"'i-T*- '• rali> yV , fAv-, N' '*ïlwi' "5 ff? Hnfif .mt II j ^ " RIJKSARCHIEF IN DRENTE. DE Archieven van de Schuitengerechten «n Drente DOOR Mr. J. Q C. JOOSTING, Rijksarchivaris in Drente. BOEKHANDEL EN DRUKKER 1.1 voorheen E. J. BRILL - LEIDEN. 1907. INLEIDING. De veldwinning van het Christendom in Drente bracht met zich de verdeeling van Drente in kerspelen. Was 't aantal hiervan vermoedelijk in den eersten tijd gering, in de 12de of 13de eeuw is wellicht de toestand ontstaan, dien wij in de latere middeleeuwen aantreffen en die in hoofdzaak nog (zij 't ook in sommige opzichten gewijzigd) voortbestaat in de indeeling van Drente in gemeenten. Vermoedelijk toch heeft de kerkelijke indeeling zich gegrond op die in marken, terwijl wederom de indeeling in schuitambten steunt op die in kerspelen. Voorzoover thans nog is na te gaan, kwamen immers de schuitambten overeen met de kerspelen. Uitzonderingen werden bijna uitsluitend daar gevonden, waar Drentsch grondgebied ressorteerde onder een buiten Drente gelegen kerspelkerk (de Wijk onder Yhorst, een gedeelte van Zuidwolde onder Averreest) '). Hoewel bekend, is 't wellicht goed, hier ter plaatse nog te herinneren, dat 't schuitengerecht niet de uiting was van de zorg voor de gemeenschappelijke belangen der marken, doch slechts door de hoogere bes'turen in 't leven was geroepen ten dienste der administratie en der rechtspraak. De plaatselijke belangen werden in engeren zin behandeld door de markegenooten, door 't „boerhoorn" bijeengeroepen, en, over een grooter territoir, ') Doch ook in 't oosten van Drente, waar meerdere kerspelen samen één scholtambt vormden (Anlo, Gieten en Znidlaren, - Emmen, Odoorn en Roswinkel). door de gevolmachtigden van het uit eenige marken bestaand kerspel, in sommige zaken bijgestaan door den sohulte. De schuiten werden oudtijds benoemd door de landsheeren, dus in Drente door de bisschoppen van Utrecht, later door Karel van Gelder Sedert het optreden van stadhouders stelden dezen, met de overige ambtenaren, ook de schuiten aan. Niet altijd geschiedde dit evenwel zonder verzet van Ridderschap en Eigenerfden, die gaarne deze macht aan zich hadden getrokken. Bij zijne verrichtingen, werd de schulte veelal bijgestaan door 2 keurnooten of buren, terwijl in enkele gevallen bovendien wordt medegewerkt aan de rechtshandeling door een drietal „seeckeren", vonniswijzers. In de keuze der keurnooten of buren zal de schulte eenigszins beperkt zijn geweest; althans bij overdracht van vast goed moesten zij genomen worden uit de geerfden in de marke, waarin dat goed gelegen was. De archieven der schuitengerechten bevatten dus het verhandelde bij den schulte met zijne medewerkers of wel bij den schulte alleen. Wat de crimineele zaken betreft, deed de schulte onderzoek naar begane misdrijven, ook voor zoover zij niet door de buren op de goorspraken waren aangebracht. Hij deed degenen, die hun lijf verbeurd hadden, vatten en leverde hen over aan den drost '). In civiele zaken van weinig belang sprak de schulte, met zijne bijzitters, recht, behoudens hooger beroep op den etstoel, wanneer 't onderwerp van 't geschil niet al te onbelangrijk was. Bepaaldelijk trad hij op bij aan- en uitpanding wegens schulden, in lateren tijd wel bij uitsluiting 't verhandelde bij „de lage bank" genoemd. Een zeer belangrijk deel van 's schuiten tijd werd daarenboven in beslag genomen door zijne werkzaamheden met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak. In de hierachter beschreven archieven vinden wij den terugslag van de opgenoemde plichten. Aanwezig zijn stukken betreffende de administratieve werkzaamheden van den schulte; stukken betreffende zijne medewerking aan de regeling der ') Aan drost en geconvoceerde etten was de berechting der crimineele zaken opgedragen. grondschatting ') en der haardstedengelden, stukken betreffende zijn optreden bij inkwartiering, besmettelijke veeziekte, enz. Ook voor de bekendmaking der door de Staten-Generaal of' de Staten van Drente uitgevaardigde placcaten en publicatiën werd zijne hulp gebruikt. Hij ontving van Drost en Gedeputeerden deze stukken toegezonden ter afkondiging in zijn ressort 2). Dan hebben wij enkele stukken betreffende de uitoefening door de schuiten en de keurnooten van de gewone rechtspraak, meestal processtukken, en de registers van de lage bank (de aan- en uitpandingen wegens schulden). • Ten slotte de stukken betreffende de verrichtingen van de schulte ten opzichte van de vrijwillige rechtspraak. Het schijnt, dat ieder schulte hierin te werk ging naar zijn believen; was hij nauwkeurig, dan hield hij protocol der voor hem verleden acten: andeis geschiedde dit niet en was dus 't aan partij afgegeven stuk 't eenig bewijs der rechtshandeling. 'tWas daarom dat Ridderschap en Eigenerfden op 14 Maart 1671 bepaalden: „2°. dat oock alle schuitessen in dese landtschap van nu aff „geholden sullen sijn, goede en pertinente protochollen te holden „van alle versegelde, verstookte off oock alleen verstookte rente„brieven, transporten en hijpothequen, soo tijtlijx voor haer „sullen worden belijet off voor anderen belijet, waervan de „prothocollatie sal worden versoght, sonder dat de schuitessen „voor die voor haer gepasseerde eenich meerder salaris sullen „mogen prsetenderen, maer van die voor anderen gepasseert, „alleen een schellingh hebben te genieten; „3°. dat alle aldus geprothocolleerde brieven voor anderen, niet „geprothocolleert sijnde, schoon older in dato, sullen worden „geprsefereert; „4°. dat alle degene, soo tegenswoordich eenige rentebrieven *) Zoo werden ook in 1741 de schuiten en de schatbeurders gemachtigd tegen nieuwjaar registers op te maken van de nieuw getimmerde huizen en aangemaakte landen, die geen schatting betaalden (Resolutiën R. en E. dd. 21 Maart 1741). *) Opdat hieraan goed de hand zou worden gehouden, schreven Ridderschap en Eigenerfden den schuiten voor, dat zij deze placcaten zouden liasseeren en registreeren, en ook zulk een register aanleggen voor de resolutiën van R. en E. en D. en G., hun ter publicatie toegezonden (Resolutie R. en E dd. 18 Maart 1756). „sijn hebbende, geholden sullen sijn, deselve binnen de tijtt „van een halff jaer nae de publicatie deser te doen prothocolleren, „bij de poene hijrboven art. 3tio vermeit." Bij vergelijking van den hierachter volgenden inventaris vinden wij weinig protocollen dagteekenend van voor 1671. Geheel toevallig is dit niet; met de zooeven medegedeelde resolutie in de hand mogen wij aannemen, dat zulk eene afwezigheid niet wijst op 't verloren zijn gegaan in verloop van tijd, doch op 't nimmer hebben bestaan. En wanneer men ziet, hoevele registers sedert nog ontbreken of althans de blijken dragen van groote onvolledigheid, dan verwondert men zich er niet meer over, dat de plaatselijke archieven over 't algemeen van zoo weinig beteekenis zijn. Ruim 2ö jaren later werd een gelijk besluit genomen ten opzichte der testamenten. Sedert 1698 moesten ook deze worden geregistreerd '). Het reglement op de heffing der collaterale successiën en vrijwillige verkoopingen dd. 1716 vorderde (in art. 8) aangifte door den verkrijger der goederen bij den ontvanger dezer belasting. Dit beginsel werd in 't reglement dd. 1788 verlaten2). Uitdrukkelijk werd voorgeschreven die aangifte niet te doen bij den ontvanger doch ,,aan de respective gerichten, waaronder „het stervhuis behoord of de opdragt, overgang of giften etc. „etc. etc. geschied zijn" (art. 8). In art. 9 van genoemd reglement werd van het gericht gevorderd, nauwkeurige registers ter zake te houden, den ontvanger daarvan inzage te verleenen en uittreksels eruit te doen toekomen o. a. aan den ontvanger, die bleef innen. Het doel van deze wijze van behandeling was ongetwijfeld, een nauwkeurige controle op de betaling der belasting te hebben, zoodat ontduiking niet mogelijk zou wezen. Van enkele plaatsen zijn registers ook van vóór 1788 voorhanden. Veel komt dit niet voor. Het is mogelijk, dat zij verloren gingen, maar ook dat de resolutie dd. 1751 (zie noot 2 hieronder) weinig effect heeft gesorteerd. 1) Resolutie R. en E. dd. 13 Dec 1698. s) In 1751 was reeds bepaald, dat de aangifte ook zou kunnen geschieden bij den schulte, in wiens ressort de goederen waren gelegen of 't sterfgeval had plaats gehad (resol. R en E. dd. 23 Maart 1751). Nog steeds evenwel bleef de zorg der schuiten voor de registers der vrijwillige rechtspraak niet groot. Leveren in andere provinciën de registers van vrijwillige rechtspraak eene kostelijke bron voor onderzoekingen van allerlei aard, hier komt 't herhaaldelijk voor, dat men geen geregeld onderzoek naar de herkomst van een huis of stuk land kan instellen om de eenvoudige reden, dat telkens en telkens weer een schakel ontbreekt. In buitengewone mate ergerlijk was de wanzorg van sommige schuiten voor de voogdij-registers '1). De landschrijver ging daarom op inspectie uit en bevond, dat den prijs der slordigheid wegdroegen de schuiten van Coevorden, Dalen, Eelde en Vries. Deze kregen toen eene scherpe aanmaning, te zorgen, dat hunne „pupillaire „protocollen" binnen een bepaalden tijd in orde zouden zijn gebracht *). De schulte van Vries, die meende dat de zaak niet zoo'n vaart zou loopen en den order niet opvolgde, werd geschorst 8). Nu de aandacht op de zaak was gevallen, werd tevens onderzoek gedaan naar de andere protocollen. Aan de zooeven genoemde schuiten van Coevorden en Dalen werd gelast hunne protocollen aan den magistraat van Coevorden te vertoonen, opdat deze zou nagaan, in hoeverre nalatigheid was betracht4). Op 28 October 1802, onder 't Overijselsch bewind, werd eene nieuwe instructie voor de schuiten uitgevaardigd. ^ Deze schreef hun in art. 12 voor „bijzondere prothocollen" te houden: „lmo. van contentieuse zaken staande ter beslissing van de „lage bank, „2do van verzegelingen, obligatiën, schuldbekentenissen en „fideicommissen, „3tio. van executiën en distractiën, „4to. van momberstellingen, „5o. van ter leen gegevene goederen en in het voeder vee, *) Resolutie R. en E. dd. 19 Maart 1793. 2) Resolutie Drost en Gedeputeerden dd. 2 Mei 1793. ») Resolutie Drost en Gedeputeerden dd 15 Nov. 1793 *) Resolutie Drost en Gedeputeerden dd. 26 Mei 1794. ,6°. een algemeen prothocol van vrijwillige zaken, „7*. van 30sten en 40sten „penning gelijk ook de registers daarop „behoorlijk in orde houden." Dientengevolge werd in alle schuitambten een stel registers in gebruik genomen voor de verschillende acten van gewone en vrijwillige rechtspraak Zooals wij reeds zagen geen overbodige weelde. De loopende registers werden daarnaast veelal aangehouden en zoodoende de schuldbekentenissen voortaan geboekt afgescheiden van de acten van overdracht, terwijl een enkele schulte ook voor de testamenten een afzonderlijk register gebruikte. Enkele jaren later kwam er weder wijziging in de behandeling der stukken Was 't vroeger gewoonte, de acten te concipieeren op een stuk papier ') en de op perkament geschreven grosse af te schrijven in 't register, sedert 1808 werden minuten vervaardigd bestemd om ter griffie van het schuitengerecht te blijven berusten, terwijl afschriften daarvan aan particulieren werden uitgereikt. Ook deze acten werden volledig of in uittreksel in de betrokken registers ingeschreven. In verband met de inlijving en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in 't justitieele deelde de gewezen landdrost, van hooger hand aangeschreven, den president van 't gerechtshof mede het tweede kapittel van titel V van het keizerlijk decreet d.d. 8 November 1810, met verzoek de noodige maatregelen te nemen, dat hieraan kon worden voldaan. Den drost der civiele justitie en den schuiten werd opgedragen „hunne registers, „papieren en minuten het politiek bestuur niet reflecterende" op 28 Februari 1811 's middags 12 uur, onder bijvoeging van een inventaris, over te geven aan den provisioneel fungeerenden onderprefect of zijn gemachtigde 2). Volgens dit voorschrift is gehandeld, de schultengerechtsarchieven onder 't vredegerecht van Assen zijn op 28 Februari 1811 in handen gesteld van den gewezen landdrost, waarnemende de ') Of misschien de conceptie achterwege te laten. — Uitzonderingen komen echter voor. ') Verbaal van het verhandelde bij den sous-prefect dd 24 Februari 1811 L'\ B. No. 55. sous-prefecture '). En op 5 Maart d.a v. kon deze den keizerlijken procureur bij de rechtbank der eerste instantie te Assen mededeelen, dat alle schuiten hadden voldaan aan 't bevel2). Op 12 Maart d.a.v. zijn toen de archieven overgenomen door genoemden procureur en geborgen ter griffie van de rechtbank 3). Een deel der schultengerechtsarchieven is evenwel sedert verhuisd naar het hypotheekkantoor. Of men dit deed op grond van de wet van 21 Ventöse an VII4), zou ik niet met zekerheid kunnen zeggen. Had men die wet inderdaad op 't oog, dan heeft men haar zeer gebrekkig uitgevoerd en tal van registers en stukken ter griffie gelaten, die naar 't hypotheekkantooi hadden behooren te worden overgebracht. Op 22 Febr. 1890 nam mijn voorganger, ter uitvoering van de bekende koninklijke besluiten, over van den substituut-griffier bij de arrondissement s-rechtbank te Assen: 1. „eenige losse ordelen uit de jaren 1596 — 1604; 2. „eenige protocollen van het schuitengerecht van Coevorden „alkomstig; zijnde: „momboir-protocollen, vijf banden; „testamenten, transporten enz., vier banden; „aanteekeningen van ter leen gegeven waarden, één band ; „contentieuse zaken, één band; „executien, twee banden; samen twaalf banden; 3. „benevens eenige losse papieren, tot nog toe aanwezig „op een der bovenzalen van het paleis van justitie te Assen." Op 30 April 1894 volgden daarop de onder den hypotheekbewaarder berustende archivalia der schuitengerechten; op 5 Mei d.a.v. het nog ter griffie van de rechtbank berustend overschot. Alle stukken afkomstig van de schuitengerechten zijn toen weer samengesmolten tot één geheel Dat in verloop van tijd ook van deze archieven een en ander ') Verbaal alsvoren (ld 28 Februari 1811 La. B. Nos. 71 en 73. 4) Verbaal alsvoren dd. 5 Maart 1811 La. C. N°. 18. ■> Verbaal alsvoren dd. 12 Maart 1811 La. C. N°. 46. *) Catalogus v 'd archieven der collegiën, die voor 1811 binnen de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functies uitgeoefend hebben, blz. V. verloren was gegaan, behoeft geen betoog. Hetgeen tot ons is gekomen wordt hierachter omschreven. Korte noten geven inlichting omtrent den omvang der verschillende schuitengerechten en de wijzigingen in verloop van tijd daarin aangebracht. De stukken van particulieren aard zijn telkens opgenomen aan 't eind van 't archief van ieder schuitengerecht. Enkele aanstellingen van schuiten vindt men daaronder Maakte ik in de inleiding op den inventaris van de archieven van den etstoel en de hem opgevolgde collegiën tot 1811 gewag van de wenschelijkheid, de rechterlijke en administratieve deelen van de archieven der schuitengerechten bijeen te voegen, dit is niet geschied. Op grond van art. 103 der Gemeentewet meende de Minister van Binnenlandsche Zaken niet te mogen overgaan tot opvraging van de gemeenten van de administratieve gedeelten der schultengerechtsarchieven. Inventaris. A. Dingspel Zuidenveld. I. Schuitambt Coevorden-Schoonebeek '). — «795 NB. Het schuitambt Coevorden-Schoonebeek omvatte de kerspelen Coevorden (Coevorden, 't Klooster, de Loo, Padhuis, de Pothof, Vlieghuis en Weyerswold) en Schoonebeek (Schoonebeek). Over 1795—1802 is Schoonebeek van Coevorden gescheiden geweest als zelfstandig schuitambt; na 1802 waren beide weder vereenigd. 1. Afschrift eener lastgeving dd. 10 October 1655 van den drost aan de schuiten van Rolde en Zweelo om een gevangen vrouw uit Assen naar Coevorden te vervoeren en aan den schulte van Coevorden om haar te doen opsluiten. (c. 1655). 1 stuk. 2. „ Protocol van acten end annotatien in den gerichte van „Coeuorden geschiet coram me Thoma van Bemmel, weghen „hoogher overicheyt scholtis der stadt Coeuorden ende Schoone„beek, samptlijcke cornooten. tz[ede]rt het jaer 1626." — Protocol van het verhandelde tot de civiele rechtspraak bij schulte en keurnooten of den schulte van Coevorden, tevens register van acten van vrijwillige rechtspraak voor Coevorden en Schoonebeek, gedagteekend d.d. 16 December 1626 1628 Juli 20 en 21 October 1633—1640 November 6 en geregistreerd door den schulte over 27 December 1626—1628 Juli 20, 21 October 1633—1640 November 6. 1 deel. ') Vergelijk Mr. S. Gratama, Eenige rechtsbronnen van Coevorden. in Versl. en meded. oud vad recht, II. bladz 369 vlg. NB. Niet blijkt, waarom hiernaast bestond een tweede protocol (zie N8. 3), waar in beide protocollen gelijksoortige acten worden gevonden. Het 2de protocol is blijkens opschrift aangelegd door den opvolgenden schulte, die echter ook het hier beschreven protocol gebruikte. 3. „Pr(o)decoll. Acten ende annotatien in den gerichte van „Coeuerden voer mij Roelokff Sijnnck scholtes anno 1629."— Protocol van het verhandelde tot de civiele rechtspraak bij schulte en keurnooten of den schulte van Coevorden, tevens register van acten van vrijwillige rechtspraak voor Coevorden en Schoonebeek, gedagteekend dd. 1608 — 1639 November 4 en geregistreerd door den schulte over 9 Mei 1629—1637 Januari 29, 29 Januari en 5 Februari 1638, 21 October en 4 November 1639. Voorzien van een alphabetischen index op de voornamen der betrokken personen, bevattende de letters A—L. 1 deel. NB. Zie de noot bij N°. 2. De acten dd. 1638 en 1639 zijn ingeschreven op blz. 127 & 128, tusschen andere dd. 1630. Onbeschreven zijn de bladzijden 9, 11— 15, 18—31, 35—53, 55-67, 69-77, 79- 85, 93, 95, 98-101, 103-111, 113, 117, 120—124, 126, 129, 131—133, 139, 142, 143, 149—153, 160, 172, 173, 175, 181, 183, 185, 187, 193, 195, 196, 255, 297, 299. 4. Protocol van het tot de civiele rechtspraak verhandelde bij schulte en keurnooten of den schulte van Coevorden, tevens register van acten van vrijwillige rechtspraak voor Coevorden en Schoonebeek, gedagteekend dd. 14 Juli 1642 —1656 Juli 28 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 4 deelen. NB. In het 2de deel is eene acte, volgende op eene dd. 12 Maart 1644, onvolledig. 5. Boek, bevattende: a. protocol van het tot de civiele rechtspraak verhandelde bij schulte en keurnooten van Coevorden, 5 Januari—5 Septem¬ ber 1670; b. afschriften van acten van overdracht enz. dd. 1651—1662, ten behoeve van Lambert Jonoh Otten, schoolmeester te Schoonebeek, en Anna Wenninge e.1. (het slot ontbreekt); c. register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 3 October 1627—1671 October 27 en geregistreerd door den schulte over 27 Juni—14 December 1671 ; d. register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 1662 (?) — 1676 Mei 31 en geregistreerd door den schulte over 12 December 1674 — 1676 Mei 31. 1 deel. NB. Het eerste beschreven blad is afgescheurd. Voor het onder b—d genoemde is het boek aan de keerzijde begonnen. 6. „Van daagelijksche rechtshandelingen," „beginnende met „den 13 Sept. 1726". — Protocol van het tot de civiele rechtspraak verhandelde bij schulte en keurnooten van Coevorden, gehouden door den schulte over 18 September 1727—1790 Juni 21. 1 deel. NB. De oude titel is ontleend aan den inventaris van het schultengerechtsarchief van Coevorden door Mr. S. Gratama (Bijlage II tot het jaarverslag van den rijksarchivaris in Drente over 1889 N°. 30). Het boek is vooraan geschonden; aan de acte dd. 18 September 1727 gaat vooraf het slot eener andere. Over 1733—1737 en 1750—1759 zijn geene acten voorhanden (voor het inbinden verloren gegaan?). Terwijl het eerste gedeelte den naam van protocol verdient, bevat het andere afschriften. Achter in het boek is afgeschreven het bij schulte en keurnooten van Coevorden over 1738—1740 verhandelde in zake de vordering van J. Visser tegen A. Cock, weduwe van den schulte A. Stuirman, tot teruggave der gelden, door eischer in 't gericht geconsigneerd en ten onrechte (door A. Stüirman?) „gedemanueert". 7. Stukken betreffende het tot de civiele rechtspraak verhandelde bij schulte (en keurnooten) van Coevorden, 1728—1790. Met enkele stukken (gedeeltelijk in afschrift) dd. 1638, 1645, 1655, 1670, 1687,1704, 1712,1715,1724 en z.j.; en (1792?;, 1794. 13 portefeuilles. NB. Bij de processtukken enz. werden blijkens de inventarissen ook bewaard de minuten van het ter zake verhandelde voor schulte en keurnooten. Waarom zeer vele minuten niet zijn geregistreerd in het protocol, genoemd onder N°. 6, is niet gebleken. Het stuk dd. 1687 is aangekocht op eene boekverkooping te Amsterdam in 1893. 8. Minuten en afschriften van acten, verleden voor schulte en keurnooten van Coevorden en den schulte, met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak, met enkeie daarop betrekkelijke stukken, 1738—1793. Met enkele oudere stukken (in origineel of afschrift) van de jaren 1531 a 1728. 1 portefeuille en 6 charters. NB. Zie de regesten N°". 6—11 en 13. De weinige stukken dd. 1531 a 1728 kunnen, althans gedeeltelijk, een overblijfsel zijn van de oudere serie der in den tekst beschreven stukken, doch ook behoord hebben bij processen als anderszins. Zeer vele minuten zijn geregisteerd in het 2de register beschreven onder N°. 11. 9. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, gedagteekend dd. 26 Augustus 1668 — 1794 December 22 en geregistreerd door den schulte over (Maart a Mei) 1684 — 1794 December 22. 6 deelen. NB. Nauwkeurig geschiedde de registratie niet: o. aan de keerzijde van eene acte, geregistreerd in 1693, staat eene geschreven in 1696 ; b. tusschen 1737 & 1765 ontbreekt een deel; c. over 1765 — 1790 werden de acten geschreven op losse bladen, die later werden ingebonden, waarbij sommige werden vergeten, die later tusschengevoegd zijn; de achter het deel gebonden lijst vermeldt die tusschenvoegsels niet; d. van registratie blijkt ook niet over 1790 — 1792 en 1794—1796. Deel 1 (1684—1710) is gefolieerd 1—100 en daarna 1 — 115. Bij deel 3 eindigt de pagineering met 365, terwijl deel 4 begint met 529 240 en onmiddellijk daarop volgt 554. Achter de acten geregistreerd over 1792—1724 bevinden zich lijsten dier acten. In verschillende registers komen onbeschreven bladzijden voor. ÏO. Register van testamenten, acten van opening van testamenten, van makingen enz., gedagteekend dd. 13 November 1752—1801 September 29 en geregistreerd door den schulte over 11 December 1790 — 1801 September 30. Met inhoudsopgave. 1 deel. NB. Bij de losse stukken betreffende de vrijwillige rechtspraak is een testament dd. 1728, met dorsale aanteekening „Regta in „het prothocol van testementaire dispositien fol. 159 en 160 per „me A. Stuirman, scholtus". Ook uit 't begin der 18de eeuw heeft dus een register als het hier beschrevene bestaan, dat echter is verloren gegaan. Dit boek, aangelegd in 1790, is voor de acten over 1795—1801 betreffende het schuitambt Coevorden vervolgd. 11. Protocol van acten in voogdij- en huwelijkszaken, gedagteekend dd. 13 October 1692—1793 Augustus 25 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 2 deel en. NB. Naast oorspronkelijke acten vindt men ook afschriften; de titel protocol is dus niet geheel juist. II. Schuitambt Coevorden. 