VAAT-DOCENT TK GUONINGEN. Met inleiding en slotartikel van den bewerker. MET TIEN ILLUSTRATIES. Derde verbeterde druk. A. J. VREDEVOOGD. — Groningen. KEN BOEK YOOE JONGE VROUWEN. EEN BOEK voor jonge vrouwen naar het Amerikaansch van Dr. Sperry, door H. BOSMA, privaat-docent te groningen. Met inleiding en slotartikel van den bewerker. MET TIEN ILLUSTRATIES. Derde verbeterde druk. A. J. VREDEVOOGD. — Groningen. INLEIDING. Dit is een boek, dat behoort gelezen te worden door meisjes, die op weg zijn vrouw te worden, door meisjes die reeds vrouw zijn en vooral door moeders van meisjes. Ook kan liet geen kwaad dat mannen die dingen weten die er in geschreven staan. Algemeen wordt tegenwoordig aangenomen, dat het goed is voor den mensch te weten, hoe zijn lichaam in elkaar zit en hoe het werkt in gezonden toestand. De beginselen der physiologie en gezondheidsleer worden dan ook op sommige inrichtingen van onderwijs onderwezen, doch, en dit is een groote fout, over de geslachtsorganen en hunne verrichtingen wordt doorgaans geen woord gesproken, hoewel men zal moeten toestemmen, dat leerlingen van zekeren leeftijd onder elkaar juist over geen onderwerp meer praten. Doch dit zinspelen op en het broeden over de zich ontwikkelende geslachtswerktuigen, leidt wel eens tot verkeerde gewoonten, zoodat tal van scholen kweekplaatsen zijn van zelfbevlekking. Ik geloof, dat het zeer wel mogelijk is, dit zeer belangrijke deel der physiologie te behandelen, zonder dat de onderwijzer daarbij hoeft te blozen en de leerlingen elkaar gniffelend moeten aankijken. De onderwijzer echter moet daarvoor het volle vertrouwen zijner leerlingen bezitten; ze moeten van hem (haar) houden, hein achten, aan zijne bekwaamheid nooit twijfelen en hij of zij mag nooit vergeten, dat deze delikate onderwerpen met grooten ernst moeten behandeld worden. Wie dit niet kan, zwijge. De seksueele emot e en hare uitingen spelen zoo'n groote rol in het levsn en er zijn zoovele geestelijke verschijnselen, die er mee samenhangen, hoe duister het verband soms ook moge schijnen, dat totale on¬ kunde aangaande de hooge beteekenis van het geslachts¬ leven niets minder is dau een maatschappelijk gevaar. We zijn reeds zover gekomen dat in do broeinoston der beschaving geslachtolijko omgang buiten liet huwelijk als een soort van sport wordt beschouwd, waaraan jongelui ook al moeten doen om voor vol te worden aangezien. Het bittertje en de cigaret zijn niet eens meer voldoende. Nu zien we echter ook, dat juist de landen waar de lichtzinnigheid te dezen opzichte het grootst is, ook het meest aan het aftakelen zijn en zenuwkwalen en geslachtsziekten het allermeest voorkomen. Halt in wanhoop zijn de geneesheeren der gansche wereld reeds bij elkaar gekomen om te beraadslagen wat te doen tegen de onrustbarende verspreiding der syphilis en het verstandigste antwoord dat ze wisten te geven was dit: het niet te late huwelijk en verspreiding van populaire wetenschap over het geslachtsleven. Als maatschappelijke verhoudingen beletton, dat jonge menschen laat ons zeggen op 26jarigen leeftijd trouwen, dan is het zeer in het belang van ouders van kinderen, dat zulke toestanden ophouden te bestaan. Ues te meer onze voor het brood werkende meisjes, fabrieksarbeidsters, dienstmeisjes, naaisters, kellnerinnen, winkeljuffrouwen enz. verdienen, des onafhankelijker ze zijn en des te grooter de kansen voor de vrouw in het algemeen om.te trouwen. Nooit genoeg kan er voor deze meisjes gedaan worden in deze richting en het is zeer prijzenswaard, dat sommige ontwikkelde dochters van bevoorrechte ouders zich de lotsverbetering van onbemiddelde arbeidende meisjes hebben tot taak gesteld. Overtuigd een goed werk te verrichten en aangespoord door de ruime verspreiding van „Het Boek voor jonge mannen," dat verleden jaar*) bij den uitgever van dit geschriftje verscheen, heb ik uit oen ander boek van Dr. Sperry datgene vertaald, wat mij voorkwam ook wel voor Hollandsche meisjes en vrouwen nuttig te zijn. Ken enkele maal heb ik iets veranderd, hier en daar een opmerking gemaakt, doch *) Waarvan nu reeds rte 5de druk het licht zag. overigens is het altijd de Ainerikaansche dokter, die spreekt. Alleen het laatste hoofdstuk ,.het meisje en de studie'' is van den bewerker, die daarvoor, bij mogelijke kritiek, dan ook geheel verantwoordelijk is. Ook de illustraties achterin zijn er door mij aan toegevoerd, daar ik meende dat een niet medisch ontwikkeld publiek weinig heeft aan een bloote beschrijving van de verplaatsingen van een belangrijk orgaan. Nog rest me de opmerking te maken, dat dit werkje niet is een doktersboek, omdat er teekeningen in staan, die men ook vindt in medische werken en omdat ieder geneesheer de eenvoudige feiten er in vermeld, wel kan droomen. Elk inensch behoort te weten hoe de normale werking is van al de organen zijns lichaams en dient de invloeden te kennen welke de normale verrichtingen van streek brengen. Dit is persoonlijke gezondheidsleer en geen geneeskunde. Het speciale werk van den arts is precies te zeggen wat er aan het abnormaal werkende lichaam mankeert en daarna zoo in te grijpen, dat het verbroken evenwicht der lichamelijke verrichtingen weer wordt hersteld. Het stellen van een juiste diagnose en het ontwerpen van een oordeelkundige therapie zijn en blijven het uitsluitende werk van den dokter. Dat is ook niet te leeren door het lezen van duizen populaire boekjes over gezondheidsleer, maar moet hoofdzakelijk verkregen worden door veelvuldige waarnemingen aan het ziekbed in het hospitaal onder loiding van bekwame geneeskundigen. Niemand late zich verleiden door lectuur van populaire geschriftjes over persoonlijke hygiene het zelfdokteren ter hand te nemen. Dit is zelfoverschatting en zelfmisleiding en nog al van een gevaarlijke soort. Boekjes als dit willen alleen zeggen wat een meisje moet doen en laten om gezond te leven: niets meer en ook niets minder. H. B. INHOUD. Inleiding. Hoofdstuk I. De beteekenis der voortplanting. Hoofdstuk II. De voortplanting der planten. Hoofdstuk III. De voortplanting bij oesters en vissclien. Hoofdstuk IV. De voortplanting der insecten en vogels, Hoofdstuk V. De voortplanting der buideldieren en andere zoogdieren. Hoofdstuk VI. I)e geslachtsorganen van de vrouw. Hoofdstuk VH. De puberteitsleeftijd. Hoofdstuk VIII. Subjectieve symptomen der puberteit. Hoofdstuk IX. Beteekenis der ovulatie en menstruatie. Hoofdstuk X. Invloeden, die een aezonde ontwik- ö keling belemmeren. Hoofdstuk XI. De gevolgen van zekere gewoonten. Hoofdstuk XII. Oorzaken en gevaren eener gestoorde en ongeregelde menstruatie. Hoofdstuk XIII. Voeding of de opbouw van liet lichaam. Hootdstuk XIV. Lichaamsoefening en spierontwikkeling. Hoofdstuk XV. Kleeding, haar nut en gevaren. Hoofdstuk XVI. Lichaam en geest. Hoofdstuk XVII. Zelfbevlekking. Hoofdstuk XV1H. Omgang met hoeren. Hoofdstuk XIX. Vrouw en Moeder. Hoofdstuk XX. De blaas en de endeldarm. Hoofdstuk XXI. Rust en slaap, Hoofdstuk XXII. Vermaak en ontspanning. Hoofdstuk XXIII. Het meisje en de studie. (B.) Lijst van Illustraties. DE BETEEKENIS DER VOORTPLANTING. HOOFDSTUK 1. I)e heteekenis der Voortplanting. lil den tijd, dat wetenschappelijke waarheden alleon maar in het Latijn werden medegedeeld, ontdekte men reeds het grondbeginsel van de geslachtelijke voortplanting en men drukte het uit door te zeggen: omne vivum ex ovo. wat beteekent, dat alle levensvormen groeien uit een ei. Onze hodendaagsohe wetenschap bovestigt dat elk grassprietje, olke bloeiende plant, elke visch, reptiel, vogel of zoogdier, ieder hondje, katje, kalf of veulen, elk olifantje en ieder kindje dat geboren wordt, zich ontwikkeld hoeft uit een ei. De myriaden eieren (ova), die noodig zijn om de wereld bevolkt te houden, worden alle voortgebracht door organen, die men noemt ovariën of eierstokken on elke volmaakte plant, elk normaal dier bezit een of moer van deze organen. Alle volmaakte mannelijke levende organismen, van welke soort ook, hebben organen, die een bevruchtende stof voortbrengen, die men stuifmeel noemt bij de planten en sperma heet bij de dieren. Dit zaad, in innige verbinding gebracht met de eitjes der vrouwelijke organismen geeft den stoot aan een groeiproces dat uitloopt op de voorbrenging van nieuwe organismen, die in wezen en soort gelijk zijn aan de ouders. In de volgende bladzijden zal ik zeer beknopt eenige voortplantingswijzen, zooals die bij verschillende levensvormen tot stand komen, bespreken. Ik zal beginnen met het plantenrijk om, na in breode trekken de voortplantingsverrichtingen dor verschillende diervormen te hebben nagegaan, bij den mensch eenigszins uitvoeriger stil te staan. Bosma. Een Boek voor Jonge Vrouwen. 3e drnk. 1 HOOFDSTUK II. l)e voortplanting der planten. Bijna iedereen houdt van planten Wat is-schooner ' wat heerlijker van vorm, bouw, kleur en geiu dan de bloemen van vele planten? Niet'ten onrechte heeft velerlei sohooos bij bloemen vergrfeken^ rlir» «IT11 nieii, uic wij zeer bewonderen? Eenvoudig de geslachtswerktuigen deiplanten. Laat ons zien, hoe deze dealen in elkander zitten en hoe ze werken. In nevensstaande figuur ziet men de doorsnede van een bloem der sierwinde. Deze bloem laat ons duidelijk de mannelijke en vrouwelijke organen zien en verholdort de vorming der kiem en de wijze van be¬ vruchting. De bloem is voorgesteld >als midden zoodat de eeno helft van den inhoud dei kelk zie baMen'Ziet op den binnenkant van den bloembodem een indachtig lichaampje (a) dat een,ge kleine koi- reltjos bevat; dat lichaampje is de eierstok of het vruchtbeginsel en de dingetjes er van binnen in zijn de eitjes of zaden. Uit den eierstok verheft zich naar den rand van de kelk een buis (b), die de stijl heet, de stijl loopt uit in een sponsachtige uitbreiding (c) de stempel. Deze eierstok (ovarium) vormt met de eitjos, den stijl en den stempel tezamen de vrouwelijke organen van de plant. De verrichting van den eierstok is eitjes voort te brengen en ze zoo lang als noodzakelijk is te beschermen. De dienst van de stempels is een bevruchtende stof, het stuifmeel op te vangen, dat door de stijl naar de eitjes wordt gevoerd. Dit stuifmeel wordt gevormd en afgegeven door de mannelijke organen, meeldraden geheeten. Als elk der eitjes volmaakt is en langs den stijl een voldoende hoeveelheid gezond stuifmeel heelt ontvangen zullen ze zich, in de aarde gebracht, onder behoorlijke omstandigheden ontwikkelen tot een plant gelijk de moeder, die ze voortbracht. Er zijn nog vele andere planten, die bloemen dragen, welke zoowel mannelijke als vrouwelijke organen bevatten, doch deze eigenaardigheid treft men niet bij alle aan. De bloemen van vele plantensoorten bevatten slechts mannelijke, andere alleen vrouwelijke organen. In sommige gevallen groeien do beide geslachten dicht bij elkaar op denzelfden tak; in andere gevallen worden ze slechts aan afzonderlijke takken gevonden, terwijl bij nog weer andere soorten ze aan afzonderlijke boomen voorkomen, die ver van elkander kunnen staan. De wilg en de populier zijn voorbeelden van de laatste soort en onze gewone mais is een goed voorbeeld van de soort, welke aan denzelfden stengel bloemen voortbrengt, die verschillen in voorkomen en in geslacht. De piuimen van de mais zijn trossen mannelijke bloemen en de aren met liun katachtige schubben en uitstekende draden vormen de vrouwelijke bloemen, terwijl de pitten de eitjes zijn. Do 1* bevruchting der inais heeft plaats door de zwaartekracht, geholpen door de luchtstroomen, die het stuifmeel van de pluimen op de zijdeachtige draden doen verspreiden. Doordat het stuifmeel in eiken draadvormigon stijl neerdaalt bereikt hot ieder korrel en bevrucht ze. In do meeste gevallen, waar de seksueele organen op verschillende bloemen zijn en vooral wanneer ze op verschillende struiken of boomen voorkomen, wordt het stuifmeel van de mannelijke naar do vrouwelijke bloemen overgebracht door bijen of andere honigvergarende insecten. Men moet niet meenon. dat deze diertjes de bevruchting der planten opzettelijk tot stand brengen, ze doen dit instinktmatig en toevallig, want wanneer een insect neerdaalt in de kelk van een mannelijke bloem, komt het onvermijdelijk met stuifmeel in aanraking, om dit weer achter te laten in een vrouwelijke bloem, welke door hem later in het zoeken naar honig wordt bezocht. Dit stuifmeel, op deze manier overgebracht, dringt in. den stempel en gaat door den stijl totdat het de eitjes in do eierstokken bereikt. Dit is het algemeene grondplan, volgens hetwelk de planten zich vermenigvuldigen. Elke soort hooft haar eigenaardige manier van deze algemeene voortplantingswijze, daar geen twee soorten precies gelijk zijn in grootte, vorm kleur of rangschikking der verschillende deelen. Soms is de bloem prachtig, van zeer samengestelden bouw. en heerlijk ruikend, terwijl eenige planten geen duidelijk zichtbare bloemen vooitbrengen. Maar terwijl ze alle iets verschillen in de bizonderhoden der bevruchtingsprocessen, hebben ze toch alle geslachtsorganen van den oen ot anderen vorm en worden de zaden voortgebracht en bev ïucht zooals ik hier heb beschreven en wel zoo overvloedig dat we over do geheele aardo een weelderigon plantengroei hebben. In het plantenrijk kunnen we dus op goede gronden spreken van vader- en moederplanten, elk met hun bijzondere organen en verrichtingen, welke tezamen moeten dienen 0111 hot geslacht in stand te houden. Doch hoe weinigen denken er aan, dat de prachtige, geurige bloemen, welke we zoo zeer bewonderen, de bloemen, die we zoo zorgvuldig verzorgen en wanneer ze in den meest volmaakten toestand zijn, tot boeketten vergaren om er onze kamers mee te versieren, de gelukkige bruid te tooien of te plaatsen op de kist van een gestorven vriend, hoe weinigen denken er aan, dat deze heerlijke bloemen slechts zijn de geslachtswerktuigen der planten, geplukt in een tijdperk der grootste levenskracht, juist toen ze op het punt waren hunne soort voor uitsterving te bewaren, ftn toch is dit de eenvoudige waarheid, en hier is zeker niets, dat we onfatsoenlijk, onbetamelijk en gemeen vinden, niets dat beleodigond of gevaarlijk is voor een mensch van beschaving en kieseh gevoel. Integendeel, de voortplantingsverrichtingen zijn do belangwekkendste en gewichtigste onderwerpen, welke de aandacht der menschheid hebben getrokken. Slechts onnoozelheid en ontaarding kunnen veroorzaken dat deze dingon in een ander dan heilig licht worden beschouwd. Laat geen meisje of jonge vrouw, die dit boek leest, dit onderwerp beschouwen als gemeen, onfatsoenlijk en onrein. Laat niemand blozen, terwijl zij spreekt van deze zaken, tenzij dan dooi' het besef van eigen onwetendheid of door het zelfverwijt haar geslachtsorganen misbruikt te hebben. HOOFDSTUK III. De voortplanting bij oesters en visschen. Het onderscheid tusschen planten en dieren bestaat vooral hierin, dat de laatste in het bezit zijn van een zenuwstelsel, waarmee ze in staat zijn de aanraking met andere lichamen te voelen en het bestaan en de eigenaardigheden van andere voorwerpen gewaar te worden door middel