rmji [ i-i j BOEKBINDERIJ BCJWERIKS AMSTERDAM PRIJS 20 C OPVROOLIJKEND De Volmaakte Parvenu' Handleiding voor H.H. 0-W'^ 2e DRUK £.21 ioor Bernard Canter DE VOLMAAKTE PARVENUE. DE VOLMAAKTE PARVENUE EEN HANDLEIDING VOOR H.H. O.WRS DOOR BERNARD CANTER AMSTERDAM. VENNOOTSCHAP „LETTEREN EN KUNST". DE VOLMAAKTE PARVENUE. INLEIDING. Op een morgen kreeg ik bezoek van iemand, dien ik vroeger in slechtere omstandigheden gekend had. Zijn entrée was niet bepaald gelukkig, want toen hij zijn pelsjas aan onzen kapstok hing, brak de knop van den kapstok af, welke er niet op gekocht was en al evenmin de gewoonte had, zulke dure jassen te dragen. „Dat heb je van dat goedkoope bazaargoed", zeide de bezoeker en voegde er aan toe, „waarom koop je geen soliden kapstok aan een bekend adres". „Ik ben er tot nu toe mee tevreden geweest", antwoordde ik. „Maar ik niet. En jij zult van mij een nieuwen cadeau hebben, die meer berekend is op den modernen tijd.. „Op dien van de O.W.'rs" zei ik schamper. „Juist, op dien van onze soort. Mag dat niet?" En hij keek zeer uitdagend. „Zeker, zeker... kom binnen, kom binnen. Ga zitten. Rook je?" „Zeker rook ik... maar alleen mijn eigen sigaren..." En hij knipte een sigarenkoker open, haalde er een sigaar uit en was zoo welwillend den lucifer aan te nemen, dien ik haastig aangestreken, onhandig voor hem hield. Nadat hij even gepuft had, met het gloei-einde van de sigaar zich onder zijn eigen neus had bewierookt, zei hij: „Ik hoef het niet onder stoelen of banken te steken, dat is nergens voor noodig, maar ik ben rijk geworden, niet gewoon rijk maar buitengewoon rijk. Ik ben een O.W.'r, zooals de afgunstigen zeggen. Dat kan jij nu een schande noemen, maar ik noem het gemakkelijk." „Er zijn ook menschen op eerlijke wijze O.W.'r geworden." „Daar wil ik van af zijn. Ik heb mijn geld verdiend, door tijdig varkenszwoerd op te koopen en toen dit schier waardeloos geacht product, in Duitschland noodig bleek voor de worstfabricatie, waarbij het door afkoken en uitkoken het bindmiddel voor 't vleesch levert, heb ik goud verdiend. Goed, nu ben ik rijk en nou dacht ik aan jou. Ik heb een dochter van twintig jaar..." „Stel mij voor, stel mij voor..." „Neen ... ze moet wat beters hebben dan een pennelikker, een inkt-koelie, een stuk schrijver..." „Stel mij dan maar weer achter." „Die dochter van mij, zegt tegen mij, „wij hebben nu wel geld pa, maar wij moeten er nu ook op de ware manier van leeren genieten. U heeft nu wel een deftig voorkomen, maar pa u bent zoo vreeselijk onbeschaafd." „Daar zou nu een ander kwaad om zijn geworden. Ik niet. Ik zei, meid, 't is hard, maar de waarheid moet je kunnen verdragen. Waar zou je vader beschaving hebben opgedaan. !k ben een spruit uit een werkmansgezin, waar wij met z'n tienen kinderen waren. Mijn moeder heeft in tien jaar tijds tien gezonde kinderen in de wereld gezet. Van haar twingtigste tot haar dertigste jaar zijn haar voornaamste bezigheden geweest, de borst geven en luiers wasschen." „Alle eerbied. Dat is een heldin geweest." „Dat heb ik ook wel eens gedacht... maar ik ben nou kwaad met haar. Mijn dochter wou niet, dat ze op bezoek kwam en toen heeft zij haar „snotneus" genoemd..." „Ik meng mij nooit in familie-twisten," zei ik afwerend. „Thuis heb ik dus geen opvoeding gehad ... wij waren al tevreden als wij voeding hadden . .." „Dat begrijp ik." „Maar nou ik geld heb, véél geld, zou ik mij wel meteen een goeie opvoeding willen verschaffen. Mijn dochter zei mij, jij kent