Spaarvormen en Spaarwijzen der Bijzondere Spaarbanken, door Mr. O. H. M. Delprat, Secretaris der Spaarbank te Rotterdam. Terugbezorgen voor Terugbezorgen voor Terugbezorgen voor J r-'58-60.000 Terugbezorgen voor Terugbezorgen voor Terugbezorgen voor M.-'58-60.000 U LVH .. Spaarvormen en Spaarwijzen der Bijzondere Spaarbanken, door Mr. G. H. M. Delprat, Secretaris der Spaarbank te Rotterdam. Aangeboden door DE SPAARBANK TE ROTTERDAM. ROTTERDAM, Februari 1904. Als Secretaris der „Spaarbank te Rotterdam" is mij, volgens het Reglement, opgedragen, mij zooveel mogelijk op de hoogte te stellen van hetgeen in en buiten Nederland gepubliceerd wordt op het gebied van het Spaarbankwezen. Naar aanleiding daarvan had ik achterstaande gegevens verzameld. Op voorstel van het Dagelijksch Bestuur der Spaarbank besloten Commissarissen dezer Instelling hetgeen ik geschreven had, voor rekening der Spaarbank uit te geven, en kosteloos verkrijgbaar te stellen voor lien die in het daarin behandelde onderwerp belangstellen. Het zij mij veroorloofd, de vrucht van mijn arbeid op te dragen aan den Penningmeester der „Spaarbank te Rotterdam," den Heer Mr. M. Mees, door wiens krachtig initiatief, gedurende een lange reeks van jaren, de Spaarbank tot haar tegenwoordigen bloei gekomen is. Het is voor mij een voorrecht zijn werk te mogen voortzetten. Mr. G. H. M. DELPRAT. INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave i Geraadpleegde litteratuur v Indeeling van het te behandelen onderwerp l I. SPAARVORMEN EN SPAARWIJZEN BIJ BUITEN- LANDSCHE BIJZONDERE SPAARBANKEN 3 Spaarvormen. Spaarbankboekjes. Op naam - aan toonder - op naam, doch be- 3 taalbaar aan toonder - minimum inlage - maximum saldo te goed - terugbetaling - rente - berekening rente - beschrijving rente - verlies spaarbankboekje - overlijden van den inlegger. Met vooraf bepaalden dag van terugbetaling - kenmer- 11 ken - doeleinden - voordeelen van dezen spaarvorm Ersparnisbuch - overboeking saldo te goed op andere spaarbanken - in Duitschland - 3 stelsels - in Frankrijk ministeriëele circulaire van 22 Juli 1903. Premie-spaarbanken 18 Spaarzegels - Spaarautomaat - rabatzegels - beschrijving' van dit 19 spaarstelsel - bezwaar er tegen. Belegging in fondsen. In Frankrijk - in Engeland - in Pruissen 25 Spaarwijzen. Afhaai-systeem. In Duitschland - te Frankfurt a/Main - resul- 26 taten aldaar - te Mainz - resultaten aldaar - overzicht omtrent resultaten bij andere spaarbanken - bezwaren. Scherl's spaarplan. Bezwaar er tegen 35 Inleg-kantoren. In Duitschland - te Berlijn - bezwaren ... 37 Sclioolsparen. Voor- en tegenstanders - strijd over het beginsel - 42 met medewerking van een spaarbank - spaarbak-systeem Fransche systeem - Duitsche systeem - zonder medewerking van een spaarbank - zelfstandige schoolspaarbank - Jugend Sparkassen - Confirmanden - Fortbildungs 52 Kinder - Sonntagsschul Sparkassen. Stuiver-spaarbanken. In Duitschland - in Engeland 53 Fabrieksparen - soorten - vrijwillig - spaardwang - Krupp . . 55 Spoorwegsparen. Saksen - Britsch-Indië 58 Résumé 61 II. SPAARVORMEN BIJ DE BIJZONDERE NEDERLANDSCHE SPAARBANKEN 63 Spaarbankboekjes. Op naam - aan toonder - op naam, doch be- 64 taalbaar aan toonder - minimum - maximum - terugbetaling - rente - tyd gegeven tot. sparen - spaarbankboekjes met vooraf bepaalden vervaldag - spaarzegels aankoop en bewaring fondsen - renteboekjes. Hebben de bijzondere spaarbanken in Nederland naast 69 de R. P. S. B. nog reden van bestaan? - oude school - 72 nieuwe school - argumenten - de praktijk in het buitenland. III. UITBREIDING DER SPAARVORMEN EN SPAARWIJZEN IN NEDERLAND 75 Spaarbankboekje op naam - aan toonder - afschaffing van boekjes op naam, doch betaalbaar aan toonder - maximum - verschillende rentevoet. - Terugbetaling - boekjes met vooraf bepaalden vervaldag - verschil met levensverzekering. Verlies van spaarbankboekje. Overboeking op andere spaarbank - aaneensluiting der Neder- 82 landsche spaarbanken noodig. - Handelingsbevoegdheid vrouwen en minderjarigen - moet uitgebreid worden spaarzegels. Afhaal-systeem. Argumenten er voor - het treden der levensver- 85 zekering-maatschappijen op het terrein der spaarbanken. Schoolsparen - fabrieksparen 86 IV. SLOT. Toestand van het Nederlandsche spaarbankwezen - te 88 weinig gelegenheid tot sparen - opheffing der kleinere zelfstandige spaarbanken en verandering in bijkantoren der grootere spaarbanken - argumenten hiervoor. Hoe verbetering aan te brengen? Spaarbankdagen - tijdschrift . 91 Ontwikkeling der spaarvormen en spaarwijzen in de laatste halve eeuw 92 GERAADPLEEGDE LITTERATUUR. ARNA.UD, Léopold. Manuel des déposants aux Caisses d'Epargne. Paris 1900. ARNAUD, L. Dictionnaire du commerce et de 1'industrie de la Banque, publiée par Yves Gyot et A. Raffalowitch G. Caisse d'Epargne (p. 702). BAYARD. La Caisse d'Epargne de Paris 1818 a 1890. Lib. Hachëtte, 1893. BODIO LUIGrI. Statistique internationale des Caisses d'Epargne, compilée par le Bureau de Statistique du royaume d'Italie, présentée a la IX session du Congres international a Buda-Pest. Rome 1876. BOEHMERT, Dr. Yictoe. Fortschritte im Spar kassen wesen. Berlin 1882. BÖHME, K. Die selbstandige Schulsparkasse. Eine Anleitung zu ihrer Gründung und Leitung. Braunschweig 1892. BROUILHET, Charles. Les fonctions sociales des Caisses d'Epargne et la loi du 20 Juillet 1895. Lib. Rousseau. 1897. BURNY et HAMANDE. Les Caisses d'Epargne en Belgique. Caisse générale d'Epargne et de retraite en Belgique. Documents et Discussions parlementaires. Bruxelles, E. Guyot, 1868. DANDOLO, G. Notizie e Documenti Sulla Cassa di Risparmio di Padova dal 1822 al 1897. Padova 1898. DESLOGES, Henri. Epargne et crédit populaires a 1'étranger et en France. Paris, Lib. Rousseau, 1899. DEUTSCHMANN, Philip. Schulsparkassen, deren Zweckmassigkeit und Einrichtung. Breslau. DOERING, Heemann. Geschichte der Spar- und Leihkasse Giessen. Giessen, 1902. DOMELA NIEUWENHUIS, A. J. Das Sparen. Ein ökonomischer und socialer Grundsatz. Ein Versuch zur begrifflichen Fassung des Spargedankes an der Hand der Volkswirthschaftlichen Litteratuur. Halle a. S-, 1889. DRAPE, G Das Sparkassenwesen in seiner Bedeutung für die Arbeiterwohlfahrt. Schriften der Centralstelle für Arbeiter Wohlfahrtseinrichtungen. No. 6. Berlin, 1895. ELSTER, Dr. Lugwig. Die Postsparkassen. Ein Vorschlag zur Ein- führung derselben in Deutschland. Jena, 1881. Exposition universelle de Paris 1889. Section Beige. Groupe XI. Economie sociale. Rapport présenté par M. Mahillon. 1890. GUILLAUMONT. Essai sur 1'organisation du Crédit agricole au moyen des Caisses d'Epargne franijaises. Lib. Marchand a Antibes, 1898. Handwörterbuch für Staatswissenschaften. Herausgegeben von Conrad, Elster, Lexis, Loening. Band V. Sparkassen von J. Lehr. Jena, 1893. Handwörterbuch der Staatswissenschaften. Conrad, Lexis, Elster, Loening. 2 Supplement. Band . Jena, 1897. (Seidel, W. Schaefer) p. 769. HECHT, Dr. Felix. Die Fortschritte des Deutschen Sparkassenwesens seit dem Jalire 1880. Mannheim, 1894. HEYDEN. Die Sparkassengesetzgebung Deutschlands. Sammlung der die Sparkassen betr. Gesetze, Erlasse, Verordnungen, Verfügungen. Essen, 1892. HEYDEN, Dr. W. Zur öeschichte der Hamburger Sparkasse. Hamburg, 1886. IRMER, Dr. A. Die öffentlichen Sparkassen und die Organisation des landwirthschaftlichen Kredits in der Provinz Schlesiën. Breslau 1903. Journal des Caisses d'Epargne. H. Laurent. Phitiviers. Journal für Sparkassen. Wien. KAPPELMAN, H. Handbuch für Preussische Sparkassen. Leipzig 1898. KERD1JK, Mr. A. Sparen in de school. 1879. KRUPP, Fried. Der Lebensversicherungs-Verein und die Spareinrichtung der Gussstahlfabrik von Fried. Krupp zu Essen a/d Ruhr. Düsseidorfer Ausstellung 1902. KUNTZE, Oskar. Das Sparen und die Sparkassen. Plauen. KÜMMEL, H. Die Aufgaben der Sparkassen in Deutschland als Lebensversicherungsinstitute für die unteren Volksklassen. Afgedrukt in: Jahrbuch für Gesetzgebung und Verwaltung und Volkswirthschaft. Leipzig, 1903. p. 100. LAMMERS. Sparen und Versicheren. Berlin 1881. LAMMERS, A. Die Unternehmung im Sparkassengeschaft. Deutsche Zeit- und Streitfragen. Jahrgang XI. Heft 174. Berlin S.W., 1883. LAURENT, F. Conférence sur 1'Epargne. Bruxelles, 1873. LAÜRENT, H. Les Caisses d'Epargne et de Prévoyance depuis leur origine jusqu'a nos jours, 2 volumes. Pithiviers, 1892. Legislation comparée, Société de la. Bulletin Mensuel No. 1. Janvier 1899. LETH, Dr. K. Das Postsparcassenwesen und seine Entwickelung. Wien und Leipzig, 1900. LEWINS, William. A history of Banks for Savings in Great Britain and Ireland, including a full account of the origin and progress of Mr. Gladstone's flnancial measures for Tost Office Savings Banks, Government annuities and Government Life Insurance. London, 1866. MABILLEAU, Rayneri et DE ROCQUIGNY. La Prévoyance sociale en Italië. Lib. A. Colin, 1898. MALARCE, A. de. L'éducation de la Prévoyance. L'institution des Caisses d'Epargne scolaires en France et en Amérique en 1901. Paris, 1902. MALARCE, de. Histoire et Manuel de l'institution des Caisses d'Epargne scolaires, avec le règlement et les modèles de comptabilité. Lib. Hachette, 1897. MANTEUFFEL, von. Das Sparen. Sein Wesen und seine volkswirthschaftliche Wirkung. Jena, 1900. MEISEL, Dr. Franz. Die Entwickelung der Oesterreicliisclien Sparcassen seit 1848. Wien, 1900. MOREL, Hexri. Les Caisses d'Epargne Postales. Leur introduction en Suisse. Berne, 1882. MULLY VON OPPENRIED, Robert. Alters- und Invaliditiits-Sparcasseals Uebergangzur algemeinen Volksversorgung. Wien, 1901. OGTROP, L. F. A. M. van. Belegging van spaarbankgelden. Juli 1902. OBERHOLZER, Sara Louisa. School savings banks. Philadelphia. Rapport No. 787. Chambre des députés. Fait par M.Jean Cadet. Report of the Comptroller of the currency. Washington 1898, 1899, 1900, 1901, 1902. RIBBE, D. A. Het spaarbankwezen in Nederland. Haarlem 1890. RIEDEL und REMPEL. Sparkassenhandbuch nebst Formularen und Mustern. Berlin, 1900. RODANET. Les Caisses d'Epargne. Lib. MaiichAl & Billard. 1896. ROSCHER, G. Postsparkassen und Localsparkassen in Deutschland. 1885. ROSCHER, Wilhelm. System der Armenpflege und Armenpolitik. Stuttgart, 1894. ROSTAND, Eugène. L'action sociale par 1'initiative privée. Lib. Guillaumin, 1902. „ Le concours des Caisses d'Epargne au crédit agricole applications a 1'étranger. Lib. Guillaumin, 1897. „ La rëforme des Caisses d'Epargne frangaises. Lib. Guillaumin, 1891. 2 volumes. „ Une visite a quelques institutions de prévoyance en Italië. Lib. Guillaumin, 1890. ROUQUET, Jean. Les Caisses d'Epargne. Leur régime ancien et nouveau; ouvrage contenant 1'explication de la loi du 3 février 1893 relative aux manoeuvres a provoquer des retraits de fonds et de celle du 20 juillet 1895. Lib. Marchal & Billard, 1896. SCHACHNER, Robert. Das Bayrische Sparkassenwesen. Erlangen und Leipzig, 1900. SCHULTE, Dr. Fkiedbich. Die Entwickelung des Sparkassenwesens im Grossherzogthum Baden. Tübingen und Leipzig, Verlag J. C. B. Mohe, 1901. SEIDEL, Max. Das Deutsche Sparkassenwesen. Die Deutschen Bundesstaaten mit Ausnahme Preussens und das Reichsland Elsass-Lotharingen. Berlin 1896. SENCKEL, Ernst. Die Schul-, Jugend- und Pfennig-Sparkassen in einfachster Gestalt. Frankfurt 1888„ Jugend- und Schulsparkassen. Eine Denkschrift. 1882. „ Die Einrichtungen der Deutschen Schul- und Jugendsparkassen. Zwölfter Bericht des Deutschen Yereins für Jugendsparkassen. Frankfurt a/O., 1893. Spaarkas, De. In de Gemeentescholen van Gent. Brussel, 1867. Sparkasse, Die. Das Volkswirthschaftliche Finanzblatt. Freies Organ für die Deutschen Sparkassen. Herausgegeben von Syndikus Heyden in Essen (Ruhr). Sparkasse, Die. Volkswirthschaftliche Zeitschrift. Organ des Deutschen Sparkassen-Verbandes. Herausgeber Dr. W. Schaefer. (Hannover). Sparkassenzeitung, Oesterreichisch-Ungarische. Erstes ausschliessliches Organ für internat. Sparkassenwesen. Wien. SPITTEL, Oscar. Die Deutschen Sparkassen, deren Entstehung, Einrichtung, Aufgaben und Ziele. Gotha, 1880. STAMBULESCO. Les Caisses d'Epargne. Lib. Fontemoing, 1888. TREUB, DE CLERCQ, DE JONG, RETHAAN MACARÉ, VAN STOCKUM, TJEENK WILLINK. De Rechtskundige vormen van Spaarbanken. Productieve en Crediet-Associaties. Amsterdam 1902. TIMBORN K. und THISSEN, Dr. Otto. Die Thatigkeit der Gemeinden auf sozialem Gebiete. Sonderabdruck aus „Arbeiterswohl". Köln, 1900. VIGELIUS, Dr. Carl. Handbuch für Sparkassen. Breslau, 1902. WAGNER, Adolph. Lebr- und Handbuch der politischen Oekonomie. Leipzig, 1892. WOLFF, Henry W. People's Banks. A record of social and economie success. London, 1896. „ Savings Banks at home and abroad. (Read before the Royal Statistical Society, 27 April 1897.) Gepubliceerd in: Journal of the Royal Statistical Society, pag. 278, Juni 1897. INLEIDING. De spaarbanken bevorderen het sparen in verschillende vormen en op verschillende wijzen. In de navolgende regelen zal getracht worden na te gaan, in welken vorm en op welke wijze in binnen- en buitenland bij de bijzondere spaarbanken x) het sparen wordt toegepast, terwijl hieraan eenige beschouwingen omtrent de Nederlandsche bijzondere spaarbanken zijn toegevoegd. De te behandelen stof is ingedeeld als volgt: I. Spaarvormen en spaarwijzen bij de buitenlandsche bijzondere spaarbanken. II. Spaarvormen en spaarwijzen bij de Nederlandsche bijzondere spaarbanken. III. Uitbreiding der spaar-vormen en -wijzen der Nederlandsohe bijzondere spaarbanken. 1) Met „bijzondere Spaarbanken" zijn bedoeld alle Spaarbanken door gemeenten, corporatiën of particulieren opgericht, en zulks in tegenstelling met de „Postspaarbanken", door de verschillende Regeeringen in het leven geroepen. 2 IV. Beschouwingen omtrent den toestand waarin de Nederlandse li e bijzondere spaarbanken zich bevinden. Yoor de onderverdeeling verwijs ik naar de inhoudsopgave. I. SPAARYORMEN EN SPAARWIJZEN BIJ BUITEN LAN ÜSCHE BIJZONDERE SPAARBANKEN. Spaarbankboekjes. Bij elke bijzondere spaarbank in liet buitenland treft men dezen spaarvorm bij uitnemendheid aan. De spaarbanken geven aanteekenboekjes af, waarin zij ten behoeve van bare cliënten inschrijven de inlagen, bijschrijven de gekweekte rente, afschrijven de terugbetalingen. De vorm en inrichting dezer boekjes vertoonen onderling over het algemeen veel overeenkomst. De wijze van inschrijving der inlage, en afschrijving der terugbetaling daarentegen verschilt naar gelang van de controle, welke elke bank uitoefent. Op naam. De spaarbankboekjes worden veelal op naam gesteld, Aan toonder. doch in enkele landen worden zij aan toonder uitgegeven. In Frankrijk, Engeland, Spanje, Amerika, evenals in België, treft men uitsluitend boekjes op naam aan, terwijl in Duitschland en Oostenrijk enkele banken en in Italië (volgens Uonio) bijna alle spaarbanken ook boekjes aan toonder uitgereTT. Op naam, doch be- Een aantal banken in Xoord-Italië bezigen oogen- laanmar aan toonder. schijnlijk een tusschenvorm en stellen in hunne statnten vast, dat boekjes op naam, doch betaalbaar aan toonder o* & zullen zijn; in werkelijkheid zijn dit echter ook boekjes aan toonder. Zoo kent de wet op het Oostenrijksche spaarbankwezen een bepaling welker strekking is te verklaren, dat hoewel de boekjes op naam zijn gesteld, elk houder van een boekje als wettig eigenaar wordt beschouwd, zonder dat hij bij terugbetaling zijn identiteit behoeft te bewijzen. Minimum inlage. Het minste bedrag hetwelk men rentegevend kan inleggen is over het algemeen laag. Zoo is zulks: in Engeland 1 shilling, ,, Frankrijk 1 franc, ,, België 1 franc, ,, de Engelsche Koloniën 1 shilling, daarentegen in Xatal . . 