van de zintuigen. De raensch kan bovendien ook nog oordeelen en willen, doch moet daarbij werken met voorstellingen, die hij met zijn zintuigen als gewaarwordingen heeft opgenomen. Onder de lagere vormen uit het dierenrijk zijn er vele soorten, waarbij de voortplanting op vrijwel gelijke wijze plaats heeft als bij de winde; ieder dier bezit n.1., precies als die bloem, een mannelijk en een vrouwelijk geslachtswerktuig. De oester b.v. is door een harde, zware schelp beschut en het komt dikwijls voor, dat de schelpen van vele oesters stevig aan elkaar vast zitten en tot een onbeweoglijke massa zijn vereenigd. De dieren kunnen hun mantel niet \an plaats tot plaats bewegen, evenmin kunnen ze de schelp verlaten. Zoodat onder deze omstandigheden het eene dier het andere niet zou kunnen bereiken, om de eieren te bevruchten, indien er mannelijke en vrouwelijke voorwepen waren. Maar nu is bij den oester en bij eenige andere vormen ieder dier hermaphrodiet, dat wil zeggen, elk individu heeft zoowel mannelijke als vrouwelijke organen in zijn lichaam en bevrucht zijn eigen eieren vóór ze naar buiten te drijven, ^adat het ei van een oester in het lichaam is bevrucht geworden, geraakt het buiten het hermaphrodiete dier, drijft rond in het water totdat het in aanraking komt met een rots, schelp of een andore harde stof. waaraan het zich dan vasthecht; onmiddelijk daarna begint het een schelp uit te scheiden, een mantel, die zoowel zijn beschermer als zijn gevangenis is. Bij de visschen is het anders. Hier hebben we mannolijke en vrouwelijke dieren. De vrouwelijke hebben ruime eierstokken en vele soorten brengen een verbazend groot aantal eieren voort. Men heeftin ééa enkelen kabeljauw 16 tot 21» millioen eieren gevonden. Niet alle vischsoorteu werpen er zoovele, doch alle zijn buitengewoon rijk aan eieren. Opdat een groot percent van hot kolos- sale aantal eieren gemakkelijk bevrucht zou kunnen worden, is door de Natuur een eigenaardige voorzorgsmaatregel genomen. Ge weet ongetwijfeld, dat zekere soorten, zooals de kabeljauw, de haring, de makreel in onmetelijke schooien rondzwemmen, d. i. duizenden en millioenen dezer visschen pakken zich zoo dicht op elkaar, dat het soms in nauwe stroomen moeilijk voor hen wordt, zich voort te bewegen. Op bepaalde tijden van het jaar verlaten deze schooien de open, diepe zee en begeven zich naar de riviermonden, baaien, rivieren of banken, waar het water betrekkelijk ondiep is; hier schieten ze kuit, d. i. de vrouwelijke dieren werpen hun eieren en de mannelijke bevruchten ze. De eieren, die zich in het lichaam van de visch gedurende het jaar langzaam ontwikkeld hebben, drijven dan in het water, omgeven en tezamengehouden door oen slijmachtige stof, die in voorkomen en in eigenschappen voel heeft van het wit van eon ei. Deze stof breidt zich in een groote, dunne laag ir het water uit, doch houdt de millioenen eieren goed vast. Om een helder begrip te krijgen van do manier, waarop zich deze zelfstandigheid in het water verspreidt, giete mon den inhoud van een kippenei in een kom met water; men zal dan zien hoe het wit zich in een dunne laag uitbreidt, terwijl de door er in blijft vastgekleefd. Nadat de eieren aldus aan het water zijn blootgesteld, zwemmen de mannelijke visschen eroverheen, doch terwijl ze dit doen, werpen ze een stof uit, die veel gelijkt op die, welke afgegeven is door het vrouwelijk dier, doch in plaats van eitjes te bevatten, herbergt dezo mannolijke vloeistof (zaad) uiterst kleine organismen, die men spermatozöen noemt en die, wanneer ze in aanraking komen met de eitjes, deze binnendringen en bevruchten. Nadat dit heeft plaats gehad, ondergaan de eioren snelle verandering en binnon weinige dagen komen er kleine vischjes uit te voorschijn, die van dezelfde soort zijn als hun ouders. Men ziet, dat in dit geval de bevruchting plaats heeft buiten het lichaam der beide ouders en ook, dat de eieren en de jongen, die er uit geboren worden, niet door de ouders verzorgd worden, zoodat visschen en oesters als wezen ter wereld komen en opgroeien. HOOFDSTUK IV. Do voortplanting van Insecten en Vogels. Ken kijkje in de manier, waarop de meeste insecten zich vermenigvuldigen is nog interessanter. Hier hebben we ook afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke dieren. Het wijfje heeft eierstokken, waarin ze eieren voortbrengt, het mannetje heeft organen, die zaad produceeren. Doch inplaats dat de eieren het vrouwelijke dier verlaten vóór bevrucht te worden, gaan ze van de eierstokken naar een afzonderlijken zak, baarmoeder geheeten. Deze is zoo gelegen, dat wanneer het mannetje het wijfje zoekt en met haar in geslachtelijke aanraking komt, hij het bevruchtende zaad in haar baarmoeder kan uitstorten. Elk ei dat een gedeelte van dit zaad ontvangt, wordt daardoor bevrucht, d. i. geschikt gemaakt zich te ontwikkelen tot een dier van dezelfde soort als zijne ouders. Na deze bevruchting der eieren legt het wijfje deze op een stof, die op twee wijzen dienst doet, n.1. om de eieren te beschermen tegen vernielende invloed en ten tweede om voedsel te verschaffen aan de jongen, die uit de eieren voortkomen. Zoo ziet men, dat de vlieg haar eieren op dood vleesch legd, dat tot voedsel zal dienen voor de jongen, die uit de eieren geboren worden. Sommige insecten leggen hun eieren in de aarde, de jongen voeden zich dan met de organische stoffen, die altijd in de grond voorkomen. Ook zijn er, die gaatjos boren in de bast of de bladen der boomen om hier hunne eitjes in te loggen; de jonge dieren eten daarna de zachte, malsche deelen van de plant, waarin ze liggen opgesloten. De vader- en moederinsecton zien hun kinderen niet, want spoedig nadat de bevruchting en het eierleggen heelt plaats gehad, sterven ze. In dit opzicht gelijken insecten op planten: de vaders en moeders verwelken en sterven spoedig nadat de kiemen bevrucht zijn en z3 komen hierin overeen met oesters en visschen, dat hun kroost als wees wordt geboren. De voortplant;ngswijze der vogels is nog weer iets anders. Het wijfje brengt eieren voort en het mannetje produceert zaad; evenals bij de insecten worden de eieren bevrucht, terwijl ze nog in het lichaam van het vrouwelijk dier zijn. Deze lichamelijke aanraking wordt copulatie genoemd; daardoor wordt het zaad van het mannetje in de baarmoeder van het wijfje gebracht. Nadat de eieren op deze wijze bevrucht zijn, nemen ze toe in grootte en wanneer ze groot genoeg zijn, worden ze in een schaal gehuld en hot een na het andere uit het lichaam verwijderd d.i. gelegd in een nest, dat de ouders vooraf met veel zorg hadden gebouwd in afwachting van de eieren die zouden komen. Wanneer een voldoend aantal eieren is gelegd, b>;gint het wijfje te broeden, d.i. ze gaat op de eieren zitten en verwarmt ze met haar eigen lichaam; ook keert het de eieren dagelijks om, de inhoud der eier sn begint te veranderen, ondergaat allerlei gedaanteverwisselingen, totdat er ten laatste een jong dier uit te voorschijn komt. De jonge vogel moet echter gedurende eenigen tijd door de ouden worden bewaakt, gevoed en verzorgd, vóór het zich zelf kan redden. De jongen gebruiken alleen het voedsel, dat de ouders komen aandragen of'aanwijzen. Bij de vogels vindt men geen afscheiding van molk of eenig ander voedsel uit het lichaam der ouders. HOOFDSTUK V. I)e voortplanting dei-Buideldieren en andereZoogdieren. Een sport hooger dan de vogels staat de groep van dieren, waartoe de buideldieren behooren. Dieren van deze orde hebben een buidel, eon soort van zak, die onder aan de buik hangt, waarin ze hun jongen draeen en beschermen. De dieren, die hiertoe behooren, zijn thans grooter en talrijker in Australië dan in eenig ander werelddeel; de Kangeroe is de grootste vertegenwoordiger van deze groep. Het eenig welbekende buideldier in Amerika is het Opossum,. De bevruchting der eieren van deze dieren heelt plaats in de baarmoeder, gelegen in d< buik van het moederdier; ze komt tot stand door copulatie met het mannetje. Doch inplaats van met een schaal omhuld en gelegd te worden in een nest, worden de eieren van &het buideldier in de baarmoeder „uitgebroed doch terwijl de jongen nog maar heel klein, onvolmaakt en zwak zijn, worden ze uit de baarmoeder gedreven, en onmiddelijk daarna door de moeder met den voorpoot opgenomen en in den buidel (marsupium), die onder aan haar buik hangt, gestopt. In dezen zak worden de lippen der kleine kangeroes aan spenen vastgehecht door een vocht, dat door hun lippen wordt afgescheiden; door spiersamentrekking van de spenen van hot moederdier druppelt er melk in de teere lichaampjes der jongen, want deze zijn nog niet sterk genoeg het voedsel zelf op te zuigen. Langzamerhand worden ze grooter en sterker totdat ze tenslotte los raken van de spenen, evenals de gerijpte vrucht van den boomtak valt en eindelijk kruipen ze uit den moederzak om het licht te aanschouwen. Zij groeien echter langzaam en gedurende weken kruipen ze in den buidel der moeder om voedsel, rust en beschuting te ontvangen. Eindelijk worden ze gespeend, de „luiermand" der moeder schrom- pelt ineen en wordt nutteloos totdat een andor geslacht geboren is en er in wordt gebakerd. De meest ingewikkelde en merkwaardigste processen, die bij de voortplanting plaats hebben, komen voor bij de andere orden van zoogdieren of mammalia. Dit woord is afgeleid van het Latijnsche mama, dat borst of uier beteekont; men brengt er alle dier in toe, die hun jongen zoogen, d.i. ze voeden met melk, die door melkklieren, (uiers, borsten) wordt afgescheiden. Zoowel bij de zoogdieren als bij de buideldieren heeft de bevruchting der eieren door geslachtelijke aanraking (copulatie) in het lichaam van het vrouwelijk dier plaats, doch do ontwikkeling van het jonge dier in hot moederlijf gaat veel verder dan in eeuig geval in de voorafgaande bladzijden beschreven. In plaats van ;n den vorm van eon ei gelegd to worden, zooals bij de insecten, visscben, reptielen en vogels of in den vorm van zeer onvolmaakte, hulpbehoevende, bewustelooze embryonale dieren te worden uitgeworpen, zooals bij de buideldieren, ontwikkelen zich de eitjes der zoogdieren in de baarmoeder tot jonge dieren, cie er weken en maanden in blijven zitten; ze worden voortdurend gevoed door het bloed der moeder, dat uit hot moederlichaam in hot zich ontwikkelde dier stroomt; wanneer het jonge dier een zekere grootte heefl bereikt wordt het naar buiten gedreven (geboorte) en zoolang aan de moederborst gezoogd, totdat het in staat is hetzelfde voedsel te gebruiken als de ouders. De tijd, die voor het zoogdier noodig is om zich in de baarmoeder te ontwikkolen totdat het gerijpt is om geboren te worden, loopt van 8 a 3 weken tot 1 jaar of langer. De jongen van het paard moeten ongeveer 12 maanden n de baarmoeder der merrie vertoeven vóór ze geschikt zi n naar buiten te treden. De mensehelijke /.uigeling komt na eon verblijf van ongeveer 9 maandon in het moederlijf ter wereld. leder meisje zal deze dingen wel niet anders dan in een rein en heilig licht kunnen beschouwen, als zij bedenkt, dat zijzelf gedurende de eerste 9 maanden van haar leven rustte in den schoot van hare moeder, daar onbewust maar veilig groeide, van haar ontvangend heur beste hartebioed, opgebouwd wordend uit het voedsel dat ze at en voor haar verteerde, overnemend van haai' moeder al die invloeden en indi ukken welke van groote beteekenis waren voor haar lichaamsbouw, gelaatstrekken, temperament en geestelijke eigenschappen. Het is altijd zoo geweest en het zal immer waar blijven, dat voor den reine van hart alle dingen rein zijn. HOOFDSTUK VI. I)e geslachtsorganen van de vrouw. In de vorige hoofdstukken heb ik gezegd, dat elke volmaakte vrouw ".eierstokken (ovariën) hoeft, waarin eieren (ova) worden voortgebracht en een baarmoeder, waarna deze eieron kunnen worden bevrucht 0111 zich daarna te ontwikkelen tot een kind, dat als het gerijpt is, geboren wordt. Ik heb uw aandacht ook gevestigd op het feit, dat vele maanden na de geboorte het kind zijn natuurlijk voedsel van de moederborst ontvangt. Ik zal nu de igging on de voornaamste kenmerken der geslachts- of seksueele organen beschrijven. De borstklieren of borsten, twee in getal, liggon vóór het bovenste gedeelte van do borstkas, een aan eiken kant der lijn. die hot lichaam in twee gelijken gelijkvormige deelen verdeelt. Mke jonge viouw is met de ligging en het voorkomen van deze oiganen zoo goed bekend, dat een beschrijving geheel overbodig is. De baarmoeder door den dokter gewoonlijk uterus genoemd, ligt in het onderste deel der buikholte; ze ligt onder de ingewanden achter de blaas en voor den endeldarm (rectum). De eierstokken, twee in getal, liggen aan weerszijden van de baarmoeder, elk ongeveer 2'/, cM. or van af. De baarmoeder en de eierstokken worden op hun plaats gehouden, doordien ze tusschen de lagen van oen breeden band liggen, welke zo stovig omsluit. Deze bandjloopt dwars door de bekkenholte on hecht zich vast aan de beenderen, welke de wanden uitmaken van die holte, ongeveer zooals een vaandel hangt tusschen touwen, welke dwars ever een straat zijn trespannen. Nevensstaande teekenmg verduidelijkt d nmlerWo ligging vau deze deeleu on liunne verhoudingen tot au'defc organen in he, onderste deddjr buikholte, een plaats, die men gevoonhjk bctknihotte noemt, daar de beenderen, die er de wanden van zijn tezamen liet bekleen heeten. „,,or|ft ,1a baar- De teekening vertoont ons m looi snede de baai moeder de eierstokken, de breed, banden de ronde banden', de eileiders, (Ffllopiaansche buizen) 'Je s£j°°de (vagina) en de uitwendige schaam leelen. band is een taai vlies, dat tussch m zijn bwdo k^en het grootste deel der andere genoemde Q^nenvast houdt Deze breede band is sleclits aan den S de, «lening voorgesteld op.. at do «dere zooals" in de teeknning te Am ». m een getande randen; ze zijn nol, d.w.z. er is een opening m het midden van het franjeachtige ultc ^l' cl 0Deninfin of andere volwassen vrouw, wie ze naai VL hoid, uw geluk en succes in A1 geen wsVF&Z&txi&s SfiSsii^sr® van het ,J ee„ „ velerlei wijze en helpen het gewoonten aan te nemen welker gevolgen, voor goed ot voor kwaad, „ü misschien nooit weer van zich kunnen afschudden. Maar gij mijne lezeressen, die voor de deur staat van den vrouwenleeftijd of reeds den d-^npel hebt oveig sch-eden zijfc oud en wijs en onafhankelijk öen0^ om tenminste een deel Ier slechte gewoonten die men u gedwongen, heeft aar te temen, af te leggen. Zeli ernstige hereditaire (erfelijke norgingen kunnen tenmins e voor een deel worden onschadelyk gemaakt Stellig is het nu in uw macht te bepalen wat voor voedsel ge zult eten en hoe ge het zult gebruiken, ö kunt thans zolf or voor zorgen dat ge bij de keuze uwer kleeren de gezondheidswetten in acht neemt, want ge kunt er jp aandringen, dat uwe japonnen los en ruim zullen worden gemaakt, zoodat ge vrijelijk kunt adem halea en ge kunt schoenen uitkiezen, die u niet knellen, ds ge wilt. Ge kunt zelf er voor zorgen, dat dagelij cs in de buitenlucht en in den zonneschijn uw spieren worden geoefend. Als ge opzettelijk