van vroeger nog die schrijver, hoe hiet-ie ook weer. Ga bij hem eens vragen of er geen boekje bestaat, waarin beschreven staat, hoe je je moet houden. Want dat weet u niet, pa en dat weet moe ook niet en van opa en oomoe kan ik het ook niet te weten komen." Het was een uiterst delicaat geval. Want waarlijk, de vraag van den man, dien ik in slechtere dagen gekend had, was niet zoo onverstandig en deze zelfde vraag speelt om de lippen van honderden onzer tijdgenooten, die in dezelfde omstandigheden van mijn bezoeker leven. „Waarde heer," zeiden wij ten slotte tot onzen bezoeker, „tot heden bestaat er in den Nederlandschen boekhandel geen werk, waaruit U en uwe familie zich de zoo gewenschte wellevendheidskunst kunt leeren. Maar daarom behoeft zoo'n werk niet te blijven ontbreken. Wij zullen het schrijven en uitgeven." „Uitnemend", antwoordde mijn bezoeker, „en hoeveel verdien ik daaraan?" „U meent?" „Wel, ik heb u toch op het denkbeeld gebracht en ik maak dus aanspraak op een deel van de winst." „Maar zal het boek wel winst opleveren?" „Wel zeker. . . een boek waarvan zoo algemeen het gemis wordt gevoeld, een werk dat het dagelijksch handboek zal worden van honderden families, moet opgang maken." „Zoudt u de risico van de uitgave op u willen nemen?" „Ik sta u de helft van mijn aandeel in de winst af om bij het bedrijfskapitaal van de onderneming te voegen." Dit loyale aanbod hebben wij dankbaar aanvaard en dank zij de financieële ondersteuning van den O.W.'r, kunnen wij hierbij ons boekske den lezer ter overdenking aanbieden. Hoevele boeken zijn reeds geschreven, welke ten doel hebben den medemensch de kunst van te leven te leeren. Men heeft handboeken der wellevendheid, b.v. dat uitnemende „Plichten en vormen", een handboek voor beschaafde menschen door Marguérithe de Viroflay. Men heeft briefstellers voor minnende harten, men heeft gedrukte opgaven voor titulatuur, zoodat men de Koningin zoo goed als den meest gewonen Weledelgeboren Heere den Heere op gepaste wijze schriftelijk kan aanspreken en men heeft zelfs reglementen voor de landweer. Maar tot heden is nog altoos verzuimd een handleiding te schrijven voor de kunst van te leven en te laten leven. Op dat laten komt het 't meeste aan. Zouden wij aarzelen, dan aan deze langgevoelde behoefte van ons Nederlandsch publiek te voldoen? Wij weten wel, dat onze geachte collega's van de V critiek ook dit, ons jongste werk, weder niet zullen... . laten leven. Zij zullen zeggen, dat zij wat wij in deze, onze handleiding, schrijven reeds lang wisten. Laat ons als hoffelijke lieden dit op hun woord gelooven, op hun woord alleen. En ziedaar ons meteen midden in onzen knollentuin der goede manieren. Immers een der eerste eischen van goede levenskunst is, dat men niet wantrouwig mag zijn en vele lieden op hun woord moet vertrouwen, zoo ook de vertrouwenwekkende daden voorloopig ontbreken. Als gij iedereen en overal wantrouwt loopt gij gevaar, dat men gaat veronderstellen dat gijzelf, hooggeschatte Oorlogs-Winstelingerf, uw fortuin niet op vertrouwenwekkende wijze hebt verkregen. Gij zijt toch al in een moeielijke positie geplaatst door de grillige Posthuma. Waarom zoudt gij uw positie nog moeilijker maken. Het leven is reeds zwaar genoeg, nietwaar en waarom zou het u moeten verzwaard worden? De beste houding voor u is, dat gij juist zoo handelt alsof gij in de gouden wieg zijt groot gebracht, alsof gij altijd deftig, voornaam en gefortuneerd zijt geweest en aldus uw nieuwen rijkdom