Wat is Physical Culture? Physical Culture is het geheim van de Amerikaansche energie. Het is een van van ouds bekend en bewezen zaak, dat de Amerikanen de Europeanen in ieder opzicht vóór zijn en reeds menigeen heeft zich afgevraagd, hoe dat komt. De oplossing is zeer eenvoudig. Het is bekend dat de Amerikanen groote waarde hechten aan de verzorging van het lichaam (Physical Culture) en alom den ouden spreuk huldigen: dat alleen in een in alle opzichten gezond lichaam een gezonden geest kan wonen, en daarin ligt het groote geheim der Amerikanen. Physical Culture is in Amerika een woord van beteekenis, want van den President af, wordt het gehuldigd in alle klassen der amerikaansche maatschappij en vooral staatslieden, zakenmenschen en studenten zijn vast overtuigd, dat zij zonder Physical Culture den strijd om het bestaan niet met succes zouden kunnen meemaken, dat zij zonder Physical Culture in alles zouden achterblijven en ten slotte het onderspit zouden delven. Het is bekend dat President Roosevelt een specialen leeraar had voor hem en zijne kinderen voor het onderricht in de Physical Culture. Opdat nu iedereen met de Amerikanen mee kan doen en niet bij hen ten achter behoeft te staan, heeft de bekende Dr. Rafael Eugen Kirchner dit werkje samengesteld in hetwelk hij de geheimen tot het verkrijgen der Amerikaansche energie bloot legt en den weg wijst hoe de lichamelijke kracht van ieder mensch kan worden verdubbeld, de wilskracht gesterkt, alle organen gezond worden en schoonheid van vormen langs natuurlijken weg verkregen wordt. Laat ons niet vergeten dat het de heiligste plicht van ieder mensch is zijn lichaam op de hoogste trap van ontwikkeling te brengen en te houden, eerst dan zal hij het leven ten volle kunnen genieten. HET GEHEIM VAN DE A AMERIKAANSCHE ENERGIE B&SPPEKIN® PHYSICAL CULTURE Geïllustreerde Handleiding tot het verkrijgen van frischheid van lichaam en geest benevens een artikel over het ten volle genieten van het leven door Dr. RAFAEL EUG. KIRCHNER Uitgeversvennootschap „KULTUUR" A Amsterdam MIJN GEHEIM SYSTEEM (PHYSICAL CULTURE) DRUKKERIJ ,,DE NIEUWE TIJO" AMSTERDAM. MIJN GEHEIM SYSTEEM (PHYSICAL CULTURE) EEN LEERBOEK TER VERKRIJGING VAN LICHAMELIJKE EN GEESTELIJKE KRACHT, BENEVENS EEN AANHANGSEL OVER HET VOLLE GENOT VAN HET LEVEN DOOR Dr. RAPHAEL EUG. KIRCHNER Uitgevers-Vennootschap „KULTUUR" - Amsterdam DRUKKERIJ ..DE NIEUWE TIJD" AMSTERDAM. MIJN GEHEIM SYSTEEM (PHYSICAL CULTURE) EEN LEERBOEK TER VERKRIJGING VAN LICHAMELIJKE EN GEESTELIJKE KRACHT, BENEVENS EEN AANHANGSEL OVER HET VOLLE GENOT VAN HET LEVEN DOOR Dr. RAPHAEL EUG. KIRCHNER Uitgevers-Vennootschap „KULTUUR" - Amsterdam HOE WORD IK GEZOND? Mens sana in corpore sano! (Een gezonde geest is een gezond lichaam!) Hoe dikwijls brengen wij ons dezen ouden levensregel in herinnering en hoe dikwijls houden wij dien onzen kinderen voor oogen, die hem natuurlijk even weinig in acht nemen als wij, omdat zij onze zonden en gebreken steeds voor zich zien. Doch men is tegenwoordig al zoo gewoon om ouderdom en ziekte als bij elkaar behoorend te beschouwen, dat een gezonde krachtige grijsaard met verbazing wordt aangestaard. Een mooi uiteinde kent men dan ook bijna met meer. Wie niet het leven verliest door een ongeluk, sterft tengevolge van ziekte. Dit schijnt even zeker te zijn als de onomstootelijke waarheid dat alle menschen sterven moeien. Nu is de vraag, moet dit zoo zijn? Moeten wij in den ouderdom ziek zijn? Zeker niet. Maar het is bij allen dezelfde geschiedenis. In de onverwoestbare eerste jeugd wordt het leven genoten, volop tot aan het einde. Later, wanneer het berouw komt, zou men anderen gaarne willen waarschuwen. Doch het schijnt veel te heerlijk te zijn, door schade wijs te worden; het ware te wenschen, dat allen het werden eer het te laat is ! Naar de stem van den waarschuwer word meestal niet geluisterd ; wijst hij opzijn eigen voorbeeld, dan heet het doorgaans: nu ja. hij heeft het ook wel wat te erg gemaakt! Om een ziekte, welke nog niet aanwezig is, te voorkómen, daaraan denken de meesten niet. Hoe gaat het nu, wanneer de ziekte zich eenmaal geopenbaard heeft? Dan wordt in de eerste plaats de huisdokter geroepen; deze komt, schudt het hoofd of geeft de verzekering dat het spoedig wel weer schikken zal, schrijft dan een roode, groene of gele medicijn, een wrijfmiddel of een zalfje voor en gaat heen. Baat het niet, dan gaat men naar een specialiteit, naar professoren e.a., die meestal iemand geruststellen, doch een heele hoop geld kosten en ten slotte ook niet kunnen helpen. De voortdurend op beterschap hopende zieke laat gelukkig zijn optimisme nooit varen. Hij beproeft alle nieuwe, somwijlen vrij twijfelachtige geneeswijzen*), onbeproefde middelen, die den lijdenstoestand nog verergeren, en belandt eindelijk, wanneer alle geneeskundige hulp tevergeefs was, — bij een natuurgeneeskunstenaar, bij wien hij van nu of aan zweert. Dit is wel waar, dat de natuurgeneeswijze op vele goede uitkomsten bogen kan, doch de manier waarop zij uitgeoefend wordt, moet zonder geneeskundig toezicht bedenkelijk geacht worden. Dat vanjde^zijden der leeken daarover alleen woorden van lof worden gehoord, heeft een gemakkelijk verklaarbaren reden :[De^dood en spreken niet. Toen de nieuwere school van geneesheeren eindelijk krachtig begon op te treden om met den middeleeuwschen apothekersrommel en al den therapeutischen omslag te breken, vond zulks!,bij de leeken een vrijwel'algemeene goedkeuring, ofschoon er tegenwoordig nog veel patiënten zijn, welke een dokter, die bijv. vasten aanbeveelt, *) o.a.: druiven-, citroen-, zelfs oudbakken brood-kuren! als een slecht geneesheer beschouwen en daarentegen met geestdrift spreken over hem, die voor elke kleine ongesteldheid onmiddelijk een drankje bij de hand heeft. De meeste medicijnen — zulks is nu duidelijk aangetoond — werken niet door zichzelf, doch omdat de patiënt eraan gelooft, dat zij hem zullen helpen. Het is een soort suggestie-gevolg, op dezelfde wijze als een arts, met een waardig voorkomen en imponeerend optreden, steeds door de eenvoudige suggestie: „Het wordt al beter" in 't oog loopende resultaten bij geloovige, vertrouwende patienten verkrijgt.Omgekeerd: Evenals de eenvoudige suggestie van den arts de genezing van den zieke bevordert, evenzoo kan de patiënt, die zich voortdurend een ziekte inbeeldt, zich werkelijk ziek maken. Voorbeelden hiervan geven de talrijke hypochonders te zien, die inderdaad zieker zijn dan de geneesheer en hun huisgenooten denken. Een prachtig voorbeeld van de macht der inbeelding resp. van den invloed van den geest op de genezing van het lichaam levert een ziekteverslag van Prof. Dr. Meinhardt, hetwelk deze gevallen het best toelicht: Twee vrouwen, beide ongeveer 30 jaren oud, middelmatige lichaamsbouw, pijnen in de maagstreek en bij het ademhalen; beide hebben volgens zeggen een naald ingeslikt. Bij beide komen vurige gezwellen in de navel holte voor. Door een toeval gelukte het den behandelenden geneesheer de eene vrouw, die zich bij het verhaal van haar ongeval tegensprak, te overtuigen dat zij volstrekt geen naald had ingeslikt. De Röntgenstralen toonden aan dat de arts gelijk had, hoewel inderdaad een gezwel aanwezig was op de plaats waar de naald volgens bewering moest zitten. Doch de naald was er niet. Toen de vrouw het resultaat van dit onderzoek vernam was zij zeer verheugd; het gezwel, dat vermoedelijk aan uitwendige prikkeling was toe te schrijven, verdween nog in den loop van den volgenden dag, toen zij als volkomen gezond ontslagen werd. Zoo groot was de macht der inbeelding, dat deze zelfs pijn en opzwelling kon teweegbrengen, waarvoor geen andere reden bestond dan alleen de inbeelding. Nu komt evenwel het merkwaardigste. De andere vrouw, die werkelijk een naald had ingeslikt van welke de grootte en de ligging door Röntgenstralen nauwkeurig kon worden bepaald, hoorde van het geval van haar lotgenoote en meende in denzelfden toestand te verkeeren. Zij drong aan op ontslag omdat zij immers volmaakt gezond was en stellig wist, dat ook zij zich het geheele geval slechts inbeeldde. Het gezwel in de navelstreek begon ook bij haar te verminderen en zij gevoelde zich zelf zonder eenig ongemak. Daar zij een betalende patiente was liet men het aan haar over zich onder particuliere behandeling te stellen. Zij deed dit evenwel niet, daar zij zich volkomen wel gevoelde, en, zooals gezegd is, aan de geheele geschiedenis van de naald niet meer geloofde. Anderhalve maand nadat zij uit het ziekenhuis ontslagen was keerde zij daarin terug en bracht de naald mede, die door ettering uit haar buik was tevoorschijn gekomen. Behalve het kleine wondje, dat antiseptisch behandeld werd, mankeerde haar niets. Hieruit blijkt van welk een kolossalcn invloed het optreden van den arts tegenover zijn patiënt is, doch tevens hoe nadeelig de inbeelding eener niet-bestaande ziekte, hoe heilzaam een onbewust weg-suggereeren eener bestaande, feitelijk aanwezige ziekte kan zijn. Nadat de geneeskundigen hadden afgezien van het gebruik van waardelooze medicijnen, de zoogenaamde suikerpillen, deed zich een nieuwe methode voor: de diététiek. Men trachtte de zieken te cureeren door bepaalde voedingswijzen, door vermeerderde of verminderde voeding, om daardoor de gestoorde stofwisseling, de verhouding tusschen voedselopname en werkelijk voedselverbruik, te verbeteren.*) Men kan deze beweging tegenwoordig al als afgedaan beschouwen. Er bestaat geen levenselixer. Alleen suggestie en lichamelijke ontwikkeling (het oude Mens sana in corpore sano) hebben zelfs bij de scherpste proefnemingen stand gehouden. Ten aanzien van de lichamelijke ontwikkeling werd door de artsen herhaaldelijk op den heilzamen invloed van den sport gewezen. Ofschoon wij zelfs in de verste verte geen tegenstanders van sport zijn, moeten wij er toch met nadruk op wijzen, dat deze bij overdrijving groote gevaren oplevert. En welke ijverige sportman is verzekerd dat hij niet tot overdrijving zal vervallen? Hij hoort immers altijd van het nut van trainen, hij ziet zelf de buitengewone resultaten, welke door training worden bereikt en weet dat men deze door voortgezette oefening al meer en meer kan volmaken. Op zeker oogenblik wordt de grens evenwel overschreden en volgi. een reactie, welke altijd schadelijker werkt naarmate de natuur al vroeger door overspanning werd beleedigd. Matig turnen, rijden, dansen, zwemmen, wandelen, houthakken, tuinarbeid. enz. zijn ontegenzeglijk zeer goede, voor het lichaam buitengewoon heilzame bewegingen.