NEDERLANDSCHE VEREENIGING VOOR WETTELIJKE BESCHERMING DER ARBEIDERS GESCHRIFTEN N. S. No. 4. VEREENIGING VOOR DE NEDERLANDSCHE TENTOONSTELLING VAN HUISINDUSTRIE. / WETGEVING BETREFFENDE DE HUISINDUSTRIE IN HET BUITENLAND, SAMENGESTELD DOOR J. F. G. VAN BUTTINGHA WICHERS MET MEDEWERKING VAN Mr. J. HINGST. \ DON W AMSTERDAM — JOHANNES MULLER — 1909. r2063 J H H * • HMS HH NEDERLANDSCHE VEREENIGING VOOR WETTELIJKE BESCHERMING DER ARBEIDERS GESCHRIFTEN N. S. No. 4. VEREENIGING VOOR DE NEDERLANDSCHE TENTOONSTELLING VAN HUISINDUSTRIE. WETGEVING BETREFFENDE DE HUISINDUSTRIE IN HET BUITENLAND, SAMENGESTELD DOOR J. F. G. VAN BUTTINGHA WICHERS MET MEDEWERKING VAN MR. J. HINGST. DON AMSTERDAM — JOHANNES MÜLLER — 1909. 2063 NEDERLANDSCHE VEREENIGING VOOR WETTELIJKE BESCHERMING DER ARBEIDERS GESCHRIFTEN N. S. No. 4. VEREENIGING VOOR DE NEDERLANDSCHE TENTOONSTELLING VAN HUISINDUSTRIE. . WETGEVING BETREFFENDE DE HUISINDUSTRIE IN HET BUITENLAND, SAMENGESTELD DOOR J. F. G. VAN BUTTINGHA WICHERS MET MEDEWERKING VAN MR. J. HINGST. AMSTERDAM — JOHANNES MÜLLER — 1909- Voorwoord. In opdracht van het bestuur van de „Nederlandsche Vereeniging voor wettelijke bescherming der arbeiders" en de Congres-Commissie der „Vereeniging voor de Nederlandsche Tentoonstelling van Huisindustrie" werd door ons de wetgeving betreffende de huisindustrie in het buitenland verzameld. Voor de Staten buiten Europa hebben wij ons beperkt tot een vertaling der wetteksten en slechts bij enkele staten een korte aanteekening gevoegd. Een historisch overzicht der wetgeving samen te stellen, bleek met het oog op het voorhanden materiaal en de beschikbare tijd niet wel mogelijk, waar bijvoorbeeld van Amerika de voor ons liggende codificaties der arbeidswetten geen uitsluitsel gaven omtrent vroegere wijzigingen. Ook meenden wij niet verder te moeten gaan dan de direct op de huisindustrie betrekkelijke bepalingen optenemen, daar wij anders genoodzaakt zouden zijn een overzicht te geven der geheele arbeidswetgeving in al zijn vertakkingen, zoo omtrent arbeidsduur en -loon, als anderszins, wat met het oog op het problematische van de naleving in de huisindustrie gering nut zou gehad hebben. Ook hebben wij uitgeschakeld de in Amerika tot de sweat shops gerekende bakkerijen, daar die in Nederland niet onder huisindustrie plegen gerangschikt te worden. Wat betreft de Europeesche wetgeving is een andere wijze van bewerking gevolgd. Daar een speciale wetgeving alleen in Engeland bestaat en in de overige staten men nog in het stadium, zoo niet van onthouding dan toch eerst in dat van ontwerpen verkeert, hebben wij, ook al, omdat de Eu- ropeesche toestanden waarschijnlijk meer overeenkomst met de onze vertoonen, in het kort een en ander medegedeeld over de huisindustrie in verband met de in de verschillende landen bestaande arbeidswetgeving, ontleend aan min of meer officiëele bronnen. Wij gebruikten daartoe ook eenige in den laatsten tijd verschenen geschriften. Tevens maakten wij melding van in Engeland, Frankrijk, Duitschland en Hongarije aanhangige wetsontwerpen. Het overzicht van de wetgeving der Europeesche Staten is bewerkt door Mr. J. Hingst, die overigens met mij de moeilijkheden, die zich bij de vertaling der Amerikaansche en Australische wetgeving voordeden, trachtte op te lossen. Ten slotte zij hier onzen dank gebracht aan Miss S. Sanger, Hon. Secr. of the British Association for labour legislation voor haar welwillend verleende inlichtingen omtrent de Amerikaansche en Engelsche wetgeving. J. F. G. VAN BUTTINGHA WICHERS. Afkortingen. Annuaire Annuaire de la législation du travail Publié par 1'of fice du travail de Bclgique. Bulletin Bulletin des internationalen Arbeits- amtes. Bulletin E. = Bulletin of the international Labour Office. English Edition. Labor Iyaws Labor Iyavvs of the I nited States. 22nd Annual report of the commissioner of labor 1907. EUROPA ENGELAND. Factory and Workshop Act 1901. T Gezondheid en DEEL I. Veiligheid. Sectie 3. Waar een werkplaats of werkhuis, geen huisindustriëele werkplaats zijnde, overdag gebruikt wordt als werkplaats en 's nachts als slaapvertrek, kan de Minister bij bijzonder besluit de verhouding van kubieke voet ruimte, voorgeschreven in deze sectie, wijzigen, en in de plaats daarvoor stellen hoogere cijfers en daarop is dan deze sectie van toepassing, als gewijzigd door het besluit. Ter uitvoering hiervan is het volgende voorschrift gegeven : Voorschrift van den Secretaris van Staat van 1 Januari 1902 tot wijziging van de verhouding van kubieke voet ruimte in werkplaatsen, die als slaapvertrek gebruikt worden. Krachtens de mij bij de Factory and Workshop Act van 1901, Sectie 3, subsectie 3 verleende bevoegdheid, verklaar ik, dat waar een werkplaats, geen huisindustritele werkplaats zijnde, overdag tot werkplaats en 's nachts tot slaapvertrek dient, de in genoemde sectie, onder sectie I voorgeschreven kubieke voet ruimte gewijzigd worde door 250 te vervangen door 400 en voor de toepassing dér wet betrekking hebbend op de volksgezondheid zulk een werkplaats geacht zal worden dan overbevolkt te zijn en gevaarlijk en schadelijk voor de gezondheid der aldaar werkzame personen, wanneer het aantal kubieke voet ruimte in de kamer tot het aantal daar op een zelfden tijd werkzame personen in een geringere verhouding staat dan van 400 kubieke voet per persoon. DEEL VI: Huisindustrie Sectie 107. Met betrekking tot personen, werkzaam in sommige soorten van werk, zooals te zijner tijd door speciaal voorschrift van den Secretaris van Staat aan te wijzen is, 1. moeten de ondernemers van fabrieken en werkplaatsen, zoowrel als de tusschenpersonen door hen voor de exploitatie hunner inrichtingen te werk gesteld : a. lijsten houden, overeenkomstig de voorgeschreven vorm en wijze en de gewensclite inlichtingen bevattend, waarop de namen en adressen vermeld moeten worden, van alle personen door hen voor de exploitatie hunner fabriek of werkplaats als arbeider of tu-schenpersoon buiten hunne fabriek te werk gesteld en de plaatsen, waar deze werken ; b. den inspecteur zulke afschriften of uittreksels dezer lijsten zenden, als door hem van tijd tot tijd verlangd zal worden ; c. telken jare voor of op den isten Februari enden isten Augustus een afschrift dezer lijsten aan het hoofd van het district, waarin de fabriek of werkplaats gelegen is, doen toekomen. 2. De districtsbesturen laten de overeenkomstig deze sectie ontvangen lijsten onderzoeken en geven, wanneer op de lijst personen voorkomen, wier werkplaats buiten het district valt, de namen en adressen dezer arbeiders op aan het districtsbestuur, waaronder genoemde werkplaats wel valt. 3. De door de leiders van ondernemingen of tusschen- personen bijgehouden lijsten moeten steeds ter inzage liggen voor alle, krachtens deze wet benoemde, inspecteurs en voor eiken door het districtsbestuur daartoe geautoriseerden beambte; de afschriften in het bezit der districtsbesturen en de inlichtingen, welke het eene bestuur aan het andere verschaft, moeten ten allen tijde toegankelijk zijn voor iederen krachtens deze wet benoemden inspecteur. 4. Deze sectie is mede van toepassing op elke inrichting, waar werk wordt uitgegeven, op den houder van dergelijke inrichtingen, op den tusschenpersoon door dezen in verband met dit soort werk aangesteld, geheel alsof deze inrichting een werkplaats ware. 5. In geval van overtreding dezer sectie door den leider van een fabriek, werkplaats of inrichting of van een tusschenpersoon, is die leider of tusschenpersoon strafbaar met een boete van ten hoogste 40 shilling; in geval van een tweede of volgende overtreding met hoogstens 5 pond sterling. 108. Wanneer het districtsbestuur, binnen welks gebied zich een werkplaats bevindt, waar ten behoeve van of in verband met het werk eener fabriek of werkplaats gearbeid wordt, den leider ervan of den door dezen te werk gestelden tusschenpersoon schriftelijk meedeelt, dat de plaats gevaarlijk en schadelijk voor de gezondheid der aldaar vertoevende personen is, zijn leider der onderneming of tusschenpersoon, wanneer zij na verloop van een maand, te rekenen vanaf den datum van de ontvangst der kennisgeving, nog voortgegaan zijn met op die plaats werk te laten verrichten en deze ook naar het oordeel van het hierover te raadplegen Hof als schadelijk en gevaarlijk te beschouwen is, strafbaar met een boete van ten hoogste 10 pond sterling. 2. Deze sectie is evenzeer van toepassing op de inrichting, waar werk wordt uitgegeven; alsof een dergelijke inrichting een werkplaats ware. 3. Deze sectie is slechts van toepassing op personen werkzaam in, bij speciaal voorsehiift van den Secretaiis van Staat aan te geven soorten van arbeid. 109. Wanneer de leider eener fabriek of werkplaats of van plaatsen, waar werk wordt uitgegeven of de door dezen aangestelde tusschenpersonen veroorzaken of toestaan, dat kleedingstukken vervaardigd, schoongemaakt of hersteld worden, in een woning of een tegelijkertijd als zoodanig gebruikt gebouw, wanneer een der bewoners ervan is aangetast door roodvonk of pokken, tenzij zij kunnen bewijzen niet geweten te hebben, dat deze ziekte in het huis heerschte en zij redelijkerwijs hiervan ook geen kennis hadden kunnen hebben, strafbaar met een boete van hoogstens 10 pond sterling. 110. 1. Is de bewoner eener woning door een der in deze sectie bedoelde besmettelijke ziekten aangetast, dan kan het districtsbestuur, binnen welks gebied het huis gelegen is, het verbod uitvaardigen, werk uit te geven aan eiken persoon, die in genoemde woning woont of leeft of in een nader aan te geven deel ervan ; een dergelijk besluit wordt aan den leider van een fabriek of werkplaats of andere inrichting, waar werk wordt uitgegeven of aan den door dezen aangestelden tusschenpersoon beteekend. 2. Het verbod kan worden gegeven, niettegenstaande de aan een besmettelijke ziekte lijdende persoon uit het huis vervoerd is en het wordt hetzij voor een bepaalden termijn gegeven, of onder voorwaarde, dat het aan besmetting bloot gestaan hebbende huis of gedeelte ervan ten genoege van den medischen ambtenaar van den Openbaren Gezondheidsdienst volkomen ontsmet worde of andere redelijke voorzorgsmaatregelen getroffen zijn. 3. In spoedeischende gevallen kunnen de bevoegdheden, door deze sectie aan het districtsbestuur verleend, uitgeoefend worden door twee of meer leden van dat bestuur op advies van den medischen ambtenaar van den Openbaren Gezondheidsdienst. 4. Indien eenig leider of tusschenpersoon, wien een verbod, bedoeld in deze sectie, is medegedeeld, de bepalingen van dat verbod overtreedt, is hij strafbaar met een boete niet hooger dan 10 pond sterling. 5. Onder de in deze sectie bedoelde besmettelijke ziekten zijn te verstaan de zoodanigen, waarvan krachtens de wet op de besmettelijke ziekten aangifte moet worden gedaan, en tot in deze sectie bedoelde werkzaamheden zijn te rekenen het vervaardigen, reinigen, wasschen, veranderen, garneeren, afmaken en herstellen van kleedingstukken en daarbij behoorende werkzaamheden, alsmede alle door een bijzonder besluit van den Minister aan te wijzen soorten van arbeid. 111. De toepassing dezer wet op huisindustriëele fabrieken en werkplaatsen zal onderworpen zijn aan de volgende bepalingen: 1. De bepalingen, betrekkelijk de arbeidstijden voor vrouwen, jeugdige personen en kinderen zijn niet toepasselijk op een dergelijke fabriek of werkplaats, en in de plaats daarvan moeten de volgende bepalingen aldaar in acht genomen worden : a. een jeugdig persoon of kind mag in een fabriek of werkplaats niet arbeiden dan gedurende den arbeidstijd hieronder aan te geven ; en b. de arbeid voor jeugdige personen begint alle dagen, met uitzondering van den Zaterdag, om 6 uur des voormiddags, en eindigt 9 uur's namiddags; Zaterdags aanvang om 6 uur 's morgens om te eindigen 4 uur 's namiddags ; en c. jeugdige personen moeten voor het gebruiken der maaltijden een rusttijd hebben van minstens 4^ uur, des Zaterdags van minstens 2\ uur ; en d. de arbeid voor kinderen zal dagelijks beginnen, hetzij 's morgens om 6 uur en eindigen 1 uur des namiddags, of 1 uur 's namiddags beginnen en 8 uur des avonds eindigen, en des Zaterdags om 4 uur des namiddags; in verband met de bepalingen dezer wet aangaande het onderwijs, wordt zulk een kind beschouwd, naar gelang van omstandigheden, hetzij als morgenploeg of als middagploeg te werken, en e. een kind mag niet langer dan in twee perioden van 7 achtereenvolgende dagen vóór 1 uur des namiddags arbeid verrichten, noch na dat uur gedurende 2x7 achtereenvolgende dagen werken ; een kind mag des Zaterdags niet vóór 1 uur arbeid verrichten, in eenige week, wanneer het op een anderen dag in die week vóór dien tijd werkzaam was, noch na dat uur, wanneer op eenigen anderen dag van diezelfde week het na dat uur werkzaam geweest is ; en /. een kind mag niet langer dan 5 uur achtereen werken zonder een half uur minstens voor het gebruiken van een maaltijd. 2. De verplichting tot het maken van aanteekeningen en rapporten bij het te werk stellen vaneen vrouw, jeugdige persoon of kind, overeenkomstig een uitzondering, zal niet van toepassing zijn dan voor zoover zulks van tijd tot tijd door den Ministèr zal worden voorgeschreven. 3. De voorschriften dezer wet betreffende de bewijzen van lichamelijke geschiktheid zijn op een huisindustriëele fabriek van toepassing, alsof het een werkplaats en geen fabriek ware. 4. De volgende voorschriften zijn niet van toepassing op een huisindustriëele fabriek of werkplaats, te weten : a. aangaande het gelijktijdig plaats hebben der schafttijden en het verbod van arbeid gedurende de schafttijden ; b. aangaande het aanplakken van mededeelingen en uittreksels en de verplichting om bepaalde punten in die mededeelingen te noemen ; c. aangaande de verlofdagen ; d. aangaande de aangifte van ongevallen ; e. aangaande luchtverversching, schoonhouden der vloeren en thermometers ; /. aangaande het bijhouden van een algemeen register. 5. De bepalingen van sectie 1 dezer wet (betreffende de gezonde inrichting eener fabriek) zijn op een huisindustriëele fabriek niet toepasselijk. 112. Bij de uitoefening in een huisindustri.ele fabriek of werkplaats van een industrietak, een werkzaamheid of soort handenarbeid, die krachtens deze wet door den Secretaris van Staat voor gevaarlijk is verklaard, gelden voor een huisindustriëele fabriek en werkplaats evenzeer de bepalingen dezer sectie, als ware de plaats een fabriek of werkplaats anders dan een huisindustriëele fabriek of werkplaats. 113 De Secretaris van Staat zal de bepalingen dezer wet, welke op huisindustriëele fabrieken en werkplaatsen betrekking hebben, door middel van voorgeschreven uittreksels of langs eenigen anderen weg, dien hij noodig oordeelt, doen bekend maken. 114 Het uitoefenen van eenigen handenarbeid als industrie of uit winstbejag in of in verband met een der volgende vakken: I. het vlechten van stroo; II. het maken van klossen-kant; in. het vervaardigen van handschoenen ; stempelt, wanneer dit werk geschiedt in een woning of kamer door de familie zelf, die haar bewoont of eenige der leden, dit huis of deze kamer daarom nog ni;t uit zichzelf tot een werkplaats in den zin dezer wet. Wanneer het mar het oerdeel van den Minister bewezen is, dat naar aanleiding van de gemakkelijke aard van den handenarbeid, uitgeoefend in een eigen woning of eigen kamer door het huisgezin, dat aldaar woont, of eenige leden er van, het nuttig zijn kan de bepalingen dezer ondersectie tot dien handenarbeid uit te strekken, kan hij bij bijzonder besluit zulks doen. Deel II dezer wet zal van toepassing zijn voor zoover de omstandigheden zulks toelaten, alsof het besluit een besluit ware tot het toestaan van een uitzondering. 2. Het uitoefenen in een eigen huis of eigen kamer door het huisgezin aldaar verblijf houdend of door eenige leden ervan, van handenarbeid met het doel van winstbejag in of in verband met de volgende werkzaamheden : i. het vervaardigen van een artikel of gedeelte hiervan ; ii. het veranderen, herstellen, garneeren of afwerken van een artikel; in. het voor den verkoop gereed maken van een artikel ; stempelt uit zich zelf dat huis of die kamer nog niet tot een werkplaats, wanneer op ongeregelde tijden werk plaats vindt en dit niet de eenige of hoofdbron van inkomsten van het gezin vormt. 115. Onder de uitdrukking huisindustrieele fabriek en huisindustrieele werkplaats in de termen dezer wet is te verstaan, een huis, kamer of lokaliteit, die, hoewel ook gebruikt tot woning, naar aanleiding van den arbeid, die er wordt uitgeoefend, te beschouwen zij n als fabriek of werkplaats, al naar gelang van omstandigheden, in den zin der wet en waarin geen stoom, water of eenige mechanische kracht gebruikt wordt bij het bewerkingsproces, aldaar verricht en wanneer de eenige personen, aldaar werkzaam, de leden van het gezin zelf, dat er verblijf houdt, zijn. Voor de uitvoering dezer wet zijn de volgende voorschriften gegeven : Voorschrift op de huisindustrie van 23 Mei 1907. Statutory Rules and Orders 1907. N° 408. *) Krachtens de Secties 107, 108 en 110 der Fa^tory and Workshop Act van 1901 bepaal ik het volgende: 1. Sectie 107 (betreffende de lijst der huisarbeiders) en sectie 108 (aangaande den arbeid in ongezonde inrichtingen) zijn op de volgende soorten van werk van toepassing : a. het vervaardigen, reinigen, wasschen, veranderen, garneeren, afmaken en herstellen van artikelen van kleeding ; b. het vervaardigen, versieren, herstellen en afwerken van kant, kanten gordijnen en netten ; c. het vervaardigen van meubelen en artikelen voor het behangersvak ; d. het vervaardigen van artikelen van electrozilver; e. het vervaardigen van vijlen ; /. het bewerken van bont; g. het vervaardigen van ijzeren en stalen kettingen en kabels ; h. het vervaardigen van ijzeren en stale.i ankers en kleine ankers ; i. het vervaardigen van schijven, ringen, lussen, tuig-gespen, soort van gebit (mullinbits), haken en oogen van allerlei aard, ƒ. het vervaardigen van sloten, grendels en sleutels ; k. het vervaardigen en herstellen van parapluies, zonneschermen, parasols, of onderdeelen ervan ; !) Annuaire 1907 Xle année p. 431. I. het vervaardigen van kunstbloemen ; m. het vervaardigen van netten, uitgezonderd ijzeren netten ; n. het vervaardigen van tenten ; o. het vervaardigen en herstellen van zakken ; p. het overtrekken van tennis-ballen en raketten ; q. het vervaardigen van papieren zakken ; r. het geheel of gedeeltelijk vervaardigen van doozen of andere tot berging bestemde artikelen of onderdeden ervan van papier, carton, spanen of ander overeenkomstig materiaal; s. het vervaardigen van borstels ; « het erwten-lezen ; v. het uitzoeken van veeren ; w. het op carton bevestigen, in doozen pakken en verder verpakken van knoopen, haken en oogen, spelden en haarspelden ; x. het vervaardigen van opgevuld speelgoed ; ij. het vervaardigen van manden ; en z. andere werkzaamheden in verband met de bovengenoemde. II. Sectie 110 (betrekking hebbend op het verbod van thuiswerk op ^laal sen, waar besmettelijke ziekte is) is van toepassing op de volgende soorten van werkzaamheden : het vervaardigen, reinigen, wasschen, veranderen, garneeren, afmaken en herstellen van kleedingstukken en alle daarbij behoorende werkzaamheden (zooals in genoemde sectie nader is aangegeven) ; het vervaardigen, versieren, herstellen en afwerken van kant, van kanten gordijnen en netten ; behangerswerkzaamheden ; het bewerken van bont; het vervaardigen en herstellen van parapluies, zonneschermen, parasols of onderdeelen hiervan; het vervaardigen van kunstbloemen ; het vervaardigen van netten, uitgezonderd ijzeren netten ; het vervaardigen van tenten , het vervaardigen en herstellen van zakken ; het overtrekken van tennisballen en raketten , het vervaardigen van papieren zakken , het geheel of gedeeltelijk vervaardigen van doozen of andere tot berging bestemde artikelen of onderdeden hiervan van papier, carton, spanen of ander overeenkomstig materiaal ; het vervaardigen van borstels , het erwten-lezen ; het uitzoeken van veeren ; het op carton bevestigen, in doozen pakken en verder verpakken van knoopen, haken en oogen, spelden en haarspelden ; het vervaardigen van opgevuld speelgoed , het vervaardigen van manden, en andere werkzaamheden, in verband met de bovengenoemde. 2 De lijsten der huisarbeiders, die krachtens sectie 107' moeten worden gehouden en de afschriften ervan, moeten ingericht worden in den vorm en op de wijze en met de bijzonderheden, als in de bijlage dezer wet is voorgeschreven. 3. Dit voorschrift kan worden aangehaald onder den titel ,.Voorschrift op de huisindustrie van 23 Mei 1907. 4. Het voorschrift van 15 Augustus 1905 wordt hiermede ingetrokken. Lijst der huisarbeiders. Een duidelijke lijst van de huisarbeiders werkzaam in de volgende soorten van werk. (Volgt de geheele lijst voor de secties 10■jen 108.Zie p. 9—10.; moet in den hieronder nader aan te geven vorm en met de nadere aanwijzingen in de fabriek, de werkplaats of de inrichting, vanwaar werk wordt uitgegeven, worden gehouden en moet ter inzage zijn van de inspecteurs van den arbeid en van de beambten der plaatselijke overheid; en een ondeiteekende en gedagteekende copie van de tot op den dag bijgehouden lijst moet ieder jaar vóór of op den isten Februari en den isten Augustus aan de plaatselijke overheid van het district worden toegezonden. Opdat de lijst nauwkeurig zij, moet ieder nieuw te werk gestelde persoon direct ingeschreven, ieder die voortaan geen werk meer ontvangt, onmiddellijk afgevoerd worden. Fabriek, atelier of inrich- (Volledig post-adres ting, vanwaar werk wordt -j Bedrijf uitgegeven. (Naam van den ondernemer Lijst van de personen, direct door a. b tewerkgesteld, ten behoeve van het bedrijf, maar buiten voorzegde fabriek, werkplaats of inrichting in de hier onder aan te wijzen soorten van werk. Adres Soort van Als de gege- Is de per- werk Plaats van vens van soon als ar- den a*beid lom 4 een vol' Naam beider (a) of Xaderaante d. w. z. waar doend, adres (voluit) tussehenper- geven met deze feite- bevatten soon (t)werk- behulp van lijk verricht behoeft deze zaam. de letters der wordt. kolom niet ïijst. je Worden in¬ gevuld. a. Naam van den werkgever. b. Mede te deelen of deze is de ondernemer of een bij den ondernemer in die.ist zijnde tusschenpersoon. DEEL, VII. Bepaling van den arbeid en het stukloon. In Sectie 116 worden omtrent stukloon in textielfabrieken eenige bepalingen gegeven. Sub. 5 wordt buitendien bepaald: De Secretaris van Staat zal — na een rapport van den inspecteur zich overtuigd te hebben, dat de bepalingen van deze sectie toegepast kunnen worden op andere fabrieken, dan die tot de textielnijverheid behooren, of op eenige groep werkplaatsen — bij bijzonder voorschrift als hij zulks nuttig oordeelt de bepalingen van deze sectie op deze soort ondernemingen toepasselijk verklaren met die wijzigingen, die hij noodig zal oordeelen om deze te kunnen doen aanpassen op de omstandigheden. Hij is eveneens bevoegd door een gelijk voorschrift met de wijzigingen, die hij noodig oordeelt met het oog op de omstandigheden, deze bepalingen toepasselij k te verklaren op bepaalde groepen van personen ; hij is bevoegd voor te schrijven, dat lijsten worden gehouden betrekkelijk deze personen, overeenkomstig de bepalingen van deze wet betrekkelijk de huisarbeiders en de werkgevers van dezen. Uit krachten van deze bepaling zijn de volgende voorschriften van den Secretaris van Staat gegeven, welke 1 Januari 1909 nog van kracht waren. Voorschrift van 14 Juli 1902 aangaande het vervaardigen van sloten, grendels en sleutels. No. 560. Krachtens Sectie 116 van de Factory and Workshop act van 1901 geef ik hierbij het volgende vo nschrift: De bepalingen van genoemde sectie zullen van toepassing zijn, in aanmerking genomen de hier onder aan te geven wijzigingen, op fabrieken en werkplaatsen, waar plaats vindt het vervaardigen van sloten, grendels en sleutels en op de huisarbeiders, werkzaam bij het vervaardigen van sloten, grendels en sleutels en de werk- gevers of tusschenpersonen, door welke zij te werk gesteld worden. Genoemde sectie wordt gewijzigd, zoodat zij als volgt, luidt: i. De werkgever of tusschenpersoon moet, ten einde iederen arbeider, die per stuk betaald wordt, in de gelegenheid te stellen, het geheele bedrag van het loon te berekenen, dat hem betaald moet worden in verband met zijn arbeid, doen bekend maken de bijzonderheden over de loonschalen van toepassing voor het te verrichten werk en evenzoo de bijzonderheden van het werk dat gedaan meet worden, als volgt: a. De bijzonderheden omtrent de loonschalen, van toepassing op het door iederen arbeider te verrichten werk, worden schriftelijk gegeven op het oogenblik, wanneer hem het werk uitgegeven wordt, of in geval het betreft personen werkzaam in een fabriek of werkplaats, in de kamer aangeplakt, waar zij werkzaam zijn door middel van een biljet, dat geen andere aanwijzingen mag bevatten dan bijzonderheden omtrent de loonschalen der personen in die kamer werkzaam en op zoodanige wijze aangebracht, dat het gemakkelijk leesbaar is voor allen, die er bij betrokken zijn. b. Dergelijke bijzonderheden mogen niet door teekens worden gegeven. 2. Indien de werkgever of tusschenpersoon in gebreke blijft de voorschriften dezer sectie na te komen, is hij strafbaar voor elke overtreding met een boete van niet meer dan 10 pond en in geval van een tweede of volgende overtreding met niet minder dan i pond sterling. 3. Iemand, als arbeider werkzaam bij het maken van sloten, grendels en sleutels, die na de bovengenoemde bijzonderheden, hetzij direct, hetzij door een zijner mede-arbeiders ontvangen te hebben, den inhoud ervan onthult met het doel op deze wijze een fabrieksgeheim openbaar te maken, is strafbaar met een boete van ten hoogste 10 pond sterling. 4. Indien iemand met het doel van een fabrieksgeheim kennis te krijgen of dit openbaar te maken, aandringt bij een persoon, aldus werkzaam of dezen ertoe brengt dergelijke inlichtingen te onthullen of met dat doel zulk een persoon betaalt of beloont of maakt, dat zulk een persoon betaald of beloond wordt voor het onthullen van dergelijke inlichtingen, dan is hij strafbaar met een boete van ten hoogste 10 pond sterling. In dit besluit beteekent de uitdrukking huisarbeider eenig persoon, die in het bedrijf van een fabriek of werkplaats buiten die fabriek of werkplaats werk verricht, hetzij direct voor den ondernemer of voor eenigen door dezen aangestelden tusschenpersoon en evenzoo ieder persoon, werkzaam voor den ondernemer van eenige inrichting, welke ook, vanwaar werk uitgegeven wordt of voor een tusschenpersoon door dezen aangesteld. Het besluit, gedagteekend van 20 Augustus 1897, is hierbij ingetrokken. Dit besluit zal van kracht worden 1 Augustus 1902. Voorschrift1) dd. 14 Juli 1902 No. 561 voor het vervaardigen van ijzeren en stalen kabels, kettingen, ankers, kleine ankers, wagentuig, met inbegrip van schijven, ringen, lussen, tuig-gespen, soort van gebit (mullinbits) haken en oogen van allerlei aard, waarbij ingetrokken wordt een besluit van 10 Aug. 1897, van kracht geworden 1 Augustus 1902. Idem dd. 5 Januari 1903 n° 2, voor het engros vervaardigen van artikelen voor kleeding, waarbij inge- i) De thans volgende voorschriften zijn vrijwel woordelijk gelijk, derhalve worden alleen afwijkingen medegedeeld. trokken wordt een besluit van 6 Augustus 1898, van kracht geworden 2 Februari 1903. Idem dd 22 April 1903 No. 334 voor het vervaardigen van vilten hoeden, waarbij ingetrokken een besluit van 30 Nov. 1897, van kracht geworden 1 Juni 19 3. Idem dd. 17 Dec. 1903 n° 1086 voor het vervaardigen, veranderen, garneeren, afwerken en herstellen van artikelen van kleeding, met uitzondering van laarzen en schoenen, en alle daarmede in verband staande werkzaamheden. Uitgesloten zijn bij dit besluit het vervaardigen in het groot van artikelen van kleeding, waarop het desbetreffend besluit van 5 Jan. 1903 en dat van v:lten hoeden, waarvoor het besluit van 22 April 1903 van kracht blijft. Ingetrokken wordt hierbij het besluit van 22 April 1897 betreffende zakdoeken, schorten en blouses. Dit besluit werd van kracht 1 Januari 1904. Idem dd. 23 Mei 1907, n°. 