J{ci\Icn:ciil. hStoomdruk van P. W. van de Weijer, Utrecht. VOOR DE VEREENIGING VAN 8AECULIBRE PRIESTERS VAN I1ET .lefshistlotH f !i*cchf . ONDER DEN NAAM 4 IU | a»i a." Art. 1. Hel doel dor Yereeniging is het ondersteunen van behoeftige priesters, leden der Yereeniging, uit de jaarlijks door ieder lid te storten gelden en uit de inkomsten van een te stichten fonds: „Olla Sacra" genaamd. Aut. 2. liet fonds wordt verkregen en vermeerderd 1' uit de iuleg-gelden; 2" vrijwillige bijdragen; 3" uit de batige saldo's der jaarlijksche contributiën en renten van belegde kapitalen; 4° uit de eventuele geldelijke voordeelen van eene tontine leening. Art. 3. Van ieder lid wordt gevorderd: 1° inleg-geld, en 2' eene jaarlij ksche contributie. Voor de ZEerw. Heeren Professoren en Pastoors wordt bepaald als inleg-geld ƒ 10; als jaarlijksche contributie f 6; voor de Eerw. Heeren Kapelaans, Assistenten en Emeriti als inleg-geld f 5; als jaarlijksche contributie ƒ 3. Bij promotie tot Pastoor etc. dezer laatsten wordt op nieuw ƒ 5 gestort en de jaarlijksche contributie op f 6 gebracht. Door in de „Olla Sacra" eene som van minstens ƒ 125 te storten, wordt men lid der Yereeniging, zonder betaling van inleg-gelden en jaarlijksche contributie. Art. 4. Hij , die bij de oprichting der Yereeniging geen lid wenscht te worden, kan met goedvinden van het bestuur later als zoodanig worden aangenomen, doch met eene verhooging der inleg-gelden, zooals die door het bestuur zal worden bepaald. Art. 5. Het bestuur der Yereeniging zal worden samengesteld als volgt: De Vic.-gen. van het Aartsbisdom, die altijd rechtens voorzitter is. Twee ZEerw. Dekens door hunne collega's op hunne jaarlijksche vergadering te kiezen. Vijf andere leden voor de eerste maal door den Aartsbisschop te benoemen De ZEerw. Dekens hebben gedurende vier jaar zitting, zoodat volgens een te maken rooster iedere twee jaren één der Heeren aftreedt, die evenwel weer kan gekozen worden. Bij vacature wegens aftreding of andere oorzaken geschiedt de aanvulling op boven vermelde wijze. De vijf andere leden hebben gedurende vijf jaar zitting, zoodat volgens een te maken rooster ieder jaar een der leden aftreedt. Bij vacature worden door het bestuur twee candidaten aan den Aartsbisschop voorgesteld, die een der voorgestelden benoemt. Ontslag van het lidmaatschap des bestuurs wordt op aanvrage van liet bestuur of van den belanghebbende door den Aartsbisschop verleend. Art. (i. Het bestuur kiest uit zijn midden een Vice- Voorzitter , Penningmeester en Secretaris; maakt een huishoudelijk reglement, waarin bepalingen worden vastgesteld omtrent het houden der vergaderingen, de werkzaamheden der leden, het bewaren en beleggen van gelden etc. Dit reglement moet aan de gobdkeuring van den Aartsbisschop worden onderworpen. Akt. 7. Slechts de jaarlijksche bijdragen en de renten van belegde kapitalen mogen tot het verleenen van toelagen worden gebezigd. Art. 8. Ieder lid staat bet vrij eene toelage aan te vragen. Deze aanvrage met bijvoeging der motieven moet aan den Voorzitter worden opgezonden, aan wien het is opgedragen, de inlichtingen, die hij noodig acht, in te winnen en de aanvraag met de noodige bescheiden bij de eerstvolgende vergadering des bestuurs over te leggen. Het bestuur neemt, met het oog op de behoeften van den belanghebbende, het aantal jaren zijner deelneming, en den financiëelen toestand der Vereeniging, eene beslissing over de te verleenen toelage. Tot het ten uitvoer leggen dezer beslissing wordt de goedkeuring van den Ordinarius vereischt. In buitengewone gevallen kan de President met toestemming van den Ordinarius voorloopig eenige toelage verleenen. Het bestuur heeft het recht ieder jaar de reeds toegestane toelagen in te trekken, te verminderen of te verhoogen, waaraan evenwel zonder de toestemming van den Ordinarius geen gevolg zal worden gegeven. Art. 9. Aan het bestuur wordt overgelaten, indien dit wenschelijk wordt geacht, het regelen van eene tontine leening met al wat daarop betrekking heeft. Art. 10. De ZeerEerw. Dekens nemen jaarlijks inzage van den staat der Vereeniging en de eventueel te sluiten tontine leening, en zijn bevoegd hunne bemerkingen en adviezen omtrent den loop der Vereeniging uit te brengen. Atct. 11. Binnen drie maanden na het einde van hetboekjaai zal de Rekening en Verantwoording aan de goedkeuring van den Ordinarius worden ondeiwoipen. Art. 12. Veranderingen in de verschillende bepalingen en artikelen van dit reglement kunnen slechts met goedkeuring van den Ordinarius worden gemankt. Behoudens de rechten van den Ordinarius wordt bovenstaand reglement door ons goedgekeui d en bekrachtigd, v f A. 1. SCHAEPMAN , Aartsbisschop van Utrecht. I