B E D E N K I W G E 3V TEGE3 DE VERLOSKUNDIGE TABELLE. BEDENKINGEN TEGEN BE V erloskundiare o TABELLE. Te IIeehekveex, «ij F. II E S S E L, 184 0. VOORBERIGT. De reden, waarom, dit boekske is in het licht verschenen, zal ieder gemakkelijk bevroeden kunnen , die zich de moeite wil geven , hetzelve te doorloopen. De haast, waarmede het is zamengesteld, en de weinige tijd, dien ik , wegens veelvuldige beroepsbezigheden , aan de bewerking van hetzelve konde besteden , zijn oorzaak geworden dat hier en daar eenige sporen van overhaasting , zoowel in de zamenstelling als in het afdrukken j zijn overgebleven , welke ik den lezer verzoeken moet, zelven te willen verbeteren. Ik moet er alleen nog bijvoegen , dat mij van eene vriendschappelijke hand een stukje is geworden , waarin de invulling der tabelle uit een regtskundig oogpunt wordt beschouwd. Ik heb hetzelve hierachter eene plaats laten vinden , waartoe mij goedgunstig de vrijheid was verleend, H. Dec. 1840. D'. H. De verloskundige Tabelle. Het was op het einde des voorgaancien jaars, dat aan ons , verloskundigen eene tabelle werd toegezonden, ten einde te dienen tot een verslag wegens verrigte verlossingen in het jaar 1840. Een gevoel van wrevel en ontevredenheid maakfo zich van mij meester, toen ik de breede kolommen had door^eloopen ; en zoowel ondoelmatigheid van strekking als onmogelijkheid van uitvoering hielden de hoop bij mij levendig, dat men vóór het einde des loopenden jaars van den ingeslagenen weg zoude terugkomen, te meer omdat het mij met twijfelachtig voorkwam , dat de een of ander uit den kring onzer achtenswaardige en meer bejaarde geneeskundigen zoude opstaan, om met gepaste vrijmoedigheid en naar schuldigen pligt de gegronde bedenkingen tegen de uitvoering des genomeneii maatregels aao dea Koning kenbaar te ma- ken en vervulling te verzoeken van den algemeenen wensch, de afechaffing der verloskundige tabelle. Waaraan het is toeteschrijven , dat ik mij in deze berekening heb bedrogen gevonden, zal ik niet onderzoeken. Evenwel meende ik, dat noch de zaak van genoegzaam gewigt was ontbloot, noch de bedenkingen het aan zoo degelijke gegrondheid ontbrak, om dezen uitslag te regtvaardigcn, en oordeelde ik het van mijnen pligt, zoowel om mijner eigener rust wil als om het welzijn mijner medeburgeren te behartigen , mijne stern te laten hooren, al ware die ook die eens roependen in de woestijn. Ik heb gemeend , het aan de achtbaarheid der regering verschuldigd te zijn , met gepasten ernst rlen inhoud der tabelle te onderzoeken en het doel, hetwelk zij zich bij de zamenstelling daarvan vóór oogen heeft gesteld, uittevorschen. Maar ik heb tevens geenzints geschroomd, vrijmoedig mijn gevoelen blootteleggen en te onderzoeken, of de regering er inderdaad wel goed aan heeft gehandeld de invulling dezer tabelle van de verloskundigen te vorderen. Welk is het doel der tabelle? Ten einde zich bij het onderzoek naar het doel, dat men zich met de toegezondene tabelle mogt hebben voorgesteld, haren inhoud levendig voor den geest te kunnen stellen, zal ik dezelve hier achter laten volgen, naauwkeurig tot een derde harer wezenlijke grootte verkleind , zoodanig echter, dat alle afmetingen dezelfde verhouding onderling hebben behouden. Ik heb dit te noodzakelijker geoordeeld, om insgelijks verstaanbaar te worden voor diegenen onzer landgenooten, die, niet met dezelve bekend, evenwel door hunnen ijver in de bevordering van het goede en door hun vermogen om zich door hunnen invloed' den verlangden uitslag te verschaffen, zich mogten opgewekt gevoelen, om ons behulpzaam te zijn tot het verkrijgen van voldoening wegens billijke en, zoo ik vertrouw, door goede gronden gestaafde klagten. Moeijelijk is het zoo in een oogopslag het oogmerk der regering bij het uitvaardigen van het bevel tot invulling dezer tabelle te erkennen. Deze tabel le toch werd ons toegezonden zonder eenige ontwikkeling der redenen daarvan en was op het einde slechts voorzien van eene bedreiging, om met eene boete van tien tot honderd guldens , of met gevangenisstraf van één tot veertien dagen, of met beide gezamentlijk , te worden gestraft, waarbij men zich grondde op eene bijvoeging, welke het Zijner Majesteit behaagd heeft in de Instructie voor vroedmeesters onder art. 9 intelasschen en waarop al wederom toepasselijk gemaakt is het Koninglijk besluit van 6 Maart 1818. De tabelle heeft zulk een wetenschappelijk aanzien, en zoo veel, waarvan de vermelding wordt verlangd , schijnt, zoo als de tabelle is zamengcsteld, niet gerekend te kunnen worden in eenig verband te staan met de beveiliging der kraamvrouw in het bijzonder en de belangen der maatschappij in het algemeen, dat men dadelijk geneigd zoude zijn daaraan eene wetenschappelijke strekking toetekennen. De wijze echter, waarop zij ons is aangeboden , de straf bij weigering of verzuim der voorgeschrevene bepaling gesteld en de omstandigheid, dat do regering zelve het ontwerpen en doen uitvoeren tot een punt harer bemoeijingen heeft gemaak t, schijnen ons dezelve te moeten doen beschouwen als een maatregel van geneeskundige politie; daar aan de regering de zorg hiervoor is opgedragen en men bezwaarlijk kan geloven, dat zij zelve zich met wetenschappelijke onderzoekingen zoude bezig houden , ja! dat zij zelfs zoude durven verwachten door dezen maatregel iets bruikbaars voor de kunst en de ontwikkeling dir geneeskundige wetenschappen te kunnen erlangen. Misschien ook kan haar doel tweeledig zijn geweest en heeft zij de behartiging en de bevordering der verloskunde op ht t oog gehad , en tevens eene soort van toezigt op de verloskundigen en hunne werkzaamheden in die betrekking willen daarstellen. Doch in allen gevalle behoort dan door deze vehslagen ook ieder oogmerk afzonderlijk te kunnen worden bereikt en wij zullen daarom het best doen te trachten de beantwoording te geven der vol- gende vragen: In hoeverre kan het indienen dezer verslagen der geneeskundige wetenschap bevorderlijk zijn ? en ten tweeden: In hoeverre is de regering in staat door deze tahelle de verloskundigen tot hunnen pligt te houden ? — In hoeverre kunnen deze verslagen der geneeskundige wetenschap bevorderlijk zijn ? Om deze vraag naar waarde te kunnen beantwoorden, zullen wij vooraf moeten onderzoeken, wat men bij eene getrouwe en naauwlettende invulling der tabelle uit derzelver inhoud kunne opmaken en besluiten. Ten dien einde zal eene stuksgewijze beschouwing der verscheidene rubrieken niet overbodig gorden geacht, omdat deze de grondslag zijn moet onzer beoordeeling der tabelle in haar geheel genomen, zoo wat den inhoud als de strekking betreft. In de eerste plaats doet de tabelle het getal kinderen van het mannelijk en vrouwelijk geslacht kennen en zoude als statistieke opgave van eenig aanbelang kunnen worden gerekend, w anneer de registers van den burgerlijken stand niet met oneindig meer naauwkeurigheid en getrouwheid als van zelf de berigten hieromtrent aan het gouver- nement aanboden. Bovendien, zoo als aan ieder verloskundigen genoegzaam bekend is, is er geen onaanzienlijk aantal vrouwen, dat zonder den bijstand]" van vroedmeester of vroedvrouw moeder wordt; maar buitendat vervult menige vrouw de werkzaamheden eener vroedvrouw zonder door de regering daaitoe gemagtigd te zijn, waardoor als van zelf het zoo noodige toezigt op deze vervalt en er geene berigten van derzelver handelingen kunnen worden ingewonnen. Vervolgen» leeren wij den ouderdom der vrouw kennen, en zien wij tevens, of zij eerstharend zij of reeds meermalen hebbe gekraamd. Het is bui. ten allen twijfel, dat de ouderdom der vrouw en de omstandigheid, dat zij reeds vroeger kinderen heeft ter wereld gebragt, van eenen grooten invloed zijn op den duur der verschillende tijdperken en op den afloop der verlossing zelve. Van niet minder aanbelang zal dikwijls de staat der gezondheid der vrouwe gedurende d% zwangerschap moeten worden geacht, vooral wat den afloop van het kraambed betreft, daar die, zoo als bekend is , op dit laatste, maar vooral op het baren zelf, eenen merkbaren invloed uitoefent. Door hiervan eenige duizenden gevallen onderling te vergelijken zoude men builen twijfel met eenige zekerheid bepaalde regelen, naar welke de natuur gew oon is te handelen, kunnen opsporen en misschien daarbij tevens den invloed van het temperament op de vorming en ontwikkeling der vrucht en op den gang der geboorte kunnen ontdekken-, en, waf van meer aanbelang is, welligt zoude men daardoor de betrekking leeren inzien, die er bestaat tusschen den groei en de gezondheid der vrucht en den toestand der moeder gedurende de zwangerschap. Maar hier reeds hebben wij met eene zwarigheid te kaïnpen, die zeer veel aan de wetenschappelijke waarde der verslagen ontneemt. Slechts in de minste gevallen is de verloskundige in de gelegenheid geweest over den staat der gezondheid der vrouw gedurende de zwangerschap te oordcelen en daaromtrent zijne bevinding mede te deelen. Niet slechts aan geneeskundigen, maar aan iedereen is het bekend, welke onaangename gevolgen da bevruchting op de gezondheid der vrouw meestal na zich sleept. Allerhande toevallen van een geschokt zenuwstelsel, misselijkheden, brakingen , ja! de ongewoonste verschijnselen is men gewoon ten gevolge daarvan waartenemen en er zijn gene toevallen zoo vreemd, waarvan men niet de verklaring in de bezwangering zoekt en meent gevonden te hebben. Bij deze stemming der gemoederen kan het niet onnatuurlijk worden geacht, dat menigvuldige ongesteldheden , vooral wanneer zij niet plotseling het evenwigt der gezondheid storen, maar meer langzaam haren weg vervolgd hebben, ofschoon zij volstrekt haar aanzijn niet aan de genoemde bron ontleenen, evenwel aan deze worden toegeschreven en men, geene genezing van die toevallen durvende hopen, omdat er niet aan te denken valt derzei ver oorzaak te verwijderen, traag is in het te hulp roepen van eenen geneesheer, die men anders om de grootste kleinigheden tot een bezoek uitnoodigt. liet is om die reden, dat de invulling der kolom , den toestand der gezondheid van de vrouw betreffende, steeds zeer veel zal te wenschen overlaten, daar ieder, in de praktijk der geneeskunde ervaren, al te zeer de ondervinding heeft opgedaan van het weinige vertrouw en , dat men aan het verhaal van doorgestane ziekten en ellende van de meeste lijderessen kan schenken, cm daarvan gebruik te durven maken tot wetenschappelijke werken , die alleen hunne waarde ontleenen van de naauv* keurigheid en waarheid, waarmede zij zijn zamengesteld. Niet, dat ik die lijderessen van opzettelijke onwaarheden zou willen beschuldigen, >\ant welk belang zoude haar daartoe kunnen drijven ? maar om de eenvoudige reden, dat zij ons het beeld leveren der ziekte naar den indruk, die deze op haar heeft gemaakt, vermeerderd met de denkbeelden, die zij zicli daarvan hebben gevormd en die zij langzamerhand als de wezenlijkheid zijn begonnen te beschouwen. Het is niet de ziekte zelve, maar het droombeeld harer verbeelding, waarvan zij ons de trekken doen aanschouwen, terw ijl den geneesheer de mogelijkheid niet meer openstaat de wezenlijkheid zelve waartenemen en, even zoo als hij zulks dikwijls bij hysterische en hypochondrie sche lijders moet verrigten, het goochelbeeld te bannen en door eigen onderzoek en koude redenering den waren aard der ongesteldheid te ontwikkelen. In alle voorkomende gevallen dus, waar de verloskundige niet vroeger dan bij de verlossing zelve wordt geroepen, hetzij hem overigens altijd opgedragen is over de gezondheid der vrouw te waken, hetzij hij alleenlijk als vroedmeester bij haar is werkzaam geweest, moet deze kolom oningevuld worden gelaten, wil men der waarheid getrouw blijven en zorg dragen, dat geen' ander' de bedrogene worde van onze veronderstellingen en van de waarschijnlijkheden , die wij voor zekerheid hebben uitgegeven. Wat nu volgt geldt de verlossing zelve en, zoo als natuurlijk is, wordt de vermelding verlangd van het deel der vrucht, hetwelk zich het eerst heeft voorgedaan , met bijvoeging of de verlossing natuurlijk (tijdig of ontijdig') of kunstmatig en door welke middelen der kunst dezelve is ten uitvoer gebragt. Tegelijk worden de oorzaken der ontijdige en kunstmatige verlossingen gevraagd en de aard en duur van den arbeid in de verschillende periodes. De invulling van het eerstgenoemde zal wel geene zwarigheid kunnen opleveren en met genoegzame zekerheid kunnen geschieden, wanneer men tijdig genoeg ter adsistentie is geroepen, om verzekerd te zijn, dat nog hetzelfde deel in dezelfde ligging zich voordoet, als toen het werk der verlossing eenen aanvang nam. Men zal door de duizenden gevallen, die door den nu genoinenen maat- regel zullen kunnen « orden opgehoopt, de bevestiging erlangen van hetgeen reeds verschillende schrijvers met genoegzame zekerheid omtrent de verhouding der verschillende liggingen van het kind onder elkander hebben opgegeven , maar bezwaarlijk iets nieuws te weten komen. Met minder zekerheid zal men tot de verhouding van de tijdige tot de ontijdige geboorten kunnen besluiten, omdat bij deze laatsten de natuur, zelfs in de ongunstigste liggingen, gemakkelijk de geboorte door eigen krachten bewerkt en zulks zoo zeer van algemeene bekendheid is, als zijnde uit de dagelijksche ondervinding geput, dat, vooral in den behoeftigen stand, de tegenwoordigheid van eenen verloskundigen in die gevallen w einig wordt gevraagd en hij dus van hetgeen omtrent dezelve heeft plaats gehad dikwijls weinig kennis draagt. Maar nog moèijelijker is het uit deze tabelle de ware verhouding der natuurlijke tot de kunstmatige verlossingen te leeren kennen , welke ook de naauw» gezetheid en eerlijkheid dergenen mogen zijn, die tot de invulling derzelve zijn geroepen. Aan de kunstmatige verlossingen wordt daarin eene uitgebreidheid gegeven, dat men getallen verkrijgt, waarvoor de vrouw van schrik zoude moeten terugdeinzen en die haar tot het ongelukkigste schepsel zouden maken, wanneer zij inderdaad op de natuur waren gegrondvest. AVil men immers de zaak in den strikten zin opvatten, dan zal ieder geval, waarin de verloskundige het toedienen van eenig geneesmiddel noodzakeli jk heeft geoordeeld, onder de kunstmatige verlossingen gerangschikt w orden, hetzij de weëen niet krachtig genoeg waren of het ongeduld van kraamvrouw en omstanders of zijn eigen hem tot eenige werkzaamheid aansporen , al ware het ook, dat men slechts een kop krachtige koffij of het thans zoo geliefde moederkoren toediende, of men tegen eenige sporen van krampachtigheid of minder voorspoedige ontsluiting der moedermond eenige giften pulvis Doveri aanwendde of eene aderlating beproefde. En toch zoude in alle deze gevallen de geboorte eindelijk door de krachten der natuur zonder eenig nadeel voor de vrouw zijn bewerkt, als men het lijden van onnoemlijke pijnen en de geweldigste afmatting wil uitzonderen , toevallen, waarvan zij zich gewoonlijk zeer spoedig herhaalt. Deze gevallen behooren dus eigenlijk niet onder de kunstmatige