Hilversum van Laren gescheiden zynde, A° 1605. Marlinus Drogenbroek, blyft te Hilversum. Overleeden in Juny A° 1621. 3. Anthonius Schriverius, Proponent, beroepen A° 1622. Overleeden in Juny A" 1667. 4. Jacobus Hoogkamer, beroepen uit de Ambassade van Frankryk, A'J 1667, vertrokken naar Barsingerhorn, A° 1668, en is vervolgens overleeden. 5. Splinterus van Pothuysen, beroepen van Emmenes Binnendyks A° 1669 vertrokken A° 1672 naar Schagen, vandaar A° 1682 naar Naarden, vandaar A° 1683 naar Nymegen, en overleeden in September A° 1702. 6. Jacobus Clercquius, Ruard. Fil. Proponent, beroepen A° 1674, overleeden in Augustus A° 1688. 7. Hermanus Altius, Proponent, beroepen Ar' 1689, vertrokken na Barne- veld A° 1 702, en is vervolgens overleeden. 8. Abraham Brants, Proponent, beroepen A" 1 702, overleeden A° 1713. 9. Cornelius van den Bogaerde, beroepen van Genemuiden Au 1714, beves¬ tigd 1 July A° 1714, zyn afscheid gepredikt den 17 May, AlJ 1717, vertrokken in May A° 1717 naar Purmerende, van daar in November A'J 1 721 naar Hoorn, van daar in( Februari A" 1 727 naar Amsterdam, en aldaar overleeden A° 1 739. / 0. Isaacus Schuil, beroepen van Driehuyzen A" 171 7, bevestigd 10 Oc- tober A" 171 7, en overleeden 13 Maart A° 1760. / /. Arnoldus van der Voort, beroepen van Aardenburg A° 1 760, bevestigd 12 October A° 1760, zyn afscheid gepredikt 7 December AO1766, en vertrokken naar Staphorst. Johannes IVilhelmus van Yssum, Petr: Fil., Proponent, beroepen A" 1 767, bevestigd 9 Augustus A° 1767. Fe Hilversum is ook een kerk der zogenaamde Jansenisten, dewelke door een Pastoor en Capellaan bediend word. De andere Roomschgezinden hebben hier geen kerk, gaande dezelve te Bussum en elders ter Misse. * 1061 BESCMRYVING VAN HILVERSUM HERDRUK VAN EEN OUD BOEKJE, IN BEZIT ZIJNDE VAN DE KINDEREN VAN WM. SWAAN, TE HILVERSUM E17 HERDRUKT DOOR FREDERIK KUIJPER, DIRKSZOON, A" 1913 BESCHRYV1NG VAN HILVERSUM r i BESCHRYVING VAN HILVERSUM HERDRUK VAN EEN OUD BOEKJE, IN BEZIT ZIJNDE VAN DE KINDEREN VAN WM. SWAAN, TE HILVERSUM HERDRUKT DOOR FREDERIK KUIJPER, DIRKSZOON, A° 1913 f| j ©ILVERSUM is een aanzienlyk en zeer volkryk Hollandsen dorp; ^ H ^ j 4 °-mtrent twee uuren gaans van Naarden, en is het oudste © @ dorp in Gooiland, hoewel het, in het uiterlyk aanzien, zou schy1©/©©/®! nen kleiner dan Huizen te zyn, maar dit laatste is ruimer in desze.fs betimmering. De heuvels welke rondsom Hilversum leggen, en die men gewoon is meest allen te bezaaijen, maaken de toegangen naar het dorp bekoorlyk, en leveren fraaije en aangenaame verschietgezigten op. Als de aantekening der huizen van of onder dit dorp goed is, in de oude lyst der verpondingen van den jaare 1632; zo moeten 'er toen maar 146 huizen gestaan hebben, en dezelven, dierhalven, in den tusschentyd, dat de nieuwe lyst van den jaare 1 732 is opgemaakt zeer kragtig toegenomen zyn, want deeze spreekt van 463 huizen, waar uit men den bloei en welvaart van Hilversum kan afneemen. De inwooners van dit dorp hebben hun bestaan niet alleen van den landbouw, maar ook van de weeveryen van katoenen gestreepte stoffen, van de lakenwevery en andere handwerken, die hier, sedert kort, in 't begin aeezer eeuwe merkelyk zyn aangegroeid, doch naderhand wederom eenigszins verminderd. Men