7*. Op onbepaalde tijden verschijnt een politie-agent in de school, om het schoolverzuim op te nemen. In andere Afdeelingen was men van meening, dat het Hoofd deiSchool in dezen genoegzaam zijn plicht vervult, als hij, hetzij wekelijks, hetzij maandelijks, bij liet Gemeentebestuur of den Arrondissements-Schoolopziener zijne absentie-lijsten in'evert, zooveel mogelijk met de redenen van het verzuim. Meer kan men in billijkheid niet van hem eisehen. Het verschijnen ter gerechtszitting, om, als aanklager of getuige op te treden, zou hem te veel uren uit de School verwijderen, waardoor de goede leerlingen om de kwade zouden moeten lijden. Bovendien brengt het optreden in eene strafzaak hem in een schceve verhouding tegenover de ouders zijner leerlingen. Vraag 5. Acht men liet voor eene goede uitvoering der Wel noodzakelijk, dat het onderzoek naar de strafbaarheid van schoolverzuim icorde opgedragen aan afzonderlijk daartoe aan te stellen personen? Of meent men, dat dit kan geschieden door de Arrondissements-Schoolopzieners of door Cotnmissièn uit de ingezetenen ? Vier Afdeelingen wcnschen de beantwoording dezer vraag over te laten aan rechtsgeleerden of aan den Wetgever. 44 Afdeelingen wenscben, dat eene Commissie uit de ingezetenen zich mei het onderzoek zal belasten, en sommige dezer, dat die Commissie zal bestaan uit de ouders der schoolgaande kinderen, opdat deze in de zaak zullen gaan belangstellen. 9 Afdeelingen willen dit onderzoek opdragen aan de Schoolcommissie ; 6 Afdeelingen aan het Gemeentebestuur; 3 u aan den Arrondissements-Schoolopziener; 30 u aan afzonderlijk daartoe aan te stellen ambtenaren ; 5 h aan de gewone justitie of politie. De opmerking wordt gemaakt, "1 °. dat Commissiën uit de ingezetenen vaak al te toegevend omtrent het Schoolverzuim zullen zijn; 2°. dat de Arrondissements-Sehoolopzieners, die niet bezoldigd worden, ongaarne die vermeerdering hunner werkzaamheid op zich zullen nemen; 3°. dat de te benoemen ambtenaar liefst een genees- kundige moet zijn, om ook verzuimen wegens ziekte te kunnen beoordeelen. Vraag G. Is het nietnoodig, in de Wet duidelijk te omschrijven, welke schoolverzuimen als geoorloofd, welke als niet geoorloofd moeten worden beschouwd? En welke verzuimen moeten als zoodanig gekenmerkt worden ? l)e groote meerderheid (96) is vóór het omschrijven in de Wet. 7 Afdeelingen zijn daar legen. 7 Afdeelingen meenen, dat dit óf aan het Gemeentebestuur, of aan het Hoofd der School, óf aan de Commissie, den Schoolopziener of den te benoemen ambtenaar moet worden overgelaten. Als geoorloofde verzuimen worden opgenoemd: die bij sterfgevallen en huwelijken in de familie, ziekte, weer en wegen, godsdienstplichten, verre afstand voor jonge kinderen. Sommige Afdeelingen voegen daaraan toe: godsdienstonderwijs; andere verklaren zich stellig daartegen. ^°g geven enkele Afdeelingen op: hulp bij ziekte in liet huisgezin, mits na ontvangen advies van den geneesheer; gebrek aan kleeding en schoeisel; lichaams- of zielsgebreken; geen vaste woonplaats (kinderen van schippers en kermisreizigers); gebrek aan plaatsruimte op de scholen. Vraag 7. Zouden de vacantiën niet zóó te regelen zijn, dat zij voor het grootste deel of geheel vallen in den tijd van het grootste schoolverzuim ? 76 Afdeelingen beantwoorden die vraag bevestigend. 21 u h n n ontkennend. De laatsten merken op, dat men dan de kinderen nog meer zou exploiteeren en deze dus niets aan de vacantie zouden hebben. Van twee zijden wordt opgemerkt, dat deze vraag strijdt met art. 21 der Wet, dat de regeling der vacantiën aan het Hoofd der school opdraagt. Vraag 8. Zou eene andere regeling der Schooluren ook invloed kunnen uitoefenen op een trouwer bezoek van de school? Terwijl 12 Afdeelingen deze vraag bevestigend beantwoorden, en 1C Afdeelingen meenen, dat dit aan locale omstandigheden moet worden overgelaten, oordeelen 66 Afdeelingen, dat dit niet baten zal, waarvan er 6 bij ervaring spreken. Eene Afdeeling geeft in bedenking den Zaterdag vrij te geven ; eene andere wil, dat aan de jongere leerlingen minder lesuren zullen gegeven worden, om den vrij vallenden tijd voor de oudere te kunnen gebruiken. Vraag 9. Aclit men het wensc/ielijk, dat er een minimum aantal weken en een minimum aantal schooluren in de Wet wordt opgenomen, met vrijheid voor de Gemeentebesturen, om binnen deze grens de vacantiè'ti en schooltijden te regelen ? 4 Afdeelingen merken op, dat deze vraag weder in strijd is roet Art. 21 der Wet. 71 Afdeelingen verklaren zich vóór liet opnemen in de Wet van bedoelde minima. 30 Afdeelingen zijn er tegen. Vraag 10. Iïtent er ook bepaald te worden, dat een zeker aantal niet-geoorloofde verzuimen kunnen toegelaten worden, zonder strafbaar te zijn? (Men denke aan familie• of huiselijke feesten, uitstapjes en dergelijke). En hoever zou men dan kunnen gaan? Twee Afdeelingen verklaren de bedoeling dezer vraag niet te begrijpen. Zij meenen, dat een verzuim, dat geoorloofd is, niet strafbaar is, en het omgekeerde insgelijks het geval is. 21 Afdeelingen verklaren zich tegen het vrijstellen van sommige schooltijden. 