verlossingen te worden opgenomen. Op gelijke wijze zullen de verlossingen, welke door de hulp dei- hand of door middel van werktuigen worden volbragt, aanleiding tot verwarring geven. Want zal men daarom eene verlossing kunstmatig , dat is, in tegenstelling van natuurlijk, tegennatuurlijk noemen, omdat men den afloop heeft zoeken te bespoedigen door, bij voorbeeld, wanneer het achterhoofd ter zijde of eenigzints achterwaarts is gekeerd, de rigting van hetzelve, bij genoegzame bekkenruimte, spoediger .naar den schaambeensboog te bepalen? Is daarom eene ver- jossing tegennatuurlijk, omdat men getracht heeft eene kruingeboorte het achterhoofd door den vinger naar beneden te brengen, hetgeen bij de groote ruimte, die hiertoe veelal aanleiding geeft, dikmaals zoo gemakkelijk geschieden kan? — Immers in beide deze gevallen heeft de bijstand des verloskundigen slechts op bespoediging en vergemakkelijking gedoeld, en er is niet de minste twijfel aan , dat de krachten der natuur . het moge dan wat langzamer zijn, spoedig de gestelde bezwaren zouden hebben overwonnen. De beperking dus, hier aan natuurlijke en kunstmatige verlossingen gegeven, is niet op de natuur gegrond en moet tot valsche gevolgtrekkingen leiden5 want men behoort dan slechts eene verlossing kunstmatig te heeten, wanneer er kunsthulp noodzakelijk is, en eene verlossing is dan alleen tegennatuurlijk, wanneer er of van de zijde der moeder of van de zijde van het kind beletselen aan den natuurlijken gang worden in den Weg gesteld, die niet of hoogst moeijelijk door de krachten der natuur kunnen worden te boven ge. komen, of waarbij moeder of kind zonder kunsthulp gevaar loopen beleedigingen te ondergaan, nadeelig voor de gezondheid, ja zelfs voor het leven. En nu beroep ik mij op het getuigenis van alle diegenen mijner ambtgenooten, die door eigene ondervinding geregtigd zijn , daarover hun oordeel te vellen, of niet in de meeste gevallen, in welke de geboorte niet aan de eigen krachten der natuur wordt overgelaten, de kunsthulp alleenlijk doelt op het gemak der vrouw en de bespoediging der bevalling, zonder dat zulks echter om de gezondheid der barende of het leven der vrucht volstrekt noodzakelijk was ? En wie zal zulks veroordeelen ? Het is gemakkelijk voor die theoretici, die al hunne wijsheid uit boeken putten, om geduld aanteraden en te vorderen dat men met eene cynische onverschilligheid het gejammer en gekerm der lijderessen aanhoore; maar zij verloochenen daardoor de edelste van alle drijfveeren bij den geneeskundigen, meêwarigheid met het leed van anderen. Ik veroordeel den arts, die zoo weinig meester is van zijn gevoel en zijne daden, dat hij zijne driften de meesterschap over zijn verstand laat wegdragen; die zich door een verkeerd geplaatst medelijden tot onvoorzigtigheden laat verleiden en daardoor niet zelden kwaad berokkent aan moeder of kind, of aan beide te zamen. Hij is den naam van geneesheer onwaardig en beseft weinig het gewigt zijner betrekking en des pligls, welke op hem rust. Maar evenzeer verfoei ik hem, die koud kan blijven bij dat onuitsprekelijk wee, dat de vrouw drukt, en bedaard blijft toezien en de hand terughoudt, als hij met geringe moeite en zonder eenig nadeel of gevaar iets kan toebrengen tot leniging harer smarten en verkorting van dien langen tijd van wanhoop, waarvan wij mannen de hevigheid en onuitstaanbaarheid in der daad nooit regt leeren kennen. Men werpe mij niet legen, dat de angst voor instrumentale hulp het leed der vrouwe vermeerdert en de aanwending- van werktuigen nieuwe pijnen verwekt. Dit hangt toch grootelijks af van het tijdstip , waarop de hulp wordt toegebragt, dewijl het immers wel van zelf spreekt, dat geen verloskundige, die het wel meent, anders tot instrumentale hulp zal besluiten, dan wanneer hij oordeelt zulks in het belang der lijderesse te kunnen doen. Geenzints om voor zich zeiven tijd te w innen, maar met de edeler drijfveer om aan de folterende smarten een einde te maken, die de vrouw tot razernij brengen en haar alles zouden doen bestaan , om slechts oogenblikkelijk daarvan ontslagen te worden, moet hij het w erktuig in handen nemen en aan de wenschen der barende en der omstanders gehoor geven. Want wel verre, dat hij nu nog tegenstand zoude ontmoeten en den schrik vergrooten, wordt de arts nu eerst in haar oog de reddende engel, stort gerustheid in haar gemoed en voldoet hij waarlijk aan de hooge roeping van zijn beroep. En zoude hij dan in zoodanige gevallen de smart verhoogen ? Vraagt het die vrouwen , die , eenen moeijelijken arbeid heb bende verduurd , eindelijk, met het uitzigt op nog langdurige duldelooze smarten , als met eenen tooverslag uit hare benaauwdheid worden gerukt; vraagt het die vrouwen, die, rustelooze nachten hebbende doorwaakt en door afmatting hare bewustheid bijna hebbende verloren, eindelijk door de kunsthulp een eindpaal aan haar lijden zien gesteld. Of is het u als verloskundige nimmer te beurt gevallca door de lijderesse zelve tot het aanwenden van werktuigen te worden uitgenood igd, omdat zij reeds vroeger ondervinding had opgedaan van de groote verligting haar daardoor toegebragt ? In alle zoodanige gevallen komt het voornamelijk op het vertrouwen aan, dat men weet in te boezemen, en op de vaardigheid en betrekkelijke snelheid, waarmede men weet te handelen. Zonder zekerheid in de uitvoering, zonder gemakkelijk heid in de bewerking zal men bezwaarlijk tot eenen gunstigen uitslag geraken; en waarlijk zoo moeijelijk is het niet zich in deze zoo hoog gewaardeerde, maar dikwijls al te moeijelijk geschatte kunst het meesterschap te verwenen. Het zijn dus niet die geboorten alleen, waarbij de hulp of der handen of der werktuigen noodzakelijk was, welke in deze tabelle zullen worden opgegeven , maar wij ontvangen hier onder dezelfde rubriek een aantal van verlossingen, die tot de natuurlijke zouden behoord hebben, w anneer men de natuurkrachten onbelemmerd hare werkzaamheden had laten verrigten en bloot aanschouwer daarbij Mas gebleven. Hetzelfde geldt van de ontlasting der aanhangselen , M at wij van die der vrucht hebben aangemerkt. De houding, die wij der vrouw gedurende de bevalling doen aannemen, de sterke uitrekking der zachte deelen, door welke de geboorteweg wordt begrensd, en die hun zamentrekkensvermogen soms aanzienlijk verminderd zien, ja de uitputting der vezelen van de baarmoeder zelve, die haar in eenen toestand van ontspanning doen verkeeren, doen dikwijls den moederkoek in het ligehaam der vrouw tcrugh'ijvcn, ofschoon de geboorteweeën reeds zijne, scheiding van den uterus hadden bewerkt. Eene zachte trekking aan de navelstreng, in de rigting der bekkenas aangebragt, is meestal voldoende deszelfs ontlasting te bevorderen en men gaat daar te gereeder toe over, omdat die wegneming als eene prikkel op de baarmoeder schijnt te werken, waardoor derzelver zamentrekkensvermogen wordt opgewekt en meestal de gevaarlijke nabloeding verhoed, waarvoor men te vreezen heeft, wanneer de baarmoeder in den staat van uitzetting blijft verkeeren en de opening der afgescheurde vaten geene aanzienlijke verkleining ondergaat. Hoezeer deze handelwijze in het belang der kraamvrouw moge worden aangewend, derzelver volstrekte noodzakelijkheid te willen betoogen zoude hetzelfde zijn, als der natuur het vermogen te ontzeggen door eigen kl achten de verlossing te volbrengen, en hoezeer men niet kan ontkennen de hand tot wegneming der nageboorte te hebben aangewend, zoude het eene dwaasheid zijn alleen daarom deze verlossing tot de tegennatuurlijke te brengen. Men geloove niet, dat men deze zwarigheden door de vermelding der oorzaken, die tot de kunstmatige verlossing bij de moeder , het kind of de aanhangselen hebben aanleiding gegeven, kunne verhoeden. Want, hetzij men de tang aangewend hebbe of den hefboom gebruikt, of alleen met de hand hebbe gewerkt, hetzij men eenig genecsmid- tl 1 tocdicne, cle rederij waarom zulks geschiedt iri die ligtere gevallen, Waarvan wij hierboven melding hebben gemaakt, is geene andere en zal met geene andere woorden worden omkleed , dan in die zwaarwigtige omstandigheden, waarin de hulp der kunst volstrekt noodzakelijk Mas. Er wordt geen moederkoren toegediend, wanneer men niet wenscht do kracht der vlagen te vermeerderen , geen tang aangewend, als men niet aan de natuurkrachten wenscht te hulp te komen, en nimmer zal het dus aan de vermelding der reden, waarom de verlossing kunstmatig is ten uitvoer gebragt, kunnen ontbreken. 01 zoude men uit de bloote vermelding, » gebrek aan blagen , )) te zwaar kinderhoofd", y> sterke bloedvloeijing", of dergelijke redenen, die zoowel bij waarlijk tegennatuurlijke als bij natuurlijke verlossingen kunnen voorkomen en waarvan alleen de betrekkelijke hoegrootheid de verlossing kunstmatig maken , tot het genoegzaam gewigt der oorzaken kunnen besluiten? Immers neen! En hoe zoude deze kolom dan dienen kunnen om den chaos te ontwarren, dien wij als een noodzakelijk gevolg van de inrigting der tabelle hebben doen kennen? — Doch dit kan ook hare bestemming niet zijn. Ik meen haar geene andere te mogen toekennen dan deze , om een tabellarisch overzigt te leveren der verschillende oorzaken, die tot ontijdige en kunstmatige verlossingen hebben aanleiding gegeven, cnaantetoonen , welke verhouding er tusschen deze oorzaken onderling bestaat; en niemand zal de doel- 2 matigheid daarvan bij overigens wel ingerigte tabellen ontkennen. Wat den aard en den duur van den arbeid betreft in de verschillende periodes , hieromtrent zal de invulling steeds allcronvolledigst moeten blijven. Slechts in enkele gevallen wordt des verloskundigen» hulp gedurende het eerste tijdperk verlangd , ja zelfs in de meeste gevallen is de tweede periode al grootendeels verstreken, voordat men tot de barende geroepen wordt. Maar daarenboven verbiedt de kiesheid , iedere kramende tot het voorwerp onzer nieuwsgierigheid te maken , en de eerbaarheid , die de vrouw zoo liefelijk siert, gedurig te krenken door een onderzoek , hetgeen meestentijds geen ander nut kan opleveren, dan dat van aan de regering te berigten, wanneer het eerste en tweede tijdperk der verlossing is aangevangen of heeft opgehouden. In hospitalen moge zich zoodanige handelwijze verontschuldigen laten, in de burgerpraktijk zoude zij de nadeiügste gevolgen uitoefenen op de goede verstandhouding, die er noodzakelijk tusschen de lijderes en dengenen, die haar in den nood zal bijstaan, behoort te bestaan. Het kost der eerbare vrouw reeds eenen zwaren strijd hare schaamachtigheid in zoo verre te overwinnen , dat zij een' haar vreemden man , onder zulke omstandigheden , tot zich den toegang verleene, en het nijpend gevoel van noodzakelijkheid en de vrees voor dreigend gevaar vermogen slechts haar hievtoe te doen besluiten. liet vordert van den kant dos vroed meesters de uiterste kiesheid en eeiiö groote omzigtigheid haar van de noodzakelijkheid tc overtuigen om zich geheellijk aan zijne leiding overtegeven een onderzoek toetelaten , waartegen haar gevoel zich vei zet, en het zal hem dikwijls, slechts door hevige pijnen geholpen, gelukken hiertoe hareloe-, stemming te verkrijgen. Hij bezit weinig geschiktheid voor de teedere betrekking van vrocdmeester, die niet aarzelt het gevoel der vrouw geweld aantedoen en door voorbarige en overtollige handelingen haar vertrouwen in afkeer te doen verkeeion, en zulks alleenlijk om dé nieuwsgierigheid te voldoen, daar het onnutte daarvan wel geen betoog behoeft. l)e houding der barende, de hevigheid der weeën, het eigenaardig geluid, dat zij onwillekeurig van zich doet liooren, zijn voor den en ai enen verloskundigen duidelijke aanwijzingen, wanneer hij tot het onderzoek behoort overtegaari. Bijna altijd echter zal men den duur en aard van den arbeid in het derde en vierde tijdperk kunnen vermelden, en ofschoon zulks van het vijfde ook aan geene moeijelijkheden onderhevig is, zal evenwel geen geldig besluit uit de opgave der gezamenlijke verloskundigen kunnen worden opgemaakt , omdat de manier van handelen in dit tijdperk zoo verschillend is. Do een meent de ontlasting der aanhangselen geheel aan de natuur alleen te moeten overlaten 5 de ander wacht één, twee, ja zelfs meer uren, voor dat hij zich geregtigd rekent de hulp der kunst aan te wenden; de overi- gen eindelijk oordeelen liet bet réiligsf, vrij spoedig na de geboorte van het kind , die van de nageboorte te bevorderen , wekken de baarmoeder fot zamentrekking op en leiden , zonder al te veel geweld aantebrengen, de secundinae langs den bekkenas naar buiten, wanneer ten minsten geene tegennatuurlijke aanhechting eene meer krachtdadige tusschcnkomst noodzakelijk maakt. Welke van deze methoden de beste zij, behoeft niet te worden onderzocht. Voor ons doel is het genoeg te hebben aangetoond, wolken invloed het volgen der ceno of andere wijze van doen op de opgave' Tan den duur der periode hebben moet. Dit willen wij nog aanmerken , dat hij het gelukkigst zijn zal , die naar omstandigheden weet te handelen en zich niet de slaaf heeft gemaakt van een vast aangenomenen regel, hoezeer oogenschijpJijk ook met goede redenen omkleed. Nu komt in de volgorde, in welke de tabelle is gesteld , de afloop der verlossing en van hef kraambed voor moeder en kind. En hebben wij gelegenheid gehad in het reeds verhandelde menigvuldige redenen te vinden, om in de invulling der verschillende kolommen onregelmatigheid en verwarring te gemoet te zien r ook onder deze rubriek , vreezen wij, zal het daaraan niet ontbreken , daar de verdeeling daarvan niet van duisterheid is vrijtepleitten. Yoor berden, voor moeder en kind, wordt de afloop verdeeld in gelukkig en ongelukkig, terwijl deze laatste voor de moeder de onderverdeeling behelst: stoornissen , ziekten of gebreken en dood, en voor het kind: stoornissen , ziekten of gebreken in de vier eerste levensweken, dood voor de geboorte, dood onder* of kort na de geboorte, en dood na de geboorte. Het springt dadelijk in het oog, dat er en bij de moeder en bij het kind eene menigte gevallen kunnen voorkomen, welke de vermelding onder beide afdeelingen, namelijk van gelukkigen en ongelukkigen afloop , verdienen, zoodat men genoodzaakt wordt dezelfde verlossing voor gelukkig en ongelukkig afgeloopen te verklaren. Laat ons trachten dit met een paar voorbeelden optehelderen, Eene vrouw, na voorspoedig van kind en nageboorte te zijn verlost, wordt door eenen vrij hevigen bloedvliet overvallen; door spoedig aangebragte hulp echter wordt dit toeval binnen weinig tijds overwonnen en het kraambed verder door niets gestoord. Wie zoude aarzelen onder zoodanige omstandigheden de verlossing voor gelukkig afgeloopen te verklaren? maar desniettegenstaande verdient deze stoornis te worden opgegeven, en hierdoor wordt te gelijkertijd de afloop als ongunstig beschreven. Op dezellde wijze kan zulks bij eene ziekte der kraamvrouw plaats grijpen; want hoe dikwijls gebeurt het niet, dat na eene voorspoedige bevalling de kraamvrouw op den vijfden