De Congregatie van het Allerh. Sacrament. "?ibliothee! : .i.lDCRDROEOGr v 4 L~ Klooster van het Allerh. Sacrament Brakkenstein — Nijmegen. PB 152 De Tilburgsche Handelsdrukkerij. DE CONGREGATIE VAN HET Allerheiligste Sacrament. jibliotheek ;a^DERBROEOERS WEERT. Klooster van het Allerh. Sacrament Brakkenstein — Nijmegen. DE CONGREGATIE VAN HET Allerheiligste Sacrament. I. — Historisch Oyerzicht. De Congregatie der Paters van het Allerheiligste Sacrament bestaat eerst vijftig jaar. Zij werd in het jaar 1856 te Parijs gesticht onder het episcopaat van Mgr. Sibour, en wel door een priester, die in aller herinnering voorleeft als iemand van meer dan gewone heiligheid, door den Eerbied waardigen Pater Pierre-Julien Eymard, wiens proces van zaligverklaring bij den H. Stoel aanhangig is. EerBt was de Eerbiedwaardige P. Eymard gedurende zeventien jaren lid van de Congregatie der Marieten, in wier midden hij de hoogste waardigheden bekleedde; reeds lang echter liet hem de stem van Gods genade geen rust, toen hij eindelijk het besluit nam een religieus genootschap te stichten, dat geen ander doel zou hebben dan de Eucharistie „n te doen vereeren. Over de oppu- te vereeren en te do ^ voorlichting in tuniteit van zijn P an, . n Augustus van het jaar ~d- -v°Kerk *"? 1855 Pms I- 8tichte men d„ zulke hulptroep "■ ■ zal schenken. Vereeniging, waaraan i^^J^ ^ ^ aan de„ In het jaar vmard het „laudandum , Berbiedwaardigen . J ^ ^ den Bteun> hem waarin hij, hem p» u biBBChoppen toegezegd door verscheidene r Vereeni„ing, met vreugde en de opportuniteit dl --n>VOoral in Frankrijk erkende, wier streven riD vanhet H. Sacrament de aanbidding en e wakkeren. te doen toenemen ^ ^ ^ gaf de0pper- ZeB jaren na^ de st fge Congregatie een nieuw priester aan de nog J n ' iUendheid do0r haar te blijk van zijne hoog met eeuwige, een- erkennen als een het deCreet van canonieke voudige geloften en haar het^e ^ ^ ^ ^ goedkeuring te 'erl^ ufi anhare constituties die in 1875 de eerste goed^unngrden ^ gaf. Definitief goe ge yan 12 Augustus 1895. door Z.H.Leo XUI, J ^ Vereeniging het verlies In het jaar 18681 h die haaT evenwel betreuren van are ConBtituties als een kost' de eigenhandig gesc telt zij vele baren schat achterliet Heden J ^Uê, b,ta», i» y" Sgd« St.»». Spanje, Oostenrijk, de Vereen g en Zuid-Amerika. Het Moederhuis bevindt zich te Rome (160, Via del Pozzetto). Dat is in het kort de geschiedenis der Congregatie van het Allerh. Sacrament. Ook dient hier bijgevoegd te worden, dat zij bij de geloovige bevolking overal met blijdschap werd begroet, dat haar kapellen overal te klein zijn voor het getal bezoekers, en tal van vereenigingen worden opgericht om het H. Sacrament te aanbidden, en aan zijnen eeredienst voortdurend den passenden luister bij te zetten. Ook de wereldlijke priesters zijn haar zeer genegen en houden hunne retraiten bij voorkeur in hare huizen. Doch vooral de Bisschoppen leggen jegens die huizen eene vaderlijke belangstelling aan den dag en meer dan eens hebben zij niet geaarzeld daarvan in het openbaar te doen blijken. II. — Doel en reden van bestaan. Geheel de reden van bestaan dezer Congregatie ligt kort uitgedrukt in het woord, dat de allerzaligste Maagd in het heiligdom van Fourrière sprak tot den Eerbiedwaardigen P. Eymard: •< Al de Geheimen van mijnen Zoon worden door een of ander religieus lichaam vereerd; de Eucharistie alleen is daarvan verstoken; daarin moet worden voorzien." In de Kerk bestaan inderdaad Orden of Congregaties van kloosterlingen, die er zich op toeleggen om de verschillende geheimen of staten Onzes Heeren of van de H. Maagd bizonder te vereeren en na te volgen, terwijl er tot op dit oogenblik — dat moet erkend — geen enkele bestond, die zich ten doel stelde eene bizondere vereering te wijden aan het Geheim der geheimen, het Geheim dat alle andere in zich opsluit en vereeuwigt: Memoriam fecit Dominus mirabilium suorum. En toch, is de Eucharistie niet het groote