9 Afdeelingen meenen, deze zaak te kunnen overlaten aan het Hoofd der school of aan de bevoegde autoriteiten. Eene groote meerderheid (68) echter wil, dat een zeker aantal niet-geoorloofde verzuimen moet toegelaten worden en antwoordt dus toestemmend op de gedane vraag. Wat het aantal dier verzuimen betreft, daarover zijn de meeningen nog al verschillend. 5 Afdeelingen bepalen die op 4 tot 6 ; 25 op hoogstens 10; 5 Afd. van 40 tot 15; 7 Afd. van 20 tot 26; 3 gaan tot 48; 1 zelfs tot 60 per jaar. Vraag 11. Hoe stelt men zich voor, dat het onderzoek moet ingericht worden naar de vorderingen van hen, die u it sluitend huisonderwijs ontvangen ? Eene Afdeeling merkt op, dat deze vraag meer op * choo Iplicht dan op le e rplicht ziet. Een paar andere Afdeelingen meenen, dat, waar niet geëisclit wordt van schoolgaande kinderen, dat zij door een examen toonen, dat het onderwijs vruchten heeft gedragen, zulks evenmin van nietselioolgaande kinderen kan worden gevorderd. 11 Afdeelingen kennen geen Huisonderwijs of achten dit onnoodig, als de Leerplicht zal zijn ingevoerd. Blijkbaar hebben deze Afdeelingen de bedoeling dezer vraag niet recht gevat. Het zal toch voorkomen, dat onverschillige ouders hunne kinderen niet ter school zenden en zullen beweren, dat zij te huis genoeg onderricht ontvangen. Om dat kwaad uit den weg te ruimen, dient er eene bepaling in de Wet voor te komen, waardoor zulke ouders genoodzaakt worden, hunnen kinderen eenig onderwijs te doen ontvangen. Zoo is liet ook door het meerendeel der Afdeelingen opgevat. Hen aard van het onderzoek laten zij in het midden. Het kan natuurlijk geen formeel examen zijn. Omtrent de personen, die het zullen afnemen, spreken zich die Afdeelingen wel uit, maar, zooals te denken is, niet éénstemmig. 14 Afdeelingen willen zich vergenoegen met de verklaring van den onderwijzer, die tehuis aan die kinderen onderricht geeft. 14 Afdeelingen wenschen een jaarlijksch onderzoek in een deiOpenbare of Bijzondere scholen door de Hoofden daarvan. 13 Afdeelingen willen dat onderzoek opgedragen zien aan de Schoolcommissie. 13 andere Afdeelingen aan den Schoolopziener. 7 Afdeelingen eindelijk aan de Commissie uit de ingezetenen, die met het onderzoek naar 't Sehoolverznim is belast. Vraag I. Wat zijn in uwe omgeving de oorzaken van schoolverzuim ? De breede lijst van oorzaken van schoolverzuim, door de Afdeelingen opgegeven, hebben wij onder 10 rubrieken gebracht. Het zijn de volgende: 1. Veldarbeid, als: houtsprokkelen, poten, wieden, rooien, graszoeken, boscharbeid, hooien, oogsten, peren en andere vruchten plukken e. a. 2. Industrie, als: vlasbraken, erwtenlezen, spoelen in tapijtfabrieken, mattenfabricage, schoenmaken. 3. Kleine verdienden: lijstervangen, rapen van schelpdieren, veenarbeid, veehoeden, biezensnijden, visscherij (ansjovisvangst), kleinhandel. 4. Huiselijke arbeid (vooral bij de meisjes): passen op de kleintjes, als moeder uit werken gaat; medehelpen in het huishouden, vooral in schoonmaaktijd; koffie brengen aan de arbeiders op het veld; helpen op marktdagen, vooral bij winkeliers; gaan naar dokter of apotheker om geneesmiddelen, enz. 5. Weer en wegen en verre afstanden, vooral bij de lagere klassen op het platteland. 6. Catechisatiën, vooral tegen den tijd der kerkelijke aanneming. 7. Geringe waardeering van het onderwijs, onverschilligheid en gemakzucht der ouders. Hieronder kan gebracht worden wat de Afdeeling Groningen als eene reden van schoolverzuim aangeeft: het niet tijdig zorgen voor de biljetten van vaccinatie. 8. Armoede, gebrek aan kleeding en schoeisel. 9. Gebrek aan schoolruimte. 10. Gemis van eene vaste woonplaats. Dit doet zich voor bij kinderen van schippers en kermisreizigers. Nog wordt door enkele Afdeelingen in het Noorden aangegeven als oorzaak van schoolverzuim het schaatsenrijden; door een paar Afdeelingen in Noord-Holland de zucht om schoolgeld uit te winnen. In die gemeenten betaalt inen nl. het schoolgeld per maand. h Wanneer nu de zomervacantie l>ijv. half Juli begint en half Augustus eindigt, dan wordt de andere helft dier heide maanden ook verzuimd. Ook eene Afdeeling in Gelderland en eene in O v e r ij s e 1 vinden in de wijze van heffing der schoolgelden eene oorzaak van schoolverzuim. Vaccinatie-dwang wordt niet als reden van schoolverzuim opgegeven. II. fVanneer hebben die oorzaken geheele of gedeeltelijke ontvolking van eene of meer klassen ten gevolge? 26 Afdeelingen berichten, dat dit plaats heeft van Maart tot November, soms tot December. 20 Afdeelingen : in den zomer. 