O ? c* £P O I fo ,-+• ■ii « — -N ï c£i i* i» - » •% F M F 34- fcf io ^derlaodsc^e CMds op de ,V>' ot) ^clsing Pariisc^'^^1900 AMSTERDAM C.L.C.VELDT I ' ,-ïderIarxïscbe Gids ï , „teflirjg t °Pd® voO^& ^ v*aV | ParijseW^1900^ AMSTERDAM C.L.C.VELOi ■■-' ■ :■ Q-iaspsbowh: KERKSTRAAT 55 AMSTERDAM EUASPIIBOMf'EC BOB-®MDB=? KERKSTRAAT 53 AMSTBtDAM Emile Loübet, President der Fransche Republiek. NEDERLANDSCHE GIDS OP DE farijsche Tentoonstelling in 1900 amsterdam C. L. G. YELDT BOEK-, COURANT- EN STEENDRUKKERIJ G. J. THIEME, NIJMEGEN. VOORWOORD. Eerst in den vreemde gevoelt men recht zijne nationaliteit. Als men in den spoorwagen zittend, twee medereizigers in de eigen zoo welbekende taal hoort spreken, als men in een museum plotseling „Wat is dat mooi" achter zich hoort zeggen, bindt een onverklaarbaar gevoel van stamverwantschap terstond de landslieden die elkaar nooit zagen, elkaar wellicht nimmer meer zullen ontmoeten, maar op dat oogenblik zich nauwer bij elkaar aansluiten, omdat zij iets gemeen hebben, juist datgene wat zij misten in de menschenmassa die hen omringt: zij zijn landgenooten, zij spreken dezelfde taal, zij hebben dezelfde van jongs af onbewust ingezogen grondbegrippen, die het kenmerk hunner nationaliteit uitmaken. Zulk eene ontmoeting geeft een aangenaam oogenblik op eene lange reis, maar dikwijls volgt daarop een zeker minder prettig gevoel; men is zoo vrij niet meer. Onze gids wil het aangename gevoel van niet geheel verlaten in eene vreemde omgeving te zijn, aan den lezer verschaffen, zonder dezen onaangenamen bijsmaak. Hij beperkt de vrijheid niet, en de metgezel laat zich in den zak steken, zoodra hij te veel is. De officieele catalogus bestaat uit 36 deelen ieder van 2 afleveringen, en — hij is niet volledig. Sommige vreemde secties hebben zelfs de behoefte gevoeld een afzonderlijken catalogus uit te geven. De bezoeker, die voorzien wil zijn van alle gegevens, heeft dus eene geheele bibliotheek mede te slepen. Daarom zijn zoovele niet-officieele tentoonstellingsgidsen verschenen in allerlei talen. De Fransche gidsen zijn de uitvoerigste, doch een enkele blik in de beste hunner doet ons terstond zien, dat zij zich op een eenzijdig Fransch standpunt geplaatst hebben en van de vreemde afdeelingen slechts zeer beknopte, meestal hoogst onvolledige inlichtingen geven. De gidsen in andere talen geschreven doen geheel hetzelfde ten bate van hun eigen land en ik erken, dat deze Nederlandsche gids omtrent Nederland, zijne koloniën en de stamverwante Zuid-Afrikaansche Republiek meer in bizonderheden zal treden dan met eene juiste evenredigheid is overeen te brengen. Ik meen daardoor het best aan de wenschen der Nederlandsche gebruikers te voldoen. Uit den overrijken voorraad stof heb ik eene keuze moeten doen. Die te veel geeft, geeft niets. Volledig kon de opsomming niet zijn, ik hoop echter dat zij alles wat werkelijk van belang is en wat inderdaad gezien moet worden, zal kunnen omvatten. Tevens heb ik er naar gestreefd hem, die een bizonder belang stelt in een bepaald onderwerp, de aanwijzingen te geven, waardoor hij, met zijne vakkennis gewapend, zonder te veel dwaling zijn weg zal knnnen vinden. Met dit doel zijn door een tijdelijk te Parijs vertoevend Nederla ndschen architect de plattegronden voor dezen gids vervaardigd, zoodat zij duidelijk, gemakkelijk te raadplegen en toch niet omslachtig zijn. Onze wensch reikt nog verder. Op de tentoonstelling hoop ik den weg te knnnen wijzen, en na het tentoonstellingsbezoek, hoopt dit werkje de bescheiden vriend te zijn, die niet m oede wordt de herinnering aan de aangename uren te Parijs doorgebracht, weder voor den geest te roepen. Het woord was hiervoor niet voldoende, de teekenpen, waarmede een jong kunstenaar voor zijne landgenooten de mooiste en meest kenmerkende plekjes der tentoonstelling op het papier bracht, zal aan het geheugen dien dienst bewijzen. Een alphabetisch register aan het einde geplaatst, stelt den gebruiker in de gelegenheid zijn eigen en niet mijn weg te volgen, zoo zijne phantasie — het genoegelijkste dat reizen brengen kan — hem op andere paden lokt. De Parijsche wereldtentoonstelling geeft veel te genieten en zeer veel te leeren. Het genot en het nut van het Parijsche bezoek, voor de gebruikers van dezen gids vermeerderd te hebben, is de wensch van den Uitgever en van hem, dien hij met de samenstelling heeft belast. Mr. H. Louis Israêls. Geschiedenis der Tentoonstelling. Algeraeene tentoonstellingen, zoowel de nationale als de internationale, zijn eene uitvinding der moderne tijden. De groote vlucht door de nijverheid in de laatste eeuw genomen, en de ontzaglijk verbeterde verkeersmiddelen zijn de oorzaken van deze nieuwe feesten, welke dan op de eene, dan op de andere plaats gehouden, behalve haar eigenlijkdoel, ook nog een groot aantal vermakelijkheden medebrengen, en een algemeen als geldig aangenomen beweegreden vormen, om de zomervacantie op de plaats der tentoonstelling door te brengen. In vroegere tijden heeft men wel tentoonstellingen gekend van kunstvoortbrengselen, soms uitgestrekt tot hetgeen men thans kunstnijverheid noemt, maar tentoonstellingen van voortbrengselen der nijverheid, waarbij de kunst alleen uit de kunst van uitstalling bestaat, kende men niet. Alleen de groote jaarmarkten zijn eenigszins hiermede te vergelijken, doch daarbij was verkoop der tentoongestelde zaken het uitsluitend doel. Daarom als men thans van tentoonstellingen spreekt als van groote kermissen, is dit niet als een schimpnaam af te wijzen, maar veeleer te beschouwen als het bewijs, dat reeds vroeger nut en vermaak evenals thans gepaard gingen, want ook de oude kermissen waren groote jaarmarkten met gelegenheid tot uitspanning. De eerste nijverheidstentoonstelling, waarbij het doen zien en niet het verkoopen hoofddoel was, de eerste poging om door de beste producten bij elkaar te brengen, een helder inzicht te verkrijgen in hetgeen elke tak van nijverheid kan voortbrengen en door een bloedloozen strijd te doen uitmaken, wie het in zijn vak het verst gebracht heeft, dagteekent nog uit het tijdperk der Groote Revolutie. De eerste tentoonstelling op het Champ de Mars in 1798. Op 4 September 1798 bevatte de Fransche Staatscourant het programma van dit nijverheidsfeest. Het werd gehouden gedurende de vijf jours complémentaires van het jaar VI (17 tot 21 September 1798). Was de tijd van voorbereiding slechts kort, haar omvang en bezoek waren daaraan evenredig. Er waren 110 exposanten en de kosten bedroegen frs. 60.000. Maar reeds de eerste tentoonstelling had dit gemeen met de meeste latere, dat zij niet op tijd gereed was. Zij is twee dagen te laat geopend, doch haar succes was zoo groot, dat, in plaats vijf, zij dertien dagen duurde. Eene zeer deskundige jury verleende de bekroningen, die met groote plechtigheid werden uitgereikt, en waarvan de lijst nog thans bewaard wordt. Deze eerste tentoonstelling werd reeds gehouden op het Champ de Mars, doch zij besloeg daarvan slechts een zeer klein gedeelte. Thans geeft het uitgestrekte Maartveld reeds bij lange niet meer de noodige ruimte, zijn de kosten meer dan duizendvoudig, en 7.00 het feest der mannen van het Directoire ons klein en benepen schijnen. Niet in eens is die sprong gedaan. De tentoonstelling van 1798 werd door meerdere Fransche gevolgd en 'n den vreemde vond dit denkbeeld grooten bijval. Het was Engeland, waar men het eerst dacht aan uitbreiding van het programma, en aan hervorming der nationale tentoonstelling in eene wereldtentoonstelling. De eerste wereldtentoonstelling is te Londen in 1851 gehouden. Zij was eene algemeene tentoonstelling, en werd te Parijs en elders herhaald. Maar spoedig schrikte de omvang der tentoonstelling af, en keerde men terug tot de nationale tentoonstellingen of wel tot internationale, maar beperkt tot zekere klassen van nijverheid. Alleen Parijs bleef getrouw aan de meest ruime opvatting: De wereldtentoonstelling is voor alle volken en voor alle voorwerp van metuehenwerk. In 1855 had de eerste wereldtentoonstelling te Parijs plaats. Zij werd hoofdzakelijk gehouden in het nieuwe Nijverheidspaleis der Chanips Elysées, dat is blijven bestaan tot den vorigen zomer, toen het plaats moest maken voor de nieuwe gebouwen der tegenwoordige tentoonstelling. De derde wereldtentoonstelling werd in 1862 te Londen gehouden, de vierde in 1867 te Parijs, de vijfde in 1873 te Weenen, de zesde in ] 876 te Philadelphia, de zevende in 1878 te Parijs, de achtste eveneens te Parijs in 1889, de negende te Chicago in 1893, en de tiende is de huidige tentoonstelling, die wellicht de laatste der reeks zal blijven. De Parijsche tentoonstelling van 1867 werd op het Champ de Mars gebonden. Geen van hare gebouwen is overgebleven. De tentoonstelling van 1878 werd eveneens op het Champ de Mars gehouden, doch nu met bijvoeging van den tegenover gelegen oever. Het paleis en de tuin van het Trocadéro dagteekenen van die tentoonstelling. De tentoonstelling van 1889 nam naast het Trocadéro en het Champ de Mars ook nog het plein der Invalieden, en den tusschen deze beide plaatsen gelegen linker Seine-oever in beslag. De Eiffeltoren en Machinengalerij zijn van de gebouwen van 1889 nog overgebleven. De tegenwoordige tentoonstelling omvat, behalve hot geheele terrein van die van 1889, ook nog den rechter Seineoever en de linkerhelft der Champs Elysées. Zij heeft bovendien een aanhangsel in de tentoonstellingsterreinen van het Vincennerbosch. Het Groote en het Kleine Paleis in de Champs Elysées en de brug Alexander III zijn de bouwwerken dezer tentoonstelling bestemd om er van te getuigen, als de schoone wonderstad met hare tallooze paleizen, die haar thans vormen, weder in het niet verzonken zullen zijn. Een weinigje statistiek nog: Bij de tentoonstelling van 1855 was het bebouwde oppervlak 12 H.A., het aantal inzenders 23,839, het aantal bezoekers 5,162,330, en werd aan entreegeld ontvangen frs. 3,220.000. In 1867 waren deze cijfers: 16,60 H.A., 50,226 inzenders, 8,805,960 bezoekers en frs. 10,518,375 ontvangsten. In 1878: 28 H.A., 40,366 inzenders, 16,103,275 bezoekers, en ontvangsten frs. 12,658,250. In 1889: 29 H.A., 55,486 inzenders, 28.149,353bezoekers en frs. 41,500,000 ontvangsten. Van de tegenwoordige tentoonstelling is het natuurlijk onmogelijk reeds thans de cijfers op te geven. Alleen kan men het oppervlak vergelijken door de 96 H. A., welke in i»»y binnen ae omneimng der tentoonstelling vielen, te plaatsen naast de 108 H. A. van thans, doch daarbij moet men in het oog houden, dat nu in evenredigheid veel meer van de ruimte bebouwd is, misschien wel wat te veel voor het vrije verkeer op de drukste dagen. In 1889 namen de gebouwen 30 °/0 van het terrein in beslag, nu vorderen deze 54 H.A., dus juist A. MlLLEHAND. i>0 °/0. Minister van Koophandel, Nijverheid, De tentoonstelling is bestemd Posteryen, Telegraphen en Tclephonen. orv. , , .. 7» • _ v 204 dagen open te zijn. Zij is op 14 April geopend om op 5 November gesloten te worden. Zooals gewoonlijk was de tentoonstelling op den openingsdag niet gereed, zelfs niet de groote feestzaal, waarin in tegenwoordigheid van president Loubet, van het corps diplomatique, de Fransche en vreemde tentoonstellingsbesturen, de verschillende autoriteiten in Frankrijk, de voornaamste inzenders, de dames en de pers, in het geheel 14.000 personen, de heer Millerand, de pcicui.cu, .-.c iuiuciouu, At-FBKD PlCABD, tegenwoordige Minister van Koop- sectie-voorzitter van den Baad van li'imlpl als aWmppn linnfil K.M. in het uur heeft. Door deze verdeeling is het zeer gemakkelijk, als men zich vasthoudt aan een der steunsels, op de beide beweegbare gedeelten aangebracht, van den vasten vloer op den langzaam bewegenden, en van dezen op den snelbewegenden te komen, en vice versa. Men kan op de bewegende gedeelten blijven staan, doch ook door in de richting van de beweging mede te loopen, de snelheid vermeerderen, en zoo zonder vermoeienis gemakkelijk 13 K.M. in het uur afleggen. De beweegbare vloer, die een knnstig, solied gebouwd mechanisme is, waarvan de rollen en raderen door electriciteit in beweging worden gebracht, is van 's morgens vroeg tot 's avonds laat steeds in beweging, steeds met dezelfde snelheid. Een groot gemak van dit vervoermiddel is, dat men dus nooit behoeft te wachten en dat duizenden menschen tegelijk kunnen vervoerd worden. Ook kan men, als men een bepaald punt aandachtig wil bezien, blijven staan ; veiligheidshalve zijn aan beide zijden der baan stevige leuningen. Doordien de baan boven den beganen grond ligt, moesten er stations zijn, waarheen trappen leiden. Deze stations, die dus geen stopplaatsen zijn, vindt men in de volgorde waarin de loopplank bewogen wordt: 1°. Esplanade des Invalides, juist bij de Nederlandsche afdeeling van kunstnijverheid. 2°. Bij de loopbrug over den Boulevard de la Tour Maubourg, tegenover de brug des Invalides. 3°. Bij het paleis van Perzië. 4°. Bij het paleis van Luxemburg. 5°. Bij de loopbrug tegenover de brug de 1'Alma. 6°. Tegenover den middendoorgang door het paleis van Land- en Zeemacht. 7°. Bij den koepel van le Creusot. 8°. Op het Champ de Mars naast het paleis voor het Mijnwezen. 9®. Op de hoogte der Porte Rapp. 10°. Naast de voormalige Machinegalerij. 11°. Bij het begin der Esplanade des Invalides tegenover de Ene St. Dominique. De electrische spoorweg. Daar de beweegbare loopplank slechts in ééne richting gaat, heeft men er . aan verbonden een electrischen spoorweg, die nagenoeg dezelfde cirkelbaan heeft, maar deze juist in de andere richting berijdt. Prijs per rit 25 centimes, waarvoor hoogstens éénmaal de geheele baan afgelegd kan worden. De baan is merkwaardig door haar groot verschil van niveau, sommige gedeelten doen denken aan Montagnes Russes. Elke trein bestaat uit drie rijtuigen. De treinen volgen elkaar om de drie minuten op, en leggen de cirkelkaan af in 12 minuten. Deze treinen stoppen aan de stations en nergens anders. In de volgorde, waarin de trein zich beweegt, zijn de stations: 1°. Esplanade des Invalides. 2°. Naast het paleis der Electriciteit. 3°. Op de hoogte van den Eiffeltoren. 4°. Naast het paleis voor Land- en Zeemacht. 5°. In de Rue des Nations. Rollende loopers en liften. Daar de meeste groote paleizen twee verdiepingen hebben, is men er op bedacht geweest het klimmen van trappen, ook in de paleizen, te beperken. Met dat doel vindt men op tal van plaatsen liften. Het gebruik der lift kost 10 centimes. Op andere plaatsen vindt men rollende loopers, zware lederen riemen, die over rollen loopend in een hellend vlak ongeveer hetzelfde doen als de beweegbare loopplank in het horizontale vlak. Zonder eenige vermoeienis brengen zij den bezoeker van den bodem tot op de eerste verdieping. Eene leuning die dezelfde beweging volgt als de looper, maakt vallen nagenoeg onmogelijk. Deze loopers worden voortbewogen door electriciteit. Er zijn er 28 in de paleizen op het Champ de Mars en op de Esplanade des Invalides. Het gebruik kost telkenmale 10 centimes. Post- en telegraafdienst. Er zijn op de tentoonstelling 7 post- en telegraafkantoren. Zij zijn geopend van 7 uur 's morgens tot 11 uur 's avonds. Het hoofdkantoor is bij de Porte Rapp. De zes andere zijn: 1°. In het Grand Palais. 2°. In de Rue de Paris bij het paleis der congressen. 3°. Op het Trocadéro. 4°. Op het Champ de Mars, zijde van de Avenue de Suffren, bij de Rue de la Fédération. 5°. In de Rue des Nations, in het perspaviljoen achter het paleis van Mexico. 6°. Op de Esplanade bij de Rue Fabert. Elk dezer kantoren heeft volledigen post- en telegraafdienst, en heeft ook een openbaar telefoonhokje. Bovendien zijn nog 50 openbare telefoonhokjes over de verschillende paleizen der tentoonstelling verspreid, alle in verbinding met het geheele Parijsche telefoonnet. Een dergelijk telefoonhokje is ook op elk der verdiepingen van den Eiffeltoren. Op de derde verdieping van den Eiffeltoren is tevens een telegraafkantoor. Brievenbussen, ten getale van 50, zijn op verschillende plaatsen der tentoonstelling aangebracht. In de groote paleizen is de weg daarheen steeds aangewezen. In het Zwitsersch dorp en in het paviljoen der Vereenigde Staten van Noord-Amerika zijn nog buitengewone postkantoren met beambten dier landen, werkende onder de contróle der Fransche postadministratie. Voor de brieven op de tentoonstelling wordt een afzonderlijk postzegel uitgegeven, doch ook het gewone kan gebruikt worden. Het stempel der tentoonstellingspostkantoren verschilt aanmerkelijk van het gewone Fransche stempel, en nadert het Amerikaansche type. Zij, die geïllustreerde briefkaarten van de tentoonstelling willen verzenden, behooren deze van het tentoonstellingspostzegel te voorzien, en op het terrein te bussen, want eerst door dien buitengewonen stempel, krijgen die kaarten hare beteekenis. In de annexe van Vincennes is eveneens een volledig post- en telegraafkantoor werkzaam. Postpakketdienst. In de Rue des Nations bij de Almabrug, achter het paleis van Servië, is een bureau van den stedelijken postpakketdienst geopend. Bij dit bureau kan men zonder eenige formaliteit pakketten bezorgen om deze te Parijs besteld te krijgen. Heeft men iets gekocht of medegenomen, dat men niet langer wil meesleepen, dan kan men het langs dezen weg naar zijne woning of hotel laten bezorgen. Er zijn drie bestellingen per dag. De kosten bedragen 25 centimes voor een pakket, dat minder dan 5 K.G. weegt, en 40 centimes voor een pakket van 5 tot 10 K.G. Zwaardere pakketten worden niet aangenomen. Bij afgifte van het pakket ontvangt men een ontvangbewijs (récepissé) waarop het nummer van het pakket en de poststempel. Dit bewijs geeft recht op eene vergoeding van frs. 25 zoo het pak wegraakt. Men kan zichzelf een pakje naar de tentoonstelling zenden, door het af te geven in een der 500 expeditiekantoren der stedelijke postpakketdienst en het te adresseeren: A M —— Bureau Restant EXPOSITIOX. Dit pakje kan dan op vertoon van het récipissé aan het kantoor op de tentoonstelling worden afgehaald. Kiosken. Op verschillende punten der tentoonstelling vindt men kiosken, waarin de couranten reeds korten tijd na hare verschijning en tegen den gewonen prijs worden verkocht. Ook zijn daar afbeeldingen en souvenirs van de tentoonstelling te verkrijgen. Eveneens zijn er verschillende kiosken van het tabaksmonopolie van den Staat, waarin Fransche sigaren en tabak tegen denzelfden prijs als overal worden verkocht. Enkele Oostersche landen hebben een eigen kiosk tot verkoop van hunne eigene tabak. In andere kiosken worden levende bloemen en kleine bouquetjes verkocht. W. C. Een zeer groot getal waterclosets, verbonden met cabinets de toilette, zijn op de terreinen aanwezig, in de groote restaurants en ook afzonderlijk. De meeste dezer onmisbare instellingen zal men op de plattegronden aangegeven vinden. Het tarief, dat op zichtbare wijze uitwendig bekend gemaakt is, bedraagt 10, 25 of 75 centimes. Bij de laatste heeft men eene volledige waschinrichting met heet water. Stoelen en banken. In de tentoonstellingspaleizen wordt op de meeste plaatsen gelegenheid tot zitten en uitrusten gevonden. Deze canapé's en banken zijn gratis. Eveneens kan men kosteloos zitten op de vele houten banken, langs de hoofdwegen der tentoonstelling aangebracht. Daarentegen moet men betalen voor het zitten op de ijzeren stoeltjes, eveneens langs de hoofdwegen of rondom de muziektempels geplaatst. Het tarief is hier 10 centimes, onverschillig of men lang of kort zit. Het ontvangbewijs dezer betaling moet men bewaren om op aanvraag te kunnen vertoonen. Muziek. Er zijn op het terrein verschillende muziektempels, bepaaldelijk twee op de Esplanade des Invalides, vier op het Champ de Mars, een in de Champs-Elysées en een bij het Trocadéro. Het bijwonen dezer muziekuitvoeringen is gratis. Bovendien wordt in verschillende restaurants en natuurlijk niet het minst in de spellen der Rue de Paris muziek gemaakt. Vier der vele torens van de tentoonstelling bezitten een klokkenspel: die van het Duitsche paleis, de toren van Aziatisch Rusland, van Oud-Parijs en het klokkenhuis van het Zwitsersch dorpje. Op den Eiffeltoren kondigt een kanonschot het middaguur aan, en eveneens wordt door een kanonschot te 6 uur de sluiting der tentoonstellingspaleizen aangekondigd. Geldwisselen. Voor hen, die hun vreemd geld niet te Parijs gewisseld hebben bij het welbekende Nederlandsche bankiershuis Jordaan, Cohen & Wennink — Banque Hollandaise — 23 Boulevard des Italiens, bestaat hiertoe gelegenheid in de wisselkantoren, welke eenige groote bankinstellingen, zooals het Crédit Lyonnais, de Société Nationale d'Escompte, de Société Générale, e. a. in de nabijheid van den Eiffeltoren op het tentoonstellingsterrein hebben opgericht. De meeste dezer kantoren belasten zich eveneens met het uitvoeren van beursorders en andere Bankwerkzaamheden. Catalogus. De groote officieele catalogus, die echter helaas vooral voor de vreemde secties niet altijd vertrouwbaar is, zal bestaan uit 36 deelen — elk van 2 afleveringen — welke in de verschillende afdeelingen, waarover zij loopen, afzonderlijk verkocht worden. Sommige vreemde secties hebben bovendien een eigen catalogus uitgegeven, die in die sectie verkrijgbaar is. In verschillende vreemde paleizen of afzonderlijke tentoonstellingsgebouwen vindt men min of meer uitvoerige, meestal geïllustreerde beschrijvingen welke te koop worden aangeboden. Een groot aantal tentoonstellingsgidsen in verschillende talen zijn eveneens verschenen, of zullen verschijnen. Politie. Behalve de bewakers in de verschillende afdeelingen en hunne inspecteurs, is een afzonderlijk korps van nagenoeg 2000 man, gedeeltelijk Garde republicaine, gedeeltelijk politie met de bewaking en handhaving der orde belast. Vermelding hiervan verdienen de agents cyclistes die 's nachts per rijwiel hunne rondte maken, de agents plongeurs, die in eene daarvoor geschikte kleeding langs de beide Seine-oevers gereed staan om hulp te bieden in het water, en de semaphoredienst, welke van de vele torens gebruik maakt om door wachters elke buitengewone opstopping van menschen terstond aan den politiepost bekend te maken, ten einde door tnsschenkomst der politie bijzondere maatregelen te kunnen nemen. Twee politiecommissariaten, het eene bij de Porte Rapp, op het Champ de Mars, het andere in het Grand Palais der Champs-Elysées, zijn aan het hoofd van dit politieleger geplaatst. Ambulances. Eene uitgebreide geneeskundige dienst is sinds het begin der werkzaamheden op het tentoonstellingsterrein ingericht. Behalve een groot aantal verplegers, die met draagbaren op verschillende punten tot helpen gereed staan, zijn er drie ambulances, waarin voortdurend geneeskundige hulp te verkrijgen is. Deze zijn geplaatst: 4 Op het Champ de Mars bij de Avenue de la Bourdonnais, in het Grand Palais des Champs-Elysées en op de Esplanade des Invalides, nabij het spoorwegstation. Eene vierde ambulance is in de annexe van Vincennes. Verlichting. Daar de tentoonstelling ook 's avonds open is, heeft de verlichting een belangrijke rol te vervullen. Die taak is ongeveer gelijkelijk verdeeld tusschen het lichtgas en de electriciteit. Het lichtgas wordt geleverd door de Compagnie Parisienne du Gaz, welke hiervoor bijzonder krachtige branders van nieuwe constructie gebruikt. De electriciteit uit zich in allerlei vormen, booglicht, gloeilicht, enz. en bewijst ook belangrijke diensten als beweegkracht. Verschillende krachtige werktuigen tot opwekking van electriciteit zijn hiervoor achter het Electriciteitspaleis en op de Esplanade des Invalides in afzonderlijke paviljoens geplaatst. Doordien groote fabrieken uit de verschillende landen deelnemen aan deze electriciteitsvoortbrenging, wordt hierdoor gedurende de geheele tentoonstelling een practischen wedstrijd gehouden tusschen deze fabrikanten, welke van bijzonder groot belang belooft te worden voor de ontwikkeling der electrische techniek. Eten en drinken. De eenvoudigste manier om op de tentoonstelling goedkoop te eten en te drinken is het daarvoor benoodigde in een tasch of mand mede te nemen. Vele Parijsche werklieden-families, en niet minder provincialen, zal men vooral op de drukke zomerzondagen in de tentoonstellingsplantsoenen ongegeneerd aan deze maaltijden in de open lucht bezig zien. Iets duurder wordt het, wanneer men drank en koude eetwaren koopt aan de vele kiosken, die over het geheele tentoonstellingsterrein verspreid zijn. Voor hen, die een geregelden maaltijd begeeren, zijn er op het terrein een zeer groot aantal restaurants. Deze alle op te geven is onmogelijk, bovendien is het niet onwaarschijnlijk dat hunne prijzen tijdens de tentoonstelling naarmate het min of meer druk bezoek wijzigingen ondergaan. Onder dit voorbehoud kunnen wij de volgende restaurants vermelden, hierbij den weg volgend dien wij voor onzen Gids in het algemeen hebben aangenomen: RUE DE PARIS. Café-restaurant des Cadets de Gascogne. — Gemiddelde prijs. — Tegenover het paviljoen der stad Parijs. Oafé-restaurant des Grandes Marqués. — Gemiddelde prijs. Tusschen het paviljoen der stad Parijs en de groote broeikas. Restaurant de 1'Aquarium. — Gemiddelde prijs. — Op de lage Seinekade naast het Aquarium de Paris. Restaurant des Congres. — Déjeuner frs. 4; Diner frs. 5.—. Tegenover het paleis der Congressen. Restaurant du Pré aux Clercs. — Duur. — In Oud-Parijs aan den Seine-oever. Auberge des Nations. — Déjeuner frs. 4; Diner frs. 6.— . Aan het einde in Oud-Parijs aan den Seine-oever. Restaurant Bouillon Duval. — Gematigde prijzen. — Aan de Seine, beneden Oud-Parijs, tegenover de loopbrug van het paleis voor Land- en Zeemacht. TROCADERO. Restaurant International. — Duur. — Tusschen het paleis van Egypte en dat van Engelsch-Indië. British India and Colonial Restaurant. — Duur. — In de Engelsche koloniale sectie. Restaurant de la Belle Meunière. — Déjeuner frs. 4; Diner frs. 5.—. Op de Quai Debilly voorbij de Jena-brug. Restaurants du Transsibérien. — In de Russische en de Chineesche afdeeling naast den linkervleugel van het Trocadéro-paleis, verdeeld in de Gare de Moscou aan de Russische zijde en de Gare de Pékin aan de Chineesche zijde. — Déjeuner frs. 4; Diner frs. 6. — . Beide prijzen worden met fr. 1.— verhoogd als men den maaltijd neemt in den luxetrein tusschen beide stations. Restaurant Algérien. — Dejeuner frs. 3.50; Diner frs. 4. — . In het paleis van Algiers, links van af de Jenabrug. CHAMP DE MARS. Restaurant Steinbach. — Gemiddelde prijs. — Bij het paleis voor Waterbouwkunde. Restaurant Fénouil. — Gematigde prijs. — Bij de Avenue de la Bourdonnais en de Avenue de la Motte Piquet. Restaurant Kammerzell. — Duur. — Bij het Cinéorama. Restaurant Russe des Boyards. — Duur. — Bij het paleis voor Waterbouwkunde. Restaurant Grtiber. — Duur. — Bij het paleis voor Werktuigkunde. Restaurant Champeaux. — Duur. — In het palais du Costume. Restaurant Vouillemont. — Déjeuner frs. 2.50; Diner frs. 3. — . Bij de Avenue de la Bourdonnais en de Rue Montessuy. Restaurant du Pavillon bleu. — Duur. — Bij den Eiffeltoren. Restaurant Lyonnais. — Gemiddelde prijs. — Rechts van den ingang van het paleis voor Waterbouwkunde. Restaurant Bouillon Duval. — Gematigde prijs. — Bij de Avenue de la Motte Piquet en de Avenue de Suffren. Restaurant Boulant. — Gematigde prijs. — In het paviljoen van den Tour du Monde. Restaurant Vianey frères. — Gematigde prijs. Bij het Maréorama. Restaurant de la Lune. — Déjeuner frs. 4; Diner frs. 6.—. Bij het palais de 1'Optique. Chalet Suisse. — Gematigde prijs. — Bij het palais du Costume. Restaurant Dueastaing. — Gemiddelde prijs. — Bij het paleis der Geweven stoffen. Restaurant du \ illage Suisse. — frs. 4 elke maaltijd. In het Zwitsersch dorpje. Restaurant du Treib. — frs. 5 elke maaltijd. In het Zwitsersch dorpje. RUE DES NATIONS. Restaurant Roumain. — Duur. — Achter het paleis van Mexico, naast het Per.spaviljoen. Nationale restaurants. — Langs de lage Seinekade der Rue des Nations hebben bijna alle aan de Seine gelegen nationale paviljoens, in hunne onderverdieping een nationaal eethuis ingericht, tegen gemiddelde prijzen. Men kan hier de keuken der verschillende landen onderzoeken. Bepaaldelijk vindt men dergelijke restaurants onder de paleizen van België, Duitschland, Hongarije, Spanje, Noorwegen, Zweden en Servië. ESPLANADE DES INVALIDES. Restaurant Viennois. — Gemiddelde prijs. — Tusschen het paleis der vreemde volken en de Rue Fabert. Hótel de la Mélusine. Restaurant du Poitou. — Déjeuner frs. 5; Diner frs. 6.—. Ter zijde van het Fransche paleis bij de Rue de Grenelle. Restaurant du Vieil Arles. — Gemiddelde prijs. — Tusschen het Fransche paleis en de Rue Constantine. Hótellerie de la Duchesse Anne. Restaurant Breton. — Gematigde prijs. — Tusschen het Fransche paleis en de Rue Constantine. Bovendien heeft men nog vele gelegenheden tot het gebruiken van nationale dranken en spijzen zooals: Het Japansche theehuis in de Japansche afdeeling op het Trocadéro, dat van Ceylon eveneens op het Trocadéro; het Nederlandsche cacaohuis der firma Blooker onder het Zuiderpaviljoen der Ned.-Ind. afdeeling en de verschillende gewestelijke paviljoens in de Fransche afdeeling van voedingsmiddelen in de voormalige Machinegalerij, waar de wijnsoorten der verschillende streken per glas verkocht worden. Het gewone dejeuner-uur is het middaguur, het uur voor het diner is tusschen 6'/s en 7% uur. Op de tentoonstelling evenwel is men aan geen uur gebonden. Wel daarentegen aan de vaste gewoonte steeds vrij ruime fooien te geven, tusschen 5 en 10 °/o der vertering. Monumentale ingang. De Champs-Elysées. Wij beginnen onzen tocht op de Place de la Concorde. Dit mooie plein is door de tentoonstelling niet veranderd, en blijft een der schoonste pleinen, welke eenige stad ter wereld kan aanbieden. Plaatsen wij ons bij den Obelisk van Luqsor, die van Egypte naar Parijs is overgebracht, en wel zoo dat wij de breede Avenue des Champs-Elysées inzien. Achter ons zijn dan de tuinen der Tuileriën, door welke men tot de gebouwen van het Louvre zien kan, en daarnaast de schoone Rivolistraat. In het verlengde dier straat zijn de twee eenige gebouwen, welke op de Place de la Concorde uitkomen: het Ministerie van marine en een ander gebouw TUINEN EN PALEIZEN DER CHAMPS-ELYSEES. met geheel denzelfden gevel, doch dat inwendig verdeeld is in verschillende huizen, waarin o. m. eenige der voornaamste Parijsche societeiten hare lokalen hebben. Terwijl wij, recht voor ons ziende, aan het einde der Champs-Elysées, den indrukwekkenden triomfboog (Are de Triomphe de 1'Etoile) zien, hebben wij aan onze rechterzijde eerst een schoone fontein, daarna de levendige Rue Royale en aan het einde de Madeleinekerk, die den horizon afsluit met haren in Griekschen stijl gebouwden gevel. Aan de linkerzijde hebben wij eveneens eene fontein en wordt de gezichtseinder eveneens begrensd door een gebouw in Griekschen stijl: den achtergevel van het Palais Bourbon, den zetel der Kamer van afgevaardigden. De Pont de la Concorde, welke hier over de Seine ligt, verbindt het Palais Bourbon met de Place de la Concorde, en is de weg, dien wij nemen moeten, als wij naar de Gare des Invalides willen gaan. In den hoek, gevormd door de lijnen Are de TriompheObelisk en Obelisk-Palais Bourbon, zien wij verschillende torens en koepels, welke bijna alle tot de gebouwen der tentoonstelling behooren. De Eiffeltoren steekt hoog boven deze uit. Midden in dien hoek aan de Z.