Geheim in de Kerk. het Allerheiligste Sacrament, het Sacrament, waarin God onder ons woont, waarin Jesus Christus werkelijk, waarachtig en zelfstandig tegenwoordig i3 ? Eerst moeten dus onze eerbewijzingen gericht0zijn tot de Eucharistie, alvorens zij naar den Hemel gaan: en zooals Jesus Christus in den Hemel eenen hofstoet van engelen heeft, die hem aanbidden en dienen, zoo moet Hij ook op de aarde eenen eucharistischen hofstoet hebben van dienaren, die bijzonder aan zijnen dienst gebonden zijn. Is de Eucharistie verder niet het grondgeheim der genade in de Kerk, is het niet Jezus zelf. de oorsprong der genade, die in dit Sacrament leven en heiligheid komt schenken aan de zielenHet eucharistisch offer is de vernieuwing van het offer op den Calvarieberg en de toepassing van de hemelsche vruchten der Verlossing; en de Communie, eene deelneming aan dat offer, is het gezegende voedsel, dat het leven van genade in onze zielen bewaart en ontwikkelt. Maar om dien Schat des Hemels te doen waardeeren, om dien uit te deelen en de zielen er mede te verrijken, zijn er apostelen noodig; en indien de Eucharistie de gloeiende haard is der goddelijke liefde, dan zijn er handen noodig om dat liefdevuur te verspreiden, dan moeten er, zooals P. Eymard zeide, ^brandstichters zijn om de aarde aan hare vier hoeken in vlam te zetten." Is de Eucharistie eindelijk niet het geheim, dat het rijkste is aan lessen voor het leven, is het niet Jezus, voortdurend bezig met de beoefening van alle christelijke en kloosterlijke deugden in den hoossten graad, ons ten voorbeeld. Welk eene zelfverloochening, welk eene nederigheid, welke eene verootmoediging onder de sacramonteele gedaanten ? Welnu, die verheven deugden van Christus in het H. Sacrament mogen niet aan de vergetelheid prijsgegeven worden, niet onbekend blijven en zielen moeten er zijn om die te beschouwen, te bestudeeren en zich op de navolging daarvan bizonder toe te leggen. Is het overigens ook geen gebiedenden eisch van de moeilijke omstandigheden, waarin de H. Kerk thans verkeert, dat de godsvrucht voor het H. Sacrament dieper wortel sc-hiete en dat er bijgevolg een religieus lichaam zij, vooral, ja, alleen om dat te bewerken? In naam der wetenschap en der rede willen de goddeloozen heden ten dage tot zelfs den naam van God doen verdwijnen; over de godheid van Jezus Christus waagt men het heden ten dage leerstellingen te verkondigen die daarvan de uitdrukkelijke ontkenning zijn; moet het dan niet luide worden verkondigd, dat Jezus, God en Mensch, in het H. Sacramenttegenwoordig is en moet Hem als dusdanig geene openbare hulde worden bewezen? Met satanische woede zoekt de vrijmetselarij tegenwoordig H. Hostiën in handen te krijgen om die te onteeren en heiligschennend te bezoedelen; moeten er dan onder de katholieken geen harten zijn, die zich bij elkaar aansluiten en samen een religieus lichaam vormen om dien duivelschen toeleg te verhinderen? En zullen dan de trawanten der hel het H. Sacrament door meer haat erkennen, dan de christenen door geloof, eeredienst en liefde? De christelijke godsvrucht schijnt in onzen tijd. te verflauwen en het zingenot dreigt binnen te dringen in het leven der christenen; dienen dan de zielen niet aldoor dichter bij Jezus Christus te worden gebracht en tot dit aanbiddelijk geheim geleid te worden, dat met zooveel recht genoemd wordt: «het leerstuk, waarvan de vernieuwing der katholieke godsvrucht uitgaat?" Dat zijn de machtige grondgedachten, die God in-af aan den heiligen Stichter der Congregatie van het AUerh. Sacrament en die hem bewogen om zijn stichtingswerk te beginnen, te midden van moeilijkheden, die - menschelijkerwijze gesproken - onoverkomelijk waren. De Voorzienigheid, die alle instellingen te juister tijd en plaats doet ontkiemen, deed de eucharistische Vereeniging ontluiken in de vorige eeuw, wijl deze in Gods oog het meest geschikt was om die Vereeniging vruchten van Zaligheid te doen