MR. A. OPPENHEIM. OPTIES. P. NOORDHOFF. — 1904. — GRONINGEN. MR. A. OPPENHEIM. O P T I ES. NOORDHOFF. — 1904. — GRONINGEN. 1 INLEIDING. Bij de gewone wijze van speculeeren, waarbij fondsen op prolongatie of op rescontre gekocht en verkocht worden, is het risico voor den speculant bijna onbeperkt en voor den commissionair dikwijls slechts zoo veel meer beperkt als het onderpand waard is dat de cliënt hem gegeven heeft. Hoe weinig de gebruikelijke marge van 20 percent beteekent, hebben zij kunnen ondervinden die de daling van Amerikaansche Spoorwegaandeelen sedert October 1902 hebben mede gemaakt. Aangezien het in alle opzichten wenschelijk is, dat èn het publiek, èn commissionairs in effecten slechts een onder alle omstandigheden afgebakend risico loopen, en de speculatie binnen bepaalde grenzen wordt gehouden , heb ik getracht in de volgende bladzijden duidelijk uiteen te zetten, wat men verstaat onder opties, hoe groot het risico hierbij is en hoe men tegen opties kan handelen. Daar mijn onderwerp uit den aard der zaak af en toe nogal droog was, heb ik getracht zooveel mogelijk „den verhalenden trant" te gebruiken. In tegenstelling met hetgeen anderen die over dit onderwerp schreven over het algemeen gedaan hebben, heb ik gemeend de opties ook te moeten bespreken 1* van het standpunt van den „nemer" van het optiegeld , daar dit minstens even interessant is als dat van den ,.gever", en aangezien Londen de markt bij uitstek is voor opties, heb ik mij bepaald tot de Londensche usances. Hoewel ik overtuigd ben, dat verscheiden commissionairs minstens even goed op de hoogte zijn van het optie-systeem als schrijver dezes, zoo meen ik toch ook, dat velen zich zelden of nooit voldoende voor dit hoogst belangrijk onderwerp hebben geinteresseerd. Indien zij hunne clientèle in deze wetenschap opvoeden, zullen zij tot de conclusie komen, dat de cliënten aan hun hand een veiliger weg bewandelen dan voorheen , en dat zij zelf beduidend mindere risico's loopen. Ik meen dat het tijdstip van uitgifte van dit boekje goed gekozen is: gewoonlijk immers stemmen ernstige gebeurtenissen tot nadenken, en tot het zoeken naar middelen tot beperking van het verliezen-tal. Ik wensch hier reeds uitdrukkelijk er op te wijzen, dat van opties sterk moeten worden onderscheiden de zgn. affaires volgens het cover-systeem, die absoluut onsoliede zijn, en welke handel dan ook uitsluitend in handen van bucketshops kan floreeren. In Hoofdstuk VIII spreek ik hierover nader. Ten slotte meen ik het habeat fata sua over dit libellus te moeten afsmeeken. Londen, September 1904. Mr. A. Oppenheim. HOOFDSTUK I. Wat verstaat men op de Londensche Effecten-Beurs onder een „optie" ? Het recht om een bepaalde hoeveelheid fonds op een vastgestelden, toekomstigen datum te koop en of te verkoopen tegen den koers dien men overeengekomen is op den dag waarop de affaire werd afgesloten, voor welk recht de gever (giver) van het optie-geld een bepaalde som aan den nemer (taker) betaalt op den dag waarop die optie eindigt. Door de betaling van het optie-geld kan men verkrijgen: a. Het recht om een bepaald fonds te k o o p e n tegen een overeengekomen koers op een vastgestelden dag: deze optie noemt men een ,,callAan het einde der optie-periode verklaart de „gever", of hij zijne optie wil uitoefenen en dus het fonds wil opvragen (call), of niet. b. het recht om een bepaald fonds te verkoopen tegen een overeengekomen koers op een vastgestelden dag: deze optie noemt men een Aan het einde der optie-periode verklaart de „gever", of hij zijn optie wil uitoefenen en dus het fonds wil leveren {put), of niet. c. het recht om een bepaald fonds te koop en of verkoopen tegen een overeengekomen koers op een vastgestelden dag: deze optie noemt men een „put and call" (bij verkorting pac geschreven). Aan het einde der optie-periode verklaart de „gever", of hij her fonds wil opvragen {call) tegen den bedongen koers, of wil leveren {put). (In den regel betaalt men bij deze opties het dubbele optie-geld dat anders betaald moet worden voor den „single-option ") Naast deze drie soorten van opties kent men den „call of more ' en den „put of more a. de „gever" koopt een bepaalde hoeveelheid fonds tegen een overeengekomen prijs, en bedingt daarbij het recht, dat hij op een vastgestelden datum een gelijke hoeveelheid tegen denzelfden koers zal kunnen koopen. Aan het einde der optie-periode verklaart hij, of hij dit fonds koopt. b. de „gever" verkoopt een bepaalde hoeveelheid fonds tegen een overeengekomen prijs, en bedingt daarbij het recht, dat hij op een vastgestelden datum een gelijke hoeveelheid tegen denzelfden koers zal kunnen verkoopen. Aan het einde der optie-periode verklaart hij, of hij dat fonds verkoopt. Naast den call of more heeft men nog den call of twice more, den call of thrce limes more enz., evenals den put of twice more, etc. Deze opties komen slechts zelden voor; wie het voorafgaande aandachtig gelezen heeft, zal dadelijk begrijpen wat de beteekenis er van is. In vroeger jaren kwamen de zgn. day-to-day-opties zeer veel voor, maar sinds de „nemers" ondervonden hebben, dat het risico voor hen te groot en het optie-geld te gering is, gebeuren deze affaires niet zoo veel meer. Af en toe worden zij nog door „jobbers' genomen, wanneer die niet met een „schoon" boek van de markt kunnen gaan, en het risico van „long" of ,,short" te zijn niet durven loopen. Verder bestaan er de „call of more to-morrow" en de „put of more to-morrow", methodes die herhaalde malen worden gebezigd door manipulanten die een bepaald fonds omhoog of omlaag willen drijven. Van het standpunt van den „nemer" beschouwd, moet men zich de opties aldus voorstellen. Waar de „gever" een recht heeft gekocht, daar rust op den ..nemer'" de verplichting, te zorgen dat de „gever" dat recht kan uitoefenen. Voor hem zal het geld dat hij ontvangt voor den „call", de verplichting medebrengen, de fondsen waarop die call gevestigd is, te leveren tegen den bepaalden koers, op den dag waarop de optie afloopt. Hij is dus feitelijk dat fonds k la baisse, maar daar hij een bepaald percentage als optie-geld vergoed krijgt, is hij dus zooveel hooger & la baisse. Voor den ,.nemer , voor den „put" ontstaat de verplichting, de fondsen waarop die „put" gevestigd is te ontvangen tegen den bepaalden koers , op den dag waarop de optie eindigt. Hij is dan feitelijk die fondsen è. la hausse op den optie-koers, maar daar hij een bepaald percentage vergoed krijgt, is hij dus zooveel lager cl la hausse. Bij den „put and call" moet hij er op bedacht zijn, dat de „gever" hem de verplichting kan opleggen om te ontvangen of te leveren, waardoor hij hetzij è. la hausse, hetzij è. la baisse kan zijn. Moet hij ontvangen , dan is hij feitelijk k la hausse op den optiekoers verminderd met het optie geld; moet hij leveren, dan is hij k la baisse op den optie-koers, vermeerderd met het optie-geld. Bij den ,,call of more" en den „put of more' verdient het volgende de aandacht. Indien A een fonds wenscht te koopen „call of more", dan treedt hij op als „gever": wil hij het fonds koopen „put of more", dan is hij ,,nemer". Zoo zal men een fonds kunnen verkoopen „put of more", als men „geeft" voor de optie, en verkoopen „call of more", indien men als „nemer" wil optreden. Ik heb gemeend dit speciaal te moeten vermelden, teneinde verwarringen te voorkomen, die hierbij zoo gemakkelijk ontstaan. Gelijk boven reeds medegedeeld is, wordt aan het einde der optie-periode verklaard, of men zijn recht wenscht uit te oefenen. Men noemt dit: to declare an option. Art. 76 van de Rules and Regulations of the Stock Exchange behelst het volgende: All optional bargains for the Consols Account shall be declared, at a Quarter before Three o'clock, two days before the Accountday. Optional bargains made for a foreign Settlement shall be declared, at a Quarter before Three o'clock, on the day before the First Making-up day, or at a Quarter before One o'clock, should that day fall on a Saturday. Options for any other day must be declared at a Quarter before Three o'clock, or on Saturdays at a Quarter before One o'clock. In de praktijk komt dit opvragen alleen dan voor, indien de koers van den dag, waarop die optie eindigt, zoo weinig verschilt van den prijs waarop de affaire was afgesloten , dat de ,,nemer" niet kan weten, of het recht zal worden uitgeoefend. Indien de marktprijs voldoende verschilt met den koers der optie, dan neemt de ,,nemer" aan, dat de fondsen „gekocht" of „verkocht" worden, al naar gelang de aard der optie is. HOOFDSTUK II. De „call". Gelijk in het voorafgaande hoofdstuk is medegedeeld, verstaat men onder een ,,call" het recht, om een bepaald fonds te koopen tegen een overeengekomen koers, op een vastgestelden dag. Voor dit recht betaalt men een bepaalde som, welk bedrag varieert al naar gelang er fluctuaties in dat fonds te verwachten zijn. Zoo zal men bijv. in kalme tijden $ 4lj2 betalen voor den „call" op Canadians op vijf maanden, terwijl men in bewogen tijden misschien $ 6 zal moeten geven. Gewoonlijk zijn premies niet te duur te noemen, daar het risico voor den „nemer" van het optie-geld zeer groot kan zijn. Men lette slechts op hetgeen er in Juni, Juli en Augustus 1903 gebeurd is. Men zal prima vista geneigd zijn te zeggen, dat men aan een „call" al bitter weinig heeft, voor geval men het fonds niet voor een hoogeren koers kan verkoopen, dan waarvoor men het kan opvragen. Dit berust echter op een verkeerde voorstelling die men zich van de zaak maakt. De voorzichtige speculant zal zich namelijk dikwijls tegen het geheele verlies van het optie-geld dekken, door een gedeelte van de fondsen waarop hij den „call" heeft, tegen zijn „call" te verkoopen. Op die manier kan hij bij een neergaande markt toch profiteeren. Op