of zesden dag door eene heftige koorts wordt Qvervallen ? De hoofdpijn, beslagen tong, gebrek aan eetlust en geringe opzetting der buik, met kleverig zweet en gebrek aan stoelgang, verraden genoegzaam de oorzaak des gebreks, en gewoonlijk is met het toedienen van een oplossend laxans binnen twee of drie dagen de geheele ziekte geweken. Deze ongesteldheid , hoe weinig beteekenend op zich zelve , kan niet met stilzwijgen worden voorbijgegaan , wil men getrouw zijn in de invulling ; terwijl derzelver vermelding het kraambed volgens de tabelle ongelukkig doet afloopen, hetgeen toch wel door niemand als regtmatig zal worden beschouwd. Zoo ook kunnen de kinderen met gebreken of ziekten, als het hoofdbloedgezwel, sprouw en andere van die gewoonlijk weinig beteekenende ongesteldheden zijn behebt, waardoor het kraambed ten hunnen opzigte als ongelukkig afgeloopen moet worden aangeduid, terwijl men der waarheid zoude te kort doen, als men het niet tevens als gelukkig afgeloopen in de lijst invulde. Voor het overige kan deze rubriek een getrouw overzigt leveren van het aantal vrouwen en kinderen, dat onder of na de verlossing bezwijkt ; men kan echter niet ontkennen, dat ook de registers van den burgerlijken stand, ten dezen opzigte met even goed , ja beter, gevolg kunnen worden geraadpleegd. Eindelijk wordt hier nog naar de oorzaken des doods van de moeder of van het kind ondei-zoek gedaan, eene vraag, die met betrekking tot het laatstgenoemde dikwijls moeijelijk genoeg te beantwoorden zijn zal. Ten slotte weuseht men te vernemen, welke le- handeling de kraamvrouw of het kind hebbe on dergaan ; eene vordering, waarvan ik openhartig verklaren moet de bedoeling niet regt te hebben begrepen. Wenscht men te vernemen op welke wijze de kraamvrouw is verpleegd? begeert men te kennen de wijze, waarop het kind is gevoed , of te weten , hoe er voor de verwijdering van het darmpek is gezorgd ? of zijn deze kolommen bestemd om de geschiedenis der ziekte, zoo deze moeder of kind mogt hebben aangetast, te bevatten ? — Het eerste is niet waarschijnlijk, voor het laatste zijn zij geheel ongeschikt. De ruimte toch op eene ge. heele bladzijde daarvoor afgezonderd , bedraagt niet zoo veel, dat zij behoorlijk één ziektegeval kan bevatten. Of zoude men slechts de opsomming der toegediende geneesmiddelen hebben bedoeld? Maar deze immers kan geenerhande inlichting geven omtrent den aard en het beloop der ongesteldheid en is dus volstrekt van geene wetenschappelijke waardij. W ant niets zoude meer onkunde verraden, dan te Avillen beweren, dat de naam der ziekte met de geneesmiddelen in dezelve toegediend ons een duidelijk en wel ontwikkeld begrip van derzelver aard zoude kunnen verschaffen. Uit toch zoude in de eerste plaats eene behandeling veronderstellen, die altijd geheelenal aan de vorderingen der ziekte had beantwoord, eene veronderstelling, die op zijn zachtst genomen, gewaagd mag w orden genoemd ; en ten anderen zoude men moeten aannemen 5 dat de geneesmiddelen steeds de wijzigingen uitdrukken , welke eene ziekte doorloopt, hetgeen ieder, die slechts eenigermate in de geneeskunde is ingew ijd , gemakkelijk kan nagaan , dat in geenen deele met de ondervinding overeenstemt. In dezen stand van zaken meenen v\ ij van de invulling dezer kolommen weinig goeds te mogen verwachten. De meesten zullen, bij de onmogelijkheid er iets goeds van te maken, dezelve oningevuld laten of met een enkel woord er eene opgave in stellen, die de regering weinig wijzer zal maken, dan wanneer zij in blanco waren gebleven. » Wat men echter hier niet heeft kunnen plaatsen , zal men onder de bijzondere aanmerkingen kunnen ter neder zetten." Wat men hier te wachten hebbe, is moeijelijk nategaan, daar zulks geheel afhankelijk is van den ijver der verloskundigen en van de ingenomenheid met eenen maatregel, die, dit behoeven wij niet te verzwijgen, hun geenzints onder verpligtende voorwaarden is aangeboden.— Na alzoo te hebben nagegaan, wat deze tabelle Lij eene naau«keurige en getrouwe invulling kan bevatte;i, cn welke resultaten men daarvan hebbe te wachten, kunnen wij thans voortgaan met de behandeling der vraag, welke wij hadden voorgesteld : in hoeverre namelijk deze verslagen aan de geneeskundige wetenschappen kunnen bevorderlijk zijn? Zullen zij van eenige wetenschappelijke waarde zijn, dan bchooren zij te voldoen aan de navolgende vereischten: de inrigting der tabelle moet zoo reel mogelijk volledig en de omschrijving der rubrieken duidelijk , scherp en volstrekt voor gecne tweeledige uitlegging vatbaar zijn; de invulling van dezelve moet geschieden et naauwkeurigheid en de getrouwheid boven allen twijfel verheven zijn. Zonder het eerste toch krijgt men niets dan cenc opeenstapeling van verwarring , waaruit de grootste scherpzinnigheid , noch de veelomvattendste geleerdheid iets goeds zal kunnen te voorschijn brengen, zonder het tweede erlangt men nietswaardige opgaven en onzekere resultaten. Wat de volledigheid der tabelle betreft (altijd in eenen wetenschappelijken zi gesproken), hierop valt in der daad weinig te roemen. Zoo zoude ik het niet onb grijk hebben gerekend , na de vermelding van den staat der gezondheid der vrouw, zoo zij vroeger reeds gekraamd had, den tijd te bepalen , wanneer zulks heeft plaats gehad, met bijvoeging der omstandigheid, of zij haar kind zelf heeft gezoogd en tot welken tijd. Het is eene opmerking, die onze aandacht ten vollen waardig is en waarvan de bevestiging niet onbelangrijk kan worden geacht, dat vrouwen zoo lang zij hare kinderen zogen minder geschikt voor de bevruchting schijnen te zijn, dan die , M elker borsten zijn opgedroogd. Deze opmerking is zoo algemeen gemaakt en hoeft zoo veel ingang bij de moeste vrouwen gevonden, dat mij meer dan één voorbeeld bekend is van moeders uit den bchoeftigen stand , die uitsluitend om die reden hare kinderen twee en meer jaren de borst reiken, ten einde van een al te groot aantal verschoond te blijven, waarvoor de moeijelijklieid om den kost te winnen en de middelen te vinden 0111 voor hunne opvoeding te zorgen eene genoegzaam verschoonbare reden oplevert. Niet alleen hierom was dan de aanwijzing der dag, waarop de verlossing heeft plaats gegrepen , noodzakelijk , maar ook om te kunnen nagaan , welken invloed de tijd van het jaar op de bevruchting uitoefent. Men heeft immers in den laatsten tijd gemeend de opmerking te hebben kunnen maken , dat gedurende de eene maand van het jaar meer kinderen worden geboren dan in eene andere, en het zoude niet moeijelijk zijn door de groote menigte verslagen , welke de regering mag te gemoet zien, de bevestiging of ontkenning dezer veronderstelling te verkrijgen. Tevens zoude deze opgave ons doen zien of do jaartijd ook op den afloop der geboorte voor- of nadeelig kunne werken. Verder wordt ons wel gevraagd , w elk deel der vrucht zich eerst heeft voorgedaan en in welke ligging zich hetzelve toen bevond , maar men schijnt te hebben vergeten de opgave te vorderen der ligging , waaronder het kind geboren wordt. Ik zeg vergeten, omdat men niet kan veronderstellen , tlat dit met opzet zal zijn achterwege gelaten, daar het inderdaad het belangrijkste gedeelte der tabelle zoude hebben uitgemaakt. Daardoor toch zoude men de verandering van ligging leeren kennen, door de krachten der natuur te weeg gebragt en nootlza- kelijk , om de verlossing: op eene natuurlijke wijze te doen afloopen. Men zoude daaruit kunnen ontdekken , w aartoe de natuurkrachten in staat zijn , en de waarneming' bevestigd zien, dat zij dikwijls alléén de ongunstigste omstandigheden kunnen overwinnen en ook daar nog eenen goeden afloop bewerken, waar de hulp der kunst, zoo niet voor demoeder, ten minste voor het kind noodlottig' kon zijn geworden. Wanneer in het toeven gevaar schuilt, is het de pligt van den verloskundigen onverwijld handen aan het werk te slaan, maar evenzeer vorderen de voorzigtigheid en de veiligheid van moeder en kind, de werking der natuur niet vooruit te loopenen den gang- der geboorte niet te dwingen, waar zulks noodlottig: zoude kunnen worden en het geduldig wachten onschadelijk is. En het is juist daarom, dat men de hulpbronnen, die de natuur in zich bevat, behoort uittevorschen; en ieder gevoelt, hoezeer eene opgave, als de boven bedoelde daaraan zoude kunnen bevorderlijk zijn. Ook zoude het niet ondoelmatig zijn geweest te doen invullen die ontijdige verlossingen, die door kunst zijn te weeg gelragt in die gevallen, Maar de afmetingen van het vrouwelijk bekken te gering zijn, om een voldragen kind doortelaten , en toch gi oot genoeg , om den doortogt te verleenen aan eene vrucht van zeven maanden, waarvan de omtrek natuurlijk kleiner is. Deze gevallen, hoewel hoogst zeldzaam voorkomende, kuunen echter van tijd tot tijd plaats vinden, en derzelver vermelding kanwel niet zijn bedoeld onder de voorhanden zijnde rubrieken , omdat deze meer schijnen te zien op het werk der verlossing zelve, terwijl het kunstmatige hier ge hgen is in de voorbereiding tot dezelve. Eindelijk (en dit moge genoeg zijn) komt het mij voor, dat niet met stilzwijgen had behoorente worden voorbijgegaan het heerschend ziektekarakter, daar dit op den afloop van het kraambed den gewigtigsten inyloed kan uitoefenen. Want hoewel men het kraambed geenzints als een ziekbed mag beschouwen, is echter de vrouw op dat tijdstip bijzonder vatbaar voor ziekelijke aandoeningen. De verhoogde plasticiteit des bloeds, die bij de zwangere vrouw aanwezig en noodzakelijk was om den groei der vrucht te bevorderen, kan niet zoo in eens bij de bevalling verdwijnen en laat nog steeds eene neiging tot ontsteking achter, waarvan men niet zelden de heillooze gevolgen ontwaart, zoodra het evenwigt der gezondheid door de eene of andere oorzaak wordt gestoord. Wel is waar heeft de natuur vermogende middelen daargesteld om deze ver hoogde levenswerkzaamheid deg bloeds, die nu, omdat de vrucht niet meer onmiddelijk uit hetzelve wordt gevoed, minder noodzakelijk is geworden, te verminderen, maar deze zijn niet in staat zoo terstond en in eens de hoedanigheid des bloeds te veranderen, en er wordt altijd nog een zekere tijd vereischt om het evenwigt, dat door de scheiding van moeder en kind was verbroken, te herstellen. Dit is vooral het geval, waaneer de zogafscheiding niet geregeld voort wil gaan of de bloedvliet na de bevalling: weinig belangrijk ia geweest. Daarbij komt, dat de voorafgegane hevige gemoedsbewegingen, de pijn en de vermoeijenis de zenuwgevoeligheid aanmerkelijk hebben verhoogd , en de huid dooi' het zweeten, dat gewoonlijk het kraambed vergezelt, zeer week is geworden en uiterst gevoelig voor de prikkels in de atmospheer aanwezig. Hoe kan het bij zoodanige gesteldheid van zaken verwondering baren , dat dezelfde atmospherische oorzaak, die iederen mensch eenigzints hare kracht doet gevoelen en aan bijna alle voorkomende ongesteldheden een eigenaardig karakter indrukt, in eene nog hoogere mate bij kraamvrouwen werkt ? Hierom was het van aanbelang geweest, in deze tabelle het heerschend ziektekarakter niet onvermeld te laten , dewijl daardoor de sleutel zoude zijn gevonden tot de verklaring, waai'om nu eens deze, dan weer eene andere ziekte in het kraambed heersehende is; waarom dan eens kraamvrouwenkoorts , dan eens uitslagziekte, dan weer zinkingachtige of' gastrische koortsen zoo algemeen worden waargenomen. Laat de volledigheid nog al veel te wenschen overig, dat niet al de rubrieken die duidelijkheid hebben, die verwarring onmogelijk maakt, is ons reeds vroeger gebleken. Wij kunnen dan ook ge rustelijk naar hetgeen wij hierboven daaromtrent hebben medegedeeld verwijzen , en willen alleenlijk herinneren , dat en de aard der verlossing , en de afloop* van het kraambed , en de behandeling van moeder en kind onmogelijk uit de tabelle, zoo als zij thans is ingerigt, met genoegzame zekerheid kunnen worden gekend , terwijl wij meenen er nog dit te moeten bijvoegen, dat wij liet voor een onmisbaarvereischte van eene wetenschappelijke tabelle houden , dat niet alleen worde opgegeven , of men door geneesmiddelen, of door de hand, of door werktuigen de verlossing hebbe verrigt, maar wel uitdrukkelijk bepale door welke geneesmiddelen , door welken handgreep of door welk werktuig men het beoogde doel hebbe bereikt. Dit toch geeft eene meer bepaalde beteekenis aan de opgave en doet tevens onder dezelfde omstandigheden de meerdere voortreffelijkheid kennen, die de eene wijze van behandelen boven de andere oplevert. Maar gelijk er van den kant des ontwerpers dezer tabelle (altijd in de veronderstelling van een wetenschappelijk doel) groote feilen zijn begaan in de zamenstelling daarvan, zoo zal ook , vreezen wij, de invulling niet met die naauwkeurigheid en ijver geschieden, dat derzelver getrouwheid boven allen twijfel verheven is. Er loopen zoo vele redenen zamen om ons dezen uitslag met gewisheid te doen vooruitzien, dat wij geenzints aarzelen de nietswaardigheid der tabelle ook in dit opzigt te bevestigen. "Wij zullen dan ook , zoo als wij tot nu toe zijn voortgegaan , met vrijmoedigheid onze redenen daarvoor ontwikkelen, terwijl wij de plegtige verlilaring afleggen, dat alleen de zucht tot verbetering onze pen bestiert en wij er verre af zijn eene ha- teïijkheid of personaliteit , niet hetgeen wij verder zullen ter neder schrijven, te hebben bedoeld. Eene der voornaamste redenen , waarom men weinig naauwgezetheid en ijver bij de invulling der tabelIe kan verwachten, komt mij voor, daarin gelegen te zijn, dat er bij de verloskundigen gegronde bedenkingen bestaan omtrent de doelmatigheid der tabelle en het waarschijnlijk gebruik, dat men van dezelve maken .zal. Reeds hebben wij aangetoond hoeveel er aan ontbreekt, om er een wctenschappelijk geheel van te vormen , en tevens doen in het oopr vallen, dat de tabelle, zoo als zij thans is zamengesteld, ons de hopelooze overtuiging heeft medegedeeld , dat er noch eenheid in de wijze van invullen bij de verloskundigen , noch het regte begrip der bedoelingen van den invuller bij de regeling te verwachten is. Het tweede is een noodwendig gevolg van het eerste, en dit moet onafscheidbaar onduidelijkheid en dubbelzinnigheid van sommige rubrieken vergezellen. En gelijk er in ieder mensch eene zucht naar onafhankelijkheid ligt, zijn wij geneeskundigen , Gode zij dank! daarvan ook geenzints misdeeld. Ons bcioep. zoo edel, zoo veel geestkracht vorderend, vs aai borgt ons daarvoor. Bij wien toch zoude zich die edele drift beter ontwikkelen , dan bij hem , die het zich tot gewoonte en pligt heeft gemaakt de w erken der natuur te bestuderen, en die zoo vaak in de moeijelijke gelegenheid -wordt gebragt, dat alleen bewustheid van eigen kracht, snelle bevatting en oogenblikkelijke uitvoering hem uit den drang redden kunnen, waar het het behoud geldt van menschenlevens! Doch zoo als bij niemand die onafhankelijkheidszucht behoort te ontaarden in ongebondenheid, zoo zijn wij ook ten vollen bereid ons den dwang te laten gevallen , die in