Een iegelijk die prijs stelt op het behoud van een gezond ichaam abonneere zich op, of bestelle losse nummers van de Grceestondigg CccKgboeKjes door Dr. J. SCHRIJVER Arts te Amsterdam. GEAUTORISEERDE Nederlandsche bewerking van DE „BIBLIOTHEK DBB 6ESUMDHMT8PFLEGK" DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES , bedoelen het beschaafd publiek voor weinig geldeenreksvwdc^ta geschriften te bezorgen, waann op beknopte, duidelijke wijze den bouw en samenstelling van het menschelqk lichaam en zgn organen wordt uiteengezet DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES • lijn, met gebruikmaking van de nieuwste ervaringen en onderzoekingen op 't gebied der hygiëne, allen geschreven door wetenschappelllke autoriteiten van den eersten rang, de specialiteiten op ieder gebied. DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES j v willen niet bij ziekte voor den arts in de plaats treden, doch gaan uit van de stelling dat voorkomen Deter aan gconui «. nranrctrttimtnv t rririTRDr.K TFS VE> Ubntiliil&unuiub ——j—— \ alk «mtc rtn ppn en lr p. Ie hebben een omvang van 1003150 mauzijucu — V"'"VJT~1 uitzondering na, allen geïllustreerd, sommige nrs. m a i3kleuren. DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES . .V. _ kosten per nummer slechts Co cent» Ingenaaid, of 90 cent» gcbonaon in keurig linnen bandje. _ . Men kan ook ineens inteekenen op de geheele ie serie van 10 nrs. In d« complete ie reeks is verschenen: L De zorg ▼oor onze gewondheid In t dagelflkseh leven door Prof. Dr. t. orth (Directeur van t instituut voor pathologische anato mie der Universiteit te Berlgn) en Prof Dr. E Grawitz (Geneesheer-Directeur van het stedelijk ziekenhuis te Charlottenburg). D. De Hygiëne der Longen in gezonden $*£ Prot. Dr. L. von Schröttkr (Directeur van de Medische Kliniek der Urn versiteit te Weenen). Met 9 illustraties. HL Sexueele Hygiëne voor Mannen (Directeur van 't Hygiënisch Instituut der Universiteit te München). Met 2 gekleurde platen. , , IV. Gezonde Kleeding door Prot Dr H. Jakgkr (H^gleera^ inde Hygiëne aan de Universiteit te Straatsburg). Met meer dan 80 illustraties in en buiten den tekst. V De Zorg voor om ülterl«k door Dr. E. RntCB (Privaat-docent voor huidziekten aan de Universiteit te Leipiig). Met 10 illustraties, voor t meerendeel buiten den tekst VI De hygiëne van Neus. Keel on Strottenhoofd in gezonden en zieken toe.tand, door Dr D. NzUMAYKBjPnvaat docent voor keelziekten aan de Universiteit te München). Met 4 illustraties. VIL De Hygiëne van het Zenuwleven In gezonden en zieken toestand, door Prof. Dr. A. Forïl te Chigny. Met 14illustraties Vin. De ziekten der Stofwisseling, door Prof. Dr. A. DiNMOte Stuttgart. Met 6 illustraties in den tekst. IX. Hoo w« door Licht, Lucht en Gymnaetiek gezond kannen blflven, door Dr. P. Jaïhschky. Met 7 ülustraUes. X Het ontstaan en voorkomen van Lichamelflke Misvormingen, door Prof. Dr. F. Lange en Dr. J.Trumpp. Metmeer dan 80 illustraties. HOLLANOIA-DRUKKERIJ TE BAARN Serie V. No. 8. Per Serie CIO m».) i *— Alk. mm f 0.40 „PRO tn CONTRA" Betreffende Vraagstukken van Algemeen Belang - - TWEEËRLEI MORAAL Pro: E. KEMPE te 's-Gravenhage. Contra FELIX ORTT Redacteur van „De Vrije Mensck" te Soest. BAARN HOLLANDIA-DRUKKERIJ 1909 Een iegelijk die prijs stelt op het behoud van een gezond ichaam abonneere zich op, of bestelle losse nummers van de GmegsHandige fotoboekjes door Dr. J. SCHRIJVER Arts te Amsterdam. GEAUTORISEERDE Nederlandsche bewerking van DE „BIBLIOTBEK DEB GESimDBEITSPFLEGE" DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES bedoelen het beschaafd publiek voor weinig geld een reeks van degelijke geschriften te bezorgen, waarin op beknopte, duidelijke wijze den bouw en samenstelling van het menschelijk lichaam en zijn organen wordt uiteengezet. DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES «. zijn, met gebruikmaking van de nieuwste ervaringen en onderzoekingen op 't gebied der hygiëne, allen geschreven door wetenschappelijke autoriteiten van den eersten rang, de specialiteiten op ieder