11 n : in het najaar; hieronder zijn er ü, die het schoolverzuim aan de visseherij wijten. III. Hoe groot is dan bij benadering het percent van het schoolverzuim? En over welken leeftijd strekt het zicli uit? Bedroevende cijfers worden als antwoord op deze vraag gegeven. Wij laten ze provinciegewijs volgen. In Noord-Brabant 10 a 20 pCt. De leeftijd der veizuimers is 10, 11, 12 jaar; dus juist de beste leerjaren. In Friesland 8 tot 50 pCt. Begint al in het 9e jaar, soms reeds vroeger. In Gelderland van 5 tot 50 pCt. Leeftijd 8—12 jaar. In Drente van 1 tot 30 p(Jt. H ooge veen, alleen de hoogste klasse, 80 pCt. Het verzuim strekt zich uit over de vier laatste schooljaren. In Zuid-Holland, in de Afdeeling W e s 11 a n d, 80 pCt. in den zomer; in de andere jaargetijden 30 of 40 pCt.; meest de hoogste klasse. In Utrecht 20 pCt. van 9—12 jaar. In Zeeland 50 tot 60 pCt. De hoogste klassen geheel. lti O v e r ij s e 1, niet in de fabrieksplaatsen, maar op de dorpen 10 tot 40 pOt. Hoogste en middelste klasse. In Groningen in de stad 3,5 of' 10 pCt., in de andere Afdeelingen 10 tot 40 pCt. Leeftijd 8—12 jaar. vragen over eerpliclit ook nog een drietal over het Schoolverzuim te moeten toevoegen. Eene Afdeeling in Drente beweert, dat er te veel schooltijden zijn en te weinig vacantie is, en dat dit op het platte land de oorzaak is van veelvuldig schoolverzuim. Eene Afdeeling in Groningen vermeldt een feit, ook reeds dooiden heer Mr. H. Ph. de Kanter op de Vergadering te Amersfoort in 1890 gereleveerd, dat de knapen en meisjes uit de dorpen op onze grenzen door Pruisische boeren worden gehuurd, om op hun vee te passen, daar de Wet in Pruisen verbiedt, daarvoor hunne landskinderen te gebruiken. De heer De Kanter sprak van Limburg. De Afdeeling bovengenoemd zegt, dat dit van den Dollard af tot aan Koevorden plaats heeft. Moet die ergernis bestendigd blijven? Als tegenhanger van het bovenstaande kan een bericht van eene Afdeeling uit Overijsel dienen. Daarin wordt vermeld, dat welgestelde boeren de kinderen der armen huren, om op het veld te werken of diensten in huis te verrichten, opdat zij hunne eigene kinderen naar de school kunnen zenden. Eene Afdeeling in Gelderland bericht, dat in hare omgeving geheele huisgezinnen in het voorjaar zich 4 of 5 weken naar de bosschen begeven, om daar teenen te schillen, waar zij uren ver van de school verwijderd zijn. Dat de kinderen uit die gezinnen verwilderen, behoeft geen betoog. Tegenover die bedroevende opmerkingen staat de verblijdende mededeeling, dat in de fabrieksplaatsen in Twente weinig of geen schoolverzuim is. De groote werkgevers nemen geen kinderen in de fabrieken op, die niet behoorlijk onderwijs hebben genoten. Nog wordt bericht, dat het Gemeentebestuur van Borkeloo en dat van Neede, overeenkomstig Art. S2 der wet op het L. O , verbodsbepalingen hebben vastgesteld omtrent het arbeiden van kinderen beneden twaalf jaar. Vooral in Neede wordt daaraan trouw de hand gehouden en het schoolverzuim in die gemeente is dan ook tot een minimum beperkt. In Borkeloo is men minder streng en is het schoolverzuim ook weer grooter. Eene der grootste Afdeelingeu merkt op, dat er leerlingen op Omtrent vraag 2 is het de meening der meeste Afdeelingen, dat het Lager onderwijs, zal het eenige kans van welslagen hebben, moet duren tot het 14e jaar. J)e vakken, die onder de letters a—k in de Wet op het L. O. voorkomen, eischcn een leertijd van acht jaren. Zes jaar is voor het gros der kinderen niet voldoende. Men dient echter, om ook hierin geleidelijk te werk te gaan, te bepalen, dat de leerplicht zich aanvankelijk tot 13 jaar en later, maar met niet te veel tijdruimte, tot 14 jaar zal uitstrekken. Vraag 3. Het is het gevoelen der meeste Afdeelingen, dat, als eenmaal de Leerplicht ingevoerd is, eigenlijk herhalings-ondenvijs minder noodig zal zijn. Zij willen dan liever ambachts- of vakonderwijs, geregeld naar lokale omstandigheden. Het Hoofdbestuur, die meening grootendeels onderschrijvende, merkt echter op, dat dit ambachts- of vakonderwijs, zooals op sommige plaatsen van ons vaderland reeds het geval is, uiet uitsluitend vakonderwijs mag zijn; maar dat het zóó moet ingericht wezen, dat het ook dient tot verdere ontwikkeling van de leerlingen, en niet enkel om hen tot knappe werklieden te vormen. Vraag 4. Het Hoofdbestuur meent, evenals de meerderheid der Afdeelingen, dat men niet meer van den Onderwijzer vergen mag, dan dat hij het schoolverzuim controleert en daarvan bij de bevoegde autoriteit aangifte doet. Het wijst hierbij op de Wet op de besmettelijke ziekten. Evenmin, als het hem tot een verwijt gemaakt wordt, dat hij een leerling van de school verwijdert, ten wiens huize eene besmettelijke ziekte heerscht, evenmin zal het hem geweten worden, dat hij, is de Wet op den Leerplicht eenmaal ingevoerd, de verplichtingen volbrengt, die deze Wet hem oplegt. De wijze, waarop hij die verplichtingen zal uitvoeren, moet aan den Wetgever overgelaten worden, even als de voorschriften, die deze meent, dat daaromtrent moeten gegeven worden. Vraag 5. Het Hoofdbestuur zou het uit een maatschappelijk oogpunt het