INVENTARIS VAN HET ARCHIEF DER STAD HOORN DOOR C. J. GONNET Rijksarchivaris in Noordholland MET MEDEWERKING VAN R. D. BAART DE LA FAILLE Commies bij het Rijksarchief in die Provincie. HAARLEM. DE ERVEN LOOSJES 1918. INVENTARIS VAN HET ARCHIEF DER STAD HOORN DOOR C. J. GONNET Rijksarchivaris in Noordhollanil MET MEDEWERKING VAN R. D. BAART DE LA FAILLE Commies bij het Rijksarchief in die Provincie. HAARLEM. DE ERVEN LOOSJES 1918. w Hoorn, de hoofdstad van West-Friesland, zou dagteekenen van het jaar 1316, toen drie uit Hamburg afkomstige broeders dicht bij eene ter plaatse liggende sluis, drie huizen bouwden, eene herberg en opslagplaats voor koopwaren: weldra werden daar meer woningen bij gezet en zoo ontstond Hoorn. Aldus de overlevering. Maar deze strookt niet met stelliger berichten, die spreken van boeten welke in 1311 door eenige personen uit Hoorn werden betaald '), en nog minder met liet zekere bericht, dat zich onder de gemachtigden, in 1309 door de West-Friezen benoemd om met den Graaf te onderhandelen, Juvenem Meo de Home bevond J). Deze is, voor zooverre bekend de oudste vermelding van Hoorn 3). Met dat al is Hoorn van betrekkelijk jonge dagteekening, doch het sloeg alras de vleugelen uit en (onmiskenbaar teeken van ontwikkeling der gemeente) in 1323 werd de eerste kerk er gebouwd, welke echter vijf jaren later reeds afbrandde. Het rechtsgebied van Hoorn, de vrijheid der stad, die stadrecht verkreeg den 26en Maart 1357, was aanvankelijk nog al nauw begrensd, maar herhaalde malen zijn de limieten uitgelegd, en in het begin der 15e eeuw werden geleidelijk de nabij gelegen dorpen Zwaag, Avenhorn, Beets, Berkhout, Goorn, Grosthuysen, Mijsen, Oudendijk, Schardam, Scharwoude, Nibbixwoud, Hauwert, Wognuni en Wadway bij Hoorn gevoegd. Honderd jaar zoowat na de opkomst van Hoorn, genoot de stad een grooten bloei, doch tegen het einde van de 15e eeuw, kwam er menige tegenslag dien voorspoed en welvaart aanmerkelijk neerdrukken. Maar niet blijvend. Hoorn was in dien tijd een der voornaamste havens van Holland en dreef een uitgebreiden handel op de Oostzee en met de Wendische steden. ') Baljuwsrekening van Medemblik 1311 (Rijksarchief 's-GravenhageV 2) v. Mieris II, blz. 82. 3) Het schijnt dat de opvatting van Dr. R. van Marle, 1.298, onhoudbaar is. In de loe eeuw ontstonden met de Hanze zoovele geschillen, moeilijkheden en wrijvingen, dat zij tot kaapvaart, zeerooverijen en ten slotte tot oorlog leidden, waarin Hoorn een groot deel droeg en een voornamen last op de schouders kreeg in schadevergoedingen. Toen ook werd aldoor de krijgsklaroen gestoken en Hoorn leed gewoonlijk zware schade door de verwikkelingen der strijdende partijen, of was, nog erger, er nauw in betrokken. Zoo bij het geschil tusschen Karei den Stoute en Lodewijk XI, Koning van Frankrijk. A°. 1470, toen de Franschen met eene ontzaggelijke vloot schrik en ontsteltenis brachten op de kusten van Nederland en de Hollandsche schepen dientengevolge niet meer uit durfden varen. Van die verbijstering bekwam men nog al spoedig, want. met een verdrag van 1473 werden de vijandelijkheden gestaakt. Doch niet voor lang, want in 1474 ontbrandde de oorlog op nieuw en kwam het Hoorn, dat 80 schepen had geleverd in eene vloot van 80, uit Amsterdam en Enkhuizen samengebracht, te staan op het verlies zijner bodems, evenredig aan eene som van 48000 Rijnsche guldens, wat den ondergang van menig poorter tengevolge had en zooveel armoede kweekte, dat zeeschuimers het niet de moeite waard achtten, hnn fortuin te Hoorn te beproeven. En alsof dit alles nog niet genoeg was, ontstonden intra muros tusschen Hoekschen en Kabeljauwschen hevige twisten en krakeelen om het gezag, die eindelijk, A°. 1480 uitliepen in een aanval op- en innemen van de stad door eene troep Friesche soldaten onder een verbannen Schepen, die wel tot Burgemeester verkozen werd, maar niet lang wil had van zijn ambt, want toen de orde door den Stadhouder hersteld was, moest hij zijn hoofd verliezen. Doch het bleef broeien in Hoorn, en de moeilijkheden daar buiten,' waarbij de stad betrokken was, hielden niet op. in 1492 de strooptochten en plunderingen van het Kaas-en Broodvolk; in 1504 de gedwongen deelneming met Philips den Schoone aan den Gelderschen oorlog; dan in 1517 de Zwarte Bende, die, op roof en moord uitgetogen, het land en de buurtschap van het kwartier van Hoorn afliep, de Zuiderzee onder den zeeschuimer Groote Pier beheerschte, in weerwil dat Hoorn vijf oorlogschepen ter verweer en ter verdediging had uitgerust. Het een al meer dan het ander, noodlottig voor de welvaart der stad, waar de handel ten aanvange der 16® eeuw in verval was en de scheepvaart zoo. goed als stil lag. En niet spoedig kwam daarin blijvend eene kentering, want de Hanzeaten, die het er steeds op toelegden hunne machtige mededingers, de Hollanders, uit de Oostzee te verdringen, wisten te bewerken, dat de Bond in 1531 en 1532 gesloten werd, en nog herhaalde malen nadien, tot in 1544 toe. De groote visscherij (de haringvangst), waarbij de belangen van Hoorn nauw betrokken waren, leed in dien tijd (1546—1547) aanzienlijke schade door de rooverijen der Schotten, en nog meer door den oorlog tusschen Karei V en Hendrik II van Frankrijk. A°. 1557 was er in de Stad het grootste gebrek aan koren; boter en kaas, voorname handelsartikelen bleven gering in prijs omdat er geen afzet was. Alles kwijnend, en niet oplevende vóór in 1559 te Cateau-Cambresis tusschen Philips II en den Franschen Koning vrede gesloten werd. Toen fleurde alles geleidelijk, zelfs spoedig weder op. Ook te Hoorn, waar in 1416 het eerste groote haringnet was gebreid, en, zooals in alle kleinere Hollandsche zeesteden, de haringvangst destijds een voornaam, zoo niet het hoofdmiddel van bestaan was. Volgden de jaren der Nederlandsche beroerten, welke echter voor Hoorn niet zoo drukkend waren als voor het overige deel van Holland. Tijdens den opstand tegen Spanje had Hoorn ook wel wat te lijden van den algemeenen nood en de pijnigende krijgsellende, maar het kwam toch niet zoo erg als andere Hollandsche steden in het gedrang. Een belangrijk deel had het in den slag op de Zuiderzee, 12 October 1573, toen de Spanjaarden hot onderspit delfden, de Stadhouder Maximiliaan de Bossu gevangen genomen en met vele Spaansche edelen en schepen naar Hoorn opgebracht werd. Maar juist deze jaren van krijg en oorlogsbedrijf brachten Hoorn voordeelen aan, die misschien in den beginne niet zoo groot geacht werden, maar in vervolg van tijd beter konden gewaardeerd worden en tot aan de omwenteling van 1795, dus meer dan twee eeuwen, de hoofdstad van West-Friesland aanzien, luister en hoogheid hebben bezorgd. Ten eerste de West-Friesche Munt. Ten tijde der troebelen in de zestiende eeuw, toen het Noorder- van het Zuiderkwartier was afgesneden en men, ter zake van den oorlog geen geld kon doen slaan in 's Lands Munt te Dordrecht, werd te Hoorn gemunt, en in weerwil van vele beletselen door de Hooge Regeering aanvankelijk daartegen in den weg gesteld, is men in die stad met munten voortgegaan. A°. 1600 werd besloten, dat de drie principaalste steden in het kwartier, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik, om beurten de Munt drie jaren binnen hare muren zouden hebben; later is die termijn verlengd tot zeven-, naderhand tot tien jaren en zoo is het, tot het einde toe gebleven. Het Collegie van Gecommitteerde Raden der Staten van Holland en West-Friesland in West-Friesland en het Noorderkwartier, in 1573 om dergelijke staatkundige redenen als de Munt, opgericht, gaf ook aan Hoorn niet weinig relief. Het trok de besten uit de Regentenkringen der toenmalige Noord-Hollandsche steden, als leden in zijn midden; bestuurde ruim tweehonderd jaren het nog al wat afgelegen deel van Holland boven het IJ; handhaafde gezag en achtbaarheid tot dat het den 26en Januari 1795 door de Provisioneele Representanten van het Volk van Holland werd „gemortifiseerd". De zeventiende eeuw opende al spoedig (A°. 1602) door de oprichting van de geoctroveerde Oost-Indische Compagnie aan Hoorn nieuwe wegen voor den handel, er kwam meer vertier en bedrijvigheid in allerlei ambachten, arbeid in den scheepsbouw, gang in de groote vaart en als blijvende uitkomst van een en ander, nering en rijkdom onder de burgerij, laag en hoog. De stichting van dit machtig lichaam had voor Hoorn wijd strekkende en blijvend gunstige gevolgen. Voor het maatschappelijk kapitaal van ƒ 6.600.000.— lag het in een bedrag van ƒ 266.000.—, het nam plaats onder de Bewindhebbers en werd als haven en markt van zooveel beteekenis erkend, dat er als factorie van de algemeene handelsonderneming de „Kamer Hoorn van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie" werd gevestigd. Nog in bijzondere mate is Hoorn aan die Compagnie verbonden en deze aan de West-Friesche stad, omdat uit haar is voortgekomen de Gouverneur Jan Pieterszoon Koen (1-587—1629), de Stichter van Batavia. Het welvaren van Hoorn, sedert einde 16e-, begin 17e eeuw, gesteund door deze drie krachtige zuilen, is naderhand niet ernstig bedreigd geworden. Zooals in alle steden, wisselden vooren tegen zich af, ook daar, maar de voorspoed der gemeente en van hare burgerij was wel van die beteekenis, dat storingen in den gewonen en dus in den wenschelijken gang van zaken, nog al te boven werden gekomen en weinig merkbaren invloed hadden ten kwade. Het wordt dan ook niet noodig geacht, de geschiedenis der hoofdstad van West-Friesland hier verder op den voet te volgen, omdat1 die in de bekende bronnen nauwkeurig en van stap tot sta}) is na te gaan '). Tot ver na de middeleeuwen is hierboven kort en bondig over de lotgevallen van Hoorn in den grijzen voortijd gesproken, maar hoofdzakelijk, eigenlijk alleen met het doel, dat eenigszins tegemoet zou worden gekomen om den zin en de historische waarde van vele oude, in den Inventaris genoemde, in de Regesten wat wijdloopiger beschreven charters en stukken te vatten. Over den rechtstoestand in Hoorn, de rechtspraak en al wat daarmede verband houdt, behoeft hier niet uitvoerig gehandeld te worden, want alles dienaangaande is reeds ten voortreffelijkste uiteengezet en toegelicht door Mr. M. S. Pols in zijne „WestFriesche Stadrechten"2), waar geen onderwérp, verwant aan ') Dirck Yelius, Cronyek van de Stadt van Hoorn. 8°. 1604, en de latere nitgaven en vervolgen van 1617, 1648, 1740, 1841. H. Kroon Dz. en E. Kaptijn. Nieuwe Kroniek van Hoorn. 4°. 1891. Dr. J. J. Doesburg. West-Friesland's Hoofdstad in vroeger eeuwen. 8°. 1898. Dr. Raimond van Marle. Hoorn au Moyen-Age. 8°. 1910. *) Werken der Yereeniging tot uitgave der bronnen van het Oude Vaderlandsche recht. Eerste reeks No. 7. Twee deelen. 8°. 1885—1888. het leven en streven, doen en laten, het verweer en verkeer van de burgerij in al hare geledingen, onaangeroerd is gebleven. Maar in betrekking tot het Archief, behoort hier nog het een en ander gezegd te worden. Hoewel Hoorn in 1357 stadrecht ontving, beginnen de resolutiën van de \ roedschap eerst in 1529. Het gemis van eene doorloopende reeks opteekeningen van het bestieren der stedelijke overheid, wordt niet vergoed door de volledige stadsrekeningen. De oudste Burgemeesters-rekening dagteekent van 14G4, maar staat zoo goed als op zich zelve, want eene vrijwel doorloopende reeks van deze gewichtige bescheiden, vangt eerst aan met 1541, en de gaping tusschen dit jaar en 1464 is slechts spaarzaam aangevuld '). De privilegiën zijn wel talrijk; ook de stedelijke keuren, welke, onder meer, staan ingeschreven in twee fraaie oorspronkelijke deelen. Ingekomen brieven zijn er weinig; die uit de 15e eeuw zijn niet zonder gewicht voor de geschiedenis van Holland in het algemeen, en daarom stuksgewijze in regest gebracht. Over de belastingen geven de schotboeken uit de 15e- en het begin der 16e eeuw uitsluitsel, dat hoogst belangrijk wordt toegelicht door ruim 1850 briefjes (uit de tweede helft der 15e eeuw), waarbij de poorters-zelven opgaven doen omtrent hunne bezittingen. Vooral twee zaken worden door de Hoornsche archieven toegelicht, en wel de middeleeuwsche kerkelijke toestanden en de waterstaat. Honderde charters zijn afkomstig uit de oude kloosteren kerkarchieven, en zijn, evenals de vroeger genoemde schotboeken, ook voor de plaatsbeschrijving van gewicht. De waterstaatsstukken zijn, wat de middeleeuwen aangaat, grootendeels bekend uit de onderzoekingen van Mr. G. de Vkies Az. 2). Echter komen, hetzij oorspronkelijk of in afschrift, ') Over Burgemeesters van Hoorn, zie Du Rjumeh. Beschrijving van 's Ciraven-Hage. Ile deel. Fc. 1739. blz. 145. ') Het Dijk- en Molenbestuur in Holland's Noorderkwartier. 4°. 1876. bij processtukken enz. nog vele akten voor, niet door den geleerden schrijver vermeld en dus waarschijnlijk hem onbekend gebleven '). Onder de processtukken zijn die van het zoogenaamd Groot Proces, in de 17e eeuw gevoerd over de verstoeling van den West-Frieschen Zeedijk, verreweg het belangrijkst. (Inv. No. 1112). Hierbij verdienen afzonderlijk genoemd, de fraaie gekleurde kaart van den geheelen Drechterlandschen dijk, in twaalf bladen, door P. van der Meersch A°. 1638 en eene dergelijke kaart uit hetzelfde jaar, van de Vier-Noorder-koggen Zeedijk, één blad, door Jan Cornelisz. Schagen. Behalve de ruim voorziene afdeelingen kerkelijke toestanden en waterstaat, zijn nog te noemen belangrijke bescheiden voor de geschiedenis van Handel en Nijverheid, over de Hanze, de Lakennering enz. Verder verdienen de aandacht de aardige handschriften, meest over de Stad Hoorn, voor een goed deel samengesteld door Juriaan Spruyt, stadsklokkenist en organist, waaraan als Inleiding vóór in het boek eene plaats is gegeven, opdat zij niet zouden ontgaan aan het oog van belangstellenden in stedebeschrijving. De bronnen der geschiedenis van Hoorn zijn door Velius en die na hem als hij, de pen hebben gevoerd, volstrekt niet uitgeput en het welvoorziene archief zal, nu men met zijn inhoud grondig kan kennis maken, nog merkwaardige en misschien niet vermoedde stof blijken te bevatten voor schrijvers over Stads- en Landshistorie. C. J. Gonnet. ') Het zijn de regesten 24, 33, 70, 71, 73, 78, !)8, 114, 182, 190, 255, 256, 294, 295, 345, 348, 355, 368, 369, 405, 414, 433, 448, 661, 770. Daarentegen komen bij l)r. H. A. Poelman, Bronnen tot de geschiedenis van den Oostzee-handel, 1, 1122—1499, Rijks Geschiedkundige Publicatiën, No. 35—36, 8°. 1917 (verschenen toen deze Inventaris reeds was afgedrukt) de volgende nommers van de Hoornsche Regestenlijst geheel of gedeeltelijk voor: 113, 387, 396, 411, 423, 429, 456, 470, 472, 475, 478, 479, 484,' 488, 491, 498, 499, 516, 527, 577, 580, 619, 631, 641, 669, 1086, 1158, 1160, 1169. INHOUD. Blz. Inleiding (handschriften) Geschiedenis in het algemeen .. 1 van Hoorn 1 Archief-Inventarissen 4 Handvesten, privilegiën en dergelijke stukken 4 Keuren en ordonnantiën 11 Contracten 13 Stedelijke Regeering 13 Burgemeesteren en Vroedschap 14 Burgemeesteren en Regeerders 17 Burgemeesteren 18 Stedelijke Regeering in- en na 1795 22 Comité van Algemeen Welzijn 23 Comité van Finantiën 24 Comité over de Stadswerken en gebouwen 24 Kamer van Wethouders 24 Burgemeester; ook met zijne Adjuncten 24 Gedeputeerden ter Dagvaart 25 Logement der Vijf Steden 30 Gecommitteerde Raden, Zuider Kwartier 31 West-Friesland en het Noorder Kwartier 31 Magistraten der Steden 32 Rechtsgebied van Hoorn 32 Beets 32 Wadway 33 Wognum 33 Zwaag 34 Blz. Nabuurschap van Hoorn 34 Schellinkhout 34 Grootebroek c. 34 Poorters van Hoorn 34 Recht van exue 35 Stedelijke ambten 35 Stads-Secretaris en Scholaster 35 Bode-ambt 36 Thesaurier 36 Stadslasten 47 Beden 45? Schot 50 Gemeenelands-middelen, Verponding 50 Admiraliteit 65 Bewindhebberen van de Oost-Indische Compagnie ter Kamer Hoorn 65 der geoctroyeerde West-Indische Compagnie 65 Munt 65 West-Friesche Munt 66 Handel en Scheepvaart, Nering en Nijverheid. In het algemeen 66 Handel op Oostland 68 op Engeland 70 Gilden 70 S.S. Cosmas en Damianus- of' Chirurgijnsgild i 1 Glazenmakers- en Verversgild 71 Goud- en Zilversmidsgild 71 Kleermakersgild 71 Koekbakkersgild 71 Kramersgild 72 Kuipersgild 72 St. Severijns- of Linnenlakenweversgild 72 St. Vitus- of Snijders- en Droogscheerdersgild 72 Lakenkoopers- en bereidersgild 72 Manden- en Bezemmakersgild 73 Metselaarsgild St. Geertruida- of Rijnschippersgild 73 Scheepstimnierniansgild 74 S.S. Crispijns- en Crispiniaans- of Schoenmakersgild... 74 St. Christoffels- of Sleepersgild 74 Smidsgild 74 Tappersgild 74 St. Joseplis- of Timmermansgild 74 Visschersgild 74 Stedelijke bezittingen en inkomsten 74 Stadswerken 70 Brandweer 77 Bank van Leening 77 Waag 79 De Stads-Watermolens 79 Trekvaart tusschen Hoorn en Alkmaar 80 Wegen en Vaarten tusschen de Vijf (later Zes) Noord- Hollandsche Steden gl Rijweg en Wagenweg tuschen Hoorn en Enkhuizen ... 82 Rijweg van Benningbroeker-Huizen naar Wijzend 82 Straatweg van Hoorn naar Aartswoud 82 Krijgszaken $n Schutterij 34 Oude Schutters 84 •Jonge Schutters gg De Oude en de Jonge Schutters 87 De Twee Doelens vereenigd 87 Krijgsraad van de Gewapende Burgermacht 88 Kerkelijke Zaken, kerken. Algemeen 88 Parochiekerk 89 Vicariën in de Parochiekerk 91 De Zeven Getijden 93 Heilige-Geestgild 95 Onze Lieve Vrouwekerk 95 St. Antoniuskerk 95 Kloosters. Algemeen 9(3 Blz De Derde Orde van St. Franciscus 97 Fraterheeren St. Pi eters-dal ^9 St. Catharinaklooster 100 St. Caeciliaklooster 100 Finantiën 101 Vicariën 101 St. Mariaklooster 103 De Vrouwenkloosters gezamenlijk 103 Secularisatie der geestelijke goederen. 104 Armwezen. Godshuizen in het algemeen 106 St. Jans Gasthuis 109 Leprooshuis 113 Pesthuis 114 Burger Weeshuis 115 St. Pietershof.! 121 Oude-vrouwenhuis 125 Armen Weeshuis 126 Huiszitten Armenhuis .* 126 R. Kath. Wees- en Armenhuis 131 Onderwijs 131 Waterstaat 131 Banne van Hoorn 133 Dijken 134 Hondsbosch 134 Drechterland 135 Vier Noorder-Koggen : 136 Beemster 136 Purmer 136 Baarsdorpermeer 136 Héér Hugowaard 137 Doop-. Trouw- en Begrafenisboeken 137 Regestenlijst 142 Nalezing 481 Verdwenen Stukken 482 TOEVOEGSELS EN VERBETERINGEN. Inventaris No. 91. Lees: twee charters. „ 119«. Een dergelijk register; onbekend aan Pols. Een deel " " Losse stukken 1803—1808. Een bundel. „ „ 388. Gedrukt: Pruin, blz. 79—85. „ 463. Tol te Gouda; lees: Goudsche Sluis. Einde 15e eeuw 'ees: eveneens tweede helft 15e eeuw. Met wijzigingen' gedrukt: Blok, Hollandsche Stad in de Middeleeuwen 2" druk, blz. 304—306. » i) 466. Lees: Goudsche Sluis. n 486. Branage; lees: Brouage. " Zo ^eS: ^°Ut°Pslaff- Ee° charter; lees: Twee charters. " ' " -Lees: Twee charters en één stuk. " » 695a- Quitantiën 1795—1813. Een bundel. » ii ^20. Toevoegen: Reg. No. 1284. " " ^2. ü : Reg. No. 587. n „ 723. „ : Reg. No. 420, " i; ?28. 14; lees: 15 charters. " 765' "°eloii°: InV" N0' aanSezien blijkens Reg. No. 63,0 St. Pietersdal is bedoeld. " "J froost van West-Friesland; lees: domproost van Utrecht ri ioö. Lees: Zeven charters. i! „ 785. Lees: Vier charters en drie stukken. n „ 792a. = oude nummer 765. " i) 808. Invoegen : Reg. No. 108. „ 810. 1471. Zeven; lees: 1474 Twaalf. Toevoegen de nummers: 217, 276. 362. 853. 855 Inventaris No. 811. 630; lees: 631. 871. Veertig; lees: Tien charters en één stuk. „ 872. Toevoegen: Heg. No. 783, 998. 875. Toevoegen: Reg. No. 575; schrappen: No. 454. _ n 880. 444: lees: 1044. 898. Einde 15® eeuw; lees: L2e helft. 962a. Instructie voor den Opzichter en Oppasser van het St. Pietershof en het Vierkant. 3 Nov. 1807. Geschonken in 1916 door Mr. G. J. Fabius, Rotterdam. 965. Toevoegen: 1798-1809. Een deel; lees: Twee deelen. Het deel 1798—1809 geschonken door Mr. Fabius. „ „ 1004. Spinhaan; lees: Spinbaan. „ 1023. 1425-1722; lees: 1388-1722. " 1030. 13 charters en 3 stukken; lees: 15 en 4. "*1099. Hondsbosch. In 1413; lees: na 1421. „ „ 1105. 1601; lees: 1569. „ 1113. Onder deze benaming in 1414; lees: 1467; vgl. Beekman, Kaart 1300, blz. 35. n „ 1123. Lees: — 1810. 1127. Namen enz.; dit is een afzonderlijk nummer 1127a. RegestenlijstNo. 64. Zegel van heer Wolfaert; lees: van de proosdij, j 76. Toevoegen: Inv. No. 1112. 155. Aan Jan van den Veenen; lees: Jan Jansz. of Jan van den Veenenz. aan. 219. Venhuzen; lees: Veenhuzen, = thans Venhuizen. n n 368. Vgl. Inv. Medemblik No. 431. Reg. 55. „ 635. Dit vervalt; zie 636. „ 636. Inv. No. 765; lees: 792a. Mede in afschrift Inv. No. 792, blad 24 r°. n n 639. Reynu aan; lees: aan Reynu. „ 798. Fneies?; lees: Fueies. n „ 849. Pieter; lees: Griet. „ 882. Lees: commendatarius van de Benedictijnerorde en vicaris-Generaal van D. ^ n 885. Lees: commendatarius, door het domkapittel en E. >S. uitgenoodigd. „ 940, 941, 950, 960, 981, 984. Lees: Hantes. n „ 975. Adam van Clene; lees: Cleve. „ „107VI. Lees: Inv. No. 795; lees: 792a. „1104. Lees: Fuvenz. Regesten lijst No. 1129. Buvser; lees: Kityser. k 11 1246. Molsym; lees: Wolsym, Wolsum, in Friesland Wymbritseradeel. Noot vervalt dns. n n 1255. Pape secundi; lees: sexti. ii n 1335. West-\ riesland, beteekent hier enz.; lees: interen- stelling tot Oost-Friesland. INLEIDING. Geschiedenis in het algemeen. 1 Aan Tekeninge betreffende de verwarde dog ten beste uytvallende oproerig(heden) in Vrankrijk, getrokken uyt de Haarlemsche Courant en Nieuwspapieren, begonnen den 13 Julij 1789. Een deel. 2. Aanteekeningen over de Policie, Financie, Justitie en diverse ' Collegien en Staaten in de Seeven Vereenigde Nederlandsche Provinciën, bijsonder van Holland. Uyt een manuscript uit de Bibliotheecq van de Raad Pensionaris van Holland Mr. Pieter van Bleiswijk. 18e eeuw. Een deel. 3. Geschiedkundige bijzonderheden over Nederland en Nederlanders. 19e eeuw. Een deel. 4. Korte Kronijck van Purmerende, Neck, Purmerland en Ilpendam etc. Alsmede derzelver vrijheden en heerlijckheden, daaronder sorteerende. Mitsgaders van t Zeewijf in de Purmer-Ye. Samengesteld door II. S. Tot Purmerent gedruckt bij Pieter Baars. „Het oorspronkelijke, zoo het schijnt een eenig exemplaar, berust in het archief van Purmerend. Dit afschrift is gesmaakt onder het oog van Mr. J. G. A. Faber, die het oorspronkelijke aan die Gemeente heeft aangeboden". 19e eeuw. Een deel. Geschiedenis van Hoorn. 5. Miscellanea Politica, Civilia et Criminalia in Hollandia et Civitate Hoorn. 18e eeuw. Een deel. 6. Miscellanea concernerende de Stad Hoorn en andere zaaken. Van 1435—1748. Een deel. 1 7. Miscellanea concernerende de Stad Hoorn en andere zaken. Aanvangende met het jaar 1435 en eindigende A«. 1779. Een deel. 8. Adversaria Hornana. 19e eeuw. Een deel. 9. Nova adversaria Hornana. 19e eeuw. Een deel. 10. Olipodrigo. Aanteekeningen van verschillenden aard. Loopende over de jaren 1566—1775. Een deel. 11. Combustien in Hoorn van 1786—1788. 18e eeuw. Een deel. 12. D. Velius. Chronijck van de Stadt Hoorn. 8°. Hoorn. Willem Andriesz. 1604. Met aanteekeningen in hdschr. 13. —. Chronijck van Hoorn. Tweede druk 4°. Hoorn, Willem Andriesz. 1617. —. West Frisia. 4°. Als voren 1617. 14. —. Chronijck van Hoorn. Derde druk. 4°. Hoorn. Isaac Willemsz. 1648. —. West Frisia. 4°. Als voren 1648. Met overvloed van aanteekeningen in handschrift 17e/18e eeuwen. 15. Vervolg op de Kronijck der Stad Hoorn van de Heer Dr. T. Velius. Van den jaare 1630—1780 en 1780—1790. Hdschr. 18e eeuw. Twee deelen. 16. Register of het eerste deel van het: Vervolg op de Kronijck van Velius, beginnende 1629 tot 1797. Hdschr. 19e eeuw. Een deel. 17. Vervolg op Velius Chronijck van Hoorn. 1720—1755. Hdschr. 19e eeuw. 18. Vervolg van de Hoornse Chronijck A°. 1757. Regeeringslijsten van 1741—1794. Hdschr. 19. Vervolg op de Chronijck van Hoorn. Hdschr. 18e eeuw. Een deel. 20. Klaas van Voorst. Vervolg op de Chronijck van Hoorn. Eerste Deel. 1629—1699. Tweede Deel. 1700—1780. Derde Deel. 1781—1799. Vierde Deel. 1800—1826. Vijfde Deel. Algemeen Register en Bijlagen. Hdschr. 19e eeuw. Vijf deelen. 21. Proeve van Genealogie van Theodorus Velius. Hdschr. 19e eeuw. Een deel. 22. Geslachtregister van de Veliussen. Door Petrus Lambertus Velius (afkomeling uit het selve geslacht) A°. 1781, in Hoorn. Een deel. 23. Geschiedenis der Stad Hoorn 1630—1748. (Door Juriaan Spruyt). Een deel. 24. Vervolg van de Historie der Stad Hoorn door Juriaan Spruyt. Een deel. 25. R. Westerop, Hoorns vermaakelijke Buitensingels. 4". Amsterdam, Hermanus de Wit 1761. Hierin bijgebonden: Vervolg van Hoorns Buytensingel met aanwijsing der voornaamste Gebouwen en' Wandelweegen zoowel binnen als buyten de Stadt op deselfde Rijmtrandt als die van den Heer R. Westerop. Beschreven door Hdschr. 18e eeuw. Een deel. 26. Beginselen der muziek; met verdere aanteekeningen. 16e eeuw. Een deeltje. 27. Elementa Musica. Door Juriaan Spruyt. Klok- en Organist der Stad Hoorn in West-Friesland. 18e eeuw. Een deel. 28. Beschrijving van Klokken en Klokkenspelen. Door Juriaan Spruyt, Klokkenist en Organist der Stad Hoorn in WestFriesland. 18e eeuw. Een deel. 29. Opschriften der Klokken in Noordt-Hollandt. (Bevat ook bijzonderheden over de klokken te Hoorn en elders in Nederland; Over de waarde van het geld, enz., enz.) 18e eeuw. Een deel. 30. Rang en Ordre van de Titulen der Manuscripten versamelt door Juriaan Spruyt. 18e eeuw. Een deel. ARCHIEF. Inven tarissen. 31. Inventarijs van den praevilegien, octroijen, accorden ende andere munimenten toecomende der Stede van Hoorn ende gelegen opt portael. Tweede helft 16e eeuw. Een deel. 32. Memoriael van de Privilegien, acten, papieren, enz., geplaetst opt portael, opgemaakt in de tweede helft der 17e eeuw; bijgeschreven in de 18e eeuw. Een deel. 33. Register der boeken op 't Stadthuys onder 't opzicht en bewaringe van de Heeren Burgemeesteren (einde 18e eeuw). Hierin tevens een: Register van Eenige Papieren. Een deel. 34. Register van Eenige Papieren. Klapper op het voorgaande. Een deel. 35. Inventarissen en naar tijdsorde ingerichte lijsten van Hoornsche Archivalia. 19e eeuw. Een portef. Handvesten, Privilegien en dergelijke Stukken. 36. Willem V verleent voorrechten over rechtspraak en verloren geraakte privilegien. 1356. Een charter. Reg. n°. 16. 37. Willem V verleent aan Hoorn hetzelfde stadrecht als Medemblik. 1357. Een charter. Reg. n". 19. 38. Vidimus van het voorgaande privilegie door den abt van Egmond. 1357. Een charter. Reg. n°. 20. 39. Vidimus van het privilegie door den stadhouder van Holland, Zeeland en Friesland. 1550. Een charter. 40. Albrecht van Beieren neemt het ruwaardschap aan. 1358. Een charter. Reg. n°. 21. 41 Albrecht verleent zijn goeden luiden in het baljuwschap van Medemblik voorrechten over bekommering, wegens schouw, boete-inning en tegenover den deken van \\ est-x1 nesland. 1359. Een charter. Reg. n°. 22. 42. Vidimus van de voorgaande akte door Gherijt van Heemskerke (een der aanzienlijkste burgers van Hoorn', was daar in 1391 Burgemeester). Een charter. Reg. n°. 40. 43 Albrecht belooft de stad schadeloos te zullen houden voor gegeven beloften wegens het huwelijk van zijne dochter. 1368. Een charter. Reg. n°. 30. 44. Albrecht staat toe van alomme poorters te ontvangen. 1383. Een charter. Reg. n°. 39. 45. Albrecht verleent voorrechten over het Denengeld en het erven van bastaarden. 1389. Een charter. Reg. n°. •>(. 46. Albrecht staat behalve de voorgaande voorrechten ook toe, dat de schout niet mag tappen. 1389. Een charter. Reg. n". 58. 47 Albrecht verleent voorrechten over schout, schepenen en raad, over het vergrooten der vrijheid en de begeving van klerkambt, kosterij en school. 1396. Een chaitei. Reg. nn. 76. 48. Albrecht verleent den buren 'van het baljuwschap van Medemblik voorrechten over schotbaar land. lo9/. Ji.en charter. Reg. n°. 81 en 650. Vidimus gegeven door den abt van Egmond. 1460. 49. Albrecht verleent voorrechten over de verkiezing van Schepenen en Raad en de berechting van breuken. 13J/. Een charter. Reg. n°. 83. 50 Albrecht verleent voorrechten over tolvrijheid te Spaarndam, Heusden, in Friesland; en verder over gijzeling van poorters. 1401. Een charter. Reg. n°. 102. 51 Albrecht heft voor de inwoners van het baljuwschap van Medemblik het verbod op, goederen van Hoornsche poorters in huur te hebben. 1404. Een stuk. Reg n". 115. 52. Albrecht vergeeft de stad weerspannigheid tegen den baljuw. 1404. Een charter. Reg. n°. 116. 53. Albrecht schenkt voorrechten over bekommering en berechting van breuken. 1404. Een charter. Reg. n°. 117. 54. Albrecht verzoekt de stad eenige schulden voor hem te voldoen. 1404—1405. Vier charters. Reg. n°. 119,120,125,129. 55. Albrecht treft eene regeling voor de benoeming van heemraad en dijkgraaf in de baljuwschappen van Kennemerland en Medemblik. 1405. Vidimus gegeven door den abt van Egmond in hetzelfde jaar 1405. Een charter. Reg. n°. 123 en 124. 56. Willem VI bevestigt alle voorrechten. 1406 Een charter. Reg. n°. 130. 57. Willem VI verleent voorrechten tegen het wegnemen van vee, bekommering of landgebruik gedurende een rechtsgeding. 1406. Een charter. Reg. n°. 131. 58. Willem VI ziet af van morgengeld. 1406. Een charter. Reg. n°. 132. 59. Willem VI verleent vermindering van morgengeld. 1406. Een stuk. Reg. n°. 134. 60. Willem VI verzoekt de stad eenige schulden voor hem te voldoen. 1406—1411. Vijf charters en een stuk. Reg. n°. 133, 135, 139, 145, 164, 169. 61. Willem VI gelast de Hollandsche steden zijnen bode de soldij voor het kasteel van Gorinchem ter hand te stellen. 1408. Vidimus gegeven door den Schout van Hoorn 1408. Een stuk. Reg. nc. 149 en 150. 62. Willem VI vereenigt de Veenhoop met Hoorn. 1408. Een charter. Reg. n°. 151 en 152. 63. Willem VI vergeeft de stad dat hare Regenten niet verschenen zijn op het huis te Stavoren. 1411. Een charter. Reg. n°. 166. 64. Willem VI verleent voorrechten over de berechting van binnen de stad gevluchte misdadigers, en over landtuig. 1411. Een charter. Reg. n°. 167. 65. Willem VI verleent tolvrijheid te Woudrichem en Heusden. 1411. Een charter. Reg. n°. 168. 66. Willem VI staat toe dat men om verkiesbaar te wezen voor Schout, Schepen of Raad, minstens drie jaar poortei moet zijn. 1412. Een charter. Reg. n°. 178. 67. Willem VI gelast, aan de buiten Hoorn zich bevindende poorters hun aandeel in het achterstallige schot te vragen. 1415. Een stuk. Reg. n°. 209. 68. Willem VI maant Schagen, Winkel en Niedorp aan, Iloornsche poorters niet zwaarder te belasten dan die van Haarlem of Alkmaar. 1416. Een stuk. Reg. n°. 213. 69. Jacoba van Beieren neemt de betaling van te haren behoeve verkochte lijfrenten op zich, en stelt haar goederen in IS oordholland daarvoor tot onderpand. 1418. Een charter. Reg. n°. 220. 70. Jan van Brabant en Jacoba van Beieren verzoeken de stad de soldij te voldoen van eenige hoofdlieden. 141b. tien charter. Reg. n°. 221. 71. Jan van Beieren verleent eenige voorrechten voor de verkiezing van Raden en Schepenen. 1422. Een charter. Reg. n°. 240. 72 Jan van Beieren vergeeft de stad breuken tegen zijn heerlijkheid. 1424. Een charter. Reg. n°. 251. 73. Jan van Beieren verleent voorrechten over de tollen, ongeld, de sluizen bij Schellinkhout, schotverpachting en den Huigendijk. 1424. Een charter. Reg. n°. 252. 74. Vidimus van een gedeelte van dit privilegie door den Prior van Nieuwlicht. 1452. Een charter. Reg. n°. 532. 75. Jan van Beieren verleent aan de stad dezelfde voorrechten tegenover den deken van West-Friesland als aan Haarlem en geeft eene bepaling over de geestelijke rechtspraak 1424. Een charter. Reg. n°. 253. 76 Jan van Beieren gelast, de stad niet meer lastig te vallen over den Huigendijk. 1424. Een stuk. Reg. n°. 255. 77 Philips van Bourgondië bevestigt de voorrechten van Holland, Zeeland en Friesland. 1425. Vidimus gegeven door den abt van Egmond. 1455. Een charter. Reg. n . ^61 en oJz. 78. Philips van Bourgondië bevestigt de stedelijke voorrechten. 1426. Een charter. Reg. n°. '270. 79. Jacoba stelt haar landen in handen van Philips van Bourgondië. 1428. Een stuk. Reg. n°. 279. 80. Philips belooft zijne schuld wegens het blokhuis van der Eme in mindering van de tienjarige bede te zullen brengen. 1429. Een charter. Reg. n°. 285. 81. Philips vergeeft de stad weerspannigheid tegen den schout. 1432. Een charter. Reg. n". 309. 82. Philips vergeeft de stad de breuken tegen zijn heerlijkheid. 1436. Een charter. Reg. n". 339. 83. Philips vereenigt Wognum met Hoorn. 1436. Een charter. Reg. n°. 340. 84. De koning van Denemarken, Zweden en Noorwegen staat Hoorn toe, handel te drijven op Noorwegen. 1444. Een charter. Reg. n°. 411. 85. Philips vergeeft de stad weerspannigheid tegen den dijkgraaf van West-Friesland. 1445. Een charter. Reg. n°. 414. 86. Philips geeft aan Holland en Friesland bepalingen over vrede en zeventuig. 1446. Een stuk en een charter. Reg. n°. 425 en 427. 87. Philips belooft de privilegien van Holland en Friesland te zullen handhaven. 1452. Een stuk. Reg. n". 545. 88. Ordonnantie van Philips op de wedden der commissarissen, die door het Hof met een onderzoek belast zijn. 1452. Een stuk. Reg. n°. 555. 89. De graaf van Charolois staat toe misdadigers buiten het Oosterbaljuwschap van West-Friesland te bannen. 1462. Een charter en een stuk. Reg. n". 679. 90. Philips maakt bepalingen over doodslag, rechten en maaggeld. 1462. Een charter. Reg. n°. 684. 91. Karei de Stoute vergunt de bewoners van Noord-holland en Friesland bij schipbreuk hun goed op te zoeken. 1470. Een charter. Reg. n°. 782. 92. Ordonnantie van stadhouder en raden, waarbij Oostergoo en Westergoo rebel worden verklaard, met uitzondering van enkele personen. 1470. Een stuk. Reg. nn. i9o. 93. Maximiliaan bevestigt de voorrechten van Hoorn. 1478. Een charter. Reg n°. 899. 94. Maximiliaan vergeeft de stad het oproer van 14i 7 en vergunt den ballingen van 1470 terug te keeren. 14/8. Een charter. Reg. n°. 902. 95. Akten betreffende den door Albrecht van Saksen verleenden genadebrief. 1492. Een charter. Reg. n°. 1114 en lllo. 96 Brief van Hoorn aan stadhouder Egmond, dat de stad evenals Enkhuizen, Drechterland, Zijbekarspel en anderen heeft geweigerd met de oproerlingen van 1491 te Alkmaar, de schuld van het gebeurde op zich te nemen. 1492. Een stuk. Reg. n°. 1116. 97. Philips de Schoone staat toe accijns te heffen tot betaling van de bede. 1496. Een charter. Reg. n". 1180. 98. Philips de Schoone bepaalt, dat niemand binnen een mijl afstand van de stad land aan kloosters of binnen 500 roeden wijn of bier mag verkoopen. 1498. Een charter. Reg. n". 1201. 99. Stadhouder Egmond schrijft aan den kanselier Magny over het verzoek van Hoorn tot het vrijen van het goed eens poorters, die uit noodweer doodslag heeft gepleegd. Met gunstige beschikking van 22 Augustus. 1504. Een stuk. Reg. n°. 1272. 100. Philips de Schoone staat toe, dat een burger, bij doodslag uit noodweer, zijn goed mag vrijen. 1504. Een charter. Reg. n°. 1276. 101. Philips vergunt voor 300 pond lijfrenten te zijnen behoeve te verkoopen. 1505. Een charter. Reg. n°. 1288. 102. De koning van Denemarken en Zweden veroorlooft aan Hoorn handel te drijven op Noorwegen. 1511. Een charter. Reg. n°. 1344. 103. Goedkeuring door de landsheeren der keur op steenen muren en harde daken. 1514. Een charter. Reg. n°. 1368. 104. Karei V staat toe voor 500 guldens lijfrenten te verkoopen. 1517. Een charter. 105. Karei V staat toe het aflossen van allerlei renten op huizen en het houwen met steenen muren en harde daken. 1518. Een charter. 106. Karei V staat toe de hoofdsom en uitkeering van 100 gulden lijfrenten, te zijnen behoeve verkocht, op de beden te korten. 1522. Twee charters. 107. Karei V staat toe voor 100 gulden lijfrenten te verkoopen. 1522. Een charter. 108. Karei V staat toe voor 300 Karolus gulden lijfrenten te verkoopen. 1540. Een charter. 109. Karei V stelt Hoorn vrij van het halve aandeel in de bede van 100000 gulden en van het geheele aandeel in de buitengewone bede. 1542. Een charter. 110. Philips II staat toe, dat niemand mag in beroep komen van een vonnis van het stedelijk gerecht beneden 60 pond. 1556. Een charter. 111. Philips II staat toe gedurende drie jaren accijns van alle lakens te heffen. 1559. Een charter. 112. Philips II verlengt het accijns voorrecht van 1559 weder met drie jaren. 1562. Een charter. 113. Philips II geeft verlof om driemaal per jaar eene leer- en huidenmarkt te houden. 1564. Een charter. 114. Het Hof staat de stad toe de conventen en de dorpen van de jurisdictie te gelasten, wegens de dure tijden voorraad van koren op te doen. 1565. Een charter. 115. Philips II vergunt eenmaal in het jaar eene leermarkt te houden. 1575. Een charter. 116. Prins Willem staat toe van 15 tot en met 18 November eene jaarmarkt van vette en magere beesten te houden. 1582. Een charter. 117. Handvesten en privilegien van 1357—1556. Aangelegd na 1471. Een deel. Zie Pols West-Friesche Stadrechten II blz. 11. 118. Verzameling afschriften van placaten, handvesten, privilegiën, ordonnantiën, accoorden, enz. Aangelegd in de 16e eeuw, voortgezet in de 17e eeuw. Gemerkt A. Een deel. Zie Pols II blz. 13. 119. Copieboek van keuren, privilegien, soenen, etc., van de Stad Hoorn, bevattende eene groote verscheidenheid van resolutien der Vroedschap, handvesten, keuren, statuten, van de vroegste tijden tot de 18e eeuw. Opgemaakt in de 17e eeuw, en later bijgeschreven. Een deel. Zie Pols II blz. 9. 120. Handvesten, Privilegien, Willekeuren en Ordonnantiën der Stadt Hoorn. Bijeengebracht door J(uriaan) S(pruyt). Loopende over de jaren 1288—1612. Een deel. 121 Handvesten, Privilegien, Willekeuren en Ordonnantiën van Hoorn 1288—1620. (Geschreven door Juriaan Spruyt). 18e eeuw. Een deel. 122. Handvesten, Privilegien, Willekeuren en Ordonnantiën der Stadt Hoorn. Bijeengebragt door J(uriaan) S(pruyt). Van 1288—1764. 18e eeuw. Vier deelen. 123. Register van Handvesten, Privilegien, Willekeuren en Ordonnantiën der Stad Hoorn. Alsmede van andere manuscripten betreffende West-Vriesland en het Noorder-Quartier. Versameit door.. 18e eeuw. Een deel. Keuren en Ordonnantiën. 124. Tkeurboeck der stede van Hoern, aangelegd omstreeks 1424; met de privilegien van 1357 tot 1459. Zie Pols II blz. 3—7. Keurboek der Stad Hoorn, 1528 tot 1551. Met de privilegien van 1357—1471. Geschonken in 1885 door den heer H. C. Carbasius; en onbekend aan Pols. Derde Keurboek der Stad Hoorn, 21 April 1528 tot 26 December 1546. Zie Pols II blz. 7. Vierde Keurboek, Kerstavond 1546 tot 15 September 1566. Zie Pols II blz. 8. Vijfde Keurboek, 16 Juni 1567 tot 19 September 1574. Zesde Keurboek, 23 September 1574 tot 12 Augustus 1602. Tafel op de zes eerste Keurboeken der Stad Hoorn. Hdschr. 18e eeuw. Zevende Keurboek, 31 Augustus 1602 tot 14 Mei 1621. Achtste Keurboek, 14 Mei 1621 tot 16 Januari 1644. Negende Keurboek, 19 November 1633 tot 30 Mei 1670. Tiende Keurboek, 14 Mei 1670 tot 12 Februari 1710. Elfde Keurboek, 16 April 1710 tot 4 April 1788. Twaalfde Keurboek, 14 April 1788 tot 20 Mei 1801. Dertiende Keurboek, 12 Juni 1801 tot 5 Januari 1808. Veertien deelen. 125. Keurboek der Stad Hoorn (voorafgegaan in het eerste deel door eenige Privilegien en Handvesten 1288—1556). 1429-1567. 1567—1602. 1602—1794. Bladwijzer van 1429 tot 1786. Hdschf. 18e eeuw. Vier deelen. 126. Keurboek der Stad Hoorn van 1 Augustus 1602 tot 17 September 1805. Zeven deelen. 127. Lijst van Keuren der Stad Hoorn, van 24 Februari 1381 tot 1 December 1757. Hierbij eenige afschriften van oude keuren en contracten 16e—18e eeuwen. Een deel. 128. Ooster- en Wester Bailluwschap van West-Vriesland met keuren en aanteekeningen nopens Hoorn. 1401—1750. (Geschreven door Juriaan Spruyt). Een deel. 129. Keuren en ordonnantiën. 16e eeuw—1794. Een bundel. 130. Resolutien, Contracten, Reglementen etc. Consernerende de Stad Hoorn 1516—1760. Twee deelen. 131. Accoorden, reglementen en andere stukken. 1528—1750. Een deel. 132. Keuren en resolutien. Over de jaren 1613—1676. Een deel. 133. Keuren nopens Gilden, Bedelarij, Deelbrood, Kerken, Schutterij, Markten en andere zaken. 1532—1733. (Geschreven door Juriaan Spruyt). Een deel. 134. Ordonnantiën en Keuren. Ook nopens de Gilden; over de jaren 1735—1763. Een deel. 135. Oude ordonnantiën en keuren voor Hoorn en omgelegen dorpen over de jaren 1672—1734. Een deel. Contracten. 136. Verbond van vriendschap tusschen Hoorn en Workum. 1452. Een charter. Reg. n°. 535. 137. „Tractaet van Harderwijk": Overeenkomst tusschen Gelreter eenre en Amsterdam, Hoern, Enkhuizen en bondgenooten Narden, Weesp, Monnickendam, Edam, Muiden en de dorpen van Waterland aan de andere zijde. 1497 Augustus 11. Een stuk. Vergelijk de brieven van 4 en 12 September en Nijhoff: Gedenkwaardigheden VI n°. 223 en blz. XXXIX. 138. Overeenkomst van 1414 tusschen Hoorn en Purmerend over de rechtspraak. Authentiek afschrift 1592. Een stuk. Reg. nn. 201. 139. Overeenkomst tusschen Delft en Hoorn aangaande de terugbetaling der twee stuivers op elke ton Delftsch bier. 1604. Een stuk. Stedelijke Regeering. 140. Stukken betreffende de stedelijke regeering. 16e eeuw tot 1787. Een bundel. 141. Handvesten en Privilegiën rakende het verkiesen van de Magistraat, alsmede de namen van de Boon- en Keurmannen, beginnende met het jaar 1617 en vervolgd tot op den tegenwoordigen tijd (1758). Een deel. 142. De verhouding tot de landsheeren en steden. 1515 tot 1652. Een bundel. 143. Eeuwig Edict der Staten van Holland en West-Friesland, waarbij o.a. de octrooien voor de magistraatsbestelling in de steden worden bevestigd. 1667. Een charter. 144. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland voor den boongang. 1667. Een charter. Gedrukt: Gr. Placaatboek IV 428. 145. Namen van de Leden der Stedelijke Regeering en verdere hooge Collegiën, van 1453 tot 1783. Een deel. 146. Namen van de Heeren Schout Burgemeesteren en Schepenen. Beginnende met het jaar 1648 tot 1779. (Door Juriaan Spruyt). Hierin ook de namen van verschillende Stedelijke officianten. Een deel. 147. Naamregister van Burgemeesteren en Schepenen. (Gedrukt, en getrokken uit de Vierde druk van Velius Chronyk), bijgeschreven tot 1794. 148. Aanteekeningen, Regeeringslijsten, enz. 16e eeuw—1720. (Door Juriaan Spruyt). Burgemeesteren en Vroedschap. 149. Tweede outste resolutie- ende keurboeck van Heeren Burgemeesteren ende Vroetschappen beginnende den XXVIIIsten September 1529 ende eyndigende 25 Februari 1595. Zie Pols II blz. 12—13. Het zoogen. eerste resolutieboek behoort tot het rechterlijk archief, maar bevat talrijke afschriften van de privilegien. Resolutieboek van de Vroedschap, van 12 April 1595 tot 29 Juli 1609. 7 September 1609 tot 25 November 1613. Drie deelen. 150. Resolutieboek van Burgemeesteren, van 17 April 1583 tot 1 Februari 1584, en van de Vroedschap, van 15 April 1583 tot 1584. B. van Februari 1584 tot 3 April 1586. V. van 27 April 1585 tot 1 April 1586. B. van 2 April 1587 tot 9 April 1588. V. van 28 Maart 1587 tot 6 April 1588. B. van 13 April 1589 tot 17 April 1590. V. van 8 April 1589 tot 18 April 1590. B. van 2 Mei 1590 tot 11 April 1591. V. van 30 Mei 1590 tot 11 April 1591. B. van 18 April 1592 tot 12 April 1593. V. van 30 April 1592 tot 13 April 1593. B. van 14 April 1594 tot 10 Mei 1595. V. van 29 April 1594 tot 25 Februari 1595. B. van 28 April 1597 tot 1 Mei 1598. V. van 15 April 1597 tot 17 Maart 1598. B. van 6 April 1600 tot 20 April 1601. V. van 17 April 1600 tot 18 April 1601. B. van 30 April 1601 tot 15 April 1602. V. van 28 April 1601 tot 18 Maart 1602. B. van 3 Mei 1602 tot 26 Maart 1603. V. van 11 April 1602 tot 27 Maart 1603. B. van 9 April 1603 tot 16 April 1604. ' V. van 10 April 1603 tot 14 April 1604. Resolutieboek van Burgemeesteren, van 8 Mei 1604 tot 2 April 1605 en van de Vroedschap, van 6 Mei 1604 tot 3 Maart 1605. B. van 14 April 1605 tot 14 Februari 1606. V. van 26 April 1605 tot 23 Maart 1606. B. van 4 April 1606 tot 25 Januari 1607. V. van 10 April 1606 tot 12 April 1607. V. van 12 April 1608 tot 16 April 1609. B. van 14 April 1608 tot 24 Maart 1609. V. van 27 April 1609 tot 7 April 1610. B. van 27 April 1609 tot 16 Februari 1610. V. van 10 April 1610 tot 31 Maart 1611. B. van 21 April 1610 tot 31 Maart 1611. V. van 16 April 1611 tot 19 April 1612. B. van 13 Mei 1611 tot 22 Maart 1612. V. van 1 Mei 1612 tot 4 April 1613. B. van 28 April 1612 tot 4 Juni 1613. V. van 29 April 1613 tot 25 Maart 1614. B. van 24 April 1613 tot 26 Maart 1614. V. van 14 April 1614 tot 16 April 1615. B. van 5 Mei 1614 tot 2 Maart 1615. V. van 20 April 1615 tot 31 Maart 1616. B. van 4 Mei 1615 tot 26 Maart 1616. V. van 11 April 1616 tot 23 Maart 1617. B. van 25 April 1616 tot 10 Februari 1617. V. van 9 Maart 1617 tot 13 April 1618. B. van 7 April 1617 tot 10 Maart 1618. 7 Mei 1618 tot 27 Maart 1619. 6 April 1619 tot 16 April 1620. -- 31 Mei 1620 tot 8 April 1621. 17 April 1621 tot 24 Maart 1622. 1 April 1622 tot 13 Januari 1623. 24 April 1623 tot 4 April 1624. 22 April 1624 tot 27 Maart 1625. 3 April 1625 tot 9 April 1626. 21 April 1626 tot 9 April 1627. 9 April 1627 tot 19 April 1628. 29 April 1628 tot 12 April 1629. 19 April 1629 tot 8 April 1632. 19 April 1632 tot 13 April 1634. 29 April 1634 tot 9 April 1637. 14 April 1637 tot 23 Maart 1641. 2 April 1641 tot 24 Maart 1644. 6 Juni 1644 tot 1 April 1649. i Resolutieboek van Burgemeesteren en Vroedschappen van 6 April 1649 tot 28 April 1652. 2 April 1652 tot 18 Maart 1656. 18 April 1656 tot 25 Maart 1660. 30 Maart 1660 tot 2 April 1665. 7 April 1665 tot 26 Maart 1671. 31 Maart 1671 tot 22 Maart" 1674. 27 Maart 1674 tot 18 April 1680. 23 April 1680 tot 27 Maart 1687. 1 April 1687 tot 12 April 1691. 17 April 1691 tot 6 Mei 1697. 9 April 1697 tot 18 Maart 1704. 25 Maart 1704 tot 5 April 1708. 10 April 1708 tot 29 Maart 1714. 3 April 1714 tot 4 April 1719 J). 23 April 1726 tot 17 Mei 1748. 30 Mei 1748 tot 16 Juli 1771. 2 April 1771 tot 8 April 1784. 15 April 1784 tot 29 Maart 1787. 5 April 1787 tot 17 April 1794. 28 Mei 1794 tot 22 Januari 1795. 42 deelen. 151. Secreet resolutieboek van Burgemeesters en Vroedschappen van: 29 April 1654 tot 8 Februari 1688. 19 September 1688 tot 12 Maart 1742. 13 Augustus 1746 tot 3 April 1794. Drie deelen. 152. Resolutien van Burgemeesteren en Vroedschappen: 1600-1665. 1665—1726. 1726—1750. 1750-1787. 1787—1795. Bladwijzer 1600—1795. Handschr. 18e eeuw. Zes deelen. i) Blijkens den „Algemeenen Inventaris v/h. Archief der Gemeente Hoorn", achter het Verslag der gemeente over 1885, ontbrak ook toen reeds het „Resolutieboek v. Burg", en Vroedsch. van 1718—1726". 153. Recueil van Resolutien van Burgemeesteren en Vroedschappen, van 1600 tot 1795. Een deel. 154. Corte inhout van 't voornaemste van 't Resolutieboek (van Burgemeesteren en Vroedschappen) van 6 Juni 1644 tot 16 April 1686. Resolutien geregistreert int secreet Resolutieboeck binnen Hoorn, van 29 April 1654 tot 16 November 1687. Een deel. f 155. Uittreksels van het Resolutieboek van Burgemeesteren en Vroedschappen, van 13 Juli 1600 tot 29 Augustus 1774. Een deel. 156. Bladwijzer op de Resolutien van Burgemeesteren en Vroedschappen, van 1600 tot 1665. 1665 tot 1726. Twee deelen. 157. Aanteekeningen uit de Resolutien van Burgemeesteren en Vroedschappen over de 17e—18e eeuwen. Een deel. Burgemeesteren en Regeerders. 158. Memoriaal van Burgemeesteren en Regeerders van: 14 Juni 1565 tot 11 Mei 1620. 12 Juni 1620 tot 8 Maart 1632. 6 April 1632 tot 24 Juni 1645. 9 Maart 1647 tot 20 December 1663. 4 Januari 1664 tot 27 Januari 1685. 5 Februari 1685 tot 16 Mei 1729. 22 April 1697 tot 9 Februari 1713. 18 Februari 1713 tot 15 Maart 1728. 24 Maart 1728 tot 29 Mei 1741. 29 Mei 1741 tot 17 Maart 1757. 17 Maart 1757 tot 26 April 1777. 3 Mei 1777 tot 16 December 1790. 3 Januari 1791 tot 15 December 1794. Dertien deelen. 159. Bladwijzer op het Memoriaal van Burgemeesteren en Regeerders, van 1565 tot 1794. Een deel. 160. Uittreksel uit de Memoriaalboeken van Burgemeesteren en Regeerders, over einde 16e—18e eeuwen. Een deel. 2 Burgemeesteren. 161. Verweerschriften van Burgemeesteren ingeleverd bij den Stadhouder Lodewyk van Brugge Heer van Gruythuyse, tegen eene aanklacht van den Schout, wien zij geweigerd hadden te helpen bij de gevangenneming der vier zoons van Symon Willemsz. A°. 1465, toen van Gruythuyse Stadhouder werd; of later. Twee stukken. 162. Memoriaal van Burgemeesteren, A°. 1574. Een deel. 163. Memoriaal van Burgemeesteren. Eerste deel 1565—1647. Tweede deel 1647—1728. Derde deel 1728—1757. Vierde deel .1757—1794. Vier deelen. Hdschr. 18e eeuw. 164. Bladwijzer op het Memoriaal van Burgemeesteren, van: 1565—1647. Hdschr. 19e eeuw. 1647—1794. Hdschr. 18e eeuw. Twee deelen. 165. Register of cladboeckje van Burgemeesteren (wat in de vergaderingen behandeld en door Burgemeesteren als ondersteuning aan noodlijdenden uitgegeven is), van: 7 April 1614 tot 9 Januari 1616. 28 April 1625 tot 8 April 1626. 8 Juni 1626 tot 10 Maart 1627. 20 Mei 1628 tot 7 October 1628. 13 Juli 1634 tot 19 Januari 1635. 21 April 1653 tot 5 April 1667. 3 April 1654 tot 5 Augustus 1656. Zeven deelen. 166'. Burgemeestersrekening van het jaar 1464. 1475. 1490. 1494. 1497. 1502. 1511. 1517. 1541. 1542. 1543. Burgemeestersrekening van het jaar 1544. 1545. 1547. Ontvang en Uitgaaf, in twee banden. 1548. 1549. 1550. 1551. 1553. 1554. 1555. 1556. 1557. 1558. 1559. 1560. 1561. 1562. 1563. 1564. 1565. 1567. 1568. 1569. 1573. Ontvang en Uitgaaf, in twee banden. 1574. 1575. 1577. 1588. Alleen ontvang. 1589. ') Alleen uitgaaf. 1590. 1591. 1592. 1593. 1595. Alleen ontvang. 1596. Alleen uitgaaf. 1600. 1602. 1603. 1605. 1) Sedert 1590 zijn de meeste rekeningen in twee banden, één voor de ontvangsten en één voor de uitgaven; bij afwijking van dezen regel wordt het vermeld. Burgemeestersrekening van het jaar 1606. 1607. 1608. 1609. 1610. 1611. Alleen ontvang. 1612. Alleen ontvang. 1614. Alleen ontvang. 1615. 1616. 1619. • 1621. 1622. 1623. 1624. 1626. Alleen uitgaaf. 1627. Alleen ontvang. 1628. 1629. 1630. Alleen uitgaaf. 1631. Alleen ontvang. 1632. Alleen ontvang. 1634. 1635. 1636. 1637. 1638. 1639. 1640. 1641. Alleen ontvang. 1642. 1643. 1644. Alleen ontvang. 1646. 1647. Alleen ontvang. 1648. 1649. 1650. Alleen ontvang. 1651. 1652. Alleen ontvang. 1667—1681. Alleen ontvang. 1681—1691. 1691—1703. Burgemeestersrekening van het jaar 1703—1711. 1711—1727. 1754—1791. 99 Banden. 167. Stukken betreffende de Burgemeestersrekening. Einde 15« eeuw—1719. Een bundel. 168. Register van de kleine uitgaven door Burgemeesteren gedaan. Van 19 April 1686 tot 8 Augustus 1791. Een deel. 169. Ingekomen brieven. Van begin 15e eeuw—1793. Een bundel. 170. Register van de ingekomen brieven bij Burgemeesteren en Regeerders, van: 4 Mei 1725 tot 15 November 1774. 20 Februari 1775 tot 25 October 1794. 6 November 1794 tot 26 Juni 1804. Drie deelen. 171. Inkomende Missiven-boek: 1725—1774. 1775—1794. Twee deelen. 172. Register der brieven afgezonden door Burgemeesteren en Regeerders, van: 8 Juni 1641 tot 15 Januari 1661. 9 November 1666 tot 13 Maart 1688. 15 Maart 1688 tot 13 Februari 1698. 24 Februari 1698 tot 18 November 1716. 23 November 1716 tot 31 December 1736. 5 Januari 1737 tot 14 Mei 1751. 18 Mei 1751 tot 6 April 1773. 19 April 1773 tot 19 November 1790. 30 November 1790 tot 3 Augustus 1795. Negen deelen. 173. Uitgaande Missiven-boek: 1698—1716. 1737—1773. 1773—1794. Drie deelen. 174. Register der minuten van alle certificatien ende procuratien voor Burgemeesteren onder 't zegel gepasseert. Van 18 October 1640 tot 9 Februari 1691. Een deel. 175. Electieboek der Stad Hoorn, van: 1454—1765. Twee deelen. 176. Memoriael-bouck van den Eedt die d'offieieren deser Stede in het accepteren van heure respective diensten gehouden sijn te presteren, mitsgaders van de capiteynen ende officieren van de Schutterien. A° 1577 & 1619. Twee deelen in één band, het eene op perkament, het andere op papier. 177. Memoriael van de Eeden, die yeder Officiant deser Stede int accepteren van sijn officie gehouden is te doen. 1656 en 1782. Twee deelen, op perkament. Stedelijke Regeering in en nk 1795. 178. Resolutiën van de Municipaliteit, van: 22 Januari 1795—12 Mei 1795. 15 Mei 1795—29 September 1795. 2 October 1795— 8 Maart 1796. 13 Maart 1796— 5 Juli 1796. 12 Juli 1796— 8 November 1796. 15 November 1796— 7 April 1797. 11 April 1797— 7 Augustus 1797. 15 Augustus 1797—13 Maart 1798. 14 Maart 1798—21 Augustus 1798. 28 Augustus 1798—28 Februari 1799. 5 Maart 1799— 9 September 1799. 10 September 1799—31 December 1799. 7 Januari 1800—30 December 1800. 6 Januari 1801—10 Januari 1803. 10 Januari 1803—27 December 1803. 3 Januari 1804—11 September 1804. 18 September 1804—28 November 1805. 3 December 1805—22 Augustus 1806. 26 Augustus 1806—16 December 1806. 16 December 1806— 8 September 1807. 15 September 1807— 1 Februari 1808. 1 Februari 1808—14 September 1808. 21 September 1808—20 Februari 1810. 27 Februari 1810— 6 Juni 1811. 13 Juni 1811-—13 December 1813. Vijf en twintig deelen. 1766—1794. 179. Bladwijzer op de handelingen en resolutiën van de Municipaliteit en opgevolgden Raad der Gemeente binnen Hoorn, sedert de Revolutie voorgevallen den 22 Januari 1795; voortgezet tot den 4 Augustus 1797. Een deel. 180. Stukken betreffende de Stedelijke Regeering. 1795 — 1813. Een bundel. 181. Ingekomen brieven. 1795—1813. Twee bundels. 182. Ingekomen brieven van 6 November 1794 tot 26 Juni 1804. Een deel. 183. Uitgegane brieven van: 22 Januari 1795—22 Maart 1796. 23 Maart 1796— 5 Maart 1799. 21 Maart 1799— 7 Mei 1802. 18 Mei 1802—22 Oetober 1807. 28 Oetober 1807—10 Juli 1809. 11 Juli 1809— 4 December 1810. 4 December 1810—23 September 1811. 23 September 1811—17 April 1812. 18 April 1812—12 September 1812. 12 September 1812—31 December 1812. 1 Januari 1813—15 Mei 1813. 15 Mei 1813—13 Januari 1814. Twaalf deelen. 184. Medegedeelde Stukken: 1795—1799. 1800—1805. 1806—1812. Drie bundels. 185. Verslag van het voorgevallene in politicis te Hoorn, in de jaren 1796 — 1798. Een deel. In denzelfden omslag met no. 213. Aanteekeningen uit de Resolutieboeken en Memorialen 1772—1777. 186. Register van Stukken omtrend het voorgevalle met den Heer Hendrik van Stralen in den Jaare 1799. Een deel. Comité van Algemeen Welzijn. 187. Stukken betreffende dit Comité, van 1796 tot 1801. Een bundel. 188. Resolutieboek van: 3 Mei 1795 tot 17 Juli 1800. 9 Maart 1801 tot 10 Januari 1803. Twee deelen. Comité van Finantiën. 189. Stukken betreffende dit Comité, van 1797 tot 1807. Een bundel. Comité over de Stadswerken en gebouwen. 190. Notulen gehouden door het Comité, van 12 Februari 1796 tot 28 April 1797. Een deel. 191. Stukken daarbij behoorende, 1795 tot 1813. Een bundel. 192. Aanteekenboek van den Opzichter der Stadswerken, 1794 tot 1821 en 1802 tot 1804. Twee deelen. 193. Register der betalingen van weekloonen aan de Stads-werklieden, van: Mei 1780 tot Juli 1787. Juli 1787 tot Juli 1794. Juli 1794 tot Maart 1799. Maart 1799 tot September 1802. Februari 1806 tot Oetober 1808. Oetober 1808 tot Mei 1811. Zes deelen. 194. Aflevering van fourage aan de Stads-paardenstallen. 1795 tot 1813. Een deel. 195. Stukken over Stads-wateren en -grachten. 1795—1813. Een bundel. Kamer van Wethouders. 196. Resolutieboek der Kamer van Wethouders, van: 13 Januari 1803 tot 27 November 1806. 29 November 1806 tot 14 Januari 1808. Twee deelen. Burgemeester; ook met zijne adjuncten. 197. Verbaal van het verrigte bij den Burgemeester der Stad Hoorn, van 1 Februari 1808 tot 19 Februari 1809. Een deel. 198. Deliberatiën van Burgemeesteren en Adjuncten der Stad Hoorn, van: 19 Juni 1811 tot 24 Juni 1812. 1 Juli 1812 tot 1 December 1813. 8 December 1813 tot 28 December 1814. Drie deelen. 199. Bladwijzer op de Resolutiën van het Bestuur der Stad Hoorn, van: 1795 tot 1816. 1816 tot 1832. 1833 tot 1843. Drie deelen. Gedeputeerden ter Dagvaart. 200. Resolutiën der Staten van Holland en West Friesland. 1524—1543. Een deel. 1595. Een deel. 1544—1554. „ „ 1596. „ „ 1555—1556. „ „ 1597. „ „ 1557—1558. „ „ 1598. 1559—1560. „ ,. 1599. 1561—1562. „ „ 1600. Twee deelen. 1563—1566. „ „ 1601. „ 1567—1570. „ „ 1602. 1571—1574. „ „ 1603. 1575. „ „ 1604. 1576. „ „ 1605. „ „ 1577—1578. „ „ 1606. 1579. „ „ 1607. Een deel. 1580. „ „ 1608. I. Twee deelen. 1581. „ „ 1608 II. 1582. „ „ 1609. „ 1583. „ „ 1610. I. 1584. „ „ 1610. II. 1585. „ „ 1611. 1586. „ „ 1612. 1587. „ „ 1613—1616. 1588. „ „ 1617. 1589. „ ,. 1618. 1590. „ „ 1619. 1591—1592. „ „ 1620. 1593. „ „ 1621. 1594. „ „ 1622. „ „ Resolutiën der Staten van Holland en West Friesland. 1623. Twee deelen. 1664. Een dee'1. 1624. „ „ 1665. „ „ 1625. „ „ 1666. 1626. „ „ 1667. „ „ 1627. )j J5 1668. n 1628. „ „ 1669. 1629. „ „ 1670. 1630. jj u 16 / 1. „ „ 1631. Drie „ 1672. „ „ 1632. Twee „ 1673. „ ,, 1633. „ „ ■ 1674. 1634. „ >. 1675. jj jj 1635. „ „ 1676. 1629—1635. Stukken bij de 1677. „ „ punten van beschrijving. 1678. „ ,, 1636. Twee deelen. 1679. „ „ 1637. „ „ 1680. 1638. „ „ 1681. 1639. „ „ 1682. 1640. „ „ 1683. 1641. Een deel. 1684. „ „ 1642. „ „ 1685. 1643. „ „ 1686. 1644. Twee deelen. 1687. „ „ 1645. „ „ 1688. „ „ 1646. Een deel. 1689. ,, „ 1647. „ „ 1690. 1648. Twee deelen. 1691. „ „ 1649. Een deel. 1692. „ „ 1650. Twee deelen. 1693. „ „ 1651. Een deel. 1694. „ „ 1652. „ JJ 1695. jj JJ 1653. „ „ 1696. 1654. „ „ 1697. „ 1655. „ „ 1698. 1656. Een deel. Geschreven. 1699. I. „ „ 1657. „ „ „ 1699. II. 1658. „ „ „ 1700. Twee deelen. 1659. Een deel. 1701. „ „ 1660. „ „ 1702. jj JJ 1661. „ j, 1703. jj ,j 1662. „ „ 1704. 1663. „ „ 1705. u jj illand en West Friesland. Resolutiën der Staten van Holland en West Friesland. 1706. Twee deelen. 1746. Twee deelen. 1707. „ „ 1747. „ 1708. ,, ,, 1748. I. „ i, 1709. „ „ 1748. II. 1710. „ „ 1749. I. „ ,, 1711. ,, „ 1749. II. ,, „ 1712. „ „ 1750. „ „ 1713. ,, „ 1/51. 1. „ 1714. ,, ,, 1751. II. ,) 1715. „ „ 1752. I. 1716. „ „ 1752. II. „ ,, 1717. „ > 1753. I. „ „ 1718. „ ,, 1753. II. „ „ 1719. ,, ,, 1754. I. „ „ 1720. ,, 1754. II. „ ,> 1721. „ „ 1755. I. „ » 1722. „ „ 1755. II. „ 1723. ,, „ 1756. ,, „ 1724. ,, j, 1/57. I. ,, )> 1725. „ , 1757. II. 1726. „ „ 1758. I. 1727. „ „ 1758. II. 1728. I. ,, 1/59. I. ,, >) 1728. II. „ „ 1759. II. 1729. „ „ 1760. I. 1730. I. „ „ 1760. II. 1730. II. „ „ 1761. I. Drie „ 1731. ., „ 1761. II. Twee „ 1732. „ „ 1762. I. „ „ 1733. I. „ „ 1762. II. 1733. II. „ 1763. I. 1734. „ „ 1763. II. „ „ 1735. „ „ 1764. 1736. „ „ 1765. „ 1737. „ „ 1766. „ „ 1738. „ „ 1767. I. 1789. „ „ 1767. II. „ „ 1740. Een deel. 1768. „ „ 1741. Twee deelen. 1769. I. „ „ 1742. jj 1769. II. „ n 1743. , , 1770. 1. Een deel. 1744. „ „ 1770. II. Twee deelen. 1745. „ „ 1771. I. Een deel. Resolutiën der Staten van Holland en West Friesland. 1771. II. Twee deelen. 1785. III. Twee deelen. 1772. Een deel. 1785. IV. „ „ 1773. „ „ 1785. V. 1774. „ „ 1786. I. 1775. Twee deelen. 1786. II. „ „ 1776. I. „ „ 1786. III. 1776. II. „ j) 1/86. I\. „ j, 1777. I. „ „ 1786. V. 1777. II. ,, >, 1787. I. „ j) 1778. I. ,, „ 1787. II. ,, j) 1778. II. ,) ;; 1/8/. III. „ ii 1779. I. „ „ 1787. IV. 1779. II. „ ,, 178/. \. ii ii 1780. I. „ „ 1787. VI. 1780. II. „ „ 1788. I. 1781. I. ii ii 1788. II. ii ii 1781. II. „ „ 1788. III. 1782. „ j, 1/89. I. ii ii 1783. I. „ „ 1789. II. 1783. II. ii ii 1/90. ,, ii 1784. I. ,, ii 1791. I. ii ii 1784 II. ii ii 1/91. II. „ n 1784. III. „ „ 1792. I. 1784. IV. „ „ 1792. II. 1785. I. „ „ 1793. I. „ „ 1785. II. „ „ 1793. II. Een deel. Vier honderd negen en vijftig deelen ')• 201. Bladwijzer op de (gedrukte) Resolutiën der Staten. 1524—1579. 1687—1700. 1580—1590. 1701—1713. 1591—1599. 1714—1723. 1600—1609. 1724—1731. 1610—1627. 1732—1746. 1628—1643. 1747—1760. 1644—1652. 1761—1770. 1653—1668.- 1771—1780. 1669—1686. 1781—1790. Achttien deelen. l) Hoorn bezit en liier worden vermeld twee exemplaren der Resolutiën, welke echter niet beiden geheel kompleet zijn. 202. Geschreven Resolutiën der Staten. 1633—1634. 1640—1641. 1635—1636. 1641—1642. Vier deelen. 203. Losse, geschreven Resolutiën der Staten. 1576—1793. Een bundel. 204. Resolutiën van Consideratie 1653—1668. Een deel. 205. Secreete Resolutiën, van: 1653—1658. Een deel. 1735—1741. Twee deelen. 1659—1668. „ „ 1743—1746. 1669—1677. „ „ 1747—1751. 1678. „ „ 1752-1760. „ 1679—1696. „ „ 1761—1781. 1697—1712. Twee deelen. 1782—1784. „ „ 1713-1727. „ „ 1785-1788. 1728—1734. „ „ 1789—1790. Zeven en twintig deelen. 206. Bladwijzer of de Secreete Resolutiën. 1653—-1751. A.—N. O.—Z. Twee deelen. 207. Briefwisseling van- en met de Gedeputeerden ter Dagvaart. 1579 tot 1789. Een bundel. 208. Brieven van de Gedeputeerden ter Dagvaart aan Burgemeesteren van Hoorn, bevattende Verslag van het gebesoigneerde, van: 15 Januari 1790 tot 29 December 1792. 4 Januari 1793 tot 22 Januari 1795. Twee deelen. 209. Medegedeelde Stukken van de Staten Generaal. 1577 tot 1787. Een bundel. 210. Medegedeelde stukken van de Staten van Holland en WestFriesland. 1573 tot 1794. Een bundel. 211. Akte van indemniteit door de Staten aan de leden verleend. 1663. Een charter. Groot Placaatboek III 98. 212. Resolutiën van Burgemeesteren en Vroedschappe der Stad Hoorn over de Gemeenelands zaken, van: 11 April 1719—29 Maart 1725. 3 April 1725— 9 April 1729. 19 April 1729— 7 April 1735. 4 Mei 1735— 8 April 1743. Resolutiën van Burgemeesteren en Vroedschappe der Stad Hoorn over de Gemeene lands zaken, van: 16 April 1743—30 Maart 1752. 4 April 1752— 3 April 1760. 8 April 1760— 4 April 1776. 9 April 1776—18 Maart 1785. 18 April 1785—28 Maart 1793. 2 April 1793—20 Januari 1795. Tien deelen. 213. Aanteekeningen uit de Resolutieboeken en Memorialen der Stad Hoorn over de Staatkundige Zaken in 1772— 1777. Een deel. Logement der Vijf Steden. 214. Memoriaal van de Vijf Steden Hoorn, Edam, Monnickendam, Medemblik en Purmerend, wegens baar gemeenschappelijk Logement te 's-Gravenhage. Van 2 September 1737 tot 26 Maart 1795. Een deel. Den X Maart 1740 werd door de Steden yoor Logement gekocht een huis op den Hofsingel uitkomende op het Buitenhof te 's-Gravenhage voor ) 35000.—. In 1747 werd door de Afgevaardigden dier vijf Steden, dit huis aangeboden aan Z. H. den Prins van Oranje, Wiens Gemalin gaarne gebruik zou maken van dit Logement, voor dezen uitgemaakt hebbende een deel van de appartementen van het Hof. Dit werd welgevallig aangenomen en bij Resolutie der Staten van Holland en WestFriesland van 27 Juni 1747 bepaald, dat ten koste van het Gemeene Land de Vijf Steden van een ander bekwaam Logement zouden worden voorzien. Dientengevolge werd den 13 Mei 1748 bij akte verleden voor Schepenen van 's-Gravenhage door Samuel Vaz Nunes c.s. aan de Vijf Steden verkocht een huis en erf, stalling en koetshuis aan de Noordzijde van den Kneuterdijk voor ƒ 26400.— en 16 Mei 1748 bij akte verleden voor Schepenen van 's-Gravenhage door Vrouwe Henvietta Johanna Munter, Weduwe van Christotfel Willem van Sande, aan de Vijf Steden verkocht een huis en erf met stalling en koetshuis aan de Noordzijde van den Kneuterdijk voor ƒ 32500.—. Deze twee perceelen werden tot één Logement ingericht, waarvan Hoorn eigenaar was voor a/«. de overige vier Steden hadden ieder 'Ie. ï). 215. Register wegens de ontvangsten en uitgaven ter zake van het Logement der Vijf Steden, van Januari 1752 tot Januari 1794. Mei 1794 tot 31 Maart 1807. Twee deelen. 1) Achter in dit deel komt de rekening van ontvangsten en uitgaven voor wegens koop en inrichting v/h. Nieuwe Logement 1748 1754. 216. Stukken betreffende het Logement 1744 tot 1807. Een bundel. Gecommitteerde Raden. Zuidkr Kwartier. 217. Brieven van de Staten van Holland en West-Friesland en van de Gecommitteerde Raden van het Zuiderkwartier. 1578 tot 1787. Een bundel. 218. Liquidatie Zuyder- en Noorder-quartier van 1672 tot 1678. Een deel. West-Friesland en het Noorder Kwartier. 219. Extracten uyt de Memoriën over West-Friesland en NoorderKwartier gehouden bij Claas Barentsz. Hauwert, Natus Medio Novembris A°. 1574, denatus circa l»'a Aug. 1650, in leven Regent en Vredemaker in het dorp Hauwert. Hdschr. 18e eeuw. 220. Vertoog over West-Friesland en deszelfs Ooster- en WesterBailluschap, door J(uriaan) Spruyt. Een stuk. 221. Stukken betreffende Gecommitteerde Raden in West Friesland en het Noorder-kwartier. 1573 tot 1788. Een bundel. 222. Brieven van Gecommitteerde Raden. 1592 tot 1788. Een bundel. 223. Resolutiën en informatiën. Loopende van het jaar 1592 tot A°. 1758. Een bundel. 224. Notificatiën, Waarschouwingen, Requesten en Andere Zaaken betreffende het Cdllegie van Heeren Gecommitteerde Raaden in Westvriesland etc. Benevens extract uyt een Rekening van den Ontvanger Generaal van hetzelve Collegie. 1706— 1767. Hdschr. 18e eeuw, 225. Instructiën concernerende het Collegie van de EdelMogende Heeren Gecommitteerde Raden in West-Friesland en het Noorder-Quartier residerende tot Hoorn, van 1718—1772. Een bundel. 226. Instructiën voor de Heeren Gecommitteerde Raaden en Secretaris benevens de beampten behoorende tot het Collegie van haar Edele Mogende. 1749—1775. Hdschr. 18e eeuw. Magistraten der Steden. 227. Stukken betreffende de vergaderingen van de Magistraten en Gedeputeerden der steden van West-Friesland en het Noorderkwartier. 1590 tot 1788. Een bundel. Rechtsgebied van Hoorn. Daartoe behoorden Dertien dorpen, namelijk Schardam, Mijsen, Beets, Berkhout, Oudendijk, Wadway, Scharwoude, Wognum, Grosthuizen, Zwaag, Avenhorn, Nibbixwoude en Hauwert. Naar het schijnt is Zwaag het eerst (ten onbekenden tijde) met Hoorn vereenigd. In 1408 volgden de dorpen en buurten, te zamen bekend onder den naam van: De Veenhoop, n.1.: Schardam, Beets, Oudendijk, Scharwoude, Grosthuizen, Avenhorn, Mijsen, Berkhout. Eindelijk in 1426 of 1436 Wadway—Wognum, met Nibbixwoude en Hauwert. Pols. West-Friesche Stadrechten I. bi. XLV. Informacie van 1514 blz. 80. 228. Stukken over de jurisdictie. 1579 tot 1791. Een bundel. 229. Uitspraak van het Hof tusschen Hoorn en de dorpen der jurisdictie, waarbij ieders aandeel in de stadslasten ter zake van uitgegeven rentebrieven en liet onderhoud der zeedijken wordt vastgesteld. 1517. Een charter. 230. Uitspraak van den Hoogen Raad in het geding tusschen Hoorn en de dorpen van de Veenhoop over de keuren op maten, den ijk, en nog andere zaken, waarbij de dorpen in het ongelijk worden gesteld. 1622. Een charter. 231. Stukken betreffende dit geding. Twee bundels. Beets. 232. Stukken van het geding tusschen Hoorn en Beets over bijdrage in de stadslasten. 1516—18. Vijf charters. Wadway. 233. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland, waarbij aan de kerk van Wadway eene groote som achterstallige verponding wordt kwijtgescholden en bepaald, dat bij overlijden van den Predikant van Wognum of van Wadway de twee kerken zullen worden vereenigd. 1759. Een charter. Gr. Placaatboek VIII. 407. '234. Octrooi als voren voor de Regenten van Wadway, waarbij aan het dorp wordt kwijtgescholden het te kort, voortspruitende uit verduistering door den collecteur der Gemeenelands middelen. 1760. Een charter. 235. Octrooi als voren, waarbij aan de kerk van Wadway verschillende voorrechten worden verleend tot tegemoetkoming in geldelijke lasten, en het Predikantstraktement verhoogd wordt zoolang de vereeftiging met Wognum niet is tot stand gekomen. 1762. Een charter. Wognum. 236. Die van Wognum cum annexis beloven den thesaurier van Zwieten, de rest van de schuld spoedig te voldoen. 1426. Een charter. Reg. n°. 274. 237. Cornelis Baroen verkoopt Wognum zijn aanspraken op het bodeambt. 1431. Een stuk. Reg. n°. 299. 238. Philips gelast Wognum, Hoorn het hem verschuldigde te betalen ter zake hunner vereeniging. 1436. Een stuk. Reg. n°. 342. 239. Verzoekschrift van Hoorn aan den Raad van Holland, over een geding rakende de parochielanden van Wognum en den overtoom in den Blokdijk. 1469. Twee stukken. Reg. n°. 767 en 768. Met de lastgeving van dien Raad aan Oosterblokker, om den Overtoom te herstellen. 1469. Een charter. Reg. n°. 770. 240. Uitspraak van den Grooten Raad in het geding tusschen Hoorn en Wognum, over het benoemen van Vredemakers, waarbij Wognum in het ongelijk wordt gesteld. 1572. Een charter. Met de stukken betreffende dit geding. Een bundel. 3 Zwaag. 241. Stukken van het geding tusschen Hoorn en Zwaag, over het verkiezen van een Burgemeester en Schepen in de vroedschap van Hoorn. 1506. Zes stukken en een charter. Reg. n°. 1295, 1296, 1310. Nabuurschap van Hoorn. Schellinkhout. 242. Geschil over schot en landerijen, tusschen Hoorn en Schel¬ linkhout. 1454. Twee charters. Reg. n°. 572 en 581. Grootebroek c.a. 243. Handvesten en Privilegiën der Stede Grootebroek, Bovenkarspel, Lutjebroek en Hoogkarspel. Hdschr. 18e eeuw. 4°. 244. Handvesten en Privilegiën der Stede Groote-Broek, BovenKarspel, Lutje-Broek en Hoog-Karspel, Hem en Venhuysen, Schellinkhout, Wijdenesse en Oosterleek, Westwoude, Binnewijsent, Ooster- en W ester-Blokker, Abbekerk, lwisk, Midwoud en Lambertschaag, Spanbroek, Opmeer, Hensbroek en Opdam, Sybecarspel en Benningbroek. Een deel. (Door Juriaan Spruyt.) Poorters van Hoorn. 245. Drie en twintig uitgeweken poorters leggen den eed af. 1480. Een charter. Reg. N3. 925. 246. Weigering van eenige poorters om in gerecht, rijkdom of besloten raad te komen. 1480. Een charter. Reg. N°. 926 en 932. 247. De Schout Jan van Schagen belooft, den rijkdom schadeloos te zullen stellen, ingeval Burgemeesteren en Schepenen in moeilijkheden geraken door hun eed aan zijn plaatsvervanger. 1491. Een stuk. Reg N°. 1099. 248. Stukken over de toelating van poorters. 1552—1729. Een bundel. 249. De Graaf van Waldeck, Pvrmont en Kuilenburg, hand- haaft de Stad Kuilenburg niet langer als vrijplaats. 1664. Een charter. Waarschuwing aan de burgerij van Hoorn. Gedrukt in: Handvesten van Enchuysen, blz. 116. 250. Naamlijst van de voornaamste personen in de wijken der stad Hoorn. Einde 17e eeuw. (Tusschen 1679 en 1699). Een deel. 251. Naamlijst van honderd der voornaamste ingezetenen deiStad Hoorn, die het meest in de belastingen betalen. 1811. Een stuk. Recht van exue. 352. Geding tusschen de Stad Hoorn en Ghijshrecht van Duvenvoirde en Ysselsteyn, over het recht van exue. Met de rekening der kosten van Hoorn. 1506. Twee charters en drie stukken. Reg. n°. 1293, 1294, 1300. 253. Overeenkomsten van Hoorn met de Steden Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam, Arnhem, Delft, Enkhuizen, Gorinchem, Gouda, Haarlem, Middelburg, Monnickendam en Zierikzee over het recht van exue. 1525, 1533,1554,1562,1563,1567, 1728, 1743—1744, 1783, 1788, 1790. Acht charters en vijf stukken. Gedrukt: 1562. In: Handvesten van Enchuysen, blz. 82. 1567. In: Handvesten en Privilegiën der Stad Haerlem, blz. 288. Stedelijke Ambten. 254. Stukken rakende verschillende Stedelijke ambten. 16e eeuw tot 1808. Een bundel. 255. Uitspraak van de Staten van Holland en West-Friesland in een geschil tusschen Hoorn, Edam en Purmerend over een opengevallen plaats in de generaliteits-rekenkamer, die bij de eerstvolgende maal ter begeving aan Hoorn wordt toegewezen. 1661. Een charter. Gedrukt: Handvesten van Enchuysen, blz. 114. Stads-Secretaris en Scholaster. 256. Albrecht geeft het schrijfambacht aan den bastaard van Egmond. 1368. Een charter. Reg. n°. 81. 257. Het Hof wijst het klerkambt en de scholasterij toe aan de stad en bepaalt, dat deze ambten niet zullen begrepen worden onder het vonnis van Albrecht van. Saksen. 1495. Een charter en een stuk. Reg. n°. 1171. 258. Philips de Schoone draagt aan Mertijn Wesekaert het klerkambt en de scholasterij op. 1499. Een stuk. Reg. n°. 1218. 259. Wesekaert verkoopt zijne aanspraken op klerkambt en scholasterij aan de stad. 1499. Een charter. Reg. n°. 1223. 260. Kwitantie van Mertijn Wesekaert voor vier pond, wegens scholasterij en klerkambt. 1499. Een stuk. Reg. n°. 1224. 261. De Stad verhoogt het tractement van haar secretaris Mr. Ghijsbrecht van Naerden met 100 gulden, omdat hij bedankt heeft voor het secretariaat van Amsterdam. 1578. Een charter. Hierbij gevoegd de volgende stukken, welke in deze hebben gediend. Ordonnantiën op het loon van de vier secretarissen van Amsterdam en van dien te Alkmaar. 1513. Twee stukken. Bodeambt. 262. Register van den ontvang wegens het bode-ambt, den tol en het marktgeld. 1506—1546. Een deel. 263. Het bode-ambt wordt voor zes jaren aan de Stad verpacht. 1597—1609. Drie charters. Thesaurier. 264. Stukken betreffende den thesaurier. 1795—1813. Een bundel. 265. Stukken over de stedelijke financiën. 1536 tot 1813. Een bundel. 266. Kwitantiën van: Willem V voor de betaling van het geschonken poortrecht. 1356. Een charter. Reg. n°. 17. 267. Albrecht van Beieren voor breukgeld. 1367—1404. Vier charters. Reg. n°. 28, 84, 86, 118. 268. Willem VI voor morgengeld, bede en sleischat. 1407—1416. Een charter en zeven stukken. Reg. n°. 144, 159, 163, 180, 186, 204, 212, 215. 269. Margaretha voor een geschenk van 100 Fransche kronen. 1407. Een stuk. Reg. n . 146. 270. Johan van Hoey voor een som geld, hem door Willem VI toegewezen. 1412. Een charter. Reg. n°. 176. 271. Oest Petersz. voor ontvangen penningen ten behoeve van 's Graven raad en klerken. 1412. Een stuk. Reg. n°. 179. 272. Willem Eggert voor soldij. 1413. Een stuk. Reg. n°. 185. 273. Willem VI voor soldij. 1413. Een stuk. Reg. n°. 187. 274. Den rentmeester van heer Florys van Alkemade voor huur van een tol. 1418. Een stuk. Reg. n°. 223. 275. Kwitantiën van: Jan van Beieren voor de Vlaamsche schadevergoeding. 1422. Een charter. Reg. n°. 235. 276. Philips van Bourgondië voor boete van Grootebroek. 1427. Een stuk. Reg. n°. 275. 277. Kwitantiën voor de Spaansche schadevergoeding. 1441—1443. Zeven stukken. Reg. n°. 382, 384, 385, 388, 393, 397, 404. 278. De Bisschop van Borglum en andere Denen, verklaren voldaan te zijn door Hoorn en Enkhuizen voor geleden schade in den Oosterschen oorlog. 1446. Een charter. Reg. n°. 423. 279. Kwitantie van: Hans Jute voor schadevergoeding. 1446. Een stuk. Reg. n°. 429. 280. Dirck Boudijnsz. van Zwieten voor geld ten behoeve van de Engelschen, den heer van Lalaing en de leisting van Utrecht. 1447. Een stuk. Reg. n°. 436. 281. Kampen voor schadevergoeding aan poorters. 1447. Een stuk. Reg. n°. 445. 282. Steven Hae wegens Leidsch laken door de Hollandsche steden geschonken aan ridder Bil in Denemarken. 1449. Een charter. Reg. n°. 484. 283. Bremen voor schadevergoeding. 1449. Een stuk. Reg. n°. 491. 284. Stadhouder en Raad voor de onkosten der dagvaart te Calais. 1450. Een stuk. Reg. n°. 497. 285. Guyot van den Zande voor zes saluten. 1450. Een stuk. Reg. n°. 500. "286. t)en klerk van Clais de Vriese voor de penningen ten behoeve van Jan van Aemstel. 1458. Een stuk. Reg. n°. 628. 287. Schuldbekentenis van Hoorn aan den klerk des rentmeesters van Friesland, met kwitantiën voor de terugbetaling. 1472—1474. Twee stukken. Reg. n°. 826, 834, 852. 288. Claes van Assendelft voor eene 'geleende som geld. 1478. Een charter. Reg. n°. 906. 289. Jan van Essche voor eene geleende som geld. 1480. Een charter. Reg. n°. 921. 290. Jan van Essche voor soldij. 1480. Een charter. Reg. n°. 924. 291. Adam Sijsman voor Vs pond, in mindering te brengen aan den Rentmeester-generaal. 1480. Een stuk. Reg. n°. 933. 292. Quaillot voor een gedeelte der boete, volgens vonnis van het Hof. 1481. Een charter. Reg. n°. 965. 293. Maximiliaan voor eene geleende som geld. 1486. Eenstuk. Reg. n°. 1043. 294 Voor de boete van 1492. 1492—1493. Zes stukken. Reg. n°. 1102, 1106, 1108, 1125, 1126, 1139. 295., Jacob van Barry voor zegelrecht, zijn eigen recht en salaris. 1492. Een stuk. Reg. n°. 1121. 296. Jasper de Beauvoir, klerk ter griffie van Holland, voor ontvangen drinkgeld en loon. 1492. Een stuk. Reg. n°. 1122. 297. Kapitein Willem van Schaumburg voor toegelegd geld, omdat hij buiten de stad zou blijven. 1492. Een stuk. Reg. n°. 1120.' 298. Henric van Nyenroede voor een jaar rente. 1495—1498. Vijf stukken. Reg. n°. 1164, 1184, 1196 en 1213. 299. Den kastelein van Hoorn wegens eene bijdrage voor het blokhuis. 1497. Een stuk. Reg. n°. 1182. 300. Den Ontvanger-generaal voor 2800 pond in ruil voor verpande domeinen. 1505. Een charter. Reg. n°. 1285. 301. De Stad Haarlem voor 600 guldens wegens aflossing van een rentebrief op de Waag. 1627. Een charter. 302. Register van ontvang der betaalde pachten, van 20 Juni 1543 tot 20 December 1546. Een deel. 303. Register van de penningen bij den Thesaurier sedert den 25 Mei 1630 ontfangen van des Stadtswegen, soo bij negociatie als uyt handen van de Excijnsmeesteren, collecteurs ende anderen, eenich bewint van Stadts innecomen hebbende, die hij in sijne reeckeninge gehouden is te verantwoorden. Een deel. 304. De Raad van Holland gelast de Stad de accijnsen te heffen volgens aanwijzing van den Hertog. 1473. Een stuk. Reg. n°. 831. 305. Register van de verpachting der Stads-accijnsen van: 1 Juni 1501—1 Februari 16'23. 1 Februari 1624—6 April 1726. Twee deelen. 306. Het Hof vergunt aan Hoorn de bieraccijns te verhoogen voor een termijn van tien jaren. 1563. Een charter. 307. Ontvang van de Stads-accijnsen. 1582—1663. Met eenige accijnsboekjes 16e eeuw. Een bundel. 308. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland, voor het oprichten van eene wisselbank. 1635. Een charter. 309. Register van de verpachting der Stads vaste goederen van 7 Maart 1651 tot 2 Januari 1717. Een deel. 310. Quitantieboek van den Thesaurier der Stadt Hoorn voor so veel deselve eenige gelden ontfangt uyt handen van Burgemeesteren, van 3 Februari 1685—9 April 1721. Na achter toe quitantien van den Ontfanger van de gemeene middelen op dese Stadts. Verpondingh van 11 April 1686 tot 26 Januari 1708. Een deel. 311. Trekking lijst naar de nommers en klassen van de Loterij ten behoeve der Stad Hoorn, ter herstel van derzelver Zeewerken. Volgens Octroy van 14 Maart 1777. Een deel. 312. Trekking-lijst dier Loterij. Eerste klasse. Een deel. 313. Idem. Tweede klasse. Een deel. 314_ Idem. Derde klasse. Een deel. 315. Trekking-lijsten dier Loterij, van de drie klassen gezamenlijk. Een deel. 316. Rekening van die Loterij, afgehoord 14 September 1778. Een deel. 317. Stedelijke lasten. 1524—1809. Waarbij: Octrooi van het Departementaal Bestuur van Holland om wegens geldelijke lasten, gedurende twee jaren zeven stuivers van verschillende gemeenelandsmiddelen te heffen. 1806. Twee bundels. 318. Jaar- en lijfrenten. 1481—1607. Zes charters en acht stukken. Reg. No. 953, 958, 959, 967, 977, 979, 1051, 1127, 1135, 1286. 319. Register van de losrenten ende lijfrenten staende opter Stede van Hoorn, beginnende a°. 1537. Een deel. 320. Register der kapitalen ten lasten de Stad Hoorn. A°. 1764. Een deel. 321. Register van de obligatien ten laste der Stad Hoorn die nog op losrenten zijn loopende tegen 3°/, intrest van 1764—1795. Een deel. 322. Register der certificaten ten laste van de Stad Hoorn rentende 4°/0. 1 September 1808. (1808—1818). Een deel. 323. Register der betaalde interessen van kapitalen ten laste der Stad Hoorn. Van 1795—1800. Een deel. 324. Kwitantiën voor ontvangen renten van kapitalen ten laste der Stad Hoorn, over: 1712—1721. 1756. 1777—1778. 1796. 1797. 1798. 1799. 1800. 1801. 1802. 1803. 1804. 1805. 1806. 1808. 1809. 1810. 1811. Achttien bundels. 325. Verklaringen van personen, die voor gestorte gelden assignaten en recepissen hebben ontvangen. Met lijsten van de namen dier burgers. 1795. Een bundel. 326. Rekeningen wegens proceskosten. Einde 15e eeuw—1721. Een bundel. 327. Onkosten ter zake van bezoeken der Oranje Vorsten. 1586— 1683. Een bundel. 328. Leverantiën ten behoeve van de Stad. 1785—1800. Drie deelen. 329. Leveranciers der Stad Hoorn. 1810. Een deel. 330. Leverantieboek, beginnende 1812. Een deel. 331. Register van de geslagen ordonnantiën op de Stedelijke thesauriers, van: 6 April 1613—16 April 1615. 1 April 1617— 5 October 1618. 6 October 1618—16 April 1620. 13 April 1627—28 Maart 1630. 5 April 1630— 9 Juli 1633. 31 December 1779—27 April 1793. Zes deelen. 332. Uytgift Boeck (van thesauriers) van 1673—1684. Een deel. 333. Memoriaal van den geheelen Ontfangh ende Uytgave (van thesauriers), van 1 April 1683 tot 2 December 1691. Een deel. 334. Memoriaal van Ontvang (van thesauriers) van Juli 1779— Mei 1788. Een deel. 335. Memoriaal van Uitgaaf (van thesauriers), van: Juli 1779—Juni 1788. Mei 1791—December 1795. Februari 1796—December 1802. Januari 1803—December 1808. Januari 1809—December 1810. Vijf deelen. 336. Thesauriersrekening over het jaar: 1615—1616. 1617—1618. 1657. 1666. 1679. 1692—1693. 1695—1696. 1700—1701. 1701—1702. 1702—1703. 1703—1704. 1704—1705. 1705—1706. 1706—1707. 1707—1708. 1708—1709. 1709—1710. 1710—1711. 1711—1712. 1712—1713. 1713—1714. 1714—1715. 1715—1716. 1716—1717. 1717—1718. 1718—1719. 1719—1720. 1720—1721. 1721—1722. 1722—1723. 1723—1724. 1724—1725. 1725—1726. 1726—1727. ') 1728—1729. 1729—1730. 1730—1731. 1731—1732. 1732—1733. 1733—1734. 1734—1735. 1) 1727—1728 ontbreekt. Thesauriersrekening over het jaar: 1735 (April—December). 1736. 1736 (Tweede exempl.). 1736 (Restanten). 1737. 1738. 1739. 1740. 1741. 1742. 1743. 1744. 1745. 1746. 1747. 1748. 1749. Conclusive rekening 1737—1749. 1750. 1751. 1752. 1753. 1754. 1755. 1756. 1757. 1758. 1759. 1760. 1761. 1762. 1763. 1764. 1765. 1766. 1767. 1768. 1769. 1770. 1771. 1772. Conclusive rekening 1772—1773. Juli—December 1773. hesaunersrekening over het jaar: 1774. 1775. 1776. 1777. 1778. 1779. Eerste halfjaar. 1779. Tweede halfjaar. 1779. Tweede halfjaar. (Tweede exera- 1780. [plaar). 1780. Tweede exemplaar. 1781. 1781. Tweede exemplaar. 1782. 1783. 1783. Tweede exemplaar. 1784. 1784. Tweede exemplaar. 1785. 1785. Tweede exemplaar. 1786. 1786. Tweede exemplaar. 1787. 1787. Tweede exemplaar. 1788. Eerste halfjaar. 1788. Tweede halfjaar. 1789. 1790. 1790. Tweede exemplaar. 1791. 1791. Tweede exemplaar. 1792. 1792. Tweede exemplaar. 1793. 1793. Tweede exemplaar. 1794. 1794. Tweede exemplaar. 1795. 1795. Tweede exemplaar. 1795—1796. 1796—1797. 1797—1798. 1798. L798—1799. Thesauriersrekening over het jaar: 1798—1799. Tweede exemplaar. 1799—1800. 1799—1800. Tweede exemplaar. 1800—1801. 1800—1801. Tweede exemplaar. 1801—1802. 1802. 1803. 1803. Tweede exemplaar. 1804. 1805. 1805. Tweede exemplaar. 1806. 1806. Tweede exemplaar. 1807—1808. 1807—1808. Tweede exemplaar. 1808. 1808. Tweede exemplaar. 1809. 1809. Tweede en derde exemplaar. 1810. 1811. (Gedeeltelijk). 1812. 1813. Honderd vijf en vijftig deelen. 337. Compte pour 1'exercise de 1'an. 1811. Een stuk. 338. Compte de caisse. 1811 en 1812. Twee stukken. 339. Borderel op de thesauriersrekening, van: 1688—1689. 1689—1690. 1692—1693. 1693—1694. 1694—1695. 1694—1695. Tweede exemplaar. 1695—1696. 1696—1698. 1700—1701. 1703—1704. - 1703—1704. Tweede exemplaar. 1704—1705. Borderel op de thesauriersrekening, van: 1705—1706. 1705—1706. Tweede exemplaar. 1707—1708. 1709—1710. 1709—1710. Tweede exemplaar. 1711—1712. 1714—1715. 1715—1716. 1716—1717. 1717—1718. 1718—1719. 1719—1720. 1720—1721. 1721—1722. Zes en twintig deelen. 340 Bijlagen tot de thesauriers-rekening: 1626—1790. 1658. 1762. 1763. 1764. 1765. 1766. 1768. 1769. 1770—1778. 1780. 1790. 1791. 1794. 1795. 1797. ' 1800—1805. 1806. 1807. 1808. 1809. 1810. 1811—1813. 1813—1814. Vijf en twintig bundels. 341. Staten der thesaurie. 1804—1808. Een bund Stadslasten. 342. Kohier van poorters, die in de boete moeten bijdragen, waartoe de stad volgens vonnis van het Hof van 9 Augustus is veroordeeld. 1481. Een deel. Reg. n°. 961. 343. Overeenkomst tusschen Burgemeesters en den thesaurier in 's-Gravenhage, over de voldoening van achterstallige schuld. 1482. Een charter. Reg. n°. 972. 344. Het Hof gelast Burgemeesters en eenige poorters hunne bewijsstukken in te dienen, betreffende eene schuldvordering op de Stad Hoorn. 1482. Een charter. Reg. n°. 973. 345. De Stadhouder laat uitgeweken poorters aanmanen, tot betaling der gemeene lasten. 1484. Een charter. Reg. n°. 1029. 346. De Rekenkamer roept verschillende steden en ambtenaren op, tot het doen van rekening en verantwoording. 1487. Een stuk. Reg. n°. 1055. 347. De Stad wordt ontheven van een gedeelte van haar aandeel voor de bewapening van West-Friesland, uit aanmerking van haar voorschot in den Rotterdamschen oorlog. 1489. Een charter. Reg. n°. 1076. 348. Lastgeving van de Landsheeren aan de Ontvangers, om den Ontvanger-Generaal van de espargne en extraordinaris lasten te gehoorzamen. 1490. Een stuk. Reg. n°. 1089. 349. Eenige poorters beloven den Procureur-Generaal hunne schuld te zullen betalen. 1492. Een stuk. Reg. n°. 1123. 350. Het Hof bevestigt de overeenkomst tusschen Hoorn en Alexius Haller (geldschieter in 's-Gravenhage), regelende de betaling van een gedeelte der boete aan den Hertog van Saksen. 1493. Een charter. Reg. n°. 1144. 351. Yoorloopige uitspraak van het Hof in geschillen tusschen Hoorn en den Rentmeester-Generaal, over gemeenelandsomslagen. 1495. Een charter. Reg. n°. 1172. 352. Verzoekschrift van Hoorn aan den Stadhouder Heer Jan, Grave van Egmond, om betaling voor de uitrusting van schepen op de Zuiderzee. Einde 15e eeuw. Een stuk. Reg. n°. 1237. 353. Philips de Schoone geeft voor afbetaling van om zijnentwille verkochte lijfrenten, eenige domeinen in onderpand aan Hoorn. 1505. Een charter. Reg. n°. 1282. 354. Aanteekening der som, die Hoorn schuldig is in den omslag voor de soldij van 300 knechten. 1505. Een stuk. 355. Staat van den omslag der schulden en lasten van het gemeene land, om te slaan St. Jan. 1505.1505. Twee stukken. 356. Burgemeesters teekenen bij notariëele akte appel aan tegen eene aanmaning van den Rentmeester van West-Friesland. 1508. Een charter. Reg. n°. 1324. Beden. 357. Kwitantiën van: Jan van Brabant voor bede. 1418—1420. Vier charters. Reg. N°. 222, 224, 225, 227. 358. Jan van Beieren voor bede en breukgeld. 1420—1424. Vier charters. Reg. n°. 228, 233, 250, 254. 359. Johan van Vyanen voor Jacoba's aandeel in de bede. 1428. Een stuk. Reg. n°. 280. 360. Roelandt van Uytkercke voor bede. 1429 en 1430. Twee stukken. Reg. n°. 286 en 292. 361. De Stad Haarlem voor bede. 1434. Een stuk. Reg. n°. 326. 362. De bede van vijf jaren (1441—1442). Zeven stukken Reg. n°. 379, 381, 383, 390, 391, 398, 399. 363. De bede van zes jaren. 1446—1452. 34 stukken. Reg. n°. 422, 432, 437, 438, 441, 444, 446, 447, 449, 458, 459, 461—465, 467, 469, 482, 486, 487, 494, 501, 503, 510, 511, 513, 519, 520, 524—526, 528, 530. 364. Burgemeester en Waarschappen beloven den rentmeester de achterstallige bede te voldoen. 1449. Een stuk. Reg. n°. 474. 365. Kwitantiën voor de beide beden van tien jaren. 1453—1473. 3 charters en 21 stukken. Reg. n°. 566, 578, 591, 595, 599, 605, 612, 613, 623, 701, 702, 707, 733, 784, 785, 790, 791, 794, 797, 802, 815, 820, 821, 835. 366. Aanschrijving van Clais de Vriese aan 's Hertogen dienaren, om de Hoornsche poorters niet lastig te vallen over bede. (1453). Een stuk. Reg. n°. 567. 367. Processtukken over achterstallige bede van vijf jaren, waarover de Stad ongeveer tien jaren geleden ook reeds dooiden toenmaligen Rentmeester-Generaal Willem Engbrechtsz. was aangesproken (1454—1455). Zes stukken. 368. Philips belooft de door Hoorn geleende som geld in mindering van de tienjarige bede te zullen brengen. 1456. Een charter. Reg. n°. 596. 369. De Groote Raad gelast een onderzoek naar de zeeschade te Hoorn. 1465. Een stuk. Reg. n°. 713. 370. Philips scheldt de stad om de zeeschade, welke haar heeft getroffen, het verschuldigde over drie jaren in de bede kwijt. 1465. Twee stukken. Reg. n°. 717. 371. Kwitantien voor de bede van zes jaren. 1473—1476. 15 stukken. Reg. n". 836, 839, 842-845, 848, 863, 864, 866, 868, 879, 883, 888. 372. Kwitantien van Jan van Essche voor de bede. 1480—1482. 13 stukken. Reg. n°. 927, 929—931, 934, 935, 939, 945— 948, 957, 978. 373. Eenige burgers stellen zich borg voor eene som geld, die de stad aan de landsvrouwe schuldig is. 1481. Drie charters. Reg. n°. 954—956. 374. Aanteekeningen van de sommen, welke Hoorn en de dorpen van den banne schuldig zijn in de bede voor den termijn van St. Jan 1499. Einde 15e eeuw. Twee stukken. 375. Uitspraak van den Grooten Raad tusschen Hoorn met Alkmaar, en Edam over hun aandeel in de beden. 1503. Een stuk. Reg. n°. 1259. 376. Kwitantie van den griffier van Holland voor Hoorn's aandeel in de bede van Edam. 1503. Een charter. Reg. n°. * 1266. 377. Uitspraak van het Hof tusschen Hoorn met Alkmaar, en Edam over hun aandeel in de beden. 1503. Een charter. Reg. n°. 1268. 378. Volmacht van Alkmaar aan Jacob Jacobsz. tot het indienen van eene klacht bij den Keizer over de slechte verdeeling der bede van 200.000 Carolus guldens 1553. Een charter. 4 379. Overeenkomst tusschen Spanbroek, Opmeer, Hoogwoud en Hoorn, over de korting in de bede van de dorpen in den ban van Hoorn wegens zeeschade in de Vier Noorderkoggen. 1505. Een charter. Reg. n°. 1281. Schot. 380. Schotboek van Hoorn en den rechtsban van dien. Omstreeks 1436. Zooals op te maken is uit het watermerk in het papier. 381. Schodt-boeck van de burgeren ende innegesetenen der stadt Hoorn ende dorpen 1478 voor de tweede thienjarige beede, 1479 tot anno 1489 beyde incluz. Rutergeit ende s'Gravenbeede respective. Een deel. 382. Poorters-opgaven wegens het vermogen, tot den aanslag in het Schot voor Hoorn en den rechtsban van dien. Tweede helft 15e eeuw. Ruim 1850 stuks. 383. Anno XV° achtien: dit is dat scot-boeck. Een deel. 384. Fragmenten van schotboeken. 15e eeuw en later. Met eenige stukken over het ontvangen van verschillende middelen. 15e eeuw tot 1794. Een bundel. 385. Philips van Bourgondie maant aan tot betaling van achterstallig schot. 1434 en 1437. Twee stukken. Reg. n°. 321 en 352. 386. Brief van die Stede van Hoirn aan Karstijn Symen Claessoons weduwe, over achterstallig schot van twee jaren. 1484. Een stuk. Reg. n°. 1019. 387. Eenige poorters van Medemblik koopen voor Katrijn Albert Pieterssoons weduwe haar „pontael" van schot. 1484. Een stuk. Reg. n°. 1027. Gemeenelands-middelen. Verponding. 388 Informatie op het stuk der verponding. 1514. Uittreksel voor zooveel Hoorn aangaat. Twee stukken, uit de tweede helft der 16e eeuw. 389. Extract uyt het register van de informatiën gedaen opt stuck van de verpondinghen in Hollant ende West vriesland, inden jare XV° veerthien. Concernerende West-Friesland. Afschrift 18© eeuw door Juriaan Spruyt. 390. Accijnsen, bedrijven en bestaan, alsmede de waardije en huren der landerijen in West Friesland, mitsgaders onkosten der dijken. A°. 1514. Geëxtraheert uyt het register van de informatiën opt stuk van de verpondinge in Holland en West-Friesland inden jare XVc veertien. Afschrift 18e eeuw door Juriaan Spruyt. 391. Uitvoerige verklaring van de Magistraat aan Commissarissen der verponding, aangaande den toestand van de stad. 1518. Een charter. 392. Reeckeninge van Symon Jansz. Pil, collecteur van de verponding voor den jare 1607. Mitsgaders van seeckere restanten van 't heertstedegelt over de jaeren 1600, 1604 en 1606. Een deel. 393. Register van de verpachting der gemeenelandsmiddelen van 1619 tot 1669. Een deel. 394. Verpachting van de gemeenelandsmiddelen. 1619 tot 1746. Een bundel. 395. Rekening van de extra-ordinaris verponding en van den 100" penning over 1689. 1690. 1691. 1692. 1693. 1694. 1695. 1696. 1697. 1698. Tien deelen. 396. Rekening van de extra-ordinaris halve verponding en 200» penning, over 1689. Een deel. 397. Rekening van de extra-ordinaris consenten soo van heele verpondingen als 100e penningen, van 1699, 9 Januari 1700 en 25 Februari 1701. Een deel. 398. Reeckeningh so van den ontfangh der extra-ordinaire verpondingen als 100e penningen, geconsenteert den 13 December 1701 en den 3 Januari 1703. Een deel. 399. Alsvoren, geconsenteert den 18 Januari 1704 en 8 Januari 1705. Een deel. 400. Rekening van de extra-ordinaris consenten zoo van de heele verponding als 100» penning, ten behoeve van de los- en lijfrenten op de Stad Hoorn, den trekweg, St. Pietershof enz., over: 1709—1712. 1713—1714. Twee deelen. 401. Rekening van den ontvang der restanten van extra-ordinaire verpondingen en 100» penning van 1712 incluis, en over: 1712—1713. 1713—1714. 1713—1715. 1713—1716. 1720—1722. Vijf deelen. 