)ƒ" VERSLAG der COMMISSIE VOOR DE ONTVANGST van PRESIDENT ^KRUGER Vv. door 3) y DE SCHOOLJEUGD '/ TE AMSTERDAM OP DEN aoSTEN DECEMBER 1900. Mij. Stoomdr. v-h. Herdes & Co., RH -kade 18, Amst. A» 1) VERSLAG DER COMMISSIE VOOR DE ONTVANGST VAN PRESIDENT KRUGER DOOR DE SCHOOLJEUGD TE AMSTERDAM OP DEN 20STEN DECEMBER 1900. PRESIDENT KRUGER IN HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT. L. S.! De Commissie voor de ontvangst van President Kruier door de Schooljeugd meent, dat zij hare taak nog niet geheel heeft ten einde gebracht, vóór zij aan alle Dames en Heeren, die hebben bijgedragen tot het doen slagen der kinderbctooging in het 1'alcis voor Volksvlijt, een zoo mogelijk volledig verslag heeft gedaan van hare werkzaamheden, den staat der geldmiddelen en de eigenlijke betooging zelve. Aan alle scholen in Amsterdam, zoowel openbare als bijzondere, werd de U bekende uitnoodiging verzonden. Hierop kwamen in 210 aangiften tot deelneming, d.i. + 77 °/0. Het aantal kinderen, dat als gevolg dezer bijna algemeenc belangstelling van elke school kon worden toegelaten, was betrekkelijk gering. Toch bedroeg het totaal der uitgereikte kinder-insigncs 3468, welk getal het officieel vastgestelde verre overtrof. In 't begin had de Commissie met groote moeilijkheden te kampen. Zelfs vreesde zij een oogenblik het opgevatte plan te moeten laten varen, daar voor de kinderen aanvankelijk slechts eene plaats op straat te verkrijgen was. Na veel moeite is het echter mogen gelukken de U bekende plaats, het P. v. V., voor de kinderbctooging te verkrijgen, en daarmede tevens in het plan van ontvangst te worden opgenomen. De twee malen, dat de kinderen daar samen waren, is er, voor zooverre de Commissie weet, niet één wanklank gehoord. Voor de medewerking tot dit bij uitstek goed slagen betuigt de Commissie aan allen, die in het Paleis aanwezig waren, haren oprechten dank. Op de vraag der Commissie om kleine vrijwillige bijdragen der leerlingen kwam in bij den penningmeester ƒ 711,57. Hiervan is uitgegeven voor: oorkonde, portefeuille, gecalligrafeerde liederen (voor President Kruger), huur van het Paleis, orgelbespeling, drukwerk, porto's, bodeloon enz. cene som van f 487,59, zoodat er een voordeclig saldo is van f 223,08. Dit saldo terug te geven aan de schenkers is wel niet doenlijk. Daarom heeft de Commissie gemeend het te moeten storten in de kas der Zuid-Afrikaansche Verceniging, met het aangewezen doel het te gebruiken voor weduwen cn weczen van Amsterdammers, die in Zuid-Afrika sneuvelden. Dit doel, zoo meende de Commissie, lag het naast bij dat, waartoe het geld was geschonken. En nu de eigenlijke betooging. Staatspresident Kruger door de Amsterdamsche Schooljeugd begroet. t/ i/khh» cn overschoon moment van het bezoek, door den Staatspresident Kruger aan Amsterdam gebracht, was naar ieders getuigenis die liefelijke morgenure, ^ toen daar omstreeks 4000 leerlingen van alle soorten van scholen in de hoofdstad inet meer dan 400 onderwijzers en onderwijzeressen in het I'aleis voor Volksvlijt voor de tribune geschaard stonden om den cerbiedwaardigcn man te begroeten. De gcheelc verdere receptie leverde dien dag niets op, dat met deze echte kinderhuldc te vergelijken was. En hoe uitmuntend hebben de jongens cn meisjes zich daar gedragen. Met hoeveel geestdrift hebben ze gezongen; met hoeveel begcerigheid geluisterd. We zagen kinderen, wier bewogen gemoed zich uitte in tranen, die hunne oogen vulden. 