meest gewenscht achten, dat het onderzoek naar de strafbaarheid van het schoolverzuim werd opgedragen aan Commmiën uit de ingezetenen, opdat (leze in de /.aak raeer belang zouden gaan stellen. Het vreest evenwel, dat, vooral in kleine gemeenten, te veel faciliteiten door die Comraissiën zullen worden toegestaan, en daarom moet liet, met het oog op de goede uitvoering der Wet, adviseeren in dezen met de minderheid mede te gaan en de zaak op te dragen aan afzonderlijk daarvoor aan te stellen ambtenaren. Vraag 6. Onder de geoorloofde verzuimen wordt door enkele Afdeelingen ook opgenoemd gebrek aan kleeding en voeding. Het Hoofdbestuur is van meening, dat onze Armenwet dient gewijzigd te worden. Zij is inderdaad op sommige punten uiterst hard. Zal men bij de invoering van den Leerplicht niet soms op onoverkomelijke bezwaren stuiten, dan moet er — het is het in dezen met eenige Afdeelingen eens — gelegenheid zijn, ouders, die niet onwillig, maar om bovengenoemde reden onmachtig zijn, hunne kinderen getrouw ter school te zenden, daarin tegemoet te komen. Vraag 7. Omtrent de regeling der vaeantiën merkt het Hoofdbestuur op, dat, zullen die eenigen invloed hebben op het schoolverzuim, men te platten lande zal moeten overgaan tot het geven van groote vaeantiën; kleine vaeantiën zullen alleen dienen oin de kinderen nog meer te exploiteeren. Vraag 8 betreft de regeling der schooltijden. Het Hoofdbestuur is van oordeel, 'dat de proef met de zoogenaamde „vroegscholen" nog geen afdoende bewijzen van hare onmogelijkheid heeft geleverd. Het gelooft, dat in dezen het laatste woord nog niet is gesproken, en dat men over meer gegevens zou moeten beschikken, om een beslist oordeel te kunnen vellen. Van enkele plaatsen kwamen trouwens berichten, dat verandering in schooluren wel invloed had op trouwer schoolbezoek. Vraag 9. Het Hoofdbestuur acht het met de meerderheid der Afdeelingen wenschelijk, dat in de \Aet bepalingen worden opgenomen betreffende het aantal schoolweken en schooluren. Het heeft daarvoor twee gronden: 1°. omdat daarbij acht kan geslagen worden verzuim, zooveel mogelijk met opgaaf van redenen, aanteekent en daarvan mededeeling doet aan de bij de \V et aangewezen autoriteit. IV. Hoewel het wensclielijk zou zijn, dat aan Commissiën uit de ingezetenen de taak kon worden opgedragen, om onderzoek te doen naar overtredingen van de Wet op den Leerplicht, is het voor eene richtige uitvoering der Wet meer aan te raden, daarvoor afzonderlijke ambtenaren aan te stellen. V. Het is bij de invoering eener Wet op den Leerplicht noodzakelijk, de openbare armenzorg zoodanig te regelen, dat de ouders niet buiten hunne schuld in de onmogelijkheid verkeeren, hunne kinderen geregeld naar de school te zenden. VI. l)c regeling der vacantiën moet plaats hebben in overeenstemming met den tijd, waarin tegenwoordig het schoolverzuim het grootst is. VIL Wanneer, meer dan tot dusverre geschiedt, bij de regeling der schooluren op lokale omstandigheden wordt gelet, kan dit strekken tot vergemakkelijking der invoering van Leerplicht. Aan het Hoofdbestuur zijn nog enkele Statistieken over Schoolverzuim toegezonden. Die over 1891 laat het hieronder volgen. Het Schoolverzuim is percentsgewijze berekend. Namens het Hoofdbestuur: A. Heinsius, Rapporteur. i. Arrondissement Winschoten. . Andere le e' oorzaken. Beerta 1 — 7.7 2 2.45 1 6.8 Kroonpolder... 2.1 18.8 Ziekte Andere /jlekle' oorzakeu. Nieuw-Beerta... — 8.8 Finsterwold. ... 2.7 15.2 Ekamp — 17.5 ij-u* Andere Ziekte. , oorzaken. Ganzcndijk — 15.26 Midwolde 2.54 18.32 Meerland — 44. Oostwolderpolder — 8.55 Oostwold — 15. Nieuwolda 1 ... 1.49 12. 2... 1.1 13.7 Nieuwe Schans . — 7.25 Scheemda 2. 8,5 Westerlee 5.2 27.3 Eeksta — 14. Nieuw-Scheemda 3. 9. ... Andere Ziekte. , oorzaken. 't-Waar 1.3 16.5 Heiligerlee 2.3 19.3 Termunten 1.35 16.15 Termunterzijl. .. 1.62 19.38 Woldendorp 3. 16. Wagenborgen. . . 4.6 15.5 Borgsweer — 23.6 Winschoten 1.. . 2.43 3.44 2... 1.74 7. 3... 2.38 14.92 4... 3.1 4. 2. Arrondissement Heerenveen. Percent. Rotsterhaule 30 Oudeschoot 141/2 Gcrsloot 18 _ _ , I Gemiddelde leeftijd der hoogste klasse St. Johannisga 27 . J | 10»/6 jaar. Oudehorne 22 Jubbega ;>0 j ||Un tiende jaar worden de jongens Hoornstra 35 i reeds winterscliolieren. Zwaag 30 Mildam 10 Delfstrahuizen 25 Terband 201/» I Van Mei—Nov. jongens 30 %. Bovenknijpe 16 j ^yeei. en wegen niei gerekend. Rotstergaast 16 Nieuwehorne 20 Hoogste klasse van Mei—Nov. 35 %. Oranjewoud T/2 Tjalleberd 5 Schoolverzuim ie 1) o n g j u ra. Geheel verzuim. Januari 22 — meest schaatsenrijden. F ebruari '11 — Maart 15 5 veldarbeid. April 17 10 ,/ Mei 17 7 „ Juni.. 13 C u Juli 13 1 „ Augustus 14 9 „ September 22 16 „ October 10 14 // November 14 5 „ December 11 — 3. Arrondissement S o m m e 1 s d ij k. - i Gods- i Weer „ ,, „ ! Veld- Overige I Overige Ziekte, dienst- | en , j , , arbeid, arbeid, i redenen. Inlichten. I Wegen. i . Ouddorp H.8 0.4 11.6 3.6 1.4 Goedereede 13.3 0.3 7. 