CONSTANTIJN HUYGF1ENS, ALS VRIEND VAN ORANJE EN ALS CHRISTEN. ') 't Gebeurde eens, dat verscheiden vorsten bijeen zaten in de keizerszaal te Worms en dat ieder hunner uitweidde in den lof van zijn land. Achtereenvolgens roemden de keurvorst van Saksen op zijn zilvermijnen, de vorst van den Ryn op zijn wynbergen, de monarch van Beieren op zijn oude kasteelen. Eberhard met den baard van Wurtemberg had lang gezwegen, maar kwam ten slotte ook voor den dag en zeide: „In mijn land „heb ik niets van dit alles, waarop gij roemt, maar ik „heb iets anders; ik durf mijn hoofd gerust in den „schoot van ieder myner onderdanen neer te leggen tot „midden in het eenzaamst woud." En toen zeiden al de anderen: „Ebenhard met den baard is de rijkste „van ons allen." Voorwaar zoo is het. De hoogste rijkdom van een vorst is de trouw zijner onderdanen. Dit heeft koning 1) Een voorlezing voor enkele Oranjevereenigingen. ljir*wL.. H