Terug tot het Ambt. INTREE-REDE ■: VAN G. W. MELCHERS, predikant bij de Ned. Hervormde Gemeente te U R S E M, uitgesproken op 23 Augustus 1908. Alkmaar N.V. Boek- en Handelsdrukkerij, voc HERMs. COSTER & ZOO] 1 9 0 8. l Alkmaar N.V. Boek- en Handelsdrukkerij, voorheen HERMs. COSTER & ZOON. 1 9 0 8. Gezang 242:1. Lezen Matt. 7 12—21 en 24—27. Tekst: 1 Corinthe 2:1, 2 & 5: En ik, broeders, als ik tot U gekomen ben, ben niet gekomen met uitnemendheid van woorden of van wijsheid u verkondigende de getuigenis Gods. Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder U dan Jezus Christus en dien gekruisigd opdat Uw geloof niet zoude zijn in wijsheid der menschen maar in de kracht Gods. Ie Tusschenzang. Psalm 25:6 en 7. M. H. Het behoeft voorzeker geen betoog dat de u voorgelezen tekstwoorden zijn gekozen met het oog op de plechtigheid van hedenmiddag en dat mijne keuze bepaald werd door het feit dat ik. na voor 9V2 jaar mijn ambt te hebben nedergelegd er thans weder toe terugkeer. Evenzeer zal het U duidelijk zijn dat wat ik te zeggen heb, om voor de hand liggende redenen, onvermijdelijk een persoonlijk karakter draagt. Ook meende ik goed te doen door, in afwijking van mijn gewoonte, mijne rede vooraf op schrift te brengen. In deze tekstwoorden neemt de apostel Paulus met beslistheid stelling tegenover verschillende stroomingen, die in de doorhem gestichte Corinthische gemeente zijn opgekomen, tot allerlei twisten aanleiding hebben gegeven en met het gevaar van scheuring dat van ondergang der jeugdige gemeente met zich brachten. De wijze, waarop Paulus zijn, van dat der anderen onderscheiden, standpunt teekent is er tevens de aanbeveling van. Hij neemt ineens en zonder dralen of omwegen de maatstaf, die beslissend is. Hij zoekt zijn kracht niet in hooge woorden of menschelijke wijsheid, maar wil van niets anders weten dan van Jezus Christus en dien gekruisigd. Hij laat niet toe dat de waarde van het door hem gepredikte Evangelie gemeten wordt naar den naam van wie bet predikt. Boven Paulus, Apollos en Cefas staat de gekruisigde Christus, dien zij prediken. Buiten z ij n gezag kent hij geen ander. Zóó alleen acht hij het mogelijk dat het geloof der Corinthiers duurzaam zij. Het moet niet berusten op beweeglijke woorden van menschelijke wijsheid maar op de kracht Gods, waarin Paulus getuigd heeft en waarvan alleen te verwachten is dat zij aan de duurzaamheid van het geloof der Corinthiers zal ten goede komen. Zoo intusschen grijpt Paulus over de meeningsversehillen heen naar die diepere bron van geestesleven, die men het geweten noemt en maakt hij van wat als verstandszaak werd beschouwd een gewetenszaak. Bat lijkt oppervlakkig gezien van Paulus wat onhandig. Van hem, die aan Gamaliel's voeten had gezeten, van de lippen van dezen geleerden rabbijn de wijsheid der joodsche theologie had opgevangen, die in de godsdienstige twistgesprekken, tot zijn theologische opvoeding behoorende, geleerd had spitsvondig te onderscheiden en alle gaven van verstand en vernuft aan te wenden, van hem had men kunnen verwachten, dat hij in het gebruik van woorden van menschelijke wijsheid in geen geval voor Apollcs of Cefas het veld had geruimd. En het doet weldadig aan te vernemen dat hij juist niet zijn kracht zal zoeken in die kennis en bekwaamheden, waarin hij, de dogmatisch geschoolde, ongetwijfeld van al zijne medeapostelen de meerdere was. Wij zouden zoo geneigd zijn te zeggen dat als iemand kans had gehad daarmede succes te hebben, het juist Paulus was. En men zou zich kunnen afvragen of Paulus niet aldus het verwijt verdiende een of vele zijner talenten renteloos in den akker te begraven. Bat Paulus dat niet doet bewijst echter dat voor hem het geloof in den gekruisigden Christus niet in de eerste plaats een zaak van het verstand is, al mogen wij aannemen dat zijn overgang van het Jodendom tot het Christendom niet buiten zijn verstand is omgegaan. Hoe het gegaan is? Be berichten, die ons op die vraag antwoord zouden kunnen geven zijn schaarsch, maar we mogen op grond van wat we weten wel aannemen dat Saulus, de vurige Farizeër, voorzeker uit oprechte liefde voor zijn volk, diens geloof en diens toekomst, de volgelingen van Jezus den gekruisig- «le vervolgende, zich op