PRIJS f 0,25 „Pro en Contra" Vivisectie. EEN KRITIEK DOOR Dr. G. LUCHTMANS. F 16 UITGEVERSVEREENIGING „VREDE" DEN HAAG. - 1906 — HOOFDBESTU UR. HUGO NOLTHENIUS, Voorzitter, te Utrecht; F. L. ORTT, Vice-Voorzitter, te Nijmegen; Mevr. C. VAN DER HUCHT—KERKHOVEN, Bibliothecaresse, Willemsparkweg 32, te Amsterdam; Mej. S. GROSHANS, te 's-Gravenhage; S. B. CRIELLAERT, te s-Gravenhage; .T. WESTENDORP, te Haarlem; WILLEM VAN DEN HEUVEL, Bemuurde Weerd Westzijde 13 te Utrecht; Mr. E. P. DE MONCHY R.A/,n. te Amsterdam. Het Secretariaat wordt tijdelijk waargenomen door den Voorzitter, het Penningmeesterschap door den heer VAN DEN HEUVEL. C£} Uittreksel uit de Statuten VAN DEN NEDERL. BOND TOT BESTR. DER VIVISECTIE. Aut. 1. De Nederlandsche Bond tot bestrijding der Vivisectie is gevestigd te 's Gravenbage. Art. 2. Leidend Beginsel. De methode van physiologisch onderzoek en behandeling van dieren, bekend onder den naam van Vivisectie, door onderscheiden der meest gezaghebbenden op geneeskundig gebied afgekeurd, wordt door den Bond veroordeeld als: schadelijk uit zedelijk oogpunt, gevaarlijk uit praktisch oogpunt, onverdedigbaar uit het oogpunt van de plichten van den mensch tegenover het dier. Art. 3. Doel en middelen. Het doel van dqn Bond is afschaffing van de Vivisectie. De Bond tracht dit doel te bereiken door: a. bet uitgeven en verspreiden van periodieke en andere geschriften, ten einde daardoor kennis te verspreiden omtrent de Vivisectie, haar wezen en beginselen, haar toepassing en gevolgen; b. liet vormen van bibliotheken en leeskringen; c. het houden van vergaderingen en openbare voordrachten; d. het verstrekken van moreelen en finantieelen steun aan geneeskundige inrichtingen en studiön, die met het beginsel van den Bond samengaan. Art. 7. De Bond geeft jaarlijks een gedrukt verslag uit van de handelingen van het Hoofdbestuur en van den staat der Vereeniging over het afgeloopen jaar, behelzende tevens een beknopt overzicht der ontvangsten en uitgaven, benevens eene naamlijst der leden. Dit jaarverslag wordt kosteloos aan de leden toegezonden. Art. 10. De j aarlij ksche bijdrage der leden ... is ten minste f 0.50 (liefst, minstens f 1.—). Van de leden, in de tweede helft van het vereenigingsjaar (na 1 October) toegetreden, wordt de halve contributie geind. Art. 13. Donateurs zijn zij, die een gift in eens geven van ten minste f25.—. Zij hebben dezelfde rechten als de leden. Art. 14. Begunstigers of voorstanders zijn zij die in eenig opzicht ten gunste van den Bond werken, zonder lid of donateur te zijn. „Pro en Contra" Vivisectie EEN KRITIEK DOOR ï>. G. LUCHTMANS. UITGEGEVEN EN VAN VERKLARENDE TOELICHTINGEN VOORZIEN DOOR DEN NEDERLANDSCHEN BOND TOT BESTRIJDING DER VIVISECTIE bij DRUKKERIJ ..VREDE" DEN HAAG. 1906 HOOFDBESTU UR. HUGO NOLTHENIUS, Voorzitter, te Utrecht; P. L. ORTT, Vice- Voorzitter, te Nijmegen; Mevr. C. VAN DER HUCHT— KERKHOVEN, Bibliothecaresse, Willemsparkweg 32, te Amsterdam ; Mej. S. GROSHANS, te 's-Gravenhage; S. B. CRIELLAERT, te s-Gravenbage; J. WESTENDORP, te Haarlèm; WILLEM VAN DEN HEUVEL, Bemuurde Weerd Westzijde 13 te Utrecht; Mr. E. P. DE MONCHY R.Azn. te Amsterdam. Het Secretariaat wordt tijdelijk waargenomen door den Voorzitter, het Penningmeesterschap door den heer VAN DEN HEUVEL. V Uittreksel uit de Statuten VAN DEN NEDERL. BOND TOT BESTR. DER VIVISECTIE. Art. 1. De Nederlandsche Bond tot bestrijding der Vivisectie is gevestigd te 's Gravenbage. Art. 2. Leidend Beginsel. De methode van physiologisch onderzoek en behandeling van dieren, bekend onder den naam van Vivisectie, door onderscheiden der meest gezaghebbenden op geneeskundig gebied afgekeurd, wordt door den Bond veroordeeld als: schadelijk uit zedelijk oogpunt, gevaarlijk uit praktisch oogpunt, onverdedigbaar uit het oogpunt van de plichten van den mensch tegenover het dier. Art. 3. Doel en middelen. Het doel van d v rwikkelingen in al onze geneeskundige tijdschriften: jodoform-verbanden jodoform-inademing, jodoform-gaas, jodoform voor verbinden van , w«ten. jodoform tegen keeltering, jodoform tegen kanker, jodoform tegen klieren, jodoform tegen syphilis, jodoform tegen tuberculeus» hersenvh daar klinkt en dreunt reeds weder een nieuw woord duidelijk hoorbaar het straatrumoer door de vensters onze kamer binnen: sublimaat (een verbinding van kwikzilver en chloor); deze nieuwe roep zwelt gestadig aan en r houden wij de ooren dicht, gilt men van alle kanten steeds hard sublimaat, sublimaat, sublimaat! Wee hem die nog dat armzahge bijna ontsmettende, krankzinnigheid veroorzakende jodoform aebruk J wonden zoo aardig poeiert en zijn zieken zoo liefelijk rieken laat als een bloempje- weg met hem. Daar is wat beters: het onbetwijfelbare, witte, T2,,. J»»«.»<*•—<• ; r : wonden meer, de bacteriën worden nu weggemaaid als het koren door den maaier Hoera voor het sublimaat! Hoe belachelijk dat de ouden he sublimaat als vergif beschouwden en zoo bang waren als ze een,ge milligrammen in de pillen van Dzondi verwerkten! We zullen 't we.dra a!ssulker0P de boteram strooien. En toch is misschien reeds hier of daar de pen n de inkt gedoopt, uit wier punten een vernietigende kritiek tegen het .ubl.maat op het geduldige papier zal vloeien. Ach, en nu komen ook nog de nieuwe specialiteiten in ontsmettingsmiddelen. Hoe overbodig worden oc nieuwe spei. hebben nu voor die oude specialiteiten voor oog, oor, neus, keel maag al die organen en orgaantjes maar één behandelwijze en één m.ddeL Daar hebt ge de specialisten voor resorcine. Hoe mooi, hoe eenvoudig, hoe dudelijk is de resorcine-geneeswijze toch! iedere drie maanden toch word van een ander orgaan medegedeeld, dat ziekte ervan door resorcine met g heid genezen wordt. Er is geen diphtherie meer, want resorcine geneest d,e arondia Wat hebt ge nog een blaasontsteking? Hebt ge dan geen resorcin gebruikt? Ma'agcatarrh? Vlug resorcine uit de apotheek gehaald, dan zijt ge op z'n laatst morgen beter. „mit kühner Hand in den grossen Topf der aromatischen ' .Mittel, holt das nachste beste heraus, sieht, ob durch dasselbe „Bacterien getötet werden und erklart es daraufhin als vor„zügliches Desinfektionsmittel und Antiseptikum; auch hat er „bereits bei mehreren inneren Krankheiten, namentlich bij Diph- „theritis, mit Glück versucht. 