gebied. DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES willen niet bij ziekte voor den arts in de plaats treden, doch gaan uit van de stelling dat voorkómen beter dan genezen is. DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES hebben een omvang van 100 a 150 bladzijden elk, en zijn, op een enkele uitzondering na, allen geïllustreerd, sommige nrs. in 2 k 3 kleuren. DE GENEESKUNDIGE LEEKEBOEKJES kosten per nummer slechts 60 cents ingenaaid, of 90 cents gebonden in keurig linnen bandje. Men kan ook ineens in teekenen op de geheele ie serie van 10 nrs. In de complete ie reeks is verschenen: I. De zorg voor onze gezondheid in 't dagelijksch leven door Prof Dr. J. orth (Directeur van t instituut voor pathologische anato mie der Universiteit te Berlijn) en Prof Dr. E Grawitz (Geneesheer-Directeur van het stedelijk ziekenhuis te Charlottenburg). n. De Hygiëne der Longen in gezonden en zieken toestand, door Prot. Dr. L. von Schrötter (Directeur van de Medische Kliniek der Universiteit te Weenen). Met 9 illustraties. III. Sexueele Hygiëne voor Mannen door Prof. Dr. Max Gruber (Directeur van 't Hygiënisch Instituut der Universiteit te München). Met 2 gekleurde platen. IV. Gezonde Kleeding door Prof. Dr. H. Jaeger (Hoogleeraar inde Hygiëne aan de Universiteit te Straatsburg). Met meer dan 80 illustraties in en buiten den tekst. V. De Zorg voor ons Uiterlflk door Dr. E. Riecke (Privaat-docent voor huidziekten aan de Universiteit te Leipzig). Met 10 illustraties, voor 't meerendeel buiten den tekst. VI De hygiëne van Neus, Keel en Strottenhoofd in gezonden en zieken toestand, door Dr D. Neumayeb (Privaat docent voor keelziekten aan de Universiteit te München). Met 4 illustraties. VII De Hygiëne van het Zenuwleven in gezonden en zieken toestand, door Prof. Dr. A. Forel te Chigny. Met 14illustraties Vin. De ziekten der Stofwisseling, door Prof. Dr. A. DENNiGte Stuttgart. Met 6 illustraties in den tekst. IX Hoe wfl door Licht, Lucht en Gymnastiek gezond kunnen blijven, door Dr. P. Jaerschky. Met 7 illustraties. X. Het ontstaan en voorkomen van Lichamelijke Misvormingen, door Prof. Dr. F. Lange en Dr. j. Trumpp. Met meer dan 80 illustraties. HOLLANDIA-DRUKKERIJ TE BAARN Serie V. No, 8. Per Serie (10 BW.) 1 8— Aiz. nrg f 0.10 „PRO en CONTRA" Betreffende Vraagstukken van Algemeen Belang - - TWEEËRLEI MORAAL Pro: E. KEMPE te 's-Gravenhage. Contra FELIX ORTT Redacteur van „De Vrtje Mensch" te Soest. BAARN HOLLANDIA-DRUKKERIJ 1909 De Ie Serie bevat: i. Neo-Malthusianisme (Pro: Dr. J. M. van 't hoff; Contra: Dr. H. Pinkhof); 2. Besmetiei^khetd van Tuberculose (Pro: Dr. m. W. Pijnappfl; Contra: Prof. Dr. A. P. Fokker); 3. Vegetarisme (Pro: B. Sybrandy; Contra: Dr. J. Schrijver); 4. Het Mtnistene-Kuyper (Pro: Prol. Mr. Anne Anema; Contra: Mr. J. Limburg); 5. Vereenvoudigde Spelitxg (^ro: Dr. J. B, Schepers; Contra: Dr. T. D. Detmers); 6. Hei Vrije HuweIjjk (Pro: W. Hamburger; Contra: Mr.H.Vbrkouteren); 7. Vtvuectu (Pro: Dr. H. J. L. Struycken ; Contra: Felix Ortt); 8. Geheelonthouding (Pro:Ds. A. W. van Wijk; Contra: G. Oosterbaan); 9. Hei Ondersoek naar het Vaderschap (Pro: Prof. Mr. W. L. P. A. Molengraapf; Contra: Jhr. Mr. W. F. RochüSSEN); 10. Aansluümg bü de Bemer-Conver.tu (Pro: Herman Robbers ; Contra: J. H. Kok.) In de Ile Serie verscheen: i. Thecsophte (Pro: W. G. Reedeker; Contra: Dr. H. M. van Nes); 2. Homoeopathu (Pro: Dr. A. C. A. Hoftman; Contra: Dr. H. Pinkhof); 3. Spirttunu (Pro: J. S. Gobel: Contra: Dr. A. J. C. Snijders); 4. Reglementeertng der Prostitutie (Pro: Dr. W. H. Mansholt; Contra: E. A. Keuchenius); 5. Hei recht van Werkstaking (Pro: Jos. Loopuit; Contra: Jhr. Mr. H. Smissaert); 6. Vrouwenkiesrecht (Pro: W. Wijnaendts Francken-Dyseinck; Contra: Mr. Arnold Levy); 7. Staatspensumeenng(Pro: G. L. Janssen; Contra: Mr. Dr. H. S. Veldman); 8. De Moaem-Godsdienstige rtchtmg (Pro: Proi. Dr, H. Oort; Contra: Dr. Ph. j. Hoedemaker); 9. Vrijhandel (Pro: Dr. D. Bos; Contra: J. van Dusseldorp A.Mzn.); 10. Lijkverbranding (Pro: Dr. C. J. Wijnaendts Francken; Contra: Ds. H. J. E. Westerman Holstijn). In de Ille Serie verscheen: 1. De Genestngen te Lourdes (Pro: Dr. A. C. A. Hoftman; Contra: Dr. J. Borst); 2. Staatsexploitatie van Spoorwegen (Pro: U. G. Schiithuis; Contra: Jhr. Mr. H. Smissaert); 3. „Evclutte" (Pro:Dr. P. G. Buekers; Contra: Prof. Dr. H. Bavinck); 4. Militarisme (Pro: Jhr. F. A. G. Beelaerts van Blokland; Contra: Dr. Louis A. Bahler); 5. Het Recht aer Vrijzinnigen in N. H. Kerk (Pro: Prof. Dr. B. D. Eerdtnans: Contra: Dr. J. Slotemaker de Bruine); 6. Christen-Socialisme (Pro: Ds. D. A. van Krevelen; Ccotra: Jos. Loopuit); 7. Neutraal Onaewuijs (Pro: Th. M. Ketelaar; Contra: J. B. du Buy); 8. Doodstraf (Pro: Prot. Mr. D. P. D. Fabius;.Contra: Prof. Mr. D. Simons); 9. Vrijmetselarij (Pro: Dr. W. Zuidemp; Contra: Jac. P. van Term); 10. Celstraf (Pro: Prof. Mr. J. Domela Nieuwenhuis; Contra: Dr. H. van der Hoeven Jr). In dc IVe Serie verscheen: I. Het Zionisme (Pro. Mr. S. Franzie Berenstein'; Contra: A. B. Davids). 2. HeiRooker. (Pro: Firma A. Hillen• Contra: Dr. Ch. Bles). 3. Midden-Europeesche Tijd (Pro: Dr. A. A. W. hubrecht; Contra: A. G. boissevain). 4. Levensverzekering (Pro: Mr. j. van schbvichaven; Contra: Ds. R. j. v. D, Meulen). 5. De Repubttkeinsche Schooi (Pro: A. Roukema Hzn.; Contra: W. 't Hooft.) 6. Verliooging van Accijns op Gedistilleerd (Pro: H. Heetjans; Contra: j. W. v. d. Willigen.) 7. Schoolartsen (Pro: G. Ocsterbaan; Contra: P. Goedhart). 8. Het Marxisme (Pro: Dr. A. Pannekoek ; Contra: Prof. Mr. M. W. F. Treub). 9. Gedwongen Wtnkeisiuihnf; (Pro: M. H. G. Th. Fiedeldy Dop; Contra: s. Deenik). 10. Co'operatie. (Pro: j. G. keesing; Contra: j. j. poortier). In de Ve Serie verscheen reeds: 1. Hypnotisme in ae Geneeskunde (Pro: Dr. A. w. van renterghem; Contra: Dr. A. C. A. hoffman). 2. Anarchisme (Pro: F. Domela Nieuwenhuis; Contra: Dr. J. van Leeuwen). 3. Geslachtelijke Voorlichting (Pro: Mevr. M. wlbaut; Contra: Arts. L. Nathans). 4. Recht van OoriogsverkUiring der Staten-Generaal (Pro: E. kempe; Contra: Henri van der mandere). 5. Groepsvertegenwoordigmg{Pro: w. F. detiger; Contra: H. spiekman). 6 .Kunst aan het Volk (Pro: Mr. FranscoenenJr.; Contra: Corn. Veth). 7. Vaccinatie (Pro: Dr. H. sterneberg; Contra: vvwmid. v>ukjn. vk Joh. p. Schouten). BROCHUREN-REEKSEN „Het doel dezer uitgaven: de verbreiding van degelijke kennis op allerlei gebied in een vorm die onder het bereik valt van alle beurzen". "PRBda^X CONTRA" ^treffende Vraagstukken van Algemeen p , . Per nr- f °-40. Per serie van 10 nrs. (bij inteekening) f 3. „LEVENSVRAGEN". Een brochurenreeks voor allen die in den Geestesstnjd onzer dagen belang stellen. Per nr. f 0.40 Per serie van 10 nrs. (bij inteek.) f 3.— „KERK EN SECTE", beschreven door de eigen Vertesjenwoordigers. Redacteur: Prof. Dr. S. D. van Veen. Per nr. f 0.40; per serie van 10 nrs. (bij inteek.) f3. „PAED AGOGISCHE VLUGSCHRIFTEN" voor Ouders en Opvoeders. Redacteuren: Jan LiGTHART en R. CASIMIR er nr. t 0.40; per serie van 10 nrs. (bij inteek) f3 ™ "^kkebs" Dr-A-H-»Hr°° 7 D "er nr. f 0.40 Per serie van 6 nrs. (bij inteekening) f2 "BBDBLUKE «ODSDIESST" Geschriften voor tenbond ™" Commissle ™> wegt den Ned. Protestan„ Per nr. f 0.40 rer serie van 10 nrs. (bij inteekenincr) f3 „UIT' ONZEN BLOEITIJD". Schetsen van het leven onzer Vaderen in de XVIIe Eeuw. Redacteur: Prof. Dr. S. D. van Veen Ier nr. f 0.40; per serie van 10 nrs. (bij inteek.) f 3.— „LOTUS-SERIE". Theosophische Handboekjes. Per nr. f0.40 Per serie van 10 nrs. (bij inteekening) f3 — „ONZE POLITIEKE PARTIJEN", beschreven door hare eigen Vertegenwoordigers. iVr " , _ Compleet in 9 stukken f 3.—. Compleet gebonden f 3.50 „BIJGELOOF UIT ALLE TIJDEN" door F. S Knip scheer. Geïllustreerd naar oude prenten. Per „r f o c0 Compleet in 5 stukken f 2.—. Compleet gebonden f 2.40 de^LLVrNü!/-DluSER.JUirEirrPK,°S op Verschenen : Vaccinatie en hare Bostrnders door E. VAN DIEREN Arts te Amsterdam Prijs gecartonneerd f 2.