402 Lijste van de desperate restanten van de extra-ordinaire verpondingen, tot het jaar 1729 inclusive. Een deel. 403. Rekening van de extra-ordinaris verponding en van den 100» en 200» penning op los- en lijfrenten, over: -,1715. 1717—1719. 1720—1723. 1724—1727. 1728—1731. 1732—1733. Zes deelen. 404 Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland, waarbij de Stad 16855 guldens worden kwijtgescholden voor verponding van eenige perceelen, over de jaren 17o4 tot 175». 1759. Een charter. 405. Landschot en verponding. 1769—1805. Een deel. 406. Liist der restanten van ordinaire en extra-ordinaire verponding, fortificatie- en zeeweringgelden (hier genoemd: een vierde-verhooging) mitsgaders van straat- en brandgelden, welke over de jaren 1777—1779, den 15 Mei 1779 nog moesten inkomen. Een deel. 407. Kohier der verponding over de Stad Hoorn en banne van dien. Tusschen 1806 en 1810. Een deel. 408. Ligger der ordinaire en extra-ordinaire Verponding van de Landerijen en Thuinen, gelegen in de Banne der Stad Hoorn, beginnende met den jare 1784. Een deel. 409. Rekening van ontvang en uitgaaf van het Landschot van den banne van Hoorn. 1795—1821. Twee deelen. 410. Ontvang van de 1000e, 200e, 100e, 50e penningen. 1576 tot 1778. Een bundel. 411. Schatting voor het ambtgeld waarop de „Officien binnen de Stadt Hoorn" gezet zijn. Memorie van de vaste goederen toebehoorende luyden woonachtig buyten de Provincie van Holland ende WestVrieslant. A°. 1667. Persoonen van andere Steden en dorpen overgek(omen) 't sedert den jare 1654 tot den jare 1666. Persoonen bij de Heeren Burgermeesteren op het quohier van den 200» penningh gebracht. Een deel. 412. Rekening van den ontvang van den personeelen 200n penning wegens de ambten en van den reëelen 200n penning der getauxeerde personen, over: 1688. 1689. 1690. 1691. • 1694. 1695. 1696. 1697. 1698—1699. 1700—1701. 1702—1703. 1704—1705. 1706—1707. 1708—1709. 1710—1712. 1713. 16 deelen. 413. Rekening wegens ontvang der restanten van den 20n penning in 1685—1689. Een deel. 414. Register van den ontvang van den reëelen 100 penning wegens de ambten en van den 100» penning der getauxeerde personen, over: 1689. 1690. -1691. 1692. le halfjaar. 1692. 2e 1693. Ie . „ 1693. 2e " „ Zeven deelen. 415. Rekening van den ontvang van den 100" en 200» penning wegens de ambten en van den 100" penning wegens de getauxeerde personen over: 1714. 1715. 1716. 1717. 1718. 1719. 1720. 1721. 1722. Negen deelen. 416. Rekening van den 100" en 200n penning der ambten over 1723—1727. Een deel. 417. Rekening van den ontvang en de uitgaaf wegens den reëelen en personeelen 10()n en 200» penningen over de Stad Hoorn over:' , 1740—1741. 1744—1745. 1746—1747. 1748—1749. 1750—1751. 1752—1753. 1754—1755. 1756—1757. 1758—1759. 1760—1761. 1762—1763. 1764—1765. 1766—1768. 1769—1770. 1771—1772. 1773—1774. 1775—1776. 1777-1778. 1779—1780. 1781—1782. 1783—1784. 1785—1786. 1787—1788. 1789—1790. 1791-1792. 1793—1794. 1795. Zeven en twintig deelen. 418. Rekening van den ontvang der restanten van de heffingen wegens ambten, getauxeerde personen, verponding, 100» en 200n penning, los- en lijfrenten, van: 1698—1712. 1698—1712. Tweede exemplaar. 1713—1715. 1713—1715. Tweede exemplaar. 1713—1717. 1716—1719. 1720—1723. 1723—1725. 1724—1727. Tien dèelen. 1726—1731. 419. Rekening van den ontvang van de ambtgelden over de Stat Hoorn. Extra ordinaris halve verponding, ordinaris Havengeld en extra ordinaris belasting wegens meten van ballast, tachtigsten penning der vaste goederen, uitgaven der lijfrenten, ordonnantiën en assignatiën, over: 1681—1683. 1684—1685. 1685—1686. 1686—1687. 1687—1688. 1688—1689. 1689—1690. 1690—1691. 1691—1692. 1692—1693. 1693—1694. 1694—1695. 1695—1696. 1705. 1706—1707. 1709—1710. 1710—1711. 1711—1712. 1712—1713. 1713—1714. 1714—1715. 1715—1716. 1716—1717. 1717—1718. 1718—1719. 1719—1720. 1720—1721. 1721—1722. 1722—1723. / 1723—1724. 1724—1725. 1725—1726. 1726—1727. 1727—1728. 1728—1729. 1729—1730. 1730—1731. 1731—1732. 1732—1733. 1733—1734. 1734—1735. 1735—1736. 1736—1737. 1737—1738. 1738—1739. 1739—1740. 1740—1741. 1741—1742. 1742—1743. 1743—1744. 1744—1745. / 1745—1746. 1746—1747. 1747. 1748. 1749. 1750. 1751. 1752. 1752. Tweede exempl. 1753. 1753. Tweede exempl. 1754. 1755. 1756. 1757. 1758. • 1759. 1760. 1761. 1762. 1763. 1764. 1765. 1766. 1767. 1768. 1769. 1770. 1771. 1772. 1773. 1774. 1775. 1776. 1777. 1778. 1779. 1780. 1781. 1782. 1783. 1784. 1785. 1786. 1787. 1788. 1789. 1790. 1791. 1792. 1798. 1794. 1795. 1796. 1797. 1798. 1798. Tweede exempl. 1799. 1799. Tweede exempl. 1800. 1800. Tweede exempl. 1801. 1801. Tweede exempl. 1802. 1802. Tweede exempl. 1803. 1803. Tweede exempl. 1804. 1804. Tweede exempl. 1805. 1805. Tweede exempl. 1806. 1806. Tweede exempl. 1807. 1607. Tweede exempl. 1808. 1809. 1809. Tweede exempl. Honderd zeventien deelen. 420. Rekening van de '/* verhooging der ambtgelden 1797. 1798. 1799. 1799. 1800. 1801. 1802. 1803. 1804. 1805. 1806. 1807. 1808. 1809. 1809. 1810. Zestien deelen. 421. Rekening van den 80en penning wegens de verkochte vaste goederen binnen de Stad Hoorn, banne van dien en Dampten, over de jaren: 1676—1695. 1730. 1696. 1731. 1698. 1732. 1699. 1733. 1700. 1734. 1701. 1735. 1703. 1736. 1704. 1737. 1705. 1738. 1706. 1739. 1708. 1740. 1709. 1741. 1710. 1742. 1711. 1743. 1712. 1744. 1713. 1745. 1714. 1746. 1715. 1747. 1716. 1748. 1717. 1749. 1718. 1750. 1719. 1751. Twee deelen. 1721. 1752. „ „ 1722. 1753. „ „ 1723. 1754. 1724. 1755. 1725. 1756. 1727. 1757. 1728. 1758. 1729. 1759. 1760. 1783. 1761. 1784. 1762. 1785. 1763. 1786. 1764. 1787. 1765. 1788. 1766. 1790. 1767. 1791. 1768. 1792. 1769. 1793. 1770. 1794. 1771. 1795. Twee deelen. 1772. 1797. 1773. 1798. Twee deelen. 1774. 1799. „ 1775. 1800. „ 1776. 1801. „ 1777. 1802. „ 1778. 1803. „ 1779. 1804. „ 1780. 1805. „ 1781. 1806. „ 1782. Negen en tachtig deelen. 422. Ontvang van den impost op het Trouwen en Begraven, van: Trouwen. Begeaven. 1695—1702. 1698—1702. 1703—1708. 1703—1708. 1709—1715. 1709—1715. 1716—1720. 1716—1720. 1721—1728. 1721—1728. 1739—1756. 1739—1756. 1757—1776. 1757—1776. 1777—1797. 1777—1797. 1798—1805. 1798—1805. Kladregister 1800—1805. 1800—1805 Kladregister. Tien deelen. 423. Rekening of Staat van ontfang en uitgave der 40e en 80e penningen en de 10e verhoging, alsmede van de middelen op de ongefundeerde processen, mitsgaders van Trouwen en Begraven, van: 1 Januari—31 December 1753. 1 Januari—31 December 1754. Twee deelen. 424. Stukken betreffende den ontvang van den 40» penning. 1636—1695. Een bundel. 425. Korte Staat van den Ontvang van den 20" en 40» penning, klein zegel en kerkelijke goederen over de Steden en Dorpen van West Friesland en het Noorderkwartier. Van 1629—1630,1637—1639,1642—1644,1646—1658,1663— 1665 en 1668—1669. Een bundel. 426. Aanteekenboek over den verkoop van zegels. 1755—1771. Een deel. 427. Rekening van den ontvang der zeven additioneele stuivers op het recht van het klein zegel en op de alienatiën van vaste goederen. Over 1807—1809. Vijf deelen. 428. Tableau van de additioneele stuivers welke uit de middelen te lande zijn ontvangen, over 1809 en 1810. Twee deelen. 429. Staat van den 10», 15» en 20» penning over de zes laatste maanden, alsmede van de 40e en 80e penningen, boeten van ongefundeerde processen, mitsgaders van trouwen en begraven, over: 1755. 1756. 1757. 1758. 1759. 1760. 1761. 1762. 1763. 1764. 17§5. 1766. 1767. 1768. 1769. 1770. 1771. 1772. 1773. 1774. 1775. 1776. 1777. 1778. 1779. 1787. 1788. 1789. 1790. 1791. 1792. 1793. 1794. 1795. Vier en dertig deelen. 430. Staat van den 10n, 15" en 20n penning over de zes laatste maanden, alsmede van de 40e en 80e penningen, boeten van ongefundeerde processen, mitsgaders van trouwen en begraven, alsmede van de belasting op de advertentiën in de nieuwspapieren over het geheele jaar: 1797. 1798. 1799. 1800. 1801. 1802. 1803. 1804. Negen deelen. 1805. 431. Staat van ontfang en uitgave van den 10", 15" en 20n penning met de 10« verhoging der collaterale successien over: 1753—1754. 1° Nov.—30 April. 1754. 1 Mei—31 October. 1754-1755. 1 Nov.-30 April. 1755. 1 Mei—31 October. 17rf> | Dit deel en alle volgenden over het /0 ' I eerste halfjaar. 1757. 1758. 1759. 1760. 1761. Twee deelen. 1762. 1763. 1764. 1765. 1766. 1767. 1768. 1769. 1770. 1771. '1772. 1773. 1774. 1775 1776. 1777. 1778. 1779. 1784. 1788. 1789. 1790. 1791. 1792. 1793. 1794. 1795. 1796. 1797. 1798. Ie halfj. 1799. 2e halfj. 1799. Ie halfj. 1800. 2e halfj. 1800. Ie halfj. 1801. 2e halfj. 1801. Ie halfj. 1802. 2e halfj. 1802. Ie halfj. 1803. 2e halfj. 1803. Ie halfj. 1804. 2e halfj. 1804. Ie halfj. 1805. 2e halfj. 1805. Vijf en vijftig deelen. 432. Suppletoire Staat van de 10e, 15e en 20e penningen 2e halfj. 1805. Een deel. 433. Aangiften van overlijden, voor de successie, over: 1806—1807. 1808—1809. 1810—1811. Generaal register over 1806—1811. Vier deelen. 434. Aanschrijvingen betreffende het recht van successie. 1805 —1811. Een bundel. 435. Staat en verantwoording wegens den ontvang van het recht van successie over de Stad Hoorn en haar rechtsgebied. Van 1806 tot 1811. Een bundel. 436. Patentregister der Stad Hoorn, over: 1806. 1807. 1808. 1809. 1811. 1812. Zes deelen. 437. Rekening van den ontvang der zeven' additioneele stuivers van de belasting op het recht van patent op handel, neringen, beroepen en bedrijven en eenige objecten van weelde of vermaak binnen de Stad Hoorn, Banne van dien en Dampte, over: 1807. (Met bladwijzer). 1808. 1809. Vier deelen. 438. Commissarissen ter Judicature over de Middelen te Lande, in het departement Holland, ressort Hoorn. 1806—1810. Een bundel. 439. Quotisatie van drie millioen. 1808. Een bundel. 440. Verschillende middelen. 1809. Een bundel. Admiraliteit. 441. Aanteekeningen en stukken betreffende de Admiraliteit. 1525—1793. Een bundel. 442. Stukken rakende de marine. Einde 18e eeuw. Een bundel. Bewindhebberen van de Oost-Indische Compagnie ter Kamer Hoorn. 443. Stukken omtrent de Kamer Hoorn van de O. I. C., later: van den Raad der Aziatische Bezittingen. 1603—1802. Een bundel. 444. Overeenkomst tusschen Hoorn en Enkhuizen aangaande het benoemen van een bewindhebber der Oost-Indische Compagnie, Kamer Hoorn, door Alkmaar. 1694. Een stuk. 445. Notulen der Vergaderingen van Participanten van de O. I. C. ter Kamer Hoorn, van 25 Februari 1796 tot 29 Februari 1796. Een deel. Bewindhebberen der geoctroijeerde West-Indische Compagnie. 446. Overeenkomst tusschen Hoorn en Enkhuizen omtrent den ambulatoiren bewindhebber in de West-Indische Compagnie. 1622. Een stuk. Munt. 447. Willem VI sluit een verdrag met de steden van Holland en Zeeland over de munt en den sleischat. 1406. Een charter. Reg. n°. 140. 448. De aartshertogen verleenen de steden van Holland en West-Friesland voorrechten voor lijfrenten, wegens schade door de muntordonnantie van 1489 geleden. 1492. Een charter. Reg. n°. 1130. 5 449. Brief van Maximiliaan of Philips aan Stadhouder en Hof, over eene muntordonnantie. Einde 15e eeuw. West-Friesche Munt. Tijdens de troebelen in de 16e eeuw, toen het Noorder- van het Zuiderkwartier was afgescheiden, kon Noord-Holland geen geld doen slaan in- of bekomen uit 's Lands Munt te Dordrecht. Men begon eene geregelde munt aan te leggen te Hoorn. In 1584 kwamen de Prins en de Staten er wel tegen in verzet, dat, nu de tijden wat geluwd waren, men toch in het Noorden, maar met munten bleef voortgaan. De Regeering van Hoorn legde toen schijnbaar het hoofd in den schoot en beloofde het munten te zullen staken, maar dat was zeker anders bedoeld, want men weet, dat de Munt bleef bestaan, en er in — of omstreeks 1600 eene overeenkomst werd gesloten, dat voortaan Hoorn, Enkhuizen en Medemblik elk op zijne beurt drie achtereenvolgende jaren de Munt (liet Muntbedrijf) in hunne stad zonden hebben. Naderhand is die termijn verlengd tot zeven jaren, in 1666 tot tien jaren. Deze beroemde West-Friesche Munt is blijven bestaan tot het einde van 1806, want alle Munthuizen werden met 1 Januari 1807 opgeheven. 450. Verbond tusschen Hoorn, Enkhuizen en Medemblik tot bescherming van de West-Friesche privilegiën en instandhouding van de munt, 1587. Een charter. Gedrukt: Handvesten van Enchuysen blz. 97. 451. Nadere overeenkomst tusschen Hoorn, Enkhuizen en MedembMlc tot handhaving van de privilegiën van WestFriesland en tot bevestiging van Dr. Franchois Maelson als syndicus. 1589. Twee stukken. Gedrukt; Handvesten van Enchuysen blz. 98 en 99. Handel en Scheepvaart, Nering en Nijverheid. In het algemeen. 452. Handel en scheepvaart. 1548—1807. Een bundel. 453. Nering, marktwezen en nijverheid. 16« eeuw tot 1811. Een bundel. 454. Willem VI gelast den baljuw van Medemblik het goed van Hoornsche poorters te ontkommeren. 1411. Een stuk. Reg. n". 173. 455. Willem VI gelast den tollenaars van Woudrichem en Heusden de Hoornsche poorters ongemoeid te laten. 1412. Een charter. Reg. n". 177. Met vidimus dier akte dooiden Prins van Oranje. 1563. Een charter. 456. Willem VI gelast zijnen tollenaars de Hoornsche poorters ongemoeid te laten. 1415. Een stuk. Reg. n°. 208. 457. Philips van Bourgondië gelast poorters van Hoorn schadevergoeding te geven voor kaperij. 1440. Een stuk. Reg. n°. 376. 458. Over het bezoeken van de markt te Harderwijk en het verbod naar die van Deventer te gaan. 1463. Een charter en twee stukken. Reg. n°. 697—699. 459. Verzoekschrift van Hoorn aan Philips van Bourgondië 'om in te trekken de brieven van merk en arrest (1463). Een stuk. Reg. n°. 703. 460. Overeenkomst tusschen de steden van Holland, WestFriesland en Zutphen over de jaarmarkt aldaar. 1465 Juli 20. Een stuk. 461. Stukken betreffende de aanhouding van een poorter van Deventer ten gevolge van het verbod om handel met die stad te drijven. 1468. Zestien stukken. Reg. n°. 737—745, 763, 764. 462. Aanmaning van den Raad van Holland aan Kampen om met Hoorn de geschillen over bekommering bij te leggen. 1475. Een charter. Reg. n°. 877. 463. Verklaring van verschillende schippers over de betaalde tol te Gouda met opgave van hetgeen de tollenaar, volgens een register van Holland, mag vorderen. Tweede helft 15e eeuw. Een stuk Register van Holland over den tol te Gouda voor het jaar 1339. Afschrift naar een afschrift door Dirc van Swieten gemaakt. Einde 15e eeuw. Een stuk. 464. Lastgeving van den Stadhouder aan schipper Symon Pietersz. om aan Jacob Jansz. Potter van Hoorn, zijn schip en goed terug te geven. 1480. Een charter. Reg. n". 941. 465. Verklaring van Enkhuizen betreffende het loskoopen van een in Hoorn gevangen genomen ossenkoopman. 1499. Een stuk. Reg. n°. 1226. 466. Verklaring van eenige schippers over in 1507 door hen te Gouda betaalden tol. 1508. Een charter. Reg. n°. 1321. 467. Geding van Hoorn tegen den landsheer over het eischen van ankergeld. 1548. Een bundel. 468. Uitspraak van het Hof van Friesland tusschen Harlingen en Hoorn, beide steden gelastende hunne schepen vrij in wederkeerige havens toe te laten. 1552. Een charter. 469. Geding over het paalgeld tusschen Amsterdam, en Enkhuizen met Hoorn. 1551 en 1553. Een charter en een stuk. Paalgeld werd genoemd eene heffing voor het leggen binnen- en buitengaats van tonnen langs het vaarwater van Marsdiep, Vlie en Zuiderzee en het zetten van kapen en vuurbakens op de duinen. Amsterdam had al vroeg op zich genomen daarvoor te zorgen, dewijl het groot belang had bij een veiligen waterweg heen en weer. Maar ook de Friesche kuststeden, Kampen, Hoorn, Enkhuizen, e.a., waren nauw er bij betrokken en zij betaalden dus voor de schepen, welke bij hen thuis behoorden, paalgeld aan Amsterdam: 470. Geding voor den Grooten Raad tusschen Amsterdam en Hoorn, over het paalgeld 1563,1565. Drie charters en een stuk. 471. Betonning en paalgeld. 1560 tot 1687. Een bundel. 472. Overeenkomst tusschen Dordrecht, Haarlem en Gouda, over het schutten in de sluizen van Gouda en Spaarndam. 1598. Een charter. Gedrukt: Handvesten van Enchuysen, bl. 102. 473. Dordrecht verklaart de vaart door de Kil vrij, met enkele uitzonderingen. 1599. Een charter. 474. Geding tusschen Hoorn en Enkhuizen over de versperring van het diep bij Enkhuizen. 1611 tot 1615. Een bundel 475. Slaven in Algiers. 1662 tot 1730. Een bundel. Handel op Oostland. 476. De schadevergoeding van Hamburg aan Hoornsche poorters uit te keeren, wordt vastgesteld. 1403. Een stuk. Reg. n". 113. 477. Philips van Bourgondië neemt maatregelen tegen de kaapvaart. 1438. Een stuk. Reg. n°. 359. 478. Philips verscherpt die maatregelen. 1438. Een stuk. Reg. n°. 360. 479. Philips staat aan Jan Dircxs toe, een gekaapt schip met lading uit Luheck te behouden, mits het niet onder eene bevriende mogendheid behoort. 1441. Een stuk. Reg. n". 387. 480. Philips gelast Burgemeesters en Schepenen te 's-Gravenhage te verschijnen in het geding van Hans Jute. 1442. Een stuk. Reg. n°. 396. 481. Enkhuizen verklaart, dat Meynaert van Hoe ff volgens lastgeving van Philips van Bourgondië een in den Oosterschen oorlog buitgemaakte lading bier, heeft mogen behouden. 1448. Een stuk. Reg. n°. 456. 482. Over de schadevergoeding aan Henric Ramp van Denemarken. 1449—1450. Twee charters en tien stukken. Reg. n°. 470, 472, 475, 477—480, 498, 499. 483. Philips gelast de poorters van Medemblik aan te houden, tot dat de stad haar aandeel in den zoen met Bremen en Denemarken heeft betaald. 1449. Een stuk. Reg. n°. 488. 484. Kampen verklaart, dat de afgevaardigden der Wendische steden, niet op de Pinkster-dagvaart met de Hollanders zijn verschenen. 1454. Een stuk. Reg. n°. 580. 485. Uitspraak van Burgemeesteren en Schepenen van Hoorn in een twist tusschen Claes Heertjesz. en Jan Heynz. over zeevaardige goederen. Met verklaring van poorters van Koningsbergen 1457 en 1458. Twee stukken. Reg. n°. 619. 486. Overeenkomst tusschen Amsterdamsche en Hoornsche schippers om gezamelijk naar Bourgneuf, Branage en naar eenige Oostzeesteden te varen. 1462. Een charter en een stuk. Reg. n°. 669. 487. Geding tusschen de weduwe van Jan Jansz., van Haarlem en Burgemeesteren en Schepenen van Hoorn, over hunne weigering om haar te helpen in beslagleggen op goederen van Holsteinsche onderdanen. 1494—1496. Zes stukken. Reg. n°. 1158, 1160, 1166. 488. Memoriaal concernerende het Tractaat van Spiers A° 1544 ende verscheyden privilegiën Amsterdam ende Hoorn bij de Koningen van Denemarken verleent ende wat verders nopende de tollen in de Orisond tot den jare 1641 ende 1642 is gepasseert. Een deel. 489. Directie van den Oosterschen Handel. 1717 tot 1772. Een bundel. Handel op Engeland. 490. Philips van Bourgondië gelast, Willem Horlbald van NewCastle in vrijheid te stellen. 1452. Een stuk. Reg. nu. 529. 491. Philips belooft eene ordonnantie op de Engelsche lakens te maken. 1452. Een stuk. Reg. n°. 543. 492. Philips gelast de Engelschen aan te houden, tot dat eenige poorters van Hoorn schadevergoeding hebben gekregen voor het nemen van hun schip. 1454. Twee charters. Reg. n°. 570 en 571. 493. Hoorn verzoekt aan stadhouder Gruythuysen verzachting van het verbod tegen de Engelsche lakens. Verwijzing door het Hof naar den Hertog. Tweede verzoekschrift aan stadhouder en raden tot ondersteuning van het verzoek bij den Grooten Raad. 1465. Twee stukken. Reg. n°. 711 en 712. 494. Schadevergoeding aan Willem Baldri c. s. door Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en Brouwershaven te geven wegens het nemen van zijn schip. 1477—1514. Vier charters en vier stukken. Reg.' n". 894, 895, 907, 911, 912, 968, 995, 996, 1372. 495. Over het nemen van het schip van Duncan Rock van Edinburg, door poorters van Hoorn. 1478. Twee charters. Reg. n°. 903 en 908. 496. Over het nemen van het schip van Marten Gerritsz. van Bolsward, geladen met goederen van Edinburgsche kooplieden, door poorters van Hoorn. 1478. Vijf charters en een stuk. Reg. n°. 904, 905, 909, 919, 920. Gilden. 497. Register (der namen) van de Voochden van de respective Gilden binnen der Stede Hoorn, van 1635 tot 1678. Een deel. 498. Gilden-Boek. Bevattende de namen van de Overlieden der Gilden en van eenige Stedelijke Officianten te Hoorn. Aan- vangende A° 1680, voortgezet tot het begin der 19e eeuw. Een deel. 499. Stukken betreffende de verschillende gilden. 16e eeuw—1811. Een bundel. S.S. CüSMAS EN DAMIANUS- OF CHIRURGIJNSGILD. 500. Register der inkomsten en uitgaven van het voormalig Chirurgijnsgild, van: 1803—1820. 1821—1841. Twee deelen. 501. Schuldboek van Jan Rijkwaarts Duyvetter, Chirurgijn te Hoorn, van 5 Maart 1751 tot 25 Juli 1762. Een deel. 502. Patiënten in de Stad Medemblik van Jan Hendriksz. Blok, Chirurgijn te Hoorn, van 2 Januari 1788 tot 13 December 1802. Een deel. 503. Register van geleverde geneesmiddelen door den apotheker Cs Korthals, van: 5 Januari 1783—24 December 1790. 16 Februari 1790—31 Maart 1797. Twee deelen. Glazenmakers- en Verversgild. 504. Het boeck van de Glasemaekers- en Ververs-Gilde te Hoorn, van 14 November 1651 tot . . Januari 1821. Een deel. Goud- en Zilversmidsgild. 505. Keurboek van: 24 Februari 1593—13 November 1743. 18 December 1642—10 Januari 1674, met eenige plakaten voorin. Twee deelen. Kleermakersgild. 506. Kleermakers-Gildeboek, van 1752—1820. Een deel. Koekbakkersgild. 507. Rekeningboek, van 1739—1820. Een deel. Kramersgild. 508. Aanteekenboekje van een koopman in laken en vlas te Hoorn. Midden 15e eeuw blijkens de watermerken. Drie boekjes. 45, 32 en 14 folio's. 509. Winkelboek van Johs Langewagen, in bonte lijnwaden, enz., van: 4 Januari 1790—23 Maart 1792. 22 Mei 1792—23 December 1794. 3 Januari 1795— 7 October 1796. Drie deelen. Kuipersgild. 510. Kuipersgildeboek, bevattende rekening der ontvangsten en uitgaven, namen van Deken en Vinders, van degenen die hun gildepyoef hebben gedaan, enz., van 1617 tot 1811. Een deel. 511. Register der ontvangsten en uitgaven van het gewezen Kuipersgild, van 20 April 1811 tot 2 November 1820. Een deel. St. Severijns- of Linnenlakenweversgild. 512. Voorrechten van St. Severijns- of Linnenlakenweversgild. 1450. Een charter. Reg. n°. 508. St. Viïus- of Snijders- en Droogscheerdersgild. 513. De stad Hoorn verleent voorrechten aan het St. Vitus- of Snijders- en Droogscheerdersgild. 1513. Een charter. Reg. n°. 1363. Lakenkoopers- en Bereidersgild. 514. Ordonnantie op de draperie. Tweede helft 15e eeuw. Een stuk. 515. Register van ontvangsten en uitgaven van het Lakenkoopersen Bereidersgild. 8 Augustus 1651—23 Juni 1717. Een deel. 516. Stukken betreffende het gild, met retroacta. 1579—1802. Een bundel. Manden- en Bezemmakersgild. 517. Register der ontvangsten en uitgaven van het gewezen Mandenmakers- en Bezemmakersgilde, van 20 Augustus 1795 tot 6 Januari 1821. Een deel. Metselaarsgild. 518. Keurboek, van 17 April 1612—16 April 1639. Een register. 519. Metselaars-gildeboek, van 1 Maart 1612—28 Januari 1812. 520. Register van ontvangsten en uitgaven, van: 1 Maart 1612—16 Januari 1781. 2 Februari 1781—- 2 November 1820. Twee deelen. 521. Griet Joris' weduwe verkoopt aan het Metselaarsgild een huis en erf in de Duinsteeg. 1679. Een charter. St. GeErtruida- of Rijnschippersgild. 522. Stichtingsakte van het St. Geertruida- of Schippersgild. 1381. Een stuk. Reg. n°. 36. 523. Keuren, ordonnantiën ende Statuten van 't Rijnschippersgilde binnen de Stadt Hoorn, van 15 April 1531 tot 14 Augustus 1743. Een deel. 524. Keur-Boek, van 15 April 1531 tot 6 Juni 1769. Een deel. 525. Ontfangh- en uytgift-boek, van: 1649—1688. 12 Januari 1689— 3 Januari 1705. 12 Januari 1705—31 December 1724. 10 Januari 1725—30 December 1771. 1 Maart 1772—12 Februari 1796. 13 Februari 1796—30 December 1820. Zes deelen. 526. Memoriael, van: 5 Januari 1650—18 Maart 1778. 1 Januari 1728— 4 Februari 1812. Twee deelen. ScHEEPSTlMMERMANSGILD. 527. Rekeningboek. 1593—1601. Een deel. S.S. Crispijns- en Crispiniaans- of Schoenmakersgild. 528. De stad Hoorn verleent eenige voorrechten aan dit gild. 1484—1509. Twee charters. Reg. n°. 1026 en 1333. St. Christoffels- of Sleepersgild. 529. De stad Hoorn verleent eenige voorrechten aan dit gild. Zonder datum, 15e eeuw. Een stuk. Reg. n°. 1376. Smidsgild. 530. Register der ontvangsten en uitgaven der Smeden, van 4 Februari 1811 tot 1 November 1828. Een deel. 531. Register der ontvangsten en uitgaven der grofsmeden, van 4 Februari 1811 tot 31 December 1821. Een deel. 532. Rekeningboek van Jacobus Bosgra, Mr. Smid, van 1730 —1743. Een deel. Tappersgild. 533. Het boek der uitstaande vorderingen van Pieter Groenewoudt, Flessier te Hoorn, van 31 Juli 1802 tot 25 November 1808. Een deel. St. Josephs- of Timmermansgild. 534. Register der ontvangsten en uitgaven, van 1754 tot 1820. Een deel. visschersgild. 535. Keurboek. 24 November 1702 tot 4 April 1746. Een deel. Stedelijke bezittingen en inkomsten. 536. Stukken betreffende de Stedelijke bezittingen. 1531—1809. Een bundel. 537. Stedelijke bezittingen en inkomsten. In het algemeen. 1407—1656. Zestien charters. Reg. n°. 142 en 181. 538. Roode steen. 1360—1631. Elf charters en drie stukken. Reg. n". 23, 26, 93, 1132—1134, 1161, 1202, 1228, 1244. 539. Kerkstraat, Nieuwstraat, Breestraat, Ramen. 1587—1628. Elf charters. 540. Noord. 1550—1635. Dertien charters. 541. Omtrek Vrouwekerk. 1580—1656. Dertien charters. 542. Omtrek St. Pietersdal. 1519—1641. Twaalf charters. 543. Munnikenveld. 1587. Twintig charters. 544. Noorderpoort en Koepoort. 1549—1636. Twaalf charters. 545. Smerige Horn bij de Westerpoort. 1514—1622. Twaalf charters. Reg. n°. 1369. 546. Westzijde der stad. 1581—1684. Een en twintig charters. 547. Proostensteeg en Kuil. 1582—1657. Achttien charters. 548. Omtrek Haven. 1512—1637. Veertien charters. Reg. n°. 1351. 549. Omtrek Oosterstraat en Gerritsland. 1524—1636. Twaalf charters en een stuk. 550. Omtrek Gravestraat. 1587—1635. Twaalf charters. 551. Buiten de Oosterpoort. 1578—1617. Tien charters. 552. Bezittingen buiten Hoorn. 1579—1682. Vijftien charters. 553. Brieve van decreet van de vercochte goederen van den huyse van Egmont. 16—19 October 1607. Een deel. Waarschijnlijk heeft de Stad Hoorn eenige landerijen uit dezen gesequestreerden boedel gekocht. 554. Broerius van der Velden, burger van Hoorn, gemachtigd door de Committé's van Algemeen Welzijn, Militaire Zaken en Financien, verkoopt aan de stad het huis „de Staaten Poort" voor ƒ4000; uitgezonderd wordt de schilderij voorstellende den Slag van Bossu, welke aan het land in eigendom blijft. 1796. Een charter. 555. De stad bekent schuldig te zijn aan den lande van Holland eene som van ƒ 4000 wegens den koop van het huis, „de Staaten Poort", in de Nieuwstraat. 1796. Een charter. 556. Koning Lodewijk schenkt aan de stad een huis in de Muntstraat en een pakhuis onder de Boompjes. 1810. Een charter. 557. Blaffert van alle de goederen, landen, huyzen, erffpachten, renten, exchijnsen ende andere innecomen der Stede Hoorn. Opgemaakt A" 1628. Een deel. 558. Register van alle dees stadts huysen, packhuysen, erven en wallen midtsgaders erfpachten. Gemaekt in den jaere 1707. Een deel. 559. Rekeningen van het havengeld en van het Rouaansch kaaigeld. 1636, 1640, 1651 -1781, 1783—1801, 1805 en 1806. Twee bundels. 560. Rekeningen van de walhuren. 1652—1668. Een bundel. 561. Register van de ontvangen recognitiën, erfpachten en walhuren van December 1798 tot 1813. Een deel. 562. Rekening van liet lantarengeld. 1705- 1711. Twee deelen. 563. Memorie van restanten van het lantarengeld. 1705—1711. Een deel. 564. Register van de recognitiepenningen van eenige nieuwe getimmerten als huizen, zaagmolens, stallen, pakhuizen en boeten, van: 1752—1778. 1779—1794. Twee deelen. 565 Zoetwatervisscherij. 1574—1671. Een bundel. Stads Werken. 566. De dijkgraaf van West-Friesland geeft verlof tot het leggen van een verlaat in den Oosterdijk binnen de stad. 1443. Een charter. Reg. n°. 405. 567. Lastgeving van stadhouder en raad aan hun deurwaarder, om Jan en Lou Bruynsz. c.s. te dagvaarden in een geding tegen Burgemeesters van Hoorn over een aschhoop. 1559. Een charter. 568. Stukken betreffende de Stadswerken. 1573—1787. Een bundel. 569. Aanteekeningboek van den Opzichter der Stadswerken: Begin 16e eeuw. 1677—1680. 1763—1793. 1794—1821. Vier deelen. 570. Stukken betreffende de haven. 1612—1783. Een bundel. 571. Over het uitdiepen van de buitenhaven. 1839. Een deel. Afkomstig van Jhr. Mr. P. van Akerlaken. 572. Het boek van ontfangen hout, calk en steen, rootsant, schulpsant, wagesmeer en turff: 1759-1776. 1776—1796. ' Twee deelen. 573. Het boek van olie en kaarsen. 1791—1795. Een deel. 574. Aanteekeningen van Jhr. Mr. P. -van Akerlaken, nopens de stadsriolen. Historisch overzicht. Brandweer. 575. Over de brandweer en het blusschen van branden. 16e eeuw— 1775. Een bundel. 576. Indeeling van de poorters voor de brandkwartieren. Einde 15e eeuw. Een deel. Bank van Leening. 577. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland tot oprichting van eene bank van leening, met bevestiging van de daarvoor gemaakte keur. 1635. Een charter. 578. Stukken betreffende de Stads Bank van Leening. 1794 — 1806. Een bundel. 579. Ingekomen stukken bij Commissarissen. 17e—19e eeuw. Een deel. 580. Notulen van Commissarissen: 5 Januari 1857— 7 December 1872. 28 Februari 1873—10 Januari 1886. Twee deelen. 581. Opgenomen kapitalen voor de Bank. 1799—1817. Een deel. 582. Ingebrachte panden: 1882—1883. 1883—1884. Twee deelen. 583. Pandenrol- of Magazijnboek van in de Bank van Leening zich bevindende panden: 1882—1883. 1883—1884. Drie deelen. 584. Geloste panden: 1882—1883. 1883—1884. 1884—1885. Drie deelen. 585. Verkooping van panden. 1881—1885. Een deel. 586. Uitbetaalde overschotten van verkochte panden. 1878— 1885. Een deel. 587. Maandstaten van beleende, geloste en verkochte panden. 1882—1885. Een deel. 588. Maandstaten van de Bank. 1793—1806. Een bundel. 589. Staat van de Bank. 1799—1806. 1806—1810. 1810—1824. 1824—1860. 1860—1868. Vijf deelen. 590. Kasboek. 1821—1868. 1881—1885. Twee deelen. 591. Balansboeken. 1867—1873. 1873—1885. Twee deelen. 592. Rekening-Courant. 1867—1872. 1873—1885. Twee deelen. 593. Rekening van ontvang en uitgaaf. 1793—1799. 1799—1821. Twee deelen. 594. Jaarrekeningen. 1816—1850. 1850—1885. Een deel, een bundel en een portefeuille. Waag. 595. Lastgeving van den Raad van Holland aan Hoorn om de pachtovereenkomst van de Waag, met Willem IJsbrantsz van Velsen, te vernietigen. 1483. Een stuk. Reg. n°. 1002. 596. Verzoekschrift van de Voetboogschutters te Hoorn aan Maximiliaan, om de Waag voor 15 of 16 Jaren van de Stad in pacht te mogen overnemen tegen 67 pond 'sjaars. Met gunstige beschikking, van 1483. Een stuk. Reg. n°. 999. 597. Octrooi der Staten van Holland en West Friesland, waarbij de Waag aan de Stad wordt afgestaan, tegen eene rente van 100 pond 'sjaars. 1602. Een charter. 598. Geding tusschen Hoorn en Schellinkhout over de Waag. 1608. Een bundel. De Stads Watermolens. 599. Over het verbod van Hoorn om buiten de Stad, bij de Ooster Watermolens te tappen. 1536—1543. Negen charters en een stuk. 600. Rekeningen van de Vier (sedert 1726 drie) watermolens beoosten de Stad. 1695—1743. 1743—1797. 1797—1821. Drie deelen. 601. Bijlagen tot de rekeningen. 1742—1801. Twee bundels. Trekvaart tusschen Hoorn en Alkmaar. 602. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland voor Alkmaar en Hoorn tot het onteigenen van landerijen ten behoeve van de trekvaart. 1658. Een charter. 603. In een geschil tusschen Hoorn en Alkmaar over het trekpad, gelast het Hof van Holland, de gegijzelde afgevaardigden van Alkmaar in gijzeling te houden, tot het vonnis van 31 Juli 1669 over de onkosten van het pad, is ten uitvoer gelegd. 1676. Een charter. 604. Het Hof van Holland verklaart in een geschil tusschen Alkmaar en Hoorn dat de gegijzelden zich na Paschen wederom in gijzeling moeten begeven, en wel tot zoolang zij aan het vonnis van het Hof hebben voldaan. 1677. Een charter. 605. Volgens vonnis van het Hof van 2 Maart 1682 wordt Cornelis van Heymenbergh te Alkmaar gelast, ter inzage te geven, de bescheiden betreffende de trekvaart van Alkmaar naar Hoorn, afkomstig van zijn overleden broeder .Jan van Heymenbergh. Een charter en een stuk. 606. Uitspraak van den Hoogen Raad in het geding tusschen Alkmaar en Hoorn, over de trekvaart. 1682. Een charter. 607. Resolutieboek van commissarissen der trekvaart 1674—1767. Een deel. 608. Ligger der lijfrenten ten laste van den trekweg. 1661—1684. Een deel. 609. Rekening van wege de Stad Hoorn ter zake van den weg en de Vaart tusschen de Steden Alkmaar en Hoorn, 1661—1663. Een deel. 610. Rekeningen van de trekvaart. 1661—1677. Een deel. 611. Bijlagen tot deze rekeningen. Een bundel. 612. .Stukken betreffende de trekvaart. 1660—1692. Een bundel. Wegen en Vaarten tusschen de Vijf (later Zes) Noordhollandsche Steden. 613. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland voor Amsterdam, Hoorn, Edam, Monnikendam en Purmerend tot het maken van eene trekvaart. 1660. Een charter. 614. Resolutiën van Commissarissen over de wegen en vaarten tusschen de Vijf Noordhollandsche Steden Amsterdam, Hoorn, Edam, Monnikendam en Purmerend, van: 1660—1704 1705—1760 1761—1788 1788-1804 1804—1816 1817—1819 1819 — 1825 met Enkhuizen, de Zesde, er bijgekomen Stad. Zes deelen. 615. Octrooi en korte inhoud dier resolutiën. 1660—1794. Een deel. 616. Korte inhoud der resolutieboeken van Commissarissen. 1660—1760. Een deel. 617. Bijlagen tot de resolutiën van Commissarissen. 1660 —1813. Twee bundels. 618. Trekweg-Boek over de Vijf Steden (behelzende beknopte aanteekeningen omtrent de ontvangsten en uitgaven). 1674— 1683. Een deel. 619. Rekeningen gehouden door de Stad Amsterdam, van: 1660—1690. Een deel. 1787—1811. Een bundel. 620. Rekeningen gehouden door de Stad Hoorn van: 1662—1672. Een deel. 1795.1 1804—1811. Een bundel. 1815—1820. | Bij enkele rekeningen zijn de bescheiden gevoegd. 6 621. Rekeningen gehouden door de Stad Edam, van: 1661—1690. Een deel. 1787—1811. Een bundel. 622. Rekeningen gehouden door de Stad Monnikendam, van: 1661—1690. Een deel. 1787—1811. Een bundel. 623. Rekeningen gehouden door de Stad Purmerend, van: 1660—1690. Een deel. 1787—1811. Een bundel. Rijweg en Wagenveer tusschen Hoorn en Enkhuizen. 624. Stukken aangaande dien rijweg en het wagenveer. 1673 1782. Een bundel. 625. Rekeningboek ter zelfder zake van: 1710—1736. 1748—1772. 1787—1799. Drie deelen. 626. Losse rekeningen, over 1790, 1793 en 1794. Een bundel. Rijweg van Benningbroeker-Huizen naar Wijzend. 627. Kwitantie van de stede Benningbroek voor het maken van den nieuwen rijweg van Benningbroeker-Huizen tot den ouden rijweg achter Wijzend. 1594. Een charter. Straatweg van Hoorn naar Aartswoud. 628. Over de verlenging der Ringsloot tot Hoorn en Straatweg van Hoorn naar Aartswoud. 1825—1830. Een deel. Afkomstig van Jhr. Mr. P. van Akerlaken. Krijgszaken. 629. Levering van schepen door Hoorn, Enkhuizen, Monnikendam en Edam, voor den overtocht van den Engelschen Koning naar Normandije. 1475. Twee stukken. Reg. n°. 869 en 871. 630. Beperking van geweldadigheden der bezetting tegen de stad. 1482. Drie charters. Reg. n°. 988, 989, 992. 631. Beperking van geweldadigheden der omliggende bevolking tegen de stad. 1482. Twee charters. Reg. n°. 990 en 993. 632. Lijst van poorters, die den kapitein en zijnen knechten geld schuldig zijn. Omstreeks 1490. Een stuk. Cornelis Claesz., Burgemeester, wiens naam genoemd wordt, vervulde dat ambt in 1490, 1491 en 1494. 633. Aanstelling van Jan van Schagen tot kapitein en Jan Allairtsz. met zeven anderen, tot hoofdlieden van Hoorn. 1491. Een charter. Reg. n°. 1098. 634. Ordonnantie van stadhouder en raden, kastelein en kapitein van Hoorn, op de fortificatie der stad. 1491. Eenstuk. 635. Lastgeving van het Hof aan den kapitein van het blokhuis, tot afgifte van een onderschepten brief. 1496. Een charter. Reg. n°. 1174. 636. Vonnis van het Hof waarbij de stad, in een geding met den stadhouder, wordt veroordeeld tot betaling van 350 pond voor onderhoud van het blokhuis. 1497. Een charter. Reg. n°. 1183. 637. Rekening van hetgeen ter zake van den krijg is uitgegeven, in: 1572. 1573—1574. Twee deelen. 638. Aanteekening betreffende het geschut der stad. Einde 15e eeuw. Een stuk. 639. Convooien en licenten. 1573—1726. Een bundel. 640. Rekening van de convooien en licenten te Medemblik. 1712. Een deel. 641. Last- en veilgeld. 1631—1731. Een bundel. 642. Register van ontvang van het last- en veilgeld ten comptoire der convooien te Hoorn, over 1722. Een deel. 643. Register van het verhoogd last- en veilgeld, ten kantore Medemblik, over 1704. Een deel. 644. Register van het verhoogd last- en veilgeld, ten kantore Purmerend. 18e eeuw. Een deel. 645. Idem als voren, ten kantore Edam. 18e eeuw. Een deel. 646. Memorie van de gevangenen in Frankrijk. 1688—1689. Een deel. 647. Briefjes gegeven door Fransche Officieren en Oversten, tot waarborg voor inkoopen door hunne onderhebbende manschappen. A°. 1795. Een bundel. 648. Begister van de militaire fournitures, verstrekt door het Comité van krijgszaken. 1797—1802. Een deel. 649. Stukken betreffende krijgszaken. 16e eeuw tot 1813. Een bundel. 650. Rekening wegens krijgszaken. 1804—1815. Een deel. Schutterij. De stad Hoorn kocht in 1527 van St. Marien convent een stuk grond, tot oefeningsterrein van haar gewapende burgers, voor Doelen". Daaronder moet men echter niet dadelijk verstaan een gebouw voor samenkomst van schutters, wat naar ons spraakgebruik er door wordt aangeduid, maar slechts eene Schietbaan zooals de oorspronkelijke, oude beteekenis was. In 1585 werd er voor de Oude Schutters het St. Joris Doelhuis op gebouwd. In 1614 voor de Jonge S' hutlers. de Boogschieters, het St. Sebastiaans Doelhuis. Deze twee afdeelingen waren door een muur gescheiden en hadden ieder een eigen ingang aan de Vest met de afbeeldingen van hare patroons er boven, thans nog aanwezig en in 1909 geheel hersteld. Oude Schutters. 651. Aanstelling van eenige schutters. 1481. Een charter. Reg. n°. 964. 652. Raden van het Hof van Holland wijzen in een geschil tusschen de oude voetboogschutters en St. Marien convent, aan eerstgenoemden toe een stuk grond voor hun Doelen naast den Kolveniersdoelen. 1524. Een charter. 653 St. Marien convent verkoopt aan Burgemeesteren grond voor den Doelen der oude schutters. Met aangehechte goedkeuring van den pater-generaal. 1527. Twee charters. 654. Willem Jansz. c. s. verkoopen aan de stad een erf voor den Ouden Schutters Doelen. 1527. Een charter. 655. Afschrift van de akten N°. 652—654. 656. Simon Timan Melisz. verkoopt aan Cornelis Jacobsz. een boomgaard en woning, naast den Ouden Schuttersdoelen. 1566. Een charter. 657. Wijbrant Claesz. c. s. verkoopen aan de Oude Schutters een half huis naast hun Doelen. 1530. Een charter. 658. Jan Jansz. bekent schuldig te zijn aan de Oude en aan de Jonge Schutterij eene rente van 15 gulden 16 stuivers 's jaars, voor kusting van een erfje bij de Haven. 1577. Een charter. 659. Gerrit Jansz. bekent schuldig te zijn aan de Oude- en aan de Jonge Schutterij eene rente van 12 gulden 's jaars, voor kusting van een erfje bij de Haven. 1586. Een charter. 660. Hoofdluiden van de Jonge Schutterij verkoopen aan de Oude Schutterij den aangehechten rentebrief van 1586. 1587. Twee charters. 661. Jan Thijsz. Joncker c. s. verkoopen aan de Oude Schutterij een huis en erf aan de Turfhaven. 1666. Een charter. 662. Resolutieboek van den Ouden Doelen L1' B, benevens Aanteekeningen van den Uytkoop en Maandgelden der Mennoniten, beginnende met den jare 1673. Een deel. 663. Resolutien zoo generaal als particulier behorende tot den Ouden Doelen, begonnen met 1744 en eyndigende met 1769. Gemerkt C. Beginnende met Maart 1769. Gemerkt D. Twee deelen. 664. Ontfanch ende uytgiftboeck van den Ouden Schutters Doelen, van: 1630—1682. 1683—1779. Twee deelen. 665. Staet-boeck van den Ouden Schutters Doelen (Kapitaal). Aangelegd in 1682. Een deel. 666. Schutters- en Burger-Vaandels. De Naamen van de He" Capiteynen, Luytenanten, Sous-Luytenanten, Vaendrigs, Sergeanten, Rotmeesters en Tamboers van den Ouden Doelen binnen Hoorn. Als ook de Huurwakers. Van 1 Januari 1749—1794. Een deel. Jonge Schuttkks. 667. Uitspraak van het Hof in een geding tusschen Rippert Harkez, en Koning en hoofdmannen van de Jonge Schutterij. 1550. Twee charters. 668. Koning en hoofdlieden van de Jonge Schutterij sluiten eene overeenkomst met Pieter Pietersz. over het bouwer* van een Doelhuis in den Jongen Schuttersdoel hof. 1564. Een charter. 669. Stukken betreffende het bouwen en bewonen van het Doelhuis van de Jonge Schutterij. 1564 en 1568. Twee charters. 670. Aan Jan Gornelis wordt het Doelhuis van de Jonge Schutterij toegewezen. 1570. Een charter. 671. Burgemeesteren en Schepenen doen uitspraak in eene twist tusschen de kapiteins van de Jonge Schutterij en Jan Maertsz. Walraven over eene erfscheiding. 1615. Een charter. 672. Jan Fredrick Conta verkoopt aan de kapiteins van den Nieuwen Schuttersdoelen een perceel in de Bogaardsteeg. 1761. Met retroacta van 1730. Drie charters. 673. Memoriael-Boeck, concerneerende den Nieuwen Schuttersdoelen wegens uytkoopen der Mennoniten etc. A°. 1694 —1775. Een deel. 674. Mennoniten- en Uitkopers-Boekje; omstreeks 1794. Een deel. 675. Kapitael-, Ontfang- en Uytgaef Boeck, van den Nieuwen Doelen, van: 1694—1765. 1767—1779. Twee deelen. 676. Naam-Rolle van de vier Compagnien Burgers, als Schutters bescheyden in d'Nieuwe Doelen tot Hoorn sooals deselve op pmo May 1700 onder de Capiteynen en Vaandels verdeelt zijn geworden. Een deel. 677. Namen der Schutters zedert den Jare 1705 tot het jaar 1794. Twee deelen. 678. Namen der Officieren en Onderofficieren tot de Nieuwe Doelen behorende, ook der tamboers en der huurwaakers. Ook der 4 Wijken. Van 1711—1794. Een deel. De Oude en de Jonge Schutters. 679. Ordonnantie van Burgemeesteren voor beide Schutterijen op den hantopslag. 1576. Een charter. 680. Overeenkomst tusschen de hoofdlieden van de Oude en Jonge Schutterij over de verdeeling. van uitkooppenningen • en boeten. 1592. Een stuk. 681. Burgemeèsteren en vroedschappen vervangen de hoofdluiden en kapiteins der beide schutterijen door andere personen. 1607. Een charter. 682. Beschikking nopens het maandgeld van de kapiteins deibeide Schutterijen. 1627. Een charter. 683. Resolutiën genomen bij de Cappiteynen van de Ouderen Jonge Schutters-Doelen, van 14 Juni 1659 tot 16 Juni 1770. Resolutiën genomen bij de Heeren Capiteynen van de Nieuwe Schutters-Doelen van 10 September 1715 tot 11 Februari 1771. Een deel. 684. Resolutieboek van de Capitijnen van de Oude en Nieuwe Doelen van 26 Februari 1771 tot 30 Januari 1779. Een deel. De twee Doelens vereenigd. 685. Register van de vijftig portiën in de Negotiatie opaccresseerende lijfrenten ten behoeve van de gecombineerde Schuttersdoelens binnen de Stad Hoorn. Aangelegd 15 Augustus 1779. Een deel. 686. Resolutieboek van de gecombineerde Oude en Nieuwe Doelens van: 1779—1789. 1789—1795. Drie deelen. 687. Register of korte inhoud der Resolutiën van de Gecombineerde Oude en Nieuwe Doelens te Hoorn, beginnende 30 Januari 1779, eindigende 4 Februarij 1789. Een deel. 688. Register van Ontfang en Uitgaaff van de gecombineerde Oude en Nieuwe Doelens, van 1 Januari 1779 tot 31 December 1812. Een deel. 689. Bijlagen tot de rekening. 1796—1813. Een bundel. 690. Register van de gedimitteerde Opper- en Onderofficieren en Schuttere en derzelver contributiën ten behoeve van de Doelens Kasse. 1788—1794. Een deel. 691. Moses Cohen verkoopt aan de commissie van den voormaligen Schuttersdoelen een huis en erf op de Turfhaven. 1805. Een charter. 692. Verkoopakte van een lijfrentebrief op den Doelen aan Willem Nicolaas van Foreest, die dezen het volgende jaar weer aan den Doelen overdraagt. 1805. Een charter. 693. Stukken betreffende de Schutterij in het algemeen. 1571 tot 1794. Een bundel. Krijgsraad van de Gewapende Burgermacht. 694. Resolutiën van den Krijgsraad der Gewapende Burgermagt van 1795, het eerste jaar der Bataafsche vrijheid, tot 1797. Een deel. 695. Stukken behoorende bij de Resolutiën van den Krijgsraad der Gewapende Burgermagt. 1795—1797, 1799—1805. Twee deelen. 696. Register bevattende aanteekeningen omtrent de geweren, sabels en patronen, verstrekt aan de Gewapende Burgermagt. Einde 18e eeuw. Twee deelen. 697. Stukken betreffende den krijgsraad van de Gewapende Burgermacht. 1795—1811. Een bundel. Kerkelijke zaken, kerken. Algemeen. 698. Akten van verkoop en verhuring van land onder Abbekerk tusschen een poorter aldaar en Willem Eggert, Heer tot Purmerend, ten behoeve eener vicarie in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. 1414—1415. Afschrift 16e eeuw. Een stuk. Reg. n°. 198,199, 205, 206. 699. Uitspraak van den deken van West-Friesland in het geding tusschen den koster en de Raden der stad, over de inkomsten van de kosterij. 1425. Een charter. Reg. n°. 259. 700. Philips van Bourgondië gelast, Mr. Pieker Milet als proost van West-Friesland aan te nemen. 1449. Een stuk. Reg. n°. 476. 701. De Groote Raad gelast de stad Hoorn, Mr. Pieter Milet als proost- en Heer Jan Goijer, cureit van Wognum, als deken van West-Friesland te erkennen. 1452. Een stuk. Reg. n°. 539. 702. Namens den Landsheer wordt het beheer van verschillende geestelijke goederen nabij de stad Hoorn gelegen, door Jan Everdey aan Burgemeesteren en Schepenen van Hoorn opgedragen. 1475. Een stuk. Reg. n°. 872. 703. President en Raden des Hertogen bevelen den beheerders der dekanye van West Friesland, af te zien van het belasten van precarien onder hun dekanaat, toebehoorende den biechtvader en andere kapelaans van den Hertog. 1476. Een stuk. Reg. n°. 880. 704. Het interdict over gewijde plaatsen en de ban over verschillende personen wegens bloedvergieten bij de inneming der stad, wordt door den deken van West-Friesland opgeheven. 1482. Een charter. Reg. n . 994. 705. Brief van Hoorn aan Heer Frederik Jansz., deken van West-Friesland, over een oploop op Palm-avond. Tweede helft 15e eeuw. Een stuk. Reg. n°. 878. 706. Vrijgeleide voor allen, die trekken naar Brugge en elders, om te verdienen de aflaten van wege den bisschop van Doornik verleend ter gelegenheid van het jubeljaar. 1501. Een charter. Reg. n°. 1242. 707. Stukken van het geding tusschen Mr. Petrus Ruych, pastoor van Nieuwe Niedorp en deken van West-Friesland en de ^ parochianen aldaar, over zijne inkomsten. 1526—1536. Een bundel. 708. Verklaring der liturgie van de mis. Zestiende eeuw. 14 blz. 12°. 709. Stukken betreffende kerkelijke zaken in het algemeen. 15e—19e eeuw. Een bundel. Parochiekerk. Omstreeks het jaar 1323 werd te Hoorn eene kerk gesticht, van hout opgetrokken en niet riet gedekt, waarvan St. Cyriacus tot patroon werd gekozen. Zij werd door brand vernield A° 1328, maar na geruimen tijd bouwde men eene andere kerk, eveneens van hout en riet, welke in 1370 werd gewijd en toen S.S. Cyriacus en Johannes den Dooper tot Patroons kreeg. De toevoeging van Scharwoude aan de parochie van Hoorn, A° 1395 moet aan de Parochiekerk aldaar veel goed hebben gedaan. In de 14e eeuw en tot het jaar 1500 werd de kerk, bij gedeelten, in steen opgetrokken. 710. Albrecbt van Beieren brengt Scharwoude onder de parochie van Hoorn. 1395. Een charter. Reg. n°. 70. 711. De cureit van Hoorn bevestigt die vereeniging. 1395. Een charter. Reg. n°. 71. 712. Ook de proost van West-Friesland. 1395. Een charter. Reg. n°. 73. 713. Vergunning van den bisschop van Belley (in Bourgondië) namens het concilie van Basel, om in de Parochiekerk missen te lezen vóór het aanbreken van den dag. 1447. Een charter. Reg. n°. 448. 714. Ysbrant van Alckemade schenkt aan de Parochiekerk alle gewichten, zooals men die in de Waag gebruikt. 1458. Een charter. Reg. n°. 624. 715. Kerkmeesters sluiten eene overeenkomst met Jan Pietersz. van Gisp, aangaande het maken der tafel van het hoogaltaar. 1493. Een stuk. Reg. n°. 1146. 716. Meester Jacob door fabriekmeesters aangesteld tot steenhouwer van de kerk. 1500. Een stuk. Reg. n°. 1231. 717. Catalogus Librorum publicorum quorum custodia atq. cura commissa est D.D. Aedituis Fani olim Cyriaco, postmodum etiam D. Joan. Baptistae simul et soli dedicati. Alle de namen der Kerkmeesteren, die oit binnen de Stadt Hoorn sijn geweest, volgens de outste Memorien, daeralï in 't Electie-boeck aengetekent ende van tijdt^tot tijdt consequentelijck geënregistreert. Van 1529—1778. Hdschr. 17e eeuw, later bijgeschreven. Een deel. 718. Dit boeck hoert toe die fabrijck ende kerckmeesters der Prochikercke van Hoern. Einde 15e—begin 16e eeuw. Twee deelen. Handelt over de bezittingen, inkomsten en uitgaven. 719. Register van de Oud-Eygens ende Erfpagten, Huysen, mitsgaders wallen, afgecomen van de Kerk en Armen ende door ordre van de Heeren Burgemeesteren volgens resolutie van de Vroetschappen in dato den 10 Februari 1669 toegevoegt aan de Parochiekerk binnen de Stad Hoorn. Een register. 720. Financiën in het algemeen. 1894—1620. 18 charters en 6 stukken. Reg. n°. 69, 333, 466, 502, 643, 651, 696, 754, 818, 997, 1058, 1185, 1246. 721. Financiën, kwitantiën van lijfrenten enz. Begin 16e eeuw tot 1655. Een bundel. 722. Bezittingen onder Hoorn. 1417—1527. 12 charters. Reg. n°. 218, 269, 317, 424, 568, 582, 598, 756, 1187. 723. Kerkstraat, Pieterseliesteeg, Gerritsland, Oosterstraat. 1381 —1530. 20 charters. Reg. n°. 27, 37, 45, 59, 60, 64—66, 79, 80, 85, 203, 667, 951, 1299, 1342. 724. Gouw, Noorderstraat, Keern, Koepoort. 1423—1550. 14 charters. Reg. nD. 245, 246, 586, 602, 616, 642, 772, 832, 1008, 1247, 1314, 1327. 725. Bezittingen buiten Hoorn. 1396—1603. 12 charters. Reg. n°. 75, 202, 334, 415, 614, 615, 718, 810, 824, 1033, 1227. 726. Ooster- en Westerblokker. 1389—1606. 24 charters. Reg. n°. 56, 426, 451, 562, 610, 632, 652, 653, 655, 657, 1175, 1176, 1221, 1337, 1358. 727. Wognum. 1446—1561. 7 charters. Reg. n°. 421, 1152, 1157, 1191, 1256, 1263. 728. Zwaag. 1423—1606. 14 charters. Reg. n°. 242, 600, 647, 1129, 1148, 1149, 1153, 1165, 1167, 1178, 1315, 1332. VlCARIËN IN DE PAROCHIEKERK. Eene lijst van de vicariën in de Parochiekerk te Hoorn ten jare 1571, komt voor in de: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem. Deel IX blz. 139. Daaruit blijkt, dat er destijds de volgende altaren waren, van de heiligen: Apolonia, Catharina, Cnnera, Cyriacus. Drie Koningen, Emerentiana, Lucas, Maria, Petrus en Paulus; dus negen. Het altaar van St. Jan den Dooper was het zelfde als dat van de H. Maria. Ook St. Jacob wordt er meermalen genoemd. 729. Willem VI schenkt aan de stad Hoorn de collatie der Maria-vicarie in de Parochiekerk. 1414. Een charter. Reg. n°. 197. 730. Heer Gael Jansz. c.s. geven eenige beloften aangaande de bediening der stads-vicarie. 1452. Een charter. Reg. n°. 531. 731. De verwanten van Heer Baertout Sytsz. stellen zich borg voor de bediening der stads-vicarie. 1475. Een charter. Reg. n°. 876. 732. De verwanten van Heer Geryt Gerbrandsz. stellen zich borg voor de bediening der stads-vicarie. 1503. Een charter. Reg. n°. 1257. 733. De verwanten van Heer Willem Bartelmeusz. stellen zich borg voor de bediening der stads-vicarie. 1525. Een charter. 734. Mr. Frederick Pietersz. van Mijsen, priester en licentiaat in de beide rechten, sticht eene. vicarie op het LieveVrouwe-altaar in de stadskapel (ter Parochiekerke) en regelt de bediening er van. 1515—1530. Vijf charters en zes stukken. 735. Kathrijn Claes Evertsz- weduwe, sticht eene vicarie op het hoogaltaar. 1499. Een charter. Reg. n°. 1214. 736. De in 1428 gestichte Gerijtgen's-Papenvicarie op het altaar van St. Jan den Dooper en St. Jacob. 1408—1517. Zes charters. Reg. n°. 155, 281, 343, 753, 1330, 1331, 1364. 737. Claes van Beerhem en zijne kinderen stichten eene vicarie op het altaar van St. Maria en St. Jan den Dooper, onder den preekstoel, en regelen de bediening er van. 1460— 1506. Drie charters en een stuk. Reg. n°. 644, 645, 1255, 1307—1309. 738. Verkoopakten, en stukken van een rechtsgeding, betreffende de vicarie van Claes van Beerhem c.s. gevoerd door den Burgemeester van Hoorn, als collator, tegen den rentmeester van West-Friesland. 1460—1512. Afschriften, ten deele onvolledig, in zes bladen. Begin 16e eeuw. 739. Heer Jodocus Claesz. sticht de St. Barbara-vicarie en vereenigt haar met die van St. Jan den Dooper en St. Jacob. 15ï2—1519. Drie charters en een stuk. Reg. n°. 1352,1353, 1355. 740. Stichting, bevestiging en bediening eener vicarie op een altaar bij de zuiderdeur der Parochiekerk, door Ripprant Jansz. en zijne vrouw, met Claes Claesz. en zijne vrouw. 1440. Een stuk. Reg. n°. 374 en 523. 741. Jacop Bertoldsz. bespreekt aan de kerkarmen verschillende inkomsten, en sticht eene vicarie. 1443. Een charter. Reg. n°. 407. 742. Albert Jansz. en zijne vrouw schenken land aan de kerkarmen en stichten eene vicarie. 1445. Een charter Reg. n°. 417. 743. Geertruyt Dirck Vrericsz.- weduwe wijst aan voor de twee missen.'welke zij met drie andere missen tot één officium heeft gemaakt, eene jaarrente van drie gulden achttien penningen uit een stuk bouwland onder Wognum. 1519. Een charter. 744. Jan Heesz., doctor in de medicijnen en kanunnik deiKathedraal van Kamerijk, sticht eene vicarie. 1531. 1538. Vijf charters. 745. De deken van West Friesland, Mr. Petrus Ruych, vergunt aan de patroons van twee vicariën in de Parochiekerk, gesticht door wijlen Mr. Otto Roelofsz., deken, met goedvinden van de bezitters te verkoopen, een stuk land groot 21 /2 morgen, genaamd Eikentuin, onder Westerblokker, en een huis bij het kerkhof van Schellinkhout. 1537. Een stuk. Notarieel afschrift eener akte uit hetzelfde jaar. 746. Ellert Gerritsz. verkoopt aan de bezitters van twee vicariën door wijlen Mr. Otto in de Parochiekerk op het altaar van St. Emerentiana gesticht, eene rente van negen gulden 's jaars, waarvoor verbonden wordt zijn huis en erf aan de noordzijde van de Oosterstraat. 1568. Afschrift. Een stuk. De Zeven Getijden, „die dagelijks gezongen werden binnen de Parochiekerk van Hoorn". Getijden waren gedeelten van een dag gerekend van 's morgens 3 tot 's avonds 6 uren. Deze 15 uren werden in zeven ongeveer gelijke gedeelten gescheiden, die in de sprake der kerk de namen droegen van: Matutina, Prima, Tertia, Sexta, Nona, Vespera en Completorium. Bij den aanvang van elk, werden telkens, naar gelang de dag begon, voortging of ten einde liep, voor de zielerust der overledenen Psalmen gezongen, gebeden, hymnen der kerkvaders, responsoriën, enz. De vaste geestelijke zangers, die dezen dienst waarnamen, werden betaald uit de middelen, door vrome lieden geleidelijk voor het doel bijeengebracht en tot kapitaal aangelegd. 747. Memoriaal van de getij de meesters der Zeven Getijden in de Parochiekerk van Hoorn. 1437—1522. Een register. 748. Kerkmeesteren beloven Symon Outschuyt en later zijnen kinderen eene lijfrente uit te keeren, welke na hun dood zal komen aan de Memorie van Symon's oom. 1426. Een charter. Reg. n°. 273. 749. Lambert Ernne genaamd Cruyf schenkt land aan de Zeven Altaren in de Parochiekerk. 1430. Een charter. Reg. n°. 291. In 1571 waren er liegen altaren (zie bij n°. 729), dus was liet getal na anderhalve eeuw omstreeks, met twee vermeerderd. 750. Claes Dirc Pietersz. verkoopt Heer Jan Remkensz. eene hofstede op Smerige Horn. 1439. Een charter. Reg. n°. 367. 751. Claes Sem ontvangt het door hem aan Pieter Aernt die Rughenz verkochte land en huis onder Nibbixwoud, in erfpacht. 1440. Een charter. Reg. n°. 375. 752. Jan Aernt die Rughenz. en Jan Pietersz. verkoopen Heer Jan Remkensz. eene jaarrente op eene hofstede in de Noorderstraat. 1443. Een charter. Reg. n°. 402. 753. De stad bekent aan de Zeven Getijden schuldig te zijn eene jaarrente van 40 gulden. 1515. Een charter. 754. Mr. Otto Roelofsz., priester, verkoopt aan de Zeven Getijden, land onder Westwoud. 1519. Met retroacta van 1513 en 1516. Drie charters. Reg. n°. 1360. In 1537 wordt Mr. Otto, deken genoemd (zie n°. 745). 755. Akte van verkoop aan de Zeven Getijden van een huis onder Westwoud. 1543. Een charter. Heilige-Geest Gild. Gevestigd in de Parochie-kerk. 756. Memoriaal van het gilde van den Heiligen Geest, aan vangende anno 1545. Een deel. 757. Overeenkomst tusschen Heilige Geestvoogden en de voogden der St. Antoniuskerk over de erfpacht van een half erf aan de westzijde der kerk. 1566. Een charter. Onze Lieve Vrouwe Kerk. Thans bekend als de Noorderkerk. Men ving aan haar te bouwen in het jaar 1420 en was, naar men vermeld vindt, er mee gereed A°. 1450. Veel meer dan honderd jaren daarna, in 1584. waren de glas vensters vernieuwd. Vooraan en achter in de kerk had men geplaatst het wapen van den Prins van Oranje. Op zekeren namiddag kwam ten aanschouwe van velen een sperwer de kerk binnen vliegen door het eene glas en vloog er uit door het andere, zoodat beiden verbrijzeld waren. Dit werd als een kwaad voorteeken opgevat, en vond zijne bevestiging in den droevigen dood van den Prins, weinige dagen hierna, den 10en Juli (Velius 1648 blz. 258). Eene uitvoerige beschrijving (lezer kerk, zooals zij zich in onzen tijd bevindt, is te lezen bij Van Arkel en Weissman Noord-Hollandsche Oudheden I. 61. 758. Octrooi van het Departementaal Bestuur van Holland voor de stad Hoorn, om gedurende twee jaren bij verkoop van roerend goed een halven stuiver te heffen, ten behoeve van het Noorder-Kerkfonds. En het Armengeld, ten behoeve van dit fonds en van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis bij verkoop van onroerend goed, van een duit op twee duiten te brengen. 1805. Een charter. 759. Rekening van Kerk- en Armvoogden van de Noorderkerk, van: 1814—1849. 1850—1869. Twee deelen. St. Antoniuskerk, gesticht in de tweede helft der 15e eeuw; liet hooge koor, dat men was beginnen te bouwen in 1484, raakte een jaar later voltooid. Eene groote vernieuwing met bijbouw had plaats in het jaar 1615. Eene nauwkeurige beschrijving van deze Oosterkerk, zooals zij zich thans vertoont, geven Van Arkel en Weissman Noord-Hollandsche Oudheden. I. 65. 760. Schenking van land onder Oosterblokker aan de Broederschap van den Zoeten Naam Jesus en van St. Anna, die haar altaar heeft in de St. Antoniuskerk. 1500. Een charter. Reg. n°. 1233. 761. In een geschil met kerkmeesters der Parochiekerk, wordt land onder Westerblokker, bij zeventuig toegewezen aan de Broederschap bovengenoemd. 1510. Een charter. Reg. n°. 1341. 762. Voogden der St. Antoniuskerk bekennen aan de meergemelde Broederschap schuldig te zijn, eene rente van 10 stuivers 's jaars, uit land dat aan de kerk geschonken is. 1532. Een charter. Kloosters. Algemeen. 763. Lastgeving van Philips van Bourgondië aan Heer Gael Jansz., bewaarder van een geestelijk huis, om Katrijn Pieter Zegersdr. bij haar man terug te brengen. 1448. Een stuk. Reg. n°. 455. 764. Korte inhoud van het testament van Henryc Janz., waarbij hij verschillende kloosters en personen in- en buiten Hoorn bedenkt. 1462. Een stuk. 765. Griet Huyge van Zwijnen's weduwe verkoopt Maerten Remmersz* een rentebrief van het jaar 1459, over een huis en erf in de Oosterstraat. 1490. Twee charters. Reg. n . 636 en 1079. Blijkens aanteekening op de keerzijde, geschonken aan een convent. 766. Verklaring van den prior van de Vrouwebroeders buiten Alkmaar, over zielmissen voor Volkert Aelbrechtz. 1479. Een stuk. Reg. n°. 915. 767. Rekening van een convent. 1537—1541. Zes bladen. 768. Oude Jan Pieter Vrericxs, te Benningbroek, bekent schuldig te zijn aan het convent Bethlehem onder Westerblokker, eene rente van 6 Carolus gulden 's jaars. 1566. Een charter. De Derde orde van St. Francisctjs. Door deze (orde) maakte zich het kloosterleven als het ware meester van de gansche maatschappij (Römek I. 203). 769. Frederiok van Blanckenheym, bisschop van Utrecht, bekrachtigt de ingevoegde bul van 1399, waarbij de Derde orde in bescherming wordt genomen. 1400. Yidimus gegeven door Herman van Lochorst, deken van Utrecht. 1400. Een charter. Reg. n°. 90, 92 en 94. 770. De aartsbisschop van Nicosia staat toe een transsumpt te doen maken van eene bul van 1318 betreffende de Beggijnen. 1395. Een charter. Reg. n°. 5, 72 en 74. Vidimus gegeven door den abt van Egmond. 771. Eenige zusters van de Derde orde beloven, zich naar de hierin opgenomen bul van 1401 te zullen voegen en zich onder het generaal-kapittel te stellen. 1401. Een charter. Reg. n°. 97 en 99 772. Bul van het jaar 1402, waarbij aan de Derde orde eenige voorrechten worden verleend. Notarieele afschriften 1403. Twee charters. Reg. n°. 109 en 110. 773. Paus Johannes XXIII verleent aan de Derde orde in Utrecht verschillende voorrechten, en bevestigt die nog nader. 1414. Yidimus der twee bullen van 31 Maart 1414 door den deken van St. Salvator te Utrecht. Reg. n°. 193, 194 en 195. 774. Andries van Schoerle, proost van West-Friesland, schenkt aan de geheele Derde orde dezelfde voorrechten als in 1430 aan het St. Caeciliaklooster zijn verleend, en geeft den prior van het klooster van het Nieuwe Licht te Wester-Blokker en den minister-generaal, gelijke rechtsmacht. 1431. Een charter. Reg. n°. 298. 775. Philips van Bourgondië neemt de Derde orde in zijne bescherming. 1445. Een stuk. Reg. n°. 419. 776. De procurator van de Derde orde komt in verzet bij bisschop Rudolf van Diephout tegen het optreden van den proost van West-Friesland Ghijsbrecht van Brederode. Midden 15e eeuw. Een stuk. Reg. n°. 514. 7 777. De proost van West-Friesland Philips van Wassenaer, bevestigt de voorrechten van de Derde orde en voegt er nieuwe aan toe. 1454. Een charter. Reg. n°. 585. 778. Hij verleent haar nieuwe voorrechten. 1458. Een charter Reg. n°. 620. 779. Hij staat haar toe vrijdom van beden en verleent gunsten in hare rechtspraak. 1462. Reg. n°. 675. '80. Lastgeving van Philips den Schoone aan de pachters van erven, eigendom der Derde orde, dat zij schotrecht aan de stad zullen betalen. 1499. Twee charters. Reg. n°. 1225. 781. Heer Rudolf Jansz., biechtvader van het Zustersconvent te Schagen en syndicus der conventen van de Derdè orde in West-Friesland, voegt zich, als verweer tegen de inmenging van den proost van West-Friesland, drie medehelpers toe, een te Enkhuizen en twee te Hoorn. 1529. Een stuk. 782. Verzoekschrift van Heer Nicolaus Theodoricusz. en andere priesters in stad en bisdom Utrecht (zeer waarschijnlijk behoorende tot de Derde orde) aan Paus Paulus III om het nieuwe brevier van Kardinaal Quignonez, te mogen gebruiken. Met gevolgde toestemming. 1535. Een stuk." Fraterheeren. De broeders van het gein eene leven, ook wel genaamd „broeders van den goeden wille", hadden het oudste hunner huizen in Hoorn. De grondslagen er van waren in 1385 gelegd door den priester Willem van Petten, en het stond ter plaatse waar nu het Raadhuis gelegen is, naast het terrein, waarop in 1402 het Caeciliaklooster zou verrijzen. A». 1407 werd er eene houten kapel bij dit Fraterhuis gebouwd. In 1429 vertrokken de Fraterheeren en lieten hun huis aan de nonnen, hunne buren. 783. Bezittingen. 1384—1425. Reg. n°. 41, 42, 62, 63, 67, 175, 258. 784. De Graaf van Holland schenkt eene nalatenschap, waarover hij rechtens de beschikking heeft, aan het Fraterhuis. 1386. Een charter. Reg. n°. 43. 785. Stukken betreffende de verkiezing der procuratoren. 1399 —1420. Reg. n°. 89, 91, 104, 153, 161, 216, 230. 786. Twee priesters in het Fraterhuis aangenomen. 1406. Een charter. Reg. n°. 141. 787. De officiaal van den proost van West-Friesland gelast Jacob Hermansz. en andecen, niets te doen ten nadeele der priesters Willem van Petten en Frederick Matthijsz., van hunne personen, hun huis en hunne goederen, zoolang het geding tegen hen hangende is. 1406. Een charter. Reg. n°. 137. 788. Uitspraak in het geding tusschen den stichter en de procuratoren van het Fraterhuis, waarbij de Mariakapel wordt gevestigd. 1407. Een charter. Reg. n° 143. 789. De stad stelt de Mariakapel met toebehooren in handen van de oude procuratoren. 1429. Een charter. Reg. n°. 282. 790. De procuratoren van de Mariakapel dragen haar over aan het St. Caeciliaconvent. 1429. Een charter. Reg. n°. 284. 791. Necrologium der stichters van het Fraterhuis 15e eeuw. Een stuk. St. Pietersdal. Dit klooster is gesticht in 1425; aanvankelijk behoorden de bewoners tot de Derde orde, maar in 1461 gingen zij over tot de Kruisbroeders. 792. Cartularium van het Kruisbroedersklooster St. Pietersdal, xaangelegd omstreeks 1476, bijgehouden tot 1560. De oudste akte is van het jaar 1410. Achterin bevinden zich rekeningen van de inkomsten, na de opheffing van het klooster beheerd door de ArmenHuiszittenvoogden. 1595—1678. Een register. 793. Rechtsgeleerd advies van Mr. Nicolaus de Capella aan den prior van St. Pietersdal over het aanslaan van geestelijke personen in stedelijke lasten. 16e eeuw. Een stuk. 794. Overeenkomst tusschen St. Pietersdal en de stad, waarbij het convent belooft de eene zijde van de watermolenskolk te zullen onderhouden. 1524. Een charter. 795. Eenige eigenaars van eene lijnbaan bij St. Pietersdal beloven de stad de oude gracht en de vesten te zullen ontruimen. 1560. Een charter. van het St. Caecilia-klooster een proefjaar te laten houden, en schenkt dien ten behoeve verschillende voorrechten. 1430. Een charter. Reg. n°. 297. 804. Eenige zusters van het klooster leggen in handen van Heer Willem Woutersz. van Schagen, minister der West-Friesche tertiarissen, hare geloften af. 1433. Een charter. Reg. n°. 313. 805. Wijdings-akte der kloosterkapel, door Martinus, bisschop van Magione, vicaris-generaal van Walraven van Meurs. 1435. Een charter nu. 332. 806. Indaging voor den Grooten Raad, wegens het geding tusschen de stad en het klooster, over het belasten der goederen. 1499. Twee charters. Reg. n°. 1216 en 1217. Finantiën. 807. Algemeen gedeelte. 1453—1530. Tien charters en negen stukken. Reg. n°. 565, 633, 662, 720, 750, 804, 827, 846, 854, 889, 916, 1069, 1092. 808. Het conventshuis en aangrenzende perceelen. 1398—1531. Tien charters en twee stukken. Reg. n°. 87, 88, 189, 196, 207, 226, 308, 323, 434, 440. 809. Erfstellingen. 1429—1541. Negentien charters en vijf stukken. Reg. n°. 287, 573, 574, 584, 660, 677, 678, 765, 949, 1053, 1062, 1063, 1070, 1072, 1080, 1087, 1163, 1245, 1311. 810. Schenkingen van roerend goed. 1401—1471. Zeven charters. Reg. n°. 100, 174, 200, 257, 300, 318, 814. 811. Bezittingen in Hoorn. 1423—1527. Vijftien charters en een stuk. Reg. n°. 243, 363, 380, 607, 63Ó, 746, 751, 798, 865, 1143, 1150, 1205, 1241, 1340. 812. Bezittingen buiten Hoorn. 1403—1546. Zeven charters en twee stukken. Reg. n°. 112, 267, 268, 301, 847. Vicariën. De weduwe van Herman Henricsz. was de stichtster der Mariavicarie, in der tijd overgebracht op het Maria-altaar in de kloosterkapel. Volgens de oorkonde van 1543 (nu. 816) is deze vicarie reeds in het jaar 1384 gesticht, dus ergens elders dan bij de Caecilianen. 813. Benoeming van procuratoren. 1405—1434. Acht charters. Reg. n°. 128, 154, 211, 214, 281, 305, 306, 320. 814. De proost van West-Friesland bevestigt de benoeming van Heer Jan Jacobsz. als possessor der vicarie. 1458. Drie charters. Reg. n°. 626, 627, 629. 815. En van Heer Dirck Claesz. 1508. Een charter. Reg. n°. 1323. 816. Collatoren maken nieuwe bepalingen voor de bediening der vicarie. Met de gevolgde toestemming van het kapittel van Utrecht en van Amelius van Zuylen van Nyevelt, proost van West-Friesland. 1543—1544. Twee transfixen. 817. Heer Johannes Graeff, deken en officiaal van West-Friesland, bevestigt den pater en biechtvader der Caecilianen, als possessor der vicarie van S.S. Maria en Caecilia in de kloosterkapel. 1553. Een charter. 818. Akten van eene vicarie, gesticht door vier zusters op het hoogaltaar in de kloosterkapel. 1454—1473. Vier charters. Reg. n°. 583, 590, 594, 828. 819. De proost van West-Friesland Henricus Godefridusz., staat toe een (niet omschreven en dus ni,et nader te bepalen) verzoek van de kloosterlingen en van Mr. Johan Thijn, Med. Doctor, burgemeester van Amsterdam. 1540. Een charter. Met vier transfixen van 1478, 1525 en 1530. Reg. n°. 900. 820. Het domkapittel en de proost van West-Friesland staan aan de mater en eenige zusters toe, om, indien haar pater en biechtvader haar verlaat, het collatierecht aan zich te trekken. De collatrices verbinden zich daarvoor te betalen een oud schild en jaarlijks tien stuivers, en stellen het aantal missen op vier per week. 1553. Twee charters. 821. Vicarie in de kloosterkerk, gesticht door den rector Heer Jan Lambertsz. 1450, 1452, 1540. Drie charters. Reg. n°. 509 en 538. 822. Testament van Heer Jan Pietersz. en zijne moeder Belekina, waarbij zij land bespreken aan de vicarie van S.S. Jan Evangelist en fiieronymus; verder vaste pachten en renten aan geestelijke personen en instellingen in- en buiten Hoorn. 1515. Een charter. 823. Brief van Franciscus Sonnius aan de mater en conventualen, over een verzoekschrift der kloosterlingen aan het domkapittel, betreffende eene vicarie. 1550. Een stuk. St. Maria-klooster. Werd gebouwd A°. 1408, in de Achterstraat. Toen de nonnen inet de alteratie verdreven waren, werd hare kerk een arsenaal en het klooster A°. 1574 ingericht tot Burger-Weeshuis. 824. Testament van den biechtvader van het klooster, waarbij hij zijne boeken er aan vermaakt. 1420. Een charter. Reg. n°. 229. 825. De cureit van de Parochiekerk verleent verschillende voorrechten aan het klooster. 1430. Een charter. Reg. n°. 296. 826. Wijdingsakte van de kloosterkapel. 1435. Een charter. Reg. n°. 331. 827. Benoeming van een vicaris voor de vicarie op het Mariaaltaar in de kloosterkerk. 1452. Vijf charters. Reg. n°. 556 —560. 828. En voor de vicarie op het hoogaltaar terzelfder plaatse. 1514. Twee charters. Reg. n°. 1373 en 1374. 829. Geldelijke aangelegenheden van het klooster. 1425—1554. Tien charters. Reg. n°. 266, 646, 1022—1024, 1313. 830. Bezittingen onder Hoorn. 1425—1564. Acht charters. Reg. n°. 265, 277, 389, 1138, 1147, 1200, 1371. 831. Noorderstraat, Gouw, Peterseliestraat. 1424—1563. Twaalf charters. Reg. n°. 248, 263, 377, 439, 450, 656, 825, 898, 913, 1014. 832. Gerritsland, Breestraat, Oosterstraat. 1422—1513. Zeven charters. Reg. n°. 241, 325, 354, 533, 637, 1061, 1359. 833. Bezittingen buiten Hoorn. 1437—1529. Een en twintig charters. Reg. n°. 350, 357, 400, 504, 506, 719, 819, 849, 875, 936, 1028, 1047, 1049, 1078, 1091, 1103, 1155, 1177, 1181, 1262. De Vrouwenkloosters gezamenlijk. 834. Indaging voor den Grooten Raad wegens het geding tusschen de stad Hoorn en de kloosters der Derde orde van St. Franciscus, over het openzetten der sluizen. Twee charters. 1498. Reg. n°. 1206 en 1207. 835. Over het belasten der kloosters van S.S. Catharina, Agnes en Geertruida. 1502 en 1518. Twee charters. Reg. n . 1254. 836. Overeenkomst tusschen de stad Hoorn en de vijf vrouwenkloosters, namelijk S.S. Maria, Agnes, Catharina, Caecilia en Geertruida, over hunne bijdrage 1 . voor het gieten van twee stukken geschut, 2°. in de gewone stadslasten gedurende twintig jaren. 1543. Twee charters en een stuk. 837. Uitspraak van het Hof in een geding tusschen de stad en de vijf conventen der Derde orde, welke veroordeeld worden bij te dragen in de kosten der zeeweringen en versterkingen. 1567. Een charter. 838. Overeenkomst tusschen de stad en de vijf conventen der Derde orde over hunne bijdrage in het onderhoud van de versterkingen gedurende 31 jaren. 1567. Een charter. Secularisatie der geestelijke goederen. Bij resolutie der Staten van Holland en West-Friesland van 23 Mei 1577 werden alle conventen en kloosters, met hunne gebouwen, gronden en erven, in eigendom toegewezen aan de steden, waar zij gelegen waren. De geestelijke goederen in het Noorderkwartier zijn 19 Mei 1584 te Hoorn verloot tusschen de steden Alkmaar, Edam, Enkhuizen, Hoorn, Medemblik, Monnikendam en Purmerend. Maar Gecommitteerde Raden hadden vergeten, ook melding te maken van de lasten op die goederen klevende. Dus werd de eerste verloting te niet gedaan en eene nieuwe gehouden, waarbij regelmatiger werd te werk gegaan (Resol. G. R. in West-Friesland en het Noorderkwartier 20 Maart en 30 Mei 1584). 839. Tractaat over de administratie van de Kerkelijke Pastoriegoederen. Memorabilia betreffende Hoorn, en omgeving uit verschillende tijden. Hdschr. 18e eeuw. Een deel. 840. Die quoiere van landen, huisen ende renten der Baghijnencloosteren binnen Hooren ende Betlehem in Wester Blocker 1572—1574. Die ontfanck van seeckere meubelle goederen, sedert den jaere 1572 waeronder oock eenige huyshuieren vanden Jaere (15)73 bewoont Soo in backhuysen ende brouhuysen der Baghijnen Cloosteren. Die uytgifte of gedeborseerde penningen sedert den Jaere 1572 tot den laesten Martij Anno 1575 ten behoeve van die Conventualen, repperatien der Cloosteren ende ander deuchtelijcke Schulden der Baghijnen binnen Hooren. Een deel. 841. Huurboek van de woningen afkomstig van de geestelijke goederen, zooals de conventen van S.S. Maria Magdalena, Agniet, Geerten, Catharina, Caecilia, Clara, St. Pietersdal en de Kloppenpoort; van de woningen, erven en lanen eigenlijk de Stad Hoorn toebehoorende, van de loting en deeling der landen, tienden en andere goederen eertijds de Abtdij van Egmond, den Regulieren in Blokker en de Monniken van St. Pietersdal toebehoord hebbende; verder van de accijnsen en eenige rechten ten behoeve van de Stad geheven. Van Mei 1585 tot 19 Mei 1586. Een deel. 842. Register van de landen, tienden en andere baten, welke aan de Stad Hoorn zijn toegevallen bij „Lotinghe ende deelinghe ghedaen bijde Seven Steden van desen Quartiere, als: Alcmaer, Hoorn, Enchuysen, Edam, Monickendam, Medemblick ende Purmereynde, vande landen, thienden ende andere goederen eertijts den Abdij e van Egmont Regulieren in Blocker ende Monicken van S*e Pietersdal toebehoort hebbende". Opgemaakt in 1595. Een deel. 843. Pachtboek van de tienden in Heiloo & Oesdom, de Heemskerker tienden, de Molentienden in Beverwijk, afkomstig van de geestelijke goederen; verhuring van de Abdij-, de Monniken- en de Beggijnenlanden; van de huizen afkomstig van de conventen in Hoorn; rekening van de alimentatie der conventualen, betaalde lijfrenten, enz., van A° 1603 tot 27 Mei 1605. Een deel. 844. Reeckeninge van den Ontvanger van het inkomen der stad Hoorn van den ontvang der tienden, abtdijen-, monniken-, regulieren- en beggijnenlanden . . . renten en erfpachten . . . gediend hebbende ook tot alimentatie der conventualen nog in leven zijnde, over de jaren: 1577—1581. 1606. 1598—1599. 1607. 1601—1602. 1608. 1604. 1609. 1605. 1610. Elf deelen. Sedert 1615 zijn de ontvangsten en uitgaven der geestelijke goederen verantwoord in de Thesauriers-rekeningen. 845. Rekening van de verkochte geestelijke goederen van 11 December 1608 tot 7 November 1613. Een deel. 846. Over de naasting der kerkelijke goederen. 1797—1805. Een bundel. Armwezen. Godshuizen in het algemeen. 847. Stukken betreffende de liefdadigheid te Hoorn. 1559— 1813. Een bundel. 848. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland tot het houden eener loterij ten behoeve van een op te richten werkhuis voor bedelaars. 1614. Een charter. Naar het schijnt is dit werkhuis niet tot stand gekomen. Benige overeenkomst er mede, kan gehad hebben het in 1620 opgerichte Armen Weeshuis, waarover nader. 849. Griet Jansdr. aangenomen als vroedvrouw. De Stad neemt van haar over eene schuld van ƒ 100.— en belooft haar bovendien jaarlijks een wagen turf. 1646. Een charter. 850. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland om ten behoeve van de gods- en armhuizen een 80" penning te heffen bij verkoop van onroerend goed in de stad en in den banne. 1677. Een charter. 851. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland om ten behoeve van de gezamenlijke godshuizen eene loterij te houden. 1695. Een charter. 852. Rekening van den ontvang van het armengeld wegens verkochte vaste goederen binnen de stad Hoorn, banne van dien en Dampten, van de jaren: 1699. 1700. 1701. 1702. 1703. 1704. 1705. 1706. 1707. 1708. 1709. 1710. 1711. 1713. 1715. 1716. 1717. 1718. 1719. 1720. 1721. 1722. 1723. 1724. 1726. 1727. 1729. 1730. 1731. 1732. 1733. 1736. 1737. 1738. 1739. 1740. 1741. 1742. 1743. 1744. 1745. 1746. 1747. 1748. 1749. 46 deelen. 853. Verantwoording wegens het Armengeld van den 40" penning der schepen van: 1730—1731. 1732—1733. 1734—1735. 1735—1736. 1736—1737. 1737—1738. 1738—1740. 1740—1742. 1742—1744. 1745—1747. Tien deelen. 854. Rekening van den ontvang van het armengeld wegens verkochte vaste goederen binnen de stad Hoorn, banne van dien en Dampten, gelijk mede van de schepen bij ordonnantie van Haar Edel Groot Mogenden in dato den 7en Augustus 1748 gedemandeerd aan de secretarissen van de steden en dorpen, over: 1750. 1751. 1752. 1753. 1754. 1755. 1756. 1757. 1758. 1759. 1760. 1761. 1762. 1763. 1764. 1765. 1766. 1767. 1768. 1769. 1770. 1771. 1772. 1773. 1774. 1775. 1776. 1777. 1778. 1779. 1780. 1781. 1782. 1783. 1784. 1785. 1786. 1787. 1788. 1789. 1790. 1791. 1792. 1793. 1794. 60 deelen. 855. Rekening van den ontvang van het armengeld wegens verkochte vaste goederen, schepen binnen Hoorn, banne van dien en Dampten, van: 1795. 1796. 1797. 1798. 1799. 1800. 1801. 1802. 1803. 1804. 1805. 1806. 1807. 1808. 1809. 1810. 25 deelen. 856. Rekening van het verdubbelde armengeld. 1806—1811. Een deel. Godshuizen. 857. Namen van regenten en van bestuurders en voogden van openbare inrichtingen in de stad Hoorn. 1529—1776. Een deel. St. Jans Gasthuis. Woensdag na Jaarsdag 1346 gaf Willem van Beieren aan Hoorn verlof een gasthuis op te richten. St. Jan de Dooper werd tot patroon er van gekozen. Tot dezen heilige had men te Hoorn eene bijzondere voorliefde. In 1370 toen de ten tweedenmale herbouwde Parochiekerk zou gewijd worden, begeerde de gemeente, dat men St. Cvriaous, tot dien tijd de beschermheilige, zou laten varen, en St. Jan tot patroon nemen. De bisschop had daar geen ooren naar, en gaf de kerk twee patroons St. Cyriacus— St. Jan. Het (oude) St. Jans gasthuis is herbouwd in 1563. De HeiligeGeest voogden hielden het beheer er over. Het Nieuwe gasthuis bij- of naast het oude, was gebouwd A°. 1531. Uit dit gesticht zijn in 1841 de oude mannen en vrouwen overgegaan naar het protestantsche weeshuis. 858. Resolutieboek (later Notulen) van voogden van het gasthuis, van: 1691—1765. 1766—1802. 1812—1825. 1825—1842. Vier deelen. 859. Naamboek van de opgenomen en verpleegde zieken, van: 1696—1738. 1765—1808. Twee deelen. 860. Jaarlijckse monsterrolle van aangekomene en afgestorvene proveniers int (St. Jans) gasthuys. 1710—1837. Een deel. 861. Naamregister der proveniers, overleden in het St. Jans gasthuis. 1785—1840. Een deel. 862. Register der inkomsten van het armen gasthuis en van de kerkarmen, aangelegd A°. 1555. Een deel. 863. De betrekkingen van wijlen Gherijt Aerentsz. schenken zijne geheele nalatenschap aan het gasthuis. 1405. Een charter. Reg. n°. 126. 864. Jan Dirckz. bekent schuldig te wezen eene zekere som gelds aan Jan en Gerbrant, — Lambert Vreezen Zonen. 1466. Een charter. Reg. n°. 728. 865. Pieter Simonsz. en zijne vrouw Katrijn, schenken elkander wederkeerig hetgeen zij bezitten tot een lijftocht. 1514. Een charter. Reg. n°, 1367. 866. Pieter Jansz. c.s. bekennen aan het armen gasthuis, ten behoeve van hun behuwd broeder Gherbrant Wijbrantsz., provenier in het gesticht, schuldig te zijn eene lijfrente van twee Carolus guldens; Perdu Wijbrantsz. bepaalt als haar testament, dat wanneer Gherbrant vóór haar sterft, 928. Landerijen onder Schellinkhout, Westerblokker, Binnenwijzend, Hem en Venhuizen. 1547—1697. Twaalf charters en een stuk. 929. Stukken betreffende de geldmiddelen van het gesticht. 1536—1737. Elf charters. 930. Heffing wegens publieke veiling van boedels, ten bate van het Burger Weeshuis, van: 1738—1795. 1738—1818. Twee deelen. 931. Inkomsten van het Protestantsche Weeshuis uit contracten, transporten van zeevarenden, maandcedullen, enz. 1795— 1801. Een deel. 932. Colleeteboek van liet Kraangeld, geheven ten behoeve van het Burger Weeshuis, van: 1779—1788. 1789—1798. 1800—1811. Drie deelen. 933. Register der ontvangsten, van: 1706—1772. 1772—1793. 1793—1796. 1796—1805. . 1805—1817. Vijf deelen. 934. Register der uitgaven, van: 1706—1772. 1796—1804. Twee deelen. 935. Kladboek der ontvangsten en uitgaven, van 1814—1822. 1822—1829. Twee deelen. 936. Register der huishoudelijke uitgaven, van: 1789—1802. 1814—1824. Twee deelen. Procureur G. Rosenboom. A—Z. Einde 17e eeuw. Een bundel. Idem. AA—YY. Einde 17e eeuw. Een bundel. Idem. AAA—ZZZ. Einde 17e eeuw. Twee bundels. Vier Noorder-Koggen. Uit Ambacht bestond reeds onder deze benaming in 1414. 1113. Uitspraak van het Hof tusschen Hoorn en de Vier NoorderKoggen, over de visscherij, partijen bevelende op nieuw voor den commissaris van het Hof te verschijnen. 1592. Een charter. 1114. Geding tusschen Hoorn en de Vier Noorder-Koggen over slooten en vaarten in de dorpen van den banne. 1697. Een bundel. Beemster. Bedijkt en drooggemaakt krachtens octrooi der Staten van Holland en West-Friesland van 21 October 1607. Den 4en Juli 1612 werden de Prinsen Maurits en Frederik Hendrik feestelijk in den nieuwen polder onthaald. 1115. Bedijking van de Beemster. 1607—1654. Een bundel. Purmer. Bedijkt en drooggemaakt krachtens octrooi der Staten van Holland en West-Friesland, den 10 Juni 1617 verleend aan Burgemeesteren en Regeerders van Edam en Monnikendam. 1116. Albrecht verleent den belanghebbenden bij de bedijking van de Purmer-Ee, het genot der handvesten van Waterland en Zeevang. 1403. Een charter. Reg. n°. 114. Baarsdorpermeer. Bedijkt en drooggemaakt krachtens octrooi der Staten van Holland en West-Friesland van 8 Maart 1624. 1117. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland voor Mr. Fredrick Riccen en anderen, tot bedijking van de Wognummer- (of Baarsdorper)meer. 1624. Een charter. 1118. Verkoopakten van velerlei perceelen land aan de bedijkers. 1624—1626. Negentien charters. 1119. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland voor de ingelanden van de Baarsdorpermeer, waarbij wegens het geringe voordeel van de bedijking, de belasting van 25 op 5 stuivers per morgen wordt gebracht. 1663. Een charter. 1120. Aanstelling van Jelmer Hinlopen tot dijkgraaf van de Baarsdorpermeer. 1677. Een charter. 1121. Kasboek van den penningmeester in zake de verponding. 1792—1807. Een deel. 1122. Rekeningen van de Baarsdorpermeer, van: 1746-1789. 1789—1841. Twee deelen. 1123. Stukken betreffende de Baarsdorpermeer. 1624—1794. Een bundel. Hker Hugowaard. Bedijkt en drooggemaakt krachtens octrooi der Staten van Holland en West-Friesland van 11 Maart 1625. 1124. Kwitantie van Gheryt Claisz. van Been, voor ontvangen penningen wegens den Heer Huigendijk. 1424. Een stuk. Reg. n°. 256. 1125. Bedijking van de Heer Hugowaard. 1625—1629. Een bundel. Doop-, Trouw- en Begrafenisboeken. (Zie ook hiervoor N09. 422, 423, 429, 430). 1126. Doopboek van de Hervormde Gemeente, van: 4 Augustus 1579—14 Juli 1585. 16 Juli 1585—29 Juli 1593. 1 Augustus 1593—13 Maart 1614. 28 Maart 1614—21 October 1631. 26 October 1631—27 Mei 1640. 1 April 1640—19 November 1649. 21 November 1649—31 Maart 1661. 3 April 1661—30 Augustus 1691. 2 September 1691—31 Mei 1712. 5 Juni 1712—19 Augustus 1727. 21 Augustus 1727—18 November 175521 November 1755—30 December 1783. 4 Januari 1784—29 April 1804. Dertien deelen. 1127. Contra Doopboek van de Gereformeerde Kerken. 1 November 1792—29 December 1816. Een deel. Namen der ghedoopten in de Remonstrantsche Ghemeente Jesu Christi, van: 20 October 1630-—18 December 1667. 1 Januari 1668— 2 Januari 1745. 2 Januari 1745—21 Juni 1811. Drie deelen. 1128. Naamlijst van de, thans in leven zijnde, leden der Vereenigde Priesse en Waterlandse Doopsgezinde Gemeente met derzelver Afkomelingen in zooverre dezelve niet tot eenige andere Gemeente zijn overgegaan mitsgaders hunne Afkomst, de Tijd en plaats van hunne Geboorte etc. Aanvang nemende Anno 1792—13 Juli 1811. Een deel. 1129. Doop-Boeck der Christelijke Gemeente van de Onveranderde Augsburgse Geloofsbelijdenisse. 17 December 1724 —7 April 1811. Een deel. 1130. Doopboek der Herstelde Evangelische Lutersche Gemeente, opgerigt den 25" October 1801, loopende tot 30 Augustus 1811. Een deel. 1131. Doopboek van de R. Kath. Statie op het Achterom (Missio Fratrum Minorum). 3 Januari 1680—28 December 1721. Gesloten huwelijken. 15 Januari 1680—16 November 1721. Een deel. 1132. Doopboek derzelfde Statie. 3 Januari 1722—23 December 1811. Gesloten huwelijken. 1 Februari 1722—4 Augustus 1811. Een deel. 1133. Doopboek van de R. Kath. Statie in 't Lam. 23 April 1680 —6 October 1745. Gesloten huwelijken. 28 October 1696—17 October 1746. Overledenen. 7 October 1696—2 Februari 1746. Een deel. 1134. Doopboek van de R. Kath. Statie In de Slijksteeg. 26 November 1692—2 November 1799. Gesloten huwelijken. 8 December 1692—24 November 1799. Overledenen. 24 December 1694—-23 Januari 1748. Een deel. St. Marienconvent hebben verkocht drie morgen land, in het noordeinde van Scellinchout, Beercamp genaamd. Upten eersten dach in Decembri int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tnegentich. O. (lnv. n°. 833) P. Gr. Zegels van schepen Taems Pietersz. en schout Jan Claesz. Gr. W. Gresch. en Gr. 1092. 1491 Maart 1. De graaf van Egmond, heer tot Bair, stadhouder, en de raad van Hollant enz., gelasten den eerstgezworen bodeexploitier, een onderzoek in te stellen naar den geldelijken toestand van St. Ceciliaconvent, naar aanleiding van een smeekschrift der mater, betreffende de bijdrage in den zevenjarigen omslag aan Hoirn. Opten eersten dach van Maerte int jaer ons Heren Dusent vierhondert tnegentich naden loop shoofs van Hollant. Grelijktijdig dubbel afschrift lnv. n°. 807. Pap. Cr. Met aangehecht gelijktijdig dubbel afschrift van het smeekschrift der mater. Pap. Gr. Gresch. 1093. 1491 April 15. De graaf van Egmondt, heer tot Bair etc., stadhoudergeneraal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoirn zelf goed de stad te bewaken en de bezetting naar den Hage te laten trekken, aangezien de poorters bezwaar hebben gemaakt, te gelijk met haar de wacht te bezetten. Gescreven mit haeste inden Hage upten XVen dach van Aprille anno XCI. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1094. 1491 April 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat heer Pieter Gael Jansz., priester, aan Huiszittenvoogden heeft verkocht een akker onder Zwaich, langs de Groene Wijsen. Upten twintichsten dach in Aprili int jair ons Heren Duysent vierhondert een ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 1028) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Dircxz. en Arys Jansz. Grr. W. Gr. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 6 r°. 1095. 1491 Juni 9. Schepenen in Nyedorp oorkonden, dat Griet Dirc Buysers weduwe heeft verkocht aan Pieter Taemsz, 4 geersen en 4 '/2 snees land aldaar. Inden jaire ons Heeren Dusent vierhondert een ende tnegentich den neghenden dach in Junyo. 0. (Inv. n°. 1033) P. G. Zegel van schepen Rembrant 01brantz. Gr. W. G. 1096. 1491 Juni 9. Schepenen in Nyedorp oorkonden, dat 1 ïeter 1 aemsz. den rechten armen van Hoern 4 geersen 4'/ï snees land onder Nyedorp heeft geschonken. Int jair ons Heeren Dusent vierhondert een ende tnegentich den neghenden dach in Junyo. 0. ilnv. n°. 1033) P. G. Zegel van schepen Rembrant 01brantsz. Gr. W. G. 1097. 1491 Juli 5. ^ „ , De graaf van Egmonde, heer tot Bar etc., stadhouder- generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoirne, 'afgevaardigden in den Hage te zenden voor de dagvaart op Zaterdag e.k. (9 Juli) ter bespreking van het afslaan der vijanden (Hoekschen) die op Texsel zijn geland en Wieringen, Frieslant en de verdere kust bedreigen, met aanmaning tot waakzaamheid en met verzoek, de schepen tot na de dagvaart in zee te houden. Gescreven inden Hage upten vijfsten dach m Julio anno XCI. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1098. 1491 Augustus 27. Maximiliaen en Phillips, aartshertogen van Oestenrijck, stellen Jan van Schagen aan, tot kapitein, en Jan Allairtsz. met zeven anderen, tot hoofdlieden van Hoirne. Upten XXVIIen dach van Aoust int jaer ons Heeren Duysent vierhondert een ende tnegentich, ende van den rijck ons konyncx int seste jair. 0. (Inv. n°. 633) P. G. Aanhangend signet van Maximiliaan en Philips R. W. Yrij gaaf. 1099. 1491 October 12. Jan van Scagen, heer van Burchorn, schout van Horn, belooft den rijkdom der stad de schade te vergoeden, welke burgemeesters en schepenen zouden kunnen lijden, doordat zij op zijn verzoek den plaatsvervangenden schout Gerit Janz. eed gestaafd of recht met hem hebben gedaan. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende twie ende tnegentich op die vierde dach in Januario. O. (Inv. n°. 833) P. G. Zegel van pastoor Pieter Jansz. Gr. W. G. 1104. 1492 Januari 18. Schepenen in Hem en Venhusen oorkonden, dat Pieter Coppertz. c.s. aan St. Pietersdal hebben verkocht, twee morgen land onder Venhusen, Haeseweide genaamd, en als erfgenamen van Hase Jacop Jan Fnijenz. weduwe, ten behoeve van het convent afstand hebben gedaan van drie morgen, gemeen liggend met de twee anderen, welke Hase buiten hunne toestemming had verkocht. Int jaer ons Heren Dusent IIIIC ende twe ende negentich op den achtienden dach in Januario. Afschrift Inv. n». 792 bl. 37 r». 1105. 1492 Januari 26. Schepenen in Westwoude oorkonden, dat Provenmeesters in Hoirn aan Adryaen IJsbrantsz. van Delf hebben geschonken, een morgen, Woudland genaamd, achter de kerk van Westerblocker, benevens een rentebrief van 25 stuivers, waarvoor hij en zijne vrouw afstand doen van recht op kost in het Provenhuis. Opten ses ende twintichsten dach in Januario int jair ons Heren Duysent vierhondert twee ende tneghentich. O. (Inv. n°. 1029) P. G. Zegels van Jan Jansz. en van schepen Mathijs Gherbrantsz. Br. en Gr. W. G. 1106. 1492 Januari 26. Claes Corff Dircxz. bekent door Geryt Albout en Jan Simonsz. van Hoern te hebben ontvangen 45 pond, voor hetgeen eenige poorters hem schuldig zijn, verschenen op St. Maarten 1.1 volgens vonnis van het Hof van den laatsten ? September 1491. Den XXVIen dach in Januario XIIIIc een ende tnegentich naden loep tshoeffs van Hollant. O. (Inv. n°. 294) Pap. Gesch. Met handteekening van Corff. Onderaan verklaring over ontvangst van nog 5 pond op denzelfden dag. 1107. 1492 Maart 21. Mynna Hellazoon, op Harch, verzoekt Hoern ten tweede male, twee koeien terug te zenden met Sywert Backer (alias Gherrydz.), die ze Janke Mynnazoon ontstolen en naar de stad gebracht heeft. Int jaer fan XCII op Sinte Benedictusdey. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. Harch = Harich bij Balk. 1108. 1492 April 7. Claes Corfif Dirxz. bekent van Horn te hebben ontvangen 36 pond, in mindering van hetgeen eenige poorters volgens vonnis van het Hof hem schuldig zijn, verschenen op St. Maarten 1.1. Den Vllen dach in April anno X11II<• een ende tnegentich naden loep tshoeffs van Hollant. O. (Inv. n°. 294) Pap. Gesch. Met handteekening van Corff. 1101). 1492 April 26. Gronyngen verzoekt aan Hoerne hun poorter Berent van Oldenzell te willen helpen bij de invordering van 200 Rijnsche guldens en van de schadevergoeding voor geleverde boter aan Peter , poorter van Hoerne, die beloofd had het geld St. Maarten 1.1. op de Deventer markt te betalen. Gescreven onder onsen stat-secreet des Donredages na den Hilligen Paesschen anno etc. XC secundo. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Cresch. Zegel ontbreekt. 1110. 1492 April 27. De graaf van Egmond, heer tot Bare, stadhouder-generaal van Hollant enz., verzoekt aan Hoirne om leugenachtige berichten van Alcmair tegen te spreken, als zou hij heden in de vroegte voor die stad zijn geweest om de poorters van het slechte volk te bevrijden, dat een uitval van daar door hem is afgeslagen, hij is naar zijn huis te Egmont getrokken, waarna die van Alcmair hem in het Regulierenklooster hebben gezocht. Gescreven tot Egmond den XXVIIen dach in Aprille anno twie ende tnegentich. O. (Inv. n°. 