2 shilling terwijl in Pruissen, Beijeren, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Oostenrijk, Hongarije, Zwitserland, Italië, Amerika, Canada en New Foundland omtrent de minimum-inlage gewoonlijk een bepaling: ontbreekt. Maximum saldo te ejoed. Anders is het gesteld met het maximum rentedragend saldo te goed. De meeste verscheidenheid treft men hierbij aan. In Griekenland bedraagt het maximum 1000 francs. In Frankrijk schrijft de spaarbankwet een maximumsaldo van 1500 francs voor. In Engeland stelt de wet op het spaarbankwezen aldaar daarvoor £ 200 vast, terwijl daarentegen in de verschillende Engelsche Koloniën het maximum varieert van £ 100 tot £ 1000 toe. In Amerika legt de wet op het spaarbankwezen de banken de verplichting op geen saldo hooger dan $ 3000 aan te nemen. In Portugal bevatten de statuten van enkele banken als maximum het curieuse, schijnbaar hooge, cijfer van 1.500.000 reis. In Pruissen vindt men, volgens C. Roscheb, bij ongeveer V3 (^er banken in hunne statuten een maximumsaldo vermeld, doch bij 2/3 der spaarinstellingen een onbeperkt maximum, terwijl in de overige Duitsche Staten de grootst mogelijke verscheidenheid bestaat. In Italië treft men geen bepaling omtrent het maximum-saldo te goed bij de voornaamste banken aan. In Oostenrijk laat de spaarbankwet aan de banken vrijheid al naar gelang van inzicht te handelen en het maximum zoowel laag als hoog te stellen. Een der grondgedachten van dezen spaarvorm is, dat de spaarbanken bestemd zijn voor den kleinen man ; de vaststelling van een maximum weerspiegelt zulks. In NoordItalië echter, waar men over het algemeen geen maximum kent, heeft men een breedere opvatting der taak dier banken, men wil, dat zij dienstbaar zijn aan allen, en niet uitsluitend den kleinen man dienen. Ook in België ligt aan het onbeperkt maximum met verlaagden rentevoet voor bedragen boven 2000 francs diezelfde gedachte ten grondslag; terwijl ook in Oostenrijk en Duitschland het onbeperkte maximum op wijziging der vroegere denkbeelden omtrent het zoogenaamde ,,spaareigen-zijn" wijst. Een te laag maximum ontmoedigt, zoo leeren de nieuwere schrijvers, den spaarder en voert hem wellicht, nadat hij het sparen heeft geleerd, tot onberaden belegging. Terugbetaling. Voor de terugbetaling geldt vrij algemeen als regel, dat geringe bedragen onmiddellijk worden terugbetaald, terwijl bij grootere sommen door de spaarders bijna overal termijnen van opzegging moeten worden in acht genomen. In Frankrijk is een vaste termijn van 2 weken voor de terugbetalingen vastgesteld bij de '""Pt, terwijl de spaarbanken ingeval van crisis de bevoegdheid hebben slechts frcs. 50 in de 2 weken terug te betalen. In Oostenrijk betalen de spaarbanken in gewone tijden elke som onmiddellijk uit, in critieke tijden daarentegen houden zij zich streng aan hare termijnen van opzegging. Over de praetisehe waarde van deze bepaling bestaat veel verschil van meening. De Oostenrijksche wet gaat van de gedachte uit, dat zij aldus het best het belang der banken dient, en de inleggers voor een panischen schrik zal behoeden. ^ olgens W. Roscher is de juiste werking dezer regeling in Oostenrijk bewezen in de moeilijke jaren 18-10, 1848, 1866 en 1873 en zouden hierdoor hoegenaamd geen stremmingen in de uitbetalingen plaats gevonden hebben. Andere Duitsche schrijvers, waaronder Max Seidei., keuren dergelijke termijnbetaling in tijden van crisis ten sterkste af en meenen dat, hoe langer in benarde tijden de termijnen van opzegging zijn, des te heviger het wantrouwen en dientengevolge des te grooter het aantal opzeggingen zal zijn. Deze schrijvers meenen voorts, dat het na afloop van die termijnen nog even moeilijk zal zijn om geld te maken. Deze laatste schrijvers letten mi- bij dit laatste argument te weinig op de in Duitschland over het algemeen zéér eenzijdige belegging der spaargelden in hypotheken. Eene belegging in effecten, beleeningen en prolongatiën toch maakt het verkrijgen van kasgelden in korten tijd uit den aard der zaak gemakkelijker. Rente. De rente, welke aaD de inleggers vergoed wordt, biedt wel de allermeeste afwisseling; zij varieert in elk land bij de verschillende banken. In Engeland en Frankrijk daarentegen wordt door alle particuliere banken een zelfde rente vergoed. In Engeland bedraagt zij 2 %, „ Frankrijk „ „ 3 %. In onderstaande landen vergoeden de spaarbanken aldaar qewoonlijlc aan de inleggers: Pruissen . . 4 a 5 % New Foundland 3 % Benemarken 1 „ 41/a ,, Natal 4 „ Noorwegen . 2 ,, 5 ,, N. Zuid "Wales . 31/., ,, Oostenrijk. . 4 ,, 5 ,, Zuid-Australië. 4 ,, Hongarije . 4 ,, 5 „ Victoria 2 „ Zwitserland. 372 ,, Tasmania.... ,, Italië .... 3 a 5 ,, Nieuw-Zeeland. 3x/8 ,, Amerika . . 4 „ Rusland 4 ,, Enkele banken geven een verschillende rente al naar gelang van het bedrag van het saldo; andere banken, waaronder de Italiaansche, vergoeden bepaalde klassen van personen (zooals dienstboden, daglooners enz.) een hoogere rente, dan de overige spaarders; weer andere banken geven premiën voor trouw sparen, of bij de eerste inlage. Berekening rente. De rente gaat bij de meeste banken eerst in na ver¬ loop van gewoonlijk 15 dagen of een maand; zelden komt het voor, gelijk bij de Spaarbank te Christiania, dat de bedragen op den dag der storting reeds rentedragend worden. Bijschrijving rente. Na afloop van het boekjaar wordt gewoonlijk de rente voor eiken inlegger berekend en vangt het alsdan verhoogde saldo weder aan rentegevend te worden. Verandering in de rentevergoeding staat over het algemeen allen banken elk oogenblik vrij, en wordt gewoonlijk openlijk gepubliceerd. Verlies spaarbankboekje. Bij verloren gaan der spaarbankboekjes maken verschillende banken onderscheid of zulks e-eschied is fpn. gevolge van: a. in het ongereede raken (b.v. bij brand enz.) terwijl gewoonlijk hierbij weer onderscheid wordt gemaakt of het boek jes op naam, dan wel aan toonder zijn ; b. diefstal. Bij het in ongereede raken van boekjes op naam wordt ■veelal in Duitschland voorgeschreven: Kennisgeving aan de bank, welke dan aan het desbetreffende hoofd van rekening het verlies aanteekent. Toont de inlegger ten genoege der bank aan, dat hij het boekje beslist kwijt is, dan kan de bank aan hem onmiddellijk een nieuw boekje afgeven. Bij andere banken wordt na de kennisgeving van het verlies een advertentie in een plaatselijk blad geplaatst en is terugbetaling daardoor opgeschort, terwijl dan na verloop van den daarvoor vastgestelden termijn een nieuw boekje wordt afgegeven. In Oostenrijk moet men den rechter te hulp roepen om buiten werking stellen van het boekje („annulation") te verkrijgen. In Italië kunnen de banken zulks geheel regelen, zooals zij willen en de uitgifte van duplicaten meer of minder gemakkelijk maken. Zoo schrijft o.a. de spaarbank te Turijn voor, dat inlegger in gezelschap van 2 getuigen, die de identiteit van den spaarder vast stellen, zich naar de bank moeten begeven; een acte wordt van die verklaring in dubbel opgemaakt, de inlegger krijgt een der exemplaren mede, de bank noteert het verlies in het overeenstemmend hoofd van rekening. Ten einde nu waardeloosheid van het boekje te verkrijgen moet er in de lokalen van de bank gedurende een maand een bekendmaking worden aangeplakt dat op het boekje niet wordt uitbetaald. Gelijke bekendmaking moet op kosten van den inlegger geplaatst worden in de couranten. Een maand hierna is het boekje waardeloos en ontvangt de inlegger een nieuw boekje, geheel in de plaats tredende van het verloren boekje; het oorspronkelijke boekje verliest zijn waarde. Bij de spaarbank te Milaan bestaan soortgelijke bepalingen, voor verlies van boekjes met saldo boven 100 Lire. De termijnen voor de aanplakking zijn echter aldaar 80 dagen en die voor de plaatsing der kennisgeving in de couranten 3 maanden. Na 1 jaar sedert de kennisgeving geeft de bank een duplicaat-boekje af. Ieder, buiten den oorspronkelijken verzoeker, meenende recht te hebben op het saldo van het boekje moet zulks in rechten bewijzen en langs gerechtelijken weg verzoeken. Yoor boekjes met saldo beneden 100 Lire, kan de bank onmiddellijk een duplicaat afgeven, indien een derde tegenover de bank borg blijft voor mogelijke aanspraken van den geen, die later rechthebbende mocht blijken. In Portuqal doet het bestuur, na kennisgeving van het verlies, onderzoek naar het verlies, tracht zelf het boekje op te sporen en neemt die maatregelen, welke zij in dat geval nuttig acht tot terugvinden van het boekje. Naar gelang van omstandigheden en bevinding geeft zij een duplicaat-boekje af. In Rusland wordt binnen 7 dagen na kennisgeving een nieuw boekje onder overlegging van bewijs van identiteit gegeven. In Zweden moet de verliezer na kennisgeving aan de bank zulks zelf 3 maal op eigen kosten in de courant plaatsen; na die 3 maanden ontvangt de spaarder een duplicaat-boekje. Gelijk men ziet ook hier wederom in de verschillende landen de meest verschillende voorschn'-f+or, Overlijden van den inlegger. Xa overlijden van een inlegger eischen bijna alle banken overlegging van bewijsstukken om uit te mnkmi de rechthebbenden zijn op het saldo te goed. "Welke documenten men in de verschillende landen als overtuigingsstukken eischt, hangt uit den aard der zaak van de wetgeving af. Een eigenaardige bepaling bij de spaarbanken in Portugal is, dat de spaarbanken aldaar, bij ontbreken van erfgenamen volgens de wet of testament, erfgenaam zijn van het saldo te goed en eerst daarna de Staat. In hoofdtrekken is met het bovenstaande de meest, voorkomende spaarvorm beschreven. Onderstaand overzicht (ontleend aan het werk van W. Fatio, ter gelegenheid der wereldtentoonstelling in 1900 te Parijs, gepubliceerd) geeft een denkbeeld van de toepassing van dezen spaarvorm in de verschillende landen. Per 100 inw. treft men het navolgend aantal ' a'('° Spaarbankboekjes aan. Per '""oner. 1. Denemarken .... 46.12 frs. 389.40 2. Zwitserland 42.10 ,, 325.30 3- Bel£ië 41.80 „ 156.10 4. Zweden 33.50 >f 1268o 5. Noorwegen 29.74 ,, 185.80 6. Duitschland .... 25.82 „ 188.20 7. Frankrijk 25.50 „ 110.90 8. Engeland 21.81 „ 103.10 9. Australië ..... 18.60 frs. 118.20 10. Nederland ..... 18.49 „ 54.15 11. Italië 15.80 „ 68.20 12. Oostenrijk-Hongarije • 12.92 ,, 112.10 13. Yer. St. v. N.-Amerika • 7.68 ,, 148.68 14. Japan • 6.70 ,, 5.95 15. Rumenië ..... 2.10 ,, 5.50 16. Rusland • 2.03 „ 10.25 17. Spanje • 1-20 „ 8.75 18. Servië • 0.50 ,, 3.50 De ontwikkeling, welke het spaarbankwezen in vele landen langzamerhand onderging deed de banken er toe overgaan te trachten het spaarbankboekje hier meer, elders minder, aan te passen aan de behoeften der spaarders, aan de motieven waarom gespaard wordt. Als een gevolg van dit streven heeft men in verschillende landen spaarbankboekjes, waarbij de terugbetaling van hoofdsom met rente alleen mogelijk is op een door den inlegger zelf vooraf bepaalden dag of gebeurtenis 1). Spaarbankboekjes niet vooraf vastgestelden terugbetalingstermijn. Vooraf bepaalde dag van terugbetaling. In Duüschland worden deze boekjes aangeduid niet den naam van „gesperrte Bücher", in Frankrijk met den naam van ,,Livrets remboursables a terme fixe'' of ook „livrets avec remboursements différés" of nog als 1) Vgl. Arnaud p. 68; BühMERT p. 42; Drapk p. 25, 40, 199; Hecht p. 15, 32; Kummel p. 126, 1^0; Kuntze p. 62, Laurent II, p. 91, 506; Lehr (H. W. 15.) p. 7»6; Mabilleau p. 14, 78; Malarce (Histoire et Manael) p. 9; Roscher (C.) p- 23; Roscher (W.) p. 228; Schachner p. 98; Schaefer (II. W. B.) p. 822; Seidel p. 90, 320, 443; Vibelius p. 8, 35; Leth 351; Fbère Orban p. 158; Meisel p. 38; Riedel und Rempel p. 17, 35, 37, 186; Sparkasse (Hannover) 1887 p. 136, 1893 p. 22. Kenmerken. Doeleinden. Voordeel en. „dépots a échéance fixe" of „livrets conditionels". In Italië kent men ze als: „Libretti vincolati" (a deteriminato Scopi). De kenmerkende eigenschappen van deze spaarbankboekjes zijn : 1. De inlegger bepaalt zelf het tijdstip (b.v. den dag van het bereiken der meerderjarigheid enz.) waarop de terugbetaling moet geschieden. 2. De terugbetaling vóór dat tijdstip heeft slechts plaats: a. bij den dood van den inlegger; b. indien de aangegeven gebeurtenis (b.v. bij dienstplichtigheid het vrijloten) niet zal plaats grijpen. Deze spaarvorm wordt tot verschillende doeleinden (spaarmotieven) aangewend als: ten behoeve van de dochter voor huwelijks-uitzet; ten behoeve van den zoon, die dienstplichtig wordt; ten behoeve van uitkeering aan ouderen van dagen; ten behoeve van schulddelging (b.v. bij aflossing van hypotheken); ten behoeve van betaling van huur ; enz. Daar de terugbetaling eerst plaats grijpt na een eenigszins langen tijd, en het saldo vóór een bepaalden tijd niet opeischbaar is, vergoeden de banken aan houders dezer boekjes veelal een hoogere rente. De voordeelen aan dezen spaarvorm verbonden, zijn van materieelen en moreelen aard: van materieel voordeel, omdat de banken een hoogere rente aan de inleggers uitkeeren, daar het kapitaal gedurende langeren tijd niet opzegbaar is; van moreel voordeel, omdat de inlegger tegen eigen wilsverandering zich heeft gewapend en de inlagen voor bepaalde oogmerken bestemd blijven. "Vrijwillige spaardwang toch ligt aan dezen spaarvorm ten grondslag. De inlegger doet telkens tijdelijk afstand van zijn beschikkingsrecht over zijn inlagen, legt zich zelf een dwang op en verschaft zich daardoor zekerheid, dat hij zijn geld niet voor andere, wellicht minder nuttige doeleinden zal aanwenden. Deze spaarvorm vertoont, gelijk ik hieronder later hoop aan te toonen, schijnbaar overeenkomst met de levensverzekering, doch verschilt daarvan in werkelijkheid. Voor dezen spaarvorm is meestal geen maximum voorgeschreven. Wil een spaarder voor meer dan een doeleinde sparen, dan wordt door de meeste spaarbanken voor elk spaarmotief hem een boekje uitgereikt. De spaarbankboekjes voor dezen spaarvorm verschillen uiterlijk van de gewone boekjes slechts hierin, dat zij een duidelijke omschrijving der betalingsvoorwaarde („Sperrung") inhouden. Zoo wordt bij vele banken in Duitschland deze clausule gebezigd : ,,Auf dieses gesperrte Sparkassenbuch werden Aus„zahlungen an Kapital und Zinsen nicht elier geleistet, ,,als bis die nachstehend nÉiher bezeichnete Frist oder „Thatsache eingetreten ist. „Die Auszahlung soll erfolgen (oder soll nicht eher „erfolgen bis) " De inlegger onderteekent bij le inlage een verklaring, dat hij onder die bepaald aangegeven voorwaarde de le en volgende inlagen wenscht te sparen. In Frankrijk zijn de ten behoeve van derden genomen „livrets remboursables a terme fixe" in sommige gevallen niet voor inbeslagneming vatbaar. In Duitschland treft men de „gesperrte Bücher" aan bij de spaarbanken in Saksen (bij 88 spaarbanken), Pruisen, Elzas, Lotharingen, Westphalen en Rheinland, terwijl G. Dbape mededeelt, dat deze spaarvorm aldaar in een behoefte voorziet. In Italië komt deze spaarvorm bij verreweg de meeste spaarbanken voor, terwijl in Frankrijk o.a. bij de spaarbank te Marseille deze spaarvorm met succes is ingevoerd. In Oostenrijk kent men de „gesperrte Bücher" nog weinig, doch schrijvers als D. F. Meisel dringen op invoering aan. In Zweden heeft de spaarbank te Stockholm dezen spaarvorm ingevoerd, terwijl in Rusland zulks sedert 1893 ook toepassing vindt. Ersparnisbuch. ^ olledigheidshalve zij vermeld, dat men hii ,1p nieuwere Duitsche schrijvers als allernieuwst aanbevolen spaarvorm, behoorende tot het genus „gesperrte Büchernog aantreft het zoogenaamde „ErsparnisBuch" 1). liet kenmerkende bestaat hierin, dat vooraf door den inlegger wordt bepaald het bedrag hetwelk hij gedurende een aantal aangegeven jaren wil besparen. Be spaarder bepaalt dus hierbij niet alleen den datum van terugbetaling van het saldo te goed, doch ook de jaarlijks, maandelijks, of wekelijks te besparen som. Waar bij de „gesperrte Bücher" in het algemeen de spaarder overigens zelf het bedrag zijner besparing telkens naar eigen vrijen wil regelt, is hij bij het „Ersparnis Buch" aan het vooraf bepaalde te besparen bedrpg gebonden. Voor zoover mij bekend, bestaat deze spaarvorm in Duitschland tot op heden in theorie, doch niet in praktijk. 