1) „Sodann erscheint in einer medizinischen Wochenschrift fur „Aerzte die Mitteilung eines Zweiten welcher das Mittel bij den„selben Krankheiten angewendet und dasselbe gunstige Resultat "erhalten hat, wie der Entdecker. Von jetzt an heisst es nicht „mehr in den Zeitungen: „Das von Herrn Eins zur WunddesJnfektion empfohlene Mittel" sondern kurz: „Das von Herrn ".Eins und Zwei empfohlene Mittel." Es kommt noch ein Dritter; "es steht nun überall zu lesen: „Das neue Mittel, laut einstim"migen Empfehlungen von Eins, Zwei und Drei." Nun kommt „das Heer der anderen Erkrankungen: Herr Vier findet das ,,Mittel vorzüglich auch bei der Kratze, Herr Fünf bei Gicht, ",Herr Sechs bei Typhus, Herr Sieben natürlich bei Tuberculose, "sodann referiert Herr Acht seine mit dem Mittel bei Ohren"krankheiten gemachten Erfahrungen ; Herr Neun die Wirkungen "bei Augenkrankheiten, Herr Zehn die Anwendung in der Gynaecologie. Nun kommen Artikel von einem bekannten Popular„schriftsteller in die Weinlaube. In allen Zeitungen finden sich " Ankündigungen des Remedii purissimi von der chemischen Fabrik 'des Herrn So und so. Nun wird es in allen Krankenhausern, „in allen Kliniken in extenso probirt, es erscheint Mitteilung ;,auf Mitteilung von Seiten der Assistenten aus der Klinik zu „A und B, C und D mit Modifikation in der Anwendungs„weise. Leider tauchen von dem grossen Krankenhause zu Y nun 1) De werking van ontsmettingsmiddelen wordt tegenwoordig in hoofdtrekken op de volgende wijze bekend gemaakt. No. 1 grijpt met kloeke han in den grooten mengketel der aromatische middelen, haalt er het eerste he beste uit, kijkt of daardoor bacteriën gedood worden en verklaart dan dat het een uitstekend ontsmettings- en kiemdoodend middel is; ook heeft hij het reeds bij verscheidene inwendige ziekten, speciaal bij diphthene, met succes aangewend. auf einmal Beobachtungen ungünstiger Wirkungen auf; ihnliche aus den Kliniken zu G und H, ahnliche aus Italien, Frankreich. ,Allgemeine Panik! Jetzt wird in der oder jener med.zin.schen Wochenschrift ein plötzlicher Todesfall infolge jedes Mittel publiziert - und nun findet endlich die arme Seele ihre Ruhe .wieder, wenn nicht etwa nach einem jahre ein neuer EhrenrPitter auftritt. 1) ... '' — ' i • n.holh Nun zahle man zusammen, wie vlele bcnnraiwiw .«>"«■»«» „eines einzigen Jahres nur durch das eine Wörtchen - s.ch „einen Namen gemacht haben, man wird staunen. D.eselben, „vor einem Jahre noch ganz unbekannt, sind auf einmal „Forscher" geworden. 2) " 1) Alsdan verschijnt in een geneeskundig weekblad voor artsen de mededeeling van No. 2. die het middel bij dezelfde ziekten heeft toegepast en hetzelfde gunstige resultaat verkregen heeft als de °ntdeii^ *n a J oogenblik wordt het in de 1. , ontsmetting aanbevolen middel maar kor g ^ ^ ^ en 2 aanbevolen middel, uan ...... - , overal- het nieuwe middel, eenparig aanbevolen door 1, 2 en 3 Nu Zt heirleger van andere ziekten aan de beurt: No. 4 vindt het middel voortreffelijk ook bij schurft, No. 5 bij jicht, No. 6 bij typhus, No. tuurlijk bij tuberculose. Daarna geeft no. 8 verslag van zijne bevindingen met het middel bij oorziekten, No. 9 bij oogziekten, No. 10 over de toepassing bii vrouwenziekten. Dan verschijnen artikelen van een bekend populair schrijver in de „Huisvrouw". In alle bladen staan advertenties van het S n alle zuiverheid door de chemische fabriek van X en Co vervaardigd Dan wordt het uitvoerig in alle ziekenhuizen en klinieken geprobeerd voor 9 na verschijnen mededeelingen van de hand der adsistenten van de, imek e A en B C en D, waarin zij wijzigingen in de toepassing en behandel ngs wiiu aangaven Helaas duiken uit het groote ziekenhuis te Y opeens benchten op dat ongunstige werkingen zijn waargenomen; evenzoo uit de klm.e en G en H en eveneens uit Italië en Frankrijk. Algemeen, pamek. Nu wordt l een of ander geneeskundig weekblad een plotseling ster geval als gevolg van dat middel bekend gemaakt - en nu vindt eindelijk de arme z. haar rust terug, zoo niet wellicht over een jaar een nieuwe eer opstaat. hoeveel schrijvers er binnen een enkel jaar alleen Jr ïï ééne 'woordje nZ gemtJ hebben, dan za, men verbaasd staan I Menschen die een jaar 9eleden nog geheel onbekend waren, zijn opeens „onderzoekers" geworden. „Sie kommen auf die allgemeinen Naturforscherversammlungen „und halten Vortrage über ihre Erfahrungen in diesem Mittel. „Bei Vorsteliungen heisst es nun: „Herr Eins!" Ah, Entdecker „der Wirkung des Mittels auf Tuberkulose! ? — Zu dienen „mein Herr. — Wie süss ist doch eine solche Berühmtheit. Was „bedeuten gegen solche neuen Herren die veralteten Berühmt- „heiten" enz. enz. 1) Een commentator van dit artikel van den Hoogleeraar Dr. ROSSBACH, voorkomende in het Aertzlichen Vcreinsblatt voegt hieraan zeer humoristisch toe: „Opernglas war zu dieser Execution überflussig. Nachdem „der arzneiglaubige Leser einige Male nach Luft gerungen hat, ,.wird er sich erinnern, dass nach OXENST1ERNA die Welt nicht „weiss, mit wie wenig Verstand sie regiert wird. Auf Prof. „ROSSBACH aber darf sich der Leser dafür berufen, dass sie „mit noch weniger Verstand kuriert wird. „Da es nicht an mir ist, einen Gehenkten auch noch zu „köpfen, können wir den Leichnam des Arzneiaberglaubens zur „Bestattung der chemischen Industrie überlassen. 2) Nu dit ben ik volkomen met den commentator eens; den chemische industriëelen, waaronder enkele, die den Doctorstitel voeren, is die taak ten volle toevertrouwd. In de zomermaanden kan men hen ook in de Nederlandsche badplaatsen vinden, 1) Zij komen op de algemeene vergaderingen van natuuronderzoekers en houden voordrachten over hun bevindingen met dit middel. Worden ze aan elkaar voorgesteld, dan zegt men: „Mijnheer no. 1." „O, ontdekker van de werking van het middel tegen tuberculose!?" - „Om u te dienen, mijnheer." Hoe streelend is toch zulk een beroemdheid. Wat beteekenen daarbij vergeleken de verouderde beroemdheden 2) Bij deze gerechtsvoltrekking kon een tooneelkijker gemist worden. Nadat de aan geneesmiddelen geloovende lezer eenige malen naar lucht gesnakt heeft, zal hij zich herinneren dat volgens (den Zweedschen rijkskanselier) OXENSTlERNA de wereld niet weet met hoe weinig verstand zij wordt geregeerd. De lezerkan zich echter op prof. ROSSBACH beroepen dat de wereld met nog minder verstand genezen wordt. Daar 't niet mijn taak is, een geguillotineerde ook nog 't hoofd af te slaan, kunnen wij het lijk van het geneesmiddelbijgeloof aan de scheikundige nijverheid ter begraving overgeven. waar zij gedurende eenigen tijd een vorstelijk leven leiden van de honderdduizenden, die zij met medehulp van geneesheeren, het goedgeloofsche publiek uit den zak klopten. Wanneer wij het boek der geschiedenis raadplegen, dan doemen voor ons oog, bij alle volken, onder allerlei standen, klassen en kasten wereldwijzen op, die buiten de universiteiten stonden, maar niettemin uitblonken ; en voor de geneeskunde zijn het leeken, mannen van intuïtie geweest, die nieuwe banen van kennis openden. Was PRIESSNITZ, de eenvoudige boer, niet de grondlegger van de waterbehandeling die thans door Prof. WINTERNITZ het burgerrecht in de geneeskunde kreeg? Heeft RlKLl, een man zonder eenige geneeskundige op ei ing, niet het recht zich te beschouwen als de vader van de luchtlichtbehandeling, die thans vooral in Duitschland op het voorbeeld van Dr. LAHMANN zulk eene belangrijke uitbreiding heeft qekregen en schoone resultaten geeft? Is FlNSEN met zijne lupusbehandeling niet in de voetstappen getreden van MAXIMILIAN Mehl te Oranienburg, die zich reeds lanqer dan vijftien jaar met die therapie bezig houdt en op vele gunstig verloopende gevallen kan wijzen? Werd HANSEN, een leek, niet als bedrieger aan de kaak gesteld door geneesheeren, die 'zich later meester maakten van eene zaak waaruit zien onder de leiding van de doctoren BERNHE1M en LlEBAULT het leerstuk der hypnose en suggestie ontwikkelde? Moest de massage, die sedert onheuglijke tijden zulk eene belangrijke rol in de geneeskunde der natuurvolken speel e, niet door Dr. metzger, Dr. relbmayr, thure-brand en anderen aan de vergetelheid worden ontrukt? Bijna op geen enkel gebied van het menschelijk weten, in geen enkele kunst is het aantal vaststaande waarheden of daadzaken die door niemand betwijfeld worden, zoo gering — bijna nergens zijn de regels voor doen en laten zoo onzeker, als juist in de geneeskunde en bijzonder op het gebied van de pharmacie. 