Technische Weflken voor den Boekdrukker Overgedrukt uit het Weekblad voor den Boekdrukker Eerste Jaargang \/ennootsehap Lnourens Coster Haarlem, Z.-Buitenspaarne 6 /y o*r TECHNISCHE WENKEN. Technische Wenken voor den Boekdrukker. Overgedrukt uit „Het Weekblad v. d. Boekdrukker". Teehnisehe Voor den Zetter. Wenken Briefhoofden. De hoofden van brieven, rekeningen, circulaires en/., onverschillig welk formaat men neemt, mogen in geen geval grooter zijn dan één derde deel van het papier. Zoodra zij deze grens overschrijden, wordt de brief topzwaar en schijnt het hoofd te lomp voor het formaat. Ook moet de afstand tusschen het zetsel en den rand van het papier minstens twee cicero bedragen. Een breede rand wit geeft tevens een royaler idée. Ailverteiitie-uiiiiimers. In bijna alle dag- en weekbladen is het de gewoonte de advertenties te nummeren. Nu worden deze getallen gezet uit de schrift, welke men in gebruik heeft, en tusschen ( ) of [ ] geplaatst. Niet altijd zijn deze haakjes aanwezig, waardoor zeer dikwijls misverstand ontstaat bij het lezend publiek, dat het getal voor een huisnummer of iets dergelijks aanziet. Met betrekking hierop is het o. i. beter de getallen uit de noemercijters der breuken te zetten, bijv. Doordat do cijfers nu kleiner zijn en lager staan, zal er zoo licht geen vergissing meer plaats hebben, terwijl haakjes nu geheel en al overbodig zijn. Hen bakje met noemercijfers kan men zeer gemakkelijk naast de zetkast plaatsen. Iiilcrlijn(Mi. Zoo nu en dan is het noodzakelijk interlijnen te reinigen, vooral als deze veel worden gebruikt voor smoutwerk en platzetsel. Door liet vuil, dat langzamerhand aankleeft, zijn de interlijnen natuurlijk dikker, soms onregelmatig geworden. Bij pasvormen, omramingen en randen is dit een groot ongemak. Als reinigingsmiddel wordt petroleum aangeraden. Men laat ze hierin eenigen tijd liggen en droogt ze daarna zorgvuldig met een doek at. Smoutletters. Wanneer men smoutletters gebruikt uit de zoogenaamde steekkastjes, hebben de zetters de afkeurenswaardige gewoonte de letters aan te grijpen met een corrigeer-tangetje. Zeer dikwijls glipt dit instrumentje uit en de aangegrepen letters worden hierdoor vernield. Op vele drukkerijen is dit gevaarlijk tangetje dan ook verboden; hij die het daar toch gebruikt, wordt door den chef beboet, indien de zetter op heeterdaad gesnapt wordt. Smoutletters behooren m e t d e v i n g e r s uit het steekkastje genomen te worden, om geen schade te veroorzaken aan dit dure materiaal. Slot-Yiff netten. Aan het einde van een hoofdstuk plaatst men zeer veel in romans en ander werk een vignet om het blanke deel der pagina een beetje te temperen, of uit het oogpunt van versiering. Bij de keuze dezer slot-vignetten wordt meer dan eens gezondigd. Zoo herinner ik mij een Duitschen roman. Elk hoofdstuk begint met een letter-vignet; aan het einde is een ander vignetje geplaatst. Maar welke slot-vignetjes heeft men hier gekozen! Behalve ornamentieke, ook afbeeldingen van bloemen en dieren, zooals spinnen, muggen, vlinders, vogels enz. Onder het eerste hoofdstuk, handelende over een boosaardige schoonmoeder prijkt een spin; daar waar de wanhoop van een jonge dame, die zich verdrinken wil, wordt beschreven, is een kwakend kikkertje gezet; onder het volgende chapitre, over een weenende moeder, pronkt een gestvleerd krokodilletje. Haast zou men hier gaan gelooven, dat de zetter op z ij n manier, eens komiek heeft willen zijn. Onbegrijpelijk dat de boekdrukker en de uitgever deze dingen niet geschrapt hebben. Indien men onder een hoofdstuk een vignetje plaatst, neem dan ornamentieke, neutrale figuurtjes, of zet ze uit lijntjes en ornamentstukjes te zamen. Maar geen spinnen, vliegen, slangetjes, kikkers, muggen, torren en ander griezelig ongedierte, vooral niet als zij geheel en al tegenstrijdig zijn met den inhoud van het hoofdstuk, of dit parodiëeren. Elzen. Men moet nimmer elzen met den punt omhoog laten staan, daar gevaarlijke verwondingen aan hand en pols hiervan de gevolgen kunnen zijn. lïen els moet men steeds in ! i gge n d e houding op den bok plaatsen. liet rangschikken der Advertenties. Bij het opmaken der advertentie-pagina's eener courant wordt dikwijls machinaal en zeer onnadenkend gehandeld. Bij vele opmakers (metteurs) is dit werk slechts de kunst om zoo spoedig mogelijk de advertenties zóó te rangschikken, dat de kolommen even lang zijn. Dan is voor hen de advertentie-pagina af. Maar de inzenders der advertenties, indien zij goed de waarde en het nut eener annonce begrijpen, zullen klagen: „Mijn advertentie komt in het geheel niet uit! Hoe kan die drukker toch zoo dom zijn mijn reclame tusschen twee zulke groote advertenties dood te drukken ! De mijne verdwijnt daardoor geheel en al!" En met recht. Beziet men met aandacht de annonce-pagina's der couranten, dan zal men tot de conclusie komen, dat een massa advertenties verdwijnen of bijna plat gedrukt worden door andere. De schuld ligt aan dengeen, die deze pagina's opmaakt. Deze persoon moet er steeds aan denken zijne annonces zóódanig te plaatsen, dat de eene geen afbreuk doet aan de daarop volgende. Nu zal men zeggen: „Ja, doch het is maar een courant, en we hebben daarvoor den tijd niet". Alles gemakzucht of niet kunnen. Als men echter jong begint elke advertentie haar juiste plaats te geven, zal men dit zeer spoedig in zijn macht hebben. Men mag een advertentie toch niet moedwillig onttrekken aan het oog van het publiek, dat zich toch al zoo weinig interesseert voor de advertentie-pagina eener courant? Zetborilen. Om gescheurde zetborden te herstellen, giet men de scheuren vol met gips, dat men, nadat het gedroogd is, met petroleum inwrijft. Spatieeren van < ursief'. Cursieve schriften kan men niet spatiëeren, evenmin als men het met schrijf- en rondschritten mag doen. De cursieve schriften toch zijn als een soort schrijfschrift te beschouwen. Zoodra men spatieert, verliezen de cursievcn hun karakter en de woorden schijnen als het ware uit elkander gerukt. Dus altijd: Boekdrukker. en nooit: B o e k e sponsen. Hij het gebruiken van nieuwe sponsen moet men deze eerst een paar malen goed uitwasschen vóór men ze in de drukkerij gebruikt. In de meeste nieuwe sponsen zit zand, dit komt dan op de letters, hetgeen nadeelig is voor de gladde oppervlakte van het beeld der letter. Kon zetfout. Hen fout, welke meermalen door de zetters gemaakt wordt, is deze: cnaarlem, 19C Dadelijk bij de komma vangt de flauwlijn aan. O. i. is het beter na de komma achter het woordje Haarlem eerst een pasje te zetten en daarna de flauwlijn, dus: cÏÏaarlem, 190 '1 usschen elk woord zet men een pasje, waarom zou dit nu weggelaten worden achter Haarlem ? Wanneer men Haarlem 13 Januari 1901. zet, plaatst men er torh ook een ? Indien twee cursief gezette woorden onder elkander door het woordje „en" verbonden zijn, vinden we het wel noodzakelijk, dat dit „en" ook cursief komt te staat. Dus niet: J e// va// . / . ey v. ,A. . JS-cd/et/am. y />/// /')// Kaart I. er niet eens over gedacht, op welke wijze men dit zetwerk het best zetten kan. De groote fout hier is, dat de namen „Dorp" en „Kool" niet naast elkander staan, hetgeen zeer leelijk en daarbij storend is. We geven in kaart II een verbeterd model. Op smoutwerk, dat met een rand is omgeven, geschiedt het aanbrengen der firma bijna overal op dezelfde wijze en wel zoo, dat de naam van den drukker onderaan buiten den rand wordt geplaatst nl. in het midden ot aan een der hoeken. Slechts enkele werken, als titels, omslagen en dergelijken, waar dedrukker tevens uitgever is van het betreffende werk, maken hierop eene uitzondering. De beide kwaliteiten worden dan meestal samen getrokken en vormen met plaatsnaam en jaartal de bekende afsluiting van den titel. De vermelding der firma moet steeds, voor zoover zij niet — zooals bij uitgebreide programma's, omslagen en dergelijke — op de laatste pagina wordt /c/'/'e/' /c/ y/'z/oeye// // /ze// // /., /r ye //////. //r y/'/u' f/'/e va// et'// //r/.yr. A/e////?//, £ j/nVt /(?///. Kaart II. Hot aanbrengen der drukkersfirma. geplaatst, steeds buiten den rand worden aangebracht en wel bij octavo-formaat ongeveer een halve cicero, bij kwarto-formaat een cicero daarvan verwijderd. Het schrift moet niet grooter zijn dan nonpareil; hoe kleiner, hoe beter. Of de drukkers-firma aan den kant of in het midden moet worden geplaatst, hangt geheel af van den aard van het werk. Is de rand geheel svmmetrisch uitgevoerd, dan is het aan te bevelen om de firma in het midden te plaatsen; bij onregelmatige of \ rije afsluiting kan de firma rechts of links worden aangebracht naar gelang van de plaatsruimte en volgens het oordeel van den zetter. Aan den Zettersleerling. \ ergeet nooit, dat vliesjes, die zoo spoedig breken of krom buigen, ook geld kosten. Moet men ergens een vliesje plaatsen en gaat dit een beetje lastig, neem ei dan eerst een letter, uit, zet het vliesje op zijn plaats en doe dan de letter weer tusschen het zetsel. Brief- en Kekeniiighoofdeii. Bij zeer vele brief- en rekeninghoofden begaat de zetter de fout, dat hij ze te groot of te klein maakt in verhouding met de lengte van het papier. Neemt men echter als regel aan, dat een brief- of rekeninghoofd niet grooter dan één derde en niet kleiner dan één vierde van de papierlengte mag zijn, zoo zal hij deze fout nimmer meer begaan. hen te groot briefhoofd staat te lomp en schijnt topzwaar; een te klein komt te weinig uit. Cursief Schrift. Bij het onderstrepen van cursieve schriften begaat men dikwijls een fout, welke hoewel niet groot, in alle geval toch niet sierlijk te vinden is. Men maakt de lijn namelijk even lang als het woord, bijvoorbeeld: Tentoonstellingsgebouw (Foutief.) Men doet echter beter, de lijn een weinig naar links te zetten, zoodat de regel en de lijn in denzelfden hellingsgraad komen te staan, namelijk: Tentoonstellingsgebouw (Goed.) Vooral ten opzichte van smoutwerk, waar men natuurlijk meer zorg aan besteedt, moet men hierop wel degelijk acht ireven. Verkeerd Nputiëeren. Bij het spatiëeren van woorden begaat men wel eens een fout ten opzichte van de letter IJ. De IJ wordt, bij het smout-materiaal voornamelijk, meestal samen- uit i>i>n I pm-1 i'i'n I Rn liet <;n:itit;erpn /ft men ^VülVlU UU VVIl 1 VII vvtt J. ) J V .. — ■ * • ....... heel dikwijls ook een spatie tusschen de I en de J, hetgeen foutief is. IJZER IJZER (foutief.) (goed.) PRIJZEN PRIJZEN (foutief.) (goed.) Iedereen zal begrijpen, waarom men de I niet van de J mag verwijderen. Reg-els bij het «listrilnieeren. 1 • — Overtuigt u, alvorens aan te vangen met distribueeren, of de vorm zorgvuldig gewasschen is. Zoo niet, reinigt hem dan eerst. 2- Kiest steeds de goede letterkast, zoodat cr geen twee verschillende1 lettersoorten door elkander komen te liggen. 3- Denkt er aan, dat haastige spoed zelden goed is, met andere woorden: distribueert niet zoo snel, dat de letters in de verkeerde vakjes terecht komen. 4- Brengt ieder pasje en spatie naar zijn eigen vakje; dit bevordert ongetwijfeld het zetten. 5- — Strooit geaccentueerde letters niet als pepernoten over de bovenkast heen; ook zij hebben een eigen woning. 6- — Distribueert de kast niet boordevol, anders glijden de letters in de verkeerde vakjes. 7- Zorgt er voor, dat houtsneden, electro's, zinco's, enz. enz. niet met water in aanraking komen. Brengt iedere kast naar haar eigen plaats, opdat gij er later niet naar te zoeken hebt. En een koor van zetters roept, bij het lezen dezer gulden regels met groote verontwaardiging en minachting: „Ja, meneer, dat weten we wel!" En een koor van patroons roept daarna met vertwijfeling : „Maar waarom doen ze t dan niet?" Advertentiën. Het is onbegrijpelijk, hoe weinig sommige boekdrukkers er op letten, welke lettertypen zij in een advertentie gebruiken. Wij hebben hier voor ons liggen eenige exemplaren uit verschillende plaatsen van ons land. Een onzer lezers was zoo welwillend deze aan ons op te zenden. Vooraf zij gezegd dat alle bladen uit ruw courantenpapier bestaan. Het eerste het beste nummer, dat we ter hand nemen, vertoont in zijn advertenties de teedere sierletters: Jrtii Willem {(tfll m W m Het volgende heeft typen gelijk de volgende: Koninklijk Zoölogisch Genootschap. 