332 Vak 59 De ware Zieienvreugtf. Oefeningen en Gebeden voor Roomsch-Katholieken door P. Victorinus Minderbr. Conv. Met kerkelijke goedkeuring. IMPRIMATUR. Monasterii, die 8. Maii 1909. F. de Hartmann, Vic. Eppi Gillis. IMPRIMI POÏEST. Wirceburgi, 20. Maii 1909. P. Pacificus Schmitz O. M. C. Gomin. Gen. Ter Herinnering aan AI jGEMEENE ( tEBEDEN . Morgengebed. "Begin nooit den dag, zonder eerst een -L' godvruchtig gebed verricht te hebben. Gij zijt aan God dank verschuldigd, wijl Hij u gedurende den nacht bewaard heeft en u een nieuwen dag geschonken heeft; gij zijt het aan uzelven verschuldigd, om van God den zegen over u en uw arbeid, uw lijden en strijden of te smeeken. Jn ieder geval moet gij toch onder alle omstandigheden, al is het ook met korte woorden, 's morgens twee zaken vernieuwen: 1. de goede meening, om alles te doen en te lijden ter eere Gods (anders tobt gij den ganschen dag, zonder iets voor den hemel te verdienen); 2. het goede voornemen uw hoofdgebrek te bestrijden en de naaste gelegenheid daartoe te vermijden (anders zu't gij waarschijnlijk in de bekoring bezwijken en u des avonds over een droevigen val te beklagen hebben). In den naam van mijn gekruisigden Jezus sta ik op. Dat Hij mij bescherme, beware en zegene, en mij ten eeuwigen leven voere. Amen. De H. Maagd Maria met haren lieven Zoon zegene mij. Amen. Aanbidding en Dank. jyjijn Heer en mijn God, in alle nederigheid werp lk mij voor IJ op de knieën neder, en met den meesten eerbied aanbid ik uwe oneindige grootheid en majesteit. Ik bedank IJ voor uwe oneindige goedheid. Gij hebt mij ^ ^ gedurende geheel mijn leven met weldaden en gunsten overladen. Gij hebt mij ook in den atgetoopen nacht zoo vauernjK bewaard en mij gezond en krachtig" tot een nieuwen dag doen ontwaken. Maar waardoor, o Heer, heb ik dat alles verdiend? Ik buiten zoovelen, die in dezen nacht door den dood werden overvallen? Aan uwe oneindige liefde en goedheid, o Heer, ben ik dat alles verschuldigd. Wat zal ik U dan wedergeven voor alles, wat Gij voor mij gedaan hebt ? Goede Meening. f7io n User. wat ik heb. ueet U ik U. Ik wijd U toe den dag van heden met al ziin uren en nntrfmKlikkpn 1W offer U OD al II -» ■»— — X M n 2. het goede voornemen uw hoofdgebrek te bestrijden en de naaste gelegenheid daartoe te vermijden (anders zult gij waarschijnlijk in de bekoring bezwijken en u des avonds over een droevigen val te beklagen hebben). In den naam van mijn gekruisigden Jezus sta ik op. Dat Hij mij bescherme, beware en zegene, en mij ten eeuwigen leven voere. Amen. De H. Maagd Maria met haren lieven Zoon zegene mij. Amen. Aanbidding en Dank. Mi jn Heer en mijn God, in alle nederigheid werp lk mij voor IJ op de knieën neder, en met den meesten eerbied aanbid ik uwe oneindige grootheid en majesteit. Ik bedank U voor uwe oneindige goedheid. (>ij hebt mij h ' & gedurende geheel mijn leven met weldaden en gunsten overladen. Gij hebt mij ook in den afgeloopen nacht zoo vaderlijk bewaard en mij gezond en krachti' tot een nieuwen dag doen ontwaken. Maar waardoor, o Heer, heb ik dat alles verdiend ? Ik buiten zoovelen, die indezen nacht door den dood werden overvallen"? Aan uwe oneindige liefde en goedheid, o Heer, ben ik dat alles verschuldigd. Wat zal ik U dan wedergeven voor alles, wat Gij voor mij gedaan hebt? Goede Meening. 7ie, o Heer, wat ik heb, geef ^ ik U lk wijd U toe den dag van heden met al zijn uren en oogenblikken. Ik offer U op al mijne gedachten, begeerten, woorden en werken, mijn handel en wandel, mijne gebeden en arbeid, mijn strijden en lijden en vereenig dat alles met het leven en lijden van Jezus Christus. Neem, o Vader, genadig dit olï'er aan ter wille van Jezus, uw lieven Zoon. Het is mijn vurig verlangen, alles te doen en te lijden tot uwe meerdere eer en glorie, tot voldoening voor mijne zonden, tot troost der zielen in net vagevuur volgens de inzichten van het goddelijk Hart van Jezus. Ik beveel mij aan in alle gne o 'V;erkeu ,ler "• Kerk, in alle II. Missen, welke heden over de geheele wereld gelezen worden, en ik bid U, o Heer, maak mi] aan de vruchten daarvan! deelachtig. Ik wenscli ook, oj VI *j\ Heer, alle aflaten te verdienen, welke ik vandaag verdienen kan, zoo vooi' mijzelven als voor de zielen des vagevuurs, voornamelijk voor N. N. Voornemen en Gebed om Bijstand. jy^oclit ik toch heden, o mijn God, tegen de onderwerping en gehoorzaamheid U verschuldigd niet misdoen! Ach, ik heb zoovele dagen, welke Gij ui ij door uw kostbaar bloed gekocht hebt, misbruikt, om te zondigen. Ik beween mijne dwaasheid, mijne boosheid en ondankbaarheid. Vergeving, o Heer, vergeving! Hel is nu mijn ernstig voornemen mij le beteren. Misschien is deze dag de laatste ^ mijns levens, maar hel zal ook de beste mijns levens zijn. Ik neem mij vast voor en beloof het IJ, o Heer, geen zonde, tenminste geen zware zonde meer te bedrijven! Bijzonder wil ik de zonde van .... vermijden, waarin ik maar al te dikwijls gevallen ben, en die gelegenheid .... welke mij maar al te dikwerf verleid heeft. — Maar wat is mijn voornemen, wat zal het uitwerken, wanneer Gij, o Heer, mij niet helpt; ach spoedig zal ik het weer vergeten zijn. Daarom smeek ik U dringend'. ,,Heer, red mij, anders zal ik vergaan." Versterk mij met uwe genade! Verleen mij standvastigheid en volharding! Help mij vooral in bet uur der bekoring! Laat toch niet toe, ' & dat ik valle! Geef, dat ik tot U mijne toevlucht neme, in iederen kamp tot U bidde, en vertrouwend op U strijde en zegeviere. Amen. Tot Maria. TTeilige Maagd, mijne Koningin, ik breng U mijn kinderlijken morgengroet. Ook aan uwe moederlijke zorg ben ik het verschuldigd, dat ik zoo zacht gerust heb, en nu opnieuw U loven kan. In uwe liefdevolle handen leg ik dezen dag en alles, wat mij vandaag overkomen kan. Toon ook heden weder, dat («ij | mijne Moeder zijt! Waak over de bewegingen mijns harten, waak over mijne woorden, zegen mijne werken, help mij bij mijn arbeid, troost mij in droefheid, maar vooral verlaat mij niet in de bekoringen! Laat toch niet toe, o getrouwe Maagd, dat ik U en uwen lieven Zoon ontrouw worde. Neen, o Moeder, geen zonde meer! Tot de Heiligen. Jjicvc heiligen des hemels, maar vooral mijne H.H. Patronen, slaat mij ieder oogenblik van i dezen dag bij, opdat ik niet dvvale of valle. Heilige Engelbewaarder, wijk niet van mijne zijde; bescherm mij naar ziel on lichaam en verwerf mij hij God genade. De drie goddelijke Deugden. Akte van geloof. jyjijn Heer en mijn God, ik geloof' vaste!ijk, al wat Gij geopenbaard hebt en door uwe H. Kerk te gelooven voorstelt, ik geloof, dat Gij de ééne, ware God zijt, die alles geschapen heeft, onderhoudt en bestuurt, die ook eens alles zal oordeelen. Ik geloof, dat Gij drievuldig zijt in Personen, de Vader, de Zoon en de H. Geest; dat God de Zoon mensch geworden en aan het kruis gestorven is, om ons te verlossen; dat de ziel des menschen onsterfelijk is, en dat niemand zonder uwe genade kan zalig werden. Dit en alles wat de H. Kerk leert, geloof ik - ij vast, omdat Gij, de onfeilbare waarheid, dat geopenbaard hebt. In dit waar en katholiek geloof wil ik leven en sterven, Vermeerder, o Heer, mijn geloof! Akte van Hoop. Mijn Heer en mijn God, ik hoop van U te zullen verkrijgen door de verdiensten van Jezus Christus en mijn eigen medewerking de vergiffenis mijner zonden, uwe genade om een christelijk leven te leiden en eindelijk het eeuwig geluk des hemels, omdat Gij dat alles beloofd hebt, Gij, die door uwe almacht geven kunt, om uwe goedheid gaarne geven wilt, en om uwe getrouwheid ook zeker geven zult, wat Gij beloofd hebt. Versterk, o Heer, mijne hoop! Akte van Liefde. | Mijn Heer en mijn God, ik bemin U bovenal uit geheel mijn hart, omdat Gij mij zoovele weldaden naar lichaam en ziel bewezen hebt en nog dagelijks "bewijst, vooral echter, wijl Gij in uzelven het schoonste en hoogste goed zijt, dat om zijne volmaaktheden oneindige liefde waardig is. Uit liefde tot U bemin ik mijn evennaasten, hetzij vriend of vijand, gelijk mijzelven. Ontvonk, o Heer, mijne liefde! Berouw en Yoornemen. Mijn Heer en mijn God, mijne zonden zijn mij leed uit den grond mijns harten, omdat ik daardoor U, mijn strengen rechter, vertoornde, en verdiend heb ' r') door U gestraft te worden; vooral echter, omdat ik daardoor U heb vergramd, die mijn beste Vader en grootste weldoener, het opperste en beminnelijkste goed zijt. Ik neem mij vast voor, om met de hulp uwer genade, U door geen enkele zonde meer te beleedigen en daarom de naaste gelegenheid tot zonde zorgvuldig te mijden. Korte Akten van Geloof', Hoop en Liefde. Jk geloof in U, o God, omdat (Tij de eeuwige waarheid zijt! Ik hoop op U, o God, omdat Gij getrouw zijt in uwe beloften! Ik bemin U, o God, omdat Gii oneindig goed zijt! > Korte overwegingen voor het begin en gedurende den loop van den dag. Tk moet sterven, maar ik weet niet wanneer .... Ik moet sterven, maar ik weet niet waar .... Ik moet sterven, maar ik weet niet hoe .... Dit echter weet ik, dat ik, zoo ik in doodzonde sterf', voor eeuwig verloren ben; zoo ik in Gods genade sterf, voor eeuwig gelukkig. Wat zou ik doen, indien ik wist, dat deze dag de laatste mijns levens ware'?.... Wat ik dan doen zou, wil ik ook heden doen: want misschien is deze dag werkelijk de laatste .... 2 Korte aflaat gel) eden. welke men niet genoeg herlialen kan. Mijn Jezus, barmhartigheid! (100 dagen aflaat. Pius IX., 23 Sept. 1857.) Bemind zij overal het H. Hart v3.il Jesus! (100 dagen aflaat. Pius IX., 20 Sept. 1860.) Zoet Hart van Maria, wees mijne redding! (300 dagen aflaat. Pius IX., 30 Sept. 1852.) Gezegend zij de heilige en onbevlekte ontvangenis der II. Maa >d en Moeder Gods Maria! (100 dagen aflaat. Pius VI-, 21 Nov. 1793.) avondgebeden. Verzuim niet uw avondgebed te bidden; gij zoudt u daardoor zeer benadeelen- Bedank God voor de weldaden gedurende den dag ontvangen. Onderzoek uw geweten, voornamelijk omtrent uw hoofdgebrek. Toon berouw en vraag vergiffenis voor het kwaad, dat gij bedreven hebt. Hadt gij het ongeluk in eene doodzonde te vallen, verwek een volmaakt berouw en neem u voor, zoo spoedig mogelijk te gaan biechten. Gii weet immers, dat God u om dat voornemen vereenigd met dat volmaakt berouw u uwe zonden vergeeft. Wie zou zich in staat van doodzonde zonder berouw ter ruste durven begeven, om misschien in te slapen in den dood — om niet meer te ontwaken. Dankgebed. M'- ijn Heer en mijn God, aan het einde van dezen dasr kniel ik voor U neder om U in alle nederigheid te aanbidden. Hoe goed zijt Gij dezen dag wederom voor mij geweest! Gij hebt mij mijn leven en mijne gezondheid laten behouden en voor tallooze onheilen en gevaren bewaard! Gij hebt mij zoovele genaden, vermaningen, aansporingen tot de deugd verleend, zooveel gelegenheid gegeven het goede te doen en het kwaad te vluchten! Kon ik U daarvoor bedanken,gelijk Gij liet verdient! Helaas! ik kan het niet; daarom, o Heer, ofi'er ik U op, alle goede werken, welke vandaag, ja, welke ooit tot uwe meerdere eere en glorie op de gansche wereld verricht zijn, in vereeniging met de oneindige verdiensten van Jezus Christus, van zijn H. Moeder Maria en van alle heiligen. Dit dankgebed zult Gij toch niet versmaden. Gewetensonderzoek. ■yoeg aan uwe weldaden, o Heer, ik smeek het U, nog deze toe, dat Gij mij toont, hoe ik heden aan uwe gunsten hebbeantwoord! Kom, H. Geest, en verlicht mijn verstand, opdat ik duidelijk moge inzien, wat ik vandaag misdaan heb; doe mij mijne overtredingen verafschuwen en beweenen, en een vast voornemen maken voor de toekomst. Deuk hier eenige oogenblikken na, of en hoe gij dezen dag gezondigd b r) hebt in het gebed .... bij uwe ontspanningen .... bij den arbeid .... in het lijden ... . in de bekoring .... in uwe gedachten, woorden en werken .... ten opzichte van uw staat .... ten opzichte van uw hoofdfout.... Vraag u af; heb ik mijn hoofdgebrek mirder of misschien meermalen dan anders ingewilligd, meir dan gisteren? Wat was daarvan de oorzaak? Heb ik de naaste gelegenheid gevlucht? Welke middelen moet ik morgen aanwenden om niet te hervallen? Berouw en Voornemen. Q mijn God, mei schaamte moet ik bekennen: ik heb de schoone voornemens en beloften bij mijn morgengebed uitgesproken, niet gehouden. Ik heb gezondigd en veel meer, als ik zelf wel weet. Ik wist, dat Gij een heilige en rechtvaardige God zijt, die de zondaren streng straft, en niettegenstaande zondigde ik toch; ik haakte naar een kort genot, na:ii' f>pn DDÜ enhlikie inwilliging van mijn eigen wil, en maakte mij daardoor aan fle zwaai sie zonde schuldig, ik haalde over mij de verschrikkelijkste straffen des vagevuurs, 01 zelis oei nei. O mijn God, hoe kon ik zoo dwaas zijn! Loo dwaas eu zoo ondankbaar! Uwe goeae en milde hand bewaaarde mij het leven, ik leefde den gehoelen dag van uwe weldaden, en ik bedankte, en beloonde U met zonden. Gij vervolgdet mij met uwe liefde, en ik vervolgde u met boosheid. O God, hoe hebt gij mij kunnen verdragen! Ik sloeg geen acht op uwe schoonheid en volmaaktheid, ik vergat, dat Gij dat volmaakte, beminnenswaardige goed zijt, dat nooit genoeg kan bemind worden; ik verachte U, mijn Heer en Heiland, ik schonk mijne liefde aan een ellendig schepsel en keerde U den rug toe. O snoode boosheid! Ik verdien niet meer te leven, o Heer; maar ik smeek U, laat nog eenmaal uwe genade over uwe rechtvaardigheid zegevieren ! Vergeef mij nog éénmaal, o Heer! Het is mij uit den grond mijns harten leed, U beleedigd te hebben, en het is nu mijn vast besluit, U in de toekomst nooit meer te vergrammen, voornamelijk te strijden tegen de zonde van .... (en zoo spoedig mogelijk de doodzonde te biechten.) O Heer, Gij ziet mijn goeden wil, maar Gij weet ook, hoe zwak hij is. Daarom smeek ik U, help mijne zwakheid! Op uwe genade alleen vertrouw ik. O laat mijn vertrowen niet ijdel zijn, maar laat mij volharden in het goede, van nu af tot aan mijn dood! Heilige Maagd Maria, in uwe handen leg ik mijn goede voornemens! offer Gij U op aan uwen lieven Zoon en verwerf mij de genade, dezelve stipt ten uitvoer te brengen. Opoffering en Bede. J^u ga ik ter ruste, o Heer, omdat het uw wil is. Door iedere ademhaling wil ik U dezen nacht aanbidden en loven. Wees Gij mijn bewaker, o God, terwijl ik slaap! Behoed mij voor alle onheilen naar ziel en lichaam. Mocht deze nacht voor mij de laatste zijn — geel' dan dat ik een zaligen dood sterve en een genadig oordeel moge verwachten. Stort ook, o Heer, uwen zegen uit over alle menschen, bijzonder over degenen, voor wie ik verplicht ben te bidden N. N. Ontferm U over alle armen, noodlijdenden, zieken, over alle zondaren en ook over de zielen des vagevnurs! Laat allen de uitwerkselen uwer oneindige barmhartigheid ondervinden. Tot Maria. TIeilige Maagd, die mij heden zoo moederlijk beschermd hebt, ik bedank U voor uwe teedere liefde en bezorgdheid en ik smeek U nederig en vertrouwvol. wees ook dezen nacht miin beschermster en Moeder. Weer van mij en alle menschen elke verschrikking der duister¬ nis, alle kwade droomen, alle aanvechtingen van den boozen vijand, en bewaar ons naar lichaam en ziel rem en onne- vlekt voor Gods oog. Amen. Tot (le Heiligen. Alle Gods lieve Heiligen, bijzonder N. N., looft den Heer in mijn plaats, terwijl ik slaap en beschermt in i j door uw voorbede. Heilige Engelbewaarder, wijk niet van mijn legerstede, en bescherm mij tegen alle gevaren naar ziel en lichaam. Aflaatgebeden. Tezus, Maria, Joseph, ik geef U mijn hart en mijne ziel! Jezus, Maria, Joseph, staat mij bij in mijnen doodstrijd! Jezus, Maria, Joseph, laat mijn ziel met U in vrede scheiden! (300 dagen afl. Pius VII., 20 Apr. 1807.) De vrome vereeiders van Maria zijn gewoon des avonds, alvorens slapen te gaan, drie Weesgegroetjes te bidden, ter eere harer onbevlekte ontvangenis, om gedurende den nacht verschoond te blijven van onzuivere bekoringen of tenminste bewaard te worden daarin niet te bezwijken. Volg dit voorbeeld na, bid drie Wees gegroetjes, en daarna: Door uwe onbevlekte ontvangenis en uwe vlekkelooze, ongeschonden maagdelijkheid, o zuiverste Maagd Maria, zuiver mijn hart, mijn lichaam en mijne ziel. GEBEDEN ONDER DE H. MIS. EERSTE OEFENING. S. In noinine Patris et Filii et spiritus sancti. Amen. Introibo ad altare Dei. M. Ad Deum,qui laetificat juventutem mearn. P8- 42. S. Judica meDeus,et discerne causam meam de gente non sancta; ab homine iniquo et doloso erue me. P. In den naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes. Amen. Ik zal ingaan tot liet altaar Gods. D. Tot God, die mijne jeugd blijde maakt. Ps. 42. P. Oordeel mij, o God, en verdedig mijne zaak tegen een onheilig volk; verlos mij van den boozen en bedriegelijken mensch. M. Quia tu es, Deus, fortitudo mea; quare me repulisti, et quare tristis incedo, dum aftligit me inimicus. S. Emitte lucem tuam et veritatem tuam : ipsa me deduxerunt et adduxerunt, in montem sauctum tuum, et in tabernakula tua. M. Et introibo ad altare Dei, ad Deum, qui laetificat juventutem meam S. Coniitebor tibi ia cithara Deus, Deus mens; quare tritis es, anima mea, et quare con- D. Want Gij, o God, zijt mijne sterkte; waarom hebt gij mij teruggestooten, en waarom ga ik droevig daarheen, terwijl mijne vijand mij verdrukt.'' P. Zend uw licht en uwe waarheid over mij; die zullen mij geleiden en brengen naar uwen heiligen berg en naar uwe wooutenten. D. En ik zal in- §aan tot het altaar ods, tot God, die mijne jeugd verblijdt. P.Ik zal U loven op mijne harp, o God, mijn God! Waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel turbas me? M. Spera in Deo, quoniam adliuc confitebor illi; salutare vultus mei et Deus meus. S. Gloria Patri et Filio et spiritui sancto; M. Sicut eraut in principio et nunc etsemper et in saeeula saeculorum. Amen. S. Introibo ad altare Dei. M. Ad Deum, qui laetiticat juventutem meam. S. Adjutorium nostrum in nomine Domini. M. Qui fecit coelum et terram. en waarom verontrust gij mij? D. Vertrouw op God! want ik zal Hem nog prijzen: Hij is liet heil van mijn aangezicht en mijn God. P. Glorie zij den Vader, enden Zoon en den H. Geest; D. Gelijk het was in den beginne, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. A. P. Ik zal ingaan tot het altaar Gods. D. Tot God, die mijne jeugd verblijdt. P. Onze hulp is in den naam des Heeren. Die hemel en aarde gemaakt heeft. S. Confiteor Deo omnipotents, beatae Mariae semper Virginie, beato Micbaelo Archangelo, beato Joanni Baptistae, sanctis Apostolis Petro et Paulo, omnibus sanctis et vobis, fratres: quia peccavi nimis, cogitatione, verbo, et opere, mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa. Ideo precor beatam Mariam semper Virginem, beatum Michaelem Archangelum, beatum Joannem Baptistam, sanctos Apostolos Petrum et Paulum, omnes sanctos et vos, fratres, orare pro me ad Domi- P. Ik belijd aan God, den Almachtige, aan de H. Maria altijd Maagd, den H. aartsengel Michael, den H. Joannes den Dooper, deH. H. Apostelen Petrus en Paulus, alle Heiligen en u, broeders, dat ik zeer gezondigd heb, door gedachten, woorden en werken, door mijne schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de H. Maria, altijd Maagd, den H. aartsengel Michael, den H. Joannes den Dooper, de H. tL Apostelen Petrus en Paulus, alle Ueili- 3 nuin Deum nostrum. M. Misereatur tui omnipotens Deus, et dimissispeccatis tuis, per ducat te ad vitam aeternam. S. Amen. M. Confiteor Deo omnipotent), beatae Mariae, sein per Virgini, beato Michaeli Archangelo, beato Joanui Kaptistae, sanctis Apostolis Petro et Paulo, omnibus sanctis et tibi, pater, quia peccavi nimis cogitatione, verbo, et opere, mea culpa, mea culpa, mea maxima gen en u, broeders, voor mij te bidden tot den Heer, onzen God. D. De almachtige God erbarme zich uwer, en na vergeving uwer zonden geleide Hij u ten eeuwige leven. P. Amen. D. Ik belijd aan God, den Almachtige, aan de H. Maria, altijd Maagd, den H. aartsengel Michael, den H. Joannes den Dooper, de II. H. Apostelen Petrus en Paulus, alle Heiligen, en u, vader, dat ik zeer gezondigd heb door gedachten. woorden en werken, door culpa. Ideo precor beatam Mariam semper Virginem, beatnm Michaelem Archangelum, beatam JoannemBaptistam, sanctos Apostolos Petrum et Paulum, omnes sanctos. et te, pater, orare pro me ad Dominum Deum nostrum. S. Misereatur vestri omnipotens Deus, et dimissis peccatis vestris perducat vos ad vitam aeternam. M Amen. S. Indulgentiam, absolutionem, et remissienem peccatorum nostrorum mijne schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de H. Maria, altijd Maagd, den II. a artsen gelMichael, den H- Joannes den Dooper, de H. H. Apostelen Petrus en Paulus, alle Heiligen en u, vader, voor mij te bidden tot den Heer, onzen God. P. Dat de almachtige God zich over u ontferme en u, na de vergeving uwer zonden, heenvoere naar het eeuwige leven. D. Amen. P. Kwijtschelding, ontbinding en vergiffenis on¬ zer zonden verleene tribuat nobis omnipotens et misericors Dominus. M- Amen. S. Deus tu conversus vivificabis nos. M. Et plebs tua laetificabitur in te. S. Ostende nobis, Domine, misericordiam tuam. M. Et salutare tuum da nobis. S. Domine, exaudi orationemmeam. M. Et clamor meus ad te veniat. S. Dominus vobiscum. M. Et cum spiritu tuo. S. Oremus Aefer a nobis, ons de almachtige en barmhartige Heer. D. Amen. P. Wend U tot ons, o God, en doe ons leven. D. En uw volk zal zich in U verblijden. P. Toon ons, o Heer, uwe barmhartigheid. D. En geef ons uw heil. P. Heer, verhoor mijn gebed. D. En mijn geroep kome tot U. P. De heer zij met u. D. En met uwen geest. P. Laat ons bidden. Neem weg van quaesumus Domine, iniquitutes nostras; ut ad sancta sanctorum puris mereamur mentibus introire. Per Christum Dominura nostrum. Arnen. Oremus te, Domme, per merita sanctorum tuorurn, quorum reliquiae hic sunt, et omnium sanctorum, ut indulgere digneris omniapeccato mea. Amen. ons, o Heer, zoo smeeken wij U, al onze ongerechtigheden, opdat wij met een rein gemoed ïnogon opgaan naar het heilige der heiligen. Door Christus, onzen Heer. Amen. Wij bidden U, o Heer, door de verdiensten der heiligen, wier reliquien hier zijn, en van alle hei'igen, dat Gij U gewaardigt, mij al mijne zonden te vergeven. Amen. Introïtus (Ingangsgebed). Tob. XII. Bene- Geloofd zij de dicta sit sancta allerheiligste Drie- Trinitas, atque in- vuldigheid en on- divisa Unitas; con- verdeelde eenheid, fitemur ei, quia Wij belijden haar, b— ' w fecit nobiscum misericordiam suam. Ps. 8. Domme Domiiius uoster, quarn admirabile est nomen tuum in utiiversa terra. Gloria Patri etc. Tr Ky: S. Kyrie eleison. M. Kyrie eleison. S. Kyrie eleison. M. Christe eleison. S. Christe eleison. M. Christe elei| son. S. Kyrie eleison. omdat zij ons hare barmhartigheid heeft bewezen. Ps. 8. Heer, onze Heer, hoe wonderbaar is uw naam over de gelieele aarde. Glorie zij den Vader, enz. rie. P. Heer, ontferm U onzer. D. Heer, ontferm U onzer. P. Heer, ontferm U onzer. D. Christus, ontferm U onzer. P. Christus, ontferm U onzer. D. Christus, ontferm U onzer. P. Heer, ontferm U onzer. M. Kyrie eleison. D. Heer, ontferm U onzer. S. Kyrie eleison. P. Heer, ontferm U onzer. Gloria in cxcelsis. Gloria inexcelsis Deo. Et in terra pax ho minibus bonae voluntatis. Laudamus te. Benedicimus te Adoramus te. Glorifieamus te. Gratias agimus tibi propter magnam rloriam tuam. Domine De¬ us Rex coelestis, Deus Pater omnipotens. Domine Fili unigenite Jesu Christe, Domine Deus, Agnus Dei Filius Patris. Qui tollis peccata mundi, miserere nobis Glorie aan God in den hooge en vrede op aarde aan de menschen, die van goeden wilzijn. Wij loven U, wij zegenen U, wij aanbidden U, wij verheerlijken U wij danken U om uwe groote heerlijkheid Heer God, Koning des Hemels, God, almachtige Vader. Heer Jezus Christus, eeniggeboren Zoon, ±ieer tfoa, Lam Gods, Zoon des Vaders. Die wegneemt de zon- Qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecatiotiem nostram. C^ui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis. Quoniam tu solus sanctus. Ta solus Dominus. Tu solus altissimus Jesu Christe. Cum sancto spiritu, in gloria Dei Patris. Amen. den der wereld, ontferm U onzer. Die wegneemt de zonden der wereld, neem onze smeekbede aan. Die zit aan de rechterhand des Vaders, ont¬ ferm U onzer. Want Gij alleen zijt de Heilige, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste, Jezus Christus, met den H. Geest in de heerlijkheid van God den Vader. Amen. Gebed der Kerk. S. Dominus vo- P. De Heer zij Kifip.nm met u. M. Et cum SDi- D. En met uwen ritu tuo. geest. Oremus. Omnipotens, sempiterne Deus, qui dedisti famulis tuis in confessione verae fidei aeternae Trinitatis gloriam agnoscere et in potentia majestatis adorare Unitatem; quaesumus, ut ej usdem lidei firmitate ab omnibus semper muniamur adversis. Per Dominum nostrum Jesum Christum, Filiurn tuum, qui tecum vivit et regnat in unitate spiritus sancti Deus, per omnia saecula saeculorum. M. Amen. Laat ons bidden. Almachtige, eeuwige God, die aan uwe dienaren verleend hebt, in de belijdenis des waren geloofs de heerlijkheid deiallerheiligste Drievuldigheid te erkennen en in de macht" der majesteit de Eenheid te aanbidden; wij bidden U, dat wij door de kracht van datzelfde geloof tegen alle onheilen mogen bewaard worden. Door onzen lieer Jezus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. D. Amen. Epistel. S. Lectio Epistolae beati Pauli Apostoli ad Romanos. (Rom. 11.) O altitudo divitiarum sapientiae et scientiae Dei! Quam incomprehensibilia sunt judicia ejus, et investigabiles viae ej us! Quis eniin eognovit sensum Domiui? Ant quis consiliarius ejus fuit? Aut quis prior dedit illi, et retribuetur ei? Quoniam ex ipso et per ipsum et in ipso sunt ornuia: ipsi honor et gloria in saecula. Amen. P. Les uit den brief van deu H. Apostel Paulus aan de Romeinen. (Rom. 11. Hoofdstuk.) O diepte der rijkdommen van (xods wijsheid en wetenschap. Hoe ondoorgrondelijk zijn zijne oordeelen en hoe onnaspeurlijk zijne wegen! Wie immers heeft den zin deslleeren gekend? of wie is zijn^raadsman geweest? of wie heeft hem eerst gegeven, opdat het hem zou wedergegeven worden ? Want uit hem en door liem en in hem zijn alle dingen; M. Deo gratias. S. Daniël 3. "Benedictus es, Domine, qui intueris abyssos et sedes super Cherubim. Beuedictus es, Doraiue, in throno regni tui et laudabilis in saecula. Aileluja. Omnium in te credentium suscipe vota. Trininitas alma: tibi gloria et laus aeterna. Alleluja. Munda cor meum et labia mea, omnipotens Deus. qui labia Isaiae prophetae calculo Hem zij lof en eer ïu eeuwigheid. A. D. God zij dank. P. Daniël 3. Gezegend zijt Gij, o Heer, die de afgronden doorschouwt, en zetelt boven de Cherubijnen. Gezegend zijt Gij, o I leer.op den troon vau uw rijk en lofwaardig in eeuwigheid. Alleluja. Aanvaard, o almachtige Drievuldigheid, de beden van allen, die in U gelooven. U zij glorie en eeuwige lof. Alleluja. Zuiver mijn hart en mijne lippen, o almachtige God, die de lippen van den profeet Isaias mundasti ignito; ita me tua grata miseratione dignare mundare, ut sanctuin Evangelium tuum digne valeam nuntiare. Per Christum Dominuni nostrum. Jube, Domine, benedicere! Dominus sit in corde meo et in labiismeis: nt digne et competenter annuntiem Evangelium suum. Amen. met een vurigen kool gereinigd liebt; gewaardig U in uwe grenzelooze barmhartigheid mij zóó te reinigen, dat ik waardig uw H. Evangelie verkondige. Door Christus onzen Heer. Gelief mij te zegenen, o Heer. De Heer zij in mijn hart en op mijne lippen, opdat ik waardig en betamelijk zijn Evangelie verkondige. Amen. Evangelie. S. Dominus vo- P. De Heer zij biscum. met u. M. Et cum spi- D. En met uwen ritu tuo. geest. S. Sequentia sancti Evangelii secundum Matth. (Mattb. 28) M. Gloria tibi, Domine. S. In illo tempore dixit Jesus discipulis suis: Data est mihi onmis potestas in coelo et in terra. Euntes ergo docete omnes gentes, baptizantos eos iu notuine Patris et Pilii et Spiritus sancti: docentes eos servare omuia, quaecumque manda vi vobis. Etecce, ego vobiscum sum omnibus diebus usque ad consumnationem saeculi M. Laus tibi, Christe ^ P. Vervolg van het H. Evangelie volgens Matth. (Matt. 28 hoofdst.) D. Glorie zij IJ, o Heer. P. In dien tijd sprak Jezus tot zijne leerlingen: Mij is alle macht gegeven in den hemel en op aarde. Gaat dus, en onderwijst alle volkeren, hen doopende in den naam des Vaders en des Zoous en des H. Geestes: hen kerende alles te onderhouden, wat ik u bevolen heb. En ziet, ik ben met u alle dagen, tot aan de voleinding der eeuwen. D. Lof zij U, o Heer. = D Credo. Credo in unum Deum, Putrem omnipotentcm, factorem caeli et terrae, visibilium omuium et invisibilium: Et in unum Dom in um Jesum Christum, Filium Dei unigenitum: et ex Patre natum ante omnia saecula, Deum de Deo, luinen de lumine, Deum verum de Deo vero: genitum, non factum, consubstautialem Patri; per quem omnia facta sunt: qui propter nos homine, et propter nostiam salutem, descendit de coelis; et incarnatus est de Spiritu sancto lk geloof in éénen God, den al machtigen Vader, schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen. En in éénen Heer Jezus Christus, den eeniggeboren Zoon Gods, en uit den Vader, vóór alle eeuwen geboren. God van God, licht van licht, waarachtig God van den waaraclitigen God. Geboren niet gemaakt, medezelfstandig met den V ader, door wien alles gemaakt is. Die om ons inenschen en ter wille van ex Maria Virgine: et hoiuo factus est; crucifixus etiam pro nobis: sub Pontio Pilato passus, et sepultus est: et resurrexit tertia die seeundum Scripturas: et ascendit in coelum, sedet ad dexteram Patris: et iterum estcum gloria judicare vivos et mortuos: cujus regni non erit flnis : Et in Spiritum sanctum Dominum et vivificantem : qui ex Patre Filoque procedit: qui cum Patre et Filoque procedit: qui cum Patre et Filio simul adoratur, et conglorificatur: qui locutus est per onze zaligheid is nedergedaald uit den hemel. En die het vleesch heeft aangenomen uit de H. Maagd Maria door den H. Geest. En is menseh geworden. Ook is hij voor ons gekruisigd, onder Pontius Pilatus heeft Hij geleden en is Hij begraven. En Hij is ten derden dage verrezen volgens de sclirifteu.En Hij is opgeklommen ten hemel, zit aan de rechterhand des Vaders. En Hij zal wederkomen met heerlijkheid om te oordeelen de levenden en de dooden; en Zijn rijk zal geen einde hebben. En Prophetas: Et uiiam sanctam catholicam et apostolicam Ecclesiam. Confiteor unum baptisma ia remissionem peccatorum; et exspecto resurrectioïiem mortuorum, et vitam venturi saeculi. Amen. (ik geloof) in den H. Geest, den Heer en Levendmaker, die voortkomt uit den Vader en den Zoon te zamen wordt aanbeden en mede verheerlijkt, die gesproken heeft door de profeten. En (ik geloof) in de ééne, heilige, katholieke en apostolische Kerk. Ik belijd één doopsel tot vergeving deizonden. En ik verwacht de verrijzenis der dooden en het leven der toekomende eeuw. Amen. Offertorium. S. Dominus vo- biscum. P. De Heer zij met u. M. Et cum spiritu tuo. Oremus. Benedictus sit Deus Pater unigenitus que Dei Eilius, sanetus quoque spiritus: quia fecit nobiscum misericordiam tuam. D. En met uwen geest. Laten wij bidden. Gezegend zij God, de Vader, en Gods eeniggeboren Zoon, alsook de H. Geest, omdat Hij ons barmhartigheid heeft bewezen. Offerande van het brood. Suscipe, sancte Pater, omnipotens Deus, hanc immaculatam hostiam, quani ego indignus famulus tuus offero tibi, Deo meo, vivo et vero, pro innumerabilibus peecatis ot offensionibus et negligentiis meis et pro pro omnibus circumstantibus, Aanvaard, o hei1 ige Vader, almachtige, eeuwige God, deze onbevlekie offergave, welke ik, uw onwaardige dienaar, U mijn levenden waarachtigen God aanbied, voor mijne tallooze zonden, beleedigingen en nalatigheden, en voor al sed et pro omnibus fidelibus christianis vivis atque defunctis: ut mihi et illis proficiat ad salutem in vitam aetemam. Amen. degenen, die hier tegenwoordig zijn, alsook voor alle christen geloovigen, levenden zoowel als overledenen; opdat zij mij en hun strekken moge tot heil, ten eeuwigen leven. Amen. Bij de vermenging van het water en den wijn. Deus, qui humanae substantiae dignitatem ruirabiliter condidisti, et mirabilius reformasti: da nobis per hujus aquae et vini mysterium ejus Divinitatis esse consortes, qui humanitatis nostrae fieri dignatus est particeps, Jesus O G-od, die de waardigheid der menschelijke natuur wondervol hebt geschapen, maar nog wondervoller hebt hersteld, verleen ons voor het geheim dan dit water en van dezen wijn, dat wij deelachtig mogen worden aan 4 Christus Filius tuus. Dominus noster, qui tecum vivit et regnat in unitate Spiritus sancti Deus: per omnia saecula saeculorum. Amen. de godheid van Hem, die zich gewaardigt heeft deelachtig te worden aan onze inenschheid, Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer, die met U leeft en regeert enz. Offerande van den Kelk. Offerimus tibi, Domine, ealicem salutaris, tuam deprecantes cle- mentiam: ut in conspectu divinae Majestatis tuae pro nostra et totius mundi salute cum odore suavitatis ascendat. Amen. In spiritu humilitatis et in animo contrito suscipia- Wij offeren U, o Heer, den kelk des heils, en smeeken uwe goedertierenheid, dat hij voor het aanschijn uwer goddelijke majesteit, tot heil van ons en van de geheele wereld met zoete geuren moge opstijgen. Amen. Laat ons, o Heer, in den geest van ootmoed en ver- inur a te, Domine, et sic fiat sacrificium nostrum in conspectu tuo hodie, ut placeat tibi, Domine Deus. Veni sanctificator, omnipotens, aeterne Deus et benedic hoe sacrificium tuo sancto nomini praeparatum. morzeling des harten door U worden aangenomen, en ons offer geschiede heden zoo, dat het U behage, mijn Heer en mijn God. Kom, o Heiligmaker, alm achtigo, eeuwige God, en zegeu dit oifer, dat uwen H. Naam is toebereid. Bij de Handwassching. Ps. 25. Lavabo inter innocentes manus meas et eircumdabo altare tuum, Domine. Ut audiam vocem laudis, et enarrem universa mirabilis tua. Ps. 25. ik zal mijne handen wasschen onder de onschuldigeii en rondgaan om uw altaar, o Heer. Om te hooren de stem der lofprijzing en te verhalen van uwe wonderdaden. Domine, dilexi decorem domus tuae, et locum habitationis gloriae tuae. Ne perdas cuui impiis, Deus, animam meum, et cum viris sanguinum vitam meam. In quorum manibus iniquitates sunt: dextera eorum repleta est muneribus. Ego autem in innocentia mea ingres8us sum: redime me, et miserere mei. Pes meus stetit in directo: in ecclesiis benedicam te, Eomine. Ik heb den luister van uw huis bemind, o lieer, en de plaats, waar uwe heerlijkheid woont. Verderf mijne ziel niet met de goddeloozen, noch mijn leven met de mannen des bloeds. In wier handen ongerechtigheden zijn, en wier rechterhand gevuld is met geschenken. Ik echter heb in mijne onschuld gewandeld, verlos mij, o Heer, on ontferm U mijner. Mijn voet heeft gestaan op den rechten weg, in de vergaderingen der geloovigen zal ik U zegenen, o Heer. Gloria Patri, etc. Suscipe, sancta Trinitas, hanc oblationem, quam tibi offerimus ob meraoriain passionis, resurrectionis et ascensionis Jesu Christi Domini nostri: et in lionorem beatae Mariae semper Virginis, et beati Joannis Baptistae, et sanctorum Apostolorum Petri et Pauli, et et istorain et omnium Sanctorum: ut illis proficiat ad honorem, nobis autem ad salutem, et illi pro nobis intercedere dignentur in coelis, quorum memoriam agimus in terris. Per eun- Glorie zij den Vader, enz. Aanvaard, o H. Drievuldigheid, deze offerande, welke wij U opdragen ter herinnering aan het lijden, de opstanding en de hemelvaart van onzen Heer Jezus Christus; en ter eere van de H. Maria, altijd Maagd, van den H Johaunes den Dooper, der H. H. Apostelen Petrus en Paulus, van deze en van alle heiligen, opdat zij hun strekke tot eer, ons echter tot heil, en dat zij zich gewaardigen onze voorsprekers te zijn in den hemel, wier dem Cliristum Domi num nostrum. Amen. gedachtenis wij hier op aarde vieren. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen. Orate Fratres. S. Orate fratres, ut meum ac vestrum sacrificium acceptabile fiat apnd Deum Patrem omnipotentem. M. Sucipiat Dominus sacrificium de manibus tuis, a'd laudem et gloriam nominis sui, ad utilitatem quoque nostram, totiusque ecclesiae suae sanctae. S. Amen. P. Bidt, Broeders, dat mijn en uw offer welgevallig zij aan God, den almaclitigen Vader. D. De Heer aanvaarde het offer uit uwe handen tot lof en verheerlijking van zijn naam, tot heil van ons en van zijn geheele heilige Kerk. P. Amen. Stille Gebeden. Sanctifica, quae- Wij bidden U, sumus, Domiue o Heer en God Deus noster, per tui sancti nominis iuvocationem hujus oblationis hostiam; et cooperaute Spiritu sancto per eam nosmetipsos tibi perfice munus aeternum-Per Domiuum nostrum Jesum Christum, Filiurn tuum, qui tecum vivit et regnat in unitate Spiritus sancti Deus heilig door de aanroeping van uw H. Naam het slachtoffer dezer offerande, en onder medewerking des H. G-eestes, maak daardoor ons zeiven voor U tot een eeuwigdurend offer. Door onzen Heer Jezus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God Praefatie. S. Peromnia saecula saeculorum. M. Amen. S. Dominus vobiscum. M. Et cum spiritu tuo. P. In alle eeuwen der eeuwen. D. Amen. P. De Heer zij met u. D. En met uwen geest. S. Sursum corda. M. Habemus ad Dominum. S. Gratias agamus Domino Deo nostro. M. Diguum et justum est. Vere dignum et justum est aequm et salutare, nos tibi semper et ubique gratias agere, Domine sancte, Pater omnipotens, aeterne Deus. Qui cum unigenito Filio tuo et Spiritu Sancto unus es Deus, unus es Dominus, non in unius singularite personae sed in unius Trinitate snbstantiae. Quod enim de tua gloria, P. Omhoog de harten. D. Wij hebben ze varheven tot God. P. Laten wij dank brengen aan den Heer, onzen God. D.Dat is waardig en rechtvaardig. Waarlijk het is waardig en rechtvaardig,billijk en heilzaam, dat wij ten allen tijde en overal door Christus, onzen Heer, dank brengen aan U, o heilige Heer, almachtigeV ader, eeuwige God, die met uw eeniggeboren Zoon en den H. Geest, één God zijt, één Heer: niet in de eenvoudigheid -j i revelante te, credimus, hoe de Filio tuo, hoe de Spiritus sancto, sine differentia discretionis sentimus: ut in confessione verae sempiternaeque deitatis et in personis proprietas et in essentia unitas et in majestate adoreturaequo.litas Quam laudant Angel i atque Archangeli, Cherubim quoque ac Seraphim, qui non cessant clamaie quotidie, una voce dicentes: van een persoon, maar in de Drievuldigheid van één zelfstandigheid. Want hetgeen wij door uwe openbaring gelooven van uwe heerlijkheid, dat nemen wij ook aan, zonder verschil van onderscheid, van uwen Zoon en van den H. Geest; opdat in de belijdenis van den waren en eeuwigen God, in de personen hunne eigenschappen, in het wezen de eenheid en in de majesteitde gelijkheid worden aanbeden. Dien God loven de engelen en de aartsengelen, de Cheru¬ bijnen zoowel als de Serubijnen, omdat zij immerdaar dagelijks eenstemmig roepen en zeggen: Nactus. Sanctus, sanctus, sanctus, Dominus, Deus Sabaoth. Pleni sunt coeli et terra gloria tna. Hosanna in exelcis. Benedictus qui venit in nomini. Hoi sanna in excelsis. Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der heerscharen. Hemel en aarde zijn vol van uwe glorie! Hosanna in den hooge. Gezegend die komt in den naam des Heeren. Hosanna in den hooge! Canon. Te igitur, cleper Jesurn Christum Filium tuum, Dominum nostrum, suplices rogamus ac petimus, uti accepta habeas et be- U dan allergoedertierenste Vader, bidden en smeeken wij ootmoedig door Jezus Christus uwen Zoon, onzen Heer, dat Gij ge- nedicas haec dona, haec munera, haec sancta sacrificia illubata, in priniis, quae tibi offerimus pro Ecclesia tua sancta catholica: quam pacificare, custodire, et regere digneris toto orbe terrarum, una cum famulo tuo Papa nostro N. et Antistite nostro N. et omnibus orthixis, atque catholicae et apostolicae Mei cultoribus. nadig wilt aannemen en zegenen deze giften, deze gaven, deze heilige smettelooze offeranden, welke wij U vooral opdragen voor uwe heilige, katholieke Kerk, opdat Gij haar in vrede gelieft te bewaren, te beschutten, te vereenen en te bestieren over de gelieele wereld, tegelijk met uwen dienaar,onzen Paus N. en onzen Bisschop N. en voor alle geloovigen en Belijders van het katholiek en apostolisch geloof. Gebed voor de levenden. Memento, Domine, famnlornm famularumque tuarum N. N. et omnium cireum stantium, quorum tibi fid.es cognita est et nota devotio, pro quibus tibi offeri- mus, vel qui urn offerunt hoe sacrificium laudis pro redemptione animarum suarum.pro spe salutls et incolumnitatis suae, tibique redduut vota sua aeterno Deo vivo et vero. Gedenk, o Heer, uwe dienaren en dienaressen N.N.en allen, die hier tegenwoordig zijn, wier geloof en godsvrucht U bekend is, voor wie wij dit offer opdragen, of die zelve dit aanbieden voor zich en voor al de hunnen, voor de redding hunner zielen, voor de verwachting hunner zaligheid en van hun behoud, en die hunue beloften opdragen aan U, den eeuwigen, levenden en waren God. Gedachtenis (lei* Heiligen. Communicantes et meinoriam venerautes, im primis gloriosae semper Virginis Mariae Genitricis Dei et Domiiie nostri J esu Christi, sed et beatorum Apostolorum ac Martyrum tuorum, Petri et Pauli, Andreae, Jacobi, Pkilippi, Bartholomaei,Matthaei, Simonis et Thaddaei, Liui, Cleti, Clementis, Xysti, Cornelii, Cypriaiii, Laurentii, Chrysogoni, Joan- nis et Pauli, Oosmae et Dauiiani et omnium santorum tuorum, quorum meritis precibus- Wij smeeken U ia de gemeenschap en bij het eerbiedig herdenken voornamelijk van de glorierijke Maagd Maria, de Moeder van onzen God en Heer Jezus Christus, maar ook van uwe gelukzalige Apostelen en Martelaren, Petrus en Paulus, Andreas, Jacubus, Philippus, Bartholomeus, Mattheus, Simon en Thaddaeus. Li- nus, Cletus, Cle- inpn« \ vst.ns. Oor- nelius, Cyprianus, Laurentius, Chrv- sogonus, Johannes en Pualus, Cosmas en Damianus, en que concedas, ut van al uw heiligen, in omnibus pro- opdat gij ons door tectionis tuae mu- hunne verdiensten niamur auxillio. en gebeden wilt Per eundem Chris- toestaan, dat wij tumDominum nos- in alles door de trum. Amen. hulp uwer bescher¬ ming mogen beveiligd zijn. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen. Handoplegging. Hanc igitur ob- Neem dan, wij lationem servitutis bidden U, o Heer, nostrae, sed et dit offer, van ons, cunctae familiae uwe dienaren, als- tuae, quaesumus, ook van de geheele Domine, ut placa- gemeenschap, ge- tas accipias; dies- nadig aan; schik que nostros in tua onze dagen in uwen paee disponas, at- vrede en wil ons quae ab aeterna vrijwaren van de damnatione nos eeuwige verwer- eripi et in electo- ping en tellen on- rum tuorum jubeas der het getal uwer grege numerari. uitverkorenen. Per Christum Do- Door Christus, on- minum nostrum. zen Heer. Amen. Amen. Zegening. Quam ablatio- Wij smeeken U nem tu, Deus, in o God, doe deze omnibus, quaesu- ofi'ergave in alles mus, benedictam, gezegend, ons toe- adseriptam, ratam, rekenbaar, voor U rationabilem ac- geldend, bezield en ceptabilemque fa- aanneembaar zijn, cere digneris, ut opdat het ons wor- nobis corpus et de het Lichaam sanguis fiat dilec- en het Bloed van tissimi Fillii tui uwen , zeer ge- Domini nostri Jesu liefden Zoon, on- Christi. zen Heer Je7Ais Christus. Consecratie. Qui pridie quam Die op den voorpateretur aeeepit avond van zijn lij- panem in sanctas den brood nam in ac venerabiles ma- zijne heilige en eeri_ i nus suas et elevatis oculis in oculus in coelum, ad te Deum Patrem suum omnipotentem, tibi gratias agens benedixit, freglt, deditque discipulis suis, dicens: Accipite et manducate ex hoe omnes: Hoe est enim corpus meum. Similli modo, postquam coena tum est accipiens et liunc praeclarum calicem in sanctas ec venerabilos manus suas, item tibi gratias agens, benedixit, deditque discipulis suis, dicens: Accipite et bibite ex eo omnes: Hic est enim ca- biedwaardige handen, en de oogen ten hemel geheven, tot U, o God, zijn almachtigen Vuder U dankend het zegende, brak en aan zijne leerlingen gaf, zeggende: Neemt en eet allen hiervan: Want dit is mijn Lichaam. Op gelijke wijze nam Hij na het offermaal ook dezen kostbaren kelk in zijne heilige en eerbiedwaardige handen, U eveneens dankend, zegende Hij dien en gaf hem aan zijne leerlingen, zeggende: Neemt en drinkt allen hieruit; Want deze is de lix sangunis mei, novi et aeterm testamenti: mysteri- um fidei, qui pro vobis et pro multis effunaetur ia remissionem peccatorum. Ilaec quoties- cunque feceritis, ia mei memoriam facietis. kelk mijus Bloeds, van het nieuw en eeuwig verbond: het geheim des geloofs, dat voor u en voor velen zal vergoten worden tot vergeving der zonden. En zoo dikwijls eii dit doen zult, doet het ter mijner gedachtenis. Na de Consecratie. Unde et memores, Domine, uos servi tui. sed et plebs tua sancta, ejusdem Christi Filii tui Domini nostri, tam beatae passionis, necnon et ab inferis resurrectionis, sed et in coelos gloriosae ascensionis: offeri- Daarom ook, o Hpfir. o-edenken w ii. —70 a , uwe dienaren,maar ook uw heiig volk, '/nnroP 1 Vinf, hfiil- V»rAncrpnH liidHn van ~——j denzelfden Christus. uwen Zoon, onzen Heer, als ■ziine verriizenis van de dooden en zijne glorierijke hemel- 5 muspraeclaraemajestati tuae de tuis (lonis ac datis hostiam puram, liostiam sauctain, liostiamimmaculatam, panem sanctum vitae aeternae et calicem salutis perpetuae. Supra quae propitio ae sereno vultu respicere digneris: et accepta habere, sicuti accepta habere dignatus es munera pueri tui justi Abel, et sacrificium Patriarchae nostri Abrahae et quod tibi obtulit summus sacerdos tuus Melchisedech, sanctum sacraficium, immaculatam vaart, en offeren aan uwe verheven majesteit van uwe gaven en giften, een zuiver offer, een lieilig offer, een onbevlekt offer ; het heilige Brood des eeuwigen levens en den Kelk der altijddurende zaligheid. Zie op hetzelve met genadigen en genegen blik neder en aanvaard ze met welgevallen, gelijk Gij U gewaardigd hebt met welgevallen te aanvaarden de gaven van uwen dienaar, den rechtvaardigen Abel, en het offer van onzen aartsvader Abraham en de heilige en on- hosfciam. Supplices te rogamus, omnipotens Deus, jube liaec perferri per manus sancti Angeli tai in sublime alt are tuum in conspectu divinae majestatis tuae, ut quotquot ex hac altaris participatione sacrosanctum Filii tui corpus et sanguinem sumpserimus, omni benedictione coelesti et gratia repleamur. Per eundem Christum Dominum nostrum. Amen. bevlekte offerande van uw hoogepriester Melcliisedech aan U opgedragen. Smeekend vragen wij U, almachige God, laat dit offer door de handen van uwen H. Engel gebracht worden op uw verheven altaar, voor het aanschijn uwer goddelijke majesteit, opdat allen, die deel hebben aan deze heilige offerande en het heilig Lichaam en bloed van uwen Zoon ontvangen, met allen liemelschen zegen en genade mogen worden vervuld. Door Christus, onzen Heer. Amen. Gebed voor (le Overledenen. Memento etiam Domiue, famulorum famularumque N. N. qui nos praecesserunt cum signo fidei et dor- miunt in somtio pacis. Ipsis Domin, et omnibus in Chri- l sto quiscentibus, locum refrigerii, lucis et pacis, ut indulgeas, depre- camur. rer eundem Christum Dominum nostrum. Amen. "NTrvKifi nnnnue I peccatoribus, fa- I l:n i-nïa rla mnl- IllUllö OUiö, VAV titudine miseratio- num tuarum sperantibus, partem aliquam et socie- Gedenk ook, o Heer, uwe dienaren en dienaressen N. N., die ons zijn voorgegaan met het teeken des geloof s en rusten in den slaap des vredes. — Geef hun, o Heer, smeeken wij U, en allen, die in Christus zijn ontslapen,de plaats van verkwikking, van licht en van vrede. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen. Verleen ook aan ons, zondaren, uwe dienaren, die op de volheid uwer ontfermingen vertrouwen, eenig aandeel en gemeen- tatem donare digneris cum tuis sanctis Apostolis et Martyribus cum Joaune, Stephano, Matthia, iJarnaDa, IgaatiOiAlexaudro, Marcellino, retro, Felieitate. Perpe- tua,Agatha, Lucia, Agnete, Laecina, Anastasia, et omnibus sanctis tuis: intra quorum nos consortium, non aestimator meriti, sed veniae quaesumus, largitor admitte. Per Christum Dominum nostrum. Per quem haec omnia, Domine, semper bona creas, sanctificas, vivificas, benedicis et praestas nobis. schap met uwe H.H. Apostelen en Martelaren, met Johannes, Steplianus, Matthias, Bar- nabas, lgnatius, Alexander, Marcellinus, Petrus, Felicitas, Agatha, Lucia, Agnes. Caecilia, Anastasia, en alle heiligen, neem ons op. smeeken wij, in hun gezelschap, niet lettend op onze verdiensten, maar vrijgevig in kwijtschelding. Door Christus, onzen Heer. Door wien Gij. o Heer, alle goede gaven steeds voortbrengt, heiligt, bezielt, zegent en aan ons mededeelt. Per ipsum et cnm ipso et in ipso est tibi, Deo Patri omnipotenti in unitate spiritus sancti, omnis honor et gloria. Door Hem en met Hem en in Hem zij U, o almachtige Vader, in de eenheid des H. Greestes alle eer en glorie door alle eeuwen der eeuwen. Amen. Pater noster. S.Peromnia sae- P. In alle eeu- cula saeculorum. wen der eeuwen. M. Amen. D. Amen. Oremus. Praeeeptis salutaribus moniti, et divina institutione formati, audemus dicere: Pater noster, qui es in coelis, sanctificetur nomen Laat ons bidden. Door uwe heilzame voorschriften aangemaand, en door uwe goddelijke onderrichting gevormd durven wij zeggen: Onze Vader, die in de hemelen zijt, geheiligd zij uw tuum; adveniat regnum tuum, fiat voluntas tua, sicut in coelo et in terra. Panem nostrumquotidianum de nobis hodie; et dimitte nobis debita nostra, sicut et nos dimittimus debitoribus nostris; et ne nos inducas in tentationem. M. Sed Libera nos a malo. S. Amen. Libera nos, puaesumus, Domine, ab omnibus malis, praeteritis, praesentibus et futuris, et intercedente beata et gloriosa semper virgine, Dei Ge,nitrice Maria, cum beatis Apostolis Petro et naam. Ons toekome uw rijk. Uw wil geschiede op aarde, als in den hemel. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden gelijk wij vergeven onzen schuldenaren, en leid ods niet in de bekoring. D. Maar verlos ons van den kwade. P. Amen. Bevrijd ons, bidden wij U, o Heer, van alle kwaad, verleden, tegenwoordig en toekomstig, en door de voorspraak der gelukzalige en e-lorieriike Maaad — s~~t 1 en Moeder Gods Maria, van de H. Paulo atque Andrea et omnibus sanctis, da propitius pacem ia diebus nostris: ut ope misericordiae tuae adjuti, et a peccato simus semper liberi et ab omni perturbatione securi. Per euadem, Dominum nostrum Jesum Christum. Filium tuum, qui tecum vivit et regnat in unitate spiritus sancti Deus, S. Per omni saecula saeculorum. M. Amen. S. Pax Domini eit semper vobiscum. M. Et cum spiritu tuo. H. Apostelen Petrus en Paulus en Andreas, geef genadig vrede in onze dagen, opdat wij door de hulp uwer barmhartigheid ondersteund, steeds bewaard mogen blijven voor de zonde, en beveiligd tegen alle kwelling.Doordenzelfden Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft en regeert, in de eenheid des H. Geestes, God P. In alle eeuwen der eeuwen. D. Amen. P. De vrede des Heeren zij altijd met u. D. En met uwen geest. Haec commixtio et consecratio cor- Êoris et sanguinis •omini nostri Jesu Christi fiat acci- pientibus nobis in vitam aeternam. Amen. Deze vereeniging en wijding van liet Lichaam en Bloeds onzes Heeren Jesus Christus, gedije ons, die het ontvangen, ten eeuwigen leven. Amen. Agnus Dei. Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, dona nobis pacem. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons den vrede. Vóór de Communie. Domine Jesu Heer Jesus Chri- Christe, qui dixisti Apostolis tuis. Pacem relinquo vobis, pacem meam do nobis, ue respicias peccata mea sed Mem eoclesias tuae, eamque secundnm voluntatem tuam pacificare et coadunare digneris, qui vivis et regnas Deus, in saecula saeculorum. Amen. Domine Jesu Christe, Pili Dei vivi, qui ex voluntate Patris, cooperante spiritu sancto, per mortem tuam mundum vivificasti; libera me per hoe sacrosanctum corpus et sanguinem tuum Christus, die aan uwe Apostelen gezegd hebt: Ik laat u den vrede, ik geef u mijnen vrede: zie toch niet op mijue zonden, maar op het geloof uwer kerk, en gewaardig U haar volgens uw wil in vrede en eendracht te bewaren, die leeft en regeert, God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen. Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God, die naar den wil des Vaders, onder medewerking des H. Geestes, deze wereld door uwen dood het leven hebt wedergegeven, bevrijd mij ab omnibus peccatis meis et universis malis et fac me tuis semper inhaerere mandatis et a te nunquam seDarari nermittas. i i qui cum eodem Deo iatre et opiritu sancto vivis et reg- nas in saecula sae- culornm. Amen. Perceptio corporistui,Domine Jesu Christe, quod ego indignus sumere praesumo,non mihi proveniat in judicium et condemnationem, sed pro tua pietate prosit mihi ad tutamentum mentis et corporis et ad mede¬ door dit uw hoogheilig Lichaam en Bloed van al mijn zonden en van alle kwaad, en doe mij altijd vasthouden aan uwe geboden en sta niet toe, dat ik ooit van U gescheiden worde; die met den Vader en den H. Geest leeft en regeert in de eeuwen der eeu¬ wen. Amen. Laat de nutti¬ ging van uw Li¬ chaam, o Heer Jesus Christus, het¬ geen ik onwaardig ga ontvangen, mij niet strekken tot mijn oordeel en mijne verwerping, maar door uwe goedheid strekke het mij tot een be- lam percipiendam, qui vivis et regnas cum Deo Patre in unitate Spiritus sancti Deus, per omina saecula sae- culorum. Amen. hoed- en heilmiddel naar ziel en lichaam, die leeft en regeert met God den Vader in de eenheid des H. (rpestes. God, voor alle eeuwen der eeuwen. Amen. Nuttiging. Panem coelestem accipiam et nomen Domini invocabo. Domine non sum dignus, ut intres sub tectum meum, sed tantum die verbo, et sanabitur anima mea (Ter.) Corpus Domini nostri Jesu Christi Ik zal liet he- melsche brood nemen en den naam des Heereu aanroepen. Heer, ik ben niet waardig, dat Gij intreedt onder mijn dak, maar spreek slechts één woord en mijne ziel zal gezond worden. (Driemaal. Het Lichaam onzes Heeren Je- custodiat animam meam in vitam aeternam. Amen. Quid retribuam Domino pro omnibus quae retribuit mihi? Calicem salutaris accipiamet nomen Domini invocabo. Laudans invocabo Dominum et ab inimicis meis salvus ero. Sanguis Domini nostri Jesu Cliristi custodiat animam meam in vitam aeternam. Amen. Quod ore sumpsimus, Domine, pura mente capiamus, et de mune- sus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen. Wat zal ik den Heer wedergeven voor alles, wat Hij mij geschonken heeft. Ik zal den kelk des heils nemen en den naam i des Heeren aanroepen. lxivend zat ik den Heer aanroepen en ik zal bevrijd zijn van mijne vijanden. Het Bloed onzes Heeren Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen. Laat ons, o Heer, wat wij met den mond genuttigd hebben, met een I re temporal i flat nobis remedium sempiternum. reinen geest ontvaugen en uit deze tijdelijke gave worde ons een heilmiddel voor de eeuwigheid. Uw Lichaam, o Heer, dat ik genuttigd en uw Bloed, dat ik gedronken heb, vereenige zich met mijn binnenste, en geef, dat er geen zondesmet o verblij ve in mij, die gevoed ben geworden met dit reine en heilige sacrament. Die leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen. Amen. Na de Nuttigiug. Tob. XII. Bene- Tob. XII. Wij dicimusDeumcoeli prijzen den Corpus tuum,Domine, quod sumpsi, et sauguis, quem potavi, adhaereat visceribus meis, et praesta, ut in me non remaneat scelerum macala, quem pura etsancta refecerunt sacramenta, qui vivis et regnas in saecula saeculorum. Amen. Wij God et coram omnibus viveutibus confitebimur ei quia fecit nobiseum misericordiam suain. des hemels en voor alle schepselen zullen wij Hem be¬ lijden, omdat Hij ons zjme barm¬ hartigheid heeft bewezen. Gebed der Kerk. S. Dominus vobiscum. M. Et cum spiritu tuo. Oremus S. Proficiat nobis ad salutem corporis et auimae, Domine Deus noster, hujus sacramenti susceptio et sempiternae Sanctae Trinitatis ej usdemque individuae Unitatis confessio. Per Dominuin etc. M. Amen. P. De Heer zij met u. D. En met uwe geest. Laat ons bidden. P. Dat het ont¬ vangen, o Heer, onze God, van dit sacrament en de belijdenis van de lieilie-e. eeuwice Drievuldigheid en dezer onverdeelde eenheid ons strek- ke tot heil naar ziel en lichaam. Door onzen Heer, enz. D. Amen. S. Dominus vobiscum. M. Et cum spiritu tuo. S. Ita, missa est. M. Deo gratias. Placeattibi,Sancta Trinitas, obsequim servitutis me- ae et praesta, ut sacrifiicium. quod oculis tuae Majestatis indignus obtuli tibi sit acceptabile, mihique et omnibus pro q uibus illud obtuli sit, te miserante, propitiabile. Per Christura Dominum nostrum- Amen. P. De Heer zij met u. D. En met uwen geest. P. Gaat, het offer is volbracht. D. Gode zij dank. Laat, o heilige Drievuldigheid, deze dienst mijner hulde, ü welgevallig zijn, en geef, dat het offer, dat ik, onwaardige, Li heb opgedragen, U welgevallig zij, en dat het door uwe goedertierenheid, ons en allen, voor wie ik het heb opgedragen, barmhartigheid verwerve. Door Christus, onzen Heer. Amen. Zegen. Benedicat vas omnipotens Deus, Pater et Filius et Spiritus Sanctus. M. Amen. S. Dominus vobiscum. M. Et cum spiritu tuo. S. Initium sancti Evangeli secundum Joannem. In principio erat Verbum, et Verbum erat apud Deum, et Deus erat Verbum. Hoe erat in principio apud Deum. Omnia per ipsum facta sunt: et sine ipso nihil factum est, quod factum est, in ipso vita erat et vita erat Dat de almachtige God u zegene, de Vader, de Zoon en de H. Geest. D. Amen. P. De Heer zij met u. D. En met uwen geest. P. Begin van het H. Evangelie volgens Johannes. In het begin was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alles is door hetzelve geworden en zonder hetzelve is niets geworden. Wat geworden is, daarin was het LeveQ) 6 lnv Vinminnm ! et lux in tenebris lucet, et tenebrae eam non comprehenderunt. Fuit homo missus a Deo, cui nomen erax Joannes. Hic venit in testimonium, ut testimonium perli iberet de lumine, ut omnes crederent per illum. Non erat ille lux, sed ut testimonium perliiberedde lumine. Erat lux vera, quae illuminat omnem ho¬ minem venientem in liunc mundum. In mundo erat et mundus per ipsum faetus est et mundus eum non cognovit- ln propria venit et sui eum non receperunt. en het Leven was l.uf T.iplit-, der men- scheu. En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. Er werd een inensch van God gezonden, wiens naam was Johannes.Deze kwam tot getuige, om getuigenis te geven van het Licht, opdat allen door nem zouueu geloven. Hij was het Lichtniet,maar hij kwam alleen getuigenis geven van het Licht. Het ware Licht was dat, hetwelk iedereu mensch verlicht, die in deze wereld komt Hij was in de wereld, Quotquot autem en de wereld is receperunt eum, door lieni gemaakt, dedit eis potesta- en de wereld heeft tem filios Dei fieri, hem niet erkend, his qui credunt in In zijn eigendom nomine ejus; qui kwam Hij, maar non ex sanguini- de zijnen namen bus neque ex vo- hem niet aan. Maar luntate carni6, ne- zoovelen hem ontque ex voluntate vingen, hun gaf viri sed ex Deo Hij vermogen kinnati sunt. Et ver- deren Gods te worbum caro factum den: hun die niet est et habitavit in uit bloed, noch uit nobis, et vidimus den wil des vleegloriam ejus, glo- sches, noch uit den riam quasi Unige- wil des mans, maar niti a Patre, ple- uit God geboren num gratiae et zijn. En het Woord veritatis. is vleescli geworden en heeft onder ons gewoond: en wij hebben zijne heerlijkheid gezien, eene heerlijkheid als van den Éeniggeborenen des Va- M. Deo gratias. ders, vol genade en waarheid. D. God zij dank. Gebeden, welke volgens voorschrift van Paub Leo XIII, in alle kerken der wereld na de stille missen knielend moeten gebeden worden. Wees gegroet, Maria, enz. (Driemaal.) Wees gegroet, koningin, Moeder der barmhartigheid, ons leven, onze zoetheid en onze hoop, wees gegroet. Tot U roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva, lol U zuchten wij klagend en weenend in dit dal van tranen. O gij, onze voorspreekster, wend uwe barmhartige oogen tot ons en loon ons na deze ballingschap Jezus, de ge- zegende vrucht uws lichaams, o goedertierene, o meedoogende, o zoete Maagd Maria. Bid voor ons, o H. Moeder Gods! Opdat wij waardig worden aan de beloften van Christus. LAAT ONS BIDDEN. O God, onze toevlucht en kracht, zie genadig neder op liet volk, dat tot U roept en op de voorspraak der glorierijke en onbevlekte Maagd en Moeder Gods Maria, van haren bruidegom, den H. Joseph, van uwe heilige apostelen Petrus en Paulus en alle Heiligen, verhoor barmhartig en goedgunstig de gebeden, welke wij storten voor de bekeering der zondaren, voor de vrijheid en de verheffing on- zer Moeder, de H. Kerk, door Christus, onzen Heer. Amen. H. Aartsengel Michael, verdedig ons in den strijd. Wees onze beschermer tegen de boosheid en aanvechtingen des duivels. Cod gebiede hem, smeeken wij ootmoedig, en gij, vorst der hemelsche Heerscharen, stort den duivel en de andere booze geesten, die tot verderf der zielen in de wereld rondgaan, door de goddelijke kracht in de bel terug. Amen. (Aflaat van 300 dagen, Leo XIII, 6 Jan. 1884.) Allerheiligste Hart van Jezus, ontferm U onzer. (Driemaal). (Een aflaat van 7 jaren en 7 quadragenen — toepasselijk op de geloovige zielen.) I (Pius X, 17 Jan. 1904.) h v GEBEDEN ONDER DE II. MIS. TWEEDE OEFEN ING. M' Voorbereiding. yn neer en mijn uuu, v.ij ■ vüf ïnor in dpy.n kerk. \Vcitir~ or>li+in* tcMTpnwnnrdiQ'. lïiet üOfl- & ... i Hier, o Jezus, zie ik ue yiooilieid uwer liefde voor ons, ondankbare menschen. Het was U niet genoeg als offer voor onze urtn^nti doii cmni'tplllkpTl dood /jUUUCU V/^XJL kjuim ^v..j 11 aan het schandelijk kruis te sterven; Gij wildet dagelijks ontelbare malen, tot aan het einde der wereld, door de handen der priesters opnieuw aan uwen hemelschen Vader voor ons heil opgeofferd worden. O liefdevolle Heiland, wanneer zal ik toch eens beginnen U te beminnen, U dankbaar te zijn voor die overmaat uwer goedheid?! Vader des hemels zie neder op dit kostbaar offer, en wees ons genadig, terwille van Jezus, uwen Zoon. Door de verdiensten van dit hoogheitige offer verleen mij de vergiffenis mijner zonden en alle genaden, welke ik noodig heb. Laat niet toe, dat ik mij nog ooit weder door eene zonde, en zeker geen zware zonde, ondankbaar toone tegenover een zoo hetdevollen Verlosser, die zich dagelijks voor mij slachtoffert. Ontferm U ook, o God, om de oneindige verdiensten van dit heilig offer, over de zielen des Vagevuurs, voornamelijk over N. N. Vervul hun smartelijk verlangen naar U en voer hen tot de aanschouwing van uw goddelijk wezen. Amen. Pater noster. Qnze Vader, die in de hemelen zijt — zoo waag ik te bidden, o mijn God, want uw Zoon heeft liet mij zoo geleerd; ik durf IJ Vader noemen, geef dan, dat ik uw eerbiedig, liefderijk en gehoorzaam kind zij. Geheiligd zij uw naam! Moch- ten toch alle menschen IJ goed kennen, eeren en beminnen. Ons toekome uw rijk! Help ons allen, om in den hemel te komen. Uw wil geschiede op de aarde als in den hemel. Geef, dat wij uwen wil zoo spoedig en getrouw | volbrengen op aarde, als de engelen dat doen in den hemel. ^ Geef ons heden ons dagelijks brood, geef ons ook heden, wat wij alle dagen naar ziel en lichaam noodig hebben. En vergeef ons onze schulden, o-elijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. Verleen ons oprechte droefheid over onze zonden, en vergiffenis, van onzen kant vergeven wij aan allen, die ons ooit beleedigd hebben. En leid ons niet in bekoring. v Laat toch niet toe, dat wij in de zonden toestemmen. Mn ar verlos ons van den kwade! Behoed ons voor alle ramnen. maar bijzonder voor de zonde. Amen. Zoo zij het. Agnus Dei. T om ( i nrls dat de zonden der vupr» pIH wee-neemt, ontferm TT r\n7pr i Ontferm U over mij, en neem ook mijne zonden weg; 1 !i: /-» schenk mij uwen neingen vicuc, in rlo vn «tp Vinnn dat Gii mij 111 UU O V 11.1 •• L «V» ^vl mijne zonden nem Kwijiyebcnui- den. Nuttiging. n Heer uwe liefde tot ons kent ^ rrppnp oranzen. Gii ziit niet O * _ " tovrprlpn TT nnder de cedaanten van brood en wijn voor ons op het altaar ten offer te brengen; neen, Gij wilt onder diezelfde geheimvolle gedaanten van het altaar in onze zielen komen, om ons met uw allerheiligst Vleesch en Bloed te spijzen. Waar ter wereld, o mijn zoete Jezus, kan men een liefdevoller meester vinden! Maar hoe rein moet het hart zijn, dat U, de heiligheid zelve, ontvangen wil. Ik ben niet waardig, o Heer, dat Gij ingaat in mijne ziel, want ik heb zoo dikwijls en zoo zwaar gezondigd. Maar het doet mij van harte leed, dat ik U beleedigd heb, U, mijn eenigste, mijn hoogste goed, U, de goedheid zelve, die alleen alle liefde waardig zijt. Ik ben vast besloten, eer alles te lijden, dan U nog ooit te beleedigen. Vergeef mij dan, o barmhartige ^===== $ Heiland, en sta mij toe, daar ik U nu niet werkelijk ontvangen kan, tenminste geestelijkerwijze te mogen binnenleiden in mijn hart. O Jezus, ik geloof vast, dat Gij in het H. Sacrament des altaars waarachtig tegenwoordig zijt. Op U, o zorgvolle en zachtmoedige Herder, is al mijn vertrouwen gesteld. Ik bemin U, o goedaardige Heiland. Ik verlang naar U, o mijn eenig Goed. Kom dan, o Jezus, en heilig mijne ziel. > (Stel U voor, dat gij werkelijk met den priester communiceert.) Dierbare Jezus, ik bemin U. Ik bemin IJ uit geheel mijn hart. Gij zijt gekomen, om mij zalig te maken. O blijf bij mij, en sta niet toe, dat ik mij ooit door Ö de zonde van U scheide. O Jezus, voor U wil ik leven. O Jezus, voor U wil ik sterven. O Jezus, dood of levend, voor immer ben ik uw eigendom! Amen. Laatste Gebeden. Tiet geheim van het verheven offer is volbracht. Moge het U, o hemelsche Vader, welgevallig zijn, en ons overvloedige genaden verwerven. Verleen, o lieer, dat wij, die dit heilig offer bijwoonden, nu niet meer op verkeerde, menschelijke wijze handelen: dat wij, die deze hemelsche geheimen vierden, ons niet meer tot het aardsch genot vernederen, maar U, onzen God en ons laatste doel, in al onze handelingen oprecht zoeken en ons hopen en verwachten ver- trouwvol op den hemel gericht houden. Amen. Zegen. 7egen, o Heer, door de gewijde u hand van uwen priester ons en al het onze, onze gedachten, woorden, werken, ziel en lichaam. Uw heilige zegen begeleide ons overal en altijd. Amen. Bij liet laatste Evangelie. TT zij dank, Heer Jezus Christus, wijl Gij, om ons te verlossen, uit den hemel zijt nedergedaald en mensch geworden! Dank, wijl Gij ons in het heilig Misoffer een onuitputtelijke bron van genaden geopend hebt. Dank, wijl Gij ons in staat gesteld hebt, deze genadenrijke geheimen bij te wonen. Mocht ik ^ verstrooid, koud eu oneerbiedig geweest zijn, waar de engelen met den grootsten eerbied tegenwoordig waren, ach, straf mij dan niet, o Heer, gelijk ik het verdiende, maar scheld bet mij goedgunstig kwijt, en maak mij deelachtig aan de vruchten van dit heilig olfer, gelijk ik het 1100dig heb. Verleen mij door deze heilige Mis vermeerdering der heiligmakende genade of tenminste een waar berouw over mijne zonden, kracht, om de plichten van mijn staat getrouw te vervullen, standvastigheid in de bekoring, geduld in 't lijden, hulp in den nood. Vertrouwend op uw goddelijken bijstand en bescherming, ga ik nu, waaide plicht mij roept. U, o Heer, zij deze dag gewijd, U alle daj >■> gen mijns levens. Ik beveel mij aan het allerheiligste en liefdevolle Hart van Jezus aan, dat in het tabernakel dag en nacht voor ons bidt. — H. Maria, en alle heiligen, weest mijne voorsprekers bij God, opdat ik de vruchten van dit hoogheilige offer zorgvuldig beware. Amen. 8 DERDE ÜEEENING. Ter eere van de allerheiligste Maagd Maria. V oorbereiding. H Ilemelsche Vader, ik offer U op het heilige otïer, dat ik thans door uwe genade mag hij wonen, tot uwe eer, tot voldoening voor mijne zonden en die der gansche werd, tot dank vnm' rlp we daden, die uil mii en alle menschen bewezen hebt, tot verkrijging uwer genaden voor mijzelven, voor de H. Kerk, voor alle menschen, bijzonder nok voor de zielen in het Va- gevuur. Vooral echter, liefste Vader in den Hemel, wil ik U deze H. Mis opdragen om U te danken, dat Gij ons de allerheiligste Maagd Maria tot Moeder gegeven en ons op hare machtige voorbede zoovele genaden schenkt. Ik offer U deze H. Mis op, om U te bidden en te smeeken de liefde tot Maria in mijn hart en de harten aller menschen te vermeerderen, opdat zij door allen als een moeder gezegend en bemind worde. En trii. allerzaligste Maagd, zie goedgunstig op deze, onze goede meening neder, help onze zwakheid en bid voor ons, opdat wij in deze oogenblikken door uwe machtige voorbede genade vinden mogen bij uwen goddeliiken Zoon, Jezus Christus.Amen. 11 Bij het begin der Mis. "□"eer, ik ben verschrikt, wanneer ik denk aan het groot getal mijner zonden. De gedachte aan uwe oneindige heiligheid en rechtvaardigheid vervult mij met vrees. Doch ik wil niet wanhopen, de allerzaligste Maagd Maria, Moeder van God, is de toevlucht des zondaars. Lieve Moeder, ik vlucht dan tot U. O het bedroeft mij van ganscher harte, dat ik zou dikwijls uwen goddelijken zoon beleedigd heb. Zie toch met medelijden op mijne ellende en op mijn berouw neer. Bekom mij vergilïenis voor de bedrevene zonden en voor de toekomst kracht in de bekoringen, opdat ik in het goede volharde. Wanneer Gij vn U mij als uw kind wilt aannemen en steeds mijne voorspreekster wezen wilt, o heilige Maagd, dan durf ik hopen voor de toekomst gered te zijn. Wees dan gegroet, o Maria, die ons Jezus Christus geschonken hebt, dien Koning, die regeert van eeuwigheid tot eeuwigheid. IJ prijzen met eerbied de hemelsche geesten, zij verheerlijken U vol vreugde als hunne koningin. U groeten met liefde de christenen op aarde, zij noemen U volvertrouwen hunne troosteres. IJ, reinste Maagd, groet ook ik, een arme zondaar, als mijne helpster. O genadige Moeder, verhoor mij en help mij goedertieren. Bij het Kyrie. "EVbarm U onzer, o hemelsche Vader, op de voorspraak van Maria, uwe uitverkorene dochter. Erbarm U onzer, Heer .lezus Christus, terwille van Maria, uwe lieve Moeder. Erbarm U onzer, God H. Geest, op de voorbede van Maria, uwe boven allen gezegende Bruid. Bij het Gloria. T^ere zij U, o God, dank en aanbidding ten allen tijd. Want gij zijt groot en wonderbaar in al uwe wegen, wijs en goedertieren in uwe raadsbesluiten. Gij hebt van eeuwigheid Maria tot Moeder van den allerheiligsten Verlosser uitverkoren en bestemd, Gij hebt haar voor de smet der erfzonde be¬ waard en haar verrijkt met voor ons gehad hebt. Volbreng nog verder, lieve Moeder, dat werk uwer liefde en verkrijg ons toch bij Jezus, uwen Zoon, dat zijn lijden en sterven mij en allen menschen ten eeuwigen heile strekken moge. Wees ook j de voorspreekster voor de arme zielen in het vagevuur. Zie op dat vurig verlangen, dat zij hebben, om' in de hemelsche heerlijkheid uwen goddelijken Zoon te aanschouwen. Spreek voor haar, goede Maagd Maria, bij ouzen Heer, opdat zij door Gods barmhartigheid in vrede rusten. Beveel in liet bijzonder aan zijne barmhartigheid die zielen, die mij op aarde dierbaar waren en voor wie ik meer bijzonder verplicht ben te bidden. Zij hebben U in hun leven zoo dikwijls be- groet als de deur des hemels, wees hun dan ook in waarheid die deur, door welke zij .het hemelsch Paradijs kunnen ingaan. Amen. Bij liet Pater noster. Bid aandachtig met den priester: Onze Vader, enz. "Devrijd ons, o lieer, van alle verleden, tegenwoordig