dergelijke wijze kan men de opties veranderen in geheel andere opties: hierop kom ik echter in Hoofdstuk VI nader terug. Voorloopig zal ik mij bepalen tot het geven van een paar „^//"-voorbeelden. A. kijkt op 10 Juni 19 . . zijn Ochtendblad in, ziet dat Unions, ondanks alles, alweer lager zijn, vindt een „4 procents-^/è" op 77% „belachelijk goedkoop", denkt bij zich zelf „ze hebben toch veel hooger gestaan!" en besluit daar eens wat geld aan te wagen. Aangezien hij Unions beneden pari echter reeds maanden lang „spotgoedkoop" heeft gevonden, en hij bovendien nog op de uitvoering van ettelijke hooge verkoop-limites zit te wachten, wil hij voorzichtig zijn, en geeft zijn bankier order om voor hem een „call" op 400 Unions per einde Augustus te koopen. Wat zal hem dat kunnen kosten ? Daar de tijden niet al te woelig zijn, zal hij ongeveer 3% dollar per share te betalen hebben. Bovendien moet hij nog volgens de Londensche usance, de rente der shares gedurende 5 accounts betalen, welke som in den koers van het fonds wordt uitgedrukt, en die in een normaal geval den prijs van het fonds ongeveer y8 pet. boven den actueelen marktprijs zal stellen. (Het ware m. i. beter de rente afzonderlijk te vermelden, daar de clientèle, voor wie opties toch reeds dikwijls abracadabra zijn, gewoonlijk vreemd tegen dien hoogeren koers aanziet.) Unions zijn dien morgen te Londen ongeveer 79%—% en s middags ontvangt A. van zijn bankier bericht, dat deze voor hem op 10 Juni $ 33^ per share heeft gegeven voor den „call" op 400 Unions k 8oi/a per einde Augustus! Als A. den volgenden morgen zijn krant weer inkijkt, is hij voor zich zelf overtuigd, dat hij er nog juist op tijd bij geweest is, want Unions komen beter af, en sluiten 12 Juni te New-York reeds 827/8, hetgeen te London ongeveer 85 uitwerkt. Had A. dien dag 400 Unions tegen zijn „call" en per einde Augustus verkocht, hij zou op de geheele affaire reeds verdiend hebben. Hij had, dien dag per ultimo Augustus-rescontre verkoopend, gemakkelijk 85'/, kunnen maken, en had, daar hij einde Augustus deze verkochte stukken kon leveren, door ze op te vragen op 8o!/2, dus iV9 pet. verdiend; bovendien zou hij nog gratis een „put" gehad hebben tot einde Augustus, op 400 Unions & 8ol/2. Hij handelt echter niet, daar hij als goed Hollander niet goed afstand kan doen van zijn recht, laat verdienste en „/»/" loopen, en wacht af. Dalen Unions en blijven zij tot einde Augustus- Canad. è, 128 £ 400.0.0 Ultimo Augustus SOoCanad. (^^128 12800.0.0 Balance 450.0.0 £ 13650.0.0 Credit. 7 Maart S 5 per share call of 500 Can. è. 131 '/2 £ 500.0.0 Ultimo Augustus 50oCan.(£"heed-)a 131% 13150.0.0 £ 13650.0.0 Ultimo Augustus = Balance £ 450.0.0 Hij had natuurlijk ook op [27 de fondsen right out kunnen koopen, en zou dan bij een opgaande markt veel meer verdiend hebben: hij had ook de helft der shares kunnen koopen, en zelf voor den ptit and call van de andere helft kunnen geven, en het eenvoudigste middel zou wel geweest zijn, als hij op het oogenblik dat hij voor den ,,call" nam, zelf getracht had dien call van een ander goedkooper te koopen. Zijn verdienste zou echter in het laatste geval al zeer gering zijn geweest, want al moge de handel in opties ook in de vele gevallen „a matter of negotiatiori' zijn, toch loopen de optienoteeringen gewoonlijk niet veel uiteen. In de meeste gevallen zijn er geen vaste regels te Oppenheim , Opties. 2 F geven, hoe door „nemers gehandeld moet worden, want dit zal gewoonlijk geheel afhangen van hun loopende posities. Er zijn er die beweren dat iemand die geld „neemt" voor den call flauw op de markt is, en dat hij die geld „geeft" willig gestemd is, evenals men soms meent , dat iemand die voor den put „neemt willig is, en dat hij die voor den put „geeft" flauw is. M. i. rust dit op een averechtsche voorstelling van de zaak. Immers wanneer een „jobber' een hausse positie heeft van bijv. 1000 Baltimore, en hij durft het risico niet te loopen van een dergelijk aandeelenbezit, dan zal hij verstandig doen met geld te „nemen" voor den call van die shares. Omgekeerd zal hij wanneer hij dezelfde stukken „short" is, en het risico niet wil loopen, geld „nemen" voor den „put". In bovenstaande gevallen had hij ook resp. kunnen „geven" voor den „put", of voor den „call. Dergelijke handelingen zijn gewoonlijk te beschouwen, als een beperking van de kans om te verliezen, en hebben met willig of flauw zijn meestal niets uit te staan. Indien men wil „geven voor den call, dan zal men aldus aan zijn commissionair moeten telegrafeeren, give Jive dollars call 250 Atchison Hetzelfde zou men volgens de Fransche usance kunnen uitdrukken, door te zeggen: achetez 250 Atchison dont 5 fin of volgens de Duitsche usance; nehmet 250 Atchison dont 5 ende 1 Indien men „nemen" wil voor den call, dan zal men aldus moeten telegrafeeren; take Jive dollars call 250 Atchison end of, vendez 250 Atchison dont 5 fin , of, gebet 250 Atchison dont 5 ende Bij gelimiteerde orders moet men de limite bijvoegen , dus: give Jive dollars call Atchison at 70V2 end achetez 250 Atchison 75dont 5 fin enz. enz. 2* HOOFDSTUK III. De „put". Wij hebben in het eerste hoofdstuk reeds medegedeeld, dat een ,,/«/" het recht is, om een bepaald fonds te verkoopen tegen een overeengekomen koers, op een vastgestelden datum. Voor dat recht betaalt men een bepaalde som, welk bedrag varieert, al naar irelainr er fluctuaties in dat fonds te verwachten «*» o zijn. (Zie wat hiervoor gezegd is met betrekking tot den call). Wie voor het eerst van een ,,put" hoort, zal geneigd zijn te zeggen , dat men er al zeer weinig aan heeft, voor 't geval dat de koers van het fonds hooger loopt, en men het dus niet goedkooper kan k o o p e n dan waarvoor men het na afloop der optie periode kan verkoopen. Dit berust op een onjuiste voorstelling der zaak. Ieder die een ,,/«/" koopt zal n.1. verstandig doen met tegen zijn optie een gedeelte der fondsen te koopen. Hij zal hierdoor wel-is-waar zijn optie duurder maken, maar indien de markt omhoogloopt zal hij toch kunnen profiteeren. en ondanks zijn „put" best kunnen verdienen. Laat ons hiervan eens een voorbeeld geven. A. heeft hedenmorgen gezien dat Unions Vi pet. lager van New-York kwamen; hij is allesbehalve willig gestemd, constateert met eenige satisfactie — hij was nl. reeds lang overtuigd dat Yankees te hoog stonden —, „dat ze met dat alles de markt toch maar niet kunnen opzetten", en besluit voor den van 400 Unions per einde November te „geven". Wat zal hem dat ongeveer kosten? Laten wij eens aannemen, dat hij daarvoor $ 4Va per share van $ 100 moet geven. Hij krijgt echter de rente der stukken gedurende 6 accounts vergoed, hetgeen evenals de bij den „call", gewoonlijk in den koers van het fonds wordt uitgedrukt, en dat in het bedoelde geval, den koers ongeveer V2 pet. boven den actueelen marktprijs zal stellen. Unions komen 74®/$ van New-York, zicht Londen noteert 4.86, dus als de markt te Londen op pariteit is, zullen Unions ongeveer 7ó3/8—5/8 openen. De noteering van den ^put" per einde November zal dan ongeveer 77 zijn. A. geeft order aan zijn bankier, en ontvangt 's avonds bericht, dat deze voor hem op 24 Augustus 19 . . $ 4xUper share heeft gegeven voor den ,,put" van 400 Unions è. 77 per einde November. Hij is echter verstandig geweest, en heeft order gegeven tevens 150 Unions per einde November te koopen. De shares worden voor hem gekocht (cum dividend) tegen 77% , aangezien hij de rente der stukken moet bijbetalen tot einde November. De markt komt in September in beteren doen , en su.c- cessievelijk loopen alle koersen naar boven. De yput" brengt hem geen voordeel aan, maar „fest stekt und ireu die Wacht am Rheiri' in de gedaante der 150 Unions die hij gekocht heeft, en die hem zullen redden in 't barnen van 't gevaar. October brengt nog hoogere koersen, daar het blijkt, dat de credietmarkt te New-York, dank zij de groote afname der speculatieve posities, gemakkelijk kan voldoen aan de eischen, haar door het Westen voor de oogsttransporten gesteld, en op 8 October verkoopt A. 50 Unions per einde November è. 85Y10 ex-dividend, (in September is namelijk 2 percent dividend gedeclareerd): de markt blijft willig, de koersen gaan nog hooger, en eindelijk op 12 November ziet A. kans, de andere 100 te verkoopen tegen 9oVio. Op einde November staan Unions 84V2, en A. kan dus niet „put!' Hij laat de premie derhalve loopen, en zijn rekening zal luiden als voorbeeld I: Zooals men zien zal is bij de berekening van het dividend, de income-tax;gemakshalve niet afgetrokken. Voorbeeld I: Debet. 24 Augustus 8 4/4 Per s^are put of 400 Union è. 77 £ 360. 0.0 150 Union (gek.) H 77% 2328.15.0 Einde November Balance 25.12.6 Credit. . . September 8 2 divid. op 150 Union £ 60. 0.0 8 October 50 Union (verk.) & 855/10 853. 2.6 12 November ioo^Union (verk.)&901/,,. 1801. 5.0 £ 2714. 7.6 £ 2714. 7.6 — Einde November — Balance £ 25.12.6 Laat ons thans eens veronderstellen, dat de markt achteruit loopt, hetgeen natuurlijk even goed kan plaats vinden. Ons voorbeeld zal dan juist aardig zijn, omdat in September de Unions ex-dividend zullen verhandeld worden, de koers der aandeelen daardoor 2 dollars lager zal gaan, en het dus zal schijnen , alsof A. de shares $ 2 goedkooper krijgen kan, en de optie hem dus slechts $ 2V2 zal kosten. Dit wordt wel eens verkeerd begrepen. Wordt n.1. een dividend gedeclareerd, dan wordt de „gever" voorden put" er voor gedebiteerd, wanneer hij het fonds „put". Omgekeerd zal de „gever" voor den „cal/" voor dat dividend geer editeerd worden, wanneer hij het fonds wil „cal/". Het schijnt dus alsof de „ca/I" hem zooveel minder kost, maar de werkelijkheid is anders, aangezien de koers van het fonds tegelijkertijd $ 2 lager wordt. Gelijk wij reeds zeiden, heeft A. op 24 Augustus 19.. $ 4V2 per share gegeven voor den „put" van 400 Unions k 77 per einde November, en heeft hij op dienzelfden dag 150 shares daartegen gekocht è. 77%. De markt spot echter met alles wat optimist is of rekening houdt met intrinsieke waarde, en gaat met kleine ups, en iets grootere clowns gestadig lager, tot A. op 3 September in de gelegenheid is 50 Unions (cum dividend) te koopen k 69%. De stemming wordt zwakker en zwakker, er komen moeilijkheden op de New-Yorksche geldmarkt, enz. enz., en op 15 October koopt A. 100 Unions è. 597/8 ex-dividend, terwijl hij eindelijk op 8 November nog 100 tegen 57u/i6 koopt. (Alle aankoopen hebben plaats gehad per einde November). Op einde November zal hij 400 Unions „put" tegen 77, en zal hij voor het dividend van 400 Unions worden gedebiteerd. Zijn rekening zal dan luiden als voorbeeld II. Voorbeeld II: Debet. 