160 Vak 80 FIAT VOLUNTAS TUA. ,'yAk WM No-^4, 'S KERKELIJK ^ P UTl-RGISCH) S I MIS- EN LOFBOEKJE | DOOK E. I!. VAN DEUNENDE H. K. Pr. 3e verbeterde en vermeerderde druk G. MOSMANS. ZOON Markt A, 11 •S BOSCH IMPRIMATUR. Mcchlinirr, 2S11 Septcmbris 1899. J- THYS, can-, lib. eens. N. 30 Den Hoogeerwaarden Heer Monseigneur M. J. A. LANS, Geheim Kamerheer van Z. H. den Paus, Kanunnik van Haarlem's Kapittel, Eere-Kanunnik van Carthago, Ridder in de Orde van den Nederlands ehen Leeuw, President van het Groot-Seminarie te Warmond, President der St. Gregorius- Vereeniging; den IJveraar voor de Liturgie, den onvermoeiden Bezorger der Kerkmuziek in Nederland, Als een gering huldeblijk opgedragen, en door Zijn Hoog-Eerwaarde welwillend aanvaard. VOORWOORD Het bijwonen der H. Mis en van liet Lef, de godsvrucht tot het Allerheiligst Sacrament te bevorderen, opdat de geloovigen met gevoelens van grootere godsvrucht in de H. Mis en het Lof zonden tegenwoordig zijn, en daaruit meerdere vruchten van hemelsche gaven plukken : (i) is mijn doel geweest bij het samenstellen van dit boekje. Daartoe dienen de uitleg en verklaringen van de plechtigheden, waarmede de H. Mis wordt opgedragen, de eigen woorden, waarmede de Kerk verzucht, bidt, smeekt, piicht, jubelt, treurt, naar de verscheidene groote gebeurtenissen en waarheden, welke zij in den loop desjaars haren kinderen voorhoudt. Tevens heb ik gemeend nuttig te zijn voor koorzangers, kosters en misdienaars, door ook het latijn op te nemen van datgene, wat door hen moet gebruikt worden, opdat zij zouden kunnen lezen (2) en verstaan wat zij te zingen of te antwoorden hebben. (1) Provinciaal Concilie, til. V. Cap. 3. (2) Om latijn te lezen behoeven slechts twee regels te worden onderhouden : 10 woorden van twee lettergrepen hebben den nadruk op de eerste, — 2o in noorden van meer dan twee lettergrepen, valt de nadruk op die lettergreep, waarop het teelten staat, b. v. Virginem, multitüdo, misericórdia. De vertaling is nu eens letterlijk, dan vrij, naarmate duidelijkheid en verstaanbaarheid vorderden ; bovendien is nu en dan eenige nade/e verklaring in andere letters toegevoegd. Moge ik mijn doel bereiken : « nuttig te zijn tot meerdere eer van God, » en de oefeningen van onzen H. Godsdienst meer te doen kennen, liefhebben en beoefenen. Hilvarenbeek. E. H. van der Heyde. Feestdag van St. Petrus en Patdus i8gi. Voorwoord bij de tweede uitgave —+04— « Uit ons zeiven kunnen wij niet bidden zooals het behoort,»leert de H. Pattlus in zijnen Brief aan de geloovigen van Rome. Noodzakelijk moeten wij ons wenden tot God, gelijk de Apostelen deden : « Heer, leer ons bidden.» En de Geest van genade en gebed, die hier op de aarde de Kerk bestiert en met haar is, schept er behagen in onze zwakheid ter hulp te komen, terwijl Hij zelf voorspraak is voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. De Kerk nu, Bruid des H. Geestes, ontleent hare beden en zangen dan eens aan het Oude—dan weder aan het Nieuwe Testament; of, door dienzelfden H. Geest bestuurd, singt zij zelve een nieuw lied. (i) Ziedaar de drievoudige bron der Liturgie, d. i. van den openbaren eeredienst der Katholieke Kerk. « Deze omvat al de vormen en gebeden « en gezangen en handelingen,die zij,voorgelicht door « den H. Geest, heeft uitgedacht, vastgesteld en vooraf geschreven bij de viering har er heilige Geheimen. « De H. Geest zelf legt der Kerk hare verlangens, « hare verzuchtingen, hare gebeden en lofzangen in « het liart en in den mond ; Hij zelf bidt in en met « haar en daarom is het gebed der Kerk zoo eerbied« waardig, zoo voortreffelijk schoon, zoo aangenaam « aan God, zoo krachtig van uitwerking. » (2) Mijn pogen was dan ook en is nog, de tnenschen op te voeren tot de allerbeste wijze van Mishooren, die hierin bestaat dat zij met de oogen zóó de altaardienaren volgen, en met de ooren zóó de gezangen en gebeden des heiligdoms aanhooren, dat zij zich dit alles eigen maken en doordrongen worden van hetgeen zij zien en hooren aan het altaar. Het is dus de erfschat van onuitputtelijken rijkdom, door den H. Geest aangeboden, dien ik in dit boekje onder het bereik van iedereen breng, om heilzame, voedende en krachtige liturgische godsvrucht te kweeken. Moge het deze gevoelens in vele harten opwekken ! Woudrichem, Januari iSqS. (1) Don Gueranger. (2) Het St. Gregoriusblad 1892 yo. 5. 0. Een woord bij de derde uitgave De inhoud is vermeerderd, sooals de lezer ziet. Het boekje blijft ook te gebruiken onder het Lof. Het is liturgisch gebleven en bevat nu het eigene der Missen van de meest bekende en gevierde Heiligen, gelijk ook die der kleinere Feestdagen des Heeren en der H. Maagd. Is de uitgave van een Missaal niet wel mogelijk ; dit Mis- en Lof boekje bevat ongeveer alle Missen, ook die aan vele Heiligen gemeen zijn. Mijn doel was en bleef: de geloovigen te doen bidden met de eigen woorden hunner Moeder de H.Kerk. Daarom trachtte ik ook hun eenige kennis van de feestdagen en van de levens der Heiligen mede te deelen, opdat zij met meer godsvrucht zouden bidden en de Feestdagen vieren : en zich vereenzelvigen met de gevoelens, die de H. Kerk op die dagen koestert. Moge ik dit doel bereiken en tevens nuttig zijn geweest voor koorzangers vooral, die hierin de wijze vinden, waarop op waardige wijze moet gezongen en tevens gebeden worden. Dat geve de goede God. Woudricliem, igoi E. H. van der Heyde Pastoor. .frijst detr vetrandeMiike Feestdaaen j.. zondag j . jSeptuagesima| Aschdag j Pasehen |pinksteren H. Sacra- le Zondag ~ . 'a''' inentsdag v.d. Advent Z Ipcbr iff' |*>>W 1904 3i Jan. I7 >, 3 » " " 31 " 11 J»ni 29 » 1905 19 Febr. 8 Maart 23 ,, " r" : 2 " 2? » 1906 „ „ 28 Febr. l5 „ 24 Moi 3 ™ " " 3 Dcc" 1907 27 Jan. i3 .» 3i Maart n „ 'ut 14 " 3 " 1908 16 Febr. 4 Maart i9 April J „ 'Q 3° ^ei 1 " 1909 7 » 24 Febr. „ „ 2Q „ 7 {l'ni 18 Juni 29 Nov. 1910 23 Jan. 9 ,, 27 Maart "5 » < IO " 28 " 1911 12 Febr. 1 Maart 16 April ,5 „ T" . 2< J*oi 27 " '9i2 4 » 2I Febr. 7 „ ;6 j, J, Jj™ 1 Jlf 3 Dec. 1913 19 Jan. 5 » 23 Maart r „ 1 " 1914 8Febr-25 • 113Aprü 21 >, 31 : .sjïï.ÏT Lijst der Feestdagen, zooals ze gewoonlijk gevierd worden JANUARI 1 Besnijdenis des Heeren. 2 Octaaf (i) van den H. Stephanus. 3 Octaaf van den H. Joannes. 4 Octaaf der HH. Onnoozele Kinderen. 5 Vigilie (2) van Driekoningen. 6 Driekoningen. Thelesphorus. Mart. 7 Octaaf van Driekoningen. 8 w n n 9 » n n 10 n n n 11 „ „ „ Hyginus, Paus-Mart. 12 ,, „ (i 13 Octaafdag van Driekoningen. 14 Hilarius, Bisschop, Leeraar; Felix,Mart. 15 Paulus, Kluizenaar; Maurus, Abt. 16 Marcellus, Paus-Mart. 17 Antonius, Abt. 1) Octaaf beteekent de acht dagen, gedurende welke een feest gevierd of herdacht wordt; ook de achtste dag wordt octaaf genoemd. 2) Vigilie, dat is : voorbereidingsdag. Den ticeeden Zondag na Driekoningen wordt gevierd het feest van den H. Naam Jesus-; — den derden Zondag het feest der H. Familie: —Dinsdag na Zondag «Septuagesima « wordt herdacht het Gebed des Heeren in den Olijfhof. 18 St. Petrus' Stoel te Rome ; Prisca, Mart. 19 Pharaildis, Maagd ; Canut, Koning-Mart.; Marius, enz. Mart. ao Fabianus en Sebastianus, Mart. 21 Agnes, Mart. 22 Vincentius en Anastasius, Mart. 23 Huwelijk der H. Maagd ; Ildefonsus, Bisschop. 24 Timotheüs, Bisschop-Mart. 25 Bekeering van den H. Paulus. 26 Polycarpus, Bisschop-Mart. 27 Joannes Chrysostomus, Bisschop-I.eeraar. 28 Julianus, Bisschop ; Agnes, Mart. 29 Franciscus van Sales, Bisschop-Leeraar. 30 Martina, Maagd-Mart. 31 Petrus Nolascus, Belijder FEBRUARI 1 Ignatius, Bisschop-Mart. 2 Zuivering van Maria in den tempel. (Lichtmis.) 3 Blasius, Bisschop-Mart.; Madelinus, Belijder. 4 Andreas Corsinus, Bisschop. 5 Agatha, Maagd-Mart. 6 Gudula, Maagd ; Dorothea, Mart. ; Amandus, Bisschop. 7 Romualdus, Abt. 8 Joannes de Matha, Belijder. 9 Cyrillus van Alexandrië, Bisschop-Leeraar; Apollonia, Mart. 10 Scholastica, Maagd. Dinsdag na Zondag - Sexagesima » : feestdag van het Lijden des Heeren. Woensdag na Zondag « Quinquagesima » : Asclidag ; ^ rijdag daarna : feest der Doornenkroon onzes Heeren. 11 De Zeven Stichters van de Orde der dienaren van Maria. 12 Titus, Bisschop. 13 26 Martelaren van Japan. 14 Va'entinus, Mart; Vedastus, Biss.; Gerlacus, Belijder. 15 Faustinus en Jovita, Mart. 16 Gregorius X, Paus. 17 Hyginus, Paus-Mart. Vlucht naar Egj-pte. 18 Simeon, Bisschop-Mart. 19 Conradus, Belijder. 20 Eucherius en Emilianus, Bisschop-Mart. 21 Ablebertus, Bisschop. 22 St. Petrus' Stoel te Antiochië. 23 Petrus Damianus, Bisschop-Leeraar. 24 Mathias, Apostel. 25 Margaritha van Cortona, Boetelinge. 26 Porphyrius, Mart. 27 Julianus en Eurus, Mart. . 28 Oswaldus, Bisschop. 29 (Schrikkeljaar.) MAART 1 Switbertus, Bisschop. 2 Simplicius, Paus. 3 Fredericus, Abt; Cunegundis, Keizerin. 4 Casimirus, Belijder; Lucius, Mart.; Albricus Bisschop. 5 Joannes Jozef van het Kruis, Belijder. 6 Coleta, Maagd. Vrijdag na den eersten Zondag in den Vasten : feest der Lans en Nagelen. Vrijdag na den tweeden Zondag : feest van den Zweetdoek des Heeren. 7 l ft°roas yan Aquine, Belijder-Leeraar; Perpetua en Felicitas, Mart. 8 Joannes de Deo, Belijder. 9 Francisca Weduwe ; Catharina van Bologna 10 Veertig Martelaren. 11 Leander, Bisschop. 12 Gregorius, Paus. 13 Euphrasia, Maagd. 14 Mathildis, Koningin. 15 Longinus, Soldaat. 16 Heribertus, Bisschop. 17 Gertrudis, Maagd. 18 Gabriël, Aartsengel. 19 Jozef. Bruidegom van Maria. 2° Patritius, Bisschop; Wulfrannus, Bisschop. 21 Benedictus, Abt. 22 Cyrilhs, Bisschop van Jerusalem, Kerkleeraar. 23 Theodosia, Maagd-Mart. 24 Simeon, Mart. 25 Boodschap des Engels aan Maria. 26 Ludgerus, Bisschop. 22 c Upert,UT?' BisschoP: Joannes Damascenus, Leer. 2 °1XtU? ' Paus ' J°annes a Capistrano, Belijd 29 Estasius, Abt. 30 Quirinus, Mart. 31 Balbina, Maagd; Cornelia, Maagd en Mart. T rijdag na den dei-den Zondag : feest der HH Viif Wonden. J 1rijdag na den vierden Zondag: feest van het H. Bloed van Maria ' Zonda!l ■ feest der Zeven Smarten 'n,de goe,de Week wocdt iederen dag de H. Mis gelezen, aan dien dag eigen. Palmzondag — dinsdag woensdat en vrijdag het Lijden gelezen. saag, woensdag APRIL 1 Hugo, Bisschop. 2 Franciscus de Paula, Belijder. 3 Maria van Egypte, Boetelinge. 4 Isidorus, Bisschop-Leeraar. 5 Vincentius Ferrerius, Belijder. 6 Sixtus 1, Paus. 7 Coelestinus I, Paus ; Hermanus Jozef, Belijder. 8 Perpetuus, Bisschop. 9 Waltrudis, Weduwe. 10 Acatius, Bisschop-Mart. 11 Leo I, Paus en Leeraar. i a Julius I, Paus. 13 Hermenegildis, Koning-Mart. 14 Justinus, Mart; Tiburtius, Valerianus en Maxi- mus, Mart. 15 Petrus Gonzales, Belijder. 16 Benedictus Jozef Labre, Belijder. 17 Anicetus, Paus-Mart. 18 Usmari, Bisschop. 19 Leo IX, Paus. 20 Victor, Paus-Mart. 21 Anselmus, Bisschop-Leeraar. 22 Soter en Cajus, Paus en Mart. 23 Georgius, Martelaar. 24 Fidelis van Sigmaringen, Mart.; Egbertus, Bis¬ schop. Op Paaschdag en gedurende de Paaschweek wordt dagelijks de H. Mis gelezen, aan iederen dag eigen. Zoo ook op Beloken Paschen. Den tweeden Zondag na Paschen : feest der H. WonderHostie in Breda. Den derden Zondag na Paschen wordt gevierd het Beschermfeest van den H. Jozef. 2 3° 25 Marcus, Evangelist ; Floribertus, Bisschop. 26 Cletus en Marcellinus, Mart.; O. L V vin goeden Raad. 27 Petruf Canisius, Belijder. 28 V erheffing van het lichaam van den H. Lambertus; Vitalis, Mart. 29 Petrus, Mart. 30 Catharina van Senen, Maagd. MEI 1 Philippus en Jacobus, Apostelen; Marculphus, 2 Athanasius, Bisschop-Leeraar. 3 Vinding van het H. Kruis; Alexander, EvenBisschop °^U'US e" •'uvenalis' Mart '• Aufridus, 4 Monica, Weduwe. 5 Pius V, Paus. 6 Marteling van den H Joannes in den ziedenden olie. 7 Stanislaus, Bisschop-Mart. 8 Verschijning van den Aartsengel Michael 9 ^eg°r'US van Nazianze, Biss.-Leeraar. 10 W11-0, Bisschop; Gordianus en Epimachus, Mart. ' : ranclscus Hieronymo, Belijder. 12 Nereus, Achilleus en Domitilla," Mart. 13 Servatius, Bisschop. 14 Antonius, Bisschop-Leeraar ; Bonifacius, Mart. 3 Dymphna, Mart.; Aufridus, Bisschop ; Verheffing der Overblijfselen van den H. Bavo. "Tiirr d6S Hre'"n °P 'ien 408,611 daS »» Paschen ; acnt d.igen daarna de Octaafdag. BeUj?deUrdag VÓ6r Pinkstereu : feest van fi<-» H. Gerlacus, 16 Joannes Nepomucenus, Mart. 17 Paschalis Baylon, Belijder. 18 Venantius, Mart. 19 Petrus Coelestinus, Paus ; Pudentiana, Mart. 20 Bernardinus van Senen, Belijder. 21 Ubaldus, Bisschop ; Felix a Cantalicio, Belijder. 22 Paulus van het Kruis; Crispinus van Viterbo, Belijder. 23 Desiderius, Bisschop-Mart. 24 H. Maagd, Hulp der Christenen. 25 Gregorius VII, Paus ; Urbanus, Paus-Mart. 26 Vinding en opheffing der Beenderen van de HH. Wiro en Gezellen ; Eleutherius, Paus-Mart. 27 Maria Magdalena de Pazzis, Maagd ; Joannes, Paus-Mart. 28 Augustinus, Bisschop van Kantelberg. 29 Philippus Nerius, Belijder. 30 Ferdinand, Belijder ; Felix, Paus-Mart. 31 Angela de Merici, Maagd ; Petronilla, Mart. JUNI 1 Eleutherius, Paus-Mart. 2 Marcellinus, Petrus en Erasmus, Mart. 3 Clotildis, Koningin. 4 Franciscus Caracciolo, Belijder; Quirinus, Mart. 5 Bonifacius, Bisschop Mart. 6 Norbertus, Bisschop. 10 dagen na Hemelvaart : Pinksterfeest; daags te voren Vigilie, waarop het water wordt gewijd : gedurende de gelieele week de Mis aan dit feest en iederen dag eigen. Den achtsten d:ig wordt het feest der H. Drievuldigheid gevierd. 7 Alle heilige Bisschoppen van Maastricht. 8 Bonifacius en Gezellen, Mart. 9 Primus en Felicianus, Mart. 10 Margaretha, Koningin van Schotland. 11 Barnabas, Apostel. 12 Odulphus, Belijder ; Basilidis, Cyrini, Naboris Mart.; Cunera, Mart. 13 Antonius, Belijder. 14 Basilius, Bisschop-Leeraar. 15 Vitus, Modestus en Crescentia, Mart. iójoannes a S. Facundo; Joannes Franciscus Regis, Belijder. 17 Alena, Maagd-Mart. 18 Marcus en Marcellianus, Mart. 19 Juliana, Maagd ; Gervasius en Protasius, Mart 20 bilverius, Paus-Mart. 21 Aloysius, Belijder ; Engelmundus, Abt. 22 Paulinus, Bisschop. 23 V igilie der Geboorte van den H. Joannes 24 Geboorte van den H. Joannes, den Dooper 25 Gulielmus, Abt; Adelbertus, Belijder. 26 Joannes en Paülus, Mart. 27 Crescens, Mart. 28 Leo II, Paus ; Vigilie. (Vastendag.) 29 Petrus en Paulus, Apostelen. 30 Paulus, Apostel. JULI 1 Octaafdag der geboorte van den H. Joannes. Donderdag na H. Drievuldigheid : feest der Instelling van het Allerheiligst Sacrament des Altaars: Opdien aap en den Octaafdag dezelfde Mis. Daags na den Octaafdag : feest van het H. Hart van Jesus. 2 Bezoek van Maria aan Elisabeth. 3 Rumoldus, Mart. 4 Overbrenging der Relikwieën van den H. Mar- tinus ; Irenaeus, Bisschop-Mart. 5 Cyrillus en Methodius, Belijders. 6 Octaafdag der HH. Apostelen Petrus en Paulus. 7 Feest der Zoete Lieve Vrouw te 's Bosch. 8 Elisabeth, Weduwe; Landrada en Amelberga, Maagden. 9 19 Martelaren van Gorcum. 10 Zeven Broeders, Rufina en Secunda, Mart.; Amelberga, Weduwe. 11 Michael de Sanctis, Belijder ; Pius, Paus-Mart. 12 Joannes Gualbertus, Belijder; Naboren Felix, Mart. 13 Anacletus, Paus-Mart. 14 Bonaventura, Bisschop-Leeraar. 15 Zending der Apostelen. 16 Onze Lieve Vrouw van den BergKarmel. 17 Alexis, Belijder ; Fredegandus, Abt. 18 Camillus de Leilis, Belijder; Fredericus, Bis¬ schop-Mart. !9 Vincentius, Belijder. üo Hieronymus ^Emilianus, Belijder; Margaritha, Maagd. Den derden Zondag na Pinksteren: feest van het allerzuiverst Hart van Maria. Den eersten Zondag van Juli : feest van het allerkostbaarst Bloed onzes Heeren Jesus-Christus. Den tweeden Zondag van Juli : feest der Kerkwijding in liet Bisdom Haarlem. Den tienden Zondag na Pinksteren, in het Bisdom Breda. 21 Henricus, Keizer ; Praxedes, Mart. ; Monulphus en Gondulphus, Bisschoppen. 22 Maria Magdalena, Boetvaardige Zondares. 23 Apollinaris, Mart.; Liborius, Biss. 24 Vigilie van den H. Jacobus j H. Christina, Mart.j Raineldis, Mart. 25 Jacobus, Apostel; Christophorus, Mart. 26 Anna, Moeder der H. Maagd. 27 Pantaleon, Mart. ; Bemulphus, Bisschop. 28 Plechelmus, Bisschop; Nazarius, Celsus en Victor, Mart. 29 Martha, Maagd ;Felix, Simplicius, Faustinius en Beatrix, Mart. 30 Abdon en Sennen, Mart. 31 Ignatius, Belijder. AUGUSTUS 1 Petrus-Banden ; Machabeeën, Mart. 2 Alphonsus Maria de Liguorio, Bisschop-Leeraar. 3 Vinding van het lichaam des H. Stephanus, eersten Martelaar. 4 Dominicus, Belijder. 5 Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw. 6 Gedaante-verandering des Heeren op Thabor ; Xistus, Felicissimus en Agapitus, Mart. 7 Cajetanus, Belijder ; Donatus, Mart. 8 Cyriacus, Largus en Smaragdus, Mart. ; Roma- nus, Mart. 9 Vigilie van den H. Laurentius ; Joannes, Zoon der Maagd. 10 Laurentius. 11 Tiburtius en Susanna, Mart ; Philumena, Mart. 12 Clara, Maagd; Wigbertus, Mart. 13 Hippolytus en Cassianus, Mart. ; Joannes Beren- mans, Belijder ; O. L. V. ToevhfcK der Zon15 (i) Opneming ten hemel van Maria. ia **■; Mart.; Helena, Keizerin, ia Ludovicus Tolosani Bisschop. £ Time " AeüsWHypdp"i^ Symphorianus, Mart. 23 Philippns Benitius, Belijdei. , 3 ÏÏSSSU Bisschop. ->6 Zephyrinus, Paus-Mart. 37 JozefCflasanrtiM, Beger^ Mart. 28 Augustinus, B,ssc^Pi ,oann;s den Dooper. 29 Onthoofding van den H.j Adauctus, 30 Rosa van Lima, Maagd , Felix en Mart. „ 31 Raymundus Nonnatus, Belijder. SEPTEMBER ! ^Egidus, Abt; Twaalf Broeders, Mart.; Werenfridus, Belijder. (1) Zondag onder liet Octaaf: feest van den H. Joachit», Vader der H. Maagd. ,„„ustus • feest der Kerk- Den vierden Zondag \an- 8 , t Hisdom wijding in liet Aartsbisdom Utrecht en 's Bosch. 2 Stephanijs, Koning van Hongarije. 3 Remacius, Bisschop. 4 Rosalia, Maagd ; Rosa van Viterbo, Maagd. 5 Laurentius Justinianus, Bisschop. 6 Antoninus, Mart. 7 Madelberta, Maagd. * 8 Geboorte der H. Maagd ; Adrianus, Mart. 9 Gorgonius, Mart.; Petrus Claver, Belijder. i° Otgerus, Belijder ; Theodardus, Mart. 11 Nicolaus Tolentinus, Belijder ; Protus en Hyacinthus, Mart. 12 Guido, Belijder. 13 Philippus ; Eugenia, Maagd. 14 Kruisverheffing. 15 morgengebed (1) (Allernuttigst kan als morgengebed gebeden worden het «Veni Creator, » Kom Schepper, H. Geest, met het gebed:) \ tóórkom, Heer, (door uwe genade) ai V onze werken en help ze ten uitvoer brengen, opdat al onze gebeden en werken met u beginnen, en alzoo begonnen door U tot een goed einde gebracht worden. Door Christus, onzen Heer. Amen. , Gezegend zij de Heilige en ondeelbare Drieéénheid; loven wij Haar, omdat Zij ons baAUeraheüigSstgee Drievuldigheid, wij danken U, dat Gij ons dezen nacht bewaard en goe gunstig behouden hebt, alsmede voor alle andere weldaden ons geschonken ; geef, dat wij altijd eene waardige dankbaarheid be toonen. (1) Het Kruisteeken met wijwater makeude, \ei dient men telkens 100 dagen aflaat. Aan den onsterfelijken en onzichtbaren Koning, aan God alle eer en heerlijkheid in de eeuwen der eeuwen. Amen Gra?rd*< Heer' °ns dezen daff vrij van zonden te bewaren. Ontferm U onzer, Heer. ontferm U onzer Uwe barmhartigheid, Heer. kome over ons. zooals wij van U verhopen. Heer, verhoor mijn gebed. En mijn geroep kome tot U. Laat ons bidden Heer. Almachtige God. die ons het begin \ an de^en dag deedt bereiken, behoud ons heden door L we kracht, opdat wij vandaag totgeene zonden neigen, maar al onze woorden, gedachten en werken gericht zijn om uw e wet te onderhouden. Gelief. Heer God. Koning van hemel en aarde, heden onze lichamen en harten, onze zintuigen, woorden en daden naar Uwe wet en geboden te richten, te heiligen, te geleiden en te bestieren, opdat wij hier en in eeuwigheid verdienen gered en bevrijd te zijn door Uwe hulp. Die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen. , Heer„9od' Schepper en Bestierder van alles, in Wien wij leven, ons bewegen en zijn, eedfrL 'ij/ietS Verm°Sen' al mijne gedachten, woorden, werken en lijden van dezen dag draag ik op te Uwer eer e.na eere van onzen Heer Jesus-Christus. Heilige Maria en alle Heiligen, bidt voor ons den Heer, opdat wij door Hem geholpen en bewaard worden. Onder Uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, H. Moeder Gods, versmaad onze gebeden niet in onzen nood, maar bevrijd ons altijd van alle gevaren ; o glorierijke en gezegende Maagd : onze Vrouw, onze Middelares, onze Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon, vertoon ons aan Lwen Zoon, beveel ons aan Uwen Zoon. Onze Vader, — Weesgegroet, — Ik geloof in God den Vader, — de Tien Geboden Gods, — de Vijf Geboden der H. Kerk. De Engel des Heeren (1) heeft Maria geboodschapt, en zij heeft ontvangen van den H. Geest. Wees gegroet, Maria, enz. Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar Uw woord. (1) Vollen aflaat ééns in de maand, op de gewone voorwaarden, als men dit eiken dag 's morgens, o 's middags, of 's avonds bidt, en wel, zoo het mogelijk is, op het teeken der klok en geknield,behalve van Zaterdags avond tot Zondags avond, als wanneer het staande moet gebeden worden. Aflaat van 100 dagen, op alle andere dagen van het jaar, telkens als men godvruchtig d.t gebed doet. Weesgegroet, Maria, enz. hcrt Wc'ord is Vleesch geworden, en Het heelt onder ons gewoond. Wees gegroet, Maria, enz. Bid voor ons, H. Moeder Gods. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus. Laat ons bidden Wij bidden U. Heer, stort Uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de Menschwording van Christus Uwen Zoon gekend hebben, door Zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis gebracht worden. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen. (In den Paaschtijd lidt men, staande :) Verheug U, Koningin des hemels. Alleluja. Omdat, Dien Gij waardig geweest zijt te dragen. Alleluja. Verrezen is, zooals Hij gezegd heeft. Alleluja. Verheug en verblijd U, Maagd Maria, Alleluja. Want de Heer is waarlijk verrezen. Alleluja. Laat ons bidden God, die U gewaardigd hebt door de Verrijzenis van Uwen Zoon, onzen Heer JesusChristus.de wereld te verblijden; verleen, smeeken wij U, dat wij door Zijne Moeder, de Maagd Maria, de vreugden van het eeuwig leven mogen verkrijgen. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen. Drie Wees gegroet ter eere der zuiverheid van Maria, en het Gebed van pater Zucchi O mijne Meesteres, o mijne Moeder, ik draag mij geheel aan U op, en om U mijne godsvrucht te toonen, wijd ik U heden toe mijne oogen, mijne ooren, mijnen mond, mijn hart, geheel mij zeiven. Dewijl ik alzoo, o goede Moeder, de Uwe ben, bewaar en bescherm mij als Uw goed en Uw eigendom. Engel Gods, mijn bewaarder, verlicht, bewaak, geleid en bestuur mij, die door Gods liefde aan uwe zorg ben toevertrouwd. Amen. (1) (i) 100 dagen aflaat zoo dikwijls men dit bidt. Vollen aflaat op het feest der HH. Engelbewaarders, a s men het 's morgens en 's avonds gedurende het geheele jaar heeft gebeden, mits te biechten, te communiceeren en eene kerk te bezoeken. Vollen aflaat iedere maand op een dag naar verkie- Eén Wees gegroet, en het schietgebed : Heilige Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons, die tot U onze toevlucht nemen. Akten van Geloof, Hoof', Liefde en Berouw. (1) De Heer zegene ons, bescherme ons tegen alle kwaad en geleide ons tot het eeuwig leven. Dat de zielen der geloovigen door Gods barmhartigheid in vrede rusten. Amen. Litanie van den H. Naam Jesus (2) Kyrie, eléison. Christe, eléison. Kyrie, eléison. Jesu, audi nos. Jesu, exaudi nos. Pater de coelis Deus, miserére nobis. Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Jesus, hoor ons. Jesus, verhoor ons. God, hemelsehe Vader, ontferm U onzer. zing, als men het op bovenvermelde wijze iedereu dag heeft gebeden, mits te biechten, enz. % ollen aflaat in het uur des doods te verdienen door hen, die het in hun leven dikwijls hebben gebeden ; mits zij goed gestemd zijn. (1) 7 jaren en 7 quadragenen aflaat iederen keer, dat men deze Akten bidt. Vollen aflaat ééns iu de maand op de gewone voorwaarden. (2) 300 dagen aflaat, eeus per dag. Fili Redémptor mundi God Zoon, Verlosser der Deus, miserére nobis. wereld, ontferm U onzer. l£faS Si ^DHevuMÏheid, één JeS Fili Dei viv., ^Wan den lesu, splendor Patris, Jesus, luister des Va- J ders, lesu, candor lucis se- Jesus, helderheid van ' het eeuwig licht, lesu" Rex glóriae, Jesus, Koning der glo- ne' lesu, sol justitise, Jesus zon der gerech- J a tigheid, g lesu, Fili Maria; Virgi- 5' Jesus, Zoon van de ~ J ni' 3 | Maagd Maria, g , ' abilis Beminnelijke Jesus, * Ë aÏÏ», * Bewonderenswaardi- C o ee Jesus' = Jesu, Deus fortis, f Jesus, sterke God S Jesu, Pater futüri sse- ' Jesus, Vader van het . J jj toekomende leven, Jesu,' magni consilii Jesus, Engel van den Angele, grooten raad, Jesu potentissime, Allermachtigste Jesus, Jesu patientissime, Allergeduldigste Jesus, lesu obedientissime, AU er gehoorzaamste Jesus, lesu, mitis et hümilis Jesus, zachtmoedig en COr,ie, ootmoedig van harte, Jesu, amator castitatis, | Jesus, beminnaar der I zuiverheid, Jesu, amator noster, Jesus, onze beminnaar, God Zoon, Verlosser der JerSr'nob1sSPaCiS'miSeré'iJeSU^ G°d V3n Vrede' t * ' ontferm U onzer Jesu, auctor vit®, jesus, gever des' Ie- T i vens, Jesu, exémplar virtü- jjesus, voorbeeld van t ' .. I deugden, Jesu, zelator animarum, Jesus, ijveraar der zie- I r-v 'eni Jesu, Deus noster, Jesus, onze God strum^ n°' }eSUS' °nze toevlucht, Jesu, Pater pauperum, Jesus, Vader der ar? v men, Jesu, thesaurus fidéli- Jesus, schat dergelooi u vigen, fch°ne Pastor' 3 Jesus, goede Herder, o J , iux vera, Jesus, waarachtig licht ~ Jesu, sap,ent,a aeterna, % Jesus, eeuwige wijs-' f i 3 heid, 3 Jesu, bómtas infinita, g Jesus, oneindige goed- C , er heid, 8 Jesu, via et vita no- »' lesus S tr„ • Jc=us, onze weg en ons 3 i ' . leven, Jesu gaudmm Angelö- Jesus, vreugde der En- t ' gelen, Jesu, rex Patriarcha- TeSus U n ; « a . Aartsvaders ** Tórumag,Ste P°St0' JeSUS' leeraar' der a- JlisU±:0r EVange" J-^ester der EJeau, fortitüdo M*rty. J^et Mar- Jerüm'Umen Confessó" Jesus,rCHcht der Belij1 ders, Jesu, ptiritas Virginum, Jesus, reinheid der Maagmiserére nobis. den, ontferm U onzer. Jesu, coróna Sanctórum Jesus, kroon van alle Heiomnium, miserére no- ligen, ontferm U onzer, bis. Propitius esto, paree no- Wees genadig, spaar ons, bis, Jesu. Jesus. Propitius esto,exaudi nos, Wees genadig, verhoor Jesu. ons, Jesus. Ab omni malo, libera nos, Van alle kwaad, verlos Jesu. ons, Jesus. Ab omni peccato, Van alle zonde, Ab ira tua, Van uwen toorn, Ab insidiis diaboli, Van de listen des dui¬ vels, A spiritu fornicatiónis, Van den geest der ontucht, A morte perpétua, Van den eeuwigen dood, A negléctu inspiratió- _ Van het verwaarloo- < num tuarum, g" zen uwer inspraken, 3. Per mystérium sanctae » Door het geheim uwer ui Incarnatiónis tuae, 3 heilige Menschwor- g 8 ding, y Per Nativitatem tuam, <— Door uwe Geboorte, Per Infantiam tuam, | Door uwe Kindsheid, g Per divinissimam vi- • Door uw allergodde- ui tam tuam, lijkst leven, Per labóres tuos, Door uwe werken, Per Agoniam etPassi- Door uwen Doodstrijd ónem tuam, en uw Lijden, Per Crucem et dere- Door uw Kruis en uwe lictiónem tuam. verlatenheid, Per languóres tuos, Door uwe kwijningen, Per mortem et sepultü- Door uwen dood en ram tuam, libera nos, uwe begrafenis, verlos Jesu. ons, Jesus. Per Resurrectiónem tu- Door uwe Verrijzenis am, libera nos, Jesu. verlos ons, Jesus. Per Ascensiónem tuam, Door uwe Hemelvaart libera nos, Jesu. I verlos ons, Jesus. ' Per gaudia tua, libera nos,'Door uwe vreugden, ver- Jesu- | los ons, Jesus. Per glóriam tuam, libera Door uwe heerlijkheid nos, Jesu. verlos ons, Jesus. Agnus Dei, qui tollis pee-Lam Gods. dat de zonden cata mundi, paree nobis, ! der wereld wegneemt, Jesu- I spaar ons, Jesus. Agnus Dei, qui tollis pee- Lam Gods, dat de zonden cata mundi, exaudi nos,j der wereld wegneemt, . Jesu' . verhoor ons, Jesus. Agnus Dei, qui tollis pee- Lam Gods, dat de zonden cata mundi, miserére der wereld wegneemt nobis, Jesu. ontferm U onzer, Jesus! Jesu, audi nos. Jesus, hoor ons. Jesu, exaudi nos. 'Jesus, verhoor ons. Gebed Heer Jesus-Christus, die gezegd hebt : Vraagt, en gij zult verkrijgen; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal geopend worden; wij verzoeken, geef ons, die er om bidden, genegen te zijn tot Uwe allergoddelijkste liefde; opdat wij U uit ganscher harte met woord en daad beminnen en nooit ophouden U te loven. Doe ons, Heer. altijd uwen heiligen Naam vreezen en beminnen, omdat Gij nooit uwe leiding onttrekt aan hen, die Gij in Uwe liefde bevestigd hebt. Die leeft en heerscht met God den Vader, in de eenheid van den H. Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen. AVONDGEBED Litanie van Onze Lieve Vrouw (i) Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Christe, eléison. Christus,ontfermUonzer. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Christe, audi nos. Christus, hoor ons. Christe, exaudi nos. Christus, verhoor ons. Pater de coelis Deus, mi- God, hemelsche Vader, serére nobis. . ontferm U onzer. Fili, Redémptor mundi God Zoon, Verlosser der Deus, miserére nobis. wereld, ontferm U onzer. Spiritus Sancte Deus, mi- God H. Geest, ontferm U serére nobis. onzer. Sancta Trinitas, unus De- H. Drievuldigheid, een us, miserére nobis. | God, ontferm U onzer. Sancta Maria, ora pro no- jH. Maria, bid voor ons. Sancta Dei Génitrix, ora H. Moeder Gods, bid voor pro nobis. t , Sancta Virgo Virginum.lH. Maagd der Maagden, ora pro nobis. I bid voor ons. (i; 300 dagen aflaat, zoo dikwijls men ze bidt. Mater Christi, ora pro no- Moeder van Christus, bid • voor ons. Mater divinae gratiae, Moeder der goddelijke ** . . genade, > Mater punssima, Allerreinste Moeder, Mater castissima, AllerzuiversteMoeder Mater inviolata, Ongeschondene Moe' . der, Mater intemerata, Onbevlekte Moeder. Mater amabilis, Beminnelijke Moeder, Mater admirabilis, Wonderlijke Moeder, Mater Creatóris, Moederdes Scheppers, Mater Salvatóris, Moeder des Zaligmakers, Virgo prudentissima, Allervoorzichtigste Maagd, Virgo veneranda, Q Eerwaardige Maagd, \ irgo praedicanda, 3 Lofwaardige Maagd §• Virgo potens, v Machtige Maagd, «T V irgo clemens, 3 Goedertierene Maagd, § V irgo fidélis, 3 Getrouwe Maagd ~ Spéculum justitiae, o; Spiegel der rechtvaar- § ' digheid, bedes sapientiae, Stoel der wijsheid, Causa nostrae laetitiae, Oorzaak onzer blijd- 17 ■ schap, Vas spirituale, Geestelijk vat, \ as honorabile, Eerwaardig vat, Vas insignedevotiónis, Schoon vat van gods- „ vrucht, Rosa mystica, Geheimzinnige roos, Turris Davidica, Toren van David, 1 urris ebürnea, Ivoren toren, Domus aurea, Gulden huis, Fcederis arca, Ark des verbonds, ' Janua coeli, ora pro nobis.lDeur des hemels, bid voor ons. Stella matutina, Morgenster, Salus infirmórum, Behoudenis der zieken, Refügium peccatórum, Toevlucht der zondaren, Consolatrix afflictó- Troosteres der bedruk- rum, ten> . Auxilium christianó- Hulp der Christenen, rum» j _ Regina Angelórum, Koningin der Engelen, Reeina Patriarch&rum, Koningin der Patriar- 6 2 chen, 2: Regina Prophetarum, s Koningin der Profeten, ^ Regina Apostolórum, g Koningin der Aposte- g B leni "■ Regina Martyrum, ° Koningin der Martela- § w ren, ™ Regina Confessórum, ' Koningin der Belijders, Regina Virginum, Koningin der Maag¬ den, Regina Sanctórum óm- Koningin van alle Hei- nium, ligen, Regina sine labe origi- Koningin zonder vlek nali concépta, ontvangen, Regina sacratissimi Koningin van den allerRosarii, heiligsten Rozen¬ krans, Agnus Dei, qui tollis pee- Lam Gods, dat de zonden cata mundi, paree nobis, der wereld wegneemt, Dómine. spaar ons, Heer. Agnus Dei, qui tollis pee- Lam Gods, dat de zonden cata mundi, exaudi nos, der wereld wegneemt, Dómine. verhoor ons, Heer. Agnus Dei, qui tollis pee- Lam Gods, dat de zonden nobLs. ' misei"ére, der wereld wegneemt, Christe, audi nos. 'chrisS^ho °nZer' Christe, exaudi nos. Laat ons bidden Bezoek, Heer, deze woning en verwijder uJeaHH E ndirfTn d6S duivels" Mo?en in vre£ i' ngelen hler wonen, opdat Zij ons in vrede bewaren en moge Uw zegen immer Amen"8 JVen' Door Christus, onzen Heer. Behoed ons. Heer, terwijl wij waken, be- ZTl T alS W>j Slapen' °Pdat wiJ met Christus waken en rusten in vrede. « Onder uwe bescherming, » enz. (bl. 3i.) ]VCL'S eCgr°et ter eere der zuiverheid van Maria, enz. (bl. 33.) ScapuHer'' ^ WUS gegroet voor het Een°„ze Vader en Weesgegroet voor de Broederschap tot "V oortplanting des Geloofs niet het schietgebed: Heilige Franciscus Xaverius, bid voor ons, opdat wij der beloften van Christus waardig worden. Een Wees gegroet voor de H. Kindsheid en het gebedje: H. Maagd Maria, bid voor ons en voor de arme ongeloovige kindertjes. De oefeningen van Geloof, Hoop, Liefde. Hierna onderzoeke men zijn geweten. Dan : oefening van Berouw. «Engel Gods,» enz. (bl. 33.) Gewaardig, Heer, mij dezen nacht vrij van zonden te bewaren. Ontferm U mijner, Heer, ontferm L mijner. Uwe barmhartigheid dale over ons neder, zooals wij gehoopt hebben. „ , Moge de almachtige en barmhartige uod Vader, Zoon en H. Geest ons bewaren en zegenen. Amen. VOORBEREIDING TOT DE HEILIGE BIECHT (1) T°il Jesus'keer ik wederom terug, , i T i6 ^°?J te z°ndigen zoo dikwijls U IndienP 6 '• WiCn Zal ik gaan dan tot U? Indien Gij mij verstoot, wie zal mij dan nog in genade aannemen? Wel was ik vroege? » alU Uk"e «J»"» '« onderhouden en alle zonden, bijzonder... niet meer te be- rijven; maar ik ben helaas! onstandvastig b^0rinffen b--eLn en lal ik dnenTr -Ik eezo"digd! wat zal ik doen? Tot wien. zal ik, ongelukkiee mij wenden dan tot U, die ons heil. ons'le- ven en onze verrijzenis zijt? Zie dan. Heer Jesus, op mij neder, gelijk Gij Petrus hebt aangezien, toen hij U verloochend had, en U de droefhetHm,J medelijden" M°cht ik ook L de droefheid van mijn hart betoonen door zoovele tranen als hij! Ik hoop. mijn Jesus mimeT mbarti^heid- die grooter is dan m'Jne ongerechtigheid. Gij kunt en zult meer (1) Uit. Bona. mij vergeven dan ik misdreven heb. Verwerp mij dan niet van Uw aanschijn; zeg tot mijne ziel: Ik ben uwe redding. Heilige Geest, verlicht mijn verstand, om goed te kennen de zonden, waaraan ik mij heb schuldig gemaakt; en doe mij de boosheid daarvan inzien, opdat ik ze oprecht betreure en verfoeie. (Onderzoek van geweten.) Oefening van Berouw Mocht ik nu, Heer, mijn God, met geheel mijn hart, met geheel mijne ziel en met al mijne vermogens U boven alles beminnen! Mocht mijne liefde gelijk zijn aan die der Serafijnen en ik daarin volharden! Gij weet, Heer, dat ik U bemin en dat ik verlang U meer en meer te beminnen; dat ik liever wil sterven dan in deze.... of die... zonden te hervallen. O, hoezeer spijt het mij, U, oneindige Majesteit en Goedheid, ooit beleedigd te hebben. Steunende op Uwe hulp, neem ik mij vast voor, U nooit meer, zelf niet door de kleinste zonden te vergrammen. Gij toch zijt alle liefde, eer en onderwerping waardig en ik wil Uwen heiligen Wil in alles stipt volbrengen. Ook kan men bidden : De gewone akte van Berouw. Den psalm «Miserere». De gebeden tot den H. Geest. Den Kruisweg. Dankzeg-ging- na de H. Biecht Hartelijk dank ik U. Heer, dat gij de banden mijner zonden verbroken hebt, waarmede de duivel mij in zijne macht hield, en dat Gij mijne ziel, aan het verderf ontrukt, door Uw Bloed gezuiverd, in Uwe vriendschap hersteld hebt. Zie, o goedertieren Jesus, ik keer tot U terug om U te bedanken, dat Gij mijne ziel van de melaatschheid der zonden hebt willen reinigen. Uw Naam, o Jesus, zij in eeuwigheid gezegend. Gij zijt waarlijk Jesus, dat is onze Redder, die niemand, hoe misdadig hij ook zij, van U afstoot, die alle oprecht boetvaardigen in genade en onder Uwe kinderen aanneemt. Kom nu mijne zwakheid te hulp, opdat ik nooit de weldaad vergete, welke Gij mij bewezen hebt, en ik toch nooit in mijne vorige zonden hervalle, en wederom van U gescheiden worde. Houd mij met de armen Uwer liefde zoo aan L1 vast, dat ik met den Apostel kan zeggen : « Wie zal mij van Christus' liefde scheiden?» O zoete Verlosser, ik bemin U uit geheel mijn hart en met geheel mijne ziel, omdat Gij oneindig goed zijt. Geef mij de genade, Heer, om mijne goede voornemens ten uitvoer te brengen, mijn leven ernstig te beteren en tot mijn dood in Uwe liefde te volharden. Gij God, die mij dezen goeden wil gegeven hebt, geef mij ook het volbrengen. Amen. Hier bidde men de opgelegde penitentie, wanneer de biechtvader daarvoor geen anderen tijd bepaald heeft. VOORBEREIDING ; TOT DE HEILIGE COMMUNIE (1) 'T0T c'e tafel van Uwen allerzoetsten maal- , tijd, Heer Jesus-Christus, nader ik, zondaar. Op eigen krachten kan ik niet bogen maar vertrouwende op Uwe barmhartigheid en goedheid verstout ik mij en durf ik naderen. Want mijn lichaam en hart zijn met vele misdaden besmeurd, mijne tong en mijn geest slecht bewaard gebleven voor zonden. Daarom, o goedertieren God, vlucht ik tot U, Bron van barmhartigheid; tot U haast ik mij te gaan, om genezing; onder Uwe bescherming neem ik mijne toevlucht en ik verhoop in U een Zaligmaker te vinden, daar ik L w oordeel als Rechter niet zou kunnen doorstaan. Heer, ik toon U de wonden mijner ziel; ik maak mijne armoede aan goede werken U bekend. Ik weet hoevele en hoe groot mijne zonden zijn en daarom vrees ik voor (1) Naar Vendrieks. U. Maar ik hoop op Uwe barmhartigheid, die eindeloos is. Zie dan, Heer JesusChristus, God en Mensch, gekruist voor den mensch, zie Gij met medelijden op mij neder. Gij die de bron van mededoogen nooit doet ophouden te vloeien, verhoor mij, die opU hoop en ontferm U over mij, die val ellenden en zonden ben. Gegroet, heilzame Offerande, die voor mij en alle menschen aan het kruis opgedragen zijt. Gegroet, edel en kostbaar Bloed, aan het Kruis uit de Wonden van mijnen Heer Jesus-Christus gevloeid en waarmede de zonden der geheele wereld afgewasschen zijn. Gedenk, Heer, ^ schepsel, dat Gij door Uw Bloed verlost hebt. Het is mij innig leed, gezondigd te hebben, en ik wil herstellen, wat ik misdreven heb. Neem dan,* goedertieren Vader, alle ongerechtigheden en zonden van mij weg, opdat ik met eene reine ziel en een zuiver lichaam het Heilig der Heiligen moge smaken, en geel dat de nuttiging van Uw Lichaam en Bloe , dat ik, onwaardige, durf ontvangen, strek-e tot vergeving mijner zonden, tot volmaakte uitdelging mijner misdaden; dat het alle on reine gedachten van mij verjage, goede gevoelens opnieuw in mij wekke, moed en kracht schenke tot U aangename werken, mijne zielen mijn lichaam beveilige tegen alle aanvechtingen mijner vijanden. Amen. 3o 4 Gebed van den H. Thomas Almachtige, eeuwige God, ik nader tot het Oeheim van Uwen eeniggeboren Zoon. onzen Heer Jesus-Christus. Ik nader gelijk een zieke tot den geneesheer, een onreine tot de van barmhartigheid; gelijk een blinde tot het licht van eeuwige helderheid; een arme en behoeftige tot den Heer van hemel en aarde. Ik smeek Uwe onuitputtelijke vrijgevigheid, dat Gij mijne ziekte gelievet e genezen, mijne onreinheid te zuiveren b"ndhf jd te verlichten, mijne naaktheid te bedekken, mij in mijne armoede te verrijken, opdat ik het Brood der Enc-elen den Koning der koningen en den Heer der Heirkrachten ontvange met zoo grooten eer"ed en zoo groote nederigheid, met zcïo levendige gevoelens van godsvrucht en berouw met zoo groote reinheid en zoo groot geloof, met zoo goed voornemen en zoo goede meening, als aan het heil mijner ziel voordeelig is. Geef mij, smeek ik U, dat ik niet alleen het Lichaam en Bloed des Heeren ontvange, maar ook de uitwerkselen en de kracht van het Sacrament. Geef, o allerzachtmoedigste God, dat ik het Lichaam van rlWen^u iggeboren Zoon' onzen Heer Jesus-Christus zóó ontvange, dat ik deel uitmake van Zijn geheimnisvol Lichaam ca als een lidmaat er van worde. U anerbeminnelijkste Vader, doe mij Uwen geliefden Zoon, Dien ik nu onder de gedaanten van brood en wijn ga ontvangen, eenmaal van aanschijn tot aanschijn aanschouwen. Amen. Ik geloof in U, Heer Jesus-Chnstus, omdat Gij de opperste Waarheid zijt, die gezegd heeft: « Mijn Vleesch is waarlijk spijs, en mijn Bloed is waarlijk drank. » Ik hoop op U, o oneindige Barmhartigheid, omdat Gij, die zoo goed zijt jegens ons, beloofd hebt: « Indien iemand van dit Brood eet, zal hij eeuwig leven. » Ik bemin U, o eeuwige Goedheid, boven alles met de liefde, die door den H. Geest ons geschonken, in onze harten is uitgestort. Daarom heb ik uit gaïischer harte berouw over alle zonden en verfoei die met het voornemen, nooit meer te zondigen. Een vermorzeld en verootmoedigd hart zult Gij, o God, niet versmaden. Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, doch spreek slechts éen woord, en mijne ziel zal gezond worden. De Litanieën van het H. Hart van Jesas, van den Zoeten Naam, der H. Maagd. Dankzegging na de H. Communie (In de eerste oogenblikken nadeH. Communie uiïiLrmetr met Mhart da»- De volgende verzuchtingen en schietgebeden geven J rfr"3 degevoek"s "«r, welke den Christen na de H. Communie moeten bezielen.) Je sus! Geloofd zij Jesus-Christus. Geloofd het^61fnien g6dankt ziJ ten allen2 des Altaars' Mr enT 800*** Sacrament 7r.Pt'w^ r ]n Jesus' barmhartigheid Zoet Hart van Jesus, wees mijne toevlucht' Sh,JTV ' deZoon van dmw»5e„ mta U VVa!°°^ w?" 'k h~P «P , r .. zal ik U wedergeven voor alles w at Gij mij gegeven hebt. ' Ziel van Christus, heilig mij. (1) Lichaam van Christus, maak mij zalig Bloed van Christus, maalc mij dronken Water der zijde van Christus, wasch mü Lijden van Christus, versterk mij. ü goede Jesus, verhoor mij. In Uwe Wonden verberg mij. men het na de a Smmun^bidt.^™"' ^ perdaK' als gedumide^eene'm'aanT gêdaan'heT voorwaarden en kerkbezoek. ' P gewone Laat niet toe dat ik van U gescheiden worde. Tegen den boozen vijand bescherm mij. In het uur van mijnen dood roep mij. En beveel mij tot U te komen, Opdat ik U met Uwe Heiligen love. Door de eeuwen der eeuwen. Amen. Om U mijne dankbaarheid te betoonen, en mijne ongetrouwheden te herstellen, offer ik mij geheel aan U op. Met uwe hulp stel ik mij voor, nimmer meer te zondigen. Ziedaar, lieve Jesus, hoever Uwe overgroote liefde gegaan is. Om U geheel aan mij te geven, hebt Gij mij van uw Vleesch en allerkostbaarst Bloed een goddelijken maaltijd aangerecht. Wie toch heeft U tot zulke vervoering van liefde gebracht? Het is zeker uw allerliefderijkst Hart. O Hart van mijnen Jesus, vlammend vuur der goddelijke Liefde, ontvang mijne ziel in uwe heilige Wonde, opdat zij in die school van liefde een God leere beminnen, die mij zoo wonderlijke bewijzen zijner liefde heeft gegeven. (1) (Na deze en andere verzuchtingen, die uit het hart moeten voortkomen, vraagt men Jesus en voor (1) 100 dagen aflaat, eens per dag. zich zeiven en voor anderen, wat men naar ziel en w,nuum nex meest oenoejt.) Dankgebed volgens den H. Thomas almachtjSe Vader, eeuwige God, ik dank U innig, dat Gij mij, «wen onwaardigen en zondigen dienaar, niet om miine verdiensten, maar alleen uit barmhartigheid hebt willen spijzen met het kostbaar Lichaam en Bloed van Uwen Zoon. onzen Heer Jesus-Christus. Ik bid U, dat deze Communie niet stiekke om mij schuld en daarmede straf te doen beloopen, maar mij al meer vergeving te doen verkrijgen. Mogen mijn „eloof en goede wil versterkt worden : mog.en oncleugden uitgeroeid worden- zinnelijkheid en wellust in mij ophouden' moge de H. Communie in mij doen toenemen liefde en geduld, ootmoed en gehoorzaamheid; moge zij mijne krachtige verdediging zijn tegen de aanvallen van alle zichtbare en onzichtbare vijanden ; mogen door haar al myne driften van geest en hart bedaren en ik U onverdeeld aanhangen en Gij mijn volmaakt geluk zijn. Nog smeek ik U, dat (iij mij, zondigen mensch, tot dien maaltijd willet toelaten, waar Gij met Uwen Zoon en den H. Geest zijt het waarachtig licht, w aar Gij Uwe uitverkorenen volko- men verzadigt, hunne eeuwige vreugde en storelooze zaligheid uitmaakt. Tot de H. Maagd Zie op mij neer, glorierijke Maagd Maria, nu ik welgevallig ben geworden in Uwe oogen. Spreek voor mij ten beste bij Uwen beminden Zoon, Die mij met Zijn Lichaam en Bloed gevoed heeft, en bied Hem Uwe verdiensten aan, om mijne onvolmaaktheid goed te maken. Dank Hem voor mij, en verwerf mij, dat Hij in het H. Sacrament niet van mij wijke, vóór dat Hij mijne zielen mijn lichaam gezegend hebbe. Tot den H. Jozef Nu ik het eenig en heilzaam geneesmiddel voor mijne ziel. Uw kostbaar Lichaam en Bloed, genuttigd heb. smeek ik U, Heer, dat ik. door de voorspraak van den H. Jozef, van alle kwaad bevrijd blijve, dagelijks voortgang make in de deugd en in eeuwigheid onder het getal Uwer Heiligen geteld worde. (Gebed dat wen voor het een of ander beeld van den gekruisten Jesus moet bidden om den daaraan verbanden vollen aflaat te verdienen.) Zie mij hier, o goede en allerzoetste Jesus, ik werp mij voor Uw aanschijn op de knieën, en ik bid en smeek U met de grootste vurigheid mijner ziel, in mijn hart te willen prenten levendige gevoelens van Geloof, Hoop en Liefde, een waar berouw over mijne zonden, en eenen zeer vasten wil om mij daarvan te beteren, terwijl ik met groote liefde en droefheid Uwe vijf Wonden bij mij zeiven overdenk en in den geest aanschouw; voor oogen hebbende, hetgeen reeds de profeet David U over U zei ven in den mond legde, o goede Jesus : " Zij hebben Mijne handen en voeten doorboord, zij hebben al Mijne beenderen geteld. „ (Hierna bidde men ter inten¬ tie van de H. Kerk, b. v. ƒ Onze Vaders. Vóór en na de H. Communie komen zeer te pas de Lofzangen ter eere van het H. Sacrament, in de vierde af deeling; alsook het te Deum, Magnificat, enz., volgens een ieders godsvrucht.) KRUISWEGOEFENING (Om de vele aflaten, aan deze oefening verbonden te verdienen, is het noodig : i» dat men bij het bezoeken van den kruisweg een weiiiig overwege, wat Jesus voor ons geleden heeft. 2° dat men, in zoover de menigte der bezoekers of de ruimte der plaats dit toelaat, van de eene statie tot de andere ga.) VOORBEREIDING O mijn God! het is mij van harte leed dat ik U, mijn opperste Goed, ooit vergramd heb Tot Uwe meerdere eer en tot mijne zaligheid, offer ik U deze heilige oefeningen op, met inzicht van al de aflaten te verdienen, die er aan verbonden zijn, zoo voor mij als voor de zielen in het vagevuur, bijzonderlijk voor de zielen van N. N. I. STATIE Jesus wordt tot den dood des kruises verwezen Wij aanbidden U, Christus, en loven U, omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt. O Jesus! mijne misdaden hebben het onrechtvaardige doodvonnis tegen U doen uitspreken... Ik zou van droefheid over mijne zonde moeten sterven... Geef mij genade, ^ opdat ik niet ophoude dezelve te beweenen. I Onze Vader. IVees gegroet. Ontferm U onzer, Heer, ontferm l onzer. O God! aees ons, zondaars, genadig. II. STATIE Jesus neemt het kruis op zijne schouders Wij aanbidden U, enz. O Jesus! die U gewaardigd hebt den z\\ aren boom des kruises op Uwe verscheurde schouderen op te nemen, verleen mij genade, om met geduld de kruisen te dragen welke Uwe Voorzienigheid mij overzendt. ! Onze Vader. Wees gegroet. Ontferm, enz. III. STATIE i De eerste val van Jesus onder het kruis Wij aanbidden U, enz. O Jesus! die, beladen met den zwaren last mijner zonden, vermoeid onder Uw kruis ter aarde zijt neergevallen; ach laat niet toe. = bid ik U. dat ik in dezelve nog hervalle. ti' OnzeVader. Wees gegroet. Ontferm, enz. L IV. STATIE aJ g, Jesus ontmoet zijne Moeder Wij aanbidden U, enz. O allerbedruktste Moeder! verkrijg mij van Uwen lieven Zoon tranen van ware boetvaardigheid over mijne zonden, die de oorzaak zijn geweest van Zijn en Uw lijden... Sta mij bij in al de ellenden van dit lieven... Verlaat mij niet in het uur des doods. Onze Vader. Wees gegroet. Ontferm, enz. V. STATIE Simon van Cyrenen helpt Jesus het Kruis dragen Wij aanbidden U,enz. O Jesus! geef mij sterkte om met lietde het kruis mijns lijdens op te nemen, en om met kloekmoedigheid U na te volgen... Ik zal mij gelukkig achten U in iets te gelijken en Uwe smarten door de mijne te eeren. I Onze Vader. Wees gegroet. Ontferm, enz. VI. STATIE Veronica droogt het aangezicht van Jesus af Wij aanbidden U, enz. O Jesus! druk de gedachtenis van Uw smartelijk lijden zoo levendig in mijn hart. dat ik het gedurig overwege en aangemoedigd worde om Uwe bloedige voetstappen na te volgen. Onze Vader. Weesgegroet. Ontferm, enz. VII. STATIC De tweede val van i„„ Wij aanbidden V, enz. de/den ht?eft U on" Ach, leer mij zachtmn,r nedergeworpen... harte zijn... Ik ^^lgJn goedig van en versmadingen ffednlH edigin£en U navolgende L ffl °P^t ik, ^ "-«««. oX»„», VIII. STATIE Jesus troost de weenende vrouwen Jf 'J aanbidden U, enz. mijne oogen^opdlTik^.r^11 tranen aan zonden beweene ' Arh i &S C" llac,lt mijne mij meer en U «lf den te wasschen en mï3 °"gereChtighereinigen. mijne zonden te IX. STATIE Derde va. van Jesus onder het Kruis Wij aanbidden U, enz. in hetm"ddenL™ivareenhelPende hand toe be», «pdaS^e'S™^ Verdedig mij tegen de vijanden mijner zaligheid, opdat ik onder het geweld hunner bekoringen niet bezwijke. Onze Vader. Weesgegroet. Ontferm, enz. X. STATIE Jesus wordt van zijne kleederen ontbloot en met edik en gal gelaafd Wij aanbidden U, enz. O lesus' geef, dat ik al mijne booze gewoonten aflegge, mijn hart onthechte van a wat aardsch en vergankelijk is, mijn dartel vleesch kastijde, mijne zinnen versterve, en gaarne met U uit den bitteren kelk des liidens drinke. Onze Vader. Wees gegroet. Ontferm, enz. XI. STATIE Jesus wordt aan het kruis gehecht Wij aanbidden U, enz. O Jesus! hecht mij met L aan het kru , ik wil met U, gelijk Gij en om U lijden, opdat ik, levende, lijdende en stervende in Uwe liefde, eeuwig met U en door U moge gelukkig zijn. Onze Vader. Wees gegroet. Ontferm, enz. XII. STATIE Jesus sterft aan het kruis Wij aanbidden U, enz. , O Jesus! door de bittere smarten, wel- Ke try ■voor mij aan het kru bijzonder toen Uwe ziel uit r, btj lichaam is sescheideiSitf.™ "uT £J»e «iel, als «ij van d«e ,Te„S „UclS' °nZe Vader- Weesgegroet. Ontferm, enz. XIII. STATIE Je8US Ws0chooVtan het krUi8 afgen0me" ^ in den schoot van zijne Moeder gelegd TVij aanbidden U, enz. van ITmaChïlge voorsPraak van het ongeluk keihard Uw moederlijk hart Goorst" °nze Vader. Wees gegroet. Ontferm, enz. XIV. STATIE Jesus wordt in het graf gelegd Wij aanbidden U, enz. Reliik arn6nS StCrVen 6n be8Taven worden dood te vertroosten en mijn lichaam, wanneer Gij het weder zult opwekken, met Uwe glorie te verheerlijken. Onze Vader. Weesgegroet. Ontferm, enz. In de plechtige Kruiswegoefeningen zingt liet koor het Stabat Mater. Het doelmatigst is wel. na liet Voorbereidingsgebed, twee strofen te zingen, alsook tusselien ,1e zevende en achtste statie ; de overblijvende strofen, u:\ de veertiende.) TWEEDE AFDEELING DE H. MIS uit het ROMEINSCH MISSAAL ■ ■ Ter onderrichting en stichting eenige verklaringen. i° De Mis of het Sacrificie (slachtofferande) der Mis is de vernieuwing van het slachtoffer, dat Christus van zich zeiven aan Zijnen Hemelschen Vader heeft opgedragen, toen Hij Zijn Bloed stortte en stierf voor alle menschen op den berg Calvarië. 't Is hetzelfde Slachtoffer, Christus, die tevens Offeraar is; alleen de wijze, waarop Christus zich in de H. Mis slachtoffert, is verschillend van die, waarop Hij zich geslachtofferd heeft op Calvarië: aan het Kruis op bloedige, in de H. Mis op onbloedige wijze. Christus nu wordt in de Mis waarlijk geslachtofferd; wel niet gelijk op het Kruis, want « Christus, ééns gestorven, sterft niet meer, >» maar Christus, de Opperpriester, stelt door de bediening zijner priesters, die in zijnen naam offeren, zijn lichaam en zijn bloed onder de gedaanten van brood en wijn tegenwoordig, als ontdaan van de verrichtingen zijner heilige Menschheid en gebracht tot den toestand ven spijs en drank. 20 Dit grootste werk van godsdienstigheid heeft den naam van Mis ontvangen, waarschijnlijk naar de woorden, die op het einde het volk worden toegevoegd : Ite, Missa est, Gaat, deze goddelijke Dienst is geëindigd. 3° Het Sacrificie der Mis is uit zijnen aard eene handeling van goddelijke eer en aanbidding ; het grootste werk van godsdienstigheid, waardoor wij onze plichten jegens God volbrengen : Wij erkennen God als onzen oppersten Heer en Meester ; — danken Hem voor alle weldaden; — smeeken nieuwe weldaden van Hem af; — voldoen voor onze zonden. 4° Christus stelt zich zelf onder de gedaanten van brood en wijn tegenwoordig : Zóó is Hij dus de voornaamste Offeraar, en de priester is zijn dienaar in het offeren, doordat Christus zich tegenwoordig stelt door de woorden van de H. Consecratie, die de priester spreekt. Met Christus en den priester wordt in oneigenlijken zin de H. Mis ook opgedragen : a) door de geheele H. Kerk, d. i. alle geloovigen; b) door al degenen, die zich in den geest bij Christus en den priester vervoegen; b. v. die, verhinderd zijnde, thuis zich onder de H.Mis met Christus en den priester vereenigen * c) door hen, die de H. Mis bijwonen; d) door hen. die werkelijk of geestelijk onder de H. Mis communiceeren; e) door hen, die den priester in het opdragen der H. Mis bijstaan en helpen, zooals misdienaars, zangers, enz. Deze, misdienaars en zangers, vertegenwoordigen het volk en antwoorden, d. i. stemmen in met de gebeden des priesters, gelijk de priester bidt in naam der Kerk. 5° Uit den aard van het Sacrificie volgt, dat men goddelijke eer geeft aan Hem, wien men het opdraagt. Het kan dus alleen aan God worden opgedragen, nooit aan Heiligen, maar wel ter ecre van Heiligen. 6° De Mis is verder de gedachtenis van het lijden en den dood van Christus : De plechtigheden, waarmede de Mis wordt opgedragen, herinneren ons daaraan. Het altaar kan ons doen denken aan den berg van Calvarië : het is boven den grond verheven en het Kruisbeeld moet daarop in het midden prijken. De priester verbeeldt Christus. Staande draagt de priester de H. Offerande op, om voor te stellen, dat hij is de midde- , 1 r-u^ioti.c f»n Hph mensch : met ïaarius&^iicii —— ofi"cslaeen of gevouwen handen biddend, om den 17,-, o . 1 ■ 1 4-« (Tfurdn eerbied en de vurignem ie Kennen iC waarmede moet gebeden worden ; zoo ook beduiden dit de buigingen van hoofd en lichaam, welke hij gedurende de H. Mis maakt. . , Het meest wordt Christus afgebeeld in den priester door de kleederen, welke deze onder de H.Mis draagt, die de voornaamste lijdenswerktuigen ons voor den geest brengen : De Amict: witte doek. Den blinddoek. I over de schouders, slechts even aan den hals zicht- baAlbe : lang wit kleed. Spotkleed, waarmede Jesus op bevel van Herodes bekleed werd. Singel om het lichaam Koorden, waarmede Jegebonden. sus aan de geeselkolom werd gebonden. Manipel: smalle gekleur- ^üwênwaarmedejede (1) strook aan den sus in den hof de handen linkerarm des priesters." I werden gekneveld. (1) De verschillende kleuren geven den geest aan, of het doel waartoe liet H. Misoffer wordt opgedragen : Wit: licht, reinheid. Blijdschap,gekroonde hei- liglieid. Rood : bloed, vuur. Lijden — liefdé des hei- ligen Geestes. Paars : droefheid. Boetvaardigheid. Prnpn Dankbaarheid en hoop. ■1ZI I^Pen — Stool: langere strook, Koorden en ketenen, gekleurd, die om den hals den Zaligmaker om den afhangt en over de borst hals geworpen, om Hem wordt gèkruist. voort te sleuren. Kazuifel: gekleurd zij- Spotmantel, door de solden kleed. daten Jesus na de geeseling omgehangen. Op het Kazuifel aan den Kolom der geeseling. voorkant eene kolom; aan den achterkant het Het Kruishout door JeKruis. sus gedragen. Wijding van het water Na de eerste zonde vervloekte God ook de aarde en met den mensch viel al het geschapene onder de macht des duivels, die daarom door Christus « vorst dezer wereld » genoemd wordt. Aan het Kruis werd de duivel wel overwonnen, maar niet gedood; steeds blijft zijn verderfelijke invloed over menschen en andere schepselen voortduren. De Kerk nu heeft de macht te binden en te ontbinden en dus ook, om menschen en schepselen aan dien invloed te onttrekken, en dit geschiedt door zegeningen en wijdingen. De zegeningen zijn niet anders dan de voorspraak der Kerk bij God, opdat Hij zijnen zegen aan die personen of zaken zou schenken. Door wijding echter worden die schepselen aan God en godsdienst toegeheiligd, onder- scheiden van andere zaken. Z.00 woiueu menschen, vruchten, brood, ook huizen, schepen, velden gezegend; priesters, kerken, altaren, klokken gewijd. Eene der oudste zegeningen is wel clie des waters, die, behalve tweemalen in het jaar op bijzonder plechtige wijze, lederen Zondag vóór de Hoogmis dient te geschieden. Uit de woorden, de gebeden, waarmede zout en water gewijd worden, blijkt het doel en ^ Het is dus een allerheilzaamst gebruik 's morgens en 's avonds, bij het in- en uitgaan der Kerk, bij onweders of nakende rampen zich zeiven. de zijnen, het zijne met wijwater te besproeien. {1) Waarom worden bijzonder 's Zondags de menschen met wywater besproeid? Ter herinnering, ca j of in de onschuld des Doopsels, of tenminste door boete gezuiverd bij de H Offerande moeten tegenwoordig zijn. Ook g tenis aan Jesus' Bloed, waardoor wi gerei nigd en geheiligd zijn, waarvoor wij altijd dank schuldig zijn en blijven. Nog, om god vruchtig en ijverig de H. Mis bij » en opdat dus alle bekoringen, verstrooiingen van den duivel zouden wijken. (1) 100 dagen aflaat, telkens men een kruis met wijwater maakt. Gebeden bij de wijding van het zout. \\ Onze hulp zij in den Naam des Heeren. k). Die hemel en aarde geschapen heeft. Ik bezweer u, schepsel van zout door den levenden f God, door den waren t God, door den heiligen f God, door God, die u door den profeet Eliseüs in het water deed storten, opdat de onvruchtbaarheid des waters zou ophouden : opdat gij zout wordet, aan den invloed des duivels onttrokken tot heil der geloovigen, en gij aan allen die u gebruiken tot welzijn naar ziel en lichaam moget dienen ; en mogen overal waar gij verspreid wordt alle slechte droomen, boosheid en booze listen des duivels verdwijnen evenals alle onzuivere geest, bezworen door Hem, die zal komen oordeelen levenden en dooden, en de wereld door het vuur. Amen. Laat ons bidden Almachtige, eeuwige God, nederig smeeken wij Uwe onmetelijke goedertierenheid, dat Gij dit schepsel van zout, dat Gij ten gebruike aan het menschelijk geslacht gegeven hebt, in Uwe goedheid gewaardiget te zegenen i" en te heiligen : opdat het aan allen, die het gebruiken, strekke tot heil naar ziel en lichaam ; en opdat wat daarmede aangeraakt of besproeid is, vrij zij van alle onreinheid, en van allen aanval van geestelijk bederf. Door onzen Heer, enz. Amen. Bezwering van het water. Ik bezweer u. schepsel des waters, in den Naam van den almachtigen t ^ ader en in den Naam van Jesus t Christus zijnen Zoon, onzen Heer. en in de kracht van den H. , Geest, opdat gij water wordet, aan den invloed des duivels onttrokken, om alle macht van den vijand op de vlucht te slaan, en den vijand zeiven uit te roeien, en met zijne afvallige engelen uit te drijven door de kracht van denzelfden onzen Heer Jesus Christus : die levenden en dooden zal komen oordeelen, en de wereld door het vuur. Amen. Laat ons bidden God, die tot heil van het menschelijk geslacht de grootste geheimen in de zelfstandigheid van water gesticht hebt: sta onze inroepingen genadig bij en geef aan deze grondstof, door velerlei zuiveringen bereid, de kracht van uwen + zegen; opdat uw schepsel, aan uwe geheimen dienende, het uitwerksel uwer genade krijge om de duivels te verjagen, en ziekten te verdrijven, opdat al hetgeen in de huizen of plaatsen der ge- loovigen dit water zal besproeid hebben van alle onreinheid vrij weze en van alle schade bevrijd worde : dat daar geen aanstekende adem heersche of bedervende lucht : dat alle lagen van den geheimen vijand ophouden : en als er iets is, wat het welzijn of de rust der bewoners bedreigt, dat zulks dan verwijderd worde door de besproeiing met dit water : opdat het welvaren, door aanroeping van uwen Naam afgebeden, tegen alle aan\allen veilig zij. Door onzen Heer Jesus Christus, enz. Amen. Zout en water worden gemengd. De vermenging van zout en water geschiede gelijkelijk in den Naam des Vaders f, en des Zoons f, en des H. Geestes f. Amen. >\ De Heer zij met u. i^. En met uwen geest. Laat ons bidden God, oorzaak van onoverwonnen kracht, en Koning van een onverwinnelijk rijk en altijd grootsche overwinnaar, die de macht van nadeelige overheersching beteugelt : die de boosheid van den brieschenden vijand overheerscht : die krachtig de vijandelijke boosaardigheden bestrijdt; U, o Heer, bidden en smeeken wij bevend en nederig, dat Gij u gewaardiget op dit schepsel van zout en water neer te zien, het goedgunstig verlichtet en met den dauw uwer goedertierenheid heiliget: opdat overal, waar het gesprengd wordt door de aanroeping van uwen Naam, iedere aanval van den onzuiveren geest gekeerd worde, en de vrees voor de giftige slang (duivel) verdwijne, en de tegenwoordigheid van den H. Geest altijd zij bij ons, die uwe barmhartigheid afsmeeken. Door onzen Heer Jesus-Christus. enz. Amen. Asperges me Door het jaar. Rouwmoedig gebed ter voorbereiding tot de H. Mis. Aspérges me, Dómine, hyssópo et mundabor ; lavabis me, et super nivem dealbabor. Ps. Miserére mei, Deus, secündum magnam misericórdiam tuam. Glória Patri. - Aspérges me. Besproei mij, Heer, met hysop, en ik zal gezuiverd worden; wasch mij en ik zal witter worden dan sneeuw. Ontferm u mijner, Heer, volgens uwe groote barmhartigheid. Glorie zij den Vader. —. Besproei mij. Vidi aquam Van Paschen tot Pinksteren. Vidi aquam egredién-| Ik zag water vloeien tem de templo a latere'uit den tempel, aan de dextro, alleluja: et omnes,'rechterzijde, alleluja: en ad quos pervénit aqua allen, tot wie dit water ista, salvi facti sunt et kwam (i) zijn gered en dicent, alleluja, alleluja, zullen uitroepen, alleluja, alleluja. Ps. Confitémini Dómi- Looft den Heer, want no, quóniam bonus : quó- Hij is goed : want zijne niam in saeculum miseri- barmhartigheid duurt tot córdia ejus. in eeuwigheid. f. Gloria Patri. — Vidi Glorie zij den Vader. — aquam. Ik zag water. ?. Osténde nobis, Dó- Toon ons, Heer, uwe mine, misericórdiam tu- barmhartigheid. (Alleluja.) am. (Alleluja.) ö. Et salutare tuum da En schenk ons uw heil. nobis. (Alleluja.) (Alleluja.) y. Dómine, exaudi ora- Heer, verhoor mijn getiónem meam. bed. ft. Et clamor meus ad En. mijn geroep kome te véniat. tot U. V. Dóminus vóbiscum. De Heer zij met u. 8. Et cum spiritu tuo. En met uwen geest. Gebed Heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God,verhoor ons en gelief uw heiligen Engel van den hemel te zenden, om allen, die in deze woonplaats zijn, te bewaren, op te beuren, te beschermen, te bezoeken en te verdedigen. Door Christus onzen Heer. Amen. (1) Denk aan liet Doopwater, dat daags vóór I'aselieu gewijd is. Geuione Gebeden det* Mis De priester bereidt zich voor tot, — en begir.t het H. Misoffer aan den voet des Altaars, gelijk Christus ook in den hof (aan den voet van den Olijfberg ) het verlossingswerk heeft begonnen. (1) P. In nómine Patris, et In den naam des VaFilii, et Spiritus Sancti. ders, en des Zoons, en des Amen. H. Geestes. Amen. Introibo ad altare Dei. Ik zal opgaan tot het altaar Gods. M. Ad Deum, qui lsetifi- Tot God, die mijne jeugd cat juventütem meam. verblijdt. Psalm 42 Een boetgebed, dat de priester met den misdienaar (het volk) wisselt, en waardoor hij zijn verlangen uitdrukt, het H. Offer op te dragen, en daartoe bemoedigd wordt. Deze psalm wordt met gebedentn de Missen voor overledenen, en van Passiezondag tot Paschen. P. Jüdica me, Deus, et Wees mijn rechter, o discérne causam meam God, en beslis mijne zaak, de gente non sancta : ab tegen het onheilig volk, hómine iniquo et dolóso verlos mij van den boozen érue me. en bedrieglijken mensch. (1) De misdienaar schelt; in plechtige Missen wordt eerst het H. Sacrament bewierookt; dadelijk daarna geeft de priester het wierookvat temp. M. Quia tu es, Deus, fortitüdo mea: quare me repulisti, et quare tristis incédo, dum affligit me inimicus ? P. Emitte lucem tuam, et veritatem tuam : ipsa me deduxérunt, et adduxérunt in montem sanctum tuum, et in tabernacula tua. M. Et introibo ad altare Dei, ad Deum, qui laetificat juventütem meam. P. Confitébor tibi in eithara, Deus, Deus meus, quare tristis es, anima mea, et quare contürbas me ? M. Spera in Deo, quóniam adhuc confitébor illi: Salutare vultus mei, et Deus meus. P. Glória Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. M. Sicut erat in principio, etnunc.et semper;et 1 in saecula saeculorum. ; Amen. P. Introibo ad altare Dei. < M. Ad Deum, qui laetificat juventütem meam. Want gij, God, zijt mijne sterkte ; waarom hebt gij mij verstooten, waarom ga ik bedroefd, terwijl de vijand mij verdrukt? Zend neer uw licht en uwe waarheid : deze hebben mij geleid en gebracht op uwen heiligen berg en in uwe woningen. En ik zal opgaan tot het altaar Gods, tot God, die mijne jeugd verblijdt (die van mijne jeugd af, de vreugde mijns levens is.) Ik zal U loven op de harp, o God. mijn God ; waarom, mijne ziel, zijt gij bedroefd, en waarom ontstelt gij mij ? Betrouw op God, want ik zal hem nog loven ; Hij is het heil mijns aanschijns en mijn God. Glorie zij den Vader, en den Zoon,en den H.Geest. Gelijk het was in den beginne,en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ik zal opgaan tot het altaar Gods. Tot God,die mijne jeugd verblijdt. P. Adjutórium nostrum | Onze hulp zij in den in nómine Dómini. naam des Heeren. M. Qui fecit ccelum et! Die hemel en aarde geterram. .maakt heeft. F. Confiteor Deoomni-| Ik belijd voor den Al- poténti.beatEeMariaesem-machtigen God, de Hei- nerVirgini.beato Michaéli lige Maria, altijd Maagd, Archangelo, beato Joanni den H Aartsengel MiBaptist®, sanctis Apósto-j chaël, den H. lis Petro et Paulo, ómni-, den Dooper, de HH. Abus Sanctis et vobis, postelen Petrus en Paulus fratres, quia peccavi ni- en alle Heiligen en voor mis cogitatióne, verbo u, broeders, dat ik zeer et ópere : mea culpa, mea gezondigd heb door ge- culpa. mea maxima culpa. dachten, woorden en werIdeo precor beatam Ma- ken ; door mijne schuld, riam semperVirginem.be-. door mijne schuld, door atum Michaélem Archan- mijne allergrootste schuld, eelum. beatum Joannem Daarom bid ik de HeihBaptistam, sanctos Após- ge Maria, altijd Maagd, tolos Petrum et Paulum, den H. Aartsengel Michaomnes Sanctos, et vos, el, den H. Joannes den fratres, orare pro me ad Dooper, de HH. AposteDóminum Deum nostrum. len Petrus en Paulus, alle Heiligen, en u, broeders, tot den Heer onzen God voor mij te bidden. M. Misereatur tui om- De almachtige God ontnipotens Deus, et dimissis ferme zich over u, vergepeccatis tuis, perdücat te ve u uwe zonden en gead vitam setérnam. leide u tot het eeuwig leven. P. Amen. Het zij zoo. Na deze rouwmoedige schuldbekentenis des priesters, belijdt ook het volk zijne schuld : M. Confiteor Deo omni- Ik belijd voor den Alpoténti, beatae Mariae machtigen God, de Heilisemper Virgini, beato Mi- ge Maria, altijd Maagd, chaéli Archangelo, beato den H. Aartsengel MichaJoanni Baptistae, sanctis ël, den H. Joannes den Apóstolis Petro et Pau-:Dooper, de HH. Apostelo, ómnibus Sanctis et jlen Petrus en Paulus en tibi, pater ; quia peccavi alle Heiligen en u, vader, nimis cogitatióne, verbo j dat ik zeer gezondigd heb et ópere : mea culpa, mea door gedachten, woorden culpa, mea maxima culpa.!en werken : door mijne Ideoprecor beatam Mari-| schuld, door mijne schuld, am semper Virginem, be-1 door mijne allergrootste atum Michaélem Archan-! schuld. Daarom bid ik de gelum, beatum Joannem Heilige Maria, altijd Baptistam, sanctos Apó- Maagd, den H. Aartsenstolos Petrum et Paulum, gel Michaël, den H. (oanomnes Sanctos, et te, nes den Dooper, de" HH. pater, orare pro me ad Apostelen Petrus en PauDóminum Deum nostrum. llus, alle Heiligen, en u, vader, tot den Heer, onzen God, voor mij te bidden. P. Misereatur vestri om- De almachtige God ontnipotens Deus; et, dimissis ferme zich over u, verpeccatis vestris, perdücat geve u uwe zonden, en vos ad vitam setérnam. geleide u tot het eeuwig leven. M. Amen. Het zij zoo. De priester ontslaat beiden, om rein en zuiver het Offer op te dragen. P. Indulgéntiam, abso- Kwijtschelding, ontbinlutiónem et remissiónem ding en vergeving van peccatórum nostrórum, onze zonden, schenke ons tribuat nobis omnipotensjde almachtige en barmet miséricors Dóminus. 1 hartige Heer. M. Amen. I Het zij zoo. Nog vernedert de priester zich voor God, om diens barmhartigheid te winnen ; daarom buigt hij zich, zeggende : P Deus, tu convérsusl God, wend U tot ons, en vivificabis nos. Gij zult ons levend maken (door uwe genade). M. Et plebs tua laetabi- En Uw volk zal zich in tur in te. tJ verblijden (om de ont- vangene genade). P. Osténde nobis, Dó- Toon ons, Heer, Uwe mine, misericórdiam tu- barmhartigheid. an]i/. Et salutare tuum da En geef ons Uw heil. nobis. (Het Offer, en alle goeds, I dat daaruit voortvloeit.) P. Dómine, exaudi ora- Heer, verhoor mijn getiónem meam. bed. M. Et clamor meus ad En mijn geroep kome te véniat. tot U. P. Dóminus vobiscum. De Heer zij met u. (i) M. Et cum spiritu tuo. En met uwen geest P Orémus. Laat ons bidden. (1) Deze groet, zegewensch, wordt dikwijls uitgebracht, omdat 's Heeren bijstand en gunst aan het volk steeds noodigzijn. Maar ook de priester behoeft die, van daar » Et cum, » hetzelfde den priester door het volk toegewenscht. De priester, bij het opgaan naar het altaar, bidt voor zich zeiven en daarom stil : Neem van ons weg, bidden wij U, Heer, onze ongerechtigheden, opdat wij met zuivere harten mogen ingaan tot het Heilige der Heiligen. Door Christus, onzen Heer. Amen. Hij kust den altaarsteen, waarin zich de overblijfselen van HH. Martelaren bevinden; — herinnert daardoor aan den ver raderlij hen kus van Judas ; — en zegt: Wij bidden U, Heer, door de verdiensten der Heiligen, wier overblijfselen hier rusten en van alle Heiligen, dat Gij al mijne zonden gelievet te vergeven. Amen. In plechtige Missen worden het allerheiligste Sacrament of het Kruisbeeld, het altaar, het volk en de priester bewierookt. (1) Wierook branden is de hoogste eer bewijzen. Toch worden personen en zaken bewierookt, omdat, en voor zoo ver deze dienaren, ledematen van Christus zijn, of tot den dienst van God gebruikt worden. Gelijk goede wierook, op gloeiende kolen gestrooid, (1) De Misdienaar zorge wierookvat en scheepje gereed te hebben, geeft het wierookvat den priester over als deze er wierook in gedaan heeft, plaatst zich aan den Epistelkant, neemt het wierookvat terug en bewierookt den priester, nadat deze het altaar bewierookt heeft. geheel verbrandt, in dikke wolken opstijgt en een aangenamen geur verspreidt: — zoo ook stijgt het s,ebed van den Christen, die God vurig bemint, geheel en rechtten hemel, is Gode aangenaam en doet den geur van deugden en goede werken verspreiden. De wierook wordt gezegend met deze woorden : Gezegend moget ge zijn door Hem, ter wiens eere ge zult verbranden. De priester begeeft zich ter rechterzijde van het altaar en leest den Introïtus dat is : begin der Mts -De Introïtus is een kort gezegde, uit de H. Schrijfuur genomen, of wel door de Kerk gemaakt; hij wordt gevolgd door de eerste woorden van een psalm, besloten met Glorie zij den Vader, enz. en daarna herhaald. Introïtus (Begin) van de Mis ter eere van het Allerheiligste Sacrament. Cibavit eos ex adipel Hij heeft hen met het fruménti, et de petramei- vette der tarwegespxjsd ; le saturavit eos. (Alleluja, en met honig uit de steen alleluja.) rots hen verzadigd. (Alle- luja, alleluja.) Ps. Exsultate Deo, ad- Juicht voor God, oniutóri nostro: jubilate zen helper; jubelt voor Deo lacob. den God van Jacob. ï. Glória Patri, et Filio, Glorie zij den Vader, en et Spiritui Sancto. den Zoon, en den H.L>eest. Sicut erat in principio, Gelijk het was in d et nunc.et semper, et in beginne, en nu, en altijd, en 30 saecula saeculorum. Amen. I in de eeuwen der eeuwen. I Amen. (Cibavit wordt herhaald. De priester keert terug in het midden des Altaars als om yesus-Christus, in het tabernakel tegenwoordig, of wel aan het Kruis a fgebeeld, om ontferming te smeeken. Driemaal wordt deze smeekbede herhaald ter eere der H. Drievuldigheid en negenmaal in navolging van de negen Engelenkoren. P. Kyrie, eléison. M. Kyrie, eléison. P. Kyrie, eléison. M. Christe, eléison. P. Christe, eléison. M. Christe, eléison. P. Kyrie, eléison. M. Kyrie, eléison. P. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer.' Heer, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Gezang der Engelen : verheerlijking der mettschwording van Christus en van het verlossingswerk. Deze vreugdezang wordt op dagen van boete (Vasten, Advent) en rouw (voor overledenen) achtergelaten. Gloria in excélsis Deo : Glorie aan God in het et in terra pax hominibus allerhoogste, en vrede op bonae voluntatis. aarde den menschen van goeden wil. Laudamus te. Wij loven U. Benedicimus te. Wij zegenen U. Adoramuste. Wij aanbidden U Glorificamus te. Wij verheerlijken U. Gratias agimus tibi, Wij danken U, om Uwe propter magnam glóriam groote heerlijkheid. tuam. _ , __ j Dómine Deus, Rexcoe- Heer God, Koning des léstis, Deus Pater omni- Hemels, God, almachtige potens. Vader. Dómine Fili Unigénite, Heer, Eengeboren Zoon, JesuChriste. Jesus-Christus. Dómine Deus, Agnus Heer God, Lam Gods, Dei, Filius Patris. Zoon des Vaders. Oui tollis peccata mun- Die de zonden der wedi, miserére nobis. reld wegneemt, ontferm U onzer. Oui tollis peccata mun- Die de zonden der wedi, süscipedeprecatiónem reld wegneemt,neem ons nóstram. smeeken aan. Qui sedes ad déxteram Die zit aan de rechterPatris, miserére nobis. hand (hoogste eer bij den) des Vaders, ontferm U onzer. Quóniam tu solus San- Want Gij alleen zijt ctus. Tu solus Dóminus. Heilig. Gij alleen de Heer. Tu solus Altissimus, Gij alleen de Allerhoogste, ïesu Christe. Jesus-Christus. Cum Sancto Spiritu, in Met den H. Geest in de glória Dei Patris. Amen. glorie van God den Vader. Amen. De priester begroet het volk, begeeft zich ter rechterzijde des Altaars en bidt de Collecten (verzameling,) dat is liet gebed, waarin hij de gebeden, weuschen van het volk verzameld aan God opdraagt. Bijna alle gebeden begint de Priester met Oremus dat is : Laat ons bidden ; om zich zelf en het volk tot een aandachtig, godvruchtig gebed op te wekken. De gebeden worden gewoonlijk besloten met: door onzen Heer Jesus-Christus, enz., om door diens verdiensten van God den Vader te verkrijgen, wat wij om onze onwaardigheid niet zonden vermogen. P. Dóminus vobiscum. | De Heer zij met u. M. Et cum spiritu tuo. | En met uwen geest. Laat ons bidden God. die onder dit wonderbare Sacrament ons de gedachtenis aan uw lijden hebt nagelaten, geef, bidden wij U. dat wij de heilige Geheimen van uw Lichaam en Bloed zóó eeren, dat wij steeds de vrucht (uitwerking) uwer verlossing in ons mogen gevoelen. Die leeft en heerscht met God den Vader in de éénheid van den H. Geest. God, door alle eeuwen. M. Amen. M. Amen. Krachtvolle bede en instemming met hetgeen depriester vraagt en belooft in naam des volks. Hierop volgt de Epistel, d. i. brief, als zijnde meestal een uittreksel uit de brieven der Apostelen. Ook wel wordt de Epistel genomen uit de boeken van het Oud Testament, in alle geval uit deH. Schrift, het woord, den brief van God tot de menschen. De Epistel uit het Oud Testament genomen, bevat de voorspelling en voorafbeelding van het Evangelie, Jesus' eigene leer. Les uit den eersten Brief van den H. Apostel Paulus aan de Corinthiers I. Hoofdstuk 11. Broeders, ik heb van den Heer ontvangen, hetgeen ik u ook heb overgeleverd, dat de Heer Jesus in den nacht, waarin Hij werd verraden, het brood nam. en dankende het brak, en zeide : neemt, en eet : dit is mijn Lichaam, hetwelk voor u zal worden overgeleverd : doet dit ter mijner gedachtenis ! Desgelijks ook den kelk, nadat Hij het avondmaal had gehouden, zeggend: Deze kelk is het Nieuw Verbond in mijn Bloed : doet dit. zoo dikwijls gij dien zult drinken, tot mijne gedachtenis ! \Vant zoo dikw ijls gij dit brood zult eten en den kelk drinken, zult gij den dood des Heeren verkondigen, totdat Hij kome ioordeelen). Al wie derhalve onwaardig dit brood eten of den kelk des Heeren drinken zal. zal schuldig zijn aan het Lichaam en Bloed des Heeren. Dat dan de mensch zich zeiven beproeve en aldus van dit brood ete en van den kelk drinke ! Want die onwaardig eet en drinkt, eet en drinkt zich zeiven het oordeel (de verdoemenis) niet onderscheidende ! geen onderscheid makend tusschen) het Lichaam des Heeren en andere spijzen). Af. Deo gratias : God zij dank (1) Graduale of Trapgezang (2) Aldus genoemd, omdat dit beurtelings met het volk gezongen werd, terwijl de Diaken de trappen van het leesgestoelte beklom om het Evangelie te zingen. Het Graduale bevat de hoofdgedachte van het Epistel of wel iets, dat nauw in verband staat met het feest of den tijd van het kerkelijk jaar, dat herdacht wordt. Het wordt gevolgd (3) door een of meer Alleluja's. Dit woord is in onze taal moeielijk uit te drukken. Het is een juich- een jubelkreet. De laatste a wordt op eene lange notengroep aangehouden, om de eeuwige, onuitsprekelijke vreugde der Zaligen in den hemel aait te duiden, waarnaar ook wij verlangen. L antwoord plaatst de misdienaar zich naast den Priester, om het Misboek naar de overzijde te dragen : dan wordt in plechtige Missen wierook in het wierookvat gedaan, waarmede de misdienaar zich naast het Evangelie plaatst en biedt het den priester aan als deze gezongen heeft: Sequéntia ; neemt het aanstonds terug, blijft onder het zingen van het Evangelie wierooken en bewierookt den priester daarna. (2) In denPaaselitijd.d. i. vanPaasehzaterdagtot daags vóór H. Drievuldigheid, wordt het Graduale niet gezongen, doeh twee alleluja's en twee verzen. (3) Behalve in den Vastentijd, en in de Mis voor Overledenen. Vijjmaal in het jaar volgt op het Alleluja de Sequentia : Vervolg, n. I. op het Graduale en Alleluja ; gewoonlijk een gedicht, waarin de gevoelens van het feest of den dag worden uitgedrukt. Zoo op Paschen, Pinksteren, H. Sacramentsdag, op het Feest der Zeven Smarten en inde Mis voor Overledenen. Graduale Oculi ómnium in te Aller oogen hopen op sperant, Dómine, et tu U, Heer; en Gij geeft hun das illis escam in tém- voedsel ten rechten tijde, pore opporttino. ï. Aperis tu manum tu- Gij opent uwe hand, en am, et imples omne ani- vervult ieder schepsel mal benedictióne. met zegening. Alleluja, alleluja. Alleluja, alleluja. V. Caro mea vere est Mijn Vleesch is waarcibus, et Sanguis meus lijk spijs en mijn Bloed vere est potus ; qui man- is waarlijk drank ; die dücat meam Carnem, et mijn Vleesch eet en mijn bibit meum Sanguinem, Bloed drinkt, blijft in mij in me manet, et ego in eo. en Ik in hem. Alleluja. Alleluja. 1 In den Vastentijd, d. i. reeds van Zondag Septuagesima (14 dagen vóór Vastenavond) af, wordt Alleluja, enz. achter gelaten, en in plaats daarvan gezongen : Tractus Ab ortu solis usque adl Van den opgang der occasum,magnum estNo-|zon tot haren ondergang, men meum in géntibus. (van het Oosten tot het Westen) is mijn Naam s. ■ ■ . &root onder de heidenen. meo oblatio munda : quia mijnen Naam opgedragen E""*- «" Srss n géntibus. groot ,s mijn Naam Qnder ,r , de volkeren. h Venite, coméd.te pa- Komt, eet mijn brood nem meum, et bibite vi- en drinkt den wijn dien' num, quod miscui vobis. Ik u gemengd (voor' u be reid) heb. cnnJZgPcnTChm W°rdt "l M V°rige Weggehten Alleluja, alleluja. JSEETSi-ï |a^&.k.trS fract.one pams. Alleluja, breken des broods. Alle- cibus^et s/nt CSt "MijnVleesch is waarlijk vere est notns S meus spijs en mijn Bloed is vere est potus . qm man- waarlijk drank • die miin bibU me"m Sa031""6"1' * Y'eeSch eeten *#n Bloed me mTnët et eTmem',n bHjft in miJ e« Ik Alleluja. ' m e°' m" AlleluJa' Di■. priester gaat naar het midden des altaars buigt zich diep neder en bidt ter voorbereiding voor de verkondiging des Evangelies : litmena°r j' z"iver m'jn hart en mijne PPen, Gij, die de lippen van den Profeet Isaïas met een gloeiende kool gezuiverd hebt; wil mij door uwe goedgunstige barmhartigheid zóó reinigen, dat ik uw heilig Evangelie waardig moge verkondigen. Door Christus, onzen Heer. Amen. Heer, gelief mij te zegenen ! De Heer zij in mijn hart en op mijne lippen, opdat ik waardig en passend zijn Evangelie moge verkondigen. In den Naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen. Inmiddels wordt het Misboek overgedragen, waardoor de overgang van het Oud- naar het Nieuw Testament wordt te kennen gegeven; ook, dat het geloof aan de Joden ontnomen, aan de Heidenen gegeven is. Daarom leest de priester het Evangelie met het gelaat naar het Noorden gekeerd. Na den vredegroet: « De Heer zij met u » « en met uwen geest,» zegt of zingt de priester: «Imtium » of ook « Sequéntia » d. i. Begin of Vervolg, alsof hij zeide: ik ga u het Begin of Vervolg van het Evangelie verkondigen ; daarop wordt geantwoord: « Gloria tïbi, Domme, » dat is : « Eer aan U, 0 God, » die ons de woorden des heils gegeven hebt. Dan teekenen allen zich het voorhoofd, den mond en de borst met het kruis, om te hennen te geven, dat zij zich over het kruis niet schamen, maar het met den mond belijden en in hun hart willen liefhebben en ook bereid zijn te volbrengen, wat het Evangelie hert. Ook om te kennen te geven, dat zij het Evan- voorga, iï 'i. ,s begraven. Et resurrexit tértia die En Hij is den derden secundum scnptüras. dag v errezen, volgens de tt» . j. . H. Schrift; sedet flH°H f o'™' En HiJ is ten hemel gesedetad dexteram Patns. klommen, zit aan de rech- t-. . terhand des Vaders. cuml !)entUrUS. CSt En HiJ zal wederkomen cum glóna judKïare vivos m heerlijkheid, om leven- non > fiOS; CUJUS regni den en dooden te oordeenon ent finis. len, aan wiens rijk geen r. . e . . „ einde zal zijn. Et in Spiritum Sanctum En (ik geloof! in den Dominum et vivificantem, H. Geest, den Heer en pröcédit F'HÓqUe !fVend makende- die van r ocedlt' den Vader en den Zoon „ voortkomt. Qui cum Patre et Filio Die met den Vader en rificitur°na, M et>°ngl°' den Zoon te zamen aanbeper Dron'héest en mede verheerlijkt P p ophetas. wordt; die door de pro- » —, ... EccSmet ap0Stólicam ^e. katholieke (algemeec„„r;r . . ne>' apostolieke Kerk. Confiteor unum bapti- Ik belijd één Doopsel catórum^emiSSI<^nem ^ tot ^ing der zonden ón^TPfT resurrecti" Ik verwacht (hoop op) m°«uórum. de verrijzenis der dooden; Et vitam ventüri ssecu-l En het eeuwig even. H. Amen. ' Het zij zoo. Met het Credo eindigt het eerste gedeelte der Mis dat ook genoemd wordt «Mis dergeloofsleerlineen,» omdat in overoude tijden zij, die nog nut gedoopt waren, zich alsdan moesten verwijderen. Nu begint het eerste der drie voornaamste deelen van de Mis : het Offertorium : de Offerande. De Priester in het midden des altaars wedergekeerd, begroet de geloovigen. P. Dóminus vobiscum. I De Heer zij met. u. M. Et cum spiritu tuo. | En met uwen g Wekt hen op tot bidden : « Orémus : laat ons bidden » en zegt een gedeelte van een psalm, of eenig kort gezegde, betrekking hebbende op het feest; dat gebed wordt offertorium : offerande genoemd, omdat vroeger, tijdens het bidden en zingen van dezen toenmaals meestal geheelen psalm, de g loovigen brood en wijn offerden voor het Misoffer bestemd. (1) OfTertorium Sacerdótes Dómini in-l De priesters des Heeren cénsum et panes ófferuntl dragen aan God wierook (11 Naar dit gebruik der Kerk in vroegere eeuwen beOverledenenle'n ojfsommige S^n r™ dL^af van andere Missen, overblijfselen van vroegere tijden. jjeo . et ïaeo 5>ancti erunt en brood op : en daarom Ueo suo : et non pólluent moeten zij heilig zijn voor Nomen ejus. (Alleluja.) God, en zijnen Naam niet bezoedelen. (Alleluja.) (i) De priester ontdekt den kelk, neemt het brood, liggende op de pateen, slaat de oogen ten liemel en wijdt het met deze woorden aan God toe: Heilige \ ader. Almachtige, eeuwige God, neem dit vlekkeloos Offer aan, hetwelk ik, uw onwaardige dienaar, opdraag aan U, mijn levenden en waarachtigen God, voor mijne ontelbare zonden en beleedigingen en nalatigheden, en voor alle omstanders, en voor alle geloovige Christenen, zoo levenden als overledenen, opdat het mij en hun strekke tot heil en eeuwig leven. Amen. Met het brood, nog op de pateen liggende, teekent de priester een kruis over den linnendoek. die op (1, Als de priester den kelk ontdekt, knielt de misdienaar in het midden des Altaars, gaat naar de bestemde plaats, neemt de beide ampullen met wijn en water • den wijn in de rechter- het water in de linkerhand, reikt den ampul met wijn den priester aan. maar houdt het water hem voor. opdat hij het zegene, een weinig daarvan neme, en teruggeve. Dan neemt de misdienaar alleen de waterampul met bord en giet een weinig uit over de handen des priesters, biedt hem het doekje om ze af te droogen, neemt dit terug en zet wederom alles op zijne plaats. r J het altaar uitgespreid is en legt het daarop neder. 11) Dan giet hij wijn in den kelk en vermengt dien met een weinig water, ter gedachtenis van liet water en bloed dat uit Jesus' zijde vloeide, en om te kennen te geven de vereeniging van Christus met het volk. Het water wordt echter eerst gezegend met deze woorden : O God, die de waardigheid van de menschelijke natuur op wonderbare wijze geschapen, en op nog wonderbaarder wijze hersteld hebt; geef ons, dat wij door het geheim van dit water en dezen wijn, deelachtig worden aan de Godheid van Hem, die zich gewaardigd heeft in onze menschheid te deelen, Jesus-Christus, uwen Zoon. onzen Heer, die met U leeft en heerscht, in de eenheid met den H. Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen. Opoffering van den wijn : Wij offeren U, o Heer, den kelk des heils en smeeken uwe barmhartigheid af, opdat hij voor het aanschijn van uwe goddelijke Majesteit, tot onze zaligheid, en die van de geheele wereld,inzoeten geur opstijge.Amen. (1) Deze doek, wordt Corporale genoemd, omdat het H. Lichaam van Christus daarop rusten moet. Hij verbeeldt de linnen doeken, waarin het Lichaam van Christus gewikkeld werd bij zijne begrafenis. De handen smeekend gevouwen en het hoofd eerbiedig gebogen, vervolgt de priester : Mogen, wij, o Heer, door U opgenomen worden in den geest van ootmoedigheid en met een berouwhebbend hart, en moge ons offer zóó voor uw aanschijn geschieden, dat het U behage. Heer God ! Kom, Heiligmaker, almachtige, eeuwige God, en zegen dit offer, aan uwen heiligen Naam bereid. In plechtige Missen Korden de offerande en het altaar bewierookt. Den wierook in het wierookvat zegenend, bidt de priester : (1) Door de voorspraak van den H. Aartsengel Michaël, staande ter rechterzijde van het reukaltaar, en van alle zijne uitverkorenen, gelieve de Heer dezen wierook te zegenen en in zoeten geur aan te nemen. Door Christus onzen Heer. Amen. Bij het bewierooken van brood en wijn : Deze wierook, Heer, door U gezegend, (1) De misdienaar zorge met wierookvat, en scheepje boven op het altaar gereed te staan, als de priester het vorig gebed eindigt. Nadat de priester wierook op het vuur gestrooid heeft, geeft de misdienaar het wierookvat af, wacht aan den Epistelkant tot de priester hem het wierookvat terug geeft en bewierookt den priester. stijge tot U op en uwe barmhartigheid dale over ons neder. Het altaar bewierookend: Mijn gebed, Heer, stijge als wierook voor uw aanschijn; de opheffing mijner handen zij aangenaam) aan U als een avondoffer. Plaats, o Heer, eene wacht bij mijnen mond en eene deur bij mijne lippen: opdat mijn . hart niet genegen zij tot booze woorden ter verontschuldiging mijner zonden. Het wierookvat overgevend,: De Heerontsteke in ons het vuur zijner liefde en de vlam zijner eeuwige liefde. Amen. De handenwassching moet den priester en het volk keren, dat het onbevlekte Offer met algeheele reinheid behoort opgedragen te worden. Inmiddels bidt de priester den 25m psalm : Met de onschuldigen zal ik mijne handen wasschen en mij rondom uw altaar begeven, o Heer; , Opdat ik de stem van lof aanhoore en a uwe wonderdaden verkondige. Heer, den luister van uw huis heb ik lieigehad, en de woonplaats uwer heerlijkheid. O God, doe mijne ziel niet verloren gaan met de goddeloozen, noch mijn leven met de mannen des bloeds, \\ ier handen vol ongerechtigheden zijn, wier rechterhand vol geschenken is. Doch ik, ik heb in onschuld gewandeld : verlos mij, en ontferm U mijner; Mijn voet bleef staan op den rechten weg (ik volhardde in het goed); in de vergaderingen (der geloovigen) zal ik U, o Heer, loven. Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. In het midden des altaars draagt de priester de offeranden op aan de H. Drievuldigheid, ter gedachtenis van Jesns' lijden, verrijzenis en hemelvaart ; ook tot meerdere eer der Heiligen, wier voorspraak hij voor zich als bedingt in het gebed: O H. Drievuldigheid, neem dit offer aan, hetwelk wij U opdragen ter herinnering aan het lijden, de verrijzenis en hemelvaart van Jesus-Christus, onzen Heer en ter eere van de H. Maria altijd Maagd, van den H. Joannes den Dooper en van de HH. Apostelen Petrus en Paulus en van deze (1) en van alle Heiligen, opdat het hun tot eer zij. maar ons tot zaligheid : en zij, wier aandenken wij op (1) De Heiligen, wier overblijfselen iu het altaar liggen. aarde vieren, onze voorsprekers gelieven te zijn in den hemel. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen. Na de voorspraak der hemelingen ingeroepen te hebben, wendt hij zich voor 't laatst tot de menschen, opdat zij ook vuriger bidden zouden, naarmate het oogenblik van de voltrekking des offers nadert. Orate Fratres Orate, fratres, ut meum Bidt, broeders, opdat ac vestrum Sacrificium mijne en uwe offerande aeceptabile fiat apud De- welgevallig worde aan um Patrem Omnipotén- God, den Almachtigen Vatem. der. M. Suscipiat Dóminus De Heer neme het ofler Sacrificium de manibus uit uwe handen aan tot tuis, ad laudem et glóriam lof en eer van zijnen nóminis sui, ad utilitatem Naam, alsook tot ons welquoque nostram, totiüs- zijn en dat van geheet que Ecclésiae suae sanctse. zijne H. Kerk. I11 stilte beantwoordt de priester dezen vromen wensch des volks : Amen : het zij zoo ; en vervolgt in stilte een gebed om aanneming van het bereide offer, dat dan ook « Secreta : » « Stil gebed » genoemd wordt. Stil Gebed Verleen aan uwe H. Kerk, bidden wij U, Heer, de gaven van eenheid en vrede, die door de opgedragene offerande zinnebeeldig worden beduid.Door onzen Heer Jesus-Christus uwen Zoon. die met U leeft en heerscht. Hier eindigt de Offerande. Het vólgende is de inleiding (Prafatie) tot den Canon (begin der Consecratie). Hiertoe bereidt zich de priester en mekt het volk op, zich door een jubelend danklied op te voeren ten hemel, bij de koren der Engelen. Het eerste «Amen» is het slot van het «Stil gebed » waarmede het volk zijne instemming betuigt. P. Per ómnia saecula saeculórum. M. Amen. P. Dóminus vobiscum. M. Et cum spiritu tuo. P. Sursum corda. M. Habémus ad Dóminum. P. Gratias agamus Domino Deo nostro. M. Dignum et justum est. Door alle eeuwen der eeuwen. Het zij zoo. De Heer zij met u. En met uwen geest. (Heft uwe) harten omhoog. Wij hebben ze (opgeheven) tot den Heer. Danken wij den Heer, onzen God. Dat is waardig en rechtvaardig. Inderdaad, het is betamelijk en rechtvaardig. billijk en heilzaam, dat wij U altijd en overal dank betuigen; Heilige Heer. Almachtige Vader, Eeuwige God. Omdat door het geheim van het vleeschgeworden Woord, de oogen van onzen geest een nieuw licht uwer heerlijkheid heeft beschenen : opdat wij, God op zienlijke wijze kennende, door Hem tot liefde voor het onzichtbare vervoerd worden. En daarom is het, dat wij met de Engelen en Aartsengelen, met de Tronen en Heerkrachten en met de geheele hemelsche schare, den lofzang Uwer heerlijkheid zingenen zonder einde zeggen : (1) Sanctus, Sanctus, Sanctus, Dóminus Deus Sabaoth. Pleni sunt coeli et terra glória tua. Hosanna in excélsis ! Benedictus, qui venit in nómine Dómini. Hosanna in excélsis! Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der Heerscharen. Hemel en aarde zijn vervuld van uwe heerlijkheid. Hosanna in den hooge ! Gezegend Hij, die komt in den naam des Heeren. Hosanna in den hooge! Canon d. i. vaste en onveranderlijke regel, volgens welken het Misoffer moet opgedragen worden. Het is een indrukwekkend gebed. dat in stilte wordt gebeden. om te beduiden de oplettendheid, vrij van alle verstrooiing, waarmede het Offer dient bijgewoond, dat op het punt staat voltrokken te worden. Want de Consecratie is de vernieuwing van het Offer des Kruises. Oogen en handen ten hemel geheven, vanwaar hij (i) Onder deze woorden schelt de misdienaar drie malen. den Verwachte der volken verwacht, bidt de priester : Ootmoedig vragen en smeeken wij U, goedertierenste Vader, door Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, dat gij welgevallig aannemet en zegenet deze gaven, deze geschenken, deze heilige, onbevlekte offers, vooral die wij U opdragen voor uwe heilige. Katholieke Kerk; opdat Gij haar over de geheele aarde in vrede gelievet te bewaren, te behoeden, in eenheid te behouden, en te bestieren tegelijk met uwen dienaar, onzen Paus N. en onzen Bisschop N. en alle rechtgeloovigen en belijders van het katholiek en apostoliek geloof. Gedachtenis der levenden, waarin de priester bijzonder bidt voor hen, die zich in zijne gebeden hebben aanbevolen, en die in de Mis tegenwoordig zijn : bij de letter N. drukt men de personen uit, voor wie men bijzonder wil bidden. Gedenk. Heer, uwe dienaren en dienaressen N. en N. en alle omstanders wier geloof en godsvrucht u bekend zijn : voor wie wij U opdragen, of die zelve U opdragen dit offer van lof, voor zich zeiven en al de hunnen : voor de verlossing hunner zielen ; tot hoop op zaligheid en behoud : en aan U, den eeuwigen, waarachtigen en levenden God hunne wenschen aanbieden. De priester vereenigt zich met de Heiligen in den hemel, bijzonder de Apostelen en Martelaren, omdat deze het Offer van hun leven voor Jesus gebracht hebben. (Wij bidden u dan) in gemeenschap met — en de gedachtenis vierende vooreerst van de roemwaardige Maria, altijd Maagd, de Moeder van onzen God en Heer JesusChristus : maar ook van de heilige Apostelen en uwe Martelaren Petrus en Paulus, Andreas, Jacobus. Joannes, Thomas, Jacobus, Philippus, Bartholomseus. Mathseus, Simon en Thaddseus: Linus. Cletus, Clemens, Xistus, Cornelis, Cyprianus, Laurentius, Chrysogonus, Joannes en Paulus, Cosmas en Damianus : en van al uwe Heiligen : geef door hunne verdiensten en gebeden, dat wij in alles door de hulp uwer bescherming beveiligd worden. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen. De handen overliet Offer uitstrekkend (1) vervolgt de priester: Dit offer dan van ons, uwe dienaren en van geheel uw gezin, bidden wij U, Heer, neem het in genade aan; beschik onze dagen in uwen vrede ; en laat ons aan de eeuwige (1) De misdienaar schelt, om de H. Consecratie aan te kondigen. verdoemenis ontrukt en onder de schare uwer uitverkorenen gesteld worden. Door Christus, onzen Heer. Amen. Gewaardig U. deze Offerande, bidden wij U, o God, in alles gezegend, aangenomen, goedgekeurd, redelijk en welbehaaglijk te maken; opdat deze voor ons worde het Lichaam en Bloed van uwen allerliefsten Zoon, onzen Heer Jesus-Christus. De priester doet wat Christus gedaan heeft in het laatste avondmaal. Hij neemt het brood, daarna den wijn in zijne handen, slaat zijne oogen ten hemel en dankt God, zegent ze, spreekt de Koorden der H. Consecratie, en het brood en de wijn worden veranderd in het Lichaam en Bloed van Christus. Volgen de woorden der H. Consecratie Onder de H. Consecratie kan men verzuchten de volgende gebeden. Geloofd zij Jesus-Christus; geloofd, aangebeden en gedankt zij te allen tijde het allerheiligst en goddelijk Sacrament des Altaars. Gij zijt Christus, de Zoon van den levenden God. Mijn God, ik offer U het kostbaar Bloed van Jesus-Christus ter voldoening voor mijne zonden en voor de behoeften der H. Kerk. Mijn Jesus. barmhartigheid. Jesus, ik ge- loof in U ; ik hoop op U ; ik bemin U ; vermeerder mijn geloof, mijne hoop, mijne liefde. (1) Door de H. Consecratie is Christus geslachtofferd; en nu de handen uitgestrekt, gelijk Jesus op het kruis, zet de priester de H. Mis voort, bidt, opdat het Offer welgevallig zou zijn aan God den Vader, maakt herhaaldelijk het kruisteeken over het H. Lichaam en Bloed des Heeren, om te herinneren aan de kracht van het Kruis en Christus lijden, dat aan het Kruis voltrokken is. Daarom (om uw gebod te vervullen) zijn wij, uwe dienaren en ook uw heilig volk het zalig lijden en de verrijzenis uit het graf en de heerlijke hemelvaart indachtig van denzelfden Christus, uwen Zoon, onzen Heer, en brengen aan uwe verhevene Majesteit van uwe giften en gaven een zuiver offer, een heilig offer, een onbevlekt offer, het heilig Brood des eeuwigen levens, en den Kei der altijddurende zaligheid. • En gewaardig u hierop (op dit offer) m genadig en gunstig oog neer te «en, en het goedgunstig aan te nemen, gelijk Gij u ge m In de plechtige Mis voor Overledenen, doet de misdienaar wierook in het vat en be^rooW g de opheffing het ,H. Sacrament. In alle Missen belt i j driemaal onder de opheffing der H. Hostie en driemaal onder die van den kelk. waardigd hebt de geschenken van uwen rechtvaardigen dienaar Abel goedgunstig aan te nemen, en het offer van onzen Aartsvader Abraham en de heilige offerande, het onbevlekt offer door uw hoogepriester Melchisedech aan U opgedragen. Nog dringender bidt de priester, als hij zich dicf< neerbuigt, de handen tot inniger gebed samenvouwt en smeekt : Ootmoedig smeeken wij U, almachtige God, laat dit offer door de handen van uwen heiligen Engel, op uw verheven altaar voor het aanschijn Uwer goddelijke Majesteit gebracht worden, opdat wij, zoovelen als deelnemen aan dit altaar, en het hoogheilig Lichaam en Bloed Uws Zoons zullen ontvangen, met alle hemelsche zegeningen en genaden vervuld worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen. Na dit gebed voor de levenden, strekt de priester de handen uit en vouwt se samen tot een even vurig gebed voor de Overledenen, opdat ook zij deel zouden hebben aan Jcsus' offer van zich zeiven. Wees, Heer. gedachtig uwe dienaren en dienaressen, die ons met het teeken van geloof zijn voorgegaan en in den slaap des vredes rusten. Vereenig u met dit gebed, zoo voordeelig aan de zielen uwer bloedverwanten, vrienden, enz. Wij smeeken u, Heer, geef aan deze en aan allen, die in Christus rusten de plaats van verkwikking, licht en vrede. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen. Ook aan ons, zondaars, uwe dienaren, die op de menigte uwer (vele! ontfermingen hopen v wil ook ons eenig deel en gemeenschap geven met uwe heilige Apostelen en Martelaren : met Joannes, Stephanus, Mathias. Barnabas, Ignatius, Alexander, Marcellinus. Petrus. Felicitas. Perpetua, Agatha. Lucia, Agnes, Caecilia, Anastasia, en met alle Uwe Heiligen. Wij bidden U. neem ons in hunne gemeenschap op. niet als waardeerder onzer verdiensten, maar als vergevingschenker.. Door Christus, onzen Heer. •Door wien (Christus 1 Gij. Heer, al deze goede gaven voor ons altijd schept, heiligt, levend maakt, zegent en aan ons verleent. De priester neemt de H. Hostie, maakt daarmede drie kruisen boven den Kelk, om daarmede te beteekenen dat alle heiliging, levendmaking en zegening vruchten zijn van Christus' kruis en lijden; maakt dan twee kruisen tusschen zich zeiven en den Kelk, en heft beiden tegelijk even omhoog. (1) (1) Bij deze opheffing van de H. Hostie en den Kelk schelt de misdienaar even. Door Hem ('Christus! en met Hem en in Hem zij U, God, den Vader almachtig, in de eenheid van den H. Geest alle eer en glorie. P. Per ómnia ssecula Door alle eeuwen der saeculórum. leeuwen. M. Amen. 1 Het zij zoo. Dc gebeden van den Canon heeft de priester in stilte gebeden, nu noodigt hij de geloovigen uit samen te bidden het gebed van — en voor allen, door Christus zeiven geleerd. Laat ons bidden Door heilzame voorschriften vermaand, en door goddelijke onderwijzing geleerd, durven wij zeggen : Onze Vader, die in de hemelen zijt; geheiligd zij uw N aam; ons toekome uw rijk : uw wil geschiede op de aarde als in den hemel; geef ons heden ons dagelijksch brood ; en vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in bekoring. M. Sed libera nos al Maar verlos ons van malo. | den kwade. Amen, zegt de priester op zachten toon en vervolgt de voorbereiding tot de H. Communie, want bij het« Onze Vader » is de Canon geëindigd. Bevrijd ons, bidden wij U, Heer, van alle verleden, tegenwoordig en toekomstig kwaad; en door de voorbede van de heilige en roemvolle Moeder Gods Maria, altijd Maagd, en Uwe heilige Apostelen Petrus en Paulus en Andreas, en van alle Heiligen, geef genadiglijk vrede in onze dagen ; opdat wij door uwe barmhartigheid geholpen, altijd van alle zonden bevrijd blijven en gerust voor alle kwelling. Door denzelfden JesusChristus, onzen Heer, uwen Zoon. die met U leeft en heerscht, in de eenheid van den H. Geest. God. P. Per ómnia saecula Door alle eeuwen der saeculórum. eeuwen. Amen. .Amen. P. Pax Dómini sit sem- De vrede des Heeren pervobiscum. zij altijd met u. M. Et cum spiritu tuo. En met uwen geest. Bij deze laatste Koorden breekt de priester de H. Hostie, maakt met een gedeelte driemaal net kruisteeken over den Kelk en laat dat er in vallen. Dit breken geschiedt naar het voorbeeld van Christus in het laatste Avondmaal; de vermenging van een gedeelte der H. Hostie met het H. Bloed beteekent de Verrijzenis van Christus, toen ztJnJ z'el wederom met zijn Lichaam vereenigd werd. Bij die vermenging bidt de priester : Deze vermenging en ten offerwijding van het Lichaam en Bloed onzes Heeren JesusChristus strekke ons bij het ontvangen ten eeuwigen leven. De naaste voorbereiding tot de H. Communie zijn het « Agnns Dei » en de daarop volgende gebeden : Agnus Dei, qui tollis Lam Gods, dat wegpeccata mundi, miserére neemt de zonden der welobis. reld, ontferm U onzer. Agnus Dei, qui tollis Lam Gods, dat wegpeccata mundi, miserére neemt de zonden der welobis. reld, ontferm U onzer. Agnus Dei, qui tollis Lam Gods, dat wegaeccata mundi, dona no- neemt de zonden der wejis pacem. reld, geef ons den vrede. Vol eerbied buigt zich de priester nog dieper voor het H. Sacrament en bidt: Heer Jesus-Christus. die tot uwe Apostelen gezegd hebt: Ik laat U den vrede. Ik geef U mijn vrede ; zie niet neer op mijne zonden, maar op het geloof uwer Kerk, en gewaardig U haar volgens uwen wil in vrede en eenheid te bewaren, Gij, die leeft en heerscht. God door alle eeuwen der eeuwen. Amen. (1) Heer Jesus-Christus. Zoon van den levenden God, die naar den wil Uws Vaders door de medewerking van den H. Geest de wereld door Uwen dood hebt levend gemaakt; bevrijd mij door dit hoogheilig Lichaam en (1) Dit gebed wordt in de Mis voor Overledenen niet gebeden. uw Bloed van al mijne ongerechtigheden en van alle kwaad: en doe mij altijd uwe geboden naleven, en duld niet dat ik ooit van U gescheiden worde, die met denzelfden God den Vader en den H. Geest leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen. Heer Jesus-Christus, laat het ontvangen van uw Lichaam, dat ik, onwaardige, durf nuttigen, niet strekken tot mijn oordeel en verwerping ; maar dat het door uwe barmhartigheid diene tot bescherming van ziel en lichaam en tot een heilmiddel. Gij, die leeft en heerscht met God den Vader, in de eenheid van den H. Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen. Het hemelsche Brood zal ik nemen, en den Naam des Heeren aanroepen. Heer. ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, doch spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden. Tot driemaal (1) herhaalt de priester deze zijne betuiging van onwaardigheid; dan neemt hij de H. Hostie, maakt daarmede het kruisteeken, te/viijl hij zegt : Het Lichaam van onzen Heer JesusChristus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen. (1) Telkenmale ook schelt de misdienaar. Dan nuttigt hij de H. Hostie en blijft eenige oogenblikken in overdenking verzonken. Doch ook slechts eenige oogenblikken, want de H. Mis mag niet onderbroken worden ; en zijn eerste woord luidt: (1) Wat zal ik den Heer wedergeven voor alles, wat Hij mij geschonken heeft? Ik zal den Kelk des heils nemen, en den Naam des Heeren aanroepen. Lofprijzend zal ik den Heer aanroepen en van mijne vijanden verlost zijn. En den Kelk in de hand nemend, vervolgt hij : Het Bloed van onzen Heer Jesus-Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Na de H. Communie volgen verschillende dankgebeden. Terwijl de priester den Kelk zuivert, bidt hij : Laat ons, Heer, hetgeen wij met den mond genuttigd hebben, met een zuiver hart bewaren ; en dat het ons van eene tij- (1) De misdienaar staat op, knielt in het midden des altaars, neemt de wijn- en waterampullen en zet zicli geknield neer op de bovenste trap van ter zijde des altaars. Als de priester hem den Kelk toereikt, giet hij daarin wijn: daarna wijn en water en wel op de vingers des priesters. Daarna neemt hij den kelkdoek, draagt die naar de zijde, waar het Misboek staat en brengt dit aan de overzijde terug. delijke gave, een altijddurend geneesmiddel worde. Vervolgens: Mogen uw Lichaam, Heei, dat ik genuttigd, en uw Bloed, dat ik gedronken heb, verblijven in mijn binnenste; en geef, dat geen vlek van zonden overblijve in mij, dien de reine en heilige Sacramenten verkwikt hebben. Die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen. Communie Zoo wordt eene antifoon, beurtzang genoemd, die tijdens de Nutting gebeden of gezongen wordt. Deze bevat gevoelens van dankbaarheid evenals de gebeden, welke daarna gebeden worden, Postcommunie genaamd. Quotiescümque mandu-| Zoo dikwijls gij dit cabitis panem hunc, etlbrood zult eten, en den calicem bibétis, mortem kelk drinken, zult gij den Dómini annuntiabitis, do- dood des Heeren verkonnec véniat : itaque qui- digen, totdat Hij kome ctimque manducaverit pa- (om te oordeelen) : zoo nem, vel biberit calicem dan, alwie onwaardig dit Dómini indigne, reus erit brood zal eten, of den Córporis et SanguinisDó- kelk drinken, zal schuldig mini. (Alleluja.) zijn aan het Llchaan" ™ Bloed des Heeren. (Alle- lluja.) Gebed na de H. Communie P. Dóminus vobiscum. I De Heer zij met u M. Et cum spiritu tuo. | En met uwen gee®*' Laat ons bidden Heer, wij bidden U, doe ons het eeuwig genot uwer Godheid smaken, dat het tijdelijk ontvangen van uw kostbaar Lichaam en Bloed voorafbeeldt. Die leeft en heerscht met God den Vader in de eenheid van den H. Geest, God, door alle eeuwen. M. Amen. Het zij zoo. P. Dóminus vobiscum. De Heer zij met u. M. Et cum spiritu tuo. En met uwen geest. P. Ite, Missa est. Gaat, de Mis is geëin¬ digd. M. Deo gratias. Gode zij dank of P. Benedicamus Dómi- Zegenen wij den Heer. no. (1) M. Deo gratias. Gode zij dank. Dit « Gode zij dank » is de uiting van dankbaarheid voor Gods goedheid en genadegaven, waarmede ieder Christen hartelijk moet instemmen. Het volgende gebed is eene korte samenvatting van alles wat in de H. Mis herdacht, en waartoe de H. Mis is opgedragen, namelijk als een Eer- Dank- Zoenen Smeekoffer. Heilige Drievuldigheid, dat de hulde mijner dienstbaarheid U behage; en geef, dat het offer, dat ik, onwaardige, voor het aan- (I) In alle Missen, waarin liet *• Gloria in excélsis » niet wordt gebeden. schijn Uwer Goddelijke Majesteit heb opgedragen, U welgevallig zij; en dat het mij en allen, voor wie ik het heb opgedragen, door uwe barmhartigheid tot verzoening strekke. Door Christus, onzen Heer. Amen. De priester kust het Altaar : hetteeken van welwillendheid en liefde van Jesus voor ons, om de rijkste zegeningen te kunnen mededeelen; strekt de handen uit tot het kruis, vanwaar zegen moet nederdalen, en zegt dan: Zegene U de almachtige God, de Vader, de Zoon en de H. Geest. Af. Amen. I Het zij zoo. Aan het einde van de H. Mis wordt het Evangelie van den H. Joannes gelezen. Het is de belijdenis der Godheid van Christus en Zijner Menschwording : daarom knielt de priester lij de woorden : « En het woord is Vleesch geworden.» P. Dóminus vobiscum. De Heer zij met u. M. Et cum spiritu tuo. En met uwen geest. P. Initium Sancti Evan- . Begin van het H. Evangélii secündum Joannem. gelie volgens Joannes. M. Glória tibi, Dómine. Eer zij U, o Heer. P. Inden beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alles is door Hetzelve gemaakt; en zonder Hetzelve is niets gemaakt, wat gemaakt is; in Hetzelve was het leven, en het leven was het licht der menschen ; en het licht schijnt in de duisternissen, en de duisternissen hebben het niet aangenomen. Er was een mensch, van God gezonden, wiens naam Joannes was. Deze kwam tot getuigenis, om getuigenis te geven van het licht, opdat allen door hem zouden gelooven. Hij was het licht niet, maar om getuigenis te geven van het licht. Het waarachtig licht was, dat iederen mensch verlicht. die in deze wereld komt. Hij was in de wereld, en de wereld is door hem gemaakt. en de wereld heeft hem niet gekend. Hij kwam in zijn eigendom, en de zijnen hebben hem niet aangenomen. Maar aan zoo velen als hem aannamen, aan hen heeft hij macht gegeven, kinderen Gods te worden, aan hen. die in zijnen naam gelooven : die niet uit den bloede, noch uit den wil des vleesches. noch uit den wil eens mans, maar uit God geboren zijn. (1) En het Woord is vleesch geworden, en Het heeft onder ons gewoond, en wij hebben zijne heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader, vol genade en waarheid. M. Deo gratias. | God zij dank. (1) Uit eerbied voor het Geheim der Menschwording betaamt het bij de volgende 'woorden te kuieJen. Volgens voorschrift van Z. H. Paus Leo AIII moet na de gelezene Missen het volgende geleden worden voor de behoeften van Kerk en Paus. Driemaal Wees gegroet. Dan gezamenlijk. Wees gegroet, Koningin. Moeder der barmhartigheid. Ons leven, onze zoetheid en onze hoop. wees gegroet. Tot U roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva. Tot U verzuchten wij, klagend enweenend in dit dal van tranen. ' Welaan dan, onze Middelares, sla op ons uwe barmhartige oogen, en toon ons, na deze ballingschap, de gezegende Vrucht uws li- chaams, Jesus. O meedoogende, o goedertierene. o zoete Maagd Maria. Bid voor ons, H. Moeder Gods. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus. Laat ons bidden O God, onze toevlucht en onze kracht, zie genadig neer op het volk dat tot U roept, en door de voorspraak der glorierijke en onbevlekte Maagd en Moeder Gods Maria, van den H. Jozef, Haren Bruidegom, van uwe HH. Apostelen Petrus en Paulus en alle Heiligen, verhoor barmhartig en goedgunstig de gebeden, die wij storten voor de bekeering der zondaren, voor de vrijheid en de verheffing onzer Moeder de H. Kerk. Door Christus onzen Heer. Amen. H. Aartsengel Michaël, verdedig ons in den strijd, wees onze bescherming tegen de boosheid en de lagen des duivels : God gebiede hem, smeeken wij ootmoedig, en gij. Vorst der hemelsche legermacht, drijf satan, en de andere booze geesten, die tot verderf der zielen over de wereld ronddwalen, door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen. In de maanden Maart en October wordt op vele plaatsen na de H. Mis het volgend Gebed tot den H. Jozef gebeden. Tot U, H. Jozef, nemen wij in onze kwelling onzen toevlucht en. na den bijstand van Uwe allerheiligste Bruid te hebben afgebeden, roepen wij ook uwe bescherming met vertrouwen in. Wij bidden U, bij de liefde, die U met de onbevlekte Maagd en Moeder Gods vereenigd heeft, en smeeken U deemoedig bij de vaderlijke teerhartigheid, waarmede gij het Kind Jesus omhelsd hebt, goedgunstig neer te zien op het erfdeel, dat Jesus-Christus door zijn Bloed verworven heeft, en ons door uw vermogen en uwen bijstand in al onze behoeften te ondersteunen. Bescherm, o allerzorgvuldigste bewaarder der H. Familie, de uitverkoren kinderen van Jesus-Christus; verwijder van ons, allerliefste Vader, iedere besmetting van dwaling en bederf; sta ons, allerkrachtdadigste behoeder, uit den hemel genadig bij in dezen strijd tegen de macht der duisternis, en gelijk gij weleer het Kind Jesus uit het grootste levensgevaar gered hebt, verdedig nu eveneens de H. Kerk Gods tegen de vijandige aanslagen en elk ander onheil; behoed ons allen door Uwe voortdurende bescherming, opdat wij, naar uw voorbeeld en door uwe hulp, heilig mogen leven, zalig sterven en het eeuwig geluk des hemels verwerven. Amen. TT Begrafenisplechtigheden en Gebeden voor OVERLEDENE VOLWASSENEN elijk de H. Kerk, als eene liefdevolle Moe- der, waakt over het pasgeboren kind; zoo ook strekt zich hare zorg uit over den afgestorvene. « Tempel van den H. Geest >i is haar het lichaam van iederen christen. Doch zij treurt niet bij het verscheiden harer kinderen «gelijk zij die geene hoop hebben,» want zij heeft de beloften der onsterfelijkheid ; en eenmaal zullen haar hare kinderen worden teruggegeven. Ouders, kinderen, bloedverwanten zien wij treuren over den doode, en terwijl rouw en droefheid allerwege heerschen, zingt de H. Kerk! Het is de troost des Geloofs. waarmede zij de overlevenden toeroept: hij zal verrijzen. De heilige Kerk wil als 't ware niet hooren van dood, zij vestigt de aandacht op verrijzen. Daarom zingt zij, maar haren eigen zang, die alleen weeklaagt, bidt, smeekt tot God, gelijk het bij — en voor dooden betaamt, die misschien op dat oogenblik lijden in het Vagevuur, en l met smachtend verlangen uitzien naar lafenis des gebeds, die haar gewordt door het gezang der H. Kerk. (1) Het lijk wordt met groote eerbewijzen ter kerke en ter laatste rustplaats gebracht. Het Kruis gaat vooraf, waarin de ontslapene geloofd, en waarover hij zich bij leven niet geschaamd heeft. Licht wordt er rondom geplaatst ter beduiding van het eeuwig Licht, waar wij hopen dat de overledene is binnengevoerd, of dat wij voor hem afbidden. Met wijwater worden het lichaam en het graf besproeid, opdat de ziel de kracht onder vinde der gebeden, bij de wijding des waters door de H. Kerk uitgesproken. Bewierookt, waardoor de H. Kerk ons er op wijst, dat de christen een aangename geur voor Christus is ! en ons vermaant, ons gebed als een aangenamen wierook ten hemel te doen stijgen voor de rust dier ziel. Daartoe worden ook de Klokken geluid. Het is als eene stem uit het graf, waardoor de gestorvene tot gebed voor zijne zielerust uitnoodigt. (1) Hoe onpassend, ja tegen de natuur indruischend zijn dus de muziekuitvoeringen, welke gegeven worden bij gelegenheid, dat man of vrouw, vader of moeder, kinderen aan elkander ontrukt z.ijn In de kerk gekomen, wordt het lijk van een leek met het hoofd in de richting van het altaar geplaatst, om aan te duiden, dat zij Christus te gemoet gaan, wiens stem zij uit het oosten ter verrijzenis zullen hooren. Het lijk van een priester wordt met het hoofd in de richting der kerk, dus van het volk gelegd, ten teeken, dat zij in den oordeelsdag rekenschap zullen af te leggen hebben van de hun toevertrouwde zielen, die voorof tegen hen zullen getuigen. Vóór eene uitvaart-Mis, ah liet lijk in de kerk gedragen wordt, zingt het koor : Subvenite 8. Subvenite, sancti Dei, occürrite, Angeli Dómini, Suscipiéntes animam ejus, Offeréntes eam in conspéctu Altissimi. S7. Suscipiat te Christus, qui vocavit te, et in sinum Abrahae Angeli dedücant te. 8. Suscipiéntes animam ejus, Offeréntes eam in conspéctu Altissimi. t. Réquiem aetérnam dona ei, Dómine; et lux perpétua lüceat ei. Offe- 8. Komt ter hulp, Heiligen Gods, snelt toe, Engelen des Heeren, ontvangt zijne (hare) ziel, en biedt haar aan voor het aanschijn des Allerhoogsten. f. Dat Christus, die u geroepen heeft, u aanneme en de Engelen u voeren in Abrahams schoot. 8. Ontvangt zijne (hare) ziel, en biedt haar aan voor het aanschijn des Allerhoogsten. Heer, geef hem (haar) de eeuwige rust, en het eeuwig licht verschijne réntes eam in conspéctu hem (haar). Biedt haar aan Altissimi. voor het aanschijn des Al- lerhoogsten. — H. Jflis vooi» Overledenen (Zie de gewone gebeden, bl. 75.) Begin der H. Mis Requiem aetérnam dona t teer, geef haar deeeueis, Dómine, et lux 11 wige rust, en het eeuperpétua lüceat eis. wig licht verschijne haar. Ps. Te decet hymnus Ps. U, God, komt toe een DeusinSion,et tibi redde- lofzang in Sion, en aan U tur votum in Jerüsalem : zal de gelofte in Jerusalem voldaan worden. Exaudi oratiónem me- Verhoor mijn gebed, en am, ad te omnis caro vé- alle vleesch (alle zielen) niet. zal tot U (in den hemel) Requiem, (wordt her- komen. haald.) Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Christe, eléison. Christus, ontferm U on¬ zer. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. (Ieder driemaal.) Gebed God, die vergeving schenkt, en de zaligheid wilt van den mensch, wij smeeken uwe goedheid,dat Gij, door de voorspraak van de Heilige Maria, altijd Maagd en van al uwe Heiligen, aan onze broeders, bloedverwanten en weldoeners, die uit dit leven gescheiden zijn, willet verleenen, dat zij tot de eeuwige zaligheid geraken. Door onzen HeerjesusChristus, enz. Bij eene Uitvaart God, wien het eigen is, altijd barmhartig te zijn en te sparen; smeekend bidden wij Ü voor de ziel van uwen dienaar N...., die Gij heden van deze aarde hebt doen verhuizen, dat Gij haar niet leveret in de handen des vijands ; noch haar ten einde vergetet: maar dat Gij haar door de heilige Engelen doet opnemen en naar het vaderland van het paradijs voeren; opdat zij, dewijl zij op U hoopte en in U geloofde, de pijnen der hel niet ondersta, maar de eeuwige vreugden bezitte. Door onzen Heer, enz. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus tot de Thessalonicensers (Leerstuk van de opstanding der dooden, waarin de H. Paulus tevens waarschuwt tegen onmatige droejheid, omdat allen eens met Christus sullen vereenigd worden.) Broeders, wij willen niet, dat gij onkundig zijt omtrent de ontslapenen (dooden), opdat gij u niet bedroevet, gelijk ook de overigen (de heidenen), die geene hoop hebben. Want indien wij gelooven, dat Jesus gestorven en verrezen is, zal God aldus ook de ontslapenen door Jesus (verdiensten) brengen met Hem, [tot eeuwige heerlijkheid). Want dit zeggen wij u in het woord des Heeren, (dat Hij mij geopenbaard heeft) dat wij, die leven, die overblijvende zijn tot de komst des Heeren, geenszins zullen voorkomen (i) de ontslapenen. Want de Heer zelf zal bij het bevel en bij de stem van den Aartsengel, en op de bazuin Gods, nederdalen van den hemel, en de gestorvenen in Christus zullen eerst verrijzen. Daarna wij, die leven, die overblijvende zijn, zullen te zamen met hen opgevoerd worden in de wolken, Christus tegemoet in de lucht, en aldus te allen tijde met den Heer zijn. Zoo dan, troost elkander met deze woorden. Deo gratias. I God zij dank. Graduale en Tractus Réquiem aetérnam dona Heer, geef haar de eeueis, Dómine: et lux per- wige rust: en het eeuwig pétua lüceat eis. licht verschijne haar. y. In memória aetérna p. De rechtvaardige zal (1) Dat de vóór den oordeelsdag gestorvenen niet later lot den hemel zullen gaan, dan die ten dien tijde eerst gestorven zijn. erit justus; ab auditióne in eeuwig aandenken zijn; mala non timébit. hij zal voor geen kwaad gerucht vreezen. Absólve, Dómine, ani- Ontsla, Heer, de zielen mas ómnium fidélium de- van alle overledene gefunctórum ab omni vincu- loovigen van allen band lo delictórum. van zonden. t. Et gratia tua illis ï\ En met de hulp uwer succurrénte, mereantur genade, mochten zij verevadere judicium ultiónis. dienen aan uwe wraakoefening te ontkomen. ï\ Et lucis aetérnae bea- i-. En de zaligheid van het titüdine pérfrui. eeuwig licht te genieten. Dies irae I. Dies irae, dies illa Dag van gramschap, dag solvet sseclum in favilla: van wrake! David heeft het ons voorzegd Teste David cum Sibyl- Met Sibyllen: 't vuur zal la. blaken, "• 't Aardrijk wordt in de asch gelegd. a. Quantus tremor est 't Zal ontzetting zijn en futürus, schrikken, Quando judex est ven- Als men op der wolken türus, trans Cuncta stricte discus- d'Eeuwigen Rechter sürus 1 aan zal blikken, Die zoo streng komt rechten thans. 3. Tuba mirum spar- Dan zal langs de graven gens sonum varen Per sepülcra regiónum Coget omnes ante Thronum. 4. Mors stupébit et na- türa, Cum resürget creatüra, Judicanti responsüra. 5. Liber scriptus profe- rétur, In quo totum continétur, Unde mundus judicétur. 6. Judex ergo cum se- débit, Quidquid latet, appa- rébit, Nil inültum remanébit. 7. Quid sum miser tune dictürus ? Een bazuinstoot vreemd van toon, Alle volken, die ooit waren Dagend voor Gods rechtertroon. Dan verstommen dood en leven, Alsdemensch verrijzen zal, Om hier rekenschap te geven Aan den Rechter van 't heelal. Daar ligt 't boek, waarin geschreven, Waarin alles staat vermeld, Wat een wereld heeft bedreven, Waaruit 't vonnis wordt geveld. Wat de mensch ooit mocht bedrijven In 't verborgen, treedt aan 't licht; Niets zal ongewroken blijven Als een God de wereld richt. Wen de Rechter zelfs bij goeden Quem patrónum roga- In het oordeel vlekken türus ? vindt, Cum vix justus sit se- Wie zal mij dan schutcürus? ten, hoeden, Arm en zondig menschenkind? 8. Rex treméndse ma- Gij kiest die Gij hebt jestatis, verkoren, Qui salvandos salvas Vorst van schrikb're gratis, majesteit! Salva me, fons pietatis. Laat mij bij die zaal'gen hooren, Bron van goedertierenheid! 9. Recordare Jesu pie, Goede Jesus, wil ge¬ denken, Quod sum causa tuae Dat Gij mensch werdt viae, ook voor mij, Ne me perdas illa die. 'k Bid U, mij een plaats te schenken In der hemelingen rij. 10. Quaerens me, sedisti Zocht Gij mij niet onlassus: verdroten, Redemisti crucem pas- Voor mijn heil ten dood sus: vermoeid? Tantus labor non sit O! 't zij niet vergeefs cassus. vergoten 't Godd'lijk Bloed, van 't Kruis gevloeid. 11. Juste judex ultiónis, Billijk Rechter van Gods wrake, Donum fac remissiónis Schenk mij hier vergiffenis, Ante diem ratiónis. Eer de schrikb're stonde nake, En geen delging moog"lijk is. 12. Ingemisco, tanquam 'k Buig mij neder om te reus: treuren, Culpa rubet vultusme- Zuchtend, overtuigd van us. schuld; Supplicanti paree, Deus. 't Schaamrood doet mij r 't voorhoofd kleuren, 'k Smeek U, spaar mij, heb geduld 1 13. Qui Mariam absol- Gij, die Magdalena leervisti det Et latrónem exaudisti; Hoe de schuld vergeven wordt, Mihi quoque spem de- En een moordenaar be- disti. ' keerdet, Hebt mij hoop in t hart gestort. 14. Preces mese non Mijn gebeden, k zeg sunt dignse, het trillend, Sed tu bonus fac be- Zijn geen waardig hulnigne, deblijk, Neperénnicremerigne. Maar Gij, Goede, wees welwillend, Dat ik 't eeuwig vuur ontwijk. 15. Inter oves locum Schapen aan uw rechpraesta, terzijde, 9 30 Et ab hcedis me sequé- Bokken aan uw linker, stra, Heer! Statuens in parte dex- Moge ik eens voor eeu* tra. wig blijde Jubelen het Lam ter eer. 16. Confutatis maledi* Als de boozen vol bectis, schamen Flammis acribus addi- Staan ten eeuwig vuur ct's> gedoemd, Voca me cum benedi- Bij der uitverkoornen ctis. namen Worde ook dan mijn naam genoemd. 17. Oro supplex et ac- 'k Bid U, smeekend en clinis, verborgen, Cor contritum quasi ci- Met vermorzeld hart als nis, stof, Gere curam mei finis. Wil me een zalig eind bezorgen, v 'k Zing U daarvoor eeuwig lof. 18. Lacrymósa dies illa. Ja, die dag zal droevig wezen Qua resürget ex favilla Voor den mensch, met schuld belaan, Judicandus homo reus. Sidd'rend uit zijn asch verrezen Om ten oordeel op te gaan. 19. Huic ergo paree, Spaar hen, Heer, zoo Deus. klinkt onz' bede, Pie Jesu, Dómine, Spaar hen, die Gij mint zoo teer, Donaeisréquiem. Geef hun eeuw'ge rust en vrede, Goede Jesus, onze Heer! Amen. Amen. (Almachtige God, bladz. 88.) Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd zeide Martha tot Jesus : Heer. indien Gij hier waart geweest, zou mijn broeder niet gestorven zijn. Maar ook nu weet ik, dat al hetgeen Gij van God vraagt, God U geven zal. Jesus zegt tot haar: Uw broeder zal verrijzen. Martha zegt Hem: Ik weet, dat hij in de verrijzenis op den laatsten dag verrijzen zal. Jesus zeide haar: Ik ben de verrijzenis en het leven, die in Mij gelooft zal leven, al ware hij gestorven; en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit? Zij zeide tot Hem: Zeker, Heer, ik geloofde, dat Gij de Christus zijt, de Zoon van den levenden God, die in deze wereld zijt gekomen. Laus tibi, Christe. I Christus, U zij lof! Bij de Offerande Dómine Jesu Christe,! Heer Jesus-Christus, Rex glórise, libera animasl Koning der glorie, bevrijd omnium fidélium defun- de zielen van alle overctórum de pcenis inférni, leden geloovigen van de et de profündo lacu : straffen der hel én van den diepen kolk (des Vagevuurs.) Libera eas de ore leó- Verlos haaruit den muil nis, ne absórbeat eas tar- des leeuws (duivel), dat de tarus, ne cadant in ob- hel haar niet inzwelge en scüruin : zij jn de (eeuwige) duister¬ nis niet vallen: Sed signifer sanctus Maar de heilige aanMichael repraeséntet eas voerder (aartsengel) Miin lucem sanctam. chael voere haar tot het heilig licht. Quam olim Abrahae Dat Gij eertijds aan Apromisisti, et sémini ejus. braham en zijne nakomelingen beloofd hebt. *. Hóstias et preces f. Offeranden en gebetibi, Dómine, laudis offé- den dragen wij U op o rimus: tu süscipe pro Heer: neem Gij ze aan animabus illis, quarum voor die zielen, wier gehódie memóriam facimus: dachtenis wij heden houfac eas, Dómine, de morte den: doe haar, Heer, van transire ad vitam. den dood overgaan tot het leven. vjuam olim Abrahae Dat Gij eertijds aan Apromisisti, et sémini ejus. braham en zijne nakomelingen hebt beloofd. Gewone geleden, bladz. 94. Stil Gebed God, wiens barmhartigheid zonder einde is, neem genadiglijk onze nederige gebeden aan en schenk door deze geheimen, tot onze zaligheid (ingesteld) de vergeving van alle zonden aan de zielen onzer broeders, bloedverwanten en weldoeners, aan wie Gij de belijdenis van uwen Naam (het geloof) gegeven hebt. Door onzen Heer Jesus-Christus. Bij eene Uitvaart Wees, bidden wij U, Heer. genadig de ziel van uwen dienaar N..., voor wie wij U een offer van lof opdragen, terwijl wij uwe Majesteit smeekend vragen, dat zij door dezen verzoeningsdienst verdiene tot de eeuwige rust te geraken. Door onzen Heer. Gewone Praefatie Inderdaad het is betamelijk en rechtvaardig, billijk en heilzaam, dat wij U altijd en overal dank betuigen; heilige Heer, almachtige Vader,eeuwige God,door Christus onzen Heer. Door Wien de Engelen uwe Majesteit loven, de Heerschappijen die aanbidden, voor wie de Machten beven. (Dien) de Hemelen en de Krachten der hemelen en het zalig koor der Serafijnen samen blijde vieren. Wij bidden U, dat Gij ook onze stemmen willet aannemen, die wij aan de hunne paren, ootmoedig zeggende: Heilig, enz. Gewone gebeden, bladz. ioi-ii3. Bij dé Communie Lux setérna Iticeat eis, Dómine: Cum Sanctis tuis in setérnum, quia pius es. v. Requiem setérnam dona eis, Dómine: et lux perpétua lüceat eis. Cum Sanctis tuis in setérnum: quia pius es. Het eeuwig licht verschijne haar, o Heer, in eeuwigheid met uwe Heiligen, want Gij zijt goedertieren. v. Heer, geef haar de eeuwige rust en het eeuwig licht verschijne haar. Met uwe Heiligen in eeuwigheid, want Gij zijt goedertieren. Na de Communie Wij bidden U, almachtige en barmhartige God, geef, dat de zielen van onze broeders, bloedverwanten en weldoeners, voor wie wij dit offer van lof aan uwe Majesteit hebben opgedragen, door de kracht van dit Geheim gereinigd worden van alle zonden en door uwe barmhartigheid de zaligheid van het eeuwig licht verwerven. Door onzen Heer Jesus-Christus. Bij eene Uitvaart Geef, smeeken wij U, almachtige God, dat de ziel van uwen dienaar N..., die heden uit deze wereld vertrok, door dit offer gereinigd en van zonden gezuiverd, vergeving en eeuwige rust verkrijge. Door onzen Heer Jesus-Christus, uwen Zoon, enz. Amen. Gewone gebeden, bladz. 114. A. Bij Uitvaarten, aan de lijkbaar gekomen, bidt de Priester: Heer, treed niet in het oordeel met uwen dienaar, want niemand zal bij U gerechtvaardigd zijn, tenzij door U hem vergeving van alle zonden geschonken worde. Wij bidden U, dat uw veroordeelend vonnis hem niet treffe, dien het waar gebed des christelijken geloofs U aanbeveelt: maar dat uwe genade hem voorkome, en hij het wraakgericht verdiene te ontkomen, hij, die bij zijn leven het teeken der H. Drievuldigheid droeg. Die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen. Na dit gebed stemt het koor het « Libera » aan, waarin de doode zelf zijne stem verheft en verlossing afsmeekt. Libera k. Libera me, Dómine, de morte setérna in die illa treménda: Quando coeli movéndi sunt et terra: Dum véneris judica- 8. Verlos mij, Heer, van den eeuwigen dood op dien zoo te vreezen dag, als hemel en aarde zullen [beroerd worden: | Als Gij de wereld door re sseculum per ignem. het vuur zult komen oordeelen. y. Tremens factus sum i'. Ik schrik en beef, als ego, et timeo, dum dis- het onderzoek zal plaats cüssio vénerit atque ven- hebben en de daarop voltüraira. gende gramschap. « Quando coeli » wordt herhaald. f. Dies illa, dies irae, ca- (Want) die dag zal een lamitatis et misériae, dies dag van gramschap zijn, magna et amara valde. van jammer en ellende; een groote en zeer droevige dag. « Dum véneris » herhalen. t\ Réquiem aetérnam V. Heer, geef haar de dona eis, Dómine: et lux eeuwige rust: en het eeuperpétua lüceat eis. wig licht verschijne haar. « Libera me » nog eens zingen tot « Tremens. » Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Christe, eléison. Christus, ontferm U on¬ zer. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Pater noster, etc. Onze Vader, enz. f. Et ne nos indücas in ?■ En leid ons niet in betentatiónem. koring. a. Sed libera nos a ma- s. Maar verlos ons van lo. den kwade. f. A porta inferi. i". Van de deur der hel. H. Erue, Dómine, ani- fi. Onttrek, Heer, zijne mam ejus (animas eórum). (hare) ziel (hunne zielen, als er meer zijn.) f. Requiéscat (cant) in i-. Hij (zij) ruste(n) in vrepace. §. Amen. de. 8. Amen. *. Dómine, exaudi ora- t- Heer, verhoor mijn tiónem meam. gebed. 8. Et clamor meus ad te 8. En mijn geroep kome véniat. tot U. f. Dóminus vobiscum. f. De Heer zij met u. 8. Et cum spiritu tuo. 8. En met uwen geest. Gebed God. wien het eigen is, altijd barmhartig te zijn en te sparen: wij smeeken U nederig voor de ziel van uwen dienaar (dienares) N.... die Gij heden van deze wereld hebt doen scheiden, dat Gij haar niet overgevet in de macht des duivels, noch haar in eeuwigheid vergetet, maar haar door uwe heilige Engelen doet opnemen en naar het vaderland, den hemel, voeren: dat zij de straffen der hel niet verdure, maar de eeuwige vreugden geniete, daar zij toch op U gehoopt en in U geloofd heeft. Door Christus onzen Heer. Amen. B. Als het lijk opgenomen wordt. (Het is het laatst vaarwel aan kerk, altaar, communiebank, biechtstoel, preekstoel, ouders, vrienden, enz.; — en de Kerk zingt met blijde stem:) In paradisum dedücant Mogen de Engelen u te Angeli: in tuo advéntu voeren naar het paradijs suscipiant te Martyres: et (den hemel), en de Marteperdücant te in civita- laren u bij uwe komst ont- t. Heer, verhoor mijn tem sanctara Jerüsalem. vangen en u geleiden tot de heilige stad Jerüsalem (den hemel). Chorus Angelórum te Het koor der Engelen suscipiat et cum Lazaro, ontvange u; en mocht ge quondam paupere $tér- met den armen Lazarus nam habeas requiem. de eeuwige rust genieten. c. Bij het graf, of in de kerk hij de lijkbaar. Ant. Ego sum. | Ant. Ik ben. Lofzang van Zacharias (Treffend danklied der Kerk, dat de Heer zijn volk bezocht en uit de ballingschap deses levens verlost heeft.) 1. Benedictus Dóminus Gezegend de Heer, de Deus Israël: quia visita- God van Israël, omdat Hij vit, et fecit redemptiónem zijn volk bezocht en verplebis suae : lossing bewerkt heeft, 2. Et eréxit cornu salü- En een hoorn der redtis nobis * in domo David ding (een machtigen Redpüeri sui. der) voor ons opgericht in het huis van Israël zijnen dienaar. 3- Sicut locütus est per Gelijk Hij gesproken os sanctórum, * qui a sae- heeft door den mond zijculo sunt, Prophetarum ner heilige Profeten, die eJus •' van ouds (in vroegere eeuwen) geweest zijn : 4. Salutem ex inimicis Redding van onze vijnostris, * et de manu óm- anden, en uit de macht mum qui odérunt nos: van allen, die ons haten: 5. Ad faciéndam mise- Om barmhartigheid te ricórdiam cum patribus bewijzen jegens onze nostris : * et memorari voorvaderen; en zijn heitestaménti sui sancti, lig Verbond indachtig te zijn (gestand te doen), 6. Jusjurandum, quod Den eed (na te komen) juravit ad Abraham pa- dien Hij gezworen heeft trem nostrum, * datürum aan onzen vader Abrase nobis: ham, dat Hij ons zou geven: ■j. Ut sine timóre, de Dat wij, verlost uit de manu inimicórum nostró- macht onzer vijanden, rum liberati: * serviamus Hem zonder vrees die- illi, ne". , 8. In sanctitate et justi- In heiligheid en gerechtia coram ipso, * omnibus tigheid voor Hem al ondiébus nostris. ze dagen. 9. Et tu, puer, prophéta En gij, o kind, (Joanr.es Altissimi vocaberis: * prse- de Dooper! zult een proibis enim ante faciem Dó- feet des Allerhoogsten mini, parare vias ejus, genoemd worden,want gij zult voor het aanschijn des Heeren uitgaan, om zijne wegen te bereiden, 10. Ad dandam scién- Om aan zijn volk kentiam salütis plebi ejus:*in nis te geven van zijn heil remissiónem peccatórum (verlossing) ter vergeving eórum: der zonden, 11. Per viscera miseri- Door de innigste barmcórdiae Dei nostri: * in qui- hartigheid van onzen bus visitavit nos, óriens God; waarmede Hij ons ex alto, bezocht heeft, dalende uit den Hooge als de opgaande zon, 12. Illuminare his, qui | Om hen te verlichten, in ténebris, et in umbra die in de duisternis en de mortis sedent: * ad diri- schaduwe des doods gegéndos pedes nostros in zeten zijn, om onze schreviam pacis. den te richten op den weg des vredes. 13. Réquiem ajtérnam * Heer, geef haar de eeudona eis, Dómine. wige rust. ^ Et lux perpétua * lticeat En het eeuwig licht vereis- schijne haar. Ant. Ego sum resurré- Ant. Ik ben de verrijzectio et vita, qui credit in nis en het leven, die in Mij me, étiam si mórtuus füe- gelooft, zal leven, al ware rit, vivet: et omnis, qui hij ook gestorven, en ievivit et credit in me, non der, die leeft en in Mij moriétur in aetérnum. gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. De priester zegt: Kyrie, enz. Pater noster. Onze Vader, fr. Et ne nos indücas in f. En leid ons niet in betentatiónem. koring. 8. Sed libera nos a ma- 8. Maar verlos ons van den kwade. f. A porta inferi. ï. Aan de deur der hel 8. Erue, Dómine, ani- g. Ontruk, Heer, zijne mam (animas) ejus(eórum). (hare) ziel (hunne zielen). f. Requiéscat (cant) in i-. Zij ruste(n) in vrede pace. g. Amen. Amen. t. Dómine, exaudi ora- f. Heer, verhoor mijn tiónem meam. gebed. §. Et clamor meus ad 8. En mijn geroep kome te véniat. tot u. t. Dóminus vobiscum. De Heer zij met u. 8 Et cum spiritu tuo. 8. En met uwen geest. Gebed Bewijs, Heer, deze barmhartigheid aan uwen overledenen dienaar (dienares) N..., dat zijne (hare) daden niet gestraft worden, daar hij (zij) toch van goeden wil was om uwe wet te volbrengen, en gelijk het ware geloof hem (haar) onder de geloovigen deed tellen, zoo voege uwe barmhartigheid hem (haar) bij de koren der Engelen. Door Christus onzen Heer. Amen. ♦. Réquiera aetérnam ?■ Heer, geef hem (haar) dona ei, Dómlne. de eeuwige rust. 8. Et lux perpétua lü- 8. En het eeuwig licht ceat ei. verschijne hem (haar). t. Requiéscat in pace. ï. Hij (zij) ruste in vrede. 8. Amen. 8- Amen. f. Anima ejus et animae % Moge zijne (hare) ziel ómnium fidélium defun-en de zielen van alle overctórumpermisericórdiam leden geloovigen door Dei requiéscant in pace. Gods barmhartigheid rusten in vrede. 8. Amen. ' 8- Amen. D. Van de begraafplaats naar de kerk, of van de lijkbaar naar de sacristie terugkeerend wordt gebeden : Psalm 129 (Bede om vergeving, vertrouwen op Gods barmhartigheid. ) 1. De profündis clamavi I Uit de diepten heb ik ad te, Dómine : * Dómine,ltot U geroepen, Heer; exaudi vocem meam. 2. Fiant aures tuae intendéntes, * in vocem deprecatiónis meae. 3. Si iniquitates observaveris, Dómine: * Dómine, quis sustinébit? 4. Quia apud te propitiatio est, * et propter legem tuam sustinui te, Dómine. 5. Sustinuit anima mea in verbo ejus ; * speravit anima mea in Dómino. 6. A custódia matutina usque ad noctem, * speret Israël in Dómino. 7. Quia apud Dóminum misericórdia: * et copiósa apud eum redémptio. 8. Et ipse rédimet Israël * ex ómnibus iniquitatibus ejus. f. Réquiem aetérnam dona ei, Dómine. 8. Et lux perpétua lüceat ei. Heer, verhoor mijn gebed. Mogen uwe ooren neigen naar mijn smeekgeroep. Indien Gij, Heer, acht slaat op de ongerechtigheden, Heer, wie zal dan bestaan? Omdat bij U genade is, en om uwe wet heb ik op U, Heer, gehoopt. Mijne ziel heeft op zijn woord vertrouwen gehad; mijne ziel heeft op den Heer gehoopt. Israël (het volk Gods) hope op den Heer van 's morgens vroeg tot 's nachts (den geheelen dag). Want bij den Heer is barmhartigheid: en bij Hem overvloedige verlossing. En Hij zal Israël (zijn volk) uit al zijne ongerechtigheden verlossen. v.Heer, geef zijne (hare) ziel de eeuwige rust. 8. En het eeuwig licht verschijne hem (haar). E. Psalm 50 Gebed voor de overledenen; rouwmoedige bede van een boeh'aardig hart. 1. Miserére mei, Deus, * OntfermUmijner,Heer, secündum magnam mise- volgens uwe groote barmricórdiam tuam. hartigheid. 2. Et secündum multi- En volgens de menigte tüdinem miseratiónum tu- uwer barmhartigheden arum, * dele iniquitatem wisch mijne misdaad uit. meam. 3. Amplius lava me ab Wasch mij meer en iniquitate mea, * et a pee- meer van mijne boosheid, cato meo munda me. en zuiver mij van mijne zonde. 4. Quóniam iniquitatem Want ik belijd mijne meam ego cognósco: * et ongerechtigheid;en mijne peccatum meum contra zonde staat mij altijd me est semper. voor. 5. Tibi soli peccavi, et] Voor U alleen heb ik malum coram te feci: *1 gezondigd en kwaad geut justificéris in sermó-'daan, zoodat Gij waarriibus tuis, et vincas cumjachtig bevonden zijt in judicaris. uwe woorden en overwint, als er geoordeeld wordt (tusschen U en mij). 6. Ecce enim in iniqui- Want zie, in ongerechtatibus concéptus sum:* tigheid ben ik ontvanet in peccatis concépit gen; en in zonden heeft me mater mea. 'mijne moeder mij ontvan- Igen. 7. Ecce enim veritatem Want zie, Gij hebt de dilexisti;* incérta et oc- waarheid lief; de onbecülta sapiéntiae tuae ma- kende en verborgen genifestasti mihi. heimen uwer wijsheid hebt Gij mij geopenbaard. 8. Asperges me hyssó- Besproei mijmet hysop, po et mundabor : * lava- en ik zal gezuiverd worbis me, et super nivem den : wasch mij, en ik dealbabor. zal witter worden dan sneeuw. 9. Auditui meo dabis Laat mij vreugde en gaudium et laetitiam:* et blijdschap hooren (dat mijexsultabunt ossa humili- ne zonden vergeven zijn), ata. en mijne vernederde beenderen zullen opspringen (ik zal aangevuurd worden om U te dienen). 10. Avérte faciem tuam Wend uw aangezicht a peccatis meis: * et om- van mijne zonden af; en nes iniquitates meas dele. wisch al mijne boosheden uit. 11. Cor mundum crea Schep , o God, een in me, Deus : *et spiritum zuiver hart in mij : en rectum innova in viscé- vernieuw een oprechribus meis. ten geest in mijn binnenste. 12. Ne projicias me a Verdrijf mij niet uit uw facie tua: *et Spiritum aangezicht, en neem uwen sanctum tuum ne auferas heiligen Geest van mij a me. niet weg. 13. Redde mihi laetiti- Geef mij weder de blijdam salutaris tui: * et spi- schap uws heils, en verritu principali confïrma sterk mij door den gewilme. ligen geest. 14. Docébo iniquos vi- Ik zal de boozen uwe as tuas, * et impii ad te wegen leeren; en de godconverténtur. deloozen zullen zich tot U bekeeren. 15. Libera me de san- Verlos mij van bloedguinibus Deus, Deus salü- schuld, o God, God mijns tis meae: * et exsultabit heils, (van Wien ik deze linguameajustitiamtuam. vergeving verhoop) : en mijne tong zal uwe rechtvaardigheid loven. 16. Dómine, labia mea Open, Heer, mijne lipapéries: * et os meum pen, en mijn mond zal annuntiabit laudem tuam. uwen lof verkondigen. 17. Quóniam si voluis- Want indien Gij (tot uitses sacrificium, dedissem boeting mijner zonden) ütique: * holocaustis non een offer gewild hadt, zou delectaberis. ik dat zeker opgedragen hebben: brandoffers zullen U niet aangenaam zijn. 18. Sacrificium Deo spi- Een rouwmoedige geest ritus contribulatus: * cor is voor God een offer; een contritum et humiliatum, vermorzeld en verootmoeDeus, non despicies. digd hart zult Gij, o God, niet versmaden. 19. Benigne fac, Dómi- Doe wel, Heer, volgens ne, in bona voluntate tua uwe goedgunstigheid aan Sion: *ut aedificéntur muri Sion, opdat de muren van Jerüsalem. Jerusalem opgebouwd worden. so. Tune acceptabis Dan zult gij onze offers sacrificium justitiae, obla- van rechtvaardigheid (ontiónes et holocausta : * ze rechtvaardige, goede tune impónent super al- werken), dank- en brandtare tuum vitulos. offers aannemen, dan zul¬ len zij kalveren op uw 10 30 altaar leggen (eene U aangename offerande opdragen). Requiem aetérnam dona Heer, geef hun de eeueis, Dómine, * et lux per- wige rust, en het eeuwig pétua lüceat eis. licht verschijne hun. In tijd van boete. Glória Patri, et Filio, 1 Glorie zij den Vader, en etC- Iden Zoon, enz. BEGRAFENISPLECHTIGHEDEN VOOR KINDEREN Bij den dood van kinderen, beneden de jaren van verstand gestorven, door het H. Doopsel geheiligd, is het alles vreugde, die de Kerk aan den dag legt bij hunne begrafenis. Niets toch veroordeelenswaardig is erin hen, die in Jesus-Christus gestorven zijn. Daarom zendt de H. Kerk een dank- eci jubelbede tot God die dezen gewaardigd heeft op te nemen in de rijen der Engelen. Ook deze lichamen waren tempels van den H. Geest, en daarom worden zij ter aarde besteld met den grootsten eerbied en zinnebeeldige plechtigheden. De lichamen der onschuldige kinderen moeten op een afzonderlijk gedeelte van het kerkhof begraven wor- den, opdat zij niet in aanraking komen met de lichamen van volwassenen, die misschien door de zonde min of meer bezoedeld zijn. Hunne lijken worden met bloemen versierd; hunne hoofdjes dragen een kroontje van rozen; een wit kleed dekt de kist; alles ter beduiding der reine onschuld van de Engelen, in wier midden hunne zielen reeds opgenomen zijn. Blijdschap en dank aan God is de inhoud van alle gebeden, die bij deze gelegenheid gestort worden, want geen bede om ontferming, veel minder het H. Misoffer wordt voor hen opgedragen, die reeds in den Hemel zijn; maar «looft, God in zijne Heiligen» aangeheven. Wel echter mag de H. Mis ter eere der HH. Engelen worden gelezen of gezongen, doch slechts voor de levende of afgestorvene familieleden worden opgedragen. Ah het lijk aan huis wordt afgehaald, besproeit het de priester met wijwater, biddende: Antifoon : De Naam des Heeren zij gezegend. Psalm 112 1. Looft, kinderen, den Heer, looft den Naam des Heeren. 2. De Naam des Heeren zij geprezen, van nu af tot in eeuwigheid. 3. Van den opgang der zon tot aanharen ondergang is de Naam des Heeren lofwaardig. 4. Verheven is de Heer boven alle volken, en zijne heerlijkheid boven de hemelen. 5. Wie is er gelijk de Heer, onze God, die in den hooge woont; en (toch) op het geringe in hemel en op aarde neerziet ? 6. Die den hulpelooze van de aarde opneemt en uit den drek den arme opricht; 7. Om hem zijne plaats te geven onder de vorsten, (ja) onder de vorsten van zijn volk. 8. Die haar. die geene kinderen heeft, in een huisgezin doet wonen als de blijde moeder van kinderen. Glorie zij den Vader, enz. Antifoon : De Naam des Heeren zij gezegend. van nu af tot in eeuwigheid. Onder weg naar de kerk : Psalm 118 1. Zalig zij, die onbevlekt zijn op den weg dezes levens; die wandelen in (leven volgens) de wet des Heeren. 2. Zalig zij die zijne wetten doorvorschen, uit geheel hun hart die zoeken (te kennen). 3. Want zij, die ongerechtigheid bedrijven, wandelen niet in zijne wegen. 4. Gij hebt bevolen, uwe geboden nauwkeurig te onderhouden. 5. Ach of dan mijne wegen (gedachten, woorden, werken) er op gericht waren, om uwe geboden na te leven. 6. Dan zal ik niet beschaamd worden, als ik het oog op uwe wetten gevestigd houd. 7. Ik zal U loven met een oprecht hart, omdat ik de oordeelen uwer rechtvaardigheid (uwe allerrechtvaardigste wetten heb leeren kennen. 8. Ik zal uwe geboden onderhouden : verlaat Gij mij niet geheel (met de hulp uwer genade, die ik behoef, om uwe geboden te onderhouden). Glorie zij den Vader. enz. Aan de kerk gekomen : Antifoon : Deze zal ontvangen. Psalm 23 1. Den Heer behoort de aarde en hare volheid lal wat er is), de aardbodem, en allen die er op wonen. 2. Want Hij heeft ze op de zeeën gegrondvest; en op de rivieren heeft Hij ze vastgesteld. 3. Wie zal opklimmen tot den berg des Heeren? of wie zal staan in zijne heilige plaats ? 4. Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijne ziel niet ijdel gebruikt noch aan zijnen naaste bedrieglijk zweert. 5. Deze zal zegen van den Heer ontvangen, en barmhartigheid bij God, zijnen Zaligmaker, verwerven. 6. Dit is het geslacht dergenen, die Hem zoeken (op aarde), die het aanschijn van den God van Jacob zoeken (in eeuwigheid te aanschouwen). 7. Heft uwe poorten op, o Vorsten, en opent U, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der glorie binnentrede. 8. Wie is die Koning der glorie?'t Is de machtige en sterke Heer, de Heer die machtig is in den strijd. 9. Heft uwe poorten op, o Vorsten, en opent U, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der glorie binnentrede. 10. Wie is die Koning der glorie?'t Is de Heer der Heerkrachten : Hij is de Koning der glorie. Glorie zij den Vader, enz. Antifoon : Deze zal zegen van den Heer ontvangen, en barmhartigheid verwerven bij God, haren Zaligmaker, want zij is (behoort tot) het geslacht van hen, die den Heer zoeken. Onze Vader, enz., waaronder de priester het lijkje met wijwater besproeit, f. En leid ons niet in bekoring. kj. Maar verlos ons van den kwade. f. Gij hebt mij om mijne onschuld opgenomen. kj. En mij in eeuwigheid voor Uw aanschijn bevestigd. f. De Heer zij met u. hj. En met uwen geest. Laat ons bidden Almachtige en zachtzinnigste God, die aan alle kinderen, die door de bron des Doopsels herboren zijn, als zij uit de wereld scheiden, aanstonds zonder eenige verdiensten van hunnen kant, het eeuwig leven schenkt, gelijk wij gelooven, dat Gij heden aan de ziel van dit kind gedaan hebt; wij bidden U, Heer, doe ons door de voorspraak der H. Maria, altijd Maagd en van alle Heiligen, U hier met zuivere harten dienen, en in het paradijs met de gelukzalige kinderen eeuwig vereenigd worden. Amen. Terwijl het lijkje mar het graf gedragen wordt. Antifoon : Jongelingen. Psalm 148 i. Looft den Heer, gij van de Hemelin- gen; looft Hem, gij die in den hooge ^zetelt). 2. Looft Hem gij allen, zijne Engelen; looft Hem gij allen, zijne Heirkrachten. 3. Looft Hem, gij, zon en maan: looft Hem, gij alle sterren en licht (gevende lichamen). 4. Looft Hem, hemel der hemelen, looft Hem. alle wateren, die boven den hemel zijn, dat zij den Naam des Heeren loven! 5. Want Hij sprak, en zij waren gemaakt; Hij beval, en zij waren geschapen. 6. Hij heeft ze vastgesteld voor eeuwig, en altijd : Hij heeft ze een gebod gegeven, dat niet zal ophouden. 7. Looft den Heer, gij (die) van deze aarde zijt : monsters en alle afgronden ; 8. Vuur, hagel, sneeuw, ijs en stormwinden, die zijn gebod uitvoeren ; 9. Bergen en alle heuvelen : vruchtgevend hout en alle cederboomen ; 10. Dieren en allerlei vee : kruipend gedierte en gevleugelde vogelen ; 11. Koningen der aarde en alle volken : vorsten en alle rechters der aarde. 12. Jongelingen en maagden, ouden en jongeren loven den Naam des Heeren. want Zijn Naam alleen is verheven. 13. Zijn lof is over hemel en aarde (verspreid), en Hij heeft den hoorn (aanzien) zijns volks verheven. 14. Hem loven al zijne Heiligen, de kinderen Israëls en het volk, dat Hem nadert (het meest nabij is door geloof en liefde]. Glorie zij den Vader, enz. Antifoon : Jongelingen en maagden, ouden en jongeren looft den Naam des Heeren. Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer. ontferm U onzer. Onze Vader. enz. f. En leid ons niet in bekoring. 4. Maar verlos ons van den kwade. f. Laat de kinderen tot Mij komen. P;. Denzulken behoort immers het rijk der hemelen. f. De Heer zij met u. 1$. En met uwen geest. Laat ons bidden Almachtige, eeuwige God, Beminnaar der heilige zuiverheid, die U gewaardigd hebt heden de ziel van dit kind barmhartiglijk tot U te roepen : gewaardig, Heer, ook zoo barmhartig met ons te handelen, opdat Gij door de verdiensten van uw allerheiligst Lijden en door de voorspraak van de H. Maria, altijd Maagd, en van al uwe Heiligen, ons met al uwe Heiligen en uitverkorenen in hetzelfde rijk altijd doet verblijden. Die leeft en heerscht, enz. Amen. Nu besproeit de Priester nogmaals het lijk alsook het graf, en bewierookt beide; waarna het lijk begraven wordt. Terugkeerende naar de kerk of naar de sacristie wordt gebeden de Lo fzang, dien de drie jongelingen in den brandenden oven zongen, toen het vuur hen niet deerde en een Engel neerdaalde, om hen te verlossen. Lofzang der drie Jongelingen 1. Zegent, alle werken des Heeren, den Heer, prijst en verheft Hem in eeuwigheid. 2. Zegent, Engelen des Heeren, den Heer, zegent, hemelen, den Heer. 3. Zegent, gij alle wateren, die boven den hemel uitspansel) zijn, den Heer : zegent, gij alle Krachten, den Heer. 4. Zon en maan, zegent den Heer; sterren des hemels, zegent den Heer. 5. Zegent, alle stortregens en dauw, den Heer : zegent, alle winden Gods, den Heer. 6. Vuur en' hitte, zegent den Heer; vorst en hitte, zegent den Heer. 7. Zegent, dauw en ijzel, den Heer; zegent. rijp en koude, den Heer. 8. Zegent, ijs en sneeuw, den Heer; nachten en dagen, zegent den Heer. 9. Licht en duisternis, zegent den Heer; bliksems en wolken, zegent den Heer. 10. Dat de aarde den Heer zegene : zij prijze en verheffe Hem in eeuwigheid. ix. Bergen en heuvelen, zegent den Heer; al wat groeit op aarde, zegent den Heer. 12. Bronnen, zegent den Heer, zeeën en stroomen zegent,den Heer. 13. Zegent den Heer, gij groote zeevisschen en gij allen, die u in het water ophoudt : gij alle vogelen des hemels, zegent den Heer. 14. Alle dieren en alle vee, zegent den Heer; kinderen der menschen, zegent den Heer. , 15. Dat Israël (het Joodsche volk) den Heer zegene; hij prijze en verheffe Hem in eeuwigheid. 16. Priesters des Heeren, zegent den Heer; dienaren des Heeren, zegent den Heer. 17. Geesten en zielen der rechtvaardigen, zegent den Heer; heiligen en nederigen van harte, zegent den Heer. 18. Gij, Ananias, Azarias, Misael (1) zegent den Heer; looft en verheft Hem in eeuwigheid. 19. Zegenen wij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest: loven en verheffen wij Hem in eeuwigheid. 20. Gezegend zijt Gij, o Heer, in het uit- (1) Namen der drie jongelingen. spansel des hemels : en lofwaardig en hoogverheven in eeuwigheid. Antifoon : Zegent den Heer. gij allen zijne uitverkorenen; viert blijde dagen en verheerlijkt Hem. Voor het altaar : f. De Heer zij met u. En met uwen geest. Laat ons bidden God. die in wonderbare orde de bedieningen der Engelen en der menschen bedeeld hebt: geef genadiglijk dat ons leven op aarde beschermd worde door hen, die in den hemel altijd tot uwen dienst bij Uzijn. Door Christus onzen Heer. Amen. DERDE AFDEELING HET «KERKELIJK JAAR» Het kerkelijk Jaar wordt genoemd de tijd van den eersten Zondag van den Advent tot den laatsten Zondag na Pinksteren. Men onderscheidt verschillende tijden: den Adventtijd, de vier weken vóór Kerstmis; — den Kerstmistijd tot Driekoningen; — den Vastentijd, 4° dagen vóór Paschen; — den Paaschtijd tot H. Drievuldigheid-Zondag; de Zondagen na Pinksteren. Het Kerkelijk jaar bestaat uit Zondagen, werkdagen, feestdagen en vastendagen. Eigenlijk kent de H. Kerk niet anders dan feestdagen. lederen dag viert de H. Kerk feest, ter eere van God of ter eere der Heiligen. Feestdagen des Heeren worden genoemd die dagen, welke rechtstreeks aan God zijn toegewijd, d. i. aan de H. Drievuldigheid, aan den mensch geworden Zoon Gods' in een van zijne talrijke Geheimen, of aan den H. Geest. Feestdagen der Heiligen zijn die, waarop de H. Kerk God in Zijne Heiligen eert, hun- nen sterfdag of hunne Zaligverklaring viert. Beide zijn ingesteld om aan de geloovigen de geheimen en weldaden Gods, of wel het aandenken en voorbeeld der Heiligen voor oogen te stellen, en hen alzoo tot vreugde, dankbaarheid aan God en tot navolging der Heiligen op te wekken. Geboden feestdagen zijn die, waarop men verplicht is Mis te hooren en zich van arbeid te onthouden. (1) De gevoelens, welke den christen moeten bezielen in de tijden en feesten, welke de H. Kerk heeft ingesteld; alsmede de plichten. welke men te vervullen heeft, vindt men te zijner plaatse aangegeven en vermeld. Bij ieder jaar, dat we beginnen of eindigen. bedenken we dat het 't laatst kan zijn, en dat we er eenmaal strenge rekenschap van moeten afleggen. Dus leven en beleven we het steeds voor God. DE ADVENT a ldus worden de vier weken genoemd, welke het hoogfeest van Kerstmis vooraf- (1) Kerkdagen worden genoemd die dagen waarop het plicht is Mis te hooren, doch geoorloofd te werken. gaan, naar het latijnsche woord «adventus», dat «komst» beteekent. Het is de tijd van voorbereiding tot de geestelijke komst \ an Christus in onze harten door boetvaardigheid, vasten, aalmoezen geven en vooral het gebed; gedurende vier weken, ter herinnering aan de vier duizend jaren, gedurende welke de wereld naar de komst van den Verlosser heeft uitgezien en verlangd. Eertijds begon de Advent reeds den 11 November en werd door de geloovigen in even streng vasten doorgebracht als de 40 dagen vóór Paschen. Ofschoon deze wet veranderd is, heeft de H. Kerk echter denzelfden geest behouden. Dit toont zij door bij alle godsdienstoefeningen de purperkleur ten teeken van rotw en boete te gebruiken. De H. Kerk verbiedt alsdan nog het plechtig huwelijk, opdat de wereldsche vermaken en zinnelijke genoegens de Christenen niet zouden aftrekken van de ernstige gedachten en gevoelens, welke de komst van Christus hun moet inboezemen. De H. Kerk houdt die waarheden aan hare kinderen voor, welke het meest geschikt zijn gevoelens van boete over de bedreven zonden, en verlangen naar Jesus' komst op te wekken. Te dien einde stelt zij den eersten Zondag voor : het oordeel; — den tweeden, de noodzakelijkheid der boetvaardigheid in den H. Joannes den Dooper; — het voorbeeld van ootmoedi door denzelfden 11. Voorlooper des Heeren gegeven, op den derden Zondag; — eindelijk, verlangen naar de komst des Verlossers, den vierden Zondag. Deze gevoelens der H. Kerk moeten ook hare kinderen bezielen, om door waardige voorbereiding aan de genadenrijke komst van Gods Zoon deelachtig te worden. Eerste Zondag van den Advent Het begin der Mis is genomen uit den 24Psalm, waarin David, door vijanden omgeven, en in het nauw gebracht, bidt om vergeving zijner zonden, om den rechten weg van Gods geboden te kennen en te houden, en om van zijne vijanden bevrijd te worden ; gebed, gevoelens, die ieder en Christen in den Advent voegen en die hij zich eigen moet trachten te maken. Ad te levavi animam meam : Deus meus, in te confido, non erubéscam : neque irrideant me inimici mei : étenim univérsi, qui te exspéetant non confundéntur. Ps.Vias tuas, Dómine, demónstra Tot U, Heer, heb ik mijne ziel opgeheven : mijn God, op U vertrouw ik, laat mij niet beschaamd worden; en laat niet toe, dat mijne vijanden mij bespotten, want niemand dergenen, die U mihi: et sémitas tuas édoce me. jr. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui sancto. Sicut erat in principio, et nunc, et semper : et in saecula saeculórum. Amen. — Ad te levavi. verbeiden, zal beschaamd worden. Ps. Toon mij, Heer, uwe wegen : en leer mij uwe paden. f. Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in het begin, en nu, en altijd: en in de eeuwen der eeuwen. Amen.—T ot U, Heer. Collecta (i) Laat uwe macht uitschijnen, bidden wij U, Heer, en daal neder, opdat wij aan de dreigende gevaren der zonden door uwe bescherming verdienen ontrukt, en door U verlost, zalig te worden. Die leeft en heerscht met God den Vader, in de eenheid van den H. Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen. Gebed tot de H. Maagd (2) God, die gewild hebt, dat, op de boodschap des Engels, uw Woord het vleesch zou aannemen uit den schoot der zalige Maagd Maria; verleen ons, smeekelingen, (1) Collecta, d. i. gebed, waarin de beden van alle geloovigen zijn uitgedrukt en aan God worden opgedragen- (2) Deze en de volgende Collecten worden meermalen in het jaar gebeden. 11 30 dat wij, die gelooven dat zij de Moeder Gods is, bij U door hare voorspraak geholpen worden. Gebed voor de Kerk Wij bidden U, Heer, neem de beden uwer Kerk goedgunstig aan. opdat alle tegenkantingen en dwalingen ophouden en zij U in volkomen vrijheid diene. Gebed voor den Paus O God, Herder en Bestierder aller geloovigen. zie genadig neer op uwen dienaar N.. dien Gij tot herder uwer Kerk hebt aangesteld; geef, dat hij door woord en voorbeeld nuttig zij aan hen, over wie hij gesteld is, opdat hij met de hem toevertrouwde kudde tot het eeuwig leven gerake. Door onzen Heer, enz. Amen. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Rome Aanmaning, om de plichten eens Christens uit te oef men. Broeders, wij weten, dat het tijd is uit den slaap (van een lauw, traag leven) op te staan. Want nu is de (hoop op) zaligheid nader (zekerder), dan toen wij geloovigen (Christenen) werden. De nacht (van ongeloof cn zonden, of ook: van dit leven) is (grootendeels) voorbij en de das (tijd van genade of ook der eeuwigheid; breekt aan. Werpen v ij dan de werken der duisternis (zonden' van ons af, en trekken wij de wapenen des lichts (deugden) aan. Laten wij evenals over dag, eerbaar wandelen (ons gedragen), niet in brasserijen en in dronkenschappen, niet in onzuiverheden en slaapkamers, niet in twist en afgunst, maar trekt aan den Heer JesusChristus (maakt u de deugden van JesusChristus eigen). Graduale Het Graduale bevat gevoelens van vertrouwen en bede om Gods wet te hennen en te onderhouden. Univérsi qui te exspé- Allen, die U (uwe hulp) ctant, non confundéntur, verwachten, zullen niet Dómine. Vias tuas, Dó- teleurgesteld worden, fr. mine, notas fac mihi: et Heer, maak mij uwe sémitas tuas édoce me. wegen (wetten) bekend : en leer mij uwe paden (geboden). Alleluja, alleluja, % Os- Alleluja, alleluja. f. Beténde nobis, Dómine, mi- toon ons, Heer, uwe sericórdiam tuam : et sa-barmhartigheid; en geef lutare tuum da nobis. Al- ons uw heil (den Zaliglelüja. maker). Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Het laatste oordeel wordt lieden ter overweging gegeven, als zijnde liet meest geschikt om tot boete te bewegen en tot de geestelijke komst des Verlossers voor te bereiden. In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Er zullen teekenen zijn in de zon, maan en sterren, en op aarde angst onder de volken van onsteltenis over het gebruis van zee en golven; en de menschen zullen bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die der geheele wereld zullen overkomen : want de krachten der hemelen zullen beroerd worden. En dan zullen zij den Zoon des menschen zien komen op eene wolk met groote macht en heerlijkheid. Als nu deze dingen beginnen te geschieden, ziet opwaarts en heft uwe hoofden op, want uwe verlossing is nabij. Hij zeide hun ook eene gelijkenis : Ziet den vijgeboom en alle boomen : als zij alreeds uit zich vrucht toonen, weet gij dat de zomer nabij is. Weet zoo ook, dat het Rijk Gods nabij is, als gij deze dingen ziet gebeuren. Voorwaar, zeg Ik u, dat dit geslacht niet zal voorbijgaan, totdat alles geschiedt. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijne woorden zullen niet voorbijgaan. —credo. Bij de Offerande Ad te levavi aniraam meam : Deus meus, in te confïdo, non erubéscam: neque irrideant me inimici mei : étenim univérsi qui te exspéctant, non confundéntur. Tot U, Heer, heb ik mijn ziel opgeheven: Mijn God, op U vertrouw ik, laat mij nietbeschaamd worden, en laat niet toe, dat mijne vijanden mij bespotten, want niemand dergenen, die U verbeiden, zal beschaamd worden. Stille Gebeden Na « Orate, fratres », vóór de Prafatie. Geef, Heer, dat wij door de machtige kracht dezer Geheimen gereinigd, zuiverder tot haren oorsprong geraken. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tot de H. Maagd Wij bidden U, Heer. bevestig in onzen geest de geheimen van het waar geloof, opdat wij, die belijden, dat de van de H. Maagd ontvangene God is en mensch, door de kracht zijner heilaanbrengende verrijzenis verdienen tot de eeuwige vreugde te komen. Voor de Kerk Bescherm ons. Heer. die geheel bezig zijn met uwe geheimen, opdat wij, ons hechtende aan goddelijke zaken, U met lichaam en geest dienen. Voor den Paus Word, o Heer. verzoend door de gaven, die U zijn opgedragen, bescherm en bestier voortdurend uwen dienaar N., dien Gij gewild hebt, dat als Herder over uwe Kerk zou zijn. Door onzen Heer Jesus-Christus. Praefatie van de H. Drievuldigheid Het is waarlijk betamelijk en rechtvaardig. billijk en heilzaam, dat wij U. heilige Heer. almachtige Vader, eeuwige God, altijd en overal dank zeggen. Die met uwen Eeniggeboren Zoon en den H. Geest één God zijt, één Heer : niet in de eenheid van één persoon, maar in de Drievuldigheid van één wezen. Want hetgeen wij, volgens uwe openbaring, van uwe heerlijkheid gelooven, dat nemen wij ook aan zonder verschil of onder-, scheid van uwen Zoon en den H. Geest. Zoodat in de belijdenis van de waarachtige en eeuwige Godheid wordt aanbeden het eigene (hetgeen hun eigen is) in de Personen, de éénheid in het Wezen; en de gelijkheid in de Majesteit. Deze loven de Engelen en Aartsengelen, de Cherubijnen en Serafijnen, die niet ophouden dagelijks te roepen en eenparig te zeggen : Heilig, enz. Bij de Communie Hoop en vertrouwen. Dóminus dabit benigni- De Heer zal (door den tatem; et terra nostra H. Geest) vruchtbaarheid dabit fructum suum. schenken : en onze aarde zal (deze) hare vrucht (den Verlosser) voortbrengen. Na de Communie Laat ons, Heer, uwe barmhartigheid ondervinden te midden van uwen tempel, opdat wij de aanstaande hoogfeesten onzer verlossing reeds te voren met passende eerbetooning vieren. Door onzen Heer Jesus-Christus, enz. Amen. Tot de H. Maagd Stort, Heer, uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de menschwording van Christus uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis gebracht worden. Voor de Kerk Wij bidden U, Heer onze God. dat Gij hen, aan wie Gij vergund hebt deelachtig te zijn aan uwe goddelijke Geheimen, niet onderworpen doet zijn aan menschelijke zwakheden. Voor den Paus Wij bidden U, Heer, dat het ontvangen van dit Sacrament ons bescherme; en uwen dienaar N., dien Gij als Herder over uwe Kerk hebt willen stellen, te zamen met de hem toevertrouwde kudde behoede en verSterke. Door onzen Heer Jesus-Christus. "g" Vesper-Lofzang CREATOR ALME SIDERUM i. Creator alme side- Zie, Schepper van het rum, starrenheer, jEtérna lux credén- Der Christnen licht, getium, nadig neêr, Jesu, Redémptor óm- En neig van uit der nium, zaalgen koor Inténde votis süppli- Tot die U smeeken cum. gunstig 't oor. a. Qui daemonis ne frau- Gij, Jesus, die der dibus helle macht Periret orbis, impetu Gebreideld hebt met hemelkracht, Amóris actus, languidi Gij bracht uit's eeuwgen Vaders schoot Mundi medéla factus Aan 't menschdom redes ding van den dood. 3. Commune qui mundi Gij kwaamt om onze nefas zondeschuld, Ut expiares, ad Cru- Als hemelsch toonbeeld cem van ëeduldi E Virginis sacrario Als schuldloos offer hier op aard, Intacta prodis victima. Uitmaagdelijkenschoot gebaard. a. Cujus potéstas gló- Maar nu, in heerlijk- rise heid gesteld> Noménque cum primum Wordt langs heel de sonat aard uw Naam gemeld, Et Coeütes et inferi Daar Englen dartlen in uw licht, Treménte curvantur En de afgrond voor uw genu_ aanblik zwicht. c Xe deprecamur, ülti- En daarom knielen we mae in het stof, Magnum diéi Jüdicem, En brengen, Rechter, U den lof Armis supérnse gra- Met bede, dat uw macht tijg ons hoed', Defénde nos ab hósti- Waar 's vijands gruweibende woedt. 6 Virtus, honor, laus, Prijs, eere en glorie glória "j den Zoon Deo Patri cum Filio, Met Geest en Vader aangeboön, Sancto simul Paraclito, En aller harten dank bereid, In saeculórum saecula. Van nu af tot in eeuAmen. wigheid. Feest van den H. Andreas, Apostel 30 NOVEMBER De H. Andreas was cc 11 dcv eerste, die doov Christus tot Apostel werd verkoren. Hij was een broeder van den H. Petrus, dien hij tot Christus bracht. Ter gedachtenis hieraan, komt zijn naam voor in den Canon der Mis na het «Onze Vadert. Na de Verrijzenis des Heer en begaf de H. Andreas zich naar Scythia, (Zuid-Rusland) doorreisde Epirus en Traciè, overal het Evangelie verkondigend en zijne leer door wonderen bevestigend. Daardoor bekeerde hij tallooze heidenen; maar werd ook de woede en haat der heidensche overheden gewekt, die weldra Andreas deden gevangen nemen, en een verhoor ondergaan. Op de aanmaning van den Proconsul Aegeas, om aan de afgoden te offeren, antwoordde Andreas met deze immer gedenkwaardige woorden, welke ons als door de goddelijke Voorzienigheid bewaard zijn : « Dagelijks offer ik « op het altaar aan den almachtigen God, die een, « en drievuldig is, niet het vleesch van stieren, of « het bloed van bokken, maar het onbevlekt Lam. « En nadat alle geloovigen het vleesch hiervan gcge« ten hebben, blijft het Lam, dat geofferd is, geheel « en levend. » Op dit antwoord werd de H. Apostel eerst in de gevangenis geworpen, later tot den Kruisdood veroordeeld. Twee dagen bleef hij 'el'e"f] hangen aan het kruis, tanwaar hij niet ophield Christus te prediken. Zóó begint of eindigt ieder kerkelijk jaar met den Apostel des Kruises. De waardigheid der Apostelen geeft de H. Kerk aan met de woorden van den i38e" Psalm, die zij gebruikt bij Het begin der Mis Mihi autem nimishono-| 'Veer hoog toch, o God, rati sunt amici tui, Li zijn bij mij uwe vnenDeus : nimis confortatus den in eere : bovenmate est principatus eórum. machtig is hunne HeerPs. Dómine, probasti me, schappij. ps. Heer,Gij hebt et cognovistime:tucogno- mij beproefd en geken . visti sessiónem meam, et (Kent mij door en door.)Oij resurrectiónem meam. kentmijnzitten en opstaan, (al mijn doen en laten). % Gloria Patri, et Filio, V. Glorie zij den Vader, et Spiritui Sancto. Sicut en den Zoon, en den heierat in principio, et nunc, ligen Geest. Gelijk et semper: et in ssecula was in het begin, en nu, saeculórum. Amen. - Mi- en altijd : en in de eeuhi autem. wen der eeuwen. Amen. — Zeer hoog. Gebed Wij smeeken uwe Majesteit nederig, o Heer,dat de H. Andreas, die voor uwe Kerk een leeraar en bestuurder was, zóó ook voor ons een voortdurende voorspreker bij U zijn moge. Door onzen Heer Jesus-Christus. In den Advent, sd' Gebed van den rsie" Zondag. bladz. 161. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Rome Zij die Gods wet gelooven en daarnaar leven, zijn rechtvaardig voor God en sullen zalig worden. Broeders : Want met het hart gelooft men om rechtvaardig te zijn: en met den mond wordt belijdenis gedaan, om zalig te worden. Want de Schriftuur zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. Er is toch hierin geen onderscheid tusschen Joden en Grieken : want zij allen hebben denzelfden Heer, die mild is voor allen, die Hem aanroepen. Ieder toch. die den Naam des Heeren aanroept, zal zalig zijn. Hoe echter zullen zij aanroepen, in Wien ze niet gelooven ? Of ook hoe zullen zij in Hem gelooven, van Wien ze niet gehoord hebben ? En hoe zullen zij van Hem hooren zonder prediken? En hoe zullen deze prediken, als zij geene zending daartoe hebben ? zooals geschreven staat : hoe kostelijk zijn de schreden van hen die vrede verkondigen, die alle goeds boodschappen! Maar niet allen gehoorzamen aan het Evangelie. Daarom zegt Isaïas : Heer, wie heeft geloofd aan onze prediking? Het geloof is dus uit het gehoor (de) : het gehoor (de) echter door het woord van Christus. Maar dan zeg ik : Hebben zij het niet gehoord? Voorzeker : hunne stem is over de geheele aarde gegaan, en hunne woorden hebben geklonken tot aan de uiteinden der aarde. Graduale De Apastelen zijn tot groote waardigheid verheven, en tot eene grootsche taak geroepen. Constitues eos princi-l pes super omnem terram: mémores erunt Nóminis tui, Dómine. if. Pro patribus tuis nati sunt tibi filii; proptérea pópuli confitebüntur tibi. Gij zult hen stellen tot vorsten over geheel de aarde : en zij zullen uwen Naam indachtig zijn (uwe macht bezingen), Heer. In plaats van uwe vaderen (de Patriarchen en Profeten) zult gij kinderen (de Apostelen) krijgen: daarom (door hen) zullen de volken uwen Naam belijden. Alleluja, Alleluja. ï. Di- Alleluja, Alleluja, f. De léxit Andréam Dóminus Heer had Andreas lief tot in odórem suavitatis. Al- een liefelijken geur. Alleluja. leluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd. als Jesus langs de zee van Galilea wandelde, zag Hij twee broeders, Simon die Petrus genoemd wordt en Andreas, diens broeder, hunne netten in zee werpen (want zij \varen visschers), en Hij zeide tot hen : Volgt Mij, en Ik zal u visschers van menschen maken. Zij nu verlieten aanstonds hunne netten en volgden Hem. En van daar voortgaande, zag Hij twee andere broeders : Jacobus, (zoon) van Zebedaeus en diens broeder Joannes, die met hunnen vader Zebedacus in een schip hunne netten verstelden: en riep ook hen. Zij dan verlieten hunne netten en vader; en volgden Hem. — Credo. Bij de Offerande Mihi autem nimis hono- Zeer hoog toch, o God, rati sunt amici tui, Deus : zf)n bij mij uwe vrienden in nimis confortatus est prin- eere : bovenmate machtig cipatus eórum. is hunne heerschappij. Stil Gebed Wij bidden U, Heer, dat het heilig gebed van uwen zaligen Apostel Andreas ons offer aan U aangenaam make; opdat het door de verdiensten van hem aan U behage, ter wiens eere het wordt opgedragen. Door onzen Heer. In den Advent, 2* Stil Gebed van den isten Zondag, bladz. i65. Praefatie van de Apostelen Waarlijk, het is waardig en rechtvaardig, billijk en heilzaam, U, o Heer, ootmoedig te bidden, dat Gij, eeuwige Herder, uwe kudde niet verlatet, maar haar door uwe HH. Apostelen onophoudelijk in bescherming nemet : opdat zij door hen als bestierders bestuurd worde, die Gij als uwe plaatsbekleders tot herders van uw werk hebt aangesteld. En daarom met de Engelen en Aartsengelen, met de Tronen en Heerschappijen, en met geheel het hemelsche Heir, zingen wij den lofzang uwer glorie, zonder ophouden zeggende : Heilig, enz. Bij de Communie Venite post me : faciam Volgt Mij, Ik zal u visvos fieri piscatóres hómi- schers van menschen manum. At illi continuo, re- ken. Zij nu verlieten aanlictis rétibus, secüti sunt stonds hunne netten en Dóminum. volgden den Heer. Na de Communie Wij hebben, o Heer, uwe goddelijke Geheimen genut, ons verheugende op het feest van den heiligen Andrèas; en wij bidden U, dat, gelijk Gij ze uwen Heiligen tot eer, zoo ons tot vergiffenis doet dienen. Door onzen Heer Jesus-Christus. In den Advent, 2dc Gebed van den iste" Zondag, bladz. 167. Feest van den H. Franeiseus-Xaverius 3 DECEMBER Franciscus, op het kasteel Xaver, nabij Pampeluna in Spanje geboren, draagt terecht den bijnaam van Apostel der Indien. Reeds vroegtijdig in de orde der jezuïeten getreden, was zijn geheel leven de uitdrukking van de lijfspreuk dier beroemde Orde : « Tot meerdere eer van God en de zaligheid « der zielen. » In 1S41 naar Indië gezonden als missionnaris, doorkruiste Franciscus dit uitgebreide Rijk alsook Japan, predikte Christus den Gekruiste aan de heidenen met zoo grooten ijver en vrucht, dat honderdduizenden zich bekeerden.M en zegt dat Franciscus niet minder dan honderd duizend met eigen hand gedoopt heeft. Hij dacht er aan, ook in China door te dringen en daar het Evangelie te verkondigen, doch in het gezicht van dat land werd hij ziek en stierf den s December iSS2. God verheerlijkte den H. Franciscus bij diens leven en na den dood door vele wonderen, 0. a. de opwekking van dooden, welke op zijne voorbede geschiedden. De H. Franciscus-Xaverius is de Beschermheilige van het wereldberoemd Broederschap tot Voortplanting des Geloofs. Dit genootschap, in 1S22 te Lvon ontstaan, heeft tot doel, het H. Evangelie aan de ongeloovigen te brengen door de prediking. De middelen daartoe zijn : het aankweeken van Missionarissen, het oprichten door heil van kerken, scholen, weeshuizen, het geheel of ten deele onderhonden daarvan. Om daartoe te geraken zijn groote sommen gelds en niet minder het gebed noodig. Vandaar de verplichting van hen, die deel uitmaken van deze Broederschap, om dagelijks te lidden: « één Onze Vader en Wees gegroet met : H. Franciscus-Xaverius. bid voor ons. Opdat wij waardig worden der beloften van Ghiistus -n—en wekelijks te offeren 21/2 cent. Bij een weinig goeden wil, kan dus eenieder bijdragen tot voortplanting des Geloofs, kan eenieder missionaris zijn en het Evangelie aan de Heidenen verkondigen en daardoor deelachtig worden aan de vele aflaten, welke de Pausen aan deleden verleend hebben. Hetzelfde doel beoogt het Genootschap der heilige Kindsheid, waarvan kinderen de eigenlijke leden zijn. Deze bidden daartoe dagelijks « één Wees gegroet, en het schiedgebedje: H. Maagd Maria, bid voor ons en de arme ongeloovige 12 • 30 kindertjes »; en dragen maandelijks 2 1 '2 cenibij. Duizenden, ja milliocnen hinderen hebben aan dit Genootschap het leven naar ziel en lichaam ie danken, doordat zij a fgekocht, of aan een gewelddadigen dood ontrukt werden, dan geplaatst in weeshuizen of bij voedsters, verzorgd, gekweekt, gevoed, gekleed, onderwezen, tot christenen en daarmede tot beschaafde mensclien gevormd 'worden. Wie zou niet gaarne tot zoo verhevene en grootsche zaak. de redding van milliocnen zielen, medewerken door zoo eenvoudige en gemakkelijke middelen ! Hoe wêl passen op den H. Franciscus de woorden, welke de H. Kerk hem in den mond legt bij Het begin der Mis Loquébar de testimóniis tuis in conspéctu regum, et non confundébar: et meditabar in mandatis tuis,quae diléxi nimis. Ps. Laudate Dóminum omnes gentes, laudate eum omnes pópuli: quóniam confirmata est super nos misericórdia ejus, et véritas Dómini manet in aetérnum. ï\ Gloria Patri. — Loquébar IN het aanschijn van koningen sprak ik over uwe wetten, en ik werd niet ten schande : en ik overwoog uwe geboden, die ik innig liefhad. Ps. Looft den Heer, gij alle natiën; looft Hem gij alle volken : want zijne barmhartigheid is over ons bevestigd, en 's Heeren waarachtigheid blijft in eeuwigheid, ji\ Glorie zij den Vader. — In het aanschijn. Gebed God, die de heidenen der Indiën door de prediking en de wonderen van den H, Franciscus tot uwe Kerk hebt willen brengen : geef genadiglijk, dat wij zijne voorbeelden van deugden navolgen, wiens roemrijke verdiensten wij vereeren. Door onzen Heer Jesus-Christus. 2dc Gebed van den istc" Zondag in den Advent, bladz. 161. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Rome Broeders: Want met het hart, zie bladz. 172. Graduale (i) Justus ut palma florébit, De rechtvaardige zal sicut cedrus libani multi- bloeien als een palmboom, plicabitur in domo Dómi- als een cederboom zal hij ni. V. Ad annuntiandum groeien (in deugden en mane misericórdiam tu- goede werken) in het huis am,et veritatem tuam per des Heeren. ï'. Om des noctem. morgens uwe barmhartig¬ heid te verkondigen en des nachts uwe waarheid. Alleluja, alleluja. V. Be- Alleluja, alleluja.t.Zalig atus vir qui suffert tentati- de man, die beproeving ónem:quóniam cum pro- onderstaat; want als hij batus füerit, accipiet coró- proefhoudend gebleken nam vitse. Alleluja. is, zal hij de kroon des le¬ vens ontvangen. Alleluja. (1) Zie de verklaring van Justus, bladz. -ISO. f Vervolg van het H. Evangelie volgens Marcus In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen: Gaat in de geheele wereld, predikt het Evangelie aan alle schepselen. Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden ; die echter niet geloofd zal hebben, zal veroordeeld worden. Deze teekenen nu zullen hen volgen, die gelooven : In mijnen Naam zullen zij duivelen uitwerpen ; vreemde talen spreken; slangen opnemen; en als zij iets doodelijks gedronken hebben, zal het hun niet schaden; den zieken zullen zij de handen opleggen, en deze zullen gezond worden. Bij de Offerande Véritas mea, et miseri- Mijne waarheid en barmcórdia mea eum ipso : et hartigheid zullen met hem inNóminemeoexaltabitur zijn : en in mijnen Naam cornu ejus. zal zijn hoorn (aanzien, macht) stijgen. Stil Gebed Geef ons. bidden wij U, almachtige God; dat onze nederige offerande U aangenaam zij voor de eer uwer Heiligen, en tevens ons naar lichaam en ziel zuivere. Door onzen Heer Jesus-Christus. -dc Stil Gebed van den isten Zondag in den Ad- \ vent, bladz. i65. Gewone Pr af at ie, bladz. i33. Bij de Communie Beatus servus, quem, Zalig de dienaar, dien cum vénerit dóminus, in- de heer bij zijne komst vénerit vigilantem : amen wakende vindt: voorwaar dico vobis, super ómnia zeg ik u, hij zal hem stellen bona sua constituet eum. over al zijne bezittingen. Na de Communie Wij bidden U, almachtige God, dat wij, die het hemelsch Voedsel genoten hebben, door dit, op de voorspraak van uwen heiligen Belijder Franciscus, beschermd worden tegen allé wederwaardigheden. Door onzen Heer Jesus-Christus. 2dc Gebed van den islc" Zondag in den Advent, bladz. 167. Feest van de heilige Barbara 4 december De H. Barbara, patrones voor een zaligen dood, was in de afwezigheid van liaren vader Dioscoriis christin geworden. In zijne woede over de bekeering zijner dochter deed hij haar de gruwelijkste martelingen ondergaan. Barbara bleef standvastig, en nu verbrijzelde de ontaarde vader haar met eigen hand den schedel. Het begin der Mis Loquébar de testimó-iTN het aanschijn van koniis tuis in conspéctul 1 ningen sprak ik over regum, et non confundé- uwe wetten en ik werd bar: et meditabar in man- niet ten schande : en ik datistuis,qusediléxinimis. overwoog uwe geboden, Ps. Beati immaculati in die ik innig liefhad. Ps.Gevia : qui ambulant in lege lukkig zij die zonder vlek Dómini. y.Glória Patri. — zijn in hunnen weg; die I.oquébar. wandelen volgens de wet des Heeren. y. Glorie zij den Vader. — In het aanschijn. Gebed Wij bidden U, Heer, dat de voorbede van uwe H. Maagd en Martelares Barbara ons helpe, dat wij vóór onzen sterfdag door ware boetvaardigheid en eene oprechte belijdenis bereid zijnde, ook het allerheiligst Lichaam en Bloed van onzen Heer Jesus-Christus verdienen te ontvangen. Die met U leeft en heerscht. 2Je Gebed van den iste" Zondag in den Advent, bladz. 161. Lezing uit het Boek der Wijsheid Dankzegging der Maagd-Martelares aan God, dat Hij haar uit vele en groote gevaren gered heeft. Ik dank U, Heer Koning, en ik loof U, die mijn God en Verlosser zijt. Ik loof uwen Naam, omdat Gij mijn helper en beschermer geweest zijt, en mijn lichaam bevrijd hebt van het bederf, van den strik der booze tong. en van de lippen dergenen, die met leugens omgaan, en dat Gij mij een helper zijt geworden tegen hen die mij beschuldigden. Omdat Gij mij volgens uwe groote barmhartigheid verlost hebt van de brieschende leeuwen, gereed om mij te verslinden ; uit de handen dergenen, die mij naar het leven stonden, en van de onrechtvaardige oordeelvellingen, die mij ten deel vielen; uit den druk der vlammen, die mij omgaven, en dat ik te midden van het vuur niet verbrandde; (dat Gij mij verlost hebt) uit de diepte en het binnenste des grafs; van de onreine tong, van leugentaal, (aan) van den onrechtvaardigen koning (aangebracht) en van de boosaardige lastertong. (Daarvoor) zal mijne ziel tot den dood den Heer loven, dat Gij, Heer, onze God, hen redt, die op U vertrouwen en hen bevrijdt uit de macht der Heidenen. Graduale Lof der Maand-Martclaves. Dilexisti justitiam, et Gij hebt de gereehtig:odisti iniquitatem. y. Pro- heid lief gehad en de onptérea unxit te Deus, De- gerechtigheid gehaat, us tuus, óleo lsetitise v. Daarom heeft God u gezalfd, uw God u met vreugde-olie gezalfd. Alleluja, alleluja. Ad- Alleluja, alleluja. V. Na dueéntur Regi Virgines haar zullen de maagden post eam, próximae ejus tot den Koning geleid ; afferéntur tibi in laetitia. hare gezellinnen fnavolAllelüja. gers) tot U gevoerd wor¬ den. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Vermaning, om steeds tot sterven bereid te zijn. I11 dien tijd zeide Jesus aan zijne Leerlingen deze gelijkenis : (Met) het rijk der hemelen is gelijk (gaat het als met) tien maagden, (1) die hare lampen namen en bruidegom en bruid te gemoet gingen. Vijf nu van haar waren dwaas, vijf wijs : maar de vijf dwazen namen hare lampen, maar geen olie mede ; de vijf wijzen echter namen olie in hare vazen bij de lampen. Als nu de bruidegom toefde te komen, werden allen slaperig en sliepen in. Te middernacht nu ontstond een geroep : ziet, de bruidegom komt, gaat hem te gemoet. Toen ontwaakten alle maagden en bereidden hare lampen. De dwaze zeiden tot de wijze maagden : Geeft ons van uwen olie, want onze lampen gaan uit. De wijze gaven ten antwoord : Mogelijk is er niet genoeg voor ons en u, gaat liever tot de verkoopers en koopt voor (1) Tien maagden gingen bij een huwelijk de bruid en den bruidegom te gemoet. De optocht geschiedde bij fakkellicht, d. i. houten stokken, waaraan schalen bevestigd waren, waarin olie brandde. Deze moest aangevuld worden, en daarom nam men kruiken met olie mede. u zeiven. Als zij dan gingen koopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren gingen met hem ter bruiloft binnen, en de deur werd gesloten. Ten laatste kwamen ook de overige maagden en zeiden : Heer, Heer, open ons (de deur!. Maar hij antwoordde en sprak: Voorwaar zeg ik u, ik ken u niet .Waakt dus, want gij weet noch dag, noch uur. Bij de Offerande DeMaagd-Martelaresmet gejuich enjubel door hare Gezellinnen in den hemel ontvangen, en door haar, en met haar den Hemel-Koning te gemoet gevoerd. Afferéntur Regi Virgi- Na haar zullen de nes post eam: próximae Maagden tot den Koning ejus afferéntur tibi in lse- geleid worden : hare getitia et exsultatióne: addu- zeilinnen (navolgers) in céntur in templum Regi gejuich en jubel gevoerd Dómino worden tothet paleis (den hemel) tot den Koning en |Heer. Stil Gebed Neem, o Heer, de gaven aan, welke wij U brengen op den feestdag der H. Maagd en Martelares Barbara, door wier bescherming wij vertrouwen te zullen verlost worden. Door onzen Heer. 2dc stil Gebed van den isle" Zondag in den Advent, bladz. i65. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie Onschuld der Maagd, hare standvastigheid in Gods wet en geboden. Confundantur supérbi, (Geef) dat de hoovaarquia injüste iniquitatem digen beschaamd worden, fecérunt in me : ego au- omdat zij mij onrechttem in mandatis tuisexer- vaardig vervolgd hebben: cébor, in tuis justificatió- ik (inmiddels) zal mij (te nibus, ut non confündar. meer) oefenen in uwe geboden, uwe wetten (waardoor ik) gerechtvaardigd word, opdat ik niet beschaamd worde (in mijn vertrouwen). Na de Communie Mogen, Heer, de Geheimen welke wij genuttigd hebben, ons helpen; en ons door de voorspraak van uwe H. Maagd en Martelares Barbara, doen verheugen in uwe altijddurende bescherming. Door onzen Heer. ide Gebed van den i*'™ Zondag in den Advent, bladz. 167. Feest van den heiligen Nieolaas 6 DECEMBER Op wonderc wijze docv God tot Bisschop van Myra aangewezen, muntte deze Heilige uit in milddadige liefdadigheid en in vele wonderen. Om drie jonge meisjes voor een zondig leven te behoeden en haar een huwelijk te doen aangaan, wierp de H. Nicolaas des avonds telkens een bruidschat door het venster. Een ander maal wekte liij drie kinderen tot het leven, die op gruwzame wij se waren omgekomen. Van daar dat de H. Nicolaas bijzonder geëerd wordt als Kindervriend. Dat de kinderen echter niet vergeten dat de heilige Nicolaas zijne gaven uitdeelde om van de zonde af te houden, en dal de grootste gunst, welke zij van Sint Nicolaas kunnen krijgen en moeten afbidden deze is : zijne voorspraak bij God, om de kinderlijke onschuld te bewaren. Het begin der Mis Statuit ei Dóminus te- T~~\E Heer heeft een verstaméntum pacis, et -L' bond van vrede met principem fecit eum; ut hem gesloten, en hem tot sitilli sacerdótii dignitas vorst aangesteld; opdat in aetérnum. Ps. Meménto, de waardigheid van het Dómine, David : et omnis priesterschap hem bijblijmansuetüdinis ejus. fr. Gló- ve in eeuwigheid. Ps. Geria Patri. - Statuit. denk, Heer, David : en al zijne zachtmoedigheid. Glorie zij den Vader.— De Heer. Gebed God, die den Bisschop Nicolaas met ontelbare wonderen vereerd hebt, geef, bidden wij, dat wij door zijne verdienstenen gebe- J den voor het vuur der hel bevrijd blijven. Door onzen Heer. 2dc Gebed van den i*'<■» Zondag in den Advent, bladz. 161. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Hebreeën Broeders : Weest uwe voorgangers gedachtig, die totu het woord Gods hebben gesproken, en hunnen uitgang des wandels beschouwende, volgt hun geloof na. Jesus-Christus gister en heden: dezelfde ook in eeuwigheid. Laat u niet vervoeren door velerlei en vreemde leeringen. Want het best is. het hart te versterken door genade, niet door spijzen, welke hun niet gebaat hebben, die daarin wandelen. Wij hebben een altaar, van hetwelk zij niet de macht hebben te eten, die den tabernakel dienen. Want van welke dieren het bloed voor de zonde in het heiligdom wordt ingebracht door den hoogepriester, van die worden de lichamen verbrand buiten de legerplaats. Daarom heeft ook Jesus, om door zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de poort geleden. Laat ons derhalve uitgaan tot hem buiten de legerplaats, zijn smaad dragende. Want wij hebben hier niet eene blijvende stad. maarzoeken de toekomende. Laat ons dan door Hem eene offerande van lof te allen tijde aan God op- dragen, dat is de vrucht der lippen, die zijnen Naam belijden. Vergeet echter de milddadigheid en de mededeelzaamheid niet, want door zoodanige offers wordt men behaaglijk aan God. Gehoorzaamt aan uwe oversten en zijt hun onderdanig. Want zij waken, als zullende rekenschap geven voor uwe zielen. Graduale Invéni David servum Ik heb David mijnen diemeum, óleo sancto meo naar gevonden, met mijn unxi eum : manus enim heiligen olie hem gezalfd : mea auxiliabitur ei, et bra- want mijne hand zal hem chium meum confortabit helpen en mijn arm hem eum. Nihil proficiet ini- versterken, f. De vijand micus in eo, et filius ini- zal niets op hem vermoquitatis non nocébit ei. gen,en de zoon der ongerechtigheid zal hem geen nadeel toebrengen. Alleluja, alleluja. % Jus- Alleluja, alleluja, % De tus ut palma florébit: sicut rechtvaardige zal bloeien cedrus Libani multiplica- als de palmboom : als de bitur. Alleluja. ceder van den Libanon zal hij vermenigvuldigen. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Jesus stelt hier zich zeiven voor, zijne genaden uitdeelende aan de zijnen, alvorens tot den Vader te gaan. Met die genaden moet elk mensch medewerken en zijn voordeel doen, gelijk het deze Heilige gedaan heeft. In dien tijd sprak Jesus deze gelijkenis tot zijne Leerlingen : Een man, buiten 's lands vertrekkende, riep zijne dienaren en gaf hun zijne goederen over. En aan eenen gaf hij vijf talenten, aan een anderen twee, aan een derde slechts eén * aan elk volgens diens eigen bekwaamheid; en terstond reisde hij heen. Hij nu, die vijf talenten gekregen had, ging heen, handelde er mede en won er vijf andere bij. Desgelijks ook hij. die twee talenten ontvangen had, won er twee andere bij. Hij echter, die er maar één gekregen had, ging henen en begroef het in den grond en'verborg het geld zijns meesters. Na langen tijd nu kwam de heer dezer dienaren en hield afrekening met hen. En hij, die vijf talenten gekiegen had, naderde, bracht vijf andere talenten aan, zeggende : Heer, gij hebt mij vijf talenten gegeven, zie, ik heb vijf andere gewonnen. Zijn heer sprak tot hem: Welaan, goede en getrouwe knecht, omdat gij getrouw zijt geweest over weinig, zal ik u over veel stellen : treed binnen in de vreugde uws heeren. Toen naderde ook hij, die twee talenten ontvangen had, en zeide : Heer, gij hebt mij twee talenten geschonken: zie, twee andere heb ik er bij verdiend. Zijn heer sprak tot dezen : welaan, goede en getrouwe dienaar, omdat gij over weinig getrouw zijt geweest, zal ik u over veel stellen, ga binnen in de vreugde uws heeren. Bij de Offerande « Véviias mea et misericórdia », zie bladz. 180. Stil Gebed Heilig, bidden wij. Heer, deze offeranden, welke wij op het feest van uwen H. Bisschop Nicolaas opdragen; opdat door dezen ons leven overal geleid worde tusschen den vooren tegenspoed. Door onzen Heer. 2de Stil Gebed van den istc" Zondag in den Advent, bladz. i65. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie Semel juravi in Sancto Eenmaal zwoer Ik bij meo : semen ejus in ae-mijne heiligheid: zijn zaad térnum manébit : et sedes zal duren in eeuwigheid; ejus sicut sol in conspéctu en zijn troon zal zijn als de meo, et sicut luna perfé- zon voor mijn aanschijn cta in aetérnum, et testis en als de voor eeuwig in ccelo fidélis. gevestigde maan; en de trouwe getuige in den hemel. Na de Communie Mogen, Heer, de offers, welke wij genuttigd hebben, op het feest van uwen H. Bisschop Nicolaas ons in eeuwige bescherming nemen. Door onzen Heer. 2de Gebed van den iste" Zondag in den Advent, bladz. 167. Feest der Onbevlekte Ontvangenis van Maria 8 DECEMBER Het geheim der Onbevlekte Ontvangenis van Maria bestaat hierin, dat Zij uit kracht der verdiensten haars Zoons bevrijd is gebleven van de erfzonde, dat Adams ongehoorzaamheid op Hg.ar niet is overgegaan. In het paradijs is Maria als dusdanig door God zeiven aangekondigd: « Ik zal vijandschap stellen tusschen u en de Vrouw, tusschen uw kroost en het Hare. Zij zal u den kop verpletten. » « Gij zijt vol van genade » begroette Haar de Engel Gabriël uit naam van God. Ook dit voorrecht, vrij van erfzonde te zijn, erkent de Godsgezant in Maria. Altijd heeft de H. Kerk, hebben de Kerkvaders dit voorrecht van Maria geleerd en verkondigd. De algemeene Kerkvergadering van Trente verklaart, dat zij in hare leer over de erfzonde (dat alle menschen met de erfzonde geboren worden), de H. Maagd niet insluit. De viering van het feest der Onbevlekte Ontvangenis dagteekent reeds van de tiende eeuw in deWestersche Kerk, terwijl ze in de Oostersche Kerk toen reeds algemeen was, bewijs, hoezeer dit Geheim algemeen geloofd werd. Eindelijk dan ook, op verzoek van meer dan 600 Bisschoppen der Katholieke •wereld, sprak Z. H. Paus Pius IX den S December 1854 het uit « dat de leer, houdende « dat de allerzaligste Maagd Maria in het « eerste oogenblik harer Ontvangenis door « eene bijzondere genade en voorrecht van « den almachtigen God, uit aanmeiking der « verdiensten van Jesus, den Verlosser van « het menschelijk geslacht, van alle smet der « erfzonde werd gevrijwaard, door God ge« openbaard is, en dienvolgens door alle ge«loovigen vastelijk en standvastig moet « worden geloofd. » Het begin der Mis is aan den profeet Isaïas ontleend. Deze beschrijft de vreugde der Kerk over den Verlosser en het verlossingswerk. Geene meer passende juich- en jubelwoorden konden der H. Maagd in den mond worden gelegd. ✓-audens gaudébo in TOE zal ik ver' (j" Domino, etexsultabit D heugen in den He anima mea in Deo meo : en mijne z.el zat in rmjn quia induit me vestiméntis God juichen : wantHy be salütis, et induménto ju- kleedde mij met de klee stitï« circümdedit me, deren desheils en omgaf quasi sponsam ornatam mij met het gewaadl der monilibus suis. Ps. Exal- rechtvaard.ghe.d gel jk tabo te, Dómine, quóniam eene bruid, met harse suscepisti me: nee dele-raden getooid. Ps. Ik zal ctasti inimicos meos super |U verheffen, Heer, dewij 13 me. ». Gloria Patri. - Gij mij beschermd hebt: en Gaudens. niet geduld hebt, dat mij¬ ne vijanden zich over mij verblijden. >. Glorie zij den Vader. — Blijde. Gebed God, die door de Onbevlekte Ontvangenis der Maagd eene waardige woonplaats aan uwen Zoon bereid hebt, wij bidden U, dat Gij, die Haar om den voorzienen dood van dienzelfden Zoon van alle vlek gevrijwaard hebt, gevet, dat door hare bemiddeling wij ook vlekkeloos tot U mogen naderen. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. 2-. Glória Patri. — Puer. Een Kind is ons geboren, en een Zoon ons geschonken, wiens (teeken van) heerschappij op zijn schouder rust (het kruis): en Hij zal genoemd worden : de Engel (boodschapper) van den grooten raad, (van het besluit der heilige Drievuldigheid, den mensch te verlossen.) Ps. Zingt den Heer een nieuw lied : want Hij heeft wonderen gedaan. ï\ Glorie zij denVader.— Een Kind. Gebed Verleen ons, wij bidden U, almachtige God, dat deze nieuwe Geboorte van uwen Eeniggeboren Zoon in het vleesch ons verlosse, die zoo lang onder de oude slavernij der zonde hebben gezucht. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Hebreeën De Godheid en Menschheid van Jesus, de goedheid en liefde van zijnen hemelschen Vader beschreven. Nadat God eertijds menigmaal en op vele wijzen tot onze voorvaders door de Profeten, gesproken had, heeft Hij ten laatste, in deze dagen tot ons gesproken door zijnen Zoon, Dien Hij erfgenaam gemaakt heeft van alles, door Wien Hij ook de wereld geschapen heeft. Deze is het afschijnsel zijner heerlijkheid en het evenbeeld zijner zelfstandigheid draagt alles (onderhoudt) door zijn machtig woord (almacht), en is, nadat Hij door zich zeiven de zuivering der zonden te weeg gebracht had, ter rechterhand gezeten van de Majesteit in het allerhoogste. Deze is zoover boven de Engelen verheven, als Hij boven hen een meer uitnemenden Naam heeft beërfd. Want tot wien der Engelen heeft God. ooit gezegd : Gij zijt mijn Zoon, Ik heb u heden voortgebracht ? En elders: Ik zal Hem tot Vader, en Hij Mij tot Zoon zijn ? En als Hij andermaal zijnen Eerstgeboren Zoon in de wereld brengt, zegt Hij : Dat alle Engelen Gods Hem aanbidden. En van de Engelen zegt Hij wel: Die zijne Engelen maakt tot winden, en zijne dienaren tot eene vuurvlam (zoo vlug als winden en vuurvlammen in het uitvoeren van Cïods bevelen) maar tot den Zoon! zegt Hij): U w troon blijft in alle eeuwigheid , uw rijksstaf is een staf van gerechtigheid. Gij hebt rechtvaardigheid lief gehad en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft God, uw God. U gezalfd met vreugde-olie boven uwe medegenooten. En nog: Gij. Heer. hebt in den beginne, de aarde gegrondvest en de hemelen (het uitspansel) zijn het werk uwer handen. Zij zullen vergaan; maar Gij blijft altijd, allen zullen zij als een kleed verouderen ; en als een overkleed zult Gij ze veranderen. en ze zullen veranderd worden : maar Gij zijt altijd dezelfde en uwe jaren zullen niet ophouden (Gij zijt eeuwig). Graduale Vidérunt omnes fines terrae salutare Dei nostri: jubilate Deo, omnis terra. 5. Notum fecit Dóminus salutare suum : ante conspéctum géntium revelavit justitiam suam. Alleluja, alleluja. V. Dies sanctificatus illüxit nobis: venite, gentes.et adorate Dóminum; quia hódie Tot aan de uiterste grenzen der aarde is het Heil (de Zaligmaker) van onzen God aanschouwd : daarom jubele geheel de aarde voor God. jf. De Heer maakte zijn Heil (zijnen Zaligmaker) bekend : in het aanschijn der volken openbaarde Hij diens gerechtigheid. Alleluja, alleluja. f. Een geheiligde dag is voor ons opgegaan : komt, volken, den Heer aanbidden,want ;:rïSa su'l^ v lleluja. Begin van het H. Evangelie volgens Joannes In den beginne was het Woord, enz., zie blads. ii5. — Credo. Bij de Offerande 7? -i t5 JÏSCK5SSE "rtlS GutP"; dicium preparatie sedis tuEe" recht. Stil Gebed Heer heilis de offergaven door de nieuwe Door denzelfden Heer Jesus-Chnstus. Prefatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. Bij de Communie Vidérunt omnes fines Tot^^de^lhet terrse salutare Dei 110- g ^ ^ Zaligmaker) van stn- onzen God gezien (ge- 'kend). Na de Communie rnV,erl,f" ,ons' bjdden wij U, almachtige God, dat de vandaag geboren Zaligmaker Ïhh ?rt ' glhjk Hij de oorsProng is onzer goddelijke geboorte, zoo ook de Gever zij van het onsterfelijk leven. Die leeft en heerscht. Laatste Evangelie van Driekoningen, bladz. 280. V esper-Lofzang jesu redémptor '• J«u, Redémptor óm-l Verlosser jesus, Midd- rt' 1 • . Iaar' Heer' Quem, lucis ante origi- Wien met den Vader o ' hulde en eer Parem Patérnae glóriae» In 's hemels eeuwig heiligdom Pater suprémus édidit. Bereid was vóór nog 't licht ontglom, 'n^nde ^uas fundunt Gij zult de bede niet p ~ . . versmaan, Tu. per orbem sérvuli. Die wij tot uwen troon doen gaan. 3.Meménto,rerumCón. Uit zuivren Maagdedltor' schoot gebaard, S Nostri quod olim cór- Gedenk, dat ge onze 4 Broeder waart, P°Sacrata ab alvo Virgi- ln alles aan den mensch gelijk^ , nls c R^halve in 's werelds Nascéndo, formam Behg sumpseris. , Testatur hoe pree- Weêr breekt de jaar- 4' dag juichend aan, sensdies, r\:e de aard nieuw ler*nrrens Der anni cir* , V ven op deed gaan, culum, tv dae dat ge, onze Ouod solus e sinuPa- ue aag, " 6 > V I schuld ten zoen, , Rune astra, t.llu, U jubelt ..ri* =n lucht en zee, spomnequodcc,lojntjtdescheepslendom «3 auctórem no- ^d, dat U wordt T8Novo salütat cantico. 6. Et nos, be^ta J Shebt ons met uw ^ëigavit unda sanguinis, ^anjt Ktumom eeuNatalis ob diem tui ^daarom stijgt het Hymni tribütum sólvi- tereer'0nS mus. 7. Jesu, tibi sit glória, » Vadcr' Qui natus es de Virgi- Ons danklied op dit june' belfeest, Cum Patre et almo Spi- Gelijk het U is toebentu- . reid n sempitérna saecula. Van eeuwigheid tot Amen' eeuwigheid. Gezangen in den Kersttijd PARVULUS F1LTUS Parvulus fflius hódie Een klein Kind is ons h,wn r -et VOCa" heden Seboreni Het zal bitur Deus, Fortis. God, de Machtige ge- inoemd worden. hódie Hódie Christus natus Heden is Christus geboren; hódie Salvator appa- heden verscheen de Zai . ligmaker; hódie m terra canunt heden zingen Engelen Anpeh, laetantur Archan- op aarde (en) verblijden . .. . Zlch de Aartsengelen: céntes6 6 ant Just,-di- heden juichen de rechtpiA •* • . _ vaardigen en zeggen : alleluja.3 " S'S ^ hoogefaVeluj^0 ^ dies sanctificatus xifnobi:3"0^^1"8 iHÜ- Een ^heiIi^de is ,, f ' voor ons opgegaan • rZen^genteS' et ad°- komt, volkeren, den :, Heer aanbidden : , deSC6ndit Want heden is een groot maffna m tems : «cht op aarde verschf nen H«. d„=, ,«.» "«, op da..»J.|e <<<»>; Dómmus, Le=ft, —w-« in ea. QUEM VID1STIS PASTÓRES tes Dommum. |ioofden. tweede kerstdag 26 DECEMBER Feest van den heiligen Stephanus, Eersten Martelaar De H. StePhanus was een der 72 Leerlingen van Jesu^Hij werd door de Apostelen tot draken gewiid en belast met het uitdeelen van aalmoezen aan ZLZn t leezen. DU was ^nietz.ne^ taak, zooals blijkt uit «ju redetwist mfJeJ°^n Deze konden hem niet weerleggen, doch wreekten zich over de verwijten, welke hij hun def n fj™ hunne halsstarrigheid en den dood'van f^Je door hem met steenen dood te werpen. Hj • ^ eerste Bloedgetuige van Jesus Naam Le . daarom wordt zijn marteldood herdacht op dezen dag, den eersten na Jesus' Geboorte. Het begin der Mis Oedérunt principes, etIT /"orsten zaten neer en vJ advérsum me loque- V spraken tegen mij bantur: et iniqui perse- ■ (kwaad over mij) en slechcuti sunt me, adjuva mejte menschen vervolgden Dómine Deus meus, quia mij : help mij, Heer, mijn servus tuus exercebatur God, want uw dienaar oe. in tuis justificatiónibus. fende zich in uwe wetten Ps. Beati immaculati in (overwoog uwe geboden) via : qui ambulant in lege Ps. Zalig de onbevlekteii iJómini. f. Glória Patri. — op den weg (dezes levens); Sederunt. zij die wandelen op (vol¬ gens) de wet des Heeren. Glorie zij den Vader. — Vorsten. Gebed Geef ons, bidden wij U, Heer, dat wij navolgen, hetgeen wij vieren; dat wij leeren, ook onze vijanden te beminnen; want wij vieren den geboortedag (1) van hem, die voor zijne vervolgers heeft gebeden tot JesusChristus, uwen Zoon, Die leeft en heerscht. 2de Gebed van Kerstmis, bladz. 246. (1) Geboortedag wordt dikwijls genoemd de sterfdag der Heiligen, omdat zij op dien dag voor den hemel als freboren zijn. Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen In die dagen deed Stephanus, die vol genade en kracht was, wonderen en belangrijke teekenen onder het volk. Eenigen nu ui de Synagoge der vrijgelatenen, C^n®rs' e Alexandriërs, en van hen, die van Cylici cn Azië waren, stonden op, en redetwistten met Stephanus ; doch zij konden niet wede staan aan de wijsheid van den H. Geest, waarmede hij sprak. Als zij dit hoorden, barstte hun hart (van woede) en kna^seJ^" den zij tegen hem. Maar hij, van den H.Geest vervuld, zag ten hemel op. aanschouwde de heerlijkheid Gods, en Jesus, die ter rechter hand van God stond. En hij zeide: Ziet ik zie den hemel geopend, en den Zoon des menschen staan aan de rechterhand Gods zij echter schreeuwden luide, stopten de ooren dicht en vielen gelijk op hem aan. Zij sleurden hem dan buiten de stad en steenigden hem; en de getuigen legden hunne klee deren aan de voeten van een jongeling, Saulus genaamd. En zij steenigden Stephanus, die bad en zeide : Heer Jesus. onlang mijn geest. Geknield riep hij nog met luide stem uit: Heer, reken hun deze zonde nie aan. Nadat hij dit gezegd had, ontsliep hij in den Heer. Graduale Sedérunt principes, et Vorsten zaten neer en adversum me loqueban- spraken tegen mij : en tur : et iniqui persecüti slechte menschen versunt me. Adjuva me, volgden mij. <é. Help mij Uomine Deus mens: sal- Heer, mijn God: behoud vum me fac propter mi- mij om uwe barmhartigsericórdiam tuam. heid. " Alleluja, alleluja, v. Vi- Alleluja, alleluja. *. Ik deo ccelos apértos, et zie den hemel geopend en Jesum stantem a dex- Jesus staan ter rechtertris virtütis Dei. Allelü- hand der kracht Gods, (in Ja' de grootste macht en heerlijkheid). Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Indien tijd zeide Jesus tot de Schriftjeeerden en Pharizeeên : Ziet, ik zend tot u Profeten. Wijzen en Schriftgeleerden: en eenigen van hen zult gij dooden en kruisigen, anderen van hen in uwe Sj'nagogen geeselen en van stad tot stad vervolgen ; opdat over u kome al het rechtvaardig bloed, dat op aarde vergoten is, van het bloed van den rechtvaardigen Abel af tot het bloed van Zacharias. den zoon van Barachias, dien gij gedood hebt tusschen den tempel en het altaar. Voorwaar, zeg Ik u, dit alles zal dit geslacht overkomen. Jerusaem, Jerusalem, dat de Profeten vermoordt en hen steenigt, die tot u gezonden zijn : hoe menigmaal heb Ik uwe kinderen willen verzamelen, gelijk eene henharekuikensonder hare vleugelen ; doch gij hebt niet gew lid . Ziet, uw huis zal u woest verlaten worden. Want Ik zeg u : Gij zult Mij niet weer zien, totdat gij zult zeggen: (Christus erkennen) Gezegend zij Hij, die komt in Naam des Heeren. Bij de Offerande Eleeérunt Apóstoli Sté- De Apostelen kozen den phanum levitam, plenum leviet (i) Stephanus (een Stil Gebed Aanvaard, Heer, onze offers °m gedachtenis uwer Heiligen, opdatw.j to godsvrucht onschuldig mogen worden^ge j zij door het lijden tot de heerhjkhe^ zijn ge komen. Door onzen Heer Jesus-Christus. 2dc stil Gebed van Kerstmis, bladz. 249. Prefatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. (1) Leviet wordt genoemd, die wel eene H. Wijding, doel» niet die des Priesterschap* ontvangen heeft.^ 17 Bij de Communie Video coelos apértos, et Ik zie den hemel geJesum stantem a dextris opend, en Jesus staan aan virtütis Dei: Dómine Je- de rechterhand der kracht su, accipe spiritum meum, Gods : Heer Jesus, ontet ne statuas illis hoe pee- vang mijnen geest en recatum- ken hun deze zonde niet aan. Na de Communie Laat, Heer, de genuttigde Geheimen ons helpen, en door de voorspraak van den H. Martelaar Stephanus, ons door voortdurenden bijstand versterken. Door onzen Heer Jesus-Christus. 2dc Gebed van Kerstmis, bladz. a5o. Feest van den heiligen Joannes, Apostel en Evangelist 27 DECEMBER Zeer zinrijk plaatste de H. Kerk den feestdag van den H. Joannes op dezen dag. Ka den Martelaar, de maagdelijke Heilige. De H. Joannes en zijn broeder Jacobus de Meerdere, verlieten alles en volgden Christus bij gelegenheid der wonderbare vischvangst van Petrus, waarvan zij getuigen waren. Joannes, de jongste der Apostelen, muntte boven de andere uit in deugd, wijsheid, voorzichtigheid, vooral echter in zuiverheid van harte, waarom hij verdiende den Koning des hemels tot vriend te hebben. Hij was dan ook de « welbeminde » Leerling des Heeren, die in het laatste Avondmaal op 's Heeren Hart mocht rusten. Onder het Kruis stond Joannes met Maria, de Moeder van Jesus. Aan hem schonk Jesus zijne Moeder en in hem ons allen tot kinderen aan Maria. Na de Verrijzenis werd aan Joannes KleinAzie aangewezen, om daar het geloof te verkondigen. Hij vestigde zich te Ephese, werwaarts de H. Maagd hem volgde. Joannes schreef het leven en den dood des Verlossers, en wordt daarom Evangelist genoemd. Ook de openbaringen, waarmede God hem begunstigde, heeft hij nagelaten in het bock « Apocalvpsis » d.i. Openbaring. Joannes is de eenige der twaalf Apostelen, die niet ah martelaar gestorven is, maar 'wordt toch martelaar genoemd, omdat hij zeer veel voor den Naam van Jesus heeft te lijden gehad. In den hoogen ouderdom van Q4 jaren stierf hij te Ephese in het honderdste jaar na Christus' Geboorte. Het begin der Mis IN médio Ecclésise apé- ' I "E midden der Kerk ruit os ejus : et implé- 1 (der geloovigen) heeft vit eum Dómitius spiritu hij den mond geopend: en sapiéntise et intelléctus : de Heer heeft hem verstolam glóriae induit eum. vuld met den geest van Ps. Bonum est confitéri wijsheid en verstand : Dómino, et psallere nó- hem met roem bekleed. mini tuo, Altissime. jr. Glória Patri. — ln médio. Ps. Goed is het den Heer te loven en uwen Naam lof te zingen, o Allerhoogste. V. Glorie zij den Vader. — Te midden. Gebed Bestraal goedgunstig uwe Kerk, o Heer; opdat zij, verlicht door de leeringen van den H. Joannes, uwen Apostel en Evangelist, tot de eeuwige goederen moge geraken. Door onzen Heer Jesus-Christus. 2'ie Gebed van Kerstmis, bladz. 246 ; 3de van den H. Stephanus, bladz. 254. Lezing uit het Boek der Wijsheid Lof der Wijsheid. Die God vreest zal het goede doen ; en die de rechtvaardigheid (rechtschapenheid) bezit, zal de wijsheid krijgen. En zij (de wijsheid) zal hem te gemoet paan, als eene verheerlijkte moeder. Zij zal hem voeden met het brood des levens en des verstands en hem laven met het water der heilzame wijsheid; en hij zal er door gesterkt worden en niet wankelen. Zij zal hem steunen en hij zal niet beschaamd gemaakt worden, zij zal hem bij zijnen evenmensch verheffen en te midden der vergadering zal hij zijnen mond openen; zij zal hem vervullen met den geest der wijsheid en des verstands en hem met roem bekleeden. Zij zal een schat van genot en vreugde over hem doen komen en hem een eeuwigen naam doen erven. Graduale Exiit sermo inter fratres, quod Discipulus ille non móritur; et non dixit Jesus : Non móritur. je. Sed : Sic eum volo manére donec véniam: tu me séquere. Alleluja, alleluja. ï'.Hic est Discipulus ille, qui testimónium' pérhibet de his : et scimus, quia verum est testimonium ejus. Alleluja. Onder de broeders (apostelen) ging de spraak, dat deze Leerling niet zou sterven; maar Jesus zeide niet: Hij zal niet sterven. V. Doch *. Zóó wil Ik, dat hij blijve, totdat Ik kome : volg gij Mij. Alleluja, alleluja, Jr. Deze is die Leerling, die hiervan getuigenis geeft; en wij weten dat zijn getuigenis waarachtig is. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd zeide Jesus tot Petrus : \ olg Mij. Petrus, zich omkeerend, zag dien Leerling volgen, dien Jesus beminde, die ook in het avondmaal aan zijne borst gerust en gezegd had : Heer, wie is hij, die U verraden zal? Toen Petrus dezen zag, zeide hij tot Jesus : Heer, maar wat zal (met) dezen geschieden ? Jesus sprak tot hem : Zóó wil Ik, dat hij blijve, tot Ik kom, wat gaat u dat aan ? Wat u betreft, volg Mij. De spraak ging dan tusschen de broeders, dat die Leerling niet zou sterven. Doch Jesus zeide niet tot hem : Hij zal niet sterven; maar : Zóó wil Ik, dat hij blijve totdat ik kom; wat gaat u dat aan ? Deze is die Leerling, die hiervan getuigenis gegeven en dit geschreven heeft, en wij weten, dat zijn getuigenis waarachtig is. — Credo. Bij de Offerande Justus ut palma floré- De rechtvaardige zal bit : sicut cedrus, quae bloeien als een palmboom: in Libano est, multiplica- als een ceder op den Libitur. banon zal hij wassen. Stil Gebed Neem, Heer, de gaven aan, welke wij U opdragen op den feestdag van hem, op wiens voorspraak wij hopen verlost te worden. Door onzen Heer. 2de Stil Gebed van Kerstmis, bladz. 249; 3de van den H. Steplianus, bladz. 257. Prafatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. Bij de Communie Exiit sermo inter fra- Onder de broeders ging tres, quod Discipulus ille de spraak dat deze Leernon móritur. Et non dixit ling niet zou sterven ; Jesus : Non móritur, sed : maar Jesus zeide niet: Hij zal niet sterven, doch zóó wil Ik dat hii bliive tot¬ dat lk kome. Sic eum volo manére do> nee véniam. Na de Communie Door deze hemelsche Spijs en Drank verkwikt, bidden wij nederig, Heer onze God, dat wij door zijne gebeden mogen geholpen worden, ter wiens gedachtenis wij die heb' ben genuttigd. Door onzen Heer. 2de Gebed van Kerstmis, bladz. 25o; 3de van den H. Stephanus, bladz. 258. Feest der HH. Onnoozele Kinderen 28 DECEMBER De allereersten, die niet door te streken, maar door te sterven den pas geloren Verlosser loofden, waren de Onnoozele Kinderen. Koning Herodes had van de Drie Koningen gehoord, dat de Koning der Joden geboren was. Vreezend voor zijn troon, veinsde hij Dien willen te aanbidden, doch zon op middelen om zich van Hem te ontdoen. Hij liet dan alle kinderen, die jonger dan twee jaren waren, in Bethleliem en den geheelen omtrek vermoorden. Jesus echter ontsnapte, doordat een Engel Jozef in den slaap waarschuwde en deze de vlucht nam met Hem en zijne Moeder. Het begin der Mis Ex ore infantium, De- T TiTden mond der kinus, et lacténtium per- W deren en zuigelingen fecisti laudem propter ini- hebt Gij, o God, uwen lof micos tuos. Ps. Dómine volmaakt, om wille uwer Dóminus noster: Quam vijanden (om hen te beadmirabile est Nomen tu- schamen). Ps. Heer, Heer, um in univérsa terra ! onze God: hoe wonderlijk f. Gloria Patri. — Ex is uw Naam over het geore. heele aardrijk, y. Glorie zij den Vader. — Uit den mond. « Gloria in excélsis » alleen als dit feest op Zondag valt. Gebed O God. wiens lof de onschuldige Martelaren heden niet door te spreken, maar door te sterven verkondigd hebben; versterf in ons alle kwade neigingen, opdat onze zeden ook het geloof uitdrukken, dat onze tong belijdt. Door onzen Heer. 2dc Gebed van Kerstmis, bladz. 246; 3"'e van den H. Stephanus, bladz. 224; 4de van den H. Joannes, bladz. 