169) Pap. Cr. Zegel verdwenen; handteekening van Egmont. Waarschijnlijk het Regulierenklooster te Heiloo. 1111. 1492 Mei 2. Medemblick waarschuwt Hoirn voor twee of drie Rijnschepen met roovers, die ook daar in het Span geweest, maar weggevaren zijn op het gerucht, dat de stad een schip met rabauwen had gevangen genomen. Ghescreven mit groter haest (den) twiesten dach van Mey des morgens, anno XCII. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. Vergelijk Reg. Kampen n°. 1001, 1492 November 8. Het Span, inham ten Oosten van Medemblik. 1112. 1492 Mei 4. Alcmair waarschuwt Hoern namens Hairlem, om zonder uitstel den vierden man van wapenen naar Hairlem te zenden, aangezien men zich daar zeer verwondert over de koele houding van Hoern, dat zich niet houdt aan de overeenkomst. Gescreven metter haest opten vyerden dach in Meye anno X11II<' twee ende tnegentich. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1113. 1492 Mei 5. Campen verzoekt Hoerne hun mederaad Berent Hennxsz. te willen helpen, bij de invordering van verschillende bedragen, verschuldigd door Hoornsche poorters. Geschreven Vten May XCII. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1114. 1492 Mei 25. Albrecht, hertog van Saxen, stadhouder-generaal, schenkt Hoirn een genadebrief. Gegeven inder stede van Horn den vijf ende twintichsten dach in Mey int jaer Duysent vierhondert twee ende tnegentich. Inv. n°. 95. Ingevoegd in de oorkonde van 25 Mei 1492. Gedrukt: Lams blz. 82. Vergelijk: Yelius blz. 156. 1115. 1492 Mei 25. Burgemeesters, schepenen, raden en vroedschap van Hoirn beloven alle punten van den ingevoegden genadebrief van Albrecht van Saxen te zullen nakomen. Upten vijf ende twintichsten dach in Mey int jaer Duysent vierhondert twee ende tnegentich. O. (Inv. n°. 95) P. Zeer Gesch. Met ingevoegden brief van Albrecht van 25 Mei 1492. 1120. 1492 Juni 7. Willem van Schouwenburch, ridder, overste-kapitein van den hertog van Sassen, bekent 400 guldens van Hoern te hebben ontvangen, omdat hij met zijn volk buiten de stad is gebleven. Upten VIIen dach in Junio anno XCII. 0. (Inv. n°. 297) Pap. Gr. Met handteekening van Schouwenburch (Schaumburg). 1121. 1492 Juni 8. •Jacob van Barry, secretaris van den landsheer, bekent 32 Rijnsche guldens van Hoorn te hebben ontvangen voor het recht van het zegel, en nog 32 Rijnsche guldens voor zijn recht en salaris. Upten Villen dach in Junio anno XCII. 0. (Inv. n°. 295) Pap. Gr. Met handteekening van Barry. 1122. 1492 Juni 8. Jasper de Beauvoir, klerk ter griffie van Hollant, bekent van Hoirn te hebben ontvangen zes Rijnsche guldens, voor zichzelven en zijne metgezellen, als drinkgeld en loon voor verrichte werkzaamheden. Upten Villen dach in Junio anno XCII. 0. (Inv. n°. 296) Pap. Q-. Met handteekening van Beauvoir. 1123. 1492 Juni 8. Arys Dircxz. c.s. beloven Dierick van Zwieten, procureur-generaal van Hollandt, hunne schuld van 94 guldens op Vrijdag na Heiligen Sacramentsdag e.k. te betalen. Upten Vfflten dach in Junio anno XITIhXCIJ. O. (Inv. n°. 349) Pap. Gr. Met drie merkteekens en eene aanteekening: Item noeh VI gulden; aan de achterzijde eene aanteekening over de ontvangst. 1124. 1492 Juli 10. Alcmair verzoekt Hoorn, Heert de Verwer aan te zeggen, de weeskinderen van Diric Jan Teyncx terug te zenden, aangezien hunne goederen in de stedelijke lasten moeten worden aangeslagen, want dat ze anders gerechtelijk zullen worden verkocht. Gescreven upten tyensten dach in Julyo anno XIIIIc twee ende tnegentich. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gresch. Zegel verdwenen. 27 1125. 1492 Juli 17. Clais Corff Dircxz. bekent van Hoern te hebben ontvangen 165tl2 Andriesgulden, in mindering van hetgeen eenige poorters volgens zeker vonnis hem schuldig zijn. Den XVIIen dach in Julio anno Xlfflc twee ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 294) Pap. Gresch. Met handteekening van Corff. Onderaan verklaring van ontvangst van nog 162 ]4 Andriesgulden op 22 Juli. 1120. 1492 Juli 24. Claes Corff Dircxz. bekent van Hoern te hebben ontvangen 658 Andriesguldens, in mindering van hetgeen eenige poorters volgens vonnis van het Hof hem schuldig zijn. Den XXIIII™ dach in Julio anno XIIIIc twee ende tnegentich. O. (Inv. n°. 294) Pap. Gr. Met handteekening van Corff. 1127. 1492 Augustus 9. Burgemeesters, schepenen en raden van Hoern verkoopen aan Jan Jacop Jan Lambrechtszoonsz. te Haerlem, 13 pond 14 schellingen jaarrente, aflosbaar met 822 Andriesguldens. Upten neghenden dach in Augusto int jair ons Heren Duysent vierhondert twee ende tneghentich. O. (Inv. n°. 318) P. Gr. Het secreetzegel van Hoorn is verdwenen. Blijkens eenige knippen is de rente afgelost. Mede in gelijktijdig afschrift Pap. Gr. 1128. 1492 Augustus 18. De graaf van Egmonde, heer tot Bair etc., stadhoudergeneraal en de andere raden van Hollant enz., verzoeken aan Hoirne het aandeel in de 50000 guldens ruitergeld wegens het beleg van Sluys, Dinsdag e.k. (21) of ten laatste Zaterdag (25 Augustus), te stellen in handen van den rentmeester-generaal Thomas Bouckelair, aangezien de hertog van Saxssen, bij in gebreke blijven, het beleg van Sluys zal opbreken en het land afstraffen. Gescreven mit haeste inden Hage upten Saterdach XVIIIen dach van Aoust anno XCII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Zegel verdwenen. 1120. 1492 Augustus 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Melys Florys Hets- zoonsz. aan kerkmeesters, voor de armen, heeft verkocht >/.2 morgen land onder Zwaech. Opten twyntichsten dach in Augusto int jair ons Heren Duisent vierhondert twee ende tnegentich. O. (Inv. n°. 728) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Pietersz. Ruych en Simon Claesz. Buyser Gr. W. G. 1130. 1492 Augustus 27. Maximiliaen en Phillips, aartshertogen van Oostenrijck, staan aan de steden van Hollant en Vrieslant wegens geleden schade door de muntverordening van December 1489 eenige voorrechten toe, voor de uitbetaling en aflossing van lijfrenten. Gegeven in onse stede van Mechelen upten XXVIIen dach in Ougst int jair ons Heeren Duysent vierhondert twee ende tnegentich. Inv. n°. 448. Gelijktijdig afschrift P. G. 1131. 1492 September 15. Dirick Claesz. te Amsterdam schrijft aan Hoern over provisie van lijfrenten. Ghescreven te Amsterdam den XVen dach in Septembri anno XCII. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1132. 1492 September 25. Jan van Nyenrode schenkt aan zijn neef Heinrick den bastaard van Nyenrode, alles wat hij van hem en van de hofstede te Nyenrode en aan den Rodensteen, en verder in en bij Höern in leen heeft. Ghegeven int jair ons Heren Dusent vierhoudert twe ende tneghentich des Dinxdaghes na Sinte Mauryciusdach. 0. (Inv. n°. 538) P. G. Zegel van Jan van Nyenrode Gr. W. Gesch. Mede in afschrift van Jacob Gherritz., secretaris van Weesp, Pap. G. Gelijktijdig, en in afschrift begin 16e eeuw met de oorkonden van 3 October 1492 en 25 September 1494. 1133. 1492 October 3. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Heynrick de bastaard van Nyenroedde aan de stad heeft verkocht, het groote steenen huis bij den Roedensteen in de Proestssteghe. Opten derden dach in Octobri int jair ons Heren Duisent vierhondert twee ende tneghentich. 0. (Inv. n°. 538) P. G. Zegels van schepenen Jan Jan Mairtsz. en Lambert Willemsz. Gr. W. Gesch. 1134. 1492 October 3. Burgemeesters, schepenen en raden van Hoern bekennen Henrick den bastaard van Nyenrode schuldig te zijn 118 guldens, wegens kusten van het groote steenhuis bij de Proestsstege aan den Roedensteen, welke zij betalen zullen op St. Ponciaensdach (14 Januari) 1494. Opten derden dach in Octobri int jair ons Heren Dusent vierhondert twe ende tnegentich. Inv. n°. 538. Afschrift Pap. Vrij gaaf begin 16e eeuw met de oorkonden van 25 September 1492 en 25 September 1494. 1135. 1492 October 19. Schepenen in Haerlem oorkonden, dat Jan Jacobsz. aan Jacob van Egmondt heeft overgedragen, een losrentebrief van Hoern van 9 Augustus 1492 sprekende op Jan Jacobsz. van 13 pond 14 schellingen. Upten negenthienden dach in Octobri int jair ons Heeren Duysent vierhondert twee ende tnegentich. O. (Inv. n°. 318) P. Gesch. De zegels van schepenen Dirck Spijcker en Willem Jelysz. en van Jan Jacobsz. zijn verdwenen. Blijkens de knippen is de rente afgelost. 1136. 1492 October 31. De graaf van Egmonde, heer tot Bair etc., stadhoudergeneraal, en de andere raden van Hollant enz , gelasten aan Hoorn afgevaardigden in den Hage te zenden voor de dagvaart op 7 November, aangezien de stad is weggebleven van de dagvaart van 27 October, waar commissarissen van den landsheer hun rapport hebben ingediend over de 28000 kronen, door Holland en Friesland op te brengen voor de wapening tegen de Franschen. Gescreven inden Hage upten lesten dach in Octobri anno XCII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1137. 1492 December 17. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Hed Dircxz. aan Huiszitten Armen voogden heeft verkocht, 7 oort van een Fransch schild jaarrente, uit een huis en erf op de Haven. Gescreven opten vierthienden dach in Julo XIIIIC vijf ende tnegentich. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Zegel verdwenen. 1170. 1495 Augustus 28. Schepenen in de stede Westewoude oorkonden, dat Provenvoogden in Hoern aan Huiszittenvoogden aldaar hebben verkocht een stuk land, Woudlant genaamd, onder Westerblocker bij de kerk. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vijff ende tnegentich op Sinte Augustinusdach. O (Inv. n°. 1029) P. Gr. Zegels van schepen Jan Janz. Br. W. Cr. en poorter Muurijs Dircxz. Grr. W. (x. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 6 r°. 1171. 1495 September 4. Het Hof van Hollant bepaalt, na kennis genomen te hebben van het vonnis van den hertog van Saxssen en de privileges van hertog Aelbrecht van Beyeren, dat klerkambt en scholasterij niet zullen begrepen worden onder het vonnis van den hertog van Saxssen (waarbij de privilegiën werden verbeurd verklaard), maar dat Hoern in het bezit daarvan zal blijven. Upten vierden dach van Septembri int jair ons Heren Duysent vierhondert vijf ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 257) P. Gr. Aanhangend signet van het Hof. Mede in afschrift Pap. Gesch. 16e eeuw. 1172. 1495 September 17. Het Hof van Hollant beslist in de geschillen tusschen Hoeren en Thomas Bueckelair, rentmeester, dat de stad hem 300 pond vóór St. Lucasmarkt e.k. moet betalen, waarmee dan, totdat het Hof eene eindbeslissing zal hebben gegeven, zullen zijn afgedaan alle restanten van den omslag groot 40000 in 1492 en ook de restanten die de stad schuldig is van de 2 grooten, de 7 grooten, de blanken en de 19000, allen omgeslagen ten bate van het gemeeneland. Aldus gedaen inden Hage den XVIIsten dach in Septembri anno XCV. O. (Inv. n°. 351) P. Gr. Met handteekening van van Wyngerden. 11755. 1495 December 14. Phillips, aartshertog van Oestenrijck, staat bij zijne inhuldiging aan Hollant en Vrieslant eenige voorrechten toe. Gegeven in onser stede van Bruessel den XlIIIen dach van December int jair ons Heeren Duusent vierhondert vive ende tnegentich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 158 r°. Gedrukt: Groot Placaatboek IY. 3. 1174. 1496 April 20. Het Hof van Hollant gelast Jan Ravestein, kapitein op het blokhuis, een onderschepten brief aan Hoirn over te leveren. Upten XXe" in Aprille anno XCVI nae Paeschen. O. (Inv. n°. 635) P. G. Met handteekening van van Wyngerden. 1175. 1496 April 30. Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Reynert Tymanz. aan kerkvoogden te Hoirn voor de armen heeft verkocht l3/4 morgen land onder Oisterblocker. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ses ende tnegentich den laisten dach in Apryl. O. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepen Jan Wyggersz. en van poorter Jan Jan Dollisz. Br. W. Gesch. 1170. 1496 April 30. Schepenen in Westewoude oorkonden, dat Symon Tymansz. aan kerkmeesters te Hoirn voor de armen heeft verkocht 2'/j morgen land onder Oisterblocker. Den laisten dach in Apryl int jair ons Heren Dusent vierhondert ses ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepen Jan Wyggersz. en van poorter Jan Jan Dollisz. Br. W. G.1 1177. 1496 Mei 16. Schepenen in Hem en Venhuusen oorkonden, datKatherijn Pieter Willems weduwe aan St. Marienconvent heeft verkocht een morgen land. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ende sessentnegentich gescreven upten sestienden dach in Majo. O. (Inv. n°. 833) P. Gesch. Zegels van schepen Pieter Dirc Symz. en van poorter Herme Gherytz. Gr. W. Gesch. 1178. 1496 Juni 24. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Claes Dutz c.s. aan kerkmeesters voor de armen hebben verkocht drie morgen land min een hond land, onder Zwaech, ten oosten grenzend aan den Zwagerweg. Den XXIIIIten dach in Junio int jair ons Heren Dusent vierhondert ses ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 728) P. Cr. Zegels van schepenen Arys Dircz. en Jacop Symonz. Gr. W. G. 1179. 1496 September 6. Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Wouter Herkz. aan Gasthuisvoogden heeft verkocht '/4 van 3'/i morgen land, waarvan het Armengasthuis reeds >/e deel heeft, gelegen onder Blocker in de Monicky, en dat Wouter beloofd heeft afstand van alle rechten te doen, waarvoor hij tot onderpand heeft gesteld eene jaarrente van drie Rijnsche guldens en een stoter, uit een stuk bouwland onder Oisterblocker. Den VIten dach in Septembry int jair ons Heren Dusent vierhondert ses ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 879) P. Gesch. De zegels van poorters Pieter Wiggersz. en Mathys Gerbrantz. zijn verdwenen. 1180. 1496 October 9. Phelips, aartshertog van Oistenrijck staat Hoorn toe accijns van verschillende waren te heffen, om uit de opbrengst de verschuldigde bede te betalen. Gegeven upten negensten dach van October int jair ons Heeren Duysent vierhondert zes ende tnegentich. O. (Inv. n°. 97) P. G. Aanhangend signet van Philips R. W. G. 1181. 1496 December 17. Schepenen in Scellinchout oorkonden, dat Symon Pieterz. aan St. Marienconvent heeft verkocht 3'/4 morgen min 10 roeden land onder Scellinchout, Rugelant genaamd. Int jair ons Heren Duysent vierhondert ses ende tnegentich opten XVIDten dach in Decembry. 0. (Inv. n°. 833) P. G. De zegels van poorters Jan Clais Pillesz. en Geryt Jansz. zijn verdwenen. 1182. 1497 Januari 20. Jan, alias Ravesteyn, kastelein tot Horn, bekent 350 pond van de stad te hebben ontvangen voor den bouw en het onderhoud van het blokhuis, volgens overeenkomst van den stadhouder en procureur-generaal met burgemeesters. Den XXen dach in Januario anno XIIII1' zes ende tnegentich naden loep tshoeffs van Hollant. 0. (Inv. n°. 299). Pap. G. Met handteekening van Ravesteyn. 1183. 1497 Januari 26. Het Hof van Hollant, gezien het proces tusschen den graaf van Egmonde als stadhouder, en Hoirne, over het onderhoud van het blokhuis (Zeeburg), gelast de stad 350 pond op te brengen, maar wanneer het gemeeneland van Hollant later mocht bijdragen in het onderhoud, zal Hoirne met de bijdrage in den gemeenen omslag kunnen volstaan. Upten XXVIen dach in Januario anno Vierthienhondert zes ende tnegentich secundum cursum curie. 0. (Inv. n°. 636) P. zeer Gesch. Met handteekening van van Wyngerden. De toestemming van den landsheer is verdwenen. 1184. 1497 Februari 8. Hynrick de bastaard van Nyenrode bekent van Hoern te hebben ontvangen 18 enkele guldens voor twee jaar rente verschenen St. Ponsyyansdach 1496 en 1497. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert seeven en tnegentich opten VIII dach in Februario. O. (Inv. n°. 298) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van Nyenrode Gr. W. Zeer Gesch. Mede in gelijktijdig afschrift, papier, met de oorkonde van 3 October 1497. 1185. 1497 Februari 10. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo nonagesimo septimo, indictione quintadecima, mensis Februarii die decima, hora quarta vel quasi post meridiem, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri, divina providentia pape sexti, anno quinto. Heer Baltoldus Sidozoon, priester in de proosdij van WestFriesland, bespreekt verschillende goederen aan geestelijken te Hoirn en Opmeer en aan de Parochiekerk te Hoirn. Acta sunt hec in ecclesia Hoirnensi ante altare sancti Georgii, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. O. (Inv. n°. 720) P. G. Met het merk van den notaris Nicolaus Judocusz. 1186. 1497 Februari 13. Burgemeesters van Hoorn verkoopen aan Pieter Claesz. een huis en erf op die Nyedam. Den XIIIen in Februario int jaer ons Heeren Dusent vierhondert zeven ende tnegentich. Inv. nn. 1082 Afschrift Pap. G. 16e eeuw, door W. de Berendrecht. 1187. 1497 Februari 18. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Huiszitten-Armenvoogden aan Evert Walichz. hebben verkocht een huis en erf in de Viselstraet. Den XVIIIten dach in Februario int jair ons Heren Dusent vierhondert seven ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 722) P. Gr. Zegels van schepenen Pieter Jacobsz. en Jacob Jansz. Gr. W. Gesch en G. 1188. 1497 Maart 8. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Pieter Gamsz. aan Huiszitten-Armen voogden heeft verkocht een erf ter grootte van een aangrenzend huis en erf in de Gouwe, toebehoorende aan dezelfde voogden. Den VlIIten dage in Marte int jair ons Heren Duysent vierhondert seven ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 1024) P. Cr. Zegels van schepenen Pieter Jacobsz. en Jacob Jansz. Br. W. G. 1189. 1497 April 6. Procureur Christoffels Boudens schrijft aan Hoirne over het proces tegen Volkairt Jansz., een ander tegen de weduwe van Mr. Jan Jansz. van Hairlem, en aangaande een derde van de stad met de Heilige-Geestmeesters van Hairlem en Jacob de Wael tegen Hoochtwoud, Spanbrouck c.s. over door de tegenpartij verkregen renunciatie en relevement. Gescreven te Brugghe den VIe" dach in April int jair XCVII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. 1190. 1497 April 25. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Katrijn Ewouts weduwe aan Arys Dircsz. heeft verkocht 138 roeden land, onder Wognom. Den XXVten dage in Aprili int jair ons Heren Dusent vierhondert seven ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 881) P. G. Zegels van schepenen Gijsbert Claesz. en Ysbrant Jacobsz. Gr. W. G. 1191. 1497 Juli 15. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Cornelis Claesz. en Jan Jacobsz. van Merwen aan kerkmeesters, voor de armen hebben verkocht 7 hond tiendvrij bouwland onder Wognom aan de oude Gouwe, en dat Albert Jansz. Bosch van 28 Gescreven nostro sub secreto op Dinsdage post Nativitatis Marie anno etc. XCVII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1196. 1497 October 3. Henrick de bastaard van Nyenroede, bekent van Hoerne te hebben ontvangen 9 gouden Rijnsche guldens voor het jaar 1497. Opten derden dach in Octobri anno Dusent vyrhondert seven ende tnegentich. O. (Inv. n°. 298) Pap. G. Opgedrukt zegel van Nyenroede Gr. W. Zeer Gescli. Mede in gelijktijdig afschrift, papier, met de oorkonde van 8 Februari 1497. 1197. 1497 December 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat heer Geryt Dircxz. aan Huiszitten-Armenvoogden heeft verkocht, een huis en erf in de Noirderstrate. Den XXten dage in Decembry inden jaer ons Heren Duysent vierhondert seven ende tnegentich. O. (Inv. n°. 1022) P. G. Zegels van schepenen Gijsbert Ciaesz. en Claes Jansz. Br. W. G. 1198. 1497 13. Schepenen in Buirchorn doen uitspraak in een proces tusschen Dirck Jans Hoen, van Scagen, en HuiszittenArmenvoogden van Hoern. (Int jair ons) Heeren Dusent vierhondert se(ven ende) tnegentych den dartyenden dach O. (Inv. n°. 1034) Pap. Zeer Gesch. Met opgedrukt zegel van zaken van Burghorn. Gr. W. Zeer Gesch. 1199. 1498 Januari 10. Albert Dircxz., geneesheer te , schrijft aan Hoirn, dat hij spoedig met of zonder familie komt, maar van oordeel is, dat de reis den zieken Claes Evertsz. duurder dan profijtelijk zal zijn, aangezien de stad Mr. Jan van Utrecht al heeft, en benoodigde medicijnen, bij gebrek van een apotheek, niet verkrijgbaar zullen zijn. Ghescreven mit haest den Xe" dach in Januario anno XCVIII. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. aan Amsterdam toe, handel te drijven op alle havens van Norwegen, in het bijzonder op Bergenn. Datum uppen sloote Wardtberch am Sondage den drieden inden heiligen dagen to Wynnachten nach Christi unses Herren gebort Duysent vierhundert in acht ende negentigesten jar. Afschrift Inv. n°. 488 bl. 22 r°. • Gedrukt: Handvesten van Amsterdam blz. 56. Dapper blz. 140. Door Scheltema in den Inventaris van Amsterdam, ten onrechte gesteld op 27 December. 1212 1498 December 17. Schepenen in Sibekarspel en in Benninckbroeck oorkonden, dat Sivert Jansz. aan St. Pietersdal heeft verkocht zes Rijnsche guldens jaarrente, uit verschillende landerijen onder Benninckbroeck. Int jaer ons Heren MIIIIC acht ende neghentich op den XVIIel1 dach in Decembri. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 40 r°. Heynryck de bastaard van Nyenroede, bekent van Hoern ontvangen te hebben negen enkele guldens, verschenen St. Ponsyaen (14 Januari) 1498. Zonder datum. O. (Inv. n°. 298) Pap. G. Met handteekening van Nyenroede. 1214. 1499 Januari 7. TT ■ , i Schout, burgemeesters en schepenen van Hoirn oorkonden, dat de erfgenamen van Kathrijn Claes Evertsz. weduwe verklaard hebben, dat zij bij testament heeft gesticht eene vicarie van vijf wekelijksche missen op het hoogaltaar, waarvoor zij 300 guldens heeft besproken, welke som de erfgenamen, met zes guldens van henzelven, aan kerkmeesters van de Parochiekerk hebben overgegeven; tevens vermeldende uitvoerige bepalingen over de bediening. Inden jair ons Heren Duysent vierhondert negen ende tnegentich nae tscriven deser stede den sevenden dach in Januario. O. (Inv. n°. 735) P. G. Verbandzegel van Hoorn. Gr. W.G. Aan de achterzijde: dit is die brief van Heer Jan Blocks capelrie. 1215. 1499 Februari 7. Schepenen in Westewoudt oorkonden, dat Lyeve Jacob Willem Zaers weduwe, van Hairlem, aan Huiszittenmeesters heeft verkocht een morgen land onder Oisterblocker, ten noorden van de Gouwe. Den sevensten dach in Februario int jair ons Heeren Dusent vierhondert negen ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 1029) P. Gr. Zegels van schepen Mathijs Gerbrantsz. en poorter Mourijs Dircxz. Gr. W. G. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 10 r°. 1216. 1499 Februari 15. Philips aartshertog van Oistenrijck, gehoord de klacht van Hoirn, dat het Hof van Hollant verboden heeft lasten te heffen van de goederen van St. Ceciliaconvent, beveelt den eersten deurwaarder van den Grooten Raad, te dagvaarden stadhouder, en Hof, benevens pater, mater en voogd van het convent. Ghegheven in onser stat van Bruessele den XVen dach in Februario int jair ons Heeren Duusent vierehondert achte ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 806) P. Gesleten. Zegel met contrazegel van Philips R. W. Gesch. Met aangehechte oorkonde van 21 Maart 1499. 1217. 1499 Maart 21. Willem de Latre, eerste deurwaarder, bericht den Grooten Raad, dat hij de kamer van den Raad van Hollant en andere belanghebbenden tegen 5 -Juli e.k. heeft gedagvaard. Upten XXIen dach van Mairte anno XllIh'XOVIII secundum cursum curie Hollandie. O. (Inv. n°. 806) P. G. Handteekening van de Latre. Aangehecht aan de oorkonde van 15 Februari 1499. 1218. 1499 Mei 1. Philips aartshertog van Oostrijc, wien volgens verdrag van Aelbrecht van Zassen met Hoerne en andere steden van Vrieslant, de begeving toekomt, draagt het klerkambt en de scholasterij van Hoerne op aan Martin Wesekaert. Gegeven in onser stad van Brusel onder onsen naem den eersten dach in Mey anno XCIX°. 0. (Inv. n°. 258) Pap. G. Met handteekening van Philips en van N. de Caudrelier. 1219. 1499 Mei 14. Schepenen in Scillinchout oorkonden, dat Jacob Harincxz. en Evert Evertsz. aan de Huiszitten-Armen hebben verkocht '/s deimpt en 81'//, roede land uit „die Grote Weyde", benevens de halve Lutke Weyde. Int jaer Dusent vierhondert negen ende tnegentich opden viertienden dach in Mayo. 0. (Inv. n°. 1030) P. G. Zegels van schepenen Jan Evertsz. en Jacob Pietersz. Gr. W. Gesch. en G. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 19 r°. 1220. 1499 Mei 14. Schepenen in Scillinchout oorkonden, dat Pouwels Jans van Hoern aan de Huiszitten heeft verkocht een deimpt land uit „die Groote Weyd". Int jaer ons Heren Dusent vierhondert neghen ende tnegentich op den viertienden dach in Mayo. 0. (Inv. n°. 1030) P. G. Zegels van schepen Jacob Pietersz. Gr. "W. Gesch. en van poorter Jan Claesz. Gr. W. Gesch. 1221. 1499 Mei 15. Schepenen in Westewoud oorkonden, dat heer Simon Jansz., prior van het Regulierenconvent buiten Amsterdamme, en heer Jan Jansz., rector van het Nonnenconvent ter Lelien binnen Amsterdamme c.s., aan kerkmeesters te Hoirne voor de armen hebben verkocht 3 morgen 90 roeden land onder Westerblocker. Opten vijftiensten dach van Meye int jaire ons Heeren Dusent vierhondert negen ende tnegentich. O. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepenen Pieter Wiggersz. en Mathijs Gerbrantsz. Gr. W. G. 1222. 1499 Mei 27. Het Hof van Hollant gelast, voortaan den Frieschen zeedijk van Twycherbrugge tot Medemblyckerarm gemeenschappelijk te onderhouden. Den XXVlIen dach in Meye anno XIIIIcXCIX. Inv. n°. 1097. Afschrift Pap. G. van 5 Juni 1499. Gedrukt : Handtv. van Enckhuysen blz. 56. Twycherbrugge = ïwiskerbrugge ? Vgl. De Vries blz. 60 noot. 1223. 1499 Augustus 13. Het Hof van Hollant oorkondt, dat Mairtijn Wesekaert zijne aanspraken op het klerkambt en de scholasterij aan Hoirne heeft verkocht. Upten XlIIen dach van Augusto anno Viertienhondert negen ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 259) P. G. Met handteekening van J. de Mote. 1224. 1499 Augustus 13. Mertijn Wesekaert bekent van Hoirne te hebben ontvangen vier pond gr. vl. voor de scholasterij en het klerkambt. Upten Xfflen dach in Augusto anno XIIIIc negen ende tnegentich. O. (Inv. n°. 260) Pap. (I. Met handteekening van Wesekaert. 1225. 1499 Augustus 21. Phelips, aartshertog van Oistenrijck, gelast op verzoek van burgemeesters van Hoorn, den eersten deurwaarder schout en schepenen aan te zeggen dat zij de pachters van erven, toebehoorend aan de Derde Orde van St. Franciscus, dwingen zullen, verschuldigd schotrecht aan de stad te betalen, wanneer namelijk de toedracht door burgemeesters gegeven en hier in het breede vermeld, juist blijkt te zijn. Gegeven in onser stede van Bruessel den XXJe" dach van Oegst int jaer ons Heeren Duysent vierhondert negenendetnegentich. 0. (Inv. n°. 780) P. Gr. Zegel met contrazegel van Philips R. W. Vrij gaaf. Met aangehechte verklaring van den deurwaarder van 28 October, over zijne goed geslaagde zending. 1226. 1499 September 7. Burgemeesters van Enchuysen oorkonden, dat hun poorter Gheryt Pieterz., den broeder van den ossenkooper Ebbe Carstenz., in Hoern gevangen genomen wegens vechten, losgekocht en naar Enchuysen heeft gebracht. Upten Vllsten dach in Septembri int jair ons Heren Duysent vierhondert negen ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 465) Pap. G Opgedrukt zegel van Enkhuizen Gr. W. G. 1227. 1499 October 1. Schepenen in Scillinchout oorkonden, dat Diewer Dirck Hets-weduwe, aan de kerk van Hoern voor de armen heeft geschonken, de helft van 3 morgen 32 roeden land, Gheerkeslant genaamd. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert neghen ende tnegentich op Sinte Remigiusdach. 0. (Inv. n°. 725) P. G. Zegels van schepen Jacob Pietersz. en van poorter Jan Claesz. 1245. 1501 September 16. Schepenen in Leyden oorkonden, dat Cornelis Jansz. c.s. hebben verklaard, dat heer Geryt, pater van St. Ceciliaconvent in Hoern, hun volledig heeft overgeleverd de erfenis van de priesters Claes Jansz. en Simon Jansz., hunne ooms. Int jaer ons Heren Duysent vijffhondert ende een upten sestienden dach in Septembri. O. (Inv. n°. 809) P. Gr. Zegels van schepenen Heynrick van Alckemade en Jan van Leyden Br. W. Gr. 1246. 1501 September 30. Johannes, pastoor te Molsym, bekent, door Yme Thymenz. van wege wijlen Bolwyn te Bercholt, te hebben ontvangen een Rijnschen gulden, volgens den brief, in bewaring bij kerkmeesters van Horn. Int jaer fan fijffhundert ende een op Sente Jheronimusdach confessoer. O. (Inv. n°. 720) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van pastoor Johannes Gr. W. Gesch. Molsym, Molshem, voormalig eiland in de Alkmaardermeer. 1247. 1502 Februari 7. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jacob Pietersz. aan de Parochiekerk heeft verkocht, een huis en erf in de Noirderstrate, met eene uitgaande jaarrente van 37 stuivers, benevens eene jaarrente van 20 stuivers uit een huis en erf aan de Burchsloot. Upten zevenden dach in Februario int jair ons Heren Duysent vijfhondert ende twee. 0. (Inv. n°. 724) P. Gesch. De zegels van schepenen Cornelis en Jan Claesz. zijn verdwenen. 1248. 1502 April 11. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Willem Barentsz. van Campen c.s. ten behoeve van Huiszittenvoogden, afstand hebben gedaan van een half huis en erf in de Oosterstraet. Upten elften dach in Aprille int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende twee. O. (Inv. n°. 1023) P. G. Zegels van schepenen Jan Jansz. van Leeck en Direk Frericxz. Gr. W. G. 124». 1502 Mei 20. Schepenen in Widenes oorkonden, dat Jan .Jacobz. van Amsterdam aan Huiszitten-Armenvoogden heeft verkocht, zeven morgen land, met zijn deel van een huis op de Grote Zaet onder Widenes. Int jair ons Heren vijftienhondert ende twee opten twintichsten dach in Mey. O. (Inv. n°. 1030) P. Gr. Zegels van poorters Jan Jansz. en Wouter Yolckertz. Gr. W. Gesch en G. Mede in afschrift lnv. n°. 1010 bl. 3 r°. 1250. 1502 Mei 21. Jan Jacobz. van Amsterdam bekent van Huiszittenvoogden te hebben ontvangen een bedrag van 25 pond gr. vl., ten deele in gereed geld en verder in de afbetaling van eene schuld, die zij van zijnentwegen hebben vereffend,alles boven de lijfrenten die hij jaarlijks zal ontvangen. Int jair ons Heren vijftienhondert ende twee opten XXIsten dach in Meye. O. (Inv. n°. 1030) Pap. G. Met handteekening van den notaris Nicolaus Judocusz. 1251. 1502 Juli 14. Schepenen in Spanbroick oorkonden, dat Wybrant Pietersz. aan Huiszitten-Armen heeft verkocht een stuk bouwland van 4'/2 hond onder Spanbroick, de Camp genaamd. Upten viertiensten dach in Julio int jair ons Heren Duysent vijfhondert ende twe. O. (Inv. n°. 1031) P. G. Zegel van schepen Clement Pietersz. Gr. W. G. 1252. 1502 Juli 27. Schepenen in Wijdenes oorkonden, dat Jan Jong Jacopsz., van Amstelredam, bekend heeft, voldaan te zijn voor de „overoeck" en wat hij meer dan zeven morgen land aan Hui szitten voogden heeft verkocht, benevens voor zijn aandeel in een huis en in eene jaarrente van een gouden kroon. Int jair ons Heren vijftienhonderd ende twie den seventwintichsten dach in Julio. O. (Inv. n°. 1030) P. G. Zegel van poorter Jan Janz. Gr. W. Gesch. Het zegel van Florys Claesz. is verdwenen. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 4 r°. 1253. 1502 Augustus 24. Augustijn van Teylingen, klerk van den rentmeester Claes Corfl', bekent van Hoirne, met de onder die stad gelegen dorpen te hebben ontvangen 468 pond 15 schellingen 3 penningen, voor den termijn van St. Jan 1.1. in den omslag van het gemeene land. Opden XXIIIIen in Augusto anno XV« ende twee. Afschrift Inv. n°. 166 bl. 7 r°. 1254. 1502 October 27. Adriaen van Appelteren, bisschop van Sebasten c.s. oorkonden, dat burgemeesters van Hoirne en de conventen van St. Katharina, St. Agnes en St. Geertruida hunne scheidsrechterlijke uitspraak hebben goedgekeurd, uit kracht waarvan de conveiften 14 jaren in de lasten van de stad zullen bijdragen. Den XXVlIsten dach van Octobri anno XVc ende twee. O. (Inv. n°. 835) P. Gr. De zegels van drie scheidsrechters zijn verdwenen. Zegels van Jacob van Noirtwijck R "W. Gesch. en Cornelis Claesz. Gr. W. G. Met aangehechte oorkonde van 20 Maart 1518 waarbij de stad met de drie conventen eene nieuwe overeenkomst sluit voor 25 jaren. 1255. 1502 November 23. Anno a nativitate (Domini) Millesimo quingentesimo secundo, indictione quinta, die Mercurii vicesima tercia die mensis Novembris, hora quasi undecima ante meridiem, poniificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providencia pape secundi, anno eius undecimo. Heer Johannes. Nicolausz. de Beerheem, prior van de Reguliere Kanunniken van St. Marienconvent in Nazareth bij Bredervoert, maakt nieuwe uitvoerige bepalingen over de collatie en bediening van eene door zijn vader a°. 1460 in de Parochiekerk gestichte en door den proost van WestFriesland bevestigde vicarie; en dit, nu hem thans, wegens het overlijden van zijn vader en broeders, de beschikking toekomt. Acta fuerunt hec in domo dotis parochialis ecclesie in Alten, Monasteriensis diocesis, sub anno, indictione, mense, hora et pontificatu quibus supra. ' Inv. n°. 737 Afschrift Pap. G. 16e eeuw. Mede in onvolledig afschrift Inv. n°. 738. Aan de achterzijde: An meester Direk Hetz., priester van 29 Hoirn, wonende te Collen (Keulen). Prior Jan ook genoemd 14 Maart 1472 St. Pietersdal. (Zie n°. 1307.) 1356. 1502 December 3. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat kerkmeesters van de Parochiekerk, namens de kerkarmen aan Pieter Claesz. en Aef Jacop Mentzoonsd. zijne huisvrouw, hebben verkocht eene lijfrente van 11 Rijnsche guldens, in ruil voor een jaarrente van 7 Rijnsche guldens, uit de Valkenburchsweyde onder Wognom. Int jaer ons Heren Vijftienhondert ende twee opten derden dach in Decembry. 0. (Inv. n°. 727) P. G-. Zegels van schepenen Jan Jansz. van Leeok en Symon Tymansz. Gr. W. G. Aangehecht aan de oorkonde van 13 April 1494 Reg. n°. 1157. 1257. 1503 Januari 13. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat vader en zwager van Mr. Geryt Gerbrantsz., priester, als borgen uitvoerige beloften voor de bediening van de stadsvicarie hebben gegeven. Upten dertiensten dach in Januario int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende drie. 0. (Inv. n°. 732) P. G. Zegels van schepenen Jan Jansz. van Leeck en Dirck Arysz. Gr. W. Gesch. Aan de achterzijde: Dese brief hout van die stee cappelry van Hoirn, die welke bedient wart van Meester Gheryt Lambertz.; en: dese brief hout van die stee cappelry op Onser Liever Vrouwen altaer van Haer Gheryt Gharbrantz., cappellaen der stede van Hoirn. 1258. 1503 Februari 2. Phillips, aartshertog van Oostenrijck, geeft eene ordonnantie voor de goudsmeden. Gegeven in onser stadt van Mechelen den tweesten dach in Februario int jaer ons Heeren Duysent vijfl'hondert ende twee. Afschrift Inv. n°. 505 bl 23. Gedrukt: Groot-Placaatboek I 2718 125». 1503 Februari 25. Phillips, aartshertog van Oostenrijck, _ bepaalt in het proces voor den Grooten Raad van Hoirne en Alcmaer tegen Edam, dat deze stad ontlast zal worden van Vs van haar aandeel in de beden; en dat Hoirne en Alcmaer het op moeten brengen, tot dat Hof en Rekenkamer in den Hage eene andere beslissing hebben gegeven. Aldus gedaen te Mechelen den XXVen dach van Februario int jaer Duysent vijfhondert ende twee. Inv. n°. 375. Gelijktijdig afschrift Pap. G. 1260. 1503 Maart 18. Het Hof van Hollant besluit, op verzoek van de ingelanden van den Hondsbosch en de duinen van Petten, en van Haerlem, Amsterdam, Hoirn, Enckhüysen en andere steden, dat men voort zal gaan met het herstellen van den Hondsbosch; dat men later besluiten zal over eene algemeene dagvaart vóór St. Jansmis, om smaldeeling en verstoeling te maken, als dat noodig blijkt, en dat de onkosten van herstelling omgeslagen zullen worden. Upten XVIIIen dach in Martio anno Vijftienhondert ende twee secundum cursum curie. 0. (Inv. n®. 1100) P. G. Handteekening van J. Sevender. Gedrukt: Verzameling Hondsbossche n". 33. 1261. 1503 Maart 18. Broeder Herck, prior, en de broeders van St. Pietersdal, verkoopen aan Gasthuisvoogden 2'/a koeweide in den Uterste Oeterdijck, benevens een stuk rietland, den Oever genaamd. Int jaer ons Heren Vijftienhondert ende drie opten achtienden dach in Martio. 0. (Inv. n°. 879) P. G. Conventszegel van St. Pietersdal Gr. W. Gesch. 1262. 1503 Maart 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Hillegont Pieter Vriesenweduwe c.s. aan St. Marienconvent hebben afgestaan drie Rijnsche guldens jaarrente uit twee deimpten land in Olmershom op de Hoghe Beets, wegens aanspraken van het convent, namens zuster Katrijn Jan Vriesend., op goederen van Hillegont c s., en dat zij hebben verklaard het convent schuldig te zijn, gedurende het leven van Katrijn, eene lijfrente van een Philippusgulden uit een huis en erf aan den Roedenstien. Int jair ons Heren Vijftienhondert ende drie opten XXsten dach in Maerte. 0. (Inv. n°. 833) P. G. Zegel van schepen Heynric Pietersz. Gr. W. G. Het zegel van schepen Dirc Jacobz is verdwenen. Hoghe Beets, v. d. Aa, voormalige hofstede ten Oosten van de kerk in het dorp Beets. 1263. 1503 April 4. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jacob Jacobsz. aan kerkmeesters van de Parochiekerk, voor de armen heeft verkocht, een deimt land onder Wognum aan den Zwaagdijk. Upten vierden dach in Aprille int jair ons Heren Duisent vijfhondert ende drie. O. (Inv. n°. 727) P. G. Zegel van schepen Symon Tymensz.; het zegel van schepen Dirck Arysz. is verdwenen. 1264. 1503 April 19. Schepenen der stede van Grootebroeck oorkonden, dat Hedde Dircz aan Huiszittenvoogden heeft verkocht vier morgen land onder Hoegecarspel. Int jair ons Heren Dusent vijfhondert ende drie upten negentienden dach in Aprili. O. (Inv. n". 1027) P. G. Zegels van schepenen Pieter Dodez. en Jan Jacopz. Br. W. G. en Gesch. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 17 r». 1265. 1503 April 22. Anno a nativitate (Domini) Millesimo quingentesimo tertio, indictione sexta, mensis Aprilis die vicesima tertia, hora quarta vel circiter post meridiem, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Alexandri divina providencia pape sexti, anno suo undecimo. Isbrandus Kids Theodricusz. en zijne vrouw Didua van Amsterdam stichten eene vicarie van drie missen per week in de kerk van St. Pietersdal en schenken hi^toe zes koeweiden in de Verste Utersdijck onder U'esterblofker. Acta sunt hec Amsterdami in domo habitationis coniugum, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 32 r°. 1266. 1503 Mei 16. De griffier van Hollant bekent van Hoirne te hebben ontvangen 59 pond 1 schelling 3 penningen, als gedeelte van V3 aandeel van Edamme, in de loopende bede van 60000 voor den termijn van Kerstmis 1.1. waartoe de stad bij vonnis van den Grooten Raad was veroordeeld. Upten XVIen in Meye anno XVc ende drie. O. (Inv. n°. 376) P. G Met handteekening van J. Sevender. 1267. 1503 Juli 26. Gemachtigden van de bannen en schoutambachten van Hoirn, Enchuysen, Grotebrouk, Scellinchout, Zwaech en Wijenes, beloven elkander, gezamenlijk de kosten te dragen van de drie zuider koggen in het proces over den Hondsbosch. Upten XXVI dach in Julio int jair ons Heren Duysent vijfhondert ende drie. O. (Inv. n°. 1101) Pap. G. Met handteekeningen der tien gemachtigden. 1268. 1503 November 6. In het proces van Hoorn en Alemaer tegen Edam bepaalt het Hof van Hollandt, dat de beide steden '/.t van Edams aandeel in de beden zullen blijven opbrengen Aldus gedaen inden Haghe upten VIe" dach in November anno X\Tc ende drie. 0. (Inv. n°. 377) P. Zeer Geseli. 1209. 1503 November 12. Philips, aartshertog van Oistenrijck, scheidt op verzoek van de inwoners van Drechterlant, hun dijkgraafschap van de koggen van Medemblieck en Noorderlant; staat hun dit in erfpacht af voor 70 pond 's jaars, onder voorwaarde, dat de dijkgraaf in het dijkgraafschap en de vier koggen van Drechterlant zal wonen, deze jaarlijks geërfd zal zijn ter waarde van 600 pond en geene herberg mag houden. Gegeven in onser stede van Mechelen den XIIen dach in Novembri int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert ende drie. O. (Inv. n°. 1107) P. Gr. Zegel met contrazegel van Philips E. W. Zeer Gesch. Afschrift 1697 Inv. n°. 1084. Onderaan eene aanteekening over eenige woorden in rasure betreffende de woonplaats van den dijkgraaf; zie de oorkonde van 27 Juni 1506. 1270. 1503 December 29. De graaf van Egmondt, heer tot Bair etc., stadhoudergeneraal, en de andere raden van Hollandt enz., gelasten Hoorn het (vroeger) ingesloten plakaat op 8 Januari e.k. af te kondigen en voor de goede nakoming er van zorg te dragen. Gescreven inden Hage upten XXIXen dach in Decembri anno XVc ende drie. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1275. 1504 Augustus 8. Philips, aartshertog van Oostenrijck staat den munters in Hollandt accijnsvrijheid toe, zooals tot nu toe genoten, en bevestigt de ingevoegde privilegien. Gegeven in onsen huyse in den Hage in Hollandt den 8en dach van Augusto int jaer ons Heeren 1504. Ingevoegd in de oorkonde van Karei V van 4 Juni 1517. Hier zijn opgenomen de oorkonden van 4 Maart 1368 en 17 Maart 1487. Afschrift Inv. n°. 119 bl. 15, gedeeltelijk blz. 34. 1276. 1504 Augustus 22. Phelips, aartshertog in Oistrijke, staat Hoirne toe, dat een vreedzaam poorter bij doodslaguit noodweer, zijn goed mag vrijen, mits hij 60 pond aan de grafelijkheid betaalt. Gegheven in onsen huyse inden Haghe den XXIIsten dach in Ougst int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert viere. O. (Inv. n°. 100) P. G. Zegel met contrazegel van Philips B. W. Zeer Gesch. Afschriften Inv. n°. 117 bl. 42 r°. Inv. n°. 119 bl. 106. Vermeld: Groot Placaatboeck III, blz. 532, ten onrechte op 2 Augustus. 1277. 1504 November 20. Het Hof van Hollandt geeft in een proces tusschen Hoorn en Medemblick, over de verdeeling van 3000 pond der bede, door Philips 23 Augustus 1504 aan de Vier Noorder Koggen kwijtgescholden ter gelegenheid van de doorbraak van den Vriesendijk op St. Galendach 1502 (16 October), als uitspraak, dat de Koggen van af 16 October 1502 gedurende een jaar voor 1200 pond vrij van bede zullen zijn, en de 1800 pond, gedurende de drie volgende jaren op te brengen, voor dij konder houd zullen worden besteed. Actum den XX dach in Novembri anno XVc ende vier. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 34 r". 1278. 1504 November 22. Het Hof van Hollant stelt Mr. Jacob Jonge Jacobsz. van Amsterdamme, op zijn verzoek, met al zijn goederen borg voor elke schade die Huiszitten-Armenvoogden zouden kunnen beloopen, door het koopen van V8 van een huis met 27 morgens land en '/8 van een gouden kroon jaarrente onder Wijenes. Upten XXIIen dach van Novembri anno XVc ende vier. 0. (Inv n°. 1030) P. G. Aanhangend signet R. W. Gesch. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 5 r°. 1279. 1504 Dec. 2. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat heer Ellert Martensz. en heer Elbert Jansz., namens de getijdepriesters, en Marten Remmetsz., getijdemeester van de Parochiekerk, aan het Gasthuis hebben verkocht een huis en erf in de Kerckstege. Opten anderden dach in December int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende vier. O. (Inv. n°. 872) P. G. Zegels van schepenen Willem Jacobsz, en Symon Pietersz. Br. W. Gesch. en G. 1280. 1504 December 13. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Outghersz. en zijne vrouw Eëff, aan Huiszitten-Armenvoogden hebben verkocht een huis en erf in de Westerstrate op den hoek van de Cleyne Havensteghe, dat hij en zijne vrouw levenslang zullen mogen bewonen. Int jair ons Heren Vijftienhondert ende vier den Xffldeit dach in Decembry. 0. (Inv. n°. 1025) P. Gr. Zegels van schepenen Willem Jacopz. en Symon Pietersz. Gr. W. G. 1281. 1505 Mei 28. Opten acht ende twintichsten dach in Meyrnaent int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende vijf, inde achte indictie int anderde jair des paeuscips ons heilichs vaders in Gode des paeus Julius die anderde. Burgemeesters van Spanbroick en van Opmeer, en schout, burgemeesters en schepenen van Hogentwoud, komen overeen met burgemeesters van Hoirn, dat de stad met toestemming van den landsheer, wegens zeeschade van de Vier Noorderkoggen, 200 schilden zal korten op het aandeel, door Hauwert, Nubixwoud, Wognum en Wadwey in de bede op te brengen. Int jair, maendt, dach, indictie ende paeuscip voirs. 0. (Inv. n°. 379) P. G. Met het merk van den notaris Gerbrandus de Medemblick. 1282. 1505 Juni 1. Phillips, koning van Castillien, stelt, voor de afbetaling van 175 pond jaarlijksche lijfrenten, welke Hoirne om zijnentwil aan poorters en aan Gheryt Albout den kastelein heeft verkocht, eenige domeinen in handen van de stad, te weten de Waag jaarlijks 225 pond, den Tol 28 pond en het Bodeambacht 58 pond 'sjaars geldend, waarvan zij, na uitkeering van de 175 pond, de rest aan den rentmeester ter hand moeten stellen. En bepaalt, dat de domeinen ten allen tijde, tegen den penning 16, voor 2800 pond moeten kunnen worden ingelost. Gegeven in onse stadt van Bruessel den iersten dach van Junio int jair ons Heeren Duysent vijft'hondert ende vijff. O. (Inv. n°. 353) P. Gr. Zegel met contrazegel van Philips R. W. Gesch. Achterop eenige bevestigende aanteekeningen. Zie de oorkonden van 6 en 7 Juli 1505, en Velius blz. 169, 170, met afwijkende cijfers. 1283. 1505 Juni 24. Philips, koning van Castillen, staat Hoerne toe, voor een bedrag van 300 pond lijfrenten op het lichaam van de stad te verkoopen, uit welker opbrengst de stad hem eene tegemoetkoming in zijne moeilijke omstandigheden zal betalen. Gegeven in onsen leegher voir Aernhem den XXIIIIe'' dach van Junio int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert vijf ende van onsen rijcke deerste. O. (Inv. n°. 101) P. Gr. Zegel met contrazegel van Philips R. W. Gesch. Achterop eene bevestigende aanteekening. 1284. 1505 Juli 1. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hoirne verkoopen aan Geryt Aelbrechtsz., alias Albout, eene jaarrente van 25 Rijnsche guldens. Upten eersten dach in Julio int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende vijf. O (Inv. n°. 720) P. G. Stadszegel Gr. W. Gesch. Doorgestoken bij de oorkonden van 24 Maart 1550 en 25 Maart 1551. 1285. 1505 Juli 6. Simon Longin, ontvanger-generaal des konings, bekent 2800 pond van Hoirn te hebben ontvangen, waarvoor de stad verschillende domeinen in pand krijgt. Le VI jour de Juillet lan Mil cincq cent et cincq. O. (Inv. n°. 300) P. G. Signet van financiën R. W. G. 1286. 1505 Juli 7. Burgemeesters, schepenen en raad van Hoirne oorkonden, dat zij ten behoeve van den koning op het lichaam van de stad 300 pond hebben willen verkoopen; er zijn reeds aan de poorters de eene helft en den kastelein Geryt Albout 25 pond verkocht, te zamen 175 pond, aflosbaar tegen den penning 16, met 2800 pond, welke som zij in handen van .Jeromme Hauwerin, thesaurier-generaal, hebben gesteld, waarvoor de koning verschillende domeinen als Waag, Tol, Schoutambacht en Bodeambacht in onderpand heeft gegeven, geldende 250, 28, 200 en 56 pond. Upten VIIen dach in .Julio int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert ende vive. O. (Inv. n°. 318) P. Gr. Zegel van Hoorn Gr. W. Gesch. Blijkens de knippen is de som afgelost. Zie Yeliijs blz. 169, 170, die afwijkende cijfers geeft. 1287. 1505 Augustus 2. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Ruiger Jansz. aan Gasthuismeesters heeft verkocht '/4 van 4 Beyersche guldens jaarrente, uit een huis en erf aan de westzijde van de Kercksteech, op den hoek van den Burchwal. Opten anderden dach in Augusto int jair ons Heren Duysent vijfhondert ende vijf. O. (Inv. n°. 872) P. G. Zegels van schepenen Jacob Symonsz. en Jacob Taemsz. Br. W. G. en Gesch. 1288. 1505 September 10. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Folku Albert Jacobsd. heeft verklaard, dat het erf van haar huis op Heer Gerytlant, zich ter breedte van l'/j roede uitstrekt van den Burchwal tot een zekeren kuil. Opten tienden dach in Septembri int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende vijf. O. (Inv. n°. 1025) P. G. Zegels van schepenen Clais Pietersz. Ruyg en Myeus Symonsz. Gr. W. G. 1289. 1505 September 19. Anno (Domini) MVC quinto, indictione octava, Septembris 19, post prandium hora secunda aut circiter, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri ac domini Julii pape secundi, anno suo secundo. Christina Johannes Petrid. weduwe van Simon Nicolausz. geeft St. Pietersdal, bij schenking onder de levenden, twee morgen land in Westewoud, op den Oudendijck, en nog 1 '/, morgen aldaar, voor eene vicarie van vier missen per week, waaruit zij zich eene lijfrente van 5 '/ï guldens voorbehoudt. Acta sunt in Amsterdam in domo habitationis ipsius Christine, habitantis prope pontem vulgariter nominatum „Die Liefdelsbrugge", sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. Afschrift Inv. n°. 792 hl. 35 v°. 1290. 1505 December 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Huiszittenmeesters hebben verklaard tevreden te zijn, dat Symon Luytgensz. kinderen 30 stuivers zullen betalen voor jaarrente uit een huis en erf in de Oosterstraet. Opten twintichsten dach in Decembri int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende vijf. 0. (Inv. n°. 1023) P. G. Zegels van schepenen Claes Pietersz. Ruygen en Jacob Jansz. Kuyper Gr. W. G. 1291. 1506 Januari 22. Schepenen in Scillinchout oorkonden, dat de erfgenamen van Pieter Gast aan Gasthuisvoogden hebben verkocht ruim twee morgen land, Claes Hillebrantslant genaamd, onder Scillinchout. Int jaer der ghebuerten ons Heren Dusent vijfhondert ende ses op den twie ende twyntichsten dach in Januario. 0. (Inv. n°. 880) P. Gesch. Zegels van poorters Jan Claesz. en Gheryt Jansz. Gr. ~W. G. en Gesch. 1292. 1506 Februari 24. Schepenen in de stede van Westewoude oorkonden, dat Dirck Gherytz. van Hairlem c.s. aan de Huiszitten-Armen hebben verkocht, een morgen land onder Oesterblocker. Int jair ons Heren vijftienhondert ende ses den XXIIIIsten dach in Februario. O. (Inv. n°. 1029) P. G. Zegels van schepenen Jan Claes Wigghersz. en Claes Reynersz. Gr. W. G. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 9 v°. 1293. 1506 Februari 27. Phelips, koning van Kastillen, vernietigt het vonnis van het Hof van Hollant in het proces tusschen Hoirn en Ghijsbrecht van Duvoorde en IJselsteyn, voor vrouw en schoonmoeder Alyt, weduwe van Jacob van Noortych, over 25 pond exuegeld der goederen van Jacob van Noortych, en gelast Ghijsbrecht, binnen drie weken het geld te betalen, hem veroordeelende in de kosten. Gegeven in onser stede van Mechelen den XXVII611 dach van Februario int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert ende vive, ende van onsen rijcke tweeste. O. (Inv. n°. 252) P. Gr. Het zegel van Philips is verdwenen. 1294. 1506 Februari 27. Phelips, koning van Castille enz., gelast den eersten deurwaarder van den Grooten Raad, het vonnis tegen Ghijsbrecht van Duvoorde en IJselstein ten uitvoer te leggen. Gegeven in onser stede van Mechelen den XX VI Rn dach van Februario int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende vive ende van onsen rijcke tweeste. O. (Inv. n°. 252) P. Gr. Grootzegel met contrazegel van Philips R. W. Zeer Gesch. 1295. 1506 Maart 14. Het Hof, gezien het proces voor den Grooten Raad tusschen Zwach en Hoirn (over het aandeel van het dorp in de stedelijke regeering), gelast partijen, te verschijnen voor afgevaardigden, waar de feiten nader onderzocht zullen worden. Gedaen te Mechelen den XIUiten dach in Marcio anno XVc ende vijfne. Inv. n°. 241. Gelijktijdig afschrift Pap. Vrij gaaf. Mede in het Fransch met de oorkonde van 3 April 1506. 1296. 1506 April 3. Meester Jan Carondelet en Pieter Lapostole, afgevaardigd door den Grooten Raad, oorkonden, dat zij een onderzoek naar de feiten tusschen Zwach en Hoirn hebben ingesteld. Gedaen te Mechelen den Illten dach in April anno XVc ende vijfne voor Paeche. Inv. n°. 241. Gelijktijdig afschrift Pap. Vrij gaaf. Mede in het Fransch met de oorkonde van 14 Maart 1506. 1297. 1506 April 7. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan Arentsz. aan Huiszittenmeesters heeft verkocht een huis en erf in de Jan Oemkissteech, tusschen den Burchwal en den dijk, dat hij en zijne vrouw levenslang zullen mogen bewonen. Opten sevenden dach in Aprille int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende ses. O. (Inv. n°. 1021) P. G. Zegels van schepenen Jacob Jansz. en Jacob Symonsz. Br. W. Gesch. Jan Oemkissteech, volgens Velius blz. 205 in 1517 Gelderschesteeg genoemd, wegens den mislukten aanslag der Gelderschen. 1298. 1506 April 9. Procureur Christoffels Boudens, schrijft Hoirn over het proces tusschen de stad en Zwaech, en over 25 pond door Ghijsbrecht van Duvorde gezonden. Ghescreven in Mechelen desen Witten Donderdach int jair MD° ende vive voor Paesschen. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1299. 1506 Mei 2. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Diewer Dirck Hedtsweduwe ten behoeve van licht voor O. L. Vrouwebeeld in de Oosterstraet op Jacob Reylofszstraet, heeft geschonken een Rijnschen gulden jaarrente uit een huis en erf in de Oosterstraet. - Opten anderden dach in Meye int jair ons Heren Duysent vijfhondert ende ses. O. (Inv. n°. 723) P. G. De zegels van schepenen Jan Jansz. Verweer en Jan Ellertsz. zijn verdwenen. Met aangehechten schepenbrief van 27 November 1530, waarbij kerkmeesters van de Parochie, de rente voor het O. L. Vrouwebeeld van een gulden 'sjaars, verwisselen. 1300. 1506 Mei 9. Scheidsrechters in een geschil tusschen Hoirn en Alyt, weduwe van Jacop van Noirtich, voor haar schoonzoon Ghijsbrecht van Duvoirde, beslissen, dat Alyt voor kosten van het proces bij den Grooten Raad 12 Rijnsche guldens zal betalen. Int jair ons Heren Vijftienhondert ende sess upten negensten in Meye. O. (Inv. n°. 252) Pap. G. Met liandteekeningen van P. Lapostole en G. Albout. 1301. 1506 Mei 26. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Machtelt Pietersd. aan Huiszittenmeesters heeft verkocht een lijfrentebrief van 12 Rijnsche guldens. Opten ses ende twintichsten dach in Meye int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende ses. 0. (Inv. n°. 1035) P. G. Zegels van Jan Jansz. Verweer en Dirck Fredricxz. Br. W. G. 1302. 1506 Mei 31. Schepenen der stede van Scellinchout oorkonden, dat Jan Ysbrantsz. c.s. aan Huiszittenmeesters in Hoorn hebben verkocht I'/ï morgen 10 roeden land, Jan Evertszweytgen genaamd. Actum den laetsten dach Mey anno 1506. O. (Inv. n°. 1030) P. G. Zegels van schepen Isbrant Reynersz. en schout Pieter Dircxz. Br. W. G. 1303. 1506 Juni 19. Broeder Simon Heerman, prior, en het Karmelietenconvent in Haerlem, verkoopen aan Engbert Jansz. van Hoirn 21 stuivers jaarrente, uit een huis en erf op Heer Gherrytslant. Int jaer ons Heren Dusent vijfhondert ende ses opten XlXden dach in Junio. 0. (Inv. n". 1025) P. G. Conventszegel Gr. W. bijna verdwenen. 1304. 1506 Juni 27. Philips, koning van Castillen, op verzoek van Drechterlandt, gelast den eersten deurwaarder voor den Grooten Raad te dagvaarden Yolckaert Simonsz, aangezien hij in het octrooi van (12) November 1503 heeft doen zetten, dat de dijkgraaf in Enchuysen moet wonen; dat was tegen de bedoeling van Enchuysen én Drechterlandt en buiten medeweten van zijn medegedeputeerde Jan Alaertsz. van Hoirn, die den dijkgraaf binnen het dijkgraafschap hadden willen laten wonen. Den XXVIIen dach in Junio int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert ende zesse ende van onsen rijcke tweeste. O. (Inv. n°. 1108) P. G. Zegel van Philips R. W. Zeer Gesch. Met aangehecht verslag van den deurwaarder over zijne zending. 1305. 1506 Juli 17. De graaf van Egmonde, heer tot Bair, stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., vaardigen naar Hoirn af, den procureur-generaal Karei Grenier om te beraadslagen over het zenden, op landskosten, van krijgsvolk naar Harderwijck, aangezien volgens bericht van den stadhoudergeneraal van Gelre, gedagteekend uit het leger voor Wageninge 13 Juli, heer Kaerle van Gelre zich sterk maakt om het leger der Hollanders voor Wageninge, te verslaan, en de drossaard van de Veluwe van plan is Harderwijck te overvallen. Gescreven inden Haege den XVIIen dach in Julio anno XVc ende zes. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. Opten vijftiensten dach in Julio int jaer ons Heeren Dusent vijfhondert ende acht. Afschrift Inv. n°. 718 bl. 14 r°. 1330. 1508 October 25. Jacop Jansz. te Abbekerck oorkondt, dat hij van Meester Dirck Jan Hetsz., priester, als vicaris en bezitter van Gerytgens Papenvicarie in de Parochiekerk te Hoirn, voor een Rijnschen gulden in erfpacht heeft gekregen eene hofstede onder Abbekerck, grenzend aan den rooster van de kerk; tot waarborg voor de betaling zal strekken de in erfpacht ontvangen hofstede en het huis en de werf thans door Jacop Jansz. bewoond. Int jair ons Heren Duysent vijfhondert ende acht den XXVsten dach in Octobri. 0. (Inv. n°. 736) P. G. Zegel van Ghijsbert Claesz., poorter van Hoorn Br. W. Gr. Met transfix van 30 October. 1331. 1508 October 30. Adrianus Ram, proost van West-Friesland, keurt goed de uitgifte in erfpacht van eene hofstede. Datum anno Millesimo quingentesimo octavo, mensis Octobris die penultima. 0. (Inv. n°. 736) P. G Zegel van Ram R. W. Gesch., en handteekening van den notaris Johannes Johannesz. Transfix bij de oorkonde van 25 October. 1332. 1509 Januari 11. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Cornelys Morysz. aan de kerkarmen heeft verkocht, 5Va hond min 10 roeden land onder Swaech. Upten elfden dach in Januario int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende negen. O. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van schepenen Heyndirck Pieterz. en Gerbrant Heymsz. Gr. W. G. 1333. 1509 Januari 20. Schout, burgemeesters, schepenen en raad van Hoern schenken eenige voorrechten aan het St. Crispijns- en St. Crispiniaensgild. Gegeven opten twintichsten dach in Januario mt jaer ons Heren Duysent vijfhondert ende negen. Afschrift P. G. einde 16e eenw. Inv. n°. 528. 1334. 1509 Januari 22. Het Hof van Hollant, gehoord de herhaalde klachten van den prelaat van Egmont tegen Scorle, Groede, Camp en Petten, over een dijk met sluis tusschen Grabbendam en Petten, gelast dijkgraven en heemraden van dien dijk, keuren op de versterking te maken en deze bij het Hof in te leveren. Actum XXII in Januario anno XVc ende acht secundum cursum curie. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 152 r°. 1335. 1509 Maart 9. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Bexs, poorter van Sneeck in West-vrieslant, aan heer Zeger Ymanz., priester, heeft verkocht 20 stuivers jaarrente uit een huis en erf aan de zuidzijde van Smerige Horn. Upten negenden dach in Marcio int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende negen. 0. (Inv. n°. 871) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Ellertz. en Gerbrant Heymsz. Gr. W. G. West-Vriesland, beteekent hier: het westen van Friesland. 1336. 1509 Juni 29. Maximiliaen en Kaerle geven aan de stad Medemblik in erfpacht al de sluizen en visscherijen binnen het schoutambacht aldaar, voor 120 gouden Philippusguldens. Gegeven in onsen huyse inden Hage in Hollandt den XXIXen dach in Junio int jaer ons Heeren Duysent vijffhondert ende negen. Afschrift A°. 1607. Inv. n°. 1069. 1337. 1509 September 13. . Schepenen in Westerwoude oorkonden, dat Dieuwer Voppenweduwe aan de kerkarmen van Hoirn heeft geschonken 2 V4 morgen land onder Westerblocker, om de rente jaarlijks uit te deelen, en wanneer deze meer bedraagt dan de bedeeling kost, zal het overschot aan de kerkfabriek komen. Upten dertienden dach van Septembri int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende negen. O. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepenen Pieter Wiggerz. en Jan Reynerz. Gr. W. Gesch en G. 1338. 1509 October 20. Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Claes Pietersz. lipten seven ende twintichsten dach in Meye int jair ons Heeren Duusent vijfhondert ende twaleff. 0. (Inv. n°. 548) P. G. Zegels van schepenen Jacob Symensz. en Dirck Glierytsz. Gr. W. Gesch. 1352. 1512 Mei 27. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quingentesimo duodecimo, indictione decima quinta, die vero vicesima septima mensis Maii, hora quarta post meridiem vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Julii divina providencia papa secundi, anno eius nono. Heer Judocus Nicolausz., priester van het Utrechtsch bisdom, sticht eene vicarie ter eere van God, Maria en St. Barbara in de Parochiekerk, schenkt hiervoor vier Hollandsche guldens jaarrente uit zeven hond land onder Wijdenes en stelt heer Cornelius Petrusz. de Hagis tot vicaris aan; verder met verschillende bepalingen. Acta sunt hec in Hoirn, in domo habitacionis honeste Meynie relicte Cornelii Johannis, sub anno, indictione, pontificatu, mense, die et hora quibus supra. O. (Inv. n°. 739) P. Gr. Met het merk van den notaris Petras Johannesz. Met transfix van 5 Juni 1512. 1353. 1512 Juni 5. Gerardus Zoudenbalch, proost van West-Friesland, keurt goed de stichting van eene vicarie, brengt de toegewezen goederen in de doode hand en bevestigt de benoeming van Cornelius Petrusz. de Hagis tot vicaris. Datum anno Domini Millesimo quingentesimo duodecimo, mensis Junii die vero quinta. O. (Inv. n°. 739) P. Gr. Zegel van de proosdij K. W. Gesch. Transfix hij de oorkonde van 27 Mei 1512. 1354. (1512) Juni 30. Anno .... ultimo die mensis Junii, hora n., indictione decima quinta, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Julii divina providencia pape secundi, anno eius (nono). Heer Henricus Henricusz. Wou, rector en confessor yan de zusters van St. Katharinaconvent in Amsterdam, neemt Meester Nicolaus Hoeck tot procureur in het proces tusschen het convent en Nicolaus Johannesz. te Hoirn. Afschrift Inv. n°. 738. 1355. 1512 September 14. Anno nativitatis Domini Millesimo quingentesimo duodecimo, indictione decima quinta, die vero decima quarta mensis Septembris, hora tercia vel circiter post meridiem, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Julii divina providencia pape secundi, anno eius nono, in anteriori parte domus Gheertrudis vidue relicte Johannis Ruych, incole opidi Hoirnensis. Heer Judocus Nicolausz., priester van het Utrechtsch bisdom, schenkt aan de vicarie van St. Jan Baptist en den apostel Jacobus, in de Parochiekerk, zeven hond land onder Wijnes, waaruit hij vroeger eene vicarie heeft gesticht voor St. Barbara, en vereenigt deze twee vicarieën tot eene. Acta sunt hec in Hoirn, sub anno, indictione, die, mense, pontificatu, hora et loco quibus supra. O. (Inv. n°. 739) P. G. Met het merk van den notaris Johannes Johannes-Symonz. Onderaan de goedkeuring van Arnoldus de Bouchorst, deken van West-Friesland, 1519 Aug. 8. Zegel van de proosdij R. W. G-. met de onderteekening van den notaris Petrus Johannesz. Mede in aïschrift 16e eeuw. 1356. 1512 December 17. Het Hof van Hollandt veroordeelt Amsterdam, Edam en Monickedam, die het geweigerd hadden, aan Willem Goudt, rentmeester-generaal, hun aandeel te betalen van 45000 stuivers, of 15 stuivers per schild, voor het onderhoud der garnizoenen, benevens de onkosten diens rentmeesters; en veroordeelt Andries Boelenz. en Florys Janz., van Amsterdam, tot 100 Philippusguldens, Pouwels Pieter Galenz, en Pieter Jansz. van Edam, en Jan van Zanen en Gheryt Outgerts van Monickedam tot 50 Philippusguldens, wegens weigering om in gijzeling te komen. Actum den XVIIen dach van Decembri anno XVCXII. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 124 r°. 1357. 1513 Januari 26. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Jacob Pieter Allertsz. aan de Huiszitten-Armen heeft verkocht drie hond bouwland onder Wognum. Upten XXVIen dach in Januario int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert ende darthiene. Afschrift Inv. n°. 1010 bl. 11 r°. 1358. 1513 Maart 1. Schepenen in Westewoude oorkonden, dat Garbrant Jansz. aan kerkarmen te Hoorne heeft verkocht een achtste van zeven deimpten land onder Westerblocker. Opten eersten dach in Maerte int jaire ons Heeren Duisent vijfhondert ende darthiene. O. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepen Jan Keynersz. en van poorter Pieter Wiggersz. Br. W. G. 1359. 1513 Mei 20. Schepenen in Hoorne oorkonden, dat Pieter Jacobz. aan Marten Jansz. heeft verkocht een huis en erf op Heer Gerytslant. Opten twintichsten dach in Meye int jair ons Heeren Duysent vijffhondert ende darthiene. O. (Inv. n°. 832) P. Gr. Zegels van schepenen Pieter Jan Ferniersz. en Coman Claes Yshrantz. Gr. W. G. 1360. 1513 Juni 3. Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Jan Dircxz. c.s., poorters van Amsterdam, aan meester Ott Rolofz., priester, hebben verkocht 3/4 deel van een 'stuk bouwland met opliggend huis onder Westewoud, bij den Zwaagdijk. Upten darden dach in Junio int jair ons Heeren Duysent vijffhondert ende dartyen O. (Inv. n°. 754) P. G. Zegels van schepenen Wigger Heerincz. en Jan Keynersz. Gr. W. G. 1361. 1513 Juli 6. In een proces van Frans Symonsz. tegen Jan van Leeck, schout van Hoirn, en Claes Wolfertsz., die hem beschuldigd hadden, dat hij zijn nopteeken aan eens anders laken gestoken en het handschrift van Jan Heynricxz. nagemaakt had, verwijst het Hof van Hollant de zaak naar het gerecht van Hoirn. Actum den VIen in Julio anno XV<'XIII. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 116 r°. 1362. 1513 Juli 15. Inden jare van der geboerte ons Heeren Duysent vijfhondert ende darthiene, in de eerste indictie, den vijftiensten dach Julii te vespertij t of daeromtrent, pausdom s des alreheylichste vaders in Gode ende onsen heere heer Leo, bijder godlijker voersienicheyt die thienste pauws van dien name, in zijn eerste jaer. Claes Willemsz. Sael, in Woggenom, en St. Katherijnenconvent in Hoerne, geven Mr. Cornelis van der Cappellen volmacht in een proces voor het Hof, tegen Aernt Symonsz c.s. van Enckhuysen. Dits geschiet inden dorpe van Woggenom, buyten Hoerne, onder den jare, indictie, maent, dach ende pausdom als voren. O. (Inv. n°. 798) P. G. Met het merk van den notaris Fredericus Petrusz. 1363. 1513 November 14. Schout, burgemeesters en schepenen van Hoerne schenken het St. Vitus- of Lakenkoopers- en Lakenbereidersgild eenige voorrechten. Upten vierthiensten dach in Novembri int jair ons Heeren Vijfthienhondert ende darthiene. 0. (Inv. n°. 513) P. Gr. Zegel ad causas van Hoorn Gr. W. Gesch. 1364. 1514 Januari 10. Heer Joest Claesz., pastoor te Leeck, verkoopt Meester Dirc Hetz., vicaris van het St. Jan-Baptistaltaar in de Parochiekerk van Hoern, zeven hond land onder Wijdenes. Int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende viertien opten tienden dach in Januario. O. (Inv. n°. 736) P. G. Zegels van poorters van Hoorn Ghijsbert Claesz. en Jan Jansz. Gr. W. Vrij Gaaf en Gesch. 1365. 1514 Februari 14 Het Hof van Hollant verklaart krachteloos, de remissiebrieven van 30 November 1.1. door Maximiliaan en Karei aan schout en gerecht van Hoirn verleend, behoudens dat zij den landsheer 100 gouden Philippusguldens zullen beteren, wegens het beboeten van Frans Simonsz., omdat deze met voorbijgaan van het gerecht, in eerste instantie den schout, benevens Jacob Hendricx en Claes Wolkerts had doen dagvaarden. Actum den XlIII«n Februarii anno XV° ende XIII. Afschrift Inv. n°. 1095) bl. 126 r°. 1366. 1514 Februari 21. Het Hof van Hollant gelast Enchuysen en Grotebrouck aan Dirck van Almonde c.s. het vrij gebruik toe te staan van buitendijksche landen in den ban van Grotebrouck, tusschen Reynersvliet en Cattehorn. Actum den XXIen dach van Februario anno XV'' ende XIII. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 110 r°. Ygl. Reg. n°. 210 en 473 over ditzelfde land. 1307. 1514 Februari 23. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Pieter Simonsz. en Katrijn zijne vrouw, elkander al hun goederen tot een lijftocht hebben geschonken. Upten drie ende twintichsten dach in Februario int jaer ons Heeren vijfthienhondert ende vierthiene. 0. (Inv. n°. 865) P. Gr. Zegels van schepenen Heyndric Pietersz. en Claes Ysbrantsz. Gr. W. Cr. 1368. 1514 Maart 16. Maximiliaen, gekoren keizer, en Karele, aartshertogen van Oistenrijck, staan Hoirn toe, te keuren, dat bij bouwen of verbouwen van huizen, de muren van steen en de daken hard moeten zijn. Gegeven in onser stede van Mechelen den XVIen dach van Martio int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert ende derthien ende van onsen rijcken van Germanien t XXVIIIe ende van Hongrien etc. t XXIIIIe. 0. (Inv. n°. 103) P. Gr. Zegel met contrazegel van Maximiliaan en Karei R. W. Gesch. Afschrift Inv. n°. 118 hl. 63 v°. 1369. 1514 April 12. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Griet Mathijsweduwe aan de stad heeft verkocht een huis en erf op den Smerighehorn, ten westen grenzend aan de Westerpoort met den dijk. Opten twaleften dach van April int jaer ons Heeren Vijfthienhondert ende vierthiene. 0. (Inv. n°. 545) P. G. Zegels van schepenen Jan Claesz. Soep en Jan Thaemsz. Gr. W. G. 1370. 1514 Juni 2. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Symon Symons Teyng, van Aemstelredam, aan heer Jan Pietersz., priester, heeft verkocht de jaarrente uit een huis en erf in de Molenstege tot aan den Cuyll. Opten anderden dach in Junio int jaer ons Heeren vijfthienhondert ende vierthiene. O. (Inv. n°. 1021) P. G. Zegels van schepenen Jacop Jansz. Cuyper en Meester Hilbrant Albertsz. Gr. W. Gr. 1371. 1514 Juni 20. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jacob Pietersz. aan Lijsbet Willemsd. heeft verkocht een huis en erf in Ment Hillesstege. Upten twintichsten dach in Junio int jair ons Heeren vijfthienhondert ende vierthiene. O. (Inv. n°. 830) P. Gr. De zegels van schepenen Grhijsbert Claesz. en Jan Jan Maertz. zijn verdwenen. Ment Hillesstege: volgens Schotboek 1478 bi. 19 v°. uitkomende op het Oost. 1372. 1514 Juli 8. Maximiliaen, gekoren keizer, en Karei, aartshertog van Oistenrijck, gelasten hun eersten deurwaarder 60 pond gr. vl. in te vorderen van Alcmaer, Hoirne, Enchuyse en Brouwershave, waartoe zij door den Grooten Raad bij vonnis van 9 October 1478 veroordeeld zijn, ten behoeve van Maximiliaen en vrouwe Marie, wegens ondeugdelijk appel van een vonnis van het Hof tegen Willem Valdry (Baldry) c.s. Gegeven in onse stede van Mechelen den Villen dach van Julio int jaer ons Heeren Duusent vijfhondert ende veierthien ende vanden rijcken van ons keyser te wetene van Germanie t XXIXte ende van Hongrien t XXV°. Inv. n°. 494. Gelijktijdig afschrift Pap. Gr. 1373. 1514 Augustus 9. Op het verzoek van Margareta Petrusd., ministra, en St. Marienconvent, keurt Gerardus Zoudenbalch, proost van West-Friesland, nu niemand zich er tegen heeft verzet, de begeving goed van eene vicarie op het hoogaltaar in de conventskerk, opengevallen door het overlijden van heer Gerardus Theodricusz. Ment, aan heer Petrus Theodricusz., van Medemblick. Datum anno Domini Millesimo quingentesimo decimo quarto, nona die mensis Augusti. O. (Inv. n°. 828) P. G. Zegel van de proosdij van W.-Friesland R. W. G. 1374. 1514 Augustus 12. Griet Pietersd., ministersche, en St. Marienconvent, verzoeken heer Gerryt Zoudenbalch, proost van West-Friesland, te bekrachtigen de benoeming van hun biechtvader heer Pieter Dirckz., van Medenblick, tot vicaris van de vicarie op het hoogaltaar in de conventskerk, gesticht ter eere Gods en van Maria. Int jaer ons Heeren Dusent vijffhondert ende viertien den twalefsten dach in Augusto. O. (Inv. n°. 828) P. Gr. Conventszegel Gr. ~W. Gesch. 1375. 1514 December 9. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Margriet Hermansd. afstand heeft gedaan van twee geersen en twee sneesen land onder Wynckel bij de gemeentebrug, door haar moedèr Margriet aan Huiszitten-Armenvoogden vermaakt, waarvoor dezen Lucie Meynerts eene lijfrente van twee stuivers per week zullen uitkeeren. Upten negenden dach Decembris int jair ons Heeren XVc ende vierthien. O. (Inv. n°. 1033) P. G. Zegels van schepenen Ghijsbert Claesz. en Meester Simon Claesz. Gr. en Br. W. G. 1376. Zonder datum. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hoirn schenken eenige voorrechten aan het St. Cristoffelsgilde. Inv. n°. 529. Afschrift Pap. G. 15e eeuw. 1377. Zonder datum. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Dirck Willemz. aan Alijt Dirck Snijdersweduwe heeft verkocht 18 stuivers lijfrente, uit een huis en erf in de Noerderstrate, onder voorwaarde, dat Dirck of zijne erfgenamen, mogelijke herstellingen aan het perceel over den burgwal, achter genoemd huis, zullen moeten laten doen. In kennisse des wairheits. Afschrift Inv. n°. 738. 1378. Zonder datum. Katerina weduwe van Johannes Symonz. Boeners, van Wognum, geeft bij schenking onder de levenden aan heer Gerardus Symonz., prior en confessor, en Aleida Theodericusd., mater der zusters van Bethlehem, in Westerblocker, onder den regel van St. Augustinus, goederen en landerijen onder Wognum en 31/2 morgen en 1 hond land onder Twisch, bij Bennemeer, voor de memorie van haar man en haarzelve, en bepaalt dat de zusters op beider jaargetijde op tarwebrood, versch vleesch en Hamburgerbier of beteren drank moeten worden onthaald. Afschrift Inv. n°. 738. 1379. Zonder datum. De vier zieken voogden van Keern, buiten Hoirn, bekennen van de stad Amstelredamme te hebben ontvangen 18 schellingen 4 penningen liggeld, van een termijn lijfrente, verschenen Mei 1.1. voor hun provenier Beyer Dircxz. Afschrift Inv. n°. 895 midden in. 1380. Zonder datum. Ziekenvoogden van Keern, buiten Hoirn, bekennen van de stad Amstelredamme te hebben ontvangen 18 schellingen 4 penningen liggeld van een termijn lijfrente, verschijnende Allerheiligen, voor hun provenier Beyer Dircxz. Afschrift Inv. n°. 895 midden in. NALEZING. Sa. 1319 April (1—8). De Bisschop van Zuden en andere Raden van den Graaf, doen uitspraak over dijkgeschillen in West-Friesland. Voor het Pascha, in April 1319. Afschriften, onvolledig 17° eeuw. Inv. n°. 1112. Gedrukt: v. Mieris II blz. 211, 2d kolom en 214, 2° kolom. Moet zijn 1319, aangezien Paschen in 1320 op 30 Maart valt; men zou echter Paaschstijl verwachten, aangezien de Bisschop van Zuden grafelijk raad was. 12a. (1339). Heer Jan van Polanen, doet met andere grafelijke ambtenaren uitspraak in geschillen, over de verstoeling van den West-Frieschen zeedijk. Zonder dagteekening, afschriften 17e eeuw. Inv. n°. 1112. Gedrukt, zonder dagteekening, tusschen 1338 en 1339, v. Mieris II 614. De Vries stelt dit stuk op 1339. 31 STUKKEN, behoorende tot het Archief der gemeente Hoorn. 1355-1765. In 1879 beschreven door Dr. P. Scheltema, Archivaris van Noord-Holland, maar nadien spoorloos verdwenen. (Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven, II, 1879, blz. 40.) 1. Sint Laurensdag 1355 (Augustus 10). Kwitantie voor eene som van een en twintig ponden, door de stad verschuldigd voor den zoen van Jonkheer Bleick. 2. Woensdag na Kerstdag 1377 (December 30). Kwijtschelding van eene hofstede in de Noordstraat binnen de vrijheid van Hoorn. 3. 1381 Januari 24. Verpanding van een tuin en een erf, gelegen aan de haven te Hoorn. 4. Sint Simon en Judasdag 1387 (28 Oct.). Overeenkomst tusschen Monnikendam en Hoorn om wederzijdsche poorters en hunne goederen niet te bekommeren en te bezetten. 5. Maandag naSt. Tiburtiusdag 1391 (April 17). Verklaring van Peter Cannemaker, burger van Utrecht, dat hij van Hoorn ontvangen heeft honderd Hollandsche gulden, in mindering van honderd zes en vijftig aan hem verschuldigde gelijke gulden. 6. Dinsdag na Allerzielendag 1395 (November 9). Huurbrief van eene hofstede, gelegen te Hoorn achter de Ooststraat bij het kerkhof. 7. Heilige Sacramentsdag 1399 (29 Mei). Kwijtschelding van^ eene hofstede, gelegen binnen de vrijheid van Hoorn bij den Rooden Steen. 8. St. Matthijs-avond 1404 (Februari 23). Kwitantie voor eene som gelds, door de stad Hamburg betaald aan vijf poorters van Hoorn. 9. Vrijdag na St. Luciëndag 1408 (14 December). Overeenkoifist tusschen Alkmaar en Hoorn om wederzij dsche poorters en goederen niet te bekommeren en te bezetten. ÏO. Vrouwedag Nativitas 14(10)? (September 8). Graaf \\ illem van Beieren verklaart ter goede rekening van de stad Hoorn ontvangen te hebben dertig Fransche kronen en veertien grooten. 11. 1411 Juli 18. Dezelfde graaf erkent, ter goede rekening van de stad Hoorn ontvangen te hebben vier en tachtig en drie kwart Hollandsche Wilhelmusgulden. 12. 1412 October 28. Dezelfde graaf vermaant die van Hoorn, hem terstond hunne achterstallige schulden te voldoen. 13. Dinsdag na Pinksteren 1414 (Mei 29). De schout van Hoorn verklaart negen honderd en veertig gulden ontvangen te hebben, in mindering der kwitantie, welke de graaf op de stad Hoorn gegeven heeft. 14. St. Lambrechtsdag 1419 (17 September 1419). Gift der kapellerij van Onze Lieve Vrouw te Hoorn, aan Heer Willem Aldert. (Afschrift ook in het. zoog. Eerste Resolutieboek. Rechterlijk Archief bl. 40 v0.). 15. 1423 October 14. Lijfrentebrief van een gouden kroon 's jaars, voor Olfert Jan Pieterszoonszoon. 16. 1425 Juni 22. Schuldbrief van vijftig Rijnsche gulden, voor de eene helft komende aan Jan Meynertsz. en voor de andere Griet Meynertsz., zijnde de nalatenschap van hunnen vader. 17. 1429 November 10. Hertog Philips van Bourgondië verklaart ' in korting van zulke gelden als die van Hoorn hem schuldig zullen worden, van hen ontvangen te hebben driehonderd nieuwe Hollandsche gulden. 18. Woensdag na Onze Lieve Yrouwedag Assumtio 1430 (Augustus 16). Kwijtschelding van negen roeden lands door kerkmeesters der heilige kerk van Hoorn aan twee personen, ieder voor de helft, verkocht. 19. Maandag na Onze Lieve Vrouwedag Assumtio (20 Augustus) 1431. Schuldbrief van twintig Arnoldusgulden ten behoeve van Jan Janszoon van Haarlem. 20 1432 September 26. Hertog Philips van Bourgondië geeft aan Matthijs Andrieszoon tot wederopzeggen in gebruik, den ouden verworden zeedijk, gelegen tusschen Hoorn en Schardam. 21. Donderdag na Allerkinderendag 1434 (Januari 3). Kwijtschelding van een huis en erf, gelegen in de Kerkstraat binnen de vrijheid van Hoorn. 22 1434 Maart 1. Rentebrief van zeven Rijnsche gulden, ten behoeve van Ys brand Addicxzoon. 23. Dinsdag na Sint Matthijsdag apostel 1442 ((Februari 27). Schuldbrief van vijf Rijnsche gulden ten behoeve van Jacob Jansz. 24. Sint Agnieten-avond 1448 (Januari 20). Kwijtschelding van een half huis en eene halve hofstede, gelegen in de Kerkstraat binnen de stad Hoorn. 25. 1448 April 18. Kwijtschelding van een huis en erf, gelegen buiten de Noorderpoort binnen de vrijheid van Hoorn. 26. Dinsdag na Sint Pietersdag ad vincula 1449 (Augustus 5). Gift van een huis en eene hofstede met aanhoorigheden, benevens de daarop staande pacht, gelegen in de Gou binnen de stad Hoorn. 27. Octaaf van Sint Andreas 1452 (December 7). Gift aan Aaf Dobbes, Maarten Ellindochter, van drie morgen land, gelegen te Sybekarspel. 28. 1458 November 9. Uitspraak van zegslieden in een geschil van twee personen te Enkhuizen, over de goederen nagelaten door Jan Claesz. 29. 1459 Maart 22. Erfpacht van twee gouden Engelsche nobelen op een huis in de Noorderstraat te Hoorn. 30. 1460 February 17. Verklaring van twee personen, dat zij afstand doen van hunne aanspraak op de nalatenschap der twee dochters van Lambert Claeszoon. 31. 1460 12 July. Kwitantie voor eene som van vijfhonderd schilden, ontvangen van de stad Hoorn in mindering van de taxe waarop zij gesteld is in de tienjarige bede. 32. 1460 Augustus 31. Kwitantie voor eene som van vierhonderd schilden, ontvangen van de stad Hoorn in mindering van de tienjarige bede. 33. 1461 December 1. Kwijtschelding voor de ontvangst der erfenis van Geertruid Gerbrandsdochter. 34. 1468 Augustus 29. Bewijs van ontvangst eener som van drie honderd en veertien schilden, door de stad Hoorn in den jare 1466 aan hertog Philips van Bourgondië geleend. 35. In vigilia vigiliarum 1470 December 23. Verklaring van den pastoor van Bergen, dat zeker persoon eene bedevaart naar het heilige bloed te Bergen heeft gedaan. 30. Onze Lieve Yrouwedag Purificatio-avond 1481 (Februari 1). Kwijtschelding van eenige landen gelegen onder Wester Blokker, Zwaag en Wognum. 37. 1483 Maart 24. Ontheffing voor de stad Hoorn van zekeren borgtocht. 38. 1483 April 30. Kwijtschelding voor burgemeesters van Hoorn tot betaling van zekere penningen. 3». 1485 Februari 15. Kwitantie voor eene som van elfhonderd drie en zestig schilden, vier en twintig grooten en zes mijten door Hoorn betaald in mindering der loopende bede. 40. 1489 September 3. Kwitantie over eene som van vijftien gulden, door Hoorn betaald op eenen rentebrief, staande ten lijve eener zuster van het klooster der Oude Nonnen te Amsterdam. 41. 1489 November 4. Dergelijke kwitantie voor eene rente van twee en dertig gulden. 42. 1491 .Juli 9. Vergiffenis, voor die van West friesland, wegens de beroerte en den oploop door hen ondernomen; met vrijstelling tot nader order van de gewone boete. 43. Vrouwedag Nativitas 1491 (September 8). Kwitantie voor eene som van vijf ponden, door Hoorn als losrente betaald. 44. 1492 Januari 6. Kwitantie voor eene som van tweehonderd zeven Andries gulden en honderd Deventer gulden door de stad Hoorn betaald. 45. 1493 October 19. Kwitantie voor eene som van vijf ponden, door Hoorn als jaargeld betaald aan A. van Loo, procureur der stad. 46. 1493 Februari 8. Kwitantie voor eene som van acht Rijnsche gulden, door Hoorn betaald aan de priorin van het klooster der Oude Nonnen te Amsterdam. 47. 1495 (1496) Februari 26. Verklaring van het hof van Holland, dat die van Hoorn voortaan niet zullen toestaan, dat in hunne stad geprocedeerd worde met eenige brieven van arrest, tenzij die eerst bij het hof zijn gezien. 48. 1495 Juni 25. De Roomsch-koning Maximiliaan geeft aan die van Hoorn uitstel tot betaling van alle renten en schulden, welke deze stad ten achteren mocht zijn. 49. 1495 October 29. Lastgeving van het hof van Holland, dat ieder, ter dagvaart gaande naar den Haag of het hof aldaar, vrij en veilig heen en weder zal mogen trekken op vertoon der akte van appoinctement. 50. 1496 Juni 7. Lastgeving van het hof van Holland om in Hoorn een accijns van wijn, bier en andere zaken te heffen, ter betaling van de achterstallige bede. 51. 1496 December 10. Vergunning van aartshertog Philips aan die van Hoorn om een hangend geschil over zekere penningen tot onderhoud van het blokhuis in hunne stad, voor den grooten raad, op advies van raad en stadhouder, te mogen Bijleggen. 52. 1498 November 15. Kwijtschelding van een erf, gelegen te Hoorn op de haven bij den Biersteiger. 53. (?) September 28. Uitspraak van Philips van Wassenaar, proost van Westfriesland, in een geschil tusschen Nicolaas Laurenszoon en Catharina Andreasdochter te Hoorn, waarbij de laatste vrij verklaard wordt- van de haar ten laste gelegde schuld. 54. 1506 April 7. Gift van een Rijnschen gulden jaarlijksche rente aan de parochie-kerk van Hoorn, en een dergelijken galden aan het altaar van Jesus en Sint Anna, in de St. Anthoniskerk op het Oost. 55. 1506 December 19. Schatting der kosten van het proces tusschen Hoorn en Zwaag, tot wier betaling de laatste partij door den Hoogen Raad te Mechelen veroordeeld is. 56. 1506 December 22. Lastgeving van aartshertog Karei om die proceskosten op Zwaag bij rechterlijken dwang te innen. 57. 1519 Mei 26. Kwitantie voor den priester Dirk Hetsz. wegens betaling van zes grooten ter zake der vikary, te Hoorn gesticht door Joost Claesz. 58. 1645 Juli 11. Verzoek van Dordrecht aan Hoorn om gedeputeerden te zenden tot eene bijeenkomst, ten einde te handelen over de gasten of lakenbereidersgezellen. 59. 1765 Maart 16. Kwijtschelding van een huis en erf, gelegen te Hoorn op het Monniken veld. BLADWIJZER. De cijfers verwijzen naar de nommers der stukken of deelan. R. beteekent Regesten. V. vermiste stukken (blz. 482—488). * toelichting voorafgaande aan enkele nommers. A. Aedingesad, R. 202. Aalborg, hoofdman te, R. 423. Aelbertsberg, R. 2. Aalten, Parochiekerk, R. 1255. Aemstel, Jan van, 286, R. 628. Aerjan's weduwe, Janne, R. 1200. Aartswoud, kerkmeesters, R. 648. — , straatweg, 628. Abbekerk, 244, 698, R. 1100, 1330. — , schepenen, R. 198,199, 205,206. — , schout, R. 155, 918. Accijns, 97, 111, 112, 303—307, 390, 557, '841, R. 805, 831, 1180, V. 50. Accijnsoproer, R. 902. Accijnsvrijheid, R. 1275. Acht, 's keizers, R. 608. Achterleen, R. 974. Achterom, 923, 1131. Achterstraat, *824, 873, 1024. Adamsz., Jan Dirc, R. 795. Addicxz, IJsbrand, Y. 22. Addicxz, zie Eddicxz. Admiraalschap, R. 669. Admiraliteit, 441. | Afgevaardigden van Hoorn, R. 517, 539, 577, 695, 703, 711, 739, 740, 768, 877, 922, 928, 950, 1011, 1046, 1090, 1097, 1101, 1136, 1192, 1271, Y. 58. Aflaten, 706, R. 331, 332, 721, 882, 885, 1242. Afschatting, R. 93. Afwatering, R. 244. Agnietenconvent, St., 796, 800, 835- 838, 841, R. 157, 1254. Ain, (Frankrijk), R. 448. Akerlaken, P. van, 571, 574, 628 Akersloot, R. 699. Albert(us), Aelbert, Aelbrecht, Al brecht, enz. —, zie Holland, graven. — , poorter van Hoorn, R. 362. — 's weduwe, Ave, R. 734. — , pastoor van Schagen, R. 773, 774, 812, 813. 