dat beschermde waas, die patina verleent, welke immers alle reeds oude zaken een zekere wijding verleent. Uw eerste stappen gelden dus uw afkomst. Het is bepaald noodzakelijk, dat gij van kom-af zijt. Een eenvoudig middel daartoe is uw naam een oud tintje te verleenen, hetwelk zeer eenvoudig kan geschieden door er een c. in te voegen. Alle namen waarin een c staat zijn een goede introductie. Let wel, waar/n een c staat. Een naam, die met een C. begint is wel al beter dan een naam, die met een K. aanvangt, maar het ware is het toch niet. Wij kennen kellners, fabrieksarbeiders, dokwerkers, losse sjouwerlui, ja zelfs schrijvers wier naam met een C. begint. Geld zit er echter bij die soort lui niet, eer integendeel. De c. moet in den naam staan. Heet gij Bakker, dan is het geraden, dat gij u voortaan Backer noemt; heet gij Bikker, dan noemt gij u Bicker enz. Met wat goeden wil en de hulp van een genealogisch') bureau is er al heel spoedig een onderzoek in te stellen naar uw voorvaderen en als men maar ver genoeg teruggaat, heeft ieder wel een voorvader, die ergens burgemeester, dijkgraaf, hoofdingeland, turfboer, zoetboer of keuterboer is geweest en zijn naam spelde naar de spelling van zijn eeuw. Het is gepast zijn stamboom te laten teekenen, deze in een antiek lijstje thuis op te hangen op een plaats, waar hij bescheiden hangt en toch door iedereen gezien moet worden, b.v. in de ontvangkamer, in de wachtkamer of in !) Genealogie, geleerd woord voor wapen- en geslachtkunde. de bibliotheek 0, kortom ergens in uw huis waar gij zelf weinig komt. Ook is het wel nuttig, de geslachtslijst van uw echtgenoote te laten opmaken, want er zijn veel dienstboden, winkeljuffrouwen, buffetdames, dames bedienende in koude zoowel als in warme koekbakkerijen, wier voorvaderen eenige eeuwen geleden voorname lieden waren. Het rad van fortuin nietwaar draait steeds rond... . maar waartoe u bekènde zaken te herhalen, wij die u nieuws te leeren hebben. Hoogst verrassend is het dan, wanneer men den naam zijner vrouw bij den zijne voegt en aldus dat duidelijke bewijs der ware voorname komaf, den dubbelen naam als door tooverij verkrijgt. Heet gij b.v.2) Strak en uwe vrouw is geboren als „van Winschoten", dan heet gij opeens Strak van Winschoten. Gelukt het nu nog uw zeventiende-eeuwschen naam te hernemen, dan wordt het Strack van Winschoten en als uw zoon gelukkig of lang studeert zult gij hem later als Mr. Dr. Strack van Winschoten op weledele en gestrenge wijze zien genieten van uw tijdig wijs inzicht in leven en bedrijf. Mocht het niet mogelijk zijn u en uwe vrouw ') Bibliotheek, geleerd woord voor een ruimte, waar boeken worden weggeborgen. 2) b.v.: geleerde afkorting voor bijvoorbeeld. aan de juiste spelling uwer namen te helpen, doordat uw voorvaderen door de verwarring in den Napoleontischen tijd of door het verbranden van doopregisters niet te vinden zijn, dan is er nog wel een anderen weg. Gij koopt dan de een of andere heerlijkheid waaraan het recht van een titel is verbonden en zoo wordt gij ambachtsheer1) van de een of andere plaats. Zijt gij nu eenmaal zoover, dat gij u een deftigen naam hebt verworven, dan is het zaak om familieportretten te krijgen. Deze zijn op schilderijen-veilingen te koop en worden ook wel door zekere schilders, die sterk zijn in het fabriceeren van antieke schilderijen op paneelen van oude kasten, oude turfkisten, oude stilletjes enz. tegen billijke prijs vervaardigd. Het verdient aanbeveling altoos pendanten2) te