260. Lezing uit het Boek der Openbaring van den H. Apostel Joannes In die dagen zag ik het Lam staan op den berg Sion. en met Hem honderd vier en «SS ouderlingen: en memandkondatUed °t op"aarde slecht — D» zend.dievanop a g b t I|ï=S SS%£ ionder v,ek zii° *" voor den troon van God. Graduale Anima nostra,sicut pas- ^"^^usch uit den "■"T 't "JSS i» Sr »• D= venantium. t- La1"e"s t ik is „ebroken, en wij contritus est, et nos ontkomen ; onze berati sumus : adjutónum zij des „ostrum in Nómine Dom, hulp .» m « ^ ^ ni, qui fecit ccelum et ter- Heere heeft. ram' . „ ion- Alleluja, alleluja, f. Km- Alleluja, alleluja. >.Lau AU J . den Heer; date, püeri, Dóminum; lau-| deren, date Nomen Dómini. Al-1 prijst den Naam des HeelelüJ'a- Iren. Alleluja. Als Onnoozele Kinderen niet op Zondag valt, wordt het Graduale alleen gezegd, zonderAlleluj a, enz., en in plaats daarvan het volgende: Tractus Effudérunt sanguinem Als water werd het Sanctórum, velut aquam, bloed der Heiligen verin circüitu Jerüsalem. f. Et goten in den omtrek van non erat qui sepeliret. Jerüsalem. >-. En er was Vindica, Dómine, san- niemand om hen te beguinem Sanctórum tuó-igraven. i>. Wreek, Heer rum, qui effüsus est super!het bloed uwer Heiligen' terram. I dat op aarde is vergoten. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd verscheen de Engel des Heeren aan Jozef in zijnen slaap, en zeide hem : Sta op. neem het Kind en zijne Moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar, tot ik het u zegge. Want het zal gebeuren, dat Herodes het Kind zoekt om Het te dooden. Hij dan, opstaande, nam des nachts het Kind en zijne Moeder en trok naar Egypte; en hij bleef daar tot den dood van Herodes : opdat vervuld werd, wat de Heer door den Profeet voorzegd had : Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen. Herodes nu, ziende dat hij door de Wijzen misleid was, werd zeer vertoornd, en hij zond er af, om in Bethlehem en de ge- heele omstreek alle kinderen te dooden, van. twee iaren en daaronder, volgens den tijd. dTen S van de Wijzen had uitgevorscht. Toen werd volbracht hetgeen oor |ssfs wil niet getroost worden, omdat zij er meer zijn. — Credo. Bij de Offerande Anima nostra, sicut pas-1 Gelijk eene musch « ser erépta est de laqueo onze ziel de StT en wij tritus esi, ei Lm,'t ontkomen, sumus. 1 J Stü Gebed O Heer dat het liefelijk gebed uwer Hei- ,,s°, "ï — on.breke, opda, d, gaven U altijd aangenaam eap.e altijd uwe vergeving verwerven. Door onze Heer. „de H. Joannes, bladz. 262. Prefatie der Geboorte van Christus, bladz. roo. Bij de Communie Vox in Rama audita | Eene stem is in Rama est, ploratus et ululatus : gehoord, geween en geRachel plorans fïlios su- kerm : Rachel beweent os, et nóluit consolari, hare kinderen, zij wil niet quia non sunt. getroost worden, omdat zij er niet meer zijn. Na de Communie Wij hebben. Heer, de heilige Offergaven ontvangen; geef, dat zij ons door de gebeden der Heiligen te gelijk geven onderstand voor het tegenwoordige en toekomende leven. Door onzen Heer. 2de GebeH van Kerstmis, bladz. 25o ; 3dc van den H. Stephanus, bladz. 258; 4* van den H. Joannes, bladz. 263. Zondag onder het Octaaf van Kerstmis (1) Het begin der Mis T~\um médium siléntium *T*erwijl diepe stilte lag -L' tenérent ómnia, et 1 over alles, en de nacht nox in suo cursu médium de helft van hare baan iter habéret, omnipotens doorloopen had (te midSermo tuus, Dómine, de dernacht) daalde uw alcoelis a regalibus sédibus machtig Woord, o Heer, venit. Ps. Dóminus re- uit den hemel van koninkgnavit, decórem indütus lijke zetels neder. Ps. De (1) Deze Mis wordt gelezen den 30 December, wanneer geen Zondag voorkomt tussclieu Kerstmis en Nieuwjaar. est: indtitus est Döminus ^^êrbe^. fortitüdinem, et Pr$c^* d ih met krachten om- se. V. Gloria Patri. - Dum de zich ^ ? Glorie zjj médium. |jen Vader. - Terwijl. Gebed Almachtige eeuwige delingen naar uw dienen^vervloed^g « »i» >» werken. Die leeft en heerscht. SS't;£*hH. Onnoozele Kin*- ren, bladz. 264. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Pau.us L g aan de Galaten n, pude Wet ms als een voogd over de Joden, 'cZdZ'ZC "j, dn*, tor». lost en vrijgemaakt. Broeders: Zoolang een erfgenaam «toto- jT-ghii ookeigenaar van alles ; want hij is WlaatBt^^^-'^ïrSS Zóó waren ook wij (de Joden) nog minderja- Tig zijnde, dienstbaar aan de eerste beginselen van onderwijzing dezer wereld. Maar toen de volheid des tijds kwam, zond God zijnen Zoon, geboren uit eene vrouw, aan de wet gehoorzaam, om hen die onder de wet waren, vrij te maken opdat wij allen de aanneming tot kinderen Gods zouden verkrijgen. Omdat gij dan kinderen zijt, heeft God den geest zijns Zoons in uwe harten doen nederdalen, die roept: Abba. Vader. Nu is hij (de christen) dus geen knecht meer, maar zoon : indien (hij) zoon (is), dan ook door God erfgenaam. Graduale Schoonheid, lie ftalligheid en kracht der Menschheid van Gods Zoon. Speciósus forma prae Schoon in gedaante zijt fïliis hóminum, diffüsa est Gij boven alle menschengratia in labiis tuis. f. E-. kinderen : lieftalligheid is ructavit cor meum ver- over uwe lippen uitgebum bonum; dico ego stort. v. Mijn hart heeft ópera raea Regi : lingua dit lied ontboezemd, ik mea calamus scribae ve- spreek mijne gezangen lóciter scribéntis (ter eere van) den Koning uit. Mijne tong is als de pen van een schrijver, die snel schrijft. (Zóó wordt mijne tong tot lofgezang door den H. Geest bewogen.) Alleluja, alleluja. ï\ Dó- Alleluja, alleluja, f. De minus reenavit, decórenrlHeer heerscht, en heelt induit : induit Dóminus zich met luister bekleed, fortittidinem, et praecinxit de Heer heeft zich me ÏStuk-i. ssü-sfiss Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd waren Jozef en Maria, de Moeder van Jesus. vol bewondering over dit wat van Hem gezegd werd. En Simeon zegende hen en sprak tot Maria zijne Moeder : Zie, Deze is gesteld tot ondergang, en tot opstanding van velen in Israël, en tot eenteeken, dat zal tegengesproken worden ; en door uwe ziel zal een zwaard gaan, zoodat uit vele harten de gedachten openbaar worden. En daar (in den tempel) was ook de profetes Anna, eene dochter van Phanuel uit den stam Aser : deze was ver gevorderd in dagen en had van hare jeugd af zeven jaren met haren man geleefd. En zij was eene weduwe van vier en tachtig jaren, zij ging niet uit den tempel, maar diende God nacht en dag door vasten en bidden..Deze nu. op hetzelfde uur daar komend, looide den Heer. en sprak over Hem tot alle^ '® de verlossing van Israël verwachtten. Toen zij dan alles volgens de wet des Heeren na gekomen waren, keerden zij terug naar Galilsea, naar hunne stad Nazareth. En Kind wies op en werd gesterkt, vol van w ijs heid: en de genade des Heeren was in Hem. — Credo. Bij de Offerande « Deus firmavit, » zie bladz. 244. Stil Gebed Geef, bidden wij U, almachtige God, dat de gave die wij voor de oogen uwer goddelijke Majesteit hebben opgedragen, ons moge verwerven de genade van oprechte godsvrucht, en eene zalige eeuwigheid in ons uitwerke. Door onzèn Heer Jesus-Christus. 2de Stil Gebed van Kerstmis, bladz. 249; 3de van den H. Stephanus, bladz. 257 ; 4dc van den H. Joannes, bladz. 262; 5de der HH. Onnoozelc Kinderen, bladz. 267. Prafatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. Bij de Communie Tolle Ptierum et Ma- Neem het Kind en zijne trem ejus, et vade in ter- Moeder, en ga naar het ram Israël: defïincti sunt land van Israël: want zij, enim qui quserébant ani- die het Kind naar het lemam Püeri. ven stonden, zijn gestor¬ ven. Na de Communie Mogen. Heer, door deze Geheimen, onze zonden gedelgd en onze rechtmatige ver- langens vervuld worden. Door onzen Heer Jesus-Christus. 2de Gebed van Kerstmis, bladz. 25o; 3dc van den IL Stephanus, bladz. 258; 4de van den H. Joannes, bladz. 263 ; 5de der HH.Onnoozele Kinderen, bladz. 268. Feest der Besnijdenis des Heeren I JANUARI De Besnijdenis was een uitwendig teeken der oude Wet en een afbeeldsel van het Doopsel waardoor de mensch van dien tijd tot het uitverkoren volk van God gerekend werd, gelijk nu door het Doopsel tot de H Kerk van Christus. Op dezen, den achtsten dag na de Geboorte, werd aan den Verlosser de Naam Jesus gegeven. Het begin der Mis « Puer natus est, » zie bladz. 246. Gebed O God, die de gaven der eeuwige zaligheid door de maagdelijke vruchtbaarheid der gelukzalige Maagd Maria aan het menscheliik geslacht hebt geschonken, geel ons, bidden wij, dat wij hare voorspraak voor ons mogen gevoelen, door wie wij verdiend hebben, den Gever des levens te ontvangen, 18 Jesus-Christus uwen Zoon, onzen Heer. Die met U leeft en heerscht. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan Titus Zeer beminde: De genade van God, enz., zie lladz. 238. Graduale « Vidéruni omnes, » zie bladz. 248. Alleluja, alleluja. jï\ Mul- Alleluja, alleluja, v. Natifarie olim Deus loquens dat God eertijds op velerpatribus in Prophétis, no- lei wijzen tot onze voorvissime diébus istis locü- vaders gesproken had tus est nobis in Filio. AI- door de Profeten, heeft lelüja. Hij ten laatste, in deze da¬ gen tot ons gesproken door zijnen Zoon. Allelu ja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd, nadat de acht dagen verloopen waren, dat het Kind besneden moest worden, werd zijn Naam Jesus genoemd, zooals Het genoemd was door den Engel, voordat Het in den schoot ontvangen werd. — Credo. Bij de Offerande « Tui sunt casli, » zie bladz. 249. Stil Gebed O Heer, nu Gij onze offers en gebeden hebt aanvaard, bidden wij U, dat Gij ons ook door de hemelsche Geheimen willet reinigen en genadiglijk verhooren. Door onzen Heer. Prtefatii der Geboorte van Christus, bladz. 100. Bij de Communie « Vidérunt omnes, » zie bladz. 249. Na de Communie Dat deze Communie, o Heer, ons zuivere van zonden, en op de voorspraak der heilige Maagd en Moeder Gods Maria ons aan de hemelsche hulpmiddelen deelachtig make. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. Octaaf van den heiligen Stephanus 2 JANUARI Dezelfde Mis als bladz. 253, uitgenomen het volgende : . . . Gebed Almachtige, eeuwige God, die de eerstelingen der Martelaren door het bloed van den H. Leviet Stephanus hebt geheiligd; geef, bidden wij U, dat voor ons als voorspreker optrede hij, die den Heer Jesus- Christus ook voor zijne vervolgers gebeden heeft. Die met U leeft. Octaaf van den heiligen Joannes 3 JANUARI Dezelfde Mis als bladz. 258. — Pr af at ie der Apostelen, bladz. 175. — Credo. Octaaf van de HH. Onnoozele Kinderen 4 JANUARI Dezelfde Mis als bladz. 263. Vigilie van Driekoningen Dezelfde Mis als bladz. 268, zonder de Gedachtenissen, met het volgend Evangelie : Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd, als Herodes gestorven was, zie, dan verscheen een Engel des Heeren in Egypte aan Jozef in den slaap, die zeide: Sta op, en neem het Kind en zijne Moeder, en ga naar het land van Israël; want zij, die het Kind naar het leven stonden, zijn gestorven. Hij stond dan op, nam het Kind en zijne Moeder, en kwam in het land van Israël. Toen hij echter hoorde, dat Archelaüs in Judea regeerde in plaats van diens vader Herodes, vreesde hij derwaarts te gaan ; in den slaap ingelicht zijnde, trok hij naar de landstreken van Galilaea, kwam wonen in de stad, Nazareth genaamd; zoodat vervuld werd, hetgeen door de Profeten voorzegd was : Hij zal Nazareeër genoemd worden. Indien het Zondag is, zegt men het Credo. Feest van Driekoningen 6 JANUARI Aldus wordt deze dag meer algemeen genoemd, marde Verschijning des Zaligmakers aan drie Wijzen of Koningen, welke of heden plaats had. « Epiphania Domini », « Verschijning' des Heeren » wordt deze dag ook genoemd, ontda halve deze ver schijning van den Zoon Gods 1° aan de Heidenen, de H. Kerk ook bijzonder twee andere verschijningen van Christus herdenkt, namelijk : 20 zijne verschijning of openbaring a s God aan zijne Leerlingen in liet eerste wonder, dat Hij wrocht op de bruiloft te Cana, en verschijning of openbaring van Zich Zeiven aan de Joden, toen Hij Zich door Joannes tn den Jor- daan deed doopen. , In al de gebeden en plechtigheden van dezen dag wordt hoofdzakelijk gewag gemaakt van de eerste Verschijning aan de drie Koningen, omdat deze beteehent de roeping der Heidenen tot de kribbe, tot het ware geloof. Voor ons, afstammelingen der Heidenen is dus het Driekoningenfeest als 't ware een grooter feest dan Kerstmis. Daarom zingt zoo blijde heden de Kerk bij Het begin der Mis (1) Ecce advénit Domina- 'Vie, de Heer, de Heertor Dóminus : et re- I~j scher is gekomen, en gnum in manu ejus, et in zijne hand berust het potéstas, et imperium, rijk, de macht en de heerPs. Deus, judicium tuum schappij. Ps. O God, geef Regi da : et justitiam tu- aan den Koning uw ooram Filio Regis. ï\ Glória deel: en rechtvaardigheid Patri. — Ecce advénit. aan des Konings Zoon. Glorie zij den Vader. — Zie, de Heer. Gebed O God, die heden uwen Eeniggeboren Zoon door eene ster aan de Heidenen hebt bekend gemaakt, geef genadiglijk dat wij, die U reeds door het Geloof kennen, ook tot het aanschouwen van het aanschijn uwer heerlijkheid gebracht worden. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Profeet Isaïas De Profeet wekt de H. Kerk op tot blijdschap over (1) Deze Mis wordt gedurende het Octaaf iederen dag gelezen, behalve op Zondag onder liet Octaaf. de heerlijkheid des Heeren, welke in haar zal uitschitteren, terwijl velerlei volken tot haar zullen komen. Rijs op en word verlicht, Jerusalem, want uw licht is gekomen, en de heerlijkheid des Heeren is over u opgegaan. Want ziet. duisternissen zullen de aarde bedekken en verblindheid de volken; over u echter zal de Heer verschijnen en zijne heerlijkheid zal men in u zien. En de Heidenen zullen in uw licht wandelen en de koningen in den glans, die over u zal opgaan. Sla uwe oogen rondom u en zie : allen die verzameld zijn, komen tot u; uwe zonen zullen van verre komen, en uwe dochters van alle kanten opstaan. Dan zult gij het zien en overvloeien (van vreugde), uw hart zal verwonderd zijn en het zal zich uitzetten (van blijdschap) als de groote menigte, die langs de zee woont, zich tot u zal begeven; als de geweldige Heidenen tot u zullen komen. Uw land zal door een hoop kemelen overdekt worden, alsook door de dromedarissen van Madian en Epha : van Saba zullen allen komen, goud en wierook medebrengen en den lof des Heeren verkondigen. Graduale Omnes deSabavénient, Van Saba zullen allen aurum et thus deferéntes, komen, goud en wierook et laudem Dómino an- medebrengen, en den lof nuntiantes. ?. Surge, et illuminare, Jerüsalem, quia gloria Dómini super te orta est. Alleluja, alleluja, Vidimus stellam ejus in Oriénte, et vénimus cum raunéribus adorare Dóminum. Alleluja. des Heeren verkondigen. f. Rijs op en word verlicht, Jerüsalem; want de heerlijkheid des Heeren is over u opgegaan. Alleluja, alleluja. V". Wij zagen zijne ster in het Oosten, en zijn met geschenken gekomen om den Heer te aanbidden. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Toen, in de dagen van koning Herodes, Jesus te Bethlehem in Juda geboren was, ziet, toen kwamen Wijzen uit het Oosten te Jerüsalem aan en zeiden : Waar is de nieuwgeboren Koning der Joden? wij zagen zijne ster in het Oosten en zijn gekomen, om Hem te aanbidden. Toen de koning Herodes dit Koorde, werd hij ontsteld en geheel Jerüsalem met hem. Hij vergaderde dan al de opperpriesters en de schriftgeleerden des volks en onderzocht bij hen, waar de Christus zou geboren worden. Zij nu zeiden tot hem : Te Bethlehem in Juda: aldus toch is door den Profeet geschreven : En gij Bethlehem, land van Juda. zijt geenszins de minste onder de hoofdsteden van Juda: want uit u zal de Vorst voortkomen, die mijn volk Israël regeeren zal. Dan riep Herodes heimelijk de Wijzen bij zich en ondervroeg hen nauw- keurig omtrent den- ^^hen naar Bethleverschenen was; ij oekt naarstig ^ reSnd'en Ssgij Hetzult gevonden naar het Kind, en ais K j kome en vooruit, totdat zij b ml de ster plaats, waar het Kin ^ jrn ^et huis zagen, waren zij met Ma- binnSn?Moeder°n(te^ knielt men) en neder- SüSJS-d schatten geopend hadden dr g mirre. geschenken op ^«^^ïhu^ing ont- Toen zl^ ^Herodes terug te gaan, zijn vingen, met naar ne land zij langs een anderen weg na teruggekeerd. — Credo. Bij de Offerande Reges Tharsis et insu- JuUen ke mtinera offerent. „eschenken aanbieden : ges Arabum et Saba do- g , Jn n van Arabië na addücent: et adora- d Saba zuUen gaven bunt eum omnes reges en . alle komn- terrse, omnes gentes se benaarde zullen Hem vientei. aanbidden, alle volken |Hem dienen. Stil Gebed Wij bidden U, Heer, gunstig neer te zien op de gaven uwer Kerk, die niet meer be staan in goud wierook en mirre, maar in ffeskchtnff°Y e Z6lfd0 SaVen beteekend, geslachtofferd en genuttigd wordt, Jesus- Chnstus, uw Zoon onzen Heer, Die met U H^Gees,, God. ' » Praefatie van Driekoningen hi^ft 1S uafHjk waardiS en rechtvaardig, billijk en heilzaam, dat wij U, heilige Heer o^ri^^ CeUwige God' altijd en overal dankzeggen. Want als uw Eeniffffe- borene in onze sterfelijke natuur verschenen is, heeft Hij ons door het nieuw licht Ü? W ?,nf°rfelijkheid hers^eld. En daarom is het dat wij met de Engelen en Aartsengelen, met de Tronen en Heerschappijen, en met het gansche hemelsche Heirleger een lofzang tot uwe verheerlijking zingen door zonder ophouden te zeggen : Heilig, enz. Bij de Communie »«=— 'Hes™ asar Na de Communie Geef bidden wij U, almachtige God, dat ;; ml't een gezuiverd verstand mogen begrijpen de Geheimen, die wij plechtig gevie^hebben. Door onzen Heer jesus-Chns- *us' . i . , . Vesper—Lofzang CRUDÉLIS HERÓDES(l) r• Hpriides De- Herodes,wat woedt gij Crudelis Heródes, ue gn vreest voor uw kroon, urn . , . ^Yat kwelt u de komst Regem vemre qu.d ti- eeuwigen m Z°on? , Nonéripiimortili. ^ q» •«»"« i'-m- derant Trnhrarhten hem'toffer Stellam sequéntes pra, ver; viam: """""" op de bruiloft, te Cana. Zie bl*dz. 2,7. Lumen requirunt lümi- Zijn licht werd hun ne' licht, en, in 't harte vol- daan, Deum faténtur müne- Is elk wéér in vrede ten re' zijnent gegaan. 3. Lavacra pura gürgi- Het Lam zonder vleksr .... . ken heeft in den Jordaan . estis Agnus atti- Het Doopsel des Nieuwen Verbonds onderD . gaan, Peccata quae non détu- Opdat heel het menschlT ,, . , dom, gezuiverd van smet, rnnr drie wonderen Tribus miraculis orna- D luisterd de hei- tum diem san^tu"?, ,:„e dag dien wij vieren: mus: hódie stella Mag | te'rvoerde heden de duxit ad praesépium: hó- de krib; he- die vinum ex aqua J werdbijde bruiloft (te ctum est ad nüpUas; ho-den wera ^ ^ wijn yer. die in Jordane a anderd; heden wilde in Christus bapt^^vó , denJordaanchristusdoor ut salvaret nos.Aliemj ^ gedoopt worden, om ons te verlossen. Alleluja. Zondag onder het Octaaf van Driekoningen, of lste Zondag na Driekoningen De H. Kerk wekt ons op tot ware aanbidding van het Kind Jesus. Het begin der Mis « ,\a\ 1 /^vp een verheven troon TN excélso throno vid Q ;k een man geze1 sedére virum, quem W zag menigte der adórat multitudo Ang aanbad, door een- lór um, psalléntes in u- ^le zingen : Ziedaar num : Ecce Hem wiens heerschappij nomen est m ffitern ■ j ' „eroemd in eeuwigPs. Jubilate Deo, omm juicht, geheel de terra: servite Dóm.no inlheid. Fs. jmcn , B laetitia. v. Glória Patri. — In excélso. aarde, God toe: Dient den Heer met blijdschap. J'. Glorie zij den Vader. — Op een verheven troon. Gebed Begunstig, bidden wij U. Heer, de beden van uw volk met hemelsche goedgunstigheid, opdat zij kennen, hetgeen zij moeten doen. en kracht hebben, om ook te volbrengen, hetgeen ze kennen. Door onzen Heer. 2de Gebed van Driekoningen, bladz. 278. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Romeinen Hetgeen hier de H. Paulus zegt, is met anders aan de toepassing des christelijken geloofs op het christelijk leven. Broeders : Ik bid u bij de barmhartigheid van God, uwe lichamen op te dragen tot eene levende, heilige, Gode behaaglijke offerande, hetgeen is uw geestelijke eeredienst. Maakt u niet gelijkvormig aan de wereld; maar wordt hervormd door de vernieuwing van uwen geest; zoodat gij (proefondervindelijk) moogt weten, welke de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. Ik zeg dan door de genade, die mij gegeven is, tot eenieder van u : (wilt) niet hooger van u zeiven denken, dan het betaamt, maar met gematigdheid, en zóo, als God aan eenieder de mate des geloofs heeft toebedeeld. Want gelijk wij in één lichaam vele leden, maar alle leden niet dezelfde verrichting hebben, zóó zijn wij, velen, ook één lichaam in Christus, en elk afzonderlijk zijn wij leden van elkander; in Christus Jesus, onzen Heer. Graduale Benedictus Dóminus Geloofd zij de Heer, de Deus Israël, qui facit mi- God van Israël, die, H J rabilia raagna solus a alleen overgroote wondesseculo. f. Suscipiant mon- ren wrocht van eeuwigtes pacem pópulo tuo, et held % Dat de bergen colles justitiam. vrede brengen voor uw volk, en de heuvelen, gerechtigheid. Alleluja, alleluja. ï'. Ju- A11 e 1 uj a, alle 1 u j a. bilate Deo, omnis terra : t- Juich, geheel de aarde, servite Dómino in laetitia. God toe : dien den Heer Alleluja. met blijdschap. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Als Jesus twaalf jaren oud geworden was, en zij, volgens gewoonte van het feest, opgegaan waren naar Jerusalem, en na drie dagen terugkeerden, bleef het Kind Jesus te Jerusalem, en zijne ouders wisten het niet. Zij nu meenden, dat Hij in het gezelschap was, en gingen eene dagreize verder en zochten Hem onder de bloedverwanten en bekenden. Entoen zij Hem niet vonden, zijn zij teruggekeerd naar Jerusalem, om Hem te zoeken. En het gebeurde, dat zij Hem na drie dagen in den tempel vonden zitten te midden der leeraren, hen hoorende en ondervragende. Allen nu die Hem hoorden, waren verbaasd over zijne wijsheid en (wijze) antwoorden. En zij, Hem ziende, waren verwonderd. Zijne Moeder nu zeide tot Hem : Zoon, waarom hebt Gij zóó met ons gehandeld ? Zie, uw vader en Ik hebben U met droefheid gezocht. Maar Hij zeide tot hen : Waarom zocht gij Mij ? Wist gij dan niet, dat Ik met hetgeen mijn Vader betreft, moest bezig zijn? Zij echter begrepen niet hetgeen Hij hun zeide. Hij vertrok dan met hen, kwam te Nazareth en was hun onderdanig. En zijne Moeder bewaarde in haar hart al deze woorden. En Jesus nam toe in wijsheid, in jaren en in aangenaamheid bij God en bij de menschen. — Credo. Bij de Offerande Jubilate Deo, omnis terra, servite Dómino in laetitia : intrate in conspéctu ejus in exsultatióne, quia Dóminus ipse est Deus. Juicht, (volkeren van) geheel de aarde, God toe; dient den Heer met blijdschap ; treedt met gejuich voor zijn aanschijn, want de Heer zeifis God. Stil Gebed Het U opgedragen offer, Heer, make ons altijd levendig en versterke ons. Door onzen Heerr 2dc stil Gebed van Driekoningen, bladz. 282. Prefatie van Driekoningen, bladz. 282. Bij de Communie Fili quid fecisti nobis Zoon, waarom hebt Gij sic •> eeo et pater tuus zóó met ons gehandeld ? doléntes quserebamus te. Ik en uw vader hebben U Et quid est quod me met droefheid gezocht, quaerebatis ? Nesciebatis, En waarom hebt Gg Mij miia in his, quas Patris gezocht? wist Gij dan mei sunt, opórtet me es- niet, dat Ik met hetgeen m ' ' F mijn Vader betreft moest bezig zijn. Na de Communie Nederig bidden wij U, almachtige God, geef ons, die Gij met uwe HH. Sacramenten versterkt hebt, dat wij U ook met U welbehaaglijke zeden mogen dienen. Door onzen Heer. 2de Gebed van Driekoningen, bladz. 283. 3o 19 Octaaf van Driekoningen i3 JANUARI Op dezen dag wordt meer gevierd de verschijning van Jesns, o f de openbaring van zicli zeiven aan de Jodtn, zie bladz. 277. Dezelfde Mis als die van Driekoningen, bladz. 278, uitgenomen het volgende : Gebed God, Wiens eeniggeborene zich in de zelfstandigheid van ons lichaam heeft doen zien; verleen, bidden wij, dat wij, die Hem uitwendig aan ons gelijk erkennen, ook door Hem inwendig veranderd worden. Die leeft en heerscht. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd zag JoannesJesus tot zich komen, en zeide : Ziet het Lam Gods, ziet Hem. die de zonden der wereld wegneemt. Deze is Hij,vanWien ik gezegd heb : Een man kwam na mij (als mensch). die vóór mij geworden is : omdat Hij vóór mij was (als God). En ik kende Hem niet, maar opdat Hij bekend zou worden in Israël, ben ik gekomen met water doopend. En Joannes gaf getuigenis (van Hem) zeggende : Ik zag den Geest als eene duif van den hemel nederdalen, en rusten op Hem. En ik kende Hem niet, maar Die mij gezonden heeft, om met water te doopen, (God) Hij sprak tot mij: Hij, op Wiengij den Geest ziet nederdalen en op Hem rusten, Hij is het, die doopt met den H. Geest. En ik zag het en heb getuigenis afgelegd, dat Hij de Zoon Gods is. — Credo. Stil Gebed Wij brengen U, Heer, offeranden voor de verschijning van uwen geboren Zoon, en smeeken U nederig, dat Hij, de Gever onzer traven zijnde, ook zelf ze barmhartig aanneme, Jesus-Christus, onze Heer, Die met L en den H. Geest leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen. Na de Communie Wij bidden U, Heer, voorkom ons altijd en overal met uw hemelsch licht, opdat ■wij het Geheim, waaraan Gij ons hebt willen deel doen hebben, met zuiveren blik beschouwen en met waardige gesteltenis ontvangen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Feest van den heiligen Naam Jesus tweede zondag na driekoningen « Geen andere Naam is onder de zon gegeven, « waardoor wij moeten zalig worden », lezen we in de H. Schrift. Dat is de reden der feestvreugde van heden. Door eerbiedig het hoofd te buigen, als wij den H. Naam Jesus uitspreken of liooren, bewijzen wij dien eerbied altijd en overal. Zeer loffelijk en niet genoeg aan te bevelen is het godvruchtig gebruik, elkander te begroeten met: «Geloofd zij Jesus-Cliristus : In eeuwigheid. Amen. » De kracht van den H. Naam stelt ons de H. Kerk voor oogen, door alle gebeden te sluiten : « Door onzen Heer Jesus-Christus,» enz., volgens 's II eer en eigen woord: «Al wat gij in mijnen Naam zult vragen, zal u geworden.» Bovendien heeft de H. Kerk nog dit bij zonder feest ingesteld, opdat één machtig lof- en dankgebed zou ten hemel stijgen uit den mond van alle volken ter eere van dien Naam boven alle namen, en aller knieën zouden buigen in Jesus' Naam, zooals de H. Kerk zingt bij Het begin der Mis IN Nóraine Jesu omne! genu flectatur cceléstium, terréstrium, et infer-J nórum ; et omnis lingua confiteatur quia Dóminus Jesus Christus in gló- Voor den Naam Jesus moeten zich buigen de knieën van die in den hemel, op- en onder de aarde zijn : en iedere tong moet belijden, dat de Heer is™;»? ■ {-rat'-W den Naam. Gebed God, die uwen Eeniggeboren Zoon ge^eld hebt tot Verlosser van het menschelijk fee ïaoh,. e» Hem Jes.s heb, doe» noemen geef genadiglijk dat wij ook m ^emd h aanschijn aanschouwen van Hem, W iens heiligen Naam wij op aarde vereeren. denzelfden Heer Jesus-Chnstus. Gedachtenis van den tweeden Zondag na Driekoningen. Almachtige, eeuwige God, die1 alle ding Qr bestiert in den hemel en op.aard. ^ goedgunstig de beden van » j-)oor uwenvrede in onze dagen (des levens.. Door onzen Heer. Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen In die dagen zeide Petrus vervuld van den H Geest • Oversten des volks, en g j, ££££ wij heden geooIfe£» "orfen over de weldaad, aan een meken man bewezen, waardoor deze genezen is; weet dan gij, en het geheele J oodsche volk, dat deze daar gezond voor u staat in (door de kracht van) den Naam van onzen Heer Jesus-Christus, den Nazarener, Dien gij gekruist, maar God van de dooden heeft opgewekt. Deze is de steen, die, door u, bouwlieden, weggeworpen, tot hoeksteen is geworden ; en zaligheid is in geen anderen (naam mogelijk). Want er is geen andere naam onder den hemel aan de menschen gegeven, door welken wij moeten zalig worden. Graduale Salvos fac nos, Dómine, Deus noster, et cóngrega nos de natiónibus : ut confiteamur Nómini sancto tuo, et gloriémur in glória tua. f. Tu, Dómine, Pater noster et Redémptor noster; a saeculo Nomen tuum. Alleluja,alleluja. ï\ Laudem Dómini loquétur os meum, et benedicat omnis caro Nomen sanctum ejus. Alleluja. Heer, onze God, maak ons zalig, en kies ons uit de (heidensche) volken uit, opdat wij uwen heiligen Naam verheffen en ons beroemen op uwen lof. f. Gij, Heer, zijt onze Vader en Verlosser, van eeuwigheid is uw Naam. Alleluja, alleluja, t. Mijn mond zal den lof des Heeren spreken, en mochten alle menschen zijnen heiligen Naam prijzen. Alleluja. A7s dit feest na Septuagesima gevierd wordt, moet eerst het Graduale gezongen worden, doch Alleluja en *. Laudem weggelaten,en in de plaats daarvan deze Tractus Dómine Deus virtü- Heer God der Heirtum convérte nos, et krachten, bekeer ons, osténde faciem tuam, et toon ons uw aanschijn en salvi érimus : sonet vox wij zullen zalig zijn. moge tua in auribus meis. uwe stem in mijne ooren * Vox enim tua dulcis, klinken. % (Want) uwe et ftóes iua decóra ni- stem is liefelijk en uw aanmis "Oleum effüsum No- g e z i c h t bovenmate mpn tnum lesu: ideo a-schoon, f. Uw Naam, o dolescéntulse dilexérunt Jesus, is als uitgestorte aoLe olie, daarom hebben te' |maagdelijke harten U lief. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd. als de acht dagen, enz., zie bladz. 274. — Credo. Bij de Offerande DeusnmtusriftoSÏÏS ik^Sh^m^hS S^caho N loven en^ eeuwig Dómine 'su&vis ken, want Gij, Heer, zijt ™ is' es • et muit® mi- liefelijk en zachtmoedig , sericórdis omnibus invo- en groot zijt Gij Sbus», alleluja. Stil Gebed Allergenadigste God, geef dat uw zegen, die aan ieder schepsel kracht schenkt, ook het offer heilige, dat wij ter eere van den Naam van uwen Zoon, onzen HeerjesusChristus, U opdragen, opdat het aan uwe Majesteit zij een offer van lof en ons ter zaligheid voordeelig. Door denzelfden Heer. Gedachtenis van den houden Zondag na Driekoningen. Heilig, Heer, de aangeboden geschenken, en zuiver ons van de smetten onzer zonden. Door onzen Heer. Pmfatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. Bij de Communie Omnes gentes, quas-i cümque fecisti, vénient.etl adorabunt coram te, Dómine : et glorificabunt Nomen tuum : quóniam magnus es tu, et faciens mirabilia : tu es Deus solus, alleluja. Alle volken, die Gij geschapen hebt, zullen komen, en U, Heer, aanbidden, en zij zullen uwen Naam verheerlijken,want groot zijt Gij in de wonderen, die Gij wrocht; Gij alleen zijt God, alleluja. Na de Communie Almachtige, eeuwige God, die ons geschapen en verlost hebt, zie genadig neer op onze beden, en gewaardig U op het (heilzaam) offer, dat wij ter eere van den Naam uws Zoons, onzen Heer Jesus-Christus, aan uwe Majesteit hebben opgedragen, goedgunstig neer te zien en het welwillend aan te nemen, opdat wij, door de genade, welke ons door U is ingestort, onder den glorievollen Naam Jesus, den rechtsgrond onzer eeuwige voorbeschikking, ons verheugen dat onze namen in den hemel zijn aangeschreven. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. Gedachtenis van den tweeden Zoudflg na Driekoningen* Wij bidden U, Heer, laat de werking uwer genadekracht in ons toenemen, opdat wij door de goddelijke Sacramenten versterkt, door uwe genade bereid worden om te ontvangen. hetgeen ons door dezelve beloofd is. Door onzen Heer. Laatste Evangelie van den tweeden Zondag na Driekoningen : Vervolg van het H. Evangelie volgens Joanne8 In dien tijd werd er eene bruiloft gehouden te Cana in Galilsea, en de Moeder van Jesus was daar. Ook Jesus werd met zijne Leerlingen ter bruiloft genoodigü. En toen de wijn te kort kwam, zeide Jesus' Moeder tot Hem : Zij hebben geenen wijn meer. En Jesus sprak tot Haar: Vrouw, wat heb Ik met U ? Mijn uur is nog niet gekomen. De Moeder zeide tot de die- naars : Doet al, wat Hij u zeggen zal. Er waren nu zes steenen kruiken daar neergezet, overeenkomstig de zuivering der J oden, die ieder twee of drie maten inhielden. Jesus zeide hun : Vult de kruiken met water. En zij vulden ze tot boven. En Jesus zeide hun : Schept nu en brengt het den hofmeester. En zij brachten het. Als nu de hofmeester het water proefde, dat wijn geworden was, en hij niet wist, vanwaar het kwam (de dienaars, die het water geschept hadden, wisten het wel) riep de hofmeester den bruidegom en zeide hem : Ieder geeft eerst den goeden wijn, en als zij wel gedronken hebben, dan die minder is; gij echter hebt den goeden wijn tot nu bewaard. Dit eerste zijner wonderen heeft Jesus gedaan te Cana in Galilsea: Hij openbaarde zijne heerlijkheid en zijne Leerlingen geloofden in Hem. Vesper-Lofzang JESU, DULCIS MEMÓRIA i. Jesu dulcis memó- O Jesus, wiens gedachria, tenis Dans vera cordi gau- Mijn ziel reeds louter dia, blijdschap is, Sed super mei et óm- Wat zoete vreugde is nia hem bereid, Ejus dulcis prseséntia. Die juicht in uw aanwezigheid. 2. Nil canitur suavius, Geen liefelijker zangakkoord, Nil auditur jucündius, Geen klank wordt streelender gehoord, Nil cogitatur dülcius, Geen denkbeeld ooit meer wonderschoon Quam Jesus D®i Fili- Dan Jesus, Gods geus_ zalfde Zoon. 3 Jesu, spes pcenitén- Die boetenden ten hope tibus, strekt- Quara pius es peténti- Ubiddenden, tot vreug- bus I de wekt, Quam bonus te quse- O Jesus, welk een za- réntibus! ligheid Sed quid inveniénti- Is die U zoekt en vindt bus! bereid. 4. Nee lingua valet di- Geen taal, die 't opencere baren kan, Nee littera exprimere ; Geen spraak'meldt ooit het zoet er van, Expértus potest créde- Dat slechts de Christen re ondervindt, Quid sit Jesum dilige- Die Jesus en zijn Dienst re_ bemint. 5. Sis, Jesu, nostrum Wees Gij» 0 Jesus, onze gaudium, vreugd, Qui es futürus prsemi- Die 't eeuwig loon zult um ; zijn der deugd; Sit nostra in te gloria, In U zij onze roem alleen, Per cuncta semper sae-| Door aller eeuwen eeucula. Amen. l wen heen. Feest der H. Familie DERDE ZONDAG NA DRIEKONINGEN De H. Vader, Paus Leo XIII, heeft bij Breve van clcn 14 Juni iSgz eene Vereeniging ingesteld, welke den naam draagt van Alyemeene H. Familie, of godvruchtige Vereeniging van alle christelijke huisgezinnen, toegewijd aan de H. Familie van Nazareth. Alen moet de instelling dezer Vereeniging beschouwen als een hemelsche beschikking en uitnoodiging aan de ongelukkige maatschappij om troost te gaan zoeken en uitkomst bij dit eenvoudig, armoedig maar overgelukkig Huisgezin van Jesus, Maria en Jozef. Want de maatschappij heeft misdaan. Zij heeft haren Schepper en Heer miskend. Zij heeft zich met ontembaren drift geworpen op de goederen en genietingen der aarde en niets dan ontevredenheid en ellende gewekt, en wel in zoo hooge mate, dat zij thans geen raad weet 0111 zich zeiven te redden. Die raad nu wordt geboden aan de huisgezinnen, waaruit de maatschappij bestaat; de raad van zich te heeren tot het H. Huisgezin van Nazareth, zich naar dit hemelsch voorbeeld te vormen. Want dan zal het huisgezin die aangename, gelukkige kring worden, waarin man, vrouw en kinderen zich liefst bevinden. In de Mis, welke heden ter gedachtenis van de H. Familie wordt opgedragen, wordt de sMtvrmg" de beschreven, welke den Vader en de Moeder van dit H. Gezin vervulde; de Vader, de Moeder van den Gerechte te zijn; besloten met de verzuchting van David in den psalm, om ook te mogen wonen m die woontenten, die voorhoven des Heeren, den hemd op aarde. Het begin der Mis ffi V" lültet' qu'af génuft Te. móéder Wijde zijn, en z| nacuia , Heer ziin uwe woonten- tum: concupiscit et deficit nee , j • ■ in atria Dó- ten: mijne ziel haakt en anima mea _ ijkt yan verlangen G1 naar de voorhoven des Exsultet. Heeren. *. Glorie zij den Vader. - Verheuge zich. Gebed " Heer Jesus-Christus, die aan Maria en Jozef onderdanig waart, en het hivsel,.leven door onuitsprekelijke vootbeelu.n KeheiHgd hebt- geef dat wij door hun beider hulp in de voorbeelden van uw HeiUsGezinvoo- gelicht, eeuwig deelgenooten daarvan m gen worden. Gij, Die leeft en heerscht. Gedachtenis van den derden Zondag na Driekoningen. Almachtige, eeuwige God, zie genadig neer op onze zwakheid ; en strek uwe rechterhand uit te onzer bescherming. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Colosse Opdat geluk en vrede in een huisgezin lieersche, is ware godsdienstsin een noodzakelijk vereischte : Boven alles echter de liefde, waaruit van zelfs eerlied, gehoorzaamheid, voorkomendheid, genoegzaamheid voor- en jegens elkander voortkomen. Deze deugden, welke de Apostel verder laat volgen ; deze plichten, welke door hem nog aan ieder afzonderlijk : mannen, vrouwen, kinderen, dienstboden worden voorgehouden, laat de H. Kerk hier achter, als of ze zeggen wilde : dat volgt van zelfs, als een levendig en krachtdadig geloof de huisgenooten bezielt. En om datte verwerven, wordt gewezen op het woord Gods en het Gebed. Uitverkorenen door God, heiligen en welbeminden,doet (neemt) dan aan de ingewanden van barmhartigheid, welwillendheid, nederigheid, ingetogenheid, lijdzaamheid, waarmede gij elkander verdraagt en vergeeft, als de eene al iets tegen den anderen heeft: gelijk de Heer u vergeven heeft, zoo doet ook gij. Boven alles echter bezit liefde, die de band der volmaaktheid is. En de vrede van Christus hebbe in uwe harten de overhand waartoe gij in één lichaam geroepen zijt; en weest dankbaar. Het woord van Christus zij onder u overvloedig: onderricht en vermaant elkander wijselijk door psalmen. lofzangen, geestelijke liederen : zingt God met dankbare harten. Alle woord of werk wat ge verricht doet alles in den Naam (ter eere) van den Heer Jesus-Christus, om God en den Vader te danken door Hem. Graduale Unam pétii a Domino, Eene zaak heb ik den hanc requiram; ut inha- Heer gevraagd deze zal bitem in domo Dómini ik verkrijgen : dat ik moómnibus diébus vitse mese. ge wonen in het huis des T>. Beati qui habitant in Heeren al de dagen mijns domo tua, Dómine, in levens, f. Zalig zij, die SEecula saeculórum lauda- verblijven in uw huis . in bunt te. de eeuwen der eeuwen zullen zij U, o Heer, loven. Alleluja, alleluja. *. Ve- Alleluja, alleluja, re tu es Rex abscónditus, f. Waarlijk, Gij zijt de Deus Israël Salvator. Al- verborgen Koning, de leiüia God, Zaligmaker van Is¬ raël. Alleluja. Na Septuagesima Iaat men Alleluja en Vere weg, en zingt in de plaats daarvan : Tractus Hóstiam et oblatiónem Een offerdier of eene ofnoluisti, corpus autem ferande hebt Gij niet p;eaptasti mihi. >'. Holocau- wild, maar Gij hebt Mij stum et pro peccato non een lichaam geschonken, postulasti : tune dixi: Ec- V. Geen brand- of zoenofce vénio. j>. In capite li- fer voor de zonde hebt bri scriptum est de me, Gij geëischt: dan heb ik ut faciam, Deus, volunta- gezegd: Zie, Ik kom. v.Aan tem tuam. het hoofd van het boek (der Schriftuur) staat over Mij geschreven, dat Ik uwen wil volbrenge,o God. In den Paasclitijd alleen dit: Alleluja, alleluja. V. Be-j Alleluja, alleluja, f. Zaatus homo, qui audit me, lig de man, die naar Mij et qui vigilat ad foresj hoort, en die dagelijks aan meas quotidie, et obsér-;mijne deur waakt, en vat ad postes óstii mei. J wacht aan de posten mijAllelüia. S\ Vita nostra ner deur. Alleluja, t. Ons est abscóndita cum Chri- leven is met Christus in sto in Deo. Alleluja. God verborgen. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Als Jesus twaalf jaren oud geworden was, enz., zie bladz. 287. — Credo. Bij de Offerande Tulérunt Jesum paren- | Zijne ouders brachten tes ejus in Jerüsalem, utl&S den Heer op^e"/^sisterent eum Dómino. jHem den Heer op Stil Gebed Wii offeren U, Heer, een zoenoffer op, U onzen Heer Jesus-Christus. Gedachtenis van den derden Zondag na Driekoningen. Dat deze offerande, bidden wij U, Heer' ri.Ser op te dragen. Doo, onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. Bij de Communie IfecMIt J«~ -La J»™ yStïS ci,, ,, v«. erat sübditus ïUis. len w* Na de Communie Geef Heer, dat zij, die Gij met uwe Sacra. ' ,.prsterkt hebt, steeds de voorbeel de?uwer H. Familie navolgen, opdat zij m 20 het uur des doods, door de voorspraak van de roemrijke Maagd, uwe Moeder, en van den H. Jozef, verdienen door U in de eeuwige woontenten ontvangen te worden. Gij, die leeft en heerscht. Gedachtenis van den derden Zondag na Driekoningen. Heer, Gij die ons geeft zoo groote Geheimen te gebruiken, wij bidden U, dat Gij U gewaardigt te maken, dat wij waarlijk aan de uitwerkselen beantwoorden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Op het einde der Mis wordt het Evangelie van den derden Zondag na Driekoningen gelezen. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd, als Jesus van den berg was afgekomen, volgden Hem vele scharen ; en ziet, een melaatsche kwam Hem aanbidden en zeide : Heer, indien Gij wilt. Gij kunt mij zuiveren. En Jesus strekte zijne hand uit, raakte hem aan, en zeide : Ik wil, •word gezuiverd. En terstond werd zijne melaatsch-1 heid gezuiverd. En Jesus zeide hem : Zie toe, dat gij het aan niemand zegt. maar ga, vertoon u aan den priester, en draag de gift op, die Mozes geboden heeft, hun tot getuigenis. Als Hij nu binnen Capharnaüm kwam. na- derde Hem een hoofdman die Hem smette en zeide : Heer, mijn knecht ligt te nuis aan eene beroerte, en lijdt zware pijnen. En Jesus sprak tot hem: Ik zal komen enhem genezen. Maar de hoofdman antwöorddcen zeide • Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak ingaat; maar spreek slechts een woord, en mijn knecht zal genezen, worden Want ook ik ben een mensch onder gezag staande, die krijgsknechten onder mij heb; en ik «eg tot dese»: Ga, en8*«i » tot een anderen: Kom, en ln) komt, ento^ mijnen knecht: Doe dit en hij doet het Als Jesus dit hoorde, was Hij ve*wo^dery' Hii zeide tot hen, die Hem volgden \ oor waar, Ik zeg u: Ik heb in Israël zulk groot geloof niet gevonden. Doch Ik zeg u, velen van het Oosten en Westen zul en tornen (Heidenen) en met Abraham, Isaac en Jacob aanzitten in het rijk der hemelen maar dat de kinderen des rijks (deJoden) zullen uitgeworpen worden in duisternissen : daar zal geween zijn enknar sing der tanden. En Jesus sprak tot den hoofdman: Ga, en u geschiede gelijk Gij geloofd hebt. En de knecht is terzelfder uur gezond geworden. Feest van den heiligen Antonius, Abt 17 JANUARI Deze Heilige was in Egypte uit aanzienlijke christen ouders geboren. Na hunnen dood gaf hij al zijne goederen aan de armen, begaf zich naar de woestijn en leefde daar als kluizenaar : sliep op den grond, gebruikte niets dan brood met zout en water, en dit nog slechts na zonsondergang ; bovendien bracht hij soms twee dagen achtereen zonder voedsel door, en zeer dikwijls den nacht in het gebed. Dit alles had Antonius ondernomen op het hooren der woorden van Christus, welke hij tot zich gezegd achtte: « Als gij volmaakt wilt zijn, ga dan, verhoop alles wat gij bezit en deel het aan de armen uit. » Zeer veel had de H. Kluizenaar te lijden van de aanvallen des duivels, die onder allerlei gedaanten zich aan Hem en zijne Leerlingen vertoonde en hen kwelde. Onder andere in de gedaante van een varken, waarom Antonius wordt voorgesteld in plaat of beeld met een varken bij zich. Bij alle bekoringen en aanvallen beoefetide hij, wat hij zijne Leerlingen leerde: « Gelooft mij, sprak hij, de duivel vreest niets zoozeer als nachtwaken, gebed, vasten, vrijwillige armoede, barmhartigheid en nederigheid;'t meest echter eene brandende liefde tot Christus den Heer. Op een enkel Kruisteeken is hij ontwapend, en neemt hij de vlucht. » In den hoogen ouderdom van honderd en vijf jaren stierf Antonius, bij zijn leven en na zijn dood door vele wonderen verheerlijkt. Het begin der Mis /^vs justi meditabitur T"\e mond des rechtvaarO sapïéntiam, et Hn- D digen gua ejus loquétur judici- melden, en zqn * urn • lex Dei ejus in cor- gerecht.gheid spreken^ de ipsius. Ps. Noli aemu- de wet van zijnen God^ SuetliSS nietig om «den vooriniquitatem. G16ria Pa- spoed, de. noch tr, - Os justi. kwaaddoeners. >. Glorie zij den Vader.-De mond. Gebed Wij bidden U, Heer, dat de voorspraak van den H. Abt Antonius ons aanbevele, op dat wj door zijne bescherming vertogen L.geen wij door eigen verdienste,> »eO.™ nen verwerven. Door onzen Heer Jesus Christus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Bemind bij God en de menschenen zijn aandenken is gezegend. God hee*.hem a luister gelijk gemaakt aan de Heiligen en hem groot gemaakt door de wees, vijanden voor hem gevoelden, °ok hee« j door zijn woord de wonderteekenen doen ophouden. Hij heeft hem verheerlijkt in het aanschijn der koningen en voor al het volk hem zijne bevelen gegeven en hem zijne heerlijkheid doen zien. Om zijn geloof en zachtzinnigheid heeft Hij hem aan zijnen dienst gewijd en hem onder allen uitgekozen. Hij heeft hem zijne stem doen hooren en hem doen treden in de wolk, (waarin Gods majesteit zich vertoonde). En Hij gaf hem mondeling zijne geboden, en de wet des levens en der wetenschap. Graduale De H. Antonins, door God met vele genaden voorkomen, begiftigd en verheerlijkt. D ó m i 11 e, praevenisti eum in benedictiónibus dulcédinis; posuisti in capite ejus corónam de lapide pretióso. Vitam pétiit a te, et tribuisti ei longitüdinem diérum in sseculum saeculi. Alleluja, alleluja, i•. Justus ut palma florébit; sicut cedrus Libani multiplicabitur. Alleluja. Heer, Gij hebt hem voorkomen met zoete zegeningen : Gij zettet op zijn hoofd eene kroon van kostbare gesteente, y. Om het leven heeft hij U gebeden : en Gij hebt zijne dagen verlengd voor eeuwig en altijd. Alleluja, alleluja. ï\ De rechtvaardige zal bloeien als een palmboom; toenemen als een ceder op den Libanon. Alleluja. Na Septuagesima laat men Alleluja met f. « Justus » weg, en men zegt in de plaats dezen Tractus Beatus vir qui timet. Zalig de man, die den ~ nimh^t ÏegXtn Zl in terra èrit semen verheet. V. Machtig zal ejus • generatio rectórum zijn zaad (zijne volgehnhenedicétur. v. Glória et gen) op aarde zijn. het gedomo ejus : et slacht der rechtvaardige. justitia ejus manet in sa, £*£$^££1 culum sseculi. 'zyn \J zijn; en zijne rechtvaardigheid zal immer (ongerept) blijven. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Zuiverheid en goede werken worden verstaan door het omgorden der lendenen en de brandmde fakkels Deze beoefende de H. Antomus geheel ~yn Venen ™ steeds bereid te ^er,Zoo^ ook wij die steeds betrachten, om altijd gereed zijn voor den dood, die onverwacht komt. In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Laat uwe lendenen omgord, en u^e lampen brandende in uwe handen zijn. Ln ziit gij gelijk aan menschen, die hunnen heer verwachten, als hij va» de hru.loft terugkeert, opdat, als hij komt en kiopt zij hem terstond opendoen. Zalig zijn di enstknechten, welke de heer, als hij komt wa kende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u, hij zal zich omgorden, en hen doen aanzitten, en heen en weergaande, hen dienen. En of hij komt in de tweede nachtwake, en of hij komt in de derde nachtwake (onverwachts) en hij het alzoo vindt; zalig zijn die dienstknechten! Weet echter dit: Indien de vader des huisgezins wist, op welk uur de dief zou komen, hij zou zeker waken en niet toelaten. dat zijn huis werd ondergraven. Zijt ook gij bereid ! want op het uur, waarop gij het niet vermoedt, zal de Zoon des menschen komen. Bij de Offerande Desidérium anima: ejus tribuisti ei, Dómine, et voluntate labiórum ejus non fraudasti eum : posuisti in capite ejus corónam de lapide pretióso. Den wensch zijns harten hebt Gij hem gegeven, en hem niet beroofd van de begeerte zijner lippen (met zijne lippen afgebeden): Gij hebt op zijn hoofd eene kroon van kostbaar gesteente geplaatst. Stil Gebed Wij bidden U, Heer, dat de H. Abt Antonius afsmeeke, dat de offers, die wij op uwe altaren gelegd hebben, tot ons heil strekken. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie Fidélis servus et pru- Getrouwe en voorzichdens, quera constituit dó- tige dienaar, dien de Heer minus super familiam stelde over zijn huisgezin, suam, ut detillisin tém- om hun ten rechten tijd de pore tritici mensüram. maat tarwe (de aan hem toekomende belooning) te geven. Na de Communie Heer, moge met het ontvangen Sacrament ons ook de voorspraak van den H. Antonius, Abt, beschermen; opdat wij de bewijzen zijner vriendschap ondervinden en de voorbede zijner tusschenkomst gevoelen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Feest van Petrus' Stoel te Rome l8 JANUARI De H. Kerk viert heden feest ter gedachtenis aan de belangrijke gebeurtenis, dat de H. Petrus zijn zetel te Rome gevestigd heeft. Rome werd daardoor de moeder van alle volkeren, de hoofdstad, het middelpunt van Christus' Rijk op aarde, het vaderland der christenheid, waarin allen zich als kinderen en burgers thuis gevoelen. Zien wij buiten de Katholieke Kerk, dan valt overal opstand en scheuring waar te nemen, omdat daar een middelpunt ontbreekt, werwaarts zij zich wenden kunnen. Danken wij heden God, die ons in Petrus en zijne opvolgers, de Pausen van Rome, dat middelpunt der éénheid schonk. En bidden wij, dat wij de eenheid des geloofs en ook die der liefde mogen verkrijgen en bewaren door onze aanhankelijkheid en gehoorzaamheid aan het Hoofd der H. Kerk. Het begin der Mis « Statuit ei Dominus, » zie bladz. 187. Gebed God, die den H. Apostel Petrus de sleutels van het rijk der hemelen gegeven, en hem de opperpriesterlijke taak van te binden en te ontbinden geschonken hebt, verleen, dat wij door de hulpizijner voorbede van de banden onzer zonden bevrijd worden. Die leeft en heerscht. Gedachtenis van den H. Paulus O God, die de menigte der Heidenen door de prediking van den H. Apostel Paulus onderwezen hebt; geef, bidden wij U, dat wij bij U de bescherming van hem ondervinden, wiens gedachtenis wij vieren. Gedachtenis der H. Prisca, Maagden Martelares. Geef, bidden wij U. almachtige God, dat wij den geboortedag (1) der H. Maagd en Martelares Prisca vierende, ons op haar jaarfeest verheugen, en voordeel doen met haar voorbeeld van geloof. Door onzen Heer Jesus-Christus. Eerste Brief van den H. Petrus, Apostel Petrus, Apostel van Jesus-Christus, aan de uitverkoren vreemdelingen der verstrooiing (verspreid buiten Palestina) in Pontus, Galatië, Cappadocië, Asië, Bythinië, volgens de Voorzienigheid van God den Vader, tot heiliging door den H. Geest, tot gehoorzaamheid en besproeiing met het Bloed van Jesus-Christus (geroepen): Dat genade en vrede in u toenemen. Gezegend zij God en (n. 1.) de Vader van onzen Heer Jesus-Christus, die in zijne groote barmhartigheid ons hersteld heeft tot levendige hoop (op verrijzenis) door de verrijzenis uit de dooden van Jesus-Christus , tot een onvergankelijk, onbevlekt, immer jeugdig erfdeel, dat in den hemel aan u is voorbehouden, die door Gods genade bewaard wordt ter zaligheid door het geloot, welke (u) bereid is en op het einde der tijden (u) geopenbaard zal worden. Gij zult dan opspringen van vreugde al moet gij u nu een weinig bedroeven in verscheidene beproe- (1) d. i. sterfdag : geboortedag voor den hemel. vingen, opdat uw geloof beter dan goud I dat door vuur beproefd wordt) gekeurd worde tot lof en glorie en eer bij de verschijning van Jesus-Christus onzen Heer. Graduale Op Petrus en zijne opvolgers passen de Koorden van den Psalmist: Exaltent eum in ecclé-| Zij (de geloovigen)moesia plebis, et in cathedra'ten Hem verheften in de seniórum laudent eum. bijeenkomst (kerk) des f. Confiteantur Domino volks, en hem loven op misericórdiae ejus, et mi-! den zetel der ouderlingen, rabilia ejus filiis hómi- v. Dat (zij) den Heer loven num. |(om) zijne barmhartighe¬ den, en (om) zijne wonderdaden, (welke Hij) voor de kinderen dermenschen ; (gewrocht heeft). Vóór Septuagesima zegt men na den Graduale: Alleluja, alleluja. Tu es Petrus, et super hanc petram aedificabo Ecclésisiam meam. Alleluja. Alleluja, alleluja, t. Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik mijne Kerk bouwen. Alleluja. Na Septuagesima laat men Alleluja met f. «Tu es Petrus, » weg, en men zegt in de plaats dezen Tractus Tu es Petrus, et super I Gij zijt Petrus, en op hanc petram aedificabo]deze steenrots zal Ik mij- Ecclésiam meam. t. Et portte inferi non prsevalébunt advérsus eam: et tibi dabo claves regni coelórum. Quodcümque ligaveris super terram, erit ligatum et in coelis. f. Et quodcümque sólveris super terram, erit solütum et in coelis. ne Kerk bouwen, f. En de poorten (machten) der hel zullen haar niet overweldigen : en Ik zal ude sleutels van het rijk der hemelen geven. *. Wat gij gebonden zult hebben op aarde, zal gebonden zijn in den hemel. j>. En wat gij ontbonden zult hebben op aarde, zal ontbonden zijn in den hemel. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheus Verhaal der grootste daad uit Petrus1 Apostelschap : zijner belijdenis der Godheid van Christus„ In dien tijd kwam Jesus in de omstreken van Csesarea van Philippus, en Hij ondervroeg zijne Leerlingen, zeggende : Wie zeggen de menschen, dat de Zoon des menschen is' Zij nu zeiden : Eenigen zeggen : Joannes de Dooper, anderen Elias. sommigen Jeremias of een der Profeten. Jesus zeide hun : Wien zegt gij dan dat Ik ben ? Simon-Petrus rraf het antwoord, zeggende : Gij zrjt Christus, de Zoon van den levenden God. Jesus antwoordde en zeide : Zalig gij, Simon, zoon van Jonas, want geen vleesch en bloed (geen mensch) heeft u dit geopenbaard, maar mijn Vader, die in den hemel is. En Ik zeg u : Gij zijt Petrus, en op deze steénrots zal Ik mijne Kerk bouwen, en de poorten der hel zullen niets tegen haar vermogen. En Ik zal u de sleutels van het rijk der hemelen geven. En hetgeen gij gebonden zult hebben op aarde,zal gebonden zijn in den hemel; en hetgeen gij ontbonden zult hebben op aarde, zal ontbonden zijn in den hemel. — Credo. Bij de Offerande Tu es Petrus, et super Gij zijt Petrus, en op hanc petram aedificabo deze steenrots zal Ik mijEcclésiam meam : et por- ne Kerk bouwen. En de tae inferi non praevalé- poorten der hel zullen bunt advérsus eam : et haar niet overweldigen : tibi dabo claves regni en Ik zal u de sleutels van coelórum. het rijk der hemelen ge¬ ven. Stil Gebed Wij bidden U, Heer, dat het gebed van den Apostel Petrus de gebeden en offeranden uwer Kerk aanbevele, opdat ons vergeving verwerve hetgeen wij vieren tot zijne glorie. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Paulus Heilig. Heer, de gaven van uw volk door de beden van uwen Apostel Paulus, opdat hetgeen U aangenaam is, omdat Gij zelf het ingesteld hebt, U aangenamer worde door de ondersteuning van hem die f met ons) smeekt. Gedachtenis der H. Prisca Wij bidden U, Heer, dat dit offer hetwelk wij U opdragen ter viering van den geboortedag uwer Heiligen, de boeien onzer bedorvenheid slake en ons de gaven uwer barmhartigheid verleene. Door onzen Heer. Prafatic der Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie Tu es Petrus, et super Gij zijt Petrus, en op hanc petram aedificabo deze steenrots zal Ik mijEcclésiam meam. ne Kerk bouwen. Na de Communie Het opgedragen offer, Heer, verblijde ons; opdat wij, gelijk wij U in uwen Apostel Petrus wonderbaar roemen, door hem in ruime mate vergeving van U verwerven. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Paulus Geheiligd door uw heilzaam Geheim, bidden wij U, Heer, dat het gebed van hem ons niet ontbreke, door wiens bescherming Gij ons gegeven hebt geleid te worden. Gedachtenis der H. Prisca Van uwe heilrijke Geheimen voorzien, smeeken wij U, Heer, dat wij door hare gebeden geholpen worden, wier plechtigen feestdag wij vieren. Door onzen Heer. Feest der H. Agnes, Maagd en Martelares 21 JANUARI De H. Agnes was de dochter van een der eerste familiën van Rome en werd om hare rijkdommen en bevalligheid door verscheidene jonge lieden van aanzienlijken huize ten huwelijk gevraagd. Haar antwoord luidde steeds, us.t zij hare maagdelijkheid had gewijd aan een hemelse.voor menschen 011zichtbaren Bruidegom. Uit wraak over deze weigering, klaagden lu;rc minnaars haar aan, dat zij christin was. Agnes luisterde niet naar de beloften en vleierijen, wcIke de rechter haar deed. Evenmin maakten op hair indruk de folteringen, welke te har er pijniging werden aangebracht. Dan werd de jeugdige Maagd in een bordeel gevoerd, om hare zuiverheid te doen schipbreuk lijden. God beschermde haar op wonderbare wijze : niemand kon of durfde haar naderen. Eindelijk werd zij veroordeeld om onthoofd te worden, en ontving aldus de dubbele kroon van maagdelijkheid en van het martelaarschap, als zij nog nauwelijks dertien jaren telde. — Zoo kiest God het zwakke der wereld, om de sterken te beschamen. Volkomen fassert de woorden in den mond der Maagd-Martelares, die de H. Kerk gebruikt hij Het begin der Mis Me exspectavérunt i \e zondaren hebben peccatóres, ut pér- LJ op mij geloerd, om derent me : testimónia mij in het verderf te stortua, Dómine, intelléxi : ten : ik heb, Heer, «we omnis consummatiónis vi- getuigenissen begrepen : di finem : latum manda- (n.1.) ik heb aan alle (mentum tuum nimis. Ps. Be- schelijke) volmaaktheden ati immaculati in via, qui een einde gezien : (maar) ambulant in lege Dómini. oneindig ver reikt uwe y. Gloria Patri. — Me ex- wet. Ps. Zalig zij die onspectavérunt. besr.et zijn op den weg (des levens) die volgens de geboden des Heeren wandelen. Glorie zij den Vader. — De zondaren. Gebed Almachtige, eeuwige God, die het zwakke der wereld uitkiest om al het sterke te beschamen ; geef genadiglijk, dat wij, die den plechtigen feestdag der H. Maagd en Martelares Agnes vieren, hare bescherming bij U mogen ondervinden. Door onzen Heer JesusChristus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Ik dank U. Heer. Koning, enz., zie bladz. 182. 21 30 Graduale Diffüsa est gratia in Bevalligheid is over labiis tuis : proptérea be- uwe lippen verspreid ; nedixit te Deus in aetér- daarom zegende de Heer num. Jf. Propter verita- u in eeuwigheid. S'. Om tem, et mansuetüdinem, wille uwer waarheid, en et justitiam : et dedücet zachtzinnigheid, en gete mirabiliter déxtera rechtigheid en zal zijne tua. rechterhand u wonder¬ baarlijk leiden. Alleluja, alleluja. Quin- Alleluja, alleluja. j»\ Vijf que prudéntes virgines wijze maagden namen oaccepérunt óleum in va- lie in hare kruiken en hasis suis cum lampadibus : re lampen: te middernacht média autem nocte cla- ontstond een geroep : mor factus est : Ecce Ziet, de bruidegom komt: sponsus venit; exite ób- gaat Christus den Heer te viam Christo Domino, gemoet. Alleluja. Alleluja. Na Septuagesima laat men Alleluja met f. Quinque weg, en men zegt in de plaats dezen Tractus Veni, sponsa Christi, Kom, Christus' bruid, accipe corónam quam ti- ontvang de kroon, die de bi Dóminus praeparavit Heer u in eeuwigheid bein aetérnum, pro cujus reid heeft; voor wiens amóre sanguinem tuum liefde gij uw bloed gestort fudisti. f. Dilexisti justi- hebt. v. Gij hebt de getiam, et odisti iniquita- rechtigheid lief gehad en tem; proptérea unxit te de ongerechtigheid geDeus, Deus tuus, óleo haat; daarom zalfde u lcetitiae prae consórtibus God, uw God met vreug- tuis. V. Spécie tua et de-olie boven uwe deelgepulchritüdine tua inténde, nooten. f. Ga uit met uwe próspere procédé, et re- bevalligheid en schoongna. heid, treed voorspoedig voort, en heersch. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 184. Bij de Offerande « Afferéutur Regi, » zie bladz. i85. Stil Gebed Ontvang, Heer, genadiglijk de offers, die wij U brengen; en slaak de boeien onzer zonden door de voorspraak der H. Agnes, uwe Maagd en Martelares. Door onzen Heer. Gewone Prafatie, bladz. i33. Bij de Communie Quinque prudéntes vir- De vijf wijze Maagden gines accepérunt óleum namen olie in hare kruiin vasis suis cum lampa- ken mede bij hare lamdibus : média autem no- pen : doch te middernacht cte clamor factus est: Ec- werd er een geroep gece sponsus venit: exite hoord : Ziet, de bruideóbviam Christo Dómino. gom komt: Gaat uit, Christus den Heer te gemoet. Na de Communie Door hemelsche spijs en drank verkwikt, smeekenwij U, onzen God, nederig, dat wij beschermd mogen worden door de gebeden van haar, ter wier gedachtenis wij die genuttigd hebben. Door onzen Heer. Feest der Verloving van Maria en Jozef 23 JANUARI De kerkelijke feestviering ter herinnering aan de echtelijke verbintenis van Maria wet Jozef werd het eerst verspreid door de Orde van den H. 1- ranciscus; Paus Benedictus XIII strekte die in 1725 tot de gelieele christenheid uit. De verloving der H. Moedermaagd wordt in de Evangeliën van Mattheüs en Lucas slechts terloops aangeduid. Eene vrome, niet van gezag verstoken legende, verhaalt, dat de H. Jozef door een mirakel werd aangewezen als bruidegom voor Maria. Zijne roede zou onder die van alle viedegereclitigden tot Maria's hand gebloeid hebben. De inzegening van het huwelijk had bij de Joden gewoonlijk plaats tien of twaalf maanden na de verloving. Welke pen vermag de schoonheid en lieftalligheid van dit onvergelijkelijk bruidspaar te beschrijven, dat op de verhevenste wijze den huwelijksband met de maagdelijkheid vereenigde en het huwelijk door eeuwige kuischheid heiligde ? Zoo kan ook het huwelijk van eiken jongeling, van elke jongedochter zijn. Bij een braaf en zuiver leven van de vroegste jeugd, zal God ten bekwamen tijde de geschikte persoon aanwijzen. Dat dan u, o bruidegom, o bruid, geen oogenblik uit de gedachten ga de tijd der verloving van Maria met Jozef. Zij zijn uw voorbeeld; zij zullen ook uwe helpers en beschermers zijn', en met God u voorbereid hebbend tot het huwelijk, zult Gij ook met God het huwelijk aangaan en beleven ; zult gij, gelijk Maria en Jozef, één zijn van hart en ziel, onder den zegen en de leiding van Gods Vaderhand, zoowel het kwade als het goede in vrede en tevredenheid aannemen en samen deelen. Daarom gij, die tot het huwelijk meent geroepen te zijn, overweeg ernstig deze gebeurtenis, en bid heden vurig tot de Toonbeelden van jongelieden, van verloofden, van gehuwden, welke deH. Kerk voorhoudt. Het begin der Mis Salve, sancta Parens, enixa puérpera Regem : qui ccelum terramque regit in ssecula sseculórum. Ps. Eructavit cor meum verbum bonum : Dico ego ópera mea Regi. v. Glória Patri. — Salve. Wees gegroet, heilige Moeder, die den Koning gebaard hebt, welke hemel enaarde beheerscht in de eeuwen der eeuwen. Ps. Mijn hart heeft dit goed woord (lied) ontboezemd : Ik spreek mijne zangen (ter eere des) Konings uit. Glorie zij den Vader. — Weesgegroet. Gebed Wij bidden U, Heer, schenk uwen dienaren de gaaf der hemelsche genade, opdat zij, voor wie het baren der Maagd het begin hunner zaligheid is geweest, door het plechtig vieren harer Verloving meerderen vrede mogen ontvangen. Door onzen Heer. Lezing uit het Boek der Wijsheid De Heer bezat Mij bij het begin, enz., zie bladz. 194. Graduale Benedicta et venera- Gezegend en eerbiedbilis es,Virgo Maria : quae, waardig zijt Gij, o Maagd sine tactu pudóris invén- Maria, die, zonder verhinta es Mater Salvatóris. dering uwer zuiverheid, y. Virgo Dei Génitrix, bevonden zijt Moeder des quem totus non capit or- Verlossers, f. Maagd en bis, in tua se clausit vi- Moeder Gods, Hij, Dien scera factus homo. het gansche aardrijk niet bevatten kan, heeft zich, mensch geworden, in uwen schoot besloten. Alleluja, alleluja. Fe- Alleluja, alleluja. ?•. Gelix es, sacra Virgo Maria, \ lukkig Gij, o heilige Maagd et omni laude dignissima : Maria en aller lof waarquia ex te ortus est sol digst: dewijl uit U de Zon justitise, Christus Deus der gerechtigheid, Chrisnoster. Alleluja. jtus, onze God, is opge¬ gaan. Alleluja. Na Septuagesima laat men Alleluja met f. Felix es weg, en men zegt in de plaats dezen Tractus Gaude Maria Virgo, Verblijd U,o Maagd Macunctas haereses sola in- ria, die alleen alle ketteteremisti. y. Quae Gabri- rijen hebt verwonnen, élis Archangeli dictis cre- f. Die het woord van den didisti. V. Dum Virgo'De- Aartsengel Gabriël hebt um et hominem genuisti, geloofd. V. Bij het baren et post partum Virgo invi- van den Godmensch, hebt olata permansisti. f. Dei gij uwe maagdelijkheid Génitrix intercéde pro niet verloren, en na zijne nobis. Geboorte zijt Gij de On¬ bevlekte Maagd gebleven. f. O H. Moeder Gods,wees onze Voorspreekster. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Toen nu Maria, de Moeder van Jesus, enz., zie bladz. 233. — Credo. By de Offerande Beata es, Virgo Maria, Zalig Gij, o Maagd Maquae omnium portasti Cre- ria, die den Schepper van atórem: genuisti qui te alles gedragen hebt : Gij fecit, et in aetérnum pér- hebt Hem voortgebracht, manes Virgo. Die U schiep, en eeuwig blijft Gij Maagd. Stil Gebed De menschheid uws Eeniggeborene. Heer, kome ons ter hulp; opdat Hij, Die van de Maagd geboren, de maagdelijkheid zijner Moeder niet heeft gekrenkt maar geheiligd, op de feestviering harer Verloving ons van onze zonden zuiverende, onze offerande aan U aangenaam make. Door onzen Heer Jesus-Christus, Die met U leeft. Prafatie der H. Maagd, bladz. 197. Bij de Communie Beata viscera Maria; Zalig het lichaam der Virginis quse portavérunt Maagd Maria, dat den aetén.i Patris Filium. Zoon des eeuwigen Vaders gedragen heeft. Na de Communie Wij hebben, o Heer, de Sacramenten ontvangen, die jaarlijks op dit feest worden opgedragen, geef, bidden wij, dat ze ons dienen tot hulpmiddelen voor het tijdelijk en eeuwig leven. Door onzen Heer Jesus-Christus. Feest der Bekeering1 van den H. Paulus 25 JANUARI De Bekeering van den H. Paulus wordt in hei Epistel dezer Mis uitvoerig verhaald. Dat niemand wanhope aan zijne bekeering, maar ook doe Kat Paulus deed: medewerken met de genade. Dan zal hij met Paulus kunnen zeggen : Het begin der Mis Scio cui crédidi, et eer- Tk weet aan wien ik mij tus sum, quia potens 1 heb toevertrouwd en est depósitum meum ser- ik ben zeker, dat Hij, de vare in illum diem, ju- rechtvaardige Re«*er, stus judex. Ps. Dómine, mijn pand (desgeloofs zal probasti me et cognovi- bewaren tot dien dag (des sti me : tu cognovisti oordeels). Ps. Heer, Oij sessiónem meam et re- hebt mij beproefd en gesurrectiónem meam. kend (kent mij door en y Gloria Patri. — Scio cui door). Gij kent mijn zitten crédidi en opstaan, (al mijn doen en laten). v. Glorie zij den Vader. — Ik weet. Gebed God, die de geheele wereld door de prediking van den H. Apostel Paulus onderwezen hebt; geef ons, bidden wij U, dat wij, die heden zijne Bekeering vieren, door zijne voorbeelden, tot U mogen naderen. Door onzen Heer. 2de Gebed van den H. Petrus, bladz. 3i4Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen In die dagen ging Saulus, nog bedreigingen en moord ademend tegen de Leerlingen des Heeren, tot den hoogepriester, en verzocht van hem brieven (om) naar Damascus (te gaan) aan de Synagogen, opdat, als hij eenigen van dezen weg (sekte) mannen 01 vrouwen vond, hij hen geboeid naar Jerusalem zou voeren. En als hij de reis deed, gebeurde het, dat hij Damascus naderde : en plotselings omstraalde hem een licht van den hemel. En ter aarde vallend, hoorde hij eene stem, die tot hem zeide : Saulus, Saulus, waarom vervolgt gij Mij ? Hij zeide : Wie zijt Gij, Heer? En Deze : Ik ben Jesus, Dien gij vervolgt; het is u hard achterwaarts tegen den prikkel te slaan. (1) En bevend en ontroerd zeide hij : Heer, wat wilt Gij, dat ik doe? En de Heer zeide tot hem : S*ta op, ga in de stad, en daar zal u gezegd worden, wat gij moet doen. De mannen nu, die hem vergezelden, stonden verstomd, dat zij wèl eene stem hoorden, maar niemand zagen. Saulus stond dan op van den grond, en als hij zijne oogen (oogleden) opendeed zag hij niets. Zij leidden hem bij de hand en brachten hem in de stad Damascus. En hij was daar drie dagen, niet ziende; en hij at niet, en dronk niet. Er was nu te Damascus een Leerling des Heeren, met name Ananias : en de Heer zeide tot hem in een gezicht: Ananias ! En hij zeide : Zie, Heer, hier ben ik. En de Heer sprak tot hem : Sta op en ga (1) Gij kunt slechts 11 zeiven schaden, als gij u verzet; gelijk het dier, dat achterwaarts tegen den prikkel inslaat, zich zeiven wondt. in de straat, die de Rechte heet, en vraag in het huis van Judas naar een Tarsenser, Saulus geheeten; want zie : hij bidt. (En hij zag een man, Ananias genaamd, binnenkomen, hem de handen opleggen, opdat hij het gezicht zou terugkrijgen). Ananias antwoordde echter : Ik heb over dien man van velen gehoord; hoeveel kwaad hij aan uwe heiligen (celoovigen) te Jerusalem berokkend heeft, en deze heeft volmacht van de opperpriesters, om allen in boeien te slaan, die uwen Naam aanroepen. De Heer zeide hem echter : Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijnen Naam te brengen aan Heidenen, koningen en de kinderen Israels. Want Ik zal hem laten zien, hoeveel hij voor mijnen Naam moet lijden. En Ananias ging heen en trad het huis binnen en, hem de hand opleg gend, zeide hij: Broeder Saulus, mij heeft gezonden de Heer Jesus. die u verschenen * op den weg, langs welken gij kwaamt, opdat gij zoudt zien en vervuld worden van den H. Geest. En aanstonds vielen er als schubben van zijne oogen, en hij kreeg het gezic e rug; en opstaande werd hij gedoopt. En als hij voedsel genomen had, werd hij versterkt. En hii bleef eenige dagen met de Leerlingen die te Damascus waren En terstond predikte hij in de Synagogen Jesus. dat deze de Zoon Gods is. Allen nu, die hem hoorden. stonden verbaasd en zeiden: Is deze het niet, die in Jerusalem hen uitgeroeid heeft, die dezen Naam aanriepen; en (is hij) niet daarom naar hier gekomen, om hen geboeid naar de opperpriesters te brengen ? Doch Paulus nam meer en meer in kracht toe, en weerlegde de Joden, die in Damascus woonden (hun) stavend, dat Deze de Christus is. Graduale Qui operatus est Pe- Hij, die met Petrus in het tro in apostolatum, ope-Apostelschap gewerkt ratus est et mihi inter heeft, heeft ook met mij gentes : et cognovérunt onder de Heidenen medegratiam Dei, quae data gewerkt; en zij kenden est mihi. $■. Gratia Dei de genade Gods, die mij in me vacua non fuit: gegeven is. fr. De genade sed gratia ejus semper in Gods was niet ledig (zonme manet. der uitwerking) in mij : maar zijne genade blijft altijd bij mij. Alleluja, alleluja. ï. Ma- Alleluja, alleluja. ï\ De gnus sanctus Paulus, vas H. Paulus is een groot electiónis, vere digne est uitverkoren werktuig,wel glorificandus, qui et mé- waardig dat hij verheerruit thronum duodécimum lijkt wordt, en die verpossidére. Alleluja. diend heeft den twaalfden zetel in te nemen. Na Septuagesima laat men Alleluja met f. Magnus weg, en men zegt in de plaats dezen Tractus Tu es vas electiónis, | H. Apostel Paulus, gij sancte Paule Apóstole, zijt een uitverkoren werkvere digne es glorifican- tuig en wel waardig verdus it Praedicator veri- heerlijktte worden, y. (Gij tatis et doctor géntium zijt) de Prediker der waarin fide et veritate. V.Per heid en de Leeraar der te omnes gentes cogno- volken in het geloof en vérunt gratiam Dei. Mn-'de waarheid. % Door u tercéde pro nobis ad hebben alle volken Gods Deura, qui te elégit. genade leeren kennen p. Spreek voor ons bij God, die u verkoren heeft. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd zeide Petrus tot Jesus : Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd; wat zal (van) ons dan worden? Jesus zeide tot hen • Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte (opstanding) als de Zoon des menschenop den stoel zijner Majesteit zal gezeten zijn, (dat dan) gij op twaalf zetels zult gezeten zijn en de twaalf stammen Israels zult oordeelen. En (zoo zal) ieder, die zijn huis, of broeders of zusters, of vader, oi moeder, of vrouw of kinderen, of akkers om mijnen Naam verlaat, honderdvoudig terug ontvangen en het eeuwig leven bezitten. — Credo. Bij de Offerande « Mihi (intern nimis, » zie bladz. 174- 1 I Stil Gebed Heilig, Heer, de gaven, enz., zie bladz. 3i8. 2dc Stil Gebed van den H. Petrus, bladz. 318. Prafatie der Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie Amen dico vobis, quod Voorwaar, zeg Ik u, dat vos, qui reliquistis ómnia, gij, die alles verlaten hebt et secüti estis me, cén- en Mij zijt gevolgd, hontuplumaccipiétis.etvitam derdvoudig zult terug aetérnam possidébitis. ontvangen en het eeuwig leven bezitten. Na de Communie Geheiligd door uw heilzaam Geheim, enz., zie bladz. 319. 2dc Gebed van den H. Petrus, bladz. 3ig. Feest van den H. Franciscus van Sales 29 JANUARI Deze heilige Bisschop-Belijder en Kerkleeraar werd in i56y op het kasteel Sales' geboren. Zijne ouders, de graaf eti gravin van Sales voedden Franciscus op in de vreeze des Huren. Zijne moeder leidde hem, nog geen zes jaren oud, mede ter kerk en boezemde hem een diepen eerbied in voor Gods huis en voor alles wat den godsdienst aangaat. ■Zij las hem de levens der Heiligen voor en voegde daar aan toe bemerkingen, voor zijn leeftijd gepast. Zij wilde, dat hij haar vergezelde naar de armen, hare aalmoezen uitdeelde en hun kleine diensten be~ wees. Als hij na zijn zesde jaar naar school gezonden werd, maakte immer zijne moeder over hem en prentte door brieven haren kleinen Franciscus in liefde tot God en tot het gebed, afschuw voor het kwaad en voor de gelegenheden tot zonde. Franciscus beantwoordde geheel aan de zorgen zijner ouders en opvoeders en leermeesters. Aan de Universiteit van Padua van vele gevaren om het daar heerschend bederf omringd, stelde hij zich ten levensregel: Immer Gods tegenwoordigheid te gedenken; alles te doen om God te behagen — en nimmer iets te doen zonder Gods genade te hebben afgebeden. Priester geworden, wijdde hij zich aan de bekeering der genen, die in de ketterij van Calvijn gevallen waren, waarvan hij er meer dan 100,000 tot de ■ware Kerk terugbracht. Den S December 1602 tot Bisschop van Geneve verkozen en gewijd, legde de H. Franciscus zich toe op de hervorming der geestelijken en kloosterlingen. Door woord en schrift predikte hij voortdurend tot geestelijken en leeken, rechtvaardigen en zondaars; doch de geest welke uit zijne predikatiën en schriften spreekt is die van liefde en zachtmoedigheid. « De waarheid, zei« de Franciscus, moet liefdevol zijn. En bittere ijver « wrocht slechts kwaad. Berispingen zijn een moei« lijk verteerbaar voedsel: men moet die op het vuur « der liefde zoo wel bereiden, eer ze alle bitterheid « verliezen : anders hebben ze veel van onrijpe « vruchten, die bitter of zuur zijn. De liefde zoekt « niet hare belangen, doch de eer van God. Bitter« heid en hardheid komen voort uit hartstocht, uit « ijdelheid en hoovaardigheid. Een oordeelkundig « zwijgen is dikwijls beter dan cene waarheid, die « haat baart. » Uit deze woorden spreekt de geest van den heiligen Franciscus zich uit als de geest van liefde en zachtmoedigheid. Het is deze geest, welken wij door de voorspraak van den Heilige moeten trachten te verkrijgen, daar het geluk der maatschappij, van het huisgezin en van elkeen in nauw verband staat met—ja geheel afhangt van de beoefening dezer deugden : « Zalig de zachtmoedigen, want zij ztil- « len de aarde bezitten Zalig de vreedzamen, « want zij zullen kinderen Gods genoemd worden. » Matt. v. Het begin der Mis « In medio Ecclesia;, » zie bladz. 25g. Gebed God, die tot heil der zielen gewild hebt, dat de H. Franciscus, uw Belijder en Bisschop, alles voor allen was; geef genadig, dat wij van de zoetheid uwer liefde doordrongen, door zijne vermaningen geleid en door zijne verdiensten geholpen, de eeuwige vreugden verwerven. Door onzen Heer. Gedachtenis der HH. Machabeesche Martelaren. Laten wij, Heer, uwe Geheimen met een vroom gemoed bijwonen voor de eer uwer HH. Martelaren; opdat door deze onze bescherming en vreugde toenemen. Door onzen Heer. Prafaiic van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie « Tu es Petrus, » zie bladz. 3ig. Na de Communie Vervuld van het Offer, enz., zie bladz. 874. Gedachtenis van den heiligen Paulus. Uwe Sacramenten ontvangen hebbende, enz., zie bladz. 855. Gedachtenis der HH. Machabeesche Martelaren. Verleen, bidden wij, almachtige God. dat wij voortgang maken in het geloof te belijden van hen, wier gedachtenis wij vieren door deel te nemen aan het Sacrament. Door onzen Heer. 58 30 Aflaat van Portiuneula 1-2 AUGUSTUS Het woord : Portiuneula beteekent deeltje n. 1. der kerk, waaraan een vollen aflaat te verdienen is. Het was in de kerk Maria-derEngelen te Assisië, dat de H. Franciscus dezen aflaat ontving van Jesus-Christus zeiven. De Paus bevestigde en breidde dien uit tot alle kerken der Orde van Franciscus. Eenzelfde aflaat is later verleend aan de Aartsbroederschap van den Rozenkrans voor die kerken, waar deze wettelijk is opgericht. Reeds bij de iste Vespers, van den i Augustus is de volle aflaat van Portiuneula te verdienen tot aan den avond van den volgenden dag. — De Portiuncula-aflaat van den Rozenkrans, den dag van Rozenkrans-Zondag beide telkenmale, dat men die kerk bezoekt en daar bidt tot intentie der H. Kerk; — en mits men hebbe waardig gebiecht en de H. Communie ontvangen. De Mis, welke in die kerken den 2den Augustus gelezen of gezongen wordt is die der Kerkwijding : Terribilis est, zie hierachter, de laatste Mis. Feest van den heiligen Alphonsus Maria de Liguorio Bisschop, Belijder en Kerkleeraar a AUGUSTUS Dezen Heilige, in 1696 geboren, wachtte cene schitterende loopbaan, daar hij op 17 jarigen leeftijd reeds tot advocaat bevorderd was. Hij vatte echter een levendigen afkeer op van de wereld, werd priester, stichtte in T732 de welbekende Redemptoristen-Congregatie, welke zich er bijzonder op toe zou leggen, om aan de armen het Evangelie te verkondigen. Dat deed de H. Alphonsus zelf, en legde het zijnen geestelijken Zonen op, door woord en schrift. Vandaar de vele boeken, door den Heilige geschreven, alle in den meest godvruchtigen geest, maar ook overvloeiend van heilige zalving. Van de oprichting zijner Congregatie af beijverden Hij en de zijnen zich, om het eenvoudig landvolk vooral te onderwijzen in den godsdienst, om daarin de priesters voor te lichten door retraites, missies, driedaagsche oefeningen. Verachting van de wereld en liefde tot den godsdienst, liefde tot de kennis van den godsdienst leert de H. Alphonsus. Bidden wij dit van God af, als zijnde het eenig noodzakelijke, door de voorspraak van den stichter der boete predikers. Het begin der Mis Spiritus Dómini super T~"\E Geest des Heeren me : propter quod un- J—) (rust) op mij; daarom xit me : evangelizare pau- heeft Hij mij gezalfd, gepéribus misit me, sanare zonden om den armen het contritos corde. Ps. At- Evangelie te verkonditéndite, pópule meus, gen, de rouwmoedigen te legem meam : inclinate genezen. Ps. Geeft acht, aurem vestram in verba mijn volk, op mijne wet : oris mei. jf. Glória Patri, neigt uw oor naar de — Spiritus. woorden mijns monds. fr. Glorie zij den Vader. — De Geest. Gebed God, die door den H. Alphonsus Maria, uwen Belijder en Bisschop, in zielenijver ontvlamd, uwe Kerk door een nieuw kroost vruchtbaar gemaakt hebt; wij bidden, dat wij, door zijne heilzame vermaningen onderricht, en door zijne voorbeelden gesterkt, gelukkig tot U mogen komen. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Paus en Martelaar Stephanus. God, die ons verblijdt met de jaarlijksche plechtige vereering van uwen H. Martelaar en Paus Stephanus; geef genadig, dat wij ons ook verheugen over de bescherming van hem, wiens geboortefeest wij vieren. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan Timotheüs Veelgeliefde: Word gesterkt in de genade, welke is in Christus Jesus : en hetgeen gij gehoord hebt van mij onder vele getuigen, draag dat over aan getrouwe menschen, die bekwaam zijn anderen te onderrichten. Lijd verdrukking als een goed soldaat van JesusChristus. Niemaitd, in den krijg dienende voor God, wikkelt zich in de bedrijvigheden des levens, opdat hij dengene behage, die hem tot krijgsdienst heeft aangenomen. Want ook, die in het worstelperk kampt, wordt niet gekroond, of hij moet wettig gekampt hebben. De arbeidende landman moet eerst de vruchten genieten. Begrijp wat ik zeg want de Heer zal u inzicht geven in alles. Graduale Memor fui judiciórum Gedachtig was ik, Heer, tuórum a sseculo, Dómi- aan uwe oordeelen van ne, et consolatus sum: ouds, en ik vond troost: deféctio ténuit me pro verslagenheid greep mij peccatóribus derelinquén- aan wegens de zondaars, tibus legem tuam. ?. Justi- die uwe wet verlieten, tiam tuam non abscóndi % Uwe gerechtigheid in corde meo : veritatem hield ik niet verborgen in tuam et salutare tuum mijn hart: Uwe waarheid dixi. en uw heil verkondigde ik. Alleluja, alleluja. jfr. lp- Alleluja, alleluja. S1. Hij se est diréctus divinitus is van Godswege gezonin poeniténtiam gentis, et den om het volk tot betulit abominatiónem im- keering te brengen: en pietatis; et gubernavit ad hij heeft de gruwelen der Dóminum cor ipsius, et in goddeloozen doen verdiébus peccatórum cor-dwijnen: en hij heeft diens roboravit pietatem. Alle- hart op God gericht; en lüja. ten tijde der zondaars de godvruchtigheid versterkt. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd koos de Heer, enz., zie lladz. 687. — Credo. Bij de Offerande Honóra Dóminum de Eer den Heer met uwe tua substantia, et de pri- goederen, en geef Hem mitiis omnium frugum tu- van de eerstelingen van arum da ei. Noli prohibé- al uwe vruchten. Wil re benefacere eum qui hem, die goed kan doen, potest; si vales, et ipse het niet verhinderen, en bcnefac. doe zelf goed, als ge kunt. r Stil Gebed Heer Jesus-Christus, ontvlam onze harten in zoeten geur door het hemelsche vuur van uw Offer, Gij die den H. Alphonsus gegeven hebt deze Geheimen te vieren, en door deze zich zeiven als eene aangename offerande U op te dragen. Die leeft en heerscht. Gedachtenis van den heiligen Stephanus. Heilig, Heer, de U gewijde gaven; en zie door deze, op de voorbede van uwen H. Martelaar en Paus Stephanus, verzoenend op ons neer. Door onzen Heer. Gewone Preefatie, bladz. i33. Bij de Communie Sacérdos magnus, qui De Hoogepriester heeft in vita sua suffülsit do- in zijn leven het huis onmum, et in diébus suis derstut; en in zijne dagen corroboravit templum, den tempel versterkt: hij quasi ignis effülgens, et was als een glinsterende thus ardens in igne. vlam, en als wierook, die op vuur brandt. Na de Communie God, die den H. Alphonsus Maria, uwen Belijder en Bisschop, tot een trouwen uitdeeler en verkondiger der goddelijke Geheimen gevormd hebt; geef door zijne verdiensten en gebeden, dat uwe geloovigen die dikwijls ontvangen, en door die te ontvangen U zonder einde loven. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Stephanus. Deze Communie, Heer, reinige ons van zonde, en doe ons door de voorspraak van uwen H. Martelaar en Paus Stephanus deel hebben aan het hemelsch geneesmiddel. Door onzen Heer. Feest van den H. Dominieus, Belijder 4 AUGUSTUS Spanje, het vaderland van den H. Dominieus, waar hij in nyo werd geboren, werd te dien tijde geteisterd door de ketterij der Albigensen. Te vergeefs had de Heilige al zijne welsprekendheid en geleerdheid tegen hen aangewend, toen de H. Maagd hem verscheen en hem beval den Rozenkrans te prediken. In iziS stichtte deH. Dominieus de Orde, naar hem die der Dominicanen genoemd. Doordat op de prediking van Dominieus en zijner volgelingen tallooze ketters zich bekeerden, worden zij ook wel Predikheeren geheeten. Op het voorbeeld der beroemde Orde van den H. Dominieus, die immer het wapen van den Rozenkrans leerde en aanbeval; laten wij ons ook toeleggen op het bidden van dat allerleerzaamst en krachtig gebed, aan God en zijne Moeder zoo aangenaam, waardoor ook heden de ketterijen van onzen tijd: zelfzucht en wereldsche zin zullen overwonnen worden. Het begin der Mis « Os justi, » zie bladz. 3og. Gebed God, die uwe Kerk door de verdiensten en leeringen van uwen H. Belijder Dominicus hebt gewaardigd op te luisteren; geef dat zij door zijne voorbede geene tijdelijke hulpmiddelen derve, en altijd voortgang make in het geestelijke. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan Timotheüs Dierbaarste : Ik betuig voor God, enz., zie lladz. 337. Graduale « Justus ut palma, » zie bladz. 829. Alleluja, alleluja. *. Ju- Alleluja, alleluja, f. De stus germinabit sicut lili- rechtvaardige zal opum: et florébit in aetér- schieten als de lelie : en num ante Dóminum. Alle- in eeuwigheid bloeien lüja. vóór den Heer. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 3n. Bij de Offerande « Veritas mea, » zie bladz. 180. Stil Gebed Heilig, Heer, de U gewijde gaven, opdat zij door de verdiensten van uwen H. Belijder Dominicus ons als hulpmiddel voordeelig zijn-. Door onzen Heer. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie « Fidelis servtis,» zie bladz. 3i3. Na de Communie Verleen, smeeken wij, almachtige God, dat wij, die onder het gewicht onzer zonden gebukt gaan, door de bescherming van uwen H. Be lij der Dominicus opgebeurd worden. Door onzen Heer. Feest van Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw 5 AUGUSTUS Onder het Opperherderschap van den H. Liberius, leefde te Rome een echtpaar, dat aan de H. Maagd verzocht de erfgename hunner goederen te zijn, daar zij geene kinderen hadden. De H. Maagd verscheen hun en aan den Paus, aanvaardde het geschenk, en gaf haar wil te kennen, dat te Har er eer eene kerk zou gebouwd worden op de plaats, welke des morgens met sneeuw bedekt zou zijn. Des anderendaags vonden zij inderdaad den Esquïlynschen heuvel met sneeuw bedekt, en bouwden daar het heiligdom, bekend onder den naam van Liberische basiliek. Ook wordt deze kerk genoemd Maria-de-Meerdere, omdat zij te Rome de grootste is, aan de H. Maagd gewijd. Nog heet zij Basiliek-der-Kribbe, als zijnde de bewaarplaats der Kribbe van Bethlehem. Moeder van God : A Is ge deze woorden overweegt en begrijpt, zult ge tot het inzicht komen, nooit genoeg ter eere en ter liefde van Maria gedaan te kebben. Dezelfde Mis als bladz. 874. Feest der Gedaanteverandering Onzes Heeren J.-C. 6 AUGUSTUS In het Evangelie wordt deze gebeurtenis verhaald. Het was om de Apostelen ie sterken in hun geloof aan Jesus, dat ze plaats had en zij er getuigen van waren. — Wij ook zullen in den jongsten dag van gedaante veranderenzal het zijn .* geheel schoon, licht, fijn en onlijdelijk? Of: duister, vuil, zwaar, grof en geheel gesteld om te lijden ? Aan ons zeiven het antwoord van daden, deugden, verdiensten. Willen wij met Christus verheerlijkt worden, dan moeten wij eerst met Hem lijden. Vragen wij den moed en de kracht, om ons lichaam nu door versterving en boetvaardigheid in bedwang te houden, opdat het later verheerlijkt worde. Het begin der Mis Illuxérunt coruscatió- T Twe bliksems verlichtnes tuae orbi terrae : LJ ten den aardbol : de commóta est, et contré- aarde schudde en davermuit terra. Ps. Quam di- de. Ps. Hoe liefelijk zijn lécta tabernacula tua. Dó- uwe tenten, Heer der mine virtütum! concupis- heerscharen [Verlangend cit et déficit anima mea en kwijnend ziet mijne in atria Dómini. i1. Gloria ziel uit naar de voorhoPatri. — Illuxérunt. ven des Heeren. % Glorie zij den Vader. — Uwe bliksems. Gebed God, die de Geheimen des geloofs bij de glorierijke Gedaanteverandering van uwen Eeniggeboren bekrachtigd hebt door het getuigenis der vaderen, en de volkomen aanneming uwer kinderen door de stem uit de lichtende wolk, op wondere wijze hebt aangeduid; geef genadiglijk, dat Gij ons medeerfgenamen maakt van dienzelfden Koning der glorie, en dat wij deelen in Diens heerlijkheid. Door denzelfden onzen Heer. Gedachtenis der HH. Martelaren Xystus, Felicissimus en Agapitus. God. die ons geeft, den geboortedag uwer HH. Martelaren Xystus, Felicissimus en A- gapitus te vieren; geef dat wij in de gelukzaÜge eeuwigheid ons over hun. gezelschap verheugen. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Petrus Zeer Beminden: Wij hebben geen verzonnen fabels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onzen Heer Jesus-Christus hebben bekend gemaakt, maar wij zijn ooggetuigen geweest van zijne heerlijkheid. Want Hij ontving van God den Vader eer en heerlijkheid, als uit hoogverheven glorie deze stem tot Hem nederkwam * Deze is mijn beminde Zoon, inWien Ik mijn welbehagen heb, hoort Hem. En deze stem, welke van den hemel weerklonk, hebben wij gehoord, toen wij met Hem op den berg waren. En (door deze gedaanteverandering) is (ons geloof in) het voorspellend woord (aangaande den Messias) versterkt; gij zult goed doen, hierop acht te geven als op eene lichtende lantaarn in deze duistere plaats (der wereld) totdat de dag aanbreke en de morgenster opga in uwe harten (in de zalige eeuwigheid). Graduale Speciósus forma prael Schoon van gestalte zijt filiis hóminum : diffüsa est Gij boven alle menschengratia in labiis tuis. % E- kinderen : bevalligheid ructavit cor meum ver-1 ligt over uwe lippen ge- bum bonum : dico ego spreid. ?. Mijn hart heeft ópera mea Regi. dit goed woord (lied) ont¬ boezemd : Ik wijd den Koning mijne zangen. Alleluja, alleluja. t-Can- Alleluja, alleluja. % (Hij dor est lucis aetérnae, spé- is) een glans van het eeuculum sine macula, et wig licht, een spiegel zonimago bonitatis illius. Al- der vlek en een beeld van lelüja. zijne goedheid. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd namjesus met zich, enz., zie bladz. 435. — Credo. Bij de Offerande Glória et divitise in do- Heerlijkheid en schatmo ejus : et justitia ejus ten zijn in zijn huis : Zijne manet in sasculum saeculi, gerechtigheid blijft in de alleluja. eeuwen der eeuwen, alle¬ luja. Stil Gebed Heilig, bidden wij. Heer, de opgedragen gaven door de heerlijke Gedaanteverandering van uwen Eeniggeborene; en reinig ons van de smetten der zonden door den luister zijner verheerlijking. Door denzelfden onzen Heer. Gedachtenis der HH. Martelaren. Wij dragen U op. Heer, de geschenken onzer godsvrucht; mogen zij U aangenaam zijn om de eer uwer rechtvaardigen en ons in uwe barmhartigheid heil aanbrengen. Door onzen Heer. Prafatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. Bij de Communie Visiónem quam yidi- De verschijning welke stis, néraini dixéritis,'do- gij gezien hebt, spreek nee a mórtuis resürgat er niemand over, tot de Filius hóminis. Zoon des menschen van de dooden verrezen is. Na de Communie Verleen, bidden wij U, almachtige God, dat wij de hoogheilige Geheimen der Gedaanteverandering uws Zoons, welke wij met plechtig dienstbetoon vieren met het inzicht van een rein geweten verwerven. Door denzelfden onzen Heer. • Gedachtenis der HH. Martelaren. Geef ons. smeeken wij, Heer. door de voorspraak uwer HH. Martelaren Xystus, Felicissimus en Agapitus, dat wij met een zuiver hart ontvangen, wat wij met den mond nuttigen. Door onzen Heer. Feest van den H. Laurentius, Martelaar 10 AUGUSTUS Weinige Martelaren der eerste Christentijden zijn zoo bekend en bij het volk in eere als de H. Laurentius. De H. Sixtus II, in 257 Paus geworden, wijdde Laurentius tot zijn aartsdiaken. Onder de vervolging van keizer Valeriaan werd de H. Laurentius gegrepen, in de gevangenis geworpen, en gefolterd, om van hem te weten, waar de schatten der Kerk geborgen waren. In plaats van geld of goud toonde de H. Diaken aan den heidenschen Prefect van Rome armen, ongelukkigen van allerlei soort. Eene heilzame les gaf de H. Laurentius hun, welke nog steeds van kracht en toepasselijk is heden. « Die armen bezitten den vrede : grootere schat is niet denkbaar; — die blinden hebben het licht des geloofs; — die zieken en ellendigen, gelaten en overgegeven, verwerven daardoor grootere voordeelen, dan de wereld geven kan; — zij allen zij71 vrij van de ondeugden en hartstochten, welke ware ellende te weeg brengen; — de God gewijde weduwen en maagden zijn als zoovele edelsteenen, kostbaarder dan die de wereldsche vrouwen sieren. » Welken schat kunnen en zullen zij zich verwerven, die, gelijk Laurentius, er hun grootste geluk en vreugde in stellen, den arme alle liefdediensten te bewijzen. Met heldenmoed onderstond de Heilige de martelin- « Gloria » gezongen, noch ook « Alleluja, » maar de « Tractus, » een gebed, om de slepende wij se waarop het wordt gezongen, aldus genoemd. Eindelijk wordt nu reeds op hel einde der Mis den geloovigen « Benedicamus Domino » « Danken wij God» toegesproken, om God te danken, die niettegenstaande onze zonden en boosheden toch barmhartigheid aan ons bewezen heeft. Septuagesima De H. Kerk stelt ons de ellenden voor oog en, welke de zonde over de wereld gebracht heeft en gebruikt daartoe de woorden, waarmede de Koning David zijne eigene gevaren, kwellingen, vervolgingen en rampen beschrijft, welke hij in zijn leven onderstaan heeft; - hoe hij echter steeds zijne hoop op God vestigde, die hem gered en bevrijd heeft van zijne vijanden. Overweeg het groot kwaad der zow de. en roep de barmhartigheid des Verlossers in; ziedaar de korte inhoud van Het begin der Mis CIRCUMDEDÉRUNT me T~\OODSJAMMEREN heb- gémitus mortis, do- \-J ben mij omgeven, hellóres inférni circumde- lesmarten mij aangegredérunt me: et in tribu- pen, (doch) in mijne kwellatióne mea invocavi Dó- ling riep ik tot den Heer, minum, et exaudivit de en van uit zijnen heiligen templo sancto suo vo- tempel (den hemel) ver 23 30 cem meam. Ps. Diligam te, Dómine, fortitüdo mea: Dóminus firmaméntum meum, et refügium meum, et liberator meus. v. Glória Patri. — Circumdedérunt. hoorde Hij mijn geroep. Ps. Ik zal U, Heer, mijne sterkte, beminnen, (want) de Heer is mijne kracht, mijn toevlucht en Verlosser. Glorie zij den Vader. — Doodsjammeren. Gebed Verhoor genadiglijk. Heer, de gebeden -van uw volk, opdat wij, die voor onze zonden rechtvaardig worden gestraft, ter wille der eere, die daardoor uwen H. Naam zal toekomen, barmhartiglijk worden verlost. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Gebed Wij bidden U. Heer, bevrijd ons van alle gevaren naar ziel en lichaam, en geef ons goedgunstig door de voorbede der heilige en roemwaardige Maagd en Moeder Gods Maria, van den H. Jozef, uwer HH. Apostelen Petrus en Paulus, van den H... (1) en van alle Heiligen, welvaren en vrede: opdat alle tegenkantingen en dwalingen ophouden en uwe Kerk U in volkomen vrijheid diene. Derde Gebed gewoonlijk voor de H. Kerk of voor den Paus, bladz. 162. (i) Patroon of Patrones der kerk. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Corinthe Hierin vermaant de Apostel toi boetvaardigheid cn versterving. Te dien einde stelt hij voor de kampvechters, die zich oefenen, alle ongemakken getroosten en van genot zich onthouden, om den prijs te behalen, die uitgeloofd was. Zóó, zegt Hij, doe ook ik. En Paulus was een man van buitengewone verdienste en genade. Als wij, zondige tnenschen, geens boete doen, moeten wij dus niet vreezen, uit het beloofde land, den hemel, gesloten te worden, gelijk de Joden, die door God op alle wijzen bevoorrecht en begenadigd waren; doch onboetvaardig, tegen God opstonden en de lusten des vleesches wilden genieten ? Broeders : Weet gij niet, dat zij, die in de strijdbaan loopen, wel allen loopen, maar één slechts den eereprijs behaalt? Loopt zóó, dat gij hem moogt behalen. Ieder nu, die in het kampperk strijdt, onthoudt zich van alles (wat hinderlijk kan zijn): en deze (doen dat) om eene vergankelijke kroon te krijgen, wij echter eene onvergankelijke, (i) lk nu loop, niet als in het wild, strijd zóó, (i) Als de strijdbaan, liet kampperk der ouden, is het renperk, de loopbaan van ons leven. Hij, die liet eerst aan het einde kwam, ontving tot prijs eene kroon van bloemen of bladeren, die al spoedig verflensten : vergankelijke kroon. niet als in de lucht slaande (niet tegen windmolens schermend) maar ik tuchtig mijn lichaam en breng het onder bedwang, opdat ik zelf niet verworpen worde, na anderen gepredikt te hebben. Want ik wil er u niet onwetend van laten, broeders, dat onze voorvaders allen onder de wolk geweest zijn, en allen de (Roode) Zee zijn doorgegaan, en allen in Mozes zijn gedoopt in de wolk en in de zee, en allen dezelfde geestelijke spijs hebben gegeten, en allen denzelfden geestelijken drank hebben gedronken (want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die hen volgde : en die steenrots was Christus). En toch in de meesten van hen had God geen behagen. (IJ Graduale Vurig smeekgebed om hulp en vergeving der zonden. Adjütor in opportunitatibus, in tribulatióne : sperent in te, qui novérunt te; quóniam non derelinquis quaeréntes te, De Heer is een helper in tijd van nood, in de verdrukking : dat dan zij die U kennen, op U hopen, want Gij, Heer, verlaat (1) Omdat de Joden peen gebruik maakten van de hun gesehonken genademiddelen. Zóó, (wil de H. Paulus zeggen) is liet aan de Christenen ook niet genoeg Christen te zijn, maar zij moeten ook gebruiken de genademiddelen, welke bun uit de Bron, Christus, toevloeien. Dómine. y. Quóniam non nooit hen, die U zoeken, in finem oblivio erit pau- f. Want niet altijd zal de peris : patiéntia paüpe- arme (onder leed gedrukrum non peribit in aetér- te) vergeten worden : het num : exsürge, Dómine, geduld (verwachting) der non prsevaleat homo. armen zal niet eeuwig teleurgesteld worden : ota dan op, Heer; dat de mensch (mijn vijand) toch niet de overhand krijge. Tractus De profündis clamavi Uit de diepte (mijner ad te, Dómine : Dómine, kwellingen) heb ik tot U, exaudi vocem meam. Heer, geroepen : Heer, 5,. Fiant aures tuse in- verhoor mijne stem. V. Dat têndéntes in oratiónem uwe ooren toch luisteren servi tui. *. Si iniquita- naar het gebed van uwen teF observaveris, Dómine: dienaar. ï. Indien Gij, Dómine, quis sustinébit? Heer, onze misslagen gay. Ouia apud te propi- deslaat: Heer, wie zal tiatio est: et propter le- dan (voor «we strenge gem tuam sustimui te, rechtvaardigheid) beDómine. staan? Maar bij U is ge¬ nade, (vergevingsgezindheid) en om uwe wet heb ik U, o Heer, verbeid (op U mijn vertrouwen gesteld). Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Naar het werk dat men verricht, niet naar den tijd wordt loon uitgekeerd. Te dien tijde zeide Jesus deze gelijkenis tot zijne Leerlingen : Het rijk der hemelen is gelijk (daarmede gaat het als met) aan een huisvader, die 's morgens vroeg uitging, om werklieden voor zijnen wijngaard te huren. Als hij nu met de werklieden overeengekomen was voor een tienling daags, zond hij hen naar zijn wijngaard. Uitgegaan omstreeks het derde (1) uur zag hij anderen op de markt ledig staan, en zeide hun : Gaat gij ook in mijn wijngaard, en ik zal u geven wat billijk is. Deze nu gingen er heen. Andermaal ging hij uit omtrent het zesde (1) en negende (1) uur, en deed insgelijks. Nog ging hij uit omtrent het elfde (i) uur, en vond anderen ledig staan, tot wie hij zeide : Waarom staat gij hier toch den geheelen dag ledig? Zij antwoordden: Omdat niemand ons gehuurd heeft. Hij sprak dan tot hen : Gaat ook gij in mijn wijngaard. Als het nu avond geworden was sprak de heer (eigenaar) des wijngaards tot zijnen rentmeester : Roep de werklieden en geef hun het loon, beginnende van de laatsten tot de eersten. Als dan zij kwamen, die omtrent het elfde uur gekomen waren, ontvingen zij ieder een tienling. Doch als de eersten kwamen, dachten deze meer te krijgen, maar ook zij kregen ieder een tienling. Dien ontvangende, morden zij ech- (1) d. i. 9. 12. 3. of 5. 6 uur, volgens onze tijdrekening. ter tegen den huisvader en zeiden: Deze laatsten hebben maar één uur gewerkt, en gii hebt hen gelijk gesteld met ons die den last en de hitte van ■ den dag onderstaan hebben. Maar hij antwoordde en zeide tot een van hen : Mijn vriend, ik doe u geen onrecht : Zijt gij niet voor een tienling met mij overeengekomen ? N eem dan het uwe aan en ga heen; ik nu wil aan dezen laatst gekomene (evenveel) geven, als aan u. Of mag ik niet doen, hetgeen ik verkies ? is uw oog slecht, (nijdig) omdat ik goed ben ? Zoo zullen de laatsten de eersten en de eersten de laatsten zijn. Want velen zijn geroepen, weinigen echter uitverkoren. — Credo. Bij de Offerande Bonum est confitéri Dó- Het is goed, den Heer mino, et psallere Nómini te loven en uwen Naam Tuo Altissime. lof te zingen, o Aller¬ hoogste. Stil Gebed O Heer, nu Gij onze offers, enz., zit bladz. 274. Tweede Stil Gebed Verhoor ons, o God, onze Zaligmaker, opdat wij door de kracht van dit Sacrament voor alle vijanden van ziel en lichaam bevrijd blijven, en het ons de genade m dit leven, en de heerlijkheid in het toekomende verschafte. Derde Stil Gebed voor Kerk of Paus, zie bladz. 165, 166. Prajatie der H. Drievuldigheid, bladz. 166. Bij de Communie Illümina faciem tuam Doe uw aanschijn schijsuper servum tuum, et nen over (toon uwe goedsalvum me fac in tua mi- gunstigheid aan) uwen sericórdia : Dómine, non dienaar en verlos mij door confündar, quóniam invo- uwe barmhartigheid : cavi te. Heer, moge ik niet be¬ schaamd worden, nu ik U aangeroepen heb. Na de Communie Mogen uwe geloovigen, o God, door uwe gaven gesterkt worden, opdat zij, die ontvangende, er altijd naar verlangen en er naar verlangende, die gedurig; ontvangen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Gebed Wij bidden U, Heer. dat het opgedragen offer van het goddelijk Sacrament ons zuivere en bescherme. en, door de voorspraak van de H. Maagd en Moeder Gods Maria, van den H. Jozef, van uwe HH. Apostelen Petrus en Paulus, van den (de) H. Patroon, (Patrones) en van alle Heiligen, ons vrijmake van alle boosheid, en voor alle wederwaardigheden beveilige. Derde Gebed voor Kerk of Paus, zie bladz. 168. DINSDAG NA SEPTUAGESIMA Feest van het Gebed des Heeren Jesus in den Hof van Olijven Hoewel de tijd van vasten nog niet daar is, doet de H. Kerk toch alreeds hare intrede in den F• t-n zij meam fel, et in siti mea hebben Mij gal tot spijs, en potavérunt me acéto. in mijn dorst azijn te drinken gegeven. 30 Tractus Voorzeggingen van den Profeet Isaïas. Vere languóres nostros Inwaarheid,onzekrankipse tulit, et dolóres no- heden heeft Hij gedragen, stros ipse portavit. Et en onze smartenheeft Hij nos putavimus eum quasi op zich geladen. i\ En leprósum, et percüssum wij, wij hielden Hem voor a Deo, et humiliatum. een melaatsche en een v. Ipse autem vulneratus door God geslagene en est propter iniquitates vernederde. 5". Hij echter, nostras, attritus est pro- Hij werd gewond om onpter scélera nostra. ji'. Di- ze ongerechtigheden, Hij sciplina pacis nostrae su- werd verbrijzeld om onze per eum; et livóre ejusj misdaden. De tuchtisanati sumus. ging tot onzen vrede was op Hem, en door zijne striemen zijn wij genezen. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd, Jesus wetende dat alles volbracht was, opdat de Schrift vervuld wierde, sprak : Ik heb dorst. Er stond nu een vat vol azijn. Zij dan. eene spons met azijn gevuld om een hysopstengel gewonden hebbende, brachten die aan zijn mond. Als Jesus dan den azijn genomen had. zeide Hij : Het is volbracht. En het hoofd gebogen hebbend, gaf Hij den geest. De Joden nu, omdat het de dag der voorbereiding (tot hun Paschen) was, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den Sabbat (want die Sabbat was een groote dag) verzochten Pilatus, dat hunne beenen gebroken en zij afgenomen werden. Er kwamen dan soldaten en braken de beenen van den eersten en ook van den anderen, die met Hem gekruisigd waren. Bij Jesus gekomen, en ziende dat Hij dood was. braken zij diens beenen niet, doch een der soldaten doorstak diens zijde met eene lans, en terstond vloeiden er water en bloed uit. En hij die het gezien heeft, heeft daarvan getuigenis gegeven en zijne getuigenis is waarachtig. — Credo. Bij de Offerande Insurrexérunt in me viri iniqui : absque misericórdia quaesiérunt me interficere : et non pepercérunt in faciem meam spüere : lanceis suis vulneravérunt me, et concüssa sunt ómnia ossa mea. Booze mannen zijn tegen Mij opgestaan : zonder mededoogen trachtten zij Mij te dooden : zij hielden niet op, Mij in het aangezicht te spuwen; zij verwondden Mij met hunne speren en al mijne beenderen zijn ontzet. Stil Gebed Het U opgedragen offer. Heer, verlevendige en bescherme ons altijd door de bemiddeling van het Lijden uws eeniggeboren Zoons. Die met U leeft en heerscht. Prafatie van lietH. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Fodérunt manus meas et pedes meos : dinumeravérunt ómnia ossa mea. Zij hebben mijne handen en voeten doorboord, en al mijne beenderen geteld. Na de Communie Heer Jesus-Christus, Zoon van den levenden God, die in het zesde uur vóór de verlossing der wereld het galgenhout des kruises beklommen en uw kostbaar Bloed tot vergeving onzer zonden gestort hebt; wij smeeken U nederig dat Gij ons gevet, dat wij na onzen dood blijde de deuren van het paradijs binnentreden. Die leeft en heerscht. Quinquagesima en de twee daaropvolgende dagen waren voorbereidingsdagen tot den Vaste, welke op Aschdag begint. De christenen verdubbelden in deze dagen hunne gebeden en goede werken, en zóó algemeen was het gebruik gedurende die dagen het H. Sacrament der Biecht te ontvangen, dat deze drie dagen door de Angelsaksers biechtdagen genoemd werden. En thans ! ? Velen bereiden zich tot vasten door de onmatigheden, tot onthouding door de zinne- lijkhcden, tot boetvaardigheid door de ongebondenheden der Vastenavonddagenü Tegen dien stroom van boosheden heeft de H. Kerk een dam opgeworpen door de instelling van het Veertigurengebed, hetwelk in vele parochiën op deze dagen gevierd wordt. Zij gebiedt of beveelt de oprichting daarvan aan, om eerherstel te geven aan God; en door de vele aflaten noodigt zij de christenen uit, ijverig er aan deel te nemen, zich te onthouden van de uitspattingen der wereld. De woorden van Paus Benedictus XIV achte eenieder tot zich gericht .* « De wereld van den eenen kant « noodigt u uit tot hare goddelooze vermaken; van « den anderen kant roept God u door zijne bedie« naren tot zijne altaren. Aan u de keuze onder « welken standaard gij wilt strijden, aan welke zijde « gij u wilt scharen. » (i) Een vertrouwvol gebed is Het begin der Mis Esto mihi in Deum \\T^ES miJ' 0 God' een protectórem et in lo- V V beschermer, en een cum reftigii, ut salvum toevluchtsoord, om mij (1) De aflaten gedurende het Veertigurengebed te verdienen, zijn : 10 Een aflaat van 10 jaren en 10 quadragenen bij ieder bezoek aan het Allerheiligste Sacrament, uls men dit rouwmoedig verricht, en met het voornemen te willen biechten. '2° Een vollen aflaat op de gewone voorwaarden, en 10 jaren en 10 quadragenen me facias: quóniam firmaméntum meum et reftigium meum es tu : et propter nomen tuum dux mihi eris, et enütries me. Ps. In te, Dómine, speravi, non confündar in aetérnum : in justitia tua libera me, et éripe me. r. Gloria Patri. — Esto mihi. zalig te maken : want Gij zijt mijne sterkte en schuilplaats : en tot luister van uwen Naam zult Gij mij ten leidsman zijn en mij (van het noodige) voorzien. Ps. Op U, Heer, heb ik mijne hoop gevestigd; in eeuwigheid zal ik niet teleurgesteld worden: om uwe rechtvaardigheids (wille) red en ontruk mij (aan mijne vijanden). Jr. Glorie zij den Vader.