Cacao en Chocolaad A. Driessen". l'rijw f 0.25, DE VEREENIG] NGEN „Het Witte Kruis" EN „Het Groene Kruis", B E S P R U K E N DOOR F. C. FLEISCHER, Doopsgezind Predikant te Makkum. AIAKKU.M 1902. Uitgegeven door en voor rekening van den Schrijver Cacao en Chocolaad „A. Driessen". Prijs f 0.25. DE VEREENIG1 NGEN „Het Witte Kruis" KN „Het Groene Kruis", BESPROKEN I>OOR F. C. FLEISCHER, Doopsgezind Predikant te Makkum. t < Makkum 1902. Uitgegeven door en voor rekening van den Schrijver. Cacao en Chocoiaad „A. D nessen". IVi.j» f 0.25, DE VEREEN1G1NGEN „Het Witte Kruis" KN „Het Groene Kruis", B E S1' R o K E \ I M >( )R F. C. FLEISCHER, Doopsgezind Predikant t, Makkum. M.XKKl M KJ02. Uitgegeven door en voor rekening van den Schrijver. ê — ^ffrnfflfnftlwiriii* *1' ———————■ i Herstellingsoord „Heideheuvel" te Hilversum De Vereenigingen „HET WITTE KRUIS" ex ,HET GROENE KRUIS' BESPROKEN DOOR F. C. FLEISCHER. Doopsgezind Predikant te Makkum. Makkum, 1902. (Uitgegeven door en voor rekening van den Schrijver.) Aanleiding tot deze uitgave. Het blijft een bijna onverklaarbaar verschijnsel, dat de vereeniging „Het Witte Kruis", wier arbeidsveld tot NoordHolland beperkt is, meer dan vijfentwintig jaren heeft kunnen bestaan zonder dat in andere provinciën pogingen van eenige beteekenis zijn aangewend, om ook daar dergelijke vereenigingen tot stand te brengen. De steeds toenemende bloei der vereeniging, de aandacht, die haar werk trekt en de voldoening daarover in 't bijzonder in plattelands-gemeenten, de bekendheid, die zij o. a. ontleent aan haar veelgezocht verpleegstersdiploma en aan de resultaten van „Heideheuvel", en nog vele andere gegevens, zouden toch eene poging tot navolging meer dan voldoende gerechtvaardigd hebben. Bijna even onverklaarbaar en verrassend is echter ook het welslagen der plannen door den arts \\ . I OOI.MAN en mij in den winter van 1899/1900 gevormd en die leidden tot de stichting der Zuid-Hollandsche V ereeniging „Het Groene Kruis" (i). Want meer dan wij redelijkerwijze mochten verwachten is geschied. Eene soort GroeneKruisbeweging is ontstaan in een groot gedeelte van ons land en in tal van steden en dorpen werden mannen en vrouwen gevonden, bereid tot medewerking en vol geestdrift, om in hunne woonplaats eene afdeeling of plaatselijke vereeniging tot stand te brengen. Had het moeite gekost, de eerste medewerkers te overtuigen en de eerste commissies te vormen, al spoedig kwamen de brieven toestroomen vol enthousiasme voor wat soms „de goede zaak" werd genoemd, en vol aanmoediging om voort te gaan op den ingeslagen weg. Het gevolg is geweest, dat de Zuid-Hollandsche Vereeniging nu reeds 25 afdeelingen telt, te zamen met ± 3500 leden, dat zich daarnaast eene Friesche provinciale vereeniging „Het Groene Kruis" plaatste met reeds 13 afdeelingen en + 4000 leden (2), dat zich in Groningen reeds 9, nog niet door eene provinciale organisatie verbonden, plaatselijke vereenigingen vormden met te zamen 2221 leden en dat ook in Zeeland vier, in Gelderland drie, in Overijsel en Noord-Brabant ééne dergelijke vereeniging bestaat, terwijl nog in tal van plaatsen, in de genoemde en in andere provincies, voorbereidende comités hetzelfde werk hebben aangegrepen. (1) Zie mijne brochure „Het Groene Kruis" 1901, blz. 32—36. (2) De definitieve constitutie heeft eerst in October 1902 plaats en de toetreding der plaatselijke vereenigingen is dus nog wel niet geschied, maar mag toch zonder eenigen twijfel of voorbarigheid stellig verwacht worden. Ten gevolge van het aandeel, hetwelk mij vergund was in dit werk hier en daar te nemen, werden mij bij herhaling allerlei vragen van technischen of administratieven aard gesteld. Het komt mij nuttig voor, eenige dier punten te behandelen in een klein geschrift, dat goedkoop verspreid en gemakkelijk geraadpleegd kan worden. Daarom besloot ik tot de samenstelling en de uitgave dezer brochure en hoop daarmede, de in gang zijnde beweging te bevorderen en het oprichten en in stand houden van afdeelingen zoowel van het Witte als van het Groene Kruis te vergemakkelijken. Met hartelijken dank maak ik hier melding van de bereidwilligheid, waarmede verschillende secretarissen mij alle gevraagde inlichtingen hebben verstrekt betreffende den toestand hunner afdeelingen en waarmede ook anderen mij bij de samenstelling van dit overzicht ter wille zijn geweest. Het Witte en het Groene Kruis. Tweeledig Doel. Beide vereenigingen „Het Witte Kruis" en „Het Groene Kruis" beoogen juist hetzelfde doel. Het verschil in naam wijst niet op eenig principieel verschil en is alleen het gevolg daarvan, dat de voorzitter der oudere zustervereniging, Dr. P. J. BARNOUW het wenschelijk oordeelde, dat ter voorkoming van verwarring en misverstand een nieuwe naam zou gezocht worden, (i) In de statuten van „Het Witte Kruis" wordt het doel der vereeniging als volgt omschreven : Samenwerking: tot het afweren cn beteugelen van besmettelijke ziekten , tot het verleenen van hulp bij epidemieën en gewone ziektegevallen, en tot het helpen bevorderen der algemeene gezondheidsbelangen. (I) Belangstellenden verwijs ik naar wat ik hierover sclireef in 't Al,,. Handelsblad van 6 en 16 Maait 1901 en in de Nieuwe Courant van 10 Maart 1901. In de statuten van de Z.-H. vereeniging „Het Groene Kruis" luidt de eerste alinea : Samenwerking: tot het nemen en ondersteunen van maatregelen ter voorkoming van ziekten. De beide volgende alinea's zijn woordelijk overgenomen. Men zou de geheele eerste alinea kunnen beschouwen als eene verbijzondering der derde en ze geheel kunnen laten vervallen. Dan zou ook des te duidelijker uitkomen, dat een tweeledig doel wordt nagejaagd: i° het verkenen van hulp in ziektegevallen: zorg voor zieken en 20 't bevorderen der hygiëne : zorg voor gezonden. Daar het beter is ziekte te voorkomen dan te genezen — prevenir vaut mienx que gnêrir — meen ik dat aan de h\ giëne de voorrang toekomt en ga dus eerst bespreken wat Het Witte en Het Groene Kruis doen ter bevordering van algemeene gezondheidsbelangen. Hygiëne. Het doel der hygiëne is, ziekten te voorkomen, de gezonden te beschermen, en daartoe de toestanden waarin wij leven, onze gewoonten en gebruiken, ons voedsel en onze kleeding, indien noodig, zóó te vervormen en te verbeteren, dat daaruit geene gevaren meer dreigen voor de gezondheid. De gezondheidsleer bestrijdt en ontmaskert dus alles, wat het lichamelijk organisme belemmert in zijne vrije werking en alles wat met vijandige bedoelingen van buiten daarin tracht binnen te sluipen en zich te nestelen. Daarom dringt zij aan op persoonlijke reinheid, opdat de huid, een onzer gewichtigste organen, haar dagelijkschen arbeid behoorlijk kunne verrichten; op frisschc lucht, die de longen niet missen kunnen ; op gezond voedsel; op doelmatige kleeding. Zij bestrijdt verder alle oorzaken van besmetting. Hoewel nu ook in dit opzicht in den laatsten tijd een aanmerkelijke vooruitgang is waar te nemen en de beginselen der gezondheidsleer zoo nu en dan op populaire wijze in kleine geschriften, in courantenartikelen en in openbare lezingen worden uiteengezet, blijft het toch een onbestreden feit, dat en de kennis èn de toepassing ook der eenvoudigste hygiënische voorschriften in den regel veel te wenschen overlaten. Een paar opmerkingen mogen dit staven. Ons volk heeft den naam, een zeer rein volk te zijn en verdient dien naam misschien ook wel voor een goed deel — is de Hollandsche vrouw niet zelfs zóó plaslustig dat een vreemdeling (i) eene dienstbode de straat zag schrobben onder eene parapluie ? — maar die reinheid is meer van aesthetische dan van bewust hygiënische strekking. Bijna alle badhuizen worden naar verhouding tot de bevolking veel te zelden gebruikt. Te Alkmaar b. v. worden in 't badhuis van „Het Witte Kruis" jaarlijks niet meer dan 12 a 13000 baden genomen, terwijl de bevolking ruim 18000 zielen bedraagt! Te Zaandam, waar het badhuis van „Het Witte Kruis" trouwens nog niet/lang bestaat, werden in 1902 's winters gemiddeld 10 en zomers 20 ;i 30 baden per dag, in 't geheel over 12 maanden 6405 baden genomen. 't Bestuur oordeelt er, dat „over het gebruik dat van de inrichting gemaakt werd, niet te klagen valt", en heeft misschien gelijk, maar wat moet men dan zelfs in (l) P. M. Hough B. A. Dutch life in town and country. New-Vork— London 1901. (Zie Handelsblad 1 Juni 1902 ochtendblad I). ecne stad van meer dan 21000 inwoners spoedig tevreden zijn (1). Trouwens de reiniging tehuis laat in den regel veel te wenschen over en de scholen waar de leerlingen, die een oogenblik te voren buiten in het stof en straatvuil speelden en buitelden, niet binnengaan dan na eerst althans de handen behoorlijk te hebben gewasschen (2), behooren te onzent zeker tot de zeer enkele gunstige uitzonderingen, indien ze althans gevonden worden. Op frissche lucht is men in den regel al even weinig kieschkeurig. De lucht, die wij inademen, dient als 't ware om ons bloed te wasschen en uitgeademde lucht staat tot frissche gelijk vuil waschwater tot rein. Uitgeademde lucht is een soort bedwelmend vergift. Toch leven velen in bedompte ruimten, kleine woningen angstvallig dichtgesloten, scheepsroefjes, rookerige werkplaatsen, soms walgelijke spoortreincompartimenten (3) vol menschenlucht en tabakswalm, volle omnibussen met alle gelegenheid tot ventilatie zorgvuldig gesloten, enz., enz. Onreine lucht maakt humeurig en loom, veroorzaakt hoofdpijn en eene slechte spijsvertering. Is het daardoor misschien voor een deel te verklaren, dat het temperament van Italianen en Grieken zoo geheel anders is dan dat van Nederlanders (1) Zelfs vernam ik onlangs van den eigenaar eener loodwitfabriek, waarin voor eiken arbeider een badkamertje aanwezig