bestellen. Dat is goedkooper en staat zoo netjes. Rechts van den schoorsteen uw overgrootvader, links van den schoorsteen uw overgrootmoeder in den stijl van hun tijd, zeer voornaam gekleed. De schilder heeft te zorgen, dat de trekken dier voorvaderen gelijkenis toonen met die van u. l) Ambachtsheer: heer van een zeker ambacht of kerspel. Dit ambacht heeft volstrekt niets te maken met iets als handwerk of anderen arbeid. !) Pendanten: geleerd woord voor tegenhanger, wordt ook gebruikt als betiteling van waanwijze lieden. In een andere kamer uw grootvader en grootmoeder, eveneens in deftige kleedij en entourage. Uw grootvader moet zijn of een raadsheer öf een hooggeplaatst militair öf een burgemeester. Dokters en advocaten zijn minder in tel als voorvaderen. Vervolgens nog een paar miniaturen op ivoor geschilderd van antieke voorvaderen en uw huis heeft het begin van een voorname meubileering. Zijt gij nu eenmaal zoo ver, dan komt een uiterst delicate') zaak. In 't bezit van deftige voorvaderen moet gij trachten zoo spoedig mogelijk u van arme familie te ontdoen. Er is misschien niets moeilijker dan hiertoe op gepaste wijze te geraken. Want arme familie is afgunstig, bedilzuchtig, hebberig, kwaadsprekerig, ondankbaar en zij spant steêvast tegen u samen. De arme familieleden willen maar niet begrijpen, dat gij u op den maatschappelijken sportladder2) door uw verdiensten op hebt gewerkt. Zij hebben de onaangename gewoonte zich aan u op te dringen, brengen u gaarne z.g.3) weldaden in herinnering, welke !) Delicaat: geleerd woord voor kieschheid. Dit is een zekere zeldzaam voorkomende eigenschap, doorgaans overgeërfd of vrucht van opvoeding, waarvan duidelijker verklaring voor u overbodig is. 2) Maatschappelijke sportladder: deftige uitdrukking om aan te duiden, dat iemand in de maatschappij hooger is gestegen. 3) z.g.: geleerde afkorting voor zonder grond. zij beweren u vroeger bewezen te hebben. Voorts trachten zij mooi weer van uw centen te spelen, geven hoog op van hun vertrouwelijkheid met u en trachten van uw wijn en uw sigaren te genieten, ja sterker, willen naast u in uw auto zitten, zoodat elkeen aan hun kleeding en hun voorkomen kan zien dat uw laag autonummer een ruiltje is. In de gelukkige dagen van de oudheid, hebben zelfs vorsten zich van lastige familieleden bevrijd door ze te laten opknoopen, vergiftigen of worgen. Heden ten dage staat zulks niet meer gekleed en daarom is dit middel niet meer algemeen gebruikelijk, ja zelfs niet geoorloofd. Het is kortweg gezegd tegen de etiquette1). De meer moderne middelen zijn „opzettelijke koelheid", „laten voelen dat ze te veel zijn", „niet uitnoodigen bij feestelijke gelegenheden" of ze „afzonderlijk uitnoodigen nadat gij eerst met de deftige kennissen hebt feestgevierd". Zeer werkzaam is ook ,,ze een kleine geldsom leenen en ze dan op ongelegen tijden in het bijzijn van anderen aan de terugbetaling herinneren", „ze bij het ') Etiquetten: geleerd woord gebruikt om een ze.ker aantal vormen aan te geven welke door en jegens gekroonde hoofden en andere voorname lieden gevolgd worden. Het woord etiquet voor plakbriefje met of zonder opschrift is hiermede niet te verwarren. bedienen het allerlaatst te laten serveeren1) of ze daarbij over te slaan". Het is dringend noodzakelijk, dat gij u zoo spoedig mogelijk van uwe arme familie ontdoet. Niets is lastiger, onaangenamer en kinderlijker dan arme familie. Ze is een gestadige herinnering aan uw vroegere omstandigheden, zoowel