en toekomstig kwaad, en door de voorspraak der gelukzalige Maria, altijd Maagd, der H.H. Apostelen Petrus en Paulus, en Andreas en van alle heiligen, geef genadig vrede in onze dagen, opdat wij door de hulp uwer barmhartigheid immer vrij mogen blijven van zonde, en beschermd tegen alle aanvechting. Door denzellden Jezus Christus, uwen Zoon, f) onzen Heer, die met 1; leeit en I regeert in de eenheid des H. Geestes, God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen. De vrede des Heeren zij steeds met ons. Ameri. Bij het Agnus Dei. fi Lam Gods, dat wegneemt de u zonden der wereld, erbarm I mijner en wees op de voorbede der allerheiligste Maagd Maria mijn redder, de redder van de gansche wereld. Bij (le Communie. (goddelijk Lam, Jezus Christus, ™ zoenoffer voor de zonden der "ansche wereld. Gij hebt ons door uwen dood liet leven wedergegeven. Laat uw Bloed, dat Gij voor ons vergoten hebt, niet ^ 1 verloren gaan. Laat ons niet terugvallen in den dood der zonden, waaruit Gij ons gered hebt. Hel]) ons standvastig met uwe genade medewerken en onze zielen voor de eeuwigheid redden. O goddelijke vredevorst, Jezus Christus, die den vrede hebt wedergegeven aan allen, die van goeden wil zijn, sta ons, uwen verlosten kinderen bij, opdat wij in uwen vrede, die Gij ons voor zoo duren prijs gekocht hebt, volharden mogen, om eens te komen tot dat rijk van eeuwigen vrede, de hemelsche heerlijkheid. O goddelijke Hoogepriester, die om ons, zwakke menschen in uwe genade te bewaren, hier op het altaar het offer van het kruis vernieuwt en ons zoo gaarne, wat wij vurig verlangen, gees- lelijk uw heilig Vleesch en Bloed doet eten en drinken, utii ter wille van Maria, die smartvolle Medeverloster der wereld, erbarm U onzer. Bij de laatste gebeden. Terwijl wij nu, o lieer, het heilig otïer der Mis gevierd hebben, bidden wij U ootmoedig, bewaar ons altijd en overal onder de bescherming van de nooit volprezene reine en onbevlekte Maagd Maria, ter wier eere wij U deze goddelijke offergaven aanboden. Stort dan, o Heer, i uwe genaden in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des engels de Menschwording van Christus, uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden en kruis en door de liefde van onze goede Hemelkoningin tot de heerlijkheid der opstanding mogen komen. Door denzelfden Christus, onzen Heer. ]Jij liet laatste Evangelie. IToe diep, o lieve Moedermaagd, werd uw hart doorwond, toen gij zaagt, dat uw goddelijke Zoon in de wereld kwam en de wereld hem niel erkende, hoe zijn volk hem niet aannam, maar verstiet. Ik bid U door deze smarten, laat niet na voor de booze wereld te bidden, opdat zij zich tot Jezus bekeere. Bid voor de ongeloovigen, opdat zij Jezus' waarheid mogen kennen; bid voor de zondaren, opdat zij Jezus' genaden niet verstooten; bid ook voor mij, opdat ik Jezus' genaden niet verstoote; bid voor mij, opdat ik Jezus' leer en inspraken getrouw volge, en in mij mag ondervinden, dat „allen, die Jezus aannamen, het vermogen bekwamen, kinderen Gods te worden." Amen. Slotgebed. "Hoor de kracht van het allerheiligste offer van uw Vleesch en Bloed en door de voorspraak van de allerheiligste Maagd Maria, verleen ons, o Heer, die genade, dat wij standvastig op den weg uwer geboden wandelen mogen tot aan het einde van ons leven. Wees dan, o Jezus, met Maria, uwe lieve Moeder, onze troost in dit leven, onze hulpe in het uur des doods, onze vreugde en onze belooning in de eeuwigheid. Zegene ons de almachtige en barmhartige God, de ^ ader, de Zoon en de H. Geest. Amen. Schenk ook gij, Maria, ons uwen moederzegen. VIERDE OEFENING. Voor de Overledenen. Opdracht. Heer Jezus Christus, die in uw 1 \c* v»rv\ V» o r»t i rrVï Dl H UUlc jjaimiio.1 Hpfvivi het kostbare offer des kruises daiTpliiks on eene onbloedige wii'/p door de handen des pries¬ ters vernieuwt, geef mij de genade, om deze heilige handelingen met een oprecht berouw en eene ware godsvrucht bij te wonen. Aan U, o hemelsche Vader, draag ik dit offer van oneindige waarde op, om uwe maipstfiit. te huldigen, U voor " J ^ ' 71 iu r uwe go,edheid te bedanken, aan ] uwe rechtvaardigheid te voldoen, ! en uwe barmhartigheid af te smeeken zoo voor mij als voor alle menschen, voornamelijk echter voor de arme zielen des Vagevuurs, voor mijne overledene ouders (vader of moeder), vrienden, verwanten, weldoeners, voor alle overledenen, die onze gebeden het meest noodighebben. Aanhoor genadig, o Vader der erbarming, liet gebed der christelijke naastenliefde, en laat de arme zielen deelen in de vruchten van deze heilige mis, opdat zij gereinigd in het bloed van uwen zeergeliefden Zoon, mogen komen lot het aanschouwen van uw goddelijk wezen. Introïtus. TIeer, geef hun de eeuwige rust, en bet eeuwige licht verlichte hen; dat zij uwen lof zingen in het hemelsche Sion en U dank brengen in bet eeuwige Jeruzalem. Verhoor hun verlangend smeeken, o lieer, want Gij wilt, dat alle zielen bij U in den hemel komen. Daarom, o Heer, ach geef hun de eeuwige rust, en dat het eeuwige licht hen verlichte. Bij liet Kyrie. Q.od, de Vader, ontferm U over de geloovige zielen; want zij zijn uwe kinderen. God, de Zoon, ontferm U over de geloovige zielen; het zijn immers uwe broeders en zusters, tv ri die Gij door uw kostbaar bloed liebt vrijgekocht. God H Geest, ontferm U over de geloovige zielen, want het zijn uwe tempels. Gebed der Kerk. H God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen, verleen aan uwe overledene dienaren en dienaressen, de vergiffenis van alle zonden, en dat zij de vergiffenis, waarop zij altijd gehoopt hebben, door de voorspraak uwer liefde mogen verkrijgen. Door onzen Heer Jezus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen. Bij het Epistel. „"Broeders, wij willen u niet in onwetendheid laten omtrent het lot der overledenen, opdat gij niet bedroefd zijt., gelijk zij, die geen hoop hebben. Want, wanneer wij gelooven, dat .Tezus gestorven is en verrezen, dan zal God ook degenen, die door Jezus gestorven zijn, met Hem opvoeren ten hemel. Want dit zetrsen wii U met het woord des Heeren, dat wij, die nog leven, die achtergelaten worden tot de komst des Heeren, de overledenen niet zullen vooruitgaan: want Hijzelf, de Heer, zal op het geroep en op de stem des aartsengels en bij het schetteren der bazuin nederdalen van den hemel, en die gestorven zijn in Christus, zullen dan het eerst verrijzen. Daarna zullen wij, die nog leven en achter gelaten zijn, tegelijk met hen opgenomen worden naar ue wolken, Christus tegemoet in de lucht, en zullen dan immer daar hlijven met den lieer. Daarom, troost elkander met deze woorden." Bij liet Evangelie. Tii dien tijd sprak Martlia tot Jezus: „Heer, waart Gij hier ireweest, mijn broeder ware niet gestorven: maar ook nu weet Fk, dat God alles, wat gij van Hem vragen zult, zal geven" Jezus sprak tot haar: ,,Uw broeder zal verrijzen." Matha sprak tot Hem: „Ik weet, dat hij verrijzen zal ten jongsten dage.' Jezus zeide tot haar: „Ik hen de verrijzenis en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, zelfs al was hij gestorven: en ieder, die leeft en in mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft gij dit?" Toen sprak zij tot Hem: „Zeker, Heer, ik heb altijd geloofd, dat gij de Christus zijt, de Zoon van den levenden God, die in deze wereld gekomen zijt." Bij de Offerande. lieer Jezus Christus, Koning der heerlijkheid, verlos de zielen van alle overledene geloovigen van de straffen des vuurs, van de pijn, van U gescheiden te zijn, van de boeien hunner schulden; laat hen door den vaandrig, den H. Michaël, ^=========sy 10 binnengevoerd worden in het heilige licht en in de zalige rust van het hemelsch paradijs, hetwelk Gij beloofd hebt aan allen, die U met een levendig geloof aanhangen! Aanvaard, o lieer, zoo smeek ik U, voor de zielen uwer dienaren en dienaressen, de gaven, welke ik U met den priester opdraag, opdat zij mogen intreden in het hemelsche rijk, in de gemeente uwer heiligen. O God, uwe barmhartigheid kent geen grenzen; verhoor dan mijn nederig gebed en verleen aan de zielen mijner ouders, broeders, zusters, verwanten en weldoeners, die in hun aardsche leven immer uwen heiligen naam beleden hebben, de volle kwijtschelj ding hunner tijdelijke straffen. O Heer, Gij hebt hen in hun leven het geluk doen deelen van in het ware geloof te leven, geel' hun nu ook het rijke loon, dat dit heilig geloot' zijnen trouwen belijders belooft en waarborgt, door Jezus Christus, onzen Heer. Amen. (H. Gregorius.) Praefatie. Ueer der Heeren, Koning der Koningen, uw verheven Majesteit moet eeuwige hulde gebracht worden. I)e redelooze schepselen verkondigen dag en nacht uw onmetelijke macht, wijsheid en goedheid. Ook de H. Kerk zingt U met hen omstrijd lof; de geloovigen op aarde prijzen de onbegrijpelijke wonderen uwer genade en barmhartigheid; de geloovige zielen des vagevuurs verkondigen de ondoorgrondelijke diepte uwer rechtvaardigheid; zij branden van verlangen, om met de gelukzaligen des hemels, met de engelen en heiligen uwe oneindige heiligheid in het paradijs te prijzen. O Heer, voldoe aan dat verlangen. Laat hen spoedig aan uw troon medezingen in het machtige lofgezang: Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der heerscharen! Hemelenaarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Hosanna in den hooge. Canon. T)e geloovige zielen, voor wie wij, o Heer. IJ dit heilig misoffer opdragen, zijn reeds zeker van hunne zaligheid; de hemel wordt hun zeker eens ontsloten. Wij echter, ach, wij zijn nog pelgrims, wij weten niet, welk lot ons in de andere wereld wacht. Daarom smeeken wij U in heilige vreeze en ootmoedigheid, o Heer, laat toch niet toe, dat een van ons, een dergenen, voor wien Gij uw kostbaar bloed vergoten hebt, verloren ga. Bekeer de zondaren, verlicht de ongeloovigen en dwalenden, bescherm hen, die zich iti gevaar bevinden, versterk de boetvaardigen, bewaar de onschuld, bevestig de rechtvaardigen, (leef ons allen de genade, ons voor het eenig noodzakelijke, voor het heil onzeronsterfelijkeziel, ijverig en volhardend zorg te dragen, opdat wij ons eeuwig geluk eenmaal bereiken mogen. Gij lieve heiligen Gods, bekomt ons de genade en de kracht, om uwe voorheelden na te volgen, om ook eenmaal aan uw loon te mogen deelachtig worden. Bij de Consecratie. n Jezus, wees den armen zielen genadig! O Jezus, wees hun barmhartig! O Jezus, vergeef hun hunne zonden en scheld liuu de tijdelijke straffen kwijt. O Jezus, zoete Jezus, geef hun de eeuwige rust! Na de Consecratie. T aal uw blikken vallen, o hemelsche Vader, op dit altaar, en erken daar het wezenlijke Bloed, van uwen teergeliefden Zoon, en bluscli met dit oneindig kostbaar Bloed de vlammen r des Vagevuurs; verlicht en verkort genadig de pijnen der geloovige zielen. Heer Jezus Christus, bij uw heiligen doodsangst, en bij de gebeden, welke Gij in den hot van olijven voor ons gestort hebt, toen uw zweet in bloeddroppelen op de aarde viel, smeek ik U, dat Gij dat goddelijk Bloed, hetwelk Gij voor ons vergoten hebt, en dat nu hier in de kelk tegenwoordig is, wilt opotieren aan God den almachtigen Vader voor de zonden der geloovige zielen en hen bevrijden van de pijnen des vagevuurs. Heer Jezus Christus, die U gewaardigt hebt, voor ons aan het Kruis te sterven, ik bid U, dat Gij alle bittere smarten, welke Gij voor ons, arme zon- daren, verduurd hebt, voornamelijk in het uur, waarin uwe heilige ziel van uw goddelijk lichaam gescheiden is, aan God, den almachtigen Vader, wilt opofferen voor de arme zielen en haar bevrijden van de straffen en pijnen des vagevuurs. lieer Jezus Christus, Gij hebt door den mond uwer profeten gezegd: „met eene eeuwige liefde heb ik u bemind, daarom heb ik u vol erbarmen tot mij getrokken;" ik bid U, dat Gij deze liefde, welke U uit den hemel deed nederdalen op de aarde, om hier zooveel lijden en hitterheden te verduren, aan God, den almachtigen Vader, wilt opdragen. voor de geloovige zielen, en haar bevrijden van liet lijden en de slratten des vagevuurs. — O goedertieren Jezus, die ons door uw kostbaar Bloed hebt vrijgekokht, ontferm U over de geloovige zielen, open haar de poorten des eeuwigen levens, en voer haar binnen in 1 iet hemelsche Sion, opdat zij voor U in onverdeelde liefde leven en van U en uwe uitverkorenen niet meer kunnen gescheiden worden. Amen. Agillis Dei. T.am Gods, dat de zonden deiwereld wegneemt, geef aan de geloovige zielen de eeuwige rust. (Driemaal.) Bij de Communie. lieer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; ik was liet nooit en zal het ook nooit zijn. Wijl het echter aan uwe liefde vreugde bereidt, bij de kinderen der menschen te 7ïin daarom ouen ik vol ver¬ langen mijn arm hart. Kom, o .Tezus, kom tenminste op eene geestelijke wijze in mijn hart, ün ArPVPPnicr l\pl met uw aller¬ heiligst Hart. O Jezus, ik geloof in TT ik- hoon o 11 IJ. ik bemin U; dat ik vroeger U zoo dikwijls niet beminde, veronachtzaamde, ja zelfs beleedigde, het is mij van harte leed. U .lezus, ik verlang naar U, kom dan, en vervul dat verlangen. (Stel u voor, hier werkelijk te communiceeren.) O Jezus, zoete Bruidegom mijner ziel, nu ben ik de uwe voor altijd. iNieis zaï nuj vuuitaan meer van U en van uwe i_ r liefde scheiden. De uwe ben ik in leven en dood. Aan U, o barmhartige Heer en Heiland, beveel ik niet alleen mijne eigene ziel, maar ook de zielen der overledenen; voornamelijk gedenk ik op dit oogenblik vooral die zielen, die Gij hier op aarde zoo dikwerf met uw goddelijk Vleesch en Bloed gevoed hebt. O, laat toch haar, die Gij in de heilige Communie zoo innig met IJ verbonden hebt, niet langer van uw goddelijk samenzijn in de hemelsche glorie gescheiden zijn. Zie, o Heer, hoe zij hongeren en dorsten naar U, den „levenden en sterken God"; verkort den tijd harer beproeving en voer haar op tot het hemelsche gastmaal, waarvan zij de voorsmaak en het onderpand l) sacrament hier in het heilig genoten hebben. Bij (1e laatste Gebeden. m0t besluit dezer heilige handeling, offer ik U op, o hemelsche Vader, deze heilige mis, zoowel als alle heilige missen van dezen dag, alle werken van godsvrucht, van boetvaardigheid en naastenliefde, welke heden over de geheele wereld verricht worden, in vereeniging met de oneindig kostbare werken en smarten van Jezus Christus, van de verdiensten der allerheiligste Maagd Maria en van alle heiligen. Neem dit alles genadig aan, en laat het ten goede komen aan de geloovige zielen des vagevuurs, voornamelijk aan de zielen van N. N. Verbreek, o Heer, hare boeien, verkort hare pijnen, troost hare droefheid, voldoe aan haar vurig verlangen, open haar de poorten des hemels, opdat zij IJ mogen aanschouwen van aanschijn tot aanschijn, en U eeuwig bezitten, in wien zij vast geloofd, trouw gehoopt en wien zij oprecht bemind hebben. Bij liet laatste Evangelie. Qns echter, o Heer, moet de gedachte aan het vagevuur en aan uwe rechtvaardigheid met een heiligen ernst en een wijze vrees vervullen Daarom zullen wij alle zonden, ook de dagelijksche, zorgvuldig vermijden, het begane kwaad dikwerf beween en, oprecht biechten, bereidvaardig uitboeten door goede werken en verduldigheid in het lijden. Gij hebt ons, o Heer, den goeden wil gegeven, geef ons nu ook de volharding door de voorspraak uwer allerheiligste Moeder en van alle heiligen. Amen. BIECHTGEBEDEN. 1. Mocht gij het ongeluk gehad hebben, eene doodzonde te bedrijven, haast u dan te gaan biechten. Dit is de weg der redding- Zelfs het verwekken van een volmaakt berouw bewerkt sléchts dan de vergiffenis der zware zonden, wanneer het verbonden is met het voornemen bij de eerste passende gelegenheid te gaan biechten. Verzuimt gij deze gelegenheid, en mocht de dood u verrassen, wat zoudt gij mogen hoopen ? Zou hij geen dwaas moeten genoemd worden, die bij een doodelijke ziekte, de onmisbare geneesmiddelen zou versmaden ? Zijt gij de slaaf van een slechte gewoonte, wees er van overtuigd, dat gij u er nooit van zult kunnen ontdoen zonder dikwerf te biechten. Hebt gij u bekeerd en den weg der ^ Q boetvaardigheid betreden, gij zult geen stand houden, zoo gij niet dikwijl biecht. Streeft gij naar de volmaaktheid, gij zult geen vooruitgang maken, zonder dikwijls het H. Sacrament der Biecht te ontvangen. 2. Wilt gij nut trekken uit het ontvangen vanhetH. Sacramentder Biecht, bereid u dan zorgvuldig voor (maar niet angstig); neem de zaak ernstig op, zooals de belangen van uw eeuwig heil dat vorderen. Vóór alles, bid veel en met aandrang om het licht en de kracht van den H. Geest, waaraan gij in eene zaak van zoo groot gewicht zeker behoefte hebt. Gebed van Voorbereiding en Aanroeping van den H. Geest. Q mijn God, ik geloof, dat Gij hier wezenlijk tegenwoordig zijt en mijn gansclie hart doorschouwt Ik aanbid U in de diepste nederigheid en huig mij in liet besef mijner armoede en nietigheid voor U terneder. Ik uit cffthftel miine ziel wvumi" O . , , voor alles, wat Gij tot heden voor niy gedaan neut naar ziei en lichaam: voornamelijk daarvoor dat Gij mij verlost hebt door het kostbaar bloed van uwen eeniggeboren Zoon, en dat Gij mij in uwe H. Kerk zoovele genaden en middelen ter mijner heiliging gegeven hebt. Aan uwe barmhartigheid ben ik bet verschuldigd, dat Gij jj mij in bet 11. Sacrament der |j Biecht een hemelsch geneesj middel voor de ziekten mijner I ziel bereid hebt, en mij nu de gelegenheid geett, aan dit genademiddel deelachtig te worden. Voeg nu, o Heer, zoo smeek ik U, bij al deze weldaden nog deze genade, dat ik dit heilig | sacrament waardig mag ontvangen Bij de liefde, welke Gij den armen zondaren toedraagt, bezweer ik U, sta mij bij in het tocli zoo moeilijke bekeeringswerk, en verleen mij de oprechte, boetvaardige stemming, welke het hart verandert, en met U verzoent. Bekeer Gij mij, o Heer, en ik zal goed bekeerd zijn. — Heilige Geest, die mij in het H. Doopsel tot uwen tempel gewijd hebt, en hel H. Vormsel met de volheid uwer gaven hebt verrijkt, o wees Gij mij in dit gewichtig, alles beslissende oogenblik, waarin ik — misschien voor den laatsten keer — den stoel der boetvaardigheid ga naderen, wees Gij met uw hulp nabij. Wees in mijn hart en op mijne lippen; verlicht met uw godde^ & lijk licht de uiterste schuilhoeken mijns harten, opdat ik mijne zonden en gebreken zóó kenne, als ik ze eenmaal voor den goddelijken rechterstoel zal kennen. Laat niet toe, dat trots of eigenliefde mij mijne boosheid verberge, en mij tot mijn eigen bederf bedriege. Tref en vermurw mijne ziel met uw goddelijke kracht tot heilzame vreeze en kinderlijke liefde, opdat ik mijne zonden heweene, gelijk Gij dat. verlangt. Open mij door uw machtige genade den mond, om met verachting der valsche schaamte, al mijne zonden, ook de meest beschamende, de meest verborgene, aan den plaatsbekleder van Christus te openbaren, om zóó door een rouwmoedige en volledige belijdenis, den verloren vrede weder te | vinden. Amen. II. Maria, toevlucht der zon- j duren, sta uw afgedwaald kind bij, en leid het aan uwe moederhand lot den hemelsche Vader terug. H. Petrus, H. Maria Magda- ; lena, alle heilige boetelingen, verkrijgt mij van God de genade eener ware en oprechte bekeering. Om geldig te biechten, moet gij u beschuldigen: 1. van alle doodzonden, welke gij na uw laatste goede biecht bedreven hebt; de dagelijksclie zonden te biechten, is zeer raadzaam, maarniet verplichtend; 2. van het getal; 3. van de omstandigheden, welke de soort van zonde wijzigen (bijvoorbeeld : de omstandigheid, dat men eene kerk Biechtspiegel. bestolen heeft, verandert de zonde van diefstal.) Om deze noodzakelijke beschuldiging goed te doen, is het niet noodig, zich „„„c*-;.,- tv.oor wp! prnstis-te onderzoe- C3 , ken, bij welk onderzoek gij vooral niet vergeten moogt de plichten van uw staat en beroep en uw hoofdfout. Voorafgaande Vragen. Wanneer hebt gij het laatst gebiecht? Woa Hi» hipi'M troed? Hebt ffii vrij¬ willig eene doodzonde verz wegen ? Was uw voornemen goed? W aart gij vast besloten, de naaste gelegenheid tot zonde te vluchten, de noodige middelen, om eene zondige gewoonte af te leggen, aan te wenden? Hebt gij de opgelegde boete stipt en zorgvuldig volbracht? De 10 geboden Gods Eerste Gebod. Zich niet voldoende onderrichten in de waarheden des geloofs. NT;of ui Is o-Ainnveii wat de kerk leert. o _/ Vrijwillig twijfelen —slechte boeken lezen en met goddeloozen vertrouwelijk omgaan — spreken tegen geloof en Kerk, gaarne ernaar luisteren zich over zijn geloof schamen — aan bijgeloof vasthouden. Morgen-, avond-, tafelgebed vrijwillig nalaten. Geen akten verwekken van gelo")t, I hoop en liefde. Vrijwillig verstrooid zijn onder het gebed. Tweede Gebod. God, de heiligen, heilige personen, plaatsen, zaken lasteren, schenden, bespotten, onteeren, verachten. Tegen God en zijne beschikkingen morren. Heilige namen onteeeren — vloeken. Lichtzinnig zweren — valsch zweren. Een eed of gelofte breken. Onwaardig, heiligschennend een sacrament ontvangen. In de kerk en bij godsdienstige oefeningen (processie enz.) zich oneerbiedig gedragen. Derde Gebod. Op zon- en feestdagen de H. Mis in ,t geheel niet, of niet ten volle, of niet godvruchtig bijwonen. Al te gemakkelijk over het verzuim der preuicatie Zonder noodzakelijkheid, zonder reden i laten slaveiyke werden uucu — Vierde Gebod. Ouders en overheden verachten, hun kwaad toewenschen, hen bedroeven en vertoornen, zich brutaal tegenover hen cedragen, hun groot letsel toebrengen, P . i._ ..orlofnn linnne ver- hen in aen iiuuu. maningen, hunne bevelen niet nakomen, niet voor nen uiuucxl. De wereldlijke overueucu hun niet gehoorzamen, zich tegen hen verz.eutcu. v . Niet gehoorzamen aan de M. iverü, hare geboden overtreden (Vasten, onthouding, jaarlijksche biecht, veelvuldige Communie.) Als Overste, Vader, Moeder, dienstKrk/la loPraftT. nnderwiizer, enz., de plich- UUUV/j 1Vvx w— i ■—— o ' — J | ten van zijn staat verwaarloozen, — niet zorgen voor het lichamelijke maar vooral voor het geestelijke welzijn zijner ondergeschikten, niet bij hen aandringen op het vervullen hunner godsdienstige plichten — hunne gebreken niet verbeteren door woord, voorbeeld of straffen — kinderen en ondergeschikzonder behoorlijk toezicht laten uitgaan of met personen van het andere geslacht in huis onbewaakt laten verkeeren, zich zorgeloos ter ruste begeven, zonder zekerheid te hebben, dat kinderen en dienstboden in veiligheid zijn. Zich schade toebrengen aan lichaam of ziel door lichtzinnigheid, toorn, onmatigheid in spijs en drank. Anderen schade berokkenen door verwonding, beleediging, plagerijen. Toorn, haat, nijd, iemand vijandschap toedragen — zich verheugen in het leed van anderen — anderen kwaad toewenschen — twisten — schelden. Ergernis geven, dat is, anderen vrij- Vijfde Gebod. willig aanleiding geven tot zondigen (zie de negen vreemde zonden). Gegeven ergernis niet naar vermogen herstellen. Zesde en negende Gebod. V rij wil 1 ige onkuische gedachten, voorstellingen, begeerten, blikken. Onzuivere taal, scherts, liedjes — er naar luisteren met behagen. Onreine gebaren, werken — onzuivere dingen toelaten — zich lichtzinnig kleeden — slechte spelen, dansen, boeken — al te vrijen omgang — in het geheim samen zijn met een persoon van het andere geslacht. Lichtzinnig aangaan eener verkeering zonder voornemen tot of vooruitzicht op een huwelijk. Zevende of tiende Gebod. Onrechtvaardig goed (Je goederen van anderen begeeren. Stelen — gestolen zaken bewaren, koopen. Gevonden voorwerpen behouden — zijne schulden niet betalen. Bedriegen met valsche maten en gewichten — door het verkoopen van slechte, bedorven waren — door slecht, slordig werk — door luiheid bij den arbeid in dagloon. Het goed van anderen beschadigen. Onrechtvaardig, vrijwillig toegebrachte schade niet vergoeden. Onrechtvaardige processen voeren. Zijn geld of goed verkwisten door al te groote verteeringen, te grooten opschik, het spel. Hardvochtigheid jegens de armen. Achtste Gebod. Liegen om te schertsen, om zich te redden, om anderen te benadeelen. Iemand van kwaad verdenken — lichtvaardig oordeel. Laster — kwaad vertellen wat niet waar is, wat niet bekend is. De gebreken van anderen vergrooten. De toevertrouwde geheimen zonder noodzakelijkheid bekend maken. Gaarne toeluisteren, wanneer de goede naam van anderen benadeeld wordt. TV crplipi mfln van anderen trachten te ontdekken, verraden — vleien. Eerroof niet herstellen — ae uour eerroof toegebrachte schade niet hei- stelleu. De vier wraakroepende zonden. 