JOZEF ISRAËLS SPANJE ZESTIG TEEKENINGEN EN EEN AQUAREL OPENBARE VEILING DINSDAG 3 MEI 1904, te half twee in »de Brakke Grond", Nes 53 tlftÜGVHEEK üct a m c t b r n a m RUK3UW VEfSITEIT 0 T R t C H T FREDERIK MULLER & Co. _ , (ANT. W. M. MENS ING) DOELENSTRAAT 10 M MMOAMMKAAMS INSWUUT VEILING-CONDITIËN De Verkooping geschiedt a contant met 10 pCt. opgeld. Na toeslag is het verkochte voor rekening en risico des koopers, zonder eenige aktie of refaktie en zonder eenige aansprakelijkheid van den verkooper. De veilinghouder behoudt zich voor het recht eenige of alle nummers van dezen catalogus in een koop te veilen. JOZEF ISRAËLS SPANJE 1 I s r a ë 1 s in de woonkamer b ij een staande lamp. Hoog 17.5, breed 24 cent. Niet gereproduceerd in Israëls boek. Voluit geteekend. 2 Israëls aan de schrijftafel b ij hangend lamplicht. Hoog 17, breed 25 cent. Voluit geteekend. 3 Plan de campagne. De drie reizigers aan de studie. Hoog 17.5, breed 28.5 cent. Niet gereproduceerd in Israëls' boek. 4 Senor T enorio. Hoog 23, breed 16.5 cent. Bij deze prachtige teekening citeeren wij een stuk uit Israëls boek: Bij het vertrek niet den train de luxe voor San Sebastian ontmoet het gezelschap in hun coupé den eersten Spanjaard: »\Vij vonden daar een oudachtig heer, die dood op zijn gemak zich van zijn schoenen ontdeed, zijn slofjes aantrok en zijn wollen reismuts lekker over zijne ooren trok, zakdoek en snuifdoos op ons tafeltje neerlei en zich recht behaaglijk scheen te gevoelen op de plaats, die wij afgehuurd hadden. Wij keken elkander aan en wisten^ niet hoe wij het hadden. Mais, monsieur! begon ik, met eenigszins ingehouden boosheid, monsieur, ik meende hier alleen te zijn met mijne reismakkers; zoude ik mij misschien bedrogen hebben en niet op de plaats zijn, die voor ons bestemd was? — Ik wist zeker, dat ik mij niet bedrogen had en zeide dat slechts, om den man te beduiden, dat hij zich onbehoorlijk gedroeg; ik luisterde niet naar zijn betoog, riep woedend door het raampje om den conducteur en ging toen met een rood gezicht en trillende handen weer zitten. Ik geloof, dat wij alle drie zeer boos keken naar den indringer, die ons dadelijk bij het begin onzer reis het leven bederven zou. Ons mannetje echter draaide zich met een zeer vriendelijk en voorkomend gezicht naar ons toe, en ging bedaard op de betwiste plaats zitten. Kalm en rustig glimlachend zei hij: Wel zeker, mijne heeren, het zijn uwe plaatsen maar ziet hier, hier is ook de mijne. Hij liet hoogst beleefd zijn plaatsbiljet zien en bewees ons allervriendelijkst, dat wij ons vergist hadden met te gelooven, dat wij het geheele compartiment hadden afgehuurd; wij hadden slechts drie plaatsen betaald en in dit compartiment waren er vier, en deze vierde plaats behoorde aan hem, Senor Tenorio. Wij waren in een belachelijken en moeilijken toestand om onzen vijandelijken toon van daareven in een vriendschappelijk onderhoud te doen veranderen. Maar bij dezen wellevenden man was het niet moeilijk het schip der conversatie op aangename manier weer vlot te krijgen; ja, liet bleek dat deze vermeende vijand van onze vrijheid en gezelligheid de eigenlijke man was, die ons, alsof wij het zoo besteld hadden, op allerlei wijze allerinteressants onderhield. Te Madrid geboren, gewezen gezant van Spanje te Sint-Petersburg, leefde hij thans weer in zijn vaderstad en kwam terug van een uitstapje naar Parijs. Hij besprak met ons het juiste en onjuiste van onze reisboeken; hij vertelde wat wij vooral moesten gaan zien en wat onbeteekenend was; sprak over het Spaansche karakter en de manier om er aangenaam mee om te gaan; kortom een levend reisboek, een onderhoudend prater, gewoon te reizen en te converseeren. En dezen goeden, vriendlijken, zachtaardigen Spanjaard hadden wij als een wilden vogel onze kooi willen uitzetten; we waren verlegen met onze houding, maar Senor Tenorio liet niet merken dat hij dezen overgang gevoelde. Gelukkig kwam nu de kok ons uit dezen toestand verlossen .... 