3.6 1.5 Stellendam 2.3 0.2 6.2 3.4 1.1 Melissant 2.2 0.1 O.o 3.5 6.7 0.7 Dirksland 5.4 0.2 0.2 3.6 4.4 1. Somraelsdijk 4.4 0.1 0.8 12.3 6.3 1.4 Middelharnis 3.5 0.2 5.7 3.1 2.5 Stad a/b Haringvliet. 2.8 0.3 0.2 14.5 2. 1.7 Den Bommel 4.1 0.4 0.4 12.6 3.2 2.6 Ooltgensplaat 4 0.2 0.2 15.4 2.0 1.3 Oude-Tonge 3.2 0.5 0.1 16.4 4.3 1.2 Nieuwe-Tonge 4.1 0.9 16.9 6.9 2.5 Herkingen 4 0.1 0.2 2.9 4.1 0.5 Map NO 84-22 1892 UBM: Map NO 84-22 1892 RAPPORT, naar aanleiding van (le ingekomen antwoorden op de vragen betreffende den „Leerplicht." Het Hoofdbestuur bericht, dat de over „L eer plicht" gestelde vragen door niet minder dan 114 Afdeelingen van het Genootschap zijn beantwoord, cn wel door 4 in Utrecht: Araerongen—Veenendaal, Amersfoort, Maarsen, Utrecht; 5 in Noord-Brabant: Breda, Dinteloord, Heusden, 's-Hertogenbosch, Waalwijk; 5 in Zeeland: Krabbcndijke, Terneuzen, Westelijk Schouwen, Zeeuwsch-Vlaanderen, Zieriksee; 6 in Drente: Assen, lloogevecn, Meppel, Odoorn, Oosterhesselen—Zweeloo, Vledder; 9 in Zuid-Holland: Dordrecht, Goeree en Overflakkee, Gouda, 's-Gravenhage l en II, Leiden, Rotterdam, Schiedam, Westland; 12 in Groningen: Bierum, Duurswold, Groningen, Halve Ambt, De Marne, OosterAmbt, Pekela, Stadskanaal, Yeendam—Wildervank, Vierendeel, Westenvolde, Winschoten—Beerta; 16 in O v e r ij s e 1: Almeloo, Dalfsen, Dedemsvaart, Deventer, Enschede, Goor, Hardenberg, Hellendoorn, Hengeloo, Kampen, Nieuwleusen, Olst— Wije, Steenwijk, Vroomshoop, Zwartsluis, Zwollerkerspel c. a. 16 in Friesland: Balk, Bergum, Het Bildt, Dokkum, Drachten, Franeker, Heereuveen, Leeuwarden, Lemmer, Menaldumadeel, Noordwolde, OostDongeradeel, Opsterland, Sneck, West-Dongeradeel, Wolvega; 18 in Gelderland: Aalten—Wiseh, Apeldoorn, Arnhem, Borkeloo, Epe, Geldermalsen, Harderwijk, lieerde, lugen, Lochem—Laren, Nijkerk, Nijmegen, Reden, Tiel. Twelloo, Wageningen, Winterswijk, Zutfen; RAPPORT, naar aanleiding van (le ingekomen antwoorden op de vragen betreffende den „Leerplicht." Het Hoofdbestuur bericht, dat de over „Leerplicht'' gestelde vragen door niet minder dan 114 Afdeelingcn van het Genootschap zijn beantwoord, en wel door 4 in Utrecht: Amerongen—Veenendaal, Amersfoort, Maarsen, Utrecht; 5 in Noord-Brabant: Breda, Dinteloord, Heusden, 's-Hertogenbosch, Waalwijk; 5 in Zeeland: Krabbendijke, Terneuzen, Westelijk Schouwen, Zeeuwsch-Vlaanderen, Zieriksee; 6 in Drente: Assen, H oogeveen, Meppel, Odoorn, Oosterhesselen—Zweeloo, Vledder; 9 in Z u i d - H o 11 a n d : Dordrecht, Goeree en Overflakkee, Gouda, 's-Gravenhage I en II, Leiden, Botterdam, Schiedam, Westland; 12 in Groningen: Bierum, Duurswold, Groningen, Halve Ambt, De Marne, OosterAmbt, 1'ekela, Stadskanaal, Veendam—Wildervank, Vierendeel, Westerwolde, Winschoten—Beerta; 16 in O v e r ij s e 1: Almeloo, Dalfsen, Dedemsvaart, Deventer, Enschede, Goor, Hardenberg, Hellendoorn, Hengeloo, Kampen, Nieuwleusen, Olst— Wije, Steenwijk, Vroomshoop, Zwartsluis, Zwollerkerspel c. a. 16 in Friesland: Balk, Bergum, Het Bildt, Dokkum, Drachten, Franeker, Heerenveen, Leeuwarden, Lemmer, Menaldumadeel, Noordwolde, OostDongeradeel, Opsterland, Sneek, West-Dongeradeel, Wolvega; 18 in Gelderland: Aalten—Wisch, Apeldoorn, Arnhem, Borkeloo, Epe, Geldermalsen, Harderwijk, Hecrde, Ingen, Lochem—Laren, Nijkerk, Nijmegen, Reden, Tiel. ïwelloo, Wageningen, Winterswijk, Zutfen; 23 in Noord-Hollauil: Aalsmeer, Alkmaar, Alkmaar—Builen, Amsterdam, Beverwijk, Edam,' Enkhuizen, Helder, Hilversum, Hoogwoud, Hoorn, Kaarden, Nieuwer-Amstel, Oudesluis, Purmereud, Sint-Pankras, Schagen, Sloten, Terscliei' g, ïessel, Twisk, Wormerveer, Zwaagdijk. In de volgende izijden wil het in het kort de ontvangen antwoorden weergeven. Vraag i luidde: Is moe Afdeeling er van overtuigd, dat, zonder de invoering van Leerplicht et doel van V L. O. niet te bereiken is? Van de -114 Afdeelingen verklaarden zich vier n.1. 's-Hertogenb o s c h, N ij m e g e n, Harderwijk en Amersfoort tegen het invoeren van Leerplicht. Alle andere Afdeelingen waren er vóór, hoewel enkele zich de moeilijkheden, aan de invoering verbonden, niet ontveinsden. Zij wezen op de godsdienstige en staatkundige partijen hier te lande, op den vaak armoedigen staat der ouders, die hen dwingt, de kinderen reeds vroeg iets te laten verdienen, zoodat — voert de Staat Leerplicht in — hij ook zal moeten zorgen voor kleeding en voeding. Eene andere Afdeeling wenscht dat, aan de invoering van Leerplicht, eene Wet op den kinderarbeid voorafga, verder gaande dan de thans vigeerende. Amersfoort somt bij zijne stem tegen de volgende bezwaren op, die liet tegen lieerplicht heeft: 1. De overlading, ook in de Wetgeving van onzen tijd, die de uitvoering zeer bemoeilijkt en het handhaven van recht en billijkheid bezwaarlijk maakt. 2. Het opleggen van dioang aan de ouders, inplaats van hun het recht te laten, naar eigen verkiezing, voor de opvoeding hunner kinderen te zorgen. 