/■2./V -i.7* _ DE ARCHIEVEN, BERUSTENDE ONDER HET BESTUUR DER GODSHUIZEN TE MIDDELBURG. INVENTARIS VAN DE OUDE ARCHIEVEN 1343-1812. BEWERKT DOOK C. DE WAARD. MIDDELBURG. J. C. & W. ALTORFFER 1907. DE ARCHIEVEN, BERUSTENDE ONDER HET BESTUUR DER GODSHUIZEN TE MIDDELBURG. INVENTARIS VAN DE OUDE ARCHIEVEN 1343-1812. BEWERKT DOOR C. DE WAARD. M LD DELBURG. J. C. & VV. ALTORFFER 1907. DE ARCHIEVEN, BERUSTENDE ONDER HET BESTUUR DER GODSHUIZEN TE MIDDELBURG. INVENTARIS VAN DE OUDE ARCHIEVEN 1343-1812. BEWERKT DOOR C. DE WAARD. MIDDELBURG. J. C. & W. ALTORFFER 1907. Tot het jaar 1866 bevond zich het archief der Godshuizen in het oude gasthuis, in de l.angedelft. gelegen ter plaatse waar nu verrezen zijn de perceelen H n'. 21, 21* en 2l\ Bij het in gebruik komen in voornoemd jaar van het nieuwgebouwde gasthuis op het Xoord poortplein verhuisde het naar het burgerweeshuis op het Molenwater. Het lag in eerstgenoemd gebouw geborgen in een overwelfd, van fraaie eikenhouten kasten voorzien, en met ijzeren deur afgesloten lokaal, de '/Hel" genaamd, uaast het kantoor van den secretaris-penningmeester van het Bestuur der Godshuizen. Wel veilig geborgen alzoo, maar tevens helaas in zulk een treurigen en verwarden toestand, dat raadpleging van stukken uiterst bezwaarlijk was. Het was de heer W. J. Ziv, secretaris-penningmeester, die een begin maakte met te trachten eenige orde in den chaos van papieren te maken door zich op de hoogte te stellen van den inhoud van de oude charters en hiervan door opschrift in dorso te doen blijken. De heer J. A. Zip, die zijn vader in diens betrekking opvolgde, vervolgde het door zijn vader begonnen werk, door van alles wat aanwezig was chronologische lijsten te maken, waardoor althans in hoofdzaak bekend werd, wat in het archief aanwezig was. Veel bleef echter nog te ordenen en te schiften over, zoodat het Bestuur der Godshuizen besloot de verdere regeling en inventarisatie aan een deskundige op te dragen, die over voldoenden tijd kon beschikken oin binnen bekwamen tijd de linale regeling tot een goed einde te brengen. Aan den heer C. de Waard alhier werd die taak opgedragen en door dezen aanvaard. Middelburg, Februari 1907. Het bestuur der godshuizen, A. P. SNOUCK HURGRONJE, Voorzitter. J. A. ZIP, Sfcreturis-penniiigmeexltr. Algemeene inleiding. Het Bestuur der Godshuizen te Middelburg verzocht mij in den zomer van 1901 om de ouder dat Bestuur berustende archieven te regelen. De omvang van dit werk en de moeielijkheden er aan verbonden waren vooraf zelfs bij benadering niet te overzien. Mr. 11. Fkuin, rijksarchivaris in Zeeland, zegde mij echter zijne hulp toe, en daarmede konden alle overwegende bezwaren vervallen. De archieven waren geborgen hoofdzakelijk in twee lokalen van het Burgerweeshuis en globaal geordend in oude en nieuwe archieven benevens in eeuige partijen oude charters. De oude archieven en de charters werden naar een der zalen van het rijksarchiefgebouw overgebracht, daar in vrije uren geordend en geïnventariseerd en , naarmate een of meer op zich zelf staande onderdeelen gereed kwamen, behoorlijk verpakt, weder naar hunne oude bewaarplaats teruggebracht. Het lag in de bedoeling, zoo ik meende, om 11a de behandeling van de oude archieven ook de nieuwe op dezelfde wijze onder handen te nemen, doch nog vóór dat het werk met de oude archieven geheel was afgeloopcn (Mei 19U3) werd mij dringend gevraagd alvorens dat te voltooien eerst eeue globale beschrijving van de nieuwe archieven te maken. Spoedig was daaraan voldaan. In eene inleiding daarop moest echter het volgende worden aangeteekend: n Gelukkig waren vele deelen en pakken van deze archieven door mij geraadpleegd om de overgangen van het bestuur en de reorganisatie van de gestichten in den Franschen tijd te leeren kennen Enkele van die archieven met name die van de Subdirectie vau Gesticht n°. 2 en van Gesticht n". 3 waren zelfs geheel en dat van de Commissie van Bestuur over de Arminrichtingen en Armenscholeu gedeeltelijk beschreven, zoodat ik een algemeen inzicht had gekregen van de verschillende collegiën, die in de 19Je eeuw over de Godshuizen en Arminrichtingen gefungeerd hebben, en hoe en wanneer de opvolging in die functiën heeft plaats gehad. Daarentegen was mij van de samenstelling van het archief van het hoofdbestuur niets bekend; de deelen, portefeuilles en pakketten zijn vluchtig ingezien en beschreven, aan de samenstelling is niets veranderd, ze werden gelaten zooals ze door mij gevonden zijn. Eene scheiding van stukken vereischt toch meer aandacht en onderzoek dan de tijd toeliet. Bij eene definitieve regeling zal dit echter met vele nummers ongetwijfeld moeten geschieden. Ook wensch ik hier ter verklaring van de wijze, waarop deze lijst van archiefstukken in elkander is gezet, op te merken, dat ik van de deelen en stukken, die betrekking hebben op de eigendommen der gestichten, slechts eeu klein gedeelte gezien heb en dus te eenenmale in het onzekere ben gebleven, of elk gesticht weder in het uitsluitend gebruik van zijne eigene goederen is gekomen, zooals het die vóór de reorganisatie alléén bezeten heeft, dan wel of alles te zameu thans gemeen goed van de Godshuizen is. De wijze, waarop eene begrooting en eene jaarlijksche rekening is ingericht, zou het Laatste doen gelooven, maar toch scheen mij dit zoo onaannemelijk, dat ik er niet toe kon besluiten alle eigendomsbewijzen onder één hoofdstuk te beschrijven. Ik heb ze met andere papieren, die met eigendom in verband staan, b.v. pachtcontracten van landerijen en dergelijke, gebracht onder het gesticht, dat vroeger altijd eigenaar is geweest, of dat in die stukken zelf als zoodanig uitdrukkelijk wordt aangeduid Zooveel mogelijk zijn de stukken gebracht tot het archief, waartoe zij behooren, maar bij alle nummers was dat niet geheel mogelijk, omdat een bestuur zijue aanteekenirgen dikwijls voortzette in deelen van een vorig bestuur en omdat ik aan de samenstelling der pakken niets veranderen kon. Er is in deze lijst maar één hoofdstuk »Financiëele administratie" (met onderdeel bij ieder van de gestichten), dus niet bij de sub-directiën; deze hadden wel geldelijk beheer, maar geen zelfstandig, het was ondergeschikt aan het hoofdbestuur, dat alleen rekening en verantwoording deed. Het was een punt van overweging voor mij, of de aanteekeningen, die ik bij het doorzoekeu van sommige archiefstukken inmiddels gemaakt had , hier al dan niet moesten worden medegedeeld. Daar het echter onzeker is, of mij de gelegenheid voor eene definitieve regeling dezer nieuwe archieven vergund zal zijn, en die aanteekeningen de bruikbaarheid van deze lijst kunnen verhoogen, zijn ze, naar ik hoop te juister plaatse, ingelascht. Zoo evenaart dit werk dan in enkele opzichten een formeelen inventaris, in vele andere is het voor aanvulling en verbetering vatbaar." Tot de oude archieven, wier regeling thans geheel is afgeloooen, terug- gasthuis van 1842 '), die ook door den Provincialen archivaris J. P. Van Visvliet in zijne Memorie omtrent den oorsprong van het gasthuis aan den Staatsraad gouverneur der provincie d.d. 1848 Juni . . . 3) als bet oudste bericht nopens dit gesticht wordt aangemerkt. Dezelfde ambtenaar wees in zijn jaarverslag over 1861 op een brief van 1323 »des Sonnendaeghes nae Sente Symon ende Judendach", waarbij graaf Willem III twee gemeten tienden s) te Kleverskerke aan «Onser Vrouwen hospitale van Middelburch" schonk 4), maar in 1866 bij de opening van het nieuw gebouwde gasthuis was de Voorzitter van het Bestuur der Godshuizen blijkbaar huiverig in zijne rede van dezen brief gewag te maken en hem aan te merken als betrekking hebbende op het oude gasthuis, waarvan hij de geschiedenis voor zooverre bekend in het kort naging. 5) Daaromtrent meer zekerheid te verschaffen lag op mijn weg: de oude grafelijke rekeningen bieden de gelegenheid er toe. Willem III had nl. bij zijne schenking bepaald, dat van de twee gemeten tienden eene jaarlijksche pensie of pacht moest worden betaald van 6 schellingen 8 penningen, en de rentmeester had die in zijne rekening te verantwoorden. De oudste van de nog aanwezige dezer rekeningen loopt over 1317/9; daarin wordt geen enkel hospitaal of gasthuis genoemd, maar de schenking dateert ook eerst van 1323. De daarop volgende rekening is van 1330/1, doch bevat geen hoofdstuk van pensiën, zij loopt dan ook slechts over 9 maanden. Meer licht geeft de rekening over 1331/3, waarin o. a. de pensie van 2 gemeten tienden te Kleverskerke geboekt staat onder deze bewoordingen: //Tghasthuus van Middelburgh van II m. tienden, die Hughe Varkijns waren, sol. 6 sc. 8 d". Vervolgens kan men het spoor van deze pacht van rekening tot rekening tot in het begin der 19Je eeuw volgen, waarbij dan blijkt, dat in serieën van onderscheidene rentmeesters bij de omschrijving dezer pensie uitdrukkelijk vermeld staat, dat de tienden aan het hospitaal te Middelburg zijn gegeven anno 1323 6 . Uit tal van rekeningen wordt gewezen op die van 1527, een tijd, waar- I) Behoort tot Het Archief der O. L. V. abdij te Middelburg (zie aldaar tteg. nr. 308). ') De Minuut berust in de Agenda over 1848, berustende onder den rijksarchivaris in Zeeland. *) Tweemaal de elfde school of het elfde gemet, dus de tienden van 22 gemeten lands (zie de minuut van het rekwest der eigenaren van tienden aan den koning van Holland (c. 1807) berustende in de Bibliotheek van handschriften in het Rijksarchief in Zeeland. (Varia nr. 44). ') Afgeschreven in het register E L (fol. 69), berustende in het Algemeen rijksarchief te 's-Gravenhage. Een afschrift van dit register bevindt zich in het Rijksarchief in Zeeland. 4) Gedrukt, maar niet in den handel. -) In eenige dier rekeningen wordt 1313 genoemd, later heeft men er 1413 van gemaakt, maar dat zijn schrijffouten. van genoegzaam bekend is, dat er toen te Middelburg maar eén hospitaal was. Anderzijds kan men ook in de rekeningen van het gasthuis zoowel de opbrengst als het lossen dezer tienden vinden. Genoeg voorloopig over deze tienden om op goede gronden vast te stellen, dat het //Vrouwe hospitale", in den giftbrief van 1823 genoemd, en het gasthuis, waarvan het archief hierachter beschreven wordt, een en dezelfde stichting is. «Vrouwe hospitale" wil hier m. i. niet zeggen: hospitaal voor vrouwen, zooals men in 1866 geneigd was er uit te lezen, maar een hospitaal of gasthuis, dat Onze Lieve Vrouwe tot patrones had. Op grond van het vorenstaande wordt het nu zeer aannemelijk , dat dit huis ook bedoeld zal zijn in het testament van ver Tielt, Bartolomeus weduwe, van 1308, waarbij deze vrouw Mathilda o. a. «Onser Vrouwenhus aldaer (in Middelburhc)" met 5 pond bedenkt '). Tot zoover de bijzonderheden aan andere stukken ontleend. Zij leeren het bestaan van het gasthuis te Middelburg reeds in het begin van de 14d'' eeuw kennen, maar laten het juiste tijdstip der stichting evenals den naam van den stichter nog in het duister. Er is zelfs tot nog toe geene enkele bepaalde aanwijzing gevonden, of het huis door een persoon, een gilde of de stad zelf gesticht is. En het archief, dat eerst met het jaar 1343 begint, heeft bij de ordening daaromtrent ook niets aan den dag gebracht. In de stukken van het archief komt het gasthuis tot 1447 onder Xaani^an denzelfden naam van Onzer Vrouwen hospitaal of gasthuis voor, in dat gesticht, jaar een paar maal onder dien van St. Maria, wat natuurlijk geen verschil maakt (zie Reg nrs. 34, 63, 65, 67, 95, 118, 121, 130, 154, 163, 168, 169, 187, 188, 189 en 192). In 1453 spreekt men voor het eerst van het gasthuis van St. Barbara (zie Reg. nr. 206), waarna tot 1500 beide namen afwisselend of te gelijk genoemd worden (zie Reg. nrs. 214, 215, 220, 231,-243, 288, (O. L. V.), 289, 291, 293, 294, 325, 339, 340, 349, 350, 351, 361, 362, 365, 367, 370, 371, 372 en 380 en de rekeningen over 1469, 1488/9, 1493/4, 1494/5, 1498/9 en 1499/1500). Sedert dien tijd wordt uitsluitend St. Barbara genoemd, welke naam echter na de Hervorming ook niet meer in de stukken voorkomt. De namen verdwenen, de huizen, waaraan zij verbonden waren, bleven bestaan. Zijn er dan van 1453 of wellicht van nog vroeger tijd twee gasthuizen te Middelburg geweest? Op grond van den inhoud der pauselijke bul van 1492 (zie Reg. nr. ') Gedrukt: Kronijk van het Historisch genootschap te Utrecht (7jaargang 2'le serie blz. 240 vlg.), en: Zeeland. Jaarboekje voor 1853 (blz. 10 vlg.). 350) schijnt het, dat die vraag bevestigend beantwoord zou moeten worden; daarin wordt nl. van de op kannomeke wijze vereenigde gasthuizen van St. Maria en St. Barbara gesproken. Ik meen echter, dat de opvatting dezer woorden niet te streng moet zijn, voor welke meening later de gronden zullen worden aangehaald. Voorloopig zij volstaan met de opmerking, dat wij hier in elk geval met slechts ééne stichting te doen hebben. Hebonwen. De ligging van het gasthuis was aan de Zuidzijde van de Lange Delft. Zeer waarschijnlijk heeft het daar van den beginne af aan gestaan, maar met zekerheid leert het zich op die plaats eerst kennen in 1429, toen er eene nieuwe houten goot //in den dilft" vóór het gasthuis gemaakt werd i). In de 15"" eeuw en later bestond het vit een complex van gebouwen, waarvan elk zijne bijzondere bestemming had, en dit wijst er op, dat het gesticht aanvankelijk van kleinen omvang is geweest en later gaandeweg is uitgebreid. Tntusschen behoorde in 1396 er reeds eene kerk toe 2), die evenals het gasthuis naar O. L. V. heette, het hoofdgebouw van de inrichting vormde en tot 1867 bestaan heeft/toen zij met bijna al de andere gebouwen van het gasthuis gesloopt is. Reeds lang echter was zij aan den publieken eeredienst onttrokken. In de 17dc tot de 19 'e eeuw werd er alleen voor de gealimenteerden nog godsdienstoefening in gehouden en daarom bleef men haar nog altijd de ,:erk (ook wel de Witte zaal) noemen. Enkele malen wordt O. L. V. kerk ook wel Opperkerk genoemd. De naam ontstond na den bouw eener nieuwe kapel in 1493 en 1494, die men dan in tegenstelling de Neerkerk heette, omdat zij lager van dak dan de Opperkerk was. De zolderbalken van de O. L. V. kerk waren versierd met afbeeldingen van apostelen en heiligen, waaronder mede de Moedermaagd met het gezicht naar het Oosten als de Regina Sanctorum geplaatst was R). In 1519 20 zijn er werkzaamheden aan dit hoofdgebouw verricht: een muur werd afgebroken, een fundament van een pilaar gedolven, een pilaar aan het altaar afgebroken, eveneens //de scaliën van (het) ouwe gasthuus". Het volgende jaar (1521) werd de kerk met hout gedekt. In 1583 werd een schutsel in de kerk en eene nieuwe poort in het gasthuis gemaakt. De Catalogus der oud- en zeldzaamheden enz., aanwezig in de oudheidskamer te Middelburg, vermeldt op blz. 44 dertien houten beeldjes, welke gediend hebben tot sleutels onder de moerbalken van deze kerk. ') Zie M. H. Kesteloo. De Stadsrekeningen van Middelburg I 1365—1449 (blz. 56). ») H. M. Kesteloo. Als voren (blz. 10). ^ Zie de anugehaalde Memorie van den Provincialen archivaris J. 1>. van Visvliet. „Zij stellen engelen voor, dragende de onderscheiden voorwerpen, bij het lijden en de kruiziging van den Zaligmaker gebruikt". Mede van de afbraak dezer kerk afkomstig wordt daar '/Oude Zeeuwsche metselsteen, lang 30, breed 15, dik 71/» centimeter en zwaar 6 kilogram" bewaard. Eene nieuwe kerk, gelijk gezegd, werd in 1493 en 1494 ten Zuiden van de O. L. V. kerk, op de plaats waar vroeger was begraven, gebouwd. De kosten hiervan zijn ten laste van het gasthuis gebracht, dat daarvoor onderscheidene giften ontving '). In archiefstukken wordt deze kerk achtereenvolgens met verschillende namen aangeduid: gedurende den bouw en ook in eenige latere rekeningen noemt men haar »Gods ackere" of //capellekin"; éénmaal, direct na de voltooiing, zooals later blijken zal, St. Barbara; in vervolg van tijd komt zij meer onder den naam van Neerkerk voor; en de rendant eener straks te vermelden rekening van 1567 noemt haar O. L. V. kerk. Niet stilzwijgend mag hier voorbijgegaan worden, dat in Reg. nr. 371 gesproken wordt van gasthuismeesters der St. Barbara kapel, en in eene resolutie van Wet en Raad van 28 .lanuari 1568 gasthuismeesters geautoriseerd worden om met de kerkmeesters der Voorkerk van de Abdij, die door den brand van den 24 dier maand onbruikbaar was geworden, te accordeeren omtrent het gebruik van '/de capelle van Sinte Barbere, gesevt het nedergasthuys". De kwestie van namen moet echter bij de geschiedenis van dit gasthuis met zijn dubbelen naam en van de daartoe behoord hebbende kerken precies gesteld worden, en met het oog daarop verdient het opmerking, dat het eerstbedoelde stuk volstrekt geene betrekking heeft op eene kerkelijke maar op eene algemeene zaak, waarin gasthuismeesters voor het geheele gesticht partij zijn. Hoezeer er dus ook al letterlijk St. Barbara kapel staat, kan de beteekenis niet anders dan St. Barbara gasthuis zijn. In het laatste voorbeeld slaat de eigennaam eveneens op het gesticht: de kapel van het St. Barbara gasthuis. Zco heeft men ook in vervolg van tijd den naam, die het gasthuis laatstelijk gedragen had, gekoppeld aan de laatstgebouwde kapel en is in het spraakgebruik St. Harbara aan die kapel verbonden gebleven. Nadat de kerk in 1558, 1560 en 1566 in drie rekeningen voorkomt ') Zie de rekening van 1-494/5 hoofdstuk: „Testamenten ende aelmijssen". l)e omschrijving van den laatsten post der 21c bladzijde van dit hoofdstuk is merkwaardig genoeg om hier af te schrijven: „Ontfangen nuter capsa van graeiën totten tymmeragen behouf ende dat ghecominen zijnde van een persone , die wy niet en kennen, die tot ons ghecomme is seggende: ghy goc mannen, gaet totten kisten, die aen den cruysse staet, ghy selter een sumine van gelde in vinden, die ghegheveu is totten tymmerageu, haeletet nut, dattet niet ghestolen en wart. Eude als wv dacrtoe camen, soe hebben wy daeriune ghevonden XI St XIXsch. 1111 gr. geveer tusschen het hoofdgebouw en de nieuwe kapel, werden zeer waarschijnlijk nieuw gebouwd ter vervanging van een oud passantenhuis. Immers van af 1493 hielpen de gezellen uit den bajert (blijkbaar als noodhulp) aan het delven der fondamenten van de nieuwe kapel en in 1494 werden 50 pannen op het dak van den bajert gelegd, '/want hy boven al open stont." In den nieuwen bajert werd een steenen bak gemaakt «daer die ribouwen uutdrincken", en de rekening spreekt ook van hun bedden, benevens van het leggen eener goot tusschen '/tlanghe zieckhuys ende de mannen bayart", het dichten van vensters van het lange ziekenhuis en van de '/vierscare". üe mannen en vrouwen bajert schijnt beneden, de vierschaar boven geweest te zijn. In 1590 moet men de bajert niet meer in het gasthuis zoeken, maar in het Bagijnhof, waar de woningen, later gemerkt nrs. 36 en 37 , als zoodanig dienen. Het oude gast- of passantenhuis verliest in 1605 den naam van bajert, waaronder wij het in de stukken leerden kennen; het wordt nu voortaan aangeduid onder dien van mannen en vrouwen pottershuizen. De genoemde huizen nrs. 36 en 37 werden in 1607 weder voor woningen ingericht en verhuurd, zoodat de pottershuizen in dat jaar naar elders verplaatst zullen zijn, vermoedelijk weder naar het gasthuis, althans in 1631 en volgende jaren wordt het pakhuis nr. 26 (op het erf van het gasthuis, voorheen de Engelsche kamer, later verhuurd aan het chirurgijnsgilde) als zoodanig aangeduid, waarna in 1649/50 de woningen nrs. 26 en 27 in het Bagijnhof als pottershuizen voorkomen, waar zij nu voortdurend gevestigd bleven. Bij de reorganisatie der gestichten in 1812 bleven de pottershuizen nog in stand (zie de notulen van de Commissie der hospices van 1812 November 24). De rekening van 1499'1500 houdt ook nog in: «Reparatie van den uuthove", eene hofstede met bouw- en weiland, die door en ten bate van het gasthuis geëxploiteerd werd. Zij moet tusschen 1526 7 en 1558/9 geliquideerd zijn, want in de rekening van laatstgenoemd jaar komt den "Ontfanck van dat vercoft es geweest op het uuythof van beesten ende vruchten" niet meer voor. Ook te Westkapelle schijnt het gasthuis een hof gehad te hebben, dat echter niet rechtstreeks door het gasthuis gedreven werd. De reparatiën, die in de rekening van 1505/6 geboekt staan betreffen //heer Jans camer" en '/die winckele naest den gasthuuse". Heer Jan was provenier in het gasthuis, tevens kapellaan. Reeds van het jaar 1432 blijkt, dat het gasthuis ook als proveniershuis diende. Hunne woningen schijnen aan de straat vóór en naast de kerk van O. L. V. geweest te zijn '). »Die winckele" moet ten Oosten van het gesticht gezocht worden; in 1469 bezat het gasthuis er drie of vier. Zij schijnen in 1506 en het volgende jaar grootendeels tot gewone burgerwoningen verbouwd te zijn -). Zoowel op het erf van het pest- als van het gasthuis werd begraven. In 1547 kwam het gasthuis door koop van de stad in het bezit van de pakhuizen en erven, gelegen aan de Westzijde van het huis Oosteynde (zie Reg. nr. 528), dat ongetwijfeld aan den grond van het gasthuis grenzende was. De voorwaarden, die bij den koop tusscheu partijen gemaakt zijn, zouden den plaatselijken toestand waarschijnlijk belangrijk kunnen toelichten, indien het register civiel, waarin zij geregistreerd staan, niet in het ongereede was geraakt. (Rechterlijk archief van Middelburg). Verder worde gewezen op de schoorsteenen van het gesticht; in de rekeningen vond ik voor het vegen derzelve geene andere vermeld dan (1494/5) 1 in de gasthuiskeuken, 1 in de ziekenkeuken, 1 in den bajert en 1 in het ziekenhuis; en later (1498/9): 1 in de ziekenkeuken en 1 in de lange «reke". Eindelijk worden op een in de rekening van 1571/2 gehecht lijstje de volgende kamers genoemd: de kerk (29 verbranden, zieken en gekwetsten), de oude manskamer (8 verbranden en 7 zieken), de vrouwenkamer (6 verbranden, 5 zieken en 5 vrouwen), de nieuwe manskamer (2 verbranden, 9 zieken en gekwetsten), de voorste feestkamer (13 verbranden en 4 zieken), de achterste feestkamer (1 verbrande, 11 zieken en gekwetsten), de bajert (12 zieken). Voor latere bij- en verbouwingen moet verwezen worden naar de rekeningen en voor zooveel betreft den lokalen toestand in 1857 naar het aangehaalde werk van Fokkeb en De Man. Alvorens echter van het onderwerp der gebouwen geheel af te stappen moet hier met enkele woorden van het in het gasthuis gevestigde chirurgijnsgilde gewag worden gemaakt. Het geschiedt te dezer plaatse, omdat het in bruikleen hebben van eenige localiteit van het gasthuis door bedoeld gilde de eenige band is geweest, die er tusschen beiden heeft bestaan. Bij resolutie van Wet eu Raad van 1655 December 25, werd aan het gilde het zoogenaamde pottershuis, een pakhuis op het erf van ') Zie Reg. nr. 118, eu: A. A. Fokkeb en J. C. de Man. De Gestichten eu opeubaie gebouwen van Middelburg I (blz. 9). ") Zie ook H. M. Kestei-oo. Als voreu 111 1500—1549 (blz. 24). het gasthuis, voor ontleedkundige lessen ten gebruike afgestaan op voorwaarde, dat het gilde het pakhuis zou onderhouden zonder kosten voor het gasthuis. In genoemd jaar kreeg het gilde deze gelegenheid in de plaats van eene andere op eene der bovenkamers in het gasthuis, waarheen het vervoer van lijken zijne eigenaardige bezwaren had. De resolutie van 1655 werd in 1669 door een onderhandsch contract nader bevestigd, waarbij het gilde boven het gewone onderhoud met een cijns van 2 schellingen 's jaars bezwaard werd. Het gilde beschikte over weinig geldmiddelen, het onderhoud bleef achterwege en in het laatst van de 18ie eeuw verkeerde het pakhuis in zulk een toestand van verval, dat de professor er zijne lessen niet meer in dorst te geven. De stad kwam toen ter hulp: thesauriers werden bij resolutie van 1791 Maart 19 geautoriseerd aan het gilde 12 pond 's jaars tot herstelling van het gebouw te betalen (zie pakket C nr. 143 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.)). Een nieuw contract was hiervan het gevolg. Gasthuismeesters lieten het gebouw in orde brengen en namen de verplichting op zich het voortaau ook te onderhouden, mits dat het gilde de 12 pond 'sjaars aan het gasthuis uitkeerde. De vroegere cijns van 2 schellingen bleef bovendien bestaan (zie nr. 144 van pakket C). Het gilde had in het gasthuis nog een ander gebouw: de zoogenaamde gildekamer, gelegen achter de anatomiekamer. Bij contract van 1668 October 26 (zie pakket C nr. 77 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.)) verkreeg het daarvoor een stuk grond tegen een jaarlijkschen cijns van 25 schellingen , waarop het gilde zeli' de bedoelde kamer bouwen liet. Zie verder nog in pakket C. nrs. 27, 124, 126 en 154. Na deze beschouwing van het gasthuis uit een stoffelijk oogpunt, Broedermeen ik thans tot de bespreking van de werking van het gesticht te st'hal,,)en" kunnen overgaan, waarvoor de in het gasthuis gevestigde broederschappen het eerst in aanmerking komen. Geen enkele hunner fundatiebrieven is bewaard gebleven, hetgeen de toelichting niet gemakkelijker maakt. In stukken van 1387, 1419 en 1433 wordt het Onze Vrouwe gilde genoemd, zie ook iu de rekeningen van 1465/6, 1469, 1499/1500, 1505/6, 1512/3 en 1519,20. In die van 1488/9, 1493/4, 1513/4, 1516/7 en 1517/9 Onze Lieve Vrouwe gilde. In Reg. nr. 126 wordt melding gemaakt van het St. Barbara gilde, gelijk mede in de rekeningen van 1469 en 1494/5. In de rekening van 1493/4 vindt men Onze Lieve Vrouwe van der qualen St. Job en St. Juliaen, en in die van 1498/9, 1499/1500, 1505/6, 1517/9, 1519/20, 1520/1 en 1526/7 Onze Lieve Vrouwe van der qualen. Twee stukken (Reg. nrs. 853 en 380) maken melding van de broederschap Campo Sancto, waarvan de hoofdzetel te Rome was gevestigd '). Er worden dus 6 ïiamen genoemd, maar zooveel gilden waren er in het gasthuis te Middelburg niet. Het blijkt beslist, dat O. V. en O. L. V. één en hetzelfde gilde is; eveneens O. L. V. van der qualen St. Job en St. Juliaen en O. L. V. van der qualen. Er blijven dus 4 broederschappen te bespreken. Met het oudste dezer heb ik de meeste moeielijkheid gehad, omdat van het verband met het gasthuis zoo weinig blijkt. Meestal is het een legaat, dat er aan vermaakt wordt, of betreft het de betaling eener cijns, die het gilde op het gasthuis had, wanneer het vermeld wordt, en ware het niet, dat in Reg. nr. 122 uitdrukkelijk gesproken wordt van O. V7. gilde in het gasthuis en in 1469 de zangers van dit gilde voor in het gasthuis bewezen diensten betaald werden, de vraag zou rijzen of wij hier inderdaad met een gasthuisgilde te doen hebben. Van eenig bestuur door dit gilde over het gasthuis blijkt niets; tot c. 1425 stond het gesticht onder het opperbestuur van de stad. Van welken aard waren dan de relaties tusschen dit gilde en het gasthuis ? Mr. Fruin kwam mij hierin te hulp. Hem was het bekend, dat er oudtijds ook wel in gasthuizen, evenals in gewone kerken, corporaties gevestigd waren, die het gesticht wel indirect steunden, maar geen aandeel in het bestuur er van hadden, en hij wees daarbij o. a. op de broederschap, die zich in 1472 vormde in het St. Martijn gasthuis te Weerd buiten Utrecht 3). Niet gewaagd schijnt de meening, dat de leden van dit gilde een teeken hebben gedragen, en dat dit de huik, kap of mantel der orde van St. Maria van den berg Carmel is geweest (zie Reg. nr. 292). Er waren ook vrouwen lid van (zie de rekening van 1488/9). Het volgende gilde, dat van St. Barbara, blijkt in het licht van een schenkingsbrief van 1433 (Reg. nr. 121) voor het gasthuis van meer beteekenis te zijn geweest. Diezelfde giftbrief toont duidelijk aau, dat het in c. 1425 in de plaats van het Stadsopperbestuur over het gasthuis is getreden, wat door de oudste origineele rekening (1488,9), door een der gasthuismeesters opgemaakt en door de 3 andere afgehoord, nader bevestigd wordt. De grootste bloei van dit gilde leeren wij wellicht uit de stukken niet kennen. Als de rekeningen met 1465/6 aanvangen, ontwaart men van zijne werking zeer weinig. Geene geldelijke bijdragen er van voor het gesticht komen voor, de kerkelijke diensten zijn gering. Het is of het gilde en geheel het gasthuis in een toestand van verval i) Zie over deze broederschap: A. de Waai. Der Campo Santo del' Deutschen ?u Rom. *) Zie den broederschapsbrief in: Mr. S. Mille» Fz. Geschiedenis der fundatiën, beheerd door het college van regenten der vereenigde gods- en gasthuizen te Utrecht blz. 40 vlg.)- verkeeren. Welk eene actie daarentegen treedt er in c. 1492 in: in de stadskerken en elders worden voor liet gesticht sermoenen gehouden; gasthuismeesters vergeven als collators een officie op het altaar, dat met de hulp van de broeder- en zusterschap gefondeerd is; een paar maanden later verschijnt eene pauselijke bul, die aan 150 leden van het in het gasthuis gevestigde gilde onder zekere voorwaarde aflaat van zonden geeft; een nieuwe kapel met nabootsing van het Heilig graf en gelegenheid tot begraven verrijst, tegelijkertijd komt de broederschap van Campo Sancto tot stand; vele verbouwingen komen voor; de kerkelijke diensten (missen) breiden zich uit, en de ontvangsten van offerhanden nemen zeer toe. De rekeningen van het laatst der 15ic eeuw en andere archiefstukken getuigen in alles van een nieuw leven, ook ten opzichte van de gilden van St. Maria en St. Barbara; zij hebben zich vereenigd tot één krachtig geheel: het gilde van Onze Lieve Vrouwe van der qualen. De pauselijke bul van 1492 (Reg. nr. 350), juist opgevat, zegt ons dit. Voor eenige oogenblikkeu moet het onderwerp van de broederschappen blijven rusten om eerst de juiste beteekenis te leeren kennen van eene uitdrukking in den bedoelden aflaatbrief en andere berichten uit het archief, die de meening kunnen doen ingang vinden, dat er te Middelburg twee gasthuizen zijn geweest. Gelijk reeds is opgemerkt, is er in de stukken tot 1447 alleen maar sprake van Onze Vrouwe hospitaal. In 1453 treedt de naam van St. Barbara op. Vervolgens komen tot 1500 beide namen afwisselend of tegelijk voor, waarna nog een tijdlang St. Barbara alleen wordt genoemd. Nu blijkt na 1453 al zeer spoedig, ul. in 1456, dat met het St. Barbara gasthuis hetzelfde gesticht bedoeld wordt, dat in 1455 Onze Vrouwe gasthuis heet, (vergelijk Reg. nrs. 214 en 220). Ook bij vergelijking van stukken uit lateren tijd blijkt het duidelijk, dat met het gasthuis, hoe ook genoemd, steeds dezelfde stichting wordt bedoeld, terwijl het meermalen achterwege blijven van een eigennaam, daar waar van het gasthuis gesproken wordt, er mede op wijst, dat er te Middelburg maar e'éne zoodanige stichting aanwezig was. Waren er twee geweest, men had het huis niet ongenoemd gelaten. Bevatten de archiefstukken alzoo voldoende aanwijzing, dat zij op slechts één gasthuis betrekking hebben, ook bij het onderzoek naar de gebouwen is geen spoor te ontdekken geweest, dat aan een zelfstandig O. L. V. gasthuis èn een St. liarbara gasthuis herinnert. Na hetgeen hiervoren van de gilden is medegedeeld, is het dan ook duidelijk, waarom het gesticht twee namen gedragen heeft. In het bestaan van twee gilden in het gasthuis en in het feit, dat dit laatste woord door mij, en wellicht ook door anderen in engeren zin is opgevat, ligt de verklaring van berichten, die oppervlakkig aan twee gasthuizen kunnen doen denken. Wij zien in het woord gasthuis niet meer dan de gelegenheid voor logies van passanten en de verpleging van zieken. Onze voorouders begrepen er ook de kerk en de gilden onder; gasthuis, kerk en gilden — nauw verbonden als zij waren — worden door hen vereenzelvigd, de woorden zijn voor hen synoniem. Uit meer dan eene plaats der rekeningen blijkt dit. En nu die berichten: 1. In de pauselijke bul van 1492 (Reg. nr. 850) staat o. a. '/Procuratores et magistri hospitalium beate Marie et Sancte Barbare invicem canonice uuiti". Wij kunnen hier niet denken aan twee hospitalen, die kerkelijk vereenigd waren, maar wel aan de beide bekende gilden, die de ziel van de geheele stichting waren. Op eene andere plaats in dien brief wordt van slechts één gilde gesproken. 2. In de rekening van 1494/5 worden in twee verschillende posten de onkosten in uitgaaf gesteld '/voer die clocke te verhangen ende een nieu hoeft daeraen te maken in tSinte Barbarae gasthuys" en //voer beyde die clocken te verhangen in Onsse Vrouwen gasthuys". Nu schijnt het niet twijfelachtig, dat deze klokken niet gehangen hebben in gebouwen voor passanten of zieken bestemd, maar wel op de kerken, waarvan er eene pas in hetzelfde jaar gebouwd was '). Het is de eenige maal, dat van de zijde van het bestuur zelf de nieuwe kerk in tegenstelling van de oude O. L. V. kerk St. Barbara wordt genoemd; in de spoedig gekomen veranderingen van de bestemming der St. Barbara kapel ligt de verklaring, waarom zij later verschillende andere namen droeg. 3. De rekening van 1498/9 bevat o. a. den volgenden post: »Ontfangen van Jan Jokfeays testament by handen van den capellaen tSinte Pieters meester Heynric te weten II scellingen voer tSinte Barbere tgasthuys ende I scelling voer Onsser Vrouwen tgasthuys, facit te samen III scellingen gr." Deze omschrijving is vermoedelijk een terugslag van de bewoordingen van het testament. Was testateur de vereeniging der gilden bekend, toen hij over zijne goederen beschikte, dan heeft hij ook geweten, dat zijne 3 schellingen in ééne beurs zouden terechtkomen, en iu dat geval heeft hij m. i. aan de twee patronessen willen offeren. Dateert <) Op order van regeerende en oud-burgemeesters der stad d. d. 1670 September 4 hebben gasthuismeesters een metalen klok, wegende 112 pond, deze gasthuize toebehoorende, overgegeven aan schepenen en kerkeraad van Kleverskerke voor hun kerkje aldaar (zie de notuleu van 1672 Oetober 17 en de rekening van dat jaar). Vermoedelijk is dit er eene van de O. L. V. kerk geweest. De andere van de nieuwe kapel deed destijds en ook veel later nog dienst, zooals blijkt uit de Stadsnotulen van 1712 November 26, waarbij werd bepaald, dat zij door een der stadsarbeiders geluid moest worden. zijn testament echter van ouderen datum dan 1492, dan moet ook weder in plaats van gasthuis gilde gelezen worden. 4. Verschillende personen van het gasthuis zaten hier en daar in en voor de gebouwen voor de ontvangst, van liefdegaven (vooral in de lijdensweek). Deze ontvangsten worden soms gespecificeerd geboekt. Zoo komt in de rekening van 1498/4, dus vóór dat de tweede kerk gereed was, o. a. het volgende voor: in het koor van Onze Vrouwe gasthuis, in het St. Barbara koor, bij het kruis in Onze Vrouwe gasthuis, voor de deur, waardoor men in het ziekengasthuis gaat, voor Onze Vrouwe van der qualen. Nog een zestal jaren worden de beide koren vermeld (1494,'5, 1498/9 en 1499/1500); in 1512/3 vindt men «de ouwe (oude) kercke" en //int nyeu gasthuus"; in 1517/9 vbeyde gasthuysse"; in 1519/20 '/ouwe gastliuys"; in 1520/1 «Gods ackere", van 2 jaren; en in 1526/7 «uuyt de blocken in de kercke". De twee koren bewijzen natuurlijk voor het bestaan van twee gasthuizen niets. Vóór den bouw der nieuwe kapel zullen zij beide in de oude (O. L. V.) kerk geweest zijn. Overigens spreken deze berichten voor zich zelf genoeg hoe het woord gasthuis voor kerk gebruikt wordt. 5. In het hoofdstuk van huis en kelderhuren der rekening over 1512/8 wordt gesproken van een kelder onder /inn der ehre des leidenn Gottes und mittleidunge Unser lieben Frawen seiner lieben Mutter" !). Het doel van die broederschap, zoo wordt door den heer Du Waal medegedeeld, was het lezen van missen voor de arme zielen, en het begraven op het kerkhof, waarop hare kapel stond, van lijken. Let men hierbij op, dat weldra ook te Middelburg een kapel met begraafplaats werd gemaakt, dan is er ook in dit opzicht overeenkomst te bespeuren. Er is nog meer, dat de aandacht trekt: gasthuismeesters noemen hunne nieuwe kapel dikwijls Gods ackere, maar dien naam geven zij ook aan de inrichtingen te Rome, als zij in overeenstemming met het bepaalde in de overeenkomst (zie Reg. nrs. 353 en 380) £ van de inkomsten van Gods ackere te Middelburg voor Gods ackere te Rome afzonderen. Deze gelden werden in de bank van Gods ackere te Rome bij Willem Pieters zoon, bankier te Mechelen, gestort. Wanneer hierbij nu nog wordt opgemerkt, dat tot de inrichtingen te Rome ook een hospitaal behoorde s), dan meen ik te mogen komen tot deze conclusie: Campo Sancto te Middelburg was geene op zich zelf staande broederschap, maar het van 1493 tot 1528 in het gasthuis gevestigde gilde of liever het gasthuis met al den aankleve er van was eene afdeeling of filiaal van de hoofdvereeniging van dien naam te Rome. Hiervoren is reeds meermalen de kerkelijke dienst aangeroerd; er valt Kerkelijke nog iets meer vau te zeggen. Aan het gasthuis was een vaste pastoor dlensl(>11* verbonden. Niet zelden komen in dezelfde rekening 2 of 3 namen als zoodanig voor, maar dit vindt zijn oorzaak in vervanging van een func- ') Zie het aangehaalde werk van A. de Waal (blz. 67). *) Provisor was in 1509, toen het voltooid werd, Petbis Lopez uit Middelburg (blz. 65 en 102); zijn gelijknamige zoon was notaris de rota. 2 tionaris. Zijn dienst, voor zoover die is na te gaan, bepaalde zich hoofdzakelijk tot de geestelijke verzorging van de zieken en het celebreeren van missen, waarmede het gasthuis ten gevolge van gedane schenkingen bezwaard was, voor zooverre die missen door de testateurs niet in eene andere kerk bevolen waren. Behalve deze missen was er door de broederen zusterschap een dienst van 7 missen 's weeks op het bekende altaar gefondeerd, die door een kapellaan gehouden werd. Een derde dienst op het O. L. V. altaar, eveneens van 7 missen 's weeks, leert zich in 1497 kennen uit Reg. nr. .370. Hij was gefondeerd door Willem Adriaens zoon Bisscop ten bate van de Augustijnen en op goederen, gelegen in //Grijssoorde oft anders die Oude Tonghe" (Overflakke'e), zoodat de betaling er van niet in de rekeningen voorkomt. In laatstbedoeld stuk wordt o. a. gezegd, dat deze dienst gehouden zal worden na het einde van de mis, die dagelijks om 11 uur op het hoog altaar gedaan wordt, waarmede dus hoogst waarschijnlijk de door het gilde gestichte missen bedoeld worden. In welke kerk lag dan het altaar met den langen naam? In 1492 wordt gezegd in de kapel van het St. Barbara gasthuis; in 1497 in de kerk van het O. L. V. gasthuis; in 1503 wordt geen gasthuis of kerk genoemd. Het zou m. i. verkeerd zijn hier weder aan de letter der oorkonden te blijven vasthouden. Het ligt meer voor de hand, dat de geheele kerkelijke dienst in één en dezelfde kerk gehouden is, nl. vóór den bouw van de nieuwe kapel in 1493/4 in de O. L. V. kerk en na dien bouw in de nieuwe kapel. En daarin moet dan ook de verklaring gezocht worden, waarom de nieuwe kerk, door gasthuismeesters in 1495 St. Barbara genoemd, een Mariabeeld vertoont en in 1567 van bevoegde zijde als Onze Lieve Vrouwe kerk wordt aangeduid, liet is de rendant van eene rekening, vermoedelijk van het altaar, die het doet (zie achter in nr. 91). Aan eene vergissing is niet te denken: //Onzer Vrouwe in tnedergasthuys", heet het in den titel, en bij de uitgaven: «Onzer Vrouwe kercke in tnedergasthuys". Bedoelde rekening is de eenige, die van deze goederen is bewaard gebleven, en zooals is opgemerkt, verschenen Mei 1567, toen alle kerkelijke diensten hadden opgehouden, waardoor het niet mogelijk is na te gaan, welke diensten uit de inkomsten betaald werden en of er inderdaad eenig verband bestaat tusschen deze en den dienst met behulp van de broeder- en zusterschap op het altaar gefondeerd. Op den kant der rekening is door gecommitteerden uit de Wet, met het afhooren der rekeningen belast, o. a. aangeteekend: //ende te liquideeren". Ook van deze liquidatie is weinig gebleken. De heer Verheye van Cixters vond wel in 1805, dat van deze goederen de landerijen in de gasthuisrekening van 1574/6 vermeld worden, maar het blijkt, dat op fol. 21 van die rekening niets anders dan eene lijst van die landerijen geschreven is //Al tsamen staende gehevent op Onse Lieve Vrouwe in (het) gasthuys ende en is al tsamen voor desen ougst LXXV niet verhuyert". Het is mogelijk, dat deze goederen later in combinatie met andere partijen onder de inkomsten van het gasthuis voorkomen, maar er blijkt niets van. Hiervoren is reeds aangestipt, hoe spoedig in de 16(le eeuw de dienst op het altaar verminderde; uit de rekeningen van 1612/3 tot 1517/9 blijkt nog maar van drie missen 's weeks; in de rekening van 1519/20 mist men den kapelaan en wordt de betaling van slechts eene wekelijksche mis (aan den pastoor) geboekt; en in 1520/1 blijkt voor het laatst van eenigen dienst op het altaar van Onze Vrouwe van der qualen, en wel door den pastoor van Zoutelande gedurende drie weken. In 1558 vlg. is de Neerkerk verhuurd; gedurende het beleg van Middelburg is de Opperkerk met zieken gevuld. Toch blijft er nog in het gasthuis tot 1573 een pastoor, vaak vermeld met bijvoeging van //terminaris", werkzaam. Eenige jaren later zien wij een ziekentrooster met de geestelijke verzorging van de zieken belast '), waarnaast geene andere herders schijnen te zijn toegelaten. Althans in 1795 rekwestreerde de K. C. pastoor aan de regeering der stad om toegang tot de zieken van die gezindte te mogen hebben, op welk verzoek door gasthuismeesters, desgevraagd wordende, geadviseerd zou worden de gevraagde toegang alleen in uiterste gevallen te verleenen (zie de notulen van 1795 Mei 14). De bespreking van het eigenlijke gasthuis zou ik naar de vier of vijf Het eipen verschillende inrichtingen of diensten, die er vroeger aan verbonden zijn huis. gast geweest, wenschen te splitsen in armenzorg, proveniershuis, passantenhuis en ziekenhuis, zonder daarmede iets omtrent de volgorde van tijd, waarin zij ontstaan zijn, te willen beslissen. Bij gemis van een fundatiebrief en de stukken uit den vroegsten tijd blijft er te dien aanzien onzekerheid bestaan. In de brieven en oorkonden, die aanwezig zijn, wordt het gesticht tot 1459 ^gasthuis" genoemd, daarna meestal //gasthuis en hospitaal". Dit is in de regesten overgenomen, ofschoon ik er niets anders in zie dan een dubbel woord voor eene zelfde zaak. Het is echter bekend, dat eene stichting als deze meestal als passantenhuis begint, en dat daaruit de behoefte aan eene gelegenheid om de passanten 0 Later schijnen er twee ziekentroosters aan het gasthuis verbonden te zijn geweest. (Zie pakket A ur. 5, (nr. 4 van dezen Inv.) en pakket C nr. 76 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.) benevens de notulen van 1670 Januari 15. bij ziekte te verplegen ontstaan is. Later nog zullen de andere diensten zich ontwikkeld hebben, waaromtrent hier volstaan moet worden met de mededeeling der tijdstippen, waarop zij zich uit de thans nog aanwezige bescheiden leeren kennen. Van het kluizenaar stershuis is hiervoren reeds het weinige, wat omtrent deze inrichting is bekend geworden, medegedeeld, zoodat dadelijk overgegaan kan worden tot de vermelding van den dienst der Armenzorg, waarmede het gasthuis (stellig toch naast andere collegiën van liefdadigheid in de stad) is belast geweest. Omtrent dezen dienst blijkt uit het archief niet veel. Het oudste stuk, dat er op wijst, is dat van 1433 (Reg. nr. 121), waarbij eenig land en eene rente geschon- v ken wordt, om daarmede den armen binnen het gasthuis en daarbuiten in hunne nooden bij te staan. //Den armen binnen het gasthuis en daarbuiten", zeker, de schenker heeft zich duidelijk uitgedrukt, want vroeger verstond men onder het woord armen alle menschen, die in eenig opzicht hulpbehoevend waren, dus ook reizigers en zieken. Hij wenscht, dat zijne gift zal aangewend worden voor deze, maar ook ten bate zal komen van de armen buiten het gasthuis, dat zijn de arme huiszitters. Schenkingen, waarbij dit dubbele doeleinde is uitgedrukt, komen nog voor in eene oorkonde van 1468 (Reg. nr. 267), in eene van 1478 (Reg. nr. 321) cn in eene van 1540 (Reg. nr. 509). Uit de rekening van 1465/6 blijkt, waartoe deze liefdadigheid zich in hoofdzaak bepaalde, nl. in uitdeelingen //achter der stede" in geld; bij de omschrijving eener zoodanige uitdeeling in Augustus staat nog aangeteekend: «dat sy (de armen) barminghe copen souden". Ook de rekening van 1488/9 bevat een hoofdstuk van uitgaven // om den aermen te deele byne den gasthusse ende daerbuten". Na dien tijd blijkt van armenzorg in hoofdzaak uit de rekeningen niets meer. Proveniershuis. \an de gelegenheid om zich woning met of zonder kost in het gasthuis in te koopen, blijkt van 1432 tot 1526/7 (zie Reg. nrs. 118, (168), 267, 288, (292), 307, 339, 367 , 391, 396, 399, 422 en de rekeningen tot 1526/7). De inkoop geschiedde natuurlijk toen nog niet naar een bepaald tarief, maar voor iedere overeenkomst werden de voorwaarden door partijen vastgesteld, waaronder niet zelden eene schenking van goederen eener- en de verzekering eener lijfrente in geld boven inwoning anderzijds voorkomen. Enkele malen blijkt, dat de verzekerde zich ook verbindt om eenigen dienst in het gesticht te verrichten, waardoor de grens tusschen proveniers en geëmplooieerden in het gesticht niet duidelijk zichtbaar is. Vrij waarschijnlijk is het, dat deze proveniers meestal tot de bekende gilden hebben behoord; wanneer het gilde ophoudt te bestaan, verneemt men ook van inkoop van proveniers niets meer. Passantenhvi». Uit den aard der zaak wordt het passantenhuis in oorkonden nimmer afzonderlijk vermeld, het zijn de rekeningen, die hieromtrent het een en ander bevatten. Veel meer dan het bestaan van de inrichting toonen zij echter niet aan. Van den tijd van duur van het verblijf en of er nog eenig voedsel verstrekt werd, verneemt men niets. Op één punt echter werpen de aanteekeningen eenig licht, nl. welk soort van menschen er onder de bevolking van het passantenhuis voorkwam. Toen de nieuwe bajert gebouwd werd, maakte men er eene kamer in voor mannen en eene dito voor vrouwen, maar bovendien ook de «vierscare". Waarvoor dit laatste vertrek gebezigd werd, blijkt vrij duidelijk uit de rekeningen van de laatste helft der 15Je eeuw, waarin een post voorkomt meestal van deze omschrijving: wBetaelt des heeren dienaers voer haer versvoeren Maendach, omdat sy commen visiteren den bayart". Duidelijker is de omschrijving in de eerste rekening (1465 6): //Item betaelt de baelious knapen, dat si die ribauden int gasthuus kastiden souden den XII"1"1 dach van Louwe", en uitvoeriger nog in de rekening van 1498/9: "Betaelt den heeren dienaers voer hare versvoren Maendach, dies zijn ghehouden tot allen tyden als men hem daeraf die wete doet, te commen in de vierscare van de ribauwen ende nemens se ghevangen, die daer quaet doen". De vierschaar schijnt dus eene soort van strafkamer te zijn, waarheen men bedelaars en landloopsters brengt, die in den mannen of vrouwen bajert het een of ander misdaan hebben of daar lastig zijn geweest. Intusschen leeren deze bijzonderheden ons kennen, dat het niet alleen reizende vreemdelingen waren, die den bajert bezochten. Aanvankelijk gesticht zeker wel voor eerbare lieden, die in den avond van den dag, wellicht zonder eenige formaliteit konden binnengaan, moest zoo een open huis een rustplaats worden voor allerlei soort van menschen. Alleen door een streng maar lastig toezicht had men de oorspronkelijke bestemming kunnen handhaven, doch daarvan blijkt in den oudsten tijd niets, wel van toegangsbewijzen voor zieken. Zoo moesten de gasthuizen centra's worden van bedelaars en vagebonden tot schade van hunne reputatie 1), maar vooral ook tot nadeel van de stichting zelf, die hen bovendien bij ziekte nog moest verplegen, en van de armen der stad, wier belangen hier evenzeer in betrokken waren. Karei V begon ') Hierin ligt m. i. ook de oorzaak van het ontstaan van het wooril gasthuisboef, waarover Waqenaah spreekt in Beschrijving van Amsterdam II (blz. 241), en bajertbocf, dat Oudemans' woordenboek vermeldt. de bestaande misbruiken tegen te gaan. Het plakkaat van 1531 October 7 bevat regelen op het onderhoud der armen, maar tevens is het gericht tegen de daarmede dikwijls samenhangende bedelarij, en het llde artikel toont nog eens het nauwe verband tusschen deze en den bajert aan: «Item dat geen vreemde ofte uvtlandige persoonen om aelmoessen en sullen mogen bidden op ghelijcke peyne ende correctie, behoudelick, dat eerbaer lieden (niet ghewoonlick te bidden, passerende haren wech in pelgrimage oft andere verdienstige wercken) sullen mogen logieren in Gasthuysen ende Godtshuysen eenen nacht alleenlick op de peyne als vooren. Ende om by den meesters oft meestressen van den voorseyden gast-huysen ontfangen te worden, sullen ghehouden wesen te verkrygen ende liemluyden te presenteren lijckteken van den officieren ofte gecommitteerde tot der charitate van der plecken in denwelcken sy sullen willen logieren". De vrije toegang tot den bajert wordt dus hierbij verboden, bovendien blijft de inrichting tot in het begin van de 17de eeuw aan de visitatie van 's lieeren dienaars onderworpen. Het blijft verder niet bij dit onderzoek: voor rekening van het gasthuis en de armen surveilleeren de knapen van het gerecht nu ook in de stad en voeren de bedelaars naar buiten 2). Later nog worden zij in de gevangenis gezet en rechterlijk vervolgd, waarvan de kosten tot den dag der veroordeeling, aanvankelijk naar het schijnt, door de armen en het gasthuis, sinds 1608 door de armen, het gasthuis en het tuchthuis, en later door de armen, het gasthuis en de VY aalsche gemeente tot in de 19'le eeuw worden gedragen (zie behalve de rekeningen pakket A nr. 40; (nr. 4 van dezen Inv.) nr. 1481 blz. 327; en de notulen van 1781 Januari 16 en 1796 Januari 4). Ook van de zijde van het stadsbestuur werd aan deze zaak de hand gehouden. In den geest van het aangehaalde plakkaat, vaardigden baljuw, burgemeesters, schepenen en raad 1558 Juni 7 eene ordonnantie uit, waarbij aan eerbare lieden als schamele ambachtsgezellen en anderen, passeerende hun weg in pelgrimage of andere verdienstige werken, voor één nacht vergund wordt in het gasthuis door te brengen; bedelaars moeten geweerd worden 8). In 1606 beslisten Hun Ed. Achtb. op eene klacht van gasthuismeesters over den concierge van het pottershuis, dat deze had zorg te dragen, dat geene personen langer dan drie nachten verbleven, tenware door weer en wind belet te vertrekken, welke bepaling ') Groot-plakkaatboek I (kolom 469 vlg.). *1 Zie ook het contract van de gedeputeerden der gemeeue armen en het gasthuis met den baljuw en zijne knechten d.d. 1566 April 4 in. Register van Kerkelijke zaken , nr. 29 (gemeentelijk archief). *) Register van publicatiën en ordonnantiën , nr. 55 (gemeentelijk archief). blijkens de notulen 1737 Maart 7 nog gehandhaafd werd (zie pakket A nr. 15 (nr. 4 van dezen Inv.) Het ligt voor de hand, dat ook de veranderde maatschappelijke toestanden het bezoek van de pottershuizen heeft doen verminderen, maar uit meer dan eene aanteekening blijkt toch, dat dit tot in de 18de eeuw niet geheel heeft opgehouden. Een enkele maal werd er een poklijder in verpleegd (zie de notulen van 1668 April 25). Bij de reorganisatie der gestichten in 1812 bleven de pottershuizen nog in stand »om (ze) te doen dienen tot opneming en een temporeel verblijf van zoodanige lieden, als daarin te voren zijn opgenomen" (notulen November 24). Zoo overleefde het oude passantenhuis de ziekeninrichting, die, zooals later blijken zal, in genoemd jaar van hare oude bestemming werd vervreemd. Ziekenhui». Van de verschillende inrichtingen in het gasthuis was die voor de ziekenverpleging zeker wel de belangrijkste. Zij leert zich uit het archief met zekerheid eerst kennen uit een brief van 1453 (zie Reg. nr. 206). Omtrent de vraag voor wie het ziekenhuis bestemd was, laat het archief geen twijfel bestaan. Het stadsbestuur en gasthuismeesters zeggen het ons in de 17de eeuw in onderscheidene besluiten; en nu zou tnen kunnen aanvoeren, dat de autoriteiten dit toen niet met zekerheid konden weten, het is een feit, dat de oude rekeningen op denzelfden regel wijzen, die later in verschillende resolutiën voor de opneming van zieken in het gesticht is gehuldigd, en waarvan de korte zin deze is, dat de ziekeninrichting bestemd was voor vreemdelingen. De uitzonderingen op dien regel zijn echter talrijk: het was toch immers evenzeer een daad van barmhartigheid en misschien ook van goed beleid om in dringende gevallen een arme of minvermogende zieke inwoner van de stad niet af te wijzen; wat kon het ook de inrichting schaden als een meergegoede herstel zijner verloren gezondheid in het gasthuis zocht, indien deze er voor betaalde; en dan nog de soldaten van den landsheer, die zich, wanneer hij te Middelburg vertoefde, tegenover de stichting nooit onbetuigd liet, ook de enkele, die zich van deze aanmeldden, kon men niet weren. Dit zijn drie of vier uitzonderingen op den regel, die reeds onder het gildenbestuur te constateeren zijn; zij doen zich later, in woeliger tijden, in sterker mate voor en worden met andere vermeerderd. Hoe kou het anders in een stad, waar het gasthuis tot 1749 het eenige en uit het gansche gewest wellicht het belangrijkste ziekenhuis was, dat iu alle behoefte aan geneeskundige hulp moest voorzien of helpen voorzien. Het stadsbestuur gelast 1532 Maart 28 de opneming van arme zieken uit de stad, wanneer de armmeesters dat verzoeken (maar zulks bij pro- visie en totdat anders geordonneerd zal worden) ')j het laat het gasthuis bijdragen in de kosten van de bewaring of verpleging van zinneloozen (tot 1652, zie de rekeningen) en van lijders aan besmettelijke en vuile ziekten; tot 1666 moet het gesticht de lasten van het pesthuis alleen dragen, daarna met de armen gezamenlijk (zie de rekeningen en de notulen van 1666 Juli 26); het heeft belangrijke betalingen voor diensten van de stadsknechten te doen en bij te dragen in de kosten van onderhoud van gevangen bedelaars; de helft van het nadeelig saldo der rekening van de Kleine Armschool heeft het tot zijn laste; het moet eene niet onbeduidende subsidie voor den bouw van eene nieuwe weesschool verleenen; het land legt beslag op het huis voor de verpleging van zijn zieke soldaten en schepelingen, wier getal in den tijd van den opstand en ook later, wanneer aanzienlijke troepenmachten op Zeeuwschen bodem en vaartuigen of in het naburige Vlaanderen geconcentreerd zijn, vrij groot is; in het laatst der 16de en begin der 17de eeuw moet het'gasthuis de herstelde militairen zelfs van kleeding, reisgeld etc. voorzien; ») en eindelijk nog neemt het gasthuisbestuur zelf in tijden van welvaart behoeftigen of minvermogenden — wel te onderscheiden van de armlastigen — kosteloos ter verpleging op (zie b. v. de notulen van 1686 November 6). Zoo wordt het gasthuis geëxploiteerd en over zijne financiën beschikt. Maar de grondregel van kostelooze verpleging voor vreemdelingen wordt toch nimmer prijs gegeven. Wie nu als vreemdelingen worden aangemerkt, blijkt direct eerst in de 17de en 18d= eeuw, nl uit het groot-leggerboek (nr. 415 van dezen Inv.) en uit de notulen van 1737 Maart 7, April 15 en Augustus 7, het zijn de passagiers en de inwoners der stad, die er nog geen jaar en 6 weken hebben gewoond Deze laatste merkte men dus in 1737 nog als vreemdelingen aan. Met het vorenstaande is de korte inhoud van de vele bescheiden, die zich omtrent deze materie in het archief bevinden, weergegeven. Ten overvloede wordt er nog bij opgemerkt, dat voor de militairen en schepelingen naar een meermalen gewijzigd tarief werd betaald, evenals voor personen, die gegoed waren, die, welke van elders ter verpleging kwamen, en die, welke door eenig armbestuur of particuliere personen in het gasthuis werden verzorgd. Doch ten opzichte van de armlastigen is ook wel ') Register ten Rade. \ BetrL''fe"de de TCrPle*iDS van 2ieke militairen in gasthuizen namen de Staten van Zeeland en unne Gecommitteerde raden vooral in de jaren 1600 tot 1623 tal van resolutiën «aarvan m alschrift voorkomen in pakket B (nr. 5 van dezen Inv.). Zie ook in pakketten A December « b "'f" Va" ^ j!>nmri 1573 1708 Juni 6 «' 1799 iK-tunber 8, benevens de notulen van gasthuismeesters van 1795 Februari 13. meermalen van den regel afgeweken en zijn vóór 1749 (toen het Armziekenhuis gesticht is) door eenig armbestuur aangeslagen personen kosteloos verpleegd geworden (zie de aangehaalde Raadsresolutie van 1532 en die van 1650 Juni 4, benevens de notulen van 1683 September 22). De zieken kwamen in op een bewijs, dat voor de militairen bestond in een biljet, afgegeven door hun commandant, en voor burgerpersonen in een lootje, afgegeven door een der regenten, nadat door hem iedere aanvraag was onderzocht en de daarbij bedoelde zieke door een chirurgijn van het gasthuis was gevisiteerd. Van die lootjes voor zieken is reeds in de rekening van 1498/9 sprake. In het laatst der 18',e eeuw werd het bedoelde onderzoek overgelaten aan den binnenvader onder toezicht van een der regenten. Niet alle zieken werden in het gasthuis verpleegd: de lijders aan besmettelijke ziekten hield men er sinds 1573 zooveel mogelijk buiten, waardoor het afgezonderde pesthuis en in enkele gevallen ook het pottershuis naar omstandigheden gebruikt werd. Zinneloozen werden meestal aan de Cellebroers toevertrouwd, later (1611) in het voor deze bestemde gesticht verpleegd (zie het archief van het Simpelhuis hierna). Somtijds werden zieken in hunne woningen verpleegd of kwamen in behandeling bij zoogenaamde specialiteiten; nog zijn er gevallen van opzending naar Leiden. Voor een en ander was meestal overleg noodig met andere collegiën, die in de kosten hadden bij te dragen. De geneeskundige dienst in het huis werd oudtijds door een chirurgijn verricht; reeds in de oudste rekening (1465/6) blijkt van dien dienst. Het verdient opmerking, dat in 1558/9 en 1563 tot 1566 deze functionaris eene vrouw is, die het vak van haar man schijnt geleerd te hebben. In het volgende jaar wordt meester Jan oudeJans zoon betaald voor zijn dienst //zoewel in medicinen als cherygie", en ongeveer te zelfder tijd treedt een speciale pestmeester op. Het aantal geneeskundigen breidt zich nu spoedig verder uit. Van eene vroedvrouw vindt men in de rekening van 1498/9 en 1562/3 melding gemaakt. Geneesmiddelen komen aanvankelijk sporadisch voor, sedert 1558/9 bepaald geregeld. De verdere zorg voor de zieken, mogen wij aannemen, was aan de aan het gesticht verbonden ziekenmoeder overgelaten; als deze in 1526 zelf ziek ter nederligt, wordt zij op hare beurt door eene zwarte cellezuster (non in het klooster Bachten 's gravenhove) opgepast. Maar nevens de ziekenmoeder leeren de stukken van af 1560 ook de Cellebroers kennen, die in overeenstemming met hunne roeping verschillende diensten aan het gasthuis bewijzen. Zij belasten zich met de bewaring van simpelen (1560—1610), doen dienst in de pestkamer (1568 vlg. jaren), verplegen zulke lijders ook in hun klooster (1572), dragen ernstige zieken naar het gasthuis en pesthuis (1581 vlg. jaren) en begraven de lijken 1). De Hervorming overlevende, wordt hun kerk en klooster gespaard en blijven zij, blijkbaar ten genoegen van het stadsbestuur, zich wijden aan het verdienstelijk werk, waartoe zij zich vrijwillig verbonden hadden. Hun oude pater of overste Jan Willems, die aan het gasthuis geld geleend had, komt nog tot 1591 in de rekeningen voor. Maar al stierven achtereenvolgens ook alle andere broeders van vóór de Hervorming, de vereeniging van Cellebroers of lijkdragers bleef bestaan. In 1611, toen hun klooster voor Simpelhuis werd ingericht, kregen zij ieder — wellicht voor het gemis daarvan — eene vrije woning, in het Bagijnhof, die onder de eigendommen van het gasthuis voorkomen. Het schijnt, dat de betrekking, hoewel door gasthuismeesters vergeven wordende, erfelijk was in een geslacht, waarin zelfs vrouwen opvolgden, die dan echter het werk door een manspersoon lieten verrichten (zie de notulen o. a. van 1775 Juni 21). Gasthuismeesters besloten 1808 April 5 echter geene andere personen tot cellebroer aan te stellen, dan die, welke de daaraan verbonden diensten persoonlijk konden verrichten. Het is misschien waard om te vermelden, dat deze personen nog heden ten dage aan het gasthuis verbonden zijn. De dooden werden begraven op het erf van het gasthuis en van het pesthuis, nadat zij bevorens in een mat genaaid waren. Doodkisten komen in het laatst der 16'le eeuw meer algemeen in gebruik, maar uit het archief blijkt niet tot wanneer die erven als begraafplaatsen gebruikt zijn. Natuurlijk waren aan de inrichting nog andere geëmplooieerden verbonden, o. a. een vader en moeder, wien aanvankelijk de geheele zaak der voeding van de zieken was toevertrouwd. Gasthuismeesters stelden alleen om de 5—8 dagen eene vaste som gelds beschikbaar om de noodige inkoopen te doen. In 1493 bedroeg die som grooten daags voor eiken zieke. In 1494 echter hebben bestuurders naar aanleiding van ingekomen klachten de levensmiddelen zelf ingekocht en gespecificeerd in de rekening vermeld. De omslachtigheid van dit werk gaf zeker aanleiding, dat in 1498/9 alleen maar de maandelijksche sommen, die door een der gasthuismeesters voor de voeding waren besteed, geboekt werden. In 1512 en volgende jaren is deze zorg aan de ziekenmoeder toevertrouwd, maar wanneer in 1558 de rekeningen ons weder omtrent dit punt inlichten , dan vernemen wij, dat de vrouwen der gasthuismeesters om ») In de rekeningen van 1607 tot 1615 wordt de knaap van het gasthuis voor het begraven van dooden betaald; het schijnt echter, dat hem dit werk wegens onbehoorlijke verriehting is afgenomen. beurten zich met den inkoop van versche levensmiddelen, huishoudelijke benoodigdheden en linnen en beddegoed belast hebben. Later, in 1686, worden voor den verschen marktgang weder betalingen aan den binnenvader en de ziekenmoeder gedaan, en is de voeding van zieken en bedienden meer gereglementeerd, waarmede echter de zorg en het toezicht van dames-regentessen in de huishoudelijke aangelegenheden geenszins was weggenomen. De voornaamste bron van inkomsten waren de vele donatiën, die het Financiën, gasthuis oudtijds en ook later ten deel vielen. De vorstelijke schenking van Jan Matens in 1605 verdient hier zeker wel bijzondere vermelding. Na de 17de eeuw wordt uit dien hoofde weinig meer ontvangen. Fiuanciëelen steun vindt het gesticht verder in verschillende beneficiën van stad en land, waarvan J van het ijkloon reeds in de oudste rekeningen vermeld wordt, en de rantsoen- of godspenningen van de verpachte of gecollecteerde gemeene middelen en van het verkochte gedeelte der door de admiraliteit van Zeeland geconfisqueerde goederen belangrijke bate aan het gasthuis geven. Van de betaling van enkele belastingen was het gesticht zelf vrijgesteld. Zoo bestond deze liefdadige instelling dus hoofdzakelijk van giften. Een bron vloeide van rechtswege, nl. de nalatenschappen van hen, die in het gasthuis stierven. Tot zoover de rekeningen teruggaan, blijkt van de naasting der door overledenen achtergelaten goederen, en niet alleen van de losse gelden en de kleeding, die deze in het gesticht bij zich hadden gehad, maar ook van eventueel nagelaten onroerende goederen. Dit recht neemt echter niet weg, dat het bestuur bij eenigszins beduidende nalatenschappen niet ongenegen was met de naastbestaanden in eene schikking te treden en met eene vergoeding voor verpleging meermalen genoegen nam. Trouwens met opzicht tot buitenslands gelegen goederen, en dat waren het uit den aard der zaak veelal, moet dat erfrecht moeielijk te handhaven zijn geweest (zie nrs. 888 en 890), daar gasthuismeesters er nooit eenig ander bewijs dan gewoonte voor konden aanvoeren. Eerst bij octrooi van de Staten van Zeeland van 1773 Augustus 26 is dat recht over het verledene en in het toekomende erkend. De belegging der kapitalen van het huis is door alle tijden heen niet geheel dezelfde geweest. Oudtijds vindt men bijna uitsluitend grondbezit, waarin de schenkingen toen ook voor een groot deel bestonden. Gebouwen, bij schenking of erfenis verkregen, schijnen dadelijk weder van de hand te zijn gedaan, daar die in de rekeningen nagenoeg niet voorkomen. De 16de eeuw bracht hierin verandering; in 1520 komen naast de landerijen eenige meerdere huizen en renten voor en gaandeweg klimt het bezit daarvan; vooral het kapitaal in effecten stijgt belangrijk. Landerijen en huizen handhaven zich in de 17d° eeuw nog vrijwel, maar • dan gaan de gebouwen met uitzondering van eenige pakhuizen en kelders, op den grond van het gesticht gelegen, spoedig verloren en worden ook eenige landerijen verkocht. In c. 1790, als het bestuur voorzien moet in gebrek aan contanten, weuscht het dit gaarne te doen zonder de inkomsten te verminderen en het meent in de bestaande hooge landprijzen en lage koersen van effecten de gelegenheid daartoe gevonden te hebben. Aanzienlijke partijen land komen nu achtereenvolgens onder den hamer en de opbrengst strekt tot delging van schuld en aankoop van effecten. Voor eene beoordeeling van dit financieel beleid, waaraan in elk geval de goedkeuring der stedelijke regeering is gehecht, mag niet zonder opmerking blijven de overweging van gasthuismeesters, dat het innen der pachtsommen van landerijen vaak met groote moeielijkheden gepaard ging. ri«J*"a|ndede ÜC V00rSP0ed van het huis hiaS met de algemeene maatschappelijke bestemming welvaart — het spreekt van zelf — ten nauwste samen. In het begin heihuis. van den °Pstan<* doorstond het eene crisis; eerst het beleg der stad en na de overgang aan 's prinsen zijde, verzorging van tal van vreemdelingen, vooral uit Vlaanderen, die op Zeeuwschen bodem eene wijkplaats zochten, noodzaakten tot verkoop van het zilverwerk van het huis, tot openbare en kerkelijke collecten en opneming tegen los- en lijfrenten van belangrijke geldsommen. Hoewel de verpleging van het groot aantal militairen de financiën van het huis ook nog in de eerste jaren der 17de eeuw bleef drukken, kwam het gesticht — dank zij vooral de erfenis van Matens — toch weldra alle moeielijkheden te boven. Van verder strekkende gevolgen waren de omstandigheden in den Franschen tijd: behalve aanzienlijke eigendommen ging toen ook de bestemming van het huis, die men altijd voor de oorspronkelijke gehouden had, verloren. De in 1811 opgetreden Commissie der Hospices, die tevens eene reorganisatie der gestichten in opdracht had, overwoog bij de uitvoering van die taak, dat de Fransche wetgeving in deze huizen voor zieken en huizen voor oude menschen vorderde, waarin een ieder zonder onderscheid moest kunnen worden opgenomen, en dat voor Middelburg e'e'n huis voor ieder van die categorieën voldoende was. Het gasthuis, zoo oordeelde zij, was voor ziekenhuis, het armziekenhuis voor oude mannen en vrouwenhuis het meest geschikt (zie de notulen van 1812 Februari 25 en Mei 28). In dien zin werd 1812 Juni 2 besloten, en nog vóór dat het arrêté van den prefekt van 11 Augustus hieromtrent bij de Commissie was in- gekomen, bepaalde zij, dat de zieken uit het armziekenhuis naar het gasthuis zouden worden overgebracht (notulen 8 Augustus). Omgekeerd namen eenige maanden later de ongeneeslijken uit het gasthuis hun intrek in het oude mannen en vrouwenhuis (zie de notulen van 1818 Maart 23). Later heeft men getracht om op het in den Franschen tijd genomen besluit, dat de bestemming van het gesticht wijzigde, terug te komen, maar de daartoe door de Commissie uit de Godshuizen en de Algemeene armen, belast met de vaststelling der beginselen, waarnaar het armwezen hier ter stede moest worden ingericht, aan het Provinciaal bestuur te kennen gegeven wensch werd door Gedeputeerde Staten bij resolutie van 1815 November 23 afgewezen, «zijnde het de Vergadering nergens uit gebleken, dat dit gesticht hetzij door daarop na dien gemaakte ordonnantiën, hetzij ook door na dien aan hetzelve bemaakte fondsen zodanig tot een bepaald einde zoude zijn bestemd, dat de Plaatselijke regering niet ten allen tijde de bevoegdheid zoude hebben behouden om in dat gesticht zodanige zieke en hulpelooze te plaatsen als zij voor het belang harer ingezetenen het meest verkieselijk zoude oordeelen." § 2. HET BESTUUR. Omtrent het bestuur over het gasthuis is van den vroegsten tijd tot vóór 1342 niets bekend. In den historischen tijd doen zich ten opzichte van het opperbestuur drie perioden kennen, die door overgang van het stadsbestuur op dat van een gilde en van deze weder op de stad gescheiden worden. Het archief bevat wel geen stukken, die op deze veranderingen rechtstreeks betrekking hebben, maar er zijn uit dit en andere archieven toch genoeg bijzonderheden bekend geworden om ze als meer dan waarschijnlijk te mogen aannemen. Zoo bevat het archief van de O. L. V. abdij te Middelburg een brief van 1342 betreffende ruiling van land tusschen dat klooster en het gasthuis, waarbij //uutfoude" (buitenvoogden) handelen //bi rade ende ghemeen overeendraghen scepenen ende raed van der port van Middelburgh". Verder blijkt uit de stadsrekeningen ') dat in 1373/4 Willem Pauwels zoon en Adriaen Willems zoon op het stadhuis kwamen om de kosterij van het gasthuis te verzoeken, en dat deze aan laatstgenoemde gegeven werd. Den 26"e" November 1411 waren schepenen vergaderd, toen men de provende van het gasthuis weggaf, ') H. M. Kesteloo. Als voren I blz. 56. de landerijen eenige meerdere huizen en renten voor en gaandeweg klimt het bezit daarvan; vooral het kapitaal in effecten stijgt belangrijk. Landerijen en huizen handhaven zich in de 17ae eeuw nog vrijwel, maar • dan gaan de gebouwen met uitzondering van eenige pakhuizen en kelders, op den grond van het gesticht gelegen, spoedig verloren en worden ook eenige landerijen verKOcht. In c. 1790, als het bestuur voorzien moet in gebrek aan contanten, weuscht het dit gaarne te doen zonder de inkomsten te verminderen en het meent in de bestaande hooge landprijzen en lage koersen van effecten de gelegenheid daartoe gevonden te hebben. Aanzienlijke partijen land komen nu achtereenvolgens onder den hamer en de opbrengst strekt tot delging van schuld en aankoop van effecten. Voor eene beoordeeling van dit financiëel beleid, waaraan in elk geval de goedkeuring der stedelijke regeering is gehecht, mag niet zonder opmerking blijven de overweging van gasthuismeesters, dat het innen der pachtsommen van landerijen vaak met groote moeielijkheden gepaard ging. rinerftindede D<ï voorspoed van het huis hinS met de algemeene maatschappelijke bestemming welvaart — het spreekt van zelf — ten nauwste samen. In het begin heihuis. van den °P8tand doorstond het eene crisis; eerst het beleg der stad en na de overgang aan 'sprinsen zijde, verzorging van tal van vreemdelingen, vooral uit Vlaanderen, die op Zeeuwschen bodem eene wijkplaats zochten, noodzaakten tot verkoop van het zilverwerk van het huis, tot openbare en kerkelijke collecten en opneming tegen los- en lijfrenten van belangrijke geldsommen. Hoewel de verpleging van het groot aantal militairen de financiën van het huis ook nog in de eerste jaren der 17dc eeuw bleef drukken, kwam het gesticht — dank zij vooral de erfenis van Matbns — toch weldra alle moeielijkheden te boven. Van verder strekkende gevolgen waren de omstandigheden in den Franschen tijd: behalve aanzienlijke eigendommen ging toen ook de bestemming van het huis, die men altijd voor de oorspronkelijke gehouden had, verloren. De in 1811 opgetreden Commissie der Hospices, die tevens eene reorganisatie der gestichten in opdracht had, overwoog bij de uitvoering van die taak, dat de Fransche wetgeving in deze huizen voor zieken en huizen voor oude menschen vorderde, waarin een ieder zonder onderscheid moest kunnen worden opgenomen, en dat voor Middelburg één huis voor ieder van die categorieën voldoende was. Het gasthuis, zoo oordeelde zij, was voor ziekenhuis, het armziekenhuis voor oude mannen en vrouwenhuis het meest geschikt (zie de notulen van 1812 Februari 25 en Mei 28). In dien zin werd 1812 Juni 2 besloten, en nog vóór dat het arrêté van den prefekt van 11 Augustus hieromtrent bij de Commissie was in- gekomen, bepaalde zij, dat de zieken uit het armziekenhuis naar het gasthuis zouden worden overgebracht (notulen 8 Augustus). Omgekeerd namen eenige maanden later de ongeneeslijken uit het gasthuis hun intrek in het oude mannen en vrouwenhuis (zie de notulen van 1818 Maart 28). Later heeft men getracht om op het in den Franschen tijd genomen besluit, dat de bestemming van het gesticht wijzigde, terug te komen, maar de daartoe door de Commissie uit de Godshuizen en de Algemeene armen, belast met de vaststelling der beginselen, waarnaar het armwezen hier ter stede moest worden ingericht, aan het Provinciaal bestuur te kennen gegeven wensch werd door Gedeputeerde Staten bij resolutie van 1815 November 23 afgewezen, //zijnde het de Vergadering nergens uit gebleken, dat dit gesticht hetzij door daarop na dien gemaakte ordonnantiën , hetzij ook door na dien aan hetzelve bemaakte fondsen zodanig tot een bepaald einde zoude zijn bestemd, dat de Plaatselijke regering niet ten allen tijde de bevoegdheid zoude hebben behouden om in dat gesticht zodanige zieke en hulpelooze te plaatsen als zij voor het belang harer ingezetenen het meest verkieselijk zoude oordeelen." § 2. HET BESTUUR. Omtrent het bestuur over het gasthuis is van den vroegsten tijd tot vóór 1342 niets bekend. In den historischen tijd doen zich ten opzichte van het opperbestuur drie perioden kennen, die door overgang van het stadsbestuur op dat van een gilde en van deze weder op de stad gescheiden worden. Het archief bevat wel geen stukken, die op deze veranderingen rechtstreeks betrekking hebben, maar er zijn uit dit en andere archieven toch genoeg bijzonderheden bekend geworden om ze als meer dan waarschijnlijk te mogen aannemen. Zoo bevat het archief van de O. L. V. abdij te Middelburg een brief van 1342 betreffende ruiling van land tusschen dat klooster en het gasthuis, waarbij //uutfoude" (buitenvoogden) handelen '/bi rade ende ghemeen overeendraghen scepenen ende raed van der port van Middelburgh". Verder blijkt uit de stadsrekeningen ') dat in 1873/4 Willem Pauwels zoon en Adriaen Willems zoon op het stadhuis kwamen om de kosterij van het gasthuis te verzoeken, en dat deze aan laatstgenoemde gegeven werd. Den 26,,,:" November 1411 waren schepenen vergaderd, toen men de provende van liet gasthuis weggaf, ') H. M. Kïsteloo. Als voren 1 blz. 56. en 19 Januari 1420 om de rekening der gasthuisgoederen aau te hooren. Eindelijk zegt een brief van 1488 (Reg. nr. 121) uitdrukkelijk, dat het bestuur van het gasthuis in vroeger tijd onder de wethouders der stad is geweest. Dit ging dus tusschen 1420 en 1483 in andere handen over. Er was wel een gilde, dat van O. L. V., in het huis gevestigd, maar blijkbaar had het geen aandeel in het bestuur. De aangehaalde giftbrief van 1483 zegt verder, dat poorters buiten de Wet het gasthuis thans besturen. Het kunnen inderdaad wel poorters geweest zijn, die toen het bewind voerden, maar in betrekking tot deze zaak schijnt de uitdrukking toch minder nauwkeurig, want als zoodanig zullen zij dat toch wel niet gedaan hebben. Het is immers bekend, dat oudtijds liet bestuur over gasthuizen óf aan de stad öf aan een gilde was opgedragen. Zoo zal ook te Middelburg de stad in + 1425 haar toezicht over het gasthuis hebben overgedragen aan een gilde en wel aan dat van St. Barbara, dat zich ongeveer te zelfder tijd voor het eerst doet kennen, en waarnaar het gesticht in den vervolge vaak genoemd wordt. De rekeningen, die uit het tijdperk + 1425 — c. 1528 aanwezig zijn, hebben den gewonen vorm, die van deze stukken onder een gildebestuur voorkomt, zij zijn nl. opgemaakt door een der gasthuismeesters en door de 3 andere afgehoord. En wat vooral op liet gildebestuur wijst, is de omstandigheid, dat, wanneer het St. Barbara gilde, na vereeniging in c. 1492 met het O. L. V. gilde, in c. 1528 te niet gaat, het bestuur over het gasthuis gereorganiseerd wordt en de stad het weder terug • neemt. Van de aanstelling van gasthuismeesters door of toezicht van het gilde blijkt intusschen niets. Gasthuismeesters handelen in alle zaken geheel eigenmachtig, zij koopen en verkoopen, doen allerlei betalingen, sluiten contracten, laten bouwen, alles schijnbaar zonder eenige autorisatie of volgens eenig reglement of voorschrift. Meer nog dan later lag het in den gildentijd op den weg der huisvrouwen van gasthuismeesters, die eveneens lid van het gilde schijnen te zijn geweest, om hare mannen in het huishoudelijk bestuur ter zijde te staan. Er blijkt dan ook enkele malen van. Het juiste tijdstip van overgang van het gildenbestuur op het stadsbestuur is onzeker. De rekening van 1526/7 wijst op een overgangstoestand; zij is wel door de gasthuismeesters afgehoord, maar niet meer zooals te voren door een hunner opgemaakt; dit geschiedde door Pietkr Jans zoon Rutinck, die zijn kwaliteit in den titel der rekening niet noemt. Deze is echter vermoedelijk dezelfde persoon, welke in de omschrijving van een post op folio 32 genoemd wordt: //Betaelt in den Dolphijn als Pieter Jans zoon ontfangen was over bouchouwer in pre- sencie van den burgmeesters". Die laatste woorden duiden ook reeds op eenig toezicht van het stadsbestuur. In elk geval was de overgang in 1528 volkomen (zie Reg. nr. 481). Van af dat jaar tot 1812 bleef nu het toezicht over het gasthuis onafgebroken bij de stad. In dit tijdperk werd het bestuur met een ontvanger vermeerderd; hij was bezoldigd, woonde de vergaderingen bij en beraamde en resolveerde daarin mede. De jaarlijksche rekening legde hij af aan gecommitteerden uit Wet en Raad en gasthuismeesters. Gewoonlijk bleef hij tot zijn dood in functie. Het getal van 4 gasthuismeesters bleef voorloopig onveranderd. Eerst in 1577 blijkt van eenige regeling dienaangaande. In de notulen ten Rade van 7 October nl. werd bepaald, dat alle 2 jaren twee nieuwe gasthuismeesters zouden worden aangesteld, welke resolutie den 24'"" van die maand in dien zin gewijzigd werd, dat er jaarlijks één hunner zou vervangen worden. Wet en Raad besloten 1601 December 22 om het gasthuis in plaats van 4 door 6 gasthuismeesters te laten bedienen, waarvan er elk jaar twee zouden worden afgelost. Spoedig, 1603 December 20, werd dit besluit weder veranderd in een tweejarigen diensttijd van regenten. Intusschen is de bepaling, dat er 6 gasthuismeesters moesten zijn, spoedig verwaarloosd, daar er inderdaad slechts 4, 3 of 2 regenten het bewind voerden, totdat bij resolutie van het stadsbestuur van 1656 December 5 het getal weder tot 4 gesuppleerd werd door "iiogh twee regenten te verkiesen en jaerlijckx twee te veranderen of te continueren, naerdat bevonden sal werden te behooren, sullende ten desen eynde de jegenwoordige en nieuw aenkomende regenten werden gerecommandeert telcken jare, naerdat de rekeninge sal sijn gedaen, het college van Wette en Raed bij schriftelijcke memorie, gelijck als van andere piëuse huysen werd gedaen, hetselve te versoucken". Van die jaarlijksche vervanging is evenwel niets gekomen, zij blijven voortaan in het algemeen tot hun overlijden in betrekking. Tot 1724 hadden gasthuismeesters ook over het pesthuis, dat tot 1666 als een onderdeel van het gasthuis moet beschouwd worden, het toezicht. Voor alle gewichtige handelingen hebben regenten de autorisatie van het stedelijk bestuur noodig, dat zijnerzijds de belangen van het gesticht zoo binnen de perken van eigen macht als in de Staten van het land krachtdadig voorstaat. Het houdt aan zich de aanstelling van dokters, chirurgijns, apothekers, vader en moeder en concierge; die van de ziekentroosters, ziekenmoeder, dienstboden, knechten en cellebroers is aan regenten overgelaten. Aan meest alle geëmplooieerden werd bij aanstelling eene instructie uitgereikt, waarvan er tal in het archief te vinden zijn. In 1681, of misschien al vroeger, hebben gasthuismeesters ook voor hun dienst een reglement vastgesteld (zie vóór in nr. 41 ö), waaruit o. a. blijkt, dat zij om beurten gedurende drie maanden met het presidie belast zijn en als zoodanig dan nagenoeg den geheelen dienst regelen. De fungeerende president, want van rechtswege hadden alle een gelijk aandeel in het bestuur, hoewel een hunner lid van de vroedschap was, moest het onderzoek van de aanvragen tot verpleging houden, hij belegde de vergaderingen, was belast met den inkoop van tarwe, erwten en boonen, en hield de kleine kas en het boek daarvan aan. In de vergadering van 1792 December 6 werd bepaald, dat het zooeven genoemde onderzoek aan den binnenvader onder toezicht van den met het presidie belasten regent kon worden overgelaten, en voorts dat het spreken met menschen over aangelegenheden van het gesticht door slechts drie regenten om beurten zou worden verricht (het lid van het stadsbestuur was hiervan verschoond). Alle de dames-regentessen hielden het toezicht over linneD- en beddegoed, maar om beurten waren slechts twee hunner met den inkoop van vleesch, boter, kaas en kaarsen belast. Later, toen de geldmiddelen tot besparing van kosten dwongen, is de voeding meer gereglementeerd en een stelsel van door een der regenten geteekende bons ingevoerd; rechtstreeksche inkoopen van kleine zaken werd daarbij aan ondergeschikt personeel overlaten. Maar daarmede is natuurlijk het toezicht van regenten en hunne huisvrouwen niet weggenomen. In de vergadering, waarin het presidie werd overgegeven, waren de dames-regentessen mede tegenwoordig. Zooeven is gesproken over het kasboek van regenten. Wanneer men de rekeningen raadpleegt, dan schijnt het, dat tot 1660 de ontvanger alle uitgaven en ontvangsten alleen deed en gasthuismeesters tot dien tijd geene enkele geldelijke handeling haddeu. In genoemd jaar zou daariu verandering gekomen zijn door de verstrekking eener zekere som gelds uit de kas van den ontvanger aan regenten voor het doen van huishoudelijke uitgaven. Wij mogen echter aannemen, dat wat in 1660 officieel werd, vroeger eveneens heeft plaats gehad, maar toen onderhands is verrekend geworden. Intusschen is sedert dien de subsidie aan gasthuismeesters in de rekening van den ontvanger en bloc geboekt, en zij men er dus op bedacht, dat van af 1660 verschillende posten uit de jaarlijksche rekening in het kasboek van regenten moeten gezocht worden. Bij besluit van de Commissie der Hospices van 1812 Mei 12 werd het oude bestuur van regenten, dat tot nog toe op verzoek van die Commissie had gecontinueerd, met ingang van den laatsten dier maand ontslagen, en het lid van het hoofdbestuur Weyerman met de directie over het gasthuis belast, aan wien Mei 28 nog drie personen werden toegevoegd. § 3. HET ARCHIEF. De bescheiden , die tot het oud-archief van het gasthuis moesten gebracht worden, loopen van 1343 tot 1812. Voor een groot deel betreffen zij het geldelijk beheer van het gesticht. Vooral in de middeleeuwen schijnt men als belangrijke documenten alleen eigendomsbewijzen te hebben bewaard. Schrifturen, welke meer bepaaldelijk het personeele bestuur betreffen, zijn uit dien tijd nagenoeg niet gevouden. Van wetten of regelen voor het gilde, instructiën voor gasthuismeesters en mindere bedienden etc. is niets meer aanwezig. Het kan wel waar zijn, dat de schrijverijen gering waren, maar de rekeningen getuigen toch van het aanhouden van sommige boeken. Zoo bevat die van 1465/6 twee boeken »daer tgasthuus dingen in ghescreven is", die van 1519/20 een boek "dat men overgheeft met de rekeninghe ende vant pachtbouck", die van 1520'1 een boek, waarin de pachters geschreven staan, en die van 1558/9 en 1563/4 een boek «om die binnen den gasthuyze overlyden in te reg) stereren". Eerst in het laatst der 16'lc eeuw schijnt zich een archief te gaan vormen, en in 1604 noemt men in de instructie voor den klerk de boeken, die deze aan te houden heeft. Notulen houdt men eerst in 1666 en nog langen tijd daarna alleen van belangrijke zaken, waarvan de groote hiaten in den tijd getuigen. Gasthuismeesters zelf legden in 1604 het eerste groote leggerboek aan (nr. 414), waarin o. a. de eigendommen van het gesticht naar hun aard onder afzonderlijke hoofden werden ingeschreven, de landerijen en huizen in eene zekere geographische volgorde. Waar het den bewerkers van dit deel gelukt was het betrekkelijke eigendomsbewijs te vinden , werd het onder den eigendom vermeld en het stuk zelf op den rug genummerd. Gegevens voor de samenstelling van dit werk vonden zij alleen in oude rekeningen en in de massa oude charters. Verschillende omstandigheden, als samenvoeging en scheiding van perceelen land, verkoop zonder overgave of vernietiging van het betrekkelijke bewijs, verlies van enkele, die voor opheldering een onmisbare schakel in serieën brieven vormden, onjuiste lezing van oude brieven, etc. moesten echter medewerken, dat een groot aantal bewijzen als onverklaarbaar ongenummerd op zijde werd gelegd. Jammer, dat deze wijze van inventarisatie niet is volgehouden. Het deel verloor weldra zijn waarde, omdat het niet werd bijgehouden of tijdig vernieuwd. Verwarring in de stukken was het gevolg hiervan. In c. 1675 schreef men achter in nr. 408 een onvolledigen inventaris van geldelijke en dergelijke stukken, die nog altijd eenigszins naar den aard van den eigendom gesorteerd in eene kast met laatjes geborgen waren. Zij werden voor zooveel noodig overgenummerd. 3 het verband van onvervreemdbaarheid onderworpen. Bovendien, en dat kan ons zelfs spijten, ging hierdoor het oudste van de thans nog in bezit zijnde goederen van het gasthuis, eene herinnering uit lang vervlogen tijden, in het archief als het ware verloren. Andere oorzaken brachten mede verandering in den staat dezer goederen. Tn 1623 werden er bij aankoop 3 gemeten 92 roeden lands in den Hayman aan toegevoegd (zie nr. 1109); in 1639 1 gemet 12 roeden in Ritthein (zie nr. 1111) en 204 roeden in Oost-Souburg (zie nr. 1112) evenzoo. Van de toestemming, verkregen van de Staten van Zeeland 1650 September 16, tot verkoop van een huis met hofstede in de Lange Delft (De Hazewind) en van twee partijtjes land in Vlaanderen (zie pakket C nr. 9 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.)) schijnt geen gebruik gemaakt te zijn. Het Staatsbewind der Bataafsche republiek verleende 1803 December 20 (zie de notulen van 1804 Januari 4 en nr. 1119 van dezen Inv.) dergelijke toestemming voor 8 gemeten 223 roeden lands in Walcheren. In 1811 werden 3 gemeten 10 roeden lands in Hoogelande (eerst Oud-Vlissingen) en in 1812 1 gemet 75 roeden in Eitthem in de fortificatiën respectievelijk van Vlissingen en Rammekens getrokken (zie folio's 183 en 191 in nr. 426) en in 1869 zijn 2 gemeten 50 roeden in West-Souburg tegen schadeloosstelling onteigend (zie folio 190 in nr. 426). In de akte van het Staatsbewind werd bepaald, dat de opbrengst der verkochte landen op eene secure en convenable wijze zoude worden belegd eu aan de bepaling van onvervreemdbaarheid onderworpen. De losse stukken van deze afdeeling zijn geheel in den geest, zooals hiervoren ten aanzien van de algemeene bescheiden is verklaard, geregeld. Bij vergelijking zal het blijken, dat de geographische orde in de landerijen eene andere is, maar dit is geschied overeenkomstig de leggerboekeu en rekeningen. In eene laatste afdeeling moesten enkele stukken onder Varia beschreven worden. Van de in 1827 beschreven stukkeu (zie de Algemeene inleiding) ontbreken thans: nr. 1. Aanteekeningen van ontvangen pachten, huishuren, renten, enz. (17 stuks), en nr. 21. Portefeuille niet eenige oude kaarten van landerijen. Tot het archief van het gasthuis behooren eindelijk nog twee verzamelingen bescheiden: eene die betrekking heeft op de Kleine Armschool, en eene andere, door Laukens Udemans nagelaten. Daar er weinig of geen verband tusschen deze papieren en het gasthuis bestaat, zijn zij van het eigenlijke archief gescheiden en ieder afzonderlijk als Aanhangsels vau den Inventaris beschreven. genummerd 1 tot 84, daarna volgt op ougeuummerde bladeu het „register" (onvolledig), eenige aantcekeningen vau betalingen, gedaan door gasthnismeesters voor rekening van het gasthuis ende diakonie der Nederd. armen 1666 tot 1669, eene rekening betredende de verpleging van pestlijders als anders 1668 tot 1670 en een fragment-rekening als voren 1671 tot 1677. 2. 1709 Januari . . — 1792 December 6. WH. Op blad 2 eu 3 eene lijst vau de uamen der gasthuismeesters vau 1666 tot 1792. — Op een etiquet op den rug staat: nNo. 14 oudarchief notulen gasthuis 1709—1792". De bladen zijn genummerd 1 tot 54, daarna de bladzijden 55 tot 143. 3. 1793 Januari 17 — 1810 Juni 24. N.B. De beschreven bladzijden zijn genummerd 1 tot 218. 4—8. Relatieven tot de notulen 1568—1812. 5 pak keu. N.B. Deze relatieven zijn geschikt in drie pakketten (A, B en C), zie den inventaris er van onder n° 9. De bedoeling is geweest de stukken naar den aard vau hun inhoud te rangschikken en te bewaren. Zoo bevat pakket A de stukken, die op het bestuur van het huis betrekking hebben, die de bestemming van het gesticht betreffen, die het pesthuis en de pottershuizeu raken, en die aangaande de verpleging van siinpelen en poklijders; pakket B de resolutiën van het Provinciaal bestuur betreffende de verpleging van militairen; en pakket C contracten; resolutiën betreffende de eigendommen van het gesticht; aanstellingen van chirurgijns, geëmplooieerden en werkvolk; testamenten, inventarissen etc. De afseheiding der soorten is echter niet volkomen. 4. Pakket A. 1568—1784. N.B. De stukken zijn genummerd 1 tot 52; nr. 1 komt tweemaal voor, ur. 42 ontbreekt. Bij nr. 45, het origineel huurcontract van de landen in Vlaanderen, vau 1763, ziju tal van stukken van vroeger en later tijd betreffende deze lauden bijgevoegd o. a. ook eeue notitie met schetskaart vau 1699 (zie ook ur. 1118). 1596—1794. N.B. De stukken ziju genummerd 1 tot 44; nr. 21 kouit tweemaal voor (nr. 21 en 21bis), nr. 44 ontbreekt. 6—8. Pakket C. 1605—1812. N.B. De stukken zijn genummerd 1 tot 259; nr. 64 komt driemaal voor (64», 64b en 64=), nr. 70 tweemaal (70» en 70b), 142 tweemaal (142 en 142*), 185 tweemaal (185 en 185*), 191 tweemaal (191» en 191b), 197 tweemaal (197 en 197*1. Nummers 44, 74, 178, 195, 209, 218 eu 229 ontbreken. Vau nr. 54 is ook eene kopie (c. 1862) aanwezig. Nrs. 23, 59, 62, 63 eu 66 zijn kopiën van (e. 1862), de origineelen ontbreken. De stukken van de 46 eerste nummers zijn vroeger meest alle anders genummerd geweest. Nr. 6 van dezen Inv. bevat de stukken, gemerkt 1 tot 143. Nr. 7 van dezeu Inv. bevat de stukken, gemerkt 144 tot 224. Nr. 8 van dezen Inv. bevat de stukken, gemerkt 225 tot 259. halve oude co9tumen komen hierin voor: „Coustumen ende reglementen" voor gasthuismeesters en voor den ontvanger (zie ook fol. lc verso nr. 12 en fol. Ic I nr. 17), reglementen en instructiën voor de binnenvader en moeder, voor de ziekenmoeder, voor de dienstboden, voor de ziekentroosters, voor de dokters, voor de apothekers, voor de chirurgijns, voor den concierge van het pesthuis en voor den pestmeester. Verder nog een reglement voor de cellebroers met ampliatiën van 1668 Februari 17, (c. 1685) en 1801 Maart 10, benevens „Reglement voor dengenen, die ten tyde van de peste wert geëmploieert tot het doen van diversche saecken", en „Reglementen tusscheu deseu gasthuyse ende deu duytsen armen binnen deser stadt", betreffende arme pest-, steen- en poklijders, en de Kleine Armschool. 20. Authentiek extract uit het groot-leggerboek van 1604 (nr. 414) betreffende het recht van het gasthuis op de goederen van hen, die daarin komen te overlijden. 1743. 1 stuk in 1 omslag. C. BESTUUR TAN HET HUIS EN DER IN HET HUIS VERPLEEGDEN. § 1. Gast- en ziekenhuis. 21—26. Register van personen, die voor rekening van het gesticht ter verpleging zijn opgenomen. (Vreemdelingen, arme ingezetenen). (Lootjesboeken). 1584—1812. 6 deelen. N.B. Iedere aanvraag om opgenomen te worden werd onderzocht en beoordeeld door den met het presidie belasten regent, waarbij een der chirurgijns den betrokken zieke visiteerde. Na akkoordbevinding werd een lootje afgegeven, dat voor den Hjder als toegangsbewijs diende. De klerk, later de binnenvader, schreef de met een lootje ingekomen zieken in dit register. Behalve de namen en voornamen bevatten deze deelen in hoofdzaak ook nog opgaven van de plaats, waarvan de zieken herkomstig zijn, en van den datum van inkomen en uitgaau of overlijden; van 1782 tot 1812 tevens aan welke ziekte overleden (resolutie van Wet en Raad dd. 1781 September 29) (pakket C nr. 125)). In 1777 is men begonnen om ook vau den ouderdom der patiënten melding te maken en spoedig daarna van den godsdienst en enkele andere renseignementen. Behalve de nominatieve opgaven komen er ook numerieke in voor: vau 1699 Maart tot 1735 Maart hoeveel mannen en vrouwen aan het einde van elke maand nog ter verpleging blijven (enkele malen zijn daaronder ook de soldaten of audere betalende personeu, die niet nominatief vermeld zijn, begrepen), en van 1702 Januari tot 1735 Maart hoeveel mannen en vrouwen iu de afgeloopeu maand zijn ingekomen. 21. 1584—1599. N.B. In dit deel zijn ook militairen ingeschreven (zie nrs. 28 en 29), en is geene melding gemaakt vau den datum van outslag. De bladen zijn genummerd 4 tot 390, daarna volgen nog 7 beschreven bladen, die niet genummerd zijn; blad 1 tot 3 ontbreken dus, vermoedelijk hebben daarop aanteekeningen vau anderen aard gestaau, want aan het hoofd van blad 4 staat: „Register van de siecken, die tot Middelburch int gasthuys < omen, incipiens anno 1584 primo. Laus Deo seinper." Achterin eene kopie van een verlofbrief voor een soldaat, en lijsten van Engelsehe soldaten, in het huis verpleegd. 22. 1659—1677. N.B. Vuórin een onvolledige index, gerangschikt in alphabetische orde van de voornamen. Achterin notitiën van huishoudelijke zaken. Op den band staat: „Lootiensboeck begonnen January 1659 ende dat van de arme ende vreemdelingen, dewelcke in het gasthuys binnen deser stad Middelburch sieck gecoomen sijn, oock die aldaer sijn uytgegaen ende mede die aldaer sijn overleden, eindigende December anno 1677", en met eeue latere hand: „N° 3 oudarchief". 28. 1699—1715. N.B. Achterin notitiën van huishoudelijke zakeu. Op den baud staat: „Lotyesboek, begonnen 1696" (lees: 1699). 24. 1715—1747. N.B. Op den band staat: „Lootisboek, begonne 1715". 25. 1748—1788. N.B. Op de laatste bladzijde eene aanteekening omtrent een van deu steen gesneden man, en eene andere van het overlijden van dienstboden in het huis in 1767 en 1770. In dit deel zijn ook enkele betaleude personen ingeschreven. 26. 1789—1812. N.B. In dit deel zijn ook enkele betalende personen ingeschreven. 27. Register van personen, die voor rekening van het gesticht ter verpleging zijn opgenomen (vreemdelingen, arme ingezetenen). (Lootjesboek). 1797—1812. 1 deel. N.B. Op het titelblad staat: „Ziekeboek, gehouden door de ziekeraoeder Dikna van Twingïn wed. Deybert, begonnen deu 10 Juuuary 1797". Van achteren tusschen de jaren 1811 eu 1812 de nanieu van Engelsehe eu Kussische krijgsgevangenen, die in het laatst van 1799, in het begiu van 1800 en in het laatst van 1807 zijn verpleegd geweest. 28 en 29. Register van personen, die voor andere rekening dan die van het gesticht ter verpleging ziju opgenomen (soldaten, matrozen, burgerpersonen). 1604 en 1689—1747. 2 deelen. N.B. Zie het aangeteekende bij nrs. 21, 25 en 26. De voor rekening van particuliere administratiën of personen naar het gasthuis gezonden zieken of gekwetsten werden opgenomen op vertoon van een biljet, afgegeven door de autoriteit, die voor de betaling aansprakelijk was (compagnies-commandant, commandant van het schip, directeur van de Oost- of West-Indische compagnie, diakonie etc.). — Deze deelen bevatten de opgaven van naam, voornamen, datum van inkomen eu uitgaan of overlijden, en bij de soldaten deu naam van deu kapitein. 28. 1604 (Juli 8—December 8). N.B. Dit deel ia een fragment; het bevat alleen de namen van soldaten en soldatenvrouwen. Op den band staat: „Anno W(1^1608. Boeck der soldaten". 29. 1689—1747. N.B. Van achteren eenige notitiën van algemeenen aard een los visitatiebiljet van den chirurgijn, en een briefje van dé diakonie betreffende het in verzorging nemen van een jongeling. On den band staat: „Het boek van de soldaten, begonnen den eersten January 1689". 30 en 31. Staten van geconsumeerde eet- en drinkwaren, brandstoffen enz. met aanwijzing van het getal zieken in iedere maand 1780—1811. 2 pakken. 30. 1780—1797. N.B. Hierby eene recapitulatie over de 18 jaren. 31. 1798—1811. N.B. Hierbij eene recapitulatie over de 14 jareu. 32. Akten van aanstelling van Jacobüs Evertsen en Johan de Craan tot chirurgijn van het gasthuis. 1706. 2 stukken in 1 omslag. N.B. Dergelijke stukken komen ook voor in pakket C (nrs. 6—8 van dezen Inv.) (zie aldaar nrs. 132, 152, 182, 239, 248, 249). 33. Pachtbrief van het ambt van biechtvader in het gasthuis. 1494. 2 charters (zie Reg. nr. 362). 34. Verklaring van burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburg, dat mr. Kehigius Sezin openbaar notaris is. 1502. 1 charter (zie Reg. nr. 892). 35. Inventarissen van meubelen en goederen. 1754 en 1766. 2 stukken in 1 omslag. N.B. Inventarissen komen ook voor in pakket C nrs. 82, 83 228 (nra. 6—8 van dezen Inv.). Zie ook nr. 417. ' ' § 2. Proveniershuis. N.B. Zie ook nr. 429. 36. Schenkingsbrief van Inghelbbecht Clays' zoon en zijne echtgenoot Mageiete. 1432. 1 charter (zie Reg. nr. 118), N.B. In dezen brief is de bepaling gemaakt, dat bovengenoemd echtpaar in het gasthuis zal wonen. 37. Akkoord tusschen Nicolaus Johannes'zoon, vicaris van den West- monster, en gasthuismeesters betredende verzekering eencr lijfrente van 6 pond gr. Vis. 'sjaars en inwoning in het gasthuis aan eerstgenoemde tegen schenking van al zijne na te laten goederen. 1468. 2 charters en 1 stuk (zie Reg. nr. 267)- 38. Akkoord tusschen Aleydis Theodericus' dochter en gasthuismeesters betreffende inwoning in het gasthuis van eerstgenoemde. Met schenkingsbrief. 1471. 2 charters (zie Reg. nrs. 287 en 288). 39. Vonnis, gewezen door provisor en deken van Walcheren tegen de provenierster Aleydis Wilhelmus' dochter, houdende verbod om in het gasthuis te wonen en de huik der orde van St. Maria van den berg Carmel te dragen. 1472. 1 charter (zie Reg. nr. 292). 40. Twee schepenbrieven betreffende verzekering van 1 j groot daags lijfrente benevens inwoning in het gasthuis aan Nelle Gillis' dochter tegen schenking van al hare na te laten goederen. 1474. 2 charters (zie Reg. nrs. 306 eu 307). 41. Stukken betreffende de schenking van Maria Petrus Daniels zoons dochter van al hare goederen tegen eene lijfrente van 20 schellingen gr. Vis. 'sjaars en inwoning in het gasthuis. 1486. 2 charters (zie Keg. nrs. 339 en 340). 42. Akte betreffende inwoning in het gasthuis van Jan Miciiiels zoon van der Buttingen tegen schenking van circa 2 gemeten lauds in twee stukken in Buttinge en alles wat hem nog zal aanbesterven en wat hij zal verdienen. 1496. 1 charter (zie Reg. nr. 367). N.B. Zie ook nr. 519. 43. Schepenbrief betreffende inwoning en onderhoud in het gasthuis met verplichting om daarin diensten te verrichten van Jacop Zoeteman Gillis' zoon tegen schenking van drie vierde van liet huis eu hofstede Den Hart in de Korte Delft. 1502. ] charter (zie Heg. nr. 391). N.B. Zie ook nr. 611. 44. Akte betreffende inwoning en onderhoud in het gasthuis van Cornelius Henricus' zooii, priester, tegen betaling van 20 pond gr. Vis. en 5 pond voor meubelen. 1503. 1 charter (zie Reg. nr. 396). N.B. Iu dezelfde akte wordt genoemden priester de bediening van het O. L. V. altaar, gemeeulijk „de Languore" genoemd, op- gedrageu. 45. Akkoord tusschen Johannes Cornelius' zoon, priester, en gast- huismeesters betreffende inwoning in het gasthuis van eerstgenoemde tegen betaling van 82 pond gr. \ls. en 6 pond voor meubelen. 1504. 1 charter (zie Reg. nr. 399). 46. Akte betreffende inwoning en onderhoud in het gasthuis van Jan Jans zoon de smit en zijne echtgenoot Lijsbëth Wouters dochter tegen betaling van 25 pond gr. Vis. en nog 35 pond in vijf jaarlijksche termijnen benevens schenking van de helft van 2 huizen te Arnemuiden en 12 pond bij overlijden van Lijsbëth voornoemd. 1510. 1 charter (zie Reg. nr. 422). N.B. Op de rugzijde van deze akte is eene andere d.d. 1512 Juli 4 geschreven, waarbij de lasten van het gasthuis vermeerderd worden met de betaling van de helft eeuer rente van 20 schellingen gr. 's jaars ten lijve van jonkvrouw Katheuine Jans dochter, non te Zoetendale, (zie Reg. nr. 429).— Zie ook nr. 682. § 3. Kerkelijke diensten en broederschappen in bet gasthuis. N.B. Zie ook Drs. 39, 44, 594 en 717, de rekening van het gilde van O. L. V. van de qualeu St. Job en St. Juliaen (achter in nr. 60), de rekening van O. L. V. in het Ncdergasthuis (achter m nr. 91), en pakket C nr. 172 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). Voor de missen in de gasthuiskerk en elders, waarmede het gasthuis ten gevolge van schenkingen belast was, zie men nrs. 429, 440, 510, 516, 570, 687, 689, 702 en 707. 47. Stukkeu uit een proces, gevoerd voor mr. Nicolaüs Goubblkt, proost der St. Maria kerk te Diuant, gemachtigde van den door den paus aangestelden beschermer van de rechten der St. Maria kerk te Vere, den abt van het klooster van St. Gertrudis te Leuven, door Jacobus Benijs, kapelaan in de St. Maria kerk te Vere en bezitter van eene vicarie in het St. Barbara gasthuis te Middelburg, eischer, tegen: a. Johannes Jacobus' zoon, verweerder, die van den eischer in pacht heeft 3 gemeten lands, behoorende tot de bovenstaande vicarie, maar nalatig is in het betalen der pacht; b. Goknelis 1'etrus zoon Vos, verweerder, die van den eischer in pacht heeft 1 gemet 150 roeden lands, behoorende tot de bovenstaande vicarie, maar nalatig is in het betalen der pacht; c. Petrus Johannes' zoon, verweerder, die van den eischer iu pacht heeft 3 gemeten lands, maar nalatig is in het betalen der pacht 1524. * 1 pak. 48. Brief van provisor en deken van Walcheren betreffende een geschil tusschen Cornelius Jaoobus'zoon, priester, en Henricus Johannes' zoon Springelinc over zekere in het gasthuis te vieren missen. 1479. 1 charter (zie Reg. nr. 325). 49. Brief, waarbij gasthuismeesters Weu.neu.us Johannes' zoon Ael- bertxnck begiftigen met een dienst in de kapel van het gasthuis op het altaar van O. L. V. en den Heiligen Job en Julianus //gheheten helpt ende bescarmpt ons Maria van der quale ende van alle tribulatiën". 1492. 1 charter (zie Reg. nr. 349). N.B. Eene lijst van pastoors, die in het gasthuis gediend hebben, bevindt zich bij het nieuw-archief (nr. 590), 50. Brief, waarbij prior en klooster der Heremieten van St. Augustinus te Middelburg aannemen om wekelijks 7 missen op het O. L. V. altaar in de kerk van het O. L. V. gasthuis te vieren. 1497. 1 stnk (zie Reg. nr. 370). 51. Twee vidimussen van een brief van paus Innocentius, waarbij deze aan de leden van het in het gasthuis gevestigde gilde aflaat van zonden geeft. 1492 en 1514. 2 charters (zie Reg. nrs. 350, 351 en 438). 52. Stukken betreffende de betrekking tusschen het gasthuis te Middelburg en de broederschap Compassionis Virginis gloriose Marie in Campo Sancto de Urbe te Rome. 1493 en 1500. 2 charters (zie Reg. nrs. 353 en 380). II. FINANCIËELE ADMINISTRATIE. N.B. Het geldelijk beheer berustte in hoofdzaak steeds bij het bestuur ; oudtijds voerden gasthuismeesters op beurten de administratie gedurende een jaar, van af c. 1526 de aan het bestuur toegevoegde ontvanger. Deze betaalde op ordonnantie van gast hu ismeesters (zie nrs. 408 tot 410) met uitzondering van de schattingen op huizen en landen, die hij zonder machtiging betaalde. Van de jaarlijksche rekeningen was vroeger een der gasthuismeesters later de ontvanger rendant, terwijl 3 of 4 gasthuismeesters auditeurs waren. Voor de algemeene geldelijke administratie zie men ook in pakket A nrs. 50 en 51 (nr. 4 van dezen Iuv.) en in pakket C nrs. 198, 213, 215, 222 en 232 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). A. KASBOEKEN 53. Kasboek van den ontvanger. 1792 Juni 1—1812 Mei 31. N.B. Dit nummer bevindt zich in het laatste ordonnantieboek (nr 410). Alleen wat door den ontvanger zelf ontvangen en uitgegeven was werd in dit kasboek ingeschreven en in de jaarlijksche rekeningen verantwoord. 54. Klad-kasboek van den ontvanger. 1811 Januari 1—1812 Mei 31. 1 deel. 55—58. Kasboek van gasthuismeesters. 1688—1812. 4 deelen. N.B. Deze declen bevatten eenige kleine meest van huishoudelijken aard zijnde ontvangsten en uitgaven, waarvan in de jaarlijksche rekening geene gespecificeerde verantwoording werd gedaan. Ouder de ontvangsten komen voor: de opbrengst van aan zieken verkochten wijn, geringe verplegingskosten van militairen, kleine ualatenschappen van in het gasthuis gestorvenen, suppletie op ordonnantie of kwitantie ontvangen uit de kas van den ontvanger : de uitgaven bestaan voornamelijk in de huurloonen en giften aan dienstboden, kleine verschotten van de ziekenmoeder , kleine arbeidsloonen , reisgeld aan vreemdelingen en soldaten. Het kasboek werd door regenten beurtelings gedurende 3 of 4 maanden gehouden (na Mei 1796 rolleerde de regent, die lid van de regeering was, niet meer mede). 56. 1688 Augustus 9—1712 Januari 28. N.B. Op den band staat: „ Cassaboeck van den ontfanek en uytgeeff wegens de penningen, geadministreert door de regenten van den gasthuyse binnen der stadt Middelburch in Zeelaudt wegen den voorschreven gasthuyse t'sedert Augusty anno 1688". Uit den eersten post blijkt, dat er nog een kasboek van ouderen tijd is geweest (zie de Inleiding blz. 32). 56. 1712 Februari 18—1751 April 80. 57. 1751 Mei 1—1806 April 30. NB. Op den band staat: „No. 13 (lees: 8) oud archief'. 58. 1806 Mei 1—1812 Juni 7. B. JAARLIJKSCHE REKENINGEN MET BIJLAGEN. N.B. Van af den vroegsten tijd tot 1665 is in deze rekeningen de tijd, waarover zij loopen dikwijls niet of niet volledig of met juistheid opgegeven; somtijds is alleen vermeld het jaar, waarover de pacht van land en de huur van huizen verschuldigd was, hetgeen allicht tot eene verkeerde opvatting van het eigenlpe jaar der rekening aanleiding kan geven. Immers de pachten en huren kwamen eerst na den vervaltijd in en konden op zijn vroegst in het volgende jaar in ontvangst worden gebracht. De hieronder genoemde datums zijn in verband met deu tijd, waarover de uitgaven loopen, en den datum, waarop de rekening is overgebracht om afgehoord te worden, zoo na mogelijk opgegeven. — Tot en met 1806 zijn de rekeningen gesteld in ponden, schellingen, grooten, myten Vlaams: 'een pond gelijk 20 schellingen van 12 grooten, een groot (2, cent) gelijk 24 myten. In enkele van de vroegste rekeningen komen ook stuivers voor van 2 grooten per stuk, en engelschen, die gelijk zijn aan 8 myten of groot. Van 1807 tot 1811 zijn de geldsommen uitgedrukt in guldens, stuivers en penningen: een stuiver hield 16 penningen. — In het nieuw-archief (zie nr. 590) berusten aanteekeningen uit de hieronder vermelde rekeningen van 1465/6 tot 1580 met uitzondering van die van 1526/7, en eene kopie van de concept-rekening van 1465/6. 