**) Doch zij verbergen ten eerste steeds het gevaar van het te-veel, ten tweede hebben weinig menschen daarvoor tijd en gelegenheid en ten derde ontwikkelen zij allen slechts bepaalde spieren, zij bevorderen alzoo niet de algeheele ontwikkeling in den gewenschten idealen zin, bedoelde algemeene ontwikke- *) Vleeschextracten, Sanatogen, Tropon, enz. **) Tolstoi heeft eens zeer juist gezegd: „Wanneer ieder 's morgens vroeg zijn kamer ging aanvegen en zijn pot ging ledigen, (dat wil minder ruw uitgedrukt zeggen : lichaamsarbeid ging verrichten), zouden wij meer heldere koppen en schoonere menschen hebben." ling, welke alle spieren van het lichaam in de gewenschte werking brengt en alle lichaamsdeelen gelijkmatig tot volmaking leidt. Men heeft, bij gebrek aan iets beters, baat gezocht bij de massage, de zoogenaamde heilmassage, *) welke niet alleen bestaat uit strijken**) doch ook uit kloppen, slaan, kneden, enz. en hiermede zeer goede resultaten verkregen. Trouwens voldoet de massage volkomen aan de eischen die wij haar stellen. Zij regelt de stofwisseling, wekt den eetlust op en versterkt de spieren van het geheele lichaam. Doch de rechte wil, de wil van den patiënt, ontbreekt daarbij. Wanneer ik turn, spit, houthak of iets dergelijks doe, verricht ik actieve inspanningen, welke mij verkwikken, versterken en stalen; indien ik mij laat masseeren ontbreekt deze bewuste wilsinspanning volkomen. Weliswaar worden bij eerstgenoemde bewegingen slechts enkele spieren ingespannen en bij de massage allen. Doch tegen dit voordeel weegt het nadeel van de passiviteit niet op. Teneinde in dit geval tot een vergelijk te komen en zoowel lichaam als geest in gelijke mate te laten werken, heeft men naar middelen gezocht om de gunstige werking van de massage met een bewuste, actieve wilsinspanning te verbinden. De tegenwoordige moderne beroepsmensch is door te veel omstandigheden en plichten aan het leven verbonden om voor zich zelf iets te kunnen doen. Daaraan denkt hij eerst, of liever moet hij denken, wanneer hij ziek wordt. Een middel, dat alle voordeelen van de massage met de bewuste werkzaamheid van den wil ver- *) Het zoogenaamde heilmagnetiseeren berust op deze strijkmassage. **) De gewone smeermiddeltjes uit de huisapotheek werken eigenlijk indirect door de massage bij het insmeren, doch meestal niet door zich zelf. Het geloof aan derzelven werkzaamheid kan ook wel tot het succes bijdragen. • eenigt, is de geneeskundige heilgymnastiek. Deze heeft het voordeel, van de zijde van den patiënt slechts eenigen goeden wil en dagelijks een half uur tijd te verlangen, zonder hem eenigerlei onkosten te veroorzaken. Zij is eene op lichaamsontwikkeling en gezondheid berekende rationeele spieroefening, welke niet alleen dienen moet den zieken mensch te genezen, doch ook, door een gestadige doelbewuste toepassing, den gezonden mensch voor het ziek worden moet behoeden. Voorkomen is beter dan genezen! Intusschen mag men niet tot zekere eenzijdigheden of overdrijvingen bij de toepassing van dit middel overgaan. Ook mag men de gymnastiek niet opvatten als een wonderdadig universeel geneesmiddel, anders zou men teleurgesteld kunnen worden. De tijden van de levenselixers en panacees zijn voorbij. Doch talrijke beoordeelingen door medische autoriteiten en verklaringen van patien ten bewijzen, hetgeen iedere onbevooroordeelde van zelf moet inzien, dat de heilgymnastiek een waardevol, dikwijls onmisbaar hulpmiddel is, dat als een waarlijk zegenrijke, voorname aanwinst voor de geheele therapie moet worden beschouwd. De werkzaamheid der spieren vormt, zooals gebleken is, de voornaamste factor, welke dient om de oude onbruikbaar geworden bloedbestandeelen door uitscheiding te verwijderen. (Zie over het gewicht dezer uitscheiding aanhangsel „Geestelijke kracht".) Door deze uitscheiding nu worden eenerzijds zekere ziekteverwekkers aan het bloed onttrokken en onschadelijk gemaakt, anderzijds wordt het lichaam dermate versterkt, dat verdere ziekteverwekkers daarop geen vat hebben en het niet kunnen benadeelen. Aan dezelve ontbreken hier namelijk de noodzakelijkste levens- en voortplantingsvoorwaarden, zoodat hare werking, welke zich bij verzwakte of bijzonder vatbare personen als ziekte openbaart, dientengevolge nietkan'plaats vinden, Het is toch bekend, dat de longen van ieder mensch tuberkelbacillen en in het menstruatiebloed van de reinste maagd gonokokken en syphilisverwekkers aanwezig zijn. Doch deze zijn totaal onschadelijk zoolang zij niet den bodem hebben waarop zij zich kunnen ontwikkelen. Hoeveel milliarden bacillen bevinden zich niet in den inenschelijken darm. Niet voor de bacillen behoeven wij bevreesd te zijn, doch wel daarvoor, dat ons lichaam voor deze ziekteverwekkers een broei- en voortplantingsplaats zal kunnen worden. Daartegen moeten wij alles doen wat volgens den tegenwoordigen stand van zaken door ons gedaan kan worden. Hoe geschiedt dit ? Door versterking van het geheele lichaam in gezonde en zieke dagen. Door heilgymnastiek, alsmede door de voor het bloed zoo noodige voedingszouten, welke in de dagelijksche spijzen en dranken meestal niet aanwezig zijn. Als een uitmuntend middel vermelden wij het echt hygiënische voedingszout merk „Bioform", dat als versterkend middel bij verzwakking van lichaam en zenuwen algemeen werd geprezen. Corpulentie moet niet worden aangezien voor kracht. Een corpulent mensch kan zeer zwak zijn en een buitengewoon gunstig terrein voor de ontwikkeling van bacillen aanbieden, terwijl een mager persoon door zijn ijzeren constructie (niet door vertoon van spierontwikkeling) de zwaarste aanvallen van mikrokosmen zal kunnen weerstaan. Ondanks dit alles zal het raadzaam zijn bij een reeds bestaande ziekte, ter verkrijging van volkomen herstel, behalve de heilgymnastiek een doelmatige regeling van de overige levenswijze te doen plaats hebben en zich eventueel ook nog van geneeskundigen bijstand te verzekeren. Welke ziekten kunnen door de heilgymnastiek alleen genezen worden ? In de eerste plaats alle stofwisselings- ziekten waaraan de bereiding der circuleerende sappen de bloedbereiding en de bloedvermenging blootgestelc zijn. Bijgevolg alle spijsverteringsziekten, ziekten dei ademhalings- en uitscheidingsorganen, van lever, milt nieren, schildklier (krop, Basedowsche ziekte). Voorts wordt de uitscheiding van urine en zweet bevorderd, de eetlusten de spijsvertering opgewekt, de slaap wordt vasl en verkwikkend. Hartslag en ademhaling worden regelmatig. Koude voeten en een warm hoofd heeft hij, die de regels der heilgymnastiek volgt, in geen geval er bijgevolg ook geen migraine of zenuwhoofdpijn. Tot de ziekten, bij welke het raadzaam is, behalve de heilgymnastiek ook geneeskundige behandeling te volgen behooren alle chronische onderlijfsziekten, welke men gewoonlijk onder den naam van „ziekten van den middelbaren leeftijd" samenvat, alsmede de daarmede gepaard gaande ongesteldheden: zwakke maag hardhoorigheid, bloedstorting in lever en milt, gebreken in het poortadersysteem, enz. Daarbij behooren ook de verschillende hersenaandoeningen, welke dikwerf tol krankzinnigheid stijgen, hypochondrie, neerslachtigheid levenszatheid en verder alle met onvoldoende bloedvorming in verband staande ziekten: de bleekzucht van jonge, overigens gezonde meisjes, voornamelijk in de eerste menstruatie-jaren,*) bloedarmoede, klierziekten, enz. Een onontbeerlijk hulpmiddel van den arts is de heilgymnastiek bij beginnende verlammingen, verstomping of prikkelbare zwakte van het geheele zenuwsysteem, derhalve bij ruggemergziekten, hysterie, ziekelijke en al te veelvuldige polluties, wijders bij zekere chronische *) Niet te verwarren met de loodkleurige tint van vele jonge meisjes die zich aan onanie overgeven, een sexueele tegennatuurlijke gewoonte, welke volgens Krafft-Ebing onder honderd menschcn bij twee niet bekend is, welke twee men ook geen geloof kan schenken. kramptoestanden, zooals vitusdans, epilepsie, kataleptische verschijnselen, laryngospasmus infantilis op niet al te jeugdigen leeftijd. Het voordeel, dat de geest hierbij heeft, is, dat de zieke door de regelmatige oefening van den wil in het volbrengen van lichamelijke werkzaamheden het beheerschen van het lichaam door den geest leert kennen, dat hij voor werkelijke pijnen minder gevoelig wordt en minder klaagt en daardoor, in plaats van sombere, meer hoopvolle en blijde gedachten krijgt. De langzamerhand toenemende beterschap bewijst hem dat deze gegrond waren en zoodoende kan de genezing, die in dit geval door de gymnastiek als door autosuggestie verkregen werd, niet lang op zich laten wachten. Het geringste succes is voldoende om een langdurigen of ernstigen zieke nieuwe hoop en bijgevolg ook vertrouwen in de begonnen kuur in te boezemen. En werken eenmaal suggestie en heilgymnastiek hand aan hand, dan zijn de moedeloosheid.de levensmoeheid en de wilszwakte spoedig overwonnen, de gevaarlij kste vijanden, door welke bij vele zieken ook de beste kuur schipbreuk lijdt. Maar niet alleen de zieke vindt baat bij de heilgymastiek, doch ook de gezonde voorkomt vele ongesteldheden, indien hij, inplaats van te gaan wandelen, waardoor alleen de beenen in beweging worden gebracht, liever in de frissche lucht dagelijks ongeveer een half uur lang heilgymnastiek gaat doen. Met het oog op het leger van allerlei ziekten, waarvan hij verschoond blijft, is de wederdienst van het lichaam voor het besteede half uur waarlijk niet gering te achten. Doch jammer genoeg lezen de meesten dit boek eerst dan, wanneer zij ziek zijn, op raad van hun dokter en hebben in gezonde dagen wel voor een visite, een bal of schouwburgbezoek, zelfs voor een middagslaapje, uren den tijd, maar voor hun lichaam nog geen dertig minuten over. Niet tevergeefs werd de heilgymnastiek bij het leger tot versterking van het lichaam ingevoerd en wordt dagelijks in de morgenuren door duizenden soldaten verricht. Het sterk worden van den militair, het weder verzwakken van de reserve-mannen, moet niet toegeschreven worden aan de marschen en oefeningen, die enkel de voeten, niet aan de nachtwaken, aan honger- en dorst-lijden, welke alleen den wil trainen, ook niet aan de zoogenaamde krachtige kost, doch voornamelijk aan de gymnastiekoefeningen. De schouder-, borst-, rug- en buikspieren worden, daar zij onder normale omstandigheden al te weinig geoefend worden, door deze wijze van gymnastiek goed ontwikkeld, in plaats van te verkwijnen en te ontaarden. Gezonde spijsvertering en ademhaling, lucht en licht, alsmede het behoud van gezond bloed, zijn de beste wapenen tegen alle ziekten. Dengene, die de oefeningen steeds in de frissche lucht, indien zulk mogelijk is in de morgenzon, uitvoert, zullen zij weldra tot zulk een genoegelijke gewoonte geworden zijn, dat hij de daaruit voortspruitende voordeelen voorzeker niet meer tegen het halve uur tijdverlies zal willen ruilen. Wil men het lichaam versterken, dan moet ook de voeding met dit streven in overeenstemming zijn. Juist op het gebied van voeding wordt zóó dikwijls gezondigd, dat een toelichting niet anders dan nuttig kan zijn. Ons voedsel bevat veel te weinig stoffen, welke het lichaam zoo dringend noodig heeft. Daar, waar van een gebrekkige voeding sprake is, of waar het een bijzondere versterking van het lichaam betreft, is het aan te bevelen, evenals in het beroemde sanatorium van Dr. Lahmann geschiedt, chemisch samengestelde voedingszouten door de spijzen en dranken te mengen, waarmede bijzonder goede resultaten worden verkregen. II ALGEMEENE REGELEN DER LICHAAMSOEFENING. 1. Wie mag gymnastiek beoefenen? Ieder, hetzij man of vrouw, oud of jong, of ziek. Want de heilgymnastiek heeft ten doel eene algemeene versterking van het menschelijk lichaam. 2. Wie mogen geen gymnastiek uitvoeren? Zwangere vrouwen na de 7de maand van haar zwangerschap, dewijl voor haar beweging in den vorm eener langzame kleine wandeling beter is; alsmede koortslijders en zij die aan ontsteking lijden. 3. Wat kost de genezing door gymnastiek? Niets dan een weinig goeden wil en dagelijks een half uur tijd, waarover ieder, al heeft hij het nog zoo druk, wel beschikken kan indien hij het zich maar ernstig voorneemt. 4. Welke apparaten heeft men noodig voor kamergymnastiek ? Geen! Hoogstens, voor enkele oefeningen, een wandelstok, welke in elk huis wel te vinden zal zijn. 5. Hoe moeten de verschillende oefeningen uitgevoerd worden ? Indien men besloten heeft een cursus heilgymnastiek door te werken, moeten de verschillende oefeningen met volharding worden uitgevoerd, dan kan men ervan overtuigd zijn, dat het succes niet lang op zich zal laten wachten. Het is aan te bevelen, niet te veel met vrienden over deze oefeningen te spreken, doch deze alleen en geregeld te blijven volhouden. Dan zal men daarin weldra een bron van onuitputtelijk genoegen vinden. 6. Hoe lang duurt een cursus heilgymnastiek? Zulks hangt af van den aard der ziekten en van persoonlijke omstandigheden. Een termijn is daarvoor niet bepaald en derhalve is hier ook geen teveel als bij sport. Het lichaam kan nog altijd meer versterkt worden. 