É -> N°. 8. | MAANDELIJKSCHË LEERREDENEN, is 1TEB, BEVOEDERING YAN WARE GODSVRUCHT. (g VERZAMELING VAN STICHTELIJKE OVERDENKINGEN, É SCIIOONE GEZEGDEN, SCHETSEN ENZ., rij NAGELATEN DOOll M (gj Beroemde Hoogleeraren, en heeraren der Hervormde Jierlt. ZEVENDE JAARGANG. TE AMSTERDAM, BIJ &a ÏÏ?£»2K9 S Nieuwezijils Achterburgwal, bij de Stilsteeg fhoek Keizerrijk. Nc. 9. 1861. Bij den Drukker dezes, is van de Pers gekomen: BIJBELSCH BAADSELBOEKJE, DERDE DRUK. bevattende een 100tal, aan het Oude en Nieuwe Testament ontleende Raadsels, met de Oplossingen en Teksten. Dit werkje is zeer geschikt voor Bewaarscholen cn voor Christelijke huisgezinnen, om de winteravonden genoegelijk en tevens stichtelijk door te brengen. Prijs ƒ 0,25. per 25 Excmpl. voor de scholen, of ter verspreiding onder de volksklasse ƒ 5, En debiteert ook met goed succes: DE ZAI1GHE1D DER JOSG AÏMSTOMÏBI KIOIRÏN. EEN TROOST- EN EVANGELIEWOORD, VOOE Bedroefde Ouders. Prijs 50 Cents. de kribbe tak bethiedem ËN het KRUIS van golgotha» Prijs 20 Cents. WELGELUKZALIG ZIJN ZIJ, DIE IN HET HUIS DES IIEEREN WONEN. — \ leerrede OVER Psalm LXXXIV: 11*. Want één dag in uwe yoorhoren, is beter dan duitend elders. DOOR H. WIIiIiEMSEN, v. d. m. Voorzang: Ps. LXXIII: 13 en 14. me^iÖonhHp » I" de" hemel ? Nevens U lust mij ook Pstlm LXXTI? «£' ? ne" Wij den Profeet Asaf betuigen , eSïn 2èn " , " u,troeP hiJ Jeho™, den drieenigen God en zijne zalige gemeenschap oneindig hoog verheft boven hemel en aarde, in al hare volheid! Door den hemel rHkshofefw ve'st.aa* hij het Paradijs Gods, de hemelen, het waarin vl vl! deS..gr00t,en Konings ; dat huis des Vaders, waarin vele woningen zijn; de woonstede der engelen en der deel van de w H regt^ardiSen ! ~ Dc aarde is het benedendeel van de wereld, geschikt tot eene woonplaats der menschen het ,,ve-rv"ld m6t allerlei aangenaamheden , die magtig zijn fn dl w ln,te nemen. Deze echter, zoowel hemel als alrde, ziinde T™ !n VaD ee" geheiliSd oordeel, met God gelegd hewliike en ane,°PvVerrtetna ni0t- °pwegen tegen het oneindig meen^hnr,1. all?s/errukkensmagtige, dat in God en zijne gemeenschap te vinden is, zoodat Asaf er over uitroept: • Wien op deU " d6n hemd? NeVenS U lust -ij ook S Ten eerste. De hemel: hoe onmeetbaar ook in grootte hoe eerlijk van schoonheid, hoe bestendig van aard en hoe krachtig van vermogen wat is hij , z00 Gogd er nSeSnwooX S • Gewis, ik wilde liever, (zeide iemand der ouden,) met God in de hel, dan zonder God in den hemel wezen." God alleen maakt t«Jenr\-tWeed\- De engelen des hemels, die zalige troongeester 'voor rr ig Zijn r ?0dS Wil ,e do°n> - -at zijn zij echVII 6n UltVClWrien meer dan gedienstige geesten, 8 ten dienste dergenen die de zaligheid beërven zullen ? Jehova toch alleen is en zal eeuwig blijven , die God van zaligheid, die Heere! Heere ! bij wien uitkomsten zijn tegen den °dood, ja zelfs tegen den eeuwigen dood. .?en.. De geesten der volmaakt regtvaardigen, — wat zijn zij van nature anders dan zondig stof, en verdoemelijke alsem? ledige vaten, die al wat zij zijn en al wat zij hebben, eeniglijk moeten ontleenen aan Jehova's vrijmagtige Algenoegzaamheid, tot prijs der heerlijkheid Zijner genade! En eindelijk: Ten vierde en ten laatste. De aarde met al hare volheid,' — wat is_ zij bij God vergeleken ? Hoopt eens alles op elkander wat gij hebt of verzinnen kunt: het is niet genoegzaam! Grijpt de gansche wereld aan, en gij ziet nog om naar meer! Bedenkt millioenen duizend werelden en legt ze eens naast God I Wat is het alles ? Ja minder dan niets. Tusschen een stofje en de geheele aarde is nog duizendmaal meer gelijkheid , dan tusschen de wereld en God , die het hoogste, ja het eenige goed is! De wereld gaat voorbij met al hare begeerlijkheden, maar in Jehova, en in Hem alleen, is een bestendig en algenoegzaam Wezen, waardoor al de schatkamers der ziel vervuld worden ! Asaf had dus redenen om Jehova en zijne algenoegzame volheid, aan de aarde, ja aan den hemel zelfs voor te trekken, en in den zegegalm uit te barsten: »Wien heb ik nevens U in den heinel? Welke vraagsgewijze voorstelling eene allersterkste ontkenning in zich sluit. Nevens U lust mij ook niets op de aarde! Dit voetspoor van den godvruchti»en Asaf, hebben de godvruchtigen altijd gevolgd. De kerkbruid van °Jezus roept, met hare liefdestem, jegens haren Bruidegom dermate uit, dat ze in de betuiging uitbreekt: Al gaf iemand al het goud van zijn huis voor deze liefde, men zoude hem ten eenenmale verachten," (Hoogl. VIII: 7.) Mozes achtte de smaadheid zelfs van Christus meerder rijkdom te zijn, dan al de schatten van Egypte, en verkoos liever met Gods volk kwalijk gehandeld te worden, dan voor eenen tijd de genietingen der zonden te hebben, want hij zag op de vergelding des loons, (Hebr. XI: 25 en 26.) Paulus achtte alle dingen schade en drek te zijn, om Christus te gewinnen ; (Philip. III: 8.) En de spreker in onze tekstwoorden was van hetzelfde oordeel; want hij , Gods Heiligdom ingegaan zijnde, en de zaak , bij 's Heeren licht, wel ingezien hebbende, komt eindelijk tot het besluit: »dat Jehova en zijne zalige dienst oneindig meer waardig is, dan alles wat elders buiten Hem in hemel of op aarde te vinden is! »Een dag, (zegt hy), in uwe voorhoven, is beter dan duizend elders !" — Dit goddelijke lied heeft eene gedurige toespeling op het aloude en schaduwachtige heiligdom, waardoor echter aan de kracht der nadrukkelijkste spreekwijze niet geheel voldaan wordt, die ons opleiden en henen wijzen moet tot het tegenbeeldige heidendom van de Evangeliekerk. Wij zullen echter deze waarheid nu maar veronderstellen, zonder ons in een uitvoerig bewijs daarvan te begeven, hetgeen de tijds-omstandigheid niet zou gedogen. speling op de feeftvienW ITT ' eeoe geurige toe- te7oeo7T VPSaan"G te °Jwil^lemTevêSL?„"enel°etde huis eTvoorhoTenTJMet11denïft] zieJ?be£eerte naar''s Heeren verwekken, vers 7 en £ ë ^ 016 deze beSeerte *» hem voorhoven, ondTrgescl^kt échter 1D' 3 Heeren huis en nade, waarom 3BK fn **ova s medewerkende ge»God', ons schild Tuwen%S££Kf«l ^ YeAf' VS" 10* tekst: iO God ! zie ons schild p„ , e^' naar den grondiuwen Gezalfde!" dat is- .den HeereST i'-et aan®ez'£t van • zijn volk is en de Gezalfde des Heere^'^Dit 1 fSChi!}d Van en als vooruit bewezen zijnde, doet hii T„!n ,f iiTO- °Dgen zijn genoegen in 's Heeren huU hij hun de verklaring van voorstelt in ons tek7tvers, t dan - ZÏÏ?™'* h« "»« volgende verzen, zoodat on™ tpL't nader aandringt in de twee Eene openhartige verklaring der gelovigen" van21? beFatten: genoegen in Jehova's tegenbeeldige woSan' Jnl • f.rootste Eene stof, die wij naar tiidso-eWoni^-J ?. ? , e,ll,Se dienst! daar in dezen tijd vol ijdelhefd "ve^r'? fsch'kt Jebhen; want goddeloosheid, meer dan tot 's Hpp harte" tot de tenten der te worden, zo^ oordeelden % hetdLnstl n^ ^ §el°kt z.jn, om de liefelijkheid der woningen den 11 ^ te scharen , uwer aandacht voor te houden n n ?r° der helr" en beden, dat zich velen, zoo niet allen mn f T!g6 }vcnSchen om de slechtheden en de tenten der -oddelooSd te b,Tgen' zich liever te vervoegen in dn m„ru aaeiaosöeid te verlaten en de spreker in mijne Tekstwoorden 'oo wel hVl0'0",' waar zich éénen dag in 0," denkt hij: »Zoo verheffen zich de vleugelen