1! R I E F NAAR AANLEIDING VAN I). S. OOKTER'8 OEsciiRi rr L»E flIEüLUGIE VAN Pu. J || SCHOKTEN brief NAAR AANI.RIDINR VAN IX 8. GOR I ER'S gfsciii;ift- DE THEOLOGIE VAN Pu. .1 II SCHOLTEN k\z DOOK •' II. SC II () I, T E N, HOOW.KKKA AH TE I.EIDF.N Ij KI DEN, H. E N G E L S. 18 58. waarde vriend! (nj vraagt mij, of ik op hel geschrift vhii den heer u. s. gorter: «De theologie van Prof. schoj.tei* getoetst, enz." denk Ic antwoorden, en wijst mij zelfs op de noodzakelijkheid, die daartoe, volgens uwe meening, omdat het boek hij sommigen ingang vindt, voor mij bestaan zou. Waarom ik desniettemin tol geene opzettelijke beantwoording zal overgaan, wil il< u gaarne mededeelen. Daartoe zal ik eerst het standpunt voorstellen, waarop mijn bestrijder slaat en vervolgens de wijze u doen' kennen, waarop lnj 'len strijd gevoerd heeft. Gij inoogt dan hieruit oordeelen, of eene opzettelijke en uitvoerige beantwoording inderdaad van mij kan verlangd worden. De theologie van den heer gorter, waaraan hij de resultaten van mijn onderzoek loelsl, meestal /-onder naauwkeurig de gronden, waarop mijne overtuiging rust, te overwegen, en alle daartoe voorhanden zijnde bronnen, bepaaldelijk mijne Leo n>|'(!icti van dc waarheid, die hun van de overzijde der kloof hekend gemaakt werd, «somtijds, zonder dal zij het zeiven begrepen (?), werktuigelijk (!) overhragten, kan voor den mensch ie hoog en Ie wonderbaar zijn, maar niels van hetgeen in Christus aan het licht is gekomen kan voor ons Ie hoog en onaannemelijk zijn, omdat hij niets werktuigelijk heeft overgehragt" en de kennis der waarheid , als »idea innata", zich langzamerhand uil. hem zelven, »mensch als wij", ontwikkelde, hl. 21, 22, ÜO, 6?' »Wat ciiristus hegreep en gevoelde kunnen wij derhalve ook hegrijpen en gevoelen," hl. :;o. Het Christendom is redelijk, omdat ciiristus redelijk was, hl. 22. De goddelijke waarheid, met ciiristus uit den hemel "incdegegaan", hl. 28, en in den vorm van ideae innalae ol »als kiem hij zijne menschwording medegekomen" en vervolgens »menschelijk in hem ontwikkeld", hl. 50. werd dooi' hem uitgesproken en moet, even als hel onderwijs zijner Aposlelen, hl. 20, als goddelijke openharing gelden en mitsdien op gezag van God worden aangenomen. De grond voor ons geloof mag niel zijn , dal wij dc waarheid inzien en hegrijpen, maai* alleen, dat God haar geopenbaard heeft, en dus hel goddelijk gezag, hl. 44, 46. De getuigenis des II. Gecsles moge als heivijs voorde waarheid gelden , maar is niel de grond waarop wij gelooven, hl. 61. Echter -.verkondigt het Christendom ons zijnen inhoud nergens als orakeltaal, die wij slechts blindelings hebben aan le nemen, maar gebiedt ons, zelven Ie oordeelen en te onderzoeken, of die dingen alzoo zijn," hl. 51. »Een gelooven zonder hegrijpen is geen waar zaligmakend gelooven," hl. 52. Zoo lang ecliler dal iirml "iel geboren is, moeien wij de waarheid aannemen op goddelijk gezag. »Wij moeien hel gezag niet wegwerpen, maar zóóver trachten te komen, dal wij geen gezag meer noodig hebben," hl. 49.-Die eenigzms gevorderd is beeft gec„ gezag en wonderen meer noodig; hij begrijpt, gevoelt en ondervindt de waarheid," hl. 52, 53. Hel hier voorgedragene en grootendeels niet des schrijvers eigene woorden medegedeelde standpunl. is gelijk ieder deskundige terstond ziel, hel oude supranaluralisliscb rationalisme. Urengl het echte en zuivere supranaturalisme mede, dat de waarheid, die van de o\erzijde der kloof lot ons koml, grootendeels met hef/repen, maar enkel op gezag ffclno/d moet worden, erkent het dienovereenkomstig mysteriën den zin van onbegrijpelijke geloofswaarheden,' gorter, zien wij, js van oordeel, dat er zulke tn hoi genlieden in bet Christendom niel zijn, bl. 68 en «lal de Christelijke waarheid kan en moet begrepen worden, bl. 150, 51, 52. Was, volgens het oude supranaturalisme, dc waarheid bovennatuurlijk, zoowel "aar inhoud als oorsprong, volgens gorter is zij '•et alleen naar haren oorsprong. Volgt, naar het echle supranaturalisme, uit den aard der zaak, dat de waarheid niet anders dan op goddelijk gezag moei worden aangenomen, volgens gorter valt die geloofsgrond weg, zoodra de mensch, en daartoe kar. bij komen, de waarheid redelijk leerl inzien. Dat de heer gorter op dit standpunt staat, is niet le verwonderen. Vele