7. Wanneer bespeurt men de eerste resultaten ? De eerste resultaten vertoonen zichonmiddelijk, namelijk : een diepe, rustige slaap, geregelde ontlasting, een helder hoofd, een gevoel van tevredenheid, alsof men een goed werk had volbracht. Geestelijke depressie, treurigheid, hypochondrie levensmoeheid en neurasthenie wijken voor de heilgymnastiek als voor een talisman. 2 De eetlust wordt opgewekt, hartslag en ademhaling komen tot elkaar in normale verhouding.*) 6. Wanneer moeten de verschillende oefeningen uitgevoerd worden? Het liefst een half uur voor een van de dagelijksche maaltijden, hetzij voor het ontbijt of wel voor het middagof avondeten, mits men na de oefeningen nog een weinig kan uitrusten voor men eet. Aan eventueele natuurlijke behoeften moet steeds vóór de oefeningen worden voldaan. 9. Hoe dikwijls moeten de oefeningen verricht worden ? Men begint langzaam en breidt zijne oefeningen langzamerhand uit. De lichte oefeningen worden : in de eerste week 10 maal „ „ tweede „ 20 „ „ „ derde „ 30 „ de zwaardere oefeningen „ „ eerste „ 4 „ „ „ tweede „ 8 „ „ „ derde „ 16 „ uitgevoerd. Later kan men zijn oefeningen nog uitbreiden. 10. Welke oefeningen moeten bij speciale ziekten verricht worden ? Dienaangaande oriënteert ons het IVe hoofdstuk, waarnaar hier verwezen wordt. 11. Hoe moet men gedurende de oefeningen gekleed zijn? Niet anders dan gewoon, aangenomen dat men gewoonlijk hygiënisch gekleed is. In ieder geval moet men corset, staande boord, enz. verwijderen alsmede alle hals, borst en onderlijf drukkende kleedingstukken uitdoen. 12. Kunnen breuklijders aan de oefeningen deelnemen? Zij maken alleen die oefeningen mede, welke hun den dokter als nuttig aanbeveelt, en alleen dan wanneer de breuk door een breukband veilig teruggehouden wordt. 13. Wat moet men doen, indien men tijdens de oefeningen in het begin een sterkeren hartslag gevoelt (onjuist hartklopping genoemd) en een aanmerkelijke versnelling van de ademhaling waarneemt? Men staakt de oefening en wacht tot het lichaam tot kalmte is gekomen; dan zet men de oefeningen zonder schroom voort. Dat is voor beide gevallen nooit schadelijk, maar integendeel het eenige probate middel om ze voor altijd te doen verdrijven. 14. Wat doet men in de pauzen tusschen verschillende oefeningen? Indien men Koesten kan moet men hoesten, zonder zich evenwel te forceeren. Wanneer geen prikkel tot hoesten aanwezig is, doet men de volgende adem- gymnastiek: 1 e. Week 2 3 diep ademhalen 4 Seconden 8 12 adem inhouden en de buik intrekken 4 Seconden 8 12 langzaam uitademen 4Seconden 8 12 arl/amopf^nincen kunnen met voordeel overdag bij elke geschikte gelegenheid worden voortgezet. 15. Op welke wijze moeten de verschillende oefeningen uitgevoerd worden? Niet onordelijk, slordig, lui, haastig, doch flink, nauwkeurig, krachtig en kalm, met behoorlijke oogenblikken van rust. Wie de oefeningen onordelijk en oppervlakkig begint, doch later daarin genoegen begint te krijgen zoodra hij, desondanks, de eerste resultaten waarneemt, zal nauwkeurig het heerlijke gevoel kunnen beschrijven, dat de voorgeschreven uitvoering dezer oefeningen teweeg brengt en dankbaar zijn voor den aanvankelijk zeer harden eisch aangaande de meest mogelijke flinkheid en kracht, nauwkeurigheid en kalmte. 16. Wanneer moet men telkens met de oefeningen ophouden? Dit is individueel, d.w.z. bij ieder mensch anders. Doch het eigen lichaam geeft daarop zelf antwoord en wie ooren heelt hoort duidelijk: „Tot hiertoe en niet verder." Hierbij moeten twee punten in acht worden genomen: a. Indien men zich vermoeid gevoelt, moet dit gevoel van vermoeidheid voor de volgende oefening, resp. in den voor die oefening vastgestelden tijd verdwenen zijn. b. Behalve vermoeidheid mogen geenerlei werkelijke spierpijnen gevoeld worden. Wie deze twee punten in het oog houdt zal alti]d nauwkeurig weten wanneer hij moet ophouden. De zelfcontrole geeft hier den zekersten maatstaf. 17. Zou men niet eerder tot het doel komen wanneer men de oefeningen zou kunnen forceeren, d.w.z. wanneer men datgene, hetwelk dit boek als taak voor drie weken voorschrijft in één week zou afwerken ? Neen, zeker niet. Niet het „veel helpt, doch de geleidelijke ontwikkeling; de natuur wil steeds overgangen, nooit ruwheden. Na de bloesem volgt de vrucht en ook deze kan nog onrijp van den boom vallen. Zelfs de rijpe vrucht kan zuur en ongenietbaar zijn wanneer zon en regen elkander al te ruw afwisselen. Letwel! „Van niets te veel" en „Steeds matig", dat is het geheele geheim van de diététiek en hygiëne. 18. Indien wij de oefeningen, tengevolge van herhaalde uitvoeringen, spelenderwijs kunnen verrichten, kunnen wij dezelve dan moeilijker maken ? Zeker, door lichte athletische toeren. Neem in uwe handen halters van het lichtste gewicht en ruil deze over een maand voor zwaardere. Doch niet eerder. Dat zou zelfbedrog zijn. 19. Hoe moeten wij de oefeningen uitvoeren : binnenshuis of buiten ? Dat maakt geen verschil, indien zij maar in een frissche zuivere omgeving plaats hebben; het best is s zomers in den tuin, 's winters in een goed gelucht vertrek. 20. Moet men gedurende den oefeningstijd zekere andere levensregels volgen, als diéet, enz. Noodzakelijk is dit niet. Stellig geen ziekenkost, doch krachtig voedsel zal steeds van het meeste voordeel zijn. (Zie hoofdstuk „Geestelijke Kracht.") 21. (Speciaal voor dames). Mag men gedurende den tijd der maandelijksche reiniging al deze oefeningen meemaken of zijn zij nadeelig? Neen, nadeelig zijn zij niet, doch om zekere reden*) moeten niet alle, maar alleen de in hoofdstuk IV nader omschreven oefeningen uitgevoerd worden. *) Zindelijkheid, enz. III PRINCIPIEELS BEPALINGEN. De strikte nakoming en uitoefening van de volgende bewegingsvoorschriften heeft niet alleen ten doel een algemeene versterking en vermeerdering van het krachtgevoel in het menschelijk lichaam, doch brengt ook geestelijke voordeelen op, welke niet gering te achten zijn, daar de meeste menschen dezelve tegenwoordig missen. Moed, volharding en zelfvertrouwen zijn de eerste vruch ten. Hand aan hand daarmede gaan de verwijdering van lichte lichaamsgebreken, de genezing van slechte gewoonten, alsmede het zich eigen maken van een kalm, zelfbewust optreden. Bij lang in dienst zijnde soldaten, die deze oefeningen ten deele dagelijks en jaren lang verrichten, zal men nooit onbeholpen bewegingen opmerken. Bovendien verhoogen deze oefeningen in buitengewone mate de innerlijke kracht van den mensch oni groote vermoeienissen te doorstaan. Men zegt altijd dat de katten een taai leven hebben. De mensch heeft een veel taaier leven, doch hij moet die taaiheid ontwikkelen zoolang het daarvoor nog tijd is, derhalve in zijn gezonde dagen. Tijdens ziekte, wanneer ieder veel minder doortastend is, gaat het moeilijker en langzamer, maar het gaat toch ook. Daarom moet niemand den moed laten zinken. De wil, dat het beter zal gaan, toont het zekerste aan, dat het nog beter kan gaan, dat het nog niet te laat is. De bij de volgende oefeningen geplaatste cijfers beteekenen hoeveel maal een oefening in de eerste, tweede en derde week gedaan moet worden. Wel zal het menigeen moeilijk vallen de cursus in den tijd van drie weken te doorloopen. De meesten doen over die taak niet langer dan twee weken. E.r zijn hier geen strikt bindende voorschriften betreffende den duur van den cursus gegeven, doch alleen een model van uitvoering. Men moet niet te veel van zijn lichaam vergen. Geleidelijk en langzaam, dat is de wet der ontwikkeling, waaraan al het aardsche onderworpen is. Vele zieke personen zullen misschien niet eens de taak, welke de cursus voor de derde week voorschrijft, ten gevolge van zwakte en ontbrekende oefening, kunnen volbrengen. Ook deze hebben hun doel bereikt, indien zij hun lichaam enkel datgene geven hetgeen het kan verdragen en wil aannemen. „Van niets te veel" en „Ken u zelf" zijn de twee goede oude spreuken van het Delphische Orakel. Beter is echter: „Van alles de juiste maat" en „Weet tot hoever ge gaan kunt." Zelf-beheersching en matigheid zijn de grondregels van een lang, gezond leven. OEFENINGEN. I. Hoofd en Hals. 1. Hoofd opheffen en laten zakken (1 0, 20, 30 maal). De uitoefening van deze eenvoudige oefening behoeft voorzeker geen nadere uitlegging. Het hoofd wordt zoo diep mogelijk gebogen, zonder het lichaam te bewegen, dan opwaarts geheven en zoo ver mogelijk naar achteren gebracht. De handen worden bij deze en bij de volgende oefeningen om de heupen gelegd. 2. Cirkelvormige hoofdbeweging(5,10, 15maal). Het hoofd wordt eerst zoo diep mogelijk gebogen, zonder het lichaam te bewegen. Dan beweegt men het hoofd van links naar rechts of van rechts naar links, zoodanig, dat het een cirkel-vormige beweging maakt. Het best gelukt de oefening als men denkt, dat men met de kruin een zoo groot mogelijken cirkel moet beschrijven. 3. Hoofddraaien (5, 1 0, 1 5 maal). Men draait het hoofd om zijn eigen as naar rechts en naar links, zoodanig dat de kin telkens boven den schouder komt. II. Schouders en borst. 4. Schouders ophalen (10, 25, 40 maal). Beide schouders worden zoo hoog mogelijk opgehaald en langzaam, om het hoofd niet al te zeer te laten schokken, in de normale positie teruggebracht. III. Romp (Houding en figuur). 5. Romp voor- en achterwaarts buigen (10, 20, 30 maal). Men stelt zich in de positie, de hielen gesloten, de handen om de heupen en buigt het lichaam voor- en achterwaarts, zoover men kan. 6. Rompbuigen (10, 20, 30 — 50 maal), zijwaarts. Evenals naar voor- en achterwaarts, wordt nu de romp zooveel mogelijk zijwaarts naar rechts en links gelijkmatig gebogen. Ofschoon het bij deze oefening doel is, zoo diep mogelijk naar rechts en links buigende, een wiegbeweging te maken, moet men in het begin niet al te hooge eischen stellen. 7. Romp keeren (10, 25, 40 maal). In de positie. De handen om de heupen, de hielen blijven vast op den grond, terwijl men met de schouders zich naar achter tracht te draaien en wel zoo, dat men met eiken schouder een kwart-wending maakt. De oefening, naar rechts en links uitgevoerd, bewerkt een algeheel wenden van den romp. 8. Romp voor- en achterwaarts zwaaien (10, 20, 30 maal). In de positie. Handen omhoog (hemelwaarts). Nu wordt de romp snel naar voren en, zoover als mogelijk is, naar achteren gezwaaid. Dan weer naar voren, en weer naar achteren, enz. De knieën mogen bij deze oefening volstrekt niet buigen. 9. Romp links en rechts zij waar ts zwaaien (I 0, 20, 30 maal). In de positie. Linkerhand omhoog, snel naar rechts buigen, dan snel rechterhand omhoog en naar links buigen, enz. De voeten mogen daarbij niet bewogen worden, doch moeten, de hielen gesloten, volkomen rustig blijven staan. N. B. Wien oefening 8 en 9 te moeilijk is, mag wijdbeens gaan staan (rechter en linkervoet zoover mogelijk van elkaar) en wel zoodanig, dat beide voeten en het stuk grond tusschen de voeten een gelijkbeenige driehoek vormen. Oppassen dat men niet uitglijdt! 10. Cirkelvormige rompbeweging (8, 16,30maal). Evenals eerst met het hoofd wordt nu met den geheelen romp een cirkelvormige beweging gemaakt van rechts naar links of omgekeerd en wel steeds zoover als doenlijk is zijwaarts, voorwaarts en achterwaarts een zoo groot mogelijken cirkel beschrijvende. Daarbij moet de neus steeds recht vooruit blijven staan en aan geenerlei draaiing deelnemen. 