onzer zielen naar boven! Zoo treden wij in de gemeenschap der Cherubijnen ! Zoo doen wij het werk der serafijnen, en beginnen hier dat werk, dat in alle eeuwigheid onze bezigheid zal zijn! Ten vijjde: het strekt hem tot zielsinnige blijdschap , daar, in de voorhoven des Heeren, het Avondmaal te gebruiken ! >Daar" denkt hij , t zit de koning aan zijne zondetafel! Daar eet ik van zijn brood en drink ik van den wijn dien Hij geplengd heeft! Daar smaak , proef en zie ik, hoe goed Jehova is! Daar zit ik aan de tafel der bruiloft des Lams!" — En o! wordt het hem gegeven, daar overvloedig verkwikt te worden ; brengt hem de koning in zijne binnenkamer; voert Hij hem in het wijnhuis en voert zijne liefde de banier over hem, zoodat hij dronken gemaakt wordt door de vettigheden van Gods Huis; wordt hij gedrenkt uit den beker der wellusten Gods, o dan, dan is hij zeer vrolijk in den Heer. Dan springt zijne ziel van vreugde op en verheugt zich in den God zijns heils! Ten zesde: het vergenoegt hem uitermate, Jehova's zegen in zijne voorhoven te ontvangen. O dan zegent hij Jehova wederkeerig. «Gezegend zij de God en Yader van onzen Heere Jezus Christus, die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in den hemel in Christus ! Eindelijk Ten zevende: het is hem tot vreugde, aan de nooddruftigen zijne liefdegaven uit te mogen reiken. Mag hij het maar met een verruimd en een verwijd harte doen ! Mag hij er het beeld Gods, die de liefde zelve is, in erkennen! En vindt hij vrijmoedigheid om er een loon , uit genade op in te wachten, o dan is het hem zoo zalig! Zaliger zoo te geven dan te ontvangen! Wie erkent uit dat alles niet, hoe waarachtig mijn spreker getuigt: » Een dag in uwe voorhoven is beter dan duizend elders ?" Maar nog nader en klaarder zal zulks blijken , als wij , Ten tweede, bewijzen, dat het genoegen, in de voorhoven des Heeren, oneindig meerder en grooter is, dan men ooit buiten dezelve kan hebben of heeft; want de vreugde en het genoegen der wereld is of zondig , of eene geoorloofde vreugde. De eerste mag den naam van vreugde niet dragen; veeleer mag men met Salomo tot het lagchen zeggen: i Gij zijt uitzinnig!" en tot de vreugde: »Wat maakt deze !" (Pred. II.) Welk vermaak kon Belsazar's vreugde geven , toen die hand , aan den wand, hem het oordeel des doods aankondigde ? Hoe haast zag men die vreugde in droefheid, en die blijdschap in treurigheid verwisselen, toen de banden zijner lendenen los werden , en zijne knieën tegen elkander stieten ! En wat de geoorloofde of toegelaten vreugde der wereld aangaat, die uit de beschouwing der natuur, volgens het licht der rede, geboren wordt, deze is wel eene ware, maar nogtans eene onvolkomeue vreugde en oneindig minder in waardigheid , in grootheid en in bestendigheid, dan die vreugde en dat genoegen in God, hetwelk in zijne voorhoven genoten wordt. — Zij is Vooreerst, minder in waardigheid, wijl zij alleen de geschapene en alzoo vergankelijke dingen tot voorwerp heeft, die weinig of niets tot 's menschen gelukzaligheid toebrengen ; maar de vreugde in de voorhoven des Heeren stijgt en klimt op tot God en tot het hoogste en alleen zielzaligende goed en zijne gemeenschap! — De vreugde Ten tweede, in de dingen der wereld, is minder groot dan de vreugde in 's Heeren voorhoven. De laatste is wel tweemaal grooter dan de eerste; want de vreugde der wereld gaat alleen over de goederen van dit leven ; maar de vreugde in God, over de goederen van dit en het toekomende leven. Wat zeg ik? Zij is driemaal grooter en nog meer! Want de wereldling verheugt zich alleen over tijdelijke goederen ; de