is, dat zij niet dan met moeite te bewegen zijn, hiervan geregeld gebruik te maken. (2) Dit is in Frankrijk een algemeen geldend wettelijk voorschrift. (3) De spoorwegmaatschappijen werken bovendien dezen ongezonden toestand in de hand door voor te schrijven dat de raampjes van niet in gebruik zijnde rijtuigen zorgvuldig moeten gesloten zijn en zelfs te verzuimen deze althans 10 of 15 minuten voor het vertrek der treinen te doen luchten. De raampjes der dekkajuit, van de booten die varen tusschen Stavoren en Enkhuizen zijn zelfs dichtgeschroefd, zoodat ze niet meer geopend kunnen worden. En daar deze kajuit de lievelingsplaats is van vele reizigers is het er soms onuitstaanbaar benauwd en onfriscli. en Duitschers en dat steedsche kantoorheeren en vrouwen, die maar altijd in haar kamertje zitten, zooveel humeuriger kunnen zijn dan buitenlieden en matrozen, die overvloedig gevoed worden met vrije frissche lucht? Niet minder moeilijk valt het, te overtuigen van ondoelmatige voeding en onverstandige, schadelijke kleeding, (misbruik van drank en tabak, snoepgoed, overmatig koffiegebruik, corset, broekriem, knellende kousenbanden enz., enz.) Van meer belang nog is misschien het voorkomen van besmetting. Het wordt reeds meer en meer algemeen bekend, dat niet alleen de zoogenaamde besmettelijke ziekten (cholera, typhus, pokken, roodvonk, diphtheritis, mazelen, dysenterie) maar ook andere ongesteldheden, malaria en tuberculose b.v. worden overgebracht van den eenen lijder op den anderen en dat bovendien velerlei kwalen en aandoeningen ontstaan, doordat vreemde organismen zich nestelen in ons lichaam. Die vreemde organismen zijn zóó klein, dat ze niet alleen met het bloote oog, doch zelfs nauwelijks met sterk vergrootende microscopen zijn waar te nemen. Zij bereiken ons doordat insecten ze overbrengen (malariamuskiet, vliegen, enz.), doordat ons vaatwerk en ons lijfgoed zoogenaamd „gereinigd" wordt in vuilwater, d. w. z. in water waarin dergelijke organismen leven (spoelen in slooten en vaarten). Zij naderen ons verder zwevende in de lucht, welke wij inademen, doordat huisdieren ons lekken, door aanraking niet de handen (het vuil onzer nagels bevat doorgaans allerlei bacillen, in t bijzonder tuberkelbacillen!), door het drinken van verontreinigde dranken (slecht drinkwater, ongekookte melk!) en het gebruiken van voedsel dat besmet is (slecht gewasschen of ongewasschen vruchten en groenten, beduimelde eetwaren, enz.) Wondziekten (koudvuur!) en wel in de eerste plaats ettering zijn een gevolg van gebrek aan hygienische reinheid, waardoor gevaarlijke microben toegang verkregen en niet door ontsmettingsmiddelen werden verwijderd of gedood. Zoo ontstaat b.v. ook de tuberculose, die als longtering meer slachtoffers maakt dan alle zoogenaamde besmettelijke ziekten te zamen, doch ook optreedt als keeltering, darmtuberculose, tuberculose der beenderen (met bochelvorming, verlamming, belemmerde urineloozing en stoelgang als gevolgen) hersenvliesontsteking, (waaraan vele kinderen bezwijken en die veelal wordt aangekondigd door brakingen, verstopping, veranderd humeur, verlamming, stuipen, ijlen en bewusteloosheid) kliertering, lupus, wolf, klierziekte (klierzwelling, huiduitslag, oog- en oorlijden), enz. Tegen al zulke kwade kansen moet gewaakt worden door nauwlettende hygiënische reinheid, door wasschen, dweilen, (niet droogstoffen der vloeren tenzij er vooreerst niemand in de kamer zal wezen) door 't verbranden of in tafzakken uitkoken van zakdoeken door teringleiders gebruikt, door er geen vloerkleeden of prullen (ware stofnesten !) op na te houden in slaapkamers, door elkander niet op den mond te kussen, enz., enz. Dat het in de praktijk van ons dagelijksch leven nog vrij treurig gesteld is met de naleving van de voorschriften der gezondheidsleer behoeft geen betoog, en men verdient nog niet bespot te worden als „een slaaf der eubiotiek", wanneer men zich en anderen tracht op te wekken tot meer getrouwheid en nauwgezetheid op dit gebied. Wat doen „Het Witte" en „Het Groene Kruis" ter bevordering van de hygiënische toestanden? Vragen wij ons nu af, wat door „Het Witte" en „Het Groene Kruis" wordt gedaan ter bevordering van hygiënische toestanden, dan moet allereerst gewezen worden op den Ontsmettingsoven te Alkmaar, welke het eigendom is der Noordhollandsche Vereeniging en op dien te Bloemendaal, welke in 't bezit is der afdeeling aldaar. De laatstgenoemde oven wordt maar weinig gebruikt. Werd in het jaarverslag over 1894 medegedeeld, dat de oven vijftienmaal had dienstgedaan, in 't volgende jaar „deed de oven niet zoo dikwijls dienst" en in 1900 slechts driemaal. In 't geheel is er van 1890 tot Nov. 1901 maar 84-maal in ontsmet. Wanneer men nagaat, dat voor den oven en 't daarbij behoorende ontsmettingsgebouwtje ƒ 3800.— is toegestaan — het juiste bedrag dat werd uitgegeven staat niet tot mijne beschikking — en dan in aanmerking neemt, dat de oven gemiddeld nog geen negen maal per jaar gebruikt is, mag men welhaast beweren, dat de Bloemendaler ontsmettingsoven als een schip op strand, een baken in zee is voor andere plaatselijke vereenigingen. Er valt dan ook niet aan te denken, een ontsmettingsoven aan te schaffen alleen voor t gebruik eener enkele afdeeling in eene betrekkelijk kleine plaats. Dit moet het werk zijn eener provinciale vereeniging, zooals dat ook het geval is met den Ontsmettingsoven te Alkmaar. De oven te Alkmaar is geleverd door de firma DE JüXGH & Co. te Oudewater. De oven is een ijzeren cilinder met een dubbelen wand. Tusschen beide wanden is eene ruimte van ongeveer 5 centimeter dikte. De binnenruimte, 2 M. lang en 1,28 in diameter is bestemd om het te ontsmetten goed te bergen. De oven is ingebouwd in een steenen muur, zonder deur en kan aan beide zijden van dien muur met eene stevig aangeschroefde ijzeren deur geopend worden. Aan de eene zijde der deur bevindt zich de kamer voor het besmette goed. Hier worden de goederen, b.v. het bed en de lijfgoederen van een teringlijder, de gordijnen, 't vloerkleed van de gebruikte ziekenkamer, enz. binnengebracht. De ovendeur wordt geopend en de goederen op een wagentje geladen, dat geheel in de oven wordt gereden. Daarna wordt de ovendeur gesloten. De ontsmetter verlaat nu de besmette ruimte, ontkleedt (i) en baadt zich en na zich in reine klceding gestoken te hebben, draait hij de kraan open, die den stoom uit een afzonderlijken stoomketel van ruim 2 M. hoogte toelaat in de ruimte tusschen beide ovenwanden. De stoom doordringt en verhit hier de lucht, doch tracht ook die uit te drijven. Daarom opent hij eenige oogenblikken later een kraan en een scherp gesis kondigt het ontsnappen der lucht aan. Dit gebeurt nog een paar maal en alle lucht is weg. Dan wordt de stoom ook toegelaten in de ontsmettingsruimte, waar op gelijke wijze wordt gehandeld en waar, nu de wanden heet zijn, geene afkoeling en condensatie mogelijk is. De instroomende stoom verhit en doordringt nu de goederen en na eenigen tijd is hier eene hitte van ± ioS" C. bereikt. Die temperatuur laat men hier ongeveer een kwartier heerschen en dan kan men het er voor houden, dat alle schadelijke organismen in de goederen gedood zijn. De oven wordt dan geopend aan de andere zijde dan daarstraks, dus in de kamer voor het ontsmette goed. De goederen worden heet uit den oven gereden en drogen tengevolge der hitte reeds spoedig op. Om de goederen niet slechts hygii'nisch, maar ook (I) Of sluit zoo noodig zijne kleeren mede in den oven. aesthetisch rein af te leveren heeft de vereeniging „Het Witte Kruis" er cene wassclierij aan verbonden, waar dekens, tijken, kleederen, enz. gewasschen worden en daarna tot genoegen der eigenaars kunnen worden afgeleverd. De kosten tot oprichting van den ontsmettingsoven bedroegen in 't geheel ƒ 4947.55, waarvan ƒ 2130 voor den bouw van het huis; voor de wasscherij, met eene woning voor het gezin van den ontsmetter en de waschvrouw, werd een crediet toegestaan van ƒ 4500, doch is naar ik meen niet meer dan + ƒ 4000 uitgegeven. Reeds het tweede jaar der exploitatie (de oven werd beproefd en opengesteld op 24 Aug. 1894) leverde deze een batig saldo op, dat in het derde jaar verdubbeld, in het vierde reeds eene rente van 4 pCt. van het stichtingskapitaal bedroeg. 