-W.zijde der Place de la Concorde is De Monumentale Ingang (poort 29 der tentoonstelling) ook bekend als la Porte Binet, naar den architect die haar gebouwd heeft. De poort bestaat uit drie bogen, welke in een driehoek geplaatst zijn en een van binnen vergulden koepel dragen, wiens gewelf in het midden 36 meter boven den grond komt. Licht gebogen, a jour gewerkte vlakken verbinden de drie bogen. De voorste, die op het plein uitkomt, is de hoogste, en draagt op zijn midden het beeld der Parisienne van den heer Moreau Vauthier. Dit beeld, eene vrouwenfiguur van 6 meter hoogte in geheel moderne kleeding, stelt de stad Parijs voor, hare gasten het welkom toeroepend. Over het beeld en over de poort is zeer scherp geoordeeld. De poort noemde men onnut, en het beeld niet bekoorlijk. Later is dit scherpe oordeel wat verzacht, ofschoon het nut van den monumentalen ingang niet is gebleken. Wel daarentegen is de poort belangwekkend om hare inrichting, die ten doel heeft een zeer groot aantal personen tegelijk toegang tot een terrein te verschaffen, en over dat terrein te verspreiden. Daarvoor dient de plaatsing in een stralenkrans der 36 loketten, die veroorloven zonder gedrang en met behoud van behoorlijke controle, 60.000 menschen per uur door de Porte Binet te doen binnenkomen. Het versierd bronzen hek, dat in den top van den driehoek de poort afsluit, is „de Schepenpoort*, bestemd om officieele personen en hunne rijtuigen toegang te geven. Bij de openingsplechtigheid heeft zij niet gediend. Twee kolossale beelden der Electriciteit zijn in nissen van den grooten boog geplaatst, terwijl eene merkwaardige fries van gebakken aarde aan het benedeneinde van dien boog eene voorstelling geeft der „werklieden de tentoonstelling voorbereidend." Deze fries is het werk van den heer Guillot. Volledigheidshalve vermeld ik nog twee zeer hooge en magere obelisken, aan beide zijden van den ingang geplaatst, voorzien van glazen kristallen, die bij de avondverlichting zachte kleuren over het plein de la Concorde zullen werpen, terwijl twee krachtige electrische zoeklichten, op de toppen dezer obelisken geplaatst, reeds van verre den bezoeker naar de tentoonstelling lokken. De poort doorgaande komen wij in de Tuinen der ChampsElysées. Men heeft gebruik gemaakt van de sinds jaren bestaande bekoorlijke schaduwrijke lanen dezer geliefde Parijsche wandeling, om in de Champs-Elysées een gedeelte der bloemententoonstelling te doen medewerken tot versiering van het terrein. Het zijn Fransche bloemen, die hier te kust en te keur worden tentoongesteld. Vooral merkwaardig zijn de groote bedden met stamrozen. Behalve de bloemen heeft men hier ook nog plaats gevonden voor een deel der tentoonstelling van den tuinbouw: broeikassen, tuinbouwwerktuigen, tuinbanken, tuinbeelden, enz. Daaronder behoort niet, ofschoon het in dezen tuin zijne plaats vond, de groote gesmeed ijzeren Russische Tuinpoort, die tusschen het Grand Palais en de Seine staat. Deze poort, met hare rijke versieringen en zwaar verguld monogram en wapen, is bestemd voor het keizerlijk-russisch paleis te Gatchina. Aansluitend met den tuin der Champs-Elysées, vinden wij op de lage Seinekade voor deze tentoonstelling aangelegde perken, waarin heesters en gewassen geplaatst zijn, eene buitengewoon smaakvolle versiering voor een terrein, dat in gewone tijden bekend is als uiterste toevluchtsoord voor landloopers en allerlei gevaarlijke beroeploozen. Deze groep strekt zich uit aan beide zijden van de brug Alexander TIL Over deze brug en de daarmede in verband staande nieuwe Avenue, een enkel woord vóór dat wij de paleizen binnentreden. Reeds in het eerste plan voor de tentoonstelling had men aangenomen dat het Palais de 1'Industrie, dat langs de Avenue der Champs-Elysées in dit gedeelte van den tuin gelegen was. zou moeten verdwijnen, om plaats te maken voor eene nieuwe Avenue, welke recht tegenover het middendeel van het Hotel des Invalides gelegen, van uit de Champs-Elysées het vrije gezicht zou geven op het meesterwerk van Mansart, de Döme des Invalides, wier verguld koepeldak de lijkkist dekt van Napoleon. In verband daarmede besloot men die nieuwe Avenue met de Esplanade des Invalides te verbinden door eene monumentale brug over de Seine. Men was in die dagen onder den eersten indruk der juist aangeknoopte intieme verstandhouding tusschen Frankrijk en Rusland, en ter eere daarvan noemde men de brug naar den overleden Russischen keizer Pont Alexandre III. De eerste steen dezer brug werd met groote plechtigheid door den Czaar Nicolas II en de Czarina gelegd op 6 October 1896, tijdenshun Parijsch bezoek. Ter herinnering hiervan werd aan de nieuwe Avenue den naam Avenue Nicolas II gegeven. Met recht mag de brug eene monumentale brug genoemd worden, wellicht de eerste monumentale brug van zoo groote overspanning. Ofschoon men de bruggehoofden aan beide zijden in de rivier vooruit geschoven heeft, is de overspanning der brug, die uit één boog bestaat, toch nog 109 M. Deze bogen zijn dan ook niet van steen, alleen het staal heeft zulk een bouw mogelijk gemaakt. De brug rust op 15 stalen bogen, en zelfs deze heeft men decoratief weten te maken, zooals gemakkelijk gezien kan worden van af de bootjes. Let dan tevens op de kleur der brug — lichtgroen met goud — die ook verre van algemeen is. Het gebruik der verschillende tinten groen op de Parijsche tentoonstelling, is reeds op zich zelf eene nauwgezette vergelijking waard. Midden aan de bogen zijn bronzen schilden en aan de buitenzijden zijn beeldengroepen aangebracht, rivier afwaarts is dit Les Nymphes de la Néva, opwaarts zal het Les Nymphes de la Seine worden, maar deze groep is nog niet gereed. Aan de vier hoeken der brug zijn pilonen aangebracht, aan den voet waarvan een steenen vrouwenbeeld, in zittende houding, en op den top waarvan eene bronzen vergulde groep. De beelden zijn van uit de Avenue Nicolas II gezien: Bij de voorste piloon rechts Frankrijk onder Karei de Groote, de bronzen groep stelt de Kunst voor, bij de voorste links, het hedendaagsche Frankrijk met de groep der Wetenschappen, bij de twee achterste pilonen rechts het Frankrijk g s •o ■ es ■ © < a o 04 9 a ■ der Renaissance met de groep van den Handel, en links het Frankrijk van Lodewijk XIV en de groep van de Scheepvaart. De leeuwen bij de pilonen geplaatst, de geniussen bij de brugleuning, de groote schilden, waarop de naam der brug op de vier hoeken is aangebracht, en de gaslantaarns verdienen evenzeer aandachtige beschouwing. De brug is 40 M. breed en heeft ongeveer 7 millioen francs gekost. In de Avenue Nicolas II staande, kunnen wij oordeelen over het nieuw verkregen uitzicht, daar wij tusschen de witte tentoonstellingsgebouwen van de Esplanade des Invalides de elegante vormen van den koepel van het Hotel der Invaliden kunnen zien. Die indruk zal niet bevredigen, omdat de paleizen op de Esplanade te dicht bij elkaar staan. Na afloop der tentoonstelling, als dit plein weder tot wandelpark is ingericht, zal het uitzicht veel schooner zijn. Vooral zal het dit wezen van de Champs-Elysées, daar de Avenue Nicolas II zeer breed is, zelfs zoo, dat op het middaguur men er naar schaduw zal verlangen die de palmboomen en overig plantsoen, op smaakvolle wijze aan beide zijden dezer straat aangebracht, nog niet kunnen schenken. De Avenue komt met een eenvoudig opengewerkt hek op de Champs-Elysées uit. Deze ingang, bekend als Ja Porte des Palais", zal een der meest gebruikte blijken te zijn. Door haar komt men toch terstond midden in de belangrijke kunsttentoonstelling. Twee paleizen zijn de eenige gebouwen der nieuwe Avenue ; met het gezicht naar de Seine staande hebben wij het groote paleis aan onze rechterhand, het kleine paleis daar juist tegenover. De nieuwe brug en deze beide paleizen zullen na het einde der tentoonstelling behouden blijven, men lieeft daarom bijzondere zorg besteed aan beide gebouwen. Gezamenlijk kosten zij 25 millioen francs, dus ongeveer de helft van hetgeen de Grand Opéra alleen gekost heeft. Met den bouw •»* 4) •S ■ «■ ■ < = £ « •o 'a § ► 2 2 "5 ► = £ •o « I I « •O P. O ' ja j; K ■ O is eerst in October 1897 begonnen, maar het groote paleis is dan ook niet af. Er ontbreken nog beeldengroepen tot afsluiting der hoeken aan den gevel. Het Petit Palais der Champs-Elysées. Het Petit Palais is van alle gebouwen, voor de tentoonstelling opgericht, verreweg het meest gelukte. Het is het werk van den architect Girault, die hier een kleinood gemaakt heeft, waarvan alleen de Fransche uitdrukking extrêmement joli juist het karakter weergeeft. Het paleis is bestemd om de kunstschatten, die het gemeentelijk eigendom der stad Parijs zijn, te herbergen. Het is een verfijnd gebouw voor verfijnde kunst. Alles in dit bouwwerk verdient opmerkzaamheid, niet het minst de fraaie vergulde deuren aan den ingang en bij het binnenplein. Ter weerszijden van de groote trap, die toegang tot het paleis verleent, zijn twee beeldengroepen, links: De Seine en hare zijrivieren, rechts: De vier jaargetijden. Boven den ingang is een belangrijk basrelief: De stad Parijs de kunsten beschermend. Negen groote vensteropeningen, tusschen kolommen geplaatst aan beide zijden van den hoofdingang, verbinden deze met de zijpaviljoens. De geheele lengte van den gevel is 120 M. Vóór wij binnen gaan zij nog even opgemerkt de vergalde versiering der koepeldaken. Eveneens vinden wij rijk verguldsel in de versiering van de binnenplaats. Deze half cirkelvormige ruimte met hare zuilengalerij, hare drie waterbekkens van geëmailleerd aardewerk, haar beeld „De ontvoering van Proserpine", hare bloemen en geheele inrichting, deze tuin op de hoogte eener eerste verdieping, doet ons denken aan de lusthoven van rijke Romeinen onder de Cesars. Het gebouw is eigenlijk de lijst rondom die binnenplaats. Aan de zijde der Avenue zien wij eene ruime gaanderij aan weerszijden van den ingang. Eenige tapijten en oude wapenrustingen, met enkele kunstige sleden en draagstoelen uit vorige eeuwen, zijn in deze gaanderijen geplaatst. De tentoonstellingszalen vormen een dubbelen boog en zijn zeer gemakkelijk te bezien. De retrospectieve kunsttentoonstelling, die alleen Frankrijk betreft en buitengewoon rijk is aan zeldzame kunstvoorwerpen, is hier geplaatst. Wij beginnen onze wandeling van de zijde der Champs-Elysées, in de zaal die naast de binnenplaats cp de galerij uitkomt. Het is de zaal van het ivoor. Behalve eenige oude sieraden uit. den tijd der Mérovingiërs, vinden wij hier de beroemde Vierge van Villeneuve-lesAvignon, evenals een ander beeld der H. Maagd, dat licht gekleurd is. Ik geef alleen de allerbelangrijkste voorwerpen aan, duidelijk leesbare opschriften zijn overal bijgevoegd, zoodat men zelf zich volledig kan inlichten, en wilde ik al het moois opnoemen, dan zoude ik nagenoeg niets onbesproken mogen laten. In de volgende zaal zijn uit metaal vervaardigde voorwerpen de hoofdzaak. Hieronder de dissel eener kar uit Toulouse, eene leeuwin die een steigerend paard in de pooten 5 bijt, en de voet van een bronzen kandelaar uit Rheims. Midden in de zaal eene vitrine, gevuld met „dinanderie" waaronder eene curieuse groep eener vrouw, wie een man tot paard dient. In de derde zaal vinden wij het eerste Fransche aardewerk en glaswerk, vooral het glaswerk en het aardewerk van Rouaan is belangrijk. De zaal daaropvolgend geeft de beste producten dei Fransche pottebakkerskunst, vooral van de fabrieken van Sèvres en van Nevers. De midden-vitrine, met de meesterstukken van Bernard Palissy en het ivoorkleurig aardewerk van Oiron, verdient aandachtige beschouwing. De nu volgende zalen bevatten kerksieraden. In de eerste daarvan het beroemde schilderij, de triptiek: „Le buisson ardent" genaamd, evenals de daartegenover geplaatste trip- tieks van Moulins. In de tweede dier zalen zijn de reliekkastjes, in de eerste plaats dat van Jaucourt, gedragen door engelen in hoogst bekoorlijke houding, niet voorbij te gaan. Ook is hier eene zeer sterk sprekende reliekkast van St. Foy. In de derde zaal der kerksieraden vestig ik de aandacht op een bizantijnschen voet van een kruisbeeld in émail, een koperen adelaar, die als lezenaar dient, en de bijzonder rijke verzameling van émaux cloisonnés. In de volgende zaal zijn de émaux nog rijker vertegenwoordigd. Hier moet men vooral acht geven op den beroemden schotel, die aan de vorsten van Lotharingen heeft toebehoord: „La fête des dieux", en op eene Venus, die men in een der midden-vitrines zal kunnen zien. De volgende zaal bevat tal van miniaturen, medailles en zegels, terwijl in het midden een curieus plan van de stad Soissons van verguld koper met reproductie van alle kerken te zien is. De nu volgende zaal is de laatste van de rij rondom de binnenplaats, zij opent de tentoonstelling der meubels, of beter gezegd, zij sluit die, want in tijdrekenkundige volgorde zijn wij hier in de laatste periode. De retrospectieve tentoonstelling gaat slechts tot de Fransche Revolutie. Om niet noodeloos oin te loopen, klimmen wij liever de eeuwen terug. In deze zaal zijn de juweelkast van Marie Antoinette en andere meubelen uit dien tijd. Wij komen thans in de galerij, doch gaan onmiddellijk links af om nu de buitenste rij tentoonstellingzalen te doorwandelen. De eerste zaal bij het hoekpaviljoen, aan de zijde der Seine, bevat even als de zaal, uit welke wij kwamen, meubelen uit den tijd van Louis XVI, zooals een secretaire in citroenhout met een medaillon van Sèvres. Hier zijn ook eenige kunstwerken van den eersten rang, w.o. „La femme nue au bain" van Yestier, en een marmeren pendule „Les trois graces" van Falconnet, waarvoor een verzamelaar dezer dagen te vergeefs 11/« millioen francs bood. In de hierop volgende zaal zijn het vooral de vrouwenportretten die de aandacht trekken, toch inoet een vergulde console van gesneden hout niet voorbij gegaan worden. Daarop komen wij in eene zaal, waarin eene groote vitrine met terra-cotta-beelden van Clodion terstond opvalt, eveneens een bijzonder fraai cylinderbureau, alles in den stijl Louis XV. Terwijl in de vorige zalen wij reeds herhaaldelijk zeer mooie wandtapijten gezien hebben, moet hier de aandacht gevestigd worden op de drie bizonder schoone tapijten, het middelste met het koningswapen. De volgende zaal brengt ons weer eene periode terug en bevat zoowel Louis XV als Régence. De canapé met geel geborduurde stof bekleed en een allercurieust uurwerk met orgel, omringd door een groot aantal Saksisch-porceleinen poppetjes, zijn hier te zien, maar vooral de beroemde schilderij van Watteau, die als uithangbord diende voor den schilderijenkoopman Gersaint. De vierde zaal in deze rij is weer zuiver Louis XV, en vormt één geheel, ofschoon gescheiden door het zij-paviljoen, dat op den tuin uitkomt met de daaropvolgende zaal. Een standbeeld van Louis XV te paard, en twee groote tapijten uit de beroemde fabriek der Savonnerie, zullen ieder terstond opvallen. Twee zalen verder zullen wij een derde van deze tapijten ontmoeten, nu op den grond gelegd. De tapijten waren bestemd voor de Apollo galerij van het Louvre en zouden in die schitterende omgeving geheel op hunne plaats geweest zijn. Maar eerst hebben wij nog te zien de zaal, die juist tegenover den hoofdingang ligt, en waarin voorwerpen uit de tweede helft der regeering van Louis XIV aanwezig zijn. Hier vinden wij kunstig bewerkte reisnecessaires en andere gouden en zilveren voorwerpen, door de koninklijke familie gebruikt. De volgende zaal zouden wij de zaal Boulle mogen noemen. Deze groote meubelmaker uit den tijd van Louis XIV leert men hier goed kennen uit tal zijner scheppingen. Het reeds besproken tapijt ligt hier; ook verdient vermelding de groote wandklok uit Fontainebleau. Opnieuw wordt de reeks zalen afgebroken door een zijpaviljoen. De volgende reeks begint met eene zaal, waarin voorwerpen uit den tijd van Louis XIII en Henri IV tentoongesteld zijn. Het portret van Henri IV en Maria de Medicis door Clouet en een biddend vrouwenbeeldje van buitengewoon fijne uitdrukking zijn de belangrijkste inzendingen in deze zaal. De zaal die hierop volgt, brengt ons tot de 16e eeuw terug. Merkwaardige gesneden houten fauteuils en andere meubels, de fraaie vergulde en geschilderde kast der markiezin Arconati en het ledikant van Antoifl0 von Lotharingen, zijn hier te zien. Nog eene eeuw ouder zijn de inzendingen der volgende zaal, w.o. vele eigenaardige beeldjes in eene vitrine, en midden in de zaal op eene tafel het schoone deksel van het ■doopvont der kerk St. Eomain van Rouaafl- De laatste zaal, die ons nog te zien overblijft, loopt van de middeleeuwen tot het einde der 15® eeuvf- De gesneden houten deuren der kathedraal van Puy uit de 13® eeuw, die nog dienst doen, eene schoone vrouwenbuste in gekleurde steen uit de 15® eeuw en de acht beelden van het grafmonument der Bourgondische vorsten Philips de Goede en Jan de Stoutmoedige, zijn in deze zaal. Wij bevinden ons weder bij het beginpunt onzer al te vluchtige wandeling, en verlaten thans het Kleine Paleis om de Avenue Nicolas II over te steken en binnen te treden in de ruime vestibule van het Groote Paleis. Het Grand Palais is bestemd de rol te vervullen die het verdwenen Palais de lTndustrie zooveel jaren ten deel gevallen was, die van „grande "utilité*. De jaarlijksche schilderijententoonstelling, het Concours hippique, een banket voor de maires der 36,000 Fransche gemeenten, en wat al meer door de omstandigheden zich mocht voordoen, zal hier onder dak gebracht worden. Het tweeslachtig karakter is merkbaar in het geheele gebouw, dat als kunstwerk veel lager staat dan zijn overbuurman. Terwijl bet langwerpige gedeelte aan de zijde der Avenue Nicolas II aan een spoorwegloods doet denken, vooral door de weinig schoone lijnen van de ijzeren dakspanten waartusschen het glas gevat is, heeft het ronde gedeelte, dat op de Avenue d'Antin uitkomt, veel meer het Fransche museum-karakter. Het is boven den ingang van dit ronde gedeelte, dat het opschrift geplaatst is: „ Ce monument a été êlevé par la Bêpublique u la gloire de l'Art frangais". De hoofdingang van het Groote Paleis. Ten einde de vrij eentonige kolommenrij dezer groote gevels een weinig te breken, heeft men zijne toevlucht genomen tot eene gekleurde mozaïk-fries, voorstellende „de groote periodes der Kunst", aan de zijde der Avenue Nicolas II achter de kolommen aangebracht, terwijl in de Avenue d'Antin wij eveneens tusschen de kolommen eene veelkleurige fries van plateel zien, „de Kunst in alle tijden". Bovendien heeft men tusschen de kolommen beelden geplaatst, aan beide zijden van den hoofdingang, als verpersoonlijking van verschillende kunstopvattingen, en tusschen de kolommen van den ingang de vier Schoone Kunsten: Schilderkunst, Beeldhouwkunst, Bouwkunst en Muziek. Het misbruik, dat hier en herhaaldelijk elders op de tentoonstelling gemaakt is van de naakte vrouwenfiguur als ornament, valt bij dit laatste viertal wel het sterkst op. Boven de kroonlijst zijn ook nog beelden, die zeer wonderlijk uitkomen tegen de blauwe lucht, zij stellen den Vrede en de Kunst voor. Op de afgesneden hoeken van dezen gevel, zullen twee groote verguld bronzen vierspannen van Recipon geplaatst worden. De tentoonstelling der beeldende kunsten is in drie groepen verdeeld : De Honderdjarige die alleen Fransche kunst omvat, de Tienjarige Fransche groep, en de Tienjarige vreemde groep. Alle drie groepen vindt men zoowel op de grondverdieping als op de eerste verdieping van het Groote Paleis. Als wij dit paleis door den hoofdingang binnentreden, komen wij terstond in de Fransche afdeeling van hedendaagsche beeldhouwkunst, waarvan de groote groep: „Victor Hugo op Jersey" van Barrias in het middelpunt der hall geplaatst, door hare kolossale afmetingen het gezicht op de Eeretrap belemmert. Wij gaan langs die groep, zonder ons thans reeds met het beeldhouwwerk op te houden, naar de hoefvormige Eeretrap. Ook deze gaan wij niet op, maar recht door eene lage gaanderij, die toegang verleent tot de depots, welke in den soussol zijn ingericht, overstekend, komen wij in de Rotonde, waar eene gesmeed ijzeren deur den toegang naar de Avenue d'Antin afsluit. De Rotonde is veel rijker versierd dan het overig gedeelte van het gebouw. Zij is geheel in den stijl Louis XVI, met veel verguldsel, zware ornamentatie en beeldengroepen boven de pilasters. Links en rechts brengen breede trappen ons naar boven. In de Rotonde is de beeldhouwkunst der Honderdjarige tentoonstelling voornamelijk bijeengebracht. Zoo wij de linkertrap opgaan, komen wij in de schilderijen-afdeeling der Honderdjarige tentoonstelling. Gaan wij de rechtertrap op, dan komen wij in zaal 1 der Tienjarige tentoonstelling. avenue hico fa, IT De eerste verdieping van het Groote Paleis. Nevensgaande plattegronden der eerste verdieping en van de grondverdieping van het Groote Paleis zullen den bezoeker gemakkelijk den weg doen vinden. De Honderdjarige tentoonstelling is aangeduid door de letter H en het nummer der zaal. De Tienjarige Fransche is aangeduid door de letter T en het nummer der zaal. Op de grondverdieping konden de nummers der zalen van de Tienjarige nog niet worden aangegeven, daar zij eerst in Juni geplaatst zullen worden. De zalen der Tienjarige zijn terstond herkenbaar doordien de breede rand langs het plafond met de letters R. F. als monogram versierd is. De zalen der afdeeling voor niet Fransche kunst zijn niet doorloopend genummerd. Elk land heeft eene De grondverdieping van het Groote Paleis. zekere ruimte gekregen, en die verdeeld, zooals het voor zijne behoefte het meest geschikt was. Deze ruimten zijn op de plattegronden aangeduid door de letter V met een volgnummer, dat niet het zaalnummer aanduidt maar het land aanwijst, en wel als volgt: V. 1. België. V. 11. Denemarken. V. 2. Nederland. V. 12. Zwitserland. V. 3. Oostenrijk. V. 13. Vereenigde Staten. V. 4. Italië. V. 14. Japan. V. 5. Rusland. V. 15. Groot-Britannië. V. 6. Portugal. V. 16. Hongarije. V. 7. Duitschland. V. 17. Servië. V. 8. Spanje. V. 18. Rumeniê. V. 9. Noorwegen. V. 19. Bulgarije. V. 10. Zweden. V. 20. Verschillende andere landen. De vreemde beeldhouwkunst is in den linkervleugel van den grooten hal tot aan het midden geplaatst voor zooverre zij niet geplaatst is in de schilderijenzalen. Men zal opmerken, dat terwijl rondom de groote hal op de eerste verdieping ééne rij zalen is met eene gaanderij, welke door een doek gedekt smalle zaaltjes vormt, wij op de grondverdieping in de beide vleugels twee rijen zalen hebben. Deze zijn gevormd door houtconstructies met latwerk versierd, welke slechts tijdelijk zijn. De binnenste rij zalen ligt lager dan de buitenste, en correspondeert hiermede door trapjes van 8 treden. Het is ondoenlijk de namen op te geven der belangrijkste kunstwerken hier bijeengebracht, trouwens de meeste namen en titels zijn op de lijsten of voetstukken duidelijk zichtbaar aangegeven. De nummers der zalen zijn bij de Honderdjarige boven ter zijde van eiken ingang aangebracht, bij de Tienjarige beneden, terwijl de vreemde landen door borden of andere duidelijk zichtbaar geplaatste naamschilden den bezoeker terstond inlichten in welk land hij zich bevindt. De Honderdjarige tentoonstelling omvat de geheele 19de eeuw. Zij begint met Greuze, Vestier en zelfs Watteau, die in zaal 1 te zien zijn, om te eindigen met de hedendaagsche nog levende schilders, waarvan wij groote doeken in de Eerezaal opgehangen vinden. Het beeld dat de Honderdjarige geeft van de Fransche schilderschool is alles behalve volledig. Gedeeltelijk komt dit doordien op de tentoonstelling van 1889 men ook eene Honderdjarige georganiseerd had, welke bijzonder goed is geslaagd. Daar nu ook op de afdeeling Schoone Kunsten, zelfs op de retrospectieve sectie de bepaling is toegepast, dat niets mocht worden toegelaten dat reeds op de tentoonstelling van 1889 te zien is geweest, werden vele meesterwerken hierdoor buitengesloten. Eene tweede oorzaak is dat de Commissie, met de organisatie belast, aan de belangrijke nieuwere richting, welke samenhangt met de Impressionnisten, enz. slechts zeer weinig ruimte heeft gegund. Het belangrijkste dier moderne stroomingen vindt men in de zalen 25 en 26, doch dit is geenszins volledig. Het Grand Palais der Champs-Elysées. De Tienjarige tentoonstelling omvat alleen werken van Fransche meesters, welke sinds 1890 gemaakt zijn. Hier is de uitsluiting der zich baanbrekende richtingen nog veel sterker, maar is men in de gelegenheid kennis te maken met de schilders, die thans den meesten roep hebben. Zeer vele dezer doeken, vooral onder de reuzendoeken, waren reeds op de jaarlijksche Salons der laatste jaren te zien, toch zijn er belangrijke inzendingen, welke thans voor het eerst worden tentoongesteld. De Fransche beeldhouwkunst heeft er onder geleden, dat veel van hetgeen in de laatste jaren gemaakt is, als standbeeld op openbare pleinen of als versiering van openbare gebouwen dienst doet. Men heeft niet dit alles van zijne plaats kunnen nemen, en had ook niet van de meeste dier werken de beschikking over het gipsontwerp, zooals men wel heeft gehad van „het Monument der dooden" van Bartholomé, „Cardinal Lavigerie' van Falguière, „Dierengroepen" van Fremiet, de „Jeanne d'Arc" van Paul Dubois, enz. Toch blijft er zeer veel beeldhouw- werk te zien over, zooveel dat de beelden te dicht bij elkaar staan, en vooral die der middengroep met hanne kolossale afmetingen elkaar hinderen. In de vreemde secties zijn eveneens alleen werken opgenomen sinds 1890 vervaardigd. Onder het beeldhouwwerk zal men ook daar reuzenbeelden vinden, bijv. Amerika met het ruiterstandbeeld van generaal Sherman, Italië met de wel niet hooge maar zeer omvangrijke curieuse groep „Finis Romae", Rusland, waar de beeldhouwer Antokolsky met het beeld van Czaar Alexander III e. a. een afzonderlijk zaaltje vult, en ook Finland, waar de kunst een politieken bijsmaak heeft. Het sterkst in buitensporige afmetingen is de Hongaarsche afdeeling, waarvan de beelden van „Mathias Corvinus", van den „Aartsengel Gabriel" en van „Hongaria" alle in grootte overtreffen. at betreft de vreemde schilderijen-afdeelingen, valt die van Duitschland terstond op door de decoratie der zalen. Zware baldakijns zijn in het midden aangebracht en maken de zalen donkerder. Plafondschilderingen in de groote middenzaal, zelfs boven het goudkleurig behangsel eene zeer uitgewerkte fries, kunstige hoewel zware portieken en geschilderde houten kolommen doen deze afdeeling sterk uitkomen bij den eenvoud der andere zalen. Midden in de groote zaal der Duitsche afdeeling vindt men het portret van keizer Wilhelm II, dat bizonder de aandacht trekt. De Oostenrijksche afdeeling onderscheidt zich door zichtbaar onderling gekibbel. Zij heeft drie zalen: beneden, eene voor de Oostenrijksche schilders die te Parijs wonen, boven, eene voor de Wiener Künstlergenossenschaft, en daarnaast eene der afgescheidene „Secession*. Deze beide laatste zalen zijn met behangels, ornamenten en meubels versierd, welke het Oostenrijksche begrip van modernen kunststijl doen zien. Vooral in de zaal der „Secession* is dit sterk sprekend. In de Japansche afdeeling, welke uit drie zalen bestaat, verdient nog vermelding, dat voor het eerst Japan te voorschijn komt met eene tentoonstelling van hedendaagsche Kakemonos, die, in nationalen stijl gemaakt, twee zalen vullen, terwijl de derde zaal ons Japanners leert kennen die schilderen als Westerlingen, ook al met min of meer succes. De Nederlandsche afdeeling is geheel op de grondverdieping. De beeldhouwkunst bereikt men door van den hoofdingang te gaan naar de groote middengroep, dan links af en langs het linker middenpad, bijna bij den hoek (slechts twee Portugeesche beelden heeft men er voorbij te gaan), vindt men de Nederlandsche inzending. In het midden de groep „Slapende kinderen" van Mej. 6. Schwartze. Aan beide zijden daarvan twee kleine bronskleurige groepen van den heer Ch. van Wijk, aan den linkervleugel een groot beeld van den heer B. van Hove, aan den rechtervleugel een van den heer F. Leenhoff, terwijl de dierengroep „Onraad" van den heer Teixeira de Mattos achter de .Slapende kinderen" geplaatst is. In de schilderijenzalen vinden wij nog een groote groep „Mère et enfant", van Mej. Bosch Reit7., en een buste. Om tot de schilderijenzalen te komen slaat men terstond, na den hoofdingang te zijn doorgegaan, links af, en komt dus in de Belgische afdeeling, waarvan een eerste zaaltje met beeldhouwwerk is gevuld. Door België heengaand, zoowel langs de buitenste rij zalen als langs de lager gelegen binnenste rij, komt men in de Nederlandsche afdeeling. Het eerst in de hooger gelegen zaal, welke is genomen door zwart-en witkunat, bouwkundige teekeningen van de heeren Berlage, Gosschalk, Mutters, Sluytermann, e. a., gravures, teekeningen en lithographieën van de heeren Bauer, ten Cate, Toorop, Veth, Zileken, van Dongen, enz. geven hier een zeer interessant geheel, beter dan tot dusver op eene buitenlandsche tentoonstelling door de Nederlanders was gevormd. Een trapje afgaande, komen wij in de eerste der twee Nederlandsche schilderijenzalen. In deze zaal vinden wij de inzendingen van Jozef Israëls, Therèse Schwartze, w.o. haar portret van generaal Joubert, J. Maris, Blommers en H. W. Mesdag. De tweede zaal heeft in het midden een kastje met medailles en gedenkplaten op de Nederlandsche fabriek van den heer Begeer vervaardigd. Aan de wanden zien wij doeken van Kaemmerer, wiens schilderij terstond opvalt, opnieuw H. W. Mesdag, ten Cate, de Josselin de Jong, Apol, Klinkenberg e. a. Ik noem slechts enkele namen der 83 schilders, die hier den Nederlandschen naam waardig ophouden, ten einde de bezoekers behulpzaam te zijn in het herkennen der zalen. Ongetwijfeld zullen zij deze uitvoeriger willen bezien. Is de bezichtiging afgeloopen, dan kunnen zij, of rechts de tweede schilderijenzaal verlatend, in de Portugeesche sectie komen, of links uitgaande langs de trap op de eerste verdieping uitkomen bij Duitschland en Italië. Wij verlaten thans het Groote Paleis en wandelen langs de Seine de Russische Tuinpoort voorbij, en spoedig de helling op die naar de overbrugging der Avenue d'Antin leidt. Een kunstmatig rotsdal, van het Paleis naar de Seine voerend, is de vroegere tunnel die bij den bouw heeft gediend tot aan- en afvoer van materiaal. Nu vormt hij de verbinding met de lage Seinekade en de daar tentoongestelde planten. De opsiering met rotsen is wel wat te fantastisch. De Straat van Parijs. De met vlaggen en wimpels versierde loopbrug, welke over de Avenue d'Antin geslagen is, gaf ons een kijkje op het gewoel van voetgangers en rijtuigen, die over de Pont des Invalides in beide richtingen zich voortspoeden. Die brug is voor het gewone straatverkeer open gebleven, onmiddellijk er naast is eene tijdelijke loopbrug gebouwd voor de tentoonstellingbezoekers, zij verbindt de Straat van Parijs met de Straat der Volken. Wij dalen thans de helling weder af, en komen in de Rue de Paris. Deze straat is eene rijk beschaduwde laan aan den rechter Seine-oever, thans links en rechts volgebouwd. De gebouwen ter linkerzijde, die zich gedeeltelijk tot over de lage Seinekade uitstrekken, zijn meest alle van ernstigen aard, daarentegen zijn de meeste der gebouwtjes aan de rechterzijde uitsluitend bestemd ons te vermaken. Men heeft die verschillende „aantrekkelijkheden" bijeen geplaatst, ten einde een punt te hebben waarop des avonds, als de ernstige tentoonstelling gesloten is, de vroolijkheid nooit zou ontbreken. Het is eene kermis met „kermisspullen", maar de spullen zijn meest alle van beter allooi dan gewoonlijk. De Commissaris-Generaal PLAN DER SEINE- OEVERS (1»«« gedeelte). 