godgeleerden uil eene vroegere school zijn met hem van dit gevoelen. De overgang van de oude orthodoxie mei hare mysteriën lol mil- dere, meer redelijke begrippen had, blijkens de geschiedenis, plaats door bel supranaluralistisch rationalisme heen, dal, later lot rationalisme ontwikkeld, het Christendom lot eene bloole leer van bel alledaagscb gezond verstand verzwakte, loldat een dieper wijsgeerig indringen in het wezen der godsdienst zoowel aan hel supranaturalisme als aan bet rationalisme een einde gemaakt en de klooi' lusschen den menschel ijken geest en de goddelijke waarheid, althans uit de theorie, verbannen liecl't. De beer gorter is niet supranaluralislisch orthodox. Hein zijn b. v. de drieëenheid, de satisfactie, geene geloofswaarheden. God is hem eenvoudig Vader, ld. 96, en christus een hooger wezen dan de mensch, ld. 121, 124. dat in den lijd een menschelijk ligchaam heelt aangenomen. De vergeving der zonden uil kracht van een schuldbetalend zoenoffer, vindt men evenmin bij hem. Hij staat, gelijk gezegd is, op het supranaluralislisch-rationalistisch standpunt. Dat standpunt is sedert lang in de wetenschap voorbijgegaan. Del rusl op eene gezagslbeorie, wier onhoudbaarheid sedert, en ook in mijne schriften, zells volgens bet oordeel van mannen als chantei-ie de la saussaye '), die overigens in mijne gevoelens niet deelen, onwederlegbaar bewezen is. De heer gorter, ilie onder de bronnen, waaruit hij mijne beschouwingswijze leerde kennen, mijn hoofdgeschrift Oe leer der Hervormde Kerk niet eens vermeldt, heeft op de (alrijke logische, psychologische, historische,dog- ') Ernst en Vrede, 1857, bi. 199, 206, 207. Vgl, 1858, bl. 362. matische, exegetische en vooral religieuse bezwaren, doormij tegen dat slandpmil ingebragl,!,bl. 122—146, zelfs van verre geen acht. geslagen, veel minder zich de moeite gegeven om /.c uil den weg Ie ruimen. Hij vergenoegt zich met zijne meening in dezen vorm: »sciiolten leerl dit, en ik zeg dat", naasl de mijne te slellen. Voorts gaat bij bij zijne openbaringslheorie uil van sommige voorstellingen in liet O. T., zoo als b. v., dal elia aan aciiar verkondigde, dal er in drie jaren geen dauw ol' regen zijn zou, bl. 55, die zeker voor geene psychologische verklaring vatbaar zijn, maar zonder zich vooraf van den aard dier berigten historisch rekenschap le geven. vergenoegt zich met de blootc uit¬ spraak, dal »de wetenschap den tekst dier schriften gezuiverd en bare echtheid bewezen heelt," bl. 15, »en dat er geen de ininsle schijn is, dal de historische waarheid dier feilen immer zal of kan bezwijken," bl. 77. In plaats van bel begrip van «openbaring" af te leiden uit de oorspronkelijke bronnen, d. i. uit de schriften dier mannen, die zeiven verklaren openbaringen ontvangen le hebben, en bet profetisme uit de eerste band, d. i. uil de schriften der profeten, le leeren kennen, vergenoegt hij zich met zich te beroepen op latere berigten van anderen omtrent openbaringen, die deze en die ontvangen beeft, en miskent door dit onkritisch gebruik der Schriften den waren aard van bet Israëlietisch profetisme. In het N. T. rust zijne openbaringstheorie op eene zuiver Ariaansche Christologie, die reeds door atiianasil's voor heidensch werd verklaard, omdat zij nevens den éénen God een halfgod leerde aanbid- den, en als docelisme gebrandmerkt, omdat zij de menschheid des Heeren lol een ligchaam beperkte, een docelisme, waarvan ook gorter niet vrij is, daar hij bij den niensch jezus idcac innalae onderstelt, die anderen uit kracht der menschelijke natuur niet hebben. Deze theorie, door herder voor «transcendentalen onzin" verklaard, wordt thans door peen enkel Duilsch geleerde van naam, hetzij orthodox, hetzij vrijzinnig, omhelsd, (zie Leer der llerv. Kerk, II, bl. 35 2,) en mag geacht worden in gorter en enkele Groninger godgeleerden en supranaturalisten uit eene vroegere school zich zelve overleefd te hebben. Noglans wordt zij op nieuw door gorter voorgedragen, zonder ook hier te hebben acht geslagen op de vele kosmologische, psychologische, dogmatische en exegetische bezwaren, die door mij in het reeds genoemde werk tegen die voorstelling zijn ingebragl, 11, bl. 189 v. 500, 329 v., zoodal bij ook nog, in weerwil van zooveel exegetische tegenspraak, als reeds van kalvijn al zich heeft doen booren , in