heeft, reeds voor veele jaaren, getragt, de Hilversumsche vaart, ten zuiden van 's Graavenland geleegen, door de heide heenen, te brengen tot aan het dorp; doch men is 'er in belet, door het veroo„ van in Gooiland eenige zanderyen aan te leggen dan omtrent de stad Naarden: zoo dat de schuit, die tusschen Amsterdam en Hilversum over en weder vaart, een kleyn half uur gaans van het dorp af, moet lossen en laaden, welke dan met wagens worden af- en aangevoerd, tot groot ongerief van de inwooners. Die van Hilversum verkreegen, op den vierden Maart des jaars 1423, naar den beloop van den Hove Van Holland, dat ' is, m t jaar 1424, eene handvest van den Hertog Jan van Beyere, uit weiüe schynt dat Laaren en Hilversum, voor dien tyd, onder een zelfde laerecht behoord hebben. Immers de Hertog geeft, in dezelve, niet alleen het regt aan de Balliuw, om jaarlyks, op Vrouwendag, zynde den 2den i'ebuary, vyf Schepenen voor Hilversum te kiezen; maar spreekt ook van eene banscheiding te maaken, tusschen Laaren Kerspel en Hilversum; doch de Schepenen van beide deeze Kerspelen zouden te samen de breuken beregten in het Gooyerbosch, terwyl de beesten, waardoor misbruik in t Bosch gebeurd was, verborgd zouden worden, by goeddunken van Schepenen in den dorpe, daar de eigenaar woonagtig was: en de Schepenen van Hilversum zouden hun eigen land en hunne meente of gemeene weide keuren, gelyk voormaals die van Laaren plagten te doen *). Toen, in of kort voor den jaare 1491, de muuren van Naarden gedeeltelyk ingestort waren, hebben Burgemeesteren, Schepenen en de gemeene poorters van Naarden verzogt, dat de vier naastgeleegene en onder haar behoorende dorpen, Hilversum, Blaricum, Laren en Huizen, vermids zy, by alle gelegenheidt van vyandtlyke overvallen, beneftens haar vee, have en goederen, altyd lyfberginge binnen de gemeldestad hadden, ook mogten helpen dragen, in de kosten, welken, tot het repareeren van de muuren en verdere versterking noodig waren, te meer, nademaal zy zelve zig buiten staat vonden om zulks alleen te bekostigen; waarop de Graaf van Egmondt als Stadhouder, benevens de Raaden van Holland, op den 21 May des gemelden jaars, bevel gaven dat de voorschreeve reparatiën gedaan, en door de vier voornoemde dorpen de helft daarvan gedraage zoude worden, mids dat zy als vooren ten allen tyde, met vrouwen en kinderen, en al haare goederen, lyfberginge en bescherminge binnen de gemelde stad zouden genieten. In den tweespalt tusschen Holland en Gelderland, terwyl Filips van Oostenryk, nu Koning van Spanjen geworden, naar Duitschland gereisd was, deedt Hertog Karei van Egmondt, die zyn eisch op Gelderland leevendig hieldt, in het jaar 1 505 een inval in Gooiland, en verbrandde het aorp Hilversun, zonder dat hy echter een groote buit van de inwooners kreeg, die met al hunne goederen naar elders waren weggevlugt. Het jaar I 672 was mede voor dit dorp zeer ongelukkig, want in bet laatst van September, werd her dorp Hilversum door de Franschen geheel uitgeplonderd, of het overige, dat zy niet konde meede nemen, vernield. In het jaar 1 725 op den eersten May, 's namiddags om een uur, ontstond te Hilversum een zwaare brand, waar door meer dan 50 huizen wierden in de assche gelegt, doch in 't jaar 1766, op Woensdag