— W ees mij. Gebed Wij bidden U, Heer, verhoor genadig onze gebeden, en na ons van de banden der zonden ontslagen te hebben, bewaar ons voor alle bestrijding. Door onzen Heer Jesus-Christus. "Tweede Gebed, bladz. 354 ! Derde voor Kerk of Paus, bladz. 162. kan men ook verdienen op Witten Donderdag of Goeden Vrijdag, 7.00 dikwijls men liet zoogenaamd H. Graf bezoekt met het vaste voornemen te willen biechten. Vollen aflaat, als men op Witten Donderdag of I'aasehdag tot de H. Communie nadert, na een waarlijk rouwmoedige Biecht. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Corinthe De noodzakelijkheid, voortreffelijkheid en onvergankelijkheid der liefde tot God, en tot den evenmensch ovi God, houdt de H, Kerk heden voor, omdat van alle goede werken (waarop we ons in den Vaste moeten toeleggen) geen enkel werk verdienste voor den hemel heeft zonder de liefde. Broeders : Al spreek ik de talen van menschen en Engelen, doch de liefde niet heb, ben ik gelijk aan rinkelend metaal, of een klinkend bekken (voor mij zeiven onnuttig). En al had ik de gave van voorzegging, al kende ik alle geheimen, al bezat ik alle wetenschap, al had ik een geloof, dat ik bergen kon verzetten, maar de liefde niet, ben ik niets. Al deelde ik tot spijziging der armen al mijne goederen uit, al gaf ik mijn lichaam over, om verbrand te worden, als ik de liefde niet heb, baat het mij niet. De liefde is geduldig, welwillend. De liefde is niet afgunstig, zij handelt niet lichtvaardig, zij is niet opgeblazen, niet eergierig, niet eigenbaatzuchtig, zij is niet grammoedig, niet kwaaddenkend; zij verheugt zich niet over ongerechtigheid, verheugt zich veeleer met de waarheid; zij duit alles, gelooft alles, hoopt alles, verduurt alles. De liefde vergaat nimmer; alhoewel de (gaven van) voorzeg- gingen zullen vernietigd worden, de talen ophouden, en wetenschap zal te niet gaan. Want wij weten slechts ten deele (onvolledig) en wij voorzeggen ten deele. Maar als hetgeen volmaakt is. zal gekomen zijn (na onzen dood, in den hemel) zal hetgeen onvolmaakt is (onze onvolledige kennis van God en goddelijke zaken) te niet gedaan worden (ophouden). Toen ik een kind was, sprak ik als kind. gevoelde als kind, dacht als kind. Maar toen ik een man geworden ben, heb ik hetgene kinderlijk was afgelegd. (Zoo ook is het met God en goddelijke zaken.) Nu zien wij als door eenen spiegel in een raadsel: ('t is ons onduidelijk, raadselachtig) maar dan van aanschijn tot aanschijn. Nu ken ik ten deele (onvolmaakt): dan echter zal ik (God) kennen, gelijk ik gekend ben (door Hem, d. i. volmaakt). Nu (in dit leven) blijven geloof, hoop en liefde, deze drie; maar de voornaamste van deze is de liefde. Graduale Het vertrouwen op God bevestigd door zijne wonderwerken. Tu es Deus, qui facis mirabilia solus : notam fecisti in géntibus virttitem tuam. Liberasti in brachio tuo pópulum Gij alleen zijt de God, die wonderen doet : aan de Heidenen hebt Gij uwe macht getoond, t. (Toen Gij) met uwen (sterken) tuum, fflios Israël, et Jo- SCP lost hebt. Tractus Jubilate Deo omnis ter- Juicht (dan) heel de aar ra : servite Dómino in de voor den Heer . dient lsetitia. Intrate in con- den Heer met vreugdatwe stof zijn en tot straf onzer verdorvenheid tot stof zullen wederkeeren, verdienen van uwe barmhartigheid vergeving van alle zonden, en de belooning, den boetvaardigen beloofd, te verwerven. Door Christus onzen Heer. rJ. Amen. Laat ons bidden God, die door vernedering bewogen, en door voldoening verzoend wordt; neig het oor uwer goedheid tot onze gebeden en stort over de hoofden uwer dienaren, met deze asch bestrooid, de genade uwer zegening uit; opdat Gij hen vervullet met den geest van versterving en hun daadwerkelijk gevet, wat zij billijk vragen; en het gegevene altijd bestendig en ongeschonden doet blijven. Door Christus onzen Heer. b$. Amen. Laat ons bidden Almachtige, eeuwige God, die aan de inwoners van Ninive, toen zij in asch en zak boetvaardigheid deden, de middelen tot vergeving geschonken hebt; geef genadiglijk, dat wij hen zóó navolgen in hunne kleeding (zak en asch = rouwmoedigheid) dat wij hen ook volgen in het verwerven der vergiffenis. Door onzen Heer Jesus-Christus. De priester doet wierook op het vuur, besproeit de asch drie maal met wijwater, en bewierookt ze, zeggende: Besproei mij, Heer, met hysop en ik zal gezuiverd worden; wasch mij, en ik zal witter worden dan sneeuw. Onder de uitdeeling der asch zingt het koor: Immutémur habitu in Veranderen we van cinere et cilicio : jejuné- kleed, in asch en zak; mus et plorémus ante Dó- laten wij vasten en weeminum : quia multum mi- nen voor den Heer: want séricors est dimittere onze God is zeer barmpeccata nostra Deus no- hartig om onze zonden te ster. vergeven. Inter vestibulum et al- Laat de priesters, de tare plorabunt sacerdó- dienaren des Heeren, tustes ministri Dómini, et schen den voorhof en het dicent : Paree, Dómine, altaar weenen en zeggen: paree pópulo tuo: et ne Spaar, Heer, spaar uw claudas ora canéntium te, volk : en sluit niet den Dómine. mond van hen die voor U, Heer, zingen. " 8.Emendémusinmélius, 8. Latenwe verbeteren, quae ignoranter peccavi- hetgeen we onwetend mus : ne sübito praeoccu- misdaan hebben, opdat we pati die mortis, quaeramus niet, door onzen sterfdag spatium pceniténtise, et plotseling overvallen, tijd invenire non possimus. tot boetvaardigheid zoeken, en dien niet vinden kunnen. Atténde, Dómine, et Luister, Heer, en ontmiserére : quia peccavi- ferm U onzer, omdat wij mus tibi. tegen U gezondigd heb¬ ben. t. Adjuva nos, Deus t- Help ons, God, onze salutaris noster: et pro- Verlosser, en om de eer 26 30 pterhonóremNóminis tui, van uwen Naam, bevrijd Dómine, libera nos. ons, Heer, (van onze zon¬ den). « Attende » wordt herhaald. f. Gloria Patri, et Filio, Glorie zij den Vader, et Spiritui sancto. en den Zoon, en den hei¬ ligen Geest. « Attende » wordt herhaald. Onder het uitdeelen der asch : Memento homo, quia Gedenk, o mensch! dat pulvis es, et in pülverem gij stof zijt en tot stof zult revertéris. wederkeeren. Ka liet uitdeelen der asch : Dóminus vobiscum. | De Heer zij met u. %. Et cum spiritu tuo. I En met uwen geest. Laat ons bidden Geef ons, Heer. hulp in den christelijken strijd om de heilige verstervingen te beginnen, opdat wij in den strijd tegen de booze geesten door den bijstand der onthouding mogen beschermd worden. Door Christus onzen Heer. eO. Amen. Het begin der Mis De H. Kerk geeft liaren ijver tot boetvaardigheid te kennen, en tracht God tot barmhartigheid te bewegen in deze woorden. Miseréris ómnium, p ij ontfermt U over alDómine, et nihil odi- V_J len, Heer, en haat sti eórum, quse fecisti, dis- niets van hetgeen Gij gesimulans peccata hómi- schapen hebt, ja Gij ziet numpropterpoeniténtiam, zelfs de zonden der menet parcens illis : quia tu schen door de vingers en es Dóminus Deus noster. spaart hen, opdat zij boetPs. Miserére mei Deus, vaardigheid zouden doen.: miserére mei: quóniatn want Gij zijt de Heer onin te confidit anima mea. ze God. Ps. Ontferm U y. Glória Patri. — Mise- mijner, Heer, ontferm U réris. mijner: want mijne ziel heeft haar vertrouwen op U gesteld, f. Glorie zij den Vader. — Gij ontfermt U. Gebed Geef, Heer, aan uwe geloovigen, dat zij het eerbiedwaardig feest (hoogtij) van den Vaste met behoorlijke godsdienstigheid beginnen en in ongestoorde godsvrucht volbrengen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Gebed Wij bidden U, Heer, bevrijd ons, enz., zie bladz. 354. Derde Gebed voor levenden en dooden Almachtige, eeuwige God, die de Beheerscher zijt van levenden, en dooden en mede* doogen hebt met allen, die Gij weet, dat door hun geloof en hunne werken de uwen zullen zijn; wij smeeken U nederig, dat zij allen, voor wie wij onze gebeden zullen storten, hetzij ze nog in leven op aarde, of gestorven reeds de eeuwigheid ingegaan zijn, door de voorspraak van alle Heiligen de vergiffenis van al hunne zonden verkrijgen door uwe genadenvolle goedertierenheid. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Profeet Joël Gtene uitwendige, maar inwendige versterving. Dit zegt de Heer: Bekeert u tot Mij uit geheel uw hart in vasten, tranen en weeklagen. En scheurt uwe harten en niet uwe kleederen, en bekeert u tot den Heer uwen God, omdat Hij welwillend en mededoogend, lankmoedig, zeer barmhartig en mild in het vergeven der boosheid is. Wie weet of Hij (misschien zal Hij nog) nog zal van plan veranderen en vergeven, zegen achter laten, u spijs- en drankoffers aan den Heer uwen God doen opdragen. Blaast de bazuin in Sion (om het volk bijeen te roepen), stelt een vasten in, roept de menigte saam, verza- melt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de ouderlingen, brengt de kinderen, en die nog aan de borst zijn bijeen (opdat zij allen God om barmhartigheid smeeken): De bruidegom verlate zijne kamer, en de bruid hare bruidssponde. Laat de priesters, de dienaren des Heeren, tusschen den voorhof en het altaar weenen en zeggen: Spaar, Heer, sPa^ uw volk, laat uw erfdeel (het Joodsche volk) niet tot die schande vervallen, dat de Heidenen over hen zouden heerschen. Laat de volken toch niet (spottend) zeggen : Waar is hun God ? (Als gij dit doet) zal de Heer ijveren voor zijn land, en het volk sparen. En de Heer zal antwoorden en zeggen tot zijn volk : Zie, Ik zal u tarwe, wijn en olie zenden, en gij zult er van verzadigd worden; ook zal Ik u niet meer ten schande maken voor de Heidenen, zegt de almachtige Heer. Graduale Ver trouwvolle bede om ontferming. Miserére mei, Deus, mi- Ontferm U mijner, Heer, serére mei: quóniam in te ontferm U mijner : want confidit anima mea. v. Mi- mijne ziel heeft haar sit de coelo, et liberavit vertrouwen op U gesteld, me : dedit in oppróbrium Hij zond (hulp) van den eonculcantes me. hemel en heeft mij be- vrijd : en hen, die mij zochten uit den weg te ruimen, heeft Hij beschaamd. Tractus Dómine, non secündum Heer, vergeld ons niet peccata nostra, quae fé- volgens de zonden, die cimus nos : neque secün- wij bedreven hebben, dum iniquitates nostras noch volgens onze ongeretribuas nobis. V- Dómi- rechtigheden. V. Heer, ne, ne memmeris iniqui- gedenk niet nieer onze tatum nostrarum anti- vroegere misdrijven : quarum : cito anticipent doch dat uwe barmhartignos misericórdiae tuae, heid (onzen geheelen onquia pauperes facti sumus dergang) voorkome, daar nimis. ï. Adjuva nos, wij ten uiterste verarmd Deus salutaris noster : et zijn (in deugden), je. Help propter glóriam nóminis ons, God, onze Verlosser, tui, Dómine, libera nos; en om de eer van uwen et propitius esto peccatis Naam, bevrijd ons, en nostris, propter nomen (niet om onze verdientuum. sten, maar) ter verheer¬ lijking van uwen Naam, wees genadig voor onze I zonden. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Zoek niet den lof der meuschen. Verlang niet naar tijdelijk bezit, dan om het tot goede werken te gebruiken. In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Als gij vast, weest dan niet droevig, gelijk de schijnheiligen, want deze mismaken hunne aangezichten, opdat de menschen zouden zien, dat ze vasten. Voorwaar zeg Ik u, zij hebben hun loon reeds ontvangen. Gij nu, als ge vast, zalft uw hoofd en wascht uw aangezicht, om voor de menschen niet den schijn te hebben, dat gij vast, maar wel voor uwen Vader, die in het verborgen is, en uw Vader, die het in 't verborgen ziet, zal het u vergelden. Wilt u geene schatten verzamelen op aarde, waar de roest en de mot ze verteren, en de dieven ze opgraven en stelen. Maar verzamelt u schatten in den hemel, waar de roest of mot ze niet verteert, en de dieven ze niet opgraven noch stelen. Want waar uw schat is, daar is ook uw hart. Bij de Offerande Dankzegging aan God voor zijne bescherming. Exaltabo te, Dómine, Ik zal U verheffen (uquóniam suscepisti me, wen lof verkondigen) denec delectasti inimicos wijl Gij me beschermd, en meos super me : Dómine, niet geduld hebt, dat mijclamavi ad te, et sanasti ne vijanden zich over me> mijnen ondergang ver¬ blijden : Heer, ik heb tot U geroepen, en (_*y hebt mij genezen. Stil Gebed Wij bidden U, Heer, maak ons bekwaam, om deze gaven op te dragen, waardoor wij uw eerbiedwaardig Geheim beginnen te vieren. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Stil Gebed Verhoor ons, Heer, onze Zaligmaker, enz., zie bladz. 35g. Derde Stil Gebed O God, aan Wien alleen bekend is het getal der uitverkorenen, die het eeuwig geluk zullen bezitten, geef, bidden wij U. dat door de voorspraak van al uwe Heiligen, de namen van allen, voor wie wij voornemens zijn te bidden, en die van alle geloovigen in het boek der gelukzalige voorbestemming mogen geschreven zijn. Door onzen Heer JesusChristus. Prsefatie van den Vaste Het is wezenlijk betamelijk en rechtvaardig, billijk en heilzaam, dat wij U altijd en overal dank zeggen, heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God. Die door het lichamelijk vasten de ondeugden beteugelt, den geest verheft, de deugd en (derzelver) belooning schenkt, door Christus onzen Heer. Door Wien de Engelen uwe Majesteit loven, de Heerschappijen Die aanbidden, de Machten vreezen, de Hemelen en de Krachten der hemelen, de zalige Serafijnen Die in onderlinge vreugde vieren. Met wier stemmen wij U bidden, ook de onze aan te nemen, die wij aan de hunne paren, in ootmoedige belijdenis zeggende: Heilig, enz. Bij de Communie Gebed en overweging zijn noodzakelijk. Oui meditabitur in lege Die dag en nacht de wet Dómini die ac nocte, da- des Heeren overweegt bit fructum suum in tém- zal ten geschikten tijde poresuo. vruchten voortbrengen. Na de Communie Mogen de ontvangen Sacramenten ons helpen, Heer, opdat onze verstervingen U aangenaam wezen mogen en ons ter genezing dienen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Gebed Wij bidden U, Heer, enz., zie bladz. 36o. Derde Gebed Wij bidden U, almachtige en barmhartige God, dat de ontvangen Sacramenten ons zuiveren mogen, en geef door de voorspraak van al uwe Heiligen, dat dit uw Sacrament ons niet strekke tot straf, maar tot een heilzaam middel om vergeving (te verkrijgen), tot afwassching van misdaden, tot versterking der zwakken, tot steun tegen al de gevaren der wereld, tot kwijtschelding van alle zonden der levende en afgestorvene geloovigen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Laat ons bidden Buigt ootmoedig uwe hoofden voor God. Heer, zie genadig neer op hen, die zich voor uwe Majesteit nederbuigen, opdat zij, door de goddelijke Gave verkwikt, ook altijd met uwe hemelsche hulp mogen gevoed worden. Door onzen Heer Jesus-Christus. VRIJDAG NA ASCHWOENSDAG Vereering van de Doornen Kroon 0. H. J.-C. Nadat de beulen Jesus gegeeseld hadden, drijven zij een wreedaardig spel met Hem. Bij Pilatus hadden zij de beschuldiging gehoord, welke de Joden tegen Jesus inbrachten, dat Hij zich Koning had willen maken; en uit zijn eigen mond hadden zij het antwoord aan Pilatus vernomen : Ja, Ik ben Koning. Dit was de aanleiding tot het gruwelijk lijden, de folterende smarten, den bloedigen hoon en smaad, welke zij Jesus aandeden door een spotkoning van Hem te maken, door Hem een ouden soldatenmantel aan te doen, Hem een rietstok als schepter in de hand te geven, Hem te kronen met doornen. Het zijn slechts weinige woorden, waarmede de Evangelisten deze gruwzame marteling vermelden, als wendden zij het hoofd af; als durfden, als konden zij niet in hunne herinnering terugroepen den aanblik van deze foltering. « En zij vlochten eene kroon « van doornen, en zetteden die op zijn hoofden een « rietstok in de rechterhand... En Hem bespuwende, namen zij den rietstok en sloegen Hem op « het hoofd, » verhalen Mattheus (xxvii. 29, 3o) en Marcus(xv. 17). « J^us kwam dan buiten, dra« gende de doornen kroon en het purperen kleed» is alles wat de H. Joannes (xix 5) erva\™dt; Maar wat naamloos lijden, wat bloedige hoon en stat, bieden zij aan den christen ter overweging l Zouden wij uit liefde tot Jesus, die voor ons zoo groote pijnen leed, niet genegen zijn de doornen aan te nemen, welke Hij ons biedt: de doornen van bekoringen, moeielijkheden in het volbrengen onzer blichten, ongemakken, beproevingen. « Komt dan, » noodigt de H. Kerk heden har kinderen uit, «laten wij Hem aanbidden, Christus, « den met doornen gekroonden Koning. » B ant wordt aan de uitnoodigmg der H. Kerk, die z j tot hare kinderen richt, hen beschouwende als dochters van Sion in Het begin der Mis rars»" ?££ TEKrraa tuarum. f. Glória Patri. — Egrediraini. en glorie gekroond : en Hem gesteld boven de werken uwer handen. v. Glorie zij den Vader.— I reedt. Gebed Geef, bidden wij U, almachtige God, dat wij, die ter gedachtenis van het Lijden onzes Heeren Jesus-Christus zijne doornen Kroon op aarde vereeren, door Hem in den hemel met eer en glorie verdienen gekroond te worden. Die met U leeft en heerscht, in de eenheid van God den H. Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen. Lezing uit het Boek der Wijsheid Het kostbaar en zacht bed, van sterken omringd, beduidt het bed des Kruises, waarop de bruid, de H. Kerk, haren Bruidegom, Christus aanschouwt. Kostelijk om de verdiensten van het lijden ; zacht omdat Hij uit liefde leed. Het bed van Salomon is rondom met zestig kloeke mannen uit de sterksten van Israël bezet. Allen hebben zij zwaarden en zijn tot den oorlog afgericht. Elk draagt het zwaard aan zijne zijde, om op hunne hoede te zijn tegen hetgeen 's nachts te vreezen is. Koning Salomon heeft zich eene draagkoets doen vervaardigen van hout van den Liba- non. De kolommen heeft hij van f ver doen maken, de rustplaats van goud, den hemel, van purper; het middengedeelte met liefe TijJe Leen afgezet omwille von e™»lemj dochteren. Gaat uit en beziet, gij dochters van Sion, koning Salomon met de kroon getooid, waarmede zijne moeder hem ee^oond heeft op zijn bruiloftsdag en op den dag der vreugde zijns harten. Hoe schoon zijt gij, mijne vriendin, hoe schoon ziJtg'j'.Uwe ooien zijn als die der duiven, behalve hetgeen binnen verborgen is. Kom afWan den Libanon, mijne bruid kom af van den Libanon, kom, gij gaat gekroond worden. Graduale Coróna aurea super ca- Een H^ojhet hoofd, put ejus: expressa s.gno t yan sanctitatis, . i,e;iieheid op gesneden ris, et opus S^enheeriijk sieraad, f. Quóniam pr®vemsti Werk V Want eum in benedictiómta» ^™Hemmet dulcédinis : posuis 1 zeKeningen vol zoetigcapite ejus corónam G„ hebt Qp zijn lapide pretióso. hoofd eene kroon met edelgesteente gezet. Tractus «,.£-r „a's r sponsum decoratum co- der gerechtigheid gelijk róna. v". Corona tribulati- een bruidegom gesierd is ónis efflóruit in corónam met eene kroon. f. De glóriae, et sertum exsul- smartenkroon is tot een tatiónis. Accépit re- eerekroon en tot een jugnum decóris, diadéma belkrans opgebloeid.V. Hij speciéi. heeft een heerlijk rijk en eene schoone kroon ontvangen. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd nam Pilatus Jesus en geeselde Hem. En de krijgsknechten vlochten eene kroon van doornen en zetteden die op zijn hoofd, en deden Hem een purperen mantel aan. Dan kwamen zij tot Hem en zeiden : Wees gegroet, Koning der Joden ! en zij gaven Hem kaakslagen. Pilatus ging dan wederom buiten en zeide tot hen : Ziet, ik breng Hem tot u buiten, opdat gij weten moogt. dat ik geene schuld in Hem vind. Jesus ging dan naar buiten, dragende de doornen kroon en het purperen kleed. — Credo. Bij de Offerande Tuam Corónam adora- Wij aanbidden uwe mus, Dómine: tuam glo- Kroon, o Heer: en verriósam recólimus Passió- eeren uw roemrijk Lijnem. den. Stil Gebed Versterk, almachtige Koning, de kracht uwer strijders opdat zij, die tijdens hunne sterfelijke loopbaan door de Kroon van uwen eeniggeboren Zoon verblijd worden, aan het einde hunner strijdbaan den palm der onsterfelijkheid mogen verkrijgen. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Prcefatie van het H. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Laetare, Mater nostra, Verblijd U, onze Moequia dabit Dóminus capiti der, want de Heer zal tuo augraénta gratiarum, meer schoonheid aan uw et coróna inclyta próte- hoofd geven, en U dek" t te> ken met eene glansrijke kroon. Na de Communie Nederig vragen wij U, almachtige God, dat deze HH. Sacramenten,welke wij ontvangen hebben, door de kracht der allerheiligste Kroon uws Zoons, die wij heden plechtig herdenken, ons ter genezing strekken. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Eerste Zondag in den Vaste Het begin der Mis De rechtvaardige mag op God vertrouwen, daar Hij zoo gaarne diens gebed verhoort. Invocabit me, et ego exaudiam eum : eripiam eum, et glorificabo eum: longitüdine diérum adimplébo eum. Ps. Qui habitat in adjutório Altissimi: in protectióne Dei cceli commorabitur. f. Gloria Patri. — Invocabit me. Hij (de rechtvaardige) zal tot Mij roepen, en Ik zal hem verhooren : Ik zal hem verlossen en tot eer brengen : met lengte van dagen zal Ik hem vervullen (een lang leven schenken). Ps. Hij die woont onder de hulpe des Allerhoogsten : zal onder bescherming van den God des hemels blijven. t- Glorie zij den Vader. — Hij zal tot Mij roepen. Gebed God, die uwe Kerk door het jaarlijksch onderhouden van den veertigdaagschen vaste reinigt; geef uw volk, dat het door goede werken verkrijge, wat het door versterving van U tracht te verwerven. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Gebed, bladz. 354; Derde Gebed, bladz. 404. Lezing uit den Brief vari den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Corinthe De Vaste is een tijd van genade, dien we niet ongebruikt mogen laten. Bijzonder vermaant de Apostel tot geduld, zuiverheid, zachtmoedigheid en liefde tot den naaste, en geene tegenkantingen moeten ons van de beoefening der deugd terughouden. Broeders : Wij vermanen u, dat gij de genade Gods niet te vergeefs ontvangt: Hij immers (God) heeft gezegd: In den aangenamen tijd heb. Ik u verhoord en op den dag van zaligheid u geholpen. Ziet, nu is het de aangename tijd (aan God). Ziet, nu zijn het de dagen van zaligheid. Wij geven niemand aanstoot, opdat onze bediening niet gelaakt worde. Maar wij toonen in alles dienaren Gods te zijn in veel lijdzaamheid, in wederwaardigheden, in behoeften, in benauwdheden, in slagen, in gevangenissen, in oproeren, in werken, in waken, in vasten, in kuischheid, in wetenschap, in lankmoedigheid, in zachtheid, in den H. Geest, in ongeveinsde liefde, in het woord der waarheid, in de kracht Gods, door de wapenen der rechtvaardigheid ter rechter- en ter linkerzijde; door eer en oneer, door goeden en kwaden naam; als verleiders en toch rechtzinnig; als onbekenden en toch bekend; 27 30 als stervenden en die toch leven ; als getuchtigd maar niet gedood; als bedroefden maar altijd blijde; als behoeftigen, die toch velen rijk maken; als niets bezittenden, die toch alles hebben. Wat ook de Apostel geleden heble; hoe hij behandeld zij; iaat men van hem zegge, dcnke, waarvoor men hem ook houde: altijd en overal heeft hij zich betoond dienaar van Christus. — Zoo ook wij ! Graduale Gods voorzienigheid voor den rechtvaardige. Angelis suis Deus man- God heeft zijnen Engedavit de te, ut custódiant len last omtrent u gegete in ómnibus viis tuis. ven, om u op al uwe wef. In manibus portabunt gen te bewaren. je. Zij te, ne unquam oflendas zullen u (dan) op de hanad lapidem pedem tuum. den dragen, opdat gij uwen voet aan eenen steen niet stootet, (geen onheil u overkome). Tractus Qui habitat in adjutó- Hij, die woont onder de rio Altissimi, in prote- hulpe des Allerhoogsten, ctióne Dei cceli commora- zal onder bescherming bitur. Dieet Dómino: van den God des hemels Suscéptor meus es tu, et blijven, je. Hij (de rechtrefügitim meum, Deus vaardige) zal tot den Heer meus : sperabo in eum. zeggen : Gij zijt mijn beV* Quóniam ipse liberavit schermer en mijne toe- me de laqueo venantium,!vlucht; Gij zijt mijn God : et a verbo aspero. ». Sca- op Hem zal ik hopen, pulis suis obumbrabit ti- ^ Want Hg heeft mij bebi et sub pennis ejus vrijd van den strik. der soerabis. ?. Scuto cir- belagers, en van het harcümdabit te véritas ejus : de vonnis, f. Ü"elfs) met non timébis a timóre zijne wieken zal Hij u n°" ,. ™ A saeitta bedekken; en onder zijne volln e per diem, a ne- vleugelen zult gij (veilig) eótio perambulante in hopen. y. De waarachtigténebris a ruina et dse- heid (zijner beloften) zalu mónio meridiano. v. Ca- als een schi d oms mten dent a latere tuo mille, waarom gij (dus) niet be et decem millia a dextris hoeft te vreezen voor ge- tuis! tlbi Tutem non ap- varen die u "s nachts zou^ propinquabit. *. Quóniam den bedreigen, i. Noch Angelis suis mandavit de voor den pijl, die over te, ut custódiant te in dag vliegt (eemg plotseómnibus viis tuis. % In ling opkomend ge.aar) manibus portabunt te, ne noch voor t geen m unquam offéndas ad lapi- duisternis ^weefMbeimedem pedem tuum. V. Su- lijke agen) noch voor per aspidem et basiliscum aanval des duivels o\ er ambulabis, et conculcabis dag. >. (Integendeel) duileónem et dracónem. zend zullen er aan u V. Quöniam in me spera- zijde vallen, en tiendu, vit, liberabo eum : pró- zend aan uwe rechtertegam eum, quóniam hand maar u zal geen cognóvit nomen meum. kwaad naderen (dere '■ "Invocabit me, et egoW. Want, zijnen Engelen exaüdiam eum : cum ïp- heeft Hij last omtrent so sum in tribulatióne. gegeven, om u op al uwe v. Eripiam eum et glori- wegen te bewaren. > . Zij ficabo eum: longitüdine zullen u op de. handen diérum adimplébo eum, dragen, opdat gij uwen et osténdam illi salutare voet aan een steen niet meum. zoudt stooten (geen on¬ heil u overkome). f. Over adders en slangen zult gij wandelen (den duivel vertreden, die bij deze listige en de volgende wreede dieren wordt vergeleken) leeuwen en draken vertreden, Omdat hij op Mij heeft vertrouwd, zal Ik hem bevrijden (van alle kwaad); Ik zal zijn beschermer zijn, dewijl hij mijn Naam (goedheid, almacht) erkend heeft, en daarop steunt. Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhooren : (want) Ik ben met hem in de verdrukking (zijn trooster, helper). Ik zal hem er aan ontrukken, hem tot eer brengen, hem met lengte van dagen vervullen (een lang leven schenken) en hem mijne (eeuwige) zaligheid doen aanschouwen. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Christus geeft het voorbeeld, hoe de bekoringen tot begeerlijkheid des vleesches, hoovaardij en begeerlijkheid der oog en moeten, en kunnen overwonnen worden; te weten, door gebed en versterving. In dien tijd is Jesus door (de leiding van) den (H.) Geest naar de woestijn gevoerd, om door den duivel bekoord te worden. En na veertig dagen en veertig nachten gevast te hebben, kreeg Hij honger. Nu kwam de bekoorder bij Hem, en zeide : Als Gij de Zoon Gods zijt, zeg dan, dat deze steenen brood worden. Hij antwoordde en zeide : Er staat geschreven (in de H. Schrift): de mensch leeft niet van brood alleen ; maar van alle woord, dat uit Gods mond komt. Toen tarnde duivel Hem op naar de heilige stad, stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide Hem : Als Gij de Zoon Gods zijt, werp U dan naar beneden; want er staat geschreven : Hij heeft zijnen Engelen omtrent U last gegeven en zij zullen U op de handen dragen opdat Gij uwen, voet niet aan een steen zoudt stooten. Jesus antwoordde hem: Ook staat er geschreven : Gij zult den Heer uwen God met tergen. Andermaal nam de duivel Hem dan op naar een zeer hoogen berg, liet Hem alle rijken der wereld zien en hunne heerlijkheid, en sprak tot Hem: Dat alles zal ik U geven, als Gij nedervalt en mij aanbidt. Dan zeide Jesus tot hem: Ga, Satan, want er staat geschreven: Gij zult den Heer uwen God aanbidden, en Hem alleen dienen. Toen verliet de duivel Hem: en zie, Engelen naderden en dienden Hem. — Credo. Bij de Offerande Beweegreden tot vertrouwen op God. Scapulis suis obumbra- Met zijne wieken zal de bit tibi Dóminus, et sub Heer ubedekken en o pennis ejus sperabis : der zijne ■vleugelen zult loften) zal u als een schild I omsluiten. Stil Gebed Wij dragen plechtig het Offer van het begin des veertigdaagschen Vasten op, terwijl wij U, Heer, bidden, dat wij met de gedeeltelijke onthouding van lichamelijke spijzen, ons ook mogen onthouden van alle (voor onze ziel) schadelijke genietingen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Stil Gebed, bladz. 35g; Derde Stil Gebed, bladz. 408. Pmfatie van den Vaste, bladz. 408. Bij de Communie Scapulis suis obumbrabit tibi Dóminus, et sub pennis ejus sperabis : Scuto circümdabit te véritas ejus. Met zijne wieken zal de Heer u bedekken, en onder zijne vleugelen zult gij hopen : De waarachtigheid zal u als een schild omsluiten. Na de Communie De heilige nuttiging van uw Sacrament richte ons wederom op, o Heer, en vereenige ons met uw heilzaam Geheim, nu wij van den ouden mensch gereinigd zijn. Door onzen Heer Jesus-Christus. Taeede Gebed, bladz. 36o; Derde Gebed, bladz. 409. Vesper-Lofzang AUDI, BENIGNE CONDITOR Audi, benigne Cón-j Zie, Heer, van uit uw Hitnr heerlijkheid Nostras preces cum flé- Meewarig neer op t hart, dat schreit, tiuus, Fn veertie dagen boete In hoe sacro jejunio yeerug u 5 pleegt Fusasquadragenario. Voor 't schuldjuk, dat Ier zwaar op weegt. a. Scrutator alme cór- Gij dan die 's harten .. bodem peilt, Infirma tu seis virium Cnt' Ad te revérsis éxhibe Versterk met uw genadekracht Remissiónis gratiam. De ziel, dienaar vergeving smaent. 3. Multum quidem pee- Ja, Heer, wij hebben veel misdaan, ^SeT paree confiténti- Maar neem ons in ont. . fermmg aan, Ad nóminis laudem tui, En richt ons op, uit 's werelds slijk, Confer medélam lan- Tot burgers van uw guidis. eeuw'S RlJk" 4. Concéde nostrum Ons vasten en ons boe- C6Corpus per abstinénti- ^MoJg voor't hervallen ons behoen, Culp* ut relinquant Opdat ons hart steeds pabulum I zonden vrij Jejüna corda criminum. En onze wandel heilig zij. 5- Prsesta, beata Trini- Oneindige Drievuldi^*as> heid, Concéde, simplex Uni- Verhoor het hart, dat *as» tot U schreit, Ut fructuósa sint tuis Zoo brengen wij U, wel te moê, Jejuniórum münera. Ons vasten en ons bidAmen. den toe. Petrus' Stoel te Antiochië 22 FEBRUARI Dezelfde Mis als bladz. 3i3 zonder Gedachtenis van de H. Prisca. Feest van den H. Mathias, Apostel 24 FEBRUARI De H. Mathias was een der 72 Leerlingen van Jesus. Na de Hemelvaart des Heeren en de Nederdaling van den H. Geest, stelde het Hoofd der H. Kerk aan de vergaderde Apostelen voor, uit « de mannen, die met ons vergaderden gedurende al « den tijd, dat de Heer Jesus onder ons in- en uit« gegaan is, beginnende van den doop van Joannes, « tot op den dag, dat Hij van ons opgenomen is — « één hunner met ons getuige zijner opstanding « (Apostel) te worden. Én zij stelden er twee, Jozef, « die Barsabas heette, die bijgenaamd werd Justus, « en Matliias. En zij baden en zeiden : Gij, Heer, « die aller harten kent, wijs van deze twee eenen « aan, dien Gij hebt uitverkoren, om de plaats dezer « bediening te ontvangen en van het Apostelschap, « waarvan Judas afgeweken is, om heen te gaan « naar zijne plaats. En zij wierpen het lot over hen, « en het lot viel o/> Mathias, en hij werd met de elf « Apostelen medegerekend. » — Aldus verhalen de Handelingen der Apostelen de uitverkiezing van den H. Matliias tot Apostel. Wij zien hieruit dat God het is, die zijne dienaars uitkiest, en dat men door het gebed zich zekerheid kan verschaffen omtrent zijne roeping, hetzij tot den geestelijken, of tot een anderen staat. Om de wondere wijze, waarop de H. Mathias tot het Apostelschap werd geroepen, wordt bij de keuze van een levensstaat, bij het nemen eener beslissing in tnoeielijke zaken, niet zonder vrucht, de voorspraak van dezen Heilige afgebeden. Het begin der Mis « Mihi autem, » zie bladz. 171. Gebed God, die den H. Mathias aan het getal uwer Apostelen hebt toegevoegd; geef, bidden wij, dat wij door zijne voorspraak immer de uitwerking uwer innige barmhartigheid mogen ondervinden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen In die dagen stond Petrus op in het midden der broeders (er was nu eene schare van ongeveer honderd en twintig personen bijeen) en hij sprak : Mannen, broeders ! de Schrift moet vervuld worden, welke de H. Geest heeft voorzegd door den mond van David aangaande Judas, die de leidsman geworden is van hen, die Jesus gevangen hebben. Hij werd met ons medegerekend, en had het lot dezer bediening verkregen. En hij heeft van het loon der misdaad eenen akker verworven, en zich verhangende is hij midden doorgebarsten en al zijne ingewanden zijn uitgestort. En het is allen bekend geworden, die in Jerusalem wonen, zoodat die akker in hunne taal Haceldama genoemd werd, dat is, akker des bloeds. (1) Want er staat geschreven in het boek der Psalmen : Hunne woning worde woest, en er zij niemand, die daarin wone, en een ander ontvange zijn bisdom. Daarom moet uit die mannen, die met ons vergaderden al den tijd. dat de Heer Jesus onder ons in- en uitgegaan is, beginnende met den doop van Joannes tot op den dag, in welken Hij van ons opgenomen is, (1) Aangekocht voor de dertig zilverlingen van Judas. een hunner met ons getuige zijner opstanding worden. En zij stelden er twee, Jozef, die Barsabas heette, die bijgenaamd werd Justus; en Mathias. En zij baden en zeiden : Gij, Heer, die aller harten kent, wijs van deze twee éénen aan, dien Gij hebt uitverkoren, om de plaats dezer bediening te ontvangen en van het Apostelschap, waarvan Judas afgeweken is, om heen te gaan naar zijne plaats. En zij wierpen het lot over hen, en het lot viel op Mathias, en hij werd met de elf Apostelen medegerekend. Graduale Nimis honorati sunt Zeer hoog in eere zijn amici tui, Deus: nimis uwe vrienden, o God; bo- confortatus est principa- venmate machtig ishunne tuseórum. v. Dinumera-heerschappij. Wil ik ze bo eos, et super arénam tellen; zij zijn talrijker multiplicabüntur. dan het zand. Tractus Desidérium anima: ejusl De begeerte zijner ziel tribuisti ei, et voluntate .hebt Gij hem bewilligd en labiórum ejus non frau-in het verlangen van zijne dasti eum. v. Quóniamilippen hem niet teleurgepraevenisti eum in bene- steld: (Gij gaaft hem wat dictiónibus dulcédinis. hij vroeg). % Want Gi) % Posuisti in capiteejus voorkwaamthem met(oncorónam de lapide pre- gehoopte) zegeningen vol tióso zoetigheid. % Gij zettet op zijn hoofd eene kroon van kostelijk gesteente. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs I11 dien tijd antwoordde Jesus en zeide: Ik dank U. Vader! Heer van hemel en aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen (dezer wereld) verborgen hebt, en die den kinderen hebt geopenbaard. Ja, Vader, want aldus is het uw welbehagen geweest. Alle dingen zijn Mij van mijnen Vader overgegeven. En niemand kent den Zoon als de Vader; noch kent iemand den Vader als de Zoon, en aan wien de Zoon het wil openbaren. Komt tot Mij allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig en nederig van harte ben; en gij zult rust vinden voor uwe zielen. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht. — Credo. Bij de Offerande Constitues eos princi- Gij zult hen stellen tot pes super omnem terram: Vorsten over geheel de mémores erunt nóminis aarde : en zij zullen uwen tui, Dómine, in omni pro- Naam, Heer, indachtig génie et generatióne. zijn (uwe macht verkondigen) van geslacht tot geslacht. Stil Gebed O Heer, laat de offeranden, die wij aan uwen Naam opdragen om geconsacreerd te worden, vergezeld zijn van het gebed van den H. Mathias, uwen Apostel; en wil door deze ons reinigen en beschermen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie der Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie Vos, qui secüti estis Gij, die Mij gevolgd zijt, me, sedébitis super sedes, zult op zetels zitten, om judicantes duódecim tri- de twaalf stammen Israbus Israël. te oordeelen. Na de Communie Almogende God, geef. bidden wij U door de voorspraak van den H. Mathias uwen Apostel, dat wij door het Heilige, wat wij genuttigd hebben, vergeving en vrede mogen bekomen. Door onzen Heer. VRIJDAG NA DEN EERSTEN ZONDAG IN DEN VASTE Feest der HH. Lans en Nagelen van 0. H. Jesus-Christus De H. Kerk wenscht, dat al de voornaamste werktuigen van 's Heeren Lijden herdacht en vereerd worden. Onder deze nemen eene eerste plaats in de Lans, waarmede den Zaligmaker na den dood het Hart werd geopend, opdat uit de daaruit vloeiende stroomen van water en bloed de ééne, smettelooze, maagdelijke bruid, zijne Kerk zou voortkomen. Die Lans heeft dus, door zijne zijde te openen, ons de deuren des hemels ontsloten. Deze heeft, door den reeds gestorven Zaligmaker te verwonden, de wonden onzer zonden genezen, ons het leven en de zaligheid weergegeven. Zoo ook de Nagelen, waarmede de Verlosser aan het Kruis was gehecht, zijn onze vereering overwaardig. Wat toch heiliger dan deze wonden en gaten ? Wat meer heilzaam, daar uit deze ons heil is voortgekomen, en waardoor godvruchtige zielen al meer geheiligd worden ? De woorden, waarmede honing David de tallooze wonden des Heeren voorzegt, maken het onderwerp van overweging uit hij Het begin Fodérunt manus meas et pedes meos : dinumeravérunt ómnia ossa mea : et sicut aqua eflfüsus sum. Ps. Factum est cor meum tanquam cera liquéscens in médio ventris mei. ï\ Glória Patri. — Fodérunt. der Mis Zij hebben mijne handen en voeten doorboord : al mijne beenderen hebben zij geteld : en als water ben Ik uitgestort. Ps. Mijn hart is geworden als smeltend was in het midden mijner ingewanden. t. Glorie zij den Vader. — Zij hebben. Gebed God. die in de zwakheid van uw aangenomen vleesch voor het heil der wereld met Nagelen vastgehecht en. door eene Lans hebt willen verwond worden; geef genadiglijk, dat wij, die op aarde het plechtig feest dierzelfde Nagelen en Lans vieren, U in den hemel mogen gelukwenschen met de glorierijke zegepraal uwer overwinning. Die leeft en heerscht. Epistel, Graduale, Tractus, Evangelie en Offerande als op het Feest der Gedachtenis van het Lijden Onzes Heeren Jesus-Christus, bladz. 382. — Credo. Stil Gebed Heilige ons, smeeken wij U. Heer, dit heilig en smetteloos Avondoffer, hetwelk uw eeniggeboren Zoon aan het Kruis opdroeg voor het heil der wereld. Die met U leeft en heerscht. Prefatie van het H. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Vidébunt in quem Zij zullen opzien tot transfixérunt, cum move- Hem, Dien zij doorboord réntur fundaménta terrae. hebben, als de grondslagen der aarde zullen beroerd worden (in den oordeelsdag). Na de Communie Heer Jesus-Christus, die op het Kruis U zeiven als een onbevlekt en vrijwillig Zoenoffer aan God den Vader hebt opgedragen; wij smeeken U. dat de eerbiedige opdracht van ditzelfde Offer ons vergeving verwerve en de eeuwige heerlijkheid. Gij die leeft en heerscht. Tweede Zondag in den Vaste Bede om hulp ten einde niet in zonden te vallen. Het begin der Mis Reminiscere miseratiónum tuarum, Dómine, et misericórdiae tuae, quae a saeculo sunt : ne unquam dominéntur nobis inimici nostri : libera nos, Deus Israël, ex ómnibus angüstiis nostris. Ps. Ad te, Dómine, levavi animam meam : Deus meus, in te confido, non erubéscam. ï'. Glória Patri. — Reminiscere. Wees uwe(r) erbarmingen indachtig, Heer, en uwe barmhartigheid, die van eeuwigheid is (dat Gij eeuwig barmhartig zijt): (help ons) opdat onze vijanden ons toch nimmer beheerschen: God van Israël, verlos ons uit onze zielsangsten. Ps. Tot U, Heer, heb ik mijne ziel verheven : Mijn God, op U heb ik mijn vertrouwen gesteld, laat mij niet teleurgesteld worden, Glorie zij den Vader. — Wees. Gebed God, die ziet, dat wij van alle kracht ver- stoken zijn, bewaar ons uitwendig en inwendig, (opdat wij tegen allen tegenspoed naar het lichaam mogen versterkt, en gezuiverd worden van alle kwade gedachten in de ziel. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Gebed, bladz. 354; Derde Gebed, bladz. 4°4- Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Theasalonica Vermaning om met de ontvangene genade mede te werken, ter verzekering van ieders roep tot heiligheid; en zich eerst vooral te wachten voor onkuischheid en geldgierigheid, twee ondeugden, die het meest beletten tot heiligheid te geraken. Broeders: Wij bidden en smeeken u in den Heer Jesus, dat gij zóó wandelt (leeit) als gij van ons gehoord hebt, dat gij moet wandelen en aan God behagen, opdat gij meer moogt toenemen (in volmaaktheid). Lri] weet immers, welke geboden ik u gegeven heb door (op gezag van) den Heer Jesus. Want dit is de wil van God, uwe heiligmaking : dat gij u onthoudt van ontucht, en eenieder van u zijn lichaam in heiligheid en eer wete te bezitten; niet in hartstochtige begeerlijkheid, gelijk de Heidenen doen, die God niet kennen. En dat niemand (de wet Gods ergens in overtrede, noch zijnen naaste 28 30 in eenige zaak) bedriege, want de Heer zal dit alles wreken, zooals wij te voren gezegd en betuigd hebben. Want God heeft ons niet geroepen tot onzuiverheid, maar tot heiliging. Door Christus Jesus onzen Heer. Graduale Bede om vergeving der zouden en om de genade van wèl te leven. Tribulatiónes cordis De kwellingen(bekorinmei dilatatie sunt : de gen) mijns harten zijn toenecessitatibus meis éripe genomen : Heer, red mij me, Dómine. Vide hu- toch uit den nood. f. Zie militatem meam, et la- neer op mijne vernedering bórem meum : et dimitte en strijd; (in- en tegen de ómnia peccata mea. bekoringen) en vergeef mij al mijne zonden. Tractus Waar de zonde overvloedig is, daar is Gods barmhartigheid nog overvloediger voor den zondaar, die tot Hem wil wederkeeren. Confitémini Dómino, Dank den Heer, want quóniam bonus, quóni- Hij is goed; zijne barmam in saeculum miseri- hartigheid blijft eeuwigcórdia ejus. 1!-. Quis lo- durend. i>. Wie zal (de quétur poténtias Dómini ? werken van) Gods alauditas faciet omnes lau- macht (naar waarde) kundes ejus? Beati, qui nen verkondigen; dat al custódiunt judicium, et de lof (welke Hem toefaciunt justitiam in omni komt) gehoord worde? témpore. Jr. Meménto no- y. (Alleen zij,) de zaligen, stri, Dómine, in benepla- die de wet onderhouden, cito pópuli tui : visita nos en te allen tijd de(christein salutari tuo. lijke) rechtvaardigheid be¬ trachten. f. (Daartoe echter) wees onzer gedachtig, Heer, volgens de genegenheid, die Gij uw volk toedraagt: en schenk ons uwe zalige hulp. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Jesus verheerlijkt en gehuldigd door de twee groote Mannen van het Oud Verbond, opdat de Apostelen niet geërgerd zouden zijn in zijne vernedering, lijden en dood, waarover zij Hem nu liooren spreken; maar zouden blijven gelooven in Hem, Dien zij liier hoor en verkondigd als den welbeminden Zoon Gods. In dien tijd nam Jesus met zich Petrus, Jacobus en diens broeder Joannes en voerde hen alleen op een hoogen berg; en Hij veranderde van gedaante voor hen. Zijn aangezicht schitterde als de zon, en zijne kleederen werden wit als sneeuw. En ziet, hun verschenen Mozes en Elias, die met Hem spraken. Petrus nam het woord op en zeide tot Jesus : Heer, het is ons goed hier te zijn : indien Gij wilt, laat ons dan hier drie tenten maken, eene voor U, voor Mozes eene, en eene voor Elias. Terwijl hij nog sprak, overschaduwde hen eene heldere wolk. En ziet: eene stem uit de wolk (werd gehoord), die zei- de : Deze is mijn welbeminde Zoon, in Wien Ik mijn welbehagen heb; luistert naar Hem. Als de Leerlingen dit hoorden, vielen zij op hunne aangezichten en waren zeer bevreesd. Doch Jesus naderde, raakte hen aan en zeide : Staat op en weest niet bevreesd. Als zij nu de oogen ophieven zagen zij niemand meer dan Jesus. En afgaande van den berg, beval hun Jesus : Zegt aan niemand iets van dit gezicht, tot de Zoon des menschen van den dood zal opgestaan zijn. — Credo. Bij de Offerande Goed voornemen om Gods wet te leeren. Meditabor in mandatis tuis, quae diléxi valde ; et levabo manus meas ad mandata tua, quae diléxi. Ik zal uwe geboden, die ik innig liefheb, overwegen; en mijne handen uitsteken, om uwe geboden, die ik liefheb, ook te volbrengen. Stil Gebed Zie, bidden wij U, Heer. enz., zie bladz. 23o. Tweede Stil Gebed, bladz. 35g; Derde Stil Gebed, bladz. 408. Prefatie van den Vaste, bladz. 408. Bij de Communie Vurig gebed, om Gods hulp af te smeeken. Intéllige clamórem me- | Versta mijn roepen; let um; inténde voci orati-op de stem mijns gebeds, ónis meae, Rex meus, et mijn Koning en mijn God. Deus meus: quóniam ad want ik ga tot U bidden, te orabo, Dómine. Heer. Na de Communie Nederig bidden wij U, enz., zie bladz. 289. Tweede Gebed, bladz. 36o; Derde Gebed, bladz. 409. Feest der heilige Coleta, Maagd 6 MAART Versterving, boetvaardigheid, voortkomende uit — en gegrondvest op nederigheid — ziedaar tn weinige woorden het leven der H. Coleta. In hef de tot deze deugden werd zij opgevoed. Als hare ouders gestorven waren, schonk zij alles aan de armen, verwijlde eenigen tijd onder de Begijnen en nam dan het kleed aan der Derde Orde van den H. Franciscus. Drie jaren daarna begaf zi] zich naar de Clarissen. Al haar streven was de regels dezer Orde tot hare oorspronkelijke gestrengheid terug te brengen. Al haar vertrouwen op God stellende, slaagde zij daarin, niettegenstaande de vele moeielijkheden en tegenkantingen welke ztj van alle zijden ondervond, en welke immer het teeken van Gods uitverkiezing zijn. De Heilige prentte hare Zusters liefde in vooral tot de versterving en de ah Af* ctpm miins eebeds, gehoorzaamheid. « Hoe, zeide zij, zouden wij onzen wil willen doen, terwijl Jesus-Christus nooit iets gedaan heeft, dan den wil zijns Vaders volbrengen ? » Den 6 Maart 1447 overleed de H. Coleta te Gent. Inwendige geest van versterving moet gepaard gaan met uitwendige boetedoening des lichaams. Zoo hebben Jesus-Christus en de Heiligen het begrepen en beoefend. Het begin der Mis « Dilexisti justitiam, » zie bladz. 20b. Gebed Heer Jesus-Christus, die uwe H. Maagd Coleta van hemelsche gaven hebt doen overvloeien ; verleen, bidden wij, dat wij op aarde trachten hare deugden na te volgen en met haar de eeuwige vreugden des hemels genieten. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Corinthiërs Broeders : Dat hij die roemt, enz., zie bladz. 205. Graduale Spécie tua, et pulchritüdine tua inténde, próspere procédé et regna. f. Propter veritatem, et mansuetüdinem, et justi- Ga uit met uwe bevalligheid en schoonheid, schrijd voorspoedig voort en heersch. ï1. Om wille uwer waarheid, en zacht- tiam : et dedücet te mi- zinnigheid en gerechtigrabiliter déxtera tua. heid zal zijne rechterhand u wonderbaarlijk leiden. Tractus Audi, filia, et vide, et Hoor, dochter, en zie, en inclina aurem tuam : quia neig uw oor (gehoorzaam), concupivit Rex spéciem want de Konrng heeft betuam V- Vultum tuum hagen in uwe schoonheid, deprecabüntur omnes di- *. Alle rijken des volks vites plebis : filise regum zullen uw aanschijn smee in honóre tuo. Addu- ken («neekend tot u opcénturRegi Virgines post zien): de koningsdochters eam : próximje ejus affe- u ter eere. ?. Na haar zulréntur tibi. f. Afferén- len de maagden tot den tur in laetitia et exsulta- Koning ge eid worden tióne : adducénturin tem- hare gezellinnen (navolplumRegis. gers) tot u gevoerd wor- H den. v. In gejuich en jubel zullen zij gevoerd worden tot het paleis des Konings (den hemel). Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheus In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 184. Bij de Offerande Filiae regum in honóre Koningsdochters (strektuo, adstitit regina a ken) U tot eer (geleide). dextris tuis in vestitu de Koningin staat aan uwe deaurato, circümdata va- rechterhand in een gerietate. (7". P. Alleluja.) waad doorwerkt met goud, met bonten tooi om* manteld. (P. T. Alleluja.) Stil Gebed Zij U, o Heer, aangenaam, enz., zie bladz. 207. Bij de Communie « Ouinque prudentes Virgines, » zie bladz. 323. Na de Communie Gij hebt, Heer, uw gezin, enz., zie bladz. 208. Feest van den H. Thomas van Aquino Belijder en Kerkleeraar 7 MAART De H. Thomas van Aquino. ook wel de Engelachtige Leeraar of de Engel der School genoemd, werd van ecne hoogadelijke familie, de graven van Aquino, in 1226geboren. Achtereenvolgens aan de Universiteiten van Napels, Rome en Parijs studeerende, behield hij door zijne godsvrucht, welke zijne moeder en de Benedictijnen van Monte Cassino in hem gelegd hadden, zijne deugd door een aanhoudend gebed, door zijne liefde voor den Wijn, die maagden voortbrengt en jegens de Onbevlekte Moeder. Doch evenzeer als in deugd muntte hij van zijne vroegste jeugd uit in geleerdheid. Deze echter, verzekerde Thomas zelf, had hij meer verkregen aan den voet des Kruisbeelds door het gebed dan door studie en uit de boeken. Vreeselijke bekoring had hij te onderstaan van den kant zijner broeders, die trachtten hem van zijn voornemen af te brengen om in de Orde van den H. Domiuicus te treden en als middel daartoe gebruikten de verleiding tot ontucht. Thomas overwon de slechte vrouw, welke daartoe tot hem afgezonden was en dreef haar op de vlucht met een brandend hout. Daarna viel Thomas in diepen slaap, tijdens welken de Engelen des hemels zijne lendenen omgordden, zoodat nimmer meer eenige bekoring tegen de zuiverheid hem overviel. Van hier het ontstaan van het Koordje des H. Thomas ter bewaring der zuiverheid waarin men zich kan doen inschrijven bij de Eerw. Paters Dominicanen. De godsvrucht en liefde van den H. Thomas tot het H. Sacrament blijken voornamelijk uit den Lauda Sion. het Adoro Te en andere zangen, welke door hem op het H. Altaar Geheim gedicht zijn. De H. Thomas is de Patroon der studeerende jeugd en een machtige Beschermer der deugd van zuiverheid. Het begin der Mis « In medio Ecclesia, » zie bladz. 25g. Gebed God, die uwe H. Kerk hebt doen schitteren door de bewonderenswaardige geleerdheid van den H. Thomas en haar vruchtbaar gemaakt hebt door diens heilige werkzaam- heid ; geef ons, bidden wij, om datgene met ons verstand te vatten wat hij geleerd heeft en na te volgen wat hij gedaan heeft. Door onzen Heer. Gedachtenis der HH. Felicitas en Perpetua. Geef ons, smeeken wij U, Heer onze God, dat wij de door uwe HH. Martelaressen Felicitas en Perpetua behaalde palmen (der overwinning) voortdurend godvruchtig vereeren; opdat wij, die haar met het hart niet naar waarde kunnen vereeren, haar althans blijven eeren door onze nederige feestviering. Door onzen Heer. Lezing uit het Boek der Wijsheid De H. Kerk voert den wijze ( Thomas) sprekend in, om te verkonden van hoe groote waarde de ware wijsheid is, die uit God is; hoe hij haar verkregen heeft en welke hoedanigheden en eigenschappen zij bezit. Ik heb verlangd naar verstand en het is mij geschonken ; en ik heb gebeden en de geest van wijsheid is over mij gekomen ; en ik achtte haar meer waard dan koninkrijken, en tronen en schatten telde ik, bij haar vergeleken, voor niets : zelfs geen kostelijk gesteente heb ik bij haar vergeleken; want in vergelijking bij haar is goud als gemeen zand; en zilver wordt, in vergelijking met haar voor slijk aangezien. Boven gezondheid en schoonheid heb ik haar bemind en had liever haar (het licht der wijsheid) dan het licht: want haar licht kan niet gedoofd worden. Alle goede gaven zijn mij echter toegekomen met haar, als ook onschatbaren rijkdom door hare handen, en het is mij in alles goed gegaan; want de wijsheid ging voor mij uit en ik besefte niet, dat zij de moeder van dit alles was. Ik heb ze zonder geveinsdheid (verkeerde meening) gezocht; ik deel ze ook zonder afgunst mede en houd haren rijkdom niet verborgen. Zij is een onuitputtelijke schat voor de menschen, en die er gebruik van maken, hebben Gods vriendschap verworven, aangenaam als zij zich gemaakt hebben door de gaven der wijsheid. Graduale Os iusti méditabitur De mond des rechtvaarsapiéntiam, et lingua ejus digen zal wijsheid meiloquétur judicium, f. Lex den, en zijne tong gerechDei ejus in corde ipsius : tigheid. ?. Gods wet is in et non supplantabüntur zijn hart en zijne schreden gressusejus. wankelen met (op den weg van Gods wet). Tractus « Beatus vir, » zie bladz. 3n. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheus In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen, enz., zie bladz. 338. Credo. Bij de Offerande « Justus ut palma, » zie bladz. 262. Stil Gebed Dat het ons, Heer, niet ontbreke aan het gebed van uwen H. Belijder en Leeraar Thomas, opdat dit ons uwe gaven verwerve en ons uwe vergeving verkrijge. Door onzen Heer. Gedachtenis der HH. Martelaressen. Zie neer, smecken wij, Heer, op de offers welke op uwe altaren zijn neergelegd om den feestdag der HH. Felicitas en Perpetua te vieren, opdat Gij ons vergeving schenket, gelijk Gij haar door deze heilige Geheimen de glorie geschonken hebt. Door onzen Heer. Prafatie van den Vaste, bladz. 408. Bij de Communie « Fidelis servus, » zie bladz. 3r3. Na de Communie Dat uw Belijder en doorluchtige Leeraar Thomas, bidden wij U, Heer, als onze voorspreker optrede, opdat uwe offers ons het afgebeden heil schenken. Door onzen Hee . Gedachtenis der HH. Martelaressen. Geef ons. bidden wij. Heer, door de voorspraak uwer HH. Martelaressen Felicitas en Perpetua, dat wij met een zuiver hart mogen ontvangen wat wij met den mond rte nomen hebben. Door onzen Heer. VRIJDAG NA DEN TWEEDEN ZONDAG IN DEN VASTE Feest van het allerheiligst Lijnwaad 0. H. Jesus-Christus In het Evangelie der Mis vinden we het voorwerp der bijzondere vereering op dezen dag Niet zonder beteekenis is het. zegt de H. Ambrosius, dat Joseph en Nicodemus het Lichaam van J lentélden en begroeven. Die begrafenis dat gerechtigheid betracht en leeraarsambt uitgeoe fend is, gelijk de H. Kerk die immer ^acht e 'uitoefent, terwijl die twee mannen ous voorstellen heiligheid van leven, levendigheid van geloof, waarmede en waaruit wij goede werken daarmede als 't ware het Lichaam van Christus bedekken. Het begin der Mis Humiliavit semetipsum Dóminus Jesus Christus usque ad mortem, mortem autem crucis : propter quod et Deus exaltavit illum, et donavit illi nomen, quod est super omne nomen. Ps. Misericórdias Dómini in aetérnum cantabo : in generatiónem et generatiónem annuntiabo veritatem tuam in ore meo. V. Glória Patri. — Humiliavit. De Heer Jesus-Christus heeft zich zeiven vernederd tot den dood, tot den dood des kruises: daarom heeft God hem verheven en hem een naam gegeven, die boven alle namen is. Ps. In eeuwigheid zal ik de barmhartigheden des Heeren zingen; van geslacht tot geslacht zal ik met mijnen mond uwe waarheid verkondigen. f. Glorie zij den Vader. — In eeuwigheid. Gebed God, die ons de overblijfselen van uw Lijden hebt nagelaten in het heilig Lijnwaad, waarin uw allerheiligst Lichaam van het kruis afgenomen, door Joseph gewenteld werd; geef genadiglijk, dat wij door uwen dood en uwe begrafenis tot de heerlijkheid der verrijzenis geraken. Die leeft en heerscht. Lezing uit den Profeet Isaïas Isaïas stelt den Messias voor als temgkeerend tot Sioit; alle, God weerstrevende macht (Edom) overwinnend. Want Christus' Lijden was het ge- richt over de zondige wereld, de nederlaag des duivels. Dit zegt God de Heer : Zegt aan de dochter Sion : Zie, uw Verlosser komt; zie, zijn loon is met Hem. Wie is Hij, die van Edom komt, in geverwde kleederen van Bosra ? Hij. schoon in zijn gewaad, voortschrijdend in de volheid zijner kracht! Ik ben het, die gerechtigheid spreek en kamprechter ben ter redding. Waarom dan is uw gewaad rood, en zijn uwe kleederen als van de treders in de wijnpers (rood) ? De wijnpers heb Ik getreden, lk alleen, en uit de volken was niemand met Mij ! Ik heb hen vertreden in mijnen toorn en hen vertrapt in mijne verbolgenheid; en hun bloed is op mijne kleederen gespat, en geheel mijn gewaad heb Ik bezoedeld. Want de dag der wrake was in mijn hart; het jaar mijner verlossing was gekomen. Ik zag rond, en er was geen helper; Ik zocht en er was niemand, die bijstand bood: en heil schafte Mij mijn eigen arm, en mijne verbolgenheid, zij stond bij Mij. En Ik vertrapte de volken in mijnen toorn, en Ik maakte hen dronken in mijne verbolgenheid, en Ik haalde hunne kracht ter aarde neder. De barmhartigheden des Heeren wil Ik gedenken.des Heeren lof voor alles, wat ons de Heer onze God heeft bewezen. Graduale | « Improperium, » zie bladz. 385. Tractus « V ere languores, » zie bladz. 386. Vervolg van het H. Evangelie volgens Marcus In dien tijd, als het reeds avond geworden was. (want het was de dag der voorbereiding, dat is de vóór- Sabbath), kwam Joseph van Arimathsea, een aanzienlijk raadsheer, die ook zelf het rijk Gods verwachtte, en vrijmoedig binnengaande bij Pilatus, verzocht hij het Lichaam vanjesus. Pilatus nu was verwonderd, dat Hij alreeds gestorven was. En den hoofdman ontboden hebbende, vroeg hij hem of Hij reeds gestorven was. En als hij dit van den hoofdman vernomen had, gaf hij het Lichaam aan Joseph. Joseph nu, fijn lijnwaad gekocht hebbende, nam Hem af, en wond Hem in het lijnwaad en legde Hem in het graf, hetwelk in eene steenrots uitgehouwen was; en hij wentelde eenen steen tegen den ingang van het graf. — Credo. Bij de Offerande Ingréssus Aaron taber- Als Aaron den tabernanaculum, ut holocaustum kei binnenging, om op het offérret super altare pro altaar een Zoenoffer voor peccatis filiórum Israël, de zonden der kinderen d tunica linea indütus est. Ilsraëls op te dragen droeg Ihij een linnen kleed. Stil Gebed Mogen deze gaven door U, o Heer, ^ingenomen worden, aan wien het roemrijk Lijden van uwen Zoon voor het heil der wereld zoo aangenaam was. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Prcefatie van het H. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Joseph autem mercatus Joseph nu, fijn lijnwaad sindonem, et depónens gekocht en Hem afgenoeum invólvit sindone. men hebbend, wond Hem in het fijne lijnwaad. Na de Communie Gij hebt, Heer, uw gezin met heilige gaven verzadigd; wij smeeken te mogen vertrouwen dat gij ons door den tijdelijken dood van uwen Zoon, waarvan deze geheimen getuigen, ook het eeuwig leven geschonken hebt. Door denzelfden onzen Heer. Feest van den H. Gregorius de Groote Paus en Kerkleeraar 12 MAART Niet dan op aandrang en door het geweld van geestelijkheid en volk deed deze heilige Monnik zich 29 de keuze tot Paus welgevallen. Tc voren had hij der H. Kerk groote diensten bewezen door het stichten van kloosters en het bestrijden der ketters. Bijzonder muntte de H. Gregoritts uit in ootmoed, liefde tot de armen en in ijver voor de naleving en uitbreiding des Geloofs. Hij het eerst noemde zich « Dienaar der dienaren Gods » 1 ■ zond Missionnarissen naar Engeland, schreef vele boeken, maarbij de H. Geest hem vóórlichtte, veroordeelde de dwaalleer van Eutychius en Berengarius omtrent de T errijzenis des vleesch en het H. Sacrament des Altaars. Als onder zijne regeering Rome door de pest geteisterd werd, verordende Gregoritts ceite driedaagsche processie. Den derden dag (zS April: St. Marcits) zag de Heilige boven het fort San Angelo een Engel verschijnen, die een zwaard in de schede stak. Van dat oogenblik hield de pest op. Van dien tijd ook is in gebruik gekomen, dat men in den Paaschtijd bij het luiden der klok 's morgens. 's middags en 's avonds bidt: « Verheug L . Koningin des hemels, alleluja » in plaats van ■ « De Engel des Heer en. » Ouder de wetten en verorderingen, welke de H. Gregoritts gaf omtrent de plechtigheden bij de godsdienstoefeningen, verdient zijne regeling omtrent den zang en die zang zelve vooral gemeld. Deze zang der Kerk wordt tiaar hem de gregoriaansche geiteden, en de H. Gregoritts lieden als ;i'j Opschrift der Pauselijke Brieyen aau stad en wereld. de Patroon van den waren kerkzang geëerd. Die zang, wellicht op ingeving des H. Geestes door Gregorins ingevoerd en verordend, zij den christen tot de eenig-passende en ware kerkzang ! Het begin der Mis ■*. Cti et'hümiles corde, lau- nederigen var.harte.looft dateDeum. Cant. Bene- denHee.C.^G] alle dicite, ómnia ópera Dó- werkendesHeeren Gebed God. die aan de ziel van uwen dienaar Gregorius den loon der eeuwige zahghe d hebt geschonken; geef genadiglijk dat wij. die gedrukt gaan onder den last onzer zo den. door zijne beden bij U geholpen worden. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan Timotheüs Dierbaarste : Ik betuig voor God, enz., zie bladz. 33y. Graduale Juravit Dóminus, etl De Heer heeft het benon poenitébit eum : Tu zworen en Hij zal geen cs Sacérdos in setérnumlberouw er over gevoe- secündum órdinem Mel-llen : Gij zijt Pnester in chisedech. V. Dixit Dómi- eeuwigheid volgens de nus Domino meo : Sede orde van Melchisedech adextrismeis. De «eer mijnen Heer : Zit neder aan mijne rechterhand. Tractus « Beatus vir, » zie bladz. 3n. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 338. — Credo. Bij de Offerande « Veritas men, » zie bladz. 180. Stil Gebed Verleen ons, bidden wij U, Heer, dat dit ons offer door de voorspraak van den H. Gre- gorius ons ten heil zij, die gegeven hebt dat de zonden der geheele wereld door dit op te dragen gedelgd werden. Door onzen Heer. Prefatie van den Vaste, bladz. 408 of van het H. Kruis, bladz. 365, naar gelang deze feestdag m den Vaste- of Lijdenstijd gevierd wordt. Bij de Communie « Fidelis servus, » zie bladz. 3i3. Na de Communie God, die den H. Opperpriester Gregorius in verdiensten aan mve Heiligen gelijk hebt gesteld; geef genadiglijk, dat wij, die het feest zijner gedachtenis vieren, zijne levensvoorbeelden mogen navolgen. Door onzen Heer. Derde Zondag in den Vaste In het Evangelie worden ons heden voorgesteld de macht en kunstgrepen des duivels; daarvan bevrijd te Korden is het gebed, vervat in Het begin der Mis /->vculi mei semper ad A/PJNE oogen zijn altijd O Dóm™ um, quia ipse M op den Heer gericht evéllet de laqueo pedes dat Hij mijne voe en meos: réspice in me, et den str.k zal trekken ( n miserére mei, quóniam de bekormgen zal by ünicus et pauper sum staan); zie ook Gij, (Heer) Zo Ps Ad te, Dómine, op mij neder en heb melevavi animam meam : delijden met mij, want ik Deus meus, in te conf, ben aan my °£r do, non erubéscam.V.Gló- gelaten, en m aan v ria Patri - Oculi mei. diensten). Ps. Tot U,Meer, ratri. wc heb ik mijn hart verheven. Op U, mijn God, stel ik mijn vertrouwen, ^za'met teleurgesteld worden. V. Glorie zij den Vader. Mijne oogen. Gebed Wij bidden U, almachtige God, zie neer op het gebed der nederigen en strek uwe goddelijke hand uit te onzer bescherming. Door onzen Heer. Tweede Gebed, bladz. 354; Derde Gebed, bladz. 404. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Ephese Wederom vermaant de Apostel tot reinheid van zeden. Daartoe is voortdurende strijd noodig, vooral cm de neiging tot onhiischheid en hebzucht te overwinnen. Verder waarschuwt Hij tegen hen, die de zonden voor menschelijke zwakheden, enz., aanzun en er niets om geven. De straf Gods blijft niet uit. Gij zijt kinderen des lichts (geloofs): leeft dan volgens het geloof Broeders : Weest navolgers van God, als welbeminde kinderen (van dien goeden V ader), en wandelt in liefde, zooals Christus ook ons bemind, en zich zeiven voor ons aan God gegeven heeft als een welbehaaglijk zoen- °en slachtoffer. Onkuischheid nu, of eenige andere onreinheid, of ook gierigheid worde onder u zelfs niet genoemd, gelijk het heiligen (christenen) betaamt ; noch ook oneerbaarheid, of dwaze gesprekken, of scherts, (dubbelzinnige aardigheden) die niet voegzaam is, maar geeft liever (uiting aan) dankzegging. Want gij moet wel weten, dat geen onkuische, of ontuchtige, of gierigaard, wat (een soort van) afgoderij is, eenig er ee heeft in het rijk van Christus en God. (Zoo is het; dus) dat niemand u verleide door ij dele woorden (schoonklinkende leeringen) . want om deze zonden komt Gods gramschap straf) over de kinderen des ongeloofs.Wordt dus geene deelgenooten (aan hunne zonden) Want. eertijds waart gij (in de) duisternis (ongeloof); nu echter zijt gij , «; I>««n'%•?"" s!„„,, j? "ez££z°zm Z wIÏÏ %R> »'t>" * """'f tr, Arabieren af, die zeer talrijk waren; maar talrijker Karen de Joden, die van Isadc geboren zijn. Zoo ook de christelijke Kerk telt meer leden dan de Joodsche, daar uit de Heidenen zeer velen tot de H. Kerk van Christus bekeerd zijn. Gelijk Agar en Ismaël door Abraham, zoo zijn ook de Joden door God verstooten,en wij .Christenen,zijn zijne kinderen. Broeders : Er staat geschreven, dat Abraham twee zonen had : een van de slavin (Agar), en een van de vrije vrouw (Sara). Maar die uit de slavin (Ismaël) was naar het vleesch (op natuurlijke wijze) geboren ; die uit de vrije vrouw, (Isaac) door de (goddelijke) belofte. Welke dingen allegorisch (d. i. met toespeling op iets anders) gezegd zijn. Want dit beteekent de twee Testamenten (Oud en Nieuw): het een, dat baarde op den berg Sinaï tot slavernij, en dat is Agar : want Sinaï is een berg in Arabië, die overeenkomt (op eene lijn staat) met het Jerusalem, dat nu is; en zij is met hare kinderen (de Joden) in slavernij, (leeft onder de wet van vrees). Het Jerusalem echter, dat boven is, is vrij, en zij is ons aller moeder (de Katholieke Kerk). Want er staat geschreven : Verblijd u, onvruchtbare, die niet baart, juich en jubel, die geene moeder wordt, want vele kinderen heeft de eenzame, meer dan die een man heeft. Wij nu, broeders, zijn even- als lsaac, ^s" hlj' ^ie ïpm vervolgde, die naar den geest mael), ZOo ook nu (vervolgen geboren was (Isaa ^ ar wat zegt de de Joden de Chris en ^ ^ ? ]aag de Schriftuur (God tot want de ZOOn slavin zijn met den ^ door Sijheid, waarmede Chris,o5 ons heeft vrijgemaakt. Graduale Verlangen naar U t~*>> ;n his Ik verblijd mij over het Lsetatus sum in h s men mij gezegd quse dicta sunt heeft, (dat) wij zullen gaan domum Dóm.m fcimus. ^ huis des Heeren. ». Fiat pax in virtute tua. ;n uw leger et abundantia in turribus ^ ^ de kracht uyvs le- tuis. I gers^ en overvloed in uwe (huizen. Tractus Vertrouwen op God. ■ r>A I nip OD God vertrouwen, Qui confidunt in_.Dói .P (dierbaar en onwrikmino, sicut mons Sion ..1 J ^ de berg sio„; non eommovebitur in I d-e -n den geest) in jS3aï%. «K- SU«» circüitu ejus, et Dómi-woont (op God betrouwt), nus in circüitu pópuli sui, zal in eeuwigheid niet geex hoe nunc et usque in schokt worden (in zijn saeculum. vertrouwen). (Want) ber¬ gen omringen haar, zóó omringt de Heer zijn volk die op Hem betrouwen) van nu af tot in eeuwigheid. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes Deze vermeerdering, van brood is een beeld van liet allerheiligste Sacrament des Altaars, waarmede God mïllioenen zijner geleovigen, vooral in den Paasclitijd, spijzigt. In dien tijd ging Jesus over het meer van Galilaea, dat is van Tiberias : eene groote menigte nu volgde Hem, omdat zij de wonderen zagen, welke Hij bij de zieken deed. Jesus ging dan op een berg en zat daar met zijne Leerlingen neder. Paschen, het hoogtijd der Joden, was nabij. Toen Jesus dan de oogen opsloeg en zag, dat eene groote menigte tot Hem kwam, zeide Hij tot Philippus : Van waar zullen wij brooden koopen, om dit volk te eten te geven. Dit zeide Hij om hem te beproeven, want Hij wist wel, wat Hij doen zou. Philippus antwoordde : Voor tweehonderd denariën brood is niet genoeg, opdat ieder een weinig hebbe. Een der Leerlingen, Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem : Er is hier een „erstenbrooden en twee vis,0f lVS wat beteekent dat voor schen heelt, maar menscben zoovelen ? Jesus zeide dan.Do^ffl^ neerzitten. Daar was op die plaats v Zij zetteden zich danned ^ ^ brooden, zend mannen. Je®u deelde Hij ze uit en na gedankt te hebben, deeld de aan die daar neerza • Toen zij ver- visschen, z°°veel ze ver oz^ ^ Leerlingen: zadigd waren, zei 3 overgebleven Verzamelt de brokken die o 4rzamel. zijn, opdat niets twaalf manden met den ze dan en vulden'^feXooden wabrokken, die van de J » die gegeten ren overgeschote^'aJ,l enschenhet wonder hadden. Als nu di zeiden zij: zagen, dat Jesus ge^ ^ in de wereld Deze is waarlyk d wist, dat zij moet komen. Maaralsj ld te ne- zouden komen, om H , Hij alleen men en koning te maken, vluchtte n. j weder op den berg. — Credo. Bij de Offerande Looft God. Laudate D ó m i n um ngt' zijnen quia benignus est. p L lofliederen, want lite Nómim ejus, quo U minzaam: alles wat niam suavis est . om heeft Hij ge- nia quaecumque voluit, |nij fecit in coelo et in ter-1 schapen in den hemel en ra. | op aarde. Stil Gebed Zie, bidden wij U, Heer, ene., 'zie bladz. 23o. Tweede Stil Gebed, bladz. 35g; Derde Stil Geled, bladz. 408. Pr af at ie van den Vaste, bladz. 408. Bij de Communie Heerlijkheid van het hemelsch Jernsalem, en vreugde dergenen, die in de schaduw des heiligdoms verwijlen. Jerüsalem, quae aedificatur ut civitas, cujus participatio ejus in idipsum: illucenim ascendérunt tribus, tribus Dómini, ad confiténdum Nómini tuo, Dómine. Jerusalem,dat gebouwd is als eene stad, waar onderlinge gemeenschap is (de vreugden des hemels zijn voor allen onveranderlijk); want derwaarts trekken de stammen (volken), de stammen des Heeren, om uwen Naam, o Heer, te loven. Na de Communie Geef, bidden wij U, barmhartige God, dat wij het Heilige, waarmede wij gedurig worden verzadigd, met oprechten eerbied behandelen en steeds met een U gewijd hart ontvangen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Gebed, bladz. 36o: Derde bladz. 409. VRIPAO IN °EN VA7 _ Feest van het H. Bloed Onzes Heeren J.-C. Dezelfde Mis als cp Eersten Zondag in Juli, uitgenomen het volgende : Graduale Hic ,ui aquam et sanguinem, J > , njet in water sus Christus; non ,n aqua jn water solum, sed ' Tres sunt, en bloed (a). >. Drie zijn sanguine, f- lre®J""' die getuigenis geven qui testimónium dant 1 . . j (dat Christus coelo : Pater, Verbum et inden hem A het Spiritus Sanctus: et hiMess^asO ^ R tres unum sunt. E drie ziin één. En U, m "•SSTffie'S dant in terra . bp . eeven op aarde : de Aqua et Sanguis, et hl g het Water (3) en tres unum sunt. het Bloed (4)= en deze drie zijn één. (1) Bij den Doop van Christus, g rddK^r.^eniioopin de — den Jordaan, Christus zijn Zoon n°®" g'oed stortende, op (4) Christus, die aan het Kr . J ^ #ls de Zoon zoodanige wijze stierf, dat ny Gods. Tractus _ Gratificavit nos Deus God heeft ons met welïn dilécto Filio suo, in daden vervuld in zijnen quo habémus redempti- welbeminden Zoon, door ónem per Sanguinem e- wiens Bloed wij de Verjus. Remissiónem pee- lossing hebben. f. En de catórum secündum divi- vergevingderzonden voltias gratiae ejus quae gens de rijkdommen zijsuperabundavit in nobis. ner genade die overvloeJustificati gratis per dig over ons is uitgestort, gratiam ipsius, per re- Kosteloos zijn wij gedemptiónem, quae est in rechtvaardigd geworden Christo Jesu. f. Quem door zijne genade, door propósuit Deus propiti- de Verlossing die is in atiónem per fidem in San- Christus Jesus. y. Hij die guine ipsius. God tot een verzoenings¬ slachtoffer gesteld heeft door het geloof in zijn Bloed. Feest van den H. Gabriël, Aartsengel l8 maart Het begin der Mis "Denedicite Dóminum, T ooft den Heer, gij al J-J omnes Angeli ejus : !_/ zijne Engelen; Gij poténtes virtüte, qui fa- machtigen in kracht, die citis verbum ejus, ad zijn woord volbrengt oirf audiéndam vocem sermó- gehoor te geven aan de num ejus. Ps. Bénedic, stem zijner uitspraken, anima mea, Dómino : et Ps. Loof, mijne ziel, den omnia quae intra me sunt, Heer; en al wat in mij is Gebed God. die onder alle EglendenA^ rrel Gabriël uitgekozen hebt, om J* uwer MenEchwording aane ^ aarde°zijn feest SeÏin den hemel njne bescherming ondervinden. Die leeft en heerscht. Lezing uit den Profeet Daniël 'Z,»«>**.« a"«"' geboren en gedood worden. In die dagen: Zie, daar kwam de man Gabriël, Gij concipies, et panes n ontvangen en eenen et vocabis ""/"barenen zijn naam eius Emmanucl. y. P _ n(,j noemen. V- De ritus sanctus superveme m j U ko- in te, et virtus Atassun. H-Geest za. des obumbrabit tibi. Ide »hooesten U over- que et quod nascétur ex AUerhoogsten te Sanctum, vocabitur Fi ^ ^ Heilige dat uit lius Dei. u geboren zal worden, Zoon Gods genoemd worden. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd werd door God, enz., sicbladz. 2iQ, — Crkdo. Bij de Offerande I Stetit Angelus ju*ta|hejeaUaarëeLt°tempels, aram templi, ha "u houdende in zijne hand ribulum aureum in man ouden wierookvat: sua; et data sunt ei in g wierookkorrels cénsa multa : et ascendit * hem gegeven; en fumus arómatum in con- ^ ^ reukwerken spéetu Dei. I steeg op voor Gods aan- | schijn. Stil Gebed Mogen. Heer, voor uw aanschijn, aangenaam zijn het offer onzer dienstbaarheid en het gebed van den zaligen Aartsengel Gabriël; opdat hij, die door ons op aarde geëerd wordt, onze voorspreker bij U zij in den hemel. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prafatie van den Vaste, bladz. 408 of van het H. Kruis, bladz. 365. naar gelang deze feestdag in den Vaste- of Lij denstijd gevierd wordt. Bij de Communie Benedicite, omnes An- Looft gij, alle's Heeren geli Dómini, Dómino : Engelen, den Heer; zingt hymnum dicite, et super- Hem een loflied en verexaltate eum in saecula. heft Hem hoog in eeuwigheid. Na de Communie Nu. dat wij de geheimen van uw Lichaam en Bloed genuttigd hebben, smeeken wij uwe goedertierenheid. Heer, onze God, opdat wij, die door de aankondiging van Gabriël uwe Menschwording gekend hebben, door zijne hulp de weldaden dierzelfde Menschwording mogen verwerven. Die leeft en heerscht. Feest van den heiligen Jozef Bruidegom der H. Maagd Maria 19 MAART « En Jozef, haar man, was een rechtvaardige »; « Jozef, de man van Maria, uit wie Jesus ^"ren is, die Christus genoemd wordt »; — « Hij was lt onderdanig»; - « Uw vader en Ik zochten V m droefheid »; ziedaar door God zelf in de H. de deugden en de hooge waardigheid van den «•/ zef beschreven ; ziedaar ook de grondslag van de godsvrucht tot den H. Jozef, welke sinds de iV eeuw voortdurend is toegenomen, en waarop tn iS,o de kroon is gezet, tóen de groote Vereerder van den H. Jozef, Paus Pius IX, Hem uitriep tot « Be schermer der gansche H. Kerk.» In i^4/ genoemde Paus het«feest der Bescherming van den H Jozef» (3dcn Zondag na Paschen), reeds vroeger ingesteld, voor de gansche H. Kerk verplichtend gemaakt; — en aan godsvriichtoefenmgen tot den H Jozef geheele en gedeeltelijke aflaten verleend. Waarom dringt de H. Kerk er zoozeer op aan den H. Jozef te vereeren ? Omdat zijn geheel leven één toonbeeld is van deugd voor alle staten en standen van eiken leeftijd. Geloof aan de ondoorgrondelijkste geheimen der Menschwording, voor het goddelijk Kinden Diens °fffeM°' der ■ - zuiverheid, als hij Maria s toestand aan- zag, en Haar daarom wilde verlaten; — gehoorzaamheid in zijne vlucht naar, — en zijn terugkeer uit Egypte; — geduld in de droefheden en vervolgingen ; — ootmoedige onderwerping in zijn nederigen staat. Bijzonder wordt de H. Jozef ter vereering voorgesteld voor het kiezen van een levensstaat; — voor het heilig beleven van den huwelijken staat, en ter verkrijging van een zaligen dood. Het begin der Mis De rechtvaardige wordt vergeleken bij een palmen een cederboom. De palmboom is stevig, bloeit langen tijd, behoudt zijne vruchten en dient ter versiering van de paleizen der koningen ; doch het langst en krachtigst is de ceder. Zoo groeien en bloeien ook de deugdzamen, brengen aangename vruchten van deugden voort en bezwijken voor geene tegenspoeden of beproevingen, dewijl, gelijk bij hooge boomen de wortels diep in den grond, dringen, zoo ook zij vast staan in volharding. Justus ut palma floré• bit: sicut cedrus Libani multiplicabitur : plantatus in domo Dómini, in atriis domus Dei nostri. Ps. Bonum est confitéri Domino : et psallere Nómini tuo, Al- De rechtvaardige zal bloeien als een palmboom: als een cederboom zal hij groeien (in deugden en goede werken) : geplant in het huis des Heeren, in de voorhoven van het huis van onzen God. > riória Patri - Ps- Het is goed den Heer tissime. Gloria rat . te loven en uwen Naam, o Justus. Allerhoogste, lof te zin¬ gen. V. Glorie zij den \ ader. - De rechtvaardige. Gebed Wii bidden U, Heer, dat wij geholpen mogen worden door de verdiensten van den Bruidegom uwer allerheiligste Moeder, opda ons door zijne voorspraak gegeven worde hetgeen wij zelf niet kunnen verwerven, pi'e leeft en heerscht met God den Vader m £ eenheid van den H. Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen. Lezing uit het Boek der Wijsheid Lofspraak op Mozes, door de H. Kerk toegepast op den H. Jozef. Bemind bij God en de menschen, enz., zie bladz. 309. Graduale De H. Jozef door God met vele genade voorkomen, begiftigd en verheerlijkt. Dómine, pr*venisti| Heer,G^hebthemvoor- eum in benedictiónibus komen met ^oe e g dulcédinis : posuist. '"I^^^ kroon van ^tióirrVitam kostbaar g^nte...Om pétiit a te, et tribuisti 1 het leven heeft hij L g 31 ei iongitüdinem diérum jbeden; en Gij hebt zijne in sseculum saeculi. dagen verlengd voor eeu- |wig en altijd. Tractus Beatus vir, qui timet| Gelukkigdeman.dieden Dóminum : in mandatis.Heer vreest en behagen ejus cupit nimis. t. Po-,schept in zijne geboden tens in terra erit seinen, (te onderhouden), v. Zijn ejus : generatio rectórum nageslacht zal machtig benedicétur. j!-. Gloria etizijn op aarde: de afstamdivitiae in domo ejus : etimelingen der braven zuljustitia ejus manet in sae-ilen gezegend zijn. v. Luisculum saeculi. ter en rijkdom zullen in zijn huis zijn; en zijne rechtvaardigheid zal immer (ongeschonden) blijven. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Toen nu Maria, de Moeder van Jesus, enz., zie bladz. 233. — Credo. Bij de Offerande Verheffing van den H. Jozef. Véritas mea, et mise- Mijnewaarheidenbarmricórdia mea cum ipso : hartigheid zullen altijd et in Nómine meo exal-met hem zijn, en in mijnen tabitur cornu ejus. Naam (door Mij) zal zijn hoorn (aanzien, macht) toenemen. Stil Gebed Wij brengen U, Heer, onze verschuldigde dienstbaarheid, terwijl wij U nederif^^ dat Gii in ons mve genadegaven behoedet door de voorspraak van den H. Jozef, den Bruidegom der Moeder van uwen Zoon, on zen Heer Jesus-Christus, ter plechtige viewiens feest wij U dit OÉfer va» lof opdragen. Door dezelfden Heer Jesn,Christus. Prefatie van den Vaste, bladz. 4°8 "/ van het H Kruis, bladz. 365, naar gelang deze feestdag inden Vaste- of Lij denstij d gevierd wordt. Bij de Communie T „„h fili David noli Jozef, zoon van David, timére a'ccipere Mariam vrees niet Maria, uwe timere acuy Vrouw tot u te nemen : Na de Communie Wij bidden U, barmhartige God. sta ons bii • en door de voorspraak van den H. Be lijder Jozef, bewaar genadiglijk m ons uWe gaven. Door onzen Heer Jesus-Christus. — Vesper-Lofzang TE JOSEPH CELEBRENT 1. Te, Joseph, célebrent U, Jozef, viert het koor agmina CtEÜtum, der zaalge Geestenscha- ren, Te cuncti résonent En heel de Christenkerk Christiadum chori, stemt met dien lofzang in: Oui clarus méritis, jun- Zij eert in u den man, ctus es inclytse, dien 't Gods bevel kwam paren Casto fcedere, Virgini. In kuischen huwlijksband met 's Hemels Koningin; 2. Almo cum tümidam Den man, die, toen de gérmine cónjugem Vrucht, — Gods wonderkrachtvermogen — Admirans, dübio tange- Ontkiemde, de aard ten ris anxius, heil, in d'ongerepten schoot, Afflatu süperi Flaminis Op 's Engels woord, aan Angelus vrees en twijfelzucht ont¬ togen, Concéptum püerum do- Berust heeft in 't gecet. heim, dat 's Heeren wil besloot, 3. Tu natum Dóminum Den man, die als het stringis, ad éxteras Kind gebaard was, trouw ten hoeder ^Egypti prófugum tu Verstrekte op 't moeiséqueris plagas; lijk pad, dat naar Egypte ging! ns, et invenis, |e Moeder, Miscens gaudia flétibus" den kring. r> » ré- Te recht siert, na den Uqt>s mors pia cónse- strijd des levens,'t eeu- M wig lover Crpalmamque eméritos De kruin der Vrienden gW sTscipit; Gods, ten oon van trou- & we deugd , over, ... hpatior Bij d'aanblik van de /on, beatl°r' Wier glans 't heelal verheugt. „ Hob,, — TH-, OdMéd, paree precantibus, aan, ut tandem Uceat nos tibi perpetim ^ maken, G„rr«re ^ cum. Amen. Antifonen MISSUS EST Missus est Angelus Ga- De Engel Gabriël is briel a Deo ad Virginem door God gezonden tot desponsatam viro, cuino- eene Maagd, die verloofd men erat Joseph, de domo was aan een man, met David, et nomen Virginis, name Jozef, uit het huis Maria. (geslacht) van David, en de naam der Maagd is Maria. ANGELUS DO MINI Angelus Dómini appa- Een Engel des Heeren ruit Joseph, dicens : Jo- verscheen aan Jozef en seph, fili David, noli zeide : Jozef, zoon van timére accipere Mariam David, vrees niet Maria cónjugem tuam : quod tot uwe echtgenoote te enim in ea natum est, de nemen : want hetgeen in Spiritu Sancto est: pariet Haar geboren is, is uit den autem Filium, et vocabis H. Geest: Zij nu zal een nomen ejus Jesum. Zoon baren en gij zult zijn naam Jesus noemen. CONSTITUIT EUM Constituit eum dómi- Hij (God) stelde hem dan num domus suae; tot heer van zijn huis, et principem omnis pos- tot overste van heel zijsessiónis suse. ne bezitting. Feest van den H. Benedietus, Abt 21 MAART De H. Benedietus. stichter van de beroemde Orde der Benedictijnen, stichtte daarmede «eene sc*°° '* gelijk hij zelf zeide,« waar men God leert dwten. Die middelen nu om God te dienen, legde V _ j„ de regels zijner Orde, welke eenzaamheid, stilzwijgen, gebed, nederi« heid en gehoorzaamheid. De, H. GrJ°J'JlS0 schrijft m weinige woorden het even van den . destichter : hij woonde bij zich zelyen ^ w J zeggen: hij had de eenzaamheid lief, hj was ont cn steeds toe te nemen in kennis van God en oan zich zeiven. Dezelfde Mis als bladz. 3og, behalve het volgende : Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheus In dien tijd zeide Petrus, enz., zie bladz. 333. Prafatie van den Vaste, bladz. 408 qf van het H. Kruis, bladz. 365, naar gelang deze feestdag in den Vaste- of Lijdenstijd gevierd wordt. Feest van Maria Boodschap 25 maart Deze is wc! bij uitnemendheid « de dag dien de Heer gemaakt heeft. » Heden toch is het grootste Geheim voltrokken: dat der Menschwording. Heden werd de menschelijke natuur hersteld, verheven door de vereeniging der goddelijke natuur met de menschelijke. Heden werden de voorzeggingen der Profeten vervuld; de voorafbeeldingen van het Oud Verbond werden werkelijkheid: de Zoon Gods werd mensch, nam bezit van de wereld. Ter gedachtenis dezer gebeurtenis worden nog dagelijks bij het driemaal luiden der klok de woorden, door den Engel met Maria gewisseld, herhaald, opdat de menscheit zich steeds hunne verlossing zouden herinneren, die op dezen dag een aanvang nam. Het begin der Mis Lo f van den Bruidegom des Hecrcu. Vultum tuum deprecabtintur omnes divites plebis : adducéntur Regi virgines posteam: próximae ejus adducéntur tibiin laetitia et exsultatióne.( T.P. Alleluja, alleluja.) Ps. Eructavit cor meum verbum bonum : dico ego Alle rijken des volks zullen uw aanschijn smeeken (smeekend tot U opzien); na haar zullen de maagden tot den Koning (Christus) geleid worden: hare gezellinnen (navolgers) zullen in vreugde en gejuich tot U gevoerd X Red * Gló-Iworden.(P. 7". Alleluja, al- ópera mea Reg . . Mijn hart heeft na Patri. - Vultum tU '0'ed woord (lied) ont- um' lboezemd: ik spreek mijne gezangen (ter eere van) den Koning uit. ». Glorie lij den Vader. - Alle rijken. Gebed God, die gewild hebt, enz., zie bladz. x6iLezing uit den Profeet Isaïas In die dagen sprak de Heer, enz., zie bladz. 218. Graduale Schoonheid en koninklijke eigenschappen van de Koningin des hemels. labiis tuis, propterea^ e I ^PPftGodU in eeuwigheid nedixit te Deus in seter Qm uwe mirabiliter déxtera tua. wonderbaar stijgen, en wonderbaar zal uwe rechterhand U gelijden. Tractus Audi, filia, et vide Jg^oortgehóorz^am" inclina aurem tuam . q I 8> Koning heeft beVuUu^U-lhagen in uwe schoonheid. deprecabüntur omnes di- v. Alle rijken des volks vites plebis : filiae regiim zullen uw aanschijn smeein honóre tuo. y. Ad- ken (smeekend tot U opducéntur Regi Virgines zien): de koningsdochters post eam : próximae ejus U ter eere. ji-.Na Haar zulafferéntur tibi. Addu- len de maagden tot den céntur in laetitia et ex- Koning geleid worden : sultatióne : adducéntur in hare gezellinnen (navoltemplum Regis. gers) tot U gevoerd wor¬ den. x*. In gejuich en jubel zullen zij gevoerd worden tot het paleis des Konings (den hemel). In den Paaschtijd worden Graduale en Trac- tus weggelaten en het volgende gelezen. Alleluja, alleluja, t. A- Alleluja, alleluja.v.Wees ve, Maria, gratia plena : gegroet, Maria, vol van Dóminus tecum : bene- genade : de Heer is met dicta tu in muliéribus. U; gezegend zijt Gij onAllelüja. v. Virga Jesse der de vrouwen. Alleluja, flóruit: Virgo Deum et f. De roede van Jesse hominem génuit: pacem bloeide: Eene Maagd heeft Deus réddidit: in se re- den Godmensch voortgeconcilians ima summis. bracht : God heeft den Alleluja. vrede hergeven, door in Zich te vereenigen wat hier beneden, en wat hierboven is, (de Goddelijke en de Menschelijke natuur). Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd werd door God, enz., zie bladz. 219. — Credo. Bij de Offerande na: Dominus tecum ,11 . cezeeend zijt luja.) Stil Gebed Wij bidden U, Heer, enz., zie bladz. i65. Prefatie der H. Maagd, bladz. 197. Bij de Communie Ecce Virgo concipiet, Zie, de Maagd zal ont„t nariet filium : et voca- vangen, en eenen Z sas*iA^ra' leluja.) Na de Communie Stort, Heer, uwe genade, enz., zie Passie-Zondag kinderen betreurde. Vandaag worden de hrmsbeet den met een paarsclien doek bedekt ter gedachtenis dat Christus Zich verborg, en Zich niet meer in het openbaar deed zien tot aan zijne intrede in Jerusalem. In de Mis wordt ook het « Glorie zij den Vader, » enz., uitgelaten, omdat de H. Drievuldigheid in den persoon van Jesus-Christus onteerd werd. Zoo ook wordt de psalm «Judica » niet gebeden, omdat de Hoogepriester raad hield tegen Jesus. Bij dit oordeel der menschen geeft de H. Kerk het oordeel Gods ter lezing, dat de Verlosser inroept, en de hoop op hulp, welke Hij uitspreekt bij Het begin der Mis Judica me, Deus, et discérne causam meam de gente non sancta : ab hómine iniquo et dolóso éripe me : quia tu es Deus meus, et fortitüdo mea. Ps. Emitte lucem tuam, et veritatem tuam : ipsa me deduxérunt, et adduxérunt in montem sanctum tuum, et in tabernacula tua. — Judica. Wees mijn Rechter, o God, en beslis mijne zaak tegen het onheilig volk (de Joden): verlos mij van den boozen en bedrieglijken mensch; want Gij zijt mijn God en mijne sterkte. Ps. Zend neer uw licht, en uwe waarheid : deze hebben mij geleid en gebracht op uwen heiligen berg en in uwe woningen. — Wees. Gebed Wij bidden U. almachtige God, zie genadig neer op uw volk, opdat Gij gelievet te geven, dat het geleid worde in zijn leven des lichaams en Gij het bewaren moget in zijn leven der ziel. Door onzen Heer JesusChristus. Tweede Gebed voor Kerk of Paus, bladz. 162. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Hebreeen Het bloed van dieren had getne kracht om debeleedieing, God door de zonden aangedaan, utte rZl -daarom heeft Gods Zoon aangeboden het Zi nt "; vergieten. Wij echter moeten door ome goede werken, bijzonder door onze Christus' Bloed op ons toepassen en .00 deel hrijge aan zijne verdiensten. Broeders: Christus gekomen zijnde als Hooirepriester der toekomende (geestelijke enhenïeUche) goederen, is door een groo.er en volmaakter tabernakel, met met han gemaakt, dat is, niet van dit maaksel, (n ^ f » ïïtorSbW°va» SS oSaWeren (gelijk de Hoogepries.er der Oude We.) maar door a,n e.ge» Bloed 'viS'sii r Bloed van Christus die door den H. Geest zich zeiven als een vlekkeloos Offer aan God heeft opgedragen, ons geweten zuiveren van doode werken (zonden) om den levenden God te dienen ? Daarom is Hij dan ook Middelaar van het Nieuwe Testament, opdat door tusschenkomst van zijn dood, tot verzoening der overtredingen, welke onder het vorig Testament begaan waren, zij die geroepen zijn, de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden; in Christus Jesus onzen Heer. Graduale Bede om hulp — en dank voor verleende liulp om over alle vijanden te zegevieren. Eripe me, Dómine, de Verlos mij, Heer, van inimicis meis : doce me mijne vijanden : leer mij facere voluntatem tuam. uwen wil volbrengen, v. Liberator meus, Dó- V- Heer, mijn Verlosser mine, de géntibus ira- van de volken die op mij ciindis : ab insurgéntibus vertoornd zijn: boven hen, in me exaltabis me: a die tegen mij opstaan, viro iniquo eripies me. zult Gij mij verheffen en mij van den boozen mensch verlossen. Tractus Strijd en overwinning van Christus. Ssepeexpugnavéruntme Dikwijls hebben (mijne a juventüte mea. ;!•. Dicat vijanden) Mij in het nauw nunc Israël : ssepe ex- gedreven, (reeds) van mij- ik pugnavérunt me a juven- ne vroegste jeugd af. tüte mea. jr. Etenira non V. Laat Israël nu zeggen . potuéruntmihi: supra dor- Dikwijls hehben tmyne sum meum fabricavérunt vijanden) Mij 'n h^ na"£ peccatóres. *. Prolonga- gebracht (reeds)van1 nuj vérunt iniquitates suas: ne vroegste jeugd at. Dóminus justus concidit y. Doch zij vermochten cervices peccatórum. niets op Mij: (als op een cervices p j aambeeld) hebben de boo- zen op mijnen rug gesmeed (d. i. voortdurend en allerhevigst vervolgd). Zij hebben Mij hunne onderdrukkingen lang doen voelen: (maar derechvaardige Heer zal den nek der boozen inslaan, (hunne macht verbrijzelen). Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes Jesus verdedigt zicli nu tegen de lasteringen zijver vijanden, om den twijfel over zijne goddelijke zending weg te nemen. In dien tijd zeide Jesus tot de Joden : Wie uwer zal Mij van zonde overtuigen ? Indien Ik u de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet ? Die uit God is, hoort Gods woorden. Daarom hoort gij niet, omdat gij niet uit God zijt Gods kinderen niet zijt). De Joden antwoordende zeiden tot Hem : Zeggen w ij me te recht, dat Gij een Samaritaan (verachter der wet1 zijt, en den duivel inhebt? Jesus antwoordde : Ik heb niet den duivel in, maar Ik eer mijnen Vader, doch gij onteert Mij. Ik nu zoek niet mijne eer : een is er, God de Vader, die ze zoekt, en recht doen zal. Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u : Indien iemand mijn woord onderhoudt, zal hij in eeuwigheid den dood niet zien. Dan zeiden de Joden : Nu weten wij, dat Gij den duivel inhebt, (en waanzinnige taal spreekt). Abraham is gestorvenen de Profeten zijn dood; en Gij zegt: Indien iemand mijn woord onderhoudt, zal hij in eeuwigheid den dood niet smaken. Zijt Gij grooter dan onze vader Abraham, die gestorven is, gelijk ook de Profeten gestorven zijn? Wien maakt Gij U zeiven? Jesus antwoordde: Indien Ik Mij zeiven eer geef, beteekent die eer niets : mijn Vader is het die Mij eer geeft, van Wien gij zegt dat hij uw Vader is, maar gij kent Hem niet; Ik echter ken Hem; en als Ik zeide, dat Ik Hem niet kende, dan was Ik juist als gij, leugenachtig. Maar Ik ken Hem en onderhoud zijn woord. Uw vader Abraham heeft zeer verlangd mijnen dag te zien : hij heeft dien gezien en zich er over verheugd. De Joden zeiden dan tot Hem : Gij zijt nog geen vijftig jaren oud, en hebt Abraham gezien? Jesus zeide hun : Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u : Ik ben, (naar de goddelijke natuur) vóór Abraham geboren werd. Zij namen dan steenen op, om op Hem te werpen : Jesus verborg zich echter en ging uit den tempel. — Credo. Bij de Offerande Confitébor dbj W-tl ffiKS ,0,0 corde 'i^r (Mo- retribue servo tuo . ' jel dat ^ (rechtvaarvam et cust°diam sermo ^ ^'ve en uwe geboden nes tuos : v'vlfica ™ | JLve : schenk mij, Heer, secündum verbum tuum' het (eeuwig) leven, volDómine. | gens uwe beloften. Stil Gebed o Hppr laat deze offeranden de banden Door onzen Heer Jesus-Chnstus. Tweede Stil Gebed voor Kerk of Paus, blad . i65, 166. Prefatie van het H. Kruis, bladz. 36d. Bij de Communie H. Kerk met de eigen voorden der-mtdmg V l1n°tS, Toplt gZik, da) « daarvan vobis tradétur: hie calix ke]k van novi Testamént. est inden, deze nd in meo Sanguine, dicit Dó- het nieuw ;j() 3-2 minus : hoe facite, quo- mijn Bloed : doet dit, zoo tiesctimque sümitis, in me- dikwijls gij het gebruikt, am commemoratiónem. ter gedachtenis aan Mij. Na de Communie Heer, onze God. sta ons bij; en bescherm met uwen gedurigen bijstand hen. die Gij met uwe Geheimen hebt gevoed. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Gebed voor Kerk of Paus, bladz. 168. Vesper-Lofzang VEXILLA REGIS 1. Vexilla Regis pró- Ontrol des Konings Zedeunt, gevaan, Fulget Crucis mystéri- De Kruisbanier, het leum, vensteeken, Qua vita mortem pér- Dat hel en dood te niet tulit deed gaan, Et morte vitam prótu- En licht in 't duister lit. door deed breken. 2. Quae vulnerata lan- De wonde in desVerceae lossers zij, Mucróne diro, criminum Die bloed met water heeft doen vloeien, Ut nos lavaret sórdi- Was balsemdruplend bus, ook voor mij, Manavit unda et san- Om de erfsmet uit de guine. ziel te roeien. 3. Impléta sunt qu* Nu, David, is uw woord CÓDavid fidéli carmine, ^ Dicéndo natiónibus: - " 4. Arbor decóra et fül- ^ gloor! E,«» „sr^w^ ' Tam sancta membra ^^^dSerd! tangere. .S.Be.tacujusbrichi.JP^eeft'sHeeren IS' • ±nA\t <*«- Om onze borst er van Prétium pependit s* "statéra facta cörporis, Mn u is 't zegeloof ge- a — tir En'stierf de schuld, die Tulitque pr*dam tar" treffen. tan. 6 O Crux, ave, spes O Kruisboom, teeken . van gena, unica, Vnm bii 't hermren van • Hoe Passióms tém- Kom. dij w Gods lijden, Pore' .. Ons met Geloof en Hoop Piis adauge gratiam, ^ ^ns m 7. Te, fons salütis, Tri- Schenk, Bron van heil, nitas, Drievuldigheid, Collaudet omnis spiri- Dat ons, die lof en eere tus; U geven, Quibus Crucis victóri- Het Kruis de zege op am aard bereid', Largiris, adde prEemi- En we in zijn schaduw um. Amen. eeuwig leven. Den 3 Mei, feest der Vinding van liet heilig Kruis, wordt deze zelfde Lofzang gezongen met verandering van den met een* geteekende versregel, welke dan luidt: Paschale quae fers gau-1 Gegroet, die Paaschdium. I vreugd ons bereidt. Zoo ook den 14 September, feestdag der Verheffing van het H. Kruis. Dan wordt die versregel veranderd in : in hac triümphi gloria. I ter overwinning ons | geleidt. Anti fonen ADORAMUS TE Adoramus Te, Christe, Wij aanbidden U,Chriset benedicimus tibi, quia tus, en zegenen U, omdat per sanctam Crucem tu- Gij door uw heilig Kruis ara, et Passiónem tuam en Lijden de wereld verredemisti mundum. lost hebt. CRUX FIDELIS Crux fidélis, inter om-| Trouwe Kruisstam, onnes. arbor una nóbilis!|der alle boomen de edel- „„n, ,i.,. ui» profen, «ïf iobrhS fronde, flore, gérmme. dusd jt ^ aan y ge. lijk. j i O 7oet hout, zoete na- Dulce Ugnum- ^ulceS len)die een zoeten last clavos, dulce pondus sus gtien,^ tinet. ecce quomodo moritur Ecce quómodo Z«, te."« U — -« vin i»,« «■»««. wegeenomen, Mprat • en niemand beschouwt et nemo considerat. ^ ^ aandacht: . . voor het aanschijn (om a facie ïniquitatis wille) der zonde is sublatus est justus; „omen^van^dl aarde): «, erit i» p.o< ">™6ri*i5»"ï;°'"!°ken ™' p.c. f.«W. «' 1- P""* * "" ;A-4js,sr,k «^.» p.« ° ejus. tenebr-c fact;e sunt TènebrK factse sunt, * Judaei: et circa horam nonam ex- omtrent het negende uur clamavit Jesus voce ma- riep Jesus met luider gna: stemme: Deus meus, ut quid me Mijn God, waarom hebt dereliquisti ? Gij mij verlaten ? Et, inclinato capite, e- En het hoofd gebogen misit spiritum. hebbend, gaf Hij den geest. Exclamans Jesus voce Luide riep Jesus uit: magna, ait: Pater, in manus tuas Vader, in uwe handen comméndo spiritum me- beveel Ik mijnen geest, um. IMPROPERIUM Impropérium exspecta- Smaad en ellende verrit Cor meum et miséri- wachtte mijn Hart, am, Et sustinui, qui simul En Ik hoopte,dat iemand mecum contristarétur, et met Mij treuren zou, doch non fuit; er was niemand, et qui consolarétur, et of die tot troost zou non invéni; zijn, maar vond hem niet. Et dedérunt in escam En zij hebben Mij gal meam fel, et in siti mea tot spijs en azijn te drinpotavérunt me acéto. ken gegeven. SUPER FLUMINA BABYLONIS Super flümina Babyló- Aan Euphraat en Tinis, illic sédimus et flévi- gerstroomen mus: Cum recordarémur Weenend zaten wij Sion: daar neer; Traan op traan kwam 't oog ontstroomen Dachten we aan U, Sion, weer. in salicibus in medio. Aan-de wilgem««» ejus, suspéndimus organa cither en tym. nostra- paan. (D Ouia Mie interrogavé- Wilt ons van uw lierunt nos, qui captivos drenzmgen die pSal- duxérunt nos, verba can-1 btem tiónum: Et qui abd"*®'i A, e in Sion zongt, runt noVi"ydrUei rdsizoo vrogegen tate nobis de canticis Dje ons uit het vader- Sion" 'land j u , Dreven, en de handen sloegen In een vuigen slaven- band. Ouómodo cantabimus Wat', hier vreugde liecanticum Dómini in terra dr^|^n^een' bijjde harpe aliéna ? slaarl( In 4en land van vreemdelingen, God! hoe zou ik het bestaan ? Si oblitus füero tui Je- Dat mijn' rechter eer rüsalem, oblivión. detur verstij ^ yerdor. déxtera mea: ^ mQOg. Wen 'k U niet indachtig blijve, .. I Sion, appel van mijn oog. (1 Muziekinstrumenten. Adhaereat lingua mea Wen 'k Jeruslem, U, faücibus meis, si non me- niet stelle minero tui: Si non pro- Als het toppunt aller posüero Jerüsalem, in goed, principio lsetitise meae. Wen 'k vol smart niet de uren telle Sinds 'k U gaf mijn afscheidsgroet. Memor esto, Dómine, fi- Heer,gedenk Gij Edoms liórum Edom, in die Jerii- zonen, ia]em. Als eens Sions wraak- dag naakt, Qui dicunt: Exinanite, Wil dan, Heer, het exinanite usque ad fun- vloekwoord loonen, daméntum in ea. Tegen ons eens uitge¬ braakt : Sion, hal vernielt zijn vesten, Roeit, breekt uit zijn fundament, Laat geen steen op d'andren resten! Filia Babylónis misera: Babel, dochter vol elbeatus, qui retribuet tibi lend ! retributiónem tuam, quam Wie is 't, die u zal verretribuisti nobis. gelden De vergelding, die ge aan mij Hebt vergolden; zalig melden Zal 'k hem, zalig, zalig hij! Beatus, qui tenébit, etl Zalig, die uw zuigehnallidet parvulos tuos ad gen^ ^ moederborsten petram. En ze bij heur handenwringen Op de rots te pletter smijt. IN MONTE OLIVETI «OU, —jpsawi Vader: Pater, si fier; potest, Vader, imüentat kan, transeat a toe cal.x iste . van My wegga. Spiritus quidem prom- De geest £ ptus est, caro autem infir- willig, F zwak. m Fiat volüntas tua. Uw wil geschiede. O VOS OMNES ,Lï.tu. dol-«... Atténdite, univérsx po- Gij, al puli, et vidéte dolórem en ziet mijne smart. meum. OMNES AMICI MEI 0„„« tradidit me quem dili- hij dien Ik liefhad, heeft gébam, Mij verraden, et terribilibus óculis en met wreedaardigen plaga crudéli percutién- lust hebben zij Mij wreed tes, mishandeld; acéto potabant me. en met azijn gelaafd. Inter iniquos projecé- Zij hebben Mij gerekend runt me, onder de boozen, et non pepercérunt ani- en mijn leven niet gemae mese. spaard. VRIJDAG NA PASSIE-ZONDAG EN DERDE ZONDAG IN SEPTEMBER Feest der Zeven Smarten van Maria Ofschoon dit feest eerst in 1725 door Paus Benedictus XIII inde geheele Kerk is ingevoerd, is toch de godsvrucht tot de Bedroefde Moeder zoo oud als de H. Kerk zelve. Dit blijkt uit de overoude beelden der H. Maagd, voorgesteld als Moeder van Smarten; — uit de vervaardiging van het Stabat Mater door Jacopone in de i3e eeuw, maar vooral uit de aloude gebeden der H. Kerk, waarin Maria als Koningin der Martelaren wordt aangeroepen en geprezen. Tot een gedurig aandenken aan het deel, dat Maria genomen heeft in het Verlossingswerk, maar vooral in het lijden en den dood haars goddelijken Zoons gehad heeft, is deze feestdag ingesteld. Een overzicht van de smartelijke gebeurtenissen doet ons zien, dat als« eenezeeharedroef- heid was, » hoe te recht zij Maria, d. 1. zee van bitterheid» genoemd wordt. De Zeven Smarten, welke wij heden her denken en die ook op den 3den Zondag in September gevierd worden, zijn : io de voorzegging van den ouden Simeon. « een zwaard zal uwe ziel doorvlijmen. >» 2° de vlucht naar Egypte. 3° het verlies van Jesus in den tempel te 4o de^ontmoeting van Jesus op den kruisweg. 5° de dood van Jesus aan het kruis. 6° de afdoening van het kruis. 70 de begrafenis. Overweegt dit alles, en ziet, of er eene smart is gelijk de Hare. Het begin der Mis Maria Magdaléne. Mü- van cle°phaS, en Satóme, lier, ecce filius tuus, di- en Maria Magdalen. xit Jesus; ad Discipulum y. Vrouw, ziedaar ™ cutem : Ecce Mater tua. zoonzeldeJesus .dan tot riiöria patri. - Sta-den Leerling. Zie uwe ' (Moeder, if. Glorie zij den bant' | Vader.-Naast het Kruis. Gebed Vrijdag na Passie-Zondag. God, bij Wiens Lijden, volgens de voorzegging van Simeon het allerzoetste Hart der roemrijke Maagd en Moeder Maria een zwaard van droefheid doorstak; geef genadig, dat wij die hare Doorboring en haar Lijden eerbiedig vereeren, door de tusschenkomst der roemrijke verdiensten en beden van alle Heiligen, die trouw bij uw Kruis stonden, de gelukkige uitwerkselen van uw Lijden mogen verkrijgen. Gij, die leeft. Derde Zondag in September. God, bij Wiens Lijden, volgens de voorzegging van Simeon, het allerzoetste Hart der roemrijke Maagd en Moeder Maria een zwaard van droefheid doorstak, geef genadig, dat wij, die hare Smarten vereeren en herdenken, het gelukkig uitwerksel van uw Lijden mogen verwerven. Gij, die leeft en heerscht. Lezing uit het Boek Judith Zij bevat de lofspraak van Ozias op Judith, toen zij, na Holofernes verslagen te hebben, te Bethuliè teruggekeerd aas. De Heer heeft u gezegend door zijne kracht, want door u heeft Hij onze vijanden de. "«'» beSauidheid «» dc gij op het zien \ leven niet =£2?"KT»»»»ÜU« Se» hebt voo. het aanschijn va» onzon God. Graduale I Vrijdag na Passie-Zondag. _ D°l°rósavet la.ryma- gipïaS Ma- stens juxta Crucem Dó- ^Vsta^^nHeer Jesus, mini Jesu, F.l« ta, Re- „ 2°°"- den Verlosdemptóns. y. Virg » Maasd en Moeder GénLix quen«tot»non *£^gcn het geheecapit orbis, hoe aardrijk niet bevatten fert supplicium, Aucto ondergaat deze straf vitse factus homo. des'Kruises, Hij, de Ge¬ ver des levens, mensch geworden. Tractus jtr. Dómina, juxta Crucem heerscheres der wereld, Dómini nostri Jesu Chri- stond droevig naast het sti dolorósa. v. O vos om- Kruis van onzen Heer nes, qui transitis per Jesus-Christus. f. O gij viam, atténdite, et vidé- allen, die voorbijgaat, let te, si est dolor sicut do- op en ziet, of er eene lor meus. smart is gelijk aan de mijne. Derde Zondag in September. « Dolorosa et lacrymabilis, » enz., zooals hierboven tot aan den Tractus, daarna : Alleluja, alleluja, t. Sta- Alleluja, alleluja. 5\ De bat sancta Maria, coeli heilige Maria, Koningin Regina et mundi Dómi- des hemels en Beheerna, juxta Crucem Dómi- scheres der wereld, stond ni nostri Jesu Christi do- droevig naast het Kruis lorósa. Alleluja. van onzen Heer Jesus- Christus. Alleluja. STABAT MATER (i) 1. Stabat Mater dolo- Schreiend naast het rósa Kruis gebogen, Juxta Crucem lacrymó- Stond de Moeder, diep sa, bewogen, Dum pendébat Filius; Daar de Zoon doornageld hing, 2. Cujus animam ge- En Haar door 't verméntem, zuchtend harte, Contristatam et dolén- Krimpende van wee en 'em, smarte, (1) 100 dagen aflaat. Pertransivit gladius. 't Zevenvoudig slag¬ zwaard ging. O O quam tristis et O hoe droef, hoe vol offlinK. van rouwe Fuit illa benedicta Was die zegenrijkste Vrouwe, Mater Unigénitil Om Gods eengeboren Zoon; 4. Quae moerébat et do- Ach, hoe streed Zij! lébat ach, hoe kreet Zij! Pia Mater, dum vidébat En wat folteringen leed Natipoenas inclyti. Bij des Reinsten gru- welhoon. c. Quis est homo, qui Wie kon tranen weder_JL (ï^rpt houên, Matrem Christi si vi- Die de ellende zou aanjiret schouwen, In tanto supplicio? Als haar boezem open¬ rijt? 6. Quis non posset con- Wie kon zonder mee tristiri te weenen, Christi Matrem con- Christus' Moeder hotftomnlari ren steenen, Doléntem cum Filio? Daar ze met haar Zone lijdt ? n. Pro peccatis su£e Ach, voor uwe en mijo-sntis ne zonden, g Vidit Jesum in tormén- Zag Zij Jesus dus doortis wonden Ét flagéllis sübditum. Bij de wreede geese I straf; * 8. Vidit suum dulcem 't Dierbaar Kind zag Zij natum hier lijden, Moriéndo desolatum, Gansch alleen den doodkamp strijden, Dum emisit spiritum. Tot Hij God den geest hergaf. 9. Eia Mater, fons amó- Geef, o Moeder van geris, nade ! Me sentire vim dolóris Dat ik al, wat U belaadde, Fac, ut tecum ltigeam. Met U drage, en met U ween! 10. Fac, ut ardeat cor Dat de liefde mij doormeum blake, In amando Christumj En ik Christus minnend Deum, nake, Ut sibi complaceam. Hem behage, Hem alleen! 11. Sancta Mater, istud Reine Moeder, druk de agas, smarte Crucifixi fige plagas Van dat lijden in mijn harte, Cordi meo valide. Dat den Kruisling r;e- derboog! 12. Tui Nati vulnerati, Dat ik al, wat Hem door¬ woelde, Tam dignati pro me Al de wonden, die Hij pati, voelde, PcEnas mecum divide. Met U lijdend deelen moog! 13. Fac me tecum pie Mocht ik klagen,al mijn fiere, dagen, L Crucifixo condolére Waarlijk al die smarten dragen, Donecegovixero. I4. Juxta Crucem te- t WjUig U naar "t Kruis CTt me'tibi sociare Met U siddren, met U schreien, ln planctu desidero. J^mijn diepste boezem- „ Virgo vk-ginum Maagd der maagden, 5",. nooit volprezen, PrMih?jam non sis amara, Wierd mij deze gunst J bewezen, Fac me tecum plange- Pat ik aan uw zijde , re. klaag! l6. Fac ut portent Doe mij strijden, doe consór- " Christus striemen langs de zijden, Et plagas recólere. Waar ik eeuwig van v & gewaag ! Fac me plagis vul- Et cruóre Filii. Door de lietde van uw Zoon! ,8. Flammis ne urar 'k Voel mijn ziele in . „„ vlam gerezen, Ter ë Virgo, sim de- Wil dus Gij mijn voor- te, virg , spraak wezen, fensus r 30 33 In die judicii. Als ik sta voor s Rech¬ ters troon! 19. Christe, cum sit hinc Maak, dat mij het Kruis exire beware, Da per Matrem me ve- Dat mij Christus' sternire ven spare, Ad palmam victóriae. In de schaauw van zijn gena! 20. Quando corpus mo- En, zal eens mijn liriétur ch&&in stcrvcrij Fac', ut animae donétur Doe mijn ziele dan beërven Paradisi glória. Amen. 