31* Albertsz., Aelbrechtsz., Albertusz., Albaert, enz. —, Diro, R. 638, 674, 687, 706, 710, 736, 747, 755, 766, 781. —, Volkert, 766, R. 915. — , Vrederic, R. 328. —, Albout, Geryt, R. 1284. — , Jan, R. 143. — , Kerstine, R. 67. — , Claes, R. 59. — , Lutgen, R. 293. —, Nelys, R. 51, 156, 171. — , Outger, R. 570, 571. —, Pauwels, 801, R. 42, 89, 91, 95, 99, 108, 128, 141, 153, 154, 161, 211, 214, 216, 230, 231, 258, 282, 284, 305, 306, 320. — van Assendelf, Symon, R. 1208. Albout, Geryt Aelbrechtsz., R. 93, 1106, 1144, 1284, 1286, 1300. Aldhoch, Thomas, R. 905, 909. Alexander VI, R. 1185, 1205, 1255, 1265. —, bisschop van Forli, R. 884. Algiers, 475. Alijdenz Jacob Jan, R. 156, 314. Alcmade, Alcmaed, Alckema.de, Alcïnade. — , Horens van, (1344), R. 13. — , Florens van, (1404), R. 120. —, Florys van, (1418), 274, R. 223. —, Heynrick van, R. 1245. — , IJsbrant van, 714, R. 624. Alkmaar, 68, 96, 253, 261, 375, 377, 378, 400, 444, 494, 602—612, 766, *839, 842, R. 21, 699, 899, 907, 911, 912, 968, 995, 1110, 1112, 1124, 1229, 1259, 1268, 1271, 1316,1317, 1321, 1372. Alkmaar, burgemeesters, R. 370. —, Karmelieten, R. 887. —, Minderbroeders, R. 861. — , Observanten, R. 829, 887. —, Observanten-zusterconvent, R. 829. —, poorters, R. 213, Y. 9. —, prior van 0. L. Vrouwebroeders buiten, 766, R. 915. — , schepenen, R. 370, 1317. — , secretaris, 261. —, thesaurier, R. 1117. — , voogd van het Middelzusterhof, R. 1091. Allartsz., Allertsz., Allaertsz., enz. —, Eest, R. 531, 533, 589, 728, 730, 755, 756, 849. —, Jacob, R. 188. — , Jacop, (Abbekerk), R. 1100. —, Jacob Pieter, R. 1349, 1357. — , Jan, (1417), R. 218. — , Jan, (1491), 633, R. 1098. —, Jan, R. 1304. —, Katherijn, R. 720. — , Claes, R. 277, 291. —, Pieter, R. 959, 977, 1051. — van Petten, Willem, *783, 787, R. 108, 137, 141, 143, 181, 216, 217, 230, 231, 258, 276, 282, 284, 305, 306, 316. Allynsz., Ewout, R. 136, 148, 158, 171, 172. Almersz., Jan, R. 442. Almonde, Dirk van, R. 1366. Altare portatile, R. 90, 297. Ambtgeld, 411, 412, 414, 415, 418, 419, 420. Amersfoort, 253, R. 133, 577, 580, 658, 690, 724, 1001. Amoire, Richart, R. 895. Amsterdam, 137, 253, 409,486—488, 013—623, R. 183—185,198,233,235, 406, 418, 468, 521, 536, 561, 577, 589, 603, 630, 634, 695, 699, 722, 723, 773, 808, 812, 813, 830, 856, 862, 873, 874, 877, 958, 959, 969, 975, 977, 979, 1051, 1131, 1143, 1158, 1191, 1193, 1211, 1240, 1249, 1250, 1252, 1260, 1265, 1274, 1278, 1320, 1356, 1370, 1379, 1380. — , burgemeesters, 819, R. 975. — , St. Ceciliaconvent, R. 803. — , Die Liefdelsbrugge, R. 1289. —, Nieuwe Nonnen ter Lely, R. 967. — , Oude Nonnen, V. 40, 41, 45. —•, poorters, R. 153, 154, 211, 214, 216, 669, 1360. — , St. Pouwelsconvent, R. 603. —, prior van het Regulierenconvent buiten, R. 1221. — , rector en confessor van St. Katharinaconvent, R. 1354. — , rector van het Nonnenconvent ter Lely, R. 1221. — , schepenen, R. 801, 1160. — , schout, R. 385, 937, 1160. —, Schuttersdoelen, R. 603. — , secretarissen, 261, R. 572,579, 581. —, vicarie in de Nieuwekerk, 698, R. 198, 205. Amsterdamsche sluizen, R. 1328. Andijk, R. 210, 473. Andries, cureit te Zwaag, R. 64, 66, 79. Andriesz., Andreasz., enz. — , Catharina, V. 53. —, Goudsmid, Glierbrant, R. 64-66, 79, 80, 85, 259. Andriesz., Goudsmid, Karstijn weduwe van Gherbrant, R. 310. — , Matthijs, (Hoorn), Y. 20. —, Matthijs, (Abbekerk), R. 155. — , Melys, R. 634. Anker, R. 516. Ankergeld, 467. Annot, R. 904. Antonius persona te Bafloo, R. 434. Anthonisd., Brecht, 869. Anthoniskerk, St., 757, 760—762. Zie ook Oosterkerk. —, Broederschap van den Soeten Naeme Jhesus en St. Annen, 760-762, R. 1233, 1341, V. 54. Antiphoon, R. 629. Antwerpen, R. 225, 996. Apostolische kamer, thesaurie van de, R. 72. Apotheek, R. 1199. Apotheker, 503. Appelsteeg, 876, R. 1065. Appelteren, Adriaen van, R. 1254. Appingedam, R. 434. Appoinctement, akte van, V. 49. Arend, Aernt. —, procurator van de Kruisbroeders te Asperen, R. 841. — , Griet, weduwe van, R. 1008. Arentsz., Aerntsz., enz. — , Gharbrant, R. 23. —, Geertruyt, R. 1163. — , Gheryt, 863, R. 126. — , Jacop, R. 408. —, Jan, R. 1151, 1297. Arentssteegje, Claes, 925. Arysz. Dirc, R., 1203, 1257, 1263, 1274, 1312, 1315, 1316. —, Jan, R. 1204. Arkel, R. 726. Arme Huiszittenvoogden, 792, R. 829, 896. Armengasthuis, zie Gasthuis. Armengeld, 758, 852— 856. Armenvoogden, R. 1017, 1020. Armen Weeshuis, 848, *962, 970, 1001 - 1003. Arnemuiden, R. 869. — , de Trigo van, R. 895. Arnhem, 253, R. 1283. Arnoldi Carnificis, Martinus, R. 620. Arrest, brieven van, 459, R. 703, Y. 47. Arsenaal, *824 Artillerie, R. 1237. Asperen, procurator van de Kruisbroeders te, R. 777, 778, 841. Assendelft, R. 699. Assendelf, Baertout van, 1036. — , Claes van, 288, R. 906, 1082. — , Hugo van, R. 20. — , Jan van, R. 879, 883, 888. — , Symon Aelbrechtsz. van, R. i 1208. Assignaten, 325. Augustijner-nonnen, 768, 840, R. 691, 1317, 1378. Avenhorn, 228, 1087, R. 182, 304, 415, 1317. Zie ook Lutkedracht, R. 304, 872. Avenz., Jan, R. 226. Avignon, R. 5. Aziatische Bezittingen, Raad der, 443. B. Baer, Bair, Jan graaf' van Egmond, heer tot, zie Holland, stadhouders. — , Madeleene van Wairdenburgh, gravin van Egmond, vrouwe tot, R. 1168. Baardse, R. 1237. Baarsdorper- of Wognumermeer, 1117-1123. Baert, Wouter, R. 481. Baden en Sponthem, Christoffle, markgraaf van, R. 894. • Bafloo, persona te, R. 434. Bakhuizen (kloosters), 840. Backer alias Gherrydz., Sywert,R. 1107. Backersz., Dirc Clais die, R. 377. — , Hillegunt Wille, R. 27, 37. Baldry, Willem, 494, R. 894, 895, 907, 968, 995, 996, 1372. Balge, R. 641. Balk, R. 1107. Ballastgeld, 419. Ballingen, 94, R. 358, 902, 925. Ban (kerkelijke), 704, R. 92, 109, 193, 195, 994. Bangairt, Dirck Jansz., R. 857 , 980. Bangertsgeest, R. 1162. Bank van leening, 577 -594. Barbier, R. 983. Barentsz., Baerntsz. — , Jan, R. 87, 108. — , Willem, (1502), R. 1248. Barnsteen, R. 619. Baroen, Cornelis, 237, R. 299. Barradet, Tliibault, R. 954, 956, 972, 1073. Barry, Jacob van, 295, R. 1121. Barsingerhorn, R. 11, 12. — , pastoor, R. 1194. Bartelmeusz., Willem, 733. Bartoldusz., Bertoldusz. — , Jacobus, 741, R. 407. — , Fia, dochter van Jacobus, R. 1016. Basel, concilie van, 713, R. 448. Beauvoir, Jasper de, zie Heiland, klerk ter griffie. Bede, 80, 97, 106, 109, 268, 357—379, 381, 494, 501, 503, 779, R 32, 180, 186, 221, 222, 227, 228, 233, 250, 280, 285, 288, 292, 303, 326, 379, 381, 383, 390, 391, 398, 399, 422, 432, 437, 438, 441, 458, 459, 461—465, 467, 469, 474, 482, 486, 487, 510, 511, 513, 519, 520, 524-526, 528, 530, 547,550-553, 566, 567, 578, 591, 595, 596, 599, 605, 612, 613, 623, 675, 701, 702, 707, 708, 713, 717, 733, 748, 784, 785, 790, 791, 794, 797, 802, 815, 820, 821, 835, 836, 839, 842 845, 848, 852, 863, 864, 866 - 868, 879, 883, 888, 927, 929—931, 934, 935, 939, 945-948, 957, 978, 1042, 1142, 1180, 1259, 1266, 1268,1277, V. 31, 32, 39, 50. Bedelarij, 133, 848. Bedevaart, R. 502, 771, V. 35. Bedijking, R. 114, 170, 210, 356, 680, 689. Beeck, Egbertus ter, R. 840. — , Theodericus de, R. 259. Beeldsnijders, 715, R. 1146. Beemster, 1086, 1115. Been, Gheryt Claisz. van, 1124. Beerdzer, Sophia, weduwe van Johan- nes, R. 758. Beerhem, Gheryt van, R. 792, 816. — , Jan Claesz. van, R. 816,1255,1307. —, Claes van, 737, 738, R 644. Beercamp, R. 1091. Beertsz., Jan Jan, R. 408, 602. Beets, 228, 232, 1033, 1085, R. 417, 496, 970, 1203, 1262. — , Florys Pietersz. van der, 874, R. 634, 638, 639, 654, 658, 659, 724, 730, 735. Beets, Ermgert, weduwe van Florys Pietersz. van der, R. 674, 681, 687, 688, 692, 704-706, 710, 730. — , Hoghe, R. 1267. Beetskoog, R. 291. Begijnen, 770, 840, 843, R. 5, 59, 153, 161, 434, 562, 691, 1059. Begrafenisboeken. Doop-, trouw- en, 1126—1157. Beyer, Gerardus, R. 416. Beyeren. hertogen in, zie Holland, graven. — , Willem, bastaard van, R. 703. Bekesteyn, Wouter van, R. 676. Bekommering, 41, 53, 57, 454, 462, 487, R. 22, 117, 131, 529, 739-741, 877, 1100, 1158, 1160, 1166, Y,4, 9. Belley, bisschop van, 713, R 448. Benedictijnen, commendatarius van de, R. 882, 885. Beneficie, kerkelijk, R. 97. Benington, Jan, R. 894, 895, 907. Bennemeer, R. 1378. Benningbroek, 244, 627, 760, 1031, R. 615, 685. —, pastoor, R. 966, 1210. — , schepenen van Sybekarspel en, R. 412, 685, 860, 966, 1154, 1210, 1212. — , vicarie in de kerk, R. 563. Benningbroekerhuizen, 627. Bententijd, R. 666. Benthlagen, prior van het Kruisbroe- dersklooster te, R. 671. Berendrecht, W. de, R. 1186. Berenz, Gherbrant Pieter, R. 343. — , Jan Heyn, R. 640. —, Joest, R. 1068. Bergen. Heilige Bloed van, V. 35. — , pastoor, V. 35. Bergen, (Noorwegen), R. 411, 1211, 1320, 1344. Bergen op Zoom, R. 540, 995, 996. Berkenrode, Gheryt van, (1405), R. 126. — , Gerit van, (1467), R. 748. — , Gheryt van (1498), R. 1208. — , Geryt van (1501), R. 1244. Berkhout, 228, 927, 1088. R 46,601, 618, 872, 1246. — , cureit, R. 37. BesanQon, R. 448. Beterschap van goederen, R. 860. Betonning, R. 536. Beuckelair, Thomas, R. 1042, 1045, 1128, 1139, 1172. Bevelhebber van Hoorn, R. 1009. Beverwijk, 843, R. 699. Bezegeldheid, R. 695. Bezemmakers, 517. Bezetting, 630, R. 988, 989, 1093. Biecht, R. 90. Bier, 98, 139, 306, 481, R. 456, 1201, 1319, 1328, 1378. Bieraccijns, R. 805, V. 50. Bierbrouwerij, R. 296. Biersteiger, V. 52. Bijster, Jan Claesz. genaamd, R. 735, 916. Bille, Thorbern, 282, R. 484. Bingincourt, Willem van Lalaing en, zie Holland, stadhouders. Binnenwijzend, 244, 928, R. 936, 786, 896, 1078, 1103. Biscop, Clais Symonsz. alias, R. 1168. Blankenlieim, Frederik van, 769, R. 72, 90, 92, 94, 97, 195. Bleick, jonkheer, V. 1. Bleiswijk, Pieter van, 2. Blok, Jan Hendriksz., 502. Block Claesz., Jan, R. 1075, 1214. Blokdijk, 239, R. 768, 770. Bloken Ouddeel, R. 1341. Blokhuis Zeeburg, (Hoorn), 299, (335, 636, R. 1174, 1182, 1183, 1193, 1194, V. 51. — , kastelein, R. 1009. Blokhuis van der Eme, 80, R. 285. Blokhuizen tegen Vianen en Utrecht, R. 983. Blokker, 879, R. 1039. Zie ook Oosterblokker, Westerblokker. Blonda, bisschop van llagione, Martinus de, 805, R. 331, 332. Bobbeldijk, R. 507. Boddragers, (munt), R. 176. Bodeambt, 262, 263, R. 1282, 1286. Boedels, 959, 1051, 1052. Boel, Gheryt, R. 718. Boelenz , Andries, R. 1356. Boelgoed, R. 732. Boelcamp, R. 726. Boeners, Katarina, weduwe van Johannes Symonz., R. 1378. Boete, 342, 350, R. 253, 315, 332, 341, 760, 961, 1168, V. 42. Bogaardsteeg, 672. Boymans, Pieter, R. 304. Bolle, Florys, R. 1244. Bollenz., Dirc Claes, R. 246. Bologna, R. 193, 194. Bolsward, 496, R. 335, 904, 905, 909, 919, 920. Bolwerken, (dijken), R. 245, 431, 666, 717. Bolwyn, poorter van Berkhout, R. 1246. Bonifacius IX, R. 90, 92, 95, 97, 99, 100, 108-110. Boogschieters, *651. Boompjes, 556. Boon- en Keurmannen, 141, 144. Borgen, E. 743. Borglum, bisschop van, 278, E. 423. Bbrgtocht, V. 37. Borsselen, heer te Zulen en St. Mertijnsdike, Florens van, E. 224, 225, 227. — , Florens van, zie Holland, stadhouders. — , Vranck van, zie Holland, stadhouders. — , graaf van Bouohain, heer van der Yeere, Wolfert van, zie Holland, stadhouders. Bosch, Albert .lansz., E. 1191. Bosgra, Jacobus, 532. Bossaert, Jacob, E. 474, 660, 680, 689. Bossu, 554. Bostelsteeg, E. 604. Boter, E. 1109. Botkins (munt), E. 145. Botterwoudt, E. 806. Bouchain, heer van der Veere, Wolfert van Borsselen, graaf van, zie Holland, stadhouders. Bouden, schilder, R. 1015. Boudensz., Baertout, R. 329, 363. — , Christoffels, E. 1189,1298,1319. — , Griet Taems, E. 849. Boudijnsz. van Zwieten, Dirck, 280, 463, E. 410, 436, 458, 497, 515, 608. Bouchorst, Arnoldus de, E. 1355. Bourgneuf, baai van, 486, E. 669. Bourgondië, 713. —, David van, E. 721, 737, 744, 745, 877. — , vicaris-generaal van David van, E. 882. — , hertogen van, zie Holland, graven. Bovenkarspel, 243, 241. Brabant, E. 220, 1101, 1192. — , Jan van, zie Holland, graven. — , munters van, E. 29. — , timmermeesters van, E. 713. — , zegel van, E. 515. Brande, ten naasten, E. 27, 52, 62, 68, 87, 277, 307. Brandgeld, 406. Brandweer, 575, 576. Brasker, Jan Claesen, 1012. Breda, E. 1077. Brederode, Frans van, E. 1086. —, Grhijsbrecht van, 776, E. 514. Breedevoort, prior van St. Marienconvent Nazareth der Reguliere Kanunniken te, E. 816, 1255, 1307. Breestraat, 539, 832, E. 637. Bremen, 283, 483, 488, 491. Breukelen, schout van, E. 1164, 1228. Breuken, 49, 53, 72, 81, 82, 85, 267, 358, E. 14, 16, 28, 39, 83, 84, 86, 115-118, 120, 138, 164, 166, 167, 169,173, 251,254,309,339,341, 414. Brevier, 782. Brynck, Arnoldus ten, R. 514. Broeders van het (ïemeene Leven, (Fraterheeren), *783—791, R. 43; zie ook Fraterhuis. Bronchorst, Grherardus de, R. 72, 92. Brouage, 486, R. 669. Brouwer, Bye, weduwe van Jan, E. 663, 664. Brouwersfen, E. 1234. Brouwershaven, 494, E. 895, 907,911, 912, 968, 995, 1372. Brouwhuizen, (kloosters), 840. Bruelis, Jan van, E. 18. Brugge, 706, E. 485, 695, 968, 1054, 1189, 1201, 1242. Bruggen, 1076, E. 33, 811, 981, 1205. Bruyn, Jacobus, R. 909. — , Jan, E. 983. I'irnynsz.. Dirc, E. 725. — , Jan, 567. — , Lou, 567. Bruunslant, Claes, E. 709. Bruninx van Herk, Henric, E. 196,200. 207, 217, 226, 266, 282, 284, 300, 313, 318, 333, 334. Brussel, E. 473, 476, 684, 703, 713, 717, 1173, 1206, 1208, 1216, 1218, 1225, 1282. Buis, Pietre de, E. 889, 890. Buyser, Griet, weduwe van Dirc, E. 1095. — , Simon Claesz , E. 1129. Bulte, de, E. 495. Burgemeesters, 33, 42, 146, 147, 149-168, 170, 172, 174, 197, 198, 212, 310, 343, 344, 356, 364, 411, 480, 485, 487, 567 , 632, 653, 671, 679, 702, 719, 738, 904, *1067, E. 93, 96, 282, 326, 346, 396, 431, J 474, 508, 517, 536, 695, 711, 739, 754, 767, 826, 831, 857, 872, 901, 925, 953—956, 958, 959, 963, 967, 972, 973, 976, 977, 979, 980, 981, 983, 1002, 1009, 1010, 1026, 1027, 1041, 1051, 1076, 1089, 1099, 1115, 1127, 1134, 1144, 1161, 1182, 1186, 1214, 1225, 1228, 1254, 1274, 1281, 1284, 1286, 1312, 1324, 1333, 1363, 1376, V. 38. Burger- of Protestantsche Weeshuis, *824, *858, 908—961, *1004. Buighorn, 1034, E. 1071, 1193, 1198. —, Jan van Sehagen, heer van, E. 1038, 1099. —, nieuwe dijk van, R. 776. Burghorn, Nieuw land van, E. 722, 723, 773, 774, 808, 812, 813, 873, 874, 891. —, schepenen, E. 891, 1198. — , schout, E. 891. Burgsloot, E. 377, 490, 1247. Burgwal, E. 588, 656, 807,1287,1288, 1297, 1326, 1327, 1377. Buscoep, Werenboldus Erenboldusz. de, R. 94, 110. c. Caeciliaconvent, St., 774, *783, 790, 796, 801 -823, 834 - 838,841, E. 95, 99, 100, 108, 157, 174, 189, 207, 284, 286, 289, 298, 308, 362, 363, 380, 573, 574, 631, 660, 720, 746, 751, 798, 814, 853., 865, 889, 949, 1053, 1072, 1150, 1163, 1205, 1241, 1311, 1340. —, altaren, *813, 818, E. 297, 332, 629, 804, 1323. — , begraafplaats, E. 289, 297, 332. — , bibliotheek, E. 217, 276. —, biechtvader, 817, 820, E. 276, 289, 297, 538, 584, 846, 847, 916. —, infirmerie, E. 828. —, kerkfabriek, R. 855. —, klokgelui, E. 297. —, Mariakapel, *801, 805, 818, 821, E. 196, 226, 289, 297, 300, 313, 323, 332, 440, 583, 629, 828, 847. — , Wijding dier kapel, 805, E. 332. —, mater, 820, 823, E. 332, 678, 765, 804, 846, 847,1062,1063,1070, 1080, 1087, 1092, 1216. —, minister, E. 565. — , ministersche, E. 200, 607, 633, 662, 750, 804, 827, 847, 854, 855. Ceciliaconvent, St., pater, 817, R. 1216, 1245. — , preek, R. 297. —, refter, R. 257, 318, 846, 847. —, rector, 821, R. 509. — , vicarieën, *813—823, R. 305, 306, 320, 509, 538, 583, 590, 594, 626, 828, 847, 900. — , voogd, R. 1069, 1216. Charolois, graaf van, 89, R. 679, 737, 740. Zie ook Karei de Stoute, onder Holland, graven. Chimay, Karei van, R. 1073. Chirograaf, 1146, 1311. Chirurgijns, 500 —502, R. 825. Collecteur der gemeenelandstniddelen, 234. Christiern van Denemarken en Noorwegen, R. 561, 669. —■, recht erfgenaam van Noorwegen, gekoren koning van Denemarken en Zweden, 102, R. 1320,1344. Christoffer van Denemarken, Zweden en Noorwegen, 841, R. 406,411, 484. Cyriacus, St., *710, 717, *858. Cyriacusbeeld, St., R. 1146. D. Dage, Wouter bij, R. 162, 163. Dam, Albert Jansen van, 917. —, Henricus Jaeobusz., alias Heyn van den, R. 846. Dampten, 421, 437, 852, 854,855, 873, 875, R. 236, 366, 403, 408,460, 575. Danzi g, R. 456,630,641,669,903—905, 908. Deelbrood, 133. Deelen, Wolter van, R. 1168. Deyn van der Goude, Freryc, R. 692. Deil, Grhemeyn Weteringe onder R. 777. —, Hermenscamp, onder R. 777. —, Jan Mennenkempken onder R. 777. —, Polschestege, onder R. 777. —, schepenen, R. 777, 778. —, Yorderencamp, onder R. 777. Delft, 139, 253, R. 22, 220, 279, 509, 699, 1105. Dendermonde, R. 261, 536, 537, 539, 540. Denemarken, 282, 482, R. 470, 484, 488, 903—905. Zie ook: Christiern, Christoffer, Johan van. Denen, 45, 278, R. 57, 1086. Derde Orde van St. Franciscus, 769— 782, *792, 796, 834—838, R. 90, 92, 97, 99, 100,108,109,193—195, 318, 419, 514, 606, 621, 661, 670, 671, 675, 787, 803, 1206, 1225. — , biechtvaders, R. 298. —, clerici, R. 97. — , generaal-kapittel, 771, R. 97, 99, 109, 585, 620. —, minister-generaal, 774, 803, R. 297, 298. —, minister der, 801, 804, R. 95, 97, 99, 109, 298, 313, 603. — , ministra, R. 108, 157. — , novicen, R. 95. —, ordens-regel, R. 97. —, pater-generaal, 653. —, procurator, 776, R. 514. —, superior, R. 97, 109, 193. —, syndicus, 781. —, visitator, R. 90, 97, 585. Deventer, 458, 461, R. 429, 698, 716, 737—745, 763, 1109. —, Jan van, R. 85. 32 Deventer, rector van Heer Florenshuis, R. 840. Devoten, Arme Zwolsche, R. 217. Diaconus, R. 884. Dienstmannen, R. 9. Diepenborch, Ghijskijn van, R. 71. Diepholt, vicaris-generaal van Koenraad van, R. 882. —, Rudolf van, 776, R. 322, 514. Diert, Willem, R. 602. —, Wendelmoet, huisvrouw van Willem, R. 602. Dieze, R. 554. Dijken, 311, 369, 370, 379, 390, 406, 837, 1018, 1069-1071, 1073-1075, 1079-1083, 1090-1093,1095-1112, 1115-1120, 1124, 1125, R. 3, 4, 6, 8, 10, 11, 22, 24, 49, 61, 78, 82, 106, 107, 170, 188, 237, 238, 239, 244, 245, 310, 330, 345, 348—350, 356, 365, 369, 370, 409, 421, 431, 541, 666, 713, 714, 717, 808, 812, 851, 886, 1003, 1038, 1222, 1236, 1263, 1267, 1269, 1277, 1297, 1334, 1343, 1345, 1346, 1348, 1360, 1369, ba, 12a, V. 20. Dijkbreuk, R. 547. Dijkkeur, R. 35, 348, 349, 368, 369, 1345. Dijklasten, R. 711, 712. Dijkplicht, R. 330. Dijkschouw, 41, 1090, R. 35,188, 348, 349, 368, 369, 1345. Dirc, Theodricus. —, Jonge, R. 56. —, Wendelmoedis, weduwe van, R. 266. Dircxz., Theodricusz. — , Aecht, R. 1327, 1329. —, van Gisp, Aef, R. 1146. ircxz., Theodricusz. —, Albert, (schepen, enz.), R. 730, 825, 832, 857, 900. — , Albert, (geneesheer), R. 1199. —, Aleida, R. 1378. —, Andrys of Arys, R. 951, 1064, 1123, 1143, 1151, 1152, 1155, 1178, 1190. —, Andreas, R. 1323. — , Dirc, R. 80. — , Theodericus, (vicaris), R. 523. — , Egbaert, R. 325, 371, 377, 378, 420, 421. — , Ellert, R. 795. —, Frans, R. 1319. — , Gerbrant, R. 918, 1004, 1014, 1015, 1022, 1080, 1102, 1165. — , Gheryt, R. 798. —, Meen, weduwe van Gheryt, R. 979. —, Geryt, (priester), R. 1197. —, Grebber, R. 589. — , Hed, R. 1137, 1264. — , Heynric Haren, R. 10. — , Heyn, R. 346. — , Hermen, R. 953. — , IJsbrant (1393), R. 68. — , IJsbrandus, (1463), R. 696. —, Isbrant Kids, (1482 Amsterdam), R. 969, 1265. — , Didua, huisvrouw van Isbrant, R. 1265. — , Jacob Grebber, (1393 schepen), R. 67. — , Jacop, (1425 schepen), R. 263, 269. —, Jacop, (1454), R. 575. —, Copp Wyt genaamd, Jacob, (1458), R. 617. —, Jacop (prior), R. 720. Dircxz., Theodricusz. —, Jacob, R. 949, 1070, 1072. —, Johannes, (1412), R. 181. — , Jan, (1441 kaper), 479, R. 387. —, Jan, (1441), R. 389. — , Jan, (1457), R.-602. —, Jan, (1459 schepen), R. 636. — , Jan, (1462 priester), R. 673. — , Jan, (1463 burgemeester), R. 695. — , Jan, (1466), 864, R. 728. — , Jan, (1466), R. 732. — , Jan, (1469 schepen), R. 766. — , Jan, (1476 Medemblik ?), R. 886 — , Johannes, R. 1033. — , Jan, (1491 schepen), R. 1094. —, Jan, (1513 Amsterdam), R. 1360. —, Jan Jonge, R. 471, 593, 614, 647, 657. —, Claes, (1440), R. 372. — , Clais, (1452 Enkhuizen), R. 534. —, Nicolaus, (1484 priester), R. 1020. — , Nicolaus, (1535 priester), 782. —, Claes Corff, R. 1076,1083,1102, 1106, 1125, 1126, 1229. — , Clemeyns, R. 765, 855. — , Lambert, R. 401, 453, 693. —, Meynert, R. 317. —, Melys, R. 346. — , Michael, R. 556-560, 646. — , Mourijs, R. 1170, 1209, 1215, 1233. — , Pieter, (1388), R. 51. — , Pieter, (1474 schepen), R. 853. —■, Pieter, (1506 schout), R. 1302. —, Pieter, (1514 bieehtvader), R. j 1374. —, Reynert, R. 865. —, Remmet, R. 1063. —, Steven, R. 148, 172, 174. Dircxz., Theodricusz. — , Tydemannus, R. 646. —, Willem, weduwe van Tynien, R. 1022, 1024. —, Vrou, R. 1059. — , Willem, R. 729, 1020. Dobbes, dochter van Maarten Ellin, Aaf, Y. 27. Doedensz., Dodez, enz. —, Claes, R. 43, 139. —, Pieter, R. 1264. — , Pieter Claes, R. 143. Doelen, *651—657, 663-665, 668- 670, 672, 673, 675, 678, 683—692, 925. Does, Dirc Claes, R. 853. Doesen, Jan, R. 653. Dol- en Tuchthuis, *962. Dollisz., Jan Jan, R. 1175, 1176. Dominicanen, (Jacobieten), R. 661. Doode hand, R. 428, 523, 538, 564, 590, 594, 606, 620, 626, 645, 833, 944, 1353. Zie ook: Geestelijke, Kerkelijke goederen. Doodschuld, R. 602. Doodslag, 90, 99, 100, 684,1165,1272, 1276, R. 481. Doop-, trouw- en begrafenisboeken, 1126—1157. Doopsgezinde Gemeente, Friesche en Waterlandsche, 1128. Doornik, bisschop van, 706, R. 1242. Dordrecht, *450, 472, 473, R. 3, 15, 232, 264, 928, 1158, V. 58. Dordsche Kil, 473. Dorp, Philips van den, R. 144, 166. Douwe, Ghiselbrechts, R. 42, 89, 91, 104, 128, 141, 153, 154, 211, 214, 216, 230, 231. — , hoofdling te Franeker, R. 859. Draagaltaren, R. 90, 297. Drechterland, 96, 1079, 1091, 1098, R. 1, 3, 9, 13, 18, 25, 32, 35, 49, 53, 82, 98, 106, 121, 138,190, 355, 601, 1116, 1345, 1346, 1348. —, dykgraafschap van, 1104—1112, R. 1269, 1304, 1318. — , dijkgraaf van, 1108 —1110, R. 666, 1269, 1304, 1318. — , heemraden van, R. 666. — , Drie Zuiderkoggen van, R. 1267. — , Vier Koggen van, R. 1318. Drystal, R. 1050. Droogscheerders, 513. Duyvetter, Jan Rijkwaarts, 501. Duinkerken, R. 376. Duinsteeg, 521. Dure tijd, 114. Dutz., Claes, R. 1178. Duuc, Jan, R 628. Duvoorde en IJselsteyn, Ghijsbrecht van, 252, R. 1293,1294,1298,1300. E. Edam, 137, 255, 375 - 377,613 - 623, 629, 645, *839, 842, *1116, R. 192, 699, 869, 871, 877, 938, 1259, 1266, 1268, 1356. — , afgevaardigden, R. 932. — , chirurgijn, R. 825. — , logement te 's-Gravenhage, 214 - 216. — , schepenen, R. 1060. — , Jacob Pietersz. van, R. 89, 91, 143, 216, 230. Eddicxz., Ymme, R. 495. — , Jan, (oud-burgemeester), R. 96. — , Jan, R. 400. —, Jan, (Wognum), R. 495 Eddicxz., Olfert Jan, R. 631. —, zie ook: Addicxz. Edinburg, 495, 496, R. 903—905, 908, 909. Eens, Pieter, R. 1335. Eeuwig Edict, 143. Egbertus, koopman, R. 362. Egbertz., Egbertusz. — , Dirc, R. 617, 618, 973, 976. — , Jacobus, R. 1016, 1017. — , Jan, (schepen), R. 798, 849. — , Jan, R. 891. Eggert, Willem, 272, 698, R. 180, 183-187, 198, 199, 204, 205. Egidiusz., Geraerdus, R. 37. Egmond (dorp), R. 1110. — , abdij, 841—844, R. 11. — , abten, 38, 48, 55, 77, 770, R. 20, 72, 74, 124, 592, 650, 925, 1334. — , huize van, 553, R. 1110. — , Aelbrecht van, R. 443. — , Gheryt van, 256, R. 31. — , Jacop van, R. 1036,1118,1135. —, heer tot Baer, Jan, graaf van, zie Holland, stadhouders. —, vrouwe tot Bair, Madeleene van Wairdenburgh, gravin van, R. 1168. Eigening, R. 768. Eybincsz., Albert Claes, R. 291. Eycke, Lodewijk van der, R. 580. Eyntz., Gheryt, R. 1082. Eikentuin, 745. Elbertz., Dirck, R. 1165. —, Niese, R. 1024. —, Pieter, 866. Ellendig Huis, R. 861. Ellenz., Ellin, Aaf Dobbes, dochter van Maarten, Y. 27. —, Olfaert, R. 248. Ellertz., Ellardusz. — , Aleydis, dochter van Johannes, R. 829. — , Jacop, R. 654, 710, 715. — , Jan, R. 1050, 1150, 1156, 1191, 1200, 1299, 1335. — ,. Pieter Jan, R. 587. —, Pieter, R. 1165. Elsebeen, dienstmaagd, R. 611. Eme, blokhuis van der, 80, R. 285. Emelis, Simon, R. 884. Eraelwairde of Eraelloirt, R. 893. Emmerik, proost van St. Maarten, te, R. 194. Engebrechtsz., Philps, R. 212. — , Willem, 367, R. 399, 422. Engeland, 280, 490-496, R. 418,436, 527, 529, 543, 544, 570, 571, 711, 894, 895. —, kanselier, R. 571. — , commissaris en facteur van den koning, R. 871. — , koning, 629, R. 869, 871, 895. —, raad, R. 571. Enkhuizen, 96, 137, 253, 278, 444, 446, *450, 451, 465, 469, 474, 481, 494, 624—626, 629, 781, 798, *839, 842, 1073, R. 15, 32, 105, 244, 335, 358, 470, 475, 477-480, 498, 499, ! 502, 509, 516, 695, 699, 729, 869, 871, 889, 903—905, 907-909,911, 912, 920, 968, 995, 1078, 1116, 1260, 1267, 1304, 1316, 1318, 1366, 1372, Y. 28. —, afgevaardigden, R. 932. —, burgemeesters, R. 456, 478, 479, 1226. — , kapel, R. 239. —, kerk, R. 239. —, poorters, R. 328, 423. Enkhuizen, priesters, R. 306, 320. — , procuratoren van het St. Caeciliaklooster, R. 534. —, procuratoren van St. Ursulaklooster, R. 534. — , raad, R. 456. —, rijweg, 624—626. — , schepenen, R. 45, 456, 478,479. — , schout, R. 6, 479. — , vrijheid, R. 48. —, wagenveer, 624—626. — , Albertus Yolkerusz. de, R. 276. Ennisz., Femme, R. 1023. Enspijk, Corte Hoeven onder, R. 777. Entytslant, Lijsbet, R. 1339. Entz., Geryt, R. 893. Erenboldusz. de Buscoep, Werenbol- dus, R. 94, 110. Erfenissen, R. 324,534,576,1245, Y. 33. Erfpacht, 557, 558, 561, 751, 757, 884, 1078, R. 60, 64—66, 79, 80, 101, 199, 206, 312, 327, 457, 616, 680, 691, 795, 1075, 1269, 1330, 1331, 1342, V. 29. Erfrenten, R. 1012. Ericsen. Peter, R. 423. Ernne, genaamd CruyfF, Lambert, 749, R. 292. Essche, Jan van, 289, 290, 372, 921, 922, 924, 927, 929, 931, 934, 935, 939, 945—948, 957, 978. Etersheim, R. 268. —, Johannes Petrusz. de, R. 217. Etzard, graaf van Oost-Friesland, R. 1235. Eu (Normandië), R. 410. Eugenius IV, R. 313, 318, 333, 334, 407. Everdey, Jan, 702, R. 869, 872. Everschip, R. 909. Eversteyn, R. 125, 127, 129. E vert, broeder in Luidingakerke, R. 900. Evertsz., Everaertsz., Everaerdusz. —, Andreas de Haer, R. 95. —, Dirc, R. 693. —, Dirc Jan, 171, —, Dirc Valkenburch, R. 101. — , Evert, R. 1219. — , Jan, R. 1162, 1219. — , Claes, R. 1199. — , Kathrijn , weduwe van Claes, 735, R. 1214. — , Willaem, R. 41, 42. Evertszweytgen, Jan, R. 1302. Ewout, Katrijn, weduwg van, R. 1190. Excommunicatie, R. 137. Exempelen, boek der, R. 506. Exuegeld, 252, 253, R? 1293. F. Feytsz., Claes Dirc, R. 156. —, Hijl, moeder van Claes Dirc, R. 156. Fermersz., Pieter Jan, R. 1359. Philips van Bourgondië, zie Holland, graven. Philips de Schoone, zie Holand, graven. Philips II, zie Holland, graven. Floris Y, zie Holland, graven. Florens de Zeelander, R. 23, 26. Florysz., Jan, R. 610, 616, 704-706, 875, 876, 998. —, Cornelys, R. 1332. —, Melys, (1448), R. 454. —, Melys), (1493), R. 1149. Foey, Foy, Dirc, R. 720. — , Gheret, R. 34. Foeyenz., Fueies, Foyenz. — , Dirck Jan, R. 1056. Foeyenz., Fueies, Foyenz. —, Jacop Jan, R. 450. —, Haes, weduwe van Jacob Jan, R. 1047, 1049, 1104. —, Jan Jan, R. 998. — , Hillegont, weduwe van, R. 798. Foeykiin, R. 159. Foeck, Everardus, R. 193 —195. Yolker, broeder in Luidingakerke, R. 900. Yolkertsz., Volkardusz., Volkerusz., Folkertsz. — , de Enchusen, Albertus, R. 276. —, Alijt, R. 311. — , Allert, R. 286. —, Alvaradis, R. 175. — , Vrederic, R. 662. — , Wouter, R. 1243, 1249. Foppenz., Foppoz. — , Theodericus, R. 828. — , Jan, R. 562, 799, 914. Foreest, Willem Nicolaas van, 692. Forli, bisschop van, R. 884. Fortificatie, 634, 837, 838. Fortificatiegeld, 406. Franciscanen, 1131, R. 661; zie ook: Derde Orde van St. Franciscus. Franciscanessen, R. 691. Franciscus, kardinaal van Sancta Su- sanna, R. 73. Franeker, R. 859. Franck, broeder, R. 915. Frankfort, R. 1042, 1043. Frankrijk, 1,646,647, R.410,669,1136. Fransz., IJsbrant, 1110. Fraterheeren of Broeders van het Gemeene Leven, *783—791, R.43. Fraterhuis, 783—791, R. 62, 63, 67, 89, 91, 104, 141, 161. — , fabriek van de Mariakapel, R. 175. Fraterhuis, choralen van de Mariakapel, R. 175. — , Mariakapel, 788—790, R. 41, 143, 258, 282, 284. — , procuratoren, 785, 788—790, R. 153, 230, 231, 258. — , rectoren, R. 153. —, vicaiie, R. 128, 154, 211,214, 216, 231, 284. Frederik Hendrik, 1115. Frederycxz., Frericxz., Vrericsz. —, Baert, R. 521. —, Bartout, R. 976, 1048, 1053. —, Dirc, (1433 schepen), R. 317, 346,372,373, 378, 380,439,440,575. —, Dirck, (1493 schepen), R. 1147, 1151, 1248, 1301. —, Geertruyt, weduwe van Dirck, 743. — , Yrederic, R. 1164. —, genaamd Koek, Jan, (Enkhuizen), R. 729. — , Jan, (Monnikendam), R. 1311. —, Kathrijn, R. 662. —, Sander, R. 726, 788. Friesland, 50, 469, R. 43, 102, 358, 535, 693, 697, 712, 793, 893, 936, 1335. —, afgezanten van, R. 335, 338 —, Hof van, 468. Friezen, R. 328. G. (iabelsz., Jan Pieter, R. 189. — , Machteldis, dochter van Petrus, R. 207. Gading, R. 278, 372. Galenz., Pouwels Pieter, R 1356 Gamsz., Pieter Pieter, R. 1188. Gappelant, R. 415, 600. Garbrantsz., Syvert, R. 171. Garnizoenen, R. 1356. Gast, Pieter, R. 1291. Gastenweyd, Pieter, R. 1314. Gasthuis, Armen Gasthuis, St. Jans Gasthuis. —, 858- 891, R. 101, 126, 148, 219, 304, 377, 394, 431, 507, 749, 783, 998, 1075, 1179, 1279. Gasthuisvoogden, R. 38, 351, 366, 403, 408, 518, 1003, 1030-1032, 1044, 1075, 1084, 1145, 1162, 1179, 1261, 1287, 1290. Gaves, Pieter Pieterz., R. 1005. Gheerkeslant, R. 1227. Geerlofsz., Geerlofsd. —, Griet, 867. —, Jan, R. 819. — , Reyner, R. 825, 1024. Geersenschot, R. 1071. Geerteneonvent, St., 796, 834—838, 841, R. 157, 362, 1008, 1254. Geertruida- of Schippersgild, St., R. 36. Geertruidenberg, R. 14. Geestelijke goederen (Hoorn), 839—846. Geestmerambacht, 1098, 1112, R. 44, 348, 625, 648. —, dijk van, R. 10. —, dijkgraaf, R. 776. —, heemraden, R. 776. Gelderschen, R. 1297. Geldersche Hoek, R. 105. Geldersche Steeg, R. 1297. Gelre, 137, R. 743, 816, 924. —, hertog, R. 30, 744. —, Karei van, R. 1305. —, stadhouder-generaal, R. 1305. Geloften R. 97, 99, 193. Gemachtigden van Hoorn, R. 572, 926. Gemeenelandsmidd delen, collecteur van de, 234. —, ontvanger van de, 310. Generaliteits-rekenkamer, 255. Geneesheeren, 744, 819, R. 466, 643, 1199. Gent, R. 113, 782, 892, 942-944, 1230, 1242. Ghent, Willem van, R. 120. Georgius, kardinaal van Sancta Maria Trans Tiberim, R. 448. Gerrit, Geraerdus, Gert. — , bisschop van Borglum, R. 423. —, de Utrecht, R. 671. Geraerdusz., Mr., R. 1323. —, de Lira, Wilhelmus, R. 563. Gerbrandus de Medemblick, R. 1281. Gherbrantsz. Garbrantsz. —, Andris, R. 56, 69. —, Geertruid, V. 33. —, Geryt, 732, R. 1257. — , Herman, R. 521. — , Jan, (1425), R. 265. —, Jan, R. 719, 724, 729, 730, 807, 810, 886, 1061, 1062, 1066. — , Jonghe Jan, (1450), R. 505. —, Claes, (1433), R. 311. — , Claes, (1452), R. 562. — , Claes, (1480), R. 918. —, Mathijs, R. 1105, 1179, 1204, 1215, 1221. — , Pieter, R. 799. —, Karstijn, weduwe van Pieter, R. 512, 609-611. —, Rypert, R. 849, 875. —, Syvaert, R. 142, 143, 307. Gerecht, 110, 246, R. 76, 77, 470, 529, 857 - 859, 926, 932, 1361, 1365. Gheryt, prior van "Nieuwlicht, R. 282, 284. Gheryt, pater, R. 1245. Gerritsz., Gherytsz., Gertsz. — , Aelbert, R. 534. —, Adrien, R. 1306. — , Brecht, R. 1079. —, Dirc, R. 246, 317, 395, 400, 402, 507, 518. — , Dirck, R. 1241, 1351. —, ^van Hairlem), Dirck, R. 1292. — , Katrijn, dochter van Dirc, R. 898, 913. — , Ellert, 746. —, Gheryt, R. 457, 681, 682, 686688, 690-692, 752. — , Heyn, R. 1152. — , Herme, R. 1177. —, Jacob Nanninc, R. 133. —, Jacop, R. 371, 372, 375, 378, 417,460, 471, 502, 521,610,614,615. —, Lichtekoey, Jacop, R. 857 — 859. — , Jacob, R. 1132. —, Jan, R. 277, 386, 389, 392, 413, 709, 755, 775. —, Claes, R. 75, 80. —, Lijsbet, R. 504. — , Maerten, 496, R. 904, 905, 909, 919, 920. — , Pieter, R. 1039. — , Clemens, moeder van Pieter, R. 1039. —, Peeter, R. 1347. —, Pielgryn, R. 62. — , Reyner, R. 699. — , Sybrant, R. 495, 582, 587, 667, 674. — , Sywert Backer alias, R. 1107. Gerritsland, 549, 723, 797, 832, 1025, R. 241,307,354,640,761,1006,1022, 1024, 1060, 1061, 1288, 1303, 1359. Geschut, 638, 836, R. 1117. Gewapende Burgermacht, 694 — 697. Ghijsbertz., Aernt, R. 841. — , Lijsbet, R. 603. — , Lourens, R. 663. Gijzeling, 50, 603, 604, R. 102, 474, 760, 976, 1356. Gilden, 133, 134, 497—535, 756, 757, R. 36, 56, 291, 508, 1363, 1376. Gisp, Gysp. —, Aef, dochter van Dirc van, R. 1146. —, Jan Jansz. van, R. 1325. — , Jan Pietersz. van, 715, R. 1146. — , Gryet, dochter van Pieter van, R. 1325. Glazenmakers, 504. Godefridus, Gotfridus. —, bisschop van Triocali, R. 882,885. —, proost van West-Friesland, R. 538. Godefridusz., Henricus, 819. Godshuizen, 847—1067. Goertz , Heynryc Botter, R. 430. —, Jan Botter, R. 430. Goetiesz., genaamd Potter, Pieter, R. 667. —, Hase, huisvrouw van Pieter, R. 667. Goyer, Jan, 701, R. 448, 539, 767. Gommerskerspel, R. 15. Gooiland, baljuw en kastelein van, R. 1018. Gorijsz, Jan Jan, R. 1315. Gorinchem, 253, R. 139, 726, 890. —. Bansloet, R. 757. — , Binnenste Kaen buiten, R. 841. —, gasthuiserf, R. 726, 838. —, Groenenwech, R. 838. —, Halvenvlyet bij, R. 757. —, Halvestrate, R. 757 Gorinchem, de Kaen buiten, R. 841. —, Cansepoert, R. 757. — , kasteel, 61, R. 149, 737. — , kerkhof, R. 838. — , Cortslaghen buiten, R. 726, 841. —, Langheslaghen buiten, R. 841. — , Nylant buiten, R. 841. — , Nylantscher Kaen, R. 726. —, Ranensloet, R. 838. —, Schelluinsche Vliet buiten, R. 841. —, schepenen, R. 726, 788, 837, 838, 841. Gorweren, R. 886. Gouda, 253, 472, R. 910, 922, 1000, 1086. —, kapitein, R. 303. — , kastelein, R. 303. Goude, Freryc Deyn van der, R. 692. —, Joest Jacobz. van der, R. 654, 681, 683, 735. Goudsche bier, R. 1319. Goudsche Sluis, (Alphen), 463, 466, R. 1321. Goudt, Willem, R. 1356. Goud- en zilversmeden, 505, R. 1258. Goutsmit, Hughe Woutersz. R- 89, 141, 153, 161, 216, 230. —, Johannes, K. 217. Goutsmitslant, R. 1148, 1149, 1153. Gouw, 724, *796, 831, 872, 1024, R. 41, 42, 63, 67, 104, 137, 248, 258, 267 , 276, 284, 290, 329, 350, 439, 442, 450, 471, 493, 569, 584, 602, 798, 825, 832, 865, 889,1008, 1147, 1188, 1200, V. 26. — , (Avenhorn), R. 304. — , (Benningbroek), R. 966, 1210. — , (Hem), R. 719, 819. —, (Oosterblokker), R. 1209, 1215. 32* Gouw, (Westwoud), R. 490, 609. — , (Zwaag), R 351. — , Oude, (Nibbikswoud), R. 375. — , Oude, (Wognum), R. 1191. Q-raeff, Johannes, 817. Graft, 1085. —, schout, R. 634. Graven. Zie: Holland, Graven. 's-Gravenhage, 151, 152, 343, 350, 480, R. 1, 4, 6, 8-10, 12, 13, 16, 17, 24, 30—32, 39,44,46 -49,55,57, 61, 70, 71, 76-78, 81—84, 86, 98, 102, 103, 105-107, 114-119, 121 123, 130—135,138—140,144—147, 149, 170, 173, 177—180, 184, 186188,191,192,197, 208,210,212,213, 220, 237, 244, 247, 250, 254, 255, 280, 340—342, 355, 365, 396, 410, 419, 429, 474, 515, 563, 572, 577, 596, 597, 608, 699, 714, 745, 880, 940, 950, 962, 963, 972, 976, 980, 988, 1011, 1012, 1018, 1029, 1036, 1045, 1046, 1055, 1083,1085,1090, 1093, 1097, 1101, 1128,1136,1142, 1144,1168,1172,1192,1259,12701272, 1275, 1276, 1305,1319,1324, 1336, Y. 49. — , baljuw, R. 713. — , Buitenhof, 214. —, Hofsingel, 214. —, Kneuterdijk, 214. —, logement van Hoorn en vier andere steden, 214—216. — , schepenen, 214. — , Stadhouderlijk Hof, 214. Gravenstraat, 550, 924. Grebber, Pieter de, R. 66, 79. Grebber, Willem, R. 145. Grebber's weduwe, Katrijn, R. 1342. Grebbersz., Pieter Jan, R. 371. Grenier, Karei, R. 1305. Griet, poorteres, R. 366. Groene Wijsen, R. 1094. Groenewoudt, Pieter, 533. Groet, R. 103, 1334. Grolle, Gereit, R. 697. Gronde, Jan van den, R. 42. Groningen, R. 576, 754, 1068, 1109. Grootebroek, 243, 244, 276, 1073, R. 32, 244, 275, 473, 509, 699, 847, 1267, 1346, 1366. —, Augustijner nonnen, R. 691. —, Begijnen, R. 691. —, Franciscanessen, R. 691. — , schepenen, R. 1028, 1264. —, schoutambacht, R. 1168. Groote Kerk, 922, 1142, 1147, 1148, 1150. Zie ook: Parochiekerk. Groote Raad van Mechelen, 240, 369, 375, 469, 493, 701, 806, 834, 1108, R. 538, 546, 711—713, 907, 968, 995, 1259, 1266, 1295, 1296, 1300, 1310, 1324, Y. 51, 55. — , deurwaarder van den, R. 1158, 1160, 1166, 1206, 1207,1216,1217, 1225, 1294, 1304, 1372. —, kanselier van den, 99, R. 1208, 1242, 1272. Groete Reynken, Katrijn, R. 51, 52. Groteweyd, R. 409, 421, 1219. Grote Zaet, R. 1249. Grosthuizen, 228, R. 53, 618, 872. Grotinxland, R 496. Gruit, R. 13. Gruytliuyse prins van Steenhuyse, Heer van. Zie Holland, stadhouders. H. Haeldijc, R. 369. Haelsluys, 1090, R. 368, 369, 414. Hair, de, R. 726. Haer Everaerdusz., Andreas de, R. 95. Haardstedegeld, 392. Haarlem, 68, 75, 253, 301, 361, 472, 487, * 1099, R. 19, 175, 220, 238, 240, 251-253, 271, 274, 699, 736, 915, 982, 1070, 1112, 1118, 1119, 1127, 1158, 1160, 1166,1169,1189, 1209, 1215, 1239, 1260,1292,1328, V. 19. —, burgemeester, R. 326, 335. —, cureit van de Begijnenkerk, R. 153, 161, 216. — , Heilige Geestmeesters, R. 1189. — , St. Jacobskapel buiten, R 1141. — , leproosvoogden, 905. —, St. Miehelskapel, R. 331, 332. — , pensionaris, R. 1208. —, poorters, R. 213, 1059. —, prior van het Karmelietenconvent, R. 1303. — , prior van bet Regulierenconvent ten Noorden van, R. 301. —, raden, R. 326. —, schepenen, R. 126, 326, 335, 675, 1135. — , schout, R. 326, 335, 432, 438, 441, 1158. — , die Woirt buiten, R. 301. — , Dirc Albertz. van, R. 638, 674, 687, 706, 710, 747, 755, 766, 781. — , Jan van, R. 43. —, Claes Janz. van, R. 709. Haarlemmerhout, houtvester van den, R. 347. Haarlemsch bier, R. 1328. Haarlemsche Courant, 1. Haeseweide, R. 1104. Hachwe, Johannes, R. 908. Hagensteyn, R. 125, 127, 129. Hagenzoonsz., Claes Jan Dirc, R. 293, 314,323, 351, 354, 439,440,451,454. Hagis, Cornelius Petrusz. de, R. 1352, 1353. Hac, Steven, 282, R. 484. Haller, Alexius, 350, R. 1144. Hals, Jan, R. 174. '—, Grheertruit, weduwe van Jan, R. 174. Hamburg, 476, R. 113, V. 8. Hamburgerbier, R. 1378. Hameide, R. 452, 715, 1014. Hamer, Dirc, R. 301. Hampton (de Marie van), R. 911, 968. Handel, 84, 102, 437, 452—496, 508, R. 113, 406, 411, 470, 527, 529, 561, 669, 703, 737—745, 763, 764, 793, 1081, 1101, 1211, 1344. Hannensz., Tydeman, R. 59. Hanneron, Anthonius, R. 800, 833. Hannoque, Robbert, R, 152, 826, 834, 864. Hantes, Joost van Lalaing, heer van Montingny en. Zie Holland, stadhouders. Harde daken, 103, 105, R. 1368. Harderwijk, 458, R. 698, 743, 1193, 1194, 1305. — , fabriek van de Parochiekerk, R. 887. —, poorters, R 1193, 1194. — , schout, R. 697. —, Traktaat van, 137, R. 1193. Harich, R. 1107. Harincxz, Jacob, R. 1219. —, Pouwels, Pieter, R. 287. Harkensz., Harkesd. —, Baeff, R. 1087. —, Gheertruyt, R. 1087. — , Jan, R. 54. Harkensz., Harkesd. —, Rippert, 667. — , Zybrant, R. 1087. Harmansz., zie Hermansz. Harmensz., Wiggher, R. 1078. Hartochsz., Jan Elbert, R. 1064. Hastings, R. 570. Hattem, R. 5.09. Hauwerin, Jeromme, R. 1286. Hauwert, (Oudeboxwoud), 219, 228, R. 274, 872, 1281. —, Claas Barentsz., 219. Haven, 548, 570, 571, 658, 659, 1025, R. 218, 265, 1137, V. 3, 52. Havengeld, 419, 559. Havenhoofden, R. 713. Havensteeg, 876, R. 413,457,691,1032, Havensteeg, Kleine, R. 1156, 1280. Heemskerk, 843. —, Gerrit van, 42, R. 40, 78, 233, 234. Heergiesz., Claes, 485, R. 619. Heer-Hugowaard, 1124—1125, R. 44. Heerinoz., Wigger, R. 1360. Heerlijkheden, 4, R. 552. Heerman, Simon, R. 1303. Heert de verver, R 1124. Heertsz., Heertsd. —, Fye Jaeop, R. 466, 643. — , Jan, R. 325. —, Claes Pieter, R. 319. — , Claes, R. 822, 823. —, Luutgen Jan, R. 652, 653. — , Matijs,R. 171,386,392,424,426. — , Reynu, huisvrouw van Mathijs, R. 424. — , Pieter, R. 158. —, Wendelmoet, weduwe van Pieter, R. 263. — , Tyman Pieter, R. 403. Heesz., Jan, 744, R. 1084. — , Pieter Johan, R. 840, 861. Heestert en Heymsrode, heer tot. Zie Holland, stadhouders. Hedsz., Hetsz., Hedden. —, Aeff Pieter, R. 769. —, Dirck Jan, (priester), R. 1255, 1330, Y. 57. —, Diewer, weduwe van Dirck, R. 1227. —, Hed, R. 386, 392. — , Hedde Jan, R. 451, 454, 512. —, Welmoet, weduwe van Jan, R. 1148. — , Melys Florys, R. 1129. —, Meynert, (priester), R. 792. —, Meynardus, (notaris), R. 814. —, Peeter, R. 522. Heyke Deymde land, R. 421. Heilige Geesthuis, R. 181, 302. Heilige Geest-timmermeesters, R. 147, 158, 171, 172. Heilige Geestvoogden, R. 50, 54, 68, 101, 136, 147, 158, 171, 172, 219, 283, 310, 351, 457, 460, 569, 575, 682, 691, 705, 724, 730, 736, 747, 755, 766, 769, 781, 795, 807, *858, 868. Heilige Stoel, prothonotarius van den, R. 800, 833. Heiloo, 843. — , Reguliere Kanunniken, R. 887, 1110. Heymansz., Reyner, R. 1193, 1194. Heymenbergli, Cornelis van, 605. —, Jan van, 605. Heymsrode, Heer tot Heestert en. Zie Holland, stadhouders. Heymz., Gerbrant, R. 1327,1332,1335. Heyn die Welighes land, R. 1028. Heynsz., Heynenz. Dirck, R. 1072. —, Gerard, R. 6. — , Gerbrant, R. 1314. —, Herke, R. 860. — , Herman, R. 236, 366, 367. —, Hilbrant, R. 23. — , Jacop, R. 1232, 1243. —, Jan, 485, R. 616. —, Jan Jan, R. 667, 674, 818, 824, 832. —, Jan Claes, R. 970. —, Claes,R.589,681,682,686—688, 690-692, 783. — , Pouwels, R. 93. — , Romer, R. 822, 823. — , Symon, R. 897. — , Willem, R. 346, 471. llellazoon Mynna, R. 1107. Hem, 244, 928, R. 202, 324, 460, 719, 829, 1022, 1024, 1273. — en Yenhuizen, schepenen, R. 780, '819, 853, 1023, 1049, 1104, 1177. Hemenz., Johan, R. 385. Hemmerdijk, 1091. Hendricx, Henricusz., Heynricz., enz. —, Berent, R. 1113. — , Katharina, weduwe van Theodericus, R. 333. — , Vrederic, R. 236. — , Wou, Henricus, R. 1354. —, Luduwe Hermansd., weduwe van Herman, *813, R. 79, 80, 128, 154, 211, 214, 231, 284,305,306,320. — , Jacop, R. 312. — , Jacop, (dijkgraaf Medemblik), R. 369. — , Jacob, (Amsterdam), R. 937. — , Jacob, R. 1365. — , Jan, (Gorinchem), R 757. —, Jan, R 1361. Hendricx, Henricusz, Heynricz., enz. — , Wilhelmus, R. 99, 110. Henegouwen, R. 183. Hensbroek, 244, R. 44. Heren erve, R. 726. Herincxwout, R. 426. Herck, broeder, R. 1240, 1261. Herk, Henricus Bruninx de, R. 196, 200, 207, 217, 226, 266, 300, 313, 318, 333, 334. Herkenz., Herxz. — , Evert, R. 205, 206. — , Jan, R. 898. — , Zeglier, R. 516. — , Wouter, R. 865, 900, 913,1003, 1014, 1015, 1022, 1069, 1087, 1179. Hermanus, prior van Luidiugakerke, R. 900. Hermansz., Harmansz. —, Albert, R. 453. — , Griete Blancke, R. 601. —, Katrijn, dochter van Heyn, R. 917. —, Henryc, R. 512, 518. —, Jacob, 787, R. 37, 41. 42, 63, 89, 91, 104, 128, 137, 143, 258. —, Jacob, (1467), R. 751. —, Jacop Claes, R. 394. —, Jan, R. 241, 242, 293, 490, 582, 759. — , 1de, weduwe van Jan, R. 350. — , weduwe van Herman Henricsz., Luduwe, *813, R. 79, 80, 128, 154, 211, 214, 231, 284, 305, 306, 320. —, Margriet, R. 1375. — , Symon, R. 50 - 52. Hermentz, Jans, R. 1057. Hermz., Claes Jan, R. 1061 1063, 1148, 1149, 1150, 1152 1153, 1156, 1238. Herninc, Hermannus, R. 626. Herris, Simon, R. 894, 895, 907. Hertkinusz., Nicolaus, R. 896. 's-Hertogenbosch, R. 540, 554. Herts, Claes, R. 718. —, Katherijn, moeder van Claes, R. 718. Hervormde Gemeente, 1126, 1127. Hese, Claes, R. 516. Hesliop, Alexander, R. 908. Heusden, 50, 65, 455, R. 102, 168, 177, 541, 1090. Hieropolis, bisschop van, R. 721. Hillebrantslant, Claes, R. 1291. Hillenz., Jan Jacob, R. 1004. Hilleven, R. 415. Hindelopen, R. 516. Hinlopen, Jelmer, 1120. Hoeff, Meynaert van, 481, R. 258, 456, 470. —, Alijt, weduwe van Meynart van, R. 586. Hoeflaet, Lambert, R. 658, 690, 724. Hoey, Johan van, 270, R. 176. Hoeck, Jan, R. 531. —, Nicolaus, R. 1354. Hoecsz., Jacob Pieter, R. 245. Hoekschen, R. 1097. Hoen, Dirck Jans, R. 1198. Hoene, Jan R. 41. Hoeve, Jan van, R. 258. Hofmeester, R. 986. Hoghehoutwauder- of Overleekerambaeht. Zie Vier Noorder Koggen. Hoghelant, R. 726. Hol, Jacob, R. 343. Holewech, R. 1147. Holland, 2, 5, 61, 77, 87, 389, 390, 411, 447, 448, 460, 484, 555, R. 140, 261, 322, 337, 419, 423, 425, 436, 443, 458, 540-555, 630, 697, 698, 889, 890, 1000, 1077, 1136, 1144, 1173, 1183, 1193, 1230, 1324. Holland, afgevaardigden, R. 744. —, bewapening, R. 950. — , bode van den graaf, 61, R. 149, 150, 549, 699. —, bode van het Hof, R. 475, 478, 480. —, bode-exploitier van het Hof, R. 941, 984. —, bode-exploitier van de kamer van den Raad, R. 1089, 1092. — , bode-exploitier van den Raad, R. 1002. —, bode-exploitier van de Rekenkamer, R. 1055. —, commissarissen van het Hof, R. 555, 1237. —, dagvaarten, 284, 484, R. 115, 410, 484, 497, 515, 577, 580, 922, 928, 950, 1011, 1046, 1090, 1097, 1101, 1116, 1136, 1192, 1193, 1260, V. 49. —, departement, 438. —, departementaal bestuur, 317,758. —, deurwaarder van het Hof, R. 475, 477 479, 529, 738, 831. — , deurwaarder van den Raad, 567, 770, 988-990, 992, 993, 1029. —, dienaar van den graaf, R. 162, 163. —, domeinen, 353, R. 1282, 1285, 1286. — , erfmaarschalk, R. 379, 381, 383, 390, 398. —, exploitier van het Hof, R. 1007. —, finantiën, 2. — , Gecommitteerde Raden van (Zuiderkwartier), 217—218. Holland, gecommitteerden der domeinen en financiën, R. 1U12. — , grafelijkheid, R. 541, 999,1012, 1272, 1276. Holland, Graven van: Floris V, R. 1, 2, 1116. Jan I, R. 3, 4. Willem 111, R. 6-12. Willem IV, R. 13. Willem V, 36,37,266, *857, R. 14-17, 19, 21. Albrecht, 40 - 55, 102—107 , 267, 710, 784, 1088, 1116, R. 21, 22, 24, 25, 28-32, 35, 39, 43, 44, 46—49, 55, 57, 58, 61, 70, 71, 73, 76-78, 81-84, 86,98,102,113-121, 140, 264, 625, 650, 1054, 1171. — , Katarina, dochter van, R. 30. Willem VI, 54, 56 - 68, 447,454 - 456, 729, R. 122, 123, 125, 129—135, 138—140, 144-149, 151, 152,159, 160, 162, 164, 166—170, 173, 176 —178, 180, 186—188, 190—192, 197, 204, 208—210, 212, 213, 270, 273, V. 10, 13. —, Margaretha van Bourgondië, vrouw van, 269, R. 146, 295. Jacoba van Beyeren, 69, 70, 79, 359, R. 220, 221, 271, 279, 280, 285, 288, 292, 551. Jan van Brabant, 70, 357, R. 221, 222, 224, 225, 227, 228. Jan van Beyeren, 71—76, 275, 358, R. 224, 225, 228, 232, 233, 235, 237-240, 244, 247, 250-255. Philips van Bourgondië, 77—83, 85-88, 90, 238, 276, 368, 385, 457, 459, 477 -481, 483, 490-493, 700, 763, 775, 1073, 1074, R. 261—733 passim, Y. 17, 20, 34. Holland, Graven van: Philips van Bourgondië, secretaris van, R. 483, 485. Karei de Stoute, zie ook Charolais, graaf van, 90, 703, R. 679, 737, 740, 742, 743, 745, 762, 768, 782, 793, 796, 805, 828, 831. Karei de Stoute, biechtvader van, 703, R. 789, 800, 880. —, kapelaans van, 703, R. 880. — , secretaris van, R. 869, 872. Maria van Bourgondië, *1099, R. 892, 907, 940 - 944, 954 - 956, 964, 968, 972, 976, 1372. —, meester van de penningen van, R. 954, 956. Maximiliaan, 93, 94,103, 293,448, 449, 596, *1099, R. 29, 894, 895, 899, 902, 921, 924, 932, 938, 941—944, 954—956, 964 , 968, 983, 988, 992, 999, 1000, 1001, 1007, 1011, 1042, 1043, 1045, 1046, 1054, 1077, 1082, 1086, 1089, 1098, 1130, 1140, 1158, 1160, 1166, 1169, 1336, 1343, 1345, 1346, 1348, 1365,1368, 1372, Y. 48. — , ambassadeurs van, R. 894, 895. — , commissarissen van, R. 1136. — , kamerling van, R. 1073. — , secretaris van, R. 940,975,1121. —, stadhouder-generaal van, R. 1114, 1118, 1119. Philips de Schoone, 97, 98, 100, 101, 258, 353, 448, 449, 780, R. 29, 1007, 1054, 1077, 1089, 1098, 1130, 1158, 1166, 1173, 1180,1201,1206, 1216, 1218, 1225, 1230,1242,1258, 1259, 1269, 1272, 1275,1276,12811283, 1293, 1294, 1304, 1310, V. 51. —, ontvanger-generaal van, R. 1285. —, thesaurier-generaal van, R. 1286. Holland, Graven van. Karei V, 103 109, 378, 467, R. 1275, 1336, 1365, 1368, 1372, V. 56. Philips II, 110—113, 115. Holland, griffier, 376, R. 680, 1266. —, Hof, 88, 114, 229, 257, 292, 306, 342, 344, 350, 377, 449, 493, 603-605, 635, 636, 652, 667,10791083,1097,1100,1110, 1113, R. 396, 517, 534, 666, 714, 748, 760, 762, 771, 776, 877, 893, 903-905, 907, 911, 912, 954-956, 965, 968, 973, 982, 1038, 1082, 1102, 1106, 1108, 1144, 1171, 1172, 1174,1183,1216, 1222, 1223, 1259, 1260,1277,1278, 1293, 1295, 1306, 1334,1345,1346, 1348, 1356, 1361, 1362,1365,1366, 1372, Y. 47, 49, 50. —, Hooge Raad, 230, 606, 10801081. — , kamer van den Raad, R. 1206, 1207, 1217, 1319. — , keuken van den graaf, R. 119. — , klerk ter griffie, 296, R. 179, 212. 1122. — , klerk van den rentmeester-generaal, R. 628. — , klerk van den thesaurier, R. 184. — , Koning van, 556. — , leger, R. 1305. —, Munt, *450, R. 548. — , munters, R. 29, 127, 232, 264, 1054, 1275. — , Noorderkwartier, 123,218,219, 425, *450, *839, 1095. — , ontvanger-generaal, R. 980. — , ontvanger-generaal van de beden, R. 906. —, ontvanger-generaal van de espargnes 348, R. 1089. Holland, ontvanger-generaal van de financiën en domeinen, R. 954—956. —, ontvanger van de geestelijke goederen, R. 889, 890. — , president van den Raad, R. 877, 880. —, procureur-generaal, 349, R. 1123, 1182, 1305. —, procureur van het Hof, 1090. —, Raad, 239,271,284,304,462,567, 595, R. 179,410,418,472, 497—499, 549, 577, 737, 768, 770, 831, 869, 926, 928, 941, 961, 975, 988-990, 993, 1029, 1090, 1092,1101, V. 51. — , raadpensionaris, 2. —, raden van, 92, 493, 634, 703, 1096, R. 355, 470, 483, 552-554, 572, 580, 608, 711, 712, 739—741, 743—745, 793, 877, 880, 925, 960, 983, 986, 1000, 1001, 1011, 1018, 1037, 1045, 1046, 1073,1085,1086, 1093, 1097, 1116, 1128, 1136, 1142, 1192, 1235, 1237, 1270, 1272, 1305, 5a. — , regeering, 1070. — , register, 463. — , rekenkamer, 346, R. 972, 974, 975, 980, 1010, 1012, 1259. ' — , rentmeester, R. 517, 976, 1042, 1045, 1282. — , rentmeester-generaal, 286, 291, 351, 364, 367, R. 280, 379, 381, 383, 390, 398, 399, 422, 437, 444, 459, 461-465, 467, 469, 474, 482, 486, 487, 494, 501, 503, 510, 511, 513, 519, 520, 524-526, 528, 530, 566, 567, 628, 701, 707, 733, 921, 922, 924, 927, 929-931,933-935, 939, 945—948, 957, 978,1128,1139, 1142, 1172, 1356. Holland, rentmeester van de Espargnes R. 1313. — , ruwaard, 40, R. 21. — , secretaris van het Hof, R. 1319. — , secretaris van den Raad, R. 961. — , souvereiniteit, 1070. Holland, Stadhouders. Roelandt van Yuutkerke, Heer tot Heestert en Heymsrode, 360, R. 286, 292. Yranck van Borsselen, R. 309. Florens van Borsselen, R. 309. Willem van Lalaing en Bingincourt, 280, R. 382, 384, 388, 393, 397, 404, 436. Jan van Lannoy en Rumes, 284,1096, R. 470, 473, 483, 497 - 499, 552, 553, 577, 608, 695. Lodewijck van Brugghe, Heer van Gruytliuyse, Prins van Steenhuyse, 92, 161, 493, R. 711, 712, 737—741, 743-745, 793. Wolfert van Borsselen, graaf van Bouchain, heer van der Yeere, R. 894. Joost van Lalaing, heer van Montigny en Hantes, 464, R. 925, 926, 932, 940, 941, 950, 960, 961, 963, 975, 981, 983, 984, 988, 990, 993, 1000, 1001. Jan, graaf van Egmond, heer tot Baer, 96, 99, 345, 352, 449, 634, 636, R. 1011, 1029, 1036, 1037, 1045, 1046, 1073, 1083,1085, 1086, 1092, 1093, 1097, 1110,1116,1128, 1136, 1142, 1158, 1182,1183,1192, 1206, 1235, 1237, 1270,1272,1305, Y. 51. Lodewijck van Vlaanderen, Heer van Praet, 39. Holland, Stadhouders. Willem I, 116, *450, 455, 567, 758, R. 177. Maurits, *1115. Frederik Hendrik, *1115. Willem IV, 214. Holland en West-Friesland, Staten, 143, 144, 200—206, 210, 211, 214218, 233-235, 255, 308, 404, *450, 577, 597 , 602, 613, 615, *839, 848, 850, 851, 854, 1075, 1111, *11151117, 1119, *1124, R. 1235. Holland, steden, R. 149, 326, 358,418, 484, 950, 1130. — , thesauriers, 271, 272,280,285, 286, 343, R. 96, 144,159,166,180, 183—187, 204, 224, 225, 227, 233, 254, 274, 275, 972, 976. —, timmermeesters, R. 713. — , zadelmaker van den graaf, R. 164, 169. — , Zuiderkwartier, *450. Hollander, Claes Claesz., R. 413, 490. Holstein, hertog van, R. 359. —, hertog Vrederick van, 487, R. 1158, 1160, 1166, 1169. Hondsbosch, 1099—1103, R. 982,1260, 1267. Hoofdlieden van Hoorn, 70, 633, R. 1098. Hoogkarspel, 243, 244, R. 1264. Hoogkarspelersluisje, R. 188. Hoogwoud, 379, 882, R. 33, 749,1189. — , burgemeesters, R. 1281. — , pastoor, R. 1058. —, schepenen, R. 286, 1058,1281. — , schout, R. 1058, 1281. Hoogwouderkogge, 1076, R. 33. Hoirewech, R. 562. Hoirn, Claes van, R. 456. 33 Hoirn, Mr. Ludolphus van, H. 767. Horlbald, Willem, 490, R. 529. Horn, Symen Pietersz., R. 1279,1280, 1327. Horst, Geryt van der, R. 62. Hospitaalkerk, (Parochiekerk), R. 448. Houbaraes, Heer van Oesselgem en, R. 303. Houtricsteyn, Katerina de, R. 175. Houwers, Dieduwe, R. 937. Hughenz., Andries, R. 112. —, Jacob, R. 23. —, Claes Jan Dirc, R. 278. —, Lijsbeth, weduwe van Coppijn, R. 576. Huigendijk, 73, 76, 1124, R. 252, 255, 256, 348. Huisschilder, 938. Huiszitten-Armen, R. 75, 217, 262, 278, 290, 293, 314, 346, 372. 471, 490, 495, 502, 512, 562, 589, 609, 611, 617, 618, 653, 667, 861,1209, 1234, 1292, 1312, 1316,1322, 1338, 1339, 1349, 1350, 1357. Huiszitten-Armenhuis, *892, 10041066. Huiszitten-Arraenvoogden, 952, R. 249, 371, 373, 496, 601, 806, 808, 873, 874, 970, 1015, 1031, 1033—1035, 1041, 1048, 1052, 1056, 1066, 1094, 1137, 1151, 1156, 1170, 1187, 1188, 1194, 1197, 1198, 1215, 1219, 1220, 1232,1248 1252, 1264, 1278, 1280, 1290, 1297, 1301, 1302, 1375. Hulk, R. 570. Huwelijkszaken. Zie doop-, trouw- en begrafenisboeken, 1126—1157. I. IJborgh, abt van St. Clemensklooster te, R. 882, 885. IJedam, zie Edam. IJghenz., Hedde, R. 75. —, Jan, R. 301. Uk, 230, 231. IJemenz., Jan, R. 1066. IJmanz., Zeger, R. 1335. IJsbrant, pastoor te Schagen, R. 1194. —, Brecht, weduwe van, R. 1006. IJsbrantsz., Adryaen, R. 1105. —, Jan, (1427), R. 277. —, Jan, R. 832, 910, 920. —, Jan, (Schellinkhout), R. 1302. —, Jan Claes, R. 34. —, Claes, R. 1359, 1367. —, Claes, Jan, R. 1350. IJsel, R. 742, 743. IJselstein, R. 1001. IJselsteyn, Ghijsbrecht van Duvoorde en, 252, R. 1293, 1294,1298,1300. IJselstein, Harberen van, R. 173. IJsland, R. 406. Ijzer, R. 571. Ilpendam, 4. Immenhorn, R. 105. Indijking, R. 6. Inguerrandus, bisschop van Solubrie, R. 789, 800, 880. Inlaag, R. 11, 12, 1345, 1346, 1348. Inneming van Hoorn, 704, R. 994. lnnocentius VIII, R. 1033. Interdict, 195, 704, R. 297, 585, 994. Isabelenz., Pieter, R. 88. —, Katherine, huisvrouw van Pieter, R. 88. Israëlitische Gemeente, 1138, 1139. J- Jaarrente, 743, 746, 752, 753, 799, 870. Regestenlijst: passim. Jacht, R. 760. Jayeman, Zywairt, R. 793. Jacop, barbier, R. 983. — , bode, R. 149, 150. —, steenhouwer, 716, R. 1231. •—, Meynt, weduwe van, R. 1078. — , zuster in St. Marienconvent, R. 1313. Jaeoba van Beyeren, Zie Holland, graven. Jaoobieten, (Dominicanen), R. 661. Jacobsz., Jacopsz., Jacopsd. —, Aef, R. 1157. — , Agnies, R. 243. —, Aerys, R. 1239. — , Folku, dochter van Albert, R 1288. —, Bouden, R. 573, 574, 719, 724, 730. — , Dirc, (1403 schepen), R. 111. —, Dirc, R. 593, 610, 615, 765, 832, 1014, 1015. — , Dirk, (Amsterdam), R. 722, 723, 773-774, 808, 812, 813, 873, 874, 1194. —, Binneblijf, Dirc, R. 1262. — , Cleyman, Yolkert, R. 637—639, 677, 678, 681, 682, 687, 688, 690, 692, 714, 1009, 1010. —, Frans, R. 1060. —, Geertruut, R. 583, 804, 847,900. — , Geryt, R. 170. — , Griete, R. 318, 607, 678. — , Heerman, R. 278, 283. — , alias Heyn van den Dam, Henrieus, R. 846. Jacobsz., Jacopsz., Jacopsd. — , IJsbrant, R. 1053, 1190. — , Jacob, (1432), R. 302. —, Jacob, (1456), R. 600. —, Jonge Jacob, (1478), R. 901. —-, Jacob; (1503), R. 1263. — , Jacob Jonge, (1504 Amsterdam), R. 1274, 1278. — , Jacob, (1553 Alkmaar), 378. —, Jan, (priester), 814, R. 243, 626, 629. —, Jan, (Monnikendam), R. 357. — , Jan, (schepen), R. 395. — , Jan, (Abbekerk), R. 918. —, Jan, (schepen), R. 1087. —, Jan, (Haarlem), R. 1135. —, Jan, (Hoorn), R. 1138. —, Jan, (Amsterdam), R. 1243, 1249, 1250, 1252. —, Jan, (Grootebroek), R. 1264. —, van Merwen, Jan, R. 1032, 1034, 1035, 1191. — , Jan Pieter, R. 736, 747. —, van der Goude, Joest, R. 654, 681, 683, 735. —, Katrijn, R 586, 587. — , die Wael, Claes, R. 704—706, 736, 746, 747, 766, 772, 918. — , Claes, (Syms), R. 1047. —, Coppert, R. 1075, 1080. — , Cornelys Claes, R. 1058. — , Lijsbet, R. 243. —, Mathijs, R. 987. — , de weduwe van Mathijs, R. 685. —, Pieter, (cureit), R 71,289,296. —, Reynu, weduwe van Pieter, R 639, 704. —, Pieter, R. 1187, 1188, 1359. — , Reyner, R. 919, 920. —, Reynu, R. 916. Jacobsz,, Jacopsz., Jaoopsd. —, Symon, R. 582, 610, 616—618, 704—706, 766. — , Walraven, R. 992, 993, 1138, 1147. ■— , Kerstyn, weduwe van Warmer, R. 420. —, Wyggher, R. 142. — , Willem, (1373), R. 34. — , Willem, (1449), R. 481. — , Willem, (1454), R. 575. —, Willem, (1504), R, 1279, 1280. Jan, Johau, Johannes. — XXII, R. 5, 72. — XXIII, 773, R. 175, 181, 193196, 200. — van Beyeren. Zie Holland, graven. — bastaard van Beyeren, R. 324. — van Brabant. Zie Holland, graven. — van Denemarken, Zweden en Noorwegen, R. 1081, 1211. — I van Holland. Zie Holland, graven. — van Haerlem, R. 43. — van Utrecht, R. 1199. —, broeder, R. 870. — , poorter, R. 696. — , pastoor, R. 1246. — Hoedmaker, Alijt, weduwe van, R. 263. — de Coster, R. 355. — de Snijer, R. 196. — , Breebt, weduwe van, R. 1322. —, Wendelmoet, weduwe van, R. 1030. St. Jan Baptist, *710, 717, *858. St. Jans Gasthuis. Zie Gasthuis. Jan Evertsz-weytgen, R. 1302. Jan Oemkis-steeg, R. 1297. Jansz , Jansen, Johannesz. — , Aef Jong, R. 573, 574, 660. — ' Aernt, R. 1153. — , Albert, 742, R. 417. —, Katrijn, huisvrouw van Albert, R. 417. — , Albert, (1495 schepen, 1499 burgemeester), R, 1163, 1228. — Bosch, Albert, (Amsterdam), R. 1191. —, Albert, R. 1323. — van Dam, Albert, (1683), 917. — , Allaert, R. 394. —, Allijn, R. 211, 214, 217, 231, 305, 306, 308, 320, 371, 417, 420, 421. — , Almer, R. 1316. —, Yef, huisvrouw van Almer, R. 1316. — , de Medemblic, Andreas, R. 509. —, Arys, (1457), R. 604. —, Arys, (1491 schepen), R. 1094. —, Arys, (Wijdenes), R. 1274. —, Baerde, R. 246, 249. — , Beyer, R. 602. —, Burch, R. 1033. —, Dieuwer, R. 677. —, Dirc, (1422 schepen), R. 241, 242, 413. — , Dirc, (Monnikendam), R. 357. —, Theodoricus, (1452 vicaris St. Caeciliaconvent), R. 538. — , Theodericus, (1506 vicaris Parochiekerk), R. 1307. —, Dirc, (1466), R. 732. — , Dirc, (1475 schepen), R. 865. —, Dirck, (1493 Amsterdam), R. 1143, 1150. —, Dirck, (1497), R. 1194. —, Dirick, (kapitein), R. 1237. Jansz., Jansen, Joliannesz. — , Rammen, huisvrouw van Dirc, R. 372, 373. —, Ebbe, R. 881. —, Eddic, R. 569, 573, 574, 607. — , Elbert, (schepen), R. 1157. — , Elbert, (priester), R. 1279. — , Engbert, R. 1303. —, Evert, (1444), R. 409. —, Evert, (1486 priester), R. 1048. — Vechter, R. 681, 682. — , Florys, (1389), R. 54. —, Florys, (1512), R. 1356. —, Volkert, (1465 Enkhuizen), R. 729. — , Volkairt, (1497), R. 1189. — . Yop, R. 278, 314, 319, 346. —, Katrijn huisvrouw van Jacob Symonsz., dochter van Pop, R. 775, 801, 803, 856, 862. —, Frederik, 705, R. 768, 878, 880, 963. —, Gael, 730, 763, R. 455, 531, 626, 758.- —, Geertruit, R. 583, 677, 828. — , Geraerdus, R. 259. -, Gherbrant, R. 952, 980, 1154, 1358. — van Lansmer, Geertruyt weduwe van Gerbrant, R. 632. — 's Papenzoon, Gheryt, R. 155, 259, 281. — , Gheryt, R. 710, 715, 970, 1032, 1034, 1035, 1052, 1064, 1066, 1099. —, Geryt, (priester), R. 880. — , Geryt, (Schellinkhout), R. 1181, 1291. —, Gerrit, (1586), 659. — , Gert, R. 1059. —, Goedevaert, R. 267, 268. ansz., Jansen, Johannesz. — , Griete, R. 638. — , Griet, (non), R. 583, 949. —, Griet, (1646), 849. —, Katrijn, weduwe van Heert, R. 588. — , Heyn, R. 59, 143. — , Henryc, 764, R. 277, 409, 531, 533, 600. —, Heynricus, (Oostwoud), R. 1020, 1033. —, Hero, R. 1155. —, Hillegont, R. 565, 750, 804, 827, 854. — , lsebrant, R. 258, 357. —, Jacop, (1403 enz. schepen), R. 112, 148, 158, 172. —, Jacop Groet, R. 158. —, Jacob, R. 245. — , Jacop, (Monnikendam), R. 357. — , Jacob, R. 691. — , Beerdzer, Jacobus, R. 758. —, Jacob, (1469 enz. schepen), R. 765, 766, 769, 1079. — Potter, Jacob, 464, R. 941. — Cuyper, Jacop, (1497 schepen), R. 1187, 1188, 1297, 1370. — , Jacop, (Abbekerk), R. 1330. — , Jacob, Y. 23. —, Nyese, weduwe van Jacob, R. 622. —, Jan, (1466 schepen), R. 728, 730, 755, 756. — , Jan, R. 762. — , Jan, (Westwoud), R. 936. —, Jan, R. 1004. -, Jan, R. 1027. — , Jan, (1489 schepen), R. 1075, 1079. — , Jan, (Haarlem), 487, R. 1158, Jansz., Jansen, Johannesz. 1160, 1166, 1169, 1189, Y. 19. — , Jan (Westwoud), R. 1105,1170, 1204. —, Jan, (Amsterdam), R. 1221. — , Jan, (Wijdenes), R. 1249,1252. —, Johannes, R. 1323. — , Johannes, R. 1331. —, Jan, (Hoorn), R. 1364. —, Jan, (1577), 658. — , Jan Jong, R. 640. —, Jonge Jan, R. 722, 723, 773, 774, 812, 813. — van de Beets, Jan, R. 656. — van Grysp, Jan, R. 1325. — van Leeck, Jan, R. 1157, 1159, 1165, 1248, 1256, 1257, 1315, 1316. — van Neck, Jan, R. 998, 1159. —, Jan die Rode, R. 64, 65, 85. —, Jan van den Veenenz., Jan, R. 155. — Verweer, Jan, R. 1014, 1015, 1167, 1299, 1301. — , Joest, R. 914. —, Katrijn Jong, R. 574. —, Katrijn, R. 583, 765. — , Claes, (1391 schepen), R. 59, 67. —, Claes, (Fraterhuis), R. 42, 128. —, Claes, (Ahbekerk ?), R. 198,199. —, Claes, (1437 schepen), R. 350, 674. — van Lansmer, Claes, R. 676. — van Haerlem, Claes, R. 709, 726, 838. — (Moller), Claes, R. 1084, 1143, 1147, 1148, 1191, 1197, 1200, 1340. — , Claes, (priester), R. 1245. —, Claes, (1507), R. 1314. —, Claes, (1512), R. 1354. —, Cornelis, R. 1245. Jansz., Jansen, Johannesz. —, Meynie, weduwe van Cornelius, R. 1352. —, Lambert, R. 1102. —, Lubbertus, R. 579, 581. —, Maertijn, (1391 schepen), R. 59, 60. — , Martijn, (1405 ossenkoopman), R 125. — (Yelaer), Marten, (1465 schepen), R. 710, 715, 755. — , Martinus, (1482notaris), R. 994. —, Maerten, (1484 schepen), 11.1030. 1032, 1034, 1035, 1063. —, Marten, R. 1359. —■, Marten, (1560), 799. — , Mathijs, 1092. —, Meynert, R. 682,686,715,730. — , Mourys, R. 311. —, Olfert, R. 783, 998. — , Pieter, (1406 schepen), R. 136, 202. —, Pieter, (1429 balj uw), R. 286,292. —, Pieter Grael, (1433), R. 317. —, Pieter Jonge (1435), R. 329. — , Pieter, (1442), R. 392. —, Pieter (1453), R. 569. —, Pieter (Jong), (1454), R. 573, 660. —, Pieter, (1466 schepen), R. 736, 747 — , Pieter, (1472), R. 817. —, Pieter, (Hem), R. 819. —, Pieter, (1537), 866. — van Mallens, Pieter, (1557), 867. —, Pieter, (Raad van Holland), R. 983, 986. — Yryes, Pieter, (1484 schepen), R. 1030, 1032, 1034, 1035. . —, Pieter, (Haarlem), R. 1059. Jansz., Jansen, Johannesz. -- , Pieter, (Westwoud), K. 1078, 1103. — , Pieter (iael, (priester), R. 1094. — , Petrus, (notaris), R. 1352. —, Pieter, (Edam), R. 1356. —, Ripprant, 740, R. 374, 394. —, Rippratidus, R. 643. — , Katherine, huisvrouw van Ripprant, R. 374. — , Rudolf, 781. —, Rutger, R. 1287. —, Sybrich, R. 853, 855. — , Symon, (Middelburg), R. 415. — , Symon, (1452 schepen), R. 533, 602, 607, 695. —, Symon, (biechtvader St. Caeciliaconvent), R. 916, 1143, 1150, 1205, 1245. —, Simon, (Amsterdam), R. 1221. —, Symen, R. 1312. — Pil, Symon, (1607), 392. — , Sivert, R. 1212. — , Steven, R. 880. —, Vechter, R. 687, 688, 690, 692, 710, 715. —, Wendelmoet, R. 1033. — , Willem, 653. —, Katrijn, weduwe van Willem, R. 1273. —, Wouter, R. 757, 837, 838. Jaraxma, Offa, R. 793. Jeefsz., Aef Pieter, R. 1059. —, Dirc Pieter, R. 439. Jelysz., Willem, R. 1135. Jelrixz.. Jan, R. 891. Jeroensteeg, 924. Jisp, 1085. Johan enz.. Zie Jan. Jonghenz., Jan R. 112. Jonghenz., Jan Dyrc, R. 136. Joncker, Jan Thijsz., 661. Joodsche Gemeente, 1138, 1139. Joostz., Joestz., Jodocusz. — , Johannes, R. 1307. —, Claes,R. 1185, 1205,1250,1311, 1323, 1324. Joris, Griet, weduwe van, 521. St. Joris Doelen, 651. Jubeljaar, 706, R. 1242. Judocus, bisschop van Hieropolis, R. 721. Julius II, R. 1281, 1289, 1324, 1352, 1354, 1355. Jute, Hans, 279, 480, R. 396, 423, 429. J uttendochter, R. 1058. K. Kaaigeld, 559. Kaapvaart, 457, 477—482, 492, 494- 496, R. 359, 360, 387, 456, 470. Kaarten, 1112, 1115. Cabau, Lodewijk van Treslong, heer van, R. 580. Calais, 284, R. 376, 497, 544, 570,571. Camerarius, pauselijk, R. 72. Kamerijk, kanunnik der Kathedraal van, 744. Camp, (bij Petten), R. 1334. Camp, de R. 1251. Campen, 281, 462, 469, 484, R. 577, 580, 739, 742, 743, 763, 877, 953, 1248. — , raad, R. 444, 1112. —, schepenen, R. 444. — , burgemeesters, R. 444. — , poorters, R. 444. — , secretaris, R. 580. Cannemaker, Peter, V. 5. Kanselier, R. 538. Kapelaan van Hoorn, R. 876. Kapellen te Hoorn, R. 994. Kapitein van Hoorn, 632—634, R. 857, 962, 963, 1000, 1098, 1237. Kapitein op het blokhuis van Hoorn, 635, R. 1174. Kapiteins, R. 149. Cappelle, Mr. Cornelis van der, 798, R. 1362. —, Mr. Nicolaus de, 793. Kardinalen, 782, R. 73, 448. Karei de Stoute. Zie Holland, graven, en Charolais, graaf van. Karei V. Zie Holland, graven. Karmelieten, of Vrouwebroeders, 766, R. 661, 887, 915, 1303. Carondelet, Jan, R. 1296. Karstantsz., Jan, R. 760. Carstenz., Ebbe, R. 1226. Kastelein van Hoorn, 299,634, R. 1182, 1282, 1286. Katarina, dochter van hertog Albrecht, R. 30. Kathorn, (Kathoek), R. 210, 473, 489, 1366. St. Katrijneconvent, 796—800, 834838, 841, R. 157, 761, 1254, 1362. Caudrelier, N. de, R. 1218. Kaxton, (Caxton) Willem, R. 871. Kazerne, *1004. Keern, 724,892,898-900,1026, R.366, 407, 415, 749, 861,1314,1379,1380. Keernweg, *892, 1091. Keeves, Aeff huisvrouw van Jacop, R. 1141. Kennemerland, R. 55, 122, 147, 238, 271, 597, 748, 1055, 1119. — , baljuw, R. 10, 286, 292. — , baljuwschap, 55, R. 123. Kennemerland, dijkgraaf in het baljuwschap, 55, R. 123, 370. — , heemraad, 55, R. 123, 147. — en West-Friesland, rentmeester, 1078, R. 10, 13, 78, 215, 680. — en West-Friesland, rentmeestergeneraal, R. 324, 327. Kerkelijke goederen, 425, 806. Zie ook: (feestelijke goederen. Kerken van Hoorn, 133, R. 994. Kerker, Heyn, R. 521. Kerkhof, Groote, *997, V. 6. Kerkhoven van Hoorn, R. 994. Kerksteeg, 872, R. 246, 1279, 1287, 1342 Kerkstraat, 539, 723, 872, R. 38, 88, 101, 343, 362, 363, 380, 420, 431, 732, 783,1004,1030, 1075, V. 21, 24. Ketelz., Gonter, R. 516. Keulen, R. 1255. Keurmannen, Boon- en, 141, 144. Kibbe, Willem, R. 345, 355, 368. Claeytgen, Vlaamsch (munt), R. 249. Claes, Nicolaus. — , V, R. 508, 560, 563, 583, 584. —, cureit van Berkhout, R. 37. — , prior van St. Pietersdal, R. 753. — Hollander, R. 490. —, zadelmaker, R. 164, 169. — , Reynu, weduwe van koopman, R. 897. — , Jong (1507), R. 1311. — , Corstijn, huisvrouw van Jong, R. 1311. Claas Arents-steegje, 925. Claes Bruuns-land, R. 709. Claes Hillebrants-land, R. 1291. Claes Stammenloet, R. 424. Claesz., Nicolausz. — , Aernt, R. 1163. Claesz., Nicolausz. — , Adam, R 754. —, Albert, R. 265. — , Baernt, R. 62, 63, 65. —, Dirc, (1378 schepen), R. 34. —, Dirc, (1444schepen), R.413,586. — , Dirick, (1492 Amsterdam), R 1131. —, Dirck, (1508 vicaris), 815, R1323. — , Dirc Jan, R 249. —, Dirc Oude, R. 51, 52. — , Ellijn, R. 604. —, Florys, R. 1243, 1252. —, Volkert, R 824, 832. —, Gaele,R. 570,571,598,600,601. — , Gerrit, (1430), R. 295. —, Griet, dochter van Gherit, R. 809. —, Lisbet, dochter van Griet de dochter van Gherit. R. 809. —, Gheeryt, (1474), R. 851. —, Gheryt, (1475), R. 875. — , Geerryt, (1494), R. 1159. —, Geerryt, (1495), R. 1167. — van Been, Gheryt, (1424), 1124, R 256. —, Gijshert, R. 1167, 1190, 1197, 1330, 1364, 1371, 1375. —, Herck, R., 1273. — , Isbrant, R. 786. —, Jan, (1385 schepen), R. 42. — , Jan, (1398), R. 87, 108. —, Jan, (1418 rentmeester), 274, R. 223. —, Jan, (1442 schepen), R. 395, 400, 403. — , Jan, (1451 poorter), R. 527. — , Jan, (1457 Amsterdam), R. 603. — , Jan, (1458 Enkhuizen?), Y. 28. — , Jan, (1462 schepend, R. 674. Claesz., Nicolausz. — , Bijster genaamd Jan, R. 683, 735. — , Jan, (1467), R. 751, 752, 759. —, Jan, (Schellinkhout), R. 1044, 1091, 1220, 1227, 1291. —, Jan, (1498 schepen), R. 1203. —, Jan, (1502 schepen), R. 1247. —, Jan, (1572), 870. — van Beerhem, Jan, R. 816,1255, 1307. —, Jan Block, R. 1075. —, Jan Pieter, R. 736, 747. — Soop, Jan, R. 1274, 1369. — , Jan de Wael, R. 171, 203. —, Jacob, R. 622. —, Jonge Jacob, R. 1342. —, Jong, (1433), R. 312. — r Joest, (pastoor te Leek), 739, R. 1352, 1355, 1364, Y. 57. —, Kaustijn, R. 1080. — , Clais (1413 schepen), R. 189. — , Claes, (1440), 740, R. 374. -— Hollander, Claes, (1444), R. 413. — , Claes (1453 schepen), R. 569, 575, 624, 632. —, Claes die Jong genaamd, Claes (1455), R. 588. —, Claeys, R. 1013. —, Claes, Alijt, huisvrouw van, R. 374, 523.. —, Cornelys, 632, R. 998, 1032, 1034, 1035, 1191, 1247, 1254, 1350. —, Lambert, (1460), V. 30. —, Lambert, (1483), R. 998. — , Lijsbeth, R. 1311. — , Marten, (1445), R. 415. — , Maerten. (1448 schepen), R.460, 468. — . Mathias, R. 700. 33* Claesz., Nicolausz. —, Mathijs, R. 996. —, Meynaert, (1428 schepen), R. 278, 366. — , Meynert, (1457), R. 615. — , Meynert, (1481 schepen), R. 951. — , Melys, (1425), R. '258. —, Melys, (1507 Monnikendam), R. 1311. — (van Medemblyc), Olfert, R. 278, 372, 452. —, Outgher, R. 277,329,351,354. —, Pouwels, R. 306, 320. — , Pieter, (1446 schepen), R. 424, 493, 615, 618. — , Pieter, (1479 Haarlem), R. 915. —, Pieter, R. 1157, 1256. — , Pieter, (eind 15e eeuw schipper), R. 1237. —, Petrus, (priester), R. 1323. — , Rembout, R. 202, 203. — , Symon, (1394), R. 69. —, Symon, (1429), R. 283. — , Symon, (1441), R. 389. — (Kuyser), Symon, (1490 enz. schepen), R. 1084, 1129, 1138, 1163. — die Wilde, Simon (1500), R. 1234. — , Mr. Simon, (1514 schepen), R. 1375. — , Katrijn huisvrouw van Symon (1429), R. 283. — , Karstijn Jan Pietersd., weduwe van Symon, 386, R. 1019,1240,1289. — , Wybrant, 657. —, Willam, (1391), R. 60. — , Willem, (1476 priester), R. 880. —, Willem, (1487 schepen), R. 1052. — , Wouter, R. 1317. Klamdijk, R. 345, 355. St. Clarenconvent^ 841, R. 861. Kleef, hertog van, R. 744. — , jonkheer van, R. 1001. Kleermakers, 506. Cleygaeu, R. 205, 206. Cleyman, Volkert Jacobsz., R. 1009, 1020. Clemens Y, R. 5. Clement, Yolkert, R. 926. Klerkambt, 47, 257 — 260, R, 76,1171, 1218, 1223, 1224. Cleve, Adam van, R. 151, 499, 869, 872, 961, 975, 983, 986. Klinkaarts (munt), R. 342, 418. Klokhuis, R. 783, 998. Klokken, 28, 29. Klokkenspelen, 28. Kloosters, (Hoorn), 98,114, 763—845, R. 455, 1201. Kloppenpoortklooster, 841. Kloveniersdoelen, 652. Kneiphof (Koningsbergen), R. 619. Knutsen (Hinrik, R. 423. Koedijk, pastoor, R. 994. Koekbakkers, 507. Koelbeynen (Noorwegen; waar?), R, 516. Coenenz., Claes Pieter, R. 505. Koepoort, 544, 724, 873, 875, 926, 1026, R. 861, 1200. Koggeschip, R. 1237. Cohen, Moses, 691. Koek, Jan Frericxz. genaamd, R. 729. Collaterale successie, 431. Collatierecht, 729, 820, R. 197, 509, 538, 563, 708, 809, 1255. Collecteur van de verponding, 392. Comen Sivertsland, R. 653. Comité van Algemeen Welzijn, 187, 188, 554. van Finantiën, 189. Comité van Militaire Zaken, 554, 648. — over de Stadswerken en -gebouwen, 190—195. Concilie, 713. Koningsbergen, 485, R. 619. Conrardus, aartsbisschop van Nicosia, R. 5, 72, 74. Conta, Jan Fredrick, 672. Convooien, 639, 640, 642. Koog (buitendijksch land), R. 6, 44, 78, 217, 291, 415, 810, 824. Kooplieden, 797, R. 293, 343, 376, 387, 527, 529, 533, 543, 570, 571, 641, 653, 697, 698, 716, 737—745, 894, - 895, 897, 903-905, 907-909,911, 912, 952r 968, 1031, 1059, 1066, 1200, 1226, 1320, 1359. Koopmansschild, R. 68. Kopenhagen, R. 406. 411, 484, 561, 1081, 1344. Coppenz., Allyn, R. 75. — , Myeus, R. 507. Coppertz., Pieter, R. 1104. Koren, 114, R. 210,358,489,739-741, 983, 1158, 1160, 1239. Korenaccijns, R. 805. Corff Dircxz., Claes, R. 1076, 1083, 1102, 1106, 1116, 1125, 1126, 1229, 1238, 1253, 1271. Cornelisz. Pot, Heindrick, 917. — , J., R. 1055. —, Jan, (1570), 670. —, Bette, weduwe van Koppijn, R. 1350. Korstgensz., Korstikesz. —, Dirc, R. 323, 434. — , Hermen, R. 434. — , Jan, R. 442, 452. —, Vrouke, weduwe van Jan,R.493. —, Kathrijn Jan, R. 1053. Cort, J. C., R. 1232, 1318. Cortges, Jacob, R. 1091. —, Wouter, R. 1117. Korthals, Cornelis, 503. Coster, Joannes de, R. 355. Costerij, de, R. 1048. Cotre, Guyot van den Zande, gezegd de, R. 500. Cotten, Wilhelmus, R. 909. Kraaierschip, R. 387, 456, 527. Kraangeld, 932, 1042, 1043. Crab, Johannes dictus, R. 181. Krabbendam, R. 1334. Kramers, 508, 509. Krankzinnigen, 962, 993. Krijgsvolk van Hoorn, R. 975. Krijgszaken, 629 — 650. St. Crispijns- en St. Crispiniaansgild, R. 1026, 1333. Christiani, Simon, R. 590, 846, 847. Christiern van Denemarken, Noorwegen, enz. R. 561. —, recht erfgenaam van Noorwegen, gekoren koning van Denemarken en Zweden, R. 1320, 1344. St. Christoffelsgild, R. 1376. Christoffer van Denemarken, Zweden en Noorwegen, R. 406, 411, 484. Croy, de, R. 1073. Krommenie, R. 699. Kromstaarten, (munt,) R. 285. Cronenburch, Heinric, bastaard van, R. 850. —, Willem van, R. 33. Cruce, Jan van den, R. 477—479. Cruesijn, Jacop, R. 986. Cruyf, Lambert Ernne of, 749, R. 291. Kruisbroeders, *792—795,*907, *962, R. 668, 671-673, 685, 700, 726, 758, 777—779, 787, 841, 881,1031. Kruisbroeders, definitoren van de, R. 661. —, generaal-kapittel, R 661, 671. 1—, prior, generaal van de, R. 661. Kruisstraat, R. 1151. Kuil, de, 547, R. 1370. Kuilenburg, Calenborch, 249. — , Hubrecht heer tot, R. 222. —, graaf van Waldeek-Pyrmont enz., 249. Kuyper, .Tacob Jansz., R. 1290, 1370. Kuipers, 510, 511. Kusten, 658, 659, R. 310, 898, 913, 923, 1134, 1191. Kwadijk, R. 192. Quadijck, Lijsbet, dochter van Dirck, R. 1052. —, Nyese, dochter van Dirck, R. 1052. L. Laen, die, R. 1008. Laken, 111, 282, 491, 493, 508, 512, 514—516, R. 269, 421, 424, 610, 810, 818, 824, 1361. —, Engelsch, R. 543, 711. — , Leidsch, R. 484. Lakenkoopers- en bereidersgild, 514- 516, R. 1363. Lakenbereidersgezellen, Y. 58. Lalaing en Bingincourt, Willem van Zie Holland, Stadhouders. Lalaing, heer van Montingny en Hantes, Joost van. Zie -Holland, Stadhouders. Lambert de hoedenmaker, R. 518. Lambertsz., Lambertusz., Lambrechtsz. —, Gheryt, R. 1257. — , Hilbrant, R. 781. Lambertsz., Lambertusz., Lambrechtsz. —, Jacobus, R. 257. — , (de Medenblic), Johannes, 821, R. 509, 538. — , Jan Jacop Jan, R. 1127. —, Olfert, R. 172. — , Pieter, R. 659, 704—706, 735, 736, 746, 747, 811. —, Katrijn weduwe van Reyner, R. 522. Lambertschaag, 244. Lammenz., Sas weduwe van Jan, R. 354. — , Clemeyns dochter van Willem, R. 719, 819. — , Moerkien weduwe van Willem, R. 719, 819. Lammertz., Jacop Claes, R. 431. Landbouw, R. 1000. Landmeters, 916, 917, 1008. Landrenten, R. 160. Landschot, 405, 409, R. 1071. Landskrona, R. 470. Landtuig, 64, R. 167. Langereis, R. 44. Langewagen, Johannes, 509. Lanchals, Pieter, li. 986. Lannoy en Rumes, Jan van Zie Holland, Stadhouders. Lansmer, Geertruyt weduwe van Gerbrant Jansz. van, R. 632. — , Claes Jansz. van, R. 676. Lantaarngeld, 562, 563. Lapostole, Pieter, R. 1296, 1300. Lastgeld, 641 — 645. Latijnsche school, *801. Latre, Willem de, R 1207, 1216. Laurensz., Lourensz., Herck, R. 346. — , Nicolaus, V. 53. Lauwers, R. 358. Lavennis, Nicolaus de, R. 1308, 1309. Leefkenz., Jan, R. 504. Leek, R. 368, 369, 414, 881. —, pastoor, R. 1364. — , Jan van, R. 1144, 1361. — , Jan Jansz. van, R. 1157, 1159, 1165, 1248, 1256, 1257, 1315, 1316. Leen, R. 944, 974. Leening, R. 418. Leeuwarden, R. 509. Legatus de latere, R. 884. Leiden, 282, R. 220, 228, 272, 414, 699, 922, 1205. — , burggraaf', R. 962, 963. —, schepenen, R. 1245. —, schout, R. 1158. — , Jan van, R. 1245, Leisso, R. 904. Leisting, 280. Leith, Le Magnus de, R. 903. Lemmer, R. 858. Leo X, R. 1362. Leprooshu is, 892—906, *962,966 —969, R. 749, 861. — , kapel, R. 416. —, vicarie, 892, R. 416. — , Leproosvoogden, R. 1379,1380. Leuven, Rector en Universiteit van, R. 1088. Licenten, 639, 640. Licentiaat, 734. Lichtekoey, Jacop Gheritz., R. 857859. Lichtenberch, Jacobus van, R. 211, 214, 216. Liefdadigheid, 847. Lier, R. 1192. Lijfrenten, 69, 101, 104, 106 108, 318, 319, 353, 400, 403, 418, 419, 448, 608, 685, 692, 721, 748, 843, 866, 884, 975—977, 1000, 1035, R. 93, 220, 229, 273, 283, 351, 373, 502, 562, 573, 574, 615, 638, 647, 667, 687, 704, 706, 710, 718, 724, 736, 750, 755, 769, 780, 781, 803, 804, 827, 854, 958, 983, 1003, 1008, 1028, 1044, 1052, 1075, 1084, 1100, 1130, 1131, 1157, 1165, 1250, 1256, 1262, 1282, 1283, 1289, 1301, 1325, 1329, 1375, 1377, 1379,1380, Y. 15. Lijftocht, 865, 867, 868, R. 1367. Lijnbaan, 795. Lijnwaad, 509. Lijsbet Entytslant, R. 1339. Linnenlaken, R. 895, 968. Linnenlakenwevers, 512. Litla, Jaen, R. 858. Liturgie, 708. Lizenz., Jan Heyn, R. 1040. Lochen, Gheryt van, R. 91. Lochorst, Herniannys de, R. 92, 94. Lodewijk "Napoleon, 556. Loenen, Jan van, R. 430. Lombardije, R. 571. Londen, R. 894, 895, 968. Longin, Simon, R. 1285. Loo Mertens, Albert van, R. 983, 1010, 1238, V. 46. Loodswezen, 469—471. Loper, Duwa weduwe van Reynerus, R. 814. Losrenten, 319, 321, 400, 403, 418, 884, 975-977, R. 93, 1135, Y. 43. Loterij, 311—316, 848, 851, 1075. Louwe, Jacob, R. 777—779. Louwenz., Jan, R. 27, 37. — , Claes Jan, R. 312, 450, 521, 710, 715, 731. Lubberts, Rissent, R. 50. Lubeck, 479, R. 387. St. Lucasmarkt, R. 1172. Luidingakerke, R. 693. —, prior van, R. 900. Luik, bisdom, R 196,200,207,217,226, 266, 300, 313, 318, 333, 334, 884. Luytgensd., Yde, R. 709. —, Symon, R. 1290. Lund, R. 423. Luthersche Gemeente, 1129—1130, 1143. Lutjebroek, 243, 244, R. 1028. Lutkedracht, R. 872. Zie ook: Avenhorn. — , cureit, R. 304. Lutkeweyde, R. 460, 1219. M. Maaggeld, 90, R. 190, 336, 684. Maecsel, R. 1145. Maalloon, 942. Maelson, Frangois, 451. Haertensz., Mairtijnsz., Maritsz., Maertsen, Martensz., Martijnsz., Martinusz., Mertens, Mertijsz. — , Albert van Loo, R. 983,1010, 1238, V. 46. —, Dirc, R. 307. —, Dirc Claes, R. 600. —, Ellert, R. 1279. — , Gherbrant, R. 283, 533, 637, 639, 642, 677, 678, 681—683, 687, 688, 690, 692. —, ttherbrant, (1484 schepen Grootebroek), R. 1028. —, Geryt, R. 1241. —, Heyne, R. 62, 63. —, Jacob, R. 638, 642, 674, 736, 747, 766, 769. — , Jan Gerbrant, R. 898. Maertensz., Mairtijnsz., Maritsz.,Maertsen, Martensz., Martijnsz., Martinusz., Mertens, Mertijsz. —, Jan, R. 142, 143. —, Jan Jan, R. 1048, 1050, 1070, 1138, 1371. —, Claes, (Westwoud), R. 653. —, Claes (schepen), R. 729, 730, 818, 832. —, Louwe, R. 346. — , Ludue, R. 95, 99, 100. —, Marten (1458 enz. schepen), R. 631, 632, 634, 736, 747. —, Mairten, (1492 schepen), R. 1137. —, Martinus Sibbelsz. of, R. 887. —, Pieter, R. 136, 148, 158. —, Petrus, R. 563. —, Taems, R. 377, 378, 394, 395, 402, 424, 426, 533. — ,Meynu dochter van Taems, R. 772. Maesz., Sybrant, R. 351. —, Suwe huisvrouw van Sybrant, R. 351. Maastricht, R. 884. — , proost van St. Servaas, R. 893. Maghen, Jan Janz. van, R. 439. Magione, Martinus de Blonda, bisschop van, 805, R. 331, 332. Magistraat, 391, 1144. Magnuszoonsz., Jan Aernt Cop, R. 126. Mallens, Pieter Jansz. van, 867. Mandenmakers, 517. Mangny, heer van, 99, R. 1272. Margaretha van Bourgondië, zie Holland, Graven. Maria van Bourgondië, zie Holland, Graven. Mariakerk, zie Noorderkerk. Maria Magdalenaconvent, 841, R. 829, 861 St. Marie neon vent, *651—653, 824838, 841, *908, R. 241, 248, 263, 266, 354, 377, 400, 504, 506, 533, 637, 656, 719, 819, 913, 1014,1022, 1028, 1047, 1049, 1059, 1061, 1091, 1103, 1147, 1177, 1181, 1200, 1262, 1313. —, altaren, 827, 828, R. 331, 556560, 1067, 1373, 1374. —, begraafplaats, R. 296, 331. — , bibliotheek, 824, R. 229. —, biechtvader, 824, R. 229, 296, 556, 646, 1374. — , kapel, 826—828, R. 296, 331, 350, 556—560. —, mater, R. 1024. —, ministersche, R. 1065,1373,1374. —, pater, R. 1024. — , reefter, R. 266. —, vicarieën, 827,828, R. 556—560, 1067, 1373, 1374. Marine, 442. Markten, 113, 115, 116, 133, 453, 458, 460, R. 57, 429, 433, 698, 716, 904, 1109. Marktgeld, 262. Marsdiep, 469. Marsman, G-riete dochter van Jan, R. 51, 52. Martinus V, R. 226, 257, 259, 266, 276. Maten, 230, 231. Mathijs, Griet weduwe van, R. 1369. Matthijsz., Frederick, 787, R. 137,141, 143, 153, 216, 217, 229, 284. — , Griet, R. 1070. — , Jan, R. 482, 686, 693, 715, 727. —, Jacop, R. 111. — , Reynue weduwe van Cop, R. 267, 268. — , Cornelys, R. 1234. Matthijsz. de Medemblyck, Rapprandus, R. 583, 584. —, Willem, R 998, 1032, 1034, 1035. Maurits, Prins, 1115. Mauritsz., Mouritz, Mouwerijns/,. — , Dirck, R. 455. — , Jan, R. 1031. Maximiliaan, zie Holland, Graven. Mechelen, R. 270, R. 1130, 1158, 1160, 1166, 1258, 1259, 1269, 1272, 1293—1296, 1298,1310, 1343,1368, 1372, Y. 55. Zie ook: Groote Raad van. Medemblik, 37, 387, *450, 451, 483, 502, 640, 643, 801, *839, 842, R. 2, 11, 12,14,19,95,470,475,477—480, 498, 499, 509, 694, 699, 703, 748, 1100, 1110, 1277, 1374. —, afgevaardigden, R. 932. — , baljuw, 454, 1076, R. 18, 33, 53, 78, 173. —, baljuwschap, 41, 48, 51, 52, 55, 1087, R. 22, 24, 81, 115, 123, 138, 167, 182, 255. — , Begijnen, R. 1315. — , bode van den baljuw, R. 22,116. — , burgemeesters, R. 478,479,1027. — , dijkgraaf in het baljuwschap, 55, 1087, R. 22, 182, 368, 369, 1007. — , dijkgraafschap, R. 1007. — , heemraden in het baljuwschap, 55, R. 123, 369. — , kanselarijschap, R. 204. — , kasteel, 1077, R. 11, 1007. — , kastelein, R. 714, 1007. —, logement te 's-Gravenliage, 214—216. — , poorters, R. 488, 846, Medemblik, priesters, R. 231, 258, 305, 306, 320. —, schepenen, R. 478, 479, 886, 1027. — , schouten, R. 479, 1027, 1336. — , schoutambacht, R. 1336. —, sluis, R. 1306. — , Andreas Johannesz. de, R. 509. — , Gerbrandus de, R. 1281. —, Johannes Lambertusz. de, R. 538. —, Olfert Claesz. van, R. 278, 372, 452. —, Rapprandus Mathiasz. de, R. 583, 584. Medemblikkerarm, 1097, R 1222. Medemblikkerkogge, 1107, R. 1269. Medicus, 744, 819, R. 466, 643, 1199. Meerbeek, P., R. 1089. Meere, de, R. 601. Meerlo, Johannes de, R. 195. Meersch, Pieter van der, 916. Meynaert, Moy, R. 962. Mevnairt de Molder, R. 991. Meynaertsz., Meyndertsz., Meynertsz. — , Everaert, R. 38. — , Folkert, R. 734, 786. — , Griet, V. 16. —, Yeme, R. 317. — , Jacop Pieter, R. 112 — , Jan, (1425), V. 16. — , Jan, (1434), R. 319. — , Jan, (1484). R. 1025. —, Jan Foy, R. 389. — , Lucie, R. 1375. — , Segher, R. 386, 392, 502, 624, 631, 634, 647, 651, 654, 655, 681683, 687, 688, 690, 692, 710, 715. — , Sem, R. 323. Meynssenzoonsz., Jan Jan, R. 676. Melaatschheid, *892, R. 1141. Zie ook: Leprooshuis. Melysz, Yolkert, R. 913, 973, 976. Melysz., IJsebrant, R. 54, 60. —, Jacop Claes, R. 371, 378, 386, 392, 395. —, Jan, R. 958. —, Kathrijn hnisvrouw van Jan, R. 958. —, Jan Purmer, R. 219. —, Rembout, R. 1241. — , Remmet, R. 938. —, Simon Timan, 656. Memel, R. 641. Mennonieten, 662, 673, 674. Ment Hillenzsteeg, R.. 454, 1371. Mentz., Gheryt Dirck, R. 1056. —, Jacob, R. 755, 825, 832, 898. — , Aef dochter van Jacop, R. 1256. — , Pieter Jan. R. 435, 492. — , Myen huisvrouw van Peeter Jan, R. 492. Merk, brieven van, 459, R. 695, 703. Merten Janslant, R. 1147. Mertens, zie Maertensz. enz. St. Mertijnsdike, Florens van Borsselen, heer te Zulen en, R. 224, 225, 227. Merwen, Jan Jacobsz., R. 1032, 1034, 1035, 1191. Metselaars, 518—521. Meurs, Walraven van, 805, R. 331,332. Meusz., Myeusz., Meyusz. — , Griet, R. 1326. —, Jacob, R. 310. —, Jacob, R. 730. — , Jan Jan, R. 378. —, Claes, R. 1326. —, Coptgen, R. 165. Meuwech, R. 1232. Michielsz., Miclielsz., enz. —, Anthonis, R. 391, 437, 444,446, 447, 449, 459, 461—465, 467, 469, 482, 486, 487, 494, 501, 503, 510, 511, 513, 519, 520. — , Outgher, R. 42, 56, 62, 67, 89, 91, 128, 141, 143, 153, 154. — , Pieter Rembout, R. 451. —, Alijt huisvrouw van Pieter Rembout, R. 451. — , Rembout, R. 41, 85, 88. Middelburg, 253, R. 7, 29. — , kanunnik van St. Pieter, R. 415. Middelie, R. 192. Middelkerk (welke Hoornscbe kerk is dit?), 1149. Myddelcorf, R. 417. Middelwech, R. 808. Midwoud, 244, R. 563. Milet, Pieter, 700, 701, R. 476, 483, 485, 539, 696, 767, 768. Mijnden, Herbernus de, R. 1016,1017, 1020, 1021. Mijnnazoon, Janke, R. 1107. Mijzen, 228. . —, Frederick Pietersz. van, 734, R. 1362. Mij zerkoog, R. 415. Minderbroeders of Franciscanen, 1131, R. 661. Zie ook: Derde Orde van St. Franciscus. Minnencamp, R. 75. Mis, 708, 713, 743, 766, 820, R. 90, 448, 514, 563, 629, 833, 915, 944, 974, 1065, 1240, 1289, 1317. Molenland, R. 1200. Molensteeg, R. 1370. Molenwerf, R. 442, 493, 825. Molder, Meynairt de, R. 991. Moller, Claes Jansz., R. 1340. Monicky, (Westerblokker), R. 512, 655, 1179. Monnikendam, 137, 253, 613—623, 629, *839, 842, *1116, R. 586, 587, 699, 795, 869, 871, 1311, 1356. — , afgevaardigden, R. 932. —, logement te 's-Gravenhage, 214-216. — , poorters, V. 4. — , schepenen, R. 357. — , Henricus de, R. 661, 671. Montingny en Hantes, Joost van La- laing, heer van. Zie Holland, Stadhouders. Morgengeld, 58, 59, 268, R. 96, 125, 129, 132, 134, 139, 144, 145, 159, 162, 163. Morgentalen, R. 255. Mote, J. de, R. 1223. Mottoenen, (munt), R. 28. Muiden, 137, R, 699. Muyl, (schipper), R. 376. Municipaliteit, 178-184. Munnikenveld, 543, 923, 973, V. 59. Munster, bisdom, R. 358,743,744,1255. — , bisschop, R. 744. Munt, 447-451, R. 127, 140, 548. Munter, Henriette Johanna, weduwe van Christoffel Willem van Sande, 214. Munters, R. 29, 127, 232, 264, 1054, 1275. Muntordonnantie, R. 1077, 1130,1230. Muntstraat, 556, *796, 924. Muziek, 26, 27. N. Naarden, 137, R. 665, 699, 877, 991. —, biechtvader van St. Marienconvent, R. 663. 34 Naarden, Ghijsbrecht van, 261. Nagelsz., Gheryt Jan, R. 504. —, Claes, R. 457. Naildwijck en ter Capelle, Willem heer tot, R 379, 381-, 383, 390, 398. Nannenz., Pieter, R. 56. —, Katrine huisvrouw van Pieter, R. 56. Nannyncksz., Lysebet weduwe van Jacob, R. 1003. Nassau, Hendrik van, R. 1305. Nee, Neck, Johannes van, R. 700. —, Jan Jansz. van, R. 998, 1159. Nederland, 3. Negelsen van Tym, Eric, R. 423. Nek, 4. Nering, 437, 453. Nessepolder, R. 489. New-Castle, 490, R. 527, 529. Nibbikswoud, 228, 751, 881, 1031, R. 274, 375, 400, 401, 453, 664, 693, 799, 881, 914, 1281. —, cureit, R. 506, 556. Niedorp, 68, R. 699. —, raden, R. 213. — , schepenen, R. 213, 850, 1095, 1096, 1234. — , schout, R. 213, 850. Niedorper koggen, Schager- en, 1098, 1112. Nieuwe Niedorp, 1033. —, pastoor, 707. Nieuwendam, (Hoorn), 1080—1082, R. 1186. Nieuwesteeg, *801, 1024, R. 323, 440, 746, 751, 1143, 1150, 1159, 1241, 1327, 1340. Nieuwspapieren, 1, 430. Nieuwstraat, 539, 555, *796. Nijverheid, 453. Nicolaas, Nicolausz., zie Claes, Claesz. Nicosia, aartsbisschop van, 770, R. 5, 72, 74. Noirdeloze, heer ten, R. 280. Noirtwijck, Noortich. —, Jacob van, R. 1254. —, Alijt weduwe van Jacob van, R. 1293, 1300. Noodweer, 99, 100, R. 1272, 1276. Noord, 540, 923, R. 667, 998, 1327. —, Nieuwe, 1136. Noorderdijk, R. 1236. Noorder-, Maria-, O. L. Vrouwekerk, 541, 758, 759, 922, 1140, 1141, 1151—1156, R. 667, 829, 887, 998. — , voogden, R. 1031, 1074. Noorderkerksteeg, 873, R. 50, 293, 468, 631, 769. Noorderkoog, R. 78. Noorderland, koggen van, 1107, R. 1269. Noorderpoort, 544, 875, R. 1009, V. 25. Noordersteeg, R. 521. Noorderstraat, 724, 752, 831, 873, 874, 1022, R. 101, 111, 148, 245, 246, 263, 302, 312, 319, 343, 367, 371, 377, 378, 386, 392, 394, 402, 435, 522, 586, 588, 616, 638, 639, 656, 658, 659, 674, 681-683, 687, 688, 690, 692, 704, 706, 710, 715, 724, 731, 736, 747, 755, 766, 769, 772, 775, 781, 795, 856, 862, 887, 952, 1014, 1034, 1035, 1075, 1197, 1247, 1377, V. 2, 29. Noorder-Zeeburg, onderdijkgraaf, R 345. — , heemraden, R. 345. Noord-Holland, 91, *450, 1072, 1095, R, 782. Noord-Holland, steden van, R. 742, 743. — i (gebied rondom Leiden in de Middeleeuwen), houtvesterij van, R. 760. —, rentmeesterscliap van, 69, R. 220. Noorwegen, 84, 102, R. 411, 516, 1211, 1344. Zie ook: Christiernn, Cliristoffer, Jolian van. Nopteeken, R 1361. Normandije, 629, R. 871. Notarissen, 772, 915, R. 27, 33, 37, 72, 95, 97, 99, 108—110, 181, 195, 196, 198, 200, 207, 217, 226, 257, 259, 266, 276, 300, 313, 318, 333, 334, 509, 514, 560, 563, 583, 584, 620, 626, 629, 644, 646, 814, 828, 846, 847, 994, 1033, 1185, 1205, 1250, 1281, 1308, 1309, 1311, 1323, 1324, 1331, 1352, 1355, 1362. Nuijers-Weer, R. 970, 1203. Nunes, Samuel Vaz, 214. Nuntius, pauselijk, R. 884. Nyenburg, R. 1116. Nyenrode, hofstede te, R. 1132. —, Jan van, R. 1132. —, Heinrick bastaard van, 298, R. 1132—1134, 1161, 1164, 1196, 1202, 1213, 1228. Nyevelt, Amelius van Zuylen van, 816. —, Heynrick van, R. 1001. O. Obdam, 244, R. 44. Oebinxz., Jacob Jan, R. 136, 242. Oem, Eyekman, R. 975. Oemkissteeg, Jan —, R. 1297. Oesdom, 843. Oesendrop, R. 971. Oesselgem en Houbames, Heer van, R. 303. Oever, den, R. 1261. Ockenberch, Gheryt van, R. 124. Octrooien, 31, 308, 311, 317, 404, 577, 597, 602, 613, 615, 758, 848, 850, 851, 1075,1099,1111, *1115-1117, 1119, *1124, R. 1304, 1318. Olfer, koopman, R. 1031. Olfertz., C'laes Symon, R. 870. Olbrantsz., Pieter, R. 310, 394, 395. —, Rembrant, R. 1095, 1096. Oldenzell, Berent van, R. 1109. Olmeshorn, R. 1262. Onderwijs, 1068. Zie ook: Scholen, Ongeld, 73, R. 252, 1059. Ontkommering, R. 173. Ontvanger van de gemeene middelen, 310. Ontvanger van de geestelijke goederen, 844. Oorlog, 278, 347, 481, R. 14, 16, 423, 456, 547. —, Oostersche, 481, R. 456. —, Rotterdamsche, R. 1076. Oorlogschepen, 352, R. 895, 1097. Oost, het, R. 1371, V. 54. Oosterblokker, 239, 244,726,760,1029, R. 190, 353, 610, 768, 770, 861, 896, 1175, 1176, 1179, 1209, 1215, 1233, 1292. —, kerk, R. 708. —, pastoor, R. 983. —, schepenen, R. 562. Oosterbrug, (Hoorn), R. 218. Oosterdijk, 566, R. 405. Oostergoo, 92, R. 328,335,337,338,793. Oosterkerk, 922, 1140, 1141, 1157. Zie ook: St. Anthoniskerk. Oosterleek, 244. Oosterpoort, 551, 928, R. 1022, 1024. Oosterstraat, 549, 667, 723, 746, 792», 832, 1023, R. 27, 37, 51, 156, 203, 262, 314, 325, 533, 636, 1248, 1290, ; 1299, Y. 6. Oostervant, graaf' van, R. 760. Oost-Friesland, graaf van, R. 1235. Oosthuizen, R. 699. —, heer tot, R. 233, 234. —, kerk, R. 502. Oosthuizerkoog, R. 824. Oost-Indië, 956, 1059—1061. Oost-Indische Huis, *796. Oost-Indisclie Compagnie, 443—445. —, Kamer van de bewindhebbers, *997. Oostwoud, cureit, R. 1020. Oostzaan, R. 699. Opganck, (Zwaag), R. 278, 372, 373. Opmeer, 244, 379, 927, 1185. —, burgemeesters van Spanbroek en, R. 1281. —, gerecht, R. 1069. —, schepenen, R. 718, 1005, 1056, 1145, 1162, 1251. —, schout, R. 1162. Oproer, 1, 94, 96, 705, R. 805, 878, 902, Y. 42. Opstand, R. 275. Oranjevorsten, 327. Orator, pauselijk, R. 884. Organist, 27, 28. Osnabrück, R. 882. —, bisdom, R. 668, 743, 744. —, bisschop, R. 744, 882. —, Kruisbroedersklooster Mons Oriens bij, R. 758. —, prior van dit klooster, R. 668,671. Ossen, 465, R. 57, 125, 129, 133, 135. 139, 145, 228, 383, 1226. Osseweide, R. 810. Ottenz., Jacop Jacop, R. 1067. —, Jan, R. 203. —, Wendelmoet huisvrouw van Jan, R. 203. — , (supprior), R. 720. Ouddorp, R. 915, 1016, 1017. Oude-Boxwoud, zie Hauwert. Oude Mannen- en Vrouwenhuis, 758, 897, 901, 904, 906, 962-996. Oudenaerden, Pieter van, R. 890. Oudendijc, (Hoorn), R. 505. Oudendijk, 228. Oude Vrouwenhuis, zie ook: Oude Mannen- en Vrouwenhuis of St. Pietershof, *962, 997—1000. Outgerts, Gheryt, R. 1356. — , Pieter, R. 811, 910, 1280. —, Eeff huisvrouw van Pieter, R. 1280. —, Vien, R. 1241. — , Willem, R. 923. Oudijk, (Westwoud), R. 247, 311,1289. Outschuyt, Symon, 748, R. 273. —, Willem, R. 273. Oudt Wendin, R. 902. Overleker- of Hoghehoutwouderambaeht. Zie: Vier Noorder Koggen. Overoeck, R. 1252. Overste-kapitein, 297, R. 1120. Overtoom, 239, 1087, 1092, R. 182, 768, 770. P. Paalgeld, 469—471. Paalversterking, R. 78. Paarden, R. 57, 703. Pacht, 302, R. 98, 732, 788, 1034, 1035, 1069. Panding, R. 54, 768, 1025. 's Papenz., Gherit Jan, R. 343. Papier, R. 895, 968. Parochiekerk, 710—757, 761, R. 45, 59, 70, 71, 73, 85, 89, 91, 95, 448, 562, 624, 653, 667, 792, 807, 829, 861, 998, 1015, 1016, 1247, V. 54. Zie ook: Groote Kerk. —, altaren, 715, 729, 734—737, 739, 746, R. 56, 281, 291, 374, 531, 644, 646, 876, 1146, 1185, 1257, 1307—1309, 1364. — , bibliotheek, 717. —, brand, *710. — , cureit, 711, 802, 825, R. 60, 71, 289, 296, 558, 621, 670,789,800,823. — , fabriek, R. 37, 333,1327,1337. —, fabriekmeesters, 716, 718, R. 407, 1231. —, getijdemeesters, R.407,951,1279. —, getydepriesters, R. 1279. — , grafzerken, R. 281. —, Heilige Geest-gild, 756, 757. —, kerkhof, R. 59. — , kerkmeesters of voogden, 715, 717, 718, 748—761, R. 56, 69, 75, 202, 203, 218, 242, 269, 273, 281, 283, 317, 417, 421, 424, 451, 502, 582, 587, 598, 600, 615, 616, 632, 643, 647, 655, 696, 754, 756, 810, 818, 824, 832, 951, 997, 1008, 1033, 1058, 1129, 1146, 1148, 1149, 1152, 1153, 1165, 1167,1175,1176, 1178, 1191, 1214, 1221, 1246, 1256, 1263, 1299, 1314, 1315, 1325, 1329, 1341, Y. 18. — , klerkengild, R. 56. —, collatie, 729, 738. — , koster, 699, R. 64—*66, 79, 80, 85, 259, 951. Parochiekerk, kosterij, 47, R. 76, 259. —, O. L. Vrouwegild, R. 56. — , preekstoel, 737, R. 644. — , sacristy, R. 259. —, sanctuarium, R. 626. — , stadskapel, 734. — , vice-cureit, R. 56, 69, 823, 963. — , vicarieën, *729—746, R. 197, 273, 407, 424, 466, 523, 531, 644, 645, 809, 876, 1214, 1255, 1257, 1307—1309, 1330, 1352,1353,1355, Y. 14, 57. —, vicaris, R. 758, 1323. —, Zeven Getijden, 747—757, R. 273, 291, 367, 375, 402, 1360. —, zilveren vaatwerk, R. 466. Parochiekerken, R. 90. Parochiepriesters, R. 585. Patent, 436, 437. Paulus, Pouwels. — II, R. 758, 787, 803. — III, 782. —, bode, R. 421. Paulusz., Pouwelsz. — , Fie dochter van Jacob, R. 780, 806, 833. —, Aernt zoon van Jan, R. 87. —, Willebrort, R. 857. Pausen, R. 157. Zie ook: Alexander, Bonifacius," Clemens, Eugenius, Innocentius, Johannes, Julius, Leo, Martinus, Nicolaus, Paulus, Pius Sixtus, Urbanus. Pauwen, R. 39. Pelsers/.., Pieter Symon, R. 319. Penning, 10e, 429—432. —, 15e, 429—432. —, 20", 413, 425, 429—432. — , 40e, 423—425, 429, 430. — , 50e, 410. Penning, 80®, 419, 421, 423, 429, 430. —, 100®, 395, 397—401, 403,410, 414-418. —, 200®, 396, 403, 410, 411, 415-418. —, 1000", 410. Pensionaris, R. 741, 1208. Pernau,- R. 669. Persona, R. 434. Pesthuis, 907, *962, 1051. Peterseliesteeg, 723, 872, R. 248. Peterseliestraat, 831, R. 248, 283, 490, 951. Petten, 1103, R. 103, 1260, 1334. — , Willem Allaertsz. van, *783, 787, R. 108, 137, 143, 181, 216, 217, 230, 231, 258, 276, 282, 284, 305, 306, 316. Pieter, Peter, Petrus. —, bisschop van Belley, R. 448. —, poorter van Hoorn, R. 1109. — , medicus, R. 466. —, Lijsbeth weduwe van, R. 1078, 1103. Pieter Gastenweyd, R. 1314. Pietersz., Petersz., Petrusz., Petri. —, Aelbert, R. 722, 723. —, Katrijn weduwe van Albert, 387, R. 1027. — , Syburch huisvrouw van Aernt, R. 262. —, genaamd Code, Arnoldus, R. 217. — , Dieuwer, R. 1338, 1339. —, Dirc, (1425 schepen), R. 262. —, Dirc, (1447), 450. —, Theodricus, (cureit), R. 558,621. —, Dirc, (1461 schepen), R. 659, 674, 704—706, 755, 761, 766, 795, 798, 1023. — , Dirc, (Hem), R. 1023. Pietersz., Petersz., Petrusz., Petri. —, Dirck Claes, (Spanbroek), R. 1056. —, Egbert, R. 516, 586. — , Ellert, (Oosterblokker), R. 562. — , Ellert, R. 1165. — van der Beets, Floris, 874, R. 724, 730, 735. — , Frans, 1110. — van Mijsen, Prederick, 734, R. 1362. —, Geertruy t, (ministersche), R. 854. —, Gheertruudt, R. 1005. — , Gherryt, R. 214, 216, 231, 305, 306, 320. —, Gheryt, (Enkhuizen), R. 1226. — van Gysp, Gryet, R. 1325. —, Griet, (ministersche), R. 1373, 1374. —, Heyn, R. 426. —, Heynric, R. 970, 1014, 1015, 1149, 1153, 1155, '1156, 1262, 1332, 1342, 1367. —, IJsbrand, (1507 Rotterdam), R. 1319. — , Jacop, (schepen), R. 60, 65, 68. — van Edam, Jacop, (priester), R. 62, 67, 216, 230. —, Jacop, (1425), R. 265. —, Jacob, (1465), R. 725, 886. —, Jacob, (1488), R. 1069. —, Jacob, (Schellinkhout), R. 1219, 1220, 1227. —, Jacob, (1502), R. 1247. —, Jacob, (1514), R. 1371. —, Reynu weduwe van Jacob, R. 688. —, Jan, (1373 schepen), R. 34, 68, 125, 143, 172, 174, 189, 218, 219. Pietersz., Petersz, Petrusz., Petri. — de Ethershem, Johannes, (priester), R, 217, 267, 268, 301. 305, 362, 584. —, de(Zwaech?), Johannes, R. 334. — , Jan Grael, R. 350. —, Jan, (1440 schepen), 752, R.372, 373, 375, 378, 386, 392, 395, 402, 403, 408, 704-706, 806, 807, 810, 824, 826. — , Johan, (Bremen), R 491. — , Jan, (Westwoud), R. 936, 969. — , Johannes, (student), R. 1088. — Ruych, (1492 schepen), Jan, R. 1129. — van Grysp, Jan, 715, R. 1146. —, .Jan, (1494), R. 1159. — , Jan, (priester), R. 1370. —, Jan, (1515), 822. —, Belekina moeder van Jan, (1515), 822. — , Karstijn dochter van Jan, 386, R. 1019, 1240, 1289. — , Jong Claes, R. 329. — , Joost, R. 184. — , Claes, (1427 schepen), R. 277. — , Nicolaus, (Nibbiks woud), R. 506, 556 -560. — , Claes, (1466 schepen), R. 730, 761, 765, 766, 806, 810, 811, 976, 1238. — , Claes, (1488), R. 1060. — , Claes, (1509), R. 1338, 1339. —, Claes Dirc, R. 367. — Ruyg, Clais, R. 1288,1290,1312, 1324. — , Clemment, R 1145, 1251. — de Hagis, Cornelius, R. 1352, 1353. — , Cristina, R. 584. Pietersz., Petersz., Petrusz., Petri. — , Dieuwe, weduwe van Lambert, R. 636. —, Lucie, R. 639, 704. — , Ludetgen, R. 101, 156, 171. —, Maerten, (1423 schepen), R. 243, 248, 325. — , Maerten (1461), R. 652. — , Marten, (Benningbroek), R. 966, 1210. — , Marten, R. 1203. — , Machtelt, R. 1301. — , Mathijs, R. 1341. — , Meynert, R. 1028. — , Ment, R. 219. —, Nannyng, R. 910. — , Oest, 271, R. 179. —, Olfert, R. 516. —, Pouwels,(1436heemraad),R.345. — , Lijsbet weduwe van Pauwels, 892, R. 416, 421. — , Pieter, (1442 schepen), R. 395. — , Pieter, (1446), R. 426. —, Pieter, (Westwoud), R. 652,653. — , Pieter, (Hem), R. 853. — , Petrus, (student), R. 1088. — , Pieter, (1564), 668. — , Reyner, (1396), R. 75. — , Reynair, (1412), R. 182. —, Reyner, (1484), R. 1025. —, Rense, R. 308. —, Roedtgijn, R. 75._ — , Sasker, R. 649. — , Simon, (1405), R. 125. — , Symon, (1444 schepen), R. 409. —, Symon, (1480 schipper), 464, R. 941. —, Symen, (1488), R. 1060. — , Simon, (1490 student), R. 1088. — , Simon, (1493), R. 1138. Pietersz., Petersz., Petrusz., Petri. — , Symon, (1496), R. 1181. — Horn, Symon, (1504 schepen), R. 1279, 1280, 1327. — , Taems, (1426), R. 269. —, Grheertruut huisvrouw van Taems, R. 269. —, Taems, (1486), R. 1044, 1091, 1321. —, Tyman, R. 756. —, Timannus, (priester), R. 884. — , Yrouke, R. 325. —, Wybrant, R. 1251. St. Pietersdal, 542, 792a, 841—844, *907, *962, R. 260, 452, 603,606, 649, 663, 664, 667, 670, 672, 673, 685, 725, 749, 775, 788, 789, 800, 816, 817, 823, 829, 833, 841, 856, 861, 862, 881, 884— 887, 890, 896, 942-944, 971, 974, 985, 987, 1005, 1013, 1025, 1031, 1065, 1067, 1074, 1104, 1154, 1212, 1326, 1347. —, altaren, R. 721, 885. — , beeldhouwwerk, R. 882. —, begraafplaats, R. 621, 789. — , kerk, 907, *962, R. 621, 721, 882, 885, 1210, 1265. —, pater, R. 671,709, 860,923,1079. —, prior, 793, R. 726, 753, 779, 787, 789, 837, 838, 870, 952, 1240, 1261, 1272. — , rectoren, R. 661, 671. —, vicarieën, R. 780, 833, 966, 1240, 1265, 1289. St. Pietershof, 400,904,906,962—*997, *1001. — , Vierkant, *962, 995. St. Pieterskerk, (Rome), R. 787. Pieterman (munt), R. 832. Pijsel, de, R. 4048. Pil, Symon Jansz., 392. Pilgrimsz., Pilgramsz. — , Jacop, R. 85. —, Goedraet, weduwe van Jan, R. 677, 678. Pillesz., Jan Clais, R. 1181. Pius II, R. 629, 646, 671, 700. Plakaat, R. 1270. Poelgeest, Dirk van, R. 78. Poelgheest, Jacob van, R. 650. Poes, Dieric, R. 580. Polanen, Jan van, R. 12a. Politie, 2. Politiebureau, *801. Pompsteeg, 876, R. 1351. Pondgeld, R. 444. Poorters, 42, 44, 50, 51, 66—68, 99, 100, 245-251, 342, 344, 345, 366, 373, 381, 382, 454—457, 476, 492, 495, 49ftj 576, 632, R. 39, 57, 76, 102, 115, 131, 160, 164, 167, 169, 173, 177, 178, 208, 209, 213, 228, 233, 255, 309, 321, 352, 376, 396, 423, 448, 470, 527, 529, 567, 570, 571, 641, 695, 703, 712, 764, 877, 925, 938, 954—956, 961, 963, 988991, 996, 1018, 1029, 1085, 1093, 1100, 1102, 1106, 1108, 1109,1113, 1125, 1126, 1144, 1238, 1239, 1272, 1276, 1282, 1286, 1328, Y. 4, 8, 9. Poortrecht, 266, R. 15,17,19,190, 340. Pot, Heindrick Cornelisz., 917. Potasch, R. 619. Potter, Jacop Jansz., R. 941. Praet, Lodewijck van Vlaanderen, heer van. Zie Holland, Stadhouders. Prebende, R. 143. Precarien, 703, R. 880. Predikanten, 233—235. Prevost, Nicolaes de, R. 999. Processen, 326,367,423,430,467-470, 474, 480, 487, 567, 636, 652, 667, 671, 707, 738, 787, 788, 798, 806, 834, 837, 1080—1083, 1099-1101, 1108, 1112—1114, R. 137, 295, 498, 517, 534, 539, 598, 603-606, 643, 666, 714, 748, 760, 767, 893, 968, 982, 1038, 1183, 1189, 1198, 1235, 1259, 1267, 1277, 1293 -1296,1298, 1300, 1310, 1319, 1345, 1346, 1348, 1354, 1361, V. 47, 51, 55, 56. Procureurs, 1112, R. 137, 983, 1010, 1020, 1189, 1238, 1298, 1319, 1354, V. 46. Proostensteeg, 547, R. 923, 987, 1050, 1133, 1134, 1202. Protestantsche- of Burger-Weeshuis, *824, *858, 908—961, 1004. Provenhuis, R. 1105. Provenier, R. 1379, 1380.