— De Ie Serie bevat: i. Neo-Maltkusianume (Pro: Dr. J. M. van 't Hoff; Contra: Dr. H. Pinkhof); 2. Besmetteifkhetd van Tuberculose (Pro: Dr. M. W. PijnapffL; Contra: Prof. Dr. A. P. Fokker); 3, Vegetarisme (Pro: B. Sybrandy; Contra: Dr. J. Schrijver); 4. Het MinistentKuyper (Pro: Prof. Mr. Anne Anema; Contra: Mr. J. Limburg); 5. Vereenvoudigde SptlUxg (Pro: Dr. J. B, schepers; Contra: Dr. T. D. Detmers); 6. Hei Vrt/e Huwetyk (Pro; W. Hamburger; Contra: Mr.H.Verkouteren); 7. Vrinsectie (Pro: Dr. H.J.L. Struycken; Contra: felix ORT1'); 8. Geheelonthouding (Pro:Ds. A. W. van Wijk; Contra: G. OoSTERBAAN); 9. Hei Ondersoek naar het Vaderschap (Pro: Prof. Mr. W. L. P. A. MolEiCGRAAFF; Contra: Jhr. Mr. W. f. rochussen); 10. Aansluütng bij de Bern-er-Conventie (Pro: herman Robbers ; Contra: J. H. Kok.) In de Ile Serie verscheen: 1. Thecsophte (Pro: W. G. Reedeker; Contra: Dr. H. M. van Nes); 2. Homoeopathte (Pro: Dr. A. C. A. Hoftman; Contra: Dr. H. Pinkhof); 3. Spiritisme (Pro: J. S. Göbel; Contra: Dr. A. J. C. Snijders); 4. Reglementeering der Prcstitutu (Pro: Dr. W. H. Maasholt; Contra: E. A. Keuchenius); 5. Het recht van Werkstaking (Pro: Jos. Loopuit; Contra: Jhr. Mr. H. Smissaert); 6. Vrouwenkiesrecht (Pro: W. Wijnaendts Francken-Dyseinck; Contra: Mr. Arnold Levy); 7. Staatspensioneenng(Pro: G. L. Janssen; Contra: Mr. Dr. H. S. Veldman); 8. De Moacrn-Godsdienstige iichUng (Pro: Prof. Dr, H. Oort; Contra: Dr. Ph. j. Hoedemaker); 9. Vrijhandel (Pro: Dr. D. Bos; Contra: J. van Dusseldorp A.Mzn.); 10. Lijkverbranding (Pro: Dr. C. J. Wijnaendts Francken; Contra: Ds. H. J. E. Westerman Hoistijn). In de Ille Serie verscheen: 1. De Genezingen te Lourdes (Pro: Dr. A. C. A. Hoflman; Contra: Dr. J. Berst); 2. Staatsexploitatie van Spoorwegen (Fro: U. G. Schijthuis; Contra: Jhr. Mr. H. Smissaert); 3. „Evolutie" (Pro .Dr. P. G. Buekers; Contra: Prof. Dr. H. Bavinck); 4. Militarisme (Pro: jhr. F. A. G. Beelaerts van Blokland; Contia: Dr. Louis A. Bahler); 5. Het Recht aer Vrijzinnigen in N. H. Kerk (Pro: Prof. Dj. B. D. Eerdmans: Contra: Dr. J. Slotemaker de Bruine); 6. Christen-Sociaiisme (Pro: Ds. D. A. van Krevelen; Centra: Jos. Loopuit); 7. Neutraal Onaetvuijs (Pro: Th. M. Ketelaar; Contra: J. B. du Buy); 8. Doodstraf (Pro: Prof. Mr.D. P. D. Fabius; Contra: Prof. Mr. D. Simops); 9. Vrijmetselarij (Pro: Dr. W. Zuidem?; Contra: Jac. P. van Term); 10. Celstraf (Pro: Prof. Mr. J. üomela Nieuwenhuis; Contra: Dr. H. van der Hoeven Jr). In de IVe Serie verscheen: i. Het Zionisme (Pro. Mr. S. franzie Berenstein'; Contra: A. B. Davids). 2. HetRooken (Pro: Firma A. hlllen: Contra: Dr. Ch. Bles). 3. Midden-Europcexche Tijd (Pro: Dr. A. A. W. Hubrecht; Contra: A. G. BoiSSEVAIN). 4. Levensverzekering (Pro: Mr. J. van schevichaven; Contra: Ds. R. J. v. d Meulen). 5. De Repubitketnsche Schoot (Pro: A. Roukema Hzn.; Contra: W. 't Hooft.) 6. Verhoging van Accijns op Gedistilleerd (Pro: H. heetjans; Contra: J. W. v. d. willigen.) 7. Schoolartsen (Pro: G. Oc ster baan ; Contra: P. Goedhart). 8. Het Marxisme (Pro : DR. A. PannEKOEK ; Contra : Prof. Mr. M. w. F. treub). 9. Gedwongen Wmkeisiuitmg (Pro: M. h. G. Th. FlEDELDY Dop; Contra: S. Deenik). 10. Coöperatie. (Pro: J. G. Keeseng; Contra: J. J. Poortier). In de Ve Serie verscheen reeds: 1. Hypnotisme in ae Geneeskunde (Pro: Dr. A. W. van Rentekghem; Contra: Dr. A. C.A. Hoffman). 2. Anarchisme (Pro: F.DomelaNieuwenhuis; Contra: Dr. J. van Leeuwen). 3. Geslachtelijke Voorlichting (Pro: Mevr. M. Wibaut; Contra: Arts. L. nathans). 4. Recht van Oorlogsverklaring der Staten-Generaal (Pro: E. kempe; Contra: Henri van DER MaNDERE). 5. Grcepsvcrtegenvüoordigtng (Pro: W. F. detiger; Contra: H. spiekman). 6 .Kunst aan het Volk (Pro: Mr. Frans Coenen Jr.; Contra: Corn. veth). 7. Vaccinatie (Pro: Dr. H. sterneberg; Contra: Joh. P. Schouten). ii II BROCHUREN-REEKSEN „Het doel dezer uitgaven: de verbreiding van egehjke kennis op allerlei gebied in een vorm die onder het bereik valt van alle beurzen" COSTRA" VrMgJtukk.„v,„ Algemeen r, . Per nr. f 0.40. er serie van 10 nrs. (bij inteekening) f 3.