59—69. Rekeningen, gedaan door een der gasthuismeesters, afgehoord door de 3 andere. 1488/9—1520/1. 11 deelen. N.B. Over dezen tjjd en vermoedelijk reeds van af c. 1481 is eene concept-rekening (zie nrs. 76 tot 80) en minstens ée'n net exemplaar opgemaakt. 59. 1488 Januari 1 — 1489 Januari 13. 60. 1493 Maart 22 — 1494 Maart 18. N.B. Voorin de namen der 4 gast huismeesters, op het blad eene beëedigde verklaring van Willebordus Martinus' zoon omtrent de juistheid zijner rekening (zie Reg. nr. 371), en van achteren eene beknopte rekening van het gilde van O. L. V. van de qualen, St. Job en St. Juliaen. 61. 1498 Februari. — 1499 Maart 5. 62. 1499 Maart 6 — 1500 April 10 63. 1505 Januari 31 — 1506 Januari 22. 64. 1512 Februari 5 — 1513 Februari 5. N.B. Van achteren eene lijst van huisraad in eene provenierskamer. 65. 1513 Februari 5 — 1514 Februari 17. N.B. Van achteren eene lijst van huisraad in eene provenierskamer en enkele aanteekeniugen van ontvangst en uitgaaf van de rente van Jan Montfraut's weeskind. 66. 1516 Januari 29 — 1517 Januari 24. 67. 1517 Januari 24 — 1519 September 20. 68. 1519 September 20 — 1520 Augustus 31. 69. 1520 Augustus 31 — 1521 December 28. 70—72. Bijlagen tot de bovenvermelde rekeningen van 1493/4, 1499/1500 en 1513/4. 2 omslagen en 1 lias. 70. Bijlagen tot de rekening van 1493/4 (nr. 60). 1 omslag. 71. Bijlagen tot de rekening van 1499/1500 (nr. 62). 1 omslag. 72. Bijlagen tot de rekening van 1513/4 (nr. 65). 1 lias. 73. Bijlage tot de ontbrekende rekening van 1462. 1 charter (zie Reg. nr. 243). 74. Bijlage tot de ontbrekende rekening van (1501/2). 1 stuk in 1 omslag. 75. Bijlage tot de ontbrekende rekening van 1511/2. 1 charter (zie Reg. nr. 425). 4 76—80. Concept-rekeningen, gedaan door een der gasthuismeesters. 14656—15134. 5 deelen. 76. 1465 Kerstavond — 1466 Kerstavond. 77. 1469. 78. 1494 Maart 19 — 1495 Maart 18. 79. 1499 Maart 6 - 1500 April 10. 80. 1513 Februari 5 — 1514 Februari 17. 81. Rekening, gedaan door Pieter Jans zoon Rctinck (boekhouder), afgehoord door 4 gasthuismeesters. 1526 Mei 1 — 1527 November 19. 1 deel. 82—340. Rekeningen, gedaan door den ontvanger, afgehoord door gecommitteerden uit Wet en Raad en gasthuismeesters. 1558'9 — 1811. 259 deelen. f N.B. Van c. 1528, toen het gasthuis weder onder het oppertoezicht van de stedelijke regeering kwam, tot 1811 zijn er boven de concept-rekening twee net exemplaren geschreven: één voor het gasthuis en één vermoedelijk voor den rendaut, daar er geeue enkele dezer rekeningen in het gemeente-archief aanwezig is. — Bij het afhooren van deze rekeningen is niet altijd op gelijke wijze gehandeld. Tot 1632 teekenden auditeurs de beide netexemplaren , zoodat er van dien tijd twee origineele rekeningen zijn geweest. Dat was ook het geval van 1692/3 tot 1811 , maar in het daartusschen gelegen tijdperk (1633—1691/2) hebben auditeurs vermoedelijk slechts één exemplaar geteekend en is het andere door een der secretarissen van de stad voor akkoord geteekend, terwijl bij de deponeering der rekeningen er niet op gelet is, welke aan het gasthuis en welke aan den rendant werd toegezonden. Zoo althans is het te verklaren, dat er over bedoeld tijdperk in dit archief afwisselend origineelen en doublen voorkomen, en het feit, dat van de beide exemplaren, die over 1665 hier aanwezig zijn, één origineel en één doublé is, schijnt dit nader te bevestigen. — Van af 1692/8 is een borderel opgemaakt, die zich voor in elk deel bevindt, met uitzondering van de rekeningen over 1694/5, 1710/11, 1713/4 1718/9 tot 1722/3, 1724/5, 1726/7, 1729/30 tot 1732/3 1734/5, 1735/6, 1738/9, 1765, 1797 en 1802. — In het deel, waarin de rekening van 1666, en in alle volgende deelen is ook de rekening van de goederen van Jan Matkns (zie afdeeling IV hierna) en van de Kleine Armschool (zie Aanhangsel I hierna) geschreven. 82. 1558 Mei 1 — 1559 Mei 6. 83. 1559 Mei 6 — 1560 Mei 11. 84. 1560 Mei 11 — 1561 Mei 19. 85. 1561 Mei 19 — 1562 Mei 14. 86. 1562 Mei 14 — 1563 Mei 28. 87. 1563 Mei 28 — 1564 Mei 9. 88. 1564 Mei 9 — 1565 Juni 7. N.B. Van achteren eene onafgesloten rekening betreffende de helft van de ontvangsten en uitgaven van de Kleine Armschool „volgende de particuliere rekeninghe by meester Baernaert in de aermenschoele dezer stede gedaen den laesten Meye anno XV® vijfentzestich". 89. 1565 Juni 7 — 1566 Juni 1. N.B. Van achteren eene onafgesloten rekening betreffende de helft van de ontvangsten en uitgaven van de Kleine Armschool „volgende de perticuliere rekeninghe by mr. Bernaert in de armescole deser stede gedaen den XXIIII«s» in Meye XVC zesentzestich". 90. 1566 Juni 1 — 1567 Mei 16. 91. 1567 Mei 16 — 1568 Mei 31. N.B. Van achteren: „Anderen ontfanck van lantpachteu ende renten ende chysen, aencommende Onzer Vrouwe in tnedergasthuys, verschenen Meye zevenentzestich". Op den kant is bijgeschreven : „Overgebracht bij Anthonis Mathussen in handen ende tott profyte van de gasthuysmeesters deser stede, present de gecommitteerde in de rekenynghe van Anthonis de a° LXVIII geroert ende de gasthuysmeesters voornoemt aldaer, de laesten Meye 69". En lager : Up (sic) dese rekenynghe ende de staet van dese goeden te bryngen in tgereede ende te liquideereu Jan Pietekssen Beaumont, Court Jacopssen ende Anthonis Mathijssen". — Ook eenige uitgaven van onderhoud van „Onzer Vrouwe kercke in tnedergasthuys" komen in deze onafgesloten rekening voor. 92. 1568 Mei 31 — 1569 Mei 24. 93. 1569 Mei 24 — 1570 Mei 11. 94. 1570 Mei 11 — 1571 Mei 28. 95. 1571 Mei 28 - 1572 Mei 12. 96. 1572 Mei 12 — 1573 Juli 15. N.B. Op blad XVIII verso is een lijst gehecht van het getal verpleegden in elke kamer (beleg van Middelburg). 97. 1573 Juli 15 — 1574 (September). 98. 1574 October .. — 1576 Juni 14. 99. 1576 Juni 14 — 1577 December 31. 100. 1578. 101. 1579. 102. 1580. 103. 1581. 104. 1582. 105. 1583. 106. 1584. 107. 1685. 108. 1586. 109. 1587. 110. 1588. 111. 1589. 112. 1590. 118. 1591. 114. 1592. 115. 1593. 116. 1594. 117. 1595. 118. 1596. 119. 1597. 120. 1598. 121. 1599. 122. 1600. 128. 1601. -YB. Op blad I,XVIII eene lijst van onbetaald gebleven schuldvorderingen. 124. 1602. 125. 1603. N B. Op blad LV verso en op blad LVII verso eene lijst van onbetaald gebleven schuldvorderingen. 126. 1604. N.B. Op blad LIIII vlg. eene lijst van onbetaald gebleven schuldvorderingen. 127. 1605. N.B. Op blad LVI verso en op blad LVII eene lijst van onbetaald gebleven schuldvorderingen. 128. 1606. 129. 1607. 180. 1608. 181. 1609. 132. 1610 133. 1611. 184. 1612. 135. 1618. 136. 1614. 137. 1615. 138. 1616. 139. 1617. N.B. Het blad, waarop het reces, is uitgescheurd en ontbreekt thans. 140. 1618. 141. 1619. 142. 1620. 143. 1621. 144. 1622. 145. 1623. 146. 1624. 147. 1625. 148. 1626. 149. 1627. 150. 1628. 151. 1629. 152. 1630. 158. 1631. 154. 1682. 155. 1633. N.B. Het reces is niet geteekeud. 156. 1634. N.B. Het reces is niet geteekeud. 157. 1635. N.B. Origineele rekening. 158. 1636. N.B. Deze rekening is een doublé. 159. 1637. N.B. Het reces is niet geteekeud. 160. 1638. N.B. Deze en de 10 volgende zijn origineele rekeningen. 161. 1639. 162. 1640. 163. 1641. 164. 1642. 165. 1643. 166. 1644. 167. 1645. 168. 1646. 169. 1647. 170. 1648. 171. 1649—1650. N.B. Het reces is niet geteekeud. 172. 1651. N.B. Het blad, waarop het reces, is uitgescheurd en ontbreekt thans. 173. 1652. N.B. Origineele rekening. 174. 1653. M.B. Deze en de 8 volgende rekeningen zijn doubleu. 175. 1654. 176. 1655. 177. 1656. 178. 1657. 179. 1658. 180. 1659. 181. 1660. 182. 1661. 183. 1662. N.B. Deze rekening is een niet geteekende doublé. 184. 1663. N.B. Deze rekening is een doublé. 185. 1664. N.B. Origineele rekening. 186. 1665. N.B. Origineele rekening. 187 1665. N.B. Deze rekening is een doublé. 188. 1666. N.B. Deze en de 7 volgende ziju origineele rekeningeu. Hierin ook nrs. 947 en 1197. 189. 1667. N.B. Hierin ook nrs. 948 en 1198. 190. 1668. N.B. Hierin ook nrs. 949 en 1199. 191. 1669. N.B. Hierin ook nrs. 950 en 1200. 192. 1670. N.B. Hierin ook nrs. 951 en 1201. 193. 1671. N.B. Hierin ook nrs. 952 en 1202. 194. 1672 Januari 1 — 1672 December 28. N.B. Hierin ook nrs. 953 en 1203. 195. 1672 December 28 — 1674 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 954 en 1204. 196. 1674 Juli 31 — 1675 Juli 12. N.B. Deze en de 17 volgende rekeningen zijn doublen. Hierin ook nrs. 955 en 1205. 197 1675 Juli 12 — 1676 Juli 23. N.B. Hierin ook nrs. 956 en 1206. 198. 1676 Juli 23 — 1677 Juli 30. N.B. Hierin ook nrs. 957 en 1207. 199. 1677 Juli 80 — 1678 Juli 26. N.B. Hierin ook urs. 958 en 1208. 200. 1678 Juli 26 — 1679 Juli 28. N.B. Hierin ook nrs. 959 en 1209. 201. 1679 Juli 28 — 1680 Augustus 7. N.B. Achterin eene losse lijst van de bannders der landerijen Hierin ook nrs. 960 en 1210. 202. 1680 Augustus 7 — 1681 Juli 24. N.B. Hierin ook nrs. 961 en 1211. 203. 1681 Juli 24 — 1682 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 962 en 1212. 204. 1682 Juli 81 — 1688 Augustus 81. N.B. Hierin ook nrs. 963 en 1213. 205. 1683 Augustus 31 — 1684 Juli 28. N.B. Hierin ook nrs. 964 en 1214. 206. 1684 Juli 28 — 1685 Juli 27. N.B. Hierin ook nrs. 965 en 1215. 207. 1685 Juli 27 — 1686 Augustus 1. N.B. Hierin ook nrs. 966 en 1216. 208. 1686 Augustus 1 — 1687 Juli 29. N.B. Hierin ook nrs. 967 en 1217. 209. 1687 Juli 29 — 1688 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 968 en 1218. 210. 1688 Juli 31 — 1689 Juli 27. N.B. Hierin ook nrs. 969 en 1219. 211. 1689 Juli 27 — 1690 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 970 en 1220. 212. 1690 Juli 31 — 1691 Juli 26. N.B. Hierin ook nrs. 971 en 1221. 213. 1691 Juli 26 — 1692 Juli 80. N.B. Hierin ook nrs. 972 en 1222. 214. 1692 Juli 30 — 1698 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs 973 en 1223. 215. 1693 Juli 31 — 1694 Augustus 8. N.B. Hierin ook nrs. 974 en 1224. 216. 1694 Augustus 8 — 1695 Augustus 1. N.B. Hierin ook nrs. 975 en 1225. 217. 1695 Augustus 1 — 1696 September 18. N.B. Hierin ook nrs. 970 en 1226. 218. 1696 September 18 — 1697 Augustus 1. N.B. Hierin ook nrs. 977 en 1227. 219. 1697 Augustus 1 — 1698 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 978 en 1228. 220. 1698 Augustus 1 — 1699 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 979 en 1229. 221. 1699 Augustus 1 — 1700 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 980 en 1230. 222. 1700 Juli 31 — 1701 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 981 en 1231. 223. 1701 Augustus l — 1702 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 982 en 1232. 224. 1702 Augustus 1 — 1708 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 983 en 1233. 225. 1703 Augustus 1 — 1704 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 984 en 1234. 226. 1704 Augustus 1 — 1705 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 985 en 1235. 227. 1705 Augustus 1 — 1706 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 986 en 1236. 228. 1706 Augustus 1 — 1707 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 987 en 1237. 229. 1707 Augustus 1 — 1708 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 988 en 1288. 230. 1708 Augustus 1 — 1709 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 989 en 1239. 281. 1709 Augustus 1 — 1710 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 990 en 1240. 232. 1710 Augustus 1 — 1711 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 991 en 1241. 238. 1711 Augustus 1 — 1712 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 992 en 1242. 234. 1712 Augustus 1 — 1718 Juli 81. N B. Hierin ook ars. 993 en 1243. 235. 1713 Augustus 1 — 1714 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 994 en 1244. 236. 1714 Augustus 1 — 1715 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 995 en 1245. 237. 1715 Augustus 1 — 1716 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 996 en 1246. 238. 1716 Augustus 1 — 1717 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 997 en 1247. 239. 1717 Augustus 1 — 1718 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 998 en 1248. 240. 1718 Augustus 1 — 1719 Juli 31. N.B Hierin ook nrs. 999 en 1249. 241. 1719 Augustus 1 — 1720 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1000 en 1250. 242. 1720 Augustus 1 — 1721 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1001 en 1251. 248. 1721 Augustus 1 — 1722 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1002 en 1252. 244. 1722 Augustus 1 — 1723 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1003 en 1253. 245. 1728 Augustus 1 — 1724 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1004 en 1254. 246. 1724 Augustus 1 — 1725 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1005 en 1255. 247. 1725 Augustus 1 — 1726 Juli 31. N B. Hierin ook nrs. 1006 en 1256. 248. 1725 Augustus 1 — 1726 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1007 en 1257. 249. 1726 Augustus 1 — 1727 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 1008 en 1258. 250. 1727 Augustus 1 — 1728 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1009 en 1259. 251. 1728 Augustus 1 — 1729 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1010 en 1260. 252. 1729 Augustus 1 — 1730 Juli 31. N.B. Hierin o>k nrs. 1011 en 1261. 253. 1730 Augustus 1 — 1731 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1012 en 1262. 254. 1730 Augustus 1 — 1731 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1013 en 1263. 255. 1731 Augustus 1 — 1732 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1014 en 1264. 256. 1731 Augustus 1 — 1732 luli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1015 en 1265. 257. 1732 Augustus 1 — 1733 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1016 en 1266. 258. 1732 Augustus 1 — 1733 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1017 en 1267. 259. 1733 Augustus 1 — 1734 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1018 en 1268. '260. 1733 Augustus 1 — 1734 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1019 en 1269. 261. 1734 Augustus 1 — 1735 April 16. N.B. l>e ontvangsten en uitgaven zijn in de volgende rekening overgenomen. — Hierin ook nrs. 1020 en 1270. 262. 1734 Augustus 1 — 1735 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1021 en 1271. 263. 1734 Augustus 1 — 1735 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1022 en 1272. 264. 1735 Augustus 1 — 1736 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1023 en 1273. 265. 1736 Augustus 1 — 1737 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1024 en 1274. 266. 1737 Augustus 1 — 1788 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1025 en 1275. 267. 1788 Augustus 1 — 1789 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 1026 en 1276. 268. 1789 Augustus 1 — 1740 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1027 en 1277. 269. 1740. Augustus 1 — 1741 Juli 81. N.B. Hierin ook nrs. 1028 en 1278. 270. 1741. Augustus 1 — 1742 Juli SI. N.B. Hierin ook nrs. 1029 en 1279. 271. 1742. Augustus 1 — 1748 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1030 en 1280. 272. 1743. Augustus 1 — 1744 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1031 en 1281. 278. 1744. Augustus 1 — 1745 Juli 31. N.B. Hierin ook nrs. 1032 en 1282. 274. 1745. Augustus 1 — 1746 December 81. N.B. Hierin ook nrs. 1033 en 1283. 276. 1747. N.B. Hierin ook nrs. 1034 en 1284. 276. 1748. N.B. Hierin ook nrs 1035 en 1285. 277. 1749. N.B. Hierin ook nrs. 1036 en 1286. 278. 1750. N.B. Hierin ook nrs. 1037 en 1287. 279. 1751. N.B. Hierin ook nrs. 1038 en 1288. 280. 1752. N.B. Hierin ook nrs. 1039 en 1289. 281. 1758. N.B. Hierin ook nrs. 1040 en 1290, 282. 1754. N.B. Hierin ook nrs. 1041 en 1291. 283. 1755. N.B. Hierin ook nrs. 1042 en 1292. 2S4. 1756. N.B. Hierin ook nrs. 1043 en 1293 285. 1757. N.B. Hierin ook nrs. 1044 en 1294 286. 1768. N.B. Hierin ook nrs. 1045 en 1295. 287. 1758. N.B. Hierin ook nrs. 1046 en 1296. 288. 1759 N.B. Hierin ook nrs. 1047 en 1297. 289. 1760. N.B. Hierin ook nrs. 1048 en 1298. 290. 1761. N.B. Hierin ook nrs. 1049 en 1299 291. 1762. N.B. Hierin ook nrs. 1050 en 1300. 292. 1763. N.B. Hierin ook nrs. 1051 en 1301. 298. 1764. N.B. Hierin ook nrs. 1052 en 1302. 294. 1765. N.B. Hierin ook nrs. 1053 en 1303 295. 1766. N.B. Hierin ook nrs. 1054 en 1304. 296. 1767. N.B. Hierin ook nrs. 1055 en 1305. 297. 1768. N.B. Hierin ook nrs. 1056 en 1306. •298. 1769. N.B. Hierin ook nrs. 1057 en 1307 299. 1770. N.B. Hierin ook nrs. 1058 en 1308. 300. 1771. N.B. Hierin ook nrs. 1059 en 1309. 801. 1772. N.B. Hierin ook nrs. 1060 en 1310. 802. 1778. N.B. Hierin ook nrs. 1061 en 1311. 308. 1774. N.B. Hierin ook nrs. 1062 en 1312. 304. 1775. N.B. Hierin ook nrs. 1063 en 1313. 305. 1776. N.B. Hierin ook nrs. 1064 en 1314 306. 1777. N.B. Hierin ook nrs. 1065 en 1315 307. 1778. N.B. Hierin ook nrs. 1066 en 1316. 308. 1779. N.B. Hierin ook nrs. 1067 en 1317. 309. 1780. N.B. Hierin ook nrs. 1068 en 1318. 310. 1781. N.B. Hierin ook nrs. 1069 en 1319. 311. 1782. N.B. Hierin ook nrs. 1070 en 1320. 312. 1783. N.B. Hierin ook nrs. 1071 en 1321. 313. 1784. N.B. Hierin ook nrs. 1072 en 1322 314. 1785. N.B. Hierin ook nrs 1073 en 1323. 315. 1786. N.B. Hierin ook nrs. 1074 en 1324. 316. 1787. N.B. Hierin ook nrs. 1075 en 1325. 317. 1788. N.B. Hierin ook nrs. 1076 en 1326. 318. 1789. N.B. Hierin ook nrs. 1077 en 1327. 319 1790. N.B. Hierin ook nrs. 1078 en 1328. 320. 1791. N.B. Hierin ook nrs. 1079 en 1329 321. 1792. N.B. Hierin ook nrs. 1080 en 1330. 322. 1793. N.B. Hierin ook nrs. 1081 en 1331. 323. 1794. N.B. Hierin ook nrs. 1082 en 1332. 324. 1795. N.B. Hierin ook nrs. 1083 en 1333. 325. 1796. N.B Hierin ook nrs. 1084 en 1334. 326. 1797. N.B. Hierin ook nrs. 1085 en 1335. 327. 1798. N.B. Hierin ook nrs. 1086 en 1336. 328. 1799. N.B. Hierin ook nrs. 1087 en 1337. 329. 1800. N.B. Hierin ook nr9. 1088 en 1338. 330 1801. N.B. Hierin ook nrs. 1089 en 1339. 331. 1802 N.B. Hierin ook nrs. 1090 en 1340. 332. 1803. N.B. Hierin ook nrs. 1091 en 1341. 333. 1804. N.B. Hierin ook nrs. 1092 en 1342. 334. 1805. N.B. Hierin ook nrs. 1093 en 1343. 335. 1806. N.B. Hierin ook nrs. 1094 en 1344. 336. 1807. N.B. Hierin ook nrs. 1095 en 1345. 337. 1808. N.B. Hierin ook nrs. 1096 en 1346. 338. 1809. N.B. Hierin ook nrs. 1097 en 1347. 339. 1810. N.B. Hierin ook nrs. 1098 en 1348. 340. 1811. N.B. Hierin ook nrs. 1099 en 1349. 341—399. Bijlagen tot de bovenvermelde rekeningen van 1568/9 en 1651—1811. 1 charter, 1 8tuk, 4 pakkeii eii 93 liassen. N.B. De hieronder vermelde bijlagen bestaan over het algemeen in één lias rekeningen van gedane leverantiën en werkzaamheden % en één lias voor voldaan geteekende ordonnantiën van betaling over elk jaar; de schuldvorderingen van dezelfde lias zijn niet alle zonder uitzondering in het loopende dienstjaar voldaan, zoodat een bewijs, dat een post in de rekening van den ontvanger van het gasthuis kan toelichten, niet zelden in eene oudere lias te vinden is. — De acquitten van de rekeningen der goederen van Jan Matens en die betreffende de Kleine Armschool zijn niet afzonderlijk bewaard, maar bij de bewijzen van de gasthuiarekening geliasseerd, zie echter nrs. 1100 tot 1106. 341. Bijlagen tot de rekening van 1568/9 (nr. 92). 1 charter en 1 stuk (zie Reg. nrs. 567 en 602). 342. Bijlagen tot de rekeningen van 1651—1663 (nrs. 172—184). 1 pak. N.B. Dit pak bevat uitsluitend kohieren van verpachting der school' en lammertienden in Ooster- en Sir-Jansland. Dergelijke kohieren van 1664 tot 1750 bevinden zich in nrs. 343 en 344. 343 en 344. Bijlagen tot de rekeningen van 1666—1811 (nrs. 188—340). 2 pakken. N.B. Deze pakken bestaan uitsluitend uit rekeningen van de schoofen lammertienden in Ooster- en Sir-Janslaud met bijbehoorende acquitten ; nr. 343 bevat die over 1664 tot 1731 (1675 en 1682 ontbreekt) en nr. 344 die over 1732 tot 1809. — In bovengenoemde tienden was het gasthuis en de Nederd. armen gerechtigd elk voor de helft van £ part, het resteerende { deel behoorde den ambachtsheer. Het aandeel van het gasthuis werd 1586 Juni 20 geschonken door Adriaex Pietkessen Proost en jonkvrouw Soete van Hogei.ande. — Gasthuismeesters en diakenen-bouwmeesters hadden samen in het eiland Schouwen een gemachtigde, die met de ontvangsten en uitgaven dezer tienden was belast en daarvan jaarlgks aan elk der deelgerechtigden afzonderlijk rekening deed, waarvan het voordeelig saldo door den ontvanger van het gasthuis in zijne rekening werd gebracht. — Zie over deze tienden nrs. 52, 146 en 151 in pakket C (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). 345. Bijlagen tot de rekeningen van 1680/1—1811 (nrs. 202—340). 1 pak. N.B. Dit pak bevat uitsluitend rekenijgen van het | in 26 gemeten 201 roeden lands in Dreischor met bijbehoorende acquit ten. Het aandeel van het gasthuis bedroeg dus 6 gemeten 200 roeden, waarvan 5 gemeten door juffrouw Quirina Houtmans 1609 September 5 werden gelegateerd (zie haar testament in pakket C nr. 65 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.)), de rest werd verkregen van de armen van Dreischor bij akte van 1676 October 17 in voldoening van achterstallige schuld. 346. Bijlagen tot de rekening van 1703/4 (nr. 225). 1 gebroken lias rekeningen. 347. Bijlagen tot de rekeningen van 1703/4—1710/1 (nrs. 225—232). 1 gebroken lias gekwiteerde rekeningen. 348. Bijlagen tot de rekening van 1710/1 (nr. 232). 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 349. Bijlagen tot de rekening van 1730/1 (nr. 253). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 350. Bijlagen tot de rekeningen van 1731/2—1735/6 (nrs. 255—264). 1 gebroken lias rekeningen van geleverde medicijnen. 351. Bijlagen tot de rekening van 1732/3 (nr. 257). 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 352. Bijlagen tot de rekening van 1733/4 (nr. 259). 1 gebroken lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 353. Bijlagen tot de rekening van 1734/5 (nr. 262). 1 lias rekeningen. 354. Bijlagen tot de rekening van 1735/6 (nr. 264). 1 gebroken lias rekeningen. 355. Bijlagen tot de rekening van 1736/7 (nr. 265). 1 lias rekeningen. 356. Bijlagen tot de rekening van 1737/8 (nr. 266). 1 gebroken lias rekeningen. 357. Bijlagen tot de rekening van 1738/9 (nr. 267). 1 gebroken lias rekeningen. 358. Bijlagen tot de rekening van 1739/40 (nr. 268). 1 gebroken lias rekeningen. 5 oo». .Bijlagen tot de rekening van 1740/1 (nr. 269). 1 gebroken lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 360. Bijlagen tot de rekening van 1741/2 (nr. 270). 1 gebroken lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 361. Bijlagen tot de rekeningen van 1742/3 en 1748/4 (nrs. 271 en 272). 1 lias rekeningen en 2 liassen gekwiteerde ordannantien van betaling. 362. Bijlagen tot de rekening van 1744/5 (nr. 273). 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 363. Bijlagen tot de rekening van 1745/6 (nr. 274). 2 liassen rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 364. Bijlagen tot de rekening van 1747 (nr. 275). 1 lias rekeningen en J lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 365. Bijlagen tot de rekening van 1748 (nr. 276). 1 gebroken lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 366. Bijlagen tot de rekening van 1749 (nr. 277). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 367. Bijlagen tot de rekening van 1750 (nr. 278). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 368. Bijlagen tot de rekening van 1751 (nr. 279). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 369. Bijlagen tot de rekening van 1752 (nr. 280). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 370. Bijlagen tot de rekening van 1753 (nr. 281). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 371. Bijlagen tot de rekening van 1754 (nr. 282). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 372. Bijlagen tot de rekening van 1755 (nr. 283). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 373. Bijlagen tot de rekening van 1756 (nr. 284). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 374. Bijlagen tot de rekening van 1757 (nr. 285). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 375. Bijlagen tot de rekening van 1759 (nr. 288). 1 gebroken lias rekeningen. 376. Bijlagen tot de rekening van 1760 (nr. 289). 1 lias gekwiteerde ordonnantiën Tan betaling. 377. Bijlagen tot de rekening van 1761 'nr. 290). 1 lias gekwiteerde ordonnantiën vau betaling, 378. Bijlagen tot de rekening van 1762 (nr. 291). 1 lias rekeningen. 379. Bijlagen tot de rekening van 1791 (nr. 320). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën vau betaling. 380. Bijlagen tot de rekening van 1792 (nr. 321). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 381. Bijlagen tot de rekening van 1793 (nr. 322). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 382. Bijlagen tot de rekening van 1794 (nr. 323). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 383. Bijlagen tot de rekening van 1795 (nr. 324). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 384. Bijlagen tot de rekening van 1796 (nr. 325). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 385. Bijlagen tot de rekening van 1797 (nr. 326). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 386. Bijlagen tot de rekening van 1798 (nr. 327). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 387. Bijlagen tot de rekening van 1799 (nr. 328). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 388. Bijlagen tot de rekening van 1800 (nr. 329). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 389. Bijlagen tot de rekening van 1801 (nr. 330). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 390. Bijlagen tot de rekening van 1S02 (nr. 331). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 391. Bijlagen tot de rekening van 1803 (nr. 332). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 392. Bijlagen tot de rekening van 1804 (nr. 333). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiëu van betaling. 393. Bijlagen tot de rekening van 1805 (nr. 334). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 394. Bijlagen tot de rekening van 1806 (nr. 335). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën ran betaling. 395. Bijlagen tot de rekening van 1807 (nr. 336). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 396. Bijlagen tot de rekening van 1808 (nr. 337). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 397. Bijlagen tot de rekening van 1809 (nr. 338). ] lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 398. Bijlagen tot de rekening van 1810 (nr. 339). 1 lias rekeningen en 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 399. Bijlagen tot de rekening van 1811 (nr. 340). 1 lias gekwiteerde ordonnantiën van betaling. 400. Bijlage tot de ontbrekende rekening van 1530/1. 1 stuk in 1 omslag. 401. Bijlage tot de ontbrekende rekening van 1538/9. 1 charter (zie Reg. nr. 497). C. VERDERE STUKKEN VAN GELDELIJKEN AARD. 402 en 403. Rekeningen van gasthuismeesters aan de Staten van Zeeland wegens verpleging van soldaten. 1596—1604 en 1692— 1714. 2 pakken. 402. 1596—1604. N.B. Deze rekeningen, die slechts kopieën zijn, bevatten niet alleen kosten van verpleging, maar ook voor verstrekte kleeding en reisgeld en wegens andere gemaakte onkosten. Hierbij verzamelingen op de rekeningen en enkele andere bijlagen. 403. 1692—1714. N.B. Exemplaar bestemd voor de rendanten, geverifieerd door de rekenkamer. — Van 1712 is gecne rekening aanwezig, daarentegen over 1704 behalve de rekening van Zeeuwsche militairen ook eene, waarvan de militairen op de repartitie van Holland staan. De rekeningen over 1705 en 1706 betreffen Zeeuwsche en aitlandsche soldaten. 404. Kopie-rekening van gasthuismeesters aan de kamer van de OostIndische Compagnie in Middelburg wegens verpleging van soldaten en bootsgezellen. 1668 April 11—1670 April 30. 1 stak en 1 omslag. 405 en 406. Register van personen, die voor andere rekening dan die van het gesticht ter verpleging zijn opgenomen (soldaten, matrozen, burgerpersonen). 1667—1747. 2 deelen. N.B. Deze deelen verschillen van die, onder nrs. 28 en 29 vermeld, hierin, dat de zieken niet in chronologische orde zijn ingeschreven, maar gerecapituleerd onder hoofden van de voor de betaling aansprakelijk zijnde autoriteit; zij hebben blijkbaar gediend voor het gemakkelijk opmaken der rekeningen of declaratiën aan de voor de betaling aansprakelijke personen. — Voorin een alphabetische index van die lichamen of personen, voor zooveel deze laatste betreft gerangschikt naar de voornamen. In het tweede deel ligt bovendien een losse index, waarbij iedere letter van het alphabet der voornamen nog is verdeeld in een alphabet voor de orde der achternamen. 405. 1667—1677. N.B. Losse lijsten van verpleegden liggen op folio's 68, 179 en 328; en op folio 814 een biljet van een compagnies-commandant tot opneming van een soldaat. In dit deel komen alleen militairen voor. — De bladzijden zijn genummerd 1 tot 345, er zijn twee bladzijden, die het getal 155, en twee, die 288 dragen. 406. 1678—1747. N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 271, daarna de bladzijden 272 tot 287 en vervolgens weder de bladen 288 tot 803. 407. Klad-register van personen, die voor andere rekening dan die van het gesticht ter verpleging zijn opgenomen (soldaten, matrozen, burgerpersonen). 1748. 1 deel. N.B. De band ontbreekt. 408—410. Register houdende aanteekening van de door gasthuismeesters op den ontvanger afgegeven ordonnantiën van betaling voor traktementen, arbeidsloonen, geleverde goederen, consumptie enz. 1662—1792. o deelen. N.B. Voor de betaling van de schattingen vaa huizen en landen werden geene ordonnantiën van betaling afgegeven. — Van 1783 September tot 1792 April is aan het einde van elk presidie van 3 maanden aangeteekend, welke van de afgegeven ordonnantiën door den ontvanger betaald zijn en hoeveel nog te betalen overblyft. — Het laatste deel is van 1792 Juni 1 tot 1812 Mei 31 kasboek van den ontvanger (zie nr. 53). 408. 1662 November 6 — 1706 December 16. N.B. Van achteren gespecificeerde opgaven, waar een aantal eigen- iloinsbe wijzen vau bezittingen van het gesticht geborgen zijn, en eene lijst van de personen op wier namen de tienden en leenlanden verheven staan (c. 1675). — Op den baud staat: Ordonnantyebouck, begonnen November a" 1602 Lra C", en met eene latere hand: „N" 9 oudarchief'. 409. 1707 Januari 13 — 1766 December 81. N.B. Op een etiquet op den rug staat: „No. 18* oudarchief. Ordon'' boek gasthuis 1707—1766". 410. 1767 Februari 10 — 1792 April 30. N.B. Dit deel is later als kasboek gebruikt (zie nr. 58). Op den band staat: „Ordonnantieboek 1767", en op een etiquet op den rug: „No 13b oudarchief. Ordon'. & kasboek gasthuis 1767—1812". 411. Ingekomen en minuten van uitgaande brieven en eenige andere stukken, meest betreffende de geldelijke ontvangsten en uitgaven van het gesticht. 1662—1812. 1 omslag. N.B. Hierbij enkele verbruikslijsten van consumptie, brandstoffen, enz. 412. Stukken betreffende het onderhoud van het schaliedak van het gasthuis. 1681—1696. 1 omslag. 413. Gedrukte wetten en notificatie van den minister van financiën betreffende belastingen. 1806—1807. 3 boekjes. III. BEHEER VAN DE GASTHUISGOEDEREN. A. IN HET ALGEMEEN. N.B. Zie ook in pakket C nr. 227 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). 414 en 415. Grootleggerboek van de landen, huizen, tienden, renten, cijnzen etc., het gasthuis toekomende. 1604—1710. 2 deelen. N.B. Deze deeleu zijn niet volledig bijgehouden. Het is niet waarschijnlijk, dat er meer deelen van dit register zijn geweest. Men zal later hebben ingezien, dat de zoogenaamde Kleine leggerboeken (nrs. 419 tot 426) tevens als inventaris van de bezittingen van het huis vrijwel konden dienen. 414. 1604—1632. N.B. Voorin op ongenummerde bladen eene penteekening: zinnebeeld van een gasthuis, en eene dito van de strekking van dit register; voorts eene opdracht van dit deel aan baljuw, burgemeesters, schepenen en raad der stad en eene dito aan alle aankomende gasthuismeesters. In het midden van de eerst genoemde penteekening staat: „Registere van allen den landen, huysingen, renten, chysen, giften, testamenten ende alle anderen actiën,' 900 reel als personnel, toecommende ende competerende den gasthuysse biuueu deser stadt Middelburch in Zeelant. Gecoiicipiëert by Jacques (Jlaessen van Regelbeuoge , Lieten Adriaknssen ende Pietek Lombaekt, jegenwoordich gasthuysmeesters, die tsamen overdragen hebben dese moyte ende arbeyt binnen bennen tijt aen te nemen omme by henne nacommers met minder moyte alsoo te mogen worden gecontinueert ende des gasthuys incommen daerbv in goede ordre gehouden mogen worden. Begonst in den jaere ons Heeren Jesu Christy duyscnt seshondert ende viere op den eersten Octobris". — De legaten en schenkingen, aan het gesticht gedaan, loopen van af 1565 tot 1632. Bij de bezittingen van het huis is aanteekening gedaan (onvolledig) van desbetreffende eigendomsbewijzen. — De bladen zijn genummerd I tot ICXCV1II, waarna nog vele onbeschreven bladen volgen. Folio's I tot VII verso bevatten: „Oude coustumen ende gebrucken", nieuwe ordonnantiën, reglementen en instructiën (zie nr. 18), op folio ICLXXVI vlg. afschrift van een contract tnsschen gasthuismeesters en Pieteknelle Hiïssen , weduwe van Niclaes Pietekssen, betreffende de bewaring eener som van 650 pond VI9.; op folio ICLXXX verso vlg. een inventaris van de goederen, die het gasthuis geërfd heeft van Jan Matens, en eene lijst der kwade schulden ran dat sterfhuis. 416. 1681—1714. N.B. Op den band staat: „Register van alle de bekende preëininentiën en coustumen, midtsgaders van alle de effecten respectivelijck concernerende en competerende den gasthuyse binnen der stadt Middelburch in Zeelandt, gemaect a°. 1680 et 1681". Legaten en schenkingen komen in dit deel dus niet voor; sedert 1669 zijn deze geboekt in de Kleine leggerboekeu (urs: 421 tot 426). Voorin op ongenummerde bladen eene kaart in 6 stukken van de landerijen in Walcheren, het gasthuis toekomende, geteekeud door den landmeter Cornklis Loele; onder den titel van deze kaart staat: „Nota. Alle de landen, die naer het maekeu van dft liggerboeck door de regenten van den gasthuyse sijn vercocht, ben bekent hierachter fol°. 104, twelck hier dient tot memorie". Achter de kaart volgt eene opdracht van dit deel aan burgemeesters, schepenen en raad der stad en eene dito aan alle aankomende regenten. — De bladen zijn genummerd 1 tot 137, waarna nog vele onbeschreven bladen volgen. Folio's I tot XXVII bevatten oude costumeo, reglementen en instructiën (zie nr. 19), op folio LXXX Preëminentiën het gasthuis van ouds competeerende, op folio LXXX1 vlg. Expectativen van erfenissen, op folio XCIX vlg. een inventaris van akkoorden en rekesten betreffende financiëeie zaken 1624 tot 1700, uitgezonderd nr. 12, dat betrekking heeft op diensten van gasthuismeesters bij de burgerwacht, en nr. 17, dat betrekking heeft op den dienst van gasthuismeesters bij de diakonie. — In dit deel zijn de eigendomsbewijzen in afzonderlijke hoofdstukken vermeld; van deze laatste is van achteren een register. 416. Alphabetische index op het register vermeld onder nr. 414 (onvolledig). 1 deel. 417. Inventaris van alle de goederen, zoo roerende als onroerende, het gasthuis toebehoorende. 1730. 1 deel. N.B. Hierin ook de goederen, afkomstig van Jan Matens, en de eigendommen van de Kleine Armschool. — Inventarissen van meubelen en andere roerende goederen komen ook voor onder nr. 35 en in pakket C nrs. 82, 83 en 228 (nrs. 6—8 van dezen Inv.). 418. Inventaris van de huizen en landen, het gasthuis toebehoorende, gevolgd door eene opgave der pachters (c. 1650). 1 deel. N.B. Op den rug staat: „Oudarchief n®. 5." 419 426, Register, houdende aanteekening van de verpachting en verhuring van landen en huizen en van de belegging van gelden in effecten, alsmede van de daarvan ontvangen pacht- en huursommen en renten en van andere inkomsten. 1649 1903. 8 deelen. A.B. Met uitzondering van het eerste deel zijn in deze deelen ook de eigendommen en de daarvan komende revenuen van de Kleine Armschool ingeschreven; in deel 3 tot 7 zijn onder de inkomsten ook vermeld legaten en schenkingen en de ontvangen kosten voor verpleging van soldaten, matrozen en andere personen. \ oor in de deelen 2 tot 6 ligt een losse index van de pachters, huurders, renteverschuldigden, etc., gerangschikt in alphabetische orde van de voornamen. — Op den rug van het 2de tot 7de deel (van het 1ste is het verloren) is een etiquet geplakt, waarop geschreven is: „Oudarchief n». 5". 419. 1649—1650. N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 181. — Op den band staat: „Dagelijcx ligger, dienende tot den ontfang van alle de pachten van landen, huysen, packhuysen, renten en anders, den gasthujse van iliddelburch [toejcoinende, beginnende anno 1649" en op den rug: „Leg' Bk 1649 tot 1650". 420. 1651—1666. N-B. De bladen zijn genummerd 1 tot 187. — Op den band staat: Dagelycx ligger, dienende tot den ontfang van alle de pachten van landen, huysen, packhuysen, renten en anders, den gast[huyse van] Middelburch toecomende, beginnende A°. 1651" en op den rug: Leg' boek 1651 tot 1666". 421. 1667—1684. N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 181. — Op den band staat: „Liggerboeck, dienende tot den ontfanck van alle de pachten van landen, huysen, packhuysen, renten, chijnsen etc., den gastnuyse in Middelburgh toecomende, beginnende met den jare 1RS °USt 1667", en op den rug: „Leg' boek, begonnen 1667— 422. 1685—1705. N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 165. — Op den rug staat • „Leg' boek 1685 tot 1705". 423. 1706—1729. 2*35 S HrSi' ** m' - °» "" ! 424. 1729—1771. N.B. Voorin ligt eene losse lijst van de landen. 1762 tot 1765 De bladen ziju genummerd 1 tot 219. — Op den rug staat' „Leg' boek 1730 (tic) tot 1771". " 8 425. 1772—1806. N.B. Voorin ligt eene lijst van landen, die in 1805 uit de pacht vallen. Op de voorste bladzijde de namen van het bestuur. — De bladen zijn genummerd 1 tot 234. — Op den rug staat: „Legr boek 1772 tot 1806". 426. 1807—1903. N.B. De aanteekeningen van 1812 en volgende jaren behooren tot het nieuw-archief. — Vóórin ligt een losse index, aangevangen met eene rangschikking naar de voornamen, vervolgd naar de achternamen en later niet meer bijgehouden. 427. Klad-register, houdende aanteekening van de verpachting en verhuring van landen en huizen en van de belegging van gelden in effecten, alsmede van de daarvan ontvangen pacht- en huursommen en renten en van andere inkomsten van het gasthuis. 1714—1720. 1 deel. N.B. Vóórin een alphabetische index van de pachters en huurders gerangschikt naar de voornamen. — De bladen zijn genummerd 1 tot 157. Op een etiquet op den rug staat: „Oudarchief n«. 5". 428—447. Testamenten en schenkingsbrieven ten gunste van het gasthuis. 1413—1606. 19 charters en 2 stukken. N.B. Zie ook nrs. 36, 37, 38, 40, 41, 42, 464, 477, 706 en 710. 428. Schenkingsbrief van Jan Jans zoon. 1413. 1 charter (zie Reg. nr. 67). N.B. Zie nrs. 564 en 579. 429. Schenkingsbrief van Maye Pietek Goms weduwe, houdende o. a. ook last van eene eeuwige jaargetijde in de gasthuiskerk voor haar en wijlen haar echtgenoot. 1442. 1 charter (zie Reg. nr. 168). N.B. De schenkster was provenierster in het gasthuis. Zie nr. 571. 430. Schenkingsbrief van Jan Domaes' zoon. 1459. 1 charter (zie Reg. nr. 231). 431. Schenkingsbrief van Jan Joos' zoon. 1460. 1 charter (zie Reg. nr. 236). N.B. Zie nrs. 456, 465, 476, 481, 484, 485, 582, 635, 675 en 677. 432. Schenkingsbrief van Maertijn Jans zoon. 1465. 1 charter (zie Reg. nr. 256). 433. Testament van Bette Johannes' zoon. 1471. 1 charter (zie Reg. nr. 289). N.B. Testateur geeft aan zijne echtgenoot Aleyde en gasthuismeesters de beschikking over zijne na te laten goederen. <*34. schenkingsbrief van Willem Sanders zoon en zijne echtgenoot Lijsbet Hbïnricx dochter. 1484. 1 charter (zie Reg. nr. 334). N.B. Zie nr. 641. 435. Schenkingsbrief van Lijsbette Jacop Jans zoons weduwe. 1511. 1 charter (zie Reg. Dr. 426). N.B. Voor zooveel betreft de goederen, die haar echtgenoot haar met last van bedevaart vermaakte. 436. Schenkingsbrief van Matkin Wouters dochter. 1513. 1 charter (zie Reg. nr. 433). NB. Zie nr. 789. 437. Schenkingsbrief van Maye Jans dochter, weduwe van Olais Gheeets zoon. 1518. 1 charter (zie Reg. nr. 442). 438. Schenkingsbrief van Belie IJsbrants dochter, weduwe van Cornelis Jans zoon. 1524. 1 charter (zie Reg. nr. 463). 439. Testament van Mabiken Henricx dochter, weduwe van Cornelis Diericx zoon de scaelgiedeckere. 1539. 1 charter (zie Reg. nr. 503). N.B. Het Manhuis en het Sacramentshuis te Dordrecht en het gasthuis te Middelburg elk voor £. — Gemerkt: „Nr. 13". 440. Testament van jonkvrouw Cornelie Jacops dochter van der Hayman , houdende o. a. ook Jast van //eene dertichste over hair ziele". 1540. 1 charter (zie Reg. nr. 509). 441. Testament van Frans Jans zoon van Hooren. 1541. 1 charter zie Reg. nr. 518). — Gemerkt: „Nr. 18". 442. Testament van Pieter Jans zoon cousmaecker. 1546. Met vidimus van 1587. 2 charters (zie Reg. nr. 526). N.B. Testateur stelt Philips en Agneete Goltiees en bn hun kin- f ydeD het, ga9thuU' de lazar-v ™ de gemeene armen te Middelburg tot erfgenamen (zie nrs. 616, 693 en 711). 443. Testament van Magdalena Clais' dochter van der Goes. 1548. 1 charter (zie Reg. nr. 584). N.B. Zie nr. 633. 444. Testament van Lijnken Lambrechts dochter, weduwe van Ghijsbrecht Janssen. 1581. 1 charter. N.B. Den armen en het gasthuis elk voor de helft. Testament van Maeyken Aeriana, echtgenoot van Jan de zaghere. 1581. 1 stuk. N.B. Het gasthuis en Cathalina de la Palma elk voor de helft. Zie nr. 665. — Gemerkt: „No 5". Authentieke kopie van 1608 van het testament van SlJNTJE VAN ASSCHE. 1606. 1 charter. N.B. Testatrice stelt de armschool, het gasthuis en de armen elk voor J tot erfgenamen. — Gemerkt: „No 7". Authentieke kopie van 1609 van het testament van Mathijs Leenaerts. 1593. 1 stuk. N.B. Testateur stelt verschillende verwanten en na hun dood of bij gebreke van hen den armen voor f en het gasthuis en de gevangenen samen voor ^ tot erfgenamen. — Gemerkt: „No 14". 445. Testament van Maeyken Aeriana, echtgenoot van Jan de zaghere. 1581. 1 stuk. N.B. Het gasthuis en Cathalina de la Palma elk voor de helft. Zie nr. 665. — Gemerkt: „No 5". 446. Authentieke kopie van 1608 van het testament van SlJNTJE VAN ASSCHE. 1606. 1 charter. N.B. Testatrice stelt de armschool, het gasthuis en de armen elk voor \ tot erfgenamen. — Gemerkt: „No 7". 447. Authentieke kopie van 1609 van het testament van Mathijs Leenaerts. 1593. 1 stuk. N.B. Testateur stelt verschillende verwanten en na hun dood of bij gebreke vau hen den armen voor } en het gasthuis en de gevangenen samen voor J tot erfgenamen. — Gemerkt: „No 14". 448. Stukken betreffende een geschil tusschen 1" Katherine Uterloes en haar zoon Anthonius, 2° de gasthuismeesters, 3° de HeiligeGeestmeesters in de Kloosterparochie, 4° dekens en kapittels vau St. Petrus en Martinus te Middelburg, en 5° de meestersche en het klooster Jerusalem van de derde orde van St. Franciscus aldaar, over goederen, afkomstig van de Minderbroeders. 1502—1507. 3 charters eu 1 stuk (zie Reg. nrs. 390, 394, 397 en 411). 449. Re?u van transportbrieven en andere stukken, afgegeven aan den pensionaris De Munck. (z. j.). 1 stuk en 1 omslag. N.B. Niet geteekend. Verschillende stukken, op dit re<;u vermeld, bevinden zich thans in het archief, zoodat zij vermoedelijk alle zijn teruggegeven. 450. Transportbrieven van land en huizen, rente- en schuldbrieven, met bijbehoorende stukken betreffende landerijen, huizen, renten en schuldvorderingen, die later weder verkocht of afgelost zijn. 1603—1753. 41 charters en 3 stukken in een doos. N.B. Deze stukken zijn gecancelleerd of op de rugzijde is aanteekening van verkoop of aflossing gedaan. b. landerijen. N.B. Sommige van de hieronder genoemde ambachten of parochiën bestaan als zelfstandige gemeenten thans niet meer en van enkele zijn in den loop van tijd de grenzen gewijzigd, zoodat het mogelijk is, dat perceelen land thans onder eene andere gemeente ressorteereu dan waaronder zij hier genoemd worden. Vau de partijen, die thans nog als eigendom van het gasthuis bekend staau, is de gemeente met de letter en het nummer vau het kadaster in nr. 426 vermeld. — Zie ook in pakket A nrs. 6 eu 11 (nr. 4 van dezen Inv.) en in pakket C nrs. 216, 221 en 225 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). § 1. In het algemeen. 451-453. Begister van resolutiën betreffende de verpachting van landerijen, net gasthuis toebehoorende. 1619 1811. 3 deelen. N B üen/°r,n , \&n df verP»chting « niet altijd dezelfde, mi eens verkl.Z ' l"" ■ L eeue door de" Pachter Seteekende verklaring en ook niet zelden is er de vorm van een contract aau gegeven. 451. 1619 Mei 17 — 1781 Januari 4. VB. In dit deel komen ook nog andere resolutiën of contracten 1653 , , T«±riD8 vau huizen. pakhuizen etc. tot ? (2!6 urs■ o9° en o96>> <=u betreffende den dienst van geneeskundigen en apotheker (prijs van medicijnen) en mindere geemplooieerden tot 1666. - Van achteren nog eene verhuring ZL T l.lP van 1.785. Op verschillende bladen liggen hebbende n °£l ƒ ' vermelde ««nteekeningen betrekking nebbeude. - De bladen zijn genummerd 1 tot 297. — Op den M^tfi , eCt ls' 9taat: »-'Resolu.Vtie ende contractbouck vant ffi'hief ntT" D,etten Ü8ere] 1619"' eD °P Jeü r"«: 452. 1731 Januari 4 — 1786 Juni 30. N B' ™rnTlne" 'r/ft1 Van de Pachter9' geranpschikt naar de voornamen. — De bladen zijn genummerd 1 tot 416. — Op den rende van pachtcontracten der landerijen, behoo- rende aan het gasthuis, loopende vau 1731-1785", en op een etiquet op den rug: „Oudarchief n°. 7b". 453. 1786 Augustus 14 — 1811 October 31. N B' ,achteren, ee"> «Ipbabetische index van de pachters, gerangschikt naar de familienamen. — De beschreven bladzijden ziin genummerd 1 tot 138. - Op een etiquet op den rug staat flOudarchief gasthuis n. 7C". §2. In Westmonster. N.B. Zie ook nrs. 535, 554 en 555. 454. ®ch®^n^f betreffende de verpachting van 2 gemeten 155 roeden zoon 1400 clays' z00n aan pletee Michiels 1 charter (zie Reg. nr. 59). N.B. Het laatstgenoemde perceel ligt in Koudekerke. 455. Transportbrief van 1 gemet 45 roeden lands, toekomende aan olais xjVeedbys zoon. 1416. 1 charter (zie Reg. nr. 72). 456. Transportbrief van 1 gemet 125 roeden lands, toekomende aan Jan Joes zoon. 1441. 1 charter (zie Reg. nr. 164). N.B. Deze Jan Joes' zoon schonk al zijne na te laten goederen aan het gasthuis (zie nr. 431). 8 1 457. hiigendomsbewijs van 1 gemet liavmanlands, afkomstig van Maertijn Pietees zoon. 1474. 1 charter (zie Reg. nr. 304). 458. Eigendomsbewijs van 7 gemeten 150 roeden lands, afkomstig van Hannekijn Danckaert Jans zoons weeskind. 1481. 1 charter (zie Reg. nr. 328). 459. Eigendomsbewijs van 202 roeden lands, afkomstig van Pieter Lievijns zoon. 1490. 1 charter (zie Reg. nr. 344). 460. Transportbrief van 1 gemet 10 roeden lands, toekomende aan Jan Pieter Heynricx zoon. 1688. 1 charter (zie Reg. nr. 500). §3. In Koudekerk e. N.B. Zie ook nrs. 454, 514, 535 en 555. 461. Eigendomsbewijs van 3 gemeten lands, afkomstig van Bette Willem Grootwerts dochter. 1411. 1 charter (zie Reg. nr. 62). N.B. Uit den schenkingsbrief blijkt niet, waar dit land gelegen is; het charter wordt echter in nr. 414 (fol. XLIII) vermeld als betrekking hebbende op de onder Koudekerke beschreven perceelen land. — „Gemerkt: „N°. 141", (lees: 14). 462. Transportbrief van 4 gemeten 250 roeden lands in zes stukken, toekomende aan Aechten Mathijs Wouters zoons dochter. 1418. 1 charter (zie Reg. nr. 76). N.B. Van deze partij zijn 100 roeden gelegen in Oud-Vlissingen. 463. Transportbrief van 128 roeden lands, toekomende aan Jan Willem Wouters zoon. 1422. 1 charter (zie Reg. nr. 90). 464. Stukken betreffende den eigendom van 6 gemeten 291 roeden lands in negen stukken en een huis, afkomstig van Adriaen Jacops zoon uuten Bogaert, die ook verder alle andere door hem na te laten goederen aan het gasthuis schonk. 1428—1472. 7 charters (zie Reg. nrs. 108, 176, 196, 224, 238, 275 en 294). N.B. De schenkingsbrief is gemerkt: „N°. XIII", en een der transportbrieven: „ N°. XVII", beiden vermeld in nr. 414 (fol. XLI1 verso en XLIII) als betrekking hebbende op de onder Koudekerke beschreven perceelen land. Ken andere der transportbrieven is gemerkt: „Uuytte doose H". 465. Transportbrief van 2 gemeten 22 roeden lands, toekomende aan Jan Joos' zoon. 1444. 1 charter (zie Reg. nr. 175). N.B. Deze Jan Joos' zoon schonk al zijne na te laten goederen aan het gasthuis (zie nr. 431). xransportDnei van 1 gemet 277 roeden lands, toekomende aan Jacop Jans zoon Heype. 1474. 1 charter (zie Reg. nr. 809). 467. Eigendomsbewijs van 2 gemeten lands in drie stukken, afkomstig van rloris Jans zoon van de Waerde, priester. 1525. 1 charter (zie Reg. nr. 469). N.B. Gemerkt: „N®. XV", vermeld in nr. 414 (fol. XLIII) als betrekking hebbende op de onder Koudekerke beschreven perceelen land. r 468. Transportbrief van 288 roeden lands, toekomende aan Gillis Jans zoon. 1 ft ft h I charter (zie Reg. nr. 547). N.B. Gemerkt: „Uut de doose O". §4. In Oud-Vlissingen. N.B. Zie nrs. 462, 535. §5. In Biggenkerke. 469' ,Dnf t'anfP°rtbr,ieven vaH 200 roeden, 100 roeden en 97 roeden lands, toekomende aan Willemme Wouters zoon. 1871 1399. 3 charters (zie Reg. nrs. 7, 11 en 42). 470. Stukken betreffende den eigendom van c. 11 gemeten 150 roeden lands, m acht stukken, afkomstig van Everdey Jans zoon, priester en kapellaan te VVestmonster, die ook verder al zijn huisraad aan het gasthuis schonk. 1388—1438. 4 charters (zie Reg. nrs. 25, 64, 87 en 154) Van deze perceelen liggen er twee: 1 gemet 150 roeden en 1 gemet 20 roeden in Sint-Jauskerke. — De schenkingsbrief is gemerkt: „Momber 1', vermeld in nr. 415 (fol. LXXXIlil). 471. Vijf transportbrieveu van 166 roeden, 262J roeden, 150 roeden, lo4 roeden en 1 gemet 9 roeden lands, toekomende aan Jan Willem Wouters zoons zoon. 1400—1410. 5 charters (zie Reg. nrs. 44, 48, 49, 60 en 61). 472. Twee transportbrieven van 195 roeden en 1 gemet 147 roeden lands, toekomende aan Janne Willems zoon. 1406 en 1413. 2 charters (zie Reg. nrs. 55 en 66). 473. Transportbrief van 208 roeden lands, toekomende aan Boudin öTUVERE. 1414. 1 charter (zie Reg. nr. 69). 474. Eigendomsbewijs van 150 roeden lands, afkomstig van Hughe x oppen zoon. 1442. 1 charter (zie Reg. nr. 169). §6. In Krommenhoek. N.B. Zie ook nr. 554. 475. Transportbrief van 262$ roeden lands, toekomende aan Michiel Pieters zoon. 1368. 1 charter (zie Reg. nr. 5). 470. Transportbrief van 1 gemet lands, toekomende aan Jan Joos' zoon. 1445. 1 charter (zie Reg. nr. 179). N.B. Deze Jan Joos' zoon schonk al zijne na te laten goederen aan het gasthuis (zie nr. 431). 477. Stukken betreffende den eigendom van 1 gemet lands, en eene erfelijke rente van 9 grooten 'sjaars, gaande uit eene hofstede op den Wal, afkomstig van Cornelis Jacops zoon Springelinck, priester, die ook verder alle andere gelden en goederen, die hij nu heeft en later verkrijgen mag, aan het gasthuis schonk. 1462 en 1481. 2 charters (zie Reg. nrs. 248 en 330). N.B. De schenkingsbrief is gemerkt: „Uuytte doose L". — Zie ook nr. 608. 478. Schenkingsbrief van 2 gemeten lands in drie stukken, toekomende aan Hughe Louweus zoon. 1483. 1 charter (zie Reg. nr. 333). §7. In Hoogelande. N.B. Zie ook nr. 554. 479. Transportbrief van 3 gemeten 150 roeden lands, toekomende aan Paüwels Jans zoon. 1343. 1 charter (zie Reg. nr. 1). 480. Transportbrief van 150 roeden lands, toekomende Pietre Clays' zoon. 1363. 1 charter (zie Reg. nr. 3). N.b. Gemerkt: U nvt te doose E". 481. Drie transportbrie ven van 1 gemet, 1 gemet 75 roeden en 200 roeden lands, toekomende aan Aechten Jacops dochter, echtgenoot van Jan Joos' zoon, en hare ouders. 1394, 1420 en 1439. 3 charters (zie Reg. nrs. 33, 84 en 157). N.B. Deze Jan Joos' zoon schonk al zijne na te laten goederen aau het gasthuis (zie nr. 431). — Een dezer brieven is gemerkt: „Uut de doose K". 482. Transportbrief van 1 gemet lands, toekomende aan Willem Colins zoon. 1400. 1 charter (zie Reg. nr. 45). 483. Schepenbrief betreffende de verpachting van 1 gemet 204 roeden gorslands door Jan Clays aan Pieter Michiels zoon. 1428. 1 charter (zie Reg. nr. 111). 484. Drie transportbrieven van 1 gemet 150 roeden, 2 gemeten 188 roeden en 75 roeden lands, toekomende aan Jan Joos' zoon 1446 en 1450. 3 charters (zie Reg. nrs. 182, 199 cn 202). N.B. Deze Jan Joos' zoon schonk al zijne na te laten goederen aan het gasthuis (zie nr. 431). 485. Transportbrief van 1 gemet 17 roeden lands in drie stukken toekomende aan Jan Joes' zoon. 1450. 1 charter (zie Reg. nr. 200). N.B. Deze Jan Joes' zoon schonk al zijne na te laten goederen aan het gasthuis (zie nr. 431). - Van deze perceelen ligt er een Tan 153 roeden en vermoedelijk ook een van 18 roeden in Mariekerke. — Gemerkt: nN°. 17". 486. Eigendomsbewijs van 1 gemet 87 roeden haymanlands, afkomstig van Clays Diericx zoon die naeyere. 1455. 1 charter (zie Reg. nr. 214). 487. Eigendomsbewijs van 2 gemeten 75 roeden haymanlands, afkomstig van Adryaen van Nyevverve. 1455. 1 charter (zie Reg. nr. 215). 488. Eigendomsbewijs van 262* roeden haymanlands, afkomstig van Danckaert Jans zoon. 1470. Met ouderen transportbrief. 1469. 2 charters (zie Reg. nrs. 276 en 281). 489. Eigendomsbewijs van 175 roeden lands, afkomstig van Claeis Diericx zoon Sparreman. 1478. 1 charter (zie Reg. nr. 303). 490. Eigendomsbewijs van 100 roeden lands, afkomstig van Clays Gillis' zoon. 1501. 1 charter (zie Reg. nr. 382). N.B. Gemerkt: „Gelicht uit het doosken A". 491. Eigendomsbewijs van 286 roeden lands in Bouwen Jans blok afkomstig van Cornelis Felle. 1673. Met ouderen transportbrief! 1662. 2 charters. N.B. Gemerkt: „Casse n°. 4 no. 19", vermeld in nr. 408; _N« 15" (doorgehaald), vermeld in nr. 415 (fol. LXXXVIII): „No 5" vermeld in nr. 449. §8. In Poppend a m m e. N.B. Zie ook nr. 559. 402. Drie transportbrieven van 179 roeden, 1 gemet en 179 roeden lands, toekomende aan Hughe Jüustaes' zoon. 1888. 3 charters (zie Keg. nrs. 23, 24 eii 26). §9. In den H a y m a n. N.B. Zie ook nrs. 523 en 534. Hieronder zijn ook beschreven de perceelen land, die volgens de stukken in de Kloosterparochie zijn gelegen, omdat deze parochie in de leggerboeken niet afzonderlijk voorkomt en ook omdat de meeste dezer landen voor schepenen in den Hayman van de Kloosterparochie werden overgedragen. M. a. w 'er is aangenomen, dat de landen van de Kloosterparochie in den Hayman liggen. 493. Twee transportbrieven van 1 gemet 225 roeden en 1 gemet 75 roeden lands, toekomende aan Clays Wouters zoon. 1899 en 1401. 2 charters (zie Reg. nrs. 41 en 47). 494. Zeventien transportbrieven van 200 roeden, 146 roeden, 114 roeden, 227 roeden, 164 roeden, 160 en 87 roeden met het daarop staande huis, 1 gemet 266 roeden in twee stukken, 139 roeden, 87i roeden, 1 gemet 45 roeden, 250 roeden, 75 roeden, 100 roeden, 150 roeden, 74 roeden, 1 gemet 150 roeden, en 2'T van een huis en hofstede in de Segeerstraat en 80 roeden lands, toekomende aan Clays Dommaes' zoon. 1438—1495. 17 charters (zie Reg. nrs. 146, 152, 155, 174, 177 178 183 , 211 , 217 , 227 , 260, 261 , 269 , 284, 290, 315 en 366). N.B. De transportbrief van 160 en 87 roeden lands is gemerkt: No. XVI", vermeld in nr. 414 (fol. XLIII) als betrekking hebbende op de onder Koudekerke beschreven perceelen land. 495. Twee transportbrieven van 181! roeden en 1 gemet 68$ roeden lands, toekomende aan Dommaes Clays zoon. 1438 en 1447. 2 chartere (zie Reg. nrs. 149 en 185). 496. Schepenbrief betreffende de verpachting van 1 gemet 24 roeden lands door Jacop Pieters zoon aan Claes Domaes' zoon. 1449. 1 charter (zie Reg. nr. 197). 497. Contract tusschen den pytansier van het O. V. klooster te Middelburg en gasthuismeesters aldaar, waarbij wordt overeengekomen, dat het gasthuis 6 gemeten haymanlands voor 2 pond gr. Vis. 'sjaars in eeuwige erfpacht ontvangen zal. 1472. 1 charter (zie Reg. nr. 293). 498. Kavelceel, waarbij aan Counelis Bigge 225 roeden haymanlands worden toebedeeld. 1474. 1 charter (zie Reg. nr. 305). 499. Eigendomsbewijs van 150 roeden haymanlands, afkomstig van Andries Pietee Hdmans zoon de viscooper. 1522. 1 charter (zie Reg. nr. 456). 0 500. Eigendomsbewijs van 288 roeden haymanlands, afkomstig van Glaes Jans zoon. 1540. 1 charter (zie Reg. ar. 504). 501. Eigendomsbewijzen van 6 gemeten 222 roeden lands in vier stukken en 42 roeden lands aan de westzijde van de galg, afkomstig van Mayken Jacops dochter, weduwe van jongen Jan Hdybrechtssen. 1606 en 1612. 2 charters. N B Het charter van 6 gemeten 222 roeden is gemerkt: „No XIX", eu wordt vermeld in nr. 414 (fol. XLVII) als betrekking hebbende op de onder „In 't polderken in den Hayman" beschreven perceelen land. § 10. In West-Souburg. N.B. Zie ook nr. 535. 502. Eigendomsbewijs van 100 roeden lands, afkomstig van Katherink Pieters dochter en Lijs kin Berwout Piers zoons weeskind. 1506. 1 charter (zie Reg. nr. 408). 503. Eigendomsbewijs van 250 roeden lands, afkomstig van Pieter Adriaen Thoenis' zoon 1569. 1 charter (zie Reg. nr. 604). §11. In Oost-Souburg. 504. Transportbrief van 2 gemeten lands in drie stukken, toekomende aan Jacop Jans zoon. 1456. 1 charter (zie Reg. nr. 219). N.B. Deze perceelen land worden in den schenkingsbrief van Jacop Jans zoon van 1481 niet genoemd (zie nr. 535). 505. Transportbrief van 188 roeden lands, toekomende aan heer Jan Gillis' zoon. 1465. 1 charter (zie Reg. nr. 255). §12. In Ritthem. 506. Eigendomsbewijs van 1 gemet 68 roeden lands in Cornelis Jan Cornelis Danckerts blok, afkomstig van de armen van Ritthem. i n n A 1770. 1 charter. N.B. Gemerkt: „No. 10", vermeld in nr. 449. § 18. In Nieuwerkerke. N.B. Zie ook nr. 510. 507. Eigendomsbewijs van 2 gemeten 57 roeden lands (198 roeden in Tollenaarsblok, 171 en 288 roeden in Hoofdkerkeblok) afkomstig van de grafelijkheid. 1760. 1 charter. N.B. Gemerkt: „No. 12", vermeld iii nr. 449. — Zie pakket C nr. 201 (nrs. 6 tot 8 van dezen lnv.). § 14. In Arnemuiden. N.B. Zie ook nr. 526. 508. Transportbrief van 1 gemet 75 roeden lands, toekomende aan Clays Wouters zoon. 1407. 1 charter (zie Reg. nr. 57). § 15. In Kleverskerke. 509. Eigendomsbewijs van de helft van 1 gemet lands, afkomstig van Cornelis Wyssen zoon en zijne echtgenoot Gheertruudt. 1443. 1 charter (zie Reg. nr. 178). N.B. De andere helft werd door genoemde echtelieden in hetzelfde charter aan den Heiligen Geest van Noordmonster overgedragen. 510. Schepenbrief, waarbij Wouter Pieter Jans zoon en zijne echtgenoot Marijckin Hughe Paeuwels zoons dochter elkander 36 gemeten lands schenken en daarvan in nader omschreven geval het gasthuis tot erfgenaam stellen, met last van eene wekelijksche mis gedurende zes jaren. 1524. 1 charter (zie Reg. nr. 464). N.B. Gemerkt: „No. IX", vermeld in nr. 414 (fol. XIV verso, XVII verso en XXVII). — Van dit land wordt gezegd, dat het gelegen is in Kleverskerke, Nieuwerkerke en Noordmonster. 511. Eigendomsbewijs van 60 roeden lands in het blok benoorden de wegeling, afkomstig van Pieter van de Casteele. 1620. 1 charter. 512. Plecht op eene hofstede met 1 gemet 25 roeden boomgaard, toekomende aan Pieter Philipsen, gevestigd ten behoeve van het gasthuis wegens verschuldigde pacht. 1679. 1 charter. N.B. Gemerkt: „Nombr. 22", vermeld in nr. 415 (fol. LXXXIX). § 16. In Z a n d ij k. 513. Transportbrief van 1 gemet 90 roeden lands, toekomende aan Jan Pieter Heynricx zoon. 1541. 1 charter (zie Reg. nr. 510). N.B. Gemerkt: „No. 1", vermeld in nr. 414 (fol. XIX) als betrekking hebbende op de onder Zandijk beschreven perceelen land. 5L4. Eigendomsbewijs van 10 gemeten 48 roeden lands in vijf stukken, afkomstig van Dig.ve heer Jan Woyts dochter. 1548. 1 charter (zie lieg. nr. 530). N.B. Van deze pcrceelen laad ligt er een van 1 gemet 160 roeden iD Werendijk, en twee van 5 gemeten en 1 gemet 18 roeden in Koudekerks. §17. In Gaping e. N.B. Zie nr. 558. § 18. In Serooskerke. N.B. Ofschoon dit ambacht voor een groot gedeelte in de Oostwatering ligt, wordt het in de leggerboeken alleen onder de Noordwatering, waarin een kleiner gedeelte gelegen is, vermeld: daarom zijn alle stukken hierna onder $ 30 beschreven. § 19. In Buttinge. 515. Transport brief van l gemet lands, toekomende aan Baertelmeeüs Willems zoon. 1867. 1 charter (zie Reg. nr. 4). 516. Vidimus van een schepenbrief van 1423, waarbij Pieter Heynric Doedins zoons zoon aan zijne moeder Zoeten Pietefs dochter 2 gemeten 52 roeden lands in drie stukken schenkt, en bepaalt, dat de eigendom van dit land ua doode zijner moeder en van hem op het gasthuis en den Heiligen Geest van Westmonster elk voor de helft moet overgaan, met last van een jaargetij van 18 grooten iu Westmonster voor Pieter en Zoeten voornoemd. 1424. 1 charter (zie Reg. nrs. 95 en 101). 517. Eigendomsbewijs van 1 gemet 11)0 roeden lands en eene erfelijke rente van 12 grooten 's jaars, gaande uit eene hofstede tegenover het gasthuis, afkomstig van Pieteh van der Ci.inghe en zijne echtgenoot jonkvrouw Magrieten. 1433. 1 charter (zie Heg. nr. 121). 518. Eigendomsbewijs van 7 gemeten lands in vier stukken, afkomstig van Willem Andries' zoon. 1464. Met schepenbrief betreffende de pachting van een dier stukken, groot 5 gemeten, door Costijn Jacops zoon van Willem Jans zoon Brabare, 1455, en transportbrief daarvan aan het gasthuis. 1464. 3 charters (zie Reg. nrs. 210, 253 en 254). N.B. De laatstbedoelde brief is gemerkt: „Uuytte dose M". 519. Transportbrief van 262£ roeden lands, toekomende aan Jan Michiels zoon. 1486. 1 charter (zie Reg. nr. 341). N.B. Deze Jan Michiels zoon werd provenier in het gasthuis tegen schenking o. a. van 2 gemeten lands in Buttinge (zie nr. 42). 520. Transportbrief van 10 gemeten lands in Buttinge en elders gelegen, toekomende aan het gemeen convent van Bachtensgravenhove. 1507. 1 charter (zie Eeg. nr. 413). § 20. In Schellach. N.B. Zie ook nrs. 529 en 558. 521. Transportbrief van 225 roeden lands, toekomende aan Bautelmeeus Willems zoon. 1377. 1 charter (zie Reg. nr. 10). N.B. Gemerkt: „Uuytte doose O"; «No X", vermeld in nr. 414 (fol. XXIX). § 21. In Popkensburg(St. Laureus). 522. Transportbrief van 1874 roeden lands, toekomende aan Jan Sïmoens zoon. 1447. 1 charter (zie Reg. nr. 186). N.B. Gemerkt: „No. II", vermeld in nr. 414 (fol. XXI) als betrekking hebbende op het daar beschreven perceel land. 523. Eigendomsbewijs van 1 gemet 150 roeden lands, daar de kerk in staat, verkregen van Heyndrik Cornelis van de Wf.lle in ruil voor 1 gemet 220 roeden in den Hayrnan in drie stukken van het gasthuis. 1603. 1 charter. N.B. Gemerkt: „No. XVIII", vermeld in nr. 414 (fol. XLV1) als betrekking hebbende op het daar beschreven perceel land. §22. In Brigdamme. N.B. Zie ook nr. 529. 524. Vijf transportbrieven van 167 roeden, 231 roeden, 150 roeden, 150 roeden en 1 gemet 216 roeden lands, toekomende aan Baeutelmeeus Willems zoon. 1382—1388. 5 charters (zie Reg. nrs. 15, 16, 17, 20 en 22). N.B. Een dezer brieven is gemerkt: „Uuytte doose B". 525. Schepenbrief, waarbij Heynric Braem aan zijne echtgeuoot Lijsbet Beutelmeeüs' dochter zijn aandeel in hunne gemeenschappelijke goederen schenkt, zoodat Lijsbet 2 gemeten 35 roeden lands in eigendom krijgt. 1391. 1 charter (zie Reg. nr. 28). 520. Transportbrief van 3'fi en .'j van het huis en hofstede De Galeyde met het daarachter gelegen huis en hofstede Een Love tegen het kerkhof van Westmonster en van gelijke deelen in 7 gemeten 75 roeden lands in twee stukken, toekomende aan Olaebdt Symoens zoou, priester, en Harman Harmans zoon. 1460. 1 charter (zie Reg. nr. 234). N.B. De perceeleu laad liggen ook gedeeltelijk in Arnemuiden. 527. Lransportbrief van 1 gemet 260 roeden lands in twee stukken, toekomende aan Jan Clais zoon Dint. 1601. 1 charter (zie Reg. nr. 383). N.B. Gemerkt : „No. III", vermeld in nr. 414 (fol. XXII) als betrekking hebbende op het daar beschreven perceel land. § 28. In Noordmonster. N.B. Zie ook nr. 510. 528. 1 ransportbrief van 1 gemet 150 roeden lands, toekomende aan Wijfgoet Clays Jacops zoons dochter. 1892. 1 charter (zie Reg. nr. 29). 529. Kavelceel, waarbij aan Pieter Michiels zoon 7 gemeten 65 roeden lands in vier stukken en eene kamer in Sinte Svmon worden toebedeeld. 1406. 1 charter (zie Reg. nr. 53). N.B. Van deze perceelen land liggen er twee: 3 gemeten 65 roeden en 150 roeden in Brigdamme , en één van 1 gemet in Schellach, 530. Eigendomsbewijs van 2 gemeten 75 roeden lands, afkomstig van Jacop Mychiels zoon. 1413. 1 charter (zie Reg. nr. 65). N.B. Gemerkt: „No. V", vermeld in nr. 414 (fol. XXVI) als betrekking hebbende op de onder Noordmonster beschreven perceelen land. 531. Eigendomsbewijs van 1 gemet 100 roeden lands, afkomstig van Nelle Heijn Boudin Doedins zoons weduwe, Jane en Maye Heyn Boudin Doedins zoons kinderen en Doedin Boudins zoon. 1436. 1 charter (zie Reg. nr. 130). N.B Gemerkt: „Genomen nit het dooskeo B", en No. 18". 532. Kigendomsbewijs van 1 gemet lands, afkomstig van Musschet Hadden zoon. 1443. 1 charter (zie Reg. nr. 172). N.B. Gemerkt: „No. VII", vermeld in nr. 414 (fol. XXVI verso) als betrekking hebbende op de onder Noordmonster beschreven perceelen land. 533. Eigendomsbewijs van 1 gemet 285 roeden lands, afkomstig van Bertout Clays' zoon. 1458. 1 charter (zie Reg. nr. 206). N.B. Gemerkt: „No. VIII", vermeld in nr. 414 (fol. XXVI verso) als betrekking hebbende op de onder Noordmonster beschreven perceelen land. 534. Eigendomsbewijs van 225 roeden lands, beooster stede, genaamd Schaexhoec, recht beooster galghe, afkomstig van Olairt Jan Olaihts zoon van Crommenhoke en zijne echtgenoot jonkvrouw Jane Jacop Henricx zoons dochter van Grijpskerke. 1459. 1 charter (zie Reg. nr. 230). N.B. De parochie of het ambacht, waarin dit perceel gelegen is, wordt in den schenkingsbrief niet genoemd, het is niet onmogelijk dat het geheel of gedeeltelijk in den Hayman lag. 535. Stukken betreffende den eigendom van een huis en hofstede in de Blanckaert straat aan de zuidzijde, een huis buiten de Noordpoort, 131 roeden haymanlands met de helft van een huis en oliemolen, die er op staan, en 10 gemeten 13 roeden lands in twaalf stukken, afkomstig van Jacop Jans zoon. 1462—1481. 5 charters (zie Reg. nrs. 244, 245, 263, 277 en 329). N.B. Een der transportbrieven is gemerkt: „No. IIII", vermeld in nr. 414 (fol. XXVI) als betrekking hebbende op de onder Noordinonster beschreven perceelen land. — Van de 10 gemeten 13 roeden lands liggen 200 roeden en 1 gemet 100 roeden in Westmonster, 2 gemeten en 1 gemet in West-Souburg, 1 gemet 154 roeden, 84 roeden, 150 roeden en 1 geniet in Koudekerke, en 150 roeden, 150 roeden, 75 roeden en 150 roeden in Oud-Vlissingen. 536. Eigendomsbewijs van 1 gemet 32 roeden haymanlands, afkomstig van Hüghe Jans zoon. 1470. 1 charter (zie Reg. nr. 280). N.B. Gemerkt: „No. VI", vermeld in nr. 414 (fol. XXVI) als betrekking hebbende op de onder Noordmonster bsschreven perceelen land. 537. Pachtbrief betreffende 75 roeden lands door Cornelis Maerts zoon die tymmerman van het gasthuis. 1472. 1 charter (zie Reg. nr. 291). 538. Eigendomsbewijs van 7 gemeten 259 roeden lands, afkomstig van Jhan van der Hooghe in ruil voor 7 gemeten 180 roeden van het gasthuis. Met aangehecht rekest en kantbeschikking van burgemeesters, schepenen en raad, houdende autorisatie tot dezen ruil. 1596. 1 charter en 1 stuk. N.B. Gemerkt: „N°. (sic) A", vermeld in nr. 414 (fol. XXVI verso) als betrekking hebbende op de onder Noordmonster beschreveu perceelen land. 539. Eigendomsbewijs van vrije vroonen met daarop staande huizen, schuren enz. buiten de Noordpoort in Anduies Legikrss blok, afkomstig van Marinus Pieters zoon. 1603. 1 charter. N.B. Gemerkt: „N°. 9", vermeld in nr. 415 (fol. LXXXVI verso) als betrekkiug hebbende op een daar beschreven huis. 540. Eigendomsbewijs van 2 gemeten 28 roeden vroonland, afkomstig van Jacob Schotte. 1621. 1 charter. X.B. Gemerkt: „No. XI", vermeld in nr. 414 (fol. XXVII) als betrekking hebbende op de onder Noordmonster beschreven perceelen land. ■ -Eigendomsbewijs van 2 gemeten 118 roeden lands in Anthonis Janssen Mocx blok, afkomstig van Jan Jansen smit. 1627. 1 charter. X.B. Gemerkt: „Numero 12", vermeld ic nr. 414 (fol. XXVII); „Cassa no. 4 no. 11", vermeld in nr. 408; „Nombr. 3", vermeld in nr. 415 (fol. LXXXV verso). 542. Eigendomsbewijs van 170 roeden lands in het blok achter Cornelis Henduicxsen, afkomstig uit de geabandonneerde goederen van Adriaen van der Poest. 1630. 1 charter. NB. Gemerkt: „Numero 13", vermeld in nr. 414 (fol. XXVII verso) als betrekking hebbende op de onder Noordmonster beschreven perceelen land; „Cassa no. 5 no. 3", vermeld in nr. 408; Nomb'. 4", vermeld in nr. 415 (fol. LXXXVI); No. 14"; „No. 15", vermeld in nr. 449. 543. Eigendomsbewijs van 150 roeden lands in den blok achter den boomgaard van Jan van dek Linden, afkomstig van de erven van Cornelis Pa uw els Wante en zijne echtgenoot .Neelken Pieters. 1632. Met twee oudere transportbrieven. 1593 en 1597. 3 charters. N.B. Gemerkt: „Cassa 110. 4 no. 12", vermeld in nr. 408; «No. 6", vermeld in nr. 415 (fol. LXXXVI); No. 11"; „No. 18". §24. In Westkapelle. N.B. Zie ook nr. 554. 544. Vonnissen van provisor en deken van Walcheren betreffende het recht van overweg van het gasthuis over land van anderen. 1447. 2 charters (zie Reg. nrs. 187 en 188). 545. Eigendomsbewijs van 106 roeden lands, afkomstig van (Jornklis Pieter Hoots zoon. 1447. 1 charter (zie Reg. nr. 192). 546. \ier schepenbrieven houdende verklaringen, dat Adriaen Augustijns zoon 5 pond 11 schellingen 8 grooten Vis., Jan Pyer Jans zoon 15 pond 6 schellingen 9 grooten Vis. en Hughe Pïer Jans zoon 21 pond 19 schellingen 10 grooten Vis., in rente den penning 16, onder bewaring hebben van Lijsbet Bettes dochter Bette Pïers zoons weeskind, en dat laatstgenoemde 22 gemeten 141 roeden lands in negentien stukken en J van 1 gemet 25 roeden en van 1 gemet 50 roeden toekomen, die haar van hare ouders zijn aanbestorven. 1521. 1 charter (zie Reg. nrs. 449, 450, 451 en 452). N.B. Deze brieven zijn op hetzelfde stuk perkament geschreven. De iu de tweede en derde plaats genoemde geldsommen ziju atgelost. — Ambachten of parochiën, waarin de perceelen lauds gelegen zijn, worden in het charter niet genoemd; van een stuk echter van 1 gemet 31 roeden wordt gezegd, dat het in Kerkeblok van Westkapelle is gelegen , en van een ander van 212 roeden in Kerkeblok van Mariekerke. §25. In Aagtekerke. N.B. Zie ook nrs. 554 en 556. 547. Eigendomsbewijs van 3 gemeten 280 roeden lands in twee stukken, afkomstig van Pancraes Weuten zoon van Domburgh. 1447. 1 charter (zie Reg. nr. 189\ N.B. Gemerkt: ,N». XII". 548. Schepenbrief, waarbij jonkvrouw Geyle Jan Andüies zoons dochter aan haar neef en hare nicht Jan en Barbele Ookts kinderen elk 1 gemet lands schenkt. 1449. 1 charter (zie Reg. nr. 198). N.B. Gemerkt: „No. XII". 549. Eigendomsbewijs van 1 gemet lands, afkomstig van Willem Pouwels zoon. 1491. 1 charter (zie Reg. nr. 347). N.B. Gemerkt: „No. XII". § 26. In Poppekerke. N.B. Zie ook nr. 554. 550. Eigendomsbewijs van 200 roeden lands, afkomstig van Jan Laureis. 1581. 1 charter. 551. Eigendomsbewijs van 2 gemeten lands in Kerkeblok, 202 roeden en 75 roeden lands, afkomstig van Sacrias Jacobs. 1581. 1 charter. 552. Eigendomsbewijs van 7 gemeten 77 roeden lands in vier stukken in Kerkeblok, afkomstig van Jacques Wjjnrich. 1584. 1 charter. N.B. Gemerkt: „No. XI", vermeld in nr. 414 (fol. XXXVI verso), als betrekking hebbende op de onder Poppekerke beschreven perceelen land. Zie ook de aanteekening in nr. 415 (fol. XXXIIII verso). 553. Stukken betreffende de schuld van Cornelis Stevex Moens wegens aan het gasthuis verschuldigde landpachten over de jaren 1726 tot 1784. 1735 en 1741. 1 pak. N.B. Cornelis Steven Moens overleed in 1735, waarna zijne weduwe Jannetje Meersse en zijn zoon Steven Cornelis Moens in de pacht der landerijen gehandhaafd werden tegen afgifte van de in dit pak aanwezige twee schuldbekentenissen ad 471 pond 13 schellingen en 279 pond 19 schellingen en wellicht ook tegen overdracht aan het gasthuis van een op het bedoelde land staande huis, waarvan het bewijs zich mede in dit pak bevindt. Zie ook pakket C nrs. 123 en 142 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). § 27. In Sint-Janskerke. N.B. Zie ook nr. 470. 554. Kavelceel, waarbij aan de erfgenamen van Lysebeth, echtgenoot van Hüghe die Mutere, 30 gemeten 282 roeden lands in zeventien stukken worden toebedeeld. 1419. 1 charter (zie Reg. nr. 78). N.B. Van deze perceelen land liggen er twee van 3 gemeten 15 roedeu en 1 gemet 150 roeden in Poppekerke; een van 1 gemet 27 roeden in \\ estkapelle; een van 2 gemeten in Aagtekerke; twee van 6 gemeten 150 roeden en 1 gemet in Krommenhoek; vyf van 1 gemet 290 roeden, 1 gemet 108 roeden, 188 roeden, 1 gemet 100 roeden en 125 roeden in Hoogelande; een van 1 gemet 100 roeden in „Langhe zant" '); een van 1 gemet 95 roeden in Serooskerke; en drie van 1 gemet 284 roeden, 1 gemet 150 roeden en 1 gemet 150 roeden in Westmonster. 555. Transportbrief van 4 gemeten 84 roeden lands in vier stukken, toekomende aan Jan Willem Wouters zoon. 1420. 1 charter (zie Reg. nr. 86). N.B. Van deze perceelen land ligt er een van 1 gemet „ter Groter Hoghen" *); een van 1 gemet 255 roeden in Westmonster; en een van 129 roeden in Kondekerke. § 28. In Grijpskerke. N.B. Zie ook nr. 559. 556. Eigendomsbewijs van 13 gemeten 225 roeden lands in vijf stukken, en van een huis, afkomstig van Poppe Pieters zoon. 1491. 1 charter (zie Reg. nr. 345). N.B. Van deze perceelen land liggen er drie van 200 roeden, 3 gemeten en 225 roeden in Aagtekerke waar ook het huis staat. — Zie ook nr. 681. §29. In Oostkapelle. 557. Eigendomsbewijs van de helft van 3 gemeten 75 roeden lands, afkomstig van Jacop Diericx zoon. 1478. 1 charter (zie Reg. nr. 321). 558. Eigendomsbewijs van 4 gemeten 20 roeden lands in vier stukken, afkomstig van Clays Clays' zoon Sparreman. 1493. 1 charter (zie Reg. nr. 352). N.B. Van deze perceelen land ligt er een van 1 gemet 75 roeden in Schellach en een van I gemet 95 roeden in Gapinge. 559. Eigendomsbewijs van 4 gemeten 71 roeden lands in zes stukken, afkomstig van Cornelie Jan Heynricx zoon Biggen weduwe. 1526. 1 charter (zie Reg. nr. 478). ') Langhe zant is als ambacht of parochie in Walcheren niet bekend. *) Ter Groter Hoghen is als ambacht of parochie in Walcheren niet bekend, vermoedelijk wordt er het tegenwoordige landgoed Ter Hooge mede bedoeld (zie ook Cleen Hooge in Reg. nr. 530) , dat in Koudekerke ligt. N.B. Vau deze perceelen laad ligt er een van iau roeaen in nei gerecm van Grijpskerke en twee van 1 gemet 25 roeden en 150 roeden in Poppendamme. 560. Eigendomsbewijs van 1 gemet 18 roeden lands, afkomstig van Cornelis Cornelis' zoon de Man. 1557. 1 charter (zie Reg. nr. 559). N.B. Bij de schenking van dit land aan het gasthuis is de bepaling gemaakt, dat het niet verzet, belast of verkocht mag worden. § 80. In Serooskerke. N.B. Zie ook nr. 554. 501. Transportbrief van 3 gemeten lands, toekomende aan Jan Clays' zoon en Jan Symons zoon. 1381. 1 charter (zie Reg. nr. 14). 562. Transportbrief van 50 roeden lands, toekomende aan Willem Jans zoon. 1886. 1 charter (zie Reg. nr. 18). 563. Schepenbrief, waarbij aan Clays Hughe Ellics zoon den eigendom van 150 roeden lands wordt toegewezen. 1898. 1 charter (zie Reg. nr. 31). 564. Transportbrief van 1 gemet 230 roeden lands, toekomende aan Jan Jans zoon. 1894. 1 charter (zie Reg. nr. 32). N.B. Deze Jan Jans zoon schonk al zijne na te laten goederen aan het gasthuis (zie nr. 428). 565. Kigendomsbewijs van 3 gemeten 374 roeden lands, afkomstig van Jan die bastaard heeren Vranken zoon van Borselen in ruil voor 267 roeden lands, liggende aan het gasthuis 1394. 1 charter (zie Reg. nr. 34). N.B. Gemerkt: „No. XII". 566. Transportbrief van 2 gemeten 100 roeden lands in twee stukken met een schepenbrief, waaruit blijkt, dat Jan Metelande, Pieter Simons zoon, Theeus Simons zoon, Hughe Wandelaer en Pieter Hughe Tsmans zoon ieder voor £ daarin gerechtigd zijn. 1398. 2 charters (zie Reg. nrs. 38 en 39). 567. Transportbrief van 173 roeden lands, toekomende aan Jan Jan Metelands zoon. 1407. 1 charter (zie Reg. nr. 58). 568. Transportbrief van 200 roeden lands, toekomende aan Symoen Hughe Berghen zoon. 1418. 1 charter (zie Reg. nr. 73). 569. Twee transportbrieven van 145 en 200 roeden lands, toekomende aan Jacop Jans zoon. 1418 en 1481. 2 charters (zie Reg. nrs. 75 en 114). N.B. Een dezer brieven is gemerkt: „Uuytte doose N". — Deze perceelen land worden in den schenkingsbrief van Jacop Jans zoon van 1481 niet genoemd (zie nr. 585). 570. Stukken betreffende den eigendom van 4 gemeten 154 roeden lands in vier stukken, afkomstig van Pieter Gom. 1485 1440. 5 charters (zie Reg. nrs. 127, 131, 148, 153 en 163). N.B. In den schenkingsbrief verbinden gasthuismeesters zich om voor Pieter Gom eene eeuwige jaargetijde te doen met uitdeeling van J tarwe den armen en 2 schellingen gr. den priesters. 571. Twee transportbrieven van 1 gemet en 134 roeden lands, toekomende aan Pieter Gom, met pachtbrief betreffende het eerste perceel door Jan Pieters zoon, alias Jan Balen zoon, van Pieter Gom. 1437. 3 charters (zie Reg. nrs. 141, 142 en 144). X.B. Deze perceelen land zijn in de schenking van Pieter Gom, in het vorig nummer bedoeld, niet begrepen. Na zijn overlijden zal de eigendom zijn overgegaan op zijne echtgenoot Mave, die al hare na te laten goederen aan het gasthuis schonk (zie nr. 429). 572. Schepenbrief, waarbij de eigendom vau 160 roeden lands, waarover gasthuismeesters met Pauwels IIugen zoon geschil hadden, aan het gasthuis wordt toegewezen. 1457. 1 charter (zie Reg. nr. 223). 572o. Eigendomsbewijs van 3 gemeten 33 roeden lands in drie stukken aan de west- en aan de oostzijde van den Picmeet en aan de zuidzijde van den weg, afkomstig van landerijen, die het gasthuis met Huge Symoens zoon die Mütere en Cornelie Hkynricx dochter gemeen had. 1461. 1 charter (zie Reg. nr. 238»), N.B. Dit stuk werd 1905 December 7 van het Rijksarchief in Zeeland overgenomen. 573. Twee transportbrieven van 155 roeden en 1 gemet 60 roeden lands, toekomende aan Danuëel Coollaert. 1550. 2 charters (zie Reg. nrs. 536 en 537). N.B. Daniël Coolaert en zijne echtgenoot Janneken Aernouts dochter schonken elkander hunne na te laten goederen (zie ur. 808). Deze charters hebben op de rugzijde een onleesbaar merk. 574. Eigendomsbewijs van 77 * roeden lands in Cop Mathijs Trompers blok en 100 roeden lands in Jan Huysen Pitten blok, afkomstig van Magriete Pieter Saüwens, weduwe van Jan Govaerts. 1603. 1 stuk ia 1 omslag. N.B. Gemerkt: „No. 6M. § 81. In Meliskerke. 575. Eigendomsbewijs van 1 gemet 130 roeden en 1 gemet 255 roeden lands in Kragenblok, afkomstig van Elisabeth Burs, weduwe vau Anthoni Duyvelaer. 1675. 1 charter. N.b. Gemerkt: „No. 4 cassa no. 6", vermeld in nr. 408; No. 16" (doorgehaald), vermeld in nr. 415 (fol. LXXXVIJI) „No. 7", vermeld in nr. 449. § In Mariekerke. N.B. Zie ook ore. 485 en 546. 570. Uitspraak van scheidslieden in een geschil tusschen de erfgenamen van Kateline Witte Ruls echtgenoot eener- en Willem Willem Ruls zoon anderzijds, waarbij aan eerstgenoemden 4 gemeten 150 roeden lands worden toebedeeld. 1870. 1 charter (zie Reg. nr. 6). 577. Transportbrief van 1 gemet lands, toekomende aan Willem Pieters zoon en Mychiel Pieters zoon. 1373. 1 charter (zie Reg. nr. 8). 578. Transportbrief van 1 gemet 225 roeden lands, toekomende aan Piktkr Michiels zoon. 1406. 1 charter (zie Reg. nr. 52). 579. Transportbrief van 225 roeden lands, toekomende aan Jan Jams zoon. 1407. 1 charter (zie Reg. nr. 561. N.B. Deze Jak Jans zoon schonk al zijne na te laten goederen aan het gasthuis (zie nr. 428). 580. Pachtbrief betreflende 1 gemet 225 roeden lands, door Pauwels Michiels zoon van Jacgp Pieters zoon van der Loo. 1418. 1 charter (zie Reg. nr. 74). 581. Akte van verkoop van 7 gemeten ambachts door de grafelijkheid aan Pieter Mychiels zoon. 1423. 1 charter (zie Reg. nr. 98). N.B. Gemerkt: „O". 582. Transportbrief van 144 roeden lands, toekomende aan Jan Joos' zoon. 1446. 1 charter (zie Reg. nr. 181). N.B. Deze Jan Joos' zoon schonk al zijne na te laten goederen aan het gasthuis (zie nr. 431). § 88. In Werend ij k. N.B. Zie nr. 514. § 84. In Noord-Beveland. 583. Transportbrief van 225 roeden lands te WissenkeTke, 2104 roeden en 247i roeden lands te Kortgene, toekomende aan Jacop Willems zoon. 1434. 1 charter (zie Keg. nr. 124). 584. Transportbrief van 20 gemeten lands in vijf stukken (18 gemeten te Welle, 2 gemeten te Nieuw-Kats, 2 gemeten op den Moer, 2 gemeten te Vrouw Pauline meet en 1 gemet op Zuid-Elzingen), toekomende aan Janne J ans dochter voor haar moederlijk erfdeel. 1461. 1 charter (zie Reg. nr. 239). 585. Transportbrief van 7 gemeten 282 roeden lands in drie stukken en een daarop staand huisje te Welle, toekomende aan jongen Pietee Jans zoon van Scellacht en Jan Willems zoon en afkomstig van jonkvrouw Marik Jan Willems zoons dochter van der Lisse. 1461. 1 charter (zie Reg. nr. 241). N.B. Deze brief is waarschijnlijk ingetrokken, daar jonkvrouw Ma&ie dezelfde partij lands in 1462 aan het gasthuis schenkt (zie nr. 586). 586. Eigendomsbewijs van 7 gemeten 282 roeden lands in drie stukken te Welle, afkomstig van jonkvrouw Marie Jan Willems zoons dochter van der Lisse. 1462. Met een brief, waarbij verschillende personen in de schenking consenteeren. 1475. 2 charters (zie Reg. nra. 246 en 312). 587. Eigendomsbewijs van 20 gemeten 74 roeden lands in tien stukken (1 gemet 185 roeden te Welle, 1 gemet 9 roeden en 2 gemeten te Kampen, 3 gemeten 184 roeden, 1 gemet 165 roeden, 2 gemeten 280 roeden, 2 gemeten 249 roeden, 1 gemet 24 roeden, 2 gemeten 100 roeden en 1 gemet 77 roeden te Wissenkerke), afkomstig van Bruyn Jans zoon van Woeringen en zijne echtgenoot Merrekijn Hügen dochter. 1462. 1 charter (zie Reg. nr. 247). N.B. Gemerkt: „Genomen uit het doosken B". 588. Eigendomsbewijs van 6 gemeten 241 roeden lands in drie stukken te Kampen, afkomstig van Jan Cornelis' zoon, priester. 1504. 1 charter (zie Reg. nr. 401). 589. Transportbrief van 17 gemeten 128 roeden lands in negen stukken te Wissenkerke, toekomende Pieter Lalkeys' zoon en afkomstig van het gasthuis. 1528. 1 charter (zie Reg. nr. 481). § 35. In Zuid-Beveland. 590. Pachtbrief betreffende 8 gemeten 289 roeden lands te Ellewoutsdijk door Phillip Christoffels zoon van het gasthuis. 1459. 1 charter (zie Reg. nr. 238). owi. rransportDriei van i gemet «uu rucucu i»uua m nuuwiwit Ovezande, toekomende aan Jacop Hughe Vrancken zoon. 1464. 1 charter (zie Reg. nr. 250). 592. Eigendomsbewijs van 5 gemeten 55 roeden lands in drie stukken te Ellewoutsdijk, afkomstig van Ingel Jans zoon. 1498. 1 charter (zie Reg. nr. 355). 593. Certificaat, waaruit blijkt, dat Jan Willems zoon Vierloos bij testamentaire beschikking aan Fredrick Jans zoon J \ van het huis De Cleyn Cogge (te Middelburg) en 5 gemeten lands te Ovezande heeft geschonken en het gasthuis te Middelburg tot erfgenaam dezer goederen heeft gesteld, indien Fredrick voornoemd kinderloos zal komen te overlijden. 1497. 1 charter (zie Reg. nr. 369). 594. Eigendomsbewijs van 12 gemeten lands te Borselen, bezwaard met een officie op het altaar van het Heilige Kruis (in den Westmonster of Kloosterkerk?) te Middelburg, afkomstig van mr. Willem Benijs en heer Jacop Willems zoon Benijs. 1525. 1 charter (zie Reg. nr. 465). §36. In Schouwen. N.B. Zie het testament van Quibina Houtmans in pakket C nr. 6 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). C. HUIZEN. N.B. In de 17. N.B. Gemerkt: „No. XVI". 699. 1 ransportbrief van twee renten van 2 pond 12 schellingen 1 groot, en 20 schellingen 10 grooten 'sjaars, losbaar tegen den penning 10 gevestigd op de domeinen van Zeeland, toekomende aan Simon Jacobs zoon Magxus. 1686. 1 charter. N.B. Op de rugzijde vau dit charter is aangeteekeud, dat deze renten bij testamentaire beschikking van deu voornoemden Simon aan het gasthuis zijn vermaakt. — Gemerkt: „Caasa 4 no. 7" vermeld ia nr. 408; „N. LXX1" vermeld in nr. 414 fol CXXXVM „No. 9", zie nr. 415 (fol. LXXIi. ' 700. Lijst van rentebrieven (c. 1625). 1 stuk iu 1 omslag. F. RENTEN EN CIJNZEN OP LANDEN, HUIZEN ETC. N.B. Hieronder zijn ook beschreven lgf- en andere renten ten laste 7n?. het Kast,hul8- - Z'e ook nrs. 37, 40, 41, 477, 517 en 700; pakket A nrs. 7 ea 10 ; (ur. 4 vau dezen Inv.) en pakket C nrs. 61 62, 69, 70', 70», 87, 145 eu 178 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). 701. Transportbrief van eene rente van 28 grooten en li kapoen 'sjaars gevestigd op eene hofstede in de Lange Noordstraat, toekomende aan Jacop Düvere. 1415. 1 charter (zie Reg. nr. 71). 702. Eigendomsbewijzen van eene erfelijke rente van 4 pond gr. 'a jaars gevestigd op landerijen, afkomstig van Jan dik Beste en zijne echtgenoot jonkvrouw Aechie Pieteb Planthoens dochter 1456 en 1479. ' charters en 1 stuk (zie Reg. nrs. 220 en 326). N.B. In den schenkingsbrief beloven gasthuismeesters ua den dood van Jam eu jonkvrouw Akchte vier gesacreerde missen 's weeks te zullen laten doen binneu het gasthuis van St. Barbara op het altaar van dien naam. 703. Transportbrief van eene erfelijke rente van 4 schellingen gr. 's jaars gevestigd op een huis en twee hofsteden in de Korte Damstraat! toekomende aan Cornelis Groenevelt. 1470. 1 charter (zie Reg. nr. 282). 704. Eigendomsbewijs van eene erfelijke rente van 2 schellingen gr. sjaars, gevestigd op een huis en hofstede in de Geere, afkomstig van Lauwereïs Boudijns zoon die olyslager. 1476. 1 charter (zie Reg. ar. 314;. 705. Transportbrief van eene erfelijke rente van 2, grooten 's jaars, die het gasthuis sprekende had op de goederen der erfgenamen van Pieter Claeis Jans zoon, toekomende aan bedoelde erfgenamen. 1491. 1 charter (zie Reg. nr. 348). 706. Schepenbrief, waarbij Katherine Gillis' dochter Heynrick Jans zoon van Lonnen weduwe al hare na te laten goederen aan het gasthuis schenkt voor eene lijfrente van 6 grooten Vis. 's weeks en begravenis voor rekening van het gasthuis. 1508. 1 charter (zie Reg. ur. 398). 707. Schepenbrief, waarbij Anthonis Jans zoon Montfraut al zijne na te laten roerende goederen en acht perceeleu losrenten van 30 schellingen gr., 2 pond gr. en 25 schellingen gr. 's jaars, losbaar tegen den penning 14, en 21 schellingen gr., 12 schellingen 11 grooten, 12 schellingen 10 grooten, 8 schellingen 5 grooten en 20 schellingen gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, gevestigd op verschillende personen, voor § aan zijn natuurlijken zoon Heynrick en voor 3 aan het gasthuis schenkt en deze stichting onder zekere omstandigheden ook van de eerstbedoelde jj tot erfgenaam stelt, met last van eene eeuwige wekelijksche mis op het altaar van O. L. V. van de Zeven weeën in den Westmonster. 1509. 1 charter (zie Reg. ur. 417). N B. Zie ook nrs. 614 en 662. 708. Eigendomsbewijs van eene erfelijke rente van 10 schellingen gr. Vis. 's jaars, losbaar tegen den penning 16, gevestigd op verschillende personen, afkomstig van Floris Jans zoon van de Waerde, priester. 1525. 1 charter (zie Reg. ur. 470). 709. Rentebrief, groot 2 pond gr. Vis. 's jaars, losbaar tegen den penning 16, gevestigd op een huis te Arnemuiden. 1526. Met 1 garant- en 2 transportbrieven, laatstelijk toekomende aan Jan Passchiers zoon cousmaicker. 1538—1541. 4 charters (zie Reg. nrs. 472 , 496 , 498 en 512). 710. Schepenbrief, waarbij Jannekin Pieters dochter, weduwe van Gillet (sic) de nayere 2 pond gr. 's jaars lijfrente op de kerk van St. Pieter en al hare na te laten goederen aan het gasthuis schenkt. 1526. 1 charter (zie Reg. 474). 711 Rentebrief, groot 2 pond gr. Vis. 's jaars, losbaar tegen den penning 16, gevestigd op verschillende personen, toekomende de erfgenamen van wijlen Pieter Jans zoon de cousmaker. 1549. 1 charter (zie Reg. nr. 535). N.B. Deze Pieter Jans zoon vermaakte zijne goederen aan Philips en Aüneete Goutiers en bij hun kinderloos overlijden aan het gasthuis, de lasarie en de gemeene armen te Middelburg (zie nr. 442'. 712. Rentebrief, groot 10 schellingen gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, gevestigd op het gasthuis, toekomende aan de weeskinderen van Henrick "Willemssen. 1575. Met aangehechte authentieke kopie van de autorisatie van burgemeesters, schepenen en raad tot het lichten van gelden d.d. 1574 December 14. 1 charter eii ] stuk. N.B. Gemerkt: „No. 8". — Deze rente werd in 157ö door het gasthuis afgelost. 713. Rentebrief, groot 9 schellingen 4 grooten Vis. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, spruitende uit de koopsom van het huis en hofstede met het kaatsspel in de Korte Gortstraat, dat door (.hristiakn Laureis zoon ballemaker van de gemeene armen, het gasthuis en de gevangenen gekocht is. 1577. 1 charter. 714. Garantbrief van Jan Jacobs zoon houtsagere ten behoeve van het gasthuis betreffende eene rente van 30 schellingen gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, toekomende aan de erfgenamen van Pieter Jans Rus, en een cijns van 4 grooten 'sjaars, toekomende aan het kapittel van Westmonster, gevestigd op het huis Poppekerke in de Kosterstraat, waarvan i door hem van het gasthuis gekocht is. 1582. 1 charter. N.B. Zie nr. 741. 715. Garantbrief van Willem Jacobs zoon backer ten behoeve van Ghijsbrecht Gijsbrechts zoon backer, betreffende drie renten, samen groot 4 pond 10 schelliugen gr. Vis. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, toekomende aan het weeskind van Gillis Gillis' zoon backer (2 pond), de dochter van Anthuenis Cloot van der Ghoes (30 schellingen) en het weeskind van Aert Jans zoon (20 schellingeu), gevestigd op een huis te Arnemuiden, dat door Willem voorschreven van Ghijsbrecht voornoemd gekocht is. 1590. 1 charter. 710. Garantbrief van Gommer Claes' zoon ten behoeve van de gemeene armen en het gasthuis, betreffende twee renten, groot 9 pond 11 schellingen 3 grooten en 6 pond 13 schellingen 9 grooten Vis. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, toekomende aan de stad Middelburg, gevestigd op een huis en hofstede in het Bagijnhof, dat door hem van de armen en het gasthuis gekocht is. 1593. 1 charter. 6. BOERENDE GOEDEREN. N.B. Zie ook nrs. 470, 687 en 707. 717. Schenkingsbrief van Laureys Jan Meyngherts zoon van al zijne roerende goederen en een meede in de stoof en een meede in den boomgaard, ten behoeve van het gasthuis, op voorwaarde van ontslag uit alle bannen 1473. 1 charter (zie Reg. iir. 299 . 718. Volmacht van gasthuismeesters aan Cornelis Adriae.n Oihts zoon tot opeisching voor liet gerecht te Antwerpen van aan het gasthuis geschonken goederen. 1519. 1 charter (zie Reg. nr. 443*. 719. Authentieke kopie van 1608 van het testament van Joos Laureyns , waarbij deze zijne scheepsuitrusting en tegoed hebbende gage voor i aan de gerneene armen en het gasthuis vermaakt. 1605. 1 stuk ia 1 oinslag. N.B Dit stuk is zeer geschonden. H. SCHULDBRIEVEN. N.B. Zie ook nrs. 546 en 553. 720. Schuldbrief, groot 9 schellingen gr., ten laste van Jan Jans zoon, toekomende aan Bale Clays Boiidtjns zoons dochter. 1438. 1 charter (zie Reg. nr. 151). 721. Schuldbrief, groot 8 pond gr., ten laste van Jacop Dommaks' zoon, toekomende aan Magriete Cornelis Dommaes' zoons weduwe en Marie Cornelis' dochter. 1452. 1 charter (zie Reg. ur. 203). 722 Schuldbrief, groot 15 schellingen gr., ten laste vau Boüdijn Jans zoon, toekomende aan Jan Jans zoon en Kateline Pikteks dochter Hüge Willems zoons weduwe. 1452. 1 charter (zie Reg. nr. 204). 723. Schuldbrief, groot 7 pond gr., ten laste van Dieric Domaes' zoon, toekomende aan Aelyaen Jacops zoon. 1458. 1 charter (zie Reg. nr. 225). 724. Schuldbrief, groot 20 pond gr., ten laste van Jan Gillis' zoon van Wissenkerke, toekomende aan Janne Jans dochter. 1461. 1 charter (zie Reg. nr. 240). 725. Schuldbrief, groot 3 pond gr. min 10 grooten, ten laste van Clais Domaes' zoon, toekomende aan Jan Cornelis' zoon. 1470. 1 charter (zie Reg. nr. 285). 726. Schuldbrief, groot 2 pond gr. Vis., ten laste van Jacop Hüghe Vrancken zoon, toekomende aan Symon Cornelis' zoon en Heynkic Govaerts zoon. 1476. 1 charter (zie Keg. nr. 317). N.B. Gedeeltelijk afbetaald. 727. Schuldbrief, groot 6 pond gr., ten laste van Laiwereys Jans zoon, toekomende aan Nelle Gillis Bazen dochter. 1478. 1 charter (zie Reg. nr. 322). N.B. Deze Nelle Gillis Bazen dochter is vermoedelijk dezelfde persoon, die al hare na te laten goederen aan het gasthuis schonk (zie nr. 40). — Voor de helft afbetaald. 728. Schepenbrief, waarbij Lijsbet van df.n Dale aan Jan, Maye en Digne Jan Jans zoon Wendelbf.rchs kinderen samen 6 pond gr. Vis. schenkt, onder bepaling, dat die som op Maye ouden Jan Wendelberchs dochter of haar erfgenamen moet versterven. 1489. 1 charter (zie Reg. nr. 343'. 729. Schuldbrief, groot 28 gulden van 3 schellingen 4 grooten, ten laste van Pieter Jans zoon cousemaecker, toekomende aan Margriete Pieters dochter, weduwe van Jan Smit. 1522. 1 charter (zie Reg. nr. 457). 730. Schuldbrief, groot 20 schellingen 4£ grooten, ten laste van meester Pieter, schoolmeester van de armen, toekomende aan Stoffel in De Keyser. 1522. 1 stuk (zie Reg. nr. 458). 731. Schuldbrief, groot 19 pond 4 schellingen 6 grooten Vis., ten laste van Huge W illf.ms zoon bierwerckere, toekomende aan Gillis Jans zoon bierstekere. 1544. 1 charter zie Reg. nr. 528). 732. Schuldbrief, groot 49 grooten, ten laste van Mary Henrickx weduwe, toekomende aan Arien Bouwens. 1546. 1 charter (zie Reg. nr. 527). 733. Schuldbrief betreffende de pacht van de stadskorenmolen ad 7 schellingen 2 grooten Vis. 's weeks ten laste van Barthelmeüs Jacops zoon, molenaar, en zijne borgen. 1551. Met een aangehecht stuk, waarop twee kwitantiën van betaling van § der jaarlijksche pachtsom. 1551 en 1552. 1 charter (zie Reg. nr. 538) en 1 stuk (zie Reg. nrs. 540 en 542). 734. Schuldbrief, groot 91 pond 13 schellingen 4 grooten Vis., ten laste van Cornelis van Lare , toekomende aan Frans Pier Faes' zoon 1557. 1 charter (zie Reg. nr. 560). 735. Schuldbrief, groot 53 pond gr. Vis., ten laste van Jan Arents zoon van Dordrecht, toekomende aan jongen Cornelis Jans zoon, scheepstimmerman. 1563. 1 charter .zie Reg. nr. 583 . N.B. Gedeeltelijk afbetaald. 730. Schuldbrief, groot 8 pond gr. Vis., ten laste van Symon Pieters zoon, toekomende aan het gasthuis. 1569. 1 charter (zie Reg. nr. 605). 737. Schuldbrief, groot 120 gulden, ten laste van verschillende autoriteiten, toekomende aan Jeiian Baston. 1572. (Authentiek afschrift). 1 stuk ^zie Reg. nr. 616) in 1 omslag. 738. Schuldbrief met authentiek afschrift en 5 authentieke afschriften van schuldbrieven, groot 308, 432, 308, 248 gulden, 216 en 18 pond, ten laste van verschillende autoriteiten en personen, toekomende aan Cobnelis Meys. 1572 en 1573. 3 stukken (zie Reg. nrs. 617, 618, 619, 620, 621 en 624). 739. Authentiek afschrift van een schuldbrief, groot 12 pond gr. Vis., ten laste der stad Middelburg, toekomende aan de weduwe van Anthuenis Spontijn, 1573, en authentiek extract uit het testament van Maykk Jans dochter vav Ravesteyn, weduwe voornoemd, waarbij deze schuldvordering aan de gemeene armen, het gasthuis en de gevangenen wordt gelegateerd. 1574. 1 stuk fzie Reg. nrs. 623 en 683). 740. Schuldbrief, groot 155 pond 17 schellingen 8 grooten Vis., ten laste van Dirrick Bleeck, toekomende aan Jan Jacobs zoon Hork en a. 1581. 1 charter. 741. Paaibrief, groot 35 pond 15 schellingen gr. Vis., gevestigd op het huis Poppekerke op de Vlasmarkt, ten laste van Jan Jacobs haudtsagher, toekomende aan het gasthuis. 1582. 1 charter. N.B. Op de rugzijde is 'abusievelijk op dezen brief' eenc kwitantie gesteld betreflende de betaling door het gasthuis van het aandeel van Jan Jacobs voornoemd in de koopsom van het huis op het Seys (zie nr. 665). Zie nr. 714. I. STUKKEN AFKOMSTIG UIT AAN HET GASTHUIS VERVALLEN BOEDELS. N.B. De stukken van dezen aard, die betrekking hebben op landen, huizen, renten etc., zijn hiervoren onder de afdeelingen A tot H beschreven, voor zooverre althans als zij nog kracht van bewijs kunnen hebben. 742 en 743. Stukken, afkomstig uit den boedel van Pieter Michiels zoon. 1387 en 1406. 742. Testament van Machiel Pier Wouters zoons zoon. 1387. 1 charter (zie Reg. nr. 21). 743. Kwitantie ten behoeve van Pieter Mechiels zoon be- 8 treilende i üingelsche nobelen voor 2 jaren renten van 10 nobelen. 1406. 1 charter (zie Reg. nr. 54). 744. Kwitantie ten behoeve van Barti i.meeus Willkms zoon betreffende eeue schenking van 3 pond gr. Vis. 1389. 1 charter (zie Reg. nr. 27). 745. I estament van IJokn Jacobs zoon en zijne echtgenoot Lijsbet Aerds dochter. 1419. 1 charter (zie Reg. nr. 79). 740 755. Stukken, alkomstig uit den boedel van Jan Joos' zoon. 1419—1459. 746. Testament van Jacop Louwekeis' zoon. 1419. 1 charter (zie Reg. nr. 80 . JVB. Jaco? Louwkkeis' zoon was de vader der laatste echtgenoot van Jan Joos' zoon. 747. Kwitantie ten behoeve van Marie Jacop Louwkreys* zoons weduwe en hare kinderen betreffende de nalatenschap van Pauwels Hughen zoon en Jacop Louwereijs' zoon. 1420. 1 charter (zie Reg. nr. 88). 748. Kwitantie ten behoeve van Marie Jacop Lauwereys zoons weduwe en hare kinderen betreffende de nalatenschap van Jacop Lauwereys' zoon. 1420. 1 charter (zie Reg. nr. 85). 749. Borgtocht van Ihonjs Willems zoon ten behoeve van Hughen Loys zoon betreffende de schulden van Loy Hughen zoon. 1428. 1 charter (zie Reg. nr. 109). N.B. Hughen Lois zoon was de tweede echtgenoot van Aechte, Jan Joos zooiis laatste echtgenoot. 750. Kwitantie ten behoeve van Aechten Domaes Pieters zoons weduwe betreffende de nalatenschap van Domaes Pi eters zoon. 1434. 1 charter (zie Reg. nr. 123). 751. Akkoord tusschen Pieternelle Loy Hughen zoons dochter en haar broeder Huge Loys zoon betreffende haar levensonderhoud. 1436. 1 charter (zie Reg. nr. 132). 752. Kwitantie ten behoeve van Hughen Loys zoon be- treffende de nalatenschap van zijne echtgenoot Wijkhoeden. 1437. 1 charter (zie Reg. nr. 186). 753. Kwitantie ten behoeve van Jan Joosj zoon betreffende de nalatenschap van zijne echtgenoot Kateryne. 1440. 1 charter (zie Reg. nr. 160). 754. Huwelijksche voorwaarden van Jan Joos' zoon en Aechte Jacops dochter. 1440. 1 charter (zie Reg. nr. 161). 755. Kwitantie ten behoeve van Jan Heynricx zoon betreffende de nalatenschap van Aechte Cor.nelis Spegelis' dochter. 1459. 1 charter (zie Keg. nr. 232). 756. Kwitantie ten behoeve van Aechten Michikl Besten weduwe betreffende eene erfelijke rente van 30 myten 's jaars. 1419. 1 charter \zie Reg. nr. 81). 757. Aanbevelingsbrief van Hugo Petrus' zoon Haen, cureit der St. Petrus kerk te Middelburg, voor Johannks Bollekts zoon bij diens bedevaart naar de reliquieën van St. Petrus en St. Paulus te Rome. 1431. 1 charter (zie Reg. nr. 116). 758. Testament van Lijsbeth Jacob Willems zoons echtgenoot. 1433. 1 charter ^zie Reg. nr. 122). 759. Volmacht van Inghelbrkcht Clays' zoon aan zijne echtgenoot Margrieten tot het betalen en innen van zijne schulden en schuldvorderingen. 1434. 1 charter (zie Reg. nr. 125). 760. Testament van Jacop Jans zoon. 1434. I charter izie Reg. nr. 126). 761. Vonnis van provisor en deken van Walcheren, houdende scheiding van bed tusschen Petrus Hermannus' zoon en zijne echtgenoot Margarita Petrus' dochter. 1437. 1 charter (zie Reg. nr. 139). 762. Twee kwitantiën ten behoeve van Wouter Di.nt betreffende de nalatenschap van Margriete Wouter Dints. 1442 en 1443. 2 charters (zie Reg. nrs. 170 en 171). 763. Borgtocht van Pieternelle Clays' dochter ten behoeve van Jan Symons zoon betreffende de schulden ten laste van het sterfhuis harer ouders. 1447. 1' charter (zie Reg. nr. 184). 764. Brief, waarbij Rodolphüs, bisschop van Utrecht, verklaart, dat de subdiaken Aicolaus Johannes' zoon tot diaken is gewijd. 1449, 1 charter (zie Reg. nr. 194). 765 768. Stukken, afkomstig uit den boedel van Nelle Gillis' dochter. 1457—1472. 765. Drie kwitantiën ten behoeve van Jan Hugen zoon betreffende de nalatenschap van zijne echtgenoot Bale Pieters dochter. 1457—1464. 3 charters (zie Reg. nrs. 221, 242 en 252). YB. Jan Hugen zoon huwde later met Nelle Gillis' dochter. 766. Iwee kwitantiën ten behoeve van Jan Hugen zoon betreffende de nalatenschap van zijne echtgenoot Katryne Pieters dochter. 1468 en 1469. 2 charters (zie Reg. ars. 268 en 274). 767. Kwitantie ten behoeve van Cornelie Gillis' dochter en haar echtgenoot Jan Hugen zoon betreffende de nalatenschap van Cornelis Heynricx zoon, alias -/Hoge ende Leege". 1468. 1 charter zie Reg. nr. 278). N B. Cornelis Hevnricx zoon was de eerste man van Nelle voornoemd. 768. Kwitantie ten behoeve van Nelle Jan Hugen zoons weduwe betreffende de nalatenschap van haar echtgenoot. 1472. 8 1' charter (zie Reg. nr. 295). 769. Beëedigde verklaring voor provisor en deken van Walcheren van Johannes Clemens zoon omtrent het overdragen van de pacht van land aan anderen. 1458. 1 charter (zie Reg. nr. 229). 770. Uitspraak van scheidslieden in een geschil tusschen Hügo Michaëls zoon en Michaël Hugo's zoon eener- en Jacobus Dodinus" zoon anderzijds over de nalatenschap van Elisabeth Michaëls dochter. 1460. 1 charter (zie Reg. nr. 235). 771. Borgtocht van Cornelis Jans zoon de vischcopere ten behoeve van Jan Aillaens zoon en Cornelien Cornelis' dochter betreflende eene som van 3 pond gr. 1464. 1 charter (zie Reg. nr. 251). 772. Verklaring van Huge Clays' zoon, een der vicecureiten in de kerk van Welle, betreffende het jaar van overlijden van jonkvrouw Aechte Adhiaens dochter in verband met eene door haar bevolen jaargetijde gedurende 12 jaren. 1465. 1 charter (zie Reg. nr. 257). 773 en 774. Stukken, afkomstig van Lauwereis Jans zoon. 1466 en 1472. 778. Kwitantie ten behoeve van Lauwereis Jans zoon betreffende de nalatenschap van zijne echtgenoot Katrine Herbers dochter. 1466. 1 charter (zie Reg. nr. 258). 774. Kwitantie ten behoeve van Laüwereys Jans zoon betreffende de nalatenschap van Jan Adriaens zoon. 1472. 1 charter (zie Reg. nr. 296). 775—777. Stukken, afkomstig uit den boedel van Clays Domaes' zoon 1466—1493. 775. Twee kwitantiën ten behoeve van Clays Domaes' zoon betreffende de nalatenschap van Jan Domaes' zoon. 1466 en 1467. 2 charters (zie Reg. nrs. 259 en 265). 776. Schepenbrief, waarbij Adryaen Jans zoon belooft den warrandbrief van 225 roeden lands aan Clais Domaes' zoon tegen betaling van den koop- en huursom binnen zes jaren te zullen teruggeven. 1467. 1 charter (zie Reg. nr. 264). 777. Testament van Claeis Dommaes' zoon en zijne echtgenoot Jacopmyne Hugen dochter. 1498. 1 charter (zie Reg. nr. 357). 778. Kwitantie ten behoeve van Cornelie Symoen Michiels zoons weduwe betreffende de nalatenschap van Symoen Michiels zoon en Lijsbet Michiels dochter. 1468. 1 charter (zie Reg. nr. 271). 779. Kwitantie van Jan Bartels zoon betreffende de betaling van 8 schellingen door heer Cornelis Jacops zoon en Adriaen van Nyewekve en van 10 grooten voor hevengeld door heer Cornelis voornoemd. (14)69. 1 stuk in 1 omslag. 780. Kwitantie ten behoeve van Lauwerf.ys Jan Mengaert9 zoon betreffende de nalatenschap van Pier IIeys Piek Düens zoon. 1470. 1 charter (zie Reg. nr. 278). 781. Kwitantie van Adriaen Poppen, kerkmeester van Westmonster, betreffende de betaling van hofstedegeld door Jacomyne Olaire Willems zoons weduwe over (14)72 en (1178). 1 stuk in 1 omslag. 782. Kwitantie ten behoeve van Lijsbet Hughk Jacops zoons weduwe uetrellende de nalatenschap van haar echtgenoot. 1474. 1 charter (zie Reg. iir. 308 . 783' Va" 9°*NEUS Jacops zoon> Primer, be- retiende de nalatenschap van jonkvrouw Pauweline Pieteh Plantoens dochter. 1474. 1 charter (zie Reg. nr. 310). 784. Kwitantie ten behoeve van Rombout Jans zoon die cleermakere betrellende de nalatenschappen van zijne echtgenoot Aechte Cornelis dochter, Pieteh Rutgheerts zoon die scryvere en Gheyf Pieteks dochter. 1476. 1 charter (zie Reg. nr. 313). 785 en 786. Stukken, afkomstig uit den boedel van Philip Cornelis' zoon. 1478 en 1479. 785. Huwelijksche voorwaarden tusschen Philips Cornelis' zoon en Janne Jans dochter. 1478. 1 charter (zie Reg. nr. 320). 786. Akte betreffende de vernietiging door het aftrekken der zegels van een schepenbrief, toekomende Philip Cornelis' zoon. 1479. 1 charter (zie Reg. nrs. 323 en 324;. 787. Vonnis van provisor en deken van Walcheren, houdende opheffing an arrest, gelegd op de nagelaten goederen van Cornelius HeyvRicus zoon, priester. 1500. 1 charter (zie Reg. nr. 381). 788. Rentebrief groot e pond gr. Vis. 'sjaars, gevestigd op het O. L. V. Klooster te Middelburg ten lijve van Matkin Wouters dochter. 1502. 1 charter (zie Reg. nr. 387;. N.B. Matkin Wouters dochter vermaakte hare na te laten goederen aan het gasthu.s z,e nr. 136 , deze brief heeft dns voor het gesticht geene waarde gehad. 780. Beëedigde verklaring van Symon Mathias' zoon, gezegd Orangen, dat hij uit een wettig huwelijk geboren is. 1505. 790. 1 charter (zie Reg. nr. 402). °P Tn0el\ VaQ, parrtijen van 3 schepenen van Middelburg in de geschillen tusschen Corvkits liv Pflno, rT 0 ' «avura zuuus weuuwe 7,id! Cornelis Symokns zoon en Adriaen Jans zoon anderzijds over de nalatenschap van Cornelis Jan Jacops zoon. 1522. 1 charter (zie Reg. nr. 455). 791—799. Stukken afkomstig uit den boedel van Pieter Jans zoon cousmaecker. 1524—1542. 791. Kwitantie ten behoeve van Katherine Jans dochter betreffende de nalatenschap van haar echtgenoot Jan Rembkants zoon, alias Hans van Oosten. 1524. 1 charter (zie Reg. nr. 4611. 792. Huwelijksehe voorwaarden van Jan Pietkks zoon de wagemaker, alias Jan Colins zoop, en Katheryne Jans dochter. 1525. 1 charter (zie Reg. nr. 467). 793. Kwitantie ten behoeve van Jan Pieters zoon betreffende de nalatenschap van zijne echtgenoot Adriaenkin Cornelis' dochter. 