405 voor niet-textielfabrieken en werkplaatsen waar, en de huisarbeiders door wie de industriëen in de bijlage aangegeven, worden uitgeoefend; van kracht geworden 1 Augustus 1907. Bijlage. Het vervaardigen van laarzen en schoenen ; Het vervaardigen of herstellen van parapluies, zonneschermen, parasols of onderdeelen van deze artikelen ; Het vervaardigen van kunstbloemen; Het snijden van fluweel; Het vervaardigen van tenten ; Het vervaardigen of herstellen van zakken ; Het vervaardigen van koord en touw; Het overtrekken van tennis-ballen en raketten ; liet vervaardigen van papieren zakken; Het geheel of gedeeltelijk vervaardigen van doozen of andere voorwerpen om iets in te doen of onderdeden ervan van papier, carton, spanen of ander overeenkomstig materiaal ; Het vervaardigen van borstels ; Het vervaardigen van hoog opgedrukte plaatjes ; Magazijn werk bij het bereiden van voedingsmiddelen, drogisterij-artikelen, parfumeriën, schoenwas en ander poetsgoed voor laarzen en schoenen, stijfsel, blauwsel, soda of zeep; en de werkzaamheden, die hiermede in verband staan. Idem del. 23 Mei 1907 no. 410 voor niet-textielfabrieken en werkplaatsen, waar, en de huisarbeiders door wi; c.e industriëen in de bijlage aangegeven worden uitgeoefend. Dit besluit bepaalt tevens onder I sub b, dat, als voortvloeiende uit den aard van het werk, eenige van gezegde bijzonderheden niet vaststaan vóór het werk ge .eel is voltooid, deze bijzonderheden ook schriftelijk mogen worden meegedeeld, nadat het werk gereed is gekomen. Dit besluit is van kracht geworden 1 Aug. 1907. Bijlage. Het vervaardigen van netten, met uitzondering van ijzeren netten. Erwtenlezen. En de werkzaamheden, die hiermede in verband staan. Idem dd. 23 Sept. 1907 110. 792 voor het mengen, gieten of vervaardigen van geel koper en artikelen van geel koper. Uitgezonderd zijn dergelijke werkzaamheden in verband met het bouwen van schepen of het maken van machines voor de scheepvaart en andere machines of het vervaardigen van instrumenten ten gebruike bij machines. Onder a. sub 111 (2) bevat dit besluit de bepaling, dat, als een nieuw soort werk wordt uitgegeven, waar- voor geen loonschaal vastgesteld is en als de werkgever en werknemer om tot het vaststellen van een loonschaal te komen,aldus overeenkomen, het niet noodig zal zijn bijzonderheden aangaande de loonschaal te verschaffen, wanneer het werk wordt uitgegeven, wanneer slechts gezorgd wordt, dat dergelijke bij zonderheden den werknemer worden verstrekt, als het werk gereed is gekomen. Onder c. is toegevoegd aan het verbod om dergelijke mededeelingen in teekens uit te drukken : dat het niet verboden is, wanneer een werkgever of tusschenpersoon, eenig werk, dat van zulk een aard is, dat de personen, die er bij werkzaam zijn, het kennen bij een bijzonder nummer, letter of naam, dit bij dat bijzondere nummer, letter of naam aan duiden. Dit besluit is van kracht geworden i November 1907. Ten slotte zij vermeld het wetsontwerp ingediend door Minister Churchill, 24 Maart van dit jaar, inhoudend het instellen van loonraden (trade boards) en wel voorloopig voor de kleedingconfectie, zoowel voor détail als engros-zaken, de cartonnage-industrie, machinalekantindustrie, het nettenknoopen, en de blousenconfectie. Het wetsontwerp heeft intusschen niet alleen liet oog op de huisindustrie, doch zal ook van toepassing zijn op fabrieken en werkplaatsen in de genoemde industriëen. Er zullen loonraden benoemd worden, die minimumloonen vaststellen en deze ook doorvoeren moeten, zij zullen verder inlichtingen verschaffen en medewerken tot de organisatie der betreffende bedrijven, alsmede de belangen der arbeiders behartigen. Zoo mogelijk moeten zij ook medewerken aan de verbetering van den toestand van dat deel der industrie, waarvoor zij benoemd worden. De loonraden zullen gelijkelijk uit werkgevers en arbeiders bestaan, gekozen of benoemd ; dit laatste, wanneer de arbeiders te geïsoleerd zijn om zelf hunne vertegenwoordigers te kunnen kiezen. Bovendien zullen in eiken raad 3 gesalarieerde beambten zitting hebben; voor het geval dat ean industrie, waarvoor een loonraad benoemd wordt, veel arbeidsters heeft, moet minstens een dezer gesalarieerde beambten een vrouw zijn. Het eigenlijke werk der loonraden verrichten de district-komités, eveneens gelijkelijk uit werkgevers en arbeiders en eenige beambten bestaande. Zij zijn het die de minimum-loonen, zoowel stuk- als uurloonen bepalen, welke na bekendmaking door den loonraad van kracht worden, daardoor dat geen regeering of gemeente opdrachten ma^ verstrekken aan een firma, die deze minimum-loonen niet erkent. Firma's, die met deze minimum-loonen rekening houden, worden op een witte lijst geplaatst; alleen aan de leden dezer witte lijst mogen regeering en gemeentebesturen werk opdragen, (van het publiek hoopt men, dat het dit vrijwillig ook zal doen.) Aan door de loonraden vastgestelde loonschalen kan daarenboven op verzoek van een loonraad door den Board of Trade wettelijke sanctie en daarmede verplichting tot doorvoering verleend worden. In dat geval zal door een inspectie-dienst voor het toezicht op de uitvoering gezorgd moeten worden. Het wetsontwerp stelt daartoe voor speciale inspecteurs te benoemen, die den loonraden en district-komités terzijde moeten staan. Voorzien is intusschen ook de mogelijkheid, dat het toezicht op de doorvoering der minimum-loonen aan de inspecteurs van den arbeid kan worden opgedragen. Eenige dagen na de indiening van dit ontwerp, bereikte het Huis van Afgevaardigden nog een ontwerp, ingediend door leden der conservatieve, der liberale en der arbeiderspartij, dat in zijn eisch naar onmiddellijke invoering van minimum-loonen met dwingende kracht vooral voor de kleeding- en ondergoed-confectie nog verder gaat dan het Regeeringsontwerp. (Zie hiervoor Soziale Praxis, Jahig. XVII. Sp 711-712). Het Hoogerhuis heeft dezer dagen in tweede lezing het regeeringsontwerp aangenomen. Nadere bijzonderheden bereiken ons niet tijdig genoeg om nog te kunnen worden vermeld. BELGIE. Voor het congres van Genève 1906 van de Internationale Vereeniging voor wettelijke bescherming der arbeiders schreef de heer Ch. G'nart (rechter bij de rechtbank voor eersten aanleg te Namen) een : Note sur le travail a domieile en Belgique J) (Publication du Comité Beige pour le progrès de la lêgislation du travail n° VI.) De heer Génait schrijft daarin het volgende 2): „Wetgeving : De wet van 13 December 1889 beheerscht den arbeid, verricht in werkhuizen, manufacturen en fabrieken, maai uitgezonderd zijn de werken, verricht in gestichten, waar alleen de leden der familie gebruikt worden, onder 't gezag 't zij van den vader of de moeder, 't zij van den voogd, mits die gestichten niet als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk gerangschikt zijn of dat de arbeid er niet geschiedt met behulp van stoomketels of werktuigelijke beweegkracht. (Uit art. 1). Daaruit volgt, dat waar arbeid, verricht uitsluitend door leden van het gezin, niet door deze wet beheerscht wordt, de aanwezigheid van é:-n vreemde werkkracht naast de gezinsleden in theorie een dergelijke werkplaats aan de bepalingen der wet onderworpen doet zijn ; men moet zeggen in theorie, want in de practijk heeft men zich tot nu toe ter nauwernood beziggehouden met de controle en de naleving der wet in deze werkplaatsen. Waar al de voorschriften dezer wet zeer in 't algemeen genomen ') Als noot staat vermeld: Cetle note est 1'expessioti de 1'opitiion d'tin nombre important de membres de la section Beige. (Observation du Bureau du Comité Beige.) a) De door den heer Génart aangehaalde wetsartikelen zijn overgenomen uit de Nederlandsche text der Arbeidswetten. nageleefd worden, zou men kunnen zeggen, dat zulks geschiedt onbewust van het bestaan van die voorschriften en ondanks de afwezigheid van eenige boetebepaling hoe ook, niettemin de wet bestaat; laat ons de voorschriften nagaan, voor zoover die voor ons van belang kunnen zijn. Voor kinderen beneden 12 jaar. Verbod kinderen beneden 12 jaar tot den arbeid te bezigen. Voor jongens tot den lójarigen leeftijd, voor meisjes en vrouwen tot den 2ijarigen leeftijd. a) Regeling door den Koning te bepalen van den duur van den dagelij kschen arbeid, alsook van den duur en de voorwaarde van den rusttijd. Met een maximum van 12 uren, verdeeld door rustpoozen, waarvan de geheele duur niet minder dan anderhalf uur zal bedragen (artikel 4). b. mogelijkheid (door den Koning vast te stellen) zekeren arbeid te verbieden of voorwaardelijk toe te laten die hunne krachten te boven gaat of welke gevaarlijk voor hen zou kunnen zijn, of welke als ongezond erkend is. (art. 3). c. verbod van nachtarbeid na negen uur 's avonds of vóór vijf uur 's morgens. (Art. 6) d. verplichting van een rustdag. e. verplichting van een „boekje" ter vaststelling van identiteit, leeftijd, etc. Voor meerderjarige vrouwen. \ erbod vrouwen tot den arbeid te bezigen binnen de 4' weken, volgende op hare bevalling. Uit het oogpunt der gezondheid en der veiligheid onderscheidt de Belgische wetgeving twee categoriën van gevaarlijke of hinderlijke gestichten. Geen der huisindustriëele bedrijven van eeniggewicht vallen onder deze. Volgens de bepalingen van een wet van 2 Juli 1879 is de regeering bevoegd maatregelen voor te schrijven, geschikt om de gezondheid in werkplaatsen of bij den arbeid of de veiligheid der arbeiders te verzekeren in industriëele of commerciëele ondernemingen, waarvan de uitoefening gevaar oplevert zelfs als deze niet als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk zijn gerangschikt. Deze maatregelen kunnen zoowel den arbeider als daartoe termen zijn, als den werkgevers of ondernemers opgelegd worden — echter zijn uitgezonderd die ondernemingen, waar de patroon uitsluitend werkt met de bij hem inwonende -familieleden of met zijn dienstbode of huisgenooten. (art. 1). Hier ook zou een deel van datgene, wat tot de huisindustrie gerekend wordt, geregeld kunnen worden. Inderdaad echter zijn geen maatregelen vastgesteld. Samengevat is dan de toestand de volgende . Wat betreft den arbeid van vrouwen, jongelieden en kinderen, een weinig ingrijpende regeling, waarvan de toepassing nauwelijks wordt gecontroleerd en die buitendien slechts treft de huisindustrie, waarin ten minste één vreemde medewerkt. Wat betreft de gezondheid en de veiligheid niets bijzonders." Na dit bericht is in België geen nadere regeling getroffen. DENEMARKEN. I)e fabriekswet van 11 April 1901 regelt slechts den arbeid in fabrieken en hiermede gelijkgestelde bedrijven. Op bedrijven, die door het bedrijfshoofd met behulp van zijn vrouw en kinderen gedreven worden, zijn door de fabriekswet de bepalingen dezer wet niet toepasselijk verklaard. \\ erkplaatsen, waarin derden te werk gesteld zijn, worden in het bijzonder in eenige industriëele bedrijven door de Pabrieksinspectie als onder de fabriekswet \ allend aangemerkt en oefent de labrieksinspecteur daarop toezicht uit. De leerling wet van 30 Maart 1887 is voor de huisindustrie niet van beteekenis, daar deze slechts op bepaalde bedrijfstakken van toepassing is, waartoe de huisindustrie niet gerekend kan worden (zie Reichsarbeitsblatt 1906. Jahrgang IV. no. 4. p. 335). DUITSCHLAND. Aan het Reichsarbeitsblatt 1906 (Jahrgang IV. 110. 4. p. 328) zij het volgende ontleend : Vooraf wordt gemaakt de onderscheiding tusschen : 1. de huisindustriëele hulpkrachten (Gehilfen) d. z. de tegen loon (Gehalt oder Lohn) in bedrijven van huisindustriëelen werkende onzelfstandige personen ; 2. de onzelfstandige huisindustriëelen, die in hun eigen woning werken ; 3. de zelfstandige huisindustriëelen. Een nauwkeurige onderscheiding tusschen 2 en 3 is moeilijk te treffen; genoemd worden eenige beslissingen in dezen van het Reichsversicherungsamt. De Gewerbeordnung is toepasselijk op groep 1. De bepalingen over het te werk stellen van kinderen, jeugdige personen en vrouwen, die de § § 135—139 b. der G. O. met het oog op de fabrieken bevatten, zijn volgens § 154 derde lid ook toepasselijk daar, waar mechanische beweegkracht gebezigd wordt (mits niet tijdelijk); huisindustriëele werkplaatsen vallen hier dus ook onder, mits het niet betreft werkplaatsen, waarin de werkgever uitsluitend met tot zijn gezin behoorende personen werkt (§ 154.4). Toepasselijk ve klaring op andere werkplaatsen dezer bepalingen is in de wet toegestaan door keizerlijke verordening met toestemming van den Bondsraad; zoo de verordening van 31 Mei 1897 (Kais. Verordnung betr. die Ausdehnung der § § 135—139 und der § 139 b der Gewerbeordnung auf die Werkstatten der Kleider- und Wasche-Konfektion vom 31 Mai 1897 R. G. BI. S.459) die (in het bijzonder met het oog op de huisindustriëele bedrijven) gezegde bepalingen toe- passelijk verklaart op de werkplaatsen, waarin de vervaardiging of bewerking van mannen- en jongenskleeren, van vrouwen- en kinderkleeding, als ook witte en bonte ondergoederen, steeds in 't groot geschiedt, eindelijk op werkplaatsen, waarin vrouwen- en kinderhoeden opgemaakt worden. Deze verordening is echter niet toepasselijk in werkplaatsen, waarin de werkgever uitsluitend leden van zijn gezin te werk stelt. In een latere verordening van den Bondsraad van 9 December 1902 (Bekanntmachung des Reichskanzlers, betr. die Einführung von Lohnbüchern für die Kleiderund Wasche- Konfektion vom 9 Dezember 1902 R. G. BI. 295) werden voor voornoemde bedrijven loonboeken voorgeschreven. Hiertegenover staan de onzelfstandige huisindustriëelen (groep 2); de rechtspositie van deze, of zij n.1. onder de G. O. vallen, is niet duidelijk, daar de G. O. slechts kent „gewerblielie Arbeiter (Gesellen, Gehilfen u.s.w. (Tit. VII)" en „Hausgewerbetreibenden (§1196)" De Gewerbegerichte en het Landgericht (in hooger beroep) gaven te dien aanzien verschillende uitspraken. Ten aanzien van de zelfstandige huisindustriëelen bevat de G. O. twee bepalingen : 1. het Truck verbod (§ § 115 tot 119a) wordt in § 1196 uitgestrekt tot personen, „die voor bepaalde bedrijfshoofden buiten de werkplaatsen van deze met de vervaardiging van bedrijfsproducten bezig zijn en ook dan, wanneer zij in de grondstoffen zelf moeten voorzien." 2. is met betrekking tot de bepaling van § 125 (volgens welke een werkgever — die een gezel of hulpkracht tot contractbreuk overhaalt of een gezel of hulpkracht, die contractbreuk pleegde, te werk stelt — tegenover den vroegeren werkgever als medeschuldenaar hoofdelijk aansprakelijk is,) de zelfstandige huisindustriëel gelijk gesteld met den gezel en de hulpkracht. Op de geheele huisindustrie is toepasselijk de wet van 30 Maart 1903 op den kinderarbeid (Gesetz vom 30 Marz 1903 betr. die Kinderarbeit in gewerblichen Betrieben) krachtens welke ieder werkgever, die kinderen wil tewerkstellen, de plaatselijke politie daarvan kennis heeft tege ven, bovendien mogen op zon-en feestdagen geen kinderen (noch eigen, noch vreemde) tewerkgesteld worden; de leeftijdsgrens is voor vreemde kinderen op 12, voor eigen kinderen op 10 jaar gesteld — terwijl bijzondere voorschriften arbeidsduur, arbeidspau en en schooltijden regelen. De bepalingen zijn echter voor bepaalde bedrijven en bepaaldi streken van huisindustrie in sterke mate door uitzonderings-bepalingen gebroken. Krachtens § 14 tweede lid dezer wet kan de Bondsraad ten aanzien van enkele bedrijven uitzonderingen maken van het verbod van kinderarbeid beneden 10 jaren, mits de kinderen bijzonder licht werk hebben te doen. De Bondsraad heeft (met wijziging van de tot dien geldende bepalingen van 17 December 1903 en 11 Juli 1904) den 20 December 1905 besloten, dat in bepaalde werkplaatsen, die op een lijst zijn opgesomd, eigen kinderen beneden 10 jaren dan te werk gesteld mogen worden, wanneer zij het 9de levensjaar voleindigd hebben, wanneer zij slechts aan dat soort werk en in die streken te werkgesteld worden, die op de lijst zijn aangegeven. Verboden is bovendien het te werk stellen tussclien 8 uur 's avonds en 8 uur 's morgens, vóór den morgen-schooltijd en één uur na den middag-schooltijd, 's Middags moeten de kinderen een pauze van minstens 2 uur hebben. Op werkplaatsen met mechanische beweegkracht en waar geheel verbod van kinderarbeid is, vindt dit besluit geen toepassing. De lijst meldt de volgende bedrijven : Vervaardiging van grove leiwaren, speelgoed, knoo- pen, poreeleinware.i, glasblazerij, vervaardiging van klein ijzerwerk, nachtlichtjes, weikaarsen, geweven, gestikte en gebreide goederen, pa sement, papieren doozen, spanen doozen, houtwaren, stroovlechterijen, poppen, kunstbloemen. Als streken worden genoemd hoofdzakelijk c?e Thuringsche Staten, Saksen, en eenige regeeringsstreken van Pruisen en Beieren (R. G. BI. 49. 1905). In dei Rijksdag werd aanhangig een Novelle zur Gewerbeordnung, waarin ook ee iige §§ over de huisindustrie, waarvan het lot echter floor de sluiting van den Rijksdag in dezen zomer (zonder dat door de betrekkelijke Reichstagskommission daarover een verslag is opgemaakt) uittermate onzeker is (zie hierover Soziale Piaxis XVII no. 14. Sp. 353—363; XVIII nos. 27,31/35, 39. 4i- De staatssecretaris legde er bij de eeiste lezing den nadruk op, dat de §§ dezer novelle betrekkelijk de huisindustrie juist de bedoeling hadden de rechtspositie der groepen sub 2 en 3 nrder te regelen. Voorts zij gewezen op het Entwurf eines Gesetzes betreffend die Herstellung von Zigarren in der Hausarbeit (aan den Rijksdag voorgelegd 23 April 1907, zie Reichsarbeitsblatt 1907. Jahrgang V. no. 6 p. 570; 1908 Jahrgang VI. 463, 567), waarvan eveneens het lot onzeker is (zie hierover Soziale Praxis XV. Sp. 1008; XVI. 578, XVII. 601). FRANKRIJK. Aan het rapport der Heeren P. Pic en A. Amieux „Le travail a domieile en Franee et spécialement dans la région Lyonnaise. uitgebracht voor het congres te Genève 1906 der Internationale Vereeniging voor wettelijke bescherming der arbeiders, ontleenen wij het volgende : p. 6. 2°. Wetgeving. ,,In welke mate wordt de huisindustrie (travail en chambre et le travail en petit atelier (atelier de familie)) getroffen door een wettelijke regeling ? De wet van 2 November 1892 regelt in Frankrijk den arbeid van vrouwen en kinderen. Artikel 1 par. 3 verklaart de wet niet toepasselijk op werkplaatsen, waar slechts leden van het gezin onder het gezag, hetzij van den vader, de moeder of den voogd, werken. Wij kunnen dus zeggen, dat de huisindustriëele bedrijven vrij zijn van iedere wettelijke regeling — uitgezonderd echter die, waar met behulp van motoren gewerkt wordt of die behooren tot de geclassificeerde bedrijven. Maar de werkplaatsen, tot deze categoriëen behoorende, zijn slechts onderworpen aan de wettelijke voorschriften, betrekkelijk de hygiëne en de veiligheid en zijn niet onderworpen aan eenige regeling, betrekkelijk, hetzij den arbeidsduur, hetzij de omstandigheden, waaronder het werk verricht wordt. Voor ce desbetreffende wetgeving (zie ook Reichsarbeitsblatt 1906. Jahrgang IV. n°.4 S. 333) de wet over den arbeid van kinderen, vrouwen en meisjes in de industrie van 2 Nov. 1892, gewijzigd 30 Maart 1900 en de wet over de gezondheid en de veiligheid in de industrie van 12 Juni 1893, gewijzigd 11 Juli 1903. Op de huisindustriëele bedrijven van weven en spoelen (tisseret bobiner) is de wet van 7 Maart 1850 van toepassing, die liet houden van loonboeken voorschrijft, waarin fabrikanten, commissionnairs en tussehenpersonen (intermédiaires) den omvang, de soort en de belooning van het werk aanteekenen moeten. De bepalingen van deze wet zijn door de wet van 21 Juli 1856 uitgebreid tot het afwerken van fluweel, de ververij, wasscherij en de afwerking van stoffen. Den 2 April 1909 is een wetsontwerp bij de Chambre des Députés ingediend door de leden de Mun c.s. strekkende tot het vormen van bedrijfscommissiën ter bepaling van minimumloonen voor de huisindustriearbeiders (zie Bulletin 1909. VIII S. 184). HONGARIJH. De Hongaarsche arbeidswetgeving heeft in zijn arbeidswet van 1884 § 183 sub b (Wet, Artikel XYII) de bepalingen van deze wet verklaard niet toepasselijk te zijn op de huisindustrie. Emerich Ferenczi zegt in zijn rapport: Die Hausindustrie in Ungarn und die Budapester Heimarbeit1) p. 78 \ .v. ,,de wettelijke regeling der huisindustrie is er niet; — het begrip huisindustrie zelf is in de wet niet omschreven en daarover bestaan tegenstrijdige ministeriëele verordeningen, terwijl wat nog op huisindustriëele bedrijven van toepassing is, niet doorgevoerd wordt, omdat de arbeidsinspectie beperkt is tot de fabrieksindustrie (ondernemingen met meer dan 20 werklieden of met mechanische beweegkracht)." In een slotwoord wordt een en ander medegedeeld over een aanhangig ontwerp voor een Hongaarsche arbeidswet. Speciaal wordt de aandacht gevestigd op liet bij paragraaf 332 in het ontwerp bepaalde : „als de werklieden, die hun arbeid niet in hun eigen „werkplaats of in hun eigen woning verrichten, te „hunnen dienste naast zich andere personen aanstellen „met het oog op hun bedrijlsarbeid, zijn eerstgenoemden „ten opzichte van de door hen aangestelde personen, „zonder dat tegenbewijs is toegelaten, te achten als „gevolmachtigden van den werkgever." „De werknemer, die in eigen werkplaats of in eigen „woning zijn bedrijfsarbeid verricht, is,wanneer hij overeenkomstig de bepalingen van de arbeidswet ook in over- ») Schriften der Ungarischen Yereinigung fiir gesetzlichen Arbeiterschutz. Heft 3. 1908. „wegende mate zelfstandig bedrijfsarbeid verricht, ten ^opzichte van den werkgever als zelfstandig ondernemer „te achten en als zoodanig tegenover de zonder toestemming van den werkgever te werk gestelde werklieden als werkgever te achten." In verband met deze bepaling wordt eveneens de aandacht gevestigd op de bepaling van § 452 uit het hoofdstuk over de bescherming der gezondheid en der veiligheid (§ § 443—474) luidend : „Met het oog op de bepalingen van dit hoofdstuk „is als werkgever te achten : „1. de eigenaar of pachter van een fabriek of werk„plaats (Betriebsanlage) of de in naam van den eigenaar „of pachter optredende vertegenwoordiger. < „2. voor zoover de werklieden in hun eigen woning „werken, de ondernemer, voor wiens rekening het werk „verricht wordt." NOORWEGEN. Huisindustrie komt in Noorwegen meestal slechts voor waar zelfstandig een bedrijf uitgeoefend wordt. Handwerkshulpkrachten, die in hun eigen huis werken, vallen onder de wetgeving op het handwerk, als ware het werk verricht in de werkplaats van den patroon. De bepalingen echter van de desbetreffende wet van 15 Juni 1881, die de verhouding van patroons en hun leerlingen en gezellen in het handwerk regelen, kunnen niet beschouwd worden arbeidswetgevingsbepalingen in den modernen zin van het woord te zijn (zie Reichsarbeitsblatt 1906. Jahrgang IV. 4. p. 336.) OOSTENRIJK. In Oostenrijk valt de huisindustrie niet onder de bepalingen van de Gewerbeordnung: volgens § i sub. 3 Gewerbeordnung van 1883 is de geheele huisindustrie van de elassificeering der bedrijven uitgezonderd. Een Erlass des Handels-Ministeriums vom 16 September 1883 geeft van huisindustrie de volgende definitie: ,,In het algemeen zijn als huisindustrie die op productie gerichte bedrijfsverrichtingen aan te merken, die volgens plaatselijk gebruik door personen, in hun woning, hetzij als lioofd-, hetzij als nevenbedrijf gedaan worden, met dien verstande echter, dat zij deze niet alleen te verrichten hebben, geen hulpkrachten in dienst hebben, doch de huisgenooten van hun eigen gezin doen medewerken (zie Reichsarbeitsblatt 1906. JahrganglY. 110 4- S. 334)- . Hiertegenover zij gesteld de opmerking van Dr. Michael Hainisch in zijn rapport: Die Heimarbeit, Bericht erstattet der InternationalenVereiniguug fürgesetzlichen Arbeiterscliutz 1) (zie p. 22/23) dat 111 andere wetten als b.v. het Krankenkassengesetz en het Personal-.te„ergesetz het begrip huisindustrie anders en even onvolledig wordt omschreven. Dr. Michael Hainisch zegt zelf in zijn Yorbemerkung: ,,een bijzondere wetgeving ter bescherming der huis iudustriëele arbeiders ontbreekt in Oostenrijk (in de in den Rijksraad vertegenwoordigde Konink ijken en landen)". Alleen zij hier gewezen op een en ander, dat een kijk geeft op het vraagstuk der wettelijke regeling voor de huisindustrie-arbeiders in Oostenrijk. 1) Schriften der Oesterreichischen Gesellschaft für gesetzlichen Arbeiterscliutz Heft X. Ook dit is ontleend aan het voornoemde rapport. In de eerste zitting van den Arbeitstx int'-) werd van de zijde der arbeidersvertegenwoordigers een voorstel gedaan om enquêtes naar de toestanden der huisindustriëele arbeiders in te stellen. Hieruit sproten voort de enquête naar de toestanden in de boven- en ondergoed-confectie in 1899 en naar den toestand in het schoenmakersbedrijf in 1902; daaraan werden verbonden enquêtes naar de woningtoestand.n. In genoemden Arbeits eirat werd, zooals Dr. Hainisch zegtA) de vraag geopperd : „Is de huisindustrie als zoodanig in 't algemeen te regelen ?" Daarop vervolgt deze : ,,De huisindustrie is een bedrijfsvorm, die in de meest verschillende takken van industrie voorkomt: in export-industriëen zoowel als in industriëen, die alleen voor den binnenlandschen markt werken, in industriëen, die toepassing van machines gedogen als in de zulke, waar dit onmogelijk is. De vraag werd dan ook met het oog hierop beantwoord in dien zin, dat een algemeene regeling der huisindustrie • tot de onmogelijkheden behoorde en dat de wetgever met de bijzonderheden van iedere 11 tak der industrie rekening te houden had. En men besloot te onderzoeken hoe en in hoeverre de huisindustrie in de boven- en ondergoed-confectie en de schoenmakerij tot voorwerpJ van wettelijke regeling gemaakt kon worden." Het rapport van Dr. Hainisch bespreekt dan verder de beide referaten van den heer Smitka en van hem zelf, als mede een later ontwerp van een ambtenaar van het Handels-Ministerium, alles in het licht van de zeer bijzondere toestanden in Oostenrijk op het gebied -) Arbeitsbeirat im k.k. Arbeitsstatistischen Anite. ') P' 12/13 der arbeidswetgeving geldend, gevolg van de Gewerbeordnung van 1859 en de novelle van het jaar 1883, waarover Dr. Hainisch zich aldus uitlaat 1). „De Gewerbeordnung van 1859 was alhoewel in den tijd der politieke reactie ontstaan, in den geest der liberaal-economische opvattingen van dien tijd. In het jaar 1883 kwam de Gewerbenovelle, die hoewel formeel zich aansluitend aan de oude wet, toch een volledige breuk met de grondbeginselen van het economische liberalisme beteekent. De hervorming geschiedde in het teeken van de middenstandsbeweging. Het oude handwerk verdrongen, en uit zijn voegen gerukt, een proces,dat in de 6oer en 70er jaren bijzonder snel voortging, moest gesteund worden en zoo mogelijk zijn oud gebied behouden. Daartoe scheen het middel de invoering van een bevoegdheidsbewijs (Befahigungsnachweis) en de vorming van gedwongen bedrijfsorganisaties. Het bedrijf is in Oostenrijk nu in drie categoriëen gescheiden: de geconcessionneerde, de vrije en de handwerksbedrij ven.'' Dr. Hainisch bespreekt vervolgens uitvoerig de moeilijkheid een wettelijke regeling in de huisindustrie tot stand te doen komen in overeenstemming met de geldende regeling volgens de Gewerbeordnung. ') p. 21/22. ZWEDEN. Aan het Reichsarbeitsblatt 1906. Jahrgang IV. 4 p. 335 zij ontleend: een verbod voor huisindustrie is gelegen in het Kon. Besluit van 9 December 1896, hetwelk bepaalt, dat de vervaardiging van lucifers, waarbij gewone (gele of witte) phorpor gebruikt wordt slechts in daartoe ingerichte fabrieken geschieden mag. Een Kon. Besluit van 18 November 1881 regelt in hoofdzaak den arbeid van jeugdige personen, deze bepalingen zijn ook in de huisindustrie van toepassing. Handwerks- en andere bedrijven, waarin jeugdige personen te werk gesteld worden, zijn aan de bijzondere inspectie van gemeentelijke besturen en gezondheidscommissies onderworpen, aan wie door den werkgever het te werk stellen van een jeugdigen persoon moet medegedeeld worden. Jeugdige personen beneden 12 jaren of die wegens niet voldoende kennis nog niet van de Volksschool ontslagen zijn, of die wegens ziekelijkheid of lichamelijke zwakte van een bepaalden arbeid nadeelige gevolgen zouden kunnen ondervinden, mogen niet in die handwerks- of andere bedrijven tewerkgesteld worden. Jeugdige personen beneden 18 jaar mogen slechts tusschen 6 uur 's morgens en 8 uur 's avonds tewerkgesteld worden. ZWITSERLAND. De Zwitsersche Bondswet van 23 Maart 1S77 (Bundesgesetz betr. die Arbeit in den Fabriken) is volgens besluit van 3 Juni 1891 niet toepasselijk op de huisindustrie, voor zoover deze niet valt onder alle bedrijven met minder dan zes respectievelijk minder dan 11 werklieden, die buitengewoon gevaar voor de gezondheid opleveren en niet te miskennen fabrieken zijn. (Bundesratbesehluss vom 3 Juni 1891 art. 1 sub c). Ingevolge de lueiferswet van 2 November 1898 (Gesetz vom 2 Nov. 1898, betreffend die Fabrikation und den Vertrieb von Zündhölzchen) valt de vervaardiging van lucifers, ongeacht het getal arbeiders of de grootte van het bedrijf, onder de bepalingen van de Bondswet van 23 Mrt. 1877. In enkele kantons zijn wel voor de niet onder bondswet vallende bedrijven bepalingen gemaakt betrekkelijk minimum-leeftijd, verbod van Zondags- en nachtarbeid doch de bedrijven, waarin bet gezinshoofd uitsluitend met zijn eigen gezinsleden werkt, worden hierdoor niet getroffen. Door de bondswet van 1 April 1905 (Bundesgesetz betr. Erganzung des Bundesgesetzes vom 23 Marz 1877 betr. die Arbeit in den Fabriken vom x April 1905) werd bepaald in art. 2 : „Het is verboden de in artikel 11 der Fabriekswet en in artikel 1 van deze wet vastgestelde beperking van den arbeidstijd daardoor te ontduiken, dat den arbeiders werk mede naar huis wordt gegeven 1). ') Bulletin 1905. VI. p. 56. Een ingrijpende regeling van de huisindustrie vooral met betrekking op de gezondheidstoestanden in de als werkplaatsen gebruikte woningruimten was neergelegd in een wetsontwerp van 26 Februari van het kanton Ziirich over het „Gewerbewesen", hetwelk echter door het referendum van 17 December 1899 werd afgestemd. (Zie Reichsarbeitsblatt 1906. Jahrgang IV. no. 4. p. 334 en Prof. Dr. Stephan Bauer : Die Stellung des Staates zur Heimarbeit,Bericht an den ersten allgemeinen Schweizerischen Heimarbeiter-Schutz-Kongress 1909). VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA. Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Inleiding. De enkele hier volgende opmerkingen over het karakter der huis-industrie in Noord-Amerika ontleenen wij aan : „Die Hausindustrie und ihre gesetzliche Einschrankung in den Vereinigten Staaten vou Nordamerika von Dora Landé" x). In vele staten der Unie komt weliswaar huisvlijt voor, die zich door de bemoeiingen van philantropische en kerkelijke vereenigingen in de richting van huisindustrie ontwikkelt, maar grooten omvang heeft deze vorm niet gekregen. Niet noemenswaard zijn verder ook de huisindustrieën op het platte land en in het gebergte, zooals w ij die in Europa kennen, die, hoewel de productiemethode verouderd is, toch nog naast de fabrieken blijven bestaan. Iu het algemeen bestaat in de Vereenigde Staten slechts de moderne huisindustrie der groote steden. In ongeveer 30 staten komt deze voor, vnl. in de centra van New-York, Pennsylvania, Maryland, Ohio, Illinois en Missouri. De huisindustrie in deze staten bepaalt zich vrijwel alleen tot de kleedingindustrie, zoowel voor confectieals voor maatwerk. Ingewikkeld is het vraagstuk der huisindustrie in de Vereenigde Staten, vooral doordat het ten nauwste samenhangt met de economische structuur der Europeesche staten. Immers het grootste aantal der huisarbeiders bestaat uit immigranten. Bovendien stuit de verbetering der toestanden van deze immigranten ') Beitrag in: Arbeiterinnensehutz und Heimarbeit von Dr. R. Wilbrandt. igoö * op de grootste moeilijkheden, door de reusachtige resen e van totaal verarmde en daardoor zeer goedkoope arbeidskrachten. . . Opvallend in de Amerikaansche wetgeving is, veel meer de kooper, in het algemeen het publiek, beschermd wordt dan de arbeider. Speciale Ivoorschriften omtrent minimumloonen bestaan in Ameri ta dan ook niet. 2) 2) Landé-Wilbrandt p. 143—J44. r57■ NEW. YORK. Revised Statut» - Thinl Editie,-1901. (page2io2)i) Section 100. 2) (gewijzigd Productie in huurkazernes, bij Chapter 129, Acts of _ 1906.) Geen huurkazerne enement house)J) noch eenig deel daarvan mag gebruikt worden met het doel daarin te vervaardigen, veranderen, herstellen of af te werken (finish) : jassen, vesten, kniebroeken,broeken,overjassen,mantels,hoeden, petten iretels, tricot-lijfjes, blousen, japonnen, corsetten ceintuurs, ondergoed, dassen, pelterijen, bonten belegsels bonten kleedmgstukken, vrouwenrokken, hemden schorten, beurzen, zakboekjes, pantoffels, papieren doozen papieren zakken,veeren,kunstbloemen,sigaretten,sigaren'. >\ n: 11us (dweiling house), hetwelk wordt gebruikt ter zake ak in IO,° v,an deze wet omschreven. .. (Het Annuaire 1 c geelt de in de wettekst staande woorden anv the same lot with any dwellina hm^ L Z bu«ding on onjuist weer met: .Is groupe avec une habitation quelconque.") C house als huurkazerne?'^ wdd^geef^dalr^e wet^ëeds paraplu's of artikelen van caoutchouc, noch met het doel te vervaardigen, toe te bereiden of te pakken . macaroni, spaghetti, roomijs, diverse ijssoorten, kandij, bonbons, koekjes (nuts) of conserven, zonder Vergunning een vergunning (license) daartoe als in dit artikel (article) voorgeschreven. Maar niets van hetgeen in dit artikel Vrijstellingen, vervat is zal toepasselijk zijn op boorden, manchetten, hemden of lijfjes, vervaardigd van katoenen of linnen stoffen, die gewasschen moeten worden alvorens te koop te worden geboden. De aanvraag tot zulk een vergunAanvraag van een ning moet gedaan worden aan de vergunning. commissaris van arbeid (commis sioner of labor) door den eigenaar van zulk een huurkazerne of door zijn behoorlijk gemachtigde agent. De aanvraag moet het huis aanduiden door het straatnummer of op andere wijze, zooals de omstandigheden meebrengen, dusdanig dat de commissaris van arbeid gemakkelijk in staat zal zijn hetzelve te vinden ; de aanvraag moet verder vermelden het aantal woningen (apartments) in het huis en de volle naam en adres van den eigenaar van het huis, en moet overeenkomstig 7-ulk een model zijn als de commissaris van arbeid bevoegd is vast te stellen. Blanko aanvraag formulieren moeten door den commissaris van arbeid gereed gemaakt en verstrekt worden. Bij ontvangst van zulk een aanWijze van verleenen vraag moet de commissaris van van de vergunning, arbeid de registers (records) raadplegen van de plaatselijke gezondheidscommissie (health department or board) of van een andere bevoegde plaatselijke autoriteit belast met de sanitaire inspectie van zulke huizen. Indien deze registers het bestaan aantoonen van eenige nfec tie-, besmettelijke of overerfelijke ziekte, of feiten aangaande het niet voldoen aan bevelen, of overtredingen, welke het bestaan van onhygiënische toestanden in zulk een huis aantoonen is de commissaris van arbeid bevoegd, zonder het gebouw te inspecteeren zulk een aanvraag om een vergunning af te wijzen en bij de weigering te volharden, totdat de registers van gezegde commissie of andere plaatselijke autoriteit aantoonen, dat gezegde huurkazerne vrij is van infectie- besmettelijke of overerfelijke ziekte en van alle onhygiënische toestanden. Vóórdat evenwel vergunning wordt verInspectie. leend, moet het gebouw, waarvoor de vergunning gevraagd wordt, geinspecteerd worden door den commissaris van arbeid en een verklaring moet door hem worden gedeponeerd ter algemeene inzage, behelzend, dat de registers van de plaatselijke gezondheids-commissie of andere bevoegde autoriteit belast met de sanitaire inspectie van zulke huizen , aantoonen, dat geen infectie-, besmettelijke of overerfelijke ziekte noch eenige onhvgienische toestanden in gezegd huis voorkomen ; zulk een verklaring moet met inkt gedateerd en onderteekend worden met den vollen naam van den daarvoor verantwoordelijken beambte. Een gelijke verklaring, gelijkelijk onderteekend, de resultaten aantoonend van de inspectie van gezegd gebouw moet ook worden gedeponeerd op het bureau van den commissaris van arbeid, alvorens eenige vergunning wordt verleend. Indien de commissaris van arbeid bevestigt, dat zulk gebouw vrij is van infectie-, besmettelijke of overerfelijke ziekte, dat er geen defecten zijn in de afvoerbuizen, die het toetreden van rioollucht zouden mogelijk maken, dat zulk gebouw in een zindelijke en goede hygienische toestand verkeert en dat de artikelen in deze section omschreven te vervaardigen zijn onder zindelijke en voor de gezondheid onschadelijke verhoudingen, moet hij een vergunning verleenen het gebruik van zulk een gebouw veroorloovend met het doel zulke artikelen te vervaardigen, veranderen, herstellen of af te werken. Zulk een vergunning moet omlijst worden, — welke lijst door den commissaris van arbeid verstrekt wordt tegen ontvangst van een dollar, waarvoor een kwitantie moet worden gegeven, — en moet door den eigenaar op een zichtbare plaats in de vestibule van de benedenverdieping van het gebouw, waarop het betrekking heeft, worden opgehangen. Deze kan door den comIntrekking der vergunning, missaris van arbeid worden ingetrokken indien de gezondheid van het algemeen of van hen, die in dat huis werkzaam zijn, het vordert of indien de eigenaar van gezegde huurkazerne of zijn behoorlijk gemachtigde agent nalatig is te voldoen aan de bevelen van den commissaris van arbeid binnen 10 dagen na ontvangst van zulke bevelen, of indien blijkt, dat het gebouw, waarop de vergunningbetrekking heeft niet in een voor de gezondheid onschadelijke en behoorlijk hygienische toestand verkeert. In elk geval waarin een vergunning wordt ingetrokken of geweigerd door den commissaris van arbeid, moeten de redenen daartoe in een schriftelijke verklaring worden neergelegd en de op zulk een herroeping of weigering betrekkelijke stukken moeten zijn ter algemeene inzage. Wanneer een vergunning wordt ingetrokken, moet, alvorens zulk een huurkazerne opnieuw gebruikt kan worden ter zake als in deze section omschreven, een nieuwe vergunning worden verkregen, alsof van te voren geen vergunning had bestaan. Iedere huurkazerne en al de deelen daarvan, waarin een der artikelen in deze section genoemd worden vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt, moet in een zindelijke en hygienische toestand gehouden worden en is onderworpen aan de inspectie en het onderzoek van den commissaris van arbeid 0111 vast te stellen of gezegde kleedingstukken of artikelen of eenig deel of deelen daarvan zindelijk zijn en vrij van ongedierte en geen gevaar opleverend voor infectie of besmetting. Niet minder dan eens per Halfjaarlijksche inspectie, halfjaar moet elke huurkazerne met een vergunning door den commissaris van arbeid geïnspecteerd worden om zich te vergewissen van de hygienische toestand ervan. De inspectie moet omvatten alle deelen van zulk huis en het afvoerbuizenstelsel. Alvorens de inspectie te houden is de commissaris van arbeid bevoegd de registers te raadplegen van de plaatselijke commissie belast met de sanitaire inspectie van huurkazernes om zich te vergewissen van het aantal bevelen door zulk een commissie uitgevaardigd met betrekking tot gezegde huurkazerne sinds de laatste inspectie van zulk gebouw door den commissaris van arbeid gehouden was. Telkens wanneer de commissaris van arbeid eenige onhygiënische toestand vindt in een huurkazerne, waarvoor een \ergunning als in deze section voorgeschreven, is afgegeven moet hij dadelijk een bevel aan den eigenaar ervan uitvaardigen, hem voorschrijvend onverwijld in dien toestand te voorzien. Telkens wanneer de commissaris van arbeid bevindt, dat een der artikelen in deze section omschreven zijn vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt of waaraan men bezig is te werken in een kamer (room) of woning (apartment) van een huurkazerne en zulk een kamer of woning in een vuile toestand is. moet hij de huurders daarvan kennis geven onmiddellijk de kamer schoon te maken en die ten allen tijde in een zindelijke toestand te houden. Wanneer de commissaris van arbeid bevindt, dat zulk een kamer of woning gewoonlijk in vuile toestand verkeert is hij bevoegd, indien hij dat noodig oordeelt, aan de ingangsdeur van zulke woning een plakkaat te laten aanslaan, dat de aandacht vestigt op zulke feiten en dat verbiedt het daarin vervaardigen, veranderen, herstellen of afwerken van gezegde artikelen. Niemand behalve de commissaris van arbeid mag eenig aldus aangeslagen plakkaat verwijderen of schenden. Geen van de in deze section Besmettelijke ziekten, omschreven artikelen mag vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt worden in een kamer of woning van een huurkazerne, wanneer in zulke kamer of woning zich een geval voordoet of heeft voorgedaan van een infectie besmettelijke of overerfelijke ziekte, totdat de plaatselijke gezondheidscommissie den commissaris van arbeid bericht stuurt, dat de ziekte is geëindigd en dat gezegde kamer of woning behoorlijk is ontsmet, indien ontsmetting na zulk een ziekte wordt gevorderd door de plaatselij ke verordeningen of door de voorschriften (rules or regulations) van zulk een commissie. Geen van de in deze section omschreven Kelder, artikelen mag vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt worden in een deel van een . kelder of beneden-verdieping van een huurkazerne, die voor meer dan de helft van zijn hoogte ligt beneden de waterpaslijn van het er buiten zijnde of eraan grenzende trottoir of stuk grond. Niemand mag huren, in Verbod voor den ondernemer, dienst hebben of met iemand een contract sluiten om te vervaardigen, veranderen, herstellen of af te werken een van de artikelen in deze section genoemd, in een kamer of woning in eenige huurkazerne, die niet daartoe een vergunning heeft, op boven beschreven wijze afgegeven. Geen van de in deze section omschre- Luchtruimte enz. ven artikelen mag vervaardigd, veranderd, hersteld, of afgewerkt wor- den in een kamer of woning van een huurkazerne, ten eerste, tenzij gezegde kamer of woning goed verlicht en geventileerd is en minstens 500 kubieke voet lucht bevat voor ieder der daarin werkzame personen, ten tweede door iemand Uitsluiting van niet-Ieden der anders dan de leden familie — Uitzondering daarop van de erin wonende familie ; met deze uitzondering, dat in huurkazernes met een vergunning, personen, die niet behooren tot de leden van de erin wonende familie werkzaam mogen zijn in woningen op de beneden of eerste verdieping, alleen gebruikt als werkplaatsen voor naaisters, die uitsluitend werken direct voor particulieren 4), mits bovendien het totaal aantal personen daarin werkzaam niet grooter is dan één op elke 1000 kubieke voet lucht en daarin geen kinderen beneden 14 jaar huizen (live) of werken. Voordat eenige zulke kamer of Speciale vergunning, woning gebruikt kan worden moet een speciale vergunning daarvoor worden afgegeven door den commissaris van arbeid, waarvan een afschrift moet worden ingeschreven in zijn registers ter algemeene inzage met een opgave van de redenen, die ertoe geleid hebben. Niets van hetgeen in deze section vervat Vrijstellingen, is mag eenig persoon of familie beletten een kleermaker of naaister bij zich in dienst te hebben met het doel eenig kleedingstuk te maken, veranderen, herstellen of af te werken voor het eigen gebruik van zulk een persoon of familie. Evenmin is deze section toepasselijk op een huis, indien A) Het Annuaire X 1906 p. 148 geeft de in de wettekst staande woordMi: ,,apartments.... used onlv for shops of dressmakers who deal solely in the custom trade direct to the consumer", naar onze ineening onjuist, weer inet: ,,des magasins de robes et de confections vendant directement aux clients." liet eenige werk, dat daarin gedaan wordt met betrekking tot de artikelen, verricht wordt in een werkplaats op de benedenverdieping met een aparte straatingang, en die niet in verbinding staat met kamers, waarin gehuisd wordt (living rooms), van het overige deel van het gebouw geheel afgesloten is door scheidsmuren zonder openingen van welken aard ook en niet gebruikt wordt om te slapen of het eten te bereiden. Sect. 101. 5) (gewijzigd Register van huisarbeiders, bij Chapter 550, Acts of 1904). Zij, die een contract sluiten voor het vervaardigen, veranderen, herstellen of afwerken van een der artikelen vermeld in section 100 van deze wet (act) of die grondstoffen uitgeven, waarvan die artikelen of eenig deel ervan moeten vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt worden, moeten een register houden van de namen en adressen, duidelijk in het Engelsch geschreven, van hen aan wie zulke artikelen of grondstoffen gegeven zijn om zoo vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt te worden , of met wie zij voor die werkzaamheden een contract hebben gesloten. Het is de plicht van allen, die een contract sluiten voor het vervaardigen, veranderen, herstellen of afwerken van een der artikelen, omschreven in section 100 van deze wet, of die grondstoffen uitgeven, waarvan die artikelen of eenig deel ervan moeten vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt worden, alvorens tot de uitgifte over te gaan, zich aan het bureau van den commissaris van arbeid te vergewissen of de huurkazerne, waarin zulke artikelen moeten vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt worden een vergunning heeft als in deze wet voorgeschreven en eveneens zich te vergewissen bij de plaatselijke gezondheidscommissie omtrent de namen en adressen 5) Sect. 101. Annuaire I 1897 p. 363, III 1899 p. 540. VIII 1904 p. 170. van alle personen, die op dat oogenblik lijden aan een infectie-, besmettelijke of overerfelijke ziekte en die in huurkazernes wonen. Geen van gezegde artikelen, noch eenige grondstoffen, waarvan zij of eenig deel ervan moeten worden vervaardigd , veranderd, hersteld of afgewerkt, mag uitgegeven of gezonden worden aan iemand, wonend in een huurkazerne-zonder-vergunning, als in deze wet voorgeschreven of aan iemand wonend in een kamer of woning, waarin een infectie-, besmettelijkeof overerfelijke ziekte heerscht. Het register in deze section vermeld, is onderworpen aan de inspectie van den commissaris van arbeid en op zijn verzoek moet daarvan een afschrift verstrekt worden, evenals zulke andere inlichtingen als hij mocht verlangen. Sect. 102. 6) (gewijzigd Artikelen, die niet verkocht bij Chapter 275, Acts of mogen worden — Etiket. 1906). Artikelen, vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt op een wijze, strijdig met de voorschriften van section 100 van dit chapter, mogen door niemand verkocht of ten verkoop ten toon gesteld worden. De commissaris van arbeid is bevoegd aan elk zoodanig artikel, dat bevonden wordt op onwettige wijze vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt te zijn, op zichtbare wijze een etiket te bevestigen met de woorden : in huis vervaardigd (tenement made) gedrukt met klein mediaan hoofdletters op een kaart niet kleiner dan 4 inches in de lengte, of zulk artikel in beslag te nemen en te houden, totdat het op kosten van den eigenaar gedesinfecteerd of gereinigd is. De commissaris van arbeid moet hem, die door degene, die in het bezit is van gezegd artikel, is aangewezen als de eigenaar, kennis gegeven, dat hij er een etiket aan bevestigd heeft of het in beslag genomen heeft. Niemand, behalve de «) Section 102. Annuaire I 1897 P- 363, III 1899 p. 540 commissaris van arbeid mag eenige op dusdanige wijze bevestigde kaart of etiket verwijderen of schenden. Tenzij de eigenaar of hij, die gerechtigd is tot het bezit van eenig aldus in beslag genomen artikel zorgt voor het desinfecteeren of reinigen daarvan binnen een maand, kan het na verloop van dien tijd vernietigd worden. Sect. 103.7) (gewijzigd bij Chapter Besmette artikelen. 550, Acts of 1904). Indien de commissaris van arbeid aanwijzingen vindt, dat in een werkplaats of in een kamer of woning in een huurkazerne of woonhuis (tenement house or dwelling house), waarin een der artikelen genoemd in section 100 van dit chapter vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt zijn of waaraan men bezig is te werken, een ziekte heersclit, moet hij aan zulke artikelen het etiket in de vorige section voorgeschreven, bevestigen en daarvan onmiddellijk rapport maken aan de plaatselijke gezondheidscommissie, die zulke artikelen moet desinfecteeren, indien dat noodig is, en daarna het etiket verwijderen. Indien de commissaris van arbeid bevindt, dat infectieof besmettelijke ziekten heerschen in een werkplaats, kamer of woning van een huurkazerne of woonhuis, waarin een der artikelen omschreven in section 100 van dit chapter worden vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt, of dat artikelen daarin vervaardigd of waaraan men bezig is te werken, besmet zijn of dat goederen, daarin gebruikt ongeschikt zijn voor gebruik, moet hij daarvan rapport maken aan de plaatselijke gezondheidscommissie. De plaatselijke gezondheidscommissie in iedere stad (city, town) of dorp, moet telkens, wanneer er eenige infectie-, besmettelijke of overerfelijke ziekte heerscht in een huurkazerne een inspectie ') Section 103. Annuaire III 1899 p. 540, VIII1904 p. 171. van zulke huurkazerne doen instellen, welke binnen 48 uur gehouden moet worden. Indien wordt bevonden, dat een der artikelen omschreven in section 100 van deze wet is vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt of waaraan men bezig is te werken, ineen woning, waarin zulke ziekte heerscht, moet zulk een commissie zulke voorschriften uitvaardigen als de openbare gezondheid vordert en moet van zulke feiten onmiddellijk rapport maken aan den commissaris van arbeid, zulke verdere inlichtingen verstrekkend als hij mocht verlangen. Zulke commissie is bevoegd elk zoodanig geïnfecteerd artikel of artikelen, vervaardigd of waaraan men bezig is te werken onder onzindelijke of onhygiënische verhoudingen, verbeurd te verklaren en te vernietigen. De plaatselijke gezondheidscommissie of andere bevoegde autoriteit belast met de sanitaire inspectie van zulke huizen, in elke stad of dorp, moet, wanneer daarom gevraagd wordt door den commissaris van arbeid, afschriften verstrekken van haar registers, wat betreft het bestaan van infectie-, besmettelijke of overerfelijke ziekten of van onhygiënische toestanden in gezegde huizen ; en moet zulke andere inlichtingen verstrekken als noodzakelijk kunnen zijn om den commissaris van arbeid in staat te stellen de voorschriften van deze wet ten uitvoer te leggen. Sect. 104. fc). Telkens, wanInspectie van goederen in neer aan den fabrieksinandere Staten gemaakt. specteur er rapport van gemaakt is, dat een van de artikelen genoemd in section 100 van dit chapter worden ingescheept naar deze Staat, die van te voren geheel of ten deele vervaardigd zijn onder onzindelijke, onhygiënische of voor de gezondheid schadelijke verhoudingen moet gezegde inspecteur gezegde artikelen en de ver- 8) Section 104. Annuaire III 1899 p. 540. houdingen, waaronder zij vervaardigd zijn, onderzoeken, en indien bij zulk een onderzoek bevonden wordt, dat gezegde goederen of eenig deel ervan niet vrij zijn van ongedierte of vervaardigd zijn in daartoe ongeschikte ruimten of onder onhygiënische verhoudingen, moet hij er onverwijld de hierboven beschreven kaart of etiket aan bevestigen en daarvan rapport maken aan de plaatselijke gezondheidscommissie, welke commissie daarop zulk voorschrift of zulke voorschriften moet geven als de veiligheid van het algemeen vordert. Sect. 105. 9) (gewijzigd bij Aansprakelijkheid van Chapter 550, Acts of 1904). den huiseigenaar. De eigenaar of agent van een huurkazerne of woonhuis mag niet toestaan, dat het gebruikt wordt voor het vervaardigen, veranderen, herstellen of afwerken van een der artikelen, vermeld in dit artikel (article) op een wijze, strijdig met de voorschriften daarvan. Indien een kamer of woning in zulk een huurkazerne of woonhuis aldus op onwettige wijze wordt gebruikt, moet de commissaris van arbeid daarvan een kennisgeving beteekenen (serve) aan zulk een eigenaar of agent. Tenzij zulk een eigenaar of agent zulk een op onwettige wijze vervaardigen binnen 10 dagen 11a het beteekenen van zulke kennisgeving doet ophouden of binnen 15 dagen daarna maatregelen neemt en naar behooren doorzet tot het uitzetten van den gebruiker van een huurkazerne of woonhuis, die op onwettige wijze zulke artikelen daarin vervaardigt, herstelt, verandert of afwerkt, wordt hij schuldig geacht aan schending van dit artikel alsof hij in eigen persoon betrokken was bij zulk op onwettige wijze vervaardigen, herstellen, veranderen of afwerken. Het op onwettige wijze vervaardigen, herstellen, veranderen of afwerken van ») Section 105. Annuaire I 1897 p. 363, III 1899 p. 541, VIII 1904 p. 172. een van zulke artikelen door den huurder van een kamer of woning van een huurkazerne of woonhuis, is een reden, zulk een huurder uit te zetten op de wijze van het kort geding (bv summarv proceedings) om bezit van eigendom van onroerend goed (real propertv) te herkrijgen, zooals voorgeschreven in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Revised Statutes — Third Edition — 1901 — (pa^e 2813) 10). Section 28. Geen kamer of Productie in huurkazernes woning in een huurkazerne en woonhuizen. of woonhuis, in gebruik om te eten of te slapen, mag gebruikt worden voor het vervaardigen, geheel of ten deele, van jassen, vesten, broeken, kniebroeken, overjassen, mantels, hemden, beurzen, veeren, kunstbloemen of sigaren, behalve door de leden van de erin wonende familie, waaronder begrepen worden een echtgenoot en zijn vrouw en hun kinderen, of de kinderen van elk van beiden. Een familie gebruikend of het toezicht hebbend over zulk een werkplaats, moet binnen 14 dagen vanaf het tijdstip, waarin zij begint daarin te werken aan de gezondheidscommissie der stad (city or town) of dorp er kennis van geven waar zulke werkplaats is gelegen, of aan een bijzondere inspecteur, aangesteld door zulke commissie, van de ligging van zulke werkplaatsen, de aard van het werk, daar verricht, en het aantal erin werkzame personen. En daarop moet zulk een commissie indien het Verlof, dat raadzaam acht, een verlof (permit) laten afgeven aan zulk een familie om het handwerk in de kennisgeving omschreven te verrichten. Zulk een commissie is bevoegd zooveel personen, als zij raadzaam acht, aan te stellen om als bijzondere inspecteurs op te lu) Section 28. Labor Laws p. 935. treden. Zulke bijzondere inspecteurs ontvangen geen salaris, maar de commissie is bevoegd hen hun redelijke en noodzakelijke uitgaven te betalen. Indien een gezondheidscommissie of zulk een inspecteur aanwijzingen \ indt dat infectie- of besmettelijke ziekten heerschen in eenige werkplaats, of dat de goederen daarin \ ervaardigd of waaraan men bezig is te werken besmet zijn, moet de commissie zulke voorschriften uitvaardigen als de openbare gezondheid vordert en zulke geïnfecteerde of besmette artikelen verbeurd verklaren en vernietigen en is bevoegd, indien het noodzakelijk is om de openbare gezondheid te beschermen, een door haar verleend verlof tot het vervaardigen van goederen in zulke werkplaatsen in te trekken. Indien een gezondheidsInspectie van goederen in commissie of zulk een inandere Staten gemaakt. specteur ontdekt, dat eenige zulke goederen naar deze staat worden getransporteerd, die vervaardigd zijn, geheel of ten deele, onder onhygiënische verhoudingen, moet de commissie of inspecteur zulke goederen onderzoeken, en indien bevonden wordt, dat zij niet vrij zijn van ongedierte of dat zij gemaakt zijn in daartoe ongeschikte ruimten of onder onhygiënische verhoudingen, is de commissie bevoegd zulke voorschriften te geven als de openbare gezondheid vordert en zulke goederen verbeurd te verklaren en te % ernietigen. O CONNECTICUT General Statutes — 1902 1). Section 4527. De inspecteur Inspectie werkvertrekken, moet, zoo dikwijls als doenlijk, inspecteeren alle gebouwen, woningen (apartments), kamers (rooms) en ruimten in elke huurkazerne of woonhuis (tenement or dweiling house) die gebruikt worden om in te wonen en geheel of ten deele gebruikt worden door anderen dan uitsluitend de leden van de erin wonende familie, voor het vervaardigen van kunstbloemen, beurzen, sigaren, sigaretten of kleedingstukken, van welken aard ook, bestemd om verkocht te worden. Sect. 4528. Zij, die zich Kennisgeving van het bestaan bezighouden met het van werkvertrekken. vervaardigen van zulke goederen in zulke huizen, moeten, binnen 30 dagen na met zulk werk begonnen te zijn, gezegde inspecteur kennisgeven van de ligging van gezegde werkvertrekken, de aard van het werk daar verricht, en het aantal erin werkzame personen. Sect. 4529. Hij, die gezegde werkvertrekHygiene etc. ken exploiteert, moet die ten alle tijde in zindelijke en hygienische toestand houden, behoorlijk verlicht, geventileerd en geschikt om gebruikt te worden door hen, die daarin werkzaam zijn. De inspecteur of een van zijn ambtenaren (special agents) moet den eigenaar van zulke huizen en hem, die ze gebruikt ter zake als in section 4527 omschreven een kennisgeving sturen te zorgen voor afdoende gelegenheid tot verlichting en ventilatie van zulke werkvertrek- ') Section 4527—453°- I r inspectie, wanneer daarom gevraagd wordt. Sect. 4364 — 84. l). Goederen, die niet verkocht Geen physiek persoon, firenz. mogen worden. ma of corporatie, mag in ontvangst nemen, behandelen (handle) of transporteeren naar anderen, of verkoopen, in voorraad houden of ten verkoop ten toon stellen goederen, vermeld in section 1 (section 4364 — 80) tenzij die gemaakt zijn onder de hygienisehe verhoudingen, voorgeschreven (provided for and prescribed) in deze wet (sections 4364—80 tot en met 4364—85). Maar deze wet omvat niet het maken Vrijstellingen, van kleederen of andere goederen door iemand voor een ander op diens persoonlijk bevel, en wanneer die ontvangen zijn, om gedragen of gebruikt te worden, direkt uit handen van den maker. Alle schendingen van de voorschriften Vervolgingen, van deze wet moeten vervolgd worden door den inspecteur in overleg en met toestemming van den hoofdinspecteur van werkplaatsen en fabrieken. Sect. 4364 — 85. Elk physiek persoon, firma Boeten enz. of corporatie, die een van de voorschriften van deze wet (sections 4364—80 tot en met 4364—85) schendt, wordt bij bewezen schuld daaraan, gestraft met geldboete van ten minste 50 dollars en ten hoogste 100 dollars voor iedere overtreding of met hechtenis (imprisoned) van ten minste 30 en ten hoogste 60 dagen of met beide, naar het oordeel van het hof. [Deze section regelt verder de bestemming der geïnde boeten en de dekking der vervolgingskosten.] 