geestelijke kent hij niet, en naar de eeuwige jaagt hij niet! — Maar een waar lid der kerk Gods, verheugt zich in 's Heeren voorhoven over alle drie, De tijdelijke en geestelijke heeft hij reeds in zijne hand , en de eeuwige in zijn oog, door een vertrouwend geloof en eene onwankelbare hoop. Nog meer: de vreugde in Gods voorhoven is duizendmaal grooter, want zij gaat over het oneindige, daar zich de vreugde der wereld alleen over het eindige uitlaat. Ja eindelijk , de vreugde in God is oneindigmaal grooter, want zij is voor de eeuwigheid; maar de vreugde der wereld is alleen voor den tijd , en dus volgt hetgeen wij Ten derde zeiden : Dat de vreugd, die elders dan in 's Heeren voorhoven genoten wordt, ook oneindig geringer dan de vreugde in God is, ten aanzien van hare bestendigheid, want de vreugde der wereld is zeer kortstondig en duurt slechts eenen tijd, maar houdt op in de tijdelooze eeuwigheid en niet zelden veel vroeger. Immers, wat baten de goederen dezer wereld, waarin zich de wereld zoo uitermate zeer verheugt In angst en bekommernissen ? Jakob was een rijk aartsvader, en David een magtig koning; beiden echter vielen zij in vele tegenspoeden, waarin hen hunne goederen niet in het minst konden troosten. Wat helpen ze ons in gemoeds- en gewetensbenaauwdheden ? Een wanhopende Judas kon niet alleen bij zijne dertig zilverlingen geen heil of vreugde meer vinden , maar al hadde hem Balak of Cajaphas zijn gansche huis vol goud of zilver gegeven, het had hem niet kunnen verheugen. Wat baten zij in smart en in krankheid ? Al wilde menig koning met zijn halve koningrijk de ziekten afkoopen, kan hij er wel iets mede gewinnen ? Nog eens: Wat nurtigheid doen ze hem, in het uur zijns doods ? Al stel- den zich alle rijkdommen, wellusten en eer, die de mensch in de wereld genoten had , rondom zijn sterfbed, zou hij niet tot die allen met Job moeten zeggen: »gijlieden zijt allen ijdele vertroosters ?" Kunnen ze wel iets anders doen dan Absaloms muilezel deed, die zijnen heer in doodsnood verliet en van hem wegvlood ? — Eindelijk , wat kunnen zij baten in den jongsten gerigtsdag ? Zullen daar de wereldsehe goederen, die de mensch hier geniet, wel voor hem instaan ? Den vertoornden Regter verzoenen ? De vlammen van den brandenden zwavelpoel uitblusschen ? — Ach neen , zij kunnen de verdoemenis niet afwenden, maar zullen die te meer vergrooten. Doch de vreugde en het genoegen in 's Heeren voorhoven is eeuwig ! Eeuwige vreugde zal op hunne hoofden zijn ! Droefenissen en treurigheid zullen wegvlieden! De zachtmoedigen zullen vreugde op vreugde in den Heer hebben, en de behoeftigen onder de menschen zullen zich in den heilige Israels verheugen ! Daar zal verzadiging van vreugde voor Gods aangezigt zijn met liefelijkheid aan zijne regterliand altoos en eeuwiglijk (Psalm XVI: 11). Wat oordeelt gij, Toehoorders! Is het niet naar waarheid als zich mijn spreker in die verklaring uitlaat: i Een dag in uwe voorhoven , is beter dan duizend elders ?" En dewijl de ondervinding de beste leermeesteres is, zoo laat ons: Ten vierde, U door eenïge voorbeelden dit nog ter nadere overtuiging bevestigen. Henoch en Noach , in de eerste wereld , hebben de getuigenis verkregen dat zij met God wandelden, waarmede zeker bedoeld wordt, dat zij met zielsinnige genoegens zich in Gods nabijheid en in zijne voorhoven bestendig verheugden ! Maar niet in de wereld, die reeds toen in het booze lag ! Abraham, Izaak en Jakob hielden zich hier op aarde omtrent het aardsche, als vreemdelingen, om zoo veel te meer in Gods nabijheid te leven. Wat zeg ik? Abraham vergeet zijn volk en zijn 's