den 25 Juni, s namiddags om 2 uur, ontstondt 'er wederom, juist in 't zelvae huis, daar de voorige brand in was ontstaan, by een Joodschen vleeshouwer, een ongemeen zwaare brand, veel feller dan die van den jare *) Handvesten van Weesp, enz. MIERIS Charterboek IV Deel, bl. 713. ( 7 ) 1 725, waar door, vermids den sterken Oostenwind, in weinig uuren tyds voigens opgaave, 1 57 huizen, ook veele schuuren, geschikt tot berging voor de schaapen, kooren- en andere goederen, als mede het Rechthuis tot den grond toe afbrandden, zynde het grootste gedeelte van de kerk, met aLes wat er in was, ook door de woedende vlammen verteert. Niets is er toen staande gebleeven, dan een gedeelte van de muuren en pilaaren en een gedeelte van den tooren, die, van binnen, met klokken en uurwerk, geheel en al was uitgebrand. Door deezen verschrikkelyken brand, zvn zeer veele inwooners, die zig, voor eerst, met het gene zy geborgen hadden, by hunne buuren, of naar de naaste dorpen, begaven, tot groote armoede gebragt; veele liefdegiften zyn hun toegezonden; ook is 'er, na dat de Gecommitteerden van het door de woede van den gemelden heevigen en feilen brand, verwoeste dorp Hilversum, van de Edele Mogende 1 ef'jen Gecommitteerde Raden van Holland en ^^estvriesland verlof hadden verkreegen, om zig te moogen vervoegen aan de regeeringen in de steden en plaatsen, tot het verzoeken van vryheid om eene collecte ten beaoeve van het gemelde dorp te doen, na bekoomen vryheid van de byzondere regeeringen, ten behoeve van de arme en noodlydende menschen, in veele steden en dorpen, een zeer aanzienlyke somma gecollecteerd, bedragende dezelve, volgens opgaave, ƒ 108695: 14: 10L/ > De schade aan de gebouwen is op ƒ 185425, en die aan de goederen op / 146916: begroot. De Heeren Staaten van den Lande vergunden vrydom van ordinaris en extraordinaire verpondingen van de afgebranden huizen, voor den tyd ingaande met den jaare 1 767, en eindigende met den jaare °eide incluis, en vrydom van haar Ed Gr. Mogende tollen, als meede impost op de ronde maat en groove waaren, van de materiaalen, welke tot den wederopbouw van de kerk, pastory, schoolhuis en rechthuis, mitsgaders van de verbrandde huizen en gebouwen zouden werden gebiuikt. ivlen maakte hierop sterken voortgang met het weeder opbou'ze,n en we' z00' er> °P den eersten January 1770, reeds 140 huizen geoouwd waren, en dus nog maar 1 7 onherbouwd bleeven, ^J'en' te" minsten, naar allen gedagten, nog eenigen, in dit jaar //U, zullen herbouwd worden. De herbouwde huizen, schuuren en staken zyn niet met rieten-, maar met pannen daken voorzien. Het nieuwgebouwde rechthuis is grooter, hooger en veel fraayer, dan het vorige was, zynde breed 30 voeten en 4 duimen, en lang 431/2 voet, beiden binnensmuurs; het is hoog uit den gelyken grond onder de lyst 211/.