11. Het oprichten van den romp (5, 10, 15 maal). Voor dit doel gaat men niet in bed liggen, doch het liefst plat op den grond. Dan sluit men de hielen aaneen, legt de handen vlak tegen de dijen en tracht, zonder de handen te gebruiken en zonder de voeten te bewegen, overeind te gaan zitten. Dit zal den beginner eenige moeite kosten. Enkelen is het aanvankelijk zelfs totaal onmogelijk in een zittende positie te komen, wanneer zij niet met de punten van den voet tegen het eene of andere voorwerp, bijv. tegen den onderkant van een kast, kunnen steunen. Eenige oefening zal wel spoedig helpen. Later kruist men de armen over den borst of brengt deze achter het hoofd samen, of tracht gelijktijdig rechts en links in de uitgestrekte armen lichte halters vast te houden. Hierdoor wordt de oefening eenigszins moeilijker gemaakt. Voor hen die deze oefening toch al niet kunnen uitvoeren, als: zeer zwakke herstellenden, breuklijders, vrouwen die dikwijls bevallen zijn en wier buikspieren natuurlijk verslapt zijn, zij hier op het volgende gewezen. Men vergemakkelijkt de oefening door het lichaam niet terstond in de liggende houding te brengen, doch schuin te gaan liggen. De voeten rusten op den grond, de rug wordt echter door eenige dekens ondersteund en ligt dus schuin. Door langzamerhand een, later meerdere dekens te verwijderen, wordt eindelijk de vlakke ligging verkregen, waarna men gemakkelijk tot de moeilijker oefening kan overgaan. IV. De arm. 12. Cirkelvormige armbe wegin g (I 0, 15, 20 maal). In de positie. Beide armen strak tegen het lichaam aangesloten beschrijven van voor naar achteren een zoo wijd mogelijken recht opstaanden cirkel. Men moet zich voorstellen dat men aan de schouders twee groote wielen heeft, rechts en links, en dat men met de vingertoppen den band wil aanraken. Het lichaam blijft daarbij volj komen recht, buigt niet voorover ; de knieën blijven gespannen en knikken niet. 13. Armopheffen vooruit. (10, 20, 30 maal) In de positie. De armen worden in een halven cirkel naar voren boven het hoofd gebracht en wel zoo dat zij parallel met de voeten zijn. Uit deze houding weer terug in de vorige. De elbogen mogen daarbij niet de minste beweging uitvoeren. 14. Arm opheffenzijwaarts (10, 20, 30 maal). In de positie. De armen worden in rechte zijwaartsche richting zonder eenige buiging boven het hoofd uitgestrekt, alsof men de handen boven het hoofd wilde vouwen. Men lette er op, dat de bovenarmspieren de ooren eventjes aanraken. 15. Armstoot (10, 20, 30 maal). Bestaat uit een krachtig buigen en strekken der armen in het elbooggewricht. Men gaat in de positie staan, balt vuisten en houdt deze op de borst. De stoot zelf wordt uitgevoerd met gesloten vuist en gespannen armspieren. Om het hoofd niet te schokken, moet men er op letten, dat strekken en buigen met dezelfde kracht geschiedt. De armstoot heeft plaats naar 5 verschillende richtingen : 1. naar voren, 2. naar boven, 3. naar links en rechts, 4. naar beneden en 5. naar achteren. 16. Samenslaan der armen (10, 20, 30 maal). Men strekt de armen zoo ver mogelijk uit alsof men een boomstam wilde omvatten. Dan slaat men de handen samen, zonder de elbogen te buigen, alsof men wilde applaudisseeren. Doch alleen de beweging moet uitgevoerd worden. Of de handen werkelijk op elkaar komen of elkander in het geheel niet raken, doet niets ter zake. 17. Uitspreiden der armen (10, 15, 20 maal). Geheel dezelfde beweging, doch tegenovergesteld. Men legt de handen op elkaar, houdt de elbogen gestrekt en spreidt de armen naar links en rechts uit. Als een priester voor het altaar, maar niet zoo langzaam en waardig, doch met kracht en energie. 18. Armdraaien. (10, 20, 30 maal) Men spreidt de armen rechts en links uit en draait de elbogen, zonder den arm te buigen, naar voren en weer terug. In het begin zal het een gemak zijn daarbij het bovenlijf eenigszins voorover te buigen, doch later ontzegt men zich dit gemak vanzelf. 19. Elbogen terug. (10, 15, 20 maal) Men stelt zich in de volgende positie: Handen om de heupen, doch de duim naar voren en de vingers achterwaarts ; dan probeert men de elbogen zoo ver mogelijk naar achteren te brengen, zoodanig, dat men, voor een spiegel staande, van de armen niets meer ziet. 20. Vingers buigen en strekken. (10, 20, 30 maal) . De titel zegt hoe de oefening verricht moet worden. Men doet alsof men een voorwerp uit de lucht wil grijpen. Opent en sluit daarbij de hand. 21. In de handen wrijven. (50, 100, 1 50 maal heen en weer) V. Het been. 22. Wippen. (10, 25, 50 maal) In de positie. Handen om de heupen. Hielen tegen elkaar gaat men op de teenen staan (men maakt zich groot) en laat zich zakken, om daarna weer onmiddelijk in de hoogte te gaan. De geheele oefening wordt dus op de teenen verricht. 23. Voet strekken en buigen. (8, 16 en 30 maal) In de positie. Handen om de heupen. Het linker (rechter) been wordt uitgestrekt en dan wordt met de punt van de voet naar de lucht en naar de aarde gewezen. Moet achter elkander met beide voeten worden gedaan. 24. Been voorwaarts uitgooien. (10, 20, 30 maal) Het gestrekte linker (rechter) been wordt zoover mogelijk naar voren geworpen en onmiddelijk weer op den grond gezet. 25. Been achterwaarts uitgooien. (10, 20, 30 maal) Idem. 26. Been zijwaarts uitgooien. (10, 20, 30 maal) Idem. Eerst met de handen om de heupen, later met los neerhangende armen. Deze oefening geschiedt naar links en naar rechts, d.w.z. met het rechter en met het linkerbeen. N.B. Het staande been mag natuurlijk bij de drie laatste oefeningen nooit buigen. Hierop moet vooral gelet worden. 27. Cirkelvormige beweging voorwaarts (5, 10, 15 maal), In de positie. Handen om de heupen. Het volkomen gestrekte been beschrijft een cirkel zoo groot en hoog mogelijk, van voren naar achteren, zonder dat de knieën gebogen worden. 28. Cirkel vormige beweging achterwaarts. (5, 10, 1 5 maal) Idem. Beide oefeningen (No. 25 en 26) moeten, zoowel met het rechter als met het linker been op gelijke wijze worden uitgevoerd. 29. Beendraaien. (8, 16, 30 maal) Het linker (rechter) been wordt zoo strak mogelijk gestrekt uitgestoken en dan naar links en rechts rondgedraaid, zoodat de punt van den voet beurtelings naar binnen en naar buiten wijsten bij die beweging een vollen halven cirkel beschreven wordt. Beide voeten moeten geoefend worden. Variaties : ü) de voetpunt wijst naar boven (gemakkelijk) b) de voetpunt wijst recht naar beneden (moeilijk) c) de voetpunt wijst bij het draaien naar buiten opwaarts en bij draaiing naar beneden, op zij. 30. Hetopt rekken van deknieën. (10, 15, 20 maal) De linker (rechter) knie wordt zoo hoog opgetrokken tot de bovendij volkomen horizontaal staat en parellel met den grond is. Het scheenbeen hangt los neer, de voetpunt wijst naar buiten en naar beneden. Dan wordt de linker (rechter) voet weer neergezet en dezelfde oefening met de rechter (linker) voet herhaald. Steeds afwisselend. N.B. De tusschen haakjes gestelde woorden beduiden dat de oefening met de rechter voet op dezelfde wijze moet worden gedaan als met de linkervoet, of omgekeerd. Alle oefeningen waarin derhalve woorden tusschen haakjes voorkomen zijn dus dubbel en moeten met het linker en met het rechter lichaamsdeel verricht worden. Men begint stééds met het linker. Dit is louter een gewoonte, zonder eenige beteekenis voor één persoon, doch, wanneer meerdere personen op commando een oefening uitvoeren, dient men hierop te letten. 31. Knie optrekken, been stre kken. (8, 16, 30 maal) De linker (rechter) knie wordt opgetrokken, zooals in oefening 30 beschreven is, het been wordt krachtig naar voren gestrekt, gestooten en weder op den grond gezet. Dan de oefening met het andere been. 32. Knie optrekken, been achterwaarts stooten. (8, 1 6, 30 maal) Met het neerhangende been krachtig achteruit stooten, zoodat de schouderspieren trillen. 33. Knie optrekken, been zijwaarts stooten.(8, 16, 30 maal) Evenals de vorige oefening, doch met het been krachtig zijwaarts stooten. 34. Kniebuigen. (5, 10, I 5 maal) Handen om de heupen, de hielen tegen elkaar. Men laat het bovenlichaam langzaam zakken alsof men op een stoof wil gaan zitten. 35. Knieën dieper buigen. (5, 10, 1 5 maal) Evenals de vorige oefening. Alleen laat men het lichaam zoo laag zakken, dat de hielen slechts even het 3 zitvlak aanraken. Daarna richt men zich vlug en me kracht op. 36. Met de hielen sl aan. (8, 16, 20 maal). In de positie. Handen om de heupen. De linker en di rechterhiel worden beurtelings vlug tegen het zitvlal geslagen, terwijl het bovenlichaam volkomen beweging loos blijft. De voeten moeten telkens zonder geraas oj den grond neergezet worden. 37. Opspringen. (5, 10, 15 maal). Men doet hetzelfde als bij de diepe kniebuiging (oefening 3 5), strekt de armen uit naar achteren en spring dan zoo hoog mogelijk recht in de hoogte, waarbij mei door het snel vooruitwerpen der armen den sprong onder steunt. Men moet trachten dat de knieën de borst raken hetgeen spoedig gelukt wanneer de sprong krachtig genoeg is. Men moet telkens op de teenen neerkomen Deze oefening moet achter elkaar, dus zonder tusschen poozen verricht worden. Men moet onafgebroken blijver doorspringen. 38. Wijdbeens springen (5, 10, 15 maal). In de positie. Handen om de heupen. Door middel var een lichten sprong worden de (gestrekte) beenen naa: beide zijden zoover van elkander verwijderd, dat zij me den grond een zooveel mogelijk gelijkbeenigen driehoel vormen. Men moet daarbij geheel op de zolen staan, ir geen geval op de teenen. Na een oogenblik springt mer in den eersten stand terug. 39. Wijdbeens springen, half rechts, linksom rechtsom (5, 10, 1 5 maal). De oefening 38 wordt uitgevoerd met een wending naar de aangegeven zijde. N.B. Gecombineerde beenoefeningen (5 — 30 maal naar gelang van de geoefendheid). Van de beenoefeningen kunnen met gelijktijdige voorwaartsbeweging gecombineerd worden: No. 24. Been voorwaarts uitgooien. No. 30. Optrekken van de knieën. No. 31. Knie optrekken, been strekken. No. 36. Met de hielen slaan. Speciale oefening: zich wentelen (50, 80, 120 maal heen en weer). 40. Men gaat liggen, met de armen op de borst over elkaar, op een zachte onderlaag (deken, of iets derg.) in een eenigszins gebogen houding op de rechterzijde*) en wentelt zich dan naar links in gelijke houding, dan weer naar rechts, enz. zonder het bovenlijf eenigermate op te heffen, terwijl de hielen voortdurend op dezelfde plaats moeten blijven. EEN OPMERKING. In het begin zal het menigeen voorkomen, dat het hem moeilijk zal vallen en bijna onmogelijk zal zijn om het groote aantal zwaardere oefeningen, welke voor de derde week zijn aangegeven, naar behooren uit te voeren. Dit gaat met de meesten zoo. Men make zich evenwel niet druk vóór den tijd, doch oef ene zich. Na de derde week is het geheim van het trainen onthuld en de eertijds zieke en zwakke volbrengt spelenderwijze zijn taak. Als normale maatstaf werd voor de vaststelling der oefeningen aangenomen het gezonde lichaam van een volwassen meisje. Een jongeman zal derhalve met gemak nog meer kunnen verrichten, een zieke zal wel het zelfde of ten naastenbij hetzelfde kunnen doen. *) In deze houding moet men steeds slapen ! Nooit op den rusr, ook niet links. IV SPECIALE REGELS BETREFFENDE SOMATISCHEN INVLOED. Weerstandsvermogen tegen epidemische ziekten; ontwikkeling van volle lichaamsvormen, volle buste, athletische lichaamskracht, imponeerd hoogen wasdom enz. Ter bereiking van dit doel zijn alle oefeningen in gelijke mate noodig. Ten aanzien van het verkrijgen van een volle buste is tevens een lichte massage met zeepspiritus aan te raden. De lichaamsgroei wordt verhoogd door veelvuldig schouderophalen, alsmede door lang liggen. Het is bekend dat de mensch na den nachtelijken slaap circa 2 centimeters langer is dan 's avonds vóór den den slaap, hetgeen hierdoor wordt verklaard, dat de wervelkolom, welke overdag den geheelen last van het lichaam dragen moet, wordt samengedrukt, alzoo korter wordt. Ter verkrijging van athletische lichaamskracht verzware men langzamerhand de oefeningen door halters van 1 Kilogram terhand te nemen en deze telkens op bepaalde tijden, bijv. maandelijks, tegen zwaardere te verwisselen. Het bekomen van opgewektheid en levenslust, herboren jeugdige kracht, enz.; het verdrijven van de naweeën van al te rijkelijk genoten tafelgenot; voorbehoeding tegen afgeleefdheid en oefeningen ter verkrijging van een helderen geest. Zie oefening ter verkrijging van een gezonden eetlust. Tegen overmatig zweeten. Daartegen baten geen van de kosmétieke middeltjes, welke de drogisten tegen verschrikkelijk hooge prijzen te koop aanbieden en die de patiënt koopt zonder dat hij er het geringste nut van heeft. Men volge de volgende radicale kuur: Alle oefeningen worden verricht met naakt bovenlichaam, zoo veel mogelijk in de zon, terwijl dikwijls schoon ondergoed moet worden aangedaan. Plaatselijk zweet (vochtige handen, okselzweet, zweetvoeten) wordt verdreven door het bestijken met formalin, dat bij eiken apotheker en bij iederen handelaar in fotografie-artikelen verkrijgbaar is. Tegen verschillende verkeerdheden in de levenswijze. 