voor u zelf als voor uw vrouw en kinderen en uw nieuwe kennissen en vrienden. Vroeg of laat komt er altoos onaangenaamheid, last, ruzie en kwaadsprekerij van. Hak dus de knoop opeens flink door en denk, zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Als ze verwijderd zijn zult gij van ze hooren en leeren wat is „de afgunst der bezitloozen". Denk er wel aan, geven uitzonderingen toe te laten. Want arme familieleden, zij mogen onderling nog zoo verdeeld zijn, tegenover u zullen zij altoos gemeenschappelijk front maken, in 't openbaar wellicht, zeker in 't geheim. Doch zich van de arme familie bevrijden is maar het begin. Thans is het zaak, aansluiting te zoeken met uw rijke en deftige familieleden, met de menschen van standing2) in uwe familie, waarmede gij vroeger niet hebt verkeerd. Dit is haast even moeilijk als l) geleerd woord voor bedienen. ') Standing: buitenlandsch woord voor een voornamen stand in nemen. de arme familie kwijt te raken. Ga dus met beleid te werk. Begin met een klein geschenk. Schrijf daarna een hoffelijken brief. Toon u nederig en onderworpen. Laat goed uitkomen, hoe gelukkig gij zijt met een klein blijk van toenadering. Denk steeds aan: de aanhouder wint; langzaam maar zeker; eiken een dag een draadje is een hemdsmouw in het jaar; een vallende druppel holt een steen uit en aan dergelijke welbeproefde vaderlandsche wijsheid. Als gij er in slaagt, dat ze geld van u leenen, hoe meer hoe liever, dan kunt ge zeggen, dat gij de wig in de spleet van den boom hebt gedreven. Het splijten volgt dan wel als gij blijft doorhameren. :aNu gij dus een deftig familie-verkeer hebt verkregen, komt de tijd aan, u van uw vroegere vrienden en kennissen te ontdoen en voorname vrienden en kennissen te zoeken. Want nietwaar, waar men mee verkeert daar wordt men mee geëerd en niets is onaangenamer, dan met vrienden en kennissen om te gaan, die niet tegen u op kunnen of met u mede kunnen doen. Een beproefd middel is, uw vrouw zeer duur kleeden, haar veel dure sieraden te laten dragen. De vrouwen van uw vrienden en kennissen worden dan afgunstig en ontevreden. Hoe meer gij haar de oogen uitsteekt, hoe eer het tot verkoeling of ruzie komt. De vrouwen beginnen dan hun mannen te minachten, hun met verwijten te overstelpen. Er komt bij de arme vrienden twist in huis en dit huiselijk ongenoegen trachten de mannen te ontgaan op de wijze der struisvogels, die hun kop in 't zand steken als zij ruzie met hun wijfje hebben en zelfs als zij door kleinere gevaren worden bedreigd. De vrienden blijven van u weg, mijden u, ze willen uw welvaart en uw huiselijk geluk niet zien. Dat is voor u het oogenblik om een keer te meer u te verheugen, dat gij thans tot de bezittende klasse behoort en te genieten van het besef, dat het geld de wereld regeert, dat voor geld ook huiselijk geluk en huiselijke vrede te koop is. Zorg vooral dat gij goed uw rijkdom naar buiten manifesteert, juist tegenover hen, die minder gelukkig dan gij geweest zijt in 't geld verdienen. Wie het breed heeft, laat het breed hangen. Zij moeten geel worden van ergernis, barsten van spijt en de minste onhandigheid of onbeleefdheid hunnerzijds beschouwd gij als lèse majesté.1) Het behoort tot de aangenaamste gewaarwordingen anderen die minder fortuinlijk zijn geweest, dan wij, dat te doen gevoelen ook en ze buiten zichzelf van afgunst te brengen. Dat prikkelt hen tot arbeid en tot inspanning om ') lèse majesté: spreek uit „leize maazjesthee", thee, die te sterk is opgediend