24 Augustus $ 4Va Per share put of 400 Union è, 77 £ 360. 0.0 150 Union (gek.) k 77% 2328.15.0 3 September 50 Union (gek.) k 69% 697.10.0 15 October 100 Union (gek.) & 59% 1197.10.0 8 November 100 Union (gek.)571,/io II53-I5-° Einde November 8 2 divid. op 400 Union 160. 0.0 Balance 342.10.0 £ 6240. 0.0 . . September 8 2 divid. op 200 Union £ 80. 0.0 Einde November 400 Union „put" & 77 6160. 0.0 £ 6240. 0.0 Einde November ===== Balance £ 342.10.0 Na hetgeen in het voorafgaand hoofdstuk is medegedeeld over de positie van den ,,nemer", behoef ik hierbij thans niet lang stil te staan, en zal ik alleen een voorbeeld geven, hoe de rekening van den „nemer" van den laatst genoemden „put" zal luiden, in geval hij in het geheel niet tegen de optie gehandeld heeft, en dat Unions ultimo November 63'/:, staan. Hem worden, gelijk wij zagen, 400 Unions geleverd tegen 77, en deze fondsen zal hij kunnen verkoopen tegen 637a. Hij krijgt echter 2 pet. dividend vergoed, zooals ik heb medegedeeld. In zijn boek staat de post derhalve aldus geboekt: Debet. Ultimo November 400 Unions (put) A 77 £ 6160.0.0 Ultimo November Balance £ 6160.0,0 £ 560.0.0 Credit. 24 Augustus $ 4l/2 per share put of 400 Unions ft 77 £ 360.0.0 Ultimo November S 2 divid. op 400 Unions 160.0.0 400 Unions (verk.) k 63'/,, 5080.0.0 Balance 560.0.0 £ 6160.0.0 Het spreekt vanzelf dat dit een voorbeeld is dat in de praktijk niet zal voorkomen, omdat op een of andere wijze door den „nemer" gewaakt wordt tegen al te groot risico. Ik heb echter gemeend, dat zij die het voorafgaande goed bestudeerd hebben, voldoende zullen begrijpen, hoe de „nemer" in een geval als het onderhavige zal kunnen handelen Indien men wil „geven" voor den „put", dan zal men aldus moeten seinen : give i'/a percent put £ 10000 Consols end, of: payez 1 Va % pour avoir le droit de livrer £ 10.000 Consols fin of: zahlet i'/a% Rueck-praemie auf £ 10.000 Consols end Wil men „nemen" voor den put, dan zal men aldus moeten seinen: take i Va percent put £ 10.000 Consols end ; vendez le droit de livrer £ 10.000 Consols dont 1% fin ; gebet Rueckpraemie auf £ 10.000 Consols dont 1V2 ende Wordt er gelimiteerd, dan moet men seinen: give 1 Vu percent put £ 10.000 Consols at 89 Va end ... of: payez 1 '/2 % pour avoir le droit de livrer £ 10.000 Consols d 89V2 fin .... enz. HOOFDSTUK IV. De „put and call." Wanneer men nu absoluut niet „weet", wat de markt in de toekomst zal doen — en hoevelen „weten dat niet — dan zal men steeds verstandig doen, met zich een dubbele optie te koopen, vooral in tijden waarin groote fluctuaties te verwachten zijn. Een dubbele optie wordt and call" en bij verkorting „pac" genoemd. Men verstaat daaronder het recht, om een bepaald fonds op een vastgestelden datum te koopen of verkoopen, tegen een overeengekomen koers. Voor dit recht betaalt de ,,gever' van het optie-geld een bepaalde som aan den ,,nemer''. Onder de gewone omstandigheden is de prijs van den „pac" het dubbele van dien der enkelvoudige optie. Deze prijs varieert, evenals wij dat reeds zagen bij den call en den put, natuurlijk met de tijdsomstandigheden. Zoo zal men bijv. in rustige tijden $ 9 betalen voor den „pac" gedurende vier maanden op Canadians, terwijl in woelige tijden misschien $ 10 en $ 11 zal moeten gegeven worden. Deze affaires schijnen op het oog veel geld te kosten, maar zij kosten het in werkelijkheid niet, omdat men vrij zeker een groot gedeelte van zijn optiegeld altijd terugkrijgt ; het moet immers al heel vreemd loopen, als een speculatiefonds gedurende maanden op denzelfden koers blijft, en gewoonlijk toch komt men herhaaldelijk in de gelegenheid om op den „pac" te handelen. Ik zal thans eenige voorbeelden geven, hoe men er op handelen kan. Gesteld dat A. op 24 Augustus 19 . . . heeft gegeven voor den pac op ioco Unions è 76Va per einde December, en dat hij daarvoor $ 10 per share heeft betaald. Dit is op zich zelf beschouwd veel geld, maar de nemer heeft het risico op zich genomen van eventueele moeilijkheden op de credietmarkt in den herfst, slecht uitvallen van den oogst, enz. enz., en ten slotte zit hij — evenals zoovelen — ook niet voor de gezondheid op zijn kantoor. De markt wordt in September willig, en A. is in de gelegenheid op 7 September 200 Utiions te verkoopen tegen 8o3/s (cum dividend). Op 20 September verkoopt hij wederom 200 tegen 81V4 ex dividend, en op 2 October nog eens ioo Unions tegen 83. Aangezien hij die shares einde December tegen 76V2 kan koopen, heeft hij dus reeds aardig gewerkt met zijn optie. Thans komt er een andere strooming in de markt, en elke dag brengt flauwere prijzen. Er worden enorme eischen aan de New-Yorker banken gesteld, geld wordt knap, beleeningen worden aangezegd, en op 20 October is A. in de gelegenheid 500 Unions te koopen tegen 70/a. Zijn pac staat thans weer schoon, en hij zou bovendien 1000 Unions er op kunnen koopen, aangezien hij die op einde Decem- ber verkoopen kan tegen 7ó'/a. Hij besluit dit te doen, en koopt op 20 October al het fonds tegen zijn pac op 70V4. Thans staat zijn positie er vrij goed voor. De markt blijft echter terugloopen, en ten slotte staan Unions op einde December 63V2 en blijkt het dat A. onverstandig gedaan heeft, met alles tegen zijn pac te koopen , en al de speculatieschepen achter zich te verbranden. Hij maakt nu gebruik van zijn recht om te „put", betaalt de door hem daardoor verschuldigde 2 pets. dividend, en zijn rekening zal luiden als voorbeeld I. Voorbeeld I. Debet. 24 Augustus $ 10 per share pacof 1000Unions^ 7Ó'/2 £ 2000.0.0 . . September $ 2 divid. 0/200 Unions 80.0.0 20 October 500 Unions (gek.) & 7o'/2 7050.0.0 1000 Unions (gek.) k 70% 14150.0.0 $ 2 divid. of tooo Unions 400.0.0 £ 23680.0.0 Einde December = Balance £ 255.0.0 Credit. 7 September 200 Unions (verk.)d 80% £ 3215.0.0 20 September 200 Unions (verk.) 3.8i'/4 3250.0.0 2 October 100 Unions (verk.) 3. 83 1660.0.0 Einde December 1000 Unions (put) & 76 '/2 15300.0.0 Balance 255.0.0 £ 23680.0.0 Was de markt echter na 20 October weer omhoog geloopen, en hadden Unions op 15 November bijv. 78 genoteerd, dan zou A. de gekochte shares op dien dag niet alleen verkocht hebben tegen bijv. 77/*» maar bovendien zou hij nog iooo hebben kunnen verkoopen tegen dien koers, aangezien hij die op einde December immers mocht opvragen tegen T&/r Was de markt daarna blijven oploopen, dan zou A. zich er verder niets van hebben aangetrokken, en dan zou hij op einde December iooo Unions called", en daardoor nog 2 pet. dividend vergoed gekregen hebben. Zijn rekening had dan geluid als voorbeeld II. Voorbeeld II. Debet. 24 Augustus 10 per share pac of 1000 Unions Ü76 '/2 £ 2000.0.0 .. September 2 divid. 0/200 Unions 80.0.0 20 October 500 Unions (gek.) k 70,/2 7050.0.0 1000 Unions (gek.) k 70% 14150.0.0 Einde December 1000 Unions (called) & 76'/2 15300.0.0 Balance 1045.0.0 £ 39625.0.0 Credil. 7 September 200 Unions(verk.) k 80% £ 3215.0.0 20 September 200 Unions (verk.) k 81 '/4 3250.0.0 2 October 100 Unions (verk.) k 83 1660.0.0 15 November 2000 Unions (verk.) k 773/4 31100.0.0 Einde December 8 2 divid. 0/1000 Unions 400.0.0 £ 39625.0.0 Einde December = Balance £ 1045.0.0 De positie van den „nemer" voor den pac is eenigszins ingewikkelder dan bij de enkelvoudige opties, daar hij het risico loopt, om óf te moeten leveren, óf te moeten ontvangen. Dit risico zal hij moeten trachten te dekken. Nu spreekt het wel vanzelf, dat hij, indien hij zooals wij boven gezien hebben, $ 10 per share ontvangt, ook wel wat risqueeren kan: immers, vóórdat Unions 86Va of óó'/a worden, begint hij niet te verliezen. De eenvoudigste manier om zich van zijn winst te verzekeren en zijn risico te doen ophouden, is natuurlijk , te trachten deze bij een ander over te sluiten, door zelf voor den pac te „geven" op denzelfden koers, tegen billijkeren prijs. Ook zal hij al de shares kunnen koopen en voor den put van het dubbele aantal geven, of wel hij zal al het fonds kunnen verkoopen en voor den call van het dubbele bedrag geven. Er zijn echter vele andere manieren, die gewoonlijk van de omstandigheden en het „boek" van den optie-handelaar moeten afhangen. Laten wij eens onderstellen, dat X. op 1 September 19 . . $ 9 heeft „genomen" voor den put and call van 500 Louisville op 111 Va per einde December. Hij begint dus te verliezen als Loicisville 12oVa of 102 Va worden. Op 7 October staan de bewuste shares 103; X. wordt bang en gaat nu zelf voor den pac van Lotiisville geven, en slaagt er in den pac van 500 stuks te koopen per einde December tegen 103 Va, voor den prijs van $ 7 per share. Loopen de fondsen nu nog verder achteruit, bijv. naar 90, dan zal degene die hem geld gegeven heeft, hem 500 Louisville leveren tegen 1 x 1 Va, welke shares hij zelf kan leveren op 103Va. Zijn rekening zal dan luiden als onderstaand voorbeeld: Debet. 7 October $ 7 per share pac 0/500 Louisv. & 103'/2 £ 700.0.0 Ultimo December 5ool^uisv.