dragen. III. — Eerste middel: Dc gedurige uitstelling en aanbidding. Het eerste middel, waarvan de Congregatie zich bedient om haar eucharistisch doel te bereiken, is de gedurige uitstelling en aanbidding, waarbij de persoonlijke dienst hoofdzaak is. In alle kerken der Congregatie is het Allerh. Sacrament dag en nacht zonder onderbreking uitgesteld en steeds met feestelijken luister omgeven. Uitsluitend levende bloemen of planten smukken het altaar en niets dan zuiver was dient voor de verlichting. De Gemeenschap wordt bij het Allerh. Sacrament voortdurend door een of meer leden vertegenwoordigd : de aanbidding wordt nooit, zelfs geen enkel oogenblik, onderbroken. Bij de aanbidding houdt men de wacht bij den troon van Jezus Christus, den Koning der koningen; daarom moet de aanbidder, zegt de Regel, ^geknield zijn, met ontbloot hoofd en in koorhemd met witte stola, zoo hij priester of diaken is." ^ an welk een gewicht en buitengewoon groot nut, in zulk geval, de uitstelling en de aanbidding is voor Jezus Christus en de zielen, is gemakkelijk te begrijpen. Zoo wordt inderdaad: 1 Op treffende wijze getuigenis afgelegd v geloof in de waarachtige tegenwoord.gheid van Jezus Christus; die stem immers gast er uit van dien bezielden eeredienst en vooral van de voortdurende tegenwoordigheid dier mannen bij een altaa da daar staat en schittert als een troon. Is dat met de welsprekendste predicatie, met de meest overtuigende belijdenis? , Ook worden zoo de rechten van Jezus Christus als Koning des Hemels en Koning der volken openlijk . erkend Dat toch is de beteekenis van dien eeredienst, van die koninklijke pracht bij de uitetellmg en van dien hofstoet van dienaren, daar tegenwoordig die hunne hulde, hunne ijverige zorgen en al hun werken in de allereerste plaats wi]den aan zijne gezegende Persoonlijkheid. 2 Ook betoont de geheele kerk op die wijze plechtig en openlijk hare dankbaarheid aan Christus in het H. Sacrament voor die gave van zich zeiven en voor de genaden zonder tal, die Hij door d Sacrament in onze zielen uitstort. , Wie anders bracht de heiligen voort, belijders, martelaars, apostelen en maagden, wie ^rs dan de Eucharistie? Welnu, door die onafgebrokenaan- bidding en dien luisterrijken eeredienst wil de dankbaarheid zich op grootsche wijze uiten, tot m h oneindige aangroeien en zich vereeuwigen, waar de gave overgroot, oneindig en eeuwig is. 3. Zoo wordt er verder luide om vergiffenis geroepen voor den haat der godslasteraars, dien men tegen liefde wil opwegen, zoo wil de vurigheid van het boetvaardige hart hulde stellen tegenover beleediging, eer tegenover smaad, persoonlijke tegenwoordigheid tegenover onverschilligheid. Zoo is er, kortom, zooals P. Eymard, zeide, udoor de Kerk een bliksemafleider geplaatst, tegen de bliksemflitsen van Gods verbolgen gerechtigheid." 4. De Uitstelling en de Aanbidding is eindelijk — en zoo heeft de Kerk ze altijd beschouwd — eene openbare en plechtige uitdrukking van gebed voor de christenwereld. In alle kerken der Congregatie heeft trouwens ook de Opperpriester voor eeuwig het Veertig-uur-gebed ingesteld met hetzelfde officieele karakter, dezelfde voorrechten en geestelijke voordeelen als te Rome. Zonder te spreken van de kostbare vruchten, die elk gebed, in tegenwoordigheid van het Allerh. Sacrament verricht, voortbrengt, heeft dus de gedurige aanbidding van het uitgestelde Sacrament dit voordeel, dat het eene openbare daad van hulde, dankbaarheid, eerherstelling en gebed is jegens den God onzer altaren. Ziedaar wat de gedurige uitstelling en aanbidding is van het Allerh. Sacrament; ziedaar de edele zending en de hoogst noodzakelijke taak, die allereerst aanvaard moet worden door eene religieuze Orde, wier eerste en laatste doel de Eucharistie is. IV. — Tweede middel: Hel Eucharistisch Apostolaat en de Eucharistische Vereeniginge»- Het tweede middel der Congregatie van het Allerh. Sacrament is het Eucharistische Apostolaat onder alle