0


[ 7731
3
E























73 k /i VERGELIJKEND OVERZICHT
DER
i
GENEESMIDDELEN
VOORKOMENDE IN DE DERDE EN VIERDE UITGAVE DER
NEDERLANDSOHE PHARIACOPEE,
'
i
AANGEVULD MET DE LIJSTEN A EN B DER VERGIFTEN EN MET DE LIJST DER. VERPLICHTE GENEESMIDDELEN VOOR DE APOTHEEKHOUDENDE GENEESKUNDIGEN
DOOR .
E. I. VAN ITALL1E.
TEN GEBRUIKE VOOR APOTHEKERS EN APOTHEEKHOUDENDE GENEESKUNDIGEN.
'
TWEEDE DRUK.
i
— ¥<Zi-Qje&2ZZZlZ&Err>iS4 
i
.
AMSTERDAM,
D. B. CENTEN.
3 006.
"N——— — X
t





J
!*- —
VERGELIJKEND OVERZICHT I;
' - ■ , ' '• ■ :! , - ' '
DER
?
GENEESMIDDELEN
VOORKOMENDE IN DE DERDE EN VIERDE UITGAVE DER
NEDERLMDSOÏÏE PÏÏAMACOPEE,
> . AANGEVULD MET DE LIJSTEN A EN B DER VERGIFTEN EN MET DE
LIJST DER. VERPLICHTE GENEESMIDDELEN VOOR DE APOTHEEKHOUDENDE GENEESKUNDIGEN
DOOB *
E. X VAN ITALLIE.
TEN GEBRUIKE VOOR APOTHEKERS EN APOTHEEKHOUDENDE GENEESKUNDIGEN.
TWEEDE DRUK.
AMSTERDAM, ,
D. B. C E N T E N.
1906.
i y
iHs 5nr
■wij; -f





V E LIG E LIJK KM) () V E KA IC HT
DER
geneesmiddel E N.





VERGELIJKEND OVERZICHT
DER
GEN EE8MIDI) ELKN.





VERGELIJK RN 1) OVERZICHT
DEK
GENEESMIDDELEN
VOORKOMENDE IN DE DERDE EN VIERDE UITGAVE DER
NEDERLANDSCIIE PHAMACOPEE,
AANGEVULD MET DE LIJSTEN A EN B DER VERGIFTEN EN MET DE LIJST DER VERPLICHTE GENEESMIDDELEN VOOR DE APOTHEEKHOUDENDE GENEESKUNDIGEN
DOOR
E. I. VAN ITALLIE.
TEN GEBRUIKE VOOR APOTHEKERS EN APOTHEEKHOUDENDE GENEESKUNDIGEN.
TWEEDE DRUK.
AMSTERDAM, D. B. C E N T E N. 1906.


BOEK- EN STEENDRUKKERIJ, FIRMA P. W. M. TRAP, TE LEIDEN.


V OOK BKKIC H T
De lijsten, welke den inhoud pan dit Vergelijkend Overzicht uitmaken, spreken voor zichzelve en zonde)» geene toelichting behoeven. Ik tril echter eene uitzondering maken voor de tabel, waarin besproken worden „de geneesmiddelen der Derde Uitgave, welke met een of andere wijziging in bereiding, samenstelling, eigenschappen of wijze van bewaring in de Vierde Uitgave zijn opgenomen". In deze lijst heb ik getracht een zoo beknopt mogelijk overzicht te geven van de wijzigingen, die bij overgang in de Vierde Uitgave in deze artikelen zijn aangebracht. Ik heb echter daarbij geen rekening gehouden met de veranderde cijfers voor oplosbaarheid, omdat de wijzigingen in die cijfers niet samengaan met veranderingen in eigenschappen der geneesmiddelen, doch hun ontstaan te danken hebben aan de verbeterde methoden voor oplosbaarheidsbepaling, die eerst na het verschijnen der Derde Uitgave gebezigd werden.
v. I.





I N H O r 1).
Blsdz
I. Do verplichte geneesmiddelen der Vierde Uitgave 1
II. De niet-verplichte geneesmiddelen der Vierde Uitgave. . . . 5
III. De geneesmiddelen, welke in de Derde Uitgave voorkomen, doch
in de Vierde niet zyti opgenomen 12
IV. De geneesmiddelen der Vierde Uitgave, welke in de Derde niet
voorkomen !•?
V. De geneesmiddelen der Derde Uitgave, welke met verandering
van den officieelen naam in de Vierde Uitgave z\jn opgenomen 16 VI. De geneesmiddelen der Vierde Uitgave, welke met behulp van
ongeblusohte kalk bewaard moeten worden 18
VU. De geneesmiddelen der Vierde Uitgave, welke buiten invloed
van het licht moeten worden bewaard 19
VIII. De geneesmiddelen der Derde Uitgave', welke met een of andere wijziging in bereiding, samenstelling, eigenschappen, of wyze
van bewaring in de Vierde Uitgave opgenomen z\jn 23
IX. Grootste giften van sterkwerkende geneesmiddelen der Vierde
Uitgave, vergeleken met die der Derde Uitgave 67
X. Histen A en B der vergiften 70
XI. De geneesmiddelen, welke de apotheekhoudende geneeskundigen
verplicht zijn in voorraad te hebben 72





I. De 210 verplichte Geneesmiddelen der 4e Uitgave.
Acetas kalicus.
Acetas plumbicus.
Saccharum Saturni.
Acetum Digitalis.
Acidum aceticum dilutum. Acetum.
Acidum arsenicosum. Acidum benzoicuin.
Acidum boricum.
Acidum citricum.
Acidum hydrochloricum dilu Acidum phosphoricum. Acidum salicylicum.
Acidum sulfuricum dilutum. Acidum tartaricum.
Adeps Lanae cum Aqua. Lanolinum.
Adeps suillus.
Axungia.
Adeps suillus benzoatus.
Axungia benzoatus.
Aether.
Aether ad Narcosin. Ammonia liquida.
Amylum Oryzae.
Araylum.
Antipyrinum. Phenyldirnethylpyrazolon. Aqua.
Aqua destillata.
Aqua Cinnamomi.
Aqua Foeniculi.
Aqua Laurocerasi. F. I. *) Aqua Menthae piperitae. Asa foetida.
Balsamum Copaivae. Balsamum peruvianum. Biboras natricus. Bicarbonas natricus.
Bolus alba.
Argilla.
Brometum ammonicum. Brometum kalicum. Brometum natricum. Bromoformum.
Camphora.
Carbonas calcicus.
Carbonas kalicus.
Carbonas magnesicus.
Magnesia alba.
Carbonas natricus. Carrageen.
•) De met de bijvoeging F. I. (Formula internationalis) aangeduide geneesmiddelen zij.i die, welke samengesteld zijn volgens de lijst vastgesteld op het Congres voor de unificatie van de samenstelling der sterk werkende geneesmiddelen, gehouden te Brussel in het jaar 1902.
Vergelijkend Overzicht. j


Cera flava.
Chloras kalicus.
Chloretuin ammonicum.
Chloretum hydrargyrico-ammonicum.
Mercurius praecipitatus albus Chloretum hydrargyricum.
Mercurius sublimatus corrosivus. Chloretum hydrargyrosum.
Mercurius du leis.
Chloretum natricum. Chloroformum.
Chloroformum ad Narcosin. Collodium.
Cortex Chinae.
Cortex Rhamni Frangulae.
Crocus Martis.
Emplastrum gummosum. Emplastrum Hydrargyri. Emplastrum Oxydi plumbici.
Emplastrum Diapalmae.
Extractum Aloes.
Extractum Belladonnae. F. I. Extractum Chinae.
Extractum Chinae liquidum.
Ctiina liquida.
Extractum Filicis.
Extractum Gentianae.
Extractum Hydrastis liquidum. Extractum Liquiritiae.
Extractum Opii. F. I.
Extractum Ratanhiae.
Extractum Rhamni Purshianae liquidum.
Extractum Cascara sagrada liquidum. Extractum Rhei.
Extractum Secalis cornuti. F. I. Extractum Strychni. F. I.
Farina Lini.
Ferrum pulveratum.
Folia Digitalis.
Folia Sennae.
Folia Uvae ursi.
Fructus Anisi.
Gelatina.
Glycerinum.
Gossypium cum llydrochlorate Chinini.
Gossypium stypticum.
Gummi arabicum.
Gummi Acaciae.
Hydras Chlorali.
Hydrochloras Apomorphini. Hydrochloras Chinini. Hydrochloras Cocaini. F.I. Hydrochloras Codeini. Hydrochloras Horphini. Hypophosphis calcicus.
Iodetum hydrargyrosum.
Iodetum kalicum.
Iodetum natricum.
Iodium.
Iodoformum.
Kreosotuin.
Lactas ferrosus.
Liquor arsenicalis Fowleri. F. I.
Liquor Kresoli saponatus.
Lycopodium.
Nitras argenticus.
Ni tras argenticus in Bacillis.
Lapis iniernalis.
Nitras bismuthicus basicus. Magisterium Bismuthi.
Nitris aethylicus cum Spiritu.
Spiritus Nitri dulcis.
Oleurn Amygdalarum.


Oleum Anisi.
Oleum Cacao.
Butyrum Cacao.
Oleum Foeniculi.
Oleum Iecoris Aselli.
Oleum Lini.
Oleum Menthae piperitae.
Oleum Olivarum.
Oleum Ricini.
Oleum Santali.
Oleum Terebinthinae depuratum. Opium.
Oxydum hydrargyricum flavum.
Mercurius praecipitatus flavus. Oxydum magnesicum.
Magnesia usta.
Oxydum zincicum.
Flores Zinci.
Pastillae Chloreti hydrargyrici. Permanganas kalicus.
Phenolum.
Acidum carbolicum Phenolum liquefactum.
Pulvis aerophorus.
Pulvis Liquiritiae compositus. Pulvis Opii compositus. F. I.
Pulvis Doveri.
Radix Althaeae.
Radix Ipecacuanliae.
Radix Liquiritiae.
Radix Rhei.
Radix Senegae.
Rob Iuniperi.
Saccharinum.
Saccharum.
Saccharum lactis.
Salicylas Antipyrini.
Salipyrinum.
Salicylas bismuthicus basicus.
Salicylas natricus.
Salicylas natricus cum Coffeino.
Santoninum.
Sapo aromaticus.
Balsamum Opodeldoch.
Sapo medicatus.
Secale cornutum.
Semen Lini.
Sirupus Althaeae.
Sirupus Aurantiorum.
Sirupus Iodeti ferrosi. F. I. Sirupus Rhoeados.
Sirupus Rubi Idaei.
Sirupus Sennae.
Sirupus Simplex.
Solutio Acetatis plumbici basici. Acetum Lithargyri.
Solutio Ammoniae spirituosa anisata.
Spiritus Ammoniae anisatug.
Solutio Camphorae spirituosa. Solutio Chloreti ferrici.
Liquor Stypticus.
Solutio Ferri albuminata.
Solutio Albuminatis ferrici dialysata. Solutio Forraaldehydi.
Formalinum.
Solutio Hydratis calcici.
Aqua Calcis.
Solutio Iodii spirituosa. F. I. Tinctura Iodii.
Iodi Tinctura.
Spiritus.
Spiritus aromaticus.
Spiritus carminativus.
Spiritus dilutus.
Spiritus fortior.


Succus Liquiritiae.
Sulfas aethylicus acidus cum Spiritu.
Elixir aciduni Halleri.
Sulfas Atropini.
Sulfas Chinini.
Sulfas cupricus.
Sulfas ferrosus exsiccatus. Sulfas kalico-aluminicus.
Alumen.
Sulfas kalicus.
Sulfas magnesicus.
Sulfas natricus.
Sulfas Physostigmini.
Sulfas zincicus.
Sulfidum stibicum.
Sulfur auratum Antimonii.
Sulfur depuratum.
Flores Sulfuris loti.
Talcum.
Talcum venetum.
Tannalbuminum.
Tannalbinum.
Tannas Chinini.
Tanninum.
Aciduni tannicum.
Tartras kalico-natricus.
Sal Seignetti.
Tartras kalico-stibicus.
Tartras emeticus.
Tartras kalicus acidus.
Cremor Tartari depuratus.
Tela.
Tela cum Iodoformo.
Tinctura Asae foetidae. Tinctura Chinae.
Tinctura Chinae composita.
Tinctura composita Wliytii. Tinctura Digitalis. F. I.
Digitalis Tinctura.
Tinctura Ipecacuanhae. F. I. Ipecacuanhae Tinctura.
Tinctura Myrrhae.
Tinctura nervina Bestucheffi. Tinctura Opii. F. I.
Opii Tinctura.
Tinctura Opii crocata. F. I. Opii Tinctura crocata.
Laudanum liquidum Sydenhami.
Tinctura Secalis cornuti. Tinctura Strophanthi. F. I.
Strophanthi Tinctura.
Tinctura Strychni. F. I.
Strychni Tinctura.
Tinctura Valerianae.
Trochisci Santonini.
Tubera Saleb.
Unguentum Acidi borici. Unguentuni Hydrargyri. F. I.
Unguentum Neapolitanum. Unguentum Oxydi zincici. Unguentum simplex. Yaselinum album.
Vaselinum.
Yaselinum flavum.
Vinum amarum.
Yinum Ipecacuanhae.
Yinum Malacense.
Vinum stibiatum. F. I. Stibiatum Vinum.
Vinum emeticum.


II. De 443 niet-verpUchte Geneesmiddelen der 4e Uitgave
Acetanilidum. Araylum Tritici.
Antifebrinum. Anetholum.
Acetas aethylicus. Aqua communis.
Aether aceticus. Aqua Florum Aurantii.
Acetotartras aluminicus. Aqua Naphae.
Acetum Mylabridum. Aqua Picis.
Acetum pyrolignosum depuratum. Aqua Plumbi Goulardi.
Acetum pyrolignosum. Aqua Goulardi.
Acetum Rhinacanthi. Aqua Rosarum.
Acetum Scillae. Argentum foliatum.
Acidum aceticum. Arsenas natricus. F. I.
Acidum aceticum concentratum. Sodii Arsenas.
Acidum aceticum glaciale. Balsamum tolutanum.
Acidum camphoricum. Balsamum Vitae Hoffmanni.
Acidum cliromicum. Mixtura oleoso-balsamica.
Acidum hydrobromicum. Benzoas natricus.
Acidum hydrochloricum. Benzoas natricus cum Coffeino. Acidum hydrocyanicum dilutum. Benzoe.
F. I. Benzolum.
Acidum lacticum. Bisulfas Chinini
Acidum nitricum. Brometum aethylicum.
Acidum nitricum dilutum. Bulbus Scillae.
Acidum sulfuricum. Camphora monobromata.
Acidum trichloraceticum. Cantharides.
Adeps Lanae. Capsulae Balsami Copaivae.
Aether cum Spiritu. Capsulae Olei Ricini.
Liquor anodynus Hoffmanni. Carbo Ligni.
Aether Petrolei. Carbonas ammonicus.
Albumen Ovi siccuin. Carbonas bismuthicus basicus.
Alcohol absolutus. Carbonas Guaiacoli.
Aloe. Carbonas kalicus crudus.
Ammoniacum. Carbonas lithicus.
A.mygdalae dulces. Carbonas plumbicus.
A_mvlum jMarantae. Cerussa.
imylum Solani. Caryophylli.


Catechu.
Gambir.
Cera alba.
Cera Foliorum.
Cetaceum.
Cevadinum.
Veratinum cristallisatum.
Charta antasthmatica.
Charta sinapizata.
Chininum.
Chloretum aethylicum.
Chloretum ferricum.
Chloretum ferricum et Chloretum
ammonicum.
Chloretum hydrargyrosum ope
Vaporis Aquae paratum. Chloretum zincicum. Chrysarobinum.
Citras magnesicus effervescens.
Codeinum.
CofFeinum.
Collodium cum Acido salicylico. Collodium cum Oleo Ricini.
Collodium elasticum. Colophonium.
Cornu Cervi.
Cortex Alyxiae.
Cortex Cascarillae.
Cortex Cinnamomi.
Cortex Condurango.
Cortex Fructus Aurantii.
Cortex Aurantiorum.
Cortex Fructus Citri recens. Cortex Fructus Granati.
Cortex Granatorum.
Cortex Granati.
Cortex Rhamni Purshianae. Cascara Sagrada,
Cortex Simarubae.
Cortex Syzygii.
Cortex Viburni prunifolii. Decoctum Cornus Cervi compositum.
Decoctum album Sydenhami. Elaeosacchara.
Electuarium Sennae compositum. Electuarium lenitivum.
Elemi.
Emplastrum adhaesivum.
Collemplastrum.
Emplastrum aromaticum. Emplastrum Cantharidum.
Emplastrum vesicatorium. Emplastrum saponatum. Eugenolum.
Extractum Calumba.
Extractum Cannabis indicae. Extractum Cardui benedicti. Extractum Cascarillae.
Extractum Centaurii.
Extractum Colocynthidis. Extractum Condurango liquidum. Extractum Granati.
Extractum Helenii.
Extractum Hyoscyami. F. I. Extractum Rhamni Frangulae. Extractum Rhei compositum. Extractum Secalis cornuti liquidum. F. I.
Extractum Taraxaci.
Extractum Trifolii.
Extractum Valerianae. Extractum Viburni prunifolii
liquidum.
Fel Tauri inspissatum.