8) Section 4364—84. Annuaire IV 1900 p. 897 cf. 2) PENNSYLVANIA. Brightly's Digest, 1893 — 1903 (Page 825) *). Section 1. *). Geen kamer Productie in huurkazernes of woning (room or apartcn woonhuizen. ment) in eenige huurkazer¬ ne of woonhuis (tenement or dweiling house) mag gebruikt worden voor het vervaardigen van jassen, vesten, broeken, kniebroeken, overjassen, vrouwenrokken, japonnen, mantels, hoeden, petten, bretels, tricot lijfjes, blousen,corsetten, ceintuurs, ondergoed, dassen, pelterijen, bonten belegsels, bonten kleedingstukken, hemden, gebreide goederen, beurzen, veeren, kunstbloemen, sigaretten, of sigaren, en geen pliysiek persoon, firma Verbod voor den ondernemer, of corporatie (corpora- tion) mag iemand huren of in dienst hebben om te werken in eenige kamer, of woning, of in eenig gebouw of deelen van een gebouw om te maken, geheel of ten deele, een van de artikelen, vermeld in deze section, zonder eerst een schriftelijk verlof (permit) verkregen te hebben van den fabrieksVerlof. inspecteur of een van zijn adjuncten, vaststellend het maximum aantal personen, dat erin werkzaam mag zijn en vermeldend, dat het gebouw of deel van een gebouw, bestemd om gebruikt te worden voor zulk werk of beroep, volmaakt zindelijk, hygiënisch en geschikt is om gebruikt te woiden voor zulk werk of beroep. Zulk verlof mag niet verleend worden, tenzij een inspectie van zulk een huis is gehouden door den fabrieksinspecteur of een van zijn adjuncten. De fabrieksinspecteur is bevoegd zulk verlof ten allen tijde in te trekken, Section 1—4. Labor Laws p. 1163—1164. ■') Section 1. Annuaire I 1897 p. 375. als de gezondheid van het algemeen of van hen, die zoo werkzaam zijn, het vordert. Het verlof moet omlijst worden en op een zichtbare plaats in de kamer of in een van de kamers, waarop het betrekking heeft, opgehangen worden. Ieder physiek persoon, firma, maatschappij (company) of corporatie, die een contract sluit voor het vervaardigen van een der artikelen, vermeld in deze section, of die een deel der grondstoffen uitgeeft, waarvan de artikelen of sommigen ervan moeten gemaakt worden, of geheel of gedeeltelijk afgewerkt moeten worden, moet, alvorens het contract te sluiten voor het vervaardigen van een der gezegde artikelen of de grondstoffen uit te geven, waarvan de artikelen of sommigen ervan moeten gemaakt worden, eisehen, dat zulk een contractant, persoon of personen gezegd verlof van den fabrieksinspecteur, als in deze section gevorderd, overlegt en moet een geschreven register houden van de Register, namen en adressen van alle personen aan wie zulk werk is gegeven om gemaakt te worden of met wie zij een contract hebben gesloten om zulks te doen. Zulk register moet worden overgelegd ter inspectie en een afschrift daarvan moet verstrekt worden op verzoek van den fabrieksinspecteur of een van zijn adjuncten. Evenwel mag niets in deze section Vrijstellingen, zoo worden uitgelegd, dat het eenige familie belet een naaister bij zich in dienst te hebben om artikelen te vervaardigen voor het eigen gebruik van zulk een familie. Sect. 2. 3). Niet minder Luchtruimte, ventilatie, enz. dan 250 kubieke voet lucht mag toegestaan worden voor iedere (each and every) persoon in een werkvertrek, waar personen werkzaam zijn aan zulk 3) Section 2. Annuaire I 1897 p. 375. werk als hierboven beschreven. Er moeten voldoende ventilatie-middelen aanwezig zijn in elk werkvertrek van iedere zoodanige inrichting, en gezegd werkvertrek of vertrekken in gezegde inrichting moet Hygiene. volmaakt zindelijk, hygiënisch en geschikt gehouden worden om gebruikt te worden voor zulk werk of beroep. De fabrieksinspecteur en de adjunct-fabrieksinspecteur, volgens de aanwijzingen van den fabrieksinspecteur, moet de eigenaar, agent, of huurder een schriftelijke kennisgeving sturen, te zorgen, of te laten zorgen, voor afdoende en behoorlijke middelen om zulk werkvertrek of vertrekken te ventileeren en gezegd werkvertrek of vertrekken te brengen in een volmaakt zindelijke, hygiënische en geschikte toestand, om gebruikt te worden voor zulk werk of beroep, en hij moet zulk een eigenaar,agent of huurder vervolgen, indien aan zulk een kennisgeving niet is voldaan binnen 10 dagen na de beteekening (service) ervan. [Hier volgen in de wet eenige voorschriften omtrent brandgevaar, die wij als van minder belang onvertaald laten.J Sect. 3. 4) Een gedrukt Een exemplaar van de wet in exemplaar van deze elke kamer op te hangen. wet (act) moet door den inspecteur verstrekt worden voor ieder werkvertrek van elke fabriek, of huis, waar goederen vervaardigd of verhandeld worden, waarin personen werkzaam zijn, op wie de voorschriften van deze wet van toepassing zijn en het is de plicht van hem, die de personen, daarin werkzaam, in dienst heeft, gezegd gedrukt exemplaar van de wet in elke kamer op te hangen en opgehangen te houden. Sect. 4. Ieder, die een van de voorschriften Boete enz. van deze wet schendt, of weigert te voldoen _ aan eenige eisch, als hierin omschreven, van *) Section 3. Annuaire I 1897 P- 375- den fabrieksinspeeteur, is schuldig aan een misdrijf (misdemeanor) en wordt, bij bewezen schuld, gestraft niet geldboete van ten minste 20 dollars en ten hoogste 50 dollars voor de eerste overtreding, en ten minste 50 dollars en ten hoogste 100 dollars voor een tweede overtreding, of met hechtenis (imprisonment) van ten hoogste 10 dagen ; en voor een derde overtreding met geldboete van ten minste 250 dollars en hechtenis van ten hoogste 30 dagen. [Hier volgt een regeling van het proces en het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis.] Het is voor den fabrieksinspeeteur of een van zijn adjuncten een handeling overeenkomstig de wet en ieder van hen wordt hierbij gemachtigd (authorized and empowered) in beslag te nemen, onder zijn berusting te nemen, verbeurd te verklaren en te vernietigen enkele of alle kleedingstukken, waarvan bevonden wordt, dat zij gemaakt worden, of gedeeltelijk gemaakt worden, of bewerkt worden in voor de gezondheid schadelijke en onhygiënische ruimten of waar besmettelijke of infectie-ziekten heerschen, schendende de voorschriften van deze wet der wetgevende vergadering. Acts of 1905. Act No. 226 3). Section 14. e). Geen Verbod voor den ondernemer, physiek persoon, firma of corporatie (corporation) betrokken bij de vervaardiging of verkoop van kleederen of andere kleedingstukken, sigaren of sigaretten mag een contract van welken aard ook* sluiten (bargain or contract) met eenig physiek persoon, firma of corporatie voor het vervaardigen, of gedeeltelijk ver- 5) Section 14—16. Labor Laws p. 1178—1179. Section 23. Labor Laws p. 1180. «) Section 14. Annuaire X 1906 p. 613. vaardigen van een van gezegde artikelen of goederen, wanneer die gemaakt moeten worden in eenige keuken, woon- of slaapkamer in eenige huurkazerne of woonhuis (tenement house or dweiling house), behalve wanneer zij, die een contract Certificaat van de gezondheids- sluiten om een van commissie. de bovengenoemde goederen of artikelen te maken of gedeeltelijk te maken, inwonende leden zijn van de familie, die in zulk een huurkazerne of woonhuis woont, waarin de gezegde artikelen of goederen gemaakt of gedeeltelijk gemaakt moeten worden, en wanneer zij aan de physieke persoon, firma of corporatie, betrokken bij de vervaardiging of verkoop van gezegde artikelen, en met wie een contract van welken aard ook te sluiten is, een certificaat verstrekt hebben van de gezondheidscommissie van de stad (city or town) , waarin zulk een huurkazerne of woonhuis is gelegen, inhoudende, dat in het huis geen infectie- of besmettelijke ziekte voorkomt; welk certificaat de gezondheidscommissie bevoegd is in te trekken, naar eisch van omstandigheden. De term familie in deze section Definitie van familie, omvat alleen de ouders en hunne kinderen, of de kinderen van elk van beiden. Sect. 15. ;) Geen phyVerbod voor den ondernemer, siek persoon, firma of corporatie, betrokken bij de vervaardiging of verkoop van een der artikelen of goederen, opgesomd in section 14 van deze wet (act), mag een contract, van welken aard ook, sluiten met eenig physiek persoon, firma of corporatie voor het vervaardigen of gedeeltelijk vervaardigen van een van de gezegde artikelen of goederen in eenige werkplaats, ') Section 15. Annuaire X 1906 p. 613. die geen deel uitmaakt van een huurkazerne of woonhuis b), tenzij de gezegde werkplaats geïnInspectie. specteerdis door den hoof d-f abrieksinspecteur of door een van zijn adjuncten en deze een gedrukt verlof (permit) heeft afgegeven aan Verlof, hem, ten wiens laste zulke werkplaats is, vermeldend, dat deze is in een zindelijke en veilige en hygienische toestand en vaststellend het maximum aantal personen, dat erin werkzaam mag zijn. Het verlof moet opgehangen worden en opgehangen blijven op een zichtbare plaats in zulk een werkplaats. Evenwel is deze section niet toepasselijk Vrijstellingen, op eenige werkplaats, waar de bovengenoemde artikelen of goederen vervaardigd worden voor de onmiddellijke handel met het publiek (general trade) en bestemd zijn om verkocht en geleverd te worden in of op het huis en erf zelf, en die niet vervaardigd, of gedeeltelijk vervaardigd zijn volgens een contract met eenig physiek persoon, firma of corporatie, die zijn (haar) beroep maakt van het vervaardigen en verkoopen van de bovengenoemde artikelen. Sect. 16. 6). Telkens wanVernietiging van het verlof, neer de hygienische toestanden van eenige werkplaats, als omschreven in section 15, gevaar opleveren voor de gezondheid en veiligheid van hen, die erin werkzaam zijn of van het publiek, moet de hoofd-fabrieksinspecteur of zijn adjunct, bovengenoemd verlof vernietigen en bevelen, dat de werkplaats buiten gebruik gesteld worde, totdat aan de voorschriften van deze 8) Het Annuaire l.c. geeft de in de wettekst staande woordea : ,,in any workshop, not part of a tenement or dwelling house", naar onze meening, onjuist weer met: , dans une maison a loyer ou d'habitation. 9) Section 16. Annuaire X 1906 p. 616. wet voldaan is en de werkplaats weder gebracht is in een behoorlijk hygienische toestand. Sect. 23. Ieder, die een van de voorschrifBoete, enz. ten van de voorgaande sections van deze wet schendt, wordt beschouwd als schuldig aan een misdrijf (misdemeanor) en wordt, bij bewezen schuld, gestraft met geldboete van ten minste 25 dollars en ten hoogste 500 dollars, of met hechtenis (imprisonment) in de districtsgevangenis voor een tijd van ten minste 10 dagen en ten hoogste 60 dagen voor iedere (each and every) zoodanige overtreding. [Deze section geeft verder proces-rechtelijke voorschriften.] WISCONSIN. Annotated Statutes of 1898 — Supplement of 1906 — Acts of 1907 J). Section 1636—71.2) Geen Productie in huurkazernes kamer of woning (room en woonhuizen. or apartment) in eenige huurkazerne of woonhuis (tenement or dweiling house) of in een gebouw, gelegen achter eenige huurkazerne of woonhuis, mag gebruikt worden met het doel daarin te vervaardigen, veranderen, herstellen of af te werken, hetzij dit geschiedt volgens het loon-, hetzij volgens het koopsysteem. (for wages or for sale) : jassen, vesten, kniebroeken, broeken, overjassen, mantels, hoeden, petten, bretels, tricot lijfjes, blousen, japonnen, corsetten, ceintuurs, ondergoed, dassen, gebreide goederen van alle soorten, pelterijen, bonten belegsels, beurzen, veeren, sigaretten, sigaren of paraplu's, tenzij een vergunning (license) Vergunning, verkregen is, als in deze wet (act) voorgeschreven. De aanvraag tot zulk een Aanvraag van een vergunning, vergunning moet worden gedaan aan den commissaris van arbeid en de industrieele statistiek door de familie, of een lid daarvan, of door de physieke persoon, firma of corporatie (corporation), die verlangt zulke artikelen te vervaardigen, veranderen, herstellen of af te werken in eenige kamer of woning in eenige huurkazerne of woonhuis, of door eenig physiek persoon, firma of corporatie, die verlangt zulk werk te volvoeren !) Section 1636—71 tot en met 1636—77. Labor Laws p. 1419—1422. 2) Section 1636—71. Annuaire VI 1902 p. 712. in eenig gebouw gelegen achter eenige huurkazerne of woonhuis. Zulk een aanvraag moet de kamer of woning beschrijven, het aantal personen, dat erin werkzaam zal zijn vermelden, en moet overeenkomstig zulk een model zijn als de commissaris van arbeid en de industrieele statistiek bevoegd is vast te stellen. Blanko aanvraagformulieren moeten door den commissaris van arbeid en de industrieele statistiek gereed gemaakt en verstrekt worden. Voordat eenige zulke vergunning wordt Inspectie, verleend moet de kamer, woning of gebouw, waarvoor de vergunning gevraagd wordt, geïnspecteerd worden door de commissaris van arbeid en de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur. Indien de commissaris van Wijze van verleenen van arbeid en de industrieele stade vergunning. tistiek, fabrieksinspecteur, of adjunct - fabrieksinspecteur vaststelt, dat zulk een kamer, woning of gebouw in een zindelijke en behoorlijk hygienische toestand verkeert en dat de artikelen in deze section opgesomd, daarin vervaardigd kunnen worden onder zindelijke en hygienische verhoudingen, moet hij een vergunning verleenen, het gebruik van zulk een kamer, woning of gebouw veroorlovend met het doel, zulke artikelen te vervaardigen, veranderen, herstellen of af te werken. Iedere vergunning moet het maximum aantal personen vaststellen.dat in de kamer of kamers, waarop zulk een vergunning betrekking heeft, werkzaam mag zijn. Het aantal personen, dat aldus werkzaam Luchtruimte. mag zijn, moet bepaald worden door het aantal kubieke voeten lucht, die elke kamer of woning in zulk een vergunning vermeld, bevat, met dien verstande, dat voor ieder persoon, werkzaam tusschen 6 uur des morgens en 6 uur des avonds, niet minder dan 250 kubieke voet lucht toegestaan wordt, en voor ieder persoon, werkzaam tusschen 6 uur des avonds en 6 uur des morgens, mits bij bijzonder schriftelijk verlof (permit) van den commissaris van arbeid en de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur, niet minder dan 400 kubieke voet. Evenwel geen zulk verlof mag afgegeven Verlichting, worden, tenzij zulk een kamer of woning ten allen tij de gedurende zulke uren, waarop zulke personen daarin werkzaam zijn, voldoende verlicht is. Zulk een vergunning moet op een zichtbare plaats in de kamer of woning, waarop deze betrekking heeft, opgehangen worden. De commissaris van arbeid Intrekking der vergunning, en de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur, is bevoegd de vergunning in te trekken, indien de gezondheid van het algemeen of van de arbeiders dat vordert, of indien het blijkt, dat de kamers of woningen, waarop zulk een vergunning betrekking heeft, niet in een voor de gezondheid onschadelijke en behoorlijk hygienisehe toestand zijn. Iedere kamer of woning, waarin een der Hygiene. artikelen in deze section genoemd, worden vervaardigd, hersteld of afgewerkt, moet in een zindelijke en hygienisehe toestand gehouden worden en is onderworpen aan de inspectie en het onderzoek van den commissaris van arbeid Inspectie, en de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur om vast te stellen of gezegde kleedingstukken of artikelen of eenig deel of deelen daarvan, zindelijk zijn en vrij van ongedierte en geen gevaar opleverend voor infectie of besmetting. Geen physiek persoon, Verbod voor den ondernemer firma of corporatie mag en handelaar. huren, in dienst hebben of een contract sluiten met eenig lid van een familie of met eenig physiek persoon, firma of corporatie, die geen vergunning heeft om een der artikelen, in deze section genoemd, te vervaardigen, veranderen, herstellen of af te werken in eenige kamer of woning in eenige huurkazerne of woonhuis, of in eenige kamer of woning in een gebouw, gelegen achter een huurkazerne of woonhuis, zooals hierboven genoemd ; en geen physiek persoon, firma of corporatie mag goederen in deze section vermeld in ontvangst nemen, behandelen (handle) of transporteeren naar anderen, of verkoopen, in voorraad houden of ten verkoop ten toon stellen, tenzij die gemaakt zijn volgens de hygienische voorschriften en in overeenstemming met deze wet (act). Deze wet mag eenig persoon of familie Vrijstellingen, niet beletten een kleermaker of naaister bij zich in dienst te hebben met het doel eenig kleedingstuk te maken, veranderen, herstellen of af te werken voor het eigen gebruik van zulk een persoon of familie. Sect. 1636—72. s). TelBeroep, wanneer vergunning kens, wanneer de comingetrokken of geweigerd missaris van arbeid en wordt. de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur naar zijn beoordeeling een vergunning intrekt of weigert te verleenen aan eenig persoon of personen, vanwege de voor de gezondheid schadelijke of onhygiënische toestanden in of om de ruimte, waar een van de bovengenoemde goederen vervaardigd worden of zullen worden, kan de persoon of 3) Section 1636—72. Annuaire VI 1902 p. 713. kunnen de personen, die door zulke beslissing te kort gedaan zijn, in beroep gaan bij de gezondheidscommissie van de stad (city or town) of dorp, waarin gezegde vergunning was ingetrokken of geweigerd. De gezondheidscommissie moet, na een geschreven kennisgeving van het beroep ontvangen te hebben van den persoon of personen, die te kort gedaan zijn, onmiddellijk de toestanden en omgeving van de ruimte, waarin een van die goederen vervaardigd worden of zullen worden, zooals hierboven vermeld, nauwkeurig onderzoeken, en indien bevonden wordt, dat een vergunning kan verleend worden zonder de openbare gezondheid te benadeelen of in gevaar te brengen, dan moet van die bevinding onmiddellijk schriftelijk rapport gemaakt worden aan den commissaris van arbeid en de industrieele statistiek, die daarop zulk een vergunning moet verleenen. Sect. 1636—73. 4). De Scheiding van werkvertrekken commissaris van arbeid en woonvertrekken. en de industrieele sta¬ tistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur is bevoegd, wanneer hij dat noodzakelijk acht, te eischen, dat alle kamers of woningen, gebruikt ter zake van het daarin vervaardigen, veranderen, herstellen of afwerken van een van de bovengenoemde goederen of artikelen, zooals in section 1 (section 1636—71) vermeld, afgescheiden zijn van en geen deur, venster of andere opening hebben naar eenige woon- of slaapkamer of naar eenige huurkazerne of woonhuis, en dat geen zulke kamers of woningen ooit gebruikt worden om in te slapen en geen bed, slaapplaats of kookapparaat bevatten. Hij is verder bevoegd te eischen of voor te schrijven een aparte ingang van buiten naar de kamer of woning, waar het werk wordt verricht en indien zulk werk wordt verricht op de eerste verdieping of 4) Section 1636—73. Aunuaire VI 1902 p. 713. hooger dan is hij bevoegd een aparte en speciale trap, daarheen leidend, voor te schrijven. Iedere zoodanige kamer moet goed Ventilatie, enz. en voldoende verlicht, verwarmd en geventileerd zijn door gewone, of indien noodzakelijk, door mechanische middelen. Hij is verder bevoegd behoorlijke privaten, Privaten, voor iedere sexe afzonderlijk, te eischen. [Hier volgt in de wet een zeer gedetailleerde regeling van de inrichting der privaten en het aantal daarvan, in evenredigheid met het aantal bij den ondernemer werkzame personen. Deze bepalingen zijn klaarblijkelijk meer direct van toepassing op de eveneens aan de voorschriften van deze section onderworpen fabrieken en groote ateliers en worden daarom, als van minder belang, door ons niet vertaald.] Alle privaten moeten op geregelde tijden gedesinfecteerd worden en de commissaris van arbeid en de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur is bevoegd te eischen, dat overgegaan wordt tot alle andere noodzakelijke veranderingen of tot reiniging, schilderen of witten, indien zij dat noodzakelijk achten, alvorens de vergunning af te geven. Sect. 1636—74. E). Ieder physiek persoon, Register, firma of corporatie, die of in eigen parsoon of door middel van hun agenten of bestuurders een contract sluiten, voor het vervaardigen, veranderen, herstellen of afwerken van een der artikelen, in section 1 (section 1636—71) van deze wet vermeld, of grondstoffen uitgeven, waarvan die artikelen of eenig deel ervan vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt moeten worden, moet een register houden, duidelijk in het Engelsch geschreven, van de namen en adressen van hen, aan wie zulke artikelen of grondstoften 6) Section 1636—74. Annuaire VI 1902 p. 713. gegeven zijn om zoo vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt te worden of met wie zij een contract gesloten hebben om zulks te doen. Zulk een register is, wanneer daarom gevraagd wordt, onderworpen aan inspectie van den commissaris van arbeid en de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur, en op zijn verzoek moet daarvan een afschrift verstrekt worden. Section 1636—75. 6) Indien de Besmettelijke ziekten, commissaris van arbeid en de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur bevindt, dat infectie- of besmettelijke ziekten heerschen in een werkplaats, kamer of woning van een huurkazerne of woonhuis of van een gebouw daarachter gelegen, waarin een der artikelen in section 1 (section 1636—71) van deze wet omschreven, worden vervaardigd, veranderd, hersteld of afgewerkt of dat artikelen, daarin vervaardigd of waaraan men bezig is te werken, geïnfecteerd zijn, of dat goederen, daarin gebruikt, ongeschikt zijn voor het gebruik, moet hij daarvan rapport maken aan de plaatselijke gezondheidscommissie, en zulke commissie moet zulk een voorschrift uitvaardigen als de openbare gezondheid vordert. Zulk een commissie is bevoegd elk zulk geïnfecteerd artikel of artikelen, vervaardigd of waaraan men bezig is te werken, onder onzindelijke of onhygiënische verhoudingen, verbeurd te verklaren en te vernietigen. Sect. 1636—76. De eigenaar De eigenaar enz. van het huurder of agent van een gebouw, aansprakelijk huurkazerne of woonhuis voor schending der voor- of van een gebouw, gelegen schriften dezer wet. achter een huurkazerne of woonhuis, mag het gebruik •) Section 1636—75. Annuaire VI 1902 p. 713. daarvan niet toestaan voor het vervaardigen, herstellen, veranderen of afwerken van een der artikelen in deze wet vermeld, op een wijze strijdig met de voorschriften ervan. Indien een kamer of woning in zulk een huurkazerne of woonhuis of in een gebouw, gelegen achter een huurkazerne of woonhuis, aldus op onwettige wijze wordt gebruikt, moet de commissaris van arbeid en de industrieele statistiek, fabrieksinspecteur of adjunct-fabrieksinspecteur, daarvan een kennisgeving beteekenen (serve) aan zulk een eigenaar, huurder of agent. Tenzij zulk een eigenaar, huurder of agent zulk een op onwettige wijze vervaardigen binnen 30 dagen na het beteekenen van zulk een kennisgeving, doet ophouden of binnen 15 dagen daarna maatregelen neemt en naar behooren doorzet tot het uitzetten van den gebruiker van een huurkazerne of woonhuis of van een gebouw, gelegen achter een huurkazerne of woonhuis, die op onwettige wijze zulke artikelen vervaardigt, herstelt, verandert of afwerkt in eenige kamer of woning daarin, wordt hij beschouwd als schuldig aan schending van deze wet, alsof hij in eigen persoon betrokken was bij zulk op onwettige wijze vervaardigen, herstellen, veranderen of afwerken. Sect. 1636—77. Ieder physiek persoon, Boete enz. firma of corporatie, agent of bestuurder van eenige corporatie, die of voor zich zelf of voor zulke firma of corporatie, of in eigen persoon of door middel van agenten, bedienden of meesterknechts een van de voorschriften van deze wet schendt, wordt, bij bewezen schuld, gestraft met geldboete van ten minste 20 dollars en ten hoogste 100 dollars voor iedere overtreding of met hechtenis (imprisoned) van ten minste 20 dagen en ten hoogste 60 dagen, of met beide. [Deze section regelt verder de dekking der vervolgingskosten.] Section 1636—101. 7) 8) Geen Ligging van sigaren- werkplaats of ruimte, waarin werkplaatsen. sigaren worden vervaardigd mag beneden de rez-de-chaussée gelegen zijn. Sect. 1636—102. 9) Ieder Oppervlakte, vereischt voor werkman in eenige werkiederen arbeider. plaats of ruimte, waarin sigaren wrorden vervaardigd, moet, terwijl hij bezig is te werken, de beschikking hebben over een oppervlakte van 20 vierkante voeten, zonder belemmeringen tot aan de zoldering. Sect. 1636—103. 