1) Sparkasse (Hannover) 1900 p. 400, 1901 p. 8 Overboeking van saldo te goed op andere spaarbanken.1) Overboeking saldo te goed op andere spaarbanken. De mogelijkheid om de saldo's te goed van de eene spaarbank op de andere over te boeken, duidt men in Duitschland aan met den naam van ,,Uebertragbarkeit", in Frankrijk met den naam „transfert de fonds". In Duitschland hebben verschillende spaarbanken in de laatste jaren onderling een regeling betreffende de „Uebertragbarkeit" getroffen, waarbij, ten gerieve der spaarders, bij hun vertrek uit de eene stad naar een andere, het saldo van het spaarbankboekje door de spaarbank der stad van vertrek overgeboekt wordt op een nieuw boekje der spaarbank van de plaats van nieuwe vestiging, en zulks zonder renteverlies en kosten. Hoewel deze „Uebertragbarkeit" van spaarbankboekjes in Duitschland nog vrijwel in hare kindsheid is, bestaat zij bij de spaarbanken in Saksen, bij de WestDuitsclie spaarbanken, in Opeln, in Posen, in Hannover, in Brandenburg, in Wurtemburg, in Elzas Lotharingen, ongeveer bij totaal 500 banken. De gedachte, welke aan deze „Uebertragbarkeit" ten grondslag ligt is, volgens Duitsche schrijvers, de volgende: Bij toepassing van de „overboeking" heeft de spaarder als het ware een recht om begrepen te worden onder de cliënteele van de banken, welke de „Uebertragbarkeit" onderling hebben aangenomen. 1) Vgl. Kuntzk p. 76; Rocher (C.) p. 21; Drape (G.) p. 51; Hecht (F.) p. 46; Meisel p. 38; Schachner p. 95; Sparkasse (Hannover) 1898 p. 394, 402, 1900 p, 195, 1903 No. 552; Lehr (W. B.) p. 793; Seidel (W. B.) p. 772; Seidet. (D. S. W.) p. 90, 450, 462; Arnaud (Manuel) p. 68; Vigelius p. 11! Riedel und Rempel p. 189; Leth p. 275; 1'RÈhe Orban p. 113, 118; Journal des Caisscs d'Espargne 1903 Oct. No. 10. Voor den inlegger is het, als stonden al die onderling daardoor verbonden banken als één geheel tegenover hem en daardoor zal na verhuizing de spaarder gemakkelijker voortgaan met sparen bij de bank zijner nieuwe woonplaats, en op deze wijze komt de „Febertragbarkeit" het onderhouden van den spaarzin ten goede. Duitschland. Stelsels. De „Uebertragbarkeit" is in Duitschland bij de banken verschillend geregeld. Men kan daarbij 3 stelsels onderscheiden. Het eerste stelsel voorkomende in Saksen is : De spaarder kan overboeking slechts vragen aan de bank zijner nieuwe woonplaats. De inlegger kan het niet verzoeken aan de bank in zijn voormalige woonplaats. Het tweede stelsel in Silezië in zwang is: De spaarder kan overboeking (juist in tegenstelling met het eerste stelsel) slechts vragen aan de bank in zijn vorige woonplaats. Gevolg van een zoodanig verzoek is dan, dat de overboeking (Ueberweisung) door de bank wordt bewerkstelligd op den laatsten dag der maand. Dit stelsel laat toe, dat overboeking ook kan geschieden aan de bank, welke zich niet bij deze organisatie heeft aangesloten. Het derde stelsel, in Hhijnland toegepast, is de vereeniging van het eerste en tweede stelsel. De inlegger kan zoowel aan de bank van zijn vorige woonplaats als aan de spaarinstelling van zijn nieuwe woonplaats overboeking verzoeken en zulks kan dagelijks onmiddellijk, zonder inachtneming van eenigen termijn, plaats vinden. liij de spaarbank te Dusseldorf o.a. vindt dit systeem een practische toepassing. In Duitschland wordt op uitbreiding van de „Ueber- tragbarkeit" der spaarbankboekjes thans zeer aangedrongen. Frankrijk In Frankrijk is de „transfert de fonds mogelijk zoo- wel bij de bijzondere spaarbanken onderling als op de Fransclie postspaarbank en zulks reeds ingevolge a. 8 der wet van 5 Juni 1835. Min. circul. 1903. De regeling van deze overboeking heeft echter onlangs wijziging ondergaan en wel bij een ministerieeie circulaire dd. 22 Juli 1903. Deze circulaire schrijft tot in kleine bijzonderheden voor wat de „Caisse d'Epargne expéditrice" moet verrichten tegenover de „Caisse d'Epargne destinataire". De inlegger een overboeking verlangende van de spaarbank zijlier inwoning (Caisse expéditrice) op de spaarbank zijner nieuwe vestiging (Caisse destinataire) moet een aanvraag-fornndier in duplo (demande de transfert-payement) teekenen; het spaarbankboekje wordt ingehouden en daarvoor ontvangt hij een ontvangbewijs (Récépissé). Daarop behandelt de „Caisse expéditrice" het boekje als gold het een gewone terugbetaling, echter met dit verschil, dat de rente wordt berekend tot den len of lGen der komende maand. Daarop wordt een der aanvraagformulieren naar de „Caisse destinataire" gezonden en behandelt deze de aangelegenheid, als gold het een nieuw boekje onder bijboeking van de rente (intérêt anticipé) op zoodanige wijze, dat er gedurende de overboeking geen stuiting van den interest op eenigerlei wijze plaats vindt. Met het l{écipissé begeeft de inlegger zich na zijn verhuizing naar de „Caisse destinataire" en neemt aldaar het voor hem gereed liggende nieuwe boekje met het saldo, waarop de rente in het geheel niet is onderbroken, in ontvangst. De overboeking is — afgescheiden van de regeling der «5 rekening tusschen de 2 spaarbanken onderling — hiermede tot stand gebracht. In Oostenrijk is het denkbeeld nog weinig tot toepassing gekomen, terwijl in Rusland volgens Dr. F. Meisel deze „overboeking aldaar bij de banken zeer gebruikelijk is. Premie-spaarbanken. Premie-spaarbanken. Met premie-spaarbanken worden gewoonlijk aangeduid de spaarbanken, welke, ten einde het regelmatig sparen aan te moedigen, premiën aan de beste spaarders uitkeeren 1). Een afzonderlijke soort van spaarbanken, gelijk enkele schrijvers willen doen voorkomen, zijn het niet; het verschil toch tusschen een gewone spaarbank en een premie-spaarbank is slechts, dat deze laatste aan hare trouwe spaarders premiën uitkeert. Vooral in de Rhijn-Provincie keeren vele spaarbanken aan bepaalde categoriën van geregeld sparende personen, als dienstboden, fabrieksarbeiders enz., extra inlage op het spaarbankboekje uit. Yoorts komt deze aanmoediging tot sparen door middel van premiën bij enkele banken in Italië, België, Zuid-Australië, Portugal en Amerika voor. Vermeldenswaardig is nog, dat de firma Friedr. Krtjfp om het sparen bij hare arbeiders aan te moedigen jaarlijks 1 % van het totaal bespaard bedrag als premie voor de spaarders uitlooft. Daarna worden deze „spaarpremiën" in bedragen van 500, 300, 100, en 50 Mk. ouder de sparende arbeiders verloot. Elk arbeiderspaarder ontvangt daartoe voor elke jaar- 1) G. Drape p. 28; Post II p. 445; Kbupp p, 12; Kummel p. 129; Hamaniie p. 503; Sparka99e (Hannover) 1900 p. 115, 1902 p. 328; Leth p. 273. lijks bespaarde 25 Mk. één lot; een loterij dus verbonden aan het sparen ! Spaarzegels. __ Het sparen door middel van spaarzegels x) beoogt den onbemiddelden het sparen, door middel van spaarzegels, bij uiterst kleine bedragen mogelijk te maken. De spaarbanken welke dezen spaarvorm toepassen geven de zegels af aan kantoren of winkeliers welke deze verkoopen aan de spaarders. Het gekochte zegel wordt door den spaarder op een losse kaart, welke gewoonlijk 10 of 20 van die zegels kan bevatten, geplakt. Is de kaart met zegels volgeplakt, dan kan de spaarder deze inwisselen aan de Bank tegen een spaarbankboekje met een le inlage, gelijk aan het totaal bedrag der spaarzegels. C. Roscher en Morel deelen mede, dat het spaarzegel het eerst ontworpen is door den Engelsehman Charles Dibdin. Schrijvers als Böhmert en Seidel deelen mede, dat deze spaarvorm op 1 Juni 1888 eerst te Burgstadt (in Saksen) is ingevoerd, terwijl Kummel aanvoert, dat reeds vóór dien te Ehingen (Wurtemburg) met spaarzegels werd gespaard. Wat hiervan ook zij, belangrijker is, dat sedert 1881 deze spaarvorm bij vele spaarbanken in Duitschland, in andere landen en ook in Rusland spoedig navolging vond en de toepassing er van een grooten omvang nam. Opmerkelijk echter is, dat deze bloei bijna overal, toen de nieuwheid er wat af was, verminderde. 1) Roscher C. p. 19, 23, 81; Drape p. 24; Hecht p. 42; Böhmert p, 1; Seidel (H.W.B.) p. 798; Seidel p. 89; Post II p. 131; W. Schaefer (H.W.B.) p. 798; Krupp p. 9; Schachxer p. 86; Kummel p, 124; Malarce p. 20; Sparcasse (Hamiover) 1898 p. 111, 1899 p. 111, 390, 1900 p. 60, 15 Jan. 1902, 20 Maart 1903; Riedel und Rempel p. 40, 186; Morel p. 19. g» In Saksen en Beieren is die achteruitgang opmerkelijk, terwijl daarentegen in Frankrijk, te Marseille de verkoop stationair is gebleven. In Duitschland gaan van verschillende zijden stemmen op, om ook spaarzegels van eenigszins hoogere bedragen voor de spaarders beschikbaar te stellen. De Duitsche schrijvers onderscheiden al naar gelang van de inplakking hierbij 2 systemen. 1. Opplakking op spaarkaarten. 2. Opplakking op spaarschriften. Het opplakken op spaarkaarten behoeft na het bovenstaande geen toelichtingomtrent het opplakken der zegels in spaarscliriften valt alleen dit mede te deelen, dat zoodra een bladzijde met zegels beplakt is, de spaarder het schrift ter spaarbank kan aanbieden, aldaar wordt het met zegels beplakte gedeelte er uit geknipt en het daarmede overeenkomende bedrag ingeboekt op het spaarbankboekje. Het afgeknipte bedrag van spaarzegels wordt op een strook, welke in het schrift blijft, vermeld. Overigens bestaat er geen verschil in de beide systemen. Spaarautomaat. Eenigszins in doel en strekking overeenkomende met het spaarzegel is de spaar-automaat. Dit zijn zelfwerkende toestellen, welke na inwerping van een bepaald geldstuk, spaarkaartjes (in vorm gelijk aan spoorwegbiljetten) van een gelijkwaardig bedrag uitwerpen. Dit spaarkaartje geeft een recht van inschrijving (van het in de automaat geworpen bedrag) in het spaarbankboekje. Heeft de spaarder een naar zijn oordeel voldoende aantal spaarkaartjes bijeen en daarna gelegenheid naar de Spaarbank te gaan, dan kan hij aldaar in één som het gespaarde bedrag op zijn boekje doen inschrijven. In Padua hebben deze aiitomaten een goed resultaat opgeleverd, zij zijn in verschillende Italiaansche steden ingevoerd eu in andere landen slechts te St. Petersburg. Rabatzegels.') Rabatzegels. liij de behandeling van het sparen door spaarzegels behandelen vele schrijvers een spaarvorm, welke — ik zou bijna zeggen — een onnatuurlijke uitwas van het spaarzegelstelsel is. In 1876 ontwierp Dr. W. Löwentiial een plan om het koopen op crediet in den kleinhandel, door contante betaling niet behulp van „Rabatt-zegels" te doen verdwijnen. Beschrijving van dit systeem. Het systeem, hetwelk hij daartoe ontwierp was in hoofdtrekken aldus ingericht: Ieder die in een winkel a contant waren koopt, zal 5 % korting (Rabatt) ontvangen. Deze korting (Rabatt) wordt niet van den koopprijs afgetrokken, doch de kooper ontvangt daarvoor een kortingszegel (Rabatt-Schein) van den navolgenden inhoud: Rabatt-Spar-Anstalt in Berlin. RABATT- SCHEIN fïir* baar ausgegebene 3 I *1". pj np Dieser Schein ist bis znm 31. Januar nachsten Jahres bei pr irgend einer Zahlstelle der Anstalt zur Verwerthung nach * Massgabe der Statuten einzureichen. Nach dem 31. Januar niichsten Jahres ist dieser Schein werthlos. 1) Kuntze p. 47; Lehr (H. W. B.) p. 793. De winkelier heeft voor dit Rabatt-zegel een */4 pf. (of 5 % van 5 pf.) betaald, en daar deze die Rabattzegels bij een groot aantal, b.v. 1000 stuks, van de daarvoor opgerichte Rabatt-Spar-Anstalt heeft gekocht, heeft deze spaar-instelling bereids hiervoor 25 Mk. ontvangen en dit bedrag reeds voor den kooper rente gevend kunnen beleggen. De winkelier heeft ter zijner beschikking zegels van 5, 10, 20, 50 pf., en 1, 5, 10 en 15 Mk. De kooper verzamelt nu, na zijn verschillende inkoopen, deze zegels bijéén, tot dat hij een bedrag van 100 Mk. aan zegels bijeen heeft (dus voor 100 Mark inkoopen gedaan heeft). Deze 100 Mk. Rabatt-zegels wisselt hij daarna bij de Rab.-Spar-Anstalt in tegen een „Sparschein" van 100 Mk. van den navolgenden inhoud : Rabatt-Spar-Anstalt in Berlin. SPARSCHEIN fiüt* den Baarrabatt von ÏOO Mark. Serie No Ausgegeben irn Jakre Dieser Sparschein wird von der Rabatt-Spar-Anstalt nach Massgabe der Statuten amortisirt und innerhalb von höchstens 180 halbja.hrlichen Verloosung init 100 Mark baar ausbezahlt. Die Auszahlung erfolgt sofort nach den Verloosungen an oder dessen Rechtsnachfolger, als welchen die Ansialt den Inhaber dieses Scheines ohne Legitimationsprüfung anzuerkennen berechtigt ist. Dieser Schein ist durch Indossament iibertragbar. (§ 33 d. St.) Ausgelooste und nicht abgehobene Scheine verfallen nach 5 Jahren zu Gunsten der Anstalt. (§ 34 d. St.) Die Anstalt belehnt jeden Sparschein bis zur vollen Höhe seines inneren Werthes (s. Rückseite), gegen 5 pCt. jahrlicher Zinsen für die entliehene Summe. Gebucht: Der Vorstand der Rabatt-Spar-Anstalt, (Unterschrift.) (Unterschrift.) Rückseite: lier innere Werth dieses Sparscheins, welcher bei einer Verzinsung von 4 pCt. jahrlich der Belehnung und jeder anderen Statuten- gemassen Verwerthung zu Grunde gelegt wird, betragt sofort bei der Ausgabe und von da ab jeder Zeit bis zur Vollendung des: 3 Jahres Mk. 4,— 51 Jahres Mk. 23,— 71 Jahrcs Mk. 48,— 5 , „ 4,40 52 , , 24,— 72 , „ 50,— 8 , „ 5,— 53 „ „ 25,— 73 , , 52,— 10 , , 5,40 54 „ , 26,- 74 , , 54,— 13 , , 6,— 55 , , 27,— 75 , , 56,- 15 „ , 6,50 56 , , 28,— 76 „ , 58,- 17 7,— 57 » , 29,— 77 , , 60,- 20 „ „ 8,— 58 , , 30,- 78 , , 62,50 23 , , 9,— 59 „ „ 31,— 79 , „ 65,— 26 , , 10,— 60 , „ 32,- 80 „ , 67,50 29 , „ 11,- 61 , , 33,— 81 , , 70,- 32 , , 12,— 62 „ , 34,— 82 , , 73,- 34 , , 13,- 63 , , 35,— 83 , , 76,— 36 „ , 14,— 64 „ „ 36,50 84 „ , 79,— 38 , „ 15,— 65 , „ 38,— 85 „ , 82,— 40 „ , 16,— 66 „ „ 39,50 86 „ , 85,— 42 , „ 17,— 67 „ » 41.