Ferrum reductum.
Ferrum ope Hydrogenii reductum. Flores Arnicae.
Flores Chamomillae romanae. Flores Chamomillae vulgaris. Flores Cinae.
Semen Cinae.
Semen Santonici.
Flores Sambuci.
Flores Tiliae.
Folia Abri.
Folia Althaeae.
Folia Anacardii.
Folia Belladonnae.
Folia Bidentis.
Folia Bixae.
Folia Blumeae.
Folia Eucalypti.
Folia Hydrocotyles.
Folia Hyoscyami.
Folia Laurocerasi recentia.
Folia Menthae piperitae.
Folia Ortosiphonis.
Folia Psidii.
Folia Salviae.
Folia Stramonii.
Folia Symploci.
Folia Trifolii fibrini.
Fructus Bruceae.
Fructus Capsici.
Fructus Cardamomi.
Fructus Colocynthidis.
Fructus Coriandri.
Fructus Cubebae.
Fructus Foeniculi.
Fructus Hordii decorticati. Fructus Iuniperi.
Fructus Myrtilli.
Fructus Papaveris.
Fructus Rubi Idaei recentes.
Fructus Sambuci recentes.
Galbanum.
Gallae.
Gallas bismuthicus basicus. Gelatina Oxydi zincici. Glandulae Lupuli.
Lupulinum.
Glycerinum cum Tragacantha.
Gossypium cum Iodoformo.
Gos8ypium depuratum.
Guaiacolum.
Gummi elasticum.
Gummi plasticum.
Gummi plasticum depuratum.
Herba Cannabis indicae.
Herba Cardui benedicti.
Herba Centaurii.
Herba Cochleariae recens.
Herba Lobeliae.
Herba Maioranae.
Herba Sabinae.
Hirudines.
Hydrargyrum.
Hydras kalicus.
Hydras natricus.
Hydras Terpini.
Hydrobromas Homatropini
Hydrobromas Scopolamini.
Hydrochloras Pilocarpini.
Hypophosphis natricus.
Infusum Hyoscyami oleosum.
Oleum Hyoscyami.
Infusum Sennae compositum.
Aqua laxativa viennensis. Iodetum hydrargyricum. Kresolum crudum.


Lactucarium.
Lichen islandicus.
Lignum Quassiae.
Lignum Santalinum.
Rasiira Ligni Santalini rubri. Lignum Sassafras.
Linimentum Ammoniae. Linimentum Calcis.
Liquor Picis Lithanthracis. Mannitum.
Marmor album.
Mei.
Mei depuratum.
Mei rosatum.
Mentholum.
Metadioxybenzolum.
Resorcintim.
Methylsulfonalum.
Trionalum.
Moschus.
Mucilago Amyli.
Decoctum Amyli.
Mucilago Gummi arabici. Mucilago Saleb.
Dilatatio Saleb.
Mucilago Tragacanthae. Mylabrides.
Myrrha.
Naphthalinum.
Naphtholum.
Nitras bismuthicus basicus elutus, Nitras kalicus.
Nitras natricus.
Nitras Strychnini.
Nitris amylicus.
Oleuin Aurantiorum.
Oleum Betulae empyreumaticum depuratum.
Oleum Rusci depuratum.
Oleum Cajuputi.
Oleum Caryophyllorum.
Oleum Cinnamomi.
Oleum Citri.
Oleum Cocos.
Oleum Crotonis.
Oleum Fagi empyreumatieum
depuratum.
Oleum Iecoris Aselli cum Benzoate ferrico.
Oleum Iecoris Aselli ferratum.
Oleum Iecoris Aselli cum Iodeto ferroso.
Oleum Iuniperi empyreumatieum.
Oleum cadinum.
Oleum Lauri.
Oleum Laurocerasi.
Oleum Lavandulae.
Oleum Macidis.
Oleum Myristicae expressum. Oleum Rosarum.
Oleum Rosmarini.
Oleum Schleicherae.
Oleum Sesami.
Oleum Shoreae.
Oleum Sinapis.
Oleum Terebinthinae.
Olibanum.
Oxydum calcicum.
Oxydum hydrargyricum rubrum.
Mercurius praecipitatus ruber. Oxydum plumbicum semivitreum.
Lithargyrum.
Oxymel Scillae.
Oxymel simplex.
Paraffinum liquidum.
Paraffinum solidum.
Pasta Cacao.


Pasta Zinci oleosa. Radix Sarsaparillae.
Pasta Zinci salicylata. Radix Valerianae.
Pasta Zinci Resina Jalapae.
Pastillae Saccharini. Resina Podophylli.
Pepsinum. Podophyllinum.
Petala Rlioeados. Rhizoma Calami.
Petala Rosae. Rhizoma Curcumae Javanicae.
Phenacetinum. Rhizoma Filicis.
Phosphas calcicus. Rhizoma Hydrastis.
Phosphas natricus. Rhizoma Iridis.
Phosphorus. Rhizoma Podophylli.
Pilulae Blaudi. Rhizoma Zingiberis.
Pilulae Iodeti ferrosi. Rob Sambuci.
Pilulae Blancardi. Saccharas ferricus.
Pilulae laxantes. Sal Carolinum facticium.
Pilulae Sulfatis Chiniui. Sal Emsanum facticium.
Pix liquida. Sal Hunyadi Ianos facticium.
Pix Lithanthracis. Sal Vichy facticium.
Pix solida. Sal Wildungense facticium.
Potio Riveri. Salicylas ammonicus.
Pruna. Salicylas methylicus.
Pulpa Tamarindorum cruda. Salicylas natricus cum TheobroPulvis Acidi salicylici cum Talco. mino-Natrio.
Pulvis antacidus. Diuretinum.
Pulvis aroinaticus. Salicylas phenylicus.
Pulvis gummosus. Salolum.
Pyrogallolum. Sapo Cocos.
Pyrophosphas ferricus cum Citrate Sapo kalinus.
ammonico. Sapo superadipatus.
Pyrophosphas natricus. Sapo superadipatus cum Pice
Radix Armoraciae recens. liquida.
Radix Calumba. Sapo superadipatus cum Sulfure
Radix et Herba Taraxaci recentes. praecipitato.
Radix Gentianae. Semen Colchici.
Radix Helenii. Semen Crotonis.
Radix Jalapae. Semen Myristicae.
Radix Ratanhiae. Nux moschata.
Radix Rhinacanthi. Semen Sinapis.


Semen Staphisagriae.
Semen Strophanthi.
Semen Strychni.
Nux vomica.
Semen Syzygii.
Sirupus Cinnamomi.
Sirupus Codeini.
Sirupus Diacodii.
Sirupus Iodotannicus.
Sirupus Ipecacuanhae. F. I. Sirupus Liquiritiae.
Sirupus opiatus.
Sirupus Papaveris.
Sirupus Rhamni Frangulae. Sirupus Rhei.
Sirupus Senegae.
Solutio Acetatis aluminiei.
Solutio Acetatis aluminiei Burowii.
Liquor Burowii.
Solutio Acetatis ammonici. Spiritus Mindereri.
Solutio Camphorae oleosa.
Oleum camphoratum.
Solutio Chlorii.
Aqua chlorata.
Solutio Chloroforini aquosa.
Aqua chloroformata.
Solutio Citratis magnesici.
Solutio Ferri pomata.
Tinctura Ferri pomata.
Solutio Gummi arabici.
Solutio Gummi plastici in Chloroformo.
Traumaticinum.
Solutio gummosa.
Solutio gummosa tenuis.
Solutio Hydratis kalici.
Solutio Hydratis natrici.
Solutio Lugoli.
Solutio Iodeti kalici cum Iodio. Solutio Nitroglycerini.
Solutio Peroxydi Hydrogenii. Solutio Phenoli. F. I.
Aqua phenolata.
Solutio Picis concentrata.
Aqua Picis concentrata.
Solutio Pyrophosphatis natricoferrici.
Solutio Leras.
Solutio Saccharatis ferrici aromatica.
Tinctura Ferri aromatica.
Species amarae.
Species antiaphthosae.
Species laxantes.
Species pectorales.
Spiritus Cinnamomi.
Spiritus Citri.
Spiritus Cochleariae.
Spiritus Lavandulae.
Spiritus saponatus.
Stigmata Croci.
Styrax.
Succinum.
Succus Citri artificialis.
Sulfas aluminicus.
Sulfas ferrosus.
Sulfas kalico-aluminicus exsiccatus.
Alumen ustum.
Sulfas natricus exsiccatus. Sulfonalum.
Sulfophenylas zincicus.
Sulfur praecipitatum.
Sulfur sublimatum.
Flores Sulfuris.


Summitates Absynthii.
Tartarus boraxatus.
Terebinthina laricina.
Terebinthina Veneta. Theobrominum.
Thymolum.
Tinctura Acetatis ferrici aetherea.
Solutio Acetatis ferrici aetherea. Tinctura acida aromatica. Tinctura Aconiti. F. I.
Aconiti Tinctura.
Tinctura Aloes.
Tinctura Arnicae.
Tinctura Aurantiorum.
Tinctura Belladonnae. F. I. Belladonnae Tinctura.
Tinctura Benzoes.
Tinctura Cantharidum. F. I.
Cantharidis Tinctura.
Tinctura Capsici.
Tinctura Catecbu.
Tinctura Cinnamomi.
Tinctura Colchici. F. I.
Colchici Tinctura.
Tinctura Eucalypti.
Tinctura Gallarum.
Tinctura Gentianae.
Tinctura Hyoscyami. F. I.
Hyoscyami Tinctura.
Tinctura Lobeliae. F. I.
Lobeliae Tinctura.
Tinctura Moschi.
Tinctura Opii benzoica. F. I. Opii Tinctura benzoica.
Elixir paragoricum.
Tinctura Quassiae.
Tinctura Ratanhiae.
Tinctura Rhei aquosa.
Tinctura Succini.
Tinctura Valerianae aetherea. Tragacantha.
Trisulfuretum kalicum.
Hepar sulfuris.
Trochisci Bicarbonatis natrici. Trochisci Bicarbonatis natrici
compositi.
Trochisci Catechu.
Trochisci Chloratis kalici. Trochisci Chloreti ammonici. Trochisci ferrati.
Trochisci Ipecacuanhae.
Tubera Aconiti.
Unguentum Acetatis plumbici basici.
Unguentum nutritum.
Unguentum Carbonatis plumbici
camphoratum.
Unguentum Chloreti hydrargyricoammonici.
Unguentum Mercurii praecipitati albi. Unguentum Diachylon. Unguentum Elemi.
Unguentum Hydrargyri fortius. Unguentum Iodeti kalici. Unguentum Iodii.
Unguentum iodatum.
Unguentum Iodoformi. Unguentum Lanolini.
Unguentum leniens.
Unguentum Oxydi hydrargyrici flavi.
Unguentum Oxydi hydrargyrici
rubri.
Unguentum Picis.
Unguentum Picis compositum. Unguentum contra Tineam Capitis.


Unguentum resinosum flavum.
Unguentum Althaeae.
Unguentum sulfuratum compositum.
Unguentum ad Scabiem. Unguentum Tartratis kalicostibici.
I nguentum terebinthinaceum.
Balsamum Locatelli.
Valerianas zincicus.
Vinum Chinae.
Vinuni Chinae ferratum.
Vinum Colcliici.
Vinum Condurango.
Vinum Pepsini.
Vinum Rhamni Purshianae.
Vinum Cascara sagrada.
Vinum Rhei.
Vinum Tartratis kaliei ferrati. Vinum ferratum.
III. De 56 Geneesmiddelen, welke in de 3e Uitgave voorkomen, doch in de 4e niet zijn opgenomen.
Antidotum Arsenici.
Aqua Aurantiorum.
Aqua Citri.
Aqua phagedaenica.
Benzoas ferricus.
Cantharidinum.
Capsulae gelatinosae.
Castoreum.
Charta epispastica.
Chloretum aurieum et Chloretum
natricum.
Cornu Cervi praeparatum.
Cortex Mezerei.
Electuarium Catechu.
Extractum Aconiti.
Extractum Conii.
Extractum Graminis.
Extractum Physostigmatis. Extractum Quassiae.
Flores Koso.
Folia Bucco.
Folia Juglandis.
Fructus Cydoniae recentes. Glycerinum cum Amylo. Gossypium cum Chloreto ferrico. Gossypium cum Chloreto hydrar-
gyrico.
Gossypium cum Iodio.
Gossypium cum Phenolo.
Herba Aconiti recens.
Herba Belladonnae recens.
Herba Conii recens.
Herba Hyoscyami recens. Hydrobromas Chinini.
Oleum Cajuputi depuratum. Oleum Sabinae.
Oleum Valerianae.
Oxalas cerosus.
Oxydum cupricum.
Radix Gelsemii.


Rhizoma Graminis. Tinctura Castorei.
Salicylas Physostigmini. Tinctura Croci.
Semen Physostigmatis. Tinctura Ferri cydoniata.
Semen Sabadillae. Tinctura Gelsemii.
Sulfas Cinchonini. Unguentum Carbonatis plumbici.
Sulfas Duboisini. Unguentum Mezerei.
Tela cum Chloreto hydrargyrico. Unguentum Oxydi cuprici.
Tela cum Phenolo. Yeratrinum.
Tinctura Aloës composita. Vinum Opii aromaticum.
IV. De Geneesmiddelen der 4e Uitgave, welke in de 3e niet voorkomen.
a) 25 verplichte.
Adeps Lanae cum Aqua.
Adeps suillus benzoatus.
Aether ad Narcosin.
Amylum Oryzae.
Bromoformum.
Chloroformum ad Narcosin. Extractum Rhamni Purshianae
liquidum.
Farina Lini.
Gelatina.
Gossypium cum Hydrochlorate
Chinini.
Hydrochloras Codeini.
Liquor Kresoli saponatus.
Oleum Santali.
Pastillae Chloreti hydrargyrici. Sacchaiinum.
Salicylas Antipyrini.
Salicylas bismuthicus basicus. Solutio Formaldehydi.
Spiritus.
Sulfas Physostigmini.
Talcuin.
Tannalbuminum.
Tinctura Opii crocata.
Tinctura Strophauthi.
Vinum Malacense.
b) 166 niet-verplichte.
Acetotartras aluminicus. Acidum camphoricum.
Acetum Mylabridum. Acidum chromicum.
Acetum pyrolignosum depuratum. Acidum hydrobromicum.
Acetum Rhinacanthi. Acidum hydrobromicum diluAcidum aceticum concentratum. tum F. I.


Acidum lacticum.
Acidum trichloraceticum.
Adeps Lanae.
Aether Petrolei.
Albumen Ovi siccum.
Alcohol absolutus.
Auiygdaliie dulces.
Amylum Marantae.
Amylum Tritici.
Anetbolum.
Aqua Floruin Aurantii.
Arsenas natricus. F. I.
Benzoas natricus cum Coffeino.
Benzolum.
Bisulfas Chinini.
Brometum aethylicum.
Capsulae Olei Ricini.
Carbonas bismuthicus basicus.
Carbonas Guaiacoli.
Carbonas kalicus crudus.
Caryophylli.
Cera alba.
Cera Foliorum.
Cevadinum.
Chininum.
Chloretum aethylicum. Chloretum hydrargyrosum ope
Vaporis Aquae paratum. Chloretum zincicum.
Collodium cum Acido salicylico. Cortex Alyxiae.
Cortex Fructus Citri recens. Cortex Fructus Granati.
Cortex Rhamni Purshianae. Cortex Syzygii.
Cortex Viburni prunifolii. Einplastruin saponatum. Eugenolum.
Extractum Condurango liquidum. Extractum Secalis cornuti liquidum. F. I.
Extractum Viburni prunifolii liqui dum.
Fel Tauri inspissatum.
Folia Abri.
Folia Anacardii.
Folia Bidentis.
Folia Bixae.
Folia Blumeae.
Folia Hydrocotyles.
Folia Orthosiphonis.
Folia Psidii.
Folia Symploci.
Fructus Bruceae.
Fructus Capsici.
Fructus Hordei decorticati.
Fructus Myrtilli.
Fructus Rubi Idaei recentes.
Gallas bismuthicus basicus.
Gelatina Oxydi zincici.
Guaiacolum.
Gummi elasticum.
Gummi plasticum.
Gummi plasticum depuratum.
Hydras kalicus.
Hydras natricus.
Hydras Terpini.
Hydrobromas Scopolamini.
Kresolum crudum.
Linimentum calcis.
Liquor Picis Lithanthracis.
Mannitum.
Marmor album.
Mentholum.
Methylsulfonalum.
Mucilago Amyli.


Mylabrides.
Nitras bismuthicus basicus elutus. Nitris amylicus.
Oleum Betulae empyreumaticum
depuratum.
Oleum Cocos.
Oleum Fagi empyreumaticum
depuratum.
Oleum Iuniperi empyreumaticum. Oleum Laurocerasi.
Oleum Schleicherae.
Oleum Sesaini.
Oleum Shoriae.
Oleum Terebinthinae.
Pasta Cacao.
Pasta Zinci oleosa.
Pasta Zinci salicylata.
Pastillae Saccharini. Phenacetinuin.
Pix Lithanthracis.
Pruna.
Pulvis Aciai salicylici cum Talco.
Radix Armoraciae recens.
Radix Rhinacanthi.
Rhizoma Curcumae Javanicne.
Rhizoma Iridis.
Saccharas ferricus.
Sal Emsanum facticium.
Sal Hunyadi Ianos facticium.
Sal Yichy facticium.
Sal Wildungense facticium.
Salicylas ammonicus.
Salicylas methylicus.
Salicylas natricus cum Theobro-
mino-Natrio.
Salicylas phenylicus.
Sapo Cocos.
Sapo superadipatus.
Sapo superadipatus cum Pice liquida.
Sapo superadipatus cum Sulfure
praecipitato.
Semen Crotonis.
Semen Staphisagriae.
Semen Strophanthi.
Semen Syzygii.
Sirupus Codeini.
Sirupus iodotannicus.
Sirupus Senegae.
Solutio Acetatis aluminici.
Solutio Acetatis aluminici Burowii. Solutio Camphorae oleosa.
Solutio Chloroformi aquosa.
Solutio Citratis magnesici.
Solutio Ferri pomata.
Solutio Gummi arabici.
Solutio Gummi plastici in Chloro-
formo.
Solutio gummosa.
Solutio gummosa tenuis.
Solutio Hytlratis kalici.
Solutio Hydratis natrici.
Solutio Lugoli.
Solutio Peroxydi Hydrogenii. Solutio Picis concentrata.
Solutio Saccharatis ferrici aromatica.
Species antiaphthosae.
Sulfas aluminicus.
Sulfonalum.
Sulfur sublimatum.
ïheobrominum.
ïinctura Aconiti. F. I.
Tinctura Belladonnae. F. I. Tinctura Capsici.
Tinctura Hyoscyami. F. I.