1 Iet batig saldo is jaarlijks stijgende en vertegenwoordigde in 1901 reeds eene rente van ongeveer 5 'U %■ Toch kostte elke ontsmetting aan de vereeniging niet meer dan ƒ3.06 aan arbeidsloon en andere onkosten en aan de afzenders niet meer dan ƒ 4.06, terwijl voor elke bewassching gemiddeld ƒ 2.82 in rekening werd gebracht. Elke ontsmetting kostte dus met inbegrip van bewassching slechts/6.88, dus ongeveer dc helft of een derde gedeelte van wat in particuliere inrichtingen betaald moet worden. Geen wonder dus, dat de Alkmaarsche oven eene goede reputatie geniet en veelvuldig gebruikt wordt. Dc Zuid-1 Iollandsche vereeniging ..liet Groene Kruis" is (almede een gevolg van haar nog kortstondig bestaan) niet in het bezit van een eigen ontsmettingsoven, doch sloot eene overeenkomst met de „Eerste Nederlandsche Ontsmettingsdienst" te Voorburg, Directeur Ant. den Engelsen, medisch adviseur Dk. R. dk Jossei.in de Jon<;. Afdeelingen en leden der vereeniging kunnen daar nu laten ontsmetten tegen een inderdaad niet onbillijk tarief, voor allerlei artikelen afzonderlijk vastgesteld (i) en dat afwisselt van f 2.80 voor een paardenharenmatras en f 2.20 voor een vecrenbed tot f 0.02 voor een zakdoek. Hoezeer ook deze overeenkomst een belangrijke stap in de goede richting moet geacht worden, komt het mij niettemin voor, dat grooter waarborg voor nauwgezet afgeleverd en vertrouwbaar werk wordt verkregen, wanneer dc ontsmettingsdienst geene handelszaak vormt, doch uitgaat van den Staat of van eene hygiënische vereeniging. Daarom verdient het aanbeveling, wanneer elke bestaande of te stichten provinciale „Groene Kruis-vereeniging" tracht, dit werk in eigen beheer en onder eigene controle te ondernemen. Ontsmetters. ()ok op kleiner schaal en in anderen vorm doen de afdeelingen van „Het Witte Kruis" en ook van „Het Groene"' aan ontsmetting. Zoo hebben tal van afdeelingen te Amsterdam bij den Gemeentelijken Ontsmettingsdienst ontsmetters doen opleiden, die daarna ten dienste dier afdeelingen bij voorkomende gelegenheid woningen en meubelen reinigden, overeenkomstig de eischen der dcsinfectieleer, zoodat wel het meubelstuk, doch niet de ziektekiemen ontzien werden. Ontsmettingstoestellen. Enkele afdeelingen schaften zich ook formaldehydontsniettingstoestellen aan. Sommige kozen daartoe het tamelijk dure 'Trillat-apparant. .Andere de veel goedkoopere Aesculaap- en Hygiealainpen die in den handel zijn gebracht < D Anders dus dan te Alkmaar cn te Hloemendaal, waar per ovenvulling betaald wordt. door de Chemische Fabrik auf Actiën vorm. E. SCHERING. Muller Strasse 170—171, Berlin N. In deze toestellen worden boven eene spiritusvlam paraformaldehyd-pastilles verdampt. Deze pastilles zijn volkomen onschadelijk en kunnen dus ook het publiek in handen gegeven worden. De resultaten met de verdamping te bereiken hangen echter in elk geval af van de juiste hoeveelheid der verbruikte pastilles, en dus verdient het aanbeveling, de ontsmetting met deze toestellen toe te vertrouwen aan iemand, die gewoon is daarmede om te gaan. Betreffende de resultaten der formaldehydontsmetting, bestaat trouwens veelvuldige en misschien niet ongegronde twijfel. Toch zijn niet alleen buitenlandsche, doch ook Nederlandsche bacteriologen (o. a. Prof. Spronck te Utrecht en Dr. Alkx Klein te Amsterdam) vol vertrouwen in de goede uitwerking. Dr. Arnold R.EISCHAUEU (Hygiënisch Instituut der Universiteit van Halle a. S.) bevond, dat 2,8 pastilles per M" ruimte in de te desinfecteeren kamer 11a 7 uur de diphtheritis-bacillen, dat 5 pastilles per M:i na 3'/i uur alle thyphusbacillcn en den Staphylococcus aureus en dat 5 '/s pastille per M3. na 3 '/a uur zelfs alle miltvuursporen doodden, die onder vloeipapier in de kamer waren uitgezet. (1) Volgens den heer Ant. hen Engelsen wordt de hardnekkige miltvuurbacil zelfs nog door 10 lagen linnen, 6 lagen flanel of tiek en 5 lagen pakpapier gedood door 't formaldehyd. Voor oppervlakte-desinfectie zijn dus de formaldehydapparaten wel aan te bevelen (matrassen en bedden, vachten en dergelijke kunnen alleen aan den ontsmettingsoven worden toevertrouwd). De prijzen zijn niet hoog. Een Aesculaap voor 250 pastilles kost ƒ 36.—, voor 500 ( I) Hygiënische Rundschau 1901, no. 12, 13. pastilles /'4-.—. Lampen van deze grootte zal men echter in den regel niet noodig hebben en men zal allicht kunnen volstaan met eene of twee kleinere, die, goed geëmailleerd, slechts ƒ 4.20 kosten. De hygiealamp, voor huiselijk gebruik, geschikt om hangkasten en dergelijke ruimten tc ontsmetten of om wachtkamers, woon- of slaapkamers te bevrijden van onaangename geuren (tabakswalm b.v.j kost maar + f 2. — . De pastilles kosten f 1.20 de 100. Teneinde aldus gedesinfecteerde woningen nog dienzelfden dag te kunnen gebruiken, is het noodig den zoogenaamden ammoniakontwikkelaar te zijner beschikking te hebben, een toestel dat, buiten de kamer gestookt, met een buisje door liet sleutelgat ammoniak binnenbrengt, waarop 't formaline zich daarmede verbindt tot 't reukelooze hexamethylentetramin. Na een half uur kunnen dan deuren en vensters geopend worden en de kamer is weder spoedig te betrekken. Dit toestel kost ruim f 20.—. Andere pogingen ter bevordering van hygiënische toestanden. Ter voorkoming van besmetting bevorderen de verschillende afdeelingen niet alleen het gebruik van desinfecteerende middelen (carbol, creoline, sublimaat, enz.) doch ileden zij ook het hare tot het verkrijgen van een goeden afvoer van faecalii'n (Alkmaar, Winkel, ook de Rijp doch helaas zonder succes) van een beteren gemeentereinigingsdienst (Hilversum), tot het rioleeren der gemeente (Zandvoort), tot het opruimen van stilstaande poelen, overbodige slooteu en van mestvaalten, tegen het vervuilen van de binnenwateren (Oudendijk) enz. Enkele afdeelingen verspreidden wenken bij 't voorkomen van typ hits en dip h the- ritis, en 't bekende populaire geschrift van Dr. S. A. KNOPI ,,de Tuberculose" (i) Ter bevordering van reinheid werden velerwegen badhuizen en zweminrichtingen door de afdeelingen opgericht. De afdeeling de Rijp stelde hare inrichting ook open voor se hooibaden, doch van die uitnemende gelegenheid is — o schande! nooit gebruik gemaakt! Door verschillende afdeelingen werd getracht te voorzien in de behoefte aan drinkwater. Sommige (Twisk, Heer Hugowaard, Nieuwendam, enz.) bouwden daartoe groote regenbakken, die in tijden van schaarschte voor 't publiek werden opengesteld, andere trachtten — soms, doch niet altijd met succes — het tot standkomen van waterleidingen te bevorderen. Ook het gehalte van het drinkwater liet men op vele plaatsen met zeer verschillenden uitslag onderzoeken. Monnikendam deed de boomen snoeien, die boven de dakgoten uitstaken en dus dreigden met plantaardige rotstoffen in het drinkwater te mengen. Dezelfde afdetling liet melk onderzoeken, en dit leidde „tot groote verbetering van het gehalte der melk die ten verkoop wordt aangeboden". Het is trouwens een bekend feit, dat melkcontröle in den regel dergelijke gevolgen heeft ondanks de beweringen van zekere .optimisten die de schuld van dunne melk meer bij de koeien en het land dan bij de menschen zoeken. \\ aardeering verdient daarom ook het melkonderzoek dat in dit jaar op last van 't Hoofdbestuur van „het \\ itte Kruis' in tal van plaatsen van Noord-Holland plaats had. \ oorts werden in opdracht van sommige afdeelingen meel, brood, f ■ L jfl Slaapzaal. Broodhuis' of „de Guldensbazaar'' genoemd. Het verheugt me, dat ik door de welwillendheid der directrice hieraan ook eene afbeelding kan toevoegen van de eetzaal en van eene der slaapzalen. Des zomers wordt om half acht, des winters om half negen ontbeten, 0111 half één wordt het middagmaal, om vier uur het middagbrood en om zeven uur het avondbrood genoten. Kinderen gaan dan te 8 uur ter ruste. Volwassenen blijven in gewone gevallen tot 9 a 10 uur op. Dan wordt het in „Heideheuvel" zoo stil als daarbuiten. Dat van het Herstellingsoord een druk gebruik wordt gemaakt blijkt wel uit de verpleeggelden, die in 1901 een bedrag van meer dan f 10.000 uitmaakten. Er werden in dat jaar dan ook 326 verpleegden opgenomen, met 11.108 verpleegdagen. Ongeveer een zesde gedeelte der patiënten waren door de afdeelingen gezonden. Te betreuren is het, dat het aantal verpleegden in den winter doorgaans zoo weinig te beduiden heeft, ja soms tot vijf inkrimpt. Juist in den wintertijd zou een verblijf op „Heideheuvel" immers voor menigen reconvalescent, die nu blijft opgesloten in een kleine bedompte woning, zeer weldadig werken. Ziekenverpleegsters. Het verplegen van zieken is eene kunst. Natuurlijke aanleg en wilvaardig dienende liefde, zijn ter verzorging van ernstige patiënten niet voldoende. Verstand en het beleid van geschoolde ervaring zijn daarbij noodig. De kans op beterschap hangt daarvan dikwijls af, de medische behandeling komt eerst daardoor tot haar recht, in elk geval heeft de aard der verzorging grooten invloed op den duur der ongesteldheid. Vandaar de waardeering, die de goed onderlegde en niet toewijding dienende ziekenverpleegster zich allengs heeft verworven. In sommige gevallen staat zij naast, niet beneden den medicus. Bij 't medisch staatsexamen wordt — vreemd genoeg ! — geene kennis van de regelen der ziekenverpleging gevorderd. Dientengevolge weet de arts, althans in den beginne, volgens Prof. C. WlXKl.KR (1) (I) Het Hooger Onderwijs in de Geneeskunde in Nederland. De Gids October 1901. BIz. 121). weinig van de praktijk der ziekenverzorging. Dan trede in ernstige gevallen de ziekenverpleegster hem ter zijde. ,.Het Witte Kruis als provinciale vereeniging doet voor de organisatie der deskundige ziekenverpleging weinig of niets Dit werk gaat uit van de afdeeling Amsterdam, die eene afzonderlijke commissie of afdeeling hiervoor heeft. Deze afdeeling schrijft examens uit voor de diploma's van ziekenverpleegster. Drieërlei diploma's zijn daarbij te behalen: a. voor gewone ziekenverpleegster, b. voor kraamvrouw verpleegster, r. voor zenuwlijders- en krankzinnigenverpleegster. In t jaar 1900 werden 74, in 1901 zelfs 113 diploma's uitgereikt. \ oor t uitreiken daarvan wordt van de gediplomeerden de belofte afgevergd, dat zij alles wat in hare bediening haar als geheim ter kennisse komt, ook geheim zullen houden. De afdeeling heeft ook ongeveer 15 vaste en 3 adspirantverpleegsters in haar dienst. Dezen worden door de afdeeling gesalarieerd en in verpleging uitgezonden tegen een verpleeggeld van ƒ 2.— per dag. Jaarlijks wordt op de begrooting der provinciale vereeniging een bedrag uitgetrokken, vroeger van /'1500, daarna van ƒ 1000 en 't laatst (wegens 't geringe gebruik dat er van gemaakt wordt) van ƒ 600, teneinde de afdeelingen in staat te stellen tegen het halve verpleeggeld, dus tegen / 1per dag, over eene ziekenverpleegster te beschikken. Deze verpleegsters zijn dan bestemd voor armenverpleging, tot het verleenen van diensten bij epidemieën en voor wijkverpleging. Aanvragen moeten worden gericht tot Mej. Ui KEKS, Binnengasthuis, Amsterdam. Met hoe goede bedoelingen ook opgericht en bestuurd, voldoet de afdeeling ziekenverpleging niet aan de bestaande behoeften. De grootste helft der aanvragen moet in den regel worden afgewezen (in 1893 b.v. 161 afwijzingen tegen 157 hulpverleeningen, in 1900 252 tegen 248). Ook „Het Groene Kruis" in Zuid-Holland tracht in de behoefte aan ziekenverpleegsters te voorzien. Het Hoofdbestuur contracteerde daartoe met zuster E. M. SCHAAFSMA, directrice van 't Pleegzustershuis „ O ra et Labora te 's-Gravenhage, van Brakelstraat 2. De verpleegkosten bedragen : ie klasse. 