— 87 , „ 88,50 44 , , 18,— 68 , , 42,50 88 „ , 92,- 46 , , 19,— 69 , , 44,— 89 , , 96,— 48 . , 20,— 70 „ „ 46,— 90 , , 100,— 50 , , 22,— Deze Sparschein van 100 Mk. wordt kosteloos verstrekt, en geeft dan volgens Dr. Löwenthal de navolgende voordeelen: lo. dat na 180 halfjaarlijksche termijnen (of + 83 jaar) de spaarder (hetgeen dan wel de kleinzoon zal zijn) daarop, rente op rente, 100 Mk. kan ontvangen, of anders uitgedrukt, de kleinzoon ontvangt evenveel als zijn grootvader 83 jaar geleden aan eetwaren, of anderszins heeft besteld; 2o. dat men door uitloting kans heeft vóór zijn 83en verjaardag 100 Mk. te trekken; 3o. dat de eigenaar van den llabattschein de bevoegdheid heeft, dezen te beleenen, met bijbetaling van 5 % rente over het daarop opgenomen bedrag, hetwelk nooit hooger kan zijn dan de contante waarde van den Eabattschein ; 4o. dat de eigenaar een stuk papier aan toonder heeft, hetwelk hij aan derden kan endosseeren. Bezwaren er tegen. Het zal wel geen betoog behoeven dat tegen dit spaar¬ systeem bezwaren bestaan, terwijl het opmerkelijk is, dat vele Duitsche schrijvers nog aan de levensvatbaarheid ervan gelooven. De ondoorzichtigheid van het systeem toch, de lange duur voordat de eenvoudige spaarder tastbare resultaten van zijn sparen met deze spaarzegels kan gewaar worden, pleiten tegen dezen spaarvorm. Waar dit systeem is gebouwd op het bestaan van een afzonderlijk spaar-instituut, veroorloof ik mij de vraag1: wie en wat waarborgt zijn bestaan gedurende het voor zijn bedrijf toch noodige tijdvak van minstens één eeuw? De rente-kweeking, rente op rente, a 4 % gedurende minstens 100 jaar, is door niets gewaarborgd, terwijl de tijdsomstandigheden zoo kunnen veranderen, dat een rente van 4 % niet te maken valt. Maar wel mijn allergrootst bezwaar tegen dezen spaarvorm is, dat een loterij verbonden wordt aan het sparen ; het spel gekoppeld wordt aan den spaarzin. Kortom, het systeem verdient in mijne oogen veel meer afkeuring dan enkele Duitsche schrijvers daarvoor hebben. Dan doet Kttntze misschien een beter plan aan de hand, hij toch stelt voor, dat de winkeliers spaarzegels van een spaarbank koopen en deze als ,,korting-zegels" aan de koopers bij hunne inkoopen toe zullen geven. De koopers moeten deze daarna bij de spaarbank inwisselen en het provenu beleggen op een ,,gesperrt" spaarbankboekje. Frankrijk. Engeland. Belegging in fondsen. Bij enkele bijzondere spaarbanken in verschillende landen bestaat voor de spaarders gelegenheid voor hunne rekening staatsfondsen aan te koopen. Voornamelijk in die landen, waar het maximum-saldo te-goed betrekkelijk laag is, heeft de wetgever aldaar als het ware gevoeld, dat de spaarders — nadat bij hen de spaarzin tot een belangrijke hoogte is ontwikkeld — niet geheel aan hun lot mogen worden overgelaten, omdat zij wellicht dan in minderwaardige fondsen hunne spaarpenningen zouden gaan beleggen. Zoo heeft in Frankrijk de wet van 20 Juli 1895 in art. 2 bepaald, dat de spaarders bij de ,,Caisses privées" hunne gelden kunnen beleggen in Fransche staatsrente en dat wel in den vorm van stukken op naam. De kosten hierop vallende zijn geene, terwijl, indien de spaarder de stukken niet zelf tot zich wenscht te nemen, de bank deze voor hem kosteloos bewaart. Wenscht de spaarder deze fondsen weder te verkoopen, andermaal is de „Caisse privée" daarbij kostelooze bemiddelaarster. Ileeft het saldo te goed het maximum van 1500 francs overschreden, dan schrijft art. 4 dierzelfde wet voor, dat de bank den inlegger waarschuwt, het meerdere terug te nemen. Stoort de inlegger zich hieraan niet, dan wordt het saldo te goed teruggebracht tot het maximum (van 1500 Frs.) en voor het meerdere voor den spaarder ,,ex officio" een Staatsfonds tot dat bedrag aangekocht (achat de rente d'off'ice). In Engeland bestaat voor de „Trustees Savings Banks'' ingevolge de wet van 18G3 een soortgelijke regeling als in Frankrijk, ook daar bij overschrijding van het maximum saldo te goed (van £ 200) „automatic Investment" in Staatsfondsen voor rekening van den spaarder; in Portuqal treft men gelijksoortige voorschriften aan. Pruisen. In Pruisen komt de aankoop van Staatsfondsen bij verschillende banken ook vrij veel voor, doch hierbij stuit men op de navolgende eigenaardigheid. Draagt in het algemeen de spaarder bij Staatsfondsen, voor zijn rekening aangekocht, eenerzijds zelf het risico van de stijging of daling der waarde en geniet hij anderzijds een onveranderlijke rente ; bij de zooeven genoemde Pruisische spaarbanken trekt de inlegger van die Staatsfondsen geen hoogere rente dan die, welke de spaarder voor zijn gewone inlagen vergoed krijgt, het meerdere der rente van de Staatsfondsen van den inlegger ontvangt de bank. De gelegenheid tot aankoop en bewaring van Staatsfondsen „in het algemeen" werkt, ten opzichte van den spaarzin, als een soort veiligheidsklep tegenover het beperkende, hetwelk er in het bepalen van een maximumsaldo te goed is gelepen. Het afliaal-systeem. 1) Bij alle spaarbanken zonder onderscheid bestaat het ,,brengsvsteem". De inlegger gaat naar de bank en „brengt "daar zijn spaarpenningen. Bij enkele banken echter wordt thans ook daarnevens toegepast het „afhaal-svsteem". De bank gaat naar den inlegger, en „haalt" bij hem aan huis de spaargelden af. 1) Drape p, 26, 46, 52; Hecht p. 49; Sparkasse (Essen) 1889 No. 171, 172; schachner p. 92; schaefer (H.W.b.) p. 824; klimmel p. 121, 140; Oest. Tin?. Sparkassen Zeitung 1903 s. 4; Sparkasse (Hannover) 1898 p, 165, 1899 p. 222, 391, 1901 No. 452 p. 2, 1903 p. 245; Leth p. 251, 352. É Het „afhaal-systeem" bestaat hierin, dat de spaarbank onder bepaalde voorwaarden, met korte tusschenpoozen (wekelijks of maandelijks) de inlagen bij ,,de zich hiervoor vooraf aangemeld hebbende" spaarders, doet afhalen. Het afhaal-svsteem is een spaarwijze, welke in het buitenland nog in de windselen ligt, doch de resultaten der banken, welke zulks invoerden, wijzen er op, dat in de toekomst elke spaarinstelling óók aan deze spaarwijze hare aandacht zal moeten gaan wijden. —' In Duitschland (het eenige land waar het tot heden toepassing vindt) wint dit systeem voortdurend veld. Het wordt toegepast bij enkele banken in de provinciën Posen, Silezië, Saksen, Hessen, Nassau, Beieren en Westphalen, en voorts in de steden Butzbach, Bockenheim, Frankfurt a'Main, Neu-Isenburg, Ludwigshaven, Mainz, Rendsburg, Schleswig, Glockau, Posen en enkele andere. "*" De wijze waarop dit afhaal-systeem is ingericht, biedt onderling nog verschil. De spaarbank te Frankfurt a.Main is de bank, welke het „haal-svsteem" het allereerst heeft ingevoerd en wel reeds in 1825. De andere banken voerden het pas later in. Frankfurt. Zoo is de organisatie van het ,,Abholungssystem" bij de Frankfurter Sparkasse als volgt: Hij, die wenscht, dat zijn spaargelden op geregelde tijden (gewoonlijk wekelijks) aan zijn huis worden gehaald, richt daartoe tot die bank het schriftelijk verzoek, onder opgave hoeveel hij geregeld (telkens wekelijks) wenscht te sparen. De spaarder krijgt daarna een spaarbankboekje op naam, voorzien van volgnummer. Hij kan sparen telkens een halve mark, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 15 of 20 Mark. Deze bedraden worden daarna geregeld (wekelijks, op denzelfden dag en zooveel mogelijk op hetzelfde uur) door beambten der bank aan de woningen der spaarders afgehaald. Bij ontvangst van het bedrag geeft de beambte een gedeeltelik bedrukt bewijs van storting af, hetwelk aan de bank reeds in gereedheid is gebracht (het bevat den naam van den spaarder, het bedrag, nummer van het spaarbankboekje, het weeknummer en dagstempel der bank). Slechts éénmaal, op den vooraf door den spaarder verzochten datum, biedt de beambte deze quitantie bij den spaarder aan, wordt er niet betaald, dan is de inlegger verplicht zelf binnen 8 dagen aan het kantoor der bank het bedrag te gaan betalen ; verzuimt de spaarder ook dit laatste, dan beschouwt de bank dit als een teeken, dat de spaarder wenscht op te houden met op deze wijze te sparen, en na dien wordt geen quitantie hem meer (wekelijks) aangeboden. De bijschrijving der inlagen en rente op het spaarbankboekje geschiedt of bij terugbetaling, öf bij sluiting van het boekjaar. De spaarder mag op het spaarbankboekje ook andere inlagen, volgens het , ,breng-svsteem" aan de bank komen storten. Terugbetaling is tussehentijds geoorloofd. De rente is dezelfde als voor alle andere inlagen, doch gaat eerst in op den lsten Januari van het eerstvolgende jaar. Evenals men eiken dag met dit sparen kan aanvangen, zoo kan men ook eiken dag daarmede ophouden. In het jaar 1894 waren er 7 beambten, die bij de spaarders in Frankfurt rondgingen, in 1903 waren er 12 tot Resultaten. 14 beambten (gelijk de Directeur dier bank mij schrijft), welke dagelijks, elk voorzien van 250 a 300 „Wochenzettel" het hoofdkantoor der bank verlieten. Onderstaande staat geeft een denkbeeld van de voortdurende gestadige ontwikkeling van deze spaarwijze. Aantal Saldo te goed. Aantal Saldo te goed. Jaar. Spaarders. Mk. Pf. Jaar. Spaarders. Mk. Pf. 1826 86 4,183,37 1858 2150 392,296,52 1827 130 10,408,62 1859 2310 436,619,11 1828 140 15,144,23 1860 2494 494,528,36 1829 199 22,194,77 1861 2665 585,255,65 1830 262 28,329,86 1862 2811 656,188,74 1831 386 37,605,06 1863 2953 705,518,22 1832 511 52,469,57 1864 3056 742,012,59 1833 586 66,978,11 1865 3184 728,455,45 1834 648 73,476,— 1866 3066 612,666,17 1835 668 83,969,77 1867 3260 662,684,77 1836 692 90,115,69 1868 3519 753,629,53 1837 737 96,724,20 1869 3805 855,204,50 1838 761 101,458,23 1870 4002 859,140,17 1839 785 101,554,17 1871 4322 950,332,96 1840 833 113,941,06 1872 4679 1,048,553,08 1841 895 126,281,46 1873 5199 1,196,668,62 1842 946 133,969,46 1874 5580 1,374,047,65 1843 9S5 148,331,34 1875 5999 1,627,638,57 1844 1054 166,621,57 1876 6429 1,827,862,23 1845 1117 183,168,93 1877 6722 1,991,963,28 1846 1135 186,890,20 1878 6960 2,183,767,13 1847 1154 183,406,68 1879 7300 2,312,198,24 1848 1114 168,374,42 1880 7576 2,561,246,78 1849 1145 199,068,43 1881 7921 2,773,750,82 1850 1214 223,893,11 1882 8299 2,854,245,17 1851 1288 246,399,03 1883 8484 3,093,582,35 1852 1398 266,502,25 1884 8895 3,322,579,39 1853 1494 278,042,65 1885 9130 3,619,312,24 1854 1586 284,945,03 1886 9275 3,960,905,56 1855 1681 299,920,19 1887 9623 4,248,105,54 1856 1778 332,6S7,40 1888 9987 4,480,288,53 1857 1969 358,350,14 1889 10534 4,825,055,32 Aantal Saldo te goed. Aantal Saldo te goed. Jaar. Spaarders. Mk. Pf. Jaar. Spaarders. Mk. Pf. 1890 1.0973 5,074,737,66 1896 12980 6,792,520,?4 1891 11188 5,224,580,33 1897 13270 7,072,419,48 1892 11369 5,345,996,31 1898 13907 7,364,923,98 1893 11743 5,693,969,45 1899 14254 7,649,363,95 1894 12207 6,019,595,31 1900 14608 8,119,582,68 1895 12509 6,393,648,46 1901 14882 8,419,660,10 Maiuz. Niet minder belangwekkend is de inrichtino- en ziin de resultaten der Mainzer Sparkasse, welke eerst sedert enkele jaren liet „Abholungsystem" toepast. Over het algemeen is de organisatie bij die bank op eenzelfde wijze geregeld, als bij die te Frankfurt a/Main, doch bij het in ontvangst nemen der spaarpenningen heeft deze bank een eenvoudig controlemiddel. De beambte heeft een blad van 50 (voor 50 weken) coupons (onderling geperforeerd), waarop staat het bedrag der te sparen som (b.v. 2 Mk.), No. van het boekje, jaartal, volgnummer der week, en volgnummer der coupon. Nu scheurt de beambte bij de ontvangst der le spaarpenningen in de le week de le coupon af. Het couponblad vertoont daarna 49 coupons. Er ontbreekt 1 coupon ad 2 Mk., de ontbrekende coupon is afgegeven aan den spaarder; deze kan haar bewaren in een papieren couvert, geplakt aan de binnenzijde van den omslag van het spaarbankboekje. De beambte komt aan het Hoofdkantoor terug, legt het blad met coupons (min de eerste) over, de Directeur ziet, dat er 2 Mk. is ontvangen van den (met nummer aangeduiden) spaarder. Elke week gaat er een volgende coupon af, en hierdoor geeft het ontbrekende aantal coupons met één oogopslag gemakkelijk het totaal der inlagen voor eiken spaarder over het jaar aan. Telkens worden de inlagen op het correspondeerend hoofd van rekening geboekt en zoo vormt als het ware het resteerende couponblad, door het aantal coupons, welke er aan ontbreken, een duplicaat van het rekeningcourant folio van dien inlegger over dat jaar. Ter bevordering van een geregeld afhalen en juist verdeelen van het ophalen onder de beambten, heeft de bank (naast een alphabet in kaart-svsteem) een stratenregister volgens kaart-systeem, een en ander even practisch als eenvoudig. De steeds in omvang toenemende resultaten van deze spaarwijze blijken uit onderstaanden staat en bevestigen het oordeel van den Heer Directeur dier bank, welke mij schrijft 1): „Unsere eigenen Erfahrungen damit sprechen ganz „entschieden für die Einführung dieses Systems bei den „Sparkasseii. Die Besichtigung der Ersparungs„Anstalt cmpfielt sich sehr." Resultaten. Hierachter vindt men een overzicht betreffende de resultaten der „Spaarvereeniging te Mainz", waarvan de, door de leden vastgestelde, wekelijksche bijdragen, door de ,,Mainzer Sparkasse" worden afgehaald en beheerd ; en voorts een overzicht omtrent de toepassing van het haal-systeem bij een elftal Duitsche spaarbanken. 1) De verschillende reglementen en volledige stellen formulieren betreflende deze spaarwijze bij de spaarbanken ie Frankfurt en Mainz werden mg verstrekt door de Heeren Directeuren PHn,. Weydt te Frankfurt en C. Mach te Mainz. OVERZICHT omtrent de toepassing van het afhaal-systeem bij een elftal Duitsclie spaarbanken. i Aantal gevoerd Bedragen Gespaard No. ■ Spaarbank te in waarin gespaard kan in het jaar Rente-vergoedin»- Kosten inwoners. ^ wordcn. 1899. deelnemers. | | 1 j Butzbach ! 4000 1865 i ™> °.20 Mk. af tot 148,000 Mk. 748 1 Jan. v/h. volgend 275 Mk onbepaald bedrag jaar 2 ; Bockenheim ! 25000 1800 | 0,20, 0,50, 1, 2,3, 4, 148,033 . 1470 ' idem 1500 ö, G, 10, 15, 20 Mk. ' » 3 ! FrankfurtaM. 257500 1826 j Va, 1,2,3,4,5,6, 2,551,528 ,, 14254 idem 15 940 10, 15, 20 Mk. 1 " 4 | Frankfurt aM. j 28000 1884 0,20,0,50, 1,2, 5 Mk. 49,600 „ 1300 idem 800 n Bornheim 5 Neu Isenburg 8000 1858 j °'20< °"'10- li 2, 88,015 „ j 680 het volg. kwartaal; 560 4 Mk. " 6 I Ludwigshaven 46000 1896 % 1,2,3,4,5,10 Mk. 23,000 „ 120 1 Jan. v/h. volgend 80 jaar 7 Mainz 80000 1893 %,1,2,3,4,5,10 Mk. 858,896 „ 6296 idem 7300 „ 8 I Rendsburg I 16000 1845 van 0,20 Mk. af tot 148,364 „ 1857 het volg. kwartaal 600 onbepaald bedrag. n 9 i Schlesweg i 15000 1859 ™ 1 Mk. af tot on- 48,920 „ 560 idem 440 bepaald bedrag " 10 ! Glockau 24500 1895 'fc 1,2 Mk. — — v/h.volgend halfj. af - 11 Posen 68974 1897 0,25,0,50, 1, 2 Mk. — — idem — 33 Resultaten van het af haal-.systeem der M.ainzei* Sparkasse. ~ INLAGE. TERUGBETAALD N.iouw? 1"den' Aantal Verschuldigd Up^ave Bijgeschreven toegetreden Anno. j l>ü don aan- leden bedrag over: Posten. Bedrag. Posten. Bedrag. rente. hot^d^nd , . . , - _ _ . jaar. °P het ei,l(1 van "et boekjaar. 