Tinctura Opii benzoica. F. I. Tinctura Valerianae aetherea. Trochisci Bicarbonatis natrici
compositi.
Tubera Aconiti.
Unguentum Hydrargyri t'ortius. Unguentum Iodii.
Unguentum Iodoformi.
Unguentum Lanolini. Unguentum Picis compositum. Unguentum resinosum flavum. Vinum Chinae ferratum. Vinum Condurango.
Yinum Pepsini.
Vinum Rhammi Purshianae. Vinum Rhei.
V. De Geneesmiddelen der 3e Uitgave, welke met verandering van den officiëelen naam in de 4e Uitgave zijn opgenomen.
a) 24 verplichte.
Namen der 4e Uitga re. Aqua.
Aqua Laurocerasi. F. 1. Extractum Aloes.
Extractum Belladonnae. F. I. Extractum Opii. F. I.
Extractum Secalis cornuti. F. I. Extractum Strychni. F. I. Hydrochloras Cocaini. F. I. Liquor arsenicalis Fowleri. F. I. Nitras argenticus in Bacillis. Oleum Iecoris Aselli.
Pulvis Opii compositus F. I. Rob Iuniperi.
Sirupus Rubi Idaei.
Solutio Iodii spirituosa. F. I. Spiritus.
Tinctura Digitalis. F. I.
Namen der .ie Uitgave.
Aqua destillata.
Aqua Laurocerasi.
Extractum Aloës.
Extractum Belladonnae.
Extractum Opii.
Extractum Secalis cornuti.
Extractum Strychni.
Hydrochloras Cocaini.
Solutio Arseniitis kalici composita.
Nitras argenticus fusus.
Oleum Jecoris Aselli.
Pulvis Opii compositus.
Rob Juniperi.
Sirupus Rubi idaei.
Solutio Iodii spirituosa.
Spiritus fortior.
Tinctura Digitalis.


Tinctura Ipecacuanhae. F. I. Tinctura Lobeliae. F. I. Tinctura Opii. F. I.
Tinctura Opii crocata. F. I. Tinctura Strychni. F. I. Unguentum Hydrargyri. F. I. Vinum stibiatuin. F. I.
Tinctura Ipecacuanhae. Tinctura Lobeliae. Tinctura Opii.
Vinum Opii aromaticuin. Tinctura Strychni. Unguentum Hydrargyri. Vinum stibiatum.
b) 30 niet-verplichte.
Namen der 4e Uitgave. Namen der 3e Uitgave.
Aloe.
Aqua Plumbi Goulardi.
Benzoe.
Capsulae Balsami Copaivae. Collodium cum Oleo Ricini. Cornu Cervi.
Emulsa.
Extractum Cannabis indicae. Extractum IIyo9cyami. F. I. Extractum Rhamni Frangulae. Extractum Trifolii.
Fructus Cubebae.
Fructus Iuniperi.
Lignum Santalinum.
Oleum Iecoris Aselli cum Ben-
zoate ferrico.
Oleum Iecoris Aselli cum Iodeto ferroso.
Oleum Myristicae expressum. Oxydurn hydrargyricum rubrum. Pulvis aerophorus.
Sal Carolinum facticium.
Sirupus Ipecacuanhae. F. I. Sirupus Rhamni Frangulae. Styrax.
Terebinthina laricina.
Tinctura Aloes.
Vergelijkend Overzicht.
Aloë.
Aqua Plumbi.
Benzoë.
Capsulae cum Balsamo Copaivae. Collodium elasticum.
Cornu Cervi raspatum.
Emulsiones.
Extractum Cannabis.
Extractum Hyoscyami.
Extractum Frangulae.
Extractum Trifolii fibrini.
Cubebae.
Fructus Juniperi.
Lignum santalinum.
Oleum Jecoris Aselli cum Ben-
zoate ferrico.
Oleum Jecoris Aselli cum Iodeto
ferroso.
Oleum Myristicae.
Oxydum hydrargyricum.
Pulvis aërophorus.
Sal carolinum facticium.
Sirupus Ipecacuanhae.
Sirupus Frangulae.
Styrax liquidum.
Terebinthina.
Tinctura Aloës.
2


Tinctura Benzoes.
Tinctura Cantharidum. F. I. Tinctura Colchici. F. I. Unguentum Diachylon. Unguentum Oxydi hydrargyrici rubri.
Tinctura Benzoës.
Tinctura Cantharidum.
Tinctura Colchici.
Unguentum Diachylon Hebrae. Unguentum Oxydi hydrargyrici.
VI. De 40 Geneesmiddelen der 4e Uitgave, welke met behulp van ongebluschte kalk bewaard moeten worden.
Deze bepaling heeft slechts betrekking op de hoeveelheid van het geneesmiddel, die voor dagelijksch gebruik in de Apotheek aanwezig is. In den voorraad kunnen wateraantrekkende geneesmiddelen, behalve met behulp van ongebluschte kalk, ook bewaard worden in toegesmolten glazen buizen, goed sluitende glazen stopflesschen of flesschen waarvan de kurk door het aanbrengen van een laag paraffine of eene andere waterafsluitende stof voor vocht ondoordringbaar is gemaakt, en in blikken bussen.
De niet-verplichte geneesmiddelen zijn met -(- aangeduid.
Acetas kalicus.
-(- Acidum chromicum. Ammoniacum.
Asa foetida.
4- Bulbus Scillae.
-f- Cantharides.
Carbonas kalicus.
-f- Chloretum ferricum et Chlore-
tum ammonicum.
-j- Citras magnesicus effervescens. -)- Extractum Calumba. -)- Extractum Colocynthidis. Extractum Opii. F. I. Extractum Ratanhiae. -j- Extractum Rhamni Frangulae.
Extractum Rhei. -f- Extractum Rhei compositum. Extractum Strychni. F. I. Folia Digitalis.
+ Galbanum.
-f- Hydras kalicus.
4- Hydras natricus. -f- Hydrochloras Pilocarpini. -|- Hypophosphis natricus. -f- Mylabrides.
Opium.
-)- Pepsinum.
Pulvis aerophorus.
Pulvis Opii compositus. F. I. -f- Sal Carolinum facticium.


+ Sal Emsanum facticium. -|- Sal Hunyadi Ianos facticium. 4~ Sal Vichy facticium. + Sal Wildungense facticium. Secale cornutum.
Sulfas ferrosus exsiccatus.
-f- Sulfas kalico-aluminicu8 exsiccatus.
+ Sulfas natricus exsiccatus. -|- Sulfas Physostigmini.
Sulfidum stibicum.
4- Tartarus boraxatus.
VII. De Geneesmiddelen der 4e Uitgave, welke buiten invloed van het licht moeten worden bewaard.
Voor zoover deze bepaling betrekking heeft op de hoeveelheid van het geneesmiddel, die voor dagelijksch gebruik in de Apotheek aanwezig is, wordt hieronder verstaan, dat het geneesmiddel wordt bewaard in flesschen van zwart, rood of donker-geelbruin glas. Zalven en extracten mogen worden bewaard in potten, uit eene ondoorschijnende stof vervaardigd. De voorraad, die niet voor dagelijksch gebruik in de Apotheek is bestemd, mag ook worden bewaard in een voor het licht afgesloten ruimte.
De niet-verplichte geneesmiddelen zijn met 4" aangeduid.
De plaatsing van een * geeft aan, dat in de 3de Uitgave ook
bewaring tegen den invloed van licht is voorgeschreven.
* Acetura Digitalis. 4- Aqua Florum Aurantii.
4- Acetum Rhinacanthi. Aqua Foeniculi. 2)
*4~ Acetum Scillae. * Aqua Laurocerasi F. I.
* Acidum benzoicum. Aqua Menthae piperitae.
4- Acidum hydrobromicum. 4~ Aqua Rosarum.
4- Acidum hydrocyanicum dilu- 4" Bisulfas Chinini.
tum. F. I. Brometum aethylicum.
*4~ Acidum nitricum. Bromoformum.
* Aether. *4- Camphora monobromata.
Aether ad Narcosin. !) 4" Chininum.
Aqua Cinnamomi. * -j- Chloretum aethylicum.3)
') In nagenoeg gevulde en goed, met glazen stop gesloten, bruine fleschjes
van ten hoogste 100 cM3. inhoud, op eene koele plaats.
!) Op eene niet te koele plaats.
') Op eene koele plaats.


*-(- Chloretum ferricum.
Chloretum ferricum et Chloretum ammonicum.
* Chloretum hydrargyro-ammo-
nicum.
* Chloretum hydrargyrosum. -f- Chloratum hydrargyrosum ope
Yaporis Aquae paratum.
* Chloroformuni.
Chloroformura ad Narcosin.*) Extractum Aloes.
Extractum Belladonnae. F.I. Extractum Calumba.
-f- Extractum Cannabis indicae. -|- Extractum Cardui benedicti. -)- Extractum Cascarillae. -|- Extractum Centaurii. Extractum Chinae.
Extractum Chinae liquidum. -)- Extractum Colocynthidis. -|- Extractum Condurango liquidum.
Extractum Filicis.
Extractum Gentianae. -f- Extractum Granati. -|- Extractum Helenii.
Extractum Hydrastis liquidum.
-j- Extractum Hyoscyami. F. I. Extractum Liquiritiae. Extractum Opii. F. I. Extractum Ratanhiae. -|- Extractum Rhamni Frangulae.
Extractum Rhamni Purshia-
nae liquidum.
Extractum Rbei.
-)- Extractum Rhei compositum.
■Extractum Secaliscornuti. F. I. -f- Extractum Secalis cornuti liquidum. F. I.
Extractum Strychni. F. I. -j- Extractum Taraxaci. -f- Extractum Trifolii.
Extractum Valerianae. -f- Extractum Viburni prunifolii liquidum.
Glandulae Lupuli.
Gossypium cum Hydrochlorate
Chinini.
Gossypium cum Iodoformo. -f- Guaiacolum.
-|- Gummi elasticum. 2)
-f- Gummi plasticum depuratum. 3)
* Hydrochloras Apomorphini.
* Hydrochloras Chinini.
*-f- Infusum Hyoscyami oleosum. -)- Iodetum hydrargyricum.
* Iodetum hydrargyrosum.
* Iodetum kalicum.
* Iodetum natricum.
* Iodoformum.
*-(- Metadioxybenzolum. -|- Naphtholum.
* Nitris aethylicus cum Spiritu.4) Nitris amylicus.
') In nagenoeg gevulde en goed. met glazen stop gesloten, bruine fleschjes van ten hoogste 100 cM3. inhoud, op een koele plaats.
Onder water.
3) Op een koele, droge plaats.
<) Zooveel mogelijk in gevulde flesschen, op een koele plaats.


* Olea pinguia.J) -(- Pulvis Radicis Valerianae.
* Olea volatilia.!) -)- Pulvis Rhizomatis Calaini. Opium. -(- Pulvis Rhizomatis Zingiberis.
* Oxydum hydrargyricum fla- Pulvis Seminis Cardamomi.
vum. *-)- Pyrogallolum.
*-f- Oxydum hydrargyricum ru- *-)- Pyropliosphas ferricus cum
brum. Citrate ammonico.
*+ Pepsinum. * Santoninum.
* Phenolum. -(- Solutio Camphorae oleosa.
* Phenolum liquefactum. * Solutio Chloreti ferrici. *-{- Phosphorus. 2) *-)- Solutio Chlorii.
+ Pulvis aromaticus. Solutio Formaldehydi.
*4* Pulvis Corticis Chinae. * Solutio Iodii spirituosa. F. I.
-f- Pulvis Corticis Cinnamomi. -f- Solutio Peroxydi Hydrogenii.3)
-|- Pulvis Corticis Fructus -|- Solutio Pyrophosphatis natrico-
Aurantii. ferrici.
*-(- Pulvis Corticis Radicis Ipe- *-j- Stigmata Croci.
cacuanhae. * Sulfas Chinini.
-(-Pulvis Corticis Rhamni Pur- Sulfas Physostigmini.
shianae. Tannas Chinini.
-(- Pulvis Florum Cinae. * Tela cum Iodoformo.4)
-f- Pulvis Foliorum Belladonnae. *-|- Tinctura Acetatis ferrici aethe-
*-f- Pulvis Foliorum Sennae. rea.
Pulvis Fructuum Anisi. *-j- Tinctura acida aromatica.
-\- Pulvis Fructuum Cubebae. -)- Tinctura Aconiti. F. I.
+ Pulvis Fructuum Foeniculi. -|- Tinctura Aloes.
* Pulvis Liquiritiae compositus. -|- Tinctura Arnicae.
Pulvis Opii compositus. F. I. Tinctura Asae foetidae.
-)- Pulvis Petalorum Rosae. -)- Tinctura Aurantiorum.
-f- Pulvis Radicis Helenii. Tinctura Belladonnae. F. I.
*4- Pulvis Radicis Rhei. -(- Tinctura Benzoes.
') In droge, zoo mogelijk gevulde, goed gesloten flesschen of kruiken, op een koele plaats.
!) Op een koele plaats, onder water, in een flesch , die in een metalen bus is geplaatst.
3) Op een koele plaats.
4) Buiten invloed van lucht.


*-(- Tinctura Cantharidum. F. I. 4- Tinctura Capsici.
4- Tinctura Catechu.
Tinctura Chinae.
Tinctura Chinae composita. 4* Tinctura Cinnamomi. 4* Tinctura Colchici. F. I.
* Tinctura Digitalis. F. I. 4- Tinctura Eucalypti.
4- Tinctura Gallarum. -|- Tinctura Gentianae. 4- Tinctura Hyoscyami. F. I.
* Tinctura Ipecacuanhae. F. I. 4- Tinctura Lobeliae. F. I.
-)- Tinctura Moschi.
Tinctura Myrrhae.
Tinctura nervina Bestucheffi. Tinctura Opii. F. I. -|- Tinctura Opii benzoica. F. I.
Tinctura Opii crocata. F. I. 4- Tinctura Quassiae. 4- Tinctura Ratanhiae. 4- Tinctura Rhei aquosa.
* Tinctura Secalis cornuti. Tinctura Strophanthi. F. I.
* Tinctura Strychni. F. I. 4- Tinctura Succini.
Tinctura Valerianae. 4- Tinctura Valerianae aetherea. 4- Unguentum Acetatis plumbici basici.
Unguentum Acidi borici. 4- Unguentum Carbonatis plumbici camphoratum. -f- Unguentum Chloreti hydrargyrico-ammonici.
-)- Unguentum Diachylon. + Unguentum Elemi.
Unguentum Hydrargyri. F. I. 4- Unguentum Hydrargyri fortius. 4- Unguentum Iodeti kalici. -f- Unguentum Iodii. 4- Unguentum Iodoformi. 4- Unguentum Lanolini. 4- Unguentum leniens. 4- Unguentum Oxydi hydrargy-
rici flavi.
4- Unguentum Oxydi hydrargyrici rubri.
Unguentum Oxydi zincici. 4- Unguentum Picis. 4- Unguentum Picis compositum. 4- Unguentum resinosum flavum.
Unguentum simplex. 4- Unguentum sulfuratum compositum.
-f- Unguentum Tartratis kalicostibici.
4- Unguentum terebinthinaceum.
Vinum amarum.
4- Vinum Chinae.
4- Vinum Chinae ferratum. 4- Vinum Colchici.
4- Vinum Condurango. * Vinum Ipecacuanhae.
Vinum Malacense.
4- Vinum Pepsini.
4- Vinum Rhamni Purshianae. 4- Vinum Rhei.
Vinum stibiatum. F. I. 4- Vinum Tartratis kalici ferrati.


VIII. De Geneesmiddelen der Derde Uitgave,
welke met een of andere wijziging, in bereiding, samenstelling, eigenschappen, of wijze van bewaring in de Vierde Uitgave opgenomen zijn.
Aanra. Is de naam onveranderd gebleven, dan wordt hjj in de tweede kolom niet herhaald.
Daar omtrent de bewaring met behulp van ongebluschte kalk en buiten toetreding van licht reeds ter andere plaatse mededeeling gedaan werd (Tabellen VI en VII), is in deze tabel daarmede geene rekening gehouden.
Vierde Uitgave.
Acetum Digitalis. 5 Dagen macereeren. + Acetum Scillae.
5 Dagen macereeren.
-f Acidum aceticum. S. g. 1,041.
Vrij van zwaveldioxyde en arsenik.
Acidum hydrochloricum dilutum.
S.g. 1,067.
13,67 pet. HCl (4 x Norm.).
+ Acidum nitricum.
S. g. 1,316.
+ Acidum nitricum dilutum.
S.g. 1,133.
22,26 pet. HN03 (4 X Norm.).
Acidum salicylicum. Smeltpunt 157°.
Acidum sulfuricum dilutum.
S.g. 1,124.
17,45 pet. HiSOi (4 X Norm.).
Derde Uitgave.
8 Dagen macereeren. 8 Dagen macereeren.
S.g. 1,062.
12,5 pet. HCl.
S.g. 1,317.
S. g. 1,12.
20 pet. HNO,.
Smeltpunt ongeveer 160".
S.g. 1,111-1,114. 15,7—16 pet. iïjSO,,


Adeps suillus.
Zuurgetal niet meer dan 3. Ioodadditiegetal 49 - 60. Bewaring bij voorkeur in goed gesloten flesschen.
A e t h e r.
S.g. 0,720.
Kookpunt 34,5°—35°.
Vrij v»n aldehyde en vinylalkohol.
-f-Aether cum Spiritu.
S. g. 0,777—0,782.
-)- A1 o e.
Watergehalte 8—12 pet. Aschgehalte ten hoogste 1,5 pet. Ammonia liquida. S g. 0,960.
+ A m m o n i a c u m.
Afkomstig van eenige soorten van het geslacht Dorema, waaronder D. Ammoniacum, D. Aucheri, D. aureum.
Minstens 65 pet. alkoholisch extract.
Ten hoogste 5 pet. asch. -f- Amylum Solani.
Ten hoogste 12 pet. water. Ten hoogste 1 pet. asch.
Antipyrinum.
Smeltpunt 113°.
Aq ua.
100 cM3. water mag na verdamping geen weegbare rest achterlaten.
Geen verandering met kalium-
ferrocyanide.
Voor onderhuidsche inspuitingen vooraf minstens 10 minuten koken.
+ Aqua commmunis. Vry van nitrieten.
S. g. 0,722—0,725.
Kookpunt ongeveer 36°.
S.g. 0,775-0,782.
S. g. 0,958—0,960.
Afkomstig van Doreina Ammoniacum.
Smeltpunt ongeveer 110°. Aqua destillata.
10 eM3. water mag na verdampt te zijn niets achterlaten.