het algemeen belang en voor de publieke veiligheid noodzakelijk wordt geacht. Maar waar die dwang doelloos wordt, waar zij geen nut kan na zich sleepen, verheft zich het fiere gemoed en morrende slechts en met onwil gehoorzaamt men het strenge bevel, als de pogingen te krachteloos worden bevonden om zich met vrucht er tegen te kunnen verzetten. Dit is het gevoel, wij durven zulks verzekeren, dat zich omtrent de bewuste tabelle van de meeste verloskundigen heeft meester gemaakt. De innige overtuiging, dat zij tot geenerlei einde dienen kan de stellige bewustheid , dat alle moeite , welke men daaraan mogt besteden, verloren is, maken cle hand tot invullen traag en het hoofd tot aanwending van ijver en naauwgezetheid onwillig. IIoo veel meer zal zulks het geval zijn, wanneer er daarenboven gegronde vreeze bestaat, dat de regering niet dat gebruik van den arbeid der verloskundigen zal maken, dat men billijkerwijze zoude mogen verwachten. Indien men uit hetgeen vroeger geschied is tot hetgeen volgen zal mag besluiten, kan men inderdaad geene groote verwachting daarvan koesteren. Want wat is er geworden van a1 die verslagen van epidemiën en andere heerschende ziekten, aan de coinmissiën van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt ingezonden, verslagen zoo dikwijls met ijver en lust bewerkt en uitgevoerd ? Deze mogen echter meer uitsluitend in het belang dor publieke beveiliging gerekend worden opgemaakt te zijn, zuiks was toch niet het geval, toen, nadut twee achtereenvolgende jaren de azia' ische cholera in ons vaderland had gewoed, aan verschillende geneeskundigen uitnoodigingen werden ter hand gesteld, ten einde een verslag vari hun wedervaren en ondervinding omtrent die ziekte inlezende», opdat uit die gezanientlijke bronnen een geheel konde worden gevormd en in het belang der wetenschappen openbaar gemaakt. Sedert dien tijd zijner zeven jaren verloopen , en, gelijk zoo vele verschrikkingen , is die geesel verdwenen en schijnt nog slechts in onze herinnering te leven, maar niets is er geschied, wat ons verder eenige deelneming van het gouvernement in die zaak heeft doen kennen , niefs wat ons met de moeite heeft kunnen verzoenen, die deze verslagen ons hebben gekost. Ik beweer niet, dat dit op zich zelf voldoende redenen zijn . om alle medewerking aan deze tabelle te ontzeggen en zich bloottestellen aan de onaangename gevolgen, M aarmede wij, in geval van niet inzending, worden bedreigd, maar wij zouden toonen weinig kennis te bezitten van het menschelijk hart, indien wij niet als gevolgen daarvan konden afleiden achteloosheid in de bewerking van het verslag en geringe opgewekt- 3° heid tot hot onderzoek , voor de getrouwe invulling noodzakelijk. Eindelijk , en hiermede zullen wij deze aanmerkingen besluiten, meenen wij nog eene voorname reden voor de ongenoegzaamheid der tabelle te hebben gevonden in den aard van sommige verloskundigen. Er zijn er toch onder de kunstbroeders, hoewel wij opregt geloven , dat hun aantal gering is , die altijd grootspreken en wonderen doen. De wonderbaarlijkste verlossingen worden door hen verrigt, natuurkundig onmogelijke gevallen door hen tot een goed einde gebragt, en met zulke verhalen vreezen zij niet zelfs der zake kundigen de ooren te vullen. En zouden zij dan aarzelen hunne verloskundige verslagen daarmede te verrijken?— Dit mag men als zeker aannemen, of uit onkunde hebben zij den waren aard der verlossing miskend, of zij zijn zoo dwaas van te geloven, dat zij zich door hunne verhalen in het oog van anderen aanzienlijk verheffen; en , wanneer zij aan hunne kunstbroeders , die hen toch alleenlijk aanhooren, om zich met hunne zotheid te vermaken, de bekwaamheid ontzeggen hunne verhalen te doorzien en derzelver onwaarheid te erkennen, wat zoude hen dan bewegen, dezelfde proef aan de regering te onthouden ? Zij weten immers ook , dat niet ieder, die hoog staat, door verdienste geklommen is , en dat niet alles , wat beloond wordt, w ezenlijke waarde bezit, zoodat het waarlijk der moeite waard is de proef te nemen, in hoeverre het gelukken wil, bij gebrek aan verdienste, door grootspreken tot het doel te geraken. Indien dus deze tabelle ook de grootst mogelijke volledigheid bezat, wanneer in haar zelve volstrekt geene redenen tot mislukking lagen opgesloten , zoude zij nog geenzints aan eetie wetenschappelijke bestemming kunnen beantwoorden. De waarde toch der waarnemingen wordt niet bepaald door het groot aantal alleen , maar wel in de eerste en voornaamste plaats door de goede trouw en scherpzinnigheid, waarmede zij zijn te boek gesteld. Wanneer de regering in der daad het oogmerk heeft gehad , iets van wezenlijk aanbelang voor de verloskundige wetenschappen daartestellen, dan voorzeker zoude zij beter hebben gehandeld, dit voornemen aan eenige weinige verloskundigen medetedeelen en deze tot medewerking uittenoodigen, en alsdan, wij houden ons hiervan verzekerd, zoude men iets tot stand hebben kunnen brengen, dat langs den thans ingeslagenen weg onmogelijk te bereiken is. — In hoeverre is de Regering in staat door deze tabelle de "verloskundigen tot hunnen pligt te houden ? S\Ta alzoo de tabelle met betrekking tot een we- tenschappolijk doel te hebben beschouwd, zijn wij thans tot het onderzoek genaderd, in hoeverre zij geschikt is, het middel te worden, waardoor de regering toezigt op de werkzaamheden der verloskundigen houden kan. Wanneer men bedenkt, hoe weinig deze tabelle in staat is , iets tot vermeerdering onzer verloskundige kennis bijtedragen, zoude men al ligt geneigd zijn , het vermoeden voedsel te geven, dat dit ook hare bestemming niet is en dat zij tot een ander einde is ingesteld. Want wie toch zoude vermetel genoeg zijn , aan de regering zoo veel achteloosheid in het behandelen der geneeskundige zaken toeteschrijven , als deze tabelle zoude kenbaar maken , indien zij tot et 11 wetenschappelijk doel bestemd ware? Wie zoude hare bekwaamheid of die harer cl ie:, aren, met de geneeskundige staatsaangelegenheden belast, zoo verre durven verdenken ? En toch, het grieft ons , dit te moeten erkennen, zal het antwoord op de vraag, welker beantwoording wij ons thans hebben voorgesteld, niet gunstiger uitvallen. Of zoude iemand willen beweren, dat het oogmerk des Ministers, met het opstellen dezer tabelle, nog een ander geweest is, dan een der beide, welke w.j hebben verondersteld ? Wij zouden zeer genegen zijn dit te gelooven, maar moeten echter , der v\ aarheid getrouw blij' vende, verzekeren, dat, ook bj eene meer ingespannene beschouwing van dezelve, ons niets is vooiden geest gekomen, v.at eenigen grond aanditvcrmoeden kou bijzetten. — Hoe dit cok zijn moge, onze taak brengt 'mede, dat wij bet onderzoek met onpartijdigheid vervolden; terw ijl wij , onbewimpeld ons gevoelen verkondigende, opregtelijk hopen, dat onze redenen aan de waarheid zullen worden getoetst opdat zij niet zonder uitwerking1 blijven, wanneer hare gegrondheid zal gebleken zijn. Ten dien einde zullen wij onderzoeken moeten, of de aanwijzingen , die der regering door deze fabelle geworden zullen , haar voldoende inlichting geven omtrent de handelwijze des vroedmeesiers, en welke middelen haar ten dienste staan , om, indien hij mogt hebben gefaald, hem tot eene andere wijze van bjstancl te verleenen te dw ingen. Zal iemand met gewisheid ovei* de handelingen eens verloskundigen oordcelen, dan behoort hij volledig onderrigt te zijn van alle omstandigheden, die de verlossing hebben vergezeld; hij behoort den gang der geboorte tot in de kleinste bijzonderheden te kunnen nagaan, met één woord, hij moet zich de verlossing voor den geest brengen, als of hij er bij tegenwoordig ware geweest. Daardoor zal hij zich op het standpunt plaatsen kunnen, waaruit de vroedmeester zelf de redenen voor zijne handelwijze ontleende; daardoor kan hij die redenen wikken en wegen en de uitvoering aan de kunstregels toetsen. Het valt echter niet te ontkennen, dat het uiterst moeijelijk is, ja! bijna aan onmogelijkheid grenst, aan de tabclle eene inrigting te geven , die den beoordeelaar alle bijzonderheden kennen doet, welke op zijne wijze van zien invloed kunnen uitoefenen; evenwel kan men zich met niets minder te vrede stellen, wanneer door middel van haar de maatregel zal worden tot stand gebragt, wtlke thans het onderwerp van ons onderzoek uitmaakt. Edoch, indien dit waarlijk in het plan des ontwerpers gelegen heeft, moet men er zich over verwonderen , dat het hem zoo weinig gelukt is, haar ook slechts van verre die volkomenheid te doen naderen, die de conditio sine qua non harer geldigheid is, daar het haar zelfs aan de noodwendigste hoedanigheden mangelt, die van duidelijkheid en volledigheid. In hoeverre men met betrekking tot het eerste dezer vereischten de tabelle te beschuldigen hebbe, hebben wij reeds gelegenheid gehad optemerken, toen wij haren inhoud stuksgewijze aan onze beoordeeling onderworpen hebben. Want ofschoon wij bij die beoordeeling eene geheel andere bestemming b'j de tabelle veronderstelden, gevoelt ieder toch ligtelijk, dat duidelijkheid eene niet minder onontbeerlijke eigenschap is, wanneer het eenen maatregel van politie geldt, daar liet dan niet alleen aankomt op de rigtige kennisneming van de verlossing, zoo als zij waarlijk is voorgevallen (waarom het bij een zuiver wetenschappelijk doel alleen te doen is), maar men daarenboven moet beoordeelen, of de bijstand, dien de verloskundige aan de bevalling heeft verleend, aan de vorderingen van het gegeven geval hebbe beantwoord. Wij zullen hier dus niets meer bijvoegen; daar echter aan de tabelle naar mate van het verschil in hare bestemming eene andere inrigting kan worden gegeven, zullen wij hier nog korte!ijk- op hare onvolledigheid ten opzigte der nu behandeld w ordende vrage moeten terugkomen. Het is niet genoeg (wat zij ons slechts doet weten) , dat men den toestand der vrouw kenne, waaronder de verlossing eenen aanvang nam, en de oorzaken, die lot de kunstmatige geboorte hebben aanleiding gegeven; men behoort insgelijks kennis te dragen van het tijdstip, waarop de bijstand der kunst is aangewend, van de werktuigen, waarvan men zich heeft bediend , en van de wijze, waarop de verlossing is ten einde gebragt. Men weet immers, dat veeltijds de goede uitslag bij tegennatuurlijke geboorten grootendeels afhangt van het tijdstip, waarop de hand wordt aan het werk geslagen, dat dikwijls in de keuze onzer middelen eene voorname reden van het behouden of benadeelen van moeder en kind kan gelegen zijn , en dat eindelijk niet zelden aan de vlugheid en geschiktheid, waarmede de verlossing wordt verrigt, een goed deel van den goeden afloop is toeteschrijven. Bovendien behoort men met alle bijkomende zaken bekend te zijn en met de beweegredenen, die den vroedmeester tot het nemen van den ingeslagenen weg hebben geleid, daar deze hem den lijn afbakenen, dien hij moet volgen , en in dezelve de verdediging kan opgesloten liggen voor een gedrag , dat rnen, zonder genoegzame kennis daarvan, al ligt geneigd konde zijn te laken. Doch om duidelijker in liet oog te doen vallen, wat aan de tabelle ontbreekt, zullen wij da ge- vallen op zich zelve nagaan, waarin de vroedmeesf er misslagen kan begaan, daar deze toch alleen het zijn , •welker behandeling hier belangrijk kan worden geacht, omdat de weg voor aanmerkingen is gesloten, indien de verlossing natuurlijk geweest is in de afloop in elk opzigt als gunstig kan worden aangenomen, dewijl die afloop de waarborgen voorde goede behandeling in zich bevat. Al die gevallen kunnen tot deze drie worden teruggebragt: a. de verloskundige kan nalatig zijn in het aanwenden van kunsthulp, als deze gevorderd wordt; b. hij kan dezelve ontijdig, dat is te vroeg of te laat, aanwenden; of c. de middelen, door hem gebezigd , kunnen met voordeel door andere worden vervangen, met andere woorden, hij kan van verkeerde middelen hebben gebruik gemaakt. a. Ontstentenis van verloskundige hulp kan noodlottig worden voor moeder en kind ; voor de moeder, wanneer te sterke inspanning en vergeefsche moeite hare krachten uitputten en ziekte of dood voorbereiden , of wanneer het langduriger verblijf der vrucht of der aanhangselen in de baarmoeder tot gevaarlijke toevallen aanleiding geeft; voor het kind , wanneer, op welke wijze ook, de vrije omloop des bloeds wordt verhinderd, of de ademhaling, als die eerst noodzakelijk geworden is, wordt belet. In ieder dezer gevallen behoort de vroedmeester tot behoud van moeder en kind den afloop der verlossing te bespoedigen, en het valt niet te ontken- nen, dat hij zich aan onvergeeflijk verzuim heeft schuldig gemaakt, Manneer hij te traaf} geweest is in het aanwenden van bijstand, en daardoor aanleiding heeft gegeven tot ziekte of dood van moeder of kind. Als wij ons nu de invulling van zoodanige gevallen in de tabelle voorstellen, zal het blijken, dat men de verlossing als aan de krachten der natuur overgelaten moet vinden, dat de afloop voor moeder of kind als ongelukkig wordt opgegeven, hetzij ziekte, of dood tot deze vermelding hebbe aanleiding gegeven, terwijl eindelijk de oorzaak des doods mede omschreven wordt. Maar is zoodanig verslag voldoende om den vroedmeester van verzuim te kunmen beschuldigen, en liggen daarin de volledige aanwijzingen, ten einde over zijn gedrag oordeel te bellen en zijne handelwijze te laken ? Of kunnen er omstandigheden aanwezig zijn geweest, die hem genoodzaakt hebben bloot toeschouwer te blijven en die voldoende bewijzen opleveren, dat hij niet anders heelt kunnen handelen ?