1795—1802. NB. Zie het aangeteekende bij I Coevorden—Schoonebeek. 12. Publicatiën van te houden verkoopingen ten overstaan van schulte en keurnooten. 1797—1800. 1 omslag. 13. Register van acten van vrijwillige rechtspraak ook in voogdijzaken, gedagteekend dd. 1 Mei 1763—1802 December 11 en geregistreerd door den schulte over 27 Februari 1796—1802 December 23. Met inhoudsopgaven. 2 deelen. 14. Register van testamenten, acten van opening van testamenten, van makingen enz., gedagteekend 2 Februari —30 October 1802 en geregistreerd door den schulte over 3 Februari — 1 November 1802. 1 deel. NB. Vergelijk N°. 10. 15. Protocol van acten in voogdij- en huwelijkszaken, gedagteekend dd. 13 Maart 1795—1802 December 10 en geregistreerd door den schulte over 13 Maart 1796—1802 December 11. 1 deel. 10. Stukken wellicht betreffende de werkzaamheid van den schulte in voogdijzaken. (1801?). 1 omslag. NB. Aanwezig zijn: a. een concept-verklaring van overlijden van de grootouders van Berkndina Niterink ; b. eene aanteekening omtrent den doop van genoemde Berendina en 't overlijden van hare ouders en hare grootmoeder van moederszijde. Het eerste stuk is geschreven door B. Slingenberg (schulte sedert 1795), 't tweede loopt over 1776—1801. In t momberprotocol vindt men op 16 Juni 1801 geregistreerd de eedsaflegging der voogden over Johanna Netkring, minderjarige zuster van genoemde Berendina. III. Schuitambt Schoonebeek. 1795—1802. NB. Een besluit der landschapsregeering tot splitsing van het schuitambt Coevorden c.a. in Coevorden (stad en heerlijkheid) en Schoonebeek is niet gevonden. Wel blijkt, dat op 27 Mei 1795 de schulte van het vereenigd schuitambt ontslagen was, dat op 29 Mei d. a. v. de verkiezing van A. Ellen tot schulte van Schoonebeek werd goedgekeurd, en op 21 Januari 1796 die van B. Slingenberg tot schulte van Coevorden (resol. Gec. Repr. i.d.). Blijkens de protocollen waren de schuitambten sedert Januari 1803 weder tot één samengevoegd. 17. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, gedagteekend dd 19 Juli 1779—1802 October 23 en geregistreerd door den schulte over (1796—1802)? 1 deel. NB. Onder de acte d.d. 23 October 1802 (pag. 45) zijn kwijtingen ter zake geschreven d.d. 1803—1805, welke door den schulte op 24 Juni 1805 zijn geregistreerd. IV. Schuitambt Coevorden-Schoonebeek. 1803-1811. NB. Zie het aangeteekende bij III Schoonebeek. 18. „Register van publicatiën, notificatiën etc. voor 't schoutsambt Coevorden en Schoonebeek." — Lijst der publicatiën, notificatiën enz., uitgegaan van de centrale regeering in den Haag, de departementale regeering te Zwolle en de landschapsregeering te Assen, ingekomen bij den schulte (genummerd Nos. 1—524). '20 December 1802— 1810 April 19. 1 deel. NB. Hierin is ook vermeld eene notificatie van den schulte van Coevorden d.d. 4 Maart 1803 „over 't openen van 't stemregister te Schoonebeek." 19. Verzoek van den procureur-generaal aan de schuiten van Rolde, Zweelo, Dalen en Coevorden om verstrekking van levensonderhoud aan J. A. Schröedeb, die over de grenzen wordt gebracht, 1808. M°t 2 aanteekeningen omtrent boetstraffelijke zaken z. j. 1 omslag. 2© Verzoek aan schulte en keurnooten van Coevorden om tot aanpanding over te gaan d.d. 1807; en 2 onvoltooide aanzeggingen van aanpanding en daglegging d.d. 1810. 1 omslag. 21. „N°. 1. Van contentieuse zaken". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten van Coevorden in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorende aan ingezetenen in dat schuitambt, gedagteekend d.d. 15 Januari 1803 — 1809 December 13 en geregistreerd door den schulte van Coevorden over dienzelfden tijd. Met inhoudsopgave. 1 deel. 2 22. „Prothocol van executiën en distractiën voor het scholtambt «Coevorden en Schoonebeek". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten van Coevorden in zake executie van roerend goed, behoorende aan ingezetenen van of aanwezig in dat schuitambt, gedagteekend 26 Februari 1803—1810 Juli 16 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Met inhoudsopgave. 1 deel. 23. Publicatiën van publieken verkoop en verhuring van onroerend goed in 't schuitambt, na aflezing ingekomen bij den schulte (November 1802?) — 1811 Maart 21. 1 omslag. NB. Bijna alle stukken zijn publicatiën van publieken verkoop (1806—1811); daarnaast zijn slechts aanwezig de voorwaarden der jaarlijksche verhuring van eenige goederen d.d. 1802—1805, welke eveneens gepubliceerd moeten zijn geweest. 24. Minuten van acten van overdracht van onroerend goed (verkoop, boedelscheiding en ruiling) verleden voor schulte en keurnooten van Coevorden en Schoonebeek (genummerd Nos. 1—71; met lijst tot N°. 68). 7 Juli 1808—1811 Februari 27. 1 portefeuille 25. „Algemeen prothocol van vrijwillige zaken voor het „scholtambt Coevorden en Schoonebeek". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d 20 Mei 1741—1809 Augustus 1 en geregistreerd door den schulte over 8 Januari 1803- 1809 Augustus 1. Met inhoudsopgaven 2 deelen. 26 Minuten van obligatiën en borgtochten verleden voor schulte en keurnooten van Coevorden en Schoonebeek (genummerd Nos. 1—17; met lijst). 22 Juli 1808—1810 Juli 2. 1 portefeuille. 27. „Prothocol van verzegelingen, obligatiën, schuldbekentenissen en fidei-commissen voor het scholtambt Coevorden „en Schonebeek." — Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 12 Mei 1746—1810 Juli 2 en gere- gistreerd door den schulte over 15 Januari 1803—1810 September 6. Met inhoudsopgaven. 2 deelen. 28. Minuten van testamenten, verleden ten overstaan van den schulte (genummerd Nos. 1—12; met lijst). 11 September 1809—1811 Februari 15 1 portefeuille. 29. „Prothocol des scholtambts Coevorden en Schonebeek van „ter leen gegevene goederen enz." — Register van acten van verkoop of andere beschikking ten opzichte van roerende goederen en vee en van inventarissen van goederen, waarvan het gebruik tijdelijk is afgestaan, gedagteekend dd. 13 Juni 1803—1810 April 6 en geregistreerd door den schulte over 14 Juni 1803— 1810 April 30. Met inhoudsopgave. 1 deel. 30. Minuten van acten in voogdijzaken, van eenkindschap en van aanstelling van curatoren en executeurs-testamentair, verleden voor schulte (en keurnooten) van Coevorden en Schoonebeek (genummerd N°s. I —19; met lijst). 28 Juli 1809—1811 Februari 26. 1 portefeuille. 81. Minuten van acten van volmacht, voogdijstelling door de moeder, toestemming voor pupillen tot het aangaan van een huwelijk en getuigenverklaring, verleden voor schulte (en keurnooten) van Coevorden en Schoonebeek (genummerd Nos. 1—31; met lijst). 11 Augustus 1809—1811 Februari 16. 1 portefeuille. 32. „Prothecol van momberstellingen voor het scholtambt „Coevorden en Schoonebeek". — Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d d. 7 April 1803—1811 Februari 26 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 3 deelen. NB. In de eerste twee deelen inhoudsopgaven. V. Schuitambt Dalen-Oosterhesselen. — 1811. NB. Het schuitambt Dalen-Oosterhesselen omvatte de kerspelen Dalen (Dalen, Dalerveen, Wachtum en Nijensleek) en Oosterhesselen (Gees, Oosterhesselen, Zwinderen en de Klenke). 33. „Extrackt uit het declaratoir der getekende personen int „caspel Dalen ingevolge publicatie en reseluitien in dato den „24 September 1795." — Gewaarmerkt afschrift d.d. 1796 van de lijst der personen in het schuitambt, die het door Representanten van Drente op 24 September 1796 vastgesteld declaratoir van trouw aan de nieuwe orde van zaken hebben geteekend; met latere onderteekeningen d.d. 1796 en 1797. 1 stuk. NB. Dit stuk is afkomstig van het hypotheekkantoor, wellicht uit het 2de deel van het register genoemd onder N°. 38. Het stuk is gewaarmerkt door den schulte. Is het misschien gebruikt door den schulte in zijne rechterlijke functie om vast te stellen, wie als keurnooten konden optreden? Vergelijk b.v. de publicatie van R. en E. d.d. 24 Maart 1789. 34. „Protocol van aangaven in de 40te penning beginnende „met den 11 Meij 1804." — „Prothocol der 40®te penning „over 't schoutampt Dalen en Oosterhesselen, aangelegd April „1804." — Protocol der aangiften in de belasting van den 40sten penning, wegens aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 11 Mei 1804—1805 December 31. Met inhoudsopgave aan de keerzijde van het boek. 1 deel. NB. Achter de inhoudsopgave volgt nog eene onvoltooide inschrijving eener aangifte d.d. 1808. 35. „N°. 1. Prothocol van contentieuse zaaken staande ter „beslissing van de laage bank, 18}03". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorende aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 16 Maart 1803—1807 October 13 en geregistreerd door den schulte over 18 Maart 1803—1807 October 14. Met inhoudsopgave aan de keerzijde van het boek. 1 deel. 36. „N°. 3. Dalen, Oosterhesselen. Van executiën en distrac„tiën. I8f03". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorende aan ingezetenen van het schultambt, gedagteekend d.d. 10 September 1804 en 14 Juli 1808 en geregistreerd door den schulte op 20 September 1804 en 16 Juli 1808. 1 deel. NB. Slechts 2 acten zijn ingeschreven. 37. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, verleden voor den schulte (genummerd Nos. 1 28). 15 April 1809—1811 Februari 1. 1 portefeuille. 38. Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 1646 1810 December 14 en geregistreerd door den schulte over 26 September 1674—1811 Januari 8. Met alphabetische indices op de voornamen der schuldenaren in de eerste 2 deelen en eene inhoudsopgave in het derde. 3 deelen. NB. In het eerste deel d.d. 1674—1736 zijn ook geregistreerd eenige acten van momberstellingen, verleden voor den schulte dd. 1 Augustus 1676 (fol. 204), 19 November 1677 (fol. 27 ver8°), 4 Januari 1678 (fol. 28), 24 October 1678 (fol. 203 verso )t 4 December 1679 (fol. 47); en enkele aanteekeningen omtrent afrekening van den schulte met particulieren sedert 1646. Na 1803 werd dit register in hoofdzaak alleen gebezigd voor de inschrijving van schuldbekentenissen, terwijl de acten van overdracht van onroerend goed en de testamenten afzonderlijk werden geregistreerd (zie N°. 39). Deze splitsing is echter niet zuiver volgehouden. De wijze van inschrijving doet vermoeden, dat 't register onregelmatig gehouden is. Voor de acten verleden in voogdijzaken werd in 1724 een afzonderlijk register aangelegd (zie N°. 42). 3». „N°. 6. Algemeen prothocol van vrijwillige zaaken van het „schoutampt Dalen en Oosterhesselen. 18'03 . Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend dd. 9 April 1803 1811 Januari 31 en geregistreerd door den schulte over 10 April 1803—1811 Januari 14 (sic). 1 deel. NB De jongste acte is gedagteekend 31 Januari 1811 en geregistreerd 14 Januari 1811. Moet dit misschien zijn 14 Februari 1811 ? Zie de noot bij N°. 38. 40. Stukken betreffende de werkzaamheid van den schulte met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak, behalve in voogdijzaken 1671 —1810. 1 omslag. NB. Afkomstig van het hypotheekkantoor. Hierbij eene vordering en 2 kwijtingen voor particulieren d.d. 1722, 1735 & 1792; en eene verklaring d.d. 1792 van den geauthoriseerden schulte van Dalen en Oosterhesselen, dat in het „schuitprothocol van Oosterhesselen" geene schuld voorkomt ten laste van den gedeputeerde T. Kijmmkll (in dorso ter secretarie van 't landschap gemerkt „geregistreerd"). 41. Acten in voogdijzaken, verleden voor den schulte 1744, 1745. Met 2 bewijsstukken, behoorende bii eene voogdiirekening d.d. 28 Maart 1742. 1 omslag NB. De acten zijn geregistreerd in het eerste voogdijregister vermeld onder N. 42 op fol. 367—371, 372, 376—379, 380,381, 400—436; de 2 bewijsstukken behooren tot eene post groot 279—0—12 daarin vermeld op fol. 157. Afkomstig uit het voogdijregister. 42. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 9 Mei 1724— 1746 Juli 6 en 26 April 1788—1811 Februari 1 en geregistreerd door den schulte over 7 September 1725 (?)—1746 Juli 6 en 26 April 1788—1811 Februari 8. Met alphabetischen index in het 2de deel. 2 deelen. NB. Misschien is het lst« deel (1724 -1746) in gebruik genomen in 1725: voorin ligt een brief d.d. 7 September 1725 van den boekhandelaar J. Lknsink te Meppel, waarbij hij den schulte toezendt een „protocol a 6 boeken papier met een alphabet". De alphabetische index in het 2<*f' deel ia gesteld op de voornamen der overledenen, over wier kinderen voogden zijn gesteld, of op de voornamen dier kinderen zelf; verder op de voornamen van personen, die een eenkindschapseontract hebben gesloten; op de voornamen der kinderen, omtrent wier kostgeld eene overeenkomst is gesloten; op de voornamen der hoofdmombers, die voogdijrekening hebben gedaan; op de voornamen der personen, voor wier kinderen staat en inventaris is opgemaakt, enz. VI. Schuitambt Sleen — 1802 en —1811. NB. Het schuitambt Sleen omvatte het kerspel Sleen (ZuidSleen, Noord-Sleen, Erm, Diephoorn en den Hooi). In 1758 werd de schulte van Sleen tevens aangesteld tot schulte van Zweelo (oude staten-archieven, Register van commissiën), zonder dat evenwel de vereeniging van beide schuitambten tot één werd uitgesproken. In 1788 ontvingen Zweelo en Sleen ieder een schulte (t.z.pl.). Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 November 1802 werden de schuitambten van Zweelo en Sleen tot één vereenigd. Niettegenstaande deze vereeniging werden echter verschillende protocollen en registers voor ieder der beide deelen van 't schuitambt afzonderlijk vervolgd (zoo N». 43, 44 en 47 voor Sleen en Nos. 49, 50 en 53 voor Zweelo). 43. „Novum prothocollum wegens de collaterale successiën „en vrijwillige verkopinge, beginnende met de landsdagh 1751"'). — Protocol der aangiften in de belastingen van de 30ste en 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte van Sleen, en na 1802 alleen voor Sleen, over 29 Maart 1751—1810 Februari 10. 1 deel. NB. Het boek is in 1772 aan de keerzijde begonnen; over 1779 — 1804 werd het aan beide zijden gebruikt; over 1805—1810 alleen aan de keerzijde. Los hierin ligt eene aanteekening eener aangifte gedaan in 1809. Zie 't aangeteekende ia 't hoofd. ') Zie de Inleiding bladz. 6 noot 2. 44 Register van acten van vrijwillige rechtspraak (raeerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d d. 27 September ] 701 — 1810 November 17 en geregistreerd door den schulte van Sleen, en na 1802 alleen voor Sleen, over 24 April 1726—1810 December 5. Met alphabetische indices op de voornamen der schuldenaren. 2 deelen. NB. Het lste deel d.d. 1726-1765, blijkens opschrift in gebruik genomen op 1 November 1725, draagt tot titel „Novum „prothocollum", „nieuw prothocol"; er heeft dus een ander bestaan, dat oudere acten bevatte doch nu verloren is. In het lste deel is aan de keerzijde ingeschreven een huwelijkscontract bij 2de huwelijk d.d. 1739. Zie 't aangeteekende in 't hoofd. 45. Stukken betreffende de werkzaamheden van den schulte met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak, behalve in voogdijzaken. 1783, 1790, 1792. 1 omslag. 46. Huwelijkscontract tusschen Willem Beebends, weduwnaar van Roklofje Hendriks en Zwaantje Nijsino, weduwe van Roelof Renting, met medewerking der voogden over beider minderjarige kinderen. 25 Januari 1799. 1 stuk. NB. Dit stuk (een door den schulte gewaarmerkt afschrift) zou volgens aanteekening erop van den schulte geregistreerd zijn in het momber-protocol (genoemd onder N°. 47, deel 1) fol. 340. Dit is echter niet het geval. Wel zijn op bladz. 345 en 346 in genoemd register geregistreerd de voogdijstellingen over de minderjarige kinderen der beide contractanten. 47. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend dd. 14 September 1741 —1811 Februari 23 en geregistreerd door den schulte van Sleen, en na 1802 alleen voor Sleen, over 14 September 1741 —1811 Februari 25. 2 deelen. NB. Deze boeken zijn in dorso geteekend ,1 Momboirs-pro„thocol" en „II Momboir-prothocol". Wanneer dus, wat waarschijnlijk is, een ouder register heeft bestaan, is het reeds lang verloren. Het lste deel is aan de voorzijde gebruikt over 1772- 1810, aan de keerzijde over 1741 — 1756. Het 2de deel bevat slechts 3 acten d.d. 23 Februari 1811 (geregistreerd 25 Februari 1811). 48. Verklaring van H. RoaiNG en K. Adriaans omtrent van den predikant gepachte goederen, waaraan waardeelen verbonden waren, 1789; met door den schulte in 1739 gewaarmerkt afschrift eener aanteekening d.d. 1644 van Ds. C. Wachloo omtrent de pachtgoederen der pastorie. 1 omslag. NB. Waarvoor deze stukken zijn gebruikt, is niet bekend. VII. Schuitambt Zweelo — 1802 en —1811. NB. Het schuitambt Zweelo omvatte het kerspel Zweelo (Aalden, Benneveld, Meppen, Wesup en Zweelo). Zie verder het aangeteekende bij VI Sleen. 4». „Prothocol van de collaterale successiën en vrijwillige „verkopinge voor 't caspel Zweelo, begint den 25 April 1788 . Protocol der aangiften in de belastingen van de 30s,e en 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte van Zweelo, en na 1802 alleen voor Zweelo, over 25 April 1788—1810 Februari 12. 1 deel. NB. Het boek is sedert 1803 aan de keerzijde gebruikt voor de aangiften wegens collaterale successiën. Zie het aangeteekende bij het hoofd van VI. 50. Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 9 December 1680— 1810 Juli 25 en geregistreerd door den schulte van Zweelo, en na 1802 alleen voor Zweelo, over 29 December 1677-1810 December 4. 2 deelen. NB. In het l8te deel (d.d. 1677—1715, met enkele latere acten tot 1727) zijn ook geregistreerd acten voor den schulte van Zweelo verleden in voogdijzaken. Zie het aangeteekende bij het hoofd van \ I. 51. Stukken betreffende de werkzaamheden van den schulte met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak, behalve in voogdijzaken. 1776, 1777. 1 omslag. NB. Hierbij eene overeenkomst tusschen de eigenerfden en gevolmachtigden van het kerspel omtrent de vergoeding te genieten door den comparant van het kerspel op den landdag, 1792. 52. Minuten van acten in voogdijzaken, verleden voor den schulte. 1784, 1788. 1 omslag. NB. Hierbij aanschrijvingen van het departementaal gerechtshof van den Ouden IJsel d d. 1800 en 1801 aan den schulte, vorderende inzending van lijsten van onder voogdij gestelden, en minuten van lijsten over 1776—1797, 1799- 1801. 53. ,Momberprothocol van Zweel, beginnende met (May?) „1748" —Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend dd. 27 Mei 1748—1764 Juni 19 en 4 April 1772 —1810 December 14 en geregistreerd door den schulte van Zweelo, en na 1802 alleen voor Zweelo, over diezelfde tijdvakken. 1 deel. NB. Het boek is voor de acten dd. 1772—1810 aan de keerzijde begonnen. Zie het aangeteekende in het hoofd van VI. VIII. Schuitambt Zweelo—Sleen. — 1803—1811. NB. Het schuitambt Zweelo—Sleen werd in 1802 gevormd door vereeniging van de beide schuitambten Zweelo en Sleen (zie 't aangeteekende bij VI en VII). In de administratie is niet zuiver rekening gehouden met deze combinatie, zoodat sommige registers der oude schuitambten ook na de vereeniging in gebruik bleven (zie N°». 43, 44, 47, 49, 50 en 53). 54. Aanschrijvingen van president en raden en van den procureur-generaal van het departementaal gerechtshof van Drente aan den schulte d.d. 17 October 1807—1809 December 23. 1 portefeuille. 55. „Prothocol van contentieuse zaken, staande ter beslissing „van de lage bank, begind primo Jan. 1803. Sleen". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorende aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 30 Juni en 2 Juli 1808 en geregistreerd door den schulte op diezelfde data. Met inhoudsopgave. 1 deel. 5tt. „Prothocol van executiën en distractiën, begind primo „Januari 1803, voor Zweelo en Sleen, N°. 3". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorende aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 15 Augustus 18Ü3 —1809 Mei 8 en geregistreerd door den schulte over 16 Augustus 1803- 1809 Mei 8. Met inhoudsopgave- 1 deel. 57. Stukken betreffende den gerechtelijken verkoop van roerende goederen behoorende aan personen in het schuitambt, 1804, 1807. 1 omslag. NB. Een stuk d.d. 1804 draagt aanteekening van registratie in 1808 in het thans verloren register der ter leen gegeven goederen. Hierbij een lijst van vorderingen ten laste van den schulte met opgeschreven kwijtingen door 2 belanghebbenden, 1804. 58 Brieven aan den schulte betreffende diens werkzaamheden met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak. 1806, 1807. 1 omslag. NB. Voor in den omslag ligt eene nota van den schulte omtrent van den ontvanger der 30ste en 405te penningen voor overgezonden uittreksels te vorderen gelden over 1804/5. 59. Minuten van 2 acten van overdracht van onroerend goed gelegen te Erm (onder Sleen), verleden voor den schulte. 13 Mei 1808. 1 omslag ©O. Minuten van acten van overdracht van onroerend goed verleden voor den schulte (genummerd Nos 1—19). 17 Juni 1808—1810 ondergeschreven kwijting van den schulte voor de uitbetaling dor opbrengst, 1769, 1780, 1781, 1785. Met uittreksels uit 2 oude protocollen (gemerkt P. en A.) van gelijke verkoopingen, 1760/1, 1766/8. 1 portefeuille. NB. Afkomstig uit verzameling N°. 34 (A. IJken, te Emmen). 71. Minuten van schuldbekentenissen en testamenten verleden voor den schulte. 1743, 1761, 1776, 1782. 1 omslag. 72. Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend dd. 5 Juni 1666—1811 Januari 2 en geregistreerd door den schulte over 18 Januari 1676—1811 Februari 1. 5 deelen (waarvan 4 gemerkt II, III, IV en V). NB. Hierin zijn ook geregistreerd enkele acten voor den schulte verleden in voogdijzaken tot 1685. 73. Minuten van acten in voogdijzaken verleden voor den schulte. 1745, 1747, 1761, 1763, 1782, *1792, 1796—1798, 1802. 1 portefeuille. 74. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend dd. 29 Mei 1722—1802 Augustus 3 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 4 deelen. NB. Het 4de deel is slechts voor de helft gebruikt. 75. Brieven en stukken van president en raden van en den procureur bij den etstoel en van het departementaal gerechtshof in Drente ontvangen door den schulte (genummerd N08. 1—91; met lijst). 1803—1810. 1 portefeuille. 7G. „30e en 40e penning 1803. III''. — Protocol der aangiften in de belastingen van de 30ste en 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 1 Januari 1803—1805 December 31. 1 deel. NB. Het protocol is nagezien door den (verwalter)drost op 16 Februari 1806. 9tt. „Lijste der kinderen, welke onder voogdij zijn, met „expressie van den ouderdom der pupillen en namen der hoofden medemombaren van dien; volgens aanteekening der protho„collen van den (jare) 1772 af aan opgemaakt" door den schulte, ingevolge publicatie van Gecommitteerde Representanten d.d. 21 November 1796 en ingezonden bij den etstoel op 12 Juni 1797; met eene „Memorie, welke pupillaire contracten ter approbatie „zullen moeten worden ingezonden", over 18 Januari 1799—1800 Mei 10. 1 omslag. 97. Protocol der aangiften in de belastingen van de 308tu en 408te penningen wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 4 Januari 1803— 1806 Maart 31. 