2e klasse. 3e klasse. Voor doorloopende verpleging, f 4.— f 2.— f 1.50 Voor dagverpleging .... „2.50 „ 1.50 ,, 1.— Voor nachtverpleging 3.— „ 2.— ,, 1.50 Ten behoeve van 011- en minvermogenden draagt de Algemeene kas f 0.25 per dag bij, mits de afdeelingskas evenveel voor hare rekening neemt. De kosten der verpleging worden daardoor dus voor den belanghebbende gereduceerd tot ƒ1.50 a f 1.— per dag en per nacht. Wijkverpleging. De eerste wijkverpleging werd in 1859 te Liverpool georganiseerd en bleek daar en elders in Engeland reeds spoedig in eene groote behoefte te voorzien. Toch duurde het 25 jaren, voordat het Engelsche voorbeeld in ons land werd nagevolgd (1884). Sedert nam het aantal wijkverplegingen dan echter ook langzaam maar geregeld toe, in 1898 bestonden zij reeds in 40 verschillende gemeenten, nu misschien reeds in het dubbele aantal. Ook enkele afdeelingen van „Het Witte Kruis'' en ook een paar van „Het Groene" in Zuid-Holland en Zeeland namen dit werk ter hand. Oorspronkelijk werd met de wijkverpleging niet alleen beoogd, de huiselijke ziekenverpleging te verbeteren en vergemakkelijken, doch ook, en misschien zelfs bovenal, om in de huizen der armen den heilzamen invloed te brengen van „den omgang eener ernstige vrouw, wier hart vervuld is van liefde voor hare behoeftige medemenschen en die, juist in dagen van ziekte en zorg met de arme gezinnen in aanraking komende, zoo licht de gelegenheid vindt om door opwekkende woorden en heilzaam voorbeeld nut te stichten en wederliefde te wekken", (i) W ijkverpleging, zoo opgevat, is dus van ethisch-godsdienstige strekking en behoort gedeeltelijk op 't gebied der philanthropie, gedeeltelijk op dat der inwendige zending tehuis. Naar die opvatting kan zij met recht en succes worden ondernomen door vereenigingen als den Ned. Protestantenbond, de Vereeniging tot bevordering van Gereformeerde Ziekenverzorging, Kerkelijke gemeenten, enz. W anneer afdeelingen van „Het Witte" of „Het Groene Kruis" wijkverpleging ondernemen, hebben zij dit te doen met andere bedoelingen en dient in de eerste plaats eene deskundige ziekenverzorging beoogd te worden met als bijdoel het verbreiden van zuivere hygiënische inzichten en gewoonten. In den regel zal het buitendien ook wel eene ijdele illusie zijn, meer te verwachten dan dat. De wijkzuster, die alleen bij ernstige zieken komt en haar taak ter harte neemt, heeft de handen vol en haar bezoek zal dien ten gevolge meer het karakter dragen van dat, (i) N. Pit. Overzicht der wijkverpleging in Nederland, Blz 4. hetwelk de geneesheer brengt dan van dat der predikanten of geestelijken. De dagelijksche bezoeken eener vroedvrouw hebben de meeste overeenkomst met die der wijkzuster. Ook moet, naar het mij voorkomt, het philanthrophisch karakter niet te zeer op den voorgrond geschoven worden. De hulp van de wijkzuster is in menig welgesteld of burgerlijk gezin evenzeer gevvenscht en gewaardeerd als in dat van den arme, en waar haar arbeid ruim of matig betaald kan worden, mag dit niet achterwege blijven. Daar de wijkzusters alleen ernstige of verwaarloosde zieken bezoekt, kan zij langer in de ziekenkamer toeven dan de geneesheer en dus met meer gemak en zorg dan deze de verpleging regelen en gedeeltelijk zelf volbrengen. Zij moet, overeenkomstig liet Engelsche systeem, dagelijks 5 a 8 uur, niet langer, werkzaam zijn Als regel zal dus wel kunnen worden aangenomen, dat naast twee geneesheeren met middelmatige praktijk ééne wijkzuster haar dagelijkscli werk vindt. Haar werk biedt voldoende afwisseling aan. Om het groote belang van dit werk aan te toonen volgen er hier enkele grepen uit, zonder dat deze uiteenzetting ook maar in de verste verte aanspraak maakt op eenige volledigheid. De wijkzuster komt in de ziekenkamer met vierderlei opdracht : a. om al die verplegings verrichtingen te volbrengen, die door den arts noodig geoordeeld zijn en waartoe de huisgenooten óf geen tijd hebben of niet in staat zijn ; b. om de huisgenooten in te lichten omtrent allerlei vereischten der ziekenverpleging in 't bijzonder, voor zoover deze den zieke betreffen, dien zij te verzorgen hebben : c. om de zorgen van den arts te ondersteunen door nauwkeurige waarneming van belangrijke ziektever- schijnselen ; d om liem bij te staan bij operaties, moeilijke verlossingen en dergelijke gevallen. a. De wijkzuster komt b.v. om patiënten, die ernstig ziek zijn en dientengevolge zeer afgemat en gevoelig werden, dagelijks eens of meermalen te verbedden, zij verbindt wonden en legt waterverbanden aan, zij baadt en verschoont de zieken, zij druppelt ontstoken oogen in. behandelt besmettelijk hoofdzeer (favus) en chronische huidziekten (eczeem.), zij baadt de zieken volgens voorschrift van den arts (b.v. wanneer typhuslijders behandeld worden met verkoelingsbaden, die van 350 C. afdalen tot 22'1 C.), spuit kindermondjes af, zorgt voor inspuitingen der urethra, voor voedende en andere lavementen, voor inhalaties van chloroform, past zoo noodig en indien zij hiertoe in staat is, massage en heilgymnastiek toe, enz., enz. b. Zij leert de huisgcnooten, hoe de ziekenkamer moet zijn ingericht, verwijdert daaruit alle overtolligheden zonder juist het gezellige karakter van het „tehuis" te schaden, regelt de temperatuur in de ziekenkamer, reinigt zoo noodig den grond (b.v. met carboloplossing), plaatst het bed op de geschiktste plaats, reinigt den gootsteen en andere bronnen van stank, neemt in een woord al die huishoudelijke maatregelen, welke in den mond van den geneesheer misschien aanmatigend en dwaas zouden klinken en waaraan hij persoonlijk geen deel kan nemen. Zij onderricht de huisgenooten verder in het juiste gebruik van de verplegingsmiddelen, (b.v. dat men ondersteken en urineglazen moet verwarmen voordat men ze aan zweetende patiënten geeft en hoe die moeten worden ingeschoven). Zij zorgt er voor dat de zieke geregeld en goed behandeld worde (b.v. dat een bewustelooze typhuspatient af en toe op verschillende zijden moet worden gelegd 0111 longont- T steking te voorkomen, wat er te doen is teneinde den lijder te behoeden voor de kwellende ellende van het doorliggen, wat bij langdurige ziekte en bij zware typhusgevallen zoo licht geschiedt, — hoe er gewaakt kan worden tegen spruw bij kinderen en typhuslijders, enz.). Zij wijst aan, hoe men zich in acht kan nemen tegen besmetting (b.v. tegen diphtheritische oogontsteking en wonddiphtherithis). Zij zorgt dat de zieke op tijd gaat slapen zonder vooraf door lectuur en gesprekken te zijn opgewonden, enz., enz. Zij neemt zorgvuldig allerlei ziekteverschijnselen waar om die den arts mede te deelen, let b.v. op de kleur van urine en ontlasting, of 't urineeren met pijn en moeite gepaard gaat, geeft bij het verschoonen acht op alle kleurwisselingen, vlekken, wondjes en blaasjes op de huid, neemt op bepaalde tijden de temperatuur op, telt polsslagen en ademhalingen; weegt en meet sommige zieken ; zorgt dat vóór de komst van den arts alles ordelijk en rein klaar ligt, wat deze vermoedelijk noodig zal hebben ; regelt de bewaring van sputum, braaksel, ontlasting, urine, oor- en wondafscheidingen in gesloten glazen, enz. enz. Genoeg reeds om het duidelijk te maken van hoeveel nut de wijkverpleegster kan zijn en om alle afdeelingen, die eenige hoop op welslagen durven koesteren, op te wekken tot inrichting daarvan. Vooral aan chronisch zieken (i) wordt daarmede een uitnemende dienst bewezen. Het best zal het dan zijn, indien voor de wijkzuster zooal niet eene eigene woning dan toch in elk geval een (I! Lijders aan kanker, gevorderde tering, verlammingen, bronchitis, rheumatisme, beenzweren enz. behooren immers niet te worden opgenomen in ziekenhuizen. & I / h eigen wijklokaal wordt ingericht. Dit besta dan (behalve uit woon- en slaapkamer voor de wijkzuster of zusters) uit drie vertrekken : allereerst eene spreekkamer voor de zuster er. eene voor den geneesheer, want in vele gevallen zal het gewenscht zijn dat beiden hun spreekuur tegelijkertijd en terzelfder plaatse houden en eene gemeenschappelijke wachtkamer. De spreekkamer der zuster dient o. a. van eene badgelegenheid te zijn voorzien, inzonderheid met het oog op scrofuleuse patiënten. In haar wijklokaal kan de zuster dan zoogenaamde loopende zieken behandelen: arm- en beenwonden verbinden, oogen indruppelen, ooren en neuzen uitspuiten, hoofduitslag verzorgen, enz. De zuster moet behoorlijk gesalarieerd worden, met een vast jaarlijksch bedrag, zoodat zij onafhankelijk is van hare patienten. Haar belangrijke arbeid geeft haar aanspraak op een redelijk jaargeld en dit behoeft niet in het minst schade te doen aan haar gevoel van roeping. Ook de predikant, de arts, de onderwijzer, de artist kunnen alleen goed werk leveren bij besef van roepingen liefdevoor hunne dagelijksche plichten en toch zal niemand hun recht op maatschappelijken welstand betwijfelen. Dit salaris zal zeker niet minder mogen bedragen dan de kosten van voeding en inwoning benevens ± f 250.