* Proven meesters, R. 1105, 1170. Pruisen, R. 456, 527. Purmer, R. 897. —, Everhardus, R. 33, 873, 874. — Melysz., Jan, R. 219. —, Nycolaus de, R. 671. Purmer-Ee, 4, 1116, R. 114. Purmerend, 4, 138, 255, 613—623, 644, *839, 842, R. 699, 1316. —, Heer tot. 698, R. 183—187, 198, 199, 204, 205. — , logement te 's-Gravenhage, 214—216. —, poorters, R. 201. Purmerland, 4. Q- Quaillot, Thomas, 292, R. 965. Quesnoy, Le, R. 35, 166—169. Quignonez, kardinaal, 782. R. Raad, besloten, 246, R. 932. Raadhuis, 33, *783, *801, R. 93,1244. Raadzaal, *801. Raden, (Hoorn), 47, 49, 66, 71, 246, 699, R. 34, 36, 43, 76, 83, 178, 200, 240, 259, 508, 901, 908, 909, 925, 940, 950, 953, 958, 959, 967, 977, 979, 981, 1051, 1115, 1127, 1134, 1161, 1284, 1286, 1333, 1376. Ram, Adrianus, R. 1323, 1331. Ramen, 539. Ramp, Henric, 482, R. 470, 472, 475, 478, 498, 499. Raephorst, Aelbrecht van, R. 324, 327, 432, 438, 441, 680, 702, 784, 785, 790, 791, 794, 797, 802, 815, 820^ 821, 835, 836, 839, 842—845, 848, 852, 863, 866-868. — , Bartholomeus van, R. 53. Ravesteyn, heer en vrouwe van, R. 1039." — , Jan, R. 1117, 1174, 1182,1238. Rebellen, 92, R. 793. Rechter, Herman, R. 739, 763, 764. —, Werner, R. 764. Rechters, R. 7. Rechtsgebied, (Hoorn), 114, 135, 228241, 374, 379-382, 407—409, 421, 435, 437, 850, 852, 854, 855,10841094, 1114. Rechtspraak, 2, 5, 36, 49, 53, 57, 64, 89, 138, R. 48, 49, 83, 131, 138, 201, 708, 767. —, geestelijke, 75, 779, R. 253, 322, 514, 675, 767. Reguliere Kanunniken, R. 816, 887, 1110, 1255, 1307. Zie ook: Westerblokker, klooster Nieuwlicht. 34* Reylof, Katrijn weduwe van, R. 746. Reyloffsz., Jan, R. 811. — , Marie, 868. —, Meynen, 868. — , Pieter, R. 1313. —, Griet weduwe van Pieter, R. 1028. —, Thade dochter van Pieter, R. 1028. —, Pieter Jan, R. 783. Rlieine, R, 671. Reyner, eureit, R. 304. Reynersz., Reynersd. —, Aef, R. 1062. —, Dirc, R. 496. —, Frederyc, R. 468, 521. — , IJsbrant, (1410), R. 165. —, Isbrant, (1506), R. 1302. — , Jacob, R. 256. — , Jan, R. 1337, 1338, 1358,1360. —, Claes, R. 1292, 1341. — , Lambert, R. 273. —, Mathijs, R. 1062. — , Pieter Jan, R. 1060. Reynken, Katrijn Groete, R. 51, 52. Reliquieën, R. 629. Rembertus, cureit, R. 434. Remboutsz , Retnboldusz. — , Aernt, R. 52, 54. —, Jan, R. 87, 88. —, Pieter, (schepen), R. 386. —, Petrus, (notaris), R. 846, 847. Rembrantsz., Melis, R. 527. —, Pieter, R. 392. — , Redlof, R. 346. Remkensz,, Jan, 750, 752, R. 367, 402. — , Pieter Symon, R. 363. Remmetsz., Remmytsz. —, Dirc, (1450 schepen), R. 495, 496, 618, 651, 655, 657, 704—706. —, Maerten, (1490), 792«, R. 1079. — , Marten, (1504), R. 1279. Remmetsz., Remmytsz. —, Maerten Jan, R. 310. —, Wab huisvrouw van Maerten Jan, R. 502. — , Pieter, R. 430. — , Pieter, R. 825. Remonstrantsche Gemeente, 1127«. Rengersz., Mathijs, R. 10. Reyngersvlyet, (Rengersvliet?), R. 473, 1366. Rense, Pieter, R. 202. Rentebrieven, 792'a, li. 822, 875, 910, 1079, 1105, 1150, Y. 40, 41. Renten, 105, V. 48. Requiem, R. 944. Reval, R. 669. Riccen, Mr. Fredric, 1117. Riemtalen, R. 53, 121. Rietvelt, Ghijsbrecht van, R. 476. —, Jan van, R. 1018, 1037. Riedwijc, Hughe van, R. 126. Riga, R. 669. Rijkdom, (Hoorn), 246, 247, R. 831, 857, 901, 932, 1041, 1099. Rijnschepen, R. 1110. Rijnschippers, 522—526. Rijsdam, 1093, R. 24,*424, 582, 617. Rijssel, R. 1142. Rijweg Enkhuizen, 624—626. Ringsloot, 628. Rippenz., Rippisz. —, Yelle, R. 1194. — , Pieter, R. 23. Rippertsz., Jan, R. 311. — , Reyner, R. 490, 598, 601, 607, 624. —, Duve huisvrouw van Reyner, R. 490. Roehelle, La, R. 571. Roek, Duncan, 495, R. 903, 908. Koedz., Aef dochter van Jan, R. 718. —, Sybrich dochter van Jan, R. 718. Roelof, Jonghe. R. 43, 50. Roelofsz., Roloffz , Dirc Jacob, R. 746. —, Otto, 745, 754, R. 1360. Rogge, R. 527, 739-741, 763, 942. Rolandusz., Nicolaus, R. 198. Rolland, Willem van, R. 38. Rome, R. 73, 90, 97,109, 502, 771, 787. Romont, graaf van, R. 955. —, secretaris van den graaf van R. 965. Roode Steen, 538, 924, R. 23, 317, 587, 759, 772, 896, 898, 983,1132—1134, 1202, 1244, 1262, Y. 7. Roomsch-Katholieke Gemeente, 11311137. Roomsch-Katholiek Wees- en Armenhuis, 1067, 1068. Roovers, R. 1110. Rosenboom, G\, 1112. Rotterdam, 347, R. 699, 922. —, pensionaris, R. 1319. Rotterdamsche oorlog, R. 1076. Rouaan, R. 410, 559, 895. Rugelant, R. 1181. Ruyg, Ruych. —, Ghertrudis weduwe van Johan- ! nes, R. 1355. — , Jan Pietersz., R. 1129. — , Clais Pietersz., R. 1288, 1290, 1312, 1324. —, Petrus, 707, 745. Ruyghenz., Rughenz. — , Jan Aernt die, R. 402. —, Jan Pieter, R. 1137. — , Pieter Aernt die, R. 375. Ruitergeld, 381, R. 93, 1083, 1128. Ruiters, R. 983, 991, 1000. Ruitersoldij, R. 922. Ruines, Jan van Lannoy en. Zie Holland, Stadhouders. Rutgertsz., Rycout, R. 133. Ruemstalshuus, R. 1068. Ruertz., Margriet dochter van Jan, R. 918. Ruusch, Jacob, R. 579. S. Sael, zie Zael, Zalen. Saer, Lyefve weduwe van Jacob Willem, R. 1209, 1215. Sacramenten, R. 90, 289, 296, 297,789. Say, Bangairt, R. 414, 714. Saksen, Albrecht van, 95, 257, 350, R. 1114, 1115, 1117—1120, 1139, 1142, 1144, 1218. Saluten, (munt), 285, R. 418, 500. Sande, Henrietta Johanna Munter, weduwe van Christoft'el Willem van, 214. Santes, Heer van, R. 355. Sartor, Johannes, R. 196. Saskersz., Reynken, R. 370. Schadevergoeding, 498, 499, R. 470, 475, 570, 571, 742, 903—905, 968, 1099, 1109, 1158,1160, 1166, 1168. Schagen, 68, 804, 1036, R. 699, 773, 774, 1198. — , kerkmeesters, R. 1038. —, pastoor, R. 812, 813,1071,1194. — , poorters, R. 722, 723, 1071. —, priester, R. 313, 320. — , raden, R. 213. —, schepenen, R. 213, 808, 812, 873, 874, 1038, 1071. —, schout, R. 213. —, waarschappen, R. 776. — , Zusterconvent, 781. Schagen, Aelbrecht van, R, 771. — , Jan van, 247, 633, 1038,1085, 1098, 1099. Schager- en Niedorperkoggen, 1098, 1112. Scalenz., Heyn Glierbrant, R. 290. Scape, Gheryt, R. 133, 135. Schapen, R. 714. Schardam, 228, 1085, 1086, R. 234, 1033, Y. 20. — , kerk, R. 872. — , pastoor, R. 872. Scharwoude, 228, 710—712, R. 61, 70, 71, 73. — , kerk, R. 872. — , pastoor, R. 872. Scharwouderkoog, R. 217, 810. Schatbrieven, 874. Schatting, R. 136, 147, 371,533,674, 681—683, 687, 688, 690, 692, 704706, 710, 715, 724, 735, 736, 747, 755, 766, 768, 781, 832, 998, 1014, 1015, 1025, 1032, 1034, 1035, 1150. Schaumburg, Willem van, 297. Scheepstimmerlieden, 527. Scheepvaart, 522—526, 629, 853—855, 931, R. 470, 536, 570, 669, 703, 739-745, 763, 857-859, 869, 871, 903-905, 907—909, 911, 912, 941, 968, 975, 1110, 1237, 1239, 1321. Scheidsrechters, R. 1300. Sceywijck, R. 726. Schellinkhout, 73, 242, 244, 598, 880, 928, 1030, 1078, 1079, R, 252, 327, 579, 581, 666, 828, 829, 1227, 1267. —, Gemachtigden, R. 572. —, kerkhof, 745. — , schepenen, R. 502, 1044, 1052, 1091, 1181, 1219, 1220, 1291, 1302. — , schout, R. 502, 1044, 1091. Schelluinen, koimnandeurserf, R. 726. Sceltsz., Symon zoon van IJsebrant, R. 450. —, Meynaert, R. 971, 985. Schenkersz., Jan Dirck, R. 260. Schepenen, 47, 49, 66, 71, 146, 241, 247, 480, 485, 487, 671, 702, 1144. Regestenlijst: passim. Scerpelant, R. 896. Schiedam, R. 221, 699. Schietbaan, *651. Schilder, R. 1015. Schilderij in de Raadzaal, 554. Schipbreuk, 91, R. 782. Schippersgild, R. 36. Schoei, Claistgen, R. 962. Schoenmakers, 528, 957, 958. Schokland, R. 893. Scholasterij, 257—260, R. 1171, 1218, 1223, 1224. Scholieren, R. 951. Schonen, R. 470. Scholen, 47, *801, R. 76, 518. Schoolmeesters, 949. Schoonhoven, R. 983. Scoenhove, (ambtenaar bij den Grooten Raad), R. 539. Schoorl, Scoerle, Schoerle, R. 1334. —, buren van, R. 330, 356. —, Andreas de, 774, R. 137, 157, 297, 298, 585. Schoorldijk, R. 237, 1334. Schot, 48, 67, 73, 209,242,380-387, 780, 898, R. 81, 93, 252, 321, 352, 572, 615, 938, 1019, 1027, 1059, 1225, 1371. Schotland, R. 387, 908. Schouten, 46, 47, 66, 81, 146, 161, 247, R. 36, 43, 58, 76, 83, 150,167, 178, 201, 282, 309, 321, 352, 376 387, 396, 443, 508, 711, 739-741, 767 , 857, 872, 900, 901, 925, 958, 959, 963, 967, 977, 979—981, 1026, 1051, 1085, 1099, 1214, 1225,1284, 1333, 1361, 1363, 1365,1376, V, 13. Schoutambacht,R. 717, 980,1036,1286. Scraper, R. 700. Schrijfambacht, 256, R. 31 Schuyfhil, 1112. Schutterij, 133, 176, 596, 651—693, R. 964. Sebasten, bisschop van, R. 1254. St. Sebastiaans-Doelen, *651. Secretarissen, 261, R. 873, 874, 983, 1032, 1232, 1318. Segersz., Katherijn Pieter, R. 455. Seinschip, R. 975. Sem, Claes, 751, R. 375. Semesz., Seminenz., IJsbrant, R. 795. — , Jong Claes Claes, R. 1080. Sequitweg (Sybekarspel), R. 394. Sevender, J., R. 1260, 1266. St. Severusgild, R. 508. Sigersz., Sygersz., Dirc, R. 886. —, Suster huisvrouw van Dirc, R. 886. — , Jan, R. 453. —, Jan Jan, R. 401. Sybekarspel, 96, 244, 882, R. 212, 336, 394, 1116, V. 27. — en Benningbroek, schepenen van, 412, 685, 860, 966,1154,1210,1212. Syboutsz., Siboutsz., Jan Pieter, R. 218. —, Claes, R. 1061. — , Pieter Storm, R. 87. Sybrantz., Riewert, R. 936Sydwynt, Hoghe, R. 786. Sysman, Adam, 291, R. 933. Sytsz, Bairtout, 731, R. 876, 1185. Sywelsz., Maerten, R. 93. Symon, schoenmaker, R. 1313. Simonsz., Symensz. Symsz. —, Aernt, R. 1362. —. Albertus, R. 767, 768. — , Bartelmieus, 1008. — , Ellyn, R. 1014, 1015. —, Yolckaert, 1108, R. 1304. —, Frans, R. 1361, 1365. — , Frederic. R. 136, 171. —, Gheryt, (1422), R. 241, 263. —, Gherardus Pieter, (1473), R. 840. — , Gheryt, (1490 pater), R. 1079. ■—, Gerardus, (prior Betlilehem), R. 1378. — , Jacop, (1425 schepen), R. 258, 262, 263, 265, 269, 273, 308, 430. — , Jacob, (1465 schepen). R 710, 715, 875, 876, 925, 932. —, Jacob, (1469), R. 775. —, Jacob, (1471), R. 801, 803, 856, 862. —, Kathrijn Fop Jansd., huisvrouw van Jacop, R. 801, 803, 856, 862. —, Jacop, (1496 schepen), R. 1178, 1287, 1297, 1351. — , Jacop, (1500), R. 1234. —, Jan, (1452), R. 562, 652. —, (1487 pastoor), R. 1058. —, Jan, (1492), R. 1106. — , Boeners, Katarina weduwe van Johannes, li. 1378. —, Johannes Johannes, R. 644, 1308, 1309, 1355. —, Katherina, R. 257. —, alias Biscop, Clais, R. 1168. —, Lollinich dochter van Claes, R. 951. — , Claes Geryt, R. 850. — , Myeus, (1440 schepen), R. 372, 378, 380, 496. Simonsz., Symensz., Symsz. —, Hase huisvrouw van Myeus, R. 496. — , Myeus, (1505 schepen), R. 1288. —, Pieter, (1461 schepen), R. 656, 659, 674, 681, 682,687,688,690,692. — , Pieter, (1469), R. 772. —, Pieter, (1483 schepen), R. 1003, 1004, 1014, 1015. —, Pieter, (1491), R. 1100. —, Pieter, (1514), 865, R. 1367. — , Katrijn huisvrouw van Pieter, 865, R. 1367. —, Pieter Dirc, R. 1177. —, Pouwels, R. 1057, 1087. — , Roloff, R. 630. — , Symon, R. 593. —, Belie weduwe van Simon, R. 664, 731. — Teyng, Symon, R. 1370. —, Tyman, R. 781, 783. Symonton, Wilhelmus, R. 909. Sivert, koopman, R. 533, 761. Sivertsz., Syvertsz., enz., Syvertsd. —, Aecht, 797, R. 761. — , Aecht Jan, R. 761. —, Ave dochter van Claes Jan, R. 460. —, Gerbrant, R. 533. —, Gheryt, R. 405. —, Jorys, R. 1069. —, Lijsbeth, R. 562, 652. —, Mathijs, R. 246. Sindertz., Heert, R. 111. Sixtus IV, R. 814, 828, 829, 846, 847, 861, 884, 887, 896. Scarborough, R. 527. Skandenborg, hoofdman te, R. 423. Slaven, 475. Sleepers, 529. 1 Sleischat, 268, 447, R 140, 204, 209, 212, 221, 222. Slijksteeg, 1134. Sluis, (Zeeland), R. 1101, 1128. Sluizen, 73, 834, 1075, 1078, 1085, 1086, 1088, 1089, R. 24, 46, 47, 78, 188, 234, 252, 327, 356, 1206,1306, 1328, 1334, 1336. Smaelweer, R. 886. Smaldeeling, R. 1260. • Smeden, 530—532. Smerige Horn, 545, 750, R. 367,1335, 1369. Smit, Korstgen, R. 323, 440. —, Harmen zoon van Korstgen, R. 440. — , Aef weduwe van Louw, R. 260. Sneek, R. 919, 1313. —, poorter, R. 1335. —, prior van de Kruisbroeders, R. 787. Snijder, Alijt weduwe van Dirck, R. 1377. — , Garbrant, R. 1032. Snijer, Jan, R 196. Snijders, 513. Soep, Jan Claesz., R. 1369. Soyersz., Soyer, R. 891. Soldij, 61, 70, 209, 272, 273, 354, R. 120,149,183-185,187, 221, 924. Solubrië, bisschop van, R. 789,800,880. Sond, 488. Sonnius, Franciscus, 823. Soop, Jan Claesz., R. 1274. Soudenbalch, Zoudenbalch. —, Evert, R. 885, 893. — , Gerardus, R. 1353, 1373, 1374. Southampton, R. 570. Spanbroek, 244, 379, 882, 927, 1031, R. 75, 918, 1189. Spanbroek en Opmeer, burgemeesters, R. 1281. Spanbroek, schepenen, R. 718, 1005, 1056, 1145, 1162, 1251. —, schout, R. 1162. Spanbroekerkoog, R. 44. Spaarndam, 50, 472, R. 102, 1328. Span, R. 1110. Spanjaarden, schadevergoeding aan de, R. 382, 384, 385, 388, 393, 397,404. Spanje, 277. Spanckeren, Jan van, R. 676. Spek, R. 145. Spierdijk, R. 24. Spiers, 488. Spijcker, Dirck, R. 1135. Spikerboer, (Oosterblokker), R. 896. Spinbaan, 1004. Spinnerij, 1001. Sponthem, Christoffle markgraaf van Baden en, R. 894. Stadhuis, 33, *783, *801, R. 93, 1244. Stadrecht, 37, R. 2, 15, 17, 19. Stadsgracht, 795. Stadskapellaan, R. 531, 1257. Stadswallen, 558, *651, 795,923, R.60, 142, 165, 725, 881, 897, 917, 971, 985, 1006, 1057, 1347. Stadswerken, 190—195, 566—574. Stalpairt, Jan, R. 1144. Stam, Glierbrant. R. 43, 139. Stammenz., Gharbrant Jacop, R. 111, 148. — , Jan Tyman, R. 136. Stammenloet, Claes, R. 424. . Staten-Generaal, 209. Staten-Poort, 554, 555. Stavoren, R. 509. —, hoofdlieden te, R. 120. — . huis te. 63. R. 166. Steenen brug, R. 1150. Steenen huis, R. 631, 658,1133, 1134, 1202, 1228. Steenen muren, 103, 105, R. 1368. Steenhouwer, 716, R. 1231. Steenhuyse, Heer van Gruythuyse, Prins van. Zie Holland, Stadhouders. Steenwijkerwold, priester van, R. 859. Stevenszoon, Heynric, R. 221. Stinna, Hilko, R. 858. Stool, R. 629. Stoppegat, Jan, R. 739, 763. Storm Ziboutsz., Pieter, R. 87. Straatgeld, 406. Straatweg Aartswoud, 628. Stralen, Hendrik van, 186. Successie, 431—435. Suppellicium, R. 620. Swiertz., Gerbrant, R. 1155. Syndicus, 451. T. Thaemsz., Yolkert, R. 997, 1050. — , Katrijn huisvrouw van Yolkert, R. 997. — , Herck zoon van Heyn, R. 412. —, Jacob, R. 1287. —, Jan, R. 1314, 1369._ — , Kathrijn, R. 1050. —, Pieter, R. 1040, 1047, 1095, 1096, 1238. Taetsz., Pieter, R. 1322. Tadeken, Griete huisvrouw van Witte, R. 45, 59. . Tadenz., Reyner, R. 328. Tafter Meus-Weer, R. 507. Tappers, 46, 533, 599, R. 48, 49, 58. Tappersgeld, 974. Tarwe, 942, R. 527, 598, 810. Tating, Jan, R. 850. Tedincsz., Ymme Jacop, R. 468. Teyng, Symon Symons, R. 1370. Teyncx, Diric Jan, R. 1124. Tendenacker, R. 966. S. Theologiae professor, R. 721. Tertiarissen, zie Derde Orde. Testamenten, 764, 822, 824, 866, 915, R. 229, 257, 273, 291, 362, 602, 829, 887, 896, 1214. Tetenz., Allaert, R. 101, 143. — , Syvairt, R. 148, 158, 172. Texel, R. 385, 1097. Teylingen, R. 120, 295. —, Augustijn van, R. 972, 1253, 1324. Theodericus, Theodericusz., zie Dirk, Dircxz. Thesaurier, 264—341, 844. Tlxijn, Mr. Johan, 819. Thymenz., Yme, R. 1246. Tienden, 843, 844, R. 138, 190. Tijnsen, R. 779, 841, 944, 974. Timmerlieden, 534. Tym, Eric Xegelsen van, R. 423. Tymansz., Heynric, R. 389. —, Jan, R. 125, 139. —, Pouwels, R. 158. —, Reynert, R. 1175. —, Symon, R. 1176, 1256, 1263. Tochtslooten, 1090, R. 327. Tollen, 50, 65, 73, 262, 274, 455, 456, 463, 466, 488, R. 223, 252, 742, 1282, 1286, 1344. Tollenaars, R. 177, 208, 543. Tolvrijheid, R. 102, 168, 234, 540, 544, 697. Tomas, Boniface de S., R. 991. Tractaten, 137, 488, R. 1193. Trekvaart Alkmaar, 602- 612. Trekvaart Noord-Hollandsche steden, 613-623. Trekweg Alkmaar, 400. Treslong, Heer van Cabau, Lodewijk van, R. 580. Trioeali, bisschop van, R. 882, 885. Troest, Pauwels Dircxz., R. 832. Trouwboeken; doop-, trouw- en begrafenisboeken, 1126—1157. Trudingsz., Jacop Claes, R. 386, 389, 392. Tuchthuis, Dol- en, *962. Turf, 572, 849, 952, 1050, R. 290, 361, 471, 490, 609, 1048. Turfhaven, 661, 691, 924. Twisk, 244, R. 1378. Twiskerbrug, 1097, R. 1222. U. Uiterdijk, Uiterste, R. 632, 809, 817, 969, 1261, 1265. Uitgeest, R. 699, Uitlaag, R. 105. Uitland, R. 473. Uitwatering, R. 625. Ulfers, Hillegunt weduwe van Geryt, R. 1068. Uterdyck, (Wervershoof), R, 188, 294. —, (Zwaag), R. 96. Urbanus VI, R. 37. Urk, R. 893. Ursem, R. 44, 709. Utenhove, Henric, R. 418. Utrecht, 280, 773, R. 90, 92, 94, 95, 97, 99, 100, 108-110, 137, 157, 175, 193-195, 200, 206, 217, 226, 266, 300, 313, 318, 577, 580, 712, 742, 782, 928, 983. —, aartsdiaken, R. 514. Utrecht, bisdom, 773, 782, R. 90, 95, 97 , 99, 100, 108-110, 15Ï, 175, 181, 193, 194, 200, 206, 217, 226, 257, 266, 300, 313, 318, 358, 742744, 758, 828, 1352, 1355. —, Bisschoppen, R. 585, 1000. Jan van Virneburg, *858. Frederik van Blankenheim, 769, R. 27, 90, 92, 94, 97, 195. Rudolf van Diephout, 776, R. 322, 514. Walraven van Meurs, 805, R. 331, 332. Gijsbert van Brederode, R. 514. David van Bourgondië, R. 721, 737, 744, 745, 877 , 882, 1000. Utrecht, burgemeester, R. 1228. — , deken, 769, R. 92, 94, 476, 880. ■—, deken van St. Salvator, 773, R. 194, 195. — , domkapittel, 820, 823, R. 880, 885. —, domproost, 776, R. 514. — , Heilige Kruiskapel in de kerk van St. Salvator, li. 195. —, kanunnik, R. 483, 585, 620, 675. —, kanunnik van St. Salvator, R. 72. —, kapittel, 816, R. 416, 476. — , koorbisschop, R. 585, 620, 675. — , leisting, R. 436. — , officiaal van den bisschop, R. 195, 514. —, poorters, R. 176, 1000, V. 5. — , proost van St. Jan, R. 485. — , proost van St. Marie, R. 194. —, rector van de St. Caeciliakapel, R. 94, 110. —, thesaurier van St. Salvator, R. 92. —, vicaris van den bisschop, R. 195. —, vicaris-generaal, 805, R. 331, 332, 721, 882, 885. Utrecht, vice-deken, R. 416. —, wijbisschoppen, 805, R. 331, 332, 721, 882, 885, 1254. —, Gheraerdus de, R. 671. — , Jan van, R. 1199. Uytkercke, Jan van, R. 303. —, Roelandt van. Zie Holland, Stadhouders. V. Vachten, Engelsclie, R. 544. Valkenburch Evertsz., Dirc, R. 101. Valkenburchsweyde, R. 1157, 1256. Valkeswael, R. 889. Valkje, R. 889. Valkoog, kerkmeesters van, R. 1038. Varle, Luider van, R. 491. Vaz Nunes, Sarnuel, 214. Vechten, 90, R. 684. Vedelair, Mairten, R. 980. Veen, Bartholomeeus van den, R. 60. Veenen, Jan Janz., zoon van Jan van den, R. 155. Veenhoop, 62, 230, R. 151, 152. —, schout, R. 39. — , kogge, R. 46. Veere, Wolfert van Borsselen, graaf van Bouchain, heer van der. Zie Holland, Stadhouders. Veilgeld, 641—645. Velden, Broërius van der, 554. Velius, I), 12—17, 21. — , P. L, 22. Velsen, AVillem, IJsbrandsz. van, 595, R. 1002, 1018. Veluwe, drossaard van de, R. 1305. Venenlaan, 1026. Venetië, R. 1316. Venhuizen, 244, 928, R. 47, 219, 324, 1047, 1049, 1065. 35 Venhuizen, schepenen van Hem en, R. 780, 81!), 853, 1023, 1049, 1104, 1177. Venidzen, R. 1316. Verbandbrief, R. 932, 974. Verdrag, R. 436. Vergiffenis, R. 771. Verlaat, 566, R 405. Verponding, 233, 310, 388—408, 418, 419, 1121. Verstoeling, 1112, R. 10, 12a, 1260. Ververs, 504. Verweer, Jan Janz., R. 1014, 1015, 1070, 1072, 1167, 1299, 1301. Vianen, R. 983. —, Johan van, 359, R. 280. Viearie, 698. Vicaris, R. 626, 627, 645, 1352, 1353. Vier Deymden, R. 1033. Vier Noorder Koggen, Hogehoutwouderambacht, of Overleekerambaclit, 379, 1077, 1098, 1099, 1112—1114, R. 3, 18, 78, 98, 107, 982, 984, 1007, 1277, 1281, 1306, 1343. Vijzelstraat, 1025, R. 593, 752, 896, 1025, 1187. Vincx, Griete weduwe van Florys Pieter, R. 655. Virneburg, Jan van, *858. Visbaen, Reynerus, R. 153, 154. Visitatierechten, R. 514. Visscherij, 565, 1113, R. 1306, 1336. Visschers, 535. St. Vitusgild, R 1363. Vlaanderen, 275, R. 235. Vlaanderen, heer van Praet, Lodewijck van. Zie Holland, Stadhouders, 39. Vlas, 508, R, 619. Vlie, 469. Vlotvaardig recht, R. 739, 741. Voetboogschutters, 596, R. 999. Voetwassching, R. 951. Volker, enz. Zie Folker. Volmersz., Jan, R. 42, 62, 63, 67, 89. Volmersd., Wyburch, R. 63. Voogd, R. 420, 775. Voorst, Klaas van, 20. Vrede, 86, R. 335, 337. Vredebreuk, R. 336. Vredemakers, 219, 240, R. 192. Vreden, Aernt van, R. 777, 778. Vrederycxz., enz. Zie Frederycxz. Vreezenz., Grerbrant Lambert, 864, R. 728. — , Jan Lambert, 864, R. 728. Vriese, Clais de, 286, 366, R. 517, 524—526, 528, 530, 701, 707, 733. — , Pieter de, R. 880. Vriesesz., Vriesenz., Oude Jan Jan, R. 420. —, Haes Reynu huisvrouw van Oude Jan Jan, R. 420 — , Jan Jan, R. 818. — , Lijsbet weduwe van Jan Jan, R. 851. — , Katrijn dochter van Jan, R. 1262. — , Pieter Jan, R. 910. Vryes, Pieter Jans/,., R. 1030, 1032, 1034, 1035. Vrijgeleide, R. 328, 335, 338, 358, 515, 697, 1193, 1242, V. 49. Vrijheid, (stedelijke), 47, R. 76, 452. Vroedschap, 119, 149—160, 170—173, 212, 241, 719, 904, 1067, R. 901, 1115. Vroedvrouw, 849. Vrou, zuster, R. 1053. O. L. Vrouwebeeld, R. 1299. Vrouwebroeders of Karmelieten, 766, R. 661, 887, 915, 1303. O. L. Vrouwekerk, zie Noorderkerk. O. L. Vrouwensteeg, R. 811. Vuurtoren, R. 105. W. Waag, 301, 595- 598, 714, R. «24, 999, 1002, 1018, 1282, 1286. Wail, Wael. — , Clais die, (1405), R. 129, 150, 158. — , Jan Claesz. de, (1411 schepen), R. 171, 203. — , Mr. Jan de, (1449 deken), R.484. ■— , J ohannes,( 1452 notaris), R. 560, 626, 629, 646. —, Jacopz., Claes die, (1480 schepen), R. 918. —. Jacob de, R. 1189. —, Lijsbeth weduwe van Jan Claes die, (1500), R. 1233. Wairdenburgh, gravin van Egniond, vrouwe tot Bair, Madeleene van, R. 1168. Waarschappen, 364, 1071, 1098, R. 369, 474. Waeveren, Tyman van, R. 1239. Wabbesz., Griete weduwe van Claes, R. 636. Waddens (Hem), R. 780. Wadwai, 228, 233—235, R. 274, 1281. AVageningen, R. 1305. Wagenschot, R. 619. Wagenveer Enkhuizen, 624—626. Waldeck-Pyrmont en Kuilenburg, graaf van, 249. Waldorp, Gibertus de, R. 994. Walhuur, 560, 561. Walichz., Evert, R. 1187. —, Claes, R 1237. Walravensz, Jacob, R. 856, 1034, 1324, 1350. — , Martijn, R. 801, 862. Walraven, Jan Maertsz., (1615), 671. Wamsz., Claes Claes, R. 533. Wandele, Johannes, R. 467, 520. Wantsnijder, R. 711. Wapening, R. 1136. Warborch, Theodricus de, R. 668. Warder, R. 192. Wardtberch, R. 1211. Was, R. 619. Wassenair, Philips van, 777—779, R. 374, 523, 538, 556—559, 564, 585, 590, 606, 620, 626, 627, 643—645, 670, 672, 675, 1009, V. 53. — , Jan van, R. 962, 963. Watering, R. 431. Waterland, 1116, R. 114, 716, 748, 1086, 1193. —, dorpen van, 137, R. 699. Waterlees, R. 1049. Waterlozing, (Venhuizen), R. 1049. Watermolens, 599—601, R. 356. Watermolenskolk, 794. Waterschutting, R. 24. Waterstaat, 1069 —1125. Waterstraet of Gouw, R. 137. Watersteden. R. 630. Watervloeden, 1072. Wederspouw, Andreas, R. 909. Weed, die, (Venhuizen), R. 219. Weent, Johannes, R. 72, 74. Weeskinderen, R. 1124. Zie ook: Armenweeshuis, Burgerweeshuis, Roomsch-Katholiek Wees- en Armenhuis. Weesp, 137, R. 699. Weesvoogden, R. 586, 985, 1327. Wegenschouw, R. 22. Weldadigheid, 993. Welgeborenen, R. 553, 7(52. Wendische steden, 484, R. 359, 423, 577, 580. Werff, Heere van der, 973. Werkhuis, 848. Wervershoof, 1091, R. 170, 294. Wesekaert, Mairtijn,258 - 260, R.1218, 1223, 1224. Westerblokker, 244, 726, 745, 761, 768, 774, 840, 928, 1029, 1083, R. 56, 112, 190, 230, 301, 426, 451, 512, 562, 610, 611, 655, 708, 809, 817, 829, 969, 1179, 1204, 1221, 1265, 1312, 1341, 1358, V. 36. — , Augustijner nonnenconvent Bethlehem, 768, 840, R. 1317, 1378. —, mater, R. 1378. — , prior en confessor, R. 1378 —, kerk, R. 611, 1105, 1170. —, Reguliere-Kanunnikenconvent Nieuwlicht, 841-844, R. 284, 506, 872. —, prior, 74, 774, 803, R. 230, 282, 284, 297, 298, 532, 720. — , supprior, R. 720. Westergoo, 92, R. 328, 335, 337, 338, 793. Westerop, Roelof, 25. Westerpoort, 545, R. 1146, 1369. Westerstraat, 1025, R. 317, 589, 622, 1280. West-Friesland, 13, 14, 77, 87, 91, 123, 219, 220, 347, 389, 390, 411, 425, 448, 460, 781, 804, 1070,1071, 1078, 1096, 1098, R. 4, ba, 7, 8, 11, 12, 147, 261, 313, 322, 337, 410, 419, 425, 443, 458, 540, 542-553, 697, 698, 716, 743, 748, 782, 872, 889, 890, 984, 1055, 1077, 1086, 1097, 1116, 1118, 1136, 1144, 1173, 1230, V. 42. West-Friesland, baljuwen, R. 7, 359. —, dekenij, R. 880. —, dekens, 41, 75, 745,817,1089, R. 22, 64, 66, 160, 253, 259, 315, 316, 448, 484, 539, 699, 701, 703705, 707, 745, 767, 768, 828, 878, 883, 963, 986, 994, 1355. — , dijkgraven, 55, 85, 566, 1071, R. 349, 370, 405, 414, 714, 767, 768, 1069. — en het Noorderkwartier, Gecommitteerde Raden, 221—227, *839. — , heemraden, 1071, R. 147, 349. — , klerk van den rentmeester, 287, R. 826, 834, 852, 1253. — , officialen, 787, 817, R. 137. — , ontvanger voor de bewapening, R. 1076, 1083. — en het Noorderkwartier, Ontvanger-generaal, 224. —, Oosterbaljuwschap, 89, 128, 200, R. 255, 679, 768. —, Oosterdijkgraafschap, R. 365, 1343. — , proosdij, R. 79, 137, 181, 476, 483, 485, 606, 1016, 1017, 1020, 1021, 1185, 1308, 1353,1355,1373. —, proosten, 700, 701, 712, 774, 777-779, 781, 787, 796, 803, 814816, 819, 820, 892, R. 49, 64, 66, 70, 73, 137, 157,297,298,374,416, 483, 485, 523, 538, 539, 556—559, 564, 585, 590, 606, 620, 626, 627, 643—646, 670, 672, 675, 696, 758, 767, 768, 808, 828, 833, 885,1016, 1017, 1020, 1255, 1307,1308,1323, 1331, 1353, 1373, 1374, Y. 53. West-Friesland, provisor, R. 253, 315. —, rentmeester, 356, 738, R. 784, 785, 790, 791, 794, 797, 802, 815, 820, 821, 835, 836, 839, 842- 845, 848, 852, 863, 864, 866 - 868, 879, 883, 888, 1082, 1324. —, rentmeester van de espargnes in, R. 1313. —-, rentmeester van Kennemerland en, 1078, R. 10, 13, 78, 215, 680. — , rentmeester-generaal van Kennemerland en, R. 324, 327. — en het Noorderkwartier, secretaris, 226. —, Staten van Holland en. Zie Holland, Staten. —, steden, R. 359, 742, 743, 1130, 1218. —, Westerbaljuwschap, 128, 220. ] West-Friesche zeedijk, R. 12«, 330,348, 349, 1277. — Munt, 450—451. West-Indische Compagnie, 446. Westwoud, 244, 754, 755,1073, R. 190, 244, 247, 272, 288, 303, 407, 460, 490, 609, 1240, 1289. — , burgemeesters, R. 1140. — , kerk, R. 708. — , pastoor, R. 1078, 1103. — , poorters, R. 315, 1170. —, schepenen, R. 311, 353, 652, 653, 734, 786, 809, 936, 969, 1078, 1103, 1105, 1170, 1175, 1176, 1179, 1204, 1209. 1214, 1221, 1233, 1292, 1337, 1338, 1341, 1358, 1360. — , stedehuis, R. 708. Westzaan, R. 295, 699. Wethouders, Kamer van, 196. Wiboutsz., Pieter, R. 394. Wierdijk, 1098. Wieringen, R. 1097. — , Thyman van, 1080. Wiggersz., Wyggersz. —, Jan, R. 1175, 1176, 1233. — , Jan Claes, R. 1292. —, Aef weduwe van Jan Pieter, R. 664. —, Pieter, R. 1179, 1204, 1209, 1221, 1337, 1338, 1358. — , Wouter, R. 1064. — , Wight, R. 570. Wybolts, Ewe, R. 434. Wijbrantsz., Baertout, R. 85. — , Dirck, R. 353. —, Ferdu, 866. —, Gherbrant, 866. Wijdenes, 244,1030, R. 112, 758, 1267, 1278, 1352, 1355, 1364. —, schepenen, R. 1232, 1243,1249, 1252, 1274. Wymekyn, Eedo, R. 1235. Wijn, 98, R. 571, 847, 895, 1201. Wijnaccijns, R. 805, V. 50. Wyneken, R. 31. Wyngerden, Florys van, R. 1172, 1174, 1183, 1346. Wijsen, de, R. 685. — , Groene, R. 1094. Wyzend, 627. Wilde, Simon Claesz. die, R. 1234. Wildenz., Lijsbeth huisvrouw van Jaeob Jan die, R. 598. Wildernissen, R. 361. Willem, abt van Egmond, R. 592. — , Zie Holland, Graven. — I, Zie Holland, Stadhouders. Willeniz., Willamz., Wilhelmusz. — , Dirck, R. 1377. — , Gheryt, (1459), R. 637. —, Geryt, (1498), R. 1200. Willemz., Willamz., Wilhelinusz. —, Heyn, R. 248. —, Jan, (1423), R. 243, 249. — , Jan, (Hoogwoud), R. 1058. — , Jan, (bode), R. 1089. — , Joost, (1449 f), R. 481. —, Joost, (1480), R. 940. —, Claes, (1488 Edam), R. 1060. — , Claes, (Hoorn), R. 1340. —, Sael Claes, (Wognum), R. 1362. —, Cornelius, R. 1309. —, Lijsbet, R. 1371. — , Melys, R. 343. — , Pieter, (1436), R. 346, 593. —, Petrus, R. 1088. —, Gliertruyt weduwe van Peeter, R. 1347. —, Katherijn weduwe vau Pieter, R. 1177. —, Ringhel, R. 1063. —, Symon, (1426 schepen), R. 267, 268, 290. —, Symon, (1465), 161. Wimpsz., Claes Claes, R. 435, 492. Winchelsea, R. 570. Windels, 1092. Windmolens, R. 13. Winkel, 68, 1033, R. 699, 680,1375. —, raden, R. 213. —, schepenen, R. 213, 727. — , schout, R. 213. Winkeldijk, 1106, R. 25, 82. Wismar, R. 387. Wismar bier, R. 456. Wisse, bode, R. 475, 478, 480. Wisselbank, 308. Wisselstraat, Nieuwe, *997. Witten, (munt), R. 135. Wittesz., Claes Jan, R. 412, 860. — , Symon Jacop, R. 260. Wognum. 83, 228, 233, 236-240, 727, 743, 798, 881, 927, 1032,1090, R. 96, 274, 340-342, 346, 350, i 368, 369, 421, 424, 495, 582, 617, 618, 649, 676, 693, 729, 847, 849, 889, 1020, 1064, 1066, 1084, 1138, 1152, 1190, 1191, 1256, 1263,1281, 1322, 1349, 1357,1362,1378, V. 36. —, ban, R. 24. —, bodeambt, 237, R. 299. Wognum, cureit, 701, R. 539, 767. —, kerk, R. 767, 768. —, kerkmeesters, R. 1236. —, schoutambacht, R. 341. — , vredemakers, R. 1236. —, zegs- en wijnkoopersluiden, R. 870. \V ognumer- of Baarsdorpermeer, 1117- 1123. Wol, R. 527, 544. Wolde, Johan vam, R. 630. Wolfaert, deken van West-Friesland, R. 64. Wolfert, pastoor van Barsingerhorn, R. 1194. Wolfertsz., Claes, R. 1361, 1365. — , Meynart, R. 43. —, Wouter, R. 302, 378, 386, 395. Wolkammerij, 1001. Wolsum, pastoor van, R. f246. Woirt, die, (Haarlem), R. 301. Workurn, 136, R. 535. Wormer, 1085. Wou, Henricus Henricusz., R. 1354. Woudt, op den, R. 611. Woudland, R. 1105, 1170. Woudrichem, 455, R. 168, 177. Wouter bij Dage, R. 162, 163. Woutersz., (Goutsmit), Hughe, R. 89, 91, 141, 153, 161, 216, 230. Woutersz., Jan, (1440 schepen), R. 371, 457, 468. — , Jan, (1483), K. 1007. — , Willem, 804, R. 313, 320. Y. York, R. 527. Z. Zaagmolens, 564. Zael, Sael, Zalen. —, Jan, R. 119. —, Claes Willemsz., 798, R. 1362. — , Tydeman, R. 91, 141,153, 216, 230, 634. Zaandam, R. 699. Zand, cureit van Het, (Groningen), R. 434. Zanddijk, R. 368, 369, 648. Zande, gezegd de Cotre, Ohiyot van den, 285, R. 500. Zanen, Jan van, R. 1356. Zeeburg, Noorder, R. 345. Zeedyk, (Hoorn), 925. Zeedijken, Zie Dijken. Zeeland, 77, 447, R. 29, 140, 261, 322, 337, 358, 359, 410, 418, 419, 540, 543, 547, 548, 697, 983, 1077, 1101, 1230. Zeelander, Florens de, R. 23, 26. Zeeschade, R. 48, 76, 711—713, 717, 1281. Zeevang, 1116, R. 114, 192. Zeeweringgeld, 406. Zegel, recht van het, R. 1121. Zevenhuis, R. 1003. Zeven Provinciën, 2. Zeventuig, 86, 761, R. 142, 143, 278, 372, 425, 427, 504, 1341, Zielzorg, R. 97. Zielmissen, R. 1165. Zierikzee, 253. Zijl, Greryt van den, R. 215. Zijpe, bedijking van de, R. 356. Zoen, R. 488, 535, 551. Zomerdijk, 1090, R. 24, 170, 350. Zoudenbalch, Soudenbalch. —, Evert, R. 885, 893. —, Gerardus, R. 1353, 1373,1374. Zout, R. 376, 387. Zoutaccijns, R. 805. Zoutelande, K. 1039. Soutendijek, R. 703, 1236. Soutmanswout, R. 1065. Zuden, bisschop van, R. ba. Zuelleweyd, R. 1243. Zuiderzee, 352, 469, R. 703, 1237. Zuylen van Nyevelt, Amelius van, 816. — , Dirck van, R. 1228. Zulen en St. Mertijnsdike, Florens van Borsselen heer te, R. 224, 225, 227. Zusterhuis, R. 89, 91. —, kapel van het, R, 95. Zutfen, 460, R. 716, 739, 763. Zwaag, 228, 241, 728, 799, 878, 927, 1028, 1093, R. 278, 351, 372, 373, 407, 415, 600, 647, 806, 840, 861, 1065, 1094, 11211, 1148, 1149. II53. 1165, 1167, 1178, 1240, 1267, 1295, 1296, 1298, 1310, 1315, 1332, 1350, V. 36, 55, 56. — , ban, R. 96. —, cureit, R. 64, 79. —, kerk, R. 242, 872. —, procureur van de kerk, R. 983. Zwaagdijk, 1091—1093, R. 24, 369, 409, 421, 886, 1003, 1263, 1360. Zwaagweg, R. 1178. Zweden, R. 470. Zie ook: Christiern, Christoffer, Johan van. Zweengheest, R. 915. Zwieten, van, R. 911, 912, 925, 973. —, Boudijn van, 236, R. 254,274. 275. —, Dierick van, R. 1123. Zwieten, üirck Boudijnsz. van, 280, 463, R. 410, 436, 458, 497, 515,608. — , Jan van, R. 578, 591, 595, 599, 605, 612, 613, 623. Zwijnen, (Iriet weduwe van Huyge van, 792», R. 1079. Zwolle, R. 742, 743. Zwolsche Devoten, Arme, R. 217. St. Catharina-klooster. Werd gebouwd aan de Gouw, later de Nieuwstraat, in het jaar 1400. De Muntstraat loopt over het klooster-terrein, en een gedeelte der gebouwen werd later ingericht tot het Oost-Indische huis. 796. De proost van West-Friesland verandert de huizen van St. Catharina, St. Agnes, St. Caecilia en St. Geertruida in conventen en staat toe de voorrechten van de Derde orde. 1409. Een charter. Reg. n°. 157. 797. Aecht koopman Zijvertsdr. verkoopt aan St. Katrijnenconvent de helft der renten vermeld bij een ingevoegden brief van A°. 1432, gevestigd op eene hofstede op Heer Gerritsland. 1468. Een charter. Reg. n°. 307 en 761. 798. Volmacht van Claes Willemsz. Sael, van Wognum, en het St. Katrijnenconvent voor Mr. Cornelis van (Ier Cappelle, in zake een geding tegen poorters van Enkhuizen. 1513. Een charter. Reg. n°. 1362. 799. Marten Jansz., te Zwaag, bekent schuldig te zijn eene jaarlijksche rente van 6 Carolus gulden aan St. Katrijnenconvent. 1560. Een charter. 800. Vermaan- en troostbrief van een ongenoemden geestelijke aan de zusters van St Catharina te Hoorn, wonende in het St. Agnieten-Convent. Tweede helft 16e eeuw. Een stuk. St. Caecilia-klooster. Stond in de Nieuwsteeg, waar nu het achtergedeelte van het Raadhuis en het Politiebureau zich bevinden; het werd gesticht in het jaar 1402. De Raadzaal van Hoorn beslaat de plaats der voormalige kloosterkapel, waarvan de middeleeuwsche bekapping nog bestaat. In later tijd, A". 1573, werd het convent ingericht voor Latijnsche school. 801. De eerste zusters van het huis leggen hare geloften af in handen van Heer Pauwel Albertsz., minister der Derde orde in Hoorn en Medemblik (zie n°. 796). 1400. Een charter. Reg. n°. 95. 802. De cureit der Parochiekerk verleent aan het klooster verschillende voorrechten. 1429. Een charter. Reg. n°. 289. 803. De proost van West-Friesland draagt den prior van Nieuwe Licht en den minister-generaal der Derde orde op, de zusters het gasthuis zijn aandeel in hare nalatenschap zal krijgen. En Pieter Elbertsz. bekent, voor den provenier 3 '/2 Carolus guldens lijfrente schuldig te zijn. 1537. Een charter. 867. Griet Geerlofsdr. weduwe van Pieter Jansz. van Mallens, koopt voor 100 Carolus guldens hare erfgenamen af; een wordt onderhouden in het armen gasthuis, deze en zijne vrouw hebben elkander wederkeerig hunne goederen als lijftocht vermaakt. 1557. Een stuk. 868. De echtgenooten en de voogden van Meynen en Marie Reyloffs, verklaren van heilige geestmeesters en van gasthuisvoogden 200 gulden te heliben ontvangen, voor eene bespreking aan hunne echtgenooten. 1559. Een charter. 869. Overeenkomst tusschen gasthuisvoogden en Brecht Anthonisdr. over het onderhoud van haar huis naast het gasthuis. 1564. Een charter. 870. Jan Claisz. verkoopt aan het heilige geesthuis eene jaarlijksche rente van twee Carolus gulden. 1572. Een charter. 871. Bezittingen onder Hoorn. 1389—1555. Veertig charters. Reg. n°. 54, 68, 310, 454, 807, 1075, 1335. 872. Kerkstraat, Kerksteeg, Peterseliesteeg, Gouw. 1382—1608. Een en twintig charters. Reg. n°. 38, 283, 329, 431, 518, 569, 1030, 1279, 1287. 873. Noorderstraat, Noorderkerksteeg, Achterstraat, Dampten, Koepoort. 1387—1583. Achttien charters. Reg. n°. 50, 101, 136, 148, 158, 171, 172, 312, 468, 521, 769, 795, 811, 910. 874. Stukken betreffende den eigendom van het huis van wijlen Florijs Pietersz. van der Beets, in de Noorderstraat. Met bijbehoorende schatbrieven. 1459—1469. Acht en twintig charters. Reg. n°. 634, 638, 639, 654, 658, 659, 674, 681— 683, 686—688, 690, 692, 704—706, 710, 715, 724, 730, 735, 736, 747, 755, 766, 781. 875. Noorderpoort, Dampten, Koepoort. 1439—1608. Veertien charters. Reg. n°. 366, 403 408, 454. 876. Havensteeg, Pompsteeg, Appelsteeg. 1444 — 1538. Acht charters. Reg. n°. 413, 457, 691, 1032. 877. Bezittingen buiten Hoorn. 1417—1553. Zeven charters. Reg. n°. 219, 304, 460, 507. 878. Zwaag. 1437—1566. Acht charters. Reg. n°. 351, 409, 1003. 879. Blokker. 1496—1591. Acht charters. Reg. n°. 1179 1261. 880. Schellinkhout. 1486—1577. Vijf charters. Reg. n°. 444 en 1291. 881. Wognum, Nibbikswoud. 1488—1606. Acht charters. Reg. n°. 1064, 1084, 1190. 882. Spanbroek, Hoogwoud, Sybekarspel. 1442—1559. Vijf charters. Reg. n°. 394, 1145, 1162. 883. Register vermeldende de legaten en makingen aan liet gasthuis, sedert 10 December 1616 tot 21 December 1805. Een deel. Bevattende ook eenige aanteekeningen van onderscheiden aard betreffende het gasthuis. 884. Register van da obligatiën, los- en lijfrentebrieven, erfpachten, huis- en zolderhuren, enz. Aangelegd in 1697. Een deel. 885. Kapitaalboek, aangelegd A°. 1773. Een deel. 886. Register van ontvang en aankoopen, accres of reservefonds. 1823—1847. Een deel. 887. Register der ontvangsten. 1751—1797. Een deel. 888. Register der uitgaven. 1751—1797. Een deel. 889. Register van ontvang en uitgaaf, van: 1797—1836. 1840—1853. Twee deelen. 890. Rekening van voogden, van: 1814-1849. 1850—1857. Een deel en een bundel. 891. Register van de geleverde eetwaren en mondbehoeften aan het gasthuis. 1651—1828. Een deel. Leprooshuis. bestond reeds in het jaar 1445, en was gelegen buiten Hoorn op den Keernerweg. Toen de Lazarije hier te lande langzamerhand verdween en zoo goed als niet meer voorkwam, werd een afzonderlijk gesticht voor lijders aan die ziekte overbodig. In hunne plaats zijn er dan ook al vroeg oude vrouwen in opgenomen en verpleegd, maar niet langer dan tot 1606 (Velius, 3e druk blz. 2851. Het Leprooshuis werd in 1662 opgeheven. De gebouwen werden afgebroken, de terreinen er van tot weiland aangelegd en de bezittingen vereenigd met die van het Huiszitten Armenhuis. 892. Lijsbet, Pauwels Pieterszoons Weduwe wijst inkomsten aan voor eene vicarie bij de Leprozen op Keern. 1445. De proost van West-Friesland bevestigt de stichting. 1537. Vidimus gegeven door Burgemeesteren en Schepenen van Hoorn. 1571. Een charter. Reg. n°. 416. 893. Resolutieboek van regenten. 1619—1622. Register van het ingeslagen bier voor het huis. 1622—1662. Een deel. 894. Stukken betreffende het Leprooshuis. 16e eeuw—1662. Een bundel. 895. Dit sijn die renten ende incoemsten vandie Leprosen buyten Hoern. A°. 1514—1553. Een deel. 896. Memoriaal van de renten van het Leprooshuis. 1619— 1639. Een deel. 897. Register van de renten en lasten van het Leprooshuis -— later het Oude Mannen- en Vrouwenhuis. 1620—1674. Een deel. 898. Aanteekeningen van ziekenvoogden (van het Leprooshuis, op Keern) over ontvangen schot en goederen. Einde 15e eeuw, blijkens bekende namen. Een stuk. 899. Register van de landen toecomende tProvenhuys op Keern genaemt het Laserishuys. A°. 1597—1627. Aanteekeningen der uitgaven van het huis. 1564—1569. Een deel. 900. Register van de lande, toecomende het Leprooshuys op Keeren anders genaemt Laserishuys. 1625—1655. Een deel. 8 901. Lant Boeck vant Leproosen Huys. 1655—1662 en van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis. 1662—1690. Een deel. 902. Register der ontvangsten en uitgaven van het Leprooshuis, van 1558—1597. 1568—1580. 1577—1587. 1577—1589. 1588—1601. ■ 1597—1608. Zes deelen. 903. Register der uitgaven van het Leprooshuis, van: 1608—1635. 1614—1623. 1635—1662. Drie deelen. 904 Register van de ontvangsten van Leprooshuis buiten Hoorn. 1647-1662. (Dit gesticht) hetwelcke nu ( A°. 1662) 217 jaeren gestaen heeft.... door order van de Heeren Burghmr. en Vroetschappen.... geremoveert en getransporteert. . .. int Oude Mannen en Vrouwenhuys anders genaempt Sinte Pi eters hoff. Register van de Ontvangsten van het Oude Mannenen Vrouwenhuis. 1662—1669. Notitie zoo van de rentebrieven ende andere incomende effecte die jegenwoordich van ons vooghden int Oude Mannen- ende Vrouwenhuys sijn gevonden Anno 1671 den 25 Februarius. Een deel. 905. Verklaring der Leproosvoogden van Haarlem over de melaatschheid van zeker vrouwspersoon. 1493. Een charter. Reg. n°. 1141. 906. Proveniersboek van het Leprooshuis, later het Oude Mannen- en Vrouwenhuis genaamd St. Pietershof. 1594—1690. Een deel. Pesthuis. Toen de pest in 1580 te Hoorn heerschte is de kerk van het voormalig klooster der Kruisbroeders, destijds nog gelegen buiten de stad, als Pesthuis in gebruik genomen en in 1599 daarvoor geheel ingericht. Het heeft het einde van de 17e eeuw niet beleefd, want het werd in 1692 afgebroken. 907. Register der uitgaven ten dienste van het Pesthuis. 1603 1673. Een deel. Burger Weeshuis. Opgericht in het jaar 1531, later ook genaamd het Protestantsche of Burger Weeshuis. In 1574 werd het gevestigd in het voormalig St. Mari a-klooster. 908. Stukken betreffende het Burger Weeshuis. 1557—1804. Een bundel. 909. Notulen der vergaderingen van regenten. 1772—1795. Een deel. 910. Resolutiën genomen bij regenten en vrouwe-moeders. 1772—1795. Een deel. 911. Punten van deliberatie van regenten, van: 1772—1775. 1776—1778. 1778—1780. 1781—1782. 1783—1784. 1784—1786. 1786—1788. 1789—1792. 1792—1794. 1794—1796. 1797—1798. 1802—1805. 1805—1811. 1811—1816. Veertien deelen. 912. Register van ingekomen brieven. 1795—1797. Achterin: Kladboek der uitgaven van het Burger Weeshuis. 1828—1833. Een deel. 913. Het Legaet- of bespreckboeck. Waer in gheschreven sijn en noch gheschreeven worden, de namen der geener die het huys iet besprooken of gegeven hebben. 1530—1795. Een deel. 914. Legaatboek van het Protestantsche Weeshuis te Hoorn. 1796—1834. Een deel. 915. Testamenten en andere notarieele- en onderhandsche akten, betrekking hebbende tot het Burger Weeshuis. 1614 —1699. Een deel en een bundel. 916. Kaartboek der landen van het Protestantsche Weeshuis te Hoorn. Gemeten en gekaarteerd door Pieter van der Meersch, Ordinaris Geometer der Stad Hoorn den 6 September 1647. Een deel. 917. Kaartboek der landen van het Burger Weeshuis te Hoorn. Gemeten en gekaarteerd door Heindrick Comelisz. Pot A°. 1647 en A°. 1676 en Albert Jansen van Dam A°. 1683. Landmeters. Een deel. 918. Kapitaalboek van het Burger Weeshuis, aangelegd A°. 1672. Verder van 1682—1712. 1710—1738. 1729—1768. 1769—1797. Vijf deelen. 919. Blaffert op het kapitaalboek, van: 1769—1797. 1798—1803. Twee deelen. 920. Verhuring der eigendommen van het Burger Weeshuis. 1749—1796. Een deel. 921. Huizen behoorende aan het Burger Weeshuis, welke door de regenten verhuurd zijn. 1772—1784. Een deel. 922. Graven behoorende aan 't Burger Weeshuys in de Noorder-, in de Groote- en in de Oosterkerken. 1691. Een deel. 923. Eigendommen binnen Hoorn: Oude vesten, Noord, Monnikenveld en Achterom. 1544—-1693. Tien charters. 924. Turfhaven, Muntstraat, Gravenstraat, Jeroensteeg en Roode Steen. 1533—1725. Negen charters. 925. Oude Doelen, Zeedijk en Claas Arentssteegje. 1603—1743. Zeven charters. 926. Landerijen buiten de Koepoort en Oosterpoort. 15951739. Dertien charters. 927. Landerijen onder Berkhout, Zwaag, Wognum, Spanbroek en Opmeer. 1587—1668. Negen charters. 937. Verschotten van den binnenvader, van: 1802—1806. 1806—1812. Twee deelen. 938. Vorderingen van een huisschilder. 1797—1803. Een deel. 939. Rekeningboek van het Protestantsche Weeshuis, van: 1797—1817. 1805—1817. Twee deelen. 940. Rekening van regenten van het Protestantsche Weeshuis, van: 1812—1849. 1850—1869. Twee deelen. 941. Rekeninge wegens ontfang en uitgaav van de vrouwemoeders in 't Burger Weeshuys. 1775—1795. Een deel. 942. Register van de ingekochte rogge en tarwe voor het Burger Weeshuis en van het betaalde maalloon. 1698—1776. Een deel. 943. Register van de geleverde melk, van: 1755—1795. 1823—1824. Twee deelen. 944. Leverantieboek voor het Burger Weeshuis, van: 1773—1774. 1775—1777. 1778—1782. 1783—1786. 1787—1790. 1791—1794. 1795—1800. 1801—1808. Acht deelen. 945. Inslag-magazijn- en voorraadboek van de eetbare waren voor het Burger Weeshuis, van: 1788—1796. • Aanvangende 1796. 1798. 1809. 1811—1814. 1814—1819. 1816—1821. 1819—1823. Acht deelen. 946. Die bescrievyng der Weeskynderen van Hoorn, haer ouders, incomst ende ouderdom, gedaen anno 1557. Voortgeset tot anno 1655. Een deel. 947. Kinderenboek, bevattende de namen van degenen, die in het Weeshuis zijn opgenomen. 1668—1805. Bovendien velerlei wetenswaardigheden. Een deel. 948. Kinderenboekjes, inhoudende de namen der kinderen in het Weeshuis, van: 1741. 1743. 1744. 1746. 1748. 1751. 1756. 1758. (2 ex.). 1760. 1761. 1762. 1763. 1764. 1765. 1766. (2 ex.). 1767. 1768. 1774. 1778. 1780. (2 ex.). 1781. 1783. (2 ex.). 1785. (2 ex.). 1787. (2 ex.). 1788. (2 ex.). 1789. 1790. (2 ex.). 1791. 1792. 1793. 1795. 1796. 1797. 1798. 1799. 1803. 1805. 1806. 1807. 1808. 1811. 1813. Vijftig deelen. 949. Rekeningboek van den schoolmeester van het Weeshuis. 1793. Een deel. 950. Rolle der arbeidsloonen van de kinderen in het Burger Weeshuis. 1759—1796. Een register. 951. Register van de uitgaven voor gereedschap ten behoeve van de werkjongens in het Burger Weeshuis. 1796—1799. Een deel. 952. Rekening-courant der weekgelden van de werkjongens in het Burger Weeshuis. 1601—1621. Rekening van den inkoop en de betaling van den turf voor de Huiszitten-voogden. 1601—1672. Een deel. 953. Notitieboek wat de werkjongens winnen, van: 1784—1772. 1772—1780. 1780-1792. 1796—1823. 1804—1818. 1808-1818. Zes deelen. 954. Register der huishoudelijke uitgaven van het Weeshuis. 1795—1796. Aanteekening van de ontvangen dagloonen der werkjongens. 1797—1798. Een deel. 955. Register van de uitbetaalde overschotten der weekgelden aan de werkjongens, van: 1737—1796. 1778—1794. 1797—1815. Drie deelen. 956. Rolle van de weesjongens uyt het Burgerhuys van tyt tot tyt nae Ostindien gevaeren. 1685—1797. Een deel. 957. Ontvangen en uitbetaalde penningen ten behoeve van den schoenmaker van het Weeshuis, van: 1720—1749. 1737—1793. Twee deelen. 958. Aanteekeningboek van de schoenen en muilen verstrekt aan de jongens en meisjes in het Burger Weeshuis. 1735 —1795. Een deel. 959. Rekeningboek van ontvang en uitgaaf wegens boedels, waarbij de belangen zijn betrokken van in het Weeshuis opgenomen kinderen. 1730—1765. Een deel. 960. Ontvang en uytgaeff Boeck van al sulke goederen als de kinderen, in 't Burger Weeshuys gealimenteerd werdende, komen aan te besterven gedurende haar inwooning in 't selve huys, van: 1734—1788. 1778—1835. Twee deelen. 961. Lijste van de begraffenisse met welke de kinderen in 't Burger Weeshuys zijn versogt en mede geweest. 1718— 1797. Een deel. St. Pietershof. Staat op de plaats van het oude klooster der Kruisbroeders „Inden Dal", waarvan men de grondslagen begon te leggen in bet jaar 1425. Na de alteratie is de kerk van dat klooster, gelijk biervoor reeds ge2egd is, A°. 1580 en A°. 1599 ingericht tot Pesthuis. Ben goed gedeelte der overige gebouwen diende sinds 1585 tot Oude Mannenhuis, dat in 1617 nog werd uitgebreid bij gelegenheid dat men „Het Vierkant", bestemd voor Dol- en Tuchthuis, stichtte. In St. Pietershof werden aanvankelijk alleen Oude Mannen opgenomen. In 1639 werd er aan toegevoegd de bevolking van het opgeheven Oude Vrouwenhuis. In 1662 kwamen er nog bij de Proveniers uit het toen opgeheven Leprooshuis; deze zijn in 1832 uitgestorven. St. Pietershof kreeg de bezittingen van de volgende gestichten, aan wier zelfstandig bestaan een einde was gemaakt. In 1638 van het Armen Weeshuis. 1639 „ „ Oude Vrouwenhuis. 1662 „ „ Leprooshuis. Het heet nu sinds 1639: „Oud Mann.- en Vrouwen Huys". 962. Stukken betreffende St. Pietershof. 1620—1813. Een bundel. 963. Memoriael van de voogden van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis genaamd St. Pietershof. 1662—1721. Een deel. 964. Resolutie- ende Memoriael-Boeckje gehouden ende genomen ter vergaderinge van de regenten ende voogden vant Oude Mannen- ende Vrouwenhuys, van: 1679—1751. 1750—1789. L790—1796. 1797—1798. Vier deelen. 965. Resolutieboek van commissarissen tot de zaken van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis. 1810—1837. Een deel. 966. Register van de ontvangsten van Leprooshuis buiten Hoorn van 1647 tot 1662. Register van de ontvangsten van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis, van 1662 tot 1669. Notitie zoo van de Rentebrieven ende andere incomende effecte die jegenwoordich van ons vooghden int Oude Mannen ende Vrouwenhuys sijn gevonden. Anno 1671 den 25 Februarius. Een deel. 967. (Lant Boeck vant Leproosen Huys, van 1655—1662) en van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis, van: 1662—1690. 1690—1720. Twee deelen. 968. Register van de renten en lasten van het Leprooshuis, later het Oude Mannen- en Vrouwenhuis. 1620—1674. Een deel. 969. Rekeningboek van de kapitalen ingebracht door de Proveniers (uit het Leprooshuis) in St. Pietershof. 1618—1658. Een deel. 970. Register van de huizen en kapitalen St. Pietershof toegekomen van het gewezen Armen-Weeshuis, aangelegd 1638. Een deel. 971. Register van de obligatiën toebehoorende St. Pietershof, beginnende 1694. Een deel. 972. Kapitaalboek, aangelegd 1747. 1773. Twee deelen. 973. Heere Van der Werff verkoopt aan het Oude Mannen- en Vrouwenhuis een boet op het Munnickenveld. 1746. Een charter. 974. lijsten van het Tappersgeld ten behoeve van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis. 1750—1810. Een bundel. 975. Register van de los- en lijfrenten ten laste van St. Pietershof. Aangelegd in: 1646. 1678. 1718. Drie deelen. 976. Kladboek wegens de betaling der los- en lijfrenten ten lasten van St. Pietershof, van 1615—1646. Een register. 977. Register van de betaling der los- en lijfrenten ten laste van St. Pietershof, van: 1622—1645. 1638—1657. 1697—1726. Drie deelen. 978. Rekening wegens de vereffening der schulden van het gesticht. 1800—1803. Een deel. 979. Register van de opgenomen gelden. 1785—1809. Een deel. 980. Rekening-courant der schuldeischers, wegens aan het gesticht opgeschoten gelden. 1810—1832. Een deel. 981. Leverantieboek. 1696—1699. Een deel. 982. Cedul van arbeidsloon. 1800—1834. Een deel. 983. Register van de huishoudelijke uitgaven, van: 1662—'1697. 1697—1726. 1745—1750. 1750—1766. Vier deelen. 984. Kladboek der huishoudelijke uitgaven. 1766—1783. Een deel. 985. Register van de ontvangsten en uitgaven, van: 1617—1641. 1641—1657. 1660—1669. Drie deelen. 986. Register van ontvangsten, van: 1669—1697. 1697—1726. Twee deelen. 987. Register van uitgaven, van: 1660—1669. 1669—1697. Twee deelen. 988. Kladboek van ontvangsten en uitgaven. 1732—1797. Een deel. 989. Notitieboekje van ontvangsten en uitgaven. 1805—1808. Een deel. 990. Register van ontvangsten en uitgaven, van: 1726—1762. 1762—1791. 1791—1817. 1813—1814. 1815—1818. 1819—1822. 1823—1831. Zeven deelen. 991. Rekening van ontvangsten en uitgaven (beiden afzonderlijk). 1818—1831. Twee deelen. 992. Sloten van rekening. 1620—-1667. Een deel. 993. Ontvang en uitgaaf voor het gesticht van weldadigheid of locaal tot opsluiting van krankzinnige en andere personen in St. Pietershof. 1824—1837. Een deel. 994. Proveniersboek van het Leprosenhuis later het Oude Mannen- en Vrouwenhuis, van: 1594-1690. 1690—1735. 1735—1782. 1783—1794. Vier deelen. 995. Register van de Proveniers geplaatst in het Vierkant van St. Pietershof, van: 1667—1740. 1741—1776. 4777—1796. Drie deelen. 996. Lijst der proveniers en proveniersters, die hun kost in het Oude Mannen- en Vrouwenhuis hebben gekocht. Sedert het jaar 1700—1794. Een deel. Oude Vrouwenhuis. A°. 1606 werd gesticht het Oude Vrouwenhuys, komende met d'eene zijde teghens 't groote Kerchof, en met d'ander zijde teghens de Nieuwe Wisselstraat, achter de Camer vande Bewinthebbers van d'Oostindische Compagnie, zijnde een fray en oock heel noodigh werck. Velius 3e druk blz. 285. Slechts drie en dertig jaar heeft dit gesticht bestaan; waarschijnlijk waren de inkomsten niet toereikende om het langer in stand te houden. In 1639 werd het Oude Vrouwenhuis opgeheven, de bewoonsters gingen over naar St, Pietershof, dat ook de bezittingen kreeg. 997. Memoriaelboeck van de aenneminge van het Oude Vrouwenhuys, van 1 Augustus 1606—19 April 1628. Een deel. 998. Register van de uitgaven over het bouwen van het huis A°. 1606. En verder van de ontvangsten en uitgaven, over: 1607—1617. 1617—1639. Twee deelen. 999. Ordonnantie voor de Vrouwen, die haar kost in het Oude Vrouwenhuis zullen koopen. 1607. Een charter. 1000. Register van de lijfrenten. Aangelegd in 1613 en 1631. Twee deelen. Armen Weeshuis. Werd in 1620 opgericht. Men zette er behoeftige kinderen aan het wolkammen spinnen en ander werk, maar dit duurde niet lang, want het gesticht verviel reeds na verloop van weinig jaren wegens gebrek aan voldoende middelen. In 1638 werd het gesloten en de bezittingen gingen over aan St. Pietershof. 1001. Baten en lasten van het gesticht. 1620—1624. Een deel. 1002. Register van de ontvangsten. 1620—1621. Een deel. 1003. Register van de uitgaven, aanvangende 1620. Met een kladboek der ontvangsten en uitgaven. Twee deelen. Huiszitten Armenhuis. Voor de Huiszitten Armen werd in 1685 een gesticht geopend. Alle behoeftige, ouderlooze kinderen werden er bijeengebracht; niet alleen verzorgde men in het huis deze menigte kinderen, maar de middelen gedoogden, ook daarbuiten nog vele nooddruftige lieden te onderhouden. Maart 1795 werden de kinderen overgebracht in het Burger Weeshuis, en het Huiszitten Armenhuis werd voor Kazerne in gebruik genomen. 1004. Belangrijke resolutiën der voogden van de Huiszitten Armen in het Huiszitten Armen Weeshuis. 1456—1732 Een deel. Achteraan: Rekening van de spinhaan. 1699. En Rekening wegens verkoop van land. 1699. 1005. Resolutieboek van regenten. 1734—1741. 1741—1782. Twee deelen. 1006. Memoriaal van de Huiszitten-voogden, aanvangende A°. 1510. Een deel. 1007. Memoriaalboek van de Huiszitten Armen, bevattende tevens de lijst der landen, huren en renten, opgemaakt A°. 1524. Een deel. 1008. Caert-boec ofte beschrijvinge van alle drie particuliere landen toecomende Huyssittende Armen (der) Stede Hoorn, gemeten A°. 1603 door Bartelmieus Simonss. Landmeter. Een deel. 1009. Landboek van het Huiszitten Armen Weeshuis. 1732— 1796. Een deel. 1010. Register van de vaste goederen, renten en verdere bezittingen der Huiszitten Armen, aangelegd A°. 1542. Een deel. Bevat aan het einde afschriften van velerlei akten betreffende die Armen. 1011. Pachten en renten, welke de Huiszitten Armen voogden iaarliiks ontvangen. Aanvangende A°. 1552. „ 1643. Twee deelen. 1012. Memoriael van de rentebrieven en obligatiën gecomen van Jan Claesen Brasker A°. 1680. 1680—1718. Een deel. 1013. Legaet- en donatie boek. 1685—1795. Een deel. 1014. Kapitaalboek van voogden over de Huiszitten Armen. 1687—1718. Een deel. 1015. Generaale staat soo van capitael als renten toebehoorende de Huyssittende Armen Weesen tot Hoorn in 1718. Een deel. 1016. Capitaal der kinderen in het Huiszitten Armen-Weeshuis. 1731—1796. Een deel. 1017. Staatboek zoo van kapitaal als renten, toebehoorende de Huiszitten Armen Weesen tot Hoorn. Vernieuwd A°. 1750 —1797. Een deel. 1018. Onderhoud der dijken ten laste van voogden, aanvangende AD. 1542. Een deel. 1019. Formulierboek voor geldelijke aangelegenheden van het gesticht. 18e eeuw. Een deel. 1020. Bezittingen en inkomsten in het algemeen. 1373—1690. 22 charters en 7 stukken. Reg. n°. 34, 249, 430, 490, 618. 1021. Bezittingen en inkomsten onder Hoorn. 1430—1740. 21 charters en 2 stukken. Reg. n°. 293, 512, 601, 1004, 1015—1017, 1048, 1050, 1068, 1151,1156, 1297, 1316, 1370. 1022. Noorderstraat. 1403—1563. 13 charters en 1 stuk. Reg. n°. 111, 319, 371, 378, 386, 392, 395, 1034, 1035, 1197. 1023. Oosterstraat. 1425—1722. 11 charters. Reg. n°. 51, 52, 156, 262, 314, 1248, 1290. 1024. Achterstraat, Gouw en Nieuwesteeg. 1429—1666. 12 charters. Reg. n°. 290, 471, 1159, 1188. 1025. Gerritsland, Haven, Vijzelstraat en Westerstraat. 1455— 1582. 12 charters en 1 stuk. Reg. n°. 593,589,1006,1060, 1137, 1280, 1288, 1303. 1026. Keern, Koepoort, Venenlaan. 1595—1655. 6 charters. 1027. Bezittingen en inkomsten buiten Hoorn. 1503—1636. 8 charters. Reg. n°. 1264. 1028. Zwaag. 1428—1691. 10 charters. Reg. n°. 278, 372, 373, 617, 806, 1094, 1350. 1029. Ooster- en Westerblokker. 1433—1734. 17 charters en 1 stuk. Reg. n°. 311, 1105, 1170, 1204, 1209, 1215, 1292, 1312, 1338, 1339. 1030. Schellinkhout en Wijdenes. 1487—1691. 13 charters en 3 stukken. Reg. n°. 1052, 1219, 1220, 1232, 1243, 1249, 1250, 1252, 1274, 1278, 1302. 1031. Benningbroek, Spanbroek en Nibbixwoud. 1452—1605. 12 charters. Reg. n°. 563, 564, 918, 1056, 1251. 1032. Wognum. 1436—1707 12 charters en 3 stukken. Reg. n°. 346, 495, 676, 729, 1020, 1021, 1066. 1033. Nieuwe-Niedorp, Winkel en Beets. 1450—1604.11 charters. Reg. n*. 496, 850, 970, 1095, 1096, 1203, 1234, 1375. 1034. Burghorn. 1465—1556. 10 charters en 5 stukken. Reg. n°. 722, 723, 773, 774, 812, 813, 873, 874, 891, 1194, 1198. 1035. Lijfrentenbrieven. 1506—1738. 5 charters en 6 stukken. Reg. n°. 1301. 1036. Kwitantie van Baertont van Assendelft van 12 ponden 16 schellingen, voor vacatiegeld bij het tenuitvoer leggen van een vonnis te Schagen. 1526. Een stuk. 1037. Register der ontvangsten van Huiszitten Armvoogden, van: 1603—1685. 1685—1716. 1716—1731. 1731—1748. 1748—1764. 1764—1783. 1783—1796. Zeven deelen. 1038. Register der uitgaven* van: 1649—1685. 1685—1716. 1716—1731. 1731—1748. 1748—1764. 1764-1783. 1783—1796. Zeven deelen. 1039. Verhuurboek van de landerijen. Aanvangende 1567. 1624—1653. Aanvangende 1670. Drie deelen. 1040. Register van de ontvangen renten en andere baten, van: 1603—1645. 1646—1687. Twee deelen. 1041. Ontvangsten en Uitgaven van het klokkenluiden voor overledenen, eene bate voor het Huiszitten Armenhuis, van: 1749—1753. 1754—1760. 1768—1775. Drie deelen. 1042. Aanteekenboek der Kraangelden, van tijd tot tijd aan het Huiszitten Armenhuis afgegeven. 1793—1796. Een deel. 1043. Staat getrokken uit het Kraanboek, over 1785. Een deel. 1044. Ontvangsten uit de Collecten of Buurtladen, van: 1652—1684. 1684—1795. Twee deelen. 1045. 't Buert-Moeders Geldt-Boeck. Begonnen 1668. Een deel. 1046. Opbrengst van de bossen, hier en daar geplaatst ten bate van het gesticht. 1755—1811. Een deel. 1047. Kladboek van voorgemeld register. 1755—1775. Een deel. 1048. Boek van uitkeer van renten en onderhoud van kinderen der Huisarmen. Aanvangende 1570. Een deel. 9 1049. Reeckeninghe van de bedieninghe der Vooghden van de huyssittende armen. 1644—1652. Twee deelen. 1050. Register van den gekochten en vervolgens uitgedeelden turf. 1676—1686. Een deel. 1051. Boeltjes door de Voochden v/in de huyssittende Armen en buytenmoeders int Pesthuys verkocht. 1680—1784. Een deel. 1052. Notitie der boedels, gevallende aan 't huyssittene Arme Weeshuys, en hoeverre deselve syn geredt by den Binnenvader. 1739 — 1746. Een deel. 1053. Kinderen, van wege voogden besteed, en de uitgaven te dier zake gedaan. 1644—1685. Een deel. 1054. Ontvangsten en uitgaven ter zake van de naaikamer, gehouden door Regentessen. 1735—1781. Een deel. 1055. Giften in het Huiszitten Armen-Weeshuis, des Zaterdags aan arme luyden gegeven, van: 1752—1763. 1763—1779. 1779—1792. Drie deelen. 1056. Begrafeniskosten van lijken der Huiszitten Armen. 1796 —1803. Een deel. 1057. Klad Boeck ofte Register van de huyssittende Armen, beschreven in Februari 1650. Een deel. 1058. Huis Sittende Kinder Boeck. 1678—1686. Een deel. 1059. Lijste van de huyssittende kinderen, uytgevaren naer OostIndien in diverse jaren. 1666—-1699. Een deel. 1060. Naamboek der kinderen, dewelke uyt het Huyssitten Armen Weeshuis zijn gevaaren na Nederlandts India. 1688—1802. Een deel. 1061. Rekeningboek ter zake der uitrusting van de jongens, die uit het Huiszitten Armen Weeshuis zijn gevaren naar Oost Indie. 1748—1802. Een deel. 1062. Huyssittenen, soo binnen dit Huyssittene Arme Weeshuys als daar buyte besteed. 1735—1834. Een deel. 1063. Naamregister der Arme lieden, door voogden van het huis ondersteund, aanvangende: 1760. 1766. 1781. 1789. Vier deelen. 1064. Instructiën voor den binnenvader en verdere beambten. 1741—1754. Een deel. 1065. Aanteekenboek van den binnenvader met de beslissingen der voogden. 1787—1796. Een deel. 1066. Stukken betreffende de Huiszitten Armen. 16'' eeuw— 1795. Een bundel. R. Kath. Wees- en Armenhuis. Den 25n Augustus 1770 is door Burgemeesteren en Vroedschappen van Hoorn toestemming gegeven tot het bouwen van dit gesticht. Het was voltooid 30 December 1775. De uitvoerige geschiedenis er van, is te boek gesteld door Mr. J. G. A. Faber, en in druk verschenen. 1067. Rekening van regenten, van: 1814—1849. 1850—1869. Twee deelen. Onderwijs. 1068. Stukken betreffende het onderwijs. 1620—1781. Een bundel. Waterstaat. 1069. Waterstaat in het algemeen. 16e eeuw tot 1710. Een bundel. 1070. Over de souvereiniteit en de regeering van Holland. En over het Dijkwezen van West-Friesland. 18e eeuw. Twee verhandelingen. Een deel. 1071. West-Frieslands Omringdijk, zijne vorige oevers en voorstranden, Super-Intendenten, Dijkgraven, Heemraden,Waarschappen en andere Dijks-Regenten, alsmede vele wetens■ waardige saken concernerende West-Friesland. Beschreven door J(uriaan) Spruyt. 18e eeuw. Een deel. 1072. Memorie van Noord-Hollandsche Watervloeden. Door •J(uriaan) Spruyt. Beginnende A°. 333 (loopende tot het jaar 1775). Een derde exempl. begint met het jaar 1333 en eindigt A°. 1777. Drie deelen. 1073. Philips geeft in een geschil van Enkhuizen en Grootebroek tegen Westwoud, nadere bepalingen over dijkage en afwatering. 1439. Een charter. Reg. n°. 364. 1074. Verbod van Philips tegen het slechten van de oude dijken. 1452. Een charter. Reg. n°. 542. 1075. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland tot het houden eener loterij van een millioen gulden voor het onderhoud der zeeweringen; waarbij tevens vrijdom wordt verleend van impost op de materialen voor het bouwen van een sas. 1777. Een charter. 1076. De baljuw van Medemblik staat den luiden van Hoogwouder-Kogge toe, de kosten van het onderhoud der bruggen gemeenschappelijk om te slaan. 1372. Een charter. Reg. n°. 33. 1077. Lastgeving van de landsheeren aan het dijkgraafschap van de Vier Noorder-Koggen, om de grachten van het slot te Medemblik uit te diepen. 1483. Een stuk. Reg. n°. 1007. 1078. De rentmeester van Kennemerland en Friesland, geeft de sluizen bij Schellinkhout aan Hoorn in erfpacht. 1434. Een charter. Reg. n°. 327. 1079. Uitspraak van het Hof tusschen Hoorn en Schellinkhout met andere Drechterlandsche dorpen, over de bedijking van een bolwerk bij de stad. 1462. Een charter. Reg. n°. 666. 1080. Gedingen tusschen Hoorn en Thyman van Wieringen c. s., voor het Hof en den Hoogen Raad, over het onderhoud van den dijk achter den Nieuwendam. 1555—1564. Een bundel. 1081. Stukken over deze procedure. 1559—1564. Negen charters. 1082. Over bijdragen der bewoners van belendende huizen, tot onderhoud van den dijk achter den Nieuwendam. 1564. Drie charters en een stuk. Reg. n°. 1186. 1083. Het Hof van Holland gelast den regenten van Westerblokker, de door Hoorn reeds opgeruimde dammen niet weder te leggen. 1659. Een charter. Banne van Hooen. 1084. Waterstaat van den banne van Hoorn. 16e—18e eeuw. Een bundel. 1085. Overeenkomst tusschen Hoorn, namens Beets c. a., en Graft, Wormer en Jisp over het maken van de sluis te Schardam. 1524. Een charter en een stuk. 1086. Overeenkomst tusschen Hoorn en hoofdingelanden van de Beemster, over het maken van eene schutsluis te Schardam. 1608. Een charter. 1087. De dijkgraaf in het Baljuwschap van Medemblik staat toe, het maken van een overtoom te Avenhorn. 1412. Een stuk. Reg. n°. 182. 1088. Albrecht verpacht zijnen goeden luiden van Berkhout hunne sluizen. 1387. Een charter. Reg. n°. 46. 1089. Vidimus van deze akte door den deken van West-Friesland. 1433. Een stuk. Reg. n°. 316. . 1090. Verweerschrift van Hoorn tegen den procureur van het Hof, over schouw van den zomerdijk bij Wognum en het maken van een tocht bij de Haalsluis (1439). Drie stukken. Reg. n°. 368 en 369. 1091. Overeenkomst tusschen de drie Drechterlandsche koggen en Hoorn, waarbij de ban der stad wordt ontlast van het onderhoud van den Zwaagdijk, maar belast met den Keernweg, en de stad haar aandeel in den Nieuwendijk van Wervershoof tot den Driesprong, belooft te zullen onderhouden. 1522. Een charter. 1092. Overeenkomst tusschen Hoorn en Mathijs Jansz. op den Zwaagdijk, over het bedienen van een windels (overtoom) en het bouwen van een huis aldaar. 1566. Een charter. 1093. Overeenkomst tusschen Hoorn en Zwaag over de vaart bij den Rijsdam en over het zetten van een huis op den Zwaagdijk. 1566. Een charter. 1094. Rekening van banmees teren in den banne van Hoorn. 1815—1859. Een deel. Dijken. 1095. Velerlei akten omtrent dijken, molens en aangaande de onderlinge en wederkeerige belangen van de stad Hoorn, met andere steden en dorpen in het Noorderkwartier en in Noord-Holland, 1433—1636, opgemaakt in de 17e eeuw. Een deel. 1096. Ordonnantie van stadhouder en raden, op den WestFrieschen Zeedijk. 1452. December 7. Een deel. 1097. Lastgeving van het Hof om den zeedijk van Twijcherbrug tot Medemblikker arm, gemeenschappelijk te onderhouden. 1499. Een stuk. Reg. n°. 1222. 1098. Deductie ofte Schriftuur, ingeleverd volgens de order der Heeren van de Superintendentie mitsgaders die van de Waardschappij e der Vier Noorder Coggen den 4 Juli 1711, dienende tot destructie der Memorie bij die van Geestmerambacht, Schager- en Niedorpercoggen en ook op den Naam van Drechterland ingegeven, waarbij zij sustineeren, dat de West Friesche Wierdijk voor de helft behoorde te worden overaard. Een deel. Hondbosch. In 1413 ving men aan deze zeewering te maken. Omstreeks 1478 is door Maximiliaan ^en Maria aan de Stad Haarlem octrooi verleend, waarbij meer volkomen de dijkage werd bevolen en geregeld. 1099. Geding tusschen de Vier Koggen en Haarlem, over den i Hondsbossche. 1482. Een stuk. Reg. n°. 982 en 984. 1100. Lastgeving van het Hof om met het herstellen van den Hondsbossche verder te gaan. 1503. Een charter. Reg. n°. 1260. 1101. Overeenkomst tusschen Hoorn en eenige plaatsen, tot gezamenlijke betaling van de proceskosten over den Hondsbossche. 1503. Een stuk. Reg. n°. 1267. 1102. Stukken betreffende den Hondsbossche. 1571—1813. Een bundel. 1103. Resolutien betreffende den Hondsbossehe en Duinen tot Petten. 1774—1795. Een deel. Drechterland. Wordt reeds als Waterschap vermeld in 1289. 1104. Dijkrechten van Drechterland. Handschrift 16e eeuw. Een deel. 1105. Dijkgraafschap van Drechterland. 1601—1735. Een bundel. 1106. Albrecht verleent aan Drechterland voorrechten aangaande den Winkeldijk. 1397. Een charter. Reg. n°. 82. 1107. Het dijkgraafschap Drechterland, afgescheiden van de koggen van Medemblik en Noorderland. 1503. Een charter. Reg. n°. 1269. 1108. Volckaert Simonsz. ingedaagd voor den Grooten Raad, in het geding over de woonplaats van den dijkgraaf van Drechterland. 1506. Een charter. Reg. n°. 1304. 1109. Overeenkomst tusschen de vier Drechterlandsche koggen, over de woonplaats van den dijkgraaf. 1507. Een charter. Reg. n°. 1318. 1110. Het Hof stelt op verzoek van Frans Pietersz., dijkgraaf van Drechterland, zijn zoon Ysbrant aan tot dijkgraaf, in de plaats des vaders, en gelast hem te Hoorn te wonen. 1562. Een charter. 1111. Octrooi der Staten van Holland en West-Friesland voor het dijkgraafschap van Drechterland, om op verzoek van Hoorn, den hoogen zeedijk van de grenspaal van Drechterland tot aan de stad, met planken te doen beleggen. 1644. Een charter. 1112. Gedingen van Drechterland en de Vier Noorder-Koggen tegen Geestmerambacht, Schager- en Niedorper-Koggen over de verstoeling van den West-Frieschen zeedijk. 1590 —1796. Zeven bundels. Losse stukken. 1590—1670. Een bundel. Dito 1671—1796. „ „ Kaarten. Stukken procureur Schuyfhil. A—J. 1673— 1679 en procureur G. Rosenboom. N°. 1—40. Einde 17e eeuw. Een bundel. 1135. Doopboek van dezelfde Statie. 4 Februari 1800—18 Augustus 1811. Gesloten huwelijken. 27 April 1800—'28 November 1810. Een deel. 1136. Doopboek van de R. Kath. Statie Op het Nieuwe Noord. 3 Mei 1695—4 Juli 1782. Gesloten huwelijken. 15 Mei 1695—22 September 1782. Overledenen. .. April 1695—.. Juni 1782. Een deel. 1137. Doopboek van dezelfdè Statie. 3 October 1782—27 October 1811. Gesloten huwelijken. 10 November 1782—26 Mei 1811. Een deel. 1138. Articulen inhoudende Saken en Ceremoniën, in de Joodsche Wet sig bevindende. 1808. Een deel. 1139. Register van aanneming van geslachtsnamen door Israëlieten. 15 Maart 1813—13 Juni 1826; (daarachter): Geboortelijst van de Jongelingen behoorende tot de Israëlietische Gemeente, opgemaakt 1 November 1811. Een deel. 1140. Huwelijks-inteekeningboek van de Noorder- en Oosterkerken, van: 26 Mei 1674—30 Januari 1683. 27 September 1681—15 Januari 1695. 8 Januari 1695— 1 Juli 1713. 13 Januari 1714— 7 April 1742. 13 Januari 1714— 1 October 1740. 8 October 1740—29 December 1781. (twee stuks). 5 Januari 1782— 8 October 1883. Acht deelen. 1141. Trouwboek van de Noorder- en Oosterkerken, van: 26 Juni 1605—25 December 1616. 1 Januari 1617—28 December 1625. 4 Januari 1626—11 September 1633. 18 September 1633— 3 Januari 1643. 3 Januari 1643— 6 Januari 1663. 30 December 1662— 4 October 1681. 27 September 1681— 6 Januari 1714. 13 Januari 1714— 1 October 1740. 8 October 1740—29 December 1781. 5 Januari 1782—30 Juli 1809. Tien deelen. 1142. Register van de personen getrouwd in de Groote Kerk. 5 Januari 1782—22 Juni 1811. Een deel. 1143. Contra Boek van de Geproclameerden en Getrouwden in de Evangel. Lutersche Gem(eente). 2 December 1792— 28 Januari 1810. Een deel. 1144. Protocol gehouden van alle diegeenen die voor de Magistrate deser stede getrout werden, van: 6 Mei 1582—17 Maart 1619. 14 April 1619—11 December 1640. 13 April 1625— 9 April 1713. 17 April 1713—14 Juni 1795. Vier deelen. 1145. Contra Trouwboek (van Schepenen). 1 November 1792— 9 Mei 1802. Een deel. 1146. Stukken betreffende huwelijkszaken. 1805—1813. Een bundel. 1147. Dit is het graffboeck belangende alle de graven leggende aen de Zuytsijde van de Pharochyekerck (de groote Kerk), beginnende van 't westeynde van nombre 1 tot aen het oosteynde. Aanvangende 11 Januari 1638. Een deel. 1148. Dit is het grafboeck belangende alle de graven leggende aen de Noortsijde van de Pharochiekerck, beginnende van liet westeynde van nombre 1. Aanvangende 11 Januari 1638. Een deel. 1149. Dit is het grafboeck belangende alle de graven in de Middelkerck beginnende aen het westeynde van nombre 1 tot het Oosteynde, mitsgaders op het Koor ende Achter het Koor, beginnende 11 Januari 1638. Een deel. 1150. Register van de begravenen in de Groote Kerck. van: 3 November 1653—29 Juli 1688. 3 Augustus 1688—27 Juli 1759. 15 Januari 1737—31 December 1782. 7 Januari 1783—20 April 1830. 3 Februari 1755—21 Juli 1816. Vijf deelen. 1151. Grafregister van de Noorderkerk A°. 1734. Een deel. 1152. Gravenboek van de Noorderkerk A°. 1735. Een deel. 1158. Transportregister van graven in de Noorderkerk, van 17 October 1725—31 Januari 1829. Een deel. 1154. Algemeen register op de diverse graven in de Noorderkerk, van 1722—1880. Een deel. 1155. Register van de begravenen in de Noorderkerk, van: 11 Februari 1729— 2 November 1759. 17 November 1759—27 April 1830. 3 Januari 1812—30 April 1830. (duplicaat). Drie deelen. 1156 Kladregister van de ontvangen rechten wegens begraven in de Noorderkerk, van: 4 Februari 1729—22 December 1773. 1 Februari 1774—30 Juli 1812. Twee deelen. 1157. Register van de begravenen in de Oosterkerk, van 16 Mei 1683—14 Januari 1812. Een deel. R e g e s t e n 1 ij s t. 1. 1289 Maart 21. Florens graaf van Hollandt maakt een zoen met Drechterland. Dese brieff was gegeven ende geschreven inden Hage in Sinte Benedictusdage int jaer ons Heeren Duysent twiehondert acht ende tachtich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 214 r°. Gedrukt: v. d. Bergh, II blz. 287. Handt vesten van Medenbliek blz. 48. 2. 1289 Maart 25. Florentius graaf van Holland geeft Medemblyc stadrecht. Datum apud Montem Aleberti anno Domini Millesimo ducentesimo octogesimo octavo in die Annunciacionis Beate Marie Virginis Gloriose. Ingevoegd in de oorkonden van 26 en 29 Maart 1357 en 1550. Inv. n°. 37, 38 en 39. Afschriften zie Reg n°. 19. Gedrukt: v. d. Behgh II, blz. 289. Handtv. v. Medenblick blz. 1. Pols I, blz. 3. 3. 1298 December 22. Jan graaf van Hollant, Zeelant, heer van Vrieslant geeft eenige bepalingen voor de bedijking van Hoghehoutwouderambocht en Drechterland. Int jaer ons Heeren Duysent twiehondert tnegentich ende achte des Maenendaechs nae Sinte Thomasdach des apostels, te Dordrecht. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 215 v°. Gedrukt: v. d. Bergh II, blz. 482. Handtv. v. Medenblick blz. 49. 4. 1299 November 7. Jan graaf van Hollant, van Zeelant, heer van Vrieslant geeft eenige bepalingen voor de bedijking van West-Friesland. Inden jaere ons Heeren Dusent twyehondert tnegentich ende negen des Saterdaechs na Alre Heyligendach, gegeven inden Hage. Afschrift Inv. n°. 1104 blz. 12. Gedeelte van het landrecht voor West-Friesland. Gedrukt: v. d. Bergh II, blz. 505. Handtv. v. Enchuysen blz. 1. 5. 1318 Augustus 13. Paus Johannes XXII vergunt rustige, gehoorzame Beggijnen te blijven bestaan, hoewel zijn voorganger Clemens V de samenwoning van onrustige, ongehoorzame Beggijnen had opgeheven. Datum Avinioni Idibus Augusti pontificatus nostri anno secundo. Vidimus van Conrardus aartsbisschop van Nycosia van 19 Juli 1395. Reg. n». 72. Gedrukt: Mosheim, De Beghardis et beguinabus. Lipsiae 1790. Append. blz. 627. Vgl. Moll, II3, blz. 89. 6. 1322 Mei 6. Willaem enz. gelast zijn schout Gerard Heynenz. de koog bij het noordeinde van Enghusen te bedijken, om in het gebrek aan bouwland te voorzien. Gegeven indie .Hage des Donresdages nae Meydageintjaer ons Heeren MCCC twee ende twintich. Afschrift 1690. Inv. n°. 1112. Gedrukt: v. Mieris II, blz. 286. 7. 1323 Maart 29. Willaem graaf van Henegouwen enz. gelast zijn rechters en schepenen, de bewoners van West-Friesland ongemoeid te laten in het bezit van het hun door den baljuw toegewezen land. Gegeven in Middelburg des Dinc.xendaghes nae Paeschdage int jaer ons Heeren MCCC drie ende twintich. Afschrift 17e eeuw. Inv. n°. 1112. Gedrukt: v. Mieris II, blz. 311. 8. 1326 Juli 25. Willem graaf van Hollant, Zeelant en heer van Vryeslant geeft eenige bepalingen voor de bedijking van West-Friesland. Inden Hage op Sinte Jacobsdach int jair ons Heeren Dusent driehondert ende zes ende twintich Afschrift Inv. n°. 1104 blz. 34. Afschrift 17e eeuw. Inv. n°. 1112. Gedrukt: v. Mieris II, blz. 394. Handtv. v. Medenblick blz. 50. 9. 1330 Januari 1. Willem graaf van Henegouwen van Hollant en Zeelant, heer van Vrieslant staat zijn goede luiden in het vrije ambacht in Drechterlant toe, dat het goed van dienstmannen op hun erfgenamen zal overgaan. Gegeven inden Hage upten Jaersdach int jaer ons Heeren MCCC negen ende twintich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 216 v°. Gedrukt: Handtv. v. Medenblick blz. 51. Vermeld: Regesta Hannonensia blz. 183. 10. 1330 Januari 1. Willem graaf enz. gelast Mathijs Rengersz. baljuw, en Heynric Haren Dircxz., rentmeester van Kenemerlandt en Vriesland, den dijk van Geestmanambocht op dat land te stoelen, „erffelijck te blijven, op kindskind te laten". Gegheven indie Hage opten Jaersdacb int jaer MCCC XXIX. Afschrift 1638. Inv. n°. 1112. Vermeld: Keg. Hann. blz. 183. 11. 1335 Januari 17. De inwoners van West-Friesland beloven graaf Willem te helpen, wanneer hij het kasteel en de stad Medemblick buiten den Frieschen dijk zou moeten sluiten, in verbinding met de hun toegestane inlaag van Beersingerhoirne tot Medemblick. Gegeeven tote Egmonde des Dincxendaghes voir Sinte Agnietendach int jaer ons Heeren MCCC vier endertich. Afschrift 1690. Inv. n°. 1112. Gedrukt: v. Mieris II, blz. 557. 12. 1335 Februari 12. Willaem van Heynegauwen enz. staat de inwoners van West-Friesland toe, een inlaag te maken tusschen Bersingherhoirne en Medenblic. Gegeven indie Haghe des Sonnendags voir Sinte Valentijnsdach int jaer ons Heeren MCCC vier endertig. Afschrift 1690. Inv. n°. 1112. Gedrukt v. Mieris II, blz. 560. 13. 1344 April 8. Willem graaf van Henegouwen oorkondt dat Florens van Alcmade, eertijds rentmeester van Karmerlant en Vryeslant, aan de gemeene buren van Drechterlant zijn windmolens, het t malen, den wind en de gruit voor 100 pond Hollandsch heeft verkocht. Gegheven inden Haghe des Donredaechs nae Paeschdach int jaer ons Heren MCCC vier ende veertich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 216 v°. Afschrift midden 16® eeuw. Inv. n°. 1069, Gedrukt: v. Mieris II, blz. 681. Handtv. v. Medenblick blz. 60. 14. 1355 September 4. Hertog Willem van Beyeren bepaalt dat in Medenblick een ter dood verwezen poorter de helft van zijn goed aan den graaf zal verbeuren; de privilegiën worden bevestigd en verloren geraakten, zullen opnieuw gegeven worden buiten stadskosten; aan de stad worden alle oorlogsdaden vergeven. Ghegeven tot Sinte Geertenberge opten vierden dach van September int jaer ons Heeren Dusent driehondert vijve ende vijftich. Afschrift 1551. Inv. n°. 140. Gedrukt: v. Mieris II, blz. 860. Handtv. v. Medenblick blz. 10. 15. 1356 Januari 27. Hertog Willem van Beyeren schenkt zijn goeden luiden van Enchusen en Gommerskerspel, dezelfde vrijheid en hetzelfde poortrecht onder den naam van Enchusen. Ghescreven in onse stede van Dordrecht des Woensdaghes na Sinte Pauwelsdach conversio int jaer ons Heren Dusent driehondert vive ende vijftich. Afschrift 16e eeuw. Inv. n°. 140. Gedrukt: v. Mieris II, blz. 826. Handtv. van Ench. blz. 4. 16. 1356 Juli 7. Hertog Willem van Beyeren bepaalt dat in Hoorn een ter dood verwezen poorter de helft van zijn goed aan den graaf zal verbeuren; de privilegiën worden bevestigd en verloren geraakten, zullen opnieuw gegeven worden buiten stadskosten; aan de stad worden alle oorlogsdaden vergeven. Ghegeven inden Hage des Donresdages na Sinte Maertijnsdach inden somer int jaer ons Heren MCCC ses ende vijftich, jussu domini comitis. O. (Inv. n°. 36) P. G. Zegel van Willem V. Gr. W. Vrij Gaaf. Afschriften Inv. n°. 124 bl. 11 r0., Inv. n°. 117 bl. 9 10 v° Inv. n°. 124 II, bl. 8 v°. Inv. n°. 119 bl. 23. Inv. n". 119 II, blz. 3. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 4. Handtv. v. Alckmaer en Hoorn blz. 80. Veliüs-Centen blz. 16. 17. 1356 Juli 7. Hertog Willem van Beyeren bekent 1550 schilden van Hoorne te hebben ontvangen, voor het poortrecht door hen gekocht. Ghegeven in den Haghe des Donredages na Sinte Martijnsdach in den zoemer int jaer ons Heren MCCC zes ende vijftich. O. (Inv. n". 266) P. G. Zegel van W. Y. Gr. W. Vrij Gaaf. 18. 1357 Januari 20. Heer Jan van Bruelis, baljuw van Medenblyck bepaalt dat die van Drechterlant en Overleekerambocht geven zullen alsulck geit als op het baljuwschap van Medenblick staat. Dus zoo, gelijk de pachters der beide ambachten pachten. Gegeven tot Hoorne op Sinte Agneten-avont int jaer uns Heeren Duysent driehondert zes ende vijftich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 217 r°. Gedrukt: Handtv. v. Medenblick blz. 51. 19. 1357 Maart 26. Hertog Willem van Beyeren schenkt Hoerne het stadrecht van Medemblyc. Gegeven tot Haerlem int jaer ons Heren Dusent driehondert ses ende vijftich, des Zonnendaghes nae Onser Vrouwedaghe Annunciacio. 0. (Inv. n°. 37) P. G. Zegel van Willem V. Gr. W. Verdwenen. Mede in vidimus van 29 Maart 1357. Inv. n°. 38, en 1550 Inv. n°. 39. Afschriften Inv. n°. 124 bl. 1 r°. Inv. n°. 117 bl. 1 r0., bl. 44 v°. Inv. n°. 124 II, bl. 1 r°. Inv. n°. 119 bl. 1. Inv. n°. 119 II blz. 1, onvolledig. Gedrukt: v. Mieris II, blz. 865. Handtv. v. Alckmaer en Hoorn blz. 79. 20. 1357 Maart 29. Hugo van Assendelf, abt van Egmonde, geeft een vidimus van de oorkonde van 26 Maart 1357. Int jaer ons Heren Dusent driehondert ses ende vijftich, des Woendaghes nae onser Vrouwedaghe Annunciacio. 0. (Inv. n°. 38) P. G. Zegel van abt Hugo. Br. W. G. 21. 1358 Maart 12. Aelbrecht hertog in Beyeren neemt te Alcmaer. heW ruwaardschap over zijns broeders landen aan. Upten twaelften daoh in Maerte int jaer ons Heeren MCCC zeven ende vijftich. O. (Inv. n°. 40) P. G. Zegel van Albrecht R. W. Vrij Gaaf'. Gedrukt: Handtv. v. Alckmaer en Hoorn blz. 11. 22. 1359 Mei 14. Aelbrecht hertog in Beyeren staat zijn goeden luiden in het baljuwschap van Medenblyc toe, dat men niemand zal vangen noch bekommeren van 's heeren wege, wanneer hij borg wil zetten; dat schout en schepenen alle wegen binnen den ban zullen schouwen, en de boete, wegens dijken gevallen, binnen het jaar door dijkgraaf of bode gegaderd moet worden. Ook, dat men als van ouds den deken 10 schellingen bij overspel zal geven. Ghegheven in onser thente voer Delf des Dynsdaghes na Sinte Zervaesdach int jaer ons Heren MCCC neghen ende vijftich. 0. (Inv. n°. 41) P. G. Zegel van Albrecht R. W. Gescli. In vidimus van 1384 Februari 15. Inv. n°. 42. Afschrift zie Reg. n°. 40. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 91. Handtv, v. Alckmaer en Hoorn, blz. 81. Handtv. v. Medenblick, blz. 11. 23. 1360 September 5. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Pieter Rippenz. aan Florens den Zeelander een hofstede bij den Roedenstien heeft verkocht, waarvan Pieter voornoemd en Jacob Hughenz. de eene helft en Hilbrant Heinenz. de andere helft, hem beloofd hebben te waren. Int jaer ons Heren MCCC eride tsestich des Satersdaghes nae Sente Jansdaghe, tot uutghanghen oest. 0. (Inv. n°. 538) P. G. Zegels van schepenen Gharbrant Aerntsz. en Ghennekijn Huusmansz. Gr. W. Gesch. en G. 24. 1365 September 11. Aelbregt hertog in Beyeren staat zijn goeden luiden in het baljuwschap van Medenblicq toe, een sluis te leggen in den ban van Wognum, tusschen den Somerdijck en den Swaechdijck; en een waterschuttinge te maken van den Rijsdam (thans weg van Hoorn naar Wognum) tot den Spierdijck. Gegeven inden Hage des Donredaegs na Onser Vrouwedach Nativitas int jaer ons Heeren MCCC LXV. Afschriften Inv. n°. 119 bl. 38. Inv. n°. 118 bl. 179 v°. 25. 1366 Juni 13. Aelbrecht hertog in Beyeren belooft Drechterlant, het onderhoud van den dijk bij Winckel te doen verleggen op hen aan wie het behoort. Gegeven tot Hoorns tSaterdages nae Sint Odulfsdage int jaer ons Heeren MCCC ses ende tsestich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 219 r°. ' Gedrukt: v. Mieris III, blz. 190. Handtv. v. Medenblick, blz. 51. 26. 1367 Maart 20. Floris Zi elan der bekent 300 schilden van Hoern te hebben ontvangen, voor zijn huis en erf binnen de stad. Int jaer ons Heren Dusent driehondert zeven ende tsestich des Zaterdaechs na Sinte Ghiertrudendaghe. O. (Inv. n°. 538) P. Gr. Het zegel van Zielander is verdwenen. 27. 1367 Juni 20. Schepenen in Hoern oorkonden dat Hillegunt Wille Backers aan Jan Lowenz. eene hofstede in de Oeststraet, ten naasten brande, voor 4 schilden 19 grooten jaarrente, heeft verhuurd. Int jaer ons Heren Dusent driehondert seven ende tsestich des Sonnendaghes na Sacramentsdach. Ingevoegd in de notarieële oorkonde van 24 Juni 1381. Reg. n°. 37. 28. 1367 Augustus 15. Aelbrecht hertog in Beyeren bekent van Hoerne wegens breuken ontvangen te hebben 500 mottoenen. Ghegheven inden Haghe up Onser Vrouwe-dach Assumpcio int jair ons Heeren MCCC seven ende tsestich. O. (Inv. n°. 267) P. Gr. Aanhangend signet van Albrecht. Rr. W. Gesch. 29. 1368 Maart 4. Aelbrecht hertog in Beyeren, schenkt eenige voorrechten aan zijne munters van Hollandt en Zeelandt en die van Brabant. Gegeven in Middelburch opten 4®" dach van Maert 13b/. Ingevoegd in de oorkonde van Maximiliaan en Philips van 17 Maart 1487. Inv. n°. 119, bl. 17, gedeeltelijk bl. 28. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 207. 30. 1368 November 7. Aelbrecht hertog in Beyeren belooft Hoerne schadeloos te houden voor de beloften, gedaan in handen van den hertog van Ghelre wegens huwelijksgift voor Albrecht's oudste dochter Katarina. Ghegeven inden Hage up Sinte Wilbroerdsdach int jair ons Heren MCCC acht ende tsestich. 0. (Inv. n°. 43) P. G. Zegel van Albrecht Gr. W. Vrij Gaaf. 31. 1368 December 21. Aelbrecht hertog in Beyeren schenkt het schrijfambacht binnen Hoerne aan Gherrijt, bastaardzoon van heer Gherrijt van Egmonde, met dezelfde inkomsten als wijlen Wijneken heeft genoten. Ghegheven inden Haghe up Sinte Thomaesdach int jair ons Heren MCCC achte ende tsestich. 0. (Inv. n". 256) P. G. Zegel var Albrecht Gr. W. Gesch. 32. 1369 Februari 2. Aelbrecht hertog in Beyeren doet uitspraak in een geschil over bede tusschen Drechterlant en Hoorne, Enckhuysen en Groote-Broeck. Gegeven inden Hage op Onser Vrouwe-dach Purificacio int jaer ons Heeren MCCC achte ende tsestich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 219 v°. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 222. Handtv. v. Medenblick blz. 51. 33. 1372 December 2. Willem van Cronenburch, baljuw van Medenblick, staat den goeden luiden van Hogewoudercogge toe, het onderhoud der gemeenschappelijke bruggen onderling te verdeelen. Int jaer ons Heren MCCC twe ende tseventich, des Donredages na Sente Andriesdach. Afschrift Inv. n°. 1076. P. G. van den notaris Everhardus Purmer, 16e eeuw, naar het origineel in de stèdekist van Hoogwoud. 34. 1373 December 31. Schepenen in Horne oorkonden, dat raden van de stad aan Jan Claes Ysebrantszoonsz. twee Fransche schilden jaarrente uit Willem Jacopsz. hofstede hebben verkocht. Int jare ons Heren Dusent driehondert drie ende tseventich, op den Jaersavont. 0. (Inv. n°. 1020) P. G. Zegels van schepenen Dirc Claesz., •Tan Pietersz. en Glieret Foey Gr. W. Gesch. en van de stad. Gr. W. Vrij Gaaf. 35. 1380 Maart '24. Aelbrecht hertog in Beyeren geeft Drechterlant bepalingen voor het keuren en schouwen der dijken. Gegeven te Kavsnoit (Le Quesnoy, Dep4, du Nord, Frankrijk) upden Paeschavont int jaer ons Heeren MCCC ende tachtich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 220 v°. Afschrift 1690. lnv. n°. 1112. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 369. Handtv. v. Medenblickblz. 52. 36. 1381 Februari 24. Schout, schepenen en raden van Hoerne staan den schippers toe, een gild te stichten ter eere van God en St. Geertruida. Int jair ons Heeren Dusent driehondert een ende tachtich, op Sinte Mathijsdach apostoli. Afschrift Pap. O. 15e eeuw met aan de achterzijde aanvullingsbepalingen en afschriften. Inv. n°. 119 II bl. 5. Gedrukt: Velitjs, blz. 19; Pols II, blz. 68. 37. 1381 Juni 24. Anno nativitatis (Domini) Millesimo trecentesimo octuagesimo primo, indictione quarta, mensis Junii die vicesima quarta, hora quasi vesperarum, pontifieatus sanctissimi in Christo patris ac domini domini nostri Urbani, divina providencia pape sexti, anno quarto. Hillegundis weduwe van Wille Backers vermaakt aan de fabriek van de Parochiekerk eene hofstede in de Oosterstraat, welke zij blijkens ingevoegde schepenakte van 20 Juni 1367 heeft verhuurd aan Johannes Lowen, die deze weer aan Jacobus Harmanusz. heeft overgedragen; onder bepaling, dat indien Nicolaus, cureit van Berchout, de erflaetster overleeft, hij de rente zal mogen gebruiken voor kerkelijke doeleinden. Verder geeft zij uitvoerige voorschriften tot het houden van haar jaargetijde. Acta sunt hec in domo habitacionis domini Nycolai predicti,anno, indictione, mense, die, hora et pontifieatus quibus supra. O. (Inv. n°. 723) P. G. Met het merk van den notaris Geraerdus Egidiusz. 38. 1382 Mei 12. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Everaert Meynaertsz., aan gasthuisvoogden heeft verkocht eene hofstede in de Kercstraete. Op Sinte Pancraesdach int jaer ons Heren MCCC tvie ende tachtich. O. (Inv. n°. 872) P. Gr. Zegels van schepenen Willem van Rolland, Heyn Jansz. en Jan Roede Claesz. Gr. W. Gesch. en G. 39. 1383 Februari (>. Aelbrecht hertog in Beyeren vergeeft Hoerne, clat zich van den schout van den Veenhoep, pauwen had toegeëigend. Ook, het ontvangen van poorters in strijd met het handvest; en staat verder toe, dat de stad voortaan poorters van allerlei herkomst mag ontvangen. Ghegeven inden Hage tsVridages na Sinte Aechtendach int jaer ons Heren MCCC twee ende tachtich. 0. (Inv. n°. 44) P. G. Zegel van Albrecht Gr. W. Gesch. Afschriften Inv. n°. 124 bl. 12 r°. Inv. n°. 117 bl. 9 r°. Inv. n°. 124 II, bl. 9 r°. Inv. n°. 119 bl. 24. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 385. Handtv. v. Alckmaer en Hoorn blz. 80. 40. 1384 Februari 15. Gherijd van Heemskerke geeft een vidimus van de oorkonde van 14 Mei 1359. Ghegeven des Manendachs na Sinte Valentijnsdach int jaer ons Heren MCCC vier ende tachtich. 0. (Inv. n°. 42) P. G. Zegel van Heemskerk Br. W. G. Afschriften Tnv. n°. 124 bl. 12 v°. Inv n°. 117 bl. 10 v°. Inv. n°. 118 bl. 239 r°. Inv. n". 124 II. bl. 9 v°. Inv. n°. 119 bl. 25. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 91. Handtv. v. Alckmaer en Hoorn blz. 81. Handtv. v. Medenblick blz. 11. 41. 1384 April 19. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Hoene aan Jacop Hermansz. een werf in de Ghou heeft verkocht. Des Dinghesdaechs na Beloken Paesschen int jaer ons Heren MCCC vier ende tachtich. 0. iPnv. n°. 783) P. G. Zegels van schepenen Willem Everaertsz. en Rembout Michelsz. Gr. W. G. Aan de achterzijde: Item dit is dat erve daer die capelle op staet. 42. 1385 Juli 11. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jacop Hermansz. en Claes Jansz. aan heer Ghiselbrechts Douwe, heer Jan van den Gronde, heer Pauwels Albertsz., heer Jan Volmersz. en aan Outgher Michelsz. hun huis en erf in de Ghowe hebben geschonken, om mannen op te nemen die God in ootmoed willen dienen; en dat zij gehouden zijn bij overlijden van een hunner, steeds een ander in diens plaats te kiezen. Int jaer ons Heren Dusent driehondert vijf ende tachtich, des Dinghesdaghes na Sinte Maertijnsdaghe translacio. O. (Inv. n°. 783) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Claesz. en Willaem Evertsz. Gr. W. Nagenoeg verdweneu. Over Ghiselbrecht Douwe. zie Aoquoy, Windesheim III, blz. 26, 28. 43. 1386 September 10. Schout, schepenen en raad van Hoerne oorkonden, dat de graaf van Holland, wien aanbestorven is het goed van Meynart Wolfartsz., daar de erfgename van deze in Oestvryeslant woont, die nalatenschap heeft geschonken aan „den broeder, met de begeven priesters" (De Fraterheeren?). Int jaer ons Heren Dusent driehondert sessen tachtich, des Maendaechs na onser Vrouwedach Nativitas. O. (Inv. n°. 784) P. Gr. Zegels van schout Jan van Haerlem, schepenen Jonghe Rolof. Gherbrant Stam en raad Claes Doedensz. Gr. W. 3 G., 1 Zeer Gesch. 44. 1386 November 22. Albrecht hertog in Beyeren staat zijn goeden luiden van Gheestmerambocht, Opdam, Hensbroeck, Ursem en Spanbroeckerkoech, en allen die op den Wairt uitwateren, toe, eene betere afwatering te maken (later de Langereis genoemd). Gegeven inden Hage int jair ons Heren Duysent driehondert ses ende tachtich, op Sinte Clemens-avont. Afschriften Inv. n°. 1069. Gedrukt: Handtv. v. Medenblick, blz. 62 en in gewijzigden vorm van 1385: v. Mieris III, blz. 421. 45. 1387 Januari 14. Schepenen in Enchusen oorkonden, dat Griete Witten Tadekensz. huisvrouw heeft verklaard, dat haar overleden vader een rietland aan de kerk van Hoerne heeft geschonken. Int jaer ons Heren Dusent drie hondert seven ende tachtich, op Sinte Ponciaensdach. O. (Inv. n°. 