vaders huis, en wil liever uitgaan uit zijn land en uit zijne maagschap, dan buiten 's Heeren voorhoven om te zwerven. Mozes achtte de schatten van een afgodisch Egypte als schade en drek, maar de ongemakken der woestijn droeg hij zeer geduldig en vrolijk, dewijl hij zich daar in 'sHeeien voorhoven en nabijheid bevond. David verblijdde zich in degenen die tot hem zeiden: »Wij zullen in het huis des Heeren gaan." (Psalm CXXII: 1) De spreker, in de Godspraak van Habakuk III: 17 en 18, durfde betuigen: »Hoewel de vijgeboom niet bloeijen en geene vrucht aan den wijnstok zijn zal, en de velden geene spijze voortbrengen , dat men de kudden uit de kooijen afscheuren en er geen rund in de stallingen zijn zal, zoo zal ik nogtans van vreugde in den Heere opspringen! Ik zal mij verheugen in den God mijns heils." De godzalige Iianna week niet uit den tempel, met vasten en bidden ; dienende God nacht en dag, ten bewijze dat zij nergens meer vreugde had dan in de voorhoven des Heeren! (Luk, II: 37^ En dit was ook het eenige dat den zanger verlustigen kon, naar Psalm XXVII: 4. ^»Een ding heb ik van den Heere begeerd; dat zal ik zoeken , dat ik al de dagen mijns levens wonen moge in het huis des Heeren, om de liefelijkheid des Heeren te aanschouwen en te onderzoeken in zijnen tempel!" Zietdaar, aandachtigen ! hoe regtmatig en naar waarheid mijn geloovige spreker over 's Heeren voorhoven oordeelt, als hij zegt: »Een dag in uwe voorhoven is mij beier dan duizend elders!" Volgens dat oordeel maakt ook hij zijne verkiezing, want wij hooren hem in het vervolg betuigen: »Ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen , dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid !" — Doch de koitheid des tijds, waartoe wij bepaald zijn, verbiedt ons dit stuk nader toe te lichten. Wij haasten ons tot de: TOEPASSING. Daar wij de vervulling onzer tekstwoorden ook vinden mogen in de geloovigen van onze dagen. O ja ! zoo velen als er door 's Heeren vrije ondoorgrondelijke erbarmingsliefde, genade in zijne oogen ontvangen hebben , om de liefelijkheid van Jehova's voorhoven te zien en te erkennen, zoo velen kunnen ook volmondig verklaren, en zij doen het niet zelden in hunne alleenspraak tot God: » O, Jehova ! Een dag in uwe voorhoven is mij beter dan duizend elders!" Hoe gaarne wilde en wenschte ik dat elk onzer zoo opregtelijk en ernstiglijk deze taal konde naspreken ! Maar keeren niet de meesten de Godspraak geheel om, en zeggen zij niet met hunne daden , zoo al niet met hunne woorden : s Een dag i buiten uwe voorhoven is beter dan duizend in dezelve ?" Leert het de droevige ervaring niet, dat de minsten in ons uitwendig christendom eene overgegeven zucht en begeerte tot 's Heeren voorhoven hebben? Ach, hoeveel laat gij des Heeren voorhoven ledig staan, en sluit u moedwillig den hemel toe, die in de prediking van het zalig Evangelie voor alle boetvaardigen ontsloten wordt! Moet men in de weekpredikatien niet dikwijls verbaasd staan, dat er in zulk eene volkrijke stad als deze is , zoo weinigen tot 's Heeren voorhoven, opkomen ? Is het niet bij velen zoo verre gekomen, dat het voor geene zonde gerekend wordt, in de week uit het huis des Heeren te blijven , even als of men niet verpligt was al de dagen zijns levens, den Heer door zijn Woord en geest in zich te laten werken , en alzoo den eeuwigen sabbath in dit leven aan te vangen ? Hebben niet zeer velen de gewoonte verkregen om 's Heeren voorhoven in de week nooit te betreden? Men heeft het zoover met zich zeiven gebragt, dat men over de wekelijksche godsdienst niet het minst meer redeneert, noch over het