—. Het zal dus kunnen varieeren van ƒ750 tot f'900 'sjaars (1). Bovendien moeten maatregelen getroffen worden, haar op lateren leeftijd te kunnen pensionneeren en haar jaarlijks minstens 2 weken vacantie te verzekeren. Te Kinderdijk vormt de afdceling van „Het Groene Kruis" hiertoe een eigen pensioenfonds, door jaarlijks f 200 te beleggen. (1) le Amsterdam en te Hilversum ontvangen de wijkzusters b.v. f 900 'sjaars. Een salaris als dat der wijkzuster van „Het Witte Kruis" te Velsen is buiten twijfel onvoldoende. Eerst na 15 jaren heeft de verpleegster recht op pensioen dat dan de rente bedraagt van het gevormde kapitaal (± ƒ 125). Na 20 jaar wordt de rente (+ / 175) verhoogd met f 100 en eventueel slechts ƒ 100 gekapitaliseerd, zoodat het pensioen dan / 275 bedraagt; 11a 25 jaar wordt er ƒ 200 aan toegevoegd en zoo noodig met kapitaliseeren opgehouden, zoodat het pensioen dan ƒ440 bedraagt. Het voordeel hiervan is de stichting van een eigen fonds, de schaduwzijde is het onverzorgd blijven bij vroegere lichamelijke ongeschiktheid. Doorgaans verzekert men de wijkzuster bij eene Maatschappij en de afdeeling of vereeniging betaalt de premie. Zooals reeds gezegd werd, is het billijk dat de wijkzustersdiensten betaald worden. Waarom hare diensten niet en die van verloskundige of arts wel? Duidelijkheidshalve laat ik hier een paar bestaande tarieven volgen; zij zijn die der Amsterdamsche wijkverpleging, die der Vereeniging voor \\ ijk- en Ziekenverpleging te Hilversum, en die der Doopsgezinde Wijkverpleging te Amsterdam. WEEKKAARTEN. DAGKAARTEN. Men rangschikt zich zeiven in de klasse waartoe men meent te behooren. Te Amsterdam zijn, naar ik vernam, de fïnancieele resultaten zeer bevredigend. Te Hilversum wordt aan verpleeggelden niet meer dan ongeveer '/3 van het salaris der beide pleegzusters ontvangen. Grootendeels zal dit wel daaraan moeten worden toegeschreven, dat de wijkverpleging voor velen nog iets nieuws is en dat nog te weinig wordt ingezien, dat ze een dienst is, welke betaald dient te worden zoo goed als elke andere maatschappelijke dienst, die ons bewezen wordt. Mettertijd zal ook dit wel veranderen en redelijker, beter worden. Pleegmoeders. Eene onzer belangrijkste tijdelijke huisgcnooten is de baker, die het pasgeboren kind baadt, verzorgt en kleedt en de moeder verpleegt. Op reinheid en takt komt het hierbij vooral aan. Toch is het een algemeen bekend feit, dat dit werk in den regel verricht wordt door vrouwen met weinig of geene opleiding voor eene zoo gewichtige taak. Vandaar de vele anti-bakergrieven, waaraan niet zonder schrik gedacht kan worden. Bovendien kost het doorgaans nog veel moeite eene baker te vinden, welke dan ook. Dit leidde tot de opleiding van kraamvrouwverpleegsters, wier diensten echter voor vele gezinnen te duur zijn. Daarom besloot in 1901 de afdeeling „Langedijk" van „Het Witte Kruis" op mijn voorstel, doch eerst na langdurig aarzelen, eene opleiding van bakers in te richten. 1 wee verloskundigen werden met het onderwijs belast volgens een leerplan door een geneeskundige ontworpen en in de Commissie van beheer vastgesteld. Als leermiddelen werden een caoutchouc ledepop, badkuipje, spons, doeken, verbandmiddelen, enz. aangeschaft, terwijl uit het magazijn der afdeeling allerlei verplegingsmateriaal ter beschikking werd gesteld. Het bekende boekje van Prof. Dr. NljHOFK „Boek voor jonge moeders" werd als leiddraad gegeven bij 't onderwijs en een twaalftal jonge vrouwen woonde met succes het onderwijs bij en legde hiervan blijken af in een daartoe door twee artsen afgenomen examen. I eneinde zoowel de steden als het platteland van eenvoudige, niet te dure en toch deskundige pleegmoeders te voorzien, ter verzorging van kraamvrouwen en zuigelingen verdient het voorbeeld van de afdeeling „Langedijk" m. i. algemeene navolging. Verplegingsmateriaal. Op tweeërlei wijze voorzien „Het Witte" en „Het Groene Kruis" in de behoefte aan verplegingsmateriaal. Vooreerst richt elke afdeeling een magazijn op met verplegingsartikelen ten dienste liarer leden of — wat beter is — ten dienste van iedcren patiënt, die er behoefte aan heeft. \ oorts bezit de provinciale verecniging een centraalgoederendepöt, waaruit in ernstige gevallen, wanneer de afdeelingsverzamelingen te kort schieten, deze tijdelijk daaruit voorzien kunnen worden. Het centraal depót van „Het Witte Kruis" heeft evenwel minder te beteekenen dan menigeen wel denkt en bevat niets meer dan: 12 ijzeren kribben, 12 linnen stroozakken, 12 bonte matraszakken, 24 bonte sloopen, 24 katoenen sloopen, 48 lakens, 24 handdoeken, 24 manshemden, 24 vrouwenhemden, 12 mannenurinalen en 12 vrouwenurinalen. De jaarlijksche begrootingen worden echter zóó ingericht, dat in dringende gevallen in elke redelijke behoefte wel zal kunnen worden voorzien. De afdeelingsmagazijnen zijn, zooals te verwachten is, zeer ongelijk voorzien. Ook de leidende regelen, die de afdeelingsbesturen bij aankoop volgden, zijn blijkbaar zeer uiteenloopende. I11 sommige afdeelingen acht men b. v. den aankoop van verbandstoffen niet in overeenstemming met de bedoelingen der vereeniging, in andere daarentegen schaft men allerhande windsels, watten, gaas, guttaperchapap, hechtpleister, verbandtrommels, rekverbanden enz. aan. I11 sommige gaat men zoover van oogbadjes, bedkannetjes, loopkrukken, oogdruppelbuisjes, ja zelfs schapenvachten in voorraad te houden, in andere heeft men zelfs bezwaar tegen het aanschaffen van badkuipen of kamerschermen. \ olgens de opgaven, die mij door de secretarissen van 45 afdeelingen van „Het Witte-" en „Het Groene Kruis" werden verstrekt, waren in hunne magazijnen de volgende soorten van voorwerpen aanwezig, zooals men ziet, zijn het ongeveer So soorten. In verreweg de meeste magazijnen bevonden zich: bedtafeitjes, brancards, dekheffers (draadbogen), hospitaaldoek, ijsmachine {of ijs bergplaatsen of kelders), ijs.vak ken, inhalatietoestellen, irrigators, kamer gemakken, koortsthermonieters, kroepketels, ledekanten, ondersteken, rugsteunsels, tochtschermen, urinals (waterglazen), verstuivers (tnsufflators), waterkussens, windkussens, ziekenstoelen, zog- of borstpompen en zogzuigfleschjes. In sommige vindt men verder: breukbanden (Goedereedé), etterbakken, staaldraadmatrassen, hemden, lakens en lijfgoed voor onvermogenden, jodoformblazers, driestallen, podagrastoeltjes, bidets, glycerinespuitjes, maaghevel (om in haastige gevallen toe te passen, Tzvisk), kamerluchtverbeteraars (rafraichisseurs), geisers en badkuipen (vooral kinderbadkuipen), stortbadinrichtingen, inneemschuitjes, kwispeldoors met deksels (voor tuberculoselijders), Volckmann's sledeapparaten, houten spalken, verbandtrommels (Hoogkarspel b.v.), hechtpleisters, wonden verbandwatten, karnmachinetjes (voor kinderen met zwakke maag), loopkrukken (Broek in Waterland), baden kamerthermometers, ziekenwagentjes (Vclzcn, Hennaarderadeel), melksteriliseermachines (Soxhletapparaat?), eene electriseermachine (Schermer e. o.), oogdruppelbuisjes, schapenvachten, mitella's, een hellend vlak (Schiefe Ebene), een ziekenlichter, sublimaatpastilles, rekverbanden, dekens, filters, zweetapparaten, jodoformgaas, guttaperchapap, een bouillonkan, bedkruiken, dreggen, faecaliënemmers (Oudendijk en Alkmaar b.v.), ontsmettingszakken en doeken (naar 't systeem Amsterdam, te Oudendijk aanwezig), blikken beenladen, armbakken enz., 't Sayretoestel voor gipsverband (Deemster) en nog enkele minder bcteekenende voorwerpen meer. Met het oog op de inrichting van nieuwe magazijnen worden enkele dezer voorwerpen hier nader besproken. In 't algemeen moet, naar het mij voorkomt, als regel gesteld worden, dat men gecne voorwerpen aanschaft, tl ie na het leengebruik dat er van gemaakt werd bij een bepaald ziektegeval, geheel of nagenoeg geheel zijn versleten ' 'f opgebruikt. Zulke voorwerpen dienen door de patienten voor eigen rekening te worden aangeschaft of hun door gemeentelijke of andere armbesturen worden verstrekt. Afkeuring verdient dus het in depót houden van verband- stoften, hechtpleisters, breukbanden, ondergoed en lijfgoederen, schapenvachten en dergelijke. In bijzondere gevallen kan hiervan afgeweken worden. Zoo zal b.v. eene afdeeling, die een brancard bezit, allicht er toe overgaan een verbandtrommel aan te schaffen om bij voorkomende gelegenheid met de brancard mede te geven, (i) Evenzeer moet het worden afgekeurd, dat sommige afdeelingen voorwerpen in depót houden, welke alleen aan de hand van den medicus of de ziekenverpleegster kunnen worden toevertrouwd en meer eigenaardig tot hunne speciale uitrusting behooren, als b.v. jodoformblazers, maaghevels, sublimaat pastilles, en m. i. ook de electriseermachine. De verplegingsmiddelen, die voor aankoop in aanmerking komen, zijn tot drie groepen te brengen : a. die welke de genezing bevorderen en ziekte voorkomen. b- » >• r» verpleging vergemakkelijken. c' " " » » veraangenamen. Deze volgorde wijst tevens aan, welke soorten het meest noodig zijn en dus zal men wijs doen ze bij aankoop in acht te nemen. Overigens ligt het voor de hand, dat de grenzen vloeiend zijn en het niet van elk voorwerp te zeggen valt, tot welke groep het meer in 't bijzonder te rekenen is. (i) Zeer geschikte verbandkisten, werden in 1890 te Amsterdam op de e°'°°»stelhnB tot Bevorderii.g van Veiligheid en Gezondheid in Fabrieken en Werkplaatsen , geëxposeerd door den Heer k. G. W. df. Bosson apolheker Ie Dordrecht, en ten gevolge van de waardeering die ze allerwegen ondervonden, sedert dien ook in den handel gebracht. De Bosson heeft verbandkisten van drieerlei grootte: voor kleine en groote fabrieken bestemd. e aatste soort bevat ook enkele voorwerpen die alleen door deskundigen gebruikt mogen worden, de andere zijn bestemd voor leeken. Vooral de laatste soort meen ik aan de afdeelingen, die verbandkisten willen aanschaffen wel te mogen aanbevelen. Zij kosten /' 25.