1. Paviljoen der Stad Parys. 2. Phono-Cinéma-theater. 3. Restaurants. 4. Gebouwen voor Tuinbouw en Boomteelt. 5. Aquarium van Parijs. 0. Paleis van den Dans. 7. Paleis voor Volkshuishoudkunde en der Congressen. 8. „Maison du Rire". 9. „Tableaux vivants". 10. „Jardin de la Chanson". 11. „La Boulotte". 12. „Grand Guignol". 13. „Bonshommes Guillaume". 14. „Auteurs gals". 15. „Le Manoir a 1'envers". 16. Restaurant. 17. Paviljoen van Italië. 18. „ „ Turkse. 19. „ „ der Vereenlgde Staten. 20. „ „ Oostenrijk. 21. „ „ Hongarije. 22. „ „ Groot-Britannië. 23. „ „ België. 24. „ „ Noorwegen. 26. „ „ Duitschland. 26. „ „ Spanje. 27. „ „ Monaco. 28. * „ Zweden. 29. Station Electrischen Spoorweg. 30. Paviljoen van Griekenland. 31. „ „ Servië. 32. „ „ Portugal. 33. , „ Peru. 34. „ „ Bosnië en Herzegowina. 35. „ „ Perzië. 36. „ „ Luxemburg. 37. „ „ Finland. 38. „ „ Bulgarije. 39. „ „ Rumenië. 4- 4- 4- 4- 4- 4- Beweegbare loopplank. — Electrische Spoorweg. Omheining der Tentoonstelling. (Vlag) Nederlandsche afdeeling. OA Omnibusstation voor de lynen: Place de 1'Alma — Gare du Nord. Passy — Hotel de Ville. Place de la Chapelle — Pont de 1'Alma. Montmartre — Porte Rapp. Bastille — Porte Rapp. Gare de Lyon — Place de 1'Alma. Louvre — St. Cloud — Sèvres — Veraailles. Place de 1'Etoile — Gare Montparnasse. Point du Jour — Place de 1'Alma. OB Station Ondergrondschen Spoorweg. OC Aanlegplaats der Seinebooten. 6 heeft zelfs bijzonder zorg gedragen voor het zedelijk gehalte der vertooningen. Of hij daarin geslaagd is, zal ieder bezoeker voor zichzelf moeten uitmaken. Die zeer preutsch is, doet echter verstandig liever den linker Seine-oever te nemen. Het eerste gebouw aan onze rechterhand, waar wij, afdalend, bij aankomen, is een restaurant, naar het beroemde drama Cyrano de Bergerac, met den naam „Cadets de Gascogne" getooid. Daarop volgt La Nlaison du Rire, tegenover het Paviljoen der Stad Parijs. Entrêe frs. 3 en frs. 2 voor het Concert; fr. 0,20 voor de Chineesche schim en Marionetten. In de teekeningen der uitwendige versiering is men nog al ondeugend geweest. Inwendig zal men hetzelfde terugvinden in liedjes, die eigenlijk met elkaar een volledig Café-Chantant-repertoire vormen. De Chineesche schimmen zijn onschuldiger. Théatre des Tableaux-Vivants komt daarna. Entree frs. 3, frs. 2 of fr. 1, naar gelang der rangen. De voorstellingen 's middags en 's avonds zijn die van levende beelden, op een ruim tooneel met smaak gerangschikt. Twee personen, man en vrouw, reciteeren bij elk beeld een toepasselijk Pransch gedicht, doch ook zonder dat begrijpt men de voorstelling wel. Muziek begeleidt elk tableau. Le iardin de la Chanson volgt op het vorige. Entrêe frs. 2 en fr. 1. Dit theater is eene voorstelling van het oude Fransche Café-Chantant in de open lucht; ook het repertoire is dat, wat bij de eerste wereldtentoonstellingen en vroeger zooveel succes had. La Roulotte. Het laatste gebouwtje in deze reeks. Entrêe frs. 3, frs. 2 of fr. 1. Zooals de uitwendige versiering aanwijst is la Roulotte „de kermiswagen". I)e vertooningen zijn liedjes en dansen van Franschen en vreemdelingen, en eene echte kermistoespraak „de parade" voor den ingang gaat aan elke vertooning vooraf. Zij die vreezen Fransche aardigheden niet te kunnen begrijpen, kunnen hier zeer begrijpelijke dansen zien. De anderen zullen in dit theater in de Rue de Paris de liederen van Montmartre kunnen genieten. Des avonds zal het in de Straat van Parijs zeer levendig en druk zijn. Daarom heeft men gezorgd voor ruime verlichting. Reeds aan den ingang zagen wij den naam van dit deel der tentoonstelling boven een groot bord, des avonds in vlammende letters, prijken. Opmerking verdient de smaakvolle, geheel nieuwe electrische verlichting dezer straat, door als het ware bloemkelken met een electrisch gloeienden stamper aan de boomen op te hangen. Een zee van licht en eene vroolijke menigte verklaren genoeg, waarom dit gedeelte der tentoonstelling het laatst gesloten wordt. Na de Roulotte echter komen wij, aan dezelfde zijde voortgaande, aan een ernstiger gebouw. Het is een der drie gebouwen voor den Tuinbouw en de Boomteelt. In dit smalle, langwerpige gebouw zijn tuinbouwwerktuigen op verkleinde schaal en tuinbouwgereedsehappen tentoongesteld. De groote werktuigen vindt men als men naar de lage Seinekade afdaalt. Ook wordt hierin de tentoonstelling gehouden van tuinbouwzaden, die voor het eerst eene afzonderlijke groep vormen, met levendige, sprekende afbeeldingen, ook voor hen, die niet deskundig zijn. Ten einde de tuinbouwtentoonstelling in deze afdeeling in haar geheel te overzien — een gedeelte zagen wij reeds in de Champs-Elysées, een ander deel wacht ons op het Trocadéro, en overal waar tuinen zijn aangelegd — verlaten wij thans de rechterzijde, om op het breede vak te komen, dat aan den Seinekant is opengelaten. Dit vak is gelegen tussehen twee broeikassen, die niet alleen door hare grootsche afmetingen het oog trekken, maar bovenal bewondering verdienen door hare schoone harmonische constructie. Daarom, ofschoon oorspronkelijk slechts voor de tentoonstelling gebonwd, zullen zij na hare sluiting behouden blijven. De kas aan onze rechterhand is bestemd voor planten en bloemen, zoowel in potten als afgesnedene, van Fransche kweekers, die aan onze linkerhand voor de inzendingen van vreemde bloem- en boomkweekers. Het is in deze beide broeikassen dat de tijdelijke tentoonste Hingen van planten, bloemen, vruchten en groenten gehouden worden. Elk dier tentoonstellingen omvat de op dat oogenblik bloeiende planten. Zij duurt eenige dagen — het leven eener bloem. De openingsdagen zijn: 17 April, 8 Mei, 22 Mei, 12 Juni, 26 Juni, 17 Juli, 7 Augustus, 21 Augustus, 11 September, 25 September, 9 October en 23 October. Men verzuime vooral niet eene dergelijke tentoonstelling te bezoeken en te zien hoe uitnemend deze plantenkassen daarvoor zijn ingericht. Nu wij in de broeikassen zijn, gaan wij door de linkerbroeikas terug, om de gebouwen langs den Seine-oever, welke wij zoo juist voorbij liepen, in oogenschouw te nemen. Het eerste gebouw dier reeks is weder een restaurant. Het tweede is het Phono-Cinema-theater, tevens een theatrophoon bevattend. Entree fr. 1. Terwijl de theatrophoon ons in de gelegenheid stelt nauwkeurig te luisteren naar hetgeen in de Parijsche theaters op datzelfde oogenblik wordt vertoond, geeft het Phono-Cinema-theater ons eene nog veel merkwaardiger reconstructie. Een cineniathograaf doet ons in eene opvolgende reeks beelden eene voorstelling of voordracht van een bekend acteur bijwonen, en, terwijl wij hem zien bewegen en wandelen, geeft een phonograaf, nauwkeurig op dezelfde snelheid geregeld, ons met zijne eigene stem de woorden te hooren die hij uitsprak. Het is slechts een beeld, maar getrouwer nabootsing is niet denkbaar, waar èn de figuur zelve, èn de eigen stem ons mechanisch teruggegeven worden. Het nu volgend gebouw, dat tot aan de brug komt, is het zeer belangrijke Paviljoen der Stad Parijs. Dit houten gebouw van bijna 100 M. lengte, twee verdiepingen hoog, waarvan het hooge dak, evenals de omlijsting der vensters, herinneren aan den stijl van het Parijsche Stadhuis, is betrekkelijk eenvoudig gehouden, doch maakt daarom geen minder goeden indruk. Het is geheel gewijd aan de tentoonstelling van het Parijsche gemeentelijk leven. Van de zijde, welke wij binnenkomen, zien wij het eerst de inrichting tot het verschaffen van drinkwater,-met hare reservoirs en buisleidingen. Dan volgt de gemeentetaak der bestrating, het plaveisel van hout, dat met keien en met andere grondstoffen, waaraan de besproeiing en de straatverlichting met gas en electriciteit gevoegd zijn. De zeer uitgebreide zorg voor de openbare gezondheid, waardoor de sterfte te Parijs betrekkelijk gering is, eischt eveneens vele inrichtingen, wier modellen of werktuigen wij hier zien. Ook de kerkhoven worden hieronder gerekend, evenals het gemeentelijk laboratorium en de hospitalen. Deze laatsten vormen den natuurlijken overgang naar het armbestuur, dat behalve interessante statistieken, ook uit zijne collectie kunstvoorwerpen — gedeelten van legaten aan het bestuur gemaakt — eenige der beste inzond, waaronder een merkwaardig oud boek. De bevolkingsstatistiek, de zeer belangrijke vakscholen, welke de gemeente gesticht heeft en onderhoudt, het veeartsenijkundig en ander onderzoek van levensmiddelen, brengen ons naar de inrichting der gemeentelijke politie. Deze eindigt in het gedeelte van het Paviljoen, dat het dichtst gelegen is bij de Avenue d'Antin, met een rijke geschiedkundige tentoonstelling. De geschiedkundige af deeling der Stad Parijs, bevat tal van portretten, stukken uit het Revolutietijdperk, oude registers, relieken van verdwenen gevangenissen, lettres de cachet, terwijl daarnaast in een afzonderlijk zaaltje het stelsel van menschenmeting als herkenningsmiddel, de z. g. Bertillonage, duidelijk wordt uiteengezet. Op de verdieping gaat de historische afdeeling voort niet inzendingen, door vele hooggeplaatste personen verstrekt, w. o. de wieg van den koning van Rome, die de keizer van Oostenrijk leende. Ook hier vindt men belangrijke mededeelingen over de voornaamste bouwwerken der stad Parijs; van het grootste jongste gebouw, de nieuwe Sorbonne, is hier eene zeer verkleinde reproductie ingezonden. Wij verlaten dit Paviljoen door dezelfde deur, waardoor wij zijn binnen gekomen, en gaan langs de Seinezijde. Laat ons een oogenblik blijven stilstaan, om te genieten van het schoone panorama, dat de overzijde der Seine ons aanbiedt. Het zijn de paleizen uit de Straat der Volken, welke wij in hunne bonte verscheidenheid voor ons zien. De Eiffeltoren steekt boven alle uit, maar de vergulde koepels van het paleis van Italië helpen ons de verschillende paleizen, welke wij later afzonderlijk zullen behandelen, reeds nu te herkennen. Ons van die aantrekkelijke beschouwing losrukkend, gaan wij de breede trap af, die leidt naar de lage Seinekade. Hier is de ingang van het Aquarium van Parijs, waarvan de bontgekleurde luchtkokers tusschen de beide broeikassen reeds onze aandacht trokken. Het Aquarium van Parijs — Entree frs. 1 — is de verwezenlijking van een droom. Plotseling gevoelt men zich verplaatst op den bodem der zee. De stukken van een gezonken vaartuig en zeeplanten omringen ons in de ruime zaal, terwijl rondom, in verschillende afdeelingen gescheiden, zichtbaar door groote glasruiten, visschen en kleinere zeedieren leven en gadegeslagen kunnen worden. Voortdurend aanvoer van versch zeewater maakt dit leven mogelijk, en geeft ons een blik op hetgeen anders De Straat der Volken van de overijlde der Selne gezien. voor alle niet-duikers een ongezien schouwspel blijft. Ook duikers zien wij, en zelfs bekoorlijke sirenen, geheel in menschengestalte, dalen van tijd tot tijd in de bassins af, waar zij het bijzonder lang kunnen vol houden. Weer tot het daglicht gekomen en de trap opgegaan, doorwandelen wij vlug de reeds geziene broeikas voor buitenlandsche inzendingen, en komen aan het Paleis van den Dans. Entrée frs. 3, frs. 2, en fr. 1. Dit paleis, een werkelijke schouwburg, dient om een algemeen overzicht te geven van de danskunst. Dansen I & a 8 •O a ® 9 •d I I 1 0 >• 1 > 00 -3 04 uit alle tijden en van alle volken, van af den ouden dans der Egyptische mysteriën tot den cancan van Mabille, worden hier vertoond, zoo getrouw als de historische gegevens slechts toelaten. Naast dezen schouwburg staat een gebouw, dat in de Straat van Parijs volstrekt niet tehuis behoort, en eerst op het laatste oogenblik daarin geplaatst is. Het is de plaatijzeren vuurtoren, welke eene Fransche firma vervaardigde, om na afloop der tentoonstelling te Kaks, op de kust van Madagascar te worden opgebouwd. Het nu volgende groote, vierkante gebouw zal gedurende de tentoonstelling duizenden menschen, en wel van de meest ernstige bezoekers, binnen zien treden. Het is het Paleis voor Volkshuishoudkunde en der Congressen. Dit paleis, in zeer eenvoudigen strengen stijl, zoowel in- als uitwendig gebouwd, bevat slechts weinige voorwerpen geschikt om bij een vluchtig bezoek te trekken. Daarentegen biedt het hun, die zich bezig houden met bestudeering der sociale quaestie in haar meest ruimen omvang genomen, een schat gegevens, zoo rijk als nog nimmer bijeengebracht was. De groote verdienste van hetgeen wel wat statig „de Maatschappelijke Inventaris der eeuw" genoemd wordt, is in de afwezigheid van een bepaald systeem en de aanwezigheid van een overgroot aantal feiten en statistieken, bouwstoffen tot bewerking. Het gebouw, dat een der eerst voltooide paleizen van de tentoonstelling was, is geheel gemaakt door coöperatieve arbeidersverenigingen van metselaars, timmerlieden, ververs, enz. Wanneer wij door de groote middendeur binnentreden, zien wij een ruime hal, en aan weerszijden twee gangen, die leiden tot eene reeks eenvoudige zaaltjes. De linkerhelft van het paleis omvat de Fransche inzendingen, de rechter- helft die der vreemde staten. De onderwerpen, die hier behandeld worden zijn: Verzekeringswezen, instellingen van werkgevers, pensioenkassen, onderlinge hulpverzekeringen, spaarwezen en landbouwvereenigingen, dit aan de zijde der straat. In het middenvak vinden wij de coöperatieve verbruiksvereenigingen, de arbeidsreglementeering, de veiligheid der fabrieken en de verzekering tegen arbeidsongevallen. De rij zaaltjes aan den Seinekant stelt ons in staat kennis te maken met de coöperatieve voortbrengings- en credietvereenigingen, de vakvereenigingen, arbeidsbeurzen, winstdeeling, onderlinge vereenigingen tot zedelijke en geestelijke ontwikkeling, arbeiders-muziekvereenigingen, herkenbaar aan de vele met medailles behangen vaandels; vereenigingen tot nut van het algemeen, vrouwenrechten, leerlingwezen, kinderbewaarplaatsen en arbeiderswoningen. Wat betreft deze laatste, vinden wij hier slechts teekeningen en modellen, terwijl in de annexe van Vincennes een geheel arbeidersdorp van huizen der verschillende volken op hunne ware grootte tentoongesteld is. In de rechterhelft van het gebouw zijn de vreemde landen, elk met zijne afdeeling. waarin dezelfde onderwerpen worden behandeld als in de Fransche helft. Onder die afdeelingen valt op het zaaltje, afzonderlijk gewijd aan de Internationale Bureaux, de meest alle te Bern gevestigde instellingen, welke, door verschillende landen gemeenschappelijk bekostigd, belast zijn met de uitvoering der groote internationale tractaten omtrent de posterijen, telegraafwezen, letterkundigen eigendom, fabrieksmerken, goederenvervoer en douanetarieven. Dit zaaltje geeft een blik op de eerste beginselen van den in verre toekomst liggenden wereldstaat. In de Zwitsersche afdeeling vindt men de inzending van het Roode Kruis en van de Vredesbeweging. In de Russische afdeeling, die twee zalen omvat, is de tweede zaal een bezoek overwaard. Zij geeft ons eene zeer aanschouwelijke voorstelling van de volkshuizen, waardoor in Rusland partikulieren en regeering strijden tegen drankmisbruik. Naast de Russische afdeeling, bij den ingang naar de zijde der Place de 1'Alina, vindt men tegen den wand de geheele tentoonstelling van den Oranje- Vrijstaat, bestaande uit eenige afbeeldingen en wapenschilden. Het is onmogelijk voor een staat eene kleinere tentoonstelling in te zenden. De Nederlandsche Afdeeling is aan den Seinekant. Door een gewelfd plafond heeft men van haar het meest coquette zaaltje der reeks gemaakt. Wij vinden hierin een aantal monografieën over bescherming van jeugdige arbeiders, loon, veiligheid in werkplaatsen, arbeiderswoningen, sociale wetgeving, gezondheidsleer, enz. Verder statistieken en documenten, eene belangrijke inzending van het Amsterdamsche Museum ter voorkoming van fabrieksongelukken, en een model der physiatrische inrichting te Scheveningen. Van de groote middenhal leiden links en rechts breede trappen naar de eerste verdieping. Deze is voor de congressen bestemd. De geheele Seinezijde is ingericht als wachtzaal voor de congressisten, die hier een verrukkelijk uitzicht over de Seine hebben. Tal van tableaux versieren de wanden en geven interessante mededeelingen van volkshuishoudkundigen aard. De zijde naar de Straat van Parijs bevat de Groote Congreszaal, waarin plaats is voor 800 personen. Tevens vier kleinere congreszalen en geschikte commissiekamers. Nog nimmer is zooveel werk gemaakt van de internationale congressen aan tentoonstellingen verbonden, als ditmaal. Hunne installatie is eenvoudig en praktisch, maar hun aantal is zoo groot, dat niet alle — er zijn er 127 plaats kunnen vinden in het Paleis der Congressen. Men zal daarom wel doen, zoo men een congres wil bijwonen, in de wachtzaal van het paleis, bij een der aanwezige secretarissen, inlichtingen te vragen omtrent de vergaderplaats. Wegens het hooge belang dezer bijeenkomsten neem ik hier de volledige lijst op: LIJST DER CONGRESSEN IN VOLGORDE DER DATA. ■24^-31 Mei Kennis van het schrift. : -25—37 Mei Tuinbouw. 28 Mei—2 Juni Gebouwde eigendom. 4—7 Juni Boschwezen. 4—7 Juni JSffecten. 7—10 Juni Onderlinge hulpvereenigingen. 8—10 Juni Schermen. 8—12 Juni Naamlooze vennootschappen. 11—13 Juni Patronage van jeugdige werklieden. 11—13 Juni Grondeigendom. 11—13 Juni Keur van goud en zilver (Unificatie). 13—15 Juni Kruideniers. 14—16 Juni Landbouwonderwijs. 14—16 Juni Muntkunde. 14—18 Juni Muziek. 18—20 Juni Landbouwproefstations. 18—21 Juni Goedkoope woningen. 18—23 Juni Mijnwezen en metallurgie. 18—23 Juni Vrouweninstellingen. 20—23 Juni Wijnbouw. 21—23 Juni Veevoedering. 21—23 Juni Vegetariërs. 25—30 Juni Arbeidsongevallen en verzekering. -25—30 Juni Verzekeringswezen. 26—30 Juni Vogelkunde. 28—30 Juni Rameh. 1—7 Juli Landbouw. 8—12 Juli Landbouwvereeniging. 8—10 Juli Volkscrediet. 8—11 Juli Handelsreizigers. . 9 Juli Automobilisme. 9—12 Juli Patronage van ontslagen gevangenen. 9—16 Juli Materialen-onderzoek. 11—13 Juli Voortbrengingsvereenigingen van werklieden. 15—17 Juli Coöperatieve verbruiksrereenigingen. 15—18 Juli Winstdeeling. 16—18 Juli Toezicht en veiligheid bjj stoomwerktuigen. 16—18 Juli Bakkerij. 16—21 Juli Letterkundige- en kunsteigendom. 16—21 Juli Spiritualiënhandel. 17—23 Juli Reddingswezen. 18—21 Juli Homoepathie. 18—22 Juli Internationale coöperatieve Bond. 19—21 Juli Scheepsbouw. 19—21 Juli Leerlingenvereenigingen van hoogere handelsscholen. 19 —25 Juli Toegepaste werktuigkunde. 23—28 Juli Handel en nijverheid. 23—28 Juli Vergelijkende geschiedenis. 23—28 Juli Beroep van den geneeskundige. 23—28 Juli Photographie. 23—28 Juli Industrieele eigendom. 23—28 Jnli Toegepaste scheikunde. 24—29 Juli Onderwijs in levende talen.. 25—29 Juli Wetteljjke bescherming van werklieden. 27—29 Juli Geneeskundige pers. 27—31 Juli Schouwburgwezen. 27 Juli—1 Aug. Licbtgeneeskunde. 28 Juli—3 Aug. Scheepvaart. 28 Juli —4 Aug. Tijdmeetkunde. 30 Juli—2 Aug. Journalistenverenigingen. 30 Juli—3 Aug. Onderwijs in sociale wetenschappen. 30 Juli—4 Aug. Architecten. 3G Juli—4 Aug. Hooger onderwijs. 30 Juli—4 Aug. Douaneregelingen. 30 Juli—5 Aug. Armenzorg en private liefdadigheid. 30 Juli—5 Aug. Koloniaal wezen. 31 Juli—4 Aug. Vergelijkend recht. 31 Juli—6 Aug. Middelbaar onderwijs. 2—5 Aug. Lager onderwijs. 2—7 Aug. Wijsbegeerte. 2—8 Aug. Apothekers. ' 2—9 Aug. Geneeskunde. 2—9 Aug. Huidziekten. 4—12 Aug. Handelsvloot. 5 Aug. Blindenzorg. 6—8 Aug. Doofstommen. 6 -9 Aug. Anti-slavernij. 6—11 Aug. Scheikunde. 6—11 Aug. Handels- en ambachts onderwijs. 6—11 Aug. Wiskunde. 6—11 Aug. Natuurkunde. 6—11 Aug. Koloniale Staathuishoudkunde. 8—14 Aug. Tandheelkunde. 9—11 Aug. Onderwijspers. 9—11 Aug. Molenaars. 9—15 Aug. Stenographie. 10—17 Aug. Gezondheidsleer. 12 Aug. Brandweer. 12—14 Aug. Alpinisme. 12—15 Aug. Hypnotisme. 16—18 Ang. Bibliographie. 16—28 Aug. Geologie. 18—25 Aug. Electriciteit. 20—25 Aug. Roode Kruisvereenigingen. 20 -25 Aug. Anthropologie en piaehistorische oudheidkunde. 20—25 Aug. Bibliotheekwezen. 20—25 Aug. Tabaksniisbruik. 22—25 Aug. Zielkunde. i!6 Aug.—1 Sept. Ethnographie. 27—31 Aug. Handelsaardrjjkskunde. 29 Aug.—1 Sept. Teekenonderwijs. 30 Aug.- 6 Sept. Physieke opvoeding. 3—4 Sept. Tot eenheid in de telling der draden van weefsels. 3—4 Sept. Geheime geneesmiddelen. -3—5 Sept. Baskische studiën. 3—5 Sept. Gas. • 3—8 Sept. Geschiedenis der godsdiensten. 5_ 8 Sept. Vrouwenrechten en toestanden. 6—9 Sept. Sociale opvoeding. 10—12 Sept. Bjjenteelt. 10—12 Sept. Volksoverleveringen. 10—13 Sept. üitvindersvereenigingen. 10—13 Sept. Volksonderwijs door leeken. 10—13 Sept. Tramways. 10—16 Sept. Weerkunde. 13—14 Sept. Boomteelt. 14—19 Sept. Visscherij. 15—20 Sept. Luchtscheepvaart. 17—21 Sept. Amerikanisten. 20—29 Sept. Spoorwegwezen. 22 —28 Sept. Acetyleen. 29 Sept.—6 Oct. Vrede. 1—3 Oct. Zeerecht. 1—6 Oct. Plantenkunde. 9—12 Oct. Zondagsrust. 12—13 Oct. Vruchtpersing. Bovendien wordt gedurende de maanden Juni, Juli, Augustus en September nog gehouden de Ecole des Expositions, eene reeks voordrachten met bezoeken aan tentoon- stell.ngsafdeelingen, onder deskundige leiding. Ook eene Nederlandsche sectie is hiervan gevormd. De contributie voor eene week bedraagt frs. 25; het adres der school waar men nadere inlichtingen en programma's kan verkrijgen, m: 6 R,ie de la Comète, Paris. LIJST DER CONGRESSEN IN ALPHABETISCHE VOLGORDE. Paleis voor Volkshuishoudkunde en der Congressen. tr y een 22-28 Sept. Alpiniamc. 12_14 AuP tmr T 17-21 Sept. Anthropologie en praehistorische oud- . heidkund«; 20-25 Aug. Antislaverni]... c A ö Apothekers Arbeidsongevallen en verzekering . 25—sn T," ; Architecten ' " ' 1 , , • A . Juli—4 Aue. Armenzorg en private liefdadigheid ... 30 Juli-5 Aul Automobilisme ... g t v ÏS2- Baskische studiën ... 9 K 0 . t> , —5 Sept. Beroep van den geneeskundige 23—28 Juli Bescherming van werklieden door de wet ! 25-29 Juli! Bibliographie 16—18 Aug. Bibliotheekwezen 20—25 Aug. Blindenzorg 5 Aug. Boomteelt 13 — 14 Sept. Bosch wezen 4—7 Juni. Brandweer 12 Aug. Bijenteelt 1®—12 Sept. Coöperatieve Internationale Bond .... 18—22 Juli. Coöperatieve verbruiksvereenigingen. . . 15—17 Juli. Doofstommen 6—8 Aug. Douaneregelingen 30 Juli—4 Aug. Effecten *—7 Juni. Electriciteit 1®—25 Aug. Ethnographie 26 Aug.—1 Sept. 3—5 Sept. Gebouwde eigendommen 28 Mei—2 Juni. Geheime geneesmiddelen 3—4 Sept. Geneeskunde 2—9 Aug. Geneeskundige pers 27— 29 Juli. Geologie 16—28 Aug. Geschiedenis (vergelijkend) 23—28 Juli. Geschiedenis der godsdiensten 3—8 Sept. Gezondheidsleer 10—17 Aug. Grondeigendom • 11—13 Juni. Handel en nijverheid 23—28 Juli. Handelsaardrijkskuflde 27—31 Aug. Handelsreizigers 8—11 Juli. Handelsvloot 4—12 Aug. Homceopathie 18—21 Juli. Huidziekten 2—9 Aug. Hypnotisme 12—15 Aug. Industriëele eigendom 23—28 Juli. Journali8tenvereenigi"gen 30 Juli—2 Aug. Keur van goud en zilver (Unificatie). . . 11—13 Juni. Koloniaalwezen 30 Juli—5 Aug. Koloniale Staathuishoudkunde 6—11 Aug. 7 Kruideniers 13-15 Juni- Landbouw 1 Landbouwonderwijs 14—16 .Tuni. Landbouwproefstations 18 20 Juni. Landbouwvereenigingen 8 — 12 Juli. Leerlingenvereenigingen van hoogere handelsscholen 21 Juli. Letterkundige en kunsteigendom .... 16—21 Juli. Lichtgeneeskunde 27 Juli 1 Aug Luchtscheepvaart !•> 20 Sept. Materialen-onderzoek 9 — 16 Juli. Molenaars ® 1' Aug. Muntkunde 14—16 Juni. Muziek 14—18 Juni. Mijnwezen en metallurgie 18—23 Juni. Naamlooze vennootschappen 8—12 Juni. Natuurkunde ® Aug. Onderlinge hnlpvereenigingen 9—10 Juni. Onderwjjs in levende talen 24—29 Juli. Onderwijs voor handel en ambacht. . . . 6 11 Aug. Onderwijs (hooger) 30 Juli—4 Aug. Onderwijs (lager) 2—5 Aug. Onderwijs (middelbaar) 31 Juli C Aug. Onderwijs (sociale wetenschappen) .... 30 Juli—3 Aug. Onderwjjspers 9 1 Aug. Patronage van jeugdige werklieden . . . 11—13 Juni. Patronage van ontslagen gevangenen . . 9—12 Juli. Photographie 23 28 Juli. Physieke opvoeding 30 Aug.—6 Sept. Plantenkunde 1 ® Oct. Rameh 28-30 Juni. Reddingswezen 17 23 Juli. Roode-Kruisvereenigingen 10—13 Sept. Scheepsbouw 19 21 Juli. Scheepvaart 28 Juli 3 Aug. Scheikunde 6 H Aug. Schermkunst 8 ^ J"nj'. Schouwburgwezen 27—31 Juli. Schrift (kennis van het) 24—31 Mei. Sociale opvoeding 6-9 ^P*;. Spiritualiënhandel 20—29 Sept. Spoorwegwezen ^ * Stenographie Stoomwerktuigen (toezicht en veiligheid) . 16—18 Juli. Tabaksmisbruik 20 25 Aug. Tandheelkunde 8-14 Au«- Teekenonderwjjs 29 Aug. ep Toegepaste scheikunde 23—28 Ju ï. Toegepaste werktuigkunde 19—25 Juli. Tramways »-M Sept. Tuinbouw 2 -27 Mei. Tadmeetkunde 28 Juli-4 Aug. Veevoedering 21-23 Juni. Vergelijkend recht 31 Juh 4 . ug' Verzekeringswezen 25—30 Juni. Visscherjj l4_1]? ®ep Vogelkunde 26-30 Juni. Volkscrediet 8 _1°„ " \ Volksonderwijs door leeken 10—13 Sept. Volksoverleveringen 10—12 Sep . Voortbrengingsvereenigingen van werklieden. n~13 JU«n* Vrede Sept-eOct. Vrouweninstellingen 1 ™nl' Vrouwenrechten en toestanden 5—8 Sept. Vruchtpersing 12—13 Oct. Weefsels (tot eenheid in de telling der draden) 23-30 Juli. Weerkunde ^ Winstdeeling 18 Ju ï. Wiskunde ® Woningen (goedkoope) uni' Wijnbouw 20— 23 Juni. Wijsbegeerte 2—7 Aug. Zeerecht 1—3 Oct. Zielkunde 22—25 Aug. Zondagsrust 9—12 Oct. Tegenover het paleis der Congressen is een niet minder nattig gebouw, het Restaurant der Congressen, en als wij ons daarin een weinig versterkt hebben, gaan wij het nog overgebleven gedeelte der Straat van Parijs zien, door weder naar de broeikassen heen te wandelen. Het eerste kleine gebouwtje dat wij ontmoeten is een Postkantoor, daarna zien wij het Manoir a l'envers. — Entrée fr. 1. Het vermakelijke van dit gebouw, zoowel in- als uitwendig, is daarin gelegen dat alles onderste boven staat. Het gebouwtje, een klein gothisch kasteel voorstellend, staat op de vier torens. Men wandelt onder het dak door; de kelderverdieping, waar een zeer merkwaardig samenspel van spiegels te zien is, is drie trappen hoog; zelfs de zeer moderne klok staat met de XII naar beneden. Spiegels, in het gebouw aangebracht, geven aan het inwendige ditzelfde averechtsche voorkomen. Dan volgt het Théatre Loïe Fuller. — Entrée fr. 1. In deze echte kermistent kan men de beroemde skirtdances van Loïe Fuller genieten, en hare behendigheid evenzeer bewonderen als het sehoone kleurenspel der golvende lijnen. Het Théatre des Auteurs gais — Entrée frs. 3 en frs. 2 — waar wij thans komen, heeft nog meer het kermiskarakter. Elke voorstelling begint met een groote kermistoespraak (parade) van bijna den geheelen troep. Men speelt er kleine aardige stukjes, vroolijke mopjes in één bedrijf, er wordt gezongen in het genre van Montmartre en men ziet er Boerenvrouwen, die nooit in Afrika waren. Het laatste der reeks, voordat wij komen aan de reeds bezochte tuinbouwtentoonstelling, is het Thé&tre des Bonshommes Guillaume — Entrée frs. 3. De geestig geteekende fries der buitenzijde van het gebouw doet ons reeds zien wat binnen vertoond wordt, het is een poppenkast, maar geen Jan-Klaassenspel, de poppen zijn er zeer modern en de voorstelling eveneens. Wij gaan thans op onze schreden terug, en zien in het voorbijgaan de vele tuinbouwwerktuigen en tuinsieraden, die langs het pad opgesteld zijn. Daarna moeten wij eene vrij hooge trap beklimmen om op de overbrugging te komen van de Place de 1'Alma. Deze overbrugging is de eenige in de Tentoonstelling, welke trappen loopen noodzakelijk maakt. Op de met vlaggen versierde brug zien wij aan onze rechterhand de Place de 1'Alma, waarop vele breede avenues uitkomen, met haar druk omnibusstation, en aan de linkerhand de Almabrug. De loopbrug langs de trappen afdalend, komen wij aan het tweede gedeelte der Seine-oevers, die in de Tentoonstelling begrepen zijn, en zien wij voor ons den ingang van Vieux Paris. Oud-Parijs is eene poging het voorkomen van Parijs in vroegere tijden zoo getrouw mogelijk weer te geven met de gebouwen, de bewoners, de kleederdrachten en de producten van vervlogen eeuwen. — Entrée: Maandag, Dinsdag, \N oensdag en Zaterdag, fr. 1, na 7 uur 's avonds frs. 2; Vrijdag frs. 2, na 7 uur 's avonds frs. 4 ; Zondag fr. 0.50, na 6 uur 's avonds fr. 1. Oud-Parijs is gebouwd op de lage en de hooge Seinekade, en bestaat eigenlijk uit twee verdiepingen. Daardoor is het mogelijk geworden voor zooveel gebouwen en pleinen plaats te vinden op de vrij smalle strook, die ruim 300 M. langs de Seine zich uitstrekt. Het plan is ontworpen door den teekenaar A. Robida. PLAN DEK SEINE- OEVERS (2de gedeelte). 1. Gebouw „Tour du Monde*. 2. Scheepvaart. 3. Dienstgebouw Seinescheepvaart. 4. Koepelfort van ,1e Creusot". 5. Duitscbland. — Zeewezen. 6. Italië. — Zeewezen. 7. België. — Krijgswezen. 8. Groot-Britannië. — Krijgswezen. 9. Rusland. — Krijgswezen. 10. Annexe Land- en Zeemacht. 11. Rumeensch Restaurant. 12. Paviljoen van Mexico. 13. Persgebouw. — PoBt- en telegraafkantoor. 14. Paviljoen van Servië. 15. , „ Griekenland. 16. Kamers voor Zeehandel. 17. Haven voor Pleiziervaartuigen. 18. Restaurant Bouillon Duval. 