5 Carretero. De ossenwagendrijver. San Sebastian. Hoog 17.5, breed 24.5 cent. »Daar stond ik; kinderlijk verheugd was ik hier te zijn en daarom vond ik alles merkwaardig wat zich aan mijn oog voordeed en verbeeldde mij in de langs mijn balcon voorbijtrekkende carretero, met zijn langen houtwagen en kolossale trekossen, eene eerste spaansche processie te zien die aan mij voorbijging. De drijver, een lange zwarte kerel, in nauwe gestreepte kleeding, was blootshoofds en barrevoets, zijn linkerhand steunde op het vooruitstekende wagenstel en in de andere zwaaide hij een lange zweep, waarmee hij allerlei kronkelingen in de lucht beschreef en een wakker zweepgeklap deed hooren. Hem volgden op den voet de zware ossen. Zij zijn zoo opvallend groot en log, dat men ze, als zij soms voor een herberg stilstaan, waar de vrachtrijder iets te maken heeft, ze met aandacht beschouwt of er ook eenige beweging in deze massa te bespeuren valt. Oogen ziet men niet, zij zijn verborgen onder een wilden haarbos, die van het voorhoofd neerhangt en waardoor heen twee groote gedraaide horens dreigend O CJ c' * ' te voorschijn treden. Uit hunne wijde neusgaten stijgt duidelijk een warme damp naar boven, de zware breede romp rust op korte pooten en breede hoeven en alles herinnert door de onbewegelijkheid en stecnkleur aan Egyptische godendieren. Thans echter bewoog zich deze massa voorzichtig stap vooistap achter den klappenden drijver, waarachter het zwaargetimmerde wagenstel met de trillende latten en lang zwiepende takken het eene uitgestrektheid en schoone beweging gaven, die het mij toen het voorbij was nog lang deden nastaren als een beeld van Spanje zelf, langzaam, trotsch en statig." 6 S t u d i e voo r d en os s e n w a g e n d r ij v e r. Hoog 17, breed 23.5 cent. 7 Studie van hetzelfde onderwerp. Hoog 16.5, breed 2.j.5 cM. 8 Meisjes in San Sebastian, die Israëls het eerste kop thee brachten in Spanje. Hoog 20, breed 16.5 cent- Zie de plaat in dezen catalogus. »Nu was het tijd geworden om te ontbijten en wij daalden de trappen af naar de zaal, waar met groote letters comedor (eetzaal) geschilderd was. Een groot vertrek van donkei eikenhout, waar alle luiken gesloten waren voor den algemeenen vijand, de zon. Voorzichtig deden wij eenige luiken open 0111 naar de voor ons aangerechte tafel te zien; er was echter niets te bespeuren, maar na &een oogenblik wachtens ging de deur open en twee meisjes bijna van dezelfde grootte, misschien wel zusters, traden binnen, boo-en een oogenblik en zeiden vriendelijk lachend: Buenos dias! Zij droegen op de vlakke hand van den vooruitgestoken ïechteiarm voor ons ieder een schaaltje, zetten het op de bloote, doch alansrijk geboende tafel en na ons een oogenblik met hare donkere kijkers gadegeslagen te hebben, als om ons te vragen of wij nog iets noodig hadden, gingen zij weer even deftig de zaal uit zooals zij gekomen waren. Wij keken elkander zegevierend aan, alsot wij Amerika ontdekt hadden. Wij zijn er, riep Eiens, dat is nu Spaansch. Heb jelui ooit zulk glansrijk zwart haar gezien, zoo rijk gekapt, met die bloem er boven op \ mensen, w at gi oote zwarte oogen; en dan die bevallige kleeding met niets. Mij schenen die meisjes met haar stijlvolle manieien, liaaie bewegingen en luchtige kleeding, als twee figuren van Flaxman met kleur en leven bezield." 