1525. 1 charter (zie Reg. nr. 471). 794. Twee kwitantiën ten behoeve Jan Pieters zoon, alias Jan Colins de wagemakere, betreffende de nalatenschap van Adriane Corvelis' dochter, Matheeus Cornelis' zoon en Gillis Jans zoon. 1527 en 1528. 2 charters (zie Reg. nrs. 476 en 479). 795. Kwitantie ten behoeve van Jan Pieters zoon de wagemaker betreffende de nalatenschap van Pieter Symons zoon Cooman en Gheleyne Pauwels dochter. 1533. 1 charter (zie Reg. nr. 486). 796. Kwitantie ten behoeve van Pieter Jans zoon de cousmaicker betreffende de nalatenschap van wijlen zijne echtgenoot Tanneken Matheeus' dochter. 1541. 1 charter (zie Reg. nr. 511). 797. Testament van vrouwe Katiielyne Jans dochter, weduwe van Jan Colins zoon. 1541. Met approbatie van de erfgenamen. 1542. 2 charters (zie Reg. nr. 514 en 516). 798. Wederzij cl sclie volmacht van Margrikte Smeets en haar echtgenoot Philips van der Nootten tot vertegenwoordiging bij het verdeelen der nalatenschap van Kathelynen Smeets. 1542. 1 charter (zie Reg. nr. 515). 799. Volmacht van Philips van der Noot aan Willem Fkanchois' zoon, pastoor van Westmonster, Maf.rten Jans zoon, kanunnik dier kerk, Pieter Jans zoon cousmaeker en Pieter Pieters zoon Sohier tot vertegenwoordiging bij de verdeeling der nalatenschap van Kathelyne Jan Colins weduwe. 1542. 1 charter (zie Reg. nr. 517). Kwitantie ten behoeve van Cornelis Symons zoon betreffende de -ssrsr-v"- ™°' -p-* Si 1 charter (zie Reg. nr. 483). 801—806. Stukken^afkomstig uit den boedel van Geertrüydt Finaerts. 801. Schepenbrief van Ossendrecht betreffende de verdeeling tusschen Katerina, GEERTRüYTen Tanneke Ffynaerts van de door hunne ouders nagelaten goederen. 1589. 1 charter (zie Reg. nr. 502.>. 802. Testament van Cornelis van Lare Cornelis' zoon en zijne echtgenoot Geertruyt Finaerts Hubrkchts dochter. 1540 en 1563. 2 charters (zie Reg. nrs. 507 en 578). 808. Afgeloste schuldbrieven. 1554—1561. 3 charters (zie Reg. nrs. 545, 571 en 572) UamebuneVe" ^ ' toen in het «chief 804. Paspoort voor Cornelis van Laere, schoenmaker, tot vervoer van victalie voor het oorlogsvolk op de frontieren. 1557. 1 charter (zie Reg. nr. 558). 805. Testament van Meerten Mertens zoon, kousmaker 1571^Ue eclltgenoot gheebtruyt Finaerts. 1567 en 2 charters (zie Reg, nrs. 594 en 611). Hierbij 3 concept-testamenten. 806. Testament van Ghbertrüyt Fynaerts, weduwe van Marten Martens zoon. 1572 en 1578. 2 charters (zie Reg. nrs. 622 en 632). 807- ïrrr dz^s°°""T en 1 charter (zie Reg. nr. 583). ^ !ztameüï r&n ^arel Hermans wijlen Gheeritb zoon en zijne echtgenoot Jehanne Arents dochter. 1555. 1 charter (zie Reg. nr. 546). N.B. Gemerkt: „F." 809 en 810. Stukken, ^fkomstig uit den boedel van Geerart Gaütiers. 809. Wederzijdsche kwijtschelding van alle geschillen, schul- den of aanspraken op gelden en goederen tussclien Geekart Gauters en zijne zuster Maycken Gautieks. 1556. 1 charter (zie Keg. nr. 551). 810. Testament van Gheeraert Goutiers mandemakere en zijne echtgenoot Margriete van Tkicht. 1557. 1 charter (zie Reg. nr. 557). 811 en 812. Stukken, afkomstig uit den boedel van Cornelis Jacops zoon. 1556 en 1557. 811. Testament van Adbiaen Bouwens zoon scipmau. 1556. 1 charter (zie Reg. nr. 552). 812. Kwitantie ten behoeve van Cornelis Jacops zoon betreffende de nalatenschap van A dkiaen Laetdrayen. 1557. 1 charter (zie Reg. nr. 555). 813. Akkoord tusschen Bastiaen en Gooris Gorissen, gebroeders, eener- en Mayken Cornelis' dochter anderzijds betreffende de door Pieter Goorissen, wijlen echtgenoot van Mayken voornoemd, nagelaten goederen. 1576. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Op hetzelfde stuk is eene kwitantie gesteld betrefl'eude de ontvangst van een rentebrief, in het akkoord geroerd, door Bastiaen Gorissen van zijn schoonzuster Mayken voornoemd. 814. Attestatie ten behoeve van John Blauborn betreffende den eigendom van een Grand villis bootje, waarmede 3 Engelschen te Vlissingen waren aaugekomen, nadat Fransche zeeroovers hun schip genomen en hun schipper doodgeschoten hadden. 1579. 1 charter. 815. Testament van Pieter Lammense en zijne echtgenoot Mayken Gillis Weyns dochter. 1580. 1 charter. 810—819. Stukken, afkomstig uit den boedel van Jan Jacobs zoon Horkenaij. 1581—1598. 816. Repu van Jan Bollaert betreffende de bewaring van een transportbrief van land, 1580 Mei 2 door Jan Jacobs zoon Horkenay gekocht van de weduwe van Jan Patris. 1581. 1 stuk in 1 omslag. 817. Transportbrief van een getuigd en gewapend Assauer schip, toekomende aan Jan Jacobssen Horkena. 1581. 1 charter. 818. Kaperbrief, afgegeven aan John Jacobi, alias Teller Orkene van Myddelborough, kapitein van het schip Ihe flyinge üoste door Anthonis de Viega namens don Antonis, koning van Portugal, in den oorlog met Spanje. 1582. B 1 charter. 819' M°ibon,ef V00r JaN °RKEÏiAEY» poorter te Vlissingen. 1 charter. 820. Testament van Mechelken Huybrechts, weduwe van Niclaks i7öAI8'uef gUnste vau haar kleinzoü11 ÏSAC« Florijn Machielssen. 1584. Met eene rekening betreffende de goederen van voornoemd weeskind. 1582—1585. 2 stukken in 1 omslag. N.B. Gemerkt: „N°. 11". 821' fgu!08te ,s'ooldbrief uit deu boedel vau lijncken lambkechts dochter. 1588. 1 charter. N.B. Zie haar testament onder nr. 444. 822. Testament van Jan dHooghe en zijne echtgenoot Orijstyne van jjamme. 1597. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Gemerkt: „No. 4". 823. Testamenten van Tanneken Spoorters, 1636, Adriaen Claeys V ROMERS eil Zline ertntxrp.nnnt .T ITr»Tn IT 1 1 T~ 1 ^ „ ——O —wi VUKSUHOORE, lüi)ö, en Josinken van Brabant, 1666; benevens inventaris van kleedintoebehoorende aan den stuurman Lachende Piet. 1598. l o: N.B. Van buiten staat: „Verscheiden testamenten, codicillen, acten van nienvader ende andere documenten van diversche naturen". 824. A bsolutiebrieven van provisor en deken van Walcheren voor verschillende personen. 1896—1487. 4 charters (zie Reg. nrs. 35, 40, 100 en 137). 825. Aflaatbrieven voor verschillende personen. 1413 1480. 4 charters (zie Keg. nrs. 68, 145, 212 en 327). 825a. Keukenrecepten, gezonden door een zuster aan haar broeder (luitenant Fischer). z. j. v 1 stuk in 1 omslag. N.B. Dit stuk is óf een fragment van een brief öf eene bijlage van een brief. J 826' F*®? 8chu'dboeken van een boekverkooper, wiens naam niet blijkt 1774—1798. J 2 deelen. N.B. Van het laatste deel zijn de onbeschreven bladen gebruikt voor aantekeningen van kleine verschotten ten behoeve van het gasthuis. 1822 tot 1826. J. VERZAMELINGEN VAN STUKKEN, AFKOMSTIG VAN PERSONEN, OVERLEDEN IN HET GASTHUIS OF DAARIN VERMOEDELIJK OVERLEDEN, EN MEEST BETREKKING HEBBENDE OP BUITENSLANDS GELEGEN GOEDEREN. n.b. In tegenstelling van de wjjze van bewaring der massa eigendomsbewijzen , testamenten en diergelijke stukken, die ongeacht hun oorsprong eene groepeering naar de landen, huizen, renten, etc. hebben gehad, zijn in het archief stukken aangetroffen, die blijkbaar nooit zijn ingedeeld, of in eeuigen ouden inventaris beschreven, maar verzameld zijn gebleven zooals zij in het archief gekomen zijn, in twee gevallen met brieven, processtukken, euz. vermeerderd. Zij zijn afkomstig vau vreemdelingen, wier goederen buitenslands gelegen niet of althans niet geheel naar den bestaanden regel aan het gasthuis zijn vererfd. Het blijkt niet, dat het gasthuis ooit eigeuaar van zulke goederen is geworden (zie echter nr. 890). Op grond hiervan zijn ook alle audere verspreide stukken, betrekking hebbende op buitenslands gelegen goederen, bij deze verzamelingen onder éëne afdeeling beschreven. 827. Twee transportbrieven van 115 roeden lands te Oost-Uuinkerke, laatstelijk toekomende aan ver Griele, weduwe van Casijn Botermans. 1398 en 1428. 2 charters (zie Reg. nrs. 30 en 110). 828—830. Stukken, vermoedelijk nagelaten door Johan van Pirne uit Aken. 1418—1441. 828. Transportbrief van een huis te Aken, toekomende aan Coyne junge Jan. 1418. 1 charter (zie Reg. nr. 77). 829. Kwijtschelding van eene rente van 7.j mark 'sjaars, gevestigd op het huis van Johan van Pirne te Aken. 1432. 1 charter (zie Reg. nr. 119). 830. Transportbrief van eene rente van 4 mark 'sjaars, gevestigd op een huis te Aken, toekomende aan de kinderen van Mareye van Pijrne, Johan en Olois. 1441. 1 charter (zie Keg. nr. 166). 831—854. Stukken, vermoedelijk nagelaten door Guilleaum Coppin uit Hondschote (Vlaanderen). 1422—1581. 831. Stukken betrell'eude twee renten: van 8 pond en 8 pond 2 schellingen Par. 'sjaars, gevestigd op 9 gemeten 43 roeden lands in Hondschote, toekomende aan Joris Cuppin tot een bedrag van 5 pond 5 schellingen Par. 'sjaars. 1422—1511. 5 charters (zie Reg. nrs. 91, 92, 302, 386 en 424'. 882. Transportbrief van 150 roeden lands benoorden Hondscnote, toekomende aan Joris den Dekin. 1507. 1 charter (zie Keg. nr. 412). 833. Twee transportbrieven van J en 1 gemet lands in rtexponde, toekomende aan Jacop Coppin. 1510. 2 charters (zie Reg. nrs. 420 en 421). 834. Transportbrief van 1 gemet 41 roeden lands in Killeem, toekomende aan Joris Coppin. 1 charter (zie Reg. nr. 430). 835. Twee transportbrieven van 122 roeden en S gemeten 100 roeden ands in Houthem, toekomende aan Jan Coppins. 1513 en 1519. 2 charters (zie Reg. nrs. 482 en 444). 836. Pacht- en verpachtbrieven van land in Vlaanderen, meest van of aan Gillaum Coppen. 1513 1581. \'R H Plk (Zie R^' °rs' 435 • 603. en 631). 1 t J een ü Je Van 8a8thu'9m®esters aan Tobias de Clercq te Terneuzen betreffende het innen van pacht z. j. 837. Transportbrief van 150 roeden lands in Killeem, toekomende aan Jan Coppin. 1513. 1 charter (zie Reg. nr. 436). 838. Transportbrief van 100 roeden lands benoorden Hondschote, toekomende aan Jan Coppin Jacops zoon. 1520. 1 charter (zie Reg. nr. 448). 839. Twee transportbrieven van 200 roeden en 280 roeden lands benoorden Hondschote, toekomende aan Jacop (jhiselin en een brief waarbij deze aan 1 gemet 20 roeden lands aldaar geëigend wordt. 1523—1525. 3 charters (zie Reg. nrs. 459, 460, 460» en 466). 840. Transportbrief van eene losrente van 12 pond Par. sjaare, gevestigd op eene hofstede met 23 gemeten lands ui St. Pieter te Berghen, toekomende aan Quil- tebrief Tö'S 1566> Met d6n oorsFonkelijk<* «en- 2 charters (zie Reg. nrs. 478 en 593), 841. Transportbrief van 1 gemet 5 roeden lands in Killeem toekomende aan Joris Coppen. 1530. 1 charter (zie Reg. nr. 482). 842. Transportbrief van 125 roeden lands in Houthem, toekomende aan Jacop Ghyselin Jans zoon. 1532. 1 charter (zie Reg. nr. 484). 125 848. Renversaal van het denombrement derleenen, dieLiAERDE Caiidoens, weduwe van Guillame Jan Coppins, van het leenhof te Houtkerke te leen houdt. 1535. 1 charter (zie Reg. nr. 490). 844. Rentebrief, groot 16 pond Par. 's jaars, losbaar tegen den penning 15, gevestigd op 2 gemeten 150 roeden lands te Leysele, toekomende aan Guillame Coppin. 1554. 1 charter (zie Reg. nr. 543). 845. Twee trausportbrieveu van § van 109$ roeden en 109J roeden lands in den westhoek van Hondschote, toekomende aan Jacop Gillis 1568. 2 charters (zie Reg. nrs. 577 en 582). 846. Transportbrief van 7 vierendeel 6 roeden lands te Waarhem, toekomende aan Guillame Coppen en door dezen verkregen van Jan van Leene en zijne eclitgenoot Mayken in ruil voor een stuk land van gelijke grootte in Hondschote. 1568. 1 charter zie Reg. nr. 579). 847. Transportbrief van 1 gemet 8 roeden lands in den westhoek van Hondschote, toekomende aan Gillis Coppin. 1568. 1 charter (zie Reg. nr. 581). 848. Schenkingsbrief van 400 pond Par. door Guillame Coppen en zijne echtgenoot Cateline aan Willemynekin en Casineken, de 2 kinderen van Joris Dous. 1568. 1 charter (zie Reg. nr. 601). 849. Transportbrief van £ van 3 gemeten 274 roeden lands in Hondschote, toekomende aan Guillame Coppen. 1569. 1 charter (zie Heg. nr. 607). 850. Paspoort voor Guillamkns Coppens om zich buiten de limieten van Hondschote te begeven. 1569. 1 charter (zie Reg. nr. 608). 851. Transportbrief van l gemet 80 roeden lands benoorden Hondschote, toekomende aan Guilt.ame Coppen. 1571. 1 charter (zie Reg. nr. 612). 852. Generale procuratie van Guillaeme Coppen op mrs. Frans en Glaude van Zevecote en 21 anderen. 1577. 1 charter. 858. Procuratie van Guilliamf. Coppen en zijne echtgenoot Cathelyne Jookis Coppen dochter op Jooris Coppen tot overdracht van 17 gemeten lands in K'illeem. 1579. 1 charter. N B' ^°r„rndteZe Sroeuratie is, een brief van het te verkoopeu laud getranshgeerd geweest, die nu niet meer voorhanden is. 8o4. Genealogische aanteekeningen van Güillelmus Coppen betreffende zijne voorzaten. 1581. 1 stuk in 1 omslag. 855. Afschrift van eene schuldbekentenis eener jaarlijksche rente van 12 ÏÏÏ Jn v T van Jan die Delve ten behoeve van de O. V. kerk te Biervliet. 1437. 1 stuk in 1 omslag (zie Reg. nr. 138). 856. Kntebmf poot 3 pond Pa,. VI. '» j..„, geratigd op 3 geiten 50 roeden lands in K.lkem ten behoeve v.o Wu.lem ZtuLOoro en zijne echtgenoot Willemine. 1438. 1 charter (zie Reg. nr. 147). 857. Uitspraak van scheidslieden in een geschil tusschen Willem Jans zoon de inaetsenare en M.chiel Danckaert Michiels zoon over den verkoop van 3 huizen te Damme. 1449. 1 charter (zie Reg. nr. 193). 858. Geleibrief van Nicolaüs Hont, vicecureit der St. Petrus kerk te Axel aan Aghelaüdus de Moro voor den prior van het Karthuizer klooster bij Parijs. 1454. 1 charter (zie Keg. nr. 207). 859. Kwitantie betreffende de betaling van 20 schellingen gr als 2lle" termijn der koopsom van eene hofstede te Axel, ten behoeve van Jan van den Caute. (14)55. 1 stuk (zie Reg. nr. 216). 860. Kwitantie ten behoeve van Reynier de Dekex (te Bru^e?) betreffende de nalatenschap van zijne echtgenoot Anthonine.0 1457. 1 charter (zie Reg. nr. 222). 861. Akte van verkoop eener erfelijke rente van 7 schellingen gr. 's jaars in Bochaute aan het klooster in Emans te Biervliet. 1466. 1 charter (zie Reg. nr. 262). 862. Lastgeving tot dagvaarding voor den Raad van Vlaanderen van den tollenaar te Axel. 1476. 1 charter (zie Reg. nr. 316). 863. Generale procuratie van prior en het convent van de O V kauel anderen6 i{®dinghen °P broeder Loky DE Hane, priester', en 5 1 charter (zie Reg. nr. 318). 864 en 865. Stukken, vermoedelijk nagelaten door Jan dHannis de oude Jans zoon. 14 ..—1565. 864. Twee transportbrieven van 3 gemeten lands en eene hofstede met 6 gemeten 2b roeden lands in Caprijcke, toekomende aan Jan dHanens Clays' zoon en zijne echtgenoot Amelbrecht. 1533 en 1538. Elk met ouderen transportbrief. 14 .. en 1513. 4 charters (zie Keg. nrs. 377, 434, 487 en 495). 865. Transportbrief van 13 gemeten lands in Caprijcke, toekomende aan Jan dHannis de oude Jans zoon. 1565. 1 charter (zie Reg. nr. 591). 866. Ontslagbrief uit voogdij van Jan van Dammk, verleend door schepenen van Brugge 1534. 1 charter zie Reg. nr. 488). 867 en 868. Stukken, vermoedelijk nagelaten door een lid der familie Chynore uit Vlaanderen. 1537—1545. 867. Transportbrief van een huis en erf te Nieuwpoort, toekomende aan Hubkkcht Chynore en zijne echtgenoot Josynk. 1537. Met vidimus van de procuratie tot overdracht. 1537. 2 charters (zie Reg. nrs. 492 , 493 en 494). 868. Schuldbrief, groot 24 pond gr., ten laste van Jan dHooge den jonge en zijne echtgenoot Jacquemyne, toekomende aan de erven Chynore. 1545. 1 charter (zie Reg. nr. 525). N.b. Gedeeltelijk afbetaald. 869—876. Stukken, vermoedelijk nagelaten door Andries Dierkens Pieters zoon uit Vlaanderen. 1540—1580. 869. Garantbrief van Jacop Danckaeiit den oude en 3 andere ten behoeve van elkander betreffende de betaling van hun aandeel in alle renten, gevestigd op 431 gemeten lands in Caprijcke. 1540. 1 charter (zie Reg. nr. 505). 870. Transportbrief van 5 gemeten lands in Caprijcke en 1 gemet 150 roeden in Bochaute, toekomende aan Andries Dierkens en zijne echtgenoot Pauwelyne. 1547. 1 charter (zie Reg. nr. 529). 871. Kavelceel van de door Pauline van den Velde, echtgenoot van Andries Dierkens, nagelaten goederen. 1555. 1 charter (zie Reg. nrs. 548 en 549). 872. Twee transportbrieven van 1 geniet 100 roeden lands in Bassevelde en 62 roeden lands op dHeest, toekomende aan Pieter Dierkens Andriks' zoon. 1560 en 1562. 2 charters (zie Reg. nrs. 566 en 575). 873. Generale procuratie van de voogden van Hanske Jan Standaerts zoon, Pierken Joos Claeys' zoon en Dries Pieters Dierkens zoon aan Mattheeus Zeghers en 6 anderen. 1575. 1 charter. N.B. Gemerkt: „N°. 8". 874. Recepis van 1 gemet leenlands, afgegeven door den baljuw van Bassevelde aan Andries Dierkens Pieters zoon. 1576. 1 charter. 875. Stukken uit een proces, gevoerd voor den Raad van Vlaanderen tusschen Lambrecht van der Leene eischer, en Andries Dierkens Pieters zoon, verweerder. 1579. 3 charters. 876. Kopie-scheiding van goederen tusschen Andries Dyerkens Pieters zoon en Joos Gheeraert, echtgenoot van Bettien, wijlen weduwe van Pieter Dyerkens 1580. 1 stuk in 1 omslag. 877. Schepenbrief, waarbij de boedelscheiding tusschen Jacquemyne van der Straten, weduwe van Willem van den Blomme, en hare kinderen (te Gent?) wordt goedgekeurd. 1551. 1 charter (zie Reg. nr. 539). 878. Rentebrief, groot 20 schellingen gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, gevestigd op 4 gemeten 150 roeden lands in Hevne binnen Caprijcke, toekomende aan Jan Huüghe Laüreyns zoon" en zijne echtgenoot Maeyken. 1552. 1 charter (zie Reg. nr. 541). 879. Rentebrief, groot 3 pond 2 schellingen 6 grooten Par. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, gevestigd op huizingen en pacht te Oudenaarde, toekomende aan Abraham Penneman Joos' zoon. 1 charter (zie Reg. nr. 568). 880. Brief van het gerecht te St. Pieter nabij Gent, waarbij Jan van der Brugghen en Phei.ips Vlamijnx aan J van een huis en erf aldaar geëigend worden, mits betalende aan Christofkei, Lampsins 19 pond gr. en aan de weezen van Lievin Lampsins en Anna Goethals 16 pond gr., waarvoor zij eene losrente van 23 schellingen 9 penningen gr. 'sjaars ten behoeve van Christoffel voornoemd en eene van 10 schellingen gr. 'sjaars voor de helft van de portie der weezen op het bedoelde goed vestigen en beloven de wederhelft contant te zullen betalen. 1561. 1 charter (zie Reg. nr. 570). N.B. Gedeeltelijk afbetaald. 881. Transportbrief van een "garyte" te Antwerpen, toekomende aan Jan Grieten outcleercoopere en zijne echtgenoot Katlyne van Voorden. 1563. 1 charter (zie Reg. nr. 576). N.B. Op de rugzijde van dezen brief is eene kwitantie d.d. 1564 December 21 betreffend? de betaling der koopsom gesteld (zie Reg. nr. 588). 882. Vidimus van gezworen mannen, geautoriseerd bij den magistraat van de stad Noorwyts ter berechting van de civiele en politieke zaken betreffende de Nederlandsche natie aldaar, van het testament van Hrasmüs Parisijs, herkomstig uit Eeckloo. 1577. 1 charter (zie Reg. nr. 615). 883. Stukken betreffende eene door gasthuismeesters aan de erven van Jacob van den Beiighe gedane invordering van het ouderlijk erfdeel van Michiel, Tanneken en Paesken van den Berghe, kinderen van den voornoemden Jacob en Janneken Louis' dochter, herkomstig uit Vlaanderen en in het gasthuis overleden. 1577 — 1603. 1 pak. N.B. Hierbij verschillende boedel papieren. Op een inliggend briefje staat: „Stommeeckens dingeu. Brieven eude bescheeden van Michiel van den Bekghe, gestorven int gasthuus". (Michikl was doofstom). 884. Rentebrief, groot 29 pond 5 schellingen gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, binnen drie jaren te lossen of te bezetten op de goederen van Gheeraut Cabdoen Jans zoou, toekomende aan Jan Remaut Jans zoon, gepasseerd voor het gerecht van den Oosthove (Vlaanderen?). 1579. 1 charter. 885. 1 ransportbrief van het huis Den Gulden Boom te Antwerpen, toekomende aan Gheeraert van Doesborch en zijne echtgenoot Agneete van Heydendal. 1581. 1 charter. N.B. Gemerkt: „N°. XV". 888. Rentebrief, groot 2 pond gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, spruitende uit de koopsom van eene hofstede met 3 gemeten lands te Ghidts (Vlaanderen), die door Boudewijn van der Mandert en zijne echtgenoot Cornki.ie van Pieter Seys gekocht zijn. 1581. 1 charter. 887. Notarieel contract, gepasseerd te Antwerpen, nopens het onderhoud van IzAtiK Hooymaker, wees va^ Jaques Floris' zoon Hooimaker. 1583. 9 1 stuk in 1 omslag. N.B. Dit stuk is zeer geschonden en voor een groot gedeelte onleesbaar. 888. Particuliere brief van Philips Avdries, geschreven te Gent aan de «schoolvrauwe " te Antwerpen. 1588. 1 stuk in 1 omslag. 889. Certificaat van bekendheid (geboorte, gedrag etc.), afgegeven door burgemeesters, schepenen en raad te Antwerpen aan Hans de la Flie. 1586. 1 charter. 890. Stukken betreffende een proces, gevoerd door gasthuismeesters voor den Grooten raad te Mechelen over de aflossing eener obligatie , door Jan Pi eters afgegeven ten profijte van Pieter Davidts, dié 1673 Mei 22 in het gasthuis overleed, waardoor diens goederen aan dat gesticht vervielen. 1682—1689. 1 pak. X.B. Zie ook pakket C (nra. 6 tot 8 van dezen Inv.) nr. 89. IV. STUKKEN BETREKKING H EBBEN DE OP DE NALATENSCHAP VAN JAN MATENS. N.B. Bij testamentaire beschikking van 1605 Januari 11 institueerde Jan Matens ide oude) in al zijne na te laten goederen zijn zoon Jan, daar moeder van was geweest Cornema van de Criiïse onder bepaling, dat zoo die zoon kinderloos mocht komen té overlijden, de goederen bezeten zouden worden door zijne tegenwoordige echtgenoot Adriana van der Goes en na haar dood door het gasthuis te Middelburg, met verdere conditie, dat de goederen geheel noch gedeeltelijk verkocht of veraliëneer'd mochten worden en dat er alle jaren particuliere rekening van gedaan zou worden aau burgemeesters in tegenwoordigheid van gasthuismeesters (zie nr. 891). Testainenteur overleed 1605 November 27 izie nr. 892), Adriana van der Goks in 1609 en Jan Matens (de jonge) 1612 Oetober 11 te Brussel zonder kinderen achter te laten. Laatstgenoemde had bij beschikking van 1612 September 14 zijne vaderlijke goederen, in strijd met de bepalingen van diens laatsten wil, voor de helft aan jonkvrouw Cathabina Matens, weduwe van mr. Jan de Smet, en voor de wederhelft aan Jan en Sibastiaan Matens, kinderen van Hubrecht Matens, vermaakt, onder «dei commissair verband. Tusschen deze erfgenamen en het gasthuis ontstond nu een proces, dat eindigde met eene sententie van burgemeesters en schepcueu van Middelburg d.d. 1613 Juni 11 ,zie nr. 893., waarbij eerstbedoeldeu gecondemneerd werden aan het gasthuis over te leveren staat en inventaris vau alle goederen van Jan Matens (den oude) (zie nr. 894) en deze goederen aan het gasthuis te laten volgen, behoudens de legitieme portie van Jan Matens (den jonge) in zijns vaders goed. Het gasthuis was dus gerechtigd tot j{, de erven van Jan Matens (den jonge) tot Bij de verdeeling der goederen in 1613 September 12 vielen het gasthuis kavels B en C ten deel izie nr. 895). Zie verder de Inleiding (blz. 36 vlg.). ') Niet Maodat.ena van Hoogelandk, zooals in '/.elandia ltluslrata I (blz. 254) minder juist vermeld wordt, (zie hel testament van Jan Matens, n". 891V 891. Notariëel afschrift van 1611 van het testament van Jan Matens (den oude) d.d. 1605 Januari 11. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Gemerkt: „E". 892. Inventaris van de goederen, nagelaten door Jan Matens (den oude), overgebracht ter weeskamer door jonkvrouw Adriana van der Goes en de voogden van Johannes Matens (den jonge). 1606. 1 deel. N.B. Op den baud staat: „Staet ende inventaris van de goedeneu van dheer Jan Matexs doude, za., teu tyde van sin oeverliden, oevergebraeht ter weescaeiner deser stadt tot behoft van syne weese op den 12 Meye 1606". 893. Stukken betreffende het proces tusschen de erfgenamen van Jan Matens (den jonge) en gasthuismeesters. 1613. 894. Inventaris van de goederen, nagelaten door Jan Matens (den oude), overgebracht door jonkvrouw Catharina Matens en medeërfgenamen aan gasthuismeesters. 1613. 1 deel. N.B. Op den band staat: „Staet ende inventaris van alle de ghoederen van dheer Jan Matens doude, zar, oevergebraeht aen de ghast hu ismeesters deser stadt op den X'*n September XVI'! ende Xlile". 895. Inventaris van de twee derde parten, het gasthuis ten deel gevallen bij de kaveling der nagelaten goederen van Jan Matens (den oude) tusschen jonkvrouw Catharina Matens en hare medeërfgenameu in 1613 September 12. 1 deel. N.B. Op den band staat: „Caevelsellen mette letter B ende C, te loette ghevallen tot behouft vant ghasthuis oever de twee derde paerten in de goederen van dheer Jan Matens doude, zar, op den Xllen September XVIcXIII«j". 896. Octrooi van de aartshertogin van Oostenrijk voor de erfgenamen van Jan Matens (den jonge) om de landen, renten, cijnzen, erfpachten, of tienden, hun aangekomen krachtens het testament van 1612 September 14, te mogen verkoopen of verruilen, mits de daarvan komende goederen en penningen onderworpen zullen zijn aan het fideï commissair verband. Met bijbehoorende stukken. 1614. 1 pak. 897. Simpele kopieën van de stukken vermeld onder nrs. 891, 893 en 896. Met kwitantie van schrijfloon dezer kopieën. 1805. 1 pak. 898—1099. Jaarlijksche rekeningen van de goederen, afkomstig van Jan Matens. 1613- 1811. 1'J deeleu eu 153 rekeningen in bandeu van gasthuisrekeningeu. N.B. 'Lie het aangeteekende bij de gasthuisrekeningeu op blz. 50. .ugcvuigc UC uepa.ingen vau tiet testament zyn deze goederen afzonderlijk en dus afgescheiden van de andere bezittingen van het gasthuis geadministreerd en de rekeningen door 2 burgemeesters in tegenwoordigheid van gasthuismeesters afgehoord. In verband met wijziging-en in de samenstelling van het stedelijk bestuur zijn in lateren tijd ook wel andere personen uit de regeering dan burgemeesters voor het afhooren dezer rekeningen gecommitteerd. Het voordeelig saldo van deze rekeningen werd in de groote gasthuisrekeningen (nrs. 136 tot 340) te goedgeschreven. De rekening van 1666 en alle volgende rekeningen zijn met die van het gasthuis eu vau de Kleine Armschool gebonden in één band (zie nrs. 188 tot 340. 898. 1618 September . . — 1614 December 24. 899. 1614 December 24 — 1615 December 24. 900. 1615 December 24 — 1616 December 24. 901. 1616 December 24 — 1617 December 28 902. 1617 December 23 — 1618 December 27. 908. 1618 December 27 — 1619 December 24. 904. 1619 December 24 — 1620 December 24. 905. 1620 December 24 — 1621 December 24. 906. 1621 December 24 — 1622 December 24. 907. 1622 December 24 — 1623 December 28. 908. J.625 April 12 — 1626 Februari 4. 909. 1626 Februari 4 — 1627 Januari 80. 910. 1627 Januari 30 — 162S April 15. 911. 1628 April 15 — 1629 Mei 14. 912. 1629 Mei 14 — 1629 December 81. 918. 1629 December 31 — 1631 Juni 12. 914. 1631 Juni 12 — 1632 Augustus 9. 915. 1632 Augustus 9 — 1638 Augustus 14. N.B. Deze en de 7 volgende zijn origineele rekeningen. 916. 1638 Augustus 14 — 1634 Augustus 1. 917. 1634 Augustus 1 — 1635 Juni 23. 918. 1635 Juni 28 — 1686 Augustus 18. 919. 1636 Augustus 13 — 1637 September 11. 920. 1638 Augustus 28 — 1639 Augustus 28. 921. 1639 Augustus 28 — 1640 September 4. 922. 1640 September 4 — 1641 Augustus 24. 928. 1641 Augustus 24 — 1642 September 8. N.B. Het rece9 Tan deze en de volgende rekening is niet geteekeud. 924. 1642 September 3 — 1643 Augustus 11. 925. 1643 Augustus 11 — 1644 Maart 9. N.B. Origineele rekening. 926. 1644 Maart 9 — 1645 Augustus 25. N.B. Het reces is alleen door 2 gasthuismeesters geteekend. 927. 1645 Augustus 25 — 1646 Augustus 18. N.B. Deze en de 5 volgende zijn origineele rekeningen. 928. 1646 Augustus 18 — 1647 Augustus 24. 929. 1647 Augustus 24 — 1648 Augustus 80. 930. 1648 Augustus 30 — 1649 Maart 11. 931. 1651 Augustus 1 — 1652 Juli 15. 932. 1652 Juli 15 — 1653 Juli 27. 938. 1653 Juli 27 — 1654 Juli 27. N.B. Deze en de 8 volgende rekeningen zijn doublen. 934. 1654 Juli 27 — 1655 Juli 27. 985. 1655 Juli 27 — 1656 Juli 26. 936. 1656 Juli 26 — 1657 Juli 24. 937. 1657 Juli 24 — 1658 Juli 25. 938. 1658 Juli 25 — 1659 Juli 24. 989. 1659 Juli 24 — 1660 November 2. 940. 1660 November 2 — 1661 Juli 26. 941. 1661 Juli 26 — 1662 Juli 26. 942. 1662 Juli 26 — 1662 December 28. N.B. Deze rekening is een niet geteekende doublé. 948. 1662 December 28 — 1668 December 28. N.B. Deze rekening is een doublé. 944. 1663 December 28 — 1661 December 29. N.B. Deze en de volgeude zijn origineele rekeningen. 945. 1664 December 29 — 1666 Januari 4. 946. 1664 December 29 — 1666 Januari 4. N.B. Deze rekening is een doublé. 947. 1666 Januari 4 — 1666 December 29. N.B. Deze en de 7 volgende zijn origineele rekeningen. — Deze rekening bevindt zich in nr. 188. 948. 1666 December 29 — 1667 December 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 189. 949. 1667 December 28 — 1668 December 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 190. 950. 1668 December 28 — 1669 December 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 191. 951. 1669 December 30 — 1671 Januari 2. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 192. 952. 1671 Januari 2 — 1671 December 29. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 193. 953. 1671 December 29 — 1672 December 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 194. 954. 1672 December 28 — 1674 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 195. 955. 1674 Juli 31 — 1675 Juli 12. N.B. Deze en de 17 volgende rekeningen zijn doublen — Deze rekening bevindt zich in nr. 196. 956. 1675 Juli 12 — 1676 Juli 23. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 197. 957. 1676 Juli 23 — 1677 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 198. 958. 1677 Juli 30 — 1678 Juli 26. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 199. 959. 1678 Juli 26 — 1679 Juli 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 200. 960. 1679 Juli 28 — 1680 Augustus 8. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 201. 961. 1680 Augustus 8 — 1681 Juli 24. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 202. 962. 1681 Juli 24 — 1682 September 9. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 203. 963. 1682 September 9 — 1683 Augustus 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 204. 964. 1683 Augustus 31 — 1684 Juli 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 205. 965. 1684 Juli 28 — 1685 Juli 27. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 206. 966. 1685 Juli 27 — 1686 Augustus 1. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 207. 967 1686 Augustus 1 — 1687 Juli 29. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 208. 968 1687 Juli 29 — 1688 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 209. 969. 1688 Juli 31 — 1689 Juli 27. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr 210. 970. 1689 Juli 27 — 1690 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 211. 971. 1690 Juli 81 — 1691 Juli 26. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 212 972. 1691 Juli 26 — 1692 Juli 80. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 213. 978. 1692 Juli 80 — 1693 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 214. 974. 1693 Juli 31 — 1694 Augustus 3. N.B. Deze rekeniug bevindt zich in nr. 215. 975. 1694 Augustus 3 — 1695 Augustus 1 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 216. 976 1695 Augustus 1 — 1696 September 18. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 217. 977 1696 September 18 — 1697 Augustus 1. N.B. Deze rekeniug bevindt zich in nr. 218. 978. 1697 Augustus 1 — 1698 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 219. 979. 1698 Juli 80 — 1699 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 220. 980. 1699 Juli 30 — 1700 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 221. 981. 1700 Juli 30 — 1701 Juli 30. N B. Deze rekening bevindt zich in nr. 222. 982. 1701 Juli 30 — 1702 Juli 30 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 223. 983 1702 Juli 30 — 1703 Juli 30 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 224. 984. 1703 Juli 30 — 1704 Juli 30. N.B. Deze rekeniug bevindt zich in nr. 225. 986. 1704 Juli 30 — 1705 Juli 30. VB. Deze rekening bevindt zich in nr. 226. 986. 1705 Juli 30 — 1706 Juli 30. i\'.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 227. 987. 1706 Juli 30 — 1707 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 228. 988. 1707 Juli 30 — 1708 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 229. 989. 1708 Juli 30 — 1709 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 280. 990. 1709 Juli 30 — 1710 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 231. 991. 1710 Juli 30 — 1711 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 282. 992. 1711 Juli 30 — 1712 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 233. 993. 1712 Juli 30 — 1713 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 234. 994. 1713 Juli 30 — 1714 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 235. 995. 1714 Juli 30 — 1715 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 236. 996. 1715 Juli 30 — 1716 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 237. 997. 1716 Juli 30 — 1717 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 238. 998. 1717 Juli 30 — 1718 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 289. 999. 1718 Juli 30 — 3 719 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 240. 1000. 1719 Juli 30 — 1720 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 241. 100]. 1720 Juli 30 — 1721 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 242. 1002. 1721 Juli 30 — 1722 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 243. 1003. 1722 Juli 30 — 1723 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 244. 1004. 1723 Juli 30 — 1724 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 245. 1005. 1724 Juli 30 — 1725 Juli 30 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 246. 1006. 1725 Juli 30 — 1726 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 247. 1007. 1725 Juli 30 — 1726 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 248. 1008. 1726 Juli 30 — 1727 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 249. 1009. 1727 Juli 30 — 1728 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 250. 1010. 1728 Juli — 1729 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 251. 1011. 1729 Juli 30 — 1730 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 252. 1012. 1730 Juli 30 — 1731 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 253. 1013. 1730 Juli 30 — 1731 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 254. 1014. 1731 Juli 30 — 1732 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 255. 1015. 1731 Juli 30 — 1732 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 256. 1016. 1732 Juli 30 — 1733 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 257. 1017. 1732 Juli 30 — 1733 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 258. 1018. 1733 Juli 30 — 1734 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 259. 1019. 1733 Juli 30 — 1734 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 260. 1020. 1734 Juli 30 — 1735 April 16. N.B. De ontvangsten en uitgaven zijn in de volgende rekening overgenomen. — Deze rekening bevindt zich in nr. 26], 1021. 1734 Juli 30 — 1735 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 262. 1022. 1734 Juli 30 — 1735 Juli 30 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 263. 1023 1735 Juli 30 — 1736 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 264. 1024 1736 Juli 30 — 1737 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 265. 1025 1737 Juli 30 — 1738-Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 266. 1026 1738 Juli 30 — 1739 Juli 30. N B. Deze rekening bevindt zich in nr. 267. 1027. 1739 Juli 30 — 1740 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 268. 1028. 1740 Juli 30 — 1741 Juli 30 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 269. 1029. 1741 Juli 30 — 1742 Juli 30 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 270. 1030. 1742 Juli 30 — 1743 Juli 30 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 271. 1031. 1743 Juli 30 — 1744 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 272. 1032 1744 Juli 30 — 1745 Juli 30 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 273. 1083. 1745 Juli 30 — 1746 December 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 274. 1034. 1747. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 275. 1035. 1748. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 276. 1086. 1749. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 277. 1037. 1750. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 278. 1038. 1751. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 279. 1039. 1752. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 280. 1040. 1753. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 281. 1041. 1754. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 282. 1042. 1755. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 283. 1043. 1756. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 284. 1044. 1757. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 285. 1045. 1758 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 286. 1046. 1758. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 287. 1047. 1759. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 288. 1048. 1760. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 289. 1049. 1761. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 290. 1050. 1762. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 291. 1051. 1763. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 292. 1052. 1764. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 293. 1053. 1765." N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 294. 1054. 1766. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 295. 1055. 1767. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 296. 1066. 1768. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 297. 1057. 1769. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 298. 1058. 1770. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 299, 1059. 1771. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 800. 1060. 1772. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 301. 1061. 1778. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 302. 1062. 1774. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 303. 1063. 1775. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 304. 1064. 1776. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 305. 1065. 1777. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 30B. 1066. 1778. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 307. 1067. 1779. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 308. 1068. 1780. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 309, 1069. 1781. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 310. 1070. 1782. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 311. 1071. 1783. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 312. 1072. 1784. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 318. 1078. 1785. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 814. 1074. 1786. N.B. Deze rekening bevindt zich in ar. 315. 1075. 1787. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 316. 1076. 1788. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 317. 1077. 1789. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 318. 1078. 1790. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 319. 1079. 1791. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 320. 1080. 1792. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 321. 1081. 1793. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 322. 1082. 1794. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 323. 1083. 1795. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 324. 1084. 1796. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 325. 1085. 1797. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 326. 10S6. 1798. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 327. 1087. 1799. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 328. 1088. 1800. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 329. 1089. 1801. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 330. 1090. 1802. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 331. 1091. 1803. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 332. 1092. 1804. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 333. 1098 1805. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 334. 1094. 1806. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 335. 1095. 1807. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 33fi. 1096. 1808. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 337. 1097. 1809. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 338. 1098. 1810. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 339. 1099. 1811. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 340. 1100—1106. Bijlagen tot de bovenvermelde rekeningen van 1685/6, 1636/7 . 1645/6, 1657/8, 1660/1, 1661/2 en 1758—1810. 6 liassen en 1 pak. N.B. Bijlagen tot de rekeningen van 1703/4 tot 1811 zijn bij die der groote gasthuisrekeningeii geliasseerd (zie nrs. 346 tot 399). 1100. Bijlagen tot de rekening van 1635/6 (nr. 918). 1 lias. 1101. Bijlagen tot de rekening van 1636/7 (nr. 919). 1 lias. 1102. Bijlagen tot de rekening van 1645/6 (nr. 927). 1 lias. 1103. Bijlagen tot de rekening van 1657 8 (nr. 9S7). 1 lias. 1104. Bijlagen tot de rekening van 1660/1 (nr. 940). 1 lias. 1105. Bijlagen tot de rekening van 1661 2 (nr. 941). 1 lias. 1106. Bijlagen tot de rekening van 1758—1811 (nrs 1045—1099). v 1 pak. N.B, Dit pak bevat uitsluitend rekeningeu van eenige partijen tienden in Walcheren, waarin het gasthuis door erfenis van Jan Ma- ten8 aandeel had gekregen. De gezamenlijke geïnteresseerden hadden één gemachtigde, die deze rekeningen aflegde. De rekening van 1767 ontbreekt. Zie over deze tienden pakket C nrs. 15, 16, 91, 171, 192, 193 en 236 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). 1107. Eigendomsbewijs van 1 gemet 155 roeden lands in Brigdamme ') in Pier Heynen blok, afkomstig van Adriaen de Vroe, rentmeester-generaal van Zeeland Bewesten Schelde. 1606. 1 charter. N.B. Gemerkt: „Lra C", vermeld in nr. 415 (fol. XCII verso). 1108. Eigendomsbewijs van 141 roeden lands in Schellach in Cornelis Pier Reguliers blok, afkomstig van Meerten Adriaensen en zijne echtgenoot Geertie Marinus. 1675 1 charter. N.B. Gemerkt: „Casse oft lade n°. 6 n°. 25", vermeld in nr. 408; „N°. 18", vermeld in nr. 415 (fol. LXXXVIII verso). Aan dezen brief is gehecht eene verklaring van deu landmeter Mekten Adriaensen betreffende de meting en afpaling van dit en aangrenzend land. De koopsom van dit perceel land is in de gasthuisrekening van 1674/5 in uitgaaf gesteld, maar de pacht in de rekening van MATENSgoederen in ontvangst gebracht (zie tle rekening van 1676/7 vlg.). 1109 Eigendomsbewijs van 8 gemeten 92 roeden lands in den Hayman in den blok bewesten de galg met het gasthuis (land van Matens) gemeen, afkomstig van Jaqctelijnna van derGoes, weduwe van kapitein Philips de Maubuyse. 1623. 1 charter. N.B. Gemerkt: „N°. I", vermeld in nr. 414 (fol. XXX), zie ook nr. 415 (fol. XXXVII verso). De kooppenningen zijn in de rekening van MATENSgoederen over 1622/3 in uitgaaf gesteld. 1110. Eigendomsbewijs van 1 gemet 50 roeden lands in Ritthem in Oorneus Jan Cornelis Danckaerts blok, afkomstig van Lijncken Jans 1606. 1 charter. N.B. Gemerkt: „N°. 20", en: nN°. 16", vermeld in nr. 449. 1111. Eigendomsbewijs van 1 gemet 12 roeden lands in Ritthem in Oornelis Jan Cornelis Danckkrs blok, afkomstig van Geertje Adriaens, weduwe van Pieter Kempe. 1639 1 charter. N.B. Gemerkt: „Cassa n° 4 n°. 13", vermeld in ur. 408; „No. 9", vermeld in nr. 415 (fol. LXXXVIK — De kooppenningen zijn in de rekening van MATENSgoederen over 1639/40 in uitgaaf gesteld. 1112. Eigendomsbewijs van 204 roeden boomgaard en hoveniersland te Oost-Souburg in Marcq Willems blok, afkomstig van de erfgenamen van Abraham Joossen de Coster. 1689. ') I)e volgorde der ambachten is in overeenstemming met de leerboeken eene andere dan die der gewone ^thuislanden hiervoren. 1 charter. N.B. Gemerkt: „Lra L", vermeld in nr. 115 (fol. XC1III); No 15" _ De k,0iT,Pe,UIliQffeU zijn in dc reken'nK ™n MATENsgoederen over 1640/1 m uitgaat gesteld. 1113 Eigendomsbewijs van 3 gemeten lands met daarop staand huis in Oud-Vlissingen, alsmede van 6 cijnzen van 18 schellingen 4 grooten, 5 schellingen gr., 5 schellingen gr., 3 schellingen 4 grooten, 4 schellingen gr., en 4 schellingen gr. Vis. 'sjaars gevestigd op zes huizen, die op het voornoemde stuk land staan afkomstig van Heïndrick Janssen vader Jan. 1589. 1 charter. N.B. Zie de aanteekening in nr. 414 (fol. CLXXXVl verso). Gemerkl „Lra A , vermeld in nr. 415 (fol. XCII); „No. 10". Zie ook F8 , C, ur llü 6 tof 8 va» d^en Inv.). Dit perceel laud werd in 1811 in de fortificatiën van Vlissingen getrokken. 1114. Eigendomsbewijs van 1 gemet 172 roeden en 1 gemet 155 roeden lands in Hoogelande in Bouwen Jans blok. 1608. 1 charter. N.B. Hierbij kopie van de koopconditiën. Gemerkt: , Lra D" vermeld id nr. 415 (fol. XCII versol. " ' 1115. Stukken betreffende den eigendom van 1 gemet 55 roeden leenlands te Oostkapelle in Cohnei.is Aduiaen Bou.aerts blok 51) roeden leenlands te Meliskerke in Ceaghen blok en 1 gémet tl t T±Q 11e'üLands te 0ostkal,elle Maureis Theüxissen blok 1589 1602 en 1614, beuevens van ^ in 6 gemeten 75 16U tl6n m Noordmonster, Nieuwerkerk en Baarsdorp. 4 charters. N.B. Hierbij kopie van de koopconditiën. 1589. De landerijen en tienden werden door het gasthuis niet bij verdeeling, maar bii cTvx-vm T°0r ande?„ verkregen (zie nr. 414 fol W rT, en GLXXXII1I). Alle partijen vervielen bij foute van verhef aan de grafelijkheid, maar werden spoedig daarna weder teruggekocht: die van 1 gemet 55 roeden en 50 ïoeden in 1664 (zie nr.1116), die van 1 gemet 144 roeden in L 17n 1 tle°deu',die in 1710 vervallen «aren, 4f>8 ? ,,"r' tl', " Gemerkt: „N". 3", vermeld in nr. vo?, „en »R ' vermeld in nr. 415 (fol. XCIII verso 6°tnf R yen°J' e.ook 'ol- XCVI eu iu Pa^et C nr. 171 (nrs. o tot o van dezen Inv.). 1116' n0?^"6!! en 'erhefbrieven van 1 gemet 55 roeden leenlands te Oostkapelle achter Rel Bollaerts blok, en 50 roeden leenlands te Mehskerke in Craggen blok. 1664 1792. 5 charters. N.B. Zie het aangeteekende bij nr. 1115. De koopbrief is gemerkt: „Casse n . 6 n». 31 , vermeld in nr. 408; Nornb' 23" vermeld in nr. 415 (fol. LXXXVIIII). 1117 Eige"d°msbewiJs van 1 &emet 144 roeden leenlands te Oostkapelle in Mourits Matheusen blok, afkomstig van de voogden van tóevenü168T—T1792168L ^ °Uderen transPortbrief en verhef- 8 charters. N.B. Zie het aangeteekende bij nr. 1115. Gemerkt: „Lra S", vermeld in nr. 415 (fol. XCVI). 1118. Stukken betreffende den eigendom en de verpachting van het land /•/Egipte" te Gent. Laatste helft der 16de tot laatste helft der 18de eeuw. 1 pak, waarbij 9 charters (zie Reg. nrs. 556, 628 en 629). N.B. Hierbij de transportbrief van j in 560 roeden lands van de erfgenamen van Jan Matens (den jonge) aan het gasthuis, waarvan de overige twee derden het gasthuis waren toebedeeld. Dit charter is gemerkt: „Lra G", vermeld in nr. 415 (fol. XCIII); „No. 5". Op een inliggend briefje staat: „Brieven en papieren consernerende de landeryen, aanhooreude het gasthuys, leggende in Gend". Stukken over deze landerijen bevinden zich nog in pakket A nr. 45, (nr. 4 van dezen Inv.) en in pakket C nr. 9 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). 1119. Stukken betreffende overdracht van 8 gemeten 223 roeden lands ouder stadsambachten in Tonnen blok aan dr. J. P. Ermerins. 1808. Met eene geteekende kaart van de buitenplaats Rusthof en annexe landen. 1732. 1 pak. N.B. Hierbij ook de akte van het Staatsbewind der Bataafsche republiek, houdende ontslag van het verbod van verkoop van bovengenoemd land. Zie ook in pakket C nrs. 107 en 194 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). 1120. Eigendomsbewijzen van het huis De Hazewind in de Lange Delft met bijbehoorende stukken. 1609—1616. 3 chartere en 5 stukken in 1 pak. N.B. Hierbij een inventaris van deze stukken (19de eeuw), waarop ook andere, niet tot dit pak behoorende, stukken vermeld zijn met een relaas omtrent den loop van het eigendomsrecht van bovenbedoeld pand en eenige aanteekeningen van landen, het gasthuis bij de verdeeling van de goederen van Jan Matens toebedeeld. De charters zijn gemerkt: „Lra J", en: „Lra K", vermeld in nr. 415 (fol. XCIII verso XCIIII). — Zie omtrent dit huis de stukken in pakket C nrs. 35, 68, 164, 166, 174, 184, 185* en 191 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). 1121. Rekwest van gasthuismeesters aan burgemeesters, schepenen en raad betreffende het leggen van balken en ankers in den muur van het huis De Hazewind ten behoeve van het nevenstaande pand. Met kantbeschikking van 1643 Juli.. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Gemerkt: „No. 18". 1122. Akte van verbintenis (servituut}, aangegaan door Jan Huybrechts voor hem en zijne nakomelingen omtrent het maken van ramen in zijn huis in de Heerenstraat, uitkomende op het erf van het huis De Hazewind. 1644. 1 charter. N.B. Gemerkt: „N. 6", vermeld in nr. 408; „N°. 7". 1123. Twee transportbrieven van 8 gemeten 250 roeden tienden in 10 Noordmonster, Nieuwerkerk en Baarsdorp, toekomende aan Mahcits de la Palma. 1634. Met verhef brieven van tweemaal 8 eremeten 250 roeden tienden. 1670—1708. 6 charters. N.B. Hierbij eeu extract uit de Statenuotnlen d.d. 1670 September 11 De burgemeester M. de ia Palma heeft blykbaar de 8 gemeten 2.>0 roeden tienden gekocht voor het gasthuis, daar de kooppenningen in de gasthuisrekeniug over 1684 in uitgaaf zijn gesteld en deze tienden sedert dien tijd onder de eigendommen van het gasthuis voorkomen. De andere partij van gelijke grootte verwierf het gasthuis bij mangelinge uit den boedel van Matens Beide partijen vervielen bij faute van verhef in 1710 aan de grafelijkheid, maar werden in 1718 weder teruggekocht (zie nr. 1124). Zie ook de Inleiding blz. 36. — Gemerkt: „Lra M" vermeld in nr. 415 (fol. XC11I1 verso): „Nu. 5". 1124. Koopbrief en verhef brief van tweemaal 8 gemeten 250 roeden tienden in Xoordmonster, Nieuwerkerk en Baarsdorp 1718 en 1781. r 2 charters. N.B. Zie het aangeteekeudc bij nr. 1123. 1125. Verhef brieven van 2 gemeten tienden te Kleverskerke. 1694— 1781. 3 charters. N.B. Zie de Inleiding blz. 36. 1126. ('ïjnsbrief, groot 2 koppel kapoenen 'sjaars, spruitende uit de koopsom van 2J roeden erfgrond onder Oud-Vlissingen door Davit Jeremias van Jan Matens. 1592. 1 charter. N.B. Gemerkt: „Lra B", vermeld in nr. 415 (fol. XCII verso); N>'. 17". 1127. Schuldbrieven en andere papieren uit den boedel van Jan Matens. Laatste helft der 16de en begin der 17de eeuw. 1 pak (zie Reg. nrs. 595, 598 en 625). X.B. Kenige van deze schuldbrieven staan beschreven in de lijst van kwade schulden „waervan geene hoepe is om iets van te recouvereeren", zie nr. 414 (fol. CLXXXVII). 1128. Extract uit het register van aanschattingen der stad Middelburg, houdende last van betaling van onderscheidene geldsommen aan Jan Matens uit de geabandonneerde goederen van Jan Simonsskn Gallissiën. 1604. 1 stuk in 1 omslag. X.B. Gemerkt „No. 7". 1129. Lijsten van leenlanden en tienden. 1781. 2 stuks in 1 omslag. N.B. Op deze lijsten worden ook de tienden in Ooster- en Sir-Jausland genoemd, die niet tot de goederen van Matens, maar tot de algemeene goederen van het gasthuis behooren (zie nrs. 694 695 en 696). 1130. Lijst van bescheiden in de doos van Jan Matens. (c. 1625). 1 stuk in 1 omslag. V. VARIA. 1131. Rekwesten en kwitantiën betreffende restitutie van door Godshuizen te Middelburg en te Vere betaalde belastingen. 1809—1812. 1 lias eii 5 stukken in 1 omslag. N.B. Het schijnt, dat deze stukken uit het archief van den ontvanger der onbeschreven middelen afkomstig zijn. Op een inliggend briefje staat: „kwitantiën der restitutie van de betaalde belastingen over de onbeschrevene middelen over 1809 en vroeger. N°. 30 oudarchief Gemeene Nederd. armen". AANHANGSELS. I. STUKKEN BETREFFENDE DE KLEINE ARMSCHOOL. ■) N.B. Bij testamentaire beschikking van 1561 Mei 1 legateerden Jacob Heïndricx zoon van Grijpskerke en zijne echtgenoot Jannekr Heïndricx dochter 200 pond Vis. en 2000 Carolusguldens tot stichting van eene school voor schamele kinderen van de drie parochiën der stad, afgescheiden van de armenschool (Groote arm- of weesschool (zie de Inleiding van het archief van het Armweeshuis)). De erflaters hebben zich blijkbaar van te voren vergewist, dat hunne schenking zou worden aanvaard en gasthuismeesters en gecommitteerden der gemeene armen bereid waren de beoogde stichting tot stand te brengen en dienaangaande verplichtingen op zich te nemen (zie nr. 1182), 1564 October 19 kreeg de zaak een officieel cachet; toen werd nl. met toestemming van burgemeesters en schepenen der stad door gasthuismeesters en gecommitteerden der armen van de drie parochiën eene akte voor schepenen gepasseerd, waarbij deze de schenking erkenden, de belegging in fondsen er van vaststelden, en zich voor henzelven en opvolgende besturen aansprakelijk stelden voor de uit het stichten van de bedoelde school voortvloeiende tinanciëele gevolgen (zie den fundatiebrief onder nr. 1132). Het geheele stuk, dat den vorm heeft van een verdrag, schijnt in hoofdzaak een terugslag te zijn van de desbetreffende bepaliugen van het testament. Inmiddels was de school Juli 22 te voren reeds geopend in het huis van Symon Sïmons zoon Cost in de Noordstraat (zie de rekening in nr. 88). Het moet geweest zijn ter plaatse waar nu de kazerne staat, want 1568 Juni 2 autoriseerden Wet en Raad het gemengd bestuur om eene zekere groote schuur in den „Scotschen houck" te koopen „cora mende aen de schoole geïnstituert by Jacob Heïndricx (zoon) van Grij(p)skerkic, ende daermede te augmenteren de voorscreven schole *). Niet lang echter is de school daar gebleven. 1569 Maart 8 droeg Eeuwoutken , weduwe van Lambrecht Lambrechts zoon backer aan de gecommitteerden der Armenschool en ten behoeve van die school twee huizen met erven in de St. Janstraat over (zie nr. 1850). Zn zal dus spoedig naar de lokalen van de aangekochte huizen zijn overgebracht, waar zij, voor zooveel betreft het tijdperk, waar- ) Zie Van Boxhorn. Chronyck van Zeelandt dl. I (blz. 175) (16441. — Smallkgange Nieuwe Cronyk van Zeeland (blz. 448) (1696). - '8 Gravezande Vredegroet (blz. 39) (1785). _ Xehalenma. Jaarboekje voor Zeeuwsche Geschiedenis en Letteren 1849 (blz. 113 vlg.). • W. J. Zif. Het Armweeshuis (blz. 4). — Zelandia illustrata I (blz. 339). Register ten Kade nr. 2 fol. 52 verso. over het oudarchief loopt, voortdurend is gebleven. In 1597 werd er beraadslaagd over het aanstellen van een ondermeester; daartoe schijnt het echter niet gekomen te zijn, want een paar maanden later werd de vrouw van den schoolmeester f 50,— toegelegd om haar man te helpen „wegens de veelheyd der kinderen" (zie nr. 1481 blz. 57). Van Boxhorn bericht in 1644, dat de school door 200 kinderen bezocht werd, Smallegakge stelt 50 jaren later dit getal eveneens op 200, terwijl op eene notitie van c. 1785 235 schoolgaande kinderen werden opgegeven en 51 op de in 1707 ingestelde avondschool voor arme kinderen, die overdag op een ambacht waren (zie de notulen van September 29 in nr. 1 van dezen Inv.). De schoolmeester werd door gasthuismeesters en gecommitteerden van de gemeene armen (later Nederd. Herv. diakonie) in eene gecombineerde vergadering benoemd. 1725 Maart 3 troffen de betrokken collegiën eene overeenkomst om de benoeming op beurteil te doen (zie pakket C nr. 64* (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.)). Het blijkt, dat de schoolmeester in de 17(le en 181e eeuw ook burgerkinderen tegen betaling ter leering ontving. Het bestuur meende, dat dit niet anders dan ten nadeele van het gewone onderwijs was, waarom het den schoolmeester met verhooging zijner jaarwedde verbood om langer burgerkinderen te onderwijzen (zie de notulen van 1775 Augustus 11). Het oogmerk van de fondateurs is dus ten volle bereikt: de school handhaafde zich in den loop van tijd en een ruim gebruik werd er van gemaakt. Niet echter geheel en al zonder inoeielijkheden. In 1567 deed de bisschop van Middelburg eene poging om over hare geldmiddelen te beschikken, die echter door de flinke houding van het stadsbestuur mislukte '). Nauw verbonden aau het gasthuis en de gemeene armen , deelde ook de school in den tegenspoed, die deze beide instellingen door de tijdsomstandigheden van 1572 tot in het begin der 17,l,: eeuw troffen. Het „achterstel ende verloopen van de schoole" bedroeg in 1606 131 k. 15 sch. 2 gr. 6 myten. In strijd met de d. o. t. aangegane verplichtingen verzochten gasthuismeesters van die schuld ontlast te worden, welk verzoek echter door het stadsbestuur van de hand werd gewezen (zie nr. 1134). Minder dan men had mogen hopen vielen in lateren tijd aau deze stichting schenkingen ten deel, slechts één beduidend legaat is mij uit het archief gebleken. Het was Adriaenken Jans dochter, die bij beschikking van 1646 Februari 6 het huis Vive la Busse in de Lange Delft aan de Armschool en de Armen elk voor de helft met last van onvervreembaarheid vermaakte (zie de kopie van haar testament in pakket C nrs. 205 en 241) (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). Het pand komt voor het eerst in de rekening van 1655/6 voor. Als zelfstandige stichting had de Kleine Armschool hare eigene bezittingen; zij werden door gasthuismeesters en diakenen beheerd, maar natuurlijk geheel afgescheiden van de gasthuis- en armengoederen. Aanvankelijk voerde de ontvanger van de armen deze administratie, doch van af 1604 — misschien nog vroeger — de ontvanger van het gasthuis, die er tot 1811 onafgebroken mede belast bleef. Hunne rekeningen werden afgehoord door gecommitteerden van het stedelijk bestuur en van de armen eu door gasthuismeesters. Het voor- of nadeelig saldo kwam ten bate of laste van het gasthuis eu der armen, elk voor de helft. Weinig of niets — evenals van het archief van het Armweeshuis, met welks bestuur ook de diakonie was belast — is uit de periode J564 tot 1604 bewaard gebleven. Slechts 2 onvolledige rekeningen van 1564/5 en 1565/6, die achter de gasthuisrekeuiugeu (nrs. 88 en 89) voorkomen, zijn aanwezig. Die van 1564/5 was niet de eerste, die afgelegd werd, er moet er vóór dien tijd ook eene gedaau zijn, waarvan in de rekening van 1564/5 gerept wordt, en die bedoeld zal zijn in den fun- Zie Zelandia illustrata I (blz. 339;.. datiebrief „wesende van daten den XXIIII<-n Juny XVC vierentzestich . Meci' dan van de diakonie is van het archief van het gasthuis benaard gebleven en daarmede tevens van deze school uit het tijdvak 1605—1811, toen, gelijk gezegd, de gasthuisontvanger de administratie voerde. Van 1605 tot 1665 bevinden zich de rekeningen in afzonderlijke deelen , na dien tijd zijn zij met de rekening van het gasthuis en die betreffende de goederen van Jan Matens in een band vereenigd. De acquitten, tot deze rekeningen beboerende, zijn bij die van het gasthuis geliasseerd. Overigens heb ik de losse stukken zooveel mogelijk van het gasthuisarchief gescheiden omdat er in werkelijkheid niet het minste verband tusschen belden bestaat. Maar dit «as slechts met de weinige hierachter beschreven papieren mogelijk. Vele moesten in de pakketten losse stukken van het gasthuis blijven berusten (zie pakket A ars. 16, 48 en 49 (nr. 4 van dezen luv.) en pakket lfiuDr9V». ón- 0 0 04"'„o64''' 64°' 98' 105 • 131 ■ 184. 148, 169, 200, 20o, 223, 224 en 241 (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.), en evenmin konden de aanteekeningen, die betreffende deze school in schier alle deeleu van het archief van het gasthuis voorkomen, daarvan gescheiden worden. i uBij jdt' reoreaI'isatk' gestichten in 1812 bleef de school behouden en voorloopig in de oude lokalen in de St. Janstraat gevestigd .zie de notulen van de Commissie der Hospices van September 12 en 26). 1132. Fundatiebrief van de Armschool. 1564. Met afschrift van (c. 1770). 1 charter (zie Reg. nr. 587; en 1 stuk in 1 omslag. 1133. Memorie omtrent de fundatie der school, (c. 1600) (kopie). 1 stuk in 1 omslag. N.B. Het blijkt niet door wien deze memorie gesteld is. 1134. Beschikking van Wet en Raad op een rekwest van gasthuismees- ineesters om outlast te worden »van het achterstel ende verloopen" van de Armschool, en het onderhoud der simpelen. 1606 Februari 4. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Van dit origineel bevindt zieh een afschrift onder nr. 16 in pakket A (nr. 4 van dezen Inv.). 1135. Notitie van het getal schoolgaande kinderen en van het jaarlijksch inkomen van den schoolmeester (c. 1780). 2 stukken in 1 omslag. 1136 1349. Jaarlijksche rekeningen. 1605 1811. 61 deelen en 153 rekeningen in banden bij de gasthuisrekenmgen. N.B. Zie het aangetcekende onder het hoofd van deze afdeeling en bij de gasthuisrekeu.ngen (blz. 48, De rekeningen over 1564/5 en I060/6 die hiervoren onder nrs. 88 en 89 zijn aangeduid zijn onvolledige kopieën, door den ontvanger van het gasthuis opgemaakt ter berekening van het aandeel van dit gesticht in de baten en lasten der school. De geldsommen van de officiëele rekening zijii daarin slechts voor de helft uitgetrokken waardoor men een resultaat moest krijgen, dat gelijk was aan de helft van dat der otficieele rekening. Spoedig waarschijnlijk eft men dit omslachtig werk nagelaten en eenvoudig volstaan met in de gasthuisrekening te boeken de helft van het eindcijfer der origineele rekening. — Van de rekeningen over 1692/3 en volgende jaren is meest een losse borderel aanwezig, die zich voor in elk deel van de gasthuisrekeningen bevindt, meestal op hetzelfde vel papier, waarop ook de borderellen van de gasthuisrekening en van de rekening der goederen van Jan Matens geschreven zijn 1136. 1605. 1187. 1606. 1138. 1607. 1139. 1608. 1140. 1609. 1141. 1610. 1142. 1611. 1148. 1612. 1144. 1613. 1145. 1614. 1146. 1615. 1147. 1616. 1148. 1617. 1149. 1618. 1150. 1619. 1151. 1620. 1152. 1621. 1153. 1622. 1154. 1624. N.B. Het reces is niet geteekeud. 1155. 1625. 1156. 1626. 1157 1627. 1158. 1627. 1159. 1628. 1160. 1629. 1181. 1630. 1162. 1680. 1168. 1681. N.B. Miuuut-rekening. 1164. 1682. 1165. 1084. N.B. Minuut-rekening. 1166. 1635. N.B. Deze rekening is een doublé. 1167. 1636. N.B. Origineele rekeuing. 1168. 16-36. N.B. Deze rekening is een doublé. 1169. 1637. N.B. Minuut-rekening. 1170. 1639. N.B. Deze en de 3 volgende zijn origineele rekeningeu. 1171. 1640. 1172. 1641. 1173. 1642. 1174. 1643. N.B. Het blad, waarop het reces, is uitgescheurd en ontbreekt thans. 1175. 1644. N.B. Deze en de 2 volgende zijn origineele rekeningen. 1176. 1645. 1177. 1646. 1178. 1647. N.B. Deze rekening is een doublé. 1179. 1648. N.B. Deze en de 3 volgende zijn origineele rekeningen. 1180. 1649. 1181. 1650—1651. 1182. 1652. 1183. 1653—1654 Juni 27. N.B. Deze en de 10 volgende rekeningen zijn doublen. 1184. 1654 Juni 27 — 1655 Juli 17. 1185. 1655 Juli 18 — 1656 Juli 26. 1186. 1656 Juli 26 — 1657 Juli 24. 1187. 1657 Juli 24 — 1658 Juli 25. 1188. 1658 Juli 25 — 1059 Juli 24. 1189. 1659 Juli 24 — 1660 November 8. 1190. 1660 November 3 — 1661 Juli 26. 1191. 1661 Juli 26 — 1662 Juli 26. 1192. 1662 Juli 26 — 1662 December 28. 1193. 1662 December 28 — 1663 December 28. 1194. 1663 December 28 — 1664 December 29. N.B. Deze en de volgende zijn origineele rekeningen. 1195. 1664 December 29 — 1666 Januari 4. 1196. 1664 December 29 — 1666 Januari 4. N.B. Deze rekening is een doublé. 1197. 1666 Januari 4 — 1666 December 29. N.B. Deze en de 7 volgende zijn origineele rekeningen. — Deze rekening bevindt zich in nr. 188. 1198. 1666 December 29 — 1667 December 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 189. 1199. 1667 December 28 — 1668 December 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 190. 1200. 1668 December 28 — 1669 December 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 191. 1201. 1669 December 30 — 1671 Januari 2. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 192. 1202. 1671 Januari 2 — 1671 December 29. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 193. 1203. 1671 December 29 — 1672 December 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 194. 1204. 1672 December 28 — 1674 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 195. 1205. 1674 Juli 31 — 1675 Juli 12. N.B. Deze en de 17 volgende rekeningen zijn doublen. — Deze rekening bevindt zich in nr. 196. 1206. 1675 Juli 12 — 1676 Juli 23. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 197. 1207. 1676 Juli 23 — 1677 Juli 30. N B. Deze rekening bevindt zich in nr. 198. 1208. 1677 Juli 30 — 1678 Juli 26. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 199. 1209. 1678 Juli 26 — 1679 Juli 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 200. 1210. 1679 Juli 28 — 1680 Augustus 8. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 201. 1211. 1680 Augustus 8 — 1681 Juli 24. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 202. 1212. 1681 Juli 24 — 1682 September 9. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 203. 1213. 1682 September 9 — 1683 Augustus 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 204. 1214. 1683 Augustus 31 — 1684 Juli 28. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 205. 1215. 1684 Juli 28 — 1685 Juli 27. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 206. 1216. 1685 Juli 27 — 1686 Augustus 1. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 207. 1217. 1686 Augustus 1 — 1687 Juli 29. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 208. 1218. 1687 Juli 29 — 1688 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 209. 1219. 1688 Juli 31 — 1689 Juli 27. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 210. 1220. 1689 Juli 27 — 1690 Juli 31 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 211. 1221. 1690 Juli 31 — 1691 Juli 26. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 212. 1222. 1691 Juli 26 — 1692 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 213. 1223. 1692 Juli 30 — 1693 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 214. 1224. 1693 Juli 31 — 1694 Augustus 3. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 215. 1225. 1694 Augustus 3 — 1695 Augustus 1. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 216. 1226. 1695 Augustus l — 1696 September 18. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 217. 1227. 1696 September 18 — 1697 Augustus 1. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 218. 1228. 1697 Augustus 1 1698 Juli 80. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 219. 1229. 1698 Juli 30 — 1699 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 220. 1230. 1699 Juli 30 — 1700 Juli 30. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 221. 1231. 1700 Juli 30 — 1701 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 222. 1232. 1701 Augustus 1 — 1702 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 223. 1233. 1702 Augustus 1 — 1703 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 224. 1234. 1703 Augustus 1 — 1704. Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 225. 1235. 1704 Augustus 1 — 1705 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 226. 1236 1705 Augustus 1 — 1706 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 227. 1237. 1706 Augustus 1 — 1707 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 228. 1238. 1707 Augustus 1 — 1708 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr 229. 1239. 1708 Augustus 1 — 1709 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 230. 1240 1709 Augustus 1 — 1710 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 231 1241. 1710 Augustus 1 — 1711 Juli 31 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 232. 1242. 1711 Augustus 1 — 1712 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 233. 1243. 1712 Augustus 1 — 1713 Juli 31 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr 234. 1244. 1713 Augustus 1 — 1714 Juli 31 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 285. 1245. 1714 Augustus 1 — 1715 Juli 81 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 286. 1246 1715 Augustus 1 — 1716 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 237. 1247. 1716 Augustus 1 — 1717 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 238. 1248. 1717 Augustus 1 — 1718 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 239. 1249. 1718 Augustus 1 — 1719 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 240. 1250. 1719 Augustus 1 — 1720 Juli 31. N B. Deze rekening bevindt zich in nr. 241. 1261. 1720 Augustus 1 — 1721 Juli 81 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 242. 1252. 1721 Augustus 1 — 1722 Juli 81 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 243. 1258. 1722 Augustus 1 — 1728 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 244. 1254. 1728 Augustus 1 — 1724 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 245. 1255. 1724 Augustus 1 — 1725 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 246. 1256. 1725 Augustus 1 — 1726 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 247. 1257. 1725 Augustus 1 — 1726 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 248. 1258. 1726 Augustus 1 — 1727 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 249. 1259. 1727 Augustus 1 — 1728 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 250. 1260. 1728 Augustus 1 — 1729 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 251. 1261. 1729 Augustus 1 — 1780 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 252. 1262. 1730 Augustus 1 — 1781 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 253. 1263. 1730 Augustus 1 — 1731 Juli 31. N.B. üeze rekening bevindt zich in nr. 254. 1264. 1731 Augustus 1 — 1732 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 255. 1265. 1731 Augustus 1 — 1732 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 256. 1266. 1732 Augustus 1 — 1733 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 257. 1267. 1732 Augustus 1 — 1733 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 258. 1268. 1733 Augustus 1 — 1734 Juli 81. N.B. üeze rekening bevindt zich in nr. 259. 1269. 1733 Augustus i — 1734 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 260. 1270. 1734 Augustus 1 — 1735 April 16 N.B. De ontvangsten en uitgaven zijn in de volgende rekening genomen. — Deze rekening bevindt zich in nr. 261. 1271. 1734 Augustus 1 — 1735 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 262. 1272. 1734 Augustus 1 — 1735 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 263. \-2"S. 1735 Augustus 1 — 1736 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 264. 12*74. 1786 Augustus 1 — 1737 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 265. 1275 1737 Augustus 1 — 1738 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 266. 1276. 1738 Augustus 1 — 1739 Juli 31. N B. Deze rekening bevindt zich in nr. 267. 1277. 1739 Augustus 1 — 1740 Juli 81. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 268. 1278. 1740 Augustus 1 — 1741 Juli 31 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 269. 1279. 1741 Augustus 1 — 1742 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 270. 1280. 1742 Augustus 1 — 1743 Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 271. 1281 1743 Augustus 1 — 1741, Juli 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 272. 1282 1744 Augustus 1 — 1745 Juü 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 278. 1283. 1745 Augustus 1 — 1746 December 31. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 274. 1284. 1747. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 275. 1285. 1748. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 276. 1286. 1749. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 277. 1287. 1750. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 278. 1288. 1751. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 279. 1289. 1752. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 280. 1290. 1753. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 281. 1291. 1754. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 282. 1292. 1755. v N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 283. 1293. 1756. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 284. 1294. 1757. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 285. 1295. 1758 N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 286. 1296. 1758. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 287. 1297. 1759. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 288. 1298. 1760. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 289. 1299. 1761. N.B. Üeze rekening bevindt zich in nr. 290. 1300. 1762. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 291. 1301. 1763. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 292. 1302. 1764. N.B. Deze rekening bevindt zich in ur. 293. 1303. 1765. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 294. 1304. 1766. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 295. 1305. 1767. N.B Deze rekening bevindt zich in nr. 296. 1306. 1768. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 297. 1307. 1769. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 298. 1308. 1770. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 299. 1309. 1771. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 300. 1310. 1772. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 301. 1311. 1773. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 302. 1312. 1774. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 303. 1313. 1775. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 304. 1314. 1776. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 305. 1315. 1777. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 306. 1316. 1778. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 307 1817. 1779. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 308. 1318. 1780. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 309. 1319. 1781. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 310. 1320. 1782. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 311. 1321. 1783. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 312. 1322. 1784. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 318. 1323. 1785. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 314. 1324. 1786. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 315. 1325. 1787. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 316. 1326. 1788. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 317. 1327. 1789. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 818. 1328. 1790. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 819. 1329. 1791. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 320. 1330. 1792. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 321. 1331. 1793. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 322. 1332. 1794. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 323. 1333. 1795. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 324. 1334. 1796. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 825. 1335. 1797. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 326. 1336. 1798. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 327. 1337. 1799. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 328. 1338. 1800. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 329. 1339. 1801. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 330. 1340. 1802. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 331. 1341. 1803. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 332. 1342. 1804. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 333. 1343. 1805. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 334. 1344. 1806. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 335, 1345. 1807. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 336. 1346. 1808. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 337. 1347. 1809. N.B. Deze rekening bevindt zich in nr. 338. 1348. 1810. N.B. Het reces is niet geteekend. — Deze rekening bevindt zich in nr. 339. 1349. 1811. N.B. Het reces is niet geteekend. — Deze rekening bevindt zich in nr. 340. 1350. Stukken betreffende den eigendom van de huizen Groot en Klein Rome in de St. Janstraat. 1543—1569. 4 charters (zie Reg. nrs. 519, 521, 554, 586 en 606). 1351. Extract uit het register ten Rade, houdende autorisatie tot verkoop van renten op het land van Brabant. 1639 September 10. (Kopie). 1 stuk in 1 omslag. 11 1352. Verklaring van Isaöcq Stangeniels betreffende den verkoop aan gasthuismeesters eener obligatie, groot 1000 pond nominaal, ten laste der provincie Zeeland. 1754. 1 stuk in 1 omslag. II. STUKKEN, NAGELATEN DOOR LAURENS UDEMANS. N.B. Laurens Udemans werd 1632 April 4 geboren uit het huwelijk van Cornelis Udemans en Apollonia Udemans '). In 1650 werd hij geplaatst als klerk op het bureau van registratie en thesaurie te Middelburg. 1652 Mei 20 huwde hy met zijn nicht Maria de Pauw a). Bij resolutie van de Staten van Zeeland d.d. 1653 Maart 14 werd hem de exercitie van de notarie „praevio examine et solitis clausulis" toegestaan, en in 1663 December volgde hij zijn neef Pieter Udemans in het griffierschap der registratie en thesaurie der stad op, wnarbij ook tevens de functiën van ontvanger van het stads uniegeld, van het inkomen der kerken en van de 1 groot te ponde van verkochte vaste en inmeuble goederen, den armen verleend, op hem overgingen. Later is hij ook belast geworden met de inning van het issue (exue) geld. Bij de splitsing van het bureau van registratie en thesaurie in 1672 werd Laurens Udemans, zoo het heet op zijn verzoek, van de thesauriewerkzaamheden ontslagen. De ontvangst van het middel op alle politieke ambten, waartoe hij door Gecommitteerde raden vau Zeeland 1670 Mei 10 was gecommitteerd, heeft hij feitelijk nooit gehad, omdat de thesauriers van de stad, naar het schijnt in strijd met Udemans' aanstelling, die aan zich zelf behielden, zoodat hun griffier niets anders overschoot dan uit die provinciale betrekking ontslag te vragen, dat hem 1672 September 6 verleend werd. Van anderen aard waren de functiën van diaken en van gasthuismeester; tot de eerste werd hij driemaal geroepen: 1665 tot 1667, 1669 tot 1671 en 1673 tot 1675 *), tot de laatste werd hij 1677 Mei 22 "*) aangesteld, die hij tot zijn overlijden bleet waarnemen. Als diaken maakte hij zich verdienstelijk door eene regeling der cijnzen, waarin de armen en het gasthuis meestal samen betrokken waren en in de ontvangst waarvan sedert de troebelen groote verwarring heerschte. Den dank van het college van diakenen ontring hij hiervoor. Ook zijne mederegenten van het gasthuis moeten zijne groote werkkracht op prijs hebben gesteld, het tweede en laatste groote leggerboek en tal van andere stukken zijn van zijne hand. Behalve de reeds genoemde betrekkingen behandelde L. Udemans vele boedelzaken, waarvan uog een aantal rekeningen etc. in deze verzameling voorkomen. Laurens Udemans overleed in den zomer van 1690, zijne vrouw in 1693. Een uittreksel uit hun testament bevindt zich in nr. 75 vau pakket C (nrs. 6 tot 8 van dezen Inv.). Uit de stukken van dat nr. 75 blijkt, dat hy o. a. eene regeling vast- ï) Dit echtpaar schynt 4 kinderen te hebben gehad: Cornelis, Cornelia, Hendrik en Laurens. Uit dit huwelijk werden 2 kinderen geboren, Cornelis en Johannks, die beiden als jonge mannen stierven. "O Zie F. Nagtglas. De Algemeene Kerke raad der Nederduitsch-Hervormde Gemeente te Middelburg blz. 158 vlg 4) Het medegedeelde door 'sGravezande in zijn Vredegroet blz. 52 ^noot v), geeft aanleiding tot de onjuiste meening, dat L. Udemans iu 1679 regent van het gasthuis werd. Zie de akte van aanstelling in nr. 1353. stelde voor de bewaring van zijne na te lateu papieren '), waaraan hij de helft van de rente van 200 pond Vis. verbond. Eerst moest het archief komen aan Hendrik of Coknelis Udemans , daarna aan Appollonia van Fuïrden (eene dochter van Laurens' zuster C'ornelia), gehuwd met Pieter Bistijn, vervolgens aan haar neef Johannis de Pauw, verder op diens zuster Sara de Pauw, waarna het moest versterven op het oudste der kinderen van Laurens' broeder Cornelis. Het is echter met de erfopvolging van het archief en de daaraan verbonden rente anders geloopen, dan de testateur had bepaald. Bij het overlijden van Maria de Pauw in 1693 waren hare zwagers Hendrik en Cornelis reeds dood, het archief kwam toen aan Appollonia van Fuyrden, die het tot c. 1740 in bewaring heeft gehad. De verzameling ging over op Pieter Bustijn, een zoon van de meermalen genoemde Appollonia, die haar tot c. 1756 bewaarde, zij kwam toen aan diens dochter Appollonia Bistijn, echtgenoot van dr. Henricus Kintius. Aan haar werd in 1769 voor het laatst de rente ad 3 pond Vis. betaald. Vermoedelijk stierf zij kinderloos en is het archief in dat of het volgende jaar met de rente er aan verbonden, benevens de portretten van Udemans en van zijne echtgenoot en beide zoons, aan het gasthuis overgegaan. De notulen van gasthuismeesters bewaren echter over deze overdracht het zwijgen. Eerst in 1785 Februari 1 wordt er van gezegd, dat het archief is nagezien, dat het geborgen is gedeeltelijk in eene kist, „die geplaatst is op de groote zolder", gedeeltelijk in het kantoor, dat het is genoteerd in een boekje en er bovendien twee inventarissen (die elkander aanvullen) van zijn geformeerd , berustende onder de papieren van dezen huize onder nr. 129 (pakket C rs. 6 tot 8 van dezen Inv.)). Éën dezer inventarissen is eene kopie van een inventaris, opgemaakt door Pieter Bistijn, en vermeldt de papieren, die in de wagenschotten kist op'den zolder waren geborgen. De omschrijving is zeer onbepaald en zonder nummering. 1785 Januari 11 werden deze stukken door gasthuismeesters nagezien, en daarBij bevonden, dat „een bundelken met papieren en mede eenige quitantiën van den koop van 't huys van Gijsbreoht van Lansbergen etc." ontbrak, maar dat er daarentegen verscheidene papieren in de kist aanwezig waren, die op den inventaris van Pieter Bustijn niet vermeld stonden. Ze werden er op bijgeschreven. De andere inventaris, gedateerd 1785 Februari 1 en vermoedelijk door gasthuismeesters opgemaakt, vermeldt in 40 nummers de stukken, die in het kantoor waren geborgen. Elk nummer bestaat meestal uit eene min of meer groote verzameling, o. a. nr. 1 uit een blikken trommel met papieren volgens eene door L. Udemans eigenhandig geschreven en daarbij gevoegde lijst (zie nr. 1372). De pakken en bundels zijn van het nummer van den inventaris voorzien, zoodat zij met weinig moeite te herkennen waren. Bij de ordening van deze verzameling nu is gebleken, dat de bescheiden, die eene plaats in het kautoor van het gasthuis hebben gehad, op eene enkele uitzondering na (een schuldboek van de notarie uit den blikken trommel) nog aanwezig zijn. Daarentegen heb ik met zekerheid geen enkel stuk van den inventaris van P. Bustijn herkend, noch de eikenhouten kist zelt aangetroffen. Het is mogelijk, dat de hierachter ouder nrs. 1361, 1362, 1364 tot 1371 beschreven bescheiden, die niet op den inventaris van gasthuismeesters vermeld zijn, deel van den inhoud der kist hebben uitgemaakt, maar het 'meest waarschijnlijk komt mij voor, dat de kist bij de ontruiming van het gasthuis op den zolder is achtergebleven en in 1866 met haar geheelen inhoud iu handen van de sloopers der gebouwen van het oude gasthuis is gevallen. Zooals gezegd, schonken Udemans en zijne echtgenoot aan ') De origineele notarieele instrumenten moesten volgens eene resolutie vau burgemeesters, schepenen en raad ter secretarie worden geconsigneerd. den bewaarder van zijne na te laten papieren de helft van eene rente van 200 pond Vla. kapitaal, de wederhelft vermaakten zij aan het gasthuis. Ter voldoening aan deze bepaling van hel testament werd aan het bestuur van het gasthuis afgedragen eene obligatie van 200 pond Vis. ten name van Willem Parckeh en gedateerd 1669 September 4. Dit effect werd in het groot leggerboek fol LXVII verso) ingeschreven onder n°. 83. Mei goedvinden van Pietkr Bustijn werd het verwisseld voor een rentebrief op Middelburg ten name van Robrecht Baart. Dil laatste effect, eveneens genummerd 38, komt voor in de lijsl van Middelburgsche rentebrieven, die op fol. 100 van Inv. nr. 424 geboekt staat. In 1750 werden de Middelburgsche rentebrieven afgolost en voor het beschikbaar gekomen kapitaal Zeeuwsche obligatien oude lichting aangekocht (zie de gasthuisrekening over dat jaar tol. 19 en 29 verso). Geen dezer effecten wordt in de registers als betrekking hebbende op Udemans' legaat aangeduid, maar het is duidelijk, dat het in die laatste Zeeuwsche schuldbekentenissen begrepen is. Gasthuismeesters brachten de zaak 8 jaren later op een duidelijker terrein: bjj gelegenheid, dat er in 1758 een Zeeuw sch effect van 100 pond werd afgelost, kochten zij Augustus 4 een Zeeuwschen schuldbrief nieuwe lichting ad 200 pond en lieten dien stellen ten name van Laurens I demans en Mabia de Pauw (zie de rekening van 1758 (tol. 18 verso en 34) en nr. 424 van dezen Inv. (fol. 108)). Deze laatste rentebrief werd o. a. ten jare 1801 in nationale schuldbrieven geconverteerd (zie nr. 425 (fol. 95)). Het gasthuis kwam en bleef dus in het bezit van het kapitaal, uit welks rente de belooniug voor het bewaren dezer verzameling papieren moest betaald worden. Gelijk reeds is opgemerkt, blijkt van deze betaling aan eenige nakomeling van Udemaxs of zijne vrouw na 1769 niets meer. Ik heb de geschiedenis van dit legaat in bijzonderheden hier neergeschreven, omdat er uit schijnt te blijken, dat er op het gasthuis ten aanzien van de door Laurens l demans nagelaten bescheiden eene bijzondere verplichting rust. a. Persoonlijke stukken betreffende de familie Udemans—de Pauw. 1353. Akten van aanstelling en andere stukken, rakende eenige der officiëele bedieningen van L. Udemans; genealogie, testamenten, boedel- en andere papieren betreffende de familie Udemans 1656—1690. 1 pak. N.B. Gemerkt: nN°. 38". 1354. Stukken betreffende de verschillende bedieningen, die L. Udemans zoo van de stad als van de provincie heeft gehad. 1663—1690. 1 pak. N.B. Dit pak bestaat uit verscheidene dossiers, het is gemerkt: „N°. 23". 1355. Grootboek betreffende de mouterij, gehouden door Corneljs Udemans op den Singel tusschen de Seis- en Langeviele poorten. 1678—1675. 1 deel. N.B. \an voren eenige aanteekeningeu van den prijs van een last gerst, de daarop en op steenkolen vallende onkosten van vervoer, en omtrent de gebruikelijke maat van granen. Daarna een register van de rekeniusren. die in het deel vnnrknnipn De beschreven bladen ziju genummerd 1 tot 58. Op den band staat: „Grootboeck wegens de directie, credit en debit van de mauterie door mij Coenelis l demans geadministreert wordende, begonnen January anno 1673". 1356. Memoriaalboek van de door Coenelis Udemans gedreven mouterij. 1073—1675. 1 deel. N.B. Van voren eenige aanteekeningen van den prijs van een last gerst, de daarop en op steenkolen vallende onkosten van vervoer , en omtrent de gebruikelijke maat van granen. In dit deel ligt een lias kwitantiën en andere op den inhoud betrekking hebbende stukken. Op den band staat: „Memoriaelboerk wegens de mouterie, begonnen 1 January anno 1678". Gemerkt : „N°. 34". 1357. Kwitantiën van door Cornelis Udemans gedane privaat-betalingen. 1674. 2 liassen. N.B. Gemerkt „N*. 26". 1358. Rekening en verdere bescheiden betreffende de door Cornelis Udemans nagelaten goederen. 1676. 1 pak. N.B. Laurens 1'demans was de vader van dezen Corneus. Vnu buiten staat: „Hierinne is gepackt de rekeningen bv my gedaen aeu mijn schoondochter juffrouw Maria Thoma teu overstuen van haeren broeder Sr. Thomas Thoma, April en Mey 1676". Gemerkt: „N°. 33". 1359. Kopie-rekeniugen en verdere bescheiden betreffende den boedel van Mama Thoma van de Wijnpersse, weduwe van Cornelis Westdorp, en de goederen en middelen, aankomende den wees Cornelis Westdorp. 1672—1690. 1 pak. N.B. l. i demans was medevoogd van Cornelis Westdorp. — Gemerkt: „N*. 19". 1360. Stukken betreflende twee schulden, ieder groot 183 pond 6 schellingen 8 grooten Vis., ten laste van Isaück Buys en Isaück, Wouter en Eva van Bullestrate, toekomende aan Willem en johanna van püyrden. 1682—1686. 1 pak. N.B. Deze Willem en Johanna waren kinderen van Abraham van Fuyrdkn en Cornelia l demans. Van de beide eerstgeuoeindc waren Cornelis en Appollonia van Fuïrden erfgenamen. — Hierbij een extract uit de Statennotuleu van 1679 Februari 3. — Gemerkt: „No. 22". 1361. Schuldboek van het sterfhuis van Jan de Pauw. 1652—1658. 1 deel. N.B. Van buiten staat: „Sehultboeck van taterffhuys van mijn vrouws vader sal. ende van onsent wege, beginnende metten XVfdeu Aug.] 1652. Anno 1652". 1362. Rekwesten aan weesmeesters te Bergen op Zoom tot het verkoopen van onroerende goederen uit den boedel van Jan dk Pauw. 1653. 1 lias. N'.B. Van buiten staat: „Copien van de requesten dienende tot het vercoopcu van het hujs in de Woutse straete tot Bergen op uen Zoom ende tot het vercoopen van alle de bosschen daeromtrent gelegen". 1363. Rekeningen en verdere bescheiden betreffende de administratie, door L. Udemans als voogd gehouden van de goederen en middelen van Maria en Laurens de Paüw sedert 1652 Augustus 13, overgebracht 1658 April 24. 1 lias. NB- Van buiten staat: „Documenten raeckende het sterf huys ende scheid inge van mijn huvsvre vader zalr ende tusschen haer ende haer broeder als anders." — Door vocht geschonden. Niet gemerkt, vermoedelijk zyn het de stukken bedoeld onder nr. 14 van de lyst. 1364. Rentebrieven, transportbrieven en kwitantiën betreffende onroerende goederen, in en onder Bergen op Zoom gelegen. 1494 1685. 1 lias, «aarbij 2 charters (zie Reg. nrs. 368 en 375). N.B. Afkomstig uit den boedel van Jan de Pauw. 1365. Eigendomsbewijzen en daarbij behoorende stukken betreffende land en bosschen onder Halsteren en Wouw. 1567 1681. 1 pak, waarbij 1 charter (zie Reg. nr. 597). N.B. Afkomstig uit den boedel van Jan de Pauw. 1366. Transportbrieven, verkoopconditiën, schuldbekentenissen en andere stukken betreffende het huis Breda en boschland en hofsteden onder Halsteren, Heerlen en Wouw gelegen. 1577 1641. 1 pak. N.B. Van buiten staat: „De brieven van de twee boskens, die gelegen syn onder Heerlen". — Afkomstig uit den boedel van Jan de Pauw. 1367. Rekeningen met bij behoorende stukken betreffende goederen van VaD ^EB,DINAND Poenmeht en Maegeiete Jans. 1 pak. N.B. Afkomstig nit den boedel van Jan de Paüw, die voogd over deze kinderen was. 1368. Brieven kwitantiën en andere papieren betreffende land en bosschen onder Halsteren. 1615—1642. 1 pak. N'.B. Hierbij eene geteekendc kaart van land met hofsteden, 1581 (zeer geschonden). Van achteren op die kaart, die tot omslag van dit pak beeft gediend, staat: „Brieven vant thotfoffbossen onder Halteren", en op eene andere plaats: „Van de hoeffve tot Halteren . — Afkomstig uit den boedel van Jan de Pauw. 1369. Inventarissen, rekeningen, kwitantiën en andere stukken betrefen e den boedel van Cornllis de Pauw en zijne echtgenoot Latharina Mof.rjiaxs. 1620 1641. 1 pak. 1370. Inventarissen, verkoopconditiën en andere stukken betreffende den boedel van Jan dk Pauw. 1642—1644. 1 pak. 1371. Kwitantiën van door voogden van de kinderen van Jan de Pauw gedane betalingen. 1642—1645. 1 pak. 1372. «Inventaris van alie de documenten, berustende in de groote blecken doose. 1678 1 stuk in 1 omslag. N.B. Op dit stuk ziju vermeld de bescheiden, thans beschreven onder de nrs. 1355, 1358, 1388, 1438, 1439 en 1440, verder: „alle de rekeningen bv my gedaen wegens de administratie van diversche persoonen ende sterf huysen", waarmede bedoeld zullen zijn de nrs. 1441, 1442, 1443 en 1454, die z\jn althans in de doos aangetroffen. De stukken welke thans onder nr. 1452 beschreven zijn, zijn later met de hand van L. I dkmans op deu inventaris bijgeschreven. — Aangezieu de „blecken doose" versleten is, is zij buiten gebruik gesteld. b. Ambtelijke stukken. $ 1. Stukken betreffende of afkomstig van de griffie van registratie en thesaurie. 1373. Inventaris der charters, toebehoorende aan de stad Middelburg. (Afschrift van c. 1650). 1 deel. N.B. Bij de omschrijving dezer charters staat het folio vermeld, waarop zij in het oude guldenboek staan afgeschreven. Van achteren afschrift vau de specificatie der stadsambachten, bijlage tot de remonstrantie vau den magistraat d.d. 1581 December 8, ingediend bij den prins van Oranje, en verklaring vau de uatuur der leenen door den rentmeester-generaal Pieter Jans zoon van der Hooge en 3 stukken betreffende waterbaljuwage. — Dit en de 4 volgende nummers waren in één pak, gemerkt: „N°. 40". 1374. «Inventaris van de chartres van privilegen, octroyen, concessiën, contracten, accoorden, sententiën van houden vau justitie ende aende(re) munimenten, gegeven by kaisers, coniugen, priuceu, graven en gravinnen van Zeelaudt, de stadt Middel burch vergunt ende gegeven 't sedert den tijdt van eenige houderde jaeren, alle liggende in de groote casse staeude op de thresaurie". (Afschrift van (c. 1650)). 1 deel. N.B. Van achteren eene inhoudsopgave. — De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 27. 1375. «Inventaris vau alle de documenten concerneerende stadts heerlickheden, obligatiën ende andere noodige bescheeden, bevonden in het stadts binnencomptoir op de camer van de heeren thresauriers Anno 1660". (Afschrift). 1 deel. N.B. iJe beschreven bladen ziju genummerd 1 tot 22. 1376. Resolutie vau Wet eu Raad op de ordinaris eii extraordinaris inkomsten en uitgaven der stad Middelburg, d.d. 1611 November 19 (Afschrift). 1 deel. 1377. Verkoopconditiën van de nieuw bedijkte landen, genaamd den Middelburgschen polder, bedijkt krachtens octrooi van de Staten van Zeeland van 1644 Juni 'Z'Z en 1646 December 15. 1644. 1 deel. N.B. Zie ook de Statennotulen van 1644 Augustus 12. Op den kaut is de naam van den kooper en de prys vau elk perceel aangeteekend. 1378. Naamlijst van burgemeesters, schepenen en raden der stad Middelburg, 1560 tot 1668. (Twee afschriften). 2 deelen. N.B. Dit en de 3 volgende nummers waren in één pak gemerkt • „N°. 39". ° 1379. Memoriaal tot het opmaken van het kohier van den 500"e" penning, het hoofdgeld, het dienstbodegeld en de taxatie van de wijnen. 1672. 1 deel. 1380. Memoriaal tot het opmaken van het kohier van het bodegeld en van het karos-, wagen- en paardengeld. 1671. 1 deel. 1381. Verklaring van burgemeesters en schepenen van Vlissingen omtrent de woonplaats en het overlijden van Jacoba van Goch, afgegeven ten dienste van het recht der collaterale successie. 1678. 1 stuk in 1 omslag. 1382. \ erschillende losse stukken en aanteekeningen van L. Udemans betreffende de inkomsten van de stad Middelburg. 1664 1678. 1 pak. N.B. Gemerkt: nN#. 37". 1383. Stukken betreffende het recht van stads (Middelburg) exuë en collaterale successie. 1665—1677. 1 pak. N.B. Gemerkt: „N°. 36". — Door vocht geschonden. — Deze stukken schijnen door L. I, demans bij de uitoefening van zjjn ambt op de stadsgriftie pro memorie te zijn opgemaakt. 1384. Schuldboek van stads uniegeld, zijnde een impost van 4 grooten te ponde van verkochte huizen en erven. 1663/4—1690. 28 deelen in 1 pak. N.B. Gemerkt: „N". 18". — Van buiten op het eerste schuldboek staat: „Nota. Is op den 11 Juuy 1664 aen de heeren thresauriers rekeninghe gedaen ende aldaer berustende". 1385. Kasboekjes van stads uniegeld. 1647 '8—1690. 4 stuks in 1 pak. N.B. Gemerkt: ,,N°. 18". De boekjes over 1653/4 tot 1656/7 ontbreken. Hierbij één kasboekje van het exuëgeld. 1664. § 2. Stukken betreffende de belasting van den 40sten penning. N.B De stukken, bedoeld onder nrs. 1386 tot 1388 zijn in afzonderlijke paragraphen beschreven, omdat zij — streng genomen — door L. I demans als particulier persoou zijn opgemaakt. Zij staan echter met den dienst vau de registratie en thesaurie in nauw verband. 1386. Rekeningen van den 40sle" (50sten en 80*en) penning van verkochte paai- en rentebrieven alsmede van verkochte huizen en erven, gedaan door L. U demans aan den pachter van dien impost. 1668/4—1689/90. 29 deelen in 1 pak. N.B. Gemerkt: „No. 12". — Laurens Udemans belastte zich met de ontvangst van dezen impost, hij legde rekening af aan den pachter, die ze af hoorde en teekende. Van 1663/4 tot 1674/5 betreffen deze rekeningen alleen de verkochte paai- en rentebrieven, daarna ook de verkochte huizen en erven. Van 1663/4 tot 1667/8 bedroeg deze belasting , later 5'0 van de koopsom. Van de koopsom der huizen, verkocht ..by decrete", werd slechts de 80*t«t penning geheven. — Hierbij 3 kasboekjes. 1649 tot 1652/3. 1387. Schuldboek van den 40't,n (50'ten en 808,en) penning als bij het vorig nummer bedoeld. 1668/4—1689,90. 28 deelen in 1 pak. N.B. Gemerkt: „N". 13". § 3. Stukken betreffende één groot te ponde van verkochte vaste en inmeuble goederen. N.B. Zie het aangeteekende bij de vorige §. 1388. Rekeningen van de een groot te ponde van de verkochte vaste en inmeuble goederen (schepen daaronder begrepen), den armen verleend bij resolutie van de Staten van Zeeland, d.d. 1652 Juli 29. 1661—1683. 1 pak. §4. Stukken betreffende het inkomen der kerken. 1389—1415. Rekeningen van het inkomen der kerken. 1663/4—1689,90. 27 deelen. N.B. De rekeningen van 1663/4 tot 1665/6 zijn afgehoord door bur- gemeesters, tresoriers en kerkmeesters, de latere alleen door kerkmeesters. Zij zijn gesteld in ponden, schellingen, grooteu Vis. In de 1ste en de 10'e tot de 27ste rekening ligt een borderel. De tien eerste zijn kopieën. Op een etiquet, dat op de 11de rekening is gehecht, staat met de hand van den ontvanger: „Nota. Dese rekeninge der kereken is de eerste originele rekeninge onder mv berustende, alsoo ick tot a». 1673 op de thresaurie in dienst ben geweest ende tot dien tijd toe alle de voregemelde (lees: voregaendei rekeningen aldaar hebbe gelaten, maer nu met goetvinden van de heeren kerekmeesters dese ende volgende originele rekeningen onder mijn bewaringe sal behouden. Hier tot memorie 1674j't". 1389. l,lc rekening. 1663/4. N.B. De lste tot de 12de rekening waren in één pak, gemerkt„No. 6". 1890. 2de rekening. 1664/5. 1391. 3de rekening. 1665/6. 1392. 4de rekening. 1666/7. N.B. Van achteren na het reces eene resolutie van kerkmeesters. 1393. 5de rekening. 1667/8. 1394. 6de rekening. 1668/9. N.B. Van achteren na het reces eene resolutie vau kerkmeesters. 1395. 7de rekening. 1669/70. 1396. 8,te rekening. 1670/1. 1397. 9de rekening. 1671/2. 1398. 10de rekening. 1672/3. N.B. Van achteren na het reces resolutién vau kerkmeesters en losse kopieën van die resolutién. 1399. llde rekening. 1673/4. 1400. 12de rekening. 1674/5. 1401. 13dl! rekening. 1675/6. N.B. De 13 Ie tot de 16<1- rekening waren in één pak gemerkt „No. 7". 1402. 14de rekening. 1676/7. 1403. 15de rekening. 1677/8. N.B. Van achteren na het reces eene resolutie van kerkmeesters. 1404. 16de rekening. 1678/9. 1405. 17de rekening. 1679/80. N.B. De 17,lc tot de 22. 28 by seekere doleantie der armmeesters aan den keyzer en re&criptie van de regeering op deselve in dato 3 November 1551". Bij onderzoek in het gemeentelijk archief is gebleken, dat dit voorstel met de doleantie van 1551 in geen verband staat ; wel volgt het in het 749te register van kerkelijke zaken onmiddellijk achter de rescriptie, maar het staat geheel op zich zelf en heeft een eigen nummer: 28b. Dit stuk, waarvan het bovenomschreven een afschrift is, is zelf ook eene kopie van c. 1490. — Dit stuk werd in 1904 Januari door den heer J. A. Fbedebiks te Middelburg geschonken. 1467. Authentiek extract uit het register van ordonnantiën der stad Middelburg, houdende reglement voor het Armweeshuis. 1795. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Dit reglement bevat bijna niets anders dan bepalingen omtrent werkloonen, uitzet en bruidschat. 1468. Stukken betreffende de verdeeling der werkzaamheden van het bestuur tusschen regenten en dames-regentessen. 1771—1786. ] pak. B. NOTULEN MET BIJLAGEN N.B. Voor de notulen van diakenen-vaders van 1721 tot 1771 zie men nrs. 1578 en 1579. Zie ook nr. 1589. 1469 en 1470. Notulen van president en regenten. 1771 1784. (Net. exemp.j. 2 deelen. N.B. De vergaderingen werden door regenten en regentessen wekelijks beurt om beurt gehouden. In bijzondere gevallen werd buitengewoon vergaderd. Vau de vergaderingen van het damesbestuur ziju geen notulen in het archief aangetroffen. De notulen van gecombineerde vergaderingen met dames-regentessen zijn in tijdsorde tusschen de andere notulen ingeschreven. — In de notulen van de eerste vergadering van elk jaar eene numerieke opgave van de verpleegden en eene nominatieve lijst van de kinderen, die verzochten om in Mei d. a. v. ontslagen te worden, met vermelding van den datum van geboorte of ouderdom; aanvangende met 1/78 komt die lijst reeds in eene der laatste zittingen van het aan het ontslag voorafgaande jaar voor. Ingekomen resolutiën van Wet en Raad, brieven, eitract-testamenten, enz., alsmede minuten van verzonden rekesten, brieven etc. zijn in deze notulen geïnsereerd. Voorin de nameu van president en regenten. 1469. 1771 Mei 22—1777 Mei 28. N.B. Gecombineerde vergaderingen komen voor: 1771 Juli ]0 en Augustus 19 met regenten van het Burgerweeshuis; 1771 Augustus 13 met gecommitteerden van de diakonie; 1771 Juli 19 en October 8 met regenten van het Burgerweeshuis »n gecommitteerden van de diakonie; en 1773 April 6 met Commissarisscu uit de Wet. — De bladzijden ziju genummerd 1 tot 356. Op een etiquet op den rug staat: „Armweeshuis notulen 1771 tot 1777 1® deel n". 46 oudarchicf". 1470. 1777 Mei 80—1784 Maart 19. N.B. Na de notulen vau de laatste zitting ziju nog eenige aanteekeningen gedaan betreffeude de overgave van het bestuur, de boeken en papieren. — De bladzijden ziju genummerd 1 tot 304. Op een etiquet op den rug staat: „Armweeshuis notulen 1777 tot 1784 2" deel n . 46 oudarchief". 1471. Notulen van het bestuur ad interim. 1784 Maart 25 1785. December 5. (Net exempl.). 1 deel. N.B. De gewone vergaderingen werden om de 14 dagen gehouden, in bijzondere gevallen werd buitengewoon vergaderd. — In de notulen van 1784 December 23 eene nominatieve lijst van weezen, die verzochten om in Mei d. a. v. ontslagen te worden, met vermelding van ouderdom. In de vergadering van 1784 Juli 9 wordt aan zes weezen aangezegd, dat zij, als zijnde boven de jaren, met November d. a. v. zullen worden ontslagen. In de notulen van 1785 Juli 8 eene lijst van weezen, die op verzoek en die op last met November d. a. v. zullen worden ontslagen. Eene opgave van het getal verpleegden is opgenomen iu de notulen van 1785 Januari 1. In die van 1784 Maart 29 eene lijst van de overgenomen boeken en papieren, Juni 25 aangevuld met 2 notulen boeken. Eenige ingekomen en verzonden stukken zijn geïnsereerd. 1472. Notulen van president en regenten 1785 December 5—1797 Maart 6. (Net exempl.). 1 deel. N.B. De vergaderingen werden door regenten en regentessen wekelijks beurt om beurt gehouden. In dringende gevallen werd buitengewoon vergaderd. Van de vergaderingen van het damesbestuur zijn geene notulen in het archief aangetroffen. Bij toerbeurten waren de regenten gedurende 4 weken met het voorzitterschap belast, maar aanvangende met 1790 verwisselde het presidie om de maand (zie 1790 Februari 8). In de notulen der eerste zitting van elk jaar opgave van het getal verpleegde kinderen. In de notulen van 1785 December 21 eene nominatieve lijst der weezen, die verzochten om met Mei d. a. v. ontslagen te worden, met vermelding van ouderdom. Voor de volgende jaren komt eene zoodanige lijst in de notulen van de gecombineerde vergaderingen met dames-regentessen (zie nr. 1479) voor. Ingekomen resolutiën van Wet en Raad, brieven, extract-testamenten, enz., alsmede verzonden rekwesten, brieven, etc. zijn in deze notulen geïnsereerd. De eerste vergadering en die op 1785 December 21, 1786 Januari 19, Juli 26, 1790 October 6 en 1795 Februari 4 waren gecombineerd met dames-regentessen; voor de notulen van deze vergaderingen zie men verder nr. 1479. In de eerste vergadering mededeeling van de boeken en papieren etc., die van het bestuur ad interim zijn overgenomen. Op de eerste bladzijde de namen van president en regenten. — De bladzijden zijn genummerd 1 tot 377. Op een etiquet op den rug staat: „Armweeshuis notulen 1785—1797 3-- deel n«». 46 oudarchief". 1473. Notulen van diaken-vaders. 1800 October 13—1812 Februari 15. (Net exempl.). 1 deel. N.B. Bij besluit der stedelijke regeering van 1800 October 4 werd aan de diakonie, daartoe te voren aangezocht, het bestuur over dit huis weder opgedragen, en de verdeeling der werkzaamheden geheel aan diakenen overgelaten. — Dit deel bevat de notulen van drie min of meer verschillende besturen, die dit gemeen hadden, dat zij elk uit 4 leden bestonden, die uit den boezem van het college van diakenen voortkwamen. Het eerste, benoemd door diakenen, fungeerde onder den titel van „Commissie tot de directie van het Armweeshuis" van 1800 October 13 tot 1801 Mei 16 als een voorloopig bestuur, dat het daarheen zou leiden, dat de zaken met Mei 1801 weder op den ouden voet, zooals die voorheen vóór de scheiding (1771) geweest waren, gebracht zouden zijn. Het tweede bestuur fungeerde van 1801 Mei 16 tot 1805 Juni 5 naar een door de Vergadering van 24 (zooals het College van diakenen meermalen genoemd wordt) 1801 Mei 15 gearresteerd reglement (zie de uotnlen) over dit huis en de weezen onder opzicht; het werd ook belast met werkzaamheden, die vóór deze door 4 der buitenvaders (van de Buitenarmeu) verricht waren. Van dit bestuur werden jaarlijks twee leden (in 1804 Mei slechts een) vervangen. Het derde bestuur, waarop niet alleen de functiën van het tweede, maar ook die van den vader der houwkiuderen overgingen, verschilt van de beide vorige besturen ook in deze opzichten, dat het, hoewel uit het College van diakenen gekozen, door den Raad der stad was aangesteld en aau geeue jaarlijksche verandering van leden onderworpen was. Het laatste was dus weder een vast bestuur, het werd op zijn verzoek bij besluit van de Commissie der Hospices d.d. 1812 Februari 11 onder dankbetuiging gehoudeu voor ontslagen, waarmede het bestuur der diakonie over het Armweeshuis voor goed een einde nam. — Het bestuur van 1805 tot 1812 verdeelde in zijne eerste zitting (Juni 5) de werkzaamheden, die bij vervanging van een lid (door sterfgeval of ontslag op verzoek) op nieuw geregeld werden. — De gewone vergaderingen werden om de 14 dagen gehouden, in dringende gevallen kwam het bestuur buitengewoon bijeen. De 4 leden waren beurtelings met het presidie belast: van 1800 October 13 ') tot 1801 Mei 15 en ') Aan de bepaling, in de vergadering van 1800 October 13 gemaakt, om het presidie om de 4 weken te verwisselen heeft het bestuur zich niet gehouden. van 1805 Juni tot 1812 Februari 15 gedurende eene martin!, van 1801 Mei 16 tot 1805 Mei gedurende 4 weken. In de notulen der eerste vergadering in 1804, 1805, 1807 tot 1810 eene opgave van het getal verpleegden; in die van 1807 Mei 27 : Loop der bevolking van het huis gedurende het laatste jaar. Eenige ingekomen en uitgaande stukken zijn in de notulen opgenomen. Voorin: Extract uit de notulen van de diakonie, houdende benoeming van 4 harer leden tot bestuurders over dit huis. — De bladzijden van dit deel zijn genummerd 1 tot 50, waarna nog 251 beschreven bladzijden volgen, die niet genummerd zijn. Op een etiquet op den rug staat: „Armweeshuis notulen 1800—1812 5c deel n". 