— Wij houden ons overtuigd, dat er gevallen kunnen plaats grijpen, Maar een voorzigtig en menschlievend vroedmeester ter voorkoming van grooter onheil tot werkeloosheid wordt gedwongen, en het zal niet ongepast zijn dit met een paar voorbeelden wat nader toetelichten. Ofschoon men zich moeijelijk een geval denken kan, Maar de verloskundige geregtigd is toeschouwer te blijven bij het werk der geboorte, als do moeder gevaar loopt daarvan het slagtoffer te Morden, kunnen er toch omstandigheden voorkomen, die hem beletten een werkdadig aandeel aan de geboorte te nemen. Men denke slechts aan die geval* len, in welke door voorafgegane ziekte de vorm der bekkens zoodanig is veranderd en deszelfs ruimte verkleind, dat onmogelijk een welgevormd kinderhoofd daardoor geboren kan worden, zelfs dan niet, wanneer men de onthersening had verrigt, waartoe ook nog de benoodigde ruimte ontbreken kan. Geen ander redmiddel dan de keizersnede is er overig voor de ongelukkige, die zich somtijds bever in den gapenden muil des doods werpt, dan tot zulk eene twijfelachtige kunstbewerking hare toestemming te geven. Ook de naastbestaanden, die aan dat redmiddel wanhopen, gruwen er van de dierbare lijderesse met nieuwe folteringen te kwellen, en zien den dood als eenigste heul met ongeduld te gemoet. Wat kan nu de verloskundige doen ? hij kan vermanen, raden, dringen, smeeken, maar hij mag niet over den wil van anderen beschikken. De ijselijke rol van toeschouwer is hem bij zoo veel ellende toegewezen; gelukkig! dat hij troost voor zich zeiven vinden mag in de bewustheid van niets verzuimd te hebben, wat tot eenen beteren afloop had kunnen leiden. Eene soortgelijke omstandigheid kan zich voordoen, wanneer de moederkoek den baarmoedermond bedekt en er met het beginnen der vlagen eene stortvloed ontstaat, welke het leven der vrouw dadelijk bedreigt. Is de vroedmeester daarbij tegenwoordig geweest, hij zoude eenen moord op zijn geweten hebben, zoo hij geene pogingen tot verlossing had aangewend, om daardoor het leven der barende te redden. Doch hoe ligt kan het gebeuren , dat eene minder bekwame vroedvrouw, of zelfs eene buurvrouw met den bijstand bij de bevalling is belast, en deze het gevaar eerst ontdekt, v\ anneer alleen spoedig aangewende hulp nog redden kan ! Eindelijk komt de vroedmeester, die niet zelden van eene verwijderde plaats moet worden ontboden en die belaas! te laat geroepen is , en nog slechts tijdig genoeg, om er getuige van te zijn , dat eenige stuipjes, voorteekenen van den naderenden dood , de lvM ijnende levensvlam uitblusschen. Zal hij hier den dood der vrouw door aangewend geweld nog eenige minuten verhaasten? Zulks mag hij niet om zijn eigen goeden naams wille, zulks mag hü met om niet noodeloos het gevoel der bloedverwanten en omstanders geweld aan te doen. Past deze beide gevallen op de tabelle toe en terstond zal het gebrekkige van deze in het oog vallen. Zij heeft kolommen voor den aard der verlossing (welke in de voorgestelde gevallen niet dan na den dood der vrouw kan worden volbragt), voor den aard der vlagen, voor den ongelukkigen afloop en voor de oorzaken des doods, maar te vergeefsch zoekt men naar eene plaats, waar de redenen moeten worden vermeld, die den verloskundigen hebben belet tot eenen meer gunstigen uitslag medetewerken. De beoordeelaar leert het te naauwe bekken, de voorliggende moederkoek, de hevige bloedvliet en welke oorzaken er ook bij de vrouw mogen beslaan, ols oorzaken(*) des doods kennen, docli lioe zonde hij weten, dat de verloskundige zich niet aan verzuim heeft schuldig gemaakt, wanneer hij niet uitdrukkelijk de redenen vermeld vindt, die dezen verhinderd hebben vóór het verscheiden der vrouw de verlossing te beproeven? Men zoude kunnen antwoorden, dat voor zoodanige gevallen eene kolom van bijzondere aanmerkingen is daargesteld, maar hoe zal men weten, wat daarin geplaatst behoort te w orden, wanneer men niet eens regt het voornemen der regering met het daarstellen der tabelle kan ontdekken ; en wilde men al datgeene daarin vermeld hebben , wat wij, als aan de tabelle ontbrekende , hebben opgegeven, dan ware het -waarlijk beter geweest de geheele tabelle achterwege te laten en van iedere bevalling eene omstandige beschrijving te vorderen. De gevallen, welke -wij zoo aanstonds tot voorbeeld hebben bijgebragt, wij moeten dit erkennen , kunnen als uitzonderingen op den algemeenen regel worden beschouwd; maar buiten deze kunnen er , met betrekking tot het kind , meerdere gevallen van ongunstigen afloop plaats hebben, waar de aantewenden hulp voor de vrucht steeds (*) Wij verstaan onder oorzaalt des dooris datgeene , wat die verandering in de dierlijke bewerk tuiging te weeg brengt, welke met bet leven onbestaanbaar is. l>ïiet de verloskundige , die niets tot beteugeling eener doodelijke bloedstorting heelt gedaan , behoort onder de oorzaken des doods te worden opgenomen , maar wel die bloedstorting zelve en hetgeen daartoe heeft aanleiding gegeven. noodlottig en voor de moeder hoogst bezwarend wezen moet. Niet zelden is de vroed meester genoodzaakt aldaar de geboorte aan de krachten der natuur overgelaten , zoo als een enkel voorbeeld overtuigend zal bewijzen. Er zijn , zoo als bekend is, vele vrouwen, bij welke de regte middellijn van de bovenste bekkenopening is verkleind, terwijl de dwarsehe afmeting naar evenredigheid daarvan is uitgezet. Gewoonlijk ziet men daar het kindshoofd lang in het bovenbekken vertoeven, terwijl bet niet anders, dan na langdurige inspanning en sterke over elkanderschuiving der w andbeenderen , mogelijk wordt, dat hetzelve tot in het kleine bekken nederdale. Wanneer de navelstreng lang en niet door omslingeringen bepaald is, gebeurt het in die gevallen niet zeldzaam, dat zij door de ruimte, welke het hoofd in de zijdelingsche bekkenholte overlaat, naar beneden wordt geperst en uitzakt. Dikwijls is na het breken der waterblaas alle moeile vruchteloos, wel niet oni de navelstreng terug te brengen , maar om dezelve terug te houden, daar bij iedere vlaag de hinderpalen , welke men aan het uitzakken van dezelve heeft in den weg gesteld , te gelijk met de navelstreng naar beneden en naar buiten worden gedrongen. Nu kan alleen eene snelle verlossing het kind redden, maar deze is aan groote moeijelijkheden onderhevig. Wilde men in dit geval de keering beproeven , men zoude het kind aan eenen bijna gewissen dood blootstellen tn ei ne voor de moeder hoogst pijnlijke bewerking moeten doen. Want, wat sommige handboeken daar ook van leeren mogen , liet is onder zoodanig > omstandigheden bijna onmogelijk de wending van het kind op de voeten met eenen gunstigen uitslag te zien bekroond. Niet alleen is de omdraaijing van de vrucht in de baarmoeder, die gewoonlijk door de binnengebragte hand tot zamentrekking wordt opgewekt, als het hoofd voorligt, uiterst moeijelijk , maar daarenboven w ordt het kind uit de gunstigste ligging in eene ongunstige overgebragt, daar , door het kind naar beneden te trekken , het hoofd door het voorgebergte van het heiligbeen en den bovenrand van de schaambeenderen , de onevenredigheid moge zoo gering zijn als men wil, wordt teruggehouden, de kin van de borst verwijderd en alzoo de noodzakelijkheid geboren van eene tangverlossing, die, zulks zal men mij gaarne toestemmen, onder zulke omstandigheden weinig kans op het behoud van het leven des kinds overlaat. Heeft men immers eerst de voeten naar buiten gebragt, dan is men wel genoodzaakt spoed te maken, daar anders door de drukking op de navelstreng een gevaar ontstaat, niet geringer, dan dat men door de keering heeft zoeken afteweren. Ik ben op die wijze bij verkeerde liggingen van het kind , gedurende den loop van dit jaar, nog tweemalen genoodzaakt geweest de tang aanteleggen , nadat ik door middel der keering het kind tot de schouders toe gelukkig had verlost. Het hoofd bleef in het bovenbekken terug en het kostte mij veel inspanning' en moeite hetzelve door middel der tang le ontwikkelen, en,hoewel ik het geluk had in eenen betrekkelijk korten tijd de verlossing te volbrengen , was er na de geboorte geen spoor van leven meer in de kinderen te bespeuren; en dit geloof ik, dat onder die omstandigheden altijd zoo zal gebeuren. Beter oordeel ik het bij uitzakking der navelstreng, wanneer die niet kan teruggehouden worden en het hoofd voorligt, dadelijk na het breken der vliezen , als zulks mogelijk is i door middel der tang zoo veel doenlijk de verlossing te bespoedigen , en langs dien weg is het mij meer dan eens gelukt het kind levend ter wereld te helpen. Echter kunnen er omstandigheden voorkomen, die ook de aanwending der tang, zoo niet onmogelijk, ten minsten hoogst bezwaarlijk maken; dit is bijv: het geval, wanneer het vruchtwater afgeloopen is , lang voordat de ontsluiting der moedermond het aanleggen der tang toelaat. Doch nog een ander geval is mij voorgekomen (en dit ig het, hetwelk ik liieiboven bedoelde) bij eene vrouw , die om bovengemelde reden uitzakking der navelstreng had bekomen. Iht vruchtwater was afgevloeid en de weeën waren flaauw , doch evenwel krachtig genoeg, om telkens de spons, die ik bij herhaling, tot terughouding der streng, lusschen het hoofd en het darmbeen had gebragt, uittepersen. Nu besloot ik de tang aanteleggen , maar vond in de buitengemeene gevoeligheid der geboortedeelen eene hindernis , die mij volstrekt belette zulks tijdig genoeg en naar behooreu te doen, zoodat ik na oenigo vergeefsche pogingen , van mijn voornemen moest afzien en de verlossing aan de krachten der natuur overlaten. Ook hier blijkt dus'de gebrekkigheid en onvolledigheid der tabelle. De verlossing was door de krachton der natuur bewerkt, de afloop voor het kind ongunstig en de oorzaak des doods de uitzakking der navelstreng ; maar het is den beoordeelaar onmogelijk zich door deze opgave op het ware standpunt te plaatsen, waaruit hij de zaak moet beoordeelen, en al was zelfs bij de vermelding der oorzaak dos doods er bijgevoegd , hoe uitermate groot de gevoeligheid der g< boortedeelen M as , zoude zulks hem nog geene kennis van de vergeefsche pogingen tot bespoediging des afloops geven; en , -waar hij niet met zekerheid kan oordeelen, moet hij zich zorgvuldig wachten tot veroordeeling overtegaan. b. Even weinig zal de beoordeelaar met zekerheid kunnen te weten komen of de verloskundigo hulp te vroeg , of te laat is toegebragt. Over het geheel genomen komen de gevallen zeldzaam voor, dat een zeer versnelde afloop der verlossing allezints noodzakelijk is; echter zijn er zoodanige, waar alleen eene spoedig aangebragta hulp het gevaar van het hoofd der moeder of des kinds kan afwenden. Zoo zal men bij voorliggende moederkoek reeds in het tweede tijdperk der geboorte tot de kunstmatige verlossing moeten overgaan, dewijl men anders gevaar loopt door den hevigen bloedvliet het leven der moeder te verliezen; zoo zal men insgelijks bij stuipen der Wende dikw ijls de verwijding des moederinclids dooi'geweld moeten bewerken , wil men het doej van den verloskundigen bijstand ^ het behoud van moeder en kind , bereiken. Wilde men hier wachten, tot dat de natuur de volkomene ontsluiting van den moedermond heeft bewerkt , zoo als men anders bij werktuigelijke verlossingen gewoon is te doen , eerder zoude men de vi ouw niet zelden tot een lijk zien verkeerd , voordat men het tijdstip bereikte, waarop men zich hangt dus veelal de goede uitslag af- wordt die te laat bewerkt, dan is alles verloren, geschiedt zij in tijds, alsdan kuniien dikwijls moeder en kind beide behouden worden, Maar hoe nu den tijd bepaald, waarop de verloskundige behoorde tussehen beiden të tredeii? Dit kan slechts geschieden door volkomene bekendheid met de omstandigheden, die de verlossing vergezelden. Het uitwerksel, dat de stoornissen der geboorte op de vrouw daadwerkelijk maakten, de mate van gevaarj die daaruit ontsproot voor moeder en kind , behooren voor den verloskundigen de drijfveren te zijn tot het bespoedigen of vertragen des bijstands , en moeten voor den beoordeelaar de grondslag worden, waarop hij zijne uitspraak zal vestigen. Het is echter alleen de ongunstige afloop, welken veroordeeling kan te beurt vallen, want hoe zoude men met grond kunnen beweren^ dat de verlossing kwalijk is ten uitvoer gebragt f 4 ° waarbij moeder en kind behouden en gezond zijn gebleven ? Doch gesteld nu, dat de afloop ongunstig geweest is, waaruit zal dan volgens de tabelle blijken, of dit aan de schuld des vroed meesters is toeteschrijven ? Of is de ongunstige afloop het zeker kenmerk van eene slechte behandeling Zulks zal niemand beweren , en evenwel levert de tabelle geen ander kenmerk daarvan op. Want in beide gevallen , hetzij de vroed meester hebbe verrigt, wat hem betaamde, hetzij hij te laat hebbe gehandeld, vermeldt zij dezelfde oorzaken , dezelfde voorvallen: in beide gevallen geeft zij verslag van dezelfde maatregelen , daartegen genomen. De aard en duur van den arbeid kunnen hier ook genie inlichting geven, daar de verlossing, hoe zij zich moge toedragen, toch steeds alle tijdperken der geboorte moet doorloopen, en men daaruit nimmer met zekerheid kan opmaken, wanneer de vroednieester begonnen is de bevalling te voleinden , en bovendien het gevaar niet altijd op hetzelfde tijdstip der verlossing dreigend wordt. Niets andere alzoo dan liet verschil in den afloop kan hier den btoordeelaar voorlichten, en hoezeer valt niet dadelijk het gebrekkige van dit hulpmiddel in het oog. Men behoeft slechts de jaarboeken der verloskundige wetenschappen nategaan, om overtuigd te worden, dat, niettegenstaande de geschikstebehandeling , meermalen barenden het slagtoffer zijn geworden van de toevallen, die haar gedurende tien arbeid overvielen ! Wanneer het gevaar minder dreigend is, kètt men het als eenen algemeenen regel doen gelden , dat, zoo er geene bijzondere redenen bestaan, om den afloop te bespoedigen, het steeds het beste is zoo laat mogelijk zijne toevlugt tot kunsthulp te nemen, omdat de natuur zulke uitnemende middelen bezit tot uitdrijving der vrucht, die in regelmatigheid van werking en zachtheid van uitvoering verre alles overtreffen, wat de kunst vermag. Door zich hiernaar te gedragen , zal men de nadeelige gevolgen voorkomen , die de moeder door het onstuimig uitrekken of drukken der geboortedeelen kan ondergaan, en zal men de beleedigingen vermijden, die het kind door al te sterke inspanning bij het aanwenden van werktuigen kunnen treffen. Zoo zal men, bij voorbeeld, waar onevenredigheid bestaat tusschen het kinderhoofd en de ruimte van het bekken, niets beter doen kunnen, dan zo» >eel mogelijk den vrijen loop aan de geboorteweeën te laten, en van de natuur de verlenging van het kinderhoofd met verkleining van deszelfs dwarscho afmeting aftewachten, omdat daardoor, rzoo de verlossing eindelijk niet van zelve gelukt, de deelen toch aanzienlijk worden voorbereid en geschikter gemaakt, om de werktuigelijke verlossing zonder nadeel voor moeder of kind toetelaten. Niet altijd echter zal men, ook met de zorgvuldigste behandeling, kunnen voorkomen, dat de deelen der vrouw of des kinds worden beleedigd. Dit fcan vooral het geval zijn, wanneer bij] nóodzake lijkheid, óm tot werktuigen zijne toevlugt te nemen , vari de zijde der natuur volstrekt niets, of weinig wordt gedaan, om onze pogingen te ondersteunen. En wanneer nu ongelukkiglijk eene of andere beleediging ten gevolge der aangewende kunsthulp mogt zijn ontstaan , en de vroedkundige desniettemin als een ervaren en menschlievend helper mogt hebben gehandeld, dan behoorde de t»belle hem voor het oog des beoordeelaars te regtvaardigen. Zoo als zij thans is zamengesteld , zal het evenwel ondoenlijk zijn hem te onderscheiden ■van dengenen , die door voorbarigheid en al te groote drift moedwillig oorzaak isr geworden van het ongeval , dat moeder of kind treft. c. Het aangevoerde zal voldoende zijn, om aantetoonen van hoeveel aanbelang de vermelding moet zijn van het tijdstip, waarop de verlossing wordt volbragt, en van de omstandigheden, die eene zeer versnelde of minder haastige bevalling wenschelijk maken. Waar deze ontbreekt, zat de uitspraak des beoordeelaars onzeker zijn moeten. Deze onzekerheid zal echter nog toenemen, wanneer hij, tevens over de deugdelijkheid der aangewende middelen zullende beslissen, niet eens kan ontdekken, waarin die middelen hebben bestaan. De tabelle toch vordert, zoo als wij reeds hebben gezien, niets adders dan de opgave , of geneesmiddelen