VERONTWAARDIGING VAN ROBERT DE TRAZ IN DE „GAZETTE DE LAUSANNE" UITGAVE „GELOOF EN VRIJHEID" Ie Pijnackerstraat 102-106 — Rotterdam Wordt lid van de Chr. Mannenvereeniging „Gij zijt allen Broeder^'. Lidmaatschap ï 1.50 per jaar. De léden óntvajigen grèfiè het orgaan „Gelooï pn Vrijheid'?. Art. 3 en 4- Her Statuten géven (duidelijk doel en richting aan. • Art. 3. De Vereeniging heeft tot grondslag het Evangelie van Jezus Christus naar de Heilige Schriften, en heeft ten doel de toepassing der beginselen des Evangelie s op elk levensterrein. Art. 4. Zij tracht dit doel te bereiken: a) door de behandeling van onderwerpen van godsdienstigen, kerkelijken, zedelijken en maatschappelijken aard zoowel op de ledenvergaderingen, als in openbare samenkomsten. b) door het inrichten van een bibliotheek. c) door het verspreiden van lectuur. d) door het uitgeven van een orgaan. e) en verder door alle wettige middelen, die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn. Men geeft zich op als lid voor de stad, bij het bestuur der Vereeniging: le Pijnackerstraat 102—106. HET BESTUUR van „Gij zijt allen Broeders" is samengesteld als volgt! Dr. F. J. KROP, Eere-Voorzitter, Willebrordusplein 19, Tel. 42992. N. VAN DER VLOED, le Voorzitter, Diergaardelaan 48c, Tel, 55671 en 51940. J VAN LUYK, 2e Voorzitter, Cath. Beersmansstraat 4. M. ] KUNST, le Secretaris, Maaskade 66b, O.Z., Tel. G. L. 'MOLENBROEK, 2e Secretaris, Willebrordusstraat 133. W A. BRAND, le Penningmeester, Bergschelaan Idl, Tel. 41375. „ . A. M. VAN DER ZANDE, 2e Penningmeester, le Pijnackerstraat 102, Tel. 43734. H. HEY, Benthuizerstraat 83b. S. VAN WAARDENBERG, Jan Willem Frisostraat 24, Hillegersberg. (Zie voor vervolg Bestuur Pag- 3 Omslag) BloUOTHEEK PThU Oudestraat 6, Kampen VERONTWAARDIGING VAN ROBERT DE TRAZ IN DE „GAZETTE DE LAUSANNE" llllllllllSS th^-kampEN ■iiiifijiHimiiii VERONTWAARDIGING VAN ROBERT DE TRAZ IN DE „GAZETTE DE LAUSANNE." Onder dezen titel: „Een noodkreet, die geen gehoor vond, neemt de heer D L^rt de Traz' een artikel uit de „Bibhotheque Universelle" en de „Revue de Genève (Jan. 30) over, met een scherp commentaar, dat wij hier in zijn geheel weergeven: „Wij verzoeken onzen lezers met aandacht den oproep te lezen, welken Mgr Antoine, voorzitter van de Synode van de Kussisch-Orthodoxe Kerk in den vreemde in November van het vorig jaar in de bladen heeft gedaan en dien zeer weinig kranten hebben overgenomen: s ,.Vanuit het uiterste Oosten bereiken ons hartverscheurende berichten. De roode legers, die China binnendringen, hebben zich met groote wreedheid ge- worpen op de Russische vluchtelingen, die een schuilplaats hadden gevonden in het gastvrije China Geheele dorpen van Russische uitgewekenen zijn verwoest, de mannen gedood, de vrouwen verkracht, de kinderen zelfs vermoord. Geen genade voor zwakken noch zieken, voor jong noch oud. Geheel de Russische ongewapende bevolking, die zich op 't oogenblik op Chineesch grondgebied bevindt, is neergeschoten en gedood met een wreedheid zonder weerga, ja ten prooi aan de vreeselijkste martelingen. Hier zijn priesters: een van hen wordt aan den staart van een paard gebonden. Hier liggen vrouwen, verkracht, met afgerukte borsten. Hier zijn kinderen, met afgehouwen voeten in putten geworpen. Hier vindt ge ook nog vrouwen, wier gezichten verbrijzeld zijn door hen, die geen medelijden kenden. Hier worden grijsaards gedood. En de stroomen voeren in hun wateren het bloed mede van radelooze vrouwen, die trachten te ontkomen, van kinderen die wegvluchten en die neervallen, omdat ze getroffen zijn door de roode