1. Oefening nr. 5 : Romp voor- en achteruit buigen. 2. Oefening nr. 6 : Romp zijwaarts buigen. 3. Oefening nr. 7 : Romp keeren. 4. Oefening nr. 8: Romp voor- en achterwaaarts zwaaien. 5. Oefening nr. 9: Romp links en recht zijwaarts zwaaien. Elke oefening 1 0, 20, 30 maal. Oefening nr. 10: Cirkelvormige rompbeweging, 8, 1 6, 30 maal. Oefening nr. 11: Oprichten van den romp, 5,10, 15 maal. Tegen overspanning van den geest, melancholie, prikkelbare stemming, levenszatheid, enz. Genezing van zielesmart, droefheid, ongelukkige liefde. Armdraaien. Vingers buigen en strekken. Been strekken zijwaarts. Cirkelvormige beenbeweging. Beendraaien. Been voor- en achterwaarts uitgooien. In de handen wrijven. Kniebuigen. Wippen. Been opheffen en uitstrekken. Zich wentelen. Tegen beginnende spierverlammingen. a) De armen. Schouders ophalen. Cirkelvormige armbeweging. Arm opheffen zijwaarts. Elbogen terug. Armstoot naar voren. Armstoot naar boven. Armstoot naar rechts en links. Armstoot naar beneden. Armstoot naar achteren. Armdraaien. Vingers buigen en strekken. In de handen wrijven. b) De beenen. Cirkelvormige beenbeweging. Beenstrekken zijwaarts. Beendraaien. Knieën strekken en buigen. Romp oprichten. Been uitgooien voor- en achterwaarts. Been uitgooien zijwaarts. Tegen ruggemergstering. De ondervinding leert, dat deze ziekte door spierverlamming gevolgd wordt, zoodat de patiënt goed zal doen de verlamming te voorkomen door de oefeningen, welke hem zijn geneesheer zal voorschrijven, bijtijds uit te voeren. Alle oefeningen moeten met de grootste nauwkeurigheid worden verricht. Tegelijkertijd zij het gebruik aanbevolen van pijnstillende middelen, daar de dokter, al is hij niet bij machte den zieke te genezen, diens smart toch verzachten kan. Nimmer sta men den geneesheer toe nieuwe middelen op den zieke te probeeren. Tegen jicht en rheumatiek. Cirkelvormige armbeweging. Arm opheffen zijwaarts. Armstoot naar voren. Armstoot naar links en rechts. Armstoot naar boven. Cirkelvormige rompbeweging. Rompbuigen voor- en achterwaarts. Romp oprichten. Rompbuigen zijwaarts. Armopheffen, voorwaarts, zijwaarts, opwaarts. Knie optrekken, voorwaarte strekken. Knie optrekken, zijwaarts strekken. Wippen. Kniebuigen. Knieën diep buigen. Beendraaien. Schoudersophalen. De oefeningen mogen alleen na medisch advies verricht worden. Elke week kan aan het lichaam een hoogeren eisch worden gesteld. De grootste vijand van deze oefeningen is de luiheid. Daarom moet deze het eerst worden bestreden. Voor de pijnlijke ledematen is het raadzaam een koudwaterkuur in overweging tenemen. Tegen ademloosheid en hartklopping. Beide gevallen komen dikwijls tijdens de oefeningen voor. Deze moeten dan onmiddelijk worden gestaakt tot zoolang, dat het lichaam weer tot rust is gekomen. Indien deze ongesteldheden op andere oorzaken berusten moet in de eerste plaats de dokter geraadpleegd worden, die dan de te verrichten oefeningen kan aangeven. 1 egen corpulentie (zwaarlijvigheid). Oefening nr. 5. Romp voor-en achterwaarts buigen. Oefening nr. 6. Romp zijwaarts buigen. Oefening nr. 7. Romp keeren. Oefening nr. 8. Romp voor- en achterwaarts zwaaien. Oefening nr. 9. Romp zijwaarts zwaaien. Vijf minuten pauze. Diepeademhalingsoefeningen volgens nr. 14 van de Algemeene regels (blz. 20). Oefening nr. 21. De handen wrijven. Oefening nr. 23. Voet uitstrekken en buigen. Oefening nr. 24. Been voorwaarts uitgooien. Oefening nr. 25. Been rugwaarts uitgooien. Oefening nr. 26. Been zijwaarts uitgooien. Oefening nr. 30. Knieën optrekken. Oefening nr. 35. Knieën diep buigen (voornaamste oefening). Oefening nr. 37. Opspringen (tot 30 maal). Oefening nr. 39. Wijdbeens springen, links, rechts, half links, half rechts (tot 30 maal). Benevens het gebruik van zacht laxeerende middelen, verder weinig slaap, geen vleesch, geen vet, geen bier, veel wandelen en veel lichamelijken arbeid. Genezing van stotteren; oefeningen tot het verkrijgen van een fraaie sympathieke stem. Schouders ophalen. Cirkelvormige armbeweging. Armdraaien. Arm opheffen, zijwaarts. Arm opheffen, opwaarts. Armstoot naar links en rechts naar boven. Rompbuigen zijwaarts. Samenslaan en uitspreiden der armen. Cirkelvorvormige rompbeweging. Elbogen terug, eventueel met een stok door de elbogen marcheeren. Benevens vele diepe ademhalingsoefeningen, alsmede oefeningen in schreien, lachen, overluid spreken en declameeren. Bij borstlijders absuluut geen creosootbehandeling. Ter verkrijging van een gezonden eetlust; tegen spijsverteringsgebreken; regeling van de werkzaamheden der ingewanden langs directen weg. In dit geval kunnen alle bewegingsoefeningen worden aanbevolen. Men beginne met de lichtere ongeveer 5 — 10 maal en ga eiken dag tot zwaardere oefeningen over. Vooral de rompbewegingen moeten beoefend worden. Ter verkrijging van een verkwikkenden slaap. Alle arm- en beenoefeningen; voorts 1 —5 minuten marcheeren in den looppas met de vuisten op de borst. De oefeningen moeten niet gedaan worden onmiddellijk voor het naar bed gaan, doch twee uren vroeger. Ingespannen geestelijke arbeid, het genot van opwekkende dranken, voornamelijk van bier, mag gedurende den tijd der oefeningen niet worden toegelaten. In bed gaat men in een licht gekromde houding op de rechterzijde liggen en zorge men er voor dat de voeten tegen geen hindernis stooten en dat de handen niet hooger komen te liggen dan het hoofd. Hierdoor worden zware droomen voorkomen. Genezing van onderlijfsbreuken. Romp buigen, voor- en achterwaarts. Armstoot naar achteren. Romp oprichten. Romp keer en. Men moet evenwel tot deze oefeningen niet overgaan, wanneer men niet tevoren den dokter geraadplegd heeft. De breuk moet tijdens de oefeningen door een breukband volkomen worden teruggedrongen. Waar dit niet gaat, kan de kuur niet gevolgd worden. De oefeningen verrichte men steeds met de beide correspondeerende ledematen. De genezing komt tot stand 6 — 8 maanden na het begin der oefeningen. Derhalve moet niemand voor dien tijd wanhopen. Heeft men eenmaal het voorgeschreven aantal oefeningen verricht, dan begint men ze langzamerhand te verdubbelen. Wordt de kuur gevolgd door personen beneden den 45-jarigen leeftijd, dan bestaat steeds kans op succes. Doch in geen geval mag de kuur gestaakt worden. Want elke stilstand is het begin van het einde. Verwijdering van scheefheid, enz. Oefening nr. 1. Hoofd opheffen en laten zakken. Oefening nr. 2. Cirkelvormige hoofdbeweging. Oefening nr. 4. Schouders ophalen (alleen met de lagere zijde). Oefening nr. 7. Romp keeren. Ter verkrijging van een goede lichaamshouding. Oefening nr. 1 2. Cirkelvormige armbeweging. Oefening nr. 13. Armen opheffen, vooruit. Oefening nr. 1 4. Armen opheffen, zijwaarts. Oefening nr. 16. Armen samenslaan. Oefening nr. 1 7. Uitspreiden der armen. Oefening nr. 19. Ellebogen terug (voornaamste oefening), ook met doorgestoken stok, gaande e'n staande). Tegen bedwateren, onwillekeurige urineloozing, polluties, hangbuik enz., en in het algemeen tot versterking van de buikmuskulatuur. Oefening nr. 5. Romp voor- en achterwaarts buigen. Oefening nr. 6. Romp zijwaarts buigen. Oefening nr. 8. Romp voor- en achterwaarts zwaaien. Oefening nr. 9. Romp links en rechts zijwaarts zwaaien. Oefening nr. 23. Voetstrekken en buigen. Oefening nr. 27. Cirkelvormige beenbeweging vooruit. Oefening nr. 28. Cirkelvormige beenbeweging achteruit. Oefening nr. 34. Kniebuigen.*) Oefening nr. 35. Knieën dieper buigen.*) Oefening nr. 37. Opspringen.*) Ademhalingsoefening. Oefening nr. 38. Wijdbeens springen.*) Oefening nr. I 1. Romp oprichten. *) Deze oefeningen vervallen gedurende de menstruatie. Tegen bleekzucht, bloedarmoede, ongeregelde menstruatie, migraine, enz. Armstoot naar beneden, waarbij men door den stoot het hoofd een weinig schokt. Knie optrekken naar voren. Knie optrekken en zijwaarts stooten. Been naar voren zwaaien. Been zijwaarts zwaaien. Been achterwaarts zwaaien. Cirkelvormige beenbeweging voor- en achterwaarts. Alsmede oefening 39. -ML V GEESTELIJKE KRACHT. Wanneer wij het eene of andere werk naslaan, dat handelt over de toepassing van psychologische wetten op de moderne samenleving, vinden wij steeds dadelijk den onverbiddelijken eisch van een hygiënisch leven: Mens sana in corpore sano. Het is bij de belangrijke wederzijdsche verhouding tusschen onze geestelijke en lichamelijke verrichtingen begrijpelijk, dat de hoogste prestaties van iedere soort alleen bij volmaakte gezondheid volbracht kunnen worden. De hersenen, zetel van onze geestelijk-psychische kracht, zijn van zuiver stoffelijk voedsel afhankelijk, evenals elk ander lichaamsdeel. Een ongesteldheid van dit lichaamsgedeelte, hersenen genaamd, veroorzaakt geestelijke storingen en daarmee is dus bewezen dat de geest van het lichaam afh anke lijk is. Anderzijds veroorzaken de hersenen, het ruggemerg en het zoogenaamde zonnegevlecht, een zenuwcentrum dat zich ongeveer ter hoogte van den navel bevindt, het bewust, resp. onbewust functionneeren onzer organen. Ademhaling, beweging, pols, de werking der ingewanden enz. worden door de zenuwen van uit de hersenen geregeerd. Dit bewijst, dat het lichaam van den geest afhankelijk is. Derhalve kunnen wij op den geest door het lichaam invloed uitoefenen evengoed als op het lichaam door den geest. Er zijn vele ziekten, doch allen zijn aan slechts enkele oorzaken toe te schrijven: 1. aan bacteriën, 2. aan werkelijke kwetsingen, 3. en dit is een verdienste van Dr. Alexander Haig, aan de hoeveelheid van het in het menschelijk lichaam aanwezige urinezuur. Wanneer iemand verdrietig, neerslachtig en vol zwakte is, is dit niet de schuld van zijn karakter of van bepaalde omstandigheden, doch berust op de overlading van zijn bloed met giftstoffen, tot welke volgens Haig vooral het urinezuur en zekere Xanthin-lichaampjes en abnormale zuurproducten van de maag en den darm behooren, welke het bloed op gelijke wijze vergiftigen. Haig heeft op experimenteele wijze aangetoond, dat jicht, rheumatiek, neurasthenie, hysterie, de gewone hoofdpijn, epilepsie, zekere symptomen van krankzinnigheid, asthma, bloedeloosheid, suikerziekte, hartkwaal, enz. hun ontstaan te danken hebben aan de werking van urinezuur. De urinezuur-stoffen zette zich natuurlijk eerst vast in de fijnste vertakkingen van de aderen en verstoppen deze. Hier veranderen zij zich in een gelei-achtige, colloide massa, weshalve Haig dit verschijnsel collaemie noemde. Het eerste gevolg van dit verschijnsel is stremming van den bloedsomloop, welke een vermindering van alle levensfuncties veroorzaakt en bij den zieke het bekende zwaktegevoel, neerslachtigheid en lusteloosheid te voorschijn roept. Wanneer men bijgevolg zegt, dat in het leven de sterken overwinnen en de zwakken ondergaan, dan corrigeert Haig (naar Vogt mededeelt) deze uitspraak aldus, dat niet de sterken, doch de urinezuurvrijen overwinnen en dat de urinezuurlijders (en juist daarom zwakken) ondergaan. Wij kunnen derhalve door de vermindering van het urinezuurgehalte in ons bloed onze levensfuncties verhooeren en doen stiieren. Haii? voert het volgende voorbeeld aan: „Een man, met goed betaald wordende arbeid, eet rijkelijk vleesch en drinkt