19. Ventilatie, Verwarming. Omheining der Tentoonstelling. + +++-+-J- Beweegbare loopplank. Electrische tram. B Aanlegplaats der Seinebooten. C Station Ondergrondschen Spoorweg. °D Omnibusstation voor de lijnen : Place de 1'Alma — Gare dn Nord. Passy — Hotel de Ville. Place de la Chapelle — Pont de 1'Alma. Montmartre — Porte Rapp. Bastille — Porte Rapp. Gare de Lyon — Place de 1'Alma. Louvre — St. Cloud — Sèvres — Versailles. Place de 1'Etoile — Gare Montparnasse. Point du Jour — Place d* 1'Alma. Het is met de meeste zorg uitgevoerd, alle gebouwen zijn naar oude teekeningen herbouwd. De ingang is de Porte St. Michel; de uitgang, de Auberge des Nations, is de Tour de 1'Archevêché. In het midden vindt men o. a. de oude Halles, het vroegere Paleis van Justitie met de trap, die naar de Eekenkamer leidde, de Pont au Change, toen nog huisjes op deze brug stonden, waarin druk handel gedreven werd. De kapel St. Julien des Menétriers, de oude versterking: le Grand Chatelet, het geboortehuis van Molière en andere bekende historische gebouwen. Behalve de levendigheid, die de bewoonsters en bewoners van al deze winkeltjes, de middeneeuwsche lijfwacht en de rondtrekkende minstree- len het oude stadje geven, zijn hier ook zeer gezochte vermakelijkheden. De concerten Colonne, waarop bekende musici zich doen hooren, worden 's middags en 's avonds in de zaal der „ Anciennes Halles" gegeven. — Entree frs. 6, frs. 5, frs. 4, frs. 3 of frs. 2, naar gelang der rangen. Verder de Bodinière in de „Salie du Palais". — Entrée frs. 2. Hier worden kleine stukjes, dansen, voordrachten van twee personen, enz. uitgevoerd. In het Cabaret de la Pomme de Oud-Parijs. — De Porte St. Micbel. Pin kan men de volkszangeres Eugénie Buffet hooren, terwijl in de Chapelle St. Julien des Ménétriers het beroemde a capella-koor der Chanteurs de St. Gervais dagelijks twee uitvoeringen geeft. — Entrfe frs. 2. Oud-Parijs. — De Selnekant. Ofschoon de schepping van Robida zich niet beperkt tot éénzelfde periode — het voorste gedeelte van het stadje is middeleeuwsch, de Halles zijn uit de 18de eeuw, wat daarop volgt is uit de 17de eeuw, en men eindigt in de renaissance — en hij voor de beschikbare ruimte wat te veel heeft willen geven, is Oud-Parijs een bezoek overwaard. Men verlaat het stadje bij de loopbrug over de Seine, die op het paleis voor Land- en Zeemacht uitkomt, en waarheen breede trappen voeren. Zij, die Oud-Parijs niet willen bezoeken, kunnen langs het stadje, maar nog binnen de omheining blijvende, door eene vrij nauwe, open gang die loopbrug bereiken. Op Zondagen, en als het zeer vol op de tentoonstelling is, vermijde men deze gang, die te smal is. Langs de Seine voortgaande, komen wij thans bij het groote restaurant der welbekende Bouillons Duval, en vervolgens aan de Haven voor pleiziervaartuigen, waar men steeds eenige jachten van schatrijke liefhebbers van varen voor anker ziet liggen. Men belooft or.s hier ook eenige proeven van onderzeesche scheepvaart af te zullen leggen. Daarop volgt het. paviljoen van de Kamers voor Zeehandel. Zeventien kamers van koophandel der voornaamste Fransche havens, hebben hierin hare inrichtingen voor den zeehandel en monsters der voornaamste producten, welke zij in- of uitvoeren, tentoongesteld. Onmiddellijk daaraan sluitend, hebben wij eene Bakkerij en de tentoonstelling der bekende Fransche Oud-Parjjs. — La Chapelle St. Julien ^ des Ménétriers. Hng der bekende Fransche fabrieken van kleine biscuits. Wij zijn nu langs de Seine eigenlijk op het Trocadéro gekomen, doch van dezen tuin nog door een straatweg gescheiden. Op de kade langs de Seine is hier nog, tusschen twee restaurants, het Théütre des Voyages animés Gezichten op schoone landstreken in Frankrijk en in het buitenland, worden daar met toepasselijke muziek en voordrachten van dames en heeren artisten vertoond. — Entrée fr. 1, 's avonds frs. 2- Het Trocadéro. De overzeesche landen hebben, met nog eenige andere inzendingen, de tuinen van het Trocadéro zoozeer in beslag genomen, dat het niet doenlijk is hier in het verhaal den weg steeds aan te geven. Op de kaarten zal men dezen trouwens gemakkelijk genoeg kunnen vinden. De De twee pal izen van Algiers. eene helft van het Trocadéro, die waar wij juist vóór de Pont de Jena aankwamen, is bijna geheel aan vreemde landen afgestaan, de andere helft is bezet door de Fransche koloniën. Algiers, over twee paleizengroepen verdeeld, neemt het geheele middenvak van het lagere terras in. Het middenvak van het hoogere terras is door fonteinen ingenomen, die ons een vrij uitzicht geven op het Trocadéro-paleis. PLAN VAN DEN TUIN VAN HET TROCADERO (Fransche Koloniën). 1. Algiers. 2. Tunis. 3. Soedan en Senegal. 4. Guinea. 5. Fransche West-Afrikaansche Compagnie. 6. Paviljoen der „Alliance fran^aise". 7. Ivoorkust. 8. Dahomey. 9. Fransch-Indië. 10. Andalusië onder de Mooren. 11. Paviljoen der Koloniale pers. 12. Koloniale administratie. 13. Reisbenoodigdheden. 14. Annexe Indo-China. 15. Restaurant. 16. Post- en telegraafkantoor. 17. Diorama (Oceanië, Mayotte, Somalikust, Saint Pierre et Miquelon). 18. Indo-China. 19. Tonkin. 20. Martinique. 21. Fransch Guyana. 22. Guadeloupe. 23. Réunion. 24. Kambodjaansche schouwburg. 25. Kambodja. 26. Fransch Kongo. 27. Kolonisatie. 28. Panorama Marchand. 29. W. C. 30- Madagascar. 31. Ministerie van koloniën. 32. Nieuw-Kaledonië. 33. Panorama „Poilpot". Omheining der Tentoonstelling. A Aanlegplaats der Seine-booten. Aldus geplaatst Lebben wij het officieele paleis aan onze rechterhand, aan onze linkerhand zijn de Algerijnsche „attractions". Het officieele Paleis is eene nabootsing van Mahomedaansche Algerijnsche gebouwen. De minaret, die ter zijde staat, is naar eene moskee uit Oran; de groote middenkoepel is naar de hoofdmoskee van Algiers, en wordt 's avonds geheel verlicht, zooals daar ter plaatse bij het Rhamadanfeest geschiedt. Ook inwendig heeft men werkelijk bestaande gebouwen gecopieerd. Zoo zijn de schilderachtige Moorsche binnenplaats, even als de gewelfde zaal op de eerste verdieping, zuivere reproducties. Op de binnenplaats vinden wij eene voorstelling der belangrijke ruïnen van Tinigad en andere oude historische herinneringen. In de gewelfde zaal vinden wij afbeeldingen van het leven der kolonisten in Algiers. Overigens bevat dit paleis dc Algerijnsche producten, w.o. de kurkeik bizondere vermelding verdient, en de Oostersche tapijten, borduursels, enz. Tengevolge van de sterke helling van het 'Irocadéro, zijn wij aan de voorzijde eene hooge trap opgegaan, om aan de achterzijde gelijkvloers uit te komen. Ook het niet-officieele paleis heeft ditzelfde hoogteverschil. Het bevat het Stéréorama, — Entrie fr. 1, — waar een ons voorbij trekkend panoramadoek, den tocht langs de kusten van Algiers van Bóne tot Oran doet zien. Verder het Diorama, waar wij een tocht in het binnenland van Algiers kunnen zien. Ten slotte de Kasbah, eene Algiersche handelsstraat, smal met kleine winkeltjes, zeer levendige kooplieden, allerlei Oostersche producten, met breede trappen geleidelijk tegen de helling oploopend, kortom, eene schilderachtige straat, waar men het zeer warm heeft. Tunis heeft eveneens gebouwen in 's lands stijl. De Moskee van Sidi-Mahrez bevat de inzendingen der Regeering, het overzicht van den landbouw, wijnbouw, onderwijs, en ook merkwaardige afgietsels van oudheden, waaronder een Cartbaagsch graf. De Sou 1*8 vormen een beeld van het leven in het tegenwoordige Tunis. De huisindustrie wordt hier onder de oogen van bet publiek uitgeoefend, en hare producten worden verkocht. Afdingen behoort tot de vaste Tunesische gebruiken. Senegal en Soedan, eene oudere Fransche kolonie met eene nieuwere, welke beide een reusachtig gebied omvatten. Het standbeeld van generaal Faidherbe prijkt in den ingang. Smeden, wevers en goudsmeden uit het land werken hier ten aanschouwe van het publiek. Belangrijk is de tentoonstelling der producten van den bodem en ook de interessante metaalnijverheid, w.o. voornamelijk de wapens. FranSCh-Indië. Een zeer groot gebouw, vooral in evenredigheid met deze weinig beteekenende kolonie. De stijl van "bet gebouw is eene nabootsing van den Hindoestijl, welke zeer goed gelukt is. Het gebouw zelf was bestemd voor een Indischen bazaar, maar er zijn moeielijkheden voorgevallen tusschen den concessionaris en het tentoonstellengsbestuur, zoodat menn og niet weet, wat het eigenlijk worden zal. Andalusië onder de Nlooren. Dit zeer omvangrijk gebouw, waarvan de toren van Sevilla, de beroemde Giralda, reeds van verre het oog trekt, staat half buiten de tentoonstelling. In eene omgeving, welke zoo nauwkeurig mogelijk de schoone Moorsche gebouwen uit Grenada en Sevilla weergeeft, even als een straatje uit Toledo, vinden wij behalve winkeltjes en eenvoudige plaatselijke nijverheid, ook nog een schouwburg, waarin Spaansche dansen worden uitgevoerd, en zelfs eene Corrida, waarin men eene nabootsing der steekspelen en stierengevechten kan zien. — Entrée frs. 3 en fr. 1.50. Dahomey heeft eveneens nationalen stijl gevolgd. Het hoofdgebouw, de Tata, met den toren der offerplechtigheden, is zooals deze te Abomey gevonden wordt, ja, zelfs de schedels van bij de menschenoffers gedoode slaven ontbreken niet. De muren en wallen hebben duidelijk het voorkomen van De Tata van Dabomey. in de zon gebakken leem. Rondom het hoofdgebouw zijn eveneens met riet gedekte hutten, w.o. Dahomeaansche paalwoningen. Deze woningen zijn bevolkt, en behalve de negers kan men er de producten van het land, meestal landbouwproducten, zien en ook kennis maken met hunne houtsnijkunst en hunne ruwe afgoden, die bont gekleurd zijn. De Ivoorkust heeft een paviljoen gebouwd, dat als type van eene woning in deze heete streek kan gelden. In dat paviljoen wordt door kaarten en door inzendingen der producten een beeld gegeven van de ontwikkeling der kolonie. Geen koloniaal, maar inlandsch werk zijn de gouden sieraden bier tentoongesteld. Guinea heeft hare inzendingen geborgen in twee inlandsche hutten, door eene galerij onderling verbonden en met stroo gedekt. Een aardig denkbeeld was om op dit terrein een stukje weg te maken, zooals hij thans in de kolonie wordt aangelegd, en daarnevens een voetpad, zooals de inboorlingen gebruikten. Een afzonderlijk paviljoen bevat de inzendingen van de Fransche West-Afrikaansche Compagnie. De Alliance Franpaise. het Algemeen Fransch Verbond, dat uitbreiding van kennis der Fransche taal zich ten doel stelt, en waarvan ook in Nederland een belangrijke afdeeling bestaat, heeft hier eene school opgericht, waarin de inboorlingen uit de verschillende Fransche koloniën, die thans het Trocadéro tot een zeer dicht bevolkt plekje gronds maken, geregeld onderwijs genieten in de beginselen der Fransche taal. Men krijgt hier verder eenigszins een blik op het streven dier vereeniging. Het Diorama der kleine koloniën geeft grootendeels in afbeeldingen het leven weer op de kleine eilanden St. Pierre en Miquelm, waar de kabeljauw gevangen wordt, en op de verafgelegen eilanden Comore en Mnyotte met hunne suikerindustrie, evenals op de Somaliku.it, waar vooial de inzendingen uit Abyssinië, dat er aan grenst, maar er politiek geenszins toe behoort, afzonderlijke vermelding verdienen. Indo-China vormt tegenwoordig ééne kolonie, de belangrijkste na Algiers, maar het is nog niet lang geleden, dat die Fransche bezitting uit verschillende kolonies bestond. De sporen dier verdeeling zijn nog te vinden in de afdeeling gewijd aan de Fransche bezittingen in Achter-Indië, ofschoon 8 men zooveel mogelijk alles bijeen gebracht heeft. De eigenlijke Indo-Chineesche sectie bestaat uit drie paleizen. De Pagode van Cho-Lon uit Cochin-China dient voor de De paleizen van Indo-Cbina. tentoonstelling der Indo-Chineesche land- en wijnbouw, w.o. vooral rijst, koffie, katoen en tabak, en is voor Nederlanders wegens de overeenstemming met Nederlandsch-Indië van een bijzonder belang. De Pagode van Co Loa is uit het Tonkineesche en minder elegant van vorm dan de vorige. Zij bevat de Indo-Chineesche kunstindustrie, w.o. de met paarlemoer ingelegde meesterstukken uit Nam-Dinh. Het Annamitisch huis, kleiner dan de twee pagodes, bevat een overzicht der houtsoorten uit IndoChina en stelt de woning voor van een rijken inboorling uit Annam. De afdeeling Tonkin bestaat uit een Tonkineesch dorp, waarin inboorlingen werkzaam ziin. Evenals in de andere Fransche koloniale secties vindt men ook in de Indo-Chineesche een groot getal inboorlingen, w.o. de hulptroepen, die opEuropeesche wijze geoefend en door Fransche officieren gecommandeerd worden, zeer zullen opvallen. De Kambodjaansche schouwburg geeft voorstellingen van het inboorlingen-theater uit Annam, afgewisseld door uitvoe¬ ringen van het De 1-uum (Kambodja). corps balletdanseressen van koning Norodom van Kambodja. Het mee>t belangrijke gebouw dezer geheele afdeeling is de Pnom, de koninklijke pagode uit Kambodja, waarvan de sterk sprekende bouwstijl reeds van uit de verte de aandacht trekt. De bijzonder steile trap, die voert naar het terras, waarop het vergulde Boeddha-beeld staat, de draken, die de pagode bewaken even als haar gedraaide spits, zijn kenschetsend voor dezen bouwstijl. In de pagode zelf is eene tentoonstelling van voorwerpen, bij den eeredienst gebruikelijk, ingericht, terwijl in de galerijen men kennis maakt met de typen van inlanders en van de dierenwereld. Dicht hierbij is in levenden lijve een kleine witte olifant, die zooals alle witte olifanten geel gekleurd is, en als geheiligd dier wordt vereerd. Nieuw-Caledonië heeft in een eenvoudig paviljoen de producten der kolonie en vooral haar rijkdom aan ertsen tentoongesteld. Het Fransche Ministerie van Koloniën beeft een paviljoen opgericht te midden der Fransche bezittingen. In dit paviljoen is eene rijke koloniale bibliotheek ter beschikking van het publiek gesteld. Ook leert men er kennen de voornaamste koloniale producten en de werking van het „ Koloniaal Bureau. Het paviljoen van Fransch Kongo ligt in het hoogste deel van het Trocadéro, dat wat men ,1a vallée suisse" noemt. Het is eene eenvoudige, maar heldere voorstelling van hetgeen Frankrijk in het Kongogebied tot stand bracht. Achter het Trocadéro-paleis van af de tuin zijde, en dus voor het paleis van af de zijde der Place du Trocadéro, vinden wij twee groote panorama's. Het eene, het Panorama Marchand, is een beeld van de bezwaren, waarmede de expeditie Marchand te kampen heeft gehad op haren doortocht door Afrika, voordat zij bij Fashoda aan den Nijl en met de Engelschen in aanraking kwam. — Entrie fr. 1. Het hooge, ronde gebouw, boven den vroegeren vijver van het Trocadéro opgericht, bevat de inzending der jongste Fransche kolonie Madagascar, waarvan het middendeel het Panorama vertoont der inneming van de hoofdstad, voorafgegaan door een Diorama, verschillende episodes uit deze expeditie weergevend. — Entree fr. 1. Rondom dit Panorama heeft de kolonie hare producten tentoongesteld, en door een aantal wassen-beeldengroepen het leven der inboorlingen en der kolonisten zeer aanschouwelijk gemaakt. De eerste verdieping, waarop een inlandsch dorp wordt weergegeven, leidt ons tot de loopbrug, die ingericht is als zitje voor een koffiehuis, en waar eiken middag een inlandsch muziekkorps concerten geeft. Wij gaan thans het Trocadéro-paleis weder binnen. Het paleis, in 1878 gebouwd, heeft den vorm van eene reusachtige halve maan. Het middengedeelte, dat naar den tuin half cirkelvormig is, bevat de gioote concertzaal, welke plaats heeft voor 5000 toehoorders en waarin tijdens de tentoonstelling, op vooraf aangekondigde tijden, muziekuitvoeringen plaats zullen hebben. Het is jammer, dat deze mooie, ruime zaal met zijn bizonder goed orgel eene zoo gebrekkige acustiek heeft. In den linkervleugel van het paleis is sinds vele jaren het Ethnografisch museum gevestigd, dat bijzonder rijk is aan gegevens omtrent de inboorlingen van Midden- en Zuid-Amerika. Ook vindt men daar den troon van Behanzin, den laatsten koning van Dahomey, en de verschillende gewestelijke kleederdrachten van Frankrijk. In de benedenzalen van de beide vleugels is het liusée de sculpture comparée, eigenlijk meer een museum van vergelijkende bouwkunst. Van alle belangrijke gebouwen in Frankrijk, en van vele uit het buitenland, zijn hier afgietsels op de ware grootte naar tijdsorde gerangschikt. In de buitengaanderij der beide vleugels heeft men tentoonstellingsafdeelingtjes onder dak gebracht, en daarom deze afgesloten, maar in de gaanderij rondom de zaal kan men nog genieten van het zeer merkwaardig gezicht op Trocadéro, Seine en Champ de Mars, met hun tal van paleizen, paviljoens, bloemperken, torens, enz. Een groot waterbekken in trappen, dat eene fontein vormt van buitengewone schoonheid, springt van dit middengedeelte in den tuin van het Trocadéro vooruit, tot bijna over de helft van het eerste terras. De bloembedden aan beide zijden van dit bekken zijn de tentoonstellingsafdeelingen; dat aan de linkerzijde is de Hollandsche tuin, ingenomen door de Nederlandsche vereeniging van bloemkweekers. Hetzelfde uitzicht, dat men van de gaanderij heeft, kan men nog iets uitgebreider genieten van af een der torens van het Trocadéropaleis. Een lift brengt u daarheen. Toegangsprijs fr. 1. In de gaanderijen langs de beide vleugels vindt men aan de eene zijde eenige Fransche afdeelingen, vooral van voorwerpen voor verzending naar de koloniën bestemd, bn aan de andere zijde eenige kleine koloniale afdeelingen. Hieronder moet gerekend worden het Oostenrijksehe handelsmuseum, eene poging om den overzeeschen handel van Oostenrijk, ondanks het volkomen gemis aan koloniën, te steunen en uit te breiden. De Belgische koloniale groep, welke eveneens den handel vertoont door België over zee gedreven, bepaaldelijk met den Kongostaat. De Kongostaat zelf heeft niet ingezonden, en deze groep geeft van de ontwikkeling van het persoonlijk rijk van Leopold II een zeer onvolkomen beeld. De Vereenigde Staten van Noord-Amerika hebben onder hunne vlag de inzendingen van Cuba en van Hawaï als die van koloniën doen plaats hebben. De voornaamste dier inzendingen levert de beroemde tabaksindustrie van Havana en andere Cubaansche plaatsen. Denemarken heeft eene kleine, maar hoogst merkwaardige koloniale afdeeling, welke de Far-Oër, IJsland en Groenland omvat. Deze afdeeling is ook historisch, en vermeldt de eerste tochten van Europeanen naar Amerika, lang voor Columbus. Tevens leeren wij er door modellen van huizen, kleedingst ukken, wapens, booten en sleden, het leven kennen in het zeer hooge Noorden, waarbij prachtige ijsbeervellen een zeldzaam en schoon sieraad zijn. Achter den oostelijken vleugel van het Trocadéro-paleis heeft de Fransche Regeering nog hare groep kolonisatie aangevuld door koloniale woningen, eene tentoonstelling van hetgeen in Frankrijk bij eene goede kolonisatie door Europeanen gewenscht voorkomt. De bijzondere voorzorgen, welke bij de uitzending van Europeesche producten naar tropische landen moeten worden genomen, zijn hier na te gaan. Niet ver van deze groep bij de Rue de Magdebourg vinden wij den ingang van de zeer eigenaardige tentoonstelling der Fransche steenkoolmijnen. — Entrée fr. 1. Men heeft de oude steengroeven van het Trocadéro gebruikt om een zeer levendigen indruk te geven van een Fransche mijn. De mijnschacht opent in het paviljoen dat wij binnentreden. Wij dalen dan in een kooi af en komen in de mijngangen, die zich ver onder het Iroeadéro en omliggende straten uitstrekken. Het is gewenscht een der mijnwerkers als gids mede te nemen. Men ziet de verschillende wijzen waarop mijngangen onderhouden worden, en komt in een mijnstal, eveneens ziet men de werktuigen, waardoor de bewegingen der kolenwagentjes worden geregeld, waardoor de lucht wordt ververscht, enz. Groote wassen-beeldengroepen doen zien hoe de steenkool uit de lagen wordt losgemaakt, en men zou zich in een heusche mijn kunnen wanen, indien niet alle gangen electrisch verlicht, en veel minder vuil dan in de mijnen waren. Verderop krijgen wij de zoutmijnen te zien, en daarna eene voorstelling der goud- PLAN VAN DEN TUIN VAN HET TROCADÉRO (Buitenlandsche koloniën). 1. Aziatisch Rusland. 2. China. 3. Zuid-Afrikaansehe Republiek 4. Nederlandsch-Indië. _ 5. Portugeesche Koloniën. 6. Zending 7. Zendelingsgenootschappen. 8. De Fransche steenkoolmijnen. 9. Koloniale woningen. 10. Madagascar. 11. Oostenrijk. 12. België. 13. Vereenigde Staten van Amerika. 14. Denemarken. 15. Egypte. 16. Japan. 17. Restaurant. 18. Engelsche Koloniën. 19. Paleis van Algiers. 20. Japansche bazaar. 21. Restaurant. . > 22. Paviljoen der „Voyages animes . 23. Restaurant. 24. Kamers van Zeehandel. 25. Pleiziervaartuigen. 26. Nederlandsche bloemen (tulpen). 27. „Paris pittoresque". g' | Aanlegplaatsen der Seine-booten. c' Station van den Ondergrondschen Spoorweg D. Omnibusstation der lijnen. Gare de 1'Est - Trocadéro. Louvre — la Muette. Trocadéro — la Viflette. Passy — Hotel de Vllle. Madeleine — AuteulL — Omheining der Tentoonstelling. (Vlag) Nederlandsche afdeelingen. mijnen van Californië. Wij komen dan uit op den beganen grond in de onmiddellijke nabijheid van het Transvaalsche mijnpaviljoen en kunnen onzen onderaardsehen weg voortzetten door langs de Nederlandsch-Indische afdeeling te gaan, naar den Hollandschen tuin, waarbij een grot is met het opschrift: Le Monde Souterrain. — Entree fr. 1. Deze onderaardsche wereld geeft in een reeks beelden de voorstelling, hoe oudtijds in catacomben en grotten de menschen zich voor dieren of andere menschen verborgen. Dicht bij het paviljoen der steenkoolmijnen ligt het paviljoen der Zending. Dit behoort bij de koloniale groep, omdat het een overzicht geeft der katholieke zendelingsgenootschappen onder de overzeesche volken, waarbij omtrent het leven en lijden der Fransche zendelingen een zeer ruim aantal gegevens gevoegd zijn. Wij hebben thans de Fransche afdeelingen op het Trocadéro doorwandeld, en beginnen nu de vreemde koloniën met de belangrijkste groep, die van AziatischRusland. Rusland heeft Het paleis Tan Azlatiioh-Rusland. geen paleis in de Straat der Volken, evenmin als Nederland. Daarentegen zijn beide landen buren op het Trocadéro, waar zij belangrijke gebouwen hebben opgericht. De paleizen van Aziatisch Rusland zijn reeds van verre zichtbaar door hunne witte steenen en hooge torens, waarop de vergulde adelaar schittert. Zonder eene getrouwe copie te zijn van een bestaand gebouw, doen zij denken aan het Kremlin van Moscou en zijn geheel opgebouwd in den half Byzantijnschen, half Italiaanschen renaissancestijl, welke Moscou en andere Russische steden kenmerkt. . Als men den hoofdingang binnentreedt, ziet men in eene kleurrijke binnenplaats de reproductie van de groote ingangspoort der groote Moskee van Samarkand een der meest beroemde Mahomedaansche bouwwerken. Men is dan terstond in Midden-Azië, waar rijke producten van den Het paviljoen der Kelierin-Moeder. bodem wedijveren met kunstig goudsmidswerk, met gesneden hout en niet het minst met prachtige tapijten en andere weefsels. Eene zijzaal brengt ons in het petroleumdistrict, dat door een groot panorama ons als het ware omringt. Niet ver van de tankschepen voor petroleumvervoer op de Zwarte Zee, zien wij de primitieve vaartuigen, waarmede het Baïkal-meer thans nog wordt overgestoken. Noord-Siberië kenmerkt zich door prachtige houtsoorten en door kostbare pelzen, die de verrukking van alle dames opwekken. Aansluitend bij de paleizen is de inzending van hetgeen tot, ontwikkeling der lagere klassen der bevolking en tot leniging hunner ellende, bepaaldelijk ten platten lande, onder het beschermvrouwschap der Keizerin-Moeder, de weduwe van Alexander III, gedaan wordt, in een afzonderlijk paviljoen bijeengebracht. Iets verder vindt men in de schaduw van het paleis het Eussüch dorpje, waarin inboorlingen hun gewoon leven leiden en hunne bedrijven uitoefenen. Gaat men van het Trocadéro-paleis komend de eerste poort binnen, dan komt men in een Russisch restaurant, en de trap opgaande, bij het Panorama der kroning van den tegenwoordigen Czaar. — Entree fr. 1. De Fransche schilder Gervex heeft dit panorama vervaardigd. Merkwaardiger nog dan dit werk, is het panorama van den Transsiberischen spoorweg, dat op hoogst vernuftige wijze door de Compagnie des Wagons-Lits ons wordt vertoond. In een luxetrein, geheel ingericht zooals deze maatschappij hem zal laten loopen, zien wij het panorama der reis van Moscou tot het verste Oosten onze blikken voorbijgaan, terwijl wij, om de illusie te volmaken, in die restaurantwagens den maaltijd kunnen gebruiken, evenals in een gewonen trein. Wenschen wij dit niet te doen, dan kan aan het begin- en aan het eindpunt, in de z.g. stations van Moscou en van Peking, onze eetlust gestild worden met Russisch of Chineesch voedsel, door Russen of Chineezen opgediend. Het station van Peking ligt reeds in de afdeeling voor China. Deze bestaat uit verschillende gebouwen. Het hoofdgebouw is eene reproductie van een der negen poorten van Peking. Aan het andere eind van het Chineesche terrein zien wij een monumentale poort, ook deze is niet oorspronkelijk, maar eene getrouwe nabootsing op dezelfde afmetingen van de monumentale poort, die te Peking den tempel van Confucius versiert. In de Chineesehe paleizen zijn behalve de vele landbouwproducten van China ook tal van inzendingen der Chineesehe nijverheid, terwijl in een der paviljoens Chineesehe oudheden, waarvan de ouderdom echter niet vaststaat, en kostbaar Chineesch porcelein te koop wordt aangeboden. De Portugeesche Koloniën hebben een ruim paviljoen, waarvan de gevel terstond herkenbaar is aan de groep vrouwenbeelden, die een wapen schragen. Zij stellen de koloniën voor, welke den roem van Portugal ophouden. Het inwendige van dit paviljoen bevat koloniale producten, waaronder de inzending der Afrikaansche Kolonie Angola de eerste plaats inneemt. De Nederlandsch-lndische Koloniën vullen eene reeds van verre zichtbare groep van drie op een terras gelegen gebouwen. In het midden wat hooger en wat dieper dan de twee andere, is de Bihara Tjandi Sari; aan beide zijden zijn schilderachtige huisjes uit Sumatra, terwijl eene rij Boeddhabeelden het terrein langs de twee hoofdpaden afsluit. Het drietal gebouwen vormt een zeer harmonisch geheel, de kleurrijke paviljoens doen den lichtgelen tempel nog beter uitkomen tusschen het geboomte. De omgeving, ingesloten tusschen de Boeddhabeelden, is bezet met tafeltjes, waar men hetzij likeuren der Erven Lucas Bols, hetzij cacao van de firma Blooker kan genieten. Deze beide firma's hebben buffetten gepacht in de grondverdieping van het Zuider-paviljoen, die verkregen is als gevolg van het verschil in niveau op den Trocadéro-heuvel. Nu vormen de karakteristieke punten der met donkere palmvezels bedekte daken van de Sumatrahuisjes, met hunne zilveren beslagen, eene lijn. De gevels der huisjes zijn getrouwe nabootsingen van de rijk geornamenteerde, prachtig gekleurde woningen in de Padangsche Bovenlanden, de inwendige versieringen zijn door de architecten der Nederlandse lie Commissie ontworpen in overeenstemming met den Indischen stijl, en door den heer Sommer, decorateur, met veel smaak uitgevoerd. De beide huisjes dragen de namen „Pavillon Nord" en .Pavillon Sud", welke boven den ingang te lezen zijn. Het Noorderpaviljoen bevat hoofdzakelijk de inzending der Kolonisatie. Eene groote, decoratieve kaart der Ned. Ind. Paketvaartmaatschappij neemt den achterwand in. Daartegen vinden wij een reliefplan van de haven van het Marine-établissement te Soerabaja. Langs de andere wanden zijn eveneens tal van kaarten en afbeeldingen, waarondei de voor deze tentoonstelling vervaardigde uitvoerige kaait der Indische landbouwondernemingen. Verder eenige gegevens omtrent het Indisch mijnwezen, de Ombiliën-steenkolen, de petroleumbronnen, de tabakscultuur en die van de rijst, enz. Het middengedeelte van het paviljoen wordt ingenomen door eene zeer belangrijke inzending der Ned.-Ind. militaire genie. Een Indisch kampement op Atjeh, een open kamp in het binnenland, dat van Tjinahbi, dat geroepen is de minder bruikbare kazernes aan de kust te vervangen, en het groote militaire hospitaal te Magelan zijn hier zeer goed in alle bijzonderheden na te gaan. Ten einde het wetenschappelijk karakter der Ned.-Ind. tentoonstelling tot zijn volle recht te doen komen, is aan dit paviljoen eene leeskamer uitgebouwd, welke eene der zalen van een Javaansch vorstelijk paleis weergeeft, en waarin meubelen zijn, afkomstig uit den laatsten tijd der Oost-Indische Compagnie, door inlanders op Java op haar last vervaardigd. Eene uitgebreide literatuur betreffende Ned.-Indië is hier bijeengebracht en wordt op verzoek door den bibliothecaris ter beschikking der bezoekers gesteld. Eene uitvoerige Fransche beschrijving: Gtiide a travers 1 1 2 S 4) I oe •3 1 •O I ® 1 SB © O VExposition Coloniale des Indes- Néerlandaises, door de Bizondere Commissie der koloniale groep uitgegeven, is tegen matigen prijs verkrijgbaar. De tempel van Tjandi-Sari is hier geheel op hare ware grootte gereproduceerd. Hij is een klooster uit den Hindoe-tijd, gelegen tusschen Soerakarta en Djokjokarta. Het oorspronkelijke is gebouwd van een lichtgele, vulkanische steensoort, andesiet. Men heeft niets gerestaureerd. Het smaakvolle elegante gebouw, dat duidelijk blijk geeft van de hooge kunstontwikkeling der Javanen onder Hindoe-leiding, en in de détails de zelfstandige opvatting der Javaansche artisten herhaaldelijk laat waardeeren, ziet men voor zich geheel zooals het zich thans nog bevindt. De trap opgaande vindt men in het inwendige eveneens afgietsels van andere Javaansche tempels. Nagenoeg alle deze afgietsels zijn ter wille der tentoonstelling vervaardigd, en worden thans voor het eerst in Europa gezien. De binnenwand tegenover den tempelingang is eene copie van den muur van den tweeden omgang van den beroemden Boeroe-Boedoer-tempel in het gewest Kedoe. De beelden in de nissen geplaatst, zijn de zes afbeeldingen van den Boeddha. De bas-reliefs hier aangebracht, evenals die, welke men langs den steunmuur van het terras geplaatst heeft, geven tooneelen weder uit het leven van den Boeddha en zijn kunstwerken van hooge waarde. De noordelijke binnenwand van den tempel is ingenomen door de helft van een der tempels van Tjandi-Sewoe, merkwaardig door zijne constructie, geheel afwijkend van die der andere Javaansche tempelgebouwen. De zuidzijde van den tempel heeft eene reproductie van een deel van den muur van den tempel van Prambanam, terwijl de wand, waarin de ingang is, versierd is met losse afgietsels, waaronder een merkwaardig bronzen beeldje. Midden in het gebouwtje, waarin het licht op zeer gelukkige wijze getemperd is, staan twee Javaansche godenbeelden tegen elkaar geplaatst. Het verrukkelijk schoone beeldje, Poort van den Boeroe-Boedoer-tempel. dat den bezoeker terstond bij zijn binnenkomen opvalt, is dat der godin Praijnaparumita, een afgietsel van het bij Magelan gevonden beeld, dat thans in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden bewaard wordt. Het Zuider paviljoen bevat de ethnografische inzending. 