machinegeweren. Het bloed stolt in de aderen, wanneer wij de berichten lezen, welke volkomen vertrouwde personen ons verschaffen, en die betrekking hebben op de wreedheden door de Rooden begaan in het gedeelte van China, dat zij overweldigd hebben. Ons geheele wezen siddert, wanneer wij de bloedige vernieling hooren van een ongewapende bevolking en van onschuldige kinderen. De bisschoppen en heel de geestelijkheid van het Uiterste Oosten schreeuwen het wanhopig uit; de organisaties van Russische uitgewekenen, de Russische pers doen een beroep op allen: maar men verneemt geen enkel antwoord, geen enkel woord van troost. Niemand waagt een hand ter redding uit te steken. Wanneer wij zien op de protesten, die geuit werden tijdens de onlusten in Palestina en de bewogenheid, die zich van zekere Staten meester maakte, en wanneer wij die dan vergelijken bij dit stilzwijgen, bekruipt ons het vermoeden, dat de wereld de vernietiging van het Russische volk verlangt. Nu al twaalf jaar lang verscheuren de bedriegers van Moskou de ziel van Rusland, vernielen ze onze beschaving; de kerken zijn verwoest, de oude heiligdommen geschonden, de geestelijkheid en de gemeenteleden worden wreed vervolgd. De gevangenissen zijn stampvol van onsch'uldigen, die er wegrotten en er sterven van den honger. De meest geraffineerde pijnigingen worden toegepast en haar verfijning stelt zelfs de donkerste bladzijden der geschiedenis in de schaduw. Alles wordt in het werk gesteld om den schrik en den angst te vermeerderen. Maar de volkeren der wereld blijven zwijgen, als met stomheid geslagen. Sommigen zelfs zijn in onderhandeling getreden met die misdadigers, hoewel zij zeer goed weten, hetzij door middel van de pers, hetzij door hun eigen beambten, welke gruwelen en welke wreedheden begaan zijn. Heden richt ik, grijsaard, mij tot de wereld. Tot u, volkeren; tot u, die de Staten leidt; tot u, bondgenooten van Rusland, wier overwinning ten deele te danken is aan de opofferingen van datzelfde Rusland; tot u, broeders door het bloed en het geloof, Slavische volkeren, voor wie Rusland zijn liefste kinderen heeft gegeven. Ik doe een beroep op u allen. Verheft uwe stemmen om een volk te verdedigen, dat men verwoest. Stelt paal en perk aan de wreedheid der roode tyrannie. En als het dan niet in naam van God is, laat het dan zijn in naam der menschheid, der beschaving, der ontwapening. Levert thans het bewijs van uw menschlievendheid, van uw beschaving. Gij hebt de middelen in handen om een eind te maken aan die geweldplegingen. En gij, geestelijke leiders der mensch- heid, gij, die telken jare op conferenties zamen komt om te beraadslagen hoe het Evangelie het best kan worden toegepast in het leven der volkeren, die een moreele orde wilt instellen voor den wereldvrede, begint de verwezenlijking van het werk, dat ge ondernomen hebt, in Sovjet-Rusland. Vestigt de aandacht van uw gemeenteleden op dat land, waar het Heilig Evangelie bestreden wordt, waar de zedelijkheid is afgeschaft, waar de godsdienst verwoest is, waar God zelf gelasterd wordt. Uw plicht is het de volkeren te vereenigen door de bevestiging der beginselen van het Evangelie. En toch hebt ge uw stem niet verheven tegen die heiligschennissen. Gij zijt doof gebleven voor de kreten, welke het Russische volk slaakte. Leent het oor aan mijn noodkreet en verheft thans uw stem. Aan mij, grijsaard zonder kracht, blijft, helaas, geen andere mogelijkheid over om hulp te bieden aan mijn volk dan te smeeken en te roepen. En ik heb het meer dan eens gedaan. En heden doe ik het weer en mijn kreet mengt zich met de kreten