't hemelsch Paradijs (Alleluja.) hierna! (Alleluja.) Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd stonden naast Jesus' Kruis zijne Moeder en de zuster zijner Moeder, Maria van Cleophas en Maria Magdalena. Toen Jesus dan zijne Moeder zag staan, en den Leerling, dien Hij liefhad, sprak Hij tot zijne Moeder : Vrouw, ziedaar uw zoon. Daarna sprak Hij tot den Leerling : Zie uwe Moeder. En van dat uur nam de Leerling Haar tot zich. — Credo. Bij de Offerande Recordare, Virgo Ma- Gedenk, o Maagd en ter Dei, dum stéteris in Moeder Gods, als Gij voor conspéctu Dómini, ut lo- het aangezicht des Heequaris pro nobis bona, et ren staat, dat Gij voor ut avéftat indignatiónemlons spreket, opdat Hq suamanobis. zijn toorn van ons I wende. Stil Gebed Wij offeren U gebeden en offeranden, Heer Jesus-Christus, terwijl wij U "edeng smeeken, dat wij, die de Doorboring yan het allerzoetste Hart uwer heilige Moeder Maria in onï gebeden herdenken, op de allergoederüerenste voorspraak van Haar en zoo menige Heiligen, hare gezellen onder het Kruis, door de verdiensten van uwen dood ook verdiensten met uwe Gelukzaligen mogen hebben. Die leeft en heerscht. Prafatie der H. Maagd, bladz. 197- Bij de Communie Felices sensus beats Gelukkig de zintuigen Maria Virginis, qui sine derH. ^^stefveT' den morte meruérunt marty- zonder te s'crven ril p.ta.n, ,«b Cruce D«- muu' onder het Kruis des Hee- ren. Na de Communie Dat o Heer Jesus-Christus, de offeranden, die wij genut hebben ter godvruchtige viering der Doorboring uwer Moeder en Maagd, ons bij uwe goedertierenheid de uitwerking van alle heilzaam goeds verwerven. Die leeft en heerscht. De Goede Week ook wel groctc, — heilige, — Lijdensweek, worden de dagen genoemd, welke onmiddellijk het Paaschfeest voorafgaan, en aldus genaamd naar de groote, heilige Lijdens- Geheimen, waarvan de herinnering gevierd wordt. Meer en meer verdiept zich de H. Kerk in de ondoorgrondelijke Geheimen van het Lijden haars Bruidegoms : in do drie laatste dagen bereikt hare droefheid het hoogste punt. Om dit te kennen te geven, worden de altaren van alle sieraden ontdaan, zwijgen de klokken en het orgel, en worden slechts klaagliederen gehoord. In gebed, het aanhooren van Gods woord, aalmoezen geven, goede werken verrichten, werden eertijds de dagen dezer week doorgebracht; bijzonder echter in vasten en waken: zoozeer, dat nauwelijks spijs of drank, en dan nog slechts water en brood genomen werd des avonds, ja de dagen en de nacht van Zaterdag op Zondag in geheele onthouding werd doorgebracht, en men zelfs de kerk niet verliet. De geest, d. i. de wil en het verlangen der H. Kerk zijn dezelfde gebleven. De verma- mnn van den H. Bernardus is die der heilige Kerk : « Waakt met alle zorg over u zeiven: « weest onbegrensd in uwen ijver, opdat de « viering dezer groote Geheimen niet vruch« teloos zij voor u. God wil stroomen van « zegeningen over de aarde neerlaten : zorgt « tocli er geen beletsel aan te stellen door «uwe zorgeloosheid of lauwheid. Onder« werpt uwe zinnen aan de strengste tucht. « Hebt een zuiver geweten en weest bezield « met heilige gevoelens, opdat uwe zielen « bereid zijn de gaven te ontvangen, die Hij « schenkt aan hen, die ze zich waardig ge« maakt hebben. » Palmzondag Vreugde en droefheid beide moeten de kinderen der H. Kerk heden bezielen, naar de gebeurtenissen, welke heden plaats hadden. Vreugde, omdat heden de voorzegging van den profeet Zacharias vervuld werd: Zie, uw Koning komt tot u, gezeten op eene ezelin, en op het veulen eener ezelin. (Zie het Evangelie der palmwijding.) De wijding van palm en de processie, welke heden plaats hebben, is de herinnering aan de vreugde, welke het Joodsche volk aan den dag 'legde bij de komst des Verlossers binnen Jerusalem. Alvorens geslacht- offerd te worden voor de zonden der menschen,wilde Jesus erkend worden als Koning der Schepping, Zoon des Allerhoogsten; wilde Hij zijne intrede doen als Overwinnaar in de hoofdstad van zijn Rijk. Aldra echter (in de H. Mis) herneemt de H Kerk den loop van zuchten en treuren over de smarten van haren goddelijken Bruidegom. De Dienst van dezen dag is drievoudig: i° Zegening der palmen. Het gewicht hiervan blijkt uit de bijzondere plechtigheid, waarmede deze verricht wordt. Men zou haast zeggen, dat het H. Offer werd opgedragen ; want « Begin der Mis, » « Gebed, » « Epistel, » enz. tot het « Sanctus » gaan aan de eigenlijke wijding vooraf. De gebeden der wijding met het wijwater en den wierook geven aan de palmen eene bovennatuurlijke kracht, om de zielen der geloovigen te heiligen, hunne lichamen en woningen te beschermen. De geloovigen behooren ze in de hand te houden onder de Processie en terwijl het « Lijden » gelezen wordt. Zij beteekenen de goede werken, waarmede wij voor God verschijnen moeten. Als teeken van geloof in, en hoop op hulp worden ze eene eereplaats in huis gegeven, om ze ten tijde van onweer, enz., te gebruiken. 2o De processie beduidt de glorierijke tocht en intrede van Jesus naar — en in Jerusalern. Palmtakken in de hand hebben was bij d Joden een teeken van vreugde, daarom moeten zij allen, die deelnemen aan de pro cessie, deze in de hand houden, als oraoM Koning, Verwinnaar des doods en Verlos ser van zijn volk het «hosanna» toe te 21 Ms^de processie terugkeert in de kerk, vindt ze de deuren gesloten. TerwijldeLozang aan Christus « den onstertelijken Ko ninK der eeuwen» blijft weerklinken, stoot de subdiaken met het Kruis dn^aaHegen de deur der kerk, waarop deze geopend, wordt, het volk en de geestelijken binnentreden, lof zingend aan Hem, die alleen de Verrijzenis en het Leven » is. De kerk is het afbeeldsel van den Hernel, die door de zonde gesloten was en alleen door de kracht van het Kruis kon geopend worden : deze is de beteekenis dier plechtig *"3°'in de H. Mis worden geene andere dan droeve klanken gehoord over het Lijden des Verlossers, dat bovendien in zijn geheel aa de eeloovigen wordt voorgelezen, gelijk net door den Evangelist Mattheüs is beschreven. Wijding der Palmen Het Koor zingt de Antifoon : Hosanna Filio David ! Hosanna den Zoon van Benedictus qui venit in David! Gezegend Hij, die Nómine Dómini. O Rex komt in den Naam des Israël! Hosanna in ex- Heeren. O Israels Kocélsis! ning ! Hosanna in den hooge! v. Dóminus vobiscum. De Heer zij met u. K. Et cum spiritu tuo. En met uwen geest. Laat ons bidden God, Dien te beminnen en lief te hebben, rechtvaardig is, vermenigvuldig in ons uwe onuitsprekelijke genadegaven: en Die ons door den dood uws Zoons hebt doen verhopen, hetgeen wij gelooven, doe ons door zijne Verrijzenis geraken, werwaarts wij streven den hemel). Die met U leeft en heerscht, in de eenheid van den H. Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. li. Amen. Oprecht bekeerden zullen ook het Manna, Jesus, ontvangen, die zich als het Brood des Levens op den Paaschdag aan hen openbaren zal. Lezing uit het Boek des Uitgangs In die dagen kwamen de kinderen Israëls in Elim, waar twaalf waterbronnen en ze- venti" palmboomen waren; en zij sloegen ïah'jKï'i/S Sinaï ■ (het was) de vijftiende dag der tweede maand, nadat zij uit Egypteland vertrokken ziin En de geheele menigte kinderen israeis morde de woestijn tegen Mozes en Aaron. En de kinderen Israèls zeiden tegen h . Waren wij maar gestorven mi E;h. de hand des Heeren, als wij bij de vleescn notten zaten, en brood in overvloed aten. Waarom hebt gij ons in deze gf voerd. om den geheelen hoop g doenste ven van honger ? Dan zeide deHeertotJ^ tt. 7oi ii van cien uwuw ^ nen Het volk ga uit (zijne tenten) en verzamele zoo veel als voor lederen dag -enoeg is, opdat Ik het beproeve of zij mollens mijne wet wandelen, of niet. Den zesden dag echter moeten zij toebereiden^ S binnengebracht hebben; en het moet het dubbele zijn van hetgeen^ gewoon^ deren dag verzamelen. Dan spraKen « »1 *> Sde H«r „„ zult gn erkennen, dat ae nco u uit het land van Egyptegevoerd heeft; en morgen zult gij de heerlijkheid des Heeren aanschouwen. Graduale 8. Collegèrunt Pontifi- 8. De Opperpriesters en ces et Pharisaei concilium, Pharizeeën deden den et dixérunt: Quid faci- raad vergaderen en zeimus, quia hic homo multa den : Wat doen wij? signa facit ? Si dimittimus want deze Mensch doet eum sic, omnes credent veel wonderen. Als wij in eum : Hem laten begaan, zullen allen in Hem gelooven. * Et vénient Romani, et En dan zullen de Romeitollent nostrum locum et nen komen en ons land gentem. en ons volk uitroeien. t. Unus autem ex illis, y. Maar een van hen, Caiphas nómine, cum es- Calphas genaamd, deed set póntifex anni illius, eene voorspelling, omdat prophetavit, dicens : Ex- hij Opperpriester voor pedit vobis, ut unus mo- dat jaar was en zeide : riatur homo pro pópulo, Het is dienstig voor u, et non tota gens péreat. dat één mensch sterve Ab illo ergo die cogita- voor het volk en (zoo) het vérunt interficere eum, geheele volk niet ten ondicéntes: derga. Van dien dag af beraamden zij Hem te dooden, zeggende : * « Ei venient» wordt herhaald. 8. In monte Olivéti ora- 8. Op den Olijfberg bad vit ad Patrem : Pater, si Jesus tot zijnen Vader : fieri potest, transeat a me Vader, als het mogelijk calix iste. is, dat dan deze kelk van Mij wegga. * Spiritus quidem De geest is wel gewilpromptus est: caro autem lig, doch het vleesch infirma: fiat volüntas tua. zwak: uw wil ereschiede. zwak: uw wil geschiede. f „ritp utl f- Waakt en biat, op- nem' * « Spiritus quidem » wordt herhaald. Vervolg van het H. Evange.ie volgens Mattheus In dien tijd, «1* Hg e°etoï™ was, zond nij iwc J , , dat tegen u zeide hun : Gaa.t ^^k ult gij daar vinden OVer 'tlto^vSS^dc^. «nbi»h,ar eene ezelin, die va g ^ en brengt ze bij een veulen;-maak antwoordt Mij. En en Hij zal dan, dat de Heer Du alles nu iS ge- ze terstond laten g • ^en- hetgeen beurd, opdat vervu a^s zeide : d°°r dCn de°dochti° van Sion (Jerusalem): Zegt aan de dochter zachtmoedig, ge- Zie, uw Koning komt tot het jong zeten op eene: ezelin, ent een De Leer. van eene die he ju ^ gn deden zooals lingen gmgen da , brachten de eze- Jesus hun gebode" hH 3 legden daarop lin en het veulen bij Hem, en^ ^ ziUen. hunne kleederen en c hare klee- Eene ze er groote menigtspreadh deren op den weg, anderen Kapt ^ ^ van de boomen en s £ ^nfren en die En de scharen, die voorat gmjs volgden, riepen en zeiden: Hosanna den Zoon van David! Gezegend Hij die komt in den Naam des Heeren. f. Dóminus vobiscum. I De Heer zij met u. ij. Et cura spiritu tuo. | En met uwen geest. Laat ons bidden O God, vermeerder het geloof van die op U hopen, en verhoor goedgunstig de gebeden van die tot U smeeken : kome over ons uwe veelvoudige barmhartigheid; dat deze palmof olijftakken f gezegend worden; en gelijk Gij ter afbeelding uwer H. Kerk. Noë gezegend hebt, toen hij uit de ark gin^, en Mozes, toen hij met de kinderen Israëls uit Egypte toog: mochten zoo ook wij, palmen en olijftakken dragende, Christus met goede werken te gemoet gaan. en met Hem de eeuwige vreugde binnentreden. Die met U leeft en heerscht, in de eenheid van den H. Geest. God. P. Per ómnia sseeula SEeculórum. M. Amen. P. Dóminus vobiscum. M. Et cum spiritu tuo. P. Sursum corda. M. Habémus ad Dóminum. P. Gratias agamus Domino Deo nostro. Door alle eeuwen der eeuwen. Amen. De Heer zij met u. En met uwen geest. Heft de harten omhoog. Wij hebben ze tot den Heer opgeheven. Danken wij den Heer onzen God. M Dignum et justuml Dat is waardig en reentt ' 1 vaardig. Het is waarlijk waardig en rechtvaardig, billijk en heilzaam, dat wij altijd en overal dank zeggen aan U,heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God; Gij die verheerst wordt in de schare uwer Heiligen. U toch dienen alle schepselen omdat zij U alleen al hunnen Maker en God erkennen, en alle wat Gij gemaakt hebt, looft U, en uwe Hei lieven ze-enen U. Want den grooten Naam van uwen Eeniggeboren belijden zij voor de koningen en de vorsten dezer we reld. Hem diénen Engelen en Aartsengelen, Tronen en Heerschappijen, die met het geheel Heir van het hemelsch le°er <^ lofzang uwer heerlijkheid zingen en altijd zeggen : h^Pleni sunt coeli et terra ^ gloria tua. ; Hosanna in den hooge. Hosanna in exceisis. komt Rrnedictus qui venit in Gezegend Hij, die ko issrjssr i Laat ons bidden Wij bidden U. heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God. dat Gij dezen olijftak dien Gij uit hout hebt doen voortkomen, dien de duif, toen zij naar de ark terugkeerde, met eigen mond droeg, gelievet te i" zegenen, en te f heiligen, opdat allen die er iets van ontvangen, voor zich bescherming van ziel en lichaam verwerven; en dat het geheim uwer genade, Heer. een middel onzer zaligheid worde. Door onzen Heer Jesus-Christus, enz. f}. Amen. Laat ons bidden God. Gij die het verstrooide bijeenbrengt en het bijeengebrachte bijeen houdt, die het volk zegendet. dat Jesus met palmtakken tegenging : zegen t ook deze palm- en olijftakken, die uwe dienaren tot eer van uwen Naam geloovig ontvangen, opdat, in welke plaats zij ook gelegd worden, de bewoners daarvan uwen zegen ontvangen, en uwe rechterhand allen tegenspoed van hen verwijderd houde, en hen bescherme die zijn vrijgekocht door Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft en heerscht in de eenheid van den H. Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. ii}. Amen. Laat ons bidden Tod die door eene wondere beschikking „Si» lebloze dingen hoe ons (hetgeen tot) onze zaligheid (sitrekt), SS wordt; geef. vruchtige harten uwer geloovigen tot hun hei rgrijpen, hetgeen hedenW takken beteekenen de zegepraal o^er S5V doods; jj.agg-jsts Zg£ w"dt1"S van menschen begreep toenreeds.datheter een afbeeldsel van was, dat Verlosser medelijden gevoelend met de ediende d menschen, voor het leven der wereld p g strijden met ^ vorst de s do ed^n daarom de^uUedoot barmhartigheid uitdrukte. Da^r ^ ^ u-k gebeurtenis en de beteekenis er van^asteUjK gelooven, £™-ge God door "enzèlfdènaonzen Heer 'jesus-Christus, dat wij in Hem en door Hem Wiens ledematen Gij gewild hebt dat wij zijn zouden, de overwinning behalen over het rijk des doods, en deel mogen hebben aan zijne glorierijke Verrijzenis. Die met U leeft en heerscht, in de eenheid van den H. Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. b}. Amen. Laat ons bidden God, die eene duif vrede aan de aarde hebt doen verkonden door een olijftak; wij bidden U, verleen, dat Gij deze takken van olijf- en andere boomen door uwen hemelschen zegen f heiliget: opdat zij aan geheel uw volk tot heil verstrekken. Door Christus onzen Heer. i$. Amen. Laat ons bidden Zegen, f bidden wij U, Heer, deze palm- of olijftakken; en geef dat uw volk, hetgeen het heden te uwer eer uitwendig verricht, ook met de grootste godsvrucht geestelijk volbrenge, (namelijk) : de overwinning over den vijand behale en het werk van barmhartigheid (onze verlossing) ten zeerste hoogschatte. Dooronzen Heer Jesus-Christus,enz. i$. Amen. Nu worden de palmen met wijwater besproeid en bewierookt, en besluit de Priester met het volgende gebed: v Dóminus vobiscum. I De Heer zij met u. ij. Et cum spiritu tuo. I En met uwen geest. Laat ons bidden God, die mven Zoon, onzen Heer JesusChristus, voor onze zaligheid in de wereld gezonden hebt, opdat Hij zich tot ons vernederen, en ons tot zich roepen zou ; voor Wien. toen Hij te Jerusalem kwam, opdat de Schriftuur vervuld werde, eene schare van geloovig palmtakken, gingen Hem runt ei óbviam, et cla-j te gemoet en de kinderen mabant püeri, dicéntes : riepen (Hem) toe, zeggenHic est qui ventürus est de: Deze is het, die tot in salütem pópuli. Hic heil des volks moet koest salus nostra, et re- men. Deze is onze redding, démptio Israël. Quantus en Israëls verlossing. Hoe est iste, cui Throni et groot is Hij, dien Tronen Dominatiónes occürruntl en Heerschappijen te geNoli timére, filia Sion: moet stroomen! Vrees ecceRex tuus venit tibi, niet, dochter van Sion, zie sedens super pullum asi- uw Koning komt tot u, nae, sicut scriptum est. zittende op het jong eener Salve Rex, fabricator( ezelin, zooals (door den mundi, qui venisti redi-j Profeet) beschreven is. mere n°s. | Gegroet Gij, Koning | Schepper der wereld, die jons zijt komen vrijkooIpen. 3. Ant. Ante sex dies so- Ant. Zes dagen vóór het lémnis Pascha;, quando plechtig Paaschfeest, als venit Dóminus in civita- de Heer naar de stad Jetem Jerüsalem, occurré- rusalem kwam, gingen runt ei püeri: et in mani- Hem de kinderen te ge- bus portabant ramos pal- moet : en in de handen marum,et clamabant voce droegen zij palmtakken, maejna, dicéntes : Hosan- en nepen luide Hem toe r.a in excélsis: benedictus, zeggende : Hosanna in aui venisti in multitüdine den hooge : gezegend Gij misericórdiae tue : Ho-die komt in «e oversanna in excélsis. groote barmhartigheid (voor ons). Hosanna in den hooge! 4' Ant. Occürrunt turbse Ant. De scharen ijlen cum flóribus et palmis met bloemen en palmen Redemptóri óbviam : et den Verlosser tegen : en victóri triumphanti digna brengen den zegepralendant obséquia : Filium Dei den Verw.nnaar waardiore gentes praedicant: et ge hulde: de mond des in laudem Christi voces volks verkondigt den tonant per nübila: Hosan- Zoon Gods, en de sternna in excélsis. men klinken tot de wol¬ ken, Christus ter eer. Hosanna in den hooge. Als de Processie aan de kerkdeur gekomen is, wordt deze gesloten : Eenige zangers daarbinnen wisselen met die daarbuiten den volgenden Lofzang. Glória, laus, et honor Glorie, lof en eer aan tibi sit, Rex Christe Re- U, o Christus, Koning en démptor : Cui puerile Verlosser: Aan Wien de decus prompsit Hosanna kinderschaar een vroom pium. Hosanna toeaong. Ieder keer wordt herhaald: « Gloria laus, » enz. Israël es tu Rex, Da-1 Gij zijt Israëls Koning vidis et ïnclyta proles :]en Davids roemrijke Ncmme qui ,n Dómini, Spruit : Gezegend Gij, Rex benedicte, venis. Koning, die komt in den des Heeren. fi. Glóna, laus, etc. fi, Glorie, lof, enz. Cffitus ,n excélsis te U looft in den hooge de laudat coelicus omnis, Et geheele schaar van hemortalishomo, et cuncta melingen: de sterfelijke creata simul. mensch, en al het gescha- , . , Pene. Pi K ÜaL US' CLtC' fi' Glorie- lof, enz. Plebs Hebraeat.b. cum Het joodsche volk palmis obvia yenit: Cum kwam U met palmen te prece, voto, hymnis, ad- gemoet: en zie ons hier sumus ecce tibi. voor y met gebeden) ge. . loften en lofgezangen. £ Glóna, laus, etc. fi. Glorie, lof, enz. Hi tibi passüro solvé- Als Gij gingt liiden bant muma laudis : Nos brachten zij U den tol van' 1' ' rmus lof; en nu Gij heerscht ecce melos. ln den hemel, zingen wij U lof. J fi. Gloria, laus, etc. fi. Glorie, lof, enz. Hi placuére tibi, placeat Zij behaagden U zeer devotio nostra: Rex bo- moge ook onze godsne,Kex clemens,cui bona vrucht U welgevallig ziincuncta placent. g;oede Koning, goeder¬ tieren Koning, Wien al wat goed is, welgevallig is. fi. Glória, laus, etc. fi. Glorie, lof, enz. Alsnu worden de deuren geopend, en keert de Processie in de kerk terug, zingend: fi. Ingrediénte Dóminol «. Als de Heer de heiliinsanctam civitatem, He-lge stad binnenging, rie- brseórum püeri, resurre- pen de kinderen der Hectiónem vitse pronuntian- breeên, de verrijzenis des tes, * Cum ramis palma- levens aankondigend, met rum: Hosanna, clamabant, palmtakken in de handen: in excélsis. Hosanna in den hooge. V. Cum audisset pópu- y. Toen het volk hoorlus, quod Jesus veniret de, dat Jesus naar JeruJerosólymam, exiérunt salem kwam, gingen zij óbviam ei; Hem tegen; Cum ramis palmarum: En palmtakken in de Hosanna, clamabant, in hand houdende, riepen zij excélsis. Hem toe: Hosanna in den hooge. Het begin der Mis bevat de beschrijving der doodssmarten van Christus aan het Kruis. Dómine, ne longe fa- TTeer, verwijder uwe cias auxilium tuum a 1. A hulp niet van mij . me : ad defensiónem me- zie op mij neer, om mij te am adspice : libera me verdedigen: verlos mij, de ore leónis, et a córni- (zoo diep) vernederd, van bus unicórnium humilita- den muil des leeuws en tem meam. Ps. Deus, van de hoornen der eenDeus meus, réspice in me: hoornen (van de wreedquare me dereliquisti ? heid der bloeddorstige longe a salüte mea ver- Joden). Ps. O God, o God, ba delictórum meórum. zie op mij neder: waar- Dómine. om hebt Gij mij verlaten? het geroep mijner zonden (die ik op mij genomen heb) duldt niet mijne redding (uit den nood; ik moet sterven voor de zonden). — Heer. Gebed Almachtige, eeuwige God, die onzen Zaligmaker het vleesch hebt doen aannemen en den kruisdood ondergaan, om het menschelijk geslacht het voorbeeld van vernedering te doen navolgen : geef genadiglijk, dat wij de lessen van zijn geduld mogen leeren, en verdienen deelgenooten zijner Verrijzenis te worden. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Philippe Verheerlijking van den H. Naam Jesus. Broeders : Gij moet in u ditzelfde gevoelen hebben, wat ook in Jesus-Christus was : Die, het goddelijk Wezen hebbende, het voor zich geen roof geacht heeft, aan God gelijk te zijn ; en nochtans zich zeiven vernietigd heeft, de gedaante van een slaaf heeft aangenomen, aan de menschen gelijk geworden en uitwendig een mensch bevonden is. Hij heeft zich vernederd, gehoorzaam geworden tot den dood. ja den dood des kruises. Daarom ook heeft God Hem verheven, en Hem een naam gegeven, die boven iederen naam verheven is ; opdat in Jesus' Naam (hier hiielt men) alle knieën gebogen worden van die in den hemel, op aarde en onder de aarde zijn: en alle tongen belijden, dat JesusChristus is in de glorie van God den Vader. Graduale Grootheid van het Offerlam. Ontzetting over zooveel lijden. Tenuisti manum déxteram meam : et in voluntate tua deduxisti me, et cum glória assumpsisti me. f. Quam bonus Israël Deus rectis cor* de ! Mei autem pene moti sunt pedes : pene effüsi sunt gressus mei : quia zelavi in peccatóribus, pacem peccatórum videns. Gij hebt mij bij de rechterhand gevat en volgens uwen wil geleid en met heerlijkheid mij opgenomen. t. Hoe goed is Israels God voor hen, die rechtzinnig van harte zijn! mijne voeten hebben bijna gewankeld, mijne schreden zijn bijna uitgegleden (ik ben in mijn vertrouwen geschokt) uit verontwaardiging over de zondaren, als ik hen in vrede zag. Tractus Deze bevat bijna dm geheelen 2ien psalm van David, wiens eerste woorden de goddelijke Verlosser aan het Kruis uitsprak. Deze psalm is eerder de geschiedenis dan de voorspelling van Jesus' lijden. Deus, Deus meus, ré- God, mijn God, zie op spice in me : quare me mij neder: waarom hebt dereliquisti? y. Longe a Gij mij verlaten? f. Het salüte mea verba delictórum meórum. i\ Deus meus, clamabo per diem, nee exaudies : in nocte, et non ad insipiéntiam mihi. p. Tu autem in sancto habitas, laus Israël, p. In te speravérunt patres nostri : speravérunt, et liberasti eos. p. Ad te clamavérunt et salvi facti sunt: in te speravérunt, et non sunt confüsi. p. Ego autem sum vermis, et non homo : oppróbrium hóminum et abjéetio plebis p. Omnes, qui vidébant me, aspernabantur me : locüti sunt labiis, et movérunt caput. p. Speravit in Dómino, eripiat eum : salvum faciat eum, quóniam vult eum. V. Ipsi vero consideravérunt, et conspexérunt me : divisérunt sibi vestiménta mea, et super vestem meam misérunt sortem. y. Libera me de ore leónis : et a córnibus unicórnium humilitatem meam. p. Qui timétis Dóminum, laudate eum : univérsum semen Jacob, magnificate eum. y. Annuntiabitur Dó- geroep mijner zonden (die ik op mij genomen heb) duldt niet mijne redding. p. Mijn God, ik roep des daags, (bij mijn leven) en Gij verhoort mij niet: des nachts (na mijn dood) en acht mijn gebed niet als dwaasheid (want Gij zult mij van de dooden verwekken). p. Want Gij, lof van het Israëlietische volk, woont in het heiligdom (U kan geene wreedheid genaken). jf.Op U stelden onze vaderen hunne hoop : zij hoopten, en Gij hebt hen verlost, p. Zij riepen tot U en zijn verlost : op U stelden zij hunne hoop, en zijn niet teleurgesteld, p. Edoch, ik ben een worm en geen mensch; een voorwerp van spot voor de menschen, de smaad des volks. p. Allen, die mij zagen, hoorden mij : zij bewogen de lippen (tot vloek) en schudden het hoofd. p. Hij heeft op den Heer gehoopt (zeggen zij); dat Hij hem verlosse, dat Hij hem behoede, dewijl hij Hem behaagt. j>. Zij nu be- mino generatio ventüra : schouwden mij en vestigetannuntiabunt coeli justi- den hunne blikken op mij: tiam ejus. y. Pópulo, qui zij deelden mijne kleedenascétur, quem fecit Dó- ren onder elkander, en minus. wierpen het lot over mijn (boven) kleed. ï. Verlos mij, zoo diep vernederd, uit den muil des leeuws en van de hoornen (wreedheden) der eenhoornen (monsters). >\ Gij die den Heer vreest, looft Hem : en gij, geslacht van Jacob, verheerlijk Hem. y. Den Heer zal het toekomend geslacht gewijd zijn : en de hemelen (hemelsche mannen, de apostelen) zullen zijne rechtvaardigheid (wet) verkondigen. £. Aan het volk, dat geboren zal worden, dat de Heer geroepen heeft (tot het geloof in Christus). Het Lijden van onzen Heer Jesus-Christus volgens Mattheüs Ten teeken van rouw worden geene kaarsen of wierook gebruikt; evenmin wordt de gewone vredegroet uitgebracht; alleen houdt men den palmtak in de hand ten teeken van geloof aan het Koningschap ook van den lijdenden Jesus. In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Gij weet, dat het na twee dagen Paschen zal zijn, en de Zoon des menschen overgeleverd en gekruist zal worden. Dan vergaderden de Oversten der priesters en de Ouderlingen des volks in den voorhof van den Opperpriester, Caïphas genaamd; en zij hielden raad, om Jesus met list gevangen te nemen en te doode'n. Doch zij zeiden : Niet op den Feestdag opdat geen oproer onder het volk ontsta. Als nu Jesus te Bethanië was, in het huis van Simon, den melaatsche, kwam er eene vrouw tot Hem, die eene albasten vaas met kostbaar reukwerk had, en deze op zijn hoofd uitstorte. terwijl Hij (aan tafel) zat. De Leerlingen dit ziende, namen het euvel op en zeiden : Waartoe dient deze verkwisting ? want die kon duur verkocht, en (het geld) aan de armen gegeven worden. Maar, daar Jesus het wist, zeide Hij tot hen : Waarom valt gij deze vrouw lastig? Zij heeft een goed werk aan Mij verricht. Want altijd zult gij armen bij u hebben : Mij echter zult gij niet altijd bij u hebben. Dit reukwerk over mijn Lichaam uitstortende, heeft zij het gedaan tot mijne begrafenis. Voorwaar zeg Ik u, overal waar ter wereld dit Evangelie zal verkondigd worden, zal ook te harer gedachtenis (lof) vermeld worden, wat zij gedaan heeft. Alsnu ging een van de Twaalf, Judas, de Iscarioter genaamd, tot de Oversten der priesters, en sprak tot hen: Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? Zij nu betaalden hem dertig zilverlingen. Van dien tijd af zocht hij eene geschikte gelegenheid, om Hem over te leveren. Doch op den eersten dag der « Ougedeesemde brooden, » kwamen de Leerlingen tot Jesus, en zeiden Hem : Waar wilt Gij, dat wij toebereidselen maken, om het paaschlam te eten? Jesus nu zeide hun : Gaat naar de stad tot zeker iemand en zegt hem : De Meester zegt : Mijn tijd is aanstaande, bij u wil Ik met mijne Leerlingen het paaschmaal houden. De Leerlingen deden dan zooals Jesus hun bevolen had, en bereidden het paaschmaal. Als het nu avond geworden was, ging Hij met zijne twaalf Leerlingen aan tafel. En als zij aten, sprak Hij tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. En zij werden zeer bedroefd, en begonnen een voor een te vragen : Heer, ben ik het? Maar Hij antwoordde, zeggende: Hij. die met Mij de hand in den schotel doopt, hij zal Mij verraden. De Zoon des menschen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven staat: Wee echter den mensch, door wien de Zoon des menschen zal verraden worden; het ware dien mensch beter, dat hij nooit geboren ware. Maar Judas, die Hem verraden heeft, antwoordde en zeide : Ben ik het. Meester? Hij zeide tot hem : Gij hebt het gezegd. Terwijl zij het avondmaal hielden, nam Jesus brood, zegende, brak het, en gaf het aan zijne Leerlingen, zeggende : Neemt en eet : dit is mijn Lichaam. En den kelk nemende, dankte Hij, en gaf hun dien, zeggende : Drinkt allen hieruit. Want dit is mijn Bloed van het nieuw Verbond, dat voor ve- len zal vergoten worden tot vergiffenis der zonden. Ook zeg Ik u, dat Ik voortaan niet meer drinken zal van dit gewas des wijngaards, tot op dien dag, dat Ik het met u drinken zal nieuw in het rijk mijns Vaders. En nadat zij den lofzang gezegd hadden, gingen zij naar den berg van Olijven. Dan sprak Jesus tot hen : Allen zult gij in dezen nacht in Mij geërgerd worden. Want er staat geschreven : Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden. Als Ik verrezen zal zijn, zal Ik u voorgaan naar GalilEea. Petrus echter antwoordde en zeide : En als allen in U geërgerd zullen worden, zal ik nooit in U geërgerd worden. Jesus zeide tot hem : Voorwaar zeg Ik u, dat gij Mij dezen nacht, vóór de haan zal kraaien, driemaal zult verloochenen. Petrus zeide Hem : Al moest ik met U sterven, ik zal U niet verloochenen. Zóó spraken ook al de Leerlingen. Toen kwam Jesus met hen in den hof, die Gethsemani genoemd wordt, en zeide tot zijne Leerlingen : Zit hier neder, terwijl Ik verder ga om te bidden. En Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich genomen hebbende, begon Hij bedroefd en beangst te worden. Dan zeide Hij tot hen : Mijne ziel is bedroefd tot den dood: wacht hier, en waakt met Mij. En een weinig voortgegaan. viel Hij op zijn aangezicht, bad en zeide : Mijn Vader, indien het kan, dat dan deze kelk van Mij wegga. Niet echter gelijk Ik wil, maar zooals Gij wilt. En Hij kwam bij zijne Leerlingen en vond hen slapende cn Hij sprak tot Petrus : Zóó kondt gij niet één uur met Mij waken ? Waakt en bidt, opdat gij niet in bekoring vallet. De geest is wel gewillig, maar het vleesch is zwak. Andermaal, ten tweedenmale ging Hij heen, bad cn zeide : Mijn Vader, indien deze kelk niet kan weggaan, tenzij Ik hem drinke, uw wil geschiede. En Hij kwam nog eens, en vond hen slapende : want hunne oogen waren bezwaard. En hen verlaten hebbende, ging Hij andermaal, en bad ten derdenmale, dezelfde woorden sprekende. Toen kwam Hij bij zijne Leerlingen, en zeide tot hen: Slaapt nu, en rust. Ziet, de ure is gekomen, waarop de Zoon des menschen in de handen der zondaren gaat geleverd worden. Staat op, laat ons gaan : Ziet, hij nadert, die Mij verraden zal. Terwijl Hij nog sprak, ziet, daar kwam Judas,een der Twaalf en met hem eene groote menigte, gewapend met stokken en zwaarden, die gezonden waren door de Oversten der priesters en de Ouderlingen des volks. Hij die Hem verraden heeft, gaf hun een teeken. zeggende : Dien ik kussen zal, Hij is het, houdt hem vast. En terstond Jesus naderende, zeide hij : Gegroet, Meester. En hij kuste Hem. En Jesus zeide tot hem: Mijn vriend, waartoe zijt gij gekomen ? Dan traden zij toe, sloegen de handen aan Jesus en namen Hem gevangen. En ziet, een van hen, die bij Jesus was, stak zijne hand uit, trok zijn zwaard en sloeg eenen knecht van den Opperpriester het oor af. Dan zeide Jesus tot hem : Steek uw zwaard in de schede. Want allen die het zwaard trekken, zullen door het zwaard omkomen. Of meent gij, dat Ik mijnen Vader niet kan vragen, en Hij zal Mij dadelijk meer dan twaalf legioenen Engelen zenden. Hoe zal dan de Schriftuur vervuld worden, dat het aldus moet geschieden? Op dien stond sprak Jesus tot de menigte : Als tegen een moordenaar zijt gij uitgegaan met zwaarden en stokken om Mij gevangen te nemen; dagelijks zat Ik bij u, leerende in den tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen. Dit alles is echter gebeurd, opdat de Schriften der Profeten vervuld zouden worden. Dan verlieten al de Leerlingen Hem, en vluchtten. Maar zij, die Jesus gevangen hielden, voerden Hem naar Caïphas, den Opperpriester, waar de Schriftgeleerden en Ouderlingen vergaderd waren. Petrus echter volgde Hem van verre, tot in den voorhof van den Opperpriester. En binnengegaan, zat hij bij de dienaren, om den afloop te zien. De Oversten der priesters nu en de geheele raad zochten een valsch getuigenis tegen Jesus, om Hem ten dood te brengen, doch zij vonden er geen, ofschoon vele valsche getuigen opgekomen waren. Maar eindelijk kwamen twee valsche getuigen, die zeiden : Deze heeft gezegd : Ik kan den tempel Gods afbreken, en in drie dagen weder opbouwen. En de Opperpriester stond op, en zeide tot Hem : Antwoordt Gij niets op hetgeen deze twee tegen U getuigen? Jesus zweeg echter. En de Opperpriester zeide tot Hem : Ik bezweer U bij den levenden God te zeggen, of Gij Christus, de Zoon Gods zijt. Jesus sprak tot hem : Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg u: \ an nu af zult gij den Zoon des menschen zien zitten aan de rechterhand der kracht Gods, en zien komen op de wolken des hemels. Nu scheurde de Opperpriester zijne kleederen, zeggende: Hij heeft God gelasterd; wat hebben wij nog getuigen noodig ? Ziet, gij zelf hebt de godslastering gehoord; wat dunkt u? zij antwoordden en zeiden : Hij is des doods schuldig. Dan spuwden zij Hem in het aangezicht, en gaven Hem vuistslagen; anderen gaven Hem kaakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie U geslagen heeft? Petrus zat intusschen buiten in den voorhof, en hem naderde eene dienstmaagd, die zeide : Gij ook waart met Jesus den Galileeér. 35 30 Maar hij ontkende het in tegenwoordigheid van allen, zeggende : Ik weet niet wat gij zegt. Als hij nu de deur uitging, zag hem eene andere dienstmaagd, en zeide tot hen die daar stonden : Deze was ook bij Jesus van Nazareth. En andermaal ontkende hij het onder eed : Dat hij den mensch niet kende. En even daarna kwamen zij, die daar stonden, dichterbij en zeiden tot Petrus : Waarlijk, gij zijt ook een van hen : want uwe spraak maakt u bekend. Toen begon hij te vloeken en te zweren, dat hij den mensch niet kende. En terstond kraaide de haan. En Petrus herinnerde zich het woord van Jesus, dat Hij gesproken had : Eer de haan kraait zult gij Mij driemaal verloochenen. En hij ging naar buiten en weende bitterlijk. Als het nu morgen geworden was. hielden al de Oversten der priesters en de Ouderlingen des volks raad tegen Jesus, om Hem ten dood te brengen. En zij leidden Hem gebonden weg en leverden Hem over aan den landvoogd Pontius Pilatus. Judas nu, die Hem verraden had, ziende dat Hij veroordeeld was, bracht door berouw gedreven de dertig zilverlingen aan de Oversten der priesters en Ouderlingen terug, zeggende : Ik heb gezondigd door het rechtvaardig bloed te verraden. Maar zij zeiden : Wat gaat ons dat aan ? Zie gij zelf toe. En de zilverlingen in den tempel geworpen hebbende vertrok hij, ging heen en verhing zich xnet een strop. Maar de Oversten der priesters namen de zilverlingen en zeiden : Wij mogen die niet in de offerkist werpen, want het is bloedgeld. Na nu raad gehouden te hebben, kochten zij daar\ oor den akker van een pottebakker voor begraafplaats van vreemdelingen. Daarom tvordt deze akker genoemd Haceldama, dat is : bloedakker, tot op den dag van heden. Toen is vervuld hetgeen door den profeet ] eremias voorzegd is. als hij zeide : En zij namen de dertig zilverlingen, den prijs van den op prijs gestelden, dien zij van de kinderen Israëls gekocht hadden; en zij hebben die gegeven voor den akker van eenen pottebakker, zooals de Heer mij bevolen heeft. Je sus nu stond voor den Landvoogd, en de Landvoogd ondervroeg Hem, zeggende . Zijt Gij Koning der Joden? Jesus antwoordde hem : Gij zegt het. Maar toen Hij beschuldigd werd door de Oversten der priesters en Ouderlingen, gaf Hij geen antwoord. Toen zeide Pilatus tot Hem : Hoort Gij niet, hoe zware getuigenissen zij tegen U inbrengen ? Maar Hij gaf geen antwoord meer op eenig woord, zoodat het den Landvoogd zeer verwonderde. De Landvoogd was gewoon op den hoogen Feestdag aan het volk één gevangene vrij te geven, wien zij wilden. Hij jiu had een beruchten gevangene, die Barrabas heette. Als zij dan vergaderd waren, zeide hun Pilatus : Wien wilt gij dat ik u loslate : Barrabas, of Jesus, die Christus genoemd wordt ? Want hij wist, dat zij Hem uit nijd hadden overgeleverd. Terwijl hij nog op den rechterstoel zat. zond zijne vrouw iemand tot hem, die zeide : Vergrijp u niet aan dien Rechtvaardige; want ik heb heden in een droom veel om zijnentwille geleden. Maar de Oversten der priesters en Ouderlingen stookten het volk op, dat zij Barrabas moesten kiezen en Jesus ten dood brengen. De Landvoogd antwoordde, en sprak tot hen : Wien van de twee wilt gij, dat ik u loslate ? Maar zij zeiden : Barrabas. Pilatus zeide tot hen : Wat zal ik dan doen met Jesus, die Christus genoemd wordt ? Allen riepen : Hij worde gekruisigd. Maar de Landvoogd sprak: Wat kwaads heeft Hij gedaan ? Maar zij riepen nog harder, zeggende : Hij worde gekruisigd. Als Pilatus nu zag dat hij niets vorderde, maar dat het oproer grooter werd, nam hij water, waschte zijn handen in tegenwoordigheid des volks, terwijl hij zeide : Ik ben onschuldig aan het bloed van dezen Rechtvaardige, ziet gij zelve toe ! En tot antwoord riep het geheele volk : Zijn bloed kome over ons en onze kinderen. Dan liet hij hun Barrabas vrij, maar Jesus, nadat Hij gegeeseld was, gaf hij hun over om gekruisigd te worden. Toen namen de soldaten van den Landvoogd Jesus mede naar het gerechtshuis, en verzamelde rondom Hem de gansche krijgsbende; en nadat zij Hem ontkleed hadden, hingen zij Hem een 1 mrperen mantel om; vlochten een kroon van doornen, zetteden die op zijn hoofd, en gaven Hem een rietstok in de rechterhand. En voor Hem nederknielende bespotteden zij Hem zeggende: Gegroet, Koning der Joden. En Hem bespuwende, grepen zij den rietstok en sloegen daarmede op zijn hoofd. En nadat zij Hem beschimpt hadden, deden zij Hem den mantel af, trokken Hem zijne eigene kleederen aan en voerden Hem weg om gekruisigd te worden. Als zij uitgingen vonden zij eenen man van Cyrene, met name Simon; dezen dwongen zij zijn kruis te dragen. En zij kwamen ter plaatse, die Golgotha, dat is }'laats der doodshoofden, genoemd wordt. En zij gaven Hem wijn met gal vermengd te drinken. En als Hij het geproefd had, wilde Hij niet drinken. Nadat zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij zijne kleederen, het lot werpende ; opdat vervuld werd, hetgeen door den Profeet voorspeld was, toen hij zeide : Zij hebben mijne kleederen verdeeld, en over mijn (boven)kleed het lot geworpen. En zij zaten neer om Hem te bewaken. Ook stelden zij zijne beschuldiging in schrift boven zijn hoofd : Deze is Jesus, de Koning der Joden. Dan zijn met Hem twee moordenaars gekruisigd: eene ter rechter- en eene ter linkerzijde. En de voorbijgangers vloekten Hem. schudden het hoofd en zeiden : Welaan, Gij, die den tempel Gods afbreekt en in drie dagen dien weder opbouwt: red U zeiven. Indien Gij de Zoon Gods zijt, kom dan af van het kruis. Zoo ook bespotteden Hem de Oversten der priesters met de Schriftgeleerden en Ouderlingen, en zeiden : Anderen heeft Hij verlost. Zich zeiven kan Hij niet verlossen : indien Hij de Koning van Israël is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem gelooven; Hij heeft op God betrouwd; dat Deze Hem verlosse, als Hij Hem genegen is ; want Hij heeft gezegd : Ik ben de Zoon Gods. Ditzelfde verweten Hem ook de moordenaars, die met Hem gekruisigd waren. \ an het zesde uur af tot het negende ontstond eene groote duisternis over geheel de aarde. En omtrent het negende uur riep Jesus met luider stem: Eli, Eli, lamma sabacthani;dat is: Mijn God, mijn God,waarom hebt Gij Mij verlaten? Sommigen, die daar stonden en het hoorden, zeiden: Hij roept Elias. En terstond liep een van hen, haalde eene spons, vulde die met azijn, stak ze op een rietstok en gaf Hem te drinken. De ove- rigen zeiden echter: Wacht, laat ons zien, of Elias Hem zal komen verlossen. Maar Jesus riep andermaal met luide stem, en gaf den geest. Geknield, overdenkt men eenige oogenblikken Jesus' dood. En ziet, het voorhangsel van den tempel is van boven naar beneden in twee stukken gescheurd; en de aarde beefde; en de steenrotsen berstten, en de graven openden zich; en vele lichamen van Heiligen, die gestorven waren, zijn opgestaan. En uit de grafsteden gegaan na hunne verrijzenis, kwamen zij in de heilige stad, en verschenen aan velen. De hoofdman nu, en die bij hem waren om Jesus te bewaken, als zij de aardbeving zagen en al hetgeen gebeurde, waren zeer bevreesd, en zeiden: Deze was waarachtig de Zoon Gods. Daar stonden ook vele vrouwen van verre, die Jesus van Galilaea af gevolgd waren, om Hem te dienen : onder welke was Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jacobus en Joseph, en de Moeder der zonen van Zebedeüs. Als het nu avond geworden was, kwam zeker rijk man van Arimathea, Joseph geheeten, die zelf Leerling van Jesus was. Deze ging tot Pilatus en vroeg hem het Lichaam van Jesus. Toen liet Pilatus het Lichaam teruggeven. En het Lichaam (af) genomen hebbende, wikkelde Joseph Het in een zuiver lijnwaad. En hij legde Het in zijn eigen nieuw graf, dat in de rots was uitgehouwen. En hij wentelde een grooten steen tegen den ingang van het graf, en ging heen. En er was daar ook Maria Magdalena en de andere Maria, die zaten tegenover het graf. Nu lidt de Priester het gebed : Almachtige God, enz., zie bladz. SS, en vervolgt dan op Evangelietoon : Den volgenden dag nu, zijnde den dag na de voorbereiding, kwamen de Oversten der priesters en Farizeën tot Pilatus, en zeiden : Heer, wij zijn indachtig geworden, dat deze verleider bij zijn leven gezegd heeft : Na drie dagen zal Ik verrijzen. Gelast dus, dat het graf tot den derden dag bewaakt worde; opdat niet zijne Leerlingen komen, en Hem wegnemen, en tot het volk zeggen : Hij is verrezen van de dooden ; en de laatste dwaling zal erger zijn dan de eerste. Pilatus zeide hun : Gij hebt eene wacht, gaat, bewaakt het, gelijk gij goedvindt. Zij nu gingen het graf met eene wacht afzetten, en den steen verzegelen. — Credo. Bij de Offerande Impropérium exspecta- | Smaad en ellende ver- vit cor meum, et misériam : et sustinui qui simul mecum contristarétur, et non fuit : consolantem me quaesivi, et non invéni: et dedérunt in escam meam fel, et in siti mea potavérunt me acéto. wachtte mijn Hart: en Ik hoopte, dat iemand met Mij treuren zou, doch er was niemand; of die Mij tot troost zou zijn, maar vond hem niet: en zij hebben Mij gal tot spijs, en in mijn dorst azijn te drinken gegeven. Stil Gebed Verleen, bidden wij U, Heer, dat het Offer, dat wij voor het aanschijn uwer Majesteit hebben opgedragen, ons de genade van godsvrucht verkrijge, en als vrucht de eeuwige zaligheid bewerke. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie van het H. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Bij het nuttigen van den Kelk des Nieuwen Verhonds, herinnert de H. Kerk aan den kelk \ an lijden dien Jesus nuttigde, om ons te verlossen. Pater, si non potest hic Vader, indien deze kelk calix transire, nisi bibam niet kan voorbijgaan, tenmum : fiat volüntas tua. zij Ik hem drinke : dat dan uw wil geschiede. Na de Communie Mogen, Heer. door de uitwerking van dit (geheim, onze zonden gedelgd, en onze rechtmatige verlangens worden vervuld. Door onzen Heer Jesus-Christus. De drie laatste dagen der Goede Week WITTE DONDERDAG Herinneringsdag der instelling van het Allerheiligste Sacrament des Altaars. Het begin der Mis Nos autem gloriari opórtet in Cruce Dómini nostri Jesu Christi: in quo est salus, vita et resurréetio nostra; per quem salvati et liberati sumus. Ps. Deus misereatur nostri, et benedicat nobis : illüminet vultum suum super nos, et misereatur nostri. — Nos autem. Wij moeten roemen op het Kruis van onzen Heer Jesus-Christus in Wien ons leven, heil en opstanding zijn, door Wien wij gered en verlost zijn. Ps. God ontferme zich onzer en zegene ons; Hij beschijne ons met den glans van zijn aangezicht en zij ons genadig. — Wij moeten. Gebed God, van wien én Judas de straf voor zijne misdaad, én de moordenaar de belooning zijner (schuld-) bekentenis ontvangen heeft, verleen aan ons, als uitwerksel uwer begenadiging, dat gelijk Jesus-Christus, onze Heer, in zijn Lijden aan beiden verschillend loon naar werken heeft geschonken, H j ons de oude verdorvenheid wegnemeende •renade zijner Verrijzenis ons schenke. Die met U leeft en heerscht in de eenheid van den H. Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen, b}. Amen. Lezing uit den eersten Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Corinthe Broeders : Als gij dan in eene plaatssamenkomt, is het niet meer, des Heeren Avondmaal eten, want eenieder neemt te voren zijn eigen avondmaal om te eten< de een lijdt honger en de ander is ,^onke^ Of hebt gij geene huizen, om te et . drinken? Of veracht gij Kerk Gods, en beschaamt gij hen, die niet hebben, zal Ik u zeggen? Prijs ik u ? Hierin prijs ik u niet. Want ik heb van den Heer ontvangrau hetgeen ik u ook heb overgeievcrd dat de Heer Jesus in den nacht, waarin Hij verra den werd, het brood nam, en dankende het brak, en zeide: Neemt en eet: Dit is mijn Lichaam, dat voor u zal w^den overgele^ verd-doet dit tot mijne gedachtenis . Des gelijks nam Hij ook den kelk, nadat H^het Avondmaal had gehouden, zeggende^ Dez _ kelk is het Nieuw Verbond in m nBtel. doet dit, zoo dikwijls gij dien zult drinken, -ot mijne gedachtenis ! Want zoo dikwijls fHi dit Brood zult eten, en den Kelk drinken, zult gy den dood des Heeren verkondigen totdat Hij komt. Ahvie derhalve onwaardig dit ood eten, of den Kelk des Heeren drinken zal zal schuldig zijn aan het Lichaam en het Bloed des Heeren. Dat dan de mensch zich zeiven beproeve. en aldus van dit .Brood ete, en van den Kelk drinke. Want die onwaardig eet en drinkt, eet en drinkt zijn eigen oordeel, niet onderscheidende het Lichaam des Heeren. Daarom zijn er onder u vele zieken en zwakken, en zijn velen door den dood getroffen. Want indien wij ons zeiven beoordeelden, zouden wij niet geoordeeld worden. Maar geoordeeld wordende worden wij door den Heer getuchtigd, op^ ,W1-' niet met de wereld veroordeeld worden. Graduale nnh!lriStKUS/aCtUS est pro I Christl,s is voor ons gemort™ ? USqUC 3d h00rzaam ^worden fot Crurk V T T aUten? d6n dood' J'a tot dood Cruc,s. f. Propter quod des Kruises. Daarom et Mr8 " ,Ilum : heeft God Hem ook ver- est sunL Ln°men qU°d heven'en Hem een naam est super omne nomen, gegeven boven allen naam. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes Vóór den feestdag van Paschen, daar Je- sus wist, dat zijn uur gekomen was, waarop Hij uit deze wereld zou gaan tot den \ ader, dewijl Hij de zijnen, die in de wereld waren, had liefgehad, zóó heeft Hij hen tot het einde liefgehad. En als het Avondmaal gedaan was, toen alreeds de duivel aan Judas Iscarioth, den zoon van Simon, in het hart had gegeven, dat hij Hem zou verraden : wetend, dat de Vader alles in zijne hand had gegeven en dat Hij van God was uitgegaan, en tot God henenging, stond Hij op van het Avondmaal en legde zijne kleederen af, nam een linnen doek en omgordde zich. Daarna goot Hij water in het bekken en begon de voeten der Leerlingen te wasschen en af te drogen met den linnen doek, waarmede hij omgord was. Hij kwam dan tot Simon Petrus. En Petrus zeide tot Hem : Heer, wascht Gij mij de voeten? Jesus antwoordde en sprak tot hem : Wat Ik doe, weet gij nu niet; maar gij zult het later weten. Petrus zeide tot Hem : Gij zult in eeuwigheid mij niet de voeten wasschen. Jesus antwoordde hem: Indien lk u niet wassche, zult gij geen deel met Mij hebben. Simon Petrus zeide tot Hem : Heer, niet alleen mijne voeten, maar ook mijne handen en het hoofd. Jesus sprak tot Hem : Die gewasschen is, heeft slechts noodig, dat hij de voeten wassche, want hij is geheel rein. Ook gij zijt zuiver, maar niet allen. Want Hij wist. wie Hem zou verraden; daarom zeide Hij: Gij zijt niet allen zuiver. Nadat Hij nu hunne voeten gewasschen en zijne kleederen aangedaan had, als Hij wederom aan (tafel) gezeten was. sprak Hij tot hen : Weet Gij, wat Ik u gedaan heb ? Gij noemt Mij Meester en Heer: en gij zegt wél, want Ik ben het. Indien Ik dan, uw Heer en Meester, uwe voeten gewasschen heb. moet gij ook elkanders voeten wasschen. Want een voorbeeld heb Ik u gegeven, opdat gelijk Ik u gedaan heb, gij ook zóó doen zoudet. — Credo. Bij de Offerande Déxtera Dótnini fecit virtütem, déxtera Dómini exaltavit me : non móriar, sed vivam, et narrabo ópera Dómini. De rechterhand des Heeren heeft iets grootsch gedaan, de rechterhand des Heeren heeft mij verheven : Ik zal niet sterven, maar leven, en de daden des Heeren verhalen. Stil Gebed Wij bidden U, heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God, dat Hij ons Offer behaaglijk make, die het op dezen dag aan zijne Leerlingen uitreikte, en verklaarde dat dit tot zijne gedachtenis geschiede, Jesus-Christus, uw Zoon, onze Heer, die met U leeft en heerscht in de eenheid van den H. Geest God. Prefatie van het H. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Dóminus Jesus, post\ Zijne Majesteit heeft stas ejus: et laudis ejus de hemelen bedekt, en de est terra. aarde is vol van ^ ,of Dan zegt de Priester Oremus, dat is : Laat ons ffen; vervolgt: Flectamus genua : Buigen wij (te knieen ; waarop (gewoonlijk) het koor antwoordt: bJ. Levate : Richt u op. Gebed God, van wien èn Judas de straf, enz., zie blaas. 554. De volgende voorlezing van het XII" hoofdstuk uit het Boek des Uitgangs bevat het voorschrift omtrent het eten van het Paaschlam. Voorbeduiding van het Paaschlam : Christus. In die dagen sprak de Heer tot Mozes en Aaron in Egypte : Deze maand, voor u het begin der maanden, zal de eerste zijn van de maanden des jaars. Spreekt tot de geheele vergadering der kinderen Israëls en zegt tot hen : Op den tienden dag van deze maand moet ieder voor zijne familie, huis voor huis een lam nemen. Indien echter het getal (van zijn huisgezin) te klein is om een lam te kunnen opeten, neme hij zijn buur er bij, die allernaast zijn huis is, tot zóóvele personen als genoeg zijn om een lam op te eten. Dit lam nu moet zijn zonder eenig gebrek, mannelijk en één jaar oud; gij zult op deze wijze ook mogen nemen een geit. En gij zult het bewaren tot den veertienden dag dezer maand, als wanneer de geheele menigte der kinderen Israëls het zal slachten tegen den avond. En zij zullen van zijn bloed nemen en dat strijken aan beide deurstijlen en aan de bovendorpels van de huizen, waarin zij het zullen eten. En in denzelfden nacht zullen zij het vleesch eten, aan het vuur gebraden, en ongezuurde brooden met wilde latuw. Gij zult er niets van eten ruw of in water gezoden, maar alleen aan het vuur gebraden; ook zijn kop met pooten en ingewanden zult gij eten. Niets zal er overschieten tot s morgens. Als er iets van overgebleven mocht zijn. zult gij het verbranden. Zóó nu zult gij het eten : Uwe lendenen zult gij omgorden, schoenen aan de voeten hebben, stokken in de hand houden, en met spoed (gehaast) etenwant het is Phase (dat is, voorbijgang) des Heeren. Tractus uit Psalm i3g. De Profeet bidt verlost te -morden uit de strikken en verdrukking der boosen, en voorspelt de goddelijke Kraak over zijne vijanden. Eripeme Dómine, abl Ontruk mij, Heer, aan homine malo : a viro ini- den boozen mensch: verquo libera me. los mij van den man der . ongerechtigheid. f. Qui eogitavérunt ma- r. Die in hun hart veel 'n J-orde: tota die kwaads beraamden; den constituebant praelia. ganschen dag op vijande• » , „ iijkheden bedacht waren. Acuerunt lmguas su- >\ Zij hebben hunne as sicut serpéntis : vené- tongen gescherpt als van num aspidum sub labiis eene slang: adderenver^. j- _ gif is onder hunne lippen. ï. Custódi me, Dómine, ?. Bewaar mij, Heer, de manu peccatóris: et uit de hand eens zonab homimbus iniquis libe- daars, en bevrijd mij van ra me* I slechte menschen. f.Qui cogitavérunt sup- Zij beraamden mij plantare gressus meos : den voet te lichten; die abscondérunt supérbi la- hoovaardigen hebben mij «jneum mihi. heimelijk een strik ge- spannen. V. Et funes extendérunt En koorden hebben in laqueum pédibus meis; zij uitgespannen tot een iuxta iter scandalum po- strik voor mijne voeten; suérunt mihi. langs den weg hebben zij voor mij een steen des aanstoots neergelegd, y Dixi Dómino : Deus t. Ik heb tot den Heer meus es tu : exaudi, Dó- gezegd : Gij zijt mijn God: mine, vocem oratiónis verhoor, Heer, de stem meae van mijn smeeken. » . Dómine, Dómine, vir- *. Heer, Heer, kracht tus salütis meae : obümbra mijns heils : overlommer caput meum in die belli. (bescherm) mijn hoofd ten dage van strijd, y. Ne tradas me a de- Lever mij niet tegen sidério meo peccatóri : mijn wil, over aan een Cogitavérunt advérsus boosdoener ; zij hebben me: ne derelinquas me, ne kwaad uitgedacht tegen unquam exalténtur. mij : verlaat mij niet, op¬ dat zij zich mogelijk niet verheffen. v. Caput circüitus eó- ^ . Alles wat zij berarum : labor labiórum ipsó- men, de kwelling, die hunrum opériet eos. ne lippen noemen, zal op hen zeiven neerkomen. y Veriimtamen justi t. Nochtans zullen de confitebüntur'Nómini tuo: rechtvaardigen uwen et habitabunt recti cum Naam loven; en de recht- vultu tuo. zinnigen zullen wonen in uw aanschijn. Het Lijden van onzen Heer Jesus-Christus volgens Joannes In dien tijd ging Jesus met zijne Leerlingen uit, over de beek Cedron, waar een hof was, waar Hij en zijne Leerlingen ingingen. Maar Judas, die Hem verraadde, wist ook die plaats, want Jesus was daar dikwijls met zijne Leerlingen samengekomen. Judas nu, de wacht en dienaars der Overpriesters en Farizeën genomen hebbende, kwam derw aarts met lantaarnen en fakkels, en wapenen. Jesus nu, wetende wat Hem zou overkomen, trad voorwaarts en sprak tot hen : Wien zoekt gij? Zij antwoordden Hem: Jesus, den Nazarener. Jesus sprak tot hen : Ik ben het. En Judas, die Hem verraden had, stond ook bij hen. Als Hij dan tot hen zeide : Ik ben het, gingen zij achterwaarts en vielen ter aarde. Hij vroeg hun dan andermaal: wien zoekt gij? En zij zeiden: Jesus den Nazarener. Jesus antwoordde : Ik heb u gezegd, dat Ik het ben; indien gij Mij dan zoekt, laat deze gaan! Opdat het woord vervuld werd. hetwelk Hij gesproken had : Van hen, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik niemand verloren. Simon Petrus nu, een zwaard hebbende, trok het uit, en sloeg den knecht des hooggepriesters, en hieuw hem het rechteroor af. En de naam van den knecht was Malchus. Jesus sprak dan tot Petrus : bteek uw zwaard in de schede! Den kelk, dien de Vader mij gegeven heeft, zal Ik dien niet drinken ? De bende dan, en de hoofdman en de dienaren der Joden grepen Jesus en bonden Hem. En zij leidden Hem eerst naar Annas: want hij was de schoonvader van Caïphas, die in dat jaar hoogepriester was. Caïphas nu was degene, die aan de Joden den raad had gegeven: Het is dienstig dat één mensch sterve voor het volk. Simon Petrus nu en de andere Leerling volgden Jesus. En deze Leerling was den hoogepriester bekend, en ging met Jesus binnen in het voorhof van den hoogepriester. En Petrus stond buiten aan de deur. De andere Leerling dan, die den hoogepriester bekend was, ging uit en sprak met de deurbewaarster en bracht Petrus binnen. Die dienstmaagd dan, de deurbewaarster, zeide tot Petrus : Zijt gij ook van de Leerlingen Van dien mensch? Hij zeide : Ik ben het niet. Nu stonden de dienstknechten bij een kolenvuur, omdat het koud was, en warmden zich; en Petrus was ook bij hen. staande en zich warmend. De hoogepriester dan ondervroeg Jesus over zijne Leerlingen en over zijne leering. Jesus antwoordde hem: Ik heb openlijk tot de wereld gesproken; ik heb altijd in de Synagoge en in den tempel ge- eerd, waar alle Joden samenkomen, en in het verborgen heb ik niets gesproken. Wat onderi-raagt gij Mij ? Ondervraag hen, die gehoord hebben, wat Ik tot hen gesproken ™e;,21J weten wat Ik gezegd heb. En als Hij dit gezegd had. gaf een van de dienaren, die daar stond, aan Jesus een kaakslag, zeggende : Antwoordt Gij aldus den hoogpriester ? Jesus antwoordde hem : Indien Ik kwalijk gesproken heb, geef getuigenis van het kwaad; maar indien Ik goed heb gesproken, waarom slaat gij Mij ? En Annas zond Hem gebonden tot den hoogepriester Caïphas. Simon Petrus nu stond er en warmde zich. Zij zeiden dan tot hem: Zijt gij ook niet Z1JTn,e ^Cerllngcn ? Hi-i loochende het en SUIk ben het niet. Een van de dienstknechten des hoogepriesters, bloedverwant van dengene, wiens oor Petrus had afgehou- ze'd?tot hem: «eb ik u niet met uem m den hof gezien ? Petrus dan loochende het m ederom : en terstond kraaide de haan. Zij n leidden Jesus van Caiphas naar het rechtis. lin het was vroeg-in den morgen. En Zij zeiyen gingen niet in het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar et pascha (paaschlam) mochten eten. Pilatus dan ging tot hen buiten en zeide : Welke MeSnS?flng bren^ ffij in te?en dezen ensch. Zij antwoordden en zeiden tot hem: Indien Hij geen misdadiger ware, zouden wij Hem niet aan u hebben overgeleverd. Pilatus nu zeide tot hen : Neemt gij Hem en oordeelt Hem naar uwe wet! De Joden dan zeiden tot hem : Ons is het niet geoorloofd iemand ten dood te brengen. Opdat het woord van Jesus vervuld werd, hetwelk Hij gesproken had, aanduidende, welken dood I lij zou sterven. Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, riep Jesus en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? Jesus antwoordde : Zegt gij dit uit u zeiven of hebben anderen het aan u van Mij gezegd? Pilatus antwoordde : Ben ik dan Jood? Uw volk en de overpriesters hebben u aan mij overgeleverd: Wat hebt Gij gedaan? Jesus antwoordde : Mijn rijk is niet van deze wereld. Indien mijn rijk van deze wereld ware, zouden zeker mijne dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet werde overgeleverd. Nu echter is mijn rijk niet van hier. Pilatus zeide nu tot Hem : Zoo, zijt Gij dan Koning? Jesus antwoordde : Gij zegt het: Ik ben Koning. Daartoe ben Ik geboren en daartoe in de wereld gekomen, om van de waarheid getuigenis te geven. Eenieder, die uit de waarheid is, hoort mijne stem. Pilatus zeide tot Hem : Wat is waarheid? En als hij dit gezegd had, ging hij andermaal buiten tot de Joden en zeide tot hen : Ik vind geene Kïuïp „ gebruik, loslate. Wilt e-ii n„ Aa* f®n ^osdoener Joden loslate ? Maar " ZrZ ng der om, zectrenHp • v,w ,J_ P n allen weder- Barrabas nu was eenTief To"" knechten'vloch^en^ene^lvr^6111' zeiden: Wees-ecrnPt *amentot Hem en nen kroon "nT, en' dra^ende ^ dooi spsSr-^sas , m; ""atus zeide tot hen: Neemt «rij kruisigt sni Hem «™nt ;i, • »1J en in Hem nP u' k vmd »eene schuld kokk " Joelen antwoordden hem • Wn zeide tot Hem: Spreekt Gij niet tot mij ? Weet Gij niet, dat ik de macht heb, U te kruisigen, en de macht U los te laten? Jesus antwoordde: Gij zoudt over Mij geene macht hebben, indien het u van boven niet gegeven ware. Daarom heeft hij, die Mij aan u heeft overgeleverd, grootere zonden bedreven. En van toen af zocht Pilatus Hem los te laten. Maar de Joden riepen en zeiden: Zoo gij Dezen loslaat, zijt gij de vriend des Keizers niet, want ieder die zich koning maakt, weerspreekt den Keizer! Als nu Pilatus deze woorden gehoord had. bracht hij Jesus buiten, en zette zich op den rechterstoel, op de plaats, genaamd Lithostrotos, en in het Hebreeuwsch: Gabbatha. (1) En het was de dag van de voorbereiding van het Paaschfeest, ongeveer het zesde uur. en hij zeide tot de Joden: Ziet uw Koning! Maar zij riepen: Weg, weg met Hem! Kruisig Hem. Pilatus zeide tot hen: Zal ik uwen Koning kruisigen? De overpriesters antwoordden : Wij hebben geenen koning dan Cesar. Toen gaf hij Hem dan aan hen over om gekruisigd te worden. En zij namen Jesus en leidden Hem weg. En zijn kruis dragend, ging Hij uit naar de plaats, welke 1 Eene verhevene plaats, waarop een plaveisel; Jaarop stond de rechterstoel van Pilatus. tfotham M ' n,m het Hebreeuwsch : Golgotha (1), aldaar kruisigden zij Hem, en met Hem twee anderen, aan elke zijde éénen, en Jesus in het midden. En Pilatus had ook een JeSChreVen en boven het kr»is geplaatst, daar stond geschreven: Jesus de rn a^arener, Koning der Joden. Dit opschrift nu lazen velen der Joden, want de plaats waar Jesus gekruisigd werd, was nabij de stad, en het was geschreven in het He- breeuwsch, Gneksch en Latijn. De over- priesters der Joden zeiden dan tot Pilatus • ï J1Ji ?'et; der. Joden: maar dat Hij g z gd heeft: Ik ben Koning der Joden Piatus antwoordde : Wat ik geschreven heb, r,eVen" °e kriJ?sknechten nu a s zij Hem gekruisigd hadden, namen zijne kleederen i en maakten vier deelen. voor eiken ■rijgsknecht een deel), en den rok. De rok echter was zonder naad, van boven af geheel geweven. Zij zeiden dan tot elkander : het wnS met scheuren< maar daarover dat Z QGlPe« V°°r Wien hij zal ziJn- OP" dat de Schrift vervuld werd, die zegt: Zij deelï11 miJne k!eederen onder zich verdeeld, en over mijn gewaad hebben zij het lot geworpen. En dit nu deden de krijgs- knechten. Er stonden nu bij Jesus Kruis, ziine Moeder en de zuster zijner Moeder, Maria van Cleophas en Maria Magdatena Toen Jesus dan zijne Moeder en deni Leer ijntr dien Hij liefhad, zag staan, sprak Hij tot zijne Moeder : Vrouw, ziedaar uw zoon! Daarna sprak Hij tot den Leerling: Zie, uwe Moeder! En van dat uur nam de Leerling Haar tot zich. Daarna sprak Jes"s\we; tend dat alles volbracht was, opdat de Schrift vervuld werd : Ik heb dorst. Er stond nu een va vol azijn. Zij dan eene spons, met aziin gevuld, om een hysopstengel gewonden hebbende, brachten die aan zijnen nl. Amen. Voor de Joden. Laat ons ook bidden voor de trouwelooze Joden : dat onze God en Heer den blinddoek wegneme van hunne harten, opdat ook zij den Heer Jesus-Christus erkennen. Almachtige, eeuwige God, die ook de trouwelooze Joden niet van uwe barmhartigheid uitsluit, verhoor onze gebeden, die wij voor dat verblinde volk storten, opdat zij het licht uwer waarheid, dat Christus is, erkennend, aan hunne duisternis onttrokken worden. Door denzelfden Jesus-Christus, enz.nj. Amen. Voor de Heidenen. Laat ons ook bidden voor de Heidenen, dat de almachtige God de ongerechtigheid van hunne harten wegneme; opdat zij hunne afgoden verlaten en zich bekeeren tot den levenden en waren God, en zijnen eenigen Zoon, Jesus-Christus, onzen Heer. Almachtige, eeuwige God, die den dood der zondaren niet zoekt, maar altijd hun leven, ontvang genadig ons gebed en verlos hen van den dienst der afgoden en neem hen in uwe H. Kerk op tot lof en verheerlijking van uwen Naam. Door onzen Heer JesusChristus, enz. e£. Amen. De Priester ontdoet zich van het kasttifel en begint het Kruis te ontsluieren. Het is de treffende aanwijzing van het werktuig onzer verlossing, het Kruis, waaraan het Heil der wereld heeft gehangen en de verheerlijking daarvan. Tot driemaal toont de Priester het Kruis aan het vclk, zingend : Ecce lignum Crucis, in Ziet het hout des Kruiquo salus mundi pepén- ses, waaraan het Heil der dit- wereld gehangen heeft. En alle geloovigen knielen eerbiedig neer, als gezongen wordt: Venite, adorémus. | Komt, laten wij Het | aanbidden. Deze driemaal herhaalde vereering is een herstel van eer aan den gekruisten Godmensch voor de driemaal herhaalde beschimping, welke de Joden bij Caïphas, Pilatus en aan het Kruis Jesus hebben aangedaan. Daarom ook, na zich uit eerbied van zijn schoeisel ontdaan te hebben, knielt de Priester driemaal voor het Kruis, eer hij de HH. Wonden (1 > kust. Daarna volgen anderen den Priester in de vereering der HH. Wonden. Inmiddels zingt het koor de «Improperia, » d. i. « Verwijten, » welke de Zaligmaker van het Kruis richt tot zijne kruisigers en tot allen, voor wie Hij gekruist is en die zijne liefde niet erkennen. IMPROPERIA VERWIJTEN t. Pópule meus, quid fe- f. Mijn volk, wat heb ci tibi ? aut in quo contri- Ik u gedaan, of waardoor stavi te? respónde mihi. u bedroefd? antwoord Mij. (i) Uit eerbied alleen de voeten. ï-. Ouia eduxi te de ter- ^■ Omdat Ik u uit Eg> pi a .-EsVPti : parasti cru- te geleid heb : hebt gij een cem Salv atóri tuo. kruis bereid aan uwen Zaligmaker. Het koor (volk) weet op deze verwijten niet te antwoorden, dan met een geroep om ontferming: (1) Agios, o Theós! Heilige God! SanctusDeus. Heilige God! Agios ischyros. Heilige, Sterke. Sanctus fortis. Heilige, Sterke • Agios athanatos, eléi- Heilige, Onsterfelijke, son imas. ontTfe™ U 0"zer/ f Sanctus immortalis, mi- Heilige, Onsterfelijke, serére nobis. ontferm U onzer. v. Quia edtixi te per de- Omdat Ik u uitge«értum quadraginta an- voerd heb, door de woesnis : et manna cibavi te, tijn heen, gedurende veeret introdtixi te in terram tig jaren, en u met manna satis bonam, parasti cru- gespijsd heb, en u ge- cem Salvatóri tuo. voerd heb >n een goed land, hebt gij een kruis bereid aan uwen Zaligmaker. De koren antwoorden elkander wederom in het grieksch en latijn, als boven, AGIOS O THEOS, etc. SANCTUS DEUS, etc. T. Quid ultra débui fa- f.Wat heb Ik meer voor fl) Het eerste koor stelt voor de Oostersche kerk. die het grieksch - het tweede de Westersche kerk, die het latijn gebruikt als taal der Kerk. eere tibi. nnn o cere tibi, et non feci? u moeten doen, dat Ik niet Ego quidem plantavi te gedaan heb? Ik heb u navineam meam speciosis- melijk geplant, als mijn s.mam : et tu facta es allerkostbaarst™ W mihi nimis amara : acéto gaard: en gij zijt Mij al te namque sitim meam po- bitter geworden, want rüS 'i ♦ laI?Cea, Perfo* aziJ'n hebt SU Mij in mijnen latus Salvatón tuo. dorst gegeven: en met eene lans hebt gij de Zijde van uwen Zaligmaker doorstoken. Ten derden male antwoorden de koren : « Agios' o Thees, Sanctus, » enz. % Ego propter te fla-l y. Om uwentwille heb gellavi vEgyptum cum Ik Egypte in zijne eerstprimogenitis suis: et tu geborenen gekastijd : en me flagellatum tradidi- gij hebt Mij gegeeseld , D. , overgeleverd. Popule meus, etc. tot: Mijn volk, enz., tot-. OmQuia edux. te de terra, dat Ik u uit Egypte geleid etc., bladz. 580. heb, enz., bladz. 580. * Achter ieder volgend f. te herhalen. % Eg-o edüxi te de JE- f. Ik heb U gevoerd uit ppto, demérso Pharaóne Egypte en Pharao doen mare Rubrum : et tu omkomen in de Roode me tradidisti principibus zee : en gij hebt Mij aan sacerdótum. de oversten der priesters overgeleverd. t. Ego ante te apérui % Ik heb de zee voor ui mare : et tu aperuisti lan- geopend : en gij hebt met cea latus meum. eene lans mijne Zijde ge¬ opend. j. Ek0 ante te prseivi v. Ik ben u in eene wolkin colümna nubis : et tu kolom vooruitgegaan .en me duxisti ad praetórium gij hebt Mq geleid naar Pilati. het gerechtshuis van Pi- latus. i- Ego te pavi manna Ik heb u in de woesper' desértum : et tu me tijn met manna gespijsd : cecidisti alapis et nagel- en gij hebt Mij geslagen ,is_ met kaakslagen en gee- selriemen. 5-, Ego te potavi aqua *. Ik heb u gedrenkt salütis de petra : et tu met verkwikkend water me potasti felle et acéto. uit de steenrots . en gij hebt Mij gal en azijn te drinken gegeven. Ego propter te Cha- % Om uwentwille heb nanaeórum reges percüs- Ik de koningen van Kasi : et tu percussisti arun- naan verslagen . en g j dine caput meum. hebt Mij op het hoofd met een rietstok geslagen, i- Eeo dedi tibi sce- t. Ik hebueenkoningsptrum regale: et tu de- schepter gegeven: en.gg disti capiti meo spineam hebt aan mijn hoofd eene l orónam doornenkroon gegeven. S\ Ego te exaltavi ma- f. Ik heb u met grocte cna virtüte : et tu me kracht verheven: en gij suspendisti in patibulo hebt Mij gehangen aan crucis. het schandhout des krui- ses. Na de vereering van het Kruis wordt dit door den Priester eerbiedig opgenomen en op het altaar geplaatst. . , Op dezen dag wil de H. Kerk dat de geloovtgen alle aandacht gevestigd houden op het bloedig Offer, dat heden op Calvarië werd voltrokken. Daarom wordt heden niet het onbloedig Of er der H. Mis opgedragen, waardoor de H. Kerk opnieuw verkondigt, dat het bloedig Sacrificie des Kruises en het onbloedig Sacrificie der Mis hetzelfde Offer zijn In plechtige processie (1) wordt het H. Sacrament uit het zoogenaamd «II. Graf, » waar het op Witten Donderdag werd uitgesteld, naar het hoofdaltaar teruggevoerd, en onder eenige gebeden door den Priester genuttigd. Het is dus slechts eene Communie, niet eene Offerande. Onder deze processie wordt gezongen : \ EXILLA REGIS (bladz. 498.) Aan het altaar gekomen, legt de Priester de H. Hostie eerbiedig op den linnen doek, giet wijn en water in den kelk en bewierookt het, zeggende '• PTeze wierook, door U gezegend, stijge op tot U, o Heer; en uwe barmhartigheid dale over ons. Vervolgens het altaar bewicrookend: Dat mijn gebed, Heer, opstijge, gelijk een reukoffer voor uw aangezicht en de opheffing (1) Vóórop het ontdekte kruis, tusschen twee dienaars met brandende waskaarsen, dan de zangers, vervolgens de flambouwendragers, en eindelijk de Priester met het oacrament onder een troonhemel. De flambouwen worden eerst aangestoken bij het H. Graf en gedoofd na de Communie. mijner handen als een avondoffer. Stel, o Heer, een wacht aan mijnen mond, en eene deur rondom mijne lippen, opdat mijn hart zich niet tot woorden van boosheid neige, om verontschuldiging voor mijne zonden te zoeken. Het wierookvat teruggevend, bidt hij : De Heer ontsteke in ons het vuur zijner liefde en de vlam van zijn eeuwig welbehagen. Amen. Na de handenwassching, zegt hij in liet midden des altaars : Mochten wij, Heer, in den geest van ootmoed en met een berouwhebbend hart door U worden aangenomen, en mocht heden ons Offer voor U zóó geschieden, dat het U, Heer God, behage. Als gewoonlijk, wendt de Priester zich tot het volk, zeggende: « Orate fratres. » Bidt, broeders, opdat mijn en uw Offer behaaglijk worde aan God, den almachtigen Vader. Al het overige uit de gewone Mis weglatend, bidt hij aanstonds het «Onze Vader,» Pater noster. Laat ons bidden. Door heilzame geboden aangemaand en door goddelijke leering on- derwezen, durven wij zeggen: Onze Vader, die in de Hemelen zijt! Geheiligd zij uw Naam! Ons toekome uw rijk! Uw wil geschiede op de aarde als in den Hemel! Geef ons heden ons dagelijksch brood! En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren! En leid ons niet in bekoring! Maar verlos ons van den kwade. Amen. Wij bidden U, o Heer, verlos ons van alle verleden, tegenwoordig en aanstaand kwaad; en door de voorspraak van de heilige en roemwaardige Moeder Gods, altijd Maagd Maria, van uwe heilige Apostelen Petrus en Paulus, en Andreas, en alle Heiligen, geef genadiglijk vrede in onze dagen, opdat wijT door den bijstand uwer barmhartigheid geholpen, te allen tijde mogen zuiver zijn van zonde en van alle kwaad bevrijd. Door denzelfden Jesus-Christus. uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft en heerscht in de eenheid des H. Geestes, God door alle eeuwen der eeuwen, n}. Amen. Alsnu neemt de Priester de H. Hostie in de rechterhand en houdt Die boven het hoofd ter aanbidding opgeheven; breekt de H. Hostie en nuttigt Ze, na slechts dit één gebed vóór de H. Communie gebeden te nebben: Laat de nuttiging van uw Lichaam, Heer Jcsus-Christus, dat ik onwaardige mij verstout te ontvangen, niet strekken tot mijn oordeel en verdoemenis; maar door uwe goedertierenheid strekke het tot bescherming van ziel en lichaam en ter bekoming van genezing. Die met God den Vader leeft en heerscht, in de eenheid des H. Geestes, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen. Ik zal het hemelsch Brood nemen en den Naam des Heeren aanroepen. Driemaal zegt hij, telkens op de lorst kloppend : Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden. Vervolgens : Het Lichaam van onzen Heer Jesus-Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen. Na de nuttiging bidt de Priester : Geef, Heer, dat hetgeen we met den mond genomen hebben, met een rein geweten ontvangen, en dat het van eene tijdelijke gave ons een eeuwig geneesmiddel worde. Hierop verlaat de Priester het altaar, ontdoet ziekinde sacristie van kasuifel, enz. Vervolgens ontkleedt men het altaar gelijk op Witten Donderdag. Paaschzaterdag I. Om de plechtigheden van dezen dag te begrijpen, moet men twee zaken in het oog houden. i° Eertijds werd op dezen morgen de H. Mis niet opgedragen, doch eerst in den nacht van Zaterdag op Zondag, ter gedachtenis aan de Verrijzenis van Christus. Deze nachtelijke Dienst wordt nu den Zaterdagmorgen volbracht, doch de oefeningen zijn dezelfde gebleven. 2° Op dezen dag (nacht) werden de Doopleerlingen tot het H. Doopsel voorbereid en werd hun dit H. Sacrament toegediend. II. De plechtigheden van dezen dag zijn, en leze eken en : i° De zegening van het nieuwe vuur. a) Te voren worden alle lichten uitgedoofd: afbeeldingvan de duisternis, waarin de aarde verzonken lag vóór de Verlossing ; aanduiding ook, dat thans met 's Heeren Verrijzenis de Oude Wet ophield. b) Dit vuur wordt geslagen uit een steen, zinnebeeldige aanduiding van Christus, het Licht der wereld, Die in een steenen graf begraven, met schitterende heerlijkheid daaruit verrees. c) Buiten de kerk wordt het vuur geslagen, gelijk ook het graf van Christus was buiten Jerusalem. d) De drietakkige kaars, welke het eerst aan het nieuw vuur ontstoken wordt, stelt de H. Drievuldigheid voor, Die wegens de verlossing het eerst geloofd en geprezen wordt. e) Te gelijk met het vuur worden gewijd S wierookkorrels, in was gestoken. Zij herinneren ons aan de specerijen, waarmede het Lichaam van Jcsus gebalsemd werd en tevens aan zijne vijf heilige Wonden. Gebeden der zegening van het vuur. Dóminus vobiscum. I De Heer zij met u. ij. Et cum spiritu tuo. | En met uwen geest. Laat ons bidden God. die door uwen Zoon, die de hoeksteen is, het vuur uwer heerlijkheid hebt medegedeeld aan de geloovigen; heilig t dit nieuwe vuur dat uit een keisteen voortgebracht, tot ons gebruik zal dienen; en vergun ons, door deze Paaschfeesten zoozeer tot hemelsche verlangens ontstoken te worden, dat wij met zuivere harten tot de feesten der eeuwige heerlijkheid mogen geraken. Door denzelfden Christus onzen Heer. i§. Amen. Laat ons bidden Heer, God, almachtige Vader, onvergankelijk Licht, Die de Schepper zijt van alle licht; zegen f dit licht, dat door U, die de gelieele wereld verlicht hebt, geheiligd en gezegend is; opdat wij door dat licht ontvlamd en door het vuur uwer heerlijkheid verlicht worden; en gelijk Gij Mozes, als hij uit Egypte toog, verlicht hebt, zóó verlicht ook onze harten en zinnen, opdat wij verdienen tot het eeuwig licht en leven te komen. Door Christus onzen Heer. 1$. Amen. Laat ons bidden Heilige Heer, almachtige V ader, eeuwige 'God, gewaardig U ons bij te staan, die dit vuur zegenen in uwen Naam en in dien van uwen eeniggeboren Zoon, God en onzen Heer Jesus-Christus en van den H. Geest, en bescherm ons tegen de vurige pijlen des vijands en bestraal ons met hemelsche genade. Die leeft en heerscht met denzelfden uwen eeniggeboren Zoon en den H. Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. 1$. Amen. 20 Zegening der wierookkorrels. Moge, bidden wij U, almachtige God, eene milde uitstorting van uwen zegen "J" komen over dezen wierook; ontsteek dien, o onzichtbare Herschepper, tot luister van dezen nacht, opdat niet alleen het Offer, dat dezen nacht opgedragen is, strale van het door U onzichtbaar toegevoerd licht, maar moge overal, waar iets van het geheimenis dezer wijding worde gebracht, des duivels list worden uitgedreven en de kracht uwer Majesteit hulp verleenen. Door Christus onzen Heer. i£. Amen. Zoodra het vuur en de wierook gezegend zijn, toont zich de vreugde der H. Kerk in alk verdere plechtigheden : De priester verruilt de paarsche stool voor een witte (of: de Diaken kleedt zich in vitte dalmatiek) keert in de kerk terug, steekt achter, in het midden der kerk en vóór het altaar achtereenvolgens de drie kaarsen van den drietak aan . geknield en telkens met verheffing van stem zingend: Lumen Christi : Het licht van Christus : waarop Jut koor antwoordt: Deo gratias : God zij dank : (den Vader, den Zoon, den H. Geest, voor het volbrachte Verlossingswerk.) 3° Wijding der Paaschkaars. De Paaschkaars, vóór zij ontstoken is, leteekent Christus, gestorven in het graf; ontstoken, den verrezen Verlosser, Die stralend van heerlijkheid uit het graf opstond. Daarom ook wordt deze kaars versierd en met bijzondere plechtigheid gewijd. Op verheven toon zingt de Priester (Diaken) den Lof van Hem, Dien de Paaschkaars verbeeldt, steekt daarin de vijf wierookkorrels, ter herinnering aan de vijf Wonden des Verrezenen en aan de specerijen waarmede het Lickaam van Jesus ge- balsemd werd, draagt haar in schoont bewoordingen aan den hemelschen Vader op en ontsteekt haar aan liet drietakkig licht. Dan worden alle lichten in de kerk ontstoken, om te beduiden, dat « Christus het ware Licht is dat alle menschen verlicht, die in deze wereld komen. » Vervolgens hervat dePriester (Diaken) den lofzang op de Paaschkaars en bidt op denzelfden feestelij ken toon voor den Paus en den Bisschop. Exsultet Nu verheuge zich het Engelenkoor der hemelen! Met vreugde worden gevierd de geheimenissen Gods ! En schalie de bazuin des heils voor de overwinning van een zoo grooten Koning! Ook verblijde zich de aarde, met zoo grooten glans bestraald; en door den luister des eeuwigen Konings beschenen, gevoele zij zich ontheven aan de overal verspreide duisternis. Verheuge zich ook onze Moeder, de H. Kerk, met den glans van zoo groot licht getooid en deze tempel weergalme van de luide jubelzangen der volken! Daarom, allerliefste broeders, die hier tegenwoordig zijt bij dit wonder-heldere licht, roept, bid ik u, met mij de barmhartigheid in van den almachtigen God. opdat Hij, die zich gewaardigd heeft mij onverdiend onder de Levieten op te nemen, mij de klaarheid van zijn licht instorte, en den lof dezer kaars doe voleinden. Door onzen Heer Jesus-Christns, zijnen Zoon, die met Hem leeft en heerscht in de eenheid van den H. Geest, God. Door alle eeuwen der eeuwen, r). Amen. y. De Heer zij met u. ï£. En met uwen geest, y. Heft de harten omhoog. hJ. Wij hebben ze tot den Heer opgeheven, f. Danken wij den Heer, onzen God. r). Dat is billijk en rechtvaardig. inderdaad, het is billijk en rechtvaardig, den onzichtbaren God, den almachtigen Vader en zijnen eeniggeboren Zoon, onzen Heer Jesus-Christus met alle innigheid van hart en ziel en overluid te loven. Hem, die voor ons aan den eeuwigen Vader de schuld van Adam voldaan heeft, en den ouden schuldbrief door zijn dierbaar Bloed heeft uitsewischt. Want dit zijnde Paaschfeesten, waarop dat waarachtig Lam geslacht wordt, met welks Bloed de deuren der geloovigen worden geheiligd. Dit is de nacht, waarin Gij eertijds onze vaders, de kinderen Israëls, uit Egypte gevoerd en droogvoets de Roode zee hebt doen doorgaan. Dit is dan ook de nacht, die de duisternis der zonden door de lichtkolom heeft verdreven. Dit is de nacht, die al de in Christus geloovenden over de heele aarde heen. aan het bederf der wereld en de duisternis der zonden heeft onttrokken, 38 30 aan de genade weergeeft, plaatst onder het getal der Heiligen. Dit is de nacht, waarin Christus de banden des doods heeft verbroken en als Overwinnaar uit de dooden is opgestaan. Niets toch baatte het ons geboren te zijn, zoo het ons niet gegeven ware verlost te worden. O wondere verwaardiging uwer goedheid jegens ons! O onwaardeerbare liefde : om den slaaf vrij te koopen, hebt Gij uwen Zoon overgeleverd! O zeker noodwendige zonde van Adam, welke door den dood van Christus vernietigd is! O gelukkige schuld, die verdiend hebt een zoodanigen en zoo verheven Verlosser te hebben! O waarlijk zalige nacht, die alleen waardig waart tijd en uur te kennen, waarop Christus van de dooden verrezen is ! Dit is de nacht, waarvan geschreven staat: En de nacht zal helder zijn als de dag! En de nacht is mijne verlichting in de vreugde! Het heil dus, in dezen nacht uitgewerkt, verdrijft misdaden, wascht schulden af en geeft de onschuld aan de gevallenen weer en blijmoedigheid aan de bedrukten, verbant haat, kweekt eendracht en brengt de machtigen ten onder. De vijf gewijde wierookhorrels morden nu in de Paaschkaars gestoken. In dezen genadevollen nacht, neem, heilige Vader, het avondoffer van dezen wierook aan, dat U de H. Kerk bij de plechtige opdracht dezer kaars, door de nijverheid der bijen vervaardigd, door de handen harer dienaren aanbiedt. Maar nu kennen wij den lot dezer (vuur)kolom, die het glinsterend vuur ter eere Gods ontsteekt. De Paaschkaars wordt aangestoken. (Het vuur) dat, ofschoon in deelen gedeeld, toch door licht mede te deelen niet vermindert. Want het (vuur) wordt gevoed door het smeltende was, dat de moederlijke bij tot bestanddeel van dezen kostbaren fakkel heeft voortgebracht. De Godslamp wordt aangestoken. O waarlijk zalige nacht, die de Egyptenaren heeft uitgeplunderd, de Hebreeuwen heeft verrijkt! Nacht» waarin het hemelsche met het aardsche, het goddelijke met het menschelijke vereenigd wordt. Wij bidden dus U, o Heer, dat deze kaars, ter eere van uwen Naam gewijd om de duisternis van dezen nacht te verdrijven, onophoudelijk voortdure en haar licht in zoeten geur aangenomen, met het daglicht ineensmelte. De morgenster vinde haar branden. Die morgenster, bedoel ik, die nooit ondergaat. Die namelijk, welke opgestaan uit de dooden, helder over het menschelijk geslacht heeft geschenen (Christus). Wij smeeken dan U, Heer, dat Gij ons. uwe dienaren, al de geestelijken en het allergodsdienstigst volk, te gelijk met den allerheiligsten Vader N. en onzen Bisschop N. vrede willet geven in onze dagen en ons in de Paaschfeesten voort durend beschermen, besturen, behoeden en bewaren. Door denzelfden Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft en heerscht, in de eenheid van den H. Geest, God door alle eeuwen der eeuwen, i^. Amen. Na de wijding der Paaschkaars begon men eertijds de doopleerlingen voor te bereiden tot het heilig Doopsel. Omdat die voorbereiding lang duurde, werd inmiddels, en tevens tot hun onderricht voorgelezen uit de H. Schrift. Deze zelfde lezingen uit de H. Schrift zijn behouden. Zij zijn eene voorspellende voorstelling van de Verlossing door Christus en eene zinnebeeldige voorstelling van het christelijk leven der gedoopten. Twaalf in getal, herinneren ze aan de twaalf artikelen des geloofs, waarmede se eene wondere overeenkomst hebben. De Schepping Men denkt aan : Art. I. Ik geloof in God den Vader almachtig. Schepper van hemel en aarde. Eerste Voorspelling uit het Boek der Schepping. Hoofdstuk I en II. In den beginne heeft God hemel en aarde geschapen. De aarde was nu woest en ledig, en er was duisternis over den afgrond : en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zeide : Dat het licht worde. En het werd licht. En God zag. dat het licht goed was : en Hij scheidde het licht van de duisternis. En Hij noemde het licht: dag, en de duisternis : nacht. En het werd avond en morgen : één dag. Ook zeide God: Dat er een uitspansel zij tusschen de wateren : en dat het de wateren van elkander scheide. En God maakte het uitspansel en scheidde de wateren, die onder het uitspansel waren van deze, die hoven het uitspansel waren. En het geschiedde zoo. En God noemde het uitspansel : hemel. En het werd avond en morgen : de tweede dag. Dan zeide God : Dat de wateren, die onder den hemel zijn, zich in ééne plaats verzamelen: en dat het drooge zichtbaar worde. En het geschiedde aldus. En God noemde het drooge : aarde, en de gezamenlijke wateren inoemde Hij): zeeën. En God zag, dat het goed was. Toen zeide Hij : Dat de aarde groen en zaaddragend gewas voortbrenge : en fruitboomen, die vruchten dra,gen naar hunnen aard. die hun eigen zaad in zich hebben op aarde. En het geschiedde zoo. De aarde bracht dan groen gewas voort, hetwelk zaad gaf volgens zijnen aard, en vruchtdragend geboomte, dat elk zijn zaad had naar zijnen aard. En God zag, dat het goed was. En het werd avond en morgen: de derde dag. Ook zeide God : Dat er lichten komen in het uitspansel des hemels, die den dag van den nacht scheiden, en tot teekens zijn der tijden, dagen en jaren; opdat zij schijnen aan het uitspansel des hemels, en de aarde verlichten. En het geschiedde zoo. God maakte dan twee groote lichten, het grooter licht om over den dag, het kleiner om over den nacht te staan, en de sterren. En Hij stelde ze in het uitspansel des hemels, opdat zij lichten zouden over de aarde. En dat zij over den dag en den nacht zouden staan, en het licht en de duisternis onderscheiden. En God zag, dat het goed was. En het werd avond en morgen : de vierde dag. Voorts zeide God: Dat de wateren levend zwemmend gedierte voortbrengen en gevogelte over de aarde onder het uitspansel des hemels. En God schiep de groote zeevisschen en allerlei levend en wemelend gedierte, dat de wateren voortbrachten volgens iederen aard: alsook al het gevogelte, elk volgens zijne soort. En God zag, dat het goed was. En Hij zegende ze, zeggende : Groeit en vermenigvuldigt u, en vervult de wateren der zee; en dat de vogelen vermenigvuldigen over de aarde. En het werd avond en morgen : de vijfde dag. Ook zeide God : Dat de aarde levende wezens naar hunnen aard voortbrenge : vee en kruipend gedierte en dieren des velds, elk volgens zijne soort. En het geschiedde zoo. En God maakte de dieren der aarde volgens hunnen aard, alsook het vee en al het kruipend gedierte der aarde, elk volgens zijne soort. En God zag, dat het goed was. Toen zeide Hij : Laat ons den mensch maken naar ons beeld cn onze gelijkenis : en dat hij heerschappij voere over de visschen der zee, over de vogelen des hemels en over het vee en over de geheele aarde en over al het kruipend gedierte, dat zich op aarde beweegt. En God schiep den mensch naar zijn beeld; naar het beeld van God heeft Hij hem geschapen, man en vrouw heeft Hij ze geschapen. En God zegende hen, en zeide : Groeit en vermenigvuldigt u, vervult de aarde en onderwerpt haar, en gebiedt over de visschen der zee en over de vogelen des hemels en over alle dieren, die zich op aarde bewegen. En God zeide : Ziet, Ik geef u alle zaadgevend gewas, dat op aarde is: en alle boomen die in zich hun eigen zaad hebben, ieder naar zijn aard, om u tot spijs te dienen. Alsook aan alle dieren der aarde, aan al de vogels des hemels en aan al wat zich beweegt op aarde en een levende ziel heeft, opdat zij te eten hebben. En.het geschiedde zoo. God zag dan alle de dingen, die Hij gemaakt had : en zij waren zeer goed. En het werd avond en morgen: de zesde dag. De hemelen dan en de aarde en het geheele sieraad er van zijn voltooid. En God had zijn werk, dat Hij gemaakt had, den zevenden dag voltrokken, en Hij rustte den zevenden dag van al het werk, dat Hij gemaakt had. Laat ons bidden >'• Flectamus génua. 1 t. Buigen wij de knieën. ». Levate. | fi. Richt u op. God, die den mensch op wonderbare wijze geschapen en op meer wonderbare wijze verlost hebt; geef ons, bidden wij, dat wij de aanlokselen tot zonde weerstaan door de inspraak der rede te volgen, opdat wij verdienen, tot de eeuwige vreugde te geraken. Door onzen Heer J.-C., enz. rJ. Amen. De Zondvloed Art. II. En in Jesus-Christus zijnen eenigen Zoon, onzen Heer. Tweede Voorspelling uit het Boek der Schepping. Hoofdstuk V. VI. VII. VIII. Als Noë nu vijfhonderd jaren oud was. gewon hij Sem, Cham en Japhet. Als nu ae 'menschen begonnen te vermenigvuldigen op aarde en zij dochters gewonnen hadden: za-en de zonen Gods de dochters der menschen, dat zij schoon waren, en namen uit die allen zich huisvrouwen die zij uitkozen, bn < "iod zeide: Mijn geest zal niet eeuwig met den mensch blijven, omdat hij vleesch is : en zijne dagen zullen zijn honderd en twintig jaren. Ener waren in die dagen reuzen op aarde. Want, nadat de zonen Gods tot de dochters der menschen genaderd waren en deze gebaard hadden, waren deze de machtigen, van ouds befaamde mannen. God dan ziende, dat der menschen boosheid groot was op aarde en al de gedachte huns harten altijd op het kwaad gericht; zoo berouwde het Hem dat Hij den mensch op aarde gemaakt had. En het smartte Hem in he binnenste des harten, en Hij sprak: Ik zal de mensch, dien ik geschapen heb, van het aan schijn der aarde verdelgen; van den mensch tot de dieren; van de kruipende dieren tot de vogelen des hemels, want het berouwt mij, ze gemaakt te hebben. Doch Noe vond genade bij God. Dit zijn de geslachten van Noë • Noë was een rechtvaardig en volmaakt man onder zijne nakomelingen en wandelde met God. En hij gewondnezonen: Sem, Cham en Japhet. Maar de aarde Noe : Het einde van alle vleesch Is b^ m begoten; dewijl de aarde vervuld is van boosheid voor hun aanschijn : Ik zal hen met de aarde verdelgen. Maak u eene ark s«i fS/f T : si' 2U" Wïplaaï en in de ark maken en ze van binnen en buiten met pek bestrijken. En zóó zult gij ze ? ^en„: ue gte der ark zal zijn driehonderdelleboogsmaten; de breedte vijftig en de hoogte dertig elleboogsmaten.Gij zul!een venster m de ark maken en hare hoogte on eene elleboogsmaat voltrekken. De deur der ark zult gij ter zijde maken : beneden eet- en bovenverbhjven zult gij er in maken Zie Ik 1T , de aarde neerstorten, hp.pff !6 j j ' dat levensgeest in zich heeft te dooden onder den hemel. Al wat op verbond » ^ met U zal Ik ®ija 1? gaan; en glJ 2ult in de ark gaan, gij en uwe zonen, uwe vrouw en de vrouwen uwer zonen met u. Ook van alle dieren van alle soort zult gij eén paar in de ark brengen opdat zij met u in het leven blijven : een van slachTVand 6n Ceni VaU h6t vrouwelÜk geslacht Van de vogelen naar hun soort, en van het vee naar zijn soort en van alle krui- pend gedierte volgens zijn soort, zu"en er twee van ieder met u ingaan, opdat zij in het leven blijven. Gij zult dus ook met u nemen van alle voedsel, dat eetbaar is en het bij u verzamelen, en het zal zoowel voor u, als voor hen tot voedsel zijn. Noe deed dan alles, wat God hem geboden had. Zeshonderd jaren was hij oud, als de watervloeden de aarde overstroomden. Daar braken alle bron nen van den grooten afgrond, en de sluizen des hemels werden geopend. En het regende op aarde gedurende veertig dagen en veertig nachten. Op dienzelfden dag ging Noe, en Sem en Cham en Japhet, zijne zonen, zijne vrouw en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark: zij en alle dieren naar hunnen aard, al het vee volgens zijne soort, en al wat zich op aarde beweegt naar zijnen aard en al de vogelen naar hunnen aard. De ark dreef dan op de wateren. En de wateren kregen zeer de overhand op aarde, zooda alle hooge bergen overal onder den hemel bedekt werden.Vijftien elleboogsmaten stond het water boven de bergen, die het overstroomd had. En alle vleesch, dat op de aarde leefde, is verdelgd: vanaUevogelen, dieren, vee, van alle kruipend gedierte, dat op aarde kruipt. Doch Noë bleef alleen over en die met hem in de ark waren. Enhetva ter bleef op aarde staan honderd en vijitig JJoch G°d, Noë en alle dieren en ille a eênwLd™io de «* aas aeeüe. n wind waaien over de aarde * door de wateren verminderden. En de bronnen van den afgrond en de sluizen des hemels werden gesloten, en de re-en ,l« hl , rnhtegenRehOUden" De wa^ren dan S den heen en weer van de aarde we- ^ begonnen na honderd vijftig dagen'te veraderen Na verloop dan van veertig da-en Sndeeaïk0eeïerdrr ^ ^emaakte venste^ an de ark, en liet een raaf uit. die uitoïno«n met terugkeerde totdat de wateren op de «en?HWfren °PffedrooSd- Na deze zond hij eene duif uit. om te zien of de wateren nu op de aarde weg waren. Toen deze geene plaats vond waarop haar voet kon rustenkïrde Z!] tot hem ^rug in de ark : want de wateren 1 ,n hn TS °VCr ffeheel de aarde- Hij stak in rip l ü" en haar «"jpende nam hij haar in de ark. Hij wachtte weder zeven daren en andermaal eene duif uit de ark Deze ee™i-firmett0t ^ * de» ^ l * ollJitak met groene bladeren. Noë begreep daaruit dat de wateren verdwenen rï2'J5htf TaChtte hij .«* S terugkwam. Toen'sprtk God ToTnoI ïe™ Mie dieren, die bij u zijn van allerlei soort, zoo vogelen als vee en alle kruipend gedierte, die kruipen op aarde, leidt ze met u uit en betreedt de aarde: groeit en vermenigvuldigt u op haar. Noë ging dan uit en zijne zonen, zijne vrouw en de vrouwen zijner zonen met hem Alsook alle levend gedierte viervoetig en kruipend, dat zich op aarde beweegt volgens zijn soort, ging uit de ark. En Noe bouwde den Heer een altaar, nam van al het rein vee en gevogelte, en droeg op het altaar brandoffers op. En de Heer heeft den aangenamen geur geroken, (het was Hem aan genaam). Laat ons bidden t. Buigen wij de knieën. i$. Richt u op. God, onveranderlijke kracht en eeuwig licht, zie genadig neêr op het wonder Geheimenis uwer geheele Kerk, en voltrek zon der tegenkanting het werk van s menschen heil uit kracht uwer eeuwige beschikking; en dat de geheele wereld zie en ondervmde, dat het neergeworpene opgericht, het verouderde vernieuwd wordt, dat alles doo Hem geheeld wordt, door Wien het zijn oorsprong heeft genomen: Onzen Heer Jesus-Christus uwen Zoon, enz. k$. Amen. Het Offer van Abraham vm"™ Hc""^ Derde Voorspelling uit het Boek der Schepping Hoofdstuk XXII. JldtdTn: Ga°u beProefde Abraham en IZ L Abraham- Abraham. Hij Neem'? • u b6n Hij 2eide hem : wff i - eeni^eboren zoon, dien gij liefnebt, Isaac. en ga naar het land des gezichts; ^n daar zult gij hem tot een brandoffer opdien op een der bergen, dien Ik u zal Abraham stond dan 's nachts op, ™f!e Zljn ezel gereed, nam met zich twee jongelingen en zijnen zoon, Isaac. En als J h°ut gehouwen had tot een brandoffer gmg hy naar de plaats, dien God hem geboden had. Den derden dag, de oogen opslaand, zag hij de plaats van verre; hij zeide tot de knechten : Wacht hier met den • lk en miJn zoon zullen tot einds sraan HiinLrbien».,e ïebben-wt»'Ss - °Ut t0t het brandoffer en 1 °P zlJnen zoon Isaac; doch het C -het fwaa[d droeff hii zelf in zijne Isaac tot " a ZU ,beiden v°ortgingen, zeide Isaac tot zijnen vader : Mijn vader. Hij antwoordde: Wat wilt gij,mijn zoon? Zie, zeide öij, hier is vuur en hout; waar is het slacht- dier tot het brandoffer ? Maar Abraham zei-'er hen ie storten, — en die door het PaasrW,^; menis, Abraham, uwen dienaar, volgens uwen eed tot vader van alle volken maakt geef aan uw volk, dat het waardig tot dé tot W UV'Tr rf°lping inga (aan 2iJne roeping tot het geloof beantwoordde). Door onze? Heer Jesus-Christus, enz. r). Amen. Doortocht door de Roode Zee """ In die dagen : Het geschiedde in de morgenwake, en ziet, de Heer zag door de vuur- cn rookkolom op de legerplaats der iigvptenaren en versloeg hun. leger. Hij verdelgde de raderen der wagens en zij vielen in de diepte. De Egyptenaren zeiden dan: Laten wij vluchten voor de Israëlieten, want de Heer strijdt voor hen tegen ons. En God zeide tot Mozes : Strek uwe hand uit over cle zee, dat de wateren op de Egyptenaren, over hunne wagens en ruiters terugkeeren. Als nu Mozes zijne hand over de zee had uitgestrekt, is zij bij den vroegsten morgenstond tot hare vorige plaats teruggekeerd : en den vluchtenden Egyptenaren kwamen de wateren tegen, en de Heer bedolf hen in het midden der golven. De wateren keerden weder en overdekten de wagens, en de ruiters van Pharao's geheele leger, die hem volgend de zee waren ingegaan; er bleef geen enkele over. Maar de kinderen Israëls zijn midden door de drooge zee getrokken, cn de wateren waren hun als een muur ter rechter-en ter linkerzijde, en de Heer heeft op dien dag Israël verlost uit de hand der Egyptenaren. En zij zagen de Egyptenaren dood op het strand der zee en de machtige hand welke de Heer tegen hen gebruikt had; en het volk vreesde den Heer, en zij geloofden in den Heer en aan Mozes, zijn dienaar. Toen zongen Mozes en de kinderen Israëls aan den Heer dit lied en zeiden : 33 30 Cantémus Dómino: glorióse enim honorificatus "I : equum ei ascensórem projécit in mare : adjütor, et protéctor fa- ccus est mim in salütem. ï-. Hic Deus meus, et nonorincaDo eum : Deus patris mei, et exaltabo eum. Dóminus cónterens bella : Dóminus nomen est illi. Tractus Zingen wij den Heer toe : want Hij heeft zich roemrijk verheven: het paard en den berijder heeft Hij in zee geworpen. Hij is een helper en beschermer geworden, mij tot heil. f. Hij is mijn God, en ik zal Hem eer geven. De God mijns vaders, en ik zal Hem verheffen. De Heer, die oorlogen beëindiet: ziin Naam is: Heer. Laat ons bidden f. Buigen wij de knieën. i$. Richt u op. God, wiens oude wonderdaden wij ook in ■onzen tijd zien schitteren; daar Gij door het water der wedergeboorte tot heil der volken uitwerkt, hetgeen Gij aan één volk door de kracht uwer rechterhand hebt gedaan, hen bevrijdend van de vervolging der Egyptenaren; geef, dat de geheele wereld kinderen van Abraham worde en gerake tot de waardigheid van Israël's volk. Door onzen Heer Jesus-Christus, enz. 1$. Amen. Geluk van het toekomstig Godsrijk Art. V. Die is nedergedaald ter helle, ten derden dage verrezen van de dooden. Vijfde Voorspelling uit het Boek Isaïas. Hoofdstuk LIV en LV. (1) Dit is het erfdeel van de dienaren des Heercn, en hunne rechtvaardiging is uit Mij, spreekt de Heer. Gij allen, die dorst hebt, komt tot de wateren; en gij die geen geld hebt, spoedt u, koopt en eet; komt, koopt zoncler geld, en zonder ruiling, wijn en melk. Waarom weegt gij geld af voor hetgeen geen brood is, en (geeft gij) uwen arbeid voor iets waarmede gij u niet kunt verzadigen?Luistert, gij, die naar Mij hoort en eet hetgeen goed is, en uwe ziel zal zich over hare gezetheid verheugen. Neigt uw oor, en komt tot Mij; hoort, en uwe ziel zal leven, en ik zal een eeuwig verbond met u aangaan, de getrouwe ontfermingen van David. Ziet, Ik heb Hem (den Verlosser) aan de volken gegeven tot Getuige, Vorst en Gebieder. Ziet, gij zult een volk roepen, dat ge niet kendet; en de volken, die u niet kenden, zullen tot u loopen, ter wille van den Heer, uwen God en den Heilige van Israël, omdat (1) De geestelijke -weldaden worden den Joden op tinnelifke wijie voorgehouden. Hij u verheerlijkt heeft. Zoekt den Heer, nu Hij te vinden is; roept Hem aan, nu Hij nabij is. De goddelooze verlate zijn weg en de booze zijne gedachten, en bekeere zich tot den Heer, dan zal Hij zich over hem ontfermen ; en tot onzen God, want Hij is mild in te vergeven. Want mijne gedachten zijn niet (zooals) uwe gedachten, en uwe wegen niet (gelijk) mijne wegen, zegt de Heer. Want zooveel als de hemelen boven de aarde verheven zijn; zooveel zijn mijne wegen boven de uwe verheven, en mijne gedachten boven de uwe. En gelijk de regen en sneeuw neerdalen van den hemel en er niet wederkeeren, maar de aarde drenken, en verzadigen, en vruchtbaar maken, en den zaaier zaad geven en brood om te eten ; zóó zal mijn woord zijn, dat uit mijnen mond zal komen ; het zal niet ledig tot mij wederkeeren, maar het zal uitwerken, wat Ik wil, en voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend, zegt de almachtige Heer. Laat ons bidden f. Buigen wij de knieën. rJ. Richt u op. Almachtige, eeuwige God, vermenigvuldig ter eere van uwen Naam, hetgeen Gij beloofd hebt aan het geloof der Vaderen; en vermeerder door heilige aanneming (tot kin- een wijngaard op eenheu- . nloofc vel, op eene vei» ?r. t.n nij omncmuc «.w met eene haag, enspiuc hem om, en plantte een i .. j cnvan o tl wijngaard van • J J __ ai wnOTi op dtt 00genhm het H. Doopsel, dat ook gij eens ontvangen hebt; dank er God voor, en zie of gij uwe «nieuwe en —v„ocnu,uige Kinasneia» bewaard hebt. Een gedeelte van het gewijde water wordt'in de Doopvont gedaan en hierin de HH. Oliën gemengd welke o b WitiftM i » ^ .. ,x _ " uwr aen Bisschop zim gewijd. Deze inmenging van HH. Oliën geschiedt om e genade, de kracht en de zalving van den Korden ^ duiden' die in het Doopsel gegeven Eerst doet de Priester een weinig H. Olie in het water, zeggende: , Da' ,feze V°n* geheiligd, en door de Olie des heils vruchtbaar worde voor hen. die er mt zullen herboren worden tot het eeuwig leven. i$. Amen. b woorden'* Ckrisma> onder het spreken dezer De instorting van het Chrisma van onzen Heer Jesus-Christus en van den H. Geest den Vertrooster geschi6^ in den Naam der H. Drievuldigheid. i§. Amen. Nog giet hij dan beiden in het water en zegt: Moge de vermenging van het Chrisma der heiligmaking en van de Olie der Zalving en van het water des Doopsels eveneens geschieden in den Naam f des Vaders, en des f Zoons en des t H. Geestes. i§. Amen. Litanie van alle Heiligen (1) Ka de water- en vontwijding keert de Priester terug naar het altaar en werpt zich daar plat ter aarde neder, om God te danken voor zijne weldaden. Inmiddels wordt de Litanie van alle Heiligen gezongen. De beteeken is is, dat de heiligen hier op aarde (de pasgedoopten) de Heiligen in den hemel begroeien ; maar tevens door een herhaald « Bid voor ons » hunne veelvermogende voorspraak inroepen, om de zuiverheid des Doopsels te bewaren in den strijd tegen de bekoringen. Kvrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Christe, eléison. Christus, ontferm U on¬ zer. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. (1) Deze is de verkorte Litanie welke echter dubbel moet gezongen worden op dezen dag en daags vóór Pinksteren. Op de andere dagen, waarop de Litanie van alle Heiligen is voorgeschreven : op St. Marcus en de Kruisdagen, moet er bijgevoegd wat in deze cursief is gedrukt; en dan behoeft ze maar enkel gezongen te worden. Christe, audi nos. Christus, hoor ons. Christe, exaudi nos. Christus, verhoor ons. Pater de ccelis Deus, mi- God hemelsche Vader, serére nobis. ontferm U onzer. Fili, Redémptor mundi God Zoon, Verlosser der Deus, miserére nobis. wereld.ontfermUonzer. Spiritus Sancte, Deus, mi- God heilige Geest, ont- serére nobis. ferm U onzer. Sancta Trinitas, unus De- H. Drievuldigheid één us, miserére nobis. God, ontferm U onzer. Sancta Maria, ora pro no- H. Maria, bid voor ons. bis. Sancta Dei Génitrix, ora H. Moeder Gods, bid voor pro nobis. ons. Sancta Virgo Virginum, H. Maagd der Maagden, ora pro nobis. bid voor ons. Sancte Michael, ora pro H. Michaël, bid voor ons. nobis. Sancte Gabriel, ora pro H. Gabriël, bid voor ons. nobis. Sancte Raphael, ora pro H. Raphaël. bid voor ons. nobis. Omnes sancti Angeli et Alle HH. Engelen en Archangeli, orate pro Aartsengelen, bidt voor nobis. ons. Omnes sancti beatórum Alle HH. Koren der zaliSpirituum órdines, ora- ge Geesten, bidt voor te pro nobis. ons. Sancte Joannes Baptista, H. Joannes de Dooper, ora pro nobis. bid voor ons. Sancte Joseph, ora pro H. Jozef, bid voor ons. nobis. Omnes Sancti Patriarchae Alle HH. Aartsvaders en et Prophétae, orate pro Profeten, bidt voor ons. nobis. Sancte Petre, ora pro no- H. Petrus, bid voor ons. bis. Sancte Paule, H. Paulus, Sancte Andréa, H. Andreas, Seniele Jacóbe, H. Jacobus, Sancte Joannes, H. Joannes, Sancte Thoma, 0 H. Thomas, o- Sancte Jacóbe, 5 H. Jacobus, 51 Sancte Philippe, -O H. Philippus, < Sancte Bartholomcte, o H. BartholomeQs, o Sancte Matthaee, § H. Mattheüs, ^ Sancte Simon, 2! H. Simon, a Sancte Thaddoee, ™ H. Thaddeüs, " Sancte Mathia, H. Mathias, Sancte Bdrnaba, H. Barnabas, Sancte Luca, H. Lucas, Sancte Marce, H. Marcus, Omnes Sancti Apóstoli et Alle HH. Apostelen en Evangelistae, orate pro Evangelisten, bidt voor nobis. ons. Omnes Sancti Discipuli Alle HH. Leerlingen des Dómini, orate pro no- Heeren, bidt voor ons. bis. Omnes Sancti Innocéntes, Alle HH. Onnoozele Kin- orate pro nobis. deren, bidt voor ons. Sancte Stéphane, ora pro H. Stephanus, bid voor nobis. ons. Sancte Laurénti, ora pro H. Laurentius, bid voor nobis. ons. Sancte Vincénti, ora pro H. Vincentius, bid voor nobis. ons. Sancti Fabiane et Sebasti- HH. Fabianus en Sebasti- iine, orate pro nobis. anus, bidt voor ons. Sancti Joannes et Poule, HH. Joannes en Paulus, orate pro nobis. bidt voor ons. SaHcti Cosma et Damiane, Sancti Cosma et Damiane, HH. Cosmas en Damia- orate pro nobis. nus, bidt voor ons. Sancti Gervasi et Protasi, HH. Gervasius en Prota- ordtepro nobis. sius, bidt voor ons. Omnes Sancti Martyres, Alle HH. Martelaren, bidt orate pro nobis. voor ons. Sancte Sylvéster, ora pro H. Sylves'ter, bid voor nobis. ons. Sancte Gregóri, o h. Gregorius, c Sancte Ambrósi, » H. Ambrosius, 51 Sancte Augustine, g H. Augustinus, o Sancte Hierónyme, 3 H. Hieronymus, ° Sancte Martine, g. H. Martinus, § Sancte Nicolaet w H. Nicolaus, ^ Omnes Sancti Pontifices Alle HH. Bisschoppen en et Confessóres, orate Belijders, bidt voor ons pro nobis. Omnes Sancti Doctores, Alle HH. Kerkleeraren orate pro nobis. bidt voor ons. Sancte Antóni, ora pro H. Antonius, bid voor nobis. ons. Sancte Benedicte, ora pro H. Benedictus, bid voor nobis. ons. Sancte Berndrde, ora pro H. Bernardus, bid voor nobis. ons. Sancte Dominice, ora pro H. Dominicus, bid voor nobis. ons. Sancte Francisce, ora pro H. Franciscus, bid voor nobis. ons. Omnes Sancti Sacerdótes Alle HH. Priesters en Leet Levitae, orate pro vieten, bidt voor ons. nobis. Omnes Sancti Mónachi et Alle HH. Monniken en i-remitae, orate pro no- Kluizenaars/ bidt voor ^1S* ons. Sancta Maria Magdaléna, H. Maria Magdalena, bid ora pro nobis. voor ons. Smifta Agatha, H. Agatha, Smicta Lucia, n H. Lucia, 2! Sancta Agnes, H. Agnes, Sancta Csecilia, 3 Cecilia, o Sancta Agatha, (met 1 H. Agatha,(metPaasch- -1 l\iaschzaterdag), g. zaterdag), § Sancta Catharina, 3' H. Catharina, V Sancta Anastasia, H. Anastasia, Oinnes Sanctse Virgines Alle HH. Maagden en Weet Viduae, orate pro no- duwen, bidt voor ons. bis. Omnes Sancti et Sanctae Alle Heiligen Gods, bidt Dei, intercédite pro no- voor ons. bis. Propitius esto, paree no- Wees genadig, spaar ons, bis, Dómine. Heer. Propitius esto, exaudi nos, Wees genadig, verhoor Dómine. ons, Heer. Ab omni malo, libera nos, Van alle kwaad, verlos Dómine. ons, Heer. Ab omni peccato, Van alle zonde, Ab ira tua, Van uwen toorn, A subitanea et impro- g; Van een haastigen en ^ visa morte, of onvoorzienen dood, ra Ab iusidiis didboli, 3 Van de lagen des dui- ö o vels' o Ab ira et ódio et omni y Van gramschap, haat 3 mala voluntdte, ö en alle kwade gezind-- | heid, W A spiritu fornicatiónis, ~ Van den geest der on- 2> zuiverheid, A fidgure et tempestdte. Van bliksem en onweer, 41 30 Aflagèllo terrcemótus, li- Van den geesel der aardbera nos, Dómine. beving, verlos ons, Heer. A peste,fcime, et bello, Van pest, hongersnood en oorlog, A morte perpétua, Van den" eeuwigen p . . dood- Per mystenum sanctae Door het geheim uwer carnatiónis tuae, R Menschwording, !