de woorden van jezus, Joh. VIII: 26 en 58, XV: lij, de betuiging leest, dat jezus op aarde leerde wal bij «vóór zijne geboorte" van den Vader geboord en bij God gezien had. Alsof dan ook de Joden, die I. a. p. ook spraken wat zij »bij hunnen »Vader gezien hadden," door deze spreekwijze verondersteld moeslen worden vóór hunne geboorte bij den duivel geweest te zijn! Alsof het »hooren van den Vader" niet de formule ware, waarmede jezus zelf bel innerlijk vernemen der goddelijke waarheid door eiken waarlijk vromen mensch heeft aangeduid, Joh. VJ: 45! Wie van dit standpunt wederlegging verlangt of bchoe\en mogt, hem kan ik niel anders venv|,)y.('ii naar mijne schriften. Wal daar over bel een en ander in liet breede gezegd is moet eerst door den lieer gorter gelezen en wederlegd worden, eei li ij regt heeft om met eene in de wetenschap, ik duif zeggen, alom verouderde zienswijze op nieuw voor den dag te komen. Wie zonder dal geneigd mogien zijn om den heer gorter tegen o\cr mij bijval en goedkeuring te schenken, al- 6,1 omdat zij door hem hunne eigene zienswijze booren uitspreken, voor de zoodanigen schrijf ik niet. De heer gorter zegt. dal de wijsbegeerte tol onwetendheid leidt en niets oplevert dan «fantasmata. vermoedens, enz." Hij toont daarmede niet te welen wat wijsbegeerte is. Wijsbegeerte is wetenschap, en wetenschap is bel begrijpen van hetgeen werkelijk is. Zij put bare kennis niet uit de rede, zooals gorter meent, evenmin als uil het menscheHik oog, maar bedient zich van beiden om de waarheid, die als object buiten den menscb. als subject, beslaat, te leeren kennen. Dat gorter rede en openbaring, rede en bijbel, als correlate begrippen , naast elkander als een »ent\veder" en »oder" plaatst, bl. 12. is mede eene dier verouderde stellingen, die de gezonde logica verwerpt. Wat geopenbaard wordt moet, door de menscbelijke rede begrepen, bet eigendom des menschen worden. Alleen bet werkelijk zijnde, dat zich aan onze beschouwing of waarneming voordoet, en niel de rede, dan alleen in zoover ook deze tot bet objectief werkelijke behoort, levert de stof onzer kennis, die door de rede geassimileerd of opgenomen d. i. in haren zamenhang begrepen moet worden. Zoo is ook het feil der verschijning van Christus een voorwerp onzer waarneming, en als de rede nu dat leil in zijne waarde, beteekenis, zamenhang, bedoelingen en gevolgen leert begrijpen, dan is dit Christelijke philosophie. De philosophie, die, volgens gorter, zich in fantasmata verlustigt, is de ^tvöwvvjLioi yvujcsis °f valsch genaamde wetenschap, de xevq (pi/.oao(fia of ijdele philosophie, de gnostiek, die i-aulus als eene hersenschim verwierp. l)e ware wetenschap heeft gtene fantasmata, maar alleen hel ware, d. i. het werkelijk zijnde, in de theologie den historisch werkelijke» Christus tot object, en wordt door do Apostelen als ware wetenschap (yvujoig), als begrijpen (n dit goddelijk gezag, a|«oo geconstateerd, vindt ohper den grond des gelooft voor.onmondigen kin- ■ °n' J""?C llc,|cn' volwassenen, dienstboden dalooners, handwerkers! en," |,l. 64. »I)e eeni-zins IZ?T "r,en WU hem -beeft geen ft iJer' ó70d teren n,ee'' "00di?" Het aUernatief ■ ,e ; o ; a, gorters Christen dat alles blinde- ■ . ^ hebben aan te nemen op het gezag van • doinine s' , en „0g Vve, van met elkander twis" lende godgeleerden, en zich dus verlaten moet op u!?enis, welke onmondigen, dienstboden, r ooneis.enz. niet kunnen beoordeelen, óf al die geleerdheid zich zal hebben eigen te n aken om wanneer ook de uitkomst volkomen gun^ 1' mogt, bij slot van rekening, te vernemen: God heeft >» vroegere eeuwen door abraham en mozes, door JEZUS z'jne Apostelen tol hunne tijdgenooten gesp ok n ? ' "on,lcp er' ''Ü gebrek aan zelfstandig geloof zeker van te wezen, dat God dat alles ook tot hen, *e° bekt' b. ■ lig, en wien kan hel verwonderen dal me a een dc llly8iiekent niaa,. 