3. De groote onrechtvaardigheid en onbillijkheid, die zoowel van de zijde van den gegoeden als van die van den minderen stand, aanleiding tot ontevredenheid zal geven, waardoor de toestand eer verergerd dan verbeterd zal worden. 4. Het moeilijk controleeren en daardoor de onmogelijkheid, om, tengevolge van een gebrekkig onderzoek, straf op te leggen. (Dit bezwaar geldt de autoriteiten). 5. Het schoolverzuim, ontstaande door gemis van voedsel en kleeding, ziekte in 't gezin, het verlcenen van hulp bij afwezigheid der ouders, kan niet als strafbaar beschouwd worden. 6. Vóór het invoeren van leerplicht dient men te denken aan een groote uitbreiding van liet ambaehtsondenvijs, opdat de kinderen iets voor hun leven en hun levensonderhoud worde gegeven. 7. Gebrek aan scholen en onderwijzend personeel is mede een hoofdbezwaar tegen de invoering van leerplicht. Vraag 2. Over welke levensjaren der kinderen meent uwe Af deeling, dat de Leerplicht zich moet uitstrekken? Ongeveer de helft der Afdeelingen wcnscht den leertijd bepaald te zien van het 6<1<' tot het 14de jaar. Van de overige wenscht weder de helft het 12de en de andere helft het 13de jaar als einde van den leertijd. In sommige Afdeelingen, waar geen Bewaarscholen zijn, verlangt men, dat de leertijd reeds aanvange bij het 5de levensjaar. Verscheidene Afdeelingen merken op, dat, bij eventueele invoering van Leerplicht bij de Wet, inen bedacht moet zijn op het maken van overgangen. Men zou eerst 12 jaar, later 13 jaar, nog later 14 jaar als uitersten termijn kunnen stellen. Ook dient de Wet op den kinderarbeid gewijzigd te worden met het oog op het grooter aantal schooljaren. Vraag 3. Aloel ook het Herhalingsonderwijs verplicht worden gesteld, en zoo ja, tot welken leeftijd? De groote meerderheid (66) der Afdeelingen is vóór verplicht Herhalingsonderwijs. 26 Afdeelingen zijn er tegen. Men maakte evenwel dc volgende opmerkingen: 1 °. Op het platteland zal 't Herhalingsonderwijs, hoe wensehelijk ook, om de verre afstanden vaak niet mogelijk zijn. 2°. Ambachtsscholen en Voortgezet Lager Onderwijs moeten, na de invoering van den Leerplicht, voor het Herhalingsonderwijs in de plaats komen. 3°. Het Herhalingsonderwijs moet zoo praktisch mogelijk ingericht en in overeenstemming gebracht worden met de eigenaardige behoeften der streek. 4°. Het is wensehelijk, op de Herhalingsschool aan de meisjes onderricht te geven in dc Huishoudkunde, zooals dit in België geschiedt. Het blijkt uit de meeste de/er opmerkingen, dat de voorstemmers voortgezel onderwijs bedoelen, daar eigenlijk /ie/Mwywnderwijs, na invoering van den Leerplicht, blijken zal minder noodig te zijn. Wat den leeftijd aangaat, de meerderheid wensebt, dat dit Herhalings- of voortgezet onderwijs zal gegeven worden tot het 16de jaar. Vier Afdeelingen, die het gewone onderwijs reeds op het 12de jaar willen doen eindigen, stellen den duur van liet Herhalingsonderwijs toch ook op twee jaren, evenals zij, die den gewonen leeitijd op 1 »jaar willen geëindigd zien, het Voortgezet- of Herhalingsonderwijs tot het 16de jaar willen doen geven. Vraag 4. h het mogelijk, dat de Onderwijzer, hoewel uit den aard der zaak geroepen het schoolcerzuim ie constateeren, in de daaruit voortvloeiende strafvervolging NIET worde gemoeid? /oo ja, op welke wijze dient dat dan te geschieden ? Rotterdam verklaart zich onbevoegd, deze vraag te beantwoorden, omdat rechtsgeleerden over deze zaak zeer verschillende meeningen hebben. Amsterdam meent, dat de rechtsgeleerden moeten uitmaken, hoe die zaak geregeld kan worden, zonder den Onderwijzer in de strafvervolging te moeien, welk laatste hoogst gewenscht is. Een paar Afdeelingen in Noord-Hol land betwijfelen de mogelijkheid hiervan. l)e andere Afdeelingen verklaren zich allen tegen het betrekken van den Onderwijzer in de strafvervolging. Als middelen daartoe worden aangegeven: 1». Het Hoofd der School moet beëedigd zijn. '2°. Het Hoofd der School en zijn plaatsvervanger moeten beiden beëedigd zijn. 3°. Het Hoofd der School wordt beboet, als hij de opgaven van Schoolverzuim niet behoorlijk inlevert. 4°. Het Hoofd der School geeft eene schriltelijke verklaring, mede onderteekend door een Onderwijzer of eene Onderwijzeres. 5». Eiken dag komt een politie-agent of gemeente-veld wachter naar het schoolverzuim vernemen. 