—. Eigenlijk moest in elk raadHuis, politiebureau, kerk en school zulk een kist aanwezig zijn en het li~: stellig op den weg der afdeelingen hierop bij de bevoegde autoriteiten aa&n te dringen. A. Verplegingsmiddelen, die de genezing bevorderen en ziekte voorkomen. Dekhcffers of draadbogen, bogen van ijzerdraad door houten latten vereenigd om bij wijze van gewelf boven den buik van buikvlieslijders, boven 't been van beenlijders, enz. geplaatst te worden opdat de dekens daarop geen ongunstigen druk zouden uitoefenen. Zij kunnen volgens aanwijzing van een geneesheer gemakkelijk door een plaatselijk timmerman vervaardigd worden. Hospitaaldoek, ter bescherming van 't bed en om infectie te voorkomen. Aan te bevelen is, hospitaaldoek van prima kwaliteit te nemen, op den duur blijkt dit verreweg het goedkoopste en biedt bovendien de meeste zekerheid aan. Op het platteland geschieden bevallingen nog dikwijls op koe- of paardendekkingen of oude zakken ! Ijs, ijsmachines, ijskelders. Zoowel voor in- als voor uitwendig gebruik is dikwijls ijs noodig ; zoowel ijskelders als ijsmachines voldoen echter slechts matig. Het geschiktst komt het mij voor, beperkte hoeveelheden, b.v. van 100 a 250 K.G. machinaal zuiver zoetwaterijs in depót te nemen. De Afdeeling Langedijk neemt de proef met een ijskist, gemaakt volgens t systeem van zoogenaamde hooikisten. Het is eene groote kist, waarvan de wanden naar de binnenzijde bedekt zijn door eene dikke hooilaag, met eene soort linnen bekleed. In de open gebleven ruimte bevindt zich een zinken bak, groot genoeg om 9 blokken ijs van 25 K.G. te bergen en met afvoerbuis voor smeltwater. Over de resultaten is voorloopig nog niets te zeggen. Zuiver duinwaterijs wordt door de firma STRUVE te Amsterdam geleverd a ƒ 1.20 per 100 K.G. IJszak, ijskap, koelapparaat. Er zijn verschillende vormen van ijszakken, alle vrij goedkoop te verkrijgen en al naar behoefte op verschillende plaatsen van het lichaam te gebruiken. Hieronder zijn eenige afgebeeld. Gewone ronde of ovale ijszak. Halsijszak. Oogijszak. Oorijszak. Koelapparaat. Hart ijszak. Ijskap. Een geschikte vervanger van de ijskap is het koelapparaat, eene spiraalvormige gummileiding, die in goede kwaliteit voor 4 a 5 gulden verkocht wordt. Uit den aard der zaak is ze nagenoeg alleen te gebruiken in plaatsen met eene waterleiding. fnhalatictoestcl. Aanbeveling ver¬ dient het, geene blikken, doch koperen of vernikkelde toestellen aan te schaffen. Zij kosten + ƒ 2.— a /' 2.50 per stuk. Inhalatietoestel. Irrigator. Ballonspuit. Glycerinespuit. Irrigators. De meest verkieslijke irrigators zijn die met gebronsd of vernikkeld blikken of geëmailleerd ijzeren montuur met glazen inzet. Zij kosten compleet + ƒ 2 ;i ƒ 2.50. Rafraichisseurs. Een niet genoeg bekend ziekenkamermeubeltje, dat voor weinig geld (+ ƒ 1.50) te verkrijgen, een gemakkelijk middel is ter desinfectie en bestrijding van kwalijk riekende luchten! Kroepketel. Kamerlucht verbetera ar of rafralchisseur. Krocpkctels. Kroepketels worden dikwijls gebruikt. Daarom kieze men eene goede kwaliteit, koperen, en liefst groote met lange buizen, daar de kleine te spoedig droogkoken en lastig in 't gebruik zijn. De prijs is dan /4a f 5. Tochtschermen. Ter bevordering der ventilatie en ter voorkoming van gevaar daarbij schafte men tochtschermen aan. De zoogenaamde houten roltochtschermen zijn zeer gemakkelijk, doch vrij duur. De hoogte moet + 1.75 M. de lengte b.v. 2 M. zijn. Verstuivers. Men kieze bij voorkeur verstuivers met caoutchouc (niet metalen) afvoerbuizen. Verstuivers. XVarmeliichttoestel. Een houten kistje ongeveer zoo groot als een sigarenkistje (voor 100). Een der wanden is half weggenomen. Aan het kistje zijn blikken pijpen verbonden, die in elkander geschoven naar behoeven verlengd kunnen worden en ongeveer 2 centimeter wijd zijn. Met een elleboog naar beneden loopende eindigen ze in een trechter, waaronder een alkohollampje wordt geplaatst. De warmte, door de spiritusvlam ontwikkeld, stijgt door de buizen op en verlaat het kistje door de opening. Het wordt onder de dekens geplaatst van iemand, die sterk zweeten moet Het voorwerp ,s gemakkelijk door een timmerman oi blikslager te maken. Waterkussens, Windkussens. Waterkussens zijn alleen te s u'Ken onder deskundig toezicht; zij zijn te duur, te teer en dus ook te gevaarlijk om ze aan onhandige gebruikers toe te vertrouwen. Windkussens in alle grootten en vormen te verkrijgen, kieze mnn i ,— \ ctil degelijk grijs gummi, dat in de meeste in rl. i , , SeVaIlen het beSte VOldOCt- ZiJ ziJ» ook den handel met schroefventiel, zoodat een gewone rijwidpomp kan gebruikt worden om ze op te blazen, t I iijs\erschil is zeer onbeduidend. b. Verplegingsniiddelen die de verpleging vergemakkelijken. Borstglas, borstpomp, baarmoederspuit, Soxhletapparaat. bedkruiken, bidet. Borstglas. Borstpomp. Baarmoederspuit Soxhletapparaat. Gummi Warmflesch of bedkruik met handvat. Bidet. Kamergemakken kunnen voor een matigen prijs door eiken timmerman vervaardigd worden en zijn bovendien in allerlei vormen en bewerkingen in den handel. Ledekanten, vooral op het platteland en in burgerwoningen te gebruiken ter verbetering en vergemakkelijking der verzorging. Mitella's, (driehoekige draagverbanden). Urinals of Waterglazen, een zeer goedkoop artikel. Ziekenlichtcr. 't Gebruik hiervan zal wel alleen voorkomen, wanneer eene verpleegster de verzorging leidt. Ondersteken Ondersteken. De meest gewenschte zijn geëmailleerd ijzeren slof- (of slipper-) ondersteken met breeden rand. Zij zijn gemakkelijk en goed te reinigen. Zij kosten (naar de grootte) / 4 a f 5. c. Verplegingsmiddelen, die de verpleging veraangenamen. Bedkaiinetjes en inneemschuitjcs. Bedt af els. De gewone bedtafeltjes zijn bevestigd aaneen stcvigen verticalen uitschuif baren stang. Ze worden over het ledekant heen geschoven en maken het vermoeiende vasthouden van borden, boeken, enz overbodig. Ze kunnen meer of minder schuin gesteld worden. Voor bedsteden met vaste voorplank kan de timmerman er gemakkelijk maken, die door middel van dubbele klampen op de plankgeschoven kunnen worden. Ook zijn ze wel eenvoudig op vier uitschuifbare pootjes te maken en kunnen dan op het bed geplaatst worden. Rugsteunsels. Verstelbare schuine leunvlakken, op de manier van sommige lezenaars ingericht, die liet den patiënt mogelijk maken zonder vrees voor omglijden in het bed rechtop te zitten. Ook dit voorwerp kan een gewone tini merman vervaardigen. Ziekenstoelen. Men kieze ijzeren ruststoelen, die in ver- Ziekenstoel. 4 schillende standen als leunstoel, veldbed, hellend vlak enz. gebruikt kunnen worden. De kussens moeten met het oog op reiniging bij voorkeur met leer (wasdoek; bekleed zijn. Zonncstoclen en Windstoclen. Voor reconvalescenten houde men rieten (ijzeren of houten) stoelen in voorraad met zonnescherm er boven. De zonneschermen zijn desnoods zeer eenvoudig aan gewone rieten leunstoelen aan te brengen door drie hoefijzervormig gebogen rieten stangen, die door ijzeren oogjes met de uiteinden aan het zitvlak van den stoel zijn bevestigd. Ook wind- of strandstoelen kunnen goede diensten bewijzen. Het behoeft wel niet gezegd te worden, dat deze opgaven volstrekt niet volledig zijn en alleen eenige der meest aanbevelenswaardige voorwerpen aanwijzen. I)e inrichting van een Magazijn. Kleine afdeelingen met een kleinen inventaris en weinig omvattenden werkkring kunnen volstaan met eene bergplaats ten huize b.v. van den Magazijnmeester-Bestuurder. Zoodra echter de bezittingen en het gebruik daarvan vermeerderen is het aan te bevelen een eigen magazijn te bouwen of te huren en het beheer op te dragen aan een gesalarieerd beambte. De arbeid, die immers in zul'< een geval van den beheerder wordt geëischt, is te omvangrijk en tijdroovend om dien in den regel en naar den eisch zonder vergoeding te kunnen verwachten en bovendien komt de controle op onderhoud en ontsmetting eerst voldoende tot haar recht, wanneer het Bestuur of zijn gemachtigde te doen heeft met iemand, die zijne nalatigheid niet verontschuldigen kan met een beroep op zijne toewijding. Wanneer men een magazijn bouwen gaat, neme men de afmetingen niet te klein. Men spiegele zich b.v. aan dc afdeeling Langedijk, welke bij de oprichting een magazijn bouwde van matigen omvang en dat met onvermijdelijke meubelen enz. ± f 600 kostte, doch die zich na vijfjaren genoodzaakt zag, een veel ruimer en kostbaarder gebouwte plaatsen. L it den aard der zaak valt het moeilijk, hier nauwkeurige cijfers aan te bevelen, toch meen ik te mogen veronderstellen, dat met het oog op grootere voorwerpen (brancard, ziekenstoelen, kamergemakken, zonnetenten, etc.) eene grond-oppervlakte van + 40 M2. wenschelijk zal bliiken. Naast het magazijn en zonder rechtstreeksche verbinding daarmede plaatse men een desinfectielokaal ter reiniging en ontsmetting van gebruikt materiaal en een schuurtje of afdakje ter bewaring van nog niet ontsmette voorwerpen. In het desinfectielokaal zijn wenschelijk of onmisbaar: een gootsteen, eene kast voor desinfecteerende stoffen, eene kast voor boenders, emmers, etc. en een groote kookpot (zooals b.v. bij vele veehouders in gebruik is). In het eigenlijke magazijn late men eenige diepe kasten (liefst 60 a 70 c.M. diep) aanbrengen en voorts eenige horizontale houten rekken. De kasten zijn bestemd om de kleinere voorwerpen te bergen (kroepketels, windkussens, enz.); de rekken om daarop de kussens der ziekenstoelen, matrassen der ledikanten, enz. te bewaren. De windkussens en andere gummiwaren legge men niet zoo maar in de kast, doch liiervoor late men goed sluitende blikken trommels vervaardigen, waarin zij bewaard worden op rekken van hout of van ijzergaas zooals men b.v. ook in vliegenkasten vindt. Onder de onderste plank of rek zette men een schotel met petroleum of terpentijn. Daardoor wordt het