1. Vrijwilligge doodslag, o OnUm'RrViheid tecen de natuur. 3. Verdrukking van armen, weduwen en weezen. 4. Onthouding van het loon der werk¬ lieden. Dezes zonden tegen den H. Geest. 1. Vermetel vertrouwen op Gods barmhartigheid. '? A qii (Jnrls: crpililde WailhOOüeU. 3. De bekende waarheid Desinjuen. 4. Zijne naasten de van God ontvangene genaden te benijden. 5. Verstokt zijn in de boosheid. ft V/iiiinrrlpii iii rl<»nnhoetvaardigheid. De zeven Hoofdzonden. 1. Hoovaardigheid (trots, ijdelheid, pronkzucht, verachting van anderen.) 2. Gulzigheid (hebzucht.) 3. Onkuischheid. 4. Nijd. 5. Onmatigheid in spijs en drank. 6- Toorn, gramschap. 7. Traagheid. De negen vreemde zonden. 1. Anderen raad geven om te zondigen. 2. Anderen bevelen te zonden. 3. Instemmen in het kwaad van anderen. 4. Anderen tot zonde aansporen. 5. De zonden van anderen prijzen. 6. Over de zonden van anderen (om te zondigen ) zwijgen, 7. De zonden van anderen niet straffen als overste). 8. Anderen helpen zondigen. 9. De zonden van anderen verdedigen. Berouw eii Voornemen. De voornaamste, de allernoodzakelijkste zaak. om het H. sacrament der Biecht waardig te ontvangen, is het berouw; het berouw is de droefheid der ziel over, en de afschuw van, haat tegen de zonde. Bemerk echter. 1. Waarover gij berouw moet hebben — over alle zonden, geen enkele uitgezonderd — tenminste over alle doodzonden. '2. Hoe moet het berouw zijn? Inwendig, eene droefheid der ziel, geen gevoelloos opdreunen van een van — buiten — geleerde vorm. 3. Waarom gij berouw moet hebben ? Niet om natuurlijke, stoffelijke redenen, omdat de zonde u misschien tijdelijke schade, schande veroorzaakt hebben, maar om beweegredeneu, welke het gelooof ons leert, wijl gij God beleedigd, zijne genade verloren, de hel verdiend hebt enz. Met het berouw moet het voornemen samengaan, dat is de ernstige, vastbesloten wil, om alle zonden, tenminste alle doodzonden te vermijden. Z\jt gij daartoe vastbesloten, dan zult gij ook de noodige zorg aanwenden, om niet meer in uwe vroegere zonden terug te vallen, de noodige middelen aanwenden, om u te beteren (gebed, versterving, en de middelen, welke de biechtvader u zal aangeven,) en vooral de naaste gelegenheid vluchten — dat huis, dat gezelschap, die persoon, enz. welk voor u gewoonlijk de oorzaak van uw val geweest zijn. Zijt gij hiertoe niet bereid, dan hebt gij nog geen afschuw van uwe zonden, gij zijt noch waardig, noch bereid, de absolutie te ontvangen en uwe biecht is dan ook ongeldig, onwaardig. Mocht gij bij uw gewetensonderzoek u aan geene doodzonde plichtig bevonden hebben, sluit dan een bepaalde zonde uit u vroeger leven bij uw berouw en bij uwe biecht in. Bid zeer langzaam en met oplettendheid het volgende gebed : Mijn lieer en mijn God, aan hoevele zonden doet mijn geweten mij plichtig erkennen! En ach, Uw alziend, heilig oog ziet in mij nog veel meer zonden eu gebreken. Ongelukkige,waar- O , , ^ TT heen zal ik vluchten voor uw heilig aanschijn, en mij verbergen voor uw rechtvaardigen en verschrikkelijken toorn! 0 Heer, hadt Gij mij in mijne zonden latpn sterven — hadt Gii mij in zulk een toestand voor uw rechterstoel geroepen — waar zou ik nu creweest ziiir.'— Ga weg van mij vervloekte, in het eeuwig vuur!.... O oordeel, o straf! weg van God, van God, voor wien ik geschapen ben, naar wien mijn gansche wezen verlangt, in wien alleen ik gelukkig zijn kan Weg uit den hemel, waar ae gelukzaligen met eeuwige genoegens en zoetheden verzadigd worden, waarin ook voor mij een plaats bestemd was .... Weg van mijne lieve Moeder Maria, vati de engelen, van de heiige en van alle edele, goede zielen .... En waarheen? Naar den vorst der duisternissen, die met ongehoorde, duivelsehe wreedheid zijn slachtoffers pijnigt.... In het gezelschap van heiligschenners, dieven, moordenaars, echtbrekers .... In het vuur der goddelijke wrake, dat immer brandt maar niet verbrandt, dat steeds pijnigt, en martelt, maar nooit doet sterven .... dat alle denkbare pijnen der aarde onmetelijk ver overtreft.... naar den afgrond, den zwavelpoel der hel. . om te lijden zonder troost.... om te huilen en te vloeken in vertwijfeling en wanhoop — en nooit, nimmer verlost te worden .... En al dat ontzettende | / lijden, waarvoor? voor eene korte bevrediging van mijn eigen wil, voor genot van slechts een oogenblik, voor een denkbeeldig genoegen .... Groote God, waar was mijn verstand, toen ik zondigde? .... Nu erken ik wat ik van mij zei ven gemaakt hebt, in welk eene ellende ik mij vrijwillig heb neergestort .... En wat deed ik IJ, o mijn God, toen ik zondigde? Gij hebt, o mijn God, van alle eeuwigheid aan mij gedacht, en mij bemind; Gij hebt mij be¬ mind; Gij hebt mij geschapen voor eene gelukzalige eeuwigheid; Gij hebt mij eene onsterfelijke ziel, uw evenbeeld gege¬ ven;.... Gn hebt ïrui da»' in dag uil gespijsd, gelaafd,gekleed, verheugd .... Gij hebt mij over- 12 al begeleid en beschermd als den appel uwer oogen. Gij,, de oneindige, de onmetelijke God, Gij hebt mij gediend door al uwe schepselen. Gij hebt mi] bi] i ede ren voetstap met de teekenen uwer teederste vaderliefde vervolgd . . . En ik? .... Ach, in plaats van IJ met dankbare gehoorzaamheid te dienen, gebruikte ik uwe goedheid, om U te beleedigen; ja, ik gebruikte al uwe eigene gaven, mijne zintuigen, mijn verstand, mijn vrijen wil, de zaken buiten mij, om uwe wijze en milde geboden te overti eden .... Wie ^eeft tmnen het her- /nu eer. zoo goed als ik maar Kan. ren ot strllpn t O En opaal ik mei in nieuwe runden, in een nieuw ongeluk valle, zal ik de middelen aanwenden, welke mij behoeden kunnen, gebed, veelvuldige biecht, versterving, en vóór alles de naaste gelegenheid vluchten, welke mij helaas te dikwijls ten val gebracht heeft. Gij ziet, o Heer, de geest is gewillig, maar Gij weet ook, dat het vleescli zoo zwak is. Laat daarom, zoo smeek ik IJ, mijn voornemen duurzaam en sterk zijn. Versterk mij door uwe krachtige genade, opdat ik aan de bekoringen moedig moge wederstaan, en mijne heilige beloften getrouw nakomen. Amen. Voor de Biecht. JJu ga ik in den stoel der boelvaardigheid nederknielen voor Uwen plaatsbekleeder o lieer. Begleid en versterk mij, opdat ik mij beschuldige, gelijk Gij bet verlangt en mijn geweten het mij voorschrijft, opdat ik uwe genade en den vrede mijner ziel wedervinde. ^' ó H. Maagd Maria, mijne goede moeder, toevlucht der zondaren, sta mij met Uwe moederlijke hulp bij in dit gewichtig oogenblik. Spreek voor mij bij Jezus, den goddellijke geneesheer der zielen, ten beste, opdat Hij in het II. Sacrament mijne arme ziel reinige en heilige. Heilige engelen, die u over de bekeering van eenen zondaar zoozeer verheugt, weest mijne voorsprekers bij Gods troon en verkrijgt mij de genade eener oprechte, ware boetvaardigheid. Amen. Kortere opwekking van Berouw en Voornemen. flij ziet hier aan uwe voeten, o oneindig groote God, den verrader die U zoo dikwerf be- leedigd heeft, die TJ eclitei nu nedeig om vergeving smeekt.— Ik dank U, wijl Gij mij tot heden zoo geduldig hebt afgewacht, en mij-niet in mijne zonden hebt laten sterven. Om de verdiensten van Jezus Christus hoop ik, dat (lij, o mijn God, die mij tot nu toe verduldig verdragen hebt, mij in deze biecht alle zonden, welke ik ooit begaan hebt, zult vergeven. O God, ik heb berouw over mijne zonden; het is mij van harte leed, dat ik ze bedreven heb, omdat ik daardoor den hemel verloren en de hel verdiend heb; echter niet alleen om de eeuwige straffen, neen, maar ook, omdat ik II, den oneindig goeden God, daardoor beleedigd heb, daarom vooral heb ik er berouw over. Ik bemin IJ, o mijn opperste Goed, en daarom zijn alle beleediginoen, welke ik U ooit heb aangedaan, mij van harte leed. Tk heb IJ verlaten, II niet de eer gegeven die IJ toekomt, ik heb Uwe genade en vriendschap vornrVil mi II. o Ileer vrijwillig verloren. O vergeef mij, terwille van Jezus, al mijne zonden, ik heb er berouw over, ik verafcMmw ?fi' niet. alleen dezwaren. maar ook de dagelijksche, om_ •. i i i'ii i dat ik IJ daardoor neieeaigci nep. Ik neem mij vast voor, in de toekomst niet meer te zondigen; ja mijn God, liever sterven, dan IJ weder te beleedigen. (Naar den H. Alphonsus.) (Ga nu nederig den biechtstoel binnen : een zondaar, die de hel verdiend heeft, kan zich niet genoeg vernederen. Beschuldig u eenvoudig en duidelijk, zonder iets te verbloemen of te verontschuldigen. Maar laat u toch voor niets verleiden, om uit schaamte ook slechts het minste te verzwijgen, waarvan uw geweten u beschuldigt. Het ware beter nooit te biechten dan leugenachtig en onvolledig Boetvaardigheid doen of branden, zegt de H. Augustinus. Denk daaraan, en gij zult aan de biecht uw voorkeur geven boven de hel.) Na (le Biecht. Aanvaard genadig, o Heer, om de verdiensten der allerheiligste Maagd Maria en van alle heiligen, de biecht, welke ik nu verricht heb; en wat misschien aan berouw ot' belijdenis ontbrak, gewaardig U, o Heer, dat aan te vullen, door uwe goedertierenheid en barmhartigheid, en laat mij door uwe groote goedheid ontslagen zijn van al mijne zonden. Die leeft en regeert met God, den Vader, in de eenheid des H. Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen. Dankzegging. Mijn lieer en mijn God, wat zijn zij groot, de wonderen uwer barmhartigheid! Wie moet uwe barmhartigheid meer loven dan ik? „O komt allen en ziet, gij, die den Heer vreest, welk een groote weldaad de Heer aan mijne ziel bewezen heeft." Nog voor weinige oogenblikken lag ik zuchtend terneder onder den drukkenden last mijner zonden, en nu — bevrijd van mijn schul¬ denlast. leef ik weer op. en mini verlicht hart spreekt vreugdevol en blijde: Dank, o Heer, mijn Jezus, lieb dank ! Als voorwerp van Gods toom, en slaaf des duivels zag ik met ontzetting de hel aan mijn voe en; en nu als kind der goddelijke liefde, getooid met het kleed der heiligmakende genade, zie ik den hemel weder voor mij geopend U zij dank, o lieer. U zij eeuwige dank! De verdiensten, welke de zonden mij ontroofde, zijn mij weder teruggeschonken, zelfs voor de toekomst ben ik gesterkt en uitgerust met de goddelijke genade, tot een vroom en deugdzaam leven. I leb dank, o Heer, eeuwig dank! O God, overweldigd door uwe matelooze goedheid, val ik deemoedig op mijne knieën, en daar ik geenszins in staat ben, om U te bedanken, gelijk Gij tiet verdient, daarom bid ik alle engelen en heiligen, voor mij en met mij nu en altijd, uwe barmhartigheid te loven en te prijzen. Zegen, mijne ziel, den Heer, en alles, wat in mij is, love zijn heiligen naam. Zegen, mijn ziel, den lieer en vergeet niet al zijne weldaden Hij heeft u al uwe zonden vergeven, en uwe zwakheid ondersteund. Hij heelt al uwe misdaden vergeven, hij heet uwe zwakheid gesterkt; llij heelt uw leven van den ondergang verlost en u gekroond met genade en barmhartigheid. Genadig is de lieer en barmhartig, lankmoedig en zeer barmhartig. Zijn toorn duurt niet altijd en 1 iij bedreigt niet zonder ophouden. Hij heeft met ons niet gehandeld volgens onze zonden, n ons niet vergolden overeenkomstig onze misdaden. Even hoog als de hemel verheven is boven de aarde, even machtig is zijn barmhartigheid voor die Hem vreezen. Zoover als het oosten verwijderd is van het westen, evenzoozeer heeft hij onze misdaden van ons verwijderd. Gelijk een vader zich erbarmt over zijne kinderen, zoo heeft de Heer zich ontfermd over degenen, die Hem vreezen. Zegent en looft den Heer, gij allen, zijne engelen, machtig in kracht, voltrekkers van zijn wil. Zegent den Heer, gij allen, zijne heerscharen, gij, zijne dienaren, die zijn wil volbrengt. Looit den Heer, gij allen, zijne werken, op alle plaatsen zijner heerschappij! Zegen mijne ziel, den Heer! Glorie zij den Vader, enz. Vóór liet volbrengen der penitentie. Qmdat ik U, o Heer, door mijne tallooze zonden, zooveel onrecht heb aangedaan, ben ik bereid, om zooveel in mijn vermogen is, aan uwe goddelijke rechtvaardigheid voldoening te schenken. Daarom wil ik de hoete, welke de priester mij in uwen naam heeft opgelegd, met innige godsvrucht verrichten. En opdat zij U, o God, aange- 13 naam zij, vereenig ik ze met de werken van boetvaardigheid, welke uw lieve zoon drieëndertig jaren lang in vasten, waken en bidden aan U beeft opgedragen. Aanhoor dan, o goede Vader, genadig mijn gebed, terwille van Jezus, uwen Zoon. Amen. Nadat men de penitentie gebeden lieeft. fint vang, o lieer, deze mijne geringe boete in vereen iging met de verdiensten en het lijden der heilige martelaren, met de goede werken van alle boetvaardigen. Sta mij toe, dat ik daaraan toevoege, al liet lijden, de ontberingen, moeiten, droefbeid, welke uwe goddelijke wijsheid mij in mijn leven reeds beeft toegezonden en nog toe- lh = n zenden zal. Ik wil dezelve als welverdiende straffen in nederige gehoorzaamd aanvaarden en lijden. lieer, geef, mij daartoe uwe genade. Amen. Vernieuwing van liet Voornemen. ! fl God, die in de volheid uwer U barmhartigheid U gewaardigd heht, door het H. Sacrament der Biecht mijne ziel van den doud tot het leven terug Ie roepen, wien anders zou ik alle dagen mijns levens moeten toegewijd zijn, dan U alleen! Gij weet het, o Heer, mijn voornemen is gemaakt, om U van heden af in trouwe daukhare gehoorzaamheid te dienen, en U door geen doodzonde, zelfs niet door een vrijwillige dagelijksche zonde ' O meer te beleedigeu. ü dat ik toch mijne beloften getrouw moge volbrengen! Welk een ongeluk zou liet zijn, o God, indien ik mijne beloften trouweloos verbrak; liet laatste zou erger zijn dan bet eerste; wie weet, of ik dan nog wel lijd ter bekeering vinden zou!.... En toch, dit ongeluk zou mij toch zoo gemakkelijk kunnen overkomen. Zoo dikwijls reeds maakte ik goede voornemens, en ach, hoe dikwijls ook was ik een ontrouwe woordbreker!.... Zou ik dezen keer standvastig blijven?.... Heer, ik ben bang, wanneer ik aan de toekomst denk. Üe booze vijand zal mij geen rust laten, de wereld zal mij op nieuw verlokken, de gelegenheid deizonde mij meesleuren, mijne hartstochten zullen mij hestormen, mijne slechte gewoonten bevrediging eischen, en ik — zoo lichtzinnig en onvoorzichtig, zoo zwak en onstandvastig, zoo onbehendig, wat zal ik beginnen. — „Maar", zoo durf'ik met de H. Pnulus zeggen: „ik wanhoop niet." Gij, o Heer, zijt de God der sterkte, en „ik vermag alles, ik kan alles in Hem, die mij versterkt." Voltrek dan, o lieer, liet werk uwer ontferming, hetwelk Gij begonnen hebt in uwen dienaar, en daar Gij mij het voornemen hebt laten maken, mij van de zonde los te scheuren, verste; k mij nu ook, om dat voornemen getrouw en stipt na 1e leven. Geef, dat ik voorzichtig wandele, de gelegenheid der zonde vermijde, dat ik mijne zinnen streng bewake, de middelen tot verbetering, voornamelijk van de zonde van volhardend aanwende, maar schenk mij vóór ;dles de genade, van in de bekoring tot U mijne toevlucht te nemen, en mij door het aanroepen der heilige namen van Jezus en Maria bijstand van boven te verleenen. Ik ben zeker o Heer, dat ik zoo dikwijls ik mij tot U wend, door U zegevierend uit het strijdperk zal kunnen treden. 0 Maria, zoete Moeder, iederen keer, dat ik bij U hulp zocht, hol>t gij mij vooreen val behoed. — Ik dank IJ voor deze genade. Nu echter vraag ik van U nog eene grootere genade, namelijk deze, dat ik mij immer in alle noodwendigheden aan uwen Zoon en IJ mag aanbevelen. Gij, o mijne Koningin, kunt mijne bede vervullen; gij immers vermoogt alles bij God. O verkrijg mij dan deze genade, dit ik bidde en blijve bidden tot aan mijnen dood. Ik bid IJ hierom door uwe liefde tot uwen Zoon. Amen. Gij heiligen des hemels, bid ook gij voor mij, opdat ik nu toch 'in de genade moge volharden tot aan mijnen dood. Amen. Communiegebeden. Tndieri pij gelooft, dat Jesus Christus A in liet allerheiligste Sacrament des altaars tot spijze onzer zielen tegenwoordig is, en slechts een klein vonkje liefde tot hem in uw hart draagt, dan behoeft gij niet aangespoord te worden om te communiceeren; gij zult dan immer verlangend uitzien naar den dag, waarop het u mogelijk zal zijn tot de H. Tafel te naderen. Opdat echter het ontvangen van de H. Communie u inderdaad zeer voordeelig zij, beijver u dan bijzonder om : 1. De vrijwillige dagelijksche zonden meer en meer te mijden. 2. De dankzegging na de H. Communie met allen ijver te verrichten. Voorbereiding. geer Jesus Christus, aangemoedigd door uwe liefderijke uitnoodiging, nader ik, om het allerheiligste Sacrament van uw Lichaam en Bloed te ontvangen. O mocht toch deze heilige Communie U tot eer, aan de heiligen tot vreugde, der H. Kerk tot nut, aan de geloovige zielen tot troost, mijzelven strekken tot heil en behoud. Verleen mij daartoe uwe genade, o Heer, en reinig door liet vuur des Heiligen Geestes mijn lichaam en miine ziel, mijn geheele wezen, opdat Gij hij mij een waardige woonplaats moogt vinden. Alle heiligen des hemels, Gij vooral, Koningin der heiligen, allerheiligste Maagd Maria, helpt mij en staat mij bij, om mijn hart te bereiden voorden Heer, en verkrijgt mij de genade, dat ik met een heilige vreeze maar tegelijk ook met kinderlijk vertrouwen tot dit liemelsche gastmaal nadere en die heilige spijze moge nuttigen tot mijn eeuwig heil. Akte van geloof. Tk hoor het, mijn Heer en Heiland, hoe Gij nadrukkelijk en plechtig belooft: „Het brood, dat ik U geven zal, is mijn Vleesch voor het leven der wereld. — Mijn Vleesch is waarlijk spijs, mijn Bloed is waarlijk drank." (Joh. 0.) Heer, ik geloof met Petrus: want „Gij hebt de woorden des eeuwigen levens." Ik hoor ook, hoe Gij uwe wonder- bare beloften vervult, „neemt en eet, dit is mijn lichaam... Drinkt alle uit den kelk, want dit is mijn bloed." (Mattb. 2b.) Heer, ik geloot', want Gij zijt de hoogste waarneia. ik geiooi, uai uij m het allerheiligste Sacrament des altaars wezenlijk en waarachtig t ' ■?! ii. ^1 tegenwoordig zijl. ik. v%ci niet met mijne lichamelijke oogen, maar met de oogen des geloofs, onder die nederige gedaanten van brood, U, o Jezus, mijn Heer en Verlosser. Hier vind ik uw glorierijk en verheerlijkt Lichaam, dat nu troont in den hemel; het kostbare Bloed, dat voor mijn heil en van alle menschen werd vergoten op het kruis. Hier vind ik uwe allerheiligste, ziel, die schatkamer van alle wijsheid en volmaaktheid en goedheid. Heer, in dit oprecht geloof geef ik mijne zinnen, mi jn verstand gevangen: nederig kniel ik voor uwe goedheid neder, en roep met Thomas aanbiddend uit: „Mijn Heer, en mijn God!" Mijn Schepper, mijn Verlosser, mijn Rechter, mijn Heer, versterk mijn geloof, geef het kracht en leven, opdat het mij met groote godsvrucht en eerhied jegens dit allerheiligste Sacrament vervulle. Amen. Akte van Nederigheid. W at is het dan, o Jezus, dat U tot mij voert iu het H. 1 Sacrament'? Wie zijt ('.ij dan? en wat hen ikL.' Gij de Schepper, ik uw Schepsel; Gij de Heer, ik uw dienstknecht, Gij God, ik stof en asch; Gij de bron van alle leven en zijn, ik een urmzalig niet! Gij de heiligheid, de volmaaktheid, de zaligheid zelve; — ik louter boosheid, zonde en ellende. Waarom dan komt Gij tot mij'? Waarom bedreigt (iij mij zelfs met den dood, indien ik U niet ontvang'? Ach, hebt gij door de overmaat uwer liefde voor mij misschien vergeten, wie en hoe ik hen'? — Neen, o Heer, (lij weet het. Daar Gij het dan weet, en toch nog mij beveelt, tot lT te komen, — zie, dan wil ik ook niet terugblijven, en geen uitvluchten zoeken. Kom dan, o Heer, kom en talm niet! (Naar het Latijn) Akte van Vertrouwen. Ta, mijne ziel, ik verkondig u een groote vreugde. Wees vroolijk en opgeruimd! Tot u komt uw Schepper, uw Vader, uw Herder, uw Bruidegom, de Godmensch Jezus Cliristus: Hij wiens genoegen liet is te zijn bij de kinderen der menschen. Maak u dus bereid zulk een Gast te ontvangen, maak plaats in uw hart. Zie de verhevenste gaven, zijne allerzaligste godheid, zijne allerheiligste ziel, zijn glorierijk lichaam, zijn allerkostbaarst bloed, dit alles verlangt Hij vurig u te brengen. Daarom ijl Hem tegemoet, breng Hem uwe geschenken. Maar ach, lieve Jezus, wat zou ik U kunnen geven? Ik weet wel, Gij verlangt mijn hart, maar ik durf het U niet aanbieden; het is zoo onrein, zoo koud, zoo hard, het is geheel en al on^ f) waardig. Wilt Gij het echter toch hebben, dan geei ik het 11 gelijk het is. Is het onrein, — dan zult Gij het wel met Uw allerzuiverst Bloed, dat in dit allerheiligst Sacrament genuttigd wordt, reinigen en wasschen. Is het koud, — dan zult Gij het wel door den vurigen gloed uwer liefde, waarvan Gij in het H. Sacrament brandt, ontvlammen. Is het hard en onbuigbaar — dan zult Gij het door den zoeten olie uwer goedheid, en den balsein der genade, waaraan dit geheim zoo rijk is, verteederen. En dit gezuiverde, ontvlamde, verteederde hart, dat uwe ontferming geheel onwaardig was — Gij zult het aannemen, en mij uw Ilart schenken. Ja, liefste Jezus, neem mij voor U, en geet mij U; neem mijn hart met al zijne liefde en schenk mij uwe liefde! Amen. (Naar liet Latijn.) Akte van Liefde en Berouw. Qoede Jezus, troost van mijn hart, leven mijner ziel, mijn opperste goed, ik weet, dat (Jij mij bemint, (lij hebt dat getoond. Judas neem! zich voor, Ü te gaan verraden, en (lij — al wist Gij liet niet, steldet het H. Sacrament des altaars in. Wat bewoog U daartoe, o Heer'? Gij wildet ons met de onverbreekbare banden der liefde aan U verbinden, als met geweld tot uwe liefde dwingen; (lij wildet ons een onderpand der eeuwige heerlijkheid schenken; Gij wildet ons een levend aandenken 'h o aan uwe lijden achterlaten, dat ons altijd weder opnieuw aan uwe wonderbare, overgroote liefde moest herinneren. O mijn Jezus, ik bewonder nu niet de kracht uwer almacht, die brood en wijn verandert in uw heilig Lichaam en Bloed, wat ik bewonder is de kracht uwer liefde. Ach, wat heeft de liefde van U, mijn Heiland, gemaakt ! Zij gaf U aan mij tot broeder in de kribbe, tot Verlosser aan liet kruis, en eindelijk — o geheim der geheimen, tot spijs in het H. Sacrament! O God van liefde, hoe kon ik toch U mijne liefde weigeren, U zelfs beleedigen en verachten door mijne zonden! Meer dan alles smart het mij, dat ik zoo ondankbaar, zoo gevoelloos je- 14 gens U geweest ben. U zij dank, dat ik nog leef, en U beminnen kan. Ja liefelijke Jezus, Gij alleen zult van nu af het eenig voorwerp mijner liefde zijn. Niets zal mij dierbaar zien, dan wat mij tot U voert, dan wat Gij bemint. Ik zal alles haten, wat mij van U zou kunnen scheiden, wat U mishaagt. Heer Jezus, Gij zijt op de aarde het vuur komen brengen; o wakker in mij het vuur uwer liefde aan; ontvlam het tot sterker gloed, opdat het alle aardsche liefde verte re. Oefening van Verlangen. H.ij,o mijn Heiland, zijt de bron van allen troost, en ik zou niet verlangen naar IJ'? Zoek ik genezing voor de wonden mijner ziel — Gij zijt de geneesheer. ^ ' ' O Ben ik uitgeput van vermoeidheid en strijde — Gij zijt de bron van sterkte. Beangstigt mij de gedachte aan mijne zonden — Gij zijt mijne voldoening. Zucht ik in duisternis — Gij zijt mijn licht. Ja, Heer, wat zou mij kunnen ontbreken bij U'? Waar Gij zijt, daar is de hemel. O laat mij dan dat zaligend woord hooren, waarmede Gij aan het kruis U gewaardigd hebt den goeden moordenaar toe te spreken: „Heden nog zult gij met mij zijn in het paradijs." Ja, laat mij heden nog in liet heilig sacrament, het hemelsche geluk der