3fnrisi:en «n tenschap^sn. Boekdrukkerij. Toevallig bezitten wij van een dezer couranten 2 exemplaren, een van verleden jaar October, en een van Februari 1901. In het eerste nummer zijn de typen zuiver en scherp, waaruit blijkt, dat het nieuw aangekochte letters zijn .... in het laatste blad herkent men ze bijna niet meer: totaal vernield door het harde courantpapier. In den tijd van nog geen vijf maanden zijn ze zoo goed als onbruikbaar geworden. Geen wonder! Zulke letters behooren niet voor te komen in een wekelijksch advertentieblad; daar zijn ze te fijn en te teer voor. Merkwaardigerwijze kregen we van den eigenaar van dat blad de klacht, dat het tegenwoordig lettermateriaal zoo slecht is. Deze klacht is, dunkt ons, ten opzichte van dit geval niet rechtvaardig. Balschoenen draagt men niet op straat. En ditzelfde is van toepassing op lettertypen, zooals hierboven zijn aangegeven ; deze plaatst men niet in courant-advertenties. Machine-zetsel. Bij dit zetsel heeft men dikwijls veel last van kleine braampjes, welke als fijne haartjes op het papier afdrukken. Hen middel om deze te doen verdwijnen is het bekloppen van het schrift met een tamelijk harden borstel. De fijne braampjes zullen daardoor eerder naar beneden geklopt worden dan dat de letters beschadigd worden. liet opbinden. Lnkele zetters hebben een zekere voorliefde, om groote, lange kolommen zetsel op te binden als één stuk. Deze stukken zijn moeilijk, maar vooral gevaarlijk te hanteeren, daar ze dikwijls dubbel slaan en in pastei vallen. De gevolgen van zoo'n ongeluk zijn ook minder aangenaam, bijvoorbeeld als het zetsel nog gebruikt moet worden. Hij, die met een gerust geweten werken wil, breekt een lange kolom zetsel in twee of drie stukken, welke hij opbindt. Dan loopt hij niet het gevaar, dat het zetsel onder zijn handen in pastei zal vallen. Het bij-werken van Letters. Wanneer er op groote smoutletters krassen zijn, kan men, wanneer ze niet te diep gaan, deze letters tamelijk gemakkelijk bij-werken. Voor deze operatie neemt men een fijn soort schuurpapier, klemt de gekwetste letter tusschen twee stukken holwit en wrijft zoolang over het zachte schuurpapier heen, totdat de krassen totaal verdwenen zijn. Daarna plakt men onder den kegel een stukje papier ot ponst de type, zoodat zij weer op juiste letterhoogte komt te staan. Natuurlijk moet deze arbeid geschieden met de grootste aandacht en voorzichtigheid, en men moet er voor zorgen, dat men niet scheef slijpt. Dwaze afbrekingen. Een woord op goede wijze aan het einde van een zin af te breken schijnt geen waarde voor den Hollandschen zetter te hebben. Wat moet men van de volgende afbrekingen, gevonden in boekwerk, wel zeggen? onte - genzeggelijk daarente - gen antipathie - ën va - der kous - jes o - lielampje 's - -Gravenhage equipa-ge De zetter moest zich schamen een woord zoo te mishandelen, 't Getuigt van niet veel lust voor het vak. Opvullen met gesmolten Lood. Bij 't smoutwerk komt het dikwijls voor, dat men groote oppervlakten met holwit moet opvullen. Dit kan men evengoed doen met gesmolten lood. In enkele drukkerijen doet men dit met gips, maar dit veroorzaakt veel last. vooral bij het distribueeren. Verder heeft men het voordeel, dat indien er per oneeluk gesmolten lood op liet zetsel valt, het zetsel • i 1 hiervan niet het minste nadeel ondervindt, daar het onmiddellijk loslaat. Balboekjes. Het balboekje dient, om de volgorde der dansen aan te geven en achter de namen dier dansen staan Hauwlijntjes. Over deze onnoozele flauw- ottewel stippellijntjes willen we het even hebben, want hierin ligt juist de fout gescholen. Ze hebben over 't algemeen het gebrek dat ze té kort zijn. zoodat het soms onmogelijk is den naam van danser of danseres er op te schrijven. In de verzameling balboekjes vóór ons treffen wij lijntjes aan niet grooter dan drie cicero, terwijl de namen der dansen uit te breede letters gezet zijn. Dan liever een smalle letter genomen, want niet ieder heett een naam, welke op een lijntje van drie a vier cicero geschreven kan worden. Hieraan mogen onze zetters wel eens denken. Afbrekingen. Afkortingen van woorden zijn het gevolg van gebrek aan plaatsruimte. Mooi is het niet, doch men wordt er dikwijls toe gedwongen. Maar indien men er niet toe gedwongen is, indien men ruimte genoeg heeft, dan vragen wij ons af, waarom men .dan de woorden afkort of samentrekt. Daar heeft men bijvoorbeeld de volgende gevallen: cR dam, fciliiille-(iruk. Om op een ondergrond van zilver ot goud te drukken, zooals bij medailles voorkomt, bemerkt men, dat het goud of zilver de inkt dadelijk opzuigt. Het gevolg hiervan is, dat de zwarte inkt een dof uiterlijk heeft. Wil men echter het zwart flink te voorschijn laten komen, zoo moet men boekbinders-inkt gebruiken, ot stijve inkt. Ook kan men zijn doel bereiken, door het zwart tweemaal te drukken, doch dit is eenigszins omslachtig. De inkt met vernis aan te mengen is geheel en al verkeerd, daar men dan kans heeft, dat de letters uitvloeien. (Micle UollensiM'iMft. Oude rollenspecie kan men weder nieuw leven inblazen door er 5—pCt. glvcerine-suiker hij te mengen. Laatst genoemde stof bereidt men uit 50 pCt. water, 25 pCt. kandij-suiker, 10 pCt. glycerine-suiker en i) pCt. nieuwe specie. kleurendruk. Het doorschieten van drukwerk met papier, om het overzetten der inkt te beletten, is hij kleurendruk noodzakelijk. Het is een lastig iets, maar het voorkomt grootere nadeelen. Meestentijds drogen de inkten niet spoedig: ook wordt dit wel eens door het papier tegengewerkt, omdat dit de inkt zeer slecht opzuigt. Daarom is het in ieder geval goed, het drukwerk te doorschieten met papier, dat noch te glad noch te ruw mag zijn. Ook deugt te dun papier hiervoor niet, daar het zich aan het drukwerk zou vastklexen, waardoor het natuurlijk bedorven zou zijn. Ze^el* o|» Aanileelen. Bij het drukken van ondergronden voor aandeden, levert de plaats van het zegel dikwijls groote moeilijkheden. Nu kan men als ondergrondplaat gebruiken het materiaal van Miiser, maar in andere gevallen is men soms verplicht een ondergrond te zette n. Nu moet men de plaats, waar het zegel komt. wit laten, doch de vorm van dit open vakje brengt den zetter dikwijls in verlegenheid. Wij bedoelen namenlijk den ronden vorm. Knkele boekdrukkers nemen een gulden en slaan deze in het kostbare materiaal. Deze vernieling is echter niet noodig bij kleine oplagen. Men knipt uit papier stukjes zoo groot (of iets grooter) dan een gulden, bevochtigt ze met schoon water en legt ze op die plaats van het aandeelpapier waar het zegel moet komen. \ ervolgens drukt men den ondergrond en haalt daarna het ronde stukje papier weder van het aandeel at. Hoewel deze bewerking langzaam gaat, vernielt men er zijn materiaal niet mede. ('opieor-ilruk. Sommigen zijn van meening, dat men, zoodra er copieer-inkt gebruikt wordt, oude ingedroogde rollen moet gebruiken. Deze meening is echter verkeerd. Neem v e r s c li gegoten rollen, welke nog niet met inkt of vernis in aanraking geweest zijn. Wil in dit geval de copieer-inkt niet goed uitdrukken, zoo ligt dat niet aan de rollen, maar aan de kwaliteit der inkt zelf, want er zijn maar weinig fabrieken, die g o e d e copieer-inkt afleveren. Ook kan de oorzaak van het niet goed uitdrukken liggen aan den onvoldoend gereinigden vorm. Deze mag met geen vet of petroleum in aanraking zijn geweest, anders nemen de letters geen inkt op. Typewriter-schrift. Deze letters hebben de gieterijen vervaardigd, om de karakters van den Typewriter na te bootsen. Nu zijn er drukkers, die ze als gewone typen A beschouwen en ze ook als zoodanig drukken. Ik bedoel hier namenlijk het feit, dat een vorm van dit materiaal heel netjes toegesteld wordt. Bekijkt men echter het schrift van een tvpenwritermachine, zoo zal men bemerken, dat de kleur zeer onegaal is. De eene letter is donkerder dan een andere. Dit ligt hem aan den toetsen-aanslag van den tokkelaar. Ook dit moet de drukker nabootsen, anders verliezen deze letters het recht van bestaan. Stelt dus nooit een vorm van typewriter-tvpen volledig toe, neen, druk de eene letter zelfs zwaarder dan de andere. Onze Hollandsche drukkers mogen hieraan wel eens meer denken. Zwetende Inktrollen. Vooral in den zomer kan men veel last hebben, dat de nieuwe rollen vocht afscheiden, hetwelk het opnemen der inkt ten zeerste belemmert. Dit vocht is grootendeels water, dat zich in de specie bevindt. Op heel gemakkelijke wijze kan men echter pas gegoten rollen drogen. Daarvoor laat men ze eenige dagen in een droog-warm vertrek staan. Natuurlijk moet men hierbij met overleg te werk gaan. Het mag er niet zóó warm zijn, dat de specie onder invloed der temperatuur komt. Ook kan men ze laten uitzweten, door ze gedurende een paar dagen op een in beweging zijnde leege machine te plaatsen en twee a drie uur te laten draaien zonder in k t. Op heel warme dagen echter moet men die rollen op de loopende machine goed in het oog houden, want ze hebben dan wel eens de minder aangename aardigheid plotseling week te worden en uit elkander te scheuren. Voor den drukker. Om de volgende kleuren — rose, vleeschkleur, grijs, lichtblauw, purper, groen, licht-bruin en oud-goud, — te verkrijgen moet men de verhouding nemen als onderstaand lijstje aangeeft. Rose. — i deel rood en twee deelen wit. Vleeschkleur. — i deel geel, i deel vermiljoen en 2 deelen wit. Grijs. — i deel zwart en 10 deelen wit. Licht-blauw. — i deel bronsblauw en 4 deelen wit. Purper. — 1 deel ultramarijn-blauw en 2 deelen lakrood. Licht-purper. — 1 deel purper en 2 deelen wit. Groen. — 1 deel bronsblauw en 3 deelen geel. Licht-bruin. — 1 deel „gebrande Sienna" en 2 deelen wit. Oud-goud. — 3 deelen oranje en 1 deel purper. Speksteen. In den zomer heeft men dikwijls last van transpireerende handen, die vaak het papier bevuilen met vingervlekken. Een goed middel hiertegen is het inpoederen met speksteen. Rood. Druk nimmer rood, dat niet helder is; het bederft den goeden indruk van het werk. Laat hier de spreuk zijn: Liever eeen rood, dan vuil-rood. Licht-echt. Om tc onderzoeken of kleurinkt licht-echt is, vrage men een afdruk in zekere gewenschte kleur. De eene helft van den afdruk bedekt men dan met een stuk bordpapier; het andere deel blijft onbedekt. Nu hangt men dit voor het venster en laat er gedurende één of twee dagen het licht op inwerken. Onderzoekt men na dat tijdsverloop, hoe het met den afdruk staat, zoo bemerkt men alras, dat de onbedekte helft lichter oftewel verschoten is. Zulke inkten zijn natuurlijk niet licht-echt. Bij het koopen van licht-echte inktsoorten moet men zeer voorzichtig zijn, want een massa soorten kunnen bovengenoemde lichtproef niet doorstaan. Vooral in de roode kleuren wordt dikwijls geknoeid en toch worden deze soms verkocht onder vermelding van het schoone woord: ,,Licht-echt!" Mineraal-Olie. Mineraal-olie, bij machines veel in gebruik, wordt nogal eens vervalscht. Om te zien, ot men niet bedrogen wordt, gaat men de volgende kenmerken na: Mineraal-olie moet glashelder zijn. Is dit niet zoo, maar eenigszins wolkig, dan kan men er verzekerd van zijn, dat er water of parafine in aanwezig is. Zoodra ze in zeep overgaat bij vermenging met alkali, is dierlijk vet er doorheen gedaan en voldoet de olie niet aan de eischen. Tegen Koest. Om machine-deelen tegen roest te beschermen, wrijft men deze in met een oplossing van parafine in benzine. De benzine vervliegt snel en er komt een heel dun laagje parafine over het metaal. Om roest van het metaal te verwijderen gebruikt men het volgende middeltje: Neem 500 gram gesmolten vet; los hierin op 15 gram kamfer en meng er dan een weinig graphiet doorheen. De verkregen substantie doet men over de roestplekken en na een halven dag wrijft men met een lap dit vet er af. Tegelijkertijd verdwijnen de roestplekken. Onregelmatige ffniitf Het komt zeer dikwijls voor, dat een druk-machine, hoewel er niets aan hapert, zeer onregelmatig loopt. Meestal ligt dit aan den drijfriem. Zoodra deze te slap gespannen is, kan het niet uitblijven, dat de machine onregelmatig van gang is. Dadelijk moet men dan verbetering in dien toestand brengen, daar anders schudden, trillen en snelle slijtage niette verhinderen zijn. Stoppen. Nooit moet men een pers, die in vollen gang is, met een ruk aan den rem doen stoppen, daar dit hoogst schadelijk voor de machine is. Alleen in gevallen van nood mag men de pers plotseling doen stilstaan. Degeldrnkpers. Wie een degeldrukpers voor boek- en illustratie-werk gebruikt, moet haar geen dienst laten doen voor hoogdruk. IX' persen mogen nog zoo sterk gebouwd zijn, toch achten wij het verkeerd haar voor beide doeleinden te gebruiken. ('elluloid-ondergroiidplateii. De firma „Schelter & Giesecke" brengt ondergrondplaten van celluloid in den handel. Deze tamelijk zachte plaat is bevestigd op een voet van mahonie-hout. Zij kunnen, zoo dikwijls als men dit verlangt, gewasschen worden; echter niet met loog. De druk van deze celluloid-platen is zeer gelijkmatig, daar dit materiaal zeer gemakkelijk de inkt op het papier achterlaat. Tevens staan zij den druk van een hooge oplage zonder eenige stoornis uit. Trappers. De rollen van een trappers giet men op dezelfde manier als groote rollen. Men smelt de specie en giet deze in rollenbussen, die vooraf besmeerd zijn met olie, om het loslaten te bevorderen. Vóór het gieten plaatst men natuurlijk den rollenstang, spiraalgewijze omwonden met een dik koord, in de bus. Is de specie in de bussen afgekoeld, dan trekt men de rollen er uit. Ook moet men niet vergeten de bussen eenigszins te verwarmen vóór men de specie er ingiet, daar een plotselinge afkoeling niet goed werkt op een zuivere vorming van de rollen. Stof. In grootc drukkerijen moet men in de machine-zaal er steeds voor zorgen dat het niet stuift, want het in de lucht drijvende stof maakt de rollen onzuiver, hetgeen zeer schadelijk werkt op kleuren-drukwerk. Driekleiirendruk. Het is zeer aanbevelenswaard bij het bestellen van driekleurendruk-clichés ook van de fabriek te vragen afdrukken in de drie kleuren, geel, rood en blauw, benevens een geheel voltooiden afdruk. Deze voorbeelden moeten den drukker het werk vergemakkelijken. Zoodoende kan hij controleeren, of hij de juiste kleuren getroffen heeft; en ook bij het toestellen zijn deze afdrukken van groot belang. Men moet echter voorzichtig zijn bij het vergelijken van een kleur met de overeenstemmende van den afdruk der fabriek. De tint zal altijd eenigszins verschillen, omdat bij den eenen afdruk de inkt nog nat is. Voornamelijk is dit erg merkbaar bij het geel en het rood. Ook moet men steeds in liet oog houden, dat de papiertint niet verschilt met dat van den toegezonden proefdruk. Het trekken van Inkt. Het zoo lastige en gevaarlijke trekken van inkt kan men voorkomen door een weinig zeep of eenige korreltjes soda er doorheen te mengen. Natuurlijk moet dit mengen zeer zorgvuldig geschieden. Rotatie-papier. Vóór dat een rol rotatie-papier in de machine gehangen wordt, dient de drukker ze eerst flink af te borstelen. Dit voorkomt een massa stof, dat anders in oliegaatjes en tusschen de machine-doelen terechtkomt en slijtage veroorzaakt. Leeren inktrol. Bij rotatie-persen komt het des zomers dikwijls voor, dat de inktrol, welke de inkt van de bak op de wrijfrollen overbrengt, warm loopt, week wordt en plotseling scheurt. Iedereen, die zoo iets medegemaakt heeft, weet hoe alleronaangenaamst zulk een geval is. Hoe kan men dit verhelpen ? De titel zegt het reeds. Met een leeren inktrol. Deze rol bestaat uit hout, waaromheen leder gespannen is, gelijk de steendrukkers dit doen. Zoo'n rol doet evengoed zijn plicht als een uit rollenspecie en heeft niets te leiden van de zomerwarmte. Vooral bij rotatie-persen, waarbij het inktwerk hoog ligt, zijn deze lederen rollen steeds aan te raden. (ïeeii vernis. Zoodra men met goud of zilver-inkt drukt, mag men er geen vernis doorheen mengen. Hierdoor zou alle glans verloren gaan. Wil men er iets in mengen, om beter uit te drukken, gebruik dan een weinig vaseline of glycerine. Echter bij zeer kleine hoeveelheden, anders verdoft de gloed. Teehnisehe Maehinezetter Wenken voorden* Copie voor Zetmachines. Bij correctie in het zetsel, geleverd door bovengenoemde machines, is het noodzakelijk, zoodra een spel- of zetfout aanwezig is, een geheelen regel op nieuw te zetten. Dit is een nadeel, dat men bij het gewone handzetten zeer zelden aantreft; daar is een verkeerde letter gemakkelijk uit te halen, om er de goede voor in de plaats te zetten; daar is een letter vergeten zoo'n doodzonde niet. Heeft de handzetter „onmiddelijk" of „geenzins" gezet, — fouten die zeer algemeen zijn, — dan is het zeer gemakkelijk respectievelijk een 1 of een s in het woord te plaatsen. Bij de zetmachine zou men echter den ganschen regel moeten over zetten, om deze foutief geschreven woorden een goede spelling te geven, hetgeen natuurlijk meer tijdverlies veroorzaakt dan bij handzetsel. Kortom: Correctie in machinezetsel is lastiger te verhelpen. Om nu dit corrigeeren zooveel mogelijk tegen te gaan, dient men een flink geoefenden operateur aan de machine te hebben, een man of vrouw, die méér dan een gewoon zetter op de hoogte moet wezen van de Nederlandsche grammatika. Indien dit het geval is, zal hij veel meer spelfouten, voorkomende in de copie, zélf uit den weg kunnen ruimen. Ook is er dan vrij wat minder kans zich te ergeren aan een proefvel vol van spel- en zetfouten. Vervelender arbeid dan correctie-werk bestaat er toch niet voorden operateur. Om echter nog zekerder te kunnen arbeiden, is het sterk aan te raden alle copie voor de zetmachine eerst door den corrector der drukkerij nauwkeurig te laten nalezen, vóór het stuk gezet wordt. Een goed corrector toch is een levende grammatika, die geen spel- of zetfouten mag dulden. Heeft hij eenmaal de copie gezuiverd van alle „ongerechtigheden", zoo zal een geoefend en ervaren operateur in staat zijn een juweeltje van een proefvel af te leveren; en, er gaat veel minder tijd verloren met de correctie in het zetsel. In Londen heeft men in een massa groote drukkerijen, welke zich van de zetmachine bedienen, iemand die niets anders doet dan copie te corrigeeren vóór dat de operateur ze in handen krijgt; tevens wordt daar een duidelijke correctie gevraagd. Vooral met spoed-eischende gevallen is dit DE methode van voordeelig werken. Machine-zetsel. Bij dit zetsel heeft men dikwijls last, dat de regels scheef staan, dat wil zeggen: niet vertikaal. De gevolgen zijn natuurlijk een slechte druk. De opmaker moet bij machine-zetsel nooitgeheele kolommen in den vorm plaatsen, doch dit er met niet te groote grepen inzetten. Na eiken greep, drukt hij het zetsel flink tegen elkander aan, zoodat de regels vertikaal tegen elkander komen te staan. Dat machine-zetsel bij het opsluiten van den vorm soms opspringt en in pastei valt, is eveneens een gevolg van den scheeven stand der gegoten regels. Linotype-Metaal. Zoodra een lettervorm, gezet door de zetmachine gebruikt is, werpt men de regels weer in den smeltkroes. Dit kan men echter niet altijd door blijven herhalen. Wat zijn de gevolgen hiervan? Heeft men bijvoorbeeld dit reeds eenige keeren na elkander gedaan, zoo moet men een gezetten regel eens nauwkeurig bekijken. Ten eerste is de oppervlakte der letters vol kleine gaatjes; ten tweede is de voet op vele plaatsen hol; ten derde is de geheele regel zoo poreus als een stuk brood; en ten vierde is het lood natuurlijk zeer broos geworden. Zonder eenige moeite kan men het breken. Linotype-metaal, moet men weten, is samengesteld uit lood en antimonium met somtijds een mengsel van tin. Wanneer in de fabriek deze bestanddeelen goed gemengd en gesmolten zijn bij een temperatuur van 550 graden Fahrenheit, is de specie niet broos, maar stevig. Luchtblaasjes zijn niet waar te nemen. Doch door het veelvuldige gebruik raakt deze stof uitgeput en afgewerkt; tevens is zij verontreinigd door een massa vuil, en het metaal is gedeeltelijk geoxydeerd. De bestanddeelen van het loodmengsel zijn niet verdampt — zooals men zeer dikwijls meent, — want lood, antimonium en tin kunnen niet in de n s m e 11 k r o e s der zetmachine in damp overgaan: daarvoor is de hitte te gering. Om het afgewerkte metaal weer bruikbaar te maken, gaat men over tot de volgende bewerking. Al het oude lood doet men in een grooten pot, welke zoo gesteld moet zijn dat damp en rook vrij kunnen ontsnappen. Men smelt deze afgewerkte specie bij hooge temperatuur, terwijl men er onophoudelijk in roert. Door dit roeren komt eindelijk al het geoxydeerde metaal en het vuil naar boven. Deze voor den boekdrukker waardelooze massa schuimt men er telkens af. Daarna werpt men er wat vet en hars in waardoor de vloeibare massa geweldig gaat borrelen en al het nog achtergebleven oxyde en vuil naar boven jaagt. Na zorgvuldige afschuiming gooit men er wat nieuwe ongebruikte specie in, ongeveer 4 pCt. Dit roert men er flink doorheen. Vervolgens laat men het nieuwe mengsel afkoelen en de dan verkregen massa is weder geschikt voor de zetmachine. Zetmachines. Komen in een werkje, dat met de zetmachine gezet wordt, regels uit andere lettersoorten voor, welke ook door een machine gezet kunnen worden, dan is het altijd raadzaam, eerst de regels uit andere lettertypen te zetten, daarna het gewone zetsel. Voor den opmaker is het gemakkelijker. Hij neemt het gewone zetsel en behoeft niet bij het opmaken te wachten op het andere zetsel. Doet men echter andersom, dan gebeurt het meer dan eens, dat de opmaker niet regelmatig kan doorwerken, maar telkens wachten moet op de machine. Zetmacliiiie-metaal. Wanneer het lood der zetmachines te week wordt, moet men er wat antimonium aan toevoegen. Men stampt dit met een hamer fijn en roert bij elke pot niet lood er wat doorheen. Ook is het aan te raden, dan iets harder te stoken, daar het lood en het antimonium zich tamelijk moeilijk vermengen. Machine-zetsel. Bij dit zetsel heeft men dikwijls veel last van kleine braampjes, welke als fijne haartjes op het papier afdrukken. Een middel om deze te doen verdwijnen is het bekloppen van het schrift met een tamelijk harden borstel. De fijne braampjes zullen daardoor eerder naar beneden geklopt worden dan dat de letters beschadigd worden. Zetmachine. Houdt de machine schoon en oversproeit ze niet met olie. Wie dit tot regel aanneemt, vermijdt een massa onaangena am h ed e n. Zetmachine. Om goed zetsel van bovengenoemde machine te krijgen, dient de operateur er steeds voor te zorgen, dat de smeltkroes zooveel mogelijk op dezelfde temperatuur blijft. Indien het lood te veel verhit is, krijgt men slechte lettertypen. Is de temperatuur te laag, dan blijft de regel in den zak zitten en heeft men moeite deze er uit te nemen. Tevens moet de zuiger der pomp steeds rein zijn, daar zij anders haar diensten weigert te doen. Reiniging der Matrijzen. Op geregelde tijden moet men de matrijzen der zetmachine zorgvuldig reinigen, anders komen er braampjes aan de gegoten letters, hetgeen zeer leelijk is en den lezer geweldig hindert. Kromme matrijzen moeten verwijderd worden, daar zij dikwijls de oorzaak zijn, dat de machine herhaaldelijk stopt. Eerst dan, wanneer de kromme matrijzen weder geheel en al recht gemaakt zijn, kan men ze weer gebruiken. ALLERLEI. Kleefstof' voor Celluloid. Celluloid kan vastgekleefd worden op hout, zink, lood on ander materiaal, wanneer men als kleefmiddel neemt een mengsel van twee