46 oudarchief. 1474. Notulen van president en regenten. 1812 Februari 17 1812 November 3. (Net exempl.). 1 deel. N.B. Dit deel bevat de notulen van de directie, die krachtens besluit van de Commissie der Hospices van 1812 Februari 11 het bestuur van de Nederd. Herv. diakonie over het Armweeshuis verving. Het nieuwe bestuur bestoud uit een president, tevens lid van de Commissie der Hospices, die als zoodanig reeds van af J811 September 9 niet het bijzonder opzicht over dit huis was belast, en drie regenten, leden van de burgerij. Twee dezer regenten hadden als diakenen-vaders zitting in het vorige bestuur gehad. De gewone vergaderingen werden wekelijks gehouden , behoudens dringende gevallen, wanneer het bestuur buitengewoon bijeenkwam. De administratieve werkzaamheden werden in de eerste vergadering onder de regenten verdeeld. 1475—1477. Relatieven tot de notulen. 1771—1809. 1 lias, 1 pak en 1 omslag. 1475. 1771—1801. 1 lias 1476. 1771—1788. 1 pak. N.B. Dit pak werd in Januari 1904 door den heer J. A. Fredekiks te Middelburg geschonken. Hierbij ook afschrift van de inscriptie voor den bijbel, geschenk van mr. Pietek van Visvliet, aftredend president van het Armweeshuis; een reglement voor het weeshuis te Vlissingen en afschriften van stukken betreffende het bestuur vau het weeshuis te Zierikzee. 1477. 1797—1809. 1 omslag. 1478. Klad-notulen van president en regenten. 1785 December 5 - 1799 October 81. 1 pak. N.B. De vergadering van 1797 Juli 26 was gecombineerd met damesregentessen. — De bladzijden zijn genummerd 1 tot 842, waarna nog 164 beschreven bladzijden volgen, die niet genummerd zijn. Op een losbriefje buiten op staat: „Minutele notulen van 5 December 1785 tot 31 October 1799, 4« deel n". 46 oudarchief". 1479. Notulen van gecombineerde vergaderingen van president en regenten met presidente en regentessen. 1786 Mei 1—1796 April (11). 1 deel. N.B. Behalve in dit deel ziju nog eenige andere notulen van gecombineerde vergaderingen ingeschreven in nra. 1472 en 1478 (zie het aaugeteekende aldaar;. Van af 1786 komen in dit deel de jaarlijksche nominatieve lijsten der weezen voor, die tegen Mei d. a. v. hun ontslag verzocht hadden. De gecombineerde vergaderingen werden gewoonlijk om de 2 maanden gehouden. In de eerste vergadering is eene schriftelijke regeling der werkzaamheden ter tafel gebracht, zie d. o. t. ook de notulen van 1788 Augustus 11. Ook in deze notulen zijn de ingekomen en uitgegane stukken opgenomen. — De bladzijden zijn genummerd 1 tot 92; het laatste blad en de band is los. Op de eerste bladzijde de namen van het geheele bestuur. — Op een etiquet op den rug staat: „Armweeshuis notulen 1786 (tot) 1795 n". 40 oudarchief Gecomb. Vergad.". 1480. Klad-notulen van gecombineerde vergaderingen van president en regenten met presidente en regentessen. 1791 Februari 14— 1800 Juni 6. 1 pak. N.B. De bladzijden zijn genummerd 49 tot 100, waarna nog 37 beschreven bladzijden volgen, die niet genummerd zijn; de 48 eerste bladzijden ontbreken dus. — Op een etiquet op den rug staat: „108". 1481 en 1482. Zakelijk register op de notulen der Nederduitsche Hervormde diakonie van 1594 tot 1769. (c. 1769). 2 deelen. N.B. Vóór in het eerste deel staat: „A" 1827 door den amanuensis (J. J. Berdenis v. B.) afgestaan ten behoeve van het oudarchief der Godshuizen te Middelburg. G. not. 27 Nov. en 28 Dec. 1827. Rel. n". 155 en 180". Blijkbaar zijn deze deelen dezelfde, die door dr. J. J. van Behlekom , een voorzaat van den amanuensis, aan den praeses der diakonie in 1768 zijn ter hand gesteld oin te laten afschrijven (zie blz. 421 en 422), zij zullen later aau de familie Van Bkklekom ziju teruggegeven. — Achter in het tweede deel eene lijst der zaken, die in beide deelen voorkomen. — Op een etiquet op den rug van elk deel staat: „No. 24 oudarchief". 1481. letter A—I. N.B. De bladzijden zijn genummerd 1 tot 392. 1482. letter K—Z. N.B. De bladzijden zijn genummerd 293 (sic) tot 752. Achterin: afschrift van de conventie tusschen de Gereformeerde en Luthersche diakonieën omtrent „de alimentatie van arme subjecten" 1760 ; idem tusschen de Gereformeerden en Mennonieten 1762; afschrift van extracten nit het 2^ register van instructién der stad Middelburg, houdende reglement voor den knaap van de armen en voor den assistent-knaap 1765; en afschrift van resolutiën van Wet en Kaad betreffende de alimentatie van verlaten kinderen 1764; betreffende de benoeming van diakenen 1766; betreffende „de differenteu tusschen hun (diakonie van de Nederd. Herv. armen) en die van de Luthersche confessie gereesen" over de alimentatie van 2 kinderen 1745; betreffende als voren 1766. 18 C. BESTUUR TAN HET HUIS EN DER IN HET HUIS TERPLEEGDEN. 1483. Extracten uit de notulen van de diakonie betreffende de verpleging van zieken en de verrekening van de daarop vallende kosten. 1594—1596 en 1639; eeuige resolutiën betreffende de Armenschool, door buitenvaders genomen. 1678—1681; reglement voor den schoolmeester en de meestersche, een dito voor de binnenmoeder. 1641 ; en twee reglementen voor de kindermoeder. 1659 en z. j. 1 fragment deel. N.B. Deze stukken zijn blijkbaar het restant eener verzameling van extracten van resolutiën en reglementen, die te zamen een deel hebben uitgemaakt, waarvan het laatstgenoemde stuk nog aan den band bevestigd is. 1484 en 1485. Reglementen en instructiën voor de onderscheidene geëmplooieerden in het gesticht. 1751 —1809. 1 pak en 1 deel. N.B. Zoowel iu het pak als in het deel bevindt zich een order voor de weezen, belast met de bediening van brandspuit W, staande aan de Noordpoort. 1792. 1484. 1751—1792. 1 pak. 1485. 1771—1809. 1 deel. N.B. V óórin: eene inhoudsopgave (onvolledig). — De bladzijden zijn genummerd 1 tot 119, waarna nog 1Ó1 beschreven bladzijden volgen, die niet genummerd zijn. — Op een etiquet op den rug staat: „N". 39b oudarchief, reglementen Armweeshuis". 1486—1488. Stamboek van weezen. 1790—1812. 3 deelen. N.B. Deze deelen bevatten de namen der weezen en die hunner ouders, den datum van opneming in het huis, den datum van geboorte of opgave van ouderdom bij opneming in het huis, alsmede de plaats waarvan herkomstig. In het lste en 2de deel is bovendien aanteekening gehouden van ontslag of overlijden, en in het 2. 37 oudarchief notitieboek rakende de uitrustingen van zeevarende weezen uit het Armweeshuis. 1771—1788". 1504. Lijst van de uitrusting ter zeëvaart voor weesjongens. 1771. 1 stuk. N.B. In 1904 Januari door den heer J. A. Frederiks te Middelburg geschonken. E. WEDUWBEURS VAN DE BEDIENDEN VAN HET ARM- EN BURGER WEESHUIS. 1505. Grootboek van de weduwbeurs voor de bedienden van de Armen en het Burgerweeshuis. 1736—1811. 1 deel. N.B. Voorin: Afschrift van het rekest aan burgemeesters, schepenen en raad om goedkeuring der bijgevoegde conventie tusschen diakenen van de Nederd. armen en de eerste leden van deze weduwbeurs met beschikking. (Reglement). — De bladen zijn genummerd 1 tot 46. Voorin ligt een los etiquet, waarop: „Weduwenbeurs 1736—1811 n". 25 oudarchief". 1506. Alphabetische index op de voornamen van de personen, voorkomende in bet grootboek van de weduwbeurs. 1 deel. N.B. Op een etiquet voor en achter op den band staat: „Alphabet van het weduweboek". 1507. Rekest van diakenen-bouwmeesters aan den Gemeenteraad be- treffende de deelneming in de weduwbeurs van den binnenvader in het Armweeshuis, met kantbeschikking. 1802. 1 stuk in 1 omslag. II. FINANCIËELE ADMINISTRATIE. A. IN HET ALGEMEEN. 1508. Contract tusschen gecommitteerden van president en raden der stad, van president en regenten van het Armweeshuis en van broeders-diakenen der Nederduitsche armen betreffende de afscheiding der geldelijke administratie van het Armweeshuis van de Armen. 1 Mei 1797. 1 stuk in 1 omslag. N.B Eene geheele afscheiding van de armen is bij dit contract niet beoogd, daar eene der voornaamste bepalingen hierin bestond, dat de diakonie een bedrag van f 1.80 per week voor iederen wees aan het bestuur van het Armweeshuis moest betalen. l)e overeenkomst, voor onbepaaldcu tijd aangegaan, verviel door de resolutie van den Gemeenteraad van 1800 October 4, waarbij de kas van het weeshuis weder met die van de armen werd \ereenigd. — Op den omslag staat: „Relatyff notulen van den 10 Mey en 29 September 1797 N-. 29". Hiermede kunnen de notulen van het Armweeshuis niet bedoeld zijn, omdat op de genoemde datums geene vergadering door het bestuur van dat huis is gehouden. Wellicht is dit het exemplaar van de diakonie. 1509. Kasboek van diakenen-bouwmeesters betreffende de ontvangsten en uitgaven van de armen. 1806 Juni 1 — 1811 December 31. 1 deel. N.B. Dit kasboek is door diakenen-bouwmeesters beurtelings gedurende eene maand, dat zy met het presidie belast waren, ingeschreven. Twaalf maanden of presidièn vormen eene rekening; de rekening van 1809 Juni 1 tot 1810 Mei 31 is echter met de ontvangsten en uitgaven van de volgende 7 maanden gecombineerd, terwijl de laatste rekening over het kalenderjaar 1811 loopt. De administratie was geregeld ten achteren, zoodat de afsluiting der rekeningen, die met uitzondering van de laatste door de 4 bouwmeesters geteekeud zijn, eerst geruimen tijd na eindiging van het dienstjaar plaats vond. Op folio 148 is eene verklaring gesteld van de Commissie der Hospices omtrent den stand der rekening op 1811 September 14. Ouder de ontvangsten en uitgaven komen ook die betreffende het Armweeshuis en Ariuziekenhuis voor. — De bladen zijn genummerd 1 tot 159. Op een etiquet op den rug staat: „Kasboek Armweeshuis 1806 a 1811 n®. 49 oudarchief". 1510. Uittreksel uit het kasboek van diakenen-bouwmeesters. 1808 Juni 1 — 1809 Mei 81. 1 deel. .. . j- i i N.B. De verschillende ontvangsten en uitgaven zijn in dit deel naar haren aard ouder aangegeven hoofdstukkeu ingeschreven om naar deze verzamelingen de jaarlijksche rekening op te maken. 1511. Borderellen van de jaarlijksche rekening, door de diakonie van de ontvangsten en uitgaven ten behoeve van de armen aan Hun Ed. Achtbare gedaan. 1700—1781. 1 deel. N.B. Deze borderellen bevatten alleen de bedragen der verschillende hoofdstukken. Uit dit deel ontbreken de tien eerste bladen, die er uitgescheurd zijn. — Op een etiquet op den rug staat: „86". 1512. Borderellen van de jaarlijksche rekening van 1782/8 en 1785/6. 2 cahiers N.B. Deze borderellen werden in 1904 Januari door den heer J. A. t kederiks te Middelburg geschonken. 1513. Staat, houdende aanwijzing van de gemiddelde bedragen der ontvangsten en uitgaven over 10 jaren, getrokken uit de armenrekeningen van 1770/1 — 1779/80. 1 deel. N.B. Dit deel werd in 190* Januari door den heer J. A. Fredfriks te Middelburg geschonken. 1514 en 1515. Jaarlijksche rekening van president en regenten. 1797 Juni 1 — 1800 September 80. 2 deelen. N.B. Tea gevolge van het contract, bedoeld onder n°. 1508, was gedurende opgemeld tijdvak de geldelijke administratie van dit huis afgescheiden van die der Nederd. armen en in handen van president en regenten. (De band tusschen beiden is echter nooit geheel los geweest). In plaats van de gewone opgave van ontvangsten en uitgaven vau huishoudelijken aard aan de diakonie, moest dit bestuur nu, evenals de besturen vau alle andere Godshuizen, van zijne gehoudene administratie jaarlijks rekening en verantwoording doen aan president en raden der stad. Van de vier opgemaakte rekeningen zijn alleen de tweede en laatste bewaard gebleven. Zij bevatten geen volledig overzicht van den geldelijken toestand, maar slechts de verantwoording van gelden voor zoover die werkelijk ontvangen zjjn of beschikbaar gesteld; wat van elk onderdeel moest ontvangen en betaald worden, blijkt niet geheel. Alleen is het duidelijk, dat de diakonie bij voortduring achterlijk bleef in het betalen van de bij contract bedongen alimentatiegelden etc. en dat dit lichaam ten slotte ook weder de nalatenschap van president en regenten moest aanvaarden. — De rekeningen zijn afgehoord door 2 Raden en een secretaris van het stedelijk bestuur in tegenwoordigheid van president en regenten en door deze allen geteekend. 1514. 1798 Januari 1 — 1798 December 81. N.B. De bladzijden zijn genummerd 1 tot 26. Op den omslag staat: „No. 45 oudarchief Rek. Armweeshuis 1798". 1515. 1800 Januari 1 — 1800 September 30. N.B. Achterin een borderel. Op blad 6 eene memorie van de effecten, eigendom van het huis. — De bladen zijn genummerd 1 tot 2o! 1516 1527. Jaarlijksche rekening van diakenen-bouwmeesters. 1799/1800—1811. 12 deelen. N.B. De ontvangsten en uitgaven van het Armweeshuis (van af 1800 October 1) en van het Armziekenhuis (van 1802 (Februari 18)) vormen met die van de armen slechts ééne rekening. De ontvangsten van huishoudelijken aard en de meeste uitgaven van die gestichten zijn in afzonderlijke hoofdstukken vermeld, maar van de bezittingen dier huizen blijkt in deze rekeningen weinig; niet alleen ontbreken daarvan lijsten, de renten der effecten van het Armweeshuis zijn ook met die der armen gecombineerd. Slechts in de rekening van 1800/1 (blad 80■ wordt aangetroffen eene opgave vau de bezittingen van het weeshuis, die door de diakonie van het aftredend bestuur van president en regenten zijn overgenomen. Of het Armziekeuhuis bij den overgang in 1802 goederen bezat, blijkt niet. In de drie laatste rekeningen (nrs. 1522, 1523 en 1525) is aan het hoofdstuk van ontvangen interesten eene toelichtende nota gevoegd, en in alle rekeningen wordt melding gemaakt van de geldsommen, aan de wisselbank en aan de stad schuldig. — De rekingen van 1799/1800 tot 1808/9 zijn door Gecommitteerden uit den Gemeenteraad in tegenwoordigheid van diakenen afgehoord en door deze allen (voor zooverre present) geteekend', de beide laatste door den Gemeenteraad zelf in de zitting van 1812 December 26, waaromtrent van achteren in elk deel een door den mairc geteekend procesverbaal voorkomt. 1516. 1799 Mei 18 — 1800 Mei 17. 1517. 1800 Mei 18 — 1801 Mei 16. 1518. 1801 Mei 17 — 1802 Mei 16. 1519. 1802 Mei 15 — 1804 Mei 12. 1520. 1804 Mei 13 — 1805 Mei 31. 1521. 1805 Juni 1 — 1806 Mei 81. 1522. 1808 Juni 1 — 1809 Mei 31. 1528. 1809 Juni 1 — 1810 December 81. 1524. 1809 Juni 1 — 1810 December 81. 1525. 1811 Januari 1 — 1811 December 81. 1526. 1811 Januari 1 — 1811 December 81. 1527. 1811 Januari 1 — 1811 December 81. 1528. Borderellen van de jaarlijksche rekening van 1809/10 en 1811. 7 cahiers in 1 pak. N.B. Van buiten op een etiquet staat: WN°. 26 oudarchief". 1529 en 1530. Bijlagen tot de bovenvermelde rekeningen van 1809/10 en 1811. 2 pakken. N.B. Deze pakken bevatten niet alleen kwitantiën van gedane betalingen , maar ook verschillende andere stukken o. a. in het eerste pak (nr. 1529) rekeningen met bijlagen van tienden in Oosteren Sir-Jansland en in Piershil. 1529. Bijlagen tot de rekening van 1809/10 (nrs. 1528 en 1524). 1580. Bijlagen tot de rekening van 1811 (nrs. 1525— 1527). B. HUISHOUDELIJKE ADMINISTRATIE YAN HET WEESHUIS. 1531. Kasboek van president en regenten betreffende de ontvangsten en uitgaven van huishoudelijken aard. 1771 Mei 28 — 1789 Juni 5. 1 deel. N.B. De geldelijke administratie van dit huis was {vermoedelijk reeds van af den vroegsten tijd) met die van de Nederd. armen vereenigd en sedert 1702 Februari 4 in handen van diakenen-bouwmeesters, zoodat tot het archief van het Armweeshuis geene registers of stukken kunnen behooren, die het geldelijk beheer van dit gesticht in zijn geheelen omvang bevatten, except het tijdvak van 1797 Juni 1 tot 1800 October 1, toen zij van de diakonie was afgescheiden. Alleen de ontvangsten en uitgaven van huishoudelijken aard, die door het bestuur van het weeshuis verantwoord werden, zijn in afzonderlijke deelen geregistreerd. Slechts twee er v%n zijn bewaard gebleven; dit en het ouder nr. 1532 vermelde deel. Een der regenten was kashouder; jaarlijks in de maand Mei werd de rekening door president en regenten opgenomen en geteekend , waarna het goed slot in contanten met eene opgave van het totaal bedrag van de ontvangsten en uitgaven aan diakenen-bouwmeesters werd overgegeven, die deze bedragen in de generale rekening der armeu boekten. In dit deel zijn als ontvangsten geboekt: werk- en naailoonen, gages van zeevareudeu, looneu van dienstboden, nalatenschappen van weezen, interesten van effecten, speciaal aan het Armweeshuis vermaakt, en eeuige andere baten; eu als uitgaven: reparatie aan schoenwerk en andere arbeidsloonen, kostgelden voor jongens, die buiten werkten, en voor tijdelijk aan den wal zijnde zeevarenden, uitrustingen ter zeevaart, uitzetten van weezeu, enz. 1532. Kasboek van diakenen-vaders betreffende de ontvangsten en uitgaven van huishoudelijken aard. 1805 Juni 1 — 1811 December 81. 1 deel. N.B. Dit kasboek is van dezelfde strekking als dat van president en regenten nr. 1531), de inrichting is echter eenigszius anders: in plaats van eene boeking in chronologische orde, zijn de baten en lasten onder aangegeven hoofdstukken afzonderlijk ingeschreven, waarna in eene rekening-couraut de totalen zijn overgebracht. De rekeningen loopen van 1805 Juni 1 tot 1810 Mei 31 telkens over een vol dienstjaar, daarna achtereenvolgens over 7, 8 en 4 maanden; zij zijn geteekend door het bestuur en diakenen-bouwmeesters. Van achteren eene rekening vau 1812 Januari 1 tot Februari 16, die niet meer tot de administratie der diakonie behoort, maar waarvan de bedragen door de Commissie der Hospices over 1812 zijn verantwoord. In de rekeningen vau af 1810 Juni 1 is niet meer in uitgaaf gesteld het stuivergeld voor de werkjongens. De opbrengst der wekelijksche collecten voor de armen van 1810 Juni 12 — December 27 is zeker abusievelijk in dit deel geboekt. — Op een etiquet op den rug staat: WN°. 48 oudarchief Armweeshuis". 1533. Eegister van ontvangen werkloonen. 1803 Juli 18 — 1812 Augustus 28. 1 deel. N.B. De werkloonen werden door den schoolmeester van het huis bij de werkbazen iedere 14 dagen opgehaald en afgedragen in den regel aan het lid van het bestuur, dat met het presidie was belast. De jongens ontvingen van hunne verdiensten een gedeelte voor zakgeld, bekend onder den naam van Stuivergeld, dat volgens het reglement onder nr. 1407 J gedeelte bedroeg. Het loon van de beide laatste weken vóór hun ontslag uit het huis mochten zij in den regel geheel voor zich zelf behouden. — Op een etiquet op den rug staat: WN°. 106". 1534. Register van ontvangen naailoonen. 1802 Februari 4 — 1812 Juni 18. 1 deel. N.B. In het huis werd door meisjes voor burgerpersonen gewerkt, waarvan het loon iedere vier weken door de fijne-naaimatres werd afgedragen in den regel aan het lid van het bestuur, dat met het presidie was belast, die voor ontvangst in het register teekende. Van het totaal bedrag is afgetrokken „voor garen": van 1802 Februari 4 tot 1810 Januari 31 f 0.12* van eiken gulden en na dien tyd ƒ 0.174 van eiken gulden. — Op een etiquet op den rug staat: „99". 1535. Register houdende dagelijksche aanteekening van de goederen, levensmiddelen en andere benoodigdheden, die zijn ingekocht. 1798 October 1 — 1812 Februari... I deel. N.B. De leden van het bestuur waren beurtelings gedurende eene maand (van 1801 Mei tot 1805 Juni gedurende 4 weken) met het verstrekken van de ordonnantiën tot inkoop van het beuoodigde belast; zij deden dit in hoedanigheid van waarnemend president. De presidiën en tot 1801 Mei 15 ook de bestellingen zijn genummerd. Tot en met 1805 Mei aan het einde van elk presidie eene recapitulatie van alles wat in dien tijd geleverd is. Na 1805 Mei verliest het register ziju kenmerk van journaal, omdat het ingekochte niet meer in tijdsorde, maar tot groepen vermeld en bloc geboekt wordt. Van at' 1802 Juli zijn de prijzen van de bestellingen uitgetrokken. — Vóórin staat: „Zesde ordonnantieboek" enz., en op het volgende blad is een model van een biljet van toestemming voor ondertrouw en een dito voor ontslag uit het huis geschreven. 1536. Extract uit de notulen van diakenen van de Nederduitsche armen betreffende een legaat van 1000 pond Vis., door wijlen Hendrik Pookx en zijne echtgenoot Maria van Waert den armen vermaakt. 1789. 1 stuk. N.B. Dit stuk bevat tevens een uittreksel uit het testament van genoemde echtelieden en kopie van het rekest der diakonie aan burgemeesters, schepenen en raad met beschikking betreffende de aanvaarding van het legaat, van welks interest op den eersten dag van elk jaar aan minstens 400 van de jongste kinderen, die door de diakonie in de weesschool of daarbuiten worden onderhouden, hoofd voor hoofd een peperkoek moet verstrekt worden. — Zie een afschrift van dit testament ouder nr. 1545. III. BEHEER VAN DE ARM ENGOEDEREN. A. VASTE INKOMSTEN, ERFENISSEN EN LEGATEN. N.B. Zie ook nrs. 1951, 1970 en 1971. 1537—1541. Grootboek van de goederen der armen met vermelding van de daaruit voortvloeiende revenuen. 1652—1811. 5 deelen. N.B. Aanvankelijk is dit register niet veel ineer dan een inventaris of legger van de eigendommen der armen, die uit huizeu, landerijen, cijnzen en verschillende renten blijken te hebbeu bestaan; behalve in het 2>ie deel zijn (onvolledige) aanteekeuingeu gehouden van ontvangen huren, pachten en renten. Maar in het 3'« deel is meu begonnen om ook andere baten dan de genoemde te boekeu (zie fol. 52 en 54) en in het vierde deel schijnt de geheele geldelijke handeling, voor zooverre die niet direct het onderhoud van gealimenteerden betrof, te zyn opgenomen; daarin komen niet alleen de inkomsten uit eigendommen voor, maar ook de opbrengst van armbussen, van gesmolten biljoen, de bedragen van maaudbrieveu van zeevareuden, alimentatiegelden, legateu en schenkingen, rantsoenpenningen van den verkoop van roerende en onroerende goederen, van koopmanschappen en van de verpachting van tienden, recognitiën en andere baten. Voorts worden in dat deel vermeld de van de wisselbank geleende gelden en de daarvoor verpande effecten en betaalde interesten, de rentelooze geldleeningcn van de stad en onderscheidene rekeningen met particulieren, die in de armenkas eene som gelds hadden gestort om daarvoor wekelijks tot hun dood toe een bepaald bedrag bij wijze van lijfrente te ontvangen. Het laatste deel heeft weder de oorspronkelijke beperkte strekking. Bij de qjnzen, huizen, landerijen en tienden is de waarde naar rato van de opbrengst gesorteerd, bij zeer vele obligatiën staat vermeld, dat zy verpand zijn en bij onderscheidene van wien afkomstig. 1537. 1652 — (c. 1657). N B. Op den band staat: „Grootboeck van den armen van Middelburcht, beginnende met den jare XVIC Lil", op den rug: „Effecteboeck ^ 1652", en op een etiquet op den rug: „N°. 23 A oudarchief". De bladen zijn genummerd 1 tot 204. Voorin ligt een losse index van de huurders, pachters en renteverschuldigden, gerangschikt in alphabetische orde van de voornamen. Op de letter M eene verzamellijst van de renten op de stad Middelburg, en op de letter Z eene dito van de renten op Zeeland. 1538. 1658 — (c. 1694). N.B. \ oor in een zeer onvolledige index, die door uitscheurinsr van (rodluiltuil non Ul« J ~ 1 3 • T \ 111 * • umucu gcMTiiiuiuen is. — ue uiaden zijn genummerd 1 tot 90. Op den rug staat: „Effecteboeck 1658", en op een etiquet op den rug: „N°. 23 B oudarchief". 1695 — (c. 1705). De bladen zijn genummerd 1 tot 26 (twee schoone bladen ongenummerd), 29 tot 41 (een schoon blad ongenummerd), 43 tot 46 (ecu schoon blad ongenummerd), 48 tot 55. — Op den band staat: „Boek van alle de effecten, den armen toebehoorenden", op den ru8: flEffecteboek 1695 C", en op een etiquet op den ruir: „N°. 23 C oudarchief". 1540. (c. 1706) — (c. 1800). N.B. Op folio 150 komt voor een extract uit het testament van Daniël Scheurwater d.d. 1746 Februari 4, op folio 158 een extract-instructie der stad Middelburg d.d. 1747 Januari 14 betreffende de jaarlijksche betaling eener vaste som in plaats van van de boeten, den armen toekomende, en op verschillende folio's geteekende huur- en pachtcontracten. Van dit en het volgende deel blijkt niet wanneer het is aangelegd. — I)e bladen zijn genummerd 1 tot 368. — Op den rug staat: „Effectenboek D", en op een etiqnet op den rug: „N°. 28 D oudarchief'. 1539. N.B. 1541. (c. 1801) — (1811). N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 295. Op den rug gemerkt: „E", en op een etiquet op deu rug staat: „N". 28 E oudarchief'. 1542. Alphabetisclie index op het grootboek letter D, vermeld onder nr. 1540. 1 deel. N.B. Deze iudex bevat zoowel de namen van administratiën en zaken als van personen; de laatste zijn gerangschikt naar de voornameu. — Van buiten staat: „Armen* effecteboek D". 1543. Stukken betreffende de armengoederen, relatief aan het grootboek letter E, vermeld onder nr. 1541. 1803—(1811). 1 omslag. 1544. Afschrift van (c. 1560) eener authentieke kopie van een authentiek extract uit het testament van jhr. Cornems de Cock van Opynen. 1555 April 24. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Testateur vermaakt „totten profljte van den armen scholiers tot Middelburch" 2 renten elk van 100 Karolusguldens 'sjaars, losbaar tegen den penning 16. Op de laatste bladzijde staat o. a.: „Van de legaten den aermen gemaeckt". 1545. Authentiek afschrift van het testament van Hendrik Pookx en zijne echtgenoot Maria van Waart. 1738. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Dit echtpaar vermaakt o. a. eene som van 1000 pond Vis. aan de Gemeene Dnitsche armen om van den interest op den eersten dag van elk jaar aan minstens 400 van de jongste kinderen, die door de diakonie zoo in de weesschool als daarbuiten onderhouden worden, een peper- of zoetekoek uit te deelen. Zie ook nr. 1536. 1546. Kopie van een brief van gecommitteerden der Nederduitsche en Waalsche diakonieën aan bewindhebbers der Oost-Indische Compagnie ter kamer Zeeland betreffende de een per mille van het rendement der verkochte koopmanschappen, die jaarlijks aan de armen wordt geschonken. 1769. 1 stuk in 1 omslag. B. AAN DE ARMEN UITHOOFDE VAN ALIMENTATIE EN VERPLEGING VERVALLEN BOEDELS EN AFKOOP VAN EXPECTATIEF. N.B. Zie ook nr. 1973. 1547. Stukken betreffende het recht van Godshuizen op de nalatenschap van gealimenteerden alsmede op de nalatenschappen van hen, die daarin verpleegd ztjn geweest. 1773. Met retroacta. 1 pak. N.B. Op een los stuk papier vóórin staat: „N°. 47. Nopens het ver- soeken tot een octroey om na zig te mogen nemen nalatenschap van kinderen in de weesschool gealimenteerd. — N°. 50 • oudarchief Armweeshuis". 1548. Register, bevattende de rekening van boedels, nagelaten door personen, die door de diakonie zijn bedeeld geweest of van wie f"™1 ter opneming in het Armweeshuis zijn aangenomen. 1795 September 14 — 1804 October 16. 1 deel. -YB. Diakenen-bouwmeesters brachten deze boedels, die uit den aard der zaak meestal zeer gering waren, tot liquidatie en het voordeelig saldo ten bate der armen Enkele malen slechts, wanneer de verplegingskosten van z. g. halve weezen werden betaald, of wanneer kinderen, ofschoon tot de administratie van het huis behoorende, bij bloedverwanten of vrienden werden opgevoed, ontvingen deze weezen hun aandeel van het batig slot der rekening en werd dit op de bijzondere rekening van elk hunner overgebracht. Maar in hoofdzaak, gelijk gezegd, betreft het register de vereffening van wegens door de diakonie verleenden onderstand of verpleging aan de atmen vervallen goederen. Daarom is het sterf huisboek in dezen Inventaris ook ingedeeld onder Beheer van de ar»!«!goederen, en niet onder Ir«2«igoederen, zooals in den Inventaris van het Burgerweeshuis met de sterf huisboeken is geschied. Daar ontvingen de weezen het voordeelig saldo van de boedelrekening ook van de laatst overledene der ouders, en elke administratieve handeling d. o. t. moet beschouwd worden als op hunne goederen of op hun eigendom betrekking hebbende. — Dit deel, waarin vele rekeningen niet afgesloten zijn, wordt in nr. 1554 aangeduid als Sterfhuisboek ?. *er. * 17 deelen, die er dus vermoedelijk geweest zijn, is dit het eenig overgeblevene deel. De datums hierboven vermeld ziju die van overlijden der erflaters. Van achteren eene „Nota van sterfhuysen daar geen goed gevonden is". — °ladeu z'jn genummerd 1 tot 198. Op een etiuuet op den rug staat: „Sterfhuisboek Armweeshuis litt. (R) van 1795—1805 Nu. 43 oudarchief'. 1548. Alphabetische index (naar de achternamen) van het register vermeld onder n°. 1548. ' 1 deel. 1550. Boedelrekeningen, waarin vermoedelijk de diakonie uithoofde van verpleging van weezen gerechtigd was. 1583. 2 stuks in 1 omslag. 1551. Stukken betreffende de vordering van Johannes Munters op de nalatenschap van Loüwertje de Wyze. 1783. Met retroacta. 1 pak. N.B. Na het overlijden van Johannes Munteus en zijne echtgenoot ging de pretensie op hunne kinderen over, waarvan er een in het Armweeshuis werd opgenomen. Vermoedelijk ontbreken hierbij stukken. 1552. Rekest van diakenen van de Nederduitsche armen aan burgemeesters schepenen en raden betreffende de nalatenschap van Adriana Schooneboom, weduwe van Jan Breeweo, met kantbeschikking van 1783 Mei 10. 1 stuk in 1 omslag. IV. WEEZENGOEDEREN. Zie ook het aangeteekende bij ar. 1548. 1553 en 1554. Weezen rekening-courantboek. 1741—1810. 2 deelen. N.B. De te goed geschreven sommen zijn hoofdzakelijk gesproten uit erfdeelen en legaten van bloedverwanten, die voor de kinderen ter weeskamer reeds berustten vóórdat zij wees werden of die gedurende hunne verpleging in het gesticht verkregen zijn. Enkele malen betreffen de ontvangsten het kinderlijk erfdeel van den eerst overledene der beide ouders, zulk eene erfportie verviel dus niet aan de armen gelijk het geval was met het batig slot der boedelrekening van den laatst overledene der ouders. In beide deelen komen aanteekeningen voor van latere dan de hier opgegeven datums. 1553. 1741 December 6 — 1796 November 8. N.B. Op het titelblad staat o. a.: „Volgens octroy van de Staaten van Zeeland dato 26 Augustus 1773 coinpiteert de weesen in 't Armweeshuys alle aangeërfde goederen, dog in geval in gemelt huys komende te overlyden vervalt hetzelve aan den armen". — De beschreven bladzijden zijn genummerd 1 tot 49. — Op den rug staat: „Armens memorieboek van [ontfauge] penningen voor weesen in de oude weesschool", en op een etiquet: „Memorieboek van het Armweeshuis van 1741 tot 1794 n°. 32 oudarchief". 1554. 1795 Januari 12 — 1810 Mei 20. N.B. Verschillende bijlagen zijn in dit deel vastgehecht. — De bladen zijn genummerd 1 tot 21. Op de eerste bladzijde staat: „Weezen rekening-courantboek Armweeshuis n. 44 oudarchief". 1555. Alphabetische index (naar de voornamen) van het weezen rekeningcourantboek, vermeld onder nr. 1553. 1 deel. 1556. Stukken, relatief tot het weezen rekening-courantboek. 1805. 1 omslag. 1557. Register van lijfsieraden, geld en goederen, die door de weezen zijn ingebracht of gedurende hunne verpleging zijn verkregen. (1771 April 29) — 1812 Maart 81. 1 deel. N.B. De bovengenoemde datums zijn die van ontvangst, vele aanteekeningen van afgifte zijn echter van latere dagteekening (1828), die tot het nieuw archief behooren. — Dit deel is vermoedelijk door het bestuur, dat in 1771 optrad, aangelegd, waarbij de nog niet afgegeven goederen uit het vorige deel, dat thans ontbreekt, zijn overgeschreven , zoodat er datums van af 1736 in voorkomen. Naast de aanteekening van ontvangst der goederen enz. is de afgifte of verkoop genoteerd. De ingeschrevenen zijn genummerd 1 tot 186 ; naar het nummer wordt in den alphabetischeu index (naar de voornamen), die vóórin is, verwezen. Onder nr. 186 is geschreven eene opgave van het zilverwerk, dat aan het huis behoort. Achterin liggen 4 geliasseerde stukken, bijlagen tot dit register. Vóórin staat: „Notitie van goudt en zilver en andere goederen, ingebragt door de kinderen van dezen huyze alsoo het tot haar lijf behoort om hetzelve aan haar weder te geven als sy uyt deezen huyzen gaan, 't welk is leggende in de kist in de vaderskamers". — Op den rug gemerkt: „12", en op een etiquet op den rug staat: „N". 50b ondarchief'. 1558 en 1559. Register, houdende memoriale aanteekeningen betreffende den weezen aanbestorven goederen. 1755—1781. 2 deelen. N.B. De bestemming van dit register was controleering met de registers van de weeskamer van nalatenschappen, waarin weezer. gerechtigd waren, ter voorkoming van verzuim of abuizen. De namen van kinderen van beide weeshuizen schreef men er in, en daar naast, waarschijnlijk door den griffier van de weeskamer , de hun aankomende verweesde goederen. 1558. 1755—1781. N.B. De bladzijden zijn genummerd 1 tot 138. — Op een etiquet op den rug staat: „No. 33 oudarchief. Weezen leggerboek A. W.". 1559. bis. N.B. De aanteekeningen in dit deel zijn slechts tot 1774 voortgezet. V. VARIA. 1560. Testament van Jan va.v der Schelde en zijne echtgenoot Joossijnckev van der Beke ten gunste van elkander en na overlijden van de langstlevende ten voordeele van de gemeene Duitsche armen. 1608. 1 stuk in 1 omslag. N.B. Gemerkt: „No. 12". 1561. Schadeloosstelling van de Gecommitteerden der gemeene armen aan de erfgenamen van Nicolaas Pieters zoon wegens 300 pond gr. Vis. spruitende uit een veroverd schip, welke som op last van den voornoemden Nicolaas ten behoeve van de armen is geschonken. 1606. 1 charter. 1562. Notulen van eene bijeenkomst van vier diakenen (praeses van het college, praeses van de bouwkamer, praeses der vaders en praeses van het Armziekenhuis. 1770 September 13. 1 stuk. N.B. In deze bijeenkomst zijn een twaalftal onderwerpen vastgesteld, die men vermoedelijk in het volle college van diakenen in beraadslaging wenschte te brengen. 1563. Stukken betreffende de Oost-Indische actiën door Jan Rogeau van Wermelskerke o. a. den armen der Gereformeerde religie te Middelburg bij testamentaire beschikking vermaakt. Laatst der 17de en begin der 18de eeuw. 1 omslag. N.B. Hierbij o. a. extract-testament van den erflater en eenige stukken betreffende het proces, dat naar aanleiding van dat testament voor den hove van Holland is gevoerd. — Op den omslag staat: „Testament J. Rogkau Wormelskerk te Norden bv Embden dato 2 April 1694 ten behoeve van de Amsterdamsche en Zeeuwschen armen", en met eene latere hand: „Armweeshuis n°. 31 oudarchief'. (De stukken betreffen niet het weeshuis, maar speciaal de buitenarmen). 1564. Contracten meest van diakenen met particuliere personen betreffende verzekering van lijfrenten of verpleging in het Armziekenhuis. 1804—1809. 1 deel. N.B. Hierin ook het contract met het bestuur van het Burgerweeshuis betreffende de levering van medicijnen. — Zie het aangeteekende bij nrs. 1537—1541. — Op den band staat: „Coutractenboek". 1565. Stukken betreffende de uitdeeling van brood aan de buitenarmen door diakenen-beursmannen. 1770—1771. 1 omslag. 1566 en 1567. Register betreffende de liquidatie der armenschulden van de jaren 1795 tot 1798. 1806—1830. 2 deelen. 1566. 1806—1830. N.B. Dit deel bevat een afschrift van het akkoord met crediteuren, een extract uit de rol der kamer van desolate boedels, eene lijst der crediteuren met aanwijzing van het bedrag hunner vorderingen, een tafel van de recepissen ter afbetaling van de oude schulden en der aflossing dier stukken, drie verbalen van de uitloting, en eene lijst van de nummers der recepissen met aanwijzing van de atlossing. — Op een etiquet op den baud staat: „Accoord en register van recepissen betrekkelijk de liquidatie der oude schulden. 1806", en op een etiquet op den rug: „N°. 27 oudarchief recepissen a". 1667. 1807. N.B. Dit deel bevat de bijzondere rekening van elk der crediteuren met aanwijzing van de som, die daarop in contanten en van die, welke met recepissen zal worden afbetaald, waarvoor zij kwitantie verleenen. Van achteren het plan tot afbetaling van de schulden wegens geleverde medicijnen door het Burgerweeshuis. — De bladzijden zijn genummerd 1 tot 101. — Op een etiquet op den rug staat: „No. 27 oudarchief recepissen b". 14 C. HET ARMZI EKEN H U IS. INLEIDING. Van liet oudarchief van het Armziekenhuis is niets aanwezig bevonden; in 1904 Januari schonk de heer J. A. Fkedkriks te Middelburg de borderel, die hierachter beschreven is onder nr. 1568, dat dan ook het eenige nummer is, waaruit de Inventaris bestaat. Daar echter liet financieel bestuur van dit huis gedurende de jaren 1749 tot 1781 en van 1802 tot 1811 met dat der Armen en van het Armweeshuis vereenigd was, bevinden zich bij het archief van dat weesbuis verschillende stukken, die ook op het Armziekenhuis betrekking hebben. Ofschoon de stichting onder den naam van Armziekenhuis bekend is geweest, was zij nochtans niet alleen voor zieken bestemd; ook oude armlastige menschen en personen, die zich in het Oude mannen- en vrouwenhuis niet konden inkoopen, werden er in opgenomen. Diakenen der Nederduitsche armen namen het initiatief tot het stichten van deze inrichting en wel met het doel om daardoor de geldmiddelen van de Armen te verbeteren. Vroeger nl. werden de oude »eensgezellige" en zieke menschen meestal bij burger personen besteed, een stelsel van verpleging, dat volgens verklaring van diakenen weinig doeltreffend voor zieken en veeleischend voor de armenkas was. Zij meenden bij eene vereenigde verpleging in eigenbeheer de misbruiken van geneesmiddelen en de frauden bij het overgeven van boedels in sterfgevallen te kunnen voorkomen en daardoor veel op de onderhoudskosten van armlastigen te zullen besparen. Hun voorstel om een blok armhuisjes in te richten voor verpleging van -/zieke, oude elendige" met desbetreffend reglement werd 1749 Maart 29 door het stedelijk bestuur goedgekeurd en aan de diakonie ter uitvoering opgedragen. Reeds de volgende maand werden de eerste personen in het huis opgenomen en hield het bestuur 4 diakenen-opzieners — zijne eerste vergadering. Het financiëel bestuur werd in handen van diakenen met dat der Armen en als een onderdeel daarvan vereenigd. De ziekeninrichting, gevestigd in dat blok armhuisjes, het laat zich begrijpen, zal eene vrij primitieve zijn geweest. In 1780 was de behoefte aan verbetering en uitbreiding, zoo door het groot aantal verpleegden als door de uitoefening van handwerken (spinwerk en breiën van netten), zoo dringend, dat de magistraat toestemming verleende om een huis en erf op de Heerengracht aan te koopen en tot ziekenhuis in te richten. Er werd besloten op het bedoelde erf een geheel nieuw gebouw te plaatsen, dat in 1784 in gebruik is genomen. Adrianus 's Gravezande hield er November 23 zijn «Vredegroet ter inwijding". l) Intusschen was er bij resolutie van Wet en Raad van 17H1 April 7 besloten om eene verandering in het jaarlijks afwisselende bestuur van diakenen-opzieners te brengen door aanstelling eener vaste commissie van 4 regenten, burgers van de stad, met een lid uit Hun Ed. Achtb. vergadering als president, op wie met Mei d. a. v. de geheele directie, het onderhoud en de financiën zouden overgaan, waarbij de leden zich zoo noodig door hunne vrouwen konden doen helpen. Een der regenten moest tevens de functie van ontvanger waarnemen, en de rekening van het huis zou jaarlijks worden afgelegd. Alle meubelen, goederen, etc. alsmede de boeken en papieren, tot de administratie van het huis behoorende moesten door diakenen aan het nieuwe bestuur geëxtradeerd worden. Diezelfde resolutie bevat voorts eenige voorschriften, die eenig licht verspreiden over de regelen van opneming in het huis en de inkomsten er van. Diakenen bleven de vrijheid behouden om alle personen, die door hen gealimenteerd werden en door ouderdom of ziekte buiten staat waren om zich zelf te helpen en met geen 2 7 stuivers 's weeks onderhouden konden worden, met een penning door den praeses of wijkmeester naar het Armziekenhuis te zenden tegen betaling van 5 schellingen 's weeks. De kleeding, het goud en zilver van verpleegden, gelijk mede erfenissen, welke deze gedurende hun verblijf in het huis mochten verkrijgen, moesten onder bewaring blijven van president en regenten om een en ander na aftrek der kosten voor genotene alimentatie bij het verlaten van het huis te restituëeren. In geval van overlijden werd de nalatenschap door bouwmeesters tot liquidatie gebracht, waarvoor van het bruto rendement het gewone administratieloon van 1 schelling per pond Vis. genoten en ten bate ') Gedrukt in 1785. De lotgevallen vau het huis sedert de stichting worden hierin uitvoerig beschreven. der Armen gebracht werd. Maar het zuiver provenu van zulk eene nalatenschap kwam ten bate van het gesticht. Eveneens kwam het huis ten goede de voordeelen, die de uitoefening der handwerken in het gesticht opleverde, alsmede de arbeidsloonen van hen, die daar buiten nog iets verdienen konden. 1784 Februari 28 permitteerde de magistraat aan de Waalsche gemeente, dat ook deze haar oude en gebrekkige lieden in het Armziekenhuis mocht plaatsen voor 6 schellingen 's weeks en 1789 Februari 14 evenzoo aan de Luthersche voor 7 schellingen per week. Buiten eu behalve deze voor rekening van diakonieën verpleegd wordende personen, werden ook ouden en zieken voor particuliere rekening in het huis opgenomen. Het vaste zelfstandige bestuur van president en regenten duurde tot 1802 toen krachtens resolutie van het stadsbestuur van Februari 13 de directie van dit huis weder op de diakonie overging en het financiëel bestuur weder met dat der Armen en van het Armweeshuis vereenigd werd. Ook nu weder bepaalde de Raad, dat de effecten, gelden, boeken, papieren en goederen, niets uitgezonderd, moesten overgegeven worden. Gelijk alle andere godshuizen kwam ook het Armziekenhuis in 1811 onder bestuur van de Commissie der Hospices, die onmiddellijk na haar installatie (September 9) een harer leden tot president en 2 andere personen als onderdirectie over het gesticht aanstelde. Het blijkt echter, dat evenals bij het Armweeshuis diakenen nog tot 1812 Februari 15 met het bestuur belast bleven. Te gelijk met die van het gasthuis werd 1812 Juni 2 ook over de bestemming van het Armziekenhuis beslist. Als zoodanig werd het opgeheven en de gebouwen aangewezen en ingericht voor verpleging van oude en gebrekkige lieden en van krankzinnigen. De zieken werden naar het gasthuis overgebracht en omgekeerd kwamen de ongeneeslijken uit het gasthuis in dit gesticht. Ook de verplaatsing der zinneloozen uit het simpelhuis naar hier had nog voor het einde van 1812 plaats. INVENTARIS. N.B. Zie ook nrs. 1481, 1494, 1496, 1509, 1510, 1511, 1513 1516, 1517, 1518, 1519, 1520, 1521, 1522, 1523, 1525 1528, 1529, 1530, 1540, 1541, 1542, 1543, 1547, 1548 1549, 1562, 1564, 1635. 1568. Borderel van de jaarlijksche rekening van 1786/6. 1 cahier. D. HET BURGERWEESHUIS. INLEIDING. § I. HET GESTICHT. Meer dan van het Armweeshuis is uit de archiefstukken van het begin van het Burgerweeshuis bekend geworden. Deze stichting is ook trouwens van latere dagteekening. De naam van Burgerweeshuis duidt reeds aan, dat het bestemd was tot huisvesting van kinderen, wier ouders een zeker burgerrecht in de stad verkregen hadden, in welk opzicht het Middelburgsche zeker wel met de meeste andere burgerweeshuizen in den lande zal overeenstemmen. Het zou echter bedenkelijk zijn te meenen, dat vroeger de aan het burgerrecht verbonden bevoegdheid om in een dergelijk huis voor kinderen verpleging te kunnen vinden in alle steden naar dezelfde regelen verkregen werd, of dat een zeker burgerrecht overal de eenige voorwaarde was om opgenomen te worden. Het moge elders zoo zijn geweest, in Middelburg was dat niet het geval. Daar heeft men naast den eisch van burgerrecht onder meer ook dien van lidmaatschap van een bepaald kerkgenootschap gesteld, die deze stichting wellicht van andere van dien naam doet verschillen. Het hier bedoelde weeshuis is voortgekomen uit den drang van de eenigszins gegoede burgerij der stad, die voor hare eventueel na te laten kindereu eene opvoeding wenschte afgescheiden van die van armen en vreemdelingen, waarmede de bestaande weesschool overbevolkt was. In vergelijking van andere steden was Middelburg laat met de stichting van een burgerweeshuis en wellicht zou het nog langer hebben geduurd, hoe bekrompen de huisvesting der weezen hier ook al was, zoo de wensch der burgerij niet door klinkende munt van eenige harer leden krachtdadig ware ondersteund. Nadat verschillende //considerable" legaten aan de Nederduitsche armen waren vermaakt, wendde het College van diakenen zich per rekest tot burgemeesters, schepenen en raad om het welgevallen voor de stichting van een burgerweeshuis van Hun Ed. Achtb. te mogen bekomen. 1717 Juli 10 werd het verzoekschrift ter examinatie in handen gesteld van thesauriers der stad; Augustus 21 d. a. v. viel de beslissing. De inhoud van het besluit toont duidelijk aan, dat het de «considerable" legaten alleen niet zijn geweest, die de vroedschap voor het plan hebben kunnen winnen. Hangende het verzoek van diakenen overleed te Middelburg Lydia Boreys, weduwe van Cornelis Verbrugge, nadat zij enkele dagen te voren hare na te laten goederen voor een te stichten burgerweeshuis had bestemd. Het is het vrij aanzienlijk vermogen van deze dame geweest, die de schaal ten gunste van de zaak heeft doen overslaan. Haar naam is aan deze stichting onafscheidelijk verbonden. Het reglement, door diakenen van de Nederduitsche armen, na inzage van de voorschriften voor het burgerweeshuis te Nijmegen, te Haarlem en te Amsterdam, ontworpen, werd in het College van W et en Raad 1719 April 29 gearresteerd. Art. 111 van dat reglement omschrijft de voornaamste voorwaarden om in het huis opgenomen te worden als volgt: »ln dit huys sullen werden aangenomen alle weesen, niet bereykt hebbende den ouderdom van 16 u 18 jaren, die door voogden of naaste vrienden werden gepresenteerd en opgedragen, waarvan de vader of moeder binnen dese stad zijn geboren of hun borgerregt hebben gekogt, en seven jaren ten minsten agtereen binnen dese stad hebben gewoond, en zulks gecontinuëerd tot op het overlyden van den laatststervenden, behoudens, dat de vader of moeder sullen moeten hebben geweest ledematen vau de ware en naar Gods-woord Gereformeerde religie en tot den eynde hunnes levens toegelaten tot het Heylige avondmaal (die van de V\ alse en Engelse gemeentens hieronder begrepen), van alle hetwelke by behoorlyke bescheyden sal moeten blyken; des en sullen de weesen geene bastaarden mogen zijn, ook geene welker ouders of wel een van beyde door eenig wanbedrijf hun selven (volgens de wetten van den lande) de borgerlyke samenlevinge hebbeu onwaardig gemaakt, alsmede geene weesen, wiens vader of moeder van den armen zijn levende of hebben geleeft, tenware deselve het genotene hadden gerestitueerd, in welk geval hunne weesen mede in dit huys sullen aangenomen, kinderen, welker vader of moeder cessie hebbeu gedaan of bancqueroet hebben gemaakt, tenzy met hunne crediteuren waren geaccordeerd en deselve accoorden hadden voldaan, als wanneer hunne kinderen mede sullen werden geadmitteerd". Hieraan is bij resolutie van 1722 Maart 1 nog toegevoegd, dat niet zullen mogen worden toegelaten weezen //van vaders of moeders, welkers boedel op hun overlyden insolvent" wordt bevonden. Na de voorwaarde van het burgerrecht is zeker die betreffende den godsdienst de belangrijkste. Het lidmaatschap van beide ouders werd niet gevorderd, het was voldoende als een hunner tot de Gereformeerde gemeente had behoord. Van de religie van het kind of de kinderen wordt niet gesproken. De bepaling liet dus de gelegenheid open om kinderen, geboren uit een gemengd huwelijk en gedoopt of ingeschreven bij eene andere dan de bedoelde kerkelijke gemeente, aan het huis op te dragen. Hoewel de Gereformeerde kerk te Middelburg de overheerschende was, schijnt het toch onaannemelijk, dat in het bijna 100-jarig bestaan van het gesticht door voogden of naaste vrienden van (atholiek of Luthersch gedoopte of als Mennist ingeschreven kinderen van die open gebleven gelegenheid nimmer gebruik is gemaakt. Dit punt scheen belangrijk genoeg om er de notulen nog eens speciaal op na te zien. Steeds worden de bepalingen van art. III letterlijk opgevolgd. Het bestuur vraagt niet tot welk kerkgenootschap de kinderen door doop etc. gerekend moeten worden te behooren, maar alleen of de vader of moeder Gereformeerd was. Maar dan moet men tot het besluit komen, dat de band, die de kinderen aan eenig ander dan het Hervormd kerkgenootschap verbond, met de opneming in dit huis verbroken werd. •) De kerkelijke opvoeding was toch voor alle weezen dezelfde; bij de ontelbare gevallen van aanneming tot lidmaat der Gereformeerde gemeente is er geen enkel geval van belijdenis in een auder geloof aan te wijzen. Van eene poging der ( atholieke geestelijkheid om de leer en formaliteiten dier kerk ten aanzien van Roomsche kinderen te kunnen uitoefenen, zooals zij bij het Armweeshuis in 1795 en later heeft aangewend, blijkt uit de notulen betreffende dit huis niets. Wel daarentegen, dat verzoeken tot het aangaan van een engagement of huwelijk van jongelui, van wie er een in dit huis werd opgevoed, om reden van verschil in godsdienst eenvoudig werden afgewezen. En wat voor de gedachte kerkelijke richting nog meer afdoende getuigt, is het antwoord op de vraag van de leden van het Departement van onderzoek uit den Raad der stad: -/Welke gezindte word daarin gealimenteert?" Dat antwoordt luidt: //Werden geen andere gezindheden daarin gealimenteert, dan van de Gereformeerde Nederduitsche, Walsche en Engelse gemeentens, volgens de hiervoren meerge- ') Blijkens de Conventie, aangegaan tusschen de Gereformeerde diakonie en Luthersche diakonie * * '6° Maart 31' en de inventie tusschen de Gereformeerde en Mennonieten diakenen d.d. 1762 Oetober 1, kwamen de arme subjecten ten laste van die gemeente, waartoe de man en b.j sterfgevallen, waartoe de langstlevende bekoorde (zie de afschriften van deze conventiën achter iu ur. 1482 en de notulen van de sub-directie van het weeshuis van 1819 Oetober 16). melde ordonnantie van Weth en Baad van dato 29 April 1719, en welke ordonnantie ten dezen opzigte ten allen tyde is en nog op het allerstrikst werd geobserveert". (Notulen 1797 Mei 9). Niet minder overtuigend is hetgeen de vice-president van de Commissie der Hospices in de vergadering van 1812 Februari 25 zegt: //Het spreekt van zelf, dat voortaan niet alleen Gereformeerde, maar ook kinderen van andere gezinten in hetzelve moeten worden opgenomenBij de resolutie van burgemeester en wethouders van 1825 November 10 en bij het besluit van den Baad der gemeente van 1828 Januari 2 werd ten aanzien van deze aangelegenheid bepaald, dat de langstlevende van de beide ouders moest zijn geweest lid van de Hervormde gemeente. De laatste //Verordening op de inrigting en het bestuur der godshuizen", die 1880 April 28 door den Gemeenteraad is vastgesteld, heeft de voorwaarde op dit punt belangrijk verscherpt door als eisch te stellen, dat ook de kinderen moeten behooren tot het Nederduitsch-hervormd kerkgenootschap. Het Burgerweeshuis te Middelburg is inderdaad zoo door stichting, traditie en bestuur een beslist Gereformeerd burgerweeshuis. Dat dit de andere huizen van dien naam eveneens waren, mag op grond van eene beschouwing over die gestichten in het algemeen, die zich toevallig bij deze archieven bevindt en van c. 1697 dateert (zie nr. 1563), betwijfeld worden. De stedelijke regeering nam met haar besluit van 1717 Augustus 21, waarbij zij hare goedkeuring aan de stichting van een burgerweeshuis *) De Bewindhebbers der O. I. Compagnie ter kamer Amsterdam, geroepen om de juiste beteekenis in eene clausule van een testament te leggen, zeggen in hunne bedenkingen: „De gemene publyque godshuysen zijn voornamelijk d' burgerweeshuysen, welcker kinderen, veele ot merendeels in private kercken gedoopt sijnde, ende oock meest daeruyt gaande zonder opeutlyke belydenisse des Gereformeerde gelooffs gedaen te hebben, gevolgelijck doorgaens nogh door doop nogh confessie lidmaten der kercke van die religie geworden sijn, nogh veele komen te werden soo door onagtsaamheyt ende verwaarloosingh in desen als omdat eenig door haare onders vrunden van andere gesindheden daertoe weder overgehaald worden, welcke voorschreve kinderen oock, schoon wel toevalligh in de Gereformeerde religie opgevoedt ende eenige daervan al belyders werdeude, egter doorgaens, als meest van gene Gereformeerde ouders geboren , in allen gevalle maar occasionele onderwyselingen off opvoedelingen in de Gereformeerde religie sijn, ende het beneficie der godshuysen genieten simpelijck uyt kragte van eenig burgerlijk regt ende niet uyt hooffde vant litmaatschap der kercke noghte der religie. De bejaarde in andre publij cque godshuysen gelijk mede de huyssittende armen sijn doorgaens van diverssche godsdiensten ende minst Gereformeerde. Maar de respective diaconiën van de Gereformeerde religie alimenteren ende ondersteuuen gehele familiën, ouders ende kinderen, weduwen ende wesen, alle door publique belydenisse litmaten der Gereformeerde kercke geworden ende als zodanig erkend off ten minsten, voor sooveel de kinderen belanght, van al sulcke lidmaten geboren en door de doop (by) dselve kercke ingelijfft, oversuli al voor ende van de geboorte aff tot de Gereformeerde confessie , als eene erffleen van hunne ouders, gedestineerdt. Ende d' wij 11 enz." schonk, het te stichten huis stilzwijgend in bescherming en het toezicht en de hoofddirectie op zich. Maar ook niet meer. De verwachting werd uitgesproken, dat het door vele milddadige chariteiten zou gebeneficeerd worden, zich zelve zou bedruipen en niet tot laste komen van de gemeene armen. Verpleging van weezen van overleden burgers der Gereformeerde gemeente, te bekostigen hoofdzakelijk uit erfenissen, legaten of schenkingen en de revenuën van de bezittingen der weezen, is dan ook de grondgedachte waarop het reglement berust. Al zeer spoedig na de genomen beslissing was op het Molenwater een geschikt terrein voor het bouwen van een burgerweeshuis gevonden, waar weldra de werkzaamheden aanvingen. In hetzelfde jaar nog (November 16) werd door jhr. Aarnout van Cittees, een zoon van den burgemeester W illem van Citters, de eerste steen gelegd. Twee jaren later was het gebouw voltooid en 1720 Januari 1 werd het door 68 kinderen uit de Oude weesschool betrokken. Zeventien weezen waren sedert het arresteeren van het reglement aangenomen, zoodat de totale bevolking op genoemden datum uit 85 kinderen bestond. Het was stellig in het belang van de huisvesting der weezen, dat zij over twee gestichten verdeeld werden, maar minder in dat der financiën van het Burgerweeshuis, want deze 68 kinderen brachten zonder onderscheid geene bezittingen mede. Bovendien kwamen er in de eerste 10 jaren nog 22 kinderen in het huis, die niets medebrachten, maar wel de voordeelen van uitzet en c. q. van bruidschat boven de gewone verpleging genoten. De voorzittende burgemeester wees in de Raadszitting van 1729 April 16 op dezë feiten als de oorzaken van het nadeelige saldo, dat de rekening van het huis jaarlijks opleverde. Deze kinderen hadden ten laste van de Gemeene armen moeten worden opgevoed. J) De overwegingen leidden tot het besluit, dat de kosten van verpleging van deze 90 kinderen en diergelijke, die later nog zouden worden opgenomen, naar een vasten regel door de diakonie moesten worden vergoed. De maatregel kon echter het evenwicht in de financiën van het weeshuis niet geheel herstellen; door het groot aantal kinderen, dat opgenomen moest worden, en het weinige, dat het gesticht in dezen tijd aan schenkingen ontving, werd het kwaad slot van de rekening jaarlijks grooter. In 1749 was de schuld tot eene zorgvolle hoogte gestegen, die dwong om te zien naar middelen, welke eene afdoende verbetering in de ontvangsten van het huis konden aanbrengen. Een zoo- ') De bedoeling schijnt dus te zijn geweest, dat in het Burgerweeshuis alleen kinderen met een ouderlijk erfdeel zouden worden opgenomen, maar dat wa9 in het reglement niet uitgedrukt danig middel meende men te zullen vinden in de oprichting in het Burgerweeshuis van eene apotheek, die de godshuizen tegen betaling zou voorzien van de noodige geneesmiddelen, welke tot nog toe door particuliere apothekers geleverd waren. Het verzoek werd door het stadsbestuur ingewilligd (zie nr. 1685) en de uitkomst heeft de verwachting, die men er van had, niet beschaamd. Deze apotheek wierp inderdaad groote voordeelen af, gaandeweg werd de schuld door de behaalde winsten gedelgd, waarna de rekeningen een voordeelig saldo aanwijzen In 1781 was de geldelijke toestand, ook door belangrijke thans ontvangen erfenissen zoodanig verbeterd, dat ook de afnemers van de apotheek daarvan in den vorm eener belangrijke korting of laag tarief de voordeelen konden genieten. Nog in een ander opzicht kwam de nering aan de armenrekening ten goede, diakenen werden nl. nu ook ontlast van de betaling van 12 pond 'sjaars voor eiken onbemiddelden wees, die in het Burgerweeshuis werd aangenomen, waartoe in 1729 besloten was. Bij het besluit van de Municipaliteit der stad d.d. 1796 Januari 9 werd de opneming van kinderen in dit gesticht tot die uit de stadsambachten onder bezwarende financiëele voorwaarden uitgebreid. Het jaar 1795 is het begin van een tijdperk, waarin het Burgerweeshuis, evenals zoovele andere instellingen, zijne financiën zag verminderen. In 1810 was de nood hoog gestegen, een groot gedeelte der effecten was verpand, verschillende wisselbrieven liepen te zijnen laste, vele leverantiën bleven onbetaald en het bestuur zag zich genoodzaakt hulp te vragen uit de ledige stadskas. Wellicht had het huis bij betaling van hetgeen het voor geleverde medicijn van de diakonie had te vorderen, de crisis van de ongelukkige tijdsomstandigheden kunnen doorstaan of had men door palliatieven de val der onafhankelijke stichting kunnen voorkomen. Maar de spoedig gevolgde invoering der Fransche wetgeving benam daartoe de gelegenheid. Al had het Burgerweeshuis middelen genoeg gehad, het had zich aan de bepalingen dier wetten niet kunnen onttrekken. Bij arrêté van den prefekt in dit Departement d.d. 1812 Augustus 11 werd bepaald, dat er te Middelburg maar één weeshuis zou zijn onder de benaming van Hospice nr. 3, waarna de Commissie der Hospices September 26 d. a. v. definitief besloot om het armweeshuis buiten gebruik te stellen en in Gesticht nr. 3 over te brengen die arme weezen, welke niet besteed konden worden. § 2. HET BESTUUR. Reeds is opgemerkt, dat de oprichting van het Burgerweeshuis door diakenen der Nederduitsche armen bij de stedelijke regeering aanhangig is gemaakt, en het is dit college aan hetwelk bij zijne reeds verschillende werkzaamheden ') ook het bestuur over het nieuwe gesticht werd toevertrouwd. Het daaruit voortvloeiende werk werd verdeeld onder de reeds bestaande commissiën uit zijn midden. Om van beneden te beginnen werd belast met de zorg over de jeugdige weezen, die besteed werden, de diaken, vader der houwkinderen; het huishoudelijk bestuur kwam bij de commissie van diakenen-vaders, -) uit 4 leden bestaande, waarvan jaarlijks de beide oudste in functie door twee andere diakenen vervangen werden, bijgestaan in dit werk door hunne vrouwen; het geldelijk beheer —geheel afgescheiden van dat der Armen met het Armweeshuis en het Armzi'kenhuis — en het toezicht over het gebouw kwam in handen van de commissie van diakenen-bouwmeesters, eveneens uit 4 leden bestaande, waarvan er ook jaarlijks twee aftraden, terwijl belangrijke aangelegenheden, het huis en de weezen betreffende, door de verschillende commissiën ter tafel van de volle vergadering van het College van diakenen werden gebracht. Het aldus ingericht bestuur bleef tot medio Mei 1771 onveranderd, toen krachtens resolutie van Wet en Raad van 1771 April 13 het huishoudelijk bestuur van diaken-vaders overging op eene vaste commissie, bestaande uit 1 president, 4 regenten, 1 presidente en 4 regentessen. De president en presidente werden benoemd uit leden van den Raad en uit de huisvrouwen of weduwen van Raadsleden, de regenten uit bekwame personen van de burgerij der stad, de regentessen uit gehuwde vrouwen of weduwen van burgers, mits geen huisvrouw zijnde van een regeerenden regent. Dit personeel werd voor hun leven benoemd of tot //wederzeggens toe". De geldelijke administratie bleef echter bij diakenen-bouwmeesters en het toezicht over de houwkinderen aan een diaken toevertrouwd. De redenen, die tot deze verandering hebben geleid, het aandeel, dat de nieuwe commissie in het algemeen bestuur kreeg, en hoe deze bij onderlinge schikking hare werkzaamheden verdeelde zijn bijzonderheden, die door belangstellende uit de notulen en andere archiefstukken gemakkelijk zijn te vernemen, slechts wordt aangestipt, dat de bevoegdheid van president en regenten veel uitgebreider werd, dan die van het huishoudelijk bestuur van diakenen-vaders was geweest. De diakonie bleef voor de geldelijke administratie nog 10 jaren aan ') Zie de Inleiding van het archief van het Armweeshuis. *) Deze diakenen-vaders en hunne vrouwen worden in de stukken ook wel buitenvaders en buitenmoeders genoemd, zeker ter onderscheiding van den inwonenden binnenvader en binneumoeder. het Burgerweeshuis verbonden, waarna zij bij resolutie van Hun Ed. Achtb. van 1781 Maart 17 ook daarvan werd ontheven en het bestuur in zijn geheelen omvang bij president en regenten kwam. Het besluit is breed gemotiveerd, maar eene reden, die toch veel tot de beslissing zal hebben bijgedragen, wordt er niet bepaald in genoemd. Ik bedoel de bijzondere bepaling in het testament van Isebrand Knouwen , dat niets van al hetgeen het Burgerweeshuis van hem zou komen te erven — en dat was niet gering —, mocht komen ter bouwkamer om daar door diakenen-bouwmeesters geadministreerd te worden, maar dat alles moest worden gesteld in handen van president en regenten om door deze te allen tijde te worden bewaard en geadministreerd. I. Knouwen overleed in 1779. Door aanhoudende ongesteldheid van den regent-kashouder stelde het stadsbestuur te zijner assistentie 1789 Juni 27 een vijfden regent aan, welke post door het overlijden van eerstbedoeld lid in 1798 November 2 weder kwam te vervallen. Toen ten gevolge van de invoering der Fransche wetgeving alle gestichten, dus ook dit huis, in 1811 Augustus 29 onder bestuur kwamen van de Commissie der Hospices, bleven de regenten voorloopig nog in functie om de zaken gaande te houden. Eerst nadat de reorganisatie der weeshuizen haar beslag gekregen had, werd 1812 October 24 over Gesticht n°. 3 eene sub-directie aangesteld, die den 29 d. a. v. hare eerste vergadering hield. § 3. HET ARCHIEF. Aan hetgeen in de Algemeene inleiding hiervoor over de archieven in net algemeen reeds is medegedeeld, zijn op deze plaats maar weinig bijzonderheden toe te voegen. Bij de afscheiding van dit huis van de diakonie in 1781 werd o. a. bepaald, dat zoodra bouwmeesters de rekening over het dienstjaar 1780/1 zouden hebben opgemaakt en gesloten, alle boeken, charters en papieren, het Burgerweeshuis betreffende, onder recepis aan het nieuwe bestuur moesten worden overgegeven met al hetgeen verder tot de administratie behoorde, en door bouwmeesters inzage verleend of kopieën verstrekt van de extract-resolutiën van Hun Ed. Achtb. betreffende de weezen of boedels, die ziek ter bouwkamer mochten bevinden. 1781 September 7 werden de effecten en 1785 Februari 22 het archief door bouwmeesters overgegeven, terwijl na onderzoek van de registers en verdere bescheiden door het nieuwe bestuur het kasgeld op 25 Mei volgde. De groote tijdsruimte, die verstreek alvorens de administratie van 1717 tot 1781 definitief in het bezit van liet nieuwe bestuur kwam, maakt het duidelijk waarom in 1781 onderscheidene nieuwe registers zijn aangelegd, waarmede president en regenten trouwens in 1771 reeds begonnen waren voor zooverre hun beheer toen reikte. De verandering in het bestuur moge in vele opzichten nuttig voor de stichting zelve zijn geweest — wat hier buiten beoordeeling blijft —, het bijhouden van de administratie heeft er niet bij gewonnen. De thans nog aanwezige boeken kunnen dit aantoonen, en de inhoud der notulen van 1793 Juni 6 wettigt de vraag, of oogenschijnlijk ontbrekende registers wel ooit bestaan hebben of zijn aangehouden; door ziekte van den regent-kashouder was de administratie jaren ten achteren, en de aanstelling van een vijfden regent ter assistentie mocht daarin ook al geene afdoende verbetering brengen, zoolang bedoelde heer maar noode scheen te kunnen scheiden van zijn post en van de stukken, die hij onder zich had. Eerst na zijn dood in 1798 kreeg het bestuur het vrije gebruik van de geheele administratie door overdracht van hetgeen in den boedel was gevonden. (Zie nr. 2064). De archieven bestaan voornamelijk uit deelen, waarvan vele door uitscheuring van schoone bladen geschonden zijn; er zijn betrekkelijk weinig losse papieren bij, ofschoon er heel wat ongebonden archivalia moeten geweest zijn. In verschillende hulpboeken zijn door de in 1812 opgetreden sub-directie de aanteekeningen voortgezet, die tot het nieuw-archief gerekend moeten worden. Zie omtrent de vermoedelijke inventarisatie van de tusschen 1812 en 1843 vereenigde weeshuisarchieven de laatste alinea van de Inleiding van het Armweeshuis (blz. 188). INVENTARIS. I. BESTUUR IN HET ALGEMEEN. A. CONSTITUEERENDE REGLEMENTEN. 1569. Reglement en afschriften van extract-resolutiën, zoo van Wet en Raad als van het College van diakenen der Nederduitsche armen betreffende de stichting van een burgerweeshuis, alsmede instructiën en borgstellingen voor geëmplooieerden. 1717—1727. Met latere ampliatiën, en inventarissen van meubelen en goederen. 1721—1767. 1 deel. N.B. Voorin eene inhoudsopgave. Achterin ligt een fragmeut van eene instructie voor de linnennaaimatres. Op blad 7 en 8 komt eene beschrijving van de kleeding der weezen voor en op blad 41 conditiën van aanbesteding van boter. — De bladen zijn genummerd 1 tot 108. —Op den band staat: „Dit boeck behelst reglementen en resolutië'n) alsmede den inventaris van het nieuw gestigte Borgerweeshuys", en op een etiquet op den rug: „N°. 68* oudarchief. Reglementen". 1570. «Ordonnantie en reglement tot het regeren en administreren van het nieuw gestigte Borgerweeshuis binnen dese stad Middelburg, mitsgaders het aanvaarden, opvoeden en alimenteren van borgers weeskindereu, separatelijk van de gemeene arme weeskinderen", gearresteerd in het College van Wet en Raad 1719 April 29. Gedrukt. Met marginale aanteekeningen en ampliatiën van 1729 April 16, 1785 April 2, 1753 December 8, 1761 October 3, 1764 Maart 10 en 1769 Juli 8, en interpretatie van 1722 Maart 1. 1 deel. N.B. Van buiten staat: „De oude ordonnantie op het Borgerweeshuys benevens de resolutiën van Hun Ed. Achtb. van tijd tot tijd daarontrent genoomen". 1571. «Ordonnantie en reglement tot het regeeren en administreeren van het Burger-weeshuys binnen de stad Middelburg, mitsgaders het aanvaarden, opvoeden en alimenteeren van burgers weeskinderen, separatelijk van de gemeene arme weeskinderen". 1781 Mei 5. Gedrukt. Met marginale aantekeningen en notitiën betreffende het begraven van lijken, venduloon en het aanstellen van bedienden. 1 omslag. N.B. Hierbij een afschrift vaii deze ordonnantie en van de ampliatiën daarop van 1781 Augustus 25 en 1796 Januari 9. 1572. Extract uit de resolutiën van Wet en Raad betreffende de ontheffing van het bestuur over de beide weeshuizen van diakenenvaders en instelling eener vaste commissie over elk van die gestichten. 1771 April 13. Met ampliatiën van April 27, Mei 4 en Juli 20 d. a. v., benevens de akte van aanstelling tot regent van het Burgerweeshuis van H. Kakelaar d.d. 1771 April 27. 1 omslag. N.B. Het bestuur, dat bij deze resolutie het huishoudelijk bestuur van diakenen-vaders, dus met ontlasting van een gedeelte der verschillende werkzaamheden van diakeuen der Nederd. armen, verving, was tweeledig: een deel bestond uit 1 president en 4 regenten, het andere uit een presidente en 4 regentessen. Over elk van de beide weeshuizen werden dus 5 heeren en 5 dames aangesteld. De geldelijke administratie bleef in handen van diaken-bouwmeesters. 1573. Minuten van twee memoriën betreffende den overgang van het bestuur in 1771. 1 omslag. 1574. Stukken betreflende de verdeeling der werkzaamheden van het bestuur tusschen regenten en dames-regentessen. 1771. 1 pak. 1575. Extract uit de resolutiën van Wet en Raad, houdende provisioneele verordening tot afscheiding van het Burgerweeshuis van de Nederduitsche armen. 1781 Maart 17. Met een minuut-ontwerp en eenige geldelijke berekeningen, op die afscheiding betrekking hebbende. 1 omslag. N.B. Bij dit besluit wordt de diakonie van de Nederd. armen ontheven van de administratie van dit gesticht, die zij tot nog toe had gevoerd, en het beheer in zijn geheelen omvang aan president en regenten opgedragen. (Zie het nieuwe reglement onder nr. 1571). 1576. Extract uit de resolutiën van de Municipaliteit der stad Middelburg, houdende ampliatie op het reglement van het Burgerweeshuis. 1796 Januari 9. Gedrukt. 1 stuk. N.B. Deze aanvulling van het reglement van 1781 betreft eene uitbreiding van de opname van weezen in dit huis tot die, wier ouders 5 of meer jaren onder stads-ambachten hebben gewoond. 1577. Concept-reglement voor het administratief beheer van de goederen en middelen van het huis en de weezen, en verdeeling onder de leden van het bestuur van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden 1781 (1 net en 1 klad exemp.). 1 omslag. N.B. Op de laatste bladzijde staat: „Huyshondelyke schicking te observeeren in de administratie etc. A°. 1781". B. NOTULEN MET BIJLAGEN. 1578 en 1579. Notulen van diakenen-vaders. 1721—1771. 2 deelen. N.B. Diakenen-vaders hadden het bestuur zoowel over het Armweeshuis als over dit gesticht. Zij hielden hunne vergaderingen meestal in het Burgerweeshuis en het grootste deel der notulen betreft ook dit huis; enkele malen werd in de Oude weesschool vergaderd. Waar ook bijeengekomen, de zaken van beide huizen werden in beraadslaging gebracht, waarvan de notulen niet gescheiden maar vereenigd in deze deelen zijn ingeschreven, zoodat die ook tot het Archief van het Armweeshuis behooren. De besluiten omtrent weezen, door het College van diakenen op voordracht van vaders genomen, zijn in deze notulen geïnsereerd. In de vergadering van 1728 Juni 11 is besloten, dat de praeses twee stemmen zou uitbrengen. Van af 1730 is in het begin van elk jaar het getal weezen vermeld. 1578. 1721. Mei 30 — 1757 Januari 22. N.B. Hiaten: 1735 Februari 26 tot Juni 4; 1735 Juni 4 tot 1736 Mei 6; 1738 Februari., tot Juni 21; 1740 Maart 26 tot Mei 21; 1740 Juni 26 tot 1742 Mei 9; 1750 Juli 4 tot 1751 Januari 1. Eeue der resolutiën van 1755 Mei 16 werd genomen door vaders en moeders. Aan de keerzijde aanteekeningen van lijfsieraden enz. van weezen (genummerd 140 tot 146), die echter als vervallen kunnen worden beschouwd, omdat zij later in een daarvoor speciaal bestemd register zijn bijgeschreven (zie nr. 2029). — Op een etiquet op den rug staat: „Notulen 1721 tot 1756 le deel B. W. H. n° 53 oudarchief\ 1579. 1757 Januari 1 — 1771 Mei 10. N.B. Notulen van gecombineerde vergaderingen van vaders en moeders: 1759 Januari 5, 1766 Mei 16, 1769 Mei 12, 1770 Januari 1, 1770 Januari 5, 1770 Mei 11, 1771 Januari 1. — Op den band van voren staat: „Notulen van de vaders van 't Borgerweeshuys", en aan de keerzijde: „Notitiën van gout, zilver en kleeren, toebehoorende de weezen van 't Borgerweeshuys 1758". Voor deze notitiën wordt verwezen naar nr. 2030, waaronder zij afzonderlijk zijn vermeld. — Op een etiquet op den rug staat: „Notulen 1757 tot 1771 2e deel n. 53 oudarchief Burgerweeshuis". 1580—1584. Notulen van president en regenten. 1771—1811. (Net exempl.). 5 deelen N.B. De vergaderingen werden door regenten en regentessen wekelijks beurt om beurt gehouden; in dringende gevallen kwam men buitengewoon bijeen. Van de vergaderingen van het damesbestuur zijn geene notulen in het archief aangetroffen- Op het voetspoor van diakenen-vaders waren de regenten bij toerbeurten gedurende 4 weken met het presidie belast, totdat in de vergadering van 1801 December 18 besloten werd om het voorzitterschap op het einde van iedere maand te veranderen. Resolutiën van Wet en Raad en andere ingekomen stukken, alsmede minuten van verzonden rekesten, brieven etc. zijn meestal in deze 15 notulen opgenomen. In de notulen van de eerste vergadering van elk jaar is het aantal weezen vermeld. 1580. 1771 Mei 24 — 1782 Mei 24. N.B. De eerste vergadering was gecombineerd met dames-regentessen. Achter in dit en het volgende deel een bladwijzer op zaken en een dito op persoonsnamen. — De beschreven bladzijden zijn genummerd 1 tot 342. — Op den band staat: „Notulboek L® A", en op een etiquet op den rug: „Notulen 1771 tot 1782, 8« deel, Burgerweeshuis n. 53 oudarchief\ 1581. 1782 Juni 7 — 1789 December 81. N.B. De beschreven bladzijden zijn genummerd 1 tot 282.—Op het titelblad gemerkt: „B", en op een etiqnet op den rug staat: „Notulen 1782—1789 Burgerweeshuis, 4e deel, n«. 53 oudarchief". 1582. 1790 Januari 1 — 1795 Juni 26. N.B. De beschreven bladzijden zijn genummerd 1 tot 285.—Op een etiquet op den rug staat: „Notulen 1790—1795 Burgerweeshuis, 5e deel, n. 53 oudarchief". 1583. 1795 Juli 9 — 1799 December 20. N.B. De beschreven bladzijden zijn genummerd 1 tot 297. — Op een etiquet op den rug staat. „Notulen 1795 tot 1799, 6e deel, Burgerweeshuis no. 53 oudarchief". 1584. 1800 Januari 3 — 1811 Januari 18. N.B. Dc vergadering van 1810 December 10 was gecombineerd met dames-regentessen. — De nummering van het beschreven gedeelte van dit deel is als volgt: bladzijden 1 tot 71, daarna de bladen 73, 75, 76, 79, 81, 83 enz. tot 131, daarua is de nummering geheel gestaakt. — Op een etiquet op den rug staat: „Notulen 1800 tot 1811, 7e deel, Burgerweeshuis n«>. 53 oudarchief'. 1585. Relatieven tot de notulen. 1728—1810. 1 pak. N.B. Hierbij o. a. aominatieve lijsten van weezen. bij den aanvang van het jaar in het gesticht, en Nieuwjaarswenschen van weezen. 1586—1588. Klad-Dotulen van president en regenten. 1789—1809. 3 pakken. 1586. 1789 Januari 2 — 1796 Maart 17. 1587. 1799 Juli 5 — 1800 November 21. N.B. De notulen van 1800 Januari 3 tot October 10 en December 5 en 19 ontbreken. 1588. 1801 April 24 — 1809 December 22. N.B. De notulen van 1809 Juli 7 en 21 ontbreken. Aan die van 1801 Juli 31 is gehecht een balans van de apotheek en eene lyst van door een particulier apotheker aan het Armweeshuis en de Buitenarmen geleverde geneesmiddelen. 1589. Notulen van eene gecombineerde vergadering van president en en regenten van het Burgerweeshuis met die van het Armwees- huis tot vaststelling der contracten van aanbesteding van eenige goederen en levensmiddelen. 1771 Augustus 19. 1 deel. 1590. Notulen .van gecombineerde vergaderingen van president en regenten met presidente en regentessen. 1793 Juni 24 — 1804 Maart 2. (Net exemp.) 1 deel. N.B. Zie ook ars. 1580 en 1584. In de notulen van de eerste vergadering: veranderingen in de verdeeling der werkzaamheden en besluit om de gewone gecombineerde vergaderingen om de 6 maanden te houden. — De 24 eerste bladzijden zijn genummerd , waarna nog 23 beschreven bladzijden volgen, die niet genummerd zijn. — Op een etiquet op den rug staat: nN°. 60 oudarchief. Notulen gecombineerde vergaderingen Burgerweeshuis 1793—1804". 1591. Klad-notulen van gecombineerde vergaderingen van president en regenten met presidente en regentessen. 1793 Juni 54 — 1809 April 14. 1 pak. C. BESTUUR VAN HET HUIS EN DER IN HET HUIS VERPLEEGDEN. N.B. Zie ook nrs. 1494 en 1496. • 1592. Aanteekeningen uit de resolutiën, door Wet en Raad betreffende het Burgerweeshuis genomen van 1721 tot 1773. (c. 1781). 1 omslag. N.B. Hierbij eene berekening van het aandeel, dat het Burgerweeshuis zou moeten betalen, indien het traktement van 4 dokters en 4 chirurgijns gezamenlijk door de Buitenarmen, het Armweeshuis en het Burgerweeshuis werden gedragen, en notitiën omtrent het begraven van lijken van weezen en betreflende de uitdeeling van peperkoeken 1593. Aanteekeningen uit de notulen, door het College van diakenen van de Nederduitsche armen betreflende het Burgerweeshuis genomen van 1719 tot 1737. (c. 1781). 1 omslag. 1594. Reglementen en instructiën voor onderscheidene geëmploieerden in het gesticht. 1771—1792. 1 omslag. N.B. Hierbij een extract uit de instructie voor de ziekenmoeder in het Armweeshuis, dat vermoedelijk als leiddraad heeft gediend voor het vaststellen van de instructie der ziekenmoeder in dit huis. 1595. Register van ontvangen en tot jongeuskleeding verwerkte wollen goederen en andere stoffen. 1719—1732. 1 deel. N.B. Op den band staat: „Kleermakersboek van 't Borgerweeshuis 1719 den 19 Julius", en op een etiquet op den rug: „16". 1596. Register van ontvangen en tot meisjeskleeding verwerkte wollen en linnen goederen en andere stoffen. 1720—1726. l deel. N.B. Van voren op den band staat: „Wolle en linneboek van 't Borgerweeshuis, begonnen den 22 Junius 1720", en aan de keerzijde: „Reghts om keer je". Het deel is dan ook van twee zijden ingeschreven. — Op een etiquet op den rug staat: „78". — In het midden zijn schoone bladen uitgescheurd. 1597. Register van ontvangen en verwerkte linnen en andere stoffen. 1771—1777. 1 deel. N.B. Op het titelblad staat: „Linneboek zoo van 't ontfangen als afgeven der linwaaten, taarlinge, cassadoek etc., begonnen den 30 Mey 1771, eyndigt den " — De schoone bladen van achteren zijn uitgescheurd. 1598. Register, houdende aanteekening van het van den voorraad afgesneden linnen en van de daarvan gemaakte onderkleeding. 1721 1771. 1 deel. N.B. Voorin liggen twee aanteekeningen betreffende uitzetten van weezen. Op den band staat: „'t Moeders linnenbouktje, midsgaders daarinne genoteert werden, wat goederen der kinderen van ter syden sijn aanbestorven". Omtrent het laatste komt in dit deel thans niets voor. — Uit het midden en van achteren zijn bladen uitgescheurd. — Op een etiquet op den rug staat: „77". 1599—1601. Register, houdende aanteekening van aan jongens verstrekte bovenkleeding en schoeisel. 1720—1812. 3 deelen. N.B. In deze deelen is ook aanteekening gedaan van gereedschap aan werkjongens en van uitrusting aan zeevarenden verstrekt. Vóórin een index, gerangschikt in alphabetische orde van de voornamen. 1599. 1720—1726. N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 63. — Op den rug gemerkt: „A", en op een etiquet: „28". 1600. 1726—1762. N.B. Van achteren eene rekening van aan een wees verstrekte uitrusting ter zeevaart. — De bladen zijn genummerd 1 tot 161, waarna nog twee beschreven bladen volgen, die niet genummerd zijn. — Op een etiquet op den mg staat: „N". 34 oudarchief, Jongenskleerboek Armweeshuis (sic) 1720 {sic) — 1762". 1601. 1758—1812. N.B. Op blad 54 zijn ook hemden en kousen geboekt. Op het titelblad staat: „Derde jongensboek, geteekend met de letterC'.— De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 201. — Op een etiquet op den rug staat: „Jongenskleerboek. 1753 a 1809 Burgerweeshuis n°. 55 oudarchief". 1602. Notitie van aan een wees verstrekt timmermansgereedschap. 1767—1770. 1 omslag. N.B. Hierbij eene lijst van het gereedschap, dat overeenkomstig hel bepaalde in de notulen van 1727 Juni 21 jaarlijks aan timmerlieden wordt verstrekt. 1603—1605. Register, houdende aanteekening van aan meisjes verstrekte bovenkleeding, hemdrokken en schoeisel. 1720— 1812. 3 deelen. N.B. Vóór in het l*o en 3 uitgescheurd. 1623. 1771—1780. N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 27. Van achteren op ongenummerde bladen aanteekeningen der goederen, die aanbesteed moeten worden, namen van aangenomen werkbazen; aanteekeningen van het aantal zakken in ééu last tarwe, herkomstig uit verschillende steden in ons land en uit Gent; en daarna een alphabetisehe index. 1624. 1781—1786. N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 29. Van achteren op ongenummerde bladen aanteekeningen vau het maakloon van bovenkleeding; van de goederen, die aanbesteed moeten worden; namen vau aangenomen werkbazen; aanteekeningen van het aantal zakken in één last tarwe, herkomstig uit verschillende steden iu ons land en uit Gent; en van de merken der wollen goederen. 1625. Register van de ingekochte tarwe en Let daarvan gebakken brood. 1771—1808. 1 deel. N.B. Bij den aanvang der stichting is het brood in het huis zelf gebakkeu, doch spoedig daarna tot 1781 in het Armweeshuis; daarna bij burgerbakkers. Op het titelblad zijn de restanten van het oude bakkersboek, dat thans ontbreekt, aaugeteekend. — De 58 eerste bladzijden zijn genummerd, daarna volgen nog 64 beschreven bladzijden, die niet genummerd zijn. — Op den band staat: „Bakkersboek", en op een etiquet op den rug : „72". 1626. Regeling van het bakken van brood met 2 burgerbakker9. 1781. Met retroacta van 1771. 1 omslag. 1627. Klad-aanteekeningen met becijferingen omtrent het bakken van brood. 1784. 1 dossier. 1628 en 1629. Inventaris van meubelen en goederen van het gesticht 1804 — (c. 1810). '2 deelen. N.B. Zie ook nr. 1569. 1628. 1804—1807. 1629. (c. 1810). N.B. In dit deel komt ook een inventaris voor van 1814, die tot het meuwarchief (rab-directie) behoort. — Op den band aan de keerzijde staat: „Notitie van aanbesteding", maar daarvoor is het deel nimmer gebruikt. D. TOEZICHT OP DE BUITEN HET HÜIS VERPLEEGDE WEEZEN. 1630. Register van de houwkinderen. 1719 1781. 1 deel. N.B. Len der diakenen was als „Vader der houwkinderen" (kinderen beneden 6-jarigen leeftijd, die bij burgerpersonen besteed werden) met het toezicht belast. Behalve de namen der kinderen bevat dit deel aanwijzing bij wie en voor welken prijs dezelve besteed zijn, eveutuéele veranderingen daarin, aanteekening van verstrekte kleeding en van achteren de geldsommen, die door bouwmeesters aan den vader der houwkinderen ten behoeve der pleegouders zijn betaald. Na de afscheiding van dit huis van de diakouie in 1781 was een der regenten met de besteding der houwkinderen belast en het dames-bestuur met de verdere verzorging, maar het is niet waarschijnlijk, dat men toen nog een speciaal daarvoor bestemd register heeft aangehouden. — Op den baud staat: „Boek van de houwkinderen van het Borger\*eeshuys, ingaande het jaar 1719", en op een etiquet op den rug: „2 . r 1631. Register van de jongens, die ter zee varen, met summiere aanteekeningen van hunne lotgevallen en te goed gemaakte gaee 1720—1773. es 1 deel. N.B. In dit deel zijn ook eenige andere personen ingeschreven, bij wier lotgevallen kinderen van dezen huize belang hadden.*— Op den band staat: „Borgerweeshuys", en op den rug: „Borgerweeshuys A". — De beschreven bladzijden zijn genummerd 1 tot 56. 1632. Alphabetische index op de voornamen van de weesjongens, vermeld in het boven omschreven register. 1 deel. N.B. Van voren en van achteren op den band een bijna gelijkluidend opschrift : „Alphabet op het liggerboek van de persoonen naar Indien, behoorende tot het origineelboek van het Bortrerweeshuys letter A". 1633. Stukken betreffende de uitrusting van jongens ter zeevaart. 1774— 1785. 1 pak. N.B. Zie ook nrs. 1599 tot 1601. 1634. Register, bevattende geteekende verklaringen van burgerpersonen omtrent het in dienst nemen van weezen ter opleiding in eenig ambacht of als dienstmeid. 1721—1768. 1 deel. N.B. Op fol. 12 contract betreffende de levering van bieren voor 15 jaren d.d. 1724 Mei 13, geprolongeerd voor 15 jaren 1739 Mei 13. Van achteren contracten voor de levering van schoeisel voor een jaar d.d. 1748 Augustus 23 (voor beide weeshuizen), geprolongeerd voor een jaar 1749 September 27; raapolie 1724 tot 1740; boter (voor beide weeshuizen) 1723 tot 1740 (zie ook het aangeteekende bij nr. 1569). — De 24 eerste bladen zijn genummerd (1 tot 5 ontbreken), vervolgens zijn de bladzijden genummerd: 25 tot 30, 31, 31, 32 tot 95, 96, 96, 97 tot 124, eene bladzijde ongenummerd, 125 tot 187 (180 en 181 ontbreken). De laatste 21 bladen zijn ongenummerd. — Van buiten op den band staat: „Contractboek van het Borgerweeshuys", en op een etiquet op den rug: „90". Voorin op den band staat: „Het kontrackboek van de jongens en meyden, die op ambagten sijn en die verhuert werden, begonnen 1720". E. BESTUUR DER APOTHEEK. 1635. Afschriften van de notulen van het College van diakenen van de Nederduitsche armen van 1749 Februari 19 tot Maart 24 en van de resolutie van Wet en Raad van 1749 Maart 29 betreffende de oprichting van eene apotheek in het Burgerweeshuis en de inrichting van een blok armhuisjes aan den Seissingel ten dienste van '/zieke, oude ellendige". Met reglementen voor die apotheek en den apotheker, (c. 1781). 1 omslag. N.B. Hierbij ook een concept-reglement voor den apotheker van lateren tijd. 1636. Register van door de apotheek aan het burgerweeshuis geleverde medicijn. 1 deel. 1637. Inventaris van de apotheek. 1788—1811. 1 deel. N.B. Op een etiquet op den rug staat: „63". 1638. Onvoltooid en ongeteekend relaas omtrent de bezwarende kosten voor de Armen, vallende op de geneesmiddelen, die door de apotheek geleverd werden (c. 1795). (Kopie). 1 stuk in 1 omslag. F. WEDUWBEURS VAN DE BEDIENDEN VAN HET ARM- EN BURGERWEESHUIS. N.B. Zie nrs. 1505 en 1506. II. FINANCIËELE ADMINISTRATIE. A. IN HET ALGEMEEN. —1644. Kasboek van diakenen-bouwmeester?- 1719—1781. 6 deelen. N.B. De ontvangsten en uitgaven van dit huis zijn ingeschreven in twee kasboeken; een er van, dat door diakenen-bouwmeesters werd aangehouden, bevat de algeniceue, en het andere, dat door diakenen-vaders (na Mei 1771, door president en regenten) werd ingeschreven, de huishoudelijke administratie (zie nrs. 1855 tot 1925). Zoo noodig kregen vaders van bouwmeesters een voorschot, dat — benevens het saldo — in het algemeene kasboek werd geboekt. Het kasboek van vaders is dus een onderdeel van dat der bouwmeesters, dat jaarlijks in de maand Mei werd afgesloten en door de aftredende (2,1, aanblijvende (2) en aankomende (2) bouwmeesters geteekend, onder verklaring, het voorof nadeelig saldo met dat van de Armen te hebben verrekend en het eindsaldo benevens de effecten van het huis en vau de weezeu te hebben overgenomen. Administratief vverd echter het goed of kwaad slot op de volgende rekening overgebracht, daalde iinanciën van dit huis van die der Armen moesten gescheiden bleven. 1689 1719 Mei 15 — 1732 September 6. N.B. Op den rug van dit deel staat: Borgerweeshuys cassaboek van 15 Mey 1719 A". 1640. 1732 September 9 — 1750 Juli 11. N.B. Op den rug van dit deel staat: „Borgerweeshuys cassaboek vau 9 September 1732 tot 11 Juli 1750 B". 1641. 1750 Juli 17 — 1761 Mei 16. N.B. Op den rug van dit deel staat: „Borgerweeshuys cassaboek vau 17 July a°. 1750 let. C", en op den band: „Borgerweeshuys cassaboek". 1642. 1761 Mei 18 — 1771 Mei 18. N.B. Op den rug van dit boek staat: „Borgerweeshuys cassaboek vau 18 Mey 1761 tot 18 Mey 1771 D", en op den band : „Borgerweeshuys cassaboek". 1643. 1771 Juni 12 — 1776 Mei 18. N.B Op den rug van dit deel staat: „B. W. cassaboek vau 1771 tot 1776 E", en op den band : „Borgers cassaboek". 1644. 1776 Juni 1 — 1781 Mei 12. N.B. Op den rug van dit deel staat: „B. ^ cassaboek vau 1776 tot 1781 F", en op den band : „Cassaboek van het Borgerweeshuys". 1645—1653. Bank- en kasboek van president en regenten. 1781/2— 1788/9 cn 1809—1811. 9 deelen. N.B. Deze deelen zijn door den regent-kashouder ingeschreven. Met uitzondering van het laatste zijn zij eenigszins naar de methode van dubbele boekhouding ingericht en zeer onvolledig aangehouden. Er komen posten in voor, die anterieur en ook die posterieur zijn aan het dienstjaar, maar dat neemt niet weg, dat de inhoud van elk der 8 eerste deelen slecht» op ééne jaarrekening betrekking heeft. 1645. 1781/2. N.B. Dat het bestuur reeds in 1779 gelden in administratie kreeg, staat in verband met eene bijzondere bepaling in het testament van I. Knouwen (zie de Inleiding). — De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 45. Op den rug gemerkt: „G". 1646. 1782/8. N.B. De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 24. —Op een etiquet op den rug staat: „57". 1647. 1783/4. N.B. De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 21. — Op een etiquet op den rug staat een onleesbaar getal. 1648. 1784/5. N.B. De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 21. — Op eeu etiquet op den rug staat: „58". 1649. 1785/6. N.B. De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 23. — Op een etiquet op den rug staat: „59". 1650. 1786/7. N.B. De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 14. — Op een etiquet op den rug staat: „60". 1661. 1787/8. N.B. De beschreven bladen zijn genummerd 1 tot 4. — Op een etiquet op den rug staat: „61". 1652. (1788/9). N.B. In dit deel komt geen jaartal voor, alleen het eerste blad is beschreven. De regent-kashouder was in de laatste jaren ziekelijk, waardoor zijne administratie ten achteren raakte; het is waarschijnlijk, dat er gedurende gcruimen tijd geen kasboek is aangehouden en dat de jaarlijksche rekening uit klad-aanteekeningen werd opgemaakt. 1658. 1809—1811. N.B. In dit deel vormen de ontvaugsten en uitgaven van elk jaar eene doorloopende rekening. — Op een etiquet op den rug staat: „Kasboek Burgerweeshuis 1809—1812, n°. 67 oudarchief". 1654—1715. Uittreksel uit het kasboek van diakenen-bouwmeesters. 1719/20—1780/1. 62 deelen. N.B. De verschillende ontvangsten en uitgaven zyn in deze deelen na haren aard onder aangegeven hoofdstukken ingeschreven om naar deze verzamelingen de jaarlijksche rekening op te maken. — Op den rug van elk deel is het jaar van de eerste 8 der 12 maanden, waarover de rekening loopt, vermeld, terwyl de meeste deelen van voren en achteren op den band voorzien zijn van een etiquet, met aanwijzing van den naam van het gesticht, het jaartal als op den rug en het woord „Borderel". 1654. 1719/20. 1655. 1720/1. 1656. 1721/2. 1657. 1722/8. 1658. 1723/4. 1659. 1724/5. 1660. 1725/6. 1661. 1726/7. 1662. 1727/8. 1668. 1728/9. 1664. 1729/80. 1665. 1780/1. 1666. 1781/2. 1667. 1782/3. 1668. 1738/4. 1669. 1734/5. 1670. 1785/6. 1671. 1786/7. 1672. 1737/8. 1678. 1738/9. 1674. 1789/40. 1675. 1740/1. 1676. 1741/2. 1677. 1742/3. 1678. 1743/4. 1679. 1744/5. 1680. 1745/6. 1681. 1746/7. 1682. 1747/8. 1688. 1748/9. 1684. 1749/50. 1685. 1750/1. 1686. 1751/2. 1687. 1752/3. 1688. 1758/4. 1689. 1754/6. 1690. 1756/6. 1691. 1756/7. 1692. 1757/8. 1693. 1758/9. 1694. 1759/60. 1695. 1760/1. 1696. 1761/2. 1697. 1762/8. 1698. 1768/4. 1699. 1764/5. 1700. 1765/6. 1701. 1766/7. 1702. 1767/8. 1708. 1768/9. 1704. 1769/70. 1705. 1770/1. 1706. 1771/2. 1707. 1772/3 1708. 1778/4. 1709. 1774/5. 1710. 1775/6. 1711. 1776/7. 1712. 1777/8. 1718. 1778/9. 1714. 1779/80. 1715. 1780/1. 1*710—1724. Uittreksel uit het kasboek van president en regenten 1781/2—1802. 8 deelen en 1 omslag. N.B. Zie het aangeteekende bij nrs. 1654 tot 1715. Ook deze verzamelingen hebben blijkbaar gediend voor het opmaken der jaarlij ksche rekening, sommige dragen daarvan zelfs den naam.' De 3 laatste zijn verward en onvolledig. 1716. 1781/2. N.B. Op den band staat: „Borderel van den 4 January 1779 tot 18 Mey 1782", en: „N°. 26 oudarchief". 1717. 1781/2. N.B. Op den band staat: „Copie n". 1 Borderel van den 4 Januarv 1779 tot den 18 Mey 1782". Dit deel is onvolledig. 1718. 1781/2. 1 omslag. N.B. Dit uittreksel bestaat uit eenige aan elkander gehechte vellen papier, waaraan vermoedelijk een of meer der laatste ontbreken. 1719. 1791/2. 1720. 1792/8. N.B. Van achteren liggen eenige losse aanteekeningeu, de rekening betreflende. — Op een etiquet op den rug staat: „96". 1721. 1793/4. N.B. Op een etiquet op den rug staat: „N". 61" oudarchief Burgerweeshuis". 1722. 1800—1801. N.B. Op een etiquet op den rug staat: „No. 611» oudarchief Burgerweeshuis". 1723. 1801. 1724. 1801—1802. N.B. Op een etiquet op den rug staat: „Nu. 61' oudarchief Burgerweeshuis". 1725—1783. Jaarlijksche rekening van diakenen-bouwmeesters. 1721/2 1780/1. 59 deelen. N.B. Zie het aangeteekende bij nrs. 1654 tot 1715. Bij deze rekeningen zijn geene lijsten gevoegd van de effecten, die het huis en die de weezen toebehoorcn, zoodat zij geen overzicht geven van de bezittingen van ieder van die financieel gescheiden administratiën. In dit opzicht zijn de rekeningen van president en regenten van 1781/2 tot 1802 beter ingericht (zie nrs. 1806 tot 1825). In de rekening van 1741/2, 1742/8, 1744/5 tot 1754/5, 1756/7 tot 1760/1, 1766/7 tot 1778/4 en 1775/6 tot 1779 80 eene lijst der schulden. De rekeningen zijn afgehoord door 2 Gecommitteerden van Wet en Raad, geassisteerd door een secretaris, in tegenwoordigheid van diakenen en door deze allen met uitzondering van de rendanten geteekend. De eerste rekening (172J), die een doublé is, werd 1904 April 26 ver- kregen van het gemeentelijk archief in ruil voor een duplicaat eener hrmenrekening van deze archieven. Alle rekeningen zijn overigens origineele. Zij hebben op den band een nagenoeg gelijkluidend opschrift, waarbij het nummer der rekening, de naam van het huis en het jaartal van de eerste 8 der 12 maanden, waarover de rekening loopt, genoemd wordt. I)at jaartal dragen zij ook op den rug. 1725. 3de rekening 1721 Mei 18 — 1722 Mei 16. 1726. 4de rekening 1722 Mei 17 — 1723 Mei 15. 1727. 5de rekening 1723 Mei 16 — 1724 Mei 13. 1728. 6de rekening 1724 Mei 14 — 1725 Mei 12. 1729. 7de rekening 1725 Mei 13 — 1726 Mei 18. 1730. 8"te rekening 1726 Mei 19 — 1727 Mei 17. 1731. 9de rekening 1727 Mei 18 — 1728 Mei 16. 1732. 10de rekening 1728 Mei 17 — 1729 Mei 14. 1733. llde rekening 1729 Mei 15 — 1730 Mei 14. 1734. 12de rekening 1730 Mei 14 — 1731 Mei 13. 1735. 13de rekening 1731 Mei 14 — 1732 Mei 17. 1736 14de rekening 1732 Mei 18 — 1733 Mei 16. 1737 15de rekening 1733 Mei 17 — 1734 Mei 15. 1738 16,le rekening 1734 Mei 16 — 1735 Mei 14. 1739. 17de rekening 1735 Mei 15 — 1736 Mei 13. 1740. 18dc rekening 1736 Mei 13 — 1737 Mei 19. 1741. 19de rekening 1737 Mei 18 — 1738 Mei 17. 1742. 20'te rekening 1738 Mei 18 — 1739 Mei 17. 1743. 21"te rekening 1739 Mei 18 — 1740 Mei 16. 1744. 22'te rekening 1740 Mei 16 — 1741 Mei 14. 1745. 23'"= rekening 1741 Mei 15 — 1742 Mei 13. 1746. 24,le rekening 1742 Mei 14 — 1743 Mei 19. 17 4 7 . 258,e rekening 1743 Mei 16 — 1744 Mei 16. 1748. 26't9* oudarchief annotatien Borgerweeshuis le deel 1789—1793". 2059. 1793 September 6 — 1797 Juni 23. N.B. Op een etiquet op den band staat: „Annotatien van 't Borgerweeshuys", en op een etiquet op den rug: „N°. 68' oudarchief annotatien 2e deel". 2060. 1797 Juni 26 — 1801 September 11. N.B. Van achteren liggen eenige losse stukkeu meest van geldelijkeu aard. — Op een etiquet op den rug staat: „N°. 681 oudarchief annotatien 3« deel". 2061 en 2062. Beschrijving van het Borgerweeshuis door N. Boi.laert. 1792 en 1804. 2 deelen. N.B. Nathan Bollaert was de zoon van Johannes Bollaert en Mama Blaaubf.en, die catechiseermeester, binnenvader en binnenmoeder in dit huis zijn geweest. Bij vacature werd hem meermalen de binnendirectie tijdelijk opgedragen en hij is later tot bode aangesteld, zoodat hij door langdurige inwoning in dit huis met den toestand van het gesticht van nabij bekend kan zijn geweest. 2061. 1792. N.B. Op het titelblad staat: „Annotatièn van meest alles, dat is voorgevalle en verrigt aan en in het Borgerweeshuys van de stigting anno 1720 tot op heden, de stigting van een'apotheek in den jaare 1749, en verdere resolutiën, apostillen en extracten van anno 1717 tot op heden. Alles bijeenverzamelt door .Nathan Bollaar, bode van 't Borgerweeshuys 1792". — Op den rug gemerkt: „Annotatièn van het Borgerweeshuys". 2062. 1804. N.B. De inhoud van dit handschrift komt in hoofdzaak met dien van het overige overeen, het is echter niet voltooid, maar de afgewerkte hoofdstukkeu loopen tot 1804. — Op den baud staat: „Beschrijving van het Borgerweeshuys van de stigting 1720". 2063. Afschrift van het rec;u van president en regenten betreffende de overneming van de boeken en verdere bescheiden van diakenenbouwmeesters in 1785 Februari 22. 1 stuk in 1 omslag. 2064. Lijsten van archiefstukken, die de regent-kashouder onder zijne berusting heeft gehad, en enkele stukken betreffende effecten'en gelden, waarvoor het sterfhuis van dien regent aansprakelijk was 1790—1799. J 1 omslag. 2065—2067. Boedelpapieren, waarvan het verband met deze archieven niet is gebleken. 1 deel eu 2 pakken. 2065. Schuldboek van den metselaar Jacobus Tak. 1743—1745. 1 deel. 2066. Inventaris met andere stukken betreffende den boedel van Anthony Bouman, overleden 1795 Februari 13. 1 pak. 2067. Schuldboeken van den stalhouder Aduiaan van Heezik. 1808—1809. 1 pak. N.B. Gemerkt: „No. 64 (k) oudarchief'. E. HET SIMPELHUIS. INLEIDING. Oudtijds was er te Middelburg geen gesticht voor krankzinnigen. Wel is er in oude stadsrekeningen sprake van het schoonmaken van den toren en het delven van een put aan de Noorddampoort, daar de dolleman in lag (1475) 1), van eene dollekamer (1492) -), van het maken van traliewerk voor het venster, daar de dolle personen in liggen (1493) 2), van het dollehuis binnen de Dampoort (1494) 2), van de nieuwe veste tenden Spanje aan 't dolhuis (1497) 8) en van een dolhuis in of bij de Gortstraatpoort (1518) *), maar deze berichten schijnen niet anders aan te duiden, dan dat deze menschen zonder eenige systematische behandeling hier of daar werden opgesloten. Enkele gevallen komen voor, dat een zinnelooze uit het land werd gevoerd 5), vermoedelijk waren dat vreemdelingen. Later (1550 tot 1610) werden de simpelen meestal bij de Cellebroers of bij particulieren voor gemeene rekening van het gasthuis, van het leprozenhuis, van de armen en der gevangenen besteed. In 1595 werd een zinnelooze besteed bij een Engelsman, die zich had opgedaan om alle krankzinnigen te genezen, en in 1597 werden 3 zulke lijders aan een chirurgijn en zijne vrouw te St.-Maartensdijk gegeven. 5) In eene resolutie omtrent een gekken soldaat d.d. 1608 Juli 18 spreken Gecommitteerde raden van Zeeland van het dolhuis te Middelburg, waarbij wij vermoedelijk hebben te denken aan het convent ') Dr. S. Sr. Coronel. Middelburg voorheeu en thans (blz. 73). *) H. M. Kksteioo. De Stadsrekeningen II (blz. 10). ») Als voren (blz. 13). ') Als voren III (blz. 11). ») A. 's-Gbavezande. Vredegroet (blz. 55). der Cellebroers, waaraan in liet laatst der 16de eeuw ten dienste van de bewaring van krankzinnigen verschillende werkzaamheden voor stadsrekening waren verricht 1) en dat door het in de laatste jaren vrij algemeen opnemen van simpelen dien naam gekregen had, zonder dat daaraan nochtans de beteekenis van een gesticht is te hechten. Eerst in 1611 is door verbouwing en inrichting van het Convent der Cellebroers eene bepaalde stichting verrezen, die tot aan den Franschen tijd voor gezamenlijke verpleging van alle krankzinnigen en tevens van lijders aan vallende ziekte (zie nr. 1482 blz. 555 en 631) heeft gediend. In de kosten van verpleging in het Simpelhuis van armen en van weezen moest door de betrokken administratiën worden bijgedragen. Andere personen , ook uit andere gemeenten, konden bij contract er in besteed worden. Ue stichting werd door het gasthuis (tot 1652) en door de diakonie gesubsidieerd. In 1811 kwam het Simpelhuis onder beheer van de Commissie der Hospices, die het bij besluit van 1812 Juni 2 met het Armziekenhuis onder ééne administratie vereenigde. Op 12 December d a. v. werden de patiënten naar de voor hen in gereedheid gebrachte vertrekken van een gebouw op de Heerengracht, dat tot het Armziekenhnis behoorde en tot nog toe was gebruikt voor lijders aan besmettelijke ziekten, overgebracht. Het overzicht van de bewaring en verpleging van simpele personen, gedurende den tijd waarover het oudarchief loopt, is hiermede ten einde. Niet lang meer in de 19de eeuw mocht Middelburg zelf deze ongelukkige menschen verzorgen: de inrichting werd in i 844 ongeschikt verklaard en de lijders in het volgende jaar naar Dordrecht overgebracht. 2) Van het archief van deze stichting is al zeer weinig bewaard gebleven, slechts een drietal rekeningen van 1809, 1810 en 1811 en een pak processtukken is alles, wat is aangetroffen. ') H. M. Kesteloo. De Stadsrekeningen IV (blz. 81). *) Zie de Koninklijke besluiten van 1843 Juni 25 (no. 35) en 1845 Juli 10 (no. 52). INVENTARIS. 2068. Jaarlijksche rekeningen van den regent Johannes van den Brof.ke, waarnemende de ontvangersplaats van het huis der simpelen. Met bijlagen. 1809—1811. 1 pak. N.B. Over ieder van de jareu 1809, 1810 en 1811 is eene rekening in drievoud opgemaakt, die alle te gelijk door den Raad der gemeente 1812 December 18 zijn afgehoord. In plaats van aan ieder van de betrokken besturen of personen een exemplaar uit te reiken, is het geheele pak aan de Commissie der Hospices gezonden. 2069. Stukken uit het proces van mr. M. van Visvliet, gemachtigde van H. L. Ribaut, echtgenoot van N. Brassey Halhed, tegen president en regenten van het Simpelhuis, betreffende een erfdeel van Maria Abigaël Bosman , gevoerd voor verschillende gekozen arbiters. 1798. 1 pak. N.B. De stukken zijn gemerkt: A, B2", C, D, El", ES", E4", E5n, Fl», F2", Hl», H2°, 113", II4", H5°, I, en K. Volgens de hierbij zijnde lijst ontbreken de stukken, gemerkt: B 1", G1°, en G2°. F. HET OUDE MANNEN EN VROUWENHUIS. INLEIDING. In den globalen inventaris, die door het College van regenten over de Godshuizen ten jare 1827 van de archieven is opgemaakt (zie de Algemeene inleiding), komt over deze stichting niets voor. Later zijn in het afschrift van dat stuk eenige registers en rekeningen met acquitten, op het Oude mannen- en vrouwenhuis betrekking hebbende, bijgeschreven en deze stukken zijn thans nog aanwezig. Zij dagteekenen meest uit de IS"1" en het begin der 19'ie eeuw, zoodat daaruit niets omtrent den oorsprong en de eerste jaren van het bestaan van het huis blijkt. In het aangehaalde boekwerk over het Armweeshuis deelt de heer W. J. Zip mede (blz. 12 en 13), dat het Oude mannen- en vrouwenhuis (het gebouw nl. dat laatstelijk als zoodanig heeft gediend) tusscheu 1613 en 1622 is gebouwd, volgens resolutie ten Rade van 1648 October 17 werd vergroot, en bij die van 1715 Maart 2 en 16 en Juni 29 met eenige woningen is '/geamplieert". De stichting moet van het Armziekenhuis wel onderscheiden worden. Gelijk te juister plaatse reeds is opgemerkt, werden daar nevens zieken ook ouden en gebrekkigen meest voor rekening van de armen verpleegd, hier heeft men te doen met een huis, waarin alleen oude mannen en vrouwen, uitsluitend tegen betaling, meestal in eens, van een vastgestelde som zich als provenier konden inkoopen. Deze inkoopsommen, in verhouding van leeftijd bij tarief bepaald, en eenige cijnzen en renten en een jaarpacht waren de voornaamste bronnen van inkomsten, daarnaast genoot het huis randsoenpenningen van den impost op het slaan van beestialen (resolutie van Wet en Raad d.d. 1714 Februari 13), zes grooten te ponde van onroerende goederen, bij decreet verkocht (resolutiën van Wet en Raad d.d. 1678 November 18 en 1685 Februari 27), den taux, gesteld op den ijk van doodkisten (resolutiën van Wet en Raad d.d. 1685 Mei 12 en 1705 Mei 23) en eenige andere kleine baten. Toch konden uit al de inkomsten de kosten van het onderhoud niet bestreden worden, zoodat het huis, boven de vergoeding, die het jaarlijks voor benoodigde geneesmiddelen genoot, van tijd tot tijd extra gesubsidieerd moest worden uit de stadskas. In het laatst der 18de eeuw waren deze bijdragen voor de stadsfinanciën zoo drukkend, dat de Raad bij resolutie van 1800 Augustus 18 de slooping van het gesticht bij wijze van uitsterven noodzakelijk achtte, en bepaalde, dat geen nieuwe proveniers zonder zijn voorkennis en toestemming aangenomen mochten worden. De verstrekking van medicijn en andere vergoedingen werden reeds dadelijk ingetrokken, doch niet zonder de proveniers daarvoor jaarlijks eene geldelijke tegemoetkoming te schenken. Het duurde intusschen nog tot 1808 October 29 alvorens het gemeentebestuur tot eene geheele ontruiming van het gesticht besloot. De 35 nog aanwezige proveniers, zoo werd bepaald, moesten 1809 Januari 1 het huis verlaten onder genot eener uitkeering van 5 gulden 's weeks hun leven lang voor onderhoud. In hetzelfde jaar 1S08 December 17 besloot het stadsbestuur verder om na verkoop der goederen het huis te sluiten, president en regenten verzoekende de achterstallige rekeningen alsmede de purgatieve rekening zoo spoedig mogelijk, uiterlijk voor ultimo 1809, op te maken en aan te bieden, en bij de laatste rekening over te geven de effecten, charters en papieren, onder hen berustende en het huis in eigendom toebehoorende. De resteerende schulden zouden van 1809 tot 1812 telkens voor J gedeelte worden betaald, terwijl de binnenvader werd belast met de betaling der proveniers op eiken Maandag, aanvangende 1809 Januari 9, (na daartoe door de thesauriers der stad in staat te zijn gesteld) en na het einde van elk jaar eene generale kwitantie van ieder hunner over te leggen. Uit eene resolutie van 1810 November 3 blijkt, dat toen alle rekeningen waren ingekomen, en wij mogen aannemen, dat bij het indienen dezer rekeningen tevens het geheele archief ingevolge de bij boven aangehaalde resolutie verstrekte lastgeving aan het gemeentebestuur is overgegeven, want inderdaad bevindt zich het grootste gedeelte van het archief van het Oude mannen- en vrouwenhuis op het gemeentelijk archief. Nu schijnt het, dat ook het kleinere deel, dat onder het Bestuur van de Godshuizen berust en hierachter beschreven is, op het gemeentearchief behoort, maar er is in 1812 in de likwidatie van het gesticht eene verandering gebracht, die het recht van de gemeente op deze archieven op zijn 18 minst zeer twijfelachtig maakt en wellicht de verklaring geeft, van het aanwezig zijn van eenige stukken van dit archief onder het Bestuur der Godshuizen. J)e functiën van thesauriers van de stad in betrekking tot de vereffening van de administratie van dit gesticht zijn toen nl. overgegaan op de Commissie der Hospices (zie de notulen van deze Commissie van 1812 Juni 2, Augustus 25, 1813 Februari 16 en April 18). Het bestuur van het Oude mannen- en vrouwenhuis bestond in den regel uit 1 president en 3 regenten, van wie een teveus de functie van ontvanger uitoefende. INVENTARIS. 