1 deel. NB. Het boek draagt tot binnentitel: „Prothocol van aangaven „der vrijwillige verkopingen des schultampts Zuidwolde, Hooge„veen, Pesse en Pesserveld, op den 28 December 1802 door de „schultes M. Schukking aangelegt". Zie voor de aangiften in den 40sterl penning over 1807—1811 N°i 101. 98 „Prothocol van contentieuse zaaken. Hoogeveen".— „Pro„thocol van contentieuse zaaken staande ter beslissing van de „lage bank des schuldampts (sic) Zuidwolde, Hogeveen, Pesse en „Pesserveld, op den 28 December 1802 door de schultes M. Schukking „aangelegt" — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt; gedagteekend d.d. 15 Januari 1803—1811 Februari 25 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Met alphabetischen index op de voornamen der schuldenaren. 1 deel. 99. „Prothocol van executiën en distractiën des schuldampts „(sic) Zuidwolde, Hoogeveen, Pesse en Pesserveld, op 28 December „1802 door de schultes M. Schukking aangelegt". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt; gedagteekend d.d. 27 Februari 1802— 1811 Februari 14 en geregistreerd door den schulte over 2 Juli 1803—1811 Februari 8 (?). 1 deel. NB. De laatste acte is d.d. 14 Februari 1811 doch zou geregistreerd zijn op 8 Februari 1811! IOO. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, behalve in voogdijzaken, (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 29 December 1802—1811 Februari 25 en geregistreerd door den schulte over 30 December 1802—1811 Februari 25. Met alphabetische indices op de voornamen der schuldenaars enz. 2 deelen. ÏOI. „Hogeveen. Prothocol van ter leen gegeven goederenen „het voedervee, als ook Algemeen prothocol van vrijwillige zaken, „overgangen van eijgendom van onroerende goederen." — Pro„thocol van ter leen gegeven goederen en het voedervee en van „vrijwillige zaken, aangelegd den 28 December 1803 door A. „Meijer schultes." 1 deel. NB. Dit boek bevat: 1. register van acten van beschikking ten opzichte van roerende goederen en vee, van testamenten waarbij vruchtgebruik wordt toegekend, en van inventarissen van goederen waarvan het gebruik tijdelijk is pfgestaan, gedagteekend d.d. 27 December 1803 1809 Juli 25 en geregistreerd door den schulte over 28 December 1803 —1810 October 18; fol. 1 —15; NB. Tusschen de acten op fol. 3—6 een request der Joodsche Gemeente van het Hooge- en Echtens- Hogeveen aan het „Departementaal bestuur van het landschap Drenthe", verzoekende approbatie van het bijgevoegd reglement van orde (1806). 2. „registratie van overgangen van eygendom van onroerende „goederen van ultimo Maart 1807 afaan" — 1811 Februari 27, zijnde een protocol van uittreksels uit de acten van overdracht van onroerend goed, fol. 25—50; terwijl op fol. 24 verso een gelijk uittreksel is ingeschreven d.d. 5 Maart 1807. Zie voor de aangiften in den 40sten penning over 1803—1806 N°. 97. 102. „Hoogeveen en Zuidwolde. Minuten." — Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, verleden voor den schulte. 30 Maart 1808—1811 Februari 26. 3 portefeuilles. NB. Bij eene enkele minute een eerste afschrift. Hierin zijn minuten van acten in voogdijzaken aanwezig sedert 17 Maart 1809. I03 Minuten van acten in voogdijzaken verleden voor den schulte, met enkele daarop betrekkelijke stukken. 8 Juli 18Ü5—1809 April 19. 1 portefeuille. NB. Minuten van acten in voogdijzaken sedert 17 Maart 1809 zijn aanwezig in de algemeene verzameling der minuten, N°. 102. 104. Regi ster van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 18 Februari 1803—1811 Januari 26 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Voorzien van alphabetische indices op de voornamen der hoofdmombers en der overledenen met nalating van minderjarige kinderen. 3 deelen. NB. De folieering van 't lsle deel sluit aan aan die van deel 5 van N°. 95. Bij de 2de en 3de deelen vangt telkens eene nieuwe folieering aan. XI. Schuitambt Westerbork. — 1811. NB. Het schuitambt Westerbork omvatte het kerspel Westerbork (Balinge, Bruntinge, Elp, Eursing, Garminge, Mantinge, Orvelte, Orvelterveen en Westerbork). 105. Prothocol van aangiften van admissie tot de jacht en de visscherij, door Drost en Gedeputeerden verleend aan personen in 't schuitambt 14 September 1791 — 1803 September 30. 1 deel. NB. Afkomstig van Mr. J. T. Kymmell te Westerbork. Voor de aangiften betreffende de visscherij (1791—1794) is het boek aan de keerzijde begonnen. In 't boek zijn vastgehecht 2 kwijtingen d.d. 1803 en 1805 van den schulte voor afgedragen jachtrechten over 1802 en 1803. lOtt. Rekening-courant van de storting door den schulte van de aan de 30ste en 40ste penningen over 1799 ontvangen gelden, door de commissie van administratie der financiën over het voormalig gewest Drente opgemaakt en toegezonden aan den schulte. 1801. 1 stuk. ÏOT. Rocht- en contra-rochtbrieven, interrogatoria en contrainterrogatoria, verleden voor schulte en keurnooten. 1714 — 1805. 2 portefeuilles. 108 „Prothocol van executiën en distractiën des schultes„ampts Westerbork." — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 10 December 1305 — 1811 Februari 4 en geregistreerd door den schulte over 13 December 1805—1811 Februari 10. 1 deel. NB. Slechts van de jaren 1805, 1806 en 1811 komen acten voor. 109 Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in vooediizaken, verleden voor den schulte. 1658, 1701, 1706, 1710, 1715. 1 omslag. NB. Deze stukken zijn afkomstig uit de oudste 2 protocollen, genoemd onder N°. 111. Bij de acte d.d. 1710 een desbetreffend schrijven van den Drost d.d. 29 Sept. 1710. HO. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak verleden voor den schulte. 18 April 1809-1810 November 2. 1 portefeuille. NB. Eene lijst dezer acten vindt men in het proces-verbaal van overgifte van het schuitengerechts-archief aan de griffie der rechtbank van eersten aanleg te Assen. 111. Protocol (register) van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, gehouden (geregistreerd) door den schulte over 7 Mei 1632—1810 Maart 20. 4 deelen. NB. De oudste 2 deelen (1632—1733) zijn afkomstig van Mr. J. T. Kymmell te Westerbork. Daarin zijn ook markezaken aangeteekend; voor in het 2de deel (1642-1733) zijn aanteekeningen van den schulte omtrent zijne tinancieele verhouding tot de gezamenlijke markegenooten en particulieren. Terwijl die beide deelen meer liet karakter van protocollen dragen, zijn de beide andere (1671 — 1810) eerder registers. De acten van overdracht van onroerend goed werden sedert 1803 in hoofdzaak afzonderlijk geregistreerd, zie N°. 112. Voor de acten in voogdijzaken sedert 1722 zie N°. 113. In deel III (1671 —1804) staat achterin een lijst van de bezittingen van den schulte Albert Nusinöh d.d. 1678 en geheel aan het slot eene alphabetische lijst van „Obligaties, nog openstaande, beginnende met het jaar 1710". 112. „Prothocol van vrijwillige zaken des schultsampts Wester„bork. . . . ". - Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 8 Juli 1803—1810 Maart 19 en geregistreerd door den schulte over dienzellden tijd. 1 deel. 113. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 4 November 1722—1810 December 18 en geregistreerd door den schulte over 4 November 1722—1811 Januari 17 (?). Met indices op de namen der vaders, over wier kinderen voogden zijn gesteld. 2 deelen. NB. Het lste deel bevat gedeeltelijk oorspronkelijke acten. De acte d.d. 18 December 1810 is geregistreerd op of na 17 Januari 1811. 114. Acten van aanstelling van schuiten te Westerbork, 9 Februari 1591—1765 Mei 21. 1 stuk en 4 charters. NB. Uit verzameling N°. 3 (Mr. J. T. Kymmell, te Westerbork). Zie regest N°. 12. Aanwezig zijn acten van aanstelling: d.d. 9 Februari 1591 voor Johan Nijsinck, d.d. 28 Januari 1642 voor Albert Nysinöhk, d.d. 24 Maart 1681 voor Ldcas Nysing, d.d. 17 Maart 1706 voor Henrick Ntsingh, d.d. 21 Mei 1765 voor Jan Tijmen Nijsinsh. XII Schuitambt Beilen-Smilde. — 1811. NB. Het schultambt Beilen-Smilde omvatte het kerspel Beilen (Alting, Beilen, Brunsting, Drijber, Eursing, Halen, Hijken, Holte, ter Horst, Klatering. Lievinge, Alakkuin, Spier, Wijster enZwiggelte) en een gedeelte van Kloosterveen (dat verder behoorde onder het schuitambt Assen-Rolde). Bij besluit van Representanten van Drente d.d. 21 April 1795 werd Hijkersmilde (een deel der marke van Hijken, grenzende uan Hoogersmilde) en het gedeelte van Kloosterveen ontnomen aan het schuitambt Beilen c. a. en met het overig deel van Kloosterveen vereenigd tot een nieuw schuitambt. Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 November 1802 werd Beilen weder met Hijkersmilde en Kloosterveen tot één schuitambt vereenigd. Bij gelijk besluit d.d. 6 Januari 1803 werd ook Hoogersmilde bij het schuitambt Beilen c.a. gevoegd. 115. „Protocol der acten van de jacht en tot de vischerij, „Beilen, 1791 —1807". — Protocol van aangiften van admissie tot de jacht en de visscherij, door Drost en Gedeputeerden verleend aan personen in het schuitambt; en van aangiften van 't voornemen om te tappen, gehouden door den schulte over 7 September 1791 — 1807 Mei 21. 1 deel. NB. Voor de aangiften betreffende de visscherij en het tappen is het boek aan de keerzijde begonnen. De admissiën tot de jacht en tot de visscherij dagteekenen van 1791 — 1794, 1800—1807; de aangiften, dat getapt zal worden, van 1797—1802. Op fol. 58 is geregistreerd de publicatie op de jacht d.d. 7 Sept 1803. 116. Protocol der aangiften in de belastingen van de 30ste en 406'0 penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 14 October 1751— 1803 Februari 11. 1 deel. NB. De aangiften in beide belastingen zijn door elkander ingeS9hreven. Aan de keerzijde zijn ingeschreven de „Aangaven van de groote „der geneverketels van 't carspel Beilen", bevattende behalve opgaven van de grootte der te stoken jeneverketels : verklaringen, dat opgeslagen zijn accijnsplichtige goederen, als tabak, thee en koffie, over 29 Maart 1771—1794 April 1. 117. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d d. 8 Mei 16B1—1803 Februari 17 en geregistreerS door den schulte over 25 September 1677—1808 Februari 17. Met indices op de voornamen der betrokken personen. 3 deelen (gemerkt A—C). NB. Het 3de deel, eindigend 17 Februari 1803, is voor ruim '/j onbeschreven. In het l8te deel ligt een onvoltooide alphabetische index op de voornamen der betrokken personen. 118. Schuldbekentenissen (ter royeering ingeleverd bij den schulte?). 1722, 1783. 1 omslag. NB. De acte d.d. 1783 is afkomstig van het hypotheekkantoor; de andere lag in register A der vrijwillige zaken (zie N°. 117). Hierbij een verzoek d.d. 1797 aan den schulte om royement eener schuldbekentenis (afkomstig van het hypotheekkantoor). 119. Minuten van acten in voogdijzaken verleden voor den schulte, en andere stukken betreffende de werkzaamheden van den schulte te dier zake. 1734, 1735, 1751 — 1761, 1768— 1803. 1 portefeuille. ISO. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 30 April 1725—1803 Januari 24 en geregistreerd door den schulte over dien zelfden tijd. 4 deelen. NB. De voogdijstellingen zijn veelal minuten. Reeds in 1725 bestond geen ouder register. Immers de binnentitel van deel 1 (1725 — 1760) luidt: „Prothocol van momboirsaken „beginnende sedert de landsdagh 1725; hebbende geen prothokol „van mijn voorsaat ontfangen." 121. Protocol der aangiften in de belastingen van de 30ete en 4Üs,e penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 7 Januari 1803—1806 Januari 22. 1 deel. NB. De aangiften der collaterale successiën zijn aan de keerzijde geprotocolleerd. 122. Protocol van uittreksels uit of verkorte acten van overdracht van onroerend goed te Beilen, gehouden door den schulte over 12 December 1806— 1811 Februari 23- 1 deel. NB. Voorin ligt een schrijven d.d. 25 November 1810 van Gr. Oostiks te Hoogeveen (commissaris tot het werk der verponding) aan den schulte van Beilen betreffende ingezonden uittreksels. 123 Prothocol van transporten voor Hijkersmilde en Klooster„veen". — Protocol van uittreksels uit de acten van overdracht van onroerend goed te Hijkersmilde en Kloosterveen, gehouden door den schulte over 10 December 1806--1811 Februari 27. 1 deel. 124. „Protocol van transporten voor Hoogersmilde".— Protocol van uittreksels uit of verkorte acten van overdracht van onroerend goed te Hoogersmilde, gehouden door den schulte over 8 December 1806 — 1811 Februari 27. 1 deel- NB. Dit boek —, waarvan de oorspronkelijke titel op de voorzijde luidde „Mombaarprotocol van Hoogersmilde", — was oorspronkelijk gebruikt voor de registratie van 2 acten d.d. 27 Maart 1802 en 13 Januari 1803 (op diezelfde dagen geregistreerd), inhoudende respect, een éénkindschapscontract en een testament. De alphabetische index betreft deze beide acten. — Later is het boek gebruikt voor het in den tekst omschreven doel. 125. „Contentieuse saken '■— Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d 14 Januari 1803—1810 November 3 en geregistreerd door den schulte over 3 Maart 1803 1810 November 23 1 deel. 7 Maart 1803—1809 Juni 30 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 1 deel. 132. Acte van aanstelling van Frederick Nijsing tot schulte te Beilen. 11/21 Maart 169-4. 1 charter. NB. Afkomstig uit verzameling N°. 3 (Mr. J. T. Kymmell, te Westerbork). XIII. Schuitambt hijkersmilde-Kloosterveen. 1795—1802 NB. Het schuitambt Hijkersmilde-Kloosterveen is in 1795 gevormd uit deelen der schuitambten Beilen en Rolde (zie aldaar). Op 19 November 1802 werd het weder opgelost in het schuitambt Beilen (t. z. pl.). 133. „Hijkersmilde en Cloosterenveen". — „Prodecol van Hrjker„smilde en Cloosterveen van de obligatiën en versegelen. 1795" — Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 12 October 1779—1802 Juli 16 en geregistreerd door den schulte over 11 Nov. 1790 (lees 1795) — 1803 Januari 11. 1 deel. NB. Voor het eigenlijke register zijn op fol. lm0 en verso ingeschreven 2 acten resp. d.d. 7 Juli 1802 (gereg. 10 Juli 1802) en 5 Juni 1792 (gereg. 11 Januari 1803). Onder de acte d.d. 5 Juni 1792 staat, dat zij is „ge protocolleert int generaal prothocol van Hoge Smilde fol. 2''. Dit is de eenige acte, die is ingeschreven na de vereeniging van Hijkersmilde en Kloosterveen met Beilen. Voorin het deel ligt een blad uit een register, hetzelfde in eerste afschrift bevattende, als op bladen 1 en 2 is afgeschreven; en een lijstje van schuldbekentenissen in het deel geregistreerd ten laste van J. van Dijk en Antje Cornelis e. 1. 134- Acten (meest minuten) in voogdijzaken verleden voor den schulte. 25 Maart 1796 — 1802 Augustus 20 1 portefeuille. NB. Bij sommige acten enkele desbetreffende stukken. 213. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak verleden voor den schulte (genummerd Nos. 1—18). 16 Juni 1809—1810 Maart 29. 1 portefeuille. 214. Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 9 October 1690— 1810 December 26 en geregistreerd door den schulte over 23 September 1699—1811 Februari 27. 4 deelen (genummerd 1B—4B). 215. „Van Overdragten. N°. 1 C. Assen & Rolde". — Register van acten van overdracht van onroerend goed, gelegen in het schuitambt, gedagteekend d.d. 14 April 1806—1809 Juli 31 en geregistreerd door den schulte over 18 Juni 1806—1809 Juli 31 1 deel. 216. „N°. 2 Lett. B. Protocol van verzegelings en hypothe„catiën van het schuitambt Assen en Rolde, beginnende met „den 1 November 1810". 5, 6 November 1810. 1 deel. NB. Geregistreerd is slechts eene volmacht tot erkenning eener hypotheek en de hypotheekacte zelve. 217. „Assen en Rolde. N°. 2 C. Algemeen prothocol van „vrijwillige zaken". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 20 April 1800—1810 Februari 14 en geregistreerd door den schulte over 16 April 1803—1810 Februari 14. 1 deel. NB. De opgenomen acten zijn voornamelijk testamenten, dan acten van overdracht van onroerend goed en een contract van uitbesteding van een persoon. 218. „A. & R. N°. 3 C. Van ter leen gegevene goederen". — Protocol van acten van uitgifte en ontvangst in leen of gebruik van roerende goederen en vee, gehouden door den schulte over 29 November 1803—1807 Maart 22. 1 deel. 219. Acten van vrijwillige rechtspraak, ter registratie ingekomen bij den schulte. 1746, 1801—1806, 1809, 1810. 1 portefeuille. 220 Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 15 Januari 1700—1810 November 16 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 7 deelen (genummerd Al—A7). 221. Zegelformulieren van 1808 (vernieuwd 1810), 1809 —1811, met dorsale aanteekeningen van den schulte, voor welke acten ze bestemd waren. 1808/11. 1 portefeuille. E. Dingspel Noordenveld. XXII. Schuitambt Norch. — i8u. NB. Het schuitambt Norch omvatte het kerspel Norch (Norch, Zuidvelde, Westervelde, Langelo, Een, Peest en Veenhuizen). In 1802 werd de schulte van Norch ook aangesteld over Vries, zonder dat van samensmelting der beide schuitambten blijkt (not. Depart. bestuur van Overijsel dd. 14 Dec. 1802). Ook later trad dezelfde schulte voor beide schuitambten op; zie het aangeteekende bij XXIV Vries. In 1805 werd de schulte van Vries en Norch aangesteld tot geauthoriseerd schulte over Eelde. De adniinistratiën dier schultambteu bleven evenwel in hoofdzaak gescheiden. 222. «Aangaven in de 30ste en 40¥,t' te Norch". - Protocol van aangiften in de belastingen van de 30s,e en 40st" penningen, wegens collaterale successiëu en aankoop van vaste goederen, met aanteekening omtrent de betaling dier belasting, gehouden door den schulte over 20 December 1771 —1805 Mei 24. 1 deel. NB. Ten behoeve van de inschrijving der aangiften in den 40ste" penning is het boek aan de keerzijde begonnen. De aangiften in den 30s,en penning loopen over 25 Mei 1779—1805 Mei 24, die in den 40sten penning over 20 December 1771 —1805 Maart 7. Hierin twee kwijtingen van den schulte voor door hem over 1795 en 1796 ten dezen afgedragen gelden, eene aangifte van aankoop van onroerend goed te Norch (1802) en eene aanteekening van den schulte omtrent zijne ontvangst ten dezen op 23 December 1805 en 23 Februari 1806. De laatste acte van het 2dc deel (d.d. 31 December 1810) is geregistreerd op 16 Februari 1811. 235. „N°. 6. Rhoden". — „Prothocol van vrijwillige zaaken „des scholtampts Rhoden en Rhoderwolde, aangelegd door de „scholtus S. Winsingh in den jaare 1803". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak (bijna uitsluitend acten van overdracht van onroerend goed), gedagteekend d.d 3 Februari 1803—1809 October 28 en geregistreerd door den schulte over 15 Juni 1803—1809 October 28. 1 deel. 236. Acten van vrijwillige rechtspraak behalve in voogdijzaken, verleden voor den schulte, en ter registratie bij hem verbleven. 10 Maart 1749, 4 Juni 1771 — 1809 October 28. 1 omslag. NB. Deze stukken zijn afkomstig gedeeltelijk uit de registers van vrijwillige rechtspraak (N°. 234) gedeeltelijk uit verzameling N°. 7 (Kymmell's); het stuk d.d. 1749 (acte van opening van een besloten testament) is gevonden in het archief van het schuitambt Gasselte-Borger (N°. 311). 2 dezer stukken zijn geregistreerd : «. d.d. 20 Januari 1795 in 't 2'ie deel van N°. 234 op fol. 2 verso — 3 verso, b. d.d. 28 October 1809 (eene minute) in N°. 235 achterin als N°. 2. 237. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 1 Juni 1696 — 1811 Februari 11 en geregistreerd door den schulte. over 14 Mei 1713—1811 Februari 16. 2 deel en. NB. Sedert 1792 bestaat een afzonderlijk register voor de voogdijrekeningen (zie N°. 239); de laatste rekening in het 2'le deel opgenomen (fol. 151) is d.d. 13 October 1790. 23S. Acten in voogdijzaken verleden voor den schulte, en ter registratie bij hem verbleven. 10 October 1741—1810 October 25. 1 omslag. NB. Deze stukken zijn afkomstig gedeeltelijk uit de „momber„protocollen" (Nns. 237 en 239), gedeeltelijk uit verzameling N°. 7 (Kymmell's). Een dezer stukken (d.d. 2 Juni 1794) is een concept, waarop in dorso staat aangeteekend, „te prothocolleeren en 2 gelijkluidende te schrijven". 239. „Prothocol van momberreekeningen des scholtampts „Roden en Roderwolde, aangelegt in den jaare 1792 . . . — Register van voogdijrekeningen, gedagteekend d.d. 17/18 Januari 1789 — 1810 December 7 en geregistreerd door den schulte over 19 April 1792—1810 December 7. 1 deel NB. De oudere voogdijrekeningen zijn geregistreerd in N°. 237. Behalve rekeningen zijn hier nog enkele andere acten opgenomen. XXIV Schuitambt Vries. — 1811 NB. Het schuitambt Vries omvatte het kerspel Vries (Vries, Donderen, Bunne, Winde, Yde, Tinaarlo, Taarlo, Zeegse, Zeyen, Rhee en ter Aart). Op 15 November 1793 werd de schulte wegens „desobe„dientie" gesuspendeerd en de schulte van Norch gemachtigd tevens de administratie van het schuitambt waar te nemen (resolutie Drost en Gedeputeerden d.d. 15 November 1793). Op 26 Mei 1794 keurden D. en G goed den afstand van de administratie van het schuitambt door den geschorste aan zijn ambtgenoot van Norch (resolutie D. en G. i.d.). De administratiën bleven in hoofdzaak gescheiden. Op 15 Juni 1795 werd de schulte van Norch herbenoemd en zijn zoon benoemd tot schulte van Vries, wat deze bleef tot het najaar van 1802, toen hij optrad als procureur-generaal bij den etstoel (Protocol van eeden d.d. 1802 (Inv. Etstoel N°. 60)). De schulte van Norch werd toen tevens benoemd tot schulte van Vries (notulen Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 14 December 1802). Na zijn overlijden in 1804 bleven Vries en Norch vereenigd, doordat de zoon van den procureur-generaal benoemd werd tot schulte van beide plaatsen (notulen Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 9 Januari 1805). Op 6 Maart d.a.v. werd hem toevertrouwd de waarneming van de functiën van schulte van Eelde tijdens het leven van den toenmaligen schulte (notulen Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 6 Maart 1805). De administratiën dier schuitambten bleven echter in hoofdzaak gescheiden. Deze toestand bleef bestaan tot 1811. 240. „Protocol der vrijw. verkop. &c. 1748. Vries". — Protocol van aangiften in de belastingen van de 30s,e en 408te penningen wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over (6 December?) 1748—1805 September 29. 1 deel. NB. Aan de voorzijde werden ingeschreven de aangiften in de beide belastingen over 1748 — 1783 en daarna die in den 30sten penning over 1784—1805 Juni 15; terwijl het boek aan de keerzijde werd gebruikt voor de aangiften in den 40sten penning over 1784 — 1805 September 29. Voor in het boek ligt eene aanteekening van den schulte betreffende zijne ontvangst van beide belastingen over 22 November 1805—1806 Juli 29. 241. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, verleden voor den schulte. Met lijsten. 19 Augustus 1809—1811 Februari 27. 1 portefeuille. NB. Deze actén zijn jaarsgewijze aaneengehecht, telkens met een lijst, genummerd M, N, O. Enkele acten zijn, blijkens onderschrift, geregistreerd ten kantore van den ontvanger der registratie te Assen. 242. „Prothocol van rentebrieven, begonnen 1745. B".—Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 12 September 1733—1811 Januari 21 en geregistreerd door den schulte over 23 October 1745—1811 Februari 25. Met alphabetische indices op de voornamen der betrokken personen. 2 deel en. NB. Ook na de vereeniging in 1802 van Vries en Norch werd dit register uitsluitend gebruikt vo^r Vries. 24». „Vrijwillige zaaken Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels acten van overdracht van onroerend goed en testamenten), gedagteekend d.d. 30 Mei 1795—1809 Juli 4 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Voorzien van een alphabetischen index op de voornamen der betrokken personen. I deel. NB. Nadat op de folia 1—12 waren ingeschreven eenige testamenten over 1795—1798, verleden voor den schulte van Vries, volgen op folio 13 verso en volgende acten van vrijwillige rechtspraak (nieerendeels acten van overdracht van onroerend goed en testamenten) betreffende zoowel Vries als Norch, doch al spoedig alleen Vries. 244. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 23 April 1729—1810 December 18 en geregistreerd door den schulte over 28 October 1729—1810 December 18. Met alphabetische indices op de voornamen der hoofdmombers, overleden ouders enz. 3 deelen. NB. Ook na de vereeniging in 1802 van Vries en Norch werd dit register uitsluitend gebruikt voor Vries. 245. Rekening van Geert Geerts „van sijn ontfank en uitgave „voor sijn dochter an syn mombers gedaan" over 1749/60, met ondergeschreven aanstelling van een hoofdmomber over die minderjarige, 1750; ter registratie verbleven bij den schulte. 1 stuk. XXV. Schuitambt Peise. — 1811. NB. Het schuitambt Peise omvatte het kerspel Peise. 246 Rochtbrieven, contra-positiën en contra-rochtbrieven, verleden voor schulte en keurnooten. 24 April 1792—1794 Juni 11. 2 portefeuilles. NB. De stukken d.d. 1792/93 zijn afkomstig uit verzameling N°. 7 (M™. J. W. en P. D. Kymmell, te Utrecht en te Leeuwarden). 247. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak verleden voor den schulte. Met lijsten. 9 Augustus 1809 —1811 Februari 27. 1 portefeuille. NB. De acten zijn jaarsgewijze aaneengehecht, telkens met een lyst, genummerd K 1 °, K 2°, L. Enkele dezer acten zijn, blijkens onderschrift, geregistreerd ten kantore van (den ontvanger der registratie te Assen?). 248. „Protocol van verzegelingen . . Peize".— Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 13 October 1714—1779 Juni 5 en geregistreerd door den schulte over 2 Maart 1744—1779 Juni 6. Met alphabetische indices op de voornamen der betrokken personen. 1 deel. NB. In het eerste gedeelte van het boek zijn geregistreerd alle acten van vrijwillige rechtspraak behalve de schuldbekentenissen (meerendeels acten van overdracht van onroerend goed); voorafgegaan door een alphabetischen index op de voornamen der verkoopers. De registratie dezer soort acten werd na 5 Juni 1779 voortgezet in N°. 249. Het laatste '/s van het boek is gebruikt voor de registratie der schuldbekentenissen, voorafgegaan door een alphabetischen index op de voornamen der schuldenaars. De registratie der schuldbekentenissen werd na 10 October 1764 voortgezet in N°. 250. 249. „Vrijwillige zaaken B". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak (hoofdzakelijk acten van overdracht van onroerend goed), gedagteekend d d. 14 November 1782—1809 Mei 12 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Met alphabetischen index op de voornamen der betrokken personen. 1 deel. NB. De acten ouder dan 1782 zijn geregistreerd in N°. 248. 250 „Protocol van rentebrieven. C. Peize". — Register van schuldbekentenissen, gedagteekend d.d. 14 September 1722 —1810 Maart 8 en geregistreerd door den schulte over 1 December 1764—1811 December 24. Met alphabetischen index op de voornamen der schuldenaars. 1 deel. NB. Vóór 1764 werden deze acten geregistreerd in N°. 248. 251 Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 6 October 1770—1810 December 5 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 2 deel en. 232. Commissie van den stadhouder Hendrik Casimir op J. Willinge als schulte. 14 Maart 1695. 1 charter. NB. Dit stuk van particulieren aard is afkomstig uit het schultengerechtsarchief van Peise. XXVI. Schuitambt Eelde. — i8ii. NB. Het schuitambt Eelde omvatte het kerspel Eelde (Eelde, Eelderwolde, Paterswolde en Oosterbroek). In 1805 werd de schulte van Vries en Norch aangesteld tot geauthoriseerd schulte over Eelde ; zie het aangeteekende bij XXIV Vries. De administratie dier schuitambten bleven evenwel gescheiden. 253. „Angaven in de 308'1" en 40Pte te Eelde". — „Prothocol „der 306'*' en 40ste penning over scholtampt van Eelde". — Protocol van aangiften in de belastingen van de 30ste en 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 25 Februari 1802—1805 December 30. 1 deel. NB. Hierin liggen 2 aangiften d.d. 1805 aan den schulte afgegeven. 254. „Contentieuse zaaken. Eelde." — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 22 April 1805 en 26 Maart 1810 en geregistreerd door den schulte op diezelfde dagen. 1 d^el. 255. Minuten van acteD van vrijwillige rechtspraak verleden voor den schulte. Met lijsten. 13 November 1809—1811 Februari 27. 1 portefeuille. NB. Deze acten zijn jaarsgewijze aaneengehecht, telkens met een lijst, genummerd J, K, L. 256. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 22 April 1648—1810 December 19 ongeregistreerd door den schulte over 23 Februari 1751—1811 Februari 25. 2 deelen. NB. De registratie werd aangevangen in 1751, de eerste acte dagteekent van 10 Mei 1751, doch oudere acten komen voor. Beide deelen bevatten aan de voorzijde voornamelijk schuldbekentenissen, doch zijn aan de keerzijde gebruikt voor de registratie van acten van overdracht van onroerend goed, enkele testamenten en andere acten. Deze tweede serie eindigt in het 2 de deel met 18 November 1803. Voor de latere acten zie N°. 257. 257 „Vrijwillige zaaken 's carspels Eelde". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak (hoofdzakelijk acten van overdracht van onroerend goed), gedagteekend d.d. 23 Maart 1805—1809 April 28 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 1 deel. 25tt. Acten van vrijwillige rechtspraak, ter registratie overgegeven aan den schulte. 4 November 1799 — 1806 April 6. 1 omslag. NB. Hierbij 't concept eener acte van „overgang" d.d. Juni 1805 en een brief d.d. 12 November 1811, houdende verzoek aan den griffier van het vredegerecht te Assen om inlichtingen uit het „schuldprotocol". De acten d.d. 1799 en 20 December 1805 en de brief zijn afkomstig van het hypotheekkantoor. 259. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 22 Januari 1770—1810 April 7 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 2 deelen. F. Dingspel Oostermoer. XXVII. Schuitambt Anlo-Gieten-Zuidlaren. —*795 en —1811. NB. Het schuitambt Anlo-Gieten-Zuidlaren omvatte de kerspelen Anlo (Anlo, Annen, Annerveen, Eext, Eexterveen, Anderen, Gasteren, Schipbork), Gieten (Gieten, Gieterveen, Bonnen, Bonnerveen en Veenhof) en Zuidlaren (Zuidlaren, Zuidlaarderveen en Midlaren). Bij besluit van Representanten d.d. 21 April 1795 werd het schuitambt gesplitst in 3 : 1. Zuidlaren, 2. Gieten en 3. Anlo. Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 November 1802 werden de 3 schuitambten weder tot één vereenigd ; bij gelijk besluit d.d. 14 December d.a.v. werd echter bepaald, dat de 3 schuiten hunne functiën zouden blijven waarnemen. 260. „Anlo. Prothocol der aangevingen van de collaterale „successiën en vrijwillige verkopingen". — Protocol der aangiften in de belastingen van de 30ste en 40ate penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 27 Maart 1761 — 1794 November 5. 1 deel. NB. Op folio 1 staan aanteekeningen betreffende posten verrekend op de' rekendagen d.d. 1762, 1766, 1767, 1771 —1773. Op folio 2 een uittreksel uit het reglement d.d. 1788 op „den „ontfangst der collaterale successiën en vrijwillige verkopingen". Sedert 1780 werden hierin alleen de aangiften van collaterale successiën ingeschreven (zie hierbij N°. 261). 261. „Protocol der 40°. . . . Anlo". —Protocol van aangifteD 6 in de belasting van den 40,tpn penning, wegens aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 17 Februari 1780—1795 September '23. 1 deel. NB. Voor in het boek staat eene nota ter inlichting omtrent den inhoud. 262. Stukken betreffende de civiele rechtspraak, behandeld voor schulte (en keurnooten). 1617—1644, 1716—1724. 1 portefeuille. 263. Mijncedullen van verkoopingen van roerende goederen op 24 Januari en 23 April 1719, met ondergeschreven kwijting van den schulte door den verkooper voor de ontvangst der opbrengst. 1719/20. 1 omslag. 264. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d d. 26 Februari 1634—1810 November 21 en geregistreerd door den schulte van Anlo—Gieten—Zuidlaren (na 1795 alleen Anlo) over 24 Juli 1671 — 1811 Januari 3. 7 deelen. NB. Sedert 1795 bestaan voor Gieten en Zuidlaren, die toen zelfstandige schuitambten werden, afzonderlijke registers (Nos. 279 en 289). Zelfs na de hereeniging der 3 schuitambten tot één in 1802 bleef de administratie gescheiden. Dit register werd toen gebruikt alleen voor Anlo. Voor de acten van overdracht van onroerend goed is in 1803 een afzonderlijk register aangelegd (N°. 275). In het lste deel (1671 — 1681) staat op folio 1: „Anlooder scholtampts prothocolle van d'versegelde verstookte „of alleene verstockte rentebrieven overdrachten ende onderspanden, soo tijtlijck voor mij schults Thijs Ketkl beleyet sijn, „ofte voor anderen, en waervan d'prothocollatie versocht is, beginnende den 23 Julij 1671, wanneer d'publicatiën van't placaet „over 'tstuck der prothocollatie van den 14 Martij 1671 in „'t schultampt Anloo behoorlijck waeren gedaen" (vgl. Inleiding bladz. 5, 6). 265. Stukken betreffende de vrijwillige rechtspraak, opgemaakt door of ingekomen bij den schulte. 1757, 1788,1792, 1804. 1 omslag. 266. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. '20/21 Februari 1713—1810 November 16 en geregistreerd door den schulte over 6 Mei 1713—1810 November 16. 11 deelen. NB. Het lste deel (1713—1722) voert tot titel „Mombaar„prothocoll in het schuitambt Anlo navolgens het nieuwe landt„recht van Drenthe, tzedert den 1 Aprilis 1713 angevangen bij „mij van Sklbach". Zie de noot bij N°. 264 omtrent het gebruik van dit register na 1795. 267. Stukken betreffende voogdijzaken, opgemaakt door of ingekomen bij den schulte. 1716—1724, 1795. 1 portefeuille. NB. Deze stukken zijn gedeeltelijk geregistreerd; daarnaast vindt men echter van dezelfde stukken afschriften of concepten. XXVIII. Schuitambt Anlo. 1795—1811. NB. • Het schuitambt Anlo ontstond in 1795 door splitsing van het schuitambt Anlo —Gieten—Zuidlaren. Het omvatte Anlo, Annen, Annerveen, Eext, Eexterveen, Anderen, Gasteren en Schipbork. In 1802 werd het weder met Gieten en Zuidlaren tot één schuitambt vereenigd, doch de toen fungeerende schulte zou zijn ambt blijven waarnemen; welke toestand heeft voortbestaan tot 1811. Een paar registers van het schuitambt Anlo—Gieten— Zuidlaren werden na 1795 voor Anlo gebruikt; zie N°'. 264 en 266. 26S. Aanschrijving van de Commissie van onderzoek naar de richtige opbrengst der ingezetenen in de respectieve geldheffingen in den 2den ring van het departement van den Ouden IJsel aan schulte en keurnooten, met verzoek om gerechtelijke taxatie van goederen op een bijgevoegde (en teruggezonden) lijst. 1800 i stuk. 2ti9. Verzoek van Anna Stoffers Welderding aan den schulte om aan hare zuster Aletta Stoffers Welderding uit te betalen het bedrag eener obligatie; strekkende tevens tot kwitantie. 1801. 1 stuk. 270. Protocol van aangiften in de belastingen van de 30RtB en 409t'' penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 1 Juni 1795—1806 Januari 12. 1 deel. NB. Voor de aangiften in den 40s,en penning is het boek aan de keerzijde gebruikt. Voor in het boek liggen 3 kwijtingen van den schulte voor de storting van de over 1795—1797 ontvangen rechten, 1796—1799 ; en een opgave in den 408te" penning d.d. 1800. 271. „N°. I. Voor de laaghe banck. Anlo". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 5 November 1808 en geregistreerd door den schulte op dienzelfden dag. 1 deel. NB. Slechts één proces-verbaal met drie bijlagen is ingeschreven. 272. „Nu. III. Protecol van executiën. Anlo." — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 15 April 1807 — 1809 Maart 11 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 1 deel. 273. Minuten van acten van overdracht van onroerend goed, verleden voor den schulte (genummerd Nos. 2, 4—14). 12 Mei— 29 December 1810. ( 1 portefeuille. NB. De stukken waren eerst genummerd 1 —12, doch later is N°. 1 (d.d. 12 Mei 1809) hernummerd in N°. 9, terwijl de nummers 3—12 hernummerd werden in 4—8 en 10—14. 274. Minuten van testamenten verleden voor den schulte (genummerd Nos. 1—6). 30 Mei—25 September 1810. 1 omslag. 275 „Protecol van testamenten en vrijwillige saaken des „schultampts Anloo. N°. VI". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meest acten van overdracht van onroerend goed en testamenten), gedagteekend d.d. 24 Januari 1803— 1810 Maart 19 en geregistreerd door den schulte over 26 Januari 1803—1810 Maart 19. 1 deel 376. „N". IIII1 .... ter leen gegeven goederen". — Register van acten van uitgifte en ontvangst in leen of gebruik van roerende goederen en vee, gedagteekend d.d. 8 April 1805 1810 Februari 13 en geregistreerd door den schulte over 25 Mei 1805— 1810 Februari 13. 1 deel. 277. Stukken betreffende voogdijzaken, opgemaakt door of ingekomen bij den schulte. 1799, 1801, 1802. 1 omslag. NB. Twee dezer stukken d.d. 21 November 1801 en 2 April 1802 zijn geregistreerd in het momberprotocol van Anlo—Gieten— Zuidlaren (N°. 266), resp. op bladz. 342 en 352—354. XXIX. Schuitambt Gieten. 1795 -1811. NB. Het schuitambt Gieten ontstond in 1795 door splitsing van het schuitambt Anlo—Gieten—Zuidlaren Het omvatte Gieten, Gieterveen, Bonnen, Bonnerveen. In 1802 werd het weder met Anlo en Zuidlaren vereenigd tot één schuitambt, doch de toen fungeerende schulte zou zijn ambt blijven waarnemen: welke toestand heeft voortbestaan tot 1811. 278 „Prothocol van contentieuse zaken, staande ter beslissinge „van de lage bank. Scholtambt Gieten. 1804". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend dd- 29 November 1803 —1810 Mei 7 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 1 deel. '279. „Schultarabt Gieten. Schuldprothocol van hipoticatiën''.— Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 11 November 1784—1810 Mei 1 en geregistreerd door den schulte over 13 October 1795—1810 December 4. 1 deel. 28G. „Schuitambt Grieten. Prothocol van vrijwillige zaaken". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meest acten van overdracht van onroerend goed en testamenten), gedagteekend d.d. 3 Mei 1803—1810 Januari 18 en geregistreerd door den schulte over 4 Mei 1803 — 1810 Januari 18. 1 deel. 281. „Schuit ambt Gieten.Prothocol van ter leen gegeven goederen „en het voedervee".— Register van acten van uitgifte en ontvangst in leen of gebruik van roerende goederen en vee. gedagteekend d d. 26 November 1803 en geregistreerd door den schulte 10 December 1803. 1 deel NB. Het register bevat slechts ééne acte betteffende het in gebruik hebben van vee. 282. „Gieten. Momb. Proth. 1795—1811. N°. . ".-Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 18 April 1795 —1811 Februari 16 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Met inhoudsopgave. 1 deel 283. Aanschrijving d.d. 23 Sept. 1800 van het gerechtshof der Bataafsche republiek in het departement van den Ouden IJsel aan den schulte om, overeenkomstig 't besluit van Gecommitteerde Representanten van Drente d.d. 21 November 1796, opgave te doen der voogdijstellingen in 't afgeloopen jaar; met minuten van de ingezonden opgaven over Maart 1796—1797 Juni en Maart, April 1800 en daarop betrekkelijke stukken. 1797, 1800 1 omslag. XXX Schuitambt Zuidlaren. 1795—1811 NB. Het schuitambt Zuidlaren ontstond in 1795 door splitsing van het schultambt Anlo—Gieten—Zuidlaren. Het omvatte Zuidlaren, Zuidlaarderveen en Midlaren. In 1802 werd het weder met Anlo en Gieten vereenigd tot één schuitambt, doch de toen fungeerende schulte zou zijn ambt blijven waarnemen; welke toestand heeft voortbestaan tot 1811. 284. Protocol der aangiften in de belastingen van de 30steen 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 31 Augustus 1795—1806 April. 1 deel. NB. De aangiften van aankoop van vaste goederen zijn aan de keerzijde van 't boek ingeschreven. 285. „Zuidlaren. Prothocol betreffende de overboeking en „registratie van allen overgang van eigendom van onroerende „goederen". 13 Mei 1807—1809 April 18. 1 deel. 286. „Protocol des carspels Zuidlaren van executiën en distrac„tiën. N°. 4".— Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 28 April 1304—1808 Januari 13 en geregistreerd door den schulte over 8 October 1804 — 1808 Januari 13. 1 deel. 287. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak verleden voor den schulte (genummerd Nos. 1—25, met lijst). 18 April 1809— 1810 November 15. 1 portefeuille. 288. „Algemeen protocol van vrijwillige saaken van 't carspel „Zuidlaren".— Register van acten van vrijwillige rechtspraak (met bijna geheele uitzondering van schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 28 Augustus 1798—1810 September 19 en geregistreerd door den schulte over 7 November 1803—1810 September 19. 1 deel. NB. Slechts 1 schuldbekentenis komt hierin voor. 289. „Schultprothocol des carspels Zuidlaren, van verzegelingen, „hantschriften^obligatiën etc. van gemelde scholtambt, angelegt "m Jaar 1795 • • Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 1 Januari 1790—1811 Januari 12 en geregistreerd door den schulte over 26 Augustus 1795-1811 Januari 12. 1 deel. 2»«. „ Protocol des carspels Zuidlaren van ter leen gegeven „goederen en in het voeder vee. N°. 5".- Register van acten van uitgifte en ontvangst in leen of gebruik van roerende goederen en vee, gedagteekend d.d. 2 Mei 1802 — 1810 October 12 en geregistreerd door den schulte over 14 Januari 1804 1810 November 20. 1 deel. 2»1. „Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 18 Juli 1795—1810 Juni 4 en geregistreerd door den schulte over 18 Juli 1795-1810 Juni 6. 2 deelen. XXXI. Schuitambt Gasselte-Borger (-GasselterNijeveen). — 1769 (en —1811). ( Het schuitambt Gasselte-Borger omvatte de kerspelen Gasselte (Gasselte en Gasselterveen) en Borger (Borger, Westdorp, Ees, Buinen, Drouwen). ' In 1759 werd de schulte van Gasselte tevens benoemd tot schulte over Gasselter-Nijeveen (oude staten-archieven, Register van commissiën), dat tot dien tijd toe een zelfstandig schuitambt was geweest. In hoever de afscheiding vroeger werd volgehouden, is onzeker. Uit stukken aanwezig in N°«. 304- 306 blijkt, dat de schulte van Gasselte sedert 1743 herhaaldelijk als zoodanig optrad in Gasselter-Nijeveen. Dit zal dan echter slechts bij usurpatie het geval zijn geweest. Op 5 April 1769 benoemde de stadhouder een schulte voor „het schuitambt" Borger, Gasselte en Gasselter-Nijeveen ; de samensmelting tot een schuitambt was dus tot stand gekomen. Het schuitambt Gasselter-Nijeveen had den volgenden oorsprong: In 1666 beklaagde de schulte van Borger c.a. zich, dat zekere Marisse Caspahs de rechtspraak uitoefende over de venen in zyn schuitambt, en verzocht hij, dit te verbieden. Daartegen werd aangevoerd, dat Caspars eene aanstelling had ontvangen van den drost, aan wien de begeving der jurisdictie over de nieuw ontgonnen venen stond. Ridderschap en Eigenerfden wezen toen aan den schulte van Borger de rechtspraak toe over de venen, behoorende aan ingezetenen van zijn schuitambt. en aan Marissk Caspars die over de overige venen 292. Brieven en stukken, ingekomen bij den schulte, met minuten van enkele uitgegane stukken. 1759, 1770, 1785, 1791, 1793—1795, 1801-1811. 2 portefeuilles. 293. Protocol wegens het collateraal „en vrijwillige verkopinge van het schult- „ambt Borger en Gasselt en Gasselter-Nyeveen, 1751". — Protocol van aangiften in de belastingen van de 30ste en 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 21 Januari 1752— 1801 October 23. 1 deel. NB. Achterin het boek, op fol. 86 en 87, staan aanteekeningen van den schulte omtrent het meten der jeneverketels (ingevolge landdags-resolutie d.d. 23 Maart 1751) en het, blijkens gedane opgaven, niet-stoken door enkele personen, 1751 — 1786. Los in het boek liggen stukken betreffende aangiften in de 30ste en 40ste penningen en eene nota van door den schulte afgedragen gelden over 1753—1760; terwijl achterin ligt eene verklaring van den schulte omtrent het meten van een jeneverketel in 1769. 294. Lijsten en rekeningen van het door den schulte aan de 30s,e en 40sU' penningen geïnde, gedeeltelijk met kwijtingen van den schulte voor het afdragen der ontvangsten. 1747, 1756, 1765, 1780, 1782—1785, 1787—1789, 1795-1800. 1 portefeuille NB. Bierbij eene opgave in den 30sten penning d.d. 1797. 295. Brief, met bijlagen, van den ontvanger-generaal Mr. J Hofstede te Assen aan den schulte, hem onderrichtende omtrent de door dezen in te zenden lijsten van verkocht onroerend goed en aan den ontvanger aan te bieden kwijting, 1808. Met eene aanteekening door den schulte van over 1796—1805 verkocht onroerend goed, (1806?). 1 omslag. 296. Aanschrijvingen van het Uitvoerend bewind der Bataafsche republiek, den etstoel en den procureur-generaal daarbij aan den schulte, houdende last tot het aanhouden en opsporen van deserteurs, ontsnapten uit tuchthuizen en verdachten; met signalementen der aan te houden personen. 1800, 1803, 1807—1809. 1 omslag. 297. Geapostilleerde requesten tot begraving van lijken, gericht tot den drost, den assessor, den president in het justitieele en den etstoel, onder overlegging van eene verklaring van den schulte dat geen kenteeken van een gewelddadigen dood voorhanden is. 1738, 1770, 1773, 1784, 1787, 1799, 1802, 1803, 1805 1 omslag. NB. Van enkele requesten is de verklaring verloren. 298. Stukken betreffende de werkzaamheden van den schulte met betrekking tot de goorspraken. 1791, 1797, 1799, 1810, 1811. 1 omslag. NB. Aanwezig zijn: 1. aanschrijving van den drost van Drente, meldende uitstel der goorsprake, 1791 ; 2. „attestatie van de munijsypalen van Gasselt wegens het „vijsenteren van Jan Wieringh", gewond bij een twist, 1797; 3. aanbrengen en voorloopige informatiën, 1799, 1810, 1811. 299. Stukken betreffende de civiele rechtspraak. 22 October 1751 —1811 Februari ö. 2 portefeuilles. 300. Minuten van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt; met acten van aanpanding en daglegging. 25 November 1734—1810 December 24. 1 portefeuille. NB Hierbij een paar inventarissen van roerende goederen. 391. N°. 13 . .... Prothocol van continueuse (sic) „zaken staande ter beslissinge van de lage bank. Schuitambt „Gasselte. 1804".— Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 25 Februari 1804—1810 April 14 en geregistreerd door den schulte over 10 April 1804—1810 April 15. 1 deel. »02. Minuten van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt. 12 December 1768—1807 Mei. 1 portefeuille. »0:i. „N°. 