Aquae aromaticae.
De bereiding geschiedt door destillatie.
Zü moeten buiten invloed van het licht — en met uitzondering van Aqua Foeniculi — op eene koele plaats bewaard worden.
Aqua Foeniculi.
Bereiding door destilleeren; 40 d. vruchten tot 1000 d. destillaat.
Troebele vloeistof; ten gebruike voor oogwater vooraf filt reeren.
Aqua Laurocerasi F. I.
Bereid met water (gedest.).
Moet minstens 83 pet. aan benzaldehyde gebonden HCN bevatten.
Aqua Menthae piperitae.
Bereid door destillatie; 100 d.
bladen tot 1000 d. destillaat. + Aqua Picis.
Meng 50 d. houtteer met 150 d. puimsteen en schud 200 d. van dit mengsel gedurende 10 minuten met 1000 d. water en filtreer.
+ Aqua Plumbi Goulardi.
Oplossing van basisch loodacetaat 2 d., verdunde spiritus 8 d. en water 90 d. + Aqua Rosarum.
Schud 1 d. rozenolie met 5000 d. water en filtreer.
-f Argentum foliatum.
Reageeren op metalen der ijzergroep.
Asa foetida.
Stamplanten waarschijnlijk Fe-
Slechts Aqua Cinnamomi en Aqua Laurocerasi worden door destilleeren verkregen.
Bewaring buiten invloed van licht wordt alleen verlangd voor Aqua Laurocerasi.
Bereiding uit olie.
Aqua Laurocerasi.
Bereid met gewoon water.
Bereid uit olie.
Schud 50 d. teer met 1000 d. kokend water gedurende een half uur, laat een dag staan en filtreer.
Aqua Plumbi.
Oplossing van basisch loodacetaat 1 d. en water 20 d.
Schud 4 d. gefiltreerde oplossing van 1 d. rozenolie in 19 d. sterken spiritus met 996 d. water.
Stamplanten Ferula Seorodosma,


rula foetida en Ferula Assafoetida.
Minstens 60 pet. alkoholisch extract.
Ten hoogste 10 pet. asch.
Gebruikt als poeder (B10).
Balsamum Copaivae.
S. g. 0,94—0,99.
Vrü van gurjunbalsem en colophonium.
Zuargehalte 28 - 84.
Verzeepingsgetal niet meer dan 14 verschillen met zuurgetal.
In Ned. W. Indië mag de dunvloeibare copaivabalsem, bekend als ,hoepelolie", gebruikt worden.
Balsamum peruvianum.
Stamplant Myroxylon Pereirae.
S.g. 1,140—1,145.
Gehalte aan cinnameïne 55— 80 pet.
-f- B e n z o e.
Aschgehalte ten hoogste 2 pet.
Ook Siam-Benzoë mag gebruikt worden.
Vrjj van kaneelzuur. Bicarbonas natricus.
Reageeren op carbonaat met phenolphtaleïne.
Vry van rhodaanverbindingen.
Bolus alba.
Mag niet reageeren tegenover kaliumpermanganaat.
Brometum ammonicum.
Ten hoogste 1,18 pet. chloride.
Brometum kalicum.
Ten hoogste 1,4 pet. chloride.
Brometum natricum.
Ten hoogste 0,81 pet. chloride. 4-Bulbus scillae.
Stamplant Urginea Scilla.
Mag niet langer dan l|jaar in voorraad, gehouden worden.
Ferula Narthex en misschien andere F. soorten.
Niet meer dan 20 pet. asch.
Stamplant Toluifera Pereirae.
S.g. 1,137—1,145.
Benzoë.
Alleen de hars ter bereiding van benzoëzuur moet vr\j van kaneelzuur z^jn.
Reageeren op carbonaat met mercurichloride.
Ten hoogste 3,1 pet. chloride.
Ten hoogste 8,3 pet. chloride.
Ten hoogste 3,1 pet. chloride.
Stamplant Urginea maritima.


Camphora.
Cijfers voor s. g., smeltpunt, kookpunt en optische draaiing.
Water met kamferpoeder geschud , mag de kleur van lakmoespapier niet veranderen» noch troebel worden met zilvernitraat.
■f Camphora monobroma ta.
Smeltpunt 76°.
Kookpunt 274°.
Vrtf van chloor en van niet in het kamfermolecule opgenomen broom.
4-Cantharides.
0,6—0,8 Pet. cantharidine.
Niet meer dan 10 pet. water.
Niet meer dan 9 pet. asch. + Carbonas ammonicus.
Vrjj van empyreumatische stoffen en rhodaanverbindingen. Carbonas calcicus.
Water met calciumcarbonaat geschud, mag na filtratie rood lakmoespapier niet blauw kleuren.
Reageeren op yzer met kaliumferrocyanide.
Carbonas kalicus.
Reageeren op aanwezigheid van mierenzuur en kaliumhydroxyde.
4-Carbonas lithicus.
99—100 Pet. iijC03.
Carbonas magnesicus.
Vrjj van arsenik.
Bij gloeien moet 40—43 pet. MgO terug blyven. Carbonas natricus.
Reageeren op rhodaanverbindingen, hydroxyde en ammoniumverbindingen.
Kookpunt 270".
Bevochtigd curcumapapier mag door calciumcarbonaat niet van kleur veranderen.
Reageeren op tfzer met zwavelammonium.
0
96,2—99,9 Pet. LiiC03.


4-Carbonas plumbicus.
Vrü van \jzer en koper.
Na gloeiing moet minstens 85 pet. PbO achterblijven.
+ Catechu.
Afkomstig van Uncaria Gambier. (Gele cachou).
Aschgehalte niet meer dan 5 pet.
Minstens 80 pet. alkoholisch extract.
Met kokend water niet meer dan 10 pet. onoplosbare rest.
Cera flava.
S. g. 0,960—0,966.
Smeltpunt 62,5°—64°.
Reageeren op stearinezuur in het Altraat verkregen na koken met spiritus.
Reageeren op paraffine.
Bepaling van zuur- en estergetallen.
-(-Charta antasthmatica.
De vloeistof, waarmede het papier gedrenkt wordt, bevat 15 pet. kaliumnitraat.
Chloretum amraonicum.
Reageeren op empyreumatische stoffen.
Niet meer dan 1 pet. water.
-f-Chloretum ferricum et Chloretum ammonic u m.
IJzergehalte 2,63—2,69 pet.
Chloretum hydrargyrosum.
Verscherpte reacties op sublimaat.
Vry van ammoniumverbindingen.
Chloretum natricum.
Reageeren op kalium met vlamreactie en wijnsteenzuur.
Afkomstig van Acacia Catechu en A. Suma. (Bruine cachou).
Aschgehalte niet meer dan 6 pet.
S.g. 0,956—0,967.
13 pet. kaliumnitraat.
IJzergehalte 2,69—2,86 pet.
Niet zeer gevoelige reactie op sublimaat.
Reageeren op kalium met vlamreactie.


S.g. 1,480—1,490. Kookpunt 61°—62°.
Reageeren op barium met zwavelzuur.
Niet meer dan 1 pet. water.
Chloroformum. S.g. 1,485—1,489.
Kookpunt 60"—62°.
De door schudden met zwavel¬
zuur van alkohol en water bevrijde chloroform, moet een s. g. van 1,500 en een kookpunt van 61,3° hebben.
Reageeren op aldehyde met KOH.
Chloroformum ad Nar-
cosi n.
Bereidingswijze wordt aangegeven; daarna 99 d. chloroform mengen met 1 d. absoluten alkohol.
Vrij Vi*n aldehyde (reactie met Nessiers reagens).
+ Chrysarobinum.
Vlij v»n chrysophaanzuur.
Als voor uitwendig gebruik chrysophaanzuur is voorgeschreven, moet chrysarobine gegeven worden.
4- C o d e i n u m.
Smeltpunt 152°—153°.
Collodium.
De collodiumwol moet bij ten hoogste 40° gedroogd worden.
Vrij van aceton.
Ongeveer 3 pet. verdampingsrest.
-(-Collodium cum Oleo
Rici n i.
Collodium 98 d. met ricinusolie 2 d.
-(-Colophonium.
Zuurgetal 180—160.
-(-Cornu Cervi.
Schaafsel en draaisel van Hertshoorn.
Als chrysophaanzuur is voorgeschreven , mag chrysarobine gegeven worden.
Smeltpunt ongeveer 150°.
Beneden 80° drogen.
Collodium elasticum.
Collodium 96 d. met ricinusolie 4 d.
Cornu Cervi raspatura. Schaafsel.


Slechts ongeveer >/10 in kokend water oplosbaar.
Minstens 40 pet. asch.
Cortex Chinae.
Niet minder dan 6 pet. alkaloïden.
Niet minder dan 9 pet. kinatannaten.
+ Cortex Cinnamomi.
Moet minstens 12 pet. alkoholisch extract geven.
Aschgehalte 4—8 pet.
+ Cortex Condurango.
De bast eener Z.-Amerik. soort van het geslacht Marsdenia.
+ Cortex Fructus Auran-
tii.
Moet minstens 20 pet. alkoholisch extract geven.
Voldoende hoeveelheid aetherische olie.
+ Cortex Granati.
Wortel- en stambast. (ZuidEuropeesche).
Minstens 0,25 pet. alkaloïden.
Aschgehalte 8—15 pet.
Hier te lande mag alleen Indische bast gegeven worden, indien zulks uitdrukkelijk verlangd wordt.
Decocta.
De bereiding der Afkooksels geschiedt, door de, zoo noodig meer of minder lijn verdeelde, grondstoffen, bij voorkeur in een porseleinen of steenen pan met deksel, met een voldoende hoeveelheid koud water te overgieten, tot koken te verhitten en het koken eenigen tyd voort te zetten.
De duur van het koken is af-
5—6 pet. alkaloïden.
De bast van Gonolobus Condurango.
Wortelbast.
Ten minste 1 pet. alkaloïdenhydrochloraten.
Zuid-Europeesche of Indische.


hankelijk van den aard der grondstof, waarvan een afkooksel bereid moet worden; zoo worden Iersch Mos en Lijnzaad 5 minuten, Senegawortel, Uva-ursibladen en Gepelde Gerst 15 minuten, Kinabast, Condurangobast, Rhamnusbast, Granaatbast, Simarubabast, Calumba wortel enIJslandsch Mos een half uur gekookt.
Na afloop van het koken wordt dadelijk gecoleerd, behalve by een afkooksel van Condurangobast, waar dit eerst na bekoeling moet geschieden.
Wanneer geen andere verhouding is opgegeven en het geen sterkwerkend geneesmiddel geldt, moeten voor 100 deelen colatuur 10 deelen der grondstof gebruikt worden, behalve van
Iersch Mos, waarvan ... 1,5 d.
Lijnzaad, „ ... 3 d.
Senegawortel, „ ... 4 d.
Kinabast, „ ... 6 d.
Gepelde Gerst „ ... 8 d. gebruikt moeten worden.
+ Decoctum Cornus Cervi compositum.
8 D. hertshoorn, 10 d. broodkruim, 10 d. suikerstroop voor 100 d.
-fElectuarium Sennae compositum.
150 D. pruimen, 150 d. ruw tamarindenmoes, maak er elk afzonderlijk moes van en meng met 50 d. glycerine, 125 d. suiker en 50 d. poeder van sennabladen voor 500 d.
+ Elemi.
Afkomstig van verschillende soorten van het geslacht Canarium.
Alleen verhoudingscjjfers voor afkooksels van: Iersche Mos, Lijnzaad, Kinabast, IJslandsch Mos en Gepelde Gerst
2 D. geprepareerd hertshoorn, 10 d. broodkruim, 10 d. suiker voor 100 d.
150 D. pruimen, 150 d. ruw tamarindenmoes, maak er elk afzonderlijk moes van en meng met 200 d. eenvoudige stroop en 50 d. poeder van senna bladen voor 500 d.
Van soorten uit de familie der Burseraceae.


Niet minder dan 40 pet. petroleumaetherisch extract.
Emplastra.
Bewaard in paraffinepapier; die met vluchtige bestanddeelen bovendien in gesloten flesschen of bussen.
E ra plast rum adhaesivum.
Caoutchouc 10 d., wolvet 20 d. en loodpleister 70 d.
Emplastrum Cantharidum.
Bereid met sesamolie.
Emplastrum gummosum.
Het mengsel van loodpleister en was wordt onder het mengsel van gomharsen en terpentijn geroerd.
Emplastrum Hydra r gyri-
25 D. kwik, 5 d. wolvet, 60 d. loodpleister en 10 d. geel was.
Minstens 24 pet. kwik.
Emplastrum Oxydi p 1 u m b i c i.
Moet bij verwarming in tien deelen zwavelkoolstof oplosbaar zijn.
Emulsa.
Zaad einulsiën: 10 d. zaad voor 100 d. emulsie.
Oliëemulsiën: 10 d. olie voor 100 d. emulsie.
Emulsum oleosum met amanolie.
Extracta.
Dikke extracten ten hoogste 20 pet. water.
Droge extracten ten hoogste 6 pet. water.
Reageeren op metalen met H, S in de zoutzure oplossing der
Bewaard in paraffine- of waspapier.
Loodoxydepleister 80 d., geel was 5 d. en hars 15 d.
Bereid met olijfolie.
De menging geschiedt in omgekeerde volgorde.
25 D. kwik, 10 d. reuzel, 55 d. loodoxydepleister en 10 d. geel was.
E m u 1 s i o n e s.
15 D. zaad voor 100 d. colatuur.
Nauwelijks uit te gieten.
Reageeren op koper met ijzeren spatel.


asch, ook na toevoeging van natriumacetaat.
Het te gebruiken water is gedestilleerd water.
Extractum Belladonnae. F. I. mag in de verhouding 1=3 met rflstmeel vermengd in voorraad gehouden worden.
Extractum Belladonnae F. I.
Bereid uit poeder van gedroogde bladen door percolatie met verdunden spiritus.
Watergehalte 10—15 pet.
Alkaloïdegehalte minstens 1,15 pet.
-|-Extractum Calumba.
Bereid door percoleeren met spiritus van 70 pet.
Wordt aangegeven als dik extract, doch zal wel als droog bedoeld zyn.
Extractum Chinae.
15—18 Pet. alkaloïden. Extractum Chinae liquidum.
5—6 Pet. alkaloïden.
7,5—10 Pet. kinatannaten. -[-Extractum Colocynthidis.
Met kleine wijziging in wijze van uittrekking gelijk aan 3de uitgave.
Extractum Gentianae.
Bereid door 100 d. van den wortel in schijfjes gesneden eerst met 600 en daarna nog met 300 d. water te macereeren. -(-Extractum Granati.
Minstens 0,8 pet. alkaloïden.
Vergelijkend overzicht.
Alle narcotische extracten mogen in de verhouding 1=3 met melksuiker vermengd in voorraad gehouden worden.
Extractum Belladonnae.
Bereid uit versch kruid.
Dik extract bereid door percoleeren met spiritus van 60 pet.; bevat 5 pet. glycerine.
9—11 Pet. alkaloïden.
4—4,5 Pet. alkaloïden.
Poeder (B,0) 100 d. wordt eerst met 800 d. en daarna nog met 400 d. gewoon water gemacereerd.
Minstens 2,5 pet. alkaloïdenhydrochloraten.
3


Extractum Hydrastis liquidum.
200 D. wortel met 0,5 d. wijnsteenzuur en verdunden spiritus percoleeren tot 160 d., daarna verder percoleeren, het hierbij afloopende vocht uitdampen tot 40 d. en in het eerste percolaat oplossen. Droogrest 20 pet. Hydrastinegehalte minstens 2 pet.
Extractum Hyoscyami F. I.
Bereid uit poeder van gedroogde bladen door percolatio met verdunden spiritus.
Extractum Liquiritiae. Bereid als Extractum Gentianae. Minstens 20 pet. glyeyrrhizine. Extractum Opii. F. I. 100 D. opium in dunne schijven macereeren met 500 d. water gedurende 24 uren, uitpersen, perskoek macereeren met 250 d. water gedurende 12 uren, uitpersen, bijeengevoegde vochten bij ten hoogste 80° uitdampen tot 200 d., na 24 uren filtreeren en Altraat verwerken tot droog extract.
Bevat 20 pet. morphine.
Extractum Ratanhiae. Bereid door percolatie met water. Bevat minstens 35 pet. looizuur.
Extractum Secalis cor-
nuti F. I.
Bereid met chloroformwater. De zuivering geschiedt door toevoeging van 100 d. spiritus (90 pet.) op 50 d. colatuur.
100 D. wortel met verdunden spiritus percoleeren tot 85 d. en verder ongeveer als Ed. IV.
Droogrest ten minste 20 pet.
Extractum Hyoscyami. Bereid uit versch kruid.
Bereid met gewoon water en ammonia.
Extractum Opii.
100 D. poeder van opium macereeren met 500 d. water gedurende 24 uren, uitpersen en perskoek nog 2 maal macereeren met 300 d. water gedurende 12 uren, bijeengevoegde en gefiltreerde vochten zonder verdere zuivering uitdampen tot droog extract.
Bevat 18 pet. morphine.
Bereid door maceratie.
Extractum Secalis corn uti.
De zuivering geschiedt door toevoeging van gelijke deelen spiritus.
Bevat 5 pet. glycerine.