in- of uitwendig zijn toegediend , en , of men van de hand , ef van werktuigen hebbe gebruik gemaakt. De meest uiteenloopendu. middelen worden onder denzelklea naam gerangschikt, middelen, die tot, geheel velschillende uitkomsten voeren, en welker beteekenis men niet eens kan raden , ofschoon ook de naam des gebreks bekend zij, waartegen zij worden gebezigd. De waarheid hiervan kan gemakkelijk uit een paar gevallen worden bewezen. Wanneer er bijv, kramp, achtige zamensnoering des -moedermonds aanwezig is en deze den voortgang der geboorte stoort, zal men daartegen middelen behooren aantewenden, die naar den aard des gebreks gewijzigd zijn. Als zij het gevolg is van volbloedigheid, zullen eene aderlating en verdeelende omslagen de gewenschte uitkomst opleveren; waar zij echter bij zenuwzwakte alleen door onregelmatige werking van het zenuwstelsel ontstaat, zullen . opwekkend-krampstillende middelen in- en uitwendig aangewend behooren te worden. Ofschoon deze beide gevallen als krampachtige aandoening der baai-moeder worden vermeld , en in- en uitwendige geneesmiddelen daartegen toegediend, ziet men toch gemakkelijk in, dat de middelen, die in het eene geval voordeelig zouden zijn, in het andere noodzakelijk van kwaad tot erger moeten brengen. Op dezelfde wijze zal, bij een te naauw bekken , in het eene geval de aanwending der tang voldoende zijn, terwijl men in nog erger graden van vernaauwing zijne toevlugt tot de hoofdschaar zal moeten nemen. Waar de eerste toereikende is, zoude het de grootste misslag zijn, van de tweede gebruik te maken, en toch zijn het beide werktuigen, die bij ecu te naauw hekken worden gebe- jtigd. Hoe zal men nu beslissen, of iemand gwcl of kwalijk gehandeld hebbe, wanneer men niet eens legt weet, wat hij heeft ten uitvoer gebragt ? Wij mogen het. alzoo voor bewezen houden, dat het den beoordeelaar volstrekt onmogelijk is, zich uit de tabelle zoodanig van de misslagen der verloskundigen te verzekeren, dat er nog geene andere wijze van uitlegging van het gepleegde feit overblijft, die alle schuld van hun hoofd kan •verwijderen. Hoedanig ook de aard en uitslag der verlossing moge zijn vermeld, niemand zal het wagen, wanneer het op veroordeelen aankomt? zijne afkeurende stem te 'doen liooren, omdat hem noch genoegzaam de omstandigheden bekend zijn, die de verlossing hebben vergezeld, noch miauw keurig de wijze, waarop dezelve is ten uitvoer gebragt. En toch zijn dit nog niet de eenige oorzaken, die de tabelle volkomen ongeschikt doen zijn voor het doel, waarvan wij spreken. Ja! zelfs gelooven wij , dat de geheele maatregel nog steefis dat doel zoude missen, ook dan nog, wanneer men op de inrigting zelve volstrekt geene aanmerking zoude weten te maken. De reden is ligt te vinden: zij is deze : dat niemand zoo dw aas wezen zal tegen zich zei ven te getuigen en zijn eigen vonnis te onderschrijven. Men moge zulke vernederende gedachten van sommige kunstbroeders koesteren, als men verkieze, hunne kennis zoo gering te schatten, dat zij , na eene verlossing, van welker ongunstigen afloop zij zelve de oorzaak zijn, niet weten zonden, waarin hunne fout hiHïft bestaan, is, naar mijn inzien , al té veel op de* onkunde vertrouwd. Zij mogen, wanneer eerst liun missla»- is bekend geraakt, hunne handelwijze op alle mogelijke wijzen zoeken te verdedigen en niet willen erkennen, dat zij inderdaad verkeerd gehandeld hebben, verkieslijker nog zullen zij het vinden, wanneer dit mogelijk is, hunne ongepaste handelwijze te verbloemen en door valsche opgaven het verwijt te ontgaan, dat hen bedreigde. En hoe zal moa zich met mogelijkheid van de juistheid der opgaven kunne» verzekeren? Al wilde men in de huizen gaan, waarin vrouwen hebben gebaard, eu naar hetgeen de verloskundige heeft verrigt onderzoek doen, men zoude niets anders hooren, dan de stem der vooringenomenheid, en zich moeten verwijderen zonder eenige wezenlijke bewijzen zijner schuld te hebben verkregen, omdat hij de eenige deskundige is, die bij de verlossing tegenwoordig was, en niemand der verder aanwezigen in staat is , zijn gedrag naar waarde te schatten. Doch het is voor de handhaving der orde niet genoeg, dat de ongeschikte handelwijze der verloskundigen aan de regering wordt kenbaar gemaakt , deze behoort tevens de middelen te bezitten, om, waar daartoe aanleiding bestaat, naar gelang des misdrijft den schuldigen te straffen, ten einde hem daardoor tot grootere omzigtigheid en naamvkeuriger inachtneming der kunstregelen te dw ingen. Waar toch geene straffen bestaan, heeft men geene middelen van bedwang» Maar hoe zoude het mo- gelijk zijn in den vorm van wetten de gedragslijn aftebakenen , die de geneeskundige hebbe te volgen ? Door dat te doen zoude men alle vrijheid van handelen wegnemen , den geneesheer tot eenen slaaf vernederen, en de nadeeligste uitwerking op do lijderessen uitoefenen. Doch het is ook ondoenlijk vooraf alle mogelijke gevallen te bepalen , die zich kunnen aanbieden , en algemeene regelen optegeven , waarnaar die alle moeten behandeld worden ; en toch behoorde zulks te geschieden , wilde men die onder het bereik der wet brengen. Ieder gevoelt, hoe onuitvoerlijk de daarstelling van zoodanige wetten moet zijn ; duizenden wijzigingen toch geven der geboorte telkens een ander aanzien , en het hangt dikwijls alleen van de individualiteit,zoo, wel der lijderesse, als des vroedmeesters af, om aan de eone wijze van bijstand te bieden boven de andere de voorkeur te doen geven. Wijsselijk schijnt men dan ook te hebben ingezien, dat men den verlos-, kundigen door geenerhande belemmerende maatree, gel moest binden , en , na de bewijzen te hebben erlangd , dat hij de noodige bekwaamheden bezit, t»m die betrekking te aanvaarden, alleenlijk den eed van hem gevorderd, dat hij naar zijn beste vermogen en geweten zijne kuust zal uitoefenen. Dat beste verinogen, dat gevoel van pligt behoort gleeds zijn rigtsnoer te blijven ; door dien weg te houden, welken zijne kennis en ervaring hem als den zekersten aanwijzen, houdt hij vrede met zijn geweten, en behoort hij vrede te houden met de wet, Meer kan bij niet, en wanneer hij, getrouw in de vervulling' van dien pligt, blijken geeft van onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de uitoefening" van zijn beroep , mag men niet meer hem beschuldigen , maar wel het gouvernement, dat geen voldoende waarborgen heeft gevorderd , toen hij zijne loopbaan wenschte an de verloskundigen te vorderen? Dit is de vraag, welker beantwoording ons thans nog overschiet. En niemand zal dezelve ongepast vinden, die eenigzints bekend is met den omvang der geneeskundige wetgeving in ons vaderland. Ik durf het gerustelijk aan het ooideel van ieder' onpartijdigen overlaten , of er wel een stand is in de maatschappij , die zoo vele opofferingen zich getroost, waarvan zoo groote zelfverloochening gevorderd wordt, als die van den geneeskundigen; maar tevens durf ik beweren, dat geen beroep minder bescherming geniet en zoo zeer door lastige bepalingen wordt bemoeijelijkL Getuigen die veelvuldige kwakzalvers , die het land doorloopen en bijna overal ongehinderd hunne zamengestelde geneesmiddelen te koop aanbieden ; getuigen die wonderdoctors j die ginds en elders verspreid , zonder door voorafgaand examen daartoe geregtigd te zijn, hunne zoogenaamde kunstbewerkingen doen of 'geneesmiddelen toedienen; getuige het reglement op de koepokinenting, zoo als wij er een in Vriesland bezitten ; getuige de instructie voor vroedmeesters, om nog van vele andere niet te gewagen! Er zijn er onder de reglementen en besluiten, die zoo zeer de ongerijmdheid in zich medevoeren, dat het onmogelijk is derzei ver stipte uitvoering te zien plaats hebben , en misschien is het daaraan toeteschrijven, dat er over het algemeen eene slapheid in de handhaving der orde heerscht, die alles te wenschen overig laat. Maar juist hierdoor drukken de bepalingen liet zwaars! op den ordelievenden burger, omdat hij het zich ten pligt stelt, zooveel in zijn vermogen is, aan! de vorderingen der wetten te voldoen, terwijl een ander zich weinig er om bekreunt, of hij ten onregte zich regten aanmatigt, en in de vrijheid van straf de aanmoediging vindt tot nieuwe overtredingen. O ! mogt toch spoedig de regering tot her ziening der geneeskundige wetten en bepalingen overgaan r mogt de Vorst, over wiens troonsbeklimming geheel Nederland zich verheugt, gehoor geven aan de wenschen van zulk een aanzienlijk deel zijner onderdanen , als de geneeskundigen uitmaken. Hij zoude op hunne erkentlijkheid kunnen rekenen, eene ware weldaad bewijzen aan de maatschappij , en zich zelven eene eerekroon verwerven , die duurzamer is dan die van goud. De instelling der verloskundige tabelle is waarlijk niet geschikt de misbruiken te verminderen, die er in de geneeskundige staatsregeling zijn ingeslopen. Dezelve heeft eenen algemeenen kreet van afkeuring verwekt; en , hiervan houd ik mij overtuigd , het zal de groolste moeite kosten van velen der verloskundigen de inzending te verkrijgen. Het is te bejammeren, dat het gouvernement zich aan deze proef heeft gewaagd en eene ontevredenheid en wrevel in het gemoed van bijna allen heeft gestort , die zoo gemakkelijk tot botsingen kunnen aanleiding geven , ja ! bij sommigen eene volslagene tegenkanting zullen ten gevolge hebben. Wij wijten dit niet aan den Koning, die niet zelf in alles konde voorzien en van geneeskundige aangelegenheden wel geen bevoegd beoordeelaar zijn zal; maar wij veroordeelcn zijne dienaren , die niet geaarzeld hebben zijnen koninglijken naam te bezoedelen , door zijne onderteekening te verlangen onder een stuk , dat, onbekookt ter wereld ingezonden , den geneesheer in zijne edelste gevoelens krenkt. Of is het denkbeeld niet onverdragelijk vrij mag tig over zijnen tijd en moeite te zien beschikt, zonder dat de staat er eenig voordeel uit trekken kan ? Is het niet grievend zijne handelingen aan eene beoordeel ing onderworpen te zien , waarvan men de bevoegdheid niet erkent en de deugdelijkheid niet vermoeden kan ? Is het niet vernederend voor wetenschappelijk gevormde mannen, dien de eer van hun beroep ter harte gaat, op bedreiging van boete en gevangenisstraf tot een onbekend doel te moeten medewerken , een doel, dat misschien alleen moet uitloopen op lof en grootheid van hem , die er geene zw arigheid in gevonden heeft zijne kunstbroeders dienstbaar te maken aan zijne kwalijk geplaatste eerzucht ? Wanneer de invulling der tabelle met regt van de geneeskundigen kan worden gevorderd, dan is het met hunne vrijheid gedaan. Wat beteekent dan het toestaan dier regten en vrijheden, die door de ■wet of door gewoonte aan artis obstetriciae doctores worden toegekend(*), wanneer die ieder oogenblik kunnen worden beknibbeld en ingekort! Waar zal het dan ophouden! Met hetzelfde regt zoude men eerstdaags een bevel uitvaardigen kunnen om jaarlijks verslag te doen inzenden van alle ziekten, door de geneeskundigen behandeld; ja welhaast zoude men van den geneesheer eene uitvoerige ziektegeschiedenis van iederen krank en kunnen verlangen , en den nalatigen met geldboete en gevangenisstraf zoeken te dwingen. Niets staat dan hieraan in den weg, niets is dan meer voor den wil dier aanmatigende die- (*) Ormccssis ei jiirifrus et immunitatibus, fjure legifime cit'.tlu artis ohstctriciav doctoii vel lege vt'1 consuctudine tri» )>ni solent. Verlonk. Bul. hareil beveiligd. Tijd, rust, vermogen, alles siaat op het spel, en weldra zoude liet zooverre komen kuuïien, dat geen man, met geest en vrijheidszin begaafd ■> zich aan voorwaarden wilde onderwerpen, die zijn leven verbitteren- De geneeskundige wetenschappen zonde men daardoor spoedig overgelaten zien aan Weinig beduidende Wezens, die haar slechts als eene melkgevende koe betrachten, en er zich volstrekt niet om bekommeren, of zij iets wezenlijk nuttigs uitvoeren en iets tot opbouw der geneeskunde iri ons vaderland bijdragen. Welke rampzalige geVolgen voor den staat zoude dit na zich slepen, gevolgen, die men te laat zoilde leeren kennen, als er misschien geene middelen van herstel meer zouden overig zijn. Wij gelooven echter, dat de regering niet zoo ganschelijk de ongerijmdheden heeft ingezien, waartoe de genomen maatregel kan leiden, en verwachten mét gerustheid van het tegenwoordig hoofd van den staat de buiten werking stelling van een besluit, dat tot zoodanige gevolgen kan aanleiding geven. Dit ver-* trouwen staat te vaster om de plegtige verzekering, welke ons nog zoo onlangs is kenbaar gemaakt, vart den besten wil, die den beminden Vorst voor het heil zijner onderdanen bezielt, te vaster om de geestdrift, die Hij voor het edele en goede weet opteWekken, waarvan wij meermalen getuige hebben mogen zijn. Waarlijk men kan de moeijelijkheden niet overzien , waarin de verloskundige door deze tabelle wordt gewikkeld. Zijn geweten wordt bezwaard , zijne zielrust loopt^gevaar van verstoord te worden , want hij heeft soms slechts te kiezen tusschen ongehoorzaamheid aan het koninglijk besluit en tusschen het schenden van den eed van stilzwijgendheid door hem gezworen. De betrekking van vroedmeester is van eenen buitengewoon teederen aard. Er wordt zeer veel aan zijne bescheidenheid toevertrouwd , en noodwendig moet hij met vele zaken bekend raken, die, hoezeer derzelver ruchtbaarheid noch blaam , noch nadeel aan de lijderessen toebrengen kan, evenwel van zoodanigen aard zijn , dat de openbaarmaking van dezelven haar hoogst onaangenaam zoude zijn. Die de gevoeligheid der vrouwen op dit punt kent, zal geredelijk met mij instemmen , dat het van den kant des verloskundigen hoogst onbetamelijk en ongeoorloofd zoude zijn gehandeld , wanneer hij datgene openbaarde , wat hem in het vertrouwen op zijne stilzwijgendheid is medegedeeld. Te weten, dat dit op publieke tabellen zal worden vernield , dat men de zorgvuldig bedekt gehouden gebreken of voorvallen zal gaan beschrijven en er do nadeelige gevolgen van vermelden, zoude voor vele vrouwen eene reden zijn, zich aan iedere behandeling te onttrekken. Zeg het haar , dat hare namen niet worden vermeld, zoek haar te bewijzen, hoe weinig gevaar zij loopen, dat haar geheim wordt ontdekt, hare kieschheid is beleedigd en haar vertrouwen op de bescheidenheid haars geneesheers is 5 geschokt. Kan men dan zoo iets van den verloskundigen vergen , mag men hem dwingen den vertrouw elij ken band te verbreken, die er tusschen hem en zijne patiënten bestaat en in het belang van beiden noodwendig- moet blijven bestaan? Doch hoe nadeelig ook de openbaring van zoodanige zaken op den werkkring des vroedmeesters moge werken, men zal evenwel niet kunnen zeggen , dat hij daardoor zijnen eed hoeft verbroken, omdat hij aan de vrouw geen wezenlijke schande of nadeel heeft berokkend. Wanneer echter dit laatste plaats grijpt, wanneer het de bekendmaking van voorvallen betreft, welker ontdekking de vrouw aan oneer of schade blootsteldd, dan zonde hij hoogst misdadig worden , en de straf, op de verbreking van zijnen eed gesteld , niet behooren te ont gaan. De eed toch , bij de aanvaarding zijner betrekking door hem afgelegd , is naauwkeurig omschreven en duldt geene uitzondering. Noch de regering , noch wie het ook zijn mage , mag hij deelgenoot maken van de geheimen , waarvan zijne praktijk hem kennis doet krijgen, en het is alleen aan den regter, dat hij de inlichtingen mag' geven, welke deze ambtshalve van hem mogt vragen. Maar zelfs, al ware die eed niet van hem gevorderd , met hoe veel verachting zoude hij op zich zeiven moeten nederzien indien hij laag genoeg wezen konde het vertrouwen te bedriegen , dat men in hem had gesteld ! Hoe onzedelijk is niet de wet,'u elke dit gebiedt, die de ondeugd wettigt en de deugd tot eene misdaad maakt! Onbegrijpelijk is het, dat de regering dit niet heeft ingezien en hare wettiging heeft gegeven aan de nieuwe instructie , voor vroedmeesters daargesteld ; want wat vordert die instructie ? niets minder dan de volledige blootlegging der oorzaken, van wat aard zij ook zijn mogen, welke tot kunstmatige of ontijdige geboorten, en van die, welke tot eenen ongunstigen afloop van de verlossing of van het kraambed voor moeder of kind hebben aanleiding gegeven. Hetzij huisselijke onaangenaamheden of mishandelingen, waaraan de vrouw is blootgesteld geweest, hetzij geheime ziekten of onvoorzigtigheden van den kant der moeder tot zulk een voorval hebben aanleiding gegeven, niets mag verzwegen worden, alles behoort te worden vermeld ; en echter strijdt dit met des verloskundigens pligt, eenen pligt, waarvan hem het gewigt door eenen eed nog nader is aangedrongen. Hij heeft dus slechts te kiezen tusschen boete of gevangenisstraf en tusschen meineed, en wie zal lang twijfelachtig blijven kunnen omtrent den weg, dien hij in dat geval hebbe te volgen? Of zoude men willen beweren, dat het geheim niet verraden is, als men slechts den naam van het voorwerp onvermeld laat? Dit moge waar zijn voor die gevallen , welke niets buitengewoons aan zich dragen en waarvan de omschrijving met die van de meeste anderen overeenstemt 5 onwaar is het, wanneer bijzondere omstandigheden de verlossing hebben vergezeld en er melding wordt gemaakt van daadzalen, die niet dan zeldzaam voorkomen, en juist deze zijn liet, welke in den boezem des vroedmeesters behooren besloten te blijven. Vindt immers iemand iets op de tabelle vermeld, hetwelk zijne aandacht bijzonder trekt, het kan hem wel geene groote moeite kosten den persoon uittevinden, welke daarvan het onderwerp is; heeft er iets ongemeens hij eeuo bevalling plaats gehad, dat eenig kwaad vermoeden bij de omstanders opwekte, men behoeft slechts de tabelle na te slaan, om zeker te zijn, wat daarvan de ooi-zaak is geweest. Want zelden zal er iets buitengewoons bij eene verlossing voorvallen, waarvan de faam niet mildelijk een of ander gerucht verspreidt, en er is niets ineer noodig, dan de bevestiging van den verloskundigen, om allen twijfel weg te nemen en zekerheid te geven aan hetgeen men anders slechts vermoeden of gissen konde. Het is niet noodig, dat men den naam der vrouwe vermeld vinde; haar ouderdom, temperament, of zij eerstbarend is of reeds meermalen heeft gekraamd, de naam des vroedmeesters, welke haar heeft bijgestaan, de afloop der verlossing enz., al hetwelk van algemeene bekendheid is, kunnen hier het zoeken gemakkelijk maken en voldoende inlichting verschaffen. Ik weet juist niet, dat ik wantrouwen zoude koestei'en omtrent de bescheidenheid dergenen, aan wie het verloskundig verslag ter inzage wordt overgegeven, (ofschoon het ons onbekend is, aan hoevelen daartoe de gelegenheid zal worden aangeboden!) maar ik houd het voor eciie bewezene zaak , dat wij dozen daardoor in de gelegenheid stellen, datgene te ontdekken, wat nimmer aan de nieuwsgierigheid van een' ander' mag worden prijs gegeven. Heeft men het geheim , hetwelk den verloskundigen heilig behoort te zijn, niet met naam en al aan anderen overgeleverd, men heeft toch den sleutel tot een gemakkelijk optelossen raadsel gegeven. Men heeft het eigendom eens anderen (want als zoodanig behoort men het geheim te beschouwen , hetwelk niet uitsluitend oiis zeiven betreft en onder voorwaarde van stilzwijgendheid aan ons is medegedeeld) aan de bescheidenheid van mannen toevertrouwd, die men (zoo zoude het ten minste kunnen zijn) niet gaarne zijn eigen in handen zoude stellen. De openbaring van het geheim moge op de genoemde wijze minder regtstreeksch zijn, zij is desniettemin door den verloskundigen geschied , en het maakt in het wezen der zaak weinig verschil of men enkelen of velen tot deelgenooten daarvan heeft gemaakt, lloe zal men ook van hen, die door niets anders, dan hun eigen goedvinden, tot stilzwijgendheid worden gedrongen, meer geheimhou- . ding' verwachten, dan van diegenen, welke door eed en phgt daartoe waren verbonden! Men denke niet, dat ik overdrijve en hersenschimmen den vorm der wezenlijkheid wil doen aannemen. Het navolgend geval zal voldoende zijn ieder tot de overtuiging van het tegengestelde te brengen. Twee echtgenooten leefden gelukkig, totdat onvoorziene omstandigheden hunne welvaart vernietig- den en de huiselijke vrede stoorden. I>e vrouw, moeder van verscheidene kinderen, was in zwan{feien toestand; maar wel verre, dat zij die deelneming bij haren man zoude ondervinden, welke haar eene behoefte is, wordt zi j barseh en wreed behandeld en lijdt maar al te zeer onder den zwaren druk , die haar treft. De edele draagt alles met gelatenheid en geduld, en, om de eer haars onwaardigen echtgenoots bekommerd, wacht zij zich zorgvuldig, hiervan zelfs het geringste aan hare nabestaanden én vrienden medetedeelen. Zij vermag echter niet het wee in haren boezem te smoren, zonder dat dit de nadeeligste gevolgen op hare gewondheid uitoefent, en de treurigheid harer houding en de verii ia gei ing harer trekken zijn alleen de verraders van haar diep verborgen gevoel. Eindelijk stijgt het lijden ten top en zelfs ligchamelijke mishandeling wordt het loon van zoo veel edelmoedigheid; maar nu ook wordt hare kracht gebroken en hel uitwerksel der te fel geschokte ziel wordt zigtbaar in eene ontijdige bevalling, in de bevalling van eene te vroeg gestorvene vrucht. Zoude men zoo iets geheel voor het argusoog der nieuwsgierigheid kunnen bedekken ? Zoude het mogelijk zijn te voorkomen, dateenig gerucht (hoever ook van dè waarheid verwijderd) zich onder de menschen verbreidde en de nieuwsgierigheid van velen opw ekte ? De arts alleen is met alle bijzonderheden bekend , doch bewaart het stilzwijgen, of logenstraft door zijne houding de inlichtingen, die hij geven kan. Maar nu komt de verloskundige tabello en vermeldt, dat eene vijf-en-dertigjarige vrouw, moeder van vier kinderen, van een zenuwachtig temperament, ontijdig van eenen dooden zoon is bevallen, waarvan de oorzaak moet worden gezocht in zielskwellingen en ligchamelijke mishandeling. Wie erkent niet in die beschrijving de ongelukkige, die met de lielde haars mans de krans der eer van haar hoofd waant gerukt, omdat het thans voor niemand meer verborgen behoeft te blijven, hoe diep ellendig haar leven is geworden? Willen zij, welke van deze zaak hebben kennis bekomen, dit in hun binnenste opgesloten houden, liet zoude niet meer dan betamelijk zijn; willen zij, als zoodanig geval hun op de tabelle in het oog valt, hunne nieuwsgierigheid bedwingen en zich van alle onderzoek naar den naam der onbekende onthouden, hunne bescheidenheid zoude lof verdienen. Maav daarop mag de verloskundige niet rekenen. Het is zijne schuld niet, dat hij zijn verloskundig verslag in handen overgeeft van mannen, die van de omstandigheden , waarin zij verkeeren, geen misbruik maken; hij heeft het geheim losgelaten, het bestuur over den weg, dien het nemen zal, verloren, en aan de hoede van vreemden overgelaten, wat een ander hem , als een nooit vervreemdbaar goed , in handen had gesteld. De gevolgen van de tabelle voor de huiselijke rust, voor het geluk der echt afteschilderen, ligt niet op onzen weg. Wij hebben dezelve alleen in betrekking tot ons , verloskundigen , willen beschouwen , en vertrouwen, dat wij door het aangevoerde genoegzaam hebben aangetoond, welke waarde men aan dezelve te hechten hebbe. liet is een ongelukkige inval geweest van den ontwerper der tabelIe, derzelver invulling van de verloskundigen te verlangen , een ongelukkige misslag van het gouvernement , deszei fs wettiging daaraan te hebben verleend , maar nog kan men van de dwaling terugkomen, nog kan men de gevolgen voorkomen, die, zulks vreezen wij met grond, en voor de regering, en voor de verloskundigen in het bijzonder, alleronaangenaamst worden moeten. Mogt met den Vorst, die thans den troon heeft beklommen, een nieuw tijdvak voor de geneeskundige wetgevjng in ons vaderland aanbreken, mogt van Hem uitgaan eene herziening van het vele gebrekkige, eene aanvulling van het ontbrekende, dan voorzeker zouden ook wij geneeskundigen het tijdstip zegenen, dat Nederland eenen nieuwen Koning gaf. Be invulling der verloskundige tabeïle is regiem ongeoorloofd . althans niet noodzakelijk. Hij ? die aan de vorenstaande redeneringen eenige aandacht heeft verleend , of misschien ook slechts de verloskundige tabelle, waartegen dezelve gerigt zijn, met oplettendheid heeft beschouwd, zal er wel niet meer aan twijfelen, dat de invulling dier tabelle,— geschiedt dezelve, zoo als gevorderd wordt, met naauwkeurigheid , — indien ze al geene oomiddelijké en regtstreeksche Openbaring van toevertrouwde geheimen is, dan toch in vele gevallen den sleutel zal geven, om datgene te ontdekken, w at eer en eed den geneesheer, den verloskundigen gebieden , iü zijn gemoed te besluiten. Met een woord: ieder verloskundige, die-deze tabelle naar waarheid zal invullen, zal ook in vele gevallen de geheimen, hem in zijnen stand toever, trouwd, schenden; en daar is den verloskundigen alzoo slechts keuze tusschen schending van hem in zijnen stand toevertrouwde geheimen, — logenaehtige invulling der tabelle, — en ridderlijke weigering der gehéele invulling. Kan de keuze hier moeijelijk zijn ? — Ook indien de niet-invulling die straffen ten gevolge kon hebben, waarmede men den nalatigen schijnt te bedreigen , zoude toch , — hoopen wij , — ieder verloskundige liever zich daaraan onderwerpen , dan de hem toevertrouwde geheimen; en daarmede zijnen eed en eer ten beste te geven. (*) Maar die straffen kan geen regter toepassen op hem, die de invulling weigert: zwaardere straffen bedreigen integendeel hem , die zwak genoeg mogt zijn, de invulling te bewerkstelligen. Bestek en tijd laten ons niet toe, hier een uitgewerkt betoog dezer stelling te leveren ; wij zullen echter de bewijsgronden, waarop dezelve rust, trachten aantew ijzen ; bewijsgronden, welke , onzes erachtens, ieder op zich zeiven , onbewegelijk zijn , of althans door betoog en gezag kunnen worden bevestigd. (*) Jean Tïèpomucène , ^chaijoine de Prague , etait Ie confesseur de la reine JeannE , femme de Venceslas , roi de Bohème ; Venceslas aijant concu des soupcons sur la tidélité de Jeanne , voulut contraindre INepomucene a lui révcler la confession de la reine , avec m&naces de lui faire endurer les plus cruels tourmens dans le cas 011 il s'ij refuserait ; menaces, qui ne furent pas capables de Jui faire manquer a ce qu'il regardait comme le plus sacré des devoirs , de sorte que , quoiqu' il fut mis aux plus rudes épreuves , il n' en persista pas inoins dans son refus : Venceslas , moins sage que Henri IV , fit jeter le chanoine a la rivière , ou il perit : ce sage confesseur fut canonisé en 1712 , et la mémoire de Venceslas a été y.ouée a 1' exécration des siècles. Carnot ad art. 378 c. p. Verachtelijk is hij, die het hem geschonken vertrouwen misbruikt; — verachtelijker en gevaarlijker dan de dief, die uw eigendom aantast, is hij , die uwe geheimen, die hij in bew aring heeft genomen, vervreemdt : Commissa tacere Qui nequit. hic nigerest; hunc tu, Romane, caveto(*) En hoeveel erger wordt het kwaad, wanneer hetzij dan zielsbezwaivn of ziekten des ligchaams, of eenig dr igend gevaar, van welken aard ook, u hebben genoopt uw hart open te leggen voor hem, in wien gij uwen redder meendet te zien, en hem datgene te openbaren, wat anders met u in het graf zoude zijn gegaan. — Bij de heiligheid dezer geheimen geldt het niet meer slechts het vertrouwen, de veiligheid, het geluk van den eenling: hier staat de rust, het geluk der maatschappij op het spel. — Zelfs Napoleons strafwetboek, hetwelk toch wel niet van overdrevene vrijzinnigheid en mildheid van beginselen kan worden beschuldigd, eerbiedigt dan ook die geheimen: slechts daar, waar het aankomt op het behoud van den Staat, Avorden eenige weinige uitzonderingen gedoogd; maar daar is dan ook de mensch door de wet gewaarschuwd, dat hij zijne geheimen aan niemand veilig vertrouwen kan. — W ij zullen ons niet inlaten met de vraag, of ee. (*) Hor,at. Satijr. 1, 4, 84. nige omstandigheid zwaarwigtig genoeg' zijn kan, om den wetgever te magtigen, immer den mensch alle vertrouwen op ieder, wie liet ook zij, te ontnemen; — of dat vertrouwen niet veeleer zoude kunnen strekken, om den verdoolden van eene voorgenomene misdaad terug te brengen, of hem, ook na het vol voeren daarvan, op eenen beteren weg te leiden; en of de toestand, waarin hij, die voor niemand zijn gistend of door wroeging geslingerd gemoed durf uitstorten , zieh bevindt, w el wezenlijk tot dat doel bevorderlijk is, hetwelk de wetgever zich bij de uitzonderingen op de heiligheid van het geheim , aan den arts, aan den godsdienst-leeraar, aan den regtsgeleerden toevertrouwd, heeft voorgesteld ; — maar voorzeker zullen dan toch wel die uitzonderingen weinige moeten zijn. — » A 1'exccption des révélations que la loi exige, paree qu'elles importent au salut public ," — zeiden de Staatsraden, bij de aanbieding van het le hoofdstuk des 2en titels van het 3e boek van den Code Penal, aan het wetgevend ligchaam , — » tout dépositaire, par état ou profession, des secrets qu'on lui confie, ne peut les révëler saus encourir des peines de police correctionnelle: ne doit - on pas en effet considérer comme un délit grave des révélations, qui souvent ne tendent a rien moins qu'a compromettre la réputation de la personne dont lo secret est trahi, a détruire en elle une confiauce devenue plus nuisible qu' utile, a déterminer ceux qui se trouvent dans la même situation a rnieux aimer être victimes de leur silence que de 1' indiscrétion d' fantrui; enfin a nc montrer que des traitres dans ceux dont 1' état semble ne devoir offrir que des êtres bienfaisantes et de vrais consolateurs ? La nécessité de la peine, en pareille matiéro, est encore mieux sentie qu'elle ne pourrait être développée." — In zoo ver de invulling der tabelle dan strekt ter ontdekking van heilige geheimen , — en wie zal die strekking ontkennen?!