0f)k (,c hervormers ■ ■ . lutiier en kalvijn, en niet slechts deze maar °° b0,isseaü en lessing, en niet slechts ^ methol'8 GliEG°R|U^VI in den strijd inel iiermes, eené " 'Ie veroordeeld hebben, waarbij de erke,,„i„- Z onfeilbaar r/oddelij/c gezag van menschel^. i. » bewijzen alhankelijk gemaakt en de vraag: heeft God gesproken ? voor eenc feilbare vierschaar bepleit en be- iioiiwd T„,7; r,e r"'" '"m"m «- met do waarheid. Hij gelooft niet tval cn omdat God gesproken lieert, maar hij gelooft op grond van zijne eif/ene bewijzen, dal God gesproken en zóó gesproken heeft als Hij, volgens zijne exegese, gesproken heeft. Valt zijn historisch bewijs of zijne wonderlheorie, dan heeft God voor hem niet gesproken; faalt zijne exegese, dan heelt God iets anders, misschien hel legendeel geopenbaard van 'Igeen hij meent, dal God gesproken heelt; en daar deze bewijsvoering en exegese altijd feilbaar blijven, vooral voor gorter, die zich op dat gebied niet genoegzaam veiirouwt, hl. 52, verkeert hij, die de uitspraken der rede voor fantasmata verklaart, en daarom hoogere, absolute, zekerheid vei langt, in de jammerlijksle onzekerheid. God spreekt voor gorter, maar niet door den Heiligen Geest, niet door die slem, die, «zonder Hebreeuwsch, Gricksch ol Latijn te spreken, zonder mond of tong en zonder geluid van woorden," zooals augcsti.M's het uitdrukt, in ieder vroom gemoed zich laai hooren, maar God spreekt uil verre eeuwen, en gorter hoort die slem, na eerst Hebreeuwsch en Gricksch en Clialdeeuwscli geleerd Ie hebben, door het kanaal van de bijbelsche overlevering en eene daarop toegepaste historische kritiek. Hij moet, 0111 hel onfeilbaar woord van God te geloovcn, voor de waarheid, dat God gesproken en zóó gesproken heeft, zich óf verlaten op de onfeilbaarheid zijner eigene bewijsvoering, taalkennis, tekstkritiek en exegese, óf, waar hij deze niet als absoluut zeker erkent, sleeds in twijfel zijn, ofGodwel werkelijk gesproken en zóó gesproken heeft. Dat dit het treurig resultaat is van gorters denkwijze, komt nergens duidelijker voor den dag, dan waar l'Ü hl. 47 verklaart het gezag van God le gelooven op mensc iclijk gezag door de kritiek bevestigd!" 1 aar, zegt hij, dat gezar, is slechts de aanvang, '' ' v gelooft eerst op hel gezag zijner ouders en °m daarna uit eigen oogen te zien, Ik i/ U'l "i ' \ 'l0t 0""'°"nen ■ Maar is dil gezag dan L C " S°'ldelijk gezag, dat ons absolute z.ekerheid moei waarborgen? Mag het feilbare gezag, dal den «"mondige, die zich alles laat diets maken, zijne kinderjaren hehcerscht, als analogisch voor'«'•> g«l«eu voor het onfeilbaar gezag van God? < kimdaarenboven gelooft op het gezag van zijnen ^ en van wien het tvcc,, dat bel IS' 31aar ,liei' is hel juist ,1e vraag: hoe ecl ik da God gesproken heeft? Zoo ik dat laatste "et weten kan dan langs den weg, dien gorter ons !' 'J7' ewa,,delen, om dan nog, aan het eind der ■ ?,' °;il.tei,'00re" spreken lot ,8,,ae». wc0d.mü8, ,l" "ithische gemeente, maar zonder, bij gebrek :a,:„e,ge" ,n,i»1 1,1 »£ *"• 'liJ 'lot afnemen vin nllo i / ' me'P en,e l,esrippen, de geesl van alle handen vrijgemaakt, (en dil bedoelde Jzvs)' • cedb gemakkelijker zal leeren bewegen onhei sTeedl r Van '"i1 I'°Ve,1ZinneliJ,;c c» ook daar lol ,I00-CI'C zekerheid geraken? ar gorter heefl nu reeds hehoefle aan vnlLmeno vn\rn..i,A: i 111 aan volko- e /ekeiheid, en neeml dus voorloopig de toevl,,-. . e '"J ,Ie autorileil van God noemt, hl 5--» l)il '".i (Iic hehoefle irevoeli wil 'i ' *" mair aa„ r 1 1 ' gaarne ?clooven iaa' aa" ,lie hehoelle kan waarlijk -eliil vi, • z,j" voldoen. Wien l et ,vaa 1™°"; 53 Sssasfes 011 eene ' l '' CU'e vertaling, niet ' ,Tf ona*c" «"tm, maar „eend, i„ |, , ' . 2IJnM' W"»n« aan goddelijk geza» e,e, lil de Vni'lnlinrr „i • , . J kL4a0 > C\0111)1 in ' n,Cl Slec,lts den grondleksl deed schrijven, maar nok voor eene authentieke vertaling zorg droeg, en met dc authentieke vertaling ook eene authentieke verklaring der hijhelsche waarheid gal'. Zie, dan was gorter van alle onzekerheid verlost. Dan behoefde hij zich zeiven niet meer te mistrouwen, dan kon hij , zonder eenige subjectieve inmenging, en op de allergemakkelijkste wijze, zich verzekeren: God heeft gesproken, niet meer en niet minder dan dit gesproken, zóó gesproken en niet anders gesproken. Maar dan is hij hiermede Koomsch geworden. Naar Ilome toe is de noodzakelijke consequentie van hel stelsel van gorter, eene consequentie, die alleen ontweken wordt door hem, die met jezus en dc Apostelen de erkenning der waarheid niet bouwt op uiterlijk gezag, maar opdeinagldcs geesles, maar op hel zelfstandig ontwikkelde kenvermogen van den mensch, bestemd, om, gelijk lutueiu het van adam geloofde, God van nature te kennen, gelijk liet oog hel licht! 