Extractum StrychniF.I.
Bereid uit poeder van strychnoszaad (B20), dat met petroleuraaether ontvet is.
Bevat 16 pet. alkaloïden.
Ferrum pulveratum.
Minstens 99 pet. in verdund zoutzuur oplosbaar.
Vrjj van zwavelverbindingen.
-f-Ferrum reductum.
Minstens 84,6 pet. metallisch Fe.
-|-Flores Cinae.
Aschgehalte van het poeder der
bloemen (B30) bedraagt 5—10 pet.
+ Flo res Tiliae.
Stamplanten Tilia platyphyllos en Tilia cordata.
Mogen niet langer dan 1 jaar in voorraad gehouden worden.
Folia Digitalis.
Mogen niet langer dan 1 jaar in voorraad gehouden worden.
-f-Folia Menthae piperi-
tae.
Mogen niet langer dan' 1 jaar in voorraad gehouden worden.
Folia Sennae.
Minstens 35 pet. waterig extract.
Aschgehalte van het poeder (jB40) 6—8 pet.
-|-Folia Stramonii.
Moeten groen van kleur zijn.
Mogen niet langer dan 1 jaar in voorraad gehouden worden.
In Ned. O. Indië mogen voor uitwendig gebruik de bladen van Datura fastuosa gebezigd worden.
+ Fructus Cardamomi.
Aschgehalte van het poeder der zaden (B4ll) 3—8 pet.
-j-Fructus Cubebae.
Stamplant Piper Cubeba.
Extractum Strychni.
Bereid uit poeder van strychnoszaad (Bio).
Bevat 15 pet. alkaloïden.
Minstens 86 pet. metallisch Fe.
Stamplanten Tilia platyphyllos en Tilia ulmifolia.
Cubebae.
Stamplant Cubeba officinarum.


Aschgehalte van het poeder (B!t) niet meer dan 10 pet. -(-Galbanum.
Minstens 65 pet. alkoholisch extract.
Aschgehalte ten hoogste 8 pet.
Gallae.
Minstens 60 pet. looizuur. + Glandulae Lupuli.
Minstens 70 pet. aetherisch extract.
Aschgehalte ten hoogste 6 pet. Glycerin um.
S. g. 1,230—1,235. -(-Gossypium cum Iodofor mo.
Geen bereidingswijze vermeld. Moet ongeveer 10 pet. iodoform bevatten. Bovendien mogen nog andere soorten iodoformwatten in voorraad gehouden worden, mits het gehalte daarvan niet meer dan '/•0 afwijkt van de aanduiding op de verpakking.
-|-Gossypium depuratum. Mag aan aether ten hoogste 0,2 pet. oplosbare stof afstaan. Watergehalte niet meer dan 5 pet. Aschgehalte niet meer dan 0,3 pet. G r a n u 1 a.
Gewicht ten hoogste 30 mG. Het constituens bestaat uit melksuiker 20 d. en Arabische gom 5 d.
Gummi arabicum.
De oplossing in water (1 = 10) vertoont eene draaiing van ongeveer — 2,5" (buislengtejl dM.). Vrij van zetmeel en dextrine. De oplossing mag slechts zwak
zure reactie bezitten. Ten hoogste 4 pet. eener witte asch.
Aschgehalte ten hoogste 20 pet. S. g. 1,230-1,250.
Moet 5 pet. iodoform bevatten.
Gewicht ten hoogste 50 mG. Melksuiker 30 d. en Arabische gom 15 d.


+ Herba Cannabis indicae.
Het kruid mag niet van hars
ontdaan zy'n.
Het poeder geve minstens 10 pet. alkoholisch extract.
-f- Herba Sabinae.
Het aschgehalte van het poeder mag niet meer dan 8 pet. bedragen.
+ Hirudines.
Bloedzuigers, welke reeds bloed gezogen hebben, mogen niet worden afgeleverd; een met verdund azijnzuur bevochtigde prop watten, tegen de zuignappen van den bloedzuiger gedrukt, mag niet rood worden.
Hydrochloras Aporaorp h i n i.
De oplossing in water (1 = 100)
moet neutraal reageeren.
Hydrochloras Cocaini Hydrochloras Cocaini. F. I.
Smeltpunt 183®.
Vrij van andere coca-alkaloïden.
Hydrochloras Morphini.
Vrij van andere alkaloïden.
Niet meer dan 14,5 pet. water. Niet meer dan 15 pet. water.
Hypophosphis calcicus.
Vrij van zware metalen en
chloorverbindingen.
97,82 Pet. zuiver zout.
+ Hypophosphis natricus.
Vrij van zware metalen en
chloorverbindingen.
98,12 Pet. zuiver zout.
Infusa.
De bereiding der Aftreksels geschiedt, tenzij anders is voorgeschreven door de, zoo noodig,
meer of minder fijn verdeelde grondstoffen, bij voorkeur in


een porseleinen of steenen pan met deksel, met een voldoende hoeveelheid koud water te overgieten, en, nu en dan omroerende, in een waterbad te verwarmen.
De duur van het infundeeren, gerekend van af den tjjd, dat de inhoud der pan de temperatuur van 90® heeft bereikt, is 15 minuten; voor Sennabladen echter een half uur.
Het coleeren moet na bekoeling geschieden.
Wanneer geen andere verhouding is voorgeschreven en het geen sterkwerkend geneesmiddel geldt, moeten voor 100 deelen colatuur 10 deelen der grondstoffen gebruikt worden, behalve van Ipecacuanhawortelbast, waarv. 0,5d. Digitalisbladen, „ 0,5d.
Moederkoorn, „ 3d.
Arnicabloemen, „ 4d.
Senega wortel, „ 4d.
Sennabladen, „ 4d.
Indische Spruwkruiden, „ 5d. gebruikt moeten worden.
-Infusum Hyoscyarni oleosum.
Hyoscyamusbladen 25 d., spiritus (90 pet.) 50 d. en ammonia 1 d., in een gesloten vat by ongeveer 50", gedurende 10 uren verwarmen, daarna sesamolie 250 d. toevoegen en b;j ongeveer 80° verwarmen totdat de spiritus verdampt is. Reageeren op alkaloïden.
lodi u m.
Vrij van ICN. Iodoformum.
Smeltpunt 119»-120».
Niet meer dan 1 pet. water.
Alleen verhoudingscyfers voor aftreksels van: Ipecacuanhawortelbast, Digitalisbladen, Arnicabloemen en Sennabladen.
Hyoscyamusbladen 10 d. met sterken 'spiritus 20 d. gedurende 12 uren macereeren, dan ol\jfolie 100 d. toevoegen en op het waterbad den spiritus uitdrijven.
Smeltpunt 115°—120».


Kreosotum.
S. g. niet lager dan 1,080.
Vrij van phenol, teerachtige bestanddeelen (reactie met natronloog en water) en van coerulignon (teerbestanddeelen met een hoog kookpunt).
Grootendeels destilleerbaar tusschen 200° en 215°.
+ L i g n u m Quassiae.
Aschgehalte van het poeder niet meer dan 8 pet. + Lignum Santalinum.
Aschgehalte van het poeder niet meer dan 3 pet.
-{-Linimentum Ammoniae.
80 D. sesamolie met 20 d. ammonia.
Mag niet in voorraad gehouden worden.
Liquor arsenicalis Fowleri. F. I.
1 D. arsenigzuur, 1 d. kalinmcarbonaat en 1 d. water verwarmen totdat het arsenigzuur is opgelost; de bekoelde oplossing verdunnen met 20 d. water en daarna toevoegen 3,5 d. verdund zoutzuur, 4d. lavendelspiritus en water tot 100 d.
Reactie nagenoeg neutraal.
Lycopodium.
Met chloroform geschud mag slechts weinig of niets bezinken.
Aschgehalte niet meer dan 5 pet. + Mei.
De vloeistof verkregen door vermenging van 1 d. honig met 2 d. water moet een s. g. van minstens 1,110 hebben; zjj mag door AgNO3 en door BaN03 slechts weinig troebel
S. g. 1,065-1,085.
De grootste helft moet tussehen 200° en 210° destilleerbaar zijn.
Lignum santalinum.
80 D. olijfolie met 20 d. ammonia.
Solutio Arseniitis k a lici composita.
1 D. arsenigzuur, 1 d. kaliumcarbonaat en 1 d. water verwarmen totdat het arsenigzuur is opgelost, by het bekoelde vocht voegen 4 d. lavendelspiritus en water tot 100 d.
Reactie alkalisch.


worden (aardappelsuiker en melasse) en met het 10 voudige volumen spiritus geen neerslag geven (dextrine-aehtige stoffen).
Zuurgehalte overeenkomende met 0,125 pet. mierenzuur.
Aschgehalte 0,1—0,8 pet.
In Ned. Indië mag de daar inheemsche honig gebruikt worden, mits overeenkomende met de officiëele. + Mei depuratum.
Zuurgehalte overeenkomende met 0,092 pet. mierenzuur. —|- Mei rosatura.
Bereid door percoleeren. -j-Metadioxybenzolum.
Smeltpunt 110°—112°.
De oplossing in water (1 = 10) mag blauw lakmoespapier zwak rood kleuren. + Moschus.
Alleen de Tonkineesche en die uit Tibet mag gebruikt worden.
Op chloroform gebracht mag slechts weinig of niets bezinken.
Bewaren in een stopflesch, zonder kalk of andere wateronttrekkende middelen. -fMucilago Gummi arabi ci.
-(-Mucilago Saleb. -|-Mucilago Tragacanthae.
Deze 3 slijmen mogen niet in voorraad gehouden worden. -|- My rr ha.
Afkomstig van eenige soorten van het geslacht Conimiphora.
30— 60 Pet. alkoholisch extract.
Aschgehalte ten hoogste 5 pet.
Bereid door macereeren.
Smeltpunt 110°—115». De oplossing in water (1 = 10) zij neutraal.
Alleen die muskus, welke Tonkineesche, Tibetaansche of Chineesche genoemd wordt, mag gebruikt worden.
Afkomstig van Balsamea Myrrha.


4-Naphtholum.
Neutraal en vrij van salicylzuur.
Nitras bismuthicus basi c u s.
De bereiding van het zout is aangegeven.
Door bepaling van de hoeveelheid zuur, die vrij komt door schudden van 5 G. van het zout met 75 cM' water, wordt gecontroleerd of het zout de verlangde samenstelling bezit.
Vry van lood.
Reageeren op As met de (gewijzigde) Gutzeit'sche reactie.
Na gloeiing moet 79—81 pet. Bi,O-., achterblijven.
-|-Nitras kalicus.
Vrij va" perchloraten.
-(-Nitras natricus.
Vrij van perchloraten, iodaten, iodiden en bromiden.
Nitris aethylicus cum Spiritu.
Bereiding: Uit koperdraaisel, spiritus, zwavelzuur en salpeterzuur; in fracties destilleeren en opvangen in spiritus; de zure reactie wegnemen door schudden met magnesiumoxyde; rectificeeren beneden 85° en op gehalte (per 10 cM3. 250 rriG.aethylnitriet) brengen.
Quantitatieve bepaling volgens Dietze (nitriet omzetten in nitraat door middel van cbloorzuur en bepaling van het daarbij gevormde chloorwaterstofzuur volgens Volhard); verlangd wordt minstens 200 mG, aethylnitriet per 10 cM3.
Reageeren op As met de reactie
van Bettendorf.
78—82 Pet.
Bereiding: Uit sterken spiritus en salpeterzuur; destilleeren, het destillaat schudden met magnesiumoxyde en rectificeeren.
Weinig nauwkeurige grensreactie ter bepaling van de hoeveelheid nitriet.


Olea pinguia.
Zjj moeten vrij zijn van vreemde oliön, waarbij is aangegeven de wijze van opsporing van katoenzaadolie (reactie van Halphen), van sesamolie (reactie van Baudouin) en van minerale oliën.
Verder worden methoden aangegeven voor de bepaling van het zuurgetal, het verzeepingsgetal en het ioodadditiegetal (methode van Wjjs). Olea volatilia.
Zjj moeten vrij zijn van spiritus.
Oleum Amygdalarum.
Moet btf — 15° vloeibaar bleven.
Ioodadditiegetal 95—101.
Oleum Anisi.
Stolpunt niet lager dan 14°.
Oplosbaar in 2 vol. spiritus, zoo noodig onder verwarming tot 20°.
Oleum Cacao.
Smeltpunt 31°—34°.
Ioodadditiegetal 33,8—36. + Oleum Cajuputi.
Staniplant Melaleuca Leucadendron.
Vrij van terpentijnolie (reactie met iodium) en vette olie.
Bevat sporen koper.
+ 01 e u m C a r y o p h y 11 o r u m.
S. g. niet lager dan 1,050.
Oplosbaar in 2 vol. verdunden spiritus.
+ Oleum Cinnamomi.
S. g. 1,025-1,040.
Destilleert grootendeels by 250° over; de niet vluchtige rest mag ten hoogste 10 pet. bedragen.
Oplosbaar in 3 vol. verdunden spiritus.
Moet bij — 10° vloeibaar bljj Stolpunt bij 9».
Smeltpunt ongeveer 30°. Stamplant Melaleuca minor.
S. g. 1,041—1,060.
S. g. 1,020—1,040.


Vry van kaneelbladolie, spiritus en vette olie.
Gehalte aan kaneelzuuraldehyde 55—75 vol. pet.
+ Oleum Citri.
S. g. 0.850—0,860.
Oplosbaar in 6 vol. spiritus.
Optische draaiing bjj 20°C: + 58° tot + 67° (buislengte 1 dM.).
Vrij van terpentijnolie (na destillatie van de helft der olie, moet het destillaat eene grootere rechtsdraaiing bezitten). + Oleum Crotonis.
Bereidingswijze aangegeven.
S. g. 0,940-0,960.
Oplosbaar in het dubbel vol. absoluten alkohol bij verwarming op het waterbad.
Vrij van andere oliën (elaïdineproef).
Mag niet langer dan 1 jaar in voorraad gehouden worden.
Oleum Foeniculi.
S. g. 0,965—0,980.
Optische draaiing + 12" tot + 24° (buislengte 1 dM.).
Moet eene voldoende hoeveelheid anethol bevatten.
Geeft een helder mengsel met een gelijk vol. spiritus.
Minstens de helft moet tusschen 225° en 240° destilleeren.
Oleum Iecoris Aselli.
S. g. 0,920—0,930.
Verzeepingsgetal niet lager dan 180.
Ioodadditiegetal 163—182. -f-Oleum Iecoris Aselli
cum Benzoate ferrico.
Het ijzerbenzoaat wordt ex tempere bereid en met be-
S. g. 0,840—0,855.
Oplosbaar in minder dan 6 vol. sterken spiritus.
In elke verhouding met absoluten alkohol mengbaar.
S. g. 0,950—0,990.
Geeft een helder mengsel met een half vol. sterken spiritus.
Oleum Jecoris Aselli. S. g. 0,923—0,928.
Oleum Jecoris Aselli cum Benzoate ferrico.


hulp van uitgedroogd natriumsulfaat gedroogd.
Het yzergehalte wordt bepaald door titratie. (Methode van Schacht—Guldensteeden Egeling).
+ 01eum Iecoris Aselli cum Iodeto ferroso.
Voor de bereiding moet levertraan gebruikt worden, die minder dan 0,1 pet. iodium kan binden (d. i. de goudgele).
Het iodium wordt door afwrijven met de olie in een mortier opgelost.
Gehalte aan Fe 0,235 pet. overeenkomende met 1,3 pet. Fe
Bepaling door titratie (methode Schacht—Guldensteeden Egeling).
+ 01eum Lauri.
Smeltpunt ongeveer 40°.
Reageeren op curcuma met ammonia.
+ 01eum Lavandulae.
S. g. 0,880—0,890.
Oplosbaar in 3 vol. verdunden spiritus.
Minstens 35 pet. linalylacetaat.
Oleura Lini.
S. g. 0,930—0,935.
Ioodadditiegetal niet lager dan 175.
Met een gelijk volumen kalkwater geschud, moet lijnolie terstond eene emulsie vormen.
+ Oleum Macidis.
S. g. 0,900—0,920.
Met het 3-voudig vol. spiritus een helder mengsel.
Oleum Menthae piperitae.
Met 5 vol. verd. spiritus eene
Het tjzergehalte wordt bepaald door verbranding.
Oleum Jecoris Asselli cum Iodeto ferroso.
Gehalte aan Fe 0,270 overeenkomende met 1,5 pet. Feli. Bepaling door verbranding.
S. g. 0,885—0,895.
S. g. 0,930 - 0,940.


heldere of slechts zwak opaliseerende vloeistof.
Grensbepaling voor mentholgehalte.
-fOleum Myristicae ex-
pressum.
Smeltpunt 47°—51°.
S. g. 0,920—0,950.
Oleum Olivarum.
Ioodadditiegetal 82 - 85.
Vrjj van arachisolie.
Oleum Ricini.
S. g. 0,955—0,970.
Op vreemde oliën wordt gereageerd door schudden met petroleumaether en door de proef met zwavelkoolstof en zwavelzuur.
-fOleum Rosarum.
Afkomstig van eenige soorten van het geslacht Rosa.
S. g. bü 30°: 0,850—0,860.
-fOleum Rosmarini.
S. g. 0,900—0,920.
Optische draaiing ten hoogste + 15° (buislengte 2 dM.).
-fOleum Sinapis.
S. g. 1,018—1,025.
Oleum Terebinthinae
depuratum.
Bij het destilleeren wordt vooraf een weinig kalkmelk toegevoegd (om zuren te binden).
3. g. 0,860- 0,872.
-f Olibanum.
50—80 Pet. alkoholisch extract.
Asehgehalte ten hoogste 3 pet. Opium.
Minstens 50 pet. waterig extract.
Asehgehalte niet meer dan 8 pet.
Watergehalte niet meer dan 15 pet.
Poeder van opium (BtQ) mag
Oleum Myristicae. Smeltpunt 40°—45°.
S. g. 0,950-0,970.
Afkomstig van Rosa damascena. S. g. 0,880—0,913. S. g. 1,015-1,022.
S. g. 0,855—0,865.
Poeder van opium <BS0) moet


niet meer dan 6 pet. water en moet 10 pet. morphine bevatten (event. te vermengen met ander opiumpoeder of rystzetmeel).
+ Oxydum calcicum.
CaO bereid uit marmer.
Het daaruit door blusschen verkregen Ca(OHh moet geheel in zoutzuur oplosbaar zijn.
Oxydura hydrargyri-
cum flavum.
Bereidingswijze vermeld. -f-Oxydum hydrargyri-
cum rubrum.
Vrij van salpeterzuur.
Oxydum magnesicum.
Vrij van kalk en arsenik. + Oxydum plumbicum semivitreum.
Verscherpte reacties opkoperen ijzer.
Gloeiverlies niet meer dan 1,5 pet. (overeenkomend met een gehalte van ongeveer 10 pet. basisch carbonaat).
In azijnzuur onoplosbare rest ten hoogste 1,5 pet.
Oxydum zincicum.
Vrij van arsenik. + Paraffinum liquidum.
S. g. niet lager dan 0,860.
Kookpunt niet beneden 300°. -f-Paraffinum solidum.
Uit ruwe petroleum.
Smeltpunt 56°—60°.
S. g. 0,916 - 0,920.
Vrij van harsachtige stofFen (reactie met zwavelzuur), -f- Pepsinu m.
De digestieproef wordt eenigszins anders uitgevoerd dan in Ed. III.
minstens 50 pet. waterig extract leveren en moet 10 pet. morphine bevatten (event. te vei'mengen met aardappelzetmeel).
Bijna geheel in zoutzuur oplos, baar.
Oxydum hydrargyricum.
Ten hoogste 2 pet.
S. g. 0,84-0,86.
Uit ozokeriet. Smeltpunt 75°—80°.