6°. Het Hoofd der School ontbiede, telkens als er Schoolverzuim moet geconstateerd worden, een politie-agent. In den winter verzuimen ook veel kinderen der laagste klassen ten gevolge van den ongunstigen toestand der wegen en als gevolg van de weersgesteldheid. In Noord-Holland kennen enkele Afdeelingen geen schoolverzuim ; in andere varieert het van 2 tot 50 pCt. De leeftijd is boven 8 jaar. Te Amsterdam, dat echter geen volledige opgave kon zenden ten gevolge van onvoldoende gegevens, is het hoogste pereent 17 ; het laagste 1.5. Het bovenstaande is een résumé van de antwoorden der Afdeelingen op de vragen, door het Hoofdbestuur gesteld. Daarbij moet opgemerkt worden, dat niet alle vragen door elke Afdeeling in het bijzonder zijn beantwoord, hoewel de meeste zich toch over bijna alle punten hebben uitgesproken. Aau de uitnoodiging van het Hoofdbestuur om, ook buiten de gestelde vragen, nog andere ter zake dienende opmerkingen te maken, is door verscheidene Afdeelingen voldaan. De voornaamste daarvan volgen hieronder. Een paar Afdeelingen meenen, dat het Hoofdbestuur eigenlijknaar den bekenden weg vraagt, als het de redenen van het schoolverzuim wil uitvorschen. Het kan weten, dat de ellendige toestand der mindere klassen, vooral der arbeiders te platten lande, de schuld daarvan draagt, daar het de ouders noopt, dè kinderen ook reeds tot hun levensonderhoud te toen bijdragen. Wil de Staat leerplicht invoeren, dan moet hij ook zorgen voor betere maatschappelijke toestanden. Het Hoofdbestuur erkent, dat er waarheid ligt in dit beweren, maar meent, dat het niet de volle waarheid is. Er bestaat schoolverzuim onder alle standen. Hoe zou 't anders mogelijk zijn, dat geheele klassen in den zomer ontvolkt worden? Al die kinderen zijn toch geen kinderen van behoeftigen. En al ware dit zoo, gedachtig aan het gezegde: Frappe:,frappez, toiijours! acht het Hoofdbestuur het gewenscht, al is het ook reeds vele malen geschied, nog eens de toestanden klaar voor oogen te stellen, opdat ook de tegenstanders van den Leerplicht zoo mogelijk hun verzet opgeven. Op dien grond meende het aan de elf de scholen zijn, wier aanwezigheid zeer nadeelig werkt op het onderwijs en de opvoeding der andere en die door hun wangedrag zullen veroorzaken, dat hunne ouders, bij de invoering eener Wet op den Leerplicht, bij herhaling wegens overtreding daarvan straf zullen beloopen. Zij acht het wenschelijk, dat voor die leerlingen van Staats- of' Gemeentewege afzonderlijke inrichtingen in het leven worden geroepen. Hetzelfde zal ook noodig zijn voor zeer achterlijke kinderen, voor wie in groote gemeenlen gemakkelijk eene afzonderlijke school kan "worden opgericht. Ook voor kinderen van schippers, kermisreizigers, polderwerkers en dergelijke personen, die geen vaste woonplaats hebben, zal bijzondere voorzien'ng noodig zijn. Omtrent het geoorloofde verzuim merkt eene Af'deeling op, dat liet somtijds noodig kan zijn, dat aan kinderen een tijdlang vrijstelling van schoolbezoek wordt verleend. Zij wil die echter niet langer dan voor ééne maand verleeneu. Mocht liet noodzakelijk zijn, dien tijd ie verlengen, dan dient de goedkeuring der autoriteiten daarvoor gevraagd te worden. Ten slotte vestigt het Hoofdbestuur de bijzondere aandacht op de volgende belangrijke mededeelingen. I. ])e Secretaris eener Geldersche Afdeeling schrijft ons: Als een bewijs, dat aan de invoering van Leerplicht, zelfs te platten lande, geen onoverkomelijke bezwaren in den weg staan, diene het volgende: In 1868 werd door wijlen den Heer Ch. le Chevalier opzijn landgoed Tongeren binnen de gemeente lipe, om den verren afstand der Openbare School, eene bijzondere school voor gewoon lager Onderwijs gesticht, geheel in den geest der Openbare Scholen. Op die school nu is feitelijk schoolplicht ingevoerd, reeds in 1872. Het onderwijs en de leermiddelen worden kosteloos verstrekt, maaide ouders der leerlingen zijn verplicht, hen trouw de school te laten bezoeken en mogen ze niet van de school afnemen, vóórdat zij een vol jaar tot de hoogste klasse hebben behoord en eervol worden ontslagen. Als straf' wegens niet naleving of overtreding dezer bepaling wordt alleen gedreigd met liet ontzeggen van den toegang tot de school aan die kinderen, welke zich aan verzuim schuldig maken, en aan de kleinere broertjes of' zusjes van hen, die door hunne ouders te vroeg van de school worden genomen. Nog nooit echter is het noodig geweest die straf toe te. passen. Zelfs hoort men nooit meer ouders klagen, dat die schoolplicht lastig is; maar, nu zij eenmaal het nut er van ondervinden, verklaren zij wèl, dat het toch maar wat goed is, dat de kinderen zoo trouw naaischool moeten, liet willekeurige schoolverzuim heeft er dan ook in "1891 nog geen 1/i percent bedragen. Dezelfde berichtgever vermeldt, dat van twee openbare scholen met eene schoolbevolking van 574 leerlingen, in de gemeente Epe, en wel in de hoofdplaatsen, in 1891 niet meer dan twaalf leerlingen de scholen verlaten hebben, van wie kon getuigd worden, dat zij voldoend lager onderwijs hadden genoten. Stelt men het aantal schooljaren op zes, dan had dit getal minstens 90 moeten zijn. II. Aan een schrijven van den Secretaris eener Afdeeling in Drente is het volgende ontleend: In de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid bestaat Leerplicht. Er wordt wel eens beweerd, „dat behoeftige ouders hunne kinderen niet kunnen missen. Zij moeten iets mee verdienen om het gezin in stand te houden, en, zoodra er iets te verdienen