10) Iedere kamer, Licht en lucht, waarin sigaren worden vervaardigd, moet tenminste 700 kubieke voet lucht bevatten. Nergens mag de kamer lager zijn dan 8 voet, van de vloer tot de zoldering, geen raam mag minder dan 12 vierkante voeten oppervlakte hebben, en de totaal oppervlakte der vensters mag niet minder zijn dan 12% van de oppervlakte van de vloer van zulk een kamer. Sect. 1636—104. n) Iedere kamer, waarin Ventilatie, sigaren worden vervaardigd, moet, terwijl er gewerkt wordt, zoo geventileerd worden, dat de atmosfeer niet verontreinigd wordt en schadelijk voor de gezondheid van de erin werkzame personen, en de kamer moet, waar ook maar dat noodzakelijk is, door middel van luchtkokers of andere ventilatiemiddelen, zoo veranderd worden, dat alle gassen, stof en andere verontreinigingen, die ontstaan bij het vervaardigen van sigaren, onschadelijk worden. Alle ") Section 1636—101 tot en met 1636—109. Labor Laws p. 1424. ») Section 1636—101. Annuaire IV 1900 p. 891. ") Section 1636—102. Annuaire IV 1900 p. 891. 1») Section 1636—103. Annuaire IV 1900 p. 891. ii) Section 1636—104. Annuaire IV 1900 p. 892. ramen moeten open gehouden worden 30 minuten vóór en 30 minuten na werktijd. Sect. 1636—105. 12). Iedere zulke werkZindelijkheid. plaats of ruimte, waarin een of meer personen, werkzaam zijn, en iedere zulke fabriek, waarin 5 of meer personen werkzaam zijn, moet zindelijk gehouden worden. De stof moet eens per dag van de werktafels en vloeren verwijderd worden, de vloeren moeten minstens éénmaal per week geschrobd worden en er moet één spuwbak zijn voor iedere twee arbeiders. Sect. 1636—106. 13). NieBeperkte arbeidsduur voor mand beneden de achttien personen beneden 18 jaar. jaar mag werkzaam zijn, of verlof krijgen te werken in een sigaren-werkplaats of -fabriek, om sigaren te vervaardigen langer dan 8 uur per dag of 48 uur per week. Sect. 1636—107.14). Waar manKleedkamer, privaten, nen en vrouwen werkzaam zijn moeten aparte kleedkamers en privaten zijn voor de beide sexen. Sect. 1636—108. Ieder, die eenig voorschrift Boete. van deze wet (act) schendt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste 25 dollars en ten minste 10 dollars voor de eerste overtreding, van ten hoogste 50 dollars en ten minste 25 dollars voor de tweede en iedere volgende overtreding. Sect. 1636—109.15). DefabrieksMiddelen tot naleving inspecteur heeft de volledige dezer wet. macht en het is zijn plicht de naleving van al de voorschriften 12) Section 1636—105. Annuaire IV 1900 p. 892. 13) Section 1636—106. Annuaire IV 1900 p. 892. 14j Section 1636—137. Annuaire IV 1900 p. 892. 15) Section 1636—-109. Annuaire IV 1900 p. 892. van deze wet af te dwingen, maar geen vervolging mag worden ingesteld voor eenige schending van sections 2, 3 en 4 (sections 1636—102 tot en met 1636—104) tenzij aan den ondernemer of fabrikant of aan de firma bij te adviseeren dienstbrief (registered letter) een kennisgeving is gezonden, ten minste 4 weken vóór een vervolging, vorderend de noodzakelijke veranderingen in de fabriek of werkplaats, en aan deze eisch niet is voldaan. AUSTRALIË SOUTH-AUSTRALIA. Codificatie *) en wijziging der wetten, betrekking hebbend op fabrieken en op andere aangelegenheden. (The Factories Act, 1907). Deze wet geeft als definitie van fabriek (Part I Division II 6) : „Factory" beteekent en omvat : elk gebouw of ruimte, waarin of binnen de grenzen waarvan de leider één persoon te werk stelt aan handenarbeid, welke wordt uitgeoefend als bedrijf of om winst te maken of behoorende bij (incidental to) : I. eenig handwerk ; II. het vervaardigen van eenig artikel of deel van eenig artikel; of in. het veranderen, herstellen, versieren of afwerken van eenig artikel; of iv. het voor den verkoop gereedmaken van eenig artikel; en tot of over welk gebouw of ruimte of de omgrenzing daarvan de werkgever van eenig persoon, aldus daarin werk verrichtend, het recht van toegang en toezicht heeft. (Annuaire XI 1907 p. 496—497). ') Krachtens Part I Division III 8 en Bijlage I dezer codificatie (Annuaire XI 1907 p. 498—499, 586—587) zijn o. a. de volgende wetten ingetrokken : The Factories Amendment Act, 1900. (Annuaire IV 1900 P- 597)- The Factories Further Amendment Act, 1904. (Annuaire VIII 1904 p. 336, Bulletin V 1906 p. 32, Bulletin E. I 1906 p. 46.) The Factories Act Amendment Act, 1906. (Annuaire X 1906 p. 265.) Vergelijking van deze wetten met The Factories Act, 1907 geeft een inzicht in de geschiedkundige ontwikkeling van de Zuid-Australische arbeidswetgeving. Uit deze definitie volgt, dat deze wet in zijn geheel toepasselijk is op de huisarbeiders. Wij hebben ons bij de vertaling evenwel beperkt tot die bepalingen, welke speciaal met het oog op de huisindustrie geschreven schenen te zijn. Evenzoo meenden wij, dat in een overzicht van de wetgeving betreffende de huisindustrie de regeling der Loonraden, al zijn die ook niet ingesteld uitsluitend voor huisindustriëele bedrijven, niet mocht worden voorbijgegaan. PART II. DIVISION III. 18. 2). i. Ieder persoon, die buiten Inschrijving van een fabriek geheel of gedeeltelijk huisarbeiders. klaar maakt of vervaardigt, hetzij direct of indirect, eenig artikel voor den leider (occupier) ") van een fabriek, dat voor den handel of voor verkoop bestemd is, moet, hetzij persoonlijk, hetzij per schriftelijke kennisgeving, door den Hoofdinspecteur doen inschrijven : a. zijn volle naam en adres ; en b. iedere wijziging in zijn adres, voor het geval hij verhuist. 2. Ieder persoon, zoo ingeschreven, moet alle vragen beantwoorden, hem door een inspecteur gedaan: a. betreffende den persoon voor wiende artikelen klaar gemaakt of vervaardigd worden ; en b. den prijs of het loon, die (dat) hem er voor wordt betaald. Boete: io shilling. 2) 18. Annuaire XI 1907 p. 504, 505. 3) Als definitie van ,.occupier" geeft deze wet. : (Part I Division II 6). ,,Occupier" beteekentde physieke persoon, maatschappij (company) corporatie (corporate body) of associatie, die personen in een fabriek in dienst heeft, en omvat tevens, elke agent, bestuurder, meesterknecht of ander persoon, die deel heeft aan of blijkbaar deel heeft aan de algetneene leiding of het bestuur van eenige zulke fabriek. (Annuaire XI 1907 p. 498, 499 ) DIVISION IV. 20. 4). 1. Iedere leider van een faRegister van den briek, voor wien, direct of indirect, fabrieksleider. buiten zulk een fabriek eenige persoon geheel of gedeeltelijk klaar maakt of vervaardigt eenig artikel, voor den handel of voor verkoop bestemd, moet op de voorgeschreven wijze een register houden van : a. de aard en hoeveelheid van zulk werk ; en b. den naam en het adres van den persoon, door wien het wordt uitgevoerd ; en c. de prijzen, in ieder geval, voor zulk werk betaald. Boete: 2 pond sterling voor eiken dag gedurende welken, zonder geldige reden, zulk een register niet bijgehouden is. 2. Van zulk een register moet inzage gegeven worden aan de inspecteurs, die alleen het recht hebben het te inspecteeren en te onderzoeken en daartoe op alle redelijke uren bevoegd zijn. 3. Iedere zoodanige leider moet, telkens wanneer dat verlangd wordt, genoemd register of een getrouw afschrift daarvan den Hoofdinspecteur toezenden. Boete : 10 shilling. 4. De hoofdinspecteur moet Publicatie in de Gazette in de Gazette 5) de bijzonder- bij veroordeeling. heden in eenig zoodanig re¬ gister vervat, met inbegrip van den naam en het adres van zulk een leider, publiceeren, volgens de aanwijzingen van den Minister. 5. Geen zoodanige bijzonderheden mogen op deze wijze worden gepubliceerd, behalve die betrekking hebbend op eenige overtreding van deze wet, waarvoor zulk een leider is veroordeeld. 4) 20. Annuaire XI 1907 p. 506—509. , 5) Gazette beteekent ,,The South Australian Government Gazette" Part I Division 116 (Annuaire XI 1907 p. 496 497) 6. Ieder, die eenig artikel verstrekt of uitgeeft, of machtiging verleent of toestaat, dat eenig artikel verstrekt of uitgegeven wordt, met het doel om geheel of gedeeltelijk klaar gemaakt of vervaardigd te worden buiten een fabriek, met bestemming voor den handel of den verkoop, wordt ter zake van deze section als de leider van een fabriek beschouwd. 7. Niemand wordt veroordeeld krachtens subsection 1 die bewijst: a dat hij te goeder trouw handelde en zonder eenige bedoeling de voorschriften van deze section te ontduiken; en b. dat hij, op een verzoek gedaan door of vanwege den inspecteur, alle inlichtingen, waartoe hij in staat was, met betrekking tot de bedoelde overtreding, gegeven heeft PART IV. DIVISION III. 35. fc). 1. Geen fabriek, waarin eenig Slaapruimten. persoon op eenig tijdstip werkzaam is, mag gebruikt worden om te slapen. 2. Geen kamer of ruimte, communiceerend met, of op hetzelfde erf als eenige zoodanige fabriek, mag gebruikt worden om te slapen, tenzij zulk een slaapruimte daadwerkelijk gescheiden is van de fabriek door een deugdelijke muur of afscheiding, reikend van de vloer tot de zoldering. 3. Niemand mag eenige fabriek, kamer of ruimte verhuren of gebruiken, of voortgaan te verhuren, of met zijn medeweten laten gebruiken op een wijze, strijdig met deze section. Boete: voor de eerste overtreding 2 pond sterling, en voor iedere volgende overtreding 5 pond sterling. e) 35. Annwaire XI 1907 p. 516. 5'7- PART VIII. LOONRADEN. Dl VISION I. 78. 7) i. De Gouverneur moet loonBenoeming van raden benoemen voor de volgende loonraden. bewerkingen, bedrijven, beroepen, bezigheden of ambachten : a. het klaarmaken en vervaardigen van kleedingstukken ; b. het klaarmaken en vervaardigen van meubelen ; e. het klaarmaken en vervaardigen van schoorsteenplaten (overmantels) en houten schoorsteenmantels (geen houten schoorsteenmantels, die geschilderd worden, zooals gewoonlijk in houtzagerijen vervaardigd worden); d. het klaarmaken en vervaardigen van matrassen en beddegoed ; e. het bereiden en bakken van brood en klein goed; f. van banketbakker ; g. van slager en verkooper van vleesch, en bereider en verkooper van gehakt vleesch ; h. van steenbakker ; i. van koetsiers van rolwagens, karren, sleeperskarren en vrachtrijderswagens ; j. landbouwwerktuigen- en gereedschappen-makers; k. drukkers, boekbinders, papierliniëerders en-snijders; 1. borstelmakers ; m. timmerlieden en meubelmakers ; n. kuipers; o. kappers ; p. wasscherijen ; q. schilders en decorateurs ; r. arbeiders, werkzaam met gegalvaniseerd ijzer bij het bouwen van huizen, loodgieters en gasfitters ; s. zadelmakers (saddlers and harnessmakers), met inbegrip van vervaardigers van halsters en teugels en ') 78—140. Annuaire XI 1907 p. 540—573. machinisten (machinists) in dit bedrijf werkzaam; t. houtzagerijen, timmerwerven en houten doozen fabrikanten ; u. leerlooiers, leerbereiders en looierijen ; v. voor eenige andere bewerking, bedrijf, beroep, bezigheid of ambacht, met betrekking waartoe beide huizen van het Parlement een besluit nemen, hun goedkeuring hechtend aan zulk een benoeming. 2. Bij het ten uitvoer leggen van de voorschriften van subsection i, is de Gouverneur bevoegd: a. een afzonderlijken Raad te benoemen voor iedere bewerking, bedrijf, beroep, bezigheid of ambacht ; of b. een afzonderlijken Raad te benoemen met betrekking tot het klaarmaken en vervaardigen van bijzondere artikelen van kleeding en van meubelen ; of c. met machtiging door een besluit van beide Huizen van het Parlement een afzonderlijken Raad te benoemen voor eenig speciaal onderdeel of onderdeelen van een of meerdere van zulke bewerkingen, bedrijven, beroepen, bezigheden of ambachten. Evenwel mag niets in deze subsection geacht worden zulk een besluit te vereischen in het geval van de Raden bedoeld in subsection b ; d tezamen te groepeeren een of meerdere van zulke bewerkingen, bedrijven, beroepen, bezigheden of ambachten of een onderdeel of onderdeelen daarvan, en één Raad te benoemen voor iedere groep. [79 en 80 geven overgangsbepalingen voor reeds krachtens bij deze codificatie afgeschafte wetten bestaande Woonraden.] DIVISION II. 81. i. Iedere werkgever, Registers en kennisgevingen betrokken bij eenige beaan den ondernemer voor- werking, bedrijf, beroep, geschreven. bezigheid of ambacht, of groep of onderdeel daar- van, met betrekking, waartoe een Raad is benoemd, moet : a. maken en bijhouden een getrouw register, in zulk een vorm en zulke bijzonderheden bevattend, als kan worden voorgeschreven, van de namen, den arbeid en de ioonen van de personen bij hem werkzaam, en den leeftijd van ieder en persoon beneden 21 jaar; b. zulk een register ter inspectie overleggen, telkens wanneer zulks door een inspecteur gevraagd wordt en jaarlijks en op den voorgeschreven tijd een getrouw afschrift hiervan den Hoofdinspecteur toezenden ; c. aanplakken en aangeplakt houden in leesbare letters op een zichtbare plaats en zoo, dat zij gemakkelijk door de arbeiders te lezen is, een kennisgeving behelzend : x. de naam en het adres van den inspecteur van het district; 11. de vrije dagen en de arbeidsuren der arbeiders; iii. getrouwe afschriften of uittreksels van zulke deelen dezer wet en de erbij behoorende reglementen als zal worden voorgeschreven ; iv. een afschrift van het besluit van den Raad voor dien tijd van kracht; d. aanplakken en aangeplakt houden in leesbare letters op zulk een plaats, als een inspecteur bevoegd is aan te wijzen of goed te keuren : I. den naam van zulk een werkgever ; of II. als de werkgever een maatschappij is de ingeschreven naam van zulk een maatschappij; of iii. als de werkgever een firma is, den naam der firma; e. aanplakken en aangeplakt houden in leesbare letters op zulk een plaats als een inspecteur bevoegd is aan te wijzen of goed te keuren, een uitvoerig register van alle boeten door zulk een werkgever van zijn arbeiders geheven ; f. den hoofdinspecteur toezenden een afschrift van zulk een register van boeten op zulke tijdstippenen in zulk een vorm als zal worden voorgeschreven. Boete: een pond sterling voor eiken dag, gedurende welken aan een van de voorschriften dezer section niet wordt voldaan. DIVISION III. 82. i. De eene helft van de Wijze van benoeming, leden-vertegenwoordigers van iederen Raad zullen benoemd worden als vertegenwoordigers der werkgevers, de andere helft als vertegenwoordigers der arbeiders. 2. Als een Raad uitsluitend benoemd wordt voor mannen- en jongensbovenkleeding, moeten de vertegenwoordigers der werkgevers bestaan uit 3 vertegenwoordigers der vervaardigers van confectie- en twee van vervaardigers van maatwerk. > De vertegenwoordigers der werkgevers moeten zijn of geweest zijn bona fide en daadwerkelijke werkgevers, belanghebbende of besturende experts, betrokken bij de bewerking, het bedrijf, beroep, de bezigheid of het ambacht, of de groep of onderdeel daarvan, waarvoor de Raad benoemd zal worden. 4. De vertegenwoordigers der arbeiders moeten zijn of geweest zijn bona fide en daadwerkelijke arbeiders in zulk een bewerking, bedrijf, beroep, bezigheid of ambacht, of groep of onderdeel daarvan . 83. Een lid kan na het verstrijken van zijn zittingstijd worden herbenoemd. 84. De Minister moet in de Gazette publiceeren een kennisgeving, welke moet: I. opsommen de bewerking, het bedrijf, beroep, de bezigheid of het ambacht, of de groep of onderdeel daarvan, waarvoor zulk een Raad zal worden benoemd , en II. een datum vaststellen op of voor welken iedere werkgever, betrokken bij zulk een bewerking, bedrijf, beroep, bezigheid of ambacht, groep of onderdeel daarvan, den Hoofdinspecteur een rapport moet toezenden, inhoudend : a. de volle naam en adres en het beroep van den werkgever ; en b. bijzonderheden omtrent de namen, den arbeid en de loonen der personen, bij hem daarin werkzaam. 2. Ieder werkgever moet naar behooren het rapport vermeld in subparagraaf 11 van subsection 1 opzenden. Boete: 10 pond sterling. 3. De Hoofdinspecteur moet een overzicht van zulke rapporten samenstellen ter voorlichting van den Minister. 4. De Minister is bevoegd personen voor te dragen om benoemd te worden in zulk een Raad als vertegenwoordigers, der werkgevers en der arbeiders. 5. De Minister moet in de Gazette een kennisgeving publiceeren met de namen, adressen en beroepen der voorgedragen personen. 85. 1. De Gouverneur benoemt de aldus voorgedragen personen, tenzij bezwaar tegen hen gemaakt is, overeenkomstig subsection 2. 2. Als naar het oordeel van den Minister, gelet op de rapporten vervat in het laatste verslag van den Hoofd inspecteur of het overzicht bedoeld in subsection 3 van section 84: a. niet minder dan 1/5 der werkgevers schriftelijk bezwaar hebben gemaakt tegen de personen, voorgedragen als de vertegenwoordigers der werkgevers ; of b. niet minder dan 1/5 der volwassen arbeiders schriftelijk bezwaar hebben gemaakt tegen de personen voorgedragen als de vertegenwoordigers der arbeiders ; moeten de vertegenwoordigers der werkgevers of arbeiders, waartegen bezwaar gemaakt is, op de voorgeschreven wijze gekozen worden. 3. Bezwaren tegen voordrachten kunnen gemaakt worden binnen 21 dagen 11a den datum van de publicatie van zulke voordrachten. 4. De Gouverneur moet de aldus gekozen personen benoemen. 5. Wanneer de vertegenwoordigers van werkgevers en arbeiders benoemd zijn, moet de Gouverneur zulke benoeming in de Gazette publiceeren. DIVISION IV. 86. Iedere Raad, voortaan Algemeene bepalingen over benoemd : de inrichting der raden. a. bestaat uit niet minder dan 4 en niet meer dan 10 leden-vertegenwoordigers en een voorzitter ; en b. wordt benoemd voor een tijdperk van 3 jaren, te rekenen van den datum der benoeming van den voorzitter. 87. 1. De meerderheid der leden-vertegenwoordigers van eiken Raad moet, alvorens eenige bevoegdheid uit te oefenen hun bij deze wet verleend, schriftelijk een persoon (die geen lid mag zijn) voordragen als voorzitter van zulk een Raad, en zulk een persoon wordt door den Gouverneur tot dit ambt benoemd. 2. Voor het geval zulk een voordracht niet gedaan is binnen 28 dagen na de benoeming van zulk een Raad, is de Gouverneur bevoegd een gesalariëerd magistraat tot voorzitter te benoemen, totdat een voorzitter door gezegde Raad zal zijn voorgedragen. 3. Voor het geval een vacature in het ambt van voorzitter van eenigen Raad ontstaat, moet zulk een vacature op bovenvermelde wijze worden vervuld. 4. De voorzitter wordt beschouwd als lid van den Raad en de Gouverneur publiceert zijn benoeming in de Gazette. 88. De bevoegdheden van een Raad kunnen door de meerderheid der leden in een vergadering aanwezig, worden uitgeoefend. 89. De Gouverneur is bevoegd, bij besluit in de Gazette gepubliceerd, een lid te ontslaan. 90. Een lid kan zijn ontslag nemen in een onderteekend schrijven gericht en gezonden aan den Minister. 91. i. De Gouverneur is bevoegd een persoon te benoemen ter vervulling eener vacature ontstaan door overlijden, bedanken of ontslag van een lid of door een gerechtelijke beslissing, overeenkomstig section 147. Indien evenwel binnen 14 dagen na het ontstaan van zulk een vacature de meerderheid der vertegenwoordigers in den Raad van de werkgevers of van de arbeiders, al naar het geval zich voordoet, een persoon voordragen om benoemd te worden, ter vervulling der vacature, dan benoemt de Gouverneur de aldus voorgedragen persoon. 2. Niemand mag aldus worden benoemd, tenzij voor voordracht in aanmerking komend, overeenkomstig section 82. 3. De zittingstijd van een aldus benoemd lid is beperkt tot de rest van den zittingstijd, waarvoor zulk een Raad is benoemd. 4. Een aldus benoemd persoon wordt beschouwd als te zijn gekozen door de werkgevers of de arbeiders, al naar het geval zich voordoet. 92. Gedurende een vacature in een Raad (behalve bij vacature in het ambt van voorzitter) zijn de overige leden bevoegd, tenzij een lid bezwaar maakt, te handelen alsof er geen vacature bestond. DIVISION V. 93. Iedere raad, voor Doel en verplichtingen van de zoover het betreft de Raden. Minimum-loon. bijzondere bewerking, bedrijf, beroep, bezigheid of ambacht, of groep of onderdeel daarvan, waarvoor hij benoemd is : i. Is bevoegd de arbeiders te klassificeeren. ii. Bepaalt de minimum-loonen (lowest priees or rates of payment), welke betaald mogen worden : a. aan iedere categorie ; of b. voor eenige omschreven arbeid. iii. Stelt het maximum aantal uren per week vast, met betrekking waarop zulke tijdloonen (wages prices -or rates) mogen betaald worden. iv. Bepaalt tijdloonen, hooger dan die, vastgesteld voor zulk een maximum aantal uren, die betaald moeten worden aan mannelijke arbeiders boven de 16 jaar voor den tijd, gedurende welken boven zulk maximum in eenige week gewerkt wordt. v. Stelt het maximum of evenredige aantal „improvers" l) vast, dat bij een werkgever werkzaam mag zijn, met de bevoegdheid om een verschillende verhouding voor mannelijke en vrouwelijke improvers vast te stellen. vi. Schrijft, bij kennisgeving in de Gazette gepubliceerd, met betrekking tot personen, die voortaan in de leer gaan, een vorm van leerlingcontract voor, en is bevoegd bij zulk een kennisgeving den duur van zulk een leerlingschap voor te schrijven, welke tijd niet minder dan 3 jaar mag zijn. 94. Niettegenstaande de voorSpeciaal betreffende schriften van section 93 : huisindustrie. a. stelt de Raad, met betrekking tot werk buiten een fabriek verricht tot het vervaardigen of klaarmaken van artikelen van kleeding stukloonen (piece work prices or rates) ») Als definitie van ,,improver" geeft deze wet (Part I Division II 6): ,,Improver" beteekent en omvat: a. Ieder, die : I. geen leerling (apprentice) is; en II. niet boven de 21 jaar is; en . b. ieder die, boven de 21 jaar, een vergunning heeft van den voorzitter [van den Raad] betaald te worden als een ,,improver". (Annuaire XI 1907 p. 498, 499 ) vast en geen tijdloonen (wages prices or rates) ; b. steït de Raad, op verzoek van een werkgever, tijdloonen vast voor zijn arbeiders aan de machines ; c. stelt de Raad, met betrekking tot werk verricht tot het vervaardigen of klaarmaken van meubelen, voor zoover doenlijk, zoowel stukloonen als tijdloonen vast; d. waar de Raad zoowel stukloonen als tijdloonen voor eenig werk vaststelt, moeten de stukloonen gegrond zijn op de tijdloonen; maar geen loonbepaling mag in twijfel getrokken of aangevochten worden, wegens het niet voldoen aan deze subsection. 95. Bij het maken van bepaVaststelling der loonen. lingen omtrent loonen, is iedere Raad gebonden aan de volgende regels : I. De Raad moet op zulke getuigenissen, als hij voldoende acht, als een feit vaststellen, de gemiddelde loonen (hetzij stukloonen of tijdloonen) door goed bekend staande werkgevers aan arbeiders van gemiddelde bekwaamheid betaald. II. De vastgestelde minimum-loonen mogen de aldus verkregen gemiddelde loonen niet te boven gaan. in. De Raad moet in aanmerking nemen : a. den aard, de soort en de categorie van het werk ; b. de wijze, waarop het werk verricht moet worden : c. den leeftijd en de sekse der arbeiders en bovendien, met betrekking tot leerlingen en improvers, hun erva ring van de bewerking, het bedrijf, beroep, de bezigheid of het ambacht; en d. al het andere, dat nog voorgeschreven zal worden. 96. De Raad moet aan het Hof van Appel voor nijverheidszaken (Court of Industrial Appeals) er rapport van maken, telkens wanneer de gemiddelde loonen, verkregen krachtens section 95 subsection 1, naar zijn meening, niet voldoende zijn om een redelijke grens voor zijn loonbepaling te vormen. 2. Daarop moet zulk een Hof de minimum-loonen die betaald moeten worden, vaststellen en is bevoegd hierbij de voorschriften van section 93 subsection 1 buiten rekening te laten. De Raad moet in zijn besluit de loonen, aldus door het Hof vastgesteld, opnemen. [97 geeft bepalingen omtrent het leerlingwezen.] 98. 1. De voorzitter kan verlangen van een persoon (met inbegrip van een lid van den Raad), die getuigenis aflegt voor den Raad, dit onder eede te doen. 2. De voorzitter is bevoegd zulk een eed af te nemen. 99. Iedere werkgever moet aan een arbeider, die in eenio-e week minder werkt dan het maximum aantal uren, vastgesteld krachtens section 93 subsection lil, een evenredig deel van het tijdloon, vastgesteld \ oor het maximum aantal uren, betalen. Boete: 5 pond sterling. 100. Al den tijd, gedurende welke een leerling of improver gewerkt heeft in de bewerking, het bedrijf, beroep, de bezigheid of het ambacht, waarin hij werkzaam is op het tijdstip, dat bij besluit van den Raad zijn loonen in overeenstemming gebracht moeten worden met zijn bekwaamheid, moet in aanmerking genomen worden bij het bepalen van zijn bekwaamheid. 101. Geen persoon, werkzaam bij het borstelmaken in een inrichting van liefdadigheid of een blindengesticht is gebonden aan eenige loonbepaling, behalve voor zoover deze een stukloon vaststelt. Boete: 5 pond sterling. DIVISION VI. 102. 1. Een Raad is in Door den werkgever vast plaats van de minimumte stellen stukloonen. stukloonen te bepalen : a. bevoegd de minimumtijdloonen vast te stellen; en b. bevoegd te bepalen, datstukloonen, hierop gegrond, door den werkgever mogen worden vastgesteld en betaald. 2. Iedere zoodanige werkgever moet zulke stukloonen gronden op de verdiensten van een gemiddelden arbeider: a. arbeidend aan werk overeenkomende met dat, waarvoor de tijdloonen vastgesteld zijn ; en b. betaald wordend overeenkomstig de tijdloonen, door zulk een Raad vastgesteld. 3. Zulk een werkgever moet op verlangen van den Hoofdinspecteur dezen een opgaaf toezenden van zulke stukloonen. 4. Geen werkgever die op deze wijze stukloonen heeft vastgesteld, mag, direct of indirect, of onder eenig voorwendsel of list aan een arbeider lagere loonen betalen of aanbieden, of trachten te betalen. 5. De bewijslast, dat aan deze section is voldaan, zal altijd op den verweerder rusten. Boete: voor de eerste overtreding 2 pond sterling en voor iedere volgende overtreding 10 pond sterling. Dl VISION VII. [103 en 104 geven bepalingen aangaande een vergunning voor oude, langzame en gebrekkige arbeiders om tegen een lager loon te werken, dan hetwelk door den Raad is vastgesteld.] DIVISION VIII. 105. 1. De loonbepaling van een Raad Publicatie der moet: loonbepalingen. a. onderteekend worden door den Voorzitter en door dezen aan den Minister worden toegezonden ; b. onverwijld door den Minister in de Gazette worden gepubliceerd. c. in werking treden op een datum door den Raad vast te stellen, evenwel niet binnen 30 dagen na het opstellen der loonbepaling. 2. [Geeft overgangsbepalingen voor reeds krachtens bij deze codificatie afgeschafte wetten bestaande loonraden]. 106. Geen loonbepaNiet van toepassing op kinderen ling van een Raad van den werkgever. is van toepassing op een kind van den werkgever. DIVISION IX. 107.1. Niettegenstaande de bepalinSchorsing van een gen van section 105, is de Gouver- loonbepaling. neur bevoegd, bij bevelschrift gepubliceerd in de Gazette, de werking van de loonbepaling van een Raad in zijn geheel,of van een gedeelte ervan, te schorsen. 2. Daarop moet zulk een Raad : a. zulk een loonbepaling of gedeelte daarvan opnieuw in overweging nemen en getuigenissen daaromtrent hooren ; en b. dan de loonbepaling wijzigen of handhaven. 3. Indien de Raad wijzigingen aanbrengt, moet de loonbepaling, zooals die gewijzigd is : a. door den Voorzitter aan den Minister worden toegezonden ; b. door den Minister onverwijld in de Gazette gepubliceerd worden ; en c. in alle opzichten de uitwerking hebben van een gewone loonbepaling. 4. De geschorste loonbepaling wordt daarop nietig. 5. Indien de Raad zijn loonbepaling zonder wijziging handhaaft : a. moet de Voorzitter den Minister daarvan schriftelijk kennisgeven ; b. moet de Gouverneur daarop, bij bevelschrift gepubliceerd in de Gazette, de schorsing opheffen ; c. zulk een opheffing der schorsing zal in werking treden op een datum, hoogstens 14 dagen later, vast te stellen in zulk een bevelschrift. DIVISION X. [108 — 113 geven bepalingen aangaande de bevoegdheden en verplichtingen der inspecteurs, belast met het toezicht op de naleving dezer wet.] DIVISION XI. 114. 1. Geen leider eener fabriek mag Minimum loon. eenigen arbeider een weekloon betalen lager dan 4 shilling. Boete: 10 pond sterling. 115. 