deze laatste drie dingen behoorlijk in acht neemt, zulltu de kwade gevolgen eener schadelijke erfelijkheid en vau vroege slechte gewoonten aanmerkelijk verzacht worden. Natuurlijk zijn er enkele lezeressen, die wèl geboren en wèl opgevoed zijn; goede gewoonten mag men bij hen veronderstellen. Doch voor de minder bevoorrechten, hoop ik, zullen deze wenken voldoende zijn, om een levendig bolang te stellen in de volgende hoofdstukken. \ oor bizonderhed m 0111 rent sommige phvsiologischo processen, als de spijsvertering, de ademhaling, de bloedsomloop, de li< haamsbewe^ing enz., moet ik verwijzen naar de bot ken over ptivsiologie en hygiëne. Kr zijn echter eeni^ e punten van bizonder belang voor u, daar ze invloed hebben op het geslachtsleven; ik wil hier nader over spreken en bovendien andere feiten aanroeren, di; om goede redenen niet in schoolboeken over physiologie en gezondheidsleer voorkomen. HOOFDSTUK XI. Do gevolgen van zekere gewoonten. Als de voorgaande bladzijden nauwkeurig door u zijn gelezen, zult ^e een algemeen begrip gekregen hebben van do ligging en de gedaante dor geslachtsorganen in de bekkenholte. Als deze organen altijd op hun juiste plaats blijven en voortgaan normaal te werken, kan men aannemen, dat hun gezondheidstoe- stand on die van het geheel e lichaam goed is. Doch deze organen krijgen gemakkelijk een verkeerde plaats, zoo gemakdelijk inderdaad, dat vele vrouwen lijden aan dergelijke verplaatsingen en tengevolge hiervan aan verschillende andere ziekten van da uterus (baarmoeder). We willen zien, hoe dit komt. De peervormige baarmoeder staat in haar natuurlijke positie met het dunne uiteind vlak achter de blaas, zóó dat het breede bovendeel er een weinig boven uitsteekt. Het dunne ondereind der baarmoeder rust in de scheede en is hieraan vastgehecht. De scheede of vagina is een rechte of eenigszins gebogen buis, die van de baarmoeder naar de oppervlakte van het lichaam loopt. Door dit kanaal vindt de menstruatie-vloeistof een weg buiten het lichaam, ook is het de weg waarlangs het kind gaat, wanneer het geboren wordt. Dit laatste feit wijst er op dat de wanden der vagina zeer rekbaar moeten zijn en verklaait ook hoe gemakelijk ze toegeven aan drukking vart binnen of van boven. De vagina helpt in haar normalen, samengetrokken toestand de baarmoeder op haar plaats houden. Ge zult u herinneren, dat ik beschreef hoe de baarmoeder op haar plaats wordt gehouden door de breede en ronde banden, die een soortgeli jken dienst verrichten als de touwen, welke een vaandel, dat boven een straat hangt, op zijn plaats houden. Nu evenals de touwen met het vaandel kunnen doorzakken als men er een zwaar gewicht op laat drukken, zoo kan ook de baarmoeder naar beneden gaan door drukking van boven. Veronderstel nu, dat ge een eng corset, een nauwe japon of een knellende ceintuur of wat ook om uw middel reigt, dan zal daardoor het lijf boven de heupen worden toogeknekl en de organen in de buikholte zoodanig worden geperst en gedrukt, dat ze wel ergens moeten wijken. En er is maar één richting, waarin ze kunnen uitwijken, dat is naar beneden en terwijl ze naar beneden gaan, moeten ze wel drukken op de baarmoeder in de bekkenholte (pel- vis) en als de drukking maar groot genoeg is, zal de baarmoeder in de vagina of setieede gedreven worden, zoodat ontstaat wat men noemt een prolapsus of verzakking der baarmoeder. De baarmoeder zakt nooit van zelf of door eenig gebrek ot onvolmaaktheid in liet werk der Natuur. Het is de onwetendheid, de trots of de dwaasheid der vrouwen, die de verplaatsing teweeg brengt. Toch hoor ik de vrouwen er dikwijls over klagen, dat God hunne lichamen zoo wonderbaarlijk teer en samengesteld maakte, waardoor ze zoo erg vatbaar werden voor dergelijke afwijkingen. De Chineezen, die de voeten hunner meisjes misvormen werpen de schuld niet op God als ze de resultaten van hnn eigen werk zien. De plathoofdige Indiaansche moeder drukt den schedel van haar kind in en doet het gelijken op een idioot, maar geen Indiaan zegt. dat de Groote Geest er een hand in heeft gehad, zoodat vele onzer zoogenaamde Christen-vrouwen nog minder gezond verstand blijken to bezitten dan de heidensche Chinees of de wilde Indiaan. Het knellen van het lijf door corsetten, wat zoo algemeen bij beschaafde vrouwen voorkomt, kan nog andere gevolgen hebben dan een prolapsus, d.i. een zakking van de baarmoeder in de vagina; de uterus kan in zijn geheel voor- of achterover hellen of ook te sterk geknikt zijn in den hals, zoodat het baarmoederlichaam óf te sterk naar voren (beneden) gebogen is. Zulke verplaatsingen veroorzaken dikwijls nog meer lasten en onbehagelijkheid dan een eenvoudige prolapsus. Als de geheele baarmoeder achterover helt, spreekt men van retroversie, is zij achterwaarts geknikt, dan noemt men het retroffectie, eene helling naar voron (baarmoeder-lichaam en hals in één rechte lijn (heet anteversie en als de knik naar voren veel te sterk is, wordf van antefiexie gesproken. Bij antefiexie en retroflexie doet de baarmoeder denken aan een retort. In alle gevallen van verplaatsingen der baarmoeder wordt de endeldarm (rectum) gedrukt, zoodat zijn werk belemmering oudervin It of le blaas gevoelt die drukking en prikkeling, zoodat ook dit orgaan haar functie niet goed kau verrichten. Gewoonlijk ondeivinden zoowel de Maas ali de endeldarm nadeelige gevolgen. In alle gevallen van onnatuuilijke drukking op de baarmoeder of verplaatsing van dit orgaan, ontstaat er prikkeling der zenuwen, die gevoeld wordt als hangende, drukkende pijnen, pijn in den rug en allerlei andere onaangenaamheden, niet alleen in het bekken, maar ook op plaatsen, die ver verwijderd zijn van de gedrukte organen. Dit komt door wat men noemt sympathetischen of reflexieven invloed. Leu corrhoea (witte vloed) is zeer zeker het gevolg en zworing van do baarmoeder is ook zeer algemeen. Eon gansohe rij kwade gevolgen vloeit voort uit de gewoonte, zich verkeerd te kleeden. Als de geslachtsorganen bloot staan aan zulke invloeden als die ik heb beschreven, kunnen ze zich niet goed ontwikkelen en zullen ze hun stimu eeren le werking op licnamelijke schoonheid, bevalligheid en kracht niet laten gelden. Als gij, lezeres, deze dingen maar kondt zien zooals de dokters die zien, als ge maar kondt beseften den invloed, dien zij hebben op uzelve en op uw nageslacht, als go den toestand precies wist van legioenen vrouwen, die al de verschijnselen, al de gevaren van hun lijden aan de dokters blootleggen, dan zoudt ge u eens voor al voornemen behoorlijk zorg te dragen voor uw lichaam. Ge zoudt u zoo voeden, kleeden en bewegen, dat ge gezond, bevallig en sterk werdt. Ken schrijver over persoonlijke gezondheidsleoi zegt dit; ,,Als de moderne Amerika-tnsche vrouw bo\en de 30 jaar is, kan inen ha ir moeilijk denken zonder een sofa, een shawl en neuralgie (lievige zenuwpijnen.) Dit is inderdaad waar van vele Amerikaansche vrouwen. en niet weinige van hen zijn al in dien treurigon toestand voor ze do dertig hebben bereikt. Dit T moost niet zoo zijn. En dit zou niet zoo zijn, als ile vrouwen maar wat meer afwisten van den bouw en de werking van hun lichaam, dan zouden ze in staat zijn de oorzaken van veel lijden te voorkomen en weg te nemen. HOOFDSTUK XII. Oorzaken en gevaren eener gestoorde 011 ongeregelde menstruatie. Het komt nog al dikwijls voor, dat een lijden, die het heele leven lang duurt, het gevolg is van een toevallige of kunstmatige ophouding der maandstonden. Tot de droevige gevolgen van dezen stilstand der menstruatie behooren ontsteking, verzwering on verplaatsing der baarmoeder, witte vloed (leucorrhoea) en andere kwaadaardaardige vloeiingen uit de vagina, bovendien verschillende zenuwstoringen, voornamelijk hysterie en dyspepsie (slechte spijsvertering). Soms treden verlamming en krankzinnigheid op en is de afloop doodelijk. Al deze zenuwziekten laten zich verklaren door het innige verband tusschen do baarmoeder en het zenuwstelsel. Do betrekking tusschen hersenen en baarmoeder is van zoon grooten invloed, dat buitengewone aandoeningen of heftige opgewondenheid, zooals toorn, smart, vrees, ongerustheid of langdurige geestelijke gedruktheid, de menstruatie soms doen ophouden en ernstige chronische ziekten veroorzaken. Groote vermoeidheid, kouvatting of natte voeten kunnen de maandelijksche zuivering belemmeren. De symptomen van deze storing zijn, afgezien van liet wegblijven der bekende afvloeiing, nog al verschillend doch gewoonlijk zal de vrouw klagen over groote pijn in de streek der baarmoeder, soms zich verspreidend over de geheelo buik en neergaand tot de dijen en zelfs de voeten uitstralend, ook kan de pijn langs de rug naar de hersenen omhooggaan. Misselijkheid, rillingen, koorts en hoofdpijn volden en de patiënte is genoodzaakt naar bed te gaan en moet daar misschien wel eenige dagen blijven. Allo meisjes en vrouwen met zeer gevoelige zenuwen, die tijdens de maandelijksche periode gemakkelijk van streek raken, moeten in die tijden zeer voorzichtig zijn met velerlei genoegen (zooals het naar partijtjes gaan, sledevaren, ver wandelen), indien mogelijk, moeten ze in de eerste dagen der menstruatie niet op reis gaan, daar de opwinding, de vermoeienis en het b ootstaan aan regen en kou, die er dikwijls mee gepaard gaan, de stonden gemakkelijk kunnen tegenhouden of op oen andere wijze van streek brengen. Het is waar, het is soms zeer onaangenaam thuis te moeten blijven, terwijl men ziet dat anderen uitgaan om zich te amuseeren doch het is dikwijls het veiligst en het best om maar in huis te blijven. Als ge op zulke tijden volstrekt uit moet gaan, zorg er dan voor dat ge voldoende tegen kou en regen gekleed zijt en dat ge u niet opwindt. Bovenal houd de voeten droog en warm en neem een extra mantel of shawl mee voor het geval, dat het weer plotseling m< cht omslaan of dat ge in de schaduw gaat zitten. Hot is honderd malen beter extra kleeren bij zich te hebben, zonder dat men zich er van bedient, dan ze niet te hebben, wanneer ze juist noodig zijn. Ga niet in de tocht zitten sta nooit op kouden of vochtigen grond, zit niet op koude steenen of op kille, vochtige plaatsen van welken aard ook. Deze waarschuwingen schijnen jonge meisjes wel eens overbodig toe; ze kunnen er echter van verzekerd zijn, dat zoer vele schoone meisjes hun leven ellendis: gemaakt hebben, door zich niet aan deze o O regels te houden. Het is helaas een waarheid, dat dwaze meisjes soms middeltjes gebruiken. 0111 de maandstonden uit te stel- len of te keeren, alleen met het doel, om bij oen of ander pretje tegenwoordig te kv.nnen zijn. Hot uitblijvon der periode wordt, indien het gelukt, togen een vreeselijkon p -ijs gekocht, omdat na eti door het ophouden van de stoncen nog voel lastige ■ verschijnselen optreden, zDodat er dan gewoonlijk ven liet uitgaan toch niet* kaa komen. Do gezondheid zal er lange 1 tijd zeer zeker doo • geschaad worden. Nooit moet ge de natuurlijke menstruatie op de een of andere wijze beiemmeren. De menstruatie is, zooals een geleeide dokter zich uitdrukt, de voornaamste physiologische verrichting der vrouw; elke poging 0111 haar natuurlijk verloop te belemmoron, is niet slechts onmaaglijk, onvrouwelijk en onrein, maar bovendien des te gevaarlijker naar mate het meisje met haar ingrijpen meer succes heeft. Als de een of andere invloed de menstruatie tegenhoudt of haar verloop stoort, is liet beste wat men kan doen, in een warm bed te gaan liggen en een wanne drank te nemen. Het kan weinig schelen wat men drinkt, mits hot maar goed warm is en de maag er niet door wordt bedorven. Gember, peper, kaneel, pepermunt of oenig ander aromatisch kruid leveren voor zulke doeleinden een goede thee. Warme kruiken of hoete flanellen doeken aan de voeten en beenen, het wrijven dier doelen met de handen, al deze dingen to zamen bevorderen het introden van den gewenschten toestand. Warme zitbaden, indien met oordeel genomen, zijn uitstekend. Als go in dergelijke gevallen geen bevoegdo vriendinnen kunt raadplegen, iaat dan onmiddelijk een dokter komen. HOOFDSTUK XII1. Voeding of de opbouw van het lichaam. De voedingsverrichtingen zijn do voornaamste van het organisch leven. We hebben allen voedsel noo- Een boek voor jongt- vrouwen. 3 dig voor minstens vier verschillende doeleinden. In de eerste plaats om ons lichaam symmetrisch en krachtig op te bouwen, ten tweede om liet lichaam op een behoorlijke temperatuur te houden, ton derde om onophoudelijk de weefsels aan te vullen, die voortdurend vernietigd worden door lichamelijke arbeid en ten vierde voor het leveren van de energie, die dagelijks verbruikt wordt. Opdat aan deze vier voorwaaiden beantwoord kan worden, is afwisseling van gezond voedsel noodig. Een vereischte is ook, dat dit voedsel bij tusschenpoozen en in goeden staat genomen wordt. Vele stoffen worden als voedsel gebruikt, welke ver van gezond zijn. Zo zijn niet alleen af te keuren, omdat ze moeilijk verteerbaar zijn, maar ook omdat ze bepaald het bloed vergiftigen, de zenuwen prikkelen en de spieren verzwakken. Sommige van deze schadelijke stoffen zien er zoo mooi uit, smaken zoo lekker en liet gebruik er van is zoo algemeen geworden, dat de meesten onzer uit louter gewoonte dingen eten zonder te letten op het kwraad, dat ze ons doen. Het is misschien overbodig te zeggen, dat krijt, griffels enz. geen goed voedsel uitmaken en toch gaan niet een weinig jonge dames zich aan deze stoffen te buiten. Chocolaatjes, caramels, al de varieteiten van suikergoed en gebak waarvan tegenwoordig zoo overvloedig gesnoept wordt, zijn ook ongezond, vooral als die dingen tusschen de maaltijden gegeten worden of bij groote hoeveelheden tegelijk. Deze stoffen zijn ongezond, omdat in de eerste plaats het lichaam niet zooveel suiker noodig heeft, zelfs niet eens zooveel als do meesten van ons dagelijks gebruiken bij ons gewone voedsel; vandaar dat, als een meisje niet alleen een zoer groote hoeveelheid suiker met haar dagelijksche kost tot zich neemt, maar bovendien nog een echte vraat is in het eten van suikergoed tusschen do maaltijden in — 't doet er niet toe hoe zuiver do zoetekauw moge zijn — ze haar lichaam overlaadt met suiker dat gemakkelijk fermenteert (gist) en groot kwaad doet. Bovendien benacieelt ze hare gezondheid door in haar lichaam de velt' onbekende, maar schade lijke stoffen te brengen, wolke met de suiker verbonden zijn, om ze een mooi kleur je, een aangename geur te geven of ook wel om zo goedkoop te maken. Ofschoon de jongelieden en niet weinige volwassen luide Hunne stemmen zouden laten hooren, indien eens ernstig werd voorgesteld alle suikergoedwinkels te sluiten en de fabricate dezer lekkernijen te verbieden, zou hierdoor ongetwijfeld de gezondheid van de menschheid gebaat worden. Het meeste suikergoed en gebak is niet slechts direct schadelijk, maar het doet ook op indirecte wijze kwaad door den normalen smaak en eetlust te wijzigen, door de spijsverteringsverrichtingen in de war te brengen en iemand ongeschikt te maken het beste voedsel uit te kiezen en te nuttigen. Pasteitjes, koekjes, taartjes en do verschillende lekkernijen, waai van we zulke groote hoeveelheden op onze tafels zien, zijn nietswaardige prullen om er sterke, gezonde lichamen moe op te bouwen. Alle voedingsmiddelen, die zeer rijk aan suiker zijn, benadeelen een goede spijsvertering, als men er groote hoeveelheden van gebruikt, voor namelijk doordat ze fermentatie (gisten) veroorzaakt in de maag en ingewanden. Door deze fermentatie ontstaan zuren en nog voel andere stoffen, welke het karakter der verschillende uitscheidingen dos lichaams wijzigen, wegrotting der tanden veroorzaken en vele stoornissen langs het geheele spijsverteringsapparaat te weeg brengen. Koliek, allerlei vormen van hoofdpijn, neuralgie, moeheid, geestelijke gedruktheid, een prikkelbaar, wrevelig humeur en vele andere ziekelijke verschijnselen, dingen die doorgaans aan geheel andere oorzaken worden toegeschreven dan aan die, welke er juist mee te maken hebben, zijn het gevolg van deze suikorgoedplaag. 