9 Zeer vele, weinig bekende gegevens betreffende het leven der inlanders, worden hier tentoongesteld. Wij noemen daarvan slechts de beroemde Wajang-poppen, door den Sultan van Soerakarta welwillend beschikbaar gesteld. Langs den muur als fries opgehangen, zijn zij nadere beschouwing overwaard. Zoo ook de groote kist, waarin zij sinds eeuwen bewaard worden. In het midden van het paviljoen bij de groote gouden Pajongs uit Bali, staat eene groep poppen met rijke gewaden bekleed. Dit is het kostbare geschenk door de vorsten van Bali aan H. M. de Koningin, bij gelegenheid harer inhuldiging aangeboden, en door H. M. welwillend ter beschikking der Commissie gesteld. Tegenover deze groep zien wij het Balineesch Pantheon, eene hoogst interessante verzameling der op Bali vereerde goden. Verder bevat dit paviljoen nog inlandsche muziekinstrumenten, voortbrengselen van inlandsche nijverheid, schilderachtig gegroepeerde inpakkingen voor overzeesche verzending, enz. Ook vinden wij er den 1'ithecanthropos erectus, de reconstructie van hetgeen Prof. Dubois uit Amsterdam, op grond van op Java gevonden fossielen, als den overgangsvorm beschouwt tusschen den aap en den mensch. Inlanders, op ééne enkele uitzondering na, zijn in deze afdeeling niet te vinden. Zij hadden den zuiver wetenschappelijken en kunsthistorischen indruk, die het geheel maakt, ongetwijfeld afbreuk gedaan, hoe schilderachtig de dansen der Javaansche bayadères ook wezen mogen. De Zuid-Afrikaansche Republiek heeft hare tentoonstelling in drie groepen verdeeld. Het officieele paleis betreft de Regeering der Z.-A. R., de hoeve geeft een blik op het leven der Boeren en het paviljoen der goudmijn maatschappijen doet ons de goud-industrie op den Witwatersrand zien. Het borstbeeld en een geschilderd portret van president Kruger, photografieën van wijlen generaal Joubert en van den gezant, Dr. Levds, vinden wij in het Paleis. De geheele staatsontwikkeling der Z.-A. K. wordt ons hier blootgelegd. Belangrijke, duidelijke kaarten toonen den vooruitgang van het onderwijs aan, de Ned. Zuid-Afr. Spoorwegmaatschappij heeft door eene heldere reliëfkaart een overzicht gegeven van hare lijnen en van haar verkeer, maar ook oude Boerenzaken zijn hier te zien. Het model van den ouder- wetschen ossenwagen, oude jachtgeweren van uit den Trek, het door een Boer uit wielbanden vervaardigd kanon, dat in 1880 bij Potchefstroom dienst deed, oude en nieuwe plakzegels, enz. De Het palels der Zuid-Afrikamnsehe bekende dynamietfabriek Republiek, te Modderfontein, de grootste der wereld, geeft een beeld harer installatie en tevens monsters harer grondstoffen, van haar product en van de verpakking. Midden in de zaal staat eene vitrine met opgezette vogels, gedekt door prachtige veeren. Bij den ingang vinden wij graan, afkomstig uit Lijdenburg, de voorraadschuur van de Transvaal. Verder steenkolen en minerale ertsen, w.o. een prachtig blok gouderts uit het district Barberton. Op de gaanderij der eerste verdieping is eene interessante verzameling Kaffervoor werpen, zelfs producten van Kafferhoutsnijkunst. Bijzonder curieus is het vroeger kopergeld der Kaffers in den vorm van lange kromme staven, en de zeer eigenaardige beurs die daarvoor noodig was. Voortbrengselen der huisnijverheid van de Boeren, vlecht- en breiwerk, zijn ook op de gaanderij, evenals prachtige slangenhuiden en andere dierenvellen. De Boerenwoning. Links van het paleis is eene Boerenwoning gebouwd, geheel zooals zij thans nog in de niet-stedelijke gedeelten van de Z.-A. Republiek wordt aangetroffen. Het is de woning van een Boer, die 7000 morgen grond bezit, en dus geenszins armoedig is. Toch is zij hoogst eenvoudig. Het zal opvallen, dat er geene binnendeuren zijn, maar de vertrekken door gordijntjes worden afgesloten, dat er geen planken vloer ligt en evenmin eene zoldering is. Aan de boomstammen, waarop het dak steunt, wordt de biltong, het graan en de tabak opgehangen, ook worden daarop de vellen gedroogd. De meubels zijn hoogst eenvoudig hout met open vlechtwerk van ter plaatse gelooide leeren riemen. Als groote weelde ligt er soms een dierenvel op. In de slaapkamer ontbreekt het geweer nooit, in de huiskamer heeft de Bijbel de eereplaats met de gezangboeken, op een plankje boven een harmonium. Het verdere huisraad is nog eenvoudiger, zooals ook de keuken ons doet zien, de haard is zelfs klein, doch dit komt, doordien de Boer meestal buitenshuis kookt. De tentoonstelling, die niet opgesmukt is, heeft nog bizondere waarde, doordien de Boeren ondanks den vreeselijken oorlogstoestand en de afslui- 0 inwendige der boerenwoning. stand en de afsluiting van hun land, de energie en het middel gevonden hebben deze inzendingen van Zuid-Afrika naar Parijs te doen komen. De derde afdeeling is het Goudpaviljoen. Eene groote pyramide stelt de klomp goud voor, sinds 1870 in de Z.-A. R. gewonnen. De wijze van bewerking leert men kennen in het paviljoen, waar eene uitvoerige kaart de verdeeling van den Witwatersrand aangeeft, en op den anderen muur een korte, heldere uiteenzetting der goudindustrie te lezen is. Afbeeldingen op de buitenwanden van het paviljoen verduidelijken dit nog. Bovendien kan men eiken dag van 2 tot 5 uur getuige zijn van de bewerking, die toegepast wordt op aarde, met dit doel uit Johannesburg naar Parijs gebracht. Terwijl het eene paviljoen voor laboratorium is ingericht, wordt in het andere de goudhoudende aarde vergruizeld, gestampt, met kwikzilver geamalgameerd en na concentratie door het groote rad opgevoerd naar de twee dampketels, die in de open lucht staan, en waarin het gevaarlijke procédé der cyanuratie plaats vindt. Eene waarschuwing geeft het publiek den goeden raad, niet te dicht bij de giftige cyandampen te komen. Egypte heeft een zeer groot gebouw, van buiten in nagemaakten oud-Egyptischen stijl opgetrokken en met hieroglyphen versierd. Het gebouw is in drie gedeelten verdeeld. De tempel van Daudoert bevat de inzendingen betreffende landbouw en kunstnijverheid van het hedendaagsch Egypte, terwijl eene ondergrondsche verdieping de grafkamers der oud-Egyptische vorsten doet zien. Oeakala is een Egyptische bazaar, met de producten en kooplieden, welke men te Kaïro kan vinden. Het Theater, inwendig versierd met oud-Egyptische afbeeldingen, geeft gelegenheid Arabische en Soedaneesche dansen te genieten. Japan, dat in de verschillende groepen als een Europeesche staat uitkomt, heeft op zijn terrein op het Trocadéro willen toonen, nog altijd het land van de Rijzende Zon te zijn. Het heeft daarom zijne afdeeling ingericht tot een bekoorlijken Japanschen tuin met een vijver, kleine Japansche planten en luchtige houten gebouwtjes. Een daarvan is het Japansche theehuis, daartegenover het huisje voor rijstewijn (saki). Andere op een rij geplaatste huisjes vormen den Japanschen Bazaar, alle zijn bevolkt door Japanners, die helaas meest Europeesche kleeding dragen. Verreweg het belangrijkste van deze afdeeling is de Pagode en haar inhoud. De Pagode is eene reproductie van den tempel van Hondo. Haar inhoud is de rijkste verzameling oud-Japansche kunst, welke in Europa ooit te zien was. Voorname Japansche edellieden hebben het voorbeeld van den Mikado gevolgd, en het beste uit hunne familiecollecties in bruikleen afgestaan. De Japansche kunst is hier in hare velerlei uitingen te zien op eene wijze, die stellig het Japonisme in Europa nog zal doen toenemen. De Japansche Tuin en Pagode. Wegens de hooge waarde der collecties is het paviljoen alleen toegankelijk voor houders van kaarten, welke deze aan het Japansche Commissariaat (129 Rue de la Pompe), persoonlijk hebben aan te vragen. De Engelsche koloniën zijn in eikaars nabijheid geplaatst, doch in verschillende gebouwen, waarvan zelfs de stijl zeer uiteen loopt. Canada heeft een paleis in den „Colonial style", vrij stijf, zonder veel versierselen. Het standbeeld van koningin Victoria, dat bestemd is na afloop der tentoonstelling in de koloniën te worden opgericht, staat voor dit paleis. De voornaamste inzendingen zijn producten van den bodem en bontwaren, daarnevens goudertsen uit het koude mijndistrict Klondyke.' In ditzelfde paleis hebben nog verschillende kleine Engelsche kolonies als Trinidad, Sierre Leone, St. Helena, de Straits-Settlements, Hongkong, enz. plaats gevonden. Australië heeft hiernaast zijne inzendingen. De houtsoorten en mineralen, ook alweer goudertsen, zijn het belangrijkst. Bovendien maken wij er kennis met den wijn der antipoden. Het paleis van Eogelsch-Indië. Engelsch-Indië heeft een geheel ander karakter. De inboorlingen komen hier meer op den voorgrond met hunne kunstnijverheid, w.o. prachtige filigraan-arbeid en kleurrijke weefsels. Ook de bouwstijl van het paleis is niet Engelsch, maar Indisch. Bizondere opmerkzaamheid verdient het gesneden houtwerk, dat verguld of niet verguld, eene buitengewone mate van kunstvaardigheid, geduld en smaak doet zien. Ceylon heeft een afzonderlijk paviljoen, waarin de dierenen plantenwereld van dit schilderachtig eiland, in eene groote vitrine op natuurlijke wijze tentoongesteld, een aantrekke1 ijken indruk maken. Ook hier is de inlandsche kunstnij- verheid ruim vertegenwoordigd. De thee van Ceylon kan men genieten in een theehuis, waar jonge vrouwen in Oostersch gewaad bedienen. Wij hebben het Trocadéro thans afgewandeld en daarbij verzuimd een bezoek te brengen aan de in de Rue de Magdebourg gelegen tentoonstelling der Vuurtorens. Behalve de inrichting van den hedendaagschen vuurtoren kan men daar ook nog een overzicht krijgen van de inrichting van zeebakens, sinds Fresnel den vuurtoren van Cordouan in 1822 inrichtte. Wij gaan nu de Jenabrug over, en zien voor ons de paleizenmassa van het Champ de Mars, waarboven de Eiffeltoren hoog uitsteekt. Het ander uitstekende cirkelvormige voorwerp, dat wij zien, is het „Groote Wiel van Parjjs" ; de reuzenbol, die aan onze rechterhand onmiddellijk bij de Seine het oog trekt, is de .Globe Céleste". Zooals men aan de plaatsing der beeldengroepen bij den ingang van de brug zien kan, is de Pont de Jena ter gelegenheid van de tentoonstelling aan beide zijden aanmerkelijk verbreed. Van af de brug heeft men een mooi gezicht op de Seine, rechts tot aan de heuvelen van Meudon, links op de haven voor de pleiziervaartuigen, Oud-Parijs, enz. De omgeving van den Eiffeltoren. Als wij de Pont de Jena zijn overgegaan, komen wij niet terstond op het Champ de Mars. Langs de Seine is een lange, vrij smalle reep door een uitgegraven weg, die op vele plaatsen overbrugd is, van het Champ de Mars gescheiden. Aan beide zijden van de brug zijn op die strook grond paleizen gebouwd, gedeeltelijk ook op de lage Seinekade, met het gevolg dat, wanneer wij van af de Jenabrug, gelijkvloers die paleizen binnenkomen, wij toch in beide paleizen op de eerste verdieping zijn. In beide gebouwen heeft Nederland op die eerste verdieping eene inzending, welke men dus ook beschouwen kan als op de grondverdieping, wanneer men de laagste verdieping der gebouwen als soussol beschouwt. Wij treden het gebouw aan onze rechterhand binnen. Het is het Paleis van het Boschwezen. Jacht, Visscherij en Wildgroeiende planten. Het is een houten gebouw, waarvan de ingang met een kleurrijk tafereel en beeldengroepen versierd is. Inwendig voldoet deze houtconstructie beter dan uitwendig. Men heeft hier alles bijeengebracht, wat betrekking heeft op het boschwezen, onderhoud van bosschen, jacht, jacht- wapens, visscherij met hengels en netten, kunstmatige vischteelt, teelt van oesters en andere watergewassen, vangst van truffels, champignons, caoutchouc, enz. In de Fransche afdeeling vinden wij eene schoone groep Fransch wild, mooie jachtgeweren met eene historische collectie, vlechtwerk en bewerkte houtsoorten, prachtige dameskleeren van bont vervaardigd en van buitengewone kostbaarheid (deze zijn op de tweede verdieping). Eene zeer De Nederlandsche Visschery-afdeeling. duidelijke voorstelling doet ons de sponsenvangst op de Tripolitaansche kust zien. Verschillende vreemde landen hebben hier eveneens ingezonden. De Nederlandsche afdeeling, omlijst met het licht gekleurd hout en de gebatikte weefsels, welke overal die afdeelingen terstond doen onderscheiden, bestaat, behalve uit de inzending van eenige looistoffen, uit de collectieve Visscherij-inzending, welke eene volledige verzameling bevat van vischtuig voor zee- en zoetwatervisscherjj, modellen van visschersvaartuigen, poppen, aangekleed als visschers en visschersvrouwen, afbeeldingen, statistieken, enz. De ansjovis-visscherij te Volendam en te Bergen-op-Zoom, is hier aanschouwelijk gemaakt. De mandjes voor het vervoeren van visch, de details der visschersschepen, en de werkzaamheid van het Nederlandsch Zoölogisch station te Helder, kan men in alle bijzonderheden nagaan. Groote vischnetten omringen de belangrijke verzameling. Onder de andere vreemde landen vermeld ik Zweden met goede dioramatische afbeeldingen van den houtkap in het hooge Noorden en de houthandelhavens, Spanje met kurk, Duitschland met touwwerk, Rusland met prachtige huiden en ingelegde visch. Japan heeft eene belangrijke verzameling planten en dieren ingezonden. De Vereenigde Staten zonden luxe wapens en groote wagens voor vischvervoer. Bij Italië vinden wij een jachtkanon. Rusland, Oostenrijk, Engeland, Rumenië en Denemarken doen vooral de houtexploitatie zien, w.o. bij Oostenrijk naïeve, gesneden houten poppetjes. Gaan wij het paleis rechts uit, dan vinden wij op de lage Seinekade nooit geziene prachtige boomstammen, uit Hongarije afkomstig, en andere belangrijke houtsoorten. Iets verder komen wij aan het Paviljoen van de firma Worthington, waarin het groote pompwerktuig, dat het Chateau d'eau van water voorziet, evenals de geheele tentoonstelling. Wij zijn thans aan het meest westelijk einde van het terrein gekomen, en keeren op onze schreden terug om, de Jenabrug voorbijgaande, het Paleis der Scheepvaart binnen te treden. Het Paleis der Scheepvaart bevat alles wat betrekking heeft op den scheepsbouw en bovendien het reddingswezen. Modellen van schepen en van scheepswerven, sloepen, booten, ankers, enz. trekken de aandacht. Bizonder belang verdient de groote inzending van het Suezkanaal met een reliefplan van het kanaal en zijne omgeving. Onder de vreemde secties vinden wij bij Rusland ijsbrekers en houtschepen van bizondere constructie, evenals groote rivierbooten ; Canada met zeer mooie sloepen, Oostenrijk en vooral Engeland met modellen der groote booten voor den Oceaanhandel, Spanje, Italië en Nederland. De Nederlandsche afdeeling bevat scheepsmodellen der werven te Fijenoord en te Vlissingen en eveneens van de Holland-Ainerikalijn en der Kon. W.-I. Maildienst. Verder reddingstoestellen en kaarten, terwijl een belangrijk gedeelte dezer groep bij het transportwezen of de electriciteit geplaatst is. Naast het Paleis voor de Scheepvaart staat aan den Seineoever een reuzenkraan, waarmede een gewicht van 45 tonnen in eens verplaatst kan worden. Meer landwaarts, in dezelfde omgeving, hebben wij afzonderlijke paviljoens, w.o. het paviljoen der Deutsche Seewarte reeds door zijne hoogte terstond de aandacht trekt. De grondverdieping van dit paviljoen, dat in den vorm van een vuurtoren opgebouwd is, bevat eene verkleinde reproductie van het gebouw van den Deutsche Lloyd, omringd door zijne geheele handelsvloot. Op de eerste verdieping is een zeer interessant reliefplan van de haven van Hamburg. Verder zijn er modellen der Duitsche reuzenschepen, zeevaartkundige instrumenten, enz. Als bizonder leelijk is de reuzenkop te beschouwen van Eolus, die de winden blaast over den Oceaan, eene hoogst mislukte symbolische voorstelling. Boven den ingang van dit paviljoen staat het merkwaardige keizerwoord: „Unsere Zukunft liegt auf dem Wasser." Links en rechts zijn twee kleinere paviljoens. Het eene geeft het bedrijf te zien van de grootste reederij-maatschappij, de beroemde Peninsidar and Oriental Company, het andere is het paviljoen der Kamer van Koophandel te Parijs, een smaakvol, rustig gebouwtje, waarin men een overzicht kan krijgen over de werkzaamheden dier Kamer. DE OMGEVING VAN DEN EIFFELTOREN. 1. Oeboaw van deu „Tour dn Monde". 2. Alpenclnb. 3. Paleis der Kleederdrachten. 4. Restaurant. 5. Post- en Telegraafkantoor. 6. „Société Générale". 7. Paviljoen van San Marino. 8. Lichtend Paviljoen. 9. Automobile-Club. 10. Restaurant. XI. Siameesch Paviljoen. 12. Zwitsersch huis. 13. Paviljoen van San Domingo. 14. „Crédit Lyonnais". 15. Tabaksdepot. 16. Colombia. 1". Tabaksregie. 18. Belgisch Paviljoen. 19. Paleis der Vrouw. 20. Tyroolsch kasteel. 21. Cinéorama. 22. Stedelijke accijns. 23. Douane. 24. „Panorama Transatlantique". 25. Russische aleoholregie. 26. Paviljoen van Ecuador. 27. Touring-Club de France. 28. Restaurant. 29. Paleis van Marokko. 30. „Comptoir d'Escompte". 31. Palais de 1'Optiqne. 32. Parijsche Gas-Maatschappij. 33. W. C. A Pijlers van den Kiffeltoren. B Paleis van het mijnwezen. O Paleis van het onderwijs, euz. D Drinkhallen. E Muziektenten. Een derde paviljoen is dat der Messageries Maritimes met modellen en afbeeldingen der voornaamste schepen en van hunne machines, welke deze reederij in gebrnik heeft. Zoo zijn wij weder voor de Jenabrug gekomen, en gaan thans den uitgegraven weg op eene zeer breede overbrugging over om het Champ de Mars te betreden. Wij naderen den Eiffeltoren. De Eiffeltoren is door het etablissement van den heer Eiffel, naar plannen van den ingenieur Ruquier, binnen drie jaar tijds opgebouwd. Hij is het hoogste gebouw ter wereld en heeft bij de tentoonstelling van 1889 zulk eene algemeene beroemdheid gekregen, dat het onnoodig is in vele bizonderheden te treden. Ieder kent dezen 300 meter hoogen toren met zijne vier reuzenbogen en slanke, opgaande lijnen. Krachtige, nieuwe liften brengen den bezoeker naar de eerste verdieping of naar de tweede, of wel van de eerste naar de tweede. Hij kan hier echter ook de trap nemen, deze is geenszins vermoeiend en tot aan de eerste verdieping bepaald aan te raden. Van de tweede tot de derde verdieping kan men alleen per lift gaan, waarbij halverwege overgestapt wordt. De Entree is dezelfde voor hen, die te voet of per lift gaan, men betaalt voor het opgaan, niet voor het afdalen. De ingang is in den oostelijken voet. De prijs is tot de eerste verdieping op werkdagen frs. 2, op zon- en feestdagen fr. 1. Van de eerste tot de tweede verdieping altijd fr. 1, en van de tweede tot de derde verdieping altijd frs. 2. Het beklimmen van den Eiffeltoren is iederen bezoeker ten zeerste aan te raden. Er is nog nimmer een ongeluk bij voorgevallen in de elf jaren, dat hij geregeld bezocht wordt, en zelfs vrees voor duizeligheid is ongegrond. Het gezicht van de verschillende torentransen is in gewone tijden reeds hoogst merkwaardig, des te meer nu men de geheele tentoonstelling aldus kan overzien. Op de eerste verdieping, welke eene oppervlakte heeft van 4200 vierkante meter, is men 57,63 meter boven den beganen grond. Op de tweede verdieping, die 900 vierkante meter groot is, is men 115,73 meter boven den beganen grond. De derde verdieping is 276,13 meter hoog boven den grond, daarboven is nog het observatorium en de vlaggestok, welke de 300 meter vol maken. Op elk der verdiepingen zijn restaurants en telefoonkantoren, men kan er geïllustreerde briefkaarten koopen en verzenden en ook andere souvenirs verkrijgen; er zijn gidsen, die het panorama uitleggen tegen frs. 2, en men kan voor 25 centimes op de eerste verdieping en 50 centimes op de tweede of derde verdieping gebruik maken van de daar geplaatste, zeer goede kijkers. Vooral des avonds is het gezicht verrassend. Het gewicht van den toren, met inbegrip der er op geplaatste gebouwen, bedraagt 9 millioen K.G. De bouw heeft 6'/» millioen frs. gekost. Hiervan heeft de Staat 1'/» millioen bijgedragen, de andere 5 millioen waren reeds volkomen gedekt door de ontvangen entrées, toen op 5 November 1889 de tentoonstelling sloot. Voor de nieuwe wereldtentoonstelling is de toren geheel opgeverfd, waarvoor 60,000 liter verf noodig waren. Ook is de verlichting, die vroeger door gas geschiedde, thans electrisch en aanmerkelijk uitgebreid. Het park rondom den Eiffeltoren is bezaaid met tal van groote en kleinere gebouwtjes, waarvan wij de belangrijkste zullen bespreken. Het gebouw van den Tour du Monde. — Entreefrs. 2 en fr. 1. De gevel is een hoogst fantastisch samenstel van Chineeschen, Japanschen, Indischen, oud-Europeeschen, en nooit gezienen bouwstijl. Het inwendige geeft een panorama, waarbij men, uitgaande van Japan, de geheele reis om de wereld met de oogen kan doen. Een schouwburg, aan het panorama ver- 10 bonden, stelt ons in de gelegenheid kennis te maken met de dansen der Oostersche volken ; het is hier, dat men ook een troep Maleische danseressen zal kunnen zien. — Entree h\ 1. Het Paleis der Kleederdrachten. —Entrie fr. 1. — Dit groote, statige gebouw bevat een volledig overzicht der kleederdrachten, welke in Frankrijk gedragen zijn van af de tijden van Cesar. Schilderachtige groepen wassen beelden zijn met Het paviljoen van Siam. zorg aangekleed met heusche kleeren naar gegevens, uit de verschillende periodes opgespoord. Het overzicht der kleederdrachten eindigt met een zeer curieus overzicht der kapsels, welke de Parijsche kappersbond hier heeft tentoongesteld. De tentoonstelling van Siam neemt een der Siameesche paviljoens in beslag; het kleine paviljoen, dat er bijgebouwd is, eveneens in den stijl van Achter-Indië, is een restaurant. Het officieele paviljoen bevat eene inzending hoofdzakelijk van landbouwproducten, w.o. prachtig teakhout, meubels van gesneden en ingelegd hout en kunstig bewerkte gouden voorwerpen. Het paviljoen der Alpenclub geeft in diorama's gezichten uit de Alpen en bevat een groot panorama van den Mont-Blane. — Entree fr. 1. — Tevens krijgt men een overzicht van de wijze, waarop de Alpenclub het bestijgen der groote bergen bevordert. Het Zwitsersch huis is gedeeltelijk paviljoen der Zwitsersche kolonie, die hier 's lands stijl terugvindt, gedeeltelijk restaurant en koffiehuis. Het Paviljoen van San Marino. De kleinste Europeesche Staat, die slechts een deel van een laag Italiaansch gebergte is, heeft in een coquet paviljoen zijn land, zijn regeeringspaleis en zijne producten op smaakvolle wijze tentoongesteld. Het Lichtend Paviljoen is de verwezenlijking van een droombeeld. De droomer was de groote glasblazer Ponsin, die het paviljoen niet heeft mogen zien verrijzen. Hij stierf vóór het voltooid was. Het droombeeld is een gebouw van licht. Alle wanden zijn van glas, en wel van hol glas. In die holle glazen spiegelt de zon zich op lichtbrekende wijze, maar nog schooner is het gezicht als 's avonds de electriciteit de holten inwendig verlicht. De glassoorten zijn verschillend, ook van kleur, zoodat het paviljoen een lichtend kleurenbeeld vormt, waarvan men de werkelijkheid zou betwijfelen, zoo men niet die lichtende trappen zonder aarzeling opging, en plaats nam op lichtende meubels om inwendig het lichteffect door spiegels nog vergroot te zien. — Entree fr. 1. Het Paviljoen der Tabaksregib. met het daaraan verbonden tabakswinkeltje, is eene inzending, waardoor de Fransche Staat laat zien, op welke wijze zij de tabak bereidt, sorteert, sigaren en cigarettes maakt en deze ten verkoop aanbiedt. Ook wordt ons een blik gegeven op de lucifersfabricage, evenals het voorgaande een Staatsmonopolie, dat millioenen winst jaarlijks afwerpt. De producten van deze monopolies worden door de Nederlanders in het algemeen terecht niet geprezen, alleen de rooktabak voor pijpjes is bizonder zuiver en goed. Het Paviljoen der Russische Alcoholregie, eveneens met een verkoopwinkeltje, geeft ons te zien op welke wijze de Russische regeering het drankmisbruik bestrijdt door de gevolgen van slechten brandewijn te voorkomen. Sinds eenige jaren is in Rusland de regeering de eenige kooper van alcohol, welke zij zuivert en daarna in kleine fleschjes verkoopt. Dit alcoholmonopolie bestaat in 35 Russische Gouvernementen en werpt groote winsten af, die gedeeltelijk besteed worden tot ondersteuning der Russische matigheidsgenootschappen. In het paviljoen zien wij, hoe de gerectificeerde alcohol door filters van houtskool en zand geheel van elk bijmengsel gezuiverd wordt. Het Paleis der Vrouw. — Entree fr. 1. — Hierin is te zamen gebracht datgene, waarin alle vrouwen belang stellen: vrouwenkleeding en vrouwenarbeid, zelfs die der huisvrouw. Ook zullen er voordrachten gehouden worden door vrouwen over het feminisme. Het Cinéorama — Entree frs. 2 en fr. 1 — is eene poging eenige verscheidenheid te brengen in de panorama s. Het wil ons den indruk geven, die een luchtreiziger zoude hebben, zoo hij op niet al te groote hoogte in een luchtballon boven de verschillende gedeelten van Europa zweefde. Het Maréorama — Entree frs. 4 en frs. 2 — is eene soortgelijke poging als het voorgaande. Het panorama, dat onze oogen voorbij trekt, is dat van eene reis langs de kusten der Middellandsche Zee. Men wordt verondersteld op eene groote boot te zitten; om de illusie sterker te maken schudt de boot. Tegen het einde krijgt men stormweer en schudt de boot zoo hevig, dat elke kans op zeeziekte niet geheel uitgesloten is. Het Panorama Transatlantique — Entrfe fr. 1 — is een gewoon panorama, voorstellende de reede van Algiers, met elf diorama's, eveneens Algerijnsche vergezichten. Het Tyroolsch Kasteel geeft in zijne benedenverdieping gelegenheid met den wijn uit Bot zen kennis te maken. De bovenverdiepingen bevatten reproducties van oude gebouwen Het Tyroolsch Kasteel. uit Tyrol, met hunne rijke meubileering en eene tentoonstelling van inlandsche kleederdrachten en inlandsch aardewerk. Het Paviljoen van Ecuador is eene officieele inzending in een gebouw, bestemd om naar Guayaquil, de hoofdstad van het land, te worden gebracht, en daar als bibliotheek te dienen. Nu herbergt het de inzendingen, die hoofdzakelijk bestaan uit landbouwproducten en eenige inlandsche nijverheid, w.o. de beroemde fijne stroohoeden, die men panama's noemt. De nabuurstaat Columbia heeft in het paviljoen eenige ruimte gekregen voor hare inzending van caoutchouc, koffie, enz. Het Paleis van Marokko prijkt met een minaret, die naar een der bekendste minarets van Tetuan gemaakt is. Inwendig geeft het een duidelijk beeld van den ongeregelden toestand van het rijk. Men weet niet, of men in een buis of op een marktpleintje, dan wel in een bazaar is, maar de negers en de Mooren, ook de Moorsche verkoopsters, zijn echt en hunne waar eveneens, w.o. mooie bewerkte zwaarden, veelkleurig lederwerk, het echte marokijn en kunstig gegraveerd koper. Het Palais de l'Optique, een reuzengebouw, waarin de nieuwste en beste theorieën van het licht dienstbaar worden gemaakt aan kunstige optische effecten. Een gedeelte van het paleis, waarin de reuzenteleskoop van 60 meter lengte is opgesteld, dient alleen voor zuiver wetenschappelijk onderzoek. — Entree frs. 2. De Hemelbol ligt eigenlijk buiten het tentoonstellingsterrein, waarmede het evenwel door eene loopbrug is verbonden. — Entrie fr. 1.50. — Door een kunstig berekend mechanisme wordt de beweging der aarde, hier voorgesteld door een hollen bol, waarin men plaats neemt, en in verband daarmede wordt de beweging van ons zonnestelsel en van den helderen sterrenhemel van het noordelijk halfrond den bezoeker duidelijk gemaakt.. Het Paviljoen van de Touring-Club de France is gebouwd op eene aardige, kunstmatige rots met waterval, die een uitgezocht plekje blijkt te zijn voor menschen, welke buiten een restaurant willen dineeren. Het luchtige gebouwtje is gereserveerd voor de leden van dezen grooten bond, w.o. ook zoovele Nederlanders zijn, en geeft een overzicht der wijze, waarop de Touring-Club de belangen van het wielrijdend publiek behartigt. Het Champ de yiavs. Wanneer wij, van de Jena-brug gekomen, onder den Eiffeltoren zijn doorgegaan, staan wij voor de groote tentoonstellingspaleizen van het Champ de Mars, welke inwendig zoowel als uitwendig verbonden, te zanien een reusachtigen paleizenhoef vormen, waarvan het korte, breede gedeelte tegen de zuidzijde van het Champ de Mars aankomt, en gevormd wordt door de vroegere Machinegalerij met de daarvoor gebouwde nieuwe paleizen, terwijl aan beide zijden rechthoekig hierop twee even lange beenen zich uitstrekken tot dicht bij den Eiffeltoren. De rechthoekige ruimte tusschen deze drie zijden, is hoofdzakelijk ingenomen door den tuin van het Champ de Mars, welke doorsneden wordt door twee kruiselings aangebrachte groote paden, aan wier zijden palmboomen geplant zijn. Meer schaduwrijke wegen zijn in de zijlanen van het plantsoen te vinden. Het achterste gedeelte der ruimte wordt ingenomen door een grooten vijver en het sterk oploopend „Chateau d eau . In elk der beide beenen van den hoef, onderscheidt men drie paleizen, die evenwel inwendig niet van elkaar gescheiden zijn, alleen de stijl der gevels en de vooruitspringende torens wijzen begin- en eindpunt van elk paleis aan. Het paleis Plattegrond van het Champ de Mars. De paleizenhoef van bet Champ de Mars. der Electriciteit, dat achter het Chateau d'eau over de geheele breedte van het Champ de Mars zich uitstrekt, loopt inwendig ook niet de beide vleugels ineen, en is met de Machinegalerij verbonden door een breed middengedeelte. De aan beide zijden van dit gedeelte gelegen ruimten tusschen deze beide laatste paleizen zijn er buiten gelaten, omdat men daar de groote stoomketels en electriciteitsvoortbrengers heeft, welke het gewenscht was in geïsoleerde overkappingen onder te brengen. De paleizen hebben alle twee verdiepingen, in de oude Machinegalerij is dit slechts eene breede gaanderij langs de zijwanden, in de andere paleizen bestaat de eerste verdieping ook nog uit tal van dwarsgangen en voor het goed bezien der tentoonstelling is het noodig deze verdiepingen niet te verwaarloozen. Wij beginnen onzen tocht met de paleizen van den rechtervleugel, dien, welke aan de zijde der Avenue de Suffren is. Het hoekpaleis is dat der Hulpmiddelen van Wetenschap en Kunst, en tevens het paleis van Opvoeding en Onderwijs. De hier gegroepeerde tentoonstellingen betreffen vrij uiteenloopende gebieden. Wij vinden in de benedenverdieping muziekinstrumenten, boekdrukwerk, steendrukwerk en in het algemeen de graphische kunsten, w.o. eene belangrijke inzending van kleurrijke, artistieke aanplakbiljetten. Verder een overzicht van de pers, met uitsluiting van de dagbladpers, en daarnevens persen in letterlijken zin, waarmede munten en medailles worden geslagen. De tentoonstellingsmedaille wordt aan den ingang van dit paleis voor de oogen van het publiek geslagen en daarna te koop aangeboden. De photografie en de binderskunst zijn hier ruim vertegenwoordigd. Bij elke der Fransche groepen is een klein historisch overzicht, waarin bij de muziekinstrumenten en bij de inzending der „Imprimerie Nationale" veel merkwaardigs te vinden is. In de klasse der Aardrijkskunde is bizondere opmerkzaamheid te geven aan de groote kaart van Frankrijk, op de schaal van één honderd duizendste, die door duidelijkheid uitmunt. Niet ver hier vandaan vindt men de groep van het tooneel, met tal van herinneringen uit de tooneelgeschiedenis. Gaan wij op de verdieping, dan komen wij meer bepaald bij het onderwijs; zoowel lager, middelbaar en Het palels van Opvoeding en Onderwijs. landbouwonderwijs, als hooger onderwijs. De leermiddelen, w.o. eene rijke verscheidenheid modellen, afbeeldingen, leerboeken, atlassen en wandkaarten kunnen in deze ruimten goed bestudeerd worden. Bizondere vermelding verdient de tentoonstelling der wetenschappelijke zendingen, waaruit wij leeren kennen, wat de jongste onderzoekingen in verre landen of de opgravingen in vervallen rijken der oudheid, door Franschen gedaan, in den laatsten tijd hebben opgeleverd. De vreemde afdeelingeti, zoowel op de grondverdieping als een trap hooger, bevatten inzendingen op ditzelfde gebied. Bij Zweden en Noorwegen is vooral het lager onderwijs merkwaardig. Zwitserland onderscheidt zich door zijn onderwijs in kunstnijverheid, Hongarije en Oostenrijk hebben de graphische vakken op den voorgrond gesteld. Rusland heeft eene zeer volledige inzending. Bij de Vereenigde Staten zijn voornamelijk de medailles te zien, bij Engeland de zetmachine. In de Duitsche afdeeling is een uitnemend De Xederlandsche afdeeling voor hulpmiddelen van Wetenschap en Kunst. werkende groote drukpers, die terstond de aandacht trekt. Zij is uit Augsburg afkomstig en dient voor kleurendruk. De afdeelingen van België, Italië, Spanje en Portugal sluiten zich hierbij aan. De Nederlandsche afdeeling bevat de groepen I en III. Het onderwijs, vooral dat der ambachtscholen, blijkt door teekeningen en werk der leerlingen. Het Nederlandsch schoolmuseum gaf eene collectieve inzending der leermiddelen, terwijl de Landbouwschool hare proefvelden doet kennen, het Blindeninstituut vertegenwoordigd is, en tal van leerprogramma's kunnen worden nagegaan. De van ouds bekende, fijne balansen en de muziekinstrumenten zijn in deze afdeeling geplaatst. Ook van de graphische kunst in Nederland en van de binderskunst vindt men er welgeslaagde proeven. Het meest zal de aandacht getrokken worden door „de keurverzameling van uitgaven der laatste jaren," door de Vereeniging ter bevordering van de belangen van den Boekhandel ingezonden en zeer smaakvol tentoongesteld. Verder vooral de prachtige kaarten der topographische inrichting van Den Haag met de uiteenzetting der methode Eckstein, welke met vrucht de vergelijking kunnen weerstaan Het paleis voor Waterbouwkunde en Middelen van vervoer. met het beste, dat op cartographisch gebied is tentoongesteld. Het Framche ambnchtsondertcijs is in een afzonderlijk gebouw als annexe van dit paleis, en er naast geplaatst. Het Paleis voor Waterbouwkunde en Middelen van vervoer, sluit zich inwendig geheel bij het vorige paleis aan, uitwendig is het herkenbaar door de groote monumentale poort, die van het Champ de Mars toegang tot het middenpad geeft. Op de grondverdieping vinden wij de hoogst belangrijke Fransche inzending van rijtuiyen, waarvan vooral de retrospectieve verzameling met de fraai beschilderde karossen, draagstoelen en sleden opmerkzame beschouwing verdient, zoo ook de allereerste rijwielen. Omtrent spoorwegen en ingenieursarbeid vindt men tal van modellen, teekeningen en ook werkelijk gebruikte of te gebruiken werktuigen. Eveneens het allernieuwste op het gebied van luchtscheepvaart „De Avion". Van de vreemde afdeelingen zijn die van Duitschland, waarvan de ijzerconstructies bizondere vermelding verdienen, Rusland, Groot-Britannië, Oostenrijk, Hongarije en de Vereenigde Staten, evenals de Fransche, zoowel op de grondverdieping als op de eerste verdieping. Op de eerste verdieping alleen vinden wij de inzendingen van Rumenië, Denemarken, Spanje en Portugal, op de grondverdieping alleen die van Zwitserland, België en Nederland. De Nederlandsche afdeeling omvat groep VI, die evenwel, ondanks de vrij aanmerkelijke beschikbare ruimte, hier niet geheel ondergebracht kon worden. Het departement van Waterstaat zond eene verzameling kaarten, het Koninklijk Instituut van ingenieurs zijn gedenkboek. Bizonder smaakvol is het salon, door de Werf Conrad met modellen en photographieën gevuld, en dat van de Holl. IJz. Spoorw.