verzuim van dezelve zijn gemoed eenigermate bezwaart; even of de stem des Heeren niet zoowel in de week , als op de Zon- of rustdag verpligtte. Leert het ook de ervaring niet, dat er anderen zijn , die in 's Heeren voorhoven bijna nimmer verschijnen dan op plegtige dagen , wanneer óf het Avondmaal, óf de voorbereiding, óf een biddag gehouden wordt, kwanswijs om mede eene gedaante der godzaligheid aan te nemen; of bij andere feestdagen en gelegenheden , om aan de nieuwsgierigheid te voldoen en die voedsel te geven. Nog eens: Hoe velen zijn er, die, als zij de vroegpredikatie bijgewoond hebben, zich den overigen tijd van alle pligten ontheven achten! God beware ons, dat niet iemand uwer, die hier tegenwoordig zijt, zulk eenen wortel, die gal en alsem draagt, in zijnen boezem verbergt! — Ach, mogt ik het verhelen! Maar ik moet het zeggen, vermits het de waarheid is: — Verre de meesten houden zich elders dan in des Heeren voorhoven op ! De een verdiept zich in zijne huiselijke bezigheden of in zijn beroep; een ander mengt zich in zoovele gezelschappen; een derde is te veel aan zijne wellusten en genoegens overgegeven en verslaafd; een vierde is met een groot vooroordeel tegen het kerkgaan ingenomen ; een vijfde geheel ongevoelig voor het verzuim van de godsdienst door verouderde gewoonte ; een zesde met eenen inwendigen haat daartegen opgevuld; een zevende bevreesd dat zijne eer daar gekrenkt of geraakt moge worden; zoodat — waar men ze zoeken moge , — men ze immers niet in 's Heeren voorhoven vinden zou! — O de Heere ziet en Hij hoort dat alles! Zoo vele predikatien als er gedaan zijn die gij hadt kunnen maar niet hebt willen hooren, zij zullen eens tegen u getuigen, in den grooten gerigtsdag! Ja, zij zullen op uwe gewetens branden, wanneer God tmet vlammend vuur wrake zal doen over degenen, die Hem »niet gekend hebben , en die het Evangelie zijns Zoons ongehoortzaam geweest zijn!" Dan, als het tot u heeten zal: «Terwijl »Ik geroepen en gijlieden geweigerd hebt! Mijne handen uitge« breid heb, en daar was niemand die opmerkte , en hebt al mijnen «raad en mijne bestraffingen niet gewild, zoo zal Ik ook in uw i verderf lagchen ! Ik zal spotten wanneer uwe vreeze komt! Dan, »als gij roepen zult, maar God niet antwoorden zal! Gij Hem tvroeg zoeken, maar niet meer vinden zult!" Dan als gij duizendmaal wenschen zult nog eenmaal in 's Heeren voorhoven te verschijnen; maar dan zal zulks te laat wezen, en de deur der genade tot in alle eeuwigheid gesloten zijn! — O bragte de eeuwiglievende Erbarmer het nog op uwe harten, om heden, heden terwijl gij des Heeren stemme hoort, te bekennen , ja te betrachten wat tot uwen vrede dient, om dat nare en eeuwige weê te ontwijken , en dat eeuwige wee, dat Jehova aan zijne liefhebbers in zijne \ oorhoven besproken heeft, te erlangen! De Almagtige (dit is mijn wensch en bede) bedwinge u, dat gij niet medeloopt tot alle uitgietingen der boosheid en ongeregtigheden met anderen in de dagen der ijdelheid! De eeuwiglievende Erbarmer trekke u met koorden en banden der liefde, van de liefde der wereld tot-zijne liefde en tot de liefde zijner voorhoven! Men hoore het u zeggen en men zie het met uwe daden bezegelen: »0, Jehova! een dag in uwe voorhoven, is beter dan duizend elders!" Het zij zoo ! ja het zij zoo ! Maar wil de wereld naar ons niet hooren ? Geliefden in den Heere! volk van God! en liefhebbers van den Heere en zijne voorhoven! U bidden wij het voor het heil uwer zielen, dat gij naar de overtuigingen van uw hart, het ook in uw gedrag en uwen wandel toont, dat een dag in 's Heeren voorhoven, u ook beter dan duizend