3* We hebben overvloed van goed, eenvoudig, gezond voedsel en iedereen moet er van kind af aan gewennen alleen zulke stoffen te eten, welke de wetenschap en de ervaring voor gezond hebben verklaard. Deze zaak is vooral van belang voor elk meisje, dat den kritieken puberteitsleeftijd nadert, een periode, waarin de lichamelijke veranderingen en ontwikkelingen sneller plaats hebben en talrijker zijn dan in eenig ander levenstijdperk. Het is dan, dat gezond bloed van het grootste belang is voor de uitbreiding van het lichaam en voor den opbouw van gezond hersen- en zenuwweefsel. Dit is geen tijd voor kinderachtigheden, voor zotternijon en slechte gewoonten van welken aard ook. Het meisje, dat gaarne een schoone, volmaakte vrouw wenseht te worden, moet voldoen aan de eischen, waarvan hare ontwikkeling afhangt, en de eerste voorwaarde is, dat het lichaam dagelijks een behoorlijke hoeveelheid van krachtig, gezond voedsel tot zich neme en alle overbodige en nadeelige lekkernijen geheel van haar dieet wegblijven. Goede soep, nap. gemaakt van een of ander graan, brood, rijst, aardappelen en andere groenten, melk, eieren, vleesch en vruchten, dit alles is, indien behoorlijk en smakelijk toebereid, gezond voedsel voor iedereen; de toevoeging van pastijtjes en gebakjes, suikergoed en andere zoetigheden. ijs, thee, koffie, chocolade, in 't zuur ingelegde visch of groenten, specerijen, kruidensaus, peper, mosterd en soortgelijke eetlust gevende middelen, is altijd in zekere mate nadeelig, ofschoon vele menschen dit niet eerder leeren begrijpen vóór het te laat is. Ken zorgvuldige studie van algemeene physiologie en hygiene, en een goed gebruik van de verworven kennis leidt in den regel tot goede gewoonten en tot bevredigende resultaten in de keuze der voedingsmiddelen.— UCHAAMSOKKKN'Iija KX SPIKItONTWIKKELIN». HOOFDSTUK XIV. Lichaamsoefening en Spierontwikkeling. Geen mikroskoop of eenig ander hulpmiddel bij het wetenschappelijk onderzoek hoeft den geleerde wezenlijk verschil aangetoond in het bloed, de zenuwen of de spieren der beide geslachten. Vrouwen zijn van dezelfde stof der aarde als waaruit de mannen zijn samengesteld en zo zijn ook aan dezelfde gezondheidswetten onderworpen. Als de man zuiver bloed noodig heeft, dan kan de vrouw er ook niet buiten; als sterke zenuwen gewenscht zijn voor den man, dan moeten ze ook goed zijn voor do vrouw; als krachtige spieren hem van dienst zijn in hot leven, dan is het ook zeker, dat zo do vrouw van nut zullen wezen. I)o man ot' de vrouw, de jongen of hot meisje, die van plan is een zittend, werkeloos leven te leidon, zonder geregelde lichaamsoefening in de open lucht en zonder den weldadigen invloed van het zonnelicht, zal niet tot die gezondhoid, kracht, opgewektheid en schoonheid geraken, welke de Natuur door deze middelen mogelijk heeft gemaakt. Het is een niet te bestrijden waarheid, dat iemand zich nooit in een volle gezondheid zal mogen verheugen, als hij er geen gewoonte van maakt, voldoende lichaamsbeweging to nomen. Geregelde oefening der spieren is niet slechts noodig om do spieren krachtig te doen worden, maar ook noodzakelijk voor eene harmonische werkzaamheid van alle organen des lichaams. Gematigde dagelijksche lichaamsoefening maakt de ademhaling dieper, versnelt den omloop van het bloed en begunstigt de productie en do circulatie van al de andere normale vochten in het lichaam. Spierbeweging voorkomt plaatselijke congesties (ophooping van bloed) en is voortdurend een weldadig medicijn tegen prikkelbaarheid der zenuwen en overgevoeligheid, aldus worden de zenuwachtigheid en hysterie tegengegaan, welke men zoo dikwijls aantreft bij meisjes die voel in huis zitten en weinig uitvoeren. Het is liet noodig, det de meisjes a irobaten, athleton of kamoioets worden niet de crickf t-bal of de roeispaan, maar het is ven het liocgste belang, dat hare sp eren ziel. symmetrisch en kracl tig ontwikkelen. Een meisje of vrouw met slappo, ongeoefonde spieron kaï niet zoo bevallig, en op g jenerlei wijs zoo flink en gelukkig zijn als wanneer hare spieren behoorlijk ontwikkeld en geoefend waren geworden. Doch waarschijnlijk is het groote voordeel, dat een jonge vrouw ten deel valt wanneer ze voor regelmatige lichaamsbeweging zorgt, gelegon in den heilzamen invloed, dien ze heeft op de geslachtswerktuigen, uaar deze hierdoor gevrijwaard blijven voor de zenuwprikkeling en congesties, ele ongeregelde en onvolkoming menstruatie, waaraan veel-zittende, nietsdoende dames zoo dikwijls lijden.*) Lichaamsbeweging in de open lucht voor vrouwen en voornamelijk voor jongo, groeiende meisjes moest voor altijd een modezaak worden, riet moest onfatsoenlijk, en onnet heiten als jonge vrouwen a huis blijven zitten, verdiept in sensatie-romans, geliefde honden koesterend, knutselend aan s^ ieke Handwerkjes of babbelend over schandaaltjes, moe ie jongens, scharrel arijtj 3S, pikante liefdesavonturen of de duizend en ee.i nietswaardige, ongezonde dinger, welke zoo dikwijls den tij l en den geest van jong e dames ir. beslag nemen. Een gezonde geest, en een vast karakter ontwikkelen zich alleen in een gezond lichaam en een s) Vaawaar toch de frissche gelaatskleur, de levenslustige oogen, het opgeruimde humeur van onze dienstmeisjes? Men vrage naar de oorzaken, ei: verwoudere zich niet meer, d it de mannen zonder uitsondering meer houden van roodartnige Jannetje, die zingend de straal scbrjb' dan van besch lafde, bleek\'angige Jeanette, die smachtend, myioerend door de spiegelruiten op Jantje's arbeid zit te tareu. Het gevaar der Jeannettes is, dat ze iullen b 1 jj ven zitten, als papas spekulaties een andere wendiug gaan nemen, de Jannetjes hebben maar al te veel kans. dat ze door de liefde der „heeren" komen te vallen. (B.) gezond lichaam eischt veel beweging en don weldadigen invloed van lucht en zonneschijn. Het is niet onverschillig wanneer, waar en hoe de lichaamsbeweging wordt genomen, want de stemming, waarin men verkeert, terwijl men zijn spieren oefent, doet ook veel af. Lichaamsoefening welke voorkomt uit plichtsgevoel, heeft eenige waarde, doch hare beteekenis is betrekkelijk gering. Die soorten van werk of spel waarbij men wezenlijk geniet, hebben, indien ze n.1. op zich zelf gopast zijn, de beste gevolgen; zij doen alle lichamelijke verrichtingen krachtiger plaats hebben en maken het leven een lust. Elke lichamelijke sport is, indien niet overdreven, goed voor oude en jonge menschen, doch als men werkelijk genot heeft in nuttig werk, dan heeft men altijd een goede aanleiding tot gezonde beweging bij de hand, want werk is ei altijd te vinden. Zij is het zekerst pad naar gezondheid en levensgeluk, die geregeld met blijmoedigheid bezigheden verricht, welke een matige hoeveelheid lichaamsbeweging vragen en die een zekere mate van blijvende waarde voor de maatschappij ten gevolge hebben. Zulke werkzaamheden hoeven de verschillende soorten van sport als croquet, tennis, tietsrijden, uitstapjes maken naar dc zee of de bergen enz. niet buiten te sluiten: dit alles is op zijn tijd goed en nuttig. Het meisje, dat behoorlijk gevoed wordt en geregeld een behoorlijke hoeveelheid spierarbeid verricht — zooveel mogelijk in de open lucht — zal stellig tot een gezonde vrouw opgroeien, voornamelijk als ze in do wijze van zich te kleeden verstandig te werk gaat en haar geest niet door verkeerde gedachten in de war brengt, onderwerpen, waarover ik in de volgende hoofdstukken nitvoerigor zal spreken. KLERDINö, HAAK NÜt F.N GÈVARKtf. HOOFDSTUK XV. Klectling, liaar nut en ^evarm. De inens-ch kleedt zich om Óen minste twee voor de hand liggende redenen: ten eers ;e om zich te beschermen tegen de invloeden van liet klimaat en ten tweede tot bedekking van die lichaamsieelen, welke onze zedelijkheidsbegrippen en schaamtegevoel verbieden voor ieder zichtbaar te dragen. Het spreekt van zelf, dat men bij het uitkiezen van kleedingstukken er voor zorgt, dat ze goed passen, d.w.z. afgezien van zekere eischen, die de gezondheid en het gemak van elk individu stellen, moet men letten op vele bijzonderheden met betrekking tot de grootte, den vorm van het lichaam, kleur van aangezicht en haar enz., daar zonder te offeren aan de gezondheid en welvoegelijkheid ons schoonheidsgevoel en onze smaak ook iets hebben te zeggen. We moeten ons natuurlijk hygiënisch kleeden, doch men wil er liefst ook goed en aantrekkelijk uitzien. Doch elke kleedingswijze, die strijdt met. de zedelijkheid, ongemakkelijk of ongezond is, is niet slechts eenvoudig dwaas en onredelijk, maar wreed en uit den booze. Vandaar dat elke mode, die een ongezonde, ongemakkelijke of onkiesche kleedingwijze voorschrijft, door elk middel moet worden tegengegaan. Ieder orgaan in het lichaam werkt met de andere mede tot het welzijn van het geheele lichaam, zoodat als we docr slechte gewoonten een der deelen schaden, het geheele organisme daaronder moet lijden. Opdat de ontwikkeling van het lichaam volkomen zij en de gezondheid niet te wenschen over late, moeten de houdingen en bewegingen van elk lichaamsdeel zoo vrij mogelijk zijn. Daarom is elk kleedingstuk, dat de vrijheid van beweging in de een of andere spier belemmert, ongezond en verraadt het de onnadenkendheid en domheid van de persoon, die het draagt. Het is zondigen togen de wetten, welke liet lichaam moet eerb adigen, op straffe van nadeelige gevolgen. Wij bes houwen het plat c'rukken van den schedel, zooals dit voorkomt bij zekere Indianen-stammen als wreed en slecht, dar.r dit n ha ar verstand gebruikt en niet ten eenenmaxe blind is >roor de eischen der natuur, heeft hot volkomen in haar macht gezonder te leven en haar lichaam en geest krachtiger en breeder te doen ontplooien. Gedurende mijn 25-jarige dokterspraktijk is in mij de overtuiging gerijpt, dat een gezonde, rationeele, smaakvolle kleeding-hervorming even noodzakelijk is voor de vrouwen als het laten staan van alcoholische dranken gewenscht is voor de mennen. Ook heb ik kunnen ervaren, «lat de kleeding-hervorming reeds is begonnen. Er zijn reeds vele van onze meest intelligente en beschaafde vrouwen, die met het corset afgerekend hebben zij hebben ingezien, dat het niet alleen lastig en ongezond is, maai' ook dat het lichaam er bopaald door misvormd wordt. De vrouwen, die het nog dragen, gevon daardoor blijk van een bekrompen verstand, weinig moreelen zin en slechten smaak. Geen echte artiest vindt zijn ideaal in een ingeregen middel. Het corset is veroordeeld en moet uitsterven. Verlichte vrouwen met vrijen blik en fijnen smaak dragon dit martelingstuig niet langer, het doet hun te veel der ken aan de middeleeuwen. Ik hoorde onlangs van een dokteres, die les geeft aan een middelbare mei ;jesschool in eea onzer groote steden, dat 85 % der n eiöjes van die school geen corset dragen, ofschoon ze rllen een leeftijd hebben, waarop men het gewoonlijk draagt. Gezonde, losse lijfjes zijn er voor in de plaats gekomen, de rokken zijn er met knoopen aan vastgemaakt. Een der grootste corsetten-fabrikanten, met wien i k dikwijls over kleeding en gezondheid heb gesproken, schreef me onlangs hot volgende: Zeer terecht waarschuwt ge de dames voor hot corset, maar uwen lezeressen moet tevens iets anders, dat beter is, voor oogen worden gehouden. Gelukkig is dit in drie richtingen mogelijk. Velen zullen niet de moeite willen doen, zich zeiven een betere kleeding te maken, doch dit is ook niet eens meer noodig, daar goede lijfjes tegenwoordig door verschillende fabrikanten gemaakt en in den handel worden gebracht, niet alleen in de groote steden, maar in de meeste dorpen van eonige beteekenis bovendien. Het verschil tusschen bot corset en het lijfje is niet toevallig, maar het is een onderscheid in beginsel. Het corset is gemiddeld over de bust 35 c.M. wijder dan over het middel, 't verschil tusschen heupen en middel bedraagt-40 c.M. Hit geldt voor die van volwassen dames, bij de jongere meisjes is het verschil iets geringer. Bij het lijfje bedragen deze verschillen niet meer dan V2 tot 25 c.M. Het zou niet mogelijk zijn de lijfjes met het zelfde verschil in afmeting te maken, daar zij steeds van zachte stof gemaakt worden, waarin eenige zachte koordon zijn genaaid. Corsetten daarentegen worden stijf gemaakt met hoorn, balein of een andere harde stof. Als een vrouw probeeron wou zich met een lijfje in te rijgen, zooals ze dit doet met een corset, zou liet, heelemaal in kreukels trekken en dit zou niet, staan. De meeste 1 ijtjos hebben aan den voorkant en aan de zijden oen stalen balein, maar ze zitten los in een zak en kunnen er uitgenomen worden. zonder dat het goheelo stuk daardoor onbruikbaar wordt. Ook vindt men er knoopen op om de rokken aan vast te hechten. Gedurende de laatste 5 jaren hebben deze artikelen het corset meer en meer verdrongen."' Een getuigenis uit zulke bron is zeer bemoedigend. Het verzet tegert het córset is althans gekomen en Een boek voor jonge vrouwen. 