1 loc ordelijk cn onbegrijpelijk snel waren ze verdwenen, toen ze het saluut hunner ziel hadden gebracht. Voorwaar zij rechtvaardigen het koesteren van de hope, dat uit den boezem van het opkomend geslacht nog het geroep om recht voor de verdrukte Zuid-Afrikaansche natie krachtig zal gehoord worden. liet had cene niet met onmiddellijk succes gekroonde worsteling gekost om voor het jeugdige volk tijd cn plaats te verkrijgen, om zich door den President te laten hooren. üe hoofdcommissaris van policie, die mede stem had in de beraadslagingen der gezamenlijke commissies, had aanvankelijk veel bezwaar voor de veiligheid der kinderen. En zoo zou dan cene plaats langs den weg de loopplaats van die duizenden geworden zijn met al de risico van koude en regen op zulk cenen Decemberdag. Maar gelukkig werd het anders besloten. En nu het alles voorbij is, zijn we verzekerd, dat niemand het betreuren zal tot het welslagen dezer zaak te hebben bijgedragen. De zaal, welker middenvak tot achteraan gevuld was, bood een treffend gezicht aan, toen de President kwart over tienen verscheen en op de tribune plaats nam, die reeds met honderden genoodigden gevuld was. Hoe werden de blikken der kinderen als gekluisterd door dc aanschouwing van den grijzen held, wien:; naam als in hun hart gegriffeld is. Daar trad de heer F. G. Meilink Pz., hoofd eener openbare school cn voorzitter der commissie voor deze zaak, naar voren, om den President den tekst der liederen te overhandigen. De Commissie had den heer H. G. Meijer opgedragen ze met kunstletters en toepasselijke leekeningen in een fraai album te schrijven, van welke opdracht hij zich uitmuntend gekweten heeft. Bij de overhandiging sprak dc heer Meilink aldus: „Hoogedelgestrenge Heer! De Amsterdamschc schooljeugd, de kinderen uit scholen van allen rang cn stand, van verschillenden godsdienst en richting, zij betuigen U hunne eerbiedige hulde. Aan U, den man, wiens gehecle leven is geweest één strijd voor de vrijheid en het recht, voor de onafhankelijkheid van uw volk. Dc geschiedenis van dezen jongsten oorlog, zij is den kinderen bekend als hun eigen geschiedenis. Zij hebben met U cn uw volk meegeleefd, gejuicht bij elke overwinning, smart gevoeld bij eiken tegenspoed. Onze geschiedenis, de strijd voor dc onafhankelijkheid, dien onze voorvaderen streden, zij treedt voor dc kinderen in helderder licht. De waardeering van het' lijden en strijden, ook van hun voorgeslacht, wordt inniger, wanneer zij hier aanschouwen den held, die gebogen is, maar niet gebroken; verlaten, maar niet alleen. Geve God U nog te zien uw volk vrij en onafhankelijk — een gelijke glorierijke uitkomst, als aan onze voorvaderen, bij een even roemvollen strijd. Wil aanhooren het lied, dat de gevoelens en wenschen van tienduizenden Amsterdamsche schoolkinderen voor U en de uwen vertolkt." De President zette zich neder. De heer L. J. de 1'ater, hoofd eener __Vincentiusschool te Amsterdam, gaf toen het teeken. De orgeltoon liet zich hooren. En daar klonk het frisch en krachtig, vol gloed en leven: (Wijze: Kent gij dat volk.) Wees welkom ons in Amsterdam, Gij zwaarbeproefde held! Wij juichten, toen de tijding kwam, Uw komst was vastgesteld. En dat wij thans met eigen oogen U, eerbiedwaardig man, Aanschouwen en_begroeten mogen, Daar trilt ons harte van. Daar trilt ons hart, Daar trilt ons hart, Daar trilt ons dankbaar harte van! Wij eeren U, zoo goed en groot, Die zooveel hebt_doorlecfd, En, ondanks al dien bitt'rcn nood, Naar recht en vrijheid streeft. Doe God, op Wien gij blijft vertrouwen, Die luistert naar 't gebed, U eens vol blijdschap nog aanschouwen: Uw vrije volk gered. Uw vrije volk, Uw vrije volk. Uw vrije, vrije volk gered! Strijd, als liet zijn moet, moedig voort, O volk van Hollandsch bloed, Tot eens de blijmaar word' gehoord, Met jubelgalm begroet: De vrijheid is Transvaal hergeven, De Vrijstaat is weer vrij! Doe God dien zegen U beleven, Leef, Kruger! vrij en blij! Leef, Kruger, leef, Leef, Kruger, leef, Leef, Kruger, leef; leef vrij en blij! (Woorden van den heer J. IIe sta.) Vervolgens kreeg de heer H. J. Eraous gelegenheid den President toe tc spreken, meer uit naam van dc onderwijzers en om ecne keurige oorkonde te overhandigen, door den heer T. van der Laars ontworpen en vervaardigd en geborgen in cene Iraaie portefeuille. Dc opdracht van deze oorkonde luidt: „Dc schooljeugd van Amsterdam begroet Z.I1.