elders is ! Dit eene heb ik tegen u , hetgeen ik bij deze gelegenheid ook niet mag nalaten te zeggen , dat gij somwijlen te zelden in des Heeren voorhoven verschijnt! Hoe menigmaal hoort men in de week de waarheden op het nadrukkelijkst prediken , — en men mist er uwe aangezigten! Niet omdat gij noodzakelijk belet wordt (hetgeen wel eens zijn kan,) maar omdat gij met een vooroordeel of ik weet niet met welk eene verkeerde opvatting zijt bezield! Men ziet u bestendig bij eenen, maar zelden of nooit bij een' anderen leeraar ! Voorwaar , dat is tegen uwen pligt en tegen uwe betuiging! Gij zegt het, en ik geloof naar waarheid:»Heere! een dag in uwe voorhoven, is beter dan duizend elders!" Maar het moest ook allezins blijken, dat gij op 's Heeren dag die verkiezing maakt! Daartoe hebt gij vrijmoedigheid, maar in de week, als 's Heeren voorhoven maar op eene plaats open staan en gij gelegenheid hebt om derwaarts op te komen ik vrees , dat uw geweten kloppen zal, indien gij dat stnk eens onpartijdig bezien wilt. O, Jehova is magtig en groot om daar den meesten zegen te geven, waar gij dien soms het minst verwacht! O welaan, rigt weder uwe trage handen en slappe knieën op! Vooreerst: Beschaamt door uw voorbeeldig gedrag, den zoo afkeerigen wereldling, die geenen lust heeft in 's Heeren voorhoven! Ten tweede: Wekt gij , die daartoe door' des Heeren genade lust hebt gekregen, elkander op en zegt: #Komt laat ons opgaan tot den berg des Heeren, tot het huis des Gods Jakobs , opdat Hij ons leere van zijne wegen en wij wandelen in zijne paden." Ten derde: Vooral maakt in deze dagen der ijdelheid, dat, terwijl de wereldling zich elders vermaakt en ophoudt, men u immer in 's Heeren voorhoven vinde. Wil ïsrael af hoereren! dat immers Juda toch niet schuldig worde! Komt gij toch niette Gilgal, gaat gij niet op naar Bethaven! O gij hebt immers meer dan eenmaal door de levendigste bevinding gesmaakt, dat het goed is nabij den Heer te wezen. Gij weet immers bij ondervinding, dat een dag in 's Heeren voorhoven beter is dan duizend elders! Wanneer de Heer u onder het voorgestelde woord meer verlevendigde, opwekte en bemoedigde op uwen weg; wanneer gij wel mogt uitroepen: tWaarlijk bij deze dingen leef ik en in deze allen is het leven van mijnen geest! hier is het goed te zijn!" En weest verzekerd, houdt gij u op 's Heeren bevel gestadig in zijne voorhoven , wachtende op zijnen zegen en invloed, omgaande met nederige, afhankelijke geloovigen, steunende op de beloften van zijne genaderijke tegenwoordigheid , zoo zal Jehova uwe liefde tot Hem , tot zijnen naam en voorhoven met wederliefde beantwoorden! — Hier zal Hij u menigmaal naar zijne toezeggingen in zijne voorhoven , met het hemelsche manna des woords , en met der engelen wijn van zijns geestes bewerking dermate verkwikken , dat gij in uwe harten zult moeten zeggen: > Gewisselijk, de Heere is op deze plaats, dit is niets anders dan een huis Gods! ja, dit is een voorportaal van den zaligen hemel!" Namaals zullen u de voorhoven van het huis des Heeren uws Gods, daar boven geopend worden, wanneer het van uwentwege zal heeten: «Doet de poorten der geregtigheid open, dat het regtvaardige volk daar inga, hetwelk getrouwheden bewaart!" Dan en daar zult gij in zoo veel ruimere mate als de hemel hooger en meer is dan de aarde, ondervinden, dat er u de helft hiervan niet is aangezegd , en gij zult in tijd en eeuwigheid tot roem van Jehova uitgalmen : »O Jehova ! voorwaar een dag in uwe voorhoven , is beter dan duizend elders!" Amen, Ja Amen. Nazang Psalm LXXXII : 5 en 6. ONS STERVEN IS HENEN^ GAAN TOT DEN YADER. Ik