12. Schuitambt Gasselte. Prothocol van exsecutiën „en distractiën11. — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 28 Maart 1792—1811 Februari 20 en geregistreerd door den schulte over 10 April 1804—1811 Februari 22. 1 deel. 804. Stukken betreffende de vereffening van nagelaten en grasvellige boedels met medewerking van den schulte of schulte en keurnooten. Uit verschillende jaren tusschen 1725—1811. 1 portefeuille. »©5. „Tilbare mijnceduls". — Minuteele verbalen van den openbaren verkoop door den schulte van roerende goederen, behoorende aan personen in zijn schuitambt wonende of gegoed; voorzien van inhoudsopgaven. Met bijlagen betreffende die goederen en de verrekening der kooppenningen. 1720 1722, 1725—1727, 1729, 1733—1737, 1741 — 1809. 14 portefeuilles. NB. Over 1720—1737 zijn uitsluitend bewaard eenige losse verbalen. Over 1741 — 1809 deeltjes, doorgaans loopende over een jaar. doch niet aanwezig over 1744, 1793, 1805—1807, terwijl die over 1776/7 en 1779 geschonden zijn. Behalve die deeltjes zijn echter ook aanwezig enkele losse verbalen over verschillende jaren tusschen 1748 en 1809 (ook over 1805 1807) en omslagzegels voor verkoopingen in 1810 van tilbare goederen genummerd 19, 46, 96, 105, 114, 124, 132, 137, 148, 156, 160, 169,184,213. 306. Minuteele verbalen van den openbaren verkoop door den schulte van vaste goederen, in zijn schuitambt gelegen; met aanteekeningen omtrent de verrekening der kooppenningen en enkele daarbij behoorende stukken. 1722, 1723, 1726, 1728 17:10—1732, 1734-1737, 1739—1744, 1746—1754, 1757—1775 1777—1811. 7 portefeuilles. 307. Restantcedulen van mijnpenningen, kerspellasten, gerechtsjura enz., door ingezetenen van het schuitambt verschuldigd aan den schulte en door dezen ter invordering ter hand gesteld aan den pander. 1753, 1757, 1780, 1801, 1806. 1 portefeuille. »©» Restantcedulen van mijnpenningen en gerechtsjura, door den schulte te vorderen van ingezetenen van andere schuitambten, gedeeltelijk ter inning aan de plaatselijke gerechten ter hand gesteld; met aanteekeningen omtrent de invordering en betaling. 1781, 1785/1802, 1785/1803, 1787/97. 1 omslag. 309 Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak verleden voor den schulte en in de registers van het schuitambt geregistreerd, ter registratie en overboeking toegezonden aan den onder-inspecteur der middelen te lande in het ressort Assen (en door dezen aan den schulte teruggezonden?). 27 Maart 1807 1810 April 2. 1 portefeuille. NB. (xeene aanteekeniiig van „exhibitie" ter registratie dragen acten d.d. 4 Juni 1808 (2 stuks), 16 Augustus 1808 (2), 20 Juli' 18Ü9 (1), 7 Maart 1810 (2) en 2 April 1810 (1). Bij 2 acten d.d. 20 Juli 1809 een authentiek „eerste afschrift"; bij de (niet „geexhibeerde") tweede acte bovendien eene authentieke „copia". Hierbij een brief van den onder-inspecteur der middelen te lande in het ressort Assen aan den schulte van Borger-Gasselte, met afschrift eener nota van dien onder-inspecteur, betreffende noodige wijzigingen van de (hier niet-aanwezige) eerste minuten der beide bovengenoemde acten d.d. 7 Maart 1810. 310. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak verleden voor den schulte (genummerd N09. 1 —40). '23 September 1809—1811 Januari 17. 1 portefeuille. 811. Minuten van testamenten verleden voor den schulte. 19 December 1788, 15 Mei 1801, 16 September 1809—1810 April 13. 1 omslag. 312. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, behalve in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 15 Juni 1699—1810 Mei 13 en geregistreerd door den schulte over 18 October 1720—1811 Januari 30. 3 deelen. NB. De acten van overdracht van onroerend goed werden sedert 1803 bijna uitsluitend in een afzonderlijk register opgenomen (zie N°. 313). Een ouder register heeft bestaan blijkens de aanteekening der registratie eener acte d.d. 1696 (zie N°. 315). 313. „Nu 11. Schuitambt G-asselte. Prothocol van vrijwillige „zaaken". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meest acten van overdracht van onroerend goed), gedagteekend d.d. 26 Juli 1802—1810 Maart 7 en geregistreerd door den schulte over 30 Maart 1803—1810 Mei 11. 1 deel. 314. „Prothocol van versegelingen van hetNijveen. N°. 7 "— „Het prothocol der versegelinge des scholtampts Gasselther^Neyeveen, beginnende den eersten Meij 1749." Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen) betreffende Gasselter-Nijeveen, gedagteekend d.d. 12 Januari 1737 — 1811 Januari 29 en geregistreerd door den schulte over 17 Juli 1749—1811 Januari 30. 1 deel. 315. Schuldbekentenissen, geregistreerd in de registers van vrijwillige rechtspraak van het schuitambt (ter royeering ingekomen bij den schulte?). 12 December 1696—1791 December 9. 1 omslag. NB. 't Charter d.d. 1696 en 't stuk d.d. 1715 dragen aanteekening van hunne registratie in de (gedeeltelijk verloren) registers van 't schuitambt Borger; 't charter d.d. 1702 van zijne registratie in 't (verloren) register van het schuitambt Gasselter-Nijeveen. Deze 3 stukken (schuldbekentenissen) zijn wellicht ter royeering bij den schulte van Borger ingeleverd; dat d.d. 1702 heeft een dorsaal opschrift d.d. 1749 van den schulte van Borger, dat toen afdoening der schuld is gevraagd en toegezegd, 't Charter d.d. 1713 draagt geene aanteekening van registratie. Hierbij 2 inventarissen van tilbare goederen bij executie verkocht, door of ten overstaan van den schulte opgemaakt en in de registers van het schuitambt geregistreerd, 1778 en 1784. 310. Acten van vrijwillige rechtspraak, verleden voor of ingekomen bij den schulte, en niet geregistreerd in de registers van het schuitambt. 24 September 1763—1809 Augustus 6. 1 portefeuille. 317. Inventarissen van boedels, nagelaten door inwoners van het schuitambt, opgemaakt met medewerking van den schulte. 1746, 1748, 1781,1784,1793,1795—1797,1799—1801,1806,1808. 1 portefeuille. NB. Bij zeer vele dezer boedels waren minderjarigen betrokken. 318. „N°. . . . Schuitambt Gasselte. Prothocol van ter leen nëeSevene goederen en het voeder—vee".— Register van acten van uitgifte en ontvangst in leen of gebruik van vee, gedagteekend d.d. 23 Februari 1803-1808 Augustus 14 en geregistreerd door den schulte over 26 Februari 1803—1808 Augustus 14. 1 deel 319 Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 19 Juli 1720—1811 Januari 18 en geregistreerd door den schulte over 19 Juli 1720—1811 Januari 30. 6 deelen. 320. Stukken betreffende de werkzaamheden van den schulte in voogdijzaken. 1728—1811. 1 portefeuille. NB. Aanwezig zijn : o. door den schulte gewaarmerkte afschriften van 2 contracten over opvoeding van minderjarigen, 1769, 1800; b. machtigingen van voogden door den etstoel tot verkoop van vaste goederen van minderjarigen, met bijlagen, 1728, 1770 1785; c. momberrekeningen, afgelegd aan den schulte, 1780—1811; met 2 rekeningen-courant tusschen mombers en derden d.d. 1783 en 1784 ; d. contracten van éénkindschap, verleden voor den schulte of goedgekeurd door den etstoel, en door den schulte gewaarmerkte afschriften daarvan, 3 October 1760 —1807 October 29; NB. Deze contracten zijn alle geregistreerd behalve die d.d. 3 October 1760, 1 April 1791, 10 November 1798, 9 Mei 1801. Bij enkele contracten ook het proces-verbaal van eedsaflegging der voogden of de boedel-inventaris. e. afschrift van een request, met bijlagen, waarbij een inwoner van het schuitambt aan den drost vraagt verleening van venia aetatis aan zijne kinderen en benoeming van 2 curatoren tijdens hunne minderjarigheid; goedkeurend geapostiOeerd door den drost, die tot curator o.a. den schulte benoemt, 1762 ; f. proces-verbaal eener eedsaflegging door voogden, 1782. 321. Aanschrijvingen d el. 23 September en 12 December 1800 van het gerechtshof der Bataafsche republiek in het departement van den Ouden IJsel aan den schulte om, overeenkomstig 't besluit van Gecommitteerde Representanten van Drente d.d. 21 November 1796, opgave te doen der voogdijstellingen in 't afgeloopen jaar. Met minuten van de ingezonden opgaven over December 1796 — 1798 November, 1800—1802. 1798—1803. 1 omslag 322. Concepten, minuten en afschriften van acten van vrijwillige rechtspraak, door den schulte bewaard om te dienen tot modellen bij zijne administratie voor het schuitambt. 8 Maart 1765—(na 20 Februari 1811). 1 portefeuille. 323. Zegelformulieren d d. 1807, vernieuwd 1810. 1 omslag. NB. Slechts zijn aanwezig één formulier van f 25.— en één van ƒ3.—. 324. Door den schulte gewaarmerkte afschriften van (niet geregistreerde) acten van vrijwillige rechtspraak, voor hem verleden. 15 Maart 1793, 15 Juni 1794 1 omslag. NB. Waren deze stukken bestemd ter uitreiking aan belanghebbenden ? 325. Afschriften van 2 acten van vrijwillige rechtspraak, verleden voor den schulte en in de registers van het schuitambt geregistreerd. 10 en 27 Januari 1804. 1 omslag. NB. Het afschrift der eerste acte is gewaarmerkt door den schulte. Waren deze stukken bestemd ter uitreiking aan belanghebbenden? 326. Authentieke afschriften van acten van vrijwillige rechtspraak, in 1809 verleden voor den schulte, in 1809 en 1810 ter registratie en overboeking toegezonden aan den (onder-inspecteur der middelen te lande in het ressort Assen?) (en door dezen aan den schulte teruggezonden?). 14 Maart—20 Juli 1809 1 omslag. NB. Bij eene acte (d.d. 1 April 1809) nog een „eerste afschrift." Waren deze stukken bestemd ter uitreiking aan belanghebbenden? 327. Door den schulte gewaarmerkte afschriften van testamenten, voor hem verleden op 15 November 1809, 22 Februari en in April 1810. 1 omslag. NB. Hierbij een ongewaarmerkt afschrift geschreven door den schulte van een testament d.d. 1780. Bij een testament d.d. 22 Februari 1810 is aanwezig een staat van tilbare goederen, bij een ander testament gemaakt aan den bevoordeelde. Het testament d.d. 15 November 1809 is ook in minute aanwezig (in N°. 311). Waren deze stukken bestemd ter uitreiking aan belanghebbenden? 328. Authentieke afschriften van acten van vrijwillige rechtspraak, in 1809 en 1810 verleden voor den schulte, in 1808—1811 ter registratie en overboeking toegezonden aan den commissarisontvanger') (en door dezen aan den schulte teruggezonden?). 21 December 1809—1810 April 16. 1 omslag. NB. Aanwezig zijn afschriften van de acten Nos. 6, 8—11, 14, 19—21, 24 en 25 vermeld in N°. 310. Waren deze stukken bestemd ter uitreiking aan belanghebbenden? 329. Acte van aanstelling van Albert Alingh tot schulte van ') Commissaris tot het werk der verponding. het schultainbt Borger—Gasselte—Gasselter-Nijeveen. 5 April 1769. Met ondergeschreven verklaring van eedsaflegging. 1 stuk. 330. Particuliere stukken (meerendeels vorderingen en kwijtingen) afkomstig van de opvolgende schuiten Alingh te Gasselte. 1788—1812. 1 omslag. 331. „Instructie voer Johan Buitinck ende Wjllkm Roesinck . . „gecommitteert tot d'affbaekinge van de limiten tusschen de „landtschap Drenthe ende Westerwoldingerlandt contentieux". 1615 1 stuk. NB. Volgens § 2 geschiedde deze afbakening met den landmeter Mr. Johan Seems, naar wien de grens de Semslinie werd geheeten. Dit stuk is blijkens dorsaal opschrift afkomstig van den „ge„deput. Johan Boytimgh". De Boitingh's waren vermaagschapt aau de schuitenfamilie Alingh te Gasselte. 332. Fragmenten van een rekenboek, aangelegd door L. Wolthek8, schulte te Vries, en vervolgd door de familie Buitingh te Gasselte. (lste helft der 18de eeuw). 1 omslag. NB. De Buitingh's waren vermaagschapt aan de schuitenfamilie Alingh te Gasselte. 7 Q. Heerlijkheid Ruinen. XXXII. Schuitambt Ruinen. —1802 en —1804. NB. Het schuitambt Ruinen omvatte het kerspel Ruinen (Ruinen, Gijsselte, Hees, Weerwille en 't Loe). Bij besluit van Representanten d.d. 21 April 1795 werd een gedeelte van Weerwille aan Ruinen ontnomen en gevoegd bij het schuitambt Coecange c. a. Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 November 1802 werden Dwingelo. Ruinen, Ansen en Reebrugge tot één schuitambt vereenigd. Zie verder het aangeteekende bij XVI Coecange c.a. 333. Besluit van koning Lodewijk d.d. 22 April 1809 betreffende den constitutioneelen adeldom. 1 stuk. 334. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 12 Mei 1730—1803 Juni 18 en geregistreerd door den schulte over 21 Juni 1734—1803 December 12. Met alphabetische indices op de namen der schuldenaars, koopers enz. 2 deelen. NB. In het 2de deel, waarin de registratie der acten van vrijwillige rechtspraak eindigt op bladz. 141, volgt op bladz. 201 eene aanteekening omtrent door den drost verleende admissie tot de visscherij d.d. 1791 en op bladz. 204—230 aanteekening van aangiften in de 30"te en 408,e penningen over 2 October 1776—1797 April 27 (zie N°. 335 noot). 335. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 5 Augustus 1711—1804 Januari 28 en geregistreerd door den schulte over 2 December 1713—1804 Januari 28. Met inhoudsopgaven (behalve in het 1ste deel). 4 deelen. NB. Blijkens eene aanteekening op folio 1 in het 1"* deel heeft een ouder register bestaan. Achter in het 2de deel aanteekening van de aangiften in de 30» en 40"* penningen over 18 Maart 1757—1776 Februari 4. Deel III is gebruikt over 1771 —1785, 1795—1797 ; deel IV over 1786—1794, 1798—1804. Deel I is afkomstig uit verzameling N°. 8 (J. Eemten te Dwingelo). 336. Afschrift eener sententie gewezen i.d. 29 Aug. 1713 door (gecommitteerden?) van den heer en de twaalven van Ruinen in zake H. J. Camèrling, schulte van Ruinen, tegen Henrikjen Kistemans, over het niet nakomen van een gesloten koop 1713. 1 stuk. NB. Het stuk is gewaarmerkt „A. Crull 1713" en heeft in dorso de aanteekening „Copiele sententie voor den heer schultes „Camerlinoh." Het is overgenomen van de arrondissementsrechtbank. XXXIII. Schuitambt Ruinerwold. —1802 en —1811. NB. Het schuitambt Ruinerwold omvatte het kerspel Ruinerwold (Ruinerwold, Oosteinde, Ruige buurschap, Kale buurschap, de Hucht, Kraalhuizen, Haakswolde en Tweelo). Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 November 1802 werd Ruinerwold tot één schuitambt vereenigd met Havelte; doch bij gelijk besluit d.d. 14 December 1802 werd bepaald, dat de schuiten van Havelte en Ruinerwold hunne functiën zouden blijven waarnemen. Deze toestand heeft tot 1811 voortgeduurd. 337. Besluit van koning Lodewi.ik d.d. '22 April 1809, betreffende den constitutioneelen adeldom. 1 stuk (gemerkt N°. 172 ')). 33H. „Ruinerwold N°. 12." — „Prothocol van de contentieuse „zaken staande ter beslissing van de lage bank." — Register ') Wellicht heeft dus eene verzameling ingekomen pnblicatiën enz. bestaan. van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d 16 Maart 1805— 1810 December 20 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Voorzien van een alphabetischen index op de voornamen der betrokken personen. 1 deel. 339 „R.woldt. N°. 14." — „Prothocol van de executie-verkoopin„ge." — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 10 October 1803 en 22 April 1809 en geregistreerd door den schulte op diezelfde data 1 deel. NB. Dit register bevat slechts 2 acten. 340. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, verleden voor den schulte. 31 October 1809—1811 Januari 24. 1 portefeuille NB. Deze acten zijn gedeeltelijk aaneengehecht tot 2 bundels. Hierbij eene lijst van onder voogdij gestelden over 1 Juni 1808 — 1809 Mei 13 (minute eener opgave aan den etstoel). 341. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 1 Mei 1658—1810 Mei 16 en geregistreerd door den schulte over 15 Februari 1683—1810 December 28. Met alphabetische indices op de voornamen der schuldenaars, koopers enz. 3 deelen. NB. Niettegenstaande dat in 1715 een afzonderlijk register werd in gebruik genomen voor de voogdijzaken, werden toch in het 1S,P deel nog eenige acten d.d. 1715—1725 geregistreerd en ook in het 2de deel eenige acten van dien aard opgenomen. Het 3de deel bevat uitsluitend schuldbekentenissen. 342 „Ruinerwolt. Nu. 11." — „Prothokol van vrijwillige „zaken". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 2 Februari 1805—1810 December 27 en geregistreerd door den schulte over 26 Februari 1805—1811 Januari 4. Met alphabetischen index op de voornamen der betrokken personen. 1 deel. »4J$. „R.wldt. N" 13" — „Prothokol van ter leen gegeven „goederen en in het voeder vee" — Register van acten van ontvangst in leen en gebruik van vee, gedagteekend d d. 5 Juni 1803 en geregistreerd door den schulte op 22 September 1803. 1 deel. NB. Dit register bevat slechts ééne acte. 344. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 20 Februari 1715—1810 December 21 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Met alphabetische indices op de voornamen der pupillen. 6 deelen. H. Heerlijkheid Echtens= Hoogeveen. XXXIV Schuitambt Echtens^Hoogeveen. 1811 NB. Het schuitambt Echtens— Hoogeveen omvatte de heerlijkheid Echten en de landen, waarvoor de heer van Echten in 1626 van Ridderschap en Eigenerfden octrooi tot ontginning had verkregen. 345. Afschrift der acten d.d. 1748 van aanstelling van en eedsaflegging door Ernst Bedkeh als verwalter-schulte te EchtensHoogeveen (c 1750) 1 stuk. 346. Publicatiën enz. ingekomen bij den schulte of het gemeentebestuur van Hoogeveen. 14 April 1795—1810 Juli 1. 7 portefeuilles. NB. Afkomstig uit het gemeente-archief van Hoogeveen. Aanwezig zijn 4 verzamelingen: a. d.d. 14 April 1795 en 21 November 1796, genummerd 343, 344 ; b. over 14 April 1795 - 1797 Februari 10. genummerd 1—60; hiervan ontbreken de nummers 12, 25, 37 en 53; van N°. 4 komt een secundo voor; c. over 20 .Januari 1 <98—1802 December 20, genummerd 1 — 572 ; hiervan ontbreken de nummers 3, 31, 59, 77, 136, 143, 166, 168, 178, 181, 185, 189. 191, 208, 223, 236, 242, 252, 253, 267, 272, 308, 327, 342—344, 356, 365, 369, 373, 374, 377, 378, 382, 384, 409, 410, 436, 439, 441, 450, 455, 459, 472, 482, 483, 489, 519, 524, 526, 539, 543, 563, 564; N~. 183, 216, 317 en 334 komen 2 maal voor; 7. 1546, Mei 19. Steeuen ten Vlechuis en Nese e.1. verklaren te hebben verkocht aan Lambert Wrsselijkck een stuk hooiland inWesselijnckland, behoorend tot den ouden weg, door hen gekocht van de stad Covorden. In den jaer uns Heren dusent vijffhundert sess ende vertich den XIXten dach Maij. Oorspr. (Inv. N°. 8). Met onderteekening door S. t. V. 8. 1562, Juni 28. Aleyt Haselhorst wed. Henrick Haselhorst en haar vroegere meier Henrick Hietcamp met Merye e.1. beëindigen hun geschil over (vermeende) achterstallige huur en 't onderhoud van 't gehuurde. Up dach bovenges. (anno XVC twe ende tsestich den XXVIIIen Junij). Oorspr. (Inv. N°. 8). Met onderteekening door 3 der 5 dadingslieden: Wolter Vesselinck, Claes Bernijer en Johan Cock. O 1577, Juli 12. Claes Berntek schulte te Couorden en op Schonebeke oorkondt, dat Roloek van Hakesberghe en Swane e.1. overdroegen aan Cornelis van Dwynghell en Grete e.1. een stuk „gardenlants" in 't gericht van Couorden buiten de Sallantporte. In den jare uns Heren dusent vyffhundert soeven ende tsoeventych den XII Julius Oorspr. (Inv. N°. 8). Met geschonden zegel in bruine was en onderteekening van den schulte. ÏO. 1579, Mei 5. Claes Bernyer schulte te Couorden en op Schonebeke oorkondt, dat Pauwell Degenner, Hyndryck Vluggen de junge en Hyndryck Klumpen, allen in qualiteit, overdroegen aan Hyndryck ter Porten hun aandeel in een „husstede" c a. en een kerkstoel te Couorden. In den jare uns Heeren dusent vyffhundert negen unde tsoventich den vyfften May. Oorspr. (Inv. N°. 8). Met geschonden zegel in bruine was en onderteekening van den schulte. 5. Gasselter-Nijeveen : 1666, Marisse Caspars (bladz. 88/89, XXXI noot). 6. Havelte: 1795, Wolter Kymmell (I. 175). 7. Hoogersmilde ; 1766, E. de Jonge (I. 361). 1770, H. Hummel (I. 364). 8. Coevorden en Schoonebeek: 1577-1600 of 1601, Claes Ber- nijer (R. 9—11, 13). 1626 en later, Thomas van Berumel (I. 2). 1629, Roeloeff Sijnnck (I. 3). 1728, A. Stuirman (I. 10 noot). 1738—1740, wijlen A. Stuirman, (I. 6 noot). 9. Coevorden: 1796—c. 1800, B. Slingenberg (bladz. 15, II noot; I. 16 noot). 10. Meppel : 1482, Herman Pouwelss (R. 1). 1489 —1500, Wolter van Cralen (R. 2, 3). 1506, W olter van Woltynck (R. 5). 1790, H. Schickhart (I. 153). 11. Peise: 1695, J. Willinge (I. 252). 12. Roden: 1803—1810, S. Winsingh (I. 233 noot, 235). 1810, J. W. Kymmell (I. 233 noot). 13. Ruinen: 1713, H. J. Camerling (I. 336). 14. Schoonebeek: Zie ook Coevorden. 1795, A. Ellen (bladz. 16, III noot). 15. Vries: l8tu helft 18de eeuw, L. Wolthers (I. 332). 16. Westerbork: 1591, Johan Nijsinck (I. 114 noot, R. 12). 1642—1678, Albert Nysinghe (I. 114 noot, 111 noot). 168', Lucas Nysing (I. 114 noot). 1706, Henrick Nysingh (I. 114 noot). 1765, Jan Tijmen Nijsingh (I. 114 noot). 17. Zuidwolde c. a.: 1802, M. Schukking (I. 97 noot, 98, 99). 18. Zweelo en Sleen: c. 1800, Mr. C. Pothoff (I. 62 noot). Stadhouders. 1. Drente enz.: 1695, Hendrik Casimir (I. 252). 4- Index van plaatsnamen. Aalden, in 't kerspel Zweelo, bladz. 25, VII noot. Aalte, in 't kerspel Roden, bladz. 72, XXIII noot. Aart, ter —, in 't kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Alting, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Amelte, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Amen, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Anderen, in 't kerspel Anlo, bladz. 81, XXVII noot; bladz. 83, XXVIII noot. Angelslo, in 't kerspel Emmen, bladz. 28, IX noot. Anlo, schuitambt Anlo—Gieten— Zuidlaren, — 1795 en —1811 (bladz. 81, XXVII; bladz. 83, XXVIII noot; bladz. 85,XXIX noot; bladz. 87, XXX noot); c. 1800 (I. 277 noot). —, schuitambt —, 1795— 1802 (bladz. 81, XXVII noot); bladz. 83, XXVIII; bladz. 85, XXIX noot; bladz. 87, XXX noot). —, kerspel —, bladz. 81, XXVII noot. —, (in 't kerspel Anlo), bladz. 81, XXVII noot; bladz. 83, XXVIII noot. Annen, in 7 kerspel Anlo, bladz. 81, XXVII noot; bladz. 83, XXVIII noot. Annerveen, in 't kerspel Anlo, bladz. 81, XXVII noot; bladz. 83, XXVIII noot. Anreep, in '< kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Ansen, schuitambt Coecange—de Wijk — Pesse —Echten—Ansen, — 1795 (bladz. 54, XVI). —, schuitambt Pesse—Echten— Ansen, 1795—1802(1.171 ;bladz. 57, XXVII), 1796 (bladz. 55, XVI noot). —, schullambt Dwingelo—Ruinen — Ansen—Reebrugge, 1802 (blz. 55, XVI noot; bladz. 64, XX noot; bladz. 98, XXXII noot). —, kerspel Pesse—Echten--Ansen, 1796 (bladz. 55, XVI noot). —, in 't kerspel Echten, bladz. 54—55, XVI noot. Arlo, ten —, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Assen, schuitambt Rolde - Assen, bladz. 41, XII noot; — 1811 (bladz. 67, XXI); 1795 (bladz. 45, XIII noot). —, (in 't kerspel Rolde), bladz. 67, XXI noot; 1655 (I. 1), 1802 a 1810 (I. 18), 1808 (I. 295). —, in 't kerspel Dalen, bladz. 20, j V noot. Dalerveen, in 't kerspel Dalen, bladz. 20, V noot. Darp of Hesselte (Derp), in 't kerspel Hatelte, bladz. 58, XVIII noot; 1805 (I. 182). Diephoorn, in 't kerspel Sleen, blz. 23, VI noot. Diever, schuitambt Diever—Wapserveen, —1802 (bladz 62, XIX); 1802 (bladz. 58, XVIII noot). —, schuitambt Vledder—Diever— Wapserveen, 1803—1811 (bladz. 