— Een brochurenreeks voor allen die in en Geestesstnjd onzer dagen belang stellen. Per nr. f 0.40 Per serie van 10 nrs. (bij inteek.) f 3 — „KERK EX SECTE", beschreven door de eigen Vertegenwoord, gers. Redacteur: Prof. Dr. S. D. VAN Vkev ler nr. f 0.40; per serie van 10 nrs. (bij inteek.) f 3.— „PAEDAGOfJlSCHE VLIKMCHRIi'TK'v" n en DnmpH» o 7 Kir I Voor Ouders Per nr f RedaCteuren: JAN LlGTHART en R. CASIMIR. ier nr. f 0.4o; per serie van 10 nrs. (bij inteek) f 3 — "T®u™ "SkKEBS" d°°r Dr' A' » Hjk™ en Dr. 'D . „ "er nr. f 0.40 Per serie van 6 nrs. (bij inteekening) f 2.— „REDELIJKE ra u -« kan het e«n,gs»ns ver op den weg der geslachtelijke beheersch.ng brengen. Vandaar dan ook, dat instinctief als t ware, èn het individu (zei s zeer vele vrouwen) èn de maatschappij steeds den man meer vrij heid toegekend en gelaten hebben in sex. verkeer dan de vrouw overtuigd dat hier de natuur zeer zeker sterker was dan de lee^ De man is, z.a. bekend, in t sexueele de handelende de vrouw meer de lijdende partij. Het mannelijk element zoekt het vrouwliike op, enkele uitzonderingen bij menschen en sommige diersoorten - en natuurlijk ook bloemen, boomen en gewassen, die op hun plaats blijven staan — daargelaten. .... i Het vrouwelijke element onderwerpt of geeft zich, in den regel echter niet zonder meer of minder (soms zelfs heftig) verzet als •t ware bewust van de groote moeite en vérstrekkende gevolgen aan het voldragen en grootbrengen der jongen verbonden. (Bij spinnen gaat dat zelfs zóó ver, dat het wijfje, inden ^ .f ï-t dan 't mannetje, hem bij de vrijage niet zelden opeet). H vrouwelijk element wil, hetzij door liefde, hofmakerij, opoffering, of zelfs door geweld gewonnen of overwonnen worden, en zoow bij dieren als menschen geeft het mannelijke zich dan ook mee of minder moeite, doch zeer dikwijls te vergeefs, om het do hem begeerde vrouwelijke element te overreden of te overwinnen. Is dat gelukt, dan is de ijver van den man zóó bekoeld, dat zekere sex. onverschilligheid, soms afkeer - zij het dan ook zeer tijdelijk optreedt in de plaats van het nog kort te voren zoo vurig verlangen. Het is hier de plaats niet in nadere bizonderheden aan elk volwassene bekend, te treden, doch ééne bizonderheid, dient wel op den voorgrond te worden gesteld, n.1.: dat et oogs e u gevoel van den man bij de vrouw in den regel véél minder voorkomt, ja totaal kan ontbreken, zelfs walging voor den coïtus haar kan vervullen. Dat is bij den man, z.a. bekend, met het geval; is er geen lustgevoel voor eenige vrouw, dan gaat gesl. gemeensc ap hoogst moeielijk. Voorts, is het kind den man meer bijzaak, daarentegen voor de vrouw de hoofdzaak. Om dat te bezitten, is de man haar meer middel, géén doel. Zij kan geheel opgaan in Liefde (wel te onderscheiden van hartstocht) voor een man, zonder nog bepaald behoefte aan geslachtsgemeenschap te hebben, doch voor haar kind heeft zij alles, haar Leven zelfs over! Ook voor een man soms, maar ... geen liefde is grooter, onbaatzuchtiger dan de Moederliefde, noch daarbij te vergelijken! En zoo wil de Natuur het ook, anders zou er van de soort weinig terechtkomen. Om misverstand te voorkomen, moeten wij goed onderscheid maken tusschen hartstocht, dat is de ten top gevoerde geslachtsdrift, en Liefde. De eerste is zuiver physisch, de andere meer geestelijk (psychisch). Geslachtsdrift zou ik willen noemen, wat de man het eerst voor een vrouw gevoelt; Liefde wat deze het eerst voor een man in zich waarneemt. Geslachtsdrift en Liefde zijn dus twee verschillende zaken, die echter in onderling verband kunnen zijn, die meer of minder te zamen gaan. De man offert zijn leven zoo gauw niet voor een vrouw, eerder zal hij er aan denken haar te dooden, wat dan soms gepaard kan gaan (of gaat) met zelfmoord of pogingen daartoe. Voorbeelden daarvan levert het dagelijksch leven helaas! genoegzaam op, en lezen we dagelijks in de kranten; van het laatste in Februari (?) verl. jaar te Amsterdam, waar een jaloersch minnaar in een café op den Dam zijn meisje met een daartoe expres medegenomen scheermes een allergevaarlijkste wond in den hals toebracht, en daarna zich zelf, doch veel