deelen schellak, drie deelen kamfer-spiritus en vier deelen alcohol van sterk gehalte. Deze aldus verkregen kleefstof moet in goed gesloten flesschen bewaard worden, anders bederft ze en voldoet niet meer aan het doel. Aaukoopeu van Letters. Denk er steeds aan, dat, bij het inkoopen van smout letters, deze mooi, sterk, maar vooral duidelijk zijn. Onduidelijke letters vormen slecht leesbare woorden en zijn een gruwel voor het publiek. Persen. Neem nooit zwak gebouwde machines in uw drukkerij. Zij zijn een bron van voortdurende ergernis, leveren slecht drukwerk, geven veel reparatie, en het wit in de vormen zal door het schudden en trillen van zoodanige pers onophoudelijk rijzen. Zulk een machine in de drukkerij is even onaangenaam als een kwaadaardige schoonmoeder thuis. Denk daaraan! N ii in in er-Mar hines. Indien deze werktuigjes door lang gebruik vuil geworden zijn, kan men ze .op zeer gemakkelijke wijze reinigen. Men legt het geheele machinetje een paar uur in een bad van petroleum. Na dit bad spoelt men het nog eens af met wat zuivere petroleum en laat het dan drogen. Ook andere instrumentjes en kleine ingewikkelde machine-deelen kan men op deze eenvoudige wijze deugdelijk schoonmaken zonder ze uit elkander te nemen. Dit is een groot voordeel, want iedere boekdrukker is nog geen monteur. Kihhclig'e Papieren. Bij de tegenwoordige luxe-omslagpapieren voor boeken, prijscouranten, enz., treft men dikwijls ribbelig en daardoor moeilijk te bedrukken papier aan. Hier moet men geen fijne ornamenten, haar lijntjes en teere letters op drukken. Zij zouden reeds bij een oplage van honderd zoo geleden hebben, dat verder drukken onmogelijk is; daarbij zijn zij voor altijd onbruikbaar. Zij die een stereotypie-inrichting hebben, laten van het zetsel platen gieten om vernieling van materieel tegen te gaan. Een dwaze berekening. Vele boekdrukkers hebben de gewoonte in den prijs van het drukwerk het wegmaken der vormen niet in rekening te brengen. Het wegmaken is toch ook arbeid, mijneheeren? Berekent eens den tijd, die er jaarlijks mede verloren gaat, en ge zult zeker van deze „goedheid tegenover het publiek" afstand doen. Voor het opruimen van smoutwerk moet men minstens 25 pCt. van den zettijd rekenen; bij ingewikkelden arbeid aanzienlijk meer. Alleen bij plat zetsel mag men niet hooger komen dan 17 pCt., daar het distribueeren zooveel vlugger gaat. Groote oplagen van enveloppes maken stereotypieplaten van het zetsel noodig, omdat de letters zoo schromelijk lijden door de lippen der enveloppen. Heeft men geen stereotypie-inrichting, zoo neme men krachtige letters en liefst nog de oudste soorten in de drukkerij; daaraan is minder verlies gepaard. Hoe dikwijls ziet men niet bij verlovings-, trouwof rouwkaarten, welke in schrijfletter gezet zijn, dat de voorkomende breukcijfers uit een andere soort letters gezet staan, bijv.: oyfi- fr« i>art \ ^ /i t/rcl. In enkele gevallen behelpt men zich met boekletterbreukcijfers, hetgeen zeer leelijk staat te midden van de schrijfletters. Het best neemt men cursieve cijfers, doch hel allerbeste zou zijn, dat de lettergieterijen deze breukcijfers bij de schrijfschriften leverden. Enveloppen. Gebrek aan teekens bij Schrijfletters. Versierde Letters. Bij versierde letters moet de letter, die toch de hoofdzaak is, d u i d e 1 ij k te voorschijn komen. Indien de ornamentage te zwaar en te sprekend is, geraakt de letter op den achtergrond en is daardoor dan bijna niet te lezen. Zeer dikwijls komt dit voor met ornamentieke blokletters; bij deze kan men soms ternauwernood een B van een R onderscheiden, of een O van een Q.. Wil men dus blokletters of versierde letters aankoopen, dan moet men eerst alle letters van het alphabet goed beschouwen en zich overtuigen of zulke fouten voorkomen ot niet. Verdwijnt de type te veel in de ornamentiek, zoo moet men ze niet aanschaffen. Vouwen. Bij het vouwen van illustratiewerk, voorzien van autotypieën, mag het vouwbeen deze beelden niet overstrijken. Bij geïllustreerde tijdschriften toch ziet men dikwijls een zwarte streep door het plaatwerk loopen. Hieraan heeft de drukker geen schuld, zooals velen meenen, maar degene die de vellen gevouwen heeft. Zijn (of haar) vouwbeen is bij het vouwen over de platen gestreken, een onoplettendheid van vele vouwers. Srliilden. Om den naam op de letterkast aan te brengen, kleven de meeste boekdrukkers er over het algemeen een bedrukt papiertje op. Dit etiketje is echter spoedig vuil, laat los en scheurt dan, hetgeen zeer lastig is en daarbij slordig staat. De firma Richard Rühl tc Leipzig brengt nu kleine schilden in den handel, die zeer gemakkelijk aan de letterkast te bevestigen zijn met behulp van twee schroefjes. Drie dozijn als proef kosten gesorteerd slechts 4.25 Mark of ongeveer f 2.50 in Hollandsch geld. Ieder die zijn drukkerij net wil inrichten, schafFe ze aan. Goud en Brons. Wanneer onder het vergulden of bronzen van drukwerk een arbeider ongesteld wordt, doordat hij te veel goudpoeder naar binnen krijgt, moet men hem dadelijk lauwe melk laten drinken. Dit gaat de vergiftiging tegen. In alle geval moet hij daarna nog naar den dokter gaan. Machines. Bij het aankoopen van persen vraagt men steeds, hoeveel omdraaiingen de cylinder per uur maakt en dan hoort men soms getallen, die men niet gelooven kan. Zooveel exemplaren per uur! Onmogelijk! denkt men. Toch is het heel goed mogelijk dat de verkooper waarheid spreekt. Een ledige machine kan ongetwijfeld een groot getal cylinder-draaiïngen maken, doch zoodra komt de vorm er op, of hij haalt dat hooge aantal niet meer. De zwaarte van het lood laat zich dan gelden. Beter is het dan ook te vragen, hoeveel exemplaren een machine per uur kan leveren, als er een vorm van zoo-en-zooveel KG. op het fundament ligt. Men zal dan wel een antwoord bekomen, dat wat dichter bij de waarheid staat. Advertentie-Clichés. In enkele courant-drukkerijen rekent men voor de advertenties, waarvan de inzender een cliché geeft, minder dan voor annonces, welke gezet moeten worden. Dit is o. i. een verkeerde gewoonte, welke een gevolg is van oppervlakkig denken : „Men behoeft de advertentie niet te zetten, dus kunnen wij ook iets minder berekenen". Maar iemand, die met zoodanige clichés gewerkt heeft, zal deze conclusie niet trekken. Men moet het cliché toch ook eerst gereed maken vóór het tusschen het andere zetsel geplaatst kan worden; dan heeft men bij te vijlen en bij te plakken met papier. Verder heeft de drukker in de meeste gevallen meer moeite met het toestellen van zulke advertentie-clichés dan met gezette, daar eerstgenoemde maar al te dikwijls in zeer slechten toestand verkeeren : op enkele plaatsen ingedeukt, op andere platgedrukt enz. Het gereedmaken en het toestellen duurt dan minstens even lang — soms veel langer — dan wanneer men een advertentie zetten moet. Het zou zelfs logischer zijn bij oude clichés of die welke door andere drukkerijen verknoeid zijn, de prijs een weinig hooger te nemen. Reductie te geven voor advertentie-clichés is zonder twijfel een schadepostje voor den uitgever der courant. Houten Rieinschijven. Deze schijven bestaan geheel en al uit hout, dat zoodanig geprepareerd is, dat warmte en vocht zoo "oed als geen invloed er op kunnen uitoefenen. Daarbij ö ^ 1 zijn ze goedkooper dan ijzeren riemschijven. Alleen komt het zoo nu en dan voor, dat ze aan den stang soms loslaten. Meestal is dit een gevolg van slechte bevestiging. In vele drukkerijen in Duitschland treft men ze aan, en over het algemeen is men zeer tevreden over deze houten schijven. Goedkoope Letterkasten. Een letterkast kan en mag eigenlijk niet goedkoop zijn. Toch zijn er fabrieken, die ze tegen spotprijzen verkoopen. Het groote gebrek is echter, dat de kruislatjes der vakjes krom trekken, omhoog buigen en breken, waardoor de verschillende letters door elkander gaan. Zulke goedkoope letterkasten zijn dan ook kwelgeesten in een drukkerij ; ze zijn dan eigenlijk meer voor brandhout geschikt. Drijfriemen. Het is aan te bevelen de riemen zoo nu en dan te oliën, waardoor zij zich beter houden tegen invloeden van vocht en droogte. Om de aangrijpingskracht der riemen grooter te maken, strijkt men af en toe een weinig fijngewreven hars aan den binnenkant: dit gaat ook het afspringen van de schijf (poelie) tegen. Perkament. Boeken vervaardigd uit oud perkament, zooals b.v. de monniken-bijbel, worden niet aangevallen door boekwormen. Zoodra een boek echter uit papier bestaat kan een boekworm daarin zijn leventje zeer genoeglijk slijten; papier schijnt namelijk voedingsstoffen voor dit schadelijk gedierte te bevatten. Copieeren. Hen nieuwe en gemakkelijke manier om brieven enz. te copieeren, bestaat hierin, dat men een stuk papier neemt en dit bestrijkt met een mengsel \an gelatine, water, glycerine en dextrine. Nadat deze massa op het papier eenigszins gedroogd is, drukt men hierop af de met aniline-inkt geschreven tekst. V an het negatief dat nu ontstaat, kan men zeer veel goede afdrukken maken. Men moet er echter op letten, dat het geprepareerde mengsel niet te snel droogt, zoodat er kleine scheurtjes ontstaan. Deze manier van copieeren is veel een\oudiger en goedkooper; ook heeft men de scherpe, onaangename geur niet, zooals bij andere methodes dikwijls voorkomt. Iteliof-Brief kaarten. liet is mode, inplaats van geïllustreerde briefkaarten, briefkaarten met een relief te vervaardigen. Hoe mooi deze kaarten ook zijn, zoodra ze door de handen van den brievenbesteller zijn gegaan, zien ze er \uil en beschadigd uit. Er zijn weinig verzamelaars, die ze willen hebben; de stempel vernielt meestal het relief. Duitsche uitgevers klagen er dan ook over, dat dit artikel zoo slecht gaat en velen zijn besloten ze niet meer in den handel te brengen. Ook de Hollandsche boekdrukkers, die zulke kaarten (laten) vervaardigen en zelf uitgeven mogen hier aan ook wel eens denken. Het verkleuren van Papier. Of het papier verkleurt door den invloed van het licht kan men ten allen tijde op zeer eenvoudige wijze en goedkoop onderzoeken. Bij gekleurde omslagpapieren of dito cartons is vooral dan een onderzoek aan te bevelen, wanneer die papieren in groote hoeveelheden verbruikt en eventueel aan het zonlicht blootgesteld worden, Is dit laatste het geval, dan kan men zeer veel onaangenaamheden met zijne clientèle krijgen. Het onderzoek geschiedt als volgt: Men doopt een stuk van het papier, dat aan eene proefneming zal worden onderworpen in eene sterke oplossing van chloorkalk; verbleekt het papier korten tijd nadat het uit het bad is genomen, dan kan men er van verzekerd zijn, dat het ook het daglicht niet zal kunnen verdragen. Of het carton alleen aan de oppervlakten is gekleurd, kan men waarnemen, door er een schuin hoekje af te scheuren en de breuk door een vergrootglas te bezichtigen. Goede kwaliteit wit carton kan men op de volgende wijze onderzoeken ten opzichte van vastheid van klem ooo gram zuiver hydrochloorzuur en 150 gram aniline worden met een halven liter water vermengd ; in deze oplossing doopt men een stukje van liet carton en laat het dan in de lucht drogen. Heeft het carton, 11a opgedroogd te zijn, eene bruinachtige of geelachtige kleur, zoo is het ook niet bestand tegen den invloed van het licht. Prijsberekeneit. Het is ongetwijfeld waar, dat verscheidene boekdrukkers te lage prijzen berekenen voor hun werk. Het beste is zijn bestellingen aldus op te maken: Zetsel: uur ü Ct. Papier : z= Drukken : uur ti Ct. — Distributie: uur Ti Ct. Di versa: Netto prijs "/u - Bruto prijs m Natuurlijk kan men zijne procenten op de nettoprijs niet te laag nemen, daar hieronder begrepen is : vuur, licht, huur van het gebouw, slijtage aan machines en lettermaterieel. Reiniging' van Drijfriemen. Neem een harden borstel, en wrijf de riemen goed at met warm water en zeep. Wanneer ze na deze behandeling nog in vochtigen toestand zijn, wascht men ze met een oplossing