>er £dYé?t.um tuum» Door uwe Komst, I er Nativitatem tuam, gr Door uwe Geboorte, er Baptismum et 2 Door uw Doopsel en « sanctum Jejünium tu- » heilig Vasten §" um, 3 ' w Per Crucem et Passió- Door uw Kruis en Lii- § nem tuam, den » PerMortem et Sepul- Door'uwen Dood en X turam tuam 5. uwe Begrafenis, 8 1 er sanetam Resurre- ? Door uwe heilige Ver- ctiónem tuam, rijzenis, Per admirabilem As- Door uwe wonderbare censiónem tuam, Hemelvaart, Per Advéntum Spiritus Door de Komst van den sancti Paraclyti, H. Geest, den Ver- .. trooster, In die judien, Op den oordeelsdag, 1 eccatóres, te rogamus, Wij, zondaars, wij bidden tt au "os* U, verhoor ons. Ut nobis parcas, te ro- Dat Gij ons sparet wii gamus, audi nos. bidden U, verhoor ons. Ut uobis mdulgeas, te ro- Dat Gij ons vergeving gamus, audi nos. willet schenken, wij rr. , bidden U, verhoor ons. Ut ad veram pcenité:iti- Dat Gij U gewaardiget "os perducere di- ons tot ware boetvaar- inerts, te rogamus, audi digheid te voeren, wij )10s. bidden U verhoor ons. Ut Ecclésiam tuam Dat Gij U gewaardiget !-anctam régere et uwe H. Kerk te beconservare dignéris, sturen en te bewaren, L't Doranum apostóli- Dat Gij U gewaardiget cum, et omnes eccle- den Apostolieken «iasticos órdines, in Stoel en alle Kerkesancta religióne con- lijke Orden in den servare dignéris, heiligen Godsdienst te bewaren, L't inimicos sanctse Ec- Dat Gij U gewaardiget clésiae humiliare di- ^ de vijanden der hei- J. gnéris, « Hge Kerk te verne- ^ 3 deren, E L't régibus, et principi- Dat Gij U gewaardiget g* bus christianis pa- | aan christen konin- cem et veram con- w gen en vorsten vrede C córdiam donare di- a en ware eendracht < gnéris, §- te geven, d. L't cmtcto pópulo chri- Dat Gij U gewaardiget c stiano pacem et unita- g aan al het christen tem largiri digtiéris, ' volk vrede en een- c heid te geven, » Ut nosmetipsos in tuo Dat Gij U gewaardiget sancto servitio con- ons zeiven in uwen fortare et conserva- heiligen dienst te verre dignéris, sterken en te bewaren, L't meutes nostras ad Dat Gij onze gemoedeaeléstia desidcritx én- ren tot hemelsche i,as> verlangens opvoeret, L't omnibus benefactó- Dat Gij al onze welribus nostris sempi- doeners met eeuwige térna bona retribuas, goederen vorgeldet, Ut animas vostras, fra- I trum, propinquórum et bencfactónim nostrórum, ab eetcrnci damnatióne eripias, te rogdmus, aitdi nos. Ut fructus terra dare, et conservare digné- «• ris, O -T W Lt omnibus fidélibus 8' delünctis réquiem se- s térnam donare digné- -1" ris, § Ut nos exaudire digné- § ris, ' 5» Fili Dei, Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, paree nobis, Dómine. Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, exaudi nos, Dómine, Agnus Dei, qui tollis pee- ! cata mundi, miserére nobis. Christe, audi nos. i Christe, exaudi nos. (i) ( Dat Gij onze zielen en ' die onzer broeders, verwanten en weldoeners voor de eeuwige verwerping behoedet, wij bidden U, verhoor ons. Dat Gij U gevvaardiget ^ de vruchten der aar- ö: de te geven en te 2! ^behouden, §; Dat Gij U gewaardi- § get aan alle overle- c dene geloovigen de < eeuwige rust te ge- 3 ven, §" Dat Gij U gewaardiget ° ons te verhooren, 2 Zoon van God, V Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden 1 der wereld wegneemt, [ verhoor ons, Heer. LamGods.dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer. Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. ,1 Zie het ontbrekende voor St. Marcusdag en de Kruisdagen, alsook Psalm 09, de verzen, responsoria en gebeden, aldaar, bladz. 719. De H. Mis Bij de noorden : Peccatores (Wij, zondaars), -staat de Priester op, om zich met het feestelijk Paaschgewaad te bekleeden, en de H. Mis te beginnen : d.i. liet ware Paascklam zal op eene onbloedige vijze worden geslachtofferd. Omdat het volk reeds zoolang in de kerk was geweest bladz. 588,I. 1° en 2°) werd en wordt nog heden geen «Introïtus» (Begin der Mis) gelezen of gezongen, maar aanstonds het « Kyrie » aan- Ook wordt in deze Mis het « Credo » achtergelaten. omdat de Doopleerlingen vóór liet Doopsel, dus even te voren, hunne geloofsbelijdenis luide hadden opgezegd; alsnog het « Offertorium» (Offerande), omdat de geloovigen op dezen dag geen brood of wijn offerden. Het aan clezen dag eigene is : y. Dóminus vobiscum. 1 De Heer zij met u. k. Et cum spiritu tuo. I En met uwen geest. Gebed O God die dezen allerheiligsten nacht door den luister van 's Heeren Verrijzenis verlicht, bewaar in de nieuwe kinderen \an uw gezin den peest van aanneming, welken Gij geschonken hebt. opdat zij, naar ziel en lichaam vernieuwd, U in zuiverheid dienen. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. uwen Zoon, die met U leeft en heerscht in de eenheid van den H. Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. 1$. Amen. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Colossensers Vermaning aan de nieuw-gedoopten. Broeders: Indien gij met Christus verrezen zijt. zoekt hetgeen daarboven is, waar Christus is, zittend aan de rechterhand van God; betracht hetgeen omhoog, niet hetgeen op aarde is. Want gij zijt gestorven, en uw leven is verborgen met Christus in God. Als Christus, die uw leven is. zal verschenen zijn, dan zult ook gij met Hem in heerlijkheid verschijnen. &. Deo gratias. | God zij dank. De Priester zelf heft aan: Alleluja, alleluja, alleluja, dat het Koor telkens herhaalt. Het Koor vervolgt: Confitémini Dómino Looft den Heer, want quóniam bonus; quóniam Hij is goed; want zijne in saeculum misericórdia barmhartigheid is tot in ejus. eeuwigheid. Tractus Laudate Dóminum, om-I Looft den Heer, gij alle nes gentes : et collaudate|natiën, looft Hem mede, rum, omnes pópuli. % Quó- gij alle volkeren. vv ant niam confirmata est su- bevestigd ls o^er onS i% pernos misericórdia ejus: ne tjarmhartighe.d en de et véritas Dómini manet waarheid des Heeien ^térnum. blijft in eeuwigheid. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Op den laten avond nu van den Sabbat bij het aanbreken van den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena en de andere Maria het graf zien. En ziet, er ontstond eene groote aardbeving. Want een Engel des Heeren daalde neder, en naderde en wentelde den steen af en zat er op. Zijn aanblik was als de bliksem, en zijn gewaad als sneeuw. Uit vrees voor hem schrikten de wachters en werden als dooden. Maar e Engel antwoordend, zeide tot de vrouwen: Vreest niet, want ik weet dat gij Jesus zoe - , die gekruist is ; Hij is niet hier, want Hij is verrezen, zooals Hij gezegd heeft. Komt en ziet de plaats, waar de Heer gelegd was. Gaat dan spoedig en zegt tot zijne Leerlingen dat Hij verrezen is, en ziet: Hij gaat u voor naar Galilaea, daar zult gij Hem zien. Ziet, ik heb het u vooraf gezegd. 8. Laus tibi, Christe. I Lof zij U, o Christus. Stil Gebed Neem aan, bidden wij U, o Heer, de ge- beden van uw volk met de opgedragen offeranden; opdat hetgeen door de Paaschgeheimen is begonnen, door uw toedoen ons ook tot een eeuwig geneesmiddel strekke. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prafatie van Pasclien, bladz. 660. Het « Agnus Dei, » waarin tot driemaal de vrede wordt afgebeden, wordt lieden niet gelezen, omdat immers de dag nog niet verschenen is, waarop Christus aan de Apostelen en Leerlingen den vrede had gegeven. Aanstonds na de Nuttiging worden de Vespers (Avondgebeden) gezongen door het Koor. Ant. Alleluja, alleluja, alleluja. Psalm 116 Laudate Dóminum, om- Looft den Heer, gij alle nes gentes; laudate eum, natiën; looft Hem, gij alle omnes pópuli. volken. Quóniam confirmata est Want zijne barmhartigsuper nos misericórdia heidis over ons bevestigd ejus; et véritas Dómini en 's Heeren waarheid manet in aetérnum. blijft in eeuwigheid. Gloria Patri, et Filio, Glorie zij den Vader, en et Spiritui Sancto. den Zoon, en den H. Geest. Sicut erat in principio, Gelijk het was in het et nunc, et semper, et in begin, en nu, en altijd, en saecula sseculórum. A-inde eeuwen der eeuwen, men. Amen. Ant. Alleluja, alleluja, alleluja. De Priester begint de eerste ivoorden van de Antifoon vóór het Magnificat: Véspere autem Sabba-I Op den laten avond nu tj . Ivan den Sabbat: Het Koor vervolgt: Ouse lucéscit in prima Bij het aanbreken van Sabbati venit Maria Ma-den eersten dag der week, gdaléne', et altera Maria kwamen Maria Magdalevidére sepülchrum, alle- na en de andere Maria [het graf bezien, alleluja. Magnificat 1. Magnificat * animal Mijne ziel verheft den meaDóminum, . , ,, . r» 2. Et exsultavit spiritus En gejubeld heeft m jn meus * in Deo, salutari geest in God, mijn Zaligmeo maker. 3. Quia respéxit humi- Omdat Hij neerzag op litltem ancillae sus; 'de geringheid zijner ecce enim ex hoe beatam dienstmaagd , want :«et me dicent omnes genera- van nu af zullen. a g tiónes. slachten mij zalig noe men. 4. Quia fecit mihi ma- Omdat Hij zna qui potens est, * et gen aan Mij gedaan heef , sanctum Nomen ejus. Hij die machtig is, en lig is zijn Naam. 5. Et misericórdia ejus En zijne barmhartig, 5p„,,én« in progênies • g timéntibus eum. gesiacni Hem vreezen. 6 Fecit poténtiam in Hij heeft kracht uitgebrachio suo: * dispérsit werkt door zijnen arm . supérbos mente cordis verstrooid heeft Hij de SUI- hoovaardigen in de ge¬ dachten huns harten. 7. Depósuit poténtes de Machtigen heeft Hij van sedej et exaltavit hümi- den troon gezet en nede'es- rigen verheven. 8. Esuriéntes implévit Hongerigen heeft Hij bonis, * et divites dimisit met goederen vervuld en inanes. rijken ledig weggezonden. 9. Suscépit Israël püe- Israël, zijnen dienaar, rum suum; recordatus heeft Hij aangenomen, zijmisericórdiae suae. ner barmhartigheid indachtig. 10. Sicut locütus est ad Gelijk Hij tot onze Vapatres nostros; * Abra- deren gesproken heeft, ham, et sémini ejus in tot Abraham en zijne nasaecula. komelingen in eeuwigheid. 11. Glória Patri, et Fi- Glorie zij den Vader, en lio, * et Spiritui Sancto. den Zoon, en den H. Geest. Sicut erat in principio, Gelijk het was in het et nunc, et semper; et in begin, en nu, en altijd en saecula saeculórum. Amen. inde eeuwen der eeuwen. Amen. Het Koor herhaalt daarna de geheele Antifoon : Vespere. >"• Dóminus vobiscum. I De Heer zij met u. $. Et cum spiritu tuo. | En met uwen geest. Laat ons bidden Stort, Heer, in ons den Geest uwer liefde, om ons. die Gij door uwe Paasch-Sacramen- ten verzadigd hebt, in uwe goedertierenheid eendrachtig te maken. Door onzen Heer Jesus-Christus, enz. Amen. v. Dóminus vobiscum. De Heer zij met u. fi. Et cum spiritu tuo. En met uwen gees . Ite, Missa est, alleluja, Gaat, de Mis is ge .. ... digd, alleluja, alleluja. I Deo gratias, alleluja, Gode zij dank, alleluja, alleluja. alleluja. Paasehtijd worden de vijftig dagen genoemd welke verloopen van den Paaschdag tot Pinksteren. Gelijk de dagen van Septuagesima tot Paschen ons leven op aarde afbedden, zo° beduiden de dagen van den Paasehtijd de zalige eeuwigheid. Zij zijn als een feestdag aan heilige vreugde gewijd, meer bijzonder de Paaschweek, gedurende welke geen feest van een Heilige mag gevierd worden, hoe talrijk ze overigens in dezen tijd ook zijn, zoodat ze als sterren de verrezen Zon schijnen te omgeven. Daarom weerklinkt den geheelen Paasehtijd door het blijde Alleluja d. i. Looft den Heer. In navolging van het vreugdegeroep des hemels is het de mtdrukking van vreugde en liefde, van licht en ven van jubel, dank en lof, der hoop op onsterfelijkheid. Het is ook de uiting der vreugde, welke de christen moet gevoelen over zijne eigene opstanding uit de zonde, waartoe de H. Kerk hare kinderen verplicht, door het voorschrift, om gedurende den Paaschtijd (1) de H. Communie waardig te ontvangen in de eigene parochiekerk, op straf van weigering der kerkelijke begrafenis. Dat Christus in ons leeft en met ons is. even als Hij, verrezen, nog veertig dagen bij zijne Leerlingen verwijlde, wordt door de heilige Kerk zinnebeeldig voorgesteld in de Paasc'nkaars, die den verrezen Christus voorstelt, en op Zon- en Feestdagen wordt aangestoken : zoo moeten de kinderen der H. Kerk, zich alreeds aansluitend bij den nimmer eindigenden jubelkreet, hunne eigene geestelijke opstanding vieren, en opstaan in de feestelijke stemming der H. Kerk. welke zij openbaart in de woorden van den koninklijken Zanger : « Dit is de dag, dien de Heer gemaakt heeft, laten wij ons verheugen en verblijden. »> Pasehen of Pascha, zooals de dag der verrijzenis genoemd wordt, beteekent Doorgang of Voorbijgang. De oorsprong daarvan is deze : Mozes, 1, In enpere beteekenis : n. 1. van Passie- of Palmzondag tot Beloken Pasehen. door God tot den koning van Egypte gezonden. om het joodsche volk uit de verdrukking te verlossen, had vele straffen over de Eg> p tenaren gebracht, om hunnen koning te bewegen, de Joden te laten vertrekken. Op Gods bevel doodde nu een Engel al de eerstgeborenen der Egyptenaren. De Joden echter moesten een lam slachten, en met het bloed daarvan hunne deurstijlen bestrijken, dan zou de slaande Engel hunne eerstgeborenen sparen, hen voorbijgaan. Ter dankbare herinnering vierden de Joden jaarlijks het feest des Doorgangs : het «Pascha.» Na den dood van Christus voerden de Apostelen ditzelfde feest in de Kerk in, tot dankbare herinnering aan den dag, dat Jesus het ware 1'aaschlam. onze zonden door zijn Bloed weg nam, ons van den engel des eeuwigen doods bevrijdde, en in de vrijheid der kinderen Gods herstelde. Gelijk de plaats, waar in den tempel van Jerusalem de Ark des Verbonds rustte, «het Heilige der Heiligen» werd genoemd; en O. L. Vrouw « Maagd der Maagden »> wordt eheeten. zoo passen aan dezen dag de namen, reeds in de eerste tijden van het Christendom daaraan gegeven : Feest der feesten; Dag der dagen; Plechtigheid der plechtigheden. Want het is heden feest overal; en op aller gelaat staat feestvreugde te lezen. Feest in de kerk, die hare kostbaarste gewaden en sieraden ten toon spreidt, terwijl klok en orgel, ieder in zijne taal de zegepraal des Heeren verkondigen en zonder ophouden het alleluja herhalen; feest in de harten der brave menschen, die heden vroeg met Maria Magdalena en de heilige Vrouwen naar het graf, d. i. tot het Altaar, het Tabernakel spoedden, om den verrezen Heiland te ontvangen ; feest ook in de harten van hen, die eertijds in het graf der zonde liggend, nu door oprechte boetvaardigheid uit de zonden zijn opgestaan; feest in de natuur, die door de koesterende stralen der voorjaarszon herleeft, en als verjeugdigd, uit den winterdood te voorschijn treedt; — op Paaschdag voelt de grijsaard zich verjongd en deelt met zachte, innige blijdschap in de rroolijkheid van het kind. Want ook in de huisgezinnen is het feest, die onder de kinderen zich toont in vreugdevuren, paaschvuren, zinnebeeldige voorstelling van het Licht der wereld. Christus, die een vuur, het vuur zijner liefde op de wereld is komen brengen. Een ander gebruik, meer algemeen, ook onder volwassenen, is het paascheieren zoeken, en die elkander schenken. Voor de kinderen was het eene kleine vergoeding voor het aandeel, dat ook zij. door de zorg eener brave moeder, in de algemeene onthouding hadden moeten nemen. Maar ook meer gevorderden in jaren wijzen ze niet af, doch nemen ze aan, of geven ze als teekenen van ware broederlijke liefde en vriendschap. Zij zijn daarenboven een beeld van s Heeren Verrijzenis : de uitwendige harde schaal van het ei gelijkt den grafsteen, dien de Heer verbrak, en welken ook wij eens in den jongsten dag zullen verbreken, zooals het kuiken in het ei de schaal verbreekt, om daaruit te voorschijn te treden. Wel mogen allen en alles juichen en jubelen, daar Paschen het middelpunt is van alle kerkelijke feesten : te vergeefs toch zouden wij het goddelijk Wicht in de kribbe bezocht of met de Herders en Wijzen aanbeden hebben: tevergeefs Gods Zoon in den tempel lu bben gehoord, of met de Apostelen gevolgd zijn; — te vergeefs zouden wij zijne wonderwerken aanschouwd en in zijne smarten gedeeld hebben, zoo Hij niet, volgens zijne belofte, ten derden dage ware verrezen. Dan toch was, volgens Gods eigen getuigenis, door den mond van den H. Paulus, ons geloof ijdel. Want Paschen is bij uitstek de feestdag van Geloof, Hoop en Liefde. Van Geloof, dewijl de Verrijzenis des Heeren het onwedersprekelijk bewijs is van de waarheid des geloofs, en er, als het ware, het zegel met het merkteeken dor Godheid op- drukt. Christus is van de dooden opgestaan als hoofd van het groot lichaam der H. Kerk. Maar is het Hoofd verrezen, dan zullen de ledematen niet aan de verrotting blijven prijs gegeven. De Verrijzenis des Heeren is dus onze Hoop op opstanding. Wat dankbare Liefde moet ons dus op dit Hoogfeest bezielen èn jegens den Vader, die ons zijnen eenigen Zoon gegeven. Diens Zoenoffer aanvaard, en Hem heden heeft opgewekt van de dooden : — èn jegens den Zoon, die het groote Verlossingswerk voltooide, ons Geloof bevestigd, onze Hoop verlevendigd heeft; —èn jegens den H. Geest, die ons door zijne genade deelachtig heeft gemaakt aan de verdiensten van den smartvollen dood en der glorierijke Verrijzenis van den nooit volprezen Verlosser en Heer. (1) Heden, evenals op Pinksterdag, wordt vóór de Hoogmis geen water gewijd, maar het volk besproeid met dat, wat daags te voren gewijd is. « Vidi aquam, » zie bladz. 73. Het begin der Mis is de kreet van den verrezen Godmettsch die aait zijnen hemelschen Vader dankbare lutlde brengt. Resurréxi, et adhuclTK ben verrezen, en nog; teoum sum, alleluja :!1 bij u, alleluja : Gij hebt (1) Zie De •> feestvierende Katholieke Kerk,» bladz. 222. posuisti super me manum posuisti super me manum uwe hand op mij gelegd, tuam, alleluja : mirabilis (om mij te bewaren voor facta est sciéntia tua, alle- bederf) alleluja: uwe wijsluia, alleluja. Ps. Dómine, heid heeft zich op wonprobasti me, et cognovisti derdadige wijze doen me: tu cognovisti sessi- kennen, alleluja, alleluja, ónem meam et resurre- Ps. Heer, Gij hebt mij bectiónem meam. \\ Gloria proefd en gekend : Gij Patri. - Resurréxi. kent mijn zitten en op¬ staan (al mijn doen en laten), tt. Glorie zij den Vader. — Ik ben verrezen. Gebed O God, die heden door de overwinning van uwen eenigen Zoon over den dood, ons den ingang tot de eeuwigheid hebt geopend, begunstig onze beden, die Gij zelf door uwe voorkomende genade ons hebt ingestort. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de geloovigen van Corinthe De Joden moesten het Paaschlam eten met ongezuurde brooden, hetgeen beduidde, dat zij (tan de gebreken van hun vorig leven moesten verzaken, die hc'cekend werden door het zuurdeeg. Dezelfde vermaning aan den christen, bij het nutten van het Offerlam, Christus. Broeders : Zuivert u van den ouden zuur4*2 deesem, opdat gij een nieuw deeg wordet, gelijk gij ongezuurd moet zijn. Want ons Paaschlam, Christus, is geslacht. Laat ons dan feest houden : niet met oud zuurdeeg, noch met het zuurdeeg van boosheid en ondeugd, maar met ongezuurde brooden van rechtzinnigheid en waarheid. Graduale Haec dies, quam fecit Deze is de dag, dien de Dóminus: exsultémus et Heer gemaakt heeft : laiaetémur in ea. f. Confi- ten wij ons er op verheutémini Dómino, quóniam genen verblijden. ji'.Looft bonus : quóniam in ssecu- den Heer, want Hij is lum misericórdia ejus. goed: want zijne barmhartigheid duurt in eeuwigheid. Allelüja, alleluja. f. Pa- Alleluja, alleluja. V. Ons scha nostrum immolatus Paaschlam, Christus, is est Christus. geofferd. Sequentia Victimae paschali lau- Offert, christenen, aan des immolent christiani. het Paaschoffer uwe lofprijzingen. Agnus redémit oves; Het Lam heeft de schaChristus innocens Patri pen vrijgekocht : Chrisreconciliavit peccatóres. tus,de Onschuldige, heeft de zondaars met zijnen Vader verzoend. Mors et vita duéllo con- Dood en leven hebben flixére mirando : dux vitse een wonderen tweestrijd mórtuus, regnat vivus. gestreden: de Koning des levens, gestorven, heerscht levend. Die nobis, Maria, quid Zeg ons, Maria, wat vidistiinvia? hebt gij gez,en op weg (naar het graf)? Sepülcrum Christi vi- Ik zag het graf van den véntis; et glóriam vidi levenden Christus, en de resurgéntis. heerlijkheid van den Ver- rijzende. Angélicos testes, suda- Engelen tot getuigen, rium et vestes. den zweetdoek en de kleederen. Surréxit Christus, spes Christus mijne hoop » mea; praecédet vos in verrezen, Hij zal u voor r i;i«gm uitgaan naar Galilsea. Scinuis' Christum sur- Wij weten, dat Christus rexisse a mórtuis vere: waarachtig van de doo- ïu nobis Victor, Rex, mi- den » verrezen Gij, Ko- AUpluia nine, Overwinnaar, ontserere. Amen. Alleluja, n^g, y Amen A,. |leluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Marous In dien tijd hebben Maria Magdalena en Maria de moeder van Jacobus, en Salome, welriekende kruiden gekocht, om Jesuss te komen balsemen. En zeer vroeg.opden eersten dag der week kwamen zij b het "raf toen de zon reeds op was. En zij zei den tot elkander : Wie zal ons den steen van dén ingang des grafs afwentelen ? En opzien de. zagen zij dat de steen reeds afgewenteld was. Want deze was zeer groot. En als zij de grafstede binnengingen, zagen zij een jongeling ter rechterzijde zitten, gekleed in een lang wit gewaad, en zij ontstelden. Hij echter sprak tot haar: Verschrikt niet; gij zoekt Jesus van Nazareth, die gekruist is; Hij is verrezen, Hij is hier niet; ziet nog de plaats, waar men Hem neerlegde. Zegt echter aan zijne Leerlingen en aan Petrus, dat Hij naar Galiljea is vooruitgegaan; daar zult gij Hem zien, zooals Hij U gezegd heeft. — Ckedo. Bij de Offerande Terra trémuit, et quiévit, dum resüigeret in judicio Deus, alleluja. De aarde beefde, en zweeg stil, als God opstond ten oordeel, alleluja. Stil Gebed Neem aan, bidden wij U, o Heer, de gebeden van uw volk met de opgedragen offeranden; opdat hetgeen door de Paaschgeheimen is begonnen, door uw toedoen ons ook tot een eeuwig geneesmiddel strekke. Door onzen Heer Jesus-Christus. Praefatie van Paschen Op Paaschsaterdag segt men: bijzonder in de- zen nacht en in den Paaschtijd: bijzonder in dezen tijd. Inderdaad, het is waardig en rechtvaardig, billijk en heilzaam, dat wij U, Heer, wèl te allen tijde, maar bijzonder op dezen dag feestelijk jubel zingen, nu ons Paaschlam. Christus, geslacht is. Want Hij is het ware Lam. dat de zonden der wereld heeft weggenomen. Die door zijn sterven onzen dood vernietigd heeft, en door zijne Verrijzenis ons leven heeft vernieuwd. En daarom is het. dat wij met Engelen en Aartsengelen, Tronen en Heerschappijen, en met het geheele hemelsche Heir den lofzang uwer heerlijkheid zingen, en zonder ophouden zeggen: Heilig, enz. Bij de Communie Pascha nostrum immo- Ons Paaschlam, Chrislatus est Christus, alle- tus, is geslacht, alleluja: luja : itaque epulémur in Laat ons dan feest houazymis sinceritatis et ve- den met ongezuurde brooritatis, alleluja, alleluja, den van rechtzinnigheid alleluja. en waarheid, alleluja, al¬ leluja, alleluja. Na de Communie Stort, Heer, in ons den geest uwer liefde, om ons, die Gij met uwe Paaschsacramenten verzadigd hebt, in uwe goedertierenheid eendrachtig te maken. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gezangen in den Paaschtijci ANGELUS DOMIKI Angelus Dómini de- Een Engel des Heeren scéndit de coelo et dixit daalde van den hemel, en muliéribus : Quem quaeri- zeide tot de vrouwen: tis? Surréxit sicut dixit. Wien zoekt gij? Hij is verrezen, zooals Hij gezegd heeft. MARIA MAGDALENA Maria Magdaléna et al- Maria Magdalena en de tera Maria ibant dilüculo andere Maria gingen bij ad monuméntum. het aanbreken van den dag 's morgens naar het graf. Jesus, quem quaeritis, Jesus, dien gij zoekt, is non est hic; surréxit sicut niet hier : Hij is verrezen, locütus est, prsecédet vos gelijk Hij gezegd heeft, in Galilaeam; Hij zal u vooruitgaan naar Galilaea, ibi eum vidébitis, alle- daar zult gij Hem zien, lüja, alleluja. alleluja, alleluja. SURREXIT PASTOR Surréxit Pastor bonus, De goede Herder is qui animam suam pro óvi- verrezen, die zijn leven bus suis pósuit, et pro voor zijne schapen heeft grege suo inori dignatus gegeven, en zich gewaarest, alleluja, alleluja. digd heeft voor zijne kudde te sterven, alleluja, alleluja. Tweede Paaschdag In het begin der Mis wendt dc H. Kerk zich tot de nieuwgedoopten, die in den Paaschnachtmet melk cu honing gevoed zijn. Zij zijn waarachtig het uitverkoren volk Godsr dat in het ware beloofde land, de heilige Kerk, is binnengevoerd. Het begin der Mis TNTRODUXIT vos Dómi- T~\E Heer heeft u ge1 nus in terram fluén- LJ voerd in het land, tem lac et mei, alleluja ■ dat van melk en honing et ut lex Dómini semper overvloeit, alleluja : opsit in ore vestro, alle- dat de wet des Heeren lüja, alleluja. Ps. Confité- altijd in uwen mond zij, mini Domino, et invocate alleluja, alleluja. Ps. Looit Nomen ejus : annuntiate den Heer, en roept zijnen inter gentes ópera ejus. Naam aan : verbreidt zijV Gloria Patri. - Intro- ne werken onder de voluit. ken. y. Glorie zij den Vader. — De Heer. Gebed God, die op het Hoogfeest van Paschen aan de wereld de middelen van zaligheid geschonken hebt; wij bidden U, begunstig uw volk voortdurend met uwe hemelsche gave, opdat het verdiene, de volmaakte vrijheid der kinderen Gods te verkrijgen, en tot het eeuwig leven gerake. Door onzen Heer Jesus-Christus. Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen Rede van Petrus tot de eerstelingen der Heidenen, waarin hij wijst op de Verrijzenis van Christus, als de grondslag van het geloof, en de noodzakelijkheid predikt van een daadwerkelijk geloof tot vergeving der zonden. In die dagen stond Petrus te midden des volks en sprak : Mannen, broeders, gij weet hetgeen gebeurd is door geheel Judea. beginnende namelijk van Galilaea. na het doopsel, dat Joannes predikte : hoe God Jesus van Nazareth gezalfd heeft met den H. Geest en met sterkte : die het land al weldoende doorreisde en allen die door den duivel bezeten waren genas : want God was met Hem. En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft in het land der Joden en binnen Jerusalem; Dien zij (echter) gedood en aan het hout hebben gehangen. Hem nu heeft God ten derden dage opgewekt, en Hem doen verschijnen niet aan een geheel volk. maar aan getuigen, die door God bestemd waren, aan ons (namelijk) die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij van de dooden verrezen was. En Hij heeft ons gelast, aan het volk te prediken en het te betuigen, dat Hij het is. die door God als rechter over levenden en dooden gesteld is. Van Hem geven ook al de Profeten getuige- nis, dat allen, die in Hem gelooven door zijnen Naam vergeving aller zonden z verkrijgen. Graduale Haec dies, quam fecit Deze is de etag,j Dóminus : e^« et rr^ael, quóniam bo- genen verbaden. , Dat nus : quóniam in sseculum goed ** dat zijne misericordia ejus. barmhartigheid duurt tot in eeuwigheid. super eum. Sequentia « Victima pascliali, » bladz. 658. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd gingen twee van Jesus' LeerHn.ren denzelfden dag naar een vlek. da IS stadiën (2 1/2 uur) van Jerusalem lag, met name Emmaüs. Zij spraken samen over alles ^vat er gebeurd was. En het gebeurde, tprwiil zii spraken en elkander onderhielden, dat Jesus hen naderde en met hen medegmg, hunne oogen werden echter weerhouden, opdat zij Hem niet zouden erkennen. Hij nu zeide tot hen: Welke reden voert gij met elkander al wandelende, en waarom zijt gij bedrukt ? Een van hen, met name Cleophas gat Hem antwoord, en zeide : Zijt Gij alleen vreemdeling in Jerusalem, en weet Gij niet wat daar in de laatste dagen gebeurd is ? Hij zeide tot hen : Wat dan ? En zij zeiden : Met Jesus va.n Nazareth, die een Profeet was, machtig in werken en woorden voor God en al het volk; en hoe Hem de Opperpriesters en onze V orsten ten dood verwezen en 'Gekruisigd hebben. Wij echter hoopten, dat Hij Israël verlossen zou; en nu, na dit alles is het heden de derde dag al, dat dit geschied is. Uok hebben eenige vrouwen van de onzen ons schrik aangejaagd, die vóór zonsopgang bij het graf waren, en toen zij het Lichaam niet vonden zijn zij komen zeggen, dat zij eene verschijning van Engelen gezien hadden, die zeiden dat Hij leefde. En eenigen van ons zijn naar het graf gegaan, en hebben het zóó bevonden, als de vrouwen zeiden, doch Hem zeiven vonden zij niet. Hij echter sprak tot hen : O onverstandigen en tragen van harte, om te gelooven alles wat de Profeten voorzegd hebben! Moest ^ niet bjden, en zoo zijne heerlijkheid binnengaan ? En beginnende met Mozes en al de Profeten, legde Hij hun uit alles wat in de Schriftuur over Hem geschreven was, Zij n« aderde, ke. vlek Tde^ing^Maar zij noodigden Hem uit \crder ing dewijl het avond Sfen dè Is te» einde spoedt En H , wordt, en ae tui*, gebeurde, als ktV Toen Ringen hunne oogen open. en 3^eT„r„; i»;ir-a2\rSd."i SpSeUde^^den «ij op » keerden 'SS rne, ken S hun zeiden:De Heer is wa* j aalden |rSrdEtn\1.\Tekhe»e£ broods. — Credo. Bij de Offerande An8,l„, D6.ini tol EJJ' ^ scéndit de ccelo, et dixitldaa^ ^ sprak tot de muliéribusQuem qwe- ^. mj Dien gij ritis, surréxit, sicut dixi ,1 ^ ^ verrezen> ZOoals alleluja. 1 j-ljj gezegd heeft, alle- 'luia. Stil Gebed Mtór66laan' bidden Wij U' ° Heer' * Prajatie van Paschen, bladz. 660. Bij de Communie maakt de H Kerk lij zonder gewag van de Ver1/olJ- utS Ve7rC2r' Assers aan Petrus : der H Kerkar """ M Zichtbaar Hoofd Surréxit Dóminus n#» • apparuit Petro, allelüja. en aan" PeVuV^sX' nen, alleluja. Na de Communie ^,St°rt,^er' in ons den geest uwer liefde, enz., me olads. 661. Beloken Pasehen feloken'd.J. gesloten Paschen, omdat heden, e 1 achtsten dag, het Paaschfeest een einde neemt De*e Zondag is in de H. Kerk bekend onder den 7nZVa"J D°™inica in albis; dat wil zeggen ■ fü dtfpa1 (a/ge eg?c) witte kleederen, omdat *V, d e Paaszaterdag gedoopt waren, de witte kleederen, welke zt, als zinnebeeld der onschuld ont- hl"'«S",i *" °f "•*>,m - De morden van den H. Petrus zijn zeerfasI sendvoorde nieuwgedoopten, die als kleine kiwLren de melk des geloofs drinken. Deze worden gebruikt lij Het begin der Mis / \uasi modo géniti in-l \ ls P^wen kinde( ) fantes alleluja : ra- r\ ren, alleluja, weest tionabile sine dol° begeerig "aar de |eestelnc concupiscite, alleluja, lijke, onvervalschte melk -llelüta alleluja. Ps. Ex- (der heil.ge leenng) allesultate Deo, adjutóri no- luja, alleluja, alleluja^ P. stro jubfla e Deo Jacob. Verheugt u voor God, on- modo' den Vader. - Als pasge¬ boren kinderen. Gebed Geef ons, almachtige God, dat wij de Paaschfeesten, die wij gevierd hebben, door uwe genade in onze zeden en onzen levenswandel mogen uitdrukken. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Joannes Verdienste en waarde van het Geloof. Welbeminde : Al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en de «ge we ke de wereld overwint, is ons geloof. Wieishet, die de wereld overwint als hij, die gelooft, dat Jesus de Zoon Gods is ? Deze is het. die kwam door water en bloed, (1) Jesus-Christus; niet in water alleen, maar in water en bloed; en de Geest (2) is het die getuigt, dat Christus de waarheid is. Want drie zijn er, die getuigenis geven in den hemel : de Vader, het Woord en de H. Geest; en deze drie zijn een (in wezen). En drie zijn er die getuigenis geven op aarde : de Geest, en het water, en het bloed; (1) en deze drie zijn één. Als wij het getuigenis der menschen aannemen, het getuigenis van God is meer : dit nu is het getuigenis van God, dat meer is, dat Hij dit getuigenis van zijnen Zoon gegeven heeft. Die in den Zoon Gods gelooft, heeft het getuigenis van God in zich zeiven (door het Geloof). Alleluja, alleluja, t. In Alleluja, alleluja, fr. Op die resurrectiónis meae, den dag mijner Verrijzedicit Dóminus, praecédam nis, zegt de Heer, zal Ik u vos in Gahlaeam. Alleluja. vooruitgaan naar Galitea. % Post dies octo, januis Alleluja, f. Acht dagen elausis, stetit Jesus in daarna, met geslotene medio discipulórum suó- deuren, stond Jesus te "7™' ^ixit: Pax vobis. midden zijner Leerlingen, Alleluja. en sprak hun toe : Vrede zij u. Alleluja. (1) Door Kater, bij den Doop van Joannes; door bloed. als Hij stierf aan het kruis. (2) De H. Geest bij monde der Profeten; persoonlijk bij den Doop van Christus, en op Pinksterdag. Vervolg van het H. Evangelie volgens uoanne» Ons geloof moet niet steunen op hooren en zien, iihiciv kinderlijk, ootmoedig zijn» In dien tijd, des avonds van dien dag, den eersten der week, en als de deuren gesloten waren (van die plaats) waar de Leerlingen verzameld waren uit vrees voor de Joden, kwam Jesus en stond in hun midden, zeggende : Vrede zij u. En nadat Hij dit gezegd had, toonde Hij hun zijne handen en zijde. De Leerlingen dan waren verheugd den Heer te zien. Hij zeide hun dan nog eens : Vrede zij u. Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zóó zend Iku. Als Hij dit gezegd had, blies Hij over hen en sprak tot hen: Ontvangt den H. Geest: wier zonden gij zult verbeven hebben, aan hen worden zij vergeven; en wier zonden gij zult houden, die worden gehouden. Thomas echter, een der Twaalf, die Didymus genoemd wordt, was niet bij hen, als Jesus kwam. De andere Leerlingen zeiden dan tot Hem : Wij hebben den Heer gezien. Hij echter sprak tot hen: Indien ik in zijne handen de gaten der nagelen niet zie, en mijnen vinger steke in de opening der nagelen, en mijne hand legge in zijne zijde, zal ik het niet gelooven. En acht dagen daarna waren zijne Leerlingen andermaal binnen: en ook Thomas was bij hen. jesus kwam met gesloten deuren, en Hij stond m hun midden, en zeide : Vrede zij u Vervolgens sprak Hij tot Thomas : Brenuwen vinger hier. en zie mijne handen, en neem uwe hand en leg ze in mijne zijde • en wees met ongeloovig, maar geloovig Tho" mas gaf antwoord en zeide tot Hem : Mijn Heer en mijn God; Jesus zeide tot hem • J°m*S om.dat Pi Mi.i gezien hebt, hebt gij geloofd; zalig die niet zien. en toch gelooven. Jesus heeft nog vele andere wonderen indit bo°Igen fZ1Jn('r,Lecr!in-en ff^aan, die in dit boek niet geschreven zijn. Dit echter L°P^SA ' °pdat ffij' ffeloovet. dat Jesus is Christus, de Zoon Gods; en opdat gij door het geloof het leven zoudt hebben in zijnen Naam. — Credo. Bij de Offerande « Angelus Domini,» zie bladz. 667. Stil Gebed Neem, 0 Heer, de gaven uwer vreugdevolle Kerk aan; en dewijl Gij haar reden °ee{Z?° Sroote vreugde geschonken hebt, geex haar ook de vrucht der eeuwitre blijdschap. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie van Pascken, bladz. 660. Bij de Communie Mitte manum tuam et Leg uwe hand (in-) en cognósce loca clavórum, erken de gaten der nageallelüja; et noli esse in- len, alleluja, en wees niet crédulus, sed fidélis, al- ongeloovig inaar geloolelüja, alleluja. vig, alleluja, alleluja. Na de Communie Wij bidden U, Heer, onze God, dat deze hoogheilige Geheimen, die Gij ons tot onderstand onzer herstelling (na onze verlossing) gegeven hebt, ons mogen zijn een hulpmiddel voor het tegenwoordige en 111 de toekomst. Door onzen Heer Jesus-Christus. Vesper-Lofzang op de Zondagen na Paschen AD REGIAS AGNI DAPES i Ad régias Agni da- Bij de koninklijke bruines, loft des Lams, Stolis amicti candidis, Laten wij in witte k eederen gekleed, Post transitum maris Na den doortocht der Rnhri Roodezee, Chr'isto canamus Prin- Christus den Vorst lofcipi. zi"ëen- a. Divina cujus chari- Wiens goddelijke lief- ^Sacrum propinat San- Hem zijn heilig Bloed guinem, ldoet schenken, ^ 43 Almique membra cór- En met eigen hand P°Aris draagt Hij Amor Sacérdos immo- Als Priester zijn Lichaam op. 3. Sparsum cruórem Van het huis met bloed póstibus gemerkt \ astator horret Ange- Deinst de verwoesten. . . de Engel af. ugitque divisum ma- De zee scheidt zich in re;, twee, Mergüntur hostes flü- En de vijanden vers" drinken in de golven. 4-Jam Pascha nostrum Ons Paschen nu is Christus est; Christus, Paschalis idem Victi- En tevens ons Paaschoffer Et pura puris ménti- Voor reinen het on?e®. deesemd brood b.ncentatis azyma. Van rechtzinnigheid. 5. O vera coeli Victima, O waarachtig Zoenoffer des hemels, Subjécta cui sunt tar- Aan wien de hel onderworpenis, a mortis vincula, Die de kluisters des doods ontbindt Kecepta vitae praemia. En ons 't hemelsch loon heeft herwonnen. 6. Victor subactis infe- Na het verwinnen der ris ' hel Throphsea Christus éx- Ontplooit Christus, Op cat' verwinnaar, de zegevaan, Coelóque apérto, sübdi- En den hemel ontsloten hebbend, Reeem tenebrarum tra- Sleept Hij Satan voort l)it in zijne boeien. Ut sis perénne mén- Opdat Gij, Jesus, voor •, onze zielen Paschale, Jesu, gaudi- Immer moogt blijven onze paaschvreugde, T\ morte dira crimi- Verlos ons, verlosten Titoe renatos libera. Van den wreeden dood der zonde. 8. Deo Patri sit glória, DenV^erzij eer, Et Filio, qui a mórtuis En den Zoon, die \ er rees van de dooden, Surréxit, ac Paraclito, Alsmede aan den heiligen Geest, In sempitérna ssecula. In de eeuwen der eeuAmen. wen- Feest der H. Juliana, Maagd 5 APRIL De godsvrucht tot het H. Sacrament des Altaars vond in deze Heilige, te Retinne lij Luik geboren, tent vurige beoefenaarster en bevorderaarster. Z,j -ras het, op wier aansporen de feestdag van het H. Sacrament of Sacramentsdag werd ingesteld, eerst in het bisdom Luik in 1246, later in de geheele wereld door Paus Urbaans IV omtrent 1264, en eindelijk door Paus Clemens V in 1-H2. Het begin der Mis « Dilcxisti justitiam, » zie bladz. 205; met alleluja in den Paascht/jd. Gebed God, grootheid der nederigen, die de zalige Maagd Juliana op wondere wijze ontvlamd hebt om den eeredienst van het Allerheiligste Sacrament te bevorderen ; geef, smeeken wij, dat wij op aarde zóó hare voetstappen van nederigheid volgen, dat wij verdienen met haar in den hemel verheven te worden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Corinthiërs Broeders : Dat hij die roemt, enz., zie hladz. 2o5. Na Septuagesima. Graduale « Specie tua, » zie bladz. 438. Tractus « Audiflia,» zie bladz. 439. In den Paasclitijd. Alleluja, alleluja. f. Ad- Alleluja, alleluja. f. Na ducéntur Regi Virgines haar zullen de Maagden post eara : próximae ejus tot den Koning gevoerd afleréntur tibi in lae- worden : hare gezellinnen titia. Alleluja, f. Specie in gejuich tot u geleid tua et pulchritüdine tua worden. Alleluja, fr. Ga inténde, próspere procé- uit met uwe bevalligheid de, et regna. Alleluja. en schoonheid, schrijd voorspoedig voort en heersch. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Matthëus In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 184. Bij de Offerande « F Ma regum. » zie bladz. 439; wet alleluja in den Paaschtijd. Stil Gebed Zij U, o Heer, enz., zie bladz. 207. Bij de Communie « Oninque prudent es, » zie bladz. 323; met alleluja in den Paaschtijd. Na de Communie Gij hebt, Heer, uw gezin, enz., zie bladz. 208. DERDE ZONDAG NA PASCHEN Feest der Bescherming van den H. Jozef Door dit feest wil de H. Kerk ons opmerkzaam maken op de bescherming, welke de H. Jozef verleende aan het Kind Jesus en de allerheiligste Maagd niet alleen, maar evenzeer aan de H. A erk en ieder en christen. Wat de H. Aartsvader deed in het Huisje van Nazareth, dat doet Hij nog in het groot huisgezin der H. Kerk. De hinderen der H. Kerk zijn de broeders van het goddelijk Kind en daardoor ook Jozefs pleegkinderen. Gelijk op de vlucht naar Egypte, zoo neemt Jozef ook nu Moeder en Kind, de H. Kerk en de geloovigen onder zijne hoede en brengt ze in veiligheid. De H. Kerk wil dan ook, dat de H. Jozef genoemd worde als « Beschermer der Katholieke Kerk. » Gelijk de Egyptische koning het volk, dat om brood vroeg, naar Joseph verwees, zoo ook wijst deH. Kerk ons naar den H. Jozef, wiens voorajbeelding de Egyptische Joseph was. Het begin der Mis Adjutor et protéctor noster est Dóminus: in eo laetabitur cor nostrum, et in nóminesancto ejus speravimus, alleluja, alleluja. Ps. Qui regis Israël, inténde: Qui dedücis, velut overa, Joseph. fr. Glória Patri. — Adjutor. Onze helper en beschermer isdeHeer: in Hem verheugt zich ons hart, en wij hopen op zijnen Naam, alleluja, alleluja. Ps. Gij, die Israël bestiert,aanhoor ons; Gij, die Jozef geleidt als een schaap, f. Glorie zij den Vader. — Onze helper. Gebed God. die in uwe onuitsprekelijke Voorzienigheid den H. Jozef gewaardigd hebt te kiezen tot Bruidegom uwer allerheiligste Moeder; geef, bidden wij U, dat wij hem, dien wij als onzen Beschermer eeren op aarde, tot Voorspreker mogen hebben in den hemel. Die leeft en heerscht. Gedachtenis van den derden Zondag na Paschen. God, die het licht der waarheid doet schijnen aan hen, die dwalen, opdat zij zouden terugkeeren op den weg der rechtvaardigheid, geef aan al degenen, die den christen naam belijden, dat zij alles verwerpen, wat met dezen naam strijdig is. en betrachten, hetgeen die naam vereischt. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit het Boek der Schepping De voorzegging van den Aartsvader Jacob omtrent zijnen zoon Joseph, past de H. Kerk toe op Jozef, den Voedstervader van Christus. Een aanwassende (bijgekomen) zoon is Joseph. een aanwassende zoon. schoon van uiterlijk : (zoodat) de dochteren liepen op de muren (om zijne schoonheid te zien), zij (zijne broeders) hebben hem hardvochtig behandeld, tegen hem twist gezocht, en hem gehaat, zij die schichten hebben (de ruwe, wraakzuchtige broeders van Joseph); zijn boog (zijne macht) is verbleven in sterkte (machtig gebleven) en de boeien zijner armen en handen (in de gevangenis) zijn ver- broken door de handen van den sterke van Jacob (door God): daaruit is gekomen de herder en steen van Israël, (de voeder en hoeder van Jacob en zijne zonen ten tijde van hongersnood). De God uws vaders zal uw helper zijn, en de Almachtige li zegenen met zegeningen des hemels van boven (dauw en regen): met zegeningen van den afgrond beneden; (uit den aardbodem) met zegeningen van vruchtbaarheid. De zegeningen uws vaders overtreffen de zegeningen zijner (Jacobi vaderen : totdat de verlangde der eeuwige heuvelen (de Messias) kome. Dat zij (deze zegeningen) vloeien op het hoofd van Joseph, en op de kruin van den Nazareër (uitverkorenen) onder zijne broeders. Alleluja, alleluja, y. Del Alleluja, alleluja, v. In quacümque tribulatióne welken nood men tot mij clamaverint ad me, ex- zal roepen, ik zal hen audiam eos, et ero pro- verhooren. en altijd hun lector eórum semper. Al- beschermer zijn. Alleluja, leluja. >-. Fac nos innó- J-. Jozef, doe ons een óncuam, Joseph, decürrere schuldig leven leiden, en vitam, sitque tuo semper dat het onder uwe betuta patrocinio. (i) Alle-scherming altijd veilig zij. Ja' Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd, als het geheele volk zich liet '1 Hieraan is verbonden 300 dagen afl.-iat, ^éns daass te verdienen. doopen, gebeurde het. dat. toen Jesus gedoopt was. en Hij bad, de hemel zich opende, en de H. Geest in lichamelijke gedaante, als eene duif, op Hem neerdaalde, terwijl eene «tem van den hemel klonk : Gij zijt mijn welbeminde Zoon; in U heb Ik mijn behagen. En Jesus zelfwas, als Hij begon (te prediken) omtrent 3o jaren oud, en naar men meende, de Zoon van Jozef. — Credo. Bij de Offerande Lauda, Jerüsalem, Dó- Loof, Jerusalem (de minum, quóniam confor-Kerk), den Heer, want Hij tavit seras portarum tua- heeft de grendelen uwer rum : benedixit filiis tuis poorten versterkt (tegen in te, alleluja, alleluja. de vijanden): en uwe kinderen binnen u gezegend (met allen overvloed), alleluja, alleluja. Stil Gebed Steunende op de bescherming van den Bruidegom uwer allerheiligste Moeder, smeeken wij uwe goedertierenheid af, o Heer; opdat Gij gevet, dat onze harten al het aardserie versmaden, en U. den waren God. met volmaakte liefde beminnen. Die leeft en heerscht. ... . Gedachtenis van den derden Zondag. O Heer. dat ons door deze Geheimen ge- gev en worde, dat wij de aardsche begeerten beteugelen, en de hemelsche dingen leeren liefhebben. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prafatie van Paschen, bladz. 660. Bij de Communie Jacob autem génuitjoseph, virum Mariae, de qua natus est Jesus, qui vocatur Christus, alleluja, alleluja. Jacob bracht Jozef voort, den man van Maria, van wie Jesus geboren is, die Christus genoemd wordt, alleluja, alleluja. Na de Communie Door de Bron der goddelijke gave verkwikt. bidden wij U, o Heer. onze God. dat, gelijk Gij ons doet verheugen in de bescherming van den H. Jozef, zoo ook Gij ons deelachtig maakt aan de heerlijkheid des hemels door zijne verdiensten en voorbede. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gedachtenis van den derden Zondag. Laat, o Heer, de Sacramenten, die wij genuttigd hebben, als eene geestelijke spijze ons voeden, en als lichamelijk hulpmiddel ons hoeden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Laatste Evangelie van den derden Zondag na Paschen. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes Het lijden van dezen tijd is slechts kort en noodzakelijk om de eeuwige vreugde binnen te gaan. In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Nog een weinig tijds, en gij zult Mij niet meer zien; en nog eens een weinig tijds, en gij zult Mij zien : want ik ga tot den \ ader. Zijne Leerlingen zeiden dan tot elkander: Wat beteekent, hetgeen Hij ons zegt: Nog een weinig tijds, en gij zult Mij niet meer zien: en nog eens een weinig tijds, en gij zult Mij zien, en : want ik ga tot den \ ader? Zij zeiden dan: Wat beteekent hetgeen Hij zegt: Een weinig tijds ? wij verstaan niet, wat Hij spreekt. Jesus nu, wetende, dat zij Hem wilden ondervragen, zeide tot hen : Gij onderzoekt onder elkander over hetgeen Ik gezegd heb : Een weinig tijds, en gij zultMij niet meer zien; en nog eens een weinig tijds. en gij zult Mij zien. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u : Gij zult weeklagen en weenen, maar de wereld zal zich verheugen; gij nu zult bedroefd zijn. maar uwe droefheid zal m vreugde veranderen. Als eene vrouw baart, heeft zij droefheid, omdat haar uur gekomen is; maar als zij een kind gebaard heeft. denkt zij niet meer aan de smart, om de vreugde dat een mensch ter wereld geboren is. Alzoo hebt gij nu ook wel droefheid; maar Ik zal u wederzien, en uw hart zal zich verblijden; en niemand zal u uwe vreugde ontnemen. Feest van den heiligen Mareus Apostel en Evangelist 25 APRIL Volgens vele oude schrijvers zou de H. Mcircus na de I errijzenis des Heeren beheerd zijn door de Apostelen. De HH. Kerkvaders Ireneiis en Hieroiiymus alsook Origines noemen hem « den leerling en vertaler van Petrits »; meenen, dat deze het is, dien Petrus zijn zoon noemt. Op verzoek der geloovigen van Rome schreef de H. Marais omtrent het jaar 4g zijn Evangelie, dat veel overeenkomst heeft met dat van Mattheüs. De H. Petrus gaf hieraan zijne goedkeuring, ten eindt het in de vergaderingen der Christenen mocht gelezen Korden. Deze Apostel en Evangelist predikte voornamelijk in Egypte, maar hij een der voornaamste kerken, die van Alexandrië stichtte. In deze stad ook onderging hij den marteldood in liet jaar 6S na Christus. (In de H.Kcrk bestaat het gebruik, op dezen dag de Litanie van Alle Heiligen in het openbaar te bulden en te vasten (1) om aan Gods rechtvaardigheid voor de zonden voldoening te geven. Dit gebruik dagteehent van den tijd, dat Gregorius de Groote den Stoel van Petrus bezette. De H. Kerk geeft aan hare kinderen het voorbeeld van volharding in het gebed, door de Litanie d. i. smeekingen, welke zij ten hemel opzendt. Onophoudelijk blijft zij roepen:" ontferm U onzer», «verlos ons, Heer»; «wij bidden U, verhoor ons » en wendt zij zich tot alle koren der Zaligen, opdat zij hunne machtige tusschenkomst zouden aanwenden : bid, bidt voor ons. Het begin der Mis Voor het ware en eenig kwaad is de Martelaar door God beschermd. Daarom kan hij in zijn gruwelijksten marteldood nog juichen : Orotexisti me, Deus, ij beschermdet mij, o 1 a convéntu malignan- God, tegen het rot tium, alleluja: a multitti- van booswichten, alleludine operantium iniqui- ja; tegen de menigte van tatem, alleluja, alleluja, hen, die ongerechtigheid Ps. Exaudi, Deus, oratio- plegen, alleluja, alleluja, nem meam cum déprecor: Ps. Verhoor, o God, mijne a timóre inimici éripe bede, als ik smeek: ontanimarn meam. Gloria'ruk mijne ziel aan de (1) Waarin echter jaarlijks gedispenseerd wordt. 1 atri. — Protexisti me. verschrikking van den vijand, jf. Glorie zij den Vader. — Gij beschermdet mij. Gebed God. die den heiligen Marcus, uwen Evangelist, door de gave der prediking van het Evangelie hebt doen schitteren; geef, smeeken wij dat wij voortgang maken in hetgeen hij geleerd heeft, en dat «-ij door zijn gebed verdedigd worden. Door onzen HeerjesusChristus. Lezing uit den Profeet Ezechiël Onder de hier volgende zinnebeelden Korden de Evangelisten voorgesteld: van een mensch : Mattheiis ; van een leeuw : Lucas; — van een os : Marctts; — van een arend : Joannes. De Profeet zag vier Cherubijnen, waarvan de beschrijving 'hier volgt. De gelijkenis der gedaante van vier dieren. Zij hadden het aangezicht van een mensch en het aanschijn van een leeuw, alle vier aan de rechterzijde; zij hadden alle vier het aangezicht van een os aan de linkerzijde, en aan hunne bovenzijde hadden zij aile vier hot gezicht van een arend. Hunne gezichten en hunne vleugelen waren naar boven uitgestrekt: twee van elks vleugelen raakten elkander, en twee bedekten hunne lichamen; en ieder hunner ging recht voor zijn aangezicht uit: werwaarts de aandrift huns geestes was, derwaarts gingen zij, en zij keerden niet om hij het gaan. En de gelijkenis der levende wezens : hunne verschijning was als van brandende kolen vuurs en als eene verschijning van fakkels. Dit was (het vuur) dat men heen en weer zag flikkeren in het midden der levende wezens, een lichtglans van vuur en uit het vuur schoot bliksemlicht. En de wezens gingen en keerden terug naar de wijze van den flikkerenden bliksem. Alleluja, alleluja. % Con-| Alleluja, alleluja, i". De fitebüntur cceli mirabilia hemelen zullen getuigen tua, Dómine : étenim ve- van uwe wonderdaden, o ritatem tuam in Ecclésia Heer : maar ook uwe sanctórum. Alleluja.f. Po- waarheid in de Vergadesuisti, Dómine, super ca- ring der heiligen. Alleluput ejus corónam de lapi- ja. v. Gij hebt, Heer, eene de pretióso. Alleluja. kroon van kostelijk gesteente op zijn hoofdgeplaatst. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Voorschriften, welke de Zaligmaker aan de Leerlingen te onderhouden geeft bij de prediking van zijne Leer. In dien tijd koos de Heer nog andere twee en zeventig (Leerlingen) en zond hen twee aan twee voor zijn aangezicht, naar alle steden en plaatsen, waar Hij zelf zou komen. En hij sprak tot hen : De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige. Daarom bidt den heer des oogstes, dat hij werklieden in zijnen oogst zende. Gaat; ziet. Ik zend u als lammeren onder wolven. Draagt noch buidel, noch knapzak, noch schoenen en groet niemand op den weg (1). In welk huis gij ook binnentreedt, zegt eerst : Vrede zij aan dit huis : en indien daar een zoon des vredes is, zal uw vrede op hem rusten: maar indien niet, zal hij tot u wederkeeren. En blijft in hetzelfde huis, etende en drinkende van hetgeen zij hebben; want de arbeider is zijn loon waard. Gaat niet van het eene huis in het andere. En in welke stad gij ook ingaat en zij u ontvangen, eet hetgeen u voorgezet wordt: en geneest de zieken die daar zijn en zegt tot hen : Het Rijk Gods is nabij u gekomen. — Credo. Bij de Offerande Confitebüntur cceli mi-| De hemelen zullen gerabilia tua, Dómine : et | tuigen van uwe wondervéritatem tuam in Ecclé- j daden, o Heer: en uwe sia sanctórum, alleluja, waarheid in de Vergadeallelüja. ; ring der heiligen, alleluja, ! alleluja. 1' Laat u door niemand en niets in uwe prediking weerhouden. Stil Gebed Op het feest van den H. Marcus uwen Evangelist U offers brengende, bidden wij, Heer, dat gelijk zijne prediking van het Evangelie hem verheerlijkt heeft, zoo ook zijne voorspraak ons aan U behaaglijk make om ons woord en ons werk. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prajatie van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie Lsetabitur justus in Dó-I De rechtvaardige zal mino, et sperabit in eo : zich in den Heer verb ijet laudabüntur omnes;den en op Hem hopen . recti corde, alleluja, al-en alle rechtvaardigen i„,,-lia | van hart zullen geprezen ; worden, alleluja, alleluja. Na de Communie Schenk ons. smeeken wij, Heer, door uwe heilige (Geheimen) uwe voortdurende bescherming, waardoor wij op de beden \ an uwen H. Evangelist Marcus tegen alle tegenspoed veilig zijn. Door onzen Heer J.-C. Nota. — Als het feest van den H. Marcus buiten den Paaschtijd gevierd wordt, is de Mis als volgt: Het begin der Mis Mihi autem nimis ho-j yEER hoog toch, o God, norati sunt amici tui,l zijn bij mij uwe vr,en' 44 Deus : nimis confortatus den in eere : bovenmate est pnncipatus eórum. machtig is hunne heerwis. Domme, probasti me, schappij. Ps. Heer Gij et cognovisti me : tu hebt mij beproefd en gecognovisti sessiónem me- kend. (Kent mij door en am, et resurrectiónem door). Gij kent mijn zitten meam. fr. Glóna Patri. - en opstaan, (al mijn doen autem. en laten). jt\ Glorie zij den Vader. — Zeer hoog. Gebed en Epistel gelijk hierboven. Graduale In omnem terram exivit Over geheel de aarde sonus eórum, et in fines breidt zich uit hun schalorbis terrae verba eórum. len, en tot der wereld Cceli enarrant glóriam grenzen hunne woorden. Dei, et ópera manuum De hemelen verhalen ejus annüntiat firmamén- Gods heerlijkheid : en het tum' uitspansel verkondigt de ...... „ , werken zijner handen. Alleluja, alleluja. «\ Ego Alleluja, alleluja. V. Ik vos elégi de mundo, ut heb u uit de wereld geeatis, et fructum afferatis, kozen, opdat gij gaat en et fructus vester maneat. vrucht draagt : en uwe Alleluja. I vrucht blijve. Alleluja. Evangelie gelijk hierboven. Bij de Offerande Mihi autem nimis hono- Zeer hoog toch, o God, rati sunt amici tui, De- zijn bij mij uwe vrienden us : nimis confortatus est in eere: bovenmate machpnncipatus eorum. tig is hunne heerschappij. Stil Gebed en Preefatie gelijk hierboven. Bij de Communie Vos qui secüti estis me, Gij, die Mij gevolgd zijt, sedébitis super sedes, ju- zult op zetels zitten, om dicantes duódecim tribus de twaalf stammen lsralsrael. els te oordeelen. Na de Communie gelijk hierboven. Feest van den H. Petrus Canisius, Belijder 37 APRIL In den ouderdom van 77 jaren overleed in i5g7 te Freiburg in Zwitserland de heilige Nymeegsche Jesuïet, wiens feestdag heden de heilige Kerk 1Behalve door een heilig leven, waardoor Petrus aan zijn woord kracht bijzette, heeft hij uitgemunt in den strijd tegen de dwalingen van Luther en Calvijn. Geheele gewesten in Oostenrijk, Duitschlaitd en Nederland hebben het behoud des geloojs aan den H. Petrus te danken. Onvermoeid predikte en leerde hij het volk den godsdienst hennen door woord en schrift. Daartoe bewerkte hij zijn « Catechismus » omdat onwetendheid in den Catechismus de oorzaak is van dwaling en afval. DeH. Petrus Canisius dient vooral vereerd en aangeroepen ie worden, om den godsdienst wel te kennen, dien te beminnen, en er naar te leven. Het begin der Mis Justus ut palma floré- T~\e rechtvaardige zal bit: sicut cedrus Li- LJ bloeien als een palmbani multiplicabitur : boom : als een cederboom plantatus in domo Dó-zal hij groeien (in deugden mini : in atriis domus en goede werken): geDei nostri, alleluja, alle- plant in het huis des Heelüja. Ps. Bonum est con- ren, in de voorhoven van fitéri Domino : et psal- het huis van onzen God, lere Nómini tuo, Altissi- alleluja, alleluja. Pa. Het is me. Gloria Patri. — goed den Heer te loven en Justus. uwen Naam, o Allerhoog¬ ste, lof te zingen, v. Glorie zij den Vader. — De rechtvaardige. Gebed God. die ter verdediging van het katholiek geloof den H. Petrus uwen Belijder, met deugd en wetenschap versterkt hebt; geef genadiglijk, dat de harten der dwalenden door zijne voorbeelden en vermaningen tot de zaligheid terii^keeren en de gevoelens der geloovigen volharden in de belijdenis der waarheid. Door onzen Héér JesusChristus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Corinthiërs De H. Paidus beschrijft de gewaande hoogheid der Corinthiërs (wereldlingen); en stelt daar tegen- over zijne vernederingen, lijden, werken; en vermaant tot navolging van zijn leven. Broeders : Wij zijn een schouwspel geworden voor de wereld, voor Engelen en menschen beiden. Wij zijn dwazen (1) om Christus' wil. maar gij verstandigen in Christus; wij zwakken, maar gij sterken; gij in aanzien, maar wij zonder eer. Tot op dit uur lijden wij èn honger èn dorst èn naaktheid, en worden met vuisten geslagen, en zijn zwervende, en wij zwoegen, werkende met eigen handen; wij worden gescholden en zegenen; worden vervolgd en verdragen, wij worden gelasterd en bidden; als uitvaagsel van deze wereld zijn wij geworden, tot nu toe een voetveeg van allen. Niet om u te beschamen schrijf ik dit, maar als geliefde kinderen vermaan ik u; in Christus Jesus onzen Heer. Alleluja, alleluja. Beatus vir, qui timet Dóminum : in mandatis ejus cupit nimis. Alleluja. >-. Justus germinabit sicut lilium : et florébit in aetérnum ante Dóminura. Alleluja. Alleluja, alleluja. Zalig de man, die den Heer vreest : en behagen schept in Diens geboden te onderhouden. Alleluja. V. De rechtvaardige zal opschieten als de lelie * en in eeuwigheid bloeien voor den Heer. Alleluja. (1) In hunne oogen. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In deze woorden van Jesus ligt het denkbeeld van de aanstaande uitbreiding der H. Kerk, het Godsrijk op aarde, waaraan Canisins zijn geheele leven besteedde. In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Vreest niet, gij kleine kudde, want het heeft uwen Vader behaagd u het rijk te geven. Verkoopt wat gij bezit en geeft aalmoezen. Maakt u zakken, die niet verslijten, een onvergankelijken schat in den hemel, welken de dief niet genaakt noch de mot bederft. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Bij de Offerande In virtüte tua, Dómine, laetabitur justus, et super salutare tuum exsultabit veheménter : desidérium animae ejus tribuisti ei, alleluja. Heer, om uwe macht verblijdt zich de rechtvaardige , en uitbundig juicht hij om uw heil: de begeerte zijns harten hebt Gij hem ingewilligd, alleluja. Stil Gebed Heilig, barmhartige God, deze gaven, en geef dat, gelijk uw Eengeborene voor ons een Slachtoffer heeft willen worden, wij zoo ook naar het voorbeeld van uwen H. Belijder Petrus, ons steeds een offer van lof aan U mogen betoonen. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Prtefatie van Paschen, bladz. 660. Bij de Communie Amen dico vobis, quod Voorwaar, Ik zegu, dat vos, qui reliquistis óm- gij, die alles verlaten hebt nia, et secüti estis me, en Mij zijt gevolgd, honcéntuplum accipiétis, et derdvoudig zult ontvanvitam aetérnam possidé- gen en het eeuwig leven bitis, alleluja. ^bezitten, alleluja. Na de Communie Moge, Heer, het Offer, dat wij ter eere van den H. Belijder Petrus opgedragen hebben in ons geloof, hoop en liefde vermeerderen, en dat het uwe Kerk immer met nieuw kroost verblijde. Door onzen Heer JesusChristus. Feest der HH. Philippus en Jaeobus, Apostelen * - I MEI Philippus was een der eerste Leerlingen van Jesus. Herhaaldelijk wordt van dezen Apostel gewag gemaakt in het Evangelie. Als er Heidenen waren, die Jesus wilden zien, wendden zij zich tot Philippus. Bij de vermenigvuldiging der brooden richtte de Zaligmaker tot hem het woord: Vanwaar zullen wij brooden hebben, opdat deze te eten hebben ? Na den H. Geest ontvangen te hebben, begaf hij zich naar Phrygiè, waar hij om de prediking van het Evangelie, aan het kruis geklonken en verder met steenen werd afgemaakt. De Apostel Jacobns was een bloedverwant des Heeren. Hij had den bijnaam van « de Rechtvaardige» en was Nazareër d. i. onthield zich van vleesch, wijn; maakte nimmer gebruik van baden, reukwerken; schoor zich nimmer noch haar nocli baard. Deze mochten ingaan in het Heilig der Heiligen, anders aan de Hoogepriesters alleen I voorbehouden. Na de nederdaling van den H. Geest werd hij Bisschop van Jerusalem. Tot hem zond Petrus het bericht, dat hij door een Engel uit de gevangenis verlost zuas. Zoo heilig was zijn leven, dat men om strijd zijn kleed trachtte aan te raken. Zes en negentig jaren oud, werd hij gevangen genomen, van de hoogste tinne des tempels neergeworpen en met een vollersstok doodgeslagen. Eén zijnetBrieven maakt deel uit van de Boeken des Nieuwen Testaments. IJver voor Jesus en voor het heil der zielen kenmerkt bijzonder den H. Philippus, terwijl Jacobns (de Mindere) zich onderscheidt door zijne liefde tot het gebed en de boetvaardigheid. Bidden wij door de HH. Apostelen, wier feest heden de H. Kerk viert, deze genaden af, dan zullen wij Jesus door onze werken prediken. Het begin der Mis f* lamaverünt ad te, ' | "en tijde hunner verDómine, in témpore l drukking liebben zij n'ïïictiónis suae, et tu de tot U, Heer, geroepen . ccelo exaudisti eos, alle- en Gij hebt van uit den luia, alleluja. Ps. Exsul- hemel hen_ verhoord, alletrte justi, in Domino : luia, alleluja. Ps. Verblijdt rectos decet collaudatio. u, rechtvaardigen, in den v. Gloria Patri. - Clama- Heer: den vromen voegt vérunt. lofgezang. V. Glorie zij Iden Vader. - Ten tijde. Gebed God, die ons verblijdt met de jaarlijksche feestviering uwer Apostelen Pliilippus en Jacobus; geef, bidden wij, dat de voorbeelden van hen ons ter onderrichting dienen over wier verdiensten wij ons verheugen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Tot hunne gr00tere straf zien de goddeloozen lij hunnen dood de zaligheid der braven. Vandaar dat zij hun eigen leven veraf schuiven. Dan zullen de rechtvaardigen met grooten moed staan tegenover hen, die hen verdrukt en ihet loon hunner) werken ontnomen hebben. Deze, hen ziende, zullen met ontzettende vrees bevangen worden en zij zullen versteld staan over de zaligheid, waarvan zij geen gedacht of verwachting hadden; zij zullen berouw gevoelen en in benauwdheid huns gemoeds al zuchtende zeggen : Deze zijn het, die wij eenmaal tot voorwerp van onzen spot en hoon maakten. Wij. uitzinnigen, dachten dat hun leven dwaasheid was en hun einde eerloos. Ziet, hoe zij onder de kinderen Gods gerekend worden en hoe hun lot onder de Heiligen is. _ Alleluja, alleluja.?-. Con- Alleluja, alleluja, i. De ntebüntur coeli mirabilia Hemelen zullen getuigen tua, Dómine : étenim ve- van uwe wonderdaden, o ritatem tuam in Ecclé- Heer : maar ook uwe sia sanctórum. Alleluja, waarheid in de Vergadei'. Tanto témpore vobis- ring der heiligen. Allelucum sum, et non cogno- ja. f. Zoolang reeds ben vistis me? Philippe, qui Ik bij u, en gij kent Mij videt me, videt et Patrem niet? Philippus, die Mij meum. Alleluja. ziet, ziet ook mijn Vader- Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes Jcsus bereidt woningen voor zijne getrouwen. Christus is de weg, de waarheid en het leven. Wie Hem ziet, in Hem gelooft, gelooft ook in den Vader, "want Zij zijn van één wezen. Te dien tijde zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Uw hart ontstelle niet. Gij gelooft in God; gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen. Indien niet, zou Ik het u gezegd hebben. Want Ik ga u plaats bereiden. En wanneer Ik zal gegaan zijn en ii plaats zal bereid hebben, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijt waar Ik ben. En gij weet waarheen Ik ga en gij kent den weg. Thomas sprak tot Hem. Heer, wij weten niet waarheen Gij gaat, en hoe kunnen wij den weg kennen ? Jesus zeide hem: Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot den \ ader dan door Mij. Indien gij Mij gekend hadt, zoudt gij ook wel mijn Vader gekend hebben, en van nu af zult gij Hem kennen en hebt gij Hem gezien. Philippus zeide tot Hem : Heer, toon ons den Vader en het is ons genoeg! Jesus zeide hem : Ik ben al zoo langen tijd bij U, en hebt gij Mij niet gekend ? Die mij ziet, Philippus, ziet ook mijn V ader! Hoe zegt gij : Toon ons den Vader? Gelooft gij niet dat Ik in den Vader ben, en dat de Vader in Mij is? (1) De woorden, welke Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mij zeiven. En de Vader, die in Mij blijft, Hij doet de \v erken. Gelooft gij niet," dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is? Anders gelooft het om de werken zelve. Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u : Die in Mij gelooft, ook hij zal de werken doen die Ik doe, en Hij zal grootere dan deze doen, want Ik ga tot den Vader. En (1) Eén in wezen of natuur. al wat gij den Vader zult vragen in mijnen aam, dat zal Ik doen. — Credo. Bij de Offerande « Confifebuntur, » zie bladz. 688. Stil Gebed De gaven. Heer, die wij om het plechtig feest uwer Apostelen Philippus en Jacobus brengen, neem ze genadig aan, en wend alle kwaad dat wij verdienen af. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie Tanto témpore vobis-I Zoo langen tijd ben Ik vü?i,ST;?etpiT COgn°: bii,u' en gijhebt Mij niet vist.s me? Phihppe, qui gekend? Die Mij ziet,Phi- tr™ mS' V'neit- et lippuS' ziet ook mijn Vatremmeum, alleluja : Non' der, alleluja : Gelooft eij cred1S, quia ego in Patre, dat Ik in den Vader ben f nr, 'n me est? alle_ en de Vader in Mij is-? luja, alleluja. alleluja, alleluja. Na de Communie Van uwe heiligmakende Geheimen vervuld, smeeken wij U, Heer, dat wij door de gebeden van hen geholpen worden, wier plechtigen feestdag wij vieren. Door onzen Heer Jesus-Christus. Feest der Vinding van het H. Kruis 3 mei De H. Helena, moeder van keizer Constantijn den Groote ontgroef of den Calvarieberg het Kruishout, waaraan de Verlosser gehangen had. Men vond aldaar drie Kruisen. God toonde door een wonder, welk dat zijns Zoons was, want bij de aanraking eener zieke vrouw van het derde gevondene, genas zij plotselings. Helena stichtte op den Calvarieberg eeue prachtige kerk, schonk het grootste gedeelte van het H. Kruis aan haren zoon, die het in de kerk van het H. Kruis ter bewaring en vereering gaf, waar het nog heden berust. De H. Kerk viert deze blijde gebeurtenis op plechtige wijze, opdat wij immer dankbaar tot het H. Kruis zouden opzien, waaraan « de schuldbrief onzer zonden eenmaal was vastgemaakt, » waardoor wij van den eeuwigen dood gered zijn. Het begin der Mis Nos autem gloriari opórtet in Cruce Dómini nostri Jesu Christi, in quo est salus, vita et resurréetio nostra, per quem salvati et liberati sumus, (T. P. alleluja, alleluja.) Ps. Deus miserea-] lur nostri, et benedicat Wij moeten roemen op het Kruis van onzen Heer Jesus-Christus, in Wien ons heil, leven en opstanding zijn, door Wien wij gered en verlost zijn, (P. T. alleluja, alleluja.) Ps. God ontferme zich onzer en zegene ons; nobis ; ïllüminet vultum Hij beschijne ons met den suura super nos, et mi- glans van zijn aangezicht sereatur nostri. Glória en zij ons genadig, y. GloPatri. - Nos autem. rie zij den Vader. - Wij moeten. Gebed God' dle biJ de roemrijke Vinding van uw heilrijk Kruis de wonderen van uw Lijden vernieuwd hebt; geef, dat wij door den prijs van dit levendmakend hout de genade des eeuwigen levens verwerven. Gij, die leeft en heerscht. Gedachtenis derHH.Martelaren Alexander,Eventius, Theodulus en van den Bisschop-Belijder Juvenalis. Geef, smeeken wij, almachtige God, dat wij, die het geboortefeest (1) uwer Heiligen Alexander, Eventius, Theodulus en Juvenalis vieren, door hunne voorbeden van alle dreigende kwalen bevrijd worden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aran de Philippensers Vermaning om toch nederig te zijn, op en naar het voorbeeld van Jesus. Broeders : Gij moet in u, enz., zie bladz. 536. fl) Voor den hemel. Alleluja, alleluja. V- Dicite in géntibus quia Dóminus regnavit a ligno. Alleluja, v. Dtilce lignum, dulces clavos, dülcia ferens póndera : quae sola fuisti digna sustinére Regem coelórum, et Dóminum. Alleluja. Alleluja, alleluja. Verkondigt onder de volken, dat de Heer van het hout heerscht. Alleluja. V. Liefelijk hout, liefelijke nagelen, zoo zoeten last dragend, die alleen waardig geweest zijt den Koning en Heer der hemelen te dragen. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes Noodzakelijkheid der wedergeboorte (doop) en des Geloofs in Christus. Te dien tijde was er een man uit de Pharizeën met name Nicodemus, een overste (1) der Joden. Deze kwam bij nacht totjesus en zeide tot Hem : Meester, wij weten, dat gij een Leeraar zijt, van God gekomen : want niemand kan deze wonderen doen, welke Gij doet, indien niet God met hem is. Jesus antwoordde en sprak tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het rijk Gods niet zien. Nicodemus sprak tot Hem : Hoe kan een mensch, als hij oud is, geboren worden ? Kan hij andermaal den schoot zijner moeder ingaan en herboren worden? Jesus antwoordde : Voorwaar, voorwaar. 1 Lid van den Hoogen Raad en godgeleerde. zeg Ik 11, indien iemand niet herboren worde uit het water en den H. Geest, kan hij het rijk der hemelen niet binnen gaan. Hetgeen uit vleesch geboren is, is vleesch, en hetgeen uit den geest geboren is, is geest.Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb : Gij moet wederom geboren worden. De wind blaast waar hij wil; en gij hoort zijn geluid, maar weet niet, van waar hij komt of waar hij heen gaat: zoo is ieder, die uit den H. Geest geboren is. (li Nicodemus antwoordde en sprak tot Hem: Hoe kan dit geschieden. Jesus antwoordde en zeide tot hem : Gij zijt een leeraar in Israël, en weet dit niet? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u : Wat wij weten spreken wij. en wat wij gezien hebben getuigen wij ; en gij neemt onze getuigenis niet aan. Indien Ik u aardsche (dingen) gezegd heb. en gij het niet gelooft; hoe zult gij gelooven, als Ik u hemelsche zeg. En niemand is ten hemel opgestegen, dan Hij, die uit den hemel is neergedaald, de Zoon des menschen. die in den hemel is. En gelijk Mozes in de woestijn de slang heeft opgeheven, zoo moet de Zoon des menschen opgeheven worden, opdat elk die in Hem gelooft niet verloren ga, maar het eeuwig leven hebbe. — Credo. (1) Evenmin als gij den weg van den wind kent, kent gij de werking van de genade des H. Geestes. Bij de Offerande Déxtera Dómini fecit De rechterhand des virtütem, déxtera Dómi- Heeren heeft iets grootsch ni exaltavit me : non mó- gedaan, de rechterhand riar, sed vivam, et narra- des Heeren heeft Mij verbo ópera Dómini, alleluja, heven : Ik zal niet sterven, maar leven, en de daden des Heeren verhalen, alleluja. Stil Gebed Zie, o Heer, goedertieren neer op het Offer, dat wij U opdragen, opdat het ons van allen boozen strijd redde, en door den standaard van het H. Kruis uws Zoons onder uwe veilige hoede stelle, ten einde de listige lagen der vijandelijke macht te vernietigen. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Gedachtenis der HH. Martelaren Alexander, enz. Wij bidden U, Heer, dat overvloedige zegening neerdale over deze Offers; opdat zij in ons heiliging uitwerken en ons doen verheugen over de feestelijke vereering der Heiligen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie van het H. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Per signum Crucis de I Door het teeken des 40 30 immicis nostris libera nos, Deus noster, alleluja- Kruis verlos ons, onze God, van onze vijanden, alleluja. Na de Communie Gespijsd door het hemelsch Voedsel en gelaafd door den geestelijken Beker, smeeken wij, almachtige God, dat Gij tegen den boozen vijand verdedigt hen, die Gij hebt geboden de overwinning te behalen door het hout van het H. Kruis uws Zoons als het wapen der gerechtigheid voor het heil der wereld. Door denzelfden onzen Heer JesusChristus. Gedachtenis der IIH. Martelaren Alexander, enz. Verkwikt door de deelneming aan het H. Offer, smeeken wij, almachtige God, dat wij door de voorbeden uwer Heiligen Alexander, Eventius, Theodulus en Juvenalis, de uitwerking mogen gevoelen van (het Offer) waarvan wij de bediening ten einde gebracht hebben. Door onzen Heer JesusChristus. Feest van den H. Joannes in de Olie 6 MEI Het is het martelaarschap van den H. Joanit is, Apostel en Evangelist, dat de H. Kerk heden herdenkt. Want al is de H. Joannes niet als martelaar gestorven; hij ook toch heeft ballingschap, vervolging en pijnigingen voor Jesns' Naam verduurd. Zoo verhaalt Tertulliaan, dat de Heilige naar Rome vervoerd, daar voor de Latijnsche poort (i) in een ketel kokende olie werd geworpen. Het deerde den Apostel van liefde echter niet, integendeel : hij kwant en zag er beter uit dan te voren. Vragen wij aan God de liefde van den H. Joannes, die voor geen martelaarschap van onze driften, neigingen, plichtsbetrachting terugschrikt. Het begin der Mis « Protexisti, » zie bladz. 685. Gebed God, die ziet. hoe van alle zijden, kwalen ons beroeren; geef, bidden wij, dat de roemvolle voorspraak van den H. Joannes, uwen Apostel en Evangelist, ons bescherme. Door onzen Heer Jesus-Christus. (1) Daarom wordt dit feest ook wel genoemd : Joannes voor de Latijnsche poort. Lezing uit het Boek der Wijsheid Dan zullen de rechtvaardigen, enz., zie bladz. 697. Alleluja, alleluja. £. Justus ut palma florébit : sicut cedrus Libani multiplicabitur. Alleluja, y. Justus germinabit sicut lilium, et florébit in aetérnum ante Dóminum. Alleluja. Alleluja, alleluja, J\ De rechtvaardige zal bloeien als een palmboom : als een cederboom van den Libanon zal hij groeien (in deugden en goede werken). Alleluja. y. De rechtvaardige zal opschieten als de lelie en in eeuwigheid bloeien voor den Heer. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Joannes, een der zonen van Zebedeüs, heeft den kelk van lijden gedronken. In dien tijd: Kwam de moeder der zonen van Zebedeüs met hare zonen bij Jesus, Hem aanbiddende en iets van Hem verzoekende. Hij sprak tot haar : Wat wilt gij ? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijne twee zonen in uw rijk mogen zitten : de eene aan uwe rechter- de andere aan uwe linkerhand. Jesus antwoordende sprak: Gij weet niet wat gij vraagt. Kunt gij den kelk drinken, dien Ik drinken zal ? Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen het. Hij sprak tot hen : Mijnen kelk zult gij wel drinken : doch te zitten aan mijne rechter- of linkerhand komt Mij niet toe u te geven, doch aan degenen voor wie het van mijnen Vader bereid is. —credo. Bij de Offerande « Confitebuntur, » zie bladz. 688. Stil Gebed O Heer, nu Gij onze Offers, em., zie bladz. 274. Prafatie van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie « Lcetabitur, » zie bladz. 689. Na de Communie Door hemelsch Brood versterkt, Heer, smeeken wij, ten eeuwigen leven gevoed te worden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Feest der Verschijning van den heiligen Aartsengel Michaël 8 MEI Dat de Aartsengel Michaël meermalen op aarde verschenen is, blijkt uit de H. Schrift en de overlevering. Eene dier verschijningen viert de H. Kerk heden, n. 1. die, welke onder Paus Gelasius (492496) plaats had in Apttlië, te Siponto. Op verlangen des Aartsengels bouwde de Bisschop dier stad tet plaatse der verschijning eene kerk, aan den heiligen Michaël en de Engelen gewijd, welke eene beroemdt bedevaartplaats geworden is. In de H. Schrift wordt deze Aartsengel aangt duid als de verdediger der H. Kerk, bijzonder tegen den Antichrist. Verdubbelen we heden en vernieuwen we onzen ijver en eerbied in het bidden van het Gebed na de Mis, dat de H. Vader Leo XIII heeft voorgeschreven, en dat bij zonder tot den Aartsengel Michaël gericht is, opdat « hij onze verdediger zot « zijn in den strijd, onze beschermer tegen de boos« lieid en lagen des duivels. » Het begin der Mis Benedicite Dóminum, T ooft den Heer, gij a omnes Angeli ejus, -L/ zijne Engelen, gij poténtes virtüte, qui fa- machtigen in kracht, die citis verbum ejus, ad au- zijn woord volbrengt om diéndam vocem sermó- gehoor te geven aan de num ejus, alleluja, alleluja, stem zijner uitspraken, alPs. Bénedic, anima mea, leluja, alleluja. Ps. Loof, Dómino : et ómnia, quae mijne ziel, den Heer; en intra me sunt, Nómini al wat in mij is zijn heili' sancto ejus. p. Glória Pa- gen Naam. f. Glorie zi tri. — Benedicite. den Vader. — Looft. Gebed God, die in wondere orde de bedieningen der Engelen en menschen bedeeld hebt; geef genadig, dat ons leven op aarde beschermd worde door hen, die U altijd in den hemel dienen. Door onzen Heer Jesus-Chris- tus. Lezing uit het Boek der Openbaring van den H. Apostel Joannes In die dagen heeft God de dingen, die dadelijk geschieden moeten, bekend gemaakt, zendende zijn Engel aan zijn dienaar Joannes, die het Woord Gods betuigd en getuigenis gegeven heeft van Jesus-Christus, al wat hij gezien heeft. Zalig, die leest en hoort de woorden dezer profetie, en behoudt hetgeen daarin geschreven staat: want de tijd is nabij. Joannes aan de zeven kerken, welke in Azië zijn. Genade zij ulieden en vrede van Hem, die is en was, en zal komen : alsook van de zeven geesten, die voor het aanschijn van den troon staan : alsnog van Jesus-Christus, die getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene der dooden, en Vorst van de koningen der aarde, die ons bemind en ons van onze zonden in zijn Bloed gewasschen heeft. Alleluja, alleluja, f. Sancte Michael Archangele, defénde nos in prselio, ut non pereamus in treméndo judicio. Alleluja. Alleluja, alleluja, t. Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in strijd, opdat wij niet vergaan in Ihet schrikwekkend oor- Concüssum est mare, et contrémuit terra, ubi Archangelus Michael descéndit de coelo. Alleluja. deel. Alleluja, De zee werd beroerd, de aarde beefde, als de Aartsengel Michaël van den hemel daalde. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgers Matthëus In dien tijd kwamen de Leerlingen bij Jesus en zeiden: Wie denkt Gij, dat de voornaamste zal zijn in het rijk der hemelen ? (i) Jesus riep nu een kind, plaatste dat in hun midden, en zeide : Voorwaar, zeg Ik u, als gij niet verandert, en wordt als kinderen (klein, zonder hoovaardij), zult gij het hemelrijk niet ingaan. Die dan nederig wordt, gelijk dit kind, deze is de voornaamste in het hemelrijk. En die dergelijken kleine in mijnen Naam opneemt, neemt Mij op. Die echter een dezer kleinen, die in Mij gelooven, verergert, het ware beter, dat hem een molensteen aan den hals gebonden en hij in het diepst der zee geworpen werd. Wee deiwereld om de ergernissen! Want noodzakelijk (onvermijdelijk) moeten er ergernissen komen. Maar wee hem door wien ergernis komt! Indien echter uw hand of voet u aanstoot geeft, hak ze af en werp ze van u weg, want het is voor u beter verminkt het (eeu- (1) De Leerlingen spraken van een aardseh rijk, hetwelk ze meenden dat de Messias kwam stichten. wig) leven in te gaan. dan twee handen of twee voeten hebbende, tot het eeuwig vuur verwezen te worden (1). En als uw oog u aanstoot geeft, ruk het uit, en werp het van u : beter is het voor u met één oog het (eeuwig) leven in te gaan, dan met twee oogen in den vuurpoel geworpen te worden. (1) Ziet toe, dat gij niet een dezer kinderen versmaadt : want Ik zeg u, dat hunne Engelen in den hemel altijd het aangezicht aanschouwen van mijn Vader, die in den hemel is. — Credo. Bij de Offerande Stetit Angelus juxta Een Engel stond naast aram templi, habens thu- het altaar des tempels, ribulum aureum in manu houdende in zijne hand sua, et data sunt ei in- een gouden wierookvat: cénsa multa : et ascéndit en vele wierookkorrels fumus arómatum in con- werden hem gegeven; en spéctu Dei, alleluja. de rook der reukwerken steeg op voor Gods aanschijn, alleluja. Stil Gebed Wij dragen U op, Heer, Offers van lof, smeekend biddende, dat Gij die op de voor ons tusschen beiden komende voorbeden der (1) Al ware iemand of iets nog zoo nuttig en noodzakelijk als een hand, voet of oog; als het aanleiding geeft tot zonde, moeter noodzakelijk mede gebroken worden. Svg.fdT«'tr11'""aan k ""»»■« Prefatie van Paschen, bladz. 660. Bij de Communie alleluja. ' u f* ^em hoog in eeuwig- J heid, alleluja. Na de Communie a£S* Sa«, ff % ™ «™> smeekend, dat wij hewJl ' He,er' Soeengbarnv 0ntIa°&en' ook met den geert mogen bereiken. Door onzen Heer J.-C MAANDAG' WKSDAG EN WOENSDAG VÓÓR CHRI^T hemelvaart De Kruisdagen SS, H°r.rde.drie d»e«"»««« £ 2"?lv25,ra» Christus «„„M,,. omdat Tn rfp J W°rden aldus genoemd, vaandel? oï SZTSSZ ÏS Sleen van het HK *?*""' ]>ij20nder de relikwie van het H. Krui? worden omgedragen. Deze bededagen zijn in 469 door den H. Mamertus te Vienne in Frankrijk ingesteld, om van God het ophouden der rampen te verkrijgen, waarmede deze stad en hare omstreken geteisterd werden. In 975 eerst werden de Kruisdagen door Paus Leo 111 algemeen ingevoerd; evenals de bededag en boetprocessie, welke op het feest van den H. Marcus, den z5 April gehouden wordt. Men is verplicht op deze dagen (St. Marcus- en de Kruisdagen) zich den gcheelcn dag van vleesch te onthouden, en te vasten tot den middag. Het zijn dus bede- en boetedagen, waarvan het doel is, Gods Rechtvaardigheid ■voldoening te geven voor de zonden, zijne Barmhartigheid af te smeeken, en zijnen Ze^en over de vruchten der aarde; en dat wel door de voorbede aller Heiligen, wier Litanie in de processie op die dagen gezongen wordt. Zie de Litanie van alle Heiligen, bladz.637 en de daarbij behoorende gebeden, bladz. 719. Het begin der Mis Om ons vertrouwen op te wekken, stelt de heilige Kerk ons voor oogen het voorbeeld van Davtd, die te midden zijner wederwaardigheden zijne toevlucht nam tot God en verhoord werd. T-XAUDIVIT de templol-l 7an uit zijnen heiligen E sancto suo voceml V tempel (den hemel) p^a^^bsr^jfs f- Gloria Patri. — ExatiHi n~ u l . r ls miJvjt txaudi- ne bescherming, mijn toevlucht en Verlosser. Glorie zij den Vader.- j Van uit. Gebed GoddSwiTdl biddeU Wij U' almachtige Y°~/ dat WU; dle ln onzen nood op uwe aOP dertierenheid vertrouwen, door uwe bescher mmg tegen alle kwaad beveiligd worden Door onzen Heer Jesus-Christus Lezing uit den Brief van den H. Apostel Jacobua dienstehjker werk dan te bidden voor de leZr Z wordet; want het aanhoudend gebed van en rechtvaardige vermag veel. Elias wa menschen) loven, iaceret a persequentibus omdat Hij (mij) den armé «..mam meam, alleluja, ter zijde stond, om m^e ziel van hare vervolgers te ontslaan, alleluja. Stil Gebed O Heer, laat deze Offeranden, enz., zie lladz. 497. Prefatie van Paschen, bladz. 660. Bij de Communie Pétite, et accipiétis : quaerite et inveniétis: pulsate, et aperiétur vobis: omnis enim qui petit, accipit: et qui quaerit, invenit: et pulsanti aperiétur, alleluja. Vraagt, en gij zult verkrijgen : zoekt, en gij zult vinden : klopt, en u zal opengedaan worden; want al die vraagt, verkrijgt: en die zoekt, vindt: en hem, die klopt zal opengedaan worden, alleluja. Na de Communie Ontvang, o Heer, onze beden met vaderlijke goedheid, opdat wij, in onzen nood uwe gaven ontvangende, door de vertroosting ook in liefde tot U toenemen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Op de Kruisdagen en S4 Marcusdag 25 APRIL Na de Mis wordt de Litanie van alle Heiligen geheel gezongen, zie blz. 637 en daarachter volgt: Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Christe, eléison. Christus, ontferm U on¬ zer. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Pater noster. Qnze Vader (stil te bid. , . den). y. iLt ne nos indücas in ir Pr» 1*»;^ b.LJ;g'"d °™ |„ *• l,ber» j «. Mur verlos o», den kwade. Psalm 69 Deus.in adjutórium me- O God knm m» . um inténde; • Dómine, ad hulp; Heer haastU Z adjuvandum me festina. te helpen ' J reóntur •Ón,rr " rCVe- °at ^ beschaamd en animam'meam schielijk be- mihi: Euge euge dlcunt s^haamd ter"gdeinZen,die euge. tot mij zeggen : Ha, juist Exsultent et tet^tur "SI S^BüL^ in te omnes, qui quaerunt zich in U verheugen en Gtori. Patri, etc. Glorie zij den Vader, enz. jf. Salvos fac servos tu- ï. Maak uwe dienaars os. 8. Deus meus, speran- zalig. 8. Mijn God, die op tes in te. U hopen. y. Esto nobis, Dómine, fr. Wees ons, Heer, een turris fortitüdinis. 8. A sterke toren. 8. Tegen facie inimici. den vijand. f. Nihil proficiat inimi- V. Laat de vijand niets cus in nobis. 8- Et filius op ons vermogen. 8. En iniquitatis non appónat geen zoon der boosheid nocére nobis. wage het, ons te schaden. t. Dómine, non secün- Heer, behandel ons dum peccata nostra faci- niet volgens onze zonden, as nobis. 8- Neque secün- 8. En vergeld ons niet dum iniquitates nostras volgens onze ongerechretribuas nobis. tigheden. v'. Orémus pro Pontifice ï. Laten wij bidden nostro N. 8. Dóminus voor onzen Opperherder consérvet eum, et vivi- N. 8. De Heer beware ficeteum,et beatum faciat hem, behoude hem in het eum in terra, et non tra- leven, make hem gelukkig dat eum in animam ini- op aarde, en levere hem micórum ejus. niet over aan den moed¬ wil zijner vijanden. ■x, Orémus pro bene- f. Bidden wij voor onfactóribus nostris. 8- Re- ze weldoeners. 8. Gelief, tribüere dignare, Dómine, Heer, allen die ons om omnibus nobis bona faci- uwen Naam (uwentwille) cntibus, propter Nomen weldoen, met het eeuwig tuum, vitam aetérnam. leven te vergelden. AAmen. men. >. Orémus pro fidélibus f - Bidden we voor de defünctis. 8. Réquiem se- overledene geloovigen. térnam dona eis, Dómine, 8- Heer, geef hun de eeuet lux perpétua lüceat eis. wige rust en het eeuwig licht verschijne hun. 46 S AmeTiéSCantinpaCe- * M°gen zi-> in vred* "■, rn; .. .. . rusten. «. Amen. ^Profratnbus nostns f. Voor onze broeders absentibus. 8 Salvos fac die afwezig zijn. fi Mijn' servos tuos, Deus meus, God, maak uwe dienaren sperantes m te. zalig, die hunne hoop op . ... U vestigen. auxilium''de *'*' Heer' zend hun hulp auxilium de sancto. s. Et uit uw heiligdom (den he de Sion tuere eos. meI). 8. En bescherm hen s- net creabtintur, et renovabis faciem terrse : sitl I Zend uwen Geest, en [zij zullen geschapen worden, en Gij zult het aan- glória Dómini in saecula, schijn der aarde vernieuallelüja. wen : blijve de heerlijk¬ heid des Heeren in eeuwigheid, alleluja. Stil Gebed Heilig, bidden wij U, o Heer, de opgedragen Offers; en reinig onze harten door de verlichting van den H. Geest. Door onzen Heer... in de eenheid van denzelfden heiligen Geest. Prcefaüe van Pinksteren, bladz. 748. Bij de Communie Ultimo festivitatis die Op den laatsten dag dieébat Jesus : Qui in me van het feest zeide Jesus: credit, flümina de ventre Die in Mij gelooft, uit ejus fluent aquse vivse : diens binnenste zullen hoe autem dixit de Spiri- stroomen van levend watu, quem acceptüri erant ter vloeien : dit nu sprak credéntes in eum, alleluja, Hij van den Geest, welullelüja. ken zij zouden ontvangen, die in Hem gelooven, alleluja, alleluja. Na de Communie De instorting van den H. Geest, Heer, zuivere onze harten en make ze vruchtbaar door de inwendige besproeiing van zijn dauw. Door onzen Heer... in de eenheid van denzelfden H. Geest. Pinksteren « Pentecostes » beteekent vijftigste; Pinksteren is namelijk het feest, dat op den vijftigsten dag na de Verrijzenis gevierd wordt, de herinneringsdag aan de nederdaling van den H. Geest over de Apostelen in de gedaante van vurige tongen. Op den vijftigsten dag na den tocht door de Roode Zee, werd aan de Joden de Wet afgekondigd op den berg Sinaï; den vijftigsten dag na onze verlossing uit de slavernij des duivels, werd door den H. Geest zeiven de wet van liefde en genade afgekondigd in de opperzaal te Jerusalem, waar de Apostelen uit vrees voor de Joden zich verborgen hadden. Pinksteren is het feest der stichting van Gods Kerk ; de afkondiging van het Nieuw Verbond, dat tot aan het einde der eeuwen duren zal. De H. Geest is van nu af de ziel der H. Kerk, die haar levend maakt, leidt, bestiert en als de Geest der waarheid haar bewaart voor dwaling. Maar de H. Geest is ook uitgestort in de ziel van iederen mensch in het Doopsel, bijzonder echter in het Vormsel, waarin Hij zijne gaven en vruchten meedeelt. De gaven nu van den H. Geest zijn zeven in getal: i° Wijsheid: die van den hemel gedaald, hot menschelijk verstand verlicht, om de bovennatuurlijke waarheden te kennen. 20 Verstand : dat aan de ziel de bekwaamheid geeft, door te dringen in de bovennatuurlijke zaken, voor zoover deze de waarheden betreft, noodzakelijk of dienstig om ons ein-' de. de eeuwige zaligheid, te bereiken. 3° Raad: om ons verstand te richten tot de keuze der juiste middelen. 4° Sterkte: om alle offers te brengen, alle moeielijkheden te aanvaarden, die de eer van God of het heil der ziel vordert. 5° Godsvrucht is eene ingestorte bovennatuurlijke geneigdheid der ziel, die haar gaarne het oor doet leenen aan de ingevingen van den H. Geest en haar vervult met den grootsten eerbied voor God. 6° Wetenschap : die den weg doet kennen, welken wij moeten volgen; en de gevaren doet vermijden, om'in den hemel te komen. 7° Vreeze des Heeren is de kinderlijke vrees van den goeden God te mishagen, veel meer dan de vrees, door Hem gestraft te worden, als wij hebben gezondigd. Hieruit, als uit even zoovele bronnen, volgen de vruchten van den H. Geest: i° de Liefde tot God en den naaste; — 20 de inwendige Vreugde, welke zij voortbrengt; — 3° de Vrede, waarin de ziel zich met God en den naaste verheugt; — 40 het Gedxild, dat haar alle tegenspoeden doet verdragen; —5° Lankmoedigheid, die de fouten en gebreken van den evenmensch doet verdragen en verontschuldigen; — 6° Welwillendheid, om aan allen wel te doen; — 70 Goedheid, om dat ook uit te voeren; — 8® Zachtzinnigheid, door geene tegenkantingen of onrechtvaardige bejegingen bewogen; —g°Oprechtheid,die gruwt van alle leugen of dubbelhartigheid; — io° Zedigheid in het uitwendige; —110 Kuischheid, die de begeerlijkheid aan banden legt; —120 Matigheid in het genieten der overigens ook geoorloofde en onschuldige vermaken. Heden en in de Pinksterdagen is het zeker allernuttigst, de vernieuwing der Gaven en Vruchten van den H. Geest af te bidden. Het begin der Mis Spiritus Dómini replé- T~\e Geest des Heeren vit orbem terrarum, IJ heeft het geheele alleluja: et hoe quod cón- aardrijk vervuld, alleluja: tinet ómnia, sciéntiam (Hij is 't) die alles in habet vocis, alleluja, alle- stand houdt, Hij bezit (en lüja, alleluja. Ps. Exsür- schenkt) de gave der tagat Deus, et dissipéntur len. (Hij weet wat er geinimici ejus : et fügiant, zegd wordt, of al wat gequi odérunt eum, a facie zegd kan worden.) Alleluejus. t. Glória Patri. — ja, alleluja, alleluja. Ps. Dat Spiritus Dómini. God opsta, en zijne vijan¬ den verstrooid worden: dat zij die Hem haten, vluchten voor zijn aanschijn. t. Glorie zij den Vader. — De Geest des Heeren. Gebed God, die heden de harten der geloovigen door de verlichting van den H. Geest hebt onderwezen; geef dat wij door denzelfden Geest smaak hebben voor het goede, en ons altijd'in zijne vertroosting verheugen. Door onzen Heer Jesus-Christus... in de eenheid, van denzelfden H. Geest. Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen: Als de dagen van Pinksteren voorbij waren, bevonden zich alle Leerlingen te gelijk in dezelfde plaats. Toen ontstond eensklaps een sterk gedruisch, als van een aankomenden hevigen wind, en vervulde het geheele huis, waar zij zaten. En hun verschenen verdeelde tongen als van vuur, die boven ieder van hen zich neerzetten, en allen zijn vervuld van den H. Geest, en zij begonnen in verschillende talen te spreken, naar dat de H. Geest hun gaf te spreken. Er waren nu te Jerusalem Joden woonachtig, godsdienstige mannen uit alle volken, die onder den hemel zijn. Toen dit gerucht (van deze gebeurtenis.) verspreid was, kwam eene menigte te zamen en stond verslagen, dat eenieder hen in zijne eigen taal hoorde spreken. Allen dan waren verbaasd en verwonderd, en zeiden : Zijn deze allen, die daar spreken, niet Galileërs? En hoe hooren dan wij ieder zijne eigen taal. waarin hij geboren is ? Parthers en Meders, en Elamie- ters, en bewoners van Mesopothamië, Judea, Cappadocie. Pontus en Azië, Phrygië en Famphylie, Egypte en het land van Lybië bij Cyrene, en vreemdelingen van Some, zoo Joden en bekeerlingen der Joden, Cre- tensers en Arabieren : wij allen hebben hen o,s Yonderdaden in onze talen hooren verkondigen. m;»lleQja\alleIÜja- % E"l Alleluja,alleluja.*. Zend mitte Spintum tuum, et uwen Geest, en zij zullen creabuntur, et renovabis geschapen worden, en Gij faciem ten* Alleluja, zult het aanschijn der aar' Vf" de vernieuwen. Alleluja, w,.Sancte Spiritus, reple (Hier knielt men.) y. Kom tuórum corda fidélium : H. Geest, vervul de har-' Iccénde°nSlnelS ,S"em tCn uwer geloovigen; en aCCénde" ontsteek in hen het vuur uwer liefde. Sequentia (1) i. Veni, Sancte Spiri. Kom, Heiige Geest, en ... rao°g een vonk van 't god- Et emitte coehtus lijk licht, Lues tuae radium. Dat glansrijk U omgeeft, ons in den boezem stralen; (-) Hieraan is verleend : 10 voor hen, die het dagelijks met een rouwmoedig 2. Veni, Pater paupe- Kom,armen-troost,kom, rum, dat uw schittrend aange- Veni, dator münerum, zicht Veni, lumen córdium. In ons gemoed genade en klaarheid neêr doe dalen; 3. Consolator óptime, Kom, beste raadsman, Dulcis hospes animse, heul en toeverlaat voor 't Dulce refrigérium. hart, Die als ge in 't binnenst' heerscht er vrede en vreugd doet wonen, 4. In labóre réquies, Die laafnis schenkt in In aestu tempéries, druk, verademing in smart, In fletu solatium. Kom, wil U ook met ons geschrei meêwarig toonen, 5. O lux beatissima, Ons bijstaan in de hitte Reple cordis intima van den dag, uw gloed Tuórum fidélium. Aan onze zielen, die U trouw zijn, mild bedeelen, hart en godvruchtig bidden een volle aflaat, ééns in de maand, op een dog naar verkiezing, mits zij biechten, communiceeren, enz. 2o Een aflaat van 300 dagen aan allen, die op Pinksterdag en onder liet octaaf ten minste met rouwmoedig hart godvruchtig bidden dezen lofzang, en bovendien ter intentie van Z. H. den Paus. 3° Een aflaat van 100 dagen op alle overige dagen des iaars, te verdienen telkens als men godvruchtig en met rouwmoedig hart dezen lofzang uitspreekt, en bidt tot intentie van Z. H. den Paus. 6. Sine tuo nümine, Want zonder U bestaat ihil est in hómme, er voor den mensch noch iNinii est innoxium. goed, Noch deugd, noch onschuld. 7. Lava quod est sórdi- Ach, wil onze wonden dum- heelen, Riga quod est aridum, Ons reinigen van smet Sana quod est saucium. het dorre van den geest 8. Flecte quod est rigi- In ons bedauwen, 't , stugge en koele op doen rove quod est frigi-houden, du™' Dat steeds de bron van Sana quod est dévium. alle zonden is geweest. 9. Da tuis fidélibus, Geef, Heiige Geest, aan In te confidéntibus die zich uwer toeverSacrum septenarium. trouwden, De Zevengaaf, 10. Da virtütis méri- En zij het eindloos loon ï?' . ^er deugd, Da salütis éxitum, Dat hun is toegelegd, Da perénne gaudium. die op uw sterkte bouwAmen. Alleluja. den, Onze erfschat en ons deel, bij de onverstoorbre vreugd, Waarmee de Heemlen U in eeuwigheid aanschouwden. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlin- gen : Indien iemand Mij bemint, zal hij mijn woord onderhouden, en mijn Vader zal hem beminnen, en Wij zullen tot hem komen, en verblijf bij hem nemen; die Mij niet bemint, onderhoudt mijne woorden (geboden) niet. En het woord, dat gij gehoord hebt, is het Mijne niet; maar (het woord) van Hem, die Mij gezonden heeft, van den Vader. Dit heb Ik tot u gesproken, nu Ik nog bij u ben. Maar' de Trooster, de H. Geest, dien de Vader in mijnen Naam zal zenden, Deze zal u alles leeren, en u alles te binnen brengen, hetgeen Ik gezegd heb. Ik laat u mijnen vrede, Ik geef u mijnen vrede; niet gelijk de wereld geeft, geef Ik dien. Uw hart worde niet ontsteld, noch vreeze. Gij hebt gehoord, dat Ik u gezegd heb : Ik ga, en kom tot u. Indien gij Mij (volmaakt) bemindet, zoudt gij u zeker verheugen, dat Ik naar den Vader ga; omdat de Vader grooter is dan Ik. En nu heb Ik u het gezegd, vóórdat het gebeure : opdat gij zoudt gelooven, als het gebeurd is. Ik zal niet meer veel met u spreken ; want de vorst dezer wereld komt, en in Mij vindt hij niets (wat der wereld is). Maar (het geschiedt) opdat de wereld erkenne, dat Ik den Vader bemin, en doe, zooals de Vader Mij bevolen heeft. — Credo. Bij de Offerande DL Geest zal hevcstisen wat Jcsits heeft bewerkt De glans van Christus' Kerk zal dien des tempels verduisteren, en koningen en volken zal zij in haven schoot opnemen. Confirma hoe, Deus, O God, bevestig dit wat derbaar, Altissimi donum Dei, Als Godsgeschenk en leventeler, Fons vivus, ignis, cha- Als liefde en vuur op 't rlt®s' zielsaltaar, Et spintalis ünctio. Als zalvend boezemwondenheler. 3. Tu septifórmis mü- Gij, zevenvoudig- Gods. geschenk Digitus Patémae déx- En vinger van zijn teLf' . eeuwge sterkte, . rite promissum Pa- Die, op des Vaders al®' machtswenk, móne ditans güttu- In tonggevonkel taalra- kracht werkte; 4- Accénde lumen sén- Ontsteek uw licht ons sil>us. J in den zin, lnfunde amórem córdi- En vloei uw liefde ons s' in het harte; Infirma nostri córporis, Uw kracht neem onze . _ zwakheid in, Virtute nrmans pérpe- Opdat zij moedig 't euvel tarte. 5. Hostem repéllas lón- Dan maakt nooit vijand ons bevreesd, racémque dones próti- En mogen wij steeds nus' vrede smaken; Ductóre sic te prse- Daar, in uw hoede, heilvio, ge Geest, Vitémus omne nóxium. Geen leed ons immer kan genaken. 6. Per te sciamus da Doch geef, vooral, dat, Patrem, door uw kracht, Noscamus atque Filium, Wij in U Zoon en Vader tevens Teque utriüsque Spiri- Erkennen als de hoogtum, ste macht, Credamus omni témpo- Als einde en aanbegin re. des levens. 7. Deo Patri sit glória, Zoo zij den eeuwgen Vader lof, Et Filio, qui a mórtuis Den eeuwgen Zoon, die, door zijn lijden, Surréxit, ac Paraclito, Ons plaats bereidde in 't Hemelhof, In saeculórum saecula. En U, den eeuwgen Amen. Geest van beiden. Buiten den Paaschtijd, dit slot: Deo Patri sit gloria, Ejusque soli Filio, Cum Spiritu Paraclito, Nunc et per omne saeculum. Amen. f. Emitte Spiritum tu- Zend uwen Geest, en um, et creabüntur. (Alle- zij zullen geschapen worlüja.) den. (Alleluja.) 8. Et renovabis faciem En Gij zult het aanterrae. (Allelüja.) schijn der aarde vernieuwen. (Alleluja.) Laat ons bidden God, die de harten der geloovigen door de verlichting van den H. Geest hebt onderwezen; geef dat wij door denzelfden Geest al wat recht is smaken en ons altijd in zijne vertroosting verheugen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Tweede Pinksterdag De pas-gedoopten ontvingen aanstonds na het Doopsel deH. Communie: hierop slaan de woorden welke de H. Kerk dezen toezingt bij Het begin der Mis 0?AVIT f°S„e? -édipe heeft hen met het fr urnen ti, alleluja: et II vette der tarwe eede petra melle saturavit spijsd, alleluja : en mrt eos, alleluja, alleluja. Ps. honing uit de steenrots Exsultate Deo, adjutóri hen verzadigd, alleluja al- co°b r Jrt,atepDe° Ja' lel«ja-^ Jufcht voor God cob.* Clóna Patn. - onzen Helper: jubelt voor eOS' den God van Jacob. ^. Glo¬ rie zij den Vader. — Hii heeft. Gebed O God, die aan uwe Apostelen den heili- ™H5eeSt ê1fschonken hebt; &eef aan uw k de vrucht van hun godvruchtig gebsd, en verleen hun, dien Gij het geloof schonkt, ook den vrede. Door onzen Heer JesusChristus,... in de eenheid van denzelfden H. Geest. Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen Petrus ofent de deuren der H. Kerk voor de Heidenen. De H. Geest daalt zichtbaar neder over Joden en Heidenen, aldus de wotrden van Petrus bevestigend, dat allen, Joden en Heidenen, geroepen zijn tot de Kerk van Christus, als se slechts in Hem gelooven. In die dagen opende Petrus den mond en sprak : Mannen, broeders, de Heer heeft ons bevolen aan het volk te prediken, en te getuigen, dat Hij het is, die gesteld is door God tot Rechter van levenden en dooden. Alle Profeten geven getuigenis van Hem, dat allen, die in Hem gelooven, door zijnen Naam vergeving der zonden zullen verkrijgen. Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, daalde de H. Geest neder over allen, die deze woorden hoorden. En de besneden geloovigen (bekeerde Joden), die met Petrus gekomen waren, stonden verbaasd, dat ook over de Heidenen de genade van den heiligen Geest werd uitgestort. Want zij hoorden hen talen spreken en God verheerlijken. Dan antwoordde Petrus : Kan iemand water 48 30 dgeren, opdat deze gedoopt worden, die den H Geest ontvangen hebben, gelijk wij? ün hij liet hen doopen in den Naam des Heeren Jesus-Christus. Alleluja, alleluja. f. Lo- Alleluja, alleluja. f. In quebantur variis linguis verschillende talen ver- AUehiia magniUla Dei" kondigden de Apostelen ja' G°ds grootsche werken. Alleluja. « Veni, sancte Spiritus, » zie bladz. 744. Sequentia « Veni, sancte Spiritus, » zie bladz. 744. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes Noodzakelijkheid van het geloof om niet verloren te gaan, maar het eeuwig leven te bekomen. Het geloof nu is eene gave Gods, die ons door den heiligen Geest gegeven wordt, waardoor ons verstand verlicht en onze wil bewogen wordt om de waarheden des geloofs te kennen en tegelooven. ïn dien tijd zeide Jesus tot Nicodemus : Zoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijnen eenigen Zoon gaf, opdat ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijnen Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld oordeele, maar omdat de wereld door Hem zou behouden worden. Die in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld; maar die niet gelooft, is al geoordeeld, omdat hij niet gelooft in den Naam van den eeniggeboren Zoon Gods. Dit nu is de (reden hunner) veroordeeling, dat het licht in de wereld is gekomen, en de menschen de duisternis meer hebben bemind dan het licht; omdat hunne werken slecht waren. Want al die slecht handelt, haat het licht, en hij komt niet in het licht, opdat zijne daden niet bestraft worden; die echter goed doet, komt in het licht, opdat zijne daden openbaar (en gezien) worden, wijl zij in (naar den wil van) God gedaan zijn. — Credo. Bjj de Offerande In deze woorden hooren we het gedruisch van den storm, die de komst des heiligen Geestes voorafging. Weldra zullen de waterbronnen des Doopsels vloeien. Intónuit de coelo Dómi- De Heer donderde van nus, et Altissimus dedit den Hemel en de Allervocem suam, et apparué- hoogste deed zijne stem runt fontes aquarum, alle- schallen en waterbronnen luja. borrelden op, alleluja. Stil Gebed Heilig genadiglijk deze gaven, o Heer, en de opoffering dezer geestelijke Offerande aannemende, neem Gij ons zeiven aan als eene gave voor eeuwig. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie van Pinksteren, bladz. 748. Bij de Communie ve?kc»digGd!eStZal ™ken meydeherd^ Spiritus Sanctus docé- De H. Geest zal u leebit vos, alleluja, quaecüm- ren, alleluja, alles wat Ik Na de Communie Sta, bidden wij. Heer, uw volk bij; en verdedig voor de woede zijner vijanden, dat S l hemelsche Geheimen doordrongenliebt. Door onzen Heer Jesus-Christus. Feest der heilige Drievuldigheid (1) eerste zondag na pinksteren na Pinkster en "dit feest gevierd. Inimers door tïS £E en daar een,gen tijd bidde volgenSPde meeniag vanZ h! den H. Geest voorgelicht en versterkt begonnen de Apostelen het geloof in éénen God, één in Wezen, drievuldig in Personen, 1:e prediken, en in den naam der H. Drieëenheid te doopen. Dit feest werd voor 't eerst gevierd in de 8e eeuw, en nog slechts in eenige bisdommen; in de 14® eeuw werd het door Paus Joannes XXII voor de geheele Kerk verplichtend gemaakt. Ook wordt deze dag niet zoo luisterrijk gevierd als andere dagen, aan groote Geheimen van onzen H. Godsdienst gewijd. Het geheele leven van den Christen is eene gedurige vereering van de H. Drievuldigheid: hij wordt gedoopt «in den Naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes » en vertrekt uit deze wereld (zoo luiden de kerkelijke gebeden der stervenden) in den Naam des Vaders, die hem geschapen, in den Naam van Jesus-Christus, die voor hem geleden heeft, in den Naam des H. Geestes, die over hem is uitgestort; het kruisteeken. dat de Christen zoo menigmaal maakt, is eene aanhoudende belijdenis van het geloof in God, één in Wezen, drievuldig in Personen ; onder aanroeping der H. Drievuldigheid neemt hij het voedsel des lichaams, en wordt hem hetvoedselder ziel, de HH. Sacramenten, verstrekt; de Christen begint, zendt zijn gebed op, en eindigt het met den Vader, den Zoon, en den H. Geest: « In den Naam des Vaders » enz.; — « O God, » enz. — «Door onzen Heer Jesus-Christus » enz.; bovendien is iedere Zondag een feestdag aan de H. Drievuldigheid gewijd; geen feest wordt gevierd, hetzij ter herdenking der groote Geheimen van ons Geloof, hetzij ter eere der H. Maagd of andere Heiligen, of God de Vader wordt geprezen voor de weldaad der schepping, en der aanneming tot kinderen Gods; — den Zoon wordt dank gezegd voor de verlossing en het erfrecht op den hemel, door zijn Bloed verworven; de H. Geest wordt verheerlijkt voor zijne heiligmaking en zijne genadegaven. Op het voorbeeld der H. Kerk, onze Moeder, die altijd en overal het eindelooze malen herhaalt, laten wij dikwijls, en eerbiedig het hoofd buigende, haar nazeggen : Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in den beginne, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Het zij zoo! Het begin der Mis In het begin der Mis wordt de H. Drievuldigheid voorgesteld als de bron der barmhartigheid. Denedicta sit sancta f* ezegend zij de heilige TrimUs, atque indi- VJT Drievuldigheid, en visa Unitas : confitébimur onverdeelde Eenheid : laei.quia fecit nobiscum mi- ten wij Haar prijzen, ómr sericórdiam suam. Ps. Dó-| mine, Dóminus noster : quam admirabile est Nomen tuum in univérsa terra. *. Gloria Patri. — Benedicta. dat Zij ons barmhartigheid heeft bewezen. Ps. Heer, onze Heer : hoe wonderbaar is uw Naam op geheel de aarde. V-Glorie zij den Vader. — Gezegend. Gebed Almachtige, eeuwige God, die uwen dienaren hebt gegeven, in de belijdenis van het waar geloof de heerlijkheid der eeuwige Drieëenheid te kennen, en in de macht deiMajesteit de Eenheid te aanbidden; wij bidden U, dat wij door de onwrikbaarheid van ditzelfde geloof tegen alle wederwaardigheden mogen beschermd worden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gedachtenis van den eersten Zondag na Pinksteren. O God, sterkte dergenen, die op U hopen, luister genadiglijk naar onze smeekbeden; en, omdat de zwakheid van den sterfelijken mensch niets vermag, geef de hulp uwer genade, opdat wij, in het volbrengen uwer geboden, U in wil en daad mogen behagen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Romeinen Als Gods raadsbesluiten onnaspeurlijk zijn, hoeveel minder kunnen wij Gods natuur en wezen do»rgronden ! O diepte van rijkdom der wijsheid en kennisse Gods! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijne oordeelen, en onnaspeurlijk zijne we.gen. Want wie heeft den zin des Heeren gekend of wie is zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven, dat het hem vergolden wordt? Want uit Hem, en .°or Hem< en in Hem is alles : Hem zij eer in eeuwigheid. Amen. Graduale Vreugde en bewondering voor de allerhoogste Majesteit van God, die zijne stralen wel heeft willen zenden in onze duisternissen, Benedictus es, Dómine, Gezegend Gij, o Heer sedeL suDLarü° h" " d,'t in de a%r°nden - r ®uPer Cherubim. schouwt, en op CherubH*. Benedictus es, Dómine, nen zijt gezeten Tel n firmaménto cceli : et zegend G|, o Heer in hit laudabihs in saecu.a. uitfpansel des hemeb, en a ]i„i • ■ „ lofwaardig in eeuwigheid. Alleluja, alleluja. 5-, Be- Alleluja, alleluja. I Genedictus es, Dómine De- zegend Gij, o Heer de us patrum nostrórum et God onzer vadfren lof* laudab.I.s in ssecula. Alle-waardig in eeuwigheid. J • I Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüa Christus legt de Apostelen den plicht op alle volkeren te leer en, te doopen in den Naam van de heilige Drievuldigheid, gehoorzaamheid van hen te vorderen, en verzekert hun zijn bijstand. In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Mij is alle macht gegeven in den hemel en op aarde. Gaat dan, en leert alle volken: doopt hen in den Naam des \ aders, en des Zoons en des Heiligen Geestes; en leert hen onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. En ziet. Ik ben met u alle dagen tot aan het einde der wereld. — Credo. Bij de Offerande Benedictus sit Deus Pa-I Gezegend zij God de ter, Unigenittisque DeiiVader, en Gods eeniggeFilius, Sanctus quoqueiboren Zoon, alsmede de Spiritus: quia fecit no-j Heilige Geest; want Hij biscum misericórdiam su- , heeft ons barmhartigheid am. Ibewezen. Stil Gebed Wij bidden U, Heer, onze God, heilig door de aanroeping van uwen heiligen Naam deze Offergave; en maak door haar ons tot een eeuwig offer aan U. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gedachtenis van den eersten Zondag na Pinksteren. U o5gedraldednOffVij U' ° &enadie de sïïST— Praf<"ie Van de H- Drievuldigheid, bladz. ,66. Bij de Communie ®enedicimus Deum cce- •»« » K, et coram omnibus de, L g?nen den Heer véntibus confitébimur #»i • w hemels en belijden quia fecit „otecuTomdat"»0- *' T' Ieeft : ncórdiam suam. .;"1' ons barmhar- tigheid bewezen heeft. Na de Communie Heer, onze God. laat de nuttipimr van dit Gedachtenis fan den eersten Zondag na Pinksteren. geef" Hee? da t°° gr°0te,gaven ver™ld zijn, PnL-l'i ' dat W1J uwe heilzame gaven [niet U fe óvennnmen'(maar °°k) nooit 0Phouden U te loven. Door onzen Heer Jesus-Christus. Laatste Evangelie van den eersten Zondag na Pinksteren. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In deze gelijkenis bespreekt en berispt de Zaligmaker de handelwijze van vele menschen, die begaan zijn met — geërgerd zelfs in de fouten en gebreken van hunnen eveitmensch (splinter), en zich weinig of niet bekommeren om de ondeugden, misdaden (balk), waaraan zij zelf schuldig zijn. In diin tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is. Oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; veroordeelt niet, en gij zult niet veroordeeld worden. Vergeeft, en u zal vergeven worden. Geeft en u zal gegeven worden; men zal eene goede, gepakte, geschudde en overloopende maat in uwen schoot storten. Want met dezelfde maat, waarmede gij meet, zal men u ook meten. Hij zeide hun ook eene gelijkenis : Kan een blinde wel een anderen blinde leiden?Vallen zij dan niet beiden in een sloot ? De leerling staat niet boven den meester; ieder echter, die is als zijn meester, zal volmaakt zijn. Wat nu ziet gij den splinter in het oog uws broeders, terwijl gij den balk in uw eigen oog niet ziet? Of hoe kunt gij tegen uwen broeder zeggen ' Broeder, laat ik den splinter uit uw oog trekken; als gij zelf den balk in uw eigen oog niet ziet? Huichelaar, trek eerst den balk uit uw eigen oog, en denk er dan aan, om den splinter uit het oog uws broeders te verwijderen. Vesper-Lofzang JAM SOL RECEDIT 1. Jam sol recédit igne- De gloeiende avondzon us4, , verdwijnt; Tu lux perénnis Uni- Gij, eeuwiglühtende ta®; Eenheid Nostris, beata Trinitas, En Drievuldigheid,stort liefde Infunde amórem córdi- In onze harten. t>us. a. Te mane laudum car- Ons loflied klonk 's mormme, gens Te depreeamur véspe- En nu, te avond, bidden rCn- ■ • wiJ' Dignens, ut te süppli- Geef, dat wij, smeekeer ja ■ Hngen, Laudémus inter Coeli- U loven met de hemeles' lingen. 3- Patri, simülque Filio, Den Vader en den Zoon Tibique, sancte Spiri- Alsook aan U, o heilige I'. , Geest, Sicut fuit, sit jügiter Zij immer, als in 't ver~ , leden, eer Saeclum per omne gló- Door alle eeuwen der na. Amen. eeuwen. TE DEUM LAUDAMUS 1. Te Deum laudamus, U, o God, loven wij t te Dóminum confitémur. U, o Heer, belijden wij. 2. Te setérnum Patrem U, eeuwige Vader, veromnis terra veneratur. eert de geheele aarde. 3. Tibi omnes Angeli, U roepen alle Engelen^ tibi Cceli, et univérsae Po- de Hemelen en alle Machtestsites, ten, 4. Tibi Chérubim et Sé- Cherubijnen en Seraraphim incessabili voce phijnen onophoudelijk, proclamant : toe: 5. Sanctus, sanctus, Heilig, heilig, heilig, de sanctus, Dóminus Deus Heer, God der HeersehaSabaoth. ren. 6. Pleni sunt cceli et Hemel en aarde zijn vol terra majestatis glóriae van de Majesteit uwer tuae. heerlijkheid. 7. Te gloriósus Aposto- U loven de roemrijkelórum chorus, schaar Apostelen, 8. Te Prophetarum lau- Het lofwaardig tal Prodabilis numerus, feten, 9. Te Martyrum candi- Het schitterend heir datus laudat exércitus. Martelaren. 10. Te per orbem ter- U belijdt de H. Kerk rarum sancta confitétur over geheel de aarde, Ecclésia, 11. Patrem imménsae U, den Vader van onMajestatis, ^ metelijke Majesteit, ia. Venerandum tuum Uwen aanbiddelijken, verum et unicum Filium, waarachtigen en eenigen Zoon, 13. Sanctum quoquePa- Enden heiligen Geest, raclitum Spiritum. den Trooster. 14. Tu Rex glóriae, Gij zijt Christus, de KoChriste. ning der glorie. 15. Tu Patris sempitér- Gijzijt deeeuwigeZoon nus es Filius. des Vaders. 16. Tu ad liberandum Gij zijt voor den schoot susceptürus hóminem, der Maagd niet teruggenon horruisti Virginis üte- schrikt, toen Gij ter ver. rum- lossing de menschelijke natuur zoudt aannemen. 17- Tu, devicto mortis Gij hebt den dood overacüleo, aperuisti credénti- wonnen, en aan de geloobus regna ccelórum. vigen het rijk der hemelen geopend. 18. Tuad déxteram Dei Gij zijt gezeten aan de sedes in glória Patris. rechterhand Gods, in de glorie des Vaders. 19. Judex créderis esse Wij gelooven, dat Gij ventürus. als Rechter zult komen. ao. (1) Te ergo quaesu- Wij bidden U dan, kom mus, tuis famulis sübveni, uwe dienaren ter hulp, die •quos pretióso Sanguine Gij door uw kostbaar redemisti. Bloed verlost hebt. 31. ^Etérna fac cum Mochten zij in eeuwigSanctis tuis in glória nu- heid geteld worden onder merari. uwe Heiligen. 33. Salvum fac pópulum Maak uw volk zalig, o tuum, Dómine, et bénedic Heer, en zegen uw erfhaereditati tuae. deel. 23. Et rege eos, et ex- En heersch over hen, tólle illos usque in setér- en verhef hen tot in eeunum- wigheid. 34. Per singulos dies lederen dag loven wij benedicimus te. U. 25. Et laudamus No- En wij prijzen uwen (1) Dit behoort langzaam en geknield gedongen te worden. men tuum in saeculum, Naam in eeuwigheid en et in saeculum saeculi. in de eeuwigheid der eeuwigheden. 26. Dignare, Dómine, Gelief, Heer, ons dezen die isto, sine peccato nos dag vrij van zonde te becustodire. waren. 27. Miserére nostri, Dó- Ontferm U onzer, Heer, mine, miserére nostri. ontferm U onzer. 28. Fiat misericórdia Kome, Heer, uwe barmtua, Dómine, super nos; hartigheid over ons, zooquemadmodum speravi- als wij op U gehoopt hebmus in te. ben. ag. In te, Dómine, spe- Op U, Heer, heb ik mijn ravi, non confündar in se- vertrouwen gesteld; in térnum. eeuwigheid zal ik niet be¬ schaamd worden. t. Benedicamus Patrem f. Zegenen wij den Vaet Filium cum Sancto Spi- der en den Zoon en den ritu. H. Geest. 8. Laudémus, et super- fi. Loven en verheffen exaltémus eum in saecula. wij hem in eeuwigheid. f. Benedictus es, Dómi- f. Gezegend zijt Gij, o ne, in firmaménto coeli. Heer, in het uitspansel des hemels. 8. Et laudabilis, et glo- fi. En lofwaardig, en riósus et superexaltatus glorierijk en hoogverhein saecula. ven (zijt Gij) in eeuwig¬ heid. t. Dómine, exaudi ora- f. Heer, verhoor mijn tiónem meam. gebed. 3. Et clamor meus ad fi. En mijn geroep kome te véniat. tot U. t. Dóminus vobiscum. t. De Heer zij met u. 4. Et cum spiritu tuo. 8. En met uwen geest. Laat ons bidden God, Wiens barmhartigheid eindeloos, en Wiens schat van goedheid onuitputtelijk is, wij danken uwe goedertieren Majesteit voor de ontvangen weldaden, en smeeken uwe Goedheid, dat Gij hen, wie Gij op hunne bede het gevraagde gaaft, niet verlaat,maar hen bereidt tot de toekomende belooning. Door onzen Heer Jesus-Christus, enz. i^. Amen. Feest van den H. Servatius, Belijder 13 MEI Vele geleerde schrijvers doen dezen Heilige af stammen van de naaste bloedverwanten des Zaligmakers. Hij was een Armeniër, op wondere wijze geroepen tot de verkondiging van liet Evangelie in deze gewesten. Eerst Bisschop van Tongeren, verplaatste de H. Servatius zijn zetel naar Maastricht. Van hieruit toog hij naar Sardica en Rimini, waar hij op de Kerkvergaderingen heldhaftig het geloof verdedigde tegen de ketterij der Ariatien. Het geloof, door den H. Servatius gepredikt, verdedigd, liefhebben, door daden belijden, heieven, verdedigen; ziedaar, waarom op dezen feestdag dient gebeden ; en wat we mogen verhopen, zeker te zullen verkrijgen. Het begin der Mis Statuit ei Dóminus testaméntum pacis : et principem fecit eum : ut sit illi sacerdótii dignitas in setérnum, alleluja, alleluja. Ps. Meménto, Dómine, David : et omnis mansuetüdinis ejus. Gloria Patri. — Statuit. De Heer heeft een verbond van vrede met hem aangegaan en hem tot vorst aangesteld, opdat de waardigheid van het priesterschap hem eeuwig zou bijblijven, alleluja, alleluja. Ps. Gedenk, o Heer, David : en al zijne zachtmoedigheid. tï*. Glorie zij den Vader. — De Heer. Gebed God, die aan uw volk den H. Servatius als prediker der Evangelische waarheid geschonken hebt; geef, smeeken wij, dat wij, door de voorspraak van zoo grooten Opperherder tegen alle tegenheden beschermd, ons in stillen vrede mogen verheugen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Lofprijzing van verschillende beroemde mannen des Ouden Verbonds (Hetioch, Noë, Abraham, Mozes) toegepast op dezen H. Bisschop-Belijder. Ziedaar de Opperpriester, die in zijne (levens )dagen aan God behaagd heeft en rechtvaardig is bevonden ; en ten tijde van gramschap is hij tot verzoening geweest. Zijns 49 30 gelijke is niet gevonden, die de wet des Allerhoogsten (zoo) heeft onderhouden. Daarom heeft de Heer gezworen hem onder zijn volk te verheffen. De Heer heeft hem gegeven, dat alle volken in hem zouden gezegend worden en zijn verbond met hem bevestigd. Hij heeft hem erkend in zijne zegeningen ; I hem zijne barmhartigheid bewaard ; en hij heeft genade gevonden in de oogen des Heeren. Hij heeft hem voor het aanschijn van koningen groot gemaakt, en hem eene eerekroon geschonken. Hij heeft een eeuwig verbond met hem aangegaan en hem het opperpriesterschap geschonken, en hem met schoonheid versierd. Het priesterschap uitoefenen, in zijnen naam lof spreken, en hem waardigen wierook opdragen, die een aangenamen geur verspreidt, (dat is zijne taak). Alleluja, alleluja. ». Tu Alleluja, alleluja. 5-. Gij es Sacérdos in aetérnum, zijt Priester in eeuwigsectindum órdinem Mei- heid volgens de orde van chisedech. Alleluja. ?'.Hic Melchisedech. Alleluja, est Sacérdos, quem co- Deze is de Priester, ronavit Dóminus. Allelü- dien de Heer gekroond ja. heeft. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd sprak Jesus deze gelijkenis enz.) zie bladz. 189. Bij de Offerande Stil Gebed Wij bidden U, Heer. dat uwe Heiligen overal onze vreugde uitmaken; zoodat wij hunne bescherming ondervinden terwyl wij hunne verdiensten vereeren. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prafatie van Paschen, bladz. 660. Bij de Communie ars«ÉSSggg am : ut det illis in témpo- ™ re tritici mensuram, alle- beloQ. ja' ning) te geven, alleluja. Na de Communie Geef, bidden wij, almachtige God, dat wij U dankende voor de ontvangene gavendqor de voorspraak van uwen heiligen Belijder en Bisschop Servatius, nog grootere weldaden verwerven. Door onzen Heer J .-O. Feest der H. Dymphna, Maagd en Martelares 15 MEI Van Engélschen oorsprong kwam zij naar Nederland en vestigde zich te Glieel, om te ontkomen aan de verzoeking en vervolging van haren vader, vorst van dat land. Deze zocht haar aan tot een bloedschandig huwelijk. Liever dan hierin toe te stemmen liet zij zich met haren leermeester dooden. Toen alle dienaren weigerden, bracht de ontaarde vader met eigen hand aan zijne dochter den doodelijkcii slag toe. Vragen wij aan God door de voorspraak der H. Dymphna haren moed, hare kracht, om liever alles op te offeren dan de zuiverheid te verliezen. Het begin der Mis Loquébar de testimó- Tn het aanschijn van koniis tuis in conspéctu i. ningen sprak ik over regum, et non confundé- uwe wetten en ik werd bar : et meditabar in man- niet ten schande ■ en ik datis tuis quse diléxi ni- overwoog uwe geboden, mis, alleluja, alleluja. Ps. die ik innig liefhad, alleBeati immaculati in via : luja, alleluja. Ps. Gelukkig qui ambulant in lege Dó- zij die zonder vlek zijn in mini. f. Gloria Patri. — hunnen weg; die wandeLoquébar. [len volgens de wet des 'Heeren. ji'. Glorie zij den | Vader. — In het aanschijn. Gebed God. Beminnaar der k^heid, dieuwe Martelares, de H. J P voornemen WijZe/e\CSedSS tebewaien; geef geAl door sus-Christus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Ik dank U, Heer Koning, enz., zie bladz. 182. . Alleluja, alleluja. t. « Adducentur, » zie bladz. 676. Vervolg van het H. Evange.ie volgens Mattheüs In dien tijd zeidejesus, ««., ziehadz. 184. Bij de Offerande Afferéntur RepnKoninggelefd titia et exsultation . . ^ gevoerd worden tot ducéntur intemplum R g jhet paieis (den hemel) tot Dómino, alleluja. den Koning en Heer, al¬ leluja. ) Stil Gebed Neem, o Heer, de gaven aan, enz., zie bladz i85. Prafatie van Paschett, bladz. 660. Bij de Communie Confundantur supérbi, (Geef) dat de hoovaarquiainjüsteiniquitatem fe- digen beschaamd worden, céruntinme: ego autem in omdat zij mij onrechtvaarmandatis tuis exercébor, dig vervolgd hebben : ik in tuis justificatiónibus, ut (inmiddels) zal mij (te non confündar, alleluja, meer) oefenen in uwe geboden, uwe wetten (waardoor ik) gerechtvaardigd word, opdat ik niet beschaamd worde (in mijn vertrouwen), alleluja. Na de Communie Mogen, Heer de Geheimen, enz., zie bladz. 1S6. Feest van den heiligen Joannes-Baptista de la Salie, Belijder 15 MEI De heilige Joannes-Baptista de la Salie, afstammeling eener adele familie, werd den 3o April 16S1, te Reims geboren. Van zijne teederste jeugd af, onderscheidde hij zich door zijne groote godsvrucht. De lezing van het leven der Heiligen was voor hem ,, Wcdderige bron van zuivere geneugten. Hij CL l^hde den priesterlijken staat, en werd welhaast "ih.t.nla.M getrimn .m '• H«*" '•«> « L ,W. Dm iiufcWw, «««kor ES-A*- rf„,, ^^TansTZdeL door God oPge- emzich ge - fe zi n kanunmkaat Uf Irirht zi^M goederen en deelde de opbrengst i'jflln 2ZSZ Uit gedurende den Honger, 'W°Duizendewreede beproevingen dreigden zijn werk tenZdTr te brengen, doch de Heilige, vol herwen et God. liet den moed niet zinken en had h^troos' Ld "eluk zijne instelling in verscheidene bisdomg cJvbriik tot stand te zien komen en steeds 'meren meer uit te breiden. Eens alle ^eilijkhedm „ ,« 21in werk bloeiend geworden, deed l' j a- ^ nnn Gods voorzienigheid heldhaftig in 172S door den paus Benedictus den XIII kerkelijk goedgekeurd, is heden gansch de wereld door verspreid. Bidden wij lieden God vurig door de voorspraak des H. Joannes, dat Hij de Broeders der christehjke scholen en allen, die zich aan het godsdienstig onderwijs wijden moed en kracht geve, om hunne zoo moeilijke en verdienstvolle taak te zijner eer te vervullen — en dat het volk begrijpe, dat christelijk onderwijs het eenig noodzakelijke is voor Kerk en maatschappij, voor het heden en voor de toekomst—en dat het zijn plicht begrijpe van door gebed en aalmoes dat onderwijs te steunen. Het begin der Mis Sinite parvulos venire ad me; et ne prohibuéritis eos : talium est enim regnum Dei. (Alleluja, alleluja.) Ps. Qui timétis Dóminum laudate eum : univérsum semen Jacob, glorificate eum. fr. Gloria Patri. — Sinite. Laat de kinderen tot Mij komen; en belet het hun niet : denzulken behoort het rijk Gods. (Alleluja, alleluja.) Ps. Gij die den Heer vreest, looft Hem : verheerlijk Hem, gij het geheel Jacobs geslacht. f. Glorie zij den Vader. — Laat. Gebed God, die tot het christelijk onderricht der armen en tot bevestiging der jeugd op den weg der waarheid den H. Belijder, JoannesBaptista hebt verwekt, en door hem eene XI. nieuwe Orde in uwe KeA hebt gesticht; geef genadig, dat w U. d d an ijver om tn op zijn voorbeeld, brandena bJevorde_ iuve eer door het heil der zielen ^ ren, ook eenmaa uenlel Door onzen zijne bekroning in den hemei. w Heer. Lezing uit het Boek der Wijsheid De rechtvaardige zal steedstot den He®r.te T^or het aanschijn schapen heeft en hij zal voor het aa j t J t voorbij, alsook hare luntatem Dei, manet in g^ ujkheid; die echter ffitérnum. de° wil Gods volbrengt, (hij blijft in eeuwigheid. hot H Evangelie volgens Mattheus Vervolg van het H. tvangoi Te dien tijde naderden te Jesus en zeiden . hpmelriik ' En Jesus, naamste zal zijn m het hemeinjk^n j em »= Sen'pj u „ie. verandert „e gelijk dit E neemt in mijnen Naam, neemt Mij aan. Bij de Offerande mn. sel Geheel Israël's geslacht Timeat eum omne hem; omdat hij het men Israel: quon!a™ ?°;t smeeken des armen niet sprevit, neque desP. versmaad of verworpen deprecatiónem paupen • Leeft {AUeluja.) (Alleluja.) Stil Gebed I Heilig, Heer, de U gewijde offergaven, I ha opdat uw gezin, van derzelver overvloed ver-1 vuld, op de voorspraak van uwen Belijder I de den H. Joannes-Baptista, toeneme in uwel K( leer en gaven. Door onzen Heer. I Bij de Communie I c!' I Ui Qui fécerit et doctierit, Die beoefend en onder-1 hic magnus vocabitur in wezen heeft, deze zal in I regnocoelórum. (Alleluja.) het hemelrijk groot ge-1 noemd worden. (Alleluja.) I Na de Communie Door den hemelschen Maaltijd verkwikt, I bidden wij U, Heer, smeekend dat wij om de I verdiensten van den H. Joannes-Baptista I goedheid, tucht en wijsheid mogen putten I uit de volheid van uwen Zoon, ^onzen Heer I Jesus-Christus, die met U leeft. Feest van den H. Joannes Nepomueenus I Martelaar j 16 mei s Het heilig leven van dezen Heilige tuerd bekroond I door den marteldood voor het geheim der Biecht. I Koning Weitceslaus van Boheme wilde, dat de I H. Joannes, biechtvader der koningin Joanna hem I IsFSSSF35 ,el des komugs tn de M biechtva- DcH. Joannes zal mc alleen a „ ^ ^ :rs, maar ook door pen : Ppdat de eersten orden vereerd en aat^ ze toedienen; de anderen ■a ZisttSë ^Sacrament met dc noodige voorleiding en vereischten ontvangen. Het begin der Mis « Protexisti me, » zie bladz. 685. Gebed God, die door nggïïZZZZL het sacramentsgebe m ^oonJvers.erdhebt. Kerk met eene martel henkomst en zijn geef ons door zijne .t bewaren, worbeeld, onze tong ^j^jgtaan, dan in dit lCTen^schade tiT lijden aan onze ziel. Door onzen Heer Jesus-Chnstus. Lezing uit het Boek der Wijshe.d Dan zullen de rechtvaardigen, ««., bladz. 697- Alleluja, alleluja. ^. « Confitebuntnr cccli, » zie bladz. 687. % Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Vrees niet, uwe onschuld en mijne her zullen openbaar worden; de krachtige hulp van God zal u nimmer ontbreken, evenmin als aan den heiligen Joannes. In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Er is niets verborgen, dat niet openbaar zal worden, en niets geheim, dat niet geweten zal worden. Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt dat in het licht; en hetgeen gij hoort aan het oor, predikt dat op de daken. En wilt hen niet vreezen. die het lichaam dooden, doch de ziel niet dooden kunnen; maar vreest Hem veeleer, die èn ziel èn lichaam kan verderven in de hel. Worden niet twee musschen voor één penning verkocht : en niet een daarvan valt op aarde zonder (den wil van) uwen Vader? Maar ook de haren van uw hoofd zijn allen geteld.Wilt dus niet vreezen : gij zijt toch beter dan vele musschen. Elk dus, die Mij belijden zal voor de menschen, dien zal ook Ik belijden voor mijn Vader, die in den hemel is. Bij de Offerande « Confitebuntur. » zie bladz. 688. Stil Gebed Mogen wij. Heer. door deze uwe heilige G 6 ^de^6 aar va^de Cb e r oe^nde r Martelaar foannes blaakte als hij die opdroeg. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie van Paschen, bladz. 660. Bij de Communie « Lcetabitur justus, » zie bladz. 689. Na de Communie Geve deze hemelsche Tafel, Heer, ons den Geest van sterkte, gelijk aj 00^a™v H. Martelaar Joannes. voor de e n. Sacrament, voortdurend sterktete ning gaf. Door onzen Heer Jesus Christu Feest van 0. L. Vrouw, Hulp der Christenen 24 MEI Ter herinnering aan d^rmnningderChr^ ncn op de Turken is deze feestdag ingesteld, alsmede Ter gedachtenis aan de verlossing t'Jisus?»»t.v Zcok Haar net kinderlijk en trouwen aanroepen en ons Har er vaardig trachter, te maken door een of>recU i Verbond wijkt voor 't ^ Novum Pascha novae Nieuw, ' En neemt in het Nacht- phase vetus términat. [maal des Heeren een einVetustatem nóvitas, de. Umbram fugat véritas, Zoo vliedt voor de Noetem lux eliminat. waarheid de schaduw daarheen, De nacht voor den dag, en het oude voor 't nieuwe. , Ouodin ccena Chri- Wat Christus volbracht stusgessit, i" den nacht vóór zijn Faciéndum hoe expres- dood, ond£r S1 In sui memóriam. de Jongren gezeten, Docti sacris institiitis, Dat doen we op zij Panem, vinum in salti- woord ter gedachtn ti steeds na, Consecramus hóstiam. En heiligen 't brood en den wijn tot een otler. 6 Dogma datur christi- Dat het brood wordt tot 6 Vleesch en de wijn wordt &niS| # ni j Quod in Carnem transit tot Bloed, „is Is 't geloofspunt, door Et vinum in Sanguinem. Christus zijn volgers gegeven, Quod non capis, quod En vat ook t verstand non vides of het zintuig dit niet, Animós'a firmat fides, 't Geloof toch houdt Prseter rerum órdinem. vast, wat hier boven natuur gaat. 7. Sub divérsis specié- Daar huist iets voorbug treflijks hier onder den Sienis tantum, et non schijn rehu° Der beide gedaanten,— Latent res eximiae; slechts teekens, geen zaken : — tus ar° Clbus,San^uis P°" De spijs is het Vleeseh, Mlna, f . en de drank is het Bloed, Manet tarnen Christus En Christus blijft hëei t . . onder elke gedaante, oub utraque spécie. A SUménte non con" Hij wordt niet gebrov r- ken, ontleed, of verdeeld Non confractus, non di- Maar door die hem nut- r f' . . ^igt, volstandig ontvan- Integer acdpitur. gen; Sumit unus, sumunt mil- En duizend, of één, elk e'rv . . . erlangt evenveel, Quantum ist., tantum Doch, schoon ook ge- v' . nuttigd, toch nimmer ver- Nee sumptus consümi- teerbaar tur. 9. Sumunt boni, sumunt En goeden en boozen c ' . ontvangen die Spijs, Sorte tarnen inaequali, Tot leven of dood naar V! ln er,tus' verschil van hun toe- Mors est malis, vita bo- stand; De braven ten zegen, tt-j . de snooden ter straf, Vide paris sumptiónis, Zoo verschilt het geQnam sit dispar exitus. volg hier van de eigenste Nutting. '°' FtraCt0 demum sa" Al wordt dan het Brood amento, ook veelvoudig gesplitst e vacilles, sed memén- Geen twijfel bevang u % toch daarom het harte, * " 6SSe SUb fra" Want weet, dat er zooS to' veel verschuilt in elk deel, Quantum toto tégitur. Als onder 't aanbidlijk y Geheel licht verborgen. 11. Nulla rei fit scissü- De zaak staat in 't minst aan de scheiding niet 'a ' bloot, Sieni tantum fit fractü- Maar enkel het teeken . s des Broods wordt gebro- 3 ken' j Qua nee status, nee sta- En zoo wonit :noch .. J* staat, noch gestalte van lura _ Hem Signiti minüitur. T^ctus cibus viatórum : Van den christlijken pelgrim op aard is geworden, Vere panis filiórum, Het Brood van de kindren des eeuwigen Rijks, Non mitténdus canibus. Een spijs, die geen honden ten voedsel mag strekken. i3. In figüris prsesigna- Werd Izaak aan God * & tot een offer gebracht, Cum Isaac immolatur : Het Paaschlam aan IsC rel ter slachting bevo¬ len, Agnus Pascha deputa- En 't Manna den vadren tnr 7 ter spijze vergund, Datur manna patribus. Zoo is door dat. alles ons Kruislam beteekend. verej PaSt°r' Pa"is Goedaardige Herder, Jesu, nostri miserére W®a.r°clltl&e Spijs, rgT" ~ p-e.»rsé. rju bon. r«v,4^?dr wen. etvalJs"' qU' CUnCta Sds V-'°-er,dieallesdoo, tai?"inos pascis «*— t:rïaard Tuos ibi commensales, z7« Z°° hemelzoet SPÜ" Ons erfgoed in 't bijzijn aer Zaalgen, genieten. V.™,B »,„ hs, Jom <""<*»«» der ' e"s-> bladz. 90. — Credo. Bij de Offerande « Sacerdotes Domini, » zie bladz. 93. Stil Gebed Verleen aan uwe Kerk, enz., zie bladz. 99. Prefatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. Bij de Communie « Quotiescumque, » zie bladz. u3. Na de Communie Heer, wij bidden U, enz., zit bladz. 114. VRIJDAG NA DEN OCTAAFDAG VAN HET H. SACRAMENT Feest van het allerheiligst Hart van Jesus Het goddelijk Hart van Jesus is, als bestanddeel zijner heilige Menschheid. en hiervan onafscheidelijk, altijd in de katholieke Kerk aanbeden geworden. Want wij aanbidden Jesus-Christus den Godmensch en dus ook de menschelijke natuur, die in Christus met de goddelijke natuur in één goddelijken Persoon vereenigd is. De godsvrucht tot het H. Hart was in vroegere eeuwen als het eigendom van slechts 'de heiligste, Gode toegewijde zielen. In de "-eschriften van de HH. Bernardus, Thomas, Gertrudis, Mechtildis, en anderen, vinden we de teederste en van liefde gloeiende ontboezemingen. waarmede zij jegens het H. Hart bezield waren. Eerst in de zeventiende eeuw echter werd dat goddelijk Hart het voorwerp van eene geheel bijzondere en over de gansche aarde zich verbreidende vereering. Toen namelijk verscheen de goddelijke \ erlosser aan eene heilige kloosterzuster, Mar«■aretha Maria Alacoque genaamd, die zich 'bevond te Parav-le-Monial in Frankrijk, toonde haar zijn Hart met de woorden : « ziedaar het Hart dat de menschen zoozeer bemind heeft, » en wekte haar op, om de vereering van het H. Hart te bevorderen Na vele tegenkantingen van den kant der Jansenisten en ook zelfs van brave katholieken verbreidde zich deze vereering en godsvrucht over Frankrijk en langzamerhand daarbuiten, zoodat Paus Clemens XIII in 1765 aan eenige bisdommen het verlof eraf het feest van het H. Hart te vieren, totdat J^ius IX den 23 Augustus i856 bevel gaf, dat de feestdag van het H. Hart jaarlijks door de geheele Kerk zou gevierd worden. Het hoofddoel dezer godsvrucht is : onder het zinnebeeld van het van liefde vlammende, verwonde en met doornen omvlochten Hart, de oneindige liefde innig te vereeren, welke de Verlosser jegens de menschen koestert, en daardoor de ontelbare beleedigingen en bijzonder de vele onteeringen te vergoeden en te herstellen, welke Jesus in het hoogheilig Sacrament van liefde worden aangedaan; en opdat aldus in deze tijden van ongeloof, onverschilligheid en lauwheid jegens al het goddelijke, in de harten der menschen opnieuw het heilig vuur der liefde zou ontstoken worden. De geheele Mis op dezen dag is de verheerlijking van Jesus' liefde, die zich in het lijden voor ons heeft opgeofferd en medelijden met ons heeft. Het begin der Mis Miserébitur secün- T"y Heer zal zich ontdum multittidinem U fermen volgens de miseratiónum suarum : grootte zijnerbarmhart.g^ non enim humiliavit ex heden: want Hij heett de Corde suo, et abjécit fi- kinderen der menschen lios hóminum : bonus est nietverstooten en mt zijn Dóminus sperantibus in Hart verworpen . goed is eum anima quaerénti il- de Heer voor hen die op lum,'alleluja, alleluja. Ps. Hem hopen; voor de ziel, Misericórdias Dómini in die Hem zoekt, alleluj , aetérnum cantabo : in ge- alleluja eeuwigheid neratiónem et generatió- zal ik des Heeren barra nem v. Glória'patri. - hartigheid zingenvan Miserébitur. ^ De Heer. Gebed Geef, bidden wij U, almachtige God, dat wij die in het allerheiligst Hart van uwen beminden Zoon roemen, en de groote weldaden zijner liefde tot ons dankbaar vieren, ons over dezer werking en vrucht mogen verblijden. Door denzelfden Heer Jesus-Chnstus. Lezing uit den Profeet Isaïas Genadebron, welke Gods barmhartigheid ons ontsloot uit de geopende Wonde des Harten. Ik zal Uloven, o Heer, dewijl Gij opmij 51 vertoornd waart (om mijne zonden), maar (om Christus' verdiensten) uw toorn verkeerd is un goedertierenheid) en Gij mij vertroosting hebt geschonken (door mijne zonden te vergeven). Zie, God is mijn Verlosser : ik zal vertrouwen, en niet vreezen; want de Heer is mijne kracht en (het voorwerp van) mijn lofprijzen en mij ten heil geworden. V reugdevol zult gij het water (aller genaden) scheppen uit de bronnen des Zaligmakers, en te dien dage zeggen: Looft den Heer. en roept zijnen Naam aan, gedenkt, hoe verheven zijn Naam is. Zingt den Heer lof, dewijl Hij grootsche daden verricht heeft, verkondigt dit over geheel de aarde. Spring op van vreugde en loof, gij, woning van Sion (Kerke Gods) want verheven is Hij te midden van u, de Heilige Israëls. Graduale Lijden en Liefde van Jesus' Hart, zijne zachtmoedigheid en ootmoedigheid ons ter navolg in™ voorgesteld. ° O vos omnes, qui transitis per viam, atténdite, et vidéte, si est dolor, sicut dolor mens. f. Cum dilexisset suos, qui erant in mundo, in finem diléxit eos. O gij allen, die voorbij gaat, geeft acht, belet en ziet, of er eene smart is, gelijk de Mjjne. f. Als Hijde zijnen, die op aarde waren, beminde, heeft Hij hen ten einde toe liefgehad. Alleluja, alleluja. Dis- Alleluja, alleluja, t..Leer cite a me, quia mitis sum, van Mij, dat Ik zachtmoect hümilis corde : et inve- dig ben, en ootmoedig niétis réquiem animabus van harte; en gij zult rust vestris. AUelüja. vinden voor uwe zielen. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd : De Joden dan, omdat het de dag der voorbereiding was, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den Sabbat, (want die Sabbat was een groote dag) verzochten Pilatus, dat hunne beenen gebroken, en zij afgenomen zouden worden, be krijgsknechten kwamen dan, en braken de beenen des eersten en van den tweede, die met Jesus gekruisigd waren. Doch, als zij bij Tesus gekomen waren, ziende, dat Hij reeds gestorven was, braken zij zijne beenderen niet, maar een der soldaten doorstak zijne Zijde met eene speer, en terstond vloeiden er bloed en water uit. Hij nu, die-het gezien heeft, heeft daarvan getuigenis gegeven, en zijn getuigenis is waarachtig. Credo. Bij de Offerande Bénedic, anima meaJ Domino, et noli obliviscil omnes retributiónes ejus; qui replet in bonis desidérium tuum, alleluja. Loof, mijne ziel, den Heer, en vergeet de welI daden niet van Hem, die met goede gaven uw verI langen voldoet, alleluja. Stil Gebed Bescherm ons, Heer, die U uwe offeranden opdragen ; en opdat onze harten daartoe ijveriger bereid worden, ontsteek ze met de vlammen uwer goddelijke liefde. Gij, die leeft en heerscht. Prafatie van het II. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Impropérium exspecta- Smaad en ellende vervit Lor meum et miséri- wachtte mijn Hart: en Ik am : et sustinui, qui simul hoopte, dat iemand met contristarétur.et non fuit: Mij treuren zou, doch er et qUl consolarétur, et was niemand : of die tot non invéni, alleluja. troost zou zijn, maar Ik vond hem niet, alleluja. Na de Communie Door vredegevende spijzen, en heilzame Sacramenten gevoed, bidden wij U smeekend, Heer, onze God. dat Gij, die zachtzinnig en ootmoedig van harte zijt, ons van de vlek der zonden moogt zuiveren, en meer en meer van de trotsche ijdelheden der wereld een afschrik moogt doen opvatten. Die leeft en heerscht met God den Vader, in de eenheid van den H. Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. r\ Amen. Vesper-Lofzang AUCTOR BEATE 1. Auctor beate sfficuli, Heilige Schepper der wereld, Christe, Redémptoróm- Christus, aller Verlosniurn ser, Lumen Patris de lümi- Gij, Licht van licht des ne Vaders Deüsque verus de Deo. En waarachtige God uit God. 2. Amor coégit te tuus Uwe liefde drong U Mortale corpus sümere, Een sterfelijk lichaam aan te nemen, Ut, novus Adam, rédde- Opdat Gij als- nieuwe res Adam zoudt boeten Quod vetus ille abstü- Wat de oude had mislerat. dreven. o Ille amor, almus arti- Die liefde was de alfex machtige Schepper Terrae, marisque, et si- Van aarde, zee en ster- derum, ren» , .... . Errata patrum mise- Had medelijden met de ranS( afdwalingen onzer vade¬ ren Et nostra rumpens vin- En slaakte onze boeien, cula. 4. Non Corde discédat Dat zij uit uw Hart niet tuo wijke Vis illa amóris inclyti: De kracht uwer groote liefde; Hoe fonte gentes hau- Dat de volken uit deze r'an' bron putten Remissiónis gratiam. De genade van verge* ving. 5. Peretissum ad hoe Daarom is Het door de est lancea, lans doorboord Passümque ad hoe est En heeft daarom de vülnera, wonde ontvangen, Ut nos lavaretsórdibus, Om ons van onreinheden te wasschen Unda fluénte et sangui- In den stroom van wane- ter en bloed. 6. Decus Parénti et Fi- Eerbetoon aan Vader 1'°> en Zoon Sanctóque sit Spiritui, En aan den H. Geest. QuibuS potéstas, glória Aan wie macht is en majesteit Regnümque in omne est En heerschappij in eeusaeculum. Amen. wigheid. Antifoon DISCITE A ME Discite a me, quia mitis Leert van Mij, dat Ik sum, et hümilis corde : zachtmoedig en ootmoedig van harte ben: et inveniétis réquiem en gij zult rust vinden animabus vestris. voor uwe zielen Akte van Toewijding aan liet H. Hart van Jesus Goedgekeurd bij besluit van de Congregratie der Kerkgebruiken (22 April i8ys) en aanbevolen door Z. H. Pitis IX (16 Juni i8yf). O Jesus, mijn Verlosser en mijn God! Hoewel Gij den menschen, tot wier verlossing Gij geheel uw kostbaar Bloed hebt verboten, eene groote liefde toedraagt, bewijzen zij U toch zoo weinig wederliefde, ja, zij beleedigen en versmaden U zoozeer, voornamelijk door hunne godslasteringen en de ontheiliging der feestdagen. Ach! kon ik aan uw H. Hart eenige voldoening schenken, kon ik zooveel ondank en miskenning, waarmede U de menschen beleedigen, herstellen. Mocht ik U kunnen toonen, hoezeer ik verlang, ten aanschouwe van alle menschen, aan dat aanbiddelijk en liefderijkst Hart wederliefde en eer te bewijzen, en aldus in ruime mate uwe glorie vermeerderen ! Mocht ik de bekeering der zondaren kunnen verkrijgen en de onverschilligheid doen verdwijnen van zoovele anderen, die hoewel zij het geluk hebben tot uwe Kerk te behooren, nochtans de belangen van uwe glorie en van de Kerk zelve, uwe Bruid, niet ter harte nemen! Mocht ik tevens kunnen verkrijgen, dat ook die Katholieken, die niet nalaten zich als dusdanig* door vele uitwendige liefdewerken te toonen, maar te zeer aan hunne meeningen vasthouden en w eigeren zich aan de beslissingen te onderwerpen van den H. Stoel, of van diens leering afwijkende gevoelens koesteren — tot inkeer komen, met zich te overtuigen, dat wie de Kerk niet in alles hoort. God niet hoort, die met Haar is. Ten einde deze allerheiligste doeleinden te bereiken, en verder de zegepraal en eenen duurzamen vrede voor de Kerk, uwe onbevlekte Bruid, het welzijn en het geluk van uwen Plaatsvervanger op aarde te verwerven en zijne heilige meeningen vervuld te zien; teneinde tevens geheel de geestelijkheid in heiligheid toeneme en U welgevalliger worde, ter bereiking van zoovele andere doeleinden, die Gij U, o mijn Jesus, in overeenstemming met uwen goddelijken Wil voorstelt, en die op de eene of andere wijze voor de bekeering der zondaren. en de heiliging der rechtvaardigen dienstig zijn, opdat wij allen eens de eeuwige zaligheid onzer zielen mogen bekomen, en eindelijk omdat ik weet, o mijn Jesus, dat dit aan uw allerzoetste Hart aangenaam is, erken ik plechtig, voor uwe voeten neergeknield. in tegenwoordigheid van de allerheiligste Maagd Maria en van geheel het hemelsche Hof, dat ik, onder eiken titel van rechtvaardigheid en dankbaarheid geheel en alleen aan U toebehoor, mijn Verlosser Jemis-Christus, eenige bron van alle goed, dat ui mij is naar geest en lichaam. In vereem11 ing met de meening van Z. H. den Paus, wijd ik mij zeiven en al mijne zaken toe aan het allerheiligste Hart, dat alleen ik wil beminnen en dienen met geheel mijne ziel, met geheel mijn hart, met mijne krachten, uwen wil tot den mijnen makende, en al mijne verlangens met de uwe vereenigende. Tot een openbaar blijk van deze mijne toewijding, verklaar ik plechtig aan U zeiven, o mijn God. dat ik in de toekomst, ter eere van datzelfde H. Hart. de geboden feestdagen volgens de voorschriften der H. Kerk, wil vieren, en door de personen, die onder mijn invloed en gezag staan, doen vieren. Terwijl ik al deze heilige verlangens en voornemens, gelijk ze uwe genade mij ingeeft, in uw schoon Hart vereenig, vertrouw ik aan Hetzelve eene vergoeding te geven voor zoovele beleedigingen, die het van de ondankbare kinderen der menschen ontvangt, en tevens het heil mijner ziel en het algemeen heil der zielen van al mijne evennaasten in dit en het ander leven te kunnen vinden. Amen. Litanie tot het Allerheiligst Hart van Jesus (i) met het Formulier van de Akte van Toewijding voorgeschreven door Z. H. Paus Leo XIII. J^-yrie, eléison. J_Jeer, ontferm U on- Christe, eléison. Christus, ontferm U on- zer. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U onzer. Christe, audi nos. Christus, hoor ons. Christe, exaudi nos. Christus, verhoor ons. Pater de coelis Deus, mi- God hemelsche Vader, serére nobis. ontferm U onzer. Fili Redémptor mundi De- God Zoon, Verlosser der us, miserére nobis. wereld, ontferm U on- I zer- Spiritus Sancte Deus, mi-God H. Geest, ontferm U serére nobis. | onzer. (1) Sanctissimus Dóminus (1) Zijne Heiligheid heeft Noster, ut Litanise Sacratis- goedgunstig toegestaan, dat simi Cordis Jesu jam pro- de Litanie van het Allerheibatae (S. R. Cong. Deer. 27 ligst Hart van Jesus. reeds Junii 1898) et indulgéntiis goedgekeurd (bij Decreet tercéntum diérum auctte, der H. Congr. der Rit. 27 Juubique terrarum tum pri- ni 1898) en met een aflaat vatim tum püblice recitari van 300 dagen verrijkt, in et deeantari in pósterum va- het vervolg overal ter weleant, concédere dignatus reld, zoo privaat als publiek, est. (S. R. Cong. Deer. 2 A- mag gebeden en gezongen pnlis 1899.) worden. (Decreet der H.Con- greg. der Rit. 2 April 1899.) Sancta Trinitas, unus De- H. Drievuldigheid, één us, miserére nobis. God, ontferm U onzer. Cor Jesu Filii Patris Hart van Jesus, Zoon setérni, des eeuw.gen Va¬ ders, Cor Jesu, in sinu Vir- Hart van Jesus in den ginis Matris a Spiritu schoot der MoederSancto formatum, maagd door den heih- gen Geest gevormd, Cor Jesu, Verbo Dei Hart van Jesus, met het substantialiter üni- Woord Gods in eetum nen persoon veree- nigd, Cor Jesu.Majestatis in- Hart van Jesus, vol on- finitae, eindige heerlijkheid, Q Cor Jesu , Templum 3 Hart van Jesus, heilige a Dei sanctum, 8 tempel Gods, Cor Jesu, Tabernacu- 3. Hart van Jesus, woon- 3 lum Altissimi, 3 tent des Allerhoog- ^ 3 sten, § Cor Jesu, domus Dei | Hart van Jesus, huis n et porta cceli, f Gods en poort des n hemels, Cor Jesu, fornax ar- Hart van Jesus oven dens caritatis, brandend van 1'efde, Cor Tesu, justitije et Hart van Jesus, schatamóris receptaculum, kamer van gerechtigheid en liefde, Cor Jesu, bonitate et Hart van Jesus, vol amóre plenum, goedheid en liefde, Cor Jesu, virtütum óm- Hart van Jesus, afgrond nium abyssus, van alle deugden, Cor Jesu, omni laude Hart van Jesus, allen dignissimum, lof overwaardig, Cor Jesu, Rex et een- Hart van Jesus,Beheer- trum ómnitim córdium, scher en middelpunt al- miserere nobis. ler harten, ontferm U „ T . onzer. Jesu' ',n quo sunt Hart van Jesus, in het- omnes thesauri sa- welk alle schatten pientiae et sciéntiae, van wijsheid en we- r~ T • tenschap zijn, tat m q,U0 .hébi- Hart van Jesus, in het- plemtüdo welk de gansche vol- D'v.nitatis, heid der Godhejd n , . woont, CorJesu, in quo Pater Hart van Jesus. in hets bene complacuit, welk de Vader zijn welbehagen gevonn T . den heeft, Cor Jesu, de cujusple- Hart van Jesus, van Q nitudine oranes nos g. welks volheid wij I accepimus, § allen ontvangen heb^ f n i ben, 3 Cor Jesu, desidérium " Hart van Jesus, verlan- C cóllium asternórum, | gender eeuwige heü-g r . »' velen, n Cor Jesu, pat.ens et " Hart van Jesus, gedul- S misericórdiae, dig en groot in barmf r j- . hartigheid, Cor Jesui, dives in om- Hart van Jesus, nik nes qui mvocant te, voor allen die Ü aan C°sranJStisnSViteet «-van Jesus, bron anctitatis, van leven en hei,jg- n . heid, Cor Jesu, propitiatio Hart van Jesus, verzoepro peccatis nostris, ning voor onze zon- Cor Jesu, saturatum op- HarTvan Jesus. ver«. jesus», verza- nróbriis, miserére no- digd met versmadingen, ontferm U onzer. Cor Jesu, attritum pro- Hart van Jesus, gebropter scélera nostra, ken om onze misda¬ den, Cor Jesu, usque ad Hart van Jesus, gehoormortem obédiens fa- zaam geworden tot ctum, ^en dood, Cor lesu, lancea per- Hart van Jesus met de forïtum, lans doorstoken, Cor Jesu, fons tótius Hart van Jesus, bron consolatiónis, _ van alle vertroos- o H. ting, S, Cor Jesu, vita et resur- £» Hart van Jesus, ons Ie- n réctio nostra, 3" ven en onze verrij- ° zenis, ^ Cor Jesu, pax et recon- o Hart van Jesus, onze § ciliatio nostra, %■ vrede en onze ver- g zoening, Cor Jesu, victima pee- Hart van Jesus, slachtcatórum, offer voor de zonda¬ ren, Cor Jesu, salus in te Hart van Jesus, heil van sperantium, die op U hopen, Cor Jesu, spes in te Hart van Jesus, hoop moriéntium. van die in U sterven Cor Jesu, deliciae San- Hart van Jesus, wellust ctórum ómnium, van alle Heiligen, Agnus Dei, qui tollis pee- Lam Gods, dat de zonden cata mundi, paree no- der wereld wegneemt, bis, Dómine. spaar ons Heer. Agnus Dei, qui tollis pee- Lam Gods, dat de zonden cata mundi, exaudi nos, der wereld wegneemt, Dómine, verhoor ons Heer. Agnus Dei, qui tollis pee- Lam Gods, dat de zonden cata mundi, miserére der wereld wegneemt nobis. ontferm U onzer. f. Jesu mitis et hümilis f. Jesus, zachtmoedig COI"de. en ootmoedig van harte. S. Fac cor nostrum se- g. Maak ons hart gelijkcundum Cor tuum. vormig aan uw Hart. Laat ons bidden Omnipotens sempitér- Almachtige, eeuwige ne Deus, réspice in Cor God, sla uwe blikken op dilectissimi Filii tui et in het Hart van uwen allerlaudes et satisfactiónes, liefsten Zoon, en op de lof- quas in nómine peccató- prijzingen en voldoeninrum tibi persólvit, iisque gen, die Het U gebracht misericórdiam tuam pe- heeft in naam der zondaténtibus, tu véniam con- ren, en verleen Gij aan decéde placatus, in nómine zen, waar ze uwe barmejiisdem Filii tui Jesu hartigheid afsmeeken, Christi qui tecum vivit et goedgunstig vergiffenis in regnat in unitate Spiritus naam van denzelfden JeSancti Deus, per ómnia sus-Christus, uwen Zoon, saecula saeculórum. fi. A- die met U leeft en heerscht men- in de eenheid des H. Gees- tes God, door alle eeuwen der eeuwen, g. Amen. Formulier van Toewijding aan het Allerheiligst Hart van Jesus Allerzoetste Jesus, Verlosser van het menschelijk geslacht, zie ons in alle nederigheid \oor uw altaar neergeknield. Wij behooren U toe, en wij willen U ook toebehooren; maar om des te inniger met U .vereenigd te zijn, wijdt ieder onzer zich heden vrijwillig aan U toe. Zoovelen zijn er, die U nimmer gekend hebben; zoovelen, die U door het veronachtzamen uwer geboden van zich hebben afgestooten. Allergoedertierenste Jesus, heb met hen allen medelijden en trek hen tot uw heilig Hart. O Heer, wees Gij Koning, niet enkel over de getrouwen, die nooit van I" zijn afgeweken, maar ook over die zondige kinderen, welke U hebben verlaten ; doe hen spoedig terugkeeren tot het huis huns Vaders, opdat zij niet van ellende en honger omkomen. Wees Gij Koning over hen die of wel door dwaling des geestes misleid of wel door scheuring van ons gescheiden zijn. en roep hen terug tot de poort der Waarheid en de eenheid des Geloofs, opdat het weldra één schaapsstal en één herder worde. Wees Gij Koning over allen, die ter prooi zijn aan liet oude heidensche bijgeloof en voer hen genadig uit de duisternis tot het licht en het Rijk Gods. Schenk, Heer, aan uwe Kerk volkomen vrede en vrijheid; schenk aan alle volken rust, en maak dat over geheel de aarde deze ééne kreet weerklinke : Eere zij aan het Goddelijk Hart, dat ons de zaligheid heeft verworven, eere, lof en glorie in alle eeuwen. Amen. Feest van den heiligen Bonifacius, Bisschop en Martelaar 5 JUNI Deze is met deiiH. Willïbrordiis de ware vader van ons Vaderland, daar wij aan hen het geloof tc danken hebben. Van Engeland kwam de H. Bonifacius naar de Nederlanden. wijdde zich als.priester en later als Bisschop aan de bekeering onzer heidensche voorouders, bijzonder der Friezen. Als Aartsbisschop van Utrecht volgde hij den H. Willibrordus op. Op een zijner tochten naar Friesland werd hij met talrijke gezellen te Dokkutn door de nog heidensche Friezen overvallen en gedood. Dankbaarheid past ons jegens onzen grootsten weldoener Bonifacius ; maar dan dank door daden : door volgens het geloof te leven. Het begin der Mis « Statuit ei Dominus, » zie bladz. 187. Gebed God, die U gewaardigd hebt eene menigte volkeren door den ijver van uwen H. Bisschop en Martelaar Bonifacius tot de erkentenis van uwen Naam te roepen; geef genadig. dat wij zijne voorspraak gevoelen, wiens plechtig feest wij vieren. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Jacobus Om wille van het geloof blijmoedig alles Je verdragen. Zeer Beminden : Zalig de man. die keproevinR lijdt, omdat hij, als hij proefhoudend zal zijn (gebleken) de kroon des levens zal ontvangen, die de Heer toegezegd heeft aan hen, die Hem lief hebben. Niemand^ als hij bekoord wordt zegge, dat hij door God bekoord wordt: want God kan niet tot kwaad bekoord worden, en Hij zelf bekoort niemand. Maar elk wordt bekoord, door eigen begeerlijkheid aangetrokken en verlokt. Als nu de begeerlijkheid ontvangen heeft, brengt zij de zonde voort: en als de zonde bedreven is brengt zij den dood aan. Wilt dus me dwalen, allerliefste broeders. Alle beste gave en alle volmaakt goed komt van boven, komt af van den Vader der lichten, bij Wien geene verandering of sehaduw van verande liikheid is. Want volgaarne heeft Hij ons door het woord der waarheid geteeld, opdat wij een eersteling schepsel zouden zijn. Graduale Invéni David servum Ik heb Dayid, mijn diemeum óleo sancto meo naar gevonden; met mij unxT'eum ? Manus enim heiligen Olie hem gezaW : mea auxiliabitur ei, et mijne hand zal hem h«J brachium meum eonfor-lpen en mijn arm3ohem r>2 tabit eum. t. Nihil profi- versterken. De viiand eiet mimicus in eo; etfili- zal niets op Hem vermous miquitatis non nocébit gen; en de zoon des ver- el-Aii !-• „ ^ derfs hem niet schaden. Alleluja, alleluja, y. Tu Alleluja, alleluja. % Gij es Sacerdos in aeternum zijt Priester in eeuwiesecundum órdmem Mei- heid volgens de orde van chisedech. Alleluja. |Melchisedech. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Christus eisclit, dat we alles verzaken, en de zaak der zaligheid met ernst ter hand nemen, gelijk iemand doet, die een huis gaat bouwen. dien tijde zeide Jesus tot de menigte : Indien iemand tot Mij komt en niet haat (1) zijnen vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, alsook nog zijn eigen leven, kan hij mijn leerling niet zijn. En die niet zijn kruis draagt en mij navolgt, kan mijn leerling niet zijn. Want wie van u, als hij een toren wil bouwen, zit niet eerst neer en telt de kosten, die noodzakelijk zijn, of hij heeft om af te maken; opdat niet als hij den grondslag gelegd heeft en niet kan afmaken, allen die het zien hem beginnen mt te lachen.zeggende:Deze mensch heeft beginnen te bouwen, doch hij kon niet voleindigen. Of welke koning, als hij tegen eenen anderen koning wil optrekken ten (ï Mii;«:<»r liofheeft. oorlog, zet zich niet vooraf neder en beraadslaagt, of hij met tienduizend hem kan ontmoeten. die met twintigduizend op hem aanrukt? Anders zal hij, terwijl die nog verre af is, gezanten zenden en den vrede vragen. Aldus kan niemand van u, die niet alles verzaakt, mijn leerling zijn. Bij de Offerande « Veritas mea, » zie bladz. 180. Stil Gebed Wij bidden U, Heer. dat overvloedige zegen daal' over deze offers; opdat deze onze heiliging barmhartiglijk bewerke en ons doe verblijden over de plechtige viering van uwen H. Martelaar en Bisschop Bonifacius. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie « Semel juravi, » zie bladz. 191. Na de Communie Door de heilrijke Geheimenis geheiligd, Heer, smeeken wij, dat wij niet ontberen het godvruchtig gebed van uwen H. Martelaar en Bisschop Bonifacius, door wiens bescherming Gij ons hebt doen bestieren. Door onzen Heer Jesus-Christus. Feest van den heiligen Norbertus Bisschop en Belijder 6 JUNI In het jaar 1134 stierf deze groote Ordestichter, Aartsbisschop van Maagdenburg, strijder voor, en verspreider van de godsvrucht tot het H. Sacrament des Altaars. Aan den H. Norbertus is het te danken, dat de ketterij dier dagen, door zekeren Tanchelinus te Antwerpen in België gepredikt, is uitgeroeid. Hij stichtte de Orde der Norbertijnen of van Premonstreit (i) en even als htm geestelijke Vader leggen zijne zonen zich vooral toe, om de godsvrucht tot het Hoogwaardig Geheim onzer Altaren, onder het volk te doen toenemen en algemeen te maken. (2) Zeker kunnen we den H. Norbertus geen aangenamer gelukwenschiitg aanbieden op zijn feestdag, dan door de H. Mis bij te wonen en op te dragen, ten einde in ons zeiven en bij anderen de godvruchtige vereering van het H. Sacrament te doen toenemen. (i) De plaats, waar hij de eerste volgelingen zijner orde vestigde. (2, Hetzelfde doel beoogt - het Offer, » een maandschrift door de Norbertijnen te Heeswijk uitgegeven. De Mts van Eerherstel, eene Aartsbroederschap, waarin men zich bij dezelfde zonen van den H. Norbertus kan doen inschrijven, schrijft den leden voor: in de week eene H. Mis bij te wonen en op te dragen voor hen, die zulks op Zondagen en Feestdagen verzuimen. Dezelfde Mis als bladz. 769, zonder Alleluja luiten den Paaschtijd, behalve het volgende : Gebed God. die uwen H. Belijder en Bisschop Norbertus tot een machtigen prediker van uw woord gevormd, en door hem de Kerk in een nieuw kroost vruchtbaar gem hebt; geef, smeeken wij, dat op de ™olb^e 7ijner verdiensten wij met uwe hulp moBen ten uitvoer brengen, hij door mond en daad geleerd heeft. Door onzen Heer Jesus Christus. Buiten den Paaschtijd. Graduale Ecce Sacérdos magnus,j Zie^er nui in diébus suis placuit ter, die Sedur^ ZjL. Deo. v. Non est invéntus leven aangenaam^^ SiT!iSJm Eqx1élsrSerVa| mand heeft gelijk hij, de ret legem Excelsi. wet des Anerhoogsten onderhouden. Alleluja, alleluja, *. Tu f es Sacérdos in ffitérnum, "3' Prl®ster , rde van secündum órdinem Mei- held, vo g Alleluja chisedech. Alleluja. Melchisedech. Alleluja. Feest van den H. Barnabas, Apostel lh 11JUNI I HetH. Evangelie meldt de geschiedenis van dezen I <1 Apostel. Hij behoorde niet tot de 12 Apostelen, doorW c Christus verkoren, doch werd op bijzondere wijze I 1 door den H. Geest aangesteld, wellicht om de mild-1 ' dadigheid en de gaven van profetie, waarin hij uit-1 muntte. Van daar zijn naam Barnabas d. i. zoon I der vertroosting en : profeten zoon ; want hij I was eerst José of Joseph geheeten. I* Onthechting aan de goederen der aarde leert ons I de H. Barnabas. Vragen wij door zijne voorspraak, I onze tijdelijke goederen te gebruiken, tot eigen I heil, tot eer van God en godsdienst en tot ondersteu- I ning « der arme ledematen » van Jesus-Christits. I Het begin der Mis I « Mihi autem, » zie bladz. 689 I Gebed I God, die ons verblijdt met de verdiensten I en voorbeden van uwen H. Apostel Barna- I bas; geef genadiglijk, dat wij die U door hem I weldaden vragen, die door de gave uwer ge- I: nade verkrijgen. Door onzen Heer J.-C. Ij Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen Ij In die dagen is er te Antiochië een groot I tl . fSSsSSSSH dC "tS raSTetS» 1» de. Heer; "itr- ee. B»ed J.. »rS £ had, bracht hij hem n deKerk aidaar, ^rkeerdeneenge menigte, zoodat de en leerden eene gi Christenen lei dingen te Amoebe h« ee® C ^ ^ genoemd werden. profeten en Leeraars, welke te Antiochie is. Proleten ei ^ onder welke Barna^ as^en^ van'CyrenCi en genoemd wordt, T4 prodes den Manahen, zoogbroeder van Herodes ^ IHÏeTdÏnsfdÏlenl - vas«en sprak de SrÜfdlTJd» oP en lieten hen gaan. - 1) Het H. Misoffer opdroegen. Graduale « In omncm terram, » zie bladz. 690. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Zending der Apostelen : zij zullen alles te lijden hebben, doch en daarom bovennatuurlijke kracht ontvangen. Te dien tijde zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Ziet, Ik zend u als schapen te midden van wolven. Zijt derhalve voorzichtig als slangen en eenvoudig als duiven. Zijt op uw e hoede voor demenschen. Want zij zullen u overleveren aan hunne vierscharen en in hunne Synagogen zullen zij u geeselen; en voor landvoogden en koningen zult gij om mijnentwil worden gevoerd, hun en den volken tot getuigenis. Maar als zij u overleveren, wilt niet bedacht zijn op wat of hoe gij zult antwoorden : want 11 zal in dat uur gegeven worden, wat gij moet spreken. Want niet gij zijt het, die spreekt, maar het is de Geest uws Vaders, die in u spreekt. Ook zal de eene broeder den anderen ten dood leveren, en de vader den zoon, en kinderen zullen opstaan tegen ouders en hun den dood aandoen; en gij zult van allen gehaat worden om mijnen Naam; hij echter die vol- . 1. . . 1 . • _s_ 1 «iin Püirnn IlUUUl lui 11c:L —J —• - Bij de Offerande « Constitues eos, » zie bladz. 428Stil Gebed Heilig, Heer, de opgedragen; en op de voorspraak van petten Apostel, reinig ons door d - ] Chris. onzer zonden. Door onzen Heer jesu Prefatie van de Apostelen, bladz. iV- Bij de Communie « Vos, qui secuti,» zie bladz. 691. Na de Communie Smeekend vragentij dat Gij hun, die Gij met den heili- versterkt door de ge,v,ardigt te ccn Barnatas, «»»tA^.elge"allige «den geven, dat zij L m iesus-Christus. dienen. Door onzen Heer je^ ^ ^eest van den H. Odulphus, Belijder 13 JUNI u „„ar*** .'astoor. Vertrouweling van den neuigt schop Freder icus van Utrecht, zond deze hem naar de Friezen, van wie hij liet gevaar a fwendde van in de Ariaansche ketterij te vervallen. Bewonderenswaardig is de H. Odulphns in het veelvuldig lijden, dat hij onderstond en in liet geduld, de zachtzinnigheid en liefde welke hem immer bijbleven : Overweging. gebed en versterving gaven hem daartoe de kracht. Het begin der Mis « Osjusti meditabihir, » zie bladz. 3og. Gebed God, die de Kerk verlicht door de verdiensten en onderwijzingen der Heiligen; maak dat wij, door de voorspraak van den H. Odulphus, uwen Belijder, door het licht des geloofs onderwezen als wij zijn, ook een U toegewijden wil hebben en uwe Majesteit met een oprecht hart dienen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Zalig de man die zonder vlek bevonden is, en die het goud niet naloopt (er naar dorstJ, noch al zijne verwachting stelt op geld en rijkdom. Wie is er zoodanig, en wij zullen hem prijzen? want hij heeft wonderdaden in zijn leven gedaan. Die hierin op de proef gesteld en volmaakt bevonden is, hem zij eeu- vige glorie; die (Gods wet) heeft kunnen overtreden, doch het niet Sed^,h®eft, ^t kwaad heeft kunnen doen, doch het niet deed; daarom zijn zijne goede werken, bij den Heer bevestigd (ter belooning), en de gcheele Kerk der geloovigen zal zijne aalmoezen vermelden. Graduale « Justus ut palma florebit, » zie bladz. 179. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 3ii. Bij de Offerande « Verüas mea, » zie bladz. 180. Stil Gebed Wij dragen U op. Heer, offers van lof ter herinnering uwer Heiligen, doorwierhulp wij hopen van alle tegenwoordig en toe komstig kwaad verlost te zijn. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gewone Prtzfatie, bladz. i33. Bij de Communie « Beatus servus, » zie bladz. 181. Na de Communie Door deze hemelsche Spijs en Drank ver- kwikt, bidden wij nederig. Heer onze Uod, dat wij door zijne gebeden mogen geholpen worden, ter wiens gedachtenis wij die hebben genuttigd. Door onzen Heer J .-C. Feest van den heiligen Antonius van Padua, Belijder 13 JUNI Te Lissabon geboren in 119S was hij eerst getreden in de Orde van den H. Augustinus. Acht jaren daarna was hij getuige van de overbrenging der relikwieën van vijf Franciscanen, door de Heidenen gemarteld, en nam hij het besluit in deze Orde te treden. De H. Antonius overwoog, bad, predikte, verlangde naar het martelaarschap, pleegde versterving, verdedigde het geloo f, onderwees in den godsdienst, was nederig, gehoorzaam, verstorven, rein, heilig van levenswandel. Niet altijd bedenkt men, dat om door de voorspraak van den H. Antonius weldaden te verkrijgen, de eerste en noodzakelijke voorwaarde daartoe is, dat men de deugden des Heiligen navolge. Het begin der Mis « Osjusti meditabitur, » zie bladz. 309. Gebed O God. dat het plechtig feest van den H. Antonius, biijde, opdat zij stee s , eeuwige vreugChristus. uezing uit den Brief van den H Aposte. Paulus aan de Corinthiers Broeders: Wij zijn een schouwspel, <»*., sic bladz. 692. Graduale 1 o flnré-! De rechtvaardige zal Justus ut P ™ Libani [bloeien als een palmboom, bit : sicut cedrus 1 ls een cederboom zal hij multiplicabitur m do 1 ien in het huis des Dómini. V. Ad annuntian | ^ en. 5,. Om des mordum mane miscncórdi barmhartigheid tuam, et ventatem tuam geenSv™ondigen, en des per noctem. nachts, uwe waarheid. Alleluja, alleluja. % A- bemind mavit eum Dóm.nus et Heer hee^ beladen ; Hij ornavit eum : stolam gl hem gekleed met het rise induit eum. Alleluja, hee^ em, heerUjkheid. Alleluja. ..n ... " I„di.» tijd «idejesus. • Bij de Offerande l « Ventas meet, » zie bladz. 180. Stil Gebed Het tegenwoordig Offer zij, Heer, heilrijk voor uw volk, voor hetwelk Gij U gewaar<%d hebt, U levend aan den Vader op te offeren. Die met denzelfden Vader en den H. Geest leeft en heerscht, God in alle eeuwen der eeuwen, i§. Amen. Bij de Communie « Beatus servus, » zie bladz. 181. Na de Communie Van uwe goddelijke Gaven verzadigd, bidden wij U, Heer, dat wij door de verdiensten en voorbede van den H. Antonius, uwen Belijder. de uitwerking van het heilrijk Offer mogen gevoelen. Door onzen Heer JesusChristus. Feest van den H. Aloysius, Belijder 21 JUNI J~*e Engelachtige Jongeling, gelijk de jonge Markgraaf van Castiglione bijgenaamd is, vertoefde slechts 21 jaren op dit ondermaansche. In korten tijd volbracht had hij toch lang geleefd; zóóveel deugden had hij beoefend, zooveel verdiensten verzameld. De I{. Aloysius wordt door de II. Kerk voorde- L steld als het Toonbeeld van onschuld en zuiverheid en als de Patroon der studeerende jeugd. Ofschoon de Heilige een Engel in het vleesch scheen, gebruikte hij krachtige middelen om de zuiverheid te bewaren : stipte gehoorzaamheid aan de minste geboden, verachting der wereld, onverzoenlijken haat tegen zich zeiven. Daar tegenover : vurige liefde tot God en den naaste, het gebed, versterving en strenge boetpleging; het dikwijls ontvangen der HH. Sacramenten. Jongelieden: wilt gij rein zijn en blijven, laat dan uwe godsvrucht tot den H. Aloysius bestaan in deze zelfde middelen te gebruiken : en dan kunt gij verzekerd zijn van zijne hulp en voorspraak. (1) Het begin der Mis Minuïsti eum paulo minus ab Angelis; gloria et honóre coronasti eum. Ps. Laudate Dóminum, omnes Angeli ejus: laudate eum, omnes Virtütes ejus. v. Glória Patri. — Minuisti eum. Weinig minder dan de Engelen hebt Gij hem gemaakt: met heerlijkheid en eer hem gekroond. Ps. Looft den Heer, al zijne Engelen: looft Hem, al zijne Heerscharen. f. Glorie zij den Vader. — Weinig. (1) De oefening des Zes Zondagen, onmiddellijk voorafgaande aan den feestdag van den H. Aloysius, bestaat, V-halve in bepaalde gebeden, in zes Zondagen de H. Sacramenten der Biecht en Communie te ontvangen. Telkens en op den feestdag zeiven kan men een vollen aflaat verdienen. Gebed God, Uitdeeler der hemelsche gaven, die in den engelachtigen jongeling Aloysius eene wonderbare onschuld van leven te gelijk met den geest van boetvaardigheid vereenigd hebt; geef door zijne verdiensten en gebeden, dat wij die hem niet gevolgd hebben in zijne onschuld, hem navolgen in zijne boetvaardigheid. Door onzen Heer JesusChristus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Zalig de man die zonder vlek bevonden is : en die het goud niet naloopt (er naar dorst), noch al zijne verwachting stelt op geld en rijkdom. Wie is er zoodanig, en wij zullen hem prijzen ? want hij heeft wonderdaden in zijn leven gedaan. Die hierin op de proef gesteld en volmaakt bevonden is, hem zij eeuwige glorie: die (Gods wet) heeft kunnen overtreden, doch het niet gedaan heeft; die kwaad heeft kunnen doen, doch het niet deed; daarom zijn zijne goede werken bij den Heer bevestigd (ter belooning). Graduale Dómine, spes mea a juventüte mea : in te confirmatus sum ex ütero : de ventre matris meae tu 1 Heer, Gij zijt van mijne jeugd af mijne hoop : op U werd ik bevestigd van den schoot af aan; van I mijner moeder schoot af zijt Li ij mijn üescnermci. iy. Mij hebt Gij om mijne onschuld opgebeurd, en mij bevestigd voor uw aanschijn in eeuwigheid. Alleluja, alleluja, f. Zalig, dien Gij uitverkoren hebt en opgenomen: hij zal in uwe voorhoven wonen. Alleluja. es protéctor meus. fr. Me autem propter innocéntiam suscepisti, et confirmasti me in conspéctu tuo in aitérnum. Alleluja, alleluja. ?. Beatus quem elegisti, et assumpsisti: inhabitabit in atriis tuis. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheus Te dien tijde antwoordde Jesus aan de Saduceeën: (1) Gij dwaalt en kent noch de schriften, noch de kracht Gods. Want by de verrijzenis zullen zij niet huwen noch uitgehuwelijkt worden, maar zij zullen zijn als Gods Engelen in den hemel. En wat aangaat d opstanding der dooden : hebt gij niet gelezen hetgeen door God gezegd is, tot u sprekende Ik ben de God van Abraham, en de God van Isaac, en de God van Jacob? Godis met een God der dooden, maar der levenden. En als de menigten dit hoorden, waren zij verbaasd over zijne leer. De Pharizeeen echter, als zij vernamen, dat Hij de Saduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen bijeen; en een leeraar der wet onder hen ondervroeg Hem, om Hem op de proef te stellen : Meester, welk (1) Die de verrijzenis der dooden loochenden. ^ 53 is het grootste gebod in de wet! Jesus zeide hem : Gij zult den Heer uwen God liefhebben uit geheel uw hart, met geheel uwe ziel en uit geheel uw verstand. Dit is het grootste en eerste gebod. En het tweede is hieraan gelijk : Gij zult uwen naaste beminnen gelijk u zeiven. Aan deze twee geboden hangt de geheele wet en de Profeten. (1) Bij de Offerande Quis ascéndet in mon- Wie zal den berg des tem Dómini, aut quis sta- Heeren bestijgen of wie bit in loco sancto ejus ? zal staan in zijne heilige Innocens manibus,etmun- plaats? Die rein van hando corde. den en zuiver van hart is. Stil Gebed Doe ons, Heer, met het bruiloftskleed aangedaan aanzitten aan den hemelschen maaltijd, die door de godvruchtige voorbereiding en de gestadige tranen van den H. Aloysius met onschatbare edelgesteenten versierd werd. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gewone Preefatie, bladz. i33. Bij de Communie Panem cceli dedit eis: I Brood van den hemel (1) Die dit doet, heeft al volbracht, wat de wet en de Profeten voorschrijven. panem Angelórum man- gaf Hij hun : de mensch ducavit homo. heeft het brood der En¬ gelen gegeten. Na de Communie Geef, Heer. dat zij die metEngelenspijze gevoed zijn, ook met engelachtige zeden leven; cn dat wij op het voorbeeld van hem, dien wij heden vereeren, ook immer dankbaar blijven. Door onzen Heer Jesus-Christus. Geboortedag van den H. Joannes den Dooper 24 JUNI Hij is de eenige Heilige, wiens geboorte- en sterfdag (29 Aug.) de H. Kerk herdenkt, 't Is omdat cv volgens de eeuwige waarheid geen grooter mensch ooit geboren werd. Niet alleen om zijne hoge waardigheid van Voorlooper des Verlossers, maar ook om zijne deugden. Jesus zelf Prijst Joannes' deugden en beveelt ze aan: zijne verachting der wereld, zijne vrijmoedige prediking tegen het kwaad, zijne nederigheid, geest van boetvaardigheid, waartoe Joannes anderen opwekte, maar waarvan hij in levenswij ze,in kleeding, in eten en drinken het voorbeeld gaf. Het begin der Mis t-\e ventre matris me£e|"[~\E Heer heeft ^7®" L) vocavit me Dóminusll—' den schoot mijner nómine meo; et pósuit os meum ut gladium acütum : sub teguménto manus suae protéxit me, et pósuit me quasi sagittam eléctam. Ps. Bonum est confitéri Dómino, et psallere Nómini tuo, Altissime. V. Gloria Patri. — De ventre. moeder bij mijn naam geroepen : en Hij heeft mijn mond gemaakt als een scherp zwaard : onder de hoede zijner hand heeft Hij mij beschermd en mij gemaakt tot een uitgelezen pijl. Ps. Goed is het, den Heer te belijden : en uwen Naam lof te zingen, o Allerhoogste, y. Glorie zij den Vader. — De Heer. Gebed God, die dezen dag eerbiedwaardig gemaakt hebt door de Geboorte van den H. Joannes; geef aan uwe volken de genade van geestelijke vreugden, en richt de harten aller geloovigen naar den weg der eeuwige zaligheid. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Profeet Isaïas Verheffing van des Heeren dienaar bij uitnemendheid. Hoort, eilanden en luistert, volkeren van verre : De Heer heeft mij van de geboorte af geroepen; van den schoot mijner moeder heeft Hij mijnen naamvermeid. En Hij heeft mijnen mond gemaakt als een scherp zwaard, in de schaduw zijner hand mij beschut; en Hij heeft mij gemaakt tot een uitgelezen pijl, in zijnen koker mij verborgen. En Hij sprak tot mij: Mijn dienaar zijt gij, Israël, want •ian ti zal Ik Mij verheerlijken. En nu zegt de Heer, die mij van de geboorte af gevorm heeft tot zijnen dienaar: Zie, Ik heb u ge steld tot een licht voor de Heidenen opdat gij mijn heil zijt tot aan het uiteinde der aarde Koningen zullen het zien en vorsten opstaan en zich nederbuigen om wille van den Heer en om Israël's Heilige, die u heeft uit verkoren. Graduale Priüsquam te formareml Vooraleer Ik u in den in ütero, novi te, et a„- schoot vormde heb ,k u tequam exires de ventre, gekend en vóór gij mt sanctificavi te. * Mis.t den schoot tradt^ heb^ Dóminus manum suam, u geheilig . . et tétigit os meum,et dixit strekte zijne hand uit en ei reugii« raakte mijn mond aan en mlhl' sprak tot mij. ejus. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Voor Elisabeth werd de tijd van te baren vervuld en zij baarde een zoon. hare buren en bloedverwanten hoorden, dat de Heer grootelijks zijne barmhartigheid aan haar bewezen had, en zij verheugden zich met haar. En het geschiedde op den achtsten dag, dat zij kwamen om het kind te besnijden, en zij noemden het, naar zijns vaders naam Zacharias. Maar zijne moeder nam het woord en zeide : Geenszins, maar hij zal Joannes heeten. En zij zeiden tot haar : Er is niemand onder uwe maagschap, die met dezen naam genoemd wordt. Maar zij wenkten zijnen vader, hoe hij wülde, dat hij zou genoemd worden. En hij vroeg een schrijfbordje en schreef zeggende : Joannes is zijn naam. En allen waren verwonderd. Terstond werd zijn mond ontbonden en zijne tong; en hij sprak. God lovende. En er ontstond vrees bij al hunne buren : en al deze woorden werden door het geheele gebergte van Judea verbreid : en allen die het hoorden, namen het ter harte en zeiden : Wie zal toch die knaap zijn, denkt gij ? Want Gods hand was met hem. En Zacharias, zijn vader, werd vervuld van den H. Geest, en hij profeteerde en sprak : Gezegend de Heer, de God van Israël, omdat hij zijn volk bezocht en verlossing te weeg gebracht heeft. Bij de Offerande « Justits ut f>alma, » zie bladz, 262. Stil Gebed Op uwe altaren. Heer, leggen wij onze offers neer: terwijl wij met verschuldigde cerbetooning den Geboortedag van hem vieren. die voorspelde dat de Verlosser der wereld zou komen, en die Hem als gekomen aanwees, onzen Heer Jesus-Christus uwen Zoon, die metU leeft en heerscht inde eeuwen der eeuwen. Amen. Gewone Prcefatie, bladz. i33. Bij de Communie Tu puer, Prophéta Al- Gij, kind zult.de Protissimi vocaberis : prseibis feet des Alle^°°f.S ^ cnim ante faciem Dómini genoemd worden. gij zul pardreviasejus. den Heer vooruit gaan, zijne wegen bereiden. Na de Communie Laat, o God, uwe Kerk vreugde smaken bii de Geboorte van den H.Joannes den Dooper, door wien zij den Bewerker harer wedergeboorte heeft leeren kennen, onzen Heer Jesus-Christus, uwen Zoon, die met U leett en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen. Feest der HH. Apostelen Petrus en Paulus 29 JUNI « Heden besteeg Simon-Petrus het Kruis« hout : heden ging de Sleuteldrager des « Rijks vreugdevol tot Christus heen; heden « is de H. Paulus, het licht der gansche we« reld, na het hoofd gebogen te hebben (on« der het zwaard), voor Christus' Naam met « het martelaarschap gekroond. » Zoo beschrijft de H. Kerk het feest van dezen dag in de kerkelijke Getijden. Petrus, eerst Simon geheeten, van Bethsaïda geboortig, was een broeder van Andreas, door wien hij tot Christus werd gebracht, die hem den naam van Petrus gaf. Hij was de eerste, die na de wondervolle vischvangst den Zaligmaker volgde. Petrus was tegenwoordig bij de grootste gebeurtenissen, die in het leven des Verlossers voorkomen : bij de gedaanteverandering op Thabor; bij de opwekking der dochter van Jaïrus; in den hof van Olijven, enz. Zóó reeds aangewezen tot hoofd der Apostelen, werd hij uitdrukkelijk aangesteld, toen Christus tot hem sprak als dusdanig : « Op u zal ik mijne Kerk bouwen. » — « u zal ik de sleutels van het Rijk der hemelen geven; » — « Ik heb voor u gebeden. opdat uw geloof niet zou wankelen, versterk gij uwe broeders; » K weid mijne lammeren, weid mijne schapen. » (1) Petrus predikte het eerst aan Joden en Heidenen, werd in de gevangenis geworpen, daaruit door een Engel verlost, vestigde zich te Antiochië,waar hij zeven jaren verbleef, keerde dan naar Rome terug, bestierde van daar uit de geheele Kerk, totdat hij op dezen dag van het jaar 67, met het hoofd naar beneden bekruist werd onder Keizer Nero. " Op dezen zelfden dag werd de H. Paulus onthoofd. Deze Apostel was geboren te Tarsis, een even groot vervolger der Kerk van Christus, als ijverig aanhanger der Joodsche wet. Toen hij naar Damascus ging, om de Christenen te vervolgen, werd hij door den Heer zeiven bekeerd. Een bliksemstraal wierp hem van het paard en hij hoorde eene stem : « Saulus, waarom vervolgt gij Mij ? » «Wie zijt Gij, Heer,» vroeg Paulus, «en wat wilt Gij, dat ik doe?» De Heer gelastte hem naar Ananias te gaan, opdat hij door dezen onderwezen en gedoopt zou worden, voorspelde hem, dat hij veel te lijden zou hebben voor zijnen Naam, want dat hij een uitverkoren vat was, om den Naam van Jesus aan de Heidenen te brengen. (1) Matth.XIV, 18-19. - Luc. XXXI, 32. - Joan. XXI, 17. Onmogelijk is het, op te noemen, wat de H. Paulus gedaan en geleden heeft om aan de Heidenen het Evangelie te verkondigen. Hij onderwees hen door woord en voorbeeld, bovendien door zijne brieven, 14 in getal, die deel uitmaken van de H. Schrift. Zijne goede, maar moeielijke loopbaan eindigde hij met Petrus, dóch Paulus door het zwaard. Daarom viert de H. Kerk het feest dezer beide Apostelen op één dag, want: wijl zij « ook in den dood niet gescheiden zijn, » heeft de H. Kerk Petrus, haren hoeksteen en Paulus, de kolom, waarop de H. Kerk rust, ook niet in haren eeredienst willen scheiden. Wat is plichtmatiger voor den Christen, dan heden vurig te bidden voor den bloei en de verbreiding der H. Kerk, voor haar zichtbaar Opperhoofd, den Opvolger van Petrus, opdat de Heer der H. Kerk met haar en hem blijve, d. i. zijne beschermende hand over Kerk en Paus uitstrekke, tot aan de voleinding der eeuwen. Het begin der Mis bevat de woorden, welke Petrus sprak, toen hij zich door een Engel uit de gevangenis verlost zag. Nunc scio vere, quia misit Dóminus Angelum suum : et eripuit me de manu Heródis, et Nu weet ik inderdaad, dat de Heer zijn Engel gezonden, en mij ontrukt heeft aan de macht de omni exspectatióne van Herodes, en aan alplebis Judseórum. Ps. Dó- le verwachting van het mine, probasti me, et co- Joodsche volk. Ps. Heer, enovisti me. Tu cogno- Gij hebt mij beproefd en visti sessiónem meam, et gekend. Gij kent myn z.tresurrectiónem meam. ten en °Pstaan (a\.™'J" - piririn Patri — Nunc doen en laten). V. ulorie scio zij den Vader. - Nu weet. ik. Gebed O God, die dezen dag door den marteldood uwer Apostelen Petrus en Paulus geheiligd hebt; geef aan uwe Kerk, dat zij in alles volge het voorschrift van hen, door wie haar godsdienst een begin genomen heeft. Door onzen Heer Jesus-Christus. Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen In die dagen sloeg koning Herodes de hand aan eenigen van de Kerk, om hen te vervolgen. Hij doodde dan Jacobus, den broeder van Joannes, door het zwaard. Ziende nu, dat dit den Joden welgevallig was, L-ing hij voort, om ook Petrus gevangen te nemen. Het waren de dagen der ongedeesemde brooden. Als hij dezen dan gevangen had, wierp hij hem in de gevangenis en gaf hem aan vier wachten, elk van vier soldaten ter bewaking, daar hij hem na het Paaschfeest voor het volk wilde brengen. En Petrus. werd dan in den kerker bewaard. Doch door de Kerk werd aanhoudend voor hem tot God gebeden. Als Herodes hem dan voor het volk wilde brengen, sliep Petrus met twee ketenen geboeid, dien nacht (te voren) tusschen twee soldaten; en wachters voor de deur bewaarden de gevangenis. En ziet, er kwam een Engel des Heeren, en een licht straalde in het verblijf, en Petrus in de zijde aanstootende, wekte hij hem met de woorden : Sta spoedig op. En de boeien vielen van zijne handen. De Engel zeide dan tot hem : Omgord u, en doe uw schoeisel aan. En hij deed aldus. En hij sprak tot hem: Werp uw mantel om en volg mij. En uitgaande volgde hij hem, maar hij wist niet, dat het werkelijkheid was, hetgeen door den Engel gedaan werd : hij meende slechts eene verschijning te zien. De eerste en tweede wacht voorbijgaande, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt: deze ging van zelf open. En uitgaande gingen zij ééne straat door, en plotseling scheidde de Engel van hem. En Petrus tot zich zeiven gekomen, sprak: Nu weet ik inderdaad dat de Heer fijnen Engel gezonden, en mij aan de macht van Herodes, en aan alle verwachting van het Joodsche volk ontrukt heeft. Graduale De Apostelen zijn tot groote waardigheid verheven, en tot eene grootsche taak geroepen. Constitues eos princi- Gij zult hen stellen tot nes super omnem terram : vorsten over geheel de mémores erunt Nóminis aarde : en zij zullen uwen tui, Dómine. y. Pro patri- Naam indachtig zijn, (uwe bus tuis nati sunt tibi fflii: macht bezingen) f In proptérea pópuli confite- plaats van uwe Vaderen r . t:u: (de Patriarchen en Profe- buntur tibi. ten) zult gij kinderen (de Apostelen) krijgen : daarom (door hen) zullen de volken uwen Naam belijden. Alleluja, alleluja. Tu Alleluja, alleluja. % Gi> es Petrus, et super hanc zijt Petrus, en op deze petram sdificabo Ecclési- steenrots zal ik mijne am meam. Alleluja. I Kerk bouwen. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheus In dien tijd kwam Jesus, enz., zie bladz. 317. Bij de Offerande « Constitues eos, » zie bladz. 428. Stil Gebed De offeranden, Heer, welke wij offeren, om ze aan uwen Naam te wijden, bevele het gebed der Apostelen aan, door hetwelk Gij ons reiniging en bescherming willet verleenen. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie « Tu cs Petrus, » zie bladz. 319. Na de Communie Heer, Gij, die ons met Spijs uit den hemel verzadigd hebt, bewaar ons door de voorspraak der Apostelen, ook voor alle wederwaardigheden. Door onzen Heer JesusChristus. - Vesper-Lofzang TER EERE der HH. Apostelen Petrus en Paulus D E C O R A L UX 1. Decóra lux aeternita- Het eeuwig-glanzend tis auream, licht heeft zijne gloriestra- len Diem beatis irrigavit Op 't hooge ApostelIgnibus, feest in jubelgloed doen dalen, Apostolórum quae coró- Op 't F eest, den Prinsen nat Principes, van Gods Kerke toege¬ wijd, Reisque in astraliberam En dat boetvaardigen pandit viam. van 't zondejuk bevrijdt. 2. Mundi magister, at- Gij, wereldleeraars , heque coeli Janitor, melrechters, Rome s Va- dren, Romae paréntes, arbitri- Aanvaardt het eerbiedsque géntium, blijk van die u juichend nadren: — Per ensis ille, hic per Door folterkruis en crucis victor necem, zwaard verwierft ge uw zegepraal Vitae senatum laureati En 't eeuwig zetelrecht póssident. in 's Hemels opperzaal. 3. O Roma felix, qu® o Zalig Rome, roem en duórum Principum, kroon van alle steden, _ Es consecrata glorióso Uw grond, door Petrus sanguine : en door Paulus' voet be¬ treden, Horum cruóre purpura- Bergt in zijn heilgen ta, caeteras schoot, doorpurperd van hun bloed, Excéllis orbis una pul- Het stof van beiden, chritüdines. dat uw erf steeds zeeg- nend hoedt. 4. Sit Trinitati sempi- U, Godheid, Drievoudtérna glória, één, zij door uw kerkge¬ meente, Honor, potéstas, atque Die neêrknielt bij der jubilatio, Opperherdren lijkge- steente, Inunitate, quae gubér- De lofzang toegebracht, nat ómnia, U, Vader, Zoon en Geest, Per univérsa saeculó- Wien 't wierookoffer rum satcula. Amen. brandt op 't hooge Apos- telfeest. Lofzang uit de Lauden op den H. Petrus BEATE PASTOR 1. Beate Pastor Petre, o Zalig Herdervorst, clemens accipe neem onze smeekbee aan, Voces precantum, cri- Wil van den band der minümque vincula zonde ons door uw woord ontslaan, Verbo resólve, cui po- Gij, die de macht onttéstas tradita vingt om 's hemels heiige poort Aperire terris coelum, Voor de aard te ontsluiapértum claudere. ten, of te sluiten als 't be¬ hoort. 2. Sit Trinitati sempi- Drieëenig God, U zij térna glória, voortdurend eerbetoon Honor, potéstas atque En hulde en opperjubilatio, macht in 't zeegnend lied geboón, In unitate, quae gubér- U, die in Wezen één, nat omnia, den loop der wereld leidt Per univérsa aeternita- Al de eeuwenreeksen tis ssecula. Amen. door der eindlooze eeu¬ wigheid. Lofzang uit de Lauden op den H. Paulus EGREGIE DOCTOR i. Egrégie Doctor Pau- o Paulus, Leeraar van le, mores instrue, de Volken, licht ons voor, Et nostra tecum pécto- En voer ons hart omra in ccelum trahe: hoog naar 't zalig hemel- koor, Velata dum meridiem Waar 't heilgeloof aanccrnat Fides, biddingwordt en middag¬ klaarheid, Et solis instar, sola re- Waar liefde en vrede gnet Charitas. troont en onverhulde waarheid. 2. Sit Trinitati sempi- Drieêenig God, U zij térna glória, voortdurend eerbetoon Honor, potéstas, atque En hulde en opperjubilatio, macht in 't zeegnend lied geboön, In unitate, quae gubér- U, die in wezen één, nat ómnia, den loop der wereld leidt Per univérsa seternita- Al de eeuwenreeksen tis ssecula. Amen. door der eindlooze eeu¬ wigheid. Lofzang uit de Vespers van Petrus-Banden QUODCUMQUE IN ORBE i. Quodcümque in orbe Wat gij hier op aard néxibus revinxeris, zult binden, zal ook, Pe- Erit revinctum, Petre, trus bij den Heer in arce siderum : In den hemel zijn ge- Et quod resólvit hic po- bonden, ja, maar Gods getéstas tradita, nae daalt nêer Erit solütum coeli in al- In de ziel, wie gij de to vértice : zwaarte van het schuld- In fine mundi judicabis juk afgelicht sceculum. En '« Jesus' Naam ,be" vrijd hebt van het piettrend strafgewicht. 54 30 a. Patri perénne sit per U, o Vader, zij de lofsevum glória, zang met den Zoon en Tibique laudes conci- Heilgen Geest namus inclytas, Altijd nedrig toegeëi- jEterne Nate; sit, super- gend, zoo als nu op 't Pene Spiritus, trus' feest. Honor tibi, decüsque : In uw Heilgen brengen sancta jügiter we immer, U, Drievuldig- Laudétur omne Trinitas heid, den lof, per sseculum. Amen. Hier in 't staamlend lied der wereld, ginds (o zij't!) in 's hemels hof. Responsoria uit de Metten TU ES PASTOR Tu es Pastor óvium, Gij zijt de Herder der Princeps Apostolórum, ti- schapen, Vorst der Aposbi traditae sunt claves telen; u zijn de sleutelen regni ccelórum. van het hemelrijk gege¬ ven. QUODCUMQUE LIGAVERIS Quodcümque ligaveris Hetgeen gij gebonden super terram, erit ligatum hebt op aarde, zal ook geet in ccelis : et quodcüm- bonden zijn in den hemel: que sólveris super ter- en hetgeen gij ontbonden ram, erit solütum et in hebt op aarde, zal ook ccelis. ontbonden zijn in den he¬ mel. QUEM DICÜNT HOMINES Quem dicunt hóminesl Wien zeggen de menesse Filium hóminis? di-|schen, dat de Zoon des xit lesus Discipulis suis. menschen is? zeide Jesus tot zijne Leerlingen. Respóndens Petrus, di- Petrus antwoordde en xit • Tu es Christus, Filius zeide : Gij zijt Christus, Dei yivi de Zoon van den leven¬ den God. Et ego dico tibi, quia tu En Ik zeg u : Gij zijt es Petrus, et super hanc Petrus en op deze steenpetram aedificabo Ecclési- rots zal Ik mijne Kerk am meam. bouwen. Beatus es Simon, Bar Zalig gij. Simon, Zoon lona, quia caro et sanguis van Jonas, want vleesch non revelavit tibi, sed en bloed heeft u dit niet Pater meus, qui est in geopenbaard, maar mijn caelis. Vader, die in den hemel is. gebed voor den paus Orémus pro Pontificel Laat ons bidden voor nostroN. onzen Opperherder N. Dóminus consérvet eum, De Heer beware hem, et vivificet eum, et bea- behoude hem in t leven, tum faciat eum in terra, et make hem gelukkig op non tradat eum in animam aarde, en geve hem niet inimicórum ejus. over aan den moedwil xiJ- ner vijanden. Gedachtenis van den H. Paulus, Apostel 30 JUNI De Apostel der Heidenen, ofschoon gister zijn feest met dat van den H. Petrus gevierd werd, wordt heden door de H. Kerk dankbaar herdacht, omdat, was Petrus « de grondsteen » der H. Kerk, de heilige Paulus er « de suil» van is, waarop naast Perus de geheele Kerk rust. Als een « uitverkoren vat tot de Heidenen gezonden » door Jesus zeiven, predikte hij « het geloof in Christus en Dien gekruist:» en zijn wij, kinderen der Heidenen, dankbaarheid schuldig aan alle Apostelen, meer bijzonder toch aan dezen Apostel, « door wien alle Heidenen de genade Gods gekend hebben. » Hetgeen de H. Paulus van zich zeiven getuigt, dat moet elk waar Christen kunnen zeggen : « De genade van God was in mij niet zonder vrucht, doch zijne genade blijft immer in viij.» Bijna eiken Zondag kan men zijn levensgedrag toetsen aan de Brieven van den H. Paulus. Doen wij dan wat we kunnen en bidden we door de voorspraak van den H. Paulus opdat wij kunnen. Het begin der Mis « Scio, cui credidi,» zie bladz. 329. Gebed God, die de menigte van Heidenen door de prediking van den H. Apostel Paulus onderwezen hebt; geef ons, bidden wij, dat wij de bescherming van hem ondervinden, wiens Geboortefeest wij vieren. Door onzen Heer Jesus-Christus. Gedachtenis van den heiligen Petrus. God, die den H. Apostel Petrus, enz., zie blacis. 314. Gedachtenis van den H. Joannes den Doof cv. God, die dezen dag, enz., zie bladz. 836. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Galatiërs Broeders: Ik maak u het Evangelie bekend. door mij verkondigd, dat het niet is volgens den mensch; want ook ik heb het niet van een mensch ontvangen, noch geleerd. doch door openbaring van JesusChristus. Want gij hebt vernomen mijnen wandel eertijds in het Jodendom, hoe ik uitermate de Kerk Gods vervolgd heb en haar heb bestreden, en in het Jodendom ben ik vooruitgegaan boven velen mijner tijdgenooten in mijn geslacht, meer overvloedig een ij veraar zijnde voor mijne vaderlijke overleveringen. Toen het echter Hem behaagd heeft, die van den schoot mijner moeder af, mij afgezonderd en geroepen heeft door zijne genade — zijnen Zoon in mij te openbabaren om Hem te verkondigen onder de Heidenen; — ben ik terstond niet te rade ... . 1 1.1 - 1. «-* /-10 n r\r\ w treeaan bil vleescn en cuoeu; — ben ik heen gegaan naar Jerusalem tot hen, die vóór mij Apostelen waren, maar ik ben gegaan naar Arabië en ben teruggekeerd naar Damascus; dan, na drie jaren ben ik naar Jerusalem gekomen, om Petrus te zien, en ben vijftien dagen bij hem gebleven; van de Apostelen heb ik echter geen anderen gezien dan Jacobus, des Heeren broeder (neef). Wat ik u echter schrijf, ziet, voor God, dat ik niet lieg. Graduale « Qui cperatus est Petro, » zie bladz. 332. Alleluja, alleluja, fr. Sancte Paule Apóstole, prsedicator veritatis et doctor géntium, intercéde pro nobis. Alleluja. Alleluja, alleluja. Heilige Apostel Paulus, prediker der waarheid en leeraar der Heidenen : bid voor ons. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Matthëus Te dien tijde zeide Jesus, enz., sie bladz. 824. — Credo. Bij de Offerande « Mihi autem, » zie bladz. 174. Stil Gebed Heilig, Heer, de gaven van uw volk, enz., zie bladz. 3i8. Gedachtenis van den heiligen Petrus. Wij bidden U, Heer, enz., zie bladz. 3i8- Gedachtenis van den H. Joannes den Dooper. Op uwe altaren, Heer, enz., zielladz. 83g. Prafatie van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie « Amen dico vobis, » zie bladz. 334. Na de Communie Uwe Sacramenten ontvangen hebbende, bidden wij U, Heer, door de tusschenkomst van uwen H. Apostel Paulus, dat, hetgeen voor zijne heerlijkheid gevierd is, ons ten geneesmiddel strekke. Door onzen Heer JesusChristus. Gedachtenis van den heiligen Petrus. Het opgedragen Offer, Heer, enz., zie lladz. 319. Gedachtenis van den H. Joannes den Dooper. Laat, o God, uwe Kerk, enz., zie bladz. 83g. EERSTE ZONDAG VAN JULI Feest van het Allerkostbaarst Bloed Onzes Heeren Jesus-Christus Wel is Vrijdag na den vierden Zondag in den \ aste gewijd aan de vereering van het H. Bloed, dat de Verlosser voor ons heeft vergoten.Maar zóó groote liefde, zóógroote prijs, voor onze verlossing gegeven, diende ook nog plechtig herdacht te worden; vandaar dat de H. Kerk ons heden, op Zondag, op bijzondere wijze te binnen brengt, dat haar Bruidegom Christus door zijn eigen Bloed eenmaal het Heilige is binnengegaan en (daardoor) de eeuwige verlossing gevonden heeft. Wij werden door den duivel gevangen gehouden, en cliencien de duivelen, maar wij zijn vrijgekocht uit de slavernij. Wij konden ons wel verkoopen, maar niet vrijkoopen. Daartoe kwam de Verlosser: Hij stortte zijn Bloed en kocht de geheele aarde. Gij vraagt, wat Hij gekocht heeft ? ziet, wat Hij gaf, en gij zult bevinden, wat Hij gekocht heeft. De prijs is net Bloed van Christus. En welke waarde heeft dat? De geheele aarde, alle volken. (H. JOAN. CHRYS.) Welke reden tot dankbaar herdenken: God heeft ons voorbestemd, zijne aangenomen kinderen te zijn door J.-C., door wiens Bloed wij verlost zijn en wij de vergeving onzer zonden hebben gekregen volgens de schatten zijner genade, die in ons overvloedig is. Het begin der Mis Redemisti nos, Dómine, in Sanguine tuo, ex omni tribu, et lingua, et pópulo, et natióne, et fecisti nos Deo nostro regnum. Ps. Misericórdias Dómini in aetérnum cantabo: in generatiónem et generatiónem annuntiabo veritatem tuam in ore meo. y. Glória Patri. — Redemisti nos. Gij, Heer, hebt ons vrijgekocht door uw Bloed, ons, uit alle stammen, talen, volken en natiën, en ons aan God gemaakt tot een rijk (dat Hij beheerscht door zijne genade). Ps. In eeuwigheid zal ik de barmhartigheid des Heeren zegenen : van geslacht tot geslacht zal ik met mijnen mond uwe waarheid verkondigen. 5-, Glorie zij den Vader. — Gij, Heer. Gebed Almachtige, eeuwige God. die uwen Eeniggeboren Zoon tot Verlosser der wereld hebt bestemd, en door zijn Bloed hebt willen verzoend worden ; geef, bidden wij, dat wij den prijs onzer zaligheid zoo plechtig vereeren, en door zijne kracht voor het kwaad in het tegenwoordig leven op aarde beschermd worden, dat wij ons in den hemel over zijne eeuwige vrucht verheugen mogen. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Hebreeën Broeders : Christus gekomen zijnde, enz zie lladz. 493. Graduale « Hic est qui venit, » zie bladz. 473. Alleluja, alleluja, f. Si Alleluja, alleluja, y. Als testimonium hóminum ac-wij het getuigenis van cipimus, testimonium Dei menschen aannemen majus est. Alleluja. Gods getuigenis is grooter (aanneemlijker). Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes In dien tijd, als Jesus azijn genomen had, zeide Hij : Het is volbracht. En het hoofd gebogen hebbend, gaf Hij den geest. De Joden dan, omdat het de dag der voorbereiding was, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den Sabbat, (want die Sabbat was een groote dag) verzochten Pilatus, dat hunne beenen gebroken, en zij afgenomen zouden worden. De krijgsknechten kwamen dan, en braken de beenen des eersten en van den tweede die met Jesus gekruisigd waren. Doch, als zij bij Jesus gekomen waren, ziende, dat Hij reeds gestorven was, braken zij zijne beenen niet, maar een der soldaten doorstak zijne zijde met eene speer, en terstond vloeiden er bloed en water uit. Hij nu, die het gezien heeft, heeft daarvan getuigenis gegeven, en zijn getuigenis is waarachtig. — Credo. Bij de Offerande Calix benedictiónis, cui De Kelk der zegening, benedicimus, nonne com- dien wij zegenen (in de inunicatio Sanguinis H. Mis) is die met de deelChristi est? Et panis neming aan het Bloed van quem frangimus, nonne Christus ? En het brood, participatio Córporis Dó- dat wij breken, is dat niet mini est? deelnemen aan het Li¬ chaam desHeeren? Stil Gebed Laat ons, bidden wij, door deze goddelijke Geheimen tot Jesus, den Middelaar van het Nieuw Verbond naderen; en op uwe altaren, Heer der Krachten, de uitstorting van het Bloed vernieuwen, dat krachtiger roept (tot U) dan het bloed van Abel. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. Pr af at ie van het H. Kruis, bladz. 365. Bij de Communie Christus semel oblatus Christus is eens opgeest ad multórum exhau- offerd om de zonden van riénda peccata : secündo velen uit te boeten : ten sine peccato apparébit tweede male zal Hij zonexspectantibus se in sa- der zonde aan hen verlütem. schijnen, die Hem wach¬ tende zijn, tot hun heil. Na de Communie tipkk" UW- heiliffe Tafel aangenomen. Heer hebben wij in vreugde water geschept uit de Sn Rin erlossers; wij bidden U, dat zijn Bloed ons worde tot eene waterbron enhePerrscght.t0t ^ Die leef' derde zondag na pinksteren Feest van het Allerzuiverst Hart van Maria hJ/CtJS °"dfr. dc?e h™«ming, dat de H. Kerk heden de reinheid, de zuiverheid van Maria's leven viert vereert, ter navolging voorstelt; gelijk zij den J! fCy„°Z voorhoudt den Onbevlekte,i oorsprong der H. Maagd. d£Zt' 1liTneylid. Maria eeuige zonde, zelfs niet den wem daarvan m haar hart toe. Immer werk- LhZSlfuT ï nWde' °m d"t v«n oorsprong iehr ' ook allerzuiverst te behouden en te bedaren geheel haar leven. Ziedaar waarnaar ook elke menscli streven kan En al« valt de rechtvaardige zevenmaal daags,»in onvolmaaktheden; zich van vrijwillige das-eliiksche en van doodzonden vrij te houden, is aailiever gegeven die, en als hij met de genade medewerkt. Het begin der Mis ,qmnis g-lória ejus fïliael a lle heerlijkheid der Reg,s ab mtus, in|A Koningsdochter is fimbriis aureis, circuma- van binnen, in een gemicta varietatibus : addu- waad met gouden zoom is cénturRegiVirgines post Zij met bonten tooi omeam : próximae ejus affe- manteld : geleid tot den réntur tibi. Ps. Eructavit Koning worden maagden Cor meum verbum bo- achter Haar, hare gezelnum : dico ego opera mea linnen worden opgeleid Regi. V Gloria Patri. - tot U. ft. Mijn Hart galmt Omnis gloria. een goed woord uit: ik uit mijne werken voor den Koning, y. Glorie zij den Vader. - Alle heerlijkheid. Gebed Almachtige, eeuwige God, die in het Hart der H. Maagd Maria eene waardige verblijfplaats des H. Geestes bereid hebt, geef ge nadiglijk, dat wij het feest van haar allerzuiverst Hart met godsvrucht vierende, volgens, uw Hart mogen leven. Door onzen Heei....» in de eenheid van denzelfden H. Geest. Gedachtenis van den derden Zondag na Pinksteren. God, Beschermer van die op U hopen, zonder Wien niets geldig, niets heilig is; vermenigvoud over ons uwe barmhartigheid, opdat wij onder uw bestier en uwe leiding zóoover de tijdelijke zaken heengaan, dat wij de eeuwige niet verliezen. Door onzen Heer. Lezing uit het Boek der Wijsheid Plaats mij als een zegel op uw hart, als een zegel op uw arm : want sterk als de dood is de liefde, wreed als de hel de ijverzucht: hare fakkels zijn fakkels van vuur en vlammen. Vele wateren kunnen de liefde niet dooven, noch vloeden haar overstelpen ; al gaf iemand al de goederen van zijn huis voor •de liefde, men zou het voor niets achten. Graduale .. Nihil inquinatum in eam Niets besmeurends valt ïncurnt: candor est lucis in Haar : Zij is de glans aetérnae, et spéculum sine van het eeuwig Licht, en Riacula Dei majestatis, et de onbevlekte spiegel van imago bonitatis illius. Gods heerlijkheid, en een j' £° d'lécto meo, et beeld van zijne goedheid, dilectus meus mihi, qui i\ Ik ben aan mijn beminpascitur inter lilia. de, en mijn beminde is aan ... ... ... mij, die weidt onder leliën. Alleluja, alleluja, f. Ma- Alleluja, alleluja. S\ Mijgnincat anima mea Dó- ne ziel maakt groot den minum : et exsultavit spi- Heer; en mijn geest heeft ritus meus in Deo salutari zich verheugd in God mijn meo. Alleluja. | Zaligmaker. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Te dien tijde zeide Jesus' Moeder tot Hem: Mijn Zoon, waarom hebt Gij ons zoo gedaan? Zie, uw vader en Ik zochten U met droefsprak tot hen: Waarom zocht .gij Mij ? Wist gij niet dat Ik in datgene moest zijn wat mijns Vaders is? En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak. En Hij ging af met hen, en kwam te Nazareth, cn was hun onderdanig. En zijne Moeder bewaarde al deze woorden in haar Hart. Credo. . Bij de Offerande Quia fecisti viriliter, etl Omdat gij mannelijk geconfortatumestCortuum; handeld hebt is uw Hart ideo et manus Dómini versterkt: daarom heeft confortavit te, et eris be- de hand des Heeren U nedicta in aetérnum. sterkte gegeven en zult Gij in eeuwigheid gezegend zijn. Stil Gebed Aan uwe Majesteit, o Heer, het onbevlekte Lam offerend, bidden wij dat dat goddelijk vuur onze harten ontsteke, hetgeen op zoo onuitsprekelijke wijze het Hart der H. Maagd Maria ontvlamd heeft. Door denzelfden onzen Heer. Gedachtenis van den derden Zondag na Pinksteren. Zie neer, Heer, op de offers uwer biddende Kerk, en verleen, dat zij tot heil der Sc" loovigen, bij voortdurende heiliging (door hen) ontvangen worden. Door onzen Heer. Prafatie der H. Maagd, bladz. 197- Bij de Communie Sub iimbra illius quem Onder de schaduw van desideraveram sedi et Hem, naar wien Ik verfructus ejus dulcis gütturi langde, ben Ik neèrgezemeo' ten : en zijne vrucht is zoet voor mijnen mond. Na de Communie Met uwe goddelijke Gaven verkwikt, bidden wij U, Heer, smeekend, dat wij door de voorspraak der H. Maagd Maria, wier feest van haar allerzuiverst Hart wij eerbiedig gevierd hebben, van de tegenwoordige gevaren bevrijd, de vreugden des eeuwigen levens mogen verwerven. Door onzen Heer. Gedachtenis van den derden Zondag na Pinksteren, Dat uwe heilige (Geheimen) die wij genuttigd hebben ons verlevendigen en ons, (met U) verzoend, bereid maken voor de eeuwige barmhartigheid. Door onzen Heer. Laatste Evangelie van den derden Zondag na Pinksteren. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd naderden de tollenaars en zondaars tot Jesus, om Hem te hooren. En de Pharizeeën en Schriftgeleerden morden, zeg- gende: Hij ontvangt zondaren en eet met hen. En Hij sprak tot hen deze gelijkenis zeggende : Welk mensch is er onder u, die honderd schapen heeft, en, als hij er een van verliest, niet de negen en negentig in de woestijn zal laten en heengaan naar het verloren totdat hij het vindt? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vreugdevol op zijne schouders: en te huis komend roept hij zijne vrienden en buren bijeen, en zegt tot hen : Verblijdt u met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was ? Ik zeg u dan, dat aldus meer vreugde zal zijn in den hemel over een zondaar, die boetvaardigheid doet dan over negen en negentig rechtvaardigen, die geene boetvaardigheid noodig hebben. Of welke vrouw, die tien drachmen heeft, als zij eene drachme verliest, zal niet een licht ontsteken en het huis vegen en ijverig zoeken, tot zij het vindt? En als zij het gevonden heeft, roept zij hare vriendinnen en buurvrouwen bijeen, zeggend : Verblijdt u met mij, want ik heb het drachme gevonden, dat verloren was ? Zóó, zeg Ik u, zal er bij de Engelen Gods blijdschap zijn over één zondaar, die boetvaardigheid doet. ->+H- 55 30 Feest van den heiligen Rumoldus Bisschop en Martelaar. I JULI Te reclit wordt deze Heilige de Apostel van Mechelen genoemd. In Ierland geboren en priester geviorden, voelde de H. Rumoldus zich geroepen aan de heidensche bewoners der Nederlanden het geloof te prediken. Eerst deed hij eene reis mar Rome, om de zending daartoe van den Opperherder te verkrijgen. Dan kwant hij in Brabant en werd doorgraaf Ado, beheerscher van dit land, welwillend ontvangen. In de omstreken van Mechelen, Lier en Antwerpen maakte de H. Rumoldus vele bekeerlingen, en vestigde hij te Mechelen den zetel van den christelijken godsdienst. God had den Heilige met de gaven van voorzegging en wonderen begiftigd. Tot loon voor ontvangene hulp en steun, voorspelde de Heilige aan de vrouw van graaf Ado een kind. Wanneer, later, dit kind kwam in het water te vallen en te verdrinken, wekte hij het op ten leven. De H. Rumoldus werd door sluipmoordenaars van het leven beroofd, waarschijnlijk uit haat, omdat hij een dezer wegens diens slecht leven berispt had. Graaf Ado deed den Heilige begraven in de kapel, welke deze ter eere van den H. Stephanus gebouwd had, en waar hij het meest verwijlde. Het voorbeeld van den H. Rumoldus, die alles verliet, om aan onze heidensche voorouders het E angelie te brengen, wekke ons op, om ook hen te steunen door gebed en aalmoes, die thans van hier aan de Heidenen datzelfde Evangelie gaan verkondigen. (i) Het begin der Mis « Sacerdotes Dei, » zie bladz. 451. Gebed Wij bidden U, Heer, dat het eerbiedwaardig smeeken van den H. Rumoldus, uwen Martelaar en Bisschop, ons met uwe Majesteit vereenige, opdat wij, die onophoudelijk door onze zwakheid misdoen, door zijne voortdurende gebeden verzoend worden. Door onzen Heer. ■Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Corinthiërs Broeders : Gezegend zij de God en Vader van onzen Heer Jesus-Christus, de Vader der barmhartigheden en God van alle vertroosting, die ons vertroost- in al onze verdrukking, opdat ook wij kunnen troosten hen, die in allerlei druk zijn door de vertroosting, met welke wij zelve ook getroost worden door God. Want gelijk het lijden (11 Zie 3 December de Broederschappen van den heiligen Franciscus-Xaverius, de H. Kindsheid, en andere. van Christus in ons overvloedig is, zoo is ook door Christus onze troost overvloedig. Doch ook, hetzij wij verdrukt worden, het is tot uwe vermaning en zaligheid; hetzij wij vertroost worden, het is tot uwen troost; hetzij wij vermaand worden, het is tot uwe vermaning en zaligheid, welke lijdzaamheid uitwerkt van hetzelfde lijden, dat ook wij onderstaan; opdat onze hoop vast zij voor U, wetende dat, gelijk gij deelgenooten zijt van het lijden, gij het ook zult zijn van de vertroosting, in Christus Jesus onzen Heer. Graduale Gloria et honóre coro- Met roem en eer hebt nasti eum. T>. Et consti- Gij hem gekroond, En tuisti eum super ópera Gij hebt hem de heermanuum tuarum, Dómine. schappij gegeven over de werken uwer handen. Alleluja, alleluja, je. Hic Alleluja, alleluja, f. Deest Sacérdos quem coro- ze is de Priester dien de navit Dóminus. Alleluja. Heer heeft gekroond. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Te dien tijde zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Indien iemand na Mij wil komen, dan verloochene hij zich zeiven, neme zijn kruis op en volge Mij. Want die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar die zijn leven om mijnentwil verliezen zal, zal het vin- den Wat toch baat het den mensch, als hij de -eheele wereld wint, maar schade lijdt aan zijne ziel? Of wat zal de mensch in ruil geven voor zijne ziel? De Zoon des menschen zal immers komen in de heerlijkheid zijns Vaders met zijne Engelen, en dan zal Hij elk vergelden volgens diens werken. Bij de Offerande <( Inveni David, » zie bladz. 771, zonder Alleluja. Stil Gebed Dat de H. Geest, o Heer, zich gewaardige over onze gave zijnen overvloedigen zegen neer te storten en ons standvastiger te maken in dat geloof van hetwelk de H. Martelaar en Bisschop Rumoldus eene tweevoudige getuigenis heeft gegeven : te weten, door het woord en door het bloed. Door onzen Heer Jesus-Christus.... in de eenheid van den H. Geest. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie Posuisti, Dómine, in ca- O Heer, Gij hebt op zijn pite ejus corónam de la- hoofd eene kroon van pide pretióso. kostbare ges een g plaatst. Na de Communie Verleen, o Heer, door de HH. Geheimen die wij komen te ontvangen, dat wij de voorbeelden van den H. Martelaar en Bisschop Rumoldus navolgen door wiens vermaningen in ons aangestoken en door wiens martelaarschap in ons ontvlamd is de begeerte der eeuwige goederen. Door onzen Heer. Feest van 0. L. Vrouw Visitatie (Bezoeking; 2 JULI Uit het Evangelie dezer Mis blijkt, welk Bezoek hier in herinnering wordt gebracht, n. I. het bezoek van Maria aan hare nicht Elisabeth. Wat voorbeelden van nederigheid en naastenliefde geeft hier Maria aan ons, liare kinderen I Gelijken we hierin op Haar? Het begin der Mis « Salve sancta Parens, » zie bladz. 325. Gebed Wij bidden U, Heer, schenk uwen dienaren de gaaf der hemelsche genade; opdat zij, voor wie het baren der Maagd het begin hunner zaligheid is geweest, door het plechtig vieren van haar Bezoek, meerderen vrede mogen ontvangen. Door onzen Heer J.-C. Gedachtenis der IiH. Martelaren Processus en Martinianus. God, die ons omgeven hebt van, en beschermt door de roemrijke belijdenissenuwer HH. Martelaren Processus en Martinianus; geef ons, dat wij hunne voorbeelden benuttigen en ons over hunne voorspraak verblijden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Ah men zich voorstelt de toestand, waarin Maria en Elisabeth zich bevonden, is de dichterlijke beschrijving van dit Epistel zeer toepasselijk en begrijpelijk. Zie, daar komt hij, huppelende op de bergen, springende over de heuvelen; mijn beminde is gelijkend op eene ree. op een jong hert. Zie, hij staat achter onzen muur, ziende door de vensters, kijkende door de traliën. Zie, mijn beminde spreekt mij aan : Sta op, haast u, mijne beminde, mijne duif. mijne schoone, en kom. Want de winter is nu voorbij; de slagregen is over en geweken. De bloemen vertoonen zich op ons land, de snoeitijd is gekomen; de tortelduif heeft hare stem in ons land doen hooren; de vijgeboom brengt zijne vijgen voort; de bloeiende wijngaarden geven hunnen geur. Sta op,, mijne vriendin, mijne schoone, en kom, mij ne auive, die daar zit in de gaten der steen' de h°lten van den muur. laat mij uw Zlen'laat uwe stem in mijne ooien klinken : want uwe stem is liefelijk en uw aanschijn schoon. J Graduale « Benedicta et vcncrabilis, » zie bladz. 326. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd stond Maria op en reisde met he! S^bersrte, „aar een. s.ad va» Juda. Ên zij kwam in het huis van Zacha- de'als ElSh* ?isabeth- En het geschiedde' dat S ï r denffroet van Maria hoorpn Pi t , n jC ln haren schoot opsprong • en Elisabeth werd vervuld van den H. Geest' «n met luider stem riep zij uit, zeggende • Gezegend zijt Gij onder de vrouwen, en gezegend is de Vrucht uws lichaams. En vfn„ar overkomt mij dit, dat de Moeder mijns Heeren tot mij komt? Want zie, toen de ix?r\?roet in mijne °°ren ki°nk' schoot Fn , Van Xreugde °P in mijnen omdTt W Zabg,?jt ?'J- die Zeloofd hebt, ' £ vervuld zal worden, hetgeen U van den Heer gezegd is. En Maria sprakMijne ziel maakt groot den Heer; en verheugd heeft zich mijn geest in God, mijnen Zaligmaker. — Credo. j Bij de Offerande . Gloria Patri. - Invir-heid: op zijn hoofd hebt Gij eene kroon van kostbare steenen geplaatst, f. Glorie zij den Vader. i Heer. Gebed Aanhoor goedgunstig onze gebeden, o Almachtige God, opdat wij, die de gedachtenis vieren van den gelukzaligen Libertus, uwen Martelaar, op zijn voorbeeld de aardsche goederen mogen misprijzen, en geene wederwaardigheden vreezen. Door onzen Heer. Lezing uit het Boek der Wijsheid De Heer heeft den rechtvaardige langs rechte wegen geleid, Hij heeft hem het rijk Gods getoond en de wetenschap der Heiligen gegeven; Hij heeft hem verrijkt in zijne werken en er hem de vruchten van laten plukken. Hij heeft hem geholpen tegen die hem met bedrog omringden en Hij heeft hem Vaardlg' ,DiC Zij" leven behoudt, Hf, f, verliezen, en die zijn leven te Mijner liefde zal verloren hebben, zal het weder ■Sn- den. Die u ontvangt, ontvangt Mij; en die Mii ontvangt, ontvangt Dengene die Mij gezon- W,heefu ^ eenen Profe<* ontvangt Tn des Profrï T Pr°feet zal de bel°oning vaaiSl ? ontvangen; en die eenen rechtvaardige hoedanigheid van rechtardige, zal de belooning des rechtvaardi- SJTSST- ?n eeniege'ijk die in rnLen W? Water Z&1 gegeven hebben in mijnen Naam aan een dezer kleinen als zijnde: mijner leerlingen. Ik zeg het uTn w'aÏÏ ' hlJ zal er het loon niet van verliezen. Bij de Offerande Gloria et honóre coro- Met roem en eer hebt nasti eum, et constituisti Gij hem gekroond en hem eum super ópera manuum gesteld over de werken tuarum, Dómine. uwer handen, o Heer! Stil Gebed O Heer, nu Gij onze Offers, enz., zie bladz. 274- Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie Qui vult venire post Die na Mij wil komen, me, abneget semetipsum, verloochene zich zeiven, et tollat crucem, et se- neme zijn kruis op en quatur me. volge Mij. Na de Communie Geef, smeeken wij U, o Heer onze God, dat wij na door ons tijdelijk ambt de gedachtenis der Heiligen gevierd te hebben, het geluk mogen genieten hen in eeuwigheid te aanschouwen. Door onzen Heer J.-C. Onze Lieve Vrouw van den Berg Karmel l6 JULI Maria wordt genoemd Onze Lieve Vrouw van den berg Karmel (in Palestina) omdat de Profeet Elias op dezen berg de regenwolk aanschouwde, h.ct zinn'becld van Maria is. Op dezen berg ook Zit / ,H ^ eeVSU tjden d6S christ^doms ca, heiligdom ter eere van Maria opgericht. De feestdag van heden is de gedachtenisviering der verschijning, waarmede den 16 Juli 12Sz de geluk4G,llg£ Simnit n*..*. 7 t -rv ... - ^cuvruai aer Karmelieten in j 'g.Unst'gf. w'rd- « Neem, sprak de heilig Maabd, dit scapulier (schouderkleed) uwer Orde • het is een bijzonder teeken van genade, dat ik voor u afg ebeden heb. Die sterft met dit kleed zal niet in de HaL konrp.yr • «V * , ' . " lee"en van zaligheid, eene bescherming m gevaren, een onderpand van vrede. » -,,?l ^T5 ren' Wdke de gd00V!gm d™ëtn J de scapuliercn van verschillende kloosterorden (1(111 7tlfilbp. Til*»** .. 9 , vorm is gegeven. De vier I ZEZZZXr™ Drievul- t. ; ■" ^marien, — van den Bert' Karmel, — en van O. L. Vrouw de Deze vier worden gewoonlijk vereenigd gedragen. V andaar de vier lapjes van geweven wollen goed of laken. Elk scapulier bestaat uit twee laPjes langwerpig of zuiver vierkant, door twee banden(lintoj touw) met elkander zoo verbonden, dat het eene lapje aan het eene uiteinde, het andere lapje aan het andere uiteinde der banden is gehecht. Het moet, om de aflaten te verdienen, voortdurend worden gedragen over de schouders, en den eersten maal door een daartoe gemachtigden priester zijn gewijd en opgelegd. J Is een scapulier stuk of verloren, dan behoeft men Slechts nieuwe lapjes te nemen van deselfde kleur ai vorm. Het begin der Mis ^aüdeamüs omnes in T Terheugen wij allen (jr Domino, diemfestum V ons in den Heer, fL-lebrantes sub honóre feestdag vierend ter eere beiUe Mariae Virginis, de der H. Maagd Maria over cuius solemnitate gaudent wier pteehtigheid de En Anèeli. et collaudant Fi- gelen z.ch verblijden en i T iP; ps Eructavit den Zoon Gods verheercormeumverbumbonum: lijken Ps. Mijnhart^eeft dico ego ópera mea Regi. dit lied uitgegalmd ik rGlória Patri. - Gau- wijd (al) mijne werken ' den Koning toe. v. Glorie deamus> zij den Vader. - Verheu¬ gen wij. Gebed God, die de Orde van Karmel met den bijzonderen eeretitel uwer allerzaligste Maagd en Moeder Maria vereerd hebt; geef genadig, dat wij, die heden hare gedachtenis met een plechtigen dienst vieren, door hare bescherming tot de eeuwige vreugden verdienen te geraken. Die leeft en heersent. Lezing uit het Boek der Wijsheid Vruchten der wijsheid, toegepast op de godsvrucht tot Maria. Ik breng een zoeten geur voort gelijk de wijngaard : en mijne bloemen zijn vruchten van eer en rijkdom. Ik ben de Moeder der reine liefde der vreeze (Gods), der kennis en der heilige hoop. Door Mij is alle genadehulp, j"1 ,T .n we& en de waarheid te komendoor Mij is alle hoop op leven en deugd. Komt allen tot Mij, die begeerignaar Mij zijt en gij zult van mijne vruchten verzadigd worden. \\ ant mijn geest is zoeter dan honig; en mijne erfenis boven honigraat. De gedachtenis aan Mij zal in geslachten van eeuwen voortleven. Die Mij eten, zullen nog honger hebben; en die Mij drinken zullen noch dorstig zijn. Die naar Mij hoort, zal met beschaamd worden; en die door Mij werken, zullen niet zondigen. Die Mij verheerlijken zullen het eeuwig leven bezitten. Graduale « Benedicta et venerabilis, » zie bladz. 326. A1.eluja a"elüja. f. Per Alleluja, alleluja, fr. Door tl' D.e' .G?mt"x< n°bis U, Moeder Gods, is ons est vita perdita data : quae het leven geschonken, dat lemCCpt° mUSrfeP1Stl Pr°" W'J verloren hadden; Gij, ón7' 1 mUnAd° ,&enuistl d'e een Kind van den heSalvatórem. Allelüja. mel ontvangen, en der wereld den Verlosser gebaard hebt. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd, als Jesus sprak, enz., sie bladz. 785. — Credo. Bij de Offerande Recordare, Virgo Ma- Moedermaagd, gedenk ter, in conspéctu Dei, ut (onzer) voor Gods aanloquaris pro nobis bona, schijn; dat Gij voor ons et ut avértat indignatió-ten beste spreket, opdat nem suam a nobis. Hij zijn toorn van ons af¬ wende. Stil Gebed Heilig, smeeken wij. Heer, de opgedragen plengoffers, en geef, dat zij door deheilrijke tusschenkomst der zalige Moeder Gods Maria ons ter zaligheid strekken. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie der H. Maagd, bladz. 197. Bij de Communie Regina mundi dignissi- Allerwaardigste Hemelma, Maria, Virgoperpétua, Koningin, Maria altijd intercédepro nostrapace Maagd; wees onze Vooret salüte, quae genuisti spreekster om vrede en Christum Dóminum Sal- zaligheid, Gij die vatórem ómnium. Heer, aller Verlosser ge- baard hebt. Na de Communie Wij bidden U, Heer, dat de vereerenswaardige voorbede uwer roemrijke Moeder, altijd Maagd, ons helpe. opdat Zij ons, die Zij steeds met weldaden overladen heeft, van ÏÏfrï^wu11 b^Tijd- eenseezind make in liefde tot Haar. Gij, die leeft en heerscht. Feest van den heiligen Vincentius o L,f a Paulo, Belijder ■ 'v •- t IcL —- 2? 19JVU Als me" den naam noemt van dezen Heilige, JZdV,ÜU haymhartigheid, medelijden, uit a" 7' liefdadi^eid, voortkomend uit oprechte naastenliefde, het aan God zoo Uef TJiih 'ierSte SCJ!0d •' " Heh «^n naaste hef gelijk ,1 zeiven.» Drf « het grootste gebod ZrÏM ,1 ***** VerVHU Wl'Wchevet Geen soort van menschel,jke ellende, waaraan de mn)uC/ ™ei tey hulP hvam •' geloovigen in de macht der ongcloovigen geraakt; vondelingen, studerende jeugd, maagden, wier zedelijkheid gevaar liep, verjaagde kloosterlingen, gevallen vrouwen, tot de galeien veroordeelden, vreemdelingen, zieken, onermogende kunstenaars, krankzinnigen, bedelaars: zij^allen en fallooze andere ellendigen vonden een cader tn de fallooze huizen, welke Vincentius' liefde tot de armen had weten te stichten. Den 27 September 1660 overleed de H. Vincentius in het moederhuis van den H. Lazarus te Parijs. Toch leeft de Weldoener der menschheid voort in zijne talrijke ja ontelbare kinderen en instellingen: Missionarissen, Broeders of Fraters der Lhristelijhe scholen, verplegers van krankzinnigen ; zusters van liefde, Vincentianen: leden der Vincentius vereniging, — hospitalen, gasthuizen, vondehngs- en Keeshuizen, scholen der armen, enz., enz. Vinden wij, elk in zijn kring, niet eenigendezer fersonen of inrichtingen; niet eenig werk van barmhartigheid en liefde jegens den naaste te verrichten, waardoor wij de Engelen van Liefde, zooals vaak Vincentius' kinderen genoemd worden, m hunne moeiilijke, niet zelden ondankbare taak bijstand ver- Dat is de ware wijze om dezen liefderijken Hcili,,e te vereeren. Want dan kunnen wij in waarheid ons scharen bij zijne lionderdduizende volgelingen, die heden hem lof zingen; dan mogen wij ons ook beschouwen als een lootje van den palm en ceder, waarbij de H. Kerk den H. Vincentius vergelijkt als zij van hem zingt bij Het begin der Mis « Justus ut palma, » zie bladz. 480. Gebed God, die om aan de armen het Evangelie te verkondigen en om de eer van den geestelijken stand te verheffen, den H. Vincentius met apostolische kracht hebt toegerust; gee , smeeken wij, dat wij, ook door zijne voorbeeldenvan deugd onderricht worden, wiens. Héér VerdlenstenwiJ vereeren. Door onzen Lezing uit den Brief van den H. Apo3tel Paulus aan de Corinthiërs Graduale « Os justi, » zie bladz. 443 derhouden). Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Jn dien tijd koos de Heer, zie Uadz. Bij de Offerande Iduja. VlrtUU tUa' " Zie bladz-694, zonder AlStil Gebed Geef ons. smeeken wij, almachtige God dat onze nederige offerande U aangenaam ?L™d!r uwrHeiUsen-»»™ chaam en geest rein make. Door onzen Gewone Prafatie. bladz. 133. Bij de Communie « Amen dico vobis, » zie bladz. 695, zonder Alleluja. Na de Communie Wij bidden, almachtige God, dat wij, die hemelsche Spijzen genuttigd hebben, op de voorspraak van uwen H. Belijder Vincentius, door deze voor alle rampspoeden beveiligd worden. Door onzen Heer. Feest der H. Maria Magdalena 22 JULI Het Evangelie bevat de geschiedenis der beheering van de Boetvaardige Zondares. Zij beminde veel; daarom werd liaar veel vergeven. Maria Magdalena hechtte zich innig aan den Goddelijken Verlosser, volgde Hem op zijne tochten, op den lijdensweg, onder het kruis, bij het graf van den Gedoode en Verrezene. Maria Magdalena is een toonbeeld van boetvaardigheid. Niemand en niets weerhield liaar,oin openlijk de ergernissen te herstellen, welke zij gegeven had. Het beste bewijs van haar oprecht berouw en van hare bekeering bestond in hare liefde totjesus, welke liefde zij door werken toonde.—Hébben wij wellicht Maria Magdalena gevolgd in hare zonden, volgen wij haar ook in haar berouw en boete door des te getrouwer jegens God te zijn, naarmate wij Hem eertijds meer ontrouw zijn geweest. Om den moed en de kracht daartoe te hebben, roepen wij heden vooral de voorspraak in van de Boetvaardige mj uitnemendheid. Het begin der Mis «Me exspectaverunt, » zie bladz. 321. Gebed W ij bidden U, Heer, dat wij geholpen worden door de voorbeden der H. Maria Magdalena, door wier beden Gij getroffen werdt en haren broeder Lazarus, reeds vier dagen dood. levend uit het graf hebt doen verrijzen. Die leeft en heerscht. Lezing uit het Boek der Wijsheid Maria Magdalena, brandend van liefde, zoekt haren Jesus. Ik zal opstaan, de stad rondloopen : langs wijken en straten zal ik Hem zoeken, Dien mijne ziel liefheeft, ik heb Hem gezocht, maar niet gevonden. De wachters, die de stad be"w aken vonden mij: hebt gij Hem gezien dien mijne ziel bemint ? Als ik hen dan een weinig voorbij was, heb ik Hem gevonden, Dien mijne ziel liefheeft: ik hield Hem vast en zal Hem niet loslaten, voordat ik Hem zal binnengevoerd hebben in het huis mijner moeder, van haar die mij voortbracht. Ik (de bruidegom) bezweer u, dochters van Jerusalem, bij de reeën en herten der velden, dat gij mijne beminde niet wekt of doet ontwaken, vóór dat het haar belieft. Plaats mij als een'zegel op uw hart, als een zegel op uw arm; want de liefde is sterk als de dood, de minnezucht wreed als de hel: hare fakkels zijn als vuur en felbrandende fakkels. Vele wateren kunnen de liefde niet dooven, noch de vloeden haar overstelpen : al gaf iemand al het bezit van zijn huis in ruil voor de liefde, men zou het als niets achten. Graduale « Dilexisti justitiam, » zie bladz. 206. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas Te dien tijde vroeg zekere Pharizeeër Jesus, om bij hem te eten. En het huis des Pharizeeërs binnengegaan zijnde, zat Hij aan. En ziet eene vrouw, die in de stad eene zondares was, als zij vernam, dat Hij in des Pharizeeërs huis aanzat, bracht een albasten kruik met balsem *. en van achteren aan zijne voeten staande begon zij zijne voeten met hare tranen te besproeien, droogde die dan met haar hoofdhaar af, kuste zijne voeten en zalfde die met balsem. En de Pharizeeër, die hem verzocht had, dit ziende, zeide bij zich zeiyen: Indien Deze een Profeet was, zou Hij wel weten, wie en welkdanige de vrouw is die Hem aanraakt, want zij is eene zondares! En Jesus het woord nemend, zeide tot hemSimon Ik heb u iets te zeggen. Hij nu zeide: Meester, spreek op. Een schuldeischer had twee schuldenaren: de eene was hem vijfhonderd tienlingen schuldig, de andere vijftig. Daar zij niet hadden om te betalen schold hij beiden kwijt. Wie nu zal hem meer liefhebben ? Simon antwoordde en zeide : ik denk hij. wien hij meer heeft kwijtgescholden. En Hij sprak tot hem : Gij hebt juist geoordeeld. En tot de vrouw gekeerd, sprak J tot Simon : Ziet gij deze vrouw? Ik ben in uw huis gekomen : Gij hebt Mij geen water voor mijne voeten gegeven : deze echter heeft mijne voeten besproeid met tranen en met hare haren afgedroogd. Gij hebt Mij geen kus gegeven : maar deze heeft, van dat zij gekomen is, niet opgehouden mijne voeten te kussen. Gij hebt mijn hoofd niet gezalfd met olie; maar zij heeft mijne voeten met balsem gezalfd. Daarom zeg Ik u : Haar worden de vele zonden vergeven, omdat zij veel emind heeft; maar hij,wien minder vercreven wordt, heeft minder lief gehad. Dan sprak Hij tot haar : Uwe zonden worden u vergeven. En die mede aanzaten begonnen bij zich zelf te zeggen : Wie is deze, die ook zonden vergeeft? Hij echter zeide tot de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga in vrede. — Credo. Bij de Offerande « Filia regum, » zie bladz. 439. Stil Gebed Wij bidden, Heer, dat de roemrijke verdiensten der H.Maria Magdalena onze offers aan U aangenaam doen zijn, wier nederige liefdedienst uw eengeboren Zoon goedgunstig als eene hulde aannam. Die met U leeft. Gewone Prafatie, bladz. i33. Bij de Communie Feci judicium et justiti- Recht en gerechtigheid am, Dómine : non calum- heb ik betracht,Heer; dat niéntur mihi supérbi: ad de hoovaardigen mij niet ómnia mandata tua dirï- lasteren : ik heb mij gegébar : omnem viam ini- richt op al uwe geboden: quitatis ódio habui. ik haat eiken weg van ongerechtigheid. Na de Communie Het eenig en heilzaam geneesmiddel, uw kostbaar Lichaam en Bloed genuttigd hebbende, bidden wij, Heer. dat wij door de bescherming der H. Maria Magdalena^van alle kwaad bevrijd blijven. Die leeft en heerscht. Feest van den H. Jaeobus, Apostel 25 JULI Deze H. Jaeobus, bijgenaamd de Meerdere, was de zoon van Zebedeiis en Salome en dus broeder van den H. Joannes, neef van den Zaligmaker. Bijna gelijktijdig met Petrus en Andreas teerden zij geroepen tot liet Apostelschap. Bereidvaardig beantwoordden beiden aan hunne roeping. Om hun werkdadigen ijver werden zij door Jestis genoemd Boanerges <ƒkinderen des donders..'Met Petrus en Joannes was Jaeobus tegenwoordig bij de genezing der schoonmoeder van Petrus, bij de opwekking van Jaïrus' dochtertje, bij de Gedaanteverandering des Heeren op den Tliabor, in den hof van Olijven. Na den H. Geest ontvangen te hebben, verkondigde de H. Jaeobus het Evangelie aan de verspreide stammen der Joden, en later in Spanje. Veertien jaren na Christus' dood onderging hij het eerst der Apostelen den marteldood. Het lichaam van den heiligen Apostel en Martelaar berust te Compostella in Spanje. Vragen wij lieden door de voorspraak van den H. Jaeobus bereidvaardigheid, om aan onze roeping, dat is, aan den wil van God te beantwoorden en te gehoorzamen. Het begin der Mis « Mihi autem, » zie bladz. 171. Gebed Heilig en bewaar. Heer, uw volk, opdat het. sterk door de bescherming van uwen H. Apostel Jacobus, U behage door zijne levenswijs en U diene met een gerust geweten. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Christophorus, Martelaar. Geef, smeeken wij, almachtige God, dat wij die het geboortefeest vieren van uwen H. Martelaar Christophorus, door diens voorspraak mogen versterkt worden in liefde tot uwen Naam. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Corinthiërs Broeders : Mij dunkt, dat God ons, Apostelen, als laatsten (geringsten) ten toon heeft gesteld, gelijk ten dood verwezenen, dewijl wij een schouwspel geworden zijn voor de wereld : voor Engelen en menschen beiden. Wij zijn dwazen om Christus' wil: maar gij verstandigen in Christus ; wij zwakken, maar gij sterken; gij in aanzien, maar wij zonder eer. Tot op dit uur lijden wij honger en dorst en naaktheid, en wij worden met vuisten geslagen en zijn zonder thuis; en wij zwoegen werkende met eigen handen; wij worden vervloekt en zegenen; worden vervolgd en verdragen; wij worden gelasterd en bidden; als uitvaagsel van deze wereld zijn wij geworden van allen een voetveeg tot nu toe. Niet om u te beschamen schrijf ik dit, maar als mijne veelgeliefde kinderen vermaan ik. Want al hadt gij tienduizende leermeesters in Christus' (geloof): nochthans niet (hebt gij) vele vaders. Want in Christus Jesus heb ik door het Evangelie u voortgebracht. Graduale « Coustitues eos, » zie bladz. 845. Alleluja, alleluja. ï\ Egol Alleluja, alleluja, f. Ik vos elégi de mundo, ut | heb u uit de wereld geeatis et fructum afferatis;; kozen, opdat gij zoudt etfructus vester maneat. gaan en vrucht aanbrenAllelüja. I gen, en uwe vrucht blij¬ kend zou zijn. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd kwam de moeder, ais., zit bladz. 708. — credo. Bij de Offerande « In omnem terram, » zie bladz. 225. Stil Gebed Wij bidden U, Heer, dat het zalig lijden van den H. Apostel Jacobus de offeranden van üw volk U aangenaam doe zijn; en laat ze door zijne voorbede U behaaglijk zijn, die het door onze verdiensten niet vermogen. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Christophorus, Martelaar. O Heer, nu Gij onze Offers, enz., zie bladz. 274. Prafatie van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie « Vos qtti secuti estis, » zie bladz. 429. Na de Communie Help ons, bidden wij, Heer, door de voorspraak van uwen H. Apostel Jacobus; om wiens feest te vieren wij vreugdevol uwe HH. Sacramenten ontvangen hebben. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Christophorus, Martelaar. Geef, smeeken wij U, o Heer, enz., zie bladz. 885. Feest der H. Anna, Moeder van Maria 2ó juli Joachim en Anna waren de ouders der heilige Maagd. De glorie der Dochter valt terug op hare HH. Ouders. Wat wonder, dat de H.Anna gezegd wordt te zijn geweest en ook vereerd wordt als het toonbeeld eener moeder ? zij toch hoofdzakelijk bereidde het Uitverkoren Vat, waaruit eenmaal de Verlosser zou voortkomen. Moge het voorbeeld der H. Anna de ouders aansporen om hunnen kinderen eene christelijke en godsdienstige opvoeding te geven. Daarvan hangt hunne eer, vreugde, maar vooral hunne eeuwige zaligheid af. « Gij brengt al uw tijd door met schatten « te verzamelen om die na te laten aan uwe kinde« ren, » zeide de heidensche wijsgeer Crates tot zijne medeburgers, « en gij hebt geene zorg om « hunne zielen te leiden, alsof het van meer belang « was, hun schatten dan deugden na te laten. » De taak van kinderen op te voeden is eene hoogheilige, maar ook moeiehjke en drukt meest op de schouders der moeder. Dat zij daarom de H. Anna tot model en tot hulpe in die zoo gewichtige taak kieze. Het begin der Mis Gaudeamus omnes in|"ï Terheugen wij ons alDomino, diera festum| V len in den Heer, celebrantes sub honóre beatae Annse: de cujus solemnitate gaudent Angeli, et collaudant Filium Dei. Ps. Eructavit cor meum verbum bonum: dico ego ópera mea Regi. jf. Glória Patri. — Gaudeamus. feestdagvierend ter eere der H. Anna, over wier plechtigheid de Engelen zich verblijden, en den Zoon Gods verheerlijken. Ps. Mijn hart heeft dit lied uitgegalmd : Ik wijd (al) mijne werken den Koning toe. fr. Glorie zij den Vader. — Verheugen wij ons. Gebed God, die aan de H. Anna het voorrecht hebt willen schenken van te verdienen de moeder te worden der Moeder van uwen eeniggeboren Zoon; geef genadig, dat wij geholpen worden door de bescherming van haar wiens plechtig feest wij vieren. Door denzelfden onzen Heer. Lezing uit het Boek der Wijsheid Lofspraak op eene goede vrouw: haar overleg, hare wijsheid, waakzaamheid, werkzaamheid. Wie zal eene kloeke vrouw vinden : hare waarde is buiten de uiterste grenzen (niet te vinden). Het hart van haren man stelt op haar zijn vertrouwen, en hij heeft geen buit van noode. Zij doet hem goed en geen kwaad al de dagen haars levens. Zij heeft de wol en het vlas gezocht en heeft met behendige han- den gewerkt. Zij is gelijk aan een koopvaardijschip : uit verre landen brengt zij haar brood aan. En des nachts staat zij op, en geeft aan hare huisgenooten hunne dagtaak en eetwaren aan hare dienstmaagden. Zij denkt op een akker en koopt dien : van de opbrengst harer handen plant zij een wijngaard. Zij schort met kracht hare lendenen op, en maakt haren arm sterk. Zij beproeft en ziet dat hare handelwijze voordeelig is ; hare lamp wordt 's nachts niet uitgedoofd. Zij slaat de hand aan flinke zaken en hare vingeren omvatten de spoel. Hare hand opent zij voor den behoeftige en strekt ze uit tot den arme. Geene vrees heeft zij voor haar huis vanwege de koude der sneeuw, want al hare huisgenooten hebben dubbele kleeren aan. Zij maakt zich kunstig dekwerk, hare kleeding is fijn lijnwaad en purper. Haar man is in aanzien bij de poorten (om recht te spreken) als hij daar zit met de raadsheeren des lands. Zij vervaardigt fijn linnen en verkoopt het, en levert gordels aan de(n) Chananeeër (kooplieden). Sterkte en schoonheid is hare kleeding en zij zal lachen op den jongsten dag. Zij opent haren mond voor de wijsheid en de wet der goedaardigheid is op hare tong. Zij geeft acht op de paden van haar huisgezin en eet haar brood niet in ledigheid. Hare kinderen staan op en prijzen haar zalig :haarman enhij looft haar. Vele dochters hebben rijkdom verzameld, maar gii overtreft alle. Bevalligheid is bedrieglijk In schoonheid ijdel: eene vrouw e den Heer vreest, zal geroemd worden. Geeft haar van de vruchten harer handen : en dat hare werken haar (openlijk) in de stadspoorten Prijzen' Graduale « Dilexisti justüiam, » zie bladz. 206. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheus In dien tijd sprak Jesus deze gelijkenis, enz., zie bladz. 206. Bij de Offerande « Filia regum, » zie bladz. 439. Stil Gebed Zie, bidden wij U, Heer, op de aanwezige Offers verzoenend neer, opdat zij door e voorspraak der H. Anna, die de moeder was der Moeder van uwen Zoon, onzen Heer Je sus-Christus, onzer godsvrucht en zaligheid tot heil verstrekken. Door denzelfden onzen Heer. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie Diffüsa est gratia in I Lieftalligheid is over «OU* MI: proptérea be- uwe lippen uitgestort num^t * ? m ®tér" daarom heeft God u geze' num, et in saeculum saecu- gend in eeuwigheid, en in de eeuwigheid der eeuwigheden. Na de Communie Door uwe hemelsche Sacramenten gevoed. smeeken wij U, Heer. onze God, dat wij door de voorspraak der H. Anna. die Gij gewild hebt dat de moeder zou zijn der Moedervan uwen Zoon, verdienen te geraken tot HeerUWiffe2aligheid' D°°r denzelfden onzen Feest van den H. Ignatius, Belijder 31 JULI Va" soldaai priester en heilige stichter der beroemde Jezuïeten Orde; ziedaar de geheele levensge- vn!, Jn\V?n H' IgMatius- B'J de ^legering van Pampeluna ontving hij eene beenwonde, welke hem aan het ziekbed kluisterde. Gedurende dien tijd las hij het leven van Jesus en der Heiligen. Dit ontvlamde hem tot hef de en navolging. Hij begaf zich dan inde eenzaamheid te Manresa, had daar vele openbaringen des Heeren, waardoor Ignatius er toe gebracht werd om zijn beroemd boek : de geestelijke oefeningen te schrijven. In 1S34 legde Ignams en zijne vrienden de eerste grondslagen tot de Orde der Je smeten. Gebed, studie, versterving en verloochening van zich zeiven waren de mlddel" hun hoogste doel te bereiken ». I. alles tot meerdere eer van God te verrichten. Vandaar dat de Jesuïeten zich wijden aan het onderwijs der jeugd aan de prediking binnen en buitenlands aan al datgene wat, en op welke wijze ook Gods meerdere eer kan bevorderen. , , , Dit is het ook, wat élk inzijn staat en stand, hoe nederig of gering, kan en met trachten vooroogen te houden en te bewerken: de meerdere eer en glorie van God; en wat elk door de voorspraak van den H. Ignatius kan en zal verwerven, als hij dat aan God vraagt. Het begin der Mis srrsr confiteatur quia Dóminus de aarde zijn, » dat alle jesus Christus in glóna tong behjdedatdeHeer est Dei Patris. Ps. Gloria- jes^ïs indeheerlykhe.d Snt^rtuJ quóniam tu benedices ju- men, die uwen_Naamihef- sto V. Glória Patri. - In hebben : want Gij zult den N,_- rechtvaardigen zegenen. Nóm y. Glorie zij den Vader. - Dat in den Naam. Gebed NaGa°mdV.die °m d? meerdere eer van uwen Naam te verspreiden aan de strijdende Kerk door den H Ignatius nieuwe hulpmiddelen ter versterking hebt gegeven; verleen dat wij met zijnen bijstand en op zijn voorbeeld strijdende op aarde, met hem verdienen gekroond te worden in den hemel. Door onzen Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan Timotheüs Welbeminde : Gedenk, dat de Heer JesusChnstus verrezen is van de dooden, zijnde ij uit het zaad van David naar mijn(e) Evangelie (prediking), in hetwelk ik verdrukking lijd tot de boeien (toe) als een misdadiger • doch het woord Gods is niet gebonden.' Daaiom verduur ik alles om wille der uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid erlangen welke ïsm Christus Jesus met de hemelschè heerlijkheid. Gij echter hebt mij nagevolgd £wmgi "ï gedraginff' in voornemen, in geloof, in lankmoedigheid, in liefde, in lijdzaamheid, in vervolgingen, in lijden, zoodanig als mij wedervaren is in Antiochië, in Icomum, in Lvstra, hoedanige vervolgingen ik verdragen heb; en uit alle heeft mijde Heer gered. En allen, die godvruchtig willen le- ven in Christus Jesus, zullen vervolging lijden. Graduale « Justus ut palma,» zie bladz. 179* Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd koos de Heer, enz., zie bladz. 687. Bij de Offerande « Veritas mea,» zie bladz. 482. Stil Gebed Heer, God, dat de welwillende voorspraak van den H. Ignatius onze offeranden vergezelle; opdat de hoogheilige Geheimen, waarin Gij de bron aller heiligheid besloten hebt, ons ook waarlijk heiligen. Door onzen Heer. Gewone Preefatie, bladz. i33. Bij de Communie Ignem veni raittere in Vuur ben ik op aarde terram : et quid volo, nisi komen brengen : en wat uTaccèndatur ? wil ik dan dat het ontsto- ken worde? Na de Communie Het Offer van lof, Heer, dat wij, om voor den H. Ignatius dank te zeggen, hebben opgedragen brenge ons door zijne voorspraak er toe, om eeuwig uwe Majesteit te loven. Door onzen Heer. Feest van Petrus-Banden I AUGUSTUS V oor namelijk tweemaal zuchtte de A postel Petrus in de gevangenis .* onder Koning Herodes te Jerusalcm, onder Keizer Nero te Rome, toen hij van daar uit ten kruisdood gevoerd werd. De ketenen nu, waarmede Petrus geboeid was, zijn immer in hooge eer geweest bij het christen volk. Keizerin Eudoxia zond de eerste ketenen van Jerusalem naar Rome aan hare dochter Eudoxia. Deze toonde die aan den Paus. En als deze daarmede de ketenen wilde vergelijken, welke Petrus te Rome getorscht had, gebeurde het, dat de twee banden zoo innig met elkander vereenigd werden, dat ze maar één enkelen schijnen uit te maken. God duldde, dat de boozen slaagden in hunne plannen, om Petrus gevangen te nemen en de heilige Kerk van haar Opperhoofd te berooven. Toen echter de nood het hoogst was, bleek op het gebed der Kerk, der geloovigen de hulp van God het naast bij. Bidden wij heden voor den Opvolger van Petrus, gevangen gelijk hij; maar steunen wij den Paus niet alken door het gebed, opdat hij de zegepraal der H. Kerk aanschomae; maar ook door de met een blij en edelmoedig hart gegeven aalmoes van den SintPieterspenning. Het begin der Mis « Nunc scio vere,» zie bladz. 842. Gebed God, die den H. Apostel Petrus, van zijn boeien bevrijd, ongemoeid hebt doen heengaan ; wij bidden, maak de banden onzer zonden los, en weer genadig alle kwaad van ons af. Door onzen Heer. Gedachtenis van den heiligen Paulus. O God, die de menigte der Heidenen, enz., zie bladz. 314. Gedachtenis der HH. Machabeesche Martelaren. De broederkroon uwer HH. Martelaren, Heer, schenke ons vreugde, opdat zij aan ons geloof overvloed van deugden schenke en ons trooste met de voorspraak van zoovelen. Door onzen Heer. Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen In die dagen sloeg koning Herodes, enz., zie bladz. 843. Graduale « Constitues eos, » zie bladz. 845. Alleluja,alleluja, jfr. Sol- Alleluja, alleluja. ve,jubénte Deo, terrarum, ï\ Breek, Petrus, op Gods Petre, catënas; qui facis bevel,deaardscheboeien: ut pateant coeléstia regna gij die maakt dat het hebeatis. Alleluja. meirijk openstaat voor de heiligen. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd kwam Jesus, enz., zie bladz. 317. — Credo. Bij de Offerande Constitues eos princi- Gij zult hen stellen tot pes super omnem terram: Vorsten over geheel de mémores erunt Nóminis aarde : en zij zullen uwen tui, Dómine, in omni pro- Naam, Heer, indachtig zijn génie et generatióne. (uwe macht verkondigen) van geslacht tot geslacht. Stil Gebed Het U opgedragen Offer, Heer, verlevendige en sterke ons immer door de voorspraak van uwen H. Apostel Petrus. Door onzen Heer. Gedachtenis van den heiligen Paulus. Heilig, Heer, de gaven, enz., zie bladz. 3i8. Gedachtenis der HH. Machabeesche Martelaren. Laten wij, Heer, uwe Geheimen met een vroom gemoed bijwonen voor de eer ër HH. Martelaren; opdat door deze onze bescherming en vreugde toenemen. Door onzen Heer. Preefaiie van de Apostelen, bladz. 175- Bij de Communie « Tu es Petrus, » zie bladz. 319. Na de Communie Vervuld van het Offer, enz., zie bladz. 874» Gedachtenis van den heiligen Patdus. Uwe Sacramenten ontvangen hebbende, enz., zie bladz. 855. Gedachtenis der HH. Machabeesche Martelaren. ■ Verleen, bidden wij, almachtige God, dat wij voortgang maken in het geloof te belijden van hen, wier gedachtenis wij vieren door deel te nemen aan het Sacrament. Door onzcn Heer. ^ Aflaat van Portiuncula 1-3 AUGUSTUS Het woord : Portiuncula beteëkent deeltje n. 1. der kerk, waaraan een vollen aflaat te verdienen is. Het was in de kerk Maria-derEngelen te Assisië, dat de H. Franciscus dezen aflaat ontving van Jesus-Christus zeiven. De Paus bevestigde en breidde dien uit tot alle kerken der Orde van Franciscus. Eenzelfde aflaat is later verleend aan de Aartsbroederschap van den Rozenkrans voor die kerken, waar deze wettelijk is opgericht. Reeds bij de iste Vespers, van den i Augustus is de volle aflaat van Portiuncula te verdienen tot aan den avond van den volgenden dag. — De Portiuncula-aflaat van den Rozenkrans, den dag van Rozenkrans-Zondag— beide telkenmale, dat men die kerk bezoekt en daar bidt tot intentie der H. Kerk; — en mits men hebbe waardig gebiecht en de H. Communie ontvangen. De Mis, welke in die kerken den 2den Augustus gelezen of gezongen wordt is die der Kerkwijding : Terribilis est, ziehierachter.de laatste Mis. Feest van den heiligen Alphonsus Maria de Liguorio Bisschop, Belijder en Kerkleeraar a AUGUSTUS Dezen Heilige, in 1696 geboren, wachtte tent schitterende loopbaan, daar hij op 17 jarigen leeftijd reeds tot advocaat bevorderd was. Hij vatte echter een levendig en afkeer op van de wereld, werd priester, stichtte in 1732 de welbekende Redemptoristen-Congregatie, welke zich er bijzonder op toe zou leggen, om aan de armen het Evangelie te verkondigen. Dat deed de H. Alphonsus zelf, en legde het zijnen geestelijken Zonen op, door woord en schrift. Vandaar de vele boeken, door den Heilige geschreven, alle in den meest godvruchtigen geest, maar ook overvloeiend van heilige zalving. Van de oprichting zijner Congregatie af beijverden Hij en de zijnen zich, om het eenvoudig landvolk vooral te onderwijzen in den godsdienst, om daarin de priesters voor te lichten door retraites, missies, driedaagsche oefeningen. Verachting van de wereld en liefde tot den godsdienst, liefde tot de kennis van den godsdienst leert de H. Alphonsus. Bidden wij dit van God af, als zijnde het eenig noodzakelijke, door de voorspraak van den stichter der boete predikers. Het begin der Mis Spiritus Dómini super me : propter quod unxit me : evangelizare paupéribus misit me, sanare contritos corde. Ps. Atténdite, pópule meus, legem tneam : inclinate aurem vestram in verba oris mei. Glória Patri. — Spiritus. De Geest des Heeren (rust) op mij; daarom heeft Hij mij gezalfd, gezonden om den armen het Evangelie te verkondigen, de rouwmoedigen te genezen. Ps. Geeft acht, mijn volk, op mijne wet : neigt uw oor naar de woorden mijns monds. f. Glorie zij den Vader. — De Geest. Gebed God, die door den H. Alphonsus Maria, uwen Belijder en Bisschop, in zielenijver ontvlamd, uwe Kerk door een nieuw kroost vruchtbaar gemaakt hebt; wij bidden, dat wij, door zijne heilzame vermaningen onderricht, en door zijne voorbeelden gesterkt, gelukkig tot U mogen komen. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Paus en Martelaar Stcphanus. God, die ons verblijdt met de jaarlijksche plechtige vereering van uwen H. Martelaar en Paus Stephanus; geef genadig, dat wij ons ook verheugen over de bescherming van hem, wiens geboortefeest wij vieren. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan Timotheüs Veelgeliefde: Word gesterkt in de genade, welke is in Christus Jesus: en hetgeen gij gehoord hebt van mij onder vele getuigen, draag dat over aan getrouwe menschen, die bekwaam zijn anderen te onderrichten: Lijd verdrukking als een goed soldaat van JesusChristus. Niemand, in den krijg dienende voor God, wikkelt zich in de bedrijvigheden des levens, opdat hij dengene behage, die hem tot krijgsdienst heeft aangenomen. Want ook, die in het worstelperk kampt, wordt niet gekroond, of hij moet wettig gekampt hebben. De arbeidende landman moet eerst de vruchten genieten. Begrijp wat ik zeg want de Heer zal u inzicht geven in alles. Graduale Memor fui judiciórum tuórum a saeculo, Dómine, et consolatus sum: deféctio ténuit me pro peccatóribus derelinquéntibus legem tuam. ^. Justitiam tuam non abscóndi in corde meo: veritatem tuam et salutare tuum dixi. Gedachtig was ik, Heer, aan uwe oordeelen van ouds, en ik vond troost^: verslagenheid greep mij aan wegens de zondaars, die uwe wet verlieten. Uwe gerechtigheid hield ik niet verborgen in mijn hart: Uwe waarheid en uw heil verkondigde ik. Alleluja, alleluja, p. Ipse est diréctus divinitus in poeniténtiam gentis, et tulit abominatiónem impietatis; et gubernavit ad Dóminum eor ipsius, et in diébus peccatórura corroboravit pietatem. Alleluja. Alleluja, alleluja, f. Hij is van Godswege gezonden om het volk tot bekeering te brengen: en hij heeft de gruwelen der goddeloozen doen verdwijnen : en hij heeft diens hart op God gericht; en ten tijde der zondaars de godvruchtigheid versterkt. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd koos de Heer, enz., zie bladz. 687. — Credo. Bij de Offerande Honóra Dóminum de tua substantia, et de primitiis omnium frugum tuarum da ei. Noli prohibére benefacere eum qui potest; si vales, et ipse bénefac. Eer den Heer met uwe goederen, en geef Hem van de eerstelingen van al uwe vruchten. Wil hem, die goed kan doen, het niet verhinderen, en doe zelf goed,als ge kunt. Stil Gebed Heer Jesus-Christus, ontvlam onze harten in zoeten geur door het hemelsche vuur van uw Offer, Gij die den H. Alphonsus gegeven hebt deze Geheimen te vieren, en door deze zich zeiven als eene aangename offerande U op te dragen. Die leeft en heerscht. Gedachtenis van ■den heiligen Stephanus. Heilig, Heer, de U gewijde gaven; en zie door deze, op de voorbede van uwen H. Martelaar en Paus Stephanus, verzoenend op ons neer. Door onzen Heer. Gewone Prcefatie, bladz. i33. Bij de Communie Sacérdos magnus, qui in vita sua suffülsit domum, et in diébus suis corroboravit templum, quasi ignis effülgens, et thus ardens in igne. De Hoogepriester heeft in zijn leven het huis onderstut ; en in zijne dagen den tempel versterkt: hijwas als een glinsterende vlam, en als wierook, die op vuur brandt. Na de Communie God, die den H. Alphonsus Maria, uwen Belijder en Bisschop, tot een trouwen uitdeeler en verkondiger der goddelijke Geheimen gevormd hebt; geef door zijne verdiensten en gebeden, dat uwe geloovigen die dikwijls ontvangen, en door die te ontvangen U zonder einde loven. Door onsen Heer. Gedachtenis van den H. Stephanus. Deze Communie, Heer, reinige ons van zonde, en doe ons door de voorspraak van uwen H. Martelaar en Paus Stephanus deel hebben aan het hemelsch geneesmiddel. Door onzen Heer. Feest van den H. Dominieus, Belijder 4 AUGUSTUS Spanje, het vaderland van den H. Dominieus, waar hij in nyo werd geboren, werd te dien tijde geteisterd door de ketterij der Albigensen. Te vergeefs had de Heilige al zijne welsprekendheid en geleerdheid tegen hen aangewend, toen de H. Maagd hem verscheen en hem beval den Rozenkrans te prediken. In I2i5 stichtte deH. Dominieus de Orde, naar hem die der Dominicanen genoemd. Doordat op de prediking van Dominieus en zijner volgelingen tallooze ketters zich bekeerden, worden zij ook wel Predikheeren geheeten. Op het voorbeeld der beroemde Orde van den H. Dominieus, die immer het wapen van den Rozenkrans leerde en aanbeval; laten wij ons ook toeleggen op het bidden van dat allerleerzaamst en krachtig gebed, aan God en zijne Moeder zoo aangenaam, waardoor ook heden de ketterijen van onzen tijd: zelfzucht en wereldsche zin zullen overwonnen worden. Het begin der Mis « Os justi, » zie bladz. 3og. Gebed God, die uwe Kerk door de verdiensten en leeringen van uwen H. Belijder Domimcus hebt gewaardigd op te luisteren ; geef dat zij door zijne voorbede geene tijdelijke hulpmiddelen derve, en altijd voortgang make in het geestelijke. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan Timotheüs Dierbaarste : Ik betuig voor God, enz., zie bladz. 337. Graduale « Justus ut palma, » zie bladz. 829. Alleluja, alleluja. *. Ju- Alleluja, alleluja De stus germinabit sicut lili- rechtvaardige P um: et florébit in aetér- schieten als de lehe^ e num ante Dóminum. Alle- in eeuwigheid bloe en ,.. vóór den Heer. Alleluja. IÜJS< Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 3n. By de Offerande « Veritas mea, » zie bladz. 180. Stil Gebed Heilig, Heer, de U gewijde gaven, opdat zij door de verdiensten van uwen H. Belijder Dominicus ons als hulpmiddel voordeeligzijn. Door onzen Heer. Gewone Prafatie, bladz. 133. Bij de Communie « Fidelis servus, » zie bladz. 3i3. Na de Communie Verleen, smeeken wij, almachtige God, dat wij, die onder het gewicht onzer zonden n , !,'!lan'lloor de bescherming van uwen jder Dominicus opgebeurd worden. ■Door onzen Heer. Feest van Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw 5 AUGUSTUS Onder *d Opperherderschap van den H. Lïberius, - Rome een echtpaar, dat aan de H. Maagd verzocht de erfgename hunner goederen te zijn, daar «J geene kinderen hadden. De H. Maagd verscheen hun en aan den Paus, aanvaardde het geschenk, en gaf haar wil te kennen, dat te Har er eer eene kerk zou gebouwd worden op de plaats, welke des morgens met sneeuw bedekt zou zijn. Des anderendaags vonden zij inderdaad den Esquilynschen heuvel met sneeuw bedekt, en bouwden daar het heiligdom, bekend onder den naam van Lïberische basiliek. Ook wordt deze kerk genoemd Maria-de-Meerdere, omdat zij te Rome de grootste is, aan de H. Maagd gewijd. Nog heet zij Basiliek-der-Kribbe, als zijnde de bewaarplaats der Kribbe van Bethle- ^Moeder van God : Als ge deze woorden overweegt en begrijpt, zult ge tot het inzicht komen, nooit genoeg ter eere en ter liefde van Maria gedaan te kebben. Dezelfde Mis als bladz. 874. Feest der Gedaanteverandering Onzes Heeren J.-C. 6 AUGUSTUS In het Evangelie wordt deze gebeurtenis verhaald. Het was om de Apostelen te sterken in hun geloot aan Jesus, dat ze plaats had en zij er getuigen van waren. — Wij ook zullen in den jongsten dag van gedaante veranderen; zal het zijn : geheel schoon, licht, fijn en onlijdelijk? Of: duister, vuil, zwaar, grof en geheel gesteld om te lijden? , , Aan ons zeiven het antivoord van daden, deugden, verdiensten. Willen wij met Christus verheerlijkt worden, dan moeten wij eerst met Hem lijden. Vraten wij den moed en de kracht, om ons lichaam nu door versterving en boetvaardigheid m bedwang te houden, opdat het later verheerlijkt worde. Het beginner Mis Illuxérunt coruscatiónes tuae orbi terrae : commóta est, et contrémuit terra. Ps. Quam dilécta tabernacula tua, Dómine virtütum! concupiscit et déficit anima mea in atria Dómini. v. Gloria Patri. — Illuxérunt. Uwe bliksems verlichtten den aardbol: de aarde schudde en daverde. Ps. Hoe liefelijk zijn uwe tenten, Heer der heerscharen! Verlangend en kwijnend ziet mijne ziel uit naar de voorhoven des Heeren. t. Glorie zij den Vader. — Uwe bliksems. Gebed God, die de Geheimen des geloofs bij de glorierijke Gedaanteverandering van uwen Eeniggeboren bekrachtigd hebt door het getuigenis der vaderen, en de volkomen aanneming uwer kinderen door de stem uit de lichtende wolk, op wondere wijze hebt aangeduid; geef genadiglijk, dat Gij ons medeerfgenamen maakt van dienzelfden Koning der glorie, en dat wij deelen in Diens heerlijkheid. Door denzelfden onzen Heer. Gedachtenis der HH. Martelaren Xystus, Felicissimus en Agapitus. God. die ons geeft, den geboortedag uwer HH. Martelaren Xystus, Felicissimus en A- gapitus te vieren; geef dat wij in de gelukzalige eeuwigheid ons over hun gezelschap verheugen. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Petrus Zeer Beminden: Wij hebben geen verzonnen fabels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onzen Heer J esus-Christus hebben bekend gemaakt, maar wij zijn ooggetuigen geweest van zijne heerlijkheid. Want Hij ontving van God den Vader eer en heerlijkheid, als uit hoogverheven glorie deze stem tot Hem nederkwam : Deze is mijn beminde Zoon, inWien Ik mijn welbehagen heb, hoort Hem. En deze stem, welke van den hemel weerklonk, hebben wij gehoord, toen wij met Hem op den berg waren. En (door deze gedaanteverandering) is (ons geloof in) het voorspellend woord (aangaande den Messias) versterkt; gij zult goed doen, hierop acht te geven als op eene lichtende lantaarn in deze duistere plaats (der wereld) totdat de dag aanbreke en de morgenster opga in uwe harten (in de zalige eeuwigheid). Graduale Speciósus forma prae Schoon van gestalte zijt fïliis hóminum : difftisa est Gij boven alle menschengratia in labiis tuis. *. E- kinderen : bevalligheid ructavit cor meum ver- ligt over uwe lippen ge- bum bonum : dico ego spreid. *. Mijn hart heeft opera mea Regi. dit goed woord (lied) ont¬ boezemd : Ik wijd den Koning mijne zangen. Alleluja, allelüia. *\Can- Alleluja, alleluja, f. (Hij dor est lucis setérnse, spé- is) een glans van het eeuculum sine macula, et wig licht, een spiegel zonimago bonitatis illius. Al- der vlek en een beeld van leluJa- zijne goedheid. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd nam Jesus met zich, enz., zie bladz. 435. — Credo. Bij de Offerande Glória et divitiae in do- Heerlijkheid en schatmo ejus : et justitia ejus ten zijn in zijn huis : Zijne manet in saeculum saeculi, gerechtigheid blijft in de alleluja. eeuwen der eeuwen, alle¬ luja. Stil Gebed Heilig, bidden wij, Heer, de opgedragen gaven door de heerlijke Gedaanteverandering van uwen Eeniggeborene; en reinig ons van de smetten der zonden door den luister zijner verheerlijking. Door denzelfden onzen Heer. Gedachtenis der HH. Martelaren. Wij dragen U op. Heer, de geschenken onzer godsvrucht; mogen zij U aangenaam zijn om de eer uwer rechtvaardigen en ons in uwe barmhartigheid heil aanbrengen. Door onzen Heer. Prefatie der Geboorte van Christus, bladz. 100. By de Communie Visiónem quam vidi- De verschijning welke stis, némini dixéritis, do- gij gezien hebt, spreek nee a mórtuis resürgat er niemand over, tot de Filius hóminis. Zoon des menschen van de dooden verrezen is. Na de Communie Verleen, bidden wij U, almachtige God, dat wij de hoogheilige Geheimen der Gedaanteverandering uws Zoons, welke wij met plechtig dienstbetoon vieren met het inzicht van een rein geweten verwerven. Door denzelfden onzen Heer. Gedachtenis der HH. Martelaren. Geef ons. smeeken wij, Heer. door de voorspraak uwer HH. Martelaren Xystus, Felicissimus en Agapitus, dat wij met een zuiver hart ontvangen, wat wij met den mond nuttigen. Door onzen Heer. Feest van den H. Laurentius, Martelaar IO AUGUSTUS Weinige Martelaren der eerste Christentijden zijn zoo bekend en bij het volk in eere als de H. Laurentius. De H. Sixtus II, in 257 Paus geworden, wijdde Laurentius tot zijn aartsdiaken. Onder de vervolging van keizer Valeriaan werd de H. Laurentius gegrepen, in de gevangenis geworpen, en gefolterd, om van hem te weten, waar de schatten der Kerk geborgen waren. In plaats van geld of goud toonde de H. Diaken aan den heidenschen Prefect van Rome armen, ongelukkigen van allerlei soort. Eene heilzame lesgaf de H. Laurentius hun, welke nog steeds van kracht en toepasselijk is heden. « Die armen bezitten den vrede : grootere schat is niet denkbaar; — die blinden hebben het licht des geloofs; — die zieken en ellendigen, gelaten en overgegeven, verwerven daardoor grootere voordeelen, dan de wereld geven kan; — zij allen zijn vrij van de ondeugden en hartstochten, welke ware ellende teweeg brengen; — de God gewijde weduwen en maagden zijn als zoovele edelsteenen, kostbaarder dan die de wereldsche vrouwen sieren. » Welken schat kunnen en zullen zij zich verwerven, die, gelijk Laurentius, er hun grootste geluk en vreugde in stellen, den arme alle liefdediensten te bewijzen. Met heldenmoed onderstond de Heilige de martelin- gen van den gloeienden rooster, waarop hij werd uitgestrekt en levend gebraden. Tot aan zijn laatsten snik volhardde de H. Laurentius in een vurig gebed voor de bekeering zijner beulen, van stad en land der Romeinen. Het begin der Mis Conféssio et pulchri- T of en heerlijkheid zijn tüdo in conspéctu J—* voor zijn aanschijn; ejus : sanctitas et magni- heiligheid en luister in ficéntia in sanctificatióne zijn heiligdom. Ps. Zingt ejus. Ps. Cantate Dómino den Heer een nieuw lied; canticum novum: canta- zingt den Heer, gij gante Dómino, omnis terra, sche aarde. Glorie zij f. Gloria Patri. — Confés- den Vader. — Lof en sio. heerlijkheid. Gebed Geef ons, bidden wij, almachtige God, dat wij de vlammen onzer ondeugden blusschen, Gij, die den H. Laurentius gegeven hebt, dat hij den brand zijner martelingen doofde. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Corinthiërs Milddadigheid des H. Laurentius, hare vruchten. Broeders : Die spaarzaam zaait zal ook spaarzaam maaien; en die in zegeningen zaait, zal ook van zegeningen maaien. Een- 59 30 ieder (geve) naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet uit droefheid of uit dwang; want God heeft een blijmoedigen gever lief. En God is machtig, om alle genade in u te doen overvloedig zijn; opdat gij in alles en te allen tijde alle genoegzaamheid hebbende, overvloedig zoudt zijn tot alle goed werk, zooals geschreven staat : Hij heeft uitgestrooid, hij heeft aan de behoeftigen gegeven : zijne rechtvaardigheid blijft in eeuwigheid. Hij echter, die den zaaier zaad verstrekt, zal ook brood verschaffen om tc eten, en hij zal uw zaad vermeerderen, en wasdom geven aan de vruchten uwer rechtvaardigheid. Graduale Probasti, Dóraine, cor meum, et visitasti nocte. J-. Igne me examinasti, et non est invénta in me iniquitas. Alleluja, alleluja, f. Levita Lauréntius bonum opus operatus est, qui per signum Crucis ceecos illuminEwit. Alleluja. Gij hebt,Heer,mijn hart op de proef gesteld, en mij des nachts bezocht. f. Gij hebt mij met vuur doorzocht, doch geene ongerechtigheid in mij ontdekt. Alleluja, alleluja, f. Een goed werk heeft de Leviet Lauréntius verricht; als hij door het teeken des Kruises aan de blinden het gezicht gaf. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Joannes De Heiligen gedood, zullen herleven. Welk is het vare leven? In dien tijd zeide Jesus tot zijne Leerlingen : Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u: Indien de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen over; doch als hij gestorven is, brengt hij vele vruchten voort. Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat in deze wereld, bewaart het ten eeuwigen leven. Indien iemand Mij dient, hij volge Mij; en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Zoo iemand Mij dient, zal mijn Vader hem verheerlijken. Bij de Offerande Conféssio et pulchritü-1 do in conspéctu ejus : sanctitas et magnificéntia in sanctificatióne ejus. Lof en heerlijkheid zijn voor zijn aanschijn; heiligheid en luister in zijn 'heiligdom. Stil Gebed Ontvang, Heer, de U waardiglijk aangeboden gaven; en doe die, op de voorbeden der verdiensten van den H. Laurentius, ter hulpe dienen aan onze zaligheid. Door onzen Heer. Gewone Prafaiie, bladz. i33. Bij de Communie Qui mihi ministrat, me Die Mij dient, volge Mij: sequatur : et ubi ego sum, en waar Ik ben, daar zal illic et minister meus erit. ook mijn dienaar zijn. Na de Communie Door de heilige Genadegave verzadigd, smeekenwij U dringend, Heer, dat wij, hetgeen wij ter erkenning onzer verschuldigde onderdanigheid vieren, daarvan door de voorspraak van uwen H. Martelaar Laurentius ook mogen gevoelen de toeneming uwer zaligmaking. Door onzen Heer. Feest der heilige Clara, Maagd 12 AUGUSTUS De eerste volgelinge van den H. Franciscus van Assisië onder de wouwen was de H. Clara. Van hem zeiven ontving zij in het kerkje: « Portiuncula » het ordeskleed. De H. Clara stichtte in 1212 de Orde der Arme Clarissen. Bijzonder muntte de H. Clara uit in liefde tot armoede, welke zij had aangeleerd uit hare liefderijke godsvrucht tot het Kind van Bethlehem en tot den Lijdenden Verlosser. Van daar dat veelvuldig en streng vasten, benevens het nachtelijk gebed en overweging, hoofdzakelijk de bezigheid zijn der Dochters van de H. Clara. De Mis « Dilexisti » bladz. 676, uitgenomen het vólgende : Gebed God, onze Heiland, verhoor ons. opdat, gelijk wij ons verheugen over den feestdag uwer H. Maagd Clara. wij zoo ook tot innige vrome godsvrucht gebracht worden. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Laurentius, Martelaar, zie bladz. 929. Graduale Spécie tua, et pulchrittidine tua inténde, próspere procédé, et regna. >-. Propter veritatem, et mansuetüdinem, et justitiam : et dedücet te mirabiliter déxtera tua. Alleluja, alleluja. f. Adducéntur regi virgines post eam : próximae ejus afferéntur tibi in leetitia. Alleluja. Ga uit met uwe bevalligheid en schoonheid, schrijd voorspoedig voort en heersch. f. Om wille uwer waarheid, en zachtzinnigheid en gerechtigheid : zal zijne rechterhand u wonderbaar leiden. Alleluja, alleluja. Na haar zullen de maagden tot den Koning gevoerd worden: hare gezellinnen in gejuich tot u geleid worden. Alleluja. Vervolgens de Gedachtenis van den H. Laurentius. bij het Stil Gebed, zie bladz. g3i de Communie, zie bladz. 932. Feest van den H. Joannes Berchmans Belijder 13 augustus Met de HH. Aloysius en Stanislaus Kostka vormt de H. Joannes Berchmans het heilige drietal beschermers van geloof en zeden van knapen en jongelieden. In i5gg te Diest, in België geboren, muntte de H. Joannes Berchmans in de prilste jeugd uit in teedere godsvrucht en onschuld, die hem zijn geheele leven als knaap en jongeling bijbleef. In de Orde der Jesuïeten getreden, trof het zijnen Oversten en medeleden, dat de Heilige geene buitengewone dingen deed, maar de geringste voorschriften van den Regel of zijner Oversten met de grootste stiptheid en nauwkeurigheid volbracht. Zijne onafscheidelijke gezellen tot bewaring zijner onschuld en om tot volmaaktheid te geraken waren : zijn Kruisbeeld, Regelboek en Rozenkrans, welke hij tot op zijn sterfbed omkneld hield en waarmede de Heilige gewoonlijk wordt afgebeeld. Het begin der Mis Custodivit anima mea testimónia tua, et diléxit ea veheménter. Ps. Beati immaculati in via : qui ambulant in lege Mijne ziel bewaarde uwe getuigenissen (wetten) en beminde die zeer. Ps. Zalig die onschuldig zijn op den weg (des le- Dómini. V. Gloria Patri, vens), die volgens de wet— Custodivit. tendesHeeren wandelen. f. Glorie zij den Vader. — Mijne ziel. Gebed Geef, bidden wij U. Heer God, aan uwe dienaren, dat wij de voorbeelden van onschuld en trouw in uwen dienst van hem navolgen. waaraan de engelachtige jongeling Joannes de bloem van zijn leven heeft gewijd. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Laurentius, Martelaar. Geef ons, bidden wij, enz., zie bladz. 929. Lezing uit het Boek der Wijsheid Ik zal u danken en loven en den Naam des Heeren zegenen. Als ik nog jong was» vóór ik mij tot reizen begaf heb ik openlijk door mijn gebed de wijsheid gezocht. Vóór den tempel heb ik er om gebeden en tot het einde zal ik ze blijven zoeken. Zij heeft dan in mij gebloeid als eene vroegtijdige druif : mijn hart heeft zich er in verheugd. Mijn voet bewandelde den rechten weg, van mijne jeugd af heb ik haar gezocht. Ik heb mijn oor een weinig tot haar geneigd, en ik heb ze verkregen. Ik heb veel wijsheid in mij zei- ven gevonden, en heb er grooten voortgang in gemaakt. Aan hem die mij wijsheid geeft, schrijf ik de eer toe. Nu maakte ik het besluit, ze toe te passen; ik beijverde mij het goede te doen, om niet beschaamd te worden. Mijn geest heeft om haar gestreden en door ze ten uitvoer te brengen ben ik er in versterkt. Ik heb mijn hart op haar gesteld, en in de kennis van mij zeiven ze gevonden. Met haar bezat ik van den beginne af mijn hart; daarom zal ik niet verlaten worden. Ziet met uwe oogen aan, hoe ik weinig heb gewerkt en groote rust voor mij gevonden. Graduale Consummatus in brevi, explévit témpora multa. f. Placita enim erat Deo anima illius : propter hoe properavit edücere illum de raédio iniquitatum. Alleluja, alleluja. S". Condémnat autem justus mórtuus vivos impios, et juvéntus celérius consummata longam vitam injüsti. Alleluja. In weinig tijd volmaakt, heeft hij langen tijd geleefd. f. Want zijne ziel was Gode welbevallig : daarom heeft Hij zich gehaast hem weg te nemen uit het midden der ongerechtigheden. Alleluja, alleluja, f. De overledene rechtvaardige veroordeelt de nog levende goddeloozen, en de jeugd, die zoo snel verliep, het lange leven dés onrechtvaardigen. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Te dien tijde, ziet, daar naderde een tot Jesus, die zeide: Goede Meester, wat goeds moet ik doen, om het eeuwig leven te bezitten? Hij zeide tot hem : Wat ondervraagt gij Mij omtrent het goede? Een is de goede, God. Maar als gij wilt ingaan tot het leven, onderhoud de geboden. Hij zeide tot Hem . Welke? Jesus sprak dan : Gij zult niet doodslaan; gij zult geen overspel bedrijven; gij zult niet stelen; gij zult geene valsche getuigenis geven; eer uwen vader en uwe moeder ; en gij zult uwen evennaaste liefhebben als u zeiven. De jongeling zeide tot Hem : Dit alles heb ik van mijne jeugd af onderhouden; wat ontbreekt mij nog? Jesus zeide hem : Als gij volmaakt wilt zijn, ga, verkoop hetgeen gij hebt en geef het aan de armen, en gij zuït een schat in den hemel hebben; en kom, volg Mij. Bij de Offerande O Dómine, quia ego servus tuus, ego servus tuus et filius ancillae tuse : dirupisti vinculamea; tibi sacrificabo hóstiam laudis. O Heer, ik ben uw dienaar, uw dienstknecht en de zoon uwer dienstmaagd : Gij hebt mijne boeien verbroken : U zal ik een lofoffer opdragen. Stil Gebed Zie, barmhartige God, neder op de gaven, welke wij offeren, terwijl wij in den geest de liefde herdenken, waarvan de H. Joannes onder deze Geheimen blaakte. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Laurentius, Martelaar. Ontvang, Heer, de U waardiglijk aangeboden, enz., zie bladz. g3i. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie Ego dilécto meo, et diléctus meus mihi, qui pascitur inter lilia. Invéni quem diligit anima mea : ténui eum, nee dimittam. Ik behoor mijnen beminde, en mijn beminde mij, die zijn voedsel neemt onder de leliën. Ik heb hem gevonden, dien mijne ziel bemint: ik zal hem vasthouden en niet laten gaan. Na de Communie Wij bidden U, barmhartige God, dat Gij ons, die van uwen hemelschen Maaltijd verzadigd zijn, gevet, dat wij, de voetstappen van den H. Joannes volgende, den weg uwer geboden met een vreugdevol hart bewandelen. Door onzen Heer. Gedachtenis van dm H. Laurentius, Martelaar. Door de heilige Genadegaven verzadigd, enz., sic bladz. 932. Feest van Maria-ten-hemelopneming 15 AUGUSTUS Heden viert de H. Kerk de Opneming van Maria ten hemel, hare verheerlijking en kroning boven Engelen en Heiligen als Koningin des Hemels. Want over haar dood wil de H. Kerk niet spreken, dewijl Maria, als Onbevlekt ontvangen, daaraan niet schuldig was. Zij is gestorven om in alles aan haren goddelijken Zoon gelijkvormig te zijn. Doch « gij zult uwe Heilige het bederf niet doen zien » werd vervuld. Het is een zeer oude overlevering, dat de H. Maagd in tegenwoordigheid van alle Apostelen,behalve Thomas, ingezegenden ouderdom overleed. Gelijk bij de Verrijzenis van Christus diens ongeloof, zoo diende hier de afwezigheid van denzelfden Apostel, om Gods wonderwerken te openbaren. Toen toch bij zijne aankomst, op zijn dringend verzoek het graf, waarin het lichaam der allerzaligste Moeder gelegd was. geopend werd, vond men het ledig, en op l5 AUGUSTUS diezelfde plaats bloemen bloeiende.Van daar nog het gebruik op sommige plaatsen, om op dezen dag bloemen te wijden. Deze dag is de eerste onder alle Mariafeesten, ook wel Hoog-Lieve-Vrouw genoemd, voorafgegaan door eene boete vastendag. Ieder Christen herdenke heden met innige blijdschap de verheerlijking zijner hemelsche Moeder, en wekke in zich het verlangen naar het hemelsch vaderland, en bidde de Hemelkoningin om bescherming op de pelgrimsreis door dit aardsche leven. Het begin der Mis Gaudeamus omnes in Dómino, diem festum celebrantes sub honóre beatae Mariae Virginis : de cujus Assumptióne gaudent AngeH, et collaudant Filium Dei. Ps. Eructavit cor meum verbum bonum : dico ego óperamea Regi. y. Glória Patri. — Gaudeamus. Laten wij allen ons verheugen in den Heer, nu wij feest vieren ter eere der H. Maagd Maria: om wier Opneming de Engelen zich verblijden en den Zoon Gods verheerlijken. Ps. Mijn hart heeft dit goed woord (lied) ontboezemd : ik spreek mijne gezangen (ter eere van) den Koning uit. Glorie zij den Vader. — Laten wij. Gebed Vergeef, bidden wij U, Heer, de misslagen uwer dienaren; opdat wij, die U door onze werken niet kunnen behagen, toch zalig worden door de voorspraak der Moeder van uwen Zoon, onzen Heer, Die met U leeft en heerscht. Lezing uit het Boek der Wijsheid Oorsprong, zetel, heerlijkheid der ongeschapen wijsheid, d. i. Gods Zoon. Op Maria worden deze toegepast, omdat zij bij eenzelfde raadsbesluit der goddelijke Wijsheid werd voorbestemd als de Menschwording. Bij alles heb Ik rust gezocht en wensch te verblijven in de erfenis des Heeren. Dan gaf de Schepper van alle dingen nog zijn bevel en sprak tot Mij : en Hij die Mij geschapen heeft, rustte in mijne tent (schoot). E11 Hij sprak tot Mij : Neem uwe verblijfplaats in Jacob, en uw erfdeel in Israël (onder het Joodsche volk) en schiet wortelen (vestig u vast) onder mijne uitverkorenen. En zoo ben Ik in Sion (de Kerk) gevestigd, en heb mijne rust in de heilige stad gevonden, en heersch in Jerusalem. En Ik heb mijne wortelen geslagen in een verheerlijkt volk, wiens erfdeel is in het aandeel van mijnen God, en mijn verblijf is in de volle vergadering der heiligen (geloovigen). Ik ben hoog opgewassen als een cederboom op (het gebergte) Libanon en als een cypresboom op den berg Sion : als een dadelboom te Cades ben Ik opgeschoten, als een rozenstruik te Jericho. Als een schoone olijfboom op de velden, en als een ahornboom op de wegen langs het water ben Ik opgegroeid. Ik geef geur als kaneel en welriekende balsem; als uitgelezen mirre geef Ik zoeten geur af. Graduale Schoonheid en koninklijke eigenschappen van de Koningin des hemels. Propter veritatem, et mansuetüdinem, et justitiam; et dedticet te mirabiliter déxtera tua. Audi, filia, et vide, et inclina aurem tuam : quia concupivit Rex spéciem tuam. Alleluja, alleluja. f. Asstimpta est Maria in coelum : gaudet exércitus Angelórum. Alleluja. Om uwe waarheid (s liefde), zachtheid en rechtvaardigheid, zal uwe macht (aanzien) wonderbaarlijk stijgen, p. Hoor, dochter, en zie, en neig uw oor, (gehoorzaam) want de Koning heeft behagen in uwe schoonheid. Alleluja, alleluja, t. Maria is opgenomen ten hemel : de Engelenschaar verblijdt zich. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In de H. Maagd vinden we het leven van Maria en Martha vereenigd : het werkzaam leven en het beschouwend lm en. Daarom wordt heden dit Evangelie, de geschiedenis van Martha en Maria gegeven. In dien tijd kwam Jesus in een dorp : en. eene vrouw, Martha geheeten, ontving Hem in haar huis. Deze had eene zuster met name Maria, die ook aan de voeten van Jesus zat, en naar zijne woorden luisterde. Martha nu was gestadig werkzaam met veel dienen. Zij trad naderbij en zeide : Heer, bekommert Gij er U niet over, dat mijne zuster mij alleen laat dienen? Zeg dan, dat zij mij helpe. En de Heer antwoordende, sprak tot haar : Martha, Martha, gij zijt bezorgd en bekommerd over vele zaken, doch eene zaak is slechts noodig. Maria heeft het beste deel verkoren, dat haar niet ontnomen zal worden. — Credo. Bij de Offerande Assümpta est Maria in I ccelum : gaudent Angeli,| collaudantes benedicunt Dóminum, alleluja. Maria is opgenomen ten hemel: de Engelen verblijden zich, lovend danken zij den Heer, alleluja. Stil Gebed Kome, Heer, het gebed der Moeder Gods uw volk ter hulp, opdat wij ondervinden, dat Zij, die wij weten, dat volgens het lot van alle vleesch is heengegaan, toch in de hemelsche glorie voor ons ten beste spreekt. Door denzelfden Heer Jesus-Christus. Prafatie der H. Maagd, bladz. 197* Bij de Communie Optimam partem elégit Maria heeft het beste sibi Maria, quae non aufe- deel verkoren, dat in eeurétur ab ea in setérnum. wigheid niet aan Haar zal ontnomen worden. Na de Communie Aan de hemelsche Tafel deelachtig geworden, smeeken wij uwe goedertierenheid af. o Heer, onze God; opdat wij, die de ten hemelopneming der Moeder Gods vieren, door hare voorspraak van alle dreigende rampen bevrijd worden. Door denzelfden onzen Heer. zondag onder het octaaf der hemelvaart van maria Feest van den H. Joaehim, Vader der H. Maagd Het begin der Mis Gelukkig de menscli, die in zijn hart God vreest en Diens geboden nakomt, o. a. dat, van zijne tijdelijke zaken ter eere Gods te gebruiken en daarvan mede te deelen aan de armen. Zegen door God zeiven hieraan toegezegd. Ten voorbeeld strekke de H. Joaehim. Dispérsit, dedit pau-IT Tij (de man, die God péribus, justitia ejusll-! vreest) deelde in rui- manet in saeculum saecu- me mate, gaf (zijn bezit) li : cornu ejus exaltabitur aan de armen: zijne rechtin gloria. Ps. Beatus vir, vaardigheid (goed werk) qui timet Dóminum : in blijft eeuwig, en zijn hoorn mandatis ejus cupit nimis. (zijne macht en aanzien) y. Gloria Patri. — Dispér- zal toenemen (in dit leven). s;t_ Ps. Zalig de man, die den Heer vreest : (en) vermaak schept in Diens geboden (te kennen en op te volgen), *. Glorie zij den Vader. — Hij. Gebed God, die gewild hebt, dat boven al uwe Heiligen de H. Joachim vader der Moeder uws Zoons zou zijn; geef, bidden wij, dat wij altijd de bescherming ondervinden van hem wiens feest wij vieren. Door denzelfden onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit het Boek der Wijsheid Zalig de man, enz., zie bladz. 826. Graduale Dispérsit, dedit paupé- Hij deelde in ruime maribus, justitia ejus manet te en gaf aan de armen, in saeculum sseculi. jf. Po- (daarom) blijft zijn goed tens in terra erit semen werk eeuwig, Zijn naejus : generatio rectórum geslacht zal machtig zijn benedicétur. op aarde : de afstamme¬ lingen der braven zullen gezegend zijn. Alleluja,alleluja. S\OJó- Alleluja, alleluja. *. O achim, sancte Conjux An- Joachim, heilige Man van CO 30 nae, pater almae Virginis, Anna, vader der roemrijhic famulis confer salütis ke Maagd, verleen hier opem. Alleluja. uwen dienaren hulp ter zaligheid. Alleluja. Begin van het H. Evangelie volgens Mattheüs Boek der afstamming van Jesus-Christus, (als) Zoon van David, Zoon van Abraham. Abraham bracht Isaac voort. Isaac echter Jacob. Jacob bracht voort (had tot zoon) Juda, en diens broeders. Judas nu bracht voort Phares en Zaram van Thamar. Phares bracht Esron voort. Esron bracht Aram voort. Aram bracht voort Aminadab. Aminadab bracht N aasson voort. N aasson bracht Salmon voort. Salmon bracht voort Booz van Rahab. Booz nu bracht Obed van Ruth voort. Obed bracht voort Jesse. Jesse bracht koning David voort. Koning David nu bracht uit die, welke van Urias was, Salomon voort. Salomon bracht Roboam voort. Roboam bracht voort Abias.Abias nu brachtvoort Asa. Asa bracht voort Josaphat. Josaphat bracht voort Joram. Joram bracht Ozias voort. Ozias bracht voort Joatham. Joatham nu bracht Achas voort. Achas bracht Ezechias voort. Ezechias nu bracht voort Manasses. Manasses bracht voort Amon. Amon bracht voort Josias. Josias nu bracht voort Jechonias en zijne broeders in de Babylonische gevan- genschap. En na de Babylonische gevangenschap bracht Jechonias voort Salathiel. Salathiel nu bracht voort Zorobabel. Zorobabel bracht voort Abiud. Abiud nu bracht Eiiacim voort. Eliacim bracht voort Azor. Azor bracht voort Sadoc. Sadoc nu bracht voort Achim. Achim bracht voort Eliud. Eliud nu bracht voort Eleazar. Eleazar nu bracht voort Mathan. Mathan bracht voort Jacob. Jacob nu bracht voort Jozef, den man van Maria, uit wien Jesus geboren is, die Christus genoemd wordt. — Credo. Bij de Offerande « Gloria et honore, » zie bladz. 885. Stil Gebed Ontvang, goedertierenste God, het offer ter eere van den H. Aartsvader Joachim, den Vader der Maagd Maria, aan uwe Majesteit opgedragen ; opdat wij door zijne voorbede, en die zijner vrouw en allerheiligst Kind de volkomen vergeving onzer zonden mogen verwerven en de eeuwige glorie. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prafatie der H. Maagd, bladz. 197. Bij de Communie « Fidelis servus. » zie bladz. 3i3. Na de Communie Wij bidden U, almachtige God, dat wij door deze Sacramenten die wij genuttigd hebben, op de voorbede der verdiensten en beden van den H. Joachim, den Vader der Moeder van uwen geliefden Zoon onzen Heer Jesus-Christus, aan uwe genade mogen deelachtig worden in het tegenwoordig leven, en aan uwe glorie in het toekomstige. Door denzelfden onzen Heer JesusChristus. Feest van den H. Roehus, Belijder l6 AUGUSTUS In de i4de eeuw leefde deze Heilige in Montpellier, Frankrijk. Bij den dood zijner ouders in het bezit gekomen van groote schatten, schonk hij deze aan de armen, en begaf zich naar Rome. Italië werd in dien tijd hevig geteisterd door de pest. Roehus beijverde zich de lijders bij te staan en genas eene groote menigte aangetasten door hun het kruisteeken op het voorhoofd te maken. Vandaar dat deze Heilige bijzonder aangeroepen wordt tegen besmettelijke ziekten. Zelf door de pest aangetast werd de H. Rochus aan zijn lot overgelaten, doch door een Engel genezen. In zijne vaderstad teruggekeerd, werd hij in de gevangenis geworpen, waarin hij vijf jaren zuchtte en zich heiligde. Liefde tot den naaste, ook zelfs jegens den ondankbare. « Zalig toch, die zich ontfermt over den behoeftige en arme. » Ondank is 's werelds loon; verrichten we dus onze goede werken in uitzicht op den loon, welken de rechtvaardige Rechter ons geven zal; en zorgen we, dat ons die loon niet ontga door de pest der zonde. Dezelfde Mis als die van den H. Vincentius a Paulo, bladz. 891, uitgenomen het volgende: Gebed Wij bidden U, Heer, bewaar met liefde voortdurend uw volk; en door de voorbeden der verdiensten van den H. Rochus, beveilig het voor alle besmetting van ziel en lichaam. Door onzen Heer. Gedachtenis van Maria's ten Hemelopnevimg, bladz. 940 en volgende, en van den H. Laurentius, bladz. 929 en volgende. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd zeide Jesus. enz., zie blad3. 694. — Credo, en Prefatie der H. Maagd, bladz. 197- 'Ui' Feest van den heiligen Bernardus Abt en Kerkleeraar 20 AUGUSTUS Deze H. Kerkleeraar zag het eerste levenslicht op het kasteel Des Fontaines bij Dij011 (Frankrijk). Van zijne vroegste jeugd toonde hij eene voorliefde voor de eenzaamheid en de versterving. De Orden der Kartuizers en der Trappisten zijn op de regels van den H. Bernardus gegrondvest. De Heilige muntte wijders uit in geleerdheid en zoetvloeiende welsprekendheid. Hij predikte den Kruistocht tegen de Turken om het H. Land aan hunne macht te ontrukken. Met woord en pen bestreed hij de verscheidene ketterijen en dwalingen van zijn tijd. De godsvrucht tot het H. Hart van Jesus vond in Bernardus als een voorlooper; van deze godsvrucht en van die tot de H. Maagd getuigen al zijne vele schriften. God en zich zeiven te kennen was het streven van geheel zijn leven: Voeg daarbij, zegt hij zelf, de nederigheid. Doch om daartoe te geraken is de beoefening der vernedering noodig, zonder welke men tot nederigheid niet kan geraken. Het begin der Mis « In medio Ecclesia, » zie bladz. 2?o. Gebed God, die aan uw volk den H. Bernardus tot bedienaar der eeuwige zaligheid geschonken hebt; geef, bidden wij, dat wij hem tot voorspreker in den hemel mogen hebben, dien wij op aarde als leeraar gehad hebben. Door onzen Heer. Gedachtenis van Maria's ten Hemelopneming, bladz. 940. Lezing uit het Boek der Wijsheid De rechtvaardige wijdt zijn hart, om van 's morgens vroeg tot den Heer te waken, die hem geschapen heeft, en stort zijn gebed voor het aanschijn des Allerhoogsten. Hij opent zijn mond tot het gebed, en smeekt voor zijne zonden. Als het den grooten Heer belieft, zal hij hem vervullen van den geest van verstand; en hij zal (dan) de uitspraken zijner wijsheid als stortvloeden uiten, en in zijn gebed den Heer loven; en hij doet zijnen raad en wetenschap wèl gelukken; en denkt na over hetgeen hem verborgen is. Hij zal openlijk de onderrichtingen zijner leer verkonden en hij stelt zijn roem in de wet van 'sHeeren verbond. Velen zullen zijne wijsheid prijzen en zij zal in eeuwigheid niet vergaan. Het aandenken aan hem zal niet uitgewischt worden en zijn Naam zal van geslacht tot geslacht gezocht (in eere) zijn. De volken zullen zijne wijsheid vermelden en de Kerk zal zijn lof verkonden. Graduale « Os justi meditabitur, » zie bladz. 338 Vervolg van het H. Evangelie volgens Matthëus In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 338. — Credo. Bij de Offerande « Justus ut palma, » zie bladz. 262. Stil Gebed Moge, Heer, het vroom gebed van uwen H. Bernardus ons niet ontbreken, opdat het onze offers welgevallig make en ons uwe goedertierenheid immer verwerve. Door onzen Heer. Gedachtenis van Maria's ten Hemelopneming, bladz. 943. Pr af at ie der H. Maagd, bladz. 197. Bij de Communie « Fidelis servus, » zie bladz. 3i3. Na de Communie Dat uw heilige Belijder en uitstekende Leeraar Bernardus onze voorspreker zij, bidden wij, Heer, opdat uwe offers ons de zaligheid schenken. Door onzen Heer. Gedachtenis van Maria's ten Hemelopneming, bladz. 944. Feest van den H. Bartholomeüs, Apostel 24 AUGUSTUS Nathanaël, wiens oprechtheid en eenvoudigheid door Jesus geprezen worden, schijnt dezelfde te zijn als Bartholomeüs. Hij was getuige van Jesus' Verrijzenis en wordt genoemd onder hen, die na de Hemelvaart des Heeren vereenigd waren in vasten en gebed, om den H. Geest te ontvangen. Deze Apostel predikte vooral in Azië, tot zelfs in Indië, het Evangelie. In Armenië het heidendom en de afgoderij bestrijdend, ontving de H. Bartholomeüs de martelaarskroon door worging en kruisiging. De Apostelen hebben zooveel voor de verspreiding van het Evangelie gedaan en geleden en meenden dan nog onnutte knechten te zijn, dewijl zij hunne werken voor niets achtten. Zij dachten slechts aan God, en om hunne plichten jegens God en jegens den evenviensch zoo goed mogelijk te volbrengen. Het begin der Mis « Mihi autem, » zie bladz. 689. Gebed Almachtige, eeuwige God, die ons op dezen dag eerbare en heilige vreugde verschaft hebt door het feest van uwen H. Apostel Bartholomeüs; geef aan uwe Kerk, bidden wij, te beminnen wat hij geloofd, en te prediken wat hij geleeraard heeft. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Pauius aan de Corinthiërs Broeders : Gij zijt het lichaam van Christus en ledematen van het lid (van elkander). En sommigen nu heeft God in de Kerk gesteld : ten eerste Apostelen, ten tweede Profeten, ten derde Leeraars, daarna (komen) krachten, dan genadegaven van genezingen (te doen), behulpzaamheden, besturen, soorten van talen, uitleggingen van talen (1). Zijn zij dan allen Apostelen? Zijn zij allen Profeten? Zijn allen Leeraars? Zijn zij allen krachten ? Hebben zij allen de genadegave van genezingen? Spreken zij allen in talen? Zijn zij allen uitleggers? Doch ijvert om de betere genadegaven. (2) (1) Menschen, die deze betrekkingen vervullen, of die gaven bezitten. (2) Gelijk elk lichaamslid zijne taak heeft; zóó zijn er in de H. Kerk verschillende waardigheden. Graduale « Constitues eos, » zie bladz. 173. Alleluja, alleluja. Te Alleluja, alleluja, f. U, gloriósus Apostolórura Heer, looft het roemrijk chorus laudat, Dómine. Apostelenkoor. Alleluja. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Lucas In dien tijd ging Jesus op een berg bidden, en Hij overnachtte in het gebed tot God. En als het dag geworden was, riep Hij zijne Leerlingen, en koos twaalf van hen uit, (die Hij dan Apostelen noemde): Simon, dien Hij den bijnaam van Petrus gaf, en Andreas diens broeder, Jacobus en Joannes, Philippus en Bartholomeüs, Mattheüs en Thomas, Jacobus den zoon van Alpheüs en Simon, genaamd den IJveraar, en Judas den broeder van Jacobus, en Judas Iscarioth, die de verrader geweest is. En met hen afgekomen zijnde, stond Hij op eene vlakke plaats, met eene schare van Leerlingen en eene talrijke menigte volks uit geheel Judea, en van Jerusalem, en van den zeekant, en van Tyrus en Sidon, die gekomen waren om Hem te hooren en van hunne kwalen genezen te worden. En die door onreine geesten gekweld waren, werden genezen. En de gansche menigte trachtte Hem aan te raken, omdat van Hem eene kracht uitging, en Hij genas allen. — Credo. Bij de Offerande « Mihi auiem, » zie bladz. 174. Stil Gebed Wij bidden U, Heer, dat wij, het plechtig feest vierende van uwen H. Apostel Bartholomeüs, door zijnen bijstand uwe weldaden mogen ontvangen, ter wiens eere wij U deze lofoffers opdragen. Door onzen Heer. Prefatie van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie Vos, qui secüti estis me, Gij, die Mij gevolgd sedébitis super sedes, ju- zijt, zult op zetels zitten, dicantes duódecim tribus om de twaalf stammen IsIsraël, dicit Dóminus. raëls te oordeelen, zegt de Heer. Na de Communie Laat, o Heer, het onderpand onzer verlossing, dat wij genuttigd hebben, door de voorspraak van uwen H. Apostel Bartholomeüs, ons een hulpmiddel wezen zoo voor het tegenwoordige als toekomende leven. Door onzen Heer. Feest van den H. Augustinus, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar 28 AUGUSTUS Pausen, Kerkvergaderingen, degeheele H. Kerk heeft te allen tijde dezen Kerkleeraar de grootste vereering bewezen. Augustinus is dan ook het toonbeeld van boetvaardigheid, de roemrijke strijder voor het geloof, de geesel der ketters, het schitterend licht der H. Kerk. Door de gebeden en tranen zijner moeder, de H. Monica, werd hij op 28 jarigen leeftijd bekeerd en gedoopt. A chtereenvolgens Priester en Bisschop van Hippo geworden, muntte de H. Augustinus uit door heiligheid, voortkomende uit zijne diepe nederigheid. —Hebben wij misschien den Heilige gevolgd in zijn zondig leven; bidden wij dan door zijne voorspraak van God af denzelfden geest van boetvaardigheid en nederigheid, waardoor Augustinus zoozeer heeft uitgeblonken, en waardoor hij de groote Kerkleeraar en Heilige geworden is. Het begin der Mis « In medio Ecclesia, » zie bladz. 25g. Gebed Kom onze smeekingen te gemoet, almachtige God, en verleen hun, wien gij vertrouwen op uwe vaderlijke goedheid schenkt. door de voorspraak van uwen H. Belijder en Bisschop Augustinus, de vrucht uwer voortdurende barmhartigheid. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Martelaar Hertnes. God, die uwen H. Martelaar Hermes gesterkt hebt met de deugd van volharding in zijn lijden; geef ons dat wij in navolging van hem, uitliefde tot uwen Naam, den voorspoed der wereld versmaden en hare wederwaardigheden niet vrcczen. Door onzen Heer. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan Timotheüs Dierbaarste : Ik betuig voor God, enz., zit bladz. 337. Graduale « Osjustimeditabitur, » zie bladz. 338. Alleluja, alleluja, f. In-' véni David servum meum ; óleo sancto meo unxi eum. Allelüja. Alleluja, alleluja. Ik heb mijn dienaar David gevonden : met mijn heiligen Olie hem gezalfd. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd zeide Jesus, enz., zie bladz. 338. — Credo. Bij de Offerande « Justus ut palmet, » zie bladz. 262. Stil Gebed Moge. Heer, het vroom gebed van uwen H. Belijder Augustinus ons niet ontbreken, opdat het onze offers welgevallig make en ons uwe goedertierenheid immer verwerve. Door onzen Heer. Gedachtenis van den heiligen Hervies. Wij offeren U, Heer, het offer van lof ter gedachtenis uwer Heiligen ; geef, bidden wij U, dat het ons ter zaligheid strekke, zooals het hun de glorie bezorgd heeft. Door onzen Heer. Gewone Prafatie, bladz. i33. Bij de Communie « Fidelis servus, » zie bladz. 3i3. Na de Communie Dat uw heilige Belijder en uitstekende Leeraar Augustinus onze voorspreker zij, bidden wij, Heer, opdat uwe Offers ons de zaligheid schenken. Door onzen Heer. Gedachtenis van den heiligen Hermes. Van uwe hemclsche zegening vervuld, bidden wij uwe goedertierenheid, Heer. dat wij op de voorbede van uwen H. Martelaar Hermes tot onze zaligheid mogen ondervinden wat wij in ootmoed vieren. Door onzen Heer. Feest der Onthoofding van den H. Joannes den Dooper 29 augustus Het Evangelie dezer Mis brengt in herinnering de onmenschelijke wijze en gelegenheid waarlij de Voorlooper des Heeren den marteldood stierf. Hartstocht besliste bij Herodes, bij Herodias en dezer dochter over het lot van Joannes. Hartstochten zijn de oorzaak van alle ongeluk en van elke misdaad. Vrees dus eiken hartstocht, elke drift als uw bittersten vijand en bestrijd dien van den beginne, vooral in de jeugd. Die hierin, in het niet-toegeven aan zijne driften, getrouw is in het kleine, zal nimmer geraken tot de slavernij aan zijne driften. Het begin der Mis Loquébar de testimó-ITN het aanschijn van koniis tuis in conspéctul J. ningen sprak ik over regum, et non confundébar : et meditabar in mandatis tuis, quae diléxi nimis. Ps. Bonum est confitéri Dómino, et psallere Nómini tuo, Altissime. Glória Patri. — Loquébar. uwe wetten, en ik werd niet ten schande: en ik overwoog uwe geboden, die ik innig liefhad. Ps. Het is goed den Heer te loven, en uwen Naam, o Allerhoogste, door onze lofzangen te verheerlijken. f. Glorie zij den Vader. — In het aanschijn. Gebed Wij bidden U, Heer, dat het vereerenswaardig feest van uwen H. Voorlooper en Martelaar Joannes den Dooper, ons de uitwerking van uwe heilvolle hulp verschaffe. Gij die leeft en heerscht. Gedachtenis der H. Martelares Sabina. God, die onder de overige wonderen uwer macht ook aan het zwak geslacht de overwinning van het martelaarschap geschonken hebt; geef genadiglijk, dat wij, die den geboortedag vieren uwer H. Martelares Sabina, door hare voorbeelden tot U mogen geraken. Door onzen Heer. Lezing uit den Profeet Jeremias In die dagen kwam het woord van God tot mij, en zeide : Omgord uwe lendenen, en 61 30 sta op, en spreek tot Juda al wat Ik u beveel. Vrees niet voor hun aanschijn, want Ik zal u hun aangezicht niet doen vreezen. Ik toch maak u heden als eene versterkte stad, als eene ijzerkolom, als een stalen muur over geheel de aarde tegen de koningen van Juda, tegen zijne oversten en priesters en tegen het volk der aarde. En zij zullen tegen U strijden, maar niets tegen u vermogen; omdat Ik met u ben, om u te bevrijden, zegt de Heer. Graduale « jfustus ut palma, » zie bladz. 921. Vervolg van het H. Evangelie volgens Marcus Te dien tijde heeft Herodes gezonden en Joannes gevangen genomen en hem in den kerker geboeid wegens Herodias, de vrouw van zijn broeder Philippus, omdat hij haar gehuwd had. Want Joannes zeide tot Herodes : Het is u niet geoorloofd, de vrouw uws broeders te hebben. Maar Herodias beklaagde hem en wilde hem dooden, doch zij kon het niet. Want Herodes had ontzag voor Joannes. wetende dat hij een rechtvaardig en heilig man was, deed hij hem bewaken en als hij hem hoorde, deed hij veel; en hij luisterde gaarne naar hem. Maar,zie, als een geschikte dag gekomen was; toen Herodes op zijn geboortedag een maaltijd aanrechtte voor de aanzienlijken, en de oversten des legers en de voornaamsten van Galilea. Als nu de dochter dierzelfde Herodias binnenkwam en danste, en aan Herodes en aan al de aanzittenden behaagde, zeide de koning tot het jonge meisje : Vraag van mij wat gij wilt, en ik zal het u geven. En hij zwoer haar: Wat gij ook zult vragen, al is het de helft van mijn rijk, ik zal het u geven. Als zij nu uitgegaan was vroeg zij aan hare moeder : Wat zal ik vragen? Maar deze zeide: Het hoofd van Joannes den Dooper. Als zij nu haastig dadelijk weer bij den koning binnenkwam, \Toeg zij zeggende: Ik wil, dat gij mij dadelijk het hoofd van Joannes den Dooper op eene schotel geeft. En de koning werd bedroefd; doch om zijn eed, en om de medeaanzittenden wilde hij haar niet bedroeven : doch, een zijner lijfwacht gezonden hebbende, beval hij diens hoofd op een schotel te brengen. En deze onthoofdde hem in den kerker. En hij bracht diens hoofd op een schotel; en gaf dat aan het meisje, en het meisje gaf dien aan hare moeder. Toen zij dit vernomen hadden, kwamen diens leerlingen, namen zijn lichaam mede, en legden het in het graf. Bij de Offerande «In viriute tua,» bladz. 694, zonder Alleluja. Stil Gebed Wij bidden. Heer, dat de offeranden,welke wij ter eere van het lijden van uwen H. Martelaar Joannes den Dooper opdragen, door zijne voorspraak tot onze zaligheid strekken. Door onzen Heer. Gedachtenis der heilige Sabina. Neem, Heer, welwillend de offers aan, welke wij om de verdiensten uwer H. Martelares Sabina U wijden; en geef, dat zij immer tot onze bescherming strekken. Door onzen Heer. Gewone Prefatie, bladz. i33. Bij de Communie « Posuisti, Domine, » zie bladz. 869. Na de Communie De plechtige feestelijkheid van den H. Joannes den Dooper geve ons, Heer, dat wij de hoogverhevene Geheimen, welke wij genuttigd hebben, in hlinne beteekenis vereeren en meer nog ons over hunne werkelijkheid verheugen. Door onzen Heer. Gedachtenis der heilige Sabina. Verzadigd, door de milde toediening van het goddelijk Offer, smeeken wij U, Heer onze God, dat wij door de voorbede uwer H. Martelares Sabina, er gedurende ons leven immer deelgenoot van blijven. Door onzen Heer. EERSTE ZONDAG VAN SEPTEMBER Feest der heilige Engelbewaarders Ieder mensch op den onzekeren en onveiligen weg geplaatst, die van dit leven naar den hemel geleidt, heeft van God een Engel ontvangen, die hem steeds naar ziel en lichaam moet bewaren, beschermen van de wieg tot aan het graf. Vele en gewichtig zijn de diensten door den Engelbewaarder ons bewezen. In de hulpelooze jaren der prilste jeugd komt zijne bescherming naar het lichaam meer uit. Steeds echter is het de Engelbewaarder, die ons van het kwaad afhoudt en tot het goed aanspoort, ons verstand verlicht, onzen wil richt, ons verdedigt in bekoringen, waarschuwt tegen verleiding en bederf, voor ons — en met ons bidt; troost en sterkte ons schenkt in droefheid en lijden, onze ziel bijstaat in het uiterste en ons geleidt tot voor het oordeel Gods, om onze voorspréker of aanklager te zijn, naarmate wij hier op aarde naar zijne stem al of niet geluisterd hebben. « Wat of wien zullen wij vreezen, roept de H. Bernardus uit, als wij zulke beschermers hebben ? Zij kunnen niet overwonnen, noch verleid worden. Zij zijn trouw, machtig en wijs, waarom zouden wij beven? Volgen wij hen, en wij zullen onder de bescherming Gods, den Heer des Hemels verblijven. » Wat zijn wij dan aan de Engelbewaarders schuldig? «Eerbied, zegt dezelfde H. Bernardus, voor zijne tegenwoordigheid; dankbaarheid voor de zorgvuldigheid, waarmede Hij ons steeds bewaart; vertrouwen en liefde waarmede wij ons steeds tot Hem wenden moeten. » Op dezen dag bijzonder maar telken dage ook moeten wij onzen H. Engelbewaarder eeren en nimmer den dag beginnen of eindigen, zonder gebeden te hebben: « Engel Gods, mijn Bewaarder, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij, die door Gods liefde aan uwe zorg ben toevertrouwd. Amen. » (1) Het begin der Mis « Benedicite Dominum, » zie bladz. 474. (1) 100 dagen aflaat, zoo dikwijls men dit bidt. Gebed God, die in uwe onuitsprekelijke Voorzienigheid uwe Engelen te onzer bewaring hebt willen zenden; geef op ons ootmoedig smeeken, dat wij altijd door hunne bescherming verdedigd worden en ons eeuwig in hun gezelschap mogen verblijden. Door onzen Heer Jesus-Christus. Lezing uit het Boek des Uitgangs Dit zegt God de Heer : Zie, Ik zal mijnen Engel zenden, die u vooruitgaat, bewaart op den weg en u binnenleidt in de plaats, die Ik u bereid heb. Geef acht op hem, luister naar zijne stem, en meen niet, hem te kunnen minachten ; want hij zal het niet vergeven, als gij zondigt, en mijn Naam is in hem (hij handelt in mijn Naam). Maar, als gij luistert naar zijne stem, en alles doet, wat Ik gebied, zal Ik de vijand uwer vijanden zijn, hen straffen die u verdrukken; en mijn Engel zal u voorgaan. Graduale Angelis suis Deus] mandavit de te, ut custódiant te in ómnibus viis tuis. V. In manibus portabunt te, ne unquam of- God heeft zijnen Engelen een gebod omtrent u gegeven, dat zij u moeten bewaren op al uwe wegen. f. Zij zullen u op de féndas ad lapidem pedem tuum. Alleluja, alleluja, jfr. Benedicite Domino, omnes Virtütes ejus : ministri ejus, qui facitis voluntatem ejus. Alleluja. handen dragen, opdat gij uwen voet niet aan een steen zoudt stooten. Alleluja, alleluja. f. Looft den Heer, gij allen, zijne heerscharen, gij, zijne dienaars, die zijnen wil volbrengt. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Matthëus In dien tijd kwamen de Leerlingen, enz., zie bladz. 712. — Credo. Bij de Offerande Benedicite Dóminum, omnes Angeli ejus : ministri ejus, qui facitis verbum ejus, ad audiéndam vocem sermónum ejus. Gij allen, zijne Engelen, looft den Heer: gij allen, zijne dienaars, die zijn woord (gebod) volbrengt, om te gehoorzamen aan hetgeen Hij beveelt. Stil Gebed Ontvang, Heer, de offers, die wij U ter eere uwer HH. Engelen aanbieden; en geef genadiglijk, dat wij door hunne voortdurende bescherming van de tegenwoordige gevaren verlost worden, en tot het eeuwig leven geraken. Door onzen Heer Jesus-Christus. Prefatie van de H. Drievuldigheid, bladz. 166. Bij de Communie «■Benedicite,» zie bladz. 714. zonder Alleluja. Na de Communie Over het feest uwer heilige Engelen ons verblijdende, hebben wij, Heer, uwe goddelijke Geheimen ontvangen; wij bidden U, dat wij door hunne bescherming steeds bevrijd blijven van de lagen onzer vijanden, en tegen alle tegenkantingen beschermd worden. Door onzen Heer Jesus-Christus. —>*<- ■ V esper-Lofzang CUSTODES HOMINUM 1. Custódes hóminum Wij brengen den juichpsallimus Angelos, toon aan d'Engelenstoet, Natürse fragili quos Pa- Op aarde den mensch ter addidit tot bescherming gegeven, Caeléstis cómites, insi- Opdat, van de listen des diantibus boozen ontheven, Ne succümberet hósti- Hij 't heilpad steeds bus. volg', door Gods Wach¬ ters behoed. 2. Nam quod corrüerit Want, zeker, de lagen próditor Angelus, des Satans zijn groot, Concéssis mérito pulsus Nadat hij, het hemelrijk honóribus, buitengestooten, Ardens invidia, péllere Den sterfling het Eden nititur des Heils zag ontsloten, Quos coelo Deus advo- En 't menschdom hercat. boren uit d'eeuwigen dood. 3- Huc, custos igitur Snelt toe dan, gij Enpérvigil, advola, glenf en blijft ons ter wacht, Avértens patria de tibi Zoo deert ons geen leed, crédita en zoo leven we in vrede, Tam morbos animi, Terwijl door ons harte quam requiéscere de dank en de bede Quidquid non sinit in- Ootmoedig der Godcolas. heid ten cijns wordt ge¬ bracht. 4. SanctaesitTriadilaus Drie-Eenheid, wij buipia jügiter, gen de knie in het stof: Cujus perpétuo nümine o Geef, dat we eens, machina samen met de Engelen¬ koren, Triplex haecrégitur, cu- U 't jubelgeruisch van jus in ómnia den lofzang doen hoo- ren, Regnat glória saecula. In 't zalig verblijf van Amen. den eeuwigen hof. Feest der Geboorte van Maria uit de HH. Joaehim en Anna 8 SEPTEMBER « Uwe Geboorte, H. Moedermaagd, heeft vreugde verkondigd aan de gansche wereld,» zingt heden de H. Kerk. Op heden werd de H. Maagd van Joaehim en Anna geboren. Inderdaad, gelijk de morgenster aankondigt, dat weldra de zon zal opgaan, zoo kondigde Maria's Geboorte die van Christus aan. Maar gelijk de morgenster de zon niet is, doch haar licht en schittering van de zon ontvangt, zoo ook heeft Maria hare heerlijkheid, voorrechten, verhevenheid, aan haren goddelijken Zoon ontleend. Gelijk de sterren voor het morgenrood verbleeken, zoo verbleeken ook de glorie en heerlijkheid van alle Heiligen van het Oud- en Nieuw- Verbond voor de grootheid van Maria. Want « zij is allen lof overwaardig, daar uit Haar de Zon der gerechtigheid, Christus, de Heer, onze God is opgegaan. » Dezelfde Mis als bladz 325, uitgenomen het volgende: Gebed Wij bidden U, Heer, schenk uwen dienaren de gaaf der hemelsche genade, opdat zij, voor wie het baren der Maagd het begin hunner zaligheid is geweest, door het plechtig vieren harer Geboorte, meerdere vrede mogen ontvangen. Door denzelfden Heer J.-C. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheiis Boek der afstamming van Jesus-Christus, enz., zie bladz. 946. — Credo. Stil Gebed De menschheid uws Eeniggeborenen, Heer, kome ons ter hulp; opdat Hij, Die van de Maagd geboren, de maagdelijkheid zijner Moeder niet heeft gekrenkt, maar geheiligd, op de feestviering harer Geboorte ons van onze zonden zuiverende, onze Offerande aan U aangenaam make, Jesus-Christus, onze Heer, Die met U leeft. ZONDAG ONDER HET OCTAAF VAN MARIA's GEBOORTE Feest van den H. Naam Maria Tot dank aan Maria voor de overwinning welke de christelijke legers op de Turken behaalden in i683 bij Weenen, werd dit feest door Paus Innocentius XI voor de geheele Kerk verplichtend gemaakt. De NaamM". Glorie zij den Vader. — Ver zij het. Gebed Heer Jesus-Christus, die toen de wereld (in liefde] verkoelde, om in onze harten het vuur uwer liefde te ontsteken, in het lichaam van den allerzaligsten Franciscus de heilige Lidteekenen van uw Lijden vernieuwd hebt; geef genadiglijk, dat wij door zijne verdiensten en gebeden het kruis voortdurend dragen, en waardige vruchten van boetvaardigheid voortbrengen. Die leeft en heerscht. Lezing uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Galaten Broeders : Verre zij het van mij te roemen, dan in het Kruis van onzen Heer JesusChristus ; door Wien de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld. Want in Christus Jesus geldt noch besnijdenis iets, noch onbesnijdenis, maar een nieuw schepsel. En zoovelen dezen regel zullen opvolgen, vrede over hen en barmhartigheid en over het Israël Gods. Overigens valle niemand mij lastig; want de merkteekenen van den Heer Jesus draag ik in mijn lichaam. De genade van onzen Heer Jesus-Christus zij met uwen geest, broeders. Amen. Graduale « Os justi, » zie bladz. 338. Alleluja, alleluja, ?\ F ranciscus pauper et hümilis, coelum dives ingréditur, hymnis coeléstibus honoratur. Alleluja. Alleluja, alleluja, f. De arme en nederige Franciscus gaat rijk den hemel binnen, wordt met hemelsche lofzangen vereerd. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs Te dien tijde zeide Jesus, enz., zie bladz. 868. Bij de Offerande « Vcritas mea, » zie bladz. 482. Stil Gebed Heilig, Heer, de U gewijde offers en, door de voorspraak van den H. Franciscus, zuiver ons van alle smet van schulden. Door onzen Heer. Gewone Prafatie, bladz. i33. Bij de Communie « Fidelis servus, » zie bladz. 3i3. Na de Communie God, die de wondere geheimen des Kruisesin uwen H. Belijder Franciscus op veelvuldige wijze hebt doen uitkomen; geef ons, bidden wij, de voorbeelden zijner godsvrucht na te volgen, en veilig te zijn door de voortdurende overweging van datzelfde Kruis. Door onzen Heer. Feest van den heiligen Mattheüs Apostel en Evangelist 21 SEPTEMBER In het Evangelie der Mis wordt de roeping en beheering van dezen Apostel en Evangelist verhaald. Met zijne verandering van leven nam hij ook een anderen naam aan : verwisselde dien van Levi voor Mattheüs. Hij't eerst schreef het Evangelie, om- trent het jaar 46, op vcrzalt der beheerde Joden van Palestina. « Hij, » zegt Beda, « die Levi riep door zijne stem, raakte hem ook inwendig door de zalving zijner genade, » en daarom had de bekeering van Mattheüs plaats plotseling, zonder weifelen en bleef zij standhouden. Het begin der Mis « Osjusti, » zie bladz. 309. Gebed Mogen wij, Heer, geholpen worden door de gebeden van den H. Apostel en Evangelist Mattheüs, opdat ons door zijne tusschenkomst gegeven worde, wat wij niet kunnen verwerven. Door onzen Heer. Lezing uit den Profeet Ezechiël De gelijkenis der gedaante, enz., zie bladz. 686. Graduale Beatus vir, qui timet Dóminum, in mandatis ejus cupit nimis. Jr. Potens in terra erit semen ejus; generatio rectórum benedicétur. Zalig de man die den Heer vreest, en behagen schept in diens geboden (te onderhouden). Zijn nakomelingschap zal machtig zijn op de aarde: het geslacht der oprechten zal gezegend werden. Alleluja, alleluja. S\ Te Alleluja, alleluja. f. U, gloriósus Apostolórum Heer, looft het roemrijk chorus laudat, Dómine. Apostelen koor. Alleluja. Alleluja. Vervolg van het H. Evangelie volgens Mattheüs In dien tijd zag Jesus een mensch in het tolhuis zitten met name Mattheüs. En Hij zeide tot hem : Volg Mij. En hij stond op en volgde Hem. En het gebeurde, toen hij in het huis aan (tafel) zat, dat vele tollenaren en zondaars kwamen en aanzaten met Jesus en diens Leerlingen. En als de Pharizeeën dit zagen, zeiden zij tot zijne Leerlingen: Waarom eet uw Meester met tollenaren en zondaars? Doch Jesus dit hoorende sprak : Niet die gezond zijn hebben een geneesheer noodig, doch die ziek zijn. Gaat dan en leert wat het zeggen wil: barmhartigheid wil Ik en geene offerande. Want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen, maar om zondaars te roepen. — Credo. Bij de Offerande Posuisti, Dómine, in ca- Gij, Heer, hebt op zijn pite ejus corónam de la- hoofd eene kroon van pide pretióso: vitampétiit kostbaar gesteente gea te, et tribuisti ei, alle- plaatst: hij heeft U om luja het leven gebeden en Gij hebt het hem gegeven, alleluja. Stil Gebed Wij bidden, Heer, dat het offer der Kerk U aangenaam zij op de smeekingen van uwen H. Apostel en Evangelist Mattheüs, door wiens machtige prediking zij onderwezen wordt. Door onzen Heer. Prefatie van de Apostelen, bladz. 175. Bij de Communie Magna est glória ejus Groot is zijne eer in in salutari tuo; glóriam et uwe heerlijkheid : roem magnum decórem impó- en groote waardigheid nes super eum, Dómine. zult Gij, Heer, hem verleenen. Na de Communie Uwe Sacramenten ontvangen hebbend, Heer, bidden wij U door de voorspraak van uwen H. Apostel en Evangelist Mattheüs, dat ons ter genezing strekke wat wij te zijner eer gevierd hebben. Door onzen Heer. Feest van Onze Lieve Vrouw de Mereede tot Vrijkooping der Slaven 24 SEPTEMBER Dit feest is door de H. Kerk ingesteld tot dankletoon aan God en de H. Maagd voor de instelling der Orde, welke zich, ten taak stelde de slaven vrij te koopen, die voornamelijk in Spanje onder het juk der Mooren zuchtten. Petrus Nolascus, Raymundus de Pennafort en Jacobus, Koning van Castilië waren de drie mannen aan wie de H. Maagd verscheen, en den last oplegde gezegde Orde te stichten, terwijl de H. Stoel die goedkeurde en met vele voorrechten begunstigde. Voorzeker geen werk aan God en de H. Maagd zoo aangenaam en voor ons zoo zegenrijk als de Missiën door gebed en aalmoes te steunen. De Orden of Congregaties en Broederschappen, welke de H. Kerk tot dit doel heeft goedgekeurd en met aflaten begiftigd, zijn zeer talrijk en genoegzaam bekend. Dezelfde Mis als bladz. 875, uitgenomen het volgende: Gebed God, die door de roemvolste Moeder uws Zoons uwe Kerk met een nieuw kroost vermeerderd hebt, om de christengeloovigen uit de macht der Heidenen te bevrijden; geef, bidden wij, dat wij, die de Oprichtster van zoo groot werk godvruchtig vereeren, ook door hare verdiensten en voorspraak van alle zonden en van de slavernij des duivels bevrijd worden. Door denzelfden onzen Heer. — F eest van den H. Miehaël, Aartsengel 29 SEPTEMBER Op dezen dag wordt de wijding herdacht der beroemde kerky aait den Aartsengel Miehaël gewijd op den berg Gargan in Italië. Daar verscheen vóór de )c eeuw reeds de H. Aartsengel, en deze plaats is geheiligd door de vele bedevaarten en de vele lichamelijke en geestelijke gunsten daar verkregen door de voorspraak van den H. Miehaël. De Mis, welke dezen dag gelezen wordt is die ter eere der HH. Engelen. Dezelfde Mis als bladz. 710, uitgenomen het volgende : Het begin der Mis « Benedieite Dominum, » zie bladz. 474. Graduale Benedieite Dóminum, omnes Angeli ejus, poténtes virtüte, qui facitis verbum ejus. Bénedic, anima mea, Dóminum, et ómnia interióra mea Nomen sanctum ejus. Alleluja, alleluja, f. Sancte Michael Archangele, defénde nos in praelio, ut Looft den Heer, gij al zijne Engelen; gij machtigen in kracht, die zijn woord volbrengt, f. Loof, mijne ziel, den Heer; en al wat in mij is zijn heiligen Naam. Alleluja, alleluja.t. Heilige Aartsengel Miehaël, verdedig onsinde'i strijd, non pereamus in tremén- opdat wij niet vergaan in do judicio. Alleluja. 't schrikwekkend oordeel. Alleluja. Bij de Communie Benedicite, omnes An- Looft gij, alle 's Heeren geli Dómini Dóminum, Engelen, den Heer; zingt hymnum dicite, et super- Hem een loflied en verexaltate eum in saecula. heft Hem hoog in eeuwigheid. Feest van den H. Hieronymus Priester, Belijder en Kerkleeraar 30 SEPTEMBER Van brave ouders geboren en in christelijke beginselen opgevoed verloor de H. Hieronymus eenigszins en eenigen tijd dien godsdienstigen geest, als hij bij een heiden ter schole ging om zich in de welsprekendheid te bekwamen. Ofschoon Hieronymus niet tot groote misdaden vervallen is, bewijst dit voorbeeld toch, hoe noodlottig het onderwijs is, dat niet godsdienstig is. En het was reeds op den leeftijd van 37 jaren, dat hij uit zijne lauwheid ontwaakte, dat de christelijke beginselen en praktijken weer boven kwamen, en hij het besluit nam aan de ijdelheden der wereld vaarwel te zeggen en zich aan den dienst van God te wijden. Het leven van dezen Heilige kenmerkt zich door werken en strijden. Hij doorreisde geheel Europa en Klein-Azië, vertoefde zeer lang in het H. Land, om zijne kennis te vermeerderen. Op last van den H. Paus Damasus vertaalde hij de H. Schrift in het Latijn en Grieksch, schreef de beste verklaringen der H. Schriftuur (i) en eene menigte andere werken tot verdediging van het Geloof, ofwel om anderen, zoowel die zich aan God gewijd hadden als die in de wereld leefden, in den godsdienst te onderrichten, te bevestigen, tot godsdienstigheid en godsvrucht aan te sporen. Niettegenstaande de H. Hteronymus aan dit arbeidzaam leven, vasten, versterving en lijfskastijding paarde, moest hij immer strijden tegen zijne hartstochten. « Mijn vleesch was reeds dood, » verhaalt hij zelf, « en mijne hartstochten bruischten in mij « op... Ik herinner mij, dat ik een dag en een nacht « niet ophield te roepen en op mijne borst te slaan, tot« dat God kalmte gebood aan den storm... Geen raad « om hulp wetend, wierp ik mij aan Jesus' voeten ne« der, terwijl ik trachtte mijn vleesch ten onder te « brengen door weken lang hetgeen voedsel te geven.» Op 9 r jarigen leeftijd stierf de H. Hieronymus in 420. Vragen wij heden door zijne voorspraak van God den geest van arbeidzaamheid, want de « ledigheid is het oorkussen des duivels; » en moed en kracht in de bekoringen, vooral tegen de zuiverheid, dewijl immers, « deze booze geest niet uitgeworpen wordt dan door bidden en zich zelf te versterven. >» (1) Zie het Gebed der Mis. Dezelfde Mis met Credo als bladz. 336, uitgenomen het volgende: Gebed God, die U gewaardigd hebt in uwe Voorzienigheid aan uwe Kerk tot verklaring der H. Schriftuur, uwen Belijder en Leeraar Hieronymus te schenken; geef, bidden wij, dat wij door uwe hulp en door de voorspraak zijner verdiensten mogen ten uitvoer brengen wat hij met woord en werk geleerd heeft. Door onzen Heer. Stil Gebed Geef ons, bidden wij, Heer, als eene hemelsche gave. dat . wij U met een vrij hart dienen; opdat de offeranden, welke wij U brengen, door de voorspraak van uwen H. Belijder Hieronymus genezing in ons uitwerke en glorie. Door onzen Heer. Na de Communie Van hemelsche Spijze verzadigd, bidden wij U, Heer, dat wij door de voorbede van uwen H. Belijder Hieronymus de genade uwer barmhartigheid verdienen te verwerven. Door onzen Heer. 63 30 Rozenkrans-Zondag EERSTE ZONDAG IN OCTOBER De H. Dominicus had in 1208 langen tijd te vergeefs gestreden en gepredikt tegen de ketterij der Albigensen. Dan smeekte hij de H. Maagd, om de harten der ketters te veranderen en hem in zijn werk voor de zaligheid der zielen te ondersteunen. De heilige Maagd verscheen aan Dominicus en leerde hem de oefening van den Rozenkrans, waardoor in korten tijd meer dan 100.000 ketters bekeerd werden. Welhaast verspreidde zich deze godsvrucht, doch werd algemeen in de H. Kerk ingevoerd door den H. Paus Pius V ten gevolge der roemrijke overwinning, welke de Christenen in den slag bij Lepanto op de Turken behaalden. De H. Pius had in 1571 het bidden van den Rozenkrans aan de geheele wereld voorgeschreven ter afwering van de vervolgingen der Turken, waaraan geheel Europa blootstond: en juist op dezen dag, toen de Christenen hunne gebeden verdubbelden en openbare processiën hielden, had bovenvermelde overwinning plaats, die dus te recht aan de voorbede der H. Maagd werd toegeschreven. Evenzoo in 1775, toen onder Paus Clemens XI de Turken andermaal door de Christenen verslagen we"den. En de thans regeerende Paus Leo XIII verwacht de zegepraal der H. Kerk over hare beroovers en vervolgers van het Rozenkransgebed. Daarom heeft de H. Vader dit gebed niet alleen aanbevolen, en door talrijke aflaten aangemoedigd, doch zelfs voorgeschreven gedurende de maand October, als wanneer hij wil, dat in de geheele H. Kerk, telken dage de Rozenkrans gebeden wordt, hetzij onder de H. Mis, of onder het Lof. (1) Wat waardiger, leerzamer, aangenamer en gemakkelijker gebed dan de Rozenkrans : het « Onze Vader,» door Christus zeiven geleerd, het « Wees gegroet» door een Aartsengel aangeheven, door de H. Elisabeth voortgezet, door de H. Kerk voltooid, vereenigd met de voorstelling en overweging van de grootste waarheden van ons heiüg Geloof ! Blijde Geheimen : De Boodschap des Engels aan Maria. Maria's Bezoek aan Elisabeth. (1) De aflaten hieraan verbonden zijn : 1» 7 jaren en 7 quadragenen telkens als meu in de kerk te zamen, of wettig verhinderd, thuis afzonderlijk het rozenhoedje bidt ter intentie van den Paus. 2° Volle aflaat als men dit minstens tienmaal gedaan heeft, op de gewone voorwaarden. 3o Volle aflaat ook op Rozenkrans-zondag of een dag onder het Octaaf, onder de gewone voorwaarden tn mits men in eene kerk bidde volgens de meening van Z. H. De Geboorte van Christus. De Opdracht van Christus in den tempel. Christus in den tempel teruggevonden. Droeve Geheimen: Jesus' bloedig doodzweet in den Olijf hof. Zijne Geeseling. Doornenkroning. Kruisdraging. Dood. Glorierijke Geheimen : De Verrijzenis van Christus. Zijne Hemelvaart. De Nederdaling des H. Geestes. De Opneming van Maria ten hemel. Hare Kroning in den hemel. « Deze wijze van bidden draagt den naam « van krans, omdat zij de groote Geheimen « van Jesus en zijne Moeder, hunne vreugden « en smarten, hunne zegepraal in heilige ver« eeniging met elkander verbonden voorstelt. « Door deze hooge Geheimen in vrome over« weging en volgorde zich te herinneren en «te beschouwen, kunnen de geloovigen « zich krachtige hulp verzekeren ter verle« vendiging van hun geloof, tot afwering van « onwetendheid of verderfelijke dwaling, tot « Terheffing en behoud van de zielskracht,