minder noodlottig, een snede ook in den hals gaf. Zoo leest men van ijverzuchtige mannen die op meisjes of vrouwen revolverschoten lossen, en deze daarbij meestal dooden, waarna zij zich zeiven schampschoten of althans minder beduidende wonden toebrengen. Zij schijnen erg onhandig wanneer het op ^//rechten aankomt. Mannen zijn geen voedsters van kleine kinderen en in den regel ongeschikt zich met kinderen lang bezig te houden (Schopenhauer). Ik bedoel hier natuurlijk niet, dat de man per se een onverschillig vader moet zijn, maar dat hij veel onverschilliger is voor 't vaderschap, dan de vronw voor 't moederschap. Daar de sexualiteit bij den man veel sterker werkt dan bij de vrouw, en de gevolgen van beider geslachtsleven zoo geheel anders zijn, is het minder te verwonderen dat de vrouw niet zoo in de banden der sex.-moraal, of geslachtelijke zelfbeheersching behoeft te worden gehouden als de man, bij wien dat zeer noodig is, wil hij niet in overdrijving vervallen en zich daardoor lichamelijk en geestelijk uitputten. De vrouw is van nature reeds veel zediger dan de man. Bij de dieren wordt de beperking in geslachtsdrift opgelegd door de perioden van absolute terugwijzing door het wijfje. Bij den geestelijk hooger georganiseerden mensch (lichamelijk, physisch, bijna altijd geschikt tot voortplanting) moet zij door zelfbeheersching verkregen worden. Ook tracht men dit te doen door wetten en sexueele moraal. Ik zeide in den aanvang: man en vrouw zijn sexueel verschillend aangelegd. Denkt de man bij een eerste ontmoeting met een vrouw met gevoelens van louter begeerte aan haar, de vrouw zal bedachtzamer zijn en hem eerst willen leeren kennen; dat wil zeggen: dat de man het eerst tot de vrouw zal worden getrokken door haar uiterlijk, daarwa zal hij haar nader wil leeren kennen, om te onderzoeken of haar karakter en andere gemoedseigenschappen enz. haar een geschikte echtgenoote voor hem zou doen zijn. Over 't algemeen geschiedt dat eerst dan, wanneer hij tot zich zelf gezegd heeft: „wat 'n knap meisje of wat 'n knappe (van uiterlijk altijd) vrouw is dat". Bij de vrouw zal dat niet zoo zijn en z.a. Ellen Key ergens zegt: „bij den man komt de ziel door de zinnen, bij de vrouw komen de zinnen door de ziel". Zij kan zoo zijn, omdat in den regel de geslachtelijke begeerte niet wederkeerig is en, zoo al, lang niet zoo sterk. Bij vrije keuze — en dan niet door sociale omstandigheden: geld, positie, familierelaties, enz. gebonden — gaat de man meer op 't uiterlijk af, de vrouw meer op 't innerlijke. Hare keuze is dus degelijker, 't Uiterlijk van den man is voor de vrouw betrekkelijk bijzaak; de hoofdzaak is en blijft haar altijd: het kind 1 Zij kan dus, vrijer van hartstocht, veel beter haar verstand bij de keuze laten gaan, wat mannen bijna niet mogelijk is. Een verliefde jongeling of jonge man is vrijwel ontoerekenbaar: hij ziet enkel haar en denkt Vooral aan haar lichamelijk schoon. En wanneer ouders of vrienden, de buitenwereld, hem waarschuwen voor de een of andere minder goede eigenschap in haar, dan hoort hij 't wel en moet dat dan ook soms wel toegeven, maar in den regel gaat 't het eene oor in het andere uit, en laat hij de menschen maar aanpraten, denkende: „zoo erg is 't niet, en: 't zal wel overgaan in 't huwelijk, dan komt alles terecht. Ze vertellen nooil zooveel kwaad van iemand dan wanneer i trouwen gaat, en nooit zooveel goeds als wanneer i sterft of gestorven is". Mannen door hartstocht geheel slaven van de vrouw, komen méér voor dan vrouwen geheel slaven van den man; zij is daarvoor te weinig sexueel en dus te bedachtzaam, te verstandig. Wanneer men nu het voorgaande bedenkt, is het dan niet zeer begrijpelijk, dat men, d.i. de maatschappij, het individu, man en vrouw in de practijk des levens sexueel niet met denzelfden maatstaf meet, en het veel beter kan plaatsen dat een man tegen de sex. moraal zondigt, dan een vrouw? Iedere vrouw of man van eenige ervaring is zich — ik zeide het reeds — het verschil in sexualiteit van man en vrouw wel bewust, en weet dat het daardoor