van salmiak; daarna spoelt men di rekt met lauw water af en droogt de riemen, terwijl ze op spanning zijn gebracht. Als de riemen nog niet geheel gedroogd zijn, smeert men den binnenkant van het leder in met een massa welke men op de volgende manier vervaardigt: Een kilogram caoutchouc op 50 graden Celcius verhit wordt met 1 kilogram terpentijn-olie vermengd. Nadat alles goed opgelost is, voegt men er 780 gram gram colophonium (hars) bij. Is dit alles goed vermengd, dan komt er 750 gram gele was bij. Nu doet men onder gestadig roeren er drie kilogram vischtraan en 1.25 kilogram gesmolten talk bij. Den binnenkant der riemen kan men eenige keeren met dit verkregen mengsel inwrijven, den buitenkant slechts éénmaal. Dit middel, in Duitschland op groote fabrieken veel in gebruik, verhindert te groote slijtage, terwijl de riemen weer elastisch worden. Het vouwen van Carton. Op drukkerijen, waar men hiervoor geen speciale machines heeft, levert het vouwen van karton soms moeilijkheden. Indien men carton gewoon vouwt, ziet de rug er gebroken en onoogelijk uit. Beter is het dan ook het karton met een mes eerst in te kerven. Men haalt het mes hiervoor eenvoudig langs een liniaal. De liniaal mag van hout zijn, doch neem liever een van metaal, hout snijdt spoedig in. Na de kerving, die natuurlijk aan den buitenkant geschiedt, kan men gaan vouwen. Hoewel deze bewerking iets langer duurt, levert men daarentegen veel netter werk. Nog gemakkelijker gaat dit onder de snijmachine. Men stelt namelijk het mes zoo, dat het niet geheel en al door het karton snijdt. Zoodoende bespaart men veel tijd en verkrijgt men veel gemakkelijker inkerving dan bij het gebruik van mes en liniaal. Overbrenging. Er bestaat een heel eenvoudige wijze om van een pen- of potloodteekening eene reproductie te vervaar- digen op hout of metaal, zonder gebruik te maken van een of ander fotografisch procédé. Men bevochtigt namelijk de teekening (uitgevoerd in potlood of gewone schrijfinkt) met eene sterke oplossing van bijtende soda en alcohol. Leg de teekening daarna op het metaal, wrijft ze goed in met een vouwbeen, of nog beter, trek een proef op een handof een copieerpers, waarna de overdruk gereed is. Pletcartons. Deze reinigt men met speksteen of talkum, waarmee men ze eenvoudig flink inwrijft. Na deze bewerking zullen zij niet meer smetten. Nog beter is het ze af te wasschen met goede kwaliteit benzine, doch deze behandeling is duurder en vordert veel meer tijd dan het inwrijven met speksteen. Moderne Omslagpapieren. Dit soort van papier heeft meestentijds een ruwe, rimpelige oppervlakte. Hoewel de uitgever ze dikwijls bestelt, zijn het geen vriendjes van den boekdrukker. Van het zetsel kan men niet drukken, om de eenvoudige reden, dat het lettermateriaal zoodanig zou lijden, dat het voor verder gebruik ongeschikt zou zijn. Bij niet al te hooge oplagen moet men zich dan bedienen van stereotypi e-p late n, in het andere geval zijn g a 1 v a n o ' s noodzakelijk. Ook moet men g o e d e, d ure i n k t gebruiken, anders is een algeheele dekking onmogelijk te verkrijgen; meestal neemt men dan ook de zoogenaamde boekbindersinkt. Verder gaat het drukken op dit moderne omslagpapier zeer langzaam. Neemt men dus zulk werk aan, dan moet men, ten opzichte van prijsberekening, al deze bezwaren wel in het oog houden. Wat den zetter aangaat, deze moet voor het zetsel krachtige lettertypen kiezen. Zelts bij galvano's zouden teere lettersoorten met fijne haaltjes breken. Reeds menig boekdrukker heeft schade beloopen, doordat hij de grofheid van het papier niet in acht nam. Ook zien vele moderne omslagen er slecht uit, doordat zij met gewone inkt en met te weinig kracht hadden gedrukt. Belangrijke uitvinding Sedert de uitvinding der lithografie is het de levendige wensch der kunstenaars en vaklieden met houtskool te kunnen teekenen, daar het krijt niet voor alle kunstdoeleinden geschikt en dikwijls een ongemakkelijk arbeidsmiddel is. . „ Nu heeft de „Gesellschaft für Graphische Industrie een middel gevonden, om kool vethoudend te maken, zoodat zij ook gebruikt kan worden op steen, zink en aluminium. De vervaardiging van vethoudende kool is de \ o gende : Men neemt kool, welke bij het teekenen gebruikt wordt, en legt deze twee a drie dagen in een bakje olie. Nadat ze daarna gedroogd is, kan men ze tot het lithografische teekenen ter hand nemen. Weener kunstenaars, die hiermede op steenpapier geteekend hebben, zijn hoogst ingenomen met dit materiaal, te meer daar men het met krijt en inkt combineeren kan. Oxydatie. Celluloid clichés oxydeeren niet, wat een groot voordeel is op de gewone autotypieën voor driekleurendruk. Door vocht worden zij in het geheel niet aangetast, ook niet door inkt, die soms chemisch inwerkt op zink of koper. Geraniutnlak. Na jarenlangen arbeid is het gelukt twee nieuwe soorten Geraniumlak in den handel te brengen, die als nieuwigheid overal welkom zullen zijn, aangezien die sedert jaren zoo algemeen gewenscht werden. Tot nu toe kon men alleen Geraniumlakken bekomen, welke tegen het daglicht niet bestand waren en in het zonlicht geheel verdwenen. Deze onmisbare kleur is nu uitgevonden ; zij is v o 1 k o m e n licht e c h t, kan gevernist worden en blijft vast van kleur, d. w. z. dat zij bij steendruk door het water niet opgelost wordt. De prachtige, vurige nuances duiden aan, dat het buitengewone zuiver drukkende kleuren zijn. Afdrukken zijn bij de firma Beit & Co. te verkrijgen. Tessarotypie. Deze naam werd gegeven aan een uitvinding van den ingenieur Tessaro te Padua (Italië). Tessaro heeft namelijk een machinetje uitgevonden, waarmede men namen en teekens kan drukken in bouwplannen, kaarten enz. Het apparaatje bestaat uit verstelbare raadjes, waarop de verschillende letters van het alphabet aanwezig zijn. De woorden kunnen niet alleen recht, maar ook in gebogen vorm op het papier gedrukt worden. Het drukken geschiedt met overdrukinkt, waardoor het ook mogelijk is op steen of zink te drukken. Volgens zeggen van den ingenieur, werkt dit machinetje even snel als vijf lithografen. Ook voor muziek-notendruk kan het met succes gebruikt worden. Dresseer-BIwkkeii. Het komt dikwijls voor, dat dresseerblokken gaan splinteren. Veelal vindt dit zijn oorzaak in het uildrogen van het hout, waardoor het een groot deel van zijn weerstandsvermogen verliest. Om dit barsten en afbrokkelen zooveel mogelijk tegen te gaan en te voorkomen, moet men zoo nu en dan het hout flink inwrijven met wat oude machineolie. Hierdoor wordt tevens de invloed van vocht op het dresseerblok te niet gedaan. Keu Controle-stempel. . Het komt zeer dikwijls voor, dat drukproeven veel te laat aan de drukkerij worden terugbezorgd. Niet alleen heeft de boekdrukker schade, omdat er materieel vaststaat, maar krijgt een paar dagen daarna het standje, dat het drukwerk zoo laat aan den besteller is afgeleverd. Zegt men dan, dat proef en revisie zoo laat zijn teruggezonden naar de drukkerij, dan herinnert men meestal zich dit feit in 't geheel niet. Menschen zijn soms zoo vreeselijk zwak van geheugen, nietwaar ? 't Eind van het liedje is dan ook doorgaans, dat de boekdrukker onrecht (?) heeft en onaangenaam dooiden besteller bejegend wordt. Om aan deze onpleizierige oogenblikken een einde J.R.MUYZER 3 MEI 1901 AMSTERDAM. Fig. 1. te maken, raden wij ieder boekdrukker aan proef en revisie af te stempelen met een verstelbaren datum- DRUKl'ROEF 3 MEI 15)01 J. R. MUYZER- Amsterdam. -O Fig. 2. stempel, zooals bijv. hierboven is aangegeven. Zoo'n merk uit caoutchouc kost slechts een kleinigheid, en Fig. 3. levert het beste bewijs in Zulke onaangename gevallen. Figuur i is hier en daar reeds in gebruik. Wij R. E V I S I E 3 MEI 1901 J. R. MUYZER - Amsterdam. achten de stempels met de woorden „Drukproef en „Revisie" nog beter voor het doel, daar men de vellen daardoor gemakkelijker kan onderscheiden. Ook is het aan te bevelen drukproef- en revisiestempel zoodanig te laten vervaardigen, dat er een duidelijk onderscheid tusschen de twee is; in de praktijk is dit gemakkelijker. Naamschilden. In een massa drukkerijen plakt men op een kast een papiertje met den naam van het lettertype. Deze strookjes worden echter spoedig vuil, laten dikwijls los en scheuren, zoodat na een drietal weken men raden moet, wat er staat. Hoewel het praktisch is de kasten te voorzien van een naam, om daardoor het zoeken te vergemakkelijken, is het bepaald onpraktisch hiervoor een beschreven ot bedrukt papiertje te nemen. Beter is het dan kleine schildjes aan te schaffen, waarachter men den naam op een stukje karton ter groote van een visite-kaartje schuiven kan. De kosten van deze schildjes zijn niet hoog. Magnesium en Copieer-inkt. Er zijn boekdrukkers, die door hun copieer-inkt magnesium mengen, denkende hierdoor een klaarderen druk te verkrijgen. Dit is echter niet het geval. Magnesium maakt copieer-inkt troebel. Wil men bovengenoemde inkt verdunnen, gebruik dan glycerine; wil men ze dikker maken, doe er glucose door. Moet men de kleur donkerder hebben, doe dan aniline kris- tallen in h e e t e glycerine en vermeng dit met de copieer-inkt. Het opkleven van etiketten op blik. Met een stukje schuurpapier maakt men de plaats, waar het papier geplakt moet worden, ruw en reinigt ze daarna. Vervolgens kan men met gewone stijfsel of met een verdunde oplossing van witte gelatine de etiketten op het blik bevestigen. Doorzichtigheid van schrijfpapier. De tamelijk dure soorten schrijfpapier hebben dikwijls een hinderlijke fout, die voornamelijk bij het drukken te voorschijn treedt. Zoodra het papier bedrukt is, ziet men aan den anderen kant het zetsel doorschijnen, natuurlijk bij de eene kwaliteit in minder mate dan bij de andere. Vooral het dure schrijfpapier lijdt aan deze onaangename kwaal. Daar schrijfpapier zoo dikwijls in den laatsten tijd bedrukt wordt met een adres of iets dergelijks, mochten o. i. de papierfabrikanten deze hinderpaal wel eens uit den weg ruimen, door het papier ondoorschijnender te vervaardigen. Het spetteren der inkt. Er zijn inktsoorten, — voornamelijk die, welke met veel taaie vernis vermengd zijn, — die vreeselijk spetteren en de geheele machine daardoor vervuilen. Men kan dit tegengaan door eenige druppels glycerine door de inkt te mengen. Zctborden van Xylolith. Deze zetborden bestaan uit gemalen hout, lijm, stroostof enz., welke massa door hydraulischen druk steenhard gemaakt is. Deze platen zijn i centimeter dik en zijn bevestigd op een houten bord van dezelfde dikte. Dusdanige zetborden zijn wel duurder, maar houden het langer uit, terwijl van scheuren geen sprake is. Door hunne gladde oppervlakte kunnen zij dienst doen als opmaaksteenen. Bedoelde Xylolith-zetborden worden vervaardigd door de firma Sening & Co. te Leipzig. Ze zijn in alle grootten verkrijgbaar. Engelsclie werken over de Typografie. De volgende Engelsche werken over de Typografie kunnen wij aanraden: »Modern Printing«, door John Southward. «Practical Printing«, door John Southward. »Artistic Printing«, door John Southward. »Presswork«, door Wm. J. Kelly. «The Practical Printer«, door K. G. Bishop. «The Printer's Handbook«, door Ch. T. Jacobi. «The Letterpress Printer« door J. Gould. «Printingcc, door Ch. T. Jacobi. Bij eiken Mollandschen import-boekhandel kan men deze werken bekomen. Vetvlekken. Zoodra er in een of ander plaatwerk vetvlekken zijn, acht men ze meestentijds verloren. Toch bestaat er een eenvoudig middel om ze te redden. Leg het plaatwerk tusschen twee vellen papier, na eerst de vetvlekken flink bedekt te hebben met magnesiumpoeder, dat men bij eiken apotheker verkrijgen kan. Plaats daarna op deze vellen een plank of een stuk bordpapier met eenig gewicht er op en laat dit twee maal 24 uur liggen. Is de vetvlek er dan nog niet uit, zoo herhaalt men deze behandeling nog eens. In den regel is één a twee maal voldoende. Autotypie-druk, liet groote geheim van het toestellen van auto s is ... . niet toestellen. Dit is in Amerika voor eiken drukker een waarheid zoo groot als een koe. Voor ons echter een leugen zoo "root als een ezel! o I)e waarde van een komma. Een Pruisisch schoolopziener kwam aan het bureau van den burgemeester eener kleine stad, om hem te verzoeken hem op een schoolbezoek te vergezellen. De burgemeester was is een kwade luim, en de schoolopziener hoorde hem mompelen: »Waar komt die ezel nu al weer voor?