2° Eene tweede bedenking van gorter is ontleend aan mijne stelling, dat on/.e rede door de zonde verhinderd wordt de waarheid in onhenevelden glans Ie aanschouwen. Daar wij nu allen nog zondaars zijn, zoo volgt hieruit, dat deze slelling »niel op werkelijke, maar alleen op denkbeeldige menscheu van toepassing is," hl. 12. gorter heeft daarin gelijk, doch zijne redenering geldt niet mij, maar de evangelieleer zelve. Waar wordt door jezus en dc Apostelen onze christelijke kennis voorgesteld als volkomen? Overal is hel: opgebouwd worden, voortgaan in dc kennis, een kennen ten dcele, een zien der waarheid als door een duisteren spiegel, h ah'iy/uuzi. Kan de mensch, die nog door zijne zinnelijke natuur beheerscht wordt, o ipv%txós, de bovenzinuelijke dingen niet verstaan, volgt daaruit, dal er voor den liooger ontwikkelde (6 nvtvfiaztzog) geene zelfstandige, ofschoon dan ook nog altijd onvolledige , kennis der waarheid mogelijk wezen zou? \olgens jezus en paülus, is de kennis van liet bovenziiiiielijke de vrucht en het loon van onze zedelijke ontwikkeling, volgens gorter moet elk, ook de yv/jzog, do waarheid fix und ferlig op het papier vóór zich hebben, en met dat blad vóór zich, evenzeer als dc hoogstontwikkelde, zich kunnen beroemen in het bezit der waarheid te zijn. Neen, de zekerheid, die gorter verlangt, wordt niet zoo gemakkelijk verkregen, maar moet de vrucht zijn van langdurige oefening en strijd. Wie niet uit God geboren is, ziet de dingen des koningrijks niet, de aanvankelijk verloste begint ze te zien, ofschoon nog slechts gedeeltelijk. Volkomene kennis is hier beneden voor den mensch niet weggelegd. Is onze ontwikkeling eens voltooid, dan zullen wij God zien, en kennen, zoo als wij zeiven gekend zijn. Misschien rijst hier bij u dc bedenking op, of dan de christenen, terwijl zij, volgens gorter, óf blindgeloovenden óf critici en exegeten zijn moeten, volgens mijne voorstelling, zelfstandige denkers en wijsgecren zijn moeten; eene meening, die het Christendom evenzeer voor daglooners, dienstboden, enz. ontoegankelijk zou maken. Op die bedenking geven de Apostelen ten antwoord, dat, ofschoon de christelijke gnosis of het weten de hoogste vorm is, waarin de waarheid wordt toegeëigend, ook de minder ontwikkelde, indien hij slechts »rcin »van hart" is en niet door de zinnelijkheid beheerscht wordt, nogtans door de kracht der waarheid en der heiligheid, die in ciiristus zich aan hem openharen, zóó wordt aangetrokken, dat ook hij in jezus de slem van God hoort, en, doordemagt, die van hem uitgaat, overmeesterd, niet die eenvoudige dienaren uitroept: »nooit sprak een mensch zooals deze," of met de nog gebrekkig ontwikkelde leerlingen: »gij hebt woorden des eeuwigen levens." Wie gezind is den wil van God te doen, wie slechts eenige mate van zedelijke ontwikkeling deelachtig werd, die zal, uit kracht der verwantschap van den rnenschelijken geest aan het goddelijke, erkennen, dat deze leer uit God is. Zelfs zijn er onder die minder ontwikkelden, die jezus >de kinderkous" noemt in het koningrijk der hemelen, aan wie de waarheid geopenbaard wordt, terwijl /.ij voor de zich noemende wijzen en verstandigen in zijnen lijd, wier kennis der goddelijke dingen ook enkel rustte op overlevering, schriftgezag en interpretatie van de. letter, verborgen bleef. Bestaat de kennis der waarbeid , als kennis beschouwd, bij meer eenvoudiger) nog ingewikkeld, terwijl zij bij meer gevorderden ontwikkelde kennis is, zoo is echter ciiristus ook voor hen, die als schapen de stem des herders kennen, het brood des levens, zoo gevoelen ook zij door zijne geestelijke levensmagt zich beheerschen ; en moge ook paui.us de voorkeur geven aan hen , die met hun verstand de waarheid inzien en weten wat zij spreken , boven den minder verstandelijk ontwikkelde, die wat h ij gevoelt niet onder woorden brengen kan, zoo erkent l"j toch ook in de lagere glossolalie en in elke stille verzuchting, die uit het hart tot God zich verheft eene werking des H. Geesles op den geest, en verheer' "J" tnxl .n de magt der waarheid, die zelfs den meest eenvoudige, indien hij waarlijk vroom en ml de waarheid is, tot Christus henen drijft Nog erger ziel het er uil met gorters slandpunl wanneer wij van hem, die voor zijne zekerheid eene goddelijke autoriteit