(d^)£iii% IIIS0-0-0 £ 11850.0.0 Ultimo December ===== Balance £ 600.0.0 Credit. 1 September $ 9 per share pac 0/500 Louisv. è. 111 % £ 900.0.0 Ultimo December 5ooLouisv.(d-J~^)è. 103% 10350.0.0 Balance 600.0.0 £ 11850.0.0 Was daarentegen de markt weer opgeloopen, en hadden Louisville op ultimo December bijv. 115 gestaan , dan zou hij niet alleen geen verlies geleden , maar veel verdiend hebben. Van hem zouden 500 Louisville opgevraagd zijn tegen 111V2, maar die stukken zou hij zelf zich hebben laten leveren tegen 103Va, en zijn rekening zou dan aldus geluid hebben: Debet. 7 October $ 7 per share pac 0/500 Louisv. & 103'/a £ 700.0.0 Ultimo December 5ooLouisv.(£^ 103% 10350.0.0 Balance 1000.0.0 £ 12050.0.0 Credit. 1 September $ 9 per share pac 0/500 Louisv. h 111'/2 £ 900.0.0 Ultimo December SooLouisv.^Ji 111 •/, in 50.0.0 Balance £ 12050.0.0 £ 1000.0.0 Gemakshalve heb ik deze voorbeelden zoo eenvoudig mogelijk genomen. In plaats van zelf voor den put and call te geven, had hij ook voor den call kunnen geven, en de helft of van het fonds daartegen kunnen verkoopen; hij had voor den put kunnen geven, en de helft of '/4 van het fonds daartegen kunnen koopen, enz. enz. Alles hangt hierbij af van het boek van den optie-handelaar, en dat boek bekeken door een bril die de markt bestudeert, moet den te volgen weg aanwijzen. Men zal hierdoor inzien, dat het „nemen" van optie-geld niet zonder risico gepaard gaat, en dat een groot kapitaal over het algemeen vereischt is, wil de „nemer" aanspraak kunnen maken op wat men „soliditeit" noemt. Kan de „gever" er wel eens belang bij hebben een fonds niet te „call" als het boven den optiekoers staat, of niet te ,,put" als het onder den optie-koers noteert? Ja: het geval kan zich voordoen , dat een eigenaar van een groote hoeveelheid fonds dat geen breede markt heeft, deze partij willende verkoopen, den optie-handelaar er laat inloopen, door bij hem voor den call van dat fonds te geven. In dat geval zal de „nemer" er fonds tegen gaan koopen, terwijl de „gever" dat zal verkoopen, en aldus zijn moeilijk verhandelbaar fonds tegen een goeden prijs plaatst. Staat aan het einde der optieperiode het fonds bijv. 3 pet. boven den optie-prijs, dan zal de gever het niet opvragen, als hij vooruit weet dat hij het niet verkoopen kan zonder den marktprijs bijv. 5 pet. te drukken. Had de „gever" voor den put and call gegeven, dan zou hij er zelfs Oppenheim, Opties. 3 belang bij gehad hebben te ondanks dat het fonds in theorie „called" zou moeten worden. Een prachtig middel dus in handen van manipulanten, waardoor niemand hun positie kan beoordeelen Als men „geven" wil voor den put and call, dan zal men aldus seinen: give seven dollars pac 300 Southern Pacific end , of: achetez la doublé prime sur 300 Southern Pacific avec sept dollars fin of: nehmet Doppelpraemie (of Stellage) 300 Southern Pacific mit sieben dollars Stellagengeld, ende Wil men „nemen" voor den pilt and call, dan zal men seinen: take seven dollars pac 300 Southern Pacific end of: venaez la doublé prime sur 300 Southern Pacific avec sept dollars fin , of: gebet Stellage 300 Southern Pacific mit sieben dollars Stellagengeld ende Bij gelimiteerde orders zal men moeten telegrapheeren: give seven dollars pac 300 Sotithern Pacific at 48 end of: achetez ei 48 fin: enz. enz. HOOFDSTUK V. De „call of more" en „put of more". Nu ik in de voorafgaande artikelen heb uiteengezet wat men verstaat onder een „cal/", een „put" en een r,put and call , komt het mij voor, dat ik bovengenoemde „_fancy opttons", zooals men die pleegt te noemen, wel in één hoofdstuk kan bespreken, vooral omdat de gewone speculant met dit soort van opties weinig kennis maakt. Teneinde het geheugen mijner lezers niet te zeer op de proef te stellen, wil ik nog even memoreeren, wat men onder een „call of more ' en een put of more" verstaat. In het eerste geval koopt de „gever" een bepaalde hoeveelheid fonds tegen een overeengekomen prijs, en bedingt daarbij het recht, dat hij op een vastgestelden datum een gelijke hoeveelheid tegen denzelfden koers zal kunnen koopen; in het tweede geval verkoopt de „gever" tegen een vastgestelden koers, met het recht op een bepaalden datum een gelijke hoeveelheid tegen dienzelfden prijs te kunnen verkoopen. Terwijl bij de hiervoor besproken opties het optiegeld bijna steeds afzonderlijk wordt vermeld, wordt in deze gevallen het optie-geld meestal in den koers uitgedrukt, of wel: men koopt tegen een prijs die hooger is dan de actueele marktprijs vermeerderd met de rente der stukken gedurende den termijn dat de optie loopt, en men verkoopt tegen een prijs die lager is, dan de actueele marktprijs vermeerderd met de rente der stukken gedurende de optie-periode. Men lette er tevens op dat de rente die men vergoed krijgt bij den put of more", kleiner is dan die welke men betaalt bij den „call of more'. M. a. w., gesteld x is de koers van het fonds, ij is de rente die vergoed wordt, z is het optie-geld, q de rente die betaald wordt, dan zal hij die geeft voor den „call of more" het fonds koopen tegen x + q + z, en hij die geeft voor den „put of more ' het fonds verkoopen tegen x ij — z. Ik zal nu even een voorbeeld geven , hoe men op een dergelijke optie kan handelen. A koopt op 4 October per einde November 1000 Unions tegen 77 „call of more\ of 3V2 pet. boven den marktprijs. Laat ons even zien hoeveel optie-geld hij betaalt. Hij heeft de rente te betalen voor 3 accotmts of ongeveer 3/4 pet., daar de optiehandelaar zich zeker neemt met het oog op verwachte groote schaarschte van geld, de optie kost hem dus feitelijk 23/4 pet. netto. Op 12 October verkoopt hij 500 Unions tegen 76V2 en op 28 October 500 tegen 77V2, zoodat hij juist zijn optie-geld er uit heeft, en dus feitelijk gratis den „call" op nog 1000 shares heeft tegen 77. Teneinde onder alle omstandigheden te kunnen verdienen, verkoopt hij nog 500 tegen 773/s, en heeft dus daardoor zijn „call" op iooo Unions veranderd in een „put,y van 500 tegen 773/8 en een „call" van 500 tegen 77. Op 7 November is de markt zeer flauw en koopt hij 500 Unions tegen 75V4. Hem rest nog slechts een „call" op 1000 shares tegen 77. Fortuna begunstigt hem en op ï5 November ziet hij kans 500 Unions te verkoopen tegen 77, waardoor hij een zuivere put and call op 50° Unions tegen 77 heeft. Op 21 November staan Unions na kleine schommelingen weder 77; hij krijgt ongunstige berichten en verkoopt de 500 shares waarop hij den „call" heeft tegen dien prijs, en krijgt daardoor den „put" van 1000 Unions tegen 77. Einde November staan Unions 76V2; hij koopt de 1000 shares die hij k la baisse is op dien prijs terug, en zijn call of more is dus geëindigd in een „put" na eerst de gedaanten van een „call", een „put" en een „call", en een „put and call" te hebben aangenomen. Zijn rekening zal luiden: Debet. 4 October 1000 Unions (gek.) £t 77 call o'more £ 15400. 0.0 7 November 500 Unions (gek.) A 75% 7575. 0.0 Einde November 1000 Unions (gek.)&76'/2 15300. 0.0 Balance 262.10.0 £ 38537-IO.O Credit. 12 October 50oUnions(verk.) k 7ó1/2 £ 7650. 0.0 28 October. 5ooUnions(verk.)è77'/2 7750. 0.0 50oUnions(verk.)è. 77% 7737-io.o 15 November 50oUnions(verk.)è. 77 7700. 0.0 21 November 5ooUnions(verk.)£t 77 7700. 0.0 ^ 38537.IO.O £ 262.10.0 ■ Ik meen met dit voorbeeld te kunnen volstaan; wie het voorafgaande aandachtig heeft bestudeerd, zal gemakkelijk begrijpen , hoe men moet handelen op den put of more. Het spreekt vanzelf, dat het risico voor den „nemer" van het optie-geld in bovenstaand geval zeer groot is. Tegenover de kans die hij heeft dat Unions gedurende twee maanden den koers van 77 niet zullen bereiken (wij hebben den marktprijs op 731/2 gesteld), staat de kans dat Unions wel boven de 77 loopen, en dat hij reeds feitelijk een vbear" zijnde van 1000 Unions op 77, door zijn tegenpartij een gedwongen „bear" van 2000 Unions op 77 wordt, welke positie hij misschien aan het einde van November zal moeten sluiten tegen 85 of meer. Teneinde zich tegen al te groot verlies te dekken, zal hij waarschijnlijk niet onverstandig doen met bijv. dadelijk 1000 Unions zelf te koopen, en zich de winst gelegen tusschen den prijs waarop hij verkocht heeft (77%) en den actueelen marktprijs waarop hij kan koopen (73V2) te verzekeren. Loopt de markt dan terug, welnu, des te beter, dan heeft hij 3V2 procent verdiend , en loopt de markt op dan zal van omstandigheden moeten afhangen wat hij doet, en zal hij in elk geval kunnen wachten totdat Unions 80 Va staan voordat hij zal beginnen te verliezen. Hij zal ook kunnen beginnen met voor den call van 1000 Unions te geven, en het van den loop der markt laten afhangen, of hij al dan niet de andere 1000 die hij op 77 call of more verkocht heeft zal dekken, enz. enz. Alles zal in de praktijk natuurlijk afhangen van zijn „boek", en daarom zal ik hierover maar niet in verdere bijzonderheden treden. Zij die eenig begrip hebben van wat er toe behoort om een bepaald fonds ter Beurze te manipuleeren, zullen gemakkelijk begrijpen dat deze soort van opties koren op den manipulanten-molen is. Bijzonder in trek zijn natuurlijk bij hen de z.g.n. day-to-day opties, en onder deze call of more tomorrow en de put of more to-morrow, maar wegens het enorme risico dat de „nemers" hierbij loopen, is deze handel niet zoo uitgebreid, en berust hierbij alles op „negotiation"'. Gelijk wij in Hoofdstuk x reeds zagen, kent men nog den call of twice more, den put of twice more, three times more enz. enz., alles materiaal voor den laat mij zeggen „perversen" speculant. Teneinde deze affaires uitgevoerd te krijgen zal men als volgt moeten seinen: Als men een fonds wil k o o p e n call of more : Buy 500 Canadians call of more end ... .of: Achetez 500 Canadians avec le droit d'en avoir autant fin ; of: Nehmet 500 Canadians mit einmal