mogelijk is, de meisjes meer kuisch op te voeden dan de jongens. Het eeuwenoude verschil in sexueel gedrag van man en vrouw heeft een physiologischen grond. Al zou men dan ook morgen aan den dag voorschrijven, dat vrouwen en mannen voortaan gelijk zijn voor de rechtbank der maatschappelijke moraal, men zou het er niet toe brengen, dat zij inderdaad gelijk worden, en de man minder de vrouw trachtte te overwinnen dan nu. Dat vermag alleen te geschieden, wanneer de man van nature wat minder geslachtdriftig wordt. Men zal 't er dus — doch dat is naar de vorm van de zaak — bijvoorbeeld voorloopig niet toe kunnen brengen, dat de vrouw den man ten huwelijk vraagt, omdat het met de natuur der vrouw strijdt den man op te zoeken. Was dat niet het geval; was de vrouw even sexueel als de man, dan zou er geen reden zijn, waarom het aantal „gevallen" meisjes en „onechte kinderen onder alle standen en rangen van de maatschappij niet gelijk, ja veel gróóter was dan nu? Immers, waarom zou het in dit opzicht met de vrouw beter gesteld zijn dan met den man, waar het aantal ongehuwde vaders onder alle klassen en standen vrijwel gelijk is. En het is om de vrouw te beveiligen tegen de te groote geslachtsdrift van den man — natuurlijk om de gevolgen, in den vorm van: zorg voor de te vele onechte kinderen waarvoor de vaders niet zorgen willen — dat de samenleving er langzamerhand toe gekomen is, om in sociale en moreele wetten en gebruiken, gebaseerd op den godsdienst, neer te leggen (of stilzwijgend als bij onderlinge overeenkomst aan te nemen) dat alleen geslachtelijk leven geoorloofd is na eenige formaliteiten (het wettig huwelijk); met gestrengheid daarbij voorwaarden stellende (waaronder het verplicht onderhoud der -wettige kinderen) waaraan partijen zich te houden hadden en nóg hebben, op straffe van wettelijke vervolging of een zekere maatschappelijke verachting of uitsluiting, bij klachten van overtreding of 't bekend worden daarvan. Met andere woorden: de maatschappij en de godsdienstige gebruiken schrijven voor, dat men huwen moet, en niet maar met elkander gaan leven zonder dat, opdat men niet vrij wel uit den kring waartoe men behoort of waarin men verkeert uitgesloten zij, al moge dan het mannelijk gedeelte van die kringen er lang zooveel kwaads niet in vinden als 't vrouwelijke. Want de groote geslachtsdrift van den man en het dikwijls al te goed vertrouwen van de vrouw hebben, voor deze laatste, en in den regel ook voor de gemeenschap, de bezwarendste gevolgen, in den vorm van het kind waarvoor de vader niet of niet behoorlijk zorgt en dat dus veelal vagebond of prostituée wordt. Daarom werd hoofdzakelijk de buitenechtelijke gemeenschap in den ban gedaan en werd, zeer onbillijk, het onechtelijke kind een soort paria 1 Wordt het anders, moet de vader in elk geval mede voor zijn kind of kinderen zorgen — gelijk reeds in de Tweede Kamer in principe werd aangenomen, doch nog door de Eerste moet worden bekrachtigd — zoo zal de tegenwoordig nog gehuldigde sex. moraal, het oordeel over de ongehuwde moeder en het aan de zaak geheel onschuldige onwettige kind óók wel veranderen. Dat het zich beveiligen, door de maatschappij, tegen te vele op haar kosten komende geboorten — in den vorm van de noodige gestichten voor vondelingen of verlaten kinderen — de groote hefboom is geweest, en nóg is, voor het huldigen van een nog geldige doch totaal onlogische sexueele moraal: die de vrouw treft doch nut den man, kan dddruit blijken, dat, wanneer door den niet met de moeder gehuwden vader wèl voorzien werd of wordt in het onderhoud van moeder en kind, er door ieder verstandig denkende — en zelfs door de naaste familieleden der Ongehuwde moeder — veel gematigder over het gebeurde wordt geoordeeld (men ziet er dan zooveel niet in) en het onheilspellende: „wat een ellende en jammer voor dat meisje!" onmiddellijk verzacht wordt door 't met zekere waardeering uitgesproken: „ja, maar hij zorgt voor haar en 't kind!" En terecht — want hij die anders handelt, en alléén de lusten wil genieten, maar de lasten