-Mij, welke aardige schilderingen vertoont. De firma Fop Smit zond het model van een zandzuiger, de heer A. F. Smulders imponeert met zijn grootèn excavateur en dito stoomketel. Een geheel tramrijtuig vertegenwoordigt de Pletterij te s Hage. Een afzonderlijk paviljoen, buiten en ter zijde van het paleis gelegen, bevat de tentoonstelling van den Russische» caoutchouc. Daarnaast is een paviljoen bestemd voor de inzendingen van Korea. Geheel aansluitend bij het vorige is het paleis van de Scheikundige Nijverheid. De Fransche afdeeling is over beide verdiepingen verdeeld. Op de grondverdieping zien wij terstond de papierfabricage door één werktuig, van af de grondstoffen tot het voor gebruik geheel gereedgemaakte papier. Iets verder heeft de Fransche Bank het papier der bankbiljetten tentoongesteld. De petroleumnij verheid, de fabricage van lucifers, de toestellen tot het vervaardigen en het gebruiken van vloeibare gassen, en ten slotte de lederbereiding, vormen met eene belangrijke historische afdeeling deze groep. De vreemde secties bevatten inzendingen uit Rusland, vooral het leder, Engeland, Duitschland met zeer groote werktuigen en eene interessante inzending der zoutmijnen van Stassfurt, België met eene belangrijke tabaksinzending, Italië, Zwitserland en Zweden, dit laatste met eene inzending der bekende Zweedsche lucifers. De Nederlandsche afdeeling voor Scheikundige Nijverheid. Op de verdieping vinden wij nog Spanje met zijn beroemd leder, Denemarken met anti-septische en andere pharmaceutische producten, Hongarije, de Vereenigde Staten, Japan, Noorwegen en Rumenië. Ook is hier de Nederlandsche afdeeling van groep XIV geplaatst; juist bij de deur die naar het terras van het Chateau d'eau leidt. Het midden van deze afdeeling wordt gevormd door eene groote vitrinp, welke de collectieve inzending der waskaarsenfabrieken zeer tot haar recht doet komen. Ook de lederfabricage heeft hier ingezonden, terwijl het Hollandsche papier niet mocht ontbreken. Eene elegante smaakvolle vitrine, die geheel van de andere verschilt, herbergt de reukwatersoorten der firma Boldoot van Amsterdam. De lijmfabriek uit Delft laat ons de lijm zien van af de beenderen tot aan het gebruik bij stroohoeden en andere weefsels, die stevigheid moeten hebben. Turfcarton, enz. is de inzending van de firma Scholten. Er zijn nog verschillende andere belangwekkende Hollandsche takken van nijverheid in deze groep waardig vertegenwoordigd, maar de Nederlandsche tabaksindustrie komt er zeer onvoldoende te voorschijn. Wij zijn nu genaderd tot het groote paleis der ElectriCiteit, dat zich over de geheele breedte van het Champ de Mars uitstrekt. De eerste verdieping is hier bijna geheel tot eene galerij ingekrompen. Op die eerste verdieping, waarbij men acht moet geven op de reuzenspiegels, die op de hoeken van het middenpad den indruk geven van een doorgang, welke daar niet bestaat, zoodat men buitenom moet loopen, zijn vooral de toestellen van telegraphie en telefonie, bepaaldelijk die der Deensche afdeeling, de electrische lampen en de galvanoplastie te bezichtigen. Wij dalen de trap af om te komen tot de grondverdieping, welke aan groot lichtgebrek zou lijden, zoo niet de electrieiteit hier zelve voor hare verlichting zorgde. Ook deze grondverdieping loopt in het midden door met aan beide zijden de groote stookplaatsen, aan wier uiteinden de monumentale schoonsteenen, een van de best geslaagde bouwwerken der tentoonstelling, staan. In het paleis der Electrieiteit zijn de groote werktuigen tot het voortbrengen der electrieiteit naast elkaar geplaatst, 11 en in werking. Ook Nederland, en wel de fabriek van Gebrs. Stork en Cie. te Hengelo, in verbinding met de Maatschappij „Electrotechnische industrie* te Slikkeveer, heeft een der groepen Electrogènes op zich genomen en levert, in mededinging met de andere landen, electrisch licht en electrische beweegkracht. Een niet-deskundige kan bij deze groote werktuigen, die draaien en snorren en stampen, alleen verbaasd zijn over hun omvang. Hij zal zien, dat de Fransche afdeeling, bij het binnen komen aan onze linkerhand, groote werktuigen en groote kranen heeft, en hij zal datzelfde in de afdeeling ter rechterzijde, die der vreemde secties, niet minder vinden. Hij zal zien, dat vooral de Duitsche toestellen zeer imponeeren, maar verder zal de niet-deskundige in zijn oordeel niet kunnen gaan, en zoo hij het belangrijkst deel der wereldtentoonstelling goed wil genieten, moet hij trachten een deskundigen vriend mede te nemen, die hem ter plaatse de noodige uitleggingen geeft, welke in dezen gids veel te veel ruimte en te veel techniek zouden vorderen. De voormalige Machinegalerij, welke wij bereiken na de electrische afdeeling te zijn doorgegaan, is van de tentoonstelling van 1889 afkomstig, en wekte toen elks bewondering door het groot- sche dezer overkapping van glas op ijzeren bogen, elk De Monumentale Schoorsteen. 200.000 KG. wegend en zonder steunpilaar in het midden. De machinegalerij, die 115 meter breed en 420 meter lang is, bereikt in haar toplijn eene hoogte van 48 meter. Men heeft het gepast gevonden den indruk van dit meesterstuk van den architect Dutert geheel weg te nemen door de zaal in drie, ongeveer gelijke deelen te splitsen. Het middelste dier deelen is thans de groote feestzaal, en zoo men ziet welke afmetingen deze heeft, en bedenkt dat zij nog geen derde deel van de Machinegalerij is, kan men eenigszins den vorigen indruk reconstitueeren. De groote Feestzaal is uitwendig vierkant en inwendig rond. Van de vier buitenwanden valt niet veel anders te roemen dan de statige, goudgele gordijnen draperieën. Bij het inwendige is men het best geslaagd met het plafond van gekleurd glas, een groote glazen koepel zonder ijzeren of steenen gewelfbogen. De zaal is zeer groot en kan, als ook het parterre voor zitplaatsen ingericht is, zooals bij plechtige gelegenheden het geval zal zijn, 18.000 personen herbergen. Is er geen feest, dan worden er sommige wedstrijden gehouden, waarvoor elders geen plaats is. De zaal is rijk, zelfs overladen versierd met schilder- en beeldhouwwerk. De vier groote plafondschilderingen zijn van de Fransche schilders Cormon (electriciteit en mijnwezen), Flameng (meubels en kleeding), Maignan (landbouw), Rochegrosse (staathuishoudkunde, koloniën en leger). Verder heeft men de jaargetijden, de vier windstreken, enz. Het beeldhouwwerk is nog uitgebreider van samenstelling, zoo zijn er 36 beelden, elk een der op de tentoonstelling aanwezige volken voorstellend. Iemand, die tijd te verliezen heeft, kan daaronder opzoeken het beeld van Nederland, door den heer Guittet. De zaal kan electrisch verlicht worden door 4500 gloei- De Eeretrap der groote Feestzaal. lampjes. Het mooiste van de zaal is de statige eeretrapr welke leidt naar het eeresalon op de eerste verdieping van. het paleis der Electriciteit. Recht tegenover die eeretrap is de tribune voor den President der Republiek bij officieele plechtigheden. De beide andere gedeelten der Machinegalerij zijn ingenomen door de tentoonstelling van Voedingsmiddelen, links de Pransche inzendingen, rechts, waarheen wij thans gaan, de vreemde secties. De verschillende landen hebben in deze afdeeling veel werk gemaakt van de omlijsting, waarin zij hunne inzendingen plaatsten, bepaaldelijk geldt dit van de Vereenigde Staten, Duitschland en Hongarije. Wij zullen die zeer dicht op elkaar gelegen afdeelingen doorwandelen, beginnende aan de zijde naar het Champ de Mars. De Vereenigde Staten zonden in: hunne granen, katoen, houtsoorten, vruchten en vooral hun geconserveerd vleesch. Noorwegen eveneens met geconserveerde groenten en goedkoop bier. Zwitserland met wijnen, zuivelproducten en granen. België met eene uitgebreide inzending, w.o. zuivelproducten, en vooral de gemeenschappelijke inzending van de bierbrouwers. Groot-Britannië zond landbouwmachines, confituren, droge beschuitjes en bier. Duitschland is vooral door zijne biertentoonstelling aantrekkelijk. In de Deensche inzending treden de zuivelproducten op den voorgrond, bij Japan is thee, ingelegde vruchten, Japansche saus, enz. te vinden. Bij Portugal zijn vooral de in den vreemde veel nagemaakte port- en maderawijnen, bij Rusland eveneens wijn, suiker en confiserie-artikelen. Oostenrijk ook suiker en wijn. Bij Hongarije de beroemde Tokayer wijn, omringd door landbouwwerktuigen en voorstellingen van den landbouw daar te lande. Spanje met wijnen, zoo ook Italië, waarbij de bekende Turijnsche vermouth. In de Zweedsche afdeeling de zeer belangrijke zuivelapparaten van Laval en Zweedsche punch. Rumenië met granen. De kleine secties der staatjes Andorra en Liberië hebben ook in deze ruimte plaats gevonden. Op onze wandeling sloegen wij over de Nederlandsche afdeeling, welke reeds van verre zichtbaar is, en in hoogte boven de andere uitsteekt. Het Nederlandsche wapen is hier aan de portiek aangebracht. Het middengedeelte der afdeeling wordt ingenomen door eene zeer volledige installatie van een riet suiker molen met kookpan en vacuümkoeler van Gebrs. Stork en Cie. te Hengelo. Nog andere inzendingen betreffende de suikerindustrie, dan Nederlandsche likeuren en jenever, cacao en chocolade, geconserveerde levensmiddelen, meelsoorten, kazen en boter, vlas, enz. Bizondere opmerkzaamheid verdient ook de schoone kast, waarin de firma Kamphuijs te Zaandam hare zeer volledige inzending plaatste van rijst en rijstmeel. Zijdelings naar rechts, de Machinegalerij verlatende, maken wij thans even een uitstapje buiten het eigenlijk tentoonstellingsterrein, om over eene loopbrug te komen in het Zwitsersch dorp. — Entrêe fr. 1. Dank zij eene zeer interessante toepassing der beginselen van perspectief, heeft men hier in een hoekje van Parijs Het Zwitsersch dorp. de schilderachtige dalen van Zwitserland, zijne eigenaardige huisjes, en zijne groene bergen met het vee en de herders der Alpen, te voorschijn getooverd. Er zijn gedeelten in het dorp, bepaaldelijk bij den waterval, waar de illusie volkomen is, en als men tegen het vallen van den avond er echte Zwitsersche herders hoort jodelen, waant men zich mijlen ver van Parijs. Eenige herbergen met Zwitsersche meisjes, in de schilderachtige kleederdrachten der verschillend kantons, en andere welgeslaagde voorstellingen van het Alpenleven en der Zwitsersche huisnijverheid, maken dit bezoek tot eene ware attractie. Liefhebbers van panorama's kunnen dat der Berner Alpen bewonderen. — Entrêe fr. 1. Teruggaande naar de Machinegalerij blijven wij op de eerste verdieping, welke niet breed is, en verschillende inzendingen bevat, wier plaatsing in de klassen moeielijkheden opleverde. Er is hier eene kleine Nederlandsche afdeeling, voornamelijk bestaande uit de inzending van verwarmingstoestellen en bronswerken der heeren Becht en Dyserinck, en daarnevens inzendingen en gegevens betreffende hygiëne en armenzorg. Onder deze laatste vestigen wij de aandacht op de zoo nuttige Nederlandsche Vereeniging roor Liefdadigheid te Parijs, wier kas zeker niet vergeten zal worden door de voor hun genoegen naar Parijs gekomen landgenooten. Wij blijven op de gaanderij der eerste verdieping en deze langs de zijde der Avenue de la Motte Piquet nemend, komen wij voorbij de groote feestzaal om daarna aan te komen in de Fransehe afdeeling der tentoonstelling van voedingsmiddelen, en wel in het Champagne-paviljoen, waarvan de zeer luchtige Louis XV-stijl terstond de aandacht trekt. In dit paviljoen kan men de verschillende champagnesoorten per glas geschonken krijgen. Trouwens, ditzelfde is in de meeste paviljoens, zoowel der Fransehe als der vreemde secties van de tentoonstelling der voedingsmiddelen het geval. Overal, waar dit zoo is, is de prijs per glas duidelijk zichtbaar aangegeven en hij, die bij elke dier gelegenheden slechts één glas drinkt, zal moeite hebben zijn weg naar huis te vinden. Gaan wij de binnentrap van het Champagne paviljoen af, dan zien wij beneden verschillende voorstellingen van de champagnefabricage, en komen in eene afdeeling, waar de hooge gebouwen zoo dicht op elkaar staan, dat men ternauwernood hunne soms zeer kunstig bewerkte gevels kan zien. Het eerst hebben wij de nijverheid der olieslagerijen, zeer groot en zeer smaakvol voorgesteld. Bij deze gaan wij even uit het paleis om de verschillende gebouwtjes te zien, langs de Avenue de la Motte Piquet opgericht. Wij hebben daar opnieuw een champagne-paviljoen, het paviljoen Mercier. Verder een reuzenvat, inwendig ingericht als een huis van vier verdiepingen, waar overal allerlei soort drank geschonken wordt. Dan de meelindustrie met den moulin Rose, een voorbeeld der groote Fransehe meelfabrieken, en eene bakkerij. De Machinegalerij weder binnengekomen, zien wij de omvangrijke groep gevormd door de zuivelindustrie, en daarnaast tal van landbouwwerktuigen, en komen zoodoende in de wijnstad, wier middelpunt wordt ingenomen door de reconstructie van een oud Fransch dorpje uit de wijnstreken, waarin eene merkwaardige historische tentoonstelling van den wijnbouw geplaatst is. Rondom dit dorpje hebben de voornaamste wijndistricten in paviljoens, welke meest alle ontleend zijn aan oude gebouwen uit het district, de beste wijnsoorten gezamenlijk tentoongesteld. Bizondere vermelding verdient het paviljoen der Gironde met de beroemde Bordeaux-wijnen, dat der Charente met echte cognacsoorten, het zeer schilderachtige paviljoen van het departement de 1'Herault, en de groote inzending van Bourgogne in het onde paleis der Staten van Bourgogne. Onmiddellijk bij de wijnstad springt de steven van een reuzensehip ver in de zaal naar voren. Het is het schip Menirr, en bevat de tentoonstelling dier groote chocoladefabriek met vier in werking zijnde paviljoens. Het schip is eene getrouwe copie van het eerste schip, dat in Frankrijk cacao uit West-Indië aanbracht. Voor wij de Machinegalerij verlaten, dient nog eerst een bezoek gebracht te worden aan de inzending van den appelwijn, met vlugge Normandische meisjes, die dezen echt Franschen drank verkoopen, en ook aan de collectieve inzending der Fransche bierbrouwers. Wij komen thans langs den middendoorgnng weder terug in het paleis der Electriciteit, waar eene belangrijke Nederlandsche afdeeling van Electriciteit en Werktuigkunde, nagenoeg in het midden, iets naar rechts, geplaatst is. Hier zijn de electrische werktuigen der heeren Gebrs. Stork & ClB, en die der Electrotechnische Industrie-maatschappij te Slikkeveer. Hier is ook de zeer interessante electrische sloep van Fop Smit te Kinderdijk, en de in werking zijnde diamantslijperij van den heer Poliakoff uit Amsterdam. Machines voor stoombooten, kranen, pompen, een windmolen, spijkers en draadnagels, ja zelfs het model van een brandladder van den heer De Vries uit Amsterdam, zijn rondom die groote werktuigen geplaatst. Overigens verwijs ik voor de Fransche afdeeling van het paleis der Electriciteit, en de daaraan sluitende afdeeling der groote werktuigen, naar hetgeen ik reeds vroeger hieromtrent opmerkte. Een deskundige gids is met zijne uitleggingen ter plaatse noodig om dit alles juist te kunneu begrijpen. Eene hieraan verbonden historische afdeeling doet den door de werktuigkunde afgelegden weg beter waardeeren. Wij gaan thans, vóórdat wij den nog niet bezochten vleugel van den paleizenhoef bezien, even er uit om een blik te slaan op het Chateau d'eau. Het Chateau d'eau is de hoofdversiering van het Champ de Mars, en vormt met de ijzeren leuning, welke boven op het Electriciteitspaleis eenigszins aan een puntgevel doet Het Chateau d'eau en de Lichtende Fonteinen. denken, één geheel. Het midden is een groote boog, waaruit een waterval van 10 meter breedte, van eene hoogte van 30 meter trapsgewijze naar beneden stroomt, om opgevangen te worden in een breed, langwerpig bassin, waarin kleine fonteintjes aan de voorzijde nog meer leven aanbrengen. Achter dien waterval is de wondergrot, welke door gekleurd licht, volgens eene geheel nieuwe vinding, met het daarover stroomende water een nooit gezien tafereel zal opleveren. Dit gedeelte der tentoonstelling is nog het meest achterlijk, hetgeen verklaarbaar is door de groote technische bezwaren, die overwonnen moeten worden. Het Chateau d'eau eD zijne omgeving vormen het middelpunt der grootsche illuminatie bij feesten. Het is dus hier de plaats aan te geven, hoe men het beste deze verlichting ziet, daar zij in de lange zomerdagen slechts kort duurt, en de tentoonstelling zoo uitgestrekt is. Den volgenden teeg achten wij het meest aanbevelenswaardig. Tegen half negen treedt men de tentoonstelling binnen bij den Monumentalen Ingang. De zacht gekleurde verlichting der Porte Binet geeft een bizonder schoon effect. Daarna gaat men langs de Seine tot de Avenue Nicolas II, beziet deze, en gaat over de brug Alexander III, waarbij men de weerkaatsing der illuminatie in de Seine en de schittering van de Straat der Volken bewondeit. Men steekt vervolgens het schoon verlichte voorplein van de Esplanade der Invaliden over, slaat daarna rechts af en neemt bij de Nederlandsche afdeeling in dit paleis de rollende loopplank. Men laat zich aldus voortrollen door eene zee van licht tot het station der Porte Rapp, gaat het tentoonstellingspaleis dwars door, en de trap op naar de buitengaanderij aan de zijde van het Champ de Mars. Men ziet dan de 1100 lichten van de leuning van het Electriciteitspaleis en de lichtende fonteinen. Men neemt die gaanderij tot aan het Electriciteitspaleis, loopt daar langs en achter den waterval door, en gaat aan de andere zijde de zacht glooiende helling afdalend naar het bassin. Hier ziet men de lichtende fonteinen en overziet men tevens het geheele Champ de Mars. De lichtende fonteinen spelen driemaal 's avonds met tusschenpoozen van een kwartier, en wel van 9 uur 15 min. tot 9 uur 35 min., van 9 uur 50 min. tot 10 uur 10 min. en van 10 uur 25 min. tot 10 uur 45 min. Langs het middenpad in de richting der Seine voortgaande, ziet men den Eifteltoren, bizonder elegant met zijne lichtende lijnen, en onder dien grooten boog het van licht stralend Trocadéro met zijn waterval. Keert men zich om, dan heeft men het ensemble gezicht van het Chateau d'eau en de paleizen van het Champ de Mars. Bij den Eiffeltoren gekomen, slaat men rechts af, om langs het paleis der Kleederdrachten het lichtend paviljoen Ponsin te kunnen genieten, daarna weder links af, ten einde de Jena-brug te bereiken. Op deze heeft men het schoone gezicht der rivier. Aan het Trocadéro gekomen, gaat men de helling halverwege naar boven om den lichtenden koepel van het Algerijnsch paleis, enz. meer van nabij te zien. Op dezen weg moet men acht geven op de rijen stoeltjes, welke, zeer onhandig den weg versperrend, 's avonds op het middenpad van het Champ de Mars en van het Trocadéro worden geplaatst. Bij het bassin van het Trocadéro slaat men rechts af, om de verlichting te zien der Sumatrahuisjes en van China, en gaat dan door de Japansche afdeeling naar de kleine overbrugging, tegenover de bakkerijen aangebracht. Men gaat nu de Seine op, langs het restaurant Duval en steekt haar daarop over bij de hulpbrug, die tegenover het midden van het paleis van Land- en Zeemacht uitkomt. Dit paleis gaat men niet binnen, doch daalt links de trap af, tot aan de lage Seinekade, waar men de verlichting van Oud-Parijs ziet. Onder de Almabrug doorgaande, wandelt men langs de van licht stralende restaurants onder de nationale paleizen tot het Italiaansche paleis. Hier gaat men de trap op en neemt de hulpbrug over de Seine, die bij het paleis der Stad Parijs uitkomt. Men is thans in de Straat van Parijs gekomen, waarvan men de fraai verlichte plantenkassen aan de overzijde gezien heeft en waar nu de verlichting en de schouwburgen alle aandacht vragen. Toch is het zaak deze een oogenblik te verlaten, om op het open middenvak tusschen de twee groote kassen de prachtige verlichting der paleizen van de Straat der Volken te overzien. Daarna ziet men de Straat van Parijs, het paleis van den Dans, en dat der Congressen verder af en blijft er tot tusschen ll1/» en 12 uur dit laatste gedeelte der tentoonstelling ontruimd wordt. In afwachting van dezen wel vermoeienden, maar zeer schoonen tocht des avonds, hervatten wij onze wandeling weder bij het Chateau d'eau en blijven thans op de verdieping. waar aan de zijde van het Champ de Mars wij de Nederlandsche afdeeling van kleedingstukken en weefsels zien. Nevens schoenen en heeren-linnengoed, vinden wij hier mooie borduurwerken, interessante inzending van Het paleis voor Weefsels en Kleedingstukken. gebatikte weefsels en eene talrijke groep poppen, wier kleeding eene getrouwe nabootsing is der eigenaardige kleederdrachten in sommige streken van Nederland, nu nog of kort geleden in gebruik. Hiermede zijn wij gekomen in het paleis der Weefsels en Kleedingstukken. Blijven wij nog op de eerste verdieping, dan zien wij de vreemde secties. Groot-Britannië vooral met katoenen en wollen geweven goederen. Rumenië met nationale kleederdrachten en borduurwerk. Duitschland met weefsels in allerlei stoffen, Zwitserland zeer krachtig optredend met zijde-industrie en fluweel, de Vereenigde Staten, Portugal en Oostenrijk, evenals Spanje, en vooral België met eene hoogst belang- rijke inzending der kantindustrie. Dalen wij de trap af, dan komen wij bij Hongarije, Rusland met nationale fraaie weefsels, Zweden eveneens zeer interessant door de teekening en de kleuren der stoffen, Japan met geborduurde zijde en prachtige waaiers en Perzië, benevens eenige der landen die wij reeds boven zagen. De Fransche afdeeling biedt niet minder rijke verscheidenheid. Bizonder moet vermeld worden de collectieve inzending van de Lyonnche zijde-industrie, dan de parfumerie, die hoewel hier wat vreemd geplaatst, een allersmaakvolst geheel vormt; de eigenlijke weef-industrie Het paleis voor Mijnwezen en Metalen. en de passementerie. Het meest aantrekkelijke in deze afdeeling, waarvan ook aan de heeren het bezien geenszins zal vervelen, is de tentoonstelling van dameskleedingstukken. De groote dameskleermakers hebben eene collectieve inzending tot stand gebracht, welke in rijkdom en smaak alles overtreft, wat tot dusver op dit gebied door eene tentoonstelling te aanschouwen werd gegeven. Wij zijn nu genaderd tot het laatste paleis op het Champ de Mars, dat voor Mijnwezen en Metalen. Omtrent de steengroeven, het mijnwezen en de daarbij gebruikte werktuigen en ontploffingsstoffen, vindt men hier veel belangrijks, toch zal de niet-technische bezoeker de mijn van het Trocadéro beter waardeeren. Wat betreft de bewerking van metalen, behoeft men evenwel geen technicus te zijn, om de groote krachtsinspanning te bewonderen, welke de Pransche staal- en koperfabrieken hier toonen. De monumentale poort, uit ketelbanden en ijzeren platen samengesteld, der Forges de Douai, de blinkende eerezaal van de Sodété des Métaux, het zink van de C" de la Vieille-Montagne, de rails, de ijzeren bogen, stalen schakels, koperen buizen, stoomketels en wat hier al meer te zien is, bewijzen hoezeer de menscb meester geworden is over het metaal. De kleine metaalindustrie vormt eene afzonderlijke groep, waarin het gesmeed ijzerwerk zeer belangrijk is. Bij deze groep is eene geschiedkundige afdeeling, die vele bezienswaardige proeven van slotenmakerswerk, uithangborden, en kunstig bewerkte, tinnen voorwerpen bevat. Van de vreemde afdeelingen is de Duitsche de meest \ belangrijke. De krachtige smeedhamer en pietmachine imponeert door zijne afmetingen, evenals de groote zuigpomp uit Saarbrücken. Op de verdieping is eene schoone verzameling barnsteen te zien. België heeft naast de inzendingen der steenkolenmijnen en der hoogovens ook het product der steengroeven en cementsoorten tentoongesteld. Rusland spreidt niet alleen zijn metaalrijkdom ten toon, doch laat ook zien hoe ver zijne metaalnijverheid reeds ontwikkeld is. Engeland is hier zeer bescheiden vertegenwoordigd, nagenoeg alleen in de kleine metaalindustrie, de beroemde groote fabrieken van staal en werktuigen hebben niets ingezonden. Zweden en Noorwegen laten groote ertsblokken, maar ook tevens veel bewerkt metaal zien. De Vereenigde Staten treden hier bescheiden op, maar zouden hunne groote werktuigen naar de annexe te Vincennes, waar zij een geheel paleis vullen. Oostenrijk en Hongarije, dit laatste land met eene poort samengesteld uit kleine metalen voorwerpen, zijn, evenals de vorige genoemde afdeelingen, gedeeltelijk op de grondverdieping, gedeeltelijk op de eerste verdieping, waar nog bovendien de inzendingen van Portugal, Italië, Spanje en Japan, ofschoon van minder omvang, niet zonder belang zijn. Wij verlaten thans het paleis van het Mijnwezen door zijn ingang, waarbij twee groote kranen staan, en langs het paleis der Kleederdrachten gaande, komen wij bij de reeds geziene paleizen voor Zeevaart, waar wij onze wandeling langs de Seine voortzetten. De Straat der Volken. Het eerste gedeelte van de Straat der Volken bevat de tentoonstelling der middelen om elkaar te dooden, het. tweede die der middelen om het leven te verlengen, en het derde gedeelte, het meest belangrijke, doet ons de volken zien vreedzaam naast elkaar wonend. Het Koepelfort van „Ie Creusot," de zwaar gepantserde 40 meter hooge koepel, wiens middellijn 43 meter is, met zijn vooruitstekend geschut, doet ons terstond bespeuren dat wij in de afdeeling Krijgswezen zijn aangeland. Toch heeft' de bekende fabriek der firma Schneider en Cie hier niet alleen oorlogswerktuigen tentoongesteld, maar kan men in den koepel de geheele productie dezer groote zaak leeren kennen. Evenzoo kan men in het tegenover gelegen paviljoen der firma Wextinghouse, niet alleen het bekende remtoestel, maar ook haar ander werk zien. Aan de rechterzijde der Straat der Volken, zooals wij haar thans opgaan, zijn nog verschillende kleinere paviljoens. Zoo het Britsche paviljoen van het huis Maxim, waar wij, evenals bij de Long-Toms in het paviljoen van le Creusot, door de vlug bewegelijke Maxims aan den Zuid-Afrikaanschen oorlog herinnerd worden. 12 PLAN DER SEINE- OEVERS (2de gedeelte). 1. Gebouw „Tour du Monde". 2. Scheepvaart. 3. Dienstgebouw Seinescheepvaart. 4. Koepelfort van ,1e Creusot". 5. Duitschland. — Zeewezen. 6. Italië. — Zeewezen. 7. België. — Krijgswezen. 