wellicht een liter bier of meer per dag. Daarom is zijn aciditeit zoo groot en zijn urinezuur-uitscheiding in verhouding tot de urinezuurstof bedraagt wegens 't terughouden van een aanzienlijk gedeelte slechts 1 :4 tot 1 : 50. Nu komen slechte tijden, hij is zonder werk en kan geen bier en slechts weinig vleesch meer bekostigen; de hoeveelheid urine en de aciditeit verminderen, de teruggehouden hoeveelheid urinezuur gaat over in het bloed en in de urine en de collaemie is daar; zijn vrouw zal zeggen dat hij wegens zijn werkeloosheid neerslachtig is; drijven wij hem evenwel het urinezuur uit het bloed, dan is hij niet meer neerslachtig, al heeft hij geen werk." Hoe is het mogelijk, het bloed van het zoo schadelijk urinezuur te bevrijden? Alleen hierdoor,dat wij ons lichaam zoo weinig mogelijk voedingsmiddelen geven, welke deze stof in belangrijke hoeveelheid bevatten. De hoedanigheid van het bloed is de grondslag van de gezondheid. Om nu allereerst te bepalen in hoever het bloed met urinezuur is beladen, heeft Dr. Haig het volgende aanbevolen: Men drukt met de vingertoppen op het bovengedeelte van de horizontaal gehouden hand, waardoor een witte vlek ontstaat. Neemt men de vingertop weg, dan moet de witte vlek binnen 1 '/2 seconde verdwenen zijn, resp. de normale huidkleur aannemen. De verklaring van deze proef is eenvoudig. Door den druk wordt het bloed uit de aderen geperst. Is het van giften vrij, dan zal het binnen den aangegeven tijd snel in de ledige aderen terugkeeren. Is het echter met urinezuur beladen, dan zal de bloedcirculatie vertraagd worden en zal het 6— 8, resp. wel 10 seconden duren eer de witte vlek verdwijnt. Men moet deze proef evenwel niet nemen bij gemoedsbewegingen, bij vermoeidheid, bij groote hitte of koude, daar dezelve dan niets zou bewijzen. De eerste schrede tot verbetering van het bloed en tot verhooging van de levensverrichtingen is derhalve: Elke meerdere belasting van het bloed door urinezuur te voorkomen, door zich aan een juiste voedingswijze te houden. Urinezuur wordt volgens Haig verwekt door thee, koffie, cacao, lams-, kalfs-, rundvleesch, vleeschextract, bouillon, gevogelte, konijn, visch, daarentegen niet door melk en kaas. Hij geeft een bijzondere spijslijst voor hen die lang willen leven en staat hun voor ontbijt, middageten, tusschenmaaltijd en avondeten het volgende toe: Brood 330 gram Havergortpap, rijst en pudding, klaar gekookt 510 „ Boter 200 „ Melk 1160 „ Kaas 60 „ Compote, suiker, aardappelen, vruchten . . 680 „ Samen 2940 gram Na hiervan kennis te hebben genomen, willen wij eens hooren wat Catani, een Italiaansche arts, die eveneens schitterende resultaten heeft verkregen, dienaangaande zegt: In geen geval is alleen de strenge keuze ten aanzien van de kwaliteit der spijzen voldoende; ik beweer, dat hij, die voor te veel urinezuur-vorming aanleg heeft, gedurende zijn geheele leven streng op de kwantiteit moet letten.En nu noemt hij deschadelijkezuurvormende spijzen op, waaronder ook de door Haig zoo aangeprezen melk en kaas; veroorlooft, vordert zelfs, de toediening van de door Haig verboden vleeschsoepen, visch en ook vleeschspijzen. De oude wijsgeer Diogenes moet eens iemand, die hem vroeg, welken tijd hij voor het eten het beste achtte, geantwoord hebben : Indien gij rijk zijt, eet dan wanneer gij wilt ; zijt gij arm, eet dan wanneer gij kunt. Ondanks deze humoristische uitspraak is het toch van beteekenis geregelde uren voor het gebruiken van voedsel vast te stellen. De oude indeeling van den dag van 24 uren in 8 uren werk, 8 uren slaap en 8 uren ontspannning, eten en rust, blijft, zulks zij hier terloops gezegd, nog altijd de voordeeligste. Veel beweging in de vrije lucht, niet meer eten dan men door lichamelijken en geestelijken arbeid weer verwerkt, vermijding van alle zuren, verzorging van de huid, voorts kamergymnastiek en lichte athletiek, zijn de juiste grondslagen van een hygiënisch leven. Een voornaam arts te Berlijn schrijft het volgende : Het is zeer opvallend, hoe onvolkomen tegenwoordig het beenderenstelsel en vooral de tanden der meeste menschen ontwikkeld zijn. Dat gaat zelfs zoo ver, dat men een werkelijk normaal gebouwd mensch inderdaad als een zeldzaamheid moet beschouwen en dat de kunstenaars de meest mogelijke moeite hebben om modellen te vinden, die door hun lichaamsbouw aan de schoonheidswetten voldoen. Zulks is te wijten, iedere arts zal het bevestigen, aan de onvoldoende voeding. Het hoofdvoedsel van het volk bestaat, behalve uit vet en vleesch, uit meel en aardappelen, terwijl groenten en vruchten eerst in de tweede plaats komen. En juist die voedingsmiddelen bevatten naar verhouding zeer weinig beenvormende voedingszouten. Van het vleesch worden de kalkhoudende beenderen verwijderd, de graankorrels worden aan een gecompliceerd maalproces onderworpen teneinde het allerfijnste meel te verkrijgen, terwijl de doppen waarin juist de meeste kalkzouten verborgen zijn, verwijderd worden. Ook de groenten worden dikwijls nog door een verkeerde toebereiding van haar rijkdom aan voedingszouten beroofd. Wat moet gedaan worden, om aan dezen verkeerden toestand een einde te maken ? Daartegen bestaat slechts een middel, namelijk: Het kunstmatig verkregen voedingszout onder de spijzen en dranken mengen. Een uitmuntend middel is het echte hygiënische voedingszout merk „Bioform"; het bestaat uit kali, natron, kalk, ijzeroxyde, phosphorzuur, chloor en kiezelzuur. VI. PSYCHISCHE INVLOED. Zooals wij reeds weten staan lichaam en geest tot elkander in een wederkeerig gelijke verhouding. Het lichaam werkt op den geest evenzeer in, als de geest op het lichaam. Wij weten dit uit het voorbeeld van den hypochonder, wiens geest alleen krank was en wiens lichaam daaronder leed (inbeeldingssuggestie) en eveneens uit Kant s geschrift „Van de macht des gemoeds". Kant was een der eersten die er op wees, dat men den geest door het lichaam beïnvloeden kan en gezond kan maken. Bepaald verbazingwekkende resultaten verkregen de Fransche artsen te Nancy. Zij maakten daarbij evenwel grootendeels gebruik van hypnose. Dr. Emile Léwy was echter de eerste, die, door toepassing van de zoogenaamde zelf-suggestie, de aanwending van het hypnotisme wist te vermijden en een heilmethode schiep, welke ieder, zonder eerst een vreemden wil als middel te gebruiken, op zich zelf kan toepassen. De voordeelen van de auto-suggestie boven de hypnose zijn: 1. De experimenteerende is aan zijn eigen en niet aan een vreemden wil onderworpen; 2. hij versterkt zijn eigen wil, terwijl de hypnose dien verzwakt; 3. er komen geenerlei nadeelige gevolgen bij voor, zooals menigmaal bij hypnose geschiedt. Hoe werkt de zelf-suggestie ? Wanneer men iets wil, ernstig wil, doet men zijn best datgene ook werkelijk uit te voeren, d.w.z. men tracht elke wilsgedachte te verwezenlijken. Liébault schrijft het volgende: „Dit is mijn volle overtuiging : Er bestaat een macht om de geest op het lichaam (Le moral sur le physique) te laten reageeren, niet alleen op anderen, doch ook op zich zelf, zonder de tusschenkomst van een medicus, zonder eenigen omhaal, zonder Kabalistische formules, zonder talisman of dergelijke dingen, enkel en alleen hierdoor, dat men al zijn aandacht op de gedachte concentreert, genezen te zullen worden. Er bestaat geen werkzamer, betrouwbaarder middel en ieder mensch kan er over beschikken. Niet, dat ik de uitwerking en het nut van medicijnen loochenen wil (ik wil de therapie aanvullen, doch haar volstrekt niet ondermijnen), maar een eenvoudige ontkenning der ziekte zal in het oiganisme steeds grondiger verwerkt worden en is op zich zelf al voldoende de schoonste resultaten van genezing te doen verkrijgen." Hoe meer nu de zich zelf suggereerende van storende invloeden vrij blijft, des te eerder kan hij er op rekenen dat hij met zijn suggestie succes heeft. Ten einde den toestand van magnetischen slaap te verkrijgen, is het noodzakelijk : 1. in een staat van volkomen rust en bewegingloosheid te blijven ; 2. zijn gedachten van alle indrukken der omgeving af te wenden, resp. daartegen te beschermen ; 3 zijn gedachten en zijn volle aandacht op het gewenschte resultaat te concentreeren; 4. uitwendigen prikkel (ondersteuning van de suggestie door passende woorden, die gedacht, zacht en ten slotte luid uitgesproken worden,spierprikkelingen,enz.)aan tewenden. Dr. Léwy geeft dienaangaande de volgende voorschriften : Men begeeft zich, indien zulks eenigszins mogelijk is, naar een stil, donker vertrek, waar geen geraas gehoord kan worden, gaat gemakkelijk liggen, het lichaam in ieder geval vrij en onbelemmerd, zoodat niets onze aandacht kan afleiden, in één woord, men brengt zich in denzelfden toestand waarin ons eiken avond de slaap overvalt. Hierna sluite men de oogen en concentreere men zijn gedachten op de slaap. In geval van nood kan men deze eerste zwakke suggestie ondersteunen door gebruik te maken van de verschillende middeltjes, die ieder weet te bedenken om in slaap te vallen, indien de slaap niet komen wil; tellen, woorden herhalen, zich landschappen voorspiegelen, geregeld adem halen, enz. Dan komt er een oogenblik, waarop wij een zekere verdooving van onzen geest en ons lichaam waarnemen, een volmaakte rust, onze gedachten, onze gewaarwordingen zijn om zoo te zeggen omfloersd en beneveld. Zelfs de visioenen, die wij bestrijden willen, hebben reeds de eerste scherpte verloren. Dan gaan wij over tot de eigenlijke suggestie." Deze toestand van halfslaap is op de hierboven aangegeven manier te verkrijgen. Het is evenwel niet noodzakelijk denzelve kunstmatig teweeg te brengen, daar hij onmiddelijk voor en vlak na den natuurlijken slaap aanwezig is. (Het slaperigheidsgevoel.) Derhalve zal het voor den aanvanger, die hetzij niet met onbekende krachten wil experimenteeren, of wel tengevolge van feitelijke ongeschiktheid niet experimenteeren kan, het doelmatigste zijn, van het slaperigheidsgevoel, als een voor de suggestie het meest geschikten toestand gebruik te maken. Ten slotte zij hier nog opgemerkt, dat men, bij het gebruik maken van de suggestie voor genezing, zich niet den te bereiken toestand alleen als een wensch mag voorstellen, doch dat men verder moet gaan. Niet: „ik wil gezond zijn", mag de suggestie luiden maar: „ik ben gezond . Alleen bij patienten, wier wilskracht door verschillende omstandigheden zoodanig verzwakt is, dat zij niet eens meer den wil hebben, hun toestand te veranderen of te verbeteren, zal het raadzaam zijn tot suggestie in hypnotischen toestand over te gaan. VII. HET VOLLE GENOT VAN HET LEVEN. (PHYSISCHE GEZONDHEIDSLEER). Om van het leven het volle, ware en juiste genot te hebben, is het voor alle andere dingen noodig, negatief te werk te gaan, dat wil zeggen, al datgene ver van zich verwijderd te houden, waardoor het genot kan worden verlaagd of verminderd. Alle positieve leerredenen over geluk zijn niet veel meer waard als goede raadgevingen, die gewoonlijk het eene oor in- en het andere oor uitgaan. In de volgende regels willen wij de voornaamste grondslagen van een genotrijk leven bespreken. WONING. Eer men er toe overgaat, een woning, waarin men toch het vooruitzicht heeft een groot deel van zijn leven door te brengen, te nemen, moet men nauwkeurig nagaan, of: 1. de kamers luchtig zijn, hoog (minstens 3 Meter) en vrij van vocht, 2. de woning vrij van ongedierte en geheel zuiver is, 3. levenmakende werkzaamheden in het huis worden verricht, 4. de privaten volkomen in orde zijn, 5. goed en zuiver drinkwater aanwezig is, 6. hinderlijke en onwelriekende gassen en dampen in het huis zijn waar te nemen, 7. de slaapkamer voor twee personen minstens 40 kubieke meter lucht bevat. De eenmaal gekozen woning richte men voor zijn eigen behoeften in, niet voor kijklustigen. De woning mag geen museum en geen glazenkast zijn. In ieder geval were men de zoogenaamde salons