9 jeugdige toreadors. Hoog i3, breed 23 cent. »Op eens een scherp en akelig gekrijsch uit een trompet, en het stiertje stoof binnen. Vlucht van al de jongens die bang waren en slechts enkelen, jonge picadores, banderilleros of espadas, liefhebbers van allerlei aard, bleven in de ruimte over Wij hielden een oogenblik onzen adem in. Al wisten wij, dat net niet gevaarlijk was, zulk een sprong te midden van stoeiende jongens deed ons toch rillen; maar alles ging goed Nu was het heerlijk te zien, hoe het jonge dier heen en weer dreigend ronddraafde, zijn kop voortdurend schuddend tegen de roode lappen en andere voorwerpen die hem werden voorgehouden, hoe men om hem heen sprong en dartelde, en zijn gevaarlijke^ ïeeds vrij lano-e horens trachtte te ontwijken. Koddig hoe de stier aanliep op& den jongen, dien hij stellig dacht te doorboren en die dan plotseling voor zijne oogen verdween door een behendige sprong over de eerste omheining." 10 Stierengevecht. Hoog 17.5, breed 25 cent- Onuitgegeven. 11 Bedelmonnik. Hoog 25, breed 17 cent. 12 Trappist. Hoog 17, breed 22 cent- »Niet lang hadden wij tijd van deze spaansche bedelares de donkere bruine kleurschakeerimjen en naakte armoede te bestudeeren, want de groote figuur van een in wit laken gekleede monnik, kaalhoofdig en met bloote voeten, kwam op den drempel. Wij vroegen of het geoorloofd was binnen te treden. Geen antwoord volgde. Met het kaalgeschoren hoofd ter aarde wees hij naar binnen, wat ons het teeken was om binnen te treden. De deur viel weer achter ons in het slot en alles was weer stil, stil als in een graf. Een groote bidkapel was het eerste waar wij binnentraden, en een figuur geheel gelijk aan den man die ons open had gedaan, lag in het midden voor het altaar op den grond, met het aangezicht op de eerste trede van het heiligdom. Hij verroerde zich niet; hij scheen in aanbidding verzonken en bemerkte niet, dat er iets ter wereld was wat zich om hem heen bewoog; terzijde zat eene andere witte gestalte, die in een boek scheen te lezen en te bidden. Wij vroegen hem of hij ons door het klooster kon geleiden, doch geen geluid ontsnapte zijn mond. Hij ook boog het kaalgeschoren hoofd ter aarde, en drukte veelbeteekenend den wijsvinger op den mond; wij begrepen toen, dat wij in een klooster waren binnengetreden waar de menschelijke stem niet gehoord mag worden; de gebeden zelfs moeten prevelend, stil voor zich heen worden uitgesproken." 13 Trappist. Hoog 24.5, breed 17 cent. 14 Kopie van een portret van Velasquez, door hem zelf geschilderd. Hoog 26, breed 17 cent. »De eerste morgen in Madrid vond ons alle drie, zonder afspraak, reeds vroeg in de ontbijtzaal; wij gunden ons nauwelijks den tijd om ons ontbijt te gebruiken. De groote figuur van Velasquez de Silva, die ons in het Museo del Prado zou worden vertoond, had ons reeds lang uit den slaap gehouden. Wij holden de straten van Madrid door, alsot daar voor den vreemdeling niets te zien of op te merken viel. Warm en vermoeid kwamen wij voor het groote gebouw aan, maar, om ons wat te bekoelen van onzen honger naar de spaansche schilderijen, stond er een groote gecostumeerde museumbediende, die ons op de »annuncio" wees, die op den muur geplakt was en \\ aai uit wij leerden in Madrid niet zoo vroeg bij de hand te zijn. Nog een uur, nog een geheel uur, hadden wij het genoegen te mogen wachten." 15 Studie naar Velasquez. Zijn portret. Hoog r breed n cent. 16 Herinneringen naar een portret van Velasquez. Hoog 2r.5, breed 17 cent. 17 Naar Velasquez in het P r a d o. Balt li a sar C a r 1 o s te paard. Hoog 17, breed 25 cent. Niet afgedrukt in Israëls' boek. 18 Dans op het veld. Hoog 17, breed 24.5 cent. 19 Stier voor het gevecht. Hoog 17.5, breed 23.5 cent. Zie de plaat in dezen Catalogus. 20 S t i e r vo o r h et ire v e c h t. o Hoog 19, breed 28 cent. 21 Het Eskuriaal. En pr ofie 1. Hoog 19.5, breed 32.5 cent. 22 Het Eskuriaal. In vogelvlucht. o Hoog 19.5, breed 82.5 cent. 23 Gezicht op T o 1 e d o. Hoog ró.5, breed 25 cent. 24 In To 1 edo. Hoog 17, breed 23.5 cent. 25 jonge vrouw niet kindje aan het venster. Kapitale aquarel. - Hoog 38, breed 27.5 cent. Zie de plaat in dezen catalogus. «Voor een dezer vensters zag ik een aardige schilderij. Reeds vóór ik het bemerkte hoorde ik het schreien van een kindje en daar doorheen het sussende zingen van een vrouwenstem en een <