2070. «Ordonnantie by burgemeesters, schepenen ende raden der stad Middelburg gemaakt op de directie van het Oude man- en vrouwenhuys". 1685 Juli 14. (Afschrift.) 1 stuk in 1 omslag. 2071. Extract uit de resolutie van Wet en Raad, houdende //Reglement, waarna alle personen, die zig in 't Oude mannen- en vrouwenhuis hebben ingekogt, hun van nu af aan stiptelijk zullen hebben te gedragen". 1754 Juni 22. (Gedrukt.) 1 stuk in 1 omslag. 2072. Akte van aanstelling tot ziekenvader van Johann Joost Geebkll, en instructie voor dien bediende. 1777 November 10. 1 omslag. 2073. Extracten uit de notulen van het stadsbestuur, daaraan gerichte rekesten met kantbeschikking, minuten van rekesten en eenige aanteekeningen omtrent de bevolking van het huis. 1705—1809. 1 pak. N.B. Hierbij een uittreksel uit eeu brief van G. F. dk Bruin betreffende het proveniershuis te Breda d.d. 1761 December 20 en een dito van G. van de Waal betreffende het proveniershuis te Gouda d.d. 1763 December 12. 2074. Register, bevattende de namen van alle personen, die zich 1737 Januari 1 als proveniers in dit huis bevonden, en van hen, die daarna achtereenvolgens zijn aangenomen tot 1797 October 4. 1 deel. N.B. De ingeschrevenen zijn genummerd 1 tot 473. In dit deel is aanteekening gedaan van den datum van overlijden. 2075. Naamlijst van proveniers met aanwijzing van hunne woning. 1786—1791. 1 deel. N.B. Bij eenige der ingeschrevenen is de datum van overlijden vermeld. 2076. Kasboek van den ontvanger betreffende de ontvangsten en uitgaven van het huis. 1776—1808. 1 deel. N.B. De bladen zijn genummerd 1 tot 110, blad 79 en 100 zijn ongenummerd en onbeschreven. 2077. Staten van ontvangsten en uitgaven. 1796 en 1797. 1 omslag. 2078. Driemaandelijksche rekening van den regent met het presidie belast betreffende de ontvangsten van (aan proveniers) verkochten wijn en gedane uitgaven aan kleine verschotten. 1788 Januari 1—1809 Maart 31. 1 deel. N.B. De regenten waren beurtelings met het presidie belast en als zoodanig met de ontvangsten van verkochten wijn en het doen \an kleine betalingen, waarvan zij aau hunne mederegenten rekening aflegden, die door deze laatsten geteekend werd. Na het 1't'- kwartaal 1806 zijn de rekeningen niet meer geteekend en van af het 3'|= kwartaal 1807 doet uitsluitend de regentontvanger de rekening. De verkoop van wijn geschiedde zeer waarschijnlijk aan en ten gerieve van de proveniers, hij eindigde in 1800, toen ook de gewone randsoenen van wijn eu bier niet meer gedistribueerd werden. — De bladen zijn genummerd 1 tot 58, waarna nog 29 beschreven bladen volgen, die niet genummerd zijn. — Op den baud staat: „Drymaaudelijk klein verschot van de regenten van t Oude mannen- en vrouwenhuys te Middelburg begint primo January 1788 en eindigt 1808". 2079. Bijlagen tot de bovenvermelde rekeningen. 1802—1808. 1 lias. 2080. Aanteekeniugen van den regent Jacobüs Exrik betreffende zijne driemaandelijksche verschotten, ingekochte levensmiddelen en andere benoodigdheden. 1795—1805. 1 deel. 2081—2098. Jaarlijksche rekening van den regent-ontvanger Jacobus Exeik. 1801—1808. 18 deelen. N.B. De rekeningen van 1801 tot 1803 zijn van dezen ontvanger de 51e tot de 7- boek den 10 November 1790" en ietslager: „N°. 70b oudarchief". — Op een etiquet op den rug staat: „No. 70b oudarchief. Linnenaaischool". 2110. 1791 April 6 — 1812 Juni 22. N.B. In de notulen van 1795 Juni 19 is de inventaris van meubelen en goederen opgenomen, en in die van 1810 Juli 11 de beantwoording van eenige vraagpunten betreffende deze school „op hoge order gerequireerd". — Op een etiquet op den band staat: „Tweede boek der aanteekeningen of notulen over de Stads arme linne naay- & brei- of kinderschool in 't huys Den Gouden boom, staande in de Oude kerkstraat Middelburg, van 6 April 1791 tot " en met eene andere hand: „1812. No. 70b oudar- chief". —- Op een etiquet op den rug staat: „N". 700 oudarchief, Linnenaaischool". 2111. Klad-notulen. 1812 Juli 27 en September 7. 1 stuk in 1 omslag. 2112. Ingekomen stukken en eenige minuten van uitgaande stukken. 1812. 1 omslag. N.B. Hierbij 2 nota's van onkosten wegens opzending van effecten ter inschrijving op het Grootboek". 2113. Reglement voor de matres van de kinder- of breischool. (c. 1777), en latere aanvullingen. 1 stuk in 1 omslag. 2114. Kasboek van den regent-kashouder. 1789 Januari 1 — 1812 October 81. 1 deel. N.B. Het kasboek werd na het einde van het jaar afgesloten en eene afzonderlijke rekening van de ontvangsten en uitgaven opgemaakt, die door het bestuur nagezien en geteekend werd. Van af 1798 zijn die rekeningen door Gecommitteerden uit den Stedelijken raad afgehoord. 2115. Stukken betreffende de baten en lasten van de school. 1810—1812. 1 pak. N.B. Hierbij ook een inventaris van meubelen en goederen. Van buiten staat: „Linne naai- en breischool", en met eene andere hand : nNo. 70» oudarchief". REGESTEN LIJST. N B. De beschrijving der regesten is geheel volgens de regels Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven g schied. Voor de herleiding van datums in verband met den gebezigden jaarstijl, waarvoor deze archieven zelf slechts enkele aanwijzingen bevatten, moest dikwijls ook weer de h'ilp van mr. F*™ worden ingeroepen. -Naar hetgeen deze omtrent de in Zeeland gebruikelijke jaarstijlen verzamelde, zijn die datums zoo goed mogelijk vastgesteld. Waar, zoo door vermelding in het charter van de namen der schepenen, die de 0»rk°"^ zegelden, als door den ongeschonden toestand der *«g®18 *e'f huoue leesbaarheid, de namen der zegelaars duidelijk bleken, zijn zij ouder de regesten vermeld; in twijfelachtige geiall , die zich zoo vaak bij deze aangelegenheid voordoen « beter d. o. t. niets te vermelden. Omtrent de juiste bettekeuis van woorden, die in vele oorkonden als toevoegsels aan de namen voorkomen en zoowel een bij- of toenaam als een bedrijf kunnen aanduiden, is door mij geene beslïs»1ng g nomen. Het blijkt uit deze stukken zelf toch, dat het gebruik van het lidwoord de ') daaromtrent mets mag beal'asen. Alk wanneer het ontwijfelbaar bleek, dat een bedrijf bedoeld werd, is dit als zoodanig in het regest vermeld, a"e V dere gevallen zijn deze quaestieuze woorden letterlijk ™n stukken overgenomen en zonder hoofdletter geschreven, 1 aai iij in het midden latende, of zij een gedeelte van den naam bevat e of een bedrijf aanduiden. — De charters en papieren, beschreven in de Regestenlijst, zijn ieder afzonderlijk ™et zegels naar boven in een papieren zakje gestoken, waarvoor zooveel mogelijk van zakjes van gelijke grootte is ge rui ft maakt. Het nummer is op een gedrukt etiquet m den rechtbovenhoek van het zakje aangebracht. De bewaring Se, verder in bordpapieren doozen, waarin de zakjes met «•n"''r geplaatst zijn in volgorde van de nummering en met de opening uaar boven, zoodanig dat zij elkander onderling steunen ug veer 70 charters konden op die wijze in eene doos worden. Deze manier van bewaring heeft het voordeel, dat zegels niet gedrukt worden, maar vrij hangen, en bij het zoeKui uaar een nummer, dat heel gemakkelijk gaat, de andere charters nagenoeg in rust blijven. 1343 December 22. v Landschepenen in Walgheren oorkonden, dat Jan Willem JNoït zoons zoon aan Pauwels Jans zoon den eigendom van 3 gemeten iou roeden lands in Hoglienlande overdraagt. Zie: Oorkoudenboek van Groningen en Drente, Toelichting iblz. 520*. Dit was ghedaen int jaer ons Heren M°CCC° drie ende viertich des Maendaghes voer Middewintere. Oorspr. (Inv. nr. 479). De 3 schepenzegels verloren. 2. 1359 Januari 3. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan die portere en zijne zuster Grikle Aer.voud porters dochter aan Clayse die blaeuwere den eigendom van een huis en hofstede in den Penninchoec overdragen. Uit was ghedaen int jaer ons Heren M°CCC° achte ende vichtich des Donresdaghes na den Nyewedach. Oorspr. (Inv. nr. 654). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van Dastel Willems zoon, Hiighe die Gapeiie, Domaes Domaes Jacops zoons zoon en Pieter Jan Cogohen zoon) in groene was; 1 verloren. 3. 1363 December 21. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Willem Wissen zoon aan 1'ietre Ci.ays' zoon den eigendom van 150 roeden lands in Hoghelande overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent CCC drie ende tsestich up Zente Domaes dach voer Corstach. Oorspr. (Inv. nr. 480;. Met 3 geschonden schepenzegels in groene was ; 3 verloren. 4. 1367 December 6. Landschepenen in Walcheren oorkonden, dat Jan Hüghen zoon aan Baertelmeeuse Willems zoon den eigendom van 1 gemet lands in Buttinghe overdraagt. Ghedaen int jaer ons Heeren M°OCC° zevene ende tsestich up Sente Nyclaeus dach. Oorspr. (Inv. nr. 515). De 3 schepenzegels verloren. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 5. 1368 September 28. Landschepenen in Walcheren oorkonden, dat Willem Jans zoon van Crommenhoke aan Michiel 1'ietehs zoon den eigendom van 262j roeden lands in Crommenhoke overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heren M"CCC° achte ende tsestich up Sente Michiels avend. Oorspr. Inv nr. 475). Met 3 schepenzegels van Willem Domaes' zoon, Pieter Symoens zoon (geschonden^ en Willem Pietek Tsmaxs zoon) in groene was. 6. 1370 Januari 10. Witte Aechte Pieters zoon, Jacop Jacop ver Domaes' zoons zoon, Willem 1'ieters zoon en Clais Willem Ruls zoon doen als keerslieden uitspraak in een geschil tusschen de erfgenamen van Ka- teline Witte Ruls echtgenoot eener- en Willem Willem Ruls zoon anderzijds in dier voege, dat aan eerstgenoemden worden toebedeeld 4 gemeten 150 roeden lands te Sente-Mariënkerke, geheten Maertinsland, en dat Willem Willem Rüls zoon hun 21 schellingen gr. zal uitkeeren. Ghedaen int jaer ons Heeren M"CCC° ende tseventich des Donresdaechs na Dortiendach. Oorspr. (Inv. nr. 576). Met 3 gesehonden zegels van Witte Aechte Pieteks zoon , Willem Pieters zoon en Clais Willem Ruls zoon in groene was; dat van Jacop Jacop ver Domaes' zoons zoon verloren. 7. 1371 October 27. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat jonkvrouw Marrie Jans dochter van Popkijnburh en Kateline Jan Jans zoons weduwe van Popkijnburg aan Willemme Wouters zoon den eigendom van 200 roeden lands te Bigghenkerke overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heren M°CCC° een ende tseventich up Sente Symoen ende Juden avent. Oorspr. (Inv. nr. 469). Met 1 geschonden schepenregel in groene was; 3 verloren. 8. 1373 Januari 17. Landschepenen in Walcheren oorkonden, dat Wülfaerd Willems zoon aan Willemme Pieters zoon en Mychiele Pieters zoon den eigendom van 1 gemet lands in Sente-Mariënkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° twee ende tseventich des Maendaghes na Sente 1'oncyaens dach. Oorspr. (Inv. nr. 577). De 3 schepenzegels verloren. 9. 1376 November 3. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Clays van West erkent aan Bartelmeeus Willems zoon den eigendom van een zestiende deel van een huis en hofstede in de Xoert straat verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°C('C° sesse ende tseventich des Maendaghes na Alrehelighen dach. Oorspr. (Inv. nr. 650). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 10. 1377 April 15. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Willem Betten zoons zoon, parochiaan in Zandijc, aan Bartelmeeus Willems zoon den eigendom van 225 roeden lands in Scellacht overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCO zeven ende tseventich up den vichtiensten dach in Aprel. Oorspr. (Inv. ur. 521). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 11. 1377 Juni 4. Keurschepenen in Bigghenkerke oorkonden, dat Willem Oelaerds zoon aan Willemme Wouters zoon den eigendom van 100 roeden lands aldaar overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren McOCC° zevene ende tseventich up den vierden dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 469). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene was; 3 verloren. 12. 1378 Mei 13. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Rose Pieters zoon aan Boudin Roopen zoon den eigendom van eene kamer in Sente Symon aan de zuidzijde van de straat overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren MÜCCC° achte ende tseventich up den dortiensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 666). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 13. 1378 Augustus 14. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Boudijn Ropen zoon aan Baertelmeeus Willems zoon den eigendom van drie vierendeel van een huis en hofstede in de Nort straat overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M' CCCU achte ende tseventich des Zaterdaghes na Sente Louwereis dach. Oorspr (Inv. ur. 650). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk gesehonden) in gele was. 14. 1381 Maart 17. Keurschepenen in [Sc]ellach[t] oorkonden, dat Heynric Hughen zoon aan Janne Clays' zoon en Jannis Symons zoon, diens neef, den eigendom van 3 gemeten lands in Ser-Alaertskerke overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M"CCCÜ ende tachtich up Sinte Gheertruden dach. Oorspr. (Inv. nr. 561). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in gele was. N.B. Dit charter is geschonden. • 15. 1382 Juli 14. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Clays Heynrics zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Baertelmeeüs Willems zoon den eigendom van 167 roeden lands in Brigdamme overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° twee ende tachtich up den viertiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 524). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 16. 1882 September 20. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Hughe Willems zoon, alias Hughe Croese, aan Baertelmeeus Willems zoon den eigendom van 231 roeden lands in Brigdamme parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M"CCCÜ twee ende tachtich uppe den twintichsten dach in September. Oorspr. (Inv. nr. 524). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegeh in groene was; 1 verloren. 17. 1384 Juni 28. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Boudijn Hughes Wilden zoon aan Bertelmeeus Willems zoon den eigendom van 150 roeden lands in Brigdamme overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren CCC" viere ende tachtich up Sinte Pieter ende Pauwels avond. Oorspr. (Inv. nr. 524). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. N.B. In den datum is het duizendtal uitgevallen. 18. 1886 Mei 6. Keurschepenen in Ser-Alaertskerke oorkonden, dat Symon Jan Metelants zoon aan zijn broeder Willemme jans zoon den eigendom van 50 roeden lands aldaar overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M"CCC" zesse ende tachtich uppe den zesten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 562). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is gedeeltelijk onleesbaar. 19. 1386 Mei 18. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Lijsbet Poppe Hüghen zoons dochter aan Tyelman Pietees zoon den eigendom van een huis aan de zuidzijde van het Nortmonster kerkhof aldaar overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° sesse ende tachtich up den dortiensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 643). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 20. 1387 Januari 24 of 1386 Juni 29. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Gheeraerd Deckebs zoon en Lem Lem Gheeraf.rds zoons zoon, parochianen in Noordmonstere, aan Bertei.meeus Willems zoon den eigendom van 150 roeden lands in Brigdamme overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° sesse ende tachtich up Sinte Pauwels avond. Oorspr (Inv. nr. 524). De 4 schepenzegels verloren. 19 21. 1387 Maart 6. Machiel Pier Wouters zoons zoon maakt zijn testament, begiftigt daarbij o. a. den Heiligen Geest met 6 grooten en Onser Vrouwen gilde met 2 grooten, en benoemt tot zijne executeurs heer Pistere, zijn «biachtere", Pauwklse, zijn zwager, en Wii.u.mme, zijn broeder. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent CCC driehondert {sic) zevene ende tachtich opten sesteu dach in Marte. Oorspr. (Inv. nr. 742). Met de geschonden zegels van heer Pietere en van Pauwklse in groene was; dat van Willemme verloren. 22. 1388 April 3. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Symoen Woi.kaerds zoon, parochiaan in Scoenenboeme, Meeus Ci.ays' zoon, parochiaan in Welle in Nordbeveland, Aeohte Pieii [Lems] zoons weduwe, parochiane in Gapinghe, Ueynric Vordebouds zoon, Boudijn Jans zoon, parochianen in Scellacht, Ghijs Jans zoon, parochiaan in Zandijc, en Doedijn Aerds zoon, parochiaan in Cleewarskerke, aan Bertei.meeus Willems zoon den eigendom van 1 gemet 216 roeden lands in Brigdamme overdragen. [Dit was ghedaen int jaer] ons Heeren M"CCCÜ achte ende tachtich up den dorden dach in Aprelle. Oorspr. (Inv. nr. 524). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. N.N. Dit charter is gedeeltelijk onleesbaar. 23. 1388 April 13. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pauwels Mechiels zoon, parochiaan in Nordmonstere, aan Hughe Juustaes' zoon den eigendom van 179 roeden lands in Poppendamme parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M'CCC" achte ende tachtig up den dortiensten dach in Aprel. Oorspr. (Inv. nr. 492). Met 4 schepenzegels (3 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 24. 1388 April 14. Keurschepenen in Bigghenkerke oorkonden, dat Jan van den Waerde van Bigghenkerke aan Hughe Juustaes' zoon den eigendom van 1 gemet lands in Poppendamme parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCU achte ende ende (sic) tachtich up den viertiensten dach in Aprel. Oorspr. (Inv. nr. 492). Met 4 schepenzegels (1 zeer en 1 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 25. 1388 April 26. Keurschepenen in Bigghenkerke oorkonden, dat Jan van den Waerde aan Jan Everdeys zoon den eigendom van 3 gemeten 100 roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren MUCCCU achte ende tachtich des Sondaghes na Sinte Marcus dach inwangeliste. Oorspr. (Inv. nr. 470). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in gele was; 1 verloren. 26. 1388 September 20. Keurschepenen in Crommenhoke oorkonden, dat Alize Pauwels dochter aan Hughe Juustaes' zoon den eigendom van 179 roeden lands in Poppendamme parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCC achte ende tachtig up Sente Matheus avont ewangelista. Oorspr. (Inv. nr. 492). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 27. 1389 Februari 7. Clays Bollaert, kanunnik van Sente Peters, en Joffreyd Jans zoon, parocliiepaap in die kerk, testamenteurs van Boudin Roopen zoon, verklaren, dat Boudin Boüdin Rgopen zoons bastaardzoon aan Bartf.lmeeus Willems zoon 3 pond gr. Vis., die Boudin Roopen zoon zijn knecht Boudin gegeven heeft, kwijtscheldt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren MÜCCC° neghen ende tachtich opten zevenden dach van der maent van Februarie. Oorspr. (Inv. nr. 744). Met de geschonden zegels van heeren Claïs en Joffekïd in groene was. 28. 1391 Juli 22. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Heynric [Br]aem aan zijne echtgenoot Lijsbet Bertelmeels' dochter zijn aandeel in alle goederen, die hij tot nog toe met haar gemeen had, schenkt, zoodat Lijsbet voorschreven 2 gemeten 35 roeden lands in Brugdamme parochie in eigendom bezitten zal. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° een ende tneghentich up den twee ende twintichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 525). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van heer Hughe Bloc, ridder, Heynkic Ckabel, Jan Spaen Jans zoon en Heynkic Valke) in groene was. 29. 1392 Juni 7. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Symoen Willems zoon, parochiaan in Nortmonstere, aan Clays Clays' zoon ten behoeve vau Wijfgoet Clays Jacops zoons dochter den eigendom van 1 gemet 150 roeden lands beoester poort in Nortmonster parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° twee ende tneghentich up den zevensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 528). Met 4 geschonden schepeuzegels iu groene was. 30. 1398 Maart 5. Schepenen en kameraar van Veurneambocht oorkonden, dat Christiaan de Stavere en zijne echtgenoot Margrjete aan Jan de Keyser ten behoeve van den disch van Oost-Dunkerke den eigendom van 115 roeden lands in Oost-Dunkerke parochie overdragen. Ghedaen int jaer ons Heren M CCC twee ende neighentech up den vijfsten dach van Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 827). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van Bolden van Ysf.mberghe, Oste van Bambiike, Jacob van den Walle en Ghisïltn Vlec) en het zegel van den kameraar (Jan Zoetoom) in groene was. 31. 1398 April 29. Keurschepenen in Ser-Alaertskerke wijzen ook als scoutaten den eigendom van 150 roeden lands aldaar, die Pieter Willems zoon aan Janne Jan Metelants zoon had overgedragen, aan Clays Hüghe Ellics zoon toe. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° drie ende tneghentich upten neghen ende twintichsten dach van April. Oorspr. (Inv. nr. 563). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was; 1 verloren. 32. 1894 Februari 12. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Badelaghe Symoen hackers weduwe, parochiane in Nortmonstere, aan Jan Jans zoon den eigendom van 1 gemet 230 roeden lands in tSer-Olaerdskerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° drie ende tneghentich up den twalefsten dach in Zille. Oorsp. (Inv. nr. 564). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 33. 1394 Maart 30. Keurschepenen in Crommenhoec oorkonden, dat Oelaerd Willems zoon en Pauwels Pauwels' zoon van Crommenhoec aan Jacop Loureys' zoon den eigendom van 1 gemet lands in het Hogheland overdragen. Int jaer ons Heeren M° driehondert drie ende tneghentich up den dortichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 481). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in gele was. 34. 1394 November 10. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan die bastaard heeren Vit anken zoon van Borselen aan het O. V. gasthuis aldaar den eigendom van 3 gemeten 87 A roeden lands in tSer-Alaerdskerke parochie overdraagt in ruil voor 267 roeden lands, liggende aan het gasthuis en aan het huis van Jan voorschreven aldaar. Dit was ghedaen int jaer ons Heren M°CCC° viere ende tneghentich up Sinte Maertijns avont in den Winter. Oorspr. (Inv. nr. 565). Met 4 schepenzegels (1 geschonden) in groene was. 35. 1396 Februari 2. Provisor en deken van Wallacria geeft aan Johannes Nicholaus heeren Walterus' zoon en zijne echtgenoot Katerina, die een geheim huwelijk gesloten hebben, en den priester, die daartoe heeft medegewerkt, absolutie. Datum anno Domini M0COC°XC0 sexto ipso die purificationis beate Marie virginis. Oorspr. (Inv. nr. 824). Met het geschonden zegel van provisor en deken in groene was. 36. 1396 April 8. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Mathijs van dek Loo, parochiaan in het Klooster, aan Jan Clayse tser Wouters zoon van Nuwenroeden den eigendom van twee achter elkander staande huizen op den Wal aan de zuidzijde overdraagt onder bepaling, dat Mathijs voorschreven «onder die oesene" van zijn schuur een anderhalf roeden hoogen steenen muur zal doen maken. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° zesse ende tneghentich up den achtsten dach in Aprille. Oorspr. (Inv. nr. 672). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 37. 1396 November 20. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jacop Doede, parochiaan in Westmonstere, en Jan Doede, parochiaan in Noerdmonstere, aan Willem me Stuufzand den eigendom van eene hofstede iu den Penninchoek overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° zesse ende tneghentich upten twintichsten dach in November. Oorspr. (Inv. nr. 655). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; l verloren. — Met 1 transsix d.d. 1441 Januari 30 (zie nr. 165). 38. 1398 Februari 4. Schepeuen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Aernouds zoon, kanunnik te Zinte Pieters aldaar, Andries Dankaerts zoon en Pieter Arnouds zoon, parochianen in Westmonstere, Clais Heinrix zoon, parochiaan in Grijpskerke, en Clais die Clatsere, parochiaan in Oestcappelen, aan Pieter Hughe Tsmans zoon den eigendom van 2 gemeten 100 ioeden lands in twee stukken (1 gemet 75 roeden en 1 geinet 25 roeden) in tSer-Olaerdskerke parochie overdragen. Dit was ghedaen int jaar ons Heeren M°C000 zevene ende tnegheu- tich upten vierden dach in Zille. Oorspr. (Inv. nr. 566). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 39. 1898 Februari 24. Keurschepenen in tSer-Alaerdskerke oorkonden, dat Pieter Huohe Tsmans zoon erkent, dat de overdracht van den eigendom van 2 gemeten 100 roeden lands in twee stukken (1 gemet 75 roeden en 1 gemet 25 roeden) in tSer-Alaerdskerke parochie, hem gedaen door heer Jan Aernouds zoon, Andries Dankaerds zoon, Pieter Aernouds zoon, Clays Heyniucs zoon en Clays die Clatser, is geschied ten behoeve van Jan Mktelande, Pieter Simons zoon, Theeus Simons zoon, Hughe Wandelaer en hem zeiven, en dat ieder hunner daarin voor een vijfde deel gerechtigd is. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren duzent driehondert zeven ende tneghentich up den vierentwintichsten dach in Zille. Oorspr. (Inv. nr. 566). Met 2 zeer geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 40. 1399 Juni 6. Provisor en deken van Wallacria geeft aan Everdeyus Johannes' zoon, priester, die den kerkdienst onachtzaam en onbetamelijk heeft verricht, absolutie. Datum anno Domini M°CCC° XC° nono feria sexta post Bonifacii. Oorspr. (Inv. nr. 824). Met het geschonden zegel van provisor en deken in groene was. 41. 1899 Juni 23. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Andries Jacobs zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Clays Wouters zoon den eigendom van 1 gemet 225 roeden lands in den Haymanne overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° neghen ende tneghentich upten drie ende twintichsten dach in Junio. Oorspr (Inv. nr. 493;. Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 42. 1899 Juni 26. Keurschepenen in Westcappelen oorkonden, dat Jan Pieters zoon aan Willem Wouters zoon den eigendom van 97 roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° neghen ende tneghentich upten zesse ende twintichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 469). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 43. 1400 Januari 10. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Gillis Pikters zoon, parochiaan in N oerdmonstere, aan Pieter Miohiei.s zoon en Heinric Olaerds zoon den eigendom van een huis in Seys aan de oostzijde van de straat overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° neghene ende tneghentich upten tiensten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 663). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 44. 1400 Maart 1. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Everdeys zoon, parochiaan in Bigghenkerke, aan Jan Willem Wouters zoon den eigendom van 166 roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° neghene ende tneghentich upten eersten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 471). Met 4 schepenzegels (3 gedeeltelijk geschouden) in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 45. 1400 Maart 22. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Pietriis zoon, parochiaan in Crommenhoke, aan Willem Colins zoon den eigendom van 1 gemet lands in Hoogheland parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC° neghene ende tneghentich upten twee ende twintichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 482,i. Met 4 schepcnzegels (3 gedeeltelijk gcschonden) in groene was. 46. 1400 Juli 7. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Franse Jans zoon en Clare Witten dochter, echtelieden, parochianen in bet Klooster, elkander den eigendom van een huis in tslleeren straat aan de oostzijde schenken, in dier voege, dat de eigendom van dit huis na overlijden van de langstlevende op de rechte erfgenamen van hun beiden moet overgaan; voorts geeft Franse voorschreven aan Clare voornoemd de rente, die gedurende haar leven van dit huis zal komen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M° ende vierhondert upten zevensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 630). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 47. 1401 April 18. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jacop Panneman, parochiaan in Nordmonstere, aan Clais Wouters zoon den eigendom van 1 gemet 76 roeden lands in Haymanneambacht overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M° vierhondert ende een upten achtiensten dach in Aprel. Oor9pr. (Inv. nr. 493). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 48. 1401 Jnni 12. Keurschepenen in Werendijc oorkonden, dat Henric tser Willems zoon aan Jan Willem Wouters zoons zoon den eigendom van 262J roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. Ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende een up Sente Oedolfs dach in den Zomer. Oorspr. (Inv. nr. 471). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 49. 1402 Maart 9. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Everdeys zoon, parochiaan in Bigghenkerke, aan Jan Willem Wouters zoons zoon den eigendom van 150 roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M° vierhondert ende een opten neghensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 471). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 50. 1408 December 11. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jacop Cr,ais' zoon van der Vlake, parochiaan in het Klooster, aan Pietere Hughe Hollanders zoon den eigendom van een vierendeel van eene kamer en hofstede in het Suwel straatje overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende drie upten ellevensten dach in December. Oorspr. (Inv. nr. 671). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. 51. 1404 Maart 27. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter HuoHENzoon, parochiaan in die Bottinghe, aan Pieter Michiels zoon den eigendom van een huis op het Hoghe hof aan de noordzijde van de straat overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M° vierhondert ende drie opten zeven ende twintichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 631). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene was; 3 verloren. N.B. Dit charter is door muizen geschonden. 52. 1406 Januari 22. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Symoens zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Pieter Michie[,s zoon den eigendom van 1 gemet 225 roeden lands in Sinte-Mariënkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende vive opten twee ende twintichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 578). Met 4 schepenzegels (1 zeer en 2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. N.B. Dit charter i9 door muizen geschonden. 53. 1406 Mei 29. Pieter Michiels zoon en Cornelis Wii,lf.m Bertelmeeus' zoons zoon maken eene kaveling van de hun van bloedverwanten aaubestorven goederen, waarbij aan eerstgenoemde wordt toebedeeld 2 gemeten 150 roeden lands in Noirdmonstere parochie, 3 gemeten 65 roeden moerlands in Brigdamme, 150 roeden lands aldaar en 1 gemet lands in Schellacht, benevens eene kamer in Sinte Symon aan de zuidzijde van de straat. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M°CCCC° ende sesse opten neghen ende twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 529). N.B. Dit stuk is een chyrograaf. 54. 1406 Mei 29. Jane Willem Bertelmeeus' zoons weduwe erkent van Pieter Mechiels zoon voor 2 jaren rente van tien nobelen, die haar kind Cornelis op Pieter voorschreven heeft, 2 Inghelsche nobelen ontvangen te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende sesse opten neghen ende twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 743). Met het geschonden zegel van Heynhic Pi eters zoon, oom van Jane, iu groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 55. 1406 Juli 25. Schepenen in Coudekerke oorkonden, dat Willem Heynricx zoon aan Janne Willems zoon den eigendom van 195 roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. 0 a s 0 Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC0 ende sesse up Sinte Jacops ende Sinte Corstoifels dach. Oorspr. (Inv. nr. 472). Met 3 schepenzegels (van Pieter Haec Jans zoon (geschonden), Heynbic Willem Rosen zoon en Domaes Huqhen zoon) in gele was. N.B. Dit charter is gedeeltelijk geschonden. 56. 1407 Maart 3. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Hkyxric en Olaf.rd Lammens zoons, gebroeders, parochianen in Sinte-Mariënkerke, aan Jan Jans zoon den eigendom van 225 roeden lands in SinteMariënkerke parochie overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M»CCCC° ende zesse opten dorden dacli in Maerte. Oorspr. (Inv nr. 579;. Met 3 schepenzegels (2 geschouden) iu groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 57. 1407 Juni 20. Keurschepenen in Aernemuden oorkonden, dat Andries Pikters zoon aan Clays Wouters zoon den eigendom van 1 geniet 75 roeden lands in Aernemuden parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende zevene opten twintichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 508). De 4 schepenzegels verloren. 58. 1407 November 26. Keurschepenen int Ser-Oollaerdskerke oorkonden, dat Clays Hey.nrics zoon aan Janne Jan Metelands zoon den eigendom van 178 roeden lands in tSer-Oollaerdskerke maelstede overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende zevene des Zaterdaghes na Zinte Katerinen dach. Oorspr. (Inv. nr. 567). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 59. 1409 Juni 1. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Hughe Clays' zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Pieter Michiels zoon 2 gemeten 155 roeden lands in Westmonstere parochie en 1 gemet lands in Coudekerke parochie voor 10 jaren tegen 8 schellingen 2 penningen gr. 'sjaars per gemet en 4 kapoenen 'sjaars van al het land verhuurd heeft. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende negheu opten eersten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 454). Met 3 schepenzegels in groene was. 60. 1410 Maart 2. Keurschepenen in Bigghenkerke oorkonden, dat Jan Evkrdkys zoon aan Jan Willem Wouters zoons zoon den eigendom van 154 roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M° vierhondert ende ne- ghenne upten andren dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 471). Met 4 schepenzegels (2 gedeeltelijk gesehonden) in groene was. 61. 1410 December 26. Keurschepenen in Westcapellenambocht oorkonden, dat Jan Pieter Jan Woyten zoons zoon, keurschepen aldaar, aan Janne Willem Wouters zoons zoon den eigendom van 1 gemet 9 roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°GGCG ende tyene up Sente Sthevens dach. Oorspr. (Inv. nr. 471). Met 3 schepenzegels (1 gedeeltelijk gedeeltelik geschonden) in groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is geschonden. 62. 1411 December 4. Keurschepenen in Oude-Vlissinghe oorkonden, dat Bktte Willem Gkootwerts dochter aan het gasthuis van Middelburgh den eigendom van 8 gemeten lands, die haar bij doode van Jan Symons zoon zullen aankomen, schenkt voor al zulke provende als Jan voorschreven van het voornoemde gasthuis heeft. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende elve opten vierden dach in Decembri. Oorspr. (Inv. nr. 461). Met 2 geschonden schepen/egels in groene was; 2 verloren. 63. 1412 Januari 30. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Maes, parochiaan in Noordmonstere, van Lammen Hughen zoon, Gillis Siamplooc en Ekwoude Heynrics zoon, procurators van het O. V. gasthuis aldaar, eene hofstede op de zuidzijde van den Damme '/toten brande toe ghedurende" tegen 9 grooten 'sjaars gehuurd heeft. Dit was ghedaen int j&er ons Heeren M CGGG ende ellevene opten dortichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 604). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 64. 1413 Januari 22. Keurschepenen in Bigghenkerke oorkonden, dat Jan Lverdf.ys zoon aan zijn zoon heer Everdey Jans zoon den eigendom van 274 roeden lands en de helft van een huis in Bigghenkerke parochie, bezwaard met tien achtste deelen tarwe per gemet, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CGGC° ende twelve upten twee ende twintichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 470). Met 4 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 65. 1413 Februari 13. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jacop Mychiels zoon, parochiaan in \\ estmonstere, aan Gillis Stamplooc, Hughe Jans zoon en Eewoud Hkinrix zoon, procurators van het O. V. gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, na doode van Lemmekijn Jacopm kind den eigendom van 2 gemeten 75 roeden lands in Noordmonstre parochie schenkt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende twaelve opten dortiensten dach in Zille. Oorspr. (Inv. nr. 530). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 66. 1418 Juni 15. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Poppe en Jan Hughen zoons, gebroeders, parochianen in Coudekerke, aan Janne Willems zoon den eigendom van 1 gemet 147 roeden lauds in Bigghenkerke parochie overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende dortiene opten vijftiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 472). Met 3 geschonden schepeuzegels in groene was; 1 verloren. 67. 1413 Juli 5. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Jans zoon, parochiaan in Domburgh, alle goederen, die hij bij overlijden zal achterlaten, aan het O. V. gasthuis in Middelburgh schenkt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert eude dortiene opten vijfsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 428). Met 3 gedeeltelijk gesehonden schepenzegels in groene was. 68. 1418 Augustus 22. Anthonius de Sancto Elpidio , procurator der Augustijnen Heremieten te liruge en commissaris van den paus als subdelegatus van Thomas de Beeengebiis, pauselijk nuntius, geeft aan Heinricüs de Creylle, zijne echtgenoot Katrina en hunne kinderen op hun verzoek een aflaatbrief. Datum in Lira Cameracensis dyocesis anno a nativitate Do- mini M0CCCC"XIII die XXII mensis Augusty anno quarto. Oorspr. (Inv. nr. 825). Met het geschonden zegel van frater Anthonius in roode was. N.B. De bijvoeging „anno quarto" wijst aan, dat deze oorkonde in het vierde jaar van paus Joannes XXIII verleden is. 69. 1414 Mei 14. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Mabrie Hughf. Symoens zoons weduwe, parochiane in Wester-Zubburgh, aan Boudin Stuvkre den eigendom van 208 roeden lands in Bigghenkerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende viertiene opten viertiensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 478). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren 70. 1414 October 28. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Eewout Jans zoon, parochiaan in Westuion9tere, aan Jacoppe Doedins zoon den eigendom van een huis iu den Zac aan de zuidzijde van de straat overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M OCCC ende viertien opten drie ende twintichsten dach in Octobri. Oorspr. (Inv. nr. 626). Met 3 schepenzegels (1 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. 71. 1415 November 17. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Jacofs zoon, parochiaan in Noordmonstere, erkent aan Jacop Ddvf.re 28 grooten en lj kapoen 'sjaars, gevestigd op eene hofstede in de Langlie Noordstraat, verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende vijftien opten zeventiensten dach in Novembri. Oorspr. (Inv. nr. 701). Met 3 zeer geschonden schepenzegels in groene was. 72. 1416 October 21. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Heyman Tants zoon, parochiaan in het Klooster, aan Clais Ever de ys zoon den eigendom van 1 geniet 45 roeden lands in Westmonster parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende zestien opten een ende twintichsten dach in October. Oorspr. (Inv. nr. 455). Met 4 schepenzegels (3 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 73. 1418 Januari 17. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Jans zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Symoene Hughe Berguen zoon den eigendom van 200 roeden lands in tSer-Olaerdskerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC en zeventien opten zeventiensten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 568). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene was; 3 verloren. 74. 1418 April 28. Paüwels Michiels zoon, parochiaan in Sinte-Mariënkerke, erkent van Jacop Pieters zoon van der Loo 1 gemet 225 roeden lands aldaar voor 13 jaren tegen 11 schellingen 6 penningen gr. 's jaars gehuurd te hebben, en belooft den ouden dijk en's graven heerweg te bewaren voor bannen en boeten, terwijl Jacop voorschreven belooft Pauwei.se voornoemd gedurende den gezegden tijd in huur te houden. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende achtiene opten achte ende twintichsten daoli in Apryl. Oorspr. (Inv. nr. 580). N.B. Dit stuk is een chyrograaf. 75. 1418 April 30. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Jans zoon, parochiaan in Noirdmonstere, aan zijn broeder Jacoppe Jans zoon den eigendom van 145 roeden lands in tSer-Olaertskerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende achtien opten laetsten dach van Aprille. Oorspr. (Inv. nr. 569). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 76. 1418 Juni 26. Schepenen in Coudekerke oorkonden, dat Mathijs Wouters zoon aan zijne dochter Akchtkn den eigendom van 4 gemeten 250 roeden lands in zes stukken (100 roeden in Oude-Vlissingheambocht, 1 gemet in Coudekerke ambocht, 1 gemet 37 J roeden aldaar, 1 gemet aldaar, 225 roeden aldaar en 187i roeden aldaar) overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende achtiene upten sessentwijntichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. iir. 462). Met 4 schepenzegels (3 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 77. 1418 September 27. Richter en schepenen van den koninklijken stoel van Aichen oorkonden, dat Thyess Peltzer, Katheryne Peltzkks, Pauwels Liebrit, haar zoon, Simen Pai.itte, haar schoonzoon, en Herrman van Sent Jorris, uithoofde van zijne echtgenoot Drüde, aan (Joyne junge Jan den eigendom van een huis aan den Berg aldaar overdragen. Gegeven int jair ons Heren dusent vierhundert eichtzien ien sieven indt zwentzich dage in den rnoindt September. Oorspr. (Inv. nr. 828). Met de meerendeels ongeschonden zegels van den «aarnemenden richter (Heinbich Kaft) en 8 schepenen (Wilhem van Punt, Clois van Roidt, Gebakt van Wijlbe, Wolteb Valhek , Statz van Segboidt, Johan Beissel, Gebabt Beissel van Heistebbach en Lambebt Uncke) in groene was. 78. 1419 Januari 21. Hughe die Mutere en de erfgenamen van zijne echtgenoot Lysebeth maken eene kaveling van landen, waarbij aan laatstgenoemden worden toebedeeld 2 gemeten 150 roeden lands in Sente-.lanskerke, 3 gemeten 15 roeden in tSer-Poppenkerke, 1 gemet 150 roeden aldaar, 1 gemet 27 roeden in Westcappelle, 2 gemeten in Sente- Aechtekerke, 6 gemeten 150 roeden in Crommenhoke, 1 gemet aldaar, 1 gemet 290 roeden in Hoghelande, 1 gemet 108 roeden aldaar, 188 roeden aldaar, 1 gemet 100 roeden aldaar, 125 roeden aldaar, 1 gemet 100 roeden in Langhe zant, 1 gemet 95 roeden in tSer-Oellaerdskerke, 1 gemet 284 roeden in Westmonstere, 1 gemet 150 roeden haymanlands aldaar, en 1 gemet 150 roeden haymanlands aldaar. Dit was ghedaen int jaer ons Heren MUCCCCU ende neghentiene up den een ende twintichsten dach in Louwe. Oorspr. Inv. nr. 554). N.B. Dit stuk is een chyrograaf. 79. 1419 Juni 24. Schepenen in Westcappellen oorkonden, dat Doen Jacobs zoon en Lijsbet Aerds dochter, echtelieden, elkander, te weten de langstlevende van hun beiden, den eigendom van alle goederen, die zij thans bezitten, schenken. Ghedaen int jaer ons Heren MÜCCCC° ende neghentien vier ende twintichsten dach van Junio. Oorspr. ;Inv. tir. 745). Met 3 schepenzegels (1 geschonden) in groene was. 80. 1419 Juli 24. Jacop Louwe reis' zoon maakt zijn testament, begiftigt daarbij o. a. het O. V. gilde met 2 grooten en benoemt tot zijne testamenteurs heer Mathijs Clais' zoon, zijn //biachtere", Jan Lauwereis' zoon, zijn broeder, en Pauwels Jacops zoon, zijn zoon. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende neghentiene opten llelighen appostel Sinte Jacops avont. Oorspr. (Inv. nr. 746). Met de zegels van Jan Lalwekeis' zoon (gedeeltelijk geschonden) en Jan Hi ghen zoon izeer geschonden), die het testament voor zijn neet' Pauwels Jacops zoon heeft gezegeld, in groene was; dat van heer Mathijs Clais zoon verloren. 81. 1419 September 30. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Jans zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Aechten Michiel Hesten weduwe eene erfelijke rente van 30 myten 'sjaars, die het Sinte Nyclaus gilde te Westmonstere op eene hofstede op de Hurgh aan de oostzijde heeft, kwijtscheldt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende neghentiene opten laetsten dach van September. Oorspr. (Inv. nr. 756). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 82. 1419 December 21. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Aechte J acops dochter, parochiane in Noordmonstere, aan Enghebrecht Ci.ays' zoon den eigendom van een huis in de Sinte Pieters straat aan de westzijde, strekkende achterwaarts tot den muur van het klooster, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCC(J" ende neghentiene opten een ende twintichsten dach in December. Oorspr. (Inv. nr. 656). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 83. 1420 Januari 10. Heinric Martins zoon, parochiaan in Hogheland, erkent voldaan te zijn van alle goederen, hem aangekomen bij doode van Pauwels Hughen zoon en Jacop Louwereys' zoon, zijn zweer, en scheldt daarvan, met uitzondering van het huis en de hofstede, waarin laatstgenoemde heeft gewoond, Marie Jacop Louwereys' zoons weduwe en Pauwels, Louwereys, Margriete, Aechte en Nelle Jacops kinderen kwijt. Ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC ende twintich opten tiensten dach in Louwe. Oorspr. (Inv. nr. 747). Met het zegel van Heinric Martins zoon in groene was. 84. 1420 Juni 3. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Boudin Stuvere, parochiaan in Westmonstere, aan Marrie Jacop Louwereys' zoons weduwe den eigendom van 1 gemet 75 roeden lands in Hoghelande parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende twintich opten dorden dach van Junio. Oorspr. (Inv. nr. 481). Met twee gedeeltelijk geschonden schcpenzegels in groene was; 2 verloren. 85. 1420 Juni 30. Keurschepenen in Sinte-Mariënkerke oorkonden, dat Jan Pieters zoon erkent aan Marie Jacop Lauwereys' zoons weduwe, Pauwels, Margriete, Aechte, Nelle en Louwereys Jacops kinderen alle goederen, hem aangekomen bij doode van zijn zweer Jacop Lauwereys' zoon, met uitzondering van het huis en de hofstede, waarin Marie voorschreven met hare kinderen woont, verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende twintich opten laesten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 748). Met 8 zeer geschonden schepeuzegels in groene was. 86. 1420 November 30. Schepenen iD Middelburgh oorkonden, dat Boudin Stuvere, parochiaan in "Westmonstere, aan Jan Willem Wouters zoon den eigendom van 4 gemeten 84 roeden lands in vier stukken (1 gemet in Sinte-Janskerke parochie, 1 gemet ter Groter Hoghen, 1 gemet 255 roeden in Westmonster parochie en 129 roeden in Coudekerke parochie) overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° ende twintich opten laetsten dach van November. Oorapr. (Inv. nr. 555). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 87. 1420 December 2. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Boddin Stuvere, parochiaan in Westmonstere, aan F.veruey Jans zoon, priester, den eigendom van 2 gemeten 60 roeden lands in Hoghelande parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M"CCCC" ende twintich opten anderen dach van December. Oorapr. (Inv. nr. 470). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 88. 1420 December 7. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Difric Willems zoon, parochiaan in Noordmonstere, erkent aan Heynhic Jans zoon een huis aan de westzijde van het Noordmonster kerkhof verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M"CCCC° ende twintich opten zevensten dach in December. Oorspr. (Inv. ur. 044). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) iu groene was; 1 verloren. 89. 1421 Juli 28. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Aechte Jan Stancons weduwe en Agniete Pietkrs dochter, parochianen in het Klooster, aan Clayse Everdeys zoon den eigendom van een huis en hofstede in de Oorte Dielf, bezwaard met 3 schellingen gr. 'sjaars, overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCGO ende een ende twintich opten acht ende twintichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 609). Met 3 schcpeuzegels (1 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 90. 1422 Juni 5. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Witte van der Burgh aan Jan Willem Wouters zoon den eigendom van 128 roeden lands in Uoudekercke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M' CCCC" twee ende twintich opten vijfsten dach in Junio. 20 Oorspr. (Inv. nr. 463). Met 3 schepentegels (1 zeer en 2 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. 91. 1422 Juli 16. Schepenen en keurheeren van Berghambocht doen te weten, dat Jacob Winnoc ten behoeve van Piet er Wouters zoon en zijne echtgenoote Margriete eene erfelijke rente van 8 pond Par. Vis. 'sjaars op de helft van eene hofstede met 9 gemeten 48 roeden lands in Hondscote parochie vestigt. Int jaer ons Heren duusentich vierhondert twee ende twintich den zestiensten dach van Hoymaend. «). Oorspr. (Inv. nr. 831). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. — Met 1 transfix d.d. 1502 April 22 (zie nr. 386), waardoor deze rentebrief tevens aan een anderen d.d. 1422 Juli 20 (zie ur. 92) en aan den transportbrief daarvan d.d. 1473 Juli 30 (zie nr. 302) verbonden is. b). Opgenomen in een vidiraus van schepenen en keurheeren van Hondscote d.d. 1511 Maart 1 (zie nr. 424). 92. 1422 Juli 20. Schepenen en keurheeren van Berghambocht doen te weten, dat Jacob Winnoc ten behoeve van Üi.ivier de Visch en zijne echtgenoot Lameinse eene erfelijke rente van 8 pond 2 schellingen Par. Vis. 'sjaars op de helft van eene hofstede met 9 gemeten 48 roeden lands in Hondscote parochie vestigt. Int jaer ons Heren dusintich vierhondert twee ende twintich den twintichsten dach in Hoymaend. Oorspr. (Inv. nr. 831). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. — Met 2 transtixcn d.d. 1473 Juli 30 (zie nr. 302) en 1502 April 22 (zie nr. 386), waardoor deze rentebrief tevens aan een anderen d.d. 1422 Juli 16 (zie ur. 91) verbonden is. 93. 1428 Maart 1. Philips, lieer tot Borsselen en Cortkene, rentmeester Bewester Scelt in Zeelant, erkent aan Pieter Mychiels zoon 7 gemeten ambacht met ambachtsrecht en ambachtsgevolg in Sinte-Mariënkerke parochie, den graaf aangekomen bij doode van Hartei.mef.us Javs zoon, Pauwels, Jan en Willem Mychiel Pietkr zoons kinderen, verkocht te hebben. Ghedaen upten eersten dach in Maerte int jair ons Heeren M°CCCC° twee ende twintich na den loop van mijns liefs heeren hove. Oorspr. (Inv. nr. 581). Met het geschonden zegel van den rentmeester in groene was. 94. 1428 Maart 29. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Jan Haveloes' zoon, parochiaan in Noirdmonstere, aan Pieter Pikters zoon den eigendom van een huis op den Noirdsteenpit aan de oostzijde van de straat in Rosendale overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende twintich opten neghen ende twintichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 6-18). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 95. 1428 April 10. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Heynric Doedins zoons zoon, parochiaan in Westmonstere, aan zijne moeder Zoeten Pieters dochter den eigendom van 2 gemeten 52 roeden lauds in drie stukken (281 roeden, 274 roeden en 147 roeden) in Buttinghe parochie schenkt, in dier voege, dat de eigendom van dit land na den dood van Zoeten voorschreven of, indien deze vóór Pieter voornoemd mocht komen te overlijden, bij doode van hem op het O. V. gasthuis van Middelburgh en den Heiligen Geest van Westmonstere aldaar elk voor de helft zal overgaan met last van eene jaargetijde van 18 grooten 'sjaars in Westmonstere voor Pieter en zijne moeder na hun overlijden. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC* drie ende twintich opten tiensten dach in Aprille. Opgenomen in een vidimus van burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburg d.d. 1424 September 20 (zie nr. 101). 96. 1423 Juni 18. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Reynout Jans zoon, parochiaan in het Klooster, aan Loy Hughkn zoon den eigendom van een huis met een daarachter gelegen huisje en eene gang, strekkende tot de gracht van het klooster, in de Sinte Pieters straat aan de westzijde, bezwaard met 20 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCO drie ende twintich opten achtiensten dach in Junio. а). Oorspr. (Inv. nr. 657). Met 1 zeer geschonden schepenzegel in groene was ; 8 verloren. б). Opgenomen in een vidimus van burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburg d.d. 1436 October 27 (zie nr. 134>. 97. 1423 Juli 6. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Andries Jans zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Machtelden Jan Bollaerts weduwe den eigendom van een huis, staande Bachten steene aan de noordzijde van de straat, bezwaard met 17J grooten en een kapoen 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° drie ende twintich opten zesten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 598). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 98. 1424 Maart 1. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Jans zoon die cupere, parochiaan in Westmonstere, erkent wegens de overdracht van een huis en hofstede op den Wal, door zijne echtgenoot Cokstine Jans dochter aan Einghfbrechte Clais' zoon gedaan, voldaan te zijn, en daarvan laatstgenoemde kwijtscheldt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° drie ende twintich opten eersten dach van Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 678). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 99. 1424 Maart 2. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Lammin Ei.i.ix zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Pieteb Michiels zoon den eigendom van eene hofstede en van de helft van het huis, dat er op staat, op het Hoghe hof overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC# drie ende twintich opteu anderen dach van Maerte. Oorspr. (Inv. ur. 631). Met 3 sehepeuzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. 100. 1424 Juni 8. Provisor en deken van Wallacria verleent aan Hugo Eligius' zoon en Wijffoet Nycolaus' dochter absolutie wegens het aangaan van een geheim huwelijk, mits zij het vóór 1 üctober e. k. in het openbaar bevestigen. Datum anno Domini M°CCGC° XXIIII feria quinta post Exaudi. Oorspr. (Inv. nr. 824). Met het zegel van den provisor en deken in groene was. N.B. Dit charter is door worm gesehonden. 101. 1424 September 20. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburgh geven vidimus aan een brief d.d. 1423 April 10 (zie nr. 95). Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M"CO(JC° viere ende twintich opten twintichsten dach in September. Oorspr. (Inv. nr. 516). Met het geschonden zegel der stad Middelburgh in groene was. 102. 1424 October 24. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Pietk.rs zoon van der Clinghf.n, parochiaan in Westmonstere, erkent aan Heynric Stkkncole de voordeelen van een vierendeel van een huis op de Burgh aan de oostzijde gedurende het leven van Jaquemine Willem Adriaens zoons bastaarddochter verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC viere ende twintich opten viere ende twintichsten dach in October. Oorspr. (Inv. ur. 602). Met 1 geschondeu schepenzegel in groene was; 3 verloren. 103. 142B December 17. Scbepeneu in Middelburgh oorkonden, dat Willem Wii.lkms zoon, parochiaan in die Gapinghe, aan Hughkn Loys zoon den eigendom van een huis in Spangen aan de noordzijde van de straat, bezwaard met 22 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende twintich opten zeventiensten dach in December. Oorspr. (Inv. nr. 667). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 104. 1426 April 19. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Pieter Gommklins zoon, parochiaan in het Klooster, aau Pieter Harmans zoon den eigendom van een huis in tSer Gheeraert9 straat aau de westzijde, bezwaard met 12 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCG° zesse ende twintich opten neghentiensten dach in Aprille. Oorspr. (Inv. nr. 661). Met 4 gedeeltelijk gesehonden schepenzegels in groene was. 105. 1427 Februari 22. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Cornei.is Heynrix zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Piëtkr .Michiels zoon den eigendom van eene hofstede met al de steenen en muren, die er op staan, op het Hoglie hof overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCG° zesse ende twintich opten twee ende twintichsten dach in Zille. Oorspr. (Inv. ur. 631). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 106. 1427 Mei 17. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Heynric tser Willems zoon, parochiaan in Biggheukercke, aan Pietere Michiels zoon den eigendom van een huis op het Hoghe hof aan de noordzijde van de straat, bezwaard met 12 grooten en een kapoen 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CGCC zeven ende twintich opten zeventiensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. ü31). Met 1 geschouden schepenzegel in groene was; 3 verloren. 107. 1427 November 19. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Hughe Jans zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Dommaes Pieters zoon den eigendom van de helft van eene hofstede in de Coster straat met al de steenen en muren, die er op staan, bezwaard met 28 grooten 'sjaars, overdraagt onder voorwaarde, dat Dommak.s en Hughe voorschreven voor gezamenlijke rekening een gemeenen muur met eene goot in het midden der hofstede zullen doen maken en onderhouden. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M*C!CCC° zeven ende twintich opten neghentiensten dach in November. Oorspr. (lnv. nr. 635). Met 2 gedeeltelijk gesehonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 108. 1428 Januari 15. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Maertin Willems zoon, parochiaan in Westmonstere, aan J acop J acops zoon den eigendom van 1 gemet 51 roeden lands in Coudekercke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende twintich opten vijftiensten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 464). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groeue was; 2 verloren. 109. 1428 Mei 4. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Thonis Willems zoon, parochiaan in Noirdmonstere, aan Hughen Loys zoon belooft al hetgeen diens vader Loy Hdghen zoon bij zijn overlijden mocht schuldig blijven, aan Hughkn voorschreven te zullen betalen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCüC achte ende twintich opten vierden dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 749). Met 4 geschonden schepeuzegels in groene was. 110. 1428 Mei 8. Leenmannen van den hertog van Borgoengen, graaf van Vlaenderen , doen te weten, dat zij kennis dragen van den verkoop van 115 roeden lands in Oost-Dunkerke parochie door Pikter Spillb, dischmeester aldaar, aan ver Geiele Casijn Botermans weduwe. Ghedaen den achten dach van Meye int jaer ons Heren M° vierhondert ende achtentwintich. Oorspr. (Inv. nr. 827). Met 2 gedeeltelijk geschonden zegels van leenmannen (Chkistiaen Pbikm en Matïn Christiaen) in groene was. 111. 1428 Mei 20. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Clays, parochiaan in Westmonstere, aan Pikter Michiels zoon 1 gemet 204 roeden gorslands in Hoghelande parochie voor tien jaren tegen 12 schellingen gr. per gemet en 4 kapoenen 's jaars verhuurd heeft. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC achte ende twin- tich opten twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 488). Met 8 geschonden schepenzegels iu groene was. 112. 1428 Augustus 6. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Aernouüs zoon, parochiaan in het Klooster, aan Heynric Steencole den eigendom van een huis met eene gang op den Wal aan de zuidzijde, bezwaard met 83 grooteu 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC" achte ende twintich opten zesten dach in Oegstmaent. Oorspr. (Inv. nr. 674). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 113. 1430 Juli 10. Schepenen in Niewe-Vlissiughen oorkonden, dat Pieter Joos' zoon aan Jan Willem Joos' zoon den eigendom van een achtste deel van een huis aldaar overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende dartich op den tiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 691). Met 4 geschondeu schepenzegels in gele was. 114. 1431 Februari 8. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter .Ians zoon en Doedin Symoens zoon, parochianen in tSer-ülaertskercke, aan Jacoppe Jans zoon den eigendom van 20U roeden lands in tSerOlaertskercke parochie overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende dortich opten achtsten dach iu Zille. Oorspr. (Inv. nr. 569). Met 4 schepenzegels (3 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 115. 1481 Februari 18. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Heynric Pieters zoon, parochiaan in Noirdmonstere, aan Hughev Loys zoon den eigendom van een huis in de Sinte Pieters straat aan de westzijde, bezwaard met 18 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaar ons Heeren M CCCC ende dortich opten dortiensten dach in Zille. Oorspr. (Inv. nr. 658). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groeue was; 1 verloren. 116. 1481 April 3. Hugo Petrus' zoon Haen, cureit der St Petrus kerk te Mid- delburg, geeft aan zijn parochiaan Johannes Bollerts zoon, die een bedevaart doet naar de reliquieën van St. Petrus en St. Paulus te Rome en elders, een aanbevelingsschrijven mede. Datum anno Domini millesimo CCCC tricesimo primo feria tertia post Pascha tercia Aprilis. Oorspr. (Inv. nr. 757). Met het zegel van den cureit in groene was. 117. 1481 Augustus 25. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Aernouds zoon, parochiaan in het Klooster, aan Jan Joos' zoon den eigendom van eene hofstede op den Wal, bezwaard met 40 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° eene ende dortich opten vive ende twintichsten dach in Oegstmaent. Oorepr. (Inv. nr. 675). Met 3 gedeeltelijk gesehonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 118. 1482 Maart 12. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jnghelbrecht Clays' zoon en zijne echtgenoot Magriete, parochianen in Noirdmonstere, aan de cuutvoechden" van het O. V. gasthuis aldaar en ten behoeve van dat gasthuis alle goederen, die zij nu hebben en later verkrijgen mogen, schenken, met uitzondering van het huis in de Sin te Pieters straat, waarin zij thans wonen, onder bepaling, dat Inghelbrecht en Magriete voorschreven hunne goederen in het gasthuis in de nieuwe kamer aan de straat zullen overbrengen, in die kamer wonen en van die goederen zullen leven. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC een ende dortich opten twalefsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 36). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. — Met een gelijktijdig ongewaarmerkt afschrift. N.B. Dit charter is door worm geschonden en gedeeltelijk onleesbaar. 119. 1482 December 20. Goedaet Dürtzant, kanunnik van O. L. V. te Aiche, doet ten behoeve van Johan van Pirne afstand van eene erfrente van mark 'sjaars, gaande uit Johans huis op de Santkuyle aldaar. Gegeven in den jaeren unss Heren duysent vierhundert ind zwey ind drissich op Sent Thomais avent des Heiligen apostels. Oorspr. (Inv. nr. 829). Met het geschonden zegel van Goidart Dürtzant in groene was. 120. 1483 Mei 30. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Domaes Pieters zoon en Aechte, echtelieden, parochianen in Westmoustere, elkander een huis in de Coster straat aan de noordzijde schenken in dier voege, dat de eigendom van dit huis na overlijden van de langstlevende op de rechte erfgenamen van hun beiden moet overgaan. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren MUCCCC drie ende dortich opten dortichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 635). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 121. 1433 September 17. Pieter van dek Clinghe schenkt ook namens zijne echtgenoot jonkvrouw Magrieten van hunne gemeene goederen den //uutvoechden" van het O. V. gasthuis in Middelburgh 1 gemet 100 roeden lands in Buttinghe parochie en eene erfelijke rente van 12 grooten 'sjaars, gevestigd op eene hofstede tegenover het gasthuis, om daarmede de armen binnen het gasthuis en daar buiten in hunne nooden bij te staan, in dier voege, dat, indien het bestuur van het voorschreven gasthuis weder kwam onder de wethouders van Middelburgh, zooals het in vroegeren tijd geweest is, en de poorters buiten de wet dat gasthuis niet meer bestuurden, gelijk zij dat nu doen, de eigendom dezer goederen op de Heilige-Geestmeesters van de Klooster parochie moet overgaan. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende dortich op Sinte Lambrechts dach den zeventiensten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. ur. 517). Het zegel van Piktek van der Clinghe verloren. 122. 1433 November 29. Lijsbeth Jacop Willems zoons echtgenoot maakt haar testament, begiftigt daarbij o. a. den Heiligen Geest en het O. V. gilde in het gasthuis ieder met 6 grooten, de arme gevangenen, de «armen bezieckten" buiten de Noort poort en de armen in het gasthuis ieder met 2 grooten, de armen met zes achtste deelen tarwe, en kiest tot hare testamenteurs Huoe die Haen, haar parochiepaap, Jacop Willems zoon, haar echtgenoot, en Andries Müter, haar zwager. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende drieëndortich opten neghen ende twintichsten dach in November. Oorspr. (Inv. nr. 758). Met de zeer geschonden zegels van J acop Willems zoon en Andries Muter in groene was; dat van heer Huge die Haen verloren. 123. 1434 Maart 19. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Willem Ulays' zoon, Pieter Dikrix. zoon, parochianen in het Klooster, en Gilli9 van Roden, parochiaan in Westmoustere, erkennen voldaan te zijn van alle goederen, hun aangekomen bij doode van Domaes Pieters zoon, wijlen echtgenoot vau Aechte, en daarvan met uitzondering van hun aandeel in een huis in de ('oster straat, dat Aechten Domaes Pieteus zoons weduwe haar leven lang bezitten zal, laatstgenoemde kwijtschelden. Dit was ghedaen int jaer ons Heereu M CCCC drie ende dortich opten neghentiensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 750). Met 3 schepenzegeU i2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 124. 1434 Juni 14. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pietek meester Jans zoon, wonende te Bruselen in Brabant, aan Jacop Willems zoon den eigendom van 225 roeden lands in Wyssenkerke parochie, 2102 roeden in Cortkene ambacht en 247 J roeden aldaar overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° viere ende dortich opten viertiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 588). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk gesehonden) in groene was; 1 verloren. 125. 1434 Juni 17. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Inghelbrecht Clays' zoon, parochiaau in Noirdmonstere, aan zijne echtgenoot Margrieten volmacht verleent tot het betalen en innen van al zijne schulden en schuldvorderingen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC viere ende dortich opten zevetiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 759). Met l geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. 120. 1484 September 11. Jacop Jans zoon maakt zijn testament, begiftigt daarbij o. a. den Heiligen Geest, het Sente Barbrereu gilde in het gasthuis, de armen, de ''besiecten" en de gevangenen ieder met 12 grooten, legateert ook tot timmering van den toren lüü Philipsche schilden en kiest tot zijne testameuteurs Gyelis Jans zoon, prior van het O. V. klooster en parochiepaap te Middelborch, Claes van Dy est en Syhon Jans zoon. Dit was ghemaect ende gheordiueert int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vier ende dertich opten elfsten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 760). Met de zegels van heer Getlis Jans zoon (geschonden), Claes van Deïst (zeer geschonden^ en Symon Jans zoon (gedeeltelik geschonden) in groene was. 127. 1435 Maart 11. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Louwkukys Symoens zoon, parochiaau in tSer-Olaertskercke, aan Pieter Pieters zoon, alias Pier Gommelijn, den eigendom van 1 gemet 79 roeden lands in tSer-Olaertskercke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC viere ende dortich opten ellevensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 570). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. 128. 1435 Juli 5. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat meester Jan Symokns zoon en Willem Jans zoon die backere, parochianen in liet Klooster, beloven zich te zullen houden aan de door schepenen, metselaars en timmerlieden aldaar gemaakte verdeeling en desbetreffende bepalingen van een erf met eene gang op den Wal aan de noordzijde en aan den muur vau het klooster. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende dortich opten vijfsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. ar. 676). Met 1 schepeuzegel iu groene was; 2 verloren. 129. 1435 October 13. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Willem Heynrix zoon, parochiaan in Noirdmonstere, en Jacop Adriaens zoon, parochiaan in het Klooster, aan Pieter Harmans eoon den eigendom van een huis in tSer Gheeraerts straat aan de westzijde naast de poort, bezwaard met 8 grooten 'sjaars, overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende dortich opten dortiensteu dach in October. Oorspr. (Inv. ur. 661). Met 3 geschonden schepenzegels iu groene was. 130. 1436 Januari 24. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Nelle Heyn Boudin Doedins zoons weduwe, Jane en Maye Heyn Boüdin Doedins zoons kinderen, parochianen in Noirdmonstere, en Doedin Boudins zoon, parochiaan in het Klooster, aan Danckaerde Jans zoon, Jan Clayse en Pikter Bazelis' zoon, //uutvoechden" van het O. V. gasthuis aldaar, en ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 1 gemet 100 roeden lands in Noirdmonster parochie overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC0 vive ende dortich opten viere ende twintichsten dach iu Januario. Oorspr. (Inv. nr. 531). Met 4 schepeuzegels (3 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 131. 1436 Februari 3. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Louwereys' zoon, parochiaan in tSer-Olaertskercke, aan Pieter Gom den eigendom van 225 roeden lands in tSer-Olaertskercke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende dortich opten dorden dach in Zille. Oorspr. (Inv. nr. 570). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was; 1 verloren. 132. 1436 Augustus 31. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieternelle Loy Hughen zoons dochter, parochiane in Noortmonstere, aan haren broeder Huge Loys zoon al hare goederen voor 5 jaren in vrij bezit en gebruik afstaat, waarvoor Hughe voorschreven in alle behoeften van zijne zuster voornoemd zal voorzien. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende dortich opten laetsten dach van Augusto. Oorspr. (Iuv. nr. 751). Met 2 gedeeltelijk gesehonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 133. 1436 September 13. Hughe, Nellen en Pieter Loys kinderen eener- en Thonis Willem Tsraets zoon anderzijds maken eene kaveling van een huis in de Sinte Pieters straat aan de westzijde, staande op het erf van het O. V. Klooster van Middellurgh en strekkende tot den muur van het klooster, waarbij aan Hughe Loys zoon een achtste deel en aan Nellen Loys dochter en Pieter Loys zoon te zamen zeven achtste deelen van het voorschreven huis worden toebedeeld. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende dortich opten dortiensten dach in September. Oorspr. (Inv. nr. 657). N.B. Dit stuk is eeii chyrograaf. 134. 1436 October 27. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch geven vidimus van een brief d.d. 1423 Juni 18 (zie nr. 96). Gliedaen int jair ons Heeren M (JCCC zesse ende dortich up den zeven ende twintichsten dach in Octobri. Oorspr. (Inv. nr. 657). Het zegel ten zaken der stad verloren. 135. 1437 Januari 26. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Pietkrs zoon, alias Jan Gom, parochiaan in Westmonstere, aan Pieter Hermans zoon den eigendom van een huis in de tsGraven straat aan de zuidzijde, bezwaard met 8 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende dortich opten zessentwintichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 627). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 136. 1437 Januari 28. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Bale Jan Toens dochter in het Beghijnhof erkent aan haar stiefvader Hughen Loys zoon alle goederen, haar aangekomen bij doode harer moeder Wijfhoeden, wijlen echtgenoot van Hughe voorschreven, verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende dortich opten achte ende twintichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 752). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden,) in groene was. 137. 1487 Februari 3. Provisor en deken van Wallachria geeft aan Hugo Emgius' zoon en Aghata Jacobüs' dochter absolutie wegens het aangaan van een geheim huwelijk. Datum anno üomini millesimo quadringentesimo tricesimo septimo dominica Exurge quare obdormis etc. Oorspr. (Inv. nr. 824). Met het zegel van den provisor en deken in groene was. 138. 1487 Februari 6. Kapitein en baljuw, burgemeesters en schepenen der stad Biervliet oorkonden, dat in hunne tegenwoordigheid, die van mannen van den hertog van Bourgoingnen, graai' van Vlaendren, en die van een notaris Jacob Gheeraerdt en Jan de Mysaen, erfgenamen van Jan dik Delve , erkennen uit krachte van het testament van dien erflater aan de O. V. kerk te Biervliet eene jaarlijksche rente van 12 poud gr. T., waarvoor verschillende kerkelijke diensten verricht moeten worden, schuldig te zijn, beloven die rente binnen twee jaren op hunne goederen te zullen vestigen of eene som van 300 pond te zullen storten, en voor de nakoming dier belofte borgen te stellen. Dit was ghedaen ten dagen ende int jaer duust vierhondert XXXVI voirscreven (den Vpten dach van Sporckle). Afschrift op papier. (Inv. nr. 855). 139. 1437 April 9. Provisor en deken van Wallacria spreekt ten verzoeke van Petrus Hebmannks' zoon, parochiaan in het Klooster, scheiding van bed uit tusschen hem en zijne echtgenoot Margarita Petrus' dochter wegens door de laatste gepleegd overspel. Datum anno Domini M°CCCC° tricesimo septimo feria post dominicam Quasi modo. Oorspr. (Inv. ur. 761). Met het zegel van deu provisor en deken in groene was. 140. 1437 April 22. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Cornei.ie Loy Hughen zoons dochter, parochiane in Noortmonster, aan haren broeder Hughe Loys zoon den eigendom van de helft min een zestiende deel van een huis en hofstede met daarachter staanden schuur en poort uitgaande tegen de gracht van het O. V. klooster in de Sinte Piefers straat, in het geheel bezwaard met 20 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende dortich opten twe ende twintichsten dach in April. Oorspr. (Inv. nr. 657). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 141. 1437 Mei 2. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Pieters zoon, alias Jan Balen zoon, parochiaan in tSer-Olaertskercke, aan Pieter Gomme den eigendom van 1 gemet lands in tSer-Olaertskercke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende dortich opten anderen dach in Meye. Oorspr. (Inv. ar. 571) Met 3 geschonden schepenzegels in groeue nas; 1 verloren. 142. 1437 Mei 2. Jan Pikters zoon, alias Jan Balen zoon, parochiaan in tSerOrtskercke, erkent van Pieter Gom 1 gemet lands aldaar voor 12 jaren tegen 8 schellingen gr. en een koppel oude hennen 's jaars gehuurd te hebben en verplicht zich om den ouden dijk, den weg en de watergang vrij van bannen en boeten te houden zonder kosten voor Pieter voorschreven. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende dortich opten anderen dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 571). N.B. Dit stuk is een chyrograaf. 143. 1437 October 24. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Marrie, Jacomine en Marrie Pietehs dochters, kinderen van Pieter Jan Mathijs' zoon, parochianen in Noirdmonstere, aan Janne Hughen zoon den eigendom van drie zevende deelen van een huis in den Belc aan de oostzijde van de straat, in het geheel bezwaard met 6 schellingen gr. 'sjaars, overdragen. Dit was ghedaeu int jaer ons Heeren M COCC zeven ende dortich opten vier ende twintichsten dach in October. Oorspr. (Inv. nr. 599). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 144. 1437 October 26. Schepeuen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Pieters zoon, alias Jan Bai.en zoon, parochiaan in tSer-Olaertskercke, en Andries Pieters zoon, parochiaan in Noortmonstere, gebroeders, aan Pieter Gomme den eigendom van 134 roeden lands in tSer-Olaertskercke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M COCC zeven ende dortich opten zesse ende twintichsten dach in October. Oorspr. (Inv. nr. 571). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 145. 1437 December 11. Broeder Johannes Passert, prior van het Augustijnen klooster van St. Maria en de H. Apostelen te Traiectum, gemachtigde van het concilie van Basilia in Hollandia, Zelandia en Flandria, voor zooverre die landen tot de diocese Traiectum behooren, tot het geven van aflaten voor de hereeniging der Greci, vergunt aan Nycholaus Johannek' zoon, geestelijke, dat zijn biechtvader hem overeenkomstig het decreet van het concilie aflaat voor zijne zonden geeft. Datum anno Domini M°CCCCU tricesimo septimo mensis Decembris die undecima. Oorspr. (Inv. nr. 825). Met het geschonden zegel van den prior in roode was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 146. 1438 Februari 6. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Coiinelis Dom maks' zoon, parochiaan in het Klooster, en Aernoud Symoens zoon, parochiaan in Aernemudeu, aan Clayk Dom ma es' zoon den eigendom van 21)0 roeden lands in den Hayman van de Klooster parochie overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende dortich opten zesten doch in Zille. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 3 schepenzegels (2 geschonden in groene was; 1 verloren. 147. 1438 Mei 31. Schepenen en keurheeren van Berghamboucht doen te weten, dat Jaecx Marael en zijne echtgenoot Perine ten behoeve van Willem Zeulooed en zijne echtgenoot YVillemine of den houder van dezen brief eene erfelijke rente van 3 pond Par. Vis. 'sjaars op 3 gemeten 50 roeden lands in Killeem parochie vestigen. Int jaer ons Heeren duusentich vierehondert ende achte ende dertich den laetsten daghe van Mey. Oorspr. (Inv. nr. 856^. De 5 schepenzegels verloren. 148. 1438 Juni 20. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Heynkic Louwereys' zoon en Jan Pieter Pieters zoon, parochianen in Noortmonstere, aan Pieter Gom den eigendom van 1 gemet 50 roeden lands in tSer-Olaertskercke parochie overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC achte ende dortich opten twintichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 570). Met 4 sehepenzegels (3 geschonden) in groene was. 149. 1438 October 30. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Dieric Bays' zoon, parochiaan in Aernemuden, aan Dommaes Clays' zoon den eigendom van 131) roeden lands in den Hayman van de Klooster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC achte ende dortich opten dortichsten dach in October. Oorspr. (Inv. nr. 495). Met 2 schepenzegels (1 geschonden in groene was; 2 verloren. N.B. Dit charter ia door worm geschonden. 150. 1438 October 81. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Bale Ci.ays Boüdijns zoons dochter, parochiane in Noortmonster, aan Jan Jans zoon den eigendom van een huis en hofstede in de Sinte Pieters straat, bezwaard met 14 grooteu 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° achte ende dortich opten laetsten dach van October. Oorspr. (Inv. nr. 659*. Met 4 schepenzegels (2 geschonden in groene was. 151. 1438 November 6. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Jans zoon, parochiaan in Noirdmonstere, belooft aan Bai.e Clays Boudijns zoons dochter 1 Mei e.k. 9 schellingen gr. te zullen betalen. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M°CCCC° achte ende dortich opten zesten dach in November. Oorspr. (Inv. nr. 720). Met 1 geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. 152. 1438 November 18. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Hughe Korstjaens zoon, parochiaan in Coudekercke, aan Clays Dommaes' zoon den eigendom van 146 roeden lands in den Hayman vau de Klooster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC achte ende dortich opten dortiensten dach in November. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 153. 1488 November 14. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Heynric Doedi[jns zoon, parochijaan in Noortmonstere, aan Pieter Gome den eigendom van 1 gemet 100 roeden lands in tSer-Olaertskercke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC achte ende dortich opten viertiensten dach in November. Oorspr. (Inv. iir. 570). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is zeer geschonden. 154. 1488 December 20. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Everdey Jans zoon, priester, kapelaan in Westmonster, aan Symoen Jans zoon van Poppendamme, Pieter Bazelis' zoon, Heynric Clerck en Pieter Symoens zoon, //uutvoechden" van het O. V. gasthuis aldaar, en ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van circa 11 gemeten 150 roeden lands in acht stukken (8 gemeten 286 roeden in drie stukken in Biggenkercke parochie, 1 gemet 270 roeden in twee stukken aldaar, 8 gemeten 82 roeden aldaar, 1 gemet 150 roeden in Sinte-Janskercke en 1 gemet 20 roeden aldaar) en al het huisraad, dat hij bij overlijden zal achterlaten, schenkt, behoudens, dat, indien zijne dienstbode Kateline Jans dochter hem zal komen te overleven, den eigendom van dat huisraad eerst na haren dood zal overgaan. Dit was gedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert achte ende dortich opten twintichsten dach in December. Oorspr. (Inv. nr. 470). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 155. 1489 Mei 4. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Clays Jans zoon, parochiaan in het Klooster, aan Clays Dommaes' zoon den eigendom van 114 roeden lands in den Hayman van de Klooster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC negen ende dortich opten vierden dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 156. 1439 Mei 4. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Boüdijn Doedijns zoon, parochiaan in het Klooster, aan Cornelis Clays' zoon en Clays Dommaes' zoon den eigendom van een huis in den Hayman van de Klooster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC negen ende dortich opten vierden dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 683). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 157. 1489 November 12. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Ryncx Pieters zoon, parochiaan in Sinte-Mariënkercke, aan Aechten Jacop Louwereys' zoons dochter den eigendom van 200 roeden lands in Hogelande parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC negen ende dortich opten twaelften dach in November. Oorspr. (Inv. nr. 481). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. tl 158. 1439 December 5. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Wolkaert Gillis' zoon, parochiaan in het Klooster, aan Jan Joos zoon en Jan Hf.yn Steencolen zoon den eigendom van een huis en hofstede op den Wal, bezwaard met 2 schellingen gr. en 1 stoop Rijnschen wijn 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC negen ende dortich opten vijften dach in December. Oorspr. (Inv. nr. 677). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 159. 1440 Februari 11. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Dieric Symoens zoon, parochiaan in Brigdamme, aan Pieter Hermans zoon den eigendom van een huis en hofstede in de Gor straat, bezwaard met 10 Inghelschen 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC negen ende dortich opten ellevensten dach in Zille. Oorspr. (Inv. nr. 622). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 160. 1440 Mei 6. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jas Heynkiox zoon, alias Jan Steescole, parochiaan in Westmonster, erkent voldaan te zijn van alle goederen, hem aangekomen bij doode zijner moeder Kateryne, wijlen echtgenoot van Jan Joos' zoon, en daarvan, met uitzondering van zijn aandeel in twee huizen op den Wal, die hij met Jan Joos' zoon voornoemd gemeen heeft, laatstgenoemde kwijtscheldt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende viertich opten sesten dach van Meye. Oorspr. (Inv. nr. 753). Met -t gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 161. 1440 Mei 23. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Joos' zoon, parochiaan in het Klooster, en Aechte Jacops dochter hunne huwelijksche voorwaarden hebben gemaakt en daarbij zijn overeengekomen, dat, indien Jan Joos' zoon voorschreven vóór Aechte voornoemd zal komen te overlijden zonder kinderen achter te laten, Aechte boven de helft van de aanwezige goederen 100 gouden Philippese Borgunsche schilden zal ontvangen, en zoo Aechte voorschreven vóór Jan Joos' zoon zal komen te sterven, de aanwezige goederen half om half zullen verdeeld worden. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende viertich opten drie ende twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv nr. 754). Met 3 geschonden schcpenzegels in groene was; 1 verloren. 162. 1440 Mei 30. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Symoen Ci.ays' zoon, parochiaan in der Gapynge, aan Jacop Heynrix zoon den eigendom van een huis en hofstede in Hogelande parochie overdraagt. Uit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende viertich opten dortichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. ur. 684). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene wis; 3 verloren. 163. 1440 September 26. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pikteit Gom, parochiaan in het Klooster, aan het O. V. gasthuis al Jaar den eigendom van 4 gemeten 154 roeden lands in vier stukken (1 gemet 50 roeden, 225 roeden, 1 gemet 79 roeden, en 1 gemet 100 roeden) in tSer-Olaertskerke parochie schenkt, en dat gasthuismeesters zich verbinden voor Pieter voorschreven eene eeuwige jaargetijde te zullen laten doen met uitdeeliug van een achtste deel tarwe den armen en 2 schellingen gr. den priesters, die daarbij tegenwoordig zullen komen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende viertich opten sesse ende twintichsten dach in September. Oorspr. (Inv. nr. 570). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 164. 1441 Januari 21. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Poppe Hugiien zoon, parochiaan in Nyeu-Vlissinghen, aan Jan Joes' zoon den eigendom van 1 gemet 125 roeden lands, waarvan 100 roeden havman, in Westmonster parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende viertich opten een ende twintichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 456). Met 4 schepenzegels (1 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 165. 1441 Januari 30. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Heynkic Willem Maerlen zoon, parochiaan in Welsynghen, aan procurators van de arme huiszitters en ten behoeve van die armen in \Y estmonster den eigendom van den transportbrief d.d. 1396 November 20, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 37) schenkt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende viertich opten dortichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 655). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 166. 1441 October 23. Richter eu schepenen van den koninklijken stoel van Aiche oorkonden, dat Jotian Beoker van Burtscheit aan Mareye van Pyrne ten behoeve van hare kinderen Johan en Clois den eigendom van eene jaarlijksche rente van 4 mark, gaande uit een huis en erf in de Cleyn Coelner straat aldaar, overdraagt. Gegeven int jaer unss Heren dusent vierhundert ind eyn ind viertzich des dryindtzwenzichsten dags in October. Oorspr. (Inv. nr. 830). Met de raeerendeels geschonden zegels van den plaatsvervangcnden richter (Hebman van Essen) en 7 schepenen (Statz van Seoel, Johan Bevsel, Gekakt Bevsel den oude, Lambbecht Bick, Goitschalck van Hoikikche, Gekakt Bevsel den jonge en Daeme van Haben) in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 167. 1442 Januari 23. Jan Clais' zoon, gardiaan, Gheeraert van Bergen, leermeester, en Pi eter van der Vere, vicegardiaan, en het gemeen convent van het klooster der Minderbroeders in Middelburgh oorkonden, dat hunne medebroeder Boudijn Hdghe Loys zoon met hunne toestemming aan Jan Joos' zoon den eigendom van een vierendeel van een huis in de Coster straat, bezwaard met 28 grooten 'sjaars, verkocht heeft, en voorts erkent voldaan te zijn van alle goederen, hem aangekomen bij doode van zijn vader Huge Loys zoon, en daarvan Jan Joos' zoon voorschreven en diens echtgenoot Aeohten, zijne stiefmoeder, kwijtscheldt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert twee ende viertich opten drie ende twintichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 635). Het zegel van het gemeen convent verloren. 168. 1442 Februari 23. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Maye Pieter Gomh weduwe, wonende in het O. V. gasthuis aldaar, aan Pieter Bazelis' zoon, Pieter Symoens zoon, Pietek Dierix zoon en Jan die slootmakere, gasthuismeesters, en ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van alle goederen, die zij nu heeft en later verkrijgen mag, schenkt, onder voorwaarden, dat gasthuismeesters na haar overlijden al hare schulden zullen betalen en haar en wijlen haren echtgenoot Pieter Goms jaargetijde in de gasthuiskerk eeuwig zullen laten doen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC! een ende viertich opten drie ende twintichsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 429). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 169. 1442 Maart 27. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat FIughe Poppen zoon, parochiaan in Biggenkercke, aan Pieter Bazelis' zoon, Pieter Symons zoon, Pietek Dirox zoon en Jan Clak.ys' zoon die slotemakere, //uutvoechden" van het O. V. gasthuis aldaar, en ten be- hoeve van dat gasthuis, den eigendom van 150 roeden lands in Biggen kercke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M CCCC een ende veerticli opten seven ende twyntichsten dach in Maerte. Oorspr. (lnv. nr. 474). Met 4 schepenzegels (3 geschonden) in groene was. 170. 1442 December 15. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Barbele Jan Rijcx weduwe, wonende te Brugge, erkent aan Wouter Dint een vierendeel van alle goederen, haar aangekomen bij doode harer tante Margriete Wouter Dints, verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M°CCCC twee ende viertich opten vijftiensten dach van December. Oorspr. (Inv. nr. 762). Met 3 schepenzegels (1 geschonden) in groene was. 171. 1448 Januari 2. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Katelyne Willem Vos' weduwe, parochiane in Noirtmonstere, erkent aan Wouter Dint de helft van de goederen, haar aangekomen bij doode harer zuster Margrieten Wouter Dists, verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M°ÖCÖC twee ende viertich opten andren dach van Januario. Oorspr. (Inv. nr. 762). Met 2 zeer geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 172. 1448 Maart 13. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Musschet Hadden zoon, parochiaan in het Klooster, aan Pieter Bazelis' zoon, Pieter Symoens zoon, Jan die slotemaker en Pieter Diericx zoon, gasthuismeesters aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 1 gemet lands in Noortmonster parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M°CÖCC twee ende viertich opten dertiensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 532). Met 3 schepenzegels (2 zeer en 1 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. 173. 1443 September 10. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Cornelis Wyssen zoon en zijne echtgenoot Gheertruudt, parochianen in Noortmoustere, aan het gasthuis en den Heiligen Geest van Noortmonstere elk voor de helft, den eigendom van 1 gemet lands in Cleewerskerke parochie, dat door jonkvrouw Marrie Pieter Heymans zoons dochter Jacob die lombaerts weduwe aan voornoemde echtelieden in dier voege geschonken was, dat het na hun overlijden aan het gasthuis en den Heiligen Geest voornoemd moest vererven, overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende viertich opten tiensten dach in September. Oorspr. (Inv. nr. 509). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 174. 1444 Januari 12. Keurschepenen van den Haymau in de parochie van het Klooster oorkonden, dat Pieter Jans zoon, parochiaan in het Klooster, aan Clais Dommaes' zoon den eigendom van 227 roeden lands aldaar overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende viertich opten twaelsten dach in die maent van Louwe. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 4 schepenzegels (3 geschonden) in groene was. 175. 1444 April 4. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Willem Mathijs' zoon, wonende te Zierixzee, aan Jan Joos' zoon den eigendom van 2 gemeten 22 roeden lands in Coudekercke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende viertich opten vierden dach in April voir Paeschen. Oorspr. (Inv. nr. 465). Met 4 geschonden 9chepenzegels in groene was. 176. 1444 November 28. Schepenen in Coudekerke oorkonden, dat Pieter Gillis' zoon, parochiaan iu die Ghapinghe, aan Jacop Jacops zoon den eigendom van 1 gemet 100 roeden lands in Coudekerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert vier ende viertich upten achtentwintichsten dach in November. Oorspr. (Inv. nr. 464). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. 177. 1445 Mei 5. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Cornelis Reyniers zoon van der Buttinge en Huge Clais' zoon, parochianen in der Buttinge, aan Clais Dommaes' zoon den eigendom van 164 roeden lands in den Hayman van de Klooster parochie, bezwaard met gelden van de heeren van Apternaken, overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende viertich opten vijfsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 1 geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. 178. L445 Mei 16. Schepenen in Coudekerke oorkonden, dat Wisse Jans zoon aan Clays Dommaes' zoon den eigendom van 160 roeden lands, bezwaard met 2 grooteu 18 myteu 'sjaars, en 87 roeden lands met het daarop staande huis in de Klooster parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhoudert vijf ende viertich upten zestiensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 179. 1445 Juni 26. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Scrye, parochiaan in Hogelaude, aan Jan Joos' zoon den eigendom vau 1 gemet lands in Crommenhoocke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende viertich opten zesse ende twintichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 476). Met 4 zeer geschonden schepenzegels in groene was. 180. 1446 Januari 8. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pauwels van den Waerde, Jan Gillis' zoon, Clais Clais' zoon die sceeryare, parochianen in Noortmonstere, en Olaert Jacobs zoon, parochiaan in het Klooster, aan Jan Hugkn' zoou den eigendom van een huis en hofstede in het Zeel straatje, bezwaard met 14 grooten 'sjaars, overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende viertich opten dorden dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 679). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren 181. 1446 Mei 9. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pieter Symoens zoon, parochiaan in Westcappelle, aan Jan Joos' zoon den eigendom van 144 roeden lands in Sinte-Mariënkercke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende viertich opten negensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 582). Met 1 geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. 182. 1446 Mei 21. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Andries Mathijs' zoon, parochiaan in Coudekercke, aan Jan Joos' zoon den eigendom van 1 gemet 150 roeden lands in Hogelaude parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende viertich opten een ende twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 484). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 183. 1446 September 6. Keurschepenen in den Hayman in de parochie van het Klooster oorkonden, dat Human Juustaes' zoon, parochiaan in Noortmonstere, aan Clais Dommas' zoon den eigendom van 1 gemet 266 roeden lands in twee stukken (288 roeden en 278 roeden) in den Hayman van de Klooster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende viertich opten vijfsten dach in September. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 3 geschonden schepenzegels (van Clais' Jans zoon, Jacop Pieteks zoon en Jan Jans zoon) in groene was; 1 verloren. 184. 1447 Maart 1. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieternellf, Clays' dochter, parochiane in het Klooster, belooft Jan Symons zoon schadeloos te zullen houden van alle schulden ten laste van het sterfhuis harer ouders Clays Wouters zoon en Zoeten. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M CCCC zesse ende viertich opten eersten dach van Mairte. Oorspr. (Inv. nr. 763). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 185. 1447 April 24. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Jdustaes' zoon van Hogelande, parochiaan in het Klooster, aan Dommaes Clais' zoon den eigendom van 1 gemet 68$ roeden lands in den Hayman van de Klooster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende viertich opteu vier ende twintichsten dach in April na Paeschen. Oorspr (Inv. nr. 495). Met 4 geschonden schepeuzegels in groene was. 188. 1447 Juni 17. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jan Jans zoon die lijndrayer, parochiaan in het Klooster, aan Jan Symoens zoon den eigendom van 187£ roeden lands in Popkijnburgh parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende viertich opten zeventiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 522). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 187. 1447 September 4. Provisor en deken van Wallacria doet in het geschil tusschen de gast huismeesters van bt. Maria te Middelburg, eischers, en Cobneliüs Michaels zoon, parochiaan van Westcaplen, gedaagde, over het recht van overweg, dat de eerstgenoemden over den grond van den laatste meenden te hebben, ten gunste der eischers uitspraak. Datum anno Domini M"CCCC°XLVI1° feria secuuda post Egidii. Oorspr. (Inv. nr. 544). Met het geschouden zegel van provisor eu deken in groene was. 188. 1447 October 6. Provisor en deken van Wallacria doet in het geschil tusschen de gasthuismeesters van St. Maria te Middelburg, eischers, en Henricus Walterus' zoon, parochiaan van Westcappelle, gedaagde, over het recht van overweg, dat de eerstgenoemden over den grond van den laatste meenden te hebben, ten gunste der eischers uitspraak. Datum anno Domini M°CCCC° XLVII0 feria sexta post Remigii. Oorspr. (Inv. nr. 544). Met het zegel van den provisor en deken in groene was. 189. 1447 October 9. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Pancraes Weuten zoon van Domburgh aan Pieter Maertijns zoon van der Hogerdore, Pieter Bazelis' zoon, Pieter Domhaes zoon en Dom ha es' Jans zoon, gasthuismeesters van het O. V. gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 3 gemeten 280 roeden lands in twee stukken (2 gemeten 7 5 roeden en 1 gemet 205 roeden) in Sinte-Aechtekerke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende viertich opten negensten dach in October. Oorspr. (Inv. nr. 547). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 190. 1447 November 12. Keurschepenen in Welsinghe oorkonden, dat Aernout Michiels zoon en Jan Jans zoon, parochianen aldaar, aan Jacomine Hughen dochter den eigendom van een vierendeel van een huis en hofstede aldaar overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° zeven ende viertich opten twaelfsten dach in November. Oorspr. (Inv. nr. 692). Met 2 schepenzegels ivan Jan Gillis' zoon en Jacop Hughen zoon) in groene was; 2 verloren. 191. 1447 November 17. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Steven Jans zoon, priester, Lijsbet [Jan PieterJs zoons weduwe en Jacop Jans zoon, parochianen in [Noort]monster, aan Jan Joos' zoon den eigendom van een vierendeel van een huis en hofstede in de Coster straat overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende viertich opten zeventieusten [dach in November], Oorspr. (Inv. ur. Ö3Ö). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. N.B. Dit charter is door water geschonden en gedeeltelijk onleesbaar. 192. 1447 December 5. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Gornelis Pieter Hoots zoon, parochiaan in Westcappelen, aan gasthuismeesters van het O. V. gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 106 roeden lands in Westcappelen parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC zeven ende viertich opten vijfsten dach in December. Oorspr. (Inv. nr. 545). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 193. 1449 Januari 20. Schepenen in Brugghe oorkonden, dat Willem Jans zoon de maetsenare en Michiel Danckaert Michiels zoon hun geschil over den verkoop van 3 huizen in de stad van den Damme onderwerpen aan het oordeel van scheidslieden, die uitspraak doen, dat de koop zal stand houden en dat Michiel voorschreven aan Willem voornoemd in plaats van 22 pond gr. T. 17 pond gr. T. in drie termijnen als koopsom zal betalen, waartoe hij zich binnen eene maand voor schepenen voornoemd ouder borgtocht verbinden moet, of voor het gerecht van den Damme de genoemde som op de gekochte huizen verzekeren. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC ach te ende veertich up den twintichsten dach van Laumaent. Oorspr. (Inv. nr. 857). Met 2 geschonden schepenzegels (van Symoen van Aektrik en Wouter uten Hove) in groene was. 194. 1449 Maart 29. Rodolphus, bisschop van Traiectum, oorkondt, dat Johasnes, bisschop van Corkagia, den subdiaken Nicolaus Johannes' zoon tot diaken heeft gewijd. Acta sunt hec Traiecti anno, mense et die prescriptis (anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo nono mensis Marcii die vicesima nono (tic.)). Oorspr. (Inv. nr. 764). Met het geschonden zegel van den bisschop in roode was. 195. 1449 September 22. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jasne Jas Willems zoons dochter, parochiane in Noordmonstere, aan Hughe Willems zoon den eigendom van een huis en hofstede in Spaenyen in Noordmonster, bezwaard met 14 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC° neghen ende viertich opten twee ende twintichsten dach in September. Oorspr. (Inv. nr. 668). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 196. 1449 October 27. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat jonkvrouw Belie Jan die Wise weduwe, parochiane in Noortmonstere, aan Jacop Jacops zoon den eigendom van 1 gemet 225 roeden lands in Coudekerke parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC neghen ende viertich opten zeven ende twintichsten dach in October. Oorspr. (Inv. nr. 464). ilet 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 197. 1449 November 30. Keurschepenen in den Hayman oorkonden, dat Jacop I'ieters zoon erkent aan Claes Domaes' zoon 1 gemet 24 roeden lands voor 10 jaren tegen 8 schellingen gr. 