4 verbreidt zich snel. Het is te hopen, dat het steeds toeneme en dat er nog meer verbeteringen worden aangebracht, totdat geen stalen balein, geen b stiif koord de vrijheid en de gozondhoid meer zullen belemmeren, welke het lijfje bedoelt te bevorderen. Als het goed wordt gedragen laat het vrijheu van bewegin" aan de borst en buik, en bevordert het een g3 houding en B«ns. Ook heeft het bWfgl* eenheid vrijelijk rond te stroomen. Als bovendien leen nauwe schoenen meer worden gedragen, zullen er geen koude voeten of plaatselijke congesties meu ziin Tegenwoordig kloeden vele vrouwen zich b heel hygiënisch zonder dat ze daardoor opvallend excentriek en vreemd schijnen. . , ' Ook in de onderkleeren kan verbetering worden gebracht. De gedeelde rok geeft, als hij Klein geSoeo- wordt gemaakt, vrijheid aan elk boen en tevens houden zo deze warm. Alles moet aan het lijfje woorden vastgehecht of nog beter is het dat het ond goed met het lijtje één stuk uitmaakt. Het ideale praktische lijfje voor vrouwen zal ik beschrijven in de taal van den corsetten-fabnka , h^aotTs0'debekwaainheid onzer moderne hervormers gelukt een gezonde rationeelo vrouwenkleeding te vt ivaardlgen. Vooreerst heeft men de gekombineerde onderkleeren, die de armen, beenen en ichaain dekken (combinations). Het is een geheel. Dan zijn er kousen en het lijfje; de kousen worden opgehouden door dragers, die aan het lijfje zijn vastgehecht. Hierover kan een katoenen pantalon gedragen wenden die onmiddelijk aan het l.jtje is vastgehecht Hierover is een enkele rok, nog beter de gedeelde rok. Eindelijk een japon, waarvan rok en jaket een geheel uitmaken, en het kostuum is comP ene , d Bijna elk kleedingstuk is een geheel van den schoude. tot den zoom der rok: dit is veel gemakkelijkei dan banden en haken. Twee of drie zware rokken te doen hangen op de heupen is zeer verkeerd; niet alleen is het o-ngezond, maar ook totaal onnoodig; bovendien doen ze de natuurlijke schoone golving van het lichaam niet uitkomen. De z.g. normaal-kleeding beoogt, het gewicht der kleeren op de schouders te doen neerkomen, ze wil het lichaam niet met banden en haken insnoeren. J)e tneening, dat do mannen gewoonlijk een kleedinghervorming vijandig gezind zijn, doet vele vrouwen aarzelen het betere aan te nemen. Deze vijandigheid bestaat hoofdzakolijk in de verbeelding dor vrouwen. Ik weet, dat verreweg het grootste deel der vaders, echtgenooten en broeders van onze vrouwen boven alles de gezondheid hunner moeders, vrouwen, dochters en zusters op prijs stollen. Alle mannen, wier meening over dit onderwerp het de moeite waard is gekend te worden, juichen elke verbetering in de kleeding dei' dames toe. Het feit is, dat in zulke zaken de vrouwen bijna alles niet alleen tot mode, maar ook aannemelijk kunnen maken; er zijn er hiervan bewijzen te over. Als de vrouwen maar zorgen dat een gemakkelijke, gezonde, zedige kleedingswijs tot mode wordt verheven, zullen de mannen haar nog veel meer prijzen en bewonderen dan toen de vrouwen zich gedwee te pronk stelden in do ongezonde kostu*ies van weleer. HOOFDSTUK XVI. Lichaam en geest. Er bestaat een merkwaardig innige betrekking tusschen lichaam en geest. Hot bewustzijn is in die mate af hankelijk. van don geest, dat niot weinig personen den geest eenvoudig als oen natuurlijk produkt van de horsenon hebben gaan beschouwen: zooals do lever gal afscheidt onderstelde men, dat de hers'on- 4* celletjes gedachten, gevoelens en begeerten konden nroduceeren en dat het geestelijk leven van den mensch absoluut met den dood van het lichaam ten einde m°Niemand!Idie van deze dingen studie heeft gemaakt zegt tegenwoordig, dat de goest een product is van do hersenen; men constateert alleen, dat het geestelijk leven van den mensch vergezeld gaat van veranderingen in do hersenen en dat de gezondheid van het heele lichaam en van de hersenen in het bijzonder een noodzakelijke voorwaarde is van een gezonden jreest We moeten hier altijd aan vasthouden, üat wanneer een mensch denkt, voelt, wil begeert enz. er ook iets plaats hoeft in do celletjes van zijn hersenen. Zoo heeft men bijv. met een fijn thermometertje kunnen aantoonen bij iemand, die een gat in den schedel had, dat de temperatuur der hersenen steeg, zoodia do persoon een sommetje ging uitrekenen ot de een of andore aandoening in zijn ziel werkte. Uok weet men, dat veel denken, tobben verdriet bobben, met vool verlies van hersenkracht gepaard gaat en dat hiervan een verzwakking van het geheele lichaam het gevolg is. Waar is het ook, dat 0111 tot een verstandig ontwikkeld mensch te kunnen opgroeien, een bepaalde hoeveelheid cellen reeds bij do geboorte inde hersenschors aanwezig moet ziju en ten andere dat de hersenen voortdurend gevoed worden met een ruimen voorraad gezond bloed. De ervaring leert echter ook, dat, door onzen geest in te spannen, we verschillende lichaamstoestanden kunnen teweegbrengen en dat door het willekeurig beheerschen van onzo lichamelijke werkzaamheden, als reactie hierop, gewensehte geestestoestanden kunnen worden verkregen. In hoofdstuk Vil vestigde ik uw aandacht op de veranderingen in don geest, die met de veranderingen der geslachtsorganen optreden. De invloed van die ontwikkeling op de hersenen is zoodanig, dat do mensch na den puberteitsleeftijd do wereld met heel andere oogen bokijkt dan voor dit tijdstip mogelijk was. De volkomenheid, de symmetrie, kortom het normale verloop der geslachtelijke ontwikkeling is van grooten invloed op de geestelijke eigenschappen, het gedrag en de kracht van elk individu. We kunnen willekeurig onzen geest zoo richten, dat we daardoor zekere lichamelijke toestanden kunnen teweegbrengen, doch als onze lichamelijke gewoonten eenmaal gevormd zijn, schrijven ze ook den geest gewoonten voor en bepalen daardoor ons zedelijk en maatschappelijk leven — ons karakter. Vandaar dat het van het grootste belang is, dat iedereen reeds zeer vroeg de gewoonte aanneme reine, gezonde, verheffende voorstellingen in zijn ziel op te nemen en tevens het lichaam aan zulke werkzaamheden te gewennen, die den geest kunnen helpen, bijna zou ik zoggen, moeten noodzaken helder en verstandig te denken. I)e veranderingen, wolke met don pubertijdsleeftijd in het lichaam optreden, zijn niet meer opvallend dan die van den geest, zoodat deze leeftijd voor hen, die met een slechte erfelijkheid zijn belast of wier eerste opvoeding is verwaarloosd geworden, een zeer kritieke moet genoemd worden. De gedachten richten zich bijna onvermijdelijk op de geslachtsorganen; de verbeelding begint dikwijls op hol te slaan, geestelijke en lichamelijke opwellingen en begeerten krijgen een noodlottige neiging de persoon van het pad der deugd af te trekken. Dierlijke driften beginnen in sommige gevallen de alleenheerschappij te krijgen, zoodat dit tijdperk soms het karakter bederft en de gezondheid verwoest van niet weinigen. Anderen, die geen gevaar loopen op dezen leeftijd het lichamelijk en geestelijk evenwicht totaal te verliezen, gevoelen gebrek aan zelfvertrouwen en een zeker i onbeholpenheid in hun omgang met inensehen, Ze vinden zich niet op hun gemak, gevoelen sterk hun eigen ik, hebben onbestemde gevoelens, dat iets niet in orde is, of gevaar loopt van streek te rakon. Ze beginnen over liun vreemde nieuwe geestelijke en lichamelijke begeerten te broeden of ze scheppen de gewoonte met wellust te denken aan hun pas verkregen vermogens, ze wenschen er alles van tc weten en droomen met welbehagen over een dadelijke ver wezel ijking hunner begeerten. Als iemand er een gewoonte van maakt sterk te denken aan zijn maag, longen, lover, hart of een ander orgaan, zal dat lichaamsdeel na verloop van tijd daardoor ziekelijk gaan werken. Zeor groot is de invloed van den geest op de geslachtsorganen. Hot voortdurend denken aan de geslachtswerktuiging en hunne verrichtingen prikkelt die organen en maakt de bloedstoevoer er heen te groot; de gevoeligheid neemt toe, de ontwikkeling der deelen wordt eenzijdig of onvolkomen en door reflexieven invloed worden ook de hersenen gestoort. zoodat hoofdpijn, een slecht gezicht, pijn op verschillende plaatsen van den ruggegraat en vele andere lichamelijke en geestelijke onaangenaamheden de gevolgen zijn. Het is voor elk meisje of jonge vrouw het best van alle lichaamsorganen zooveel te leeren als noodig is om hun ligging en dienst te begrijpen, verder in te zien door welk gedrag het eigen welzijn het best wordt bevorderd om zich daarna de gewoonte eigen te maken zich dienovereenkomstig te gedragen, en daarbij zoo weinig mogelijk aan de organen te denken. Vergeet nooit, dat het nauwlettend achtslaan op den toestand of de werkzaamheid der geslachtsorganen, voornamelijk indien wellustige aandoeningen en droomen daarmee gepaard gaan, groot kwaad doet niet alleen die organen zelf, maar aan het geheele lichaam en den geest bovendien. Nooit te helder kan het inzicht zijn, dat hij die gewoon is te denken aan den toestand en de werkzaamheid van eon of ander lichaamsdeel, daardoor alle lichamelijke storingen verergert. Het gebeurt nu en dan, dat een meisje van zoer harsttochtelijk temperament over vele harer vriendinnen een slechten invloed gaat verkrijgen; haar woorden werken als zedelijk gif' op ieder, die naar ze wil luisteren. Ze heeft dien verkeerden invloed, doordat ze steeds weer de aandacht vestigt op de geslachtsorganen en hun verrichtingen, door te vertellen van de geslachtelijke ervaringen of ongelukjes van kennissen of van personen, van wie ze gehoord heeft; door schandalen van menschen van slechte zeden mot welgevallen op te disschen. Elk meisje, dat prijs stelt op schoonheid en gezondheid, zal niet, willen luisteren naar iets, dat ze haar moeder of onderwijzeres niet weer kan vertellen zonder te blozen. Alle inlichtingen, welke zij noodig heeft, moet ze vragen aan vrouwen met reinen geest, niet aan onwetende, onervaren, bijgeloovige, wellustige meisjes, wier gesnap, gedrag en algemeene invloed de maatschappij besmet met een moreel vergift, dat inderdaad gevaarlijker is dan de kiemen van roodvonk, mazeleu, keelziekte en influenza tezamen. De geest raakt er spoedig aan gewoon in duistere gangen schuil te gaan en beweegt zich het liefst op veelbegane paden; vandaar dat go u vroeg moet gewennen uw aandacht te bepalen op gezonde en veredelende gedachten. Breng al uw vermogens in harmonie met wat is wezenlijk goed en rein. Daardoor zult ge aan gevaren ontkomen, welke het deol zijn van hen, die inplaats van hun hersenen goed te gebruiken, er aan verslaven „benoden den navel te denken" zooals iemand de geestelijke werkzaamheden van de wulpschen en onroinen eens noemde. HOOFDSTUK XVII. Zelfbevlekking. (Onanie, Mastnrbatie.) Des te fijner on heiliger een lichaamsorgaan is. des te grooter is de straf, die op het misbruiken van dat deel volgt. Do geslachtsorganen zijn «Ie teerste en heiligste van al onze lichaamsdeelen. Ken verkeerd gebruik dier organen heeft zeer ernstige ziekte ten gevolge, niot slechts bij het meisje, dat er zich aan schuldig maakt, maar ook bij kinderen van zulke individuen. Hot is een groote ramp een zwak, ziekelijk kind ter wereld te brengen, een kind, dat niet in staat is partij te trokken van de gelegenheden, die de wereld biedt voor een veelzijdige ontwikkeling en een lang en gelukkig loven. Zij echter die op de een of andore wijs hun goslachtsstelsel misbruiken, verminderen daardoor niet alleen ernstig hun eigen kansen op geluk, maar evenzeer hun vermogen om gezonde, gelukkige kinderen voort te brengen. Het voortbrengen en opvoeden van kinderen is het werk der vrouw, en hij de meeste meisjes concentreert zieh vroeg of laat de levendigste belangstelling en de grootste vreugde om deze verrichtingen. In de vorige bladzijden heb ik u attent gemaakt op verschillende indirecte invloeden, die de natuurlijke en gezonde ontwikkeling en een normale werking der geslachtsorganen in den weg kunnen staan. In het vorige hoofdstuk wees ik er op. hoe groot liet nadeel is, aan de geslachtsorganen en het geheele lichaam toegebracht door onreine gedachten, fantasieën, begeerten en gesprekken. Ik wensch u thans de gevaarlijke gewoonte onder het oog te brengen, waaraan sommige meisjes verslaven, om de geslachtsorganen te prikkelen door ze aan te raken of te wrijven. Ik vertrouw, dat maar weinige van mijne lezeressen zich hieraan schuldig maken, doch ouders, onderwijzers en dokters, vooral de geneesheeren in inrichtingen voor zenuwlijders, hebben me gezegd, dat hun aantal zoo groot is en de gevolgen van dit kwaad zoo droevig zijn dat ik in dit boek wol over deze zaak moet spreken. Ken eminente doktores, die veel ervaring heeft verkregen door het behandelen van vele jonge en oude vrouwen schreef niet lang geleden een brochure voor meisjes, waarin ze zegt: „Kr kunnen slechte kinderen of onwetende dienstmeisjes in uwe omgeving zijn, die u onreine slechte dingen gezegd hebben of zullen zeggen, dingen die voor deze organen uiterts nadeelig zijn; en opdat ge zoudt weten wat goed en wat slecht is voor uw geslachtelijke ontwikkeling, schrijf ik dit boeke voor u. Nooit moet ge die deelen aanraken, tenzij om zo te wasschen en rein te houden; want als go ze op de een ol ander wijs irriteert (prikkelt), zult go uw gezondhoid stellig zeer benadeolen. Als ge geleerd hebt dit deel van uw lichaam onnoodig aan te raken, moet ge u beslist voornemen het nooit weer te doen. Deze verschrikkelijke gewoonte de geslachtsorganen te lianteeren of te prikkelen met een of ander voorwerp wordt zelfbevlekking genoemd: door deze lage, vieze handeling wordt elk deel van het lichaam benadeeld. Niets dat het opgroeien tot een schoone, door de mannen aangebedene vrouw meer belemmert dan zelfbevlekking. Als gij u hieraan schuldig maakt, zult ge slecht gehumeurd, prikkelbaar en ook leelijk worden, ontevreden met alles wat voor u gedaan wordt; ge zult niet van spelen houden, want ge zult u te loom en te zwak gevoelen door de uitputting, die van deze schadelijke gewoonte het govolg is; ge kunt nooit heelemaal weer genezen van de slechte gevolgen. Ge moet niet meenen, dat er geen kwaad in steekt, omdat ge de gevolgen niet onmiddelijk gevoelt, want deze komen zoo langzaam, dat kinderen soms bijna dood zijn voor hun ouders of vrienden er achter komen. wat er eigenlijk aan scheelt en als ze niet sterven. hebben ze de kwade gevolgen van hun onwetendheid levenslang te dragen. Als ik een klein meisje of jonge dame zie, mot vermoeid. zwak, lusteloos uiterlijk, met groote, holle oogen en oen geelachtige tint op het aangezicht, het rood der lippen bleek geworden, de ooren wit als marnier en het gezicht bedekt met puisten, dan vrees ik, dat ZELFBEVLEKKING. rlit moisie of die ionge dame de zonde heeft bedreven tel™ .h »mei .1? gewoonte met breekt, ha»r tot "Vrrwft M ï- wo,.k r Jj-» zulke droevige, noodlottige gevolgen ? Omdat het han Leren het wrijven of het op een andere manier prikkelen 'der geslachtsorgagen een overvloedige hoeveelheid bloed naar deze organen doet stroomen. waaidooi congesties en overprikkeling der organen ontstaat 3 andere deelen van het lichaam geen bloed genoeg krijgen en daardoor zwak worden, hen onna tuurliike opwekking van deze teere en gevoelige doeen maakt dat ze uitgeput raken, dat door svmpathigehen invloed de rug en hersenen liet gevoel van zwaarte en gedruktheid verkrijgen en dat het heele lichaam verzwakt.