De aanval op het geloof. door Ds. W. KREMER Wij hebben als belijdende christenen onzen Bijbel hef van Genesis 1 tot Openbaring 22. Toch valt het niet te ontkennen dat er in dien Bijbel woorden staan, die ons wat vreemd en onwennig geworden zijn. Het zijn die woorden, die spreken van een verkeeren als schapen te midden van de wolven, van verdrukking in de wereld en van een lijden om Christus wil. En omdat deze woorden ons wat vreemd geworden zijn, verstaan wij beloften, die met dezen druk in het nauwste verband staan, ook niet meer in hun volle beteekenis. Zeker, wij kennen allen onzen persoonlijken strijd; wij nemen misschien eens kennis van de z.g.n intellectueele bezwaren tegen het christendom, maar dat de kerk en het christendom met geweld wordt tegengestaan om te trachten hen uit te roeien, dat verstaan wij toch eigenlijk niet. Geschiedenisboek, marelaarsannalen en roman deden ons deze vervolgingen kennen als historisch feit, maar overigens hadden wij een plaats daarvoor gereserveerd in onze christelijke romantiek, zooals die nogal eens te pas komt in de peroratie van een preek of toespraak. Dat een dergelijke vervolging bange realiteit kan zijn, konden wij ons moeilijk indenken. Nu echter komen deze dingen ons meer nabij. Weer is een aanval op het geloof ingezet. Weer wordt met wapengeweld getracht Christus' kerk te vernietigen. ... Vlugschrift No. 282 Uitgave ,,Geloof en Vrijheid" - Hartmansstraat 53-57 - Rotterdam De nieuwe ideologie van het Bolsjewisme meent dat een opbouw van staat en maatschappij naar zijn idealen alleen mogelijk is op de puinhopen van de kerk, het christendom, ja, van allen godsdienst. Aan allen vorm van godsdienst heeft het communisme daarom den dood gezworen. En met de daad wil het dezen eed bevestigen over heel de wereld, indien daarvoor maar eenigszins de mogelijkheid is, gelijk het dat binnen de grenzen van eigen rijk reeds op bloedige wijze gedaan heeft. En stilstand kent het op den weg van dit ideaal niet. De jaren dat het er mee bezig is bewijzen het maar al te duidelijk. Een wijziging in de manier van optreden is slechts verandering van tactiek, niet van beginsel. Het Bolsjewisme haat het christendom met een doodelijken haat. En het is deze felle haat die in de bittere koude van den voorbijen winter de motorische kracht was van den aanval op het kleine maar dappere Finsche volk. Wel is deze aanval — op het oogenblik dat dit geschreven wordt — in een haastigen vrede geëindigd, maar niet onwaarschijnlijk is ook dit een kwestie van tactiek. In deze aanval is echter voor heel de wereld duidelijk geworden dat de haat tegen het christendom een agressief karakter draagt en zich niet beperkt tot eigen land. Wij zullen goed doen ons het bizonder karakter van dezen nieuwen aanval op het geloof bewust te maken. Meer dan eenmaal zijn kerk en christendom belaagd en vervolgd. Toch heeft, tegen den achtergrond der historie gezien, deze aanval iets eigens. En dat eigene maakt hem juist zoo fel. In de eerste eeuwen van zijn opkomst, toen het christendom zijn gezegenden loop begon, werd het ook bestreden. Het was de strijd van het wegstervend Heidendom met zijn staatsgoden en staatsreligie. Het was de worsteling van de nacht die de duisternis wil vast- houden tegen het rijzend morgenlicht, dat overal wil zegevieren. Ook rondom de Hervorming ligt een tijdperk van bloed en tranen. Maar Roomsch en on-roomsch waren er van overtuigd dat God te dienen noodzakelijk was. Het harde pleit liep over de vraag: Hoe wil God worden gediend? Het was hier eigenlijk een strijd op de basis van het christendom zelf. Maar de strijd van nu, in het Oosten van ons werelddeel, draagt een karakter dat van de vorengenoemde worstelingen grootelijks verschilt en daarom ook geheel anders gezien moet worden. Hier is het een geweldige anti-religieuse macht die aan de religie in eiken vorm den oorlog verklaart en vooral het christendom het gif voor het leven acht, omdat het de groote belemmering is voor een wezenlijken opbouw van het leven. In dezen vorm is de aanval op het geloof nog niet eerder in de historie gezien. De absolute uitroeiing van godsdienst, gezin en gezag, zooals die op de grondslagen van het christendom oprijzen, wordt met dezen aanval beoogd. En door deze aanvalsgedachten wordt de SovjetRussische politiek gedragen en bezield. Hier is een inspiratie uit den afgrond, die tot een wereldrevolutie naar deze beginselen wil drijven. Inderdaad gaat het in dezen strijd om de meest principieele vragen. Vooral om de vraag of God over den mensch ten troon zit en zeggenschap heeft of dat de mensch in trotsche verwatenheid over God zal heerschen en Hem „afschaffen". Het kon belachelijk genoemd worden als het niet zoo ontzettend ernstig was. Met dien ernst heeft, naar meer dan eene zijde, Finland bitter kennis gemaakt. En het einde daarvan kan niet bemoedigend heeten voor anderen al is in den honderddaagschen kamp gebleken dat het christendom een bezieling in den strijd kent die het godloozendom niet kent en niet verstaat. Nu wij nog niet aangevallen worden, roept, wat in Finland geschied is, ons tot ernstige bezinning. De strijd daar kan straks die van ons worden. En dan zal een andere kracht als die uit eigen fondsen de onze moeten zijn. De kracht van Hem die gezegd heeft: Mij is gegeven alle macht in den hemel, en op aarde. Maar Hij wekt ook op: Hetgeen ik u zeg, dat zeg ik allen: Waakt. CENTRAAL-ADRES: Ook voor steun aan Kerkelijk-Finland: Dr. F. J. Krop, Frankenslag 181, Den Haag, Giro 70603