en daarom niet smaakt. eveneens op de maatschappelijke sportlader naar boven te spurten en naast u te komen. Zijt gij van de vroegere vrienden af, dan gaat gij u nieuwe vrienden -en kennissen verwerven. Dat is minder moeilijk, want een gouden sleuteltje opent veel deuren. Gij begint met uw huisdokter, die als getituleerd man van kennis en aanzien, zoo gij hem tot uw lijfarts of die van uw vrouw maakt, u behalve zijn dokters-visites ook spoedig avondjes zal moeten wijden. Vervolgens gaat gij naar uw notaris, daarna tot uw advocaat en zoo langzaampjes aan komt gij met een beetje rojaliteit wel in betere standen. Zie dan goed af, neem van hen over, zuig alles in wat gij in kunt zuigen en gij zult u zelf verwonderen, hoe spoedig gij voorname allures1) krijgt. Voor uw deftig milieu2) is natuurlijk een deftig huis noodig. Niets is eenvoudiger dan een huis deftig in te richten. Gij gaat naar een groot meubelmagazijn, Pander, Reens, Het Woonhuis en bestelt een serie3) ') Allures: samentrekking van al uw rust, dus rustige gedragingen, waardigheid, deftigheid. De klemtoon valt op res, daar men anders zou kunnen verstaan, dat gij over lures, of luiers spreekt. 2) Milieu: geleerd woord voor midden, afgeleid van van pièce de milieu (spreek uit pi esse de miel jeu,) sjiek tafelsieraad, om gemaakte bloemen in te zetten. ') Serie: bekende uitdrukking bij het biliardspel. kamers in stijl. In stijl moeten ze zijn, maar vooral in ouden stijl. Zorg er voor dat gij allereerst in uw huis een kamer in zeventiende-eeuwschen oud-Hollandschen renaissance1) stijl hebt. Daarin moeten aanwezig zijn: 1. Een haard met een gaskachel, welke aangestoken aan brandende houtblokken moet doen gelooven. 2. Een pijpenrek met lange Goudsche pijpen, die niemand meer rookt. 3. Een koperen doofpot, waarin nooit doovekolen worden bewaard. 4. Een spinnewiel, waarop nooit gespind wordt. 5. Delftsche borden met boersche figuren. 6. Eikenhouten rekje met tinnen sierlepels. 7. Duitsche machinale „gobelins", met aniline geverfd. 8. Koperen vaatwerk, waarin varentjes een kwijnend bestaan lijden. 9. Ouderwetsche schilderijen met veel vuil geel en veel bruin net als in 't Rijks-Museum. 10. Een Friesche stoeltjesklok, die stil staat omdat hij te veel leven maakt als zij loopt. 11. In lood gezette ruitjes voor de ramen boven. 0 Renaissance: spreek uit: re-néé-sanse, buitenlandsch woord voor buffet met leeuwenkoppies met messing ringetjes in derlui bekken en de rest navenant. 12. Een electrische kroon in den vorm van een 17e eeuwsche koperen kaarsenkroon. 13. Een balpoot-tafel. 14. Een toonkastje met het zoo kunstige zilveren speelgoed. (Dit goecl gesloten). 15. Een pianola of een muziek-automaat. Deze laatste met consoles1). Wie geen oud-Hollandsche kamer in zijn huis heeft, behoort niet tot de deftigheid. Het behoeft volstrekt niet alles echt te zijn; integendeel, je kunt nooit weten wie vroeger zulke oude meubelen heeft gehad. Nieuw in ouden stijl nagemaakt is veel zindelijker. Zorg zooveel mogelijk voor antiquiteiten in uw huis. Dat bewijst kom-af en gij kunt uw gasten vertellen, dat het familiestukken zijn. Laat vooral in uw woning weinig modern zijn, weinig uit dezen tijd. Want dat wordt gemaakt door uw tijdgenoot-kunstenaar en al zijt gij ook rijk, daarom hebt gij nog niet de verplichting den kunstenaar of het kunstambacht te steunen. Ook heeft men om goede moderne kunst en kunstnijverheidsartikelën te kiezen veel smaak noodig. Smaak nu is niet te leeren en waarom