1893 6/maand. 116151 Mk. 287,378 6728 Mk. 167,261 .... 316 4387 Mk. 120,117 1894 12 „ 240018 „ 608,032 16703 „ 482,651 Mk. 2,456 201 4682 „ 247,954 1895 12 „ 250303 „ 646,662 17878 „ 535,934 „ 6,039 291 4923 364 721 1896 12 „ 264329 „ 694,922 18739 „ 595,234 „ 8,966 250 5263 I 473',375 1897 12 „ 278809 „ 740,208 19688 „ 649,671 „ 11,846 1 314 5485 „ 575,758 1898 12 „ 296564 „ 795,199 20039 „ 719,730 „ 15,037 I 343 5822 „ 606 264 1899 12 „ 317390 „ 858,896 20173 „ 791,634 ' „ 17,005 287 6296 „ 750,581 1900 12 „ 333490 „ 911,146 20820 „ 860,609 j , 19,407 ! 340 6501 „ 82o',475 1901 12 „ 343788 „ 954,905 20931 „ 900,016 „ 21,036 345 6718 „ 896,400 32 Gedurende 1893/1901 j Zijn in 2'440'842 Posten inge'egd Mk. 6,497,348,- \ „ „ 161,699 „ terugbetaald . . . „ 5,702,740,— Mk. 794,608,— n „ is aan rente bijgeschreven „ 101,792,— Op het eind van dit tijdvak was aan 6718 leden .~Mk! 896,400,— verschuldigd Bij andere spaarbanken zooals die te Eschwege geschiedt bet afhalen met behulp van spaarzegels (van 0,50, 1, 2, 4 Mk.). De spaarder plakt, na betaling aan den bode, deze zegels op kaarten; deze worden ter bijschrijving eens per jaar door de bank eveneens opgehaald. Bedenkingen er tegen. Tegen deze spaarwijze worden bedenkingen ingebracht en zoo wordt door vele spaarbankbesturen tegen invoering van het afhaal-systeem aangevoerd : lo. dat de behoefte niet blijkt; (waartegenover ik zoude wenschen aan te voeren, dat men toch alleen hierover kan oordeelen, na het nemen van eeu proef); 2o. dat lagere volksklassen nauwelijks in staat zijn ojü te sparen; (waartegenover ik zoude willen wijzen op den bloei der alom aanwezige kleine drankhuizen, welke bewijst, dat er telkens kleine bedragen verspild worden en er dus ook bij goeden wil gespaard kan worden); 3o. de kleine man spaart gaarne zonder opzien te verwekken, zonder dat de buren het bemerken ; (waartegenover ik zoude willen stellen, dat het wekelijksch bezoek toch vrij onopgemerkt kan plaats grijpen; men kieze daarvoor geschikte beambten en ook dit bezwaar is overwonnen). De tegenstanders van het afhaal-systeem in Duitschland zullen betere gronden moeten aanvoeren om de bestrijding te kunnen volhouden. De resultaten der banken te Frankfurt en te Mainz toch bewijzen de groote levensvatbaarheid van deze spaarwijze en met de meeste nieuwere Duitsche schrijvers over dit onderwerp is het mijne meening, dat dit spaarsysteem naast het „breng-systeem" de volle aandacht verdient. Scherl's Spaarplan Bij de behandeling van het afhaal-systeem mag ik niet onbesproken laten het spaarplan, op het afhaal-systeem gebaseerd, en ontworpen door den Heer Atjg. Scheel, eigenaar van de Berliner Lokal Anzeiger te Berlijn, en wel omdat de groote ingenomenheid waarmede Duitsche schrijvers van naam dat spaarplan begroeten, in geenen deele door mij wordt gedeeld; en waar vroeg of laat in Nederland ook wellicht de een of ander de toepassing van dit spaarplan zal gaan beproeven, het mij niet ongewenscht voorkomt, nu reeds op deze verkeerde uitwas van het „afhaal-systeem" te wijzen. Het plan van den Heer Scheel x) bestaat in het navolgende: Een vereeniging: „Scherl's YermittelungsAnstalt" wordt opgericht, welke over gansch Duitschland wekelijks spaarpenningen aan huis laat afhalen. Deze aldus bijeen gegaarde spaarpenningen worden aan de plaatselijke spaarbanken afgedragen; die spaarbanken vergoeden over deze kapitalen elk hare Rente aan de „Yermittelungs-Anstalt". De spaarders ontvangen over hunne inlagen het le jaar geen rente, doch de gekweekte rente wordt door ,,de Vermittelungs-Anstalt" in grootere en kleinere bedragen onder de spaarders verloot. Geen rentevergoeding dus voor de inlagen, doch geldprijzen toegekend door het lot; een sparen verbonden aan een loterij. Het afhalen zoude daarbij aldus geschieden : Ieder spaarder ontvangt een boekje waarop 52 leege 1) Dkape p. 27; Schachneb ]>. 92; Post II p. 130; Lehb (H.W.B.) p. 793; Schaeff.b (H.W.B.) p. 824; Wagneb p. 700; Kummel p. 122, 123; Sparkasse (Essen) 1 Auir. 1903; Sparkasse (Hannover) 1899 p. 171, 1900 p. 132, 170; Sociaal Weekblad 23 Sept. 1903. (Tijdens het afdrukken dezes) Sparkasse (Essen) 1904 No. 1, 20 Jan. 1904 No. 2, 5 Febr. 1904; Nieuwe Courant 15 Jan. 1904 No. 15; Oest.-Ung. Sparkassen-Zcitung 30 Jan. 1904 No. 5; Journal für Sparkasseu 10 Febr. 1901. 4* vakjes zijn gedrukt. I)e beambte der „VermittelungdAnstalt" geeft bij de betaling der wekelijksche spaarpenningen (0,50 Mk., 1 Mk, 2 Mk., en 4 Mk.) daartegenover af een spaarzegel van de spaarbank ter plaatse, 't welk door den spaarder in het boekje wordt bijgeplakt. Aan hot einde van het jaar wordt het met spaarzegels volgeplakte boekje ingeleverd bij de plaatselijke spaarbank en de spaarder ontvangt een gewoon spaarbankboekje van die plaatselijke spaarbank, welke de daar gebruikelijke rente daarna begint te geven. Daar de spaarxegels door de spaarbanken aan de beambten van de „Vermittelungs-Anstalt" tegen geld worden afgegeven, heeft de spaarbank reeds vóórdat er door de individueele inlegger gespaard is, het geld ontvangen en is in staat om aan het eind van het jaar een spaarbankboekje met het totaal bedrag der 52-inaal gespaarde bedragen af te geven en een rente-bedrag aan „Scherl's Yermittelungs-Anstalt' Xa afloop van het eerste jaar ontvangen de spaarders, die Mk. 0.50 bespaarden kosteloos een !/8 lot " " 1— » » .» U ,, " " ~~ " » » Va „ " " 4. „ ,, ,, geheel „ De geldprijzen (Sparpremiën genaamd) op deze loten vallende varieeren van 20 Mk. tot 100.000 Mk. Ier goedmaking van de kosten op den afhaaldienst vallende moet de inlegger maandelijks betalen: bij inlagen van 0.50 Mk. een bedrag van 0.10 Mk. ! » 99 99 1- 99 99 99 99 0.15 ,, » » 99 2. ,, ,, ,, ,, 0.20 ,, 99 99 99 4. ,, ,, ,, ,, 0.25 ,, Voorstanders. Door schrijvers van grooten naam als Dr. Carl Roscher te Dresden, (1f.org Evert (Regierungs-Rath) te Berlijn, Dr. W. Roscher (geh. Regierungs-Rath) te Leipzig, Adolf Wagner (geh. Regierungs-Path) te Perlijn, en Kttmmel wordt dit plan van Scheel zeer goed beoordeeld, terwijl door het Duitsche „Sparkassen-Verband" eenigen tijd geleden is besloten Scherl's plan te ondersteunen. Bezwaren er tegen. Gelijk reeds met een enkel woord medegedeeld, veroorloof ik mij tegen het gansche systeem een «root bezwaar te opperen. Sciierl toch koppelt spaarzaamheid aan spel, iets wat goed is aan iets wat verkeerd is en daardoor is m.i. dit geheel spaarsysteem veroordeeld. Het bekende ,,quod ab initio vitiosum est etc." is hierop van toepassing. De Pruisische Pegeering was in 1894 blijkbaar een zelfde meening toegedaan, want de, volgens de aldaar heerschende wet voor loterijen vereischte ministerieele goedkeuring werd aan Scherl's plan onthouden *). Opmerkelijk blijft het, dat slechts enkele schrijvers als ^ • Schaefer, VV. Post, ■!. Leur, en dan nog schoorvoetend, tegen Scherl's systeem bezwaren uiten. Inleg-Kantoren. Ten einde de gelegenheid tot sparen uit tc breiden. Dnitschland. hebben vele spaarbanken in Duitschland naast hun hoofdkantoor en bijkantoren (Zweig- of Neben-Anstalten) nog plaatsen (Annahmestellen) 2), waar het publiek gelden kan inleggen (niet terugontvangen). De banken 1) Tijdens het afdrukken dezer regelen melden de Duitsche bladen, dat Scherl andermaal in Nov. 1903 zijn spaarplan bij de Duitsche Regeering had ingediend. In Jan. 1904 heeft Scherl zich echter wegens de thans van vele zijden geopperde bezwaren persoonlijk aan de geheele zaak onttrokken. Volgens diezelfde bladen zal dientengevolge van de indiening van zijn systeem voorloopig wel niets meer komen. 2) Lammess p. 12; Seidel p. 453; C. Roscher p. 20; Statuten der spaarbank te Berlijn; Lehr p. 792; W. Schaeh'Ki; (W. II. B.) 829; Böhmert p. 48; Kri pp p. 9; ürape p. 31; Schachxer p. 85; Kummel p. 104, 119; Sparkasse (Hannover) 1901 S. 158, 1899 S. 34, 1898 S. 352, 1898 S. 393, m te Berlijn, Breslau, Altona, Maagdenburg en o.m. in de provinciën Pruisen, Elzas Lotharingen, Pfalz, en Beieren hebben zulks vooral in de laatste jaren ingevoerd, en met uitzondering van Beieren met succes. Het toenemen van het aantal „Annahmestellen" in Pruisen blijkt uit volgend overzicht: jaar Aantal Aantal Aantal inlegkantoren. spaarbanken. bijkantoren. (Annahmestellen.) 188-3 1235 326 605 1884 1259 345 806 1885 1286 444 869 1886 1318 476 1009 1887 1334 479 1184 1888 1340 496 1301 1889 1363 488 1402 1890 1378 492 1546 1891 1393 596 1621 1892 1412 507 1702 1893 1445 510 1746 1894 1471 517 1821 1895 1483 515 1839 Terwijl onderstaande cijfers weer aangeven, bij welke banken in het jaar 1895 het aantal „Annahmestellen" het belangrijkst was. Aantal Aantal bij— inlegkantoren., kantoren. (Annahmestellen.) 620 Stiidtische Sparkassen ... 22 205 172 Landgemeinde Sparkassen . — 23 370 Kreis und Amts Sparkassen. 305 1368 6 Provinzial und Standische kassen 136 45 315 Yerein und Privat Sparkasse 52 198 1483 515 1839 i) 1) In Duitschland waren er blijkens de jongste statistiek van het Kaiserliche Statistische Amt (verschenen in 1903) in 1900 in het geheel 2085 spaarbanken met 521 A filialen. De inrichting van deze „Annahmestellen" en hare verhouding tot de spaarbanken is over het algemeen overal dezelfde, zoodat een korte beschrijving dier organisatie bi] een der grootste Duitsche banken hier voldoende zal zijn. Herlijn. Nemen we hiervoor de spaarbank te Berlijn. Deze spaarbank heeft thans op 94 verschillende plaatsen in Berlijn ,,Annahmestellen". Gewoonlijk zijn deze gevestigd in de kantoren van Notabelen, die door het bestuur als ,,Yerwalter" van deze „Annahmestellen" benoemd, deze benoeming (omdat het als een bewijs van soliditeit geldt) gaarne als een eerambt aanvaarden. De „Annahmestellen" zijn gewoonlijk zooveel mogelijk den ganschen dag geopend en uiterlijk kenbaar door een duidelijk naambord aan den gevel; zij worden bediend door een der bedienden van het kantoor van de firma of koopman (Yerwalter). Men kan er alleen gelden inleggen, niet terug ontvangen ; voor terugbetalingen moet men naar het hoofdkantoor. Zoodra een spaarder zich met een spaarbankboekje bij een der „Annahmestellen" aanmeldt, noteert de bediende het nummer van het boekje, naam, woonplaats eu bedrag op aan ommezijde weergegeven formulier. a M M. eingezahlt den 19 von Wohnung Buch No. Abgeholt den 19 Ausgehandigt am I {,'operforeerd) I i» M Sinzel-Lieferzettel Bei der Aiuiahmestelle der Berliner Sparkasse No. sind von Vor- nnd Zunauic Stand oder Gewerbe Wohnung heute Mark eingezahlt, uin diesc auf (ein neues Buch) das beigehende Sparkassenbuch No. - einzutrageii. Bekltn, den 19 Der Verwalter der Anna liniestelle No. B e m e r k u 11 g e n. Es wird dringend ereucht, die Ang&ben, welche die Person des Einlegere betreffen, recht deutlich zu schreiben. Ann.ihme-Stelle IVo. (geperforeerd) clcr Spar-Ivasse cloi- Stadt Berlin. e M ... Acht Tage nach heute erhalt der Inhaber dieses Schei nes fiir die bei der Annahmestelle No. eiugezahlteu Mark, wörtlich i Mark (ein neues) das Sparkasscnbuch No. ~ niit dein Vermerk der Quittung über den eingelegten Betrag au der unterzeich neten Annahinestellc zurück, und vertritt die Rückgabe dieses Schei nes die Quittung über den Empfang des Sparkassenbuchs. Biicher, welche 14 Tage nach der Einzahlung von der Aunahmestelle nicht abgeholt sind, werden an die Sparkasse zurückgeliefert und deinnachst von dieser ausgehandigt. Berlin, den 19 Der Verwalter der Annahmestelle No. (Stempel) * ' - I m " I. L •* * Sinzel-Lieferzettel J; Acht Tage nach heute erhalt der Bei der Aunahmestelle der Berliner j ■ V Inhaber dieses Scheines fiir die bei der eingezahlt \ sPar'0l8»e No. sind von ÏÏ Annahinestellc No ciugezahlten ! Vor- nnd Zunanie I Pi - r===Mark, wörtlich: ~ = Mark den jg j Stand oder Gewerbe jjj M (ein neues) das Sparkassenbuch No. Wohnung heute 0 9 ('t"1 Vermerk der Quittung über von | * Mark eingezahlt, u.n diese auf * J lft de." cinKcle!rtcn Betra" »" (ler H,lter- | (ein neues Buch) das beigehende Spar- " §* g> ï Annahme3telle zurück, und Wohnung | kassenbuch No. ■ einzutragen. " § 2 vertritt dic Riil:kü»1><= Scheines Beklin, den 19 T ~ ? dle QuittunS öber Jen Empfang des Buch No Dcr ' mm"rr ,ler «t Sparkassenbuchs. Annahmestelle No. £ y Biicher, welche 14 Tage nach der AhcroVinU- Hon in u . <+ Einzahlung von der Annahmestelle ADgenoit aen 19 Bemerkungen. O . ,. , , , ** . nicht abgeholt sind, werden an die ^ Sparkasse zurückgeliefert und dem- niichst von dieser ausgehandigt. Ausgehandigt am Es wird dringend ereucht, die Angabon, ? Der VaJaUer der ! welf6 dif ^« «" Binlege™ betreffen, AmmlnneMk No. recht deutlich zu schreiben. (stempel» De beambte houdt het boekje in, scheurt van dit formulier deel c af, geeft dit aan den inlegger en ontvangt het geld. De beambte scheurt deel b af, legt dit in liet spaarbankboekje, behoudt het overblijvende deel a van het formulier voor zijn administratie en boekt daarna nummer en bedrag van het spaarbankboekje op een lijst. Eiken middag komt een controleur van de bank aan de „Annahmestelle" de spaarbankboekjes met de daarin liggende strook van het formulier b, de lijst, en de totaal som der inlagen halen, aan het hoofdkantoor wordt de inlage in het correspondeerende rekening-courant en in het spaarbankboekje ingeschreven, den volgenden middag brengt de controleur de bijgeschreven boekjes aan de „Annahmestelle" terug en de spaarders kunnen onder afgifte van het stuk c van het formulier hun boekje daarna binnen 8 dagen aan de „Annahmestelle" terug bekomen. Haalt de spaarder binnen 14 dagen zijn boekje niet af, dan moet de „Verwalter" der „Annahmestelle" dit doen toekomen aan het hoofdkantoor en alléén daar kan de spaarder dan tegen het hem gegeven re^u zijn eigendom terug krijgen. Bezwaren er tegen. Bezwaren tegen dit systeem zijn: lo. het uithanden geven van het spaarbankboekje; 2o. de noodzakelijke dubbele wandeling naar de „Annahmestelle"; 3o. de onmogelijkheid om terugbetaling te verkrijgen aan de „Annahmestelle". Schrijvers als Schachner verklaren, dat dit stelsel in Beijeren nog niet populair is geworden en aldaar de proef er mede genomen nog niet ten volle geslaagd is. Andere schrijvers als Lammers, Büiimert, Leiir, Drape enz. zijn echter ondanks de bezwaren er aan verbonden vóór het stelsel; het valt dan ook niet te ontkennen, dat de resultaten, welke o.a. de spaarbank te Berlijn er mede bereikt heeft, er op wijzen, dat zeer zeker aldaar dit systeem populair is ; zoo werd te Berlijn bij de „Annahmestellen" in 1899 op 266.187 spaarbankboekjes een bedrag van 13.947.366,14 Mk., of bijna 14 millioen Mark, gespaard. In het algemeen is er in het buitenland een strooming, welke uitbreiding der „Annahmestellen" wenschelijk acht. Sclioolsparen. ■) Gelijk het woord aanduidt, wordt bij het schoolsparen, de school dienstbaar gemaakt aan het sparen. De Duitsche en Fransche schrijvers betwisten elkander elk voor hun land het eerst-geboorte-recht van deze spaarwijze. Of de eerste schoolspaarbank in 1834 te Mans (Frankrijk) dan wel in 1820 te Goslar (Duitschland) werd opgericht en welke plaats daarna volgde, kan slechts weinig belangstelling inboezemen, omdat eerst in de drie laatste tientallen jaren deze spaarwijze feitelijk een belangwekkende uitbreiding heeft verkregen. Sporadisch toch vindt men in de verschillende landen schoolspaarbanken en wel in : 1844 in Thuringen (Altenbergen), 1845 „ Nederland ('s-Gravenhage), 1846 „ Saksen (Colditz, Chemnitz), (1) Roscher C. p. 40; C. Drape p. 36; Roscher W. p. 234; F. Hecht p. 39; Böhmert p. 10; Schaefer (H.W.B.) p. 794, 810; Elster p. 8; Kiimmel p. 103; Sparkasse (Essen) 5 Maart 1903 p. 56; Laure.vt p. 39; Burxy et Hamande p. 483, 662; Lepeixetier p. 84; Ribbe p. 203; Zimmermax p. 671; Arnaud p. 7, 78; Lammers p. 1; Bodio p. 59; Sparkasse (Hannover) 1898 p. 61, 114, 1899 p. 62, 129, 392, 405, 1900 p. 79, 243, 372, 1901 p. 342, 1903 No. 485; Leth p. 269; Frêre Orban p. 157; Morel p. 31; Journal des Caisses d'Epargne 1903 p. 227; de Malarce; E. Senckel; F. Laurent. 