en heerenkamers, waarvoor meestal de fraaiste en lichtste vertrekken worden uitgezocht, die dan maandenlang ongebruikt blijven of alleen voor vreemde lieden dienen. Bij de inrichting vergete men niet dat elegantie en gezelligheid heel goed te vereenigen zijn, doch niet luxe en opschik. De kenner wordt door den opschik teruggestooten en deniet-kenner kijkt de zaken volstrekt niet aan. Zooiets moet men aan joodsche parvenus overlaten. Men moet voorts in het oog houden, dat in de slaapkamer geen bladplanten worden neergezet. Men zorge steeds voor ventilatie; wie eens vroeg in den morgen na den nachtslaap in een ongeluchte woning is geweest, zal de bedorven lucht niet spoedig vergeten. Voorts bedenke men in het koude jaargetijde, dat frissche lucht spoediger wordt verwarmd dan oude bedorven lucht; daarom moet ook in den winter geregeld gelucht worden. De zuinige huisvrouw, die zulks niet gelooven wil, moet, met de thermometer in de hand en het horloge voor oogen, daarvan worden overtuigd. Haar vermeende zuinigheid is in dit geval even verkeerd, als het gebruik maken van zoogenaamde gelegenheidskoopjes. KLEEDING. De kleedercn van den man zoowel als die van de vrouw moeten voldoende wijd zijn, om de verschillende organen in hunne bewegingen niet te hinderen. Daarom moet worden gewezen op het nadeelige van het corset, van al te hooge staande boorden, te kleine schoenen enz. Naar gelang van het jaargetijde moet natuurlijk dunnere of dikkere kleeding gedragen worden. De hoofdbedekking mag altijd dezelfde blijven. Gewatteerde schoenen zijn om hygiënische redenen voor altijd verboden; zij bewerken juist het tegendeel van hetgeen er mede beoogd wordt. Waar zulks mogelijk is geve men steeds aan lichte kleederen de voorkeur boven de zwaardere. Zonder er nog van te spreken, dat het lichaam door het dragen van lichtere kleederen meer gehard wordt, heeft het ook een veel geringer gewicht te dragen, hetgeen bij tengere meisjes, wier schouders en heupen door de kleederen worden belast, van groote beteekenis is. Het lijfgoed moet per week tweemaal verwisseld worden, dewijl daarin door het zweet vergiftige uitscheidingsproducten geraken en op die wijze de mensch zich door zelfvergiftiging nare ziekten zou kunnen berokkenen. Wie niet weet, hoe vergiftig het uitgescheiden zweet en uitgeademde lucht zijn, neme de volgende proef: Hij ente een muis met het menschelijke zweet in, of geve het dier het speeksel, dat ieder mensch 's morgens bij het opstaan in den mond heeft. Het dier zal spoedig sterven. Of wel, hij zette een kanarievogel onder een glazen stolp, geve hem water en voeder, zoodat hem schijnbaar niets ontbreekt. Na circa 36 uren is de vogel dood, niet gestikt, zooals de meesten denken, doch vergiftigd, omdat hij dezelfde lucht, welke hij uitademde, genoodzaakt was weer in te ademen. SPIJZEN EN DRANKEN. Het is niet onverschillig welk voedsel men zijn lichaam geeft en wanneer men het geeft. Men moet bijgevolg op de goede hoedanigheid en de lichte verteerbaarheid der spijzen letten, bepaalde uren voor de maaltijden vaststellen en zich niet tot eten dwingen, wanneer daaraan geen behoefte wordt gevoeld. Gedurende het eten mag men niet veel drinken, men drinke liefst wel een uur voor en een uur na den maaltijd, aangezien elke vloeistof het maagsap verdunt en voor de spijsvertering minder werkzaam maakt. Men moet, om zoo te zeggen, eten met liefhebberij. Niet maar zoo „en passant," met de courant in de hand, als t ware alsof men een lastige machine van de noodige brandstof moet voorzien. Kauw uw eten goed, eet op uw gemak, opdat de voedingsmiddelen volkomen fijngemalen en goed met speeksel vermengd in de maag belanden en deze het werk vergemakkelijken. Daar de ondervinding heeft geleerd, dat de mensch zoowel vleeschspijzen als plantenkost verdraagt, zal men goed doen, indien men beide voedingsmiddelen in gelijke mate geniet, zoolang de strijd ten opzichte van het voordeel van het vegetarisme nog niet afgeloopen is. Een misbruik, hetwelk zich tegenwoordig, ten deele door domheid, gedeeltelijk door gewoonte, alom verbreid heeft, is het buitengewoon kruiden der spijzen, alsmede het geregeld alcoholgebruik gedurende den maaltijd. Dergelijke prikkelende middelen werden oorspronkelijk aangewend om de traag geworden spijsverteringsorganen op te wekken. Het is een zelfde middel, alsof men een oud en in elkaar gezakt karrepaard door zweepslagen tot opstaan en gaan dwingt. Voor een oogenblik helpt het. Doch de onherroepelijke instorting wordt er niet door voorkomen, maar enkel uitgesteld. Na het maal moet gij gaan staan, of wel duizend schreden gaan, zegt een oud spreekwoord. Het is juist, maar feitelijk mag men ook niet méér dan duizend schreden gaan. Flinke bewegingen, als marcheeren, turnen, zwemmen en baden, zijn na het eten nadeelig, ook het verrichten van geestelijken arbeid is schadelijk. Mede is het wegens het gevaar van een beroerte, niet raadzaam, zich onmiddellijk na een rijkelijken maaltijd aan het genot der liefde over te geven. Personen, die hetzij door hun beroep, of wel tengevolge van slapeloosheid en buitengewone nervoziteit genoodzaakt zijn. ook s nachts te eten, moeten nooit uit het oog verliezen, dat zij in een uitzonderingsgeval verkeeren en dus streng op de kwantiteit dienen te letten. WAKEN EN SLAPEN. De bekende schrijver en geneesheer Hufeland zegt: De ontrooving van den slaap doet de innerlijke en uiterlijke krachten snel verslijten en leidt tot een vroegtijdigen ouderdom, daarom moet degene, die zich niet den noodigen tijd tot slapen gunt of gunnen kan, zeer spoedig treurige gevolgen daarvan ondervinden. Aan den anderen kant, laat degene, die te veel slaapt zijn zenuwkracht verslappen, waardoor zijn zinnen worden afgestompt en hij den geheelen dag ontstemd, lui en prikkelbaar is. De normale duur van den slaap moet 6—7, nooit meer dan 8 uur zijn. Voor jonge lieden kan een weinig minder, voor oudere menschen wat meer aangenomen worden. Eveneens heeft de geestelijke arbeid minder behoefte aan een diepen dan wel aan een langen slaap. Daarentegen slaapt degene, diezwaren lichamelijken arbeid moet verrichten, het best kort maar diep. Na den slaap nog een uur, of misschien nog langer in bed blijven luieren, is een misbruik, dat al reeds door den verloren tijd gestraft wordt en bovendien niet zelden leidt tot geslachtelijke afdwalingen. Wanneer men over het algemeen moet gaan slapen en moet opstaan, hangt af van de speciale behoeften van elk individu, zoodat men daarvoor geen algemeenen regel kan vaststellen. De slaapkamer moet ruim, goed geventileerd en vrij van alle geuren zijn. Parfumeriën verwekken een opgewonden, onrustigen slaap met zware droomen, welke niet verkwikt. Het gebruik van een nachtlicht is te verwerpen. De natuur zelf toont aan, dat zoowel de mensch als het dier het best in donker slaapt. Evenwel moet men ten aanzien van zieken, zuigelingen, enz. in dit opzicht een uitzondering maken. Het bed mag niet te zacht, maar ook niet te hard zijn. Het gebruik van veerenbedden is, zooals meermalen betoogd werd, af te keuren. Het lichaam moet horizontaal uitgestrekt kunnen worden.Het gebruik van onderbedden, zoogenaamde plumeaux, is de werkelijke aanleiding tot vele ongesteldheden. Niet tevergeefs zegt Kant: het bed is het nest voor alle ziekten. Men heeft ter verkrijging van een diepen, gezonden slaap aanbevolen, het hoofd een zoo laag mogelijke ligplaats te laten innemen. Daar deze kwestie evenwel nog twijfelachtig is en vele personen het slapen zonder hoofdkussen volstrekt niet kunnen verdragen, kan men de beslissing dienaangaande zeer goed aan ieders eigen inzicht overlaten. MISBRUIK VAN HET GESLACHTSGENOT. De wederkeerige betrekkingen tusschen man en vrouw, moeten, zullen zij moreel zijn, steeds den stempel dragen van liefde, achting en wederzijdsch vertrouwen. Daar, waar deze kenmerken niet aanwezig zijn, moeten alle betrekkingen, onverschillig of zij door kerkelijke formaliteiten ingezegend zijn of niet, als onzedelijk beschouwd worden. Het misbruik van den bijslaap verzwakt in zeer korten tijd de krachten van den geest en van het lichaam. Eerst openbaart zich eene algemeene vermoeidheid, slapheid, zwakte en overprikkeling der zenuwen. Later volgen zenuwaandoeningen, hartkloppingen, flauwten, geheugenzwakte en toenemende vermagering. Zulks is in het bijzonder het geval bij personen, die zich bestendig aan zelfbevlekking overgeven, een ondeugd, welke in de groote steden bij de kinderen van beiderlei geslacht een bepaald ongelooflijke uitgebreidheid heeft. Men heeft getracht, door een zoo afschrikwekkend mogelijke beschrijving te geven van de ontzettende gevolgen enz. een moreele verbetering te verkrijgen. Doch men bereikte niet veel, dewijl de voortdurende ontsteltenis en de vrees voor toekomstige gevolgen veel ernstiger gebreken, als levenszatheid, melancholie, zelfs hysterie, voor den dag deed komen. Buitendien zijn de kenteekenen, welke bij jeugdige personen op zulke geheime zonden wijzen, niet altijd een onomstootelijk onfeilbaar bewijs. Hoe dikwijls verbergt zich onder het voorkomen van de bloeiendste jeugd een woesteling, die dagelijks driemaal of meer somatische handelingen verricht, terwijl een arme onbesmette jongen, bij wien zich de eerste verschijnselen van longtering voordoen, voor een verstokten zondaar gehouden wordt. Hoe dikwijls schrijft men de ruggemergtering, welke de zieke door een val of gevatte koude heeft opgedaan, aan dusdanige zonden der jeugd toe, terwijl men aan het eenige werkelijk opmerkenswaardige teeken en het eerste gevolg der zelfbevlekking, nl. het opschrikken uit den slaap of gedurende het inslapen, geen beteekenis hecht. Behalve een vermindering van geestkracht, verdwijnen van het geheugen, verzwakking van het gehoor en het gezicht (neurasthenie) zijn alle andere ziekten, welke aan de gevolgen van onanie worden toegeschreven, verdicht. Hetzelfde kan gezegd worden van het verkeer met het andere geslacht. Alle levende wezens zijn onderworpen aan de groote physiologische wet: De handeling, welke de soort vereeuwigt, doodt het individu. Wie derhalve de daad van voortteling verricht, geeft een deel van zijn leven, boet alzoo talrijke krachten in, die door andere worden vervangen wanneer hij zich lang genoeg onthoudt. Vele dieren sterven onmiddelijk na de paring. De mensch evenwel, wiens begeerten niet, zooals bij het dier, aan zekere tijden van het jaar gebonden zijn, heeft middelen gevonden om zich schijnbaar ongestraft aan de genietingen der liefde over te geven, die, zooals Mantagazza zegt, eigenlijk een premie en een soort vooruitbetaling zijn voor de smart en het verdriet, welke de nakomelingschap den ouders vast en zeker zal aandoen. De gevolgen van al te veelvuldig liefdegenot van den man zijn bekend. Bij de vrouw komen niet zelden speciale ziektegevallen voor (kanker in de baarmoeder, kanker in de borst, enz.) welke zich soms eerst na jaren, dikwijls ook onmiddelijk vertoonen. De moralisten hebben gelijk, wanneer zij deonkuischheid verbieden. Wat de geneesheer daaronder verstaat, hebben wij in de eerste regels van dit hoofdstuk bloot gelegd. Met ons is het zoo ver gekomen, dat wij in de fraaie maatschappij onder zonde alleen maar een zonde tegen het zesde gebod verstaan. Practiscli hygiënische en practiscli aesthetische wenken door JEANNE VAN HAANSBER(iEN met eene inleiding van I)r. A.K.W.ARNTZENIUS - /Vlet circa 1ÜÜ afbeeldingen, prijs f 1.75 ingen.; gebonden f 2.25 Uitgave van C.J.J. DALMEIJER te AMSTERDAM deVEREDELING VROUWELIJK LICHAAM van het Verkeerdc^houding. Juiste houding. De schrijfster van dit nieuwe werk slaat tegenover hetgeen reeds op dit gebied verschenen is dezen nieuwen weg in, dat n.1. haar werk uitsluitend op de vrouw is berekend en zij uit de praktijk van het dagelijksch leven de oorzaken aantoont, welkein het onderling verband tusschen lichaam