« De schoolopziener zei niets, maar wachtte zijn tijd af, en ging met den onwilligen burgemeester de ronde doen. Óp de eerste school gaf hij te kennen, dat hij wilde zien hoe de interpunctie geleerd werd. »Och, dat komt er niet op aan" bromde de burgemeester. »\Vij geven niet om komma s en zulke kleinigheden.« Maar de schoolopziener zond een jongen naar het bord en beval hem te schrijven: »De burgemeester van R. zegt, de schoolopziener is een ezel.« Toen beval hij hem de komma achter de R. te zetten en eene andere achter schoolopziener, en de jongen schreef: »De burgemeester van R., zegt de schoolopziener, is een ezel.« Waarschijnlijk kreeg de onwillige burgemeester nu wel een nieuw begrip van de waarde van «komma's en zulke kleinigheden«. Ook zijn er zetters, die de waarde van een komma op niet al te hoogen prijs stellen. Bovenstaande anecdote bewijst hun duidelijk, welke zinstorende fouten een verkeerd geplaatste of weggelaten komma ten gevolge kan hebben. Papier-onderzoek. Hen massa der tegenwoordige papiersoorten worden geelachtig getint zoodra zij aan lucht en licht worden blootgesteld. Reeds vroeger hebben wij er op gewezen, dat dusdanig papier ijzerhoudend is. Om zulk papier chemisch te onderzoeken, om te zien of het veel ijzerstof fcevat, gaat men als volgt te werk : Men kookt het te onderzoeken papier met verdunde alkali, neutraliseert deze met salpeterzuur en voegt hieraan toe rhodanammonium. Een oplossing van dit zout geeft met een oplossing ijzeroxydezout een bloedroode kleur. Hoe rooder, hoe hooger het ijzergehalte is. Papieren Rieinsehijven. Door de firma H. Thofehrn te Plauen i. \ • (Duitschland) worden tegenwoordig papieren rieinsehijven vervaardigd. Of deze riemschijven aan de eischen voldoen, kunnen we echter niet vermelden. Niininiereeren. Rij het nummereeren van aandeelen moet men er steeds zorg voor dragen flinke, duidelijke cijfers te gebruiken. Er zijn tegenwoordig numereermachines in den handel, waarvan de cijfers te licht zijn, vooral zoodra ze op een cijferbalk gedrukt worden. lis» r> Soms gelijken de cijfers op elkander, zooals i op een 4, een 3 op een 8, hetgeen veroorzaakt wordt door de streepjes van den cijferbalk. Gebruik dus een numeroteur, met vette, duidelijke cijfers zonder fijne lijntjes er aan. Verderf van Kleefiuiddeleu. Om vooral in den zomer het bederven van kleetmiddelen, gelijk stijfsel, dextrine enz. tegen te gaan vermengt men ze met een weinig karbol/uur, salievlzuur of boorzuur. Meer dan 1 percent moet men er echter niet bijvoegen. Lichteclit. Om te onderzoeken of kleurinkt lichteclit is, vrage men een afdruk in zekere gewenschte kleur. De eene helft van den afdruk bedekt men dan met een stuk bordpapier; het andere deel blijft onbedekt. Nu hangt men dit voor het venster en laat er gedurende één of twee dagen het licht op inwerken. Onderzoekt men na dat tijdsverloop, hoe het met den afdruk staat, zoo bemerkt men alras, dat de onbedekte helft lichter oftewel verschoten is. Zulke inkten zijn natuurlijk niet licht-echt. Bij het koopen van licht-echte inktsoorten moet men zeer voorzichtig zijn, want een massa soorten kunnen bovengenoemde lichtproef niet doorstaan. Vooral in de roode kleuren wordt dikwijls geknoeid en toch worden deze soms verkocht onder vermelding van het schoone woord: «Licht-echt!" Snijmachine. Is er een machine, waar in de meeste drukkerijen minder aandacht aan geschonken wordt, dan de snijmachine ? Ik geloof het niet. Op geregelde tijden moet het mes geslepen worden. Hoe botter men het mes laat worden, hoe moeilijker het weer scherp te krijgen is, hoe erger het verslijt. Smeer de oliegaatjes en verzorg de tandraderen. Snijd er geen looden materiaal mede en zoo weinig mogelijk ordinair bordpapier, daar bestaan andere machines voor. Roestvlekjes moeten onmiddelijk verwijderd worden en laat de messen nimmer hol, maar bol slijpen. En vooral zij het geen speeltuig van jongens ! è Mineraal-olie. Mineraal-olie, bij machines veel in gebruik, wordt nogal eens vervalscht. Om te zien, of men niet bedrogen wordt, gaat men de volgende kenmerken na: Mineraal-olie moet glashelder zijn. Is dit niet zoo, maar eenigszins wolkerig, dan kan men er verzekerd van zijn, dat er water of parafïne in aanwezig is. Zoodra ze in zeep overgaat bij vermenging met alkali, is dierlijk vet er doorheen gedaan en voldoet de olie niet aan de eischen. Reclame-Couverten. De couvert-fabriek te Konstanz (Duitschland) brengt een reclame-couvert" in den handel. De enveloppes zijn zóó vervaardigd, dat vóór- en achterkant geheel bedrukt kunnen worden zonder last te hebben van de lippen. Het is dus een couvert van geheel nieuwe constructie. Op aanvrage worden monsters toegezonden. Deze enveloppen hebben tevens vóór, dat de letter of het cliché, welke men op de achterkant wil drukken, niet beschadigd kunnen worden door over elkander gegomde lippen. . Ongetwijfeld zal deze fabriek succes met deze „ Ree 1 am-Couverts" hebben. Tonplatten. Voor het snijden van ,,Tonplatten" gebruikt men een graveernaald, twee platte beiteltjes en een ronde, tevens een speciaal gevormd mes. Deze werktuigen zijn verkrijgbaar bij den heer B. ten Brink te Meppel. (hidergronrtplateii. Alleen door middel van droogstereotypie kan men van Maser's ondergrondplaten een stiep-plaat vervaardigen. Het is wel moeielijk, daar te hooge kalanderdruk de ondergrondplaat beschadigen kan. ('elluloi(l-oii(l<'r£roii(l|ilateii. De firma „Schelter & Giesecke" brengt ondergrondplaten van celluloid in den handel. Deze tamelijk zachte plaat is bevestigd op een voet van mahonie-hout. Zij kunnen, zoo dikwijls als men dit verlangt, gewasschen worden ; echter niet met loog. De druk van deze celluloid-platen is zeer gelijkmatig, daar dit materiaal zeer gemakkelijk de inkt op het papier achterlaat. Tevens weerstaan zij den druk van een hooge oplage zonder eenige stoornis. liet snijden van OnderKroiidplaten. Hij dezen arbeid moet men er steeds aan denken de randen niet té schuin en niet té recht te snijden. In het eerste geval drukken de randen onzuiver af en smetten; in het tweede geval brokkelen zij onder den druk van cylinder of degel. Misdruk. In vele drukkerijen wordt misdruk als waardeloos weggeworpen. Toch moet men steeds in het oog houden, dat men dit papier als inschietpapier zeer goed gebruiken kan. Knoop-lieclitmacliines. Hen nieuwe machine, die geheel aan de eischen van den tegenwoordigen tijd voldoet, wordt thans in den handel gebracht door de welbekende machinefabriek Preusse & Co. te Leipzig-Anger-Crottendorf. Het is een knoop-hechtmachine, die de draden voor schrijfschriften, teekenboeken, enz. zelf knoopt. Nadat de draad eerst door de drie kleine gaatjes wordt gevoerd, wordt ze stevig vastgeknoopt en vervolgens afgesneden. Gelijk wij vernemen werkt deze machine tot groote tevredenheid en is zij reeds in de belangrijkste zaken in gebruik. Door het enorme produktie-vermogen van 900—1500 stuks per uur, zijn de geringe kosten spoedig gedekt, en daar zij zoowel voor voet- als voor motorbeweegkracht geschikt is, staat zij onder het bereik van iedere firma. Het losmaken van Clichés. In vele drukkerijen gaat men bij het losmaken der clichés van den houten voet zeer ruw en onbedachtzaam te werk. De een neemt een beitel en steekt die tusschen de plaat en het hout en wringt ze zoo los. Natuurlijk wordt het metaal dan verbogen en is het cliché zoo goed als waardeloos geworden. Een ander neemt een hamer en timmert daarmede op het hout. Bij deze methode scheuren meestentijds de spijkergaatjes, hetgeen soms zeer onaangename gevolgen kan hebben. De eenige manier om clichés van hun voet at te lichten, zonder te veel schade aan te richten, is de volgende : Men neemt het cliché in de rechterhand en slaat met alle kracht met den houten kant horizontaal op een vlakken steen of dito ijzeren plaat. Door dit slaan gaan de spijkertjes omhoog. Zijn deze op zekere hoogte gekomen, zoo is het zeer gemakkelijk ze met een nijptang uit het hout te trekken. Natuurlijk moet men de spijkertjes niet met ruwe hand verwijderen, doch steeds zoo, dat de nijptang het beeld niet kan beschadigen. Celluloid. Celluloid kan vastgekleefd worden op hout, zink, lood en ander metaal, wanneer men als kleetmiddel neemt een mengsel van twee deelen schellak, drie deelen kamfer-spiritus en vier deelen alcohol van tamelijk sterk gehalte. De aldus verkregen kleefstof moet in goed gesloten flesschen bewaard worden, anders bederft ze en voldoet niet meer aan het doel. Helios* conserveermiddel. Om het oxvdeeren van autotypiën en andere zinco s tegen te gaan, kan men verschillende middelen gebruiken. De zincografische inrichting Helios te Rotterdam brengt onder anderen ook een conserveermiddel in den handel. Gebruiksaanwijzing : Men reinigt de cliché na gebruik zorgvuldig en dioogt ze. Wanneer de cliché goed droog is, besmeert men haar met bovengenoemde vloeistof met behulp van een gewoon penseel, zoodat alle deelen der cliché er onder bedekt zijn. Men behoeft niet dik te smeren, doch men moet er nauwkeurig acht op slaan, dat er geen enkel plekje onbedekt blijft. Wanneer men de cliché weder wil gebruiken, wordt deze boven een spiritusvlam geleidelijk verwarmd; daarna giet men er wat terpentijn over en schuiert met een borsteltje, totdat de cliché weer gereinigd is. Indien de inhoud van het fleschje te dik is geworden, kan men deze, door bijvoeging van een weinig terpentijn, weder op gewenschte dikte brengen. Helios' conserveermiddel bevat geen schadelijke be standdeelen, welke het zink aantasten en voorkomt volkomen oxydatie. De prijs per flacon is, naar wij gelooven f 0.60, wat zeer zeker niet duur is. Stereotypie. Indien men van clichés stereotypeert, welke een houten voet bezitten, doet men het best de cliché van het hout af te slaan en te plaatsen op een ijzeren voet of met zoogenaamde facetten vast te zetten. Het hout, waarop het cliché genageld is, krimpt anders in onder het drogen van de matrijs, trekt krom of krijgt scheuren en barsten. Droge Matrijzen. De matrijzen voor droog-stereotypie mogen niet al te droog, doch ook niet te vochtig opgeborgen liggen. In het eerste geval scheuren ze spoedig, zijn soms in het geheel niet te gebruiken; in het tweede geval moet men ze langer in de stereotypie-machine laten drogen, hetgeen dus tijdverlies oplevert. Autotypie en Stereotypie. Autotypieën te stereotvpeeren is zeer zeker een onnuttig werkje. Ten eerste is het een zeer lastige arbeid, een goeden gietvorm (matrijs) te bekomen. Heeft men dit echter na veel moeite gedaan gekregen, dan blijkt bij het drukken dat de stereotypie-plaat een zeer groezelig beeld levert: alles is breeder geworden, het raster, schaduwen enz. Het verschil tusschen een autotvpie-druk en een stereotvpie-druk is dan ook ,,dag en nacht.' Blijft men echter voortdrukken zoo wordt het beeld nog onduidelijker, het rasterwerk wordt platgedrukt daar de loodspecie voor zul ken arbeid te week is. De kalander. Een kalander voor stereotypie met een fundamentoppervlakte van 60 X 80 cM., kan men het best behandelen met drijfriemkracht. De handbeweging is voor zulke groote oppervlakken niet stabiel genoeg; de draaier draait niet zoo regelmatig door, hetgeen men meer dan eens aan de matrijzen bemerken kan. klopborstel. Stereotypie-borstels, waarvan de oppervlakte onregelmatig geworden is, kan men zeil zeer gemakkelijk weer egaal maken. Men drukt den borstel een oogenblik horizontaal op een gloeiende