723) P. G. Zegel van schepen Gr. W. Gesch. Het zegel van den anderen schepen is verdwenen. 4tt. 1387 December 6. Aelbrecht hertog in Beyeren, verpacht zijn goeden luiden van Berchout en die met hen wateren in de kogge van de Veenhop, hunne sluizen. Ghegeven in den Haghe op Sinter Claesdach intjaerons Heren MCCC zeven ende tachtich. * 0. ilnv. n°. 1088) P. Zeer Gesch. Het zegel van Albrecht is verdwenen. Mede in vidimus van 8 October 1433. Afschrift Inv. n°. 117 bl. 52 r°. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 478. 47. 1387 December 6. Aelbrecht hertog in Beyeren verpacht zijn goeden luiden van Veenhuysen en die met hen wateren, hunne sluizen. Gegeven inden Hage op Sinte Claesdach int jaer ons Heren MCCC zeven ende tachtich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 238 r°. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 479. Handtv. v. Medenblick blz. 31. 48. 1387 December 6. Aelbrecht hertog in Beyeren staat Enchusen toe de vrijheid uit te breiden, wegens afneming aan de zeezijde; en geeft eenige voorrechten over tappen en rechtspraak. Gegeven in den Hage op Sinte Claesdach anno LXXXVII. Afschrift 1690. Inv. n°. 1112. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 478. Handtv. v. Ench. blz. 15. 49. 1387 December 7. Aelbrecht hertog in Beyeren staat Drechterlant eenige voorrechten toe over tappen, rechtspraak, verpachting, bedijking en aangaande de verhouding tot den proost van V rieslant. Gegeven inden Hage int jaer ons Heeren MCCC' seven ende tachtich (op Onser Vrouwe-avondt Conceptio). Afschrift Inv. n°. 118 bl. 221 v°. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 480. Handtv. v.. Medenblick blz. 53. 50. 1387 December 14. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Rissent Lubberts aan voogden van den Heiligen Geest het door haar bewoonde huis in de Noorderkerksteghe, heeft verkocht. Des naesten Saterdaechs na Sinte Lucyendach int jaer ons Heren Dusent driehondert seven ende tachtich. 0. (Inv. n°. 873) P. G. Zegels van schepenen Jonghe Koelof en Syinon Harmansz. Gr. W. Gesch. 51. 1388 November 2. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Pieter Dircsz. aan Dirc Oude Claesz., ten behoeve van zijn grootmoeder Griet, eene hofstede in de Oeststrate heeft verkocht', thans bewoond door Katrijn Groete Reynken. Op Alrezielendach int jaer ons Heren Dusent driehondert acht ende tachtig. O. (Inv. ii° *1023) P. G. Zegels van schepenen Nelys Aelbrechtsz. en Symon Harmansz. Gr. W. G. 52. 1388 November 2. Schepenen in Hoerne oorkonden dat zij voldaan hebben aan het verzoek van Dirc Oude Claesz. voor Griete Jan Marsmansd., om Katrijn Groete Reynken te gelasten op nieuw Griete's hofstede en huis te 'huren of het huis te koop te stellen. Zij hebben het huis te koop gesteld en de hofstede te huur 'voor twee oude Fransche schilden jaarrente tot den naaste brande, waarna Dirc aan Katrijn de hofstede in huur heeft gegeven. Op Alrezielendach int jaer ons Heren Dusent driehondert acht ende tachtich. O. (Inv. n°. 1023) P. G. Zegels van schepenen Aernt Remboutsz. en Symon Harmansz. Gr. W. Gesch. en G. 53. 1388 November 24. Bartholomeus van Raephorst, baljuw van Medenblyck, doet uitspraak in een geschil tusschen die van Groot-Oesthuysen en Drechterlant, over riemtalen en pacht. Gegeven inden jare ons Heren Dusent driehondert acht ende tachtigen up Sinte Catherinen-avont. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 218 r°. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 508. 54. 1389 Januari 20. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Jan Harkenz. aan voogden van den Heiligen Geest heeft verkocht de halve hofstede, welke hij Florijs Jansz. volgens schepenvonnis had afgepand. Op Sinte Angnyeten-avont int jaer ons Heren Dusent driehondert neghen ende tachtig. O. (Jnv. n°. 871) P. Gesch. Zegel van schepen Aernt Remboutsz.; het zegel van schepen Ysebrant Melisz is verdwenen. Over panding, zie Pols I, CXXXIY v. 55. 1389 Juli 1. Aelbrecht hertoge in Beyeren schenkt aan Kennemerland eenige voorrechten. Gegeven inden Hage des Donredaegs nae Ste Peter en Paulusdagh, apostelen, int jaer ons Heeren Duysent driehondert negen ende taghtigh. Afschrift Inv. n°. 1112. Pap. G. 17e eeuw in de oorkonde van 13 Juli 1556. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 529, Lams, blz. 23. 50. 1389 December 3. Andries Garbrantsz., vice-cureit te Hoern, oorkondt dat Jonge Dirc Outgher Michelz. c.s. verklaard hebben, dat Pieter Nannenz. en Katrine zijn huisvrouw drie morgen en 'li hond land onder Westerblocwer aan kerkvoogden van Hoern hebben vermaakt, waaruit de kerck jaarlijks een Fransch schild moet ontvangen; het Onze Vrouwegild en het Klerkengild eveneens, om daarvoor hun altaren te verlichten; wat er overblijft zal voor kleeding en schoeisel der arme kinderen worden besteed. Int jaer ons Heren Dusent driehondert neghen ende tachtich, op Sinte Barbaren-a vont. O. (Inv. n°. 726) P. Gesch. Zegel van Andries Garbraentsz. Gr. W. G. 57. 1389 December 6. Aelbrecht hertog in Beyeren staat aan Hoern toe, dat de Denen voor eiken os of elk paard ter markt gebracht, een ouden groot moeten geven; het goed gegeven aan een bastaard, die poorter is, moet na diens dood aan de schenkers teruggegeven worden of, als deze dood zijn, aan de rechte erven, terwijl het overschietende aan de verwanten van moederszijde zal komen. Ghegeven inden Hage op Sinter Claesdach int jaer ons Heren MCCC neghen ende tachtich. O. (Inv. n°. 45) P. G. Zegel met contrazegel van Albrecht Gr. W. Gesch. Afschriften Inv. n°. 124 bl. 13 r°. Inv. n°. 117 bl. 10 r°. Inv. n°. 124 II, bl. 10 r°. Inv. n°. 119 bl. 26. Afschrift 16e eeuw. Inv. n°. 140. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 54; Handtv. v. Alckmaer en Hoorn, blz. 81. 58. 1389 December 6. Aelbrecht hertog in Beyeren staat Hoern toe, dat de schout niet tappen mag. Bevat verder de voorrechten hierboven in N°. 57 omschreven. Ghegheven inden Haghe op Sinte Nyclaesdach int jaer ons Heren MCCC neghen ende tachtich. O. (Inv. n°. 46) P. Gr. Zegel met contrazegel van Albrecht Gr. W. Gesch. Afschriften Inv. n°. 124 lil. 24 r°. Inv. n». 117 bl. 11 v°. Inv. n°. 124 II, bl. 10 r°. Inv. n°. 119 bl. 27. Gedrukt: v. Mieris III, blz. 541. Handtv. v. Alekmaer en Hoorn, blz. 82. 59. 1391 Januari 13. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat zij Gryete Witte Tadekens huisvrouw op haar ziekbed getuigenis hebben afgenomen, dat haar vader Tydeman Hannensz. het erf heelt geschonken waar nu de herk op staat, benevens een rietakker oostelijk van liet kerkhof tot aan de Begijnen. Int jaer ons Heren Dusent driehondert een ende neghentich, óp Sinte Poncyaens-avont. O. (Inv. n°. 723) P. Gesleten. De zegels van schepenen Heyn Jansz., Claes Jansz., Claes Albertsz. en Maertyn Jansz. zijn verdwenen. 00. 1391 Februari 1. Schepenen in Hoorne oorkonden, dat heer Bartholomeeus van den Veen, cureit van Hoorne, aan Willam Claesz. en Ysebrant Melysz. een erf binnen de vesten voor 1 >/2 Fransch schild in erfpacht heeft gegeven. Int jaer ons Heren Dusent driehondert ien ende tneghentich, (les Woensdaghes op Onser Vrouwe-avont Purificacio O. (Inv. n°. 723) P. . Zegels van schepenen Jacop Pieterszoonsz. en Maerten Jansz. Gr. W. G. en Gesch. 01. 1391 November 23. Aelbrecht hertog in Beyeren, staat allen, die geland zijn in het uitgeworpen land onder Scaerwoud toe, een nieuwen dijk te maken, en geeft verder bepalingen hieromtrent. ^ Gegeven in den Haege op Sinte Clemens dagh anno XCI. Afschrift 17e eeuw. Inv. h°. 1112. 02. 1392 Mei 20. . .. .. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pielgrijn Gerijtsz. heeft geschonken het huis, door de priesters heer Jan Volmersz., heer Jacob Pietersz. en heer Gerijt van der Horst bewoond, benevens een stuk land dat heer Jan en Outgher Mychels tot den naasten brande toe, van hem in onderhuur hebben. Int jaer ons Heren Dusent driehondert twe ende neghentich, des Maendaechs na Sente Servaesdach. O. (Inv. n°. 783) P. G. Zegels van schepenen Heyne Mertijsz. en Haernt Claesz. Br. W. aan den eischer, benevens aan alle schouten, schepenen en gerechtsdienaren, op straffe van excommunicatie en 40 oude Fransche schilden, te verbieden om gedurende het proces iets te doen ten nadeele van de gedaagden, of wel de genoemde goederen aan te tasten. En dit, dewijl de procureur van eischer, niet op den vastgestelden dag te Utrecht in de kerk is verschenen. Datum et actum ubi supra, sub anno nativitatis Domini Millesimo quadringentesimo sexto, indictione quartadecima, feria quarta post dominicam Quasimodo, de mane, hora terciarum et causarum. O. (Inv. n°. 787) Zegel van Andreas de Scoerle Gr. W. Gesch. 138. 1406 Mei 29. Willem hertog in Beyeren geeft zijn goeden luiden uit het baljuwschap van Medenblick ende Drechters, i) Waterstraet, steeds in dezen tijd en later de Gouw genoemd. eenige voorrechten over tienden, breuken en rechtspraak. Gegeven inden Hage opten negen en twintichsten dach in May int jaer ons Heeren Duysent vierhondert ende zes. Afschrift Inv. n°. 118, bl. 227 v°. Gedrukt: v. Mieris IV, blz. 34. Handtv. Medenblick, blz. 58. 139. 1406 Juni 12. Willem hertog in Beyeren verzoekt aan Hoirn Garbrant Stam, Jan Tijmansz. en Claes Doedenz. te betalen 2641/4 Vlaamsche nobels voor te Gorinchem geleverde ossen, in mindering van het op Kerstavond 1406 en 1407 te verschijnen morgengeld. Gegeven inden Hage upten Xllsten dach in Junio int jair ons Heeren MCCCC ende zesse. O. (Inv. n°. 60) P. Cr. Zegel van Willem VI Gr. W. Gesch. 140. 1406 Juli 23. Willem hertog in Beyeren sluit eene overeenkomst met de steden van Hollant en Zeelant, dat hij gedurende vijf jaar geen eigen munt zal slaan, maar den koers deimunt van andere heeren vaststellen, waarvoor zij hem anderhalf maal zooveel sleiscat als het laatst onder hertog Albrecht, zullen op brengen, tot een jaarlijksch bedrag van 12000 oude Wilhelmus Hollandsche guldens. Gegeven inden Hage upten drie ende twintichsten dach in Julio int jair ons Heren Dusent vierhondert ende sesse. O. (Inv. n". 447) P. G. Zegel van W. VI Gr. W. Gesch. Gedeeltelijk gedrukt bij v. d. Chijs, blz. 281—283. 141. 1406 September 25. Hugho Wouterusz., Ghiselbertus Dou, Paulus Albertusz. i priesters en Outgherus Michaelsz. en Tidemannus Zael, bestuurders van een huis binnen Hoern, oorkonden, dat zij mannen opnemen, die God in ootmoed en kuischheid willen dienen, waaronder de priesters Wilhelmus Allardusz. en Fredericus Mathiasz. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo sexto sabbato post Mathei apostoli et evangeliste. 0. (Inv. n°. 786) P. G. Zegels van Hugho Wouterusz., Ghiselbertus Dou, Paulus Albertusz., Outgherus Michaelsz., en Tidemannus Zael. Gr. W. 4 G. 1 Gesch. 142. 1407 Maart 2. Schepenen in Hoirne oorkonden, dat Wyggher Jacobsz. 12 m aan de stad in eigendom heeft opgedragen de vesten, welke hij haar bij zeventuig had afgewonnen. Int jair ons Heren Dasent vierhondert ende seven upten anderen dach in Mairte. O. (Inv. n°. 537) P. G-. Zegels van schepenen Jan Mairtijnz. en Syvaert Gherbrantz. Gr. W. Gesch. en G. 143. 1407 Maart 12. Schepenen van Hoern oorkonden, dat scheidsrechters, op eene klacht van Jacop Hermansz. in het geding tegen Outgher Michaelsz. en zijne medeprocuratoren, over het in bezit nemen van een huis en erf, door Jacop aan de armen geschonken, na een zeventuig hebben besloten, dat het groote huis tot Mariakapel zal dienen, dat in het achtergedeelte heer Willem van Petten en heer Vrederic Mathijsz. arme geestelijke manspersonen mogen opnemen, en dat heer Jacop en Jacop Hermansz., in het thans door hen bewoonde huis, arme geestelijke menschen mogen herbergen; dat de stad jaarlijks drie personen zal aanstellen, die met heer Jacop van Edam en heer Vrederic Mathijsz. voogden over de kapel zullen zijn, en dat niemand, die niet op het erf woont, daar eene prebende zal hebben. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende seven op Sinte Gregoriusdach. O. (Inv. n°. 788) P. G. Zegels van schepenen Allert Tetenz. Gr. W. G., Heyn Jansz. verdwenen, Jan Pietersz. Gr. W. G., Jan Martijnsz., Syvaert Gherbrantsz. Gr. W. Gesch., Jan Albertsz. en Pieter Claes Doedenz. Gr. W. G. 144. 1407 April 25. Willem hertog in Beyeren bekent door zijn thesaurier Philips van den Dorp, van Hoirn te hebben ontvangen voor morgengeld, 236 schilden 171/a groot, verschenen Kerstavont 1.1. Gegeven inden Hage upten XXYsten dach in Aprille int jair ons Heren MCCCC ende seven. O. (Inv. n°. 268) Pap. Vrij Gaaf. Signet van Willem VI Br. W. G. 145. 1407 Augustus 22. Willem hertog in Beyeren verzoekt aan Hoirn aan Willem Grebber te betalen voor geleverde ossen en spek, 383 kronen 5 groot botkins, in mindering van het op Kerstavond e. k. tè verschijnen morgengeld. Gegeven inden Hage upten XXI [sten dach in Augusto int jair ons Heeren MCCCC ende zeven. O. (Inv. n°. 60) P. Gr. Zegel van Willem VI Gr. W. Gesch. 146. 1407 December 4. Margariete van Bourgondië hertogin in Beyeren bekent van Hoern ten geschenke te hebben ontvangen 100 Fransche kronen. Gegeven inden Hage int jair ons Heeren MCCCC ende zeven opten IlIIJen dach van Decembris. O. (Inv. n°. 269) Pap. G. Het opgedrukt zegel van Margaretha van Bourgondië (vrouw van Willem YI) is verdwenen. 147. 1407 December 27. Willem hertog in Beyeren stelt vijf heemraden aan over Kennemerland en Vrieslandt. Gegeven inden Hage op St. Johansdagh Evangeliste int jaer MCCCC ende seven.' Afschrift 1697. Inv. nö. 1084. Gedrukt: v. Mieris IV, hlz. 92, Lams, blz. 40. 148. 1408 April 4. Schepenen in Hoirn schatten voogden en timmermeesters van den Heiligen Geest '/is deel van Ewout Allijnz. huis toe, wegens l'/a jaar aan hen verschuldigde huur van eene hofstede, staande op het erf van den Heiligen Geest in de Noirderstraet, ten noorden van het Gasthuis. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ende acht up Sinte Ambrosiusdach. O. (Inv. n°. 873) P. G. Zegels van schepenen Glierbrant Jacob Stammenz., Syvairt Tetenz., Pieterz Martiniz. Gr. W. Gesch., Jacob Jansz. en Steven Dircz. Br. W. Gesch. 149. 1408 April 17. Willem hertog in Beyeren gelast de steden van Hollant, die soldij geven voor zijn kasteel te Gorinchem, het geld ter hand te stellen aan Jacob, den bode van zijne kapiteins. Gescreven inden Hage des Dinxdages naden Heiligen Paeschedach int jair ons Heren Dusent vierhondert ende acht. Inv. n°. 61, in vidimus van 25 April 1408. 150. 1408 April 25. Clais die Wael, schout te Hoirn, geeft een vidimus der oorkonde van 17 April 1408 en verklaart, dat Jacob de bode 420 guldens heeft ontvangen. .... Tr Up Sinte Maircusdach ewangelist int jair ons Heren Dusent vierhondert ende acht. 0. (Inv. n°. 61) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van Clais die Wael Gr. W. Gesch. 151. 1408 Juni 16. . Willem hertog in Beyeren vereenigt de Veenhop met Hoime. . . . , Gegeven inden Hage opten sestiensten dach m Junio int jair ons Heeren Duysent vierhondert ende achte. Inv. n°. 62. Afschrift P. G. van Annoque en de Cleve van 1458 met de oorkonde van 20 Juni 1408. Afschriften Inv. n® 118, bl. 100 r°. Inv. n®. 124 IV, bl. a r®. Inv. n». 119. bl. 41. Inv. n®. 119 II, blz. 10. Afschriften 17e eeuw. Inv. n®. 231. T Gedrukt: v. Miebis IV, blz. 103. Velius, blz. 31. Pols I, blz. 20. 152. 1408 Juni 20. . .. Willem hertog in Beyeren gelast Hoirn zijn goede luiden van Veenhop aan te nemen. . Gegeven inden Hage upten XXten dach m Junio int jair ons Heeren Duysent CCCC ende achte. Inv n® 62. Afschrift P. G. met de oorkonde van 16 Juni 1408. Afschriften Inv. n®. 118, bl. 100 v». Inv. n». 124 IV, bl. C r°. Inv. n®. 119, bl. 43. Inv. n®. 231. Gedrukt: Pols I, blz. 22. 153. 1408 October 25. . , Hugho Wouterusz. (Goutsmit) cureit van de kerk dei Begijnen te Haerlem, Ghiselbertus Dou, Paulus Albertusz. priesters en Tidemannus Zael poorter van Aemstelredam, procuratoren en rectoren van het huis waar nu heer r redericus Mathiasz., priester, in woont, kiezen Reynerus V ïsbaen, poorter van Aemstelredam, tot procurator in plaats van wijlen Outgherus Michaelz. . 'Datum anno Domini M°CCCC° octavo, vicesima quinta die mensis Octobris. O (Inv. n®. 785) P. G. Zegels van Hugho Wouterusz., Ghiselbertus Dou, Paulus Albertusz. en Tidemannus Zael Gr. A\ . G. 154. 1408 October 25. Ghiselbertus Dou en Paulus Aelbertusz. kiezen Reynerus Visbaen, poorter van Aemstelredam, wegens het overlijden van Outgherus Michaelz., tot procurator van de door Ludua Hermannz. weduwe gestichte vicarie. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo octavo vicesimaquinta die mensis Octobris. O. (Inv. n°. 813) P. G. Zegels van Ghiselbertus Dou en Paulus Aelbertusz. Gr. W. Gesch. 155. 1408 December 10. Mathijs Andryesz. schout te Abbenkerc oorkondt, dat Jan Jansz. aan Jan van den Veenen. Gherijt Jans Papenzoon heeft verkocht twee gouden Fransche schilden erfpacht, uit twee morgen land onder Abbenkerc. Ghegheven int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende acht des Manendaechs nae Onser Vrouwedach Concepcio. O. (Inv. n°. 736) P. G. Het zegel van schout Mathijs Andryesz. is verdwenen. 156. 1409 Januari 26. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Claes Dirc Feytsz. en zijne moeder Hijl, aan Jacob Jan Alytsz. hebben verkocht, eene hofstede in de Oesterstraet, maar deze weer voor twee Fransche schilden jaarrente hebben gehuurd. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ende neghen des Saterdaghes nae Sinte Pouwelsdach convercio. O. (Inv. n°. 1023) P. G. Zegels van schepenen Meiijs Albertz. en Lutgen Pietersz. Gr. W. G. 157. 1409 Mei 7. Andreas de Scoerle, proost van West-Friesland verandert, op verzoek van de ministra en zusters der Derde Orde van St. Franciscus te Hoern, de huizen van St. Agnes, St. Catharina, St. Cecilia en St. Geertruida in conventen, en staat haar toe, wat aangaat personen en goederen, dezelfde kerkelijke vrijheid te genieten en de voorrechten te gebruiken als aan personen van de orde in de stad en het bisdom Utrecht door pauselijk of bisschoppelijk gezag is verleend. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo nono, feria tercia post dominicam Cantate. O. (Inv. n°. 796) P. G. Zegel van Andreas de Scoerle Gr. W. G. 158. 1409 Mei 9. Schepenen in Hoern schatten voogden en timmermeesters van den Heiligen Geest '/15 deel van Ewout Allinsz. huis toe, wegens een jaar aan hen verschuldigde huur van eene hofstede, benevens '/ie deel van dit huis, dat Claes de Wael gepand en den Heiligen Geest geschonken heeft. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende neghen des Donredaghes nae Sinte Jansdach ante portam latinam. O. (Inv. n°. 873) P. G. Zegels van schepenen Syvert Tetenz. verdwenen, Jacop Jansz., Pieter Maertsz., Pieter Heertsz. Gr. W. Gesch., Jacop Groet Jansz. verdwenen en Pouwels Tymansz. Gr. W. Gescli. 159. 1409 Augustus 9. Willem hertog in Beyeren bekent door zijn tresorier Foeykiin, van Hoirne te hebben ontvangen 750 nieuwe Geldersche guldens morgengeld verschenen Kerstavond 1.1. Ghegeven upten negensten clach in Augusto int jair ons Heeren MCCCC ende negen. O. (Inv. n°. 268) Pap. G. Opgedrukt signet van Willem VI R. W. G. 160. 1409 Augustus 19. Willem hertog in Beyeren verbiedt den deken van Vrieslandt, vee of landrenten der poorters van Hoern in beslag te nemen. Gegeven opten IX*ten (lees XIXsten) dach in Augusto int jair ons Heren MCCCC ende neghen. Afschrift Inv. n°. 119, blz. 11. Gedrukt: v. Mieris IV, blz. 126. Velius, blz. 31. 161. 1410 Januari 5. Hughe Woutersz. (Goutsmit) cureit van de Begijnekerk te Haerlem machtigt heer Pauwels Aelbertsz., priester, zijne belangen te behartigen aangaande de zeven huizen en erven binnen Hoern, waarvan hij medebestuurder is. Int jaer ons Heren MCCCC ende tien opten Dertienden avont. O. (Inv. n°. 785) Pap. Gesch. Opgedrukt zegel van Hughe Woutersz. Gr. W. G. 162. (1410) Maart 7. Hertog Willem van Beyeren maant Hoirne aan, met zijn dienaar Wouter bij Dage, overleg te plegen over het Kerstavond 1.1. verschenen morgengeld. Gescreven opten zevenden dach in Mairte. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. Blijkens kwitantie van 19 Maart 1410 is het stuk van dat jaar. 163. 1410 Maart 19. Wouter bij Daeghe bekent 500 guldens van Hoirn te hebben ontvangen, in mindering van 617 schilden, die de stad op Kerstavond 1.1. voor morgengeld schuldig was. Ghescreven des Woensdages nae Sinte Gregoriusdach int jair ons Heren Dusent vierhondert ende neghen. O. (Inv. n°. 268) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van Wouter bij Daeghe Br. W. Gr. 164. 1410 October 10. Willem hertog in Beyeren verzoekt Hoirn zijn zadelmaker Clais, 400 kronen te betalen, in mindering van breuken, die de poorters zullen kunnen begaan. Gegeven inden Hage tien dagen in October int jair ons Heren MCCCC ende tien. 0. (Inv. n°. 60) P. Gr. Zegel met eontrazegel van Willem VI R. W. Gesch. 165. 1410 November 2. Schepenen in Hoorn oorkonden dat Ysbrant Reynersz. een stuk erf over de stadsvesten, van Coptgen Meusz. heeft gehuurd voor eene jaarrente van een oud Fransch schild en twee oude Vlaamsche grooten. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende thien op Aller Zielendach. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 59 v°. 166. 1411 Februari 20. Willem hertog in Beyeren vergeeft Hoirn de breuken, wegens niet verschijnen op het huis te Stavoren, en bekent hiervoor te hebben ontvangen door zijn thesaürier heer Philps van Dorp, 2000 Fransche kronen. Gegeven tot Kanoyt (Le Quesnoy) upten twintichsten dach in Februario int jair ons Heren MCCCC ende thien naden lope van onsen hove. 0. (Inv. n°. 63) P. G. Zegel met contrazegel van Willem VI R. W. G. 167. 1411 Februari 20. Willem hertog in Beyeren staat Hoirn toe, dat de schout een poorter zal berechten, die ongestraft terugkeert, na breuken begaan te hebben buiten de stad en binnen het baljuwschap van Medemblic; en dat men slechts poorters, die aangrenzend land hebben geoorbaard, tot een landtuig dagen mag. Gegeven tot Kanoyt (Le Quesnoy) upten twintichsten clach in Februario int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tyen, naden lope van onsen hove. 0. (Inv. ii0. 64) P. Cr. Zegel met contrazegel van Willem YI R. W. Vrij Gaaf. Afschriften Inv. n°. 124, bl. 23 v°. Inv. n°. 117, bl. 16 v°. Inv. n°. 124 II, bl. 14 v°. Inv. n°. 119, bl. 44. Gedrukt: v. Mieris IV, blz. 161. Handtv. Alckmae-r, Hoorn, blz. 86. 168. 1411 Februari 20. Willem hertog in Beyeren schenkt Hoirn vrijdom van markttollen te Woudrinchem en Huesden. Gegeven tot Kaynoit (Le Quesnoy) upten twintichsten dach in Februario int jair ons Heren Duzent vierhondert ende thien naden loip van onsen hove. 0. (Inv. n°. 65) P. G. Zegel met contrazegel van Willem VI R W Gresch. Afschriften Inv. n°. 117, bl. 17 v°. Inv. n°. 124 II, bl. 15 r°. Inv. n°. 119, bl. 45. Gedrukt-, v. Mieris IV, blz. 162. Handtv. Alckmaer, Hoorn, blz. 87. 169. 1411 Februari 26. Willem hertog in Beyeren verzoekt Hoirn, zijn zadelmaker Claiskin het geld te betalen wegens breuken, die de poorters hebben begaan. Gegeven tot Kaynoit (Le Quesnoy) XXVI dagen in Februario int jair ons Heren MCCCO ende thien na den lope van onsen hove. O. (Inv. n°. 60) Pap. Gesch. Signet van Willem VI. Vrij Gaaf. 170. 1411 Maart 25. Willem hertog van Beyeren staat heer Gerijt Jacobsz., priester, toe eenig buitendijksch land voor Wevertshoeff (Wervershoof) van een zomerdijk te voorzien en geeft daaromtrent bepalingen. Gegeven inden Hage op den XXVn dach in Maerte int jaer ons Heeren Duysent vierhondert ende tien. In vidimus van 20 Juni 1463. Reg. n°. 694. 171. 1411 Maart 31. Schepenen in Hoern schatten voogden en timmermeesters van den Heiligen Geest anderhalt' '/is deel van Ewout Allijnsz. huis toe, wegens 1'/2 jaar hun verschuldigde huur van eene hofstede. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende elve des Dinghesdaghes na Onser Vrouwedach Anonciacio. O. (Inv. n°. 873) P. G. Zegels van schepenen Nelijs Albertsz., Luytgen Pietersz. Gr. W. G. en Gesch., Syvert Garbrantsz. Br. W. G., Vrerije Symoentz. verdwenen, Jan de Wael Claesz., Dirc Jan Evertsz. Gr. W. Geseh. en Matijs Heertsz. verdwenen. 172. 1411 Juni 14. Schepenen in Hoern schatten voogden en timmermeesters van den Heiligen Geest '/io deel van Ewout Allijnsz. huis toe wegens hun verschuldigd '/ï jaar huur van eene hofstede. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende elve op Sinte Vechtsavont. O. (Inv. n°. 873) P. G. Zegels van schepenen Syvert Tetenz., Jacop Jansz., Steven Dirxz., Olfert Lambrechtsz. en Jan Pietersz. Gr. W. Gesch. 173. 1411 Juli 31. Willem hertog in Beyeren gelast Harberen van Yselstein,baljuw van Medemblic en diens dienaren, de goederen van Hoornsche poorters te ontkommeren, aangezien hij de stad alle breuken heeft vergeven. Ghegeven inden Hage upten iesten dach in Julio int jair ons Heeren MCCCC ende elve. O. (Inv. n°. 454) Pap. G. Signet van Willem VI R. W. G. 174. 1412 Januari 8. Schepenen in Hoern oorkonden dat Gheertruit Jan Hals weduwe bij hare opneming in het St. Ceciliaconvent, 18 Engelsche nobels aan geld, en 4 nobels aan inboedel heeft geschonken. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende twaelf des Vridaghes na Dertiendendach. O. (Inv. n°. 810) P. G. Zegels van schepenen Jan Pietersz. en Steven Dircsz. Br. W. G. 175. 1412 Januari 19. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo duodecimo, indictione quinta secundum stilum, usum et consuetudinem civitatis et dyocesis Traiectensis, mensis Januarii die decima nona, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Johannis, divina providencia pape vicesimi tercii, anno secundo. Vrouwe Katerina de Houtricsteyn geeft, bij schenking onder de levenden, aan Alveradis Volkardusd., haar nicht, eene hofstede onder Hoern, welke na doode van deze, voor de eene helft zal komen aan de fabriek van de St. Mariakerk te Hoern en voor de andere helft aan de choralen dier kerk. Acta sunt hec in Haerlem in domo ipsius domine Katerine donatricis antefate, quam ipsa tune inhabitavit, anno, indictione, mense, die, hora, pontificatu superscriptis. O. (Inv. n°. 783) P. Gr. Met het merk van den notaris Ghiselbertus Soijerusz. De Mariakerk is de kapel van het Fraterhuis. 176. 1412 Januari 27. •Johan van Hoey, burger van Utrecht, bekent van Hoern te hebben ontvangen 606 kronen 4 boddragers, die de Graaf van Holland hem heeft toegewezen. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende twalef des Woensdaghes na Sinte Pouwelsdach convercio. O. (Inv. n°. 270) P. Gr. Zegel van Johan van Hoey Gr. W. Gesch. 177. 1412 April 9. Willem hertog in Beyeren gelast zijn tollenaars van Woudrinchem, van Huesden en allen anderen, de poorters van Hoirn niet meer lastig te vallen. Gegeven inden Hage upten IXsten dach in Aprille int jair ons Heren MCCCC ende twaleve. O. (Inv. n°. 455) Pap. G. Signet van Willem VI R W. Zeer Gesch. Mede in vidimus van den prins van Oranje 1563. Inv. n°. 455. 178. 1412 April 10. Willem hertog in Beyeren staat Hoirn toe, dat niemand schout, schepen of raad zal worden, tenzij hij drie jaar poorter is geweest. Gegeven inden Hage upten tyensten dach in Aprille int jaer ons Heren Duysent vierhondert ende twailf. O. (Inv. n°. 66) P. G. Zegel met contrazegel van Willem VI R. W. G. Afschriften Inv. n°. 124, hl. 30 r°. Inv. n°. 117, bl. 16 r°. Inv. n°. 124 II, bl. 15 r°. Inv. n°. 119, bl. 46. Gedrukt: v. Mieris IV, blz. 197. Handtv. Alckmaer, Hoorn, blz. 87. 179. 1412 Mei 27. Oest Petersz. bekent van Horn te hebben ontvangen ten behoeve van den raad en klerken van den hertog, 150 kronen. Gegeven inden Hage opten XXVII dach in Meye int jair ons Heren MCCCC ende twaelve. O. (Inv. n°. 271) Pap. G. Opgedrukt zegel van Oest Petersz. Gr. W. Gesch. 180. 1412 Augustus 6. Willem hertog in Beyeren bekent door zijn thesaurier Willem Eggairts, van Hoerne te hebben ontvangen 400 kronen, in mindering van 800 kronen voor den termijn der bede verschenen Allerheiligenmis 1.1. Ghegeven inden Hage upten zesten dach in Augusto int jaer ons Heeren MCCCC ende twaelve. 0. (Inv. n°. 2f>8) P. G. Zegel van Willem VI R. W. Gesch. 181. 1412 November 10. Anno (nativitatis Domini Millesimo qua) dringentesimo duodecimo, indictione quinta, mensis Novembris die decima, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Johannis divina digna providencia pape vicesimi tercii, anno eius tercio. Heer Willem Allardusz., priester vermaakt aan Hoirn de renten en inkomsten, die hij sprekende heeft op het Heilige Geesthuis. Acta fuerunt hec in predicto opido de Hoirn, prepositure Westfrisie, diocesis Traiectensis, in domo qua tune morabatur Johannes alias dictus Crab, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. O. (Inv. n°. 537) P. Zeer Gesch. Met het merk van den notaris Johannes Theodricusz. 182. 1412 November 21. Reynair Pietersz., dijkgraaf in het baljuwschap van Medemblyc staat aan Hoirn toe, te Avenhorn een overtoom te maken. Int jair van XII I I<- ende twaleff op Sinte Cecylyenavent. O. (Inv. n°. 1087) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van Reynair Pietersz. Gr. W. Gesch. 183. (1412) December 3. Willem Eggairt heer van Purmereynd, tresorier van Hollandt, maant Hoirne aan, hem binnen tien dagen te Aemsterdam te voldoen 64 pond 2 stuivers 6 penningen achterstallige soldij, verschenen St Jacob 1.1. Ghegeven tot Aemsterdamme des Saterdages na Sinte Andreasdach. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gesoli. Zegel verdwenen. 1411 Augustus 23 wordt Eggert tresorier, December 1411 in Henegouwen, 1413 Februari 25 en Augustus 16 kwitanties voor soldij. Zie v. Riemsdijk, Tresorie, blz. 211, 215. 184. (1412) December 15. Willem Eggert heer van Purmereynd, tresorier van Hollandt, maant Hoerne aan, de achterstallige soldij te voldoen aan zijn klerk Joost Pietersz., te Aemsterdamme of aan hemzelven in den Hage, . Gescreven inden Hage upten XVsten dach in Decembri. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Zegel verdwenen. 185. 1413 Februari 25. Willem Eggertsz. heer tot Purmereynde, thesaurier van Hollant, bekent van Hoern te hebben ontvangen 345 kronen, wegens negen weken en zes dagen soldij voor veertig soldaten. Gegeven Taemstelredam opten XXVsten dach in Februario int jair ons Heren MCCCC ende twaelve naden loep des hoves van Hollants. 0. (Inv. nö. 272) Pap. G. Opgedrukt zegel van Willem Eggertsz. Gr. W. G. 186. 1413 Mei 25. - Willem hertog in Beyeren bekent door zijn thesaurier Willem Eggerts, van Hoirne te hebben ontvangen 400 kronen voor bede. Ghegeven inden Hage upten XXVsten dach in Meye int jair ons Heeren MCCCC ende derthien. 0. (Inv. n°. 268) Pap. G. Signet van Willem VI R. W. Gescli. 187- 1413 Augustus 16. Willem hertog, in Beyeren bekent door zijn thesaurier Willem Eggairts van Hoorne te hebben ontvangen 835 kronen voor soldij. Ghegeven inden Hage upten XVIsten dach in Augusto int jair ons Heeren MCCCC ende derthien. O. (Inv. n°. 273) Pap. G. Opgedrukt signet van Willem VI R. W. G. 188. 1413 November 28. Willem hertog in Beyeren geeft aan Jacob Allartsz. den Oeterdijck tusschen Hoochcarspelersluysje en Warvershover Oeterdijck, om dien te besluizen en te bedijken, en belooft hem, er geene schouwing, boete of ban op te leggen. Gegeeven inden Haghe op den 28e" dach in Novembri int jaer ons Heeren Duysent vierhondert ende darthiene. Afschrift 1690. Inv. n°. 1112. 189. 1413 December 11. Schepenen in Hoirn oorkonden dat Jan Pieter Gabelsz. afstand heeft gedaan ten behoeve van St. Ceciliaconvent, van alle rechten op het huis en erf door de zusters bewoond, en door zijne moeder met haar kinderen, bij schepenbrief aan het convent verkocht. Int jair ons Heren MCCCC ende dartien, des Manendages na Onser Vrouwedach Concepcio. O. (Inv. n°. 808). P. G. zegels van schepen Clais Claisz. Gr. W. Gesch. Het zegel van schepen Jan Pietersz. is verdwenen. 190. 1413 December 27. Willem hertog in Beyeren verpacht aan Drechterlant zijne tienden, en geeft eenige bepalingen over maaggeld. Gegeven int jaer ons Heeren Duysent vierhondert ende darthien opten XXVIIen dach in Decembri. Afschrift Inv. n°. 124 IY, hl. h. r°. 191. 1414 Februari 2. Willem hertog in Beyeren vereenigt Westwoude, Oosterblocker en Westerblocker onder een poortrecht. Gegeven inden Hage op Onse Lieve Vrouwedach I'urificatio int jaer ons Heeren M vierhondert ende derthien naeden loope van onsen hove. Afschrift Inv. n°. 118, hl. 229 v°. Gedrukt: v. Mieris IV, blz. 274. 192. 1414 Maart 11. Willem hertog in Beyeren brengt zijn goede luiden van den Seevangh, als van Waerder, Middelie en Cadijck onder het poortrecht van Edam, en staat hun toe, jaarlijks drie vredemakers te kiezen. Gegeven inden Haege op den lesten dach in Meerte int jaer ons Heeren XIIIIc ende XIII naden loop van onsen hove. Afschrift Inv. n°. 231. Ten onrechte „lesten Meerte", moet zijn 11, zie Inventaris Edam n°. 19 en de Vries, Dijk- en Molenbestuur blz. 22. 193. 1414 Maart 31. Paus Johannes XXIII bevestigt de voorrechten van de Derde Orde in de stad en het bisdom Utrecht, gelast den leden (waarvan sommigen beweerd hebben, dat zij niet tot de kuischheidsgelofte verplicht zijn en anderen hen weer als leeken met bezwaring van wereldlijke lasten hebben beschouwd,) de gelofte van te blijven, en van kuischheid, af te leggen; verklaart hen tot religieusen; voegt toe dat zij die zonder verlof zich verwijderen of ongehoorzaam zijn, door hun superieuren moeten worden gekerkerd; doet hen die wegblijven in den grooten ban, van welk vonnis slechts door den paus, den superior, mits priester zijnde, en in het doodsuur, ontheffing kan worden verleend; alles onder verwijzing naar voorrechten van Bonifacius IX. Datum Bononie pridie Kalendas Aprilis pontificatus nostri anno quarto. Vidimus van Everardus Eoeck van 25 Mei 1414. 194. 1414 Maart 31. Paus Johannes XXIII oorkondt aan de proosten van St. Maarten te Emmerik, en van St. Marie en den deken van St. Salvator te Utrecht, dat hij de Derde Orde in de stad en het bisdom, heden eenige voorrechten heeft verleend, en gelast hen de Derde Orde te beschermen en te verdedigen. Datum Bononie pridie Kalendas Aprilis pontificatus nostri anno quarto. Vidimus van Everardus Foeck van 25 Mei 1414. Reg. n°. 195. 195. 1414 Mei 25. Everardus Foeck, deken van St. Salvator, geeft een vidimus van twee bullen van Paus Johannes XXIII van 31 Maart, waarvan de een gunstig is, met zegel aan roode en gele zijden draden, de ander executoriaal met zegel aan hennepkoord, verzoekt den bisschop, diens vicaris en officiaal en verdere geloovigen, de Derde Orde van St. Franciscus te beschermen en bedreigt zeer uitvoerig met ban en interdict personen en corporatiën, die haar lastig mochten vallen. Datum et actum Traiecti, in capella Sancte Crucis, ecclesie Sancti Salvatoris Traiectensis contigua, sub anno nativitatis Domini Millesimo quadringentesimo quartodecimo, indictione septima, mensis Maii die vicesima quinta, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Johannis, divina providencia pape vicesimi tercii supradicti, anno quinto. O. (Inv. n°. 773) P. Cr. Zegel van Everardus Foeck Gr. W. G. en het merk van den notaris Johannes de Meerlo cler. Traj. dioc. 196. 1414 Juni 17. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo quartodecimo, indictione septima, secundum usum, stil urn et consuetudinem civitatis et dyocesis Traiectensis, mensis Junii decima septima die, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Johannis, divina providencia pape vicesimi tercii, anno quinto. Johannes Sartor, genaamd die oude Jan Snij er, geeft bij schenking onder de levenden, aan St. Ceciliaconvent een stuk grond ten noorden van de conventskapel. Acta sunt hec in Hoern, in oratorio conventus sororum predictarum, anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. O. ilnv. n°. 808) P. G. Met het merk van den notaris Henricus Bruninx de Herk clericus Leodiensis dyocesis. 197. 1414 Juli 13. Willem hertog in Beyeren schenkt aan Hoerne het collatierecht van de Maria-vicarie in de parochiekerk. Gegeven inden Hage upten dertiensten dach in Julio int jair ons Heeren Duysent vierhondert ende vierthien. O. (Inv. n°. 729) P. G. Zegel van Willem VI. R. W. Vrij Gaaf. Gedrukt: Abbing. Beknopte Geschiedenis der stad Hoorn. Aant. hlz. 23. v. Mari.e. Hoorn blz. V. 198. 1414 Augustus 20. Schepenen in Abbenkerck oorkonden dat Claes Jansz. aan Willem Eggert, heer tot Purmerende, heeft verkocht ten behoeve van eene te stichten vicarie ter eere van God, SS. Jan Baptist en Maria Magdalena vier morgen land onder Abbekerk, genaamd ,,die Noerderste W eyde". Int jaer ons Heeren Duvsent vierhondert ende viertien des Manendages nae Onser Vrouwedach Assumpcio. Inv. n°. 698. Afschrift Pap. Gescli. 16» eeuw van den notaris Nicolaus Eolandusz. met de oorkonden van 30 Augustus 1414 en 6 en 9 Augustus 1415. Deze vicarie was bestemd voor de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Zie Wagenaar 4° II blz. 109. 8° VII blz. 366. 199. 1414 Augustus 30. Schepenen in Abbenkerck oorkonden dat Claes Jansz., van Willem Eggert heeft gehuurd vier morgen land genaamd „die Noerderste Weyde" onder Abbekerk, voor eene erfpacht van 4 oude Fransche schilden. Int jaer ons Heren Duysent vierhondert ende viertien des Donredages na Sinte Jansdach decollacio. Inv. n°. 698. Afschrift bij 20 Aug. 1414. 200. 1414 December 11. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo quartodecimo, indictione septima, secundum usum, stilum et consuetudinem civitatis et dyocesis Trajectensis, mensis Decembris die undecima, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Johannis, divina providencia pape vicesimi tercii, anno quinto. Ghertrudis Moeders, ministra, en eenige zusters van St. Ceciliaconvent schenken, met bij haar inwonende devote vrouwen, haar roerend goed aan het convent. 0. ( Inv. n°. 810) P. G. Met het merk van den notaris Heinricus Bruninx de Herk cler. Leod. dyoc. 201. 1414 December 24. Schout, schepenen en raden van Hoern sluiten met de poorters van Purmereynde eene overeenkomst aangaande de rechtspraak. Int jaer ons Herren Duysent vierhondert ende vierthien opten Heyligen Karsavont. Inv. n° . 138. Authentiek afschrift. Pap. Gr. 1592. 202. 1415 (Januari 19.) Schepenen in Hoirn oorkonden, dat de erfgenamen van Pieter Rense aan kerkvoogden hebben geschonken een stuk land in Hem, bij de kerk, genaamd Aedingesad, door Pieter voor '/3 aan de kerk vermaakt en voor % aan de Armen-kinderen; benevens negen Engelsche en drie andere nobels aan de kerk. Int jair ons Heren MCCCC ende vyftien Saterdaeges na Sinte Ponciusdach (vermoedelijk Pontiaansdag 14 Januari). 0. (Inv. n° 725) P. Gr. Zegel van schepen Remhout Claisz; het zegel van schepen Pieter Jansz. is verdwenen. 303. 1415 Januari 25. Schepenen in Hoirn oorkonden dat Wendelmoet Jan . Ottenz. huisvrouw aan kerkvoogden heeft geschonken eene hofstede in de Oisterstraet, waar eene jaarrente van een keizersschild uitgaat, ten bate van de kerk '/3 en van de Armen-kinderen 2/3. Int jair ons Heren MCCCC ende vijftien op Sinte Pouwelsdach convercio. O. (Inv. n°. 723) P. zeer gesleten. Zegels van schepenen Jan die Wael Claisz. en Remhout Claisz. Gr. W. Gesch. 204. 1415 Februari 20. Willem hertog in Beyeren bekent door zijn thesaurier Willem Eggarts heer tot Purmereynde ontvangen te hebben van Hoirne en van zijne onderzaten in het kanselarijschap (sic!) van Medemblic 50 gouden Fransche kronen sleiscat, in mindering van 205 gouden kronen, verschenen op Kerstavond 1.1. Gegeven opten XXsten dach in Februari int jair ons Heeren Duysent vierhondert ende viertien na den loope van onsen hove. 0. (Inv. n°. 268) Pap. G. Signet van Willem VI R. W. G. 205. 1415 Augustus 6. Schepenen in Abbenkerck oorkonden dat Evert Herkenz. aan Willem Eggert, ten behoeve van eene te stichten vicarie, heeft verkocht vijf hond land onder Abbekerk „binnen den Cleygaeu". Int jaer ons Heeren Duysent vierhondert ende vijftien des Dinxdages na Sint Pietersdach ad vincula. Inv. n". 698. Afschrift met 20 Aug. 1414. 206. 1415 Augustus 19. Schepenen in Abbenkerck oorkonden dat Evert Herkenz. van Willem Eggert heeft gehuurd vijf hond land onder Abbekerk „binnen den Cleygaeu" voor eene erfpacht van een oud Fransch schild. 13 Int jaer ons Heeren Duysent vierhondert ende vijftien des Manendages na Onser Yrouwedach Assumpcio. Inv. n°. 698. Afschrift met 20 Aug. 1414 enz. 207. 1415 September 3. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo quinto decimo, indictione octava, secundum usum, stilum, et consuetudinem civitatis et dyocesis Traiectensis, mensis Septembris die tercia, hora completarum vel quasi, sede apostolica pastore carente. Machteldis Petrus Gabelsd. geeft bij schenking onder de levenden, aan het St. Ceciliaconvent alles wat haar toekomt uit huizen en erven waar de zusters wonen. Acta sunt hec in Hoern in domo habitacionis Machteldis sepedicte, anno, indictione, mense, die, hora predictis. O. (Inv. n°. 808) P. Gr. Met het merk van den notaris Henricus Bruninx de Herk, cler. Leod. dyoc. 208. 1415 September 21. Willem hertog in Beyeren gelast al zijn tollenaars de poorters van Hoorne niet meer lastig te vallen, daai de stad haar verplichtingen is nagekomen. Ghegeven inden Hage upten XXI^ten dach in September int jair ons Heeren MCCCC ende vijfthien. O. (Inv. n°. 456) Pap. Gr. Signet van Willem VI R. W. G. 209. 1415 September 22. Willem hertog in Beyeren gelast zijn dienaren, de poorters van Hoirne die zich elders bevinden, aan te manen hun aandeel in het schot te voldoen, aangezien de stad in gebreke blijft te betalen voor sleischat en soldij. Opten XXIIsten dach in Septembri int jair ons Heeren Duysent vierhondert ende vijftien. O. (Inv. n°. 67) Pap. Gr. Signet van Willem YI R. W. G. 210. 1415 September 25. . . Willem enz. staat zijn goede luiden die in Katnoirn geland zyn toe, het land te bedijken tot een korenland en geeft hiervoor verdere bepalingen Gegeven inden Haghe opten XXVen dach in Septembri anno XIIIIC ende vijffthien. Afschrift 1690 Inv. n°. 1112. Kathorn, thans Kathoek, gemeente Andijk; vgl. Keg. 4n dach in Maye int jaer ons Heeren MCCCC ende dertig. Afschrift 1690 Inv. n°. 1112. 295. 1430 Juni 9. Margarieta van Bourgongien, geeft bij een geding tusschen Gerrit Claesz. met de buren, en de kerk van WestZaanden, de sluis aldaar aan de kerk. Gegeven op onsen huyse ende slote te Teylingen den 9en dages in Junio int jaar ons Heeren anno 1430. Afschriften Inv. n°. 1102. 1 Pap. G. 1722 en 1 gedrukt 1722. 296. 1430 Juni 18. Petrus Jacobusz., cureit van de Parochiekerk, staat aan de zusters van St. Marienconvent ten getale van 55, verschillende voorrechten toe, betreffende de keuze van een biechtvader, haar kapel, met diensten, preek, begraafplaats, biecht en andere sacramenten, waarvoor zij hem of zijn opvolgers jaarlijks drie gouden Fransche kronen schuldig zijn. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo tricesimo, die decima octava men sis Junii. O. (Inv. n°. 825) P. G. Het zegel van pastoor Petrus Jacobusz. is verdwenen. 297. 1430 September 4. Andreas de Schoerle, proost van West-Friesland, draagt aan den prior van de Regulieren van Nieuwlicht en den minister-generalis van de Derde Orde op, de 55 zusters van St. Ceciliaconvent voor een proefjaar op te sluiten, binnen welken tijd zij mogen vertrekken, doch later niet meer, tenzij met toestemming van den minister-generalis; hij maakt haar huis tot een conventuaalhuis, en staat haar toe eene kapel, begraafplaats en altaren te hebben en te laten wijden, en in de kapel op een altare portatile diensten met klokgelui te laten doen, een biechtvader te kiezen voor biecht, boete, en andere sacramenten als chrisma en laatste oliesel, en voor preeken, terwijl zij bij interdict met gesloten deuren dienst mogen laten doen en laten begraven. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo tricesimo mensis Septembris die quarta. O. (Inv. n°. 803) P. G. Zegel van Andreas de Schoerle. Gr. W. Gesch. 298. 1431 Maart 8. Andreas de Schoerle, proost van West-Friesland, verleent aan de ministri, de broeders en zusters van de Derde Orde van St. Franciscus en hun biechtvaders dezelfde voorrechten, die hij volgens de oorkonde van 4 September 1430 aan St. Ceciliaconvent heeft geschonken en geeft den prior van Nieuwlicht en den minister-generalis van de Derde orde, ook dezelfde opdracht. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo tricesimo primo mensis Martii die octava. O. (Inv. n°. 774) P. G. Zegel van Andreas de Schoerle. Gr. W. G. 299. 1431 Maart 12. Cornelis Baroen verkoopt aan Wognum zijn aanspraken op het bodeambt. Int jaer ons Heren MCCCC een ende dertich upten XII*ten (lach in Mairt. O. (Inv. n°. 237) Pap. Gesch. Signet van Baroen. Gr. W. G. 800. 1431 September 14. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo tricesimo primo, indictione nona secundum usum, stilum et consuetudinem civitatis et dyocesis Traiectensis, mensis Septembris die quarta decima, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii divina providencia pape quarti, anno primo. Eenige zusters van St. Ceciliaconvent geven bij schenking onder de levenden, al haar roerend goed aan het convent. Acta sunt hec in dicto opido de Hoirn in capella Beate Marie virginis gloriose anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu prelibatis. O. (Inv. n°. 810) P. G. Met liet merk van den notaris Heynricus Bruninx de Herk cler. Leod. dyoc. 301. 1432 Januari 11. Broeder Dirc Hamer, prior, en het Regulierenconvent buiten Hairlem op die Woirt, verkoopen aan heer Jan Pietersz., priester, drie morgens land onder Westerblocweer hun geschonken door broeder Jan Yghenz. Int jair ons Heren Dusent vierhondert twe ende dertich opten elften dach in Januario. O. (Inv. n°. 812) P. G. Zegel van het Convent, Gr. W. G. 302. 1432 Februari 9. Schepenen in Hoorn oorkonden, dat Jacob .Jacobsz. aan Wouter Wolfertsz. heeft verkocht eene jaarrente van twee nobels, uit een huis en erf in de Noorderstraet, ten zuiden grenzende aan den Heyligen Geest. Int jaer ons Heren Duysent IIIIC XXXII op den IX«n dach in Februario. Afschrift Inv. n°. 1010 bl. 18 r°. 303. 1482 Maart 1. Jan van Uytkercken, ridder, heer van Oesselgem en van Houbames, kastelein en kapitein ter Goude, bekent te hebben ontvangen van de stede Westwoude 216 Bourgonsche schilden, voor den termijn der bede, verschenen St. Jan midzomer 1431 1.1. Gegeven opten eersten dach van Maerte int jaer ons Heeren MCCCC een ende dartich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 233 v°. Gedrukt: Handtv. van Medenblick blz. 37. 304. 1432 Mei 20. Pieter Bovmans, te Avenhorn, schenkt den armen in het Gasthuis te Hoirn, een morgen land buiten den Goeu in Lutkedrachter ban. (Lutkedracht-Avenhorn volgens Informacie 1514). Int jair ons Heren Dusent vierhondert twee ende dartich opten twintichsten dach in Meye. 0. (Inv. n°. 877) P. G. Zegel van heer Eeyner, cureit te Lutkedrachter. Br. W. Gesch. 305. 1432 Juni 10. Pouwels Albertsz. in Medenblic, Willem van Petten m Hoirn, priesters, Allijn Jansz. en Gerijt Pietersz. kiezen heer Jan Pietersz., priester, tot vicaris van de door Ludue Hermans-weduwe gestichte vicarie. Int jair onss Heren Dusent vierhondert ende twieendertich des Dinxdages nae Pinxter. 0. (Inv. n°. 813) P. G. Zegels van Pouwels Albertsz. en Willem van Petten. Gr. W. G. De zegels van Allyn Jansz. en Geryt Pietersz. zijn verdwenen. 306. 1432 Juni 29. Pouwels Albertsz., priester in Medenblic, Alijn Jansz. en Gherijt Pietersz. kiezen, wegens het overlijden van heer Willem van Petten, heer Pouwels Claesz., priester in Enchusen, tot procurator van de door Ludue Hermansweduwe gestichte vicarie. Int jair oöss Heren Dusent vierhondert ende twieendertich op Sinte Pieter ende Pouwelsdach apostolen inden somer. 0. (Inv. n°. 813) P. G. Zegels van Pouwels Albertsz., Alijn Jansz. en Gherijt Pietersz. Gr. W. Gesch. 307. 1432 Juli 5. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Dirc Martensz., van Syvert Gerbrantz. heeft gehuurd eene hofstede op Heer Gherijtsland, voor 2'/, Rijnschen gulden jaarpacht, tot den naasten brande. Int jair ons Heren Dusent vierhondert twie ende dertich des Saterdages na Sinte Pietersdach apostel. Ingevoegd in de oorkonde van 14 December 1468. 308. 1432 Juli 5. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Rense Pietersz. aan St. Ceciliaconvent heeft verkocht, een erf groot twee roeden, ten westen grenzend aan den muur van het convent. Int jaer ons fleren Dusent vierhondert twee ende dertich des Saterdages na Sinte Maertensdach translacio. O. (Inv. n°. 808) P. G. Zegels van schepenen Allijn Jansz. en Jacop Symonsz. Gr. W. Gesch. 309. 1432 Augustus 21. Philips hertog van Bourgongen, scheldt Hoirn kwijt de breuken tegen zijne heerlijkheid begaan, wegens het bevrijden van een poorter, die door den schout in hechtenis was genomen en bekent daarvoor door zijne gouverneurs Vranck en Florens van Borsselen 240 Hollandsche schilden te hebben ontvangen. Gegeven XXI dage in Augusto int jaer ons Heren MCCCC twee ende dertich. O. (Inv. n°. 81) P. Zeer Gesch. Aanhangend signet van Philips R. W. Gesch. Yermeld: Eoergoensche Charters blz. 15. 310. 1432 October 2. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Karstijn Gherbrant AndryeSzoons-weduwe c.s. hebben verkocht aan voogden van den Heiligen Geest, een stuk land onder Hoirn buiten den dijk, en al de huiskusten, die Jacob Meusch hun schuldig is. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert twye ende dertich des Donresdages na Sinte Bavendach. 0. (Inv. n°. 871) P. G. Zegels van schepenen Pieter 01brantsz. en Maerten Jan Remmytz. Br. W. Gesch. 311. 1433 Februari 5. Schepenen in de stede van Westewoud oorkonden, dat Jan Rippertsz. heeft verkocht aan Alyt Folkertsd. een half morgen land op den Oudendijck, maar dat hij dit land weer voor een Rijnschen gulden 's jaars heeft gehuurd. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ende drie ende _ dertich up Sinte Aghatendach. 0. (Inv. n°. 1029) P. Gr. Zegels van schepenen Claes Gherbrantsz. en Mourys Jansz. Gr. W. G. 312. 1433 Maart 31. Schepenen in Hoirn oorkonden dat Jacop Heynncxz. van Jong Claesz. heeft gehuurd eene hofstede in de Noerderstraet, voor eene erfpacht van drie Rijnsche guldens. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert drie ende dertich des Dingesdages na Onser Liever Vrouwedach Annunciacio. 0. (Inv. n°. 873) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Louwenz. en Jan Jan Myeusz. Gr. W. G. 313. 1433 April 17. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadrmgentesimo tricesimo tercio, indictione undecima secundum usum, stilum et consuetudinem civitatis et dyocesis Traiectensis, mensis Aprilis die decima septima, hora sextarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii divina providencia pape quarti, anno tercio. Eenige novicen van St. Ceciliaconvent leggen in handen van heer Wilhelmus Wouterusz. de Scagha, minister van de West-Friesche Tertiariers, hare gelofte af. Acta sunt hec in Hoirn, in capella sororum Sancte Cecilie virginis supradictarum, anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. 0. (Inv. n°. 804) P. G. Met het merk van den notaris Heynricus Bruninx de Herk cler. Leod. dyoc. 314. 1433 September 29. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jacop Jan Alyclenz. den Huiszitten Armen heeft verkocht eene hofstede inde Oesterstraat, waarop twee Fransche schilden jaarrente staan. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert drye ende dartich op Sinte Mychyelsdach. O. (Inv. n°. 1023) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Dirc Hagenzoonsz. en Vop Jansz. Gr. W. G. 315. 1433 September 30. Philips hertog van Bourgongen, bepaalt welke boete of vergoeding in verschillende gevallen door poorters van Westwoude aan den deken of provisor van West-Vrieslant gegeven zal worden. Gegeven opten lesten dach van Septembri int jaer ons Heeren Duysent vierhondert ende driendertich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 234 r°. Gedrukt: v. Mieris IV blz. 1025. Handtv. van Medenblick blz. 37. Vermeld: Bourgoensche Charters blz. 19. 316. 1433 October 8. Heer Willem Allaertsz., deken van West-Friesland, geeft een vidimus van de oorkonde van 6 December 1387. Int jaer ons Heren MCCCC drie ende dertich op den Vilden dach in October. O. (Inv. n°. 1089) Pap. G. Opgedrukt zegel van Willem Allaertz. Gr. W. Gesch. 317. 1433 December 20. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Gael Jansz. aan Kerkmeesters heeft geschonken, eene jaarrente van drie Fransche schilden uit eene hofstede bij den Roden Steen, ten zuiden grenzend aan de Westerstraet, om uit die inkomsten den armen jaarlijks brood uit te deelen. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert drie ende dartich op Sinte Thomasavont. 0. (Inv. n°. 722) P. Gesch. Zegels van schepenen Meynert Dircz. en Dirc Gherytz. Gr. en Br. W. G. De zegels van schepenen Dirc Vrederycz. en Yeme Meynertz. zijn verdwenen. 318. 1434 Januari 13. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo tricesimo quarto indictione duodecima, secundum usum, stilum et consuetudinem civitatis et dyocesis Traiectensis, mensis Januarii die decima tercia, hora terciarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii divina providencia pape quarti, anno tercio. Margareta Jacobusd. en andere zusters van St. Cecilia convent, benevens eenige samenwonende maar niet tot de orde behoorende vrome vrouwen, schenken haar roerend goed aan het convent. Acta sunt hec in antedicto opido de Hoirn in refectorio conventus memorati, anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu supradicto. 0. (Inv. n°. 810) P. G. Met het merk van den notaris Heynricus Bruninx de Herk cler. Leod. dyoc. 319. 1434 Januari 30. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Symon Pelsersz. aan Claes Pieter Heertsz. heeft verkocht eene jaarrente van een nobel, uit eene halve hofstede in de Noerderstraet. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vier ende dertich des Saterdages na Sinte Pouwelsdach conversio. O. (Inv. n°. 1022) P. Cr. Zegels van schepenen Yop Jansz. en Jan Meynaertz. Gr. W. G. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 18 v». 3520. 1434 Februari 16. Pouwels Claesz. priester in Enchusen, Allijn Jansz. en Gherijt Pietersz. kiezen, wegens het overlijden van heer Pouwels Albertsz., priester in Medenblic, heer Willem Woutersz., priester in Schagen, tot procurator van de door wijlen Ludue Hermans-weduwe gestichte vicarie. Int jair onss Heren Dusent vierhondert vierendertich sDinxdages na Sinte Valentijnsdach marteler. 0. (Inv. n°. 813) P. G. Zegels van Pouwels Claesz. Allyn Jansz. en Gheryt Pietersz. Gr. W. G. en Gesch. 321. 1434 Februari 25. Phillips hertog van Bourgongen, maant de poorters van Hoirne, die de stad nog schot schuldig zijn, tot betaling aan en gelast den schout de onwilligen te vervolgen. Gegeven upten XXVsten dach in Februario int jair ons Heren MCCCC drie ende dertich na den loip ons hoifs van Hollant. 0. (Inv. n». 385) Pap. G. Signet van Philips K. W. Vrij Gaaf. 322. 1434 Februari 28. Roeloff van Diephoult bisschop van Utrecht sluit eene overeenkomst met hertog Philips, over de geestelijke rechtspraak in Hollandt, Zeelant en \ rieslandt. Gegeven ultimo Februarii anno Millesimo quadragentesimo tricesimo quarto na tcours van Utrecht. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 181 r°. Gedrukt: v. Mieris IV blz. 1029. Joosting en Mui.i.er. Bronnen Kerkelijke Bechtspraak III blz. 184. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 21. 323. 1434 Maart 2. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Dirc Kortgensz. ten behoeve van St. Ceciliaconvent, afstand heeft gedaan van alle rechten op een erf achter Onze Vrouwekapel aan de zuidzijde van de Nuwe Stege, door zijn vader Korstgen Smit eertijds aan het convent verkocht. Int jair onss Heren Dusent vierhondert vierenderticht opten anderen dach in Maerte. O. (Inv. n'. 808) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Dirc Hagenzoonsz. en Sem Meynertsz. Gr. W. G. en Gesch. 324. 1434 Maart 14. Philips oorkondt aan Hem en Veenhuysen, dat hij Aelbrecht van Raephorst, rentmeester-generaal van Kennemerlandt en Vrieslandt gelast heeft de erfenissen te aanvaarden, die hem tijdens het leven van Jan den bastaard van Beyeren aanbestorven waren, benevens die, welke men van den bastaard heeft gekocht. Ghegheven anno XXXIII secundum cursum, etc. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 92 r°. Veenhuysen = Venhuizen. 325. 1434 Juni 30. Schepenen in Hoirn oorkonden dat Jan Heertzoonsz. aan Vrouke Pietersd. heeft verkocht, een nobel jaarrente uit eene hofstede in de Oesterstraet. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vier ende dertich des Woensdages na Sinte Pieter Sinte Pouwelsdach. Apostels. O. (Inv. n°. 832) P. Gesch. Zegels van schepenen Maerten Pietersz. en Egbaert Dircsz. Gr. W. G. 326. 1434 December 20. Schout, Burgemeesters, Schepenen en Raden van Harlem bekennen van Burgemeesters van Hoirne te hebben ontvangen, ten behoeve van de vijf Hollandsche steden, vier jaren bede, behoudens dat zij van wege Hoirne jaarlijks aan de ontvangers van de bede der vijf steden 564*/2 Philippusschild in mindering hebben gebracht, volgens brieven van den Hertog. Int jaere ons Heren Dusent vierhondert vier ende dertich op Sinte Thomasavont apostel. 0. (Inv. ii°. 361) Pap. Gr. Opgedrukt zegel ten zaken van Haarlem. Gr. "W. Zeer Gesch. 327. 1434 December 31. Aelbrecht van Raiphorst, Rentmeester van Kenemerlant en Vrieslant, geeft Hoorn in erfpacht de sluizen en tochten tusschen de stad en Scellinchout. Opten lesten dach van December int jair ons Heren MCCCC vier ende dertich. 0. (Inv. n°. 1078) P. G. Zegel van Raiphorst Br. W. Vrij Gaaf. Afschrift n°. 118 bl. 179 r°. Gedrukt: v. Mieris IV blz. 731. 328. 1435 Maart 10. Phillips verlengt het vrijgeleide voor die van Oostergo en Westergo, dat 31 Maart e.k. eindigt, tot St. Jacobsdach e.k. (25 Juli), maar maakt eene uitzondering voor de poorters van Enchuyzen, Reyner Tadenz. en Vrederic Aelbrechtz., die op de Oostvriezen hun geleden schade zullen mogen verhalen. Gegeven X dagen in Mairte int jair ons Heren MCCCC XXXIIII na den loipe van onsen have. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 40 r°. 329. 1435 September 30. Schepenen in Hoirn oorkonden dat Baertout Boudensz. aan zijn neef Pieter J onge Jansz. heeft verkocht, drie kwart morgen land in de Gouwe. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vijf ende dartich op Sinte Jeronymusdach. O. (Inv. n°. 872) P. G. Zegels van schepenen Outgher Claesz. en Jong Claes Pietersz. Gr. W. Gesch. en G. 330. 1435 October 28. Philips gelast den gemeenen buren van Scorel allen dijkplichtigen aan te zeggen, dat zij de schade aan den Vriesendijk moeten herstellen. Gegeven XXVIII dagen in Octobri anno XXXV. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 1 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 26. 331. 1435 November 19. Martinus bisschop van Magione, vicaris-generalis van Walraven de Moersa, wijdt de kapel van St. Marienconvent met altaar en begraafplaats, stelt het jaarlijksche wijdingsfeest op Zondag na St. Jacob Apostel en verleent eene aflaat, als die aan de kapel van St. Michael in Herlem. Anno Domini M CCCC tricesimo quinto mensis Novembris die nona decima. O. (Inv. n°. 826) P. Zeer Gesch. Het zegel van Martinus (de Blonda) is verdwenen. 332. 1435 November 20. Martinus bisschop van Magione, vicaris-generalis van Walraven de Moersa, wijdt de kapel van St. Ceciliaconvent met hoogaltaar en begraafplaats, stelt het jaarlijksche wijdingsfeest op Zondag na St. Jacob Apostel, verleent eene aflaat, als die aan de kapel van St. Michael in Herlem aan allen die als boetelingen de kapel bezoeken op de feesten van Maria, St. Cecilia en St. Franciscus en op andere tijden, aan de zusters van het convent gelijke aflaten als aan die van het Haarlemsche; en schenkt aan de mater, wanneer zij iets voor het zieleheil der zusters of voor de tijdelijke goederen doet, eene aflaat van 40 dagen. Anno Domini Millesimo CCCC0 tricesimo quinto mensis Novembris die vicesima. 0. (Inv. n°. 805) P. Gr. Zegel van Martinus (de Blonda) Gr. W. G. 333. 1436 (Jan)uari 9. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo tricesimo sexto, indictione quarta decima, mensis (Jan)uarii die nona, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii divina providencia pape quarti, anno suo quinto. Katharina weduwe van Theodericus Heynricusz. schenkt aan de fabriek van de Parochiekerk, ten behoeve van de armen, eene jaarrente van een Rijnschen gulden. Acta fuerunt hec in Hoirn in domo sepedicte donatricis, anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. O. (Inv. n°. 720) P. Zeer Gesch. Met het merk van den notaris Henricus Bruninx de Herk, cler. Leod. dyoc. 334. 1436 Januari 12. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo 15 tricesimo sexto, indictione quarta decima, mensis Januarii die duodecima, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini. Eugenii divina providencia pape quarti, anno quinto. Lucia weduwe van Voppo geeft bij schenking onder de levenden, aan de fabriek van de Parochiekerk een kwart morgen land onder Scillinchout. Acta fuerunt hec in domo propria magistri Johannis Petri de Zw anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. O. (Inv. n°. 725) P. Gr. Met het merk van den notaris Heynricus Bruninx de Herk, cler. Leod. dyoc. 335. 1436 Januari 19. . Prelaten, Grietmannen en Mederichters uit Oostergo en Westergo, schrijven aan Schout, Burgemeesters en Schepenen van Hairlem, dat zij hun brief over eene verlenging van den vrede tusschen den hertog van Bourgongen en Oistvrieslant tot Meyendage e.k., hebben ontvangen, waarom zij hen verzoeken, hun vredebrief naar Enchusen te zenden, benevens een vrijgeleide voor de afgezanten naar den Hertog, wat zij wederkeerig ook zullen doen. Verder, dat zij gezanten hebben benoemd om met den Hertog te onderhandelen. Gescreven tot Boelswert onder des gemene land zegel van Oostergo ende Westergo, upten negentiensten dach m Januario. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 154 r°. In margine: XIIII0 XXXV, moet zijn 1436, vermeld: Boergoensche Charters blz. 28. 330. 1436 Januari 28. Phillips geeft aan de stede Zybenkerspil eemge voorrechten over maaggeld en vredebreuk. Datum XXXVIII (lees XXVIII) dagen m Januario anno XXXV secundum cursum curie. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 82 r°. Vermeld: Boergoensche Charters hlz. 28. 337. 1436 Januari 31. Philips verlengt den vrede tusschen Hollant, Zeelant en Vrieslant met Oostergo en Westergo, ten einde loo- pende 1 April, tot 1 Mei e.k. Gegeven upten lesten dach in Januario anno XXXV naden loip van onsen hove. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 154 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 34. !{HN. 1436 Maart 5. Philips geeft den afgevaardigden van Oostergo en Westergo vrijgeleide. Datum upten vijften daeh in Mairte anno XXXV secundum cursum curie. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 154 v°. 339. 1436 April 13. Philips Hertog van Bourgongen vergeeft aan Hoirne de breuken, tot op heden tegen zijne heerlijkheid begaan. Gegeven inden Hage XIII dage in Aprill int jair ons Heeren Dusent vierhondert zesse ende dertich. 0. (Inv. n°. 82) P. Gr. Zegel van Philips R. W. Gresch. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 30. 340. 1436 April 13. Philips Hertog in Bourgongen vereenigt Wognem c.a. onder één poortrecht met Hoirne. Gegeven inden Hage dertien dage in Aprille int jair ons Heren Duysent vierhondert ses ende dertich. 0. (Inv. n°. 83) P. Gr. Zegel van Philips R. W. Vrij Gaaf. Afschriften Inv. n°. 124 bl. 25 r°. Inv. n°. 117 bl. 20 v°. Inv. n°. 124" bl. 17 v°. Inv. n». 1095 bl. 32 r°. Inv. n». 119 bl. 51 a. Inv. n°. 119h bi. 15. Afschrift 16e eeuw. Inv. n°. 240. Afschrift 1697. Inv. n°. 1084. Gedrukt: v. Mieris IV blz. 1074. Handtv. Alckmaer, Hoorn blz. 89. Velius blz. 54. Vermeld - Boergoensche Charters blz. 30. 341. 1436 April 13. Phillips sluit eene overeenkomst met Hoirne, dat de stad wegens geleend geld op het schoutambacht van Wognem, de eerste twee jaren de boeten en breuken zal mogen behouden tot een bedrag van ten hoogste tien pond. Gegeven inden Hage XIII dage in Aprille anno XXXVI. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 32 r°. Komt voor 20 Memoriaal Rosa bl. 94 v0., niet te verwarren met extract blz. 93, Boergoensche Charters blz. 30 laatste alinea. 342. 1436 April 13. Philips Hertog van Bourgongen gelast Wognem aan Hoirne te betalen de helft van de 3100 klinkaarts, welke de stad hem schuldig is voor de vereeniging met Wognem. Gegeven inden Hage dertien dage in Aprille int jair ons Heren MCCCC ses ende deitich. O. (Inv. n°. 238) Pap. G. Signet van Philips R. W. Gesch. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 32 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 30. 343. 1436 Augustus 25. Schepenen in Hoirn oorkonden dat Melys Willemsz. aan Gherit Jans Papenz. heeft verkocht de helft van twee gouden Fransche schilden jaarrente, uit eene hofstede in de Noerderstraet. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ses ende dertich des Saterdages na Sin te Bartelmyeusdach apostell. Inv. n°. 736. In vidimus van schepenen van Hoorn van 6 Februari 1517. 344. 1436 December 5. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Gherbrant Pieter Berenz. van koopman Jacob Hol heeft gehuurd, eene hotstede in de Kercstraet, voor twee gouden keizersschilden. Int jair ons Heren MCCCC XXXVI op Sinter Claesavont. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 32 v°. 345. 1436 December 7. . , , Pouwels Pietersz. c.s., heemraden op de Noirder Zeburch, oorkonden, dat zij met Willem Kibbe, onderdijkgraaf voor de Zeburch in het noorder- en zuiderambacht, den Uamdiick hebben gekeurd en geschouwd, volgens lastgeving van den Hertog, aangezien de zuiderheemraden dit geweigerd hadden. , , Int jair ons Heren MCCCC XXXVI upten Vil™ dach in Decembri. # Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 20 r°. 346. 1436 December 22. , . , Burgemeesters en Schepenen m Hoirn oorkonden, dat Louwe Maertensz. c.s. den Huiszitten Armen hebben afgestaan een deimpt land onder Wognem, welke hun grootvader Redlof Rembrantsz. aan de rechte armen had be- SPïntejaer ons Heren Dusent vierhondert ses ende dertich des Saterdages na Sinte Thomasdach apostel. O (Inv. n°. 1032) P. G. Stadszegel Gr. W. G. Zegels van schepenen Willem Heynenz , Vop Jansz., Melys Dircsz., Herch Lourensz., Dirc Vrericxz., Pieter Willemsz. en Heyn Dircsz. Gr. W. Vrij Gaaf. 347. 1437 April 2. Phillips gelast zijn houtvester van Hairlemmerhout, wegens schaarschte van wild, de jacht in zijne wildernissen te verbieden. Datum II dage in Aprille anno XXXVII. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 9 r°. Yermeld: Boergoensche Charters blz. 36. 348. 1437 Juli 24. Phillips gelast zijn goeden luiden van Gheestmanambocht, dat men den Heer-Hugendijck schouw'en en keuren moet in gelijker voege als den Vriesendijck, en geeft hiervoor aanwijzingen. Datum up Sinte Jacobsavont Apostel anno XIIIIC XXX VII. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 17 r°. 349. 1437 Juli 25. Phillips gelast dijkgraaf en heemraden van West-Vrieslant, nauwkeuriger te schouwen en te keuren. Datum in Sinte Jacobsdach Apostel anno XIIIIU XXXVII. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 17 v°. Dubbel afschrift 17° eeuw. Inv. n°. 1112. 350. 1437 Augustus 2. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Ide Jan Harmansz. weduwe c.s. aan de kapel van St. Marienconvent aan het einde van de Gowe, hebben geschonken 2 '/2 morgen land onder Wognem buiten den Soemerdijc. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert seven ende dertich des Vridaghes na Sinte Pietersdach ad vincula. 0. (Inv. n°. 833) P. Zeer Geschondsn. De zegels van schepenen Jan Gael Pieterz. en Claes Janz. zijn verdwenen. 351. 1437 Augustus 23. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Sybrant Maesz. en Suwe zijne huisvrouw aan voogden van den Heiligen Geest en het Armengasthuis hebben verkocht eene werf en twee hond bouwland onder Zwaech en 7'/» morgen aangrenzend land bij de Gowe, voor eene lijfrente van 25 keurvorstelij ke Rijnsche guldens. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert seven ende dertich op Sinte Bartelmyeusavont apostel. 0. (Inv. n°. 878) P.G-. Zegels van schepenen Outgher Claesz. en Claes Jan Dirc Hagenzoonsz. Gr. W. G. 352. 1437. Augustus 29. Phillips Hertog van Bourgoengen maant de poorters van Hoirne, die de stad nog schot schuldig zijn, tot betaling aan, en gelast den schout de onwilligen te vervolgen. Gegeven op Sinte Jansdach decolacio XXXVIIIste (lees XXIXste) dach van Augusto int jair ons Heren Duysent vierhondert zeven ende dertich. 0. (Inv. n°. 385) Pap. Gr. Signet van Philips R. W. G. 353. 1437 October 11. Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Dirck Wybrantsz aan Pieter Claesz heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente, uit een half morgen land onder Oesterblocker. Int jaer ons Heren Duysent vierhondert seven ende dartich des Vrijdachs nae Sinte Victoirsdach. Afschrift Inv. n°. 747 hl. 13 r°. 354. 1437 November 8. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Sas Jan Lammenz weduwe c.s. aan St. Marienconvent hebben verkocht l'/i Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf op Heer Gherijtslant. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert seven ende dertich des Vridages na Sinte Wilbroirtsdach episcopi. 0. (Inv. n°. 832) P.G. De zegels van schepenen Outgher Claesz. en Claes Jan Dirc Hagenzoonsz. zijn verdwenen. 355. 1438 Januari 20. . Phillips gelast Joannes de Coster c.s., gemachtigden van de Vier Koggen van Drechterlant, sich inden Hage te komen verantwoorden, aangezien zij zich, in een geschil met Willem Kibbe over den Clampdijck, niet gehouden hebben aan de uitspraak van den Heer van Santes en andere Raden. Datum XX dage in Januario anno XXXVII secundum cursum curie. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 19 r°. 356. 1438 April 4. Phillips staat den buren van Schone toe, eene sluis in den dijk en een watermolen te maken, mits dit de voorgenomen bedijking van de Zijp niet hindere. Gegeven upten lillen dach in Aprille anno XXXV11 secundum cursum curie. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 25 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 41. 357. 1438 April 16. Schepenen in Monikedam oorkonden, dat Jacop Jansz. aan Dirc Jansz. heeft verkocht een gouden Bourgondisch schild jaarrente, uit een huis en hofstede. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert acht ende dertich opten sestienden dach in Aprille. O. (Inv. n°. 833) P. Gesch. zegel van schepen Jan Jacopz. Gr. W. G. Het zegel van IJsebrant Jansz. is verdwenen. 358. 1438 April 25. Phillips geeft op verzoek van Eynchuysen, vrijgeleide aan allen die met koren komen uit Oostvrieslant aan beide zijden van de Lauwers uit het sticht van Munster of van Utrecht, mits zij geen vijanden, ballingen of wegens doodslag aangeklaagd zijn. Gegeven opten XXYen dach van Aprilli anno XIIIIc XXXVIII. Afschrift Inv. n°. 1095 hl. 13 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 43. 350. 1438 April 28. Phillips hertog van Bourgoengen gelast den baljuwen, schouten, burgemeesters, schepenen en raden van de steden van Hollant, Zeelant en Vrieslant maatregelen te nemen, dat geene bevriende mogendheden schade lijden van de kaapvaart tegen den Hertog van Holsten en de Wendische steden. Upten XXVIIIen dach van Aprille int jair ons Heeren Dusent vierhondert acht ende dertich. 0. (Inv. n°. 477) Pap. G. Signet van Philips R. W. G. Gedrukt: v. Marle. Le Comté de Hollande sous Philippe le Bon blz. XXXII. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 43. 360. 1438 Juni 5. Phillips hertog van Bourgoengen verscherpt zijne maatregelen, tegen het kapen op bevriende mogendheden. Upten vijften dach in Junio int jair ons Heren Dusent CCCC acht ende dertich. 0. (Inv. n°. 478) Pap. G. Signet van Philips R. W. G. Vermeld: Bourgoensche Charters blz. 44. 361. 1438 September 9. Phillips gelast zijn onderdanen die eenig bezit in zijne wildernissen hebben, hun rechten te bewijzen en verbiedt, daar turf te delven. Datum IX dage in Septembri anno XXXVIII. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 9 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 47. 362. 1438 December 11. Heer Johannes Petrusz. voegt eenige bepalingen toe aan zijn testament, waarbij hij den armen twee stukken land schenkt, opdat de zusters van St. Ceciliaconvent jaarlijks brood kunnen uitdeelen; aan de zusters-zelven komen twee oude Fransche schilden jaarrente, uit de hofstede van zekeren Albertus, en aan St. Ghertrudenconvent de helft der hofstede van Egbertus, koopman in de Kerkstraat. Anno Millesimo CCCC° XXX° octavo feria quinta post festum Concepcionis Marie Virginis Gloriose. O. (Inv. n°. 810) P. G. Zegel van Johannes Petrus Gr. W. Gesch. Transfix bij de oorkonde van 12 Januari 1417. Reg. n°. 217. 363. 1439 Maart 5. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Baertout Boudensz. voor zichzelven en voor zijne kinderen aan St. Ceciliaconvent heeft verkocht, de helft van een huis en erf in de Kerkstraet. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert negen ende dertich opden vijften dach in Maert. O. (Inv. n°. 811) P. G. Zegels van schepenen Pieter Symon Remkenz. en Pieter Jan Grebbersz. Br. W. G. 364. 1439 Maart 6. Phillips hertog van Bourgondien geeft in een geschil van Enchuysen met Grotebroeck tegen Westwoude, eenige nadere bepalingen over dijkage en afwatering. Gegeven upten sesten dach in Mairte int jair ons Heren Duysent vierhondert acht ende dertich naden loip van onsen hove. O. (Inv. n°. 1073) P. G. Zegel van Phillips R. W. Gesch. Afschrift 18e eeuw. Inv. n°. 1069. Gedrukt: Handv. van Enchuysen blz. 26. 365. 1439 April 9. Phillips hertog van Bourgoengen geeft eenige bepalingen voor de bedijking van het oosterdijkgraafschap van WestFriesland. Gegeven inden Hage upten IXen dach in Aprille anno XXXIX. Afschrift (Inv. n°. 1104 bl. 67.) Vermeld: Boergoensche Charters blz. 50. 366. 1439 Mei 2. Schepenen in Hoirn oorkonden dat zoon, van de Keern en Griet zijne huisvrouw, aan voogden van het Armengasthuis hebben verkocht eenig land onder Hoirn in de Damten, ten oosten grenzend aan de Cappelrie. Benevens een huis en werf in de Damten en nog een huis en werf onder Hoirn op de Keern, waarvoor voogden den verkoopers levenslang kleeding, voedsel en huisvesting zullen verstrekken. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert negen ende dertich opden anderden dach in Meye. O. (Inv. n°. 875) P. Zeer Gesch. De zegels van schepenen Herman Heynenz. en Meynert Claesz. zijn verdwenen. 367. 1439 Juni 18. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Claes Dirc Pietersz. aan heer Jan Remkenz, priester, heeft verkocht eene hofstede aan de westzijde van de Noerderstraet, op die Smerige Horn, waar eene jaarpacht op staat van twee Beyersche guldens, min een braspenning. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert negen ende dertich des Donresdages na Sinte Odulfusdach. O. (Inv. n°. 750) P. G. De zegels van schepenen Herman Heynenz en Claes Jan Seefkesz. zijn verdwenen. 368. 1439 November 25. Willem Kibbe, eertijds dijkgraaf in het baljuwschap van Medemblic, oorkondt, dat hij geen keur of schouw heeft gehad op den Zanddijk achter Wognem, noch op de watering of tocht „die Leeck" dienende tot de Haelsluys. XXV dagen in Novembri int jaere ons Heren MCCCC negen ende dartich. O. Inv. n°. 1090) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van Kibbe Gr. W. Zeer Gesch. Vgl. hierover Eeg n°. 369 en 414, en 6e Memoriael Rosa blz. 42 v° bl. 51, bl. 131 v°, en Grafelijkheidsregister, Privilegien ende hantvesten Philippi B, cas K (Inv. Scheltema n°. 76 bl. 139 v°—141 v° (blz. 309—313). 369. 1439 November 27. Jacop Heynrixz eertijds dijkgraaf van Medemblic oor- kondt, dat hij met zijne heemraden en waarschappen geen keure of schouw heeft gehad op den zanddijk achter Wognem, noch op de watering of tocht „die Leeck" dienende tot de Haelsluys tusschen den Zwaichdijc en den Haeldijc. XXVII dagen in Novembri int jaere ons Heren MCCCC negen ende dartich. 0. (Inv. n°. 1090) Pap. G. Het opgedrukt zegel van Jacop Heynrixz. is verdwenen. 370. 1439 November 30. Phillips gelast burgemeesters en schepenen van Alcmair hun poorter Revnken Saskerz. aan te zeggen, den dijkgraaf van Kenemerlant en Vrieslant diens vordering te betalen van penningen, voorgeschoten tot het onderhoud van een door hem verwaarloosd stuk dijk. Datum des Manendags na Sinte Katherinen anno XXXIX. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 27 r°. 371. 1440 Januari 13. Schepenen in Hoirn schatten Huiszitten Armenvoogden voor hoofdgeld en den derden penning toe, twee vakken naast het derde vak van het voorhuis, staande op eene hofstede in de Noerderstraet, waaruit Jacop Claes Melijszoonsz. hun eenige jaarpacht schuldig is. Int jaer ons Heren Dusent (vierhondert ende vi)ertich op Sinte Ponciaensavont. O. (Inv. n°. 1022) P. Zeer Gesch. Zegels van schepenen Allijn Jansz., Egbert Dircsz. Gr. W. Gesch. Jacop Gherijtsz., Pieter Jan Grebbersz. Gr. W. G. Twee zegels van Br. en Gr. W. Gesch. Jan Woutersz. Br. W. Gesch. 372. 1440 April 8. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Claes Dircsz en 01fert Claesz. den Huiszitten Armen hebben afgestaan twee stukken land van vier morgens onder Zwaech in den Opganck, Arme Kynderlant genaamd, nadat Rammen Dirc Jansz vrouw het land van wege de Armen, in het gading na Beloken Paschen, had aangesproken en dit aan de Armen bij zeventuig was toegewezen. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende viertich des Vridages na Sinte Ambrosiusdach. 0. (Inv. n°. 1028) P. G, Zegels van schepenen Jan Pietersz., Dirc Vrericxz., Jacop Gherijtsz. en Myens cymonsz. Gr. . G. 373. 1440 April 8. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Huiszitten Armen- voogden aan Dirck Jansz echtgenoote als lijfrente beloofd hebben, '/3 van de opbrengst van vier morgen land onder Zwaech in den Opganck, Den Armen Kynderlant genaamd. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende viertich des Vridages na Sinte Ambrosiusdach. 0. (Inv. n°. 1028) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Pietersz. en Dirc Vrerickz. Gr. W. Gesch. en G. Mede in afschrift Inv. n». 1010 bl. 18 r°. 374. 1440 Juni 20. Schepenen in Hoorn oorkonden, dat Ripprant Jansz. met zijne vrouw Katherine, en Claes Claesz. met zijne vrouw Alijt, aan het door hen gestichte altaar, gewijd aan St. Pieter, St. Jan Evangelist, St. Andrys en St. Barbara bij de zuiderdeur in de Parochiekerk, zes nobels hebben geschonken voor de versiering en verlichting; dat zij de nakoming hiervan aan vrienden en kerkmeesters hebben opgedragen, de bediening aan een arm devoot priester, en dat het geld, bij ontstentenis van den priester, voor ornamenten moet worden besteed. Int jaer ons Heren MCCCC ende viertich opten twintichsten dach in Junio. Inv. n°. 740. Afschrift Pap. G. Einde 15e eeuw. Onderaan de bevestiging door Philippus de Wassenaer, 20 Juli (1451) Reg. n°. 523. 375. 1440 Augustus 2. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Claes Sem aan Pieter Aernt die Rugenz. heeft verkocht een huis en werf met bijbehoorend huis en land, benevens een morgen land onder Nuboxswoud achter het huis, over de oude Gowe, welk een en ander hij daarna van Pieter voor een nobel jaarrente heeft gehuurd. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende viertich des Dingesdages na Sinte Pietersdach ad vincula. O. (Inv. n°. 751) P. G. Zegel van schepen Jacop Gherijtsz. Gr. W. Gesch.; het zegel van schepen Jan Pietersz is verdwenen. Mede in afschrift Inv. n°. 747 bl. 9 r°. 376. 1440 Augustus 4. Phillips hertog van Bourgongen, gelast den schout van Hoirne den reeders van schipper Muyl en den poorters, die Zeeuwsch zout van kooplieden van Calays uit een schip van Duynkerke hebben gehaald, aan te zeggen, dat zij schipper en kooplieden schadevergoeding moeten geven. Gegeven upten vierden dach in Augusto int jair ons Heeren Duysent vierhondert ende viertich. O. (Inv. n°. 457) Pap. Gesch. Signet van Philips R. W. G. 377. 1440 December 16. Schepen in Hoirn oorkonden, dat Dirc Clais die Backersz. eene hofstede in de Noerderstraet, achter de Burchsloet ten westen van het gasthuiserf, voor l'/j gouden Fransch schild jaarpacht heeft gehuurd van St. Marienconvent. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende viertich des Vridages na Sinte Lucyendach. O. (Inv. n°. 831) P. Gesch. Zegels van schepenen Taems Maertensz. en Egbert Dircsz. Gr. W. G. 378. 1441 Februari 3. Schepenen in Hoirn schatten Wouter Wolfartsz toe voor hoofdgeld en den derden penning, het voorschot van een huis in de Noerderstraet, waaruit Jacop Claes Melyszoonsz. hem twee nobels jaarpacht schuldig was, maar reeds I'/ï Rijnschen gulden heeft betaald. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert een ende viertich des Vridages na Onzer Liever Vrouwedach Purificacio. O. (Inv. n°. 1022) P. G. Zegels van schepenen Jan Pietersz., Taems Maertensz. Gr. W. G. Egbert Dircsz., Dirc Viericxz. Gr. W. Gesch. Jacop Gherijtsz., Jan Jan Myeuszoonsz. Gr. W. G. Myeus Symonsz. Gr. W. Gesch. 379. 1441 Februari 19. Willem heer tot Naildwijck en ter Capelle, erfmaarschalk en rentmeester-generaal van Hollant, Zelant en Vrieslant bekent, 809 schilden 6 groot van Hoorn te hebben ontvangen, voor de termijnen van de nieuwe bede van vijf jaar van Kerstavond 1439 en St. Jan 1440. Upten XIXen dach in Februario XIIII0 ende viertich naden loip tshoofs. O. (Inv. n°. 362) Pap. G. Het opgedrukt zegel van Naildwijck R. W. is nagenoeg verdwenen. 380. 1441 Maart 8. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Lijsbet Baertout Boudenzd. aan St. Ceciliaconvent heeft verkocht '/ï4 deel van een huis in de Kerckstraet. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert een ende viertich opden achten dach in Maerte. 0. (Inv. n°. 811) P. Gr. Zegels van schepenen Dirc Vrericxz. en Myeus Symonsz. Gr. W. G. 381. 1441 Maart 30. Willem heer tot Naildwijck en ter Capelle, erfmaarschalk en rentmeester-generaal van Hollant enz. bekent 224 schilden 24'/ï groot van Hoorn te hebben ontvangen voor de termijnen van de nieuwe bede van vijf jaren, den hertog in 1439 toegestaan, van Kerstavond 1439 en St. Jan 1440. Upten dertichsten dach in Merte XIIlIc ende viertich naden loip tshoofs van Holland. O. (Inv. n°. 362) Pap. G. Opgedrukt zegel van Naildwijck. R. W. G. 382. 1441 April 22. Phillips hertog van Bourgongen bekent door den stadhouder van Hollant, den heer van Bingincourt 558 schilden van Horn te hebben ontvangen, in mindering van 800 schilden, op Beloken Paschen te betalen als aandeel in de schadevergoeding aan de Spanjaarden. Upten XXIIen dach in Aprille int jair ons Heren Dusent CCCC een ende viertich. 0. (Inv. n°. 277) Pap. G. Signet van Philips R. W. Zeer Gesch. Vergelijk Boergoensche Charters hlz. 61 volg. 383. 1441 Mei 2. Willem heer tot Naildwijck en van der Capelle, aartsmaarschalk en rentmeester-generaal van Hollant enz. bekent voor een waarde van 500 schilden van Hoirne te hebben ontvangen, welke de stad hem in ossen heeft geleverd, in mindering van de vijfjarige bede, voor den termijn van St. Jan te Midzomer e.k. Gegeven twe dagen in Meye int jair onss Heren MCCCC een ende veertich. O. (Inv. n°. 362) Pap. G. Opgedrukt zegel van Naildwyck R. W. G. 384. 1441 Mei 25. Phillips hertog van Bourgongen bekent door den stadhouder Bingincourt 242 schilden van Hoorne te hebben ontvangen, m mindering van het aandeel in de Spaansche schadevergoeding, voor den termijn van Paschen 1.1. Upten XXVsten dach in Meye int jair ons Heeren Duysent vierhondert een ende viertich. O. (Inv. n°. 277) Pap. Gr. Signet van Philips R. W. Zeer Gesch. 385. 1441 Juli 18. Johan Hemenz., schout te Amsterdam, bekent voor zich en zijne erfgenamen van Hoern te hebben ontvangen, 18 pond grooten in mindering van het aandeel in de Spaansche schadevergoeding. Geschreven in Tessel des Dinxdages nae Sancte Margreten int jaer ons Heren Dusent IMC XLI. O. (Inv. n°. '277) Pap. Gesch. Opgedrukt zegel van Johan Hemenz. Gr. W. G. 386. 1441 Juli 19. Schepenen in Hoirn schatten Wouter Wolfertz. voor hoofdgeld en den derden penning toe, het voorste vak van een voorhuis, naast het voorschot, staande op eene hofstede in de Noirderstraet, waaruit Jacop Claes Melyszoonsz. hem een nobel halve jaarpacht schuldig is. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert een ende viertich des Woensdages na Alre Apostelendach. 0. (inv. n°. 1022) P. Gr. Zegels van schepenen Jacop Claes Trudingsz., Pieter Remboutsz., Mathijs Heertsz., Jan Gherijtsz. Gr. W. Vrij Gaaf, Jan Pietersz. Gr. W. Gesch. Segher Meynertz. Gr. "W. G. Hed Hedsz. Gr. "W. Gesch. 387. 1441 Augustus 15. Phillips hertog van Bourgongen oorkondt den schout van Hoirne, dat Jan Dircxs, het met zout van Lubecksche kooplieden geladen kraaier-schip, door hem op de vaart van Schotland naar Wissemer genomen en naar Hoirne gebracht, in bezit mag nemen, tenzij het aan eene bevriende mogendheid blijkt te behooren. Upten XVen dach in Augusto int jair ons Heren MCCCC $en ende veertich. 0. (Inv. n°. 479) Pap. G. Signet va,n Philips R. W. G. Wissemer = Wismar. 388. 1441 October 3. Phillips hertog van Bourgongen bekent, door den stadhouder Bingincourt 4021/2 schilden van Hoirne te hebben ontvangen, als aandeel in de Spaansche schadevergoeding, voor den termijn van St. Jan te midzomer 1.1. Upten derden dach in Octobri int jair ons Heren MCCCC een ende veertich. 0. (Inv. n°. 277). Pap. G. Signet van Philips R. W. Vrij gaaf. 389. 1441 December 3. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Symon Claesz. en Heynric Tymansz. aan Jan Dircsz. hebben verkocht, twee hofsteden naast elkaar gelegen, in de steeg van Jan Foy Meynertz. Int jaer ons Heren MCCCC een ende viertich op Sinte Barbarenavont. O. (Inv. n°. 830) P. Gr. Zegel van schepen Jan Gherijtsz. Gr. W. Gr. Het zegel van schepen Jacop Claes Trudingsz. is verdwenen. 390. 1441 December 6. Willem heer tot Naildwijck en ter Capelle, erfmaarschalk en rentmeester-generaal van Hollant enz. bekent van Hoorne te hebben ontvangen 500 schilden, voor den termijn van de nieuwe bede van vijf jaar, van Kerstavond 1440. Upten zesten dach in Decembri XIII I<- een ende viertich. O. (Inv. n°. 362) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van Naildwijck R. W. Gesch. 391. 1441 December 18. Anthonis Michiels, secretaris van den hertog van Borgoengen, bekent van Hoorne te hebben ontvangen 200 schilden voor den termijn van de vijfjarige bede, verschenen St. Jan te midzomer 1.1. Opten XVIIIsten dach in Deeembri int jaer Duysent vierhondert een ende viertich. O. (Inv. n°. 362) Pap. Gr. Met handteekening van Michiels. 392. 1442 Januari 11. Schepenen in Hoirn schatten Pieter Jansz. toe, voor hoofdgeld en den derden penning, een half huis in de Noerderstraet, aangezien Jacop Claes Melyszoonsz. hem 25 Rijnsche guldens schuldig is. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert twee ende viertich des Donresdages naden Heyligen Dertienden dach. O. (Inv. n°. 1022) P. Gr. Zegels van schepenen Jacop Claes Trudingsz. Br. W. Gr. Pieter Remhrantsz., Mathijs Heertsz. Verdwenen, Jan Gherijtsz., Jan Pietersz., Segher Meynertsz., Hed Hedsz., Gr. W. Gesch. 393. 1442 Maart 15. Phillips hertog van Bourgongen bekent door 'den stadhouder van Hollant, den heer van Lalaing en Bingincourt, van Hoirn te hebben ontvangen 300 schilden, als aandeel in de Spaansche schadevergoeding, in mindering van den termijn van Kerstavond 1.1. Upten XVen dach in Mairte int jair ons Heren MCCCC een ende veertich naden loip van onsen hove O. (Inv. n°. 277) Pap. Gr. Signet van Philips R. W. Gesch. 394. 1442 April 16. Schepenen in Hoirn oorkonden dat Pieter Wiboutsz. en Allaert Jansz. hebben verklaard, dat wijlen Rippert Jansz. aan het Armengasthuis heeft besproken :!/4 morgen land onder Sibenkerspel, bij den Sequitweg, en aan zijn neef Jacop Claes Hermansz. '/a morgen daaraan grenzend, welke eveneens aan het gasthuis zal komen wanneer hij kinderloos mocht overlijden. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert twee ende viertich opden sestienden dach in Aprille. O. (Inv. n°. 882) P. Gesch. Zegels van schepenen Pieter Olbrantsz. en Taems Maertensz. Gr. W. G. en Gesch. 395. 1442 Juli 4. Schepenen in Hoirn schatten Wouter Wolfertsz. toe voor hoofdgeld en den derden penning, het derde vak van een voorhuis staande op eene hofstede in de Noirderstraet, waaruit Jacop Claes Melyszoonsz. hem een nobel halve jaarspacht schuldig is. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert twee ende viertich op Sinte Maertensdach translacio. O. (Inv. n°. 1022) P. Gesch. Zegels van schepenen Pieter Olbrantsz. Br. W. Gesch., Jan Jacopsz., Dirc Gherijtsz., Taems Martensz, Pieter Pietersz., Jan Pietersz. Br. W. Vry gaaf. Jan Claesz. Br. W. Gesch. 396. 1442 September 10. Phillips hertog van Boergoengen gelast schout, burgemeesters en schepenen van Hoirne, 13 September inden Hage te verschijnen, aangezien Hans Jute geklaagd heeft dat zij het vonnis van het Hof tegen hun poorters niet ten uitvoer hebben gebracht. Het Hof had, na beklag van Hoorn, de zaak eerst uitgesteld tot St. Lambrechtsdag (17 September) aangezien Hans Jute met Hoorn's metgezellen in den Haag niet aanwezig was geweest. Sü Upten Xden dach in Septembri int jair ons Heren MCCCC twee ende viertich. O. (Inv. n°. 480) Pap. G. Signet van Philips E. W. Gr. 397. 1442 September 16. Phillips hertog van Bourgoengen bekent door den stadhouder van Hollant, enz., Lalaing, van Hoirne te hebben ontvangen 345 schilden, als aandeel in de Spaansche schadevergoeding, voor den termijn van St. Jan midsomer 1.1. Upten XVIden dach in Septembri int jair ons Heren MCCCC tweende viertich. O. (Inv. n». 277) P. Cr. Signet van Philips R. W. Vrij Gaaf. 398. 1442 October 6. Willem heer tot Naildwijck en ter Capelle, erfmaarsch ilk van Hollant, bekent van Hoirn ontvangen te hebben 110 schilden, in mindering van den termijn van de nieuwe vijfjarige bede verschenen na Kerstavond 1440. Upten zesten dach in Octobri X I111twee ende viertich. O. (Inv. n°. 362 (Pap. Geseh. Opgedrukt zegel van Naildwijck K. W. G. 399. 1442 October 10. Willem Engebrechtsz. rentmeester-generaal van Hollant en Zelant, enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen 400 schilden voor de termijnen van de vijfjarige bede van Kerstavond 1441 en St. Jan 1442. Upten Xsten dach in Octobry int jaer ons Heren MCCCC twee ende viertich. T3 n°" 362) ï'aP- ö. Opgedrukt zegel van Engebrechtsz. -R. W. Gr. 400. 1442 December 3. Schepenen in Hoirn oorkonden dat Jan Eddicxz. c.s. aan St. Marienconvent hebben verkocht, zes morgen land onder Nuboxwoud. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert twee ende viertich op Sinte Barbarenavont. O. (Inv. n°. 833) P.G. Zegels van schepenen Dirc Gheriitsz. en Jan Claesz. Gr. W. G. 401. 1443 Januari 12. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Lambert Dircz. aan Jan Jan Sigersz. heeft verkocht 2'/a morgen land onder Nuboxwoud, maar deze voor twee keurvorstelijke Rijnsche guldens jaarrente, in huur heeft terug ontvangen. 16 Int jair ons Heren MCCCCXLIII des Saterdaghes naden Heylighen Dertiendendach. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 23 r°. 40Ü. 1443 Februari 7. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan Aernt die Rughenz. en Jan Pietersz aan heer Jan Remkenz., priester, hebben verkocht, een oud Fransch schild jaarrente, uit eene hofstede in de Noerderstraet. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert drie ende viertich des Donresdages na Sint Aechtendach. O. (Inv. n°. 