1848 in Duitschland (Berlijn, Stettin, Dortmund), 1851 ,, Zwitserland (Mollis en Filzbach), 1852 ,, Beijeren (Erlangen), 1855 ,, Engeland (Gr. Ilfort, Cheltentham, Liverpool), 1860 ,, Hessen (Darmstadt te Eseholbrükken). 1865 ,, Oostenrijk (Weenen). Daarna en wel in de laatste 30 jaar heeft deze spaarwijze in de verschillende landen een hoogere vlucht genomen. Voorstanders. Yan België uit begon onder de energieke leiding van Francois Lattrent te Gent in 1867 de propaganda, daarna volgden in 1874 de Heer A. Ch. Baron de Malarce in Frankrijk en in 1878 Ernst Senckel in Duitschland. Strijd over het beginsel. Zij voerden een vaak heftigen strijd tegen diegenen, welke zich in woord en geschrift tegenstanders toonden van den wensch, de jeugd reeds op de scholen niet alleen in theorie doch ook in praktijk het sparen te leeren. En dat de strijd dikwerf heftig was, bewijst het omvangrijke aantal geschriften in die jaren tot op heden o.a. in Duitschland omtrent deze twistvraag verschenen. Niet minder dan 70 geschriften van voor- en tegenstanders ontmoet men, en nog houdt de stroom van geschriften in Duitschland niet op. De argumenten vóór het schoolsparen zijn vele, de bezwaren er tegen (men mag het als onpartijdig lezer dezer twistgeschriften niet ontkennen) bestaan en "kunnen zich voordoen. De ontzenuwing dezer veelal op paedagogisclie gronden geopperde bezwaren valt buiten doel en strekking dezer regelen, maar wel meen ik, na lectuur van vóór- en tegenstander op dit gebied, als mijn bescheiden meening te mogen uiten, dat het mij voorkomt, dat men bij den dikwerf in het buitenland zoo fel gevoerden strijd, te veel over het hoofd zag en ziet, dat het op deze wijze vroeg aankweeken van den spaarzin der jeugd hij tactvolle leiding beslist goede resultaten kan opleveren, doch bij onvoldoende voorlichting en toepassing een enkele maal tot verkeerde uitersten zoude kunnen voeren Het schoolsparen goed toegepast, is naar mijn inzicht buitengewoon nuttig, verdient warme aanbeveling, doch kan indien niet goed toegepast en minder goed geleid in enkele gevallen ten opzichte der kinderen ongewenschte gevolgen hebben. De voorstanders zien veelal over het hoofd, dat gelijk bij alles op „dit ondermaansche ', ook bij het sparen niet alles volmaakt is, terwijl de tegenstanders blijkbaar niet willen inzien, dat schoolsparen niet geheel ,,uit den booze" is. Meer dan mij te verdiepen in dit twistgeschrijf, gevoel ik mij aangetrokken tot wat de praktijk in België, Frankrijk, Duitschland, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Zwitserland, Denemarken, Engeland, Zweden, Noorwegen, Spanje, Griekenland, Brazilië, Australië, Amerika, Rusland, ja zelfs Japan ons biedt. Overal in de laatste 30 jaar vooruitgang en erkenning van het zegenrijke dezer spaarwijze, en bovenal, wat de tegenstanders wel eens mogen overwegen is, (gelijk Dr. Felix Hecht voor Duitschland en S. L. Oberholzer voor Amerika uit ervaring mededeelen), dat juist door de praktijk de tegen het schoolsparen ingebrachte bezwaren worden wederlegd. In de verschillende landen vertoont de wijze, waarop het schoolsparen wordt toegepast, groote verscheidenheid. In Frankrijk is het schoolsparen anders geregeld dan in Duitschland; in dit laatste land weder op andere wijze dan in Engeland en hier weder afwijkend van de in Amerika gevolgde methoden. Het vinden van een goede regeling tot het in ont- vangst nemen der spaarpenningen op de scholen maakt een onderwerp, ja een levenstaak uit van den Heer db Malarce te Parijs en den Heer E. Senckel te Holienwalde; beide hebben geheel verschillende systemen ontworpen. Ook in grondgedachte verschillen beide schrijvers omtrent den omvang van het schoolsparen. Zoo wenscht de Heer de Malarce het schoolsparen beperkt tot de spaarpenningen der kinderen, terwijl Senckel geen bezwaar heeft, dat ook de ouders der kinderen eenigszins aan het schoolsparen deelnemen. Bij het schoolsparen treffen wij de navolgende systemen aan, welke ik aldus zoude wenschen te onderscheiden: Systemen. I. Met medewerking van een spaarbank. lo. Het spaarbaksysteem. 2o. Het Fransche systeem (de Malarce). 3o. Het Duitsche systeem, hetwelk men weder kan onderverdeelen in: a. spaarzegel- of -kaarten-systeem, b. op individueel boekje, c. op collectief boekje. II. Zonder medewerking van een spaarbank. De zelfstandige schoolspaarbank. Spaarbaksysteem. Het schoolsparen door middel van spaarbakken vindt aldus plaats: In elke klasse wordt een houten bak geplaatst, waarin een 24-tal of 30-tal vierkante blikken bakjes, waarover een deksel, boven elk blikken bakje van een gleuf voorzien, groot genoeg om geld door te laten; elke gleuf op dien deksel is voorzien van een opvolgend nummer. Wordt nu de deksel op dien bak met een slot gesloten, clan heeft men een 25-tal of 30-tal spaarbusjes. Naast den bak hangt een lijst, waarop door middel van een opvolgend nummer wordt aangegeven, welk spaarbusje voor elk kind bestemd is. Wil nu een kind sparen dan werpt liet in het voor hem bestemde busje zijn geld. Aan het einde der maand wordt de bak door een beambte der Bank in tegenwoordigheid van den onderwijzer geopend en met behulp der lijst hangende naast den bak, wordt het bedrag der geldstukken overgeboekt op een afzonderlijken staat bevattende de namen der kinderen en daarna ingeschreven op een spaarbankboekje ten name van het kind. Tegen dit spaarbaksysteem brengt de Heer de Malarce eenige bezwaren in en wel: Het kind vergist zich zoo licht in zijn spaarbusje en werpt zijn geld in een verkeerd bakje. Als middel daartegen wordt veelal het volgende toegepast: de onderwijzer heeft een schrift met de namen der spaarders en bij elk inwerpen van spaarpenningen noteert hij achter den naam het bedrag. Een tweede bezwaar is de mogelijkheid van diefstal van den inhoud der bakken gedurende de uren, welke er geen school is. Hiertegen neemt men wel eens het middel te baat, om alle bakken na schooltijd bij den hoofdonderwijzer in diens woning te brengen, doch zulks is uit den aard der zaak vrij bezwaarlijk. Fransche systeem. Om aan deze bezwaren te ontkomen ontwierp de Heer de Malakce het navolgende systeem (het Fransche) waarbij van het beginsel (voorgeschreven bij de Fransche spaarbankwet) is uitgegaan, dat alléén na het sparen van 1 Franc, bedragen van 1 Frc. op het spaarbankboekje worden bijgeschreven. De onderwijzer heeft een schrift waarin zich pagina's bevinden van het navolgende model: Fo. I. Folio du Ko^istre de la Caisso d'EpJirtfne scolairo Fac-similé d'une page du Registre de la Caisse d'Epargne scolaire tenu et gardé par 1'Instituteur M. Joseph Le Brun. S3S4. No. du livret do la (■lande Caisse d'Epaitfne. 93 ai | ÖJ N £ - V *0 fcj ^ I Dates. £ g g .2 .g !• d „• 5 ' 5 I 3 ' S 1 £ | ■ J | : I 1 1 t i £ O K j H X j JB I ^ »■? <5 n He port J 0,10 » I I I I I I I I ~ I I 2 I I I I I I I li _J I 3 20 | | | | |_ | | j | | 4 } fé'j j j | j j j 5 I I I I I I I I I I I 8 | | | |_ | | jj | | | | 7 | I | | | | j | | j | 8 t i i i i i i i i | i fl j | | j j— ~|~ i° i i i r i i i i i n i ~~n_j | | j | | M | | | | —| | j~~ is i i r i i— ~r m i > i "I t i i i t 1 16 | | || I I I I | | ia i i i j r ~t~ —ï _ 17 |_S0_ | j | | j j | | 18 | lil I j I i __ j | | I I | | | j 80 j | I | | | j | | 21 | | | j \~~ 22 | | | | | | | | j— 23 | III I 1 I I I 24 ~5Ó~~ | | | j j j j j 86 j III I I 1 I | 26 | | | | | | f | |~ 27 | | |~~ I | | | | j~ 28 | ~J | j I I j | 29 j~ —1~ j | | | 30 | | | | j 31 | I I I I I | Total du mois | 1,10 t'enti in. a reporter —,10 Frs. ronds ft ver- I t I 1 j j i j j j ( soriUC.d'E. | 1'— | Hierop wordt geplaatst naam van het kind, No. van het spaarbankboekje, terwijl de beteekenis der verschillende kolommen duidelijk is. Elk kind ontvangt op vrij stevig papier een los velletje (duplicaat-inlage bewijs) waarop een zelfde verdeeling is gemaakt als in de bladen van boven aangegeven schrift. Wil nu een kind sparen (het heeft daartoe öf eens per week Maandags, of wel eiken dag bij het aangaan der school gelegenheid) dan gaat het naar de tafel van den onderwijzer, deelt mede hoeveel het wenscht te sparen, legt het geld neder; de onderwijzer boekt het bedrag in zijn schrift op het folio van het kind in het daarvoor bestemde hokje en evenzoo op het los velletje, hetwelk het kind bij zich heeft. Hiermede is de geheele handeling afgeloopen. De onderwijzer heeft dus slechts tweemaal het gespaarde bedrag in cijfers te schrijven. Aan het einde der maand telt de onderwijzer het door de leerlingen bespaarde in die maand op en brengt dit over op een staat van onderstaand model: (Modèle de) Bordereau mensuel des sommes versées a la Caisse d'Epargne de N. par N. Directeur de 1'Ecole de N. au nom et pour compte des élèves ci-après indiquées: Numero du T1 Somme Numéro Registre de 0111 e ae e ïeu de'poséeala du livret de la Caisse Prénoms de de Domicile. grande 1'élève a la d'Epargne l'e'lève, naissance. Caisse &ra,lde Caisse scolaire. d'Epargne. d'Epargne. 1 le Brun 1 20 Mai 18 . . 25 Rue Henri. 1 frc. 2384 Joseph a N. a N. 3 i Marly 5 Sept. 18 . . I 3 Kue Richelieu 4 „ j 2392 Paul a N. a N. 7 I l''aure i 1 Mars 18 . . j 1 pl. d'Ames. 2 „ 0 Paul. a N. a N. A N ' ' le 18 Total . . 7 frc. J Le Directeur de VEcole de De beteekenis dezer kolommen is eveneens zonder nadere toelichting duidelijk. Het totaal stort de onderwijzer in bedragen van heele francs bij de Spaarbank, welke zulks weer in de spaarbankboekjes doet bijschrijven. De bijgeschreven spaarbankboekjes worden daarna voor een 2-tal dagen aan de kinderen mede naar huis gegeven om ze aan de ouders te vertoonen. Daarna blijven de boekjes bij 1) Cf. noot op pa*. 67. 272 sI'aarba,lke»- Spaarbankboekjes met vooraf bepaalden vervaldag. Slechts 5 spaarbanken kennen spaarbankboekjes met vooraf bepaalden vervaldag (gesperrte Bücher) en dan nog wel alleen ten behoeve van minderjarigen tot uitbe¬ taling van het saldo bii de meerderiariffheid Spaarzegels. Het sparen door middel van spaarzegels vindt bij 4 banken toepassing en zal hoogstwaarschijnlijk dit jaar nog bij 2 banken worden ingevoerd. Aankoop en bewaring fondsen. Aankoop en bewaring van Staatsfondsen treft men bij 3 banken aan. Het schoolsoaren. verbonden aan pph spaarbank, vindt bij 0 banken plaats. Renteboekjes. Uitgifte van zoogenaamde „renteboekjes" of „staatsschuldboekjes" kent één instelling, terwijl van het levensverzekering-bedrijf eveneens één bank werk maakt. Tot deze resultaten betreffende de in Nederland bestaande spaarvormen kan men in zeer, zeer groote lijnen de door mij uit de statuten en reglementen der bijzondere spaarbanken bijeengegaarde gegevens terugbrengen. Deze gegevens zijn bijeengezocht uit statuten en reglementen, welke naar vele banken mij tijdens de bewerking dezer regelen meldden, aan wijzigingen onderhevig waren, m.a.w. bovenstaande gegevens in cijfers geven alleen een beeld over deze onderwerpen in het jaar 1903 *). Hebben de bijzondere spaarbanken naast de R.P.S. B. reden van bestaan ? Kort na de oprichting der Rijks-Postspaarbank werd herhaaldelijk de vraag geopperd of de bijzondere spaar- 1) Helaas is het mij, ondanks mijn soms herhaald pogen, niet mogen gelukken van alle Nederlandsche bijzondere spaarbanken gegevens te verkrijgen. Enkele spaarbankbesturen plegen het verzoek om toezending van statuten en reglementen niet te beantwoorden, doch zulks is niets nieuws, (c. f. de verschillende statistieken der spaar- en leenbanken); andere, en dit is een nieuw symptoom van den ruimen blik dier banken, zenden de aan haar geadresseerde brieven van andere zusterinstellingen, aan het adres van de afzendende bank ongeopend en ongelezen terug. banken naast deze nop reden van bestaan zouden hebben. Daar, waar men zoo vaak, ook tlians nop zonder aanvoeren van argumenten de overbodigheid der bijzondere banken naast de R. P. S. B. hoort bepleiten, daar blijft opnieuw stellen der vraag: ,,hebben de bijzondere spaarbanken nog een reden van bestaan ?" belangrijk. De bijzondere spaarbanken hebben naast de IJ. P. S. B. in Nederland niet alleen nog een reden van bestaan, doch kunnen, indien zij het voor hen liggend onontgonnen arbeidsveld overzien, en nauwkeurig willen opnemen, zich naast de Rijks-Postspaarbank krachtig ontwikkelen en wel omdat: 1°. Bij pezonde concurrentie tusschen bijzondere spaarbanken en de Nederlandsche Rijks-Postspaarbank zulks aan het publiek zal ten goede moeten komen en kunnen leiden tot verhooping van den spaarzin bij het Nederlandsche volk, 't welke trots den bij vele luitenlandsche schrijvers zoo hoog peroemden spaarzin der Nederlanders, vergeleken met het buitenland, lanp nop niet in deze op de hoopste trede der ladder staat. 2o. De bijzondere spaarbanken pemakkelijker en ■\luggcr met hare cliënteele de transactiën kunnen doen plaats vinden. Het gevolg hiervan is, dat (om van de inlagen nu eens niet te spreken) de terupbetalinpen snel, bijna even gemakkelijk als de inlagen kunnen plaats vinden. Ylugpe terupbetaling is in het belang van de spaarders; het wachten van enkele dagen op een tcrupbetalinp na het daartoe pedaan verzoek is bij de Xederlandsche Postspaarbank nu eenmaal niet te vermijden ; voor tot stand komen van alle transactiën is bijna steeds invullen van formulieren of correspondentie van en met het hoofdkantoor noodip. Bij de particuliere spaarbanken kan zulks langs eenvoudiger wep pesehie- den, zulks bevordert het sparen in het algemeen. „The ,,real secret of succes in all Savings Banks management „consists in facilities". (Henry W. Wolff.) 3o. Kunnen de bijzondere spaarbanken meer dan een over gansch Nederland werkende instelling hare volle aandacht wijden aan de plaatselijke eigenaardigheden; zij kunnen veel meer trachten te getn°et te komen aan de lokale behoeften ; doelmatige voorschriften geven. Aan gecentraliseerde spaarinstellingen valt die tegemoettreding uit den aard der zaak zwaar en zal dus veelal achterwege blijven. Een dicht bevolkte arme streek stelt aan de organisatie en inrichting eener spaarbank andere eischen dan een dun bevolkte rijke streek. „Die Berücksichtigung der localen nnd individuellen ,,Hedürfnisse der Einleger widerspiegelt sich auch in der „Zahl der Einleger" (C. Roscheb). 