ijzeren plaat, zoodat alles regelmatig afschroeit. Daarna verwijdert men met een anderen borstel de asch, welke is blijven hangen. Potloodpoeder of' Speksteen. Bij het stereotypeeren wrijft men de mater, voor er gegoten wordt, in met fijn graphiet, of speksteen (Russische talk). O. i. is speksteen beter, daar in het graphiet (potloodpoeder) dikwijls harde bestanddeelen voorkomen, die krassen in de mater veroorzaken. Ook laat de gegoten vorm spoediger los van een matrijs, welke ingepoederd is met speksteen dan die, waar men graphiet heeft gebruikt. Doordat meestentijds speksteen fijner is dan gewoon graphiet, is het beeld van den gegoten vorm effener en zonder die kleine putjes, welke zoo dikwijls een slechten druk veroorzaken. Spijkertjes. In vele drukkerijen nagelt men de clichés met veel te lange spijkers op het hout. Het gevolg hiervan is, dat men de plaat naderhand zeer moeilijk van zijn voetstuk kan afnemen. De clichés komen er dan ook meestentijds gebogen, gebroken en zwaar beschadigd af. De spijkertjes, welke men gebruikt om een zinco of stiep op een stuk hout te nagelen, mogen niet langer zijn dan ongeveer één centimeter. Ook moet men et voor zorgen, dat zij niet te dik zijn, anders ontstaan er te groote gaten in de clichés, welke zeer spoedig open scheuren. Schrijfletter. Deze schriftsoorten behooren ongetwijfeld tot de treurigste smartenkinderen van den boekdrukker, /ij schijnen den doodkiem reeds bij de geboorte in zich te dragen, zoodat zelfs de zorgvuldigste behandeling ze bijna niet in leven kan houden. Schrijfletters zijn niet alleen duur, maar ook zeer gevoelig, véél te gevoelig helaas! Een even te harde aanraking, en ze blazen den laatsten adem uit. o 7 Het publiek, dat voor enkele soorten van handcisdrukwerk deze schriftsoorten per se verlangt, moest eens weten hoe kostbaar deze typen zijn. Hoe dikwijls komt 't niet voor, dat men ze gedrukt wil hebben op Oud-Hollandsch papier, alleen om den schijn, alsof het drukwerk „geschreven" zou zijn. En zouden er nog menschen zijn, die dit gelooven ? Wij betwijfelen het ten Zeerste. Vooral de letters met op- en neerhalen leggen het spoedig af. Wanneer een nieuw aangekochte massa een paar malen gebruikt is, hebben de h's, de g s de j's enz. kwetsuren ontvangen; hier en daar zijn ze zelts geheel gebroken. Het is daarom zeer billijk hooge prijzen voor drukwerk in schrijfschrift te nemen, daar men anders ongetwijfeld met schade werkt. En toch zijn er boekdrukkers, die zulk werk berekenen als platzetsel uit boekletter, hetgeen wij een betreurenswaardig feit noemen. Dit dure materiaal met al zijn schadepostjes moet men ook naar waarde laten betalen. Jugend-Initialen. Wij ontvingen uit Berlijn van den heer A. Dressel, een prospectus van zijne „Jugend-Initialen . W ij kun- nen niet zeggen, dat we ze mooi vinden; uit een praktisch oogpunt zijn ze zelfs onbruikbaar, daar de letter in het geheel niet uitkomt, zooals bijvoorbeeld bij A, D, X, P, S, enz. Hier moet men bepaald zoeken en turen, om te weten te komen, welke type het is. Het is onbegrijpelijk, dat men zoo iets ondoelmatigs in den handel brengt. Hen letter-fabrikant moet toch weten, welke eischen men stellen moet aan dusdanig materiaal. Of zouden er nog boekdrukkers zijn, die zulke initialen mooi vinden. Iiii-littiriikpaitiereii. G E B R UIK S A A N W IJZING. I. (Witte lijnen op blauwen grond.) De teekening, vervaardigd met donker zwarte inkt op doorzichtig papier, wordt tegen de glasplaat, welke niet stoffig mag zijn, van het lichtdrukraam gelegd, de teekening tegen het glas aan en het iets grooter afgesneden stuk lichtdrukpapier met de geprepareerde zijde tegen de teekening. Daarop komt het copieerplankje en wordt het raam gesloten. Dit raam plaatse men in het zonlicht ot daglicht, zoodanig dat de lichtstralen zooveel mogelijk loodrecht invallen. Het papier is genoegzaam aan het licht blootgesteld geweest, wanneer de uitstekende rand van het lichtdrukpapier een zilvergrauwe kleur heeft gekregen ; dit duurt in het zonlicht 2—6 minuten, in het daglicht 10—30 min. Men spoele de copie eenige minuten in trisch water af, waarbij de lijnen zich helderwit op blauw afteekenen en bange de copie daarna ter droging op, (dezewordt dan donkerblauw.) II. (Zwarte lijnen op witten grond.) Men behandele de teekening als boven en belichte haar totdat zij geel op grauwwitten achtergrond verschijnt. Dit duurt circa 4—5 minuten in de zon naar gelang van den tijd van het jaar en van den dag. De copie legge men in 2 cM. diep, stilstaand water, totdat alle lijnen donker zwart zijn geworden. Dan worde zij goed afgespoeld en nadat zij is opgehangen nog eens afgezeemd om 't uitloopen der lijnen te voorkomen. Selirij l'inkt. Hene inktsoort, die aan den eisch voldoet van onver anderd te blijven, wordt bereid door saam te mengen : 25.4 gewichtsdeelen looizuur, 7.7 deelen gekristalleerd galluszuur, 50 deelen ijzervitriool, 10 deelen arabische gom, 25 deelen verdund zoutzuur, 1 deel carbolzuur, en 902.9 deelen water. In den staat Massachusetts (N. Amerika) is het gebruik van deze aan alle atmosferische invloeden weerstand biedende inktsoort wettelijk voorgeschreven voor officieele stukken. Eer dit aldus werd vastgesteld, heeft men er met den onverganklijken inkt beschreven stukken drie maanden lang, onder glas, aan het inwerken der zonnestralen blootgesteld, en daarna, gedurende zes maanden, zonder glasbedekking, aan vocht en droogte. Ook werden de documenten eerst in water, toen in alcohol, en eindelijk in een mengsel van beide gelegd. Tegen al deze proeven is de wonderinkt bestand gebleven. Het Mes der Snijmachine. Het mes der snijmachine moet steeds met zorg geslepen worden, maar menig slijper heeft ze verknoeid, doordat hij ze hol sleep, zooals bijgaand figuurtje a aangeeft. Indien men een mes op dusdanige manier a | b / y slijpt, heeft men kans, dat er stukken uit het metaal springen. Slijpt men echter bol, gelijk in figuurtje b is aangegeven, zoo heeft men hiervan geen last en het mes blijft langer scherp. DU1TSCH-H0LLANDSCH E EN HOLLANDSCH-DUITSCHE WOORDENLIJST Aanhalingsteek en. aanleg-apparaat aanlegpen aanmerking aanvang, begin aanvangen (een regel) aanvangen met een kwadraat accent accolade afbreken afdruk (als proef) affiche afgeven der inkt afkappingsteeken afkorting afleveren aflevering aflevering (van een tijdschrift) afwasschen apostrophe antiqua autotypie Beeld, plaat. beitel bindtouw blaasbalg bladzijde blokkeeren boek boekbinder boekdruk boekdrukker boekdrukkerij boekdrukpers bontdruk, kleurendruk borgis (9-punts) borstel breed breedte breuk breukcijfer briefhoofd brons Anführungszeichen. Anlege-Apparat. Anlegemarke. Anmerkung. Anfang. anfangen. einziehen. Accent. Accolade. abbrechen. Abzug. Affisch. ablegen der Farbe. Abkürzungszeichen. Abkürzung. abliefern. Ablieferung. Heft. abwaschen. Apostrophe. Antiqua. Autotypie. Bild. Stichel. Schnur. Blasebalg. Kolumne. Seite. blockieren. Buch. Buchbinder. Buchdruck. Buchdrucker. Buchdruckerei Buchdruckpresse. Buntdruck. Borgis. Biirste. breit. Breite. Bruch. Bruchziffer. Briefkopf. Bronz. Hollandscb-Duitsche Woordenlijst. brons-machine bronzen broodschrift (boekletter) buigen Chef. chemigraphie cicero (12-punts) circulaire cliché colonel (7-punts) copiehouder-(standaard) corpus (10-punts) correctie corrector corrigeeren courant courantdrukkerij cylinder Defect. degel degeldrukpers deksel diamant distribueerder distribueeren distributie divisie-teeken dresseerblok draadhecht-machine driekleurendruk driekleurendruk-cliché drijfriem drogen droog droogrek-(regaal) druk drukcylinder drukfout drukken drukker drukker (eerste) drukvaardig, persklaar dubbel-cicero (24-punts) dubbelfijne lijn dubbel-machine dubbelpunt Een-punts. egyptienne eindeloos (papier) els elspunt Elzevier schrift etiket Bronziermachine. Bronzierapparat. bronzieren. Brotschrift. biegen. Faktor. Chemigraphie. Cicero. Cirkular(-schreiben . Klischee. Colonel. Tenakel. Corpus. Korrektur. Korrektor. korrigieren. Zeitung. Zeitungdruckerei. Cylinder. defekt. Tiegel. Tiegeldruckpresse. Deckel. Diamant. Ableger. ablegen. Ablegesatz. Divis. Klopfholz. Drahtheft-Maschine. Dreifarbendruck. Dreifarbendruck-Klischee. Treibriem. trocknen. trocken. Trockenregal. Druck. Druckcylinder. Druckfehler. drucken. Maschinemeister. Ober-Maschinemeister. Druckfertig. Doppel-Cicero. doppelfeine Linie. Doppelmaschine. Achtelpetit. Egyptienne. endlos Papier, Rotations-Papier. Ahle. Ahlspitze. Elzevier-Schrift. Etikette. even (getal) exemplaar Facette fijn fijne lijn, haarlijn formaat formaatboek formaat bepalen fraktuur fundament (•alei gasmotor geblokkeerde letter gedachte streepje, monnik gegolfde lijn, tremblée gereed gieten giethuis gietinstrument gietlepel gietinachine Gothisch goud graad grijper Haarlij ut je. half halfvette lijn half vierkantje hamer handpers handrol hechten hechtmachine hoek holwit hoofd hoofdletters hoofdstuk hout houten letters houten voet houtsnede IJzer Illustratie! illustratie-inkt illustratie-pers initiaal inkt inktbak inktballen inktbus gerade(-zahl). Exemplar. Facette. fein. feine Linie. Format. Formatbuch. Format bestimmen. Fraktur Fundament. Schiff. Gasmotor. Fliegenkopf Gedankenstrich. Wellenlinie. fertig. giessen. Giesshülze. Giessinstruinent. Giesslöffel. Giessmaschine. gothisch. Gold. Grad. Greifer. t Haarstrich. halb. Halbfette T.inie. halbgevierte. Hammer. Handpresse. Handwalze. heften. Heftmachine. Ecke. Hohlsteg. Kopf, Haupt. Versalien. Kapitel. Holz. Holzschrift. Holzfuss. Holzschnitt. Eisen. Illustration. Illustrationsfarbe. Illustrationspresse. Initial. Farbe. Farbewerk Farbeballen. Farbebüchse. inkt-eylinder inktkast inktmes inktmolen inktrol inktsteen inkttafel inktverdeeling interlijn kaart kalander kalender kalenderteekens (maantjes, zonnetjes, enz.) kantoor kapitaal (klein) kapitalen karton kast kegel (van een letter) kleefmiddel klem klopborstel (stereotypie) kolom komma kort kunst kunstdrukpapier kwadraad, vierkantje Lang leerling letter lettergieten lettergieterij lettergiet-machine letterhoogte letterkast letterkegel letterproef lijn lijnenkast lijm logotypie looden lijn loog loogborstel Maat manuscript marginaal mater maximum Farbecylinder. Farbekasten. Farbemesser, Spachtel Farbemühle. F arbe-Reibmaschine. Farbewalze. Farbestein Farbetisch. Farbeverreibung. Reglette. Karte. Kalander. Kalender. Kalenderzeichen. Kontor. Kapital. Kapitalchen. Karton. Kasten. Kegel. Klebemittel. Klammer. Abklopfbürste. Spalte. Komma. Kurz. Kunst. Kunstdruckpapier. Chromopapier. Gevierte. lang. Lehrling. Buchstabe. schriftgiessen. Schriftgiesserei. Schriftgiess-maschine. Schrifthöhe. Schriftkasten. Schriftkegel Schriftpro be. Linie. Linienkasten. Leim. Logotypie. Zeuglinie. Bleilinie. Lauge. Laugebürste. Mass. Manuskript. Marginal. Mater. Maximum, meerkleurendruk meesterknecht mes minimum minus misdruk mittel (14-punts) motor Naald nat natten, invochten nonpareil noot notenstekerij nummer-machine Octaaf olie oliekan omraming omslag ondergrondkleur ondergrondplaat onderkast onderleggers oneven (getal) opbinden opgerezen wit opmaken opmaker opruimen opruimer opvullen (van regels) ornament Paarl papier papier-snij machine paragraaf paragraafteeken parenthese perforeeren perforeer-machine pers persklaar petit (8-punts) pincette (tangetje) plakkaat poeder potlood potloodpoeder proloog prospectus punt puntlijn, stippellijn pun ktuur Mehrfarbendruck. Vice-Faktor. Messer. Minimum. minus. Makulatur. Mittel. Motor. Nadel. nass, feucht. anfeuchten. Nonpareil. Note. Notensticherei. Nummerier-Maschine. Oktav. Oei. Oelkanne. Einfassung. Umschlag. Tonfarbe, Tonplatte. gemein. unterliegen. ungerade (zahl). ausbinden. Spiess. ausschiessen. Metteur. aufraumen. Aufraumer. ausschliessen. Ornament. Perl. Papier. Papierschneidemaschine. Paragraph. Paragraphzeichen. Parenthese. perforieren. Perforiermaschine. Presse. druckfertig. Petit. Pincette. Plakat. Pulver. Bleistift. Bleistittpulver, Graphiet. Prolog. Prospekt. Punkt. punktierte