62, XIX noot). —, kerspel —, bladz. 62, XIX noot. —, in 't kerspel Diever, bladz. 62, XIX noot. Dieverder dingspel, bladz. 47, C. Dikninge, in de Wijk, bladz 54, XVI noot. Doldersum, in 't kerspel Vledder, bladz. 58, XVIII noot. Donderen, in 't kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Drente (Drenthe) —, (landschap), 1615 (I. 331), 1713 (I. 266 noot), 1750(1.140), 1772 (I. 130), 1776 (I. 89), 1784 (I. 66). —, stadhouder van —, 1695 (I. 252), 1769 (bladz. 88, XXXI noot). —, drost van (Coevorden en) —, 1591 (R. 12); 1655 (I. 1); 1666 (bladz. 89, XXXI noot); 1710 (I. 109 noot); 1768, 1773 en 1787 (I. 297); 1791 (I. 298 noot, 334 noot). —, ridderschapen eigenerfden van—, 1626 (bladz. 102, XXXIV noot), 1635 (bladz. 106, XXXV noot), 1666 (bladz. 89, XXXI noot), 1680 (bladz. 33, X noot), 1751 (I. 88 noot), 1776 (I. 89 noot), 1778 (I. 88 noot), 1789 (I. 33 noot). —, drost en gedeputeerden van —, 1765 (1. 145 noot); 1770 (I. 364); 1772 (I. 190); 1776 (1.89 noot); 1778, '79 en 1785 (I. 88 noot); 1791 en later (I. 105, 115). —, representanten van—, 1795 (I. 33; bladz. 41, XII noot; bladz. 47, XIV noot; bladz. 58, XVIII noot; bladz. 67, XXI noot; blz. 81, XXVII noot; bladz. 98, XXXII noot); 1795-1796 (bladz. 54—55, XVI noot). —, gecommitteerde representanten van ('t volk van) —, 1795—1798 (bladz. 54—55, XVI noot), 1795 (I. 173 noot, 175), 1796 (I. 96, 283, 321). —, intermediair administratief bestuur van 1798—1799 (bladz. 55, XVI noot). —, commissie lot de burgerwapening in het voormalig gewest—, 1798 (I. 155). —, commissie van administratie der financiën over 't voormalig gewest —, 1801 (I. 106). —, raad van financiën in —, 1806 (I. 348 noot). ■, departementaal bestuur (sic) van 't landschap —, 1806 (I. 101 noot). •, landdrost van —, 1808 (I. 54). ■, etstoel van —, 1797 (I. 96). , assessoi• van —, 1770 en 1784 (I. 297). , president in 't justitieele over —, 1799 en 1802 (I. 87, 297). , president en raden in den etstoel van ('t gerechtshof van 't departetement) —, 1803 en 1805 (I. 297); 1803 en 1807 (I. 296); 1803— 1810(1.75); 1808—1809(1.54); 1810 (I. 347). —, verwalter (drost) van —, 1801 (I. 76 noot). —, secretaris van 't gerechtshof in 't departement —, 1810 (I. 75). —, procureur-generaal bij den etstoel van ('t gerechtshof in 't departement) —, 1803—1810 (I. 75), 1807 (I. 296), 1808 (I. 19, 296), 1808—1809 (I. 54). —, ontvanger-generaal van —, 1808 (I. 295). —, ontvanger der 30ste en 40s,e penningen over —, c. 1806 (I. 58 noot). Drijber, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Drogt, in H kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Drouwen, in '< kerspel Borger, bladz. 88, XXXI noot. Dunninge, in de Wijk, bladz. 54, XVI noot. Duurse, in 't kerspel Bolde, bladz. 67, XXI noot. Dwingelo, schuitambt , — 1802 (biadz. 57, XVII noot; bladz. 64, XX). —, schuitambt Dwingelo—Ruinen —Ansen—Reebrugge, 1802— 1811 (bladz. 55, XVI noot; bladz. 57, XVII noot; bladz. 64, XX noot; bladz. 98, XXXII noot). —, V kerspel bladz. 64, XX noot. —, in 't kerspel Dwingelo, bladz. 64, XX noot. Echten, heerlijkheid —, bladz. 102, XXXIV noot. —, heer van —, bladz. 33, X noot; 1626 (bladz. 102, XXXIV noot). ! —, schuitambt Coecange—de Wijk — Pesse - Echten - Ansen ,-1795 (bladz. 54, XVI). j — , schuitambt Pesse—Echten— Ansen, 1795—1802 (I. 171; bladz. 57, XVII); 1796 (bladz. 55, XVI noot). ! —, kerspel —, 1796 (t. z. pl.) | —, schuitambt de Wijk—Coecange—Echten-de Oshaar, 1802— 1^11 (bladz. 55, XVI noot). —, kerspel —, bladz. 54, XVI noot. —, in 't kerspel Echten, bladz. 54 — 55, XVI noot. Echtens-Ho(o)geveen , heerlijkheid —, bladz. 102, H. —, schuitambt —, 1811 (bladz. 102, XXXIV). —, Joodsche gemeente te Hooge— en Echtens-Hogeveen, 1806 (I. 101 noot). , schulte en gemeentebestuur van —, 1795 — 1810 (I. 346). Eekel, op de—, in't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Eelde, schuitambt—,—1811 (bladz. 79, XXVI). —, geauthoriseerde schulte van —, 1805 (bladz. 70, XXII noot; bladz. 79, XX\ I noot); schulte van —, 1805 (bladz. 75, XXIV noot). —, kerspel —, bladz. 79, XXVI noot. —, in 't kerspel Eelde, bladz. 79, XXVI. Eelderwolde, in 't kerspel Eelde, bladz. 79, XXVI noot. 1 Eemster, in V kerspel Diever, bladz. 62, XIX noot. Een, in 't kerspel Norch, bladz. 70, XXII noot. Les, in V kerspel Borger, bladz. 88, XXXI noot. Eext, in 't kerspel Anlo, bladz. 81, XXVII noot; bladz. 83, XXVIII noot. Eexterveen, in 't kerspel Anlo, bladz. 81, XXVII noot; bladz. 83, XXVIII noot. Ekehaar, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Elp, in 't kerspel Westerbork, bladz. 38, XI noot. Emmen, schuitambt Emmen-OdoornRoswinkel, — 1811 (blz. 28, IX). —, kerspel —, bladz. 28, IX noot. —, in 't kerspel Emmen, bladz. 28, IX noot. Erm, in 't kerspel Sleen, bladz. 23, VI noot; 1739 (I. 67), 1808 (1.59). Esschebrugge, 1600 of 1601 (Et. 13). Eursing, in H kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. —, in 't kerspel Westerbork, bladz. 38, XI noot. Eursinge, in H kerspel Havelte, bladz. 58, XVIII noot. Exlo, in 't kerspel Odoorn, bladz. 28, IX noot. Foxwolde, in 't kerspel Roden, bladz. 72, XXIII noot. Qarminge, in 't kerspel Westerbork, bladz. 38, XI noot. Gasselte (Gasselt) —, schuitambt Gasselte—Borger, I. 236 noot; — 1769 (bladz. 88, XXXI). —, schuitambt Gasselte-BorgerGassel ter-N ij eveen, 1769—1811 (bladz. 88, XXXI). —, schulte van Gasselte-Borger, 1666, 1743 en 1 759 (bladz. 88— 89, XXXI noot). — munijsypalen van —, 1797 (I. 298 noot). —, kerspel —, bladz. 88, XXXI noot. —, in 't kerspel Gasselte, bladz. 88, XXXI noot. Gasselter-Nijeveen (Nijveen, Gasselther-Nijeveen), schuitambt —, 1666-1769 (bladz. 88, XXXI noot), 1702? (I. 315 noot), 1749 (I. 314). —, schuitambt Gasselte-BorgerGasselter-N ijeveen, 1769—1811 (bladz. 88, XXXI). —, schulte van —, 1666 (bladz. 88-89, XXXI noot). Gasselterveen, in 't kerspel Gasselte, bladz. 88, XXXI noot. Gasteren, in 't kerspel Anlo, bladz. 81, XXVI noot; bladz. 83, XXVIII noot. Gees, in 't kerspel Oosterhesselen, bladz. 20, V noot. Gesenkamp, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Gieten, schuitambt Anlo-GietenZuidlaren, — 1795 en — 1811, (bladz. 81, XXVII; bladz. 83, XXVIII noot; bladz. 85, XXIX noot; bladz. 87, XXX noot); c. 1800 (I. 277 noot). —, schuitambt —, 1795—1802 (bladz. 81, XXVII noot; bladz. 83, XXVIII noot; bladz. 85, XXIX; bladz. 87, XXX noot). Hooge- en Echtens-Hogeveen, 1806 (I. 101 noot). —, commissaris tot 't werk der verponding te , 1810 (I. 122 noot). —, zie ook Echtena-Hoogeveen. Hoogeveen, schuitambt ZuidwoldeHoogeveen, — 1802 bladz. 33, X ; bladz. 57, XVII noot). —, schuitambt Zuidwolde-Hoogeveen-Pesse-Pesserveld, 1802— 1811 (bladz. 33, X noot; bladz. 55, XVI noot). — , schulte van Zuidwolde Hoogeveen, 1795 (bladz. 55, XVI noot). —, bladz. 33, X noot. den Hooi, in 't kerspel Sleen, bladz. 23, VI noot. Horst, ter —, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. de Hucht, in 't kerspel Ruinerwold, bladz. 99, XXXIII noot. Yde, in '< kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Kale buurschap, in 't kerspel Ruinerwold, bladz. 99, XXXIII noot. Kalteren, in 't kerspel Diever, bladz. 62, XIX noot. Kerkenkluft, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Klatering, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Klenke, de —, in H kerspel Ooster- hesselen, bladz. 20, V noot. 't Klooster, in 't kerspel Coevorden, bladz. 11, I noot. Kloosterveen, verdeeld over de schuitambten Beilen c.a. en Rolde c.a., — 1795 (bladz. 41, XII noot; bladz. 67, XXI noot). —, schuitambt Hijkersmilde— Kloosterveen, 1795—1802 (bladz. 41, XII noot; bladz. 45, XIII); voormalig schuitambt, 1806 —1811 (I. 123). — schuitambt Beilen-HijkersmildeKloosterveen—Hoogersmilde, 1803-1811 (bladz. 106, XXXV noot). —, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. (Joecange (Coekauge) —, schuitambt Coecange—de Wijk —Pesse - Echten - Ansen, - 1795 (bladz 54, XVI; bladz. 57, XVII noot). —, schuitambt de Wijk-CoecangeEchten-de Oshaar, 1802 (bladz. 55, XVI noot; bladz. 57, XVII noot; bladz. 9ï*, XXXII noot). —, kerspel —, bladz. 54, XVI noot; 1796 (bladz. 55, XVI noot). -, gemeente —, 1796 (bladz. 55, XVI noot). —, 1795 (bladz. 54—55, XVI noot). Coevorden (Covorden, Couorden, Couerden, Coeuorden) —, drost van — en Drente, 1591 (R. 12). Zie ook Drente. —, gericht (gebied) van —, 1577 (R. 9). —. gericht (pers.) van —, 1531 (R. 6). —, richter te —, 1531 (R. 6). —, schuitambt Coevorden—Schoonebeek, —1795 (bladz. 11, I; bladz. 16, III noot). —, schulte van — (en Schoonebeek), 1577 (R. 9), 1579 (R. 10, 11); 1600 of 1601 (R. 13). —, schuitambt —, 1795—1801 (I. 9 10 noot), 1795-1802 (bladz. 11, I; bladz. 15, II). —, schulte tan —, 1796 en later (bladz. 16, III noot). —, schuitambt Coevorden— Schoonebeek, 1803—1811 (bladz. 11, I noot; bladz. 17, IV). —, kerspel —, bladz. 11, I noot. —, stad en heerlijkheid —, 1795 (bladz. 16, III noot). —, (stad) (in V kerspel Coevorden), bladz. 11, I noot; 1546 (R. 7), 1600 of 1601 (R. 13). —, kerk te —, 1579 (R. 10, 11). —, burgemeester van —, 1600 of 1601 (R. 13). Colderveen, schuitambt Meppel— Colder- en Nijeveen, —1795 (bladz. 47, XIV noot; bladz. 51, XV noot). —, schuitambt Colder- en Nijeveen, 1795—1811 (bladz. 51, XV; bladz. 47, XIV noot). —, kerspel —, bladz. 47, XIV noot. —, diakenen van —, 1805—1810 (I. 159 noot). Couerden \ Couorden > zie Coevorden. Covorden ' Kraalhuizen, in 't kerspel Ruinertvold, bladz. 99, XXXIII noot. Kralenscamp, Styne van —, te Meppel, 1500 (R. 3). Langelo, in 't kerspel Norch, bladz. 70, XXII noot. Lee, in 't kerspel Dwingelo, bladz. 64, XX noot. Leerbroek, in 't kerspel Dwingelo, bladz. 64, XX noot. Legio, in 't kerspel Diever, bladz. 62, XIX noot. Leutingewolde, in 't kerspel Roden, bladz. 72, XXIII noot. Lieveren, in 't kerspel Roden, bladz. 72, XXIII noot. Lievinge, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Linde, in '< kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. 't Loe, in 't kerspel Ruinen, bladz. 98, XXXII noot. Loo, de —, in '< kerspel Coevorden, bladz. 11, I noot. Loon, in 7 kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Makkum, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Mantinge, in 't kerspel Westerbark, bladz. 38, XI noot. Matsloot, in 't kerspel Roderwolde, bladz. 72, XXIII noot. Meppel (Meppell) —, schuitambt Meppel, Colder- en Nijeveen, —1795 (bladz. 47, XIV; bladz. 51, XV noot). —, schuitambt —, 1795—1811 (bladz. 47, XIV noot). —, schulte te —, 1482 (R. 1), 1489 (R. 2), 1500 (R. 3), 1506 (R. 5). —, kerspel —, bladz. 47, XIV noot. —, in 't kerspel Meppel, bladz. 47, XIV noot; 1504 (R. 4), 1725 (I. 42 noot); 1795 (bladz. 47, XIV noot). —, windmolen te —, 1500 (R. 3). —, schoolmeester te —, 1748—1750 (I. 136). —, zilversmeden-gilde te —, 1765 (I. 145 noot). —, gequalificeerde tot de visitatie en recherche op het middel vafi het klein-zegel op aden en patenten in het ressort —, 1810 (I. 143 noot). Meppen, in 't kerspel Zweelo, bladz. 25, VII noot. Midlaren, in 't kerspel Zuidlaren, bladz. 81, XXVII noot; bladz. 87, XXX noot. Munster (Munsterland) 1784 (I. 66). —, bisschop van —, 1784 (I. 66). Nijensleek, in 't kerspel Dalen, bladz. 20, V noot. —, in H kerspel Vledder, bladz. 58, XVIII noot. Nijentap, in 't kerspel Havelte, bladz. 58, XVIII noot. —, in 't kerspel Roden, bladz. 72, XXIII noot. Nijeveen, schuitambt Meppel, Colder- en Nijeveen, — 1795 (bladz. 47, XIV noot; bladz. 51, XV noot). —, schuitambt Colder- en —,1795— 1811 (bladz. 51, XV; bladz. 47, XIV noot). —, kerspel —, bladz. 47, XIV noot. —, diakenen van —, 1805—1810 (I. 159 noot). Nijlande, in H kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Nijveen, zie Gasselter-Nijeveen. Noordbarge, in H kerspel Emmen, bladz. 28, IX noot. Noordenveld, dingspel —, bladz. 70, E. Noordsleen, in 't kerspel Sleen, bladz. 23, VI noot. Norch, schuitambt —, —1811 (bladz. 70, XXII), c. 1800 (I. 243 noot), 1802 (I. 242, 244 noot), 1804 (bladz. 75, XXIV noot). —, schulte van —, 1793, 1794, 1795 en 1802 (bladz. 75, XXIV noot); 1802 (bladz. 70, XXII noot); 1805 (bladz. 79, XXVI noot). —, kerspel —, bladz. 70, XXII noot; c. 1650 (I. 224 noot). —, in H kerspel Norch, bladz. 70, XXII noot. Odoorn, schuitambt Emmen-OdoornRoswinkel, —1811 (bladz. 28, IX). —, kerspel —, bladz. 28, IX noot. —, in 't kerspel Odoorn, bladz. 28, IX noot. Oever, den —, in 't kerspel Emmen, bladz. 28, IX noot. Olde, ten — of Uitloo, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Oldendiever, in V kerspel Diever, bladz. 62, XIX noot. Olde-Staphorst, 1750/1 (I. 140). Oosteinde, in 't kerspel Ruinerwold, bladz. 99, XXXIII noot. Oosterboer, de —, in 't kerspel Meppel, bladz. 47, XIV noot. Oosterbroek, in 't kerspel Eelde, bladz. 79, XXVI noot. Oosterhesselen, schuitambt DalenOosterhesselen, —1811 (bladz. 20, Y). —, kerspel —, bladz. 20, V noot. —, in 't kerspel Oosterhesselen, bladz. 20, V noot. Oostermoer, dingspel —, bladz. 81, F. Oosterwijk, in de Wijk, bladz. 54, XVI noot. Orvelte, in 't kerspel Westerbork, bladz 38, XI noot. Orvelterveen, in 't kerspel Westerbork, bladz. 38, XI noot. Oshaar, de —, schuitambt de WijkCoecange—Echten—de Oshaar, 1802 (bladz. 55, XVI noot). —, de —, in de yemeente Ruinen en 't kerspel Pesse—Echten — Ansen, 1796 (bladz. 55, XVI noot). Ouden IJsel, gerechtshof der Bataafsche republiek m 't departement van den —, 1797 (I. 283), 1800 (I. 321), 1800—1801 (1.52 noot). —, commissie van onderzoek naar de richtige opbrengst der ingezetenen in de respectieve geldheffingen in den 2den ring van het departement van den —, 1800 (I. 268). Overijsel, departementaal bestuur van —, 1802 (bladz. 23, VI noot; bladz. 33, X noot; bladz. 41, XII noot; bladz. 47, XIV noot; bladz. 55, XVI noot; bladz. 64 XX noot; bladz. 70, XXII noot; I. 230; bladz. 75, XXIV noot; bladz. 81, XXVII noot; bladz. 98, XXXII noot; bladz. 99, XXXIII noot); 1802—1803 (bladz. 58—59, XVIII noot; bladz. 62, XIX noot); 1803 (bladz. 106, XXXV noot); 1805 (bladz. 75, XXIV noot). Padhuis (erf ten Pathuyse), (in 't kerspel Coevorderi), bladz. 11, I noot; 1531 (R. 6). Paterswolde, in 't kerspe.l Eelde, bladz. 79, XXVI noot. Peelo, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Peest, in 't kerspel Norch, bladz. 70, XXII noot. Peise, schuitambt —, — 1811 (bladz. 77, XXV). —, kerspel — , bladz. 77, XXV noot. Pesse, schuitambt Coecange— de Wijk — Pesse—Echten—Ansen, — 1795 (bladz. 54, XVI). —, schuitambt Pesse—Echten— Ansen, 1795—1802 (I. 171;" bladz. 57, XVII); 1796 (bladz. 55, XVI noot). —, schuitambt Zuidwolde—Hoogeveen—Pesse—Pesserveld, 1802 —1811 (bladz. 33, X noot; blz. 55, XVI noot). —, kerspel Pesse—Echten—Ansen, 1796 (bladz. 55, XVI noot). —, in 't kerspel Echten, bladz. 54—55, XVI noot. Pesserveld, in 't schuitambt Pesse— Echten—Ansen, 1796 (bladz. 55, XVI noot). —, schuitambt Zuidwolde—Hoogeveen—Pesse—Pesserveld, 1802 —1811 (bladz. 33, X noot; bladz. 55, XVI noot). —, in 't kerspel Echten, bladz. 54, XVI noot. Pieperij, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Pothof, de —, in '< kerspel Coevorden, bladz. 11, I noot. Rabbering, in H kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Reebrugge, schultambt Dwingelo— Ruinen — Ansen — Reebrugge , 1802-1811 (bladz. 55, XVI noot; bladz. 64, XX noot; bladz. 98, XXXII noot). Rhee, in 't kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Rhoden, zie Roden. Rhoderwolde, zie Roderwolde. Roden (Rhoden) —, schuitambt Roden — Roderwolde, — 1811 (bladz. 72, XXIII noot). —, kerspel —, bladz. 72, XXIII noot. —, in 't kerspel Roden, bladz. 72, XXIII noot. Roderwolde (Rhoderwolde) —, schuitambt Roden — Roderwolde, — 1811 (bladz. 72, XXIII noot). —, kerspel —, bladz. 72, XXIII noot. —, in 't kei-spel Roderwolde, bladz. 72, XXIII noot. Rolde, schuitambt Assen—Rolde, bladz. 41, XII noot; —1811 (bladz. 67, XXI); 1795 (bladz. 45, XIII noot). —, schulte van —, 1655 (I. 1), 1808 (I. 19). — , kerspel —, bladz. 67, XXI noot. —, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Rolder dingspel, bladz. 67, D. Roswinkel, schuitambt Emmen— Odoorn- Roswinkel,—1811 (blz. 28, IX). —, kerspel bladz. 28, IX noot, Ruige buurschap, in 't kerspel Ruinerwold, bladz. 99, XXXIII noot. Ruinen, heerlijkheid —, bladz. 98,G. —, heer en twaalven ran —, 1713 (I. 336). —, schuitambt—,—1802 en—1804 (bladz. 98, XXXII); 1795 (bladz. 33, X noot; bladz. 54-55, XVI noot); voormalig schuitambt —, 1806 (I. 203). —, schuitambt Dwingelo—Ruinen — Ansen--Reebrugge, 1802— 1811 (bladz. 55, XVI noot; blz. 64, XX noot; bladz. 98, XXXII noot). —, kerspel —, bladz. 98, XXXII noot. —, gemeente —, 1796 (bladz. 55, XVI noot). —, in 't kerspel Ruinen, bladz. 98, XXXII noot. Ruinerwold, schuitambt—, — 1802 en - 1811 (bladz. 99, XXXIII); 1802 (bladz. 58-59, XVIII noot). —, kerspel —, bladz. 99, XXXIII noot. —, in H kerspel Ruinerwold, bladz. 99, XXXIII noot. Sallantporte, te Coevorden, 1577 (R. 9). Schieven, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Schipbork, in '< kerspel Anlo, bladz. 81, XXVI noot; bladz. 83, XXVIII noot. Schiphorst, in de Wijk, bladz. 54, XVI noot. Schonebeek (Schonebeecke, Schonebeke) —, schuitambt Coevorden—Schoonebeek, —1795 (bladz. 11, I; bladz. 16, III noot). —, schuitambt —, 1795—1802 (bladz. 11, I noot; bladz. 16, III). schuitambt Coevorden—Schoonebeek, 1803- 1811 (bladz. 11, I. noot; bladz. 17, IV). —, schulte van Coevorden en —, 1577 (R. 9), 1579 (R. 10, 11). —, schulte van —, 1795 en later (bladz. 16, III noot). —, (kerspel) —, bladz. 11,1 noot; 1795 (bladz. 16, III noot). —, in 't kerspel Schoonebeek, bladz. II,1 noot. —, schoolmeester te —, 1651 — 1662 (I. 5b). Schoonlo, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Schrapveen, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. schult-Arentsmaet o/"Thyes-lant, in 't schuitambt Coevorden—Schoonebeek, 1579 (R. 11). Semslinie, I. 331 noot. Sleen, schuitambt —, —1802 en — 1811 (bladz. 23, VI); 1802 (blz. 26, VIII noot). CU IO/AO i —, —oieeu, ïouo — I8ll (bladz. 26, VIII). —, schulte te —, 1758 en 1788 (bladz. 23, VI noot). —, kerspel —, bladz. 23, VI noot; 1808 (I. 59). —, pastorie te —, 1644 (I. 48). —, predikant te —, 1644 en 1789 (I. 48). Smilde, schuitambt Beilen —Smilde, —I8ll (bladz. 41, XII). Vergelijk Hijkersmilde en Hoogersmilde. Spier, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Stapel, in de Wijk, bladz. 54, XVI noot. Staphorst, Olde —, 1750/1 (I. 140). Steenbergen, in 't kerspel Roden, bladz. 72, XXIII noot. —, in 't kerspel Zuiduolde, bladz. 33, X noot. Steendijk, in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Taarlo, in V kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Thyes-lant of schult-Arentsmaet, in 't schuitambt Coevorden— Schoonebeek, 1579 (R. 11). Tinaarlo, in 't kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Tweelo, in 't kerspel Ruinerwold, bladz. 99, XXXIII noot. Uffelte, in 't kerspel Havelte, bladz. 58, XVIII noot. Uitloo of ten Olde, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. tf-li. • i.i i ^ i . vaue, in t tcersvel uaoorn. > adz. 28, IX noot. Veenhof, in 't kerspel Gieten, bladz. 81, XXVII noot. Veenhuizen, in 't kerspel Norch, bladz. 70, XXII noot. Veeningen, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Vereenigde Nederlanden, StatenGeneraal dei- —, 1784 (I. 66). Vledder, schuitambt Havelte— Vledder, —1795 (bladz. 58, XVIII). —, schuitambt Vledder 1795—1802 (bladz. 58, XVIII noot), 1802 (bladz. 62, XIX noot). —, schuitambt Vledder—Diever— Wapserveen, 1803—1811 (bladz. 58—59, XVIII noot; bladz. 62, XIX noot). —, kerspel —, bladz. 58, XVIII noot. —, in V kerspel Vledder, bladz. 58, XVIII noot. Vlieghuis, in 't kerspel Coevorden, bladz. 11, I noot. Vrede veld, in 't kerspel Rolde, bldz. 67, XXI noot. Vries, schultambt —, bladz. 75, XXIV; bladz. 79, XXVI noot; 1802 (bladz. 70, XXII noot; I 225 noot). —, schulte te —, lste helft 18de eeuw (I. 332); 1793—'95, 1802 en 1804 (bladz. 75, XXIV noot); 1805 (bladz. 70, XXII noot; bladz. 79, XXVI noot). —, kerspel —, blz. 75, XXIV noot. —, in 't kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Wachtum, in 't kerspel Dalen, bladz. 20, V noot. Wapse, in 't kerspel Diever, bladz. 62, XIX noot. Wapserveen, schuitambt Diever— Wapserveen, — 1802 (bladz. 62, XIX); 1802 (bladz. 58, XVIII noot). —, schuitambt Vledder—Diever— Wapserveen, 1803—1811 (bladz. 58—59, XVIII noot; bladz. 62, XIX noot). —, kerspel —, bladz. 62, XIX noot. Wateren, in 't kerspel Diever, bladz. 62, XIX noot. Weerdinge, in 't kerspel Emmen, bladz. 28, IX noot. Weerwille, (in 't kerspel Ruinen), bladz. 98, XXXII noot; 1795 (bladz. 54-55, XVI noot). ! Weyerswold, in 't kerspel Coevorden, bladz. 11, I noot. Wemnienhove, in V kerspel Zuid- wolde, bladz. 33, X noot. Wesselijnck-land, bij Coevorden, 1546 (R. 7). Westdorp, in H kerspel Borger, bladz 88, XXXI noot. Westenesch, in 't kerspel Emmen, bladz. 28, IX noot. Westerbork (Borck) —, schultambt —, —1811 (bladz. 38, XI). —, sckulte van —, 1591 (R. 12). —, kerspel —, bladz. 38, XI noot. —, in 't kerspel Westerbork, bladz. 38, XI noot. Westervelde, in 't kerspel Norch, bladz. 70, XXII noot. Westerwijk, in de Wijk, bladz. 54, XVI noot. Westerwolde (Westerwoldinger- landt), 1615 (I. 331). Wesup, in 't. kerspel Zweelo, bladz. 25, VII noot. de Wijk, schultambt Coecange—de Wijk — Pesse —Echten — Ansen, — 1795 (bladz. 54, XVI; bladz. 57, XVII noot). —, schultambt de Wijk-CoecangeEchten—de Oshaar, bladz. 57, XVII noot; 1802 (bladz. 55, XVI noot). —, kerspel ') —, bladz. 54, XVI noot. —, (dorp), 1795 (bladz. 54—55, XVI noot). 'J In administratie ven zin. ERRATA. Bladz. 26, in VIII leze men 't hoofd : VIII. Schuitambt Zweelo—Sleen. 1803—1811. n 26, in N°. 54 voege men in na „gerechtshof" : en den landdrost. n 30, in N°. 7ó leze men: den procureur-generaal bij en den secretaris van den etstoel (het departementaal gerechtshof in Drente) ontvangen. „ 38, in 105 en bladz. 41 in N°. 115 voege men bij in de noten: Voor in het deel wordt bericht, dat de admissies werden verleend door „het collegie" (dus Drost en Gedeputeerden); niet wordt aangegeven, welke autoriteiten na 1795 de taak van 't college in dezen overnamen. „ 51, in N°. 153 leze men 1709. „ 51, in XV leze men 't hoofd : XV. Schuitambt Colder- en Nijeveen. 1795—1811. „ 57, in XVII leze men 't hoofd: XVII. Schuitambt Pesse— Echten—Ansen. 1795/6—1802. „ 60, in de noot bij N°. 180 voege men bij : Vergelijk ook N°. 195. „ 62, in XIX leze men 't hoofd: XIX. Schuitambt (Vledder)— Diever—Wapserveen. —1803 (en —1811). „ 125, regel 15 van boven leze men: 58—59, XVIII aoot; bladz. 62, XIX noot. Bladz. Nummers. XVIII. Havelte(—Vledder) ((—1803 en) —1811) 58-61 175—189 XIX. (Vledder—) Diever—Wapserveen (-1803 en (—1811)). . . . 62—64 190—202 XX. Dwingelo(—Ruinen) (—1802 (en — 1811)) 64-66 203—210 D. Rolder dingspel: XXI. Rolde (—1811) 67-69 211—221 E. Dingspel Noordenveld: XXII. Norch (—1811) 70-72 222—228 XXIII. Roden—Roderwolde (—1811). . 72 — 75 229—239 XXIV. Vries (—1811) 75-77 240-245 XXV. Peise (—1811) 77—78 246-252 XXVI. Eelde (—1811) 79-80 253—259 F. Dingspel Oostermoer: XXVII. Anlo—bieten—Zuidlaren (—1795 en —1811) 81-83 260—267 XXVIII. Anlo (1795—1811) 83-85 268-277 XXIX. Gieten (1795-1811) 85—86 278—283 XXX. Zuidlaren (1795-1811) ... 