Permanganas kalicus.
Vrij van nitraten en chloraten.
Phenol um.
Smeltpunt 40°—42°.
Kookpunt 181°—182".
Phenolum liquefactum.
S. g. 1,063—1,065.
+ Phosphas calcicus.
Geringe wijziging in de bereiding; drogen beneden 35°.
Moet bij gloeiing 25,0—26,5 pet. aan gewicht verliezen.
-f-Phosphas natricus.
Vrjj van kaliurn en carbonaten.
-f-Pilulae Blaudi.
Meng 65 G. kaliumcarbonaat met 10 G. suiker, 4 G. tragacanth, 10 G. magnesiumoxyde en 40 G. glycerine en voeg daarbij 80 G. uitgedroogd ferrosulfaat voor 1000 pillen.
+ Pilulae Iodeti ferrosi.
Geringe wijzigingen in de hoeveelheden melksuiker, drop en zoethout wortel.
Schudden met eene oplossing van tolubalsem in chloroform (1 10).
-j-Pilulae Sulfatis Chinini.
50 G. kininesulfaat, 25 G. samengesteld gompoeder, met suikerstroop tot 1000 pillen.
-)- Pix solida.
Weinig en zonder fluorescentie oplosbaar in benzol, in tegenstelling met pik uit steenkolenteer.
+ Potio Riveri.
Een oplossing van 6 d. natriumhydrocarbonaat in 110 d. water (gedest.) wordt langzaam vermengd met eene oplossing
Smeltpunt 39"—42°.
S. g. 1,065—1,075.
Meng 8 G. uitgedroogd ferrosulfaat met 4 G. glycerinetragacanth en voeg 6,5 G. kaliumcarbonaat en 1 G. magnesiumoxyde toe voor 100 pillen.
Schudden met eene aetherische oplossing van tolubalsem.
5 G. kininesulfaat met glycerine-tragacanth tot 1000 pillen.
Bjj eene oplossing van 4,9 G. citroenzuur en 25 G. eenvoudige stroop in 160 G. water wordt in kleine hoeveelheden


bestaande uit 5 d. citroenzuur, 50 d. water, 5 d. citroenspiritus en 25 d. suikerstroop.
-{-Pulpa Tamarindorum c r u d a.
Zuurgehalte overeenkomende met minstens 11,25 pet. wijnsteenzuur.
Waterig extract minstens 30 pet.
Watergehalte ten hoogste 32 pet.
Asch ten hoogste 4 pet.
Vrjj van zware metalen (behalve Ijzer).
Pul veres.
Behalve de zeefbodems in Ed. III vermeld is nog een van zijden builgaas met 50 vierkante openingen op den lengte-centimeter (B5o) opgenomen.
In de lijst van „graad van fijnheid der tot groep B behoorende poeders" zijn eenige wijzigingen aangebracht en nieuwe stoffen opgenomen.
Pulvis aerophorus.
Natriumhydrocarbonaat 30 d., wijnsteenzuur 30 d.en suiker 40 d.
-(-Pulvis aromaticus.
De fijnheid der poeders is Bt0.
Aschgehalte niet meer dan 8 pet.
-(-Pulvis gummosus.
De fijnheid der poeders is Bi0.
Aschgehalte niet meer dan 2,5 pet.
Pulvis Liquiritiae comp o s i t u s.
Sennabladen 15 d., zoethoutwortel 15 d., venkelvruchten 10 d., gezuiverde zwavel 10 d. en suiker 50 d.
Aschgehalte niet meer dan 4 pet.
gevoegd 10 G. natriumcarbonaat.
Pulvis aërophorus. De verhouding is resp. 30, 27 en 43.
De fijnheid der poeders is B30.
De fijnheid der poeders is grootendeels Bia.
De verhouding is resp. 16, 16, 8, 8 en 52.


+ Py rogallolum.
Smeltpunt 132»—133°. Smeltpunt ongeveer 125°.
Kookpunt 311°—312°.
+ Pyrophosphas ferricus cum Citrate ammonico.
IJzergehalte 13,6-14 pet. IJzergehalte 14-14,8 pet.
Radix Althaeae.
Aschgehalte van het poeder (B<0) 3 tot 7 pet.
+ Radix Gentianae.
Aschgehalte van het poeder (Bto) 2 tot 6 pet.
Radix Ipecacuanhae.
Aschgehalte van het bastpoeder (i?4#) 1,8 tot 6 pet.
Moet 2 pet. alkaloïden bevatten; poeder met minder gehalte mag slechts gebruikt worden tot menging met poeder van hooger gehalte. Poeder dat meer dan 2 pet. bevat moet met alkaloïde-arm poeder of met rjjstzetmeel op het aangegeven gehalte gebracht worden.
Radix Jalapae.
Stamplant Ipomoea Purga. Stamplant Exogonium Jalapa.
Harsgehalte minstens 8 pet.
Radix Liquiritiae.
Het poeder (J540) moet bereid worden uit den van de kurklaag ontdanen wortel. Het moet minstens 30 pet. waterig extract en niet meer dan 6 pet. asch geven.
-(-Radix Ratanhiae.
Identiteitsreactie met loodacetaatoplossing.
Radix Rhei.
Aschgehalte van het poeder (B40) 5 tot 12 pet.
Vergelijkend Overzicht. 4


4- Resina Jalapae.
Geringe verandering in de bereidingswijze.
Ten hoogste 15 pet, in chloroform oplosbaar.
Aschgehalte ten hoogste 0,3 pet. -fResina Podophylli.
Veranderde wijze van afscheiding.
Minstens 40 pet. podophyllotoxine.
Watergehalte ten hoogste 5 pet. Aschgehalte ten hoogste 0,3 pet,
Rhizoma Filicis.
Mag niet langer dan 1 jaar bewaard worden.
-f Rhizoma Hydrastis.
Aschgehalte van het poeder niet meer dan 6 pet.
-|-Rhizoma Zingiberis.
Het poeder (B40) moet minstens 6 pet. alkoholisch extract geven.
Het aschgehalte mag niet meer dan 8 pet. bedragen en van de asch moet ongeveer de helft in water oplosbaar zijn.
Rob Iuniperi.
De asch moet vrij zijn van zware metalen (behalve ijzer.)
Saccharum.
De oplossing in water (1 = 10) geve geen reactie met zwavelwaterstof en slechts uiterst zwakke reductie met Fehlings proefvocht.
Watergehalte niet meer dan 1 pet. Aschgehalte niet meer dan 0,1 pet.
Saccharum Lactis. Aschgehalte niet meer dan 0,1 pet,
Salicylas natricus.
Vrij van zware metalen.
Ten hoogste 6 pet.


Salicylas natricus cum C o f f e i n o.
Bereidingswijze aangegeven.
Minstens 45 pet. coffeïne.
Santon in um.
Met kaliummercuriiodide reageeren op alkaloïden (strychnine).
Sapo aromaticus.
Kalizeep 20 d., kamfer 2 d., verdunde spiritus 74d., rosmarynolie 1 d. en ammonia 8 d.
S. g. 0,920-0,930.
Reageeren op vry alkali met phenolphthaleïne.
+ Sapo kalinus.
Oplossing van kaliumhydroxyde (met 35 pet. KOH) 35 d., sesamolie 65 d., verzeepen op een waterbad en met water aanvullen tot 100 d.
Vrij van arachisolie en katoenzaadolie.
Reageeren op vry alkali met phenolphthaleïne.
Sapo medicatus.
Viij van arachis-, katoenzaaden sesamolie.
Reageeren op vrij alkali met phenolphthaleïne.
Ten hoogste 2 pet. natriumchloride.
Watergehalte ten hoogste 5 pet.
Secale cornutum.
Aschgehalte niet meer dan 5 pet.
Mag niet langer dan 1 jaar in voorraad gehouden worden.
Het poeder moet telkenmale versch bereid worden.
■fSemen Colchici.
Mag niet langer dan 1 jaar in voorraad gehouden worden.
Ongeveer 50 pet. coffeïne.
Medicinale zeep 14 d., verdunde spiritus 80 d., kamfer 1 d., rosmarynolie 1 d. en ammonia 3 d.
Oplossing van kaliumhydroxyde (15 pet.) 100 d. met olijfolie 65 d. voor 100 d. zeep.
Dikwerf versch bereid.


-fSemen Sinapis.
Moet zooveel kaliummyronaat bevatten, dat het ten minste 0,7 pet. allylisosulfocyanide kan leveren.
Aschgehalte van het poeder ten hoogste 8 pet.
-j-Semen Strychni.
Het poeder (Bt0), dat vooraf met petroleumaether van vet bevrijd is, moet 2,5 pet. alkaloïden bevatten.
Aschgehalte van het poeder 1 tot 3 pet.
Sirupus Althaeae.
3 D. althaeawortel gedurende 6 uren macereeren met water en met 60 d. suiker tot 100 d. stroop.
Sirupus Aurantiorum.
10 D. oranjeschil in poeder (4j,5) percoleeren met water en met 62 d. suiker tot 100 d. stroop.
-f Sirupus Cinnamomi.
10 D. kaneel in poeder (B10) percoleeren met kaneelwater en met 62 d. suiker tot 100 d. stroop.
Sirupus Iodeti ferrosi F. I.
2 D. ijzerpoeder en 6 d. water, 4,1 d. iood in kleine hoeveelheden toevoegen en filtreeren in eene oplossing van 0,05 d. citroenzuur en 60 d. suiker in 20 d. warm water; filter nawasschen tot 100 d. stroop.
-)- Sirupus Ipecacuanhae F. I.
10 D. tinctuur met 90 d. suikerstroop.
10 D. althaeawortel 12 uren macereeren en met 60 d. suiker tot 100 d. stroop.
25 D. oranjeschil infundeeren en met 60 d. suiker tot 100 d. stroop.
10 D. kaneel in poeder (B,0) macereeren met kaneelwater en met 60 d. suiker tot 100 d. stroop.
Sirupus Iodeti ferrosi.
De oplossing van Fe Ia wordt gefiltreerd in een vooraf geconcentreerde suikerstroop.
Sirupus Ipecacuanhae.
5 D. tinctuur met 95 d. suikerstroop.


-fSirupus Liquiritiae.
25 D. zoethoutwortel met 120 d. water macereeren gedurende 24 uren, coleeren, uitpersen, opkoken en uitdampen op een waterbad tot 50 d.; filtreeren, in het Altraat onder verwarming oplossen 80 d. suiker en vermengen met 80 d. gezuiverden honig.
-(-Sirupus Papaveris.
10 D. papavervruchten in poeder Mi*) percoleeren, door verwarming op het waterbad eiwitstoffen afscheiden, coleeren, uitdampen en met 62 d. suiker tot 100 d. stroop.
-fSirupus Rhamni Frangulae.
10 D. Rhamnusbast in poeder (-4,,,) infundeeren en met 62 d. suiker tot 100 d. stroop.
+ Sirupus Rhei.
30 D. Rhabarberwortel met 3 d. natriumcarbonaat en 180 d. water, macereeren gedurende 24 uur, uitpersen, bezinken, helder afgieten en met 248 d. suiker tot 400 d. stroop.
20 D. zoethoutwortel met 5 d. ammonia en 100 d. water macereeren enz. en met 60 d. suiker tot 100 d. stroop.
10 D. Papavervruchten infundeeren en met 60 d. suiker tot 100 d. stroop.
Sirupus Frangulae.
Slechts 60 d. suiker.
5 D. Rhabarberwortel met 1 d. natriumcarbonaat en 60 d. suiker tot 100 d. stroop. De colatuur moet vóór de toevoeging van de suiker gefiltreerd worden.
Sirupus Rhoeados.
20 D. versche klaprozen, mace- Slechts 60 d. suiker.
reeren met water en met 62 d. suiker tot 100 d. stroop.
Vrij van teerkleurstofïen (schudden met amylalkohol).
Sirupus Rubi Idaei. Sirupus Rubi idaei.
38 D. sap met 62 d. suiker. 40 D. sap met 60 d. suiker.
Vrij van teerkleurstoffen (schudden met amylalkohol) en van vreemde plantenkleurstoffen (schudden met magnesiumoxyde).
J


Sirupus Sennae.
10 D. sennabladen infundeeren met 62 d. suiker tot 100 d. stroop.
Sirupus simplex. 62 D. suiker en 88 d. water.
Solutio Ammoniae spirituosa anisata. B\j titeeren met N. zuur moet een gehalte aan NH3 van 1,88—1,99 pet. gevonden worden.
Solutio Camphorae spirit uosa.
S. g. 0,887—0,892.
Grensbepaling van de hoeveelheid kamfer door bepaling van de hoeveelheid water noodig voor het ontstaan eener blijvende troebeling. Optische draaiing -+- 6,5° tot + 7' (buislengte 2 dM.).
Solutio Chloreti ferrici. S. g. 1,470-1,482.
Vry van chloor en vrij zuur. IJzergehalte 14,8—15 pet.
-(-Solutio Chlorii.
Chloorgehalte 0,4—0,425 pet.
Solutio Ferri albumi-
nata.
Bereid uit 120 d. droog eiereiwit en 20 d. ferrichlorideoplossing, door dialyseeren.
Het dialysaat wordt zoover verdund, dat het ijzergehalte na toevoeging van 10 pet. kaneelspiritus 0,175 pet. bedraagt.
Geen reactie met congopapier.
Minstens 6,2 pet. droogrest.
IJzergehalte 0,175 pet.
Slechts 60 d. suiker.
60 D. suiker en 40 d. water.
S. g. 1,441—1,488.
IJzergehalte 14,5—15,5 pet.
Chloorgehalte minstens 0,39 pet.
Bereid uit 1000 d. heldere oplossing van kippeneiwit, die 10 pet. droog eiwit bevat en 20 d. ferrichlorideoplossing, door dialyseeren.
De verdunning geschiedt tot zoover, dat na toevoeging van 10 pet. kaneelspiritus, het vocht 5,5 pet. vaste stof bevat.
IJzergehalte minstens 0,175 pet.


Solutio Hydratis calcici.
Vrü van alkalihydroxyden, sulfaten en chloriden.
Solutio Iodii spirituosa
F. I.
10 D. iood en 90 d. sterke spiritus (95 pet.).
-{-Solutio Pyrophosphatis
natrico-ferrici.
Eene oplossing van 8 d. ferrichlorideoplossing in 500 d. water wordt gevoegd bjj eene oplossing van 18 d. natriumpyrophosphaat in 500 d. water.
IJzergehalte ongeveer 0,118 pet.
Spiritus.
Bevat 90 vol. pet. C,HS. OH.
S. g. 0,8338.
Vry van furol (= furfurol).
Spiritus aromaticus.
S. g. 0,896—0,902.
-(-Spiritus Cinnamomi.
S. g. 0,914—0,920.
-f-Spiritus Citri.
400 D. versche citroenschil destilleeren tot 1000 d.
S. g. 0,902—0,908.
-(-Spiritus Cochleariae.
S. g. 0,892 -0,898.
Reactie op zwavelverbindingen.
Spiritus dilutus.
Bevat 70 vol. pet. . OH.
S. g. 0,8897.
-(-Spiritus Lavandulae.
250 D. lavendelbloemen destilleeren tot 1000 d.
S. g. 0,891—0,897.
4-Spiritus saponatus.
75 D. oplossing van kaliumhydroxyde (s. g. 1,456), 195 d. sesamolie en 200 d. spiritus, worden in eene gesloten flesch, op eene warme plaats, be-
Solutio Iodii spirituosa.
8 D. iood en 92 d. sterke spiritus (90 pet.).
De menging geschiedt in omgekeerde volgorde en er worden slechts 17 d. natriumpyrophosphaat gebruikt.
IJzergehalte 0,114—0,119 pet. Spiritus fortior.
Bevat 91-89 vol. pet. C,HS. OH.
S. g. 0,831—0,837.
S. g. 0,890—0,895.
S. g. 0,920—0,925.
Mengsel van 1 d. olie, 85 d.
sterke spiritus en 14 d. water. S. g. 0,870—0,875.
S. g. 0,920—0,925.
Bevat 71—69 vol. pet. C2 Hb. OH. S. g. 0,887—0,892.
Mengsel van 1 d. olie met 99 d. verdunden spiritus. S. g. 0,885—0,890.
Gefiltreerde oplossing van 20 d. kalizeep, in 20 d. sterken spiritus en 40 d. water.


