Het God-loos bolsjewisme. Het Zwitsersch Christelijk Persbureau meldt, dat de centrale raad der godloozen de volgende besluiten na den opmarsch der Russische troepen in Oost-Polen nam: 1 De gezamenlijke kerken, synagogen en overige gebouwen van eeredienst worden gesloten; 2. De Sovjet-Russische godloozenbeweging neemt direct de stichting van afdeelingen der godloozenbeweging in de door het roode leger bezette gebieden ter hand; 3. Aan de gezamenlijke kerkdienaren wordt aangezegd hun arbeid te staken; 4. Het meubilair en de overige voorwerpen in de kerken worden in beslag genomen; 5. Personen die door den Poolschen staat wegens godslastering veroordeeld werden, moeten dadelijk worden vrijgelaten; 6. De gezamenlijke wetten der Poolsche regeering, die tegen de godloozenpropaganda werden uitgevaardigd, moeten opgeheven worden; 7. De overeenkomst tusschen den Poolschen staat en het Vaticaan verliest haar geldigheid; 8. De Sovjet-Russische godloozenvereenigingen richten een godloozendagblad de Polski Besboschnik in de Poolsche taal op; 9. Voor de organisatie der godloozenbeweging in Polen wordt een ciediet van 2800.000 roebel beschikbaar gesteld- 10 De nieuwe Russische zender in Polen neemt direct de eod- ai° jenpr°paganda in de bezette gebieden ter hand' 11. AI deze maatregelen treden terstond in werking. Naar wij meenen te weten zijn deze besluiten, weliswaar besluiten van de machtigste beweging in Rusland, maar toch met de besluiten der staatsautoriteiten in bezet Polen, zoodat het mogelijk is, dat de staatsautoriteiten eenige verzachtingen hebben aangebracht. Veel echter moet men zich hiervan niet voorstellen. Vlugichtifl No. 264 Uitgave ..Geloof en Vrijheid" - U Pijnackctraat 102-106 - Rolterdrnm Van Russische zijde wordt uit Moskou gemeld, dat tal van geestelijken en rabbijnen uit bezet Polen gevangen genomen zijn en naar concentratiekampen in Rusland werden gebracht; de gevangennemingen duren nog voort. Later wordt nog gemeld: De centrale raad der godloozen te Moskou noteerde voor atheïstische propaganda 2 millioen roebel en zond 6500 propagandisten naar het nieuwe gebied. De geestelijken zijn reeds naar Siberië verbannen, uitgenomen zij die van hun ambt volledig afstand doen en van wie deze verklaring als serieus wordt geaccepteerd. Ook in de Baltische staten wordt volgens bericht uit deze zelfde bron de atheïstische propaganda opgenomen. Maarschalk Worosjilow heeft aan de garnizoenstroepen, die in deze landen gelegerd worden, speciale propaganda-secties gevoegd. Licht in de Duisternis. Het Zwarte Boek. E.u.O. In de berichten over den Evangelisatie-arbeid in het grensgebied is er dikwijls op gewezen, hoe eenvoudig van ontwikkeling de Russische grensbevolking is. Dank zij de schoolplicht, die 20 jaar geleden in Estland werd ingevoerd, is het analphabetisme bijna geheel verdwenen, maar de lage trap van cultuur waarop de Russische grensbevolking staat, stelt hen niet in staat de noodige ontwikkeling te verkrijgen. Zoo ontstaat in de hoofden der jeugd een warwinkel door hetgeen op school wordt geleerd, uit de boeken gehaald wordt en uit vroeger tijden aan bijgeloof overgenomen is; wat niet zelden tot hersenschimmen leidt als het volgende voorbeeld aantoont. In V., het centrum van het Russenrijk in Estland, onderhield ik mij met een jongeman van 20 jaar, die de plaatselijke lagere school had afgeloopen. Er kwamen religieuze zaken ter sprake en de jonge man zei: „U moet weten, dat ik niet Godloos ben. Ik weet dat er een God bestaat. Maar ik heb een verwijt aan het adres der