vereeniging met U smaken! Kom dan, Gij vreugde mijner ziel, doel mijner wenschen, eer mijne ziel van snakken en verlangen versmacht! Gebed tot Maria en (le Heiligen. (lezegende Moeder mijnes Ileeren, gij ziet liet verlangen mijns harten, om uwen goddelijken Zoon te ontvangen. O zoete Maagd, geleid mi j dan aan uwe moederhand ter heilige tafel; wanneer uw goddelijke Zoon mij aan uwe zijde ziet, zal Hij terwille uwer liooge waardigheid mijne onwaardigheid genadig zijn. Reik gij mij door de band des priesters uw goddelijk Kind, gelijk gij bet eertijds den grijzen Simeon in de armen geleed bebt; verwerf mij die godsvrucht en die liefde, waarmede het hart van dien heiligen grijsaard toen vervuld was. II. Joseph, II. Engelbewaarder, heilige patronen, verdubbelt uw smeeken voor mij in dit gewichtig oogenblik, waarop ik aan de heilige tafel zal neerknielen, opdat ik hot brood der engelen in een rein hart moge ontvangen. Amen. O Jezus, ik geloof in u; o Jezus, ik hoop op U; o Jezus, ik bemin U; o Jezus, ik verlang naar u! Heer, ik ben niet waardig, dat Gij komt onder mijn dak; maar spreek slechts ivn woord, en mijne ziel zal gezond worden. Na de Communie. Na u inwendig op uwe wijze met uw goddelijken Heiland onderhouden te hebben, kunt gij u bedienen van de volgende gebeden. Aanbidding. Tezus bij mij, in mij! ... . Waarlijk de Pharizaers hadden gelijk, toen zij van U, mijn Heiland, zeiden: „Deze gaat om met de zondaren en eet met hen." Wees gegroet, goddelijke Gast, mijn Schepper, mijn Verlosser, Jezus Christus! Wees duizendmaal welkom in het armzalig verblijf mijns harten! Gij zijt zoo verheven in majesteit en toch zoo liefderijk en mild in uwe goedheid en minzaamheid! Met heilige vreeze en tegelijk mei een hoopvol vertrouwen, werp ik mij aan uwe voeten neder en aanbid II in de diepste nederigheid. Ik aanbid Uw maagdelijk Lichaam, dat op aarde niets had, waarop liet zijn hoofd kon nederleggen; o, dat mijn hart hem een aangename rustplaats zij! Ik groet vóór alles, uw eerbiedwaardig koninklijk hoofd, dat uwe goddelijke liefde met een kroon van doornen omgeven heeft. Ik groet uwe zachtmoedige oogen, die voor mij zooveel tranen geweend hebben. Ik groet uw lieflijken mond, die slechts woorden van leven en vrede gesproken heeft, en tot loon met gal en azijn gelaafd werd. Ik groet uwe gezegende handen, waarmede Gij weldaad op weldaad hebt uitgedeeld, en waarin Gij ons, uwe geliefde, met bloedige nagelen hebt opgeschreven; uwe heilige voeten, die vermoeid gewandeld hebben over bergen en rotsen, om mij, uw verdwaald it r^\ schaapje, fe zoeken, totdat de ondankbaarheid ze wreed aan liet kruis hechtte. Wees gegroet. Hart mijns Heeren, brandend van liefde, dat geopend werd op hel kruis, om mijne toevlucht te zijn! Ik aanbid, o Fleer, uw allerheiligste ziel, die om mij bedroefd was tol den dood toe, om voor mijne ziel het leven te verwerven. — Ik aanbid uw allerkostbaarst Hloed, dat Gij tot den laatsten druppel vergolen hebt, om mij daardoor te reinigen, te loven te sterken. Ik aanbid uwe oneindige godheid, welke Gij in uwe onbegrijpelijke goedheid metuweheiligemenschneid onder den sluier van brood verborgen hebt. En omdat mijne aanbidding veel te gering en te koud is, zoo noodig ik de aartsengelen en engelen, de cherubijnen en de seraphijnen, allen de negen koren der hemelsche geesten uit, U, o Heer, met mij te aanbidden, en in den diepsten eerbied U toe te roepen: „Geloofd en gedankt zij zonder end, Het heilig, goddelijk Sacrament." ' Dankbaarheid. Hel' dank, o Heer, dat Gij mij, armen zondaar, tot het heilig gastmaal van uw Lichaam en Bloed hebt toegelaten! Wie ben ik, o God, stol en asch, dat Gij uw Hart lot mij keerdet, en uit den hemel nederdaaldet, om rnet uw allerzuiverste Bloed mijne zonden af' te wasschen en en mijne smachtende ziel niet met een hemelsch manna, maar met uw vlekkeloos Vleesch te verkwikken en te verzadigen! Indien de hemel der hemelen IJ niet omvatten kunnen, en de engelen zeifs niet zuiver zijn in uwe oogen, — o Heer, wat hen ik dan, dat Gij tot mij wildet komen, dat mijn onwaardige tong IJ aanrake en mijn zondig hart II herbergen mocht? O Koning der ongenaakbare majesteit, wat trok IJ van den troon uwer heerlijkheid zoo diep naar mij, den afgrond dei' ellende'? Gij allen, engelen en heiligen, ziet met verwondering, wat de Heer aan mij gedaan heeft! Ik was arm en verloren: om de menigte mijner zonden durfde ik zelfs niet opzien naar den hemel, en de Heer — Hij richtte mij op uit het stof, hielp mij opstaan uit het slijk en verhief mij tot zijnen vriend, plaatste mij aan zijn disch, waar Hij zelfs de spijze is! Dank, o Heer, dank aan uwe onnaspeurlijke wijsheid, welke zulk een weg voor mij eeuwig 1 leil kon uitdenken.Heb dank voor uwe onbegrensde almacht, welke zulke wonderen heeft uit gewerkt, welke zelf de engelen niet kunnen begrypen ! Dank aan uwe onuitputtelijke goedheid, welke zulk een bewijs van liefde aan mij onwaardigen gegeven heeft! Doch, o Heer, waar vind ik woorden van dank voor zulke gaven? Ik stamel als een kind. Daarom, lieve Jezus, offer ik U op den hartelijken dank, welke uwe heilige Moeder U op aarde gebracht heeft, alle lofprijzingen, waarmede de heiligen IJ hehben vereerd, zoo dikwijls zij Iïier in dit ballingsoord de heilige communie ontvangen hebben, gelijk ook alle godsvruchtige dankzeggingen, welke nog heden tallooze vrome priesters, kloosterlingen en geloovigen U na de heilige communie aanbieden. O neem genadig, o Heer, dit offer van dank aan, voor alles, wat Gij in uwe barmhartigheid aan mij gedaan hebt. Opoffering. Yrijgovige lieer en 11eiland, («ij hebt. mij Uzelven geheel en al gegeven; aanvaard daarvoor de tegengift, welke mijne liefde U aanbiedt, neem mij geheel en al tot offer aan! Aanvaard mijn lichaam met al zijne zinnen, mijne ziel met al hare krachten! Neem aan mijn geheugen; druk daarin het aandenken aan U onuitwischbaar af! Neem aan mijn verstand, opdat het aan U denke en uw heilige wet overwege! Neem aan mijn wil en onderwerp hem aan uwen heiligen wil Alles, wat ik ben, of wat ik heb, geestelijke of tijdelijke goederen — alles, o lieer, hebt Gij mij gegeven, alles geef ik U weder. Bestuur mijne gedachten, zuiver mijne gevoelens, regel mijne werken. Beschik over mij, gelijk het U goeddunkt. Beslis Gij over mijne gezondheid en ziekte, over geluk of ongeluk, over vreugde of droefheid, over leven en ster- ven! Geef mij slechts, o Heer, dat ik U beminne en door IJ bemind worde, dal ik in uwe liefde voortgang make en volharde tot het einde toe! Dat is mijn eenig verlangen! Mijn Jezus behoort mij, in Hem bezit ik alles; met dezen schat kan ik alles betalen, wat ik U, o hemelsche Vader, schuldig ben, en wat ik zelfs onmogelijk zou kunnen voldoen. Ik zou willen, o mijn Heer en mijn God, dat ik U zóó kon vereeren en aanbid¬ den als, het aan uwe oneindige volmaaktheid toekomt; dat ik U bedanken kon, gelijk liet aan uwe onbegrensde goedheid betaamt. Doch wat kan ik'? Wal is de hulde van een aardworm, van een niet tegenover den oneindigen God?! Zie echter mijn hart, o mijn God! Daar vindt Gij Jezus, uw eeniggeboren Zoon, in wien Gij uw welbehagen gesteld hebt. Zie, hoe Hij zich vernedert, vernietigt en U daardoor op de volmaakste wijze eert en dankt. Al deze kostbare aanbiddingen en dankzeggingen van uw geliefden Zoon otler ik U op. Aanvaard ze, o Vader, om mijne schuld te dekken. Ik offer IJ op het liefdevuur van zijn goddelijk Hart in plaats van de koude van mijn hart. — Ik sidder en beef, o lieer, wanneer ik denk aan het getal en de grootheid mijner zonden, aan de onvolmaaktheid mijner boetvaardigheid, aan uwe strenge rechtvaardigheid. Hoe, o God, zal ik zooveel schuld en straffen aan uwe gerechtigheid kunnen betalen ! Uw goddelijken Zoon, o Vader, behoort nu aan mij. Ik offer U op de werken van boetvaardigheid, welke Hij van zijne menschwording totaan zijnkruisdood voor mij gedaan heeft: de smarten zijns lichaams, de droefheid zijner ziel. Aanvaard zijn heilig leven voor mijne verlorenejaren; zijne nederigheid voor mijne hoovaardigheid; zijne versterving voor mijne zinnelijkheid, zijn ijver voor mijne lauwheid, de oneindige verdiensten van zijn dood voor al de zonden van mijn leven. Met dit U welgevallig offer vereenig ik voor nu en altijd mijn weinig bidden en arbeiden, doen en lijden, opdat het strekke lot uwe eer, en tot afboeting mijner zonden. Aan- schouw nu, o lieer, mij en mijn offer met een genadig oog terwille van Jezus uwen Zoon. Amen. Bede. w at zoudt Gij mij kunnen weigeren, mijn Jezus, nu Gij zelfs in mijn hart woont'? Daarom zal ik met kinderlijk vertrouwen al mijne noodwendigheden en wenschen aan U, mijn teederen Vriend hekend maken. Heer, mijne zonden beangstigen mij. O vergeef mij al mijne dwalingen, delg hunne gevolgen uit, en ontsla mij genadig, dooide aflaten der Kerk, van mijne tijdelijke straffen! Neem weg van mij, al wat U mishaagt en stort in mij het oprecht verlangen, U in alles te behagen. O Jezus, die gezegd hebt: „Leert van mij, 15 want ik ben zaclitmoedig en nederig van harte' — leer mij door uw voorbeeld en uwe genade de zacht moedigheid en nederigheid, opdat ik nooit vergete, dat ik een zwakke en strafwaardige zondaar ben, mij nooit boven andere verheffe, nooit op groote zaken aanspraak makeen jegens anderen vriendelijk en voorkomend zij. Koning der maagden, Minnaar der zuiverheid, blusch in mij door den hemelschen dauw van uwen zegen liet vuur der onzuiverheid uit, opdat ik II met eene zuivere liefde diene en met een rein hart hehage. O Jezus, die U voor ons vrijwillig aan den wil uws Vaders hebt onderworpen, geef mij eene hartelijke, oprechte onderwor^ r'I penheid aan uwen H. wil, opdat ik smarten en moeiten, bekoringen en troosteloosheid, tegenspoed en vervolging, alles, wat Gij mij overzendt, met kalm geduld verdrage. .Ta, Heer, beschik Gij over mij: ik ben immers uw eigendom. Urij weei aiies, Gij weet ook, dat ik IJ liemin, dat ik ernstig besloten ben, U tot mijn laatsten ademtocht te blijven dienen, en aan te hangen. O laat toch niet toe, liefste Jezus, dat ik ooit aan dit besluit ontrouw worde; laat toch niet toe, dat ik U door eene zonde, en zeker niet door eene zware zonde beleedige. Bevrijd mij, o Heer, van mijn hoofdgebrek.... en geef dat ik mij in de oogenblikken der bekoring, aan U en ïiwR Tb Moeder aanbevele, en j i nooit ophoude uwe liefde en de volharding in hel goede at' te smeeken. Verleen mij een vurige godsvjucht tot uw heilig lijden en tot het allerheiligste Sacrament des altaars, opdat de overweging dezer geheimen uwer liefde mij immer meer en meer met eene dankbare wederliefde vervulle. Voeg bij deze genade nog, o Jezus, een teedere godsvrucht jegens uwe 11. Moeder; geef, dat ik Maria hartelijk beminne, met vertrouwen aanroepe en ook anderen voor haren dienst winne. Word niet boos, o Heer, wanneer ik nog meer genade vraag; — eene henade nog, de kroon van alle genade! Verleen mij een zalig sterfuur. O laat niet toe, dat mijne ziel verloren ga, welke gij zoo innig bemind, met zoovele genaden verrijkt zoo dikwijls met uw heilig Vleesch en Bioed hebt gevoed en gelukkig gemaakt! Neen, o Jezus, geel', dat ik ua het waardig ontvangen der H. Teerspijze, in uwe genade onder het aanroepen van uwen zoeten Naam van hier schei de, om U daar onbedekt in den glans uwer schoonheid te aanschouwen en uwe barmhartigheid te bezingen in alle eeuwigheid. Amen. Gebed voor anderen. liefderijke Jezus, die ons geleerd hebt alle menschen te beminnen en voor alle menschen te bidden, verhoor genadig mijn gebed voor levenden en overledenen. Bescherm en verhef de heilige Kerk! Verijdel alle aan- slagen liarer vijanden en verkort voor uw geloovigen den tijd der beproeving. Zegen onzen heiligen Vader, den Paus, de bisschoppen en depriesters, opdat zij door woord en voorbeeld aan liet heil der zielen arbeiden. Ontferm U over de ongeloovigen en de dwalenden, en voer ben tot de kennis der waarheid! Geleid en bestuur de harten der vorsten, opdat zij bet tijdelijk en eeuwig welzijn der volkeren verzekeren. Bekeer de zondaren, ondersteun de boetvaardigen, bevestig de rechtvaardigen! Troost de bedroefden, help hen, die bekoord worden, trek U het lot aan der veriatenen! Gedenk, o Heer, mijn lieve ouders, broeders, zusters, mijne oversten, mijne vrienden en vijanden, verwan- ten, weldoeners, ondergeschikten, vooral...; verleen hun de genaden, welke zij noodig hebben, om deugzaam te leven en en zalig te sterven. Ontferm U over allen, die ik gegriefd ot I wien ik ergernis gegeven heb; maak goed, o Heer, wat ik bedorven heb, en laat toch niet loe, dat door mijne schuld ook maar eene ziel verloren ga. Zie met een genadigen blik neder j op de zielen in het vagevuur, bijzonder op de ziel van . . gelijk ook op de zielen van hen, voor wie hier op aarde niemand meer bidt; voer ben spoedig op naar het doel hunner vurige verlangens, tot het aanschouwen van Uw goddelijk aanschijn. Amen. Gebed tot Maria. J^lik goedgunstig op mij neder, o glorierijke Maagd Maria, want nu ben ik een waardiger voorwerp uwer liefde geworden. Spreek voor mij bij uwen lieven zoon ten beste, die mij nu met zijn kostbaar vleesch en bloed gevoed beeft, en offer Hem uwe verdiensten op om mijne onvolmaaktheid aan te vullen. Dank Hem voor mij en bid Hem, dat Hij ijn rijksten zegen in mijne ziel achterlate. Gij, o heilige Maagd, verlangt immers niets anders, dan uw Zoon door alle menschen bemind te zien. Zie, dat is ook het eenige, waarom ik U ootmoedig smeek; verkrijg mij een groote liefde tot Jezus: indien Gij dat voor mij vraagt, zal ik het ook zeker hekomen. Verhoor mij dan en bid voor mij; hind mij zóó aan Jezus vast, dat ik nooit meer van Hem kan gescheiden worden. Bekom mij ook een teedere liefde tot U o beminnelijke Koningin! Op uwe goedheid en milddadigheid stel ik al mijn vertrouwen; ik bemin u veel, o mijne Meesteres, maar ik bemin u nog te weinig. Verkrijg mij daarom eene grootere liefde tot u; immers de liefde tot u is eene genade, welke God slechts verleent aan hen, die Hij ter zaligheid voeren wil. Gebed tot de Heiligen. r}.ij, heiligen Gods, en Gij vooral mijne patronen, ziet, het voorbeeld, de bron en het loon van uwe heiligheid — Christus, 'de Heer — verblijft in mijn hart. Bekom mij van Mem de genade, dat ik, gelijk gij gedaan hebt, mij beijvere, zijn verheven voorbeeld na te volgen en eenmaal lot uw zalig gezelschap toegelaten worde Amen. Slotgebed. 7icl van Christus, heilig mij. Lichaam van Christus, red mij. Bloed van Christus maak mij dronken. Water uit de zijde van Christus, wasch mij. Lijden van Christus, versterk mij. O goede Jezus, verhoor mij. In uwe Wonden verberg mij. Laat mij niet van U gescheiden worden. Tegen den boozen vijand verdedig mij. In het uur van mijnen dood roep mij. En laat mij tot U komen, om U met uwe hei- ligen te loven in de eeuwen der eeuwen. Amen. Na de H. Communie een aflaat van 7 jaren, eens per dag; anders iederen keer 3UO dagen, .ben vone anaat wus per maand, wanneer men dit gebedje ,ior,oiiiiro hidt-, nrwW de irewone voor- UU^ViljUU ^ O waaiden te verdienen, namelijk biecht ten, communiceeren, kerKeoezoeK wei o-plïpd volgens de meeninfï van den H. Vader, den Paus. Deze aflaten zijn toepasselijk op de geloovige zielen. Pius IX., 9 Jan. Ioö4. Gebed met vollen aflaat y ie, o goede en allerzoetste Jezus, voor uw aanschijn werp ik mij op de knieën neder, en met de grootste vurigheid der ziel smeek en bezweer ik IJ, dat Gij in mijn hart wilt storten levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde, en een waar berouw over mijne zonden en den vasten wil om ze te verbeteren: terwijl ik met groote aandoening en droefheid der ziel, uwe vijf wonden bij mijzelven overweeg, en in den geest aanschouw, voor oogen hebbende, wat reeds de profeet pavid over U, o goede Jezus, in zijn mond legde: „Zij hebben mijn handen en voeten doorboord; zij hebben al mijne beenderen geteld." (Ps. 21. 18.) \ olie aflaat na een rouwmoedige biecht, en H. Communie, wanneer men dit gebed bidt voor een kruisbeeld, en bovendien de gewone gebeden verricht Ivoor de belangen der H. Kerk. — Deze J O- n aflaat is toepasselijk op de geloovige zielen. Kerkbezoek is hierbij niet voorgeschreven. Voor de belangen der kerk kan men bidden 5 Onze Vaders en 5 Wees gegroeten met Glorie zij den Vader ofwel de volgende gebeden; AFLAATGEBEDEN. Voorbereiding. A God, wat is uwe goedheid groot! Gij hebt mij, — zoo durf ik vertrouwen — in het heilig Sacrament der biecht al mijne zonden vergeven en tegelijk de eeuwige straffen kwijt gescholden; en daarmede niet tevreden, zijt Gij nog bereid, mij ook nog van de tijdelijke te ontslaan, welke il< hier of in het vagevuur moet uitboeten. Gij hebt aan de heilige Kerk den onuitputtelijken Schat der ver- diensten van Christus en der heiligen toevertrouwd, en haar de macht gegeven, om met deze onmetelijke rijkdommen liet onvermogen der geloovigen te hulp te komen en hunne schulden le betalen. Tot dezen schat neem ik mijne toevlucht, o Heer, ik verlang van ganscher harte, den vollen aflaat te verdienen, welke mij vandaag wordt aangeboden, en bid daarom de volgende gebeden, volgens de meening des H. Vaders. Geef, o Heer, dat ik aandachtig moge bidden en verhooring vinden. Onze Vader, enz. Wees gegroet enz. Glorie zij den Vader enz. 1. Gebed voor de verheffing der H. Kerk. G .edenk, o Heer, den wijngaard, welke Giizelf hier op aarde opnlnnt hebt. de II. Kerk. Geef hem uw goddelijken zegen, opdat hij gedije en vruchten drage, volgens uw heilig welgevallen. Sta uwen stedehouder, den heiligen Vader, en alle bisschoppen en priesters bij, opdat zij met offerwaardigen ' zielenijver uw eer en liet heil der zielen zoeken en bevorderen. Zegen en heilig de geloovigen, opdat zij onwankelbaar vasthouden aan de leer der Kerk, en hel geloof, dat zij iniM rlpn mond beliiden. door een godvruchtigen, stichtenden levenswandel door daden toonen. Verneder en versla, o sterke en barmhartige God, de vijanden der H. Kerk, opdal zij door uw macht overwonnen U te voet vallen en bekeerd zijnde uwe ontferming afsmeekeri. Amen. Onze \ ader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. 2. Gebed om Uitroeiing van ongeloof en ketterij. JJeer Jezus Christus, die wilt dat alle menschen zalig worden en komen tot da kennis der waarheid, ontferm U over de volkeren, die nog gezeten zijn in de duisteren desongeloofs. Zend apostolische verkondigers van Iiet evangelie en open hunne harten voor de waarheid. Ont ferm U ook, o lieer, over die ongelukkige Christenen, die gescheiden van het rechtmatig opper- hoofd der Kerk of in dwalingder ketterij voortleven, en voer hen genadig terug in den schoot dei' alleenzaligmakende kerk. Amen. Onze Vader, enz. Weesgegroet, enz. Glorie enz. 3. Gebed om eendracht onder de christenen vorsten en volkeren. Veiling der koningen, verheven Vorst des vredes, sta alle christenen vorsten en raadslieden hij, hestuur hunne harten, opdat zij door wijsheid, goedheid en rechtvaardigheid in al hunne nnrlprnp.rninoT'ii den vrede voor binnen- en buitenland bevorderen, opdat de volkeren, door de zegeningen des vredes begunstigd, zich in een ongestoorde rust over tijdelijke welvaart 16 mogen verheugen en in de vrije uil oefening van hun geloof zich hun eeuwig heil verzekeren. Ainen. OnzeVader, enz. Weesgegroet, enz. Glorie enz. Gebed voor den Paus. Taal, o Heer, uwe genade rijkelijk nederdalen over hem, dien Gij tof uwen zichtbaren sledehouder op aarde, tot opperherder uwer Kerk hebt aangesteld. Help hein zijn zwaren last dragen, help hem zijn groote plichten vervullen. Wees Gij zijn schild tegen alle aanvallen, zijn steun in alle moeilijkheden, zijn licht in iedere twijfel. Onderhoud in hem de liefde, den moed en de trouw van den goeden herder, die alles, zelfs zijn leven laat voor zijne schapen, en schenk hem ook eenmaal liet loon van den . Ik verlang zoo naar U; ik zoek IJ uil geheel mijn hart. Mocht ik toch het geluk hebben, IJ midden in dat hart te vinden ! 7. O liefde van mijn Jezus, druk IJ als een zegel op mijn hart, opdat ik geteekend zij als uw eigendom, en door geen schepsel van U gescheiden worde. Eere zij IJ, o Jezus, in lief allerheiligste Sacrament des Altaars, nu en altijd, in de eeuwen der eeuwen. Amen. Bede. Q lieer, oorsprong van alles, wal bestaat, Gij waart altijd ^ ; J) 17 onze toevlucht en schuilplaats, Gij zult het ook in de toekomst zijn, —van geslacht tot geslacht. 2. Smeekend verhef ik mijne handen tot U om hulp, mijn hoop, mijn toevlucht en mijn erfdeel iii het land der levenden! 3. Kom mij te hulp, o God van mijn heil, en verhoor mijn nederig smeeken! Verhoor mij en wend van mij uw aangezicht niet af! 4. Het vertrouwen, o Heer, op uwe goedheid, heeft uw liefdevol Hart altijd behaagd. Gij hebt de vrouw genezen, die betrouwvol slecht den zoom van | uw kleed aanraakte. 5. Goddelijke Verlosser, Gij hebt uwe almacht getoond, toen Gij den jongeling van Naïm van den dood opwektet. Doe zulk een wonder ook aan mij, opdat ik uit mijne lauwheid moge opstaan tot een leven van ijverige liefde. 6. Heer. dien Gij meer bemind hebt dan Uzelven, is krank. Help mij in mijn nood, en troost mij in mijne droefheid! Laat mijn vijand zich over mij niet verheugen! 7." Gij laat mij gebukt gaan, o Heer, onder droefheid, om mij te verheffen.-Ik vrees echter niets, want Gij zijt mijn beschermer. 