verlangt, vernemen, dat «zelfs jezüs het voorregt niet had de geheele waar- cgryPeM en te doorgronden», maar alleen wat „voor een mensch te hegrijpen en te gevoelen is", 'I- «0, vgl. hl. 22; dal »de profeten dikwerf zeiven niet begrepen wat hun geopenbaard werd", hl. 21; dal de Apostelen van jezus het zijne niet «werktuigelijk overbraglen", maar zich eigen maakten, en dat, «daar zij gebrekkige mensehen waren, het bijna niet anders kon, of dat gebrekkige moest wel in meerdere "11,ltlei'e male in heigeen zij spraken en schreven aan het licht komen," hl. 22; dal zij de waarheid overbraglen, zoo als zij zich die »voorstelden • en »in gebrekkige menschelijke vormen" uildruklen, hl. 94, 20; dat in den bijbel onderscheid gemaakt moet worden ..lusschen vorm en inhoud, Heest en letter, zin en uitdrukking, het blijvende en lijdelijke en plaatselijke", hl. 94; «dal wij het Christendom met behoeven op te nemen in die kleur en dal fatsoen, waarin het mij hier wordt aangeboden;" „dat wij niet gebonden zijn aan hunne individuele vormen," hl. 9i>; dat „wij „iet gebonden zijn om het Christendom der H. Schrift met vorm, kleur, inhoud, geest (ook de geest niet!) en letter"' zelfs niet »\val wij als blijvcnrlcn inhoud erkend hebIicii, geheel aan te nemen" hl. 97, 98, vermits het Woord Gods ons verkondigd wordt door „Joden." hl. 94, en „in vormen, die joodsch gekleurd zijn," lil. 9i>. En zóó spreekt de man, die, waar ik in hel evangelie van .ToiiAiNNEs de waarheid, door jezus voorgedragen, ontdaan zie van de Jnodsehe terminologie, waarin zij nog hier en daar in de synoptische evangeliën wordt voorgesteld, „aan zijne verontwaardiging zou wenschen lucht te geven!" lil. 39. Zoo is hier dan het resultaat van al die kritische geleerdheid, indien wij ook langs dien weg immer zoo ver komen, en de kritiek , waarop gorter houwt, den grond niet onder onze voeten wegneemt, dat wij God door middel eener schrift hooren spreken, maar met dit voorbehoud, dal, daar God zich heeft bediend van gebrekkige menschen, en door even gebrekkige menschen zelfs het volmaakte onderwijs van zijnen Zoon doen te boek stellen, men eerst het „individueel mcnschelijkc"van hel „algemeen menschelijke" zal hebben te onderscheiden. I']n naar welken maalslai zal dat geschieden door hem, die met gorter de uitspraken der rede voor fanlasmala verklaart.' Waarlijk die eisch is op hel supranaluralistisch standpunt onredelijk! gorter daalt bier ongemerkt al' lol hel rationalisme, dat in bel eind al wal het zeil niet plaatsen kon voor vorm verklaarde, de Apostolische leer, van haren vorm ontdaan, onkenbaar maakte en met don vorm ook van haar wezen beroofde. Dan komt men tol hel resultaat: jezus en de Apostelen wisten de waarheid wel, maar hebben haar meestal niet duidelijk, althans "iel in vormen, voor onzen leeftijd geschikt, uitgesproken. Alsof men van menschen, die de waarheid gebrekkig uitspreken, op eenigen grond kan weten zij ,ic waarheid wisten! Dan zullen wij aan 'EZ;,S cn PAÜLÜS moe,en vragen, wat is hier in uw onderwijs slechts tijdelijk en plaatselijk en wat blijvend, en hiertoe de verouderde accommodatietheorie op nieuw te hulp moeten roepen. De scheiding van vorm en wezen is i„ de wetenschap verouderd. De vorm behoort tot het wezen W.e ... den vorm der apostolische eeuw niet tienken kan, die kieze voor andere denkbeelden nieuwe vormen, doe nieuwen wijn in nieuwe lederen zakken, maar ontvorme de schriften des Nieuwen Testaments „iet! Wie op het standpunt staat, waarop JEz.;s zijne gemeente geplaatst heeft, en' door den geest der waarheid geleid, de waarheid zelfstandig leert inzien, behoeft zulk eene onnaIiimrli,ke operatie niet. Hij scheidt niet wat bij de Apostelen niet gescheiden was. De scheiding van vorm en wezen moet beschouwd worden als eene laatste poging om het kanonick gezag te redden van schril ten, die zich zelve nooit tot eene uiterlijke autoriteit voor het nageslacht hebben opgeworpen. U.t het bovenstaande ziel gij, niij„ vriend! dal gorters standpunt onbruikbaar en verouderd en daarom sedert jaren in de wetenschap verlaten is. Het zal u dus niet bevreemden, dat de beer gorter, bij deze verouderde denkwijze, ook niet bij ma^le "as om de resultaten vat, mijn onderzoek getrouw weer te geven. Van deze onmagt is zij,, l,„ek het sprekende bewijs. Wilt gij pl.ocv(!lli zie hier een en ander, dat, nevens liet reeds dooreen ongenoemden Theol. Doctoren Predikant, dooreen recensent in »de Tijdspiegel", door herderschee en vooral door spijker opgemerkte, u zal kunnen overtuigen van hetgeen ik zeg. Spreek ik van Gods immanentie, dan meent gorter, dat ik bedoel: God is »een wezen in de wereld," 1)1. 118, en »God is in de wereld opgesloten," waarmee ik dan, volgens hem, ontkennen zou, dat wij in God leven, ons bewegen en zijn, blz. 9, 10, 110. Verklaar ik mij op een lal van plaatsen in mijne geschriften, ook in mijne «geschiedenis der wijsbegeerte" voor de transcendentie van God, inzoover ik God, ofschoon van de wereld niet afgescheiden, toch van haar o«ih0|M Iilli» isi 0| ,1,. waarheid door God geoiwm»ar;l „f do„,. nensdmi M11 hel |ir|il ld. 81, 88. Leer ik, dal hel u„i,ers„„, Ü(J,|S ""ff w, en |lci universum voor ons speciaal de mensch, bovenal in de n.enscl.heid, chr.stus, do zondelooze mensch, laat ik niet na dit laatste zelfs meer dan noodig was te herinneren, uorter berigt eens dat ,k alleen put uit natuur en geschiede•»>. en dan weer, „dat ik wil putten alleen uil „a. e;; e„ toch alleen put uit c.i.s- ■> 1 • ' ■ Ben ik van oordeel, dat de Heilige Geest, God absoluut, i„ ci.r.stcs, als religieusen ffeest, in nienschelijken vorm zich geopenbaard heef, 'oo a. 'f, Z0n,lio «nenschelijke bij ons door het zuiver nen.schelijke cristus geheiligd wordt, dan meent «on-Kn da', volgens mij, het menschelijke door het "j lJ en niet door het goddelijke geheiligd wordt, • .as o de H. Geest, door in den mensch jezus rr, IVH"' °phield Ce" goddelijke geest Ie zijn! ' 'la( God 1,1 hcl eeuwig denken, hetwelk in hel universum zich verwerkelijkt, zich openbaart, en zoo SUbjeC z,ch zc,v«" object tegen zich overstek gorter, die van deze philosophische terminologie ie s si iijnt te verslaan, leidt daaruit af, niet dat Gods scheppende idee of gedachte werkelijk wordt maar de onzinnige stelling, „dat God zelf zich in de wereld werkelijk maakt", bi. 109, volgens mij »in den Logos een dubbelganger noodig lieert", bi. 12-2, en dal ik eeno tweeeenlieid, hl. 109, o(dualiteit in God aanneem bl. 123. Leer ik, dal eene redelijke erkenning van hel in ciiristus geopenbaarde geheel iels anders is, dan een zich zeiven verhellen boven christus, heb ik dit laatste uitvoerig beloogd, Leer der liet vormde kerk, I, bl. 338—341, en hiermede hel rationalisme afgewezen, gorter, die daarvan niets schijnt gelezen te hebben, verhaalt, »dat ik de Openbaring aan de rede en nog wel aan mijne rede onderwerp, bl. 157, /8. Zeg ik, dat de godsdienst van ciiristus niet daarom de ware is, onidal zij doorhem gesticht is, maar, omgekeerd, dat hij voor den ciiristus te houden is, omdat bij de ware godsdienst gesticht heeft, heb ik daaruit afgeleid, dat, zoo de kritiek, wat ondenkbaar is, den hislorischen oorsprong des Chrislendoms onzeker maakte, bet Christendom als godsdienst blijven zou, dan wordt deze gedachte door gorter dus overgehragl: »dat hel Christendom waarheid zijn zou, al ware het ook door een nietswaardig mensch lol stand gebragl," bl. G2. Alsof een nietswaardig mensch zoo iets volmaakts zou kunnen lol sland brengen en men de mogelijkheid hiervan kon stellen, ook zelfs in het geval, dat de historische oorsprong des Chrislendoms onzeker ware! Erken ik de historische waarheid van feilen, die, in de theologie onder den naam van «wonderen" bekend, door jezus teekenen genoemd zijn, beweer ik zells, dal zulke feilen, even als hel feit van 's Hecren opstanding, in verband met het nog wankelend geloof dei apostelen, noodzakelijk waren ter vesliging van hel Christendom, heb ik dit herhaaldelijk en nog niet lang geleden opzettelijk trachten aan te wijzen in hel tijdschrift Licht, Liefde en Leven, gorter, die in zulke teekenen niet slechts eene afwijking van de ons bekende natuurorde, maar eene verstoring er van en eene gewelddadige ingrijping schijnt te zien, leidt uit mijne wereldbeschouwing, die zulk een ingrijpen niet toelaat, af, dal wonderen onmogelijk zijn , bl. 110, en dal ik de wonderen ontkennen moet, bl. 37. Leer ik, dal bet gebed niel zijn mag Cen egoïstisch vragen, waarbij men God lol het middel verlaagt om zijne bijzondere wenschen te verkrijgen, dan zegt (.orier, dat hiermede (?) »het eigenlijk gebed vervalt , bl. ito. Leer ik overal, en kan ik niet andeis leeren, dan dal alle ware godsdienst persoonlijke gemeenschap is met God, gorter dringt mij op, dal ik zou moeten leeren, »dat de mensch geene kracht uit de persoonlijke gemeenschap met den Onzienlijke verkrijgen kan, maar alle kracht in zich zeiven vinden moet," bl. 110. Alsof de bewustheid van eigene kracht met hel diepste afhankelijksgevoel in stiijd ware! ISoein ik den bijbel de historische kenbron der lsraèlietische en Christelijke godsdienst, gar ik hiervan opzettelijk rekenschap, {Leer der Herv. Kerk, I, bl. 78), gorter, die dat niet schijnt gelezen le hebben, zegt, dat, volgens mij, de bijbel de kenbron der waarheid is, bl. 91, en brengt mij hierdoor in tegenspraak met mijzelven. Stel ik bel onderscheid lusschen bijbclsche en dogmatische theologie hoofdzakelijk hierin, dat, terwijl de eerste het gevoelen der bij belsch rij vers naauvvkeurig refereert, de laatste als vrije wetenschap de formule zoekt, waarin dezelfde godsdienstige waarheid, dezelfde geest, overeenkomstig de vorderingen van onzen tijd in onderscheidene wetenschappen, wordt uitgedrukt, (hul. Pars formalis, p. 3), gorter noemt dit »den bijbel in overeenstemming brengen met den voortgang «Ier onderscheidene wetenschappen in onzen tijd", hl. 91, zonder acht te slaan op lil. 20 en 24 van hetzelfde geschrift, waar duidelijk te lezen staal: »het begrip dor bijbelsche theopneustie brengt niet mee, dat de H. Schrijvers onfeilbaar waren op het gebied der phvsische, historische en metaphysische wetenschappen, en de erkenning, dat de uitspraken der Schrift, op dit gebied in menig opzigt met de ontdekkingen van onzen leeftijd in tegenspraak zijn, doet niets te kort aan de waarde deiSchrift, op godsdienstig gebied." Is hel mijn gevoelen , dat het eeuwig en persoonlijk beslaan van den Logos in den bijbel en door de kerk geleerd wordt, maar het voorbestaan van Jezus evenmin in de Schrift uitgesproken als door de regtzinnige godgeleerden der Gerelormeerde kerk erkend wordt, oorter schrijft nu eens, dat ik het voorbestaan van jezus als bijbelleer erken, bl. 28, en verwijt mij dan weder,en nog wel op dezelfde bladzijde, dat jezus'voorbestaan door mij ontkend wordt. Erken ik christus als middelaar en koning, zijn zitten ter regterhand van God , de vergeving der zonden op grond van de volkomene offerande, door christus levende en stervende aan liet kruis gebragl: vind ik niets aannemelijker, dan de Paulinische leer der regtvaardiging in christus door hel geloof, wordt dit alles door mij in de Inilia, bepaaldelijk in de soteriologie, ontwikkeld en als waar erkend, ofschoon ik die waarheden, zooals zij door pal'lus in de terminologie der Joodsclie scholen zijn voorgedragen, niet van hel gebruik dier spreekwijzen afhankelijk acht, en hel daarom opmerkelijk vind ,Kiek geschreven heefl, in diseie-sie te Irtih n, of ook de re>ulta!en van mijn onderzoek teven hein t<' verdedigen, «ioiwra slaat op een standpunt , lat, een;:,iial. op voorgang Ier Socinianen door de Remonstranten i u lalt re siiprunaliualislische en ralionalisiiselie godgeleerden uei d ingenomen, en destijds zijne betrekkelijke vaarde nad deels tegenover eene onredelijke mystiek, deels u^en v. .• een tiaditio neel, van de IVoomscbr kerk overgenomen doelt < nI.cvezen Sehiftgiv.ag, maat nu in de wetenschap gevallen i. . Op dit standpunt worden de bijbelboeken, de wonderen en de voorspellingen des bijbels uil ctn oogp'Mil bes -houwd, dal m l de b'doeling des 1,'jbels zelven ui strijd is Op dit standpunt treden vour de w >ndei m herieïen van wond- reu in de plaats, en maakt rnen, in plaats van bel Christendon toegankelijk tt stellen voor onaiondigen, hen óf, in strijd mei het Protestantse!! he gin.se!, van mensehelijk ge/ag afhankelijk, ól ->ienk«t, Jï»rr u z? ***** "* •*"*■ i» *** fait j "» ":el "JO « .„ijvo,, llcr ' de ™ ^ '" <• »•*••,■«.Ut Mairt, " ' 7""'",10„„lell r^llT ™" !e l,egri^" ■ ««W-« * ™« ,n,j„e . • ***.... ,0 s,,rek„„; Jte ,Jnl ■t |.,e heo.^e. koelst Ie ben, wann,or h„ de 7!""a Zl'jiie Sl(?It' <ïie',?>aier:hoven ... 'ia 'Jl,0!irjen niet geraadpleegd lieefi ;;r; «*•< *«*«• **& 2 ,,sprf.: Xe LHT ?■ dar' " gevol, van de Lui ,et" 'T 'mi""n <*"•"»*'. «• fc"H aan i, achting, die k |,em 0ve"e^> als nienscfi en Cluislenleeraar toedraag. C w v rionii Augustus Iö58 J H. SC.JOLT5N