8. Groot-Britannië. — Krijgswezen. 9. Rusland. — Krijgswezen. 10. Annexe Land- en Zeemacht. 11. Rumeensch Restaurant. 12. Paviljoen van Mexico. 13. Persgebouw. — Post- en telegraafkantoor. 14. Paviljoen van Servië. 15. , „ Griekenland. 16. Kamers voor Zeehandel. 17. Haven voor Pleiziervaartuigen. 18. Restaurant Bouillon Duval. 19. Ventilatie, Verwarming. Omheining der Tentoonstelling. ++++++ Beweegbare loopplank. Electrische spoorweg. B Aanlegplaats der Seinebooten. O Station van den Ondergrondschen Spoorweg. oD Omnibusstation voor de lijnen: Place de 1'Alma — Oare du Nord. Passy — Hotel de Ville. Place de la Chapelle — Pont de 1'Alma. Montmartre — Porte Rapp. Bastille -s Porte Rapp. Gare de Lyon — Place de 1'Alma. Louvre — St. Cloud — Sèvres — Versailles. Place de 1'Etoile — Gare Montparnasse. Point du Jour — Place de 1'Alma. Verder het Russisch paviljoen met eene bezienswaardige inzending van militaire kleedingstukken, evenals ook Duitschland ten toon stelt in de annexe van de tentoonstelling voor het krijgswezen en daaraan volgend het paviljoen voor luchtverversching en verwarming, waarbij de inzending uit het familistère te Guise niet alleen om de eigenaardige inrichting dezer maatschappij vermelding verdient. Langs de Seinekade, over eene zeer groote uitgestrekt- Het paleis voor Land- en Zeemacht. heid, vinden wij een gebouw van twee verdiepingen, welke het paleis voor Land- en Zeemacht vormt. Eene statige, krijgshaftige poort met ruiterstandbeelden vormt het midden van den gevel en geeft langs den doorgang van het gebouw toegang tot de loopbrug over de Seine. De tentoonstelling van het Fransch krijgswezen is hier geplaatst naast die der vreemde secties, waarin wij inzendingen zien uit Rusland, vooral uniformen en marinezaken, Oostenrijk, Hongarije, Spanje, Groot-Britannië, de Vereenigde Staten, vooral op maritiem gebied, Turkije, Noorwegen, maar meer als Roode-Kruismogendheid, Portugal, Duitschland vooral met uniformen, Italië en zelfs België. Ondanks dit alles is deze tentoonstelling de minst belangwekkende van alle, daar ieder der deelnemers, Frankrijk zoowel als de andere, alleen laat zien wat reeds algemeen bekend is. Het nieuwe en fijne der zaak houdt men geheim. Het is geenszins te betreuren, dat Nederland aan deze groep geen deel neemt. Wij zien er groote en kleine kanonnen, de machines van een paar der nieuwste Fransche oorlogsschepen en modellen van schepen, waaronder de torpedoschepen, evenals de torpedo's, het meest belangrijk zijn. Dan groote en kleine kogels, bommen en granaten, uniformen en historische herinneringen. De afdeelingen Militaire hygiëne en RoodeKruisverpleging hadden belangrijk kunnen zijn, maar zijn dit slechts in zeer beperkte mate. Zij vormen den overgang tot den oostelijken vleugel van het paleis, die het paleis der Hygiène betiteld is. Eene annexe hiervan is het hospitaalschip, dat voor dit paleis in de Seine ligt, en bestemd is voor de visschers, die op de Banken bij New-Foundland jaarlijks van uit; Normandië ter vangst gaan. Op dit schip is een diorama van het leven dier visschers op de Banken. — Entree fr. 0,50. Het middelpunt der tentoonstelling van gezondheidsleer, is de schoone, ofschoon wel wat overladen zaal Iasteur, waarin het beroemde Instituut Pasteur een overzicht geeft van de onderzoekingen en de resultaten van dien grooten meester, en van zijne leerlingen. Rondom deze inzending zijn historisch-geneeskundige verzamelingen door Duitschland, Oostenrijk, Italië en Engeland op verzoek van Frankrijk tentoongesteld. Ook aan Nederland werd een dergelijk verzoek gericht, en hieraan hebben wij te danken de kleine, maar keurige Nederlandsche afdeeling. waarin voorwerpen, tafels en boeken spreken van Boerhave en zijn tijd. Onder de verdere inzendingen op het gebied van gezondheidsleer, zijn die omtrent waterzuivering, stadsreiniging en voorzorgen tegen besmettelijke ziekten, ofschoon zij hoofdzakelijk uit tabellen, geschriften en teekeningen bestaan, van zeer veel belang. Naast het paleis der hygiène, begint met het paleis van Mexico de reeks der nationale paviljoens. Het paleis van Mexico is in eenvoudigen stijl opgebouwd, overeenkomstig den daar te lande thans heerschenden smaak. Inwendig is het een ruim, goed georganiseerd tentoonstellingsgebouw, waarvan het aan het uiteinde aangebrachte ontvangstsalon vermelding verdient, ook al, omdat daarin hedendaagsche kunst ten toon is gesteld. Overigens vinden wij hier allerlei soorten Mexieaansche producten, w.o. die der rijke mijnen, eenvoudige industrie-voortbrengselen en een overzicht deiwerkzaamheid van de Regeering. De naburige Staat. Guatamala heeft in een gedeelte van dit paleis plaatsing voor zijne producten gevonden. Tegenover het paleis van Mexico staat het Perspaviljoen Dit is eene navolging van het „Maison de la Presse", dat bij de Amsterdamsche feesten van 1898 bij alle vreemde journalisten zulk een buitengewonen bijval vond. De navolging is niet zoo goed geslaagd als het origineel. De toegang tot dit paviljoen is gereserveerd voor de houders van perskaarten, het er aan verbonden post- en telegraafkantoor heeft een afzonderlijken ingang voor het publiek. Wij gaan thans de zeer versierde, meer bonte dan smaakvolle groot-! loopbrug over, en komen in het tweede gedeelte van de Straat der Volken. Wij zullen hier beurtelings links en rechts de paleizen binnengaan, de plattegrond wijst hunne plaatsing voldoende aan. De Straat deiVolken is, evenals de Straat van Parijs, eene rijk beschaduwde laan, wier beide zijden door paleizen en paviljoens zijn ingenomen. De gebouwen aan den Seinekant zijn meest alle over de lage Seinekade gedeeltelijk uitgebouwd. In deze onderverdieping zijn nationale restaurants gevestigd. In verscheidene hiervan wordt muziek gemaakt, en de beweging op de etensuren langs deze in gewone tijden zoo verlaten kade, is zeer levendig. Vele der paleizen zijn des Zondags gesloten, des Maandags zijn nagenoeg alle gesloten om schoongemaakt te worden. Het paviljoen van Servië. De beste dag voor het bezoek van de Straat der \ olken is Vrijdag, welke trouwens in het algemeen als de jour select, dit is de duurste en meest voorname dag, voor tentoonstellingsbezoek wordt beschouwd. Servië heeft een smaakvol gebouw in Servisch-byzantijnschen stijl, vrij eenvoudig gehouden en zonder overlading. Het bevat de meeste Servische inzendingen, voornamelijk delfstoffen, landbouwproducten, w.o. vooral tabak, en kleurige weefsels, die gedeeltelijk onder de oogen van het publiek vervaardigd worden. Opmerking verdienen ook de gouden en zilveren sieraden, meest filigraanwerk. PLAN DER SEINE- OEVERS (lste gedeelte). 1. Paviljoen der Stad Parijs. 2. phono-Cinéma-theater. 3. Restaurants. 4. Gebouwen voor Tuinbouw en Boomteelt. 5. Aquarium van Parijs. 6. Paleis van den Dans. 7. Paleis voor Volkshuishoudkunde en der Congressen. 8. „Maison du Rire". 9. „Tableaux vivants". 10. „Jardin de la Chanson". 11. „La Roulotte". 12. „Grand Guignol". 13. „Bonshommes Guillaume". 14. „Auteurs gais\ 15. „Le Manoir a renvers". 16. Restaurant. 17. Paviljoen van Italië. 18. * * Turkije. 19. m „ de Vereenigde Staten. -20. * , Oostenrijk. 21. . . Hongarije. 22. „ „ Groot-Britannie. 23*. „ » België. 24. „ „ Noorwegen. 25. „ » Duitschland. 26. « • Spanje. 27. » .. Monaco. 28. * « Zweden. 29. Station van den Electrischen Spoorweg. 30. Paviljoen van Griekenland. 31. » . Servië. 32. n » Portugal. 33. * «. Peru. 34. „ » Bosnië en Herzegowina. 35! . . Peraië. 36. „ ft Luxemburg. 37. n 1. Finland. 38. « « Bulgarije. 39. * * Rumenië. |—|—|—|—l— Beweegbare loopplank Electrische Spoorweg. Omheining der Tentoonstelling. (Vlag) Nederlandsche afdeeling. OA Omnibusstation voor de lijnen: Place de 1'Alma — Gare du Nord. passy — Hótel de Ville. place de la Chapelle — Pont de 1'Alma. Montmartre — Porte Rapp. Bastille — Porte Rapp. Gare de Lyon — Place de 1'Alma. Louvre — St. Cloud — Sèvres — Vermailles. Place de 1'Etolle — Gare Montparnasse. Point du Jour — Place de 1'Alma. OB Station van den Ondergrondschen Spoorweg. OC Aanlegplaats der Seinebooten. Griekenland heeft een paviljoen niet in Griekschen stijl, maar zuiver byzantijnsch, dat evenwel door den Griekschen invloed bijzonder harmonisch van afmetingen is. De marmerbeelden, die het omringen, herinneren ons aan de beteekenis van dit land voor de beeldhouwkunst. In het paviljoen vindt men de inzending der moderne Grieksche schilders en trouwens alle andere Grieksche inzendingen, welke hier tot één geheel te zamen gebracht zijn. De wijnen en rozijnen nemen daaronder eene eerste plaats in. Ook weefsels van smaakvollen arbeid getuigend en reproducties van de kleederdrachten des lands zijn hier te vinden. Het palcis van Rumenië. Rumenië heeft een paleis gebouwd, waarin met groote weelde, rijke versieringen, gekleurde baksteen, vergulde arabesken, enz. de oud-Rumeensche bouwstijl der 16de eeuw is nagebootst. Inwendig bevat het paleis verschillende afdeelingen der llumeensche tentoonstelling, doch niet alle. Vooral de mineralen, w.o. de petroleum en het natuurlijk mineraalwater, de boschbouw, de visscherij en de landbouw, zijn hier bezienswaardig. Eveneens het aardzout en de weefsels, welke gedeeltelijk uit vorige eeuwen zijn bijeengebracht. Men was van plan hiernevens de Schat van Petroassa, welke den West-Gothischen koning Alarik zoude Het paviljoen van Zweden. hebben toebehoord, ten toon te stellen, doch heeft het veiliger gevonden deze eerbiedwaardige producten van oude goudsmidskunst, wegens hunne hooge waarde, tijdelijk in het Louvre-museum te laten zien. Zweden heeft naar 's lands wijs een geheel houten gebouw, dat bijzonder opvalt door de levendige, aan eiken stijl vreemde vormen, welke gekozen zijn. Deze veroorloofden op de eerste verdieping een ruim balcon te maken, waarvan men een prachtig vergezicht heeft. Het inwendige van het paviljoen geeft vooral de houtnijverheid en veidere nationale takken van huis-industrie te zien. Men vindt er meisjes uit Dalecarlie en uit Zuid-Zweden in nationale kleederdracht. Twee merkwaardige diorama's van den schilder Ti den vertoonen een winternacht in Lapland en een zomernacht met zonlicht te Stockholm. Het bizonder ontwikkeld Zweedsche telefoonwezen is hier eveneens tentoongesteld. Monaco heeft een paleis bijna zoo groot als het landje zelf. Het is eene reproductie van een gedeelte van het slot der Grimaldi's, de vorstenfamilie, die sinds eeuwen dit landje bestuurt. Schoone schilderingen vertoonen de bekoorlijkheden der Cóte d'Azur, terwijl de belangrijke, bizonder fraaie plantencollectie een der beste is, op de tentoonstelling ingezonden. Men kan hier kennis maken met de resultaten van het diepzee-onderzoek, dat de vorst van Monaco persoonlijk, aan boord van zijn jacht Alice, leidt. Bulgarije heeft een zeer groot, zeer pretentieus, maar niet zeer bekoorlijk gebouw opgericht, waarvan de stijl niet te herkennen is. Inwendig vindt men de tentoonstelling van het boschwezen, der granen, wijnen en tapijten. Op de verdieping is een salon voor den Bulgaarschen vorst met voorwerpen uit zijne nog jonge verzameling. Het merkwaardigste van deze inzending is die der beroemde rozentuinen van Kezanlik, en de daaruit bereide rozenolie. Spanje heeft voor het statige gebouw, dat zijn paleis is geworden, de architectonische elementen ontleend aan den nationalen Spaanschen renaissancestijl, zooals deze in de Universiteitsgebouwen van Alcala, Salamanca, enz. blijkt. Inwendig is het Spaansche paleis, evenals in zijn uiterlijk voor- komen bizonder deftig. Prachtige tapijten uit koninklijke en partikuliere verzamelingen, oude, kostbare wapenrustingen van het beroemd Madridsch museum, en andere histo nsche herinneringen, w.o. de troonbaldakijn van Karei V en het staatsiekleed van den laatsten vorst der Mooren (beide stukken oorspronkelijk en geen namaak) de voornaamste zijn. Het Duitsche Rijk heeft aan zijn paleis een drievoudig karakter gegeven: Symbolisch, industrieel en historisch. Het symbolieke ligt in het gebouw zelve, dat in oud-Duitschen stijl, bepaaldelijk van ZuidDuitschland, is opgetrokken. Het heeft den hoogsten toren van alle paleizen der verschillende volken, en is inwendig met den meesten rijkdom gebouwd, vooral de fraaie marmervloer van de hal n imi^ncintp stilfltsifi* CU uo trap getuigen hiervan. De in- en uitwendige schilderingen en beeldengroepen van het paleis zijn eveneens symboliek. De uitlegging hiervan zou pagina's vorderen. In groote trekken stenen'de schilderingen der buitenmuren de vier elementen voor, beheerscht door den mensch, terwijl die der binnen- Het Duitsche palets. zijde de hartstochten, die den mensch beheerschen, verbeelden. De industrieele tentoonstelling betreft in de onder verdieping die van den Duitschen wijnbouw en op de grondverdieping die van het Duitsche boek en der graphische kunsten, terwijl op de eerste verdieping nevens het boek, ook nog inzendingen zijn, betrekking hebbende op de Duitsche wetgeving en praktijk ten bate der arbeidende klasse. De historische tentoonstelling wordt gevormd door de zalen der eerste verdieping aan den Seinekant gelegen, de Het paviljoen van Finland. zalen van Frederik II. Deze prachtige zalen zijn alleen te zien na bekomen toegangskaart, welke men op persoonlijke mondelinge aanvraag bij het Duitsche Commissariaat-Generaal (Avenue des Champs-Elysées 88) verkrijgen kan. Zij zijn de reproductie der zalen van het kasteel te Potsdam en prachtige voorbeelden van den Louis XV-stijl. De Duitsche keizer heeft hier eenige zijner meest beroemde schilderijen der Fransche school uit de 18de eeuw, w.o. Watteau, Boucher, Lancret en Chardin, ingezonden. Ook de meubels zijn echt Fransch fabrikaat uit die tijden. Finland komt op de geheele tentoonstelling, ofschoon als onderdeel van Rusland, toch als afzonderlijk Groothertogdom uit. Het Finsche paviljoen legt hiervan getuigenis af. Het is gebouwd in een stijl ontleend aan de Finsche plattelandskerken. Inwendig geeft het een overzicht van het materieel en intellectueel leven van het land. Bizonder belangrijk zijn de inzendingen, die betrekking hebben op het leven rondom de groote Finsche meren, en die omtrent het onderwijs in het Groothertogdom. Een bizonder groote meteoorsteen, Het paviljoen van Noorwegen. het vorige jaar in Finland gevallen, staat midden in het paviljoen. Noorwegen heeft zijn paviljoen, geheel van hout opgetrokken, evenals de meeste huizen van dit land. Door zijne eenvoudige lijnen, zijne stemmige kleur en zijne practische inrichting, is het houten gebouw van Noorwegen, waarop het oog met bizonder welgevallen rust, een der schoonste van de geheele paleizenreeks. Inwendig vinden wij een overzicht van de vischvangst in Noorwegen, en op de verdieping de vischtraan-industrie, daarnevens afbeeldingen van het Noorsche landschap en eene belangrijke verzameling modellen van Noorsche huizen uit de verschillende landstreken. Bizondere vermelding verdient de op verkleinde schaal gegeven reproductie van de Fram, het bekende stevige vaartuig, waarop prof. Nanssen zijne beroemde noordpoolreis deed. Ook de instrumenten, op die reis gebruikt, zijn in het paviljoen tentoongesteld. Luxemburg heeft een klein, maar smaakvol paviljoen, de reproductie van een gedeelte van het tegenwoordig groothertogelijk paleis, het voormalige stadhuis der hoofdstad. In den vleugel van het gebouw hebben de Luxemburgsche bierbrouwers eene collectieve inzending geplaatst, waar men tevens met hun product kan kennis maken. De beide verdiepingen van het paviljoen zijn ingenomen door regeeringsinzendingen en door die der Luxemburgsche kunstnijverheid en van den landbouw. België heeft in zijn paleis hulde willen brengen aan de van ouds beroemde vrije gemeenten van Vlaanderen, en daarom, hoewel op eenigszins verkleinde schaal, een meesterstuk der Vlaamsche renaissance, het stadhuis van Oudenaarden, aan de Seine herbouwd. Ook inwendig is dit, paleis gedeeltelijk eene reproductie van de zalen van het stadhuis, terwijl in de overige vertrekken afbeeldingen van de belangrijkste gebouwen der Belgische steden of de schoonste landschapsgezichten uit dit kleine land tentoongesteld zijn. De Belgische Kamer van Koophandel te Parijs heeft in een kleinen zijvleugel een overzicht gegeven harer werkzaamheid. # Wij zijn thans op het breede terras, dat in het midden dezer straat is opengelaten, en waar men de Seine kan overzien. Het is eene prachtige aanlegplaats voor luxebooten, die, bont bewimpeld, met vroolijke tentoonstellingsbezoekers volgeladen, de Seine op- en afvaren; maar ongelukkig heeft men vergeten zulk een zeer gewenschten bootdienst te organiseeren, en de rivier is nu niet levendig genoeg. Zij is zelfs minder levendig dan in gewone tijden. Het paleis van België. Groot-Britannië heeft voor zijn paviljoen eene nabootsing gekozen, op de juiste grootte, van een echt Engelsch landhuis uit den Tudortijd, hoofdzakelijk ontleend aan Kingtonhouse, dat nog te Bradfort-on-Avon bestaat. Inwendig evenwel heeft men het gebouw geheel gemoderniseerd, en van alle weelde en gemakken voorzien, welke rijke Engelschen in hunne schoone landhuizen aanbrengen. Daaronder behooren keurige meubels, mooie tapijten, prachtig zilver- en glaswerk, en vooral eene uitgezochte verzameling schilderijen. Van den onlangs gestorven Engelschen meester Sir Burne Jones 13 zijn hier verschillende doeken, doch de meeste zijn van de bloeiperiode der Engelsche schilderschool uit de 18de eeuw. Doeken van Gainsborough, Reynolds, Turner, Romney, Raeburn en Hoppner, w.o. twee door koningin Victoria afgestane familieportretten, vormen eene uitgezochte verzameling. Het Britsche paviljoen is alleen geopend voor houders van kaarten, welke men op persoonlijk, mondeling verzoek Het Britsche paviljoen. aan het Britsche Commissariaat-Generaal (11 Avenue de la Bourdonnais) kan verkrijgen. Perzië heeft zijn eigenaardig karakter duidelijk zichtbaar gemaakt in zijn zacht-blauw en wit paviljoen. Gedeeltelijk, vooral de bovenverdieping, is het gebouw de reproductie van een der schoonste paleizen uit Ispahan. Het inwendige heeft drie geheel verschillende gedeelten. Men heeft er de eerezaal, bestemd voor den Shah en gemeubeld met meubels en tapijten uit zijne eigene paleizen. Daarnevens de Bazaar met tal van Oostersche producten, w.o. bijzonder belangrijk zijn: Perzische paarlen en turkooizen en de beroemde tapijten. Op de eerste verdieping vindt men de derde afdeeling, een Perzische schouwburg, waarin nationale dansen door inboorlingen worden vertoond. Klimt men nog hooger, dan komt men in een restaurant met Perzisch eten en drinken. Het paviljoen van Perzië. Peru heeft een klein paviljoen in eenigszins Spaanschen stijl; het is bestemd na de tentoonstelling te Lima weder te worden opgebouwd. Nu herbergt het de producten des lands, w.o. de caoutchouc, de kina, koka, enz., prachtige houtsoorten, mineralen, w.o. goudhoudende ertsen, en photographieën van landschappen. Hongarije heeft in de gevels van het paleis, dat getuigenis moet afleggen van 's lands onafhankelijkheid, de voornaamste gebouwen van het Bijk gereproduceerd, en daardoor eene verscheidenheid gekregen, welke voor een goed geheel wat te groot is. De hoofdingang is aan de straatzijde, en ontleend aan de abdij van Jaak. De linkerzijgevel is afkomstig van het kasteel van Vajda Hunyad, de rechter van eene kapel Het paleis van Hongarije. van Kassa, terwijl de vierkante toren aan de Seine-zijde, waarvan het over de rivier uitspringend Mariabeeldje zulk een bizonder schoone silhouet afteekent, ontleend is aan de kerk van het versterkt kasteel van Körmüczbanya. Het paleis is wegens de groote kunstschatten, die er in verzameld zijn, alleen toegankelijk voor houders van kaarten, welke op persoonlijke, mondelinge aanvrage uitgereikt worden door het Hongaarsch Commissariaat-Generaal (23 Avenue Rapp). Het inwendige is een zeer volledig, geschiedkundig museum, dat tevens eene verzameling van kunst en kunstnijverheid genoemd mag worden, waaraan de zalen eene Het paviljoen van Bosnie-Herzegowina. waardige omlijsting geven. Bizonder merkwaardig is de ridderzaal, gewijd aan den militairen roem van Hongarije, en meer bepaaldelijk aan dien van het specifiek Hongaarsche wapen: de Huzaren. Ook de kapel met de veroverde vaandels geeft een grootschen indruk. Bosnië stelde er prijs op in een afzonderlijk paviljoen te doen uitkomen, hoeveel het land onder Oostenrijk's bewind in 20 jaar is vooruit gegaan. De stijl van het 4 paviljoen, bepaaldelijk het gesneden houtwerk en de houten hokjes voor de haremvensters, wijzen op oosterschen invloed ; het inwendige, dat een overzicht geeft der Bosnische nijverheid, is uiterst modern. Ook landbouwproducten uit Bosnië en Herzegowina en een schoon Panorama van Serajewo zijn vermeldenswaardig. Oostenrijk heeft het derde paleis, waarin het borstbeeld Het paleis van Oostenrijk. van keizer Frans Jozef als souverein prijkt. Het is een aristocratisch gebouw in den rococostijl, die te VV eenen onder Maria Theresia en hare opvolgers zoozeer bloeide. Ook inwendig is die stijl volgehouden en is vooral de staatsietrap merkwaardig. De zalen bevatten de tentoonstelling van de pers, van afbeeldingen van landschappen en kleederdrachten, van minerale bronnen en op de eerste verdieping die der schoone kunsten, hoofdzakelijk schilderijen van Polen en Czechen. Bizondere ■ opmerkzaamheid mag worden gevraagd voor het Salon in den rechtervleugel van het gebouw op de grondverdieping, welke geheel is ingericht naar de meest moderne opvatting van huisversiering en ameublement, die thans te Weenen zich baan breekt. Portugal heeft een klein paviljoen, waarin de vischvangst en de boschbouw van het land op eenvoudige doch heldere wijze zijn tentoongesteld. Merkwaardig is de bevloering, welke bestaat uit een mozaïek van gekleurde kleine steentjes, zooals deze in de straten van Lissabon en andere Portugeesche steden wordt gevonden. Denemarken heeft nog op het laatste oogenblik een eigen paviljoen opgericht, dat, geheel uit vrijwillige bijdragen bekostigd, de bestemming heeft voor de Denen, die naar Parijs komen, een rustig toevluchtsoord te zijn te midden der tentoonstellingsdrukte. Men heeft daarvoor tot model gekozen een landhuis uit Jutland, in den stijl der lb^'eeuw, een gezellig, aardig gebouw met eenvoudige, smaakvolle Deensche meubels, versierd met een groote Deensche vlag, „de Danebrog", door de dames des lands geborduurd. Ook aan hen, die geen Denen zijn, wordt de toegang daarom niet geweigerd. De Vereenigde Staten hebben hun paleis vooral groot en hoog gewild. Het dak van den koepel verheft zich 51 meter boven de kade, en vier verdiepingen zijn in het gebouw, natuurlijk zijn er ook liften. De stijl heeft niets oorspronkelijks, maar wel zijn echt-Amerikaansch het beeld der Vrijheid op een zegewagen, en het ruiterstandbeeld van Washington aan den ingang, welk laatste beeld in brons gegoten op den Independence-day op de Place de Jena zal worden onthuld. Het inwendige van het gebouw geeft het type weer van een druk Amerikaansch clubhouse, met eene groote, hooge hal in het midden en 16 zalen er rondom, wel gemakkelijk, maar niet gezellig en volstrekt niet deftig ingericht. Het paleis der Vereenigde Staten. Turkije heeft een vrij omvangrijk paleis, waarvan de stijl aan bepaald Turksche gebouwen en niet aan andere Oostersche bouwwerken is ontleend. Inwendig vinden wij een Bazaar van allerlei Oostersche voorwerpen, op de eerste verdieping is eene bezienswaardige verzameling militaire en hofcostumes, en op de tweede verdieping zien wij prachtige Turksche tapijten, borduurwerk, aardewerk en bewerkt koper. Behalve een restaurant is ook nog in dit paleis een Het paleis van Italië. Syrisch koffiehuis, waarin Oostersche dansen door Syrische mannen en vrouwen uitgevoerd worden. — Entrée fr. 1. Italië heeft het grootste der nationale paleizen in de Straat der Volken, waarvan de vergulde koepeldaken reeds van verre zichtbaar zijn. Het gebouw, in zuiver Italiaansche renaissance stijl, heeft veel ontleend aan de beroemde paleizen van Venetië. De gevel is rijk versierd met allerlei beeldhouwwerk en ook inwendig is de versiering van het gebouw geheel Italiaansch gehouden. De groote zaal bevat de tentoonstelling van hedendaagsche Italiaansche kunstnijverheid. Venetiaansche kant, Florentijnsch glaswerk, bronzen, gouden, zilveren en porceleinen voorwerpen, tot zelfs nagemaakte antieken, zijn hier in groote verscheidenheid te zien, en vele daarvan zijn zelfs te bewonderen. Op de galerij, tot welke de staatsietrap toegang geeft, hebben het ministerie van onderwijs en dat van landboaw een overzicht hunner werkzaamheid gegeven. Het voor de commissie gereserveerd salon in den rechtervleugel van het paleis, is gedeeltelijk reproductie, gedeeltelijk, wat de meubelen betreft, oorspronkelijke Florentijnsche kunst tijdens het bewind der Medicis. De Esplanade des Invalides. Van de Straat der Volken leidt ons eene helling naar eene overbrugging, welke wij overgaan om op de Esplanade des Invalides te komen. Langs de Seine wandelend, komen wij voorbij het eenige schouwburgje, dat in dit ge deelte van het tentoonstellingsterrein opgericht is, liet theater der Fantoches Royales d' Oriënt. — ErUrée fr. 1 en fr. 0.50. Dit is een marionettentheater, vereenigd met een klein café-chantant. Dit voorbij gaande komen wij aan den tuin der Esplanade, juist tegenover de brug Alexander III. Wij zien dan voor ons de beide groote paleizen, welke op de Esplanade de tentoonstelling der kunstnijverheid en van het meubilair herbergen. Tusschen de bloemen in den tuin zullen wij groote openingen zien, en daardoor heen, rails. Dit komt doordien dit gedeelte van de Esplanade geheel aangelegd is boven het dak van het station der Invalides, waarvan gemelde openingen de luchtverversching moeten bevorderen. Het rechterpaleis, dat wij voor ons zien, bevat de buitenlandsche inzendingen en sommige Fransche, het linkerpaleis is geheel door Frankrijk gevujd. Den tuin der Esplanade overstekend, treden wij het De Esplanade des Invalides (rechterhelft). rechterpaleis binnen, daar, waar de vrij smalle straat tusschen de beide paleizen begint. Wij zijn dus in de buitenlandsche afdeelingen. De groepen der kunstnijverheid, van het meubilair en van de verschillende andere, daarmede in min of meer nauw verband staande takken van nijverheid, zijn hier niet gescheiden. Elk land heeft zijn eigen terrein, vele hebben dit zoowel op de grondverdieping als op het gedeelte der eerste verdieping, dat daarboven ligt.. Uitsluitend op de grondverdieping vinden wij Zwitserland, Japan, Denemarken, de Vereenigde Staten en België; uitfluitend op de eerste verdieping vinden wij Portugal, Nederland, Noorwegen, Zweden en Spanje. Op beide verdiepingen hebben wij Rusland, Duitschland, Groot-Britannië, Italië, Hongarije en Oostenrijk. Het eerste land, welks tentoonstelling wij bezoeken, is Zwitserland, terstond herkenbaar aan de houten uitstalkasten in den vorm van Zwitsersche chalets, waarin de hoogst belangrijke tentoonstelling van de horlogefabricage geplaatst is. Ook zijn er bezienswaardige inzendingen van gesneden hout, smeedwerk en eenig aardewerk. Japan toont hier vooral veel dat, ofschoon niet onbekend, toch nimmer zoo volledig bijeengebracht was. Tapijten, kamerschutten met verguld fond, Japansch porcelein, kunstsnijwerk, en vooral prachtig Japansch brons en gesneden ivoren voorwerpen bewijzen hoe hoog de kunstnijverheid in dit verre Oosten staat. Oostenrijk. Op de grondverdieping vooral de meubelen van gebogen hout, goudsmidswerk en aardewerk. Eveneens eene belangrijke inzending Boheemsch glaswerk. Buiten het eigenlijk paleis heeft Oostenrijk nog eene annexe, in een gedeelte waarvan een restaurant gevestigd is. Wij zullen meer van die annexen in losstaande paviljoens vinden, dit komt doordien men de boomen der Esplanade heeft gerespecteerd, en dus de tentoonstellingspaleizen betrekkelijk smal zijn. Hongarije is, behalve om het goudsmidswerk, dat hoogst merkwaardig is, ook nog te zien voor de proeven van stoffeering van openbare gebouwen, het koninklijk slot en het raadhuis van Budapesth, die het oplevert. Denemarken heeft ook eene annexe. De Deensche weefsels en behangsels zijn belangrijk vertegenwoordigd; de eerepalm der Deensche inzending komt toe aan het porcelein en aardewerk der koninklijke fabriek te Kopenhagen, welk werk misschien het beste is onder het vele op dit gebied, dat men in de paleizen op de Esplanade waardeeren kan. Italië heeft hier en in de annexe, welke naast het paleis is, de tentoonstelling zijner kunstnijverheid, die reeds zijn nationaal paleis vult, tot eene hoogst volledige gemaakt. Groot-Britannië heeft wel vele inzendingen van kunstnijverheid, w.o. meubels, weefsels en goudsmidswerk, doch is vooral te bezien om de meer dagelijksche voorwerpen, die onder de rubriek „Industries diverses" vallen. De Vereenigde Staten hebben in het paleis zelf ware paviljoens gebouwd, w.o. dat van het goudsmidswerk en der bijouterie schatten herbergt en ook schoone, al zijn het ook niet oorspronkelijke vormen. Verder eene belangrijke inzending der horlogerie, terwijl in de annexe wij het Amerikaansche drukwerk leeren kennen. De Amerikaansche pers heeft hier een paviljoen en de in werking zijnde drukkerij eener Engelsche tentoonstellingsuitgave van een der groote Amerikaansche bladen. Duitschland heeft eene hoogst belangrijke inzending. Op de grondverdieping zal men vooral waardeeren de groote tentoonstelling van Duitsche ceramiek, modern Saksisch en ook ander porcelein, waar naast het werk der Duitsche spiegelfabrikanten staat. Duitschland heeft de vergunning verworven zijne beide afdeelingen, in plaats van door de gewone trap van het paleis, te mogen verbinden door trappen van Duitsch maaksel. Een dier twee trappen is daardoor eene werkelijke tentoonstelling van houtsnijwerk en architectuur geworden. Met het eigenaardig houten gewelf, dat er boven is aangebracht, en de kunstrijke bekleeding van het trappenhuis vormt deze trap een schoon architectonisch geheel. Eene annexe herbergt andere eveneens bezienswaardige Duitsche inzendingen. Rusland heeft eene statige, monumentale portiek rondom zijne inzendingen geplaatst. Het echt Russische cloisonné, waarvan groote en kleine voorwerpen te bewonderen zijn, zal evenzeer de aandacht trekken als de Russische bijouterie die o. a. de kostbare surprises ten toon stelt, welke naar 's lands gebruik, door den Czaar aan de Czarina in den vorm van paascheieren, de laatste jaren zijn aangeboden. Men vindt hier eveneens de kaart van Frankrijk, een mozaïek uit Russische gesteenten, die de Russische regeering aan de Fransche aanbood. België is door Rusland een weinig ter zijde geschoven, toch zijn de tapijten, het aardewerk, de bronzen kunstvoorwerpen en het bewerkte hout zeer bezienswaardig. In de annexe