1. Niemand mag direct of Verbod van premies indirect, of onder eenig voorvoor het in dienst wendsel of list: nemen van vrouwen, a. eenig persoon verplichten of toestaan te betalen of te geven; of b. van eenig persoon aannemen eenige vergoeding, premie of gratificatie voor het in dienst nemen of te werk stellen van een vrouw als leerling of improver bij het klaarmaken of vervaardigen van kleedingstukken. Boete : 10 pond sterling. 2. Hij, die zulk een vergoeding, premie of gratificatie betaalt of geeft, is bevoegd deze terug te vorderen van hem, die deze aannam, voor een Hof tot rechtspraak bevoegd. [116 geeft bepalingen omtrent waarborgsommen wegens niet voldoen van leerlingen.] DIVISION XII. 117.1. Wanneer een arbeider Algemeene voorschriften, twee of meer categoriën van werk verricht, waarop een door een Raad vastgesteld loon van toepassing is, moet zijn werkgever hem betalen in verband met den tijd, besteed aan elke categorie van werk, naar het door den Raad daarvoor vastgestelde loon. 2. Wanneer een arbeider gedurende een deel van een dag werkzaam is met werk, waarvoor een Raad tijdloon heeft vastgesteld, moet zijn werkgever hem naar zulk een loon betalen voor al het werk, door hem gedurende zulk een dag voor zulk een werkgever verricht. Boete: 10 pond sterling. 118. De wijziging, schorsing of ongeldig verklaring van een loonbepaling zal geen invloed hebben op : a. wettige maatregelen, vroeger genomen in verband met zulk een loonbepaling ; of b. rechten, bestaande ten tijde van zulk een wijziging, schorsing, of ongeldig-verklaring. 119. Voor het geval: a. een Raad stukloonen vastgesteld heeft; en b. zulk een Raad in de beschrijving van zulk werk verschillende bewerkingen heeft opgenoemd; en c. eenige zulke bewerking is weggelaten met de uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van den werkgever ; dan zal zulk een weglaten geen invloed hebben op de loonen te betalen voor zulk werk, maar zullen deze loonen, tenzij anders in zulk een loonbepaling bepaald, zijn de loonen vastgesteld voor het beschreven werk in zijn geheel. 120. W anneer een Raad tijdloonen heeft vastgesteld, en geen stukloonen door den Raad zijn bepaald of door den werkgever vastgesteld, overeenkomstig section 102: a. mag geen werkgever, direct of indirect, stukloonen betalen, of machtiging of toestemming verleenen, dat stukloonen betaald worden; en b. moeten aan iederen arbeider zulke tijdloonen betaald, worden en is de arbeider bevoegd het volle bedrag ervan op te vorderen voor een Hof tot rechtspraak bevoegd, niettegenstaande het ontvangen of aannemen van stukloonen. Boete: 5 pond sterling. 121. Wanneer een Raad alleen stukloonen vastgesteld heeft: a. mag geen werkgever, direct of indirect, tijdloonen betalen of machtiging of toestemming verleenen, dat tijdloonen betaald worden; b. moeten aan iederen arbeider zulke stukloonen betaald worden en is de arbeider bevoegd het volle bedrag ervan op te vorderen voor een Hof tot rechtspraak bevoegd, niettegenstaande het ontvangen of aannemen van tijdloonen. Boete: 5 pond sterling. 122. 1. Iedere werkgever, verplicht tijdloonen of stukloonen te betalen, moet, niettegenstaande eenige overeenkomst tot het tegendeel, zijn arbeiders in geld uitbetalen en niet anders, en zonder iets af te houden. Boete: 20 pond sterling. 2. Ieder arbeider is bevoegd voor een Hof tot rechtspraak bevoegd, eenig bedrag op te vorderen, hem niet in overeenstemming met subsection 1 betaald. 3. Alle acties krachtens subsection 2 moeten binnen het jaar aanhangig gemaakt worden. 123.1. Geen werkgever betrokken bij eenige bewerking, bedrijf, beroep, bezigheid of ambacht, of groep of onderdeel daarvan, met betrekking waartoe loonen door een Raad zijn vastgesteld, mag direct of indirect eenigen arbeider volgens een lager loon betalen dan hetwelk zoo vastgesteld en op zulk een arbeider van toepassing is. Boete: 20 pond sterling. 2. Ieder arbeider is bevoegd, niettegenstaande eenige overeenkomst tot het tegendeel, eenig bedrag, dat hem te weinig betaald is, op te vorderen voor een Hof tot rechtspraak bevoegd. 3. Alle acties krachtens subsection 2 moeten binnen het jaar aanhangig gemaakt worden. 124. Geen werkgever mag, direct of indirect, eenigen improver te werk stellen boven het aantal toegestaan in een besluit krachtens section 93, subsection v. Boete: 20 pond sterling. DIVISION XIII. [125—140 geven bepalingen betreffende de instelling, werkwijze en inrichting van een Hof van Appel in nijverheidszaken.] WEST-AUSTRALIA. Wet op de Fabrieken. (Factories Act, 1904.) Deze wet zegt in de definitie van fabriek (Part I section 2) o. a. : „Factory" beteekent : „1. Ieder gebouw, lokaal of plaats,waar zes of meer „personen, hem die aan het hoofd staat meegerekend, „direct of indirect, in eenig beroep werkzaam zijn of „waren voor den handel of den verkoop klaarmaken, „bewerken of vervaardigen, en iedere wasscherij ; ,,2. Ieder gebouw, lokaal of plaats, waar een of „meerderepersonen van hetchineesche „of een ander aziatisch ras aldus werkzaam „is of zijn. „Het begrip „Factory" omvat echter niet: „ieder gebouw, lokaal of plaats, waarin een persoon, „die niet tot het chineesche of een ander aziatisch ras „behoort, werkzaam is in huisindustrie, „d.w.z. in ruimten, die als woningen, of in aangrenzende „gebouwen, die voor de huishouding gebruikt worden, „waarin noch stoom vermogen noch andere mechanische „kracht voor het daar verricht wordende productieproces „aargewend wordt en waar uitsluitend en „hoogstens 6 leden van dezelfde aldaar „w o 11 e 11 d e familie vv e rk z a a m z ij n. (sub f.)" ') Uit deze definitie volgt, dat alle voorschriften dezer wet betreffende de fabrieken ook voor de sweating-ateliers gelden. Wij hebben ons bij de vertaling beperkt tot die ') 2. Bulletin III 1904 p. 174, Annuaire VIII 1904 p. 303. bepalingen, welke speciaal met het oog op de eigenlijke huisindustrie geschreven schenen te zijn. PART III. 38.") Om beter te onderdrukken, wat algemeen wordt aangeduid door de uitdrukking : misstanden in de huisindustrie (sweating-evil) zijn de volgende bepalingen van toepassing, telkens wanneer de leider (occupier) ,f) eener fabriek werk van welken aard ook uitgeeft met geweven grondstoffen of grondstoffen, bestaande uit afval van wol (shoddy), om buiten de fabriek te verrichten. i. De leider der fabriek is verplicht voortRegister. durend een register te houden of te doen houden, dat op duidelijke wijze aangeeft: a. de namen en voornamen, benevens het adres van alle arbeiders en de plaats, waar het werk verricht wordt; b. de hoeveelheid en den aard van het werk, door elk hunner verricht. 2. Indien hij, aan wien Verbod van onder-uitbesteding, op bovengenoemde wijze werk verstrekt is: c. dit direct of indirect of gedeeltelijk, per stuk of op andere wijze uitbesteedt, d. het werk of een deel ervan elders dan in zijn eigen werkplaats verricht, in eigen persoon of met eigen arbeiders aan wie hij daarvoor loon betaalt, eraan werkend, s) 38. Annuaire VITI 1904 p. 317, Bulletin III 19°4 P- 3) Als definitie van, .occupier" geeft deze wet (Part I section 2): „Occupier" beteekent iedere physieke persoon, maatschappij of associatie, die een fabriek bezit, benevens iedere agent, directeur, meesterknecht of ieder ander persoon, die feitelijk of volgens de algemeene meening de opperleiding en liet toezicht eener fabriek heeft. (Bulletin III 1904 p. 175, Annuaire VIII 1904 p. 304.) maakt hij zich schuldig aan overtreding van deze wet. De Industrial conciliation and arbitration act, 1902 verleent in section 89 4) aan het hof van arbitrage de bevoegdheid minimum-loonen vast te stellen. «) 89. Annuaire VI 1902 p. 266, Bulletin I 1902 p. 535. NEW-SOUTH-WALES. Aangezien de Factories and Sliops Act, 1896 niet te onzer beschikking was, konden wij niet nagaan, of deze bepalingen betreffende de huisindustrie inhoudt. De Minimum Wage Act, 1908 bepaalt in section 4 x), dat geen weekloon, ongea ht het met overwerk verdiende, lager mag zijn dan 4 shilling. De werkgever wordt gestraft met geldboete van ten hoogste 2 pond sterling, wanneer hij laat werken voor een loon beneden dit minimum. De Industrial Disputes Act, 1908 2) stelt Raden in, die zoowel de functie hebben geschillen tusschen arbeiders en werkgevers tot een einde te brengen als een bevoegdheid, overeenkomende met die van de Bijzondere Raden van Victoria. Aangezien deze beide functies niet afgescheiden van elkaar in deze wet behandeld worden, zou het zeer bezwaarlijk zijn de regeling der Loonraden afzondei lijk op te nemen. Daar geen belangrijke afwijkingen van de werkwijze der Loonraden in de andere australische staten, welke in deze uitgave uitvoerig zijn opgenomen, te constateeren vielen, hebben wij er dan ook maar van afgezien deze wet te vertalen, >) 4. Bulletin VIII 1909 p. 19. 2) Bulletin VII 1908 p. XCIX en 315 vgg. NEW-ZEALAND. CodificatieJ) der wetten betrekking hebbend op fabrieken (The Factories Act, 1908). Deze wet zegt in de definitie van fabriek (Section 2) o.a. : ,,Factory" beteekent : ,,ieder gebouw, ieder lokaal en iedere ruimte, waar „twee of meer personen, direct of indirect, opeenigerlei ,,wijze met eenig handwerk (handicraft) bezig zijn, of „waren voor den handel of den verkoop klaarmaken of „vervaardigen. Ook omvat het begrip: factory (o 11 a f„hankelijk van het aantal erin werkzame personen) o.a. : „ieder gebouw en iedere ruimte, waar een Aziaat, „direct of indirect, met wasschen of met eenig ander „handwerk, of met het klaarmaken of vervaardigen van „waren, die voor den handel of den verkoop bestemd „zijn, of met het verpakken daarvan voor het transito„verkeer, werkzaam is." 2) Hieruit volgt dat alle voorschriften dezer wet, betreffende de fabrieken, ook gelden voor een groot deel der huisarbeiders. Wij hebben ons bij de vertaling beperkt tot die bepalingen, welke speciaal met het ') Krachtens Art. 1 al. 2 en Bijlage I dezer codificatie (Bulletin VIII 1909 p. 25, 50) zijn o. a. de volgende wetten ingetrokken: The Factories Act, 1901. (Annuaire V 1901 p. 324.) The Factories Amendment Act, 1902. (Annuaire VII 1903 p. 629). The Factories Act Amendment Act, 1905. (Annuaire IX 1905 p. 460. Bulletin VII 1908 p. 95). The Factories Act Amendment Act, 1907. (Annuaire XI 1907 p. 670. Bulletin VII 1908 p. 97). Vergelijking van deze wetten met The Factories Act, 1908 geeft een inzicht in de geschiedkundige ontwikkeling van de Nieuw-Zeelandsche arbeidswetgeving. Zie ook Bulletin VIII 1909 p. IV vgg. s! 2. Bulletin VIII 1909 p. 25, 26. oog op de huisindustrie geschreven schenen te zijn. Het instituut der Loonraden is in New-Zealand onbekend. Wel is, krachtens section 98 van de Industrial conciliation and arbitration act, 19083) htt hof van arl itra^e bevoegd minimum loonen vast te stellen. 30. 4) 1. Om datgene, wat algemeen als : „misstanden in de huisindustrie" (sweating evil) wordt aangeduid op doeltreffende wijze te onderdrukken, zijn de volgende bepalingen op alle gevallen van toepassing, waarin de fabrieksleider (occupier) 5) werk van welken aard ook met geweven grondstoffen of grondstoffen, bestaande uit afval van wol (shoddy) uitgeeft en buiten de fabriek laat verrichten : a. De fabrieksleider moet voortdurend een Register, register bijhouden of laten bijhouden, dat met de grootste nauwkeurigheid aangeeft: I. de volle naam en het adres van iedere aldus werkzame persoon en de aanduiding van de plaats, waar deze het werk verricht; II. de hoeveelheid en aard van het door iedere zoodanige persoon verrichte werk ; in. de aard en hoogte van de hem daarvoor betaalde vergoeding. b. Indien het werk buiten een geregistreerde Etiket, fabriek wordt verricht, moet de fabrieksleider, door wie het werk is uitgegeven, er voor zorgen, 3) 98. Bulletin VII 7908 p. 365. 4) 3° 33- Bulletin VIII 1909 p. 35-38. ■') Als definitie van ,,oceupier" geeft deze wet (section 2): „Occupier" beteekent ieder persoon, die gebouwen, lokalen of ruimten bezit, die als fabriek gebruikt worden of zullen worden, benevens iedere agent, bedrijfsleider, meesterknecht of ieder ander persoon, aan wie feitelijk of volgens de algemeene meening de opperleiding en het toezicht eener fabriek toevertrouwd is. Bij fabrieken die in het bezit van een al of niet rechtspersoonlijkheid bezittende corporatie zijn, omvat de uitdruk, king „occupier" ook den de leiding hebbende directeur(working manager) (Bulletin VIII 1909 p. 26.) dat aan ieder kleedingstuk of ander voorwerp, waaraan op deze wijze arbeid verricht is, een etiket, volgens voorgeschreven model, bevestigd wordt. Indien hij aan dit voorschrift niet voldoet, vervalt hij in een geldboete van ten hoogste i pond sterling voor elk voorwerf), met betrekking waartoe een overtreding begaan is. c. Hij, die deswetende een Ontbreken of verwijderen dergelijk voorwerp, waaraan van het etiket. het voorgeschreven etiket niet bevestigd is, verkoopt of ten verkoop ten toon stelt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste 10 pond sterling. d. Hij, die opzettelijk vóór den verkoop het voorgeschreven etiket van een dergelijk voorwerp verwijdert, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste 20 pond sterling. e. Wanneer hij, aan Verbod van onder-uitbesteding, wie werk als bovengenoemd is uitbesteed of uitgegeven (let or given out) : I. direct of indirect het v^erk of een deel ervan als stukwerk of anders onder-uitbesteedt; of II. het werk of een deel ervan elders dan in zijn eigen vertrekken en in eigen persoon of met zijn eigen arbeiders, aan wie hij zelf daarvoor loon betaalt, verricht, maakt hij zich schuldig aan overtreding der wet en vervalt in een geldboete van ten hoogste 10 pond sterling voor iedere dergelijke overtreding ; f. Wanneer de fabrieksleider, die het werk uitgeeft, deswetende, veroorlooft of toestaat, dat zulk een overtreding begaan wordt, vervalt hij in een geldboete van ten hoogste 50 pond sterling. g. Bij gerechtelijke vervolging van den fabrieksleider op grond van deze section wordt verondersteld, dat feiten, die bekend zijn aan zijn beambten of agenten, aan hem zelf bekend zijn geweest. 2. Ter zake van bovenGelijkstelling van Winkeliers staande section wordt enz. met fabrieksleiders voor verondersteld, dat iedere de bepalingen dezer section. koopman, en-gros-handelaar, winkelier, agent of tusschenpersoon, die geweven grondstoffen of grondstoffen bestaande uit afval van wol uitgeeft, opdat daaruit kleedingstukken of andere voorwerpen voor den verkoop vervaardigd worden, dusdoende handelt als fabrieksleider, en de bepalingen, verplichtingen en boeten van subsection i van deze section worden op hem van toepassing. 31. Onverminderd de Verbod voor fabrieksarbeiders bepalingen van de vowerk mee naar huis te nemen, rige section zijn de volgende bepalingen' op iedere fabriek van toepassing : a. Wanneer een in een fabriek werkzaam persoon werk voor de fabriek van welken aard ook buiten de fabriek verricht, maakt de fabrieksleider zich schuldig aan een overtreding der wet en vervalt hij in een geldboete van ten hoogste io pond sterling. b. Hij, die in een fabriek werkzaam is en buiten een fabriek zulk werk verricht, maakt zich eveneens aan een overtreding der wet schuldig en vervalt in een geldboete van ten hoogste 5 pond sterling. Geen bepaling van deze section is Uitzondering, toepasselijk op werk, dat op grond van haar bijzonderen aard niet in de gebouwen zelf verricht kan worden. 32. Om te verhinderen, dat personen Algemeen zonder behoorlijke geldelijke vergoeminimum-loon. ding in fabrieken werkzaam zijn, zijn de volgende bepalingen van toepassing: a. Iedere persoon, die in eenige functie welke ook, in een fabriek werkzaam is, heeft recht op betaling van zijn arbeid volgens overeenkomst ; de betaling moet minstens 5 shilling per week gedurende het eerste jaar der werkzaamheid in het bedrijf bedragen, 8 shilling per week gedurende het tweede jaar, 11 shilling per week gedurende het derde jaar, enz. met een opslag van 3 shilling per week voor ieder verder jaar der werkzaamheid in hetzelfde bedrijf tot een loon van 20 shilling per week bereikt is, en vervolgens steeds minstens 20 shilling. b. Deze loonbepalingen gelden ongeacht het met overwerk verdiende loon, hoe dan ook. [Deze section geeft verder voorschriften omtrent de wijze der loonuitbetaling, omtrent de middelen te weinig betaald loon op te vorderen, enz.] [33 bepaalt nagenoeg hetzelfde als section 45 A van de Factories and Shops Act. Amendment Act of 1908 van Queensland r').] 6) Zie blz. 165. VICTORIA. Codificatie 1) der wetten, betrekking hebbend op fabrieken, werkplaatsen en winkels en op andere aangelegenheden (The Factories and Shops Act, 1905), gewijzigd door : The Factories and Shops Act, 1905 N° 2 en The Factories and Shops Act, 1907. In de definitie van fabriek of werkplaats zegt deze codificatie o.a.' (Part I Division I 5): „Factor}-" of „workroom" beteekent : „eeniglokaal, gebouw of ruimte, waarin vier of meer „personen, die geen Chineezen zijn, of waarin é é n of „meer Chineezen, werkzaam is of zijn, direct of indirect, „eenig handwerk uitoefenend, of artikelen voor den , .handel of den verkoop klaarmakend of vervaardigend; of „eenig lokaal, gebouw, of ruimte, waarin meubelen „worden klaar gemaakt en vervaardigd." 2) Uit deze definitie volgt, data//e voorschiiften dezer wet, betreffende de fabrieken, ook gelden voor een groot deel der huisarbeiders. Evenals bij de andere staten beperken >) Krachtens section 3 en Bijlage I dezer codificatie (Bulletin E. II 1907 p. 40, 88, Bulletin VI 1907 p. 151, 209, Annuaire IX 1905 p. 306, 365) zijn o.a. de volgende wetten ingetrokken : Factories and Shops Act, 1898. ( Annuaire II 1898 p. 170.) Factories and Shops Act, 1900. (Annuaire IV 1900 p. 665.) Factories and Shops Continuance Act, 1902. (Annuaire VII 1903 p. 611, Bulletin I 1902 p. 663.) Factories and Shops Act, 1903. (Annuaire VII 1903 p. 212, Bulletin III 1904 p. 340.) Factories and Shops Act, 1904. (Annuaire VIII 1904 p. 340, Bulletin IV 1905 p. 361.) Vergelijking van deze wetten met The Factories and Shops Act, 1905, 1905 N° 2 en 1907 geeft een inzicht in de geschiedkundige ontwikkeling van de arbeidswetgeving in Victoria. Zie ook Bulletin VI1907 p. V vgg., Bulletin E. II 1907 p. VIII vgg. 2) 5. Bulletin E. II 1907 p. 41, Bulletin VI 1907 p. 152, Annuaire IX 1905 p. 307. wij ons tot die bepalingen, die speciaal met het oog op de huisindustrie geschreven schenen te zijn en tot de regeling der Loonraden. PART III. Dl VISION IV. 23. *) 1. Ieder persoon. Inschrijving van huisarbeiders, die buiten een fabriek of werkplaats geheel of gedeeltelijk klaar maakt of vervaardigt, voor den handel of den verkoop, artikelen van boven- of onderkleeding moet hetzij persoonlijk hetzij per schriftelijke kennisgeving door den Hoofdinspecteur doen inschrijven zijn vollen naam en adres en ook moet hij op dezelfde wijze door den Hoofdinspecteur telkens iedere wijziging in zijn adres doen inschrijven. 2. Ieder persoon, zoo ingeschreven, moet alle vragen beantwoorden hem door een inspecteur gesteld, aangaande den persoon voor wien de artikelen klaargemaakt of vervaardigd worden, en aangaande den prijs of het loon, hem daarvoor te betalen. Evenwel mogen aan een vrouw of meisje geen dergelijke vragen gesteld worden, behalve door een inspectrice. 3. Ieder persoon, schuldig aan een overtreding van subsections 1 of 2 dezer section, is, bij bewezen schuld, voor elke overtreding strafbaar met geldboete van ten hoogste 10 shilling. 4. Niettegenstaande Geheimhouding van de namen eenige bepaling dezer enz. der thuiswerkers. wet mogen de namen of adressen, ingeschreven overeenkomstig deze section, op geenerlei wijze openbaar gemaakt worden of voor het publiek toegankelijk zijn of door iemand anders gezien worden dan den Onder- 1) 23. Bulletin E. II 1907 p. 48, Bulletin VI 1907 p. 160, Anmtaire IX 1905 p. 318. Secretaris (Under-Secretary), den Hoofd-inspecteur. of de ambtenaren onder den Hoofdinspecteur. De Onder-Secretaris, Hoofdinspecteur en ambtenaren moeten geheimhouden en de geheimhouding l.e vore eren van de namen en adressen, aldus ingeschreven en mogen geen zoodanigen naam of adres aan iemand wien dan ook meedeelen, behalve ten behoeve van de uitvoering der voorschriften dezer wet. Ieder persoon moet, alvorens op te treden als Onder-Secretaris, Hoofdinspecteur of als ambtenaar onder den Hoofdinspecteur, voor den rechter zulk een eed van geheimhouding als voorgeschreven, afleggen en onderteekenen Hij, die met opzet in strijd handelt met deze subsection, of met zulk een eed, is bij bewezen schuld strafbaar met geldboete van ten hoogste 100 pond sterling. 5. In deze section omvat de uitdrukking „boxenof ondcrkleeding" tevens laarzen en schoenen. PART IV. DIVISION III. 28 *) was nage- Slaapruimten in werkplaatsen enz. noeg gelijkluidend met section 35 van de Factories Act, 1907 van South-Australia -). De Factories and Shops Act, 1907 bepaalt echter : 5. ) In de plaats van section 28 van de Factories and Shops Act, 1905 wordt de volgende section gesteld, 11.I.: 28. 1. In eenige fabriek of werkplaats mag geen kamer of ruimte, die geregeld of van tijd tot tijd betreden of gebruikt wordt voor een of ander ambacht, geheim pro édé (mystery), bedrijf of bewerking, betrekking hebbend op of behoorend bij liet klaarmaken of vervaardigen van goederen of artikelen voor den handel 1) 28. Bulletin li. II 1907 P- 5°. Bulletin VI 1907 P- >63, Annuaire IX 1905 p. 321. 3) 5. AnnuaireXI 1907 p. 606, 607, Bulletin \ III ujogp. 131. of den verkoop, ooit gebruikt worden als slaapplaats, noch mag daartoe verlof gegeven worden. Ter zake van deze section wordt de geheele ruimte op iedere verdieping van elk gebouw, die niet door een duurzame en deugdelijke muur of wand, reikend van de vloer tot de zoldering, afgescheiden is, beschouwd als te vormen een enkele en ondeelbare kamer of ruimte, niettegenstaande ken teekenen van het tegendeel. 2. Iemand, die gebruikt of toestaat, dat een kamer of ruimte gebruikt wordt op een wijze strijdig met deze section, is, bij bewezen schuld, strafbaar met geldboete voor de eerste overtreding van ten hoogste 2 pond sterling en voor iedere volgende overtreding van ten minste 1 pond sterling en ten hoogste 5 pond sterling. PART IX. BIJZONDERE RADEN. DIVISION I. 75.1) 1. Ten einde te beDoel der bijzondere Raden, palen welke minimum- loonen (lowest prices or rates) betaald mogen worden aan eenig persoon of personen of groepen van personen, werkzaam binnen of buiten een fabriek of werkplaats : met het geheel of gedeeltelijk klaarmaken of vervaardigen van bijzondere artikelen van boven- of onderkleeding of van meubileering ; of met brood bereiden of bakken ; of bij eenige bewerking, bedrijf of beroep gewoonlijk of veelvuldig uitgeoefend in een fabriek of werkplaats ; of bij de bewerking, het bedrijf of beroep van een slager of verkooper van vleesch, of bereider of verkooper van gehakt vleesch, is de Gouverneur (Governor in Council) bevoegd, als ') 75. Bulletin li. II 1907 p. 63, Bulletin VI 1907 p. 179, Anniiaire IX 1905 p. 340. hem datnoodig dunkt, van tijd tot tijd een Bijzonderen Raad te benoemen, bestaande uit niet minder dan 4 en niet meer dan 10 leden en een voorzitter en is hij bevoegd ten allen tijde eenig lid van den Bijzonderen Raad te ontslaan. 2. Bij het vaststelVaststelling der minimum-loonen. len van zulke mini- mum-loonen moet de Bijzondere Raad in aanmerking nemen den aard, soort en klasse van het werk en de wijze, waarop het werk verricht moet worden en den leeftijd en de sexe der arbeiders en al het andere, dat nog voorgeschreven zal worden. 3. Behalve voor zoover het betreft eenig bedrijf of beroep, dat op 1 October ] 896 viel onder de voorschriften van de Factories and Shops Acts aangaande de Bijzondere Raden, mag geen Bijzondere Raad benoemd worden, tenzij een besluit genomen is door beide Huizen van het Parlement, inhoudend dat het raadzaam is zulk een Bijzondere Raad te benoemen. 7. *) (Factories and Shops Act, 1907) 1. In subsection 1 van section 75 van de Factories and Shops Act 1905 a. moeten de woorden : „werkzaam binnen of buiten een fabriek of werkplaats" alleen zoover het betreft eenige bewerking, bedrijf, beroep of bezigheid, behalve „verkoopers van gehakt vleesch", vermeld in paragraaf b van section 7 van de Factories and Shops Act, 1907 vervangen worden door de woorden : ,,waar dan ook werkzaam" ; en b. na de woorden : „verkooper van gehakt vleesch" worden de volgende woorden toegevoegd : „of in eenig beroep, welk ook, gewoonlijk of veelvuldig uitgeoefend in een winkel; of „in het beroep van vracht- of personen-vervoer, of „behulpzaam bij vracht-of personen-vervoer, hetzij dat ') 7—8. Annuaire XI 1907 p. 608, 609, Bulletin VIII 1909 p- 132- , .dit geschiedt in het algemeen of voor eenig bepaald „bedrijf, beroep of bewerking ; of ,,bij eenige bepaalde bewerking, bedrijf of beroep „samenhangend met het bouwen van huizen of hetexploi, .teeren van een steengroeve, niet mede omvattend land,,bouwwerkzaamheden ; of ,,in eenig beroep of bèzigheid samenhangend met het „voor den verkoop gereed maken van brandhout of samenhangend met den verkoop of de distributie van hout, „cokes of steenkool." 2. Geen Bijzondere Raad mag benoemd worden om de minimum-loonen te bepalen, die betaald moeten worden aan eenig persoon of personen of groepen van personen, werkzaam binnen of buiten een fabriek of werkplaats of winkel bij eenige bewerking, bedrijf, beroep of bezigheid, vermeld in subsection i van deze section tenzij een besluit genomen is door beide Huizen van het Parlement, inhoudend dat het raadzaam is, zulk een Bijzondere Raad te benoemen. 8. (Factories and Shops Act, 1907) De alreeds benoemde Bijzondere Raad met betrekking tot artikelen van meubileering is ook bevoegd te bepalen welke minimum-loonen betaald mogen worden aan vrouwen, werkzaam in het meubelvak bij het maken van karpetten of tafels of draperieën, evenals aan mannen, werkzaam bij het uitmeten en leggen van karpetten, linoleums of vloerkleeden, of bij het ophangen van draperieën of bij het maken en aanbrengen van jaloezieën en horren, indien een besluit genomen is door beide Huizen van het Parlement, inhoudend, dat het raadzaam is voor den Bijzonderen Raad aldus te doen. 16. *) (Factories and Shops Act, 1907) Ken Bijzondere Raad heeft de bevoegdheid de minimum-loonen te bepalen, die betaald moeten worden aan eenig persoon ') 16. Annuaire XI 1907 p. 612, 613, Bulletin YIII 1909 P 133- of personen of groepen van personen, werkzaam met het herstellen van : a. artikelen van boven- of onderkleeding of van meubileering, met betrekking waartoe zulk een Raad bevoegd is een loonbepaling te maken ; of b. artikelen, die vallen onder de loonbepaling van een Bijzonderen Raad voor eenige bewerking, bedrijf of beroep. DIVISION II—III. [76—82 *) (gewijzigd door section 9 en 10 2) van de Factories and Shops Act, 1907) geven voorschriften over de wijze van benoeming en verkiezing3) van de leden en den voorzitter van een Bijzonderen Raad, in hoofd zaak overeenstemmend met wat daaromtrent bepaald is in section 82—92 van de Factories Act, 1907 van South-Australia. 4) ] DIVISION IV. [83 5) gaf voorschriften omtrent de vaststelling der loonen, nagenoeg gelijkluidend met section 95 I en II en 96 van de Factories Act, 1907 van South-Australia 6) Deze section is evenwel ingetrokken door section 11 ') van de Factories and Shops Act, 1907, zoodat de Bijzondere Raden niet langer gehouden zijn bij de bepaling der minimum-loonen rekening te houden met de gemiddelde 1) 70—82. Bulletin E. II 1907 p. 64, Bulletin VI 1907 p. 179, Annuaire IX 1905 p. 340. 2) g—IO, Annuaire XI 1907 p, 610, 611, Bulletin VIII 1909 p. 132. _ . 3) Zie voor de wijze van verkiezing : Regulations under the Factories and Shops Acts. Chapter I. (Bulletin E. II 1907 p. 90. Bulletin VI 1907 p. 211.) *) Zie blz. 118—121. &) 83. Bulletin E. II 1907 p. 65, Bulletin VI 1907 p. 181, Annuaire IX 1905 p. 342. •) Zie blz. 123. ') 11. Annuaire XI 1907 p. 610, 611, Bulletin \ III 1909 p. 133 loonen door goed bekend staande werkgevers aan hun arbeiders betaald. x) ] [84—86 2) zijn nagenoeg gelijkluidend met section 88, 92 en 98 van de Faetories Act, 1907 van SouthAustralia. 