—is dezehe zoo wel onstaatkundig als onzedi-lijk : want, wel verre van het geluk der ingezetenen te bevorderen , randt zij het aan door een' geweldigen schok toetebrengen aan bet zoo heilzaam vertrouwen op den arts : — en wat anders dan het geluk van den staat en deszelfs leden, kan het doel eener goede staalkunde zijn? ! — En verbiedt derhalve het geweten den verloskundigen (gelijk ieder' ander') het onzedeli jk bevel , van wien dan ook , te gehoorzamen , zelfs de staatkunde verontschuldigt hem niet, die het uitvaardigde. Daar is meer. Zelfs met de wet is het gegeven bevel tot invulling der tabelle in lijnregten strijd, bij art. 378 c. p., waarvan wij zoo even de beweegredenen aanhaalden, is immers bepaald: » Les inédecins, chirurgiens et autres officiers de santé, ainsi que les pharmaciens, les sages-femmes, et toutes autres personnes dépositaires, par état on profession, des secrets qu' on leur eonfie, qui, hors Ie cas ou la loi lesoblige a se porter dénonciateurs, auront révélé ces secrets, seront punis d' un emprissonnemcnt d' un mois a six mois , et d' une amende dc cent francs a cinq cents francs." Hij derhalve , die uit vrees voor de straffen, waarmede men hen , die de invulling- nalaten of weigeren , bedreigt, tot de invulling mogt overgaan, zal inderdaad slechts een geringer kwaad vermijden , om in een grooter te vervallen: incidit in Scvllam , qui vult vitare Charybdin; — want art. 378 staat den artsen en allen, wien uithoofde van hunnen stand eenig geheim wordt toevertrouwd, dan slechts de openbaring er van toe, wanneer de wet zelve hen daartoe verpligt: — en hij, die art. 378 mogt hebben overtreden, zoude zich vruchteloos op eenig Koninklijk besluit beroepen , om zich tegen de straffen bij de wet geschreven , te vrijwaren. Neen, zelfs indien de tabelle in haar geheel in een Koninglijk besluit was opgenomen, eri de invulling van al hetgeen bij dezelve gevorderd wordt door den Koning - zeiven bij grondwettig besluit was bevolen, dan nog zoude die invulling niet verbindend zijn; — Mant geen koninglijk besluit kan aan eene wat derogeren. Dit staatsregtelijk beginsel behoeft voorzeker noch betoogd noch met gezag gestaafd te worden. Het verheugt ons echter , hetzelve met zoo vele woorden te vinden uitgedrukt in de overwegingen van 's Konings besluit van den 27 Januarij 1824, Staatsblad No. 18. En de tabelle is immers met de door Z. M. goedgekeurde instructie zelve, op grond waarvan dc invulling gevorderd wordt, in strijd : — want ook daarbij wordt van de verloskundigen gevorderd, dat zij met eede beloven, niets te zullen openbaren van de geheimen der lijderessen , wel lier ontdekking tot schade of schande derzelven of van anderen zoude kunnen strekken ; — en welke dan ook , bij art. 9 van die instructie, des Konings bedoeling moge zijn geweest , de invulling eener tahelle als de onderhavige heeft daarbij niet bedoeld kunnen worden. Men zegge niet, dat de verloskundige die gevallen kan weglaten, welker vermelding hij met zijnen eed, met de heiligheid van het geheim strijdig mogt achten. Immers kan hij dan verklaren , de tabelle naar waarheid en met naauwkeurigheid te hebben ingevuld , en mag men van hem vorderen, dat hij zich verlage tot eenen logen? En wanneer het nu wordt ontdekt, dat hij bij meerdere verlossingen zijne hulp heeft verleend dan hij op zijne tabelle heeft vermeld, (en hoe ge. makkelijk is eener waakzame policie zoodanige ontdekking !)— wat zal hij antwoorden? zal hij zeggen: de vermelding der overige gevallen zoude heb A>en gestrekt tot schade en schande der lijderessen ? ■zoude hij daardoor die lijderessen niet dikwijls meer schade en schande toebrengen, dan door de vermelding van het geheim zelf ? — En zal zijn stilzwijgen zelf niet reeds een ongunstig vermoeden doen ontstaan tot schade en schande der lijderessen ? Maar, of hij zwijg® of zich verontschuldige, is de niet-invulling clcr tabelle strafbaar, de rector zat hem moeten veroordeelenwant er wordt van den verloskundigen eene naauw keurige opgave van de door hem verrigte verlossingen gevorderd, en de weglating van één geval is dus even strafbaar, als die van allen; en zonder ontdekking van het geheim zeil, hetwelk de weglating van eenig geval bij den invuller mogt hebben te weeg gebragt, zal geen regter , indien dezelve ook uitzonderingen wilde toelaten , kunnen beoordeelen, of de reden der weglating gewigtig genoeg was, om deze te wettigen. Slechts eenen uitweg zien wij , om de gevorderde invalling der tabelle niet in eenen ongeoorloofden gewetensdwang te doen ontaarden : — men late hier alles aan den goeden wil en de bescheidenheid der verloskundigen over ; — men vordere niet, dat zij eene volledige invulling geven; — menvrage niet naar weggelaten gevallen , ook dan niet, wanneer de verloskundige meerdere mogt hebben weggelaten , dan waaraan waarschijnlijk eenig geheim mogt kunnen verbonden zijn , — zelfs niet, wanneer er geen enkel geval was vermeld; want de verloskundige kan het noodig achten, vele gevallen wegtelaten, opdat er omtrent een enkel geen kwaad vermoeden ontsta. Maar langs dien weg komen wij dan ook tot het punt, waarvan men bij de zamenstelling der tabelle liad moeten uitgaan. De niet-invulling van eene tabelle als dc onderhal ige kan met geene straf- Itti worden bedreigd, kan niet worden gestraft ; — want dc invulling', — vèzder dan de verloskundige zelve oordeelt met de eer en het belang der lijderessen bestaanbaar te zijn , — is onzedelijk , — is onstaatkundig, — is in strijd met de wet, — is in strijd met het Koninglijk besluit zelf-', waarop de Minister van binnenlandsche zaken zieh zoude moeten gronden. Wij meenen dan op grond van dit alles, niet roekeloos de overtuiging te koesteren, dat geen regter eenige straf zal toepassen op hem, die de invulling der tabelle geheel of ten deele heeft geweigerd of nagelaten, maar dat veeleer hij , die onbepaald die invulling doet, zich aan geldboete en gevangenis zal blootstellen. Stuiten nu onverzettelijke hinderpalen de invulling der tabelle ; ook in zich zeiven is de genomen maatregel krachteloos , en de bedreiging met » NB NB" in de kolom: » Toelichtingen" op de den verloskundigen toegezondene formulieren gedrukt even ijdel, als indien dezelve van een ambteloos burger -• afkomstig ware. Wij zullen hier niet onderzoeken, in hoever de regering beschikken kan , zonder eenige vergoeding, over den tijd en den arbeid der verloskundigen , onder eeue grondwet, welke een ieder bij xjiet vreedzaam 6 bezit en genot zijner eigendommen handhaaft, en waaronder iedere schending van den eigendom , al •«as het ook slechts van éénen voet gronds, willekeur heet. Maar wij vragen vooreerst, welken waarborg de verloskundigen hebben, dat het aan hen toegezonden formulier aldus door den Minister van Binnenlandsche zaken is vastgesteld. Dat formulier toch mist alle blijken van authenticiteit, geen door eenigen openbaren ambténaar geteekend besluit, resolutie, missive of circulaire , of hoe men ook de geschriften noemen mag, waarin ambtenaren en staatsdienaren gewoon zijn van hunnen wil te doen blijken, is den verloskundigen geworden, om hem te verzekeren, dat het gezonden fornni*lief- van den Minister van binnenlandsche zaken afkomstig is, — geene haudteekening van eenjg ambtenaar verklaart het toegezonden formulier voor echt,; —ja het draagt minder blijken van herkomst dan het minstbeteekenend vlugschrift. Ln wat kan derhalve den verloskundigen nopen , om aan zoodanig vel papier, met cenige woorden en lijnen prijkende, doch van alle blijken van ge" zag en echtheid ontbloot, dien eerbied te betoonen, welken hij zeker aan een gewrocht eens Ministers niet zoude weigeren ? En welk regter zoudo iemand straffen wegens het overtreden eener bepaling van het openbaar gezag, wanneer die bepaling vóór de overtreding niet was bekend gemaakt, of het niet hlyek-, dat die be- paling inderdaad van het openbaar gezag was uitgegaan? Wij durven echter verder gaan. Gesteld toch , dat het volkomen en wettig gebleken ware, dat het formulier den verloskundigen toegezonden , zoodanig door den Minister volgens art. 9 der instructie was vastgesteld , — dan nog zoude op de nietinvulling daarvan de wet van Maart 1818 (Staatsblad no. 12), niet toepasselijk kunnen zijn. Bij die wet toch worden, behahe de bepalingen omtrent de reglementen enz. van de Staten Provinciaal en de verordeningen van de plaatselijke besturen, alleen straffen bedreigd wegens: » de overtredingen tegen de bepalingen vastgesteld bij de algemeene maatregelen of reglementen van inwendig bestuur van den staat, bij art. 73 der grondwet vermeld." Wel nu , dat zijn dan bepalingen vastgesteld niet door eenen Minister, — maar door den Koningzelven. Art. 73 der grondwet laat daaromtrent geen den minsten twijfel. De laatste alinea toch van dat art. zegt uitdrukkelijk: » De kosing allees BESLUIT." Het is nu voorzeker wel boven allen tvt ijfel, dat de Koning dit piaerogatief aan niemand kan overdragen. Doelloos zoude dan toch de regeling zijn van de magt des Konings en der verschillende collegien , welke de staatsmagt met Hem deelen. -—• En wij zouden liet dus eene ijdule vertooning achten, indien wij hier Tan de staatsiegtolijkc* gevolgen wilden spreken des onderscheids tusschen eene pa» trimoniale ma gt en eene magt, welke op den wil des volks geacht wordt gegrond te zijn. Het onmiddelijk gevolg daarvan , dat de Koning zijne magt van te besluiten aan niemand kan overdragen , is, dat Hij geenen Minister kan magtigen een besluit te nemen, hetwelk voor een koninglijk besluit zoude kunnen gelden; en wil das eene Minister de uitvoering van eenen maatregel door de toepassing der wet van 6 Maart 1818 verzekeren, hij verzoeke 's Konings besluit daarop, want te "vergeefs zal hij zich op eene vooraf gegeven onbepaalde magtiging beroepen; — want wat ook de kracht mogte zijn van een besluit des Ministers, ten gevolge van zoodanige magtiging genomen, het zoude toch slechts een ministerieel, — geen koninklijk besluit zijn. Mogt men hier willen tegenwerpen, dat de wet van 1818 zoude kunnen worden toegepast omdat het bevel tot invulling Aan eenen tabel la rischen slaat bij de door den Koning goedgekeurde instructie is gegeven ; — die tegenwerping vervalt, wanneer men in aanmerking neemt, dat dat bevel niets behelst omtrent den inhoud van dien staat; 'aan den Minister van binnenlandsehe zaken wordt het daarbij opgedragen een formulier vasttestellen ; en alies derhalve wat daaromtrent mogt vaststaan, is vastgesteld door den Minister, is vastgesteld bij ministerieel, — niet bij koninglijk l>esluit; — niet bij koninglijk besluit, maar ten sterkste genomen, ten gevolge van een koninklijk besluit; ten gevolge van eene voorafgegane magtiging des Konings, welke een ministerieel besluit geen koninklijk doet zijn , evenmin als zij den Minister Koning heeft gemaakt. Maar is de Minister van binnenlandsche zaken zelfs wel gemagtigd , om den inhoud des tabellarischen staats vasttestellen ? wij betwijfelen het. Het formulier zal de Minister vaststellen, zegt de instrnctie : niet, den inhoud. — Men behoeft zich nu niet op de glibberige baan der bepalingen te begeven, om het wezenlijk onderscheid tusschen deze beide woorden te bevatten. Slechts een voorbeeld zal genoeg zijn , om dat onderscheid in het oog te doen springen. Het wetboek van burgerlijke regtsvordering heeft vastgesteld den inhoud cener dagvaarding , van den Honert (en menig ander practizijn) heeft daarvan een formulier gemaakt. Of zal men hier, om te kunnen straffen, tot gevolgtrekkingen overgaan, en aannemen, dat de Koning, die den Minister magtigde het formulier van eenen staat vasttestellen , daardoor tegelijk den Minister tot vaststelling van den inhoud de raagt verleende. "Wij weten niet, hoever zoodanige gevolgtrekking te verdedigen zoude zijn , indien het de uitlegging van eene overeenkomst gold; maar w ie zal bij eene bepaling, welke men als eene strafbepaling wil doen gelden, zich zoodanige gevolgtrekkingen veroorloven ? ^ y ffoïooven dan, met vertrouwen te mogen zeggen: dat de Minister van binnenlandsche zaken door den Koning niet gemagtigd is, om den inhoud der tabelle vasttestellen ; — dat, met of zonder voorafgaande magtiging d s Korting», de vaststelling der tabelle altijd slechtg een ministerieel besluit zoude zijn ; - dat het echter zelfe niet blijkt, dat de tabello door den Minister van binnenlandsehe zaken ia vastgesteld ; —- dat de invulling der tabelle is in strijd met den eed bij de instructie van de verloskundigen gevorderd ; -— in strijd met art. 378 c. p.; dat eindelijk de zedekunde de invulling der tabelle verbiedt. — Was echter óók slechts ééne dezer stellingen waar, dan reeds zoude voorzeker de toepassing der wet \ an 6 Maart 1818 op de niet-invulling der tabelle onmogelijk zijn. Mogt de mededeeling onzer overtuiging iets hebben bijgedragen, om den verloskundigen de vervulling van hunnen pligt, weigering der invulling, gemakkelijker te maken: hen hebben gewaarschuwd voor de gevolgen der invulling, de toepassing van art 378 c. p.; — maar mogt vooral ons geschrijf ver genoeg doordringen en niet te ligt worden bevonden , om dc regering Tan eencn; naar ons inzien, te weinig doordachten maatregel te doen afzien; — wij zouden ons, behalve do overtuiging van onzen pligt te hebben vervuld, dat genoegen hebben verschaft , hetwelk ieder bij het gelukken van welgemeende pogingen gevoelt. H. Dec. 1840. Mr. . . J. VERSLAG WEGENS VERRIGTE VERLOSSINGEN IN IIET JAAR 18 BOOR DEN ONDERGETEEKENDE 'HÏKKOH9TOA V E R M E L DING V A N AARD DER VERLOSSING. AFLOOP DER VERLOSSING EN VAN HET KRAAMBED. ^ - ^—— OORZAKEN natuurlijk. kunstmatig. ' * BEHAN- , t „. , dea het tem- , _ —s die zoo wel tot de oi> AARD VOORDE M O E D E R. VOOR HET KIND OF DE KINDEREN. het sretal der 1 lera eerst, nf — "" 1 . en duur van ^ — N ^— , ———— x BEHAN- DFI TNG pcramtnt Ut deeWei tijdige als tot de kunst- den arbeid, zoo j ongelukkig. ongelukkig. kinderenen lijken enden meermalen 7.ich eersit door door door v{m rJe ]ste - DFT ING Vin het Of staat der **' ïfw£ verlossing aan- 2de, 3de — J 1 BIJZONDERE het gebaard wel in de TIJ- TIJ- dige de werk- 4de en 5de ' der kindof schijn- gezondheid l t •Me, ^ ^ J£_ leiding gegeVf® periode. Qe_ ^ sen , ziek- Dood Oor..- AANMERKINGEN. baren rail de positie. mid- hand. tuigen. oornis ood or> er of Dood Kraam- van de gcl.ch,. bobbende. *>"- d„lm. hebban. , «- '™ " ^ T 'd"'," „W. „.d„- s.- ^ ^ of B„„d. « kij i„ „W*. boorte. ' a.. yr0|iw linJo_ dom durende ' —" doods. (le v;er eer_ doods. d,r ^ BIJ nE gebreken. ren> doch- eerst- meer- zie laat- bij de bfj het aak- ste levens- zoon. ter. , .. ba- ma- ste kolom B. C. C. C. moeder. kind. hang- D. vrouw. gerheid. rcnd- ,en a. seleN. weken. F_ G NB. De moeijehjkheid om de hoofden der kolommen m de ruimte te Dc letters A, B, C, enz. hebben betrekking tot eène ko- bevatten welke daarvoor was bepaald , heeft den drukker ge- lom van toelichtingen, welke wij gerekend hebbeil , dat Op noodzaakt dezelve in plaats van tot een derde , tot de helit dcze tabeUe .ust kündo achterwcg'o worden gelaten, der wezenlijke grootte te verkleinen. r artis obstetr. doctor vröEdmëëstEr TE