zoudt gij het leven u moeilijker maken dan het al is? Er zijn veel deftige menschen, die er een biblio- ') Consoles spreek uit: Consoléés, fraaie versiering van alle soorten van meubels. theek op nahouden. Niets verveelt echter spoediger dan een bibliotheek in huis en buitendien, wanneer men zich abonneert op een leesbibliotheek kan men alle boeken voor één dubbeltje per week in huur krijgen, terwijl men dan nog het voordeel heeft, dat de bediende van de leesbibliotheek u gratis inlicht omtrent wat mooi is en wat niet mooi is in de letterkunde. Vroeger legden de deftige menschen ook wel verzamelingen van gravures1), etsen en kostbare plaatwerken aan. Thans echter kan men volstaan met een abonnement op „De Prins", waardoor men tevens op de hoogte blijft van alle echtparen, die hun gouden en diamanten bruiloft vieren. Neen, liever dan een bibliotheek en een prentenkabinet raden wij u aan, u een biljart aan te schaffen. Als gij uw biljartkamer zoo laat inrichten, dat hij eenigszins op een deftig clublokaal gelijkt, met een welvoorzien buffet, speeltafeltjes voor dam, domino, tric-trac en kaart en club-fauteuils, dan zult gij er de gezelligste oogenblikken uws levens doorbrengen. Gij zoekt aanraking met jonge schilders, dat leutige kerels zijn, vol moppen en aardige invallen en na afloop van dinéetjes en feestjes gaat gij dan met de heeren van het gezelschap naar de billardkamer en 0 Gravure: buitenlandsch woord voor prenten, welke bij graven en hertogen werden gevonden. speelt een partij, drinkt een likeurtje, rookt een extra fijne sigaar en dan laat gij de jonge schilderende snaken schuine moppen vertellen. Je koopt ze dan nu en dan voor een prikje een doekje af, waarop een koe op een weiland, of een molen aan de sloot of een sneeuwgezichtje of zeegezichtje met een rossig luchtje staat en ze zijn dankbare, goedkoope hofnarren in huis, die je naar de oogen zien als slaven. Houdt moderne schilders, die zulke rare dingen schilderen, u van 't lijf. Want om hun werken te koopen moet men smaak hebben en een aantal andere eigenschappen, welke toch geen geld inbrengen. Ook zijn die schilders pedant1), hooghartig, en hoewel zij doorgaans zoo arm zijn als de mieren, dadelijk op hun teentjes getrapt. Het is hoogst noodzakelijk dat gij, als teeken van welstand, een automobiel bezit. Een automobiel is het werkelijke bewijs, dat gij voortaan tot de voorname wereld behoort. Er is geen werkzamer middel om uw voornaamheid te toonen. Gij zijt meester van de straat en den weg. Gij rent langs wegen en stegen, puffend en toeterend en hebt een gestadig genot-ziende naar de mindere menschen, die zich op de grappigste wijze uit de voeten moeten maken ) pedant: lieden die altoos pendanten willen leveren, dus twéé schilderstukken in plaats van één. of eerbiedig wachten tot uw voertuig gepasseerd is. Overal hebt gij bekijks en gij kunt u en uwe familie in de volle glorie der deftigheid toonen. Gij hebt gelegenheid bont uit te stallen en gij snort als een vorst tusschen de rijen van de uw benijdende en bewonderende mede-burgers door? Waar gij met uw auto komt, vindt gij buigende en eerbiedige menschen. Overal zult gij verlangende blikken van meisjes en vrouwen ontmoeten; in haar oogen leest gij het verlangen eens óók zoo te mogen tuffen en zij zullen u duidelijk maken dat zij eer en deugd gaarne zouden offeren om naast u te mogen zitten in uw auto. Gij laat u en de uwen in uw auto naar de operette, de revue of de schuine klucht brengen en na afloop u