en de roepstemmen van mijn stervend volk. Yougoslavië, 18 Nov. '29. * * * Men kan niet nalaten te veronder- stellen, zoo gaat de heer de Traz verder, dat de smart, de ziekte, de ontberingen wellicht de hersens van dezen waardighuisbekleeder der Orthodoxe Kerk in de war hebben gebracht. Bevend, stotterend, met oogen nog rood van de gestorte tranen, verbeeldt deze arme grijsaard zich dus, dat zijn geklaag ons belang inboezemt?! Wij weten het wel, dat men moordt en geweld pleegt door geheel Rusland; we gebruiken er echter niet minder onze vier maaltijden per dag om. Wij worden aangegrepen door verzonnen geschiedenissen in de bioscoop en wij maken het hof aan vrouwen, die nooit van aangedaan geweld zullen weten. Wij zijn beschaafde en gevoelige naturen; wij walgen van de vuilheid welke men ons zou willen laten inademen; de worsteling, waartoe men ons uitnoodigt, verschrikt ons. Wij gaan ook naar de kerk en wij zoeken er versterking voor ons zieleleven. Men late ons dus met rust met die „geschonden heiligdommen", met „die volle gevangenissen" en die menschen „die er omkomen en sterven van honger", met „de kindermoorden, de ontwapende mannen, aan gesnik en verschrikkingen ten prooi." Mijnheer Antoine, gij weet dat de heer R. Mac Donald, belijdend Christen; dat de heer Henderson, dien ik met eigen oogen in een godsdienstoefening de meest treffende bewijzen van vroomheid heb zien geven; dat die twee ministers van George V, „koning bij de gratie Gods", bezig zijn officieele betrekkingen te heropenen met de Sovjets, heftige vijanden van het Christendom. Gij zijt er niet onkundig van, dat de heer Herriot, dankbaar zoon der Revolutie, en daardoor reeds apostel der gelijkheid van rechten, der persoonlijke vrijheid, der verdraagzaamheid, van den vrede tusschen de volkeren onderling, niets dringender te doen had, dan de diplomatieke betrekkingen weer aan te knoopen met de Sovjets, die de persoonlijke vrijheid opheffen en een bloedig despotisme uitoefenen, ja, het meest talrijke leger der wereld op de been houden. Gij weet ook, dat in November j.1. de zaakgelastigde Krestnisky, een groot feest heeft georganiseerd om den twaalfden verjaardag te vieren der Bolschewistische Revolutie en dat men heel Berlijn zich' zag haasten aan zijn uitnoodigingen gehoor te geven. En te midden dier schitterende menigte, merkte men de heeren Curtius, yon Schubert, Trelendenburg op, alsmede talrijke leden van den Rijksdag, voorname vertegenwoordigers van de „Reichswehr", de literaire en kunstenaarswereld. Cham- pagne, bloemen, muziek, en algemeene gelukwenschen. Nooit zal men zooveel voor u doen, Monseigneur, die ongelukkig zijt en een zwerver. Misschien kunt ge u tot het Vatikaan richten. Gij zult er ongetwijfeld goede woorden te hooren krijgen; maar om er daadwerkelijken steun te bekomen moet gij sterk zijn. Gij bekent dat ge zwak zijt. Mgr., dat is onvergeeflijk. Denk er wel aan, dat op de conferentie te Genua, de aartsbisschop, vertegenwoordiger van den paus, een vriendschappelijken toast gebracht heeft op de bolsch'ewistische afgevaardigden. Bovendien tracht de paus de roomsche belangen in Rusland te verdedigen; hij zou er gaarne geheel de Grieksch-Orthodoxie aan prijsgeven. Gij wendt u tot den Wereldbond der kerken, die den vrede beoogen; tot het comité, dat het werk van Stockholm wil voortzetten? Het schijnt me niet toe, dat het lot van uw kudde zeer na aan het hart hgt dier groote vergaderingen, die, zooals gij het noemt, beraadslagen „hoe het Evangelie toe te passen in het leven der volkeren onderling." Het groote voordeel van beraadslagingen is, dat