mogelijke vormen, waarvoor het vatbaar Zeker is het, dat het geheim der Buchanst.e zal het goed begrepen en behoorlijk uitge eg woi „1L eiseht. die „ h„,«. ■.w—* "» dat geheim te bestudeeren, en het te doen kennen en beminnen. Geen ander geheim immers ,8 voor het oog des verstands dieper verborgen, het is het geheim des geloofs bij uitnemendheid en tevens dat, waaraan de zielen het meest behoefte hebben. Zooals dat met sommige wetenschappelij e vragen geval is, die moeiliiker zijn op te lossen en meer dan andere in het leven ingrijpen, zoo mogen_ ook wel degelijk op dit hoofdpunt der katholieke geloofsleer mannen van toewijding met vereemgde kracht hunne aandacht vestigen en daarvan hunne levenstaak maken: zij moeten op dit gebied, zooals men dat in andere studiën heet, specialisten worde". Studie nochtans en apostolische arbeid 8chl°te te kort, waar het dit Geheim van godsvrucht en liefde geldt; het gebed dient hier te helpen; alvoren Martha na te volgen in haren arbeid, moet een aposte der Eucharistie zich eerst met Maria ter aanbidding hebben begeven: eerst aanbidder zij ij, an De bedieningen en bezigheden van het eucharistisch apostolaat zijn veelvoudig en van verschillenden aard. Zonder te spreken van de parochiale werkzaamheden, die hun in verschillende steden door de Bisschoppen worden toevertrouwd, houden de priesters der Congregatie zich bezig met prediken en hebben zij de leiding in handen van allerlei godvruchtige werken. Prediking. — De prediking by de eeuwigdurende Aanbidding en het Veertig-uur-gebed, tegenwoordig in nagenoeg alle bisdommen ingevoerd en waarvan de vruchtdragende voorbereiding, evenzeer als de plechtigheid zelve, mannen vraagt, die zich daarmede bizonder onledig houden. — De retraiten voor j de Eerste Communie in de parochies, de colleges en de pensionaten; ook daar wordt, zooals blgkt» 1 die gewichtige bezigheid met den dag moeilijker i en eischt die eene afzonderlijke studie. De retraiten in de colleges, de kleine en groote seminaries, de kloosters; de retraiten voor de Heeren geestelijken van de verschillende bisdommen en de Paasch-retraiten. Afzonderlijke retraiten. — Bovendien leiden de Paters der Congregatie afzonderlijke retraiten voor de priesters, die bij hen het geheele jaar door met heilige liefde worden ontvangen. Ook vinden jongelieden, die voor de gewichtige keuze eener levensrichting staan, bij hen rustige en genadenrijke dagen om aan de voeten en onder de oogen van Jezus een wijs en voorzichtig besluit tot rijpheid te brenger.. Van het eerste oogenblik af heeft de Congregatie het Werk gesticht van de Eerste Communie der volwassenen: aan duizenden kinderen en jongelieden, werklieden aan allerlei inrichtingen en fabrieken in de volkrijke werklieden-streken heeft de Congregatie tot op heden de weldaad bezorgd van eene Eerste Communie, die goed was voorbereid en godvruchtig werd ontvangen, terwijl die duizenden anders nooit eenigen godsdienst zouden gekend hebben. Vereeniging Oer Priesters-Aanbidders. — Voor de priesters heeft zij eene Vereeniging gesticht, die op den huidigen dag over de geheele wereld verspreid is en ongeveer 75.000 leden telt, de Vereeniging der Priesters-Aanbidders, die bestemd is om onder de wereldlijke geestelijkheid den geest van het eucharistisch gebed te onderhouden, eenen geest, die zoo noodzakelijk is voor de priesterlijke volmaaktheid en de vruchtbaarheid van zijn apostolaat. Honderden bisschoppen hebben haar goedgekeur , zijn er lid van en beijveren zich om haar onder hunne onderhoorige priesters steeds meer leden te bezorgen. De Annalen der Vereeniging, die tegenwoordig in de verschillende landen der wereld in tien verschillende uitgaven verschijnen, zijn als een band van broederschap voor de leden der Vereeniging zij wakkeren de mede-broeders aan tot ijver voor de aanbidding en doen de Vereeniging op die wijze leven en gedijen. De Eucharistische Priestersbond; in de kerk der Congregatie te Rome