4o. Kennen de bijzondere spaarbanken over het algemeen een hooger maximum dan de postspaarbanken. Dientengevolge staat de Postspaarbank niet open voor een talrijk deel der bevolking voor wien het bedrag van f 1200.— een te laag maximumcijfer vormt. De Postspaarbank, opgericht voornamelijk met het doel, om den spaarzin aan te moedigen bi] den kleinen man, sluit na bereiken van het maximum hare deuren voor een breede schaar personen, die noch tot den stand van den kleinen man, noch tot de cliënteele der depositobanken behooren. „Das Arbeitsfeld der Postsparcassen-Einrichtung ist „ein anderes als dasjenige der (Gemeinde) Sparkassen. „Die erstere sucht hauptsachlich solehe "\ olkskreise „zum sparen, heranzuziehen, welche das Sparen bisher „wenig oder gar nicht übten." (ilotiv Bericht der Duitsche Begeering bij het ontwerp voor een postspaarbank). Oude school. Nieuwe school. Resultaten buitenland. Bij het aanvoeren dezer 4 gronden staat men nog op den bodem van de zoogenaamde „oude school" omtrent den werkkring van spaarbanken. Stelt men zich echter op het standpunt der zoogenaamde „nieuwe school" dan bestaan behalve deze gronden voor het voortarbeiden van bijzondere spaarbanken naast de postspaarbank zooveel redenen te meer, als de richting omvat, waarin zich die „nieuwe school" een ontwikkeld spaarbankwezen durft denken. De „nieuwe school" op spaarbankgebied toch denkt zich de spaarbanken niet werkende aan de bevordering van den spaarzin alléén, maar daarnaast ook trachtende, voor een voorafbepaald deel, de bijeen gegaarde gelden vruchtbaar te doen terugvloeien tot die groepen van personen, welke diezelfde penningen bespaarden. Naast het sparen beoogt de „nieuwe school" in België, Frankrijk, Italië, Oostenrijk en Buitschland (thans sedert kort ook in Engeland) allereerst bevordering van het, sparen en daarnaast bevordering van den bouw van arbeiderswoningen, bevordering van volks-crediet, bevordering van landbouw-credieti i Bat de bijzondere spaarbanken beter geschikt zullen zijn dan een gecentraliseerd lichaam als de postspaarbanken — heeft de leer der „nieuwe school" eenmaal ook haar overwinning in Nederland behaald — haren werkkring in die richting vruchtbaar uit te breiden, zal wel geen nader betoog behoeven en zal alsdan dus een reden te meer zijn voor een blijvend voortbestaan van de bijzondere spaarbanken naast de Nederlandsehe Bijkspostspaarbank. Afgescheiden van deze gronden bezien van het standpunt der „oude en nieuwe school" kan men nog wijzen op enkele resultaten, welke het naast elkander arbeiden van bijzondere spaarbanken en postspaarbanken in het buitenland in de praktijk opleveren, welke overeenstemmen met de reeds aangehaalde theoretische argumenten. Gaan wij daartoe de resultaten van de Fransche postspaarbank en de best georganiseerde bijzondere Fransehe spaarbank te Marseille na. Nemen wij daartoe eenerzijds het aantal inleggers van de „succursale de Marseille van de postspaarbank (omvattende de departementen Bouches du Rhöne, Basses Alpes, Grorse et auclu8e) en daarnaast het aantal inleggers de la Caisse d Fpargne des Bouches du Rhóne over de jaren 1890—1901 dan vinden wij: AANTAL BOEKJES IN OMLOOP jaar Postspaarbank Bijzondere spaarbank te Marseille. te Marseille. 1890 4.129 114.783 1891 19.379 121.937 1892 34.957 130.730 1893 43.660 135.539 1894 55.323 141.987 1895 69.799 149.327 l89fi 78.662 155.242 1897 87.050 161.264 1898 103.677 164.696 1899 111.462 168.475 1900 119.870 172.047 1901 128.550 175.740 1902 135.728 179.107 Dus blijvende stijging van het aantal spaarders ondanks de stijgende cijfers der postspaarbank. Zoo zijn de resultaten der Italiaansche postspaarbank en die der grootste Italiaansche bijzondere spaarbank te Milaan x) over 1899 te Milaan èn in de Provincie Lombardije samengevat als volgt: MILAAN. Postspaarbank. Bijzondere spaarbank Aantal inlagen . . 135.848 175.183 „ boekjes . . 121.872 175.194 Bedrag inlage . . L. 8.890.678 L. 60.601.021 Aantal terugbetal. . 72.520 164.823 Saldo te goed. . . L. 14.230.858 L. 217.168.837 PROVINCIE LOMBARDIJE. . ' "Spaarbank. Bijzondere spaarbank. Aantal inlagen . . 392.053 477.685 „ boekjes . . 426.455 575.707 . Bedrag inlage . . L. 35.663.843 L. 171.737.527 Aantal terugbetal. . 222.087 462.267 Saldo te goed . . L. 67.657.101 L. 597.212.651 Belangi ijker resultaten dus bij de bijzondere spaarbank dan bij de postspaarbank. Waar alom erkend uitnemend bestuurde bijzondere spaarbanken als die te Marseille en Milaan op deze resultaten kunnen wijzen daar blijken de theoretische argumenten in overeenstemming met de praktijk te zijn. En indien wij dan ten slotte mannen als Henry H. Wolff in Engeland, L. Leth in Oostenrijk en E. Rostand in Frankrijk het blijvend bestaan van bijzondere spaarbanken naast de postspaarbanken in het algemeen ziet bepleiten, dan verkeert men met zijn meening omtrent dit punt in een buitengewoon goed gezelschap. 1) De spaarbank te Milaan (Cassa di Risparmio delle Provincie Lombarde) is een der grootste bijzondere spaarbanken van Europa. 111. UITBREIDING DER SPAARVORMEN EN SPAARWIJZEN IN NEDERLAND. Indien men thans het medegedeelde omtrent de verschillende spaarvormen bij de buitenlandsche spaarbanken stelt naast de spaarvormen bij de Nederlandsche bijzondere spaarbanken in de voorgaande regelen beschreven, dan treft al dadelijk een groot verschil, omtrent de soorten van spaarbankboekjes, de spaarvorm bij uitnemendheid. A erreweg de meeste banken in het buitenland onderscheiden flink de boekjes in twee rubrieken : of op naam; óf aan toonder. Spaa rban k hoekj es op naam. In Nederland daarentegen geven de meeste banken boekjes op naam uit, doch stellen deze ook betaalbaar Aan toonder. aan toonder; elke bank doet zulks weer in andere, zorgvuldig gekozen bewoordingen, waarbij doel is, bij terugbetaling aan een niet-rechthebbeiule, tegenover den eigenaar van het boekje niet andermaal verplicht te Op naam. Betaalbaar aan toonder. zijn tot betalen. De Nederlandsche bijzondere spaarbanken gaan daarbij, blijkens vele hunner statuten, van de gedachte uit, dat elk eigenaar van een boekje zulks zorgvuldig hebbe te bewaren en doet hij zulks niet dan betalen zij aan den toonder, den wellicht niet-rechthebbende, (met of zonder eenig ernstig onderzoek) uit. En al behoort de uitbetaling van spaargelden bij boekjes op naam aan den werkelijk rechthebbende nog tot een der onderwerpen, waarvoor ook in het buitenland nop peen onfeilbare oplossing is gevonden, toch is het m.i. in het belang van de spaarders wenschelijk, dat de banken zuiver onderscheid maken tusschen boekjes op naam èn aan toonder, en daarbij niet een tusschenvorm van boekjes op naam, doch betaalbaar aan toonder tevens erkennen. Immers een boekje op naam, doch betaalbaar aan toonder behoort tot het „genus" boekjes aan toonder, doch heeft het onware uiterlijk van een boekje op naam. Schijnbaar biedt het dus veiligheid, doch bij het in verkeerde handen geraken beantwoordt het in werkelijkheid niet aan die verwachtingen. Overweging verdient het om het bovenstaande: dat de spaarbanken of uitgeven boekjes op naam, of boekjes aan toonder, of nog beter beide, in welk laatst geval de inlegger bij het nemen van het boekje zelf tusschen deze beide spaarvormen naar verlangen of behoefte moet kunnen kiezen. Doch men voorzie dan ook de boekjes op naam met alle waarborgen waarmede men deze elders omkleedt en wel: men vrage den inlegger bij zijn eerste inlage, behalve naam, voornaam en woonplaats; zijn geboorte-datum en jaar ; den familienaam en voornaam van zijn moeder ; men late hem een eenvoudig wachtwoord (password, losungswort) kiezen en noteert dit olies (en daarbij bovendien zoo mogelijk nog een sprekend lichamelijk kenteeken), en laat hem zijn handteekening *) deponeeren. Verschijnt daarna de eigenaar, ten einde terugbetaling te erlangen dan heeft de beambte behalve de juiste 1) Het kaartsysteem wordt hiertoe bij de spaarbanken in Amerika voor de verifieering der handteekening gebruikt. handteekening, slechts een der vorige of alle vragen op den man af te doen om zich binnen enkele oogenblikken zekerheid te verschaffen omtrent de identiteit. Minimum. Over het algemeen hebben de bijzondere Xederland- sche spaarbanken, evenals de buitenlandsche banken, het minimum van inlage laag gesteld; toch is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de banken welke het minimum boven f 0,25 stellen, het sparen door verlaging van dit minimum nog meer zouden kunnen bevorderen. Maximum. Het bij de meeste banken in ons land onbepaalde maximum kan voor de spaarders, nadat hun spaarzin tot een belangrijke hoogte is ontwikkeld, een reden zijn, hun spaargelden veilig in de spaarbank te laten en kan zoodoende het behoud van het bespaarde ten goede komen. Maar bovendien, wil een bank zich krachtig ontwikkelen, dan is het wenschelijk, dat haar reserve ook in gelijke mate toeneme met het saldo te goed der inleggers. Een reserve zal grooter kunnen worden, al naar mate er ook belangrijker inlagen worden gedaan. Een door buitenlandsche banken (Marseille, Parijs) aangevoerd feit is het, dat zij na uitkeering der rente op de kleine saldo's (met vele transactiën) verliezen en alleen op de groote saldo's iets overhouden. Stelt men nu het maximum laag, zoodat alle saldo's klein moeten blijven, dan kan het reservefonds niet naar behooren toenemen, of anders uitgedrukt, de groote saldo's moeten de kosten op de kleine vallende met het oog op aanwas der reserve goed maken. Waar men in het op spaarbankgebied zoo ver ontwikkelde Italië en Oostenrijk over het algemeen een onbepaald maximum aantreft, en de nieuwere buitenlandsche schrijvers van naam zulks als een juist beginsel 78 erkennen, daar is het over het algemeen onbepaald zijn van het maximum ten onzent een heuglijk verschijnsel te noemen. Rentevoet Even afwisselend als in het buitenland de rente bii de verschillende banken is, zoo verschillend is zij ook ten onzent. De meerderheid der Nederlandsche banken kent slechts één rentevoet naar welke zi] den inleggers rente uitkeert. Enkele banken hebben een dubbele of 3-dubbele rentevergoeding x), gewoonlijk verschillend al naar gelang van het saldo te goed. Andermaal kunnen wij in het buitenland opmerken, dat daar, waar het maximum onbepaald is, het wenschelijk wordt geacht de rentevoet boven een bepaald bedrag iets lager te stellen. Terugbetaling. De terugbetaling bij de Xederlandsche banken is aan de meest verschillende termijnen van opzegging gebon- den; bijna zonder uitzondering houdt de lengte van den termijn verband met de grootte van het opgevraagde bedrag. Zulks stemt volkomen overeen met de, zij het dan ook onderling zeer verschillende, regelen welke men hieromtrent in het buitenland aantreft. In de verschillende bepalingen welke men hieromtrent bij buitenlandsclie banken aantreft, is men er van doordrongen dat het in beginsel aan de banken ten goede komt in tijden van crisis tegenover de houders van grootere saldo's te goed de termijnen te trachten te handhaven. In gewone tijden behoeft men zich in het buitenland (althans volgens de reglementen) minder aan de termijnen te houden. Of in Nederland de statuten meer in woord zoo streng zijn dan in werkelijkheid, zoude ik slechts van zeer enkele onzer Nederlandsche banken, welke ik bezocht, mogen verklaren, doch of de overgroote meer- 1) Cf. p. 67. (lerlieid der banken het den inleggers gemakkelijk maakt bij het terugbetalen, vermag ik niet mede te deelen. Gegevens hiervoor ontbreken mij. Dat men het verouderde principe, zooals dit van 1818 tot ongeveer 1850 bij de grootste spaarbanken in Nederland gold, n.m. dat men den inleggers afvroeg waarom zij terugbetaling wensehten en hen dit steeds lang vooruit liet aanvragen, sedert heeft verlaten en thans tracht den inleggers liet terugbetalen even gemakkelijk te doen zijn als het inleggen, moet het sparen ten goede komen. Hoekje met vooraf bepaalden vervaldag. 15ij sleclits heel enkele ]N ederlandsche banken treft men spaarbankboekjes aan, waarvan de terugbetaling van liet saldo is gesteld op een \ooraf bepaalden datum en slechts in beperkten vorm n.m. alleen ten behoeve van minderjarigen tot terugbetaling van het saldo bij meerderjarigheid. Hoe ver het buitenland ons ten opzichte van dezen spaarvorm vooruit is, blijkt uit het reeds medegedeelde. Ten behoeve van de meest verschillende doeleinden geven de spaarbanken over onze grenzen gelegenheid om hare cliënteele zich een vrij willigen spaardwang op te leggen: tot op den dag bepaald voor de betaling der huurpenningen ; tot op den dag van het huwelijk eener dochter; tot op den dag waarop een schuld gedelgd of een hypotheek moet worden afgelost; tot op den dag waarop de werkman zich een bijeengegaard klein kapitaal wenscht; enz. Geen dezer zoo zegenrijke bovengenoemde spaarvormen treffen wij bij de Nederlandsche bijzondere spaarbanken aan. Niet voor elk spaarder is deze spaarvorm geschikt, doch voor hen, die met een bepaald doel hun spaarpenningen ter zijde leggen, en niet meer in de gelegenheid willen zijn deze voor andere, wellicht minder nuttige uitgaven terug te nemen. En waar een inlegger verschillende spaarmotieven kan hebben, moet in beginsel ook elk inlegger vrij zijn voor elk doel hetwelk hij beoogt, zich een spaarbankboekje met vooraf bepaalden datum van terugbetaling en desbetreffende clausule aan te schaffen. Waar de bank in dit geval gelden aanneemt, waarvan zij weet, dat deze eerst behoeven terug betaald te worden na een bepaalden tijd, kan elke bank voor zich overwegen, of zij niet aan die boekjes naar een vast te stellen maatstaf een eenigszins hoogere rente kan toekennen. Bij deze spaarvormen moeten bepalingen gemaakt worden dat bij: lo. overlijden van den inlegger; 2o. niet plaats grijpen van de aangegeven gebeurtenis (het niet plaats vinden van het huwelijk, het vrij loten, ingeval van dienstplichtigheid); de terugbetaling vóór het bepaalde tijdstip mag plaats» vinden. Verschil met levensverzekering Bij eenige nadere beschouwing dezer voor Nederlanders nieuwen spaarvorm bemerkt men, dat zij oogen- schijnlijk veel overeenkomst vertoont met levensverzekering, doch in werkelijkheid verschilt zij daarvan: lo. bij levensverzekering verbindt de verzekerde zich tot geregeld betalen der premie ; bij dezen spaarvorm met vooraf bepaalden vervaldag is de inlegger eiken dag vrij zijn bedragen te storten ; 2o. bij levensverzekering is de som vooraf bepaald; bij dezen spaarvorm hangt zij af van het meer of minder bespaarde; 3o. bij levensverzekering is het verzekerd bedrag bij wanbetaling der premie zoo goed als verloren ; bij dezen spaarvorm ontvangt de inlegger zijn gelden steeds terug. Hierin stemmen zij overeen, dat bij beide de spaarder zich vrijwillig een dwang oplegt. Praktische bezwaren kunnen ten ontzent al evenmin tegen dezen spaarvorm bestaan, men behoeft het spaarbankboekje met het oog op verwarring slechts in een omslag van andere kleur te hullen en op het titelblad de voorwaarde of dag van terugbetaling duidelijk te plaatsen. Dat het wenschelijk is dezen nieuwen spaarvorm bij de spaarbanken