1) 1) geneesmiddelen. De schrijver van de .pro" heeft al te weinig in het oog gehouden, dat het organisme der dieren en der menschen zoo hoogst verschillend is, dat men bijna zonder uitzondering in ergerlijke dwalingen vervalt, wanneer men uit de experimenten van dieren, besluiten trekt voor de menschen. Bij de eindelooze arbeidsverdeeling en het steeds toenemend aantal specialisten, 1) gaat overzicht en samenhang verloren! ieder beweegt zich in zijn eng, begrensd kringetje, door louter boomen wordt het bosch niet gezien, en dit is een van de redenen dat de leeken, die op een meer algemeen standpunt staan, nieuwe banen op het gebied der therapie geopend, hervormingen in het leven geroepen hebben die aanvankelijk doodgezwegen, maar onder den invloed van de openbare meening, zij het ook tegen wil en dank, door de geneesheeren als heilzaam moesten erkend worden, nadat de oorspronkelijke denkers behoorlijk gesteenigd waren. „Erst veracht man 's, dan verlacht man's, dann nimmt in .Acht man's, endlich macht man's", is een Duitsch spreekwoord, dat de geneesheeren op zich zelf mogen toepassen. 2) wlnternltz was de pionier van de hydrotherapie, na hem kwamen oertel, senator en du bols reymond met de bewegingstherapie, von leyden, von noorden, rubner met de diaetetiek, metzger, llnz, reibmayr met de massage, Bernheim en LiÉBAULT met de hypnose, nlemeyer, Brehmer en dettweiler met de lucht-, Lahmann met de zonnetherapie. Dat de schitterende gevolgen van de hygiënische therapie zoolang door de geneesheeren genegeerd werden, is te betreuren in het belang der menschheid, een schadepost voor het aanzien van den geneeskundigen stand en in strijd met het welbegrepen stoffelijk belang der geneesheeren. De moderne tijd heeft de waarde en beteekenis van het exacte, dat zich niet dekte met een evenredig kunnen, overschat; de wetenschap verzamelde maar steeds materiaal en nog eens materiaal; een moderne 1) Geneesheeren die zich aan een bepaald onderdeel wijden. 2) Eerst veracht men het, dan lacht men er om, dan let men er op, eindelijk maakt men het na. scholastiek 1) ontwikkelde zich, een zee van détails 2) ontstond, waardoor het overzicht verloren ging, waarbij geen leiding meer mogelijk was. De microscoop en de chemie hebben stellig belangrijke gezichtspunten geopend in de structuur en de beweging der materie, maar bij iedere microscopische en chemische ontdekking werd de philosophische horizon kleiner, omdat de microscopische en chemische analyse 3) — een onontbeerlijk hulpmiddel bij wetenschappelijke onderzoekingen — zelf tot systeem verheven werd, waar zij had moeten blijven wat zij is, een onderdeel van de synthese. 4) De wetenschappelijke tijdgeest heeft de toongevers der wetenschap meer en meer in de richting der analyse 5) gedreven, die tot belangrijke ontdekkingen en uitkomsten heeft geleid, maar niet bij machte is, uit het in zijne wezenseenheden verbrokkelde object 6) zich een de waarheid naderend beeld van het wezen zelf te vormen. Een onderzoeker moge het voor zijn doel noodig hebben om enkele elementen uit hun verband te nemen en teruggaande hen analytisch, langs microscopischen of chemischen weg te ontleden, maar wanneer de mensch tot in zijne laatste elementen geanalyseerd wordt en geen enkele synthetische schrede naar voren gedaan wordt, om uit de vergelijkende zoölogie 7) en biologie 8) van alle organische wezens zich een beeld te scheppen van den ontwikkelingsgang van den mensch, dan zullen zelfs de met groote scherpzinnigheid en exactheid uitgedachte en ten uitvoer gebrachte experimenten slechts als decoratie 8) dienen, om de onmacht van het kunnen te bemantelen. Naarmate de methoden van onderzoek exacter werden, steeg 1) schoolgeleerdheid. 2) bizonderheden. 3) scheikundige ontleding. 4) opbouw der wetenschap: uit bizondere waarheden algemeene opbouwen. 5) ontleding: uit algemeene waarheden tot bizondere afdalen. 6) voorwerp (van studie). 7) dierkunde. 8) leer van het leven. 9) versiering. de afgodische eerbied voor feiten, die in weerwil der exactheid vaak geen feiten bleken te zijn; de graad van exactheid werd voor de laboratoriumarbeiders een onderwerp der hoogste bewondering en maar al te dikwijls de graadmeter voor de beoordeeling van kennis en bruikbaarheid. Ingespannen in hun laboratoriumarbeid herhaalden de geleerden duizendmaal de gangbare leerstellingen hunner partij, waarbij ontelbare dierlevens na duldelooze martelingen opgeofferd werden, maar het grootste object, de mensch, zooals hij is en bestaat, werd, bevreesd als men was zelfs voor den schijn van speculatie, 1) zelden objectief in het oog gevat, en van die levens- en beroepsbeschouwingen hebben de leeken handig gebruik gemaakt. Het wil mij voorkomen, dat de schrijver van de „pro" den vivisectoren een slechten dienst bewezen heeft door de schitterende^) resultaten van de pharmakodynamie, 2) op de creditzijde der vivisectie te brengen. Wanneer onder pharmakodynamische middelen de geneesmiddelen in engeren zin begrepen worden, dan maak ik mij sterk, voor bijna ieder geneesmiddel, dat door den eenen geneesheer geroemd wordt, een anderen geneesheer te vinden, die het nut er van in twijfel trekt, of het schadelijke eigenschappen toeschrijft. Zeer pakkend is, wat Prof. Dr. HUGO SCHULZ zegt over de onvoorzichtige, therapeutische syllogismen, 3) die men uit dierproeven pleegt te trekken; — hoe waar is het als de geleerde zegt: „Er waart een geest van onrust door het pharmako,.therapeutisch streven van onzen tijd. Steeds worden nieuwe „wegen gezocht, met moeite gebaand en gangbaar gemaakt, maar „zij willen niet voeren naar het door de practijk alleen ge„wenschte doel." Hoe rustig, onbewogen, de eeuwen trotseerend staat tegenover dat woelen en jagen naar geneesmiddelen, de 1) door nadenken en redeneeren tot waarheden komen. 2) leer van de werking van geneesmiddelen. 3) sluitredenen, gevolgtrekkingen. diaetetische therapie in de ruime beteeten., van het woord, dus met inbegrip van de water-, licht- en luchttherap.e! Hoe geheel anders zou de wereld er uitz.en, wanneer a tijd, moeite, opoffering en geld die aan het ontdekken van nieuwe geneesmiddelen en het experimenteeren op dieren besteed werden, gebruikt waren om het publiek hy9'enlsch op te voeden en bekend te maken met zijne ware, lichamelijke be- hQE Proeven op menschen en schandelijke proeven, het valt niet ,te ontkennen, ze zijn genomen, gelukkig bijteoge hooge „uitzondering en onder luid protest van allen beweert Dr. "Ter, dat die schandelijke proeven in grooten getale hebben plaats gehad en slechts enkele op zich zelfjrt» uitingen van verontwaardiging daar tegenover g terwijl de meerderheid der geneeskundigen bleef zwijgen. Men denke slechts aan het verregaand brutaal en cynisc ) optreden der Redactie van het Duitsche Tijdschrift voor Dermatologie 2) en Syphilis, als demonstratie tegen de kreet van verontwaardiging der leeken over de ergerlijke handeing.n«n NEISSER te Breslau en leze, wat de Hoogleeraar SLOSSE durfde schrijven: . Das Ziel det Wissenschaft is der Fortschritt des mensch- lichen Wlssens .« jedcH Prm. Wir wissen nicht, au welchem "höheren Z.ecke Katzen und Meetsehweinchen dtenentonnen. als «m die Wissenschaft au Mtdem. Und a«ch da, M.nstkn „Menschckhm is nichu im V,rSkkh „H,n Ikat- ,,sache3) 1) hondsch, onbeschaamd. priis' w,i .»■ - — » -ij....... ....... doeleinden „ebtaiken. Een m...ch.nl.»en ,1 ni.ts .n ..tg lijking met een nieuw feit. Eerbied voor de wetenschap, eerbied voor hare Hoogepriesters en banierdragers is de leuze van den schrijver; zijn streven om de eer der wetenschap hoog te houden loopt als een roode draad door zijne brochure. Dit streven drukt haar den stempel op van eenzijdigheid, waar de schrijver de wetenschap reeds a priori beschouwt als het hoogste, het onaantastbare, waarvoor alles, zelfs het menschelijk gemoed en het geweten zich buigen moet, en hij uit het oog verliest, dat de vrijheid der gedachte, des oordeels en des woords den mensch volgens beschreven en niet beschreven wetten wet gewaarborgd, maar de vrijheid van handelen beperkt is, zooal niet door de wet dan toch door moraal en conventie. 1) Ook de kerk heeft in haren tijd van vrijheid, recht en noodwendigheid gesproken, toen zij ter redding van het zieleheil hare offers aan foltering en brandstapel overleverde. Maar tegen zulke overschatting en zelfverheerlijking kwam het vrijheidsen rechtsgevoel van de overige menschheid in opstand en de afzonderlijke rechten en misbruiken moesten wijken voor den drang der openbare meening. Dr. struycken heeft in zijn geschrift „Pro" geheel uit het oog verloren, dat de geneeskunde al evenmin als de philosophie en godsdienst, het recht en de staatswetenschappen tot de exacte behoort; dat het een groot onderscheid is, of de autoriteit zich doet gelden, in technische zaken, waar bepaalde waarheden algemeen erkend zijn en muurvast staan, of in eene wetenschap als de geneeskunde, waar de waarheid nooit met bewijzen kan gestaafd worden. Dr. E. Schlegel in Tübingen heeft op goede gronden aangetoond, dat de beste geneesheer geen geleerde maar een kunstenaar is, die zijne geschiktheid in de eerste plaats aan intuïtie ontleent. FELIX ORTT, de schrijver van „Contra" geeft eerst een definitie van hetgeen men onder „vivisectie" heeft te verstaan, bespreekt 1) fatsoen. de zoogenaamde grensgevallen en vraagt zich dan af, of de vivisectie zedelijk verantwoord is, of niet; waarop het antwoord luidt, dat de tegenstanders der vivisectie de zedelijke geoorloofdheid ontkennen. Bij hen dus is het niet de vraag van het nut maar van de geoorloofdheid, en de geschiedenis van de evolutie der humanitaire denkbeelden heeft onophoudelijk geleerd hoe de idee van Goed en Kwaad machtiger was dan overwegingen van nuttigheid, wat door den schrijver bevestigd wordt door de afschaffing van de pijnbank, de doodstraf, de slavernij, de humane behandeling van krijgsgevangenen en het verbod om vivisectie op misdadigers en minderwaardige personen toe te passen. Waar nagenoeg iedereen de vivisectie op minderwaardige individu's veroordeelt, wordt er nog strijd gevoerd over de al of niet geoorloofdheid op dieren, een bewijs dus, zooals de schrijver zegt, dat het vraagstuk ligt op het gebied der ethica. Het gaat hier om de vraag, in hoever wij menschen ten opzichte van dieren wel mogen doen, wat ons ten opzichte van minderwaardige menschen titet geoorloofd is; het is, zooals de schrijver zoo juist zegt, een ethisch-philosophisch vraagstuk dus, en geen vraagstuk van medische of physiologische vakgeleerdheid. Waar de schrijver zegt, dat het groote publiek in de meening verkeert, dat het alleen vakmannen zijn die over vivisectie kunnen en mogen spreken, daar legt hij er nadruk op en ik onderschrijf het zonder reserve, dat dit waar moge zijn omtrent de techniek der vivisectie, maar zeker niet over het beginsel en het al of niet geoorloofde der vivisectie. De schrijver van de .contra" beweert, — en al weder sta ik geheel aan zijne zijde — dat het nut der vivisectie niet beoordeeld kan worden door iemand, die slechts vakgeleerde is. maar daarvoor vereischt wordt de geest van een wijsgeer en de intuïtie van een profeet. Inzake moraal bestaan geen gediplomeerde vakmannen, omdat het hier geldt niet eene zaak van verstand, maar van gevoel, die men niet op examens te weten krijgt; het is te vergeefs zoeken naar een ethisch motief, waarom men de dieren wèl zou mogen folteren in het belang der wetenschap, terwijl men het bij minderwaardige menschen ongeoorloofd acht. De schrijver der „contra" zegt zeer logisch, dat de anti-vivisectionisten op ethisch gebied onaantastbaar zijn en de voorstanders van vivisectie de kwestie overbrengen op het terrein van nut en voordeel, waarbij zij de folteringen, die de dieren ondergaan, tot een minimum trachten terug te brengen en zij het nut, dat ze voor de menschheid afwerpt, tct in de hoogste hemelen verheffen. Uit de inhoudsopgave van het werkje van frances P. cobbe „The Nine Circles of Heil", waarin de martelingen, door de geschriften der vivisectors uit hunne laboratoria bekend geworden, tot hoofdgroepen zijn gerangschikt, kan de leek ontwaren, wat er op het gebied der vivisectie alzoo voorvalt en aan welke gruwelijke folteringen de dieren worden blootgesteld, terwijl ik beweer, dat het daaraan geëvenredigde nut nagenoeg nihil is. De hoogste autoriteit is de menschelijkheid, en Kant heeft niet ten onrechte gezegd, dat de liefde in de geestelijke wereld is, wat de gravitatie 1) in de lichamelijke wereld is. Ieder individu heeft behalve zijn ik-zin ook nog een al-zin en daarop berust wat wij zedelijkheid, geweten en liefde noemen. De ware grootheid van den mensch hangt daarvan af, of en tot welke hoogte de al-zin bij hem den voorrang heeft boven den ik-zin, met andere woorden, in welke mate zijn blik, zijn handelen van het middelpunt naar den omtrek gaat. Intellect en hart hebben in de wereld een gemeenschappelijk middelpunt; daar zijn zij één. Slechts in het middelpunt krijgt men het ruime uitzicht, dat naar helder zien en doelmatig handelen leidt, en de schrijver van de „contra" bevindt zich volgens mijne overtuiging in het middelpunt; vandaar zijn weldoordacht, helder, logisch betoog, dat een diepen indruk op mij gemaakt heeft en de lezing zeer waard is. De heer ortt is bovendien een onafhankelijk denker, die zich ook door vakmannen niets laat aanpraten ; het verkeerde en verderfelijke geloof aan de oneindige toeneming in volko- 1) zwaartekracht. menheid „n de geneeskunde, zo. algemeen onder he.: pM<* heeft hem verlaten; de geneeskunde is voor hem geen weten kUDeSetempel der geneeskundige wetenschap mag door geen leek betreden worden. ... Dit is het eerste en belangrijkste, nergens beschreven, s zwijgend aangenomen, streng gehandhaafde artikel uit het regiment van orde en tucht der geneeskundige broederschap, de in werkelijkheid gemonopoliseerde wetenschap tegenover de buitenwereld zoo gaarne met het cachet der w.jshe.d too£ Een leek die onderneemt over een onderwerp te spreken ot te schrijven dat ook maar zijdelings de geneeskunde raakt, heeft alleen een klein kansje om gehoord te worden, als ij zich achter de handwerksgeleerden verschuilt, m aanbidding voor het woord exact nederknielt, met wierook achter d.phtherielerum Lopt, zijne vrijheid prijs geeft en het geneeskundig SUSbr ;l^rï^geneeskunde, dat wil zeggen, de som der op een bepaald tijdstip van ontwikkeling heerschende door de pachters der schoolwijsheid als dogma s 9edecreteerde leerstellingen bestrijdt, in gebreke blijft de trinairen bril te bekijken en weigert voor een 9e"eeskund^n Paus te knielen diens vonnis is geveld; hij wordt als renegaat ) T t 7 " r nelana van tijd en omstandigheden weggeSTen doodgezwegen, verkleind en berispt be^s.erd, ver- V°S ^ir'rte.enechappe.flke onderzoek - zoo 1) beslissing in hooger aanleg. 2) afvallige. 3) in beeltenis. luidt het in de taal van de grootwaardigheidsbekleeders der geneeskundige wetenschap — is waarheid; de wetenschap kan slechts in de atmosfeer der vrijheid gedijen, de onderzoeker moet onbekommerd om de heerschende meening, zonder geestelijken dwang, niet lettende op eigen voordeel, roem en eer, de waarheid, niets dan de waarheid zoeken, haar openlijk durven verkondigen. Die geloofsbelijdenis klinkt fraai, maar hij die achter de schermen heeft gekeken, weet maar al te goed, hoe erbarmelijk die hoog geroemde vrijheid er van nabij bekeken uitziet. De schoolgeneeskunde is onverdraagzaam, aanmatigend, opgeblazen, onfeilbaar en alleen zaligmakend als de Kerk; zij is belust op avonturen en sensationeele nieuwigheden; zij zoekt om te zoeken; haar streven is waarheden te vinden die in den smaak vallen van bepaalde personen en coterieën, die in de richting van den tijd- en modegeest liggen. Men behoeft niet terug te gaan tot den giftbeker van Socrates, den brandstapel van Giordano Bruno, of het inquisitie-proces van Galileï; het lot, dat Dr. ROBERT MAYER van Heilbronn, den man van de wet van het behoud der energie ten deel viel, dateert uit de 19e eeuw: hij werd het slachtoffer van de invidia medicorum 1) en wegens aangewreven, nooit deugdelijk bevestigden hoogmoedswaan naar een krankzinnigengesticht overgebracht, waar men hem in een dwangbuis de gelegenheid gaf zijne ontdekking te herroepen. Het monument, dat men ter zijner nagedachtenis in de nabijheid van de technische Hoogeschool te Stuttgart oprichtte, kwam niet tot stand — het worde hier uitdrukkelijk vermeld op initiatief van de schoolgeneeskunde, die hem zooveel te danken had, maar door de bemoeienis der vereeniging van Duitsche Ingenieurs. G. JaGER heeft indertijd eens aanbevolen om de achterzijde van de monumenten der ontdekkers te versieren met de namen der meest bekende lasteraars. Dit voorstel ware hier op zijne plaats geweest en kan misschien in de toekomst in analoge gevallen worden toegepast. 1) afgunst (of nijd) der medici. De misdadige bejegening, die SOCRATES, GlORDANO BRUNO, GALILEI en anderen van de zijde hunner tijdgenooten ondervonden, wordt thans veroordeeld, maar indien wij met den tijd waarin zij leefden en het standpunt der toenmalige ontwikkeling en beschaving rekening houden en tot de kern der zaak doordringen, dan moet ons — zoo we eerlijk zijn — de bekentenis van het hart, dat de vervolging van andersdenkenden nog volgens dezelfde grondbeginselen plaats heeft, uit dezelfde motieven, zooals zelfzucht, nijd, bekrompen kastegeest voortvloeit, dat zij hetzelfde algemeene karakter als in de Grieksche oudheid en in de middeleeuwen vertoont en zij slechts door raffinement 1) eene bijzondere physionomie 2) heeft aangenomen, zich ondereen ander masker voordoet. Iedere periode in het leven der menschheid heeft hare eigenaardige, aan den tijdgeest en den graad van beschaving beantwoordende middelen, om de vrijdenkers te veroordeelen, te vervolgen en onschadelijk te maken; de gloeiende tangen, de duimschroeven, het schavot en de brandstapel moesten plaats maken voor minder brutale, meer verfijnde kwellingen, en het was geheel in den geest van den tijd, waarin ROEERT MAYER leefde, dat hij krankzinnig verklaard en in een dwangbuis gesloten werd. Ware hij toevallig een paar decenniën 3) later op het wereldtooneel verschenen, dan zou men zijne spieren en zenuwen niet langs mechanischen, maar langs chemisch-pharmakodynamischen weg 4) buiten werking gesteld hebben en het is zeer de vraag, of zijn leven er dan niet mede gemoeid zou zijn geweest. Ruwheid en brutaliteit zijn niet altijd de meest vijandelijke en schrille tegenstellingen van de humaniteit; de ondervinding leert, dat eene mechanische beleediging in vele gevallen wel duidelijke sporen achterlaat, maar zelfs tot in hare uiterste graden soms verwonderlijk goed verdragen wordt, terwijl de chronische 1) verfijning. 2) gelaatsuitdrukking. 3) tientallen jaren. 4) door medicijnen. moleculaire kwelling, met drankjes, pillen en poeiers het treurig voorrecht heeft, lichaam en geest beiden te vernielen, zonder dat een tastbaar corpus delicti 1) overblijft. De hooge vlucht, die de mechanisch-technische ontwikkeling in den jongsten tijd nam, heeft zeer stellig veel bijgedragen om het ruwe geweld naar den achtergrond te dringen, maar niets bijgedragen tot de werkelijke gemoedsveredeling; niet kunnen beletten, dat brutaliteit en cynisme zich omzette in valschheid, huichelarij en schijnheiligheid. Minder bekend bij de niet-geneeskundigen is de levensgeschiedenis van Dr. IGNAZ PH1L1PP SEMMELWEIS, een man die bezield met den geest van ware humaniteit licht ontstak in de wijze van ontstaan der kraamvrouwenkoorts, eene ziekte waaraan vóór zijne ontdekking millioenen vrouwen het slachtoffer werden en die ook in de heelkunde den weg baande, waarop LiSTER later zijne triomfen vierde. Hij eindigde in het jaar 1865 zijn leven in een krankzinnigengesticht, toen zijn geest, strijdensmoede, gebroken was door de snoode, bekrompen miskenning zijner collega's-tijdgenooten. Dit jaar verscheen van de hand van Dr. FRITS SCHURER van Waldheim eene zeer uitvoerige doorwrochte levensbeschrijving van dezen zeldzamen man, met een scherp banvonnis over de tijdgenooten, die schuldig waren aan zijn vroegtijdigen dood. Ik kan de verleiding geen weerstand bieden om de conclusie van den levensbeschrijver over de tijdgenooten van SEMMELWEIS woordelijk terug te geven, omdat zij ook nu hare actualiteit niet verloren heeft. „Betrachtet man der Reihe nach, diese Gegner und Feinde „von SEMMELWEIS, so fallt einem vor Allem auf in welchem „Miszverhaltnis bei den Meisten, Wissen und Können zur Cha„rakterbildung stehen. Bcdeutende Fachgelehrte van Europai„schem Rufe ziehen an uns vorüber, doch wie klein erscheinen „sie uns als Menschen! Kleinliche, egoïstische, hochmütige, „eingebildete, eitle und rechthaberische Naturen! 1) bewijsstuk van schuld. .Manche geradezu gewissenlos! . Charaktergrösse bewies keiner. Niemand schwang sich zu .den offenen Gestandnis auf: Ich habe geirrt! Und wie haben [sie sich geirrt! Zu welch einfaltigen, ja wahnwitzigen Behaup.tungen haben sich diese Zunftgelehrten verstiegen! .Dreierlei lehren wir: .Unsere Schule bildet den Kopf, aber nicht den Charakter. .Man kann als Gelehrter Hervorragendes leisten und den.noch ein grundschlechter Mensch sein. Man kann als ver„dienstvoller Gelehrte den furchtbarsten Irrthum lehren .Und was endlich den vorerwahnten Wust von Wissen anlangt, .der in unseren armen Gehirne hineingepfercht wird, so enthalt .er vielleicht nur 10 Prozent brauchbarer Wissenschaft, die .einem im Leben nützlich ist — Das Ergibnis? .Unpraktische Menschen. „Lieber ein frischer Geselle, dem das Schreiben sauer wird, .als ein nervenschwacher Schriftgelehrter der über jeden Stein .stolpert. .Ein Arzt der beobachten kann ist mehr wert als tausend .Systemgelehrte." 1) 1) Beziet men om beurten deze tegenstanders en vijanden van S., dan wordt men vooral getroffen door de wanverhouding die er bij de meesten bestaat tusschen weten en kunnen en karaktervorming. We zien beteekenende vakgeleerden van Europeeschen naam langs ons heengaan, maar hoe klein schijnen zij ons als menschen ! Kleine, egoïste, hoogmoedige, verwaande, ijdele, gelijkhebberige naturen. En velen zelfs gewetenloos. Karaktergrootheid toonde geen enkele. Niemand toonde den moed om openlijk te bekennen: Ik heb gedwaald. En h o e hebben zij gedwaald. Tot welk een naïeve, ja zelfs ijlhoofdige beweringen hebben deze geleerden van het gilde zich te buiten gegaan! Drie dingen leeren wij hieruit: Onze school vormt wel het hoofd, maar niet het karakter. Men kan als geleerde uitstekend werk leveren en nochtans in den grond een slecht mensch zijn. Men kan als verdienstelijk geleerde de vreeselijkste dwalingen verkondigen. En wat ten slotte den vroeger genoemden rommel van kennis betreft, die in onze arme hersens wordt ingepomt, - deze bevat misschien slechts Wat dit alles met den strijd tusschen voor- en tegenstanders der vivisectie te doen heeft? Uit het leven van ROBERT MAYER en van IGNAZ PH1LIPP SEMMELWEIS blijkt, dat beiden aan een zeldzaam grove miskenning van de zijde hunner tijdgenooten hebben blootgestaan, niet in ver achter ons liggende tijden, maar in de hooggeroemde 19e eeuw; dat in het rijk der geleerden de denkbaar grootste corruptie bestaat, dat partijgeest, cameraderie, haat, nijd en jaloerschheid, naast domheid, sleur, misoneïsme, valsche schaamte en een algemeen gebrek aan oordeelskracht welig tieren, da de waarheid bij haar eerste optreden een reuzenstrijd moet Hierin ligt eene vingerwijzing voor den leek, die niet achter de schermen ziet, om zich niet te laten intimideeren 1) door de uitspraken van geneeskundige autoriteiten, die zeer vaak onder den invloed staan van motieven, die niets gemeen hebben me wetenschappelijke en humanitaire doeleinden. Het is helaas, zooals ik reeds meermalen vermeldde, eene eigendommelijkheid van den geneeskundigen stand, alles te ontkennen, te ontloopen, wat niet uit de school komt. In stede datgene wat de leeken te berde brengen onbevangen en volgens zijne Innerlijke waarde te onderzoeken en wetenschappelijk om te werken, laat men het door een leek toevallig ontdekte in zijne handen en tot een factor aangroeien, die den geheelen geneeskundigen stand schade doet. Slechts wat uit de schoo komt wordt met enthousiasme aangegrepen, zelfs wanneer he zoo dwaas is, dat iedere nuchtere denker er om lacht. Bij gelegenheid der ontdekking van de tuberculine door KOCH is gebleken hoe weinig zelfstandigheid en oordeelskracht on er percent bruikbare wetenschap, die iemand in zijn leven van dienst is. Wat levert het op? — Onpraktische menschen. Liever een flinke kerel, die aan schrijven een broertje dood heeft, dan een zenuwzwakke schriftgeleerde, die over iederen steen struikelt. Een geneesheer die waarnemen kan. is meer waard dan du.zend stelsel- geleerden. 1) vrees aanjagen. de geneesheeren te vinden is, hoe willoos de zwakke den sterkeren volgt, hoe gemakkelijk de eerste zich aan een man van naam onderwerpt, hoe hij zich aan eene autoriteit vastklampt en niet bemerkt, dat al die grappen, de een na den ander, door den vloed worden weggespoeld. Nu wordt ons weer door BEHR1NG een geneesmiddel tegen tuberculose in het vooruitzicht gesteld, en onmogelijk is het niet, dat tal van geneesheeren, gehypnotiseerd door een Excellentie, zich andermaal bij den neus zullen laten nemen. Ik moet eerlijk bekennen, dat mijn gezond verstand in verzet komt tegen de leerstellingen van BEHRING en diens vriend METCHNIKOFF, nadat ik van den laatste in zijn geschrift: .De onevenredige „ontwikkeling der menschelijke natuur enz. het volgende had gelezen : „Met het doel den ouderdom werkelijk met de natuur in „harmonie te brengen, is het derhalve noodig den last, dien „ons de ontwikkeling van het dikke darmkanaal bezorgt, het hoofd „te bieden. Het spreekt van zelf, dat dit niet kan geschieden „door krachten buiten den menschelijken wil of door af te „wachten, dat het dikke darmkanaal nutteloos geworden, verdwenen is. Geleid door de exacte wetenschap, moet men „trachten dit te bereiken. In weêrwil van den grooten vooruit„gang der heelkunde valt er niet aan te denken dit orgaan door „het mes te verwijderen. In een verre toekomst zal men er „misschien toe overgaan." Hier is een man der „exacte wetenschappen" aan het woord, een man die op het gebied der wetenschap met BEHRING, zooals men het noemt, de lakens uitgeeft, die niet meer of minder beoogt dan eene verwijdering in de toekomst van een goed deel van 's menschen darmkanaal. „Du Bild von Erz und Steine „Mir zittern die Gebeine". 1) Wanneer iemand als METCHNIKOFF, een ijverig verzamelaar van bouwmateriaal bij den tempelbouw der Wetenschap, zoo 1) Gij beeld van metaal en steen — mij siddert het gebeente. weinig begrip van zijn bouwplan heeft, dan zal hij met zijne onzinnige, phantastische plannen zelfs den oppervlakkigen denker geen zand in de oogen strooien. Ik huldig de meening, dat iemand die de vivisectie bestrijdt, ook strijden moet tegen de tallooze gruwelen en wreedheden, die in het dagelijksch leven bij het slachten enz. plaats hebben, en daarom ben ik in het eerste gedeelte van mijn schrijven vrij uitvoerig geweest in de beschrijving van hetgeen op dit gebied voorvalt en heb ik er in extenso 1) op gewezen, hoe groot onze tekortkomingen in het algemeen tegenover onze medeschepselen zijn. Men zal me dus ten goede houden dat ik me ontslagen acht van de werkelijk walgelijke, terugstootende taak, om eene gedetailleerde beschrijving te geven van de menschonteerende gruwelen, die bij de vivisectie plaats grijpen. De opsomming alleen der wandaden, zooals ze uit den mond der vivisectoren tot ons kwamen, zou bovendien een boekdeel vullen. Ik neem dus de vrijheid hen, die op de kennis van de bijzonderheden prijs stellen, te verwijzen naar de zeer uitvoerige literatuur over dit onderwerp. Toen vijftig jaar geleden de mindere militairen bij de zeemacht en in O.-lndië nog met rotan en rietslagen gestraft werden, waarbij ik als Officier van Gezondheid, ex-officio, 2) tegenwoordig moest zijn, maakte die strafoefening op mijn gemoed minder indruk dan de verregaande wreedheden, die ik op onschuldige dieren zonder vorm van proces zag toepassen. De naar Gods beeld geformeerde menschen toch hadden die straf — hoe afkeurenswaard ook — tot zekere hoogte zich zelf te wijten; zij kenden de delicten, waarop lijfstraffen stonden; maar de dieren waren schuldeloos, zij werden niet voor bepaalde overtredingen, niet volgens bepalingen gestraft en waren geheel overgelaten aan de willekeur en meerdere of mindere hardvochtigheid hunner beulen. Neen, het vivisectie-vraagstuk is geen vraagstuk van physio- 1) uitvoerig. 2) van ambtswege. logen en vakgeleerden, maar een algemeen vraagstuk met ethischphilosophischen ondergrond, dat ieder weldenkend mensch kan en mag beoordeelen. De strijd loopt over twee wereldbeschouwingen, waarvan de eene ons noodwendig leidt naar barbaarschheid en verwildering, de andere naar ware beschaving, hoogere ethische en aesthetische ontwikkeling. Ieder mensch heeft krachtens zijne algemeene ontwikkeling en zijn natuurlijk verstand, zijn goed en onvervreemdbaar recht om het menschelijke in staat, kerk, kunst, wetenschap te onderzoeken en daaruit besluiten te trekken. Het is eenvoudig aanmatigend, wanneer geneesheeren in het openbaar durven uitspreken, dat zij inzake vivisectie de eenige bevoegde beoordeelaars zouden zijn; zij zijn dit, zooals de heer ORTT zeer juist aanmerkt, alleen voor zoover de techniek aangaat, maar in ieder ander opzicht staan zij, als belanghebbenden bij de zaak, ver achter bij mannen van philosophische en algemeene ontwikkeling. Nu is de kennis van de techniek der vivisectie zoo eenvoudig, dat niemand hen daarom zal benijden, maar mogelijk is de afwezigheid dier kennis bij de leeken een van de redenen, die Dr. STRUYCKEN er toe geleid hebben om van het .kortzichtig oordeel van leeken" te spreken. Toch is het zeer onvoorzichtig met zoo'n minachting over de leeken te spreken, die werkelijk door een ruimen blik en een open oog voor het geheel aan de geneeskunde de belangrijkste diensten hebben bewezen. Waar vinden wij in de geneeskundige wetenschap, die zich van de vivisectie bedient, eene algemeen erkende, onbestreden waarheid, waarvoor wij eerbiedig het hoofd kunnen buigen? Is de wijze, waarop Prof. Dr. ROSSBACH het zoeken naar geneesmiddelen en het geneesmiddelbijgeloof parodieert, soms een bewijs van het groote nut, dat de pharmakodynamie uit de dierproeven getrokken heeft? Is de water-, licht- en lucht-therapie, de eenige rustende pool in de vlucht der verschijnselen, soms aan vivisectorische proeven te danken, en heeft ooit iemand zich verstout die therapie in een belachelijk daglicht te plaatsen? Is niet ieder overtuigd, dat wij die therapie aan leeken verschuldigd zijn, die niet door wetenschappelijke oogkleppen gedwongen waren in een begrenzend kringetje te loeren, maar vrij en onbelemmerd in de ruime natuur hun blik lieten rondgaan? Hoe weinig karaktervol is het, als mannen die in de leer van DARWIN werden opgevoed en slechts een gradueel verschil tusschen menschen en dieren aannemen, in de practijk terugdeinzen voor de consekwenties hunner theorie? Ja, de levensbeschrijver van SEMMELWEIS had wel gelijk, toen hij aan het slot van zijne doorwrochte studie over dien weldoener der menschheid uitriep: mannen van beteekenis in het vak, mannen van Europeesche vermaardheid, maar hoe klein zijn ze als menschen! Klein, egoïstisch, hoogmoedig, ingebeeld, ijdel! De geschiedenis van de vivisectie bewijst dat de meerderheid der geneesheeren nog op hetzelfde standpunt van karakterloosheid staat als ten tijde van SEMMELWEIS. Ik zoek te vergeefs in de geheele geschiedenis der vivisectie naar eene enkele ontdekking, die ook maar in de verste verte kan wedijveren met de opsporing van de ware oorzaak der kraamvrouwenkoorts, die vóór SEMMELWEIS aan millioenen vrouwen het leven kostte en zonder hem andermaal millioenen ten grave zou hebben gesleept, en hoe is die edele man door zijne collega's-tijdge- nooten bejegend! „Les grandes pensées viennent du coeur", 1) was het motto van een mijner^ vroegere geschriften en ik breng deze woorden nog eens in herinnering, om er andermaal op te wijzen, hoe de meeste groote ontdekkingen gedaan werden door mannen met een ruim hart, bezield door een edel ideaal, mannen die niet in de eerste plaats experimentatoren maar denkers waren. Ik durf niet hopen, dat het publiek binnen een afzienbaren tijd massaal zal protesteeren tegen de tallooze wreedheden, die nog dagelijks op ieder gebied tegenover onze medeschepselen gepleegd worden. Of zou de illusie van ILSE FRAPAN, die te Zurich genees- 1) De groote gedachten liomen uit het hart. kunde studeerde en daar getroffen werd door de vele misstanden en afdwalingen, welke zij er zag, bewaarheid worden, waar zij zegt: „Die Frau erkennt nicht nur, sie fühlt auch, „und als feineres Instrument vibrirt sie leichter und nachhal"„tiger auf jeden Reiz. Was der achtzehnjahrige Jüngling als „selbstverstandlich hinnimmt, was für den zünftigen Mediciner „langst alltaglich geworden ist; dem Bliek der Frau erscheint „es zum grossen Theil anfechtbar, roh, entsetzlich, frevelhaft, „sogar hoffnungslos. Sie als Frau hat eene andere Achtung von „dem Leben als der zur Autoritatenverehrung und zur Feindes„vernichtung erzogene Mann. Hier liegen all unsere Hoffnungen. [Noch steht die Frau ausserhalb der Kastensuggestion, noch „besitzt sie nicht den „Corpsgeist", der vor jeder Kritik zurück„schaudert." 1) Twijfelachtig en van geen waarde is de winst, die men aan de vivisectie toeschrijft, maar reusachtig groot is het verlies, dat zij aan de moraal berokkent. Waren de millioenen, die over de geheele wereld aan dierproeven besteed werden, gebruikt geworden om het volk te onderwijzen omtrent zijne lichamelijke behoeften en de sociale toestanden te verbeteren, zoo zou de algemeene toestand van het volk veel gunstiger zijn dan thans het geval is. Want men moge over kwakzalvers met of zonder approbatie denken zooals men wil: dit kan niet ontkend worden, dat zij in het algemeen ten behoeve van de voorlichting des volks meer gedaan hebben dan de schoolgeneeskundigen. Mannen als de heer ORTT, die zelfbewust en bescheiden 1) De vrouw kent niet slechts, maar voelt ook; en als fijner instrument trilt rij gemakkelijker en aanhoudender bij iederen prikkel. Wat de achttienjarige jongeling als vanzelfsprekend voor lief neemt, wat voor den tot het gilde behoorenden medicus allang alledaagsch geworden is, schijnt voor den blik der vrouw grootendeels betwistbaar, ruw, ontzettend, misdadig, zelfs hopeloos. Zij als vrouw heeft een anderen eerbied voor het leven dan de man, die tot autoriteiten-vereering en vijand-vernietiging opgeleid is. Hierin ligt al onze hoop. De vrouw staat nog buiten de kaste-suggestie, nog is zij niet met den korpsgeest behept, die voor elke kritiek terughuivert. hun stem doen hooren, stichten groot nut; zij bewaren de Priesters der wetenschap voor eenzijdigheid en gemoedeloosheid en houden den band bijeen, die alle enkele wetenschappen tot een groot geheel vereenigt. De brochure van dezen schrijver moge in veler handen komen en er toe bijdragen dat de antivivisectie-bond door tal van nieuwe leden versterkt worde. Die eenzijdige cultus van het verstand zooals de moderne geneeskunde aankweekt, moge den dichter-wijsgeer ROBERT HAMERLING in den mond hebben gegeven: „Woran die Welt „zu Grunde gehen wird? Durch das um sich greifen jenes verrichtenden Princips, das wir Verstand nennen. Denn dieser „ist der drauende Moloch, der Tod- und Urfeind des Gemllthes „und der Phantasie und somit auch des Lebens, das ganz und „gar auf diese weltschöpferischen Machte gegründet ist „ Gcmtith und Phantasie ist lebenbildend, wahrend der Verstand .entseelt." 1) 1) Waaraan de wereld ten onder zal gaan? Door het voortkankeren van het vernietigend beginsel, dat wij verstand noemen. Want dit is de dreigende afgod, de doods- en aartsvijand van het gemoed en de fantasie, en dus ook van het leven, dat geheel op deze wereld-scheppende machten gegrond is ... . Gemoed en fantasie is levenvormend, terwijl het verstand de ziel doodt. DR. LUCHTMANS. Nederlandsche Bond tot bestrijding der Vivisectie. Wie zicb op de hoogte Wil stellen van het Vivisectievraagstuk leze: Het land aan gene zijde der zon, een sprookje door Dr. A. Kingsford, uit het Eng. door C. van der Hucht f0,15. Vivisectie in Nederland, door Marie Jungius, vroeger f0,25, thans f0,10. De vivisectie is een kwaad, rede uitgesproken door M. Jungius, f0,25. Onwetenschappelijke wetenschap, door Di. A. Kingsford, vert. door J. C. v. d. Hucht, 3e druk f0,30. Een Mik in de geneeskunde der toekomst, door Dr. G. Luchtmans f0,è0. Schoolgeneeskunde en volksgezondheid, door Dr. G. Luchtmans f0,60. De genezing van hondsdolheid. Pasteur of Buisson ? Oordeel van deskundigen, met een voorwoord van Dr. G. Luchtmans^fO^ö. De vivisectie van verschillende zijden beschouwd, f0,10. Vivisectie aanschouwelijk voorgesteld door afbeeldingen f 0,25. Betrekkelijke machteloosheid der regeering in zake vivisectie- bestrijding f0,10. Medische wetenschap en vivisectie, door P. L. Ortt, f0,25. Wetenschappelijk onderzoek van de binnenzijde bekeken, door Dr. Stephen Sinith, met een aanhangsel «Vivisectie in Nederland» vertaald door F. L. Ortt. Prijs naar verkiezing. Cursus over vivisectie, door F. L. Ortt. Over de beteekenis der vivisectie in Nederland gedurende het vijfjarig tijdvak 1899 — 1903, door F. L. Ortt f0,10. Over vivisectie, door Mr. C. A. Wienecke f0,10. Pro en Contra, Serie I No. 7. Vivisectie. Baarn, HollandiaDrukkerij f 0.40. Deze geschriften zijn verkrijgbaar bij het Secretariaat van den Bond: Adm. v. Ghentstr. 33, Utrecht; ook bij Mevr. v. d. Hucht, Willemsparkweg 32, Amsterdam. Voor wie de prijs bezwaarlijk is, zijn de geschriften op aanvraag voor minder of gratis verkrijgbaar. Lidmaatschap van den Bond: minimum contributie f 0,50 per jaar (liefst, minstens f 1.—;. Zich opgeven bij het Hoofdbestuur, waar nadere inlichtingen verkrijgbaar zijn. ' - v .'■ . :• "r. hun stem doen hooren, stichten groot nut; zij bewaren de Priesters der wetenschap voor eenzijdigheid en gemoedeloosheid en houden den band bijeen, die alle enkele wetenschappen tot een groot geheel vereenigt. De brochure van dezen schrijver moge in veler handen komen en er toe bijdragen dat de antivivisectie-bond door tal van nieuwe leden versterkt worde. Die eenzijdige cultus van het verstand zooals de moderne geneeskunde aankweekt, moge den dichter-wijsgeer ROBERT HAMERLING in den mond hebben gegeven: „Woran die Welt „zu Grunde gehen wird? Durch das um sich greifen jenes ver„ nichtenden Princips, das wir Verstand nennen. Denn dieser „ist der drauende Moloch, der Tod- und Urfeind des Gemttthes „und der Phantasie und somit auch des Lebens, das ganz und „gar auf diese weltschöpferischen Machte gegründet ist „ Gcmüth und Phantasie ist lebenbildend, wahrend der Verstand „ents eelt." 1) 1) Waaraan de wereld ten onder zal gaan? Door het voortkankeren van het vernietigend beginsel, dat wij verstand noemen. Want dit is de dreigende afgod, de doods- en aartsvijand van het gemoed en de fantasie, en dus ook van het leven, dat geheel op deze wereld-scheppende machten gegrond is ... Gemoed en fantasie is levenvormend, terwij! het verstand de ziel doodt. DR. luchtmans. Nederlandsche Bond tot bestrijding der Vivisectie. Wie zich op de hoogte wil stellen van het Vivisectievraagstuk leze: Het land aan gene zijde der zon, een sprookje door Dr. A. Kingsford, uit het Eng. door C. van der Hucht f0,15. Vivisectie in Nederland, door Marie Jungius, vroeger f0.'25, thans f0,10. De vivisectie is een kwaad, rede uitgesproken door M. Jungius, f0,25. Omcetenschappelijke wetenschap, door Dr. A. Kingsford, vert. door J. C. v. d. Hucht, 3e druk f0,30. Een blik in de geneeskunde der toekomst, door Dr. G. Luchtmans f0,60. Schoolgeneeskunde en volksgezondheid, door Dr. G. Luchtmans f0,60. De qenezing van hondsdolheid. Pasteur of Buisson ? Oordeel van deskundigen, met een voorwoord van Dr. G. Luchtmans_f0,25. Dc vivisectie van verschillende zijden beschouwd, f0,10. Vivisectie aanschouwelijk voorgesteld door afbeeldingen f 0,25. Betrekkelijke machteloosheid der regeering in zake vivisectie- bestrijding f0,10. Medische wetenschap en vivisectie, door F. L. Ortt, f 0,25. Wetenschappelijk onderzoek van de binnenzijde bekeken, door Dr. Stephen Smith, met een aanhangsel «Vivisectie in Nederland» vertaald door P. L. Ortt. Prijs naar verkiezing. Cursus over vivisectie, door P. L. Ortt. Over de beteekenis der vivisectie in Nederland gedurende het vijfjarig tijdvak 1899 — 1908, door F. L. Ortt f0,10. Over vivisectie, door Mr. C. A. Wienecke f0,10. Pro en Contra, Serie I No. 7. Vivisectie. Baarn, HollandiaDrukkerij f 0.40. Deze geschriften zijn verkrijgbaar bij het Secretariaat van den °Bond: Adm. v. Ghentstr. 33, Utrecht; ook bij Mevr. v. d. Hucht, Willemsparkweg 32, Amsterdam. Voor wie de prijs bezwaarlijk is, zijn de geschriften op aanvraag voor minder of gratis verkrijgbaar. Lidmaatschap van den Bond: minimum contributie f0,50 per jaar (liefst, minstens f 1.—). Zich opgeven bij het Hoofdbestuur, waar nadere inlichtingen verkrijgbaar zijn.