geeft België eene hoogst belangrijke inzending betreffende den landbouw, vooral in Vlaanderen. Deze is geplaatst in een schilderachtig Vlaamsch paviljoen. Gaan wij thans de trap op, dan komen wij aan deze zijde het eerst bij Rusland. De tapijten, weefsels, borduursels en vooral de eigenaardige Russische behangselpapieren zijn het voornaamste. Duitschland heeft ook hier veel merkwaardigs ingezonden. Gevlamd aardewerk, mooi glaswerk voor dagelijksch gebruik, gebrand glas voor vensterramen, een salonameublement van gebrand hout, mooie meubels met gedreven lederbekleeding, maar boven alles de inzending van speelgoed. Het Neurenberger speelgoed en dat van Sonneberg is zelfs voor bejaarde menschen eene aandachtige bezichtiging overwaard. Zweden heeft mooi aardewerk, eigenaardig gekleurde weefsels en tapijten en men vindt er meisjes, in nationaal costuum, die inlichtingen geven over de belangrijke inzending der kleine stalen voorwerpen. Spanje munt eveneens uit op metaalgebied, prachtige degens uit Toledo en voorwerpen van metaal ingelegd op metaal, bijv. goud op ijzer, zijn bizonder vermeldenswaardig. Noorwegen laat weefsels zien, met eigenaardige teekening en kleur, evenals andere voortbrengselen der huisvlijt, w.o. beschilderd hout. De er tegenover gelegen gaanderijen bevatten de inzendingen van Groot-Britannië en Italië, aanvullingen dezer secties op de grondverdieping. Oostenrijk heeft op de bovenverdieping in afzonderlijke kamertjes zeer volledige meubileeringen tentoongesteld. De deftig officieele stijl, de rococo van het vroegere Weenen, de uiterst moderne Weenerstijl, die der Czechen en die der l'olen, kan men hier uitnemend vergelijken en waardeeren. Wij komen thans in de Nederlandsche afdeeling, welke uit verschillende vertrekken bestaat, en boven de afdeeling van Japan gelegen is. Deze afdeeling is zeer rijk aan allerlei inzendingen op gebied van kunst-industrie. Zij is vollediger dan Nederland ooit over de grenzen uitzond, en verdient in alle bizonderheden bezien te worden. Wij kunnen alleen de belangrijkste inzendingen aangeven. Van de Oostenrijksche afdeeling komende, zijn wij het eerst in het salon van het Delftsch aardewerk, waar, naast het bekende Delftsche blauw, geheel nieuwe tegels en zelfs eene geheel nieuwe wijze van tegelwandbekleeding te bewonderen is. Het salon, dat daarop volgt, herbergt de schoone inzending der Haagsche fabriek Rozenburg, waarvan het porcelein bizondere vermelding verdient. Het komt uit op de vijf groote potten, eene herinnering der Vredesconferentie, waarboven een electrische luchter van den heer Schouten, een nieuw model van lichtkroon, in den vorm van een schip. Van dienzelfden heer zien wij gebrande glasramen, w.o. de voorstelling van de inhuldiging der Koningin. De Nederlandsehe afdeeling Toor Kunstnijverheid. Het hek om de gaanderij, die wij thans langs gaan, is van de firma Braat te Delft, die ook nog ander belangrijk kunstsmeedwerk inzond. Verder zien wij, langs deze gaanderij wandelend, o. m. kanstaardewerk uit Noord-Holland en uit Utrecht, bizonder mooie tapijten uit Kralingen, gebatikte stoffen en eene poging om Hollandsch-moderne kunst in een ameublement te doen zien, welke evenwel meer volledig gewenscht ware. Thans, door de beide reeds besproken salons teruggaand, komen wij in de aardige Hindeloper kamer, waarop de 14 inzending der Friesche kunstnijverheid volgt. Gebogen spiegelruiten brengen ons naar de afdeeling goudsmeedkunst, die naast overbekende modellen ook nieuw en mooi werk bevat, en waarvoor de groote doopvont van den heer Brom te Utrecht staat, die ten zeerste mag worden geroemd. Na dit en nog zoo veel te hebben gezien, eindigt de wandeling in deze afdeeling bij de twee vertrekjes, door de Roermondsche ateliers der heeren Cuypers en Cie ingezonden, welke hunne opvatting van ameublement geheel tot haar recht doen komen. Portugal is de laatste der vreemde secties, welke op de Esplanade geplaatst zijn. De kleine beeldjes van gebakken aarde, het kristal, de glazen steenen en de meubels in den stijl van Dom Manuel geven een volledig beeld der Portugeesche kunstnijverheid. Ofschoon het rechterpaleis voor de vreemde inzenders gereserveerd was, heeft men toch op den uitersten vleugel naar den Seinekant, nog zalen ingeruimd voor de Fransche glastiijverheid. Het belangrijkste hiervan is te zoeken in de reuzenspiegelglazen. Meer interessant is de gecombineerde tentoonstelling der Fransche Staatsfabrieken te Sèvres en te Beauvais. Vooral het groote salon met Beauvais-tapijten en Sèvres-porcelein in Japanschen stijl, geeft een zeer harmonisch en echt Fransch beeld. De trap afgaande en de straat overstekend, komen wij in het paleis der Fransche inzendingen bij de groep der meubelbekleedingstoffen. Hier vinden wij de tapijten en behangsels, w.o. die der fabrieken te Aubusson. Het „velours d'Utrecht" wordt voor de oogen van het publiek bewerkt. De overgang is geleidelijk naar de klasse der meubels. Van de Fransche meubels is eene groote verscheidenheid te zien. Bijna alle zijn zeer smaakvol uitgestald, en eene 7*-tv*n J. Trnfê* &*nJ i/. - m 7lvnten*/»i' 5. •• . 7%mj*iyn Co*/frf" 6. £/»oor\Vej óiaiio/t - Hu* bt .DmHtiniqv*. ^ J3 rvj „Afrxa/iat/rJJZ 8. Cy &£ouwa/f>eo/'ci/(e ff. /W orot/tr i/r Aufló / /o. Tot/)y?P/I <•** //. ftfru&fr/i. fl/>2. 7{ue oie f' U m' *> *r>i t f'. //? £ron3 PfiAofisfw**, /i Z/Zv/'r wfrA."" /3. 7o »»■<•<•/?/». //•, ViemToittu' /f. é A A/f J/MAf." li. Cu*rnS'"rj//. IIfrftffjtny. P/,,/teini->!j t/rr. 7~rv tJJ fprrrt"e''>- De Esplanade des Invalides (linkerhelft). vergelijking der verschillende stijlen is gemakkelijk. In het algemeen ziet men, dat de oudere Fransche stijlen door de meubelmakers verlaten worden, maar dat, van af den stijl Louis XV tot den ultramodernen stijl der XX® eeuw, alle stijlvormen en soorten nog voortdurend worden bewerkt. Eene belangrijke historische afdeeling omvat meubels uit de laatste eeuw, w.o. de wieg van den hertog van Bordeaux. Bij de meer dagelijksche meubels kunnen wij vooruitgang bespeuren in de uitwendige versiering van brandkasten, en in de eenvoudige rieten tuinmeubels, welke jaren lang beide steeds op dezelfde hoogte gebleven zijn, doch nu wat nieuws geven. Hierop volgt kunstsmeedwerk, w.o. de bronzen voorwerpen de meest belangrijke inzending vormen. Het zoeken naar een nieuwen vorm van verlichtingstoestellen passend bij het electrisch gloeilicht, gaf tot vele belangwekkende inzendingen aanleiding. Bizondere vermelding verdient die der firma Sicot-Decauville, waarin een schoorsteenmantel van Larche een bijzonder schoon effect maakt. De volgende klasse is die der goudsmeedkunst en der bijouterie. Hier is het streven naar nieuwe vormen zeer goed te waardeeren, zoo men in het midden dier klasse de hoogst moderne inzending van het huis Lalique vergelijkt met de juist daartegenover geplaatste der firma Boucheron. In deze klasse is ook te bewonderen de reuzendiamant van 239 karaat, de grootste geslepen diamant, aan welken men den naam, „le Jubilé" gegeven heeft. In eene annexe der klasse, waar men komt bij het voorbijgaan der inzendingen van kleine stalen voorwerpen, is eene in werking zijnde Fransche diamantslijperij. Nu wij het paleis weder zijn uitgegaan, moet een oogenblik stil worden gestaan bij de zijgevels der paleizen naar de zijde van het Hotel des Invalides, waarvan de fries op matvergulden achtergrond zeer opvalt. Tussehen het tentoonstellingspaleis en de omheining aan de zijde der Rue de Constantine heeft men nog verschillende gebouwen en gebouwtjes opgericht. De bedoeling daarvan is aan de Provincialen restaurants en vereenigingspunten aan te bieden, versierd met de belangrijkste monumenten der streek, waarvan zij afkomstig zijn. Deze locale tentoon- De zijgevel van bet rechterpaleis. stellingen, bekend als oud-Poitou, oud-Arles, oud-Bretagne en, aan de andere zijde der Esplanade, oud-Auvergne, hebben niet geheel aan het doel beantwoord. Men ziet te veel de tooneel-decoratie. Eene belangrijke annexe der klasse van meubileering wordt gevormd door de vijf paviljoens, waarin de magazijnen Au Bon Marché, Printemps en Louvre, de „Arts décoratifs" en de „Art nouveau" van Bing, elk naar eigen smaak, bun paviljoen geheel gemeubeld hebben. Hier is veel mooi nieuws, en niet minder mooi, wat reeds bekend is, te zien. In den vleugel, die zich van dit paleis uitstrekt naar de Seine, vinden wij de tentoonstelling der kerksieraden, en die der uittrendige versiering van gebouwen, waaruit duidelijk blijkt, welke groote plaats men aan de ceramiek hierbij wil inruimen. Gaan wij de trap op, dan vinden wij in het. linkerpaleis, juist tegenover de reeds geziene inzendingen der Staatsfabrieken van Sèvres en Beauvais, die der derde Staatsfabriek, de tapijten der Gobelins. Deze beroemde fabriek heeft, behalve eene fraaie verzameling oude tapijten, ook nieuw werk ingezonden, w.o. het tapijt der „Wapens der Republiek", bestemd als achtergrond te dienen voor den presidialen zetel, en het tapijt bestemd voor de keizerin van Rusland, voorstellend „Marie Antoinette en hare kinderen", vervaardigd naar een bestaand model. Wandelen wij thans de gaanderijen der eerste verdieping op, dan komen wij bij de afdeeling der behangselpapieren, welke eene aardige retrospectieve tentoonstelling van het behangsel gedurende de laatste eeuw bevat. Verder zien wij hier de gewone papier-industrie, het geschilderd glas, borstel- en mandwerk, ivoor, speelgoed, de voorwerpen uit caoutchouc vervaardigd, niet het minst de „pneus", de holle caoutchouc-banden voor rijwielen en automobielen. Daarnevens de koffers en reisbenoodigdheden met aardige herinneringen uit vroegere tijden, om te eindigen bij de nijverheid der uurwerkmakers, welke een geheel klokkenspel, en ook alle fijne raderen en spiralen van zakuurwerken ten toon stellen. Wij gaan thans naar beneden en wandelen door de straat tusschen de twee paleizen. Over hunne gevels vorme men zelf een oordeel, vooral de middenportiek van het rechterpaleis verdient gezien te worden. Deze straat is ook tentoonstellingsterrein, en wel van i •o 1 ► 0 dl ® TJ O) 1 a « m w a> •o & O s ® N "3 PU © Q de Kunst der straatversiering. Wij zien er fonteinen, beelden en andere voorwerpen bestemd voor pleinen en straten. Langs den Seinekant vinden wij de nieuwste modellen van kiosken, zoowel voor blijvend gebruik als voor tijdelijke versiering bij gelegenheid van feesten. Onze wandeling over het tentoonstellingsterrein is thans afgeloopen en wij verlaten het bij den uitgang op de Quai d'Orsay, gelegen naast het nieuwe station der Invalides. Langs dien Quai, voorbij het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, het paleis van den president der Kamer en het Palais Bourbon, waar de Kamer zetelt, gaande, komen wij aan de Pont de la Concorde, die ons weder op de Place de la Concorde, ons uitgangspunt, brengt. De flnnexen dep Tentoonstelling. Hoe uitgestrekt het tentoonstellingsterrein ook is, toch bleek het voor sommige afdeelingen, die veel ruimte vroegen, onmogelijk deze binnen de omheining te vinden, men besloot daarom in het bosch van Vincennes eene Annexe der tentoonstelling te maken. — Entrée: van 8 tot 10 uur 's morgens, twee tickets; na 10 uur, één ticket. Het Vincenner bosch zal in warme dagen een der koelste plekjes van Parijs en omgeving zijn. Reeds daarom is een bezoek der annexe niet te verwerpen. Ook zullen de sportliefhebbers hier gaarne getuige willen zijn van een der vele wedstrijden op dit gebied, terwijl het tentoongestelde in de annexe niet van belang ontbloot is, ofschoon het geenszins denzelfden indruk maakt, als dat van de I'arijsche tentoonstelling. Het grootste gebouw is de spoorteegloods, waarin, op 20 naast elkaar gelegen en door perrons gescheiden spoorwegen, de tentoonstelling der nieuwste en beste spoorwegrijtuigen en locomotieven van de groote spoorwegmaatschappijen geplaatst is. Men kan de rijtuigen binuenstappen en aldus nagaan, welke de beste zijn. De weelde op dit punt is zeer toegenomen, maar de gewone Europeesche treinen DE ANNEXE DER TENTOONSTELLING IN HET BOIS DE VINCENNES. 1. Spoorwegmaterieel. 2. Schietbaan der boogschutters. 3. Werkmanswoningen. 4. Molens. 5. Acetyleenpaviljoen. 6. Motors. 7. Automobielen. 8. Rijwielen. 9. Wielerbaan. 10. Lac Daumesnil. 11. Amerikaansche Machinepaviljoen. 12. Post- en telegraafkantoor. 13. Landbouwwerktuigen. 14. Luchtballon. geven den reizigers nog niet zooveel gemak, dat men niet met belangstelling den uitnemend ingeriehten Russischen trein zou bezichtigen. Onder de locomotieven verdienen afzonderlijke vermelding die der Fransche Noorder- en Oosterspoorwegmaatschappijen, welke 120 K.M. in het uur doen en de reuzenlocomotief op 10 raderen, door Amerika ingezonden. Ook het materieel der bergspoorwegen is het bezien waard. Groote ijzeren en stalen werktuigen vindt men eveneens in het Amerikaatuch paviljoen, w.o. eene buitengewoon krachtige rollende brug. Iets verder vinden wij dicht bij elkaar de tentoonstelling van automobielen met eene gelegenheid deze onwelriekende werktuigen te beproeven en die der rijwielen, welke geen belangrijk nieuws op dit gebied leert kennen. De Nederlandsche rijwiel-inzending, hoewel vrij omvangrijk, is slechts van ééne fabriek, die der firma Burgers te Deventer, afkomstig. Gaan wij van de spoorwegloods de andere richting uit, dan komen wij bij de tentoonstelling van het Duitsche reddingswezen. Dicht hierbij is het belangrijkst deel van de annexe het werkmansdorp. In den vorm van een dorpje, zijn hier op natuurlijke grootte werkmanswoningen opgericht, zooals die in verschillende landen, waar men zich met het vraagstuk der goedkoope woningen bezighoudt, bedacht zijn. De woning is geheel ingericht, even als het omringend tuintje, en kan zóó betrokken worden. De kostende prijs van elke woning staat er bij vermeld; natuurlijk zijn zij inwendig even als uitwendig te bezien. Op het verst afgelegen deel der annexe is een park voor luchtscheepvaart, waarin een ballon captif geregeld opstijgingen zal doen. Dan valt nog binnen dit terrein de uitnemende wielerbaan, die het gemeentebestuur van Parijs voor wielerwedstrijden heeft ingericht, en de schietbaan voor boogschutters. De annexe te Vincennes zal het terrein zijn van menigen wedstrijd, zoowel op sportgebied als op dat van den landbouw. Deze laatste wedstrijden betreffen de teelt van vee, paarden en pluimgedierte en eveneens de zuivelbereiding. DE SPORTWEDSTRIJDEN. Evenals men aan de tentoonstelling zeer vele congressen verbonden heeft, heeft men ook eene geheele reeks sportwedstrijden georganiseerd. Vele dier wedstrijden duren zeer lang, zoo begint dat der hand- en voetboogschutters op 27 Mei, om eerst te eindigen op 15 Augustus. Wij kunnen daarom alleen de belangrijkste dier wedstrijden vermelden. Zoo niets anders er bijgevoegd wordt is het terrein van den strijd binnen de annexe van Vincennes gelegen. Athletische wedstrijden. Deze omvatten Golf (Compiègne), in October; Pelote basque (Neuilly), Juni en Juli; Longue paume (tuin van het Luxemburg), Mei en Juni; Cricquet (Courbevoie), Juni, Juli en Augustus; op 11 en 12 Augustus Fransch-Hollandsche match; Loopen (Courbevoie), Juli; Laum-tennis (Courbevoie), Juli; Hockey (Courbevoie), September en October; Balspel (Courbevoie), Augustus, September en October; Crosse canadienne (Courbevoie), Juli. Gymnastiek, Juni, Juli en September; de internationale wedstrijd op 29 en 30 Juli; de schoolwedstrijd heeft in het Bois de Boulogne op 5 en 6 Juni plaats. Schermen. Floret (groote feestzaal), Mei; Degen (tuin der Tuileriën), Juni; Sabel (groote feestzaal), Juni. Schietwedstrijd. Hand- en Voetboog, Mei, Juni, Juli en Augustus; Duicenschieteti (Bois de Boulogne), Juni; Jachtgeweer (Billancourt), Juli; Are è la perche en Are au berceau, Juni en Juli; Kanon, Juli en Augustus; Schiet- geweer, Karabijn en Revolver (Satory), Juli en Augustus ; Pistool, Juni. Concours hippique (Place de Brcteuil), Mei en Juni: Polo te paard (Bois de Boulogne), Mei en Juni. Wielerwedstrijd, 9 tot 16 September. Automobielen, Mei, Juni, Juli, Augustus, September en October. Roei- en vaarwedstrijden. Koeien (Asnières), Augustus; Boeiers (Meulan), Mei; Jachten (Argenteuil), Juni en (Havre), Augustus; Hengelen (Ile des Cygnesl, Augustus; Zwemmen (Charenton), Juli. Reddingswezen. Brandweer, Augustus; Redding te land, Juli; Redding te water (Asnières), Juli. Luchtscheepvaart, Juni, Juli, Augustus en September; Postduiven, Juni, Juli, Augustus en September; Vliegers, Augustus en September. RONDOM DE TENTOONSTELLING. Behalve de gewone gelegenheden tot kunstgenot en vermaak, welke Parijs aanbiedt, zijn er nog gedurende de tentoonstelling eenige extra bijgekomen, die binnen de omheining geen plaats konden vinden, maar met de tentoonstelling toch in nauw verband staan. De voornaamste hiervan zijn: Het paviljoen Rodin, Place de 1'Alma. — Entrée: Zondag kosteloos; Vrijdag frs. 5; overige dagen fr. 1. — De groote Fransche beeldhouwer heeft van de stad Parijs dit paviljoen gekregen om er een volledig overzicht te kunnen geven van zijne veeljarige werkzaamheid. Fragmenten van de nog niet voltooide Hellejwort en de standbeelden van Balzac en Puvis de Chavannes, evenals eene geheele wereld van beelden, verschaffen den bezoeker een zeldzaam en groot kunstgenot. Het paviljoen Jef Lambeaux, 40 Avenue du Trocadéro. - Entrée. fr. 1. De Belgische beeldhouwer Jef Lambeaux heeft in deze eenvoudige tent zijn omvangrijk werk „les Passions Humaines" benevens anderen arbeid van zijne hand ter bezichtiging gesteld. De Marteling der Christenen, een groot panorama, geplaatst in het Palais de Glacé (Champs-Elysées) geeft ons de marteling van Petrus en de zijnen ten tijde van Nero te zien. — Entrée fr. 1. Levend Pompeï, Rue de la Fédération bij het Champ de Mars. Een herbouw van deze door lava bedolven stad, bevolkt door personen in de kleeding van dien tijd. — Entrée frs. 2. De Vesuvius, 24 Rue de la Fédération. Een panorama dat weergeeft,' hoe het geschied is, dat Pompeï bedolven werd. — Entrée fr. 1. Het Groote Wiel van Parijs, Avenue de Suffren. Een groot wiel, draaiend om eene buitengemeen stevige as, heeft tusschen zijne beide cirkels een aantal sporten, waaraan bakken zijn opgehangen, die aan kleine tramwagens doen denken. In elk dier bakken is plaats voor 20 personen, die, als het wiel ronddraait, langzaam naar boven geheven worden, en zonder eenig gevaar voor duizeligheid of vermoeienis het geheele tentoonstellingsterrein en zijne omgeving van eene hoogte van 100 meter te overzien krijgen. Op het terrein rondom het wiel zijn nog verschillende spellen geplaatst. — Entrée: tot het terrein fr. 1, tot het wiel zelf, opnieuw fr. 1. De Rue du Caire in 1900, 16 Avenue de Suffren. Eene poging om opnieuw en op kleinere schaal het beeld te geven van het oostersch leven, dat onder den naam „Straat van Kairo", op de vorige tentoonstelling zooveel bijval vond. — Entrée fr. 0,50. Paris en 1400, Avenue de Suffren. Een herbouw van Parijs vijf eeuwen geleden, met de „Cour des Miracles", bevolkt door heeren en dames in de kleeding van dien tijd. — Entrie fr. 1. Venise a Paris, Op het Champ de Mars, tegenover het station, maar buiten de tentoonstellingsomheining. — Entree fr. 1. — In een goed nagebootst decor zien wij de voornaamste paleizen en kanalen van Venetië en het plein San Marco, waarop de duiven niet ontbreken. Evenmin ontbreken de gondeliers, die langs de smalle grachtjes van dit klein Venetië onder de beroemde bruggen door varende, de illusie voltooien, dat men in de Lagunenslad is. LIJST DER PLATTEGRONDEN EN ILLUSTRATIES. Bladz. President Emile Loubet 2 De eerste tentoonstelling op het Champ de Mars in 1798. 10 Minister Millerand 13 Commissaris-Generaal Picard 13 Plattegrond der Tentoonstelling 24 Baron Michiels van Verduijnen, Commissaris-Generaal voor Nederland 27 J. W. IJzerman, Voorzitter der Groep van Koloniën 31 Luit. Kol. G. B. Hooyer, Secretaris der Groep voor Koloniën 31 Monumentale Ingang E5 Tuinen en Paleizen der Champs-Elysées 56 De Pont Alexander III 61 Gezicht op de Esplanade des Invalides van af de Pont Alexander III 63 Het Petit. Palais der Champs-EIysées 64 De hoofdingang van het Groote Paleis 70 De eerste Verdieping van het Groote Paleis ... 72 15 Bladz. De Grosdverdiepisg van iiet Gkoote Paleis- ... 73 Het Grand Palais der Champs-Elysées . 75 Plas der Seine-Oevers (le gedeelte) . . . • • 80 en 184 De Straat der Volken, van de overzijde der Seine gezien 87 Paleis voor Volkshuishoudkunde en der Congressen . 88 Paleis voor Volkshuishoudkunde en der Congressen . 96 Plas der Seine-Oevers (2e gedeelte) . . . • 102 en 178 Oud-Parijs. — De Porte St. Michol 104 Oud-Parijs. — De Seinekant Oud-Parijs. — La Chapelle St. Julien des Ménétriers 106 De twee paleizen van Algiers 107 Plan tas den Tuin van het Trocadéro. (Fransche koloniën) 108 De Tata van Dahomey 112 De paleizen van Indo China 114 De Pnom (Kambodja) 115 Plan van des Tuin van het Trocadéro (buitenlandsche koloniën) 120 Het paleis van Aziatisch-Rusland 122 Het paviljoen der Keizerin-Moeder 123 De Nederlandsch-Indische afdeeling 127 Poort van den Boeroe-Boedoertenipel . 129 Het paleis der Zuid-Afrikaansehe Republiek .... 131 De Boerenwoning 132 Inwendige der Boerenwoning 133 De Japansche tuin en Pagode 135 Het paleis van Engelseh-Indië . . . . " 136 De Nederlandsc-he Visscherij-afdeeling . 140 Bladz De omgeving van den Eiffeltoren 142 Het paviljoen van Siam 146 Het Tyroolsch kasteel 149 Plattegrond van net Champ de Mars 152 De paleizenhoef van liet Champ de Mars 154 Het paleis van Opvoeding en Onderwijs 156 De Nederlandsche afdeeling voor hulpmiddelen van Wetenschap en Kunst 157 Het paleis voor Waterbouwkunde en Middelen van vervoer 158 De Nederlandsche afdeeling voor Scheikundige Nijverheid 160 De Monumentale Schoorsteen • . . 162 De Eeretrap der groote Feestzaal 164 Het Zwitsersch dorp 166 Het Chateau d'eau en de lichtende fonteinen .... 170 Het paleis voor Weefsels en Kleedingstukken . ... 173 Het paleis voor Mijnwezen en Metalen 174 De ingang van het paleis voor Mijnwezen 176 Het paleis voor Land- en Zeemacht 180 Het paviljoen van Servië 183 Het paleis van Rumenië 186 Het paviljoen van Zweden 187 Het Duitsche paleis 189 Het paviljoen van Finland 190 Het paviljoen van Noorwegen 191 Het paleis van België 193 Het Britsche paviljoen 194 Het paviljoen van Perzië 195 15* Bladz. Het paleis van Hongarije 196 Het paviljoen van Bosnië-Herzegowina 197 Het paleis van Oostenrijk 198 Het paleis der Vereenigde Staten 200 Het paleis van Italië 201 De Esplanade dïs Invalides (rechterhelft) 204 De Nederlandsche afdeeling voor Kunstnijverheid . . 209 De Esplanade des Invalides (linkerhelft) 211 De zijgevel van het rechterpaleis 218 De paleizen op de Esplanade des Invalides 215 De Annexe der Tentoonstelling in het Bois de Vincbnnes 218 fllphabetisch Hegister. Bladz. Abyssinië *'3 Algiers (Paleizen van) Alliance Fran^aise (Paviljoen der) 113 Alpenclub Ambulances Andalusië onder de Mooren "» Annam Annexe in het Bois de Vincennes 217 Aquarium van Parijs Australië (Paviljoen van) 136 Auteurs gais (Théatre des) '0® Automobielenstations 36 Avenue Nicolas II ®2 Aziatisch Rusland *22 Banken op de tentoonstelling 47 Beeldhouwkunst (Museum van vergelijkende) 117 België (Paleis van) I®2 Beweegbare loopplank 42 Bloemententoonstelling (tijdelijke) g4 Boerenwoning uit de Transvaal 132 Bonhommes Guillaume (Théatre des) 101 Boomteelt ®3 Boschwezen (Paleis van het) 139 Bladz. Bosnië-Herzegowina (Paviljoen van) 197 Broeikassen 84 Brug Alexander III 60 Bulgarije (Paviljoen van) 188 Cabinets de toilette 47 Canada (Paviljoen van) 135 Catalogi 48 Ceintuurspoorweg 37 Ceylon (Paviljoen van) 136 ChAiteau d'eau 170 China 124 Cinéorama 148 Cochin-China 114 Coniore 113 Concerts Colonne 104 Congressen (Lijst in alphabetische volgorde) 96 Congressen (Lijst in volgorde der data) 92 Congressen (Paleis der) 89 Cuba 118 Dahomey 111 Dans (Paleis van den) 87 Deensche koloniën 118 Denemarken (Paviljoen van) 199 Draagstoelen 41 Duitschland (Paleis van) 189 Ecuador 149 Egypte (Paviljoen van) 134 Eiffeltoren 144 Electriciteitspaleis 161 Electrische tentoonstellingspoorweg 44 Electrische ondergrondsche spoorweg 41 Engelsch-Indië (Paleis van) 136 Engelsche koloniën 135 Ethnographisch Museum 117 / Bladz. Fantoches Koyales d'Orient (Théatre des) 203 Feestzaal Finland (Paviljoen van) ^ Fransch-Indië Fransch-Kongo Geld wisselen ^ Geschiedenis der Tentoonstelling * Goudpaviljoen van de Transvaal Grand Palais der Champs-Elysées Griekenland (Paviljoen van) Groepenverdeeling der Tentoonstelling Groot-BritanniS (Paviljoen van) Groot Wiel van Parijs ^ Gninea Hemelbol (Paleis van den) ^ Honderdjarige kunsttentoonstelling 7 Hongarije (Paleis van) • • • • * Hulpmiddelen van Wetenschap en Kunst (Paleis voor). . 1^ Huurrijtuigen Hygiëne (Paleis der) Illuminatie by feesten (Weg te volgen voor de) 171 Indo-China Italië (Paleis van) Ivoorkust 1 Jacht (Paleis voor de) Japansche tuin en Pagode Jardin de la Chanson Jenabrug Kambodja j|'> Kamer van Koophandel te Parijs (Paviljoen der) .... Kamers voor Zeehandel (Paviljoen der) *06 Bladz. Kiosken *7 Kleederdrachten (Paleis der) 146 Koepelfort van le Creusot "f Koloniale woningen 119 Kunstnijverheid (buitenlandsche afdeelingen) 205 Kunstnijverheid (Fransche afdeeling) 210 Lambeaux (Paviljoen van Jef) 223 Land- en Zeemacht (Paleis voor) 180 Levend Pompeï 228 Lichtend Paviljoen 147 Loïe Fuller (Théatre) 100 Luchtverversching en verwarming 180 Luxemburg (Paviljoen van) 192 Machinegalerij (Voormalige) 1®2 Madagascar H' Maison du Rire 82 Manoir a 1'envers 100 Maréorama "8 Marokko (Paviljoen van) 150 Mayotte H® Messageries Maritimes (Paviljoen der) 144 Meubelen (Buitenlandsche afdeelingen) 205 Meubelen (Fransche afdeeling) . . . 210 Mexico (Paviljoen van) 182 Middelen van vervoer (Paleis der) 158 Ministerie van koloniën (Paviljoen van het) 116 Monaco (Paleizen van) 188 Monde Souterrain 122 Monumentale Ingang 57 Mijnwezen en Metalen (Paleis voor) 1<4 NEDERLAND. Bizondere commissiën 28 Centrale Tentoonstellingscommissie 23 Btade. Commissariaat-Generaal 28 Toegestane credieten 22 Nederlandsche afdeelingen. Beeldhouwkunst " Electriciteit en Werktuigkunde 169 Hulpmiddelen voor Wetenschap en Kunst .... 157 Hygiëne 1" Koloniën 125 Kunstnijverheid 208 Middelen van vervoer 158 Rijwielen 220 Scheepvaart 141 Scheikundige Nijverheid 160 Schilderyen en Etsen 71 Tempel van Tjandi-Sari 128 Tuinbouw H® Verwarming en Ventilatie * 167 Visschery 14® Voedingsmiddelen 16® Volkshuishoudkunde 91 Weefsels en Kleeding 173 Nieuw-Caledonië H8 Noorwegen (Paviljoen van) 191 Omnibussen en Tramways 36 Oostenryk (Paleis van) 198 Opvoeding en Onderwijs (Paleis van) 156 Overzicht der Tentoonstelling 18 Panorama Christenmarteling 228 „ Kroning van Nicolaas II 124 , Marchand 116 n Transatlantique 149 , Transsiberische Spoorweg 124 223 Bladz. Palais de 1'Optique 150 Paris en 1400 223 Parjj8 (Paviljoen der stad) 85 Perspaviljoen 182 Peru (Paviljoen van) 195 Perzië (Paviljoen van) 194 Petit Palais der Champs-Elysées 64 Phono-Cinémathé&tre 84 Place de la Concorde 55 Pleiziervaartuigen (Haven voor) 106 Politie op de Tentoonstelling 49 Portugal (Paviljoen van) 199 Portugeesche koloniën 125 Post- en Telegraafdienst 45 Postpakketdienst 46 Restaurants op de Tentoonstelling 51 Retrospectieve kunsttentoonstelling 65 Rodin (Paviljoen van) 222 Rollende loopers 44 Rolstoelen 41 Roulotte (Théatre de la) 82 Rue du Caire 223 Rue des Nations 182 Rue de Paris 79 Rumenië (Paleis van) 186 Russische Alcoholregie (Paviljoen der) 148 Rijtuigstations 35 Rijwielbewaarplaatsen 38 Saint-Pierre et Miquelon 113 San Marino (Paviljoen van) 147 Scheepvaart (Paleis der) 140 Scheikundige Nijverheid (Paleis der) 159 Seewarte (Paviljoen der Deutsche) 141 Seinebootjes 37 Seinekade 59 Bladz. senegal en Soedan 111 Servië (Paviljoen van) 183 Siam (Paviljoens van) 146 Sluitingsuur der Tentoonstelling 40 Somalikust 113 Spanje (Paleis van) 183 Spoorwegtentoonstelling 217 Sportwedstrijden 221 Stadspoorweg 38 Steenkoolmijnen 119 Stéréorama 110 Stoelen 47 Tabaksregie (Paviljoen der) 147 Tableaux-vivants (Théatre des) 82 Telefoonhokjes (Openbare) 45 Tentoonstellingsbons 40 Tickets 39 Tienjarige kunsttentoonstelling 75 Toegangsprijs tot de Tentoonstelling 39 Tonkin 115 Tour du Monde (Gebouw van den) 145 Touring-Club de France 150 Trocadéro-paleis 117 Tuinbouw 83 Tuinen der Champs-EIysées 58 Tunis 110 Turkije (Paleis van) 200 Tyroolseh Kasteel 149 Venise a Paris 224 Vereenigde Staten (Paleis der) 199 Visscherjj (Paleis voor de) 131 Voedingsmiddelen 165 Volkshuishoudkunde (Paleis voor de) 89 Voyages animés (Théatre des) 106 Bladz. Palais de 1'Oplique 150 Paris en 1400 223 Parjjs (Paviljoen der stad) 85 Perspaviljoen 182 Peru (Paviljoen van» 195 Perzië (Paviljoen van) 194 Petit Palais der Champs-Elysées 64 Phono-Cin^mathé&tre 84 Place de la Concorde 55 Pleiziervaartuigen (Haven voor) 106 Politie op de Tentoonstelling 49 Portugal (Paviljoen van) 199 Portugeesche koloniën 125 Post- en Telegraafdienst 45 Postpakketdienst 46 Restaurants op de Tentoonstelling 51 Retrospectieve kunsttentoonstelling 65 Rodin (Paviljoen van). 222 Rollende loopers 44 Rolstoelen 41 Roulotte (Théatre de la) 82 Rue du Caire 223 Rue des Nations 182 Rue de Paris 79 Rumenië (Paleis van) 186 Russische Alcoholregie (Paviljoen der) 148 Rjjtuigstations 35 Rijwielbewaarplaatsen 38 Saint-Pierre et Miquelon 113 San Marino (Paviljoen van) 147 Scheepvaart (Paleis der) 140 Scheikundige Nijverheid (Paleis der) 159 Seewarte (Paviljoen der Deutsche) 141 Seinebootjes 37 Seinekade 59 Bladz. Senegal en Soedan m Servië (Paviljoen van) 183 Siam (Paviljoens van) I4® Sluitingsuur der Tentoonstelling 40 Somalikust ^ Spanje (Paleis van) 183 Spoorwegtentoonstelling ^17 Sportwedstrijden ^21 Stadspoorweg Steenkoolmijnen Stéréorama Stoelen ^ Tabaksregie (Paviljoen der) 147 Tableaux-vivants (Théatre des) 82 Telefoonhokjes (Openbare) 45 Tentoonstellingsbons 4® Tickets Tienjarige kunsttentoonstelling "5 Toegangsprijs tot de Tentoonstelling 39 Tonkin 1^ Tour du Monde (Gebouw van den) 145 Touring-Club de France 150 Trocadéro-paleis Tuinbouw 83 Tuinen der Champs-Elysées 58 Tunis 11® Turkse (Paleis van) <*00 Tyroolsch Kasteel l4^ Venise a Paris 224 Vereenigde Staten (Paleis der) 199 Visscherjj (Paleis voor de) 131 Voedingsmiddelen 1®® Volkshuishoudkunde (Paleis voor de) 89 , Voyages animés (Théatre des) 10® Bladz. Vrouw (Paleis der) 148 Vuurtoren van Kaks 89 Vuurtorens (Paviljoen der) 137 Waterbouwkunde (Paleia der) 108 WC 47 Weefsels en Kleeding (Paleis der) 173 Werkmansdorp 220 Wildgroeiende planten (Paleis der) 13S> Worthington (Paviljoen van) 140 Wijnstad 168 Zendelingsgenootschappen (Paviljoen der) 122 Zuid-Afrikaansche Republiek (Paleis der) 130 Zweden (Paviljoen van) 187 Zwitsersch dorp • . . 166 Zwitsersch huis 147