valt, blijven zij tehuis." Te Frederiksoord worden op de scholen deiMaatschappij, als er open plaatsen zijn, ook kinderen van nietkolonisten opgenomen, uit het Vledder- en Nijensleekerveld, natuurlijk op voorwaarde, dat zij geregeld de school zullen bezoeken. Gretig wordt van die gelegenheid gebruik gemaakt, zoodat de aanvraag meermalen het aantal beschikbare plaatsen overtreft. En zie, dezelfde kinderen, die vroeger de scholen te Vledder of te Nijensleek zeer ongeregeld, ja, zelfs slecht bezochten, veranderen eensklaps in trouwe schoolgangers, die alleen wegens ziekte of slecht weer hunne plaatsen op de schoolbanken onbezet laten; terwijl hunne buurkinderen, die niet zoo gelukkig waren een plaatsje op de scholen tc Frederiksoord machtig te worden, en wier ouders in even goeden of liever in ecen .■slechten doen verkeeren als de hunne, de school ecen ongeregeld blijven bezoeken. Treurige werkelijkheid, die gebiedend Leerplicht eisclit, 0111 de onmondige kinderen tegen gewetenlooze ouders in bescherming te nemen. liet is den Heer M., Hoofd der School te Vledder, zelfs overkomen, als hij het veld doortrok, om de ouders aan te sporen, hunne kinderen toch wat beter ter school te zenden, dat hem door die ouders werd toegevoegd: „Ja, meester! het moest hier net zijn als in de kolonie; de kinderen moesten naar school moeten." Bij dezen greep uit de werkelijkheid is commentaar overbodig. Als uitslag van het ingestelde onderzoek omtrent de mceningen der Afdeelingen in zake „Leerplicht," meent het Hoofdbestuur op het volgende te kunnen wijzen. Het voegt daarbij zijne eigen meening over de zaak. Op vraag 1 is het antwoord, met een paar uitzonderingen, dat Leerplicht ingevoerd moet worden. l)e bezwaren, die door enkele Afdeelingen en in 't bijzonder door Amersfoort, meer geformuleerd, gemaakt zijn, gelden voor alle wetten, die eenigszins in het huiselijk en maatschappelijk leven ingrijpen. Dwang tegenover recht, het klinkt, vooral in de ooren van vrijheidlievende Nederlanders! Maar heeft het kind dan geen recht? Heeft de Maatschappij niet liet recht te eischen, dat hare leden, reeds van jongs af, tot nuttige staatsburgers worden opgeleid ? Legt de Wet niet reeds den ouders op voor het lichamelijk welzijn van hun kroost te zorgen en dwingt zij hen daartoe niet, als zij dit verzuimen? Moet dan het geestelijk welzijn aan hun goeden wil overgelaten worden? De overige geopperde bedenkingen mogen evenmin zoo zwaar wenen, dat zij eenc zaak, die noodig blijkt te zijn, en waarover reeds zooveel gesproken en gediscussieerd is, alweder op de lange baau schuiven. op locale omstandigheden; 2°. omdat zoodoende gezorgd kan worden, dat de kinderen niet te weinig onderwijs ontvangen. Vraag 10. Met de meeste Afdeelingen meent het Hoofdbestuur, dat aan de ouders de vrijheid moet gelaten worden, om hunne kinderen een zeker getal schooltijden, hoogstens 12 per jaar bijv., te laten verzuimen, zonder dat zij om die reden strafbaar zijn. Er kunnen gevallen voorkomen, waarin dit zal blijken noodig te zijn. Vraag 11. Wat de kinderen betreft, die de school niet bezoeken, meent het Hoofdbestuur, in overeenstemming met sommige Afdeelingen, dat eene verklaring, afgegeven door een bevoegd onderwijzer, dat bedoelde kinderen behoorlijk onderricht hebben ontvangen in de vakken a—k der Wet op 't L. O. in dezen voldoende moet zijn. Aangezien de groote meerderheid der Afdeelingen zich genoegzaam in denzelfden zin over de meeste punten heeft uitgelaten, meent het Hoofdbestuur de discussie ter Algemeene Vergadering zeer te kunnen beperken. Het wenscht daarom alleen de volgende stellingen in debat te brengen en aan stemming te onderwerpen: I. In de Wet op den Leerplicht behoort het Lager Onderwijs verplicht te worden gesteld voor den leeftijd van 6 tot 14 jaar, met dien verstande, dat als overgangsbepaling eerst gedurende zeker tijdperk als eind van den leertijd het 12dc en daarna het 13df jaar wordt aangewezen. II. Het zoogenaamde Herhalingsonderwijs moet verplicht worden gesteld gedurende den leeftijd van 14—16 jaar; voorloopig van 12—14 en daarna van 13—15 jaar als overgangsmaatregel. Dit Herhalingsonderwijs behoort zich te bewegen in de richting der opleiding tot het beroep, maar mag nooit de elementen voor eene meer algemeene ontwikkeling ontberen. III. Het hoofd der school mag alleen in zooverre in de strafvervolging in zake Leerplicht worden gemoeid, dat hij het school- Afdeeling Geldermalseu. Aantal j Laagste ' Hoogste percent per | % per % per jaar. J maand. maand. Beesd 22 8 32.5 Buren 25.8 12 40.9 Buurmalsen 22 4 43 Deil 19 0 35 Gcldermalsen 20 14 30 Meteren 25 5 50 Tricht 17.1 H 36.8 I I Amsterdam. >) Geheel Ziekte. verzuim. 17 scholen le klasse 8.4 4.48 5 „ 2e „ 7.42 4.71 10 ,/ 3e en 4e „ 6 4 Gemiddeld aantal percenten 7.7 4.4 1) Deze opgave is zeer onvolledig, omdat van de Bijzondereen van het grootste aantal Openbare Scholen geene opgaven zijn verstrekt.