canoniek opgericht, tracht mot alle middeleu, waarover de priesterlijke ijver kan beschikken, de leer en het christelijk gebruik te verspreiden, waarvan gesproken wordt in het Decreet Sa/ra Tridentina Synochts, door de H. Congregatie van het Concilie den 20sten December 1905 uitgevaardigd : De quotidiana SS. Eucharistue mmptione. Herhaaldelijk mocht deze Bond het aanmoedigend woord vernemen en den zegen ontvangen van Z. H. Pius X. De Agregatie van het H. Sacrament — zoowel als de maandelijksche uitstelling in de parochies — willen de geloovigen doen medewerken tot het aanbiddingsdoel der Congregatie en ook hen met ijver bezielen voor de glorie van JezusChristusinhetH. Sacrament. Door de tijdschriften verder, die de Congregatie leidt en door de werken, die zij uitgeeft, draagt zij het hare er toe bij om de kennis en de vereering van het verheven Sacrament steeds meer uit te breiden. Altijd eindelijk staat zij gereed om, met evenveel ijver als belangloosheid, door geestelijke leiding en aanwakkering de behulpzame hand te bieden aan alle mogelijke Eucharistische Werken en Vereenigingen, zoo talrijk in onze dagen: Instellingen van aanbidding bij nacht en overdag; Broederschappen van het H. Sacrament; Aanbiddings-congregaties van vrouwen; Tabernakel-devoties; Boekerijen voor eucharistische voorlichting en aanmoediging, enz. enz. Moest er, ter wille van al die Werken, niet een lichaam van kloosterlingen bestaan, wier leven en arbeid daarin het leven zou bewaren, en die zich daarom geheel zouden toewijden aan de instandhouding en de ontwikkeling dier Instellingen, tevens zorg dragende, dat deze steeds in overeenstemming zouden blijven met den geest der Kerk? Zoo heeft men ten allen tijde elke grootsche katholieke beweging, elke dringende behoefte der zielen, elk algemeen streven, vleeseh, persoon en uitdrukking zien aannemen in lichamen van kloosterlingen en zich dan uitbreiden, bestendigen en rijker vruchten van zaligheid voortbrengen. y. _ Voornaamste regels. Voorwaarden van opneming. — Meestal worden geen aspiranten aangenomen, die niet minstens volle zestien jaar oud zijn. Bovendien wordt vereischt, zooals de Kerk dat verlangt, dat men een bewijs van wettige geboorte kunne overleggen, goed befaamd zij, geene schulden hebbe, door geene verplichtingen in de wereld gebonden zij. enz .... Personen, die in eene andere kloosterlijke Instelling geprofest of ook maar gekleed zijn geweest, worden door de Congregatie niet aangenomen. Wanneer iemand zich als student en aspirantpriester aanbiedt, moet hij zijne studiën minstens tot en met de rhetorica voltooid hebben en blijken geven vau geschiktheid voor de studie der philosophie en die der theologie. Biedt iemand zich aan om leeke-broeder te worden, dan moet hij geschikt wezen om den handenarbeid in het klooster te verrichten of een voor het huis dienstig ambacht uit te oefenen. Noviciaat. — Voor de priesters zoowel als voor de broeders duurt het noviciaat twee jaar. Vóór den aanvang daarvan is men een, twee of drie maanden lang postulant. Gedurende het eerste jaar van het noviciaat houdt men zich niet bezig met studie of geestelijke bedieningen, doch enkel met de verschillende oefeningen van godsvrucht, kloosterlijke vorming en handenarbeid, zooals die door den Regel zijn voorgeschreven. Leekebroeders. — Behalve priesters en studenten, neemt de Congregatie ook leekebroeders aan, die aan dezelfde regels onderworpen zijn als de andere kloosterlingen. Ook worden zij van deze niet gescheiden hetzij bij maaltijden, hetzy bij de ontspanningen ; zij houden hunne aanbidding op het koor en met uitzondering van het bidden van het officie, wonen zij alle oefeningen der gemeenschap bij. Den vrijen tijd buiten de aanbidding en de gemeenschappelijke oefeningen besteden zij aan de verschillende werkzaamheden in de kapel en het huis. Geloften. — Na het noviciaat doet men de eenvoudige geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid voor