zij u ontslaan van de verplichting tot handelen. En weet, dat wij ons bij uw leed en uw smart hebben neergelegd. Wanneer een bepaalde graad van verschrikking bereikt is en ook wanneer de misdaad op een zekeren afstand is begaan, laat de verbeelding den mensch in den steek. Of men duizend menschen doodt, of honderdduizend, of een millioen, daarginds in Rusland, wij zullen er minder door aangegrepen worden dan door een hond door een auto overreden, die huilt en bloedt onder onze oogen. Monseigneur, maakt u geen ernstige fout, wanneer u een beroep doet op de solidariteit der Christenen? Ja, een psychologische en zelfs een historische fout? Gij vergeet, dat wij geen Christenen meer zijn. Mussolini is het niet, Tardieu is het niet, de kanselier Muller is het niet. Zijn die werkende menigten het, die iederen avond de fabrieken verlaten en de straten vullen der uitgestrekte arbeiderswijken? En de nette menschen uit de deftige buurten, zijn die het in meerdere mate? Men spreekt van een godsdienstige opleving, omdat eenige intellectueelen zielsaandoeningen hebben. Maar de afkeer van het geloof wint veld op onrustbarende wijze, zoowel in de dorpen als in de steden en de geestelijkheid wordt niet meer behoorlijk aangevuld. Hoe langer hoe meer, en in spijt van zekere verschijnselen in de groote wereld, wordt het Christendom weer een onbegrepen en verachte secte. Gij roept om hulp, Monseigneur? Maar waarom zouden we ook maar de geringste poging in het werk stellen ten uwen gunste? Men heeft ons geleerd elkander te haten. Klassehaat, (Marxistisch program) ; familiehaat en sexen-haat (thema van Gide) haat tusschen de geslachten (expressionistisch thema); haat tusschen de volkeren (nationalistisch thema). De hedendaagsche mensch staat mopperend op, gaat naar een werk, dat hij verfoeit, valt zijn buren lastig en zoekt een vertroosting, die 'hem verveelt. Alle banden van genegenheid, eerbied en dankbaarheid zijn doorgesneden. Wij verwijderen ons van elkaar, wij begrijpen elkaar hoe langer hoe minder en de eenzaamheid tusschen de menschen wordt steeds grooter. Uw roep, Monseigneur, is bestemd, om evenals alle andere van onzen tijd, zonder antwoord te blijven. .. . Onlangs besloten de boeren in Siberië, te Slavogorodsk, toen de Sovjet-autoriteiten het bouwen van een kerk hadden verboden, ,,te strijden voor geloofsvrijheid." De gezaghebbers lieten eenige manschappen uit den troep komen en schoten de priesters dood. Zestien aangeklaagden van het proces der „Croisés" te Voronège zijn kort ge- leden ter dood gebracht; zeven en twintig anderen verbannen naar een strafkolonie. Toen de beslissing werd uitgesproken riepen deze mannen uit, die tijdens geheel het proces een schitterenden moed aan den dag hadden gelegd: „Christus is opgestaan". Menschen, die tot een godsdienstige vereeniging beh'ooren worden gepromoveerd tot „dienaren van den godsdienst", en van alle rechten uitgesloten; gaan gebukt onder ondraaglijke belastingen; zijn aan den hongersnood prijs gegeven, want men weigert hun een broodkaart. Kort geleden werd prinses Liéven in de gevangenis geworpen, omdat zij den Bijbel aan kinderen had voorgelezen. Voortaan is slechts atheïstische propaganda in Rusland toegestaan. Geregeld worden er congressen gehouden, onder de leuze: ,.Zonder God". De commissaris van het openbaar onderwijs schrijft aan alle onderwijzers voor, godsdienstlooze kinderen te vormen. Dezer dagen werden de nog overblijvende kerken gesloten en de laatste priesters verbannen. Het komt nu voor, dat overal in Rusland, en niet alleen te Slavgorodsk, de boeren in opstand komen en vragen om voldoening van hun geestelijke behoeften. De geheime broederschappen vermenigvuldigen zich; met het Evangelie wordt huis aan huis gecolporteerd. Een geheimzinnige Christelijke propaganda dringt de kleine en groote fabrieken binnen, in de mijnen en kazernes. Het bloed der martelaren doet het geloof herleven, de vervolgingen schudden de kerk wakker. 