noch ende .... Als men een fonds wil verkoopen put of more wil : Se II 500 Catiadians put of more end... of: Vendez 500 Canadians avec le droit den livrer atitant, fin ; of: Gebet 500 Canadians mit einmal noch Rueckpraemie , ende Als men een fonds wil verkoopen call of more en dus als nemer wil optreden: Sell 500 Canadians call of more end. . of: Vendez 500 Canadians avec le droit de pouvoir demander autant fin ; of: Gebet 500 Canadians mit einmal noch Vorpraemie ende Als men een fonds wil koopen put of more en dus als nemer wil optreden: Buy 500 Canadians put of more end... . ; of: Achetez 500 Canadians avec le droit de pouvoir livrer autant, fin ; of: Nehmet 500 Canadians mit einmal noch Rueckpraemie. Bij gelimiteerde orders moet men de limite invullen. HOOFDSTUK VI. Het veranderen van een optie in een andere optie. In het vorig hoofdstuk heb ik een voorbeeld gegeven van een „call of more' die eindigde in een „put", na eerst de gedaante van een „call", een nput" en een „callen een „put and call" te hebben aangenomen. Ik zal thans aantoonen, dat men elke optie in een andere veranderen kan, door er op een bepaalde wijze op te handelen. Ik wil beginnen met eenige stellingen te geven, en hoop die daarna duidelijk te maken en te bewijzen door diverse voorbeelden: 1. een „call" verandert in een „put", wanneer men al het fonds (waarop de optie gevestigd is) verkoopt; 2. een „call" verandert in een „put and calP\ wanneer men de helft van het fonds verkoopt; 3. een „put" verandert in een „call", wanneer men al het fonds koopt; 4. een „put" verandert in een „put and calP\ wanneer men de helft van het fonds koopt; 5. een „put and call" verandert in een „put" die tweemaal zoo groot is, als men al het fonds verkoopt; 6. een „put and call" verandert in een „call" die tweemaal zoo groot is, als men al het fonds koopt. Ik kom hierbij vanzelf op het feit, dat door het veranderen van een optie in een andere, de prijs van die optie kan veranderen. Ook dit zal uit de voorbeelden die ik thans ga geven duidelijk blijken. Ad I. A. geeft i pet. call 0/200 Unions k 80; en verkoopt 200 Unions è. 80; B. geeft 1 pet. put 0/200 Unions è. 80; Gesteld nu dat de markt hooger loopt, en dat Unions op een bepaalden dag 84 zijn. A's positie staat dan als volgt: hij kan 200 shares „call" op 80, maar daar hij 200 Unions verkocht heeft op 80, moet hij die tegen dienzelfden prijs afgeven: hij verdient niets, maar verliest zijn 1 pet. optie-geld. B. mag 200 Unions leveren tegen 80, maar kan die niet onder 80 koopen: hij kan van zijn „put" dus geen gebruik maken, en verliest zijn 1 pet. optie-geld. Loopt daarentegen de markt lager, en staan Unions bijv. 78, dan zal A. zijn „call" op 80 in den steek laten, en 200 shares koopen, zoodoende de verkochte stukken daardoor afleveren, en 2 pet. — 1 pet. optie-geld = 1 pet. verdienen. B. zal eveneens 200 Unions koopen, van zijn recht om op 80 te leveren gebruik maken, en aldus 2 pet. — 1 pet. optie-geld = i pet. verdienen. Wij komen dus tot de volgende conclusies: a. een call verandert in een put, als men al het fonds daartegen verkoopt. b. Indien de gever voor den call al het fonds daartegen op den optie-pr ij s verkoopt, dan heeft hij feitelijk hetzelfde optie-geld gegeven, voor den put van dezelfde hoeveelheid fonds, op denzelfden k o e rs. Ad. 2. A. geeft i pet. call o/ioo Atchison è. 60 en verkoopt 50 Atchison a 60; B. geeft 2 pet. put and call 0/50 Atchisons è. 60. Veronderstellen wij nu dat de markt oploopt, en Atchisons 62 noteeren. A's positie staat dan als volgt: hij kan 100 Atchisons „call" op 60, maar hij heeft reeds 50 verkocht è. 60 en moet deze dus tegen dien prijs afleveren. Op de resteerende 50 kan hij echter 2 pet. verdienen : daarentegen moet hij 1 pet. optie-geld op 100 shares betalen , zoodat zijn netto-winst nihil is. B. kan 50 shares tegen 60 „call", maar moet 2 pet. optie-geld betalen, en daar 2 pet. op 50 shares gelijk is aan 1 pet. op 100 stuks, verdient hij ook niets. Was daarentegen de markt lager gegaan en hadden Atchisons 56 genoteerd . dan zou A. er aldus hebben voorgestaan: de 50 verkochte aandeelen had hij gedekt op 56 en zijn optie zou hij in den steek hebben gelaten: hij had dan 4 pet. op 50 shares verdiend, zou x pet. op 100 moeten betalen, en verdiende dus per saldo 2 pet. op 50 Atchisons. B. zou 50 Atchisons op 56 hebben gekocht en van zijn recht om tegen 60 te -putten" gebruik gemaakt hebben: hij had dan 4 pet. — 2 pet. op 50 Atchisons = 2 pet. verdiend. Resumeerende komen wij dus tot de volgende conclusies: c. Een call verandert in een put and call, als men de helft van het fonds daartegen verkoopt. d. Indien de gever voor den call de helft van het fonds daartegen op den optie-prijs verkoopt, dan heeft hij feitelijk het dubbele optie-geld gegeven, voor den put and call van de halve hoeveelheid fonds, op denzelfden koers. Ad. 3. A. geeft £ Va put 0/100 Rand mines k £ 10 en koopt 100 Randmines è. £ 10; B. geeft £ Va call 0/100 Randmines è.£ 10. Gesteld nu dat de markt willig wordt, en dat Randmines oploopen tot £ 11Va. A's positie zal dan staan als volgt: hij kan de 100 aandeelen die hij gekocht heeft tegen £ 10, verkoopen tegen £ 11 Va, zijne optie moet hij in den steek laten, en hij verdient £ 1 Va—& V2 optie-geld = £ 1.— B. daarentegen zal 100 Randmines verkoopen tegen £ 11 Va, en die vcall" tegen £ 10 en verdient aldus £ i'/a—M Va optie-geld = £ i. Loopen Randmines evenwel naar £ 8 Va, dan zal A. wel is waar 100 kunnen „put" tegen £ 10, maar daar hij 100 heeft gekocht tegen dien prijs, er niets op verdienen, en bovendien zijn premie-geld verliezen. B. zal aan zijn call op £ 10 niets hebben, en zal dus eveneens zijn optie-geld verspelen. Wij kunnen dus concludeeren: e. Een put verandert in een call, als men al het fonds daartegen koopt. f. Indien de gever voor den „put" al het fonds daartegen koopt, dan heeft hij feitelijk hetzelfde optie-geld gegeven, voor den call van dezelfde hoeveelheid fonds, op denzelfden koers. Ad. 4. A. geeft 3/8 pet. put o/£ 2000. Consols & 90, en koopt £ 1000. ConsoIs h 90: B. heeft 3/4 pet. put and call o/£ 1000. Consols k 90. De markt loopt terug, en Consols gaan naar 87Va. A's positie staat dan aldus: £ 2000 kan hij koopen en leveren tegen 90: £ 1000 heeft hij reeds gekocht tegen 90, dus rest hem nog slechts £ 1000 te koopen. Nu „put" bij £ 2000 & 90, en verdient dus 2 Va pet. op £ 1000, of 1% op £ 2ooo. Hiervan gaat af het optie-geld, zoodat de zuivere winst '/8 pet. wordt. B. daarentegen koopt £ iooo. Consols, „ put" die tegen 90, en verdient dus 2 l/a — V* pet. optie-geld = 1% pet. op £ 1000 = '/8 pet. op £2000. Loopen Consols daarentegen naar 92, dan zullen de posities er aldus voor staan: A. kan van zijn optie geen gebruik maken, maar kan de £ 1000 die hij gekocht heeft tegen 90, voor 92 verkoopen. Hij wint dus 2 pet. op g 1000, hij moet % pet. van £ 2000 betalen, blijft 1V4 pet. netto winst op £ 1000. B. daarentegen zal £ 1000 verkoopen op 92; hij zal gebruik maken van zijn recht om £ 1000 te „callv tegen 90, en verdient dus 2 pet. — 3A pet. optie = 1% op £ 1000.—. Wij komen dus tot de volgende slotsommen: g. Een „/«/" verandert in een p^^t and ca.ll, als men de helft van het fonds daartegen koopt. h. Indien de gever voor den put, dehelft van het fonds daartegen op den optie-prijs koopt, dan heeft hij feitelijk het dubbele optie-geld gegeven, voor den put and call van de halve hoeveelheid fonds, op denzelfden koers. Ad. 5. A geeft 2 pet. put and call o/ioo Unions & 80, en koopt 100 Unions & 80. B geeft 1 pet. call ohoo Unions k 80. Indien de markt oploopt, laat ons zeggen tot 83, dan staat A.'s positie aldus: hij heeft 100 Unions gekocht op 80 en kan die verkoopen op 83, en bovendien kan hij 100 shares „calT op 80 en eveneens op 83 verkoopen. Hij verdient dus 3 pet. op de eene 100 stuks, en 3 pet. — 2 pet. optiegeld = 1 pet. op de andere 100, of feitelijk 2 pet. op de 200 Unions. B. daarentegen zal eenvoudig 200 Unions verkoopen tegen 83, die opvragen tegen 80, en 3 pet. optie-geld = 2 pet. verdienen. Loopt daarentegen de markt terug, bijvoorbeeld naar 78, dan zou A. als hij nog niets gedaan had, 100 Unions kunnen koopen tegen 78, en leveren tegen 80. Hij heeft echter reeds 100 tegen 80 gekocht en kan die dus slechts, gebruik makende van zijn recht, tegen 80 „put". Hij verliest dus 2 pet. op 100 shares = 1 pet. op 200 shares. B. kan zijn recht om te „call" niet uitoefenen, en verliest zoodoende 1 pet. op 200. Wij kunnen dus concludeeren: i. een put and call verandert in een call die tweemaal zoo groot is, als men al het fond# daartegen koopt. j. als de gever \oor den put and call 2l\ het fonds daartegen op den optie-koers koopt, heeft hij feitelijk het halve optiegeld gegeven, voor den call van de dubbele hoeveelheid fonds, op denzelfden koers. Ad. 6. A geeft £ Va put and call o/too Transvaal Devils k £ i%, en verkoopt 100 Transvaal Devils è. £ l%- B. geeft £ Vi 0/200 Transvaal Devils & £ i%- Als de Kafir-xnaxVx. rijst en Transvaal Devils bijvoorbeeld £ 2Y2 worden, dan zal A's positie er aldus voorstaan: hij kan ioo Transv. D. „call tegen £ i3A, maar heeft die bij voorbaat reeds verkocht tegen dien koers, zoodat hij niets verdient doch integendeel £ 'A op ioo shares = £ % op 200 shares verliest. . B daarentegen zal niets aan zijn optie hebben, daar hij niet kan en verliest dus eveneens £ A op 200 Komt er daarentegen een daling, en gaan 1. V. naar £ 1, dan zal A. 100 koopen tegen £ 1, die put" tegen £ 1%, en daarop dus £ A £ A optie-geld = £ 'A verdienen. De andere 100 s/kmtf zal hij eveneens terugkoopen op £ 1, waardoor hij daarop £ % verdient. Hij verdient dus per saldo £ A op 200 T. V. B. zal eenvoudig 200 shares koopen tegen £ 1, en die put" tegen £ i3A, en zoodoende £ A—£ A optie-geld = £ 'A op 200 T D. verdienen. Wij kunnen dus zeggen: k. een put and call verandert in een put die tweemaal zoo groot is, als men al het fonds daartegen verkoopt. l. als de gever voor den put and call al het fonds daartegen verkoopt op den optie-koers, heeft hij feitelijk het halve optie-geld gegeven, voor den put van de dubbele hoeveelheid fonds, op denzelfden koers. In de voorgaande zes voorbeelden is voortdurend verondersteld, dat de optie-gever kocht of verkocht op den optie-koers. Het spreekt wel vanzelf, dat men ook boven of onder dien koers kan koopen en verkoopen. Natuurlijk heeft dit veel invloed op den prijs van het optie-geld. Teneinde goed begrepen te worden, zal ik bij de voorbeelden die ik thans wil nagaan het volgende vaststellen: C. is het geld dat gegeven wordt voor een call, P. dat wat gegeven wordt voor een put, H. het geld dat gegeven wordt voor een put and call. E. het verschil (écart) dat er is tusschen den optiekoers , en den koers waarop gekocht of verkocht wordt. i. X. geeft i pet. call 0/200 Readings & 24V2, en verkoopt 200 Readings è. 25. Z. geeft 1 pet put 0/200 Readings a 24V2. Gesteld nu dat Readings 26 worden, dan zal X. de 200 shares die hij verkocht heeft tegen 25, kunnen Oppenheim , Opties. 