in te voeren, zal, waar zij in het buitenland met zooveel succes wordt toegepast, wel geen nader betoog behoeven. Verlies van spaarbankboekje. Bij een gering aantal Nederlandsche spaarbanken vindt men in hunne reglementen bepalingen omtrent de rechten van den eigenaar bij verlies van het spaarbankboekje. Bij de buitenlandsche spaarbanken treft men, zij het dan ook uit den aard der zaak onderling zeer verschillende, vocrschriften aan. Welke van die onderling zoo verschillende regelingen de beste is, hangt nauw samen met de soort van boekjes, welke men uitgeeft, zoo zal de regeling van het verlies van boekjes op naam anders moeten zijn dan die van boekjes aan toonder. Zich spiegelende aan het buitenland zal men onderscheid moeten maken tusschen verlies : lo. tengevolge van diefstal; 2o. tengevolge van een calamiteit (bv. brand); 3o. van boekjes aan toonder; 7 82 4o. van boekjes op naam; öo. van boekjes met voorafbepaalden vervaldag. Men schrijve b.v. een eenvoudige publicatie in de lokalen der spaarbank zelve (niet in de courant) een betaling van een matig bedrag voor kosten van bet duplicaat-boekje voor. Overboeking. De overboeking van liet saldo van een spaarbank¬ boekje bij de spaarbank te X. zonder renteverlies op de spaarbank te Y., kennen wij in Nederland in theorie, doch niet in de praktijk. Enkele jaren geleden heeft de spaarbank te Haarlem tot een soortgelijke organisatie als de buitenlandsche spaarbanken vrij algemeen ingevoerd hebben, een oproeping tot de Nederlandsche spaarbanken gericht; verschillende banken verklaarden zich ook daartoe bereid, doch zoover mij bekend, heeft deze oproep geen praktische resultaten gehad. Aanéénsluiting spaarbanken. Indien het in Nederland eens tot een onderlinge aaneensluiting der bijzondere spaarbanken en een meer leeren kennen van elkanders ervaringen en streven mocht komen, dan, doch alléén ook dan, kan de overboeking tusschen de spaarbanken onderling ten gerieve van hun cliënteele een toekomst tegemoet gaan en nuttig werken. Thans is de ontwikkeling van het overboeking-systeem tusschen de spaarbanken onderling, omdat de. spaarbanken in Nederland naast elkander onbewust van elks bestaan en streven voortleven, nog niet mogelijk. Dat er voor spaarbanken in Nederland, wier saldo's onbepaald zijn, (nog naast de R. P. S. 13. alwaar de „TJebertragbarkeit' ten top is gevoerd) reden zal bestaan, ter gelegener tijd de overboeking in net Handelingsbevoegdheid vrouwen, minderjarigen. belang van de cliënteele van elk karer krachtig aan te vatten, is m.i. buiten twijfel x). De onderlinge „overboeking" kan eckter eerst na onderlinge kennismaking der Nederlandsclie spaarbanken tot ontwikkeling komen, vóór dien, de spaarbank te Haarlem heeft het helaas bij haar lofwaardig pogen ervaren, kan het tot geen noemenswaardig resultaat leiden. Bepalingen, soortgelijk aan die, welke in de wet op de R. P. S. B. voorkomen (welke inhoudt dat de gehuwde vrouw zonder bijstand van den man zelfstandig mag inleggen, maar bovenal terugbetaling met uitsluiting van den echtgenoot mag ontvangen; dat de minderjarige zonder tusschenkomst van vader of voogd mag inleggen, maar bovenal dat, na het bereiken van den 12-jarigen leeftijd alleen de minderjarige, en de vader of voogd slechts met machtiging van den kantonrechter, terugbetaling kunnen erlangen) missen de Nederlandsclie spaarbanken. Daar het Burgerlijk Wetboek de handelingsbevoegdheid van getrouwde vrouwen en minderjarigen regelt, treft men in geen der statuten of reglementen der Nederlandsclie banken aan, bepalingen, gelijk men omtrent de handelingsbevoegdheid van gehuwde vrouwen en minderjarigen bij buitenlandsche spaarbanken vindt. Dat de particuliere banken in deze een soortgelijke wettelijke regeling der handelingsbevoegdheid der vrouwen en minderjarigen noodig hebben, welk spaarbank- 1) Geen geringen steun toeh vind ik voor deze mijn meeuing in hetgeen de Heer Fl:klik Okiian reeds in 1859 als een der „vices les plus reels du systèine Hollandais" o. m. noemde, het niet mogelijk zijn deioverboekingen tussehen de spaarbanken onderling. Bijna een halve eeuw geleden wees deze reeds op die fout. 7* bestuur zal mij zulks tegenspreken ? Herhaaldelijk en ik mag wellicht gerust zeggen dagelijks, stooten de spaarbanken in Nederland zich aan het gemis van soortgelijke nuttige regeling. Zoude het dan geen tijd worden, voor de Nederlandsche spaarbanken zich hiervoor eens aan te sluiten en voor hare gehuwde vrouwelijke cliënteele en jeugdige spaarders te verkrijgen de handelingsbevoegdheid, welke bijna overal in het buitenland, ja wat meer zegt, in Nederland voor de cliënteele der R. P. S. li. reeds is verkregen ? Met bovenstaande beschouwingen betreffende den spaarvorm bij uitnemendheid, het spaarbankboekje, der Nederlandsche spaarbanken vergeleken met die in het buitenland, meen ik te kunnen volstaan. Spaarzegel. De tweede spaarvorm, welke wij bij zeer vele buitenlandsche spaarbanken aantreffen, het spaarzegel, is in Nederland bij de bijzondere spaarbanken nog in hare kindschheid. Slechts 4 spaarbanken hebben zulks ingevoeld, terwijl het mij bekend is dat nog 2 de invoering voorbereiden. < Iver de wenschelijkheid der invoering van dezen spaarvorm ter bijeenbrenging van anders dikwijls nutteloos verspilde kleine bedragen kan m.i. weinig verschil van meening bestaan, terwijl de ervaring in het buitenland met dezen spaarvorm opgedaan, wellicht voor ons land een zelfde zal zijn, n.m dat bij de invoering er van aanvankelijk belangrijke bedragen zullen worden bespaard en daarna deze spaarvorm op een gelijke hoogte zal blijven; verkrijgbaarstelling van spaarzegels niet alleen van ƒ0.05, doch ook van eenigszins hoogere bedragen, b.v. van f 0.10 tot f 0,25 verdient wellicht overweging. De toepassing van dezen spaarvorm in het buitenland vergeleken met dien in Nederland wijst op meerdere ontwikkeling daarvan buiten onze grenzen. Afhaal-systeem. Het afhaal-svsteem is in ons land lot op heden bij de bijzondere spaarbanken geheel onbekend. Er is geen spaarbank welke zulks toepast, ja zelfs kent. Bij den eersten aanblik schijnt dit systeem het den inleggers wel wat al te gemakkelijk te willen maken, doch hoe meer men het afhaal-svsteem beziet en de organisatie daarvan in het buitenland nagaat, des te Argumenten er voor. meer zal men tot de overtuiging komen, dat het tege¬ moet kan komen aan den spaarzin nier inleggers, wien het gaan naar de spaarbank door ambtsbezigheid of andere redenen niet gemakkelijk valt. Men zal bij het afhaal-svsteem dus een categorie personen tot sparen kunnen brengen, die anders daartoe geen of bijna geen gelegenheid weten te vinden : men zal een zekere regelmatigheid in het sparen bij hen aankweeken. Jlet de nieuwere buitenlandsche schrijvers acht ik in het gelegenheid geven tot sparen door middel van het afhaalsvsteem voor de spaarbanken nog een groote taak weggelegd. Aan hen, die zelfs na de boven medegedeelde resultaten omtrent dit systeem in Duitschland de levensvatbaarheid dezer spaarwijze voor ons land niet groot achten, wensch ik dan toch er op te wijzen, dat hij bereids door andere instellingen feitelijk ook in Nederland wordt toegepast, en met succes. Levensverzekering Maatschappijen. Elke levensverzekering-maatschappij toch, welke zoo¬ genaamde ,, spaarverzeker in gen ' voor de geneeskundig afgekeurden sluit, laat de maandelijksche of 3-maandelijksche of halfjaarlijksche of jaarlijksche spaarpremiën aan huis bij deze verzekerden afhalen. De levensverzekering-maatschappijen met hare spaar-tarieven, feite- lijk tredende buiten bun eigenlijk terrein op dat der spaarbanken, geven aan de laatsten het bewijs der levensvatbaarheid van het afhaal-systeem. M De spaarbanken in Nederland moeten volgens mijn bescheiden meening aan deze spaarwijze haar aandacht gaan wijden en zullen daarbij tot ontwikkeling van den spaarzin kunnen brengen, hen, voor wien het „brenjrsysteem" onvoldoende aantrekkingskracht had, of onvoldoende gelegenheid tot sparen gaf. Schoolsparen. Met een andere spaarwijze, het schoolsparen, is het ongeveer eveneens gesteld als met het spaarzegelstelsel. Alhoewel ik meen, dat de gegevens welke ik hieromtrent uit de statuten en reglementen der bijzondere Nederlandsche spaarbanken heb bijeengezocht, geen volledig overzicht over de toepassing van het schoolsparen, uitgaande van de bijzondere spaarbanken, geven, kunnen wij in dit opzicht nog veel van het buitenland leeren. Bijna overal in het buitenland is de strijd over het al of niet nuttige van het schoolsparen zoo goed als uitgestreden en heeft de praktijk de theoretische bezwaren vrij algemeen ontzenuwd. Bijna overal erkenning, zelfs van Staatswege, van het zegenrijke dezer spaarwijze. In ons land daarentegen bespeurt men bij de bijzondere spaarbanken weinig van een strijd over deze beginselen maar helaas nog minder van de toepassing. Wanneer de spaarbanken gelegenheid hadden elkander omtrent de ervaring van het door hen toegepaste of nog toe te passen stelsel, over het al of niet wenschelijke 1) Van de 81 Nederlandsche Levensverzekering-Maatschappijen sluiten 21 Maatschappijen wel en 29 geen spaarverzekeringen, terwijl schrijver dezes van 31 maatschappijen geen of onvoldoende antwoord op dit punt ontving. Be boven aangeduide 21 maatschappijen ontvingen in 1902, blijkens mij medegedeelde cijfers, aan spaarpenningen (voor deze spaarverzekeringen) een bedrag aan ƒ 301.490,91$. van. toekenning van premiën aan onderwijzers of kinderen of aan beide tegelijk voor te lichten, dan zoude wellicht de enkele paedagogische bezwaren tegen deze spaarwijze langzamerhand kunnen verdwijnen en elke spaarbank het schoolsparen kunnen propageeren. Behalve deze spaarwijze en de bovenaangegeven spaarvormen vermeen ik, dat de ontwikkeling van den spaarzin, bij de jeugd na het verlaten der school, bij de Fabrieksparen. fabrieksarbeiders, evenals in het buitenland voor de spaarbanken nog een ruim, vrijwel onontgonnen arbeidsveld zal opleveren en op het programma der uitbreiding van spaarwijzen der spaarbanken in Nederland zal moeten komen te staan. IV. SLOT- HOOF DSTUK. Bij deze vergelijking van spaar-vormen en -wijzen tusschen Nederland en het buitenland wensch ik het ditmaal te laten, om thans te wijzen op enkele toestanden, waarin het Nederlandsche spaarbankwezen nog verkeert en welke de ontwikkeling van den spaarzin van het Nederlandsche volk naar mijn inzicht tegenhoudt Te weinig spaargelegenheid. De spaarbanken bieden te weinig spaargelegenheid. Als een der belangrijkste oorzaken van het succes der postspaarbanken wordt terecht aangevoerd de veelvuldigheid der spaargelegenheid door deze spaarinstellingen aan de inleggers geboden. Geen schrijver op spaargebied in het buitenland of hij is de meening toegedaan, dat het openstellen van elke nieuwe spaargelegenheid het sparen doet toenemen. Vrijwel onbetwist is de stelling: ,,hoe meer gelegenheid men geeft tot sparen, des te meer zal er ook gespaard worden". Praktijk en theorie beiden stemmen op dit punt geheel overeen. En wat ziet men in ons vaderland? De meerderheid der banken is ééns per week of tweemaal in de maand geopend 1); in cijfers uitgedrukt zijn die banken van de 3fi5 dagen er slechts 25 of 52 dagen geopend. 32-5 of 300 daqen laten de meerderheid der banken voor het sparen ongebruikt per jaar voorbijgaan. Ik wil nu nog niet eens spreken van de 20 % der banken, welke slechts 12-maal per jaar geopend zijn of de banken welke slechts met 4-maal per jaar voldoende 1) Cf. pag. 68. gelegenheid tot sparen meenen te geven, doch alleen van de meerderheid der banken, en dan geloof ik toch op zijn zachtst uitgedrukt te mogen zeggen, dat óók op dit gebied ons Jfederlandsche spaarbankwezen voor verbetering vatbaar is. Opheffing zelfstandigheid der kleinere spaarbanken. Onwillekeurig rijst, wanneer men den toestand in Noord-Italië, Duitschland en Frankrijk beschouwt voorts de vraag of er in werkelijkheid in sommige streken van ons land niet te veel zelfstandige spaarbanken zijn. Men treft toch blijkens hierachter volgend staatje in gemeenten met + 8000 of minder zielen telkens afzonderlijke, zich zelf besturende spaarbanken aan, waar men bij gelijke bevolking in bovengenoemde landen eenvoudige bijkantoren van spaarbanken van grootere gemeenten in de nabijheid aantreft. Argumenten hiervoor. Hoeveel kracht zoude er niet kunnen uitgaan van die kleine thans op zich zelf staande spaarbanken, indien zij een deel uitmaakten van en zich gerugsteund gevoelden door een nabijgelegen spaarbank in een grootere gemeente. Hoeveel nuttiger en wellicht practischer zouden zij kunnen arbeiden, indien in de kleinere gemeenten de grootere spaarbanken aldaar hun welverzorgde bijkantoren openden geleid en voorgelicht door een plaatselijke Commissie voor elk bijkantoor. Hoeveel gemakkelijker, hoeveel zaakkundiger, maar tevens zekerder zouden de gelden gespaard in de kleinere gemeenten door het Hoofdkantoor in de grootere gemeente kunnen worden bijeengebracht en daarna belegd. Hoeveel vruchtbaarder zoude bij verdere ontwikkeling van het Nederlandsche spaarbankwezen, evenals in het buitenland de uit een bijkantoor in het hoofdkantoor Aantal spaarbanken in gemeenten van onderstaand aantal zielen: 100.000 100.000 60.000 j 40.000 20.000 12.000 8.000 6.000 j 4 000 2 000 1 000 Provinciën. ; ctt - - _ _ - _ _ ; daarboven. 60.000 40.000 20.000 12.000 8.000 6.000 4.000 2.000 1.000 200 Noord-Brabant - — — ! 3 1 — _ i 2 I 3 2 li Gelderland _ _ 2 1 j 1 5 1 5 7 2 1 25 Zuid-Holland 3 — 1 9 1 2 1 9 9 5 1 Noord-Holland 5 3 S j - 3 4 3 12 12 14 59 Zeeland _ 2 - 2 - 2 2 - 8 Utrecht 1 _ — 1 _ _ j 3 3 _ Friesland — j — — 2 3 K » c r - -! - -! ; i i ; ; J : ■ j s £2r = - I 1 ; - : 8 ; I » 2 ' « r • 1 I — 1 4 — — 8 Limburg _ - _ 2 _ _ 1 I _ j j j _ 5 Totaal aantal j — spaarbanken ^ ® 25 11 25 16 33 67 34 29 257 VERZAMELING: 257 spaarbanken. Juiste plaatselijke bevolking aan schrijver dezes onbekend bij 15 Totaal 272 * bijeengevloeide spaarpenningen weer voor een deel kunnen terugvloeien, naar de plaats waar het bespaard werd tot nut der plaatselijke bevolking (door belegging van een deel in arbeiderswoningen, verleenen van landbouwcrediet enz.) De aldus georganiseerde spaarbanken met bijkantoren over ruimer veld arbeidende zouden in de gelegenheid zijn een krachtige reserve te vormen en verliezen, door de kleinere spaarbanken nog te lijden, zouden daardoor zij het op geheel andere wijze dan men steeds heeft voorgesteld, kunnen worden voorkomen. Een Hoofdbestuur in de grootere gemeenten met een vast, het publiek helpende, niet al te talrijk bankpersoneel, voorgelicht door de plaatselijke commissiën in de kleinere gemeenten zoude op voetspoor van tallooze buitenlandsche banken ook voor ons land een betere regeling zijn om te geraken tot vermeerdering der spaargelegenheid en ontwikkeling van den economisehen werkkring der Nederlandsche spaarbanken. Hoe te verbeteren? Hoe echter, tot verbetering van het Nederlandsche spaarbankwezen te komen? Het middel tot verbetering van het Nederlandsche spaarbankwezen ligt voor de bestuurders in mededeelin