8. Zaligmaker der wereld, die allen uitnoodigt tot U te komen, die vermoeid en bedrukt zijn, om hen te verkwikken,verlaat mij niet en wijk niet van mijne zijde, voornamelijk in mijn laatste uur, wanneer mijne krachten mij zullen begeven. Eere zij U o Jezus in het ' o allerheiligste Sacrament des Altaars, nu en altijd, in de eeuwen der een wen. Amen. DERDE OEFENING. Ter eere van de allerheiligste Maagd Maria. Lofgebed. aar zal ik woorden vinden van lof, om U, o heilige Maagd Maria, naar behooren te prijzen ? Maagd zonder smet of vlek, sieraad der vrouwen, kroon der jonge dochters! Ik vereer U, vlekkeloos lam; ik prijs u, gij vol van genaden, zuiverste woning van God! Wees gegroet, roep ik u toe, met Gabriel, den aartsengel, met eerbied en heilige vreugde. Wees gegroet, gij wellust des hemelschen Vaders, door wie de kennis van God tot de aarde is doorgedrongen! Wees gegroet, gij woontente van Gods Zoon! Wees gegroet, heerlijke tempel des heiligen Geestes! Ave Maria! Gij zijt heiliger dan de Cherubijnen, heerlijker dan de Seraphijnen, grooter dan de liemel; schitterender dan de zon; klaarder dan de maan; helderder dan de sterren. Wees gegroet, lichtende wolk, die ons den dauw des hemels gebracht heeft. Gij zijt de lof der profeten, de leer der apostelen, welke de wereld met bewondering vervulde, de belijdenis der martelaren, de schoonste belofte der patriarchen, gij zijt liet schitterend sieraad van alle heiligen. Wees gegroet, Maria, gij zijt de oorsprong des heils voor alle stervelingen, de koningin des vredes, de klaarste parel van alle moeders, de middelares van allen, die onder den hemel wonen, de redding van geheel de wereld ! Wees gegroet, Maria, vol van genaden! Met u is de Heer, die voor u was, en door u ook mei ons is. Hem zij lol' met den Vader en den H. Geest, den levendmaker, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. (Volgeus den H. Tharasius, bisschop.) "Vertrouwen. flezegeude Maagd, ik prijs uwe grootheid; maar ik vrees haar niet. Hoe zou ook de arme, ellendige menschheid voor u vreezen en sidderen! Inuisook yj zelfs geen spoor van strengheid of hardvochtigheid, gij zijt ge- heel mildheid en zachtmoedig- beid. , . , Wat ik ook van u lees in nei II. Evangelie, niets vind ik, wat afschrikt, of vrees aanjaagt, overal zie ik louter goedheid, louter medelijden. Dank zij den Heer, die ons in zijne barmhartigheid zulk eene middelares rregeven heeft. Gij, o H. Maagd, oiioc vnnr allen geworden. ,,y " « , . \ al cm nncii y ucii nau uiivi. — o j •, . n _ • + oüün lilt hutay» nn 11 PVÏYl 111M . M ai "iv UWOl * " — n? 1 , ziine volheid zouden putten: de •' ï , 1 r> r/nn_ ■'evangelie veriossmg, ««= daar vergiffenis, de rechtvaardige volharding, de engei vreugd. Gij vraagt of berekent niet, wat ieder gedaan, ol wat hij verdiend heeft. Gij zijl toegankelijk voor allen; gij bewijst allen uwe goedheid, en grootmoedig neemt gij deel in de aangelegenden van allen. Daarom smeeken wij tot u, o goede Maagd, en werpen ons ootmoedig en vol eerbied aan uwe voeten. Wij houden u vast. en laten u niet los, voordal gij ons zegent, (iij kunt bet immers. (Volgens den H. Bernardus.) Bode. Q glorierijke Maagd, door uwe tussclienkomst heeft het verloren menschdom den weg der verzoening wedei'gevonden. Aanvaard onzen dank, en verkrijg ons vergiffenis! Draag gij ons gebed omhoog, naar liet'heiligdom, waar verhooring is en breng over ons de genade der S. A verzoening. Door u kan ons overmoedig smeeken verontschuldiging vinden, dooi' u verhooring ons vertronwvol bidden. Aanvaard de harten, welke wij u toewijden; schenk ons daarvoor de genaden, welke wij afsmeeken; en wend de straffen af, welke wij te vreezen hebben. Niemand tocli is er zoo rijk aan verdiensten als gij, en zoo machtig, ons den toorn van den goddelijken rechter te bedaren. Gij zijt de eenige troost der zondaren; door n verwachten wij de vergiffenis onzer zonden, en op u, o gelukzalige Maagd, rust onze hoop op de hemelsche belooning. O, kom dan de ongelukkigen te hulp, steun de kleinmoedigen, troost de bedroefden, bid voor bel volk, wees gij de koningin der priesters, de voorsprekster der kloosterlingen. Laat allen, die eerbiedig uwen naam aanroepen, de luilp uwer bijstand ondervinden. Heb medelijden met ons, die in droefheid zuchten, ontferm u onzer, die verre van het vaderland omdwalen. En wijl gij den bron des levens, onzen God, immer aanschouwt, zoo breng onze zuchten en tranen voor zijn aanschijn, en spreek voor ons ten beste. "Want wij leven nog op deze aarde, in dit dal van tranen, en als gekluisterd in een kerker. Gij, gij zijt opgenomen in liet rijk der hemelen, gij zijt verheven boven alle koren der heiligen; gij zijt gezeten ojieenkonink 1 i jken Iroon, aan hel hol van den koning der eenwen, en Hij zelf de koning der koningen, omhelst u met de innigste liefde en het hoogste welgevallen als zijn ware moeder en vlekkelooze Bruid. In het volle genot dezer zoete zaligheid, o heilige Maagd, zie barmhartig neder op onze armoede, om ons te helpen. Luister goedgunstig naar ons smeeken en verhoor ons. Laat de eenig zaak zijn, j welke u ter harte gaat, voortdurend te bidden voor het volk Gods, wijl gij, o gezegende, gedragen hebt den Verlosser der wereld, onzen Heer Jezus Christus, die leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen. Amen. (Naar den II. Augustinus.) Vosporpsalmen voor «!«>n Zondag. V. Deus in ad- O God, korn mij utoriiim meum in- tc hulp: tende! R. Doinine, ad Heer, haast U, adjuvandum me om mij te helpen. ^ Gloria Patri, et Glorie zij den Filio, et Spiritui Vader, en denZoon sancto: en den H. Geest. Sicut erat in Gelijk het was principio, et nunc in het beginne, en et setnper, et in nu, en altijd en in saecula saeculo- alle eeuwen. Amen. rum. Amen. Alleluja Alleluja. Van Septuagesima tot Witten Donderdag zegt men in plaats van Alleluja Lans tibi. Dn- T.nf II tt, : " | iiv-ui . mine, rex aet.ernae Koning der eeugloriae. wige heerlijkheid. Psalm 109. Dixit Dominus Domino nieo: sedfi a dextris meis. üonce ponain inimicos tuos scabellum pedum tuorum. Virgam virtutis tuae emittet Dominus ex Sion: dominare in medio inimicorum tuorum. Tecum principium in die virtutis tuae in splendoribus sanctorum; ex utero ante luciferum genui te. De Heer heeft tot mijnen Heer gezegd: zit aan mijne rechterhand. Totdat ik uwe vijanden stelle tot eene bank uwer voeten. De Heer zal uit Sion den schepter uwer macht doen komen; heersch in het midden uwer vijanden. Ten dage uwer kracht, wanneer gij door uwe schitterende heiligen zult omringd zijn, zal uwe heerschappij klaarblijkelijk worden: men zal zien, dat ik U JuravitDominus et non poenitebit eum: Tu es sacerdos in aeternum secundum ordinem Melchisedech. Dominus a dextris tuis; confregit in die irae suae reges. Judicabit in nationibus, implebit ruinas: conquassabit capita iu terra multoram. De torrente in via bibet, propterea vóór den dageraad uit mijnen schoot heb voorgebracht. De Heer heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen : Grij zijt Priester in eeuwigheid, volgens de wijze van Melchisedech. De Heer is aan uwe rechterhand: Hij heeft in den dag zijner gramschap de koningen vernield. Hij zal recht doen onder de volken ; Hij zal de verwoestingen voltooien : Hij zal ze verdelgen, die hoofden zijn in een talrijk land. Hij zal op den weg uit de beek exaltabit caput. Gloria Patriete. A n t. Dixit Dominus Domino meo: sede a dextris meis. drinken: daarom zal hij het hoofd opheffen. Glorie, enz. A n t. De Heer heeft tot mijnen Heer gezegd: zit aan mijne rechterhand. Psalm 110. Confitebor tibi, Domine, in toto corde meo, in consillio justorum et congregatione. Magna opera Domini, exquisita in omnes voluntates ejus. Confessio et magniticentia opus ejus, et justitia ejus manet in saeculum saeculi. Memoriam fecit Heer. ik zal U loven uit geheel mijn hart: in den raad der rechtvaardigen en in de vergadering. De werken des Heeren zijn groot, uitgelezen volgens zijn welbehagen. Zijn werk is lofwaardig en heerlijk ; en zijne rechtvaardigheid duurt in alle eeuwigheid. De genadige en mirabilium suorum, misericors et miserator Dominus; escam dedit timentibus se. Memor erit in saeculum testamenti sui: virtu- tem operum suorum anuuntiabit populo suo. Ut det illis liaereditatem genti um: opera mauuum ejus veritas et judicium. Fidelia omnia mandata ejus, conürmata in saeculum saeculi, facta in veritate in aequitate. Redemptionem barmhartige Heer heeft een treden k- teeken zijner won¬ derheden gesteld; til] Heelt spijs ver¬ leend aan die Hem vreezen. (lij zal eeuwig zijn verbond gedachtig zijn; Hij zal de kracht zijner werken aan zijn volken bekend maken : Om hun het erfdeel der heidenen te geven: de werken zijner handen zijn waarheid en rechtigheid. Al zijn bevelen zijn getrouw, voor eeuwig bevestigd; zij zijn in waarheid en rechtvaardigheid gemaakt. Hij heeft aan misit populo sun: mandavit iu aeternum testamentum suum. Sanctum et terribile nomen ejus! initinm sapientiae tirnor Doiniui. Intellectus bonus omnibus facieutibus eum: laudatio ejus manet in saeculum saeeuli. Gloria Patri etc. Ant. Pideliaomnia mandata ejus, eonlïrmata in saeculum saeeuli. zijn volk verlossing gezonden; Hij heeft zijn verbond voor eeuwig gesloten. Heilig en ontzaglijk is zijnNaam; de vrees des Heeren is het beginse' der wijsheid. Het verstand is goed voor allen die er naar doen; zijn lof blijft in aile eeuwen. Glorie, enz. Ant. Al zijne bevelen zijn getrouw, voor eeuwig bevestigd. Psalm 111. Beatas vir, qui timet Dominum: in mandatis sjus volet nimis. Gelukkig is de man die den Heer vreest, die groot vermaakt vindt in zijne geboden. 18 Potens in terra erit semen ejus: generatio rectorum benedicetur. Qloria et divitae in domo ejus: justitia ejus manet in saeculum saeeuli. Exortum est in tenebris i urnen rectis: uiisericors et miserator et j ustus. Jucundus homo, qui miseretur et commodat, disponet sermones suos in judicio: quia in aeternum non commovebitur. Zijne nakomelingschap zal machtig op de aarde zijn : het geslacht der oprechten zal gezegend worden. In zijne huis zal eer en rijkdom zijn: en zijne rechtvaardigheid duurt in eeuwigheid. Voor de oprechten gaat in de duisternis het licht op: de genadige, barmhartige en rechtvaardige. Welbehaaglijk is de menscli, die weldoet en uitleent: die zijne woorden met oordeel beschikt: omdat hij in eenwigheid niet zal wankelen. In memoria aeterua erit justus: ab auditione mala non timebit. Paratum cor ej us sperare in Domino; confirmatum est cor ejus: non commovebitur, donec despieiat inimicos suos. Dispersit dedit pauperibus; j ustitia ejus manet in saeculum saeculi: cornu ejus exaltabitur in gloria. Peccator videbit et irascetur, dentibus suis fremet et tabescet: desi de- De rechtvaardige zal eeuwig in gedachtenis zijn; hij zal voor geen kwaad gerucht vreezen. Zijn hart is bereid op den Heer te vertrouwen: zijn hart is versterkt; hij zal niet bewogen worden, totdat hij nederziet op zijne vijanden. Hij heeft uitgedeeld en aan de armen gegeven; zijne rechtvaardigheid duurt in eeuwigheid ; zijne macht zal met luister verheven worden. De zondaar zal het zien en gram worden; hij zal op zijne tanden knar- riuin peccatorum peribit. Gloria Patri etc. Ant. In mandatis ejus capit nimis. sen en verdorren; de begeerte der goddeloozen zal vergaan. Glorie, enz. Ant. Hij schept groot vermaakt in zijne geboden. Psalm 112. Laudate, pueri, Dominum: laudate nomen Domini. Sit nomen Domini benedictum, ex hoe nunc et usque in saeculum. A solis ortu usque ad occasum laudabile nomen Domini. Excelsus super omnes gentes Dominus et super Looft den Heer, gij, dienaren, looft den Naam des Heeren. De Naam des Heeren zij gezegend, van nu af tot in eeuwigheid. Van den opgang der zon tot haren ondergang is de Naam des Heeren lofwaardig. De Heer is verheven boven alle volken; en boven coelos gloria ejus. Quis sieut Dominus Deus noster, qui in altis habitat, et humilia respicit in coelo et in terra? Suscitans a terra inopem, et de stercore erigens pauperem. Ut collocet eum cuin principibus, eum principibus populi sui. Qui habitare facit sterilem in domo, matrem filiorum laetantem. Gloria Patri etc. Ant. Sit nomen Domini benedic- den hemel zijne heerlijkheid. Wie is gelijk de Heer onze God, die in den Ilooge woont, en het nederige in den hemel en op de aarde gadeslaat ? Die den behoeftige uit het stof opwekt, en uit de ellende den arme verheft. Om hem te stellen naast de vorsten, naast de vorsten, van zijn volk. Die de onvruchtbare in een talrijk huisgezin doet wonen, en ze tot eene blijde moeder van kinderen maakt. Glorie, enz. Ant. De Naam des Heeren zij ge- tum in saecula. zegend tot in eeuwigheid. Psalm 113. In exitu Israël de Aegypto, domus Jacob de populo barbaro: Facta est Judaea sanctificatio ejus, Israël potestas ejus. Mare vidit et fugit, Jordanis conversus est retrorsum. Montes exultaverunt ut arietes: et colles sicut agni ovium. Quid est tibi mare, quod fugisti?et tu, Jordanis, quia conversus es retrorsum ? Als Israël uit Egypte trok; liet huis van Jacob uit een vreemd volk. Toen werd het Joodsche volk aan God toegeheiligd en Israël werd zijne heerschappij. De zee zag het en vluchtte; de Jordaan keerde terug. De bergen sprongen op als rammen, en de heuvelen als lammeren der schapen. Wat was er u, o zee, dat gij vluchttet? en u, Jordaan, dat gij terugkeerdet ? Montes, exultastis sicut arietes, et colles, sicut agni ovium? A facie Domini mota est terra, a facie Dei Jacob. Qui convertit petram in stagna aquaruin et rupem in fontes aquarum. Non nobis, Domine, non nobis: sed nomini tuo da gloriam. Super misericordia tua et veritate tua; nequando dioant gentes: Ubi est Deus eorum? Deus autem nosterin coelo: omnia Dat gij bergen opsprongt als rammen? en gij heuvelen als lammeren der schapen ? De aarde daverde voor het aanschijn des Heeren, het aanschijn van den God van Jacob. Die de steenrots veranderde in overvloedige wateren, en de rots in waterbronnen. Niet aan ons, o Heer, niet aan ons; maar geef glorie aan uwen Naam. Om uwe barmhartigheid en waarheid, opdat de heidenen nooit zeggen: Waar is hun God? Doch onze God is in den hemel: quaecumque voluit fecit. Simulacra gentium argentum et aurum, opera manuum hominum. Os habent et non loquentur: oculos habent et non videbun t. Aures habent et non audient: nares habent et non adorabunt. Manus habent et non palpabnnt: pades habent et non ambulabunt; non clamabunt in gatture suo. Similesillisfiant, qui faciunt ea: et onines, qui conildunt in eis. Hij doet alles, wat Hem behaagt. De afgoden der volken zijn zilver en goud; werken van menschenhanden. Zij hebben eenen mond, doch spreken niet; zij hebben oogen, maar zien niet; Zij hebben ooren maar hooren niet; zij hebben neuzen, maar ruiken niet. Zij hebben handen, maar voelen niet; hebben voeten, maar wandelen niet; maken geen geluid met hunne keel. Dat die ze maken hun gelijk worden,en allen,die er op betrouwen. & Domus Israël speravit in Domina: adjutor eorum et protector eorum est. Domus Aaron speravit in Domino : adj utor eorum et protector eorum est. Qui timent Dominum, speraverunt in Domino: adjutor eorum et protector eorum est. Dominus memor fuit nostri et bencdixit nobis. Benedixit domui Israël: benedixit domui Aaron. Benedixit omnibus, qui timent Het huis van Israël hoopt op den Heer; Hij is hun helper en beschermer. Het huis van Aaron hoopt op den lieer: Hij is hun helper en beschermer. Die den Heer vreezen, hopen op Hem: IIij is hun helper en beschermer. De Heer is ons gedachtig geweest, en heeft ons gezegend. Hij heeft het huis van Israël gezegend; Hij heeft het huis van Aaron gezegend. Allen, die den Heer vreezen, heeft Dominum: pusillis cnm majoriDus. Adjiciat Dominus super vos et super filios vestros. Benedicti vos a Domino, qui fecit coelum et terram. Coelum coeli Domino : terram autem dedit filiis liominum. Non mortui laudabunt te, Domine: neque omnes, qui deseendunt in infernum. Sed uos, qui vivimus, benedicimus Domino: ex hoe nunc et usque in saeculum. Gloria Patri etc. Hij gezegend, zoo kleinen alsgrooten. De Heer zegene meer en meer, u en uwe kinderen. Wees gezegend van den Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft. De bovenste hemel is voor den Heer, maar de aarde heeft Hij gegeven aan de kinderen der menschen. De dooden, o Heer, zullen U niet loven, noch degenen, die in het graf dalen. Maar wij, die leven, loven den Heer van nu af tot in eeuwigheid. Glorie, enz. A n t. Nos, qui vivimus benedicimus Domino. A n t. Wij, leven, leven Heer. die den Lofzang. Lucis creator optime, * Lucem dierum proferens, * Primordiis lucis novae * Mundi parans originem. Qui mane junctum vesperi * Diem vocari praecipis, * Illabitur tetrum chaos, * Andi preces cum iietibus. Ne mens gravata crimine, * Vitrae O al goede Schepper van het licht, die hetzelve doet schijnen om den duur der dagen te regelen, en die door het licht de schepping der wereld hebtbegonnen: Gij, die gewild hebt, dat men dag noemde den tijd, tusschen den morgen en den avond, aanhoor, op het oogenblik, dat de duisternissen des nachts naderen, de gebeden, die wij al weenende storten. Laat niet toe, dat onze ziel zich door sit exul miinere, * Gum nil perenne cogitat, * Seseque culpis illigat. Coeleste pulset ostium, * Vitale tollat praemiutn: * Vitemus omne noxium: * Purgemus omne pessimum. Praesta, Pater piissime, * Patrique compar Unice, * Cum Spiritu Paraclito * Regnans per omne saeculum. Amen. hare fouten late nederdrukken. de eeuwige zaken vergete, in de banden der zonde verstrikke. en uit het verblijf des levens verbannen worde. Maak, dat onze gebeden den hemel indringen; dat zij het loon des eeuwigen levens bekomen; dat wij alle kwaad vluchten, en onze ongerechtigheden uitboeten. Verleen ons die genade, o barmhartige Vader, en Gij. eenige Zoon, gelijk aan den Vader, die met den Geest, den vertrooster, heerscht in alle eeuwen der eeuwen Amen. V.Dirigatur,Do- V. Dat mijn gemine, oratio Do- bed, Heere, tot U mine, oratio mea. klimme, R. Sicut incen- sum in eonspectu tuo. R.Gelijkdedamp van den wierook vóór uw aanschijn. Magnificat. Magnificat anima mea Dominum. Et exultavit spiritus meus in Deo, salutari meo. Qui respexit, liumilitatem aneillae suae: ecceenimex hoe beatam me dicent omnes generationes. Quia fecit milii magna, qui potens est, et sanctum Mijne ziel verheft den Heer. En mijn geest verheugt zich in God, mijnen Zaligmaker. Omdat Hij op de nederigheid van zijne dienstmaagd heeft gezien : zie, van nu af zullen alle geslachten mij zalig noemen. Omdat hij, de machtig is, aan mij groote dingen nomen ejus. Et misericordia ejus a progenie in progemes, timeu- tibus eum. Fecit potentiam in brachio suo, dispersit superbos meute cordis sui. Deposuit potentes de sede, et exaltavit humiles. Esurientes implevit bonis, et divites dimisit nanes. Suscepit Isra'al puerum suum, re- gedaan heeft, en zijn Naam is heilig. En zijne barmhartigheid strekt zich door alle geslachten uit over hen, die Hem vreezen. Hij heeft de kracht zijns arms uitgewerkt: Hij heeft de gedachten van het hart der hoovaardigen verstrooid. Hij heeft de mach¬ tigen van den troon afgezet; en de nederigen heeft Hij verheven. Hij heeft de behoeltigen met goederen vervuld, en de rijken ledig weggezonden. Hij heeft Israël zijnen dienaar, op- cordatus rnisericordiae suae. Sicut locutus est ad patres nostros, Abraham et semiui ejus in saecula. Gloria Patri etc. genomen, indachtig zijnde zijner barmhartigheid. Zooals Hij aan onze voorouders heeft beloofd, aan Abraham en zijn nageslacht in alle eeuwen. Glorie, enz. De H. Kruisweg. (Df, veertien staties.) Aan de oefening van den H. Kruisweg zijn talrijke volle en gedeeltelijke aflaten verhouden toepasselijk op de geloovige zielen. Om die te verdienen wordt vereischt: 1. Dat men in staat van genade zij, gelijk bij alle aflaten vereischt wordt. Wie in staat van doodzonde is, moet een volmaakt berouw verwekken. 2. Dat men zich bewege van de eene statie naar de andere, of wanneer dit niet mogelijk is, tenminste voor een kleine beweging zich naar ; de betreffende statie wende. 3. Dat men, voor zoover men kan, het lijden van Christus daarbij overwege. Zij, die niet kunnen mediteeren, volstaan met de eene of audere, onverschillig welke, omstandigheid van ^ rl het lijden van Christus te overdenken. Aan dezulken kan men aanraden (niet opleggen) dat zij bij iedere statie een onze Vader, een wees gegroet, en een akte van berouw bidden. Bepaalde gebeden zijn voor de oefening van den. H. Kruisweg niet voorgeschreven: bovendien is het geen vereischte na den Kruisweg 5 of G onze Vaders te bidden. Greg. XVI., 2. Juni 1838.) Akte van Berouw en goede Meening. T iefdevolle Jezus, ik hernia U bovenal uit geheel mijn hart, omdat Gij oneindig goed en barmhartig zijt; het is mij leed uit den grond van mijn hart, dat ik IJ, mijn eenig, mijn hoogste goed, beleedigd heb. Ik offer IJ nu dezen II. kruisweg op ter eere van dien allersmartelijksten weg, dieu Gij voor mij, onwaardigen 19 zondaar, hebt afgelegd. Gaarne ook zou ik alle allaten, aan deze oefening verbonden, willen verdienen (voor mij of voor de ziel van N. N.), ik wil ook bidden volgens de meening, waarin de II. Kerk zulk een groote schat verleend heeft. Ik bid U nederig en ootmoedig, laat deze oefening strekken tot mijn heil, om hier uwe genade, hierna U als het eeuwig leven te winnen. Amen. Eerste Statie. Jezus wordt ter dood veroordeeld. V. Wij aanbidden 1, Christus, en loven U. (Hier houdt men telkens een oogenblik stil, en overweegt het lijden van Christus, dat bij iedere statie wordt voorgesteld, daarna zegt men:) ^ v O Jezus, door dit onrechtvaardig doodvonnis, dat ik reeds zoo dikwijls door mijne zonden 011derteekende, hevrijd mij van het vonnis des eeuwigen doods, dat ik reeds zoo dikwerf verdiende. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm IJ onzer, Heer. Ontferm U onzer. God, wees ons, zondaren, genadig. Amen. Tweede Statie. Jezus neemt het kruis op zijne schouderen. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna zegt men: O Jezus, die zoo gewillig en bereidvaardig het zware, door mijne zonden vervaardigde kruis, liebl omhelsd, geef, dat ik de grootheid mijner zonden moge inzien en tot het einde mijns levens heweenen. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Derde Statie. Eerste val van Jezus onder het kruis. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: De zware last mijner zonden, o Jezus, heeft U ter aarde doen storten. Ik haat en verzaak ze, ik bid U om vergeving en zal ze met de hulp uwer genade niet meer begaan. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. U r1! Tierde Static. Jezus ontmoet zijne bedroefde Moeder. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: Bedroefde Jezus, bedroefde Moeder, zoo ik tot lieden de oorzaak was uwer smarten, in de toekomst zal dat niet meer zoo zijn. Met uw bijstand zal ik U beminnen en U getrouw blijven tot aan mijn dood. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Vijfde Statie. Simon van Cyrene lielpt Jezus het kruis dragen. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: O Jezus, hoe gelukcig was Simon, U het kruis te mogen helpen dragen! Hoe gelukkig zou ook ik zijn, zoo ik in de toekomst U het kriiis hielp dragon, door geduldig te lijden, wat (lij mij ook overzendt. O Jezus, geef mij daartoe uwe genade! Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Veronica droogt het aangezicht van Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: O Jezus, die U gewaardigd hebt, uw aanschijn in den zweetdoek van Veronica af te drukken, o, druk diep in mijne ziel Zesde Statie. Jezus af. de gedachtenis aan uw bitter lijden sterven! Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Zevende Statie. Tweede val van Jezus onder liet kruis. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: Mijn trots, mijn ij delheid en hoovaardiglieid, o Jezus, zijn de oorzaak, dat Gij ten tweeden maal onder den last des kruises diep vernederd terneder stort. Ootmoedige Jezus, leer mij de ware, oprechte nederigheid, opdat ik U behage, en zalig worden kan. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Achtste Statie. Jezus troost de weenende vrouwen. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: O medelijdende Jezus, ik bid LI om de bittere smarten van uwen lijdensweg, geel' mij tocli de genade van een hartelijk en vooral groot berouw, opdat ik over mij en mijne boosheid treure en weene tot aan mijn dood en dan voor eeuwig door U getroost worde. Onze Vader, enz. Wees iregroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz, Negende Statie. Derde val van Jezus onder het kruis. Wij aanbidden IJ, enz. Overweging — daarna: ^ — V O mijn Jezus, aan mij de schuld van uwen smartelijken val, want na elke biecht viel ik telkens in mijne oude zonden terug. Maar, o Heer, hoor nu mijne beloften: van nu af aan zal ik nooit meer zondigen! Liever sterven, dan U nog beleedigen. Ondersteun Gij echter mijne zwakheden. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Tiende Statie. Jezus wordt van zijne kleederen beroofd en met gal gelaafd. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: O mijn Jezus, wat hebt Gij zwaar moeten booten voor mijn b 'SJ ijdelheid in kleeding en onmatigheid in spijs en drank! Reschaamd en rouwmoedig bid ik II, schenk mi j toch uwe genade, opdat ik voortaan U behage door de eenvoudigheid mijner kleeding en door mijne matigheid, dat ik daardoor mi j zeiven mooge heiligen en anderen stichten. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Elfde Statie. Jezus wordt aan het kruis genageld. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: O Jezus, van lijden en smarten verzadigd, geef genadig, dat de schrikkelijke hamerslagen, welk uwe goddelijke handen en voeten aan liet kruis vasthechtten, mijne hardvochtigheid treffen, opdat ik tocli eens moge beginnen, mijn vleech en zijne bonze neigingen door een chri¬ stelijke versterving te kruisigen. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Twaalfde Statie. Jezus sterft aan het krtiis. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: Jezus sterft aan het kruis — en ik ben daar de oorzaak van! O God, waarheen vluchten, beladen met zulk een schuld'? Maar- mijn Jezus, aan het kruis bidt Gij nog voor uwe vijanden, ook voor mij. Daarom duif ik nog liopen. Aan den goeden moordenaar belooft Gij het paradijs; daarom mag ook ik nog vertrouwen. O Zaligmaker, met een berouwvol hart zeg ik dan: „Mijn Jezus, barmhartigheid." Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm U onzer, enz. Dertiende Statie. Jezus wordt van het kruis genomen. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: Smartvolle Moeder, bij het diepe wee, dat uw teeder hart vervulde, bid en schweer ik u, verkrijg toch voor mij, dat de kruisdood van uwen geliefden Zoon voor mij niet vergeefsch zij, maar (lat ik boet vaardig leve en zalig onder uwe bescherming ontslape. Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. Ontferm IJ onzer, enz. Veertiende Statie. Jezus wordt ia liet graf gelegd. Wij aanbidden U, enz. Overweging — daarna: Mijn Verlosser en mijn God, ik bid U, verleen mij door de verdiensten van uw heilig lijden de genade, dat ik van nu al mijne zondige neigingen versterve, en dat ik dood moge zijn voor de wereld, om alleen en geheel voor U en de onderhouding uwer geboden te leven. Ónze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie enz. r'i Slotgebed. Aanvaard, o allerheiligste Drievuldigheid, deze oefening van godsvrucht, tot eer uwer opperste majesteit, tol dank voor de groote weldaad onzer verlossing, tot rust der levenden, lot troost der overledenen. Aanvaard haar in vereeniging met de verdiensten onzes Heeren Jezus Christus, der allerheiligste Maagd Maria en van alle heiligen. Aanvaard, o Heer, wat goed was in deze oefening, en vergeef ons goedgunstig, wat wij daarbij slecht verricht hebben. Door denzelfden Christus, onzen lieer. Amen. Litanie van liet Lijden onzes Meeren Jezus Christus. JJeer, ontferm IJ onzer! Christus, ontferm IJ onzer! Heer, ontferm U onzer! Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons! God hemelsche Vader, onlferm IJ onzer! God Zoon,Verlosser der wereld, God, H. Geest. Heilige Drievuldigheid, één God. Jezus, die, nadat Gij liet heilig avondmaal, dat eeuwig gedenkmaal uwer liefde ingesteld, en den lofzang gezegd hadt, uitzingt van Jeruzalem naar den Olijfberg, om te hidden, Jezus, die door de levendige voorstelling van uw verschrikkelijk lijden benauwd, be- droefd en zeer beangst werdt, ontferm IJ onzer! Jezus, die in uwen doodsangst water en bloed zweetende, door een engel werdt versterk l, Jezus, die door .1 inlas Isacrioth, een van uw geliefkoosd twaalftal leerlingen, werdt verraden, Jezus, die door eene bende huurlingen gebonden werdt, Jezus, die door uwe leerlingen werdt verlaten, Jezus, die gebonden naar Annas en Caïphas werdt gebracht, Jezus, die van eenen dienaar eenen kaakslag hebtonl vangen, Jezus, die door valsche getuigen werdt beschuldigd, Jezus, die getuigenis der waarheid gevende, als een godsIastenaar ter dood werdt. ver- oordeeld, ontferm U onzer! Jezus, die Petrus, nadat hij U verloochend luid, door eenen medelijdenden en ontfermenden blik bekeerd hebt, Jezus, die aan Pilatus, een heiden, werdt. overgeleverd, Jezus, die voor Herodes gebracht, door hem en zijn gevolg bespot werdt, Jezus, achter den moordenaar en oproerling Barabbas gesteld, Jezus, die wreedelijk werd gegeeseld, Jezus, die ter bespotting met eenen purperen mantel werdt omhangen, Jezus, die ter bespotting met doornen werdt gekroond, Jezus, wien men Ier bespotting een riet tot schenter in de 20 hand gal, outferrn 1: onzer! Jezus, wiens kruisdood door de Joden onder vreeselijk geschreeuw geëischt werdt, Jezus, die door Pilatns lot den smaad vollen kruisdood veroordeeld, en aan de woede der Joden overgeleverd werdt, | Jezus, die hij liet dragen van liet kruishout, onder zijnen zwaren last gebukt gingt, Jezus, die als een onschuldig lam ter slachtbank geleid werdt, Jezus, die van uwe kleederen ontbloot werdt, Jezus, die gewond werdt om onze boosheden, Jezus, die vol verschoonende liefde uwen Vader om vergiffenis voor uwe vijanden gebeden hebt, lL> S Jezus, dip met de booswichten werdt gelijk gesteld, ontferm U onzer! Jezus, die nog aan het kruis gelasterd en bespot werdt, Jezus, die den berouwhebbenden moordenaar in genade aangenomen en hem het Paradijs beloofd hebt, Jezus, die uwe Moeder aan den IJ. Joannes hebt aanbevolen, Jezus, die aan het kruis hangende, hebt geroepen: „mijn God! mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten1?" Jezus, die in uwen dorst met azijn gelaafd werdt, Jezus, die betuigd hebt, dat alles volbracht was, wat omtrent U geschreven was, Jezus, die stervende uwen geest in de handen uws Vaders hebt aanbevolen, ontferm U onzer! Jezus, die, n\v hoofd buigende, onder een luid geroep den geest bebt gegeven, Jezus, door wiens sterven de honderdman en velen uit het volk bekeerd werden, Jezus, wiens zijde met eene lans doorstoken werd, Jezus, uit wiens doorstoken zi jde water en bloed vloeide, Jezus, wiens lichaam door twee eerwaardige mannen van het kruis afgenomen en begraven werd, Jezus, die na uwen dood zijl nedergedaald ter belle, om do zielen der afgestorvene rechtvaardigen te troosten en te verlossen, Jezus, die op den derden dag na uwen dood, vol heerlijk- beid uit liet graf verrezen zijt, ontferm U onzer! Jezus, ilie de levenden en doo- den zult komen oordeelen, \Y ees genadig ! Spaar ons, Jezus! Wees genadig! Verhoor ons, Jezus! Van alle kwaad, verlos ons, Jezus! Van alle zonden, Van eenen haastigen en onvoor- zienen dood. Van de listen des duivels, Van gramschap, haal en allen kwaden wil, \ an pest, hongersnood en oorlog, Van den eeuwigen dood. Door uwen doodstrijd en uw bloedig zweet, Door uwe geeseling en uwe mishandelingen, Door uwe doornenkroon, Door uw kruis en lijden, Door uwen dorst, uwe tranen en uwe naaktheid,verlosons Jezus! Door uwen dood en uwe begrafenis, Door uwe heilige verrijzenis, Op den dag «les oordeels, Wi j zondaren, wij bidden U, verhoor ons, Jezus! Dat Gij ons wilt deelachtig maken aan de vruchten van uwen kruisdood, Dat Gij in ons de genegenheid wilt opwekken om uw lijden en dood menigmaal met een gevoel van dankbaarheid te overdenken, Dat wij de dwaasheid des krui- ses hooger mogen achten, Dat wij van de vlekken deizonde gezuiverd, U, o Jezus, niet weder door onze zonden kruisigen en tot spot en schande u r stollen, wij bidden U, verhoor ons, Jezus! Dat wij door uw kruis de wederwaardigheden des levens loeren verdragen, Dat wij ons vertrouwen altijd op te komen. O Hart van liefde, red mij! Door alles, wat U kan bewegen, bid ik U, mij en allen, die in hetzelfde gevaar leven, verloren O 1 te gaan, de genade te verleenen, van in uwe liefde te mogen volharden. Ach, goddelijk Hart, laat mij niet omkomen in den zondvloed mijner misdaden! Als ik slechts in uwe liefde eeuwig mag blijven, handel dan met mij volgens uw welbehagen. Verwerp mij niet van uw aanschijn: want op U is al mijn vertrouwen gevestigd. Tot IJ smeek ik, IJ roep ik aan als het eenige redmiddel tegen mijne kwalen, waarvan de zonde de grootste is. Verhinder die voortaan, en ^ ö vergeef' mij alles, wat il< tegen IJ misdreef. Het is mij leed uil den grond van mijn hart U ooit beleedigd te hebben en ik smeek U nederig en vertrouwvol om vergitFenis. O beminnelijk Hart, laat mij en allen, die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen, of voor wie ik verplicht ben te bidden, uwe groote macht ondervinden. Sla ons bij een ieder volgens zijne noodwendigheden. O Hart, vol ontferming, tref de harten der verstokte zondaren, en verkwik en °P dezesteenrots zal ik mijne kerk houwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen." V. Laat ons bidden voor onzen heiligen Vader, den Paus N. N. R. De Heer beware Hem, en spare hein het leven. Mij make K : ?) hein gelukkig op aarde, en late hem 11iet vallen in 'Ie handen zijner vijanden. Iaat ons bidden. Almachtige, eeuwige God, erbarm U over uwen dienaar, onzen Paus N. N. en geleid hem volgens uwe goedheid op den weg des eeuwigen lieils, opdat hij door uwe genade slechts hegeere, wat U behaagt en dat met alle kracht volbrenge. Door Christus, onzen Heer. Amen. Gebed voor de Bisschoppen der H. Kerk. f) God, die uwe apostelen en hunne rechtmatige opvolgers hebt aangesteld, om onder het ééne, zichtbare opperhoofd de macht om te binden en ie onl- j i) binden uit te oefenen, en de kudde uws Zoons te weiden, wij bidden U, dat (Jij alle bisschoppen uwer heilige Kerk, maar voornamelijk onzen opperherder, door de genade des H. Geestes wilt verlichten en versterken, opdat zij omzichtig en met kracht de bun toevertrouwden leiden en brengen tot de verheerlijking van uwen H. Naam en tot bet bereiken van hunne eeuwige zaligheid. Amen. Gebod voor de Priesters. JJeer Jezus Christus, godd. stichter en bestuurder der Kerk, . wij smeeken U, zend waardige arbeiders in uwen heiligen wijngaard, verwek der Kerke priesters naar uw Hart. Verleen echter aan allen, die Cl ij reeds '—b met de priesterlijke waardigheid getooid hebt, bijzonder aan onze zielzorgers, de volheid der genaden des H. ('reestes, opdat zij met een reinen, onvermoeiden ijver aan hunne heilige roeping beantwoorden en door woord en voorbeeld hun eigen heil en dat dergenen, die aan luinne zorgen zijn toevertrouwd, bewerken en bevorderen. Amen. Gebed voor (le wereldlijke Overheid. n (lod, koning der koningen, van wien alle macht komt, geleid genadig alle koningen en vorsten op de wegen uwer geboden. Maak hen standvastig in de godsvrucht, wijs in hunne raadsbesluiten, mild en rechtvaardig in hunne voorschriften, opdat uw naam verheerlijkt, uwe Kerk beschermd en rust en welvaart overal verzekerd worde. Amen. Gebed voor de wedervereeniging der afgescheiden christenen. lieer Jezus Christus, die vóór uw lijden tot uwen hemelsei len Vader gebeden hebt, dat allen, die in U gelooven, steeds één mochten zijn, gelijk (rij met den Vader één zijt: zie met welgevallen neer op het gebed, dat wij naar uw goddelijk voorbeeld storten, voor de herstelling der eenheid van alle belijders van uwen heiligen Naam. Verleen ons, o Heer, dat wij allen met één mond en met één hart verheerlijken en prijzen uwen glorierijken en verheven ^ Naam, gelijk dien van den Vader en den H. Geest, nu en altijd en in alle eeuwigheid. (Uit de Liturgie van den H. Joh. Gebed voor (le onseloovigen, ketters en zondaren. JjJeuwige God, schepper aller dingen, gedenk, dat ook de zielen der ongeloovigen, der keilers en zondaars door U geschapen en naar uw evenbeeld gemaakt zijn. Zie, tot schade voor de eer van uw heiligen naam worden zij door de macht der duisternissen en der helsche vijanden gevangen gehouden. Gedenk, dat uw eeniggeboren Zoon voor hunne redding den bitteren kruisdood heeft geleden; laat dan niet toe, dat uw Chrysostorrms.) teergeliefde Zoon door hen nog langer wordt miskend en versmaad. Verhoor het gebed van heilige mannen en liet smeekeri uwer Kerk, waarmede zij uwe barmhartigheid voor het heil van zoovele verdwaalden inroept. Vergeet hunne afgoderij, hunne trouweloosheid, hunne verstoktheid en hunne boosheid, en bewerk door uwe genade, dat ook zij eindelijk belijden, vreezen en beminnen dengene, dien (lij gezonden hebt, onzen Heer Jezus Christus, die alleen ons heil is, ons leven, onze verrijzenis, door wien wij gered en verlost worden. Hem zij lof en eer in eeuwigheid. Amen. (Naar dea H. Franeiscus Xaverius.) Gebed om vrede. (100 dagen aflaat, zoo dikwijls men dit gebed verricht. Volle aflaat eens per maand, wanneer men gedurende een maand tenminste eenmaal per dag dit gebed gebeden heeft. Voorwaarden: biecht, communie, kerkbezoek met een gebed volgens de meening van onzen H. Vader, den Paus. Deze aflaten zijn toepasselijk op de geloovige zielen. Pius IX, is September 1848.) Verleen, o Heer, vrede in onze dagen: want er is niemand, die voor ons zou kunnen strijden, dan Gij, onze God. V. Vrede kome in uwe sterkte. K. En overvloed in uwe torens. Laat ons bidden. O God, van wien alle heilige begeerten, goede voornemens en rechtvaardige werken voortkomen, verleen aan uwe dienaren den vrede, dien de wereld niet geven kan, opdat onze harten onderdanig zijn aan uwe geboden, en onze dagen, bevrijd van den schrik voor vijanden, dooi' uwe bescherming rustig zijn. Door Christus,onzen Heer. Amen. tot de allerh. Maagd Maria. 1. 300 dagen aflaat, ook zonder dat men het „Onder uwe bescherming" en de volgende gebedjes bidt. 2. Volle aflaat op O. L. V. Onbevlekt Ontvangen, Geboorte, Boodschap, Lichtmis en Hemelvaart voor hen, die het dagelijks doen, indien zij op genoemde dagen biechten, communiceeren, en in eene publieke kerk eenigen tijd bidden volgens de meening van Z. H. den Paus. Deze aflaten zijn toepasselijk op de geloovige zielen. Pius VII, 30 Sept. 1817. Kyrie eleison! Heer, ontferm U onzer! Litanie Christe eleison! Kyrie eleison! Christe, audi nos! Christe, exaudi nos! Pater de coeiis Deus, miserere nobis! JTili, Redemptor mundi Deus. Spiritus sancte Deus, Sancta Trintas, unus Deus, Saucta Maria, ora pro nobis! Saucta Dei genitrix, Sancta Virgo Virginuni, Mater Christi. Mater diviuue gratiae, Mater purissima, Christus, ontfenn U onzer! Heer, ontferm U onzer! Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons! God, hemelsche Vader, ontferm U onzer! God Zoon, Verlosser der wereld, God, Heilige Geest, Heilige Drievuldigheid, één God, Heilige Maria, bil voor ons! Heilige Moeder Gods, Heilige Maagd der maagden, Moeder van Chi istus, Moeder der goddelijke genade, Allerreinste Moe- ora pro nobis! Mater castissima, Mater inviolata, Mater intemerata, Mater amabilis, Mater admirabilis, Mater boni consilii, Mater Creatoris, Mater Salvatoris, Virgo pruilentis- sima, Virgo veiieraiula, Virge praedicanda, Virgo potens, Virgo clemens, Virgo lidelis, Speculum justi- der, bid voor ons! Allerzuiverste Moeder, Ongeschondeue Moeder, Onbevlekte Moeder, Minnelijke Moeder, Wonderbare Moeder, Moeder van goeden raad, Moeder des Scheppers, Moeder des Zaligmakers, Allervoorzichtigste Maagd, Eerwaardige Maagd, Lofwaardige Maagd, Machtige Maagd, Goelertierene Maagd, Getrouwe Maagd, Spiegel der recht- tiae,ora pro nobis! Sedes sapientiae, Causa nustrae lae- titiae, Vas spirituale, Vas honorabile, Vas insigne devo- tionis, Rosa mystica, Turris Davidica, Turris eburnea, Domus aurea, Foederis arca, Janua coeli, Stella matutiua, Salus infirmorum, Refugium pecca- torum, Consolatrix afflic- torum, Auxilium Christi- anorum, Regina Angelorum, Regina Patriar- vaardigheid, bid voor ons! Zetel der wijsheid, Oorzaak onzer blijdschap, Geestelijk vat, Eerwaardig vat, Uitmuntend vat van godsvrucht, Geestelijke roos, Toren vaa David, Ivoren toren, Gulden huis, Ark des verbonds, Deur des hemels, Morgenster, Behoudenis der kranken, Toevlucht der zondaren. Troosteres der bedrukten. IIulp der Christenen, Koningin der Engelen, Koningin der Pa- — ê charum, ora pro nobis! Itegina Proplie- tarum, Regina Apostolo- rum, Regina Martyrum, Regina Coufesso- rum, Hegina Virginum, Regina Sanctorum omnium, Regina sine labe originali eoncepta, Regina Sacratissimi Rosarii, Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, paree nobis, Domiue! Agnus Dei, etc,, exaudi nos, Do¬ mme! triarchen, bid voor ons! Koningin der Profeten, Koningin der A- postelen, Koningin der Martelaren, Koningin der Bt»- lijders, Koningin der Maagden, Koningin van alle Heiligen. Koningin zonder erfsinet ontvangen, Koningin van den allerheiligste» Rozenkrans, Lam Gods,datwegneemt de zouden der wereld, spaar ons, Heer! Lam Gods, enz , verhoor ons, Heer! Agnus Dei, etc., Lam Gods, enz., miserere uobis! ontferm Uonzer! V. Ora pro no- V. Bid voor bis, sancta Dei ge- ons, II. Moeder nitrix Gods, R. Ut digni ef- 11. Opdat wij ficiamur promis- waardig worden sionibus Christi. der beloften van » Christus. Laat ons bidden. Wij bidden U, o Heer, verleen ons, uwe dienaren, dat wij ons over eene bestendige welvaart naar ziel en lichaam mogen verheugen en dat wij op de voorbede der gelukzalige Maria, altijd Maagd, van het lijden van dezen tijd bevrijd, aan de eeuwige vreugde deelachtig mogen worden. Door Christus, onzen lieer. Amen. Sul» tuum praesidium. Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, o heilige Moeder Gods, verstoot onze geheden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke, o gezegende Maagd, onze Vrouwe, onze Middelares, onze Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon. \ . Bid voor ons, heilige Moeder Gods, R. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus. Laten wij bidden. Wij bidden U, o Heer, stort uwe genade in onze harten, opdat wij die door de boodschap 23 des engels de menschwording van Christus uwen Zoon hebben leeren kennen, door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis mogen gebracht worden. I )oor Christus, onzen Heer. Amen. Litanie tot de Troosteres dei- bedrukten. TIeer, ontferm U onzer! Christus, ontferm U onzer! Heer, ontferm U onzer! Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons! God, hemelsche Vader, oullerm U onzer! God Zoon, verlosser der wereld, God, H. Geest, H. Drievuldigheid, één God, H. Maria, bid voor ons! Uitverkorene Dochter van den Vader van allen troost, Moeder des Heeren, den troost van Israël, bid voor ons! Bruid van den 11. tleest, den Vertrooster, Middelares tussclien God en de rnenschen, l Uitdeelster der goddelijke genade, Zoete Moeder des troostes, Bron van vrede en rust, Vreugde der weenenden, Sterkte der zwakken, Lafenis der kranken, Steun der lammen, Licht der blinden. Schild der verdrukten, Schuts der vervolgden, Moeder der weezén, Hulp der veriatenen, Toevlucht der zondaren, Troost der kleinmoedigen, Staf der boetvaardigen, Raadgeefster der twijfelenden, Kracht van hen, die bekoord worden, bid voor ons! Beschermster der jeugd, Stut des ouderdoms, Hoop der stervenden, TrouweTroosteresder bedroefden Poort van ons heil, Zoete wellust der heiligen, Zalige vreugde der engelen, Troost en zoetheid aller schepselen, In alle gevaren, In alle droefheid, In ziekte en zwakheid, In armoede en nood, In vervolging en verlatenheid, In dagen van algemeenerampen, In de oogenblikken der bekoring, ln ons laatste uur, In ons leven en sterven, Ü Maria,1Troosteres der bedrukten Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Heer! Lam Gods, en/.., verhoor ons, Heer! Lam Gods, enz., ontferm IIonzer! Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons! V. In alle droefheid, angst en nood, 11. Bid voor ons, o Troosteres der bedrukten. Laat ons bidden. O God, bron van allen troost, die ons in uwe barmhartigheid de moeder van uwen eeniggeboren Zoon tot Troosteres ffese- r> o ven hebt, wij bidden U, laat ons in alle droefheid met vertrouwen tot haar vluchten, en door hare voorspraak gered worden. Door Christus, onzen lieer. Amen. (iclKul op irl voor ons! Heilige Maria, alléén zonder voorbeeld, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons Heer! Lam Gods, enz., verhoor ons, Heer! Lam Gods, enz., ontferm U onzer! Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons! V. In al onzen jammer, onzen angst en onzen nood: R. Kom ons Ie hulp, smartvolle Moeder Maria. V. Bid voor ons, smartvolle Maagd, R. Opdat wij waardig worden der belolfen van Christus. Laat ons bidden. II Wij bidden ll,t h:S'ïLl«d Maria, «» Moeder,| ligste Madp het uur van wierrSTmrt ee Waard van T Ik e,'.l doorboord, tot droefheid \\eri ^ ^ Qns 1 op 0. L. V. Visitatie. de Moeder van *>»floeder van 1 \erlossei naai r'urUtus om 1 den voorlooper van Chn , haar vreugde te brenDei ,j-jj ii —■—- — haar te dienen! Ik bewonder, o H. Maagd, en prijs de nederige en teedere liefde van uw edelmoedig hart, en smeek u dringend, verwerf mij de genade, uw hei lig voorbeeld te volgen, alle mensclien, ook de armste en geringste, als broeders en zusters in Christus met ware liefde te beminnen en blijde en bereidvaardig te helpen en bij Ie staan. Waar gij komt, o gezegende Maagd, daar brengt gij zegen; wien gij bezoekt, wordt met genaden begunstigd. Bij uwen groet werd Èlisabeth vervnld van den H. Geest, en Johannes geheiligd in den schoot zijner Moeder. Zoo waar is het, dat God zijne genade uitdeelt en de zielen heiligt door uwe vermiddeling en tusschenkomst. (ie waardig u dan, goede en machtige Moeder, ook mij, uw onwaardigen dienaar, te bezoeken en te heiligen. Ja, bezoek, troost en heilig mijne arme ziel door de hulp van uw machtige voorspraak. Verwerf mij het licht en de kracht van den H. Geest, om mijne zonden te kennen en te beweenen, om standvastig en volhardend aan de verbetering mijns levens te arbeiden, om eenmaal heilig en behouden in de haven der eeuwige zaligheid aan te landen. Amen. INHOUD. Morgengebeden. Morgengebed 5 Aanbidding en Dank . 6 Qoede Meening . 7 Voornemen en Gebed om Bijstand. 9 Tot Maria Tot de Heiligen 12 De drie goddelijke Deugden. . 13 Akte van Geloof. . . .13 Akte van Hoop 14 Akte van liefde 15 Berouw en Voornemen . . 15 Korte Akten van Geloof, Hoop en Liefde. 16 Korte overwegingen voor het begin en gedurende den loop van den dag 17 Korte aflaatgebeden. . . .18 Avondgebeden. Dankgebed 20 Gewetensonderzoek . . .21 Berouw en Voornemen . . .22 Opoffering en Bede. . . .25 Tot Maria 26 Tot de Heiligen . . . 27 Aflaatgebeden. . . . 28 3 Gebeden onder de //. Mis. Eerste Oefening . . . 29 Tweede Oefening. . . 87 Derde Oefening . . .114 Vierde Oefening . . .139 Biechtgebeden. Gebed van Voorbereiding en aanroeping van den H. Geest . . 160 Biechtspiegel 164 Berouw en Voornemen . . .172 Voor de Biecht .... 184 Kortere opwekking van Berouw en Voornemen 185 Na de Biecht 188 Dankzegging 189 i Vóór het volbrengen der penitentie 193 Nadat men de penitentie gebeden heeft 194 Vernieuwing van het Voornemen . 195 Communiegebeden. Voorbereiding . 201 Akte van Geloof . . ■ -202 Akte van Nederigheid . . . 204 Akte van Vertrouwen . . . 205 Akte van Liefde en Berouw . . 208 Oefening van Verlangen . . . 210 Gebed tot Maria en de Heiligen . 212 Na de H. Communie . . • 213 Aanbidding 214 m Dankbaarheid 217 Opoffering 220 Bede 225 Gebed voor anderen . . . 229 Gebed tot Maria .... 232 Gebed tot de Heiligen . . . 233 Slotgebed 234 Gebed met vollen aflaat . . . 235 Aflaatgebeden. Voorbereiding 237 1. Gebed voor de verheffing der H. Kerk 239 2. Gebed om uitroeing van ongeloof ketterij . . . . . . 240 3. Gebed om eendracht onder de christenen vorsten en volkeren . 241 4. Gebed voor den Paus . . 242 5. Opoffering der werken, welke zijn voorgeschreven, om den aflaat te verdienen .... 243 Verschillende Oebeden en Oefeningen. Eerste Oefening. Tot de allerheiligste Drievuldigheid Aanbidding en Dank . . . 245 Liefde 248 Aanbeveling 249 Tweede Oefening. Tot het allerheiligste Sacrament. Lof- en dankgebed .... 250 Smeekgebed 253 Liefde 256 Bede 257 Derde Oefening. Ter eere van de allerh. Maagd Maria. Lofgebed 260 Vertrouwen 262 Bede 264 De Vesperpsalmen. 268 De H. Kruisweg. 288 Litanie van het Lijden onzes Heeren Jezus Christus . . . 303 Oebeden tot het Allerh. Sacrament des Altaars en tot het Allerh. Hart van Jezus. Gebed van den H. Alphonsus voor ; het bezoek van het Allerheiligste Sacrament 314 Gebed tot het Allerheiligste Sacrament en tot het Allerheiligste Hart van Jezus 317 Opdracht en toewijding aan het goddelijke Hart van Jezus . .319 Smeekgebed tot het Goddelijk Hart 321 Litanie ter eere van het H. Sacrament des Altaars.... 324 Litanie ter eere van het H. Hart van Jezus 332 Akte van toewijding aan het H. Hart van Jezus .... 337 Gebed voor onzen H. Vader, den Paus 339 Gebed voor de Bisschoppen der H. Kerk . . . . 340 Gebed voor de priesters. . .341 Gebed voor de wereldlijke overheid 342 Gebed voor de wedervereeniging der afgescheiden christenen . 343 Gebed voor de ongeloovige ketters en zondaren. . . . • . 344 Gebed otn vrede .... 346 Litanie tot de Allerheiligste Maagd Maria 347 Litanie tot de Troosteres der Bedrukten 354 Gebeden op de Hoofdfeesten der H. Maagd. Gebed op den feestdag van Maria Onbevlekt Ontvangen . . . 358 Gebed tot het Onbevlekte Hart van Maria 360 Op Maria Lichtmis .... 363 Op Maria-boodschap . . . 365 Gebed tei vereering der zeven smarten der H. Moeder Gods . 367 Litanie tot de smartvolle Moeder Gods 373 Op O. L. Vr. Visitatie . . . 376