4 ^call" tegen 24V1, en daarop dus V2 pet. verdienen. Daar de optie hem echter 1 pet. heeft gekost verliest hij nog Va pet. Z. zal niets kunnen doen en verliest dus 1 pet. optie-geld. Worden Readings daarentegen 24, dan zal X. zijn vcah" niet kunnen uitoefenen, en zal hij zijn stukken tegen dien koers in de open markt terugkoopen. Hierop verdient hij dus 1 pet., zoodat hij per saldo niets verdient en niets verliest. Z. zal zijn optie declareeren, en de shares tegen 24 koopen. Hij verdient daarop dus !/2pct., maar zijn premiegeld bedraagt 1 pet., zoodat hij een verlies lijdt van '/2 pet. Wij kunnen dus zeggen : Indien de gever voor den „calF al het fonds daartegen verkoopt boven den optie-koers, dan heeft hij feitelijk minder gegeven voor den put van dezelfde hoeveelheid fonds, op dezelfde hoeveelheid prijs. De prijs van het optie-geld is zooveel minder, als het écart bedraagt tusschen den koers van de optie, en dien waarop verkocht is, of: P = C—E. 2. X. geeft 1 pet. call 0/200 Reading k 24V2 en verkoopt 200 Readings k 24. Z. geeft 1 pet. put 0/200 Readings k 24V2. Aangenomen dat Readings 26 worden, dan zal X. de 200 shares die hij verkocht heeft, tegen 24,/2 moeten dekken door die te ..call , aangezien hij in de open markt 26 zou moeten betalen, en verliest hij behalve zijn optie geld nog V2 pet, dus in het geheel iVa pet.. Z. daarentegen, zal zijn optie abandonneeren en 1 pet. optie-geld verliezen. Worden Readings evenwel 23, dan zal X de optie moeten laten loopen, en de verkochte 200 shares tegen 23 terugkoopen. Hij verdient daarop r pet, maar moet dat eene procent als optie-geld betalen , zoodat hij noch verdient, noch verliest. Z zal echter zijn optie uitoefenen; hij zal de shares op 23 koopen, en zoodoende i'/a pet. — 1 pet. optiegeld = V2 pet. verdienen. Wij hebben dus gezien, dat in dit geval Z. voordeeliger is uitgeweest dan X., en kunnen dus concludeeren ; Indien de gever voor den „call" al het fonds daartegen verkoopt onder den optie-koers, dan heeft hij feitelijk meer gegeven voor den put van dezelfde hoeveelheid fonds, op denzelfden prijs. De prijs van het optie-geld is zooveel meer, als het écart bedraagt tusschen den koers van de optie, en dien waarop verkocht is, of: P = C + E. 3. X. geeft 1 pet. call 0/100 Pennsylvania k 63, en verkoopt 50 Pennsylvania k 63V2. Z. geeft 2 pet. put and call 0/50 Pennsylvania k 63. Indien de markt willig wordt en Penns. 65 noteeren, dan zal X.'s positie er aldus voorstaan: hij zal 100 Penns. „call" tegen 63, moet daarvan 50 4* die hij reeds verkocht heeft voor 63Va afleveren, en kan de resteerende 50 tegen 63 verkoopen. Op de eerste 50 verdient hij '/2 pet., en op de rest 2 pet. Hij moet echter 1 pet. optie-geld betalen op 100 shares, zoodat hij per saldo slechts Va pet. op 50 shares verdiend heeft. Z. zal 50 Penns. verkoopen en die ,,call" tegen 63; hij moet echter 2 pet. optie-geld op 50 shares betalen, zoodat hij ten slotte niets heeft verdiend. Wij kunnen dus zeggen: Indien de gever voor den „call", de helft van het fonds daartegen verkoopt boven den optie-koers, dan heeft hij feitelijk minder dan het dubbele optie-geld gegeven, voor den put and, call van de halve hoeveelheid fonds op denzelfden koers. De prijs van het optie-ge ld is zooveel minder, als het écart bedraagt tusschen den koers der optie en dien waarop verkocht is, of: H = 2 x C — E. Had X. daarentegen in plaats van boven den optiekoers onder dien prijs verkocht, dus bijv. op 62V2, dan zou hij onvoordeeliger zijn uitgeweest, gelijk in sub 2 bewezen is. Zonder nadere beschouwingen kunnen wij dan ook aannemen: Indien de gever voor den „call" de helft van het fonds daartegen verkoopt onder den optie-koers, danheefthijfeitelijk meer dan het dubbele optie-geld gegeven, voor den piet and call van de halve hoeveelheid fonds, op denzelfden koers. De prijs van de optie is zooveel meer, als het écart bedraagt tusschen den koers der optie, en dien waarop verkocht is, of: H = 2 x C + E. 4. X. geeft 2 pet. put 0/100 Baltimore è. 75, en koopt 100 Baltimore & 74. Z. geeft 2 pet. call 0/100 Baltimore & 75. Beide partijen hebben dus haar put veranderd in een call, maar X.'s call zal 1 pet. goedkooper zijn dan die van Z. Indien Baltimore naar 80 loopen dan zal X. zijn optie abandonneeren, en de 100 shares die hij gekocht had tegen 74, op 80 verkoopen, waardoor hij 6 pet. — 2 pet. optie-geld = 4 pet. netto zal verdienen. Z. zal echter de optie declareeren, 100 B. and O.'s tegen 80 verkoopen, en 5 pet. — 2 pet. optie-geld = 3 pet. verdienen. Gaan daarentegen Baltimore's naar 70, dan zal X. zijn optie declareeren, terwijl Z. zijn optie zal laten loopen, zoodat X. per saldo een procent minder zal verliezen, dan Z. Wij kunnen dus zeggen: Indien de gever voor den „ƒ>ut", al het fonds daartegen koopt onder den optiekoers, dan heeft hij feitelijk minder gegeven voor den „call" van dezelfde hoeveelheid fonds, op denzelfden prijs. De prijs van het optie-geld is zooveel minder, als het écart bedraagt tusschen den koers van de optie en dien waarop gekocht is, of: C = P — E. Had X. in plaats van onder den optie-koers daarboven gekocht, dus bijv. op 76, dan zou hij natuurlijk duurder zijn uitgeweest, en wij kunnen dus concludeeren : Indien de gever voor den nput" al het fonds daartegen koopt boven den optiekoers, dan heeft hij feitelijk meer gegeven voor den „calV van dezelfde hoeveelheid fonds, op denzelfden prijs. De prijs van het optie-geld is zooveel meer, als het écart bedraagt tusschen den koers der optie, en dien waarop gekocht is, of: C = P + E. Op deze wijze doorgaande, kan men nog tot de volgende conclusies komen, die ik niet noodig acht, door voorbeelden op te helderen: 5. Als de gever voor den „put" de helft van het fonds daartegen koopt boven den optie-koers, dan heeft hij feitelijk meer gegeven dan het du bbele opti e-geld, voor den put and call van de halve hoeveelheid fonds, op denzelfden koers. De prijs van de optie is zooveel meer als het écart bedraagt tusschen den optie-koers, en dien waarop gekocht is of: H = 2 x P-f-E. 6. Als de gever voor den „put" de helft van het fonds daartegen koopt onder den optie-koers, dan heeft hij feitelijk minder gegeven dan het dubbele optie-geld, voor den put and call van de halve hoeveelheid fonds, op denzelfden koers. De prijs der optie is zooveel minder, als het écart bedraagt tusschen den optie-koers en dien waarop gekocht is, of: H = 2 x P — E. Ik zoude hiermede nog kunnen doorgaan over het veranderen van den put and call, maar daar ik in de vorige voorbeelden den put en den call heb veranderd in put and calls, kan dit m. i. hier achterwege blijven. Wie het voorafgaande begrepen heeft, kan dit gemakkelijk zelf nagaan. Wij naderen thans weer het standpunt van den „nemer", omdat wij ook dienen te bespreken, hoe hij een „tegen hem" loopende optie kan veranderen: dit is misschien iets meer ingewikkeld. Gesteld A. heeft „genomen" voor den „call" van 100 Unions op 80, dan wil dat zeggen, dat men van hem 100 Unions kan opvragen tegen 80. Koopt hij nu zelf 100 Unions tegen 80, dan heeft hij de stukken, en zal de tegen hem loopende call, van zijn standpunt bekeken een put zijn geworden. Koopt hij slechts de helft der shares tegen 80, dan zal tegen hem een put and call op de helft van het fonds loopen. Loopt tegen hem een put and call op 500 Unions tegen 80, dan zal hij dien kunnen veranderen in een put die tweemaal zoo groot is, door al het fonds daartegen te koopen. Hij zal dien veranderen in een call die tweemaal zoo groot is, door al het fonds daartegen te verkoopen. Het spreekt vanzelf dat het voor hem van groot belang is, op welken prijs hij van front verandert: ook hiervoor gelden natuurlijk dezelfde regels als hierboven. Ieder zal begrijpen, dat het voordeelig moet zijn als men een fonds kan koopen tot lageren prijs dan dien waarvoor men het leveren moet, enz. enz. Ik heb gemeend in dit hoofdstuk nogal te moeten uitweiden , omdat ten slotte het handelen tegen opties de manier is om hen winstgevend te maken, en het van het grootste belang daarbij is, dat de gever en de nemer steeds weten, hoe hun opties loopen. Geeft men zich hiervan niet geregeld rekenschap, dan zal het bedrijf voor den „gever" zelden winstgevend, voor den „nemer" altijd hoogst gevaarlijk worden. HOOFDSTUK VII. Vallen de opties onder spel en weddingschap? In het laatst van 1902 kwam voor de rechtbank te Londen een actie in behandeling van een Londensche Bankinstelling tegen zekeren X.; beide partijen waren outside brokers (niet-leden van de Beurs). Eischeres vorderde van X. betaling van £662.10.