Édelgestrenge, den Staatspresident der Zuid-Afrikaansche Republiek, Stephanus Johannes Paulus Kruger, met de betuiging van eerbiedige hulde en een vurigen wensch voor dc vrijheid van zijn volk. Dc commissie: F. G. Meilink Pzn., President, P. van Socren, Secretaris, II. Hinse, G. Schutte, L. J. dc Pater, D. Vas Xuncs, II. ]. Kmous." Er naast staan de wapens van Transvaal, Oranje-Vrijstaat, Nederland en Amsterdam, benevens dc spreuken: Eendracht maakt macht, Vrijheid, geduld en moed, en Je maintiendrai. Het geheel, uitgevoerd in oud-Gothischcn stijl, is ingesloten door eene zeer bewerkelijke randversiering, en is voorzien van een zegel, vertoonende 't Koggeschip met het randschrift: „De Amsterdamsche schooljeugd, 1900", hangende aan een rood, wit en zwart koord, zijnde de kleuren der oud-Amsterdamsche vlag. De volgende toespraak ging aan dc overhandiging vooraf: „Hooggeëerde President der Z.-A. R. Vergun mij een enkel woord tot U, HoogEdelgestr. Heer, te richten namens dc honderden onderwijzers, die deze duizenden kinderen van Amsterdam hierheen geleid hebben, om U met ccne zangbedc te begroeten. Ook zij zeggen U dank, dat Gij hen hebt willen ontvangen. In hun onderwijs spreken zij van Willem van Oranje, den Vader des Vaderlands, wiens stervenskreet een gebed was voor zijn arm en ellendig volk, cn op U mogen zij wijzen als op eenen anderen Vader uws volks, die in den avondstond uws levens voor uw fel bestreden volk lijdt en bidt cn vast staat in het geloof, dat uit dc duisternis het licht zal dagen. Maar er is meer. Dc Hoogedele Rcgccring uwer vrije Republiek heeft den kring onzer Hollandschc onderwijzers vereerd met ook hen waardig te keuren aan de Christelijke, nationale opvoeding van dc kinderen uws volks mede te arbeiden. Daarvoor danken wij U. Meer dan vele Afrikaners hebt Gij ingezien, welk een sterke borstwering voor dc vrijheid cn onafhankelijkheid uws volks dc eigen taal moest zijn. Meer dan velen hebt Gij verstaan, dat, zoo er één volk was, waaruit Gij uwe eigene natie kondt versterken, dat ons Hollandschc volk moest zijn. Ons was dat ccne grootc cerc, maar het getuigde van uw ruim cn helder inzicht. En mogen dan dc namen van C. G. dc Jonge, II. A. Wolters, A. Willemse, J. C. Slebos en A. van Leersum hier niet genoemd worden, Hollandschc onderwijzers, die hunne toe- wijding aan tic zaak uws volks met hun bloed hebben bezegeld? En hoevelen hunner zuchten in krijgsgevangenschap, verre van hunne dierbaren gescheiden. Onze Vader des Vaderlands vond bij de vorsten der aarde geen steun. Maar hij had een verbond gemaakt met den Potentaat tier potentaten, den Heer der heeren. En welke vorsten ook doof mochten zijn voor uw roepstem voor uw mishandeld volk, Gij weet, dat de toegang tot den hoogsten Troon voor U open blijft. Gisteren hebt Gij gezegd, dat de boom van onderen opgroeit. 1 Iet rechtsbesef moet gewekt in de harten der volkeren. Hier is een jeugdig volk. Wees er van overtuigd, dat inde oogen van dit kleine volk het vertrapte, door het slijk gesleurde recht schooner schittert, dan het zegevierende onrecht. Sta mij toe, dat ik ter herinnering aan deze hulde onzer leerlingen U in hunnen naam deze oorkonde overhandig. God behoede uw land en volk. God make ook den Vrijstaat weder vrij. God geve aan alle Hollandsche Afrikaners een eigen regcering naar volksaard en volksbelang." Eu toen hieven de kinderen, wederom onder de leiding van den heer L. J. de Pater, tot slotlied aan de volgende coupletten van het WILHELMUS. (Wijze, zooals die voorkomt tn dc Kroningsliedcrcn, uitgegeven door dc V. t. V. v. d. V.) Mijn schild en mijn betrouwen Zijt Gij, o God, mijn Heer! Op U