*) Deze algemeene stoornis en zwakheid worden licht chronisch en zijn dan moeilijk te crenezen, het lichaam verliest zijn veerkracht en begint voorover te hellen; de spieren worden slap en verliezen hun tonus, de borsten schrompelen weg en hangen slap neer, of, als de onanie vroeg is bogonnerT zullen ze zich niet eens behoorlijk ontwikkelen, do 'oogen missen glans en staren zonder uitdrukking voo. zich uit; pijnen in het hoofd, den rug en de ledematen verhalen verder do droeve geschiedenis dei masturbatie of zelfbevlekking. Ik wil nog een paar regels aanhalen uit het boekje van mevrouw Dr. E. Miller, want het komt me het meest gepast voor, dat de waarschuwende stem in dit geval kome van iemand, die vrouw, dokteres en moe- (1'' Zelfbevlekking verzwakt ieder deel van het lichaam, vele meisjes en volwassen vrouwen sterven aan tering, lever- en 'hersenziekte en andere kwalen juist dooi dat •1 Bovendieu worden door de groote wellast opwinding zekere zenuwmiddelpunten rechtstreeks vermoeid hetgeen ook weer «• draagt tot een algemeene lichaamsverzwakking. ze hun beste krachten door onanie hadden verspild, zoodat liet lichaam het noodige weerstandsvermogen miste 0111 een ziekte te doorstaan. Sommigen worden idioot, onbekwaam voor zich zeiven te zorgen: anderen worden gek: in de krankzinnigengestichten vindt men zeer velen, die zich aan de verderfelijke gewoonte der zelfbevlekking hebben schuldig gemaakt. Velen van hen, die ziuh zelf van het leven berooven zouden dit laten indien zo niet gemasturbeerd hadden, toen ze jong waren: nu is htm levenskracht op; alles is voor hen zoo somber, in niets kunnen ze belang stellen, alle genot is weg, eindelijk kunnen zo het leven niet meer verdragen en in een vlaag van pijnlijke triestheid maken ze zich van kant. ■Als gij, lezeres, u ook aan zelfbevlekking schuldig maakt, bereid ge u een dergelijk ongelukkig bestaan voor; en al moogt go misschien niet tot dit uiterste komen, ik ben er toch zeker van. dat ge ook niet gaarne tot een zwak, nietig, dyspeptisch (een slechte spijsvertering hebbend) teringachtig of scrofuleus (klierachtig) vrouwtje zoudt willen opgroeien, een ellendig menschexemplaartje, dat altijd klaagt, altijd spijt heeft geboren te zijn en immer hoopt te sterven Zoudt ge niet liever opgroeien met een goede maag, die het voodsel kan verteren en in goed bloed omzetten, met ruime longen, die zuurstof genoeg kunnon innemen om het bloed rood en krachtig te houden? Als ge een goode maag en goede loagen hebt, zullen uw hersenen vrij zeker ook in goeden staat zijn, en dan zal uw geest tiju kunnen denken, warm voelen en krachtig willen. Dan zult ge groot worden niet een blos van levenslust op de wangen, gezond gelukkig en schoon, want zooals ik u reeds zeide, schoonheid en gezondheid hangen in sterke mate ai' van de gezondheid des lichaams. Een meisje, dat zich tot vrouw ontwikkelt, moet de natuur haren gang laten gaan, opdat alle verrichtingen van lichaam en geest zoo goed en volmaakt mogelijk tot stand kunnen komon. Elke kunstmatige, onnatuurlijke prikkeling en opwekking der seksueele organen moet zorgvuldig worden vermeden. Maar door steeds opgewekt bezig te zijn on den feest op te bouwen niet reine, verheffende gedachten, geven we de uatuur de beste gelegenheid elk lichaamsdeel harmonisch en gezond to doen uitgroeien." HOOFDSTUK XVIII. Omgang met heeren. Buiten het gebied der physiologie en hygiene zijn er vele praktische lessen, die elk meisje moet leeren vóór ze den vrouwenleeftijd intreedt. Zeer belangrijk zijn haar gedrag en gewoonten in haar omgang met heeren en hare verhoudingen tot de wereld in 't algemeen, want het is zoo gemakkelijk een goeden naam te verliezen, zoo moeilijk een slechte reputatie weer van zich af te werpen. Gelukkig zijn er in den loop van het maatschappelijk leven zekere regels ontstaan, waarvan de meeste redelijk en nuttig zijn, daar ze de ionge, onervaren meisjes onwillekeurig leiden en beschermen. Evenwel is het niet to ontkennen, dat in de Amerikaansche samenleving ten opzichte van het persoonlijk gedrag zooveel individueele vrijheid bestaat, dat vele onwetende, onnadenkende en hartstochtelijke meisjes daarvan de dupe worden. Ik wil een paar punten bespreken en eenige wonken aan de hancl doen, die, naar ik meen, alle meisjes nuttig kunnen zijn. Er is, om te beginnen, een neiging, ja veelal een gewoonte, om meisjes op jeugdigen leeftijd reeds in het gezelschapsleven op te nomen en ze in een sfeer van opwinding -.3 doen leven gedurende de maanden; die de natuur geheel noodig heeft voor een ongestoorde geslachtelijke ontwikkeling. Deze gewoonte is verkeerd, want het meisje heet't niet alleen al haar levens- kracht noodig voor lichaamsgroei, seksuoolo aanpassing, schoollessen en licht huishoudelijk work, maar het is bovendien zeer zeker, dat de opwinding de fantasiën, de storingen, die onvermijdelijk hot gevolg zijn van aanraking met het andere geslacht in oen tijd van knoppende, geslachtsontwikkeling een gezonden, symmetrischen en volkomen groei der geslachtssfeer belemmeren en schaden. Partijtjes, bals waar debeide geslachten met elkander in aanraking komen en verder alle sentimenteele en opwindende samenkomsten van jongens en meisjes in de jaren der puberteitsontwikkeling zijn over 't algemeen gevaarlijk te achten. *). De Engelschen zijn te dien opzichte verstandiger dan wij. De andere gevaarlijke gewoonte is het lezen van sentimenteele, sensatie-romans. Gezonde begrippen, geen sentimenteele droomon zijn het geestelijk voodsel, dat op dezen leeftijd het meest noodig is. Do wederzijdsche betrekking tusschen lichaam en geest is zoo verrijkend on innig, dat zij, die aan het lezen van opwindende romantische verhalen een gowoonte maakt, haar lichaam bonadeelt en haar geest verlaagt. Alle jonge meisjes, zolfs ook zij, die in de twintig komen, moeten voorzichtig zijn in hun omgang met jonge mannen. Het is niet goed, dat meisjes on jongens op nien leeftijd te zamen zijn; hun sentimenteele gesprokkon op eenzame plaatsen, vooral als dit samengaat met persoonlijke aanraking, zooals liet, hand in hand houden, is meer dan een kwestie van twijfelachtige welvoegelijkheid. want het leidt zoo licht tot wellustige emoties on verzoeking. Uw houding moot altijd waardig zijn, zoodat het een jongen man niet *) We vreezen, dat onze banale moedertjes, dat ztfn dezulken, waarin ook al de sjachergeest is gevareD, lmnne zeer jonge dochters wel eens drijven uaar de balzaal. Zr kennen de tnarkt en hun parool is: „zoo jong mogelijk van de hand." Met de hygiene van den dokter komt men er niet, zegt het nucbter maar kort begrip vau onze banale moedertjes. (B.) k mogelijk is familiariteiten te beginnen of tezinspejen op kussen, omhelzen, handdrukkon ot ietsi ei J ^ persoonlijke aanraking lenlt maar al te vaak tot ho opwekken van seksueele begeerten ^ vOTOor/aakt lichamelijke opwinding en geestelijke zwakheid, ten slotte op schade en schande uitloopeu. T het kussen en omhelzen bepeikt blijven tot JCta enUn totdat in -«1- ^ ion «re man wordt opgenomen, wien ge, mot uitsluiting van" allo andore, JW »« innigst, gohonnen. uw nprsoon en eer gaat toevertrouwen. ' Het staat vast, dat geen intelligente jonge vrouw met onzet zich in de oogen van een man zal veine deren Doch het is ook waar, dat niet weinig m .«> ies onbewust en onnadenkend zich zeiven maar al te goedkoop gaan maken, zelfs hun goeden naaiu vs]°^ werpen door een te vurig en onmatig verlangen «Ion heeren aangenaam te zijn. Wel houden de mannen bïute egoïsten als zoo velen zijn. voor een poosje van die passieve, toegevelijke vrouwennaturen doch het wire respect hebben ze toch voor hen, die zich, zon 1" onvTonwelijk to zijn. rieh „«et op een afstand t0Êt°iong meisje kan gerost hartelijk tegenover een jongen man, doeh „ooit, verliep *> h,erbij ha.e 'Toof'me ^"'èïbrief. gesehroven door een der eerste opvoedkundigen van dit land, een vader, een wiisfoer eon groot menschenkenner. Hij zegt. „ik geloof, dat menig meisje niet tot een huwehjk komt omdat vele jonge mannen veel te intiem methaa^ wisten te worden. Ze weet zelve niet wat ei aan scheelt doch de zaak is, dat ze in haar omgang met jonge mannen .le niet ^ beschrijven bekonng v.ui een zekere waardigheid heelt verspeeld.) Be meeste mannen weton wat dit op een afstand blijven betoekend en ze respecteerden de meisjes er des te moor om. Alle volwassen menscl en indien ze goode opmerkers zijn, zullen talrijke gevallen kunnen opnemen, die deze waarheid illustreeren. Ik wil hiermee niet zeggen, dat de meisjes alle jonge maanen moeten wantrouwen en daarom hun gezelschap mijden, ik wilde hun slechts op het hart drukken, da1; ze zich immer hoog en fier en waardig moeten honden, zonder juist onhartelijk te zijn. Zelf bon ik niet van meening dat bij ervaren gerijpte personen van goed karakter het huwelijksaanzoek juist van den man behoort uit te gaan; ook de verstandige, zich zelfkennende vrouw mag zich hierbij laten gelden; hierdoor werpt zo haar goeden naam geenszins weg. Meerdere vrijheid der vrouw te dezen opzichte komt me zeer gewenscht voor. HOOFDSTUK XIX. Trouw en Moeder. De vrouwen en moeders van vandaag waren de meisjes van gisteren en het is even zeker, dat de meisjes van heden, de vrouwen en moeders van morgen zullen zijn, Toegegeven moet echter worden, dat niet ieder meisje kan trouwen, want ofschoon er ongeveer evenveel jongens als meisjes geboren worden, sterven door allerlei invloeden (oorlog, sterke drank, onzedelijkheid, beroepsgevaren) meer mannen dan vrouwen; zoodat stucfheihai a'tpU"J.ns: der hersenen. Algemeene verzwakking van alle, Iiuhaarosfunctien is dikwijls het ffevele- van n^vphianha (geestelijke) oorzaken. Daarom tracht de zenuwarts dikwijls in te lTncren" verh ^or suggestie wil uitputtende to ste ! nh ,PU i0°r, '°Uter P^hische midden is hfl soms in staat het geheele gestel te versterken. In vele gevallen echter d?i fLPSyf i ,t'leraPle baten, daar de geestelijke dingen Ln ,,'! 8 ? u1D ?•?, b,Vlu des tDens°hen, zeer dikwijls voortin staar s 7 Pf "ke ™rhoudi»^». welke ook de arts niet lefn » vera"deren- 0,11 V«1 vermoeidheid te begrijpen moet men weten, wat er omgaat in de hoofden der menschen' I riesters en zieleartsen kunnen hier veel van weten en npnrnofha beS5bavi"* leidt«r toe dat de menschen zenuwachtig voor daT L nf.f (zeau7wak) ™rdei>. Zorgen onze meisjes er » « ze niet te veel over de boeken hangen, er is inderdaad zooveel dat de moeite niet loont geweten te worden. Laten ze ook eens denken aan het voortbrengen van een krachtig nageslacht Teïslottï0w.-|r diVUt Un is 00k eea superieure vrouw! ^ • lkLu°K opmerken, dat door groote vermoeidheid vergiftigend "w 'b llchaalu outledingsproducten ontstaan, die die men 1 werk('n' z°?dat er s°ms veiscb;jnselen optreden, als die men waarneemt bg de een of andere besmettelijke ziekte van een ledererrhoL *1™° ^ üormalen h™d « "et bloed van een anderen hond, die zeer vermoeid was en hij vond dat bii het eerste dier dezelfde vermoeidheidsverschijnselen optraden. mate vLg[ftLen° ''" " "en V°'geD8 Féré het b'°ed in * °* stcrkere s 6 (Bew.) Onze jongo menschen winden zich te veel op en verkwisten hun energien. Alles gaat overhaast en met geweld. We voelen, dat er geen tijd is om stil te staan. Doch we behooren in te zien, dat er ook rust mogelijk is zonder heelemaal met werken op te houden. Zooals ik reeds heb gezegd is er voel arbeid, waarvoor slechts een deel onzer organeD of een deel der weefsels van een orgaan gebruikt behoeft te worden, zoodat er rust mogelijk is, als andere deelen het werk der vermoeide deelen overnemen. Wat waai' is voor de spieren en de klieren van het lichaam, geldt ook voor de zenuwen en de hersenen den geest. Verandering, afwisseling is dikwijls een der beste wijzen van rust nemen. Als de afwisseling bestaat in werk, dat meer in onzen smaak valt, is ze ons zeer weldadig. Ik herinnor me wel dat ik als jongen zeer moe en zat kon worden van sommige soorten werk, doch dat ik met genoegen aanviel op iets anders, dat spel heette, voornamelijk omdat daarbij heel andere spieren en zenuwcentra moesten gebruikt worden. Het is verstandig de verschillende plichten des levens behoorlijk af te wisselen, daar het lichamelijke en geestelijke moeheid voorkomt. Nooit moet men vergeten, dat rust en slaap even noodzakelijk zijn voor ons lichaam als lucht en voedsel. Alle vormen van uitspatting en buitensporigheid moeten vooral vermeden worden in de jaren, dat de geslachtelijke ontwikkeling het snelst gaat. Rust en slaap zijn voor een groeiend lichaam wat de olie is voor een droog en warm geloopen machine. Het is van groot belang reeds vroegtijdig zuinig met de hoeveelheid levenskracht, die ons geschonken is. om te gaan; ze is nog voel meer waard dan geld. HOOFDSTUK XXTI. Vermaak en ontspanning. Echt genot is het beste tonicum *) dat we kennen. Tevredenheid, voldoening, vreugde hebben een weldadigon invloed op lichaam en geest. Bezigheden die ons toelachen en genot geven, 't zij men ze werk noemt ot spel, bevorderen den ontwikkeling der weefsels, verlengen den levensduur en verhoogen de hoedanigheid van onzen arbeid. De arbeid, dien we moeten verrichten om den kost te verdienen en in de wereld vooruit te komen wordt al spoedig vervelend en als we er te lang aaneen en te ijverig aan werken, wordt ze vaak ondragelijk. Afwisseling, ontspanning, plezier hebben we noodig als een tegengift voor onze gedruktheid en vermoeidheid, ze geven ons levenslust en levensmoed. Iedereen moet zijn deel er van hebben om gezond en gelukkig te leven; het gevaar dat echter dreigt is, dat men on£ spanning gaat zoeken in dingen, die ofschoon voor het oogenblik misschien gezond, nadeelige gevolgen hebben. til' zijn zoogenaamde vermakelijkheden, die beslist slecht zijn en andere, welke alleen nadeelig zijn, wanneer men er zich bovenmatig aan overgeeft. V oor we een oordeel gaan uitspreken over het een of ander amusement, moeten we nauwkeurig den invloed kennen, dien bet heeft op het organisme. Elk vermaak moet rust aanbrengen na eentonigen arbeid. Terwijl de vermoeide deelen van het lichaam rust hebben, is het goed, dat andere organen aan het *) Di' medische wetenschap spreekt van den tonus de spieren en bedoelt daarmee hun gespanneuheid, zonder dat ze zich samentrekkeu. Bg ieuiand, die aan z^uuwvermoeidheid lijdt, is die tonus beneden 't normale, de spieren zgu slap. Eeu tonicum is een mii.del, dat tonus geeft aan de spieren en ilus kracht aan 't geheele lichaam. (£>,) werk worden gezet. Elke wezenlijke ontspanning moet zulke aandoeningen opwekken, dat men do lasten en zorgen van don levensstrijd vergeet; deze aandoeningen laten sporen achter in hot bewustzijn, die ons later, als de herinnering ze wakker roept, de uren van arbeid kunnen verlichten. Er zijn betrekkelijk maar weinig lieden in dit land, wien de gelegenheid tot vermaak ODtbreekt, bij velen is de groote vraag wat niet te doen. Daar zijn om te beginnen de schouwburg, do opera, het concert en deze zijn er in alle graden van artistieke waarde en zedelijken invloed. Dan hebben we het circus, do dierentuin, het museum, wedrennen, kermissen en tentoonstellingen, verder bals, banketten, recepties, partijtjes voor ouden en jongen, sommigen eindigen al vroeg 's avonds, anderen laat in den nacht. Niet te vergeten zijn de verschillende sportsoorten, voetbal, cricket, tennis, croqet, het kaartspel, dominospel, schaken, dammen, enz. enz. Waar tussehen zooveel te kiezen is, vraagt men zich af, hoe men zich zal amuseeren. Ik antwoord: op elke wijze die ons het meest bevalt, mits we in de eerste plaats het kunnen betalen, ten tweede we de zekerheid hebben, dat we er de rust en ontspanning door verkrijgen, waaraan we behoefte hebben en geen zelfverwijt of zelfminachting er de gevolgen van zijn; ten derde we geen inbreuk maken op de rechten van anderen en hun niet hinderlijk zijn; ten vierde de vermakelijkheden niet zoo aantrekkelijk zijn, dat we er te veel tijd en energie aan besteden. Ons verstand onze moraal moeten uitmaken hoe, waar