's jaar* per gemet verhuurd te hebben, onder voorwaarde, dat Claks voorschreven het genoemde land, dat hij aan Jacob voorzeid verkocht heeft, binnen den gezegden pachttijd voor 8 nobelen van 8 schellingen per gemet kan terugkoopen. Dit was ghedaen int jair ous Heeren M CCCC negen eude viertich opten laetsten dagh in November. Oorspr. (Inv. nr. 496ï. Met 3 geschonden schepenzegels (van Jacop Dircx zoon, Jacob Pietek Kemps zoon en Jan Jans zoon) in groene was. 198. 1449 December ï. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat jonkvrouw Gf.ïle Jan Anuries' zoons dochter, wonende in het Bagijnhof aldaar, aan haren neef en hare nicht Jan Oorts zoon en Barbele Oohts dochter elk den eigendom van 1 gemet lands in Sinte-Aechtenkerke parochie schenkt, in dier voege, dat jonkvrouw Geyle voorschreven de rente van dit land zelf zal ontvangen en wel van het gemet, aan Jan voorschreven geschonken, gedurende haar leven, en van dat, aan Barbele voorzeid gegeven, tot zoolang deze bagijn geworden en in een klooster gegaan zal zijn, bij gebreke waarvan de eigendom van dit gemet lands weder aan Geyle of hare erfgenamen moet terugkomen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC0 negen ende viertich opten eersten dach van Decembry. Oorspr. (Inv. nr. 548). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 199. 1450 Februari 16. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Jacop Ghoerts zoon, parochiaan in Hoghelande, eu Willem Claes' zoon, parochiaan in Sinte-Aechtekerke, aan Jan Joos' zoon den eigendom van 2 gemeten 188 roeden lands in Hoghelande parochie overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC neghen ende viertich opten sestiensten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 484). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 200. 1450 April 13. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Cohnelis Symons zoon, parochiaan in Sinte-Mariekerke, aan Jan Joes' zoon den eigendom van 1 gemet 17 roeden lands in drie stukken (145 roeden in Hoghelande parochie, 153 roeden in Sinte-Mariekerke parochie en 18 roeden) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M°CCCC ende vichtich opten dortiensten dach in April. Oorspr. (Inv. nr. 485). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 201. 1450 Juni 15. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacop Oorts zoon en Jan Jans zoon, parochianen in Westmonstere, aan Jan Willem Joos zoon den eigendom van een huis en hofstede in NyeuweVlissingen in de Zuut straat overdragen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° ende vijf [tich op]ten vijftiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 691). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepeuzegel in groene was; 3 verloren. N.B. Dit charter is geschonden. 202. 1450 Juli 80. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Pieters zoon, parochiaan in Crommenhoecke, aan Jan Joost zoon den eigendom van 75 roeden lands in Hogelande parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M#ÜCCC# ende vijftich opten dortichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 484). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 Terloren. 203. 1452 Januari 30. Keurschepenen in den Haeyman in de parochie van het Klooster oorkonden, dat Jacop Dommaes' zoon belooft aan Magriete Cohnelis Dommaes' zoons weduwe en Marik Cornelts' dochter 8 pond gr. te zullen betalen, de eene helft met Bamisse e.k. en de andere helft een jaar later. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M'COGC een ende vichtich opten dortichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 721). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 204. 1452 Februari 29. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Boudijn Jans zoon, parochiaan in het Klooster, belooft aan Jan Jans zoon en Kateline Pieters dochter Huge Willems zoons weduwe met Kerstavond e.k. 15 schellingen gr. te zullen betalen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° een ende vijftich opten laetsten dach van Februario. Oorspr. (Inv. nr. 722). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 205. 1453 Augustus 6. Schepen in Middelburch oorkonden, dat Jan Joost zoon en Aechte Jacop Louwereys' zoons dochter, echtelieden, parochianen in Westmonstere, elkander drie vierendeel van een huis en hofstede in de Coster straat aan de noordzijde, het beste bed, lijfkleeren en sieraden schenken, in dier voege, dat de eigendom van deze drie vierendeelen van het voorschreven huis na overlijden van de langstlevende op de rechte erfgenamen van hun beiden moet overgaau. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° drie ende vijftich opten zesten dach in Augustus. Oorspr. (Inv. nr. 635). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 206. 1458 Augustus 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Bertout Clays' zoon, parochiaan in het Klooster, aan procurators van het Sinte Barberen gasthuis aldaar, ten behoeve van de zieken in dat gasthuis, den eigendom van 1 gemet 235 roeden lands in Noirtmonster parochie schenkt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° drie ende vijftich opten viertiensten dach in Augustus. Oorspr. (Inv. nr. 533). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene nas. 207. 1454 Maart 3. Nicolaus Hont, priester, vicecureit der St. Petrus kerk te Axele, geeft aan Aghelaudus de Moro een geleidbrief voor den prior van het klooster der Karthuisers bij Parisii, in welk klooster zijn in het jaar 1458 te Axella overleden broeder Jacobds de Moro of de Axella eenigen tijd verblijf heeft gehouden. Anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo quarto tercia die Marcii secundum stilum et modum curie domini episcopi nostri episcopi Traiectensis. Oorspr. (Inv. nr. 858). Met het geschonden opgedrukte zegel van den vicecureit in groene was. 208. 1454 Juni 13. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Adrtaen Boenefaes' zoon, priester, Heynric Gillis' zoon van Roon, Pieter Gillis' zoon van Hoon, parochianen in Wester-Zubburch, Heynric Willems zoon, parochiaan in Coudekercke, Kateline Jans dochter en Huge Gillis' zoon, parochianen in Westmonstere, aan Jan Joos' zoon den eigendom van een half vierendeel van een huis en hofstede in de Coster straat aan de noordzijde, in het geheel bezwaard met 28 grooten 'sjaars, overdragen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCC'G® vier ende vijftich opten dortiensten dach in Junyo. Oorspr. (Inv. ar. 635). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 209. 1454 Augustus 12. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Andries' zoon, parochiaan in Westmonstere, en Jan Dierix zoon, parochiaan in Noirtmonstere, aan Jan Joos' zoon den eigendom van een achtste deel van een huis en hofstede in de Coster straat aan de noordzijde, in het geheel bezwaard met 28 grooten 'sjaars, overdragen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M COCG vier ende vijftich opten twaelfsten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 635). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 210. 1455 Januari 28. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Coptijn Jacops zoon, parochiaan in het Klooster, van Willem Jans zoon Brabare 5 gemeten lands in die Buttinge voor 14 jaren tegen 6 schellingen gr. 'sjaars per gemet gehuurd heeft. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCG vier ende vijftich opten achte ende twintichsten dach in .lanuario. Oorspr. (Inv. nr. 518). Met 8 schepeuzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. — Met 1 translis d.d. 1464 Juli 14 (zie nr. 254). 211. 1455 Maart 20. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Marorietk Jan Bakrs' weduwe, parochiane in Westmonstere, aan Clays Domaes' zoon den eigendom van 139 roeden lands in den Hayman van de Klooster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCG° vier ende vijftich opten twintichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 212. 1455 Maart 80. Paulinus Chappe, raad van ambassade en algemeen gemachtigde van den Apostolischen koning, geeft overeenkomstig de beschikking van paus Nicolaus V aan Johannes Heynricus' zoon van de diocese van Traiectum een aflaatbrief. Datum die tricesima mensis Marcii anno Domini M#COCC° quinquagesimo quinto. Oorspr. (Inv. nr. 825). Met het zegel van 1'aulinus „ad hoe ordiaatum" in roode was. 213. 1455 Juni 1. Keurschepenen in Wester-Subburch oorkonden, dat Durf Heynricx dochter aan Jan Sccvel den eigendom van een huis aldaar overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert vive ende vichtich upten eersten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 690). Met 4 schepenzegels (2 gedeeltelijk gesehonden) in groene was. — Met 1 trunstii d.d. 1456 Mei 7 (zie nr. 218). 214. 1455 Juli 24. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Clays Diericx zoon die naeyere, parochiaan in Noirtmonstere, aan Thorijn Juustaes' zoon, Jan die Beste, Huge Jans zoon en Willem Buus, gasthuismeesters van het O. V. gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 1 gemet 37 roeden haymanlands, genaamd den Hogen moer, in Hogelande parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° vijf ende vijftich opten vier ende twintichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 486). Met 4 schepenzegels (1 gedeeltelijk gesehonden) in groene was. 215. 1455 Augustus 4. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Adryaen van Nyewerve aan Thorijn Juustaes' zoon, Jan die Beste, Hüge Jans zoon en Willem Buus, gasthuismeesters van het O. V. gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 2 gemeten 75 roeden haymanlands in Hogelande parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren MÜCC(JC vijff ende vijftich opten vierden dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 487). Met 4 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 216. (14)55 October 17. Guy van Ghistele, ridder, heer van Axele en Wachael erkent van Jan van den Caute 20 schellingen gr. als tweeden termijn der koopsom van eene hofstede, die Jan voorschreven van '/minen heer" gekocht heeft en gelegen is naast mijns heeren hof tAxele, ontvangen te hebben. Ghedaen den XVIIten dach van Octobre anno vive ende vijftich. Oorspr. op papier (Inv. nr. 859). Met het geschonden opgedrukt signet van Guy van Ghistele in roode was of lak. N.B. In het jaartal worden de duizend- en honderdtallen niet genoemd; het stuk is op de 15de eeuw gesteld, omdat Ghuy tan Ghistele vermeld wordt in een charter van 1476 Augustus 27 (zie nr. 316). 217. 1456 Maart 15. Keurschepenen in den Hayman in de parochie van het Klooster oorkonden, dat Wisse Jans zoon die landmetere, parochiaan in Koudekerke, aan Clays Domaes' zoon den eigendom van 87 £ roeden lands in den Hayman van de Klooster parochie overdraagt. Ende was gedaen int jair ons Heeren M°C!CCC° vijf ende vijftich opten vijftiensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 4 schepenzegels (van Pietek Jans zoon (geschonden), Pietkr Clais' zoon, Aeent Nouts zoon (geschonden) eu Hkïnkic Jans zoon) in groene was. 218. 1456 Mei 7. Keurschepenen in Wester-Subburch oorkonden, dat Jan Scufel aan Jan Heynkicx zoon den eigendom van den transportbrief d.d. 1455 Juni 1, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 213) overdraagt. Dit was ghedaen int jair ons Heeren dusent vierhondert sesse ende vichtich upten sevensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 690). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 219. 1456 Mei 21. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacop Pieter Jopen zoon, parochiaan in Noirtmonstere, aan Jacop Jans zoon den eigendom van 2 gemeten lauds in drie stukken (elk van 200 roeden) in Ooster-Zubburch parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M'CCCC0 zesse ende vijftich opten een ende twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 504). Met 1 schepenzegel in groene was; 3 verloren. 220. 1456 Juli 17. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan die Beste en jonkvrouw Aechte Pieter Plantjioens dochter, echtelieden, parochianen in Noirtmonstere, aan Thorijn Juustaes' zoon, Huge Jans zoon en Wjllem Buus, procurators en gasthuismeesters aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, eene erfelijke rente van 4 pond gr. 'sjaars schenken, die gasthuismeesters mogen vestigen op het beste land naar keuze, dat Jan en jonkvrouw Aechte voornoemd bezitten, behoudens, dat gedurende het leven van de schenkers deze rente door hen zelf zal ontvangen worden, terwijl gasthuismeesters daarentegen beloven na den dood van Jan en jonkvrouw Aechte voornoemd vier gesacreerde missen 's weeks binnen het gasthuis van Sinte Berberen op het altaar van dien naam te zullen laten doen door heer Cornelis Jacops zoon en ua doode van dezen door een anderen eerbaren priester ten eeuwigen dage toe. Dit was gedaen int jair ons Heereu M°CCCC° sesse en vijftich opten zeventiensten dach in Julio. a). Oorspr. (In?, ur. 702). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van Pietek Symoens zoon, Cornelis Jans zoon en Boudijn Gillis' zoon) in groene was; 1 verloren. b). Oorspr. (Inv. nr. 702). Met 3 geschonden schepenzegels (van Pietek Symoens zoon, Cornelis Jans zoon en Boudijn Gillis' zoon) in groene was; 1 verloren. c')• Opgenomen in een vidimus van burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburg d.d. 1479 November 17 (zie nr. 326). d). Gelijktijdig ongewaarmerkt afschrift op pupier (Inv. ur. 702). N.B. Op de rugzijde van de sub a vw b bedoelde brieven is aaugeteekend, dat bij vonnis van schepenen d.d. 1479 November 16 het recht van gasthuismeesters op den inhoud er van is toegewezen. 221. 1457 Mei 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Anthonis Jans zoon, parochiaan in Noirtmonstere, erkent voldaan te zijn van alle goederen, hem aangekomen bij doode zijner moeder Balk Pieters dochter, en daarvan zijn vader Jan Hugen zoon kwijtscheldt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC0 zeven ende vijfl'tich opten dertichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. ur. 765). Met 3 schepenzegels (1 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 222. 1457 Mei 81. Schepenen in Brugghe doen te weten, dat Pieter Labaen de barbier en zijne echtgenoot Duerve hunne aanspraken op de helft van de nalatenschap van Anthonine, wijlen de moeder van Duerve voornoemd en echtgenoot van Reïnier de Deken, aan laatstgenoemde afstaan voor 40 schellingen gr. T., die zij erkennen ontvangen te hebben. Dit was ghedaen int jaer duust CCCC zeven ende vichtich upten laetsen dach van Meye. Oorspr. (Inv. nr. 860). Met 2 schepenzegels (van Jacop Rijnvisch (zeer geschonden) en Jan Joncman) in groene was. 223. 1457 November 16. Keurschepenen in tSer-Alaertskerke doen uitspraak in een geschil tusschen Pauwels Hugen zoon en gasthuismeesters van Middelburch over den eigendom van 160 roeden lands in tSer-Alaertskerke maelstede en wijzen dien aan laatstgenoemden toe. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° zeven ende vijftich opten sestiensten dach in November. Oorspr. {Inv. ur. 572). Met 3 schepenzeguls (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. 22 224. 1458 Januari 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat jonge Heynric Crabel, parochiaan in Noirtmonstere, aan Jacop Jacops zoon uuten Bogaerde den eigendom van 1 gemet 5Ü roeden lands in Goudekerke parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M0GCCC° zeven ende vijftich opten negentiensten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 464). Met 8 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 225. 1458 Februari 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Dikric Domaf.s' zoon, parochiaan in Noirtmonstere, belooft aan zijn stiefzoon Aelyaen Jacops zoon voor diens vaderlijk goed 7 pond gr. te zullen betalen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° zeven ende vijfftich opten vijtf ende twintichsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 723). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 226. 1458 Maart 11. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Harman Plate, parochiaan in Westmonstere, aan Aleydt Diericx dochter buerssemaecster den eigendom van een huis en hofstede in de tsGrave straat aan de oostzijde, bezwaard met 2 schellingen gr. 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CGGG° zeven ende vijfftich opten elfsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 628). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. — Met 1 transfix d.d. 1471 Februari 7 (zie nr. 286), waardoor deze transportbrief tevens aan een andere d.d. 1458 Juli 27 (zie nr. 228) verbonden is. 227. 1458 Maart 17. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Adryaen Tol Pieters zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Clays Do ma es' zoon den eigendom van 1 gemet 45 roeden lands in de Klooster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CGGG0 zeven ende vijfftich opten zeventiensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 228. 1458 Juli 27. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacop Clais' zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Alf.ydt Diericx dochter den eigendom van een huis en hofstede in de tsGrave straat, aan de oostzijde, bezwaard met 2 schellingen gr. 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M GCCC achte ende vijftich opten zeven ende twintichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 628). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. — Met 1 transfix d.d. 1471 Februari 7 (zie nr. 286), waardoor deze transportbrief tevens aan een andere d.d. 1458 Maart 11 (zie nr. 226) verbonden is. 229. (14)58 November 10. Jacopmina, weduwe van Olaudüs Wilhelmi's' zoon, beklaagt zich voor provisor en deken van Wallacria, dat haar pachter Johannes Clemens' zoon, parochiaan te Domburch, zijne pacht buiten haar om heeft overgedragen eerst aan Lem en Hanne ('op en daarna aan Adrianus Hanne Michiels zoon, welke weigeren haar de pacht te betalen, en verzoekt, dat Johannes Clemens' zoon bij eede zal aanwijzen, wie nu haar pachter is, en Johannes Clemens zoon wijst bij eede als zoodanig den voornoemden Adrianus aan. Actum anno LVIÏI0 feria sexta in vigilia Martini hyemalis. Oorspr. (Inv. nr. 769). 230. 1459 Januari 15. Olairt Jan Olairts zoon van Crommenhoke schenkt ook namens zijne echtgenoot jonkvrouw Jane Jacop IIenricx zoons dochter van Grijpskerke van hunne gemeene goederen aan gasthuismeesters van het O. V. gasthuis iu Middelburgh, ten behoeve van dat gasthuis, 22.) roeden lauds beooster stede, genaamd Schaexhoec, recht beooster galghe, onder voorwaarde, dat gasthuismeesters den voogden of procurators van de arme huiszitters in Westmonstere jaarlijks 18 grooten, die Olairt voornoemd te dien einde op het voorschreven land gevestigd heeft, zullen uitbetalen. Dit was ghedaen int tjaer ons Heeren dusent vierhondert ende achtenvichtich opten vichtiensten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 534). Met het gedeeltelijk geschonden zegel van Olairt Jan Olairts zoon in groene was. N.B. Dit stuk is een chyrograaf, waarvan het duplicaat aan procurators van de arme huiszitters in Westmonster is uitgereikt. 231. 1459 Februari 17. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Domaes' zoon, parochiaan in Noirtmonstere, aan Pieter Symoens zoon, Jan die Beste, Huge Jans zoon (sic), en Huge Jans zoon procurators van het O. V. gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, alle goederen, die hij nu heeft en later verkrijgen mag, schenkt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC achte ende vijftich opten zeventiensten dach i# Februario. Oorspr. (Inv. nr. 430). Met 1 zeer geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. 232. 1459 Mei 21. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lijsbet Jacop Heynricx zoons dochter Jan Foreest weduwe, wonende zoo zij zegt te Brugge, erkent aan haren oom Jan Heynricx zoon alle goederen, haar aangekomen bij doode harer nicht Aechte Cornelis Spegelis' dochter, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC negen ende vijftich opten een ende twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 755). Met 4 schepen/egels (3 geschoadeu) in groene was. 233. 1459 September 5. Phillip Christoffels zoon, parochiaan te Flwoutsdijc in Borsselen, erkent van Piet er Symoens zoon, Dieric Wint, Huge Jan Jacops zoon en Huge Jans zoon, gasthuismeesters in Middelburch, 8 gemeten 239 roeden lands in Ewoutsdijck parochie voor 8 jaren tegen 5 schellingen 8 penningen per gemet gr. 'sjaars gehuurd te hebben. Int jair ons Heeren M CCCC negen ende vijftich opten vijfsten dach in Septembry. Oorspr. (Inv. ur. 590). Met het gedeeltelijk geschonden zegel van Philip Christofïels zoon in groene was. 234. 1460 Februari 16. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Branthijn, parochiaan in Westmonstere, erkent aan Olaerdt Symoens zoon, priester, en Hakman Harmans zoon een zes en dertigste en een twee en zeventigste deel van het huis en hofstede de Galeyde met het daarachter staande huis en hofstede Een Love tegen het kerkhof van Westmonster, met den last, die er op ligt, benevens gelijke deelen in 7 gemeten 75 roeden lands in twee stukken in Brigdamme en Aernemuden parochie verkocht te hebben. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC negen ende vijftich opten zestiensten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 526). Met 1 schepenzegel in groene was; 3 verloren. 235. 1460 April 18, Mei 4 en Mei 13. f CoRNELlUS PaULUs' zoon, JoHANNES moyaert, AüRIANUS wlsso s zoon, burgers te Middelburg, en Cornelius Johannes bastaardzoon van Scellacht , parochiaan in Scellacht, doen als scheidslieden uitspraak in het geschil tusschen Hugo Michaels zoon en Michael Hugo's zoon, erfgenamen van Elisabeth Michaels dochter, in leven parochiane in de St. Nicolaus parochie van het Klooster te Middelburg, begraven in de St. Martinus kerk van w estmonster aldaar, ook namens de overige erfgenamen eenerzijds en Jacobus Doüinus' zoon, goudsmid te Middelburg en weduwnaar van Elisabeth voornoemd, anderzijds, bevestigen den afstand van verschil- lende goederen door de erfgenamen aan den weduwnaar, en bepalen welke kerkelijke diensten uit de aan hem toegewezen goederen zullen moeten worden bekostigd, en Wissoyt Michaels dochter, weduwe van Jacobüs Johannes' zoon den doodgraver, en Marie, dochter van Henricüs den timmerman, bevestigen die uitspraak. Acta fuerunt hec in dicto opido Middelburgensi in domo habitaciouis ac more discreti viri Adriani filii Petri sutoris dicta tzwartte cruys, stante inibi in plathea dicta den Burch, sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo indictione octava mensis Aprilis die vero Yeneris decima octava hora vero vesperorum tercia vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Pii divina providencia pape secundi anno secundo). — Deinde vero quarta die mensis May exinde immediate sequente hora decima ante meridiem anni indictionis et pontificatus premissorum eisdem anno indictione mense et pontificatu iam proxime premissis die vero Martis decima tercia hora septima. Oor9pr. (Inv. nr. 770). Met de signatuur van ileu notaris Nicolaus Tabbaert de Bergis supra Zomam. 236. 1460 October 15. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Joos' zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Pieter Symoens zoon, Dikric Wint, Huge Jans zoon en Jan Branthijn, procurators en gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van de arme lieden al zijne goederen, die hij nu heeft en later verkrijgen mag, schenkt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC ende tsestich opten vijftiensten dacb in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 431). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. 237. 1460 October 29. Jacof Willem Heynricx zoon erkent aan Pieter Symoens zoon, Dieric Wint, Huge Jans zoon en Jan Branthijn, gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal in Middelburch, de helft van een huis buiten de Noortpoort, in het geheel bezwaard met 12 grooten 'sjaars, verkocht te hebben. Gedaen int jair ons Heeren M CCCC ende tsestich opten negen ende twintichsten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 645). Het zegel van Jacop Willem Heynricx zoon verloren. 238. 1461 Maart 29. Schepenen in Coudekerke oorkonden, dat Pieter Jacobs zoon aan zijn broeder Aeriaen Jacops zoon den eigendom van 50 roeden lands in Coudekerke parochie en in Wester-Zubburch maelstede overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende tsestieb opteu neghen ende twintichsten dach in Merte. Oorspr. (Inv. nr. 464). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van Heinrich Olaerts zoon, Andries Jans zoon en Jan Jans zoon) in groene was. 238a. 1461 Mei 28. Gasthuismeesters van Middelburch eener- en Huge Symoens zoon dik Mütere en Cornelie Heynricx dochter anderzijds maken eene kaveling van de landen, die partijen in de parochie van tSer-Alairtskercke gemeen hebben, waarbij aan het gasthuis 1 gemet 231 roeden aan de westzijde en 284 roeden aan de oostzijde van den //piemeet" en 118 roeden aan de zuidzijde van den weg worden toebedeeld. Int jair ons Heeren M CCCC een ende tsestich opten XXIIlten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 572"). N.B. Dit stuk is een chyrograaf. 239. 1461 Juni 14. Schepenen in Wissenkerke oorkonden, dat Jan Gillis' zoon van Wissenkerke aan zijn kind Janne Jans dochter den eigendom van 20 gemeten lands in vijf stukken (13 gemeten in Welle paparochie, 2 gemeten in Nieu-Oats, 2 gemeten op die Moer, 2 gemeten in Vrouw Pauline meet en 1 gemet op Zuit-Elzinghen) voor haar moederlijk erfdeel overdraagt. Int jaer ons Heeren dusent CCCC een ende tsestich den vier- tiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 584). Met 3 schepenzegels (van Hughe Willem Vuix zoon, Jan Boudijns zoon en Hkinbic Puteks zoon) in gele was. 240. 1461 Juni 14. Schepenen in Wissenkerke oorkonden, dat Jan Gillis' zoon van Wissenkerke belooft aan zijn kind Janne Jans dochter voor haar erfdeel harer moeder jonkvrouw Beelen over 11 jaren 20 pond gr. te zullen betalen, voor de nakoming waarvan Willem Corstijns zoon, Jacop Clais' zoon en Jan Alaerts zoon borg blijven. Int jaer ons Heeren M CCCC een ende tsestich den viertiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 724). Met 2 schepenzegels (van Huuhe Willem Vuix zoon en Jan Boudijns zoon) in gele was; 1 verloren. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 241. 1461 Juli 17. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat jonkvrouw Marie Jan Willkhs zoons dochter van der Lisse, parochiane ter Welle in Noortbevelant, aan jonge Pieter Jans zoon van Scei.lacht en Jan Willems zoon den eigendom van 7 gemeten 282 roeden lands in drie stukken (8 gemeten, 1 gemet 207 roeden en 3 gemeten 25 roeden) in Welle parochie en van een huisje op het eerstbedoelde stuk land overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC een ende tsestich opten zeventieusten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 585). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 242. 1461 December 80. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Jans zoon, parochiaan in Noortmon9tere, zijn vader Jan Hugen zoon alle goederen, hem aangekomen bij doode zijner moeder Bale Pieteks dochter, kwijtscheldt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC0 een ende tsestich opten dertichsten dach in Decembry. Oorspr. (Inv. nr. 765). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 243. 1462 Maart 1. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lijsbette Forkest, wonende zoo zij zegt te Brugge, erkent aan gasthuismeesters van het O. V. gasthuis in Middelburch, ten behoeve van dat gasthuis, alle goederen, haar aangekomen bij doode van haar oom Jan Heinricx verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC een ende tsestich opten eersten dach in Marcius. Oorspr. (Inv. nr. 78) Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 244. 1462 Mei 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Tanne Huge Michiels zoons dochter Willem Willems zoons weduwe, Jan Robaert en Lijsbet en Geertruudt Willems kinderen, parochianen in Noortmonstere, aan Jacop Jans zoon den eigendom van een huis en hofstede buiten de Noortpoort, bezwaard met 12 grooten 'sjaars, overdragen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° twee ende tsestich opten viertiensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 535). Met 4 schepenzegels (3 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 245. 1462 Juni 15. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Merrekijn Symof.ns dochter Jan Jans zoons weduwe en Janne Magnüs' dochter Symoen Jans zoons weduwe, parochianen in Noortmonstere, aan Jacop Jans zoon den eigendom van de helft van een oliemolen met oliehuisje buiten de Noortpoort overdragen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M»CCCC° twee ende tsestich opten vijfftiensten dack in Junyo. Oorspr. (Inv. nr. 535). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 246. 1462 Juni 16. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat jonkvrouw Marie Jan Wili.ems zoons dochter van der Lisse, parochiane in Noortmonstere, aan Dieric Wint, Huge Jans zoon, Jan Branthijn en Danckaert Jans zoon, procurators en gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van de armen, den eigendom van 7 gemeten 232 roeden lands in drie stukken (8 gemeten, 1 gemet 2U7 roeden en 3 gemeten 25 roeden) in Welle parochie en verder alle goederen, die zij nu heeft en later verkrijgen mag, schenkt, onder gehoudenheid van betaling door gasthuismeesters der schulden van jonkvrouw Marie voornoemd en de kosten harer begrafenis. (Zie nr. 312.) Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° twee ende tsestich opten zestiensten dach in Junyo. Oorspr. (Inv. nr. 586). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 247. 1462 Augustus 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Bruyn Jans zoon van Woeringen en zijne echtgenoot Merrekijn Hugen dochter, parochianen in Noortmonstere, erkennen aan Hdge Jans zoon, Dieric Wint, Jan Branthijn en Danckaert Jans zoon, procurators en gasthuismeesters aldaar, ten behoeve van dat gasthuis 20 gemeten 74 roeden lands in tien stukken (1 gemet 185 roeden in Weele parochie, 1 gemet 9 roeden in (Jampen, 2 gemeten aldaar, 3 gemeten 184 roeden in Wissenkerke, 1 gemet 165 roeden aldaar, 2 gemeten 280 roeden aldaar, 2 gemeten 249 roeden aldaar, 1 gemet 24 roeden aldaar, 2 gemeten 100 roeden aldaar en 1 gemet 77 roeden aldaar) verkocht te hebben. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCü0 twee ende tsestich opten vijff ende twintichsten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 587). Met 4 schepenzegels (1 geschonden en 3 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 248. 1462 October 14. Willem, Heynric, heer Cornelis en oude Jan Jacops kinderen maken eene kaveling van de goederen van het sterfhuis hunner moeder Lijsbetten Heynric Hollanders dochter, waarbij aan heer Cornelis Jacops zoon voorschreven 1 gemet lands in Crominenhoick en 9 grooten 'sjaars op een huis en hofstede op den Wall worden toebedeeld. Int jair ons Heeren M°CCCC0 twee ende tsestich opten XIIIIten dach in Octobry. Oorspr. (Iny. nr. 477). N.B. Dit stuk is een chirograaf. 249. 1462 October 14. Heer Cornelis, Heynric en oude Jan Jacops kinderen maken eene kaveling van de goederen, die zij van hun broeder Willem Jacops zoon gekocht hebben, waarbij aan heer Cornelis Jacops zoon voorschreven een vierendeel van een huis en hofstede in de Corte Dam straat aan de zuidzijde met den last, die er op ligt, wordt toebedeeld. Int jair ons Heeren M CCCC twee ende tsestich opten Xlll ItCD dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 608). N.B. Uit 9tuk is een chirograaf. Het is door worm geschonden. 250. 1464 Maart 31. Schepenen in Ovesant oorkonden, dat Jan Clays Maertinus' zoon aan Jacop Hughe Vrancken zoon 1 gemet 250 roeden lands in Holenstelle verkocht heeft. Int jaer ons Heeren v[ier] hondert drientsestich up Paeschavent. Oorspr. (Inv. nr. 591). Met 2 zeer geschonden schepenzegels in groene was ; 1 verloren. N.B. In het jaartal is het duizendtal niet genoemd. 251. 1464 April 5. Schepenen ter Vere oorkonden, dat Cornelis Jans zoon de vischcopere erkent borg te zijn gebleven voor 8 pond gr., die Rijnout Lauwen zoon, wonende ter Tolen, en Pauwele Jans zoon, wonende in Sinte-Maertinsdijc, van Jan Aillaens zoon en Cornelien Cornelis' dochter voor de hun bij doode van Cornelien Boudins dochter aangekomen goederen ontvangen hebben. Gedaen den Vsten dach in April int jaer M 1111° viere ende tzestich naer Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 771). Met 4 schepenzegels (1 gedeeltelijk geschonden) in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 252. 1464 Mei 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Galeyn Wouters zoon die wagemakere, wonende zoo hij zegt te Sinte Omaers in Vlaenderen, erkent aan Jan Hügen zoon alle goederen, die zijne echtgenoot Maye Jan Hcgev zoons dochter bij doode harer moeder Balen Pieters dochter, wijlen echtgenoot van Jan Hugen zoon voorschreven, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC vier ende tsestich opten vijff ende twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 765). Met 3 gedeeltelijk geschondeu schepenzegels in groene was: 1 verloren. 253. 1464 Juli 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Andries' zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Dieric Wint, Huge Jans zoon, Jan Branthijn en Danckaekt Jans zoon, gasthuismeesters van het hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 7 gemeten lands in vier stukken (5 gemeten, 225 roeden, 178 roeden en 2UÜ roeden) in die Buttinge parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC vier ende tsestich opten viertiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 518). Met 4 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 254. 1464 Juli 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Andries' zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Diebic Wint, Huge Jans zoon, Jan Branthijn en Danckaert Jans zoon, gasthuismeesters van het hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van den schepenbrief d.d. 1455 Januari 28, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 210) overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC vier ende tsestich opten viertiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 518). Met 2 schepenzegels in groene was; 1 verloren. 255. 1465 Maart 8. Keurschepenen in Oest-Zubburch oorkonden, dat Jan Lievijss zoon, parochiaan aldaar, aan heer Jan Gillis' zoon den eigendom van 188 roeden lands aldaar overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M°CCCC viere ende tsestich opten dorden dach in Maerte. Uorspr. (Inv. nr. ou5). Met 3 schepenzegels (van Cohnelis Pieters zoon (gedeeltelijk geschonden), Jan Jans zoon (gedeeltelijk geschonden) en Thomas Harmans zoon) in groene was. 256. 1465 April 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Maertijn Jans zoon, parochiaan in Noortmonstere, aan Dieric Wint, Huge Jans zoon, Jan Branthjn en Danckaert Jans zoon, procurators en gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van de arme lieden, alle goederen en gelden, die hij nu heeft en later verkrijgen mag, schenkt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC vijff ende tsestich opten negentiensten dach in Aprill nair Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 432). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 257. 1465 December 18. Huge Clays' zoon, een der vicecureiten in de kerk van der Welle in Noortbevelant, verklaart, dat jonkvrouw Aechte Adriaens dochter haar jaargetijde heeft bevolen en daarvoor aan hare dochter Merkjjn eene rente van 12 grooten 's jaars, gevestigd op 150 roeden lands, gedurende 12 jaren heeft vermaakt, met bepaling, indien Merkijn voor dien tijd mocht komen te overlijden, deze last op de kerk van der Wellen moet overgaan, welke jonkvrouw Aechte in het jaar 1457 is overleden. In den jare ons Heeren dusent vierhondert ende vive ende tsestich des Woensdages na Sente Lucien dach. Oorspr. (Inv. nr. 772). Met het gedeeltelijk geschonden zegel van Hüoi Clays'zood in gele was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 258. 1466 Maart 10. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Hessel Herbers zoon, wonende zoo hij zegt te Horen, erkent aan Laüwereis Jans zoon alle goederen, hem aangekomen bij doode zijner zuster Katrine Herbees dochter, wijlen echtgenoot van Loüweeeis voorschreven, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC0 vijff ende tsestich opten thiensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 773). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 259. 1466 September 28. Keurschepenen in den Hayman oorkonden, dat Baselis Domaes' zoon, parochiaan in het Klooster, erkent aan Clays Domaes' zoon alle goederen, hem aangekomen bij doode van Jan Domaes' zoon, verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M CCCC sesse ende tsesstich opten achte ende twinsten dach in Septembry. Oorspr. (Inv. nr. 775). Met 3 schepenzegels (van Pieter Jans zoon, Aerent Nouts zoon (geschonden) en Jacop Pieters zoon (gedeeltelijk geschonden)) in groene was. 260. 1466 September 28. Keurschepenen in den Hayman oorkonden, dat Gillis Jacops zoon, parochiaan in het Klooster, aan Cl ais Domaes' zoon den eigendom van 250 roeden lands in de Klooster parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M' CCCC0 sesse ende tsesstich opten achte ende twintichsten dach in Septembry. Oorspr. (Iuv. nr. 494). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van Pieter Jans zoon, Aebent Nouts zoon en Jacop P [eters zoon) in groene was. 261. 1466 September 28. Keurschepenen in den Hayman in de parochie van het Klooster oorkonden, dat Pieter Willems zoon, parochiaan in het Klooster, aan Clais Domaes' zoon den eigendom van 76 roeden lands in het Klooster overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC sesse ende tsess- tich opten achte ende twinchsten dacli in Septembry. Oor9pr. (Inv. nr. 494). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van Pieter Jans zoon, Aerent Nouts zoon en Jacop Pieters zoon) in groene was. 262. 1466 October 5. Burgemeesters en schepenen der stad Biervliet doen te weten, dat Reyn de Coene van der Gouwe erkent aan pater en mater van het klooster in Emaus binnen de voorschreven stad eene erfelijke rente vau 7 schellingen gr. 's jaars in Bochaute parochie, zooals blijkt uit een bezegelden brief, die het voorschreven klooster daarvan heeft, verkocht te hebben. Ghedaen den vijften dach van Octobre int jaer duust IIII LXV1. Oorspr. (Inv. nr. 861). Met het geschonden zegel vau zaken der stad Biervliet in groene was. N.B. Dit charter is geschonden. 263. 1466 October 21. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Geyle Clais Jans zoons weduwe, parochiane in Noortmonstere, aan Jacop Jans zoon den eigendom van 18l£ roeden lands in Noortmonster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCÖLl zesse ende tsestich opten een ende twintichsten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 535). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 264. 1467 September 19. Adryaen Jans zoon belooft voor hem zelf en zijne erfgenamen de warandbrief van 225 roeden lands, die Clais Domaes' zoon, parochiaan in het Klooster, hem heden heeft overgedragen, te zullen teruggeven, indien Clais voornoemd de koopsom ad 2 pond 2 schellingen gr. en 4 schellingen 6 penningen gr. 's jaars voor den huur binnen zes jaren terugbetaalt. Gedaen int jair ons Heeren M CCCC" zeven ende tsestich opten negenthiensten dach in Septembry. Oorspr. (Inv. nr. 776). Met het gedeeltelijk geschonden zegel van Clays Phillips zoon, omdat „Adryaen voirscreven selve geenen zegel en hebbe", in groene was. 265. 1467 October 15. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Symoen Diericxzooh, parochiaan iu Noortmonstere, erkent aan Clais Domaes' zoon alle goederen, die zijne echtgenoot Mbrgriete Domaes' dochter zijn aangekomen bij doode van haar broeder Jan Domaes' zoon, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC" zeven ende tsestich opten vijfthiensten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 775). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene wa9. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 266. 1468 Januari 14. Katherine Jan Hughen zoons echtgenoot maakt haar testament, begiftigt daarbij o. a. den Heiligen Geest met 2 grooten en den armen huiszitters met 1 groot, vermaakt de helft van een huis in de Zeel straat met last daaruit haar jaargetijde van 8 grooten 's jaars te doen aan haren echtgenoot, na wiens overlijden de eigendom van dit huis voor een vierendeel met den voorschreven last op het kapittel van Sinte Pieters en voor het andere vierendeel op den Heiligen Geest en de arme huiszitters te zamen moet overgaan, en benoemt tot hare testamenteurs meester Pieter , haar biechtvader, Jacop Cornelis, haar neef, en Pieter Jans zoon. Int jaer ons Heeren M CCCC LXVIII op Sinte Ponciaens dach. Oorspr. (Inv. nr. 679). Met de zegels van meester Pieter , heer Jan Jacops zoon en Hughe Symoens zoon gedeeltelijk geschonden) in groene was. De beide laatstgenoemden zegelen voor Jacop Cohnelis en Pieteb Jans zoon, die geen zegel hebben. 267. 1468 Januari 16. Nicolaus Johannes' zoon, vicaris van de kerk van Westmonster in de stad Middelburg eener — en Hugo Johannes' zoon, Johannes Brantijn , Wilhelmus Petrus' zoon en Dancardus Johannes' zoon, procurators en regeerders van het gasthuis aldaar, anderzijds gaan eene overeenkomst aan, waarbij eerstgenoemde ten behoeve van het gasthuis en de armen van dien alle goederen, die hij nu heeft en later verkrijgen mag, schenkt, en laatstgenoemden aan Nicolaus voorschreven eene jaarlijksche lijfrente van 6 pond gr. Vis. verzekeren benevens inwoning in het gasthuis in de kamer, waarin broeder Johannes Wilhelmus' zoon van de derde orde van Sanctus Franciscus plach te wonen. Acta fuerunt hec in dicta villa Middelburgensi in Zeelandia dicte Traiectensis diocesis in domo habitacionis honesti viri Wilhelmi Petki alterius dictorum procuratorum sita ibidem ad et supra forum ville eiusdem sub anno, indictione, mense, die et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo octavo indictione prima die vero sabbati decima sexta mensis Januarii pontiticatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providencia pape secundi anno quarto). a). Oorspr. (Inv. nr. 37). Met de signatuur van den notaris Egidil'8 de bere. b). Oorspr. (Inv. nr. 37). Met de signatuur van den notaris Eoidius de bere. N.B. Dit charter is door worm geschonden. c). Vertaling uit het latijn in de landstaal op papier door denzelfden notaris geschreven en geteekend (Inv. nr. 37). 268. 1468 Februari 4. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat J an Pieters zoon, parochiaan in Sinte-Janskerke, Cornelis Hogen zoon, Adryaen Pieter Henkicx zoon, Janne Jans dochter, Aechte Jans dochter, parochianen in Soutelande, Auryaen Coknelis' zoon, parochiaan in Westcappelen, Marrekijn Gxjs de hackers weduwe, parochiane in Noortmonstere, en Oort Gillis' zoon, parochiaan in Soutelande, erkennen voldaan te zijn van alle goederen, hun aangekomen bij doode van Katryne Pieteks dochter, wijlen echtgenoot van Jan Hugen zoon, en daarvan laatstgenoemde kwijtschelden. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC zeven ende tsestich opten vierden dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 766). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 269. 1468 Maart 10. Keurschepenen in den Hayman oorkonden, dat Aliaen Pauwels' zoon, parochiaan in het Klooster, aan Ct.ays Domaes' zoon den eigendom van 100 roeden lands in de Klooster parochie overdraagt. Int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tsesstich opten tiensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 4 schepenzegels (van Jan Jans zoon, Gillis Lammens zoon, Jacoi' Pieteks zoon (geschonden) en Aliaen Pietebs zoon) in groene was. 270. 1468 Maart 12. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis Janszoou, alias Cornelis mitten ringen, parochiaan in Noordtmonstre, aan Huge Jacops zoon die smit den eigendom van een huis en hofstede buiten de Noordtpoort, bezwaard met 28 grooten 'sjaars, overdraagt. Uit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zevene ende tsestich opten twaelfsten dach in Marcius. Oorspr. (Inv. nr. 646). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 271. 1468 Juli 18. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Michiel Symoens zoon, parochiaan in Noertmonstere, erkent aan zijne stiefmoeder Cornelie Symoen Michikls zoons weduwe alle goederen, hem aangekomen bij doode van zijn vader Symoen Michiels zoon en van zijne moeder Lijsbet Michiels dochter, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC° achte ende tsestich opten achtiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 778). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 272. 1468 October 11. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Adryaen Willems zoon, parochiaan in Noordmonstere, aan Willkm Willems zoon Sanders den eigendom van een huis buiten de Noortdampoort overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC achte ende tsestich opten elfsten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 641). Met 2 zeer geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. 273. 1468 December 18. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Magnus' zoon die berbier als echtgenoot en voogd van Cornelie Heynricx dochter, parochiaan in Noortmonstere, erkent voldaan te zijn van alle goederen van het sterfhuis van zijn zwager Cornelis Heynuicx zoon, alias //Hoge ende leege", wijlen echtgenoot van Cornklie Gillis' dochter, en daarvan laatstgenoemde en haar echtgenoot Jan Hugen zoon kwijtscheldt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M°CCCC achte ende tsestich opten dorthiensten dach in Decembrr. Oorspr. (Inv. nr. 767). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 274. 1469 Januari 12. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Jans zoon, parochiaan in Ooster-Zubburch, en Adriaen Thorijns zoon, parochiaan in Westmonstere, erkennen voldaan te zijn van het hun aangekomen vierendeel in de nalatenschap van Katryne Pieters dochter, wijlen echtgenoot van Jan Hugen zoon, en daarvan laatstgenoemde kwijtschelden. Dit was gedaen int jair ons Heeren M#CCCC achte ende tsestich opten twaelfsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. 766). De 3 schepenzegels verloren. 275. 1469 Januari 20. De kinderen van Martine Jacop uuten Bogaerde maken eene kaveling in het sterfhuis hunner moeder, waarbij aan Adriaen Jacops zoon uuten Bogaf.rde o. a. de helft van een huis in Coudekerke, 225 roeden lands in Wester-Zubburch maalstede, 150 roeden, 400 roedeD en 100 roeden lands worden toebedeeld. Int jair ons Heeren dusent vierhondert neghen ende tsestich upten twintichsten dach in Januwario. Oorspr. (Inv. nr. 464). N.B. Dit stuk is een chyrograaf. 276. 1469 November 20. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Oelert Kempen zoon, parochiaan in het Klooster, aan Danckaert Jans zoon den eigendom van 262i roeden haymanlands in Hogelande parochie, zijnde een gedeelte van 2 gemeten 75 roeden met het gasthuis gemeen, overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC neghen ende tsestich opten twintichsten dach in Novembry. Oorspr. (Inv. iir. 488). Met 4 schepenzegels (3 geschonden) in groene was. — Met 1 transfii d.d. 1470 Augustus 20 (zie nr. 281). 277. 1469 December 13. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Pieters zoon, parochiaan in het Klooster, aan Jacop Jans zoon den eigendom van een huis en hofstede in het Blanckaert straatje aan de zuidzijde, bezwaard met 39i grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC negen ende tsestich opten dorthiensten dach in Decembry. Oorspr. (Inv. nr. 535). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was 278. 1470 Juni 4. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Adriaen van Scoenhove, parochiaan in Westmonstere, aan Lauwereys Jan Mengaerts zoon alle rechten, die hij heeft op de nalatenschap van Pier Heyn Pier Doens zoon, overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC ende tseventich opten vierden dach in Junyo. Oorspr. (Inv. nr. 780). Met 3 schepenzegels in groene was. 279. 1470 Juni 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Mergriete Jans dochter Pieter Hugf.n zoons weduwe, parochiane in Noortmonstere, aan Maertijn Pieters zoon, Olaert Geerts zoon, Danckaert Jans zoon en Jan Louwereys' zoon, procurators en gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat hospitaal en gasthuis, den eigendom van de helft van een huis met het voorschreven gasthuis gemeen in Noortmonstere parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC ende tseventich opten laetsten dach van Junvo. Oorspr. (Inv. nr. 645). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 280. 1470 Augustus 13. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Hughe Jans zoon, parochiaan in Noortmonstere, aan Maertijn Pieters zoon, Oelaert Geerts zoon die berbier, Danckaert Jans zoon en Jan Louwereys' zoon, gasthuismeesters van het gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 1 gemet 32 roeden haymanlands in IN oortmonster overdraagt. Dit wasi gedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende tseventich opten dorthiensten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 536). Met 3 geschonden schepenzegels in groene 281. 1470 Augustus 20. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Danckaert Jans zoon, parochiaan in \Y estmonstere, aan gasthuismeesters van het gasthuis .te? ,be^eJne d»t gasthuis, den eigendom van den transportbnef d.d .1469 November 20, waardoor deze gestoken is, (zie nr. z l o) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende tseventich opten twintichsten dach m Augusto. was9''' ^'UV nr ® geschonden schepenzegels in groene 282. 1470 September 28. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Jans zoon, parochiaan in Noortmonstere, erkent aan Cornelis Groenevelt eene erfelijke rente van 4 schellingen gr. 'sjaars, gevestigd op een hebben11 ° n 'n Corte Damme straat, verkocht te Dit was ghedaen int jair ons Heeren M°CCCC° ende tseventich opten achte ende twintichsten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 703). Met 3 zeer geschonden schepenzegels in groene was. ^ 283. 1470 November 22. Symoen Hügen zoon, Claeis Oorts zoon en Pieter Heinricx mEm ,,proc,urator® eu Heilige-Geestmeesters te Noortmonstere in Middelburch, en Cornelis Jans zoon en Jan Pieters zoon, procurators van de arme huiszitters aldaar, dragen aan Jan Hugen n ie pac ere, alias Lange Jan, den eigendom van een vieren- ® ' ?" e,en00hu,s en bo/stede in tSeel straatje, in het geheel bezwaard met 22 grooten 's jaars, over. «nt™ gCjaen -iat Jaer on9 Heeren M CCCC ende tseventich opten twee ende twintichsten dach in Novembry. Oorepr. (Inv. nr. 679). Het zegel van den Heiligen Geest te i oo monster, dat in deze tevens voor het zegel van de arme nuiszitters diende, verloren. 284. 1470 December 8. 7n™eUr8ChTnen .in,de°Hayman oorkonden, dat Jan Cornelis' zoon, parochiaan in het Klooster, aan Clais Dom as' zoon den eigendom van 150 roeden lands in de Klooster parochie overdraagt 23 Int jair ons Heeren M CCCC ende tseventich opten achsten dach in Dezembry. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van Jacop Pietees zoon, Adriaen Pieters zoon, Jan Jans zoon en Dokn Andries' zoon) in groene was. 285. 1470 December 8. Keurschepenen in den Hayman oorkonden, dat Clais Domaes' zoon, parochiaan in het Klooster, verzekert aan Jan Cornelis' zoon binnen de eerstvolgende zeven jaren 3 pond gr. min 10 grooten te zullen betalen. Int jair ons Heeren M CCCC ende tseventich opten achsten dach in Dezembry. Oorspr. (lttv. nr. 725). De 4 schepenzegels verloren. 286. 1471 Februari 7. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Aleydt Djericx dochter, parochiane in het Klooster, aan procurators en gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar ten behoeve van dat gasthuis den eigendom van twee transportbrieven d.d. 1458 Maart 11 en 1458 Juli 27, waardoor deze gestoken is, (zie nrs. 226 en 228) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende tseventich opten zevensten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 628). Met 2 zeer geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 287. 1471 Februari 8. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Aleydt Diericx dochter, parochiane in het Klooster, aan Maertijn Pieters zoon, Olakrt Geerts zoon, Danckaert Jans zoon en Jan Louwerkys Everdeys zoon, procurators en gasthuismeesters van het gasthuis aldaar, ten behoeve van de armen, alle goederen, die zij nu heeft en later verkrijgen mag, schenkt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende tseventich opten achsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 38). Met 3 schepenzegels in groene was. 288. 1471 Februari 9. Aleydis Theodericus dochter te Middelburg komt met Olardüs Gheerardüs' zoon, Maetinus Petrus' zoon, Dancardus Johannes' zoon en Johannes Laurentids' zoon, gasthuismeesters van het O. L. V. gasthuis aldaar, overeen omtrent de voorwaarden, waaronder zij voor haar leven in dat gasthuis zal worden opgenomen Acta fuerunt hec in predicta villa Middelburgensi in domo liabitacionis mei notarii publici infrascripti sita ibidem in vico dicto Langendilft sub anno indictione mense die et pontiticatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo septuagesimo primo indictione quarta die vero nona mensis Februarii pontificatus sanctissimi in (Jhristo patris ac domini nostri domini Pauli divina providencia pape secundi anno septimo). Oorspr. (Inv. nr. 38). Met de signatuur van den notaris Egidius de Bere. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 289. 1471 Mei 9. Bette Johannes' zoon, parochiaan te Appenbroech, benoemt zijne echtgenoot Aleyde en de gasthuismeesters van St. Maria te Middelburg tot zijne executeurs en geeft hun de beschikking over zijne na te laten goederen. Acta et copulata fuerunt hec in ecclesia collegiata Sancti Petri Middeburgensi sub anno indictione mense die hora et pontiiicatu quibus supra (anno a navititate Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo primo indictione quarta mensis Maii die nona hora summe misse vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno suo sexto. Oorspr. (Inv. nr. 433) Met de signatuur van den notaris Laurentius Toll. N.B. Het regeeriugsjaar van den paus is onjuist opgegeven: 1470 September 6 was zijn 7^e jaar begonnen. 290. 1471 October 28. Keurschepenen in den Hayman oorkonden, dat Jan Jacops zoon, parochiaan in het Klooster, aan Clais Domas' zoon den eigendom van 74 roeden lands in de Klooster parochie overdraagt. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M CCCC ende eenentseven- tich opten achtentwintichsten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 494ï. Met 3 schepenzegels (van Pieter Jans zoon, Aebent Nouts zoon en Adriaen Pieters zoon) in groene was. 291. 1472 Februari 12. Cornelis Maerts zoon die tymmerman, parochiaan in Noortmonstere, erkent van Jan Jans zoon Dint, Louwereys Loofs zoon, Pieter Pieters zoon en Jan Louwereys Everdeys zoon, gasthuismeesters van het O. V. gasthuis binnen Middelburch, 75 roeden lands buiten de Noortpoort voor 50 jaren tegen 4 schellingen 6 grooten 's jaars gehuurd te hebben. Ende dit was gedaen int jair ons Heeren M CCJCG een ende tseventich opten twaelfsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 537). N.B. Dit stuk is een chyrograaf. 292. 1472 Februari 26. Provisor en deken van Walacria verbieden Alkydis Wilhelmus' dochter, parochiane in Noordmonster, die zich aan overspel schuldig gemaakt eu zich eigenmachtig van haar echtgenoot gescheiden heeft, te wonen in het gasthuis te Middelburg en de huik der orde van St. Maria van den berg Carmel te dragen. l)atum Middelburch anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo secundo die vicesima sexta mensis Februarii. Oorspr. (Inv. nr. 39). Met het zegel van provisor en deken in groene was. 293. 1472 Februari 29. Broeder Gillis van der Boede, pytansier van het O. V. Klooster te Middelburch eener- en Jan Jans zoon Dint, Louwereys Loops zoon, Pieter Pietèrs zoon en Jan Louwekeys Everdkys zoon, gasthuismeesters van het O. V. gasthuis en hospitaal aldaar, anderzijds komen overeen, dat het voorschreven gasthuis van het voornoemde klooster 6 gemeten hayinanlands buiten de Langevile poort voor 2 pond gr. Vis. 'sjaars in eeuwige erfpacht ontvangen zal. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC een ende tseventich opten laetsten dach van Februario na tscriven van der stede van Middelburch. Oorspr. (Inv. nr. 497). Met het gedeeltelijk geschonden zegel van het O. V. klooster in roode was. N.B. Het duplicaat van dit contract, bestemd voor den pytansier, werd gezegeld door 3 schepenen van Middelburg, „overmits dat dit voirscreveu gasthuys zelve gheenen zegel en heeft." 294. 1472 Maart 24. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Adrlaen Jacops zoon, alias Adriaen uuten Bosaert, parochiaan in Coudekerke, aan Jan Jans zoon Dint, Laüwereys Loofs zoon, Pieter Pieters zoon, en Jan Loüwereys Everdeys zoon, procurators en gasthuismeesters van het O. V. gasthuis binnen Middelburch, ten behoeve van de arme lieden, 6 gemeten 291 roeden lands in negen stukken (2 gemeten 100 roeden, bezwaard met 6 grooten 'sjaars, 1 gemet 5 roeden, 125 roeden, 1 gemet 116 roeden, 150 roeden, 150 roeden, 95 roeden in twee stukken en 150 roeden, bezwaard met 8 grooten 'sjaars), in Coudekerke parochie, een huis aldaar en verder alle goederen, die hij nu heeft en later verkrijgen mag en bij overlijden zal achterlaten, schenkt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC een ende tseventich opten viere ende twintichsten dach in Maerte voir Paesschen. Oorspr. (Inv. ur. 464). Met 4 schepenzegels (3 geschonden) in groene was. 295. 1472 Juni 20. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Gheleyn Wouters zoon, wonende zoo hij zegt te Sluis in Vlaenderen, erkent voldaan te zijn van alle goederen, zijne echtgenoot Maeye Jan üuoen zoons dochter aangekomen bij doode van haar vader Jan Hügen zoon, en daarvan, met uitzondering vau een huis en hofstede in tSeel straatje aan de westzijde, dat Neli.e Jan Hügen zoons weduwe haar leven lang bezitten zal, laatstgenoemde kwijtscheldt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende tseventich opten twintichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 768). Met 4 zeer geschonden schepenzegels in groene was. 296. 1472 Juli 27. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis Adriaens zoon, parochiaan te Nyewerkerken in den Oesthoeck, als oom vau de minderjarige Katkline en Maeyk Jans dochters, erkent voldaan te zijn van alle goederen, laatstgenoemden aangekomen bij doode van haar vader Jan Adriaens zoon, en daarvan Lauwerkys Jans zoon onder voorwaarde, dat deze de beide kinderen tot hare meerderjarigheid zal onderhouden, kwijtscheldt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende tseventich opten zeven ende twintichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 774). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 297. 1472 Augustus 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Claris* zoon, parochiaan in Noortmonstere, aan Lijsbet Hoge Jaoops zoon die smits weduwe den eigendom van een huis en hofstede op den Noortsteenpit aan de noordzijde van de straat, bezwaard met 11 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende tseventich opten vive ende twintichsten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 649). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 298. 1472 October 23. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pietf.r Clais' zoon, parochiaan in Noortmonstere, aan Lauwerkys Jans den eigendom van een huis aan de noordzijde van de haven op den dijk overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende tseventich opten drie ende twintichsten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 642). Met 2 schepenzegels in groene was; 2 verloren. 299. 1473 Januari 12. Laureys Jan Meyngherts zoon schenkt in tegenwoordigheid van zijn biechtvader en getuigen aan het gasthuis in Middelburch al zijn havelijk goed en terstond een meede in de stoof en een meede in den boomgaard op voorwaarden, dat procurators van het gasthuis voornoemd hem doen zullen uit alle bannen, waarin hij is, opdat hij de Sacramenten der Heilige kerk ontvange en zijn lijk op het gewijde kerkhof begraven moge worden. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert twee ende tseventich opten twaelfsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 717). Met het gedeeltelijk geschonden zegel van den biechtvader Jan Cornelis' zoou , vicecureit vau een vierde der kerk van Westmonster. 300. 1478 Maart 26. Schepenen in Cortkene wijzen den eigendom van twee naast elkander staande huizen in de Nyeuwer straat aldaar, die door Cornelis Piers zoon, alias Keli.e de maetselaer, van Jacomine Kooman Jan Jans zoons weduwe waren gekocht, maar door deze niet geleverd, aan Cornelis voornoemd toe. Ghedaeu int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende tseventich up den sesse ende twintichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 685). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels ia gele was en 1 schepenzegel in groene was. 301. 1473 April 9. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Aernt Poppen zoon, parochiaan iu VVestmonstere, aan Berbele Oort Willems zoons dochter den eigendom van een tiende deel van een huis en hofstede in de Lange Noort straat, in het geheel bezwaard met 8 schellingen gr. 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende tseventich opten negheusten dach in April voer Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 651). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 302. 1473 Juli 30. Schepenen en keurheeren van Hondscote doen te weten, dat Karels Lopin en zijne echtgenoot Margriete aan Heinderjjo Laeu's zoon den eigendom van den rentebrief d.d. 1422 Juli 20, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 92) overdragen. Lp den dertichsten dach van Hoymaent int jaer ons Heren duust vierhondert drie ende tzeventich. Oorspr. (Inv. nr 831). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 2 verloren. — Met 1 transfix d.d. 1502 April 22 (zie nr. 386), waardoor deze transportbrief tevens aan een rentebrief d.d. 1422 Juli 16 (zie nr. 91) verbonden is. 303. 1473 September 3. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Claeis Diericx zoon Sparreman, parochiaan in Westmonstere, aan Pieter Pieters zoon Hagaert, Pieter Pancraes' zoon, Wisse Jacop Willems zoon en Jan Louwereys Everdeys zoon, gasthuismee9ters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 175 roeden lands in Hogelande parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende tseven- tich opten dorden dach in Septembry. Oorspr. (Inv. nr. 489). Met 3 gedeeltelijk geschoudcn schepenzegels in groene was. 304. 1474 Februari 1. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Makrteyn Pieters zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Pieter Pieters zoon IIaghert, Pieter Pancraes' zoon, Wisse Jacop Willems zoon en Jan Louwereys Everdeys zoon, gasthuismeesters aldaar, ten behoeve van het gasthuis, den eigendom van 1 gemet haymanlands in Westmonster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende tseveu- tich opten eersten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 457). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 305. 1474 Februari 8. Cornelis Bigge als voogd van zijne echtgenoot Maeye Harmans eener- en Cornelis Willems zoon, Adriaen Jan Heyvricx zoon en Heynric Jacops zoon met zijne broeders anderzijds maken eene kaveling van de door Lijsbet Pieter Willems zoons weduwe nagelaten goederen, waarbij aan Cornelis Bigge voorschreven 225 roeden haymanlands buiten tSer Gheert-straat poort worden toebedeeld met bepaling, dat hij aan den anderen kavel 12 schellingen gr. zal betalen. Int jaer ons Heeren M CCCC viere ende tseventich opten achtsten dach van Februario. Oorspr. (Inv. nr. 498). N.B. Dit stuk is een cbyrograaf. 306. 1474 Februari 26. Schepenen in Middelburg oorkonden, dat Nelle Gillis' dochter, Jan Hüghen zoons weduwe, parochiane in Noortmoustere, aan Pieter Pieters zoon Haghaert, Pieter Pancraes' zoon, Wisse Jacop Willems zoon en Jan Louwereys Everdeys zoon, gasthuismeesters aldaar, ten behoeve van het gasthuis en de arme lieden, alle goederen, die zij nu heeft en later verkrijgen mag en bij overlijden zal achterlaten, schenkt, met uitzondering van de helft van een huis en hofstede in tSeel straatje, dat aan de erfgenamen van Nelle voorschreven moet overgaan. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende tseventich opten zesse ende twintichsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 40). Met 3 geschonden schepeuzegels in groene was. 307. 1474 Februari 26. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Pieters zoon Hauhaert, 1 ieteu Panciiaes' zoon, Wisse Jacop Wii.lems zoon en Jan Louwereïs Everdeys zoon, gasthuismeesters aldaar, beloven aan Nelle Gillis' dochter Jan Hughen zoons weduwe geu ren de haar leven eene rente van 1J groot daags benevens vuur en licht en eene legerstede in het gasthuis te zullen verstrekken, en zulks uithoofde van de schenking door Nelle voorschreven aan het gasthuis gedaan (zie nr. 306). Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCG drie ende tseventich opten zesse ende twintichsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 40). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels m groene was; 1 verloren. 308. 1474 Juni 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Heynric Hughen zoon parochiaan in Noortmonstere, erkent voldaan te zijn van alle goederen, hein aangekomen bij doode van zijn vader Huge Jacops zoon, en daarvan zijne moeder Lijhbet Hughe Jacops zoons weduwe kwijtscheldt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC viere ende tseventich opteii neghenthiensten dach in Junius. Oorspr. (Inv. nr. 782). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 309. 1474 Juli 8. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lauwereys Willems zoon die cleersnydere, parochiaan in het Klooster, aan Jacop Jans zoon Heype den eigendom van 1 gemet 277 roeden lands in Koudekereke parochie overdraagt. Dit was ghedaeu int jaer ons Heeren M CCCC viere ende tseventich opten achsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 466). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 310. 1474 Augustus 26. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Jacops zoon, parochiaan in het Klooster, aan zijn broeder Cornelis Jacops zoon, priester, alle goederen, hem aangekomen bij doode van zijne tante jonkvrouw Pauweline Pieter Plantoens dochter, schenkt Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC viere ende tseventich opten vive ende twintichsten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 783). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 311. 1474 Augustus 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Claeis Dibricx zoon Sparreman, parochiaan in Westmonstere, aan den Heiligen Geest van Sinte Pieters te Noortmonstere, aan dien van Westmonstere en aan het gasthuis van Middelburch ten behoeve van de arme lieden elk eene kamer en hofstede in de straat achter de Cellebroers en in de Wijngaert straat, alle drie bezwaard met 1 braspenning 's jaars, schenkt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC viere ende tseven- tich opten dortichsten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 678). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 312. 1475 December 4. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis Hkynricx zoon van Scellacht en Gheyle Heynricx dochter van Scellacht, broer en zuster, parochianen ter Vere, en Maertijn Mattheeds' zoon, parochiaan te Wissenkerke in Noortbevelant, toestemmen in de schenking van ongeveer 8 gemeten lands, door wijlen hunne tante jonkvrouw Marie Jan Willems zoons dochter van der Jjisse aan het gasthuis van Middelburch gedaan (zie nr. 246). Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende tseven- tich opten vierden dach in Decembry. Oorspr. (Inv. nr. 586). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 313. 1476 Maart 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Wolffaert Cornelis' zoon, parochiaan te Couwerve in Zuitbevelant, als oom en voogd van Lucas en Cornelie, minderjarige kinderen van Pieter Rut- gheerts zoon die scryvere, erkent voldaan te zijn van alle gelden en goederen, genoemde kinderen aangekomen bij doode van hun vader Pieter voornoemd, van hunne moeder Aechte Cornelis' dochter en van hunne tante Gheyle Pieters dochter, en daarvan Kombout Jans zoon die cleermakere, echtgenoot van wijlen Aechte voorschreven, kwijtscheldt. Dit was gedaan int jaer ons Heeren M CCCC vive ende tseven- tich opten dortichsten dach in Maerte voir Paesschen. Oorspr (Inv. nr. 784). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 314. 1476 Mei 2. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lauwereys Boudijns zoon die olyslager, parochiaan in Westmoustre, erkent aan Pieter Pieters zoon Haoaekt, Pieter Lievijns zoon, Heinric Jans zoon en Heinric Akrnts zoon, gasthuismeesters aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, eene erfelijke rente van 2 schellingen gr. 's jaars, gevestigd op een huis en hofstede in de Gheere, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende tseventich opten tweesten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 704). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. 315. 1476 Mei 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Hughe Claeis' zoon, wonende in de Briele, en Ponce Wcm-ENzoon, parochiaan in Westmonstere, aan Claeis Dommaes' zoon den eigendom van 1 gemet 150 roeden lands in de Klooster parochie, bezwaard met 40 grooten 's jaars, overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zesse ende tseventich opten vierthiensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 316. 1476 Augustus 27. De Raad van Vlaendren gelast ten verzoeke van burgemeesters en schepenen der stad Biervliet voor zich te doen dagen den tollenaar te Axele, beschuldigd in strijd met de privilegiën der stad Biervliet tol van hare poorters geheven te hebben. Den XXVIIsten daeh van Ougst int jair duust IIH' zess ende tseventich. Oorspr. (Inv. nr. 862). Het zegel van den Raad van Vlaendren verloren. 317. 1476 October 30. Jacop Hughe Vrancken zoon, poorter in Myddelburch, erkent aan Symon Cornelis' zoon en Heynric Govaerts zoon, poorters ter Goes, of den houder van dezen brief, de koopsom van een hoedeschip ad 2 pond gr. Vis. schuldig te zijn en belooft onder verband van het gekochte schip die som op as. Kerstavond, St.Jansmisse en St.-Jansmisse daaraanvolgende respectievelijk met 3 schellingen 4 grooten, 18 schellingen 4 grooten en 18 schellingen 4 grooten te zullen betalen. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert sessentseventich defn djertichsten dach in October. Oorspr. (Inv. nr. 726). Met het geschonden zegel van Heynric Adriaens zoon in groene was, dat vaa Oorselis Jans zoon, die dezen brief voor Jacop Hughe Vbancken zoon gezegeld hebben, verloren. N.B. Op de rugzijde van dezen brief is aangeteekend: „afbetalt XVI sch. XI gr." — Dit charter is gedeeltelijk geschonden. 318. 1477 Februari 28. Broeder Aert, prior, en Onser Vrauwen kapel in Herve bij Edinghen der orde van tSartroysen, machtigen broeders Loey de Hane, Adriaen van der Saire, priesters, Richaert Penant, Absalon Craywerve, Jan Verkin, conversen, en Jan Oernis, alias den Trot , te zamen en elk in het bijzonder om prior en het convent voornoemd in alle zaken te vertegenwoordigen. Ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhoudert sevene ende tseventicli den achtentwintichsten dach van Sporkele. Oorspr. (Inv. nr. 863). Het zegel van het gemeen convent ver- loren. 319. 1477 October 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Michiel Heinricx zoon die scrijnwercker en Gheyle Jans dochter, echtelieden, parochianen in het Klooster, elkander hunne lijfkleeren, sieraden en gereedschappen, 1U pond gr. en twee halve huizen en hofsteden, waarvan een in de Gorten Dilft aan de noordzijde en een in de Spaengen straat aan de noordzijde met de lasten, die er op liggen, schenken, in dier voege, dat de eigendom van de helft der voorschreven huizen na overlijden van de langstlevende op de erfgenamen van hun beiden moet overgaan. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC zeven ende tseventicli opten vive ende twintichsten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 610). Met 1 schepenzegel in groene was; 2 verloren. 320. 1478 April 11. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Philips Cornelis' zoon, parochiaan te Nyeuwerkerken in den Oesthoeck, de hier ingelaschte huwelijksche voorwaarden, die hij met Janne Jans dochter in tegenwoordigheid van vrienden en magen mondeling is overeengekomen, erkent en belooft die te zullen nakomen. Actum anno XllIlcLXXVlll den XIten dach in April na Paesschen. Gelijktijdig afschrift op papier. (Inv. nr. 785). 321. 1478 April 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacop Diericx zoon, parochiaan in Noortmonstere, aan gasthuismeesters aldaar, ten behoeve van het gasthuis en de arme lieden, de helft van 3 gemeten 75 roeden lands, genaamd de Brigmeet, in Oestcappellen parochie schenkt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCG achte ende tseventicli opten vierthiensten dach in April na Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 557). Met 3 schepenzegels in groene was. 322. 1478 November 5. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lauwereys Jans zoon, parochiaan in den Oosthoeck, erkent aan zijne moeder Nelle Gillis Bazen dochter 6 pond gr. schuldig te zijn. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC achte ende tseventicli opten vijfsten dach in November. Oorspr. (Iuv. nr. 727). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. N.B. Op de rugzijde van dezen brief is aanteekening van afbetaling van de helft dezer schuld gedaan. 323. 1478 November 13. Schepenen in Wissenkerkeu oorkonden, dat Philip Cornrlis' zoon wegens eene schuld van 20 pond beslag legt op verschillende goederen van Jan Gillis' zoon aldaar. In den jaire ende maent voirscreven (den derthiensten dach in Novembry anno XillIcLXXVIIJ). Opgenomen in een brief van burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch d.d. ] 479 Juni 30 (zie nr. 324). 324. 1479 Juni 30. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch oorkonden, dat de voormalige schepenen in Wissenkerkeu in Noirtbevelandt ten verzoeke van Philip Cornelis' zoon getuigenis geven omtrent de vernietiging door het aftrekken der zegels van een schepenbrief d.d. 1478 November 13 (zie nr. 323) door den schout van Wissenkerken, welke brief eigendom van den voornoemden Philip was. Upten laetsten dach van Junio int jair duyst vierhondert negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. nr. 786). Met het gesehonden zegel ten zaken der stad Middelburch in groene was. 325. 1479 September 15. Provisor en deken van Wallacria oorkonden, dat in tegenwoordigheid van Albertus Johannes' zoon van Wissenkerkk, bur^emeester der stad Middelburg, Cornelius Jacobus' zoon, priester, onder eede betuigt, dat hij met het papieren stuk, onlangs door Henricus Johannes' zoon Springelinc in zijn geschil met Cornelius voornoemd voor burgemeesters en schepenen van Middelburg overgelegd, omtrent zekere missen in het St. Barbara gasthuis door hem te vieren, niet te vreden is. Anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo nono mensis vero Septembris die decima quinta. Oorspa. (Inv. nr. 48). Met de onderteekening van den schrijver van provisor en deken, den notaris Eoidius de Bebe. 326. 1479 November 17. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch geven vidimus van een brief d.d. 1466 Juli 17 (zie nr. 220). Gegeven upten XVII™ dach in Novembry int jair duyst vierhondert negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. nr. 702). Met het geschonden zegel ten zaken der stad Middelburch in groene was. 327. 1480 April 27. Johannes de Caiidona , bailli van Maiorica en plaatsvervanger van den grootmeester der orde van St. Jan in Jerusalem en com- missaris van den paus tot het werk der aflaten in Almania, geeft aan heer Corn'elius Jacobus' zoon op zijn verzoek een aflaatbrief, geldende tot 1481 September 8. Datum anno Domini M CCCC octogesimo die vero vicesima septima mensis Aprilis pontiticatus prefati sanctissimi domini nostri pape anno decimo. Oorspr. (Inv. nr. 825). Met het geschonden zegel van den commissaris in roode was. N.B. Dit charter is, behalve den naam van den begiftigde en een gedeelte van den datum, gedrukt. — Het regeeringsjaar van den paus (Sixtus IV) is eene eenheid te hoog berekend. 328. 1481 Maart 20. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Hughe Jacops zoon tSergant, parochiaan in Westmonstere, en Jacop Huymans zoon, parochiaan in Noortmonstere, als voogden van Hannekijn Danckaert Jans zoons weeskind, erkennen met toestemming van Joustaes WlLLEMS zood, DoMMAES WlLLEMS zoon, JaCOP WlLLEM Bohs zoon en Adrjaen Heynbicx zoon, vrienden en magen van vaderszijde, en van burgemeesters, schepenen en weesmeesters aldaar, aan Pieter Hughen zoon van Weyndunen, Jan Louwers zoon, Willem Pieterh zoon en Joost Jacops zoon, gasthuismeesters aldaar, ten behoeve van het gasthuis 7 gemeten 150 roeden lands in Westmonster parochie verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC ende tachtich opten twintichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 458). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 329. 1481 Juli 12. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacop Jans zoon, parochiaan in Noortmonstere, aan Pieter Hughkx zoon van Weyndunen, Jan Louwereys' zoon, Willem Pieters zoon en Joost Jacop Fredeuicx zoon, gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, een huis en hofstede in de Blanckaert straat aan de zuidzijde, bezwaard met 39 grooten 12 myten 'sjaars, een huis buiten de Noortpoort op des gasthuis erf, bezwaard met 12 grooten, die het gasthuis ontvangt, 131 roeden haymanlands in Noortmonster parochie met de helft van een huis en oliemolen, daarop staande, 10 gemeten 13 roeden lands in twaalf stukken (200 roeden in Westmonster parochie, 1 gemet 100 roeden aldaar, 2 gemeten in Wester-Subburch parochie, 1 gemet aldaar, 1 gemet 154 roeden, 84 roeden, 150 roeden in Coudekerke parochie, 1 gemet aldaar, 150 roeden in Ouwe-Vlissinge parochie, 150 roeden aldaar, 75 roeden aldaar en 150 roeden aldaar) schenkt, en voorts belooft, indien hij nog 10 jaren in het leven blijft, 25 pond gr. Vis. aan het voornoemde gasthuis te zullen betalen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC een ende tachtich opten twaelfsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 535). Met 4 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 330. 1481 October 29. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornblis Jacops zoon Spiungelinck, priester, parochiaan in Noortmonstere, met toestemming van zijn wereldlijken voogd Pieter Pieters zoon Springei.inck, aan gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, 1 gemet lands in Crommenhoecke' parochie, eene erfelijke rente van 9 grooten 'sjaars, gevestigd op eene hofstede op den Wal aan de zuidzijde, en verder alle andere gelden en goederen, die hij nu heeft en later verkrijgen mag, schenkt, in dier voege, dat de renten en andere baten daarvan gedurende zijn leven door hem zelf ontvangen zullen worden. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC een ende tachtich opten negen ende twintichsten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 477). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 331. 1482 April 26. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Cornelis' zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Zoeteman Gillis' zoon den eigendom van de helft van een huis en hofstede in de Corten Dilft, in het geheel bezwaard met 8 schellingen 10 grooten 's jaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende tachtich opten zesse ende twintichsten dach in April. Oorspr. (Inv. nr. 611). Met 3 geschonden schepenzegels in groene 332. 1482 Juli 12. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis Danckaerts zoon, parochiaan in Westcappelle, en Pieter Pieters zoon uuter Hage, parochiaan in Oester-Subburch, als voogden van JjIjskijn Jan Jacops zoon die cupers weeskind, daar Cornelie Bootsacx moeder van was, benevens Jan Stevens zoon en Pieter Jacops zoon, parochianen in Noortmonstere, als voogden van Jan Jacops zoon die cupers twee jongste weeskinderen, daar Maeye Jans dochter moeder van is, erkennen met toestemming van burgemeesters, schepenen en weesmeesters aldaar aan Zoeteman Gillis' zoon een vierendeel van een huis en hofstede in de Corten Dilft aan de noordzijde, in het geheel bezwaard met 8 schellingen 10 grooten 's jaars, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende tachtich opten twaelfsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. ur. 611). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 333. 1488 Maart 23. Keurschepenen in Crommenhoke oorkonden, dat Lauwereis Wouters zoon, parochiaan aldaar, aan Hughe Louwers' zoon, zijn natuurlijken zoon, voor ongeloonden arbeid 2 gemeten lands in drie stukken (1 gemet 15(J roeden, 75 roeden en 75 roeden) aldaar schenkt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCC twee ende tachtich opten drie ende twintichsten dach in Maerte voor Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 478). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 334. 1484 October 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Sanders zoon en Lijsbet Heynricx dochter, echtelieden, parochianen in Noortmonstere, aan gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis en de arme lieden, alle goederen, die zij nu hebben en later verkrijgen mogen, schenken, in dier voege, dat de langstlevende hunner de renten en andere baten daarvan zelf ontvangen zal. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC viere ende tachtich opten dortichsten dach in Octobri. Oorspr. (Inv. nr. 434). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 335. 1486 Februari 28. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacop Jacops zoon die glaesmaker, parochiaan in Westmonstere, aan Clais Pietkkh zoon den eigendom van een achtste deel van een huis en hofstede in de Zeel straat, met het gasthuis aldaar gemeen, met den last, die er op ligt, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vijf ende tachtich opten laetsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 680). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. — Met 1 transtix d.d. 1486 April 11 (zie nr. 337). 336. 1486 Maart 23. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jane en Lijskijn Jans dochters, parochianen te Nyeu-Vlissinge, aan gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal binnen Middelburch, ten behoeve van dat gasthuis en hospitaal, den eigendom van een achtste deel van een huis en hofstede in tSeel straatje, met den last, die er op ligt, overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vive ende tachtich opten drie ende twmtichsten dach in Maerte voer Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 680) Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel m groene was; 2 verloren. 337. 1486 April 11. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Clajs Pieters zoon stierman, parochiaan in Westmonstere, aan gasthuismeesters van het gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van den transportbrief d.d. 1486 Februari 28, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 335) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC ses ende tachtich opten elfsten dach in April. Oorspr. (Inv. nr. 680). Met 2 schepenzegels fl gedeeltelijk eeschonden) in groene was ; 1 verloren. 338. 1486 April 17. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Clais Pieters zoon stierman, parochiaan in Westmonstere, aan gasthuismeesters aldaar ten behoeve van het gasthuis, den eigendom van een vierendeel van een huis en hofstede in de Zeel straat, met het voornoemde gasthuis gemeen, in het geheel bezwaard met 2 schellingen er 'sjaars, overdraagt. 8 Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC zessentachtich opten zeventhiensten dach in Apriil. Oorspr. (Inv. nr. 680). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in eroene was. ' 339. 1486 April 25. Mabia Petrus Daniels zoons dochter schenkt aan het St. Barbara gasthuis te Middelburg al hare goederen onder voorwaarden van eene lijfrente van 20 schellingen gr. Vis. 'sjaars en huisvesting in het gasthuis. 5 Acta fuerunt hec in dicta villa Middelburgensi in sepedicta domo hospitalis pauperum in coquina sita ad partem occidentalem domus sub anno indictione mense die et poutificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo octuagesimo sexto indictione quarta die vero Martis vicesima quinta mensis Aurilis pontificatus sauctissimi in Christo patris ac domini nostri domim Innocencii divina providencia pape octavi anno secundo). Oorspr. (Inv. nr. 41). Met de signatuur van den notaris FeeDERIDUS JACOBU8* ZOOn. N.B. Dit charter is geschonden. 340. 1486 April 25. Poncianus Walterus' zoon, Symon Nycolaus' zoon Sparman en Wilhelmus Petrus' zoon backer, procurators, bestuurders en fabriekmeesters van het St. Barbara gasthuis te Middelburg, nemen de schenking door Maria Petrus Daniels zoons dochter van hare goederen aan het gasthuis gedaan aan en beloven de voorwaarden, waaronder die scheuking gedaan is, te zullen nakomen. Acta fuerunt hec in dicta villa Middelburgensi in dicta domo hospitalis pauperum in coquina sita ad partem occidentalem domus sub anno indictione die mense et pontificatu supra dictis (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo octuagesimo sexto indictione quarta die vero Martis vicesima quinta mensis Aprilis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Innocencii divina providencia pape octavi anno secundo). Oorspr. (Inv. nr 41). Met de signatuur van den notaris Fredericus Jacobus' zoon. 341. 1486 Juni 18. Keurschepenen in der Buttinghe oorkonden, dat Gillis Mioiiiels zoon, parochiaan in Sinte-Mariënkerke, aan zijn broeder Jan Michiels zoon den eigendom van 2624 roeden lands in der Buttinghe parochie overdraagt. Uit was ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende sessentachtich opten achtiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 519). liet 3 schepenzegels in groene was. 342. 1489 Januari 18. Ponce Weuyte, Willem Piers zoon backer en Symon Claeys' ■* zoon Sparman, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over (1488/9) van Jan Michiel (gasthuismeester) af. Upten dortiensten dach in Januario LXXXVIII. Oorspr. achter in Inv. nr. 59. N.B. Geteekend „by begeerte" van Ponce Weuyte en Willem Pikks zoon backer door Symon Claeys' zoon Sparman. 343. 1489 April 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lijsbet van den Dale, parochiane in Noortmonstre, wonende in het Bagijnhof, aan Jan, Maye en Digne Jan Jans zoon Wendelberchs kinderen 6 pond gr. Vis., aan elk der kinderen 2 pond, uit hare gelden en goederen schenkt, in dier voege, dat deze som telkens bij overlijden van een der kinderen op de andere en na doode van de langstlevende van hun drieën op hunne tante Maye ouden Jan AV enuelberchs dochter of hare erfgenamen moet overgaan. Dit was gedaen int jaer ons Heerén M CCCC achte ende tachtich opten viertiensten dach in April voir Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 728). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 344. 1490 Mei 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Lievijns zoon, 24 parochiaan in Westmonstere, aan Jan Michiels zoon, Willem Pi eter backers zoon, Foppe Gheerts zoon en Pieter Pieters zoon Vierloos , gastliuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 202 roeden lands in Westmonster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M GCGG ende tnegentich opten vive ende twintichsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 459). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 345. 1491 October 10. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Poppe P eters zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Jan Michiels zoon, Willem Pi eter backers zoon, Foppe Gheerts zoon en Pieter Pieters zoon Vierloos, gastliuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 13 gemeten 225 roeden lands iu vijf stukken (4 gemeten in Grijpskerke parochie, 4 gemeten aldaar en 200 roeden in Sinte-Aechtenkerke parochie, 1 gemet 75 roeden in Grijpskerke parochie, 3 gemeten in Sinte-Aechteukerke parochie en 225 roeden aldaar) in de Pekelinge en van een huis, staande op de voornoemde 200 roeden lands, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M GGCG een ende tnegentich opten thiensten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 556). Met 3 geschonden schepenzegels iu groene was. 346. 1491 October 10. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Michiels zoon, Willem Pieter backers zoon, Foppe Gheerts zoon en Pieter Pieters zoon Vierloos, gastliuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, aan Jacop Cornelis' zoon den eigendom van een huis in Sinte-Aechtenkerke parochie in de Pekelinge overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M GGGG een ende tnegentich opten thiensten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 681). Met 3 gesehonden schepenzegels in groene was. 347. 1491 October 10. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Pouwels zoon, parochiaan in de Gapinge, aan Jan Michiels zoon, Willem Pieter backers zoon, Foppe Gheerts zoon en Pieter Pieters zoon *Vierloos, gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal in Middelburch, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 1 gemet lands in Sinte-Aechtenkerke parochie in de Pekelinge overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CGGG een ende tnegentich opten thiensten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 549). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 348. 1491 October 10. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Michiels zoon, Willem Pieter backers zoon, Eoppe Gheekts zoon en Pieter Pieters zoon Vierloos, gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, erkennen aan ouden Jan, jongen Jan, Cornelisen Lijsbkt Pieter Claeis' zoons kinderen, erfgenamen van Pietek Claeis Jans zoon in tSer-Olaertskerke, eene erfelijke van 2£ grooten 'sjaars, die het gasthuis op de goederen van deze erfgenamen sprekende had, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC een ende tnegentich opten thiensten dach in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 705). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 349. 1492 Maart 20. Johannes Michaels zoon, mr. Petrus Petrus' zoon Vierloos, Symon Nicolaus' zoon Spairman en Foppe Gerardus' zoon, gasthuismeesters van St. Barbara, begiftigen als collators Wernubus Johannes' zoon Aelbertinck met een dienst in de kapel van dat gasthuis op het altaar van O. L. V. en den Heiligen Jon en Julianus overeenkomstig de hier ingelaschte begiftigingsoorkonde, waarin het altaar genoemd wordt: vOnser Liever Vrouwen, gheheten helpt ende bescarmpt ons Maria van der quale ende van alle tribulatiën", en waaruit blijkt, dat dit officie is gesteld op de inkomsten van het gasthuis en met de hulp van de broeder- en zusterschap gefondeerd is. Acta sunt hec in domo Symonis Nicolai Spairman in Middelburgo sub anno indictione mense die hora loco et pontificatu prescriptis (anno eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo secundo indictione decima vicesima mensis Martii hora completorii vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Innocentii divina providentia pape octavi anno suo octavo). Oorspr. (Inv. nr. 49). Met de signatuur van den notaris Soetemannus JaCOBUS' zoou beek. N.B. Dit charter is zeer geschonden. 350. 1492 Juli 7. Paus Innocentius geeft ten verzoeke van de procurators en gasthuismeesters van St. Maria en St. Barbara te Middelburg aan de leden van het in dat gasthuis gevestigde gilde, ten getale vau 150 personen ten hoogste, ouder zekere voorwaarde aflaat van hunne zonden. Datum Rome apud Sanctum Petrum anno incarnationis dominice millesimo quadringentesimo nonagesimo secundo nonis Julii pontificatus nostri anno octavo. a). Opgenomen iu een vidimus van David van Buhgvndia, bisschop van Traiectum, d.d. 1492 November 28 (zie nr. 351). b). Opgenomen in een vidimus van Cornelils Nicolaus' zoon in den Liebaekt d.d. 1514 November 5 (zie nr. 438). 351. 1492 November 28. David de Bürgundia, bisschop van Traiectum, geeft ten verzoeke van de procurators en gasthuismeesters van St. Maria en St. Barbara te Middelburg vidimus van een brief van paus Innocentius d.d. 1492 Juli 7 (zie nr. 350). Datum anno Domini inillesimo quadringentesimo nonage- 9imo secundo die vero vicesima octava mensis Novembris. Oorspr. (Inv. nr. 51). Het zegel rau den bisschop verloren. N.B. Dit charter is zeer geschonden. 352. 1493 Juni 10. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Clays Ci.ays' zoon Si>arreman, parochiaan in Westmonstere, aan Jan Michiels zoon, Symoen Clais' zoon Sparreman, Loy Pieters zoon en Boüdijn Symoens zoon, gasthuismeesters van het gasthuis en hospitaal aldaar, ten behoeve van dat gasthuis en hospitaal, den eigendom van 4 gemeten 20 roeden lands in vier stukken (1 gemet in Oostcappelen parochie, 150 roeden aldaar, 1 gemet 75 roeden in de Gapinge parochie en in Scellacht maalstede en 1 gemet 95 roeden in de Gapinge parochie) overdraagt. Dit was gedaen int jaar ons Heeren M CCCC drie ende tnegentich opten thiensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 558). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 353. 1493 Juni 11. Wilhelmus Petrus Egidiits' zoons zoon van Gapingen, burger van Middelburg, belooft in tegenwoordigheid van Wilhelmus de Heyck, abt van het St. Maria klooster te Lutzenburg, procurator generalis der orde van St. Benedictus te Rome, zorg te zullen dragen, dat de voorwaarden, waarop door de broederschap Compassionis Virginis gloriose Marie in Campo Sancto de Urbe is toegestemd in de stichting van zulk eene broederschap in de stad Middelburg, met name die betreffende den afstand van ljt der inkomsten van die te Middelburg te stichten broederschap, zullen worden nagekomen. Acta sunt hec Rome in ecclesia Sanctorum Laurentii et Damasi sita ui regione Pacionis sub anno indictione die mense et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo nonagesirao tercio indictione undecima die vero Martis undecima mensis lunii pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexaudri divina providencia pape sexti anno eius primo). Oorspr. (Inv. nr. 52). Met de signatuur van den notaris Goxfridus ScHBurrwiJN van Eepill. 354. 1493 September 6. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Wynen Jans dochter, parochiane in Noortmonstere, aan Jan Michiels zoon, SymonClays' zoon Sparreman, Loy Pieters zoon en Bouwen Symons zoon, procurators en gasthuismeesters van liet hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat hospitaal en gasthuis, een huis en hofstede in de Blankaert straat schenkt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie eude tnegen- tich opten zesten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 600). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. 355. 1493 September 10. Schepenen in Elwoutsdijck wijzen den eigendom van drie stukken lauds, groot 2 gemeten 90 roeden, 1 gemet 225 roeden en 1 gemet 40 roeden aldaar, die Ingel Jans zoon aan Jan Michiels zoon, gasthuisuieester te Middelburch, verkocht heeft, aan laatstgenoemde ten behoeve van het gasthuis aldaar toe. Ghedaen den Xel1 dach Septembri int jair ons Heeren duysendt vierhondert ende drie ende tneghentich. Oorspr. (Inv. nr. 592). Met 3 schepenzegels (1 gedeeltelijk geschonden) in groene was. N.B. Dit charter is geschonden. 356. 1493 September 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Tanne Heynricx dochter, parochiane in Westmonstere, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van de helft van een huis en hofstede in de Noort straat aan de oostzijde, in het geheel bezwaard met 5 schellingen 8 grooten 's jaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende tnegentich opten viventwintichsten dach in Septembri. Oorspr (Inv. nr. 652). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; l verloren. N.B. Óp de rugzijde van dezen brief is aangeteekend, dat bij vonnis van schepenen d.d. 1501 November 3 het recht van gasthuismeesters op den inhoud er van is toegewezen. 357. 1493 October 20. Keurschepenen in den Hayman in de parochie van het Klooster oorkonden, dat Claeis Dommaes' zoon en Jacopmyne Hügen dochter, echtelieden, parochianen in het Klooster, elkander al hunne goederen, die bij overlijden van een hunner boven schulden en bij testament gedane schenkingen achterblijven, schenken in dier voege dat de eigendom dezer goederen na overlijden van de langstlevende op de rechte erfgenamen van hun beiden moet overgaan. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC drie ende tnegentich opten twintichsten dag in Octobry. Oorspr. (Inv. nr. 777). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 358. 1494 Maart 1. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Jans zoon die bontwerkere en Mergriete Jans dochter, echtelieden, parochianen in VV estmonstere, elkander het huis en hofstede Zuuthamton in de Lange .Noort straat aan de oostzijde schenken, in dier voege, dat de eigendom van dit huis na overlijden van de langstlevende voor de helft op Heynrick Jans zoon, broeder van Mergriete voorschreven . en voor de wederhelft op het gasthuis, den Heiligen Geest en de arme huiszitters van Westmonstere aldaar moet overgaan , aan wie ook de eigendom van de eerstbedoelde helft van dit huis moet komen, indien Heynrick voorschreven mocht komen te overlijden zonder kinderen achter te laten. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCJÜC drie ende tnegentich opten eersten dach van Maerte. Opgenomen in een vidimins van burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch d.d. 1500 Februari 28 (zie ur. 378). 359. (1494) Maart 18. Jan Mychiei.s zoon, Loey Pieters zoon en Boewen Seymens zoon, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over (1498/4) van Symoen Claeys' (zoon Sparman, gasthuismeester), af, en erkennen, dat het batig saldo door deze is betaald. Opten dach voernomt (upten XVIIIen dach in Maerte). Oorspr. achter in Inv. nr. 60. N.B. Het jaartal is niet vermeld. 360. 1494 Mei 9. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Aernt Gijsbrechts zoon, parochiaan in Noortmonstere, voor hem zeiven en voor zijne erfgenamen aan Pieter Jans zoon, parochiaan in het Klooster, en diens erfgenamen toestemming verleend om te timmeren op en aan den ooster zijmuur van zijn huis in Spaengen aan de noordzijde van de straat, op voorwaarden, dat er eene goot op dieii muur zal gemaakt en onderhouden worden zonder kosten van Aernt en diens erfgenamen voornoemd. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vier ende tnegentich upten negensten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 669). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 361. 1494 September 6. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Simon Mathijs' zoon, parochiaan in het Klooster, aau gasthuismeesters van Sinte Barbaren, ten behoeve van dat gasthuis, en aan het convent van den derden regel van Sinte Franciscus, genaamd de Bogaerdekijns, beide te Middelburch, elk een vierendeel van een huis in Nyewerkerken parochie in den Oosthouck schenkt, in dier voege, dat Simon voornoemd gedurende zijn leven de renten van dit huis zelf zal ontvangen, en met den last aan gasthuismeesters en aan het convent voorschreven van eene wekelijksche mis gedurende een jaar. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vier ende tnegentich upteu zesten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 687). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. — Met 1 transfix d.d. 1498 Januari 25 (zie nr. 372). 362. 1494 September 26. Symon Nycolaüs" zoon, Johannes Michaels zoon, Eligius Petrus' zoon en Balduinus Symons zoon, gasthuismeesters vau St. Barbara te Middelburg, geven op zekere voorwaarden aan Egidius de Pascua vau Geraldimons, priester, het ambt vau biechtvader dergenen, die zich in dat gasthuis bevindeu, in pacht. Acta fueruut hec Middelburg eiusdem Traiecteusis diocesis dicte ibidem in domo residentie solite Appollonii filii Willebrordi sita in vico supra casken appellato sub anno indictione die mense et pontiticatu prescriptis (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo quarto iudictione duodecima die vero vicesima sexta mensis Septembris pontificatus sanctissimi iu Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno eius tercio). a). Oorspr. flnv. nr. 33). Met de signatuur van den notaris Gekakdis Koel de Clivis. 4). Oorepr. (Inv. nr. 33). Met de signatuur vau den notaris Gerakdus Koel de Clivis. N.B. Bit charter is zeer geschonden. 363. 1494 October 18. Schepenen in Berghen opten Zoom oorkonden, dat Jacop Cornelis' zoon brouwer erkent aan Janne van Hoedonck smid of den houder van dezen brief eene erfelijke rente van 10 schellingen gr. Br. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, schuldig te zijn, waarvoor hij het huis Het wapen van tsHertogenbosch in de Woutsehe straat aldaar verbint. In den jaire ons Heeren duysent vierhondert vier ende tneghentich opten achtiensten dach van Octobri. Oorspr. (Inv. nr. 1364). De schepenzegels verloren. N.B. Dit stuk is gecancelleerd. 364. 1495 Februari 28. Jan, heer van Cruningen, Heemvlyet, Pamele etc., ridder, raad en kamerling van den Roomsch koning en van diens zoon den aartshertog Philips, rentmeester-generaal vau Zeelant, draagt aan Jacop Morel, priester, den eigendom van de helft van een huis in de Langhe Noort straat aan de oostzijde binnen Middelburch, bezwaard met 2 schellingen 10 penningen gr. Vis., aan de grafelijkheid vervallen bij doode van Tanne Gornelis Hughens zoons weduwe, over, en erkent de koopsom van 10 pond gr. Vis. ontvangen te Lebben. Den lesten dacli van Februario int jaer ons Heeren duyst viernondert viere ende tnegentich na den loop slioofs van Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 652). Met het zeer gesehonden zegel van den rentmeester-generaal van Zeelant in roode «as. - Met 2 transfiien d.d. 1501 October 27 (zie nr. 384) en 1507 Juni 2 (zie nr. 415). N 365. 1495 Maart 9. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Maertijn Pieters zoon Vos en Jacopmyne Adriaens dochter, eclitelieden, parochiTen lni ^ °ortmonstere j elkander twee huizen en hofsteden in de J.angen Dilft tegenover het Sinte Barberen gasthuis met delasten, die er op liggen, het beste bed en lijfkleeren schenken, in dier voege dat de eigendom van deze huizen na overlijden van de langstlevende op de rechte erfgenamen van hun beiden moet overgaan Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vierentnegentich opten negensten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 618). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 366. 1495 April 15. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Heynrick Heynricx zoon, parochiaan in Westmonstere, en Faes Denis' zoon, parochiaan in Aoortmonstere, aan Clays Dommis' zoon den eigendom van een een en twintigste deel van een huis en hofstede in de öer bheer straat aan de westzijde, in het geheel bezwaard met 15 grooten sjaars, en 80 roeden lauds in den Hayman van de Klooster parochie overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCC vierentnegentich opten vijftlnensten dach in April voer Paeschen. Oorspr. (Inv. nr. 494). Met 2 schepenzegels in groene was; 1 verloren. 367. 1496 April 15. Maerten 1 ieters zoon Vos, Bouwen Symoens zoon en Matheeds , wereys zoon, gasthuismeesters van St. Barbara te Middelburch, bevestigen de hier mgelaschte voorwaarden, waaronder zij zich bereKlliebb.cn verklaard Jan Michiei.s zoon van der Buttingen, plattijmnaker, zijn leven lang als provenier in het gasthuis op te nemen, onder welke voorwaarden voorkomt eene schenking van den voornoemden Jan Michiels zoon aan het gasthuis van circa gemeten lauds in twee stukken (1 gemet 75 roeden en 262* roeden) onder de heerlijkheid van der Buttingen en verder alles wat hem nog mocht aanbesterven en wat hij met zijn ambacht, dat hij binnen het gasthuis moet uitoefenen, zal verdienen. Acta fuerunt hec Middelburg Traiectensis diocesis dicte in domo residentie dicti Martini in opposito respectn hospitalis predicti sita sub anno indictione die mense et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdein Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto indictione decima quarta die vero decima quinta inensis Aprilis pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno eius quarto). Oorspr. Inv. nr. 42). Met de signatuur van den notaris Gebakdus Koel de Clivis. 368. 1496 Juni 26. Keurscliepenen in Ooster-Zubburch oorkonden, dat Claes Cornelis' zoon en Gillis Pieters zoon aan heer Willem Jans zoon den eigendom van een huis aldaar overdragen. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCC ende sesse ende tuegentich opten sesse ende twintichsten dach in Junius. Oorspr. (Inv. nr. 689). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 369. 1497 September 19. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch oorkonden ten verzoeke van gasthuismeesters van het hospitaal aldaar, dat wijlen Jan Willems zoon Vierloos bij testamentaire beschikking aan zijn neef Predrick Jans zoon vijftien twee en dertigste deelen van het huis De Cleyn Cogge en 5 gemeten lands in Ovezant parochie geschonken heeft, onder voorwaarde, dat, indien Fredrick voornoemd kinderloos mocht komen te overlijden, de eigendom dezer goederen op het gasthuis van Middelburch moet overgaan. Opten XlXeu dach in Septembry int jaer ons Heeren M CCCC zevenen tnegentich. Oorspr. (Inv. nr. 593). Het zegel ten zaken der stad Middelburch verloren. 370. 1497 October 5. Piet er Clais' zoon van Zandijck, prior, en het klooster der heremieten van St. Augustinus te Middelburch nemen op de voorwaarden, vervat in den brief, welke hier in de origineele akte was gelascht, aan om wekelijks zeven missen op het O. L. V. altaar in de kerk van het O. L. V. gasthuis te Middelburch, gesticht door Willem Adriaens zoon Bisscop, te vieren. Gesciet te Middelburch in onsen doester voirscreven int jair nae der gebuerten ons Heeren M CCCC XCVII in die XV' indictie opten vijfsten dach van October, pausdom des alreheilichste in Christo vaeders ende heeren ons heeren Alex anders by der godlicker voersienicheit paus die seste in zijn seste jair. Vertaling uit het latijn in de landstaal van den notaris Gekard Koel de Clivis op papier (Inv. nr. 50). 371. 1497 December 4. Willebordüs Martin us' zoon bevestigt onder eede in het gerecht van den provisor en deken van Wallacria ten verzoeke van de gasthuismeesters der St. Barbara kapel te Middelburg de juistheid der door hem opgemaakte rekening. Anno a nativitate Domini millesimo CCCOXCVH" mensis Decembris die quarta. Oorspr. in Inv. nr. 60. 372. 1498 Januari 25. Simox Mathias zoon, burger te Middelburg, draagt aan ga*thuismeesters van St. Barbara en het klooster der Bogarden van den derden regel van St. Franciscus aldaar, elk voor de helft, de helft van een huis in Nieuwerkircke parochie over onder last van eene wekelijksche mis na zijn overlijden, nader beschreven in den brief d.d. 1494 September 6, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 361) en hij vermaakt hun bovendien de helft van al zijne roerende goederen mits zijne echtgenoot Bartha Reygers dochter daardoor geene schade lijde,, alles onder de voorwaarde, dat hij tot zijn dood in liet bezit van zijne roerende en onroerende goederen blijft. Acta sunt liec in domo Symonis predicti anno die meuse et poutiticatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo octavo indictione prima die vero vicesima quinta mensis Januarii pontilicatus sanctissimi in Christo patris e domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno eius quinto). Oorspr. (Inv. nr. 687). Met de signatuur van den notaris Wolfardl'8 Alexanders zoon. N.B. Het regeeringsjaar van den paus is eene eenheid te laag gesteld. 373. 1498 April 27. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Adhiaen Soeteman Iïillis zoon, parochiaan in Noortmonstere, aan Lambrkcht Willems zoon den eigendom van anderhalf vierendeel van het huis en hofstede Den Hart in de Corten Dilft, in het geheel bezwaard met schellingen 2 grooteii Vis. 's jaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCüC achtentnegentich opten zeven ende twintichsten dach in April. Oorspr. (Inv. nr. 611). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 374. 1498 April 27. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Gillis Cornelis' zoon, parochiaan in W estmonstere, recht en aanvaarding eischt van den eigendom van anderhalf vierendeel van het huis en hofstede Den Hart in de Corten Dilft aan de noordzijde, dien zijn neef Adriaen soeteman Gillis' zoon aan Lambrecht Willems zoon heden verkocht heeft. Dit was gedaeu int jaer ons Heeren M CCCC achtentnegentich opten zevenentwintichsten dach in April des avents tusschen zesse ende zeven uuren na der noene. Oorspr. (Inv. ur. 611). Met 2 schepenzegels in groene was; 1 verloren. 375. 1498 October 28. Schepenen in Berghen opten Zoom oorkonden, dat Symon Jans zoon van Tarente nestelmaker erkent aan Jacobe Cornelis' zoon bierbrouwer of den houder van dezen brief eene erfelijke rente van 7 schellingen 6 penningen gr. 13r. 's jaars, losbaar tegen den penning 16, schuldig te zijn, waarvoor hij het huis Het wapen van den Bossche in de Woutsche straat aldaar, zooals hij dit 20 April 1.1. voor de vierschaar van Jacobe voorschreven ontvangen heeft, verbint. In den jaire ons üeeren duysent vierhondert achte ende tneghentich opten drieentwintichsten dach der maent van Octobri. Oorspr. (Inv. nr. 1364). De 2 schepenzegels verloren. N.B. Dit charter is gecancelleerd. 376. (14)99 Maart 5. Boewen Seymens zoon, Marten Pieters zoon en Matbds Laubrijs' zoon, gasthuismeesters, hooren de rekening vau het gasthuis over (1498/9) van Loey Pieters zoon (gasthuismeester) af. Oep den viefsten daech vaen Maerte aenno XCVIII na srriven sthoefs vaen Hoellaent. Oorspr. achter in Inv. nr. 61. 377. 14 Schepenen in Capryke doen te weten, dat Jan Lampaert de oude Cornelis' zoon en zijne echtgenoot Cornelie aan Pietre Goethals den eigendom van de helft eener hofstede met 6 gemeten 28 roeden lands aldaar, in het geheel bezwaard met 39 schellingen 4 penningen, 36 schellingen en 20 schellingen Par. 's jaars, overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren duust vierhondert Oorspr. (Inv. nr. 864). De 3 schepenzegels verloren. — Met 1 transfix d.d. 1538 Januari 31 (zie nr. 495). N.B. Dit charter is door vocht zeer geschonden en op sommige plaatsen geheel onleesbaar. 378. 1500 Februari 28. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch geven vidimus van een brief d.d. 1494 Maart 1 (zie nr. 358). Opten XXVllIen dach in Februario int jaer ons Heeren M CCCC negen ende tnegentich na tscriven shoefs van Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 653). Met het geschonden zegel ten zaken der stad Middelburch in groene was. 379. 1500 April 10. Marien Piebs zoon die Vos, Mateus Laurijs' zoon en Boewen Seymens zoon, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over (1499/1500) van Loey Pieters zoon (gasthuismeesteri af. Oepten tyenden daech vaen Aperel aenno XCIX naer scriven schoef vaen Hoellaent. Oorspr. achter in Xnv. nr. 62. 380. 1500 Juli 27. Corneliüs Petrus' zoon, Geerbrandus Adriands' zoon de Colster, Matheus Laurentids' zoon en Adrianus Adrianus' zoon, gasthuismeesters van St. Barbara, machtigen na het overlijden van Petrus Egidius' zoon van Gapingen Eligius Petrus' zoon, burger van Middelburch, tot het voortzetten der betrekkingen met de broederschap Campi Sancti de Urbe te Rome. Acta fuerunt hec Middelburch in Zeelandia inibi in dicto hospitaü sub anno indictione die mense hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quingentesimo die vero vicesima septima mensis Julii indictione tercia hora circa meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno eius octavo). Oorspr. (Inv. nr. 52). Met de signatuur van den notaris GkKAHDUS KOELL DE CLIVIS. 381. 1500 December 1. Provisor en deken van Wallacria heft het arrest, door hem gelegd op de nagelaten goederen van Corneliüs Heynricus' zoon, priester, die zonder testament gemaakt te hebben overleden is, waardoor zijne goederen aan den bisschop en den aartsdiaken van den Dom te Traiectum vervallen waren, op en machtigt zijne erfgenamen over die goederen vrijelijk te beschikken. , Datum Middelburg anno Domini millesimo quingentesimo die prima mensis Decembris. Oorspr. (Inv. nr. 787). Met het geschonden zegel van den provisor en deken in groene was. 382. 1501 April 8. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Clays Gillis' zoon, parochiaan in Hoogelande, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis binnen Middelburch, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van 100 roeden lands in Hoogelande parochie en in Biggenkerke maalstede overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert opten achtsten dach in April voir Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 490). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 383. 1501 Mei 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Adriaens zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Jan Clais' zoon Dint den eigendom van 1 gemet 260 roeden lands in twee stukken (1 gemet 18 roeden en 242 roeden) in Brigdamme parochie overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende een opten negentiensten dach in Meve. Oorspr. (Inv. nr. 527). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 384. 1501 October 27. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacop Mobel, priester, kanunnik van de St. Pieters kerk aldaar, met toestemming van zijn wereldlijken voogd Pieter Dint Clays' zoon, aan Anthonis Baveston, klerk van den heer van Cruningen, den eigendom van den transportbrief d.d. 1495 Februari 28, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 364) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duust vijfhondert ende een opten zevenentwintichsten dach in Octobri. Oorspr. (Inv. nr. 652). De 3 schepenzegels verloren. — Met 1 trausfix d.d. 1507 Juni 2 (zie nr. 415). 385. 1502 Januari 7. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Heynrick Jans zoon van der Velt, wonende zoo hij zegt te Ghent in Vlaanderen, erkent aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis binnen Middelburch, ten behoeve van dat gasthuis, alle voordeelen, recht en actie, die hij gedurende zijn leven heeft op de helft van het huis en hofstede Zuuthamton in de Lange Noort straat, met het gasthuis, den Heiligen Geest en de arme huiszitters van Westmonstere gemeen, in het geheel bezwaard met 6 schellingen 9 grooten 's jaars, verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende een opten zevensten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 653). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 386. 1502 April 22. Schepenen en keurheeren van Hondscote doen te weten, dat Franchoih Puessin en zijne echtgenoot jonkvrouw Jakomyne aan Dieric Venant den eigendom van twee rentebrieven d.d. 1422 Juli 16 en 1422 Juli 20 en van den transport d.d. 1478 Juli 80, waardoor deze gestoken is, (zie nrs. 91, 92 en 302) overdragen, maar slechts tot een bedrag van 10 pond 17 schellingen 1'ar. van de daarin begrepen erfelijke renten van 16 pond 2 schellingen 'sjaars, waarvan de overige 5 pond 5 schellingen toebehooren aan Passciiier, het kind van Franssois voorschreven. (Zie nr. 424). Up den twee ende twintichsten dach van April int jaer ons Heeren duust vijfhondert ende twee naer Paesschen. Oorspr. (Inv. iir. 831). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 387. 1502 Mei 8. Pieter van dke Capellen, abt, en het O. L. V. klooster te Middelburch verzekeren Matkin Wouters dochter eene lijfrente van 6 pond gr. Vis. 'sjaars als koopsom van alle de huizingen met hofstede, genaamd De Stove, op den Wal, die Matkin voorschreven aan het klooster verkocht heeft. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende twee opten achtsten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 788). Met het gesehonden zegel van den abt in roode was en dat van het klooster in groene was. 388. 1502 Mei 27. Willem Jans zoon, priester, kapellaan en koster van OisterZouburch, wederroept alle door hem vroeger gemaakte testamenten en gedane schenkingen en begeert, dat alleen de giften 11a datum van dezen gegeven van waarde zullen zijn. Dit was gedaen ten jaere dage maeude indictie ende pausdom als voeren (int jaer van den geboerten desselfs Heeren duust vijfhondert ende twee in de vijfste indictie den zevenentwintichsten dach in Meye paeusdom des alderheylichsten in Christo vaders ende heeren ons heeren Alexander by der godlicker voirzienicheit paeus de zeste van dier namen int negenste jaer van zijnder coronatiën. Oorspr. (Inv. nr. 689). Met de signatuur van den notaris Petkus Dint Nicolaus' zoon. N.B. Het pausjaar is niet juist; het 9de jaar van Alexandek VI liep van 26 Augustus 1500 tot 25 Augustus 1501. 389. 1502 Mei 81. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Willem Jans zoon, priester, parochiaan in Oister-Zouburch, met toestemming van zijn wereldlijken voogd Boudin Jacops zoon aan Adriane Doen Jans zoons dochter een huis met boomgaard aldaar schenkt in dier voege, dat de eigendom van dit goed moet overgaan na doode van Adriane voorschreven op Afchte, natuurlijke dochter van heer Willem en Adriane voornoemd, en bij kinderloos overlijden van A echte voorzeid op het gasthuis in Middelburch met last van eene wekelijksche mis gedurende drie jaren. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M ÜOCÜC ende twee opten laetsten dach in Meye. Oorspr, (Inv. nr. 689). -Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in gele was. 390. 1502 November 24. Mr. Michael Brandt, priester, gemachtigde van het kapittel van St. Martinus te Zubburch eener- en Walrandus de Teneramunda, Matheus Laurencius' zoon en Petrus Jacobus' zoon, gasthuismeesters van het St. Barbara gasthuis te Middelburg, ook uit naam van hun ambtgenoot Fligiüs Petrus' zoon, anderzijds komen overeen omtrent de voorwaarden, waaronder gasthuismeesters een derde der goederen, die zij van den gardiaan en het klooster der orde van St. Franciscus te Middelburg ontvangen hebben, aan het kapittel overdragen. Acta sunt hec in opido Middelburgensi (in) domo mee habitationis (anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo secundo mensis vero Novembris die vicesima quarta indictione quinta pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providencia pape sexti anno undecimo). Oorspr. (Inv. ur. -148 . Met de signatuur van den notaris Kemigius Sezin de Hazebkolc. 391. 1502 December 2. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacop Zoetkman Gillis' zoon, parochiaan in Noortmonstere, met toestemming van zijn oom Lambrecht Wili.ems zoon Boogaeiit en van zijn neef Gillis Cornelis' zoon benevens van weesmeesters aldaar zich verbindt om in het gasthuis te wonen en te dienen zonder over //haestige ziecten" te moeten gaan, en voorts aan Loy Pieters zoon, Walrant van Denremonde, appotecare, Mattheus Lauwereys' zoon en Pieter Jacops zoon, gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van de arme lieden, drie vierendeel van het huis en hofstede Den Hart in de Corten Dilft schenkt, terwijl gasthuismeesters beloven Jacop voorschreven gedurende zijn leven in het gasthuis te zullen onderhouden en hem uit zijne schulden te zullen helpen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende twee opten tweesten dach in Decembri. Oorspr. (Inv. nr. 43). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 392. 1502 December 10. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburg oorkonden, dat mr. Remigius Sezin, burger der stad, krachtens pauselijke en kerkelijke aanstelling openbaar notaris is en gerechtigd tot het opmaken van openbare akten. Datum decima die mensis Decembris anno Domini millesimo quingentesimo secundo. Oorspr. (Inv. nr. 34). .Met het geschonden zegel ten zakeu der stad Middelburg in groene was. 393. 1503 Juni 3. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Jans zoon die smit en Lijsbeth Wouters dochter, echtelieden te Aremuden, elkander een huis met winkeltje aldaar schenken, in dier voege, dat de eigendom van dit goed na overlijden van de langstlevende op de rechte erfgenamen van hun beiden moet overgaan. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende drie opten derden dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 682). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. 394. 1503 Juni 14. De officialen van het hof en van den aartsdiaken van den Dom te Iraiectum gelasten in het geschil tusschen le Katherine Uterloes en haar zoon heer Anthonius, 2e de gasthuismeesters van St. Barbara, 3e de Heilige-Geestmeesters in de Klooster parochie, 4' dekens en kapittels van St. Petrus en St. Martinus te Middelburg en 6C de meestersche en het klooster Jherusalem van de derde orde van St. Franciscus aldaar over goederen, afkomstig van de Minderbroeders aldaar, ten verzoeke van de sub 3, 4 en 5 genoemde autoriteiten, extracten en afschriften te maken van de bewijsstukken , berustende onder andere door die autoriteiten aan te wijzen personen. Datum anno Domini millesimo quingentesimo tercio die vero quarta decima mensis Junii. Afschrift van den notaris Pe(trus) Sergent op panier. (Inv nr. 448). 395. 1503 Juli 26. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lijsbeth Gornelis Jans z^oon Blomaerts weduwe als principaal en Matheeus Lauwereys' zoon als borg, parochianen in Noortmonstere, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van een vierendeel van het huis en hofstede Den Hart in de Gorten Dilft, met het gasthuis gemeen, in het geheel bezwaard met 6 schellingen 2 grooten 's jaars, overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende drie opten zessentwintichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 611). Met 2 zeer geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 390. 1503 Augustus 4. iiUGins Petrus zoon, Judocus Arnoldus' zoon, Johannes Jacobus zoon en Petrus Jacobus' zoon, gasthuismeesters van St. Barbara te Middelburg, vergunnen aan Cornelius Henricus' zoon, priester, levenslang te wonen en onderhouden te worden in het gasthuis mits hij 5 pond gr. Vis. besteedt aan meubelen in zijne kamer en in vier termijnen 20 pond gr. Vis. betaalt, en dragen hem de bediening van het O. L. V. altaar, gemeenlijk «de Languore" genoemd, op. Acta fuerunt hec Middelburg in dicto hospitali sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quingentesimo tercio indictione septima meusis Augusti die vero quarta hora nona ante meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno eius undecimo). Oorspr. (Inv. nr. 44). Met de signatuur van den notaris Gekakdvs Koel de Clivis, priester. N.B. Het indictiecijfer is fout; het had 6 moeten zijn. 397. 1503 September 18. Eligiüs Petrus' zoon, Judocüs Arnoldus' zoon, Johannes Jacobus zoon en Pktrus Jacobus' zoon, gasthuismeesters van St. liarbara, geven aan Anthonius de Vos, Anthonius van den Berghe en Ïjgidius Olardus' zoon, Heilige-Geestmeesters van de St. Nicolaus kerk te Middelburg overeenkomstig de beschikking van de officialen van het hof en den aartsdiaken van den Dom te Traiectum zekeren schepenbrief van Middelburg betreffende eene stichting van Johannes Uterloes over, en de Heilige-Geestmeesters beloven gasthuismeesters te zullen vrijwaren voor alle schade, die daaruit mocht voortvloeien. Acta fuerunt hec in dicto opido Middelburgensi ibidem in domo residencie mei notarii publici subscripti scilicet dominorum Theotonicorum sub anno indictione mense die et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quingentesimo tercio indictione sexta mensis Septembris die decima tercia pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providencia pape sexti anno duodecimo). Oorspr. (Inv. nr. 448). Met de signatuur van den notaris Petrus Skhgent. 398. 1503 November 22. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Katherink Gillis' dochter Heynrick Jans zoon vpn Lonnen weduwe, parochiane in Noortmonstere, aan gasthuismeeaters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, alle goederen, die zij bij overlijden boven schulden zal achterlaten, schenkt onder voorwaarden, dat gasthuismeesters aan Katherine voorschreven gedurende haar leven elke week 6 grooten Vis. zullen betalen en haar na overlijden zullen begraven. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende drie opten tweeëntwintichsten dach in Novembri. Oorspr. (Inv. nr. 706). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 25 399. 1504 Maart 7. Johannes Counelius' zood, priester, komt met Eligius Petrus' zoon, Judocus Ahnoldits' zoon, Johannes Jacobus' zoon en Petrus Jacobus' zoon, gasthuismeesters van St. Barbara te Middelburch, overeen om tegen betaling van 32 pond gr. Vis. en inbrenging van meubelen ter waarde van 6 pond als provenier in het gasthuis te wonen. Acta fuerunt hec Middelburch in dicto hospitali sub anno indictione mense die et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quingentesimo quarto indictione septima ac die septima mensis Martii pontificatus sanctissimi in (Christo) patris et domini nostri domini Julii divina providentia pape secundi anno eius primo). Oorspr. (Inv. nr. 45). Met de signatuur van den notaris Gerardus Koel db Clivis, priester. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 400. 1504 April 2. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Loy Pieters zoon en zijne echtgenoot Cornelie Jan Aimuaens zoons dochter, parochianen in Noortmonstere, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, een huis en vrije hofstede op de Burch schenken. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende drie opten tweesten dach in April voir Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 603) Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 401. 1504 October 29. Schepenen in dampen oorkonden, dat Jan Oornelis' zoon, priester aldaar, met een wereldlijken voogd erkennen aan gasthuismeesters te Middelburch in Zeelant ten behoeve van de armen 6 gemeten 241 roeden lands in drie stukken (2 gemeten 41 roeden, 4 gemeten, en 200 roeden) verkocht te hebben. In die jaren ons Heeren dusent vijfhondert ende viere den negen ende twintichsten dacli in die maent van Octobri. Oorspr. (Inv. nr. 588). Met 3 schepenzegels (van Cornelis Adriaïns zoon (gedeeltelijk geschonden), Gillis Oerts zoon gedeeltelijk geschonden) en Jacop Jacops zoon) in groene was. 402. 1505 Maart 7. Symon Mathias' zoon, gezegd Orangen, geboortig uit Austria, burger van Middelburg, bevestigt onder eede, dat hij uiteen wettig huwelijk geboren is. Acta fuerunt hec in domo dicti Symonis filii Mathie anno die mense et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quingentesimo quinto indictione octava die vero mensis Marcii septima pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Julii divina providentia pape secundi anno eius secundo). Oorspr. (Inv. nr. 789). Met de signatuur van den notaris Wolfaedus Alexandees zooii, priester. 403. 1506 Juni 7. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pietkr oude Pieters zoon, parochiaan in Westmonstere, aan Pieteb Clays' zoon de bierwercke den eigendom van de helft van een huis en hofstede in de Gis straat, in het geheel bezwaard met 4 schellingen gr. 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende vijfve opten zevensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 632). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. — Met 1 transtix d.d. 1506 Juli 16 (zie nr. 409), waardoor deze transportbrief tevens verbonden is aan 2 andere d.d. 1505 September 25 (zie nr. 404) en 1505 November 20 (zie nr. 405). 404. 1505 September 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis Laüwereys' zoon de metselaer, parochiaan in Noortmonstere, aan Geleyn Hugkn zoon den eigendom van twee naast elkander staande huizen en vrije hofsteden met een zijmuur in de Sinte Jan straat overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende vijfve opten vivenentwintichsten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 632). Met 3 geschonden schcpenzegels in groene was. — Met 2 transtixen d.d. 1505 November 20 (zie nr. 405) en 1506 Juli 16 (zie nr. 409), waardoor deze transportbrief tevens verbonden is aan een andere d.d. 1507 Juni 7 (zie nr. 403). 405. 1505 November 20. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Geleyn Hugen zoon de bierwerckere, parochiaan in Noortmonstere, aan Pieter Clays' zoon de bierwerckere den eigendom van den transportbrief d.d. 1505 September 25, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 404) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende vijfve opten twintichsten dach in Novembri. Oorspr. (Inv. nr. 632). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. — Met 1 transfix d.d. 1506 Juli 16 (zie nr. 409), waardoor deze transportbrief tevens verbonden is aan een andere d.d. 1505 Juni 7 (zie nr. 403). 406. 1506 Januari 22. Loey Pieters zoon, Joess Arents zoon en Jan Jacops zoon (gasthuismeesters) hooren de rekening van het gasthuis over (1505/6) van Pieter Jacops zoon (gasthuismeester) af. Op den XXIIsten dach van Januario anno XVC ende vive. Oorspr. achter in Inv. nr. 68. 407. 1506 Maart 24. Prior, subprior en conventualen van de Augustijnen binnen Middelburch dragen hunne aanspraken op den eigendom van een huis en hofstede in de sGrave straat, die zij uit krachte eener vroegere schenking na doode van Pieter Clays' zoon de bierwereker en diens echtgenoot Lijsbeth zouden verkrijgen, aan Pieter voorschreven over. Dit was gedaen upten vierentwintichsten dach in Maerte int jaer ons Heeren duust vijfhondert ende zesse. Oorspr. (Inv. nr. 629). Het zegel van het gemeen convent verloren. 408. 1506 Maart 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Katherine Pieteks dochter en Jacop Pieter Gornelis' zoon, parochianen te NyeuVlissinge, laatstgenoemde voor Lijskin Berwout Piers zoons weeskind, erkennen aan gasthuismeesters van het gasthuis binnen Middelburch, ten behoeve van dat gasthuis, 100 roeden lands in Wester-Zouburch parochie verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M GCCCG ende vive opten dertichsten dach in Maerte voir Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 502). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 409. 1506 Juli 16. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Clais' zoon de bierwerekere, parochiaan in Westmonstere, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van drie transportbrieven d.d. 1505 Juni 7, 1505 September 25 en 1505 November 20, waardoor deze gestoken is, (zie nrs. 403, 404 en 405) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCGC ende zesse opten zestliiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 632). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 410. 1506 Juli 16. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Clais' zoon de bierwerekere, parochiaan in Westmonstere, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van een huis en hofstede in de sGrave straat met den last, die er op ligt, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CGCCC ende zesse opten zestliiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 629) Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 411. 1507 Februari 1. Vicedeken en het kapittel van St. Petrus te Middelburg, Jacobüs Voet en Gabriel Jacobüs' zoon, kanunniken van St. Martinus te Westerzubburgh, als vertegenwoordigers van deken en kapittel, en Johannes Jacobüs' zoon, gasthuismeester van St. Barbara, ook uit naam zijner medegasthuismeesters, komen overeen, dat de gasthuismeesters zekeren schepenbrief der stad Middelburg onder hunne bewaring zullen houden, waartegen de kapittelen van St. Petrus te Middelburg en St. Martinus te Westerzubburgh voor gasthuismeesters zullen optreden in het proces, hun aangedaan door Anthoniüs Uterloes, priester, voor den deken van St. Petrus te Traiectum, als gedelegeerden rechter van den paus. Acta fuerunt liec in loco capitulari solito dicte ecclesie Sancti Petri Middelburgensis sub anno indictione mense die et pontificatu quibus supra (anuo a uativitate eiusdem Domini millesiino quingen- tesimo septimo indictione decima mensis Februarii die prima pon- tificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Julii divina providencia pape secundi anno quarto). Oorspr. (Inv. nr. 448). Met de signatuur van den notaris Petrus Sergent. 412. 1507 Februari 16. Baljuw, laten en onderzaten van den minister van het klooster der Triniteit te Hondscote doen te weten, dat Jan de Weeze en zijne echtgenoot Peryne aan Joris den Dekin den eigendom van 150 roeden lands benoorden Hondscote, bezwaard met 18 schellingen Par. 'sjaars, overdragen. Up den zestiensten dach in Sporkele int jaer vichtienehondert en de zesse. Oorspr. (Inv nr. 832). De 6 zegels van baljuw en laten verloren. 413. 1507 Februari 20. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornei.is Mercx zoon, Jan Stevens zoon, als echtgenoot van Aechte Merck Pi krs zoons dochter, parochianen in Hoogelande, en Pieter Mercx zoon, parochiaan in de Buttinge, erkennen aan de mater en het gemeen convent van de zusteren Bachten tsGravenhove binnen Middelburch den eigendom van 10 gemeten lands in de Buttinge en elders gelegen, die hunne innocente zuster Mayken Merck Pieters zoons dochter bij doode harer ouders waren aangekomen, te hebben afgestaan voor de bewaring en verzorging gedurende haar leven van Mayken voorschreven, waartoe genoemde zusters zich bij een schepenbrief verbonden hebben, en voorts toestaan, dat, indien hunne voorzeide zuster eenig goed mocht aanbesterven, het voorschreven convent daarvan zijn deel ontvangt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende zesse opten twintichsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. nr. 520). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 414. 1507 Maart 12. Schepenen in Nyeuwerkercke parochie in den Oosthouck wijzen den eigendom van een huis aldaar, waar niemand huur of koop aan heeft, aan Maertijn Jans zoon, alias Cooman Maertijn, toe. Dit was ghedaen int jair ons Heeren vijftienhondert ende zesse opten twaelfsten dach in Maerte voir Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 688). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 415. 1507 Juni 2. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Anthonis Baveston, parochiaan in \\ estmonstere, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van twee transportbrieven d.d. 1495 Februari 28 en 1501 October 27, waardoor deze gestoken is, (zie nrs. 304 en 384) overdraagt. Dit was gedaeu int jaer ons Heeren M CCCCC ende zevene opten tweesten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 652). Met 1 schepenzegel in groene was; 2 verloren. 416. 1509 Juli 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Anthonis Jans zoon Montfraut en Diericke Jans dochter, echtelieden, parochianen in liet Klooster, elkander de helft van het huis Dat Lammeken en acht verschillende losrenten van 30 schellingen gr., 2 pond gr. en 25 schellingen gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 14, en 21 schellingen gr., 12 schellingen 11 grooten, 12 schellingen 10 grooten, 8 schellingen 5 grooten en 20 schellingen gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, gevestigd op verschillende personen, schenken, in dier voege, dat de eigendom dezer goederen na overlijden van de langstlevende moet overgaan : het deel van Anthonis voorschreven op wie hij het bij testament vermaken zal, en het deel van Diericke voornoemd op hare drie kinderen: meester Erassemus, Aechte en Leenken Cornelis' kinderen, mits dat deze hunne zuster jonkvrouw Marie Cornelis' dochter, non te Kerckwerve, 3 pond gr. 'sjaars lijfrente verzekeren. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende negene opten negenthiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 614). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 417. 1509 December 5. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Anthonis Jans zoon Montfraut, parochiaan in het Klooster, onder den na te noemen last al zijne na te laten roerende goederen en de in de schenkingsbrief d.d. 1509 Juli 19 (zie nr. 416) vermelde ■ perceelen renten voor twee derden aan zijn natuurlijken zoon Heynrick, daar Lijsbeth Jans dochter moeder van was, en voor één derde aan het gasthuis aldaar schenkt, onder bepaling, dat Heynrick voorschreven het bezit en vrije gebruik dezer goederen eerst zal krijgen als hij 24 jaren oud en een jaar priester zal zijn geweest, of ten huwelijk gekomen kinderen zal hebben, genietende vóór dien tijd alleen de renten daarvan onder toezicht van gasthuismeesters, op wie ten behoeve van de arme lieden ook het twee derden der goederen zal overgaan, indien die niet aan Heynrick voornoemd mochten komen, met den last om uit alle goederen eene eeuwigdurende wekelijksche mis op het altaar van O. L. V. van de Zeven weeën aan de noordzijde van de kerk van Westmonstere te fondeeren, bij bezwaar waartegen de Heilige-Geestmeesters aldaar in alle rechten van het gasthuis kunnen treden. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende negenen opten vijfsten dach in Decembri. Oorspr. (Inv. nr. 707. Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 418. 1510 September 20. Pauline van den Mole, abdis, en het jonkvrouwen klooster van Waterlooswerve erkennen aan Florys Jans zoon van de Waerde, priester, een zesde van een derde deel van een huis en hofstede binnen Middelburch in Spaengnen, in het geheel bezwaard met 8 grooten Vis. 'sjaars, verkocht te hebben. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende thiene den XXte in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 669). Het zegel van het gemeen convent verloren. — Met 1 transfix d.d. 1525 Juni 17 (zie nr. 468), waardoor deze transportbrief tevens verbonden is aan 2 andere d.d. 1510 September 23 (zie nr 419) en 1512 Januari 2 (zie ur. 427). 419. 1510 September 23. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Ykven zoon en zijne echtgenoot Willemine Arent Ghijsbrechts zoons dochter, parochianen in Noortmonstere, aan Floris Jans zoon van de Waerde, priester, den eigendom van een zesde van een derde deel van een huis en hofstede in Spaengnen, in het geheel bezwaard met 8 grooten 'sjaars, overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende thiene opten drientwintichsten dach in Septembri Oorspr. (Inv. nr. 669). Met 3 gedeeltelij k geschonden schepenzegels in groene was. —- Met 1 translix d.d. 1525 Juni 17 (zie nr. 468), waardoor deze transportbrief tevens verbonden is aan 2 andere d.d. 1510 September 20 (zie nr. 4181 en 1512 Januari 2 (zie nr. 427). 420. 1510 December 2. Schepenen en keurheeren van Berghambacht doen te weten, dat Jacop Pennincbroot en zijne echtgenoot Jossyne aan Jacop Coppin den eigendom van drie vierendeel lands in Rexponde parochie overdragen. Lp den tweesten dach van Decembre int jaer ons Heeren duust vijfhondert ende tienne. Oorspr. (Inv. nr. 833). De 5 schepenzegels verloren. 421. 1510 December 2. Schepenen en keurheeren van Berghambacht doen te weten, dat W illem Lammin en zijne echtgenoot Cathelyne aan Jacop Coppin den eigendom van 1 gemet lands in Rexponde parochie overdragen. Up den tweeden dach van Decembre int jaer ons Heeren duust vijfhondert ende tienne. Oorspr. (Inv. nr. 833). De 5 schepenzegels verloren. 422. 1510 December 4. Jan Jans zoon van Diest, Willem Willems zoon, Jacop Jacops zoon Borsselaue en Gillis Oellaerts zoon, procureurs en gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis van Middelburch, verzekeren bij wijze van verkoop aan Jan Jans zoon de smit en Lijsbeth Wouters dochter, echtelieden, poorters aldaar, gedurende hun leven kost en inwoning op eene gestoffeerde kamer met vuur en licht in het gasthuis voor eene som van 25 pond gr. Vis. direct, 35 pond gr. Yls. in vijf jaarlijksche termijnen, 12 pond gr. Vis. bij overlijden van Lijsbeth voorschreven en den eigendom van de helft van twee huizen tAremuden, in dier voege dat de baten dezer huizen gedurende het leven van Jan en Lijsbeth door hen zelf ontvangen zullen worden en de voornoemde som van 35 pond gr. Vis. evenredig zal verminderd worden, indien een hunner vóór de afbetaling daarvan mocht komen te overlijden. Dit was gedaen binnen der stede van Middelburch int jaer, indictie, maent, dach ende paeusdom als boven (int jaer van de geboirte deszelfs Heeren duust vijfhondert ende thiene in de derthienste indictie van de maent van Decembri den vierden dach paeusdom des alderheylichsten in Christo vaders ende heeren ons heeren Julii by de godlicker voirzienicheit paeus de tweede van dier namen int achtste jaer van zijnder coronatie). Oorspr. (Inv. nr. 46). Met de signatuur van den notaris Petrus Dint Nicolaus' zoon. — Op de rugzijde van deze akte is eene andere d.d. 1512 Juli 4 (zie nr. 429) geschreven. 423. 1510 December 4. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Jans zoon de smit, wonende tAremuden, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis binnen Middelburch, ten behoeve van dat gasthuis, den eigendom van de helft van twee huizen tAremuden, met zijne echtgenoot Lijsbeth Woüters dochter gemeen, schenkt, om daarvoor zijn leven lang in dat gesticht bezorgd te zijn en er den kost te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende thiene opten vierden dach in Dccembri. Oorspr. (Inv. nr. 682). Met 2 schepenzegels (1 gedeeltelijk geschonden) in groene was; 1 verloren. 424. 1511 Maart 1. Schepenen en keurheeren van Hondscote geven vidimus van een rentebrief d.d. 1422 Juli 16 (zie nr. 91) en dit ten verzoeke van Joris Coppin, die door koop van Paesschier Puessin, priester, in dien en in een anderen rentebrief d.d. 1422 Juli 20 (zie ur. 92) aandeel gekregen heeft tot een bedrag van 5 pond 5 schellingen Par. 'sjaars. Up den erssten dach van Maerte int jaer ons Heeren duust vijfhondert ende tiene. Oorspr. (Inv. nr. 831). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 425. 1611 Maart 4. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lauwereis Willems zoon en zijne echtgenoot Pieternelle Lammens dochter, parochianen te Wissenkerke in Noortbevelant, benevens Agniete Lammens dochter, parochiane in Sandijck, erkennen voldaan te zijn van de helft der goederen, die wijlen hun neef Cornelis Cornelis' zoon, priester in het gasthuis, bij overlijden heeft achtergelaten, en daarvan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis binnen Middelburch kwijtschelden. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst vijf hondert ende thiene opten vierden dach in Maerte. Oorspr. (Inv. nr. 75). Met 3 zeer geschonden schepenzegels in groene was. 426. 1511 September 20. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lijsbette Jacop Jans zoons weduwe, parochiane in Noortmonstere, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van de arme lieden, alle goederen, die wijlen haar echtgenoot Jacop Jans zoon haar met zekeren last van bedevaart vermaakt heeft, schenkt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CUCCC ende elfve opten twintichsten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 435). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 427. 1512 Januari 2. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Andries Jans zoon en zijne echtgenoot Mariken Arents dochter, parochianen ter Goes, aan Floris Jans zoon van dé Waerde, priester, deu eigen- dom van een negende deel van een huis en hofstede in Spaen-nen, in het geheel bezwaard met 8 grooten 'sjaars, overdragen Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende elfve opten tweesten dach in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 669). Met 3 sehepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. — Met 1 translix d.d. 1525 Juni 17 (zie nr. 468), waardoor deze transportbrief tevens verbonden is aan twee andere d.d. 1510 September 20 (zie nr. 418) en 1510 September 23 (zie nr. 419). 428. 1512 April 23. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Reinerus oezin , parochiaan m Noortmonstere, erkent uit krachte eener procuratie, verleend door Michiel van Esbeemde onder het zegel der stad Antwerpen, aan de voogden van Heynkin Anthonis Montebauts natuurlijk weeskind een huis buiten tSer Gheer straat poort verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende twaelfve opten dnentwintichsten dach in April. Oorspr. (Inv. nr. 662). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) m groene was. 429. 1512 Juli 4. Jan van Valckendale, Jan Jans zoon van Dikst, Jacop Jacops zoon Borsselare en Gillis Oellaerts zoon, gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis binnen Middelburch, beloven de helft van de rente ad 20 schellingen gr. 'sjaars ten lijve van jonkvrouw Katherine Jans dochter, non te Zoetendale, geveld op een der huizen, bedoeld in de akte van verkoop d.d. 1510 December 4, op welker rugzijde deze geschreven is, (zie nr. 422} te zullen betalen. ' Actum ten jaere ende dage als boven (opten vierden dach in Juiio anno XV® ende twaelve. Oorspr. (Inv. nr. 46). Met de signatuur van den notaris Piktkk Dint Clays' zoon. 430. 1513 Januari 31. Schepenen en keurheeren van Berghambacht doen te weten, dat Jan Pennincbroot en zijne echtgenoot Pryne benevens Maykin de weduwe van Diederyc Scipman, aan Joris Coppin den eigendom van 1 gemet 41 roeden lands in Killeem parochie overdragen. up den laesten dach van Lauwe int jaer ons Heeren duust viifhondert ende twaelve. Oorspr. (Inv. nr. 834). Met 2 zeer gesehonden schepenzegels in groene was; 3 verloren. 431. 1513 Februari 5. Jan van Diest, Gillis Olaert en Jan van Valkendael, gast- huismeesters, hooren de rekeuing van het gasthuis over (1512/8) vau Jacop Jacops zoou (gasthuismeester) af. Op den vvijfsten dach van Februuario anno XV'' ende XII nae scruefs hofs van Hollant. Oorspr. achter in Inv. nr. 64. 432. 1518 April 5. Landhouder van de wet en schepenen en keurheeren van Veurnambocht doen te weten, dat Vincent Simoen en zijne echtgenoot Ydonie aan Jan Cophns den eigendom van 122 roeden lands in Houtheem in een stuk van 5 gemeten, dat bezwaard is met 26 schellingen Par. 'sjaars, overdragen. Den vijfsten in April anno XV" ende XIlIe. Oorspr. (Inv. nr. 835). Met het zeer geschonden zegel van den landhouder der wet (Joos Puessin) in roode, en 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel (van Fransoys van Moerkercke) in gele was; 3 schepenzegels verloren. 433. 1518 September 27. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Matkin Wouters dochter, parochiane in Noortmonstere, aan gasthuismeesters van het hospitaal en gasthuis aldaar, ten behoeve van dat gasthuis, alle goederen, die zij bij overlijden boven schulden en bij testament gedane schenkingen zal achterlaten, schenkt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC! ende derthiene opten zevenentwintichsten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 436). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 434. 1513 November 12. Schepenen binnen Capryke oorkonden, dat Alaert Lam en zijne echtgenoot Cornelie aau Pauwels van der Bekk Adriaens zoon den eigendom van 3 gemeten lands aldaar, bezwaard met 22 en 18 schellingen Par. 'sjaars, overdragen. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren vijftienhondert dertiene den XII[eu dach] van November. Oorspr. (Inv nr. 864). Met 2 geschoudeu schepenzegels (van Jan Jokis en Jan de Papf. Pieters zoon) in groene was; 1 verloren. — Met 1 transtix d.d. 1533 Augustus 31 (zie nr. 487). N.B. Dit charter is geschonden. 435. 1513 November 25. Malen Blomme erkent aan Jan Scheeujaert een «plecke" benoorden Hondschote voor drie 9 jaren tegen 40 schellingen 'sjaars verhuurd te hebben. Aldus ghedaen up den XXVeu van Novembris XVC ende dertiene. Oorspr. op papier (Iav. nr. 836). N.B. Dit stuk is een chyrograaf. 436. 1613 December £4. Schepenen en keurheeren van Berghambacht doen te weten, dat Jan Clajs zoon aan Jan Coppin den eigendom van 150 roeden lands in Killeem parochie, bezwaard met 16 schellingen 6 penningen Par. sjaars, overdraagt. ° Up den vier ende twintichsten dach van December int jaer ons Heeren duust vijfhondert ende dertiene. Oorspr. (Inv. nr. 837). De 5 schepenzegels verloren. 437. 1514 Februari 17. Jan van Dikst, Jacop Jacops zoon Borselaer en Gillis Olaerts ?i0c?Q/^aSthuiSmeeSterS' '100ren rekening van het gasthuis over (1513/4) van Jan van Valkkndaei. (gasthuismeester) af. Opten XVlIsten in Februario anno XV<0Ü11 na tscryvens hof van Hollant. Oorspr. achter in Inv. nr. 65. 438. 1514 November 5. Cornelius Nicolaus' zoon in den Liehaert, deken der St. Martinus kerk te Middelburg, geeft ten verzoeke van de procurators en gasthuismeesters van St. Maria en St. Barbara aldaar vidimus van een brief van paus Innocentius d.d. 1492 Juli 7 (zie nr. 350). v Datum et actum in prefato oppido Aiiddelburgensi ïraiectensis diocesis in edibus nostris sub anno a nativitate Oomini millesimo quingentesimo quarto decimo indictione secunda die vero quinta mensis Novembris pontiticatus sanctissimi in (Jristo patris et domini nostri domini Leonis divina providentia pape decimi anno secundo. Oorspr. (Inv. nr. 51). Met het geschonden zegel van den deken in roode was en de signatuur Tan den notaris Johaxnes Ha- 439. 1515 April 17. De proost van Zoetendale en Jan van Diest voor hem zelven en voor Jan van Valckendale, Jacop Jacops zoon en Gillis Olaerts zoon, gasthuismeesters van het gasthuis te Middelburcli, eener- en Jacop Jans zoon de scriver anderzijds komen overeen omtrent de verhuring van een huis tArmuden aan laatstgenoemde. Dit was ghedaen op Hermuden int jaer, indicte, maeut, dach ende pausdom als boven (int jaer der gheboerten desselfs Heeren duyst vijfhondert XV ter derder indictie up den XVIlen dach van der maent van Aprille int pausdom des alderhelichsten vader in (ïode ende onse heere heer Leo by der Goddelicker voorsienicheit de tillende paeus van zijnder name int derde jaer;. Oorspr. (Inv. nr. 682). Met de signatuur van den notaris Jacobus de tllia. N.B. Dit stuk is een chyrograaf 440. 1515 December 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Dommis Clais' zoon en Aechte Adriaens dochter, echtelieden, parochianen in Westmonstere, elkander een huis buiten de Langevyle poort schenken, in dier voege, dat de eigendom van dit huis na overlijden van de langstlevende voor de helft op de erfgenamen van Dommis voorschreven en voor de wederhelft op het gasthuis aldaar moet overgaan. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende vijfthiene opten negenthiensten dach in Decembri. Oorspr (Inv. nr. 638). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 441. 1517 Januari 24. Gillis Olaerts zoon, Jan van Diest en Jan van Valkendael, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over (1516/7) van Jacop Jacops zoon (gasthuismeester) af. Dit was gedaen int jaer XV zes ende dertich. Oorspr. (Inv. nr. 867). Het zegel van zaken der stad Nieupoort verloren. — Met 1 trausfix d.d. 1537 October 18 (zie nr. 494). 494. 1537 October 18. Schepenen der stad van der Nieupoort doen te weten, dat Willem de Ghkendt en zijne echtgenoot jonkvrouw Dyonora aan Hubrecht Chynore en diens echtgenoot Josyne den eigendom van een huis en erf aldaar overdragen en zulks in overeenstemming met den procuratiebrief, door welks vidimus deze gestoken is (zie nr. 498). Up den achtiensten dach van Octobre int jaer ons Heeren duust Ve zeven ende deertich. Oorspr. (Inv. ur. 867). Met 2 zeer geschonden schepenzegels in groene was; 3 verloren. 495. 1538 Januari 81. Burgemeester en schepenen der stad en vrijheid van Caprijcke doen te weten, dat Ghyselbkeciit van Akdenbourch en zijne echtgenoot Margrietk Inghel van der Beke's dochter aan Jan dHanens en diens echtgenoot Amelbrecht den eigendom van eene hofstede met 6 gemeten 28 roeden lands aldaar, bezwaard met 89 schellingen 4 penningen, 36 schellingen en 20 schellingen Par. 'sjaars, vermeld in den transportbrief d.d. 14 waardoor deze gestoken is, (zie nr. 877) overdragen. Desen laetsten van Lauwe anno XVC zevenendertich. Oorspr. (Iuv. nr 864). Met 4 geschonden schepenzegels in groene was. N.B. Dit charter is door vocht geschonden en gedeeltelijk onleesbaar. 496. 1538 Juni 7. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Arent Jans zoon Scipman, wonende tArmuden, belooft de rente en hoofdsom, die Thoemas Pikters zoon in De Voetbooge ten behoeve van Willem Potharst op een huis tArmuden gevestigd heeft blijkens den brief d.d. 1526 Februari 19, waardoor deze ges*oken is, (zie nr. 472) aan Jheronimus Mofket te zullen betalen. Dit was ghedaen int jair ons Heeren M CCCCC ende achtendartich up den zevensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 709). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. — Met 2 transfixeu d.d 1538 Augustus 23 (zie nr. 498) en 1541 November 22 (zie nr. 512). 497. 1538 Juni 26. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pietf.r Jacob Jans zoon schoemakere, parochiaan in Noortmonster, erkent voldaan te zijn van 20 pond gr. Vis., die door zijne tante Cornelie Jan de Worms vóór 40 jaren ten behoeve van twee harer nichten, van wie Ptf.ter voorschreven zegt erfgenaam te zijn, aan gasthuismeesters van Middelburch gegeven waren. Dit was gbedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert achtendartich opten zessentwmtichsten dach in Junio. groeüe'«iUV' 401)' 3 ^schonden «JiepenugeU in 498. 1538 Augustus 23. Schepenen der stad van der Vere oorkonden, dat Jeronimus Moffet en zijne echtgenoot Pieternelle Willem Potharst dochter aan Mayken Geleyns dochter, weduwe van Jan Tol, den eieendom van twee schepenbrieven d.d. 1526 Februari 19 en 1538 Juni 7, waardoor deze gestoken is, (zie nrs. 472 en 496) overdragen Den XXIHen Augusti anno XVf ende achtendertich. Oorspr. (Inv. nr. 709). Met 8 geschonden schepenzegels (van Adkiaen Adhiaens zoon, Mabinls Coenklis' zoon en Jan P jeters zoon) in groene was. — Met 1 transfix d.d. 1541 n0. vember 22 (zie nr. 512). 499. 1538 September 7. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch eigenen Jan Passchiers zoon aan het huis en hofstede De Galeve aan de Corenmarkt aldaar, toebehoord hebbende aan de weduwe van Aduiaen Colins zoon en Pieter Jacobs zoon van Eveiisdijck maar op verzoek van hun schuldeischer Jan Passchiers zoon voorschreven verkocht. Op den "Vllen in Septembre anno XV<- achtendartich. Oorspr (Inv. nr 634) Met het gedeeltelijk geschonden zegel ten zaken der stad Middelburch in groene was. — Aan dezen brief is eene kwitantie betreffende de betaling van een cijns die het gehecht8" °P ^ Ua"C °P g~d h"i9 >Sde had 500. 1.588 September 13. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Jans zoon in Den Wildeman, wonende ter Goes, aan Jan Pieter Hèynricx zoon den eigendom van 1 gemet 10 roeden lands in Westmonster parochie overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCCC ende achtendartich up den derthiensten dach in Septembre. Oorspr Inv. nr. 460. Met 3 gedeeltelijk geschonden schenenzegels in groene was. scnepcn 501. 1588 November 8. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Maerten Jans zoon Meermaker en zijne echtgenoot Magdaleene Reynieus dochter wonende tAernemuden, aan Jan de Grave metsenare den eigendom van eene vervallen hofstede in de Gheere, bezwaard met 18 trrooten sjaars, overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende achtendertich opten achtsten dach in Novembri. Oorspr. (Inv. nr. 621). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. — Met 1 transtix d.d. 1543 Februari 17 (zie nr. 518). 502. 1539 Maart 24. Schepenen van Ossendrecht oorkonden, dat Jacob de Yrese als echtgenoot en voogd van Katerina Ffynerts eener- en Cornelis van Lare als echtgenoot en voogd van Geertruyt Ffynerts, Wyllem Ffynerts en Alexids Pieters zoon, als voogden van Tannekf.n Ffynerts, anderzijds overeenkomen omtrent de verdeeling van de door hunne ouders nagelaten goederen in dier voege, dat Cornelis van Lare met Tanneken Ffynerts al het neerland en 2 gemeten lands zullen ontvangen en Jacob de Vrese den brief eener erfelijke rente van 2 pond gr. Br. krijgen zal. Ten jaren ende daghe voerscreven (Anno XVCXXXVIII den XXIIIIen dach Marty voer Paesschen stilo Brabant). Oorspr. (Inv. nr. 801). Met het geschonden gemeen dorpszegel in groene was. 503. 1539 tusschen Februari 24 en November 5. Mariken Henricx dochter, weduwe van Cornelis Diericx zoon de scaelgiedeckere, parochiane in het Klooster binnen Middelburch, maakt haar testament, begiftigt daarbij o. a. het manhuis te Dordrecht, het sacramentshuis daar de zieken liggen aldaar en het gasthuis in Middelburch elk voor een derde met alle goederen, die zij boven schulden en gedane schenkingen zal achterlaten, en benoemd tot hare testamenteurs Jan Herkans zoon en Jacob Symons zoon Magnus, lakensnijders en poorters van Middelburch. Ten tyden als boven (int jaer na der geboorten ons Heeren Jesu Christi duysent vijfhondert negenendertich in de twaelfste indictie int vijfste jaer des pausdoms onsen alderheylichsten in Gode vaders ende heere heer Paulus by der godlicker voirzieuechevt de derde paus van dien name, regnerende die aldermogenste prince Carolus Roomsch keyser, altijt vermeerder 3Rijcx, de vijfste van dien name int thienste jaer van zijnder coronatiën). Oorspr. (Inv. nr. 439). Met de signatuur van den notaris Jan Dinckere. N.B. Het vijfde jaar van paus Paulus III eindigde 5 November 1539, het tiende jaar van keizer Karei, V begon 24 Februari 1539. Tusschen beide datums is dus deze oorkonde gegeven. 504. 1540 Januari 8. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch eigenen gasthuismeesters ten profijte van het gasthuis aldaar aan 288 roeden haymanlands buiten de Segeer straat poort, toebehoord hebbende aan Claes Jans zoon, maar op verzoek van zijn schuldeischer, het voorschreven gasthuis, verkocht. Op den VIIIcn dach in Januario anno XVC neghenendertich styl van Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 500). Met het gedeeltelijk gesehonden zegel ten zaken der stad Middelburch in groene was. 505. 1540 Juli 31. Burgemeester en schepenen der stad en vrijheid van Caprijcke doen te weten, dat Jacop Danckaert de oude voor hem zelf, voor zijn kind en als voogd van de kinderen van Cristiaen Reynouds, Andries Dierkens, Adriaen Danckaert, priester, Jan Danckaert voor hem zelf en als voogd met den voornoemden Jacop van Fransken, Lieven en Piekkfn Danckaert beloven eeue erfelijke rente van 2 pond 8 schellingen Par. 's jaars, ten behoeve van de kerk van Bouchaute en den Heiligen Geest van Caprijcke gevestigd op 7 gemeten lands, deel uitmakende van 43A gemeten in Caprijcke, die zij te zamen in eigendom bezitten, en alle andere renten, die daarvan uitgaan, in evenredigheid van de grootte van elks aandeel in de geheele partij te zullen betalen. Den laetsten in Hoymaendt anno XVC veertich. Oorspr. (Inv. ur. 869). Met 3 zeer geschonden schepeuzegels (van Jan Lieven», burgemeester, Cobnelis de ('i.erck en Jan Danckaert, schepenen) in groene was. 506. 1540 Augustus 28. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat mr. Franchois Cornelis' zoon van Dl'nembürch, Gheleyn Willems zoon, Sehastiae.n Pieters zoon en Jan Passciers zoon, kerkmeesters van de parochiekerk der Abdij aldaar, aan Magdalkena Claes' dochter den eigendom van een huis en hofstede in de Sint Jans straat overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Ileeren M CCCCC ende veertich op den achtentwintichsten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 633). Met 3 schepenzegels (1 geschonden) in groene was. — Met 1 transtix d.d. 1544 Juni 2 (zie nr. 5221. 507. 1540 Augustus 29. Cornelis van Lare Cornelis' zoon en Geertrcyt Finaerts Hubrechts dochter, echtelieden, maken hun testament, begiftigen daarbij o. a. elkander met hunne lijfkleeren, sieraden en meubilaire goederen en eene som van 300 gulden van 40 gr. Vis. indien er geene en van 200 gulden zoo er wel kinderen bij overlijden van een hunner mochten achterblijven, en benoemen tot hunne executeurs mr. Pieter van Lare, notaris, en Willem van Santvoirt, poorter en ingezeten van Antwerpen, en de langstlevende tot superintendent. Gedaen tAntwerpen (in den jare ons Heeren duysent vijfhondert ende viertich in de derthienste indictie opten negenentwiutichsten dach der maent van üeghst spausdoms van ouseu heylichsten vader in Gode Heeren Paulüs by der godlijcker voersienicheyt de derde paus van dyen name in zynen sesten jare). Oorspr. (Inv. nr. 802). Met de signatuur van den notaris Egidius TlRGILLANlS HÜRMIENIS. N.b. Deze beschikking werd 1563 Maart 6 (zie nr. 578) door cene andere vervangen. — Dit charter is gedeeltelijk geschonden. 508. 1540 October 20. Coinmonigiemeesters, schepenen en raad der stad Mechelen oorkonden, dat Kathelynk tSeroeskercke, weduwe van Symons van den Werve, aan Jheronimüs Sandelin, rentmeester van Zeelant, en Adiuanen Dam volmacht geeft om voor haar eene erfelijke rente van 15 pond 4 schellingen 5 penningen gr. Yls. 'sjaars op Prelaat, edelen en steden van Zeelant te verkoopen. Opten twintichsten dach Octobris int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende veertich. Oorspr. (Inv. nr. 697) Met het gedeeltelijk geschonden zegel ten zaken der stad Mechelen in groene was. 509. 1540 December 19. Jonkvrouw Cornelie Jacops dochter van der Hayman , wonende binnen Middelburch in het Begijnhof, maakt haar testament en begiftigt daarbij het gasthuis aldaar ten behoeve van de armen en van de zieken met alle goederen, die zij bij overlijden zal achterlaten, met last van begrafenis in den voorschreven Begijuhove, inschrijving in het doodboek en een dertigste voor haar ziel, door de zorg van Jan Hectoirs zoon en Jan Paschiers zoon, gasthuismeesters, die zij tot executeurs benoemt. Int jair, dach , maent ende keyserrijeke als boven (in den jare der gheboorten ons Heeren duust vijfhondert ende veertich op den neghentiensten dach der maent van Decembry ten VIII uren voormiddach ofte dairomtrent, regnerende onzen alderghenadichsten, onverwinnelicsten ende victorioesten heere Karolus by der gracie Gods Roomsch keyser, altijts vermeerder sRijcx, de vijfde van dien name int elfste jair zijns keyserrijcx). Oorspr. (Inv. nr. 440). Met de signatuur van den notaris Pieteii PlETEUS ZOOn SOHIEH. 510. 1541 Maart 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Oirt Dommis zoon, parochiaan in Schellacht, aan Jan Pieter Heynricx zoon den eigendom van 1 gemet 90 roeden lands in Zandijck overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert ende veertich up den negenthiensten dach in Maerte nair Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 518). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 511. 1541 Augustus 2. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Pieters zoon de Zwy, Jan Harmans zoon, lakensnyder, en Gillis Jans zoon laickesnjder, gecommitteerden der gemeenen armen respectievelijk van Noortmonstere, van Westmonstere en van de Abdij, benevens Jan Paesschiers zoon, Jan Carbonier en Augustijn Cornelis' zoon gasthuismeesters aldaar, erkennen voldaan te zijn van alle goederen hun krachtens testament aangekomen bij doode van Tanneken Iatheeus dochter, wijlen echtgenoot van Pieter Jans zoon de cousmaicker, en daarvan laatstgenoemden kwijtschelden. Dit was gedaen int jair ons Heeren M CCCCC ende eenenveertich up den tweeden dach in Augusto. Oorspr. (Inv. nr. 796). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 512. 1541 November 22. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jacob Symons zoon wonende tArmuden, als echtgenoot en kerkelijk voogd van Mayken Gheleyns dochter, eerst weduwe van Jan Thol, aan Jan Passchiers zoon cousmaicker den eigendom van drie schepenbrieven d.d. 1526 Februari 19, 1538 Juni 7 en 1588 Augustus 23, waardoor deze gestoken is, (zie nrs. 472, 496 en 498) overdraagt Dit was gedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende eenenveertich up len tweentwintichsten dach in Novembre. Oorspr (Inv. nr. 709). Met 3 geschonden schepenzegels in groene 513. 1541 December 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Frans Jans zoon van Hooren, goudsmit, parochiaan in Westinonstre, alle vroeger door hem gemaakte beschikkingen van uitersten wil herroept en opnieuw testeerende o. a. de arme huiszitters van Westmonstre met 8 pond gr. begiftigt, zijne goederen, die hij boven schulden en gedane schenkingen zal achterlaten, aan gasthuismeesters van Middelburch ^ten behoeve van de arme zieken vermaakt, en Augustijn Cornelis' zoon Op de Poel en Jan Dinckere, notaris, tot executeurs benoemt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert eenenviertich upten viertiensten dach in Decembri. Oorspr. (Inv. nr. 441). Met 2 geschonden schepenzegels in gele was. 514. 1541 December 21. Vrouwe Kathelynk Jans dochter, weduwe van Jan Colins zoon, te Middelburch maakt haar testament, begiftigt daarbij o. a. de kerk van Westmonster tot reparatie, de gemeene armen van Middelburch en het gasthuis aldaar elk met 10 schellingen gr. en benoemt tot hare executeurs Willem Frans' zoon, pastoor van Westmonster, Maerten Jans zoon, kanunnik aldaar, en Pieter pleters zoon SoHIER. Int jair, dach ende maent als boven (in den jaere der geboorten ons Heeren Jesu Cristi duysent vijfhondert ende eenenveertich op den eenentwintichsten dach der maent van Decembry te vier uren nairmiddach ofte dairontrent, regnerende onzen alderghenadichsten, onverwinnelicsten ende victorioesten heere Kaholus by der gracie Gods Roomsch keyser, altijts vermeerder sRijcx, de vijfde van dien name in twaelfste jair van zijnder coronaciën). Oorspr. (Inv. nr. 797). Met de signatuur van den notaris Pietek Pieters zoon Sohyer. — Met 1 trausfu d.d. 1542 Januari 16 (zie nr. 516). 515. 1542 Januari 0. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Bruessele oorkonden, dat jonkvrouw Margriete Smeets, dochter van wijlen Jans de Smet, en Philifs van der Nootten, echtelieden, elkander en aan Geerard Ghoutiers, zoon van Margriete voorschreven en wijlen Jan Goutiers, en Cornelis Janssens, hun aanbehuwden zoon, en elk hunner in het bijzonder volmacht geven om hun te Middelburch te vertegenwoordigen bij de verdeeling van de door Kathelynen Sheets, weduwe van wijlen Jans Oollessens wagemakers, zuster van Margriete voorschreven, nagelaten goederen. Gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende eenenveertich opten negensten dach der maent van Januario nae stijl van Brabant. Oorspr. (Inv. nr. 798). Het zegel ten zaken der stad Bruessele verloren. 516. 1542 Januari 16. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Philips van der Noot, wonende te Bruyssele, gemachtigde van zijne echtgenoot jonkvrouw Margriete Smeets, en Pieter Jans zoon cousmaeker, parochiaan in het Klooster, als erfgenamen het testament van wijlen hunne zuster Kathelyne Jans dochter, d.d. 1541 December 21, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 514) goedkeuren en bekrachtigen. Dit was gedaen int jair ons Heeren duust vijfhondert ende eenenveertich op deu XVle" dach van Januario nair stijl van Hollandt. Oorspr. (Inv. nr. 797). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 517. 1542 Februari 4. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Philips van der Noot, wonende te Bruyssele, krachtens procuratie van zijne echtgenoot jonkvrouw Margriete Smeets d.d. 1542 Januari 9 (zie nr. 515), aan Willem Franchois' zoon, pastoor van Westemon- 27 ster, Markten Jans zoon, kanunnik dier kerk, Pieter Jans zoon cousinaeker en Pieter Pieters zoon Sohier volmacht geeft om hem te vertegenwoordigen bij de verdeeling van de door Kathelyne Jan Colins weduwe, zuster van Margriete voorschreven, nagelaten goederen, en voorts den voornoemden Pieter Jans zoon, zijn schoonbroeder, autoriseert om de hem aankomende goederen, zijnde de helft der bedoelde nalatenschap, te administreeren. Dit was gedaen int jair ons Heeren duust vijfhondert eenenveertich op den vierden dach van Februario nair stijl van Hollandt. Oorspr. (Inv. iir. 799). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 518. 1543 Februari 17. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan de Grave metselaire, parochiaan in Westmonstere, aan Barthelmeeus Claes' zoon leertouwere den eigendom van den transportbrief d.d. 1538 November 8, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 501) overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCCCC ende tweenveertich up den zeventhiensten dach in Februario naer Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 621). Met 3 geschonden schepenzcgels in groene 519. 1543 Maart 3. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch eigenen Andries Canoye aan 1 gemet 268 roeden lands bewesten tSceys en aan de twee huizen Groote cn Cleene Roome in de St. Jans straat aldaar, toebehoord hebbende aan mr. Jacop Bartei.meeus' zoon Bueckelare maar met diens andere onroerende goedeTen op verzoek van zijn schuldeischer Pieter Jacops zoon, als echtgenoot van Mayken Hugen dochter, verkocht. Op den IIIen in Maerte XV" XLII naer Hollant. Oor9pr. (Inv. nr. 1350). Met het geschonden zegel ten zaken der stad Middelburch in groene was. — Met 2 transfixen d.:i. 1544 Februari 29 (zie nr- 521) en 1569 Maart 8 (zie nr. 6061 N.B. Op den kant van dezen brief is 1721 December 12 door den secretaris der stad aangeteekend, dat „deze rentebrief' het gasthuis competeert en ingevolge resolutie van Wet en Raad van 1721 Augustus 30 inalieuabel is. 520. 1543 Juli 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Maertin van den Velde, parochiaan in Westmonster, aan Jan Jacobs zoon, daar wijlen zijne echtgenoot Tannekin Schuyts moeder van was, van zijne na te laten goederen 8 pond gr. Vis. schenkt, en voorts onder verband zijner goederen belooft het huis en kaatsspel, waarvan de eigendom aan hem en aan Jan Jacobs zoon voorschreven elk voor de helft toebehoort, in reparatie te zullen onderhouden en alle andere lasten, die daarop drukken, met name eene jaar- lijksche rente ten lijve van Rozeane Willems dochter, volgens uitspraak van de weeskamer te zullen betalen. Dit was gedaeu int jaer ons Heeren duyst vijfhondert drienveertich opten dartichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 624). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. — Met 1 transfix d.d. 1544 December 24 (zie nr. 524). 521. 1544 Februari 29. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Anduies Canoy, parochiaan in Westmonster, aan J.ambrecht Lambrechts zoon de backer den eigendom van de twee huizen Groote en Cleene Roome in de St. Jans straat, bedoeld in den brief d.d. 1543 Maart 8, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 519) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst CCCCC ende XL1II uaer Hollant opten laesten february. Oorspr. (Inv nr. 1350). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. — Met 1 transtix d.d. 1569 Maart 8 (zie nr. 606). 522. 1544 Juni 2. , Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Magdaleene Clais dochter, wonende in het gasthuis aldaar, aan gasthuismeesters aldaar den eigendom van den transportbrief d.d. 154<) Augustus 28, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 506) overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren M CCGCC ende vierenveertich up den tweeden dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 633). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 523. 1544 September 18. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Hugk Willems zoon bierwerckere belooft aan Gillis Jans zoon bierstekere 19 pond 4 schellingen 6 grooten Vis. te zullen betalen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren X Vc vierenveertich up den darthiensten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. nr. 731). Met 3 zeer geschonden schepenzegels in groene was. 524. 1544 December 24. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Jacops zoon, parochiaan in Westmonster, aan Martin van de Velde den eigendom van den schepenbrief d.d. 1543 Juli 30, waardoor deze gestoken is, (zie nr 520) en de helft van het huis en kaatsspel, daarin geroerd, overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert ende vierenveertich op den vierentwintichsten dach in Decembre. Oorspr. (Inv. nr. 624). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 525. 1545 October 10. Burgemeester en schepenen van Nieuwpoort doen te weten, dat Jan dHooge de jonge en zijne echtgenoot Jacuuemyne erkennen aan Jacob Chynore, ook als voogd met Denis Boüdeloot van Pebyneken Chynore, aan Victor, Ma hik en Jacob Chinore als voogden van Mayken en Neelken, kinderen van Jan van der Leepf. en Ghileyne Chynore, aan Jacob van Ackere backere en aan Jan Cant en Jacob Chynore voor de kinderen van Robert van de Wale en Cornelie Chynore wegens den koop van de helft van een huis in de Gheervaert straat aan de oostzijde 24 pond gr. schuldig te zijn, te betalen in termijnen van 6 pond gr. op Bamesse van elk jaar. Up den Xen dach van Octobre XVC vijf ende veertich. Oorspr. (Inv. nr. 868). Met 1 geschonden schepenzegel in groene was; 1 verloren. — Op de rugzyde van dezen brief zyn door Jacop Chynore drie verklaringen van betaling gesteld. 526. 1546 Maart 31. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Jans zoon cousmaecker, parochiaan in het Klooster, zijn testament maakt, daarbij o. a. de parochiekerk van St. Nicolaes tot reparaties 20 schellingen gr., het gasthuis en den gemeenen armen aldaar ieder 6 pond gr., de lasarie aldaar tot timmering 20 schellingen gr., de drie biddende orden te weten de Minderbroeders, de Augustijnen en de Jacopijnen ieder 10 schellingen gr. legateert, Philips en Agneete, kinderen van Geert Goutiers en Margriete, te Bruessel, tot zijne wettige erfgenamen stelt, in dier voege, dat de hun toebedeelde goederen bij eventueel kinderloos overlijden op het gasthuis, de lasarie en de gemeene armen voornoemd moeten overgaan, en Ferdinando de Arnedo en Jan Paesschiers zoon tot zijne executeurs benoemt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert vivenveertich den lesten dach van Maerte stile van Hollandt. a). Oorspr. (Inv. nr. 442). Met 8 geschonden schepenzegels in groene was. b). Opgenomen in een vidimus van burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch d.d. 1587 December 12. 527. 1546 Augustus 26. Schepenen van Tuyll getuigen, dat Mary Henricx weduwe belooft aan Arien Bouwens op Bamis dag e. k. 49 grooten te zullen betalen. Gegeven in den jair ons Heeren duysent vijffhondert sess ende veertich dem (sic) ses ende twintichsten dach Augusti. Oorspr. (Inv. nr. 732). Met 2 geschonden schepenzegels (van Bhi ïsten Jans zoon en Jan die Rouwe) in groene was. N.B. Op de rugzijde van dezen brief is aanteekening van betaling van 10 grooten gesteld. 528. 1547 April 80. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch oorkonden, dat zij aan gasthuismeesters aldaar de pakhuizen en erven, gelegen aan de westzijde van het huis Oosteynde, onder de voorwaarden, geregistreerd in het Register civiel folio's 220 en 221, verkocht hebben. Desen lesten Aprilis anno XVC zevenenveertich. Oorspr. (Inv. nr. 617). Met het gedeeltelijk geschonden zegel ten zaken der stad Middelburch in groene wa9 529. 1547 September 1. Burgemeester en schepenen der stad en vrijheid van Caprijcke en burgemeester en schepen van het ambacht van Bouchoute doen te weten, dat Jan Danckaeut Jacops zoon en zijne echtgenoot Pieryne erkennen aan Andries Dierkens en zijne echtgenoot Pauwelyne 5 gemeten lands in Caprijcke, bezwaard met 5 schellingen Par. 'sjaars per gemet, en 1 gemet 150 roeden lands in Bouchoute, bezwaard met «colijnschult", verkocht te hebben. Desen eersten dach van Septembre anno XVC zeven ende veertich. Oorspr. (Inv. nr. 870). Met 3 zeer geschonden schepenzegels van Caprijcke en 2 van Bouchoute in groene was. n.B. Op de rugzijde van dezeu brief is eene thans gedeeltelijk onleesbare verklaring gesteld omtrent de verdeeling van het bovenbedoelde land bij vriendelijk akkoord tusschen Andries Diehkens en de kinderen van zijne echtgenoot Paulyne van* den Velde, d.d. 1553 December 30. 530. 1548 Januari 13. De gecommitteerden van de erfgenamen van Digne heer Jan Woyts dochter verdeelen de door haar nagelaten goederen en bepalen welke kavel aan het gasthuis te Middelburch ten deel zal vallen, waartoe behooren 1 gemet 45 roeden lands in Sandijck, 1 gemet 90 roeden aldaar, 1 gemet 160 roeden in Werendijck, 5 gemeten in Coudekerke en 1 gemet 48 roeden beoosten Cleen Hooge in stads ambacht van Coudekercke. Up den XIIIen January anno XVC zevenenveertich naer Hollandt. Oorspr. (Inv. nr. 514). N.B. Dit stuk ia een chyrograaf. 531. 1548 Juni 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat de erfgenamen van Pieter Pieters zoon Panneel en Diele Valentijnh dochter, in leven echteliedeu, erkennen aan Lieven Adriaens zoon scipman een huis en hofstede aan de zuidzijde van den Dam in het straatje bij het Kolveniers schuttershof verkocht te hebben. Dit was gedaen int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende achten veertich opten viventwintichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. nr. 606). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. — Met 1 traustix d.d. 1548 Juli 13 (zie nr. 532). 532. 1548 Juli 18. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lieven Adriaens zoon scipman, parochiaan in Noortmonstere, aan Aoriaen Bouwen zoon, alias Laetdraeyen scipman, den eigendom van den schepenbrief d.d. 1548 Juni 25, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 531) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren M GCGCC ende achtenveertich opten derthiensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. nr. 606) Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 533. 1548 Juli 26. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Daniël Colaeet en Janneken Aernouts dochter, echtelieden, parochianen in Westmonster, elkander alle goederen, die bij overlijden van een hunner boven schulden en gedane schenkingen achterblijven, schenken onder gehoudenheid van betaling van 25 pond gr. Vis. aan de erfgenamen van Damël voorschreven, indien hij vóór zijne echtgenoot, en van 50 diergelijke ponden aan de erfgenamen van Janneken voornoemd zoo zij vóór haar echtgenoot zal komen te overlijden, tenzij dat er kinderen achterblijven, in welk geval de langstlevende de goederen met deze half om half deelen zal naar de rechten der stad. Dit was gedaen int jair ons Heeren duust vijfhondert achtenveertich op den XXVIen dach van Julius. Oorspr. (Inv. nr. 807). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 534. 1548 Augustus 20. Magdalkna Clais' dochter van df.r Goes, moeder in het gasthuis van Middelburch, maakt haar testament, begiftigt daarbij o. a. de Augustijnen aldaar met 1 pond gr. Vis., de Minderbroeders met 5 schellingen Vis. en het voornoemde gasthuis met haar huis en hof in de St. Jans straat en al hare andere goederen, mits dat het gasthuis aan hare erfgenamen 6 pond gr. Vis. betaalt, en benoemt tot hare executeurs Jacob Jans zoon en Jan Carbonier, gasthuismeesters. Aldus gedaen binnen den gasthuyse deeser steede van Middelburch den XXten Augusti anno duyst vijfhondert achtenviertich. Oorspr. (Inv. nr. 443). Met de signatuur van den notaris Coknilius Meys. 535. 1549 Februari 25. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis Jan Colijns zoon viscoopere, parochiaan in het Klooster, als principaal, Jan Segers zoon cleermaker, parochiaan in het Klooster, en Cornelis Gillis' zoon, parochiaan in Noortmonster, als borgen, ten behoeve van de erfgenamen van wijlen Pieter Jans zoon de cousmaker eene erfelijke rente van 2 pond gr. Vis., losbaar tegen den penning 16 op al hunne goederen vestigen en zulks ter vervanging van eene rente van 6 pond gr. Vis., losbaar tegen den penning 14, die door wijlen Pieter Jans zoon voorschreven op het land van den Vrije in Vlaenderen gekocht was, maar door Cornelis voornoemd met machtiging der erfgenamen is gelost. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert acliteuveertich up den vijf ende twintichsten Februarv naer Hollandt. Oorspr. (Inv. nr. 711). Met 3 geschonden schepenzegels in groene 536. 1550 Mei 5. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Laureys zoon, parochiaan in Seroeskercke, aan Danuëel Coollabrt den eigendom van 155 roeden lands in Seroerskerck, bezwaard met 6 grooten Vis. 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende vijftich op den vijfsten dach van Meye. Oorspr. (Inv. nr. 573). Met 2 scbepenzegels (1 geschonden) in groene was; 1 verloren. N.B. Dit charter is zeer geschonden. 537. 1550 Juli 17. T T Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Lauërf.ys zoon, parochiaan in Seroertskercke, aan Danuëel Coollaert den eigendom van 1 gemet 60 roeden lands in Seroertskercke overdraagt. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert ende vijftich den zeventhiensten dach van Julius. Oorspr. (Inv. nr. 573). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. 538. 1551 April 18. _ T Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Barthei.meus Jacops zoon, molenaar, wonende zoo hij zegt ter Goes, als principaal, en Pauwels Arents zoon en Jan Huyzen zoon, parochianen in Scellacht, als borgen, beloven de pachtsom van de stadskorenmolen buiten de Gheys poort van 1 Mei 1551 tot 30 April 1552 ad 7 schellingen 2 grooten Vis. 's weeks in drie termijnen te zullen be- Dit was ghedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende eenenvijftich op den achtiensten dach van April naer Paesschen. Oorspr (Inv. nr. 733). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. — Aan dezen brief is een papier, waarop 2 kwitantiën d.d. (15)51 November 16 (zie nr. 540) en (15)52 April 20 (zie nr. 542) zijn geschreven, gehecht. 539. 1551 October 10. , , , , , , . , ... Schepenen van ghedeele te Ghendt keuren goed de boedelscheiding tusschen Jacqüemyne van der Straten en hare kinderen Lietin , Fran'chijntkin, Lijnkin, Neelkin, Johannekin en Pauwelijntkin van dén Blomme Willems kinderen. Dit was ghedaen den tiensten Octobris XVC eenenvijftich. Oorspr. (Inv. nr. 877). Voor registratie geteekend door Wijchhuus. 540. (15)51 November 16. Adriaen Vleier Pancraes' zoon erkent van Jan Pools Aeents zoon en Jan Huuens zoon van Schellacht, als borgen voor Bartel, molenaar en pachter van de stadskorenmolen buiten tSeys poort, den (eersten) termijn van de jaarlijksche pachtsom, verschenen St. Gillis, bedoeld in den brief d.d. 1551 April 18, waaraan deze kwitantie gehecht is, (zie nr. 538) ad 6 pond 4 schellingen 8 grooten Vis. ontvangen te hebben. Actum desen XVIen in November LI. Oorspr. op papier (Inv. nr. 733). — Op de rugzijde van deze kwitantie is eene andere d.d. (15)52 April 20 (zie nr. 542) geschreven. 541. 1552 Maart 8. Schepenen en mannen van heer Pieter van Eerderijcke van zijne heerlijkheid van Heyne binnen Caprijcke doen te weten, dat Lijsbette, weduwe van Inghelran van der Beke, Jan Franchoys' zoon Staes als haar voogd, en Coornelis van der Beke en Pieter Danckaert, als voogden van de kinderen van Inghel voornoemd met toestemming van de heeren der wet ten behoeve van Jan Huughe Ijaüreïns zoon en zijne echtgenoot Maeyken eene rente van 20 schellingen gr. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, op 4 gemeten 150 roeden lands aldaar vestigen, en zulks ter vervanging van eene gelijke rente, die de voornoemde Jan Hugme sprekende had op een perceel lands, dat door Inghel voorzeid verkocht is. Desen VIIIen in Maerte XVC eenenvijftich. Oorspr. (Inv. nr. 878). De 3 schepeuzegels verloren. N.B. Op de rugzijde van dezen brief is 1574 December 15 aaugeteekend, dat bij de verdeeling van de door Lijsbette Gbeekaahts nagelaten goederen de helft van de daarin bedoelde rente aan hare kinderen is toegewezen. 542. (15)52 April 20. kdriaen Pieter Pancraes' zoon erkent van Jan Huijzen en Pauwels Arents zoon, als borgen voor Bartel Jans (ttc) zoon, molenaar en pachter van de stadskorenmolen buiten tSeys, den (tweeden) termijn van de jaarlijksche pachtsom, verschenen Kerstmisse 1551, bedoeld in den brief d.d. 1551 April 18, waaraan deze kwitantie gehecht is, (zie nr. 538) ad 6 pond 4 schellingen 3 grooten Vis., boven 7 grooten voor kosten, ontvangen te hebben. Actum desen XXen in April anno tweenvijftich. Oorspr. op papier (Inv. nr. 733). — Op de rugzijde van deze kwitantie is eene audere d.d. (15)51 November 16 (zie nr. 540) geschreven. 543. 1654 April 4. Schepenen en keurheeren van Vuernambacht doen te weten, dat Jooris Batten en zijne echtgenoot Grietken ten behoeve van Guillame Coppin eene losrente van 16 pond Par., losbaar tegen den penning 15, op 2 gemeten 150 roeden lands in Leysele vestigen. Desen IIIIen Aprilis XVcLTlIl naer Paeschen. Oorspr. (Inv. nr. 844). Met 2 zeer geschonden sohepenzegels (van Jan tan Ghistelle en Jacop Lammen) in gele was; 1 verloren. 544. 1554 Mei 17. Schepenen en raad der stad Ghent, burgemeesters, schepenenen raad der stad Brugghe, voogd, schepenen en raad der stad Ypre, en burgemeesters en schepenen 's lands van den Vrije, te zamen de vier leden van het land en graafschap van Vlaendren, verkoopen aan Cornelis Scobbelants zoon van Crompvliet als rentmeester van het St. Barbelen gasthuis binnen Middelburch eene losrente van 3 pond gr. Vis. 'sjaars, losbaar tegen den penning 12. Ghegheven te Ghendt den zeventhiensten dach van Meye XVe vier ende vijftich. Afschrift op papier ran den notaris P. Thoeeins zoon (Inv. nr. 698). 545. 1554 October 8. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis van Lare, schoenmaker, parochiaan in Noortmonstere, belooft onder verband van het door hem gekochte perceel aan Boüdewijn Heyndricx zoon, Heyndrick Jans zoon van Ransdosck en Lowus Claes Willebairts zoon, of den houder van dezen brief, de rest van de koopsom van het huis en hofstede De Tafel Moyses in de Corten Dilft ad 42 pond 15 schellingen gr. Vis. in jaarlijksche termijnen van 8 pond te zullen betalen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert vierenvichtich opten achsten Octobris. Oorspr. (Inv. nr. 808). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. N.B. Op de rugzijde van dezen brief is aanteekening van afbetaling gedaan. 546. 1555 Januari 28. Schepenen van Antwerpen maken kond, dat Karel Hermans wijlen Gheerits zoon en Jehanne Arents dochter, echtelieden, wonende te Middelburch in Zeelant, alle door hen vroeger gemaakte beschikkingen van uitersten wil herroepen en opnieuw testeerende de fabrieken van Utrecht met 4 stuivers eens begiftigen, elkander boven lijfkleeren en sieraden 20 Carolusguldens lijfrente verzekeren en alle overige goederen hunne kinderen of wettige erfgenamen vermaken. Int jaer ons Heeren als men screef M CCCCC ende vierenvijftich achtentwintich daghen in Januario. Oorspr. (Inv. nr. 808). Met 1 zeer geschonden schepenzegel iu groene was; 1 verloren. 547. 1555 Juni 15. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Pieter Bodda cleermaker en zijne echtgenoot Margrietf, Jacou Doens dochter, parochianen in het Klooster, aan Gillis Jans zoon, parochiaan iu Coudekercke, den eigendom van 288 roeden lands in Coudekercke overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert vijffenvijftich opten vijfthiensten Juny. Oorspr. (Inv. nr. 468). Met 3 geschonden schepeuzegels iu groene was. N.B. Dit charter is geschonden. 548. 1555 December 81. Andries Dierkens als boedel bewaarder in het sterfhuis van wijlen zijne echtgenoot Pauline van den Velde eener- en Gekrolf de Baedts, als echtgenoot van Janneken, eerst weduwe van Jan Zeghers, met hare kinderen anderzijds maken eene kaveling vau de door Pauline voorschreven nagelaten goederen, waarbij aan eerstgenoemde worden toebedeeld 5 gemeten 228 roeden en 6 gemeten 160 roeden lands in den Beauwelijnc en in sGraveumeersch onder de jurisdictie van Caprijcke en in Bassevelde parochie op Bochautenambocht met de lasten die er op liggen. Dit was ghedaen jaer, maent, daeghe als vooren (desen laetsten daeghe van December anno XVC vijfvenvijftich) my jeghenwoordich. Oorspr. (Inv. nr. 871). Door partijen geteekend. — Op hetzelfde perkament is het „wederdeel" (de andere kavel) d.d. als boven (zie nr. 549) geschreven. 549. 1555 December 31. Geerolf de Baedts als echtgenoot van Janneken, eerst weduwe van Jan Zeghers, met hare kinderen eener- en Andries Dierkens als boedelbewaarder in het sterfhuis van wijlen zijne echtgenoot Pauline van den Velde anderzijds maken eene kaveling van de door Pauline voorschreven nagelaten goederen, waarbij aan eerstgenoemde worden toebedeeld 8 gemeten 5 roeden lands in Bassevelde parochie op Bochautenambocht, 8 gemeten 277 roeden in vijf stukken in sGraveumeersch onder de jurisdictie van Caprijcke, en 8 gemeten 90 roeden in drie stukken aldaar met de lasten, die er op liggen. Dit was ghedaen jaer, maendt, daeghen als vooren (desen laetsten daeghe van December anno XVC vijfvenvijftich) my jeghenwoordich. Oorspr. (Inv. nr. 871). Door partijen geteekend. — Op hetzelfde perkament is de andere kavel d.d. als boven (zie nr. 548) geschreven. 550. 1556 Januari 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Maycken Gautiers, weduwe van Cornelis Gillis' zoon, parochiane in Westmonster, aan haar broeder Geerart Gautiers den eigendom van een half vierendeel van het huis en hofstede De Goude Leest in de Langevyle en een vierendeel van een huis en hofstede buiten de Langevyle poort, in het geheel bezwaard met een cijns van 2 schellingen gr. Vis. 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jair ons Heeren duust vijfhondert vivenvijftich op den naestlesten dach van Januario stylo curie Hollandie. Oorspr. (Inv. nr. 636). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 551. 1556 Maart 11. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Geerart Gautiers , parochiaan in het Klooster, en Maycken Gautiers, parochiane in Westmonster, broeder en zuster, elkander alle geschillen, schulden of aanspraken op gelden en goederen, die zij ouderling hebben, kwijtschelden. Dit was gedaen int jair ons Heeren duust vijfhondert viveuvijftich op den Xleu Maerte stylo curie Hollandie. Oorspr. (Inv. nr. 809). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was: 1 verloren. 552. 1556 Mei 28. Adriaen Bouwens zoon scipman, poorter van Middelburch, maakt zijn testament en schenkt daarbij aan zijne echtgenoot Cornblie Heymants dochter het huis, waarin hij woont, en verdere alle andere goederen, die hij bij overlijden zal achterlaten, in dier voege, dat de eigendom dezer goederen na overlijden van Cornelie voornoemd op de erfgenamen van hun beiden moet overgaan naar het gebruik der stad. Ten dage ende jaere als boven (op den achteutwintichsten dach van Meye int jaer desselfs ons Heeren duust vijfhondert ende zessenvijftich, des pausdoms onssen alderheylichste vader in Gode Pauwelus de vierde van dier name in zijn eerste jair, regnerende die aldermoghenste, doorluctichste ende victorieuste prince ende heer onssen geuadighen prince Philips van dien name de tweede, by der gratie Godts coninck van Ingelant, prince van Spaignen, grave van Zeelaudt etc. int eersten jair van zijnder corronatie). Oorspr. (Inv. nr. 811). Met de signatuur van den notaris Marynus laurey8' zoou. N.B. Het l>te jaar van Paulus IV eindigde 1556 Mei 25 , het l»"e jaar van Philips II als koning van Engeland 1555 Juli 24. Men zou dus meenen, dat dit charter van 1555 Mei 28 dateert, maar Philips II werd eerst 1555 October 25 graaf van Zeelant, waartegenover weer staat, dat hij in Mei 155H niet meer prins maar koning van Spanje was. 553. 1556 Jali 29. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Claes Floris' zoon wagemaker, parochiaan in Westmonster, aau Adriaen Jans zoon backere, parochiaan in Westmonster, den eigendom van een huis buiten de Langevylle poort, bezwaard met 18 grooten 'sjaars, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert ende zessen vijftich op den neghenentwintichsten dach van Julio. Oorspr. (lnv. ar. 689). Met 2 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren. 554. 1557 Maart 23. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Lambrecht Lambrechts zoon de backer, parochiaan in Noortraonstere, en Aert Gabriëls zoon de schaelliedecker, parochiaan in Westmonster, erkennen met elkander onder de hier ingelaschte voorwaarden te zijn overeengekomen nopens de vertimmering van het aan Aert voorschreven toebehoorende huis in de St. Jans straat naast het huis Roome van Lambrecht voornoemd. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert zessen- vijftich opten drientwintichsten in Maerte stijl shoofs van Hollant. Oorspr (Inv. nr. 1350). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. — Op de rugzijde van dezen brief is eene nadere overeenkomst d.d. 1564 Mei 25 (zie nr. 586) geschreven. 555. 1557 Maart 31. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis Eeuwoots zoon schipper, als echtgenoot en kerkelijke voogd van Neelken Jacops dochter, wonende zoo hij zegt in Dreysscher, erkent voldaan te zijn van alle goederen, haar aangekomen bij doode van haar oom Adriaen Laetdrayen, en daarvan Cornelis Jacops zoon te Middelburch kwijtscheldt. Dit was gedaen int jair ons Heeren duust vijfhondert zessenvijftich op den laetsten dach van Maerte voor Pass eken. Oorspr. (Inv. nr. 812). Met 3 geschonden scbepenzegels in groene was. 556. 1557 Juli 7. Lievin de Herde erkent aan Jan Matens 33 roeden lands op den "Chaertruesen cauter" verkocht te hebben. Desen VII" July XV"LVII. Oorspr. op papier (Inv. nr. 1118). 557. 1557 Juli 24. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Gheeraert Goutiers mandemakere en Margriete van Tricht, echtelieden, parochianen in Westmonstere, hun testament maken en daarbij elkander het vruchtgebruik van de helft van een huis en hofstede buiten de Langevuyle poort, een vierde van het huis en hofstede Den Gouden Leest in de Langevuyle straat aan de noordzijde en een vierde van het huis en hofstede, dat er naast staat, schenken, in dier voege, dat de eigendom dezer goederen na overlijden van de langstlevende op de erfgenamen van hun beiden moet overgaan. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende zevenenvijftich opten vierentwintichsten dach der maendt van July. Oor9pr. (Inv. nr. 810). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 558. 1557 September 25. Burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch geven aan Cobnelis van Laeiie, schoemaker, op zijn verzoek paspoort tot vervoer van victalie voor het oorlogsvolk op de frontieren. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert zevenenvijftich opten viventwintichsten dach van Septembris. Oorspr. (Inv. nr. 804). Met het zeer geschonden zegel ten zaken der stad Middelburch in groene was. 559. 1557 October 9. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis Cornelis' zoon de Man, parochiaan in Grijpskercke, aan het St. Barbelen gasthuis binnen Middelburch 1 gemet 18 roeden lands in Oostcappele paroc'' '"n.kt onder bepaling, dat dit niet verzet, belast of verkc«. t in len. Dit was v ; • int jaer ons Heeren duysent vijfhondert zevenenvijftich opten neghensten dach van Octobre. Oorspr. (Inv. nr. 560). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 560. 1557 December 16. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis van Lare parochiaan in Noortmonster, belooft onder verband van het door hem gekochte perceel aan Frans Pier Faesj zoon, of den houder van dezen brief, de rest van de koopsom van het huis en hofstede Sint Anna in de Corten Dilft aan de noordzijde ad 91 pond 18 schellingen 4 grooten Vis. in jaarlijksche termijnen van 50 Carolusguldens te zullen betalen met levering bovendien van 2 paar pantoffels bij eiken termijn. Dit was gedaen anno XV^ zevenenvijftich op den XVIen Decembris. Oorspr. (Inv. nr. 734). Met 1 gedeeltelijk geschonden schepenzegel in groene was; 2 verloren. N.B. In dezen brief is boven het bedrag van de rest der koopsom met eene andere hand bijgeschreven: „eenenveertich ponden derthien scellingen vier grooten". 561. 1568 Januari 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cristynk Jans dochter, weduwe van Vincent Heyndricx zoon metselaere, parochiane in Westmonster, aan Maeyken Anthonjs, weduwe van Anthonis Cornelis' zoon metselaer, den eigendom van een huis en hofstede in de Gor straat aan de noordzijde overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert zevenenvijftich op den negenthiensten dach van January nair scryven shofs van Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 625). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 562. 1558 Juli 30. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan de Kegele, wonende zoo hij zegt te Antwerpen, aan Geeraert Gautiers den eigendom van zijn aaudeelen in drie verschillende huizen en hofsteden: een buiten de Langevuyle poort, een in de Langevyle, genaamd Den Gouden Leest en een aldaar aan de westzijde van het vorige, hem aangekomen bij doode zijner moeder Margriete van Tricht, echtgenoot van den voornoemden Geehaekt Gautiers, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert achten vijftich op den naestlesten dach van July. Oorspr. (Inv. nr. 636). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 563. 1559 Mei 17. Floris Cornelis' zoon van Grijpskercke en Gillis Pikters zoon Schijs, gecommitteerden van burgemeesters en schepenen, Adriaen Borsselaere, Pieter Bouwens zoon, Jan Jaoops zoon en Cornelis Go ris' zoon, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1558,9 van Anthuenis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Den XVIIen Mey anno XVC negenenvijftich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 82). N.B. Door gecommitteerden alleen geteekend. 564. 1560 Mei 81. Schepenen in Middelburcg (sic) oorkonden dat Mayken Pieters dochter, weduwe van Claes Symons Vacht, parochiane in Westmonster, met toestemming van haar gekozen voogd en zoon Symon Symons zoon Cost, parochiaan in Noortmonster, aan Symon Jans zoon de Room en den eigendom van een in de J jangen Dilft gelegen huis en hofstede met achterkeuken, hoven en pakhuizen en met eene met jonkvrouw Magdalena van Hoogelande gemeene gang en poort in de Segeer straat uitkomende, bezwaard met een cijns van 5 schellingen gr. Vis. onder de hier iugelaschte voorwaarden overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende tzestich op den laesten dach van Meye. Oorspr. (Inv. nr. 618). Met 1 geschonden schepeuzegel in groene was; 2 verloren. 565. 1560 Juni 3. Oellaert Gillis' zoon Tsoggert, schepen, Floris Cornklis zoon van Grijpskekcke, raad der stad Middelburch, gecommitteerden van burgemeesters en schepenen, Adriaen Heyndricx zoon Borzelaere, Fieter Bouwens zoon, Jan Jacops zoon en Cornelis Goerts zoon, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1559/60 van Anthonis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Den derden Juny XVC tsestich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 83). N.B. Door gecommitteerden alleen getsekend. 566. 1560 Juni 9. Schepenen van het ambacht van Boohaute doen te weten, dat Jan Martin Lievens zoon en zijne echtgenoot Mayken Zeghers erkennen aan Pieter Dierkens Andries' zoon 1 gemet 100 roeden lands in Bassevelde parochie, belast met 's graven rente en eene rente van den Heiligen Geest van Bochaute, voor 10 pond gr. Vis. verkocht te hebben. Ende ghedaen int tjaer ons tsHeeren als men schreef duust vijfhondert ende tsestich den IX dach van Junyus. Oorspr. (Inv. nr. 872). Met 3 schepenzegels (van Zeghek Hekcke , Jookis DE Bkabandeke en Pieter van Hecke) in groene was. 567. 1560 November 22. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Matthijs Beknaerts zoon, arbeider, parochiaan in het Klooster, belooft onder verband van het door hem gekochte perceel aan jonkvrouw Adriane \Y outers dochter, weduwe van Adriaen Pieter Clays' zoon, of den houder van dezen brief, de rest van de koopsom van een huis en hofstede in de Segheer straat naast het huis Sinte Loy ad 15 pond 10 schellingen gr. Vis. in jaarlijksche termijnen van 3 pond gr. te zullen betalen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert tzestich op den XXIIen Novembris. Oorspr. (Inv. nr. 311). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was. — Aan dezen brief is eene kwitantie d.d. 1568 October 27 (zie nr. 602) gehecht. N.B. Dit huis schijnt dus later eigendom van het gasthuis te zijn geworden. 568. 1561 Mei 21. Schepenen van Audenaerde oorkonden, dat Joos Lijssius, als voogd van Abrabam Penneman Joos' zoon, van de penningen, gesproten uit den verkoop van huizen en pacht van het hospitaal aldaar, het voornoemde weeskind aanbestorven van zijn grootvader Jacob Penneman, van Jak van Spiere Jacobs zoon en Adriaen de Hanf. heeft gekocht eene erfelijke rente van 8 pond 2 schellingen 6 grooten Par. 'sjaars, losbaar tegen den penning 16, waarvoor Jan van Spiere voornoemd de bovenbedoelde door hem gekochte huizen en pacht verbindt. Den XXlen in Meye XVC eenentzestich. Oorspr. (Inv. nr. 879). Met 4 geschonden schepenzegels in roode was. N.B. Op de rugzijde van dezen brief staat: „Josijnkkn Pennemass van Audinauoi". 569. (16)61 Mei 28. Qdirijn Anthuenjs zoon uuyten Wijugairde, burgemeester, en Gillis Pikters zoon Schijs, schepen der stad Middelburch, gecommitteerden van burgemeesters en schepenen, Adriaen Borzelare, Jan Jacops zoon crudenier en Cornelis Goeris' zoon, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1560/1 van Anthuenis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Den XXVIIIen in Meye een ende tzestich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 84). N.B. Van de gasthuismeesters is alleen door Jan Jacops zoon crudenier geteekend. 570. 1561 Juli 12. Baljuw, stedehouder en schepenen van Sente Pieters nabij Ghendt eigenen Jan van der Brugohen, echtgenoot van jonkvrouw Amelberghe Lampsins, en Phelips Vlamijno, echtgenoot van jonkvrouw Margriete Lampsins, aan twee vierendeelen van een huis en erf aldaar, mits betalende aan Christoffel Lampsins 19 pond gr. en aan de weezen van Lievin Lampsins en Anna Goethals 16 pond gr., ter voldoening waaraan Jan en Phelips voornoemd op bovenbedoeld goed eene losrente van 28 schellingen 9 penningen gr. 'sjaars ten behoeve van Christoffels voorzeid, en Philips voorschreven eene losrente van 10 schellingen gr. 'sjaars voor de helft der weezen portie en te hunnen behoeve vestigen, terwijl Jan van der Brugghen belooft de wederhelft van dat aandeel contant te zullen betalen. Dit was ghedaen den twaelfsten dach van Hoymaent XV« ende eenentzestich. Oorspr. (Inv. nr. 880). Voor registratie geteekend door H. Wouters. N.B. Onder dezen brief is door Gielis Lamsens 1580 Mei 28 aaugeteekend, dat hij voor de helft van den inhoud betaald is. 571. 1561 Juli 15. Schepenen in Middelburgh oorkonden, dat Cornelis van Lare, parochiaan in Noortmonster, belooft onder verband van de door hem gekochte perceelen aau de weduwe en erfgenamen van Guelkyn Willems zoon, alias coome Geleyn, of den houder van dezen brief, de rest van de koopsom van drie buiten de Segeerstraat poort aan de oostzijde naast elkander staande huisjes en hofsteden ad 8 pond 2 schellingen 6 grooten Vis. in drie termijnen te zullen betalen. Dit was gedaen int jaer ons Heereu duyst vijfhondert eenentzestich opten vijftiensten July. Oorspr. (Inv. ar. 803). Met 3 sehepenzegels (2 geschonden) in groene was. N.B. Op de rugzijde van dezen brief is aanteekening van afbetaling gedaan. 572. 1561 Juli 15. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornelis van Lare, parochiaan in Noordmonster, belooft onder verband van het door hem gekochte perceel aan de weduwe en erfgenamen van Gheleyn Willems zoon, alias coome Gheleyn, of den houder van dezen brief de rest van de koopsom van een huis en hofstede op de Burch aan de oostzijde ad 6 pond 1 schelling gr. Vis. op den 8steu Mei 1562 te zullen betalen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duyst vijfhondert eenentzestich upten vijftiensten July. Oorspr. (Inv. nr. 803). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepeuzegels in groene was. N.B. Deze brief is gecancelleerd. 573. 1561 September 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Jan Luenissen, parochiaan in Noortmonster, aan Thomas Anthuenissen , parochiaan in Westmonster, den eigendom van een huis en hofstede in de Spaens straat aan de noordzijde met de lasten van cijnzen, die er op liggen, overdraagt. Dit was gedaen up den XIXen September anno XVc eenentsestioh. Oorspr. (Inv. nr. 670). Met 3 schepenzegels (1 gedeeltelijk geschonden) in groene was. — Met 1 transfix d.d. 1565 Juni 14 (zie nr. 590). 574. 1562 Mei 20. Pieter Bouwens zoon Nyoot, burgemeester, en Qüirijn Anthuenis' zoon uuyten Wijngairde, schepen der stad Middelburch, gecommitteerden van de wet, en Adriaen Heyndricx zoon Borsselare, Jan Jacops zoon crudenier, Cornelis Goeris' zoon en Willem Pieters zoon in Rosenburch, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1561/2 van Anthuenis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Den XXen in Meye twee ende tzestich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 85). N.B. Van de gasthuismeesters is alleen door A. Bohsselark geteekend, maar ook door Van Campen, vermoedelijk secretaris van de stad. •28 575. 1562 December 5. Gheerolf de Baets en zijne echtgenoot Jannekin erkennen aan Pieter Dierkins en zijne echtgenoot Maykin 52 roeden lands op dHeest voor 80 schellingen gr. verkocht te hebben. Desen Ven December XVCLXII. Oorspr. (Inv. nr. 872). 576. 1663 Januari 19. Schepenen van Antwerpen inaken kond, dat Katlyne Vlemincx en haar echtgenoot en voogd Jorise van Ghemen aan Jan Grieten outcleercoopere en zijne echtgenoot Katlyne van Voorden den eigendom van een -/garyte", welke de vijfde woning is van de vijf garyten van den hoek van het choor der Borcht kerk aldaar, onder de hier ingelaschte voorwaarden overdragen. Int jaer ons Heeren als men screeff M CCCCG ende tweentsestich negentien dagen in Januario. Oorspr. (Inv. ur. 881). Met 2 schepenzegels (van Claïs Rococx , ridder, (zeer gesehonden) en Jan Rubbens) in gele was. — Op de rugzijde van dezen brief is eene kwitantie d.d. 1564 December 21 (zie nr. 588) geschreven. 577. 1563 Januari 19. Schepenen en keurheeren der stad en heerlijkheid Hondschote doen te weten, dat Andries Weysen en zijne echtgenoot Franchine benevens Corneus van Ghavere en zijne echtgenoot Maeyke aan Jacop Gillis elk den eigendom van een derde van 109$ roeden lands, zijnde een vijfde deel van zeven achtste deelen van 2 gemeten 24 roeden in den westhoek van Hondscote, genaamd de Langhe vuere, dat bezwaard is met 17 schellingen Par. 'sjaars, overdragen Desen XIX«" in Lauwe XV<= tweeentzestich. Oorspr. (Inv. nr. 845). Met 1 zeer geschonden schepenzegel in groene was; 1 verloren. 578. 1563 Maart 6. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Cornklis van Lare en Geertruyt Finaekts, echtelieden, parochianen in N'oortmonster, wederroepen alle vroeger door hen gemaakte beschikkingen van uitersten wil en huwelijksche voorwaarden (zie nr. 507) en opnieuw testeerende elkander alle goederen, die bij overlijden van een hunner boven schulden, gedane schenkingen en kerkrechten aanwezig zullen zijn, schenken, mits dat de langstlevende betaelt le aan de erfgenamen van de overledene 800 Carolusguldens van 10 gr. Vis. in jaarlijksche termijnen van 50 gulden, en 2e aan de gemeene armen en de gevangenen binnen Middelburch elk 10 schellingen gr. Vis. Dit is ghedaen int jaer ons Heeren Jesu Cristy duysent vijfhondert tweentzestich stijl van den hove van llollandt up den zesten dach der maent van Maerte. Oorspr. (Inv. ar. 802). Met 3 schepenzegcls (vnu Claes Pieters zoon Dint, Heyndrick Bieends zoon Houdepype en Pietek Jans zoon Bonte) in groene was. 579. 1568 April 5. Schepenen en keurheeren van den proost van St. Donaes te Brugghe van diens heerlijkheid en jurisdictie in Berghen en Bergambacht doen te weten, dat Jan van Leene en zijne echtgenoot Mayken aan Guillame Coppen zeven vierendeel 6 roeden lands in Waerheem parochie, bezwaard met proosdij- en largierschuld, overdragen in ruil voor gelijke zeven vierendeel 6 roeden lands in Hondtschote, bezwaard naar evenredigheid van 28 schellingen Par. 'sjaars op 15 gemeten lands, die Guii.lames Coppen aan Jan van Leene overdraagt. Up den dach van April XV'' drieëntzestich naer Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 846). Het zegel ten zaken der voorschreven heerlijkheid verloren. N.B. De bijvoeging : „naer Paesschen" is onverklaarbaar , daar Pluchen in 1563 op 11 April viel Misschien is 15 April bedoeld. 580. 1568 Juni 1. Gillis Pieters zoon Schijs, burgemeester, en Floris CorneLisfzoon) van Grupskercke, raad, gecommitteerden van de wet, Adbiaen Heyndricx zoon Borsselare en Jan Pieters zoon Beautmont, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1562/8 van Anthüenis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Te date als boeven (den eersten Juny XV'' ende dryentzestich) Oorspr. (achter in Inv. nr. 86). 581. 1563 Juni 7. Schepenen en keurheeren van den proost van St. Donaes te Brugghe van zijne heerlijkheid en jurisdictie in Berghen en Bergambacht doen te weten, dat Malen Calpaert en zijne echtgenoot Jauuemyne aan Gillis Coppin den eigendom van 1 gemet 8 roeden lands in den westhoek van Hondtschote proosdij, belast met een hoed tarwe, overdragen. Up den VIIen dach van Wedemaent XVC drientzestich. Oorspr. flnv. nr. 847). Het zegel van zaken verloren. 582. 1563 Juni 18. Schepenen en keurheeren der stad en heerlijkheid Hondschote doen te weten, dat Franchois Puessin, als ontvanger van de armen aldaar, en Jan Bariiet en zijne echtgenoot Jacquemyne aan Jacob Gillis den eigendom van 1095 roeden lands zijnde een vijfde deel van zeven achtste deelen van 2 gemeten 24 roeden in den westhoek van Hondscote, genaamd de Langhe vuere, dat bezwaard is met 17 schellingen en 5 pond 18 schellingen 11 penningen Par. 'sjaars, overdragen. Desen XVIIIen in Wedemaent XV<= drieëntzestich. Oorspr. (Inv. nr. 845). Met 1 geschonden schepenzcgel tvan Jan Schipman) in groene was; 1 verloren. 583. 1563 October 29. Schepenen der stad Ziericszee oorkonden, dat Jan Aef.nts zoon van Dordrecht erkent aan jongen Coiinelis Jans zoon, scheepstimmerman, of den houder van dezen brief, de koopsom van een huis en erf op den Hennaersdijck ad 53 pond gr. Vis. schuldig te zijn en belooft onder verband van het door hem gekochte perceel die som in jaarlijksche termijnen van 2 pond 10 schellingen gr. Vis., vervallende op vastenavond te zullen betalen. Den negenentwintichsten Octobris anno XVC drientsestich. Oorspr. (Inv. nr. 735). Met 3 schepenzegels (2 zeer gesehonden) in groene was. N.B. Op de rugzijde van dezen brief is eene aanteekening van betaling gedaan. 584. 1564 Januari 22. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Frans Pier Faes' zoon, poorter van Vlissingen zoo hij zegt, aan (Jornelis van Lark, schoenmaker, den eigendom van het huis en hofstede Sint Anna in de Corten Delft aan de noordzijde, bezwaard met een cijns van 17 grooten Vis. ten bate van het kapittel van Westmonster, overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert dryentzestich op den XXIIeu Januari naer style shofs van Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 612). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 585. (15)64 Mei 23. Floris Cornelis' zoon van Grijpskercke en Symon Jacops zoon Magnüs, wethouders, Adriaen Heyndricx zoon Borsselare, Willem Pieters zoon in Roesenrurch en Jan Pikters zoon Beautmont, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1563/4 van Anthüe.nis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Ten daeghe ende jaere als boven (den XXIlleu Meye LXII1I). Oorspr. (achter in Inv. nr. 87). N.B. Door Willem Pieters zoon in Roesenburch niet geteekend. 586. 1564 Mei 25. Lambrecht Lambrechts zoon backer, als eigenaar van het huis Rome, en Pieter Pieters zoon oudecleercooper, als gehuwd hebbende de weduwe van Aert Gabrikls zoon scailledecker, gaan met wijziging in zooverre van den inhoud des schepenbriefs d.d. 1557 Maart 23, op welks rugzijde deze geschreven is, (zie nr. 554) eene nadere overeenkomst aan nopens de vertimmering van het aan Pieter voorschreven toebehoorende huis in de St. Jans straat naast het huis Rome van Lambrecht voornoemd. Op den XXVCQ dach van Meye XVC vierentzestich. Oorspr. (Inv. Dr. 1350). Met de signatuur vau den notaris -Gctllauke Dbynoot. N.B. Onder dit contract is 1721 December 12 door den secretaris der stad eene verklaring gesteld, dat deze „rentebrielf" liet gasthuis competeert en ingevolge resolutie vau Wet en llaad van 1721 Augustus 30 inaliënabel is. 587. 1564 October 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Adriaen Heindricx zoon Borsselakre, parochiaan in Noirtmonster, Court Jacobs zoon, Willem Pieters zoon in Rosemburch, parochianen in het Klooster, en Jas Pieters zoon Beaumont, parochiaan in Noirtmonster, gasthuismeesters aldaar, eener- en Jan Bastoen, Cornelis Hügens zoon, parochianen in Noirtmonster, in deze (tevens) vervangende Adriaen Jacob Joos' zoon, parochiaan in Noirtmonster; Symon Janssen van Rome, Vincent Laureïs' zoon en Ci.ays Iwjys, parochianen in het Klooster; Willem Geleyns zoon, Laureys Laureys' zoon en Joos Janssen de Groote, parochianen in Westmonster, gecommitteerden van de gemeene armen der drie parochiën aldaar, anderzijds verklaren, dat Jacob Heindricx zoon van Grijpskercke en zijne achtergelaten weduwe Janneken Heindricx dochter bij testamentaire beschikking van 1501 Mei 1 hebben gefundeerd eene bijzondere school, afgescheiden van de armenschool der stad, om daarin alle schamele kinderen, zoo jongens als meisjes, vau de drie parochiën aldaar te doen onderwijzen door eeu meester, daartoe door de gecommitteerden van het gasthuis en van de armen gezamenlijk aan te stellen, en daarvoor de hier ingelaschte geldsommen hebben gelegateerd, waarvan de ontvanger der armen 1564 Juni 24 rekening en verantwoording heeft gedaan, en diensvolgens met toestemming van burgemeesters en schepenen van Middelburch regelen vaststellen omtrent de belegging in fondseu van de reeds ontvangen en nog te ontvangen gelden, en beloveu, dat de meerdere kosten, die op het houden van deze school zulleu valleu, door het gasthuis en de armen voornoemd elk voor de helft zullen gedragen worden, evenals eeu voordeelig saldo van rekening dier school tusschen beiden half om half zal gedeeld worden, alles onder verband der goederen van het gasthuis en van die der armen en volgens de verbandbrieven door hen gezamenlijk aan de erfgenamen van wijlen Jacob Heindricx zoou en zijne weduwe voornoemd verleden. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhoudert vierentzestich op den negenthiensten van October. a). Oorspr. (Inv. nr. 1132). Met 3 schepenzegels (van Clays Pieteks zoon Dint, Gillis Pietkrs zoon Chijs (gedeeltelijk geschonden) en Adbiaen van Campen (gedeeltelijk geschonden) in groene was. 4). Afschrift op papier van (c. 1770) (Inv. nr. 1132). N.B. Van dezen brief zijn twee „vau eenen inhouden opgemaakt: een voor het gasthuis en een voor de armen. Dit is het exemplaar van het gasthuis, hetgeen blijkt uit de kantteekening, waarbij gezegd wordt, dat deze „rentebrief' het gasthuis competeert en ingevolge resolutie van Wet en Raad van 1721 December 12 inaliënabel is. — Gedrukt: 'sGravezande. Vredegroet (blz. 111 vlg). 588. 1564 December 21. Joris van Ghemen erkent van Jan Grieten en zijne echtgenoot de hoofdsom eener erfelijke reute van 8 Karolusguldens met de tot Kerstmisse 1564 loopende rente, bedoeld in den transportbrief d.d. 1568 Januari 19, op welks rugzijde deze geschreven is, (zie nr. 576) ontvangen te hebben. Datum als boven (op heden den eenentwintichsten dach December anno XVC vierentsestich). Oorspr. (Inv. nr. 881). Met de signatuur van Jobis van Ghemen , Jacop Stbaegier en Robrecht van Huesden, notaris. 589. 1565 Juni 18. Floris CoRNELis('zoon) van Grijpskerckk, schepen, en Oelaert Gillis' zoon Tsoggert, gecommitteerden van Wet en Raad, en Adriaen Heyniucx zoon Borsselaere, Coüert Jacops zoon en Jan Pietkrs zoon Beamont, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1564/5 van Anthüenis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Op den XIIIen Juny anno XVC vijfentzestich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 88). N.B. Door gecommitteerden alleen geteekend. 590. 1565 Juni 14. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Thomas Anthüenis' 7.nnn j parochiaan in Noirtmonster, aan gasthuismeesters aldaar den eigendom van den transportbrief d.d. 1561 September 19, waardoor deze gestoken is, (zie nr. 573) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert vijfentzestich op den XIII Ien Juny. Oorspr. (Inv. nr. 670). Met 2 gedeeltelijk geschonden schepenzegels in groene was ; 1 verloren. 591. 1565 October 8. Burgemeester en schepenen der stad en vrijheid van Caprijcke doen te weten, dat Philips Malaert Jans zoon, ook als gemachtigde van zijne echtgenoot jonkvrouw Lijsbette Goethals mr. Lievins dochter, aan Jan dHannis den ouden Jans zoon den eigendom van 13 gemeten lands in den Beeuwelink aan de oostzijde van de Muele straat binnen Caprijcke, bezwaard met de lasten, die er van ouds op liggen, overdraagt. Dese VItIen Octobris XVC viventzestich. * Oorspr. (Inv. nr. 865). Met 3 gedeeltelijk geschonden schepenzegels (van Pieteb Luce , Pieteb Maes en Pieteb Schebpince) in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 592. 1566 Juni 4. Adriaen Clays' zoon, burgemeester, Oellaert Gillis zoon Tsoggert, raad, Court Jacobs zoon, Wyellem Pïeters zoon Rosenburch, Jan Pïeters zoon Bkautmont en Andriks Jacobs zoon de jonge, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1565/6 van Anthuenis Mathijs' zoon, ontvanger, af. Op den voornoemden vierden Juny anno XVC zesentzestich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 89). 593. 1566 Juli 8. Schepenen en keurheeren van Berghambacht doen te weten, dat Jacob van dek Mersch aan Guilt.ame Coppens den eigendom van den rentebrief d.d. 1528 Januari 8, waardoor deze gestoken is geweest, (zie nr. 478) overdraagt. Up den VII len dach van Hoymaent XVC ende zessentzestich. Oorspr. (Inv. nr. 840). De 2 schepenzegels verloren. N.B. Dit transfix is van den rentebrief losgeraakt. 594. 1567 Januari 8. Schepen in Middelburch oorkonden, dat Meerten Mertens zoon, kousmaker en poorter aldaar, en Gheertruyt Finaerts, echtelieden, parochianen in het Klooster, elkander al hunne goederen, die bij overlijden van een hunner aanwezig zullen zijn, schenken, onder gehoudenheid van betaling door de langstlevende van verschillende hier ingelaschte legaten. Dit was ghedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende zessentzestich op den Villen January stylo curie Hollandie. Oorspr. (Inv. nr. 805). De 3 schepenzegels verloren. N.B. Deze beschikking werd 1571 Februari 3 (zie nr. 611) door eene andere vervangen. 595. 1567 Mei 9. Alexander de Zoete erkent aan Adriaen Rousseau wegens geleverd schoenwerk 54 pond van 40 gr. schuldig te zijn en belooft die som 1 Augustus e.k. te zullen betalen. Le IXe jour de May XV" soixante sept. Oorspr. op papier (Inv. nr. 1127). 596 1567 Mei 20. Gillis Pïeters zoon Schijs, burgemeester, Symon Jacops zoon Magnus, schepen, Floris CoRNELis;'zoon) van Grijpskercke, raad, Coeurt Jacops zoon, Willem Pikteks zoon, Jan Pietf.rs zoon' Heaumont en Andries Jacops zoon de jonge, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1566/7 van Anthuenis Mathijs' zoon, ontvanger, af. Op den XXen dach van Meye XVC zevenentsestich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 90). N.B. Door Willem Pïeters zoon niet geteekend. 597. 1567 Juni £9. Jacop, Cristoffel, Jan Jans zoon van wegen zijne echtgenoot Adriaenken, en Laureys', kinderen van Jan Jans zoon de Pad, komen overeen, dat Laureys Jans zoon voorschreven in het bezit van alle de door hun vader nagelaten goederen zal blijven. Aldus gedaen binnen Bergheri upten Zoom (op heden den negen- entwintichsten dach der maent van Junio anno XVC zevenentzestich). Oorspr. (Inv. nr. 1365). Met de signatuur van den notaris J. Verbrubgen. 598. 1567 Juli 16. Woüter Bertelmeeüs erkent aan Bf.btelmeeus Jaspers zoon 82 pond, spruitende uit verschillende obligatien, schuldig te zijn, en belooft die som met 7 pond gr. 's jaars te zullen afbetalen. Op den XVIeD July vijftienhondert zeven ende tzestich. Oorspr. op papier. (Inv. nr. 1127). 599. 1567 December 18. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Anthuenis Jans zoon Tsoggaert en zijne echtgenoot Janneken Jans dochter, parochianen in Westmonster, aan Caerle Hermans zoon den eigendom van een huis en hofstede in liet Zinte Bastiaens straatje overdragen. Dit was gedaen int jaer ons Heereu duysent vijfhondert zevenentzestich op den XIII December. Oorspr. (Inv. nr. 660). Met 3 schepenzegels (2 geschonden) in groene was. 600. (15)68 Juni 8. Cornelis Franchois' zoon Tas, burgemeester, Floris Cornelis' zoon van Grijpskercke, schepen, Symon Jacops zoon Magnüs, raad, Willem Pieters zoon Rosenburch, Coubt Jacops zoon en Jan Pieters zoon Beavtmont, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1567/8 van Anthuenis Mathijs' zoon, ontvanger af. Ten daghe, jaere ende maent als voren (op den VIIIen Juny LXVIII). Oorspr. (achter in Inv. nr. 91). N.B. Van de gasthuismeesters alleen door J. Beautmont geteekend. 601. 1568 Juli 23. Schepenen en keurheeren der stad en heerlijkheid Hondschote doen te weten, dat Guillame Coppen en zijne echtgenoot Cateline aan Willemynekin en Casineken, de twee kinderen van Joris Dous, onder de hier ingelaschte bepalingen de som van 400 pond Por QPlIPn kPII Desen XXIIIen July XV'LXVIII^. Oorspr. (Inv. nr. 848). De 2 schepenzegels verloren. 002. 1568 October 27. Jan Wouters zoon, gemachtigde van de erfgenamen van jonkvrouw Adkiana Wouters dochter, erkent van Antonis Matijs' zoon, ontvanger van het gasthuis binnen Middelburg, 2 pond 10 schellingen gr. Vis. als laatsten termijn van de rest der koopsom van een huis in de Segeer straat, bedoeld in den schuldbrief d.d. 1560 November 22, waaraan deze gehecht is, (zie nr. 567) ontvangen te hebben. Desen XXVIIeu Octobris anno XV® achtentzestich. Oorspr. op papier (Inv. nr. 341). 003. 1568. Mercx de Pau Inghels zoon erkent van Gii.laum Coppen zeven vierendeelen lands in Repoe voor 9 jaren tegen 12 pond 'sjaars gehuurd te hebben. Oorspr. op papier. (Inv. nr. 836). N.b. Dit stuk is niet gedateerd, bij de naamteekening staat: „1568". 004. 1569 Januari 24. Keurschepenen van Wester-Zoubburch oorkonden, dat Pieter Adriaen Thoenis' zoon, schepen aldaar, aan het gasthuis binnen Middelburch den eigendom van 250 roeden lands in Wester-Zoubburch parochie met 250 roeden gasthuisland gemeen overdraagt. Dit waes gedaen int jaer ons Heeren duessent vvijfhondert ende achtensestich naer tscrieven thoetf van Hollant op den XXIIIluu dach van Januaryo. Oorspr. (Inv. nr. 503). Met 3 schepenzegels 2 geschonden.! in groene was. N.B. Dit charter is door worm geschonden. 005. 1569 Februari 19. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Symon Pieters zoon, parochiaan in Westmonster, belooft onder verband van het door hem gekochte perceel aan gasthuismeesters aldaar, of den houder van dezen brief, de koopsom van een huis en hofstede in het Vogel straatje aan de noordzijde ad 8 pond gr. Vis. in twee termijnen op 12 Februari van de jaren 1570 en 1571 te zullen betalen. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert achtentzestich op den XIXen Februarius naer Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 736). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 000. 1569 Maart 8. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Eeuwoutken, weduwe van Lambrecht Lamurechts zoon backer, aan de gecommitteerden van de Armenschool, door Jacobs Heindricx zoon van Grijpskercke gefundeerd, ten behoeve van die school, den eigendom van de twee huizen en hofsteden Groot en Cleen Roome in de St. Jans straat, bedoeld in de brieven d.d. 1548 Maart 3 eu 1544 Februari 29, waardoor deze gestoken is, (zie nrs. 519 en 521) overdraagt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert achtentsestich op den Villen van Maerte naer Hollant. Oorspr. (Inv. nr. 1350). Met 3 geschondeu sohepenzegels in groeue was. 607. 1569 Mei 9. Schepenen en keurheeren der proosdij van St. Donaes in Berghen en Bergambacht doen t« weten, dat Jan Sleveren en zijne echtgenoot Maykkn aan Guillamb Coppen den eigendom van een zesde deel van 3 gemeten 274 roeden lands in Hondschote, bezwaard met proosdijschuld als van ouds, overdragen. Up den IXen van Meye XVCLX1X. Oorspr. (Inv. nr. 849). Met het zeer geschonden zegel ten zaken der voorschreven heerlijkheid in groene was. 608. 1569 Mei 21. Schepenen en keurheeren der stad eu heerlijkheid Hondschote verleenen aan Guillamens Coppen onder verklaring van goed gedrag een pas om zich buiten de limieten der voorschreven heerlijkheid te begeven. Den XXIen May XVC neghenentzestich. Oorspr. (Inv. nr. 850). Met het geschonden zegel ten zaken der stad Hondschote in gele was. 609. 1569 Mei 31. Floris Cobnelis' zoon van Grijpskercke, burgemeester, Qüirijn Anthuenis' zoon dutten Wijngaerden, schepen, Symon Cornelis zoon Grijpskercke, raad, Coitert Jacops zoon, Willem Pieters zoon en Mathrus Jans zoon brouwere, gasthuismeesters, hooreu de rekening van het gasthuis over 1568/9 van Anthuenis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Den laesten Meye XV^LXIX als voirscreven. Oorspr. (achter in Inv. nr. 92). N.B. Alleen door de twee eerstgenoemde geteekend. 610. 1570 Mei 15. Jan Adryans zoon, burgemeester, Symon Jacops zoon Magnus, schepen, Coknelis Franchoys zoon Tas, raad, Willem Pyeters zoon Rosenburg, Jan Pieters zoon Beautmont en Matheus Jans zoon, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1569/70 van Anthuenis Mathijs' zoon, ontvanger, af. Op den XVen Meye XVC tzeventich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 98). 611. 1B71 Februari 3. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Merten Mertens zoon, kousmaker en poorter aldaar, en Gheertruyt Fynaerts, echtelieden, parochianen in het Klooster, elkander al hunne goederen, die bij overlijden van een hunner aanwezig zullen zijn, schenken, onder gehoudenheid van betaling door de langstlevende van verschillende hier ingelaschte legaten. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijffhondert LXX stijl Brabandt op den IIIen Februari. Oorspr. (Inv. nr. 805). Met 3 geschonden schepenzegels in groene was. 612. 1571 Mei 4. Schepenen en keurheeren der stad en heerlijkheid Hondschote doen te weten, dat Heindrick Buloot en zijne echtgenoot Margriete en negen andere bij namen genoemde personen aan Guillame Coppen den eigendom van 1 gemet 80 roeden lands benoorden Hondschote, bezwaard met 46 schellingen 10 grooten 'sjaars, overdragen. Desen IIIIen van Meye XVcLXXI naer Paesschen. Oorspr. (Inv. nr. 851). Met 2 zeer geschonden schepenzegels in groene was. 613. (15)71 Juni 4. Cornelis Franohois' zoon Tas, burgemeester, Symon Symons zoon (Jost, schepen, Symon Jacops zoon Magnüs, raad, W yellem Pyeteks zoon Rosenburg, Jan Pieters zoon Beautmont en Matheus Jans zoon brouwer, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1570/1 van Anthuenis Mathijs' zoon (ontvanger) af. Ten voornoemden lIIIen Juny LXXI. Oorspr. (achter in Inv. nr. 94). 614. 1572 Januari 28. Stoffel van Romuynt en Cornelis Pieters zoon timmerman, poorters van Middelburch, komen overeen omtrent de verhuring van het huis De Drie Gaukens op de westzijde van den Dam aan laatstgenoemde. In date den XXVlIlen January anno XVC eenentseventich voor Paesschen. Oorspr. op papier (Inv. nr. 607). N.B. Dit stuk is een ehvrograaf, geteekenil door Cornelis Pieters zoon en afkomstig'van Stoffel Romuynt; het duplicaat, bestemd voor Cornelis Pieters zoon, werd door Stoffel Romuynt geteekend. 615. 1572 Maart 15. Erasmus Parisijs, lidmaat der Duitsche kerk, vroeger keur- broeder der stad en vrijheid van Eecloo in Vlaenderen, maar wegens '/den evangelio" van daar verdreven en thans wonende binnen Noorwytz in Lnghelandt, wederroept voor mannen, gecommitteerd voor de vreemdelingen aldaar, alle vroeger door hem gemaakte beschikkingen van uitersten wil en op nieuw testeerende o. a. aan Willem de Cgcq en Michiel Floreyn aldaar, elk voor de helft, een derde deel van zijne in Vlaeudren en elders over zee gelegene goederen vermaakt, in dier voege, dat bij kinderloos overlijden van Willem en Michiel voorschreven of hunne nakomelingen de hierbij toebedeelde portie ten behoeve van de armen der Gereformeerde kerk te Eecloo, of, zoolang er te dier plaatse nog geene kerk van die gemeente is gevestigd, ten behoeve van die armen van de naastbij gelegene plaats, waar wel eene dusdanige kerk is toegelaten, moet versterven, en voorts de bedoelde armen begiftigt met eene jaarlijksche rente van ongeveer 20 schellingen, die voor deze den armen van den disch te Eecloo waren vermaakt. Ten jare, maende ende daghe als boven (up den XVen dach van Maert int jaer ons Heeren XVC een ende tzeventich vóór Paesschen). Opgenomen in een vidimus van gezworen mannen, geautoriseerd bij den magistraat van de stad Noorwytz tot berechting van civiele en politieke zaken, concerneerende de Nederlandsche natie aldaar resideerende d.d. 1577 Mei 31. (Inv. nr. 882). 616. 1572 Juni 21. Anthoine de Bourgoingne, ridder, heer van Wacken en Cliapelle, superintendent van Zeelande, Philippe de Lannoy, ridder, heer van Beauvoir, kolonel van een regiment Walen, Jehan Ozorio de Ulloa, Spaansch bevelhebber, Jehan Martines de Recalde, admiraal, en burgemeesters en schepenen der stad Middelbourg erkennen aan Jehan Baston wegens verschotten tot onderhoud der troepen 120 gulden schuldig te zijn. Faict a Middelbourg Ie XXI* de Juing XV«LXXII. Authentiek afschrift van den notaris Valerius op papier (Inv. nr. 737). 617. 1572 Augustus 22. Fernando de Saya Vedra erkent aan Cornelis Meys, handelaar te Medianburque, wegens geleverden wijn SOS gulden schuldig te zijn. Fecha en Ramua a 22 de Augusto de 1572. a). Oorspr. op papier geteekend uit naam van dos Fkrnando door Gaspab Ceron (Inv. nr. 738). 4). Authentiek afschrift van den notaris Tsoggakrt op papier (Inv. nr. 738), waarop tevens 3 andere schuldbekentenissen d.d. als boven (zie nrs. 618, 619 en 620) zijn afgeschreven, en waaraan een ander, waarop 2 schuldbekentenissen d.d. 1572 October 28 (zie nr. 621) en 1573 April 14 (zie nr. 624) zijn afgeschreven , is gehecht. 618. 1572 Augustus 22. Diego Heredia erkent aan Cornelis Meys, handelaar te Me- dialburque, wegens geleverden wijn 482 gulden schuldig te zijn. Fecha en Ramua a veynte y dos de Augusto de 1572. Authentiek afschrift tan den notaris Tsoggaert op papier (Inv. nr. 738), waarop tevens 3 andere schuldbekentenissen d.d. als boven (zie nrs. 617, 619 en 620) zijn afgeschreven, en waaraan een ander, waarop 2 schuldbekentenissen d.d. 1572 October 28 (zie nr. 621) en 1573 April 14 (zie nr. 624) zijn afgeschreven, is geheeht. 619. 1572 Augustus 22. Alonso de Sayas erkent aan Corneles Meys, handelaar te Medialburque, wegens geleverden wijn 308 gulden schuldig te zijn. Fecha en Ramua a veynte y dos Augusto de 1572. Authentiek afschrift van den notaris Tsoggaeht op papier (Inv. nr. 738), waarop levens 3 andere schuldbekentenissen d.d. als boven (zie nrs. 617, 618 en 620) zijn afgeschreven, en waaraan een ander , waarop 2 schuldbekentenissen d.d. 1572 October 28 (zie nr. 621) en 1573 April 14 (zie nr. 624) zijn afgeschreven is gehecht. 620. 1572 Augustus 22. Antonia de Musica erkent aan Cornelles Meys, handelaar te Medialburque, wegens geleverden wijn 248 gulden schuldig te zijn. Fecha en Ramua a 22 de Augusto de 1572. Authentiek afschrift van deu notaris Tsoggakrt op papier (Inv. nr. 738), waarop tevens 3 uudere schuldbekentenissen d.d. als boven (zie nrs. 617 , 618 en 619) zijn afgeschreven , en waaraan een ander, waarop 2 schuldbekentenissen d.d. 1572 October 28 (zie nr. 621) en 1573 April 14 (zie nr. 624) zijn afgeschreven, is gehecht. 621. 1572 October 28. Anthoine de Bocrgoigne, ridder, heer van Wacken, Chapelle en Cathem, superintendent van Zelande, en Phii.ippes de Lannoy, ridder, heer van Beauvoir, kolonel van een regiment Walen, erkennen aan Cornille Meys wegens geleverden wijn 216 pond schuldig te zijn. Faict a Middelbourg Ie XXVlIle dOctobre 1572. Authentiek afschrift van den notaris Tsoggaekt op papier (Inv. nr. 738), waarop tevens 1 andere schuldbekentenis d.d. 1573 April 14 (zie nr. 624) is afgeschreven, en waaraan een ander, waarop 4 schuldbekentenissen d.d. 1572 Augustus 22 (zie nrs. 617, 618, 619 en 620) zijn afgeschreven, is gehecht. 622. 1572 November 13. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Gheertrüyt Fynaerts, weduwe vau Marten Martens zoon, parochiane in Noortmonster, haar testament maakt, daarbij o. a. de armen en de gevangenen der stad elk met 10 schellingen gr. en het gasthuis met 5 schellingen gr. begiftigt, en alle goederen, die zij nu heeft en later verkrijgen mag, aan hare nicht Catelyne Danckaekts dochter, echtgenoot van Stoffel van Ru monde vermaakt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert tweent zeventich up den Xlll^11 November. Oorspr. (Inv. nr. 806). Met 3 schepenzegels (2 gedeeltelijk geschonden) in groene was. N.B. Dit testament is 1573 November 16 door een ander vervangen (zie nr. 682). — Dit charter is door worm geschonden. 623. 1573 Maart 14. Tresoriers der stad Middeiburch erkennen van de weduwe van Anthuenis Spontijn 12 pond gr. Vis. ten dienste van de Co. Ma' ontvangen te hebben om daarmede en met andere leeningen de binnen de stad liggende soldaten te betalen en hen in discipline te houden, en beloven die som van de eerste penningen, die Zijne Majesteit verstrekken zal, of bij gebreke in elk geval binnen een jaar te zullen terugbetalen. Actum op den XIIIIeQ Meerte XVcLXXII,ich naer Hollant. Afschrift op papier van den notaris P. Schoi'tens. (Inv. nr. 739). — Op hetzelfde papier is een extract uit het testament van Maïke Jans dochter van Ravesteïn, weduwe van Anthuknis Spontijn , d.d. 1571 Januari 21, (zie nr. 633) geschreven. N.B. Op dun kant van dit stuk is eene verklaring d.d. 1574 Juli 25 gesteld, dat het origineel onder gecommitteerden van de armen berust. 624. 1573 April 14. Anthoine de Boukgoigne, ridder, heer van Wacken, Chapelle en Catthem, superintendent van Zelande, en Phii.ippes de Lannoy , ridder, heer van Beauvoir, kolonel van een regiment Walen, erkennen aan Coknille Meys wegens geleverden wijn 18 pond schuldig te zijn. Fait a Middelbourg ce XIIIIe dApril 1578 puis Pasques. Met verklaring van Pieter van Hemert, luitenant van het kasteel Zeeburg, dat hij den wijn ontvangen heeft. Authentiek afschrift van den notaris Tsoggaeht op papier (Inv. nr. 738), waarop tevens 1 andere schuldbekentenis, d.d. 1572 October 28 (zie nr. 621) is afgeschreven, en waaraan een ander, waarop 4 schuldbekentenissen d.d. 1572 Augustus 22 (zie nrs. 617, 618, 619 en 620) zijn afgeschreven, is gehecht, 625. 1573 April 19. Jan Arondeaulx erkent aan Gilliak.m Lamsouts 26 pond 13 schellingen 4 grooten Vis. schuldig te zijn, en belooft die som binnen twee maanden te zullen betalen. Datum als boven (1573 den 19 April). Oorspr. op papier (Inv. nr. 1127). 626. (15)78 Mei 5. Olivier Schipman, ontvanger van de disch, kerk en geineeue armen van Hondschote, verklaart, dat Guyliames Coppin 1 gemet 83 roeden kerkland benoorden Hondschote voor 9 jaren tegen 8 pond 10 schellingen 12 grooten 'sjaars van hem gehuurd heeft. Desen Ven Meie LXXIII. Oorspr. op papier (Inv. nr. 836;. 627. (15)73 Juni 29. Pieter Sebastiaens zoon en Symons Jacobs zoon Magnus, schepenen, Symon Symons zoon Cost, raad, Jan Pieters zoon Bkaütmont en Joos Jans zoon de Groote, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1571/2 van Antuüenis Mathijs' zoou, ontvanger, af. Op den XXIX Juny anno LXXIII. Oorspr. (achter in Inv. nr. 95). N.B. Ook geteekend door Anth. Mathijs' zoou. 628. 1573 Juli 20. Schepenen van ghedeele, raden en paizeerders der stad Ghendt keuren als oppervoogden den verkoop van de portie in 1 gemet 2001 roeden pachtgoed buiten de Wnel poort, toekomende aan de wees Joossijntten Vlamincx, aan Gillis en Büssaert van Ghistele J an9 zoons goed, en machtigen Clara Henniaert dat pachtgoed over te dragen voor de vierschaar van Chaertruesen. Ghegheven in kennessen der waerheden onder den zeghel van saicken der voorschreven stede van Ghendt den twintichsten July Wc drientzeventich. Oorspr (Inv. nr 1118). Met het geschonden zegel van zaken der stad Ghendt in groene was 629. 1573 Juli 20. Schepenen van ghedeele, raden en paizeerders der stad Ghendt keuren als oppervoogden den verkoop van een achtste deel pachtgoed buiten de Bruchsche Wael poort, toekomende aan de weezen 'Pikrken en Cattblein Shosten , aan Gillis en Bussaert van Ghistkle Jans zoons goed, en machtigen Arent Shosten dat pachtgoed over te dragen voor de vierschaar van Chaertruesen. ^ Ghegheven in kennessen der waerheden onder den zeghel van saicken der voorschreven stede den twintichsten July XV*' drientzeventich. Oorspr. (Inv. nr. 1118). Het zegel van zaken der stad Ghendt verloren. 630. 1573 Juli 26. Pieter Sebastiaens zoon en Symon Jacops zoon Magnus, schepenen, Symon Symons zoon Cost, raad, Jan Pietkrs zoon Bkaütmont, Joos Jans zoon de Groote en Pieter Makets zoon, gasthuismeesters, hooren de rekening van het gasthuis over 1572/8 van Anthuenis Mathijs' zoon, ontvanger, af. Op den XXVI July anno drientseventich. Oorspr. (achter in Inv. nr. 96). N.B. Ook geteekend door Anth. Mathijs' zoon , maar uiet door den gasthuismeester Pieter Maerts zoon. 631. 1573 October 4. Daneel Taerlinck Joris' zoon erkent vau Gillaum Coppkn 1 gemet 184 roeden lands voor 9 jaren tegen 15 pond gr. 'sjaars gehuurd te hebben. Dyt was ghedaen ten houze van Jan Buddaebt up den lIIIden October XV° 78. Oorspr. op papier (Inv. ar. 8861 632. 1573 November 16. Schepenen in Middelburch oorkonden, dat Gheertruyt Fynaerts dochter («c), weduwe van Mekten Mertens, kousmaker, parochiane in Noortmonster, wederroept de door haar ongeveer een jaar geleden gemaakte beschikking van uitersten wil, (zie nr 622) en op nieuw testeerende de armen en de gevangenen in Middelburch elk met 20 schellingen gr. Vis. begiftigt, hare goederen aan Anna Fynaerts, Hübrecht Fynaert en de twee kinderen van Cathei.yne Fynaerts, wonende te liergen en tAntwerpen, vermaakt, en Adolkf van Laere en Cornelis Janssen Boochken, schoenmaker, tot hare testamenteurs benoemt. Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert dryentzeventich up den XVIcn November. Oorspr. (Inv. nr. 806). Met 3 schepenzegels (1 geschonden) in groene was. 633. 1574 Januari 21. Mayke Jans dochter van Ravesteyn, weduwe van Anthuenis Spontijn, legateert aan de gemeene armen, het gasthuis en de gevangenen elk voor een derde part de 12 pond gr. Vis., die zij bij brief d.d. 1573 Maart 14, op welks afschrift dit extract-testament geschreven is, (zie nr. 628) aan de stad Middelburch geleend heeft. In date XXI January XV'LXXIIII. Gelijktijdig extract-testament op papier van den notaris P. Schoutess. (Inv. nr. 739). ALPHABETISCHE INDICES. Bij het maken vau dc indices op vorenstaande inventarissen met regestenHjst zijn in hoofdzaak gevolgd de regels van de Handleiding en die, welke mr. R. Jkuin bij de samenstelling der indices van Het archief der O. L. V. abdij te Middelburg hebben geleid. Dienovereenkomstig zijn drie rubrieken gevormd : A. Index der persoonsuamen B. Index der plaatsnamen C. Index der voorhandeue zegels. A. INDEX DER PERSOONSNAMEN. In onderdeden is vau den genoemden leiddraad afgeweken: de onzekerheid van de juiste beteekenis vau woorden, die zoowel een bij- of familienaam als ecu bedrijf of ambacht kunnen aanduiden en huuue letterlijke overneming vau de stukken (zie blz. 286) dwong er toe om de eerste hoofdrubriek te splitsen in : I. Voornamen II. Bij- en familienamen III. Namen, die zoowel een bij- of familienaam als een bedrijf kunnen aanduiden IV. Ambten, waardigheden, betrekkingen, enz. De omschrijving van de laatste ouderafdeeling wijst op eeue uitbreiding van de gebruikte voorbeelden, die noodzakelijk was om de nieuwe afdeeling III te completeeren. Immers de questieuze woorden van deze afdeeling zullen iu de meeste gevallen wel eeu bedrijf, geen naam, aanduiden, en waar nu toch in diezelfde afdeeling eene lijst vau ambachten en bedrijven is te zien, moest deze met de gevallen, waarin duidelijk van een beroep of vak gebleken was, worden aangevuld. Vult in enkele gevallen afdeeling III de II''= aau, op haar beurt wordt zij door de IVdc gecompleteerd. Wanneer met zekerheid of hooge waarschijnlijkheid vau hunne identiteit is gebleken, al verschillen de uameu ook in onderdeeleu, zijn toch de personen in den index als dezelfde opgegeven, iu twijfelachtige gevallen is echter tusschen verschillende personen onderscheiden. De nummers van de oorkonden, waaraan zich het zegel van den betrokken persoon bevindt, zijn met vette cijfers gedrukt. Voor zooverre eeu naam in het Nederlandsch en iu het Latiju voorkomt, is hij volgens den eersten vorm gealphabetiseerd. 29 I. VOORNAMEN. Bij gelijke voornamen zijn de personen gerangschikt in de alfabetische orde van hunne patronyniiea; alleen als die niet bekend zijn in alphabetische orde hunner bij- of familienamen, en, zoo ook die ontbreken, in die hunner ambten of waardigheden. Personen met denzelfden voornaam en hetzelfde patronymicum zijn in chronologische volgorde geplaatst. lntusschen zij nog opgemerkt, dat bij het ontbreken van den voornaam van den vader bij vrouwspersonen, daarvoor de voornaam van haar echtgenoot, zoo die genoemd is, in acht is genomen. Namen als Adriaenssen, Janssen, Cornelissen enz. zijn beschouwd als bij- of familienamen, maar dit beginsel is weder verwaarloosd, wanneer zij door een familienaam gevolgd worden, b. v. Adriaen Pieterssen Proost, in dit en dergelijke gevallen meende ik in het woord 1'ieterssen nog geen familienaam te moeten zien, maar den nieuweren vorm voor Pieters zoon. Zelts in gevallen als Heyndrik Comelis van de Welle is de tweede naam (Cornelis) als die van den vader aangemerkt. A. i Aechte Adriaens dochter, jonkvrouw, I. 772; R. 257. Aechte Adriaens dochter, echtgenoot van Dommis Clais' zoon, I. 638; R. 440. Aechten Jacop Louwereys' zoons dochter, echtgenoot achtereenvolgens van Dornaes Pieters zoon, llughen Loys zoon en Jan Joos' zoon, I. 481, 635, 749, 750, 754; R. 82, 83, 85 , 120, 123, 137, 157, 161, 167, 205. Aechte Jan Stancons weduwe R. 89. Aechte Jans dochter R. 268. Aechte Cornelis Spegelis' dochter I. 755 ; R. 232. Aechte Cornelis' dochter, wijlen echtgenoot achtereenvolgens van wijlen Pieter Rutgheerts zoon die scryvere en van Rombout Jans zoon die cleermakere, I. 784; R. 313. Aechte Cornelis' dochter R. 416. Aechten Mathijs Wouters zoons dochter I. 462; R. 76. Aechte Merck Piers zoons dochter, echtgenoot van Jan Stevens zoon, R. 413. Aechten Michiel Besten weduwe I. 756; R. 81. Aechte Pier Lems zoons weduwe R. 22. Aechte Pieter Planthoens dochter , jonkvrouw, echtgenoot van Jan die Beste, I. 702; R. 220. Aechte Willems dochter I. 689 ; R. 389. Aernt Nouts zoon, keurschepen van den Hayman, R. 217, 259, 260, 261, 290. Aert Gabriels zoon de schaelliedecker R. 554. Aert Gabriëls zoon scailledecker (weduwe van) R. 586. Aernt Gijsbrechts zoon R. 360. Arent Jans zoon scipman R. 496. Aert Jans zoon (weeskind van) I. 715. Aernout Miehiels zoon R. 190. Aernt Poppen zoon R. 301. Aeruoud Symoens zoon R. 146. Aarnout van Citters I. 1950. Arent Shosten R. 629. Aert, prior en broeder van de O. V. kapel der orde van de Karthuizers te Herve bij Kdinghen, R. 318. Aertkin Heinrii dochter, weduwe van Adriaen Jacops zoon de lindrayer, R. 480. Abraham Penneman Joos' zoon I. 879; R. 568. Abraham Joossen de Coster I. 1112. Abraham Bisschop I. 1441. mr. Abraham de Brauw I. 1962. Abraham van Fuyrden, echtgenoot van Cornelia Udemans, I. 1360. Abraham Kallewier I. 1958. Abraham Meyngers, emiritus predikant te Grijpskerke , I. 2014. Abraham Nachtegael, echtgenoot van Adriana van der Stel, I. 1443. Absalou Craywerve, convers, broeder van de O. V. kapel der orde van de Karthuizers te Herve bij Kdinghen , R. 318. Adolff van Laere R. 632. Adrianus Adrianus' zoon , gasthuismeester van St. Barbara te Middelburg, R. 380. Adriaen Adri&ens zoon, schepen rail Vere, H. 498. Adriaen Augustijus zoon I. 546 ; R. 449. Adryaen Boenefacs' zoon , priester , R. 208. Adriaen Bouwens zoon scipmnn en Laetdraeyen scipman , poorter te Middelburg, echtgenoot van Cornelie Heymauts dochter, I. 606, 811, 812; R. 532 , 552, 555. Adriaen Heynricx zoon R. 328. Adriaen Heyndricx zoon Borsselaere , gasthuismeester te Middelburg , R. 563 , 565 , 569 , 574 , 580 , 585, 587 , 589. Aelyaen Jacops zoon I. 723 ; R. 225. Adriaen Jacops zoon uuten Bogacrt I. 464; R. 238 , 275 , 294. Adriaen Jacob Joos' zoon, gecommitteerde der gemeene armen van Noordmonster, R. 587. Adrianus Hanne Michiels zoon R. 229. Adryaen Jans zoon I. 776 ; R. 264. Adriaen Jan Heynricx zoon lt. 305. Adriaen Jans zoon I. 790 ; R 455. Adriaeu Jans zoon R. 470. Adriaen Jans zoou backere I. 639 ; R. 553. Adriaen Joos' zoon van der Hooge, schepen van Middelburg, R. 455* Adriaen Clays' zoon, burgemeester van Middelburg , gecommitteerde van Wet en Raad tot het afhooren der rekening van het gasthuis, R. 592. Adriaen Claeys Vromers , echtgenoot van Judich Aernouts Verschoore, I. 823. Adriaen Colins zoons weduwe R. 499. Adryaen Cornelis' zoou R. 268. Al iaën Pauw els zoon R. 269. Adryaen Tol Pieters zoon R. 227. Adryaen Pieter Henricx zoon R. 268. Aliaen Pieters zoon, keurschepeu van den Hayinau , R. 209 , 284 , 290. Adriaeu Pieter Pancraes' zoon R. 540, 542. Adriaen Pieterssen Proost I. 343 en 344. Adriaen Thorijus zoon R. 274. Adriaeu Soeteman Gillis' zoon R. 373, 374. Adryaen Willems zoon R. 272. Adrianus Wisso's zoon R. 235. Arieu Bouwens I. 732 ; R. 527. Adriaen Dauckaert, priester , R. 505. Adriaen de Hane R. 568. Adriaau van Heezik, stalhouder te Middelburg , I. 2067. Adriaen van Campen , schepen van Middelburg, R. 587. Adriaen Nachtegael I. 1443. Adryaen van Nyewerve I. 487 , 779 ; R. 215. Adriaen van der Poest I. 542. Adriaen Poppen , kerkmeester van Westmonster, I. 781. Adriaen Rousseau R. 595. Adriaen van der Saire, priester, broeder van de O. V. kapel der orde van de karthuizers te Herve bij Kdinghen , R. 318. Adriaen van Scoenhove R. 278. Adriaen de Vroe, rentmeester-generaal van Zeeland Bewesten Schelde, I. 1107. Adriaan Willems, buiten vader van het Burgerweeshuis te Middelburg, I. 1897. Adriana van der Stel, echtgenoot van Abraham Nachtegael, I. 1443. Adriane Doen Jans zoons dochter I. 689; R. 389. Adriaeukeu Jans dochter de Pau , echtgenoot van Jan Jans zoon, R. 597. Adriana Schooneboom , weduwe van Jan Breeweg, I. 1552. Adriaenkin Cornelis' dochter, wijlen echtgenoot van Jan Pieters zoon alias Jan Colins de wagemakere , I. 793 , 794 ; R. 471 , 476 , 479. Adriane Wouters dochter , jonkvrouw , weduwe van Adriaen Pieter Clays' zoon , R. 567 , 602. Adriana van der Goes, jonkvrouw , I. 892. Adriana van der Vecht I. 1447. Jane (zie Janne(ke). Aghelaudus de Moro I. 858 ; R. 207. Agueete van Heydeudal, echtgenoot van Gheeraert van Doesborch, J. 885. Agniete Lammens dochter R. 425. Achniete Pieters dochter R. 89. Agneele Goutiers I. 442 , 616 , 711 ; R. 526. Alaert Lam , echtgenoot van Cornelie , R. 434. Albertus Johannes' zoon van W issenkerke, burgemeester van Middelburg, R. 325. Albrecht zie Brecht. Aleyde, echtgenoot van Bette Johannes zoon , I. 433 ; R. 289. Aleydt Diericx dochter butrsemaecster, provenierster in het gasthuis te Middelburg, I. 38 , 628 ; R. 226 , 228 , 286 , 287 , 288. Aleydis Wilhelmus' dochter, provenierster in het gasthuis te Middelburg, I. 39 ; R. 292. Alexander Colins, commandant van eene compagnie infanterie, I. 1440. Alexander de Zoete R. 595. Alexius Pieters zoon R. 502. Alize Pauwels dochter R. 26. Alonso de Sayas R. 619. Araelbreeht, echtgenoot van Jan «Wanen* Clays' zoon , I. 864 ; R. 487 , 495. Andries Pan ka erts zoon R. 38, 39. Andries Jacobs zoon R. 41. Andries Jacobs zoon , de jonge, gasthu ismeester te Middelburg, R. 592 , 596. Andries Jans zoon R. 97. Andries Jans zoon , schepen van Koudekerke, R. 23S. Andries Jans zoon, echtgenoot van Mariken Arents dochter, R. 427. Andries Mathijs' zoon R. ]82. Andries Pieters zoon R. 57. Andries Pieters zoen R. 144. Andries Pieter Huiuans zoon de viscooper I. 499; R. 456. Andries Pieters zoon Dierkens I. 869—876 , 873, 874, 875, 876. Andries Dierkcus, echtgenoot van Pauwelyne van den Velde, I. 870, 871; R. 505, 529 , 548 , 549. Andries Canoye R. 519, 521. Andries Muter R. 122. Andries Weysen , echtgenoot van Franchine , R. 577. Andries, schipper van Dordrecht, R. 443. Anna zie Janne(ke). Anthouine, echtgenoot van Reynier de Deken, I. 860 ; R. 222. Anthouis Adriaens zoon de Moor, gasthuis- meester te Middelburg, R. 477 , 481. Anthonis Jans zoon R. 221. Anthouis Jans zoon Montfraut, echtgenoot van Diericke Jans dochter, 1. 614, 707; R. 416 , 417. Anthuenis Jans zoon Tsoggaert, echtgenoot van Janneken Jans dochter , R. 599. Anthuenis en Anthonis Mathijs' zoon en Mathijssen , ontvanger van het gasthuis te Middelburg , I. 93 ; R. 563, 565, 569, 574, 580, 585, 589, 592 , 596 , 600 , 602 , 609, 610, 613, 627, 630. Thouis Willems zoon I. 749; R. 109. Thouis Willem Tsraets zoon R. 133. Anthonis Baveston , klerk vau den rentmeester van Zeeland, I. 652; R. 384 , 415. Anthonius van den Berghe, Hcilige-Geestmeester van de St. Xicolaas kerk te Middelburg, R. 397. Anthony Bouman I. 2066. Anthoine de Bourgoingne, ridder, heer van W acken , Capellc en Cathem, superintendent van Zeeland, R. 616, 621 , 624. Anthonius de Sancto Elpidio, procurator der Augustijnen Heremieten te Brugge en commissaris van den puusals snbdelegatus vau Thomas de Berengeriis, pauselijk nuntius, R. ftS. Anthony Clement, buitcnvader van het Burgerweeshuis te Middelburg, I. 1897. Anthuenis Cloot van der Ghoes (dochter van) I. 715. Anthoni van Male, echtgenoot vau Janneke Cozijns, I. 637. Antonia de Musica R. 620. Anthuenis Ulaert, echtgenoot van Joorvne, R. 478. Anthonius Uterloes I. 448; R. 394, 411. Anthonis de Viega I. 818. Anthonius de Vos, Heiligc-Geestmeester van de St. Nicolaas kerk te Middelburg, R. 397. Antonis, don, koning vau Portugal, I. 818. Appollonia Schotte , vrouwe , weduwe van Jo- hau van Roubergen, I. 1452. Appollonia van Fuyrden I. 1360. Augustijn Cornelis' zoon, gasthuismeester te Middelburg, R. 511. Augustijn Cornelis' zoon op de Poel R. 513. II. Badelaghe Symoen backers weduwe R. 32. Bale Jau Toens dochter R. 136. Bale Clays Boudijns zoons dochter I. 720; R. 150, 151. Bale Pieters dochter, wijlen echtgeuoot van Jan Hugcu zoon , I. 765 ; R. 221, 242 , 252. Barbele Jan Rijcx weduwe R. 170. Barbele Oorts dochter I. 548 ; R. 198. Berbele Oort Willems zoons dochter I. 651 ; R. 301. Barend van Daalen Jzn., koopman in wijnen etc. te Middelburg , echtgeuoot van Cornelia Cornelisseu, I. 1966—1969, 1966. Bart ha Reygers dochter R. 372. Barthelmeeus Jacops zoon , molenaar te Goes , I. 733; R. 538, 540, 542. Bertelmeeus Jaspers zoon R. 598. Meeua Clays' zoon R. 22. Barthelmeeus Claes' zoon leertonwere I. 621 ; R. 518. Baertelmeeus Willems zoon I. 515, 524 , 630, 744; R. 4, 9, 10, 13, 15, 16, 17, 20, 22, 27. Baselis Domaes' zoon R. 259. Bastiaen Pieters zoon, gasthuismeester te Middelburg, R. 485. Bastiaen Gorissen 1. 813. Belie IJsbrants dochter, weduwe van Coruelis Jans zoon , I. 438 ; R. 463. Belie Jan die Wise weduwe , jonkvrouw , R. 196. Beelen , jonkvrouw , R. 240. Barnardt Jacops zoon, echtgenoot van Mar- griete Dirricx dochter, R. 454. Bernardus Smytegelt, predikant te Middelburg , I. 1991. mr. Bernaert, ontvanger van de armen te Middelburg, 1. 88 , 89. Bertout Clays' zoon I. 533 ; R. 206. Bette Johannes' zoon , echtgenoot van Aleijde , I. 433; R. 289. Betkiu , echtgenoot van Matheeus Pieters zoon de Cas, R. 460. Bette Willem Grootwerts dochter I. 461 ; R. 62. Boudin Boudin Roopeu zoons bastaardzoon R. 27. Boudijn Doedijus zoon R. 156. Boudijn Gillis' zoon , schepen van Middelburg , R. 220* Boudewijn Heyndricx zoon R. 545. Boudijn Hughes Wilden zoon R. 17. Boudijn Hughe Loys zoon, Minderbroeder te Middelburg, I. 635; R. 167. Boudin Jacops zoon R. 389. Boudijn Jans zoon R. 22. Boudijn Jans zoon I. 722 ; R. 204. Boudin Roopeu zoon I. 666 ; R. 12 , 13 , 27. Boudijn Symoeus zoon , procurator en gasthuismeester te Middelburg , lt. 352 , 354 , 359 , 362 , 397 , 376 , 379. Bonden van Yseiuberghe , schepen van Veurn- ambacht , R. Ii0. Boudewijn van der Mandert, echtgenoot van Cornelie , I. 886. Boudiu Stuvere I. 473; R. 69, 84, 86,87. Boudewijn van der Vecht I. 1444, 1445, 1446, 1447. Boudin . . • . R. 27. Brecht Michiels zoon de smit I. 623 ; R. 446. Bruyn Jans zoon van Woeringen, echtgenoot van Merrekijn Ilugen dochter, I. 587; R. 247. Bruysten Jans zoon, schepen van Tuyl, R. 527» Bussaert van Ghistele Jans zoon R. 628, 629. D. Dacme van Haren, schepeu van den Koninklijken stoel te Aken, R. ]<»- Daniël Taerlinck Joris' zoon R 631. Danyël Willems zoon, schepen van Middelburg, R. 2. Daniël van den Berge Blok I. 1951 , 1970 en 1971, 1970, 1971. Daneèl Goossin , baljuw van het leenhof van Houtkerke, R. 490. Daniël Colaert, echtgenoot van Janneken Aernouts dochter , I. 573 , S07 ; R. 533 , 536 , 537. Daniël Scheurwater I. 1540. Daniël van der Vecht, echtgenoot van Neeltje van Scharrenburch , I. 1447 , 1448. Daniël van der Vecht I. 1447 , 1449. Danckaerd Jans zoon, uutvoechd van het O. V. gasthuis te Middelburg , R. 130. Dauckaert Jans zoon, procurator en gasthuismeester te Middelburg, R. 246, 247 , 253, 254 , 256 , 267, 279, 280, 287 , 288. Dauckaert Jans zoon I. 488; R. 276, 281. Danckart Maehiels zoon teneghyter, gasthuismeester te Middelburg, R. 477. David Arentsen, commissaris van de W isselbank te Middelburg, I. 1451. David de Burgundia, bisschop van Utrecht, R. 350, 351. David Jeremias 1. 1126. David de Ruyter I. 2037. Davidt van der Vecht I. 1444, 1445. Denis Boudeloot R. 525. Diego Heredia R 618. Diele Valentijns dochter , echtgenoot van Pieter Pieters zoon Pauueel, R. 531. Diena van Twingen, weduwe Deybert, ziekenmoeder in het gasthuis te Middelburg, I. 27. Dierf zie Durf. Dierie Bays' zoon R. 149. Dieric Doinaes* zoon I. 723 ; R. 225. Dierie Symoens zoon R. 159. Dieric Willems zoon R. 88. Dirrick Bleeck I. 740. Dieric Venant R. 386. Dieric Wint, procurator en gasthuismeester te Middelburg, R. 233 , 236 , 237 , 246 , 247 , 253, 254, 256. Diericke Jaus dochter, echtgenoot van Anthonig Jaus zoon Montfraut, I. 614; R. 416. IJigne Jan Jans zoon Wendelberchs dochter I. 728; R. 343. Digne heer Jan Woyts dochter I. 514 ; R. 530. Dyonora Moreels dochter , jonkvrouw , echtgenoot van Willem de Gheudt en de Gheendt, R. 492, 494. Doedijn Aerds zoon R. 22. Doediu Boudins zoou I. 531; R. 130. Doedin Symoens zoon K. 114. Doen Andries' zoou, keurschepen van den Hayinau , R. 284» Doen Jacobs zoon, echtgenoot van Lijsbet Aerds dochter, 1. 745; R. 79. Thomas Authuenis zoon en Authuenissen I. 670; R. 573, 590. Domaes Douiaes Jacops zoons zoon, schepen van Middelburg, R. 2, Thomas Harmans zoon, keurschepen van Oost- Souburg , R. 255» Domaes llughen zoon, schepen van Koude- kerke, R. 55* Dommaes Jans zoên , gasthuismeester van O. V. te Middelburg, R. 189. Dommaes Clays' zoon I. 495; R. 149, 185. Dommis Clais' zoon, echtgenoot van Aechte Adriaens dochter, I. 638; R. 440. Dommaes Pieters zoou, echtgenoot van Aechte Jacop Lauwereys' zoons dochter, I. 635, 750; R. 107, 120, 123. Thomaes Pieters zoon R. 472, 496. Dommaes Willems zoon R. 328. Thomas de Berengeriis, pauselijk nuntius, R. 68. Thomas Hardewijck, stadhouder van den keizer, R. 483. Thomas Thoma I. 1358. Drude, echtgenoot van licrrman van Sent Jorris, R. 77. Durf Heynricx dochter, R. 213. Duerve, echtgenoot van Pieter Labacu de barbier, R. 222. E. Ecwonde Heynrics zoon , procurator van het O. V. gasthuis te Middelburg, R. 63, 65. Eewout Jans zoon R. 70. Eeuwoutken, weduwe van Lambrecht Lambrechts zoon backer, R. 606. Egidius zie Gillis. Elisabeth zie Lijsbeth. mr. Erasmus Cornelis' zoon R. 416. Erasmus Parisijs, vroeger keurbroeder te Eccloo, I. 882; R. 615. Eva van Bullestrate I. 1360. Eva Knonwen I. 2010. Kverdey Jans zoou, priester, kapelaan van Westmonster, I. 470 ; R. 40, 64, 87 ,154. Evert Snel I. 1921. F. F. J. de Bie I. 1499. Faes Denis' zoon R. 366. F'erdinando de Arnedo R. 526. Ferdiuando Peuedo, echtgenoot van Catariua de la I'alma, 1. 665. Ferdinand Poenjaerd (weeskinderen van) 1. 1367. Fernando de Saya Vedra R. 617. Philips Malaert Jaus zoon, echtgenoot van jonkvrouw Lijsbette Goethals mr. Lievins dochter, R. 591. 1 hilips Cornelis zoon I. 785 en 786 , 785 , 786 ; R. 320, 323 , 324. Philip Christoffels zoon I. 590; R. 233. Philips Andries I. 888. Philips, heer van Borsselen en Kortgene, rentmeeeter van Zeeland Bewesten Schelde, R. 93. Philips Goutiers I. 442, 616, 711; R. 526. Philippe de Lannoy, ridder, heer van Beauvoir, kolonel van een regiment Walen , R. 616, 621, 624. Philips van der Nootten en van der Noot, echtgenoot van jonkvrouw Margriete Smeets, dochter van wijlen Jan de Smet, I. 798, 799; R. 515, 516, 517. Phelips Vlamijnc, echtgenoot van jonkvrouw Margriete Lampsius, 1 880; R. 570. Philips, aartshertog, R. 364. Floris Jans zoou van de Waerde, priester, kapelaan van St. Pieter gezeid Noordmonster, 1. 467, 601 , 669, 708; R. 418, 419 , 427 , 468 , 470, 485. Floris Cornelis' zoon van Grijpskercke, rnad , schepen en burgemeester van Middelburg, gecommitteerde vaii Wet en Kaan tot het afhooren der rekening van het gasthuis, K. 563, 565, 580, 585, 589, 596, 600, 609. Foppe Gheerts zoon , gasthuismeester te Middelburg, R. 344, 345, 346, 347, 348, 349. Franchine, echtgenoot van Andries Weysen, K. 577. Franchyne Pietcrs dochter R. 486. Franchijntkin van den Blomme Willems dochter R. 539. Franskin, het kind van Fransoys Luck, R. 487. Frans Jans zoon , echtgenoot van Clare Witten dochter, I. 630 , R. 46. Frans Jans zoon van Hooren, goudsmid te Middelburg, I. 441; R. 513. mr. Franchois Cornelis' zoou van Dunemburch , kerkmeester van de parochiekerk der Abdij te Middelburg, R. 506. Franchois Pauwels zoon , schepen van Middelburg, R. 455* Frans Pier Faes' zoon I. 734; R. 560, 584. Franchois van Belle R. 443. Fransken Danckaert R. 505. Fransoys van Moerkercke, schepen van Veurnambacht, R. 432* Frausois Moscroeu R. 488. Franchois Puessin , echtgenoot van jonkvrouw Jakomyne, R. 386. Franchois Puessin, ontvanger van de armen te Hondschote, R. 582. mr. Frans van Zevecote I. 852. Fredericus Jacobus' zoon, notaris te Middelburg , R. 340. Frederick Juns zoou 1. 593 ; R. 369. ii. G. F. de Bruyn I. 2073. G. van de Waal I. 2073. Gabricl Jacobus' zoou, kauunnik van St. Martinus te West-Souburg, R. 411. Gaspar Ceron R. 617. Gheerart Cardoen Jaus zoon J. 884. Gerart Beissel van Heisterbach, schepen van den Koninklijken stoel te Aken , R. 77. Gerart Beysel, de oude, schepen van den Koninklijken stoel te Aken, R. KIO. Gerart Beysel, de jonge, schepen van den Koninklijken stoel te Aken, R. H> Gheeraert van Bergen, leermeester van het klooster der Minderbroeders te Middelburg, R. 167. Gheeraert van Doesborch, echtgenoot van Agneete van Heydendal, I. 885. Geerard Ghoutiers R. 515. Geert Goutiers, echtgenoot van Margriete, R. 526. Geerart Gautiers en Goutiers inamlemakere, echtgenoot van Margriete van Tricht, 1. 636, 809 en 810, 809,810; R. 550,551,557, 562. Gerardus Koel de Clivis, priester, notaris te Middelburg, R. 362, 367 , 370, 380, 396 , 399. Gerart van Wijlre, schepen van den Kouinklijken stoel te Aken , R. 77» Geerbrandus Adrianus' zoon de Colster, gasthuismeester van St. Barbara te Middelburg, R. 380. Geerolf de Baedts, echtgenoot van Janneken, eerst weduwe van Jan Zeghers, R. 548, 549, 575. Geertruydt Hubrechts dochter Finaerts, echtgenoot achtereenvolgens van Cornelis Cornelis' zoon vau Lare en Marten Martens zoon, I. 801—806, 801, 802, 805, 806; R. 502, 507 , 578, 594, 611, 622, 632. Gheertruudt, echtgenoot van Cornelis Wyssen zoou 1. 509 ; R. 173. Geert ie Marinus, echtgenoot van Meerten Adriaenseu , I. 1108. Geertje Adriacns, weduwe van Pieter Kempc, I. 1111. Geertruudt Willems dochter R. 244. Ghevle Ueynricx dochter van Scellacht R. 312. Geyle Jan Andries zoons dochter, jonkvrouw , I. 548; R. 198. Ghevle Jans dochter, echtgenoot van Michiel lleinricx zoon die scrijuwercker, I. 610; R. 319. Geyle, weduwe van Clais' Jans zoon, R. 263. Ghevle Pieters dochter I. 784 : R. 313. Geleyn Hugeu zoon de bierwerekere R. 404 , 405. Ghelevn Willems zoon , kerkmeester van de parochiekerk der Abdij te Middelburg, R. 506. Gheleyn Willems zoon alias coome Geleyu (weduwe en erfgenamen vau) R. 571 , 572. Gheleyn Wouters zoon die wagemakere , echtgenoot van Maye Jan llugen zoons dochter, R. 252 , 295. Ghileyne Chynore, echtgenoot van Jan van der Leepe, R. 525. Gheleyne Pauwels dochter I. 795; R. 486. Gillis Gillis' zoon hacker (weeskind van) I. 715. Gillis Jacops zoons R. 260. Gyelis Jans zoon , prior van het O. V. klooster eu parochiepaap te Middelburg, R. 126* Gillis Jaus zoon 1. 794 ; R. 476, 479. Gillis Jans zoon laickesnyder, gecommitteerde van de gemeene armen der Abdij te Middelburg , R. 511. Gillis Jans zoon bierstekere I. 731; R. 523. Gillis Jans zoon I. 468 ; R. 547. Gillis van Ghistele ans zoon R. 628, 629. Gillis Cornelis' zoon R. 374, 391. Gillis Lammens zoon, keurschepen van den Haymau , R. 2G9- Gillis Michiels zoon R. 341. Gillis Oerts zoon, schepen van Kampen , R. 401. Egidius Olardus' zoon, Heilige-Geestmeester van de St. Nicolaas kerk te Middelburg, R. 397. Gillis Oellaerts zoon , procureur eu gasthuismeester te Middelburg, R. 422, 429, 431, 437, 439, 441, 443, 445, 447, 453,465. Gillis Pieters zoon R. 43. Gillis Pieters zoon R. 368. Gillis Pieters zoon Schijs en Chijs, schepen eu burgemeester van Middelburg, gecommitteerde vau Wet en Raad tot het at'hooren der rekening van het gasthuis, R. 563, 569, 580, 587, 596. Egidius de Bere, notaris te Middelburg, schrijver van den provisor en deken van Walcheren, R. 267, 288, 325. Gillis vau der Boede, pytansier van het O. V. klooster te Middelburg, R. 293. Gillis Heudricx (de oude) I. 1465. Gillis Coppiu I. 847; R. 581. Gielis Larascns R. 570. Egidius de Pascua van Geraldimons, priester, biechtvader vau het St. Barbara gasthuis te Middelburg, R. 362. Gillis van Roden R. 123. Gillis Schaeie, echtgenoot van Mayken Jacobs, 1. 1441. Gillis Staiuplooc, procurator van het O. V. gasthuis te Middelburg, R. 63, 65. Egidius Tirgillanus Hermieuus, notaris ie Antwerpen , R. 507. | Ghijsbrecht Gijsbrecu^s zoon hacker I. 715. Ghijs Jans zoon R. 22. Ghyselbrecht van Ardenbourch, echtgenoot van Margriete Inghel van der Beke's dochter, R. 495. Gysbrecht zie ook Brecht. Ghiselin Vlec, schepen van Veurnambacht, R. 30. mr. Glaude van Zevecote I. 852. Jotfreyd Jans zoon, parochiepaap van de St. Pieters kerk te Middelburg, R. 27* Gotfridus Schruitwijn van Erpell, notaris te Rome, R. 353. Godefrooi van der Schuer, commandant van eene compagnie infanterie, I. 1440. Goedart Durtzant, kanunnik van O. L. V. te Aken , R. 119* Goitschalck van Hoikirche, schepen van den Koninklijken stoel te Aken, R. 100* Gommer Claes' zoon I. 716. Gooris Gorissen I. 813. Griele Aernoud porters dochter R. 2. Griele Casiju Botermans weduwe, ver, I. 827; R. 110. Guy van Ghistele, ridder, heer van Axel en Wrachael, R. 216* Guilleaum zie Willem. H. H. L. Ribaut, echtgenoot van N. Brassey Halhed , I. 2069. II. Kakelaar, regent vau het Burgerweeshuis te Middelburg, I. 1572. H. Wouters R. 570. Hanne zie Jau. Haunekijn zie Jan. Hans zie Jan. Hanske zie Jau. llarman zie Herman. Haze Jacops dochter R. 461. Henrye, weduwe vau Willem Colin, R. 478. Heinric Aeruts zoou, gast hu ismeester te Middelburg , R. 314. Heynric Adriaens zoon R. 317* Heyurick en Heynkin Anthonis Moutfrauts natuurlijk weeskind I. 662, 707; R. 417 , 428. Heyndrick Bareuds zoon Houdepype, schepen van Middelburg, R. 578* Heynric Doedijns zoon R. 153. Heynric Gillis' zoon van Koon R. 208. Heynric Govacrts zoon I. 726 ; R. 317. Hevnrick Heynricx zoon R. 366. Heynric Hughen zoon R. 14. Heynric Hughen zoon R. 308. Heynric Jacops zoon R. 248 , 249. Heynric Jacops zoon R. 305. Heyuric Jans zoon 1. 644 ; R. 88. Heyuric Jans zoon, kcurschepen van den Hayinan, R. 217. Heinric Jans zoon, gasthu ismeester Middelburg , R. 314. Henricus Johaunes' zoon Springelinc 1. 48; R. 325. Ileynrick Jans zoon vau der Velt I. 653; R. 358, 385. Heyndrick Jans zoon van Ransdonck R. 545. Heyndrik Cornelis van dc Welle I 523. Heynric Lammens zoon R. 56. Heynric Louwereys' zoon R. ] 48. Heinderijk Laeu's zoon R. 302. Heinric Martius zoon R. 8$. Heinric Olaerds zoon I. 663; R. 43. Heinrich Olaerts zoon, schepen van Koude- kerke, R. 238* Heynric Pieters zoon R. 54. Heynric Pieters zoon R. 115. Heinric Pieters zoon, schepen van Wissen- kerke, R. Heynric Vordebouds zoon R. 22. Henricus Walterus' zoon R. 188. lienric tser Willems zoon R. 48 Heynric Willem Roseu zoon, schepen van Koudekerke, R. Heynric tser Willems zoon R. 106. Heynric Willem Maerlen zoon R. 165. Heynric Willems zoon R. 208. Heynric Braeni, echtgenoot van Lijsbet Ber- telmeeus' dochter, I. 525, R. 28. Heindrick Buloot, echtgenoot van Margriete, R 612. Heinricus de Greylle, echtgenoot van Katriua, R. 68. Heyndrick Jaussen vader Jan I. 1113. Heynric Clerck, uutvoechd van het O. V. gasthuis te Middelburg, R. 154. Heynric Crabel, schepen van Middelburg, R. 28. Heynric Crabel, de jonge, R. 224. Hendrik Pookx, echtgenoot vau Maria vau Waert, I. 1536, 1545. Heinrich Rait, waarnemend richter vau den Koninklijken stoel te Aken, R. 77« Heynric Steeucole I. 602, 674; R. 102, 112. Heynric Valke, schepen van Middelburg, R. 28. Heurick Willemssen (kinderen vau) I. 712. Harman Ilarmans zoon I. 526 ; R. 234. Herman vau Essen, plaatsvervangend richter van den Koniuklijkeu stoel te Aken, li. 106. Herrman vau Sent Jorris, echtgenoot van Drude, R. 77. Iiermanus Keel I. 1955. Harmau Plate R. 226. Hessel Herbers zoon R. 258. Hubrecht Chynore, echtgenoot van Josyue, I. 867 , R. 494. Hubrecht Fyuaert R. 632. Huvbregt van Hecke, buiteuvader van het Burgerweeshuis te Middelburg, I. 1897. Huge Loys zoon, echtgenoot achtereenvolgcus van Wijffoet en Wijt'hoeden Nycolaus' dochter en Aeehte Jacop Lauwereys' zoons dochter, I. 635 , 657 , 658, 667, 749, 751 , 752; R. 100, 103, 109, 115, 132, 133, 136, 137, 140, 167. Huge Gillis' zoon R. 208. Huge Jacops zoon die smit I. 646 , 11. 270. Huge Jacops zoon R. 308. Hughe Jacops zoon tSergant R. 328. Hughe Jans zoon, procurator van het O. V. gasthuis te Middelburg, R. 65. Hughe Jans zoon R. 107. Huge Jans zoon , procurator en gasthuismeester van O. V. te Middelburg, R. 214, 215 , 220 , 231 , 233 , 236 , 237 , 246 , 247 , 253 , 254 , 256 , 267. Huge Jan Jacops zoon, procurator en gasthuismeester van O. V. te Middelburg, R. 231, 233. Hughe Jans zoon I. 536 R. 280. Hughe Juustaes' zoon I. 492 ; R. 23 , 24, 26. Hughe Clays' zoon J. 454 ; R. 59. Huge Clais' zoou R. 177. Huge Clays' zoou , vicecureit van de kerk te Welle, R. 257. Hughe Claeis' zoon R. 315. Huge Cornelis' zoon R. 450. 30 Hughe Korstiacns zoon R. 152. Hughe Louwers zoon I. 478 ; R. 333. llugo Michaels zoon I. 770 ; R. 235. Hugo Petrus' zoon Haen en Huge die Haen , cureit der St. Petrus kerk te Middelburg, I. 757 ; R. 116, 122. Hughe Pyer Jaus zoon I. 546 ; R. 451. Hughe Poppen zoon 1. 474; R. 169. Huge Symoens zoon die Mutere I. 572*; R. 238a. Hughe Symoens zoon R. Hughe Willems zoon Croese R. 16. Hughe Willems zoon 1. 668 ; R. 195. Hughe Willem Vuix zoon, schepen van Wis- senkerke , R. . 240. Huge Willems zoon bierwerckere 1. 731 ; R. 523. Hughe Bloc , ridder , schepen van Middelburg, R. 28. Hughe die Gapere, schepen van Middelburg, R. 2. Hughe die Mutere, echtgenoot van Lysebeth, R 78. Hughe Wandelaar I. 566 ; R. 39. Human Juustaes' zoon R. 183. I. Ydonie, echtgenoot van Vincent Siraoen, R. 432. Inghelbertus Clays' zoon, echtgenoot van Magriete , proveniers in het gasthuis te Middelburg, I. 36, 656, 673, 759; R. 82, 98, 118, 125. Ingel Jaus zoon 1. 592; R. 355. lunocentius, paus, I. 51; R. 350, 351, 438. Ysac(j Florijn Machielssen I. 820. lsaiirk Braems , gasthuisineester te Middelburg, I. 595. Isaack Buys I. 1360. Isaack van Bullestrate 1. 1360. Isaac Grijspaard I. 1948. Izaiik Hooymaker I. 887. Isaiic liuants, ontvanger van het gasthuis te Middelburg, I. 595. Isaacq Stangeviels I. 1352. Iscbrand k nou wen , makelaar te Middelburg , I. 1645 , 1937 , 1950 , 1951 , 1953—1961, 1960 , 1961 , 1979—1981, 1982—1989 , 1990, 1991—1995, 2005, 2010, 2011 , 2014. J. J. J. Berdenis van Berlekom , amanuensis van de Godshuizen te Middelburg, 1. 1481— 1482. dr. J. J. van B(erlekoin) I. 1481—1482. dr. J. P. Ermerius I. 1119. J. de Smit I. 2003. J. Verbruggen, notaris te Bergen op Zoom, R. 597. Jaecx zie Jacob. Jacop Adriaens zoon R. 129. mr. Jacop Bartelmeeus' zoon Bueckelare R. 519. Jacop Dircx zoon, keurschepen van deu Hayman, ft. 197. Jacop Diericx zoon I. 557 ; R. 321. Jacop Dirrix zoon 1. 615 ; R. 454. Jacop Doedins zoon I. 626 ; R. 70. Jacobus Dodiuus' zoon, goudsmid te Middelburg , echtgenoot van Elisabeth Michaels dochter, I. 770; R. 235. Jacop Doinmaes' zoon I. 721; R. 203. Jaques Floris' zoon Hooimaker I. 887. Jacop Ghoerts zoon R. 199. Jacop Heynrix zoon I. 684 ; R. 162. Jacob Heindricx zoon van Grijpskercke, wijlen echtgenoot van Janneken Heindricx dochter, R. 587, 606. Jacop Hughen zoon, keurschepen van Wel- zinge, R. 100. Jacop Hughe Vrancken zoon I. 591 ; R. 250. Jacop Hughe Vrancken zoon I. 726 ; R. 317. Jacop Huymans zoon R. 328. Jacop Jacop ver Domaes zoons zoon R. 6. Jacop Jacops zoon R. 108. Jacop Jacops zoon uuten Bogaerde R. 176, 196 , 224. Jacop Jacops zoon die glaesiuaker R. 335. Jacop Jacops zoon, schepen van Kampen, R. 401. Jacop Jacops zoon Borsselare, procureur en gasthuisineester te Middelburg, R. 422, 429, 431, 437 , 439, 441 , 443,445, 447. Jacop Jaus zoon J. 569; R. 75, 114. Jacop Jans zoon 1. 760 ; R. 126. Jacop Jans zoon R. 191. Jacop Jans zoon 1. 504 ; R. 219. Jacop Jans zoon I. 535; R. 244, 245, 263, 277 , 329. Jacop Jans zoon Heype I. 466 ; R. 309. Jacop Jaus zooii R. 426. Jacop Jaus de scriver R. 439. Jacop Jaus zoou crudeuier, gast hu ismeester te Middelburg, R. 453, 465, 477, 481. Jacop Ghyselin Jaus zoon I. 842 ; R. 484. Jacob Jaus zoou, gasthuismeester te Middelburg , R. 534. Jacop Jaus zoon de Pau R. 597. inr. Jacob Jan Bogaard I. 1965, 2033. Jacop Clais' zoon van der Vlake R. 50. Jacop Clais' zoon R. 228. Jacop Clais' zoon R. 240. Jacques Claesseu van Regelbrugge, gasthuis- meester te Middelburg, I. 414. Jacop Cornelis' zoou I. 681; R. 346. Jacop Cornelis' zoon brouwer en bierbrouwer R. 363, 375. Jacop Cornelis' zoon de srait R. 475. Jacop Loureys' zoon 1. 746, 747 , 748; R. 33, 80, 83, 85. Jacop Mychiels zoon 1. 530 ; R. 65. Jacop Oorts zoon R. 201. Jacop Pieters zoou van der Loo I. 580; R. 74. Jacop Pieters zoon, keurschepen van den Hayman, R. 183. Jacob Pieters zoon I. 496 ; R. 197. Jacob Pieter Keiups zoon, keurschepeu van den Haymau , R. 197. Jacop Pieter Jopen zoon R. 219. Jacop Pieters zoon, keurschepen van den Hayman, R. 25!), -<»(), 21« 2^4. Jacob Symous zoon Magnus, lakensnijder en poorter te Middelburg, R. 503. Jacob Syraons zoon , echtgenoot vau May keu Gheleyus dochter, R. 512. Jacop Willems zoon, echtgenoot van Lijsbeth, R. 122. Jacop Willems zoon I 583 ; R. 124. Jacop Willem Heynricx zoon I. 645 ; R. 237. Jacop W illem Boms zoon R. 328. Jacop Willems zoon Benijs , priester , kapelaan vau de St. Maria kerk te Vere, 1. 47, 594 ; R. 465. Jacop Zoetemau Gillis' zoon, provenier in het gasthuis te Middelburg, 1. 43, 611; R. 331 , 332 , 373 , 374 , 391, 395. Jacob vau Ackere backere K. 525. Jacobus de Moro of de Azella R. 207. Jacob vau den Berghe, echtgenoot vau Jan- neken Louis' dochter, I. 883. Jacobus Bert I. 1453. Jacob Blondel , gast huismeester te Middelburg, I. 595. Jacob Bogaard I. 1965. Jacob Chinore R. 525. Jacop Danckaert, de oude, I. 869 ; R. 505. Jacop Doede R. 37. Jacop Duvere I. 701; R. 71. Jacobus Evertsen , chirurgijn van het gasthuis te Middelburg, I. 32. Jacobus Ex rik , regent-kashouder van het Oude manueu en vrouwen huis te Middelburg, I. 2080, 2081—2098. Jacob Felle, kassier vau de Wisselbank te Middelburg, I. 1458. Jacob Gheeraerdt R. 138. Jacop Gillis I. 845 ; R. 577 , 582. Jacop Ghiselin I. 839 ; R. 460 , 460*, 466. Jacob de Haese I. 1442. Jacobus de Cliever, buitenvader van het Burgerweeshuis te Middelburg, I. 1897. Jacop Coppin I. 833; R. 420, 421. Jacop Cornelis R. 266. Jacob Lammeu, schepen van Veurnambacht, U. 543. Jacobus van der Maat 1. 2049. Jaecx Marael, echtgenoot van Perine, R. 147. Jacob van der Mersch R. 593. Jacop Morel, priester , kanunnik van de St. Pieters kerk te Middelburg, R. 364, 384. Jacop Panneman R. 47. Jacob Peuneman R. 568. Jacop Penniucbroot, echtgenoot van Jossyne, R. 420. Jacop Rijnvisch, schepen van Brugge, R. 222. Jacob Schotte I. 540. Jacop Straegier R. 588. Jacobus Tak , metselaar te Middelburg , I. 2065. Jacop de Valuwe R. 444. Jacobus Voet, kauunnik vau St. Martinus te West-Souburg, R. 411. Jacob de Vrcse, echtgenoot van kateriua Ffynerts R. 502. Jacob van den Walle, schepen vau Veurnambacht , R. 3(1. Jacob Winuoc 11. 91 , 92. Jacques Wijnrich 1. 552. Jacopmyne Adriaens dochter, echtgenoot van Maertijn Pieters zoon V09, I. 613 ; R. 365. Jaquelijuua van der Goes, weduwe van kapitein Philips de Maubnyse, I. 1109. Jakomvne, jonkvrouw , echtgenoot van Franchois Puessin, R. 386. Jaquemine, weduwe van Heindric Laeu's zoon, R. 466. Jacomiue Hughen dochter I. 692 ; R. 190. Jacopmyne Hugen dochter, echtgenoot van Claeis Dommaes' zoon , I. 777; R. 357. Jacouiine Kooman Jan Jan9 zoon9 weduwe R. 300. Jacquemyne, echtgenoot van Jan dHooge den jongen , I. 868 ; R. 525. Jacquemyne, echtgenoot van Jan Barret, R. 582. Jacoba de Vos, echtgenoot van mr. Cornelis Hunnius, I. 1964. Jnquemyne, echtgenoot van Malen Calpaert, R. 581. Jacopmina, weduwe van 01ardu9 Wilhelmus' zoon, R. 229. Jaconiyne Olaire Willems zoons weduwe I. 781. Jacomiue Pieters dochter R. 143. Jaquemine Willem Adriaens zoons bastaard dochter I. 602 ; R. 102. Jacquemyne van der Straten, weduwe van Willem van den Bloinme, I. 877 ; R. 539. Jacoba van Goch I. 1381. Jan Aeruouds zoon , kanunnik van St. Pieter te Middelburg, R. 38 , 39. Jan Arents zoon van Dordrecht 1. 735 ; R. 583. Jan Aillaens zoon I. 771 ; R. 251. Jan Adriaens zoon I. 774 ; R. 296. Jan Adriaens zoon, burgemeester van Westkapel le, R. 449—451. Jan Adryaens zoon, burgemeester van Middelburg , gecommitteerde van Wet en Raad tot het afhooren der rekening van het gasthuis, R. 610. Jan Alaerts zoon R. 240. Jan Bartels zoon I. 779. Johannes Bollerts zoon I. 757 ; R. 116. Jan Boudijns zoon, schepen van Wisseukerke, R '289, -MO. Haunekiju Danckaert Jaus zoons weeskind I. 458 ; R. 328. Jan Diericx zoon R. 209. Jan Doinaes' zoon I. 430 ; R. 231. Jan Domaes' zoon 1. 775; R. 259, 265. Jan Everdeys zoon R. 25 , 44, 49, 60, 64. Johannes Kloris' zoon van Halle, priester, notaris te Vere, R. 465. Jan Luck Frans zoon R. 487. Jan Franchoys' zoon Stae9 R. 541. Jan Gheeraerd Deckers zoon R. 20. Jan Gillis' zoon R. 180. Jan Gillis' zoon, keurschepen van Welzinge, R. 190. Jan Gillis' zoon van Wissenkerke I. 724; R. 239, 240. Jan Gillis' zoon , priester , I. 505 ; R. 255. Jan Gillis' zoon , R. 323. Jan Heynricx zoon Steeneole I. 677 , 755; R. 158, 160, 232, 243. Johannes Heynricus' zoon R. 212. Jan Heynricx zoon I. 690 ; R. 218. Jan Hectoirs zoon, gasthuismeester te Middelburg, R. 509. Jan Harmans zoou, gasthuismeester te Middelburg , R. 485. Jan Hermans zoon en Harmans zoon, lakensnijder en poorter te Middelburg, gecommitteerde der gemeene armen van Westinonster, R. 503, 511. Jan Hughen zoon R. 4. Jan Hughen zoon R. 66. Jan Hughen zoon R. 80. Janue Hughen zoon I. 599 ; R. 143. Jan Hugen zoon die packere alias Lange Jan , echtgenoot achtereenvolgens van Bale Pieters dochter, Katherine Pieters dochter en Nelle Gillis' dochter, I. 679, 765, 766, 767; R. 180, 221, 242, 252, 266, 268 , 273 , 274 , 283, 295. Jan Hughen zoon R. 538 , 540, 542. Jan Huughe Laureyns zoon, echtgenoot van Maeyken, I. 878 ; R. 541. Jan, oude, Jacops zoon R. 248, 249. Jan Jacop9 zoon , priester, R. Jan Jacops zoon R. 290. Jan Jacops zoon, gasthuismeester van St. Barbara te Middelburg, R. 396, 397, 399, 406, 411. Jan Coppin Jacops zoon I. 838 ; R. 448. Johannes Jacobus' zoon I. 47. Jan Jacobs zoon R. 520, 524. Jan Danckaert Jacops zoon, echtgenoot van Pieryue, R. 529. Jau Jacops zoon crudenier, gasthuisroeester te Middelburg, R. 563 , 565 , 569 , 574. Jan vau Spiere Jacobs zoou R. 568. Jau Jacobs zoon houtzager en de zaghere, echtgenoot vau Mayken Adriaens dochter, I. 445, 665, 714, 741. Jan Jacobs zoou Horckenay, Orkenaey cn alias Teller Orkeue, kaperkapitein, 1.620,740, 816—819, 816, 817, 818, 819. Jan Spaen Jans zoon, schepen vau Middelburg , R. 28. Janne Jan Metelants zoon en Jan Metelande L 566 , 567 ; R. 81, 39 . 58. Jan Jans zoon I. 428, 564 , 579 ; R. 32, 56, 67. Jan Jans zoon R. 73. Jau Jans zoon R. 75. Jan Jans zoon I. 659 ; R. 150. Jan Jans zoou I. 720; R. 151. Jan Jans zoon , keurschepeu van den Hayman, R. 183, 197. Jan Jans zoon die lijndrayer, R. 186. Jau Jans zoon R. 190. Jan Jaus zoon R. 201. Jan Jans zoon 1. 722 ; R. 204. Jan Jans zoon , schepen van Koudekerke, R. 288. Jau Jaus zoon , keurschepen van Oost-Souburg, R. 255. Jau Jans zoou , keurschepeu van den Hayman, R. 260, 284. Jan Jaus zoon R. 274. Jau Jaus zoon Dint, procurator en gasthuismeester van O. V. te Middelburg, R. 291 , 293 , 294. Jau Jan Jaus zoon Wendelberchs zoon I. 728; R. 343. Jau Jans zoon die boutwerkere, echtgenoot van Mergriete Jaus dochter, 1. 653; R. 358. Jau Jans zoou de smit, echtgenoot van Lijsbet h Wouters dochter, proveniers in het gasthuis, 1. 46 , 682 ; R. 393 , 422 , 423. Jau Jans zoon vau Diest, procurator en gasthuismeester te Middelburg, R. 422, 429, 431 , 437, 439, 441, 445, 447 , 453, 465 , 485. Jau Jaus zoon de smit R. 470. Jan dlfauuis de oude Jans zoou I. 864—865, 865 . R. 591. Jan Jans zoon, echtgenoot van Adriaenken Jans dochter de Pau , R. 597. Hauske Jan Standaerts zoon 1. 873. Jan liemaut Jaus zoou 1. 884. Jau Joos' zoon, echtgenoot achtereeuvolgeus van Kateryue en Aechte Jacop Lauwereys' zoons dochter, I. 431 , 456, 465 , 476 , 481, 484 , 485 , 582 , 635 , 675 , 677, 746—755, 753, 754; R. 117, 158, 160 , 161, 164 , 167 , 175 , 179 , 181 , 182 , 191, 199 , 200 , 202 , 205 , 208 , 209, 236. Johanu Joost Geebell, ziekenvader van het Oude mannen en vrouwenhuis te Middelburg, 1. 2072. Jau Juustaes' zoon van Hogelande R. 185. Jan Clays' zoon 1. 561 ; R. 14. Jan Clays heeren Wouters zoon van Nuwenroeden, echtgenoot van katcrina, I. 672 ; R. 35 , 36. Jan Clais' zoon , gardiaan vau het klooster der Minderbroeders te Middelburg, R. 167. Jan Claeys' zoon die slootmakere, gasthuismeester en uutvoechd van O. V. te Middelburg, R. 168, 169, 172. Jan Clays Maertinus' zoon R. 250. Jan Claeis' zoou R. 297. Jan Clais' zoon Dint I. 527 ; R. 383. Jan Clais' zoon R. 436. Jan dHauens Clays' zoou, echtgenoot van Amelbrecht, I. 864; R. 487, 495. Johanues Clemens zoon 1. 769 ; R. 229. Jau Cornelis' zoon I. 725 ; R. 284 , 285. Jan Cornelis' zoou, vicecureit van de kerk van Westmonster, R. 2JM). Jau Lampaert de oude Coruelis' zoon , echtgenoot van Cornelie, R. 377. Jan Cornelis' zoou, priester, provenier in het gasthuis te Middelburg, 1. 45, 588; 11. 399, 401. Jan Cornelis' zoou, echtgenoot van Pieteruelle Mertens dochter, R. 489. Jan Lauwereys' zoon lt 80. Jan Louwereys' zoon lt 131. Jan Louwereys Everdevs zoon, procurator en gasthuismeester te Middelburg, R. 279, 280, 287, 288, 291, 293, 294, 303, 304, 306, 307. Jan Iiouwers zoon, gasthu ismeester te Middelburg, R. 328, 329. Jau Laureys' zoon R. 536, 537. Jan Lievijns zoon li. 255. Jan Martin Lievens zoon, echtgenoot van Maeyken Zeghers, R. 566. Jehan Martinus de Recalde , admiraal, R. 616. Jan Michiel Pieters zoon R 93. Jan Michiel* zoon van der Buttiuge, provenier in het gasthuis te Middelburg, I. 42, 519; R. 341, 367. Jau Michiels zoon, procurator en gasthuismeester te Middelburg, R. 342, 344, 345, 346, 347, 348, 349, 352, 354, 355, 359, 362. Jan Michiels zoon, oude, R- 489. Jau Michiels zoon, jonge, R. 489. Jau Oelert Kempen zoon R. 276. Jau Oorts zoon I. 548; R. 198. Jan Oirt Dommis' zoon R. 510. Jau Passchiers zoon I. 634; R. 499. Jan Passciers zoon, kerkmeester van de parochiekerk der Abdij, R. 506. Jan Passchiers zoon, gasthuismeester te Middelburg, R. 509, 511. Jan Passchiers zoon cousmaicker I. 709; R. 512. Jan Paesschiers zoon R. 526. Jan Rose Pieters zoou R. 12. Jan Pieters zoon R. 42. Jan Pieter Jan Woyten zoons zoon, keurschepen van Westkapelle-ambacht, R. 61. Jan Pieters zoon R. 85. Jan Pieters zoon van der Clinghen R 102. Jan Pieter Gommelins zoon R. 104. Jan Pieters zoon alias Jan Gom R. 135. Jau Pieters zoon alias Jan Balen zoon I. 571; R. 141, 142, 144. Jan Pieter Pieters zoon R. 148. Jau Pieters zoou R. 268. Jau Pieters zoon, procurator van de arme huiszitters te Noordmonster, R. 283. Jau Pieter Claeis' zoons zoon, oude, R. 348. Jau Pieter Claeis' zoons zoon, jonge, R. 348. Jan de Pape Pieters zoon, schepen van Caprijke, R. 434. Jan Pyer Jans zoon I. 546; R. 450, 451. Jan Pieters zoon alias Jau Colins zoon de wagemakerc, echtgenoot achtereenvolgens van Adriaenkin Cornelis' dochter en Katherine Jans dochter Smeets, I. 693, 792, 793 , 794, 795 ; R. 467, 471, 476, 479, 486. Jan Pieters zoon Coele I. 686; R. 489. Jan Pieters zoon, schepen van Vere, R. 49S. Jan Pieter Heynricx zoon I. 460; R. 500. Jan Pieter Heynricx zoon I. 513; R. 510. Jan Pieters zoon de Zwy, gecommitteerde der gemeene armen van Noordmonster, R. 511. Jan Pieters zoou en Pieterssen Beaumont , gasthuismeester te Middelburg, 1. 91; R. 580, 585, 587, 589, 592, 596, 600, 610, 613, 627, 630. Jan Rembrants zoon alias Hans van Oosten, wijlen echtgenoot vau Katherine Jans dochter I. 791; R. 461. Jau Segers zoou cleermaker R. 535. Jan Symons zoon I. 561; R. 14. Jan Symous zoon R. 62. mr. Jan Symoens zoon 1 676; R. 128. Jan Symous zoon 1. 763; R. 184. Jau Symoens zoon I. 522; R. 186. Jan Simoussen Gallissiën I. 1128. Jan Stevens zoon R. 332. Jan Stevens zoon, echtgeuoot van Aechte Merck Piers zoons dochter, R. 413. Jan die bastaard heeren Vrankeu zoon van Borselen I. 565; R. 34. Jan Willem Noyts zoons zoon R. 1. Jan Willem Betteu zoons zoon R. 10. Jan Willem Wouters zoons zoon 1. 471; R. 44, 48, 49, 60, 61. Janne Willems zoon I. 472; R. 55, 66. Jan Willem Wouters zoon I. 463, 555; R. 86, 90. Jan Willem Joos' zoon I. 691; R. 113,201. Jan Willems zoon I. 585; R. 241. Johannes Wilhelmus' zoon, broeder van de derde orde van St. Franciscus, proven er in het gasthuis te Middelburg, R. 267. Jan Willems zoon Vierloos I. 593; R. 369. Johannes Guilhelmus Meet, notaris te Middelburg, R. 457. Jan Wouters zoon R. 602. Jan Arondeaulx R. 625. Jan Barret, echtgenoot van Jacquemyne, R. 582. Jan Bastoen, gecommitteerde der gemeene armen van Noordmonster, R. 587. Jehan Baston 1. 737; R. 616. Johan Beissel, schepen van den Koninklijken stoel te Aken, R. 77, ltiti. Johan Becker vau Burtscheit R. 166. Jan die Beste, procurator en gasthuismeester vau O. V. te Middelburg, echtgeuoot vau jonkvrouw Aechte Pieter Planthoens dochter, I. 702; R. 214, 215, 220, 231. John Blauborn 1. 814. Jan Bollaert I. 816. Johannes Bollaert, catechiseermeester en binnenvader van het Burgerweeshuis te Middelburg, echtgenoot van Maria Blaaubeen, I. 1909, 2061—2062. Jan Branthijn, procurator en gasthuismeester te Middelburg, R. 234, 236, 237, 246, 247, 253, 254, 256, 267. Johannes van den Broeke, regent van het Simpelhuis te Middelburg, I. 2068. Jan van der Brugghen, echtgenoot vau jonkvrouw Amelberghe Lampsins, I. 880; R. 570. Jan Buddaert R. 631. Jan van Damrae, echtgenoot van jonkvrouw Kathelyne van der Muelne, R. 488. Jan van Damme I. 866; R. 488. Jan Danckaert, schepen vau Caprijke, R. 505. Jan die Delve I. 855; R. 138. Jan Dinckere, notaris te Middelburg, R. 503, 513. Jan Doede R. 37. Hans de la Flie I. 889. Jan van Ghistelle, schepen van Veumambacht, R 543. Jan Goudswaard, echtgenoot van Catharina Knouwen, I. 1960. Jan de Gravc metsenare en metselaire R. 501, 518. Jan Grieten outcleercoopere, echtgenoot van Ratlync van Voorden, I. 881; R. 576, 588. Jan de Groote, gasthuismeester te Middelburg, R. 477. Johannes Haveloes, notaris te Middelburg, R. 438. Janne van Hoedonck smid R. 363. Jan dHooge de jonge, echtgenoot van Jaccjuemyne, I. 868; R. 525. Jhan van der Hooghe I. 538. Jan dHooghe, echtgenoot van Crijstyne van Damme, I. 822. Jan Huybrechts I. 1122. Jan Jansen smit 1. 541. Jan Joncman, schepeu van Brugge, R. 222. Jan Joris, schepen van Caprijke, R. 434. Jau Cant R. 525. Jan Carbonier , gasthuismeester te Middelburg, I. 511, 534. Johannes de Cardona , baljuw van Majorca en plaatsvervanger vau den grootmeester der orde van St. Jan in Jerusalem en commissaris van den paus tot het werk der aflaten in Duitschland, R. 327* Jan van den Caute I. 859; R 216. Jan de Kegele R. 562. Jan de Keyser R. 30. Jan Clays I. 483; R. 111. Jan Clayse, uutvoechd van het O. V. gasthuis te Middelburg, R. 130. Hanne Cop R. 229. Jan Coppin I. 835 , 837 ; R. 432 , 436 , 444. Johan de Craan, chirurgijn van het gasthuis te Middelburg, 1. 32. Jan , heer van Kruiningen , Heen vliet, Painele, etc., ridder, raad en kamerling van den Roomsch koning en van diens zoon den aartshertog Philips , rentmeester-generaal van Zeeland, R. 304* Jan Laureis I. 550. Jan van Leene, echtgenoot van Mayken, 1. 846 ; R. 579. Jan van der Leepe, echtgeuoot van Ghileyne Chynore, R. 525. Jan Lievens , burgemeester van Caprijke, R. 505 Jau Luenissen R. 573. Jan Maes I. 604 ; R. 63. Jan Matcns, de oude, I. 82—340 , 341—399, 414, 417, 891—1130; R. 556. Jan Mateus, de jonge, I. 892 , 893 , 896 , 1118. Jan de Mysaen R. 138. Johannes Moyaert R. 235. Jan Montfraut's weeskind 1. 65. Johannes Munters I. 1551. Jan Oeruis alias den Trot, broeder vau de O. V. kapel der orde van de karthuizers te Herve bij Edingheu , R. 318. Jehan Ozorio de Vlloa , Spaansch bevelhebber , R. 616. Johannes Passert, prior van het Augustijnen klooster van St. Maria en de II. Apostelen te Utrecht, gemachtigde van het concilie van Bazel in Holland, Zeeland en Vlaanderen , voor zooverre die lauden tot de diocese van Utrecht behooren , tot het geven van aflaten voor de hereeniging der Greci, R. 145. Jan Patri»' weduwe I. 816. Jau de Pauw I. 1361, 1362, 1364, 1365, 1366 , 1367 , 1368 , 1370 , 1371. Jan l'ennincbroot, echtgenoot van Pryue, R. 430. Jan Pieters 1. 890. Johan van Pirne I. 838—830 , 820 , 830 ; K. 119, 166. Jan Kobaert R. 244. Jan ltogcau vau Wermelskerke I. 1563. Johan van Roubcrgen, commissaris vau de Wisselbank te Middelburg, I. 1451. Jan die Rouwe , schepen vau Tuyl, R. 5-7. Jan Rubbens, schepen van Antwerpen, R. 576. Jan Scheeujacrt R. 435. Jan van der Schelde, echtgenoot van Joos- sijncken van der Beke, 1. 1560. Jan Schipman, schepen van Houdschotc, R. 58-. Jan Serve R. 179. Jan Scuvel R. 2L3 , 218. Jan Slevereu, echtgenoot van May ken, R. 607. Johannes Uterloes R. 397. Jan van Valckendale , gasthuismeester te Middelburg , R. 429, 431, 437 , 439, 441 , 443 , 445 , 447. Jan Verkin, convers, broeder van de O. V. kapel der orde van de Karthuizers te Herve bij Edingken, R. 318. Jan vau den Waerde R. 24, 25. Jan de Weeze , echtgenoot van Peryne , R. 412. Jan Witte van der Burgh R. 90. Jan van den Wulle, echtgenoot van Jau- neke, R. 466. Jan Zoetoom, kameraar vau Veurnambacht, R. 30. Johannes XXIII, paus, R. 68. Januekeu Aeruouts dochter, echtgenoot van Daniël Colaert, I. 573 , 807 ; R. 533. Jehanne Arents dochter, echtgenoot van Karei Hermans wijlen Gheerits zoon, I. 808; R. 546. Johauna Cauliers, weduwe van Alexauder Gruterui, 1. 1462, 1463, 1464. Jauueke Cozijus, echtgenoot van Anthoui van Male, I. 637. Jaunekeu, echtgenoot van Geerolt' de Baedts, eerst weduwe van Jan Zeghers , 1.548, 549, 575. Jane Heyn Boudin Doedins zoons dochter I. 531 ; R. 130. Tanne Heynricx dochter Cornelis Hugheu zoons weduwe 1. 652 ; R. 356, 364. Jauueken Heindricx dochter, weduwe van Jacob Heindricx zoon van Grijpskercke, R. 587. Tanne Huge Michiels zoons dochter Willem W'illems zoons weduwe R. 244. Jane Jacop Heuricx zoons dochter vau Grijpskerke, jonkvrouw , echtgenoot van Olairt Jan Olairts zoon van Crommeuhoke, I. 534; R. 230. Janne Jau Willems zoons dochter R. 195. Jauue Jans dochter 1. 584, 724; 11*239,240. Janne Jans dochter R. 268. Janne Jans dochter 1. 785 ; R. 320. Jane Jans dochter I. 680; R. 336. Janueke, echtgenoot van Jan van den Wulle, R. 466. Janneken Jans dochter, echtgenoot van Anthuenis Jans zoon Tsoggaert, R. 599. Johanna de Vos, weduwe van Johannes Engelsen, I. 1464. Jane, echtgenoot van Casin de Valuwe, R. 444. Johanna Cornelia Verbrugge 1. 1459, 1460. Jannetje Meersse, weduwe van Cornelis Steven Moens, I. 553. Janneken Louis'dochter, echtgenoot van Jacob van den Berghe, I. 883. Tanuekin Schuyta, wijlen echtgenoot van Maertin van den Velde, R. 520. Janne Magnus' dochter Symoen Jans zoons weduwe R. 245. Tanneken Matheeus' dochter, wijlen echtgenoot vau Pieter Jans zoon de cousmaicker, 1. 796; R. 511. Jannekin Pieters dochter, weduwe van Gillet {sic) de nayere, I. 710; R. 474. Jannekin Rembrants dochter R. 461. Jane Willem Bertelmeeus' zoons weduwe R. 54. Johannekin van den Blomme Willems dochter R. 539. Johanna van de WTelle, weduwe van mr. Willem Brouwer, I. 1459. Johanna Adriaense, weduwe vau Willem Frantsen Bert, I. 1453, 1454. Tanneken van den Berghe I. 883. Tanneken Ffynerts en Anna Fynaerts 1. 801; R. 502, 632. Johanna van Fuyrden I. 1360. Anna Goethals (weezen van) I. 880; R. 570. Anna Knouwen I. 2010, 2011. Tanneken Spoorters 1. 823. Jherouimus Moflet, echtgenoot van Pieternelle Willem Potharst dochter, R. 496, 498. Jneronimus Sandelin , rentmeester van Zeeland Bewesten Schelde , I. 697 ; R. 508. Joffreyd zie Gotfridns. Johanna zie Janne(ke). Johannes zie Jan. Jooryne, echtgenoot van Anthuenis Ulaert , R. 478. Joess Areuts zoon, gast hu ismeester van St. Barbara te Middelburg, R. 896,897,899, 406. Joost Jacop Fredericx zoon , gast hu ismeester te Middelburg, R. 328, 329. Joos Janssen en Jans zoon deGroote, gecommitteerde der geineene armen van Westmonster en gast hu ismeester te Middelburg, R587, 627, 680. Joos Gheeraert, echtgenoot van Bettien, wijlen weduwe van Pieter Dyerkens, I. 876. Joos Laurevns 1. 719. Joos Lijssius R. 568. Joos Puessin, landhouder van de wet van Veurnambacht, R. 482. Jooris Batten, echtgenoot van Grietken, R. 543. Jooris de Brabandere, schepen van Bochnute , R. 500. Joris den Dekin 1. 832; R. 412. Joris van Ghemen, echtgenoot van Katlyne Vlemiucx , R. 576, 588. Joris Coppin en Coppen I. 831, 834, 841, 853, R. 424, 430, 482. Joris van Steynemolen, jonkheer, I. 695. Josyne, echtgenoot van Hubrecht Chynore, 1. 867 ; R. 491. Jossyne, echtgenoot van Jacop Pennincbroot, R. 420. Joossijncken van der Beke, echtgenoot van Jan van der Schelde, I. 1560. Sijntje van Asschc I. 446. Josinken van Brabant 1. 823. Josijnken Peuncmau R. 568. Joossijntteii Vlamincx R. 628. Judich Aernouts Verschoore, echtgenoot van Adriaeu Claeys Vromers, I. 823. Juustaes Willems zoon R. 328 K. Caerle zie Karei. Callekin, echtgenoot van Willem Rembout, R. 482. Karei Hermans wijlen Gheerits zoon, echtgenoot van Jehaune Arents dochter, I. 808; R. 546. Caerle Hermans I. 660 ; R. 599. Kareis Lopin, echtgenoot van Margriete, R. 302. Karei Scipman R. 459. Casineken Dous 1. 848; R. 601. Oasin de Valuwe, echtgenoot van Jane, R. 444. Catelyne Danckaerts dokter , echtgenoot van Stotlel van Rumonde , R. 622. Catarina de la Palma, echtgenoot vau Ferdinando Penedo , I. 445 , 665. Katherine Gillis' dochter Heynrick Jans zoon van Lounen weduwe I. 706 ; R. 398. Katrina , echtgenoot van Heinricus de Greylle, R. 68. Katrine Herbers dochter , wijlen echtgenoot vau Louwereis Jans zoon, I. 773 : R. 258. Katerina Ffvnerts, echtgenoot van Jacob de Vrese, I. 801 ; R. 502. Kateline Jan Jans zoons weduwe van Popkijuburg R. 7. Katerine, echtgenoot van Johannes Nicholaus heeren Walterus' zoon, R. 35. Kateline Jans dochter R. 154. Kateryne, wijlen echtgenoot van Jan Joos' zoon , I. 753 ; R. 160. Kateline Jans dochter R. 208. Kateliue Jans dochter R. 296. Katherine Jans dochter, jonkvrouw , non te Zoetendale , I. 46 ; R. 429. Katherine Jans dochter Smeets, vrouwe, weduwe achtereenvolgens vau Jan Rembrauts zoon alias Hans van Oosten en Jan Pieters zoon de wagemaker alias Jau Colins zoons, I. 791, 792 , 797 , 798 , 799 ; R. 461 , 467 , 514, 515 , 516 , 517. Kathelyne van der Mnelne , jonkvrouw, echtgenoot vau Jan van Uamnie, R. 488. Katlyne van Voorden, echtgenoot van Jan Grieten outcleercoopere , I. 881; R. 576. Catharina Knouwrn , echtgenoot van Jan Goudswaard , 1. 1960, 2012, 2013. Katlyne Vlemincx , eehtgeuoot vau Jorise van Ghemeu , R. 576. 31 Cateline Jooris Coppen dochter, echtgenoot van Guillame Coppen , I. 848 , 853 ; R. 601. Catharina Moermans, echtgenoot van Cornelis de Pauw, I. 1369. Lijnken Lambrechts dochter, weduwe van Ghijsbrecht Janssen , I. 444, 821. Rateliue Pi eters dochter Huge Willems zoons weduwe 1. 722 ; K. 204. katherine Pieters dochter Jan Hugheu zoons echtgenoot I. 679 , 766 ; R. 266, 268, 274. Katherine Pieters dochter I. 502 ; R. 408. Kathelyue tSeroeskercke , weduwe van Symon van den Werve, I. 697 ; R. 508. Katelyne Willem Vos' weduwe R. 171. Cathelyne, echtgenoot van Willem Lammin, R. 421. Kateline , weduwe van Willem Boudin, R. 448, 459. Lijnkin van den Blomme Willems dochter, R. 539. Kateline Witte Ruls echtgenoot (erfgenamen van) I. 576 ; R. 6 Cathelyne Fyuaerts (kinderen van) R. 632. Catharina Gavel I. 1959. Lijncken Jans 1. 1110. Catharina Matens, jonkvrouw , I. 894, 894. Katheryne Peltzers R. 77. Cattelein Shosten R. 629. Katherine Uterloes I. 448 ; R. 394. Catelyne Wierijcx R. 578. Clays Diericx zoon die naeyere I. 486 ; R. 214. Claeis Diericx zoon Sparreman I. 489, 678 ; R. 303, 311. Clays Üommaes' zoon, echtgenoot van Jacopmyne Hugen dochter, I. 494, 496, 683 , 725, 775—777, 775, 776, 777; ft. 146, 152, 155, 156, 174, 177, 178, 183 , 197 , 211, 217 , 227 , 259 , 260 , 261 , 264, 265, 269, 284, 285, 290,315, 357, 366. Clais Thomas' zoon , gasthuismeester te Middelburg, R. 453. Clais Everdeys zoon I. 455, 609; R. 72, 89. Clays Philips zoon R. 2ti4. Claes Kloris' zoon wagcmaker R. 553. Clays Gillis' zoon I. 490 ; R. 382. Clays Heynrics zoon R. 15. Clais Heinrix zoon R. 38 , 39. Clays Ueinrics zoon R. 58. Clays Hughe EWcs zoon T. 563 ; R. 31. Nicholaus Johannes' zoon R. 145. Clays Jans zoou R. 155. Clais Jans zoon , keurschepen van den Hayman, R. 183. Nicolaus Johannes zoon, diaken, 1. 764; R. 194. Nicolaus Johannes' zoon , vicaris van de kerk van Westmon9ter te Middelburg, provenier in het gasthuis, I. 37 ; R. 267. Claes Jans zoon 1. 500 ; R. 504. Clays Clays' zoon R. 29. Clais Clais' zoon die sceeryare R. 180. Clays Clays' zoon Sparreman I. 558 ; R. 352. Claes Cornelis' zoon R. 368. Clays Cornelis' zoon Moen R. 449. Claeis Oorts zoon, procurator en HeiligeGeestmeester te Noordmonster, R. 283. Clais Pieters zoon stierman I. 680 ; R. 335 , 337 , 338. Claes Pieters zoon Dint, burgemeester en schepen van Middelburg, R. 578, 587. Nicolaas Pieters zoon I. 1561. Clais Willem Ruls zoon R. Clays Wouters zoon I. 493, 508 ; R. 41, 47, 57. Clays Wouters zoon , echtgenoot van Zoeten, R. 184. Clayse die blaeuwere 1. 654 ; R. 2. Clays Bollaert, kanunnik van St. Pieter te Middelburg, R. 27. Claes van Dyest R 126. mr. Nicolaus Goubblet, proost der St. Maria kerk te Dinant, gemachtigde van den door den paus aangestelden beschermer van de rechten der St. Maria kerk te Vere, den abt van het klooster van St. Gertrudis te Leuven, I. 47. Nicolaus Hont, vicecureit van de St. Petrus kerk te Axel, I. 858; R. 207. Clais die Clatsere R. 38, 39. Claes Rococx, ridder, schepen van Antwerpen, R. 576. Nicolaus Tabbaert de Bergis supra Zomam, notaris te Middelburg, R. 235. Clays Thuys, gecommitteerde van de gemeene armen der Kloosterparochie, R. 587. Clays van West R. 9. Nicolaus V, paus, R. 212. Clare Witten dochter, echtgenoot van Frans Jans zoon, I. 630, R. 46. Clara Heuniaert H. 628. Clois van Pijrne I. 830; R. 166. Clois van Roidt, schepen van .den Koninklijken stoel te Aken , R. 77. Court Jacops zoon en Jacobssen, gasthuismeester te Middelburg, I. 91; R. 587, 589, 592, 596, 600, 609. Coyne junge Jan I. 828; R. 77. Colaert de Calomie R. 488. Cornelia Udemans, echtgenoot van Abraham van Fuyrden, I. 1360. Cornelie , echtgenoot van Alaert Lam, R. 434. Cornelia Cornelissen, echtgenoot en weduwe van Barend van Daalen Jzn., I. 1966— 1969, 1966, 1969. Cornelien Boudins dochter R 251. Cornelie, echtgenoot van Boudewijn van der Mandert, I. 886. Neeltje van Scharrenburch, echtgenoot van Daniël van der Vecht, I. 1447, 1448. Cornelie Dirrick Jans zoon de scoemakers weduwe R 454. Cornelie en Nelle Gillis' dochter, achtereenvolgens weduwe van Cornelis Heynricx zoon alias Hoge eude leege en echtgenoot en weduwe van Jan Hugeu zoon, I. 40, 679, 680, 727, 765—768, 765, 767, 768; R. 273, 295, 306, 307, 322. Nelle Heyn Boudin Doedius zoons weduwe I. 531; R. 130. Cornelie Heynricx dochter I. 572»; R. 238". Cornelie Heynricx dochter, echtgenoot van Willem Magnus' zoon die berbier, R. 273. Nelle Jacops dochter R. 83, 85. Cornelie Jacops dochter van der Haymau, jonkvrouw, I. 440; R. 509. Neelken Jacops dochter, echtgenoot van Cornelis Eeuwouts zoon schipper, R. 555. Cornelie, echtgenoot van Jan Lampacrt de oude Cornelis' zoon , R. 377. Cornelie Jan Adriaens dochter, echtgenoot van Loy Pieters zoon, I. 603; R. 400. Cornelie Jan Heyudricx zoon Biggen weduwe I. 559 ; R. 473. Cornelie Jan de Worms R. 497. Neelken , dochter van Jan van der Leepe, R. 525. Cornelien Cornelis' dochter I. 771; R. 251. Neelken Pieters, echtgenoot van Cornelis Pauwels Wante, I. 543. Nellen en Cornelie Loy Hughen zoons dochter R. 133, 140. Cornelie Pieters dochter R 313. Cornelie Symoeu Michiels zoons weduwe I. 778; R. 271. Neelkin van den Blomme Willems dochter R. 539. Cornelie Bootsacx R. 332. Cornelie Chynore (kinderen van R. 525. Cornelis Adriaens zoou R 296. Cornelis Adriaens zoou, schepen van Kampen, R. 401. Cornelis Adriaen Oirts zoon I. 718; R. 41-3. Cornelis Danckaerts zoon R. 332. Cornelis Doinmaes' zoon R. 146. Cornelis Eeuwouts zoon schipper, echtgenoot van Neelken Jacops dochter, R. 555. Cornelis Franchois' zoon Tas, burgemeester en raad van Middelburg, gecommitteerde van Wet en Raad tot het afhooren der rekening van het gasthuis, R. 600, 610, 613. Cornelis Gillis' zoon R. 535. Cornelis Goris' zoon, gasthuismeester te Middelburg, R. 563, 565, 569, 574. Cornelis Heynricx zoon R. 105. Cornelis Heynricx zoon alias Hoge ende leege, wijlen echtgenoot van Cornelie Gillis' dochter , I. 767; R. 273. Cornelis Heynricx zoon van Seellacht R. 312. Cornelius Heynricus' zoou, priester, I 787 ; R. 381. Cornelius Heuricus' zoon, priester, provenier in het gasthuis te Middelburg, 1. 44; R. 396. Cornelis Hendricx zoon R. 451. Cornelis Hugen zoon R. 268. Cornelis Hugens zoon , gecommitteerde der ge- meene armen van Noordmonster, R. 587. Cornelis Jacops zoon Springelinck, priester, I. 48, 477, 608, 779, 783; R. 220, 248, 249, 310, 325, 327, 330. Cornelis Jacops zoon, I. 811—812, 812; R. 555. Cornelis Jans zoon, schepeu van Middelburg, R. 220. Cornelius Johannes' bastaardzoon van Scellacht R. 235. Cornelis Jans zoon de vischcopere I. 771 ; R. 251. Cornelis Jans zoon alias Cornelis mitten ringen R. 270. Cornelis Jans zoon, procurator van de arme huiszitters te Noord monster, K. 283. Cornelis Jans zoon R. 317. Cornelis Jan Jacops zoon I 790 ; R. 455. Cornelis Jan Jacops zoons weduwe I. 790; R. 455. Cornelis Jans zoon de wagemakere R. 476. Cornelis Jan Colijns zoon viscoopere R. 535. Cornelis Jans zoon R. 578. Cornelis Jans zoon, jonge, scheepstimmerman, ]. 735; R. 583. Cornelis Janssen Booehken , sehoenmaker, R. 632. Cornelis Clays' zoon I. 683; R. 156. Cornelius Nieolaus' zoon in den Liebaert, deken der St. Martinus kerk te Middelburg, R. 350, 43S. Cornelis Cornelis' zoon , priester in het gasthuis te Middelburg, R. 425. Cornelis Cornelis' zoon van Lare, schoenmaker, echtgenoot van Geertruyt Hnbrechts dochter Finaerts, 1. 612, 734, 802, 804; R. 502, 507, 545, 558 , 560, 571 , 572, 578 , 584. Cornelis Cornelis' zoon de Man 1. 560; R. 559. Cornelis Lauwereys' zoon de metselaer R. 404. Cornelis Maerts zoon die tymmermau I. 537; R. 291. Cornelis Mercx zoon R. 413. Cornelius Michaels zoon R. 187. Cornelius Paulus' zoon R. 235. Cornelis Pauwels Waute, echtgenoot van Neelken Pieters, (erven van"» I. 543. Cornelis Pieter Hoots zoon I. 545; R. 192. Cornelis Pieters zoon, keurschepen van OostSouburg, R. 255* Cornelis Piers zoon alias Kelle de maetselaer 1. 685; R. 300. Cornelis Pieter Claeis' zoons zoon R. 348. Cornelius Petrus' zoon, gasthu ismeester van St. Barbara te Middelburg, R. 380. Cornelis Pieters zoon Haeck, schepen van Middelburg, R. 455. Cornelis Petrus' zoon Vos I. 47. Cornelis Pieters zoon timmerman, poorter te Middelburg, I. 607 ; R. 614. Cornelis Reyniers zoon R. 177. Cornelis Scobbelauts zoou van Crompvliet, rentmeester van het St. Barbara gasthuis te Middelburg, R. 544. Cornelis Symous zoon R. 200. Cornelis Symous zoou I. 790; R. 455. Cornelis Symons zoou 1. 800; R. 483. Cornelis Steven Moens 1. 553. Cornelis Willem Bertelineeus' zoons zoou R. 53. Cornelis, kind van Jane Willem Berteluieeus' zoons weduwe , R. 54. Cornelis Willems zoon R. 305. Cornelis Wysscu zoou, echtgenoot van Gheer- truudt , 1. 509 ; R. 173. Cornelis Beyts I. 1461. Cornelis van der Beke R. 541. Cornelis Bigge, echtgenoot van Maeye Har- mans, I. 498; R. 305. Cornelis Erckenbout, gust huismeester te Middelburg, 1. 595. Cornelis Felle I. 491. Cornelis van Fuyrden I. 1360. Cornelis van Ghavere, echtgenoot van Maeyke, R. 577. Cornelis Groenevelt 1. 703 ; R. 282. mr. Cornelis Ilunnius, secretaris van Middelburg, echtgenoot van Jacoba de Vos, 1. 1940, 1950, 1964. Cornelis Jaussens, R. 515. Cornelis Cardoen, echtgenoot van Passchine, R. 484. Cornelis de Clerek, schepen van Caprijke, R. 505. Cornelis de Cock van Opvueu, jonkheer, I. 1544. Cornelis Couwenburch 1. 1455 , 1456. Cornelis Loele, landmeter, I. 415. Cornelis Luck de oude tt. 487. Cornelis Meys, notaris te Middelburg, R. 534. Cornelis Meys, handelaar te Middelburg, 1. 738; R. 617, 618, 619, 620, 621, 624. Cornelis de Pauw , echtgenoot van Catharina Moermaus, 1. 1369. Cornelis Rimmeland I. 1909. Cornelis Udemans, wijlen echtgenoot van Maria Thoma vau de Wijuperssc, I. 1355, 1356 , 1357 , 1358. Cornelis Westdorp I. 1359. Corstine Jaus dochter , echtgenoot van Pieter Jans zoon die cupere , R. 98. Costijn Jacops zoon I. 518 : R. 210. Christiaen Laureis' zoou balleinaker I. 7J 3. Ch rist iaën Priem, leenman van den hertog van Bourgondic, graal' van Vlaanderen, R. 110. (Jristiaen Reynouds (kinderen van) R. 505. Christiaau de Stavere , echtgenoot van Margriete, R. 30. Cristyue Jans dochter, weduwe van Vincent Heyndricx zoon metselaere, R. 561. Crijstyne van Damme, echtgenoot van Jan dHooghe, I. 822. Christina Velt, weduwe van Pieter Langebeke, 1. 202S, 2034. Christoffel Jans zoon de Pau R. 597. Christoffel Lampsius I. 880; R. 570. Stoffel van Romuynt J. 607; R. 614. Stollel I. 720; R. 458. L. L. P. van de Spiegel I. 1956. Lambrecht Lambrecht zoon de baeker R. 521, 554 , 586. Lambrecht Willems zoon Boogaert R. 373 , 374, 391. Lambrecht Buek, schepen van den Koninklijken stoel te Aken , R. Lambrecht van der Leene 1. 875. Lambert Uncke, schepen van den Koninklijken stoel te Aken, R. 77. Lammin Ellix zoon R. 99. Lammen ilughen zoon, procurator van het ü. V gasthuis te Middelburg, R. 63. Leuimekijn Jacops kind R. 65. Lem Lein Gheeraerds zoons zoon R. 20. Lamciuse. echtgenoot van Olivier deVisch, R. 92. Lem Cop *R. 229. Lauwereys Boudijns zoou die olyslager I. 704 ; R. 314. Louwereys Jacops zoon R. 83 , 85. Lauwereis Jans zoon, echtgenoot van wijlen Katrine Herbers dochter, I. 773 -774 , 773 , 774; R. 258, 296. Lauwereys Jan Meugaerts zoon I. 717, 780 ; R. 278, 299. Lauwereys Jans zoon I. 642 ; R. 298. Lauwereys Jaus zoon 1. 727 ; R. 322. Laureys Jaus zoou de Pau R. 597. Laureys Laureys' zoou, gecommitteerde der gemeeue armen van Westmonster, R. 587. Louwereys Loofs zoon , procurator en gasthuismeester van O. V. te Middelburg, R. 291 , 293 , 294. Louwereys Symoeus zoon R. 127. Lauwereis Stevens zoou, gasthuisineester te Middelburg, R. 485. Lauwereys Willems zoou die cleersnydere R. 309. Lauwereis Willems zoon , echtgenoot van Pieternelle Lammens dochter , R. 425. Louwercis Wouters zoou R. 333. Laurens de Pauw I. 1363. Laurentius Toll, notaris te Middelburg, R. 289. Laurens Udemans, gasthuisineester en notaris te Middelburg, echtgenoot van Maria de Pauw, 1. 1353—1465, 1353, 1354, 1358, 1359, 1363, 1372, 1382, 1383, 1386, 1437 , 1438 , 1440, 1441, 1442, 1444, 1445 , 1446, 1452, 1453, 1456, 1458, 1460, 1461, 1462. Louwertje de Wyze I. 1551. Leenken zie Magdaleua. Leuert Cornelis' zoou 1. 695. mr. Leonardus van IJsselsteyn 1. 694. Liaerde Cardoens Guillame Jan Coppins weduwe I. 843; R. 490. Lydia Borreys, weduwe van Cornelis Verbrugge, I. 1950, 1951, 1952. Lieven Adriaens zoon scipman R. 531 , 532. Lieviu van den Blomme Willems zoou R. 539. Lieven Adriaensseu, gasthuisineester te Middelburg , 1. 414. Lieven Dauckaert R. 505. Lievin de Herdc R. 556. Lieviu Laiupsius (weezen van) 1. 880; R. 570. Lijnken zie Cathelyue. Lijsbet Aerds dochter, echtgenoot van Doeu Jacobs zoon, I. 745; R. 79. Klisabeth Burs, weduwe van Authoni Duyvelaer, I. 575. Lijsbet Bertelmeeus, dochter, echtgeuoot van Heynric Bracm , 1. 525; R. 28. Lijskin Berwout Piers zoons weeskind 1. 502; R. 408. Lijsbet Bettes dochter 1. 546; R. 449, 450, 451, 452. Lijsbet Heyuricx dochter, echtgenoot van Willem Sanders zoon, 1. 434; R. 334. Lysebeth, echtgenoot van Ilughe die Mutere, (erfgenamen van) 1. 554: R. 78. Lijsbet Huge Jacops zoou die smits weduwe I. 649: R. 297. Lijsbet Ilughe Jacops zoons weduwe 1. 782 ; R. 308. Lijsbette, weduwe van lughelran van der Beke, R. 541. Lijsbeth Jacop Willems zoons echtgenoot, I. 758; K. 122. Lijsbet Jacop Heynricx zoons dochter Jan Foreest weduwe R. 232, 243. Lijsbette Jacop Jans zoons weduwe I. 435 : R. 426. Lijsbet Jan Pieters zoons weduwe R. 191. Lijskijn Jan Jacops zoon die cupers weeskind R. 332. Lijskijn Jans dochter I. 680; R. 336. Lijsbeth Jans dochter R. 417. Lijsbeth Cornelis Jans zoon Blomaerts weduwe 1. 611 ; R. 395. Lijsbette Goethals mr. Lievins dochter, jonkvrouw, echtgenoot van Philips Malaert Jans zoon , R. 591. Elisabeth Michaels dochter, wijlen echtgenoot van Jacobus Dodinus' zoon, (erfgenamen van) I. 770; R. 235. Lijsbet Michiels dochter I. 778; K. 271. Lijsbet Pieter Willems zoons weduwe R. 305. Lijsbet Pieter Claeis' zoons dochter R. 348. Lijsbeth, echtgenoot van Pieter Clais' zoon de bierwereker, R. 407. Lijsbet Poppe Hughen zoons dochter R. 19. Lijsbet Willems dochter R. 244. Lijsbeth Wouters dochter, echtgenoot van Jan Jans zoon de smit, proveniers in het gasthuis te Middelburg, I. 46, R. 393, 422, 423. Lijsbet van den Dale 1. 728 ; R. 343. Bette zie Bette. Loy Hughen zoon I. 657, 749; R. 96, 109. Loy Pieters zoon, procurator en gasthuismeester te Middelburg, R. 352, 354, 359, 362, 376, 379, 390, 391, 396, 397, 399, 406. Kligius Petrus' zoon R. 380. Loey de Hane, priester, broeder van de O. V. kapel der orde van de Karthuizers te Herve bij Edinghen, I 863; R. 318. Lowijs Claes Willebairts zoon R. 545. Lucas Pieters zoon R. 313. M. mr. M. van Visvliet I. 2069. Maeyken zie Maria. Maertiju Jaus zoon 1. 432 ; R. 256. Maertiju en Meerteu Jaus zoon alias cooman Maertijn en coemen Meerteu 1. 688; R. 414, 462. Maerten Jans zoon cleermaker, echtgenoot van Magdaleeue Reyniers dochter , R. 501. Maerten Jans zoon, kauuunik van Westmonster, 1. 799; R. 514, 517. Meerten Mertens zoon, kousmaker en poorter te Middelburg, echtgenoot van Gheertruyt Finaerts, I. 805; R. 594, 611. Maertijn Mattheeus' zoon R. 312. Maertijn Pieters zoon , procurator en gasthuismeester te Middelburg, R. 279, 280,287, 288. Maertijn Pieters zoou I. 457 ; R. 304. Maertijn Pieters zoon Vos, gast hu ismeester van St. Barbara te Middelburg, echtgenoot van Jocopmyne Adriaens dochter, 1. 613; R. 365, 367, 376, 379. Maertin Willems zoons R. 108, Meerten Adriaeuseu, echtgenoot van Geertie Marinus, 1. 1108. Maerten Engels, gast hu ismeester te Middelburg , I. 595. Matijn Christiaen, leenman van den hertog van Bourgondië, graal' van Vlaanderen, R. 110. Maertin van de Velde, echtgenoot van wijlen Taunekin Schuyts, I. 624; R. 520, 524. Martine Jacop uuteu Bogaerde (kinderen van) R. 275. Magdaleua Clais' dochter van der Goes, ziekenmoeder in het gasthuis te Middelburg, I. 443 , 633 ; R. 506, 522 , 534. Leenken Cornelis' dochter R. 416. Magdaleeue Reyniers dochter, echtgenoot van Maerten Jans zoon cleermaker, R. 501. Magdalena van Hoogelande, jonkvrouw, R. 564. Machtelden Jan Bollaerts weduwe I. 598; R. 97. Maye zie Maria. Malen Bloinme R. 435. Malen Calpaert, echtgenoot van Jaquemyne, R. 581. Margriete Dirricx dochter, echtgenoot van Barnardt Jacops zoon , R. 454. Mergriete Domaes' dochter, echtgenoot van Symoen Diericx zoon , R. 265. Margriete, echtgenoot van Geert Goutiers, R. 526. Margriete van Tricht, echtgenoot van Ghee- raert Goutiers en Gautiers mandemakere, I. 636, 810; R. 557 , 562. Margriete, echtgenoot van Heindrick Buloot, R. 612. Magriete , echtgenoot van Jnghelbrecht Clays' zoon, proveniers in het gasthuis te Middelburg, 1. 36, 759; R. 118, 125. Margriete Inghel van der Beke's dochter, echtgenoot van Ghyselbrecht van Ardenbourch, R. 495. Margriete Jacops dochter R. 83 , 85. Margriete Jacob Doens dochter, echtgenoot van Pieter Bodda cleerinaker, R. 547. Margriete Jan Baers' weduwe R. 211. Margriete Jans dochter Pieter Hugen zoons weduwe I. 645 ; R. 279. Mergriete Jans dochter, echtgenoot van Jan Jans zoon die bontwerkere, I. 653 ; R. 358. Margriete Smeets, dochter van wijlen Jans de Sinet, jonkvrouw, echtgenoot van Philips van der Nootten en van der Noot, I. 798; R. 515, 516, 517. Margriete, echtgenoot van Kareis Lopin, R. 302. Margriete Coruelis Dommaes' zoons weduwe I. 721 ; R. 203. Margriete, echtgenoot van Christiaau de Stavere, R. 30. Margriete, echtgenoot van Pieter Wouters zoon , R. 91. Magrieteu , jonkvrouw , echtgenoot van Pieter van der Clinghe , I. 517 ; R. 121. Margarita Petrus' dorhter, echtgenoot van Petrus Hermannus' zoon , I. 761 ; R. 139. Margriete Pieters dochter, weduwe van Jan Smit, 1. 729; R. 457. Magriete Pieter Sauwens, weduwe van Jan Govaerts, 1. 574. Margriete Wouter Dints 1. 762 ; R. 170, 171. Matkin Wouters dochter I. 436, 788; R. 387 , 433. Margriete Jans (weeskinderen van) I. 1367. Margriete van Roubergen 1. 1452. Maria Abigaël Bosman 1 2069. Mayken Adriaens dochter , echtgenoot van Jan de zaghere eu Jan Jacobs (zoon) houtzager, I. 445, 665. Maeyken Anthouis, weduwe van Authonis Cornelis' zoon inetselaer, I. 625 : R. 561. Mariken Arents dochter, echtgenoot van Andries Jans zoon , R. 427. Maykin de weduwe van Diederyc Scipman R. 430. Maria Crinsen, weduwe van E. de Rapper, I. 1957. Mayken Geleyns dochter, eerst weduwe van Jan Tol, echtgenoot van Jacob Symoens zoon, R. 498, 512. Mayken Gillis Weyns dochter, echtgenoot vau Pieter Larameuse , I. 815. Mayken Jacobs , echtgenoot van Gillis Schaele, I. 1441. Maye Heyn Boudin Doedins zoons dochter I. 531 ; R. 130. Marie , dochter van Henricus den timmerman, * R. 235. Mariken Henricx dochter, weduwe van Cornelis Diericx zoon de scaelgiedeckere, I. 439; R. 503. Maria van Waert, echtgenoot Hendrik Pookx, I. 1536, 1545. Marrie Hnghc Symoens zoons weduwe R. 69. Mayken Ilugen dochter, echtgenoot van Pieter Jacops zoon , R. 519. Marijckiu Hughe Paeuwels zoons dochter, echtgenoot van Wouter Pieter Jans zoon , I. 510, R. 464. Marie Jacop Louwereys' zoons weduwe I. 747, 748 ; R. 83, 84 , 85. Mayken Jacobs dochter, weduwe van jongen Jan Huybrechtssen, I. 501. Marrie Jans dochter van Popkijnburg, jonkvrouw , R. 7. Marie Jan Willeins zoous dochter van der Lisse, jonkvrouw, I. 585, 586; R. 241, 246 , 312. Maye Jan Hugen zoons dochter, echtgenoot van Gheleyn Wouters zoon die wageinakere, R. 252, 295. Maye Jans dochter R. 296. Maeye Jans dochter R. 332. Mave Jan Jans zoon Wendelberchs dochter I. 728; R. 343. Maye oude Jan Wendelberchs dochter 1. 728 ; R. 343. Maye Jans dochter, weduwe van Clais Gheerts zoon, I. 437 ; R. 442. Mariken Jan Pieters zoons dochter R. 471. Mayken, dochter vau Jan van der Leepe, R. 525. Maeyken, echtgenoot vau Jau Huughe Laureyns zoon, 1. 878; R. 541. Maeyken Zeghers, echtgenoot van Jan Martin Lieveus zoon, R. 566. Mayken, echtgenoot van Jan van Leene, I. 846; R. 579. Mayken, echtgenoot van Jan Sleveren, R. 607. Miyke Jans dochter van Ravesteyn, weduwe van Authueuis Spontijn , I. 789 ; R. 623, 633. Maria Blaaiibeen, binnenmoeder van het Burgerweeshuis te Middelburg, echtgenoot van Johanncs Bollacrt, I. 2061—2062. Marie Cornelis' dochter I. 721; R. 203. Ma- ye Harnians, echtgenoot van Cornelis Bigge, R. 305. Marie Cornelis' dochter, jonkvrouw, non te Kerkwervc , R. 416. Maycken Gautiers, weduwe van Cornelis Gillis' zoou, 1 809; R. 550, 551. Maeyke, echtgenoot van Cornelis van G have re, R. 577. Mayken Cornelis' dochter, echtgenoot van Pie- ter Goorissen , I. 813. Maria Thoma van de Wijnpersse, weduwe achtereenvolgens van Cornelis Westdorp en Cornelis Udemans, I. 1358, 1359. Maria de Pauw, echtgenoot van Laureus Udemans , I. 1363. Maykeu Merck Pieters zoons dochter R. 413. Marrie Pieters dochter R. 143. Maye Picter Goms weduwe , provenierster in het gasthuis te Middelburg, I. 429, 571; R. 168. Marrie Pieter Ilcyrnaiis zoons dochter Jacob die lombaerts weduwe, jonkvrouw, R. 173. Maria Petus Daniels zoons dochter, provenierster in het gasthuis te Middelburg, 1. 41 ; R. 339 , 340. Mayken Pieters dochter, weduwe van Claes Syinons zoou Vacht, R. 564. Maykin, echtgenoot van Pieter Dierkius, R. 575. Marie Chinore R. 525. Mary Henrickx weduwe I. 732 ; R. 527. Maria Coomans 1. 1963. Mareye van Pijrue I. 830; R. 166. Marinus Harrents zoon cuyper I. 664. Marinus Cornelis' zoon, schepen van Vere, R. 498. Marynus Laureys' zoon, notaris te Middelburg, R. 552. Marinus Pieters zoon I. 539. Marinus Schotte I. 1117. Marcus de la Palma , burgemeester van Middelburg, I. 1123. Marrekijn zie Merrekijn. Marteu zie Maertijn. Martiju zie Maertijn. Martine zie na Maertijn. Matheus Jans zoon brouwer, gasthuisineester te Middelburg, R. 609, 610, 613. Mattheeus Cornelis' zoon I. 794 ; R. 476 , 479. Mateus Lauerijs' zoon, gasthuismeester vau St. Barbara te Middelburg, R. 367, 376, 379, 380, 390, 391. Matheeus Lauwereys' zoon R. 395. Matheeus de Cas Pieters zoon, echtgenoot vau Betkin , R. 460 Theeuws iSimons zoon I. 566 ; R. 39. Mattheeus Zeghers 1. 873. Mnthijs Bernaerts zoon R. 567. Mathijs Clais' zoon, priester, biechtvader van Jacop Louwereys' zoon, R. 80. Mathijs Wouters zoon R. 76. Mathijs Leenaerts I. 447. Mathijs van der Loo R. 36. Matkin zie Margrieto. Maurits van Nassau, commandant van eene compagnie infanterie, I. 1440. Meeus zie Barthelmeeus. Mechelken Huybrechts, weduwe van Niclaes Gielis, 1 820. Mergriete zie Margriete. Mercx de Pau Inghels zoon R. 603. Marrekyn Gijs de backers weduwe R. 268. Merrekiju Hugen dochter, echtgenoot van Bruyn Jans zoon van Woeriugen , I. 587 ; R. 247. Merrekijn Syinoens dochter Jan Jans zoons weduwe R. 245. Merkijn R. 257. Michiel Danckaert Michielszoon I. 857 ; R. 193. Michiel Ileinricx zoon die scrijnwercker, echtgenoot van Ghevle Jans dochter, J. 610 ; R. 319. Michael Hugo's zoon I. 770 ; R. 235. Michiel Jacops zoon R. 450. Michiel Pieters zoon ï. 475, 577 ; R. 5, 8. Machiel Pier Wouters zoons zoon I. 742 . R.21. Michiel Symoens zoon R. 271. Michiel van deu Berghe I. 883. mr. Michael Brandt, priester, gemachtigde van het kapittel vau St. Martinus te Souburg , R. 390. Michiel van Ksheemde R. 428. Michiel Floreyn R. 615. Musschet Hadden zoon I. 532; R. 172. N. Nathan Bollaert I. 1925, 2061—2062,2061. Neelken zie Cornelie. Neeltje zie Cornelie. Nelle zie Cornelie. Nicolaes zie Claes. O. Olacrt Geerts zoon die berbier, procurator en gasthuisineester te Middelburg, R. 279, 280, 287, 288. Oelloert Gillis' zoon Tsoggert, schepen en raad van Middelburg, gecommitteerde van Wet cn Raad tot bet afbooren der rekening van het gasthuis, R. 565 , 589 , 592. Olaert Jacobs zoon R. 180. Olairt Jan Olairts zoon van Crommenhoke, echtgenoot van jonkvrouw Jane Jacop Henricx zoons dochter van Grijpskerke , 1. 534 ; R. 280. Olaerd Lammens zoou R. 56. Olaerdt Symoens zoon , priester , I. 526 ; R. 234. Olaerd Willems zoon R. 33. Olivier Schipman, ontvanger van de disch , kerk cn gemecne armen van Hondschote, R. 626. Olivier de Viscb , echtgenoot van Lameinse, R. 92. Oort Gillis' zoon R. 268. Oste van Bainbeikc, schepen van Vcuruambacht, R. 30. P. P. Schoutens, notaris te Middelburg, R. 623, 633. P. Thoreine zoon, notaris te Middelburg, tt. 544. Paeskeu van den Berghe I. 883. Pancraes Weuten zoou van Domburgh I. 547 ; R 189. Passchier, kind van Franssois Puessin , R. 386. Paesschier Puessin , prie