een jaar. Deze geloften hernieuwt men gedurende drie achtereenvolgende jaren en dan eerst mag men de professie doen voor eeuwig. Aanbidding. - Wijl de uitstelling in de kerken der Congregatie eeuwigdurend is, moeten de kloosterlingen elkander bij de aanbidding van het Allerh. Sacrament dag en 'nacht aflossen. Het leven van een kloosterling van het Allerh. Sacrament is dus in de eerste plaats een leven van gebed. Heilig Officie. — Het kerkelijk Officie, volgens het Directorium der Romeinsche geestelijkheid, wordt geheel gebeden op het koor vóór het uitgestelde Allerh. Sacrament, en wel door de priesters en de clerici. Metten, Lauden, Priem en Terts worden gebeden in zittende houding, het overige gedeelte van het Officie bidt men staande. StudVn. Na de professie zetten zij, die hunne studiën nog niet voltooid hebben, die voort in de huizen der Scholastieken. Op zijn minst twee jaren wijdt men aan de studie der wijsbegeerte, drie aan die der godgeleerdheid en een aan de gewijde welsprekendheid; een zeker aantal studenten worden naar het Scholastieken-huis te Rome gezonden, om er de graden te halen. Gemeenschappelijk leven. — Allen staan onder dezelfde regels en dezelfde kloostertucht. Men mag geene andere boeken, meubels of voorwerpen in gebruik hebben dan die der gemeenschap. Geldbezit is volstrekt verboden. Bij de officies, kapittelvergaderingen, maaltijden en ontspanningen, zijn allen gemeenschappelijk bij elkander, doch voor den nacht en de bijzondere oefeningen heeft elk zijne cel. Leefwijze. — Bij de maaltijden heerscht eenvoud^ doch ruime bediening: vastendagen buiten die, welke door de Kerk zijn voorgeschreven, worden er niet gehouden. Twee maal per dag is er ontspanningstijd: anderhalf uur lang na het middagmaal, en later uog een half uur; wekelijks gaat men ook eenen namiddag op wandeling. Verster ringen- — Zondert men de openbare vernederingen uit,die in de meeste kloosters gebruikelijk zijn, dan schrijft de Regel geene oefening van strengheid en lichamelijke versterving voor, tenzij die welke met den eucharistischen dienst gepaard gaan : de nachtelijke aanbidding, de geknielde houding op het bidbankje, enz. Al wie dus eene middelmatige gezondheid geniet is sterk genoeg om zich aan den dienst Onzes Heeren in het H. Sacrament toe te wijden. Kleed ij. — De Paters en de Scholastieken dragen de kleeding van de Romeinsche geestelijkheid: zwarten toog, witten kraag, cingel; manteltje binnenshuis; het onderscheidingsteeken is een geborduurd ostensorie op de linker borstzijde. — De broeders dragen eenen toog, die met gespen woidt bevestigd, een zwarten kraag en eene koord bij wijze van cingel, zooals de priesters en de clerici zijn zij bij de aanbidding op het koor gekleed in koorhemd. Betrekkingen met de buitenwereld. — Behalve de voorgeschreven wandelingen, wordt geen verlof tot uitgaan gegeven dan voor hetgeen de priesterlijke bedieningen en werkzaamheden eischen. Regelmatig terugkeerende vacantiedagen, die men in den kring zijner familie of elders zou kunnen doorbrengen, zijn onbekend. Waar men woont, mag men buiten het klooster geen maaltijd gebruiken. Brieven die men ontvangt of wegzendt, worden eerst door den Overste ingezien. Geest. — Den geest der Congregatie kan men in de volgende woorden samenvatten: nederigheid, eenvoud, liefde, algeheele toewijding van zichzelven aan den dienst en de glorie van Jezus in het H. Sacrament. De leuze ervan is het schoone gebed des Zaligmakers: Adveniat Regnum Tuum! Ziedaar de Congregatie van het Allerh. Sacrament, hare geschiedenis, haar doel, hare middelen; moge zij altijd beantwoorden aan het vurige verlangen, door het Heilig Hart uitgedrukt in de eerste zijner openbaringen, gedaan aan de zalige Margaretha-Maria: Hevig dorst ik er naar, door de menschen geëerd en bemind te worden in het H. Sacrament! Xihil obatat: J. WA.ELEN, S. JM Lib. Cens. Nijmegen, 4 Dec. 1908. Imprimatur: J. POMPEN Vic.-Gen. Busc. 's-Bosch, 9 Dec. 1908.