hardworden cn barsten der gummiwaren voorkomen, iets waardoor men anders veel last en schade lijdt. Kleinere gummiwaren (slangen voor irrigators, ballen en buizen van , I I É insufflators enz.) kunnen zeer goed bewaard worden in eene ruime stopflesch, waarin zich onder wat ijzergaas een schoteltje met petroleum of terpentijn bevindt. Hospitaallinnen beware men of geheel vrij uithangende (met klemmen of punaises aan eene der zijden vastgehecht) óf op stokken gerold. Ter voorkoming van roesten dient voor krachtige ventilatie en voor stookgelegenheid gezorgd te worden. Ontsmetting van het Materiaal. De ontsmetter kleede zich in een dcsinfecteursmantel, die tot de voeten reikt en na gebruik gewasschen wordt. Het hoofd bedekke hij met een muts, die eveneens ontsmet en gewasschen kan worden. In ernstige gevallen is bovendien een des infectiemasker aan te bevelen. De ontsmettingswijze verschilt naar gelang van de grondstoffen, waarvan de voorwerpen zijn vervaardigd. Men houde daarbij de volgende regelen in acht : Metalen voorwerpen. Vverwerpen van onversierd metaal of i>an getnenied "f geschilderd ijzer (b.v. draadbogen, ziekenstoelgeraamten, ijzeren ledekanten, enz.) worden met zeepwater afgenomen en daarna gesponsd met 3 pCt. creoline-mengsel of 5 pCt. carboloplossing. IJzeren voorwerpen kunnen ook door de vlam gehaald worden. Zoodra de vochtglans op het voorwerp is weggetrokken, is de behandelde plek gedesinfecteerd. Een zeer geschikt voorwerp hiertoe is de koperen spirituslamp, die bij schilders in gebruik is tot het afbranden van deuren. Geëmailleerd ijzeren voorwerpen (ondersteken enz.) kunnen gedurende een half uur gekookt worden in water met wat soda. Gepolijste of vernikkelde metalen voorwerpen, (kroepkctels b.v), worden afgewreven met 2 pCt. carboloplossing en daarna dadelijk met een schoonen doek droog gewreven. Vooral geene sublimaatoplossing gebruiken bij gepolijst metaal. Houten voorwerpen. Voorwerpen van gewoon hout (zweetapparaat b.v.) worden met i %0 sublimaatoplossing afgewasschen. Geschilderde houten voorwerpen (kamergemakken, bedtafels, enz.) worden met zeepsop afgeboend en daarna met 2 pCt. carboloplossing nagewasschen. Gepolijste houten voorwerpen (bidets, bedtafels, enz.) worden met een zachten doek die in i °/ou sublimaatoplossing gedoopt is, afgewreven en dadelijk met schoonen doek nagewreven. Hoeken en voegen worden met in sublimaatoplossing gedoopte meubelschuiers gereinigd. Gumm iwaren (hospitaaldoek, ijszakken, windkussens, canules en slangen, enz.) worden gedurende een uur in i 0 oo sublimaatoplossing gedompeld en daarna in zuiver water nagespoeld. Men zorge er voor, dat de metaaldeelen niet met de sublimaatoplossing in aanraking komen. Aardewerk en glas (urinals, porseleinen ondersteken, irrigatorbakken, borstglazen, enz.) worden in koud water en soda opgezet, verwarmd en een half uur uitgekookt. Zij kunnen ook gedurende 3 uur in 1 °/00 sublimaatoplossing of 24 uur in 3 pCt. creolinemengsel of 5 pCt. carboloplossing worden gedompeld. Lederwaren, (kussens van ziekenstoelen b.v.), worden met zeepsop afgewasschen en daarna afgesponsd met 1 °/0 sublimaat-oplossing, 5 % carbol-oplossing op 3 % creolinemengsel. Behangsel (b.v. op tochtschermen) wordt met oudbakken brood afgewreven. De kruimels worden zorgvuldig opgeveegd met een schuier, die in eene desinfecteerende oplossing is nat-gemaakt en daarna worden zij dadelijk verbrand. 't Gebruik der verpleffingsmiddelen. Door sommige afdeelingen is het gebruik der verplegingsmiddelen beperkt binnen den kring harer leden. Enkele andere geven ze ook aan niet-leden, maar tegen eenige vergoeding b.v. van ƒ 1.— voor een windkussen, ƒ 0.50 voor een kroepketel, ƒ 2.— voor een ziekenstoel, enz. Beide regelingen acht ik af keurenswaardig. Het karakter onzer vereenigingen brengt m.i. mede, dat men alle hulpbehoevenden zonder onderscheid helpt en ook dat men van de afdeelingen geene verhuurzaakjes maakt. De praktijk bewijst bovendien, dat eenige liberaliteit op dit punt een uitnemend propagandamiddel is en de populariteit der vereeniging en dientengevolge de aanwinst van leden zeer in de hand werkt. Voorwerpen, die door schuld der gebruikers barsten, breken, scheuren of op andere wijze in't ongereedc geraken, moeten op last van 7 Bestuur der af deeling en volgens zijne aanwijsing worden hersteld of door nieuwe vervangen worden voor rekening van den gebruiker. Administratie en Contróle. Geene voorwerpen mogen worden uitgeleend dan op schriftelijke lastgeving van een geneesheer of verloskun- dige. Aanbeveling verdient het, hiervoor orderbriefjes te laten drukken ter grootte van gewone receptenpapiertjes. Ter voorkoming van 't onnoodig uitblijven van niet langer gebruikt wordend materiaal reike men bij elke uitleening eenc circulaire uit, bij voorkeur van blauw of groen getint papier of op andere wijze sprekend gemaakt (met een groot groen kruis b.v.) waarop aan het belang van spoedige inlevering der gebruikte voorwerpen wordt herinnerd. De magazijnmeester lioudc twee registers bij : het register van uitleening en den inventaris. In 'teerste worde in verschillende kolommen aangeteekend : de naam van 't voorwerp, die van den genees- of verloskundige, 'cvelke het voorschrijft, of 't ontsmet moet worden na gebruik, de datum van uitleening, die van terugbezoro;in°\ aanmerkingen. Voor een gemakkelijk overzicht acht ik het aanbevelenswaardig 't register op de manier van een klapper in te richten en voor elke soort voorwerpen eene of meer foliobladzijden te reserveeren. Dan valt het licht, in korten tijd en zonder moeite te controleeren, of dit register met dat van den inventaris overeenkomt. Aan elk voorwerp hechte men met behulp van staaldraad en een plumbeertang een metalen nummerplaatje. Op voorwerpen, die daartoe geschikt zijn, kan een nummer geschilderd of ingedrukt worden. Met die nummers worden de voorwerpen in 't inventarisregister ingeschreven, ook hierin onder afzonderlijke hoofden voor de soorten. Bij elk voorwerp worde verder aangeteekend wanneer het werd aangekocht, bij wie, tot welken prijs en blijft een kolom over om later bij te schrijven wanneer het buiten gebruik werd gesteld en om welke reden. Geen voorwerp worde buiten gebruik gesteld tenzij op last van het Bestuur. Jaarlijks op vaste tijden controleerc het Bestuur of eene commissie van controle magazijn en beide registers. Eens per drie maanden ga men na of er ook voorwerpen onnoodig lang worden achter gehouden. Kik jaar beginne men een nieuw register en schrijve daarin als een eerste post de voorwerpen die zich op i Januari in bruikleen bevinden. Bij eene uitgebreide administratie zijn reglementen op uitleening, beheer en ontsmetting zeer gewenscht. Afdeelingen en Sub-Afdeelingen. Al naardat de omstandigheden hiervoor pleiten, richte men in elke gemeente eene of meer afdeelingen op, of breide den werkkring derzelfde afdceling over verschillende gemeenten uit. Indien eene gemeente zeer uitgestrekt is, zooals met sommige Friesche o. a. het geval is, kan het voorbeeld van Wonseradeel gevolgd worden. Daar is een afdceling gevormd, welke in 5 sub-afdeelingen of ressorten is gesplitst. De ressorten komen overeen met de kiesressorten der gemeente. Kik ressort wordt bestuurd door 3 ressortbestuurders. De vijf voorzitters dier besturen vormen het algemeen bestuur. De 15 ressortbestuurders vormen tezamen als afgevaardigden der subafdeelingen de gewone algemeenc wetgevende vergadering, maken de jaarlijksche begrooting, enz. In bijzondere gevallen is 't mogelijk eene algemeenc ledenvergadering te beleggen; overigens worden tic leden alleen voor ressortsvergaderingen opgeroepen. De algemeenc penningmeester int alle contributies. De uitgaven zijn gesplitst in algemeenc en ressortsuitgaven. Voor dr laatste wordt bij de begrooting aan elk ressortsbestuur eene som toegelegd zooveel mogelijk in verhouding tot hetgeen aan contributies en giften in 't ressort zelve wordt opgebracht. De voorzitter en secretaris reizen jaarlijks minstens eenmaal de gemeente rond om de bezittingen der afdceling te inspecteeren. In elk ressort is minstens één magazijn. Elke magazijnmeester houdt een register van uitleening en een inventaris bij volgens een door 't afdeelingsbestuur vastgesteld model. De algemeenc secretaris houdt een algemeenen inventaris bij. Op deze manier is het mogelijk met behoud van decentralisatie en localisatie ook in groote gemeenten ééne afdceling te stichten. Met het oog op betrekkingen tot 't gemeentebestuur en ook ten bate van de kleinere dorpen en afgelegen gedeelten is dit immers wenschelijk te achten. Iedere afdceling moet er naar streven, zooveel mogelijk alle gezinshoofden tot het lidmaatschap te bewegen, Bij eene niet te bezwarende contributie (b.v. van 50 cents per jaar als minimum) is dit geenc onevenredige verwachting. De afdceling I.angcdijk b.v. telt T 900 leden op + 5^00 inwoners. I)e contributie bedraagt er één gulden of meer per jaar; alleen met toestemming van het Bestuur kunnen minvermogenden ook voor f 0.50 lid worden. Tot deze laatste categorie behooren, meen ik, slechts + 100 der leden. In Friesland en Groningen is, naar 't voorbeeld van Hainaardcradccl, hier en daar de mogelijkheid opengesteld zelfs voor f 0.25 per jaar lid te worden. Ongetwijfeld maakt dit het mogelijk, dat alle ingezetenen als rechthebbende leden, niet als bcweldadigden, deelen in de weldaden der afdecling. Niettemin is het zóó laag stellen der contributie bedenkelijk te achten en is de noodzakelijkheid daartoe stellig betwistbaar. Tc Drourijp is het bovengenoemde ideaal, dat alle gezinshoofden lid worden, nagenoeg bereikt. Op 2200 inwoners (+ 500 gezinnen) zijn daar 473 leden toegetreden! (1) Waar aller belang wordt