waard tot volkomen verzeeping en vermengd met 150 d. spiritus, 378 d. water en2d. lavendelolie.
Bevat ongeveer 30 pet. kalizeep. Nagenoeg neutraal, bepaald door titreeren.
+ Stigmata Croci.
Bepaling van het kleurend vermogen.
Aschgehalte niet meer dan 6 pet.
-f- Sty rax.
Minstens 75 pet. alkoholisch extract.
+ Succinum.
S. g. 1,0-1,1.
10-25 pet. alkoholisch extract. Aschgehalte ten hoogste 0,3 pet.
Succus Liquiritiae. Bü uittrekken van drop met een mengsel van water, ammonia en spiritus moet minstens 50 pet. droog extract verkregen worden.
Minstens 8 pet. glycyrrhizine. Watergehalte van het poeder
(B,„) ten hoogste 15 pet. Aschgehalte 5-8 pet.; de asch moet vrij zijn van zware metalen (behalve ijzer.). De aanwijzing van Ed. III om in oplossingen zoethoutextract in plaats van drop te geven wordt niet meer aangetroffen.
Sulfas aethylicus acidus cum Spiritu. Na menging en bekoeling zoo noodig op gewicht brengen met spiritus.
Zuurbepaling door titratie.
Neutrale reactie, gecontroleerd met mercurichloride.
Niet meer dan 8 pet. Styrax liquidum.
Drop met koud water uitgetrokken, mag niet meer dan 25 pet. onoplosbare stoffen achterlaten.
Sulfas Atropini.
Mag in zwavelzure oplossing


met salpeterzuur niet kleuren.
(Vreemde alkaloïden).
Smeltpunt van het goudzout 135°-137».
Sulfas Chinini.
De oplossing in water (1 = 1000)
reageert neutraal.
-f-Sulfas ferrosus.
Reageeren met ff,S in azijnzure In zoutzure oplossing.
oplossing.
Mag geen vrij zuur bevatten.
Sulfas kalico-alumini-
cus.
Vrij yan chloriden en arsenik.
+ Sulfas kalico-alumini-
cus exsiccatus.
Vry van chloriden en arsenik.
Sulfas kalicus.
Vrij van arsenik.
Sulfas magnesicus.
Verscherpte reactie op alkaliën.
Vrij van arsenik.
Sulfas natricus.
Vrij van kalium- en ammoniumverbindingen.
Vrij van arsenik.
In poeders moet het vervangen worden door eene gelijke hoeveelheid uitgedroogd natriumsulfaat.
+ Sulfas natricus exsiccatus.
Vrjj van kalium- en ammoniumverbindingen.
Vrij van arsenik.
Sulfas zincicus.
Mag geen vrjj zuur bevatten.
+ Sulfophenylas zincicus.
Mag geen vrij zuur bevatten.
Suppositoria.
Tenzij anders is voorgeschreven De aangegeven massa bestaat worden zij bereid met cacao- uit 90 d. cacaoboter en 10 d.
boter, zoo noodig onder bjj- eenvoudige zalf, naar gelang


voeging eener geringe hoeveelheid geel was of sesamolie.
Wordt eene gelatineuze massa verlangd, dan wordt daarvoor gebruik gemaakt van het voorschrift voor „buigzame staafjes" der Pharmacopee (2 d. gelatine, 4 d. water en 5 d. glycerine).
Het gewicht der zetkaarsjes moet, tenzij anders is voorgeschreven, voor volwassenen 3 G. en voor kinderen 2 ft. bedragen.
Tannas Chinini.
Bereidingswijze aangegeven.
Nagenoeg smakeloos.
Vrij van sulfaat en hydrochloraat.
29—30 Pet. kinine.
Niet meer dan 3 pet. water.
Niet meer dan 0,2 pet. asch.
Tanninum.
Niet meer dan 12 pet water, -f Tartarus boraxatus.
Vrij van calciumverbindingen.
In oplossing mag borax wijnsteen vervangen worden door zijne componenten.
Tartras kalico-natricus.
Vrij yan calcium- en ammoniumverbindingen.
Tartras kalico-stibicus.
Vrij van kaliumhydrotartraat.
Moet minstens 99,66 pet. zuiver zout bevatten.
Tartras kalicus acidus.
Vrij van ammoniumverbindingen.
Tela.
Mag aan aether ten hoogste 0,2 pet. oplosbare stof afstaan.
Watergehalte niet meer dan B pet.
Aschgehalte niet meer dan 0,3pet.
van de temperatuur en van het voorgeschreven geneesmiddel te wijzigen.
Gewicht voor volwassenen 4 G., voor kinderen 2 G.
Eenigszins bitter. Minstens 20 pet. kinine.


Tela cum Iodoformo.
Geen bereidingswijze vermeld.
Moet ongeveer 10 pet. iodoform bevatten. Bovendien mogen nog andere soorten iodoformgaas in voorraad gehouden worden, mits het gehalte daarvan niet meer dan afwijkt van de aanduiding op de verpakking.
-|-Terebiiïthina laricina.
Bevat ongeveer 15 pet. vluchtige olie.
Methode ter bepaling van grenscjjfers voor zuurgetallen aangegeven.
Afwezigheid van gewone terpentijn (Reactie met magnesiumoxyde).
Tincturae.
De bereiding geschiedt, tenzü eene bepaalde methode is voor geschreven, öf door percoleeren, öf door macereeren.
De beide bereidingswijzen worden omschreven; de maceratie geschiedt gedurende 5 dagen.
In het destillaat der tincturen wordt gereageerd op aceton.
Van een aantal tincturen wordt de verdampingsrest bepaald. -j-Tinctura Acetatis fer-
rici aetherea.
By de bereiding wordt meer azijnzuur gebruikt.
S. g. 1,049-1,053. -(-Tinctura acida aromatica.
S. g. 0,943-0,952. -f-Tinctura Arnicae.
Verdampingsrest minstens 1 pet.
Tinctura Asae foetidae.
S. g. 0,850—0,859.
Verdampingsrest minstens 3,5 pet.
Moet 5 pet. iodoform bevatten. Terebinthina.
De bereiding geschiedt door macereeren.
De maceratie geschiedt gedurende 8 dagen.
S. g. 1,048—1,052. S. g. 0,941—0,946.
S. g. 0,850—0,858.


+ Tinctura Aurantiorum. Moet eene voldoende hoeveelheid aetherische olie bevatten. Verdampingsrest minstens 4,5 pet.
-f-Tinctura Benzoes.
Verdampingsrest minstens 15 pet.
-(-Tinctura Cantharidum F. I.
Percoleeren imperatief voorgeschreven.
Bereid met verdunden spiritus. S. g. 0,900-0,910. Verdampingsrest minstens 1,7 pet.
4-Tinctura Catechu.
Bereid uit gele cachou. S. g. 0,945 - 0,953. Verdampingsrest minstens 15 pet. Tinctura Chinae. S. g. 0,910—0,918. Verdampingsrest minstens 4,5 pet.
Tinctura Chinae composita.
Bereiding uit de grondstoffen met verdunden spiritus wordt aangegeven; het is echter geoorloofd de bereiding door menging der tincturen te doen geschieden.
Verdampingsrest minstens 4 pet.
-(-Tinctura Cinnamorai. S. g. 0,895—0,903. Verdampingsrest minstens 2 pet.
-(-Tinctura Colchici F. I. Percoleeren imperatief voorgeschreven.
S. g. 0,900—0,910. Verdampingsrest minstens 1,4 pet.
Tinctura Digitalis F. I. Percoleeren imperatief voorgeschreven.
S. g. 0,902—0,912. Verdampingsrest minstens 2,8 pet.
Tinctura Benzoës. Tinctura Cantharidum.
Bereid met sterken spiritus. S. g. 0,832—0,839.
S. g. 0,931-0,938. S. g. 0,912—0,918.
Bereid door menging der tincturen.
S. g. 0,895 — 0,900.
Tinctura Colchici.
S. g. 0,820—0,898.
Tinctura Digitalis.
S. g. 0,893-0,903.


-f-Tinctura Eucalypti.
Bereid met verdunden spiritus.
S. g. 0,902—0,910.
Verdampingsrest minstens 2,5 pet. -(-Tinctura Gallarum.
Verdampingsrest. minstens 12 pet. -f Tinctura Gentianae.
Verdampingsrest minstens 3 pet.
Tinctura Ipecacuanhae
F. I.
Percoleeren imperatief voorgeschreven.
S. g. 0,893 - 0,903.
Verdampingsrest minstens 1,5 pet.
-(-Tinctura Lobeliae F. I.
Percoleeren imperatief voorgeschreven.
S. g. 0,891-0,901.
Verdampingsrest minstens 0,8 pet.
Tinctura Myrrhae.
Verdampingsrest minstens 4 pet.
Tinctura nervina Bestu-
cheffi.
S. g. 0,843 - 0,845.
IJzergehalte 1,48—1,5 pet.
Tinctura Opii F. I.
Percoleeren imperatief voorgeschreven.
Bereid met verdunden spiritus (70 pet.).
S. g. 0,904—0,914.
Morphinegehalte ongeveer 1 pet.
Verdampingsrest minstens 4,5 pet.
Tinctura Opii crocata
F. I.
60 D. opium, 20 d. saffraan, 5 d. kaneel en 5 d. kruidnagelen gedurende 8 dagen macereeren met een mengsel van 250 d. spiritus en 250 d. water, coleeren, uitpersen, na 2 dagen filtreeren en daarna door verdunning op gehalte brengen.
Met sterken spiritus. S. g. 0,847-0,853.
Tinctura Ipecacuanhae.
S. g. 0,889—0,896.
Tinctura Lobeliae.
S. g. 0,888—0,896.
S. g. 0,842—0,846.
IJzergehalte 1,45—1,55 pet. Tinctura Opii.
Bereid met slappen spiritus
(+ 37 pet.).
S. g. 0,975-0,977. Morphinegehalte 0,9—1 pet.
Vinum Opii aromaticum.
Macereeren in andere volgorde met een mengsel van wijn en alkohol.


Morphinegehalte 1 pet.
S. g. 0,957—0,967.
Verdampingsrest minstens 6,5 pet.
-}-Tinctura Ratanhiae.
Verdampingsrest minstens 4,5 pet.
+ Tinctura Rhei aquosa.
Rhabarberwortel 10 d., natrium carbonaat 2 d., percoleeren met kaneelwater tot 100 d.
Tinctura Secalis cor-
n uti.
S. g. 0,892 -0.899.
Verdampingsrest minstens 1,7 pet.
Tinctura Strychni F. I.
Percoleeren imperatief voorgeschreven.
Strychnoszaad tot poeder (S20) gebracht en met petroleumaether ontvet 10 d., met verdunden spiritus tot 100 d.
Gehalte aan alkaloïden 0,25 pet.
+ Tinctura Succini.
Bereid door koken gedurende 1 uur, onder terugvloeiing.
S. g. 0,826 - 0,832.
Verdampingsrest minstens 1,5 pet.
Tinctura Valerianae.
Verdampingsrest minstens 1,5 pet.
+ Tragacantha.
Vry van zetmeel.
Watergehalte ten hoogste 15 pet.
Niet meer dan 3,5 pet. eener witte asch.
-f-Trochisci Bicarbonatis
natrici.
De hoeveelheid suiker is iets grooter, de hoeveelheid gom iets kleiner genomen.
+ Trochisci Catechu.
Bereid met gele cachou; ook het constituens onderging eene verandering als boven.
Morphinegehalte 0,9—1 pet.
Rhabarberextract 5 d., natriumcarbonaat 5 d., water 60 d., kaneelwater 30 d.
S. g. 0,892-0,898.
Tinctura Strychni.
Eene gefiltreerde oplossing van 1 d. strychnosextract in 99 d. verdunden spiritus.
Gehalte aan alkaloïden 0,15 pet.
S. g. 0,833 -0,841.
Bereid met bruine cachou.


4-Trochisci Chloratis kalici.
Het constituens is gewijzigd.
-fTrochisci Chloreti aramonici.
5 G. ammoniumchlovide, 10 G. suiker en 85 G. drop voor 100 koekjes.
4-TrochisciIpecacuanhae. 1 G. ipecacuanhawortelbast en 99 G. suiker voor 100 koekjes.
Trochisci Santonini. 2,5 G. santonine, 47,5 G. suiker en 50 G. cacao voor 100 koekjes.
Tubera Saleb.
Aschgehalte van het poeder (B,0) 1,5—4,0 pet.
Unguenta.
De niet smeltbare stoffen worden tot zeer fijn poeder gebracht.
Worden zalven door smelting bereid, dan moet het mengsel tot bekoeling worden geroerd. Voor het gebruik in de koloniën mogen 20-30 pet. van de reuzel en van de vaseline door een gelijke hoeveelheid geel was en paraffine worden vervangen.
•fUnguentum Acetatis plumbici basici. 25 D. wolvet, 50 d. eenvoudige zalf en 25 d. oplossing van basisch loodacetaat.
Unguentum Acidi borici. 10 D. boorzuur met 90 d. witte vaseline.
10 G. ammoniumchloride, 10 G. suiker, 10 G. zoethoutwortel en 70 G. drop voor 400 koekjes.
1 G. ipecacuanhawortelbast, 1 G. tragacant en 68 G. suiker voor 100 koekjes.
5 G. santonine, 55 G. cacao en 40 G. suiker voor 100 koekjes.
Gel\jke deelen oplossing van basisch loodacetaat en eenvoudige zalf.
Met reuzel.


-(-Unguentum Carbonatis plumbici camphoratum. 5 D. kamfer, B d. sesamolie, 20 d. loodcarbonaat en 70 d. reuzel.
+ Unguentum Chloreti hydrargy rico-amrao-
nici.
10 D. mercuriammoniumchloride met 90 d. witte vaseline.
-f Unguentum Diachylon.
Geijkt! deelen loodpleister en
sesamolie.
Mag niet in voorraad gehouden worden.
Unguentum Hydrargyri F. I.
30 D. kwik worden met 5 d. wolvet gewreven totdat geen metaalbolletjes meer waarneembaar zijn en daarna 65 d. benzoëreuzel toegevoegd. Moet bij onderzoek 28 — 80 pet. kwik bevatten.
•fUnguentum Iodeti kalici.
10 D. kaliumiodide, 10 d. water, 80 d. eenvoudige zalf.
-f-Unguentum leniens.
5 D. geel was, 10 d. walschot, 10 d. wolvet en 50 d. sesamolie worden samengesmolten en onder het bijna bekoelde mengsel 25 d. rozenwater geroerd.
•fUnguentum Oxydi bydrargyrici rubri. 5 D. rood mercurioxyde en95d. witte vaseline.
5 D. kamfer, 19 d. loodcarbonaat en 76 d. reuzel.
Met reuzel.
Unguentum Diachylon Hebrae.
Gelijke deelen loodoxydepleister en olyfolie.
Unguentum Hydrargyri. 25 D. kwik en 75 d. reuzel.
De verhoudingscyfers zijn resp. 10, 8 en 82.
5 G. geel was, 10 G. walschot en 60 G. olijfolie en daarna 25 G. water en 1 druppel rozenolie.
Unguentum Oxydi hydrargyrici.
Met reuzel.
Dikwijls versch te bereiden.


Unguentum Oxydi zincici.
10 D. zinkoxyde en 90 d. benzoö reuzel.
+ Unguentum Picis.
Sesamolie in plaats van olijfolie.
Unguentum simplex.
Sesamolie in plaats van olijfolie
■fUnguentum s u 1 f u r a • tum compositum. 15 D. gesublimeerde zwavel, 20 d marmerpoeder, 30 d. gele vaseline, 20 d. kalizeep en 15 d. cadeolie.
-f Unguentum Tartratis kalico-stibici. 20 D. braakwijnsteen en 80 d. witte vaseline.
+ Unguentum terebinthinaceum.
Sesamolie in plaats van olijfolie.
-f-Valerianas zincicus.
Vrij acetaat.
Vaselinum album. Smeltpunt 40°—41°.
Vrjj van zuurstofhoudende stoffen. (Reactie met zwavelzuur). Vlij van vetten. (Reactie met natronloog en zoutzuur).*
Vaselinum flavum. Smeltpunt 38 - 40°.
Sporen zuurstofhoudende stoffen
toegelaten.
Vrij van vetten.
Vina.
Moeten 5 dagen buiten het licht gemacereerd, daarna gecoleerd en uitgeperst en de vochten, na 2 dagen rust op eene koele plaats, gefiltreerd worden.
Vergelijkend Overzicht.
Met gewone reuzel.
10 D. kaliumcarbonaat, 15 d. gesublimeerde zwavel, 15 d. teer, 30 d. kalizeep en 30 d. reuzel.
Met reuzel.
Boven 44° vloeibaar.
Boven 44° vloeibaar.
8 Dagen macereeren.


Vinum amarum.
8 D. cascarillebast, 4d.duizend-
guldenkruid, 4 d. gezegendedistelkruid, 2 d. gentiaan wortel, 1 d. oranjeschil, 5 d. verdunde spiritus en 95 d. malagawijn.
-(-Vinum C h i n a e.
Bevat 20 pet. suiker.
Vinum Malacense.
S. g. 1,066-1,087. Alkoholgehalte 13—15 pet. Extractgehalte 25—27 pet.
Niet meer dan 0.1 pet. S03.
Cascarilleëxtract, duizendguldenkruidextract, gentiaanextract en gezegende-distolkruidextrac.t van elk 1 d., worden opgelost in 90 d. wijn en daaraan 6 d. oranjeschillentinetuur toegevoegd.
Bevat 30 pet. suiker.
(Als zoodanig niet vermeld, maar onder Vina beschreven). S. g. 1,060—1,075. Alkoholgehalte 12—16 pet. Extractgehalte 16—20 pet.