op de vrouw alléén of op de matschappij laat drukken (in den vorm van belasting voor vondelingsgestichten, enz.) is een verachtelijk wezen dat het goed vertrouwen door de vrouw in hem gesteld op de gruwelijkste manier schendt, de maatschappij of enkele menschen op kosten jaagt, die hij moest betalen, en zijn onschuldig kind in naamlooze ellende brengt. Hij is te verachtelijker, wijl hij van te voren weet, dat hij straffeloos misdadig kan zijn! En dat de maatschappij niet lang reeds paal en perk stelde aan het onzegbaar onbillijke in de beoordeeling van man en vrouw inzake het sexueele vraagstuk door 't vervallen verklaren van art. 342 Burg. Wetb.: het Onderzoek naar het Vaderschap is verboden, is voor een groot deel ook te wijten aan de vrouw zelve, die in den regel véél harder oordeelt over het „gevallen'' meisje dan de man. Zeker, in het algemeen en zelfs zonder waarneembaar of vermoedelijk sexueel verband, oordeelt de man veel zachter over welke vrouw ook (oud of jong, mooi of leelijk) dan haar geslachtsgenoot — en zoo ook omgekeerd, de vrouw over den man — doch aan dat harder oordeel over het gevallen meisje ligt bij de vrouw een zekere zelfkennis en beschuldiging als 't ware ten grondslag, omdat zij weet, dat in verreweg de meeste gevallen het niet haar geslachtsdrift was die 't meisje deed vallen, maar het te veel toegeven aan die van den man, uit: zwakheid, goedheid, onvoorzichtigheid, dan wel minder onschuldige oorzaken: luiheid (geen zin in werken) lust in opschik, lekker eten en goed leven — welke eigenschappen echter ook sommige ellendelingen van mannen, den „souteneurs", eigen zijn. Over het verschil in sexueel gevoel van man en vrouw nog dit. De man gaat niet geheel op in zijn geslachtelijk leven, ofschoon het lang hem zeer sterk kan beïnvloeden; zijn geslachtsdrift is een herhaald stroovuur: het laait hevig op, maar is ook gauw gebluscht. Hij geeft zijn lichaam en geest slechts tijdelijk, daarwtf keert hij weer tot zijn werk en streven terug en gaat daarin dan weer op. De geslachtelijke gevoelens voor ééne vrouw zijn spoedig veel verminderd en de „Wittebroodsw&,« zijn niet ten onrechte spreekwoordelijk geworden. Iets geheel anders is het bij de vrouw die bemint. Zij geeft zich aan den man harer liefde geheel en voor haar geheele leven, en heeft geen moeite hem trouw te blijven als geldnood of andere omstandigheden (waaronder vooral de zorg voor kind of kinderen) haar niet tot het tegendeel dwingen; vandaar het heirleger prostituées. De man daarentegen kan, zonder zich geweld te doen, zeer goed met meerdere vrouwen dan eene die hem lief is, sexueel verkeeren, zonder dat het zijn gevoel voor die eene veel vermindert. De geslachtsfunctie is bij hem veel zuiverder physiek dan bij de vrouw, gaat als 't ware buiten zijn ziel om. De man is polygaam (meervoudig wat gesl. leven betreft) aangelegd, de vrouw meer monogaam (enkelvoudig daarin). Met andere woorden, de man heeft behoefte aan méér dan een vrouw, de vrouw echter maar aan één man. De vrouw gaat geheel op in de man harer liefde, en denkt steeds aan hem; bij den man is dat niet of in veel mindere mate het geval. Uitzonderingen worden meest aangetroffen bij vrouwen door den man ongelukkig gemaakt, die verlaten zijn en dan verbitterd worden; iets zeer natuurlijks. Ook zijn er van nature mannelijke vrouwen, die behoefte hebben aan méér dan een man, of liever: die het onverschillig is of zij eenigen bepaalden man bezitten (en deze behoeven daarom nog geen prostituées te zijn; bij die toch is geld de hoofzaak, en dat bedoel ik hier niet) — en vrouwelijke vrouwen: de normale, die maar één man begeeren, even zoo als er meer vrouwelijk aangelegde mannen zijn; die dus niet dien hang naar zoo gezegd alle vrouwen hebben die hem aantrekken ; geslachtelijk geheel of zeer koele mannen dus. Dat alles hangt van 't aangeboren temperament af, den aanleg. In den regel moet de vrouw iets of iemand liefhebben (wel te onderscheiden echter van geslachtsdrift); iets waaraan zij zich geheel geven kan: haar huishouden en kinderen; of «