87—88 284—291 XXXI. Gasselte-Borger (— Gasselter-Nije- veen). (—1769 (en - 1811)) . 88—97 292—332 G. Heerlijkheid Ruinen: XXXII. Ruinen (-1802 en-1804). . .98-99 333 -336 XXXIII. Ruinerwold (—1802 en - 1811) 99-101 337—344 H Heerlijkheid Echtens —Hoogeveen: XXXIV. Echtens—Hoogeveen(—18111 . 102—105 345 — 360 I. Heerlijkheid Hoogersmilde: XXXV. Hoogersmilde (1633 —1803). . 106—107 361— 364 Regestenlijst 108—111 1—13 Indices 113—136 Errata 137 Bladwijzer 139—140. December 27. Met alphabetischen index op de namen der koopers. 1 portefeuille. 61. „Zweelo en Sleen, Minuten van hypotheken en borgtochten, N°. 1—7". 27 Maart—25 Mei 1810. 1 omslag. 62. Stukken betreffende de werkzaamheden van den schulte met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak, behalve in voogd ij zaken. 1804—1808. 1 omslag. NB. Hierbij eene aanteekening van den schulte Mr. C. Pothof* omtrent de voor openbare acten te gebruiken zegels (d.d. c. 1800); en een briefje d.d. 10 Februari 1810 aan den schulte met verzoek den 15 d.a.v. den schrijver te willen ontvangen. 6«$. Minuten van acten in voogdijzaken verleden voor den schulte. 1803, 1807. 1 omslag. 64. „Zweelo en Sleen. Momberacten, genummerd van N°. 7)1 6". — Minuten van acten in voogdijzaken verleden voor den schulte. 4 Mei 1809—1811 Februari 23. 1 portefeuille. 65. Stukken betreffende de werkzaamheden van den schulte in voogdijzaken. 1803—1805. 1 omslag. IX. Schuitambt Emmen-Odoorn-Roswinkel. — 1811. NB. Het schuitambt Kunnen—Odoorn—Roswinkel omvatte de kerspelen Emmen (Emmen, Noordbarge, Weerdinge, Westenesch, Zuidbarge, Angelslo en den Oever), Odoorn (Exlo, Odoorn en Valte) en Roswinkel. 66. „Behoort aan die van Emmen". „Contract lymite met „Munsterland 1784". „N°. 25". — Uittreksel uit de overeenkomst d.d. 11 October 1784 tusschen gecommiteerden van de StatenGeneraal en van den bisschop van Munster regelende de grenzen van Groningen en Drente met Munster, (laatst 18de eeuw). 1 stuk. 67. Verklaring van Q. Beeltsnijder, dat W. Berends te Erm den eed als pander heeft afgelegd. 1739. 1 stuk. 68. „30 en 40. II". — „Extract uit 't prothocol van aangaven „wegens de collaterale successiën en giften te Emmen bij mij „onderschreven scholtus in den jare 17 . .') gedaan- Acc(ordeert) „met voorschreven prothocol. Emmen den...... *)". — Boek bevattende: a. aangiften in de belastingen in de 30ste en 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 1 Juni 1751 —1788 Maart; b. minute van gelijk protocol over 21 Mei 1788 —1802 Juli 24; c. aanteekeningen der aangiften van te willen tappen over 31 Maart 1794—1798 Februari 1. 1 deel. NB. Veelal is aangeteekend de ontvangst en het afdragen der belastingen. De minute is geboekt onder het hoofd „zedert de „nieuwe resolutie". De aangiften van te willen tappen zijn geschreven op het voorlaatste blad. De minute is geregistreerd in N°. 69. 69. „Prothocol van [de] 30ste en 40ste. 1788. 1". — Register der aangiften in de belastingen van de 30fte en 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 25 April 1788—1802 October 23. 1 deel. NB. Sedert 1795 met aanteekening van de ontvangst der belasting. De aangiften in de belasting op de collaterale successie zijn aan de keerzijde in het deel opgenomen. 70. Processen-verbaal van den executorialen verkoop van roerend goed, behoorende aan personen in het schuitambt; met ') In 't H. S. niet verder ingevuld. 77. „Prothocol van contentieuse zaken staande ter beslissing „van de lage bank. 1803. I". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorende aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 29 Januari 1803—1810 Maart 8 en geregistreerd door den schulte over 29 Januari 1803—1810 Maart 11. Met alphabetischen index- 1 deel. 78. „Prothocol van executiën en distractiën. 1803". — Register van het verhandelde bij'schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 11 September 1804—1809 October 7 en geregistreerd door den schulte over 15 September 1804 1809 October 11. 1 deel. 79. „Minuten van transporten" van onroerende goederen verleden voor den schulte (gemerkt A. — C. en N°s. I — 25). 13 September 1808—1810 December 28. Met alphabetischen index op de voornamen der koopers. I portefeuille. • NB. Het nummer 32 komt 2 maal voor. 8©. „Minuten van obligatiën", verleden voor den schulte (genummerd N08. 1-6). 26 Maart - 27 Augustus 1810. Met alphabetischen index op de voornamen der schuldenaars. 1 omslag. 81. „Minuten van testamenten", verleden voor den schulte (genummerd N°s. 1-13; met lijst). 4 Mei 1809—1810 October 30. 1 portefeuille. 82. Minuten van acten van volmacht en staat verleden voor den schulte (genummerd Nos. 1—11). 9 November 1809 1811 Februari 21. 1 portefeuille. 83. „Algemeen prothocol van vrijwillige zaken, 1803. I". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend dd. 13 September 1798—1808 September 26 en geregistreerd door den schulte over 21 Januari 1803—1808 September 27. 1 deel. 84. „Prothocol van ter leen gegeven goederen en in het voert dervee. 1803. I". — Register van acten van uitgifte en ontvangst in leen of gebruik van roerende goederen en vee, gedagteekend d.d. 21 September 1804—1806 December 10 en geregistreerd door den schulte over 26 September 1804 — 1806 December 20. 1 deel. 85. „Minuten van momboirstukken", verleden voor den schulte (genummerd NOB. 1 — 16). 1809—1811. Met alphabetischen index op de voornamen der pupillen en ouders. I portefeuille. NB. Ontbreekt N°. 15. 86. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend dd. 28 Januari 1803—1811 Februari 18 en geregistreerd door den schulte over 29 Januari 1803—1811 Februari 18. 1 deel. B. Beiier dingspel. X. Schuitambt Zuidwolde-Hoogeveen. — 1811. NB. Het schuitambt Zuidwolde-Hoogeveen omvatte het kerspel Zuidwolde (Zuidwolde, ten Arlo, Steenbergen, Kerkenkluft, op de Eekel, Linde, ten Olde of Uitloo, Gesenkamp, Schrapveen, Rabbering, Wildenberg, Pieperij, Bloemberg, Veeningen, Bazuin, Drogt en Wemmenhove) en een deel van Hoogeveen (aangewezen bij het octrooi tot ontginning d d. 1626 voor den heer van Echten en nader aangewezen bij resolutie van R. en E. d.d. 28 December 1680). Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 Nov. 1802 werden Pesse en Pesserveld (in 1795 bij Ruinen gevoegd) in het schuitambt Zuidwolde-Hoogeveen opgenomen. 87. „Formulier van den eed, waarop den ad interim aangeleiden scholtis van Zuydwolde en 't Hoogeveen den eed heeft „afgelegt", onderteekend door den aangestelde en met ondergeschreven verklaring d.d. 24 Juni 1802 van den provisioneel fungeerenden president in het justitieele, dat de eed ten zijnen overstaan is afgelegd. 1 stuk. NB. Afkomstig uit het gemeente-archief van Hoogeveen. 88. Protocol der aangiften in de belastingen van de 30sle en 40ste penningen wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 25 November 1750 — 1802 December 31. 1 deel. NB. Het protocol bevat: 1. aanteekening, dat het is aangelegd ingevolge resolutie van Ridderschap en Eigenerfden d.d. 23 Maart 1751 en dit deel voor dat doel is ontvangen op 15 April 1751 ; 3 2. aangiften in beide belastingen over 25 November 1750—1762 Januari 11, gevolgd door een lijstje der onroerende goederen door den schulte publiek verkocht 11 December 1761—1762 Januari 11; 3. aangiften in beide belastingen over 22 Mei 1762 — 1777 Maart 7; 4. afschrift der publicatie van Ridderschap en Eigenerfden d.d. 24 Maart 1778, waarbij bepaald wordt, dat de aangiften niet meer aan den ontvanger maar aan de plaatselijke gerechten moeten geschieden, die dan uittreksels moeten zenden aan den ontvanger en Drost en Gedeputeerden; — en van 2 aanschrijvingen daaromtrent d.d. 10 Februari 1779 en 10 Mei 1785 van Drost en Gedeputeerden aan de schuiten; 5. aangiften in beide belastingen over 27 November 1778 —1780 December 15; 6. aangiften van vrijwillige verkoopingen over 6 Februari 1781 1802 December 31 (2 latere aanteekeningen zijn doorgehaald); 7. aangiften van collaterale successiën over 12 Januari 1781 — 1800 December 31. 89. Stukken betreffende het verzoek van den schulte aan het bestuur van t landschap om restitutie van de aanhoudingskosten van 2 soldaten. 1776. 1 omslag. NB. Afkomstig uit het gemeente-archief van Hoogeveen. Aanwezig zijn: a. request van den schulte d.d. 16 Maart 1776 aan Ridderschap en Eigenerfden, volgens welks apostille d.d. 19 Maart d.a.v. hij verwezen wordt naar Drost en Gedeputeerden; b. afschrift van 't request van den schulte d.d. 10 Mei 1776 aan Drost en Gedeputeerden en der apostille d.d. 29 Mei 1776, waarbij de kosten worden verdeeld over het kantoor der domeinen en het kerspel. 90. Insinuatie van Beerent Jans aan Woltek Barteltz om zich te verklaren omtrent eene voorgestelde scheiding van beider perceelen; met ondergeschreven relaas d.d. 30 Maart 1770 van den schulte, dat Wolter Barteltz in die scheiding genoegen neemt. 1 stuk. 91. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, behalve in voogdijzaken, (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 9 Mei 1642—1802 December 26 en geregistreerd door den schulte over 20 Maart 1671 — 1802 December 30. Met alphabetische indices op de voornamen der schuldenaars enz. 3 deelen. NB. Deze serie is volledig. Immers de titel van het lste deel (1671—1763) luidt: „Prothocol des schultampts van Suitwolde „ende 't Hogeveen, noeit voor desen geholden ende nu anvanck „nemende int jaer onses Heeren en Salichmaekers Jesu Christi „a° eenduisent seshondert een en 't seventich". 92. Alphabetische index op de voornamen der koopers, schuldenaars enz., voorkomende in de eerste beide registers van acten van vrijwillige rechtspraak (1671 —1793), vermeld onder N°. 91. 1 stuk 93. (5) Schuldbekentenissen, verleden voor den schulte en ter royeering in de registers later bij hem ingeleverd. 1782 —1792. I omslag. NB. Hierbij eene voorloopige en eene definitieve kwijting van Egbkrt Kok door Arent Koops (resp. d.d. 1800 en 1803) voor de aflossing eener schuldbekentenis; en eene aanteekening omtrent eene overdracht van vast goed aan de Zuidwoldinger sloot op 7 Mei 1703. 94. Minuten van acten in voogd ijzaken verleden voor den schulte, met enkele daarop betrekkelijke stukken. 1705, 1738, 1739, 1740 (in afschrift), 1751; 20 Februari 1761 — 1802 Maart 5. 3 portefeuilles. 95. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 3 November 1735—1802 December 3 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Voorzien van alphabetische indices op de voornamen der hoofdmombers en der overledenen met nalating van minderjarige kinderen. 5 deelen NB. Voor in het deel (1735—1749) staat de opmerking „Te voren van pupillensaken geen protocol gehouden of, so gehouden, is niet overgegeven. So hebbe ik dese moeten stellen, „en heeft gekost 2 gld. 8 stver." De 2de en 3de deelen (1749 — 1771, 1771—1788) zijn doorloopend gefolieerd; evenzoo de 4de en 5de (1789—1796, 1796-1802). 12(>. Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 28 Maart 1803 —1810 December 14 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 1 deel. NB. Op de bladzijden 1—4 zijn aangeteekend de namen van eenige personen, met opgave van achterstallige schattingen, haardstedengelden, kerke- en kerspellasten, waarvoor hun executie is aangezegd (22 Februari — 1 Maart 1803). 127. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, behalve in voogdijzaken, verleden voor den schulte (genummerd resp. !—8i 1 — 126 en 1—83; met lijsten). 16 Augustus 1809—1811 Februari 27. 5 portefeuilles. NB. De lijsten zijn opgemaakt door den schulte op 28 Februari 1811. 128. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. Mei 1756—1811 Januari 12 en geregistreerd door den schulte over 1 April 1803—1811 Januari 28. 1 deel. NB. Sedert 1806 zijn bijna geene acten van overdracht van onroerend goed geregistreerd. 129. „Prothocol van ter leen gegevene goederen en in het „voeder vhee, aangelegt den 4 Meert 1805". „Smilde".— Register van acten van uitgifte en ontvangst in leen of gebruik van roerende goederen en vee, gedagteekend d.d. 5 Mei 1802—1808 Juni 10 en geregistreerd door den schulte over 4 Maart 1805—1808 Augustus 10. Voorzien van een alphabetischen index op de voornamen der schuldenaars. 1 deel. 130. Minuten van acten in voogdijzaken verleden voor den schulte (genummerd 1—21; met lijst). 26 Juli 1809—1811 Februari 1. 1 portefeuille. NB. De lijst is opgemaakt door den schulte op 28 Februari 1811. 131. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 185. „Het prodocol van Hijkersmilde en Cloosterveen der „mombaren, 1796". — Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. '25 Maart 1796—1802 Augustus 20 en geregistreerd door den schulte over 11 April 1796—1802 Augustus 20. 1 deel NB. De acten zijn ingeschreven onder de verschillende letters van het alphabet, volgens de voornamen. C. Dieverder dingspel. XIV. Schuitambt Meppel. — 1811. NB. Het sehultambt Meppel, Colder- en Nijeveen omvatte de kerspelen Meppel (Meppel en de Oosterboer), Colderveen en Nijeveen. Bij besluit van Representanten d.d. 21 April 1795 werd het schuitambt in twee gesplitst: 1. Meppel (Meppel en de Oosterboer) en 2. Colder- en Nijeveen. Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 November 1802 werd deze toestand slechts in zooverre gewijzigd, dat de Zomerdijk met de daarop staande huizen aan Colder- en Nijeveen werd ontnomen en onder het schuitambt Meppel gebracht. 136 Aanschrijvingen en beschikkingen op verzoeken om inlichting, ontvangen door den schulte; met stukken, na afkondiging door den schoolmeester, door den schulte terugontvangen. 1748—1750. 1 omslag. NB. Deze stukken zijn afkomstig uit verzameling N°. 7 (Mrs. J. W. en P. D. Kymmell, te Utrecht en te Leeuwarden). Bij de beschikking omtrent het vinden van de kosten der herstelling eener brug en straat te Meppel zijn aanwezig verschillende stukken op die zaak betrekkelijk. 137. Informatiën en andere stukken betreffende het door den schulte verrichte in lijfstraffelijke zaken. 1748—1750. 1 portefeuille. NB. Afkomstig uit de verzameling genoemd in N°. 136 noot. 138. Stukken betreffende de civiele rechtspraak, behandeld voor schulte en keurnooten. 1743/44, 1749—1750, 1755. 1 portefeuille. NB. De stukken d.d. 1743<44 zijn door den rijksarchivaris Mr. S. Gratama gevonden onder kerkelijke stukken; die d.d. 1749—1750 zijn afkomstig uit de verzameling genoemd in N°. 136 noot. 139. Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 4 Maart 1803 —1808 Februari 1 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 1 deel. 14©. Proces-verbalen van verkoop, ten overstaan van schulte en keurnooten, van Olde-Staphorst met bijbehoorende landerijen en van de goederen te Baarlo, behoorende aan het landschap Drente. 1750—1751. 1 omslag. NB. Deze stukken zijn afkomstig uit de verzameling genoemd in N°. 136 noot. 141. Proces-verbalen van verkoopingen van roerende goederen ten overstaan van schulte en keurnooten; met ondergeschreven kwijtingen van den schulte voor de uitbetaling der opbrengst. 30 April 1748—1749 October 18. 1 portefeuille. NB. Deze stukken zijn afkomstig uit de verzameling genoemd in N°. 136 noot. 142. Aankondigingen en processen-verbaal van publieke (ook executoriale) verkoopingen van roerende goederen en verhuring van onroerende goederen ten overstaan van schulte en keurnooten of den pander. 12 Januari 1806—1811 Februari 23. 3 portefeuilles. NB. De aankondigingen dragen meerendeels aanteekening, dat zij door den pander zijn afgelezen. 143. „Meppel. 1809, 1810. Huwelijkscontracten, boedelscheidingen etc., hypothequen, transporten, voogdyen, volmachten". — Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdij- zaken, verleden voor den schulte. 6 Maart 1809—1810 December 16. 1 portefeuille. NB. Deze minuten zijn naar den aard der acten verdeeld in liassen gemerkt A—G, met lijsten der aanwezige acten. Alle liassen dragen de verklaring d.d. 20 December 1810 van den „gequalificeerde „tot de visitatie en recherche op het middel van het klein-zegel „op acten en patenten in het ressort Meppel", dat hij deze minuten heeft gecontroleerd. De testamenten zijn reeds indertijd (1811?) gevoegd bij de serie minuten van acten van vrijwillige rechtspraak sedert December 1810 (zie N°. 144). 144. „Meppel. 1809, 1810, 1811. Huwelijkscontracten, boedelscheidingen etc., hypothequen, transporten, voogdijen, volmachten, testamenten". — Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, verleden voor den schulte. 7 Mei 1809 —1811 Februari 28. 1 portefeuille. NB. Deze acten zijn naar den aard der acten verdeeld in bundels en 1 lias, gemerkt a—j, met lijsten der aanwezige acten. Alle bundels (behalve de testamenten onder i vermeld, loopende over 7 Mei — 16 October 1809) bevatten slechts acten d.d. 19 December 1810 of later; alleen is aanwezig eene acte van overdracht van vast goed d.d. 13 December 1810. Onder i is aanwezig eene lias met testamenten, behoorende tot de verzameling minuten omschreven in N°. 143 en ook op 25 December 1810 gecontroleerd. — Onder j zijn vereenigd de latere testamenten. 145. Register (bevattende aanteekening of afschrift) van acten van vrijwillige rechtspraak, behalve in voogdijzaken, gedagteekend d d. Maart 1624—1811 Februari 25 en geregistreerd door den schulte over 3 Juli 1671 —1811 Februari 27. Met alphabetische indices op de voornamen der betrokken personen. 9 deelen. NB. Hierin is ook geregistreerd de gildebrief, door Drost en Gedeputeerden aan de zilversmeden van Meppel verleend op 26 Juli 1765. Deze registers loopen slechts tot 1795 ook over Colder- en Nyeveen (sedert zelfstandig, zie N°. XV). Sedert 1803 werden de testamenten afzonderlijk geregistreerd (zie N°. 148). 4 In de oudste 2 deelen (gereg. 1671 —1719) betreffen de indices alleen de schuldenaars. 146. Acten van overdracht van onroerend goed, gelegen in het schuitambt, (ter registratie ingekomen bij den schulte?). 10 Juni 1701 —1790 Juni 1. 1 omslag en 7 charters. NB. De acten d.d. 1708 en een d.d. 23 Mei 1781 zijn in dorso voorzien van het stempel der gemeente Meppel. De acten d.d. 1725 (gemerkt „D. N°. 5"), 1727, 1781 (in dorso gemerkt „D") en 1786 (in dorso gemerkt „K") zijn afkomstig van den heer P. A. Derks. De acte d.d. 1708 is eene acte van gerechtelijke overdracht na executie. Hierbij een fragment van een afschrift d.d. 1715 van een acte d.d. 1699 van verkoop van onroerend goed. 147. Schuldbekentenissen d.d. 1740—1807, ter royeering, en eene borgtocht d.d. 1777, ter registratie ingekomen bij den schulte. 1 omslag. 148. Register van testamenten van personen, wonende in het schuitambt, gedagteekend d.d. 5 Juli 1803—1807 Juli 3 en geregistreerd door den schulte over 8 Februari 1806—1807 Juni 3. 1 deel. NB. Vóór 1803 werden de testamenten geregistreerd in het algemeen register voor vrijwillige zaken (zie N°. 145). De registratie is echter eerst begonnen in 1806 ; op de eerste acte d.d. 8 Febr. 1806 volgt eene aanteekening d.d. 13 Febr. 1806. 149. „Prothocol van ter leen gegeevene goederen en in het „voeder vhee". — Register van acten van uitgifte en ontvangst in leen of gebruik van roerende goederen en vee, gedagteekend d.d. 28 Maart 1798 — 1811 Februari 2 en geregistreerd door den schulte over 26 Februari 1803 — 1811 Februari 21. Met alphabetischen index op de voornamen der schuldenaars. 1 deel. 150. Minuten van acten in voogdijzaken verleden voor den schulte. 5 September 1713—1805. 1 omslag. NB. De acten d.d. 1748 en 1750 zijn afkomstig uit verzame- ling N°. 7 (Mrs. J. W. en P. D. Kymraell, te Utrecht en Leeuwarden); bij die d.d. 1748 zijn aanwezig 2 afschriften d.d. 1749. 151. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d d. 9 Maart 1713—1811 Februari 8 en geregistreerd door den schuïte over 9 Mei 1713—1811 Februari 11. Voorzien van alphabetische indices op de voornamen der betrokken personen. 20 deelen. NB. Deze registers loopen slechts tot 1781 ook over Colder-en Nijeveen. Sedert 1782 bestaat voor deze plaatsen een afzonderlijk register (zie N°. 152). Sedert 1782 zijn de indices vervangen door korte inhoudsopgaven. 152. „Colder- en Nieuweveens mombaar-prothocol, beginnende den 23 April 1782". — Register van acten in voogdijzaken, met betrekking tot minderjarigen te Colder- en Nijeveen, gedagteekend d.d. 23 April 1782—1792 April 13 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Met inhoudsopgave. 1 deel. NB. Zie voor de jaren na 1792 het archief van het sedert 1795 zelfstandige schuitambt Colder- en Nijeveen. 153. Acte, waarbij de advocaat Q. Beeltsnijder c. s. en de erfgenamen van J. Hoooenkamp de beslissing in hun geschil opdragen aan den schulte H. Schickhart. 1790. 1 stuk. NB. Het onderwerp, waarover het geschil loopt, wordt niet genoemd. 154. Overdrachten, schuldbekentenissen enz., waarvan het onzeker is, of zij in het rechterlijk archief behooren. 1482—1669. 1 portefeuille en 5 charters. NB. Zie de regesten N08. 1—5. XV. Schuitambt Colder-en Nijeveen. — 1795—1811. NB. Het schuitambt Colder- en Nijeveen werd in 1795 gevormd door splitsing van het schuitambt Meppel (zie het aangeteekende bij XIV Meppel). 155. Publicatie van de Commissie tot de burgerwapening in het voormalig gewest Drente, houdende herstelling in hunne posten van de officieren en leden der gewapende burgercorpsen, welke geweigerd haddeD de verklaring, bedoeld in de publicatie van het Provisioneel Uitvoerend Bewind d d. 3 Mei 1798, af te leggen en dientengevolge uit hunne posten waren ontslagen. 15 October 1798. 1 omslag (2 exx.). NB. Dit stuk is in 1811 als van rechterlijken aard ter griffie der rechtbank overgebracht. Is 't misschien gebruikt door den schulte in zijne rechterlijke functie, om vast te stellen wie als keurnooten konden optreden? 156. „Prothocol der 30ste en 40ste penningen des schultambts „van Colder- en Nijeveen beginnende met Januarius 1803". — Protocol der aangiften in de belastingen van de 308te en 40ste penningen, wegens collaterale successiën en aankoop van vaste goederen, gehouden door den schulte over 1 Januari 1803 — 1805 December 24. 1 stuk (fragment van een deel). 157. Verklaring van den schulte, dat na gedane aanpanding en daglegging schuldenaars beloofd hebben tegen een bepaalden dag het verschuldigde te zullen betalen of vast goed te verkoopen. Met bijlagen. 1808. 1 omslag. 158. „Prothocol van contentieuse zaken staande ter beslissing „van de lage bank". — Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorende aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend dd. 1 April 1803—1806 Augustus 20 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Voorzien van een alphabetischen index op de voornamen der uitgepande personen. 1 deel. 159. Processen-verbaal van openbaren verkoop van vast en roerend goed, behoorende aan ingezetenen van het schuitambt, met eenige stukken betreffende de afrekening door den schulte met de gerechtigden. 1799—1811. 