> voet, en met de lyst, die 2 voet breed is, hoog 23V2 voet, hebbende vah vooren een hoogen stoep, die aan wederzyden 1 1 treden heeft, zynde de twaalfde trede het bordes van de stoep. Aan de rechterzyde van het gebouw heeft men de Buurmeesterskamer, en aan de linkerzyde de b~cre*~rie. ien einde van den gang, die tusschen de twee gemelde i amcis egt, heeft men een kamer ter breedte van 't rechthuis, zynde de Schepenenkamer. Ieder der gemelde vertrekken, die hun ligt door groote schuiframen hebben, en van binnen met luiken geslooten kunnen worden, is van het noodige voorzien. In den laatstgemelde kamer gaat men met een trap naar de zolder, en hooger naa het koepeltoorentje, welk doorluchtig, en voorzien is van een klok, die, als 'er iet zal afgeleezen worden, getrokken word. In den voornoemden gang, heeft men een trap, wa^r meede men naar de wooning van den dienaar der Justitie; naar het vertek, daar de nagtwagt gehouden word, en naar de gyzelkamer en boejen gaat: naar welke plaatsen, men ook kan koomen, door een ingang die onder de stoep is. Boven op de lyst van den voorgeevel, staat het wapen van Hilversum, zynde vier boekweitkorrels op een blaauw veld Des Dingsdags om de 14 dagen, word 'er 's namiddags ten 2 uuren precies Rechtdag gehouden. Schout, Buurmeesteren, Schepenen en Raaden, benevens de Secretaris, houden hun vergadering, op den eersten Donderdag in ieder maand, s morgens ten 9 uure. De bruidegoms en bruiden, die buiten de Gereformeerde religie zyn, worden des Vrydags morgens tusschen 11 en 1 2 uuren, nadat zy te vooren hun derde gebod onverhinderd hebben gehad, door Schout en twee Schepenen en Secretaris in den Echten staat bevestigd. De afgebrande kerk, in welker plaats, men zig, tot kort voor de inwyding der herbouwde, van eene opgeslaagen houten loots bediende, was, van ouds, een parochie kerk, en in de Roomsch-gezinden tyden aan St. Vitus toegewyd: de Pastoor wierd, in die tyden, by beurten door de Abdisse van Elten, en de Persona of eersten Pastoor van Naarden aangesteld, en trok van de pastory 16 Rhynse guldens 's jaars. De kerk en tooren vertoont zig van buiten byna even eens als voor den brand. Zondag voormiddag, den 3 July 1 768, is 'er de eerste predicatie ingedaan, door den nog tegenwoordigen Predicant J. W. van Yssum, en s namiddags de tweede predicatie, door zyn vader Petrus van Yssum, oudsten Predicant te Purmerende. De kerk, die op een groot kerkhof staat, welk rondom bemuurd is, heeft aan twee zyden een ingang, als meede een ingang onder den tooren, dog veel grooter, hooger en breeder, door welken de lyken in de kerk gedragen worden: het gebouw is breed 49 voeten, en lang 74 voeten binnens muurs, buiten het choor, het welk breed is 26 voeten, en lang 39' voeten, mede binnens muurs, weraende het choor der kerke verlicht door 7 glasraamen van eener grootte, en een dat kleinder is; en de kerk zelve, aan ieder zyde, door 4 glasraamen, alle van redelyke hoogte en breedte» Het dak rust van binnen, op acht zwaaren witte steenen pilaaren, die achtkantig zyn, vier ter wederzyden. In het middelvak of ruim der kerke, tegens het beschot van 't choor, is geplaatst een fraaye predikstoel en twee zeer nette psalmborden; tegens over t ( 9 ) den predikstoel is, in den muur, een uurwyzer: in 't ruim hangen twee mooije kooperen kaarskroonen, elk van 16 armen. Verders zyn in de kerk, de nodige banken voor de Regeering, voor den Kerkeraad, en andere persoonen, en 209 stoelen voor de vrouwen, behalve nog 12 gemeene vrouwenstoelen: in de kerk zyn 1 53 en in 't choor 45 graven. De tooren is een hoog vierkant steenen gebouw, staande, op denzelven, een hooge spits, die even als het dak der kerk en choor met leyen gedekt