—, wegens een voor hen gekochte optie op 1000 Atchisons: gedaagde beweerde dat het gemaakte contract op spel en weddingschap berustte, en dus onwettig was. (Van eiken koop of verkoop wordt hier een contract opgemaakt: een dergelijk contract moet gezegeld zijn, tenzij het een contract is tusschen twee brokers in Engeland woonachtig.) De zaak zou zich aldus hebben voorgedragen: X. had aan de Bank in Juli gevraagd: „wat moet ik geven voor den call van 1000 Atchisons per einde October?" De vertegenwoordiger van de Bank was daarop gegaan naar een jobber en had geïnformeerd wat de prijs was. Daarop had men aan X. gezegd wat de prijs was, en deze had daarop opdracht gegeven de optie te koopen. Dit geschiedde en voor £ 637-1° + V8 courtage = £ 662.10 kreeg X. recht op einde October Atchison op te vragen tegen 95l/*- De advocaat van gedaagde beweerde, dat het betreffende contract bezwaarlijk als bewijsstuk kon worden aangevoerd , daar het ongezegeld was. De rechter verklaarde, dat öf wel de transactie was een weddingschap, óf het document moest als bindende overeenkomst beschouwd worden. In het eerste geval zou het contract eischeres niet helpen, en in 't ander geval diende het gezegeld te zijn. De advocaat van de tegenpartij gaf te kennen, dat het hier eenvoudig betrof een overeenkomst van spel en weddingschap op koersverschillen: eischeres had deze weddingschap aangegaan met gedaagde, en om zich zelf te vrijwaren tegen risico had zij de affaire bij een ander overgesloten. Mr. Justice Darling, uitspraak doende, verklaarde dat het contract feitelijk het volgende behelsde: „indien deze aandeelen omlaag zijn gegaan, zult ^gij ons einde October «fc 662.10.— te betalen hebben, en wanneer zij stijgen en er een koersvershil „aanwezig is, zult gij gerechtigd zijn iets te ontvangen." Hij weigerde te gelooven dat de bank als commissionair was opgetreden, omdat hij dezelfde overeenkomst had gesloten met een jobber, maar tot een voordeeliger koers. (De bank had n.1. 1la courtage gerekend, en dit op den koers der optie gezet, hetgeen volkomen correct was). Eischeres zou, volgens zijn meening moeten bewijzen, dat zij van den jobber de shares waarop de optie rustte, had gekocht. Dit kon zij niet, en derhalve viel z. i. deze actie onder spel en weddingschap. Laat mij beginnen met medetedeelen, welke vereischten volgens de gezaghebbende uitspraak van Mr. Justice Henry Hawkins voor de aanwezigheid van spel en weddingschap worden noodig geacht: a. de wederkeerige overeenkomst, dat de eene partij van den ander een bepaalde som zal ontvangen, overeenkomstig den afloop eener toekomstige onzekere gebeurtenis, b. de noodzakelijkheid dat elke partij óf zal winnen, óf verliezen, c. de noodzakelijkheid dat geen der partijen eenig ander belang bij het contract heeft, dan de bepaalde som die hij óf zal winnen, 6f verliezen. Met betrekking tot a, dit feit was hierbij niet aanwezig daar X. onder alle omstandigheden £ 662.10.— aan de eischeres moest betalen. De meening van Mr. Justice Darling derhalve: „indien deze aan„deelen omlaag zijn gegaan zult gij ons einde October „£ 662.10.— betalen, en wanneer zij stijgen en er „een koersverschil aanwezig is zult gij gerechtigd „zijn iets te ontvangen", is dan ook met alle respect voor Z.E.Gestr. m. i. volkomen onjuist. Indien er een koersverschil aanwezig was, dan kon gedaagde wel iets ontvangen, nl. de shares tegen betaling van 95 '/* in cash, en dat nog maar alleen, als hij £ 662.10 bovendien betaalde. Ad. b: Ook dit geval doet zich hierbij niet voor: de eischeres was werkzaam als tusschenpersoon, had geen ander belang bij de zaak, dan de courtage die zij zou ontvangen. Eischeres zou altijd verdienen op deze affaire. Men zou hiertegen kunnen aan- voeren, dat zij wel degelijk zou kunnen verliezen indien X. de bepaalde som niet zou willen betalen, maar dan zelfs nog zou toch nooit het geval zich kunnen voordoen, dat zij die bepaalde som zou kunnen winnen, aangezien zij die som zelf moest betalen. Ad c.: De tusschenpersoon had buiten de courtage geen ander belang bij het contract, dan dat zij de som door gedaagde te betalen, zou ontvangen , teneinde die aan den optiondealer te kunnen betalen. Van een som, die zij óf zou winnen óf verliezen, was geen sprake. De bewering, dat eischeres de shares waarop de optie liep had moeten koopen, is tevens zeer vreemd. Een optie is niets meer dan een recht; men koopt de optie op een zaak, op een huis, op een partij obligaties, maar daarom behoeft de nemer van dat optie-geld die zaak, dat huis, die obligaties nog niet te hebben. Wordt hij aangesproken tot levering, dan moet hij die zien te krijgen, en anders kan men hem dwingen zijn contract na te komen, of kosten, schaden of uitersten te betalen. Deze uitspraak heeft vrij wat gemoederen in beroering gebracht. Zoo doorgaande, zou immers de Beurs-handel op losse schroeven worden gezet. Het zou wat moois wezen, indien een jobber tegen een broker kon zeggen: „ik heb u Unions verkocht omdat ik met u wedden wilde dat ik ze lager kon terugkoopen, en derhalve berust onze overeenkomst op spel en weddingschap, want ik kan ze niet goedkooper terug krijgen, en heb mijn weddingschap verloren. Een optiort-dealer denkt in de praktijk ook niet altijd: „ik denk dat de markt hooger gaat, en daarom „neem ik voor den put" enz., maar gewoonlijk hangen zijn transacties af van zijn positie, en veelal zal hij voordeel zoeken in koersverschillen, d. w. z. hij zal trachten de optie goedkooper bij een ander te krijgen. In elk geval is het niet te verwonderen, dat de bank in appèl hare actie toegewezen heeft gekregen. Een tweede geval van meer recenten datum is hier voor de rechtbank behandeld, in een proces tot betaling van £ 509.7.6, welke som door eischeres aan gedaagde was betaald voor de put and. call transacties: door faillissement van gedaagde was eischeres niet in staat geweest zijn opties uit te oefenen, en daardoor was hem een winst van £ 106 ontgaan. De tegenpartij beriep zich op spel en weddingschap. Mr. Justice Ridly recht doende, verklaarde dat optie transacties absoluut wettig waren, dat gedaagde de £ 509.7.6 aan eischeres moest terug betalen, omdat door faillissement van laatstgenoemde de geheele transactie van onwaarde werd. De zaak zal nu in hooger beroep behandeld worden. Het zoude mij te ver voeren, meer gevallen te bespreken. Ik geloof dat men als zeker kan aannemen, dat optietransacties volkomen wettig zijn, en ik zou er niet aan gedacht hebben iets over de al of niet wettigheid van opties te schrijven, hadden deze gevallen niet plaats gevonden. Er zullen altijd menschen blijven die op eens anders kosten willen speculeeren, en die unfair genoeg zijn zich op spel en weddingschap te beroepen als zij voor een faillissement staan, maar de rechtbank hier kent die categorie van parasieten al lang, en hecht weinig waarde meer aan hun excepties. HOOFDSTUK VIII. Het Cover-systeem. „Chariteit" schijnt de drijfveer geweest te zijn van hem, die dit systeem uitgedacht heeft, maar zoo men ooit heeft kunnen zeggen „charity begins at home" dan is het hierbij het geval. Het idee dat aan dit soort zaken ten grondslag ligt is het volgende: men koopt een bepaald fonds en geeft t procent (of meer) als dekking (cover): loopt het fonds zooveel terug, dat men — inclusief provisie van aan- en verkoop — dat procent verloren heeft, dan wordt het verkocht, en is de geheele zaak daarmede afgeloopen; of, m. a. w. de cliënt kan nooit meer dan i procent verliezen. Waarom is die handel uitsluitend in handen van bucketshops, en wat maakt nu het doen van dergelijke zaken voor soliede huizen onmogelijk? Als A. aan het einde van den beursdag nog slechts Va pet. verloren heeft, dan heeft de firma niet het recht zijn positie te liquideeren. Is de beurs den volgenden dag 2 pet. flauwer, dan heeft de firma geen verhaal op A. en verliest zij zelf dus 1V2 pet. De geheele affaire wordt dus uitsluitend een gambling tusschen cliënt en firma, en zaken, op dergelijke wijze tot stand gekomen, kunnen gevoeglijk onder spel en weddingschap worden gerangschikt, terwijl de firma alleen zal kunnen verdienen, als zij slecht adviseert *. Gesteld dat A. een percent cover stuurt voor $ 10 ooo Unions; de bucketshop koopt dan quasi voor hem, maar in werkelijkheid sluit zij de order in zich zelf. De persoon die belast is met de „uitvoering" zit den ganschen dag bij de „tape", d. i. de telegraaf die op elk kantoor aanwezig is, alle koersen gedurende den geheelen dag mededeelt en door haar eentonig ticky ticky tick de menschen meer tot handelen uitnoodigt, dan het schoonste gepraat van den tipster. (In Amerika wordt het instrument ticker genoemd.) Hij kan dus in het lusthof van verschillende noteeringen te kust en te keur gaan. Zoo zullen Unions eerst 911/4-a/s komen, om een oogenblik later 91 llz bid (bieden), en weer een *) Bucket-shop is a term indicating places of business, in which not very creditable transactions are carried on, and a good deal of money is extracted from innocent people, who get into the clutches of people who keep them. One cannot help noticing, that if a man is only buying and selling himself to a person depositing cover, if he is tempted to give any advice at all, it is an unfortunate thing for himself if his advice should be genuine, for, if he sells to a man at a certain price, and advises that man to buy, if the market goes according to his advice, he will lose; and if he is the seller in one case, and the buyer in the other, as I put it to Mr. Longman, you only get a profit, if your advice turns out to be wrong. —The Lord Chief Justice of England, in the case of Longman v. Hess. oogenblik later 91 7* offered (laten) te zijn. Natuurlijk laat hij A. koopen op het moment dat Unions 9r '/a bid zijn, en de noteering dus 91 Va-B/8 is; hij koopt dus voor B/s of inclusief provisie tegen 8/*. Nu is de noteering een half uur later 91'/* offered, dus ongeveer 91 '/s-1/* en kan A dus netto verkoopen tegen gr en is hij zoodoende reeds a/* pet. kwijt. Thans begint echter het „beperkt risico" te werken. De man van de tape neemt zijn telegramboekje, en seint aan den cliënt „dat hij reeds Bk percent van zijn cover verloren heeft, en dat de firma genoodzaakt zal zijn, zijn positie te realiseeren, tenzij telegrafisch meer cover volgt.... Schrijver dezes heeft het genoegen gehad een der Londensche hoofdraddraaiers in zijn hol op te zoeken, voorgevende, dat hij van plan was met hem te speculeeren. Met Heine zegt hij: „aber Gott was ich gerochen .... Oppenheim, Opties. 