1 portefeuille. NB. Deze stukken betreffen voor een groot deel de familie Jonker. Aanwezig zijn minuteele verbalen d.d. 1799/1800, 1800/1801, 1803, 1805, 1808—1811. De losse stukken betreffende de afrekening der gelden dagteekenen van 1811 —1^13, 1815, 1835 en 1836, doch zijn hier gelaten om het verband der stukken te behouden. De schulte toch van 1811 wikkelde deze zaken na zijn ontslag af. Een schuldbekentenis met hypotheek is aanwezig d.d. 1795. Bovendien bevinden zich hierbij : a. lijsten van verkochte vaste en roerende goederen over Mei 1805—1806 Mei, Mei 1809—1810 Mei, met ondergeschreven kwijtingen (voor armengelden) door diakenen van Colder- en Nijeveen; b. 2 acten van verkoop van land aan Coop Mulder en Hendrik Coops Mulder d.d. 1800 en 1808, misschien door den kooper niet bij den schulte gelicht. 160 Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, verleden voor den schulte, (grootendeels geliasseerd en genummerd Nos. 1 — 93; met lijst). 4 Februari 1809—1811 Januari 14. 1 portefeuille. NB. Buiten de genummerde stukken (6 Augustus 1809 1810 Juli 14) zijn nog slechts 5 andere aanwezig d.d. 4 Februari 1809, 11 September, 9 October, 31 December 1810 en 14 Januari 1811. 161. „Schuldprotocol van Colder- en Nijeveen". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels schuldbekentenissen), gedagteekend d.d. 25 Mei 1763 1810 Juli 2 en geregistreerd door den schulte over 24 November 1795 1811 Februari 20. Voorzien van een alphabetischen index op de voornamen der schuldenaars, koopers enz. 1 deel. 162. „Prothocol van vrijwillige zaken. 1803". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak (meerendeels overdrachten), gedagteekend d.d. 1 April 1803-1809 April 30 ongeregistreerd door den schulte over 15 April 1803-1809 April 31 (sic). 1 deel. NB. De laatste acte, die volledig is ingeschreven, is d.d. 12 October 1806. Over 1807—1809 zijn slechts korte inhoudsopgaven der acten geboekt. I6SS „Prothocol van ter leen gegevene goederen en in't voeder „vee...". — Register van overeenkomsten omtrent voor schulden verbonden of verkochte roerende goederen en vee, gedagteekend d.d. 29 April 1804—1807 Juni 20 en geregistreerd door den schulte over 10 Mei 1804—1808 Juni 21. 1 deel. 164. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 29 Mei 1792 — 1810 Januari 29 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Voorzien van eene inhoudsopgave. 1 deel. NB. Dit register kan in 1792 zijn begonnen. Niet blijkt, dat het eerst zou dagteekenen van de oprichting van het schuitambt in 1795. Integendeel is er grond om aan te nemen, dat inderdaad vóór 1795 het register werd gebruikt. Immers voorin staat met oude hand: „Momboirprothocol van Colder- en Nieuwveen, be„ginnende d. 29 Mey 1792". XVI. Schuitambt Coecange—de Wijk(—Pesse— Echten—Ansen). (—1795 en) —1811. NB. Het schuitambt Coecange—de Wijk—Pesse—Echten— Ansen omvatte de kerspelen Coecange, de Wijk ') (Broekhuizen, Dikninge, Dunninge, Haalweide, Schiphorst, Stapel, Oosterwijk, Westerwijk en de Wijk) en Echten (Pesse, Echten, Ansen en Pesserveld). Bij besluit van Representanten d.d. 21 April 1795 (N°. 1) werd het schultambt voorloopig gesplitst: de Wijk, Coecange en een gedeelte van Weerwille (vroeger bij Ruinen) zouden een schuitambt vormen; terwijl bij Ruinen gevoegd zouden worden Pesse, Echten en Ansen. De ingezetenen dezer drie dorpen waren evenwel met deze voorgestelde vereeniging niet ingenomen en kozen met die van Coecange een schulte. Deze keuze werd als in strijd met de publicatie van Gecommitteerde Representanten d.d. 14 April 1795 door dit college op 30 Mei d.a.v. vernietigd ; terwijl werd bepaald, dat tijdens de vacature de schulte ') Kerspel in administratieven, niet in kerkelijken zin; immers de Wijk bezat geeu kerk. van de Wijk in Coecange en die van Zuidwolde—Hoogeveen in Pesse, Echten en Ansen zou optreden. Voor Pesse, Echten en Ausen zouden afzonderlijke registers moeten worden gehouden (notulen Gecommitteerde Representanten d.d. 13 Juni 1795); omtrent Coecange wordt dit niet bepaald, men schijnt daar dus minder bezwaar tegen de wijziging te hebben gehad. Toch sloot het zich bij Pesse enz. aan, om van Gecommitteerde Representanten te verkrijgen de aanstelling van een schulte voor Coecange, Pesse, Echten, Ansen en Pesserveld (not. Gecommitteerde Representanten d.d. fi Juli 1795). Op 14 November 1795 kwam de zaak weder bij Gecommitteerde Representanten ter sprake; men was toen overtuigd van „de welvoeglijkheid en „intresse der ingesetenen . . . . , dat Coekange en Weerwille „met de Wijk sal sijn vereenigt en een scholtambt uitmaken"; in de kerspelen, waar nog geen schuiten waren aangesteld, zou dit geschieden ten overstaan van gecommitteerden uit Gecommitteerde Representanten. Het rapport dier gecommitteerden „op„sigtelijk Ruinen, Pesse, Echten en Ansen" werd gehouden in advies (not. Gecommitteerde Representanten d.d. 23 Januari 1796). Op 15 Maart 1796 werd eindelijk Pesse, Echten, Ansen en Pesserveld tot een schuitambt verklaard (not. Representanten i.d.). Op verzoek van de inwoners van de Oshaar, om afscheiding van de gemeente Ruinen en het kerspel Pesse, Echten en Ansen en indeeling van de Oshaar in de gemeente en het kerspel Coecange, werden Gecommitteerde Representanten gemachtigd „haar „in de schikkingen daarover met die van Coekange, Ruinen, „Pesse, Echten en Ansen te maken, te adsisteren" (not. Representanten d*d. 5 April 1796 (N°. 31)). Het rapport, aan Gecommitteerde Representanten door gecommitteerden uit hun midden uitgebracht, gaf nog geene oplossing, wegens verschil tusschen de Oshaar en Ruinen c. a. over de verdeeling der lasten (not. Gec. Repr. d.d. 26 Januari 1798). Of de wijziging tot stand is gekomen, is onzeker (not. Interm. Admin. Bestuur d.d. 28 Dec. 1798, 30 Jan. 1799). Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 November 1802 werden de plaatsen van het oude schuitambt Coecange en de Wijk c.a. verdeeld over 3 schuitambten: 1. de Wijk, Coecange, Echten en de Oshaar; 2. Zuidwolde, Hoogeveen, Pesse en Pesserveld; 3. Dwingelo, Ruinen, Ansen, Reebrugge. 165. Register van het verhandelde bij schulte en keurnooten in zake uitpanding en aaneigening van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d d. 24 Februari 1804 en geregistreerd door den schulte op dienzelfden dag. Voorzien van eene inhoudsopgave. 1 deel. NB. Slechts ééne acte is ingeschreven, betreffende Coecange. 166. Register van acten van executie van roerend goed. behoorend aan ingezetenen van het schuitambt, gedagteekend d.d. 23 Januari 1804 en 21 November 1810 en geregistreerd door den schulte in 1804 en 23 November 1810. Voorzien van eene inhoudsopgave. 1 deel. NB. Slechts 2 acten zijn ingeschreven, doch gescheiden door 2 onbeschreven bladen. 167. Minuten van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, verleden voor den schulte (genummerd N°'. 1—23; met lijst). 17 November 1809 — 1810 November 24. 2 liassen. NB. Deze acten zijn blijkens dorsaal opschrift der liassen gecontroleerd voor de zegelbelasting (en ten behoeve daarvan geliasseerd en van eene lijst voorzien). 168. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 28 April 1637—1810 Mei 18 en geregistreerd door den schulte over 9 Juli 1671 — 1810 November 19. Voorzien van alphabetische indices op de voornamen der schuldenaren, koopers enz. 3 deelen. 169. „Prothocol van vrijwillige zaken, de Wijk". — Register van acten van vrijwillige rechtspraak, gedagteekend d.d. 6 Februari 1798—1806 Augustus 15 en geregistreerd door den schulte over 1804—1806 Augustus 27. Voorzien van eene onvoltooide inhoudsopgave. 1 deel. NB. De bladzijden 14—27 zijn niet beschreven. 170. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d d. 19 Augustus 1769—1809 November 13 en geregistreerd door den schulte over 18 Februari 1775—1809 November 13. Voorzien van inhoudsopgaven. 3 deelen. 171. Afschrift van het register van acten van vrijwillige rechtspraak (ook in voogdijzaken) voor Pesse, Echten en Ansen, gedagteekend d.d. 1 Mei 1776—1802 October 27 en geregistreerd door den schulte over 13 Juni 1795—1802 December 10; vervolgd door den schulte op 11 Juli 1803 door registratie van acten d.d. 14 November 1802, 5 en 11 Juli 1803. 1 deel. NB. Zie N°. 173. 't Boek is afkomstig uit verzameling N°. 8 (J. Eemten, te Dwingelo). 172- Stukken betreflende de werkzaamheid van den schulte met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, uit verschillende jaren tusschen 1671 —1806- 1 omslag. NB. Deze, vrijwel waardelooze, stukken zijn afkomstig uit de registers genoemd onder Nos. 168 en 170. Ze bestaan uit: 1. o. 3 stukkeu ingekomen bij den schulte ter aanteekening in de registers van acten van vrijwillige rechtspraak, 1671, 1727 (ingekomen 1760), 1762; b. een concept-alphabetischen index op deel 2 van het register van acten van vrijwillige rechtspraak; c. een formulier d.d. 1736; 2. a. 2 stukken, ingekomen bij den schulte ter aanteekening in de registers van acten in voogdijzaken, 1789, 1806; b. 2 aanteekeningen voor den schulte ten behoeve zijner bemoeiingen in voogdijzaken, c. 1800, 1803. XVII. Schuitambt Pesse—Echten—Ansen. — •795/Ó—I8°2. NB. Het schuitambt Pesse—Echten—Ansen werd in 179'/6 gevormd door splitsing van het schuitambt Coecange, de Wijk c. a. In 1802 werd het echter weder opgelost in de schuitambten de Wijk, Zuidwolde eu Dwingelo (zie het aangeteekende bij X\ I de Wijk c. a). 173. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 1 Mei 1776—1802 October 27 en geregistreerd door den schulte over 13 Juni 1795—1802 December 10. Voorzien van een alphabetischen index op de voornamen der schuldenaren, koopers enz. 1 deel. NB. De geauthoriseerde schulte schreef tot binnentitel in het boek: „Prothocol van obligatiën en hypothecatiën ten dienste „van Pesse, Echten en Ansen, volgens resolutie van Gecommitteerde Repraesentanten van 't volk van Drenthe in dato den ,12 Juny 1795 door mij ondergeschrevene scholtes, bij resolutie «van gesegde Gecommitteerde Repraesentanten van den 30 Mey „1795 tot het waarnemen van de scholten-functiën over Pesse, „Echten en Ansen geauthoriseert, aangelegt". Vóór folio 1, waarop de registratie begonnen is op 13 Juni 1795, werd op eene toen open bladzijde eene acte d.d. 5 Juni 1801 geregistreerd op dienzelfden dag. Zie voor de voogdijzaken ook N°. 174. 174. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 16 September 1795 — 1802 November 3 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. Met alphabetische indices op de voornamen der personen, wier kinderen onder voogdij zijn gesteld, en der hoofdmomberen, die voogdijrekeningen hebben afgelegd. 1 deel. NB. Voor in het register staat een gelijke opdracht als in het register onder N°. 173 beschreven. XVIII. Schuitambt havelte(-Vledder). (-1803 en)-i8u NB. Het schuitambt Havelte—Vledder omvatte de kerspelen Havelte (Darp of Hesselte, Eursinge, Havelte, Hesselterveen, Nijentap, Uffelte) en Vledder (Doldersum, Nijensleek en Vledder). Bij besluit van Representanten d.d. 21 April 1795 (N°. 1) werden beide kerspelen tot schuitambten verklaard. Bij besluit van het Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 19 November 1802 werd Vledder vereenigd met Diever en Wapserveen, terwijl Havelte bij Ruinerwold werd gevoegd; doch hij gelijk besluit d.d. 14 December 1802 werd bepaald, dat de schuiten van Diever—Wapserveen, van Vledder, van Havelte en van Kuinerwold hunne functiën zouden blijven waarnemen. Na 't overlijden van den schulte van Diever—Wapserveen trad de vereeniping met Vledder in werking (besluit Departementaal bestuur van Overijsel d.d. 24 Maart 1803). 175. Acte van approbatie door Gecommitteerde Representanten van het volk van Drente van de aanstelling door de ingezetenen van het kerspel Havelte van Wolter Kymmell tot hunnen schulte. 24 October 1795 1 stuk. NB. Afkomstig uit verzameling N°. 25 (W. Vedder c. u., te Havelte). 176. Brieven en stukken, ingekomen bij den schulte. '29 October 1796—1802 Januari 17. 1 omslag. NB. Afkomstig uit verzameling N°. 5 (mej. L. H. Kymmell, te Havelte). 177. Minuteele en geïnsinueerde stukken betreffende de executie van roerend goed, behoorend aan ingezetenen van 't schuitambt. December 1795—1796 November 25, (1797?). 1 omslag. NB. Afkomstig als voren. 178. Minuteele verbalen van den publieken verkoop van roerende en vaste goederen, gelegen in het schuitambt. 6 November 1795—1802 December 18. 1 omslag. NB. Afkomstig als voren. 179. Register van acten van vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken, gedagteekend d.d. Mei 1651 —1803 Januari 7 en geregistreerd door den schulte over 4 Januari 1679—1803 Januari 31. 3 deelen. NB. Deel I is voorzien van eene inhoudsopgave; deelen II en III hebben alphabetische indices op de voornamen der schuldenaren, koopers enz. 180. Register van acten in voogdijzaken, gedagteekend d.d. 18 April 1716 — 1796 Januari 11 en geregistreerd door den schulte over dienzelfden tijd. 7 deelen. NB. In deel IV is acte N°. 7 (behoorende tusschen acten d.d. 16 November 1770 en 2 Januari 1771) niet ingeschreven; eenige bladzijden zijn daarvoor opengelaten. De deelen VI en VII zijn voorzien van inhoudsopgaven. In 1803 is voor dit register geen nieuw boek begonnen, daarom zie men voor de acten over 11 Augustus 1795—1811 Januari 26 N°. 189. 181. Stukken betreffende de werkzaamheid van den schulte met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak, ook in voogdijzaken. Uit verschillende jaren tusschen 1723 en 1800. 1 omslag. NB. Deze stukken bestaan uit: 1. a. „index der obligatiën in 't prothocol des scholtampts „Haevelte nog openstaande"; b. minuten van eene acte van overdracht van vast goed d.d. 1723 en van een testament d.d. 1800; c. eenige formulieren en aanteekeningen van of voor den schulte, z.j. en 1795—1798; NB. De «tukken vermeld onder zie Henrick. Hendriks ) llenrikjen Kistemans, 1713 (I. 339). Henrick (Hyndryck, Hendrik) — Alers, Mr. —, 1504 (R. 4). — Haselhorst, 1562 (R. 8). — Hietcamp, 1562 (R. 8). — Klumpen, 1579 (R. 10). — Moes, 1776 (I. 361). — Coops Mulder, 1808 (I. 159 noot). — Nysingh, schutte te Westerbork, 1706 (I. 114 noot). — Pieters, 1783 (I. 196 noot). — ter Porten, 1579 (R. 10). — Vluggen de junge, 1579 (R. 10). — de Voss van Steenwyck, drost van Coevorden en Drente, 1591 (R. 12). — Casimir, stadhouder van Drente enz., 1695 (I. 252). = Hendriks, Roelofje —, 1799 (I. 46). Herman (Hermen, Harmen) — Euers, 1504 (R. 4). — Mauris, 1600 of 1601 (R. 13). — Pouwelss, schutte te Meppel, 1482 (R. 1). Hyndryck, zie Henrick. Hilbrant, heer —, te Meppel, 1506 (R. 5). J. van Dijk, c. 1800 (1.133 noot). J. Fruytier, 1792 (L 231). J. Hofstede, Mr. —, ontvangergeneraal van Drente, 1808 (1.295). J. Hoogenkamp, 1790 (I. 153). J. Lensink, boekhandelaar te Meppel, 1725 (I. 42 noot). J. Visser, 1738—1740 (I. 6 noot). J. Willinge, schulte te Peise, 1695 (I. 252). J. A. Schröeder, 1808 (I. 19). J. H. Oosting, 1811 (I. 355). J. W. Kymmell, schulte te Roden, 1810 (I. 233 noot). Jacob (Coep, Coop) — Gisbersoen, 1482 (R. 1). — Hoeffmans, 1504 (R. 4). — Mulder, 1800 (I. 159 noot). — ten Walle, 1482 (R. 1). = Jacobs (Koops, Coops) —, Arent —, 1800—'03 (I. 93). —, Gosen —, 1489 (R. 2). —, Hendrik — Mulder, 1808 (I. 159 noot). •!an | zie Johan. Jans ) Jerryen van Almelo, 1600 o/"1601 (R. 13). Jochums, Warner —, 1579 (R. 11). Johan (Johanna) —, vrouw van Jacob ten Walle, 1482 (R. 1). — Netering, 1801 (I. 16 noot). Johan (Iohan, Jan) — Bernyers, burgemeester van Coevorden, 1600 of 1601 (R. 13). — van Brantlycht, richter te Coevorden, 1531 (R. 6). - Buitinck (Buytingh) gedeputeerde van Drente, 1615 (1.331). — Jans (de vader), 1808 (I. 182 noot). — Jans (de zoon), 1808 (I. 182 noot). — Claessen, 1504 (R. 4). — Cock, 1562 (R. 8). — van Kralen, 1500 (R. 3). — Nijsinck, schutte te Westerbork, 1591 (I. 114 noot, R. 12). — Seems, Mr. —, landmeter, 1615 (I. 331 noot). — Wieringh, 1797 (1. 298 noot). — Tijmen Nijsingh, sehulte. te Westerbork, 1765 (I. 114 noot). — Johansoen (Iohans, Jans) —, Beerent —, 1770 (I. 90). —, Derck — (genaamd Weuer), 1482 (R. 1), 1489 (R. 2). —, Jan — (de vader), 1808 (I. 182 noot). —, Jan — (de zoon), 1808 (I. 182 noot). —, Steven —, 1805 (I. 182) Johanna, zie Johan. Iohans Johansoen zie Johan. K. Adriaans, 1789 (I. 48). Caspars, Marisse —, schutte te Gasselter-Nijeceen, 1666 (blz. 88/89, XXXI noot). Claes (Clauwes) — Bernijer (Bernyer, Bernier), 1562 (R. 8); sehulte te Coevorden en Schoonebeek, 1577 (R. 9), 1579 (R. 10, 11), 1600 of 1601 (R. 13). — Esschen, 1531 (R. 6). — Claessen, Iohan —, 1504 (R. 4). Coep \ Coop f Coops ( 2ie Jacob' Koops J Cornelis van Dwynghell, 1577(R. 9). — Cornelis, Antje —, vrouw van J. van Dijk, c. 1800 (I. 133 noot). L. Wolthers, sehulte te Vries, lste helft 18 de eeuw (I. 332). Lambert Jongh Otten, schoolmeester te Schoonebeek, 1651 — 1662 (1.55). — Wesselijnck, 1546 (R. 7). Laurens, Ryckert —, 1579 (R. 11). Lysabeth, vrouw van Rolef Ghert Meus, 1506 (R. 5). Lodewijk, koning —, 1809 (1. 333, 337). Lucas Nysing, sehulte te Westerbork, 1681 (I. 114 noot). M. Schukking, sehulte te Zuidwolde c.a., 1802 (I. 97 noot, 98, 99). Marisse Caspars, sehulte te Gasselter-Nijeveen, 1666 (bladz.88/89, XXXI noot). Merye, vrouw van Henrick Hietcamp, 1562 (R. 8). Meus, Rolef Ghert — 1506 (R. 5). Nese, vrouw van Steeuen ten Vlechuis, 1546 (R 7). Otten, Lambert Jongh —, schoolmeester te Schoonebeek, 1651 — 1662 (I. 55). Pauwell Degenner, 1579 (R. 10). = Pouwelss, Herman —, sehulte te Meppel, 1482 (R. 1). Peterss. (Pieters) —, Egbert —, 1506 (R. 5). —, Hendrik—, 1783 (I. 196 noot). Pouwelss, zie I'auwell. Q. Beeltsnijder, 1709 (I. 153), 1739 (I. 67). Ryckert Laurens, 1579 (R. 11). Roeloeff ) . 0 , \ zie Rolet. Roelof ) Roelofje Hendriks, 1799 (I. 46). Rolef (Roloff, Roeloeff, Roelof) — van Aene, 1600 of 1601 (R. 13). — Ghert Meus, 1506 (R. 5). — van Hakesberghe, 1577 (R. 9). — Renting, 1799 (I. 46). — Sijnnck, schutte te Coevorden, 1629 (I. 3). S. Winsingh, schutte te Roden c. a., 1803 (I. 235), 1809/10 (I. 233 noot). Steeuen (Steven) — Jans, 1805 (I. 182). — - ten Vlechuis. 1546 (R. 7). Styne van Kralen, 1500 (R. 3). Stoffers, Aletta — Welderding, 1801 (I. 269). —, Anna — Welderding, 1801 (I. 269). Swane (Zwaantje) —, vrouw van Roloff van Hakesberghe, 1577 (R. 9). — Nijsing, weduwe van Roelof Renting, 1799 (I. 46). T.Kijramell, , in 't kerspel Rolde, bladz. 67, XXI noot. Groningen (provincie), 1784 (1.66). Haag, den —, 1802 a 1810(1. 18). —, procureur bij '< keizerlijk gerechtshof inden —, 1810 (I. 347). Haakswolde, in 't kerspel Ruinerwold, bladz. 99, XXXIII noot. Haalweide, in de V/ijk, bladz. 54, XVI noot. Haevelte, zie Havelte. Halen, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Havelte (Haevelte) —, schuitambt Havelte -Vledder, — 1795 (bladz. 58, XVIII). —, schuitambt—, 1795 — 1811 (bladz. 58, XVIII noot; bladz. 99, XXXIII noot). —, schulte van —, 1802 (bladz. 58, XVIII noot; bladz. 99, XXXIII noot). —, kerspel —, bladz. 58, XVIII noot. —, de ingezetenen van '< kerspel —, 1795 (I. 175). —, in 't kerspel Havelte, bladz. 58, XVIII noot. Hees, in 't kerspel Ruinen, bladz. 98, XXXII noot. | Hesselte, Darp of —, in 't kerspel Havelte, bladz. 58, XVIII noot. Hesselterveen, in 't kerspel Havelte, bladz. 58, XVIII noot. Hijken, in '< kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. —, marke van —, 1795 (bladz. 41, XII noot). Hijkersmilde, 1795 (bladz. 41, XII noot; bladz. 67, XXI noot). —, schuitambt Hijkersmilde-Kloosterveen, 1795—1802 (bladz. 41, XII noot; bladz. 45, XIII) ; voormalig schuitambt, 1806—1811 (I. 123). —, schuitambt Beilen-HijkersmildeKloosterveen—Hoogersmilde, 1803—1811 (bladz. 106. XXXV noot). Hoge Smilde, zie Hoogersmilde. Hogeveen, zie Echtens-Hoogeveen. Holland, koning van —, 1809 (I. 333, 337). —, minister van financiën van den koning van —, 1806 (I. 348 noot). Holte, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Hoogersmilde (Hoge Smilde), heerlijkheid —, bladz. 106, I. —, heer van —, 1766 (I. 361), 1770 (I. 364). —, schuitambt —, 1633—1803 (bladz. 106, XXXV), 1795 (bladz. 41, XII noot), 1803 (I. 133 noot); voormalig schuitambt, 1806—1811 (I. 123). —, schuitambt Beilen-HijkersmildeKloosterveen—Hoogersmilde, 1803—1811 (bladz. 106, XXXV noot). Hoogeveen, Joodsche gemeente te Wijster, in 't kerspel Beilen, bladz. 41, XII noot. Wildenberg, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Winde, in 't kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Wittelte, in 't kerspel Diever, bladz. 62, XIX noot. W itten, in V kerspel Rolde, bladz 67, XXI noot. Zeegse, in 7 kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Zeyen, in 't kerspel Vries, bladz. 75, XXIV noot. Zomerdijk, de —, bij Meppel, 1802 (bladz. 47, XIV noot). Zuidbarge, in 't kerspel Etnmen, bladz. 28, IX noot. Zuidenveld, dingspel —, blz. 11, A. Zuidlaarderveen, in V kerspel Zuidlaren, bladz. 81, XXVII noot; bladz. 87, XXX noot. Zuidlaren, schuitambt Anlo-jrietenZuidlaren, —1795 en —1811 (bladz. 81, XXVII; bladz. 83, XXVIII noot; bladz. 85, XXIX noot; bladz. 87, XXX noot); c. 1800 (I. 277 noot). —, schuitambt —, 1795—1802 (bladz. 81, XXVII noot; bladz. 83, XXVIII noot; bladz. 85, XXIX noot; bladz. 87, XXX). —, kerspel —, blz. 81, XXVII noot. —, (in 't kerspel Zuidlaren), bladz. 81, XXVII noot; bladz. 87, XXX noot. Zuidsleen, in 't kerspel Sleen, bladz. 23, VI noot. Zuidvelde, in H kerspel Norch, bladz. 70, XXII noot. Zuidwolde,schuitambt Zuidwolde— Hoogeveen, 1802 (bladz. 33, X ; bladz. 57, XVII noot). —, schuitambt Zuidwolde—Hoogeveen—Pesse Pesserveld, 1802 — 1811 (bladz. 33, X noot; bladz. 55, XVI noot). —, schulte van Zuidwolde—Hoogeveen, 1795 (bladz. 55, XVI noot). —, kerspel —, bladz. 33, X noot. —, in 't kerspel Zuidwolde, bladz. 33, X noot. Zuidwoldinger, de — sloot, 1703 (I. 93 noot). Zweelo, schuitambt —, —1802 en — 1811 (bladz. 23, VInoot; bladz. 25, VII; bladz. 26, VIII noot). —, schuitambt Zweelo—Sleen, 1803—1811 (bladz. 26, VIII). —, schulte van —, 1655 (I. 1), 1758 en 1788 (bladz. 23, VI noot), 1808 (I. 19). —, kerspel bladz. 25, VII noot. —, eigenerfden en gevolmachtigden van 'f kerspel —, 1792 (I. 51 noot). —, comparant van 't kerspel — op den landdag, 1792 (I. 51 noot). —, in 't kerspel Zweelo, bladz. 25. VII noot Zwiggelte, in 'l kerspel Beilen blad. 41, XII noot. Zwinderen, in 't kerspel Oosterhe - selen, bladz. 20, V noot. Zwolle, 1802 a 1810 (I. 18). BLADWIJZER Bladz. Nummers. Inleidin» 1 Inventaris 11 1—364 A. Dingspel Zuidenveld : I. Coevorden—Schoonebeek(—1795) 11 —15 1— 11 II. Coevorden (1795—1802). . . . 15 — 16 12— 16 III. Schoonebeek (1795—1802) . . . 16 — 17 17 IV. Coevorden—Schoonebeek (1803— 1811) 17-19 18— 32 V. Dalen—Oosterhesselen ( — 1811) . 20—23 33— 42 VI. Sleen (—1802 en —1811) . . . 23-25 43- 48 VII. Zweelo (—1802 en —1811) . . 25—26 49— 53 VIII. Zweelo—Sleen (1803—1811). . 26—28 54— 85 IX. Emmen- Odoorn—Roswinkel (—1811). 28- 32 66- 86 B. Beiier dingspel: X. Zuidwolde—Hoogeveen (—1811) . 33—38 87—104 XI. Westerbork (—1811) 38—40 105—114' XII. Beilen—Smilde (—1811). . . . 41—45 115—132 XIII. Hijkersmilde—Kloosterveen (1795 —1802) 45—46 133—135 C. Dieverder dingspel : XIV. Meppel (—1811) 47—51 136-154 XV. Colder- en Nijeveen (1795—1811) 51—54 155—164 XVI. Coecange — de Wijk (—Pesse— Echten—Ansen) (( — 1795 en) — 1811) 54-57 165-172 XVII. Pesse-Echten-Ansen (1795/6—1802)57—58 173—174