Linie. Punktur. Raam regaal register register houden rem revisie riem rol rollenrek rollenspecie rollenstaaf rotatie-machine rug rugtitel Satineeren satineer-machine schaaf schaar scheef scheen schets schetsen schoen, voetstuk schoon- en weerdruk schrift schrifthoogte schrijfschrift schrijven sierletters sierlijn signatuur sleutel sluiten (opdraaien) sluitmateriaal smoutje smoutkast smoutletter smoutlijn smoutpers smoutregaal smoutwerk smoutzetter snede snelpers snijden snijmachine spatieeren spaties spatiekast spellen spons steen stempel stereotypeeren stereotypie stereotypie-machine Rahme. Regal. Register. Register-halten. Bremse. Revision. Ries. Walze. Walzenregal. Walzenmasse. Walzenspind. Rotations-Maschine. Hücken. Rückentitel. satinieren. Satiniermaschine. Hobel. Schere. schief. Schiene. Skizze. skizzen. Schuh. Schön- und Wiederdruck Schrift. Schrifthöhe. Schreibschrift. schreiben. Zierschrift. Zierlinie. Signatur Schlüssel. schliessen. Schliesszeug. Accidenz. Accidenzkasten. Accidenzschrift. Accidenzlinie. Accidenzpresse. Accidenzregal. Accidenzsatz. Accidenzsetzer. Schnitt. Schnellpresse. schneiden. Schneidemaschine. sperren. Ausschluss. Ausschlusskasten. buchstabieren. Schwamm. Stein. Stempel. stereotypieren. Stereotypie Stereotypie-Maschine. stereotypie-plaat stijfsel stoom stoomketel stoommachine stoomverwarming Tabel. tabelzetsel talk, speksteen teeken teekenen teekening tekst tenakel, copiestandaard terpentijnolie tertia (16-punts) text (20-punts) tijdschrift titel titelschrift toestel toestellen toestelmesje toestelpapier tweeling-machine tweekleurendruk-machine tweepunts type typograaf typografie Uitgave uitlegger, waaier uitnemen uitroepteeken Vak vakaat (blinde titel) vel vernis vet vette lijn vier cicero vignet vilt vliegwiel voet vormenbord vormenregaal vouw vouwen vouvvmachine vraagteeken Wascliborstel wasschen Stereotypieplatte. Kleister. Dampf. Dampfkessel. Dampfmaschine. Dampfheizung. Tabelle. Tabellensatz. Talkum. Zeichen. zeichnen. Zeichnung. Text. Tenakel. Terpentinöl. Tertia. Text. Zeitschrift. Titel Titelschrift. Zurichtung. zurichten. Zurichtemesser. Zurichtungspapier. Zwillingmaschine. Zweifarbendruck-maschine. Viertelpetit. Type. Typograph. Typographie. Ausgabe. Ausleger, Facher. ausheben, Ausrufungszeichen. Fach. Vakat. Bogen. Firniss. Fett, Fett fette Linie. Konkordanz. Vignette. Filz. Schwungrad. Fuss, Schuh. Formenbrett. Formenregal. Falz. falzen. Falzmasrhine. Fragezeichen. Waschbürste. waschen. waschtoestel Xylographie Zaatr zethaak zetlijn zetmachine zetten zetter (zetster) zetsel zijde zilver zincographie zink zinkets Waschapparat. Xylographi». Sage. Winkelhaken. Setzlinie. Setzmaschine. setzen. Setzer (Setzerini. Satz. Seite. Silber. Zincographie. Zink. Zinkfitzung. Abbrechen. Abklopfbürste. Abkürzung. Abkürzungszeichen. ablegen. Ablegesatz. Ableger. Ablegen der Farbe. abliefern. Ablieferung. abwaschen. Abzug. Accent. Accidenz. Accidenzkasten. Accidenzlinie. Accidenzpresse. Accidenzregal. Accidenzsatz. Accidenzsetzer. Accidenzschrift. Accolade. Achtelpetit. Affisch. Ahle. Ahlspitze. Anfang. anfangen. anfeuchten. Anführungszeichen. Anlege-Apparat. Anlegemarke. Anmerkung. Antiqua. Apostrophe. aufraumen. Aufraumer. ausbinden. Ausgabe. ausheben. Ausleger, (Facher.) Ausrufungszeichen. ausschiessen. au9schliessen. afbreken. klopborstel (stereotypie). afkorting. afkappingsteeken. distribueeren. distributie. distribueerder. afgeven der inkt. afleveren. aflevering. afwasschen. afdruk (als proef). accent. smoutje. smoutkast. smoutlijn. smoutpers. smoutregaal. smoutwerk. smoutzetter. smoutletter. accolade. een-punts. affiche. els. elspunt. aanvang, begin. aanvangen. natten, invochten. aanhalingsteeken. aanleg-apparaat. aanlegpen. aanmerking. antiqua. apostrophe. opruimen. opruimer. opbinden. uitgave. uitnemen. uitlegger, waaier. uitroepteeken. opmaken. opvullen (van regels). Ouitsch-Hollandsche Woordenlijst. Ausschluss. Ausschlusskasten. Autotypie. Hiegen. Bild. Blasebalg. Bleistift. Bleistiftpulver, (Graphiet.) Blockieren. Bogen. Borgis. breit. Breite. Bremse. Briefkopf. Bronz. Bronzieren. Bronzier-apparat. Bronziermachine. Brotschrift. Bruch. Bruchziffer. Buch. Buclibinder. Buchdruck. Buchdrucker. Buchdruckerei. Buchdruckpresse. Buchstabe. buchstabiern. Buntdruck. Bürste. ühemigraphie. Cicero. Cirkular (-schreiben). Colonel. Corpus. Cylinder. Dainpf. Dampfheizung. Dampfkessel. Dampfmaschine. Deckel. Defekt. Diamant. Divis. Doppel-Cicero. doppelfeine Linie. Doppelmaschine. Doppelpunkt. Drahtheft-Maschine. Dreifarbendruck. Dreifarbendruck-Klischee. Druck. spaties. spatiekast. autotypie. buigen. beeld, plaat. blaasbalg. potlood. potloodpoeder. blokkeeren. vel. borgis (9-punts). breed. breedte. rem. briefhoofd. brons. bronzen. brons-machine. broodschrift (boekletter). breuk. breukcijfer. boek. boekbinder. boekdruk. boekdrukker. boekdrukkerij. boekdrukpers. letter. spellen. bontdruk, kleurendruk, borstel. chemigraphie. cicero (12-punts), augustij circulaire. colonel (7-punts). corpus (lü-punts). cylinder. stoom. stoomvervvarming. stoomketel. stoommachine. deksel. defect. diamant. divisie-teeken. dubbel-cicero (24 punts). dubbelfijne lijn. dubbel-machine. dubbelpunt. draadhecht-machine. driekleurendruk. driekleurendruk-cliché. druk. drucken. Druckcylinder. üruckfehler. druckfertig. Ecke. Egyptienne. Einfassung. Einziehn. Eisen. Elzevier-schrift. Endlos-papier, (Rotations-papier) Etikette. Exemplar. Faeette. Fach. Faktor. Falz. Falzen. Falzmaschine. Farbe. Farbeballen. Farbebüchse. Farbecylinder. Farbekasten. Farbemesser, (Spachtel.) Farbemühle. Farbe-Reibmaschine. Farbestein. Farbetisch. Farbeverreibung. Farbewalze. Farbewerk. Fein. Feine Linie. Fett. Fette Linie. Fertig. Filz. Firniss. Fliegenkopf. Format. Formatbuch. Format bestimmen. Formenbrett. Formenregal. Fraktur. Fragezeichen. Fundament. Fuss, (Schuh.) Gasmotor. Gedankenstrich. Gemein. Gerade(-zabl) Gevierte. drukken. drukcylinder. drukfout. persklaar. hoek egyptienne. omraming. (een regel) aanvangen met een kwadraat. ijzer. elzevier schrift. eindeloos (papier). etiket. exemplaar. faeette. vak. chef. vouw. vouwen. vouwmachine. inkt. inktballen' inktbus. inkt-cylinder. inktkast. inktmes. inktmolen. » • inktsteen. inkttafel. inktverdeeling. inktrol. inktbak. fijn. fijne lijn, haarlijn. vet. vette lijn. gereed. vilt. vernis. geblokkeerde letter. formaat. formaatboek. formaat bepalen. vormenbord. vormenregaal. fractuur, Duitsch letterschrift. vraagteeken. fundament. voet. gasmotor. gedachte streepje, monnik, onderkast. even (getal). kwadraat, vierkantje. Giessen. Giesshülze. Giessinstrument. Giesslöffel. Giessmaschine. Gothisch. Gold. Grad. Greifer. Haarstricli. Halb. Halbfette Linie. Halbgevierte. Hammer. Handpresse. Handwalze. Heft. Heften. Heftmaschine. Hobel. Hohlsteg. Holz. Holzfuss. Holzschrift. Holzschnitt. lllustration. lllustrationsfarbe. Illustrationspresse, Initial. kalander. Kalender. Kalenderzeichen. Kontor. Kapital. Kapitalchen. Kapitel. Karte. Karton. Kasten. Kegel. Klammer. Klebemittel. Kleister. Klischee. Klopfholz. Kolumne, (Seite.) Konkordanz. Komma. Kopf, (Haupt.) Korrektur. Korrektor. Korrigieren. Kunst. gieten. giethuls, gietbus. gietinstrument. gietlepel. gietmachine. Gothisch. goud. graad. grijper. haarlijntje. half. halfvette lijn. half vierkantje. hamer. handpers. handrol. aflevering (van een tijdschrift). hechten. hechtmachine. schaaf. holwit. hout. houten voet. houten letters. houtsnede. illustratie. illustratie-inkt. illustratie-pers. initiaal. kalander. kalender. kalenderteekens (maantjes, zonnetjes, enz.) kantoor. kapitaal. (klein) kapitalen. hoofdstuk. kaart. karton. kast. kegel (van een letter). klem. kleefmiddel. stijfsel. cliché. dresseerülok. bladzijde. vier cicero. komma. hoofd. correctie. corrector. corrigeeren. kunst. Kunstdruckpapier. Chromopapier. Kurz. Lang Lauge. Laugebürste. Lehrling. Leim. Linie. Linienkasten. Logotypie. Makulatur Manuskript. Marginal. Maschinemeister. Mass. Mater. Maximum. Mehrfarbendruck. Messer. Metteur. Minimum. Minus. Mittel. Motor. Nadel Nass, feucht. Nonpareil. Note. Notensticherei. Nummerier-Maschine. Ober-Maschinemeister Oktav. Oei. Oelkanne. Ornament. Papier Papierschneidemasehine. Paragraph. Paragraphzeichen. Parenthese. Perforieren. Perforiermaschine. Perl. Petit. Pincette. Plakat. Presse. Prolog. Prospekt. Pulver. Punkt. kunstdrukpapier. kort. lang. loog. loogborstel. leerling. lijm. lijn. lijnenkast. logotypie. misdruk. manuscript. marginaal. drukker. maat. mater, matrijs, maximum, meerkleurendruk, mes. opmaker. minimum. minus. mittel (14-punts). motor. naald. nat. nonpareil. noot. notenstekerij. nummer-machine. drukker (eerste), octaaf. olie. oliekan. ornament. papier. papier-snijmachine. paragraaf. paragraafteeken. parenthese. perforeeren. perforeer-machine. paarl. petit (8-punts). pincette (tangetje.) plakkaat. pers. proloog. prospectus. poeder. punt. Punktierte Linie. Punktur. Itahme Regal. Register. Register-halten. Reglette. Revision. Ries. Rotations-Machine. Rücken. Rückentitel. Sage Satinieren. Satiniermaschine. Satz. Schere. Schief. Schiene. Schiff. Schliessen. Schliesszeug. Schlüssel. Schneiden. Schneidemaschine. Schnellpresse. Schnitt. Schnur. Schün- und YViederdruck. Schreiben. Schreibschrift. Schrift. Schrifthöhe. Schriftgiessen. Schriftgiesserei. Schriftgiess-maehine. Schrifthöhe. Schriftkasten. Schriftkegel. Schriftprobe. Schuh. Schwamm. Schwungrad. Seite. Setzen. Setzer (Setzerin). Setzlinie. Setzmaschine. Signatur. Silber. Skizze. Skizzen. Spalte. Sperren. Spiess. puntlijn, stippellijn, punktuur. raam. ragaal. register. register houden. interlijn. revisie. riem. rotatie-machine. rug. rugtitel. zaag. satineeren. satineer-machine. zetsel. schaar. scheef. scheen. galei. sluiten (opdraaien). sluitmateriaal. sleutel. snijden. snijmachine. snelpers. snede. bindtouw. schoon- en weerdruk. schrijven. schrijfschrift. schrift. schrifthoogte. lettergieten. lettergieterij. lettergiet-machine. letterhoogte. letterkast. letterkegel. letterproef. schoen, voetstuk. spons. vliegwiel. zijde. zetten. zetter (zetster). zetlijn. zetmachine. signatuur. zilver. schets. schetsen. kolom. spatieeren. opgerezen wit. Stein. Stempel. Stereotypieren. Stereotypie. Stereotypie-Maschine. Stereotypieplatte. Stichel. Tabelle. Tabellensatz. Talkum. Tenakel. Terpentinöel. Tertia. T ext. Text. Tiegel. ïiegeldruckpresse. Titel. Titelschrift. Tonfarbe. Tonplatte. Treibriem. Trocknen. Trocken. Trockenregal. Type. Typograph. Typographie. liiisclilag. Ungerade (-zahl). Unterliegen. Vakat. Versalien. Viee-Factor. Viertelpetit. Vignette. Walze. Walzenmasse. Walzenregal. Walzenspind. Waschapparat. Waschbürste. VVaschen. Wellenlinie. Winkelhaken. Xylograpliie. Zeicheu. Zeichnen. Zeichnung. Zeitschrift. steen. stempel. stereotypeeren. stereotypie. stereotypie-machine. stereotypie-plaat. beitel. tabel. tabelzetsel. talk, speksteen. copiehouder-(standaard) tenakel, copiestandaard. terpentijnolie. tertia (16-punts). text (2U-punts). tekst. degel. degeldrukpers. titel. titelschrift. ondergrondkleur. ondergrondplaat. drijfriem. drogen. droog. droogrek-regaal). type. typograaf. typografie. omslag. oneven (getal), onderleggers. vakaat (blinde titel). hoofdletters. meesterknecht. tweepunts. vignet. rol. rollenspecie. rollenrek. rollenstaaf. waschtoestel. waschborstel. wasschen. gegolfde lijn, tremblée. zethaak. xylographie. V teeken. teekenen. teekening. tijdschrift. Zeitung. Zeitungdruckerei. Zeugllnie. Zierlinie. Zierschrift. Zincographie. Zink. Zinkatzung. Zurichten. Zurichtung. Zuriohtermesser. Zurichtungspapier. Zweifarbendruck-maschine. Zwillingmaschine. courant. courantdrukkerij. looden lijn. sierlijn. sierletters. zincographie. zink. zinkets. toestellen. toestel. toestelmesje. toestelpapier. tweekleurendruk-machine. tweeling-machine.