5 HOOFDSTUK IX. Algemeene Beschouwingen. Het zal hun die zich speciaal op den handel in opties willen toeleggen, zeer moeielijk vallen in 't begin hiervoor een clientèle te vinden. Men begrijpt de quintessence niet, wil niet beginnen met te betalen, risqueert liever die paar procent, enz. enz. Hij die koopt is immers even goed overtuigd dat de markt zal rijzen, als hij die verkoopt meent dat er een daling moet komen, en het risico wordt gering geacht. Zijn leven verzekert hij wel: als er brand komt is zijn have en goed geassureerd : houdt hij een ongeluk, dan is er weer een andere maatschappij die zijn pijnen stilt met geld, enz. enz. Treft hem echter een ramp met speculeeren , dan is er niemand die hem bijstaat: hij had die ramp kunnen voorkomen, maar hij wilde niet, omdat hij nu eenmaal niet vooruit wil zeggen „dè.t mag het mij kosten." De moeielijkheid is dus hierin gelegen: „hoe doet „zich de gelegenheid voor om iemand, die het nog „nooit heeft gedaan, een optie te laten koopen." De ondervinding heeft mij geleerd, dat het gemakkelijker gaat een cliënt te laten geven voor den put dan voor den call. Als hij een call koopt moet hij rente bijbetalen gedurende de optie-periode: geeft hij voor den call van Unions over 6 maanden als zij 90 noteeren , dan zal hij ± $ 2 Va rente bovendien moeten betalen, en hiervoor schrikken velen terug. Geeft hij echter voor den put, dan krijgt hij $ i1/* rente vergoed. Hij zal dan Unions mogen leveren tegen 91V*, terwijl hij die in de markt reeds dadelijk kan koopen tegen 90: heeft hij dan wat geluk, dan kan hij misschien verkoopen voordat hij rente bijbetalen moet op die shares. Hij heeft echter voor den call gegeven op 9272, en wil hij er dadelijk tegen verkoopen, dan zal hij maar 90 kunnen maken: wel krijgt hij dan rente vergoed, maar die rente is veel minder, dan die welke hij betaald heeft. De speculant is echter steeds optimist, en daarom wordt meestal voor den call gegeven; alsof men niet even goed willig kan zijn, indien men voor den piet geeft. Herhaalde malen zal het voorkomen, dat een cliënt een belangrijke winst kan maken op door hem gekochte shares. Een vaste regel is het meestal ook, dat zoo iemand er niet toe besluiten kan zijn winst te nemen: besluit hij er wel toe, dan koopt hij meestal dadelijk weer iets anders, en zoo gaat hij door totdat hij, steeds op hoogere koersen ruilende, eindelijk een groot verlies lijdt. Is hij niet te bewegen zich van zijn bezit te ontdoen, dan zal het herhaaldelijk voorkomen, dat zijn winst wegsmelt als sneeuw voor de zon, en per saldo in een verlies overgaat. Teneinde dat alles te voorkomen, zou ik het volgende willen adviseeren: Indien iemand bijv. Unions op 90 heeft gekocht, en hij kon 6 percent winst maken, laat hij dan van die winst op papier eens 3 percent opofferen voor den put van die shares. Is de marktprijs 90, dan zal hij voor 3 percent onder normale omstandigheden wel het recht kunnen krijgen, de fondsen na 3 maanden te mogen leveren tegen 96'/«. Komt er dan een rijzing, welnu, hij heeft zijn shares nog en kan die verkoopen wanneer hij wil, en misschien krijgt hij daarna nog eens de gelegenheid tegen zijn optie te koopen: komt er een daling, dan kan het hem niet schelen, want hij mag leveren tegen 9ó!/a. De winst is dus genomen, maar kan toch nog grooter worden, en nooit kleiner. Omgekeerd zal men een cliënt die k la baisse is, kunnen laten geven voor den call. In het eerste geval zou hij ook kunnen „nemen" voor den call, in het tweede geval zou hij kunnen „nemen" voor den put, maar dit sou meer ingewikkeld voor hem zijn. Heeft men eenmaal dit soort zaken gedaan, dan zal het niet moeielijk zijn iemand gewoon een optie te laten koopen, en ik ben er van overtuigd, dat èn de cliënt, èn de kassier direct en indirect de vruchten hiervan ruimschoots zullen plukken. De speculatie zal hierdoor veel minder gevaarlijk worden, en catastrophes zullen niet dikwijls meer voorkomen. Ik wil dit hoofdstuk niet eindigen voordat ik gewezen heb op een gevaar waaraan optie-speculanten blootgesteld zijn. Ik bedoel een corner. Een onzer collega's vertelde ons eenige jaren geleden, dat een zijner cliënten in 1901 een call had gekocht op Northern Pacific shares, tegen ongeveer 100 pet. per einde Mei 1901. Toen de shares einde April naar 120 liepen, verkocht hij al het fonds tegen de optie. Deze had hem $ 5 gekost, zoodat hij ongeveer $ 15 verdiend had. Hij was dus blij. Ik cursiveer, want hij is het al lang niet meer. Op 9 Mei 1901 kwam de beruchte corner, en werd hij genoodzaakt te leveren. Zijn shares opvragen kon hij niet vóór einde Mei, en hij moest dekken voor meer dan 300 pet. Hij verloor dus meer dan 180 procent, en toen einde Mei in het land was, stonden de aandeelen 150 procent, en kon hij op zijn call slechts 50 pet. verdienen (Dit zal men door een put te koopen kunnen voorkomen, daar men daartegen alleen koopen zal.) Teneinde dit gevaar te vermijden zal hij, die geregeld in opties handelt, kunnen trachten daartegen te koopen en te verkoopen per einde der optieperiode: bij aankoop moet hij dan rente bijbetalen tot dien tijd, bij verkoop krijgt hij de rente vergoed. Op die wijze zal men nooit tot levering kunnen worden gedwongen, en bovendien vermijdt men de tusschentijdsche 14-daagsche afrekeningen, maar rekent men finaal af bij het expireeren der optie. De te verrekenen verschillen kunnen dan ook nooit zoo groot worden. Er is echter ook veel tegen; als men vandaag koopt per 4 maanden, en morgen wil verkoopen, dan is er al gauw een verschil tusschen de rente die betaald is en die welke vergoed wordt, een verschil van 6/s k 8U procent, zoodat men zooveel minder verdient, hetgeen ongetwijfeld een drawback is. INHOUD. Bladz. Inleiding 3, Hoofdstuk I 5, Hoofdstuk II. De „call" 10. Hoofdstuk III. De „put" 20. Hoofdstuk IV. De „put and call" 27. Hoofdstuk V. De „call of more" en „put of more" . . . 35. Hoofdstuk VI. Het veranderen van een optie in een andere optie 41. Hoofdstuk VII. Vallen de opties onder spel en weddingschap ? 57. Hoofdstuk VIII. Het Cover-systeem 63. Hoofdstuk IX. Algemeene Beschouwingen 67. VOOR DEN EINA.NCIER. De Nieuwe Financier en Kapitalist, onder redactie van S. F. van Oss. Verschijnt 3 maal per week. Gratis-bijlagen: 1. Maandlijst, bevattende eene lust van alle aan de Amst. Beurs verhandeld wordende Fondsen met de koersen, enz. 2. Uitlotingsblad, bevattende een volledige lijst van alle uitgelote aandeelen, obligaties, loten enz Verschijnt 2 U maal per maand. 3. Lij st van ontvangsten en vaste lasten der voornaamste Amerikaansche spoorwegen. Op onbepaalde tijden. Prijs per kwartaal, Iranco per post *> Maandlijst afzonderlijk per jaar - ?>_ Uitlotingsblad afzonderlijk per jaar *> Dineer J., Overzicht van alle ter beurze van Amsterdam verhandeld wordende binnen- en buitenlandsche effecten, met opgave, zoo mogelijk van hunnen geschiedkundigen oorsprong, de hoegrootheid en de voorwaarden der negotiatiën, waaruit zij zijn gesproten, de termijnen van aflossing, rentebetaling, enz. enz. 5 deelen. 5e druk. Gebonden • '' Froe, A. de, An English Reader for Commercial Schools. Gebonden . - 1,50 Gramberg, G. J., Deutsche Handelskorrespondenz für Handelskursen und zum Selbetunterricht.. Gebonden > Haan B. L. C. de, Vademecum voor houders, koopers en verkoopers van effecten. 6e uitgave. Verminderde prijs ƒ2,25. Ueb. ... - i,do Koppeschaar Jr., W. F., Samengestelde Intrest ^ - 0,55 Jlonas 8., Practisch en Theoretisch Handboek van het Italiaansch oi dubbel koopmansboekhouden, ten dienste der scholen voor Middel- baar Onderwijs en voor privaat-onderwijs . 2e drtt*. " Bekroond op het Concours international de comptabilue te Lyon met eene Eervolle Vermelding. Nlerop, A. S. van, De vermenigvuldigde wissel " 0,30 Oss , S. F. van, Effectenboek voor 1903 en 1904. Gebonden .... a -10, Oss, S. F. van, Effectenboek voor 1905. Gebonden "JS'Ën Met wit doorschoten, gebonden in 2 deelen - n,ou Oss 8. F. van, Kaart der Noord-Amerikaansche Spoorwegen, naar ' offlcieele gegevens bewerkt. In 9 kleuren. Formaat 94/132 cM. Los in omslag Op linnen in omslag ƒ6,50. Op linnen gevernist met staven Idem en met knoppen a> Oss 8 F van, Interest-tabellen voor bankiers, effectenmakelaars, nota' rissen, geldbeleggers en koopliepen, aanwijzende den interest tegen 2, 2'/„ 3, 37,, 4, 4'/„ 5, 6 en 7 pet. per jaar. Voor alle tijdvakken van 1 dag tot 5 jaren en voor alle bedragen van ƒ1,— tot ƒ10,000. Gebonden " 1>9U Restantenboek, bevattende de tot 31 December uitgelote seriën van premieleeningen, waarvan alle nummers nog niet ter aflossing zijn aangeboden. Jaargang I—XV a ƒ 1,25. Jaarg. XVI, XVII en volgende ' Zanten J*., L. van, Beknopt Leerboek van het Boekhouden naar de zaaktheorie van N. Brenkman ï,AJ Zanten Jz., L. van, Leerboek voor de Theorie en de Practijk van het Boekhouden. Naar de nieuwe theorie van N. Brenkman. . . . Bekroond op het Grand Concours international de comptabitite te Lyon met de Verguld Zilveren Medaille. Uitgaven van de firma P. NOORDHOFF te Groningen.