zoo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer; Dat ik toch vroom mag blijven, Uw dienaar t' aller stond; Dc tirannie verdrijven, Die mij het hart doorwondt. Lijdt u, mijn onderzaten, Die zijt oprecht van aard, God zal u niet verlaten, Al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, Bidt God nacht ende dag, Dat Hij mij kracht wil geven, Dat ik n helpen mag. Met de kreten „Leve Kruger! leve Steyn!" en een geestdriftig wuiven van doeken en petten, dat een alleraardigst tooneel aanbood, eindigde deze schoone kinderhulde. Daar richt zich de President, die onbeweeglijk, met ernstig gerimpeld gelaat, in zijn armstoel zittend, de handen op de borst gevouwen, had toegeluisterd, plotseling en met levendigheid van zijnen zetel op. De kloeke gestalte verhief zich en eene doodsche stilte verving het gejubel. Welk een heerlijk, onvergetelijk oogenblik is dat voor de jeugd geweest. De grijze worstelaar voor vrijheid en recht, de man, die nog niet wankelt, staat daar voor eene overgroote schare van kinderen, die geen woord willen verliezen. „Lieve kinderen", zoo ving hij aan, „ik wil maar een paar woorden tot u zeggen. Mijn oogen zijn in den laatsten tijd vooral op de jeugd gevestigd. Want voor u, kinderen, is de toekomst. Maar, lieve kinderen, dan moet gij aan Gods Woord vasthouden. Het is goed, dat. gij kennis en wetenschap verkrijgt en dat gij ontwikkeld wordt, maar gij staat daarbij voor Gods aangezicht; gij moet op het Woord Gods staan. Als gij alleen maar wetenschap leert en niet steunt op het Woord, dan zijt gij niets dan een onvernuftig beest, dat zijn Schepper niet kent. De godsdienst moet niet ter zijde gesteld worden. Alle wetenschap en al wat gij leert, moet gij leeren in Gods naam. Als ik mijn oog- op Gods Woord sla, dan is er voor mij en mijn volk een gebaande weg. Dan zie ik, dat alle dingen in de toekomst medewerken ten goede. Als gij dat ook doet, dan is dat ook alzoo voor u. Dan wijst u de Heer van stap tot stap den weg. Nu zijn er onder u verschillende secten. Maar vergeet niet, dat gij elkander moet liefhebben en elkaar niet nioogt haten. Niet alleen de Christenen, maar ook de Joden, want al zijn ze vijanden, wat het Evangelie aangaat, toch zijn zij beminden om der vaderen wil. Gij moet leeren Gods Woord te verstaan, opdat gij bij alle verschil toch één zijt in de liefde. Wandelt dan in de liefde van Christus. De liefde bindt, de liefde trekt, de liefde hoopt, de liefde houdt samen, de liefde bedekt, de liefde is lankmoedig, de liefde is verdraagzaam, de liefde is goedertieren. Zijt dan één in de liefde Gods en de vreeze des Heeren. Gij moet Gods Woord leeren verstaan. Lieve kinderen, wat gij ook in de wereld doet, hetzij dat gij eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het alles ter eere Gods. Dan zal de Heer over u lichten en u steunen. Ik heb gezegd." Met krachtige, luide stem had de President deze woorden gesproken. Blijkbaar was hij diep getroffen, maar de vastheid van stem liet nauwelijks raden, dat hij eenige aandoening overwonnen had. Maar een levendig, vurig gejuich dankte hem voor de eere, der Amsterdamsche schooljeugd door hem gebracht. Zij heeft deze groote, historische figuur, wiens naam en zaak nog eens de wereld in vlam kunnen zetten, mogen zien en hooren. Zij borst los in gejuich. Een handbeweging van den President drukte zijn dank nog eens uit. Uit het midden der schare werd een toon ingezet, die onmiddellijk weerklank vond. Het machtige orgel viel bij. En daar ruischte de zegenbede door de hooge zaal: „Dat 's Heeren zegen op U daal!" En daarop gaf dc leider het teeken ten afscheid. Verwonderlijk snel en ordelijk verwijderde zich toen de jeugdige schare. liet was een schoone morgeiiure geweest. Later in den morgen liet zich de President nog een der Commissie leden voorstellen om zijnen dank uit te spreken.