'Een priester uit het gouvernement van Tchernigoff smeekte de Orthodoxen en Doopsgezinden zich met elkaar te verstaan, en riep uit: „Broeders, wij moeten wedijveren niet in vijandschap, maar in Christelijke liefde". Geheime overeenkomsten zijn gesloten tusschen de verschillende godsdienstige groepen, een groote geheime federatie vertakt zich door geheel Rusland. Een comité, samengesteld uit Orthodoxen, Evangelischen, Muzelmannen en Sionisten, heeft pas de volgende verklaring gepubliceerd: Wij zijn allen broeders, omdat wij allen in God gelooven, al moge onze wijze van aanbidding dan ook verschillen. Dat Christendom, waarop Mgr. Antonie vergeefs een beroep doet; dat Christendom, waartoe Europa voortaan onbekwaam schijnt te zijn als het op de praktijk aankomt, zal misschien vanuit Rusland herboren tot ons terugkeeren. Wanneer op zekeren dag de bolchewistische overheersching te niet zal gedaan zijn, zullen wij vrije Russische stemmen hooren en wie weet of we ons niet op de knieën zullen moeten werpen, om ze te beluisteren in grooten ootmoed en met wroeging in de ziel. ^JO^ant zij zullen tot ons zeggen: „Wij hebben u gesmeekt, en gij hebt uw ooren dicht gestopt. Gij hebt den wereldvrede geëischt, maar er ons van buitengesloten. Gij gingt prat op uw rijkdom en op uw beschaving en gij hebt in onze misère toegestemd. Gij hebt voor ons geen oog en geen oor gehad. Gij zijt medeplichtigen van onze beulen. Durft ge ons in de oogen zien, ons, die eindelijk uit het graf te voorschijn komen, dat gij geweigerd hebt te openen?" Wie weet of die toekomstige Russen, innerlijk veranderd door de schrikkelijke beproevingen, ons niet zullen leeren datgene wat wij vergeten hebben, n.1. elkander lief te hebben? Zij, die ge verloren waant, Monseigneur, de doodgeschotenen en de overgebleven eenzamen; allen, de levenden en de dooden, zullen misschien eens door hun offer en hun voorbeeld de redders zijn van het Westen .... * * * Tot zoover Robert de Traz. En zonder al zijn uitdrukkingen en persoonlijke aanvallen voor onze rekening te nemen, (in de politiek doet men niet altijd wat men wil, en velen betreuren ongetwijfeld hun machteloosheid met gebalde vuisten), moet ieder weldenkend mensch instemmen met den geest van het stuk, dat bedoelt onze zelfzucht wakker te schudden. Eén ding is zeker: het kan noch mag langer zoo duren in het Oosten ... dat zijn agenten en verdedigers vindt tot in onze allernaaste omgeving. GOUDSWAARD, Vlietstraat 17a, J. TEUNISSEN, Verbraakstraat 44a. A. PLOEG, Zaagmolenstraat 30a p' ^OZENBEEK Hib laan 4t Schiebroek. P. DE WAARD, Tamboerstraat 26. t MARION, Burgemeester Roosstraat 204h J. M. v. WAALWIJK, Meubelstraat 15a, Tel. 2481. GROEPSVERTEGENWOORDIGERS. JOH. KRENNING, SShSSSf». G. DE KEIZEE. iSZ&SÏÏTiï Groep Feyenoord. M. }. KUNST, Maaskade 66b, OZ., Tel. 55814, C. SCHRIER. G„~p. mÜ7u™"V'c. M. A. VAN BOVEN^Ebta'Haözerstraat 56. M. WÖHLER,GsTi,ïr.?0?8HeyP'**'- H. GERBSCHEID, ~ „ Groep Schiedam. Ds. P. C. A. HALFFMaN, Lange Haven, Schiedam. H. ROOZENBEEK, JuHanalaai"^6 Hillegersberg p. C. J. Vraagt aan het Bestuur van G.Z.A.B. prijsopgave van de brochures van Th. AUBERT, van Prof. A. KARTACHOV. van Dr. G. LODYGENSKY van Dr. G. H. GRONDIJS, enz. enz. tegen de revolutie.'