is. De tooren kan, van even buiten Naarden af, al gezien worden: buiten aan denzelven, ziet men, aan drie van de vier zyden, een uurwyzer: van binnen hangen twee metaalen klokken, die, door Pieter Seest, op den 10 Maart 1 768, te Amsterdam, in de stads klokgietery, gegooten zyn, de groote klok weegt 2875. ponden. en de kleine 1738. ponden. dus te zamen 4613. ponden. Op de groote klok staat het volgende uitgehouwen: Ik ben door Last van die, hier onder staan vergooten, En uit 't Verbrande Stof en Puinhoop weergesprooten. W. TEN DAM, Schout. KLAAS HAAN, en GERRIT VLAANDEREN, Buurmeesters. TYMEN BOELHOUWER, CORNELIS VLAANDEREN, PIETER VAN LINT, JACOB HORST, JAN BOERHOUT, Schepenen. TYMEN NAGEL, GYSBERT T. VLAANDEREN, KORNELIS SPY- KER, en G. FRANSZ. VLAANDEREN, Raaden. CORNELIS DE MOLL, Secretaris. Op de kleine klok leest men de volgende versjes: O Volk van Hilüersom Verlaat u booze zonden Eer dat u Sterfdag kom En Wy u Dood verkonden. Al ben ik fylynder als myn maat En minder in 't gewigt, Nogtans wek ilf het Volk En roepse tot hun pligt, Des A vonds op zyn t\)d Worde ik weer geluyd, Welk aan het Werkvolk zydt Dees dag is om schey uyt. De Regeering in Hilversum bestaat uit een Schout, twee Buurmeesteren, vyf Schepenen, vier Raaden, en een Secretaris. Alle jaaren word, door de Schout en de jongst in dienst zynde Buurmeester, ieder, een getal van vyf persoonen op een papier gesteld, uit welke twee vyftallen, door den heer Bailüuw van Gooiland, op Vrouwendag, vyf persoonen tot Schepenen worden geëligeerd. Alle jaaren gaat de oudste in dienst zynde Buurmeester af, de jongste treedt in deszelfs plaats, en word als dan een nieuwe Buurmeester verkooren. De Schout en Secretaris blyven in dienst. Vermits de boeken, waarin de namen van de Regeering aangeteekend waren, door den laatsten brand, veiteerd zyn, kan men hier derzelver naamen niet vinden: alleen teekenen wy hier aan de naamen der Regeering die op den — Maart A" 1 768, voor de eerste maal, in t nieuwe rechthuis zitting genomen hebben: zynde, op den 8 derzelfde maand de eerste Regtdag geweest. W. TEN DAM. Schout. KLAAS HAAN en GERRIT VLAANDEREN, Buurmeesteren. TYMEN BOELHOUWER, CORNELIS CORN. VLAANDEREN, PIETER VAN LINT, JACOB HORST, en JAN BOERHOUT, Schepenen. TYMEN NAGEL, GYSBERT TYMENS VLAANDEREN, CORNELIS SPYKER en GYSBERT FRANSE VLAANDEREN, Raaden. CORNELIS DE MOLL, Secretaris. Wat de Regeering in 't kerkelyke betreft, dezelve bestaat uit een Predikant, twee regeerende Ouderlingen, en een afgaande, en twee regeerende Diakonen, en een afgaande. De Kerkenraad word alle jaaren veranderd op Pinxter, wanneer een van de twee Ouderlingen afgaat, en een nieuwe aankomt, ook gaat een van de twee Diakonen af, en komt een nieuwe aan. Nog zynder twee Kerkmeesteren ,waar van jaarlyks de oudste, die twee jaaren geregeerd heeft, afgaat; de jongste in deszelfs plaatse oudste werd, en in die zyn plaatse een nieuwe aankomt. Volgt hier nu een naam-register der Predikanten van Hilversum, t'sedert de Reformatie tot heden. Hilversum en Laren, gecombineert zynde. 1. Stephanus Nicolaï, beroepen van Vlieland, A° 1591. Verplaatst naar Friesland, gedimitteert van de Classe A" 1 595, en is vervolgens overleeden. 2. Martinus Drogenbroek, beroepen van Langeraar, A° 1 596.