behartigd, mag trouwens aller medewerking worden gevraagd. Ook op de medewerking en ondersteuning van kerkelijke armbesturen en van philanthropische vcreenigingen wordt hier en daar niet zonder succes een beroep gedaan. Wanneer het gebruik der vereenigingsbezittingen niet tot de leden beperkt is, doch zonder onderscheid aan ieder, die er behoefte aan heeft, wordt toegestaan, ligt liet ook op den weg dier corporaties de afdeelingen te steunen. Door voorbehoeding tegen liet ontstaan van ziekten, door verbetering der verpleging en bespoediging der genezing maken de afdeelingen immers de lasten der armverzorging lichter. Ook sommige Gemeentebesturen subsidieeren de afdeelingen binnen hun gebied en dit terecht, daar het immers algemeenc belangen zijn, welke door haar worden behartigd en daarbij bovendien wordt gestreefd naar eene doeltreffende samenwerking met den Staat. Misschien is ook wel blijvende samenwerking met de „Maatschappij tot Nut van het Algemeen" mogelijk. In Friesland is door sommige departementen het initiatief genomen tot stichting eener afdeeling „Groene Kruis". Tot de voordrachten met behulp van het I Ioofdbestuur in de departementen gehouden behooren ook lezingen op hygiënisch gebied ; tot de volksgeschriften o. a. dat van li. S. BlENFAIT „De kunst om gezond te leven." Het departement Middelburg exploiteert evengoed als ver- (I) Zoo werd mij in Juni 1902 officieel medegedeeld ; officieus vernam ik later, dat het aantal sedert nog was toegenomen en tlians zelfs «le 500 overschrijdt. scheidene afdeelingen van „Het Witte Kruis" eene flinke badinrichting met zwem-, kuip- en regenbaden. Het ligt voor de hand dat men, waar beider sferen van belangstelling elkander gedeeltelijk bedekken, ook naar gemeenschappelijk behartigen der wederzijdsche belangen moet streven. Uitzichten en Illusies. De vonk is nu eenmaal in het kruit, het is te hopen, dat het nu niet blijft bij enkele kleine ontploffingen. Laat men in alle provincies, waar vrienden voor „Het Groene Kruis" gewonnen zijn, nu de handen aan den ploeg slaan en het werk propageeren ! En laat men in Noord-Holland niet rusten voordat in alle gemeenten eene afdeeling van „Het Witte Kruis" bestaat, er tevens voor zorgende dat die in de groote steden sterker worden door ledental en geldelijk vermogen ! De arbeid dezer vereenigingen is zóó noodig en daarbij zóó voor de hand liggend, praktisch, doeltreffend en bijna zeker van welslagen, en geeft daarbij zóóveel voldoening aan hen, die er wat van hun tijd en toewijding aan willen geven, dat men zich nergens door plaatselijke bezwaren of schuchter opzien tegen moeilijkheden mag laten weerhouden. Op 't oogenblik won „Het Groene Kruis" zich vasten voet in Zuid-Holland, Friesland, Groningen, Zeeland, Gelderland, Overijsel en Noord-Brabant. Hier en daar elders (in Utrecht en Drente) wordt er althans reeds over gedacht. Met eenigen goeden wil kan men binnen een paar jaren in elke provincie tenminste wel zoo ver wezen als thans in Zuid-Holland en Friesland. Provinciale organisaties bestaan nog pas in de beide eerstgenoemde provincies en door het Hoofdbestuur in Zuid-Holland werden, ondanks geldelijk onvermogen en gebrek aan ervaring, reeds belangrijke maatregelen getroffen en aanmerkelijke resultaten bereikt, terwijl eene veelbelovende onderneming zorgvuldig wordt voorbereid. Mettertijd kan zich dan uit de verschillende Hoofdbesturen eene Centrale Commissie vormen, welke, als Isis naast Osiris, met den Centralen Gezondheidsraad kan samenwerken en zich gemakkelijker dan een Staatslichaam rechtstreeks richten tot het hygiënisch hart cn geweten der Natie. Februari 1902 is verschenen: Bloesemknoppen PREEKEN VAN F. C. FLE1SCHER. Gebonden in keurigen stempelband ƒ 1,90- Te bestellen bij eiken solieden Boekhandelaar of recht streeks bij Ds. F. C. Fleischer te Makkum Koninklijke fabriek van Verbandstoffen fl.V. voorheen UTERjVIÖHliEfl & Co. AMSTERDAM. Magazijn van Artikelen veer Ziekenverpleging, SPUI No. 4. Leveranciers van de verschillende afdeelingen van „Het Witte Kruis" in Noord-Holland. Groepketels van blik en koper in versehillendegrootten Hospitaaldoek. - Irrigatoren. - Inhalatie-toestellen. Maatglazen. - Maximaal thermometers. Ondersteken van aardewerk en geëmailleerd ijzer. Spuiten van gummi, glas en metaal. Urinalen van glas en gummi. - Luchtkussens. Waterkussens. - IJszakken, enz. ZIEKENSTOELEN en ROLSTOELEN. Op aanvrage zenden wij aan de afdeelingen van „Het Groene Kruis" onze speciale prijsopgave. Tku:c;ham-Ai>kes : Utermöhlen Amsterdam. Intercommunaal TeIe p h oonn u m mer: 796. Koninklijke Fabriek van Verbandstoffen N.V. voorheen UTEKiVlÖflüEJl & C°. Weesperzijde N°. 99. Amsterdam. Gerechtigd tot het voeren van het Wapen van II. M. de Koningin-Moeder. Onze Verbandstoffen werden bekroond met de HOOGS I I'. ONDERSCHEIDING op de tentoonstellingen te Antwerpen, Rome, 's Gravenhage. Geneve, Amsterdam, Parijs en Dordrecht. Gecomprimeerde Watten en Wattentabletten (Utermöhlen's patent). Gecomprimeerde Steriele Watten in rolvorm meest praktische verpakking voor steriele watten. Utermöhlen's patentbussen en Cartons voor ascptisclie en antiseptische gazen. Utermöhlen's Aseptische Snelverbanden. VERBANDKISTEN en TROMMELS in elke gewenschte samenstelling. Onze Verbandstoffen zijn tegen fabrieksprijzen ook verkrijgbaar bij IIII. Groothandelaren. P. L. STRAATMAN te EfiSCHEDE beveelt zich beleefd aan voor de levering van: Signaturen, Plaketiketten, Rekeningen, ■*"» Grootboeken, Copia's, Bouchons, Pot-Etiketten, Flesch-Enveloppen, Poederbladen, Poederkruisjes, Cartonnen Doozen, Spanen Doozen, Cioudpapier, Zilverpapier, Receptpapier, Walsendruk, Chitspapier, Vergiftregisters, Perkamentpapier, Parafinepapier, Poederpapier, Bindtouw, Bindgaren, Bladzilver, Penseelen, Staniolkapjes, Penseel kokers, Thermometers, Ciitta-Perchapapier, Tecturen, Qndertecturen, Mortierkaartcn, Qogdruppel-buisjes, Zalfpotjes, enz. enz. MARTIN SCHIFF. AMSTERDAM, Kal»erstraat 31. DEN HAAG, Spuistraat 27, Telefoon 1990. Telefoon 1140. LEVER A jST gier VAN Afdeelingen der Noord-Hollandsche Vereen, „het Witte Kruis", VAN 's Rijks Magazijn van Geneesmiddelen, VAN t Binnen- en 't Wilhelmina-Gasthuis te Amsterdam en van de meeste Inrichtingen voor Ziekenverpleging in ons land, Aanbeveling : Ondergeteekende verklaart gaarne, dat hij gedurende de twee jaren, waarin li ij als Voorzitter en Uitvoerend Commissaris van Beheer der Afdeelinir Lanaedijk van de N -H. Vereen, „liet Witte Kruis" namens haar in relatie was met de firma MARTIN SCIIIFF te Amstenlam, steeds volkomen tevreden was z°°wel over hare altijd correcte bediening als over .Iei-t t , " rèr.t-n" deugdelijkheid der gummi-waren en andere artikelen, die hij van haar betrok. Broek op Langendijk, 15 Febr. 1901. F. C. FLEISCHER I11 mijn magazijn vindt men steeds een grooten voorraad in meer dan tien soorten gutta-percha. rr o s 3? 1 t A a 1 j 1) o 1^ k tegen zeer billijke prijzen. Itillrotli- en Mosctitf-llalist, ljszakkcii, W indkussens, Kro«'|»kt<-ls, Kaïncrliii-litvcrltetcraars, liilialatic-toestellcii, liallons|iiiitii, Irrl^aloion, r,„.. ,.„z. VRAAGT PRIJSOPGAVE EN MONSTERS AAN! G. A. MAIN1 JR. voorheen MAINI & VAN DE PAS. Ziekenverplegingsartikelen; Verbandstoffen; Apotheekbenoodigdheden. AMSTERDAM, ROTTERDAM, 's-GRAVENHAGE, 0. Z. Voorburgwal 125, Wijnhaven 95. Schenkweg 76, Intercomm. Telefoon 858. Interco.nm. Telefoon 1173. Telegramadres: Maini Jr. lm- en Export naar Oost- en West-lndië; Afrika, V Gr. A. MA INT Jr., voorheen MAINI & VAN DE PAS. Ziekenverplegingsartikelen, Verbandstoffen. Apotheekbenoodigdheden. AMSTERDAM, ROTTERDAM, 's-GRAVENHAGE, 0, Z, Voorburgwal 125, Wijnhaven 95, Schenkweg 76, Intercomm. Telefoon 858. Intercomm. Telefoon 1173. Telegramadres Maini Jr. lm- en Export naar Oost- en West-IiuW-, Afrika. Leveranciers van het Hoofdbestuur en verschillende afdeelingen der Z.-H. Ver. ,,Hkt Grokne Kruis". Speciale prijsopgave gaarne ten dienste op aanvrage. > (/ xx<* V\ ' *Q O, T/x ^ ^ V>X /, X. * % vx '/V, % -1- 'jU. r^ /< \ V VA v> -r\ TELEGRAM-ADRES: BEST-LEEUWARDEN. VRAAGT PRIJSOPGAAF! J. B. Delius & C0., AMSTERDAM. LEVERANCIER VAN MEDICIJNGLAS en alle overige APOTHEEK-BENOODIGDHEDEN. VOORRADIG : IJSMACHINES, als door ons geleverd aan de Vereeniging „Het Witte Kruis1', Eene volledige Apotheek-Inrichting met en zonder ingebrande ETIKETTEN ten behoeve van Heeren Geneeskundigen is steeds ter directe aflevering bij ons verkrijgbaar. Prijscouranten worden op aanvrage GRATIS door ons verzonden. AA ij Ja cf voedzaam eiwit-preparaat, voor zwakke maag zelfs licht verteerbaar. Verkrijgbaar bij Apothekers. Vraagt prospectus aan H. ADAMA VAN SCHELTEMA - Utrecht. Mejuffrouw DUSAULT, Gediplomeerd Lee rare s in ZANG, UITSPRAAK en 8TEMV0RMING aan de T00NEELSCH00L en de KWEEKSCHOOL voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. Geeft privaatlessen in Solo-Zang, Uitspraak en Stemvorming en behandelt alle Spraakgebreken (stotteraars, lijders met gespleten verhemelte, enz.) Spreekuur: alle werkdagen van 12'/a—V/a. 3 Tesselsehadestraat, Amsterdam. ,,Scheveningsche Boschjes" te SCHEVENINGEN. Genecsheeren -Directeuren: Dr. F. M. COWAN. Dk. F. C. DOBBERKE. Prospectussen franco op aanvrage verkrijgbaar aan het Bureel van liet Sanatorium, Duinweg 8, te Sctieveniiigen. Telcphoon n° 40(>N. K. G. W. DE BOSSON, APOTHEKER te DORDRECHT. Handelaar in Chemicaliën en Drogerijen, zoowel voor Geneeskundige als voor Technische doeleinden, vervaardigt VERBANDKISTENy toi eerste hulp bij ongelukken, in 8 grootten, voor huishoudelijk gebruik, kleine en grootere werkplaatsen en fabrieken. Alle met gebruiksaanwijzing en duidelijke inhoudsopgave. BEKROOND TE AMSTERDAM . BATAVIA. DORDRECHT, OOSTENDE, PARIJS, tan Medailles.