IX. Grootste giften van sterkwerkende Geneesmiddelen der Vierde Uitgave,
vergeleken met die der Oerde Uitgave.
Aanm. Evenals die der 3de uitgave, gelden deze giften voor volwassenen en mogen in geneeskundige voorschriften niet overschreden worden, tenzij het teeken ! achter het cijfer van grootere giften wordt geplaatst.
De aanduiding „per etmaal", vervangt „per dag" van de 3de uitgave en indien geen bijzondere giften voor bepaalde aanwendingswyzen zijn vermeld, gelden de opgegeven giften voor de toediening door den mond, in onderhuidsche inspuitingen, in lavementen , in zetkaarsjes en in inspuitingen in het urogenitaal-apparaat.
GROOTSTE GIFTEN. NAAM i 
"Ptt H
van het Pee keek. Per dag.
h 1 maal.
GENEESMIDDEL.
Ed. IV. Ed. III. Ed. IV. Ed. III.
Acetaniliduin 500 m6. — 2 G. —
Acetas plumbicus 50 mG. 300 mG.
Acetum Digitalis 2 G. 6 G.
Acetum Mylabridum 60 mG. — 200 mG. —
Acidum arsenicosum 5 mG. 10 mG.
Acidum hydrocyanicum dil. F. I. 100 mG. — 400 mG. —
Antipyrinum 1 G. — 3 G. —
Aqua Laurocerasi. F. I. 2 G. 4 G. 8 G. 16 G.
Arsenas natricus. F. I. 5 mG. — 10 mG. —
Bromoformum 500 mG. — 1,5 G. —
Cevadinum 5 mG. — 10 mG. —
Chloretum hydrargyricum 10 mG. 20 mG. 50 mG. 100 mG.
Codeinum 50 mG. 200 mG.
Coffeinum 250 mG. — 1 G. —


GROOT STE GIFTEN.
NAAM 
Per '
van het Per keer. etmaal i per dag' GENEESMIDDEL.
Ed. IV. Ed. III. Ed. IV. Ed. III.
_ 1
Extractum Bellaiiounae. F. I. 20 111G. 80 mG.
Extractum Colocyuthidis j 50 niG. 150 mG. 200 mG.
Extractum Filicis _ 8 G. — 8 G. —
Extractum Hydrastis liquidum j 1 G. 4 G.
Extractum Hyoscyami. F. I. 100 mG.j 50 mG. 300 mG.
Extractum Opii. F. I 50 mG. 200 mG.
Extractum Secalis corn. liq. F. I. 500 mG. — 2 G. —
» n tl n n
subcutaan 250 mG.j — 1 G. —
Extractum Strychni. F. I. 25 mG. 50 mG. 100 mG.
Folia Digitalis 150 mG. 500 mG.
_ ... in aftreksel 500 mG. — 2 G.
y> Ti
Guaiacolum 500 mG. — 3 G. —
n .... op de huid 2 G. — 2 G. —
Hydras Chlorali 2 G. 4 G. 6 G.
Hydrobromas Scopolamini 0,5 mG. — 1 mG.j — » »
subcutaan l/4 mG. — — ; —
Hydrochloras Apomorpliini 10 mG. 50 mG. » n
subcutaan 10 mG. — 25 mG. —
Hydrochloras Cocaini. F. I. 50 mG. 150 inG. 200 mG.
Hydrochloras Codeini 50 mG. — 200 mG. —
Hydrochloras Morphini 20 inG. 30 mG. 100 mG.
„ w subcutaan 20 mG. — 60 mG. —
Hydrochloras Pilocarpini 20 mG. 30 mG. 50 mG. 60 mG.
Iodetum hydrargyricuin 15 mG. 50 mG.
Iodetum hydrargyrosum 50 mG. 200 mG.
Iodium 15 mG. 30 mG. 60 mG. 150 mG.
Iodoformum 150 mG. 400 mG. 500 mG
... in lavement 500 mG. — 1 G. —


GROOTSTE GIFTEN.
NAAM
ui/ij
van het Per keer. | etmaai Pek dagGENEESMIDDEL.
Ed. IV. Ed. III. Ed. IV. Ed. III.
Kreosotum 200 m6. 100 mG. I G. 500 mG.
Liquor arsenicalis Fowleri. F. I. 500 mG. 1 G.
Metadioxybenzolum 500 mG. 1 G. 2 G. 5 G.
Methylsulfonalum. (Trionalum) 2 G. — 2 G.
Naphthalinum 500 mG. 300 mG. 1 G Naphtholum (ook voor uitwendig
gebruik) 500 mG. — 1 G. —
Nitras argenticus 20 mG. 30 mG. 100 mG. 200 mG.
Nitras Strychnini 5 mG. 10 mG. 20 mG.
„ „ . . subcutaan 2 mG.' — 10 mG. —
Oleum Crotonis 50 mG. 100 mG.
Opium 100 mG. 400 mG.
Plienacetinum 500 mG. — 2 G. —
Phenolum 100 mG. 300 mG. 500 mG.
Phosphorus 1 mG. 3 mG. 5 mG. Salicylas natricus cum Theobro-
mino-Natrio (Diuretinum) 1 G. — 5 G. —
Santoninum. 100 mG. 300 mG.
Secale cornutum 1 G. 5 G.
„ „ . . in aftreksel 2 G. — 10 G. | —
Semen Strychni 150 mG. 500 mG.
Solutio Iodii spirituosa. F. I. 150 mG. 600 mG.
Solutio Nitroglycerini 25 mG. 100 mG.
Sulfas Atropini 1 mG. 3 mG.
„ „ ... subcutaan 0,5 mG.: — — —
Sulfas Physostigmini 1 mG.I — 3 mG. —
Sulfonalum 2 G. — 2 mG. —
Tartras kalico-stibicus 200 mG. 500 inG.
Tinctura Aconiti. F. I. 500 mG. — 1,5 G. —
Tinctura Belladonnae. F. I. 1 G. ! — 3 G. —
Tinctura Cantharidum. F. I. 200 mG. 500 mG. 600 mG. 1,5 G.


GROOTSTE GIFTEN.
NAAM
pfr
van het Per keer. Per dag.
etmaal.
GENEESMIDDEL.
Ed. IV. Ed. III. Ed. IV. Ed. III.
Tinctura Colchici. F. I 1 G. 2 G. 3 G. 6 G.
Tinctura Digitalis. F. I. 1,5 G. 5 G.
Tinctura Lobeliae. F. I. 2 G. 3 G. 5 G. 10 G.
Tinctura Opii. F. I. 1 G. 4 G.
Tinctura Opii crocata. F. I. 1 G. 4 G.
(Laudanum liquid. Sydenhami)
Tinctura Secalis cornuti 2,5 G. — 10 G. —
Tinctura Stroplianthi. F. I. 500 mG.; — 2 G.
Tinctura Strychni. F. I. 2,5 G. 5 G. 10 G!
Vinum Colchici. 1 G. 2 G. 3 G. 6 G.
X. Lijsten A en B der Vergiften.
Door de Pliarmacopee-com missie is wederom de wensclielükheid uitgesproken 1° om de vergiften van iijst A van een rond kruis te voorzien en in een afzonderlijke kast te bewaren, en 2° om de vergiften van lyst B ook bjj bewaring in een gesloten vergiftkast door een blauw kruis te kenmerken.
A. Lijst van vergiften, die in de gesloten vergiftkasten bewaard moeten worden.
Acetum Mylabridum.
Acidum arsenicosum.
Acidum hydrocyanicum dilutum.
Arsenas natricus.
Bromoformum.
Cantharides.
Cevadinum.
Chloretum hydrargyrico-ammotiicum.
Chloretum hydrargyricum. Cliloroformum.
Chloroformum ad Narcosin. Codeinum.
Extractum Opii.


Extractum Strychni.
Hydras Chlorali. Hydrobromas Homatropini. Hydrobromas Scopolamini Hydrociiloras Apomorphini. Hydrochloras Cocaini. Hydrochloras Codeini. Hydrochloras Morphini. Hydrochloras Pilocarpini. Iodetum hydrargyricum. Liquor arsenicalis Fowleri. Mylabrides Nitras Strychnini.
Oleum Crotonis.
Opium.
Oxydum hydrargyricum flavum. Oxydum hydrargyricum rubrum. Pastillae Chlorcti hydrargyrici. Pliosphorus.
Semen Stroplianthi.
Semen Strychni.
Solutio Nitroglycerini.
Sulfas Atropini.
Sulfits Physostigmini.
Tinctura Cantharidum.
Tinctura Opii.
Tinctura Opii crocata.
Tinctura Strophanthi.
Tintura Strychni.
B. Lijst van vergiften die, mits zij duidelijk een blauw kruis als kenmerk dragen. desverkiezende buiten de gesloten vergiftkasten bewaard mogen worden.
Acetas plumbicus.
Acetum Digitalis.
Acetum Scillae.
Acidum aceticum concentratum. Acidum chromicum.
Acidum hydrochloricum.
Acidum nitricum.
Acidum sulfuricum.
Acidum trichloraceticum.
Bulbus Scillae.
Carbonas plumbicus.
Chloretum ferricum.
Chloretum hydrargyrosum. Chloretum hydrargyrosum ope
Yaporis Aquae paratum. Chloretum zincicum.
Coffeinum.
Extractum Belladonnae.
Extractum Cannabis indicae. Extractum Colocynthidis. Extractum Hydrastis liquidum. Extractum Hyoscyami.
Extractum Secalis cornuti liquidum.
Folia Belladonnae.
Folia Digitalis.
Folia Hyoscyami.
Folia Stramonii.
Fructus Bruceae.
Gruaiacolum.
Herba Cannabis indicae.
Herba Lobeliae.
Herba Sabinae.
Hydras kalicus.
Hydras natricus.
Iodetum hydrargyrosum.


Metiidioxybenzolum.
Methylsulfonalum.
Naphtholum.
Nitras argenticus.
Nitras argenticus in Bacillis.
Nitris amylicus.
Oleuin Sinapis.
Phenolum.
Phenolui» liquefactum.
Pulvis Opii compositus.
Pyrogallolum.
Resina Podophylli.
Salicylas natricus cum Theobro-
mino-Natrio.
Santoninum.
Secale cornutum.
Semen Colchici.
Semen Crotonis.
Semen Staphisagriae.
Sirupus Codeini.
Sirupus opiatus.
Sirupus Papaveris.
Solutio Acetatis plumbici basici.
Solutio Chloreti ferrici.
Solutio Formaldehydi.
Solutio Hydratis kalici.
Solutio Hydratis natrici.
Sulfonalum.
Tartras kalico-stibicus.
Tinctura Aconiti.
Tinctura Belladonnae.
Tinctura Colchici.
Tinctura Digitalis.
Tinctura Hyoscyami.
Tinctura Lobeliae.
Tinctura Opii benzoica.
Tinctura Secalis cornuti.
Tubera Aconiti.
Yinuin Colchici.
XL De 88 Geneesmiddelen, welke de Apotheekhoudende Geneeskundigen verplicht zijn in voorraad te hebben.
Aanm. Het teeken * geeft aan, dat het geneesmiddel tegen den invloed van licht moet bewaard worden, terwijl verplichte bewaring met behulp van ongebluschte kalk door het teeken t wordt aangeduid. Achter de namen der vergiften tot de lijsten A en B behoorende (Tabel X, blz. 70) is eene (A) of (B> geplaatst.
* Acetum Digitalis (B). * Aether.
Acidum arsenicosum (A). Ammonia liquida.
Acidum boricum. Amylum Oryzae.
Acidum hydrochloricum di- Amylum.
lutum. Antipyrinum.
Adeps Lanae cum Aqua. Aqua.
Lanolinum. Aqua destillata.


* Aqua Laurocerasi. Hydrochloras Morphini (A). Bicarbonas natricus. * Iodetum kalicum.
Brometum kalicum. * Iodoformum.
Brometum natricum. Lycopodium.
Camphora. Nitras argenticus (B).
Chloras kalicus. Nitras bismuthicus basicus.
Chloretum animonicum. Magisterium Bismuthi.
Chloretum hydrargyricum (A). * Nitris aethylicus cum Spiritu.
Merctii'ius sublimatuscorrosivns. Spiritus Nitri dulcis.
* Chloretum hydrargyrosum (B). (Zooveel mogelijk in gevulde
Mercurius dulcis. flesschen op een koele plaats).
Chloretum natricum. * 01eum ^oeniculi.
* Chloroformum ad Narcosin (A). * Oleum Menthae piperitae.
(Moet bewaard worden in na- * Oleum Olivarum.
genoeg gevulde en goed, inet * Oleum Ricini.
glazen stop, gesloten bruine * Oxydum hydrargyricum flafleschjes van ten hoogste 100 vum ( ^ ^
cM» inhoud op een koele plaats). Mercurius praecipitatus flavus.
Empla8trum Cantharidum. ^ , . .
* . , . , . Oxydum zincicum.
Emplastrum vesicatorium. J
Flores Zinci.
* Extractum Belladonnae (B). Pa8til|ae Cl.loreti l.ydrargy-
* Extractum Chinae liquidum. rjcj
China liquida. „ Phenolum liquefactum (B).
* Extractum Gentianae. * pulvig Corticig Radici8 Ipeca.
* Extractum Hydrastis liqui- Cuanhae.
dum (B). Pulvis Gummi arabici.
* Extractum Rhamni Purshia- Pulvis Gummi Acaciae.
nae liquidum. f* Pulvis Opii (A).
Extractum Cascara sagrada t* pulvis 0pH compo8itus (B).
Pulvis Doveri.
* Extractum Secalis cornuti. * Pulvis Radicis Rhei. f* Extractum Strychni (A). Pulvis Sacchari.
f Folia Digitalis (B). Pulvis Sacchari Lactis.
Folia Sennae. Pulvis Tuberum Saleb.
Glycerinum. Salicylas natricus.
Gossypium depuratum. * Santoninum (B).
Hydras Chlorali (A). ^ Secale cornutum (B).
Hydrochloras Cocaini (A). Sirupus Iodeti ferrosi.
Hydrochloras Codeini (A). (in gevulde goed gesloten flesch-


jes aan den invloed van het licht blootgesteld te bewaren)
Solutio Acetatis plumbici ba-
sici (B).
Aeetum Lythargyri.
Solutio Ammoniae spirituosa anisata.
Spiritus Ammoniae anisatus. Solutio Camphorae spirituosa.
* Solutio Chloreti ferriei (B).
Liquor stypticus.
* Solutio Iodii spirituosa.
Tinctura Iodii.
Spiritus.
(Is dezelfde als Spiritus fortior der 3de Uitgave).
Sulfas Atropini (A).
* Sulfas Chinini.
Sulfas cupricus.
Sulfas natricus.
f* Sulfas Physostigmini (A).
Sulfas zincicus.
f Sulfidum stibicum.
Sulfur auratum Antimonii.
Talcum.
Talcum venetum.
* Tannas Chinini.
Tanninum.
Acidum tannicum.
Tartras kalico-stibicus (B).
Tartarus emeticus.
Tela.
* Tela cuin Iodoformo.
(Buiten invloed van lucht te bewaren).
* Tinctura Opii crocata (A).
Laudanum liquidum Sydenhami.
* Tinctura Strophanthi (A). Trochisci Santonini.
* Unguentum Hydrargyri.
Unguentum Neapolitanum (Mag ook bewaard worden in potten, uit een ondoorschijnende stof vervaardigd).
Yaselinum flavum.
* Yinum Ipecacuanhae.


ti ." i
t Uitgaven van D. B. CENTEN, Amsterdam. Té
UITGEWERKTE RECEPTEN I
"j TEN GEBRUIKE BIJ ijt
;;i ;i
| Opwijrda's Recepteerkunst
II lli
1 door Ti
;jj ?i
i H. J. SPITZEN Jr. Ti
i EERSTE Honderdtal. Vijfde druk f —,50; fr. p. p. f —,55. T|
■ TWEEDE Honderdtal. Vierde druk „ —,50; fr. p. p. „ —.55. T»
1 DERDE Honderdtal. Derde druk „ —.50; fr. p. p. „ —.55. | VIERDE Honderdtal. Tweede druk „ —,50; fr. p. p. „ —,55.
; J
2 „Het telkens herdrukken van deze werkjes, voor een zoo beperkten jJJ i kring, als de Nederlandsche beoefenaren der Pharmacie vormen, geschreven, ;TÏ i wyst op een bruikbaarheid boven alle kritiek verheven. jfï i Als uitnemende voorbeelden op welke wyze recepten theoretisch behan- Tl i deld moeten worden zullen deze Honderdtallen de plaats, welke ze veroverd Ti (|i hebben, behouden. Men moet echter bjj het gebruik van deze recepten [Ti
■ Professor Stoeder's woorden: „Goed receptarius is alleen hij, die • in de ij" f eerste plaats de recepten goed kan 'lezen, en verklaren, ten einde dezelve |ï» i! daarna volgens de eischen der kunst gereed te maken", Ph. Wkbld. 29, i| n? 1892 n". 37, in hun geheel blijven toepassen. Een theoretische verklaring •! iS is noodzakelijk, het gereedmaken echter hoofddoel." v. d. W. •! i? Ph. Wkbld. 39, 1902 n« 41. K
: |
n| Latijnsche Themata voor a. s. Apothekers-Assistenten. ^
1 i Derde druk f —,35; fr. p. p. f —,40. Ji
Ti Ti
Ti Ti
' Ti
,i SPITZEN'S werken zijn een uitstekende leiddraad voor hen, Ti
uj| die zich voorbereiden tot het Apothekersbediende-exanien.
:'i «
Ti _ Ti
Ti


0 Uitgave van D. B. CENTEN, Amsterdam.
| OPWIJRDA'S I
j AlGEII 1 BIJZONDERE fflPlUT
3 TEN DIENSTE VAN g
jj Apothekers, Artsen en Veeartsen. |
ZeveDde omgewerkte en vermeerderde druk. |jj
n door M
u jj
DR. L. VAN ITALLIE,
jj leeraar aan 's rijks veeartsenijschool te utrecht. (n
| |
8 Ijj
3 Met 48 figuren in den tekst.
1 |
nasa5asashsh5ashsa5ss3s3s23ash5h5a555h53s5h5s2sas5sasai;552sa5asi{]





ij _, I
j SrtF" In antwoord op de vele aanvragen bericht de onder- i 1 "" ~
| geteekende, dat Opwijrda's Handleiding voor Adsistenten in de
Ij Apotheek sinds lang uitverkocht en daarvoor in de plaats is i,
| gekomen: ii
| ' v'1
|j Enkelvoudige en Samengestelde |
li Geneesmiddelen !
;j _ i (Simplicia en Gaienica)
?5
Ti DOOR Si
Ti
Dr L. VAN ITALLIE.
Ti Met alpliabetiscli register:
M
fj Prijs f 2,25; fr. p. ]>• f 2,35.
Ti Ti
Wijlen Prof. T. A. FLÜCKIGER gaf van dit werk Ti eene zeer gunstige recensie en zeide o. a. het volgende:
ii „De chemische bestanddeelen der drogerijen heeft de
j
Ti Schrijver zoo volledig mogelijk in aanmerking genomen, doch,
g met het oog op het doel, bij voorkeur slechts de werkzame
♦jj vermeld."
Ti D. B. CENTEN, Uitgever.
«•
Tl
Tl!
|


I
I