3)] 87.4) 1. Voor zoover Vaststelling der minimum-loonen. het betreft artikelen of een bewerking, bedrijf of beroep, met betrekking waartoe een Bijzondere Raad is benoemd, moet zulk een Bijzondere Raad de minimum-loonen (lowest prices or rates of payment) bepalen, die betaald moeten worden aan eenig persoon of personen of groepen van personen, werkzaam in zulk een bewerking, bedrijf of beroep, of met het geheel of gedeeltelijk klaarmaken of vervaardigen van zulke artikelen als door zulk een Bijzonderen Raad zijn omschreven. 2. Zulke loonen kunnen vastgesteld worden als stukloonen (piecework prices or rates) of als tijdloonen (wages prices or rates) of op beide wijzen, naar het oordeel van den Bijzonderen Raad. Evenwel moet voor het geheel of gedeeltelijk klaarmaken of vervaardigen van a ti el n van boven- of onderkleeding buiten een fabriek of werkplaats alleen stukloon worden vastgesteld. Ook moet de Raad, op verzoek van hem, die aan het hoofd staat van een fabriek of werkplaats of winkel of lokaal (place) een tijdloon vaststellen voor werk, verricht door personen, die werkzaam zijn aan een machine, in zulk een fabriek of werkplaats of winkel of lokaal in gebruik. 88. Niettegenstaande eenige bepaling dezer wet moet het loon, vast te stellen door eenigen Bijzonderen Raad voor het geheel of gedeeltelijk klaarmaken of vervaardi- ') Bulletin VIII 1909 p. IV. 2) 84—86. Bulletin Iv II 1907 p. 65, Bulletin VI 1907 p. 181. Annuaire XI 1905 p. 343. 3) Zie blz. 120.121,124. 4) 87—90. Bulletin K II igoyp. 66, Bulletin VI 1907 p. 182, Annuaire IX 1905 p. 343. ) 26. 2. Bulletin VIII 1909 p. 242. 2) 26.3. Bulletin VIII 1909 p. 242, Annuaire IV 1909 p. 654. PART VII. 45. 1. x) (gewijzigd door Algemeen minimum-loon. seetion 12 van de Factories and Shops Act Amendment Act of 1908) Ieder persoon, die in eenige functie, welke ook, in een fabriek of winkel werkzaam is, heeft aanspraak op betaling van zijn arbeid van de ïkant van den fabrieksleider volgens het overeengekomen loon. Dit loon moet a. voor personen jonger dan 21 jaar gedurende het eerste jaar hunner werkzaamheid minstens 5 shilling per week bedragen, met een jaarlijksche verhooging van minstens 2 shilling en 6 pence per week voor elk der 6 volgende jaren hunner werkzaamheid in hetzelfde bedrijf ; b. voor personen ouder dan 21 jaar, die in eenige functie, welke ook, in een of verschillende fabrieken of in een of verschillende winkels in den loop van minstens 4 jaren (onverschillig of deze werkzaamheid onderbroken is of niet) werkzaam geweest zijn, minstens 15 shilling per week voor het eerste jaar en 17 shilling en 6 pence per week voor de volgende jaren bedragen. Dit weekloon moet voldaan worden in wettig betaalmiddel en onder geen omstandigheden of voorwendsels noch door listen, van welken aard ook, mag daarop iets in mindering gebracht worden, zoodat het loonbedrag onder de in het bovenstaande voor iederen arbeider voorgeschreven som daalt. 2.2) Hij die zonder schriftelijke toestemming van den inspecteur, direct of indirect, of onder een voorwendsel of door een list voor het in dienst nemen of te werk stellen van een jeugdigen arbeider of een vrouw jonger dan 21 jaar voor het klaar maken, bewerken, i) 45.1. Bulletin VIII 1909 p. 248. •i) 45.2. Bulletin VIII 1909 p. 248, Annuaire IV 1900 p. G59. behandelen of vervaardigen vanboven- of onderkleeding, mede laarzen en schoenen daaronder begrepen, een vergoeding, premie of gratificatie van iemand krijgt of iemand aanspoort of hem toestaat een andere persoon zulk een vergoeding, premie of gratificatie te betalen of te geven, vervalt in een geldboete van hoogstens 10 pond sterling. 45 A.1) (ingevoegd door seetion 13 van de Factories and Shops Act Amendment Act of 1908) 1. De fabrieksleider moet ieder persoon, die zijn werkzaamheid in de fabriek of den winkel beeindigt.op zijn verzoek een onderteekend getuigschrift in den voorgeschreven vorm afgeven, waarin nauwkeurig de duur is aangegeven gedurende welke deze persoon werkzaam geweest is. 2. Deze persoon mag voor den tijd zijner werkzaamheid na 1 Januari 1909 in andere fabrieken of winkels dan de fabriek of de winkel, waar hij werkzaam is, alleen dan een verhooging van zijn loon op grond van de voorgaande seetion verlangen, wanneer hij den leider van de fabriek of den winkel, waar hij werkzaam is, een getuigschrift, eventueel getuigschriften, over de betreffende werkzaamheid kan overleggen. 3. De fabrieksleider moet in den voorgeschreven vorm over den duur van de één- of meermalige werkzaamheid van iedere door hem te werk gestelde persoon een register houden. 4. Wanneer de fabrieksleider weigert of nalaat een door hem te werk gestelde persoon op zijn verzoek zulk een getuigschrift af te geven, of wanneer hij, deswetende, een valsch getuigschrift afgeeft, of wanneer hij het genoemde register niet nauwkeurig houdt of niet overlegt, vervalt hij in een geldboete van ten hoogste 20 pond sterling. ') 45 A. Bulletin VIII 1909 p. 248. Tlie VV ages Boards Act 01 1900.1; [I2) bepaalt o.a. dat deze wet wordt geacht een geheel uit te maken met de Factories and Shops Act of 1900.] 2. In deze wet, tenzij het zinsverband Definities, een andere beteekenis meebrengt, beteekent „leerling" ieder persoon jonger dan 21 jaar, gebonden door een leerling-contract ; omvat „boven- of onderkleeding" tevens laarzen en schoenen; beteekent „meubelen" meubelen, die ten deele uit hout bestaan en zooals zij gewoonlijk gemaakt worden door kunst-meubelmakers, stoelen- en beddenmakers, behangers, hout-snijders of hout-draaiers ; beteekent „improver" ieder persoon (behalve een leerling), die geen stukloon (piecework price or rate) of tijdloon (wages price or rate) ontvangt, als voor per sonen, die geen leerlingen of improvers zijn, door eenigen Bijzonderen Raad is vastgesteld en die niet ouder is dan 21 jaar, of die, indien ouder dan 21 jaar, een vergunning heeft van een inspecteur, daartoe gemachtigd door den Minister, om betaald te worden als een improver. 3. 1. Ten einde te bepalen Doel der bijzondere Raden, welke minimutn-loonen (lowest prices or rates) betaald mogen worden aan eenig persoon of personen of groepen van personen, werkzaam binnen of buiten een fabriek of in, of in verband met een winkel: met het geheel of gedeeltelijk klaarmaken of vervaardigen van bijzondere (particular) artikelen van boven- of onderkleeding of van meubileering; of bij eenige bewerking, bedrijf of beroep gewoonlijk 1) Miss S. Sanger, Hon. Secr. of the British Association for labour legislation was zoo welwillend ons de drukproeven te sturen van deze wet, zooals die zal worden opgenomen in het Bulletin E. III 1908, waarschijnlijk p. 168 vgg. Wij waren daardoor in de gelegenheid deze wet uit de oorspronkelijke taal (Engelsch) te vertalen. 2) 1—52. Bulletin VII 1908 p. 233 vgg. of veelvuldig uitgeoefend in een fabriek of winkel, en ten einde de normale arbeidstijd en het maximum aantal arbeidsuren, overuren ingesloten, te bepalen in of in verband met een fabriek of winkel (die winkels ingesloten, die overigens niet vallen onder de voorschriften van de Factories and Shops Act of 1900), is de Gouverneur (Governor in Council) bevoegd, als hem dat noodig dunkt, van tijd tot tijd, een Bijzonderen Raad te benoemen, bestaande uit niet minder dan 4 en niet meer dan 10 leden en een voorzitter, en is bevoegd ten allen tijde eenig lid van den Bij zonderen Raad te ontslaan. Een Bijzondere Raad kan benoemd worden met rechtsmacht over de geheele Staat of met rechtsmacht beperkt tot een nader omschreven streek. [2 = seetion 75.2 van de Factories and Shops Act, 1905 van Victoria X).J [4 bepaalt nagenoeg hetzelfde Wijze van benoeming, als seetion 82. 1, 3, 4 ; 83 ; 86. b ; 87. 4 van de Factories Act, 1907 van South-Australia-).] 5. Binnen een maand na een beKeuze der leden, kendmaking van den Minister, gepubliceerd in de Gazette, dat hij van plan is een Bij zonderen Raad samen te stellen voor eenig bijzonder (particular) bedrijf of beroep, moeten de werkgevers en de arbeiders in zulk een bedrijf of beroep het hun respectievelijk toekomende aantal leden van zulk een Bij zonderen Raad voor zulk een bedrijf of beroep kiezen. Niettegenstaande eenige bepaling dezer wet, is, wanneer in eenig district er slechts één werkgever is in eenige bewerking, bedrijf, beroep of industrie, zulk een werkgever bevoegd willekeurige personen (behalve juristen, al of niet gegradueerd) te 1) Zie blz. 144. a) Zie blz. 118 en 120. kiezen in een aantal als hem toekomt in zulk een Bij zonderen Raad. Na ontvangst van de namen der aldus gekozen personen moet de Minister, in een kennisgeving gepubliceerd in de Gazette, zulke personen als vertegenwoordigend de werkgeversen vertegenwoordigend de arbeiders benoemen tot leden van zulk een Bij zonderen Raad. Evenwel, indien de werkgevers of de arbeiders nalaten zulk een verkiezing te houden binnen den tijd in de voorgaande paragraaf aangegeven, dan moet de Minister, in een kennisgeving gepubliceerd in de Gazette, personen benoemen als vertegenwoordigers der werkgevers en arbeiders, die nalaten zulk een verkiezing te houden. 6. Niettegenstaande eenige bepaling dezer wet worden de leden van eenigen Bij zonderen Raad om te bepalen en vast te stellen welke minimum-loonen aan iemand betaald mogen worden voor het geheel of gedeeltelijk klaarmaken of vervaardigen van eenige bijzondere artikelen van meubileering niet gekozen, maar is de Gouverneur bevoegd, van tijd tot tijd, zulk een Bij zonderen Raad te benoemen. [7 bepaalt in hoofdzaak hetzelfde als section 82.2 van de Factories Act, 1907 van South-Australiax).] 8. In geval een vacature door eenige oorzaak, welke ook, in eenigen Bijzonderen Raad ontstaat, moet deze vervuld worden door een verkiezing als bovengenoemd, te houden door de werkgevers of arbeiders, onder wier vertegenwoordigers zulk een vacature ontstond, en de Minister moet, in een kennisgeving gepubliceerd in de Gazette, de aldus gekozen persoon benoemen, of bij gebreke van zulk een verkiezing binnen een maand nadat de vacature was ontstaan, moet de Minister, in een kennisgeving als bovengenoemd, uit eigen beweging iemand benoemen als vertegen») Zie blz. 118. woordiger van de werkgevers of arbeiders, al naar het geval vordert, voor het nog niet afgeloopen deel van den zittingstijd van het lid dat sterft, of zijn ontslag neemt of ontslagen is. [9 bepaalt in hoofdzaak hetzelfde als section 87. 1, 2, 3 van de Factories Act, 1907 van South-Australia *).] 10. Bij het maken van eenige Bevoegdheden der bepaling omtrent de loonen Bijzondere Raden. a. moet de Raad als een feit vaststellen de gemiddelde loonen (average prices or rates of payment) (hetzij stukloonen hetzij tijdloonen) die door werkgevers betaald worden aan arbeiders van gemiddelde bekwaamheid ; b. kunnen, wanneer dat billijk en doelmatig blijkt, afzonderlijke loonen vastgesteld worden voor oude, gebrekkige ®f langzame arbeiders; c. moet de Raad, wanneer hij rechtsmacht heeft binnen een begrensd gebied zijn onderzoek en loonbepaling beperken tot de speciale omstandigheden van dat gebied. 11. De bevoegdheden van een Bijzonderen Raad met betrekking tot de onder zijn rechtsmacht vallende aangelegenheden worden niet beperkt of op andere wijze beinvloed door eenig uitdrukkelijk voorschrift van de Factories and Shops Act of 1900, dat in het algemeen of in het bijzonder op een van dezelfde aangelegenheden betrekking heeft. [12—14 zijn nagenoeg gelijkluidend met section 88, 92 en 98 van de Factories Act, 1907 vati SouthAustralia 2).] [15 = section 87 van de Factories and Shops Act, 1905 van Victoria3).] 16. Bij het vaststellen van tijdloonen, en ook bij >) Zie blz. 120. 2) Zie blz. 120, 121, 124. 3) Zie blz. 147. p het vaststellen van stukloonen moet een Bijzondere Raad, in alle gevallen, waarin naar zijn oordeel het nuttig is zulks te doen, bepalen öf, en zoo ja, welke vergoeding betaald moet worden voor wachttijd. [17—19 = section 88—90 van de Factories and Shops Act, 1905 van Victoria ').] f20 is nagenoeg gelijkluidend met section 16 van de Factories and Shops Act, 1905 N° 2 van Victoria 2).j [21 28 geven bepalingen omtrent leerlingen, im~ provers en jeugdige arbeiders.] 29 = section 98 van de Factories and Shops Act, 1905 van Victoria3).] [30 geeft bepalingen aangaande een vergunning voor oude, langzame en gebrekkige arbeiders om tegen een lager loon te werken dan hetwelk door den Raad is vastgesteld.] [31—32 zijn nagenoeg gelijkluidend met section 100 en 101. 1 van de Factories and Shops Act, I9°5 van Victoria 4).] 33 = section 102 van de Factories and Shops Ac , 1905 van Victoria5).] [34 geeft bepalingen betreffende Bijzondere Raden voor de meubel-industrie, en brood- en banketbakkerijen.] 135 _ section 104 van de Factories and Shops Act, 1905 van Victoria 6).] [36 is nagenoeg gelijkluidend met section 105 van de Factories and Shops Act, 1905 van Victoria ')■] 37—39 zijn nagenoeg gelijkluidend met section 117 en 118 van de Factories Act, 1907 van SouthAustralia s).] >) Zie blz. 147, 148. 2) Zie blz. 152. s) Zie blz. 149. *) Zie blz. 150. j) Zie blz. 152. «) Zie blz. 152. ") Zie blz 153 s) Zie blz. 127, 128. [40—45 = section 109—114 van de Factories and Shops Act, 1905 van Victoria1).] '46—47 geven procesrecht-regels, volgens welke de geldigheid of wettigheid van een loonbepaling kan worden aangetast.] 48. De volgende voorschrifBekrachtiging van over- ten zijn van toepassing op eenkomsten, indien geen alle gevallen waar geen BijBijzondere Raad bestaat, zondere Raad voor een bedrijf of beroep bestaat : De meerderheid, respectievelijk van de werkgevers en arbeiders in zulk een bedrij f of beroep in eenige streek kan een overeenkomst aangaan met betrekking tot alle of sommige van de aangelegenheden, welke volgens deze wet zouden vallen onder de rechtsmacht van een Bijzonderen Raad, indien zulk een Bijzondere Raad was samengesteld voor zulk een bedrijf of beroep, en kan zulk een overeenkomst, behoorlijk geteekend door hun respectievelijke vertegenwoordigers, aan den Minister zenden, met het verzoek dat deze door hem bekrachtigd worde. Indien de Minister, na ontvangst van zulk een overeenkomst, ervan verzekerd is, dat deze aangegaan is door een meerderheid van, respectievelijk, gezegde werkgevers en arbeiders in zulk een streek, en dat zulk een overeenkomst niet strijdt met de voorschriften van deze wet, kan hij, door bekendmaking in de Gazette, gezegde overeenkomst bekrachtigen ; en daarop heeft gezegde overeenkomst dezelfde kracht en uitwerking alsof het een loonbepaling was geweest van een Bijzonderen Raad, voor zulk een bedrijf of beroep samengesteld, en er moet rekening mee gehouden worden door alle werkgevers en arbeiders in zulk een bedrijf of beroep in zulk een streek, en de overeenkomst blijft van kracht totdat deze door een andere overeenkomst gewijzigd is, op gelijke wijze aangegaan en be') Zie blz. 155, 156. achtigd, of door een loonbepaling van een Bijzonderen Raad, samengesteld voor zulk een bedrijf of beroep en met rechtsmacht in zulk een streek. . 49• Ieder bedrijf, beroep of in- Uitbreiding der wet tot dustrie, van welken aard ook andere bedrijven en be- al of niet uitgeoefend in of in r0epen- verband met een fabriek of winkel waarvan de werkgevers of arbeiders in eenig district op grond van de voorsc riften dezer wet in den voorgeschreven vorm een verzoek, waarin de wensch te kennen gegeven wordt dat de voorschriften van deze wet op hen van toepassing zullen zijn, tot den Minister richten om een Bijzonderen Raad in te stellen voor de regeling van zulk een bedrijf, beroep of industrie, kan onder die voorschriften gebracht worden. Indien de Minister ervan verzekerd is, dat zulk een verzoek bona fide de wensch is van de meerderheid der werkgevers of arbeiders, betrokken bij zulk een bedrijf, beroep of industrie, moet hij, in een kennisgeving gepubliceerd in de Gazette, verklaren dat de voorschriften van deze wet van toepassing zijn op zulk een bedrijf, beroep of industrie, en moet hij de personen, betrokken bij zulk een bedrijf, beroep of industrie uitnoodigen een Bijzonderen Raad te kiezen binnen een maand na de dagteekening van zulk een kennisgeving m de Gazette en moet hij alle bevoegdheden uitoefenen aan hem opgedragen met betrekking tot de benoeming van Bijzondere Raden, zooals voorgeschreven in deze wet. 50. Geen werkgever mag Redenen waarom door werk- eenig arbeider uit zijn gever of arbeider geen ont- dienstbetrekking ontslag gegeven of genomen kan slaan en geen arbeider worden. mag de arbeid in dienst van een werkgever be- eindigen, louter op grond van het feit dat de arbeider of werkgever, al naar het geval zich voordoet, bestuurder of lid is van een organisatie of aanspraak heeft op een overeenkomst of beslissing, die bij op grond van deze wet kan doen gelden. [51 bepaalt de boeten voor overtreding van de voorschriften van deze wet. Het maximum — xoo pond sterling — kan bij een derde overtreding worden opgelegd.] [52 geeft den Gouverneur (Governor in Council) de bevoegdheid reglementen te maken van administratieven aard ter uitvoering van deze wet.] AANHANGSEL. Nadat het vorenstaande gezet en gedrukt was, werden de hierachter volgende wetten gepubliceerd. ENGELAND. Trade Boards Act, 20 October 1909. Een wet ter voorziening in de instelling van bedrijfsraden (trade boards) voor bepaalde bedrijven (9 Edw. 7. Chapter 22). INSTELLING VAN BEDRIJFSRADEN VOOR BEDRIJVEN, OP WELKE DE WET VAN TOEPASSING IS. 1. 1. Deze wet zal van toepassing zijn Toepassing van op de bedrijven, nader aangegeven in de wet op be- de bijlage van deze wet, en op alle paalde bedrij- andere bedrijven op welke deze van ven- toepassing is verklaard bij voorloopige verordening (Provisional Order) van den Board of Trade, overeenkomstig deze section vastgesteld. 2. De Board of Trade kan een voorloopige verordening vaststellen, deze wet van toepassing verklarend op eenig nader aangegeven bedrijf, op hetwelk deze wet te dien tijde niet van toepassing is, indien hij (de Board of Trade) overtuigd is, dat het standaardloon in eenigen tak van dat bedrijf buitengewoon laag is. vergeleken bij dat in andere beroepen en dat de verdere omstandigheden van het bedrijf zoodanig zijn, dat deze de toepassing dezer wet op het bedrijf mogelijk (expedient) maken. 3- Indien te eeniger tijd de Board of Trade van meening is, dat de arbeidsvoorwaarden in eenig bedrijf, waarop deze wet van toepassing is, zoo veranderd zijn ifl dat de toepassing van deze wet op het bedrijf onnoodig wordt, kan hij een voorloopige verordening vaststellen, dat de wet zal ophouden op dat bedrijf van toepassing te zijn. 4. De Board of Trade kan aan het Parlement ter bekrachtiging voorleggen iedere voorloopige verordening door hem ter uitvoering van deze section vastgesteld, maar geen zoodanige verordening zal van kracht zijn, tenzij en totdat deze door het Parlement bekrachtigd is. 5. Indien, terwijl een ontwerp van wet tot bekrachtiging van een dergelijke verordening aanhangig is in een van beide Huizen van het Parlement, een verzoekschrift tegen eenige daarin vervatte verordening wordt ingediend, kan het wetsontwerp, voorzoover het op die verordening betrekking heeft, verwezen worden naar een speciale commissie (select committee) of, indien beide Huizen het wenschelijk achten aldus te gelasten, naar een commissie samengesteld uit beide Huizen, en het zal den verzoeker veroorloofd zijn voor de commissie te verschijnen en zijn bezwaren in te brengen op dezelfde wijze als bij gewone ontwerpen (Private Bill) 6. Elke wet bekrachtigend een voorloopige, ter uitvoering van deze section vastgestelde, verordening kan ingetrokken of gewijzigd worden bij een volgende voorloopige verordening, vastgesteld door den Board of Trade en bekrachtigd door het Parlement. 2. 1. De Board of Trade zal, indien Instelling van zulks uitvoerbaar is, een of meer bebedrijfsraden drijfsraden instellen, samengesteld in voor bedrijven overeenstemming met de uitvoeringswaarop de wet besluiten krachtens deze wet vastgesteld van toepassing voor ieder bedrijf, waarop deze wet is. van toepassing is, of voor eenigen tak van arbeid (branchof work) in dat bedrijf. Waar een bedrijfsraad is ingesteld overeenkomstig deze wet voor eenig bedrijf of tak van arbeid in een bedrijf, hetwelk in een belangrijken omvang in Ierland uitgeoefend wordt, zal een afzonderlijke bedrijfsraad ingesteld worden voor dat bedrijf of dien tak van arbeid in een bedrijf in Ierland. 2. Waar een bedrijfsraad is ingesteld voor eenigen tak van arbeid in een bedrijf, zal eene verwijzing in deze wet naar het bedrijf, waarvoor de raad is ingesteld, beschouwd worden als een verwijzing naar den tak van arbeid in het bedrijf, waarvoor de raad is ingesteld. 3. Een bedrijfsraad voor eenig Algemeene verplich- bedrijf zal naar gelang van omtingen van bedrijfs- standigheden iedere zaak, in beraden. trekking staande tot de bedrijfs- voorwaarden van het bedrijf, naar hem verwezen door een Secretaris van Staat (Secretary of State), den Board of Trade of eenig ander regeeringsdepartement, overwegen en zal een rapport over de zaak indienen bij het regeeringslichaam, hetwelk de kwestie naar hem verwezen heeft. MINIMUM-LOONEN. 4. 1. Bedrijfsraden moeten met Verplichtingen en inachtneming van de bepalingen bevoegdheden van van deze section minimum-loonen bedrijfsraden met naar tijdruimte berekend (minimum betrekking tot mi- rates of wages for timework) vastnimum-loonen. stellen voor hun bedrijven — in deze wet aangeduid als minimum-tij dloonen (minimum time-rates) — en zijn ook bevoegd algemeene minimum-loonen voor stukwerk (generaal minimum rates of wages for piecework) voor hunne bedrijven vast te stellen — in deze wet aangeduid als algemeene minimum-stukloonen (general minimum piecerates) — en die loonen (hetzij tijd- of stukloonen) kunnen vastgesteld worden als van toepassing op het bedrijf in zijn geheel of als van toepassing op eenig bijzonder gedeelte van het werk van het bedrijf of op eenige bijzondere groep van arbeiders in het bedrijf, of op eenig bijzonder gebied (special area). Indien een bedrijfsraad meedeelt aan den Board of Trade, dat het ondoenlijk is in eenig geval een minimum-tijdloon vast te stellen in overeenstemming met deze section kan de Board of Trade, voorzoover het dit geval betreft, den bedrijfsraad van zijn verplichting ontheffen. 2. Alvorens eenig minimum-tijdloon of algemeen minimum-stukloon vast te stellen, zal de be liijfsraad het loon, dat hij voorstelt vast te stellen bekend maken en alle bezwaren tegen dat loon, die binnen drie maanden bij hem worden ingebracht, in overweging nemen. 3. De bedrijfsraad moet ieder minimum-tijdloon of algemeen minimum-stukloon, door hem vastgesteld, bekend maken 4. Een bedrijfsraad is bevoegd, indien hem zulks gepast voorkomt, te vernietigen of te wijzigen ieder minimum-tijdloon of algemeen minimum-stukloon, overeenkomstig deze wet vastgesteld en zal opnieuw overwegen eenig dergelijk minimum-loon, indien de Board of Trade hem gelast zulks te doen, hetzij een verzoek daartoe is ingekomen of niet: Evenwel moeten de bepalingen van dezen section met betrekking tot bekendmaking toegepast worden, waar voorgesteld wordt te vernietigen of te wijzigen het overeenkomstig de vorige bepalingen vastgesteld minimumloon, op dezelfde wijze als deze toe te passen zijn, waar voorgesteld wordt een minimum-loon vast te stellen. 5. Een bedrijfsraad moet op verzoek van een werkgever een bijzonder minimum-stukloon vaststellen, 0111 van toepassing te zijn met betrekking tot personen, door hem te werk gesteld, in gevallen, waar een minimum-tijdloon, maar geen algemeen minimum-stukloon van toepassing is en kan, als hem (bedrijfsraad) zulks goeddunkt, ieder aldus bepaald loon vernietigen of wijzigen, hetzij op verzoek van den werkgever, of na kennisgeving aan den werkgever; deze kennisgeving moet niet korter dan één maand voor de vernietiging of wijziging van eenig zoodanig loon gegeven worden. 5. 1. Totdat een minimum-tijdloon of Verordening bin- een algemeen minimum-stukloon door dende kracht aan een bedrijfsraad vastgesteld, binminimum-loonen dend is gesteld bij verordening van gevend. den Board of Trade overeenkomstig deze section, zal de werking van de loonbepaling beperkt zijn, zooals in deze wet is voorzien. 2. Na verloop van 6 maanden, te rekenen vanaf den dag waarop een bedrijfsraad eenig minimumtijdloon of algemeen minimum-stukloon door hem vastgesteld heeft bekend gemaakt, zal de Board of Trade een verordening vaststellen (in deze wet aangeduid als bindende verordening), waardoor in alle gevallen, waar het toepasselijk is, dat minimum-loon bindend gesteld wordt voor alle werkgevende personen en alle te werk gestelde personen, tenzij hij van meening is, dat de omstandigheden van dien aard zijn, dat het praematuur of om andere redenen niet gewenscht is een bindende verordening vast te stellen; en in dat geval zal hij een verordening vaststellen om de bindende werking van het loon uit te stellen (in deze wet aangeduid als verordening van uitstel). 3. Wanneer een verordening van uitstel vastgesteld is met betrekking tot eenig loon, is de bedrijfsraad bevoegd il te allen tijde na verloop van zes maanden, te rekenen vanaf den datum dier verordening, den Board of Trade de vaststelling van een bindende verordening met betrekking tot dat loon te vragen; en op een dergelijk verzoek moet de Board of Trade een bindende verordening vaststellen met betrekking tot dit loon, tenzij hij van meening is, dat een nieuwe verordening van uitstel wenschelijk is; en in dit geval zal hij zulk een nieuwe verordening vaststellen, en de bepalingen van deze section, welke van toepassing zijn op de eerste verordening van uitstel zullen van toepassing zijn op iedere dusdanige nieuwe verordening. Een verordening van uitstel met betrekking tot eenig loon zal van kracht zijn, totdat een bindende verordening door den Board of Trade overeenkomstig deze section vastgesteld is. 4. De Board of Trade is bevoegd, indien hem zulks goeddunkt, een verordening vast te stellen om algemeen van toepassing te verklaren (minimum-) loonen (rates). welke ook, vastgesteld door eenigen bedrijfsraad, reeds ingesteld of op het punt van ingesteld te worden voor eenig bedrijf, waarop deze wet van toepassing is en zoolang die verordening van kracht is, zal elk minimum-tijdloon en elk algemeen minimum-stukloon na verloop van 6 maanden, te rekenen vanaf den dag, waarop de bedrijfsraad het vaststellen van het loon bekend gemaakt heeft, bindend zijn op dezelfde wijze alsof de Board of Trade een verordening vastgesteld had, het loon, overeenkomstig deze section bindend stellend, tenzij in eenig bijzonder geval de Board of Trade ten verzoeke van eenig belanghebbend persoon, het tegendeel bepale. De Board of Trade kan iedere dusdanige algemeene verordening ten allen tijde intrekken, na drie maanden te voren aan den bedrijfsraad kennis te hebben gegeven van zijn voornemen tot herroeping. 6. 1. Waar eenig minimum-loon, Strafbepaling door een bedrijfsraad vastgesteld, wegens het tindend gesteld is bij verordening niet-betalen van van den Board of Trade overeenloonen in overeen- komstig deze wet, moet een werkstemming met de gever in de gevallen, waarin het minimum-loonen, minimum-loon van toepassing is, die bindend ge- aan den te werk gestelden persoon steld zijn. een loon betalen, niet lager dan het minimum-loon, zonder rechtvan aftrek, hoe ook, en wanneer hij in gebreke is zulks te doen, is hij na bij summier bewijs schuldig bevonden te zijn (on summary conviction) strafbaar voor elke overtreding met geldboete van ten hoogste 20 pond sterling en met geldboete van ten hoogste 5 pond sterling voor eiken dag, waarop de overtreding wordt voortgezet, na daaraan schuldig bevonden te zijn. 2. Wanneer een werkgever overeenkomstig deze section is schuldig bevonden te overtreden het verbod: ,,geen loon te betalen beneden het minimum-loon aan eenigen door hem te werk gestelden persoon'', kan het Hof bij schuldigbevinding den werkgever veroordeelen boven de geldboete een zoodanige som te betalen, als het Hof meent, dat aan den te werk gestelden persoon verschuldigd is ter zake van loon, het loon berekend naar den maatstaf van het minimum-loon ; maar de bevoegdheid de betaling van het loon te gelasten overeenkomstig deze bepaling zal niet opheffen eenig recht van de te werk gestelde persoon om door andere rechtsmiddelen het loon te verkrijgen. 