en wanneer we ons zullen amuseeren. Door vast te houden aan het beginsel en doel van alle ontspanning zullen we door redencering tot eenige algemeene regelen komen. We hebben gezien, dat alle arbeiders, 't zij ze werken met het lichaam of met den geest, dikwijls gelegenheid tot ontspanning noodig hebben. Afwisseling van werk is vaak het eenig noodige om dit doel te bereiken. Het is wel duidelijk, dat zij, die met het hoofd werken en veelal een zittend leven hebben hun ontspanning vooral in de open lucht moeten zoeken, waaV zij hun spieren kunnen gebruiken, evenzeer is het te begrijpen dat de vrouw, die gewoonlijk spierarbeid verlicht, afwisseling moet zoeken, waarbij haar lichaam kan rusten en haar geest zich kan verscherpen Dit algemeene beginsel kan overal gevolgd worden' doch een ding mag met vergeten worden. Hot kan z'ijn dat van lichaam en geest eiken dag zooveel gevergd wordt dat verandering van werk niet eens is aan te raden' doch dat volslagen rust het medicijn is. Zenuwachtige, magere, rustelooze menschen vallen te licht van het eene werk in het andere; zij moeten na hun gewone bezigheden rust nemen. Met dit algemeen beginsel voor oogen begrijpen we, dat de beste ontspanning voor een boer niet bestaat in meer wandelen, die van een winkeljuffrouw niet in datgene wafc haar in huis houdt en op haar beenen doet staan' die van den student mot in hetgeen zijn hersenen ere' in beslag neemt; evenmin als het voor den ijverden man van zaken gewenscht is, verstrooiing to zoeken in datgene, wat zijn geest in spanning houdt. De student de advokaat, de klerk en anderen met zittende levenswijs moeten hun genot niet binnenshuis zoeken bij het een of ander spel, maar zij moeten zooveel mogelijk in de buitenlucht hunne spieren gebrui'en, of indien te vermoeid voor lichaamsoefening- eenvoudig passief blijven. Schaken, dammen, kaarten deze spelen kunnen voor sommige personen in zekere' omstandigheden niet verkeerd zijn, voor menschen, die met het hoofd werken en veel zitten is het niet goeci na den arbeid binnenshuis te blijven. Toch dient men met de lichaamsoefeningen buitenshuis voorzichtig te zijn. Onze moderne sport, (voetbal roeien) zooals die tegenwoordig wordt gedreven is te vermoeiend om ze als ontspanning te beschouwen Deze spelen zijn voor velen eer schadelijk dan heilzaam'; ze bevorderen zenuwuwuitputting en eischen te veel weefselverbranding, waardoor de verschillende mtscheidingsorganen in hun pogingen om de afvalproducten we| te ruimen, licht overwerkt worden. Personen, die" zich met veel zorg getraineerd hebben spannen zich dikwijls bij allerlei lichaamsoefeningen te veel in (fietsen, rJeien, voetbal). Ook hier moet men niet in uitersten vervallen; maat houden is het geheim om o-ezond te blijven. Doch het is waar, deze waaischuwing geldt meer voor mannen, dan voor vrouwen. Jonge vrouwen moeten vooral de gevaren kennen, waaraan ze blootstaan als zo hun lichaam oefenen in nieuwe kleeding. Nauwsluitende japonnen zelfs zonder corset. belemmeren de vrijheid van spierbeweging, het harde corset verergert het kwaad doordien hot inwendige organen verplaatst. Zelfs bij net gewone wandelen zijn nauwe kleedingstukken gevaarlijk. Ken losse blouse met volledige Tursche pantalon is het meest geschikte kostuum voor het gymnastiseeren binnenshuis; voegt men er nog een korte rok aan toe, dan is men gekleed voor het bergklimmen, tennis-spelen, schaatsenrijden of fietsen. Dokters woiden dikwijls gevraagd of deze sport niet nadeelig is voor meisjes. Ja, maar alleen als men aan deze lichaamsoefeningen gaat doen in hot gewone mode-kostuum In hygiënische kleedij echter is er geen reden ze at te keuren, mits hot meisje hare spieren door langzame training tot een zekeren graad van ontwikkeling heeft gebracht en ze geen organisch gebrek heett, & Het trappenloopenis voor vele vrouwen een ware kwelling- dikwijls wijst men er op dat het trappen loopen in "schoolgebouwen zoo slecht is voor meisjes ofschoon het juist de ongezonde kleeding wijs is, die de natuurlijke ontwikkeling der spieven heeft tegengehouden. Dio Lewis toonde aan, dat het gevaar schuilt in de kleeding en niet in de trappen. Hn vond, dat de zwakste meisjes langzamerhand heuvels en trappen leerden beklimmen zonder vermoeienis en gevaai. als het lijf maar niet gekneld werd door eorset of japon en er geen rokken hingen op de heupen. legenwoordig vraagt men zich vooral af, of het fietsen voor meisjes wel gezond is. Er zijn er velen die slechte gevolgen voorspellen van do fiets en niet weinig ouders verbieden hun meisjes te rijden, juist omdat ze meisjes zijn. J Ik moet echter opmerken, dat het meisje-zijn op zelf volstrekfc "iet ongeschikt maakt om deze spo. t te beoefenen Als een meisje een normaal gestel heeft en hygiënisch gekleed gaat, matig rijdt, en zich vooral met oververmoeit bij het leeren fietsen en de tochtjes niet te lang gaat maken, is er voor haar niet meer gevaar dan vo or een man. Doch als ze gaat rijden in een nauw kostuum, en haar oordeel niet gebruikt bij de afstanden, die ze afiegt, is het zeer wel mogelijk dat ze zich benadeelt, doch dan draagt zij daarvan de schuld en niet het rijwiel. Vele doktoren zijn van meening, dat het fietsen zoowel de gezondheid van vrouwen als die van mannen bevordert i)r heneca Egbert zegt: „Ik acht het fietsen beter dan de meeste, zoo met alle andere lichaamsoefeningen, waarover wij kunnen beschikken. Het rijwiel brengt den mensch in de open lucht; het is geheel onder controle, het is actief en niet passief, het plaatst den rijder buiten zichzelf en leidt de gedachten van zijn dagelijksch werk af; hot ontwikkelt zijn wil zijn aandacht, zijn moed en onafhankelijkheid ; bovendien is de ïnspanniup- over O'pl» « 1 i/-J-. n • 1 i tï i ° niyiiaaui verspreid en zooals Parker zp.o-f. ~ • r j_, " w"uuui cVHU -- aiiü spieren geoeiend worden, wordt vrij zeker geen enkele spier te veel mmsmnnfin " r O £ • Hij raadt het fietsen aan als een middel tegen dyspepsie (slechte spijsvertering) een traag werkende lever beginnende longtering, zenuwuitputting, rheumatiek en malancholie. Wat de vrouwen betreft zegt J: "De ™ts hrengt ze buiten de deur, geeft zo een vorm van lichaamsbeweging, die aan hare behoeften voldoet en die zenuwachtigheid in den wortel aantast." Hij vermeld twee gevallen waar hij bij meisjes van veertien en negentienjaar een bepaalde toename in lichaamsgrootte aan het fietsen moest toeschrijven. Ons wordt dikwijls gevraagd of het fietsen niet hetzelfde is als het trappen van een naaimachine. Wij zullen denzelfden dokter deze vraag laten beantwoorden. Hij zegt: Volstrekt niet, vrouwen zitten tenminste op een fiets rechtop, zoodat de dijen zelfs nooit een rechten hoek vormen met den romp; bijgevolg ontstaat geen opeenhooping van bloed in de onderste ledematen en de geslachtsorganen. Bovendien is ze genoodzaakt oceanen frissche lucht in te ademen. Maaide vrouw aan de naaimachiene wei kt binnenshuis, zit over haar werk gebogen, zoodat het bloed geen vrije strooming heeft naar en van de onderste lichaamshelft, ofschoon de vraag naar bloed in die deelen juist vermeerdert is; eindelijk wordt dit alles nog verergerd door de drukking van den scherpen onderrand van het corset tegen de buik, zoodat het ons niet hoeft te verwonderen, dat de gewone congesties en verplaatsingen der baarmoeder ontstaan." De schouwburg kan ongetwijfeld op velen een goeden invloed hebben. Doch wanneer iemand, die des daags veel moet zitten er een gewoonte van maakt, haar avonden door te brengen in gevulde, bedompte zalen, waar zij de uitademingen van andere menschen inademt, terwijl allerlei aandoeningen in hooge mate worden opgewekt en wanneer deze opwinding nog plaats heeft in uren, die voor den slaap moesten worden besteed, dan kan men niet besveren, dat de schouwburg een ideale uitspanning is. Hetzelfde geldt voor opera's, concerten, lezingen en vergaderingen, De onmiddelijke geestelijke invloed van elke soort van vermaak moet worden overwogen; als groote opwinding, gedruktheid of een ander verzwakkend verschijnsel de gevolgen zijn, dient men er mee op te houden. J. eze vraagstukken hebben ook eon meer bepaald moi eeie zijde. Het kaartspelen kan onder zekere omstandigheden even onschuldig zijn als het wandelen of het ei ven niet halters, doch als d( kaarten ons zoo gaan betooveron, dat we haast niet weer met het spel kunnen ophouden en we onze zaken er door in de war aten brengen of als we ervaren, dat het ons voert o c o I olen, wordt het tijd dit spel als een verkeerd vermaak te laten varen. loder verstandig en eerlijk mensch is het er over eens, dat het dobbelen om geld verkeerd werkt op den mensch. Het is wel mogelijk, dat het voor een poos tijdelijke verstrooiing kan r anbrengen, na drukke werkzaamheden of verdriet, dooh gewoonlijk windt net zoo op en neemt het den geest zoozeer in beslag p8, e tot verwaarloozing onzer levenstaak, gewone bezigheden beginnen ondragelijk te worden, c e eisenen worden door de hevige spannig en opwinding nog veel meer vermoei i dan door de drukste bezigheden of de grootste smart. ^ en raakt aan het dobbelen verslaafd als aan de drank. De ervaring van verscheiden geslachten is geweest aat, zij men wint of verliest, do opwinding en de betoovering van het spel zoo gi oot zijn, dat niet één op de duizend er gemakkelijk n ee kan ophouden als hij eenmaal de tantaliseerende kansen van het spel heeft leeren kennen. Eenige milen winnen leidt tot bijgeloof, voert tot finaneioelo buitensporigheid, kweekt slordigheid in hot werk en is de oorzaak van oen onrustigen geest. Verliest men ee ïige malen, dan neemt de onrust nog toe roekeloosheid wordt er uit geboren. geld leenen volgt al spoedig en als op die wijs niets meer is te krijgen, resten als butste redmiddelen diefstal en bedrog. Ik sta hier met opzet eenigen tijd bij stil, omdat in de „beschaaf:1e wereld" dobbelen en wedden hand over hand toenemen. Op partijen in de hoogste krin- Eeu boek voor jonge vrouwen. gen doet meii er aan; beroepsspelers vindt men reeds overal. Bij het dobbelen om geld behoort nog ïetsandeis, de ontucht. Dit behoeft ons niet te verwonderen, daar de opwinding bij de speeltafel een overgevoeligheid der zenuwcentra veroorzaakt, waardoor ook de geslachtsorganen te veel worden opgewekt. De speler raakt in een toestand, waarin hij heel spoedig zijn opwellende lusten volgt en alle kansjes waarneemt. Hij vliegt op alles in, wat zijn hartstocht voor opwinding opdekt of bevredigt. Zenuwachtigheid en onbezonnenheid kenmerken den speler. De moreele waarde der meeste amusementen kan alleen worden gekend uit hun lichamelijke gevolgen. Lichaam en geest hangen zoo innig te zamen, ons bewustzije heeft zoo n grooten invloed op lichamelijke processen, dat iets. dat door ons geweten word veroordeeld nooit een gezonde ontspanning kan zijn. Kn eveneens is het waar, dat elke buitensporigheid en uitspatting een geestelijk lidteeken nalaat, dat, als liet door de herinnering wordt verlevendigd, zelfs jaren later onze gezondheid kan schaden, hen der grootste mannen van onzen tijd, die veel heelt gezien en vele vraagstukken des levens heeft bestudeerd, zegt terecht, ..Als ge na het een of ander vermaak 's avonds nerveus (zenuwachtig) thuis komt, zoodat ge niet kunt slapen en ge staat 's ochtens op, niet omdat ge zijt uitgeslapen, maar omdat uw werk u noodig heeft, dan zijt ge ergens geweest waar ge niet liadt moeten zijn. Er zijn vermaken, die een mensch den volgenden dag gaperig naar zijn werk doen gaan, dof, misselijk, met bloed beloopen oogen; zulke amusementen deugen niet. Er zijn vermaken, die een mensch doen walgen van den eentonigen arbeid des levens, hot land hebben aan nuttige werktuigen, omdat het geen zwaaiden zijn, aan het schootsvel omdat het geen piinsenmantel is, aan de koe in den stal,omdat het beestje loofd vermaak ^ n d"Pe, Z'J' ?eweest v*n ongeoor. ééne bedoeling; ze mLLVS^Xuweïb™ HOOFDSTUK XXIU. Het meisje en «le studie. (B.) doï° aSjed °d'deSttUS M t SSSttLTg M s^s&ssïïs bestaat er gev.a, d« Z°°* Tr ""«"ing™, kXz° ^rirr-r S?5#=^S.FS meisif ,1» " 'S' pspierd lichaam is vooi een da' """' 1 "»k loopt, eenmaal een ba, ende 6* vrouw zal worden. Hoevele pijnen moeten niet vele vrouwen uitstaan, alleen als het gevolg hiervan, dat ze in do jaren van groei in knellende corsetten en jurken rondliepen, te veel in huis bleven zitten en hunne hersenen te veel uitputten met het opnemen van allerlei wetenschap, waar hunne zielen nooit naar hebben gedorst. . . Doch ik weet wel, dat er meisjes zijn, die zu len zeggen: ge hebt goed praten met uw verheerlijken van ons mogelijk moederschap, maar zeg ons dan toch, hoe groot zijn onze kansen, dat we zullen trouwen en trouwen naar onzen zin ? Leven we dan niet in eene wereld, waar allen hunne knieën hebben gebogen voor het onsmakelijkste van alle idolen, het platte geldgodje, waar alles één ontzenuwend strijden is om zooals 'het teekenachtig heet „fatsoenlijk dooiden tijd te komen", waar de liefde waarvan wij droomen, slechts te zien is op het tooneel en te lezen staat in het boek van den dichter, waar het ritje naar het stadhuis maar al te veel doet denken aan een opgaan van twee firmanten, die gemeenschappelijk een zaak zullen beginnen? En buitendien, hoor ik ze vragen, zijn wij dan alleen geschikt om kinderen voort te brengen, is de vrouw dan uitsluitend een kinderbarend zoogdier? Wij, zeggen ze, versmaden niet het huwelijk uit pure genegenheid, in het diepst van ons wezen ligt een imperatieve drang naar het moederschap; het hunkeren naar liefde is voor ons noc nijpender dan het hongeren naar brood, doch intfien onze liefdesbegeerten niet bevredigd kunnen worden in het huwelijk uit liefde, zullen we trachten ons zoo gelukkig mogelijk te maken door arbeidzaamheid, die een uitweg geeft aan liet surplus van enero-ie, dat de natuur voor moederplichten had bedoeld en'die ons vrijwaart het zure brood der barmhartigheid te eten, wanneer onze jonkheid zal zijn voorbijgegaan. We erkennen het, zeggen de vrouwen, die zich zeiven het best kennen, dit is niet een ideale toestand, doch eene noodzakelijkheid, waaraan we ons moeten onderwerpen, indien we de klippen van hysterie en armoede willen ontzeilen. De meisjes, die zoo redeneeren, hebben gelijk. De veel besproken feminitisehe beweging komt voort uit den toestand van ontbinding, waarin onze maatschappij zich bevindt. De man, die het meisje kwalijk gaat nemen, dat zij zich toelegt op een vak, waarvoor hij zich tot nu toe alleen geschikt achte, verplaatst zich niet in den toestand der vrouw en begrijpt slecht de maatschappelijke ontwikkeling om hem heen. De meisjes hebben altijd gelijk, dat ze zich aan den arbeid' zetten; afgezien van de geldelijke voordeelen, die voor vele meisjes de voornaamste prikkel is tot werken, heeft geregelde arbeizaamheid een voortreffelijk invloed op het zenuwstelsel, daar vele nerveuse aandoeningen met alle varieteiten van geestelijke symptomen, die er mee samengaan, het gevolg zijn van nietsdoen, d. i. van een toestand, waarin opgehoopte energie geen uitweg vindt in beweging Daarom loopen vooral