in uw auto naar de groote café's en restaurants rijden. Daar bestelt gij van „het fijnste" en overal moet gij schriel en gierig zijn, want dit bewijst dat gij de gewoonte hebt om met geld om te gaan. Slechts één uitzondering is er.... voor uw eten en drinken moet u geen geld te veel zijn. Het is er voor om genoten te worden. Het groeit er voor. Dus moet gij het gebruiken. Waar zouden de wijn-handelaars, oesterhandelaars, banketbakkers, koks, sigarenhandelaars, vruchten- en groentenkwee- kers, primeurs- en delicatessen ^leveranciers en hun aanhang van moeten leven, als er geen menschen waren die hun waren gebruiken ? Het is een ware weldaad, een dubbele weldaad, goed eten en goed drinken. Gij doet anderen en u zelf en de uwen goed. Doe dfarom uw goed door u te goed te doen. Dan zult gij ook uiterlijk door embonpoint2) een zeker aanzien van gewicht krijgen, waardoor elkeen u zal herkennen en eerbiedigen als een van de upper ten thousand3). En daar is het toch maar om te doen ! NASCHRIFT. Wij hebben deze, onze handleiding, aan onzen bezoeker in handschrift toegezonden ten einde, daar Z.Ed. naar de gulle wijze waarop O.W'ers dat ge- ') Delicatesse: buiteniandsch woord voor délice, spreek uit dee-Iieze, zooveel als kieschheid, wat met de kiezen genoten moet worden. ") Embonpoint: spreek uit: ambonpjojnt, buitenlandsche uitdrukking voor welgemaaktheid. ') Upper ten thousand spreek uit: upper ten thouwzend, d. i. de room van de samenlevering. woon zijn, aandeel in onze zaak had genomen, hem kennis te doen nemen van onzen arbeid. Daarop werden wij verrast door den volgenden brief, dien wij ons verplicht gevoelen hierbij openbaar te maken. P. Jancsen van Pietercen, l n , 1q17 J ' S Bussum, Januari 1917 GROOTHANDEL IN ZWOERD. jj Hllize Spranckelhove. Waarde Heer. Met groote belangstelling heeft mijne dochter Maud Giadys mij uw werk voorgelezen terwijl ik voor onzen gashaard zat, welke naar uw voorschrift van imitatie houtblokken is voorzien, onder het genot van een sigaar van een kwartje, waarvan ik een kistje van 100 stuks op een oud-Hollandsch eikenhouten tafeltje naast mij had staan, terwijl ik mij zoo lekker als kip gevoelde na een maaltijd waarop van het fijnste stond en besproeid met een goed glas wijn als waarna ik een likeurtje gebruikte. Het oordeel van mijn dochter was, dat u in staat bent geweest een goed werk te schrijven doordat u zooals reeds gezegd door mij op het denkbeeld ben gebracht, waarvoor ik op uw dankbaarheid mag rekenen. De door u aangegeven manieren vielen in goede aarde, want mijn dochter wou niet gelooven, dat ik u niet verteld had van onze arme familieleden en van onze kennissen van vroeger, toen wij in de Leidschedwarsstraat in een onderhuis woonden, wat nu voorbij is. En zij zeide, dat u bepaald zelf rijk moest geweest zijn of van rijke familie, dat u alles zoo goed weet van de hoogere standen op den maatschappelijken sportladder. Ook van de auto is alles waar en hebben wij geen grooter plezier dan als wij in onzen Cadillac uitrijden, een prachtstuk van 40 P.k. goed te toeteren als wij voorbij de huizen van vroegere kennissen of vrienden tuffen en zooals u zegt, wij zien aan derlui gezichten, dat ze barsten van afgunst, wat ons vermaak niet minder doet zijn. Dat u zooveel buitenlandsche woorden gebruikt is wel lastig om te onthouden, maar gelukkig is er een uitlegging bij en heb ik daarvan al een goed gebruik kunnen maken toen ik voor mijn dochter een nieuwen mantel kocht en ik zeide, dat zij een zeer