ben van den Vader uitgegaan en ben in de wereld gekomen : wederom verlaat ik de wereld en ga henen tot den Yader. Joh XVI : 28. De Heiland noemde zijnen eigen dood een henen gaan tot den Vader. Het sterven van allen, die kinderen van God genoemd worden, is ook een wederkeeren naar het vaderland; Hij die van den Vader kwam, en tot den Vader henen ging, Hij wilde voor alle ware vereerders van God, eene plaats bereiden in het huis des Vaders, in hetwelk vele woningen zijn. Hier zijn wij gasten en vreemdelingen; zoodra wij op den wenk des Vaders te huis komen, dan zijn wij bevrijd van alle onvermijdelijke moeijelijkheden onzer levensreize, en dan vereenigen wij ons in het vaderlijke huis, met degenen die reeds vroeger aldaar zijn aangeland. Aan alle plaatsen, Heer des hemels en der aarde! zijt Gij nabij uwe kinderen; zij zijn van u uitgegaan , zij wandelen ouder uw alziend oog; zij keeren eens weder tot U. Er is niets hetwelk hen zou kunnen scheiden van uwe liefde, — noch leven, noch dood ; noch de onpeilbare diepte van den afgrond, noch de onafmeetbare hoogte van de verst verwijderde ster in het onomvadembaar heelal; maar daarboven , in de toekomende wereld, in ^ de woningen der volmaakt regtvaardigen, zullen wij den zaligen invloed van uwe nabijheid onmiddellijk genieten; de dood moge ons dan scheiden van de aarde en onze aardsche betrekkingen : wij worden- door denzelven niet van den Vader, niet van het vaderlijke huis gescheiden ; o neen ! De dood verlost ons van ons kruis, En brengt ons by den Vader t'huis. Bij den Drukker dezes, is mede te bekomen: Verklaring van i.ct II. Avondmaal, "door Combi™ TïoRmis, Oud-Baadsheer bij het Hof yan Holland . / 0,25. «ods Voozi enigheid, Mozes en de Kinderen Israels inde Woestijn ...... ƒ 0,25. »c Protestant. Tijdschrift ter Bevordering en Verbreiding yan Bijbelkennis en ware Godsvrucht. Door eenige Nederlandsche Godgeleerden, 13 Jaargangen. Iedere Jaargang van 12 Nommers is nog voor ƒ 2,30. te bekomen en afzonderlijke Nommers ... „ o'.30 Liever Turksch dan 1'auscli, 0f wederom een Slagtofrer yan het Bijgeloof en de Onverdraagzaamheid der Roomsche Kerk . . . j-nc ƒ0,25. Het Feest der Dwaasheid, gevierd op het vijfde Eeuwgetijde yan het Mirakel van Amsterdam . ƒ 0,20 Uitnoodiging aan alle Protestantsche Kerkgenootschappen, tot eene Openbare Godsdienstige Viering van 31 October, den Gedenkdag der Kerkhervor. ming . Benevens een Protest tegen Rome en het Jezuïtisme ^ Eere aan God. H„ide aan onzen beminden Honing en aan alle voor de waarheid strijdende Protestanten, wegens de beteugeling der Bisschoppelijke Hierarchie door F. Altham, Onderwijzer in de Geref. Godsdienst ƒ0,10.' Een Blik op Rome en een Woord tot het Laauwe Christendom onzer dagen . . , n ln * * * * • > ƒ U, IU. «een Vrees voor Home. Een Lied voor de Kerk van Christus in deze dagen ƒ0 04 Een Brief uit den Hemel, aan allen die op Aarde wonen. ... Voorwaarden van ïntccltcnsng. Van deze Leerredenen zal circa om de maand een Nommer verschijnen, van een vel druks, in gedrukten omlag. Die voor een' geheelen Jaargang inteekent, ontvangt de 12 Leerredenen voor den zeer geringen prijs van,/ 1,20. Bij het einde van iederen Jaaigang wordt een algemeene Titel. Inhoud en Omslag gratis afgeleverd. Om de verspreiding dezer Leerredenen onder de minvermogenden te bevorderen , kunnen zij , die voor 12 exemplaren, van eiken Jaargang inteekenden , dezelve voor ƒ 12, bekomen. De betaling geschiedt bij eiken hah cn Jaargang of 6 Nommers. Elke Leerrede is ook afzonderlijk te bekomen voor 15 Cts. Men kan bij alle Boekhandelaren des Rijks inteekenen. J)e Redactie