de meisjes uit de gegoede klassen govaar nerveus te worden; niet alleen worden ze sterk gevoed, maar bovendien wordt door allerlei beschavingsinvloeden het sensorische deel van hun zenuwstelsel te sterk, hot motorische te weinig m werking gebracht. Dan ontstaan overgevoeligheid, sensualiteit, ontstemming van 't gemoed, een drang naar geestelijke zelfontleding, naar interessant willen zijn en uit zich het een en ander bij hen, die de gave bezitten, hun emoties in rhytmische taal te verklanken, in artistiekliteraire produkten, die dan vaak niet anders zijn dan de welgezegde expressie van organische misère en van weinig meer. Dan lijdt de ziel, ongetwijfeld, maaier is een geneesmiddel: arbeid. Arbeid, waardoor de overmatige Ik-gewaarwordingen verdreven worden door oen scherpere bewustwording van de indrukken der buitenwereld, en alle voorstellingen getint worden door een aangenamer gevoelstoon. Doch welke aibeid het meisje ook moge aanpakken, nooit mag de voorbereiding tot haren werkkring oen nadeeligen invloed hebben op hare seksueelo ontwikkeling en haar lichamelijke gesteldheid in hot algemeen, want vóór alles moet een meisje opgroeien tot vrouw, die alle eigenschappen bezit, een goede moeder te worden. Nvt is het een onbetwistbaar feit, dat veel studeerendo meisjes zooveel levenskracht verbruiken voor geestelijken arbeid, dat ze later in 't geheel niet of slechts gebrekkig in staat zullen zijD hun moederplichten te vervullen. Een meisje moge hier soms tegen inbrengen, dat ze toch niet 'gaat trouwen, dat ze zich geheel wil geven aan iets „hoogers", aan de kunst, de wetenschap, de politiek, de godsdienst, doch hierop kan altijd geantwoord worden, dat niemand de wisselvalligheden van hot leven kan vooruitzien en dat ook in de liefde het niet raadzaam is op pricipien te rijden. Immers is het zoo dikwijls gebleken, hoe licht do zwakke mensch van zijn aspiraties naar het hoogere is af te brengen. Bovendien sluit het huwelijk het verrichten van maatschappelijken arbeid niet uit. Tal van gehuwde vrouwen, móeders van kinderen, die dit bewijzen. Dat de meisjes zich willen ontwikkelen, zoodat zij later in staat zijn inzicht te krijgen in tal van vraagstukken, die de menschheid in beroering brengen en waarvan ook hun geluk en dat van hunne kinderen afhangen, geen man, die dit streven niet zou toejuichen. Ken groot deel van alle menschelijke ellende is het gevolg van onwetendheid; en des te heldorder en ruimer de blik van onze vrouwen, des te beter het is voor de maatschappij. Al is dan een breedere ontwikkeling der vrouwen gewenscht, al moet m m toegeven, dat de meisjes wel doen, zich voor een of ander beroep ie bekwamen, er schuilt gevaar in de wijze waarop men zich thans voor vele professies gaat voorbereiden. De concurentiostrijd, die zich evenzeer in de geestelijke bedrijven laat gevoelen als in den handel in materieele dingen, is oorzaak, dat jonge mannen en jonge meisjes in letterlijken zin hun hoofd moeten breken met veel wijsheid, die hun later in hun praktischen arbeid van geen dienst is. Als bij wijze van spreken het schoenlappen een voordeelig bedrijf kon geacht worden, zou de staat de kandidaten hiervoor op zijn minst hot patois der Asjantijnen laten leeren. Des te minder de volkstaal van gezegde zwartmenschen te maken had met het leggen van een degelijken schoenzool, des te nuttiger en des te noodzakelijker de studie van die taal zou worden verklaard door hen, die het beperken van het aantal schoenlappers een verdienstelijk staatswerk achtten. Dit drukt inderdaad de richting uit van z.g. geleerde beroepen. School en wetenschap doelen in het ontbindingproces der maatschappij; hot wordt hoog tijd, dat de onderwijs-autoriteiten ophouden zich aan te passen aan de „eischen" nes tijds: waar wezens met zelfbewustzijn zich gedweoëlijk schikken naar omstandigheden, die ze in hun ziel wel weten, dat verkeerd zijn, daar is zwakheid van wil en ontaarding; ze moeten daarom front gaan maken tegenover de z.g. eischen der maatschappij, waar deze in 't oogloopend absurd worden en regelrecht afgaan op liet ideaal, dat nog leeft in de ziel der jonkheid en luisteren naar de voorschriften der hygiène. De studie, zooals die thans wordt bedreven, is allesbehalve een gezonde bezigheid, ze is dikwijls noodlottig voor meisjes, dio eenmaal moeder zullen worden. Gaarne zou ik dit uitvoerig aantoonen, doch het bestek van dit werk laat niet toe hier grondig op in te gaan. In het algemeen lijdt al het onderwijs nog door de verouderde opvatting, dat lichaam en geest twee totaal van elkander gescheiden dingen zijn. Er leeft altijd nog zoo iets voort als dat de geest de voorname heer, het lichaam de ondergeschikte dienstknecht is. Wel wil men het lichaam niet geheel meer verwaarloozen, men doet immers aan gymnastiek en sport tot overdrijvens toe, doch de opbouw van den geest tot een fraai torentje va:i licht, dat is toch het eigenlijk wezen der opvoeding, die inon op het oog heeft. Nu wordt te veel voorbijgezien, dat door al die invloeden, welke men stelselmatig op den geest, laat inwerken, een bepaald gedeelte der hersenen in werking wordt gezet en dus lichamelijke energie verbruikt. De kennis van het zenuwstelsel van den mensch is in de laatste 20 jaren ste k vooruitgegaan; voornamelijk doordat nieuwe hard ngs- en kleurmethoden den onderzoeker in staat hebben gesteld, do fijnste bouw van hersenen en zenuwen onder het mikroskoop waar te nemen. Ik moet mij hier slechts vot enkele bizonderheden beperken. ])e anatomen van het zenuwstelsel bobben aangetoond, dat onze hersenen meer dan .-5000 lichaampjes bevatten met daaruit voortkomen fijne draden, welke men gezamenlijk neuronen heeft genoemd, leder neuron bestaat uit een cellichaam, waaruit takken voortkomen, wel'te dienen om prikkels, ontladin¬ gen van energie, men weet haast niet hoe men net zal uitdrukken, te geleiden naar de organen van het lichaam of van die organen naar het cellichaam van den neuron De uitloopers van liet centrale cellichaam zijn nog weer verschillend en heeten daarom neurieten en dendrieten, lllke dendriet hoeft meer dan duizend knoppen of gemmules, zoodat een mensch in zijn hersenen een onbegrijpelijk aantal werkzame zenuwelomonten heeft liggtn opgesloten. Al deze neuronen zijn tot kleinere en groote groepen (zenuw-centra) gecombineerd; deze neuronencentra regelen elke verrichting van het lichaam, ieder vermogen der ziel is van don goeden toes;and en een gezonde werking van zekere neuronen afhankelijk. Elke zir.tuigelijk prikkel wordt naar de hoog jre „geestelijke neuronen opgevoerd. Al wat een mensch ziet, hoort, gevoelt, denkt en zich verheelt, al wat in zijn ziel omgaat wordt bepaald door eene gezonde werking der neuronen. De hersenen staan met elk orgaan van het lichaam in verbinding, ze regelen elke physiologische verrichting, ze brengen Jen verschillenden arbeid der organen met elkaar in harmonie, aldus eenheid en vastheid gevend aan het geheelo lichaam. Ieder, die wel eens gebloosd heeft of door schrik is bleek geworden weet bij ervaring hoe het hart en de bloedsomloop van de hersenen afhankelijk zijn; hetzelfde is het geval met den groei en de voeding van het lichaam. Zijn de hersenen slecht ontwikkeld, dan blijft ook vaak het lichaam klein, leelijk, onsymmetrisch of zwak. Herseninvloeden kunnen den eetlust doen verdwijnen, de spijsvertering in de war brengen, de ademhaling bemoeilijken, de spieren verlammen, de huid doen rimpelen, en het haar vergrijzen. Zwakheid, ziekte van het gansche lichaam kan het gevolg zijn van storingen in de celletjes der hersenen. Hoe ontwikkelen zich de hersenen, d.i. in welke volgorde komen de verschillende neuronen-groepen tot vollen groei? Hiervan heeft een Duitscher, Flechsig, zeer belangwekkende dingen gevonden, doch ik kan binnen het raam van dit kleine werkje, hier niet meer van zeggen dan dat die centra, welke voor het leven van den mensch van het meeste belang zijn, zich het eerst ontwikkelen, en dat ook de verbindingen tusschen de belangrijke zenuwmiddelpunten het eerst tot stand komen, precies zooals men het eerst tusschen groote steden telegraafdraden vindt aangelegd. Ofschoon er bepaalde hersengebiedon zijn met verschillende functie, bestaat er toch ook weer eenheid. Geen enkel deel kan worden overwerkt zonder dat alle andere deelen daaronder lijden. Een belangrijke wet is, dat de hersenen van den mensch een bepaalde hoeveelheid energie bezitten, niet meer dan zooveel en ook niet minder. Die energie (arbeidsvermogen) is over de verschillende hersencentra verdeeld; zooveel voor de geestelijke centra, zooveel voor de neuronengroepen, die de prikkels leveren voor de beweging dor spieren, zooveel voor de middelpunten, die de voedingsverrichtingen regelon, en weer een andere hooveelheid voor do ademhalingscentra enz. Nu kan een dezer zenuwmiddelpunten wel meer energie verbruiken dan zijn deel is, doch dan rooft hij het van andere colgroepen. Het is er precies mee als met een elektrich verlicht huis; de centrale dynamo geeft licht aan verschillende vertrekken, doch als nu do zitkamei overmatig verlicht wordt, blijft de keuken in het duister. De hersenen zijn dus welbeschouwd een wondei baarlijke machine, die nog vrij wat meer doet dan denken en voelen en willen; op ongeveer 25-jangen leeftijd begint ze pas met heelo kracht te werken. De puberteitsjaren duren ruim genomen tot dien ouderdom. Als de hersenen goed werk zullen leveren, moeten ze door zuiver bloed gevoed en door passende pukkels gestimuleerd worden. Het eerste bereikt men door goede voeding en zuivere lucht; de prikkels welke den groei der hersenen bevorderen, zijn in het algemeen die, welke den goest als belangwekkend voorkomen. Vandaar, dat iemand, die nooit school hoeft gegaan, zeer gezonde hersenen kan hebben. Onze scholen bevorderen in het algemeen wel den hersengroei, doch zeer zeker worden er ook de kiemen gezaaid van velerlei lichaamszwakte. Onderwijzers denken gewoonlijk wel het laatst aan hersengroei wanneer ze de kinderen voor het naderende examen gaan prepareeren. Trouwens de staat leidt hen zoo niet op, dat ze op deze dingen veel kijk kunnen hebben. Deze verwaarloozing van don staat, ongetwijfeld voortkomend uit een staatsbelang, wreekt zich, want do natuur is niet altijd onrechtvaardig — op menig niet altijd sterk aangelegd kind van den staat; vele zwakke kinderen worden op school onherstelbaar verknoeid. 111, In het algemeen forceert men op de stadsscholen — en vooral op meisjesscholen naar ik geloof de hersenen der kinderen; men dwingt zenuwcentia tot werkzaamheid, die daarvoor nog niet rijp zijn en moeston blijven slapen. Theoretisch beschouwd moet men dus krijgen vroegrijpe jongens en meisjes en dat is het juist wat we eiken dag kunnen waarnemen, als we oogen hebben om te zien en ooren om te hooren. De ITjarige burgerscholier is niet zelden een walgelijk oud mannetje. Het wil mij ook toeschijnen, dat men op alle scholen veel te vroeg de dingen logisch wil beredeneeren; er is eon leeftijd, waarop men kinderen niet te veel moet plagen met „aangezien" en „dus" en ,. bijgevolg." De groote moeite die men er vaak mee heeft om jongens en meisjes een vraagstuk redeneerend te doen oplossen, is een vingerwijzing, dat hier al energie wordt verspild. Meisjes moeten in de jaren, dat de menstruatiegewoonte zich ontwikkelt, zeer matig studeeren, niet te lang op banken zitten en in geen geval veel schoolwerk in huis afmaken. Het gaat ten koste van de ontwikkeling der eierstokken en andere organen, zonder welke eon meisje nooit tot een beminnelijke vrouw zal opgroeien. Vele studeeronde meisje kan men op het gelaat lezen, dat er veel te veel arbeidskracht gaat naar de geestelijke hersencentra. Ze kunnen zeer knap en geleerd zijn, maar hun aangezichtskleur is tanig, de huid zacht, hun bewegingen niet elegant maar lomp, ze kunnen niet ver loopen, slapen slecht en bezitten niet dien ovorvloed van organisch bien-être, die de grootsto bron is van menschengeluk. Op mannen werken ze meestal afstootend, hun kansen om te trouwon zijn dan ook niet groot. Laten de vrouwen zich ontwikkelen, uitstekend, maar één belangrijke zaak moeten ze niet vergeten, n.l. dezo dat, indien ze van het huwelijk niet geheel afkeerig zijn, ze ook hun animale natuur haar rechten niet moeten onthouden. Waut het is heusch niet de schoolwijsheid, die ook maar evontjes den man imponeert, maar het zijn in de eerste plaats de rondende lijnen, do veerkrachtigwiegelende gang, liet frissche rood op lip on wang, de wanne gloed, die tintelt in het reine oog, de heldere lach, die het organisch welzijn nitschalt, welke den man met bewondering en verlangen tot de vrouw doen komen. Men moge deze eigenschappen laag bij den grond noemen, slechts een ongezonde, onware menschbeschouwing met al de ziekelijkheid en verzwakking van het ras, welko ten deele uit deze oorzaak zijn voortgekomen, heeft deze zoer gowenschte kwaliteiten laag kunnen noemen. En, dit vergete men toch niet, al deze physieke bekoorlijkheden — van schoonheid is nog niet eens sprake — kunnen met een gezonde geestelijke ontwikkeling gepaard gaan. Of' een meisje al een handboek over literatuur weet na te klappen een vreemde grammatica kan opzeggen, bedreven is in bolvormige triangulatie, dat zijn ilingen, welke met beschaving niet veel te maken hebben on die de schoonheid van haar ziel niet in het minst kunnen verhoogen. Tal van studeerende meisjes berooven de zoogenaamde „lagere" hersencentra van energie, doordiende dwaze eischen eener verpeuterde, verboenderde, vaak nietswaardige wetenschap haar dwingt aan de geestelijk neuronen te geven wat het lichaam zoo noode kan missen. En wanneer zo dan later, door schoolmeesterlijke zotternij flink toegetakeld, in liet bozit komen van ot'ficieele papiertjes, waardoor de ambitie 0111 knap en geleerd genoemd te worden, voor een groot deel wordt bevredigd, en ze ouder wordend, bespeuren, dat er iets, neen zeer veel van het menschengeluk. dat voortkomt uit gezonde physiologische verrichtingen van alle organen des lichaams, onherstelbaar is verloren gegaan, dan voelen ze zich tot schreiens toe bedrogen en teleurgesteld en in hot alleenzijn met hun smart benijden ze stil het blozende boerenmeisje, dat stralende van gezondheid en levenslust, nog een lied kan zingen, als ze voor oen bagatelletje loon aardappelen zit te schillen in het fraaio huis, waar beschaving is en verdriet. LIJST VAN ILLUSTRATIES. ^Iu' Fiu 2 stan°dretka8 in DatUUrl"ke" tü<" Borstkas, u.isvo^d door het corset. FKJ. 3. eudddarm (b)Tcff Jiiju" ïvorriïT"^ " ta) al" ,ie blaas <*) en de positie van de baarmoeder Lee' M f""'' d?™ndert ook keuingen hoofdstuk XI. ' J eu (le volgende tec- Fig i. De baarmoeder is in de scheede gezakt (prulapsus). Fm. 5. Auteflexie (knik naar voren) van de baarmoeder, V Fig. 6. Retoflexie (knik naar achteren der baarmoeder. Fic. 7. Anteversie der baarmoeder. De heele baarmoeder ligt naar vorenbeneden en drukt op «le blaas. Bij den Uitgever dezes is mede versehenen: Dr. SPERRY, Een boek voor jonge mannen. —VIJFDE DRUK. — Prijs 35 cent, franco per post f 0.4U,