752) P. Gr. Zegels van schepenen Dirc Gherijtsz. en Taems Maertensz. Gr. W. Gr. 4055. 1443 Februari 7. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Tyman Pieter Heertzoonsz. van voogden van het Armengasthuis heeft gekocht een stuk land in de Dampten, voor eene jaarrente van 1 '/2 gouden keurvorstelijke Rijnschen gulden Int jaer ons Heren Dusent vierhondert drie ende viertich des Donresdages na Sinte Aechtendach. O. (Inv. n°. 875) P. G. Zegels van schepenen Jan Pietersz. en Jan Claesz. Gr- W. G. Het schrift van de dorsale aanteekening is hetzelfde als op de gasthuisstukken van de 15e eeuw. 4Ö4. 1443 April 14. Phillips, hertog van Bourgoengen, bekent door den stadhouder Lalaing, van Hoirne te hebben ontvangen 338'/a schilden, als aandeel in de Spaansche schadevergoeding, voor den termijn van Kerstavond 1.1. Upten viertiensten dach van Aprille int jair onss Heren Duysent vierhondert tweende viertich naden loip van onzen hove. O. (Inv. n°. 277) Pap. G. Signet van Philip R. W. Gesch. 405. 1443 Augustus 10. Gherijt Syvertsz., dijkgraaf van West-Vrieslant, staat aan Hoirn toe, een verlaat te leggen in den Oesterdijck, binnen de stad. Int jaer ons Heren Dusent vierhonderd drie ende viertich op Sinte Louwerensdach. O. (Inv. n°. 566) P. G. Zegel van Syvertsz. Br. W. G. 406. 1443 Augustus 24. Christoffer van Denemarken, Sweden. Noorwegen, enz. staat toe aan Amsterdam, handel te drijven op Norwegen, behalve op IJsland en andere schatlanden. Geven und schreven op unsen slot Copenhaven die Beati Bartholomaei Apostoli Anno Domini MCD quadragesimo tertio. Afschrift Inv. n°. 488 bl. 16 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 72. 407. 1443 December 17. Anno a nativitate (Domini) Millesimo quadringentesimo quadragesimo tercio, indictione sexta, mensis Decembris die decima septima, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi patris et domini nostri domini Eugenii divina providencia pape quarti, anno decimo tercio. Jacobus Bertoldusz. bespreekt eenig land onder Westewoud, onder Swaech en eene jaar rente van een half Fransch schild uit een huis en erf op die Keern, aan fabriekmeesters van de Parochiekerk te Hoirn, voor eene jaarlijksche uitdeeling van tarwebrood aan de armen; benevens aan getij demeesters een half Fransch schild uit een ander aangrenzend huis en erf, om daarvoor jaarlijks zijne memorie te houden. Acta sunt hec in domo habitacionis testatoris predicti, retro in camera eiusdem, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra O. (Inv. n°. 741) P. G. Met het merk van den notaris Timannns Stam Geraerdusz. 408. 1444 Mei 23. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jacop Aerntsz. aan voogden van het Armengasthuis heeft verkocht 1J/3 morgen en '/s van twee hond land in de Dampten, in de Lutkeweyd. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vier ende viertich des Saterdages na ons Heren Hemelvaertsdach. O. (Inv. n°. 875) P. G. Zegels van schepenen Jan Pietersz. en Jan Jan-Beertsz. Br. W. Gesch. 400. 1444 Augustus 11. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Evert Jansz. c.s. aan Lijsbet Pouwels weduwe hebben verkocht, elf hond land, ten noorden van den Zwaagdijk in de Groteweyd. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vier ende viertich des Dingesdages na Sinte Louwerensdach. O. (Inv. n°. 878) P. G. Zegels van schepenen Symon Pietersz. en Heynric Jansz. Gr. W. G. 410. (1444) September 26. De Raad van Hollant, Zelant en Yrieslant beveelt aan Hoirn, ten dienste der op 24 October te Rouwaen te houden dagvaart, op 4 October e.k. in den Hage opgave te doen van de schade door de Franschen aangericht, dewijl op de dagvaart te Eu (in Normandië), alleen de Franschen en niet de onderdanen van den hertog, de elkaar toegebrachte schade hebben medegedeeld. Gescreven in den Hage des Saterdages XXVI dage m Septembri. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Signet van Philips. R. W. Gesch. Zaterdag 26 September kan o.a. vallen in 1439, 1444, 1450, in welke jaren de onderteekenaar Dirck Boudijnsz. van Zwieten voorkomt; 1444 vermoedelijk, vergelijk Boergoensche Charters. 411. 1444 December 1. Cristoffer koning van Dennemarken, feweden en JNorwegen, enz., staat toe aan Hom, handel te drijven op alle havens van Norwegen, en vooral op Berghen. Datum Castello nostro Hafnie prima die Decembris nostro sub secreto anno Domini MCDXL quarto. 0 (Inv n° 84) P Gr. Zegel van Christoffel van Denemarken R. W. Gr'. Afschriften Inv. n». 118, hl. 186 r°. Inv. n°. 488 hl. 14 v°. 412. 1444 December 18. Schepenen in Sibencarspel en in Bennyngbroeck oorkonden, dat Herck Heyn Taemszoonszoon aan Claes Jan Wittesz'. heeft verkocht zes gouden Beyersche guldens jaarrente, uit een huis, werf en 10 morgens land, onder Bennyngbroeck. aflosbaar met den penning 10. Int jaer ons Heren MCCCC ende XLIIII op Smte Lucyendach. Afschrift Inv. n». 792 hl. 7 r°. 413. 1444 December 18. n , T Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan (xherytsz. aan Claes Claesz., Claes Hollander genaamd, heeft verkocht een gouden keurvorstelijken Rijnschen gulden jaarrente, op een huis en erf in de Havensteech. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vier ende viertich des Vridages na Sinte Lucyendach. 0. (Inv. n°. 876) P. Gr. Zegels van schepenen Dirc Claesz. en Dirc Jansz. Gr. W. G. 414. 1445 Juni 6. Phillips, hertog van Bourgoengen, vergeeft Hoirne de breuken, begaan tegen den dijkgraaf Bengaert van Vriesland, wegens het opdelven van de Leke en wegens de Aelsluyse, mits de stad 400 klinkaarts betale. Gegeven tot Leyden upten zesten dach van Junio int jair onss Heren Dusent vierhondert vive ende veertich. O. (Inv. n°. 85) P. Gr. Zegel met eontrazegel van Philips. Ei. W Zeer Grescli. Aelsluyze = Haelsluis; vgl. Keg. n°. 368 en 369. 415. 1445 Juni 14. Schepenen in Hoern oorkonden, dat heer Symon Janz., priester, kanunnik van St. Pieter, te Myddelborch aan zijn neef Marten Claesz. c.s. heeft geschonken een stuk land in de Myzerkoech, Hilleven genaamd, eene werf te Avenhorn en 5 '/-2 morgen land onder Zwaech, Gappelant genaamd, waaruit de armen te Hoern acht Rijnsche guldens jaarrente trekken, welke landerijen bij uitsterven van het geslacht van Marten, aan de armen van Hoern zullen komen. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vijff ende viertich des Manendages na Sinte Odulphusdach. Inv. n°. 725. In vidimus van 18 Juli 1457. Keg. n°. 533. 416. 1445 Augustus 10. Schepenen in Hoorn oorkonden, dat Lijsbet Pauwels Pieterszoons weduwe verschillende inkomsten heeft geschonken, ten behoeve van eene te stichten vicarie voor de leprozen buiten Hoorn op de Keern, wier kapel eene halve gemeenelandsmijl meer naar de stad is verplaatst. Int jaer onss Heeren Duysent vierhondert vijff ende veertich op Sinte Laurentius. Met de bevestiging door den vice-deken en het kapittel van Utrecht en door Gerardus Beyer, proost van West-Friesland, van 31 October 1537. Inv. (no. 892). In vidimus van burgemeesters en schepenen van Hoorn van 21 Maart 1571 nae gemeen scrij ven. 417. 1445 October 9. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Albert Jansz. en Katrijn zijne huisvrouw, kerkvoogden hebben geschonken vier koeweiden in de Beets en een stuk land, die Lange van dat Myddelcorf genaamd, om den armen jaarlijks tarwebrood uit te deelen en de jaargetijden der schenkers te houden, waarbij de voogden voor was '/4 Rijnschen gulden aan de kerk moeten geven. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vijl ende veertich op Sinte Victoirsavont. O. (Inv. n°. 742) I'. Gesch. Zegels van schepenen Allvn Jansz. en Jacop Gherijtsz. Gr. W. G. 418. (1445) November 3. Henrie Utenhove, raad van den hertog, maant Hoirne aan 350 saluyle te betalen als aandeel in de leening van 9000 saluyte, waarmee de Hollandsche en Zeeuwsche steden de Engelschen, volgens verdrag, moeten voldoen, en waarvan de eerste termijn reeds op St. Michiel 1.1. (29 September) is verschenen. Deze leening zal, volgens oordeel van den president en de raden van Holland, geheel of gedeeltelijk door Amsterdam moeten worden afgelost. Gescreven inden Hage upten IIIen dach van Novembre. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen, handteekening van Utenliove. Verdrag met Engeland 1445 April 10, Boergoensche Charters blz. 79. 419. 1445 November 28. Philips hertog van Burgundyen, neemt de broeders en zusters van de Derde Orde van St. Franciscus in Hollant, Zelant en Vreeslant, in bescherming. Ghegeven in onsen hoff inden Haghe upten XXVIII dach in Novembri int jaer ons Heren Dusent vierhondert vijf ende viertich. Inv. n°. 775. Afschrift Pap. G. Gelijktijdig. 420. 1446 Februari 16. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat oude Jan Jan V riesenz., als voogd van zijne vrouw Haes Reynu, aanKerstijn Warmer Jacopz weduwe heeft verkocht, een oud Fransch schild jaarrente, uit eene hofstede in de Kerckstraet. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ses ende viertich des Woensdages na Sinte Valentijnsdach. O. (Inv. n°. 723) P. G. Zegels van schepenen Allyn Jansz. en Egbert Dircz. Gr. W. G. 421. 1446 Februari 25. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Lijsbet Pouwels, die bode weduwe, aan kerkmeesters heeft geschonken anderhalf morgen land en de helft van Heyke Deymde land bij den Zwaechdijck, onder Wognem in die Grote Weyd, om den armen jaarlijks weitenbrood, laken of schoeisel uit te deelen. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ses ende viertich des Yridages na Sinte Mathijsdach apostel. 0. (Inv. n°. 727) P. Gesch. Zegels van schepenen Allyn Jansz. en Egbert Dircsz. Gr. en Br. W. Gescli. en G. 422. 1446 Maart 22. Willem Engebrechtsz., rentmeester, bekent van Hoorn te hebben ontvangen 200 schilden, voor het eerste jaar van de zesjarige bede. Den' XXIIsten dach in Merte int jair ons Heren Dusent 11 [ Ic vijf ende viertich naden lope tshoefs van Hollant. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Opgedrukt zegel van Engebreclitsz. R. W. G. 423. 1446 Juni 8. Gert, bisschop van Borlom, Eric Negelsen van Tym, ridder, hoofdman te Aleborch, Hinrik Knutsen, ridder, hoofdman te Schandelenborch, Peter Ericsen, ridder, en Hans Juete, bekennen voor schade in den oorlog tusschen Holland en de zes Wendische steden, hun door poorters van Hoirne en Enchuysen toegebracht,, te hebben' ontvangen 2365 Lubecksche marken, behalve de gemaakte onkosten. Nach Jezu gebord Dusent verhundert jar dairna indem seesendevertigsten jare inden achtende dach Junii des mandes. 0. (Inv. n°. 278) P. G. Zegels van Gert van Borlom B. W. G. Eric Negelsen B. W. G., Hinrik Knutsen Gr. W. Gesch. Peter Ericsen, "Witte Was, Hans Juete, Witte Was G. Borglum N. W. van Aalborg, Jutland, suffragaanbisdom van Lund; Skanderborg, zuidelijk van Aalborg. 424. 1446 Juli 21. Schepenen in Hoirn oirkonden, dat Mathijs Heertsz. en Reynu zijne huisvrouw, aan kerkvoogden hebben geschonken 6'/2 morgen land onder Hoirn, bij de Rijsdam, Claes Stammen loet genaamd, om den armen jaarlijks weitenbrood, laken en schoeisel uit te deelen, en dat voogden daarvan zeven oude Vlaamsche grooten zullen ontvangen, om jaarlijks een lijkdienst voor de schenkers te bezorgen. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ses ende viertich op Sinte Maria Magdalenenavont. O. (Inv. n°. 722) P. G. Zegels van schepenen Taems Maertensz. en Pieter Claesz. Gr. W. G. Bijsdam, thans weg Hoorn—Wognum. 425. 1446 Juli 31. Phillips hertog van Bourgongen, geeft zijn landen van Hollant en Vrieslant bepalingen over vrede na vechten, en over zeventuig. Gegeven upten lesten dach van Julio int jair ons Heeren Duysent vierhondert zesse ende viertich. 0. (Inv. n°. 86) Pap. Gr. Signet van Philips R. W. Gr. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 87 op 9 Augustus. 426. 1446 Augustus 1. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Pietersz. aan Heyn Pietersz. heeft verkocht anderhalf morgen en een half hond land onder Westerblocwer, Herincxwout genaamd. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ses ende viertich op Sinte Pietersdach ad vincula. O. (Inv. n°. 726) P. Gr. Zegels van schepenen Mathijs Heertsz. en Taems Maertensz. Gr. W. Gr. en Gesch. 427. 1446 Augustus 9. Phillips vaardigt uit, de oorkonde van 31 Juli 1446 over vrede en zeventuig. Gegeven upten negenden dach van Augusto int jair onss Heren Duysent vierhondert ses ende viertich. O. (Inv. n°. 86) P. G. Zegel met contrazegel van Philips R. W. Grescli. Afschriften Inv. n°. 124 hl. 25 v°. Inv. n°. 117 bl. 21 v°. Inv. n°. 12411 bl. 18 v°. Inv. n°. 119 bl. 54. Gedrukt: Handtv. Alckmaer, Hoorn, hlz. 23 en blz. 90. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 87. 428. 1446 October 28. Philippus beperkt de vermeerdering van goederen door geestelijken en gestichten. Gegeven XXVIIIen dach in Octobri anno XLVI. Afschriften Inv. n°. 124" bl. 27 r°. Inv. n°. 119 bl. 64. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 83 en blz. 88. 429. 1446 November 29. Hans Jute bekent 50 pond gr. VI. van Hoirne te hebben ontvangen, die de stad hem beloofd had te zullen betalen te Deventer op St. Maartensmarkt 1.1., en tevens 50 pond, die hij in den Hage heeft gebeurd. Up Sinte Andriesavont int jaere ons Heren Dusent vierhondert zesse ende viertich. O. (Inv. n°. 279) Pap. G. Het opgedrukt zegel van Hans Jute is verdwenen. 430. 1446 December 31. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Heynryc Botter Goertz., zijn broeder Jan heeft geschonken een schepenbrief op Jan van Loenen, van 200 gouden Aernoldusguldens. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ses ende viertich op den Heilighen Jaersavont. 0. (Inv. n°. 1020) P. Gr. Zegels van schepenen Pieter Remmetz en Jacop Symenz. Gr. W. Gescli. 431. 1447 Februari 10. Burgemeesters van Hoirn bekennen, door Jacop Claes Lammertz. voldaan te zijn voor een huis in de Kercxstraet, dat hun voorgangers hem hebben verkocht; zij beloven het bolwerk en erf waar het huis op staat, in stand te houden, en dat de watering onder het huis altijd een vrijen doorgang zal houden. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert seven ende viertich des Vridaghes nae Sinte Aechtendach. O. (Inv. n°. 872) P. G. Stadszegel Gr. W. Gesch. Mede in vidimus van schepenen van Hoorn 20 Juni 1539; blijkens aanteekening aan de achterzijde is in 1563 het nieuwe Gasthuis hier gebouwd. 432. 1447. Februari 27. Aelbrecht van Raephorst, schout van Harlem, afgevaardigd tot de ontvangst van de zesjarige bede, bekent 1600 schilden van Hoorne te hebben ontvangen. Opten XXVIIsten dach in Februario int jair MCCCC zess ende viertich naden loip shoofs van Hollant. 0. (Inv. n°. 363) Pap. G. Opgedrukt zegel van Raephorst R. W. G. 433. 1447 Maart 6. Phillips hertog van Bourgongen, staat Hoirne toe, de jaarmarkt op St. Lauerensdach te houden. Gegeven upten sesten dach in Maerte int jaer ons Heren Dusent vierhondert zesse ende viertich. Afschriften (Inv. n°. 124) bl. 28 v°. Inv. n°. 117 bl. 20 r°. Inv. n°. 124 n bl. 18 r». Inv. n». 119 bl. 52. Gedrukt: Handtv. Alckmaer, Hoorn blz. 90. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 85. 434. 1447 Maart 21. Heer Anthonius, persona te Baftlo en heer Rembertus, cureit op dem Sande, oorkonden, dat Dyrck Korstikesz. te Baftlo en Ewe Wybolts up dem Sande, Hermen Korstikesz. te Appinghdampme, gemachtigd hebben in bezit te nemen eene hofstede achter de Beghijnenkapel te Hoern, welke zij hem uit de erfenis van hunne moeder hebben verkocht. Datum anno Domini Millesimo CCCC quadragesimo septimo ipso die Benedicti abbatis in jejunio. O. (Inv. n°. 808) Pap. Gesch. De opgedrukte zegels van heer Antonius R. W. zeer Gesch. en heer Rembertus Gr. W. zijn nagenoeg verdwenen. 435. 1447 April 21. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Jan Mentsz. aan Claes Claes Wimpsz. heeft verkocht een gouden Engelschen- Eduwardschen nobel jaarrente, uit eene hofstede in de Noerderstraete. Int jaer ons Heeren XIIIICXLVII des Diensdages nae Sinte Ghertruydtdach, Afschrift Inv. n». 792 bl. 42 v». 436. 1447 April 27. Dirck Boudijnsz. van Zwieten, afgevaardigd van wege Hollant tot de ontvangst van het geld, om de verdragen met de Engelschen, den heer van Lalaing en de kosten van de leistinge van Utrecht te betalen, bekent van Hoirn te hebben ontvangen 100 schilden voor den termijn van Kerstavond 1.1. Upten XXV listen dach van Aprille int jair ons Heren MCCCC zeven ende viertich. O. (Inv. n°. 280) Pap. G. Met handteekening van v. Zwieten. De machtiging voor v. Zwieten, Boergoensche Charters blz. 85, 19 Maart 1446; de leistinge van Utrecht, aldaar blz. 82, 28 Juni 1445 volg., blz. 84, 3 Dec. 1445. 437. 1447 Mei 19. Anthonis Michiels rentmeester-generaal van Hollant, Zelant en Vrieslant, bekent van Hoorne te hebben ontvangen 200 schilden voor de zesjarige bede. Opten XlXen dach in Meye int jair MCCCC zeven ende viertich. O. (Inv. n". 363) Pap. G. Signet van Michiels R. W. G. 438. 1447 Mei 19. Aelbrecht van Raphorst, schout van Haerlem, bekent van Hoerne te hebben ontvangen 600 schilden voor de zesjarige bede. Int jaer ons Heren Duysent vierhondert XLVII opten XIXsten dach in Meye. 0. (Inv. n°. 363) Pap. G. Opgedrukt zegel van Raaphorst R. W. Gesch. 439. 1447 Juni 2. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat -Jan Janz. van Maghen aan Dirc Pieter Jeeftz. heeft verkocht een gouden oud Fransch schild jaarrente, uit een huis en hofstede in de Goeu, ten zuiden van de vesten. Int jaer ons Heeren Dusent vierhonderd seven ende viertich des Vrijdaghes nae Pinxsterdach. 0. (Inv. n°. 831) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Dirc Haghenszoonsz. en Dirc Fredericsz. Gr. Vr. Gesch. 440. 1447 Juni 28. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Harmen Corstgen Smitsz c.s., ten behoeve van St. Ceciliaconvent, afstand hebben gedaan van alle rechten op een erf achter Onze Lieve Vrouwekapel, aan de zuidzijde van de Nu we Steghe, dat Korstgen, hun vader, eertijds aan het convent had verkocht. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert seven ende viertich op Sinte Pieter ende Sinte Pouwelsavont apostelen. O. (Inv. n°. 808) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Dirc ïïaghenszoensz. en Dirc Frederycsz. Gr. W. G. 441. 1447 Juli 17. Aelbrecht van Raphorst, schout van Haerlem, bekent van Hoern te hebben ontvangen 110 schilden voor de zesjarige bede. Int jaer ons Heren Duysent vierhondert XLVII des Manendaechs nae Sinte Margrietendach. 0. (Inv. n°. 363) Pap. Gesch. Opgedrukt zegel van Raaphorst. 442. 1447 Augustus 26. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan Almersz. aan Jan Korstgenz. een vrijen overgang over zijn molenwerf in de Goeu heeft toegestaan. Inden jaer ons Heren MCCCCXLVII des Saterdages nae S Barthelmeeusdach. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 5 r°. 443. 1447 September 4. Phillips hertog van Bourgongen, gelast Aelbrecht van Egmont, schout van Hoirne, krachtig op te treden tegen eenige gevaarlijke lieden en dezen, bij ongehoorzaamheid, voor drie jaar uit Hollant en Vrislant te bannen. Ghegeven upten vierden dach in Septembri int jaer ons Heeren Dusent vierhondert zeven ende viertich. Afschriften Inv. n°. 124 bl. 27 r°. Inv. n°. 117 bl. 22 j-0. Inv. n". 124" bl. 19 v°. Inv. n°. 119 bl. 57. Gedrukt: Handtv. Alckmaer, Hoorn blz. 91. 444. 1447 September 10. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen 100 schilden, voor de zesjarige bede. Opten Xsten dach in Septembry in 'tjair MCCCC zeven ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Signet van Michiels R. W. G. 445. 1447 September 10. Burgemeesters, schepenen en raad van Campen bekennen van Hoern te hebben ontvangen 50 Rijnsche guldens pondgeld, voor den termijn van Egidius 1.1. (September 1) ten behoeve van burgers, die schade hebben geleden. Int jair ons Heren Dusent vierhondert seven ende viertich Sonnendages nae Onser Liever Vrouwedach nativitas. 0. (Inv. n°. 281) Pap. G. Opgedrukt zegel van Kampen. Br. W. Zeer Gesch. Zie Register Oud-archief Kampen I nos. 548, 553, 556 en 568. Vergelijk: Toe Bocop blz. 636 in Codex Diplomaticus Neerlandicus 2e Serie V 1860. 446. 1447 October 19. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen 250 schilden, voor de zesjarige bede. Opten XIXen dach in Octobry int jair MCCCC zeven ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Signet van Michiels R. W. G. 447. 1447 November 5. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen 150 schilden voor den vierden termijn van de zesjarige bede, van St. Jan en Kerstavond 1446. Opten Ven dach in Novembry int jair MCCCC zeven ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Signet van Michiels R. W. G. 448. 1447 November 10. Petrus, bisschop van Belley, staat bij afwezigheid van Georgius, kardinaal van Sancta Maria, Trans Tiberim, met toestemming van het concilie van Basel, den burgers van Hoirn toe, in de Parochie- of Hospitaalkerk missen te laten doen vóór het aanbreken van den dag. Datum Basilee IIII Idus Novembris anno a nativitate Domini Millesimo quadringentesimo quadragesimo septimo. O. (Inv. n°. 713) Pap. Vrij Gaaf. Zegel van Georgius kardinaal van St. Maria Trans Tiberim R. W. Gesch. Belley (Belisma, Bellicium) dep. Ain, suffragaan van Besangon. Op de pliek de handteekening van Johannes Goyer als deken van West-Friesland in 1452 genoemd. Reg. n°. 539. 440. 1447 December 15. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz , bekent van Hoorne te hebben ontvangen 200 schilden voor de zesjarige bede. Opten XVen dach in Decembry int jair XIIIIc zeven ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Signet van Michiels. R. W. G. 450. 1447 December 18. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Symon Ysebrant Sceltszoonsz. aan Dirc Pietersz. heeft verkocht een half gouden Fransch schild jaarrente, uit een huis en werf in de Goeuwe. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert seven ende viertich des Manendages nae Sinte Lycyendach. O. (Inv. n°. 831) P. G. Zegel van schepenen. Jan Claes. Louwenz. en Jacop Jan Foyenz. Gr. W. G. 451. 1447 December 20. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Rembout Mychelsz. en Alijt zijne huisvrouw, aan kerkvoogden hebben geschonken de helft van vijf morgen land onder Westerblocker, om den armen jaarlijks de rente uit te deelen. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert seven ende viertich op Sinte Thomasavont apostel. O. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Dirc Haghenszoonsz. en Hedde Jan Hedsz. Gr. W. Gesch. en G. 452. 1448. Januari 9. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Olfert Claesz. aan Jan Korstgenz. heeft verkocht, drie kwart van een stuk land binnen de vrijheid der stad, maar buiten de remeyd, ten zuiden grenzend aan St. Pietersdal. Int jaer ons Heren MCCCC ende XLVIII des Dinxdaghes naeden Heylighen Drie Coninghendach. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 5 r°. Met remeyd, is waarschijnlijk bedoeld hameid. 453. 1448 Januari 10. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Lambert Dircz. aan Jan Sigersz. heeft verkocht een nobel jaarrente, uit drie morgens land onder Nuboxwoud. Int jaer ons Heren MCCCCXLVIII des Woensdages naden Heyligen Drie Coninghendach. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 23 r°. 454. 1448 Maart 4. Sehepenen in Hoern oorkonden, dat Albert Harmansz. aan Melys Plorysz. heeft verkocht een halven gouden Rijnschen gulden jaarrente, uit twee kamers en eene hofstede in Ment Hillenzsteeg. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert acht ende viertich opden vierden dach in Maert. O. (Inv. n°. 871) P. Gr. Zegels van schepenen Claes Jan Dirc Haghenzoonsz. en Hedde Jansz. Gr. W. G. 455. 1448 Maart 8. Phillips hertog van Bourgoengen gelast heer Gael Jansz., bewaarder van een geestelijk huis te Hoirne, Katherijn Pieter Zegersz. bij haar man Dirck Mouvèrysz. terug te brengen, of haar in het klooster eener erkende orde te laten gaan, tenzij zijn huis tot eene orde behoort. Gegeven VIII dage in Maerte int jair ons Heren Duysent vierhondert zeven ende viertich naden loip van onzen hove. O. (Inv. n°. 763) Pap. G. Signet van Philips K. W. G. 450. 1448 Maart 31. Burgemeesters, schepenen en raad van Enchuysen oorkonden, dat Meynaert van Hoeff, volgens lastgeving van hertog Phillips, de lading van 28 ton Wismar bier heeft mogen behouden uit het kraaierschip van Claes van Hoirn, wonende te Dansche in Pruysen, dat hij in den Oosterschen oorlog te Hoirn heeft binnengebracht. Int jaer ons Heeren Duysent vierhondert ach te ende viertich opten lesten dach in Maerte. 0. (Inv. n°. 481) Pap. G. Opgedrukt zegel van Enkhuizen Br. W. Zeer Gesch. Dansche = Danzig. 457. 1448 Mei 24. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Claes Naghelsz., aan voogden van den Heiligen Geest heeft geschonken, eene erfpacht van 3 'ƒ4 oude Vlaarasche groot, uit een huis en erf in de Havenstege. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert acht ende viertich des daghes naedes Heiligen Sacramentsdach. 0. (Inv. n°. 876) P. G. Zegels van schepenen Jan Woutersz. en Gherijt Gherijtz. Gr. W. G. Met aangehechte oorkonden van 16 Februari 1463 en 31 Januari 1485. 458. 1448 Juni 1. Dirck Boudijnsz. van Zwieten, afgevaardigd vanwege Hollant en Vrieslant tot de ontvangst van de halve bede, bekent van Hoirne als vol aandeel te hebben ontvangen 42 '/j schild, en verklaart, dat aan de stad zekere som in mindering is gebracht, wegens geleend geld voor 's lands zaken. Upten eersten dach van Junio in jair XIIII'' acht ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Met handteekening van v. Zwieten. 45». 1448 Juli 18. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen 190 schilden, voor de termijnen St. Jan en Kerstmis 1447 van de zesjarige bede. XVIII dagen in Julio int jaer MCCCC acht ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Met handteekening van Michiels. 460. 1448 Juli 21. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Claes Jan Syvertszoonsz. en Ave zijne dochtervaan voogden van den Heiligen Geest hebben verkocht, drie kwart morgen land in de Lutkeweyde (in de Dampten), een morgen onder Hem en '/ï morgen in Westewoud. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert acht ende viertich op Sinte Maria Magdalenenavont. 0. (Inv. n°. 877) P. G. Zegels van schepenen Jacoh Gherijtsz. en Maerten Claesz. Br. ~W. Gesch. 401. 1448 Augustus 3. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 250 schilden voor de zesjarige bede. Öpten IIIen dach in Oest int jair MCCCC acht ende viertich. 0. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van Michiels. 462. 1448 Augustus 23. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen 800 schilden, in mindering van de termijnen der zesjarige bede van St. Jan en Kerstmis 1447. XXIII dagen in Augusto int jair MCCCC acht ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van Michiels. 463. 1448 Augustus 30. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen 250 schilden, in mindering van de termijnen der zesjarige bede van St. Jan en Kerstmis 1447. XXX dagen in Augusto int jaer MCCCC acht ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Met handteekening van Michiels. 464. 1448 September 3. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen 144 schilden, in mindering van de termijnen der zesjarige bede van St. Jan en Kerstmis 1447. III dagen in Septembry int jair MCCCC acht ende viertich. ü. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Signet van Michiels E. W. Gr. 465. 1448 September 17. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen 300 schilden, voor de zesjarige bede. Opten XVIIen dach in Septembry int jair MCCCC acht ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Signet van Michiels E. W. Gr. 466. 1448 October 11. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Meester Pieter, in artibus, doctoer in medicinen en Fye Jacop Heertzd. als huwelijksvoorwaarden o.a. hebben gemaakt, dat na Fye's dood 20 Rijnsche guldens jaarrente aan eenevicarie of aan de armen zullen komen en haar zilveren vaatwerk tot Gods eer zal dienen. Int jair (ons Heren Duzent vierhondert ende acht ende viertich des anderen daghes nae Sinte Victoers- ende Gereonsdach. Inv. 720 In vidimus van 26 October 1460 Reg. n°. 563. 467. 1448 October 17. Johannes Wandele, klerk van Mr. Anthonis Michiels, bekent van Hoirne te hebben ontvangen 100 schilden, in mindering van de termijnen der zesjarige bede van St. Jan en Kerstmis 1447. XYII dage in Octobry MCCCC acht ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. Cr. Met handteekening van Wandele. 468. 1448 November 12. Schepenen in Hoern oorkonden dat Frederyc Reynersz. aan Ymme Jacop Tedincsd., van Aemstelredam, heeft verkocht een gouden Engelschen nobel jaarrente, uit een huis en hofstede in de Noerderkercstege. Int jaer ons Heer en Dusent vierhondert acht ende viertich des daghes nae Sinte Maertensdach in den winter. O. (Inv. n°. 873) P. Gr. De zegels van schepenen Maerten Claesz. en Jan Woutersz. zijn verdwenen. 469. 1448 December 13. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant, enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 450 schilden voor de zesjarige bede. Opten XlIIen dach in Decembry int jair MCCCC acht ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. Gresch. Met handteekening van Michiels. 470. 1449 Februari 5. Stadhouder en Raaden van Hollant, enz., gelasten Hoern, aan Henric Ramp, burger van Landscrone in Denemarken, schadevergoeding te geven, daar hem acht jaar geleden op S.S. Vitus en Modestus (Juni 15) door Meynaert van Hove, uit Hoern, zijn schip en lading is afgenomen, te Hoorn opgebracht en door het gerecht verdeeld. Maar zij staan de stad toe, op Eynchuysen en Medembliec de schade te verhalen omdat deze toegestemd hebben in de verdeeling van den buit. Upten vijfften dach van Februario int jair ons Heeren 17 CCCC acht ende veertich naeden loop des hoeffs van Hollant. O. (Inv. n°. 482) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van den Raad. R. W. G. Landscrone, Landskrona, destijds in Denemarken, thans in Zweden (Schonen). 471. 1449 Maart 19. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Willam Heynenz. den Huiszitten Armen heeft geschonken drie kwart van l7/8 morgen land in de Goeu, voor eene jaarlijksche uitdeeling van geld, turf of schoenen. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert neghen ende viertich des Woensdages (na ?) Sinte Gheertrudendach. O. (Inv. n°. 1024) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Jonge Dircz. en Jacop Grherytz. Grr. W. Gr. 472. 1449 Maart 27. De Raad van Hollant veroordeelt Hoirne, aan Henric Ramp 225 Wilhelmusschilden te betalen. Opten XXVIIsten dach in Maerte int jair ons Heren Duysent CCCC acht ende viertich naeden loop des hoifs van Hollant. O. (Inv. n°. 482) Pap. Gresch. Opgedrukt zegel van den Raad R. W. Gr. 47». 1449 April 3. Philips staat zijn stadhouder, Jan van Lannoy, toe, een uitland onder Grootebroeck, tusschen Reyngersvlyet en Cattehoirn te bedijken. Gegeven in onze stad van Bruyssel III dagen in April int jaar ons Heeren MCCCC acht ende veertigh. voor Paeschen. Afschrift 1690 (Inv. n°. 1112). Cattehoirn, Kathoek, gemeente Andijk; vgl. Reg. n°. 210 en 1366 over ditzelfde land. 474. 1449 April 22. Burgemeister en waarschappen van Hoirne beloven den rentmeester-generaal, op St. Jan e.k. of eene maand daarna, 900 schilden te betalen, die de stad nog schuldig is van 1447; op St. Michiel 1150 schilden voor den termijn van Kerstmis 1448, en op Kerstmis e.k. eveneens 1150 schilden voor den termijn van St. Jan 1449, en dat zij, in gebreke blijvende, zich 'naar Den Haag in gijzeling zullen begeven. Actum XXII dage in Aprille int jair MCCCCXLIX. Inv. n°. 364 Afschrift Pap. Gr. Gelijktijdig. Met handteekening van Bossaert. 475. 1449 April 23. Phillips hertog van Bourgongen, gelast den eersten deurwaarder van het Hof, Enehuysen en Medembliec aan te zéggen, niet Hoirne hun aandeel te betalen in de schadevergoeding aan Heynric Ramp, en bij weigering, hen te dagvaarden tegen 12 Mei e.k. Gegeven opten XX Hiaten dach van Aprille in jair ons Heren Duysent CCCC negen ende viertich. 0. (Inv. n°. 482) Pap. Gesch. Signet van Philips R. W. G. Mede in afschrift. Pap. G. Gelijktijdig. Aan de achterzijde eene aanteekening van Wisse, den bode, en de oorkonde van 14 Mei 1449. (Reg. n°. 477). 476. 1449 Mei 5. Philips hertog van Bourgongen, gelast zijn dienaren en onderdanen meester Pieter Milet, klerk en magister artium, te helpen bij het in bezit nemen der proosdij van WestFriesland, welke hij hem na het overlijden (9 November 1448) van meester Ghijsbrecht van Rietvelt heeft geschonken, aangezien deken en kapittel van Utrecht geweigerd hebben hem aan te nemen. Gegeven in onse stede van Brusel vijff dage in Meye int jair ons Heeren Duysent vierhondert negen ende veertich. Inv. n°. 700. Afschrift Pap. G. Gelijktijdig. 477. 1449 Mei 14. Jan van den Cruce, deurwaarder, oorkondt dat hij Medenblyc en Enehuysen heeft uitgeroepen, maar dat de steden niet zijn verschenen. Actum upten XIHIen dach in Meye anno XII I I<' negen ende viertich. Aan de achterzijde de oorkonde van 23 April 1449. (Ree:, n». 475). 478. 1449 Mei 16. Philips hertog van Boirgoengen gelast den eersten deurwaarder van het Hof, de schouten, burgemeesters en schepenen van Enehuysen en Meemblic te dagvaarden op 9 Juni e.k., aangezien zij geweigerd hebben hun aandeel te betalen, in de schadevergoeding aan Heinderic Ram}) en op den hun aangezegden dag niet zijn verschenen. Gegeven upten XVBen dach van Meye int jair ons Heeren Duysent vierhondert neghen ende veertich. O. (Iny. n°. 482) Pap. Gr. Signet van Philips. E. W. Gr. Aan de achterzijde eene aanteekening van Wisse, den bode en de oorkonde van 9 Juni 1449 van Jan van der Cruce. (Eeg. n°. 479). 479. 1449 Juni 9. Jan van den Cruce, deurwaarder, oorkondt, dat hij schout, burgemeesters en schepenen van Enchuyse en Medenblyc tegen die van Hoirne heeft gedagvaard, en dat zij niet zijn verschenen. ' Actum IX dage in Junio anno XIIIIc negen ende viertich. O. (Inv. n°. 482) Aan de achterzijde van de oorkonde van 16 Mei 1449. Met handteekening J. de Croix. 48©. 1449 Juni 9. Philips hertogvan Bourgoingnen, gelast zijn gezworen bode Enchuysen en Medemblic voor de derde maal te dagvaarden, om zich 29 Juni te verantwoorden. Gegeven den IXten dach in Junio int jaer ons Heeren Duysent vierhondert negen ende veertich. O. (Inv. n°. 482) Pap. Gr. Signet van Philips. E. W.'G. Aan de achterzijde eene aanteekening van Wisse, den bode. 481. 1449 Juni 21. Phillips gelast vrienden en magen van wijlen Wouter Baert en die van wijlen Joost Willemsz. en Willem Jacobsz., tot 1 Augustus e.k. den vrede te houden, over den moord op Wouter Baert, welke op 22 Juni zou eindigen. Ghegheven XXI daghen in Junio anno XIIIIc XLIX. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 100 v°. ' 482. 1449 Juli 16. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant, enz., bekent door Jan Mathijsz., van Hoorne te hebben ontvangen, 250 schilden voor de zesjarige bede. Opten XVIen dach in Julio int jair MCCCC negen ende viertich. 0. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van Michiels. 483. (1449) Juli 22. De heer van Lannoy en Rumes stadhouder-generaal en de raden van Hollant, enz., gelasten Hoirn Mr. Pieter Milet, kanunnik van de Utrechtsche kerk, proost van \\ est- Friesland en secretaris van den hertog, bij de inbezitneming van zijne proosdij te steunen. Gescreven inden Hage XXII dage in Julio. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Signet van Philips. R. W. Gesch. Milet is in 1449 proost geworden, blijkens oorkonde van 5 Mei en brief van 5 September. Reg. n°. 476 en 485. 484. 1449. Augustus 7. Steven Hac bekent van Hoerne te hebben ontvangen, 10 postulaatguldens voor drie Leidsche lakens, welke de zeven steden van Hollant, Zeelant en Vrieslant op de dagvaart van Coepmanhaven in 1447, met wijlen koning Kersstoffel, aan heer Turber Bil, ridder uit Denemarken, beloofd hebben te betalen wegens eene vordering op genoemde landen, waarvoor Hac borg is geweest. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert negen ende viertich des Donresdages nae Sinte Pietersdag ad vincula. 0. (Inv. n°. 282) P. G. Zegel van meester Jan de Wael deken van West-Friesland Gr. W. Gesch. Thorbern Bille, Deensch rijksraad, Hansisches Urkundenbuch VIII n°. 740, Hanse Recesse II" blz. 254, II v blz. 149, 153. 485. 1449 September 5. De hertog van Bourgondië, verzoekt Hoirne, zijn secretaris Mr. Pieter Milet proost van West-Friesland te helpen tegen den proost van St. Jan te Utrecht en eenige priesters der proosdij. Gescreven in onzer stadt van Brugge vive dage in Septembris anno XLIX. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Handteekening en signet van Philips R. W. Gesch. 486. 1449 October 4. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant, enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 1000 schilden voor de zesjarige bede. Op ten lillen dach in Octobry int jair MCCCC negen ende viertich. 0. (Inv. n°. 363) Pap. G. Signet van Michiels R. W. G. 487. 1449 October 7. Anthonis (Michiels) rentmeester-generaal van Hollant, enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 93 schilden voor de (zesjarige) bede. Opten VII®" dach in Octobry int jair MCCCC negen ende viertich. O. (Inv. n°. 363) Pap. zeer Gesch. Met liandteekening van Michiels. 488. 1449 October 8. Phillips hertog van Bourgoengen gelast zijn baljuwen en dienaren in Hollant, en Frieslant de poorters van Meden blyck aan te houden, tot dat de stad aan Hoirne haar aandeel heeft betaald in den zoen met Bremen en Denemarken. Upten achtsten dach van Octobri int jair ons Heren Duysent CCCC negen ende viertich. 0. (Inv. n°. 483) Pap. G. Signet van Philips R. W. G. 489. 1449 October 15. Phillips staat zijn onderzaten, die in de groote Nesse van Cattehorn geland zijn, toe, dat land tot een korenakker te bedijken en geeft hiervoor nadere bepalingen. Datum XV dagen in Octobri anno XIIIIc XLIX. Afschrift 1690. Inv. n°. 1112. Gedrukt: Handtv. Medenblick blz 59. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 97. 490. 1449 November 19. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Reyner Rippertsz. en zijne vrouw Duve, aan de Huiszitten Armen en de rechte armen hebben geschonken eenig land onder Westewoud bij de Goeu, en een huis en hofstede met hooiberg in de Patercelyestraet ten noorden van de Burchsloet, tot eene jaarlijksche uitdeeling van tarwebrood, hout, turf of geld. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert neghen ende viertich op Sinte Elysabettendach. 0. (Inv. n°. 1020) P. G. Zegel van schepen Jan Harmansz. Gr. W. G. Het zegel van schepen Claes Hollander is verdwenen. 491. 1449 November 24. Luider van Varle en Johan Petersoen bekennen voor Breemen, van Hoern te hebben ontvangen 190 Rijnsche guldens, als laatsten termijn van het door Hoern verschuldigde, en beloven op midvasten e. k., als de stad nog 200 Rijnsche guldens geeft, kwitantie te zenden voor de drie termijnen vervallen op St. Martinus 1.1. Maar wanneer Breemen geene kwitantie zendt, zal het de genoemde 190 Rijnsche guldens teruggeven. Int jaer ons Heren MCCCC inden negen ende vertichsten jaer op Sinte Katerijnenavont der heiliger joncfrouwen. O. (Inv. n°. 283) Pap. Gr. Opgedrukte zegels van Luider van Yarle en Johan Petersoen. Gr. W. Gesch. 493. 1449 December 18. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Peeter Jan Mentsz. met Myen, zijne vrouw, aan Claes Claes Wimptsz. hebben verkocht een halven Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en werf in de Noerderstraete. Int jaer ons Heren XIIIIc XLIX des Donresdaech nae Sinte Luciendach. Afschrift Inv. n°. 792 bi. 45 r°. 493. 1449 December 27. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Claesz. aan Vrouke Jan Korstgens weduwe c.s. een vrijen overgang over zijne molenwerf in de Goeu heeft toegestaan. Int jaer ons Heren MCCCC ende XLIX op Sinte Jansdach Ewangelist inden Heylighen Karstijt. Afschrift Inv. n°. 792 hl. 5 v°. 494. 1450 Januari 9. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal vanHollant, enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen 1000 schilden, voor de zesjarige bede. IX dagen in Januario int jair MCCCC negen ende viertich naden loip shoofs van Hollant. O. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van Michiels. 495. 1450 Januari 19. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Jan Eddicxz. va.n Wognem, den Huiszitten Armen heeft geschonken, drie Philippusschilden jaarrente, uit de helft van een stuk land onder Wognem, de Bulte genaamd, ter vergoeding voor denverkoop van een nobel jaarrente, die zijne zuster Ymme hen had besproken. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende vijftich des Manendages nae Sinte Anthonysdach. O. (Inv. n°. 1032) P. Gr. Zegels van schepenen Dirc Remmetsz. en Sybrant Gherytsz. Br. W. Gesch. en G. 496. 1450 Februari 3. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Myeus Symonz. en zijne vrouw Hase, den Huiszitten Armenvoogden hebben geschonken, vier deimpten land onder Beets, Grotinxland genaamd, waarvan zij de rente zoolang aan Myeus neef, Dirc Reynersz., moeten uitkeeren tot hij priester geworden is. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende vijftich des dages nae Onzer Liever Vrouwedach te Lichtmys. 0. (Inv. n°. 1033) P. G. Zegels van schepenen Dirc Rem metz. en Jan Harmansz. Gr. W. G. 497. 1450 Maart 4. Stadhouder en Raad van Hollant, enz., oorkonden, dat Hoirne 25 schellingen gr. VI. betaald heeft, voor de dagvaart tegen de Engelschen, gehouden in den afgeloopen zomer te Calais. Upten lillen dach van Merte int jair ons Heren MCCCC negen ende viertich naden loipe shoifs van Hollant. 0. (Inv. n°. 284) Pap. G. Met handteekening van Dirck Boudenz. van Zwieten. 498. 1450 Maart 5. Stadhouder en Raad van Hollant geven als uitspraak in het proces tusschen Hoirne en Medenbliec—Enchuysen, over het aandeel door de beide laatstgenoemde steden aan Hoirne te betalen in de schadevergoeding voor Henrick Ramp, dat zij dit moeten doen en de kosten teruggeven, welke Hoirne bij dit proces heeft gemaakt. Upden vijften dach van Mairte int jair XIIIIc negen ende veertich naden loipe des hoifs van Hollant. 0. (Inv. n°. 482) P. G. Opgedrukt zegel van den Raad R. ~W. G. 499. 1450 Maart 9. , Stadhouder en Raad van Hollant veroordeelen Medemblic en Enchuysen aen Hoirne voor de schadevergoeding aan Henric Ramp 85 Wilhelmusschilden, en voor proceskosten 6 pond IS schellingen te betalen, waarvan Medemblic 48 schilden en 3 pond 15 schellingen moet voldoen en Enchuysen 37 schilden en 3 pond 3 schellingen. Des Manendages upden negenden dach van Merte int jair Duysent vierhondert negen ende veertich naden lope des hoifs van Hollant. O. (Inv. n°. 482) P. G. Met handteekening van de Cleve. 500. 1450 Maart 10. Guyot van den Zande, gezegd de Cotre, bekent zes saluten van Hoirne te hebben ontvangen. Den Xten dach in Maerte int jaer Duysent IIIIc negen ende veertich naden loop des hoefs van Hollant. 0. (Inv. n°. 285) Pap. G. Met handteekening van de Cotrè. 501. 1450 April 12. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 50 schilden voor de zesjarige bede. Opten XTTen dach in April int jair MCCCC ende vijftich. O. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van Michiels. 502. 1450 April 20. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Wab Maerten Jan Remmetsz. huisvrouw, alvorens eene bedevaart naar Rome te doen, verschillende inkomsten en goederen aan personen te Hoirne en Enchusen en aan de kerk te Oesthusen heeft besproken; het overige harer bezittingen heeft zij in handen gesteld van voogden 'der kerk en der Huiszititen Armen, om daaruit eene lijfrente aan haar erfgenamen uit te keeren. Na het overlijden van dezen, zullen die gelden voor de eene helft aan de kerk komen en de rente van de andere helft wordt bestemd voor eene jaarlijksche uitdeeling aan de armen. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende vijftich opden twintichsten dach in Aprylle. O. (Inv. n°. 720) P. G. Zegel van schepen Sygher Meynertz. Gr. W. G.; het zegel yun schepen Jacop Gherytsz. is verdwenen. 50». 1450 Mei 9. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 112 schilden 20 grooten voor de zesjarige béde. Opten IXen dach in Meye int jair MCCCC ende vijftich. O. (Inv. n°. 363) Pap. G. Met handteekening van Michiels. 504. 1450 Mei 30. Schepenen met den schout in Scellinchout, wijzen aan St. Marienconvent in Hoern bij zeventuig toe, een morgen land onder Scellinchout, door Lijsbet Gherytsd. aan het convent vermaakt. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende vijftich des Saterdages naeden Heiligen Pinxterdach. O. (Inv. n°. 833) P. G. Zegels van schepenen Gheryt Jan Nagelsz. en poorter Jan Leefkenz. Gr. W. Vrij Gaaf. 505. 1450 .Juni 9. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jonghe Jan Gerbrantz. aan Claes Pieter Coenenz. heeft verkocht een gouden Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en werf, en uit een morgen land ten noorden hiervan, binnen de stad op den Oudendijc. Int jaer ons Heren MCCCC ende vijftich des Dinxdages naedes Heylighen Sacramentsdach. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 5 v°. 506. 1450 Augustus 20. Nicolaus Petrusz., cureit in Nubuxwoud, vermaakt zijn huis aan St. Marienconvent waar hij wil worden begraven; aan de Regulieren van Nieuwlicht het Boek der Exempelen en een nobel, en verder aan eenige geestelijke en wereldlijke personen, goederen, boeken en geld. Anno Domini MCCCCL ipso die Beati Bernardi abbatis. 0. (Inv. n°. 833) P. G. Zegel van Nicolaus Petrusz. Gr. W. G. 507. 1450 Augustus 28. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Myeus Coppenz. c.s. liet Gasthuis hebben geschonken 3| morgen land bij den Boebeldijck en drie morgen, Tafter-Meus-Weer genaamd, bij denzelfden dijk, waarvoor voogden Myeus levenslang huisvesting zullen verleenen en hem het vruchtgebruik der goederen doen genieten. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende vijftich op Sinte Jansavont decollacio indie maent van Augustus. 0. (Inv. n°. 877) P. G. Zegels van schepenen Dirc Gherytz. en Henryc Hermansz. Gr. ~W. G. 508. 1450 September 30. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hoern, schenken eenige voorrechten aan het St. Severusgild. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende vijftich op Sinte Jheronimusdach. 0. (Inv. n°. 512) P. Gesch. Het stadszegel is verdwenen. 509. 1450 October 11. Anno a nativitate (Domini) Millesimo quadringentesimo quinquagesimo, indictione duodecima, mensis Octobris die vero undecima, hora nona vel quasi, pontifïcatus sanctissimi in Christo patris ac domini domini Nycolai divina providencia pape quinti, anno quarto. Heer .Johannes Lambertusz., rector van St. Ceciliaconvent, vermaakt daaraan onder meer, de collatie van de door hem gestichte vicarie in de conventskerk; en bespreekt verder verschillende inkomsten en goederen aan geestelijke perso- nen en instellingen in Hoorn, Enchusen, Grotenbroec, Medemblic, Delf, Hattem, Staurea, Liewerdia. Acta sunt hec Hoorn, in domo mansionis prefati testatoris, sub anno, indictione, menge, die, hora et pontificatu quibus supra. O. (Inv. n°. 821) P. Gr. Met het merk van den notaris Andreas Johannesz. van Medemblic. 510. 1450 October 16. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 945 schilden voor de zesjarige bede. Opten XV!el> dach in Octobry int jair MCCCC ende vijftich. O. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van Michiels. 511. 1450 November 12. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen, 306 schilden voor de zesjarige bede. XII Dagen Novembri int jair MCCCC ende vijftich. O. (Inv. n°. 363) Pap. Gk Met handteekening van Michiels. 512. 1450 December 7. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Karstijn Pieter Gerbrantz weduwe c. s., den Huiszitten Armen hebben geschonken vijf deimpten en een half hond land in de Monicky. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende vijftich op Onser Liever Vrouwe-avont Concepcio. 0. (Inv. n°. 1021) P. G-. Zegels van schepenen Hed Jan Hedsz. en llenryc Hermansz. Grr. W. Gr. Mede in afschrift Inv. n°. 1010, hl. 6 v°. Monicky, onder Westerhlokker bij den zeedijk. 513. 1450 December 20. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen, 500 schilden voor de zesjarige bede. Den XXen dach van Decembri int jair MCCCC ende vijftich. O. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van Michiels. 514. Midden 15e eeuw. In nomine Domini Amen etc. Heer Arnoldus ten Brynck, priestei', procurator (voor de Derde Orde van St. Franciscus), teekent ten overstaan van een notaris, appèl aan bij bisschop Rodolphus, diens officiaal en de Utrechtsche curie, tegen het optreden van Ghijsbertus de Bredenrode, proost en aartsdiaken, die in strijd met de privilegien der orde, en wel in het bijzonder met dat van exemptie der jurisdictie van aartsdiakens, de orde toch beeft verboden missen te laten lezen in haar conventen, tenzij hem 100 Rijnsche guldens voor visitatierechten zijn gegeven. Inv. n°. 776. Gelijktijdig afschrift. Pap. Gesch. Gijshert van Brederode is domproost onder Rudolf van Diephout van 29 November 1437 tot 7 April 1455, toen hij zelf, na Rudolf's dood, tot bisschop werd verkozen. Aanhangsel op de Kerkelijke Oudheden, blz. 32 volg. 515. Midden 15e eeuw. Dirck Boudijnsz. van Zwieten schrijft aan Hoorn, dat het geleide voor de stad om ter dagvaart te gaan in Brabant, zal worden gezonden, zoodra het zegel van Brabant in den Haag zal zijn gekomen. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Ongezegeld. Het bghehoorend plakkaat waarvan gesproken wordt, is verdwenen. 516. Midden 15e eeuw. Zegher Herkz. van Enchusen maant zijn neef Egbert Pieterz. van Hoern aan, te zorgen dat Claes Hese, van Hoern, aan Gonter Ketelz. „westwert van Koelbeynen" in Noerweghen, 10 Rijnsche guldens betaalt voor een anker, dat hij in tegenwoordigheid van Olfert Pieter, van Hindelopen, heeft gekocht, aangezien Gonter anders de schade op die van Hoern zal verhalen, waardoor Zegher ook in moeilijkheden zou kunnen komen, indien hij zelf niet van Enchusen ware. Hierbij behoort vermoedelijk het briefje „van vyttalye". 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Ongezegeld. Midden 15e eeuw, aangezien Egbert Pieterz. 1454 en 1463 schepen is en in laatstgenoemd jaar (volgens Velius) sterft. 517. Midden 15e eeuw. Afgevaardigden van Hoirn schrijven aan burgemeesters, dat de rentmeester Claes de Vriese heeft beloofd, niet te haasten bij oponthoud in de betaling, maar zal wachten op hunnen wederkeer uit het hooge hof; hij heeft geen hoop gegeven op terugbetaling van verschenen termijnen, en be- richt verder, dat zij den stadhouder uitstel van het proces tot Pinkster hebben verzocht, wegens vertraagde bekendmaking van vonnis en productie. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Onvolledig. Midden 15e eeuw blijkens vermelding van de Vriese. Welk proces bedoelt wordt, blijkt niet. 518. 1451 Januari 13. Schepenen in Hoern oorkonden, dat voogden van het Gasthuis aan Lambert den hoedenmaker hebben verkocht, een erf achter de school, ten oosten grenzend aan het Gasthuis, voor eene jaarrente van 11 Vlaamsche grooten en een oort. Int jaer ons Heeren Dusent vierhondert ende enenvijftich op Sinte Poncyaensavont inden wynter. 0. (Inv. n°. 872) P. G. Zegels van schepenen Dirc Grherytz. en Henryc Hermansz. Gr. W. Gr. 519. 1451 Januari 19. Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 399 schilden voor de zesjarige bede. Opten XlXen dach in Januario int jair MCCCC ende vijftich naden loip shoofs van Hollant. 0. (Inv. n°. 363) Pap. G. Met bandteekening van Michiels. 520. 1451 Februari 16. Jan Wandele, klerk van meester Anthonis Michiels, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen, 150 schilden voor de zesjarige bede. Den XVIen dach van Februario int jair MCCCC ende vijftich naden loip shoofs van Hollant. 0. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van Jan Wandele. 521. 1451 Maart 6. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Herman Gerbrantsz. en Baert Frederycxz. aan Heyn Kerker van Aemstelredam, beloofd hebben, hem te zullen betalen de jaarrente van een Engelschen nobel, die wijlen Frederyc Reynersz. hem uit zijn huis en erf in de Noorderstege had verkocht. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende een ende vijftich opten sesten dach in Maerte. 0. (Inv. n°. 873) P. Gr. Zegels van schepenen Jacop Gherytz. en Jan Claès Louwenz. Gr. W. G. 522. 1451 April 19. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Peeter Hedsz. aan Katrijn Reyner Lambertz weduwe heeft verkocht twee gouden Rijnsche guldens jaarrente, uit zijn huis en erf in de Noorderstrate. Int jaer ons Heren XIIIIc een ende vijftich des anderen daghes nae Palmdach. Afschrift Inv. n°. 792, hl. 41 r°. 523. (1451 of 1461 Juli 20). Philippus de Wassenaer, proost van West-Friesland, keurt goed, op verzoek van Aleyda weduwe van Nicolaus Nicolausz., te Hoorn, de stichting en dotatie van eene vicarie, brengt de toegewezen goederen in de doode hand en bevestigt de benoeming van Theodericus Theodericusz. tot vicaris. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo primo mensis Julii die vicesima. Geschreven onder aan de oorkonde van 20 Juni 1440. Ree n». 374. 6 Vermoedelijk 1451 of 1461; Wassenair reeds 1450 proost? zie Aanhangsel Kerkelijke Oudheden, blz. 395; in elk geval nog in 1461; 1401 is natuurlijk geheel onmogelijk. 524. 1451 Augustus 20. Clais de_ Vriese, rentmeester-generaal van Hollant Zeelant en Vrieslant, bekent van Hoirn te hebben ontvangen, 700 schilden voor het laatste jaar van de zesjarige bede. Upten XXsten dach in Augusto int jair Dusent CCCC een ende vijftich. O. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van de Vriese. 525. 1451 September 8. Clais de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent 250 schilden van Hoorne te hebben ontvangen voor de zesjarige bede. Opten Villen dach van Septembry int jair MCCCC een ende vijftich. 0. (Inv. n°. 363) Pap. Cr. Met handteekening van de Vriese. 526. 1451 September 15. Clais de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz. bekent van Hoirn te hebben ontvangen, 50 schilden voor de zesjarige bede. Upten XVsten dach in Septembry int jair Dusent CCCC een ende vijfftich. 0. (Inv. n°. 363) Pap. Cr. Signet van de Vriese R. W. Gr. 527. (1451) September 24. De hertog van Bourgoingen gelast Hoirne, onderzoek te doen naar de schade van hun poorter Jan Claesz.; en de kooplieden uit Nyeucasteel, die zich met wol en andere goederen te Hoirne bevinden, aan te houden indien blijkt, dat Engelschen uit die stad en uit Schaerdenborch, hem zijne lading tarwe en rogge in het kraaierschip van Melis Rembrantsz., op de terugreis van Pruyssen hebben afgenomen. Gegeven onder onse signet den XXIIIIen dach in Septembri. 0. (Inv. n°. 169) Pap. (x. Signet van Philips R. W. Ciesch. Vermoedelijk 1451, zie de oorkonde van 4 Januari 1452. Kan ook 1452 zijn; vgl. 4» Memoriael Bossaert, bl. 82 en 83. Nyeucasteel = New-Castle. Schaerdenborch = Scarborough, graafschap York. 528. 1451 October 15. Clais de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen, 150 schilden voor de zesjarige bede. Upten XVsten dach in Octobry int jair Dusent CCCC een ende vijfftich. 0. (Inv. n°. 363) Pap. (i. Met handteekening van de Vriese. 52!). 1452 Januari 4. Phillips hertog van Bourgongen, gelast den deurwaarder van het Hof Willem Horlbald, koopman van Nyecasteel in vrijheid te stellen, aangezien hij op nieuw door een poorter in hechtenis is genomen, nadat Horlbald c.s. door het gerecht der stad ontslagen waren uit de bekommering, door Hoornsche poorters op hen of hunne goederen gedaan. Upten lillen dach van Januario int jair ons Heren Duysent vierhondert een ende vijftich naden loipe van onzen hove. 0. (Inv. n°. 490) Pap. Gr. Het signet van Philips R. W. is nagenoeg verdwenen. 530. 1452 Januari 16. Clais de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoirn te hebben ontvangen, 94 schilden voor de zesjarige bede. Upten XVIen dach in Januario int jair Dusent CCCC een ende vijfftich na den loop shoeffs van Hollant. 0. (Inv. n°. 363) Pap. Gr. Met handteekening van de Vriese. 531. 1452 Januari 31. Heer Gael Jansz., priester c.s., geven aan de stad Hoorn breed omschreven beloften, aangaande de bediening van de Stadsvicarie. Int jaer ons Heren Duysent vierhondert twie ende vijftich opten een ende dertichsten dach in Januario. 0. (Inv. n°. 730) P. G. Zegels van lieer Jan Hoeck priester, Henryc Jansz. en Eest Allertz. schepenen Gr. W. Gr. Gedrukt: Abbing. Beknopte Geschiedenis der stad Hoorn. Aant. blz. 23—24. Aan de achterzijde: Deze brief hout van die steed cappelry op Onser Vrouwe-altaer van Haer Gael Janz, priester ende cappellaen der stede van Hoirn. 532. 1452 Februari 5. De Prior van het Regulierenconvent van Onze Lieve Vrouwe ten Nyen Licht in Blocwer, geeft een vidimus van een gedeelte der oorkonde van 31 Augustus 1424. Int jaer ons Heeren Duysent vierhondert twie ende vijftich op Sancte Agathendach. 0. (Inv. n°. 74) P. G. Conventszegel van Nieuwlicht Gr. W. (tcscIi Afschrift Inv. n°. 118, bl. 102 r°. 533. 1452 April 4. Schepenen in Hoern schatten St. Marienconvent toe, voor hoofd-schat-schrijfgeld en den derden penning, een halven Rijnschen gulden jaarrente uit een huis en erf in de Oesterstrate, wegens 47/8 Rijnschen gulden, die Gerbrant koopman Syvertsz. het convent schuldig is. Int jair ons Heren Duysent vierhondert twie ende vijftich opden vierden dach in Apryl. O. (Inv. n°. 832) P. Gesch. Zegel van schepen Claes Claes Wamsz. Gr. W. Gesch. De zegels van schepenen Taems Martensz. Gerbrant Martensz. Symon Jansz. Henryc Jansz. en Eest Allertz. zijn verdwenen. 534. 1452 April 24. Het Hof van Hollant geeft, in een proces tusschen procuratoren van St. Cecilia- en St. Ursulenconvent binnen Enchuysen, met Clais Dirckxz. en Aelbert Gerritz. aldaar, over eene erfenis, als uitspraak, dat de geboden, betreffende aanvaarden van erfenissen door geestelijke personen, van kracht zullen blijven en de goederen en erfstellingen onder beheer der stad zullen berusten, totdat de landsheer met zijn raad nader zal hebben beslist. Upten XXIIII>ten dach in Aprille anno Lil. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 146 r°. 535. 1452 Mei 15. Burgemeesters, schepenen en raden van Wolderkum in Oestvrieslant, maken een vriendschappelijken zoen met Hoorn. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert twe ende vijfftich opten XVden in Maye. O. (Inv. n°. 136) P. GL Zegel van Workum (Friesland). Grr. W. Vrij gaaf. Gedrukt: v. Marle, Hoorn, blz. YII. 536. 1452 Mei 16. Philips staat aan Aemstelredamme toe, hoogere lasten van de binnenvallende schepen te heffen, tot te gemoetkoming in de betonningskosten. Gegeven in onse stadt van Denremonde XYI dage in Meye int jaer ons Heeren Dusent vierhondert twee ende vijftich. Afschrift 16e eeuw. Inv. n°. 471. Vermeld: Hansisches Urkundenbuch YIII blz. 106. Boergoensche Charters blz. 103. 537. 1452 Mei 25. Phillips hertog van Bourgongen staat Hoirn toe, jaarlijks naast de drie nieuwe burgemeesters, uit de aftredenden nog een vierden te kiezen. Ghegeven in onser stadt van Dendermonde opten XXVsten dach van Meye int jair ons Heren Dusent vierhondert twee ende vijftich. Afschriften Inv. n°. 124 bl. 29 v°. Inv. n°. 117 bl. 24 v°. Inv. n°. 124ii bl. 20 v°. Inv. n°. 119 bl. 60. Inv. n°. 119 n bl. 17. Afschrift 18e eeuw. Inv. n°. 140. Gedrukt: Handtv. Alckraaer, Hoorn, blz. 92. Yelius blz. 68. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 103. 538. 1452 Mei 26. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, keurt de stichting goed van eene vicarie in de kerk van St. Cecilia-convent te Hoirn, door wijlen heer Johannes Lambertusz. van Medenblic; bevestigt de benoeming van Theodoricus Johannesz. tot vicaris, brengt de goederen in 18 de doode hand en staat de zusters toe, voortaan zeiven met den biechtvader de collatie uit te oefenen. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo secundo, mensis Maii, die vicesima sexta. 0. (Inv. n°. 821) P. G. Zegel ad causas van Wassenair E. W. Gesch. Hier is doorgestoken de oorkonde van 29 Juni 1540, waarbij Godefridus, proost van West-Friesland, wegens geringe inkomsten het aantal missen vermindert. 539. 1452 Mei 31. De kanselier en de Groote Raad van den hertog, gelasten den afgevaardigden van Hoirn in het proces met meester Pieter Milet, proost van Vrieslant, en heer Jan Goyer, cureit te Woggenem, zijn deken, den proost te erkennen en te gehoorzamen. Gedaen tot Denremonde int jair ende opten dach voirs (up huden den laitsten dach van Mey int jair Dusent CCCC tween vijftich). Inv. n°. 701. Afschrift Pap. G. Gelijktijdig naar de vertaling uit het Fransch, met de handteekening van Scoenhove. 540. 1452 Juni 11. Phillips, hertog van Bourgongen, belooft Hollant, Zeelant en Vrieslant, als beschikking op hunne klachten over tolvrijheid van 's Hertogenbossche en Bergen up ten Zoem, dat hij geen steden of personen buiten zijne landen, voortaan meer vrijdom of vermindering van tol verleenen zal. Gegeven in onse stede van Denremonde opten elften dach in Junio int jair ons Heren Duysent vierhondert twie ende vijftich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 16 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 103. 541. 1452 Juni 11. Phillips bepaalt, dat stad, slot en land van Huesden, aan de grafelijkheid van Hollant zullen blijven. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 16 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 542. 1452 Juni 11. Phillips verbiedt, de oude dijken in Hollant en Vrieslant te slechten. Gegeven enz. Inv. n°. 1074. Afschrift P. G. Gelijktijdig. Mede in afschrift Inv. n°. 118 bl. 17 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 543. 1452 Juni 11. Phillips belooft voor St. Jan midzomer e.k. eene ordonnantie op de Engelsche lakens te maken en gelast zijn dienaren en tollenaars in Hollant, Zeelant en Vrieslant, de kooplieden niet lastig te vallen. Gegeven enz. Inv. n°. 491. Gelijktijdig; afschrift P. Gesch. Mede in afschrift Inv. n°. 118 bi. 18 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 544. 1452 Juni 11. Phillips staat Hollant en Vrieslant tolvrijheid te Greveningen toe, voor Engelsche wol en vachten, inzonderheid voor die uit Caleys. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 23 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 545. 1452 Juni 11. Phillips belooft aan Hollant en Vrieslant de privilegiën waartegen hij brieven en bevelschriften gegeven had, te zullen handhaven. Gegeven enz. Inv. n°. 87. Gelijktijdig afschrift Pap. G. Mede in afschrift Inv. n°. 118 bl. 19 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 546. 1452 Juni 11. Phillips staat toe, dat die van Hollant en Vrieslant niet voor den Grooten Raad gedaagd zullen worden, met uitzondering van vier gevallen. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 20 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 547. 1452 Juni 11. Phillips stelt Hollant, Zeelant en Vrieslant, in geval van oorlog of dijkbreuk, vrij van de onlangs toegestane tienjarige bede. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 20 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 548.' 1452 Juni 11. Phillips belooft Hollant, Zeelant en Vrieslant goede orde op de munt te stellen, aangezien de ordonnantie van 20 jaar geleden, ten einde loopt. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 21 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 54i). 1452 Juni 11. Phillips staat Hollant en Yrieslant toe, dat de reiswedden voor de luiden van den Raad en zijne boden, niet meer te hunnen laste zullen komen. Gegeven enz. Afschrift Inv. n". 118 bl. 22 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 550. 1452 Juni 11. Phillips belooft Hollant en Vrieslant, dat geen gevolgtrekking zal afgeleid worden uit hunne toestemming in de bede, welke hij, vooral wegens de pest in hunne landen, niet in eigen persoon kan komen vragen. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 23 v°. "Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 551. 1452 Juni 11. Phillips belooft Hollant en Vrieslant, de vorderingen nog te betalen, voor wier voldoening, ingevolge den zoen met vrouwe Jacob, de tienjarige bede was toegestaan. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 24 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 552. 1452 Juni 11. Phillips gelast Stadhouder en Raden, de aanspraken op vrijheid van beden der bezitters van hooge heerlijkheden in Hollant en Vrieslant, te onderzoeken. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 24 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 104. 553. 1452 Juni 11. Phillips gelast Stadhouder en Raden de aanspraken op vrijheid van beden der welgeboren lieden in Hollant en Vrieslant, te onderzoeken. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 25 r°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 105. 554. 1452 Juni 11. Phillips gelast eenigen raden van zijn Hof, een onderzoek ter plaatse in te stellen wegens het geschil tusschen Hollant en tsHertogenbossche, over de Diese. Gegeven enz. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 21 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 105. 555. 1452 Juni 11. Phillips stelt de wedden vast voor de commissarissen, die door het Hof met eenig onderzoek worden belast. Inv. n°. 88. Gelijktijdig afschrift Pap. G. Mede in afschrift Inv. n°. 118 bl. 25 v°. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 105. 556. 1452 Juli 3. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, keurt goed de begeving van eene vicarie gesticht door den biechtvader heer Michael Theodricusz. op het Maria-altaar in de kerk van St. Marienconvent, aan Nicolaus Petrusz., cureit in Nuweboxwoud. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo secundo, in crastino Yisitacionis Beate Marie Virginis. O. (Inv. n°. 827) P. G. Zegel van Wassenair R. W Gescli. 557. 1452 Juli 12. * Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, gelast de geestelijkheid in zijn gebied op twee feestdagen en een werkdag heer Michael Theodricusz., als aanstaand bezitter van eene vicarie op het Maria-altaar in de kapel van St. Marienconvent, opengevallen door afstand van heer Nicolaus Petrusz., uit te roepen en ingebrachte bezwaren te melden. Datum anno Domini M°CCCCn quinquagesimo secundo, mensis Julii die duodecima. In dorso „Institutie van pater Middel". O. (Inv. n°. 827) P. G. Zegel van "Wassenair R. W. G. Met transfix van 15 Juli 1452. 558. 1452 Juli 15. Theodricus Petrusz., cureit van de Parochiekerk belooft Philippus de Wassenaer de opdracht in den getransfigeerden brief, te volbrengen. Anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo secundo, mensis Julii die decima quinta. 0. (Inv. n°. 827) P. G. Zegel van Theodricus Petrusz. Gr. W. G. Transfix bij de oorkonde van 12 Juli 1452. 559. 1452 Juli 17. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, keurt goed de begeving van eene vicarie aan Michael Theodricusz., nu niemand zich hiertegen heeft verzet. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo secundo, mensis .Julii die decima septima. In dorso: „Heer Michiel Vicaris." 0. (Inv. n°. 827) P. G. Zegel van Wassenair R. W. G. 56©. 1452 Juli 17. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo quinquagesimo secundo, indictione quintadecima, mensis Julii die septima decima, hora octava ante missarum solempnia vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Nicolai divina providencia pape quinti, anno quinto. Notaris Johannes Waell stelt heer Michael Theodricusz. priester in het bezit van eene vicarie in de kapel van St. Marienconvent, na kennis te hebben genomen van de brieven daarover. Acta fuerunt hec in choro dicte capelle et ante altare antedictum, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. In dorso: „Vandie resignati van Heer Claesz. op Heer Micliiel." 0. (Inv. n°. 827) P. G. Met het merk van den notaris Johannes Waell. 561. 1452 September 7. Christiern van Denemarcken Norwegen enz. staat Amsterdam toe, handel te drijven op zijn rijk en bevestigt de handvesten van zijne voorvaderen. Datum castro nosto Hafniensi Anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo secundo in profesto Virginis Sanctae Mariae Nativitatis. Afschrift Inv. n°. 488 bl. 17 v°. Gedrukt Hansisches Urkundenbuch VIII blz. 134. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 105. 562. 1452 October 13. Schepenen in Oesterblocker oorkonden, dat Lijsbeth Syvertsd. haar neven Jan Symonz. en Claes Gerbrantz. twee morgen land onder Westerblocker bij den Hoirewech, grenzend aan land van de Begijnen achter.;de kerk te Hoern, voor eene lijfrente van vijf Rijnsche guldens, heeft verkocht, onder voorwaarde, dat indien JanofClaes overlijden zonder wettige kinderen na te laten tot in het derde geslacht, de kerk van Hoern, te zamen met de Huiszitten Armen, alles ontvangen zal wat den laatst overledene zal hebben toebehoord. Int jair ons Heren Duysent vierhondert twie ende vijftich opten dertiensten dach in Octobry. 0. (Inv. n°. 726) P. Gr. De zegels van schepenen Jan Foppenz. en Ellert Pieterz. zijn verdwenen. Mede in vidimus van 16 Maart 1461. 463. 1452 November 21. Anno a nativitate (Domini) Millesimo quadringentesimo quinquagesimo secundo, indictione decima quinta, secundum stilum, usum et consuetudinem civitatis et dyocesis Trajectensis, mensis Novembris die vero vicesima prima, hora quasi undecima ante meridiem, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Nycolai divina providencia pape quinti, anno sexto. Petrus Martinusz., sticht eene vicarie in de kerk van Bennincbroek, voor eene maandelijksche mis, schenkt hiertoe 10 Rijnsche guldens jaarrente uit zes morgens land onder Midwoud, en maakt bepalingen over de collatie. Acta sunt hec in Haga Comitis, in domo Petri Potter, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. 0. (Inv. n°. 1031) P. Gr. Met het merk van den notaris Wilhelmus Gerardusz. de Lira. Met transfix van 9 December 1452. 564. 1452 December 9. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, keurt goed de stichting van eene vicarie en brengt de toegewezen goederen in de doode hand. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo secundo, in crastino concepcionis Beate Marie Virginis. 0. (Inv. n°. 1031) P. Gr. Zegel van Wassenair R. W. Gresch. Transfix bij de oorkonde van 21 November 1452. 565. 1453 Januari 13. De minister en St. Ceciliaconvent beloven Hillegont Jansd. levenslang te zullen onderhouden. lilt jaer ons Heren Dusent vierhondert drie ende vijftich, op die Octave van Dertienendach. 0. (Inv. n°. 807) P. Gr. Zegel van het convent Gr. W. Cf. 566. 1453 April 9. Clais de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorne te hebben ontvangen 900 schilden, verschenen op St. Jansdag midzomer 1452, voor den eersten termijn van de tienjarige bede. Opten IXen dach in Aprill int jair MCCCC drie ende vijftich. O. (Inv. n°. 365) Pap. G. Signet van de Vriese R. W. Gesch. 567. (1453) April 9. Clais de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz., beveelt den dienaren van den hertog, de poorters van Hoorne niet lastig te vallen, aangezien de stad haar aandeel in de bede van tien jaren voor de termijnen van St. Jan en Kerstmis vijftich heeft betaald. Opten IXen dach in Aprill int 0. (Inv. n°. 366) Pap. Zeer Gesch. Signet van de Vriese E. W. Gesch. 568. 1453 Mei 15. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Willamz. aan Jan Heynz. heeft verkocht een gouden Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf in de Vijselstrate. Int jair ons Heren Duysent vierhondert drie ende vijftich opten vijftiende dach in (Meye). O. (Inv. n°. 722) P. G. Zegels van schepenen Dirc Frederycxz. en Bonden Jacopz. Gr. W. G. 569. 1453 October 29. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Jansz. aan voogden van den Heiligen Geest heeft verkocht l'/4 morgen min 155/s roeden land onder Hoern in de Goeu. Int jair ons Heren Duysent vierhondert drie ende vijftich, opten negen ende twintichsten dach in Octobry. O. (Inv. n°. 872) P. G. Zegel van schepen Claes ClaeszGr. W. G.; het zegel van schepen Eddic Jansz. is verdwenen. 570. 1454 Januari 12. Phillips hertog van Bourgongen gelast zijn baljuwen en andere dienaren in Hollant, Zeelant en Vrieslant de Engelschen aan te houden tot dat Outger Aelbrechtsz., schip- per van de hulk St. -Jacob, en Gaele Claesz., koopman en eigenaar van de lading, poorters van Hoirne, schadeloos zijn gesteld voor hun schip, omstreeks St. Barbara (4 December) in die Wicht bij Hamptoen door Engelschen van Caleys genomen en naar Winckelzee gebracht. Upden twalefften dach van Januario int jair ons Heren Duysent vierhondert drie ende vijftich naden loipe van onsen hove. 0. (Inv. n°. 492) P. G. Aanhangend signet van Philips R. W. G. Bedoeld zijn Wight, Southampton en Winchelsea bij Hastings. 571. 1454 Januari 21. Phillips hertog van Bourgoingen, gelast zijn baljuwen en andere dienaren in Hollant, Zeellant en Vrieslant Engelsche onderdanen aan te houden en op hen de schade te verhalen, die Gael Claesson koopman, c. s. en Oudgaer Elbertsz. schipper, beide van Hoirne, geleden hebben, doordat Engelschen van Calaix op St. Barbarenavond 1.1. hun schip de St. Jacob, met een lading wijn en ijzer, toebehoorend aan kooplieden uit Lombardije, op den terugweg van Rochelle, hebben genomen, waarvoor zij van den kanselier en raad in Engeland geene schadevergoeding hebben kunnen bekomen. Gegeven den XXh'11 dach in Januario int jaer ons Heren MCCCC drie ende vijftich naden loop van onsen hove. 0. (Inv. n°. 492) P. G. Zegel met contrazegel van Philips R. W. Vrij Gaaf. 572. 1454 Maart 21. Gemachtigden van Hoirn en Scellinchout, beloven voor Raden van Hollant, zich te zullen onderwerpen aan de uitspraak van secretarissen van Aemsterdam, in een geschil over schot en landerijen. Aldus gedaen inden Hage, opten dach ende int jaer voirscreven (opten XXl>n dach van Mairte int jaer ons Heren Duysent vierhondert drie ende vijftich nae den loip shoefs van Hollant). O. (Inv. n°. 242) P. G. Met handteekening van Bossaert. Met transfix van 17 Juni 1454. Afschrift l6e eeuw Inv. n°. 265. 573. 1454 April 1. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Jansz. heeft bekend, zijne zuster Aef in St. Ceciliaconvent schuldig te zijn eene lijfrente van l'/2 nobel en dat haar roerend en onroerend goed in het convent zal blijven. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende vijftich opten eersten dach in Apryl. O. (Inv. n8. 809) P. G. Zegels van schepenen Eddic Jansz. en Bouden Jacopz. Gr. W. G. 574. 1454 April 1. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Katrijn Jong Jansd. heeft bekend, haar zuster Aef in St. Ceciliaconvent schuldig te zijn eene lijfrente van l'/2 nobel, en dat haar roerend en onroerend goed in het convent zal blijven. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende vijftich opten eersten dach in Apryl. O. (Inv. n°. 809) P. G. Zegels van schepenen Eddic Jansz. en Bouden Jacopz. Br. W. G. 575. 1454 April 16. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jacop Dircz. en zijn zoon Willem aan voogden van den Heiligen Geest verkocht hebben l7/, 6 morgen land in de Dampten. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende vijftich opten sestiende dach in Apryl. 0. (Inv. n°. 875) P. Gesch. Zegels van schepenen Dirc Frederycz. en Claes Claesz. Gr. W. G. en Gesch. 576. 1454 Mei 13. Groningen verzoekt aan Hoern, hun medeburgeres Lijsbeth Coppyn Hugen weduwe te helpen bij het in bezit nemen van eene erfenis. Ghescreven onder onsen stad secreet up Sinte Servaciusdach inden jaere van LIIII. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 577. (1454) Mei 29. Stadhouder en Raad van Hollant enz. verzoeken Hoirne op Dinsdag e. k. (4 Juni) te Aemsterdamme afgevaardigden te zenden en hun twee pond grooten mee te geven, voor de kosten van Utrecht en Amersfoirde, om van daar tegen Pinkster naar de dagvaart te Campen te gaan, ter bespreking van de schade, wegens het verdrag met de zes Wendische steden. Gescreven inden Hage, des Woonsdages upden XXIX*511 dach in Meye, onder ons genaden heren signet. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Signet van Philips. R. W. Gesch. Moet zijn 1454, blijkens Hansisches Urkundenbuch YII1 blz. 234 en de oorkonde van 13 Jtfhi 1454 Reg. n°. 580. 578. 1454 Juni 6. Jan van Zwieten bekent van Hoorne te hebben ontvangen 900 schilden, voor den derden termijn van de tienjarige bede, verschenen St. Jansmis in den zomer 1.1. Opten sesten dach in Junyo int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende vijftich. O. (Inv. n°. 365) Pap. G. Opgedrukt zegel van v. Zwieten R. W. G. 579. *1454 Juni 12. Mr. Jacob Ruusch en Lubbertus, secretarissen van Aemstelredamme, roepen Hoirn en Scellinchout op, Zaterdag e.k. (15 -luni) voor hen te verschijnen om de bewijsstukken in hunne onderlinge geschillen in te dienen. Op Sinte Odulphusdach anno LIIII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Het opgedrukt zegel van Mr. Jacob Ruusch is verdwenen. Zie de oorkonden van 21 Maart en 17 Juni Reg. n". 572 en 581. 580. 1454 Juni 13. Burgemeesters, schepenen en raden van Campen oorkonden, dat heer Lodewick van Terlong (Treslong), ridder, heer van Cabau, meester Lodgwich van der Eeket (Eycke), raad, en Dieric Pois (Poes) secretaris, afgezanten van den hertog van Boergoèngen, met raadsluiden van Utrecht en Amersfoirde op Pinksteravond binnen Campen zijn gekomen, voor de dagvaart met de afgezanten der zes Wendische steden, die tot nu toe niet zijn verschenen. Gegeven int jair onss Heren Dusent vierhondert vier ende vijftich des Donredages n;u' den Hilligen Pinxsterdach. Inv. n°. 484. Gelijktijdig afschrift Pap. G. Was geteekend door Petrus Henrici, secretaris van Campen. 581. 1454 Juni 17. Secretarissen van Aemstelredame, doen uitspraak in het geschil tusschen Hoirn en Scellinchout. Gedaen opten XVIIsten dach in Junio int jair ons Heeren Dusent vieerhundert vieer ende vijfftich. 0. (Inv. n°. 242) P. G. Met handteekening van Lubbertus Jansz. en zegel van Jacob Ruusch. Gr. W. Zeer Gesch. Transfix bij de oorkonde van 21 Maart 1454. 582. 1454 Juli 21. Schepenen in Hoern oorkonden, dat scheidsrechters in eene twist tusschen kerkvoogden en Alijt Claes die Wildendochter met haar man Symon Jacops, over het gebruik van eene laan ten noorden van land van laatstgenoemden, ten behoeve van landerijen der kerkarmen, aan kerkvoogden een gedeelte van den Rijsdam hebben toegewezen, maar verboden met wagens of beesten te gaan over het land van Alijt en Symon. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende vijftich opten een ende twintichsten dach in Julio. 0. (Inv. n°. 722) P. Gr. Zegel van schepen Sybrant Gherijtz. Gr. W. (ï. Het zegel van schepen Jan Hermanz. is verdwenen. Rijsdam, thans weg Hoorn—Wognum. • 583. 1454 October 5. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo quinquagesimo quarto, indictione secunda, die vero Saturni quinta mensis Octobris, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo pa tri s ac domini nostri domini Nycolai divina providencia pape quinti, anno suo septimo. Gheertruydis Jacobusd., Gheertruydis, Katherina en Margareta Johannesdochters, zusters van St Ceciliaconvent, stichten eene vicarie in de conventskerk en schenken daartoe verschillende inkomsten en goederen. Acta fuerunt hec in domo dicti conventus Sancte Cecilie, opidi in Hoern predicti, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu supradictis. 0. (Inv. n°. 818) P. G. Met het merk van den notaris Rapprandus de Medemblyck Mathiasz. Met twee transfixen van 18 Augustus en 27 October 1455. Reg. n°s. 590 en 594. 584. 1454 October 5. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo quinquagesimo quarto, indictione secunda, die vero quinta mensis Octobris, hora vesperarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Nycholai divina providencia pape quinti, anno suo septimo. Cristina Petrusd. zuster in St. Ceciliaconvent doet, bij schenking onder de levenden, afstand van het roerend en onroerend goed, door haar verwant, heer Johannes Petrusz. biechtvader, aan het convent vermaakt. Acta fuerunt hec in domo confessoris Sancte Cecilie einsdem conventus, sita in die Gouwe, coram me notario subscripto, anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. 0. (Inv. n°. 809) P. G. Met het merk van den notaris Rapprandus de Medemblyck Mathiasz. 585. 1454 November 4. Philippus de Wassenair, koorbisschop en kanunnik van de Utrechtsche kerk, proost van est-Friesland, bevestigt de voorrechten door den paus en door Andreas de Schoerle aan de Derde Orde van St. Franciscus verleend en dooide parochiepriesters toegelaten; belooft de besluiten van het generaal kapittel en de visitatoren niet te hinderen; sta,at toe, tijdens interdict, chrisma en laatste oliesel toe te dienen, en te begraven; vergunt dat niemand buiten zijne parochie in rechten worde betrokken; belooft zijne hulp tegen rebellen in de orde, en eveneens wanneer iemand voor een wereldlijk rechter mocht worden geroepen, en staat toe dat zij niet aan beden van den bisschop of andere prelaten behoeven te voldoen. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo quarto, die Lune mensis Novembris die quarta. 0. (Inv. n°. 777) P. G. Zegel met contrazegel van Wassenair R. W. Gesch. 586. 1454 December 2. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Alyt Meynairt van Hoefs weduwe, aan Katrijn Jacobsd. van Monykedam, met toestemming van weesvoogden van Hoern, heeft verkocht '/4 deel van een huis en erf in de Noorderstrate. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende vijftich, opten anderden dach in Decembry. 0. (Inv. n°. 724) P. Gr. Zegels van schepenen Dirc Claesz. en Egbert Pietersz. Gr. W. Gesch. 587. 1454 December 24. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Katrijn Jacobsd. van Monykedam aan kerkmeesters heeft geschonken l/4 van een huis en erf aan den Rooden Stien, om de armen jaarlijks de rente daarvan uit te deelen. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende vijftich, opten Heiligen Karsavont. 0. (Inv. n°. 722) P. Gesch. Zegels van schepenen Pieter Jan Ellertz en Syhrant Gherijtz. Gele en Br. W. Gesch. en G. 588. 1455 Februari 7. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Claes Claesz., Claes die Jong genaamd, aan Katrijn Heert Janz. weduwe c.s. heeft verkocht twee gouden Engelsche nobels jaarrente uit een huis en erf in de Noorderstrate, zich uitstrekkende over den Burchwal tot de Nuwegraft. Int jaer ons Heren MCCCC ende LV opten sevenden dach in Februario. " Afschrift Inv. n#. 792 bl. 8 r°. 589. 1455 Mei 25. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Grebber Dircxz. van Amstelredam, den Huiszitten Armen heeft verkocht 18 Vlaamsche grooten en 18 oude botiens jaarrente, uit een huis en erf in de Westerstrate. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vijf ende vijftich opten vijf ende twintichsten dach in Mey. 0. (Inv. n°. 1025) P. G. Zegels van schopenen Claes Heynz. en Eest Allertz. Gr. W. Gesch. 590. 1455 Augustus 18. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, keurt goed de stichting van eene vicarie, brengt de toegewezen goederen in de doode hand en bevestigt de benoeming van heer Symon Christianusz. tot vicaris. Datum anno domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo quinto, mensis Augusti die decima octava. 0. (Inv. n°. 818) P. G. Zegel van Wassenair E. W. Gesch. Transfix hij de oorkonden van 5 Octoher 1454 en 27 October 1455. 591. 1455 September 20. Jan van Zwieten bekent van Hoorne te hebben ontvangen 900 schilden, voor den zesden termijn van de tienjarige bede, verschenen Koersavont 1.1. Opten XXen dach in Septembry, int jair ons Heren Duysent vierhondert vijff ende vijftich. 0. (Inv. n°. 365) Pap. Gesch. Opgedrukt zeerei van v. Zwieten R. W. G. 592. 1455 October 10. Willem, abt van Egmond, geeft een vidimus der oorkonde van 13 Augustus 142-5. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vijf ende vijftich, opten tyenden dach in Octobry. 0. (Inv. n°. 77) P. Gr. Zegel met contrazegel van abt Willem E. W. Vrij Gaaf Afschrift Inv. n°. 119 hl. 62. 593. 1455 October 24. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter W illemz. aan Dirc Jacobsz. heeft verkocht, een gouden Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf in de Vijselstrate. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vijf ende vijftich, opten vier ende twintichsten dach in Octobry. 0. (Inv. n°. 1025) P. G. Zegels van schepenen Jan Jong Dircxz. en Symon Symonsz., Gr. W. G. 594. 1455 October 27. Phillips hertog van Bourgongen keurt goed de stichting van eene vicarie en het brengen der toegewezen goederen in de doode hand, maar bepaalt dat de goederen niet vrij van belasting zullen zijn. Gegeven upden XXVIIen dach in Octobri, int jair ons Heeren Duysent vierhondert vijf ende vijftich. 0. (Inv. n°. 818) P. G. Zegel met contrazegel van Philips E. W. Gesch. Transfix hij de oorkonden van 5 October 1454 en 18 Augustus 1455. 595. 1456 Januari 15. Jan van Zwieten bekent van Hoerne te hebben ontvangen 900 schilden, voor den zevenden termijn der tienjarige bede, verschenen St. Jan midzomer 1455 1.1. Upten vijftienden dach in Januario int jair ons Heeren Duysent vierhondert zesse ende vijftich. Blijkens de toevoeging 1455 laatstleden is hier 1456 Januari 15 bedoeld en derhalve geen Hofstijl gebruikt. O. (Inv. n°. 365) Pap. G. Opgedrukt zegel van van Zwieten Gr. W. Zeer Gesch. 596. 1456 Februari 19. Phillips hertog van Bourgoenguen belooft de 60 pond, hem door Hoern geleend, in mindering van de tienjarige bede te brengen, de eene helft op St. Jan en Kerstmis e.k., de andere helft St. Jan en Kerstmis daaropvolgende. Gegeven inden Hage upten XIXen dach in Februario int jair ons Heeren Duysent vierhondert vijf ende vijftich naden loope van onsen hove. 0. (Inv. n°. 368) P. G. Zegel met contrazegel van Philips R. W. Gesch. 1456 Februari 26. Philips hertoge van Bourgounguen geeft Kennemerland een vidimus van de oorkonden van 1 Juli 1389 en 24 Maart 1405. Gegeven inden Hage opten sesse ende twintighsten dagh van Februarii int jaer ons Heeren Duysent vierhondert vijff ende vijftigh naeden loope van onsen hove. Afschrift Inv. n°. 1112 Pap. Gr. 17e eeuw in de oorkonde van 13 Juli 1556. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 112. 50S. 1456 April 8. Schepenen in Hoern oorkonden, dat scheidsrechters in eene twist tusschen kerkmeesters van de Parochiekerk en de erfgenamen van Lijsbeth Jacob Jan die Wildenz. huisvrouw, over vier mudden tarwe, jaarlijks aan de armen uit te deelen, bepaald hebben, dat kerkmeesters voor die uitdeeling de helft van drie koeweiden onder Hoern zullen houden. Int jair ons Heren Duysent vierhondert sessendevijftich opten achten dach in Apryl. 0. (Inv. n°. 722) P. Gesch. Zegel van schepen Reyner Rippertz. Gr. W. G. Het zegel van schepen Gael Claesz. is verdwenen. 59». 1456 Juli 2. Jan van Zwieten bekent van Hoorne te hebben ontvangen 900 schilden, voor den achtsten termijn der tienjarige bede verschenen Kerstavond 1.1. Opten anderden dach in Julio int jair ons Heren Duysent vierhondert sesse ende vijfftich. 0. (Inv. n°. 365) Pap. G. Opgedrukt zegel van v. Zwieten R. W. G. 600. 1456 December 7. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Dirc Claes Martensz. en Jacob Jacobz. aan kerkmeesters der Parochiekerk hebben verkocht voor de rechte armen ,,5'/2 morgen land, Gappelant genaamd, onder Zwaech. Int jair ons Heren Duysent vier hondert sess ende vijftich opten suevende dach in Decembry. 0. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van schepenen Gael Claesz. en Henryc Jansz. Gr. W. G. 601. 1456 December 24. Schepenen in Hoern oorkonden dat Griete Blancke Hermansd. aan Huiszitten Armenvoogden heeft geschonken vier morgens land op de Meere, voor eene jaarlijksche uitdeeling van brood. Int jair ons Heren Duysent vierhondert sessendevijftich opten vier ende twintichsten dach in Decembry. O. (Inv. n°. 1021) P. Gr. Zegels van schepenen Reyner Rippertz. en Grael Claesz. Br. W. Gr. De Meer of Meere, oud adelijk huis in Drechterland, onder Berkhout, 1 '/2 uur W. van Hoorn. v. d. Aa. 60&. 1457 Januari 9. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Willem Diert van Haerlem en Wendelmoet zijne huisvrouw aan Jan Dircxz. hebben verkocht de helft van drie koeweiden onder Hoern in de Goeu, welk land wijlen Beyer Jansz. aan de armen had besproken, om jaarlijks de rente uit te deelen, en dat zij de helft van 67 '/2 Rijnschen gulden ontvangen hebben voor testament en doodschuld, welke zij voor Beyer Jansz. hadden uitgegeven. Int jair ons Heren Duysent vierhondert suevenendevijftich opten negende dach in Januario. O. (Inv. n°. 724) P. Gr. Zegels van schepenen Symon Janz. en Jan Jan Beertz. Grr. W. Gresch. 603. 1457 Januari 27. Heer Aerst minister en St. Pouwelsconvent van de Derde Orde van St. Franciscus te Amstelredam oorkonden, dat zij Lijsbet Ghijsbertsd. hebben verkocht eene kamer bij den Schuttersdoelen, zoolang haar broeder Jan Claesz., conventuaal in St. Pouwels, leeft, voor vijf gouden Rijnsche guldens jaarrente en eene som geld, welke rente Jan Claesz. zal volgen als hij metterwoon naar St. Pietersdal of ergens anders heen wordt gezonden. Int jaer ons Heren MCCCC ende LYII opten seven ende twyntichsten dach in Januario. Afschrift Inv. n°. 792 hl. 7 v°. 604. 1457 Februari 4. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Arijs Janz. aan Ellijn Claesz. heeft verkocht een gouden Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf in de Bostelstege. 19 Int jaer ons Heren Duysent vierhondert seven ende vijftich opden vierden dach in Pebruario. Afschrift Inv. n°. 747. 605. 1457 Februari 18. Jan van Zwieten bekent 30 pond gr. VI. van Hoorne ontvangen te hebben, in mindering van den elfden en twaalfden termijn der tienjarige bede, welke verschijnen zullen St Jansmis en Kerstavond 1457. Opten XVIIIen dach in Februario int jair ons Heren Duysent vierhondert sesse ende vijftich. 0. (Inv. n°. 365) Pap. Gesch. Opgedrukt zegel van v. Zwieten R. W. G. 606. 1457 Maart 12. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, bevestigt de stichting van het huis St. Pietersdal der Derde Orde van St. Franciscus, brengt de toegewezen en nog toe te wijzen goederen in de doode hand en staat den broeders dezelfde rechten toe, als aan de zusters van de andere huizen in de proosdij zijn verleend. Datum anno Domini MCCCC quinquagesimo septimo ipso die Gregorii Pape. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 1 v°. 607. 1457 April 10. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Griete Jacobsd., mynystersche van St. Ceciliaconvent, heeft verklaard, dat het door Eddic Jansz. bewoonde huis, in denzelfden staat zal blijven, en hij om deze gunst een erf achter de schuur van voornoemd huis aan het convent heeft geschonken, dat het vroeger heeft bezeten. Int jair ons Heren Duysent vierhondert sueven ende vijftich opten tyende dach in Aprylle. O. (Inv. n°. 811) P. G. Zegels van schepenen Reyner Rippertz. en Symon Jansz. Gr. W. G. 608. 1457 April 19. Stadhouder en raden van Holland enz. manen Hoorn aan, het aandeel in de aflossing van 's keizers acht (rijks„ban) in den Hage in handen van Dirck van Zwieten, hun mederaad, te betalen. Gescreven XIX Dagen in Aprille anno LVII. O. (Inv. n°. 169) Pap. Zeer Gesch. Signet van Philips R. W. Gesch. Vergelijk Boergoensehe Charters 30 Juni en 7 September 1457. 60». 1457 Mei 3. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Kerstijn Pieter Gerbrantsz weduwe den Huiszitten Armen heeft geschonken 2 Va morgen en 12 '/2 roede land onder Westwoudt, ten noorden van de Gou, ten bate van eene jaarlijksche uitdeeling van geld of turf. Int jaer ons Heeren Duysent vierhondert seven ende vijftich opten IIIn dach in Maye. Afschrift Inv. n°. 1010 bl. 8 v°. 610. 1457 Mei 10. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Korstijn Pieter Gerbrantz weduwe aan de armen heeft geschonken 12 '/2 hond land in Oisterblocweer en 'l3 van 2 deimpten land in Westerblocweer, tot eene jaarlijksche uitdeeling van brood, laken en schoeisel. Int jair ons Heren Duysent vierhondert sueven ende vijftich opten tiende dach in Meye. 0. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepenen Jacob Gherytz., Dirc Jacobz., Jan Florysz. en Symon Jacobz. Gr. W. 2 G. en 2 Gesch. 611. 1457 Juni 10. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Kerstijn Pieter Gerbrants weduwe aan haar dienstmaagd Elsebeen heeft geschonken het vruchtgebruik van l3/4 morgen land onder Westerblocker op den Woudt, en dat na Elsebeens overlijden de Huiszitten Armen in Hoern de eene en de kerk van Westerblocker de andere helft in eigendom zullen verkrijgen. Int jaer ons Heren Duysent vierhondert LVII opten thienden dach in Junio. Afschrift Inv. n°. 1010 bl. 16 v°. 612. 1457 Juni 12. Jan van Zwieten bekent van Hoorne te hebben ontvangen 780 schilden, voor de termijnen der bede van St. Jansmis en Kerstavond 1456 1.1. Opten twaleften dach in Junio int jair XIIIIc seven ende vijftich. 0. (Inv. n°. 365) Pap. G. Opgedrukt zegel van v. Zwieten R. W. Gesch. 613. 1457 .Juni 28 Jan van Zwieten bekent van Hoorne te hebben ontvangen 97 pond 10 schellingen gr. VI., voor de termijnen der bede van St. Jansmis en Kerstavond 1456. Upten acht ende twintichsten dach in Junyo int jair ons Heren Duysent vierhondert seven ende vijftich. O. (Inv. n°. 365) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van v. Zwieten R. W. Gresch. «14. 1457 Juli 18. Schepenen in Hoern geven een vidimus van de oorkonde van 1445 Juni 14. Reg. n°. 358. Int jair ons Heren Duysent vierhondert sueven ende vijftich opten achtiende dach in Julio. O. (Inv. n°. 725) P. Gr. Zegel van schepenen Jan Jong Dircxz. en Jacob Grherytz. Grr. V\r. Gresch. en Gr. 015. 1457 October 4. Schepenen in Hoern oorkonden dat Meynert Claesz. en Pieter Claesz., aan kerkmeesters hebben geschonken 23/4 morgen land onder Bennynckbroeck, om den armen jaarlijks weitenbrood uit te deelen, aan Pieter Claesz.-zelven eene lijfrente van twee Rijnsche guldens en aan Meynert zooveel, als men te Hoorn van een pond schot op moet brengen, zoolang tot men aldaar weer gaat pachten (schotrekenen). Int jair ons Heren Duysent vierhondert sueven ende vijftich opten vierden dach in Octobry. 0. (Inv. n°. 725) P. Gr. Zegels van schepenen Jacob Grherytz. en Dirc Jacobz. Grr. W. G. Dubbel exemplaar. OIO. 1457 October 21. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Heynz. aan kerkmeesters heeft geschonken eene erfpacht van een gouden Rijnschen gulden, met de helft van een huis en erf „duergancx" in de Noorderstrate, om den armen jaarlijks weitenbrood uit te deelen. Int jair ons Heren Duysent vierhondert sueven ende vijftich opten Elffduisent Maegdendach. 0. (Inv. n9. 724) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Florysz. en Symon Jacobz. Br. en Grr. W. Gesch. 017. 1458 Februari 7. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jacob Dircxz , Copp Wijt genaamd, den Huiszitten Armen heeft geschonken '/2 morgen land bij den Rijsdam. Int jair ons Heren Duysent vierhondert acht ende vijftich opten suevende dach in Februario. O. (Inv. n°. 1028). P. G. Zegels van schepenen Dirc Egbertz. en Symon Jacobz. Gr. en Br. W. G. Rijsdam, thans weg Hoorn—Wognum. 618. 1458 Februari 7. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Dirc Remmetz. en Pieter Claesz. aan de Huiszitten Armen hebben geschonken vier schepenbrieven van jaarrenten uit hofstede, huis en landen in Hoern, onder Berchout, Groosthuysen en Wognom. Int jair ons Heren Duysent vierhondert acht ende vyftich opten suevende dach in Februario. O. (Inv. n°. 1020). P. G. Zegels van schepenen Dirc Egbertz. en Symon Jacobz. Br. W. G. «1». 1458 April 26. Burgemeesters en raden van Coninxberghe—Knyphoff' oorkonden, dat eenige personen onder eede verklaard hebben, dat Claes Heergiesz. asch, barnsteen, vlas, was en wagenschot heeft gekocht. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert acht ende vijftich des Wonesdaghes voir Philippi et Jacobi apostolorum. Inv. n°. 485. Gelijktijdig afschrift Pap. G. Knyphoff, gedeelte van Koningsbergen, Kneiphof, waar Raadhuis en Dom staan. 620. 1458 Mei 3. Philippus de Wassenair, koorbisschop en kanunnik van de Utrechtsche kerk, proost van West-Friesland, voegt bij vroeger gegeven voorrechten aan de Derde Orde van St. Franciscus, dat zij de drie substantieele geloften af mogen leggen, brengt hunne goederen in de doode hand en vergunt het generaal-kapittel, hen, die dit wenschen, op te sluiten. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo octavo, Mercurii, mensis Maii die tercia. O. (Inv. n°. 778) P. G. Zegel van Wassenair R. W. G. Onderaan: Martinus Arnoldi Carnificis de mandato domini mei prepositi predicti notarius. 621. 1458 Mei 30. Theodricus Petrusz. priester, M. A., cureit van de Parochiekerk in Hoern, staat den broeders van de Derde Orde van St. Franciscus in St. Pietersdal verschillende voor- rechten toe, betreffende hunne kapel met diensten, preek begraafplaats, biechthooren en bediening van andere sacramenten, waarvoor zij hem en zijn opvolgers jaarlijks een gouden Bourgondischen leeuw schuldig zijn. Anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo octavo mensis Maii die tricesima. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 1 v°. 622. 1458 Juni 13. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Nyese JacoJ) Jansz. weduwe aan Jacob ('laeysz. heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis in de Westerstrate. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert acht ende vijftich op den dertiensten dach in Junio. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 30 r». 623. 1458 Juli 31. Jan van Zwieten bekent van Hoern te hebben ontvangen 780 schilden, voor de bede verschenen Kerstavond 1457. Upten lesten dach in Julio int jair ons Heeren Duysent vierhondert acht ende vijftich. O. (Inv. n°. 365) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van v. Zwieten R. W. Gesch. 624. 1458 Augustus 16. Schepenen in Hoern oorkonden, dat IJsbrant van Alcmade aan de Parochiekerk heeft geschonken alle gewichten, zooals men die in de Waag gebruikt. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert acht ende vijftich opten sestiende dach in Augusto. O. (Inv. n°. 714) P. Gr. Zegels van schepenen Reyner Rippertz., Claes Claesz. en Seeger Meynertz. Gr. W. Gesch. en Gr. 625. 1458 September 4. Phillips hertog van Bourgongen bevestigt op verzoek van zijn goede luiden van Gheestmeerambocht, het handvest van Albrecht van 22 November 1386, verbiedt o. a. de vernietiging van de kaden langs de uitwatering, op straffe van lijf en goed, en de versperring der uitwatering op straffe van half goed en rechterhand. Gegeven binnen onser stede van Atrecht opten vierden dach van September int jair ons Heren Duysent vierhondert acht ende vijftich. Afschrift Inv. n°. 1069. Gedrukt: Handtv. v. Medenblick blz. 62. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 119. 626. 1458 October 13. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo quinquagesimo octavo, indictione sexta, mensis Octobris die tercia decima, infra missarum solempnia hora decima vel quasi, apostolica sede, ut dicitur, vacante. Heer Galienus Johannesz. c. s. als collatoren en patroons van de door Ludua weduwe van Hermannus Hernincs gestichte vicarie, verzoeken Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, te bevestigen, de toegewezen landerijen in de doode hand te brengen en de benoeming van Johannes Jacobusz. tot vicaris, te bekrachtigen. Acta sunt hec in sanctuario parochialis ecclesie de Hoorn dicte Traiectensis diocesis, sub anno, indictione, mense, die, hora et sede apostolica vacante quibus supra. 0. (Inv. ii0. 814) P. Gr. Met liet merk van den notaris Johannes Waell. Met transfix van 16 October 1458. 627. 1458 October 16. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, keurt goed de stichting van eene vicarie en bevestigt de aanstelling van den vicaris. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo octavo, ipso die Beati Galli, confessoris. 0. (Inv. n°. 814) P. Gr. Zegel van Wassenair R. W. Vrij Gaaf. Transfix bij de oorkonde van 13 October. 628. 1458 November 2. Jan Duuc, klerk van den rentmeester-generaal van Hollant Clais de Vriese, bekent als afgevaardigde voor de ontvangst van de penningen door stede en gemeene land van Hollant bestemt voor Jan van Aemstel, van Hoirne te hebben ontvangen 100 guldens. Upten anderen dach in Novembri int jair XIIIIc acht ende vijftich. 0. (Inv. n°. 286) Pap. GL Met handteekening van Jan Duuc. 629. 1458 November 18. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo quinquagesimo octavo, mensis Novembris die decima octava, hora octava ante meridiem vel quasi, indictione sexta; pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providencia pape secundi, anno primo. Notaris .Tohannes Waell stelt (nadat hem de desbetreffende brieven zijn overgegeven) heer Johannes Jacobusz. priester, in het bezit van de Maria-vicarie op het Mariaaltaar in de kapel van St. Ceciliaconvent, door hem, bekleed met suppellicium en stool, naar het altaar te leiden en hem met gebogen knieën onder het lezen van de antiphoon Vene bancte Spiritus de sleutels en het missaal over te geven en de zorg voor de reliquieën toe te vertrouwen. Acta sunt hec in capella conventus Sancte Cecilie in Hoorn antedicta,^ sub anno, mense, die, hora, indictione et pontincatu quibus supra. 0. (Inv. n°. 8f4) P. G-. Met het merk van den notaris Johannes Waell cler. Traj. dioo. 63©. 1458 December 9. ■ ' u Tfn Pans'c^ bedanken RoloffSymonsz „itzundt (thans) in Hollandt wessende" voor zijne moeite, door hen vernomen van hun mede-raad Johan vam Wolde: en bekrachtigen de belofte aan de watersteden van Holland dat zij (behalve Ampstelredam) allen welkom zullen zijn evenals de andere steden van der Hense. Geven to Dansk am negenden dage van Decembri im etc. LVillen jare. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Opgedrukt zegel van Danzig E. W G u Hansiches Urkundenhuch VIII, 764, en Roloff Symonsz. aldaar 469. J 631. 1458 December 31. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Olfert Jan Eddicxz. heeft verklaard, dat St. Ceciliaconvent hem volledige schadevergoeding heeft gegeven wegens het te dicht bij zijne schuur bouwen van een steenen huis in de Noorder Kerksteghe, en dat het erf tusschen zijne schuur en genoemd huis geheel behoort aan het convent alleen. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert achte ende vijftich opten laisten dach in Decembry. O. (Inv. n°. 811) P. Gr. Zegels van schepenen Seeger Mevnartz. en Marten Martensz. Br. W. Gk 632. 1459 Januari 4. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Geertruyt Gerbrant Jan van Lansmers weduwe aan kerkmeesters heeft geschonken >/s van vijf koeweiden inde „Vardste Oterdijck". om den armen jaarlijks weitenbrood uit te deelen, en dat zij, voor mogelijk te lijden schade, het halve door haar bewoonde huis en erf op de Haven tot onderpand heeft gesteld. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert negen ende vijftich opten vierden dach in Januario. O. (Inv. n°. 726) P. Gr. Zegels van schepenen Claes Claesz. en Marten Martensz. Br. W. Gesch. en G. 633. 1459 Januari 17. De ministersche en St. Ceciliaconvent beloven Hyllegont Jansd. levenslang te zullen onderhouden, waarvoor zij bekennen eene som geld te hebben ontvangen, terwijl Hyllegont bovendien het convent jaarlijks een Engelschen nobel zal geven. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ende LIX op St. Anthoniusdach. O. (Inv. n". 807) P. G. Zegel van het convent Gr. W. Gesch. 634. 1459 Januari 27. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Melys Andriesz. van Aemstelredam, zijn zoon Tyman Zael gemachtigd heeft te innen, eene schuldvordering van 19 Hollandsche wilhelmus-schilden op Florys van der Beets, eertijds schout te Graft. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert negen ende vijftich opten sueven ende twintichsten dach in Januario. O. (Inv. n°. 874) P. G. Zegels van schepenen Seeger Meynairtz. en Marten Martensz. Gr. W. G. 635. 1459 Maart 6. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Diewe Lambert Pietersz. weduwe c. s. aan Griete Claes Wabbesz. weduwe hebben verkocht '/a Engelschen nobel jaarrente, uit een huis en erf in de Oesterstrate. Int jair ons Heren MCCCC ende LIX opten sesten dach in Maerte. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 24 r°. 636. 1459 Maart 6. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Diewe Lambert Pieterz. weduwe aan Griete Claes Wabbesz. weduwe verkocht heeft een hal ven Engelschen nobel jaarrente, uit een huis en erf in de Oisterstrate. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert negen ende vijftich opten sesten dach in Maerte. O. (Inv. n°. 765) P. G. Zegels van schepenen Jan Dircxz. en Pieter Lambertz. Gr. W. G. Transfix bij de oorkonde van 11 Februari 1490. «37. 1459 Mei 31. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Gheryt Willamz. verklaard heeft, dat St. Marienconvent bezit 1 '/.2 gouden Rijnschen gulden jaarrente, uit het door hem bewoonde huis en erf in de Bredestrate. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert negen ende vijftich opten laitsten dach in Meye. O. (Inv. n°. 832) P. G. Zegel van schepen Gherbrant Martensz. Gr. W. G. Het zegel van Yolkert Jacobz. is verdwenen. 638. 1459 Juli 14. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Florys Pieterz. aan Dirc Albertz. van Haerlem en Griete Jansd. zijn vrouw heeft verkocht vier Rijnsche guldens lijfrente, uit zijn huis en erf in de Noorderstrate. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert negen ende vijftich opten viertiende dach in Julio. O. (Inv. n°. 874) P. G. Zegels van schepenen Jaeob Martensz. en Yolkert Jacobz. Gr. W. Gesch. 639. 1459. December 3. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Florys Pietersz. Reynu aan Pieter Jacobz. weduwe en haar dochter Lucie heeft verkocht drie Rijnsche guldens lijfrente, uit zijn huis en erf in de Noorderstrate. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert negen ende vijftich opten derden dag in Decembry. 0. (Inv. n°. 874) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz, en Volkert Jacobz. Gr. W. Gesch. en G. 640. 1459 December 12. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Heyn Berenz. aan heer Jan Jong Jansz., priester, heeft verkocht een huis en erf op Heer Gherytslant. Int jaer ons Heren MCCCC ende LIX op Sinte Lucyenavont. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 8 v°. 641. 1460 Februari 13. Dansik waarschuwt Horne, dat de poorters en kooplieden de vijandelijke havens als Balge en Memel etc., niet moeten aandoen noch deze van levensmiddelen voorzien of sterken. Gevenn tho Dansik am Middewekenn vor Valentini Martiris im etc. LX stenn jare. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Opgedrukt zegel van Danzig B. W. Gesch. 642. 1460 Maart 27. Schepenen in Hoern geven een vidimus van de oorkonde van 15 December 1423. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert ende tsestich opten sueven ende twintichsten dach in Maerte. 0. (Inv. n°. 724) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz. en Jacob Martensz. Gr. W. G. 643. 1460 April 7. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, oorkondt, dat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, door hem geveld in een proces tusschen de kerk- en armmeesters en de familie des broeders van wijlen Fya Jacobus Heertsd., erflaatster, ter eene zijde, en Meester Petrus Johannesz., doctor in de medicijnen, met Ripprandus Johannesz., ter andere zijde, over jaarlijksche gelduitdeelingen aan de rechte armen en over kleeren door Fya besproken. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo sexagesimo, mensis Aprilis die septima. 0. (Inv. n0, 720) P. G. Zegel van Wassenair R. W. Gesch. 644. 1460 Mei 31. Claes van Beerhem sticht met zijne kinderen, voor de zielerust van zijne huisvrouw, eene vicarie op het altaar van SS. Maria en Jan Baptist in de Parochiekerk, nabij den preekstoel, en wijst de gelden hiervoor aan. Int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tsesticht opten laitsten dach in Meye. Onderaan de goedkeuring van Philippus de "Wassenair, proost van West-Friesland 1460. Inv. n°. 737. Afschrift P. G. door den notaris Johannes Johannes Symonz. naar een afschrift van den notaris Martinus Johannesz. Mede in afschrift Inv. n°. 738. 645. 1460. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, keurt goed de stichting van eene vicarie, brengt de toegewezen goederen in de doode hand en bevestigt de benoeming van Gerhardus de Beerhem tot vicaris. Datum anno Domini Millesino quadringentesimo sexagesimo. Inv. n°. 737) Afschrift onder de oorkonde van 31 Mei; 1460 mede in afschrift Inv. n°. 738. 646. 1460 Juni 16. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo sexagesimo, indictione octava, mensis Junii die sextadecima, hora tercia post vesperas vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providencia pape secundi, anno secundo. Heer Michael Theodricusz., biechtvader van St. Marienconvent, bespreekt het convent zijn ingebracht goed (onder voorwaarde dat hij daar begraven zal worden), aan den proost van West-Friesland een Rijnschen gulden en aan zijn broeder Tydemannus zijne andere roerende en onroerende goederen, waarvan zijn vader echter het vruchtgebruik zal hebben. Acta sunt hec in parochiali ecclesia de Hoorn, circa altare Undecim Milium Virginum, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. 0. (Inv. n°. 829) P. Gr. Met het merk van den notaris Johannes Waell. 647. 1460 Augustus 14. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Aeff' Myeus Dirczoonsd. aan kerkmeesters heeft verkocht voor de rechte armen 2 '/a morgen en 37 roeden land onder Zwaech, waarvoor zij eene lijfrente van 10 Rijnsche guldens zal genieten. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert ende tsestich op Onser Liever Vrouwe-avont Assumpcionis. O. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van Schepenen Jan Jong Dircxz. en Seeger Meynertz. Gr. en Br. W. Gesch. 648. 1460 September 22. Scheidsrechters tusschen Geestmerambacht, en kerkmeesters met de buren van Eertswoude, doen uitspraak over den zanddijk en de slooten, door Geestmerambacht in den ban van Eertswoude gemaakt. Int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tsestich op Sinte Maurycyusdach. Afschrift Inv. n°. 1069. 649. 1460 September 22. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Sasker Pieterz. c.s. beloofd hebben, dat de goederen door hem, Sasker, in St. Pietersdal gebracht, te weten eenig land binnendijksch en buitendijksch onder Wognem, aan-het convent zullen blijven. Int jaer ons Heren MCCCC ende LX op S. Mauritiusdach. Afschrift Inv. n°. 792 hl. 6 r°. 650. 1460 September 29. Jacob van Poelgheest, abt van Egmonde, geeft een vidimus der oorkonde van Albrecht van 21 Maart 1397. Int jaer onss Heeren Duysent vierhondert ende tsestich lipten XXIXsten dach van Septembri. O. (Inv. n°. 48) P. Gr. Zegel ten zaken van abt Jacob R. W. Gr. Afschrift Inv. n°. 118 bi. 101 r°. 651. 1460 October 26. Schepenen in Hoern geven een vidimus van de oorkonde van 11 October 1448. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert ende tsestich opten sessende twintichsten dach in Octobry. O. (Inv. n°. 720) P. Gr. Zegels van schepenen Dirc Remmetz. en Seeger Meynertz. Gr. W. Gr. 652. 1461 Januari 9. Schepenen in de stede van Westewoud oorkonden, dat Jan Simensz. aan iMaerten Pietersz. heeft verkocht zijne rechten op een morgen land, welke hij van zijne tante Lijsbet Sivertsd. in eigendom had bekomen. Int jair ons Heren Dusent vierhondert een ende tsestich des Vridages nae Dertienendach. O. (Inv. n°. 726) P. Gr. Zegels van schepenen Luutgen Jan Heertsz. en Pieter Pietersz. Grr. W. Gesch. en G. 653. 1461 Januari 17. Schepenen in Westwoud oorkonden, dat Claes Maertsen en Jan Doesen aan de kerk van Hoirn voor de eene, en aan de Huiszitten Armen voor de andere helft hebben verkocht een morgen land, genaamd Comen Sivertsland. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende enentsestich op Sinte Anthonysdach. O. (Inv. n°. 726) P. Gesch. Zegel van schepen Pieter Pieterz. Gr. W. G. Het zegel van schepen Lutgen Janz. is verdwenen. 654. 1461 Februari 20. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Florys van der Beets bekend heeft, schuldig te zijn aan Joest'.Jacobz. van der Goude, 16 Rijnsche guldens 4 stuivers, te betalen op Grooten Vastenavond 1462. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert ende enentsestich opten twintichsten dach in Februario. O. (Inv. n°. 874) P. G. Zegel van schepen Seeger Meynertz. Gr. W. G.: het zegel van schepen Jacop Ellertz. is verdwenen. Transfix bij de oorkonde van 29 October 1462. 655. 1461 Februari 23. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Griete Florys Pieter Vincx weduwe aan kerkvoogden voor de armen heeft verkocht, de helft van 3'/2 morgen land onder Westerblocweer in de Monicky, waarvan haar overleden man de andere helft aan de kerkarmen had geschonken. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert ende enentsestich opten drie ende twintichsten dach in Februario. O. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepenen Dirc Remmetz. en Seeger Meynertz. Br. W. G. en Gesch. 656. 1461 Maart 4. Schepenen in Hoern oorkonde, dat Jan Jansz. van de Beets verklaard heeft, dat St. Marienconvent bezit 3 Rijnsche guldens jaarrente, uit het door hem bewoonde huis en erf in de Noorderstrate tot den Burchwal. Int jair ons Heren Duysent vierhondert ende enensestich opten vierden dach in Maerte. O. (Inv. n°. 831) P. Gesch. De zegels van schepenen Pieter Symonsz. en Remmet Martensz. zijn verdwenen. 657. 1461 Maart 16. Schepenen in Hoern geven een vidimus van de oorkonde van 13 October 1452. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert ende enentsestich opten sestiende dach in Maerte. O. (Inv. n°. 726) P. G. Zegels van schepenen Jan Jong Dircxz. en Dirc Remmetz. Br. W. G. \ 658. 1461 April 20. Florys van der Beets Pietersz. bekent aan Lambert Hoeflaet, van Amersfoirdt, schuldig te zijn 27 Beyersche guldens, waarvoor hij tot onderpand stelt zijn steenen huis en erf in de Noorderstrate en verdere goederen. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert een ende tsestich , opten twintichsten daeh in Aprylle. O. (Inv. n°. 874) P. Gr. Zegel van Florys van der Beets Gr. W. Gesch. Transfix bij de oorkonde van 7 Februari 1463. 659. 1461 Mei 28. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Plorys van der Beets aan Pieter Lambertz. heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf in de Noorderstrate, afloschbaar met den penning 14. Int jaere ons Heren Duysent vierhondert een ende tsessich opten acht ende twintichsten dach in Meye. O. (Inv. n°. 874) P. Gr. Zegels van schepenen Pieter Symonsz. en Uirc Pieterz. Gr. W. Gr. 660. 1461 Juni 21. De erfgenamen van Aef Jong Jansd., zuster in St. Ceciliaconvent, komen, omtrent de goederen die Pieter Jong Jansz. aan zijne zuster Aef heeft nagelaten, overeen, dat bij overlijden van hunne tante Aef, vóór Allerheiligendag, het convent het daaropvolgende jaar de renten uit de landen en huizen zal genieten, maar dat zij anders zelf het vruchtgebruik zal hebben. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert een ende tzestich des Manendaechs voer Sinte Jansdach nativitas. Inv. n°. 809 Gelijktijdig afschrift Pap. G. 661. 1461 September 26. Henricus de Edam? rector, en het convent van St. Pietersdal van de Derde Orde, verzoeken den prior-generalis en de definitoren van de Kruisbroeders, hen in hunne orde op te nemen, welke verandering zij niet wenschen ter zake van schulden, want het convent bevindt zich in goeden welstand, maar zij begeeren nog vóór het generaal-kapittel te worden aangenomen, dewijl de Carmelieten, Jacobieten en Minderbroeders gaarne het convent willen hebben. Scriptum in Hoirn sabbato post Mauritii anno a nativitate Domini M° CCCC0 LXI°. In vidimus van 15 Februari 1462. Waarschijnlijk is bedoeld Henricus de Munckedam, zie Reg. n». 671. 662. 1461 December 15. De ministersche en St. Ceciliaconvent in Hoirn, komen met Vrederic Volkertsz., als voogd van zijne dochter Kathrijn, overeen, dat zij deze tot haar 17e jaar zullen houden, dat haar vader 99 Rijnsche guldens zal betalen, en het convent, indien zij vóór haar 17e jaar overlijdt of bij het afleggen van de gelofte, 50 Rijnsche guldens zal ontvangen en de 49 overige aan Kathrijn's erfgenamen zullen vervallen. Int jair ons Heren Dusent vierhondert een ende tsestich opten vijftiendach in Decembry. 0. (Inv. n°. 807) P. (x. Zegels van het convent Br. W. Gr. 663. 1461 Decembry 16. Lourens Ghijsbertz., priester en biechtvader der zusters van St. Marienconvent in Naerden, oorkondt, dat Bye Jan Brouwers weduwe, wonende in voornoemd convent, aan St. Pietersdal in Hoern hare vordering op Jonghe Meynert aldaar, heeft geschonken. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXI des Woensdages quatertemper voer myddewynter. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 11 v°. 664. 1461 December 29. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Aef Jan Pieters W iggerts weduwe aan Belie Simon Simonsz. weduwe c.s. heeft verkocht twee morgen land, bij de kerk van Nuboxwaudt. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert een ende tsestich op den XXIXsten dach in Decembry. Afschrift Inv. n". 792 bl. 28 v°. 665. 1462 Januari 9. Burgemeesters, schout, schepenen en raden van Naerden oorkonden, dat Bye Jan Brouwers weduwe, aan St. Pietersdal in Hoern hare vordering op Jonghe Meynert aldaar, heeft geschonken. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXII opten neghenden dach in Januario. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 11 r°. 666. 1462 Januari 15. Het Hof van Hollant geeft als uitspraak in een proces tusschen Hoirne en Scellinchout met andere Drechterlandsche dorpen over de bedijking van een nieuw bolwerk, ten zuidwesten van de stad voor gemeenschappelijke rekening te maken, dat de zaken staat zullen houden tot e.k. „bententijd", waarna commissarissen met dijkgraaf en heemraden er orde op zullen stellen. Opten vijftienste dach van Januario int jair XIIIIC een ende tsestich. (O. (Inv. n°. 1079) P. Gesch. Met handteekening van Bossaert. Bententijd. = natijd, wanneer het bent (wortelgras) eerst goed voortschiet. 667. 1462 Februari 12. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Goetiesz., genaamd Potter, de helft van zijn inboedel en roerend goed, en de helft van het door hem bewoonde huis en erf in de Oisterstrate, gedeeltelijk aan de kerk van Hoern en gedeeltelijk aan onse Vrouwe Capelle opt Noort, de Huiszitten Armen en St. Pietersdal heeft geschonken, onder voorwaarde, dat hem en Hase zijne huisvrouw, eene lijfrente zal worden betaald. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert twie ende tsestich opten twaleften dach in Februario. O. (Inv. n°. 723) P. Gesch. Zegels van schepenen Jan Jan Heynenz. en Sybrant Gherytz. Gr. W. G. en Gesch. 668. 1462. Februari 15. Theodricus de Warborch, van de Kruisbroedersorde, prior van Mons Oriens, in de diocese Osnabrück, geeft een vidimus van de oorkonde van 26 September 1461. Datum in dicta domo Montis Orientis anno a nativitate Domini Millesimo LXII° quinta decima die mensis Februarii. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 2 v°. Mons Oriens, op één mijl afstand van Osnabrück, volgens de oorkonde van 22 Maart 1468. 669. 1462 Februari 18. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Aemstelredamme oorkonden, dat verschillende met name genoemde schippers, poorters der stad, die voor het eerst naar de Baye, Bruaedze, Reveil, Ryghe en Pernouwe varen en ook andere naburige schippers, met de schippers van Hoirne 20 die dezelfde reis willen maken, afgesproken hebben gezamenlijk te zeilen, en schade welke zij door den koning van Denemercken, of Dansicke lijden, gezamenlijk te zullen dragen. Upten achtienden dach in Februario int jaere ons Heren Duysent vierhondert twee ende tsestich. O. (Inv. n°. 486) P. Gr. Zegel van zaken van Amsterdam. Br. W. Zeer Gesch. Mede in gelijktijdig afschrift Pap. Gesch. Bruaedze = Brouage, Westkust van Frankrijk; Baye = baai van Bourgneuf. Vgl. over het zeilen in admiraalschap, de Jonge I blz. 26; Ned. Woordenboek i. v. admiraalschap. 670. 1462 Maart 7. Philippus de Wassenair, proost van West-Friesland, bevestigt de voorrechten welke St. Pietersdal van de Derde Orde, van den cureit der Parochiekerk reeds heeft verkregen, en bij mogelijken overgang tot eene andere orde, nog zal verkrijgen. Datum anno Domini M°CCCC° sexagesimo secundo Dominica qua cantatur Invocavit. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 1 v°. «71. 1462 Maart 16. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo sexagesimo secundo, indictione decima, mensis Marcii die decima sexta, hora duodecima meridiei vel quasi, sanctissimi in Christo patris ac domini domini Pii divina providencia pape secundi, anno eius quarto. Broeder Heynricus de Munckedam, pater, Gheraerdus de Utrecht, priesters, en Nycolaus de Purmer, leek, van de Derde Orde, rectoren van St. Pietersdal, geven hun convent, bij schenking onder de levenden, aan den prior van de Reguliere Kanunniken der Kruisbroedersorde van het convent Mons Oriens, en aan den prior in Benthlagen van dezelfde orde, commissarissen door hun generaal-kapittel gezonden. Acta sunt hec in domo Vallis Sancti Petri, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 2 r°. Mons Oriens bij Osnabrück; Benthlagen bij Rlieine. «72. 1462 Maart 16. Philippus de Wassenair, proost van West Friesland, bevestigt den overgang van St. Pietersdal tot de Kruisbroeders. Datum anno Domini M°CCCC° LXII° mensis Marcii die sexta decima. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 3 r°. 673. 1462 Maart 27. Jan Dirck, priester c.s., staan toe, dat St. Pietersdal, door hen bestemd voor een mannenklooster, thans in een Kruisbroedersklooster wordt veranderd. Datum anno Domini M° CCCC0 LXII° sabbato post Annunciacionis Gloriose Virginis Marie. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 3 r°. «74. 1462 April 13. Schepenen in Hoern schatten Dirc Albertz. van Haerlem voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, Vs9 deel van een huis en erf in de Noorderstrate wegens vier Rijnsche guldens, die Ermgert Florys van der Beets weduwe hem schuldig is. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert twie ende tsestich des Dingesdages voir Paessche. 0. (Inv. n°. 874) P. Cr. Zegels van schepenen Jan Jan Heynenz. Gr. W. Gesch., Jacob Martensz., Sybrant Gherytz., Claes Jansz., Jan Claesz., Pieter Syinonz. en Dirc Pietersz. Gr. W. G. «75. 1462 April 24. Philippus de Wassenair, koorbisschop en kanunnik van de Utrechtsche kerk, staat de Derde Orde vrijdom toe van alle hem verschuldigde beden en opbrengsten, scheldt haar kwijt, alle mogelijke misdrijven en overtredingen tot heden begaan en belooft, haar niet lastig te zullen vallen voor misdrijven nog tegen zijne jurisdictie te begaan, tenzij zij van te voren wettig en kanoniek hiervan zijn overtuigd. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo sexagesimo secundo Sabbato post festum Pasche. O. (Inv. n°. 779) P. G. Zegel van Wassenair R. W. G. 676. 1462 April 25. Schepenen in Hairlem oorkonden, dat Jan Jan Meynssenzoonsz. c.s. aan Claes Jan van Lansmersz. hebben verkocht, een morgen bouwland en 1 '/2 morgen weiland onder Woggenem. Int jair ons Heren MCCCC twe ende tsestich opten vijve ende twintichsten dach in Aprille. 0. (Inv. n°. 1032) P. G. Zegels van schepenen Wouter van Bekesteyn en Jan van Spanckeren. Gesch. en G. 677. 1462 April 30. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Goedraet Jan Pilgrainz. weduwe en haar zoons verklaard hebb*en. geheel voldaan te zijn voor de goederen, welke door aller dochters en zusters Dieuwer en Geertruit, aan St. Ceciliaconvent zijn gekomen. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert twie ende tsestich opten laitsten dach in Aprylle. O. (Inv. n°. 809) P. Gr. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz. en Volkert Jacobz. Br. W. G. «78. 1462 April 80. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Griete Jacobsd., mater van St. Ceciliaconvent, heeft bekend gedurende de volgende vier jaren aan Goedraet Jan Pilgramz. weduwe en haar zoons schuldig te zijn, eene jaarrente van zes Rijnsche guldens en zes stuivers. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert twie ende tsestich opten laitsten dach in Aprille. 0. (Inv. n°. 809) P. Gr. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz. en Volkert Jacobz. Br. W. Gr. 679. 1462 September 2. Charles de Bourgoingne, conté de Charrolais, staat aan Hoirne toe, uitgebannen misdadigers, ook buiten het oosterbaljuwschap van West-Friesland, te bannen. Donné a la Haye en Hollande le second jour de Septembre lan de grace mil quatrecens soixante et deux. O. (Inv. n°. 89) P. G. Zegel van Karei den Stoute. R. W. Vrij Gaaf. Gelijktijdig afschrift Pap. Gesch. Verder afschriften Inv. n°. 117 bl. 28 r°. Inv. n°. 124" bl. 24 r°. Inv. n°. 119 bl. 76. Gedrukt: ïïandtv. Alckmaer, Hoorn, blz. 95. Vgl. Handtv. Enchuysen, blz. 32, 33. 680. 1462 September 16. Aelbrecht van Raphorst, rentmeester van Kennemerlant en Vrieslant, geeft aan den griffier van Hollant, Jacob Bossaert, eenig buitendijksch land onder Winckel in erfpacht uit. Upten XVIen dach van Septembri int jair ons Heeren Duysent vierhondert twee ende tsestich. Afschrift 1637. Inv. n°. 1112. 681. 1462 September 22. Schepenen in Hoern schatten Joest Jacobz. van der Goude voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, i/7 deel van een huis en erf in de Noorder- strate, wegens 16 Rijnsche guldens 4 stuivers, welke Ermgert Florys van der Beets weduwe, hem volgens schepenbrief van 20 Februari 1461 schuldig is. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert twie ende tsestich op Sinte Mauriciusdach. 0. (Inv. ii°. 874) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz., Pieter Symonsz., Seger Meynertz., Vechter Jansz., Claes Heynenz., Gheryt Gherytsz. en Voïkert Jacobz. Gr. W. Gesch. Transfix bij de oorkonde van 29 October 1462. 682. 1462 October 19. Schepenen in Hoern schatten voogden van den Heiligen Geest voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, '/, 6 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, waaruit Meynert Jansz. hun zes Rijnsche guldens jaarpacht schuldig is. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert twie ende tsestich opten negentiende dach in Octobry. 0. (Inv. n°. 874) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz., Pieter Symonsz., Seger Meynertz., Claes Heynenz., Vechter Jansz., Gheryt Gherytsz. en Volkert Jacobz. Gr. W. G. en Gesch. 683. 1462 October 29. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Joest Jacobz. van der Goude aan Jan Claesz. heeft geschonken het hem volgens getransfigeerden schepenbrief toegeschat gedeelte van een huis en erf. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert twie ende tsestich opten XXIXten dach in Octobry. O. (Inv. n°. 874) P. G. Zegel van schepen Gherbrant Martenz. Gr. W. G.; het zegel van Seger Meynertz. is verdwenen. Met transtixeii van 20 Februari 1461 en 22 September 1462. 684. 1462 November 18. Philipps, hertog van Bourgongen, geeft eenige bepalingen over doodslag, vechten en maaggeld. Gegeven in onsen stat van Bruessel den XVIIIsten dach van Novembre int jaer ons Heeren Duusent vierhondert twie ende tsestich. Inv. n°. 90 Gelijktijdig, afschrift P. G. Afschriften Inv. n°. 117 bl. 27 v°. Inv. n°. 119 bl. 72. Inv. n°. 124" bl. 23 r°. Gedrukt: Handtv. Alckmaer, Hoorn blz. 94, Handtv. Medenbliek blz. 61. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 129. 685. 1462 December 3. Schepenen in feibecarspel en in Bennyngbroeck oorkonden, dat Mathijs Jacopz. weduwe, aan de Kruisbroeders van St. Pietersdal heeft geschonken, een akker bouwland in de Wijsen onder Bennyngbroeck. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXII opten derden dach in Decembri. Afschrift Inv. n°. 792 bi. 6 r°. 686. 1463 Januari 20. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Meynert Jansz. bekend heeft aan Jan Mathijsz. schuldig te zijn vijf Engelsche nobels. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert drie ende tsestich opten twintichsten dach in Januario. O. (Inv. n°. 874) P. G-. Zegels van schepenen Claes Heynenz. en Gheryt Gherytz. Gr. W. G. 687. 1463 Januaii 20. Schepenen in Hoern schatten Dirc Elbertz. van Haerlem voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, '/,9 deel van een huis en erf in de Noorderstrate, wegens vier Rijnsche guldens lijfrente, die Ermgert Plorys van der Beets weduwe hem schuldig is. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert drie ende tsestich opten twintichsten dach in Januario. 0. (Inv. n°. 874) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz., Pieter Symonsz., Seger Meynertz., Claes Heynenz., Vechter Jansz., Gheryt Gherytsz. en Volkert Jacobz. Gr. W. G. en Gesch. 688. 1463 Januari 20. Schepenen in Hoern schatten Reynu Jacob Pieterz. weduwe voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, '/39 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, wegens drie Rijnsche guldens lijfrente, die Ermgert Florys van der Beets weduwe, haar schuldig is. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert drie ende tsestich opten twintichsten dach in Januario. 0. (Inv. n°. 874) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz. Gr. W. G., Pieter Symonz. verdwenen, Seger Meynertz. Gr. W. G., Claes Heynenz. Gr. W. Gesch., Vechter Jansz. Gr. W. G., Gheryt Gherytsz. en Volkert Jacobz. Gr. W. Gesch. 689. 1463 Februari 6. Phillips, hertog van Bourgoinguen, keurt goed de uitgifte van onbedijkt land aan Bossaert, waarvan de getransigeerde brief van 16 September 1462 spreekt. Gegeven upten VI3*011 dach van Februario int jair ons Heren Duysent vierhondert twee ende tsestych naeden loop van onsen hove van Hollant. Afschrift 1637. Inv. n0. 1112. 690. 1463 Februari 7. Schepenen in Hoern schatten Damhert Hoefiaet van Amersfoirt voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, '/< deel van een huis en erf in de Noerderstrate, wegens 27 Beyersche guldens, die Ermgert Florys van der Beets weduwe hem, volgens getransfigeerden schepenbrief van 20 April 1461, schuldig is. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert drie ende tsestich opten suevende dach in Februario. O. (Inv. n°. 874) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz., Pieter Symonsz., Seger Meynertz., Claes Heynenz., Vechter Jansz., Gheryt Ghèrytz. en Volkert Jacobz. Gr. W. G. en Gesch. Met transfix van 20 April 1461. 691. 1463 Februari 16 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jacob Jansz. aan voogden van het Heilige Geesthuis heeft verkocht een erfpacht van een Rijnschen gulden, aflosbaar met den penning 16, uit een huis en erf in de Havensteghe, ten noorden grenzend aan land van de Begijnen in Broeck. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert drie ende tsestich opten sestiende dach in Februario. 0. (Inv. n°. 876) P. G. Zegels van schepenen Claes Heynenz. en Gheryt Gherytz. Gr. ~W. G. Met aangehechte oorkonden van 24 Mei 1448 en 31Januari 1485. Broeck = Grootebroek, klooster aldaar, eerst Franciscanerlater Augustijnernonnen, Romer I, 449, 549. 692. 1463 Maart 4. Schepenen in Hoern schatten Freryc Deyn van der Goude voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, ' ,n deel van een huis en erf in de Noorderstrate, wegens 5>/s Rijnsche gulden, die Ermgert Florys van der Beets weduwe, hem schuldig is. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert drie ende tsestich opten vierden dach in Maerte. 0. (Inv. n°. 874) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Martensz Pieter Symonsz., Seger Meynertz., Claes Heynenz., J6C wr ians,z' /,„ deel van een huis en erf in de Noerderstrate, waaruit voogden van den Heiligen Geest hem 4 Rijnsche guldens lijfrente schuldig zijn. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten tiende dach in Februario. O (Inv n° 874) P. G. Zegels van schepenen Jan Dircxz., Jacob Martensz. Gr. W. G., Jacoh Jansz Symon Jacobz. Gr. W. Gesch., Claes Jacobz., Claes Pieterz. Gr. W. G. en Dirc Pieterz. verdwenen. 767. 1469 Februari 14. . .. Petrus Mylet, proost van West-Friesland gelast zijn priesters en' geestelijken den dijkgraaf Albertus bymonz te verbieden, verder voor den wereldlijken rechter te Procedeer en tegen Mr. Ludolphus van Hoirn, cureit van Wog genem over de landerijen van de parochiekerk aldaar wegens een delict van den overleden cureit Johannes Goyer, en schout, schepenen en burgemeesters van Hoirn te bevelen zich in die zaak niet te mengen. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo sexagesimo nono decima quarta die mensis Februarii. Inv. n°. 239. Gelijktijdig afschrift Pap. G. 768. (1469 Februari 14—24.) De afgevaardigden van Hoirn verzoeken den Raad van Holland, ten eersten: den schepenen van de stad te vergunnen panding, schatting en eigening te doen op de landen van de parochiekerk te Wognem, doch in naam van den landsheer en op verzoek van den oud-dijkgraat van tiet Oosterbaljuwschap Albrecht Symonz., volgens vorig vonnis van den Raad tegen heer Frederick Jansz., deken, waarop deze met ban en boete heeft gedreigd, volgens lastgeving van den proost van West-Friesland. Of wel den schepenen andere instructies te geven. Ten tweede verzoeken zij, maatregelen te nemen tegen die van Ooster- blocker, die weigeren den overtoom in den Blocdijck te herstellen; alles met bevestigende apostille. Gelijktijdig afschrift (Inv. n°. 239) Pap. G., niet aangehecht bevel van Pieter Milet Reg. n°. 767. 1469 Febr. 14—24 blijkens dit voorafgegaan bevelschrift, en gevolgde lastgeving van den Raad van 24 Februari Reg. n°. 770. 769. 1469 Februari 20. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Aeff Pieter Hedzoonsd. aan voogden van het Heilige Geesthuis heeft verkocht '/a huis en erf in de Noerderstrate op den hoek van de Noerderkerksteghe, voor eene lijfrente van 13 Rijnsche guldens. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten twintichsten dach in Februario. O. (Inv. n°. 873) P. G. Zegels van schepenen Jacob Martensz. en Jacob Jansz. Gr. en Br. "YV. Gescli. en G. 770. 1469 Februari 24. De Raad van Hollant enz., gehoord de klacht van Hoirn, dat die van Oosterblocker weigeren den overtoom in den Blocdijc te onderhouden, gelast den eersten deurwaarder die van Oosterblocker aan te zeggen den overtoom te herstellen. Opten XXIIIIe» dach van Februario int jair ons Heren Duysent vierhondert acht ende tsestich naden loip van desen hove. 0. (Inv. n°. 239) P. G. Aanhangend signet van Karei den Stoute R. W". G. 771. 1469 Maart 4. Het Hof van Hollant veroordeelt Heer Aelbrecht van Schaghen, wegens ongehoorzaamheid jegens een vonnis van het Hof, om blootshoofds vergiffenis te komen vragen, 25 gouden leeuwen te betalen en eene bedevaart naar Rome te doen. Actum IIII daghen in Maerte anno XIIIICLXVIII secundum cursum curie. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 74 r°. 772. 1469 Maart 11. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Symonz. aan Meynu Taems Martenz.dochter heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente, uit '/4 deel van een huis en erf in de Noerderstrate bij den Roedenstien, aflosbaar met den penning 16. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten elften dach in Maerte. 0 (Inv. n°. 724) P. G\ Zegels van schepenen Claes Jacobs, en Dirc Pieterz. Gr. W. G. 773. 1469 Maart 15. , i t k Jonge -Jan Jansz., in Scagen, verkoopt aan Dirck Jacobsz. van Aemstelredamme, 29 sneezen in het meuwland van Burchorn voor Scagen. . . . Den vijfthiensten dach in Mairte int jair onss Heren Duysent vierhondert negen ende tsestich. 0. (Inv. n°. 1034) P. G. Zegels van Jonge Jan Jansz. en pastoor Aelbert Gr. "W. Gescli. 774. 1469 Maart 15. T Dirck .Jacobsz. van Aemstelredamme belooft Jonge Jan Jansz. van Scagen, dat hij na vijf jaar 29 sneezen in het nieuwland van Burchorn, voor 26 Rijnsche guldens zal kunnen terugkoopen. . , . . n -uinnno Den XVen dach in Mairte int jair ons Heren MlU l negen ende LXtich. 0. (Inv. n°. 1034) P. G. Zegel van pastoor Aelbert Gr. W. G. 775. 1469. Maart 24. .. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Katrijn Fopp .Janz.dochter met toestemming van haar man Jacob Symonz. en na Jan Gherytz. tot voogd te hebben aangenomen, aan St. Pietersdal heeft geschonken, een huis en erl aan de oostzijde van de Noerderstrate. . , Int jair ons Heren MCCCC ende LXIX opten vier ende twyntichsten dach in Maerte. Afschrift Inv. n». 792 bl. 9 v°. 770. 1469 Juni 28. , , Het Hof van Hollant beslist, dat dijkgraaf en heemraden van Geestmerambacht, met dc waarschappen van behagen, terstond den nieuwen dijk onder Burchorn zullen keuren, schouwen en verstoeien. Actum acht en twintich dagen in Junio anno X111I negen ende tsestich. Afschrift 17e eeuw. Inv. n°. 1112. 777. 1469 Juli 6. , r Schepenen in Deyl oorkonden, dat Jacob Louwe aan broeder Aernt van Vreden, procurator van de Kruisbroeders in Asperen, ten behoeve van de Kruisbroeders in Hoern heeft verkocht zeven morgen land onder Eynspijck in de Corte Hoeven, 17 hond land onder Deyl, Vorderencamp genaamd, aan de Ghemeyn Weteringe, twee morgen aldaar, Jans Mennenkempken genaamd aan de Polschestege, en 16 hond aldaar, Hermenscamp genaamd, voor 400 goudguldens. Gegeven int jaer ons Heren MCCCCLXIX des Donredaghes na Sinte Martensdach translationis. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 20 v°. 778. 1469 Juli 6. Schepenen in Deyl oorkonden, dat Jacop Louwe de landerijen (vermeld in voorgaande akte) voor eene jaarrente van 21 gouden Rijnsche guldens heeft gehuurd van den procurator broeder Aernt van Vreden, namens de Kruisbroeders in Hoirn. Gegeven int jair ons Heren MCCCC LXIX des Donresdaghes na St. Martensdach translationis. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 20 v°. 779. 1469 Juli 6. Jacop Louwe huurt de landerijen (vermeld in de voorgaande oorkonden), voor eene jaarrente van 21 gouden Rijnsche guldens van den prior der Kruisbroeders in Hoirn met verplichting om alle tijnsen en andere lasten te betalen. Gegeven int jair ons Heren MCCCC LXIX opten sesten dach inder maent van Meert (lees Juli). Afschrift Inv. n°. 792 bl. 21 r". 780. 1469 September 5. Schepenen in cle stede van Hem en Veenhusen oorkonden, dat Fie .Jacob Pouwelsd. van Hoern, een morgen bouwland Wouter Herensoenslant genaamd, onder Hem, en nog acht deimpten land over de Waddens aldaar, heeft geschonken voor eene vicarie, waaruit zij eene lijfrente van drie Rijnsche guldens voor zichzelve behoudt, welke na haar dood aan de rechte armen in Hem zal komen. Opten vijften dach in Septembri int jaer ons Heren MCCCC ende LXIX. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 10 r°. Veenhusen = Venhuizen, niet Veenhuizen. 781. 1469 September 12. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Dirc Albertz. van Haerlem aan voogden van den Heiligen Geest heeft ver- kocht, alle schepenbrieven van lijfrenten en schatbneven welke hij op het huis en erf aan de westzijde van de Noerderstrate had, voor eene lijfrente van vier Rijnsche guldens Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten Xllen dach in Septembry. 0. (Inv. ii0. 874) P. G. Zegels van schepenen Hilbrant Lambertz. en Tyman Symonsz. Gr. W. Gesch. en G. 782. 1470 Januari 1 Charles duc de Bourgoingne, staat zijn onderdanen m Noord-Holland en Friesland toe, bij schipbreuk ot ander ongeluk ter zee, het verongelukte op te mogen zoeken. Donné en nostre ville de Gand le premier jour de Janvier lan de grace mil quatrecens soixante neuf. Inv. n°. 91 Gelijktijdig afschrift P. G. Hieraan is gehecht de vertaling in het Nederlandsch. Gelijktijdig afschrift P. b-. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 139. 783. 1470 Januari 11. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Olfert .Jansz. aan Pieter Jan Reyloffz. heeft verkocht drie Rijnsche guldens jaarrente, uit een huis en erf in de Kerkstra te bij net klokhuis, ten zuiden van het gasthuis, aflosbaar met den 1 Int jaire ons Heren Dusent vierhondert ende tseventich opten elften dach in Januario. O. (Inv. n". 872) P. Gesch. Zegels van schepenen Claes Heynenz. en Tyman Symensz. Gr. W. Gesch. oa Aangehecht aan de oorkonden van 26 Maart 1483 en Januari 1522. 784. 1470 Januari 16. . Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Horen te hebben ontvangen 1100 schilden voor den termijn van St. Jan midzomer 1.1. der tienjarige bede. Opten XVIen dach in Januario irrt jair ons Heren Duysent vierhondert negen ende tsestich. 0. (Inv. n°. 365) Pap. Gesch. Met handteekening van Raephorst. 785. 1470 April 8. . Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Hoerne te hebben ontvangen 1000 schilden, in mindering der termijnen van St. Jan midzomei en Kerstavond 1.1. der nieuwe bede. Opten VIII™ dach in April int jair ons Heren Duysent vierhondert negen ende tsestich nader loip shoifs van Hollant. 0. (Inv. n°. 365) Pap. G. Met handteekening van Raephorst. 786. 1470 April 26. Schepenen in Westwoude oorkonden, dat Folkert Meynertsz. verklaard heeft aan ïsbrant Claesz. schuldig te zijn twee Rijnsche guldens jaarrente uit een huis en land, de Hoghe Sydwynt genaamd, onder Binnende Wyzen, aflosbaar met den penning 16. Int jair ons Heren MCCCC ende LXX des dages na Marcus evangelist. Afschriften Inv. n°. 792 hl. 22 vö. en bl. 23 a r°. 787. 1470 April 27. Paus Paulus II bevestigt, op verzoek van de prioren en broeders der Kruisbroedersconventen in Hoirne en Sneke, hun overgang van de Derde Orde tot die der Kruisbroeders. Datum Rome apud Sanctum Petrum anno incarnationis dominice M0CCCC° septuagesimo, quinto Kalendas Maii pontificatus nostri anno sexto. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 4 v°. Niet vermeld bij Brom, Archivalia in Italië. 788. 1470 Juni 2. Schepenen in Gorinchem oorkonden, dat Sander Fredericz. aan St. Pietersdal beloofd heeft, 16 Rijnsche guldens jaarrente uit de vroeger (24 November 1465) door hem verkochte —maar thans in pacht terugontvangen landerijen, geregeld te zullen betalen, aflosbaar met den penning 20. Ghegheven opten tweden dach in Junio int jaer ons Heren MCCCC ende LXX. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 12 r°. 780. 1470 Juni 16. Inguerrandus episcopus Solubriensis, biechtvader van den hertog van Bourgondië, staat den prior en het convent van St. Pietersdal verschillende voorrechten toe betreffende den dienst, preek, begraafplaats, biecht en andere sacramenten, waarvoor zij hem of zijn opvolgers jaarlijks twee Rijnsche guldens schuldig zijn. Anno Domini M0CCCC°LXX° mensis Junii die sexta decima. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 3 v°. Inguerrandus was cureit van de Parochiekerk blijkens de oorkonde van 15 Maart 1471. 790. 1470 Juli 15. . Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Horen te hebben ontvangen 1100 schilden, voor den termijn van Kerstavond 1.1. der tienjarige bede. Opten XVen dach in Julio int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tseventich O. (Inv. n°. 365) Pap. G. Met handteekening van Raepliorst. 791. 1470 Augustus 2. . Aelbrecht van Raphorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Hoorn te hebben ontvangen 1000 schilden, voor den termijn van St. Jan midzomer 1.1. der nieuwe bede. Opten anderden dach van Augusto int jair Duysent Iffle ende tseventich. O. (Inv. n°. 365) Pap. Gr. Met handteekening van Eaphorst. 792. 1470 September 22. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Meynert Hedsz. priester aan Gheryt van Beerhem heeft verkocht drie Rijnsche guldens jaarrente, uit een huis ten noorden van de kerk, aflosbaar met den penning 15. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXX op St. Mauritiusdach mit sinen ghesellen. Afschrift Inv. n°. 792 hl. 13 vn. 793. 1470 September 25. De heer van Gruythuyse, prins van Steenhuyse, stadhouder, en de andere raden des hertogs van Hollant, Zeelant en Vrieslant oorkonden aan de drossaarden en andere dienaren in hun landen, volgens brieven van den hertog van 13 September, dat zij zijn onderdanen van Oistvrieslant van Oistagoo en Westagoo voor rebel verklaren, behalve Offa Jaraxma, Zyvvairt Jayeman c.s. Zij worden gelast alle personen en goederen van daar aan te houden, en de inwoners te verbieden koopmanschap met de rebellen te drijven. Upten XXVen dach van Septembri int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tseventich. Inv. n°. 92. Gelijktijdig afschrift Pap. Gesch. 794. 1470 December 7. Aelbrecht van Raphorst, rentmeester van Vryeslant, bekent van Hoern te hebben ontvangen 1000 schilden, verschijnende op Kerstavond e.k. voor de nieuwe bede, waarna de stad voor de oude bede nog 1100 schilden schuldig blijft. 22 Daechs nae Sinter Nyeclaesdach int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tseventich. O. (Inv. n°. 365) Pap. Gesch. Met handteekening van Raphorst. 795. 1471 Januari 28. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Dirc Adamsz. en IJsbrant Semesz. van Monykedam, aan voogden van het Heilige Geesthuis hebben verkocht, eene erfpacht van 35 Vlaamsche plakken en 2 '/2 leliaert, uit een huis en erf in de Noerderstrate. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten XXVIIIen dach in Januario. O. (Inv. n°. 873) P. Gr. Zegels van schepenen Dirc Pieterz. en Ellert Dircxz. CJr. W. Gesch. 796. 1471 Februari 6. Karle hertog van Bourgongen, schenkt Hoirne eenige voorrechten voor de bierbrouwerij. Ghegeven upten sesten dach van Februario int jair ons Heren Dusent vierhondert ende tseventich naden lope van onsen hove. Afschriften Inv. n°. 117 bl. 30 v°. Inv. n°. 124" bl. 25 v°. Inv. n°. 119 hl. 79. Inv. n°. 119" bl. 22. Gedrukt: Handtv. Alckmaer, Hoorn blz. 96. Vei.ius blz. 86. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 142. 797. 1471 Februari 14. Aelbrecht van Raep horst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Horen te hebben ontvangen 200 schilden, voor den termijn van St. Jan midzomer 1.1. van de tienjarige bede. Opten XlIIIen dach van Februario int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tseventich naden loip shoifs van Hollant. O. (Inv. n°. 365) Pap. G. Met handteekening van Raephorst. 798. 1471 Februari 18. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Hillegont Fneies? weduwe verklaard heeft, dat het door haar bewoonde huis in de Goeu alleen op kosten van St. Ceciliaconvent is gebouwd en dat Gheryt Dircxz. c.s , als hare erfgenamen, ten behoeve van het convent van alle rechten op genoemd huis afstand hebben gedaan. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten XVIII™ dach in Februario. O. (Inv. n°. 811) P. G. Zegels van schepenen Dirc Pietersz. en Jan Egbertsz. Gr. W. Gr. en Gesch. 799. 1471 Februari 28. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Gerbrantz. van Nibixwout aan Jan Foppenz. heeft verkocht, twee morgen en twee hond land onder Nibixwoude. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten XXVlilden dach in Februario. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 30 v°. 800. 1471 Maart 15. Anthonius Hanneron, prothonotarius van den Heiligen Stoel, proost van West-Friesland, bevestigt de voorrechten welke St. Pietersdal van Inguerrandus, Solubriensis episcopus, cureit van de Parochiekerk in Hoirn, heeft verkregen en staat den broeders toe, eens per jaar de proosdij rond te gaan om te preeken en aalmoezen te vragen. Datum anno Domini MCCCCCJLXXI° quintadecima die Marcii. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 4 r°. 801. 1471 April 3. Schepenen in Amstelredamme oorkonden, dat Martijn Walraven c.s. van Jacob Symonsz. hebben ontvangen 120 Rijnsche guldens, voor hunne toestemming om goederen van zijne vrouw te mogen verkoopen en de afgifte van den huwelijksbrief van Jacob met zijne vrouw, onder belofte dat Martijn c.s. het geld na overlijden van Jacob's vrouw, zullen inbrengen. Opten derden dach in Aprille anno LXXI0. In vidimus van 7 April 1473 Reg. n°. 708. 802. 1471 April 20. Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Horen te hebben ontvangen 900 schilden, voor den termijn van St. Jan midzomer 1.1. der oude tienjarige bede. Opten XXcn dach in April int jair ons Heren Duysent vierhondert een ende tseventich. 0. (Inv. n°. 365) Pap. Gesch. Met handteekening van Raephorst. 803. 1471 Mei 27. Anno a nativitate (Domini) M0CCCC°LXXI°, indictione quarta, mensis Maij die vicesima septima, hora missarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providencia hujus nominis pape'secundi, anno septimo. Jacobus Symonz. en zijne vrouw Katherina komen overeen, dat Katherina de goederen, die zij van haar ouders bij Hoern heeft geërfd, mag verkoopen, maar dat uit de opbrengst alle schulden tijdens het huwelijk aangegaan moeten worden betaald, en dat verder lijfrenten voor hun beiden, en voor haar alleen zullen worden gekocht. Acta fuerunt hec Amstelredami in domo sive conventu sororum Beate Cecilie ordinis de poenitentia tertie regule Sancti Francisci, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu predictis. Afschrift Inv. n°. 792 hl. 12 r°. 804. 1471 Mei 31. Geertruut Jacopsd., ministra en de zusters van St. Ceciliaconvent, verkoopen aan haar mater Hillegont Jansd. eene lijfrente van een nobel, en bekennen o. a.een rentebrief van 3 '/j Rijnschen gulden te hebben ontvangen voor een maaltijd tweemaal per jaar, benevens een pond grooten om een back ? op het altaar van St. Jan Evangelist te doen maken. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ende LXXI op St. Pieternellendach. O. (Inv. n°. 807) P. G. Zegel van het convent Gr. W. G. Zie de oorkonde van 28 Augustus 1467. Reg. n°. 750. 805. 1471 Juli 3. Karei, hertog van Bourgongen, staat aan Hoirne toe een breeder omschreven accijns op wijn, bier, koren en zout te heffen, en vergeeft de stad het oproer van 21 Mei 1470. Gegeven upten derden dach van Julio int jair ons Heren Dusent CCCC een ende tseventich. Afschrift Inv. n°. 119" bl. 26. Gedrukt: Veuus blz. 89. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 143. 806. 1471 Juli 10. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Fie Jacob Pouwelzd. aan Huiszitten Armenvoogden heeft geschonken twee morgen land onder Zwaech, de Bottterwoudt genaamd, voor eene j aarlij ksche uitdeeling van weitenbrood. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten tiende dach in Julio. 0. (Inv. n°. 1028) P. O. Zegel van schepen Jan Pieterz. Gr. W. G. Het zegel van schepen Claes Pieterz. is verdwenen. 807. 1471 Augustus 5. .. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Katrijn Lou Liaesz. weduwe aan Heilige Geestmeesters ten behoeve van het Heilige Geesthuis, voor de kerk staande, heeft verkocht eene schuur en erf achter liet Heilige Geesthuis aan den jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten vijften dach in Augusto. 0 (Inv. n°. 871) P. Gescli. Zegels van schepenen Jan Gerbrantz. en Jan Pieterz. Br. W. Gesch. en G. 808. 1471 Augustus 9. t** i t' v. Schepenen in Schagen oorkonden, dat Dirck Jacobsz., van Amstelredame, aan Huiszitten Armenmeesters heeft verkocht de helft van 42 morgens land met huis en ert, gelegen in het nieuwland van Burchorn voor Schagen, ten oosten grenzend aan den ouden dijk, ten zuiden van den Middelwech. , . . , Up Sinte Laurentiusavont den lXen dach m Augusto int jaer ons Heeren Duysent vierhondert een ende tseventich. Afschrift Inv. n°. 1010 bl. 2 v°. 809. 1471 Augustus 15. . Schepenen in Westwoudt oorkonden, dat Griet Lrherit Claesz dochter volgens testament van Lisbet, haar dochter, ter eere Gods, zijne Moeder en St. Margriet, eene vicarie heeft gesticht in de Parochiekerk van Hoirn en hiervoor heeft aangewezen twee hond koeweiden in den Uutersten Uterdijck onder Westerblocker; met bepalingen over de Int jaer ons Heren XIIIIcLXXI opten XVe" dach in Augusto. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 32 v°. 810. 1471 September 4. . Schepenen in Hoern oorkonden, dat Clais Pieterz. aan kerkmeesters van de Parochiekerk heeft geschonken acht deimpten land, de Osseweide genaamd, in de Koog bij Scairwoude, ten westen grenzend aan de kerk aldaar, om den armen tarwe, laken en schoeisel uit te deelen. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten vierden dach in Septembry. O. (Inv. ii0. 725) P. G. Zegels van schepenen Jan Pieterz. en Jan Gerbrantz. Br. W. G. 811. 1471 November 14. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Outgersz. aan Jan Reyloffz. heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente uit een huis en erf in Onser Liever Vrouwesteghe, ten noordoosten van de steenen brug, aflosbaar met den penning 16. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert ende enentseventich opten XHIIen dach in Novembry. O. (Inv. n°. 873) P. G. Zegels van schepenen Pieter Lambertz. en Claes Pieterz. Gr. W. Gesch. Transfix bij de oorkonde van 12 Januari 1479. 812. 1471 November 16. Schepenen in Scagen oorkonden, dat Jonge Jan Jansz. c.s. aan Dirck Jacobsz., van Aemstelredamme, hebben verkocht zes geersen land in het nieuwland van Burchorn voor Scagen, ten westen van den ouden zeedijk. Den XVIen dach in Novembri int j air onss Heren Duysent vierhondert een ende tseventich. O. (Inv. n°. 1034) P. G. Zegels van pastoor Aelbert en Jan Jansz. Gr. en Br. W. G. 813. 1471 November 16. Dirck Jacobsz., van Aemstelredamme, belooft Jonge Jan Jansz., van Scagen, dat hij na vijf jaar zes geersen in het nieuwland van Burchorn, in 1471 verkocht voor 75 Rijnsche guldens, zal kunnen terugkoopen. Den XVIen dach in Novembri int jair onss Heren Duysent vierhondert een ende tseventich. O. (Inv. n°. 1034) P. G. Zegel van pastoor Aelbert Gr. W. G. 814. 1471 December 20. Anno etc. Millesimo quadringentesimo septuagesimo primo, indictione quarta, mensis Decembris die vicesima, hora nona diei vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Sixti divina providencia pape quarti, anno primo. Duwa, weduwe van Reynerus Loper, schenkt eenig roerend goed aan St. Ceciliaconvent. Acta fuerunt hec in domo mei notarii infrascripti et infra limites sive emunitatem conventus sive domus soro- rum Sancte Katherine. 0. (Inv. 11810) P. G. Met het merk van den notaris Meynardus Hedden. 815. ^rïfcreeM van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Hoorn te hebben ontvangen 60 schilden, in mindering van den termijn der tienjarige bede, verschenen St. Jan midzomer 1.1. . Int i air ons Heeren Duysent vierhondert een ehde tseventich opten negen ende twintichsten dach in Januano naden loip shoefs van Hollant. O. (Inv n°. 365) Pap. Gesch. Met handteekenmg van Raephorst. 816' Schepenen in Hoern oorkonden, dat broeder Jan van Beerhem prior van de Regulieren te Nazareth m Gelre, ais SSi «an zijn broeder Geryt, StPieterf.1 heeft afgestaan den schepenbrief van 22 September 1470, welke door Gervt aan het convent was vermaakt. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXX1I opten viertienden dach in Maerte. Afschrift Inv. n°. 792 bi 13 v°. Nazareth bij Bredevoord, St. Manenconvent. 817 1 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Janz. c.s. aan St. Pietersdal hebben geschonken 3/4 deel van zeven koeweiden in den Oisterssche Oterdyck onder Blocweer. Int jair ons Heren MCCCC ende LXXII opten anderden dach in Meye. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 13 r°. Oisterssche, lees Uutterste, vgl. Reg. 809. 818 ^Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Jan Vriesesz. aan kerkmeesters heeft geschonken eene jaarrente jan een pond gr. VI., om den armen brood, laken en schoeisel mint jaire" ons Heren Dusent vierhondert twie ende tseventich opten XA IIIen dach in Meie. O (Inv n9. 720) P. Gesch. De zegels van schepenen Jan Jan Heynenz. en Claes Martensz zijn verdwenen. 819. 1472 Juli 18. Schepenen in de stede van Hem en Venhusen oorkonden, dat Moerkien Willem Lammenz. weduwe c.s. toegestemd hebben, dat St. Marienconvent met Clemens Willem Lammesz.dochter zal bezitten een morgen land in het westeinde van Hem, ten zuiden van de Goeu, welk land na haar gelofte geheel aan het convent zal komen. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende twie ende seventich ghescreven opten achteenden dach in Julio. 0. (Inv. n°. 833) P. Gesch. De zegels van schepenen Pieter Janz. en Jan Gheerlofz. zijn verdwenen. 820. 1472 Augustus 7. Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Yrieslant, bekent van Hoern te hebben ontvangen 1100 schilden, voor den termijn van Kerstavond der oude bede. Opten Vllen dach in Augusto int jair Duysent vierhondert twee ende tseventich. 0. (Inv. n°. 365) Pap. G. Met handteekening van Raephorst. 821. 1472 Augustus 7. Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Yrieslant, bekent van Hoerri te hebben ontvangen schilden, voor den termijn van St. Jan midzomer 1.1. der nieuwe bede. Opten Vllen dach in Augusto int jair Duysent vierhondert twee ende tseventich. 0. (Inv. n°. 365) Pap. Zeer Gesch. Met handteekening van Raephorst. 822. 1472 September 9. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Claes Heertsz. heeft verkocht aan heer Romer Heynenz., priester, den rentebrief van 7 Februari 1455. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXXII opten neghende dach in Septembri. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 8 r°. 823. 1472 September 10. Romer Heynenz., priester, vicecureit van de Parochiekerk, bekent te hebben gekocht den rentebrief van Claes Heertz. van wege de broeders van St. Pietersdal. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXXII opten tienden dach in Septembri. Afschrift Inv. n0. 792 bl. 8 v°. 824. 1472 October 15. Schepenen in Hoorn oorkonden, dat Jan Pietersz c.s. aan kerkmeesters hebben geschonken 4 '/2 deimpt land in Oisthuserkoech, om den armen jaarlijks weit, laken en schoenen uit te deelen. . Int jaire ons Heren Dusent vierhondert twie ende tseventich opten X\ en dach in Octobry. O. (Inv. n". 725) P. Gesch. Zegels van schepenen Jan Jan Heynenz. en Yolkert Claesz. Gr. W. G. 825. 1472 November 18. Schepenen in Hoern ooikonden, dat heer I ïeter Remmetz., ■priester, en zijn zwager Meester Henryc Sibrantz., chirurgijn van Edam, aan heer Reyner Geerloff, priester, hebben verkocht »/ij en '/4 deel van een stuk land binnen Hoern in de Goeu, achter de molenwerf. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert twie ende tseventich opten XVIIIsten dach in Novembry. O. (Inv. n°. 831) P. G De zegels van schepenen Jacob Men'tz. en Albert Dircxz zijn verdwenen. 826. 1472 December 12. Jan Pietersz., burgemeester van Horen, bekent namens de stad schuldig te zijn aan Robbert Hannóque, klerk van den rentmeester van \ riesland, 700 clincqerts. Opten twalefften dach in Decembry int jair Duysent vierhondert twee ende tzeventich. O. (Inv. n°. 287) Pap. G. Met handteekening van Jan Pietersz. Aan de achterzijde de oorkonde van 10 Mei 1473. 827. 1473 Januari 20. De ministersche en St. Cecialiaconvent verkoopen hun mater Hillegonte Jansd. voor 10 nobels eene lijfrente van een nobel. Int jair van LXXIII op St. Sebastiaensdach. O. (Inv. n°. 807) P. G. Zegel van het convent Gr. W. G. 828. 1473 Februari 3. Anno nativitatis (Domini) Millesimo quadringentesimo septuagesimo tercio indictione sexta, mensis Februarii die tercia, hora quarta vel quasi post prandium, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providencia pape quarti. Gertrudis Johannesd., zuster in St. Ceciliaconvent, heeft reeds vroeger zeven Rijnsche guldens jaarrente uit een huis en erf in de Goeu ten zuiden van het convent, voor eene vicarie in de kapel geschonken, en bepaalt nu, dat, wanneer een der erfgenamen bezwaar inocht maken, drie morgen land onder Scellynchout, voor de helft aan den landsheer en voor de andere helft aan den proost of den deken van West-Friesland zullen komen. Acta fuerunt hec in quadam camera infirmarie antedicti conventus Sancte Cecilie antedicte in Hoern, sub anno, indictione, mense, die, hora, pontificatu quibus supra. O. (Inv. n°. 818) P. G. Met het merk van den notaris Theodericus Foppoz. cler. Traj. dyoc. De schenking dagteekent reeds van 5 Octoher 1454. 82». 1473 Februari 24. Anno a nativitate Domini M°CCCC° septuagesimo tertio, indictione sexta, die vicesima quarta mensis Februarii, hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Sixti divina providencia pape quarti, anno secundo. Aleydis Johannes Ellardidr. vermaakt aan de Parochiekerk, St. Pietersdal, het Maria Magdalenaconvent, het Observanten-zusterconvent bij de Mariakerk in het noorden, en armehuiszittenvoogden in Hoirn, de Observantenbroeders in Alcmair, benevens aan eenige familieleden inkomsten en landerijen onder Hoirn, Hem, Scellinchout en Westerblocker. Acta sunt hec in domo inhabitacionis dicte testatricis, sub anno, indictione, die, mense, hora, pontificatu quibus supra. Afschrift Inv. n°. 7S)2 bl. 18 r°. 830. 1473 April 7. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Amstelredamme, geven een vidimus van de oorkonde uit het stadsmemoriaalboek van 3 April 1471. Ghegeven upten sevenden dach in Aprille int jaer ons Heren MCCCC ende LXXIII. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 13 r°. 831. 1473 April 13. De Raad van Hollant, enz., gelast den eersten deurwaarder burgemeesters, schepenen en rijkdom van Hoirn aan te zeggen, de accijnsen voortaan te heffen zooals de hertog heeft gelast en de privilegien inhouden. Upten dertiende dach van Aprille int jair viertienhondert twee ende tseventich naden loipe des hoifs. Inv. n». 304. Gelijktijdig afschrift Pap. G. con 1473 April 14. Schepenen in Hoern schatten aan kerkmeesters van de Parochiekerk voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, '/». deel van een huis en erf m de Goeu, waaruit Pauwels Dircxz. Troest hun een gouden Brabant- sche pieterman schuldig is. . Int jaire ons Heren Dusent vierhondert drie ende tseventich opten XIIlisten dach in Aprille. O (Inv. n°. 724) P. Gesch. Zegels van schepenen Jan Jan Hevnenz., Claes Martensz., Jacob Mentz., Volkert Claesz., Alber Dircxz., Dirc Jacobz. en Jan IJsbrantz. Gr. W. G. en Vil) Gaat. 833. 1473 April 28. . , „ r Anthonius Hanneron, protonotarius van uen Heiligen stoel, proost van West-Friesland, keurt goed de stichting van eene vicarie voor eene dagelijksche nns m St. I ietersdal door Fie Jacob Pouwelsz.d. en brengt de toegewezen goederen in de doode hand. Datum anno Domini M°CCCC° septuagesimo tertio mensis vero Aprilis die vicesima octava. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 10 v». 834. 1473 Mei 10. ,7 . Robbert Hannoque, klerk van den rentmeester van \ rieslant, bekent van Horen te hebben ontvangen 3o0 schilden voor de volle betaling der schuldbekentenis van 1472 December 12. T wttt Opten thienden dach in Meye anno LAAiil. O. (Inv. n°. 287) Pap. G. Met handteekening van Hannoque. Aan de voorzijde de oorkonde van 12 December 1472. 835. 1473 Juni 7. . , , Aelbrecht van Raphorst, rentmeester van Vneslant, bekent van Hoerne ontvangen te hebben 401 pond, voor den termijn der bede van St. Jten dach in Septembri anno XIIIIc tachtich. 0. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essche. 930. 1480 September 25. Jan van Essche bekent van Hoirn te hebben ontvangen 356 schilden, voor den termijn van St. Jan. Upten XXVen dach in Septembri anno LXXX. O. (Inv. n°. 372) Pap. Gr. Met handteekening van v. Essche. 931. 1480 October 8. Jan van Essche bekent van Horen te hebben ontvangen 380 schilden en 1 stuiver, voor den termijn van Re mi tri i (1 October) 1480 van de bede. Opten VlIIsten dach in October. O. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essche. 932. 1480 October 13. De stadhouder van Hollandt enz., gezien de geschillen tusschen Hoorn en Jacob Symonsz. c.s. over onderlinge beloften van Jacob en de zijnen, om nooit meer in gerecht, rijkdom of besloten raad ' te komen, doet deze beloften volgens een artikel uit den verbandbrief van de afgevaardigden van Enghuysen, Medemblyck, Monikedam en Edam van 2 Mei 1477, te niet, en veroordeelt partijen in de kosten. Upten derthiensten dach in Octobri int jair Duvsent CCCC ende tachtich. O. (Inv. n°. 246) P. G. Aanhangend signet van Maximiliaan R. W. G. Hierin is gevoegd de oorkonde van 26 Augustus 1480. 933. 1480 October 15. Adam Sijsman bekent van Hoerne te hebben ontvangen Va Pond gr- vl., dat gekort zal worden bij de betaling aan den rentmeester-generaal. Op den XVsten dach in Octobry anno LXXX. O. (Inv. n». 291) Pap. G. Signet van Sijsman R. W. G. 934. 1480 October 31. Jan van Essche bekent van Hoirne te hebben ontvangen 766 schilden, voor den termijn van Bamisse 1.1. (1 October) der bede. Upten lesten dach in Octobri anno LXXX. O. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essche. 935. 1480 November 8. Jan van Essche bekent van Hoirn te hebben ontvangen 436'/i schild, voor de termijnen van St. Jan en Bamissel.1. der bede. Opten Villen dach in Novembri anno LXXX. O. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essche. 936. 1480 November 13. Schepenen in Westewoude oorkonden, dat Jan Pieterz. verklaard heeft aan Riewert Sybrantz in Vrieslant schuldig te zijn, twee Rijnsche guldens min een oort jaarrente, uit vier hond bouwland onder Bynnenwisen. Int jaer ons Heren Du'sent vierhondert ende tachtich op Sinte Bricciusdach. O. tlnv. n°. 833) P. Gesch. Het zegel van poorter Jan Janz. is verdwenen. 937. (1480) November 17. Jacob Henricsz., schout van Amsterdamme, verzoekt aan Hoirn, zijne nicht Dieduwe Houwers, een „scamel wijff", ongemoeid naar Aemsterdamme te laten verhuizen. Gescreven XVII dagen in Novembri anno etc. LXXX..,°. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. 938. 1480 November 21. Edam verzoekt aan Hoorn Remmet Melysz., poorter van Hoorn, aan te zeggen, dat hij schot moet betalen, wat hij geweigerd heeft te doen daar dit in strijd zou zijn met de ordonnantie van 28 Maart 1478; welke opvatting Edam niet deelt, aangezien hij langen tijd na de ordonnantie en na de komst van den landsheer, 14 dagen voor Mei 1478 zijn poortrecht heeft opgezegd. Int jair MCCCC ende LXXX den XXIten dach in Novembry. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. Ordonnantie van 28 Maart 1478 Boergoensche Charters blz. 156. 939. 1480 November 23. Jan van Essche bekent van Hoirn te hebben ontvangen 362 schilden, voor den termijn van Bamisse der bede. Upten XXfflen dach in Novembri anno LXXX. O. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essche. 940. 1480 November 25. De heer van Montigny en Hautes, stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten dien van Hoorn gevolg te geven aan de opdracht die Joost Willemsz., secretaris van Maximiliaan en Maria, hun zal overbrengen. Gescreven inden Haghe lipten XXVsten dach in Novembri anno LXXX. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. De aard der opdracht zelf blijkt nergens nit. 941. 1480 November 28. De heer van Montignv en Hautes, stadhouder, en de Raad van Hollant enz., bevelen den eerstgezworen bodeexploitier, schipper Symon Pietersz. te gelasten, schip en goederen terug te geven welke hij 5 Augustus 1.1. aan Jacop Jansz. Potter, van Hoirne, heeft afgenomen. Upten XXVIIIen dach van Novembri int jair XIIII0 ende tachtich. 0. (Inv. n°. 464) P. G. Aanhangend signet van Maximiliaan en Maria K. W. Zeer Gesch. 942. 1480 December 7. _ Maximiliaen en Maria, hertogen van Oesterijcke, bevestigen de voorrechten van St. Pietersdal. Gegeven in onser stede van Gend den Vlieten dach van Decembre int jaer ons Heeren Dusent vierhonderd ende tachtentich. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 26 r°. 943. 1480 December 7. Maximiliaen en Marie nemen St. Pietersdal in bescherming. Gegeven in onser stede van Gend den Vllsten dach van Decembre int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende tachtentich. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 26 v°. 944. 1480 December. Maximiliaan en Marie, hertogen van Oisterijcke, brengen het geheele kloosterterrein van St. Pietersdal in de doode hand, tenzij dit een grafelijk leen of met tijns belast is, voor welke gunst het convent zal gehouden zijn eene zingende mis van den Heiligen Geest voor hen te doen, wekelijks zoolang de oorlog duurt; daarna jaarlijks, en na hun dood ieder jaar eene mis van Requiem. Gegeven in onser stede van Ghendt in die maent van Decembri int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende tachtentich. Afschrift Inv. n». 792 hl. 25 r°. 945. (1480) December 16. Jan van Essche, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorn te hebben ontvangen 316 schilden 10 stuivers, voor de termijnen van Bamisse en Kerstavond der bede. Den XVIsten in December. O. (Inv. n°. 372) Pap. Gr. Met handteekening van v. Essche- 946. 1481 Januari 10. Jan van Essche bekent van Hoern te hebben ontvangen 288 schilden, voor den termijn van Kerstavond der bede. Upten Xen dach in Januario anno LXXX secundum cursum curie. O. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essche. 947. 1481 Januari 17. Jan van Essche bekent van Hoern te hebben ontvangen 293 schilden, voor den termijn van Kerstavond der bede. Upten XVIIen dach in Januario anno LXXX secundum cursum curie. O. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essche. 948. 1481 Februari 8. Jan van Essche bekent van Hoern te hebben ontvangen 221 schilden 1 stuiver, voor den termijn van Kerstavond der bede. Upten Villen dach in Februario anno LXXX naden loip tshoefs van Hollant. O. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essche. Aan de achterzijde: dese brieven sijn ludende van die coraposycie ghemaect van die stede van Hoirn ende die vier conventen vanden darden oerde binnen der stede van Hoirn voerscreven. 949. 1481 Maart 16. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat .Jacob Dircsz. c.s., als erfgenamen van hunne oudtante Griet Jansd., zuster in St. Ceciliaconvent, met haar toestemming eene overeenkomst hebben gesloten met het klooster omtrent al de goederen welke Griet en haar overleden zusters hebben ingebracht. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert een ende tachtich opten sestienden dach in die Maerte. 0. (Inv. n°. 809) P. Gr. Zegels van schepenen Andries Dircsz. en Jan Dircsz. Gr. W. Gr. en Gescli. 950. (1481) Maart 20. De heer van Montigny en Hautes, stadhouder-generaal en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoorn op Maandag e.lt. afgevaardigden ter dagvaart in den Hage te zenden, ten einde te besluiten over de raming van de bewapening, opgemaakt door de acht afgevaardigden van de steden van Hollant en Vrieslant. Gescreven inden Hage upten XXen dach in Merte anno LX(XX) secundum cursum curie. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. 951. 1481 April 4. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Lollinich Claes Simonsd. aan kerkmeesters of getijdemeesters van de Parochiekerk heeft geschonken, een huis en erf in de Patercelystrate, om uit de rente jaarlijks op Witten Donderdag aan 12 arme scholieren de voetwassching te doen, waarvoor de priester een stuiver, de kosters elk een halven stuiver zullen ontvangen, en aan eiken scholier een tarwebrood en een pekelharing zal worden gegeven. Int jair onses Heren Dusent vierhondert een ende tachtich opden vierden dach in April. 0. (Inv. n°. 723) P. G. Zegels van schepenen Andries Dircsz. en Meynert Claesz. Gr. W. Gesch. 952. 1481 April 14. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat koopman Gherbrant Jansz. van den prior van St. Pietersdal heeft gekocht een huis en erf in de Noerderstrate, voor drie Rijnsche guldens jaarrente uit dat pand, aflosbaar met den penning 20. Int jair ons Heren MCCCC ende LXXXI opten XlIIIten dach van April. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 24 v°. 953. 1481 Juni 1. Burgemeesters, schepenen en raad van Hoern verkoopen aan Hermen DirCz. van Campen, eene jaarrente van 8 pond 10 schellingen. Ghegheven opten eersten dach in Junio int jaer ons Heren Dusent vierhondert een ende tachtich. O. (Inv. n°. 318) P. Gr. Geheimzegel van Hoorn Gr. W. Gesch. De rente is afgelost blijkens twee knippen in het stuk. 954. 1481 Augustus 26. Het Hof van Hollandt oorkondt, dat burgemeesters van Hoorn en eenige burgers namens de stad aan meester Thibault Barradet, meester van de penningen van de landsvrouw, verklaard hebben 400 pond gr. vl. schuldig te zijn, waarvoor zij kwitantie hebben ontvangen van Loys Quaire, ontvanger-generaal van de financiën en domeinen, in mindering van de 4000 pond waartoe de stad door het Hof was veroordeeld en welke zij beloofd heeft op Bamis e.k. (1 October) te zullen betalen. Upten zes ende twintichsten dach in Augusto int jair XIIIIc een ende tachtich. O. (Inv. n°. 373) P. Zeer Gesch. Het signet van Maximiliaan en Maria is verdwenen. 955. 1481 Augustus 27. Het Hof van Hollandt oorkondt, dat burgemeesters van Iloorri en eenige burgers namens de stad verklaard hebben den heer van Roemont 1600 pond schuldig te zijn, in mindering van de 4000 pond waartoe de stad door het Hof was veroordeeld, die zij beloofd hebben op Bamis e.k. te betalen. Upten XXVIIen dach in Augusto int jair Duysent CCCC een ende tachtich. O. (Inv. n°. 373) P. G. Het signet van Maximiliaan en Maria is verdwenen. 950. 1481 Augustus 27. Het Hof van Hollandt oorkondt, dat burgemeesters van Hoirn en eenige burgers namens de stad verklaard hebben, meester Thibault Barradet, meester van de penningen van de landsvrouw, 2000 pond gr. vl. schuldig te zijn, waarvoor zij kwitantie hebben ontvangen van Loys Quaire, in mindering van 4000 pond, en dat zij beloofd hebben deze som Kerstmis e.k. te betalen. Upten XXVIIen dach in Augusto int jair ons Heren Duysent CCCC een ende tachtich. 0. (Inv. n°. 373) P. G. Het signet van Maximiliaan en Maria is verdwenen. 957. 1481 Augustus 27. Jan van Essche bekent van Hoern te hebben ontvangen 1320 pond, voor den termijn van St. Jan der bede en voor wapening van drie maanden. Upten XXVIIen dach in Augusto anno LXXXI. O. (Inv. n°. 372) Pap. Zeer Gesch. Met handteekening van v. Essche. 958. 1481 September 5. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hoirn bekennen schuldig te zijn aan ouden Jan Melysz. en zijne vrouw Kathrijn te Aemstelredamme, 8 pond 13 schellingen 4 penningen lijfrente. Upten vijften dach van Septembry int jare ons Heren Dusent vierhondert een ende tachtich. O. (Inv. n°. 318) P. Gesch. Het stadszegel is verdwenen. Blijkens eenige knippen is de lijfrente geëindigd. 959. 1481 September 6. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hoirn verkoopen aan Peter Allert te Aemstelredamme, een jaarrente van 3 pond gr. vl. Gegeven upten sesten dach in Septembri int jaere ons Heren Dusent vierhondert een ende tachtich. Inv. n°. 318. Gelijktijdig afschrift Pap. Gesch. 9 6 O. 1481 September 16. De heer van Montingny en Hautes, stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoorn de in eene bijgaande lijst genoemde officieren en dienaren voor dat jaar, den eed af te nemen. Gescreven inden Haghe upten XVIen dach in Septembri anno LXXXI. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. De lyst bevindt zich niet meer in het archief. 961. 1481 September 20. Stadhouder en Raad van Hollandt enz., machtigen hun secretaris Adam van Cleve naar Hoirne te gaan en ieder der in bijgaand kohier genoemde poorters te gelasten, hun aandeel te betalen in de boete, waartoe de stad volgens vonnis van 9 Augustus wegens overtredingen was veroordeeld. Upten twintichsten dach van Septembri int jair XIIIIc een ende tachtich. Afschrift Inv. n°. 342. 962. 1481 September 22. ' Jan heer tot Wassenair etc., boirchgrave tot Leyden, verzoekt ten tweeden male Moy Meynaert, kapitein te Hoirne, zijn vriend Claistgen Schoei te ontslaan uit de gevangenschap, waarin hij wordt gehouden als beschuldigd van kwaadspreken over een zekeren neef van den burggraaf, die deze zaak zelf in handen heeft. Gescreven inden Hage den XXIIen dach in Septembri int jair ons Heeren Duysent vierhondert een ende tachtich. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Zeer Gesch. Zegel verdwenen. 963. 1481 September 25. De heer van Wassenaar etc., borgrave van Leyden, verzoekt kapitein, schout, schepenen en burgemeesters van Hoirn zijn bijzonderen vriend heer Vrederyck Jansz., deken (van West-Friesland) en vice-cureit aldaar, niet te beleedigen, noch geweld te laten aandoen door de krijgsknechten en poorters, aangezien hij zich anders bij den stadhouder zal beklagen. Gescreven inden Hage den XXV011 dach in Septembri anno LXXXI. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Zegel verdwenen. 964. 1481 September .... Maximiliaen en Marie stellen eenige personen, vermeld in een (vroeger) aangehecht stuk, aan tot schutters^ van Hoirn. Gegeven upten dach in Septembri int jair ons Heeren Duysent vierhondert een ende tachtich. 0. (Inv. n°. 651) P. Gr. Zegel met contrazegel van Maximiliaan en Maria. R. W. Zeer Gresch. 965. 1481 November 19. Thomas Quaillot, secretaris van den graaf van Romont, bekent 1600 pond gr. vl. van Hornes te hebben ontvangen, in mindering van de 4000 pond waartoe de stad door het Hof was veroordeeld. _ Le dixneufiesme jour de Novembre lan Mil CCCC quatre vins et ung. 0. (Inv. n°. 292) P. Gr Handteekening van Quaillot. 966. 1481. December 28. Schepenen in Sybekarspel en Benninckbroeck oorkonden, dat heer Marten Peetersz., pastoor van Benninckbroeck, aan St. Pietersdal voor de vicarie van zijn vader heeft geschonken een stuk land aldaar, Tendenacker genaamd, ten noorden van de Ghoue. Int jaer ons Heeren XIIIIc LXXXI opten XXVIIIten dach van December. N Afschrift Inv. n°. 792 bl. 53 v°. 907. 1482 Januari 4. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hoirn verkoopen aan de Nieuwe Nonnen ter Lely te Aemstelredamme, eene jaarrente van 50 Rijnsche guldens. Gegeven opten vierden dach in Januario int jaere ons Heren Dusent vierhondert twee ende tachtich. Iav. n°. 318. Gelijktijdig afschrift Pap. G. 968. 1482 Januari 22. Maximiliaen en Marie, hertogen van Oistenrijc, oorkonden, dat de Groote Raad de schadevergoeding, door Alcmair, Hoorne, Eynchuysen en Brouwershavene aan Willem Baldry c.s. van Lonnen, te betalen wegens het nemen van het schip de Marie van Hampton, na appel van een vonnis van het Hof op 232 pond 17 schellingen 2 penningen heeft gesteld, benevens op 32 pond voor linnendoek en papier, waarin niet begrepen zijn de reeds voor het schip betaalde 55 pond, en evenmin de op 92 pond 15 schellingen 11 penningen gestelde proceskosten. Ghegeven in onse stadt van Brugghe den XXIIen dach van Laumaent int jaer ons Heeren Duusent vierhondert een ende tachtentich. Inv. n°. 494. In vidinius van 22 December 1482. Gedrukt: Handtv. van Enchuysen blz. 39, leest foutief: „hierinne met begrepen". 969. 1482 Januari 23. Schepenen in Westwoude oorkonden, dat Jan Pieterz. aan Isbrant Diricxz. van Amsterdam heeft verkocht, zes koeweiden onder Westerblocker, in den Veersten Uterdijck. Op den XXIIIten dach in Januario in jaer ons Heren Dusent IIIIc twe ende tachtich. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 31 v°. 970. 1482 Januari 25. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Claes Heynenz. c.s. aan Huiszitten Armenvoogden hebben verkocht 6V2 deimpt land in Nuyers Weer onder Beets. Opten vijf ende twintichsten dach in Januario int jair ons Heren Duysent vierhonderd twe ende tachtich. O. (Inv. n°. 1033) P. Gr. Zegels van schepenen Gheryt Jansz. en Heynric Pietersz. Gr. W. Gesch. 971. 1482 Januari 28. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Meynaert Scheltsz. c.s. aan St. Pieteisdal hebben verkocht een hoekhuis en erf, met oesendrop rondom, op de stadsvesten. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende twe ende tachtich op den achtentwintichsten dach van Januario. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 29 v°. 972. 1482 Februari 4. De Rekenkamer in den Hage, gehoord de overeenkomst van de burgemeesters van Hoirne met Jan Boutans, tresorier, namens meester Tiebaut Baradet, dat de stad binnen 14 dagen al het ontbrekende aan de 2000 guldens, die het Maria schuldig is, in handen van den tresorier zal stellen, benevens 6 pond voor zijn onkosten, gelast die overeenkomst uit te voeren. Actum in de Rekencamer inden Hage IHI in Februario anno LXXXI secundum cursum curie Hollandie. 0. (Inv. n°. 343) P. G. Met handteekening van Tellingen. 973. 1482 Februari 13. Het Hof van Hollandt gelast burgemeesters van Hoorn zoowel als Dirck Egbertsz. en Volkaert Melisz., de bewijsstukken in te dienen aangaande het rechtmatige of ongegronde eener schuldvordering op die burgemeesters.^ Aldus gedaen XIIIen dage in Februario anno LXXXI secundum cursum curie. 0. (Inv. n°. 344) P. G. Met handteekening van van Zwieten. 974. 1482 Februari 15. De Luiden van de Rekeningen voor Hollant, Zeelant en Vrieslant oorkonden, dat het terrein van St. Pietersdal, groot vijf morgen, geen leen, achterleen of tijnsbaar land is, en dat zij de brieven van verband in ontvangst hebben genomen, betreffende de op te dragen missen volgens de oorkonde van December 1480. Gedaen den XVen dach in Februario anno XIIIIcLXXXI0 naden loip shoefs van Hollant. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 25 v°. 975. 1482 Februari 17. Aemsterdamme zendt Eyckman Oem, meester van de rekeninge, en Adam van Clene, secretaris, een voor hen bestemden, maar door de stad in der haast opengemaakten brief van Stadhouder en Raad, welke gebleken is de stad geheel aan te gaan, met verzoek dit niet ten kwade te duiden. Gescreven mit haeste den XVIIen dach in Februario anno etc. LXXXII. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. Postscriptum met verzoek den bode onmiddelijk met een seinschip naar het stedelijk krggsvolk op de E .... te zenden en hen te manen op hunne hoede te zijn. 976. (1482) Februari 28. Claes Pietersz. en Bartout Fredericxz. schrijven aan Hoorn, dat de rentmeester en de tresorier niet tevreden zijn, dat zij in hun herberg in gijzeling blijven, maar hen op de poort willen zetten totdat de stad de 2000 schilden heeft betaald en dat de tresorier al de burgemeesters en nog meer personen in gijzeling wil brengen. Gescreven inden Hage mitter haeste opten XXVIIsten dach in Februario. O. (Inv. n°. 169) Pap. Zeer Gesch. Zegel ontbreekt. In 1482 zijn Cl. P. B. Fr. burgemeesters; ook worden genoemd (Direk) Egbertsz. en Yolkert Melysz., en de landsvrouw (Maria). Zie de oorkonde van 13 Februari Reg. n°. 973. 977. 1482 Februari 28. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hoirn verkoopen aan Peter Allert te Aemstelredamme, eene jaarrente van 2 pond 10 schellingen gr. vl. Gegheven upten laetsten dach van Februario int jare ons Heren Dusent vierhondert twye ende tachtich. Inv. n°. 318. Gelijktijdig afschrift Pap. G. 978. 1482 Maart 5. Jan van Essche, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoerne te hebben ontvangen 1276 schilden 13 schellingen, voor den termijn van Kerstavond der loopende bede. Upten Ven dach in Maerte anno XIIII'' een ende tach. tich voer Paesschen. O. (Inv. n°. 372) Pap. G. Met handteekening van v. Essehe. 979. 1482 Maