[1495 F .1 > 25, PSYCHOMETRIE ZONDER MEESTER. HANDLEIDING TOT HET AA.NLEEREN van PSYCHOMETRIE, („„.wiUMHn, van het ZESDE «HM). naar de methode van Dr. georg von langsdorff. UIT HET DUITSCH door H. B. KENNEDY VAN DAM. Amsterdam. J. C. AUF DER HEIDE S. II. D. HANDLEIDING TOT HET AANLEEREN VAN PSYCHOMETRIE OF ONTWIKKELING VAN HET ZESDE ZINTUIG. VOORWOORD. Uit de volgende bladen Zal de lezer, vertrouw ik, ontwaren van hoeveel gewicht de Psychometrie moet zijn bij de studie der Geologie, Astronomie, Anatomie, Phvsiologie, en zelfs der Geschiedenis; verder hoe men de psychometrie in zich ontwikkelen kan; welke aanduiding wij, tot bet aankweeken van deze nieuwe wetenschappelijke tak, in ons zelf kunnen vinden; welk onderscheid er tusschen psychometrie en mediumniteit bestaat, en hoe wij elkander wederkeerig door Lavater's leer der gelaatkunde en van andere lichamelijke uitwendige eigenaardigheden herkennen kunnen. Men moge over den nog jongen wetenschappelijken tak der psychometrie denken zooals men wil; zooveel is zeker, dat een ontwikkeld psychometrist veel meer grond heeft om zijn gewaarwordingen te vertrouwen dan een zelfs goed geïnspireerd medium. Het gevoel, hetwelk hem een in de hand gehouden voorwerp veroorzaakt, zal den met een goed waarnemings-vermogen begaafden psychometrist nimmer bedriegen. Het gevoel vormt steeds de basis onzer gedachten. Verdrietelijke gewaarwordingen ontstaan uit treurige gedachten, een gevoel van toorn of wrevel bij het bezichtigen, of ook bij het al of niet omgekeerd in de hand houden van een photographie, is een onfeilbaar bewijs, dat dit een eigenschap of karaktertrek is van het origineel, door de photographie voorgesteld. Een gewaarwording van sympathie gedurende eeu toevallige ontmoeting met een heer of dame, wijst op harmoniëerende gedachten. Velen weten er zich geen reden voor te vinden, waarom de ontmoeting van zekere personen telkens in hen dezelfde gedachten doen opkomen. Zulk sensitieve naturen kunnen zich, na slechts weinige uren van practische beoefening der psychometrie den grond voor die gedachten verklaren. Volkomenheid kan intusschen en natuurlijk slechts door voortgezette ontwikkeling bereikt worden. Velen zullen hierom lachen, velen hoogst wijsgeerig het hoofd er over schudden. Velen echter ook zullen zich tot nadenken en tot proefneming aangespoord gevoelen en zeggen: „Ja, de Natuur houdt ongetwijfeld nog heel wat voor ons verborgen, dat ons nog braakliggend zesde zintuig aan den dag zal moeten brengen. Deze handleiding heeft ten doel ieder lezer in staat te stellen psychometrist te worden. En wanneer de mensch maar eerst geleerd zal hebben zijn gewaarwordingen nauwkeuriger te observeeren, dan zal zulks van veel gunstiger invloed op de verbetering van het menschdom blijken, dan eenig ander opvoedingsmiddel. Ouders, voogden, onderwijzers en leeraren, u leidslieden van een opkomend geslacht zij deze handleiding, in de eerste plaats, aanbevolen. Moge deze, mijn arbeid, den lezer en de lezeres ten nutte komen. INHOUD. Bladz. Voorwoord en inhoud 5— 7 1. Wat verstaat men onder psychometrie 9—21 2. Hoe kan men psychometrie ontwikkelen? . . . 21—30 3. Invloeden van geesten van overledenen .... 30—32 4. Onbewuste indrukken 32—33 5. Voorgevoelen 33—36 6. Kegelen voor het karakterlezen 36—43 7. Wat is het onderscheid tusschen Psychometrie en Mediumniteit? 43—45 8. Gelaatkunde 45—47 9. Voorhoofd-rimpels (Metoposcopie) 47—51 1. WAT VERSTAAT MEN ONDER PSYCHOMETRIE? De psychometrie is een van de nuttigste takken die de wetenschap in de laatste helft der XIXde eeuw heeft zien ontspruiten. En de professoren Dr. Buchanan en Dr. Denton die als de ontdekkers van dit in den mensch vooralsnog braakliggend zesde zintuig te beschouwen zijn, hebben nog, op ver na, den lof niet ingeoogst, dien zij zoo ruimschoots verdiend hebben. Ik zou dan ook, wanneer ik in staat was iemand wegens een aangeboren gave te benijden, den psychometrist kiezen, want een zoodanige moet m.i. geen »occultist« of »gedachtenlezer« doch een Modern Ziener genoemd worden, die door het in de hand houden, of tegen zijn voorhoofd drukken, van een of ander voorwerp, een nauwkeurigen indruk ontvangt van de aan dat voorwerp verbonden geschiedenis. Zoo bijv. verhaalt Robert Browning van een psychometrist, die bij het aanraken van een ring, dien Browning hem toegereikt had, steeds uitriep: »Ik zie een moordenaar, als ik dezen diamant aanraak.« De dichter had werkelijk den ring geërfd van een bloedverwant, die meer dan een moord gepleegd had. Goed geoefende en ontwikkelde psychometristen verklaren, 'dat ieder voorwerp hun als bezield voorkomt en verlangt zijn geschiedenis te verhalen. Volkomen ontwikkelde psychometristen zijn als »ware zieners« te beschouwen. Zij zijn in staat, uit elk metaal, of ander mineraal, uit lijfsieraden, bedrukt of beschreven papier, het verleden daarvan te lezen; ja zelfs uit brokstukken van zeer oude ruïnen, door aanraking te vernemen, welk stuk wereldgeschiedenis in hun nabijheid is afgespeeld geworden. Als bewijs hiervoor wil ik slechts eenige voorbeelden uit het werk van professor Dr. William Denton aanhalen, in de drie deelen waarvan hij de resultaten van zijn geduldige nasporingen op het gebied der psychometrie heeft medegedeeld. En Denton is van meening, dat wanneer we er eenmaal toe gekomen zullen zijn, de wereldgeschiedenis met behulp van psychometrie na te vorschen, »de wereldgeschiedenis een ander aanzien zal krijgen.« Het volgende als voorbeeld: »Denton gaf zijn zuster Anna, die hij tot psychometriste ontwikkeld had, een klein stuk van den mozaïk-vloer, die, den 15en Oct. 1760, uit Cicero's villa in Tusculum, op een heuvel in de nabijheid van Frascati, vijf uren gaans van Rome, naar Engeland werd overgebracht. De zuster, die zelfs niet vermoeden kon, wat het was, hield het voorwerp een korten tijd in de hand en zeide: »Ik zie een dicht woud. De boomen zijn zeer hoog. Daaronder zie ik een mastodont of iets dat op een reusachtig voorwereldlijk monster gelijkt. Den kop vooral zie ik duidelijk.« »Zie meer in de richting van lateren tijd,« zei Denton. »Ik zie nu niets anders, dan wat men een melkhuis zou kunnen noemen, of beter nog een holte in een rots. In de nabijheid daarvan is een bron door boomen beschaduwd. Nu zie ik een heuvel, langs welken een man gaat wandelen, die een korten broek draagt. Bij hem loopt een groote hond. Niet ver van daar ontwaar ik een groot huis, naar het schijnt een landhuis. Aan de voorzijde van het huis is een galerij. De vensterramen zijn groot.« «Beschrijf den man nauwkeuriger,« verzocht Denton. »De man is niet groot. Zijn gewaad is donkerblauw, zwaluwstaart-ach tig, en bezet met groote knoopen. Zijn haar is lang en heeft veel van een staartpruik. Hij heeft manchetten aan zijn hemdsmouwen en ziet er erg ouderwetsch uit. Hij heeft een grooten neus, is vlug van bevatting, bezit veel smaak voor natuurschoon en is zeer weldadig. Trotsch is hij niet, doch hij bezit in groote mate zelfvertrouwen. Nauwgezetheid van geweten en voorzichtigheid zijn sterk ontwikkeld, zoomede groote kracht en energie. Hij zet zich neer onder een boom, en een groote dame staat nu naast hem en spreekt met hem. Zij is eveneens gekleed in zeer ouderwetsch costuum en draagt een breede halskraag. Nu gaat er een man de trap voor het huis op. Hij is nieuwerwetsch gekleed, — lichtkleurig vest, hooge hoed, lange pantalon. Dit waren scènes in het museum van schilderijen waar het voorwerp gelegen had en die prof Denton niet verder interesseerden. Eenige dagen daarna gaf hij zijn vrouw, een zeer hoog ontwikkelde psychometriste, die niets wist van de voorgaande proefneming, hetzelfde voorwerp in handen. Zij zeide: »Ik ondervind een sterken invloed van Anna. Ik zie haar eenig voorwerp tegen haar voorhoofd houden, juist zooals ik nu doe. Ze schijnt, vóór mij, dit voorwerp in de hand te hebben gehad.« Daarop vervolgde zij: »Op eenigen afstand zie ik een steenen bank, door boomen omgeven, en niet ver vandaar een heerlijke bron. Ik zie in een huis verschillende lokalen. In een dier kamers zie ik een bed, waarop iemand ligt. Die persoon schijnt een zieke te zijn en is ongeveer veertien of vijftien jaar oud. Het ledikant is breed, het hoofd-einde zeer hoog. Er werken onderscheidene invloeden op mij, en ik gevoel mij zeer dof in het hoofd.« Hier werd de proefneming gestoord en na 2—3 dagen met hetzelfde voorwerp voortgezet. Mevrouw Denton verklaarde nu: »Ik zie een groot huis met steenen trappen; 6—8 treden voeren naar een pijler op den voorgrond. Het schijnt een openbaar gebouw, doch het is ongelijk aan eenig mij bekend gebouw. Niet ver van daar zie ik een ander huis, dat er zeer voornaam uitziet. Nu ben ik in dat gebouw. Aan de eene zijde van de kamer, waarin ik mij thans bevind, zie ik louter vreemde dingen. Ik weet, niet hoe ik die beschrijven zal. De bouwstijl van het huis, zoomede de meubelen, als ze zoo genoemd mogen worden, zijn zoo als ik nog nimmer gezien heb. De vensters zijn zeer hoog, doch behangen, zoodat er geen voldoend licht door binnenvalt.— Onderwijl ik anderen in de aangrenzende kamers hoor, zie ik hier vele personen, die intusschen moeilijk te onderscheiden zijn. Nu ontwaar ik een man, die er als een bediende uitziet; zijn gewaad reikt tot aan de knieën; zijn beenbekleeding is los, en om zijn schouders draagt hij een soort mantel; doch zijn gezicht zie ik niet duidelijk genoeg. — Zonderling! Ik zie lange rijen menschen schouder aan schouder staan, die echter spoedig verdwijnen, 't Gelijken wel soldaten, eenvormig gekleed, met hooge hoofddeksels, ze hebben iets in hunne handen. Nu ben ik weer in het huis.« «Tracht den heer des huizes te ontwaren,« verzocht Denton. »Ik zie een tamelijk gevleesd man, met een breed gelaat en blauwe oogen. Hij blijkt nu en dan vroolijk. Ilij draagt een gemakkelijk gewaad, iets als een slaaprok, slechts niet zoo lang. 't Is een man met een sterken geest, en hij schijnt van zeer gesloten karakter te zijn. Wat kan hij wel zijn? Ilij is majestueus en bezit tamelijk veel genialiteit. Het komt mij voor, dat hij iets met die soldaten te doen heeft, die ik daareven zag; dat schijnt echter niet zijn voornaamste roeping te zijn. Hij bezit veel verstand. *) *) Was dit de Romeinsche redenaar Cicero? Wellicht niet; immers Cicero moet groot en mager geweest zijn; maar wel klopt een deel der beschrijving en stemt overeen met wat van hem bekend is. Zijn militair talent openbaarde zich toen hij pro-consul van Cilicia was, en zijn krachtige geest, die herkend werd, stemt overeen met zijn karakter en zijn roem als eerste redenaar van Rome, wiens ijdelheid een zijner grootste gebreken was. In ieder geval was het een beschrijving, die met den tijd en het volk van Cicero overeenstemde. Ook is uit de geschiedenis bekend, dat deze woning van Cicero, vóór hem door Sulla — Dictator Cornelius Sulla Felix — bewoond was geworden, zoodat de beschrijving wellicht meer op dezen van toepassing is; immers van hem wordt vermeld, dat hij zich in hooge mate de liefde zijner soldaten verworven had, dat hij meer prijs stelde op vermakelijkheden, dan op de uitoefening van zijn macht, en dat hem, tot aan zijn dood toe, vrouwen, tooneelspelers en zangers het meest welkom waren. Waar aan eenig voorwerp zooveel historisch voorbijgegaan is, valt het natuurlijk moeilijk, terstond het verlangde te verkrijgen, en het vereischt dan jarenlange nasporing om het gewenschte doel te bereiken. Evenzoo kan door ontwikkelde psychometrie uit een brief het karakter van den schrijver ontdekt worden; doch die brief mag dan niet lang door een ander persoon in den zak gedragen zijn. In dat geval zou het kunnen gebeuren, dat het karakter en de eigenschappen van laatstbedoelden beschreven werden. Nadat ik in 4861, in Cleveland, Ohio, dit bij Mrs. Hanna Brown, een uitmuntende clairvoyante waargenomen en telkens correct bevonden had, nam ik dezelfde proef met een somnambulistische patiente, Bertha Stahl, de zestienjarige dochter eener arme weduwe, die ik, om redenen van wetenschappelijken aard, in mijn huis opgenomen had, om het mij destijds nog onbekende spiritualisme te onderzoeken. liet gelukte niet alleen de psychometrische karakterbeschrijving van verschillende briefschrijvers, doch tevens die te verkrijgen van elk der personen wier namen ik, elk op een afzonderlijk stuk papier, schreef, en hetwelk de psychometriste, zorgvuldig saamgevouwen, eenige oogenblikken tegen haar voorhoofd gehouden had. Een wetenschappelijke dienst heeft de psychometrie bereids aan 1) De Geologie bewezen. Hoe weinig hebben wij, bijv., tot nu toe geweten van de Fauna en Flora der Krijt-periode. Toen het kalk-bed van Europa nog in den diepen oceaan verzonken lag, moeten er boomen gebloeid, reptielen rondgekropen en monsters gebruld hebben op het vasteland, die men nu slechts uit versteeningen en geraamten vermoedt. Een ontwikkeld psychometrist valt het echter niet moeilijk, uit opgegraven voorwerpen uit het land van dien tijd, de toenmalige dieren- en plantenwereld te beschrijven. Van het begin der levende wezens weten we nog bijna niets. De geologische aanteekeningen omtrent de gevonden specima, d.w.z. voor zoover de organische schepping betreft, bewijzen nog maar zeer weinig. Na verloop van nogmaals duizenden, zoo niet millioenen jaren, zal het aard-oppervlak er geheel anders uitzien dan nu. Landen, nu nog den bodem van zeeën en oceanen vormende, zullen bloot komen, door geologen omgewoeld en doorzocht worden, en men zal geraamten en versteende beenderen van een gorilla vinden, die wellicht in tufsteen-afzettingen der West-Afrikaansche stroomen zullen worden aangetroffen. B]n hoe hoogst onwaarschijnlijk is het, dat het den geoloog der toekomst gelukken zal, uit de dan uit te graven beenderen van een dier, den dan levenden mensch een helder denkbeeld te verschaffen van het dier, dat sedert eeuwen door geen natuurvorscher is gevonden geworden, terwijl het toch eenmaal, lang geleden zal geleefd hebben. Zoo moet het natuurlijk ook nu zijn met vele dieren, die millioenen jaren geleden, op deze aarde leefden. Hoevele soorten en rassen van visschen en reptielen moeten er eens geweest zijn, waarvan we nu niets meer weten of vermoeden kunnen. De vogelsoorten uit lang vervlogen tijden zijn ons slechts uit enkele in de kalk-formatie aangetroffen fragmenten bekend, en toch kunnen er velen over de toenmalige landen en rotsen gevlogen zijn, en in de naar Amazonenen Mississippi-rivieren gelijkende stroomen gezwommen hebben, waarvan nu niets meer bekend is. De geologie omvat de geschiedenis van vele wereld- oppervlakten. De verschillende aardlagen zijn het beste bewijs daarvoor. Bergen zijn opgeheven, zeeën gevormd, en de loop der stroomen veranderd geworden, en alleen de psychometristen der toekomst zullen in staat blijken, een helder beeld van het »lang voorheen« te verschaffen. Voor de mijngravers zal de psychometrie onvermijdelijk noodzakelijk zijn om de mineraal-aderen te kunnen opsporen en volgen. Zoo heeft mevr. Denton meermalen, in den trein zittende, uitgeroepen: »Hier is petroleum, hier kolen, hier lood of koper in den grond.« En later zijn, door het ingesteld onderzoek, hare uitspraken bevestigd geworden. Toen mevr. Denton eens met haar echtgenoot per spoor van Richmond naar Quebec reisde en zij het Black-River station naderden, zeide zij: «Hier moet veel koper in den grond liggen.« En toen de professor vroeg: »In welken vorm?« antwoordde zij: »Het schijnt voor een deel zwavelkoper te zijn, doch er zijn ook groote hoeveelheden bij van natuurlijk koper, overeenkomende met dat in het Lake Superior gebied. Ik zie het in onregelmatige massa's verspreid liggen.« Professor Denton verhaalt vervolgens, dat dit hem zeer verwonderd had, wijl hij niet had kunnen vermoeden, dat er in dit oostelijk gedeelte van Canada werkelijk koper voorkwam, anders dan in kleine korreltjes. Doch hoe steeg zijn verwondering, toen hij eenige dagen daarna, aan de table-d'hóte zittende, van een heer vernam, dat er in de kwarts-bank, bij de Black River, gedegen koper gevonden was. Welke voordeelen zal niet de psychometrie, wanneer zij algemeen beoefend zal worden voor den mijn-arbeid afwerpen, die thans nog maar al te veel van het toeval afhankelijk is en die veelal nuttelooze en kost- bare boorproeven noodzakelijk maakt. In een niet ver verwijderde toekomst zullen de lood-, zilver-, koper-, goud- en diamantlagen, die in de aarde verborgen liggen, door psychometristen ontdekt worden. En zoo ook zal 2) De Astronomie zich van dit hulpmiddel bedienen. Een nauwkeurige kaart van den sterrenhemel tijdens het Silurische tijdvak zou ons veel verborgens openbaren, dat wij nu niet kunnen ontdekken wijl het den astronomen aan tijd ontbreekt, hetgeen ze nu nog slechts vaag vermoeden, vollediger te onderzoeken. Waarom zouden we dan ook niet de geschiedenis der verschillende hemellichamen, in 't bijzonder van die, welke tot ons zonne-stelsel behooren, kunnen lezen, ons meer vertrouwd kunnen maken met hun natuurlijken en geologischen toestand, ja wellicht ook met den aard hunner bewoners? Sedert onheugelijke tijden stralen zij haar invloed over de aarde uit, verhalen zij aan hare wereldzusteren haar geschiedenis en wachten geduldig het oogenblik af, waarop de intelligente menschenziel zoover gekomen zal zijn, dat zij hare openbaringen zal kunnen verstaan. lijvige boekdeelen wachten het oogenblik, waarop zij in druk zullen verkondigen, wat historisch vastgelegd, voeren zal tot de verspreiding van licht over de grootste problemen, waarmede de grootste denkers voor tal van jaren zullen bevredigd worden. Prof. Denton veronderstelt goeden grond te hebben om aan te nemen, dat hoog ontwikkelde psychometristen eenmaal de geschiktheid zullen erlangen om van planeet tot planeet te reizen en haar tegenwoordigen 2 toestand nauwkeurig te leeren kennen. En op de vraag, hoe men er zich dan van kan overtuigen of hetgeen door een of andere psychometrist beweerd wordt, waar en nauwkeurig is, luidde zijn antwoord: De uitspraken van verschillende, onderling onafhankelijke psychoraetristen moeten in hoofdzaak elkander bevestigen.« Eveneens verschaft de psychometrie aan 3) De Physiologen en Anatomen een microscoop, met behulp waarvan de organen van levende dieren en de aard der onderscheidene functies gezien, en de weefsels in frisschen toestand onderzocht kunnen worden, terwijl het vitale proces ongestoord wordt voortgezet. Ziekten zullen tot in hare oorsprongen nagespoord, ja zelfs de middelen aangegeven kunnen worden door welke het evenwicht der levens-agentia (electriciteit en magnetisme) weder hersteld kan worden. Het geheim van het leven van elk dier kan onthuld worden van zijn geboorte af tot aan zijn dood. De groote keten van het organisch bestaan kan van schakel tot schakel vervolgd en de aard van hunne betrekkingen tot elkander volkomen in het licht gesteld worden. En welke diensten belooft niet de psychometrie aan 4) De Geschiedschrijvers. »De geschiedenis is de grootste leugenaarster,« zei Voltaire. En prof. William Dentor beweerde dat de waarheid der geschiedenis slechts door de psychometrie aan den dag zal kunnen worden gelegd; en dat de natuur der menschelijke ziel in overvloed verschaft, wat deze in staat is te verlangen. De geschiedenis van de vroegere bewoners van Duitschland, Frankrijk, Engeland en Zwitserland, alsmede de oudere geschiedenis van Griekenland, en Azië, in het bijzonder van Indië, zouden, psychometrisch onderzocht, geheel anders luiden. De geschiedenis der menschheid zou naar millioenen, in plaats van zooals nu het geval is, naar duizenden van jaren berekend moeten worden. Het zand, de gesteenten en de Pyramiden van Egypte zouden, psychometrisch onderzocht, een geheel ander beeld vertoonen. En zoo ook de geschiedenis der overige landen. Het nog bestaande zwaard van Cromwell, door een ontwikkeld psychometrist in de hand genomen om indrukken van dezen grooten geest te ontvangen, zou heel wat verrassends kunnen onthullen. Niet voor niets staan de relequieën van Napoleon I zoo hoog in aanzien; want in hen liggen gedachten en feiten opgestapeld, die voor den biograaf-psychometrist niet langer verborgen verlangen te blijven. Wel is waar heeft de patriot Gust. Struve in zijn »Wereld-geschiedenis« beproefd een «Geschiedenis van het Volk« te schrijven; doch het leven van den geringsten plebejer behoorde even nauwkeurig beschreven te zijn geworden, als de daden van den aanzienlijk sten patriciër. — Uit den kleinsten steen van een oorspronkelijk woonhol, uit een stuk gehouwen marmer, en uit overblijfselen uit de steen-, koperen ijzer-perioden laten zich psychometrisch de één lettergrepige taal der oer-menschen, hun zich langzamerhand ontwikkeld hebbende kunst, hun godsdienst van af het aanbidden van kruipend gedierte tot aan de erkenning van één Goddelijken Geest in het heelal, en nog veel meer terugvinden, wat tot nu toe niet uitgevorscht is en voor immer verloren geacht wordt. Hiermede vertoont zich de waarde eener psychometrische opleiding van hare onberekenbaar practische zijde. En wanneer een huwbaar meisje voor het onverwacht aanzoek van een haar weinig of niet bekend candidaat terugschrikt, behoort geen toespreken, geen overreden, geen wijzen op zijn fortuin, naam of positie dit natuurlijk gevoel van antipathie te trachten uit te wisschen. Zoo gevoelt zich menigeen in bepaalde omgevingen, in zekere huizen, op zekere plaatsen, zitplaatsen in de vrije natuur, enz. »unheimlich« zonder zich daarvan de reden te kunnen opgeven. Zonder eenigen twijfel zijn daar misdaden gepleegd geworden. Zoodat blijkt, dat keizer Napoleon III zeer verstandig handelde, toen hij eens beval een §childerhuis op te ruimen en te verbranden, waarin zich achtereenvolgens drie soldaten hadden opgehangen. Dat geestelijke invloeden aanstekelijk werken en zoowel tot goede als tot slechte daden voeren kunnen is herhaaldelijk waargenomen geworden. Zoo bijv. verhaalt zekere Dr. Copeland *) dat hij eens bij een G-jarig knaapje geroepen was, dat tot zijn derde jaar gezond en sterk geweest was, doch vervolgens langzamerhand, ondanks krachtige voeding, was begonnen af te nemen. Een nauwkeurig onderzoek naar de oorzaak daarvan wees aan, dat de knaap van zijn derde jaar af met zijn grootmoeder in één bed geslapen had. Dr. Copeland schreef voor, dat de knaap alleen en in een andere kamer slapen moest. Terstond en zichtbaar begon de knaap in krachten toe te nemen. Evenzoo werken artsen met gezond uiterlijk voorkomen, door eenigszins langere visites en deelnemend onderhoud veel gunstiger op hun patiënten, dan hun medicijnen. Voor zulke psychometrische indrukken zijn vrouwen *) «Milingens Curiosities of Medical Experience» p. 326. veel ontvankelijker dan mannen, en wel naar verhouding van 5 : 1 (volgens professor Denton). Dit kan ook de oorzaak zijn, waarom vrouwen door haar gevoel in gewichtige, beslissende oogenblikken veel sneller het juiste besluit weten te nemen, dan de mannen met behulp van hun verstand. Wanneer men dan de vrouw vraagt »wat haar tot het nemen van dat besluit bewogen heeft dan is veelal het antwoord: «Omdat het zoo moest.« Dit in het dagelijksch leven als »vrouwenvernuft« aangeduide, is niet anders dan het «psychometrisch gevoelen» door middel van het nog braakliggend zesde zintuig. »0 beste man, laat je toch niet met dien of dien in« hoort men menige vrouw zeggen. «Waarom? Weet ge iets slechts van hem?« »Neen, maar ik gevoel het, dat hij je bedriegen zal.« Zoo gevoelt ook menige vrouw bij diefstallen, wie de dief is, zonder zich rekenschap van dat gevoelen te kunnen geven. Dit zoo zijnde, is het niet overdreven, te beweren: »Der mensch in kommender Tage Sonnen- [schein Wird alles sehen und fast heilig sein.« 1IOE KAN MEN PSYCHOMETRIE ONTWIKKELEN? De mogelijkheden, die 's menschen geest hier op aarde nog bereiken kan, zijn niet vooruit te zien. De basis voor een hoogere geestelijke ontwikkeling wordt ongetwijfeld gevormd door de psychometrie. John Hamlin Dewey, Dr. med. te New York, heeft de mogelijkheden, die de mensch reeds tijdens zijn verblijf in het grof-stofielijk lichaam erlangen kan, om »Gode gelijkende« te worden, in een hoogst interessant boek*) beschreven, dat wel verdiende in alle talen te worden qyprgaasi. Alleen dit komt mij voor geen navolging te verdienen, dat Dewey aanvaardt, jonge kinderen in magnetischen toestand (somnumbulisma) te brengen en ze zoodoende tot »helderzienden« te vormen. Na dit bereikt te hebben, moet men het helderzien er op richten, voorwerpen, personen, brieven, boeken, enz. te doorschouwen! Nadat zulks in somnambulen trance toestand gelukt is, moet de leerling in wakenden toestand zijn gedachten op het bewuste voorwerp concentreeren. Op die wijze wordt de eigenschap van helderzien, helderhooren en helderontwaren ontwikkeld. Een zoodanig te werk gaan met jeugdige zenuwen komt mij echter voor als te ruw, te kunstmatig en derhalve als zenuwstorend. Zenuwziekten van den meest verschillenden aard moeten het gevolg daarvan zijn, en de van allopathische geneesheeren zoo veelal gehoorde «neurasthenie (zenuwzwakte) zou daardoor nog meer slachtoffers maken. Een in alle opzichten betere wijze, voor het in den mensch nog braakliggend zesde zintuig verder te ontwikkelen, is die van prof. Dr. J. R. Buchanan, den 90-jarigen, te San Francisco (Californië) nog steeds werkzamen geneesheer. Meer dan 40 jaren lang heeft Buchanan naar deze richting gevorscht en later als voormalig hoogleeraar aan de «Medical School« te Cincennati, een eigen school te Boston gegrondvest, om werkelijke genezers te vormen. *) »The Way. The Truth and The Life,« a Handbook of Christian Theosophy, Healing and Psychic-Cultura, a new Method of Education, by J. Hamlin-Dewey, Med. Dr. N.-York, J. H. Dewey Publishing company. Uitgaande van zijn opvatting, dat een arts van nature dus als zoodanig geboren moet zijn, d.w.z. de gave moet bezitten, zich in den zieke in te denken, om diens ziekte beter te kunnen herkennen, heeft deze nog op verre na niet genoeg gewaardeerde onderzoeker, als medische studenten alleen «sensitie ven« aangenomen. Met dat doel geeft hij, telkens wanneer zich een 10- of 20-tal candidaten hebben aangemeld, hun in papier gewikkelde en genummerde voorwerpen in de hand. Zij moeten zich vervolgens, en na op stoelen te hebben plaats genomen, laten blinddoeken, om door niets afgeleid te worden. Aan ieder hunner wordt dan bevolen zijn »denken« en »willen« te richten op het gevoel dat het in de hand gehouden voorwerp in hem opwekt. De, den candidaten volkomen onbekende voorwerpen of substanties waren allen van drastischen aard, zooals zout, peper, opium, magneet-ijzer, aluin, kopererts, braakwijnsteen, chinine, enz. Zij die na 10 of 5 minuten de specifieke werkingen, neiging tot braken (tartarus stibiatus,) slaap (opium), buikpijn (j a 1 a p p e), onrust (m a g n e e t-ij z e r), enz., bespeurden, werden door een zachten tik op hun schouder gewaarschuwd, kalm naar de aangrenzende kamer te gaan. Hun die na een half uur nog niets ongewoons ondervonden, werd den raad gegeven liever een andere roeping te volgen, wijl zij zich anders later als genees(?)heeren ongelukkig zouden gevoelen. Door oefening komt men zoover dat men door het in de hand of tegen het voorhoofd houden van een brief of eenig ander voorwerp, dat in handen van een ander geweest is, in zulk een contact met diens magnetisme geraakt, dat men zijn uiterlijk voorkomen, karakter, gezondheid, ziekte en moreelen aard herkennen kan. Tot beter begrip of herkenning van eigen psychometrischen aanleg wil ik nu, een Amerikaansch voorbeeld volgende, beschrijven, welke beteekenis sommige gewaarwordingen of invloeden hebben; bijv. wanneer iemand zich opgeruimd gevoelt, is dat een bewijs van gezondheid naar lichaam en ziel; omgekeerd wijst neerslachtigheid op het tegendeel. Anderen weder die wel lichamelijk gezond zijn, doch door een ongeregeld leven, onverstandige gewoonten (als daar zijn kaartspel bij bier, wijn en sigaren, enz.) des morgens bij het opstaan zich norsch gestemd gevoelen zullen weldra ziek worden. Zoo kan men psychometrisch uit oorzaken tot het vooruitzeggen van gevolgen komen, en op deze wijze bij menigeen het karakter ontcijferen en gezondheid en ziekte zien aankomen. 1) Aardscheinvoeden. Verschijnselen van: Antipathie: Afschrikwekkend uiterlijk: Opgewektheid, levendigheid : Afgematheid: Idem gepaard met onverschilligheid : Wijzen op: Onbevredigde vriendschap. Onzuiver karakter. Besluiteloosheid, weinig tegenwoordigheid van geest, verweekelijkt. Zinnelijkheid en weinig verstand. Wellust. Opvallende bleekheid: Kalme opgeruimdheid: Verstoordheid: Onverschilligheid: Lichtgeraaktheid: Hatelijkheid: Geeuwerig: Blijmoedigheid: In zichzelf gekeerd: Klaagziek: Jongensachtigheid: Ziekte van het hoofd: Idem, met koude, koortsachtige rillingen: Norschheid, wreveligheid : Maaglijdend: Naderend sterven — hetzij van den persoon zelf, hetzij van een sy mpathiek bloedverwant. Zedelijk rein. Gedruktheid van geest, slapeloosheid. Dom, onwetend, weinig of geen initiatief. Voortvarend, doortastend, ongeduldig. Hebzucht, schraapzucht, egoisme. Negatief tegenover anderen, die hem berooven van magnetisme. Gezondheid van lichaam en reinheid van ziel. Koelheid, ongezelligheid, wantrouwen. Leverlijden. Hoopvol op de toekomst vertrouwend. Zenuw-opwinding. Onderhevig aan diarrhee. Leverziek, aan verstoppingen lijdend. Kanker of bloedbederf. Wantrouwen: Nadenkend: Zenuw-achtigheid: Neerslachtigheid: Pathetisch: Rustigheid: Prikkelbaarheid: Strijdlust: Stijfhoofdigheid: Sympathiek: Een hooge borst zettend: Schuwheid: In niets belangstellend: Droomerig: Oneerbiedig: Lafhartigheid: Tevredenheid: Teruggetrokkenheid, conventioneel of gemaakt gedrag. In liefde levende. Eigenzinnigheid, stijfhoofdigheid. Ziekelij k door gebrek aan levens-magnetisme. Symphatiek, lijdzaam, verdraagzaam, geloofwaardig. Bovenzinnelijk geneigde wijze van denken. Zelfzuchtig, arrogant, aanmatigend. Kleingeestig, gevaarlijk, onedel. Bezetenheid, verborgen ziekte. Vriendschap waardig. Eerzucht, trots, gelijkhebberij. Strijdzucht. Visioenen, mediumschap. Idealisme. Zelfbewust, lichtgeraakt. Onzuiver bloed. Matigheid. Vele menschen kunnen ook psychometrisch onderzocht worden door ze aandachtig te observeeren op het oogenblik waarop ze door anderen hun naam hooren noemen; of waarop iemand hun voorbijgaat; of waarop men hen aanspreekt. 2) Beinvloed door: Zich aangetrokken gevoelen: Antipathie: Terugstootend: Argwaan: Gevoel van gekrenkt zijn: Gevoel van afgescheept te worden: Idem van beschaamdheid: Idem van behaaglijkheid, rustigheid: Idem van betoovering: Idem van bedroefdheid: « Idem van bedruktheid: Wijst 'op: Liefde en welwillendheid. Veranderlijke neigingen. Haat, kwaadwilligheid. List, geslepenheid. Kwaadwillig, schatten verzamelend. Meer zinnelijk dan verstandig ; niet zelden met talent begaafd, doch met verkeerd genie. Zwakheid door zich met anderen te vergelijken. Bescheidenheid, deemoedigen geest. Veranderlijke hartstochten. Strijd om zich uit ongunstige toestanden te redden. Ziekelijkheid. Idem van dofheid: Gevoel van opwinding: Idem van bangheid: Idem van eerbied: Idem van vermoeidheid: Idem van verrukking: Idem van plotselinge angst: Idem van vrees: Idem van vroolijkheid: Idem van helderheid van geest: Idem van onverschilligheid: Geeuwen (niet onderdrukt) : Humor, goede: Idem, lichte: Onwetendheid, ontaarding van den geest. Licht beweeglijk gemoed. Trotsche overmoed. Talent, genie. Geestelijk verzwakt; veelal ook zich overgevend aan zinnelijkheid. Vooruitstrevend. Geestelijken invloed door ijdelheid teruggestooten, (laatstbedoelde veelal van onschuldigen aard). Boosheid, hatelijkheid. Zedelijke reinheid. Scherpzinnigheid. Materialistische koelheid. Verminderde levenskracht. In de nabijheid van een magnetiseur wijst het op magnetische ontlading. Vervroolij kende conditiën. Luchthartig en alles van de lichtzijde opnemende. Gevoel van tarting of uitdaging: Idem gepaard met dat van minachting: Gevoel van kwetsbaarheid: Idem van ontstemming: Idem van wantrouwen: Idem van minachting: Idem van medelijden: Idem van zenuwachtige opgewondenheid: Stijve houding: Het bijeenrapen van gedachten: Als van schrik ineenkrimpen: Een gevoel van ontevredenheid. Gevoel van verdrukking: Idem, gepaard gaande met zuchten: Zelfzuchtig enghartig karakter. Zelfzuchtige verwatenheid of zelfgenoegzaamheid. Opvliegend of ongeduldig. Zelfgenoegzame lichtgeraaktheid. Ongeloovig. Bedrogen geworden. Onbestendigheid en zedelijke zwakheid. Deugdlievendheid en welwillendheid. Eigenzinnigheid, arrogance. Gemakkelijk overnemen van gewoonten van anderen. Rein van gemoed. Arglistigheid. Zoeken of streven naar iets onbereikbaars. Geschokte sympathie. Kommer in aantocht. Onrustige houding: Neiging tot tegenspraak: Gevoel van terughoudendheid : Onoprecht, valsch, pretentieus. Geestelijk onrein; onedel karakter. Conventioneel karakter. INVLOEDEN VAN GEESTEN VAN OVERLEDENEN. Wie ten opzichte van geestelijke invloeden sensitief is, kan, wanneer hij tot automatisch of intuïtief schrijven gecontroleerd wordt, uit hetgeen volgt zijn karakter en geschiktheden leeren kennen. Een gewaarworden van: Opgewondenheid: Afgetrokkenheid: Ergernis: Ingenomenheid: Energie: Valschheid, (in wenschen of begeeren): Wijst op: Ontvankelijk; gemoedsbeweging. Nevelige werking van vroegere gebeurtenissen. Lasterzucht. Groote donkerheid. Actieve arbeid. Het tot zich trekken van lage geesten. Hier moet de sensitieve persoon voorzichtig zijn en elke verzoeking weerstaan. Hij moet omhoog streven, het Blijmoedigheid: Geeuwen: Idem, gepaard met slaperigheid: Levendige vroolijkheid: Klaarheid, helderheid van geest: Ziekelijkheid: Matheid: Melancholie: Zenuwachtigheid: Verslagenheid: Gerustheid: Prikkelbaarheid: Rusteloosheid: Slaperigheid: heilige tegemoet, hetwelk zich alleen door liefde — niet door haat — aangetrokken gevoelt. Gelukkig zijn. Afgeven of verlies van magnetisme. Gebruik van tabak, opium, alcohol, enz. Vol vertrouwen voorstrevend. Intellectueele ontwikkeling. Werkelijk gestoorde gezondheid, (veelal ook grooten mediamieken aanleg.) Vleeschelijke lusten. Verloren liefde. Gebrek aan wilskracht en onthouding. Rouw. Vrede. Twistzucht. Door het geweten geplaagd. Werking van voorafgegane en voortgezette zwelgerij. Schrik en angst: Stijve houding: Idem gepaard met uitputting : Zich ongelukkig gevoelen: Een gevoel van verhevenheid: Idem vandroomerigheid: Traagheid: Gedruktheid: Ontevredenheid: Wenschen: Ziels-ziekte (door misdaad.) Gevaar van bezetenheid. Bezetenheid. Lagen, zinnelijken invloed. Invloed van hooge geesten. Idealisme. Geestelijke ingenomenheid. Lijden door voormalig egoisme. Lijden door voormalige excessen. (Zie valschheid). N.B. Inspiratie door geesten (bij mediums) bewijst talent, doch niets omtrent moraliteit. De moraliteit moet door den ondervonden invloed aangekweekt en de ontvangen leeringen moeten nageleefd worden. Het innerlijk gevoelen, te voorschijn geroepen en in overeenstemming gebracht met de uit de geestenwereld ontvangen leeringen, voert het medium zeker opwaarts. Omgekeerd brengt het niet naleven van dat onderwijs het medium meestal ten val. ONBEWUSTE INDRUKKEN. Bij het lezen van een aanteekening of van een brief, waarin een beleediging of eenig onrecht voor- komt, verraadt zich de invloed daarvan op het gevoel volgenderwijs. Gewaarwordingen van: Schrik-aanjaging; alarmeerende berichten: Ergernis: Niet bevrediging: Weinig of geen belangstelling : Betoovering: Bevredigende waarheid: Onverschilligheid voor iets; Uitdaging: Gestelde vragen: Sympathie: Schokkende berichten: Verraden: Boosheid en ongerechtigheid. Aanmatiging en zelfzucht. Vergeten waarheid. Algeheel ignoreeren. Inspiratie (valsche of ware.) Innerlijk erkende waarheid. Geringschatting. Zelfzuchtige motieven, pijnlijke gevoelens. Twijfel. Aangename gevoelens. Opgewondenheid. VOORGEVOELEN. Dit doet zich bij tal van menschen voor, zoodat zij soms vrij nauwkeurig komende gebeurtenissen zien plaats grijpen. Het volgende is op den waarnemer zelf, zoowel 3 als op anderen van toepassing — op hemzelf hoofdzakelijk wanneer hij alleen is en niet door anderen wordt afgeleid — op anderen, door hen scherp te observeeren op het oogenblik waarop zij eenig bericht of een brief ontvangen. De oorzaak van: Plotseling ontvangen indrukken: Terugstootende gewaarwording, bij het betreden van eenige plaats, kamer, oord enz. Bezorgdheid: Uitputting (zonder logische redenen): Angst (voor de toekomst): Idem (plotseling ontstaande) : Angst (schokkenden): Vreugde (plotselinge): Idem (door aan iemand te denken): Gevoel van ontevredenheid: beteekent: Ontvangst van onwelkom bericht. Bedrog, arglistigheid, wandaad. Moeielijkheden op den levensweg; ophanden zijnd bedrog. Bezetenheid. Komende beproevingen. Dreigend gevaar. Levensgevaar. Slag van het noodlot in verband met liefde. Kan reden van bestaan hebben; doch ook in boosaardige vreugde veranderen. Streven naar iets onbereikbaars. Idem, gepaard met uitputting : Idem met onrust: Gestoorde zielsrust: Gelatenheid, berusting: Geestes zwakheid: Idem met zuchten: Gelukzaligheid: Neerslachtigheid: Rusteloosheid: Idem gepaard met angst: Idem gepaard met wantrouwen : Innerlijke droefheid: Onbehaaglijk gevoel: Vertwijfeling: Schroomvalligheid, bedeesdheid , blooheid (in doen en laten): Op handen zijnde ziekte. Verdriet en ziele-lijden. Liefdelooze gedachtenbron. In harmonie met de natuur levende. Medelijden in aantocht. Dreigende smart en kommer. Goede berichten in aantocht. Dat wij gezondigd hebben tegen de natuurwet der liefde. Intrigues hier of daar gesponnen. Loerende wraak wegens gepleegd recht of onrecht. Onschadelijke intrigues. Onder het noodlot gebukt gaande. Verzuimde plicht. Komende kommer en verdriet. Waarschuwing stegen te lang overleggen« en »uitstellen.« Opwindenden inhoud. Ijverzuchtige gedachten golven. Siddering (bij het openen van een brief): Ineenkrimpen van schrik (zonder zichtbare oorzaak) : N.B. Meerdere soortgelijke gewaarwordingen zullen vele lezers bij zichzelven hebben waargenomen. Dat zij hun een bewijs dat zij psychometrisch zijn aangelegd. Vele hunner zullen hunne gewaarwordingen bereids zoo aandachtig bestudeerd hebben, dat ze zich ten opzichte van komende gebeurtenissen niet meer vergissen zullen. Sommigen zullen nog andere dan de bovenvermelde oorzaken en de gevolgen daarvan in zich hebben opgemerkt. In ieder geval raden we hun, in het boven aangevoerde een handleiding te zien om zichzelf te observeeren en daaruit de riehtiga gevolgtrekkingen te maken. REGELEN VOOR HET KARAKTERLEZEN. Wel is waar kan iemands karakter door middel van phrenologie, gelaatkunde, uit de lijnen der hand, uit het handschrift en uit de zichtbare rimpels in het voorhoofd, herkend worden; alleen, nu en dan zijn deze uitwendige teekenen bedriegelijk, wat echter bij Psychometrie niet het geval is. Deze tak der wetenschap behoorde in alle scholen onderwezen te worden, wijl daardoor tal van misdrijven voorkomen, en de leerlingen tot nadenken aangespoord zouden worden. De Psychometrie (zielsmeting) heeft haar ontstaan te danken aan Professor Dr. J. R. Buchanan, destijds, 1842, hoogleeraar aan de »Medical schook te Cincinnati. Het was de voorbode van het Hedendaaagsche Spiritualisme. Zooals we boven reeds zeiden, heeft prof. Buchanan door zijn experimenten met het concentreeren der gedachten op voorwerpen die, verborgen in het een of ander, in de hand gehouden worden, ontdekt, dat daardoor de ziel of het innerlijk wezen dier voorwerpen veelal op verrassend nauwkeurige wijze beschreven kan worden. Sommigen werden, zoodoende, helderziend en maakten in die richting dagelijks merkwaardige vorderingen. Anderen vernamen gedurende die proefnemingen stemmen, die veel wetenswaardigs meedeelden. Anderen wederom werden langs dezen weg geschikt gemaakt om de lichamen van zieken te doorvorschen en ziekte-vormen te diagnoseeren. Nogmaals anderen ondervonden de werking van zekere medicijnen en spijzen, zonder die ingenomen of gegeten te hebben, en ontdekten daardoor geheel nieuwe waarheden. En zoo vond Buchanan uit, in welke richting de betrokken persoon ontwikkeld kon worden. De sleutel daartoe is gelegen in het feit, dat van elk voorwerp een magnetische uitstrooming uitgaat. Deze uitstroomingen zijn te vergelijken bij den magnetischen geur, dien de bloemen verspreiden en die op verschillende menschen hun inwerking doen gevoelen. Zoo ook hebben kerkhoven een bizondere magnetische uitstrooming, wier werking op sommige menschen zoo sterk is, dat het hun bijna niet mogelijk is daar langs te gaan. En zoo ook worden psychometrischaangelegden, niet zelden in hun eigen woning, door een of ander plotseling opkomend gevoel er op- merkzaam op gemaakt, dat zulk een gewaarwording iets te beteekenen heeft. Het komt dus maar daarop neer, dat iets nader te onderzoeken, om zich van de beteekenis van zulke eigenaardige gewaarwordingen bewust te worden. Daardoor kan — wellicht eerst na eeuwen — bereikt worden, dat wij hier op deze aarde reeds naar engelen gelijkende wezens, en dus aangelegd zijn, om te leven tot nut van ons zeiven en van anderen. Hoe vaak komt het niet voor, dat menschen, de woning van een in harmonie levend gezin binnentredende, opeens een aangename gewaarwording in zich ondervinden, of juist het tegenovergestelde daar waar tweespalt, haat en strijd heerschen. Helaas echter zijn de menschen nog niet zoo engelrein, dat ze zich voor hen, die door tegenspoeden getroffen zijn, zullen opofferen. Wanneer de menschheid eenmaal meer geestelijk ontwikkeld zal zijn, dan zal er veel aan den dag komen, dat in meer sympatieke verhouding staande, beter begrepen zal worden. Meer in het bizonder echter zal men zich dan van de emanatie (Aura-uitstraling) bij sensitieven bewust zijn; want het zijn juist deze uitstralingen, die door haar magnetischen aard het psychometrisch gevoel doen ontstaan. Tot nu toe zijn nog slechts weinigen zich van hun psychometrische kracht bewust, in de eerste plaats de Universiteits-professoren niet. Doch wanneer eenmaal erkend zal zijn, dat de wanden eener kamer, haar meubelen, afzonderlijke voorwerpen, en geschriften enz. geheimen openbaren kunnen, die men tot nu toe onoplosbaar geacht had, dan zal men zich een andere voorstelling van de in ons vooralsnog verborgen kracht vormen. Een verhevener moraal zal het natuurlijk gevolg zijn en de psychometrie zal erkend worden het noodwendig middel te zijn, om ons zesde zintuig tot ontwikkeling te brengen. Alle sensitieven zijn, in zekeren graad, mediums en gevoelig voor de magnetische stroomingen der lucht. Waar veel menschen wonen, moet natuurlijk de dampkring van geheel ander magnetisme vervuld zijn, dan waar een landstreek, huis of kamer meestal van menschen verstoken is. Een plek in de vrije natuur waar — een huis of kamer waarin — een bank, boom, enz. in wier nabijheid — een edele daad of een misdrijf gepleegd is, doet bij den psychometrisch aangelegden bezoeker of voorbijganger een streelend, resp. stuitend gevoel opkomen. Is de psychometrische aanleg voldoende ontwikkeld, dan dringt het gevoel door tot het helder bewustzijn. Daarom behooren zulke onbestemde gewaarwordingen niet veronachtzaamd, veel minder onderdrukt, doch door oefening, dat wil zeggen, door een herhaaldelijk bezoeken van dezelfde plaatsen, geobserveerd en bestudeerd worden. Treden bij sensitieven voorgevoelens aan den dag, die later bewaarheid worden, dan kan dat een profetischen aanleg tengevolge hebben. Niet zelden voert dit tot clairvoyance. Het Helderzien is een vermogen, dat echter meestal aangeboren is en dat zich tegenwoordig meer en meer bij nog zeer jonge kinderen begint voor te doen. Om dit te verklaren, is het Spiritualisme de eenige wetenschap die tot dat doel leidt. Er zijn zelfs menschen, namelijk aan de universiteiten, die het helderzien (tweede gezicht loochenen, en het visioen, hallucinatie, illusie en verbeelding noemen; doch ook de verklaring daarvan blijven ze schuldig, een Latijnsche of Grieksche benaming moet maar voor een verklaring worden gehouden; immers ook een visioen is een »iets,« zij het ook een ontastbaar iets. En wanneer twee of meer personen eenzelfde »visioen« (*) krijgen moet iets objectiefs — daadzakelijk waarneembaars — de oorzaak daarvan zijn. Een hallucinatie is intusschen veelal heel wat anders dan louter bedrog. Elke schilder, beeldhouwer componist, stelt zich eerst in den geest dat voor, wat hij tot uitdrukking brengen wil. Daarom is de verbeelding (phantaisie) een heerlijke gave, die behoorlijk ontwikkeld, dichters, redenaars, wijsgeeren, schrijvers vormen kan. Groote musici hooren reeds in den geest de muziek, die zij, neerschreven, door het orchest tot hoorbaren indruk brengen. Het in den geest (psychometrisch) zien en hooren is derhalve van onberekenbare waarde en behoorde niet onontwikkeld te blijven; want als behoorlijk ontwikkeld zesde zintuig geeft het ons een Kompas in de hand, dat ons steeds een betrouwbare gids en waarschuwer op onze reis door het leven zal blijken. Kinderen zijn veelal sensitiever dan op meer gevorderden leeftijd. Zij blijken niet zelden veel scherper waarnemers dan volwassenen; zij zijn in hun (*) Hiervoor hebben dergelijke geleerden ook een verklaring (?) gevonden, n. 1. «collectieve hallucinatie.* Bouml Vert. beoordeelen van vreemde bezoekers veelal meer betrouwbaar zelfs dan wetenschappelijk wel onderlegden, die daartoe hun kennis van physiognomiek (gelaatkunde) phrenelogie (schedel leer) en metoposcopie (leer der voorhoofds-rimpels en plooien) te hulp roepen; want kinderen laten zich meer door hun binnenste leiden, terwijl volwassenen meer op het uiterlijk afgaan. Later gaat deze gave bij kinderen door oefening d. w. z. door hun opvoeding, aangeleerd oordeelen, enz, verloren, en het natuurlijke wordt door het conventioneele verdrongen, terwijl door een oordeelkundig ontwikkelde psychometrie de innerlijke mensch rechtstreeks doorzien kan worden, dat wil zeggen, hoe hij in werkelijkheid is, niet hoe hij door zijn manieren, en wijzen van zich voordoen, schijnt te zijn. Bij sommige kinderen blijft deze gave latent (sluimerend, onwerkzaam) doch evenals bij een genie breekt ze zich later baan, en voert zij het levensschip triomfeerend door de golven van het leven, evenals den zeevaarder door zijn kompas, door alle gevaren heen, den weg gewezen wordt naar de veilige haven. De Geest is de Beheerscher van den zichtbaren mensch. Dat bewijst het feit, dat iemand nog pijn in een geamputeerden arm of voet gevoelt, als of dat lid nog niet verloren was. Wijl nu zulks met een enkel lid het geval is, moet ook het geheele lichaam, in disharmonie gebracht, daardoor aangedaan worden; daarom ook wordt onze geest na den dood veelal nog lang verontrust door zijn te groote zelfzucht tijdens het leven op aarde. Het Spiritualisme leert, dat wij onze slechte hartstochten bestrijden moeten. Heeft men zich in dezen strijd reeds op aarde geoefend, zoodat het goede de overhand heeft gekregen over het kwade, dan is zulk een geest niet aan de aarde gebonden. Wellicht zal hij aan gene zijde nog voor heel wat moeten boeten; doch de ziel gevoelt zich, door het vele goede, dat ze volbracht heeft gerustgesteld en bevredigd. Een deugdzaam leven te leiden is niet zoo moeilijk, daartoe wordt slechts vereischt den ernstigen wil om te doen wat goed, en te laten wat slecht is. En ieder die zijn geest wil inspannen, de moraal niet slechts als een wetenschap of philosophie, doch tevens als een godsdienst te beoefenen, zal in dit-zijn geestelijk willen het eenig ware middel vinden om de gewaarwording van gelukzaligheid te verwezenlijken. Liefde is het smalle pad, dat wij allen volgen moeten, willen we eenmaal de gouden straten van het Elysium betreden. "Wijl de geest de beheerscher van ons wezen is, zoo is ons lichaam eerst dan als dood of gestorven te beschouwen, wanneer de geest het lichaam volkomen heeft afgelegd. Zooals bekend, is zulks bij Schij ndooden niet het geval. Ook hier is slechts door psychometrie uit te maken of werkelijk de dood ingetreden is. De medische school weet geen beter middel, dan het lijk drie dagen te laten liggen en de doodsvlekken als eenig zeker teeken te beschouwen. Dit conventioneel voorschrift echter is meermalen onbetrouwbaar gebleken. Men late het lijk door een psychometrist onder- zoeken, en deze zal, indien de dood werkelijk is ingetreden, een gevoel van schrik en afkeer ondervinden, wat steeds een bewijs is, dat het levensmagnetisme uit het lichaam geweken is. Hier laat zich de vraag inschakelen: WAT IS HET ONDERSCHEID TUSSCIIEN PSYCHOMETRIE EN MEDIUMNITEIT ? Daar 's menschen geest na het sterven als zelfbewust wezen blijft voortleven, mogen we veilig aannemen, dat die geest, na korteren of langeren tijd, hoogere eigenschappen zal bezitten en in staat zal zijn ons dingen te onthullen, die voor ons van het hoogste gewicht zijn. Dit is echter slechts gedeeltelijk juist, en wordt zoowel door mediums als door psychometristen weersproken. Ook zijn de methoden volgens welke beiden bij hun onderzoek te werk gaan, geheel verschillend. De psychometrist is een wakend denker; het medium echter een lijdelijk werktuig, dat door een geest (bescherm- of gelei-geest) in beweging gezet wordt. Echter kan het zich voordoen, dat iemand tegelijkertijd medium en psychometrist is, dat wil zeggen: tegelijkertijd denker en spreker. De psychometrist verhoudt zich ten opzichte van het te onderzoeken subject als positief, geheel zelfstandig denker, het medium daarentegen, gevoelt zich als een negatief, afhankelijk spreker en agens. Gene kan onmogelijk een passief recipient zijn; deze onmogelijk een actief medewerker; wanneer laatstbedoelde er naar streeft dat te zijn, is hij eenvoudig: een bedrieger. Ieder eenigszins sensitieve ondervindt aardsche of geestelijke invloeden door een of ander hem onverklaarbaar gevoel, zonder daarbij uit zijn evenwicht te geraken. Door een .soort voorgevoel kan hij een voorspeller worden of een of andere Waarheid herkennen, bijv. wanneer een sensitieve zich door een voordracht, preek, brief of dagblad-artikel getroffen gevoelt, dan bespeurt hij in de maagstreek, in de sympathische neaven-plexus (zonne-vlecht) een eigenaardig gewriemel. Bevat het bericht iets aangenaams, dan is die gewaarwording streelend en bevredigend. Op deze wijze laat zieh de toekomst door opwekkende of treurige voorgevoelens vermoeden. Alles komt hierbij neer op zelfwaarneming en oefening. De wetenschappelijke grond hiervoor is, dat de geest alles doordringt, en waarheid, zoowel als leugen en bedrog gevoelt. Eveneens berust het geheim der Zoogenaamde Toover-roede. door middel waarvan bronnen, mineraal-lagen en metaal-aderen ontdekt kunnen worden op de natuurwet der psychometrie. In Engeland, Amerika en ook in Duitschland (en ongetwijfeld door geheel de wereld) vindt men zulke »bronnen-vinders« en het is algemeen bekend dat Chicago, ondanks de aanspraken van geleerde geologen, door een van alle onderwijs verstoken gebleven Ier, James Abram, van het heerlijkst drinkwater is voorzien geworden, dat geleverd wordt door een water-ader die, door James Abram, die tevens helderziend was, kunstig en op zes kaartbladen geteekend was geworden, van af de stad Chicago tot aan het rotsgebergte aan gene zijde van de Mississipi. *) *) Deze teekening op zes kaartbladen werd door James Abram in zestig uren voltooid. Een geoefend topographisch teekenaar zou daarvoor zestig weken tijds vereischt hebben. Bijna iedereen zal de proefneming met de tooverroede gelukken, wanneer hij een vorksgewijs uitloopenden hazelaar beurtelings in de rechter- en linker- met de palm buitenwaarts gedraaide-hand houdt, zóó dat het vorkvormig einde van den hazelaar nederwaarts gekeerd is. Nadert men op die wijze een rivier of stroom (geen meer of stilstaand water) dan zal men bespeuren dat het naar boven gekeerde einde van den hazelaar krachtig in de richting van het water naar omlaag buigt. *) Hier moge ook Lavater's leer der GELAATKUNDE vermeld worden, door middel waarvan men uit iemands gelaatstrekken zijn of haar karakter herkennen kan. *) Om het karakter op te maken uit de kleur der oogen heeft Lavater aangegeven, dat lieden met blauwe oogen geheel andere eigenschappen bezitten, dan die met zwarte, hazelnootkleurige of bruine. Volgens Lavater en anderen, die zijn waarnemingen beweren getoetst te hebben, zal bijv. een vrouw met blauwe oogen nimmer haar man ontvluchten en ontrouw worden, nimmer strijdlustig zijn, niet te veel en niet te weinig spreken, aan huiselijk comfort de voorkeur geven, verstandig, aangenaam en beminnenswaardig zijn. Grijze oogen bewijzen sluw- *) Ik zelf heb in het voorjaar van 1859 — toen ik nog geen spiritualist was — op raad van een vriend, aan de Niagara-rivier herhaaldelijk deze proef genomen en mij van dit geheimzinnig neerbuigen van het naarboven gehouden (dus niet het volksgcwiju uitloopende) einde van den hazelaar overtuigd. Dr. G. v. L, ' * **) Johan Kaspar Lavater de menschlievende predikant in 1801 te Zürich overleden. Zijn kunst, de karakters van menschen te herkennen schijnt intusschen meer gelegen te zijn geweest in zijn psychometrische eigenschap. Dr. G. v. L. heid en talent. Zulke oogen worden veelal gevonden bij groote denkers en dito zeevaarders. Bij vrouwen beteekenen grijze oogen meestal meer hoofd dan hart. De grijze oogen zijn onderling zeer verschillend in kleur en uitdrukking, zulke oogen kunnen vurig, innemend, schalksch, koel, listig of boosaardig zijn; doch immer zullen ze meer verstand dan gemoed verraden. Zwarte oogen bewijzen vuur, heroisme, en vastheid van karakter, doch soms ook duivelachtige geaardheid. Zwarte oogen bij mannen maken meestal op vrouwen diepen indruk. (Gunstig of ongunstig wordt niet vermeld.) Groenachtige oogen moeten moed, trots en energie beteekenen. Vooruitstekende, groote ronde oogen bewijzen taalkennis en scherp waarnemings-vermogen. Diepliggende oogen wijzen op het tegendeel, doch tevens op meer afgerond en dieper nadenken. Ronde oogen moeten helderziende kracht bezitten en meer gevoel dan verstand te kennen geven. Kleine oogen zijn niet helderziend, de bezitters echter denken en gevoelen des te meer. Een neerhangend onder-ooglid wijst aan, dat de bezitter zijn evenmensch scherp weet te beoordeelen en af te takelen, echter zichzelf goed kan verdedigen. Hangt dat onder-ooglid zeer sterk omlaag, zoodat het wit van het oog, onder de.puf>»l , zichtbaar blijft, — neem u dan voor zoo iemand in acht! De wenkbrauwen kunnen dik of dun, grof of fijn, glad, borstelig, gebogen, recht, regelmatig of onregelmatig zijn. Dit alles zou, met betrekking tot temperament en karakter een bepaalde beteekenis hebben. Dikke, sterk ontwikkelde wenkbrauwen, moeten wijzen op een krachtig temperament. Borstelige en onregelmatige zouden beteekenen: hardheid van karakter. Dunne, fijne en gladde wenkbrauwen wijzen op een fijn organisme en op een werkzaam, doch niet heerschzuchtig temperament. Hiermede wordt alleen den raad gegeven, wat alzoo geobserveerd dient te worden, om iemands karakter nauwkeurig te bepalen. Zoo bijv. wil ik ten slotte nog de VOORHOOFDRIMPELS vermelden. Deze tak der wetenschap (?) noemt zich Metoposco pie, dat wil zeggen, de kunst om uit de rimpels van het voorhoofd te lezen. (Men ziet aan geleerd-klinkende benamingen, waaruit men niets wijzer wordt, heeft het nooit ontbroken. Vert.) Volgens de »Remedia Sympathetica« zijn er zeven hoofdrimpels in het voorhoofd van den eenen slaap tot aan den anderen, die zich meestal eerst op rijperen leeftijd vertoon en. Vermoeiende hersenarbeid, zoomede een ongelukkige jeugd door kommer en verdriet, kunnen den aanleg daartoe reeds vroegtijdig ontwikkelen. Hoofdregelen zijn: a. Scheeve voorhoofdrimpels — vooral wanneer, ze evenwijdig loopen — treft men aan bij zwakke, argwanende karakters en armen van geest. b. Rechte, bijna evenwijdig loopende rimpels beteekenen: een gezond oordeel, goed karakter, verstand, eerlijkheid en rechtgeaardheid. c. Talrijke rimpels in de bo ven-hel ft van het voorhoofd, terwijl de onder-helft glad blijft, is een onmiskenbaar teeken van domheid. De zeven Hoofdrimpels, die zich meestal van slaap tot slaap uitstrekken, heeten: 1.) De Saturnus-rimpel, zijnde de hoogst — het meest nabij het haar — gelegene. a.) Ontbreekt de Saturnus-rimpel, dan ontbreekt het den persoon ook niet aan kleine onvoorzichtigheden en staan hem voortdurend ongelukken te wachten. b.) In het midden afgebroken is een teeken van een rusteloos leven. c.) Sterk ontwikkeld is een bewijs van goed geheugen, volharding, geluk en komend vermogen. N. B. Een liggende halve kring (aldus w) boven in het midden van het voorhoofd beteekent een zeer sterk geheugen. 2.) De Jupiter-rimpel, zijnde de tweede van boven at. a.) Gebogen, beteekent: groote dwaasheden. b.) Ontbrekende, beteekent: inconsequentie en armoede. c.) Goed ontwikkeld: eer, rijkdom, verstandige .leefwijze. 3.) De Mars-rimpel, zijnde de derde van boven af. a.) Gebroken, beteekent: snel afwisselende gemoedsstemming. b.) Ontbrekende, beteekent: zachtheid, blooheid, bescheidenheid. c.) Sterk ontwikkeld: stoutmoedigheid, toorn, heftigheid. 4.) De Zonne-rimpel, zijnde de vierde van boven af. a.) Ontbrekende, beteekent: gierigheid, schraapzucht. b.) Gebroken: knorrigheid, veelal ruw en gierig, niet zelden ook beminnenswaardig en vrijgevig (m. a. w. beteekent zoowat niets. Vert.) c. Sterk ontwikkeld: matigheid, wellevendheid, neiging tot rust en om anderen gelukkig te maken. 5.) De vijfde of Venus-rimpel, is als van veel gewicht te beschouwen. a.) Sterk ontwikkeld beteekent: geneigdheid tot liefde, weelde en zwelgerij. b.) Gebroken en onregelmatig vertoont hij zich bij zinnelijke menschen die intusschen niet zelden tot een verstandiger leefwijze terugkeeren. Mannen met zulke rimpels zijn trouw indien zij met de vrouw hunner keuze gehuwd zijn. c.) Deze rimpel ontbreekt bij koele gevoellooze karakters; kuischheid is dan geen verdienste, wijl de verzoeking zich niet voordoet. Bij de meest kuische monniken als bijv. capucijnen ontbreekt deze rimpel volkomen. N. B. Met den hierboven aangeduiden halven kring beteekent: sluwe minnehandel. 6.) De zesde of Mercuriu s-rimpel. a.) Sterk ontwikkeld komt deze voor bij dichters, redenaars en kunstminnaars. b.) In het midden gebroken: bij alledaagsche menschen. 4 c.) In het geheel niet ontwikkeld: is de persoon een nul in gezelschappen. N. B. Met meerbedoelden beteekent: groote dwaasheid. 7.) De zevende, xjjüiL*le diepste of M a a n-r i m p e 1. «.) Goed ontwikkeld, beteekent: koud temperament, melancholie. b.) Zwak ontwikkeld: snel afwisselende vroolijkheid en treurigheid. c.) Geheel ontbrekende: een steeds lustig persoon, vroolijkheid, spel en tijdverdrijf om zich verlangende. N. 13. Met in het midden: neiging tot strijd en gekibbel. Zoo willen velen ook dat uit den vorm van den neus, de ooren en de kin, het karakter is op te maken. Dit is wel een bewijs dat wij onder den invloed van geheel het universum staan en nog vele natuurwetten voor ons verborgen schijnen die ons mettertijd allen helder voor het bewustzijn zullen treden en tot meer wijsheid voeren zullen. De menschheid verkeert nog steeds »in staat van wording« en zal eerst dan haar bestemming op aarde bereikt hebben, wanneer zij alle natuurwetten, de physische zoowel als de psychische, het kleine zoowel als het groote »Universalgesetz,« den Mikrokosmos (mensch) als den Makrokosmos (uitspansel) geheel zal kennen. Hiertoe dient echter — wellicht eerst over een of tweeduizend jaar — een nadere openbaring te komen. De Openbaring der Wijsheid, voor welke wij nu nog niet rijp zijn; want eerst moeten we geleerd hebben de Openbaring der Liefde op onze medemenschen in praktijk te brengen.