en levenswijze hunnen verwoestenden invloed op de schoonheid van het lichaam der vrouw doen gelden. In begrijpelijken vorm legt de schrijfster aan de vrouwenwereld de mogelijkheid voor, hoe deze ondermijnende vijandige invloeden up de schoonheid door eigen initiatief met succes kunnen worden bestreden. Het schoonheidsideaal wordt verlegd naar het gebied der „bekoorlijke bevalligheid" en daarmede tevens naar de voordcelen van de aanpassing der bewegingen. Aan de hand van talrijke voorbeelden uit liet dagelijksch leven wijst de schrijfster er op hoe door onbekendheid met de natuurlijke voordeden van den lichaamsbouw de schoonheid der vrouw door verkeerd gebruik van het lichaam dag in dag uit wordt prijsgegeven aan het zich-zelf-leelijker-maken, doordat bij de eenvoudigste en meest alledaagsche levensverrichtingen en huiselijke levensverrichtingen en huiselijke bezigheden de aanpassingsvoordeelen over het hoofd worden gezien, welke de natuur zelve in den bouw van het lichaam heeft opgestapeld. Elk lichaamsdeel afzonderlijk wordt onderworpen aan een nauwkeurig onderzoek met betrekking tot zijn aanpassingsvoordeelen en zoowel de hygiënische als de schoonheidsgevolgen worden in het helderste licht gesteld; het gaan, staan, zitten, bukken, hoogreiken, de verhouding tusschen inspanning en rust, de gemakkelijkheid van houding en beweging, de ademhalingsfunctiën worden in hunne wisselwerkingen en in verband met het aankweeken der schoonheid aan een uitvoerige critiek onderworpen. De leelijke slapheid in tegenstelling tot de energie van het lichaamsrelief, de vet- en rimpelvorming, de verminkingen door beroepswerkzaamheden, het groote belang van de gelijke verdeeling van het lichaamsgewicht door middel van een schoonen gang worden grondig toegelicht. In het artikel, gewijd aan de algenieene ontwikkeling, wordt eene juiste handleiding gegeven voor het hooren en zien, voor het ontwikkelen eener schoone stem, tot het vormen van hetgeen de schoonheid tot haar recht doet komen en in het oog doet springen en bij de in ruimen zin opgevatte aesthetische plichten wordt de betrekking van het vrouwenlichaam tot de kunst en tot het behoud van de schoonheid van het ras uitgelegd. De hoofdtendenz van het boek is niet alleen kritiek te oefenen op het vrouwenlichaam van onzen tijd, maar ook een practische handleiding te geven tot verbetering van bestaande fouten. Deze handleiding wordt door rijk oefenings-materiaal en talrijke, opzettelijk voor dit boek vervaardigde afbeeldingen, ondersteund. Jeanne van Haansbergen.de bekende Haagsche Masseuse' van het Zweedsche Instituut voor Sehoonheidsgyninastiek, heeft dit belangrijke werk geheel aangepast voor de practijk en I)r. A. K. \V. Arntzenius, de bekende voorstander der Physical Culture en schrijver van ,,I)e verzorging van het uiterlijk voorkomen", belastte zich als medicus met het toezicht op de bewerking en heeft het van eene inleiding voorzien. r deVEREDELING van het VROUWELIJK LICHAAM Practisch hygiënische en practisch aesthetisehe wenken door JE ANNE VAN HAANSBEROEN niet eene inleiding van I)r. A K.W.ARNTZENIUS Verkeerde* houding. - /Vlet circa 100 afbeeldingen, prijs f 1.75 ingen.; gebonden f2.25 Uitgave van C.J.J. DALMEIJER te AMSTERDAM 'luiste houding. De schrijfster van dit nieuwe werk slaat tegenover hetgeen reeds op dit gebied verschenen is dezen nieuwen weg in, dat n. I. iiaar werk uitsluitend op de vrouw is berekend en zij uit de praktijk van het dagelijksch leven de oorzaken aantoont, welkein het onderling verband tusschen lichaam en levenswijze hunnen verwoestenden invloed op de schoonheid van het lichaam der vrouw doen gelden. In begrijpelijken vorm legt de schrijfster aan de vrouwenwereld de mogelijkheid voor, hoe deze ondermijnende vijandige invloeden op de schoonheid door eigen initiatief met succes kunnen worden bestreden. H.et schoonheidsideaal wordt verlegd naar het gebied der „bekoorlijke bevalligheid" en daarmede tevens naar de voordeden van de aanpassing der bewegingen. Aan de hand van talrijke voorbeelden uit het dagelijksch leven wijst de schrijfster er op hoe door onbekendheid met de natuurlijke voordeden van den lichaamsbouw de schoonheid der vrouw door verkeerd gebruik van het lichaam dag in dag uit wordt prijsgegeven aan het ziclw.elf-leelijker-maken, doordat hij de eenvoudigste en meest alledaagsche levensverrichtingen en huiselijke levensverrichtingen en huiselijke bezigheden de aanpassingsvoordeelen over het hoofd worden gezien, welke de natuur zelve in den bouw van het lichaam heeft opgestapeld. Elk lichaamsdeel afzonderlijk wordt onderworpen aan een nauwkeurig onderzoek met betrekking tot zijn aanpassingsvoordeelen en zoowel de hygiënische als de schoonheidsgevolgen worden in het helderste licht gesteld; het gaan, staan, zitten, bukken, hoogreiken, de verhouding tusschen inspanning en rust, de gemakkelijkheid van houding en beweging, de ademhalingsfunctiën worden in hunne wisselwerkingen en in verband met het aankweeken der schoonheid aan een uitvoerige critiek onderworpen. De leelijke slapheid in tegenstelling tot de energie van het lichaamsrelief, de vet- en rimpelvorming, de verminkingen door beroepswerkzaamheden, het groote belang van de gelijke verdeeling van het lichaamsgewicht door middel van een schoonen gang worden grondig toegelicht. In het artikel, gewijd aan de algemeenc ontwikkeling, wordt eene juiste handleiding gegeven voor het hooren en zien, voor het ontwikkelen eener schoone stem, tot het vormen van hetgeen de schoonheid tot haar recht doet komen en in het oog doet springen en bij de in ruimen zin opgevatte aesthetisehe plichten wordt de betrekking van het vrouwenlichaam tot de kunst en tot het behoud van de schoonheid van het ras uitgelegd. De hoofdtendenz van het boek is niet alleen kritiek te oefenen op het vrouwenlichaam van onzen tijd, maar ook een practische handleiding te geven tot verbetering van bestaande fouten. Deze handleiding wordt door rijk oefenings-materiaal en talrijke, opzettelijk voor dit boek vervaardigde afbeeldingen, ondersteund. Jeanne van haansbergen, de bekende Haagsche Masseuse van het Zweedsche Instituut voor Schoonheidsgymnastiek, heeft dit belangrijke werk geheel aangepast voor de practijk en I)r. A. K. W. Arntzenius, de bekende voorstander der Physical Culture en schrijver van „De verzorging van liet uiterlijk voorkomen", belastte zich als medicus met het toezicht op de bewerking en heeft het van eene inleiding voorzien. De eenige VOLLEDIGE, PRAKTISCH BRUIKBARE handleiding in de Nederlandsche taal voor het Magnetisme en Hypnotisme, === het Magnetisch Genezen, Telepathie, enz. — FLOWER'S SERIE IN PRIJS VERLAAGD! In plaats f 12.== tijdelijk verkrijgbaar voor slechts f 4.90 EEN UITVOERIG PROSPECTUS wordt op aanvraag gratis toegezonden. Deze VOLLEDIGE UITGAAE bestaat uit 5 dln. n.l.:l I. Handleiding voor het Persoonlijk^Magnetisme. II. Telepathie en (iedachtenlezen. III. Handleiding voor het Hypnotisme. IV. Magnetische Geneesmethoden. V. Handleiding voor het Zoïsme. Uitgaven van de Ve]reeniging voor Psychisch Ond|erzoek te Amsterdam. Met" gratis VREESBE DVVI NOK R en HYPNOCIRAAF -rrr^T-, SERIE | Dalmeijer's Serie „Help U Zelf" Hoe herwin en vermeerder ik mijn Levensener^ie? door Prof. RICH. J. EBBARD. De Weg tot Succes in zaken en in het dagelijksch leven door E. TOWNE en G. G. MILLAR. Hoe versterk ik mijn Wilskracht ? sdiappeii"van* het'ge^noè'Loor CHARLES GODFF^EyYeLA a"L' eige"~ Hoe versterk ik mijn Geheugen ? De kunst nimmer iets te vergeten door WILLIAM WALKER ATKINSON. Koe verkrijg ik Gezonde Hersenen en Frischheid van Geest ? door d'.'haTg e^Dr.'p'.'e. ^erwinninS va» ^ depressie van geest en ziel, Prijs van elk werk in cartonnen band f 1.50. ils Boek vXaMS™H"ReVUke'' wordt dezc Uitgave door Frans Netscher besproken ais „tsoek van de Maand en hierin o.a. gezegd: iPL. u'tSfvcr C- I-J-Dalmeijer is bezig een serie goedkoope, aardige en nuttige werkjes op de markt te brengen, die beoogen den mensch te leeren om zich zonder mUL yan anderen- maar geheel uit eigen initiatief en met eigen middelen, lichamelijk, zedelijk en geestelijk te ontwikkelen, 't Is als wilde d uitgever den menschen toeroepen Steun toch niet altijd op anderen, maar „Help u zelf", en dat kunt ge indien ge de manier en de methode om dat te doen slechts weet. Welnu, die zal' ik V, aa" de hand doe"' e" zal 11 'aten voorlichten door de beste deskundigen, de Meesters op ieder gebied. Gegrondvest op onloochenbare resultaten en bewerkt door mannen die jaren lang onderzoek aan de behandelde onderwerpen wijdden geven deze werkjes nieuwe methoden aan, verbazend zoowel door haren eenvoud als door nare resultaten. Oordeel der Pers. . . . . Ik kan over dit boek niets anders dan lof hebben . . . het bereikt zijn doel vol°"1®n' . „Stud. Weekbl." ....het is inderdaad een prijzenswaardig boekje. „De Bode", Org.v.d.Bond v. Ned.Ond. We kunnen de kennismaking er mee aanraden. „Dagbl. v. Z.-H. en 's Gr." Er staat zeer veel goeds in. pr ^ „ Zeker is dat dit boek tal van heilzame wenken en leefregels bevat. „De Zeeuw". Daar staat in dit boekje menig goede gedachte en goede raadgeving; 't is duidelijk en onderhoudend geschreven. „Amersf. Dagbl." Een lezer schreef naar aanleiding van „De Weg tot Succes": „Sedert ik uw boek gelezen heb en de beginselen daarin neergelegd in toepassing breng, komt ailes veel overvloediger tot mij dan ooit tevoren. Mijn zaken gaan beter, evenals mijn geest en lichaam. Nog nooit ben ik zoo snel ergens in vooruit gekomen als sedert ik uw leerling ben." Hoe word ik lichamelijk en geestelijk = frisch en gezond? = ■ ■ Door de RADIKAALKUUR zonder medicijnen uitgevonden door Dr. ALEX. HAIG, geneesheer aan het Metropolitan Hospi= tal en het Royal Hospital te Londen. Dr. Haig doet ons eene positieve methode aan de hand 0111 aan de hersenen hunne elasticiteit en daarmede aan het onmiddellijk uitvloeisel van de werkzaamheid der hersenen, onzen geest, hunne geheele spankracht als door toovermacht terug te geven. Wat alle geheugenleeren der wereld niet vermogen, wordt door deze methode spelend bereikt. „Bevrijd den bloedsomloop der hersenen van decollemie", roept Haig uit, „zoodai de drukking in het bloed vermindert, de polsslag versnelt en de urineafscheiding vermeerdert, dan verandert de geestestoestand als bij tooverslag, gedachten bliksemen op, het geheugen omvat alles, niets wordt vergeten, inspanning van lichaam en geest zijn een genot, de strijd om het bestaan een roem, al het goede, het onmogelijke zelfs, houdt men voor bereikbaar, tegenspoed glijdt op ons af als het water over den rug van een eend! In alles zijn wij de slaaf van den bloedsomloop der hersenen. De ontdekking van Dr. Haig, die de vrucht is van twintig jaren lang scherpzinnig onderzoek, heeft in de geheele medische wereld het g.ootste opzien gewekt; zijn werk over de oorzaken der ziekten is reeds vele malen snel na elkander herdrukt en zoo kort als de wetenschap door zijne opzienbarende ontdekking verrijkt is, heeft zij reeds heerlijke vruchten gedragen. Duizenden hebben door haar gezondheid en geluk teruggevonden en ook zullen duizenden door dit bock de gezondheid, waar zij zoozeer naar snakken, terugkrijgen. Want dit boek zal het publiek doen deelen in de zegep -gen van deze ontdekking, welke zonder dit boek zeker nog langen tijd het geheim der doktoren zou zijn gebleven. En daarom kunnen wij zonder overdrijving van de anticollemische radicaalkuur zeggen: MILL.IOENEN aan geld zullen door haar aan de lijdende menschheid worden bespaard ! M1LLIOENEN aan jaren zullen door haar aan de menschheid in haren levensduur worden toegemeten! Van dit kostbare boek is thans de nederlandsche uitgaaf verschenen, welke geheel volledig en in een sterken band slechts DRIE (iULDEN kost. Het is bij eiken boekhandelaar verkrijgbaar, zoomede bij den uitgever C. J. J. DALMEIJER te AMSTERDAM.