priesters: Waarom verbergen zij voor ons, het eenvoudige volk, hun geheim?" „Hun geheim," vroeg ik verbaasd, „wat bedoel je daarmee? Die priesters hebben in het geheel geen geheim, zij hebben alleen hun opleiding en hun priesterwijding ontvangen." „Neen, de priesters weten alles. Zoo wist bijv. de overleden Vader Petrus van te voren, dat er oorlog en revolutie zou komen. Bedenkt U nu maar, dat U ook van dat geheim af weet." Toen ik nogmaals plechtig verzekerde, dat van een geheim geen sprake kon zijn, voer de jonge man uit: „Maar één ding moet U en de priesters toch zeker weten. Er is ons uit de Heilige Schrift niets van de jeugd van den Heiland bekend. Maar U weet toch zeker wel, waardoor Christus in staat was zulke verstandige leerstellingen te verkondigen en wonderen te doen, zooals geen ander mensch op aarde iets dergelijks heeft kunnen doen." „Christus is toch ook geen gewoon mensch," antwoordde ik hem. „Hij is toch God gelijk, Hij is toch Gods Zoon, de beloofde Verlosser. Dat bewijzen juist het best Zijn daden." „Neen," zei de jongeman, „Christus moet dat alles ergens hebben geleerd. Ik heb verleden jaar een boek gelezen, waarin stond, dat Christus in zijn jeugd in Indië is geweest en daar alles van de „Jogen" (volgelingen eener geheime Oostersche secte) heeft geleerd. Ook in het blad „Sevodnja" stond een artikel met gelijkluidende inhoud." „Ja," antwoordde ik, „het kan zijn, dat het in een boek of een krant heeft gestaan, maar men kan ook niet alles wat gedrukt staat gelooven. Er wordt zooveel gedrukt dat door de feiten tegengesproken wordt." „Maar wat kan men dan wel gelooven?" zei da jonge man vertwijfeld. „Wanneer het gedrukte woord niet waar is, wat is dan eigenlyk wel waar?" De jongeman was overstuur; de bodem scheen hen onder de voeten te wankelen; zijn geloof in het gedrukte woord was geschokt. Het ontbreekt die jonge mannen aan de noodige kritiek, die zij door gebrek aan opvoeding niet hebben. Zij lezen zonder onderscheid alles wat in hun handen komt en gelooven dan dikwijls de onwaarschijnlijkste dingen. Het interesseerde mij den oorsprong van deze hersenschim te ontdekken en het gelukte mij het volgende vast te stellen: Bij het eenvoudige Russische volk leeft de veronderstelling tot op heden, dat men in elke Russische Kerk een „Zwart Boek" 0) heeft, waar niemand behalve de priester aan mag komen. In dat Boek staan de bijzondere geheimen voor den priester geschreven, en hij moet het vooral heel zorgvuldig bewaren. Daarmee in verband heeft zich een gerucht verspreid, dat in den tijd van den vrijheidsoorlog een priester, die uit Pleskau vluchtte, zijn „Zwarte Boek" in V. verloor. Dat boek kwam in handen van een oude boerin, die met behulp daarvan zieken genas en wonderen deed. Die vrouw stierf, maar begroef voor haar dood het boek. De tweede bron van gedachten van den jongeman zijn waarschijnlijk boeken geweest, die hij heeft gelezen. Wanneer men de voorraad van de bibliotheken op het land nagaat, dan kan men daar met verbazing vinden o.a. menig werk over de z.g. esotherische leerstellingen: theosophie, anthroposophie, enz.; en het is niet te begrijpen met welk een onverantwoordelijkheid de boekenkeus voor de bibliotheken op het land wordt gedaan. Wanneer zulke werken op zichzelf al geen waarde hebben, dan zijn zij toch voor de verbeeldingswereld der slecht ontwikkelden vergif. W. Bucholtz. ') Merkwaardig is, dat hier bij de geestelijkheid het groote boek over de ambtsbezigheden „Boljschoij trebnik" — .,tschornaja knig" - het „Zwarte Boek" wordt genoemd.