3. Indien een bedrijfsraad overtuigd is, dat eenig persoon, te werk gesteld of wenscliend te werk gesteld te worden op naar tijdruimte berekend loon in eenigen tak van een bedrijf, waarvoor een minimum-tijdloon vastgesteld door den bedrijfsraad van toepassing is, lijdende is aan eenig gebrek of phvsiek letsel, hetwelk hem niet in staat stelt dat minimum-tijdloon te verdienen en van meening is, dat in dat geval niet voldoende kan worden voorzien door den werknemer op stukloon te doen werken, is de bedrijfsraad bevoegd indien hem zulks goeddunkt, den werknemer onder zulke voorwaarden, indien deze gesteld worden, zooals de bedrijfsraad zal voorschrijven, een verlofbrief uit te reiken, opheffende de bepalingen van deze wet, welke het minimum-tijdloon bindend stellen, bij het te werk stellen \ an dezen werknemer; en zoolang dit verlof van kracht is, zal een werkgever niet strafbaar zijn, indien hij loon aan dezen werknemer betaalt volgens een maatstaf lager dan het minimum-tijdloon, zoolang als aan de door den bedrijfsraad voorgeschreven voorwaarden bij het uitreiken van het verlof, voldaan is. 4. Bij eenige vervolging van een werkgever overeenkomstig deze section, zal de bewijslast op den werkgever drukken door overlegging van behoorlijke loonstaten of andere loonopgaven of op andere wijze, dat hij niet heeft betaald of heeft toegestaan te betalen een loon, lager dan het minimum-loon. 5. Iedere overeenkomst tot het betalen van loon, strijdig met deze bepaling, zal nietig zijn. 7. 1. Wanneer eenig minimumBeperkte werking van loon vastgesteld is door een beminimum-loonen, drijfsraad, maar niet te dien tijde die niet bindend bindend gesteld is bij verordening zijn gesteld. van den Board of Trade, ter uit¬ voering van deze wet vastgesteld, zal het minimum-loon, tenzij de Board of Trade het tegendeel bepaalt in eenig geval, waarin hij den bedrijfsraad gelast heeft het loon opnieuw te overwegen, een beperkte werking hebben, als volgt: a. In alle gevallen, waarop het minimum-loon van toepassing is, moet een werkgever bij gebreke van eenige schriftelijke overeenkomst tot het tegendeel, aan den te werk gestelden persoon een loon betalen, niet lager dan liet minimum-loon; en bij gebreke van eene zoodanige overeenkomst is de te werk gestelde persoon bevoegd van den werkgever een loon te vorderen naar dien maatstaf. b. Ieder werkgever is bevoegd schriftelijk kennis te geven aan den bedrijfsraad, door welke het minimumloon is vastgesteld, dat hij wenscht, dat het loon voor hem bindend zijn zal en in dat geval zal hij onder dezelfde verplichting zijn, loon te betalen aan een door hem te werk gestelden persoon, niet lager dan het minimum-loon en strafbaar zijn met dezelfde geldboeten, indien hij zulks niet doet, als hij zijn zou, wanneer een verordening van den Board of Trade, het loon bindend stellende, van kracht ware. c. Geen aanbesteding met zich brengende werkzaamheden, waarop het minimum-loon van toepassing is, zal door een regeeringsdepartement of plaatselijke overheid aan eenig werkgever gegund worden tenzij deze den bedrijfsraad een kennisgeving gezonden heeft in overeenstemming met de voorgaande bepaling: Evenwel is, ingeval van eenige in 'slands belang dringende noodzakelijkheid, de Board of Trade bevoegd bij verordening voor den duur en gedurende het tijdvak in de verordening aangegeven, de werking van deze bepaling op te heffen met betrekking tot aanbestedingen voor eenig zoodanig werk, verricht wordend of te verrichten ten behoeve van de Kroon als nader in de verordening omschreven. 2. De bedrijfsraad moet een register bijhouden van alle kennisgevingen, gedaan overeenkomstig deze section. Het register is ter inzage van het publiek, zonder betaling van eenig recht en heeft kracht van bewijs voor de daadzaken daarin vermeld. Ieder afschrift aantoonend gewaarmerkt te zij n door den secretaris van den bedrijfsraad of eenig daartoe aangewezen beambte van den bedrijfsraad, als een echt afschrift van eenige aanteekening in het register, zal zonder verdere formaliteiten als bewijsmiddel worden toegelaten. 8. Een werkgever zal, in geVoorziening in geva! vallen waarin personen te werk van personen werkend gesteld zijn op stukwerk en een op stukwerk, waar een minimum-tijdloon, maar geen minimum-tijdloon, algemeen minimum-stukloon is maar geen algemeen vastgesteld, geacht worden loonen minimum-stukloon is te betalen, lager dan het minivastgesteld. mum-loon : a. in gevallen, waar een bijzonder minimum-stukloon overeenkomstig de bepalingen dezer wet is vastgesteld voor personen, door den werkgever te werk gesteld, indien de maatstaf der betaalde loonen lager is dan dat bijzonder minimum-stukloon, en b. in gevallen, waar een bijzonder minimum-stukloon niet in dier voege is vastgesteld, tenzij hij aantoone, dat de maatstaf van de betaalde stukloonen, gegeven de omstandigheden van het geval, voor een normalen werknemer ten minste hetzelfde bedrag in geld zou opleveren als het minimum-tijdloon. 9. Ieder winkelhouder, verkooper of Voorkomen van handelaar, die bij wijze van beontduiking. drijf (by way of trade) een schikking treft, direct of indirect, met eenigen werknemer, ter uitvoering waarvan de werknemer eenig werk verricht, waarvoor een minimum-loon overkomstig deze wet is vastgesteld, zal geacht worden ter zake dezer wet werkgever te zijn van den werknemer en de door den werknemer te verkrijgen netto vergoeding met betrekking tot het werk, na aftrek van zijn noodzakelijke uitgaven in verband met het werk, zal geacht worden te zijn loon. 10. 1. Ieder werknemer of Behandeling door den ieder door een werknemer bedrijfsraad van klach- gemachtigd persoon is beten aangaande overtre- voegd bij den bedrijfsraad ding der minimum- een klacht in te dienen, dat loonen. loon aan den werknemer door eenigen werkgever betaald in een geval, waar een minimum-loon door den bedrijfsraad vastgesteld van toepassing is, lager is dan het minimum-loon; en de bedrijfsraad moet de zaak overwegen en is bevoegd, indien hem zulks goeddunkt, gerechtelijke maatregelen overeenkomstig deze wet in het belang van den werknemer te nemen. 2. Alvorens eenige gerechtelijke maatregelen te nemen overeenkomstig deze wet in het belang van den werknemer, is een bedrijfsraad bevoegd en bij de eerste maal, waarop gerechtelijke maatregelen door den bedrijfsraad tegen een werkgever overwogen worden, is hij verplicht alle redelijke pogingen te doen om de zaak ter kennis van den werkgever te brengen, teneinde de zaak te regelen zonder over te gaan tot gerechtelijke maatregelen. SAMENSTELLING, WERKWIJZE, ENZ VAN BED RIJ FS RADEN. 11. 1. De Board of Trade is gerechSamenstelling en tigd uitvoeringsbesluiten vast te werkwijze van stellen met betrekking tot de samenbedrijfsraden. stelling van bedrijfsraden, die samengesteld zullen worden uit leden, vertegenwoordigend werkgevers, en leden, vertegenwoordigend werknemers, — in deze wet aangeduid als vertegenwoordigende leden (representative members) — in gelijke verhouding en uit aangestelde leden (appointed members). Alle dergelijke uitvoeringsbesluiten kunnen vastgesteld worden als van toepassing zijnde in het algemeen op de samenstelling van alle bedrijfsraden of in het bijzonder voor de samenstelling van eenigen bijzonderen bedrijfsraad of eenige bijzondere groep van bedrijfsraden. 2. Vrouwen moeten als leden van de bedrijfsraden verkiesbaar zijn even goed als mannen. 3. De vertegenwoordigende leden moeten gekozen of benoemd (nominated) worden of ten deele gekozen en ten deele benoemd worden, zooals in de uitvoeringsbesluiten zal worden bepaald en bij het samenstellen van de uitvoeringsbesluiten zal in bedrijfsraden van alle bedrijven, waarbij in aanmerkelijke mate huisindustrie-arbeiders (home workers) betrokken zijn, voorzien worden in de vertegenwoordiging van huisindustrie-arbeiders 4. De voorzitter van een bedrijfsraad moet diegene der leden zijn, die de Board of Trade zal aanstellen en de secretaris van den bedrijfsraad moet door den Board of Trade worden aangesteld. 5. De werkzaamheden van een bedrijfsraad zullen niet gestuit worden door eenige vacature in het aantal leden of door eenig gebrek in de aanstelling, verkiezing of benoeming (appointment, election, or nomination) van eenig lid. 6. Om een vergadering van een bedrijfsraad geacht te kunnen worden, moeten ten minste een derde van het geheele aantal vertegenwoordigende leden en ten minste één aangesteld lid tegenwoordig zijn. 7. De Board of Trade is bevoegd uitvoeringsbesluiten vast te stellen met betrekking tot de werkwijze en de vergaderingen van bedrijfsraden, met inbegrip van de wijze van stemmen ; maar met inachtneming van de bepalingen dezer wet en eenige op grond daarvan vastgestelde uitvoeringsbesluiten zijn bedrijfsraden bevoegd hun werkwijze te regelen op zulk een wijze als hun goeddunkt. 12. 1. Een bedrijfsraad is bevoegd Instelling van district-bedrijfscommissies (district district-bedrijfs- trade committees) in te stellen, becommissies. staande gedeeltelijk uit leden van den bedrijfsraad en gedeeltelijk uit personen geen lid zijnde van den bedrijfsraad, maar vertegenwoordigend werkgevers of werknemers, werkzaam in liet bedrijf, en samengesteld in overeenstemming met de uitvoeringsbesluiten te dezer zake door den Board of Trade vastgesteld en werkend voor een zoodanig gebied als de bedrijfsraad zal vaststellen. 2. In de uitvoeringsbesluiten moet erin voorzien worden dat in elke distriet-bedrijfscommissie ten minste één aangesteld lid zitting zal hebben als lid en moet voorzien worden in liet gelijkelijk vertegenwoordigd zijn van plaatselijke werkgevers en plaatselijke werknemers in de commissie, en in het vertegenwoordigd zijn daarin van huisindustrie-arbeiders, in geval bij een bedrijf in aanmerkelijke mate huisindustriearbeiders betrokken zijn in dat district, en ook in de aanstelling van een permanente subcommissie (standing sub-committee) voor het behandelen van verzoeken om bijzondere minimum-stukloonen en van klachten, ingediend bij den bedrijfsraad overeenkomstig deze wet, en in het verwijzen van eventueele verzoekschriften of klachten naar die subcommissie. 3. Een bedrijfsraad is bevoegd naar een districtbedrijfscommissie te verwijzen, teneinde van haar verslag en advies te ontvangen, iedere zaak, die het hem gepast voorkomt te verwijzen en is evenzoo bevoegd, indien hem zulks goeddunkt, aan een districtbedrijfscommissie elk van zijn bevoegdheden en verplichtingen overeenkomstig deze wet over te dragen, behalve zijn bevoegdheid en verplichting om een minimum-tijdloon of algemeen minimurti-stukloon vast te stellen. 4. Wanneer een district-bedrijfscommissie voor eenig gebied is ingesteld, zal het de plicht der commissie zijn, den bedrijfsraad minimum-tijdloonen aan te bevelen en, voorzoover haar dit goeddunkt, algemeene minimumstukloonen, die toegepast zouden kunnen worden op het bedrijf in haar gebied en geen zoodanig minimum-loon, vastgesteld overeenkomstig deze wet en geen wijziging of vernietiging van een dergelijk loon zal van kracht zijn binnen dat gebied, tenzij hetzij het loon of de wijziging of de vernietiging er van, al naar het geval zich zal voordoen, aanbevolen is door de district-bedrijfscommissie of de mogehjkheid geboden is aan de commissie dienaangaande verslag uit te brengen aan den bedrijfsraad en de bedrijfsraad een verslag, eventueel uitgebracht door de commissie, overwogen heeft. 13. 1. De Board of Trade is Aangestelde leden bevoegd een zoodanig aantal pervan bedrijfsraden. sonen (hieronder ook vrouwen begrepen) aan te stellen als hem goeddunkt, dat er aangestelde leden van bedrijfsraden zijn. 2. Van de aangestelde leden van bedrijfsraden zullen in iederen bedrijfsraad of iedere district-bedrijfscommissie diegenen zitting hebben, die als zoodanig door den Board of Trade zullen worden aangewezen en in 't geval van een bedrijfsraad voor een bedrijf, waarin vrouwen in aanzienlijk aantal werkzaam zijn, moet ten minste een van de aangestelde leden een vrouw zijn : Evenwel moet in acht genomen worden, dat het aantal der aangestelde leden, terzelfder tijd zitting hebbend in denzelfden bedrijfsraad of dezelfde district-bedrijfscommissie minder zij, dan de helft van het totaal aantal leden, vertegenwoordigend werkgevers, en leden, vertegenwoordigend werknemers. AANSTELLING VAN BEAMBTEN EN ANDERE BEPALINGEN VOOR DE HANDHAVING DER WET. 14. 1. De Board of Trade is bevoegd Aanstelling van zoodanige beambten aan te stellen, beambten. als hij noodig acht voor het doen van onderzoek naar klachten en anderszins ter verzekering van de behoorlijke naleving dezer wet en alle daartoe aangestelde beambten zullen werkzaam zijn overeenkomstig de aanwijzingen van den Board of Trade of, indien de Board of Trade alzoo besluite, overeenkomstig de aanwijzingen van eenigen bedrijfsraad. 2. De Board of Trade is eveneens bevoegd in plaats van of naast het aanstellen van beambten overeenkomstig de bepalingen van deze section, indien hem zulks goeddunkt, een schikking te treffen met eenig ander regeeringsdepartement, teneinde bijstand te erlangen bij de ten uitvoerlegging dezer wet, hetzij in het algemeen of in bijzondere gevallen, van beambten van dat departement, wier ambt hen in aanraking brengt met eenig bedrijf, waarop deze wet van toepassing is. 15. 1. Ieder beambte door den Board Bevoegdheden of Trade overeenkomstig deze wet der beambten, aangesteld en ieder beambte van eenig regeeringsdepartement zal, gedurende den tijd dat hij bijstand verleent bij de ten uitvoerlegging dezer wet, de bevoegdheid hebben om ter uitoefening van zijn ambt: a. te vorderen het oveileggen van loonstaten of andere loonopgaven door een werkgever en van staten van betalingen gedaan aan thuiswerkers (outworkers) door personen, die werk uitgeven en deze na te gaan en te onderzoeken en een afschrift te nemen van ieder voor hem van belang zijnd gedeelte (material part) ervan. b. te eischen van ieder persoon die werk uitgeeft en van iederen thuiswerker, alle inlichtingen te verschaffen welke het in hun macht staat te geven met betrekking tot de namen en adressen van de personen aan wie werk uitgegeven wordt of van wie werk ontvangen wordt, al naar het geval zich voordoet, en met betrekking tot de betaling voor dat werk te doen. c. op alle redelijke uren eenige fabriek of werkplaats of eenige plaats, in gebruik om werk uit te geven aan thuiswerkers te betreden, en d. te inspecteeren en een afschrift te nemen van ieder voor hem van belang zijnd gedeelte van iedere lijst van thuiswerkers bijgehouden door een werkgever of een persoon, die werk uitgeeft aan thuiswerkers. 2. Indien eenig persoon in gebreke blijft de middelen te verschaffen door een beambte gevorderd als noodig voor een bezoek of inspectie of de uitoefening van zijn bevoegdheden overeenkomstig deze section, of indien eenig persoon een beambte hindert of bemoeilijkt in de uitoefening van de bevoegdheden hem bij deze section verleend, of weigert eenig document over te leggen of eenige inlichting te verschaffen, welke een beambte vordert aan hem over te leggen of te verschaffen overeenkomstig de bevoegdheden bij deze section verleend, is die persoon na bij summier bewijs schuldig bevonden te zijn strafbaar voor elke overtreding met geldboete van ten hoogste 5 pond sterling; en indien eenig persoon een loonstaat of loonopgaaf of staat van betalingen, of eenige lijst van thuiswerkers aan een beambte, werkzaam in de uitoefening der bevoegdheden bij deze section verleend, overlegt, wetende dat deze valsch zijn, of eenige inlichting verschaft aan een zoodanig beambte, wetende dat deze valsch is, is hij strafbaar na tij summier bewijs schuldig bevonden te zijn met geldboete van ten hoogste 20 pond sterling of met hechtenis (imprisonment) van ten hoogste 3 maanden, met of zonder dwangarbeid. 16. Ieder beambte, door den Beambten moeten hun Board of Trade aangesteld bewijs van aanstelling overeenkomstig deze wet en des verlangd vertoonen. ieder beambte van eenig regeeringsdepartement, voor den tijd dat hij bijstand verleent bij de ten uitvoerlegging dezer wet moet door den Board of het Departèment voorzien worden van een bewijs van aanstelling en moet wanneer handelend overeenkomstig of uitoefenend eenige bevoegdheid hem bij deze wet verleend, desverlangd, genoemd bewijs overleggen aan ieder persoon, of personen, daarbij betrokken. 17. 1. Ieder beambte door Bevoegdheid om gerech- den Board of Trade aantelijke maatregelen te gesteld overeenkomstig deze nemen en door te zetten wet en ieder beambte van eenig regeeringsdepartement gedurende den tijd, dat hij bijstand verleent bij de ten uitvoerlegging dezer wet, heeft de bevoegdheid om ter uitvoering van eenige bijzondere of algemeene aanwijzingen van den Board of Trade, gerechtelijke maatregelen overeenkomstig deze wet te nemen en ook een bedrijfsraad is bevoegd zoodanige gerechtelijke maatregelen te nemen in naam van eenigen beambte, aangesteld door den Board of Trade, gedurende den tijd dat deze werkzaam is onder de bevelen van den bedrijfsraad ter uitvoering dezer wet, of in naam van zijn secretaris of van eenigen door hem daartoe gemachtigde beambte. 2. Ieder beambte door den Board of Trade aangesteld overeenkomstig deze wet of ieder beambte van eenig regeeringsdepartement gedurende den tijd, dat hij bijstand verleent bij de ten uitvoerlegging dezer wet en de secretaris van een bedrijfsraad of ieder beambte van een bedrijfsraad hiertoe gemachtigd, is bevoegd, ook al is hij geen advocaat of procureur (counsel or solicitor or law agent), voor een hof van kort geding (court of summary jurisdiction) alle gerechtelijke maatregelen te nemen en door te zetten, welke tengevolge van deze wet rijzen. SLOTBEPALINGEN. 18. i. De Board of Trade moet Uitvoeringsbesluiten uitvoeringsbesluiten vaststellen aanvoor de wijze van gaande de wijze van bekend bekendmaking. making omtrent eenige aangelegenheid overeenkomstig deze wet, met het doel de aangelegenheid, welke bekend gemaakt moet worden, zooveel doenlijk ter kennis van de daarbij betrokken personen te brengen. •2. Ieder leider van een fabriek of werkplaats of van eenige plaats, in gebruik om werk uit te geven aan thuiswerkers, moet op de wijze, aangegeven in de uitvoeringsbesluiten overeenkomstig deze section, zoodanige bekendmakingen aanplakken in zijn fabriek of werkplaats of de plaats in gebruik om werk uit te geven aan thuiswerkers, als van hem gevorderd zal worden aan te plakken bij de uitvoeringsbesluiten en moet bekend maken op iedere andere wijze, indien zulks bij de uitvoeringsbesluiten verlangd wordt, aan de personen door hem te werk gesteld iedere aangelegenheid, waarvan van hem overeenkomstig de uitvoeringsbesluiten de bekendmaking gevorderd wordt. Indien de leider van een fabriek of werkplaats of van eenige plaats, in gebruik om werk uit te geven aan thuiswerkers, in gebreke is aan deze bepaling te voldoen, is hij na bij summier bewijs schuldig bevon- bevonden te zijn voor elke overtreding strafbaar met geldboete van ten hoogste 40 shilling. 19. Uitvoeringsbesluiten overeenUitvoeringsbesluiten komstig deze wet vastgesteld aan het Parlement zullen zoo spoedig mogelijk aan voor te leggen. beide Huizen van het Parlement worden voorgelegd en, indien een van beide Huizen binnen de veertig dagen, volgende op den dag waarop de uitvoeringsbesluiten aan dat Huis zijn voorgelegd, besluit, dat alle of eenige van de uitvoeringsbesluiten vernietigd behoorden te worden, zullen de uitvoeringsbesluiten, vanaf den datum van dat besluit van geen kracht zijn zonder te praejudiciëeren op de geldigheid van al wat in dien tusschentijd dienovereenkomstig gedaan is of op het vaststellen van eenige nieuwe uitvoeringsbesluiten. Indien een of meer van een stel uitvoeringsbesluiten vernietigd zijn, kan de Board of Trade, indien hem zulks goeddunkt, het geheele stel intrekken. 20. 1. Zijne Majesteit is bevoegd Uitwisseling van be- bij Koninklijk Besluit, gehoord voegdheden tusschen de ministers, (Order in Council) regeeringsdeparte- te bepalen, dat alle bevoegdheden menten. uit te oefenen of alle verplichtingen na te komen door den Board of Trade, overeenkomstig deze wet uit te oefenen of uit te voeren zijn in het algemeen, of in eenige speciale gevallen of groep van gevallen door een Secretaris van Staat en gedurende den tijd, dat een zoodanig Koninklijk Besluit van kracht is, zal deze wet toe te passen zijn alsof, voor zooveel noodig om het Koninklijk Besluit uitwerking te doen hebben, Secretaris van Staat geschreven stond in de plaats van Board of Trade. 2. Ieder Koninklijk Besluit, de ministers gehoord, overeenkomstig deze section, kan gewijzigd of ingetrokken worden door ieder later Koninklijk Besluit, de ministers gehoord. 21. Betaald moeten worden uit Kosten voor de ten gelden door liet Parlement toe te uitvoerlegging der staan : wej_ 1. alle uitgaven tot een bedrag, goed te keuren door het Ministerie van Financiën (Treasury), welke het gevolg kunnen zijn van het met machtiging of toestemming van den Board of Trade, door bedrijfsraden of hunne commissies ten uitvoerleggen dezer wet; en 2. aan aangestelde leden en secretarissen van bedrijfsraden en aan beambten,, aangesteld door den Board of Trade overeenkomstig deze wet zoodanige vergoeding en onkosten als door het Ministerie van Financiën zullen worden goedgekeurd ; en 3. aan vertegenwoordigende leden van bedrijfs raden en leden (andere dan de aangestelde leden) van district-bedrijfscommissies alle onkosten (met inbegrip van vergoeding voor tijdverlies) tot een bedrag door het Ministerie van Financiën goed te keuren, welke het gevolg kunnen zijn van de uitoefening van hun ambt als zoodanig ; en 4. alle onkosten tot een bedrag goed te keuren door het Ministerie van Financiën, welke voor den Board of Trade het gevolg kuunen zijn van het doen van navraag of het verschaffen van inlichtingen, of het doen van voorbereidende stappen voor de toepassing van deze wet op eenig bedrijf, waarop de wet niet van toepassing is, met inbegrip van de onkosten op het verkrijgen van een voorloopige verordening of op het bevorderen van de totstandkoming van een wetsontwerp tot bekrachtiging \ an eenige voorloopige verordening, vastgesteld overeenkomstig, of ter uitvoering van de bepalingen dezer wet. 22. 1. Deze wet kan worden aangeKorte titel en in- haald als de Trades Board Act, 1909. werkingtreden. 2. Deze wet zal in werking treden den eersten Januari 1910. BIJLAGE. Bedrijven waarop de wet van toepassing is zonder voorloopige verordening. 1. Confectie en maatwerk engros in de kleedingindustrie (ready made and wholesale bespoke tailoring) en elke andere tak van kleermaken (tailoring) in welken naar het oordeel van den Board of Trade de wijze van vervaardiging in het algemeen overeenkomt met die in den groothandel. 2. Het vervaardigen van doozen of gedeelten daarvan, geheel of gedeeltelijk gemaakt van papier, carton, spanen, of daarmede overeenkomend materiaal. > jjet afwerken van machinaal vervaardigde kant en tulle (net) en werkzaamheden bestaande uit herstellen en stoppen bij het afwerken van tulle gordijnen. 4. Het vervaardigen van gesmeedde (hammered and dollied or tommied) kettingen. VICTORIA. Factories and Shops Act, 1909. 5.1) De aan den Gouverneur door de Factories and Shops Acts verleende bevoegdheid een Bijzondere Raad te benoemen om te bepalen welke minimum-loonen mogen betaald worden aan eenig persoon of personen of groepen van personen, werkzaam binnen of buiten een fabriek of werkplaats of waar dan ook, sluit mede de bevoegdheid in een Bijzondere Raad te benoemen om te bepalen welke minimum-loonen betaald mogen worden met betrekking tot een of meer willekeurige bewerkingen, bedrijven, beroepen of werkzaamheden, die de daartoe bevoegde Gouverneur door middel van een besluit bekend maakt. De genoemde wetten zijn tezamen met de wijzigingen, die ter uitvoering der voorschriften van deze wet noodzakelijk zijn, te lezen en te interpreteeren. [9.2) In section 15 van de Factories and Shops Act, 1905 N° 23) zijn de cursief gedrukte woorden ingevoegd:] 15. Wanneer iemand in den loop van één dag voor een werkgever werkzaam is met werk, waarvoor een Bijzondere Raad tijdloon heeft vastgesteld, moet al het werk, dat deze persoon gedurende dien dag voor dezen werkgever verricht, hetzij binnen of buiten een fabriek of werkplaats of winkel of willekeurige ruimte of waar dan ook naar hetzelfde tijdloon betaald worden. •) 5. Bulletin VIII 1909 p. 292. 2) 9. Bulletin VIII 1909 P- 293. 3) Zie blz. 154. 11. J) In letter b van subsection 1 van section 7 van de Factories and Shops Act, 1907 2) a. moeten de woorden: „in het beroep van vrachtof personen-vervoer, of behulpzaam bij vracht- of personen-vervoer, hetzij dat dit geschiedt in het algemeen of voor eenig bepaald bedrijf, beroep of bewerking; of" vervangen worden door de woorden: „in het beroep van vracht- of personen-vervoer, of behulpzaam bij vracht- of personen.-vervoer, hetzij algemeen, met de door den Gouverneur te bepalen uitzonderingen, hetzij in verband met een of meer bepaalde bedrijven, beroepen of werkzaamheden; of" en b. moeten de woorden: „het bouwen van huizen" vervangen worden door de woorden: „het verven, vernieuwen, herstellen of optrekken van gebouwen of met behangerswerkzaamheden of installaties (electrische en gasleidingen mede daaronder begrepen) voor gebouwen." ') 11. Bulletin VIII 1909 p. 293. 2) Zie blz. 144, 145. VERBETERINGEN EN AANVULLINGEN. Blz. 13 regel 1 v. o, staat: p. 9—/o; lees: p. 11—12 „ 15 „ 5 v. b. achter: na in te voegen: uit 23 „ 5 v. o. staat: expcssion; lees: ex/wssion 115 „ 7 en 8 v. b. staat: kleedingstukken; lees: boven- en onderkleeding 116 „ 2 en 3 v. b. staat: houten doozen fabri¬ kanten; lees: kistenmakers 116 „ 15 v. b. staat: kleeding; lees: boven- en onderkleeding „ 122 „ 10 v. o. staat: kleeding; lees: boven- of onderkleeding. „ 124 „ 3 v. b. staat: 93; lees: 93 ,, 128 „ 14 v. b. staat: maatregelen... genomen; lees: vervolgingen... ingesteld Na het afdrukken verscheen een aflevering van het Bulletin met de vertaling van de Factories Act, 190; van South-Australia. (blz. 111 vgg.) Volledigheidshalve geven wij hieronder een aanvulling, waar debetreflende sections te vinden zijn. Blz. in regel 14 v. o. achter: 497 invoegen: Bulletin VJII 1909 p. 297 ui ,, 12 v. o. ,, 587 invoegen: Bulletin VIII 1909 p. 298, jjó 112 „ 10 v. o. „ 505 invoegen: Bulletin VIII 1909 p. 300 112 ,, 1 v. o. „ 499 invoegen: Bulletin VIII 1909 p 29S Blz. 113 regel 3 v. o. achter: 509 invoegen: Bulletin VIII 1909 p. 301 113 ,, 1 v. o. ,, 497 invoegen: Bulletin VIII 1909 p. 297 114 ,, 1 v. o. ,, 517 invoegen: Bulletin VIII 1909 p. 305 115 „ 1 v. o. ,, 573 invoegen: Bulletin VIII 1909 p-316-330 122 „ 1 v. o. „ 4-99 invoegen: Bulletin VIII 1909 p. 297 inhoud. Biz. VOORWOORD V AFKORTINGEN VII EUROPA 1-42 ENGELAND 3 belgië 23 denemarken 20 duitschland 27 frankrijk 3r hongarije 33 noorwegen 35 oostenrijk 36 zweden 39 zwitserland 4° VEREENIGDE STATEN VAN NOORD- AMËRIKA 43-io8 inleiding 45 new-york 47 connecticut 61 illinois 63 indiana 67 maryland 69 massachusetts 75 michigan 79 missouri 83 new-jersey 85 ohio ' 87 pennsylvania 91 wisconsin 98 Blz. AUSTRALIË IC9-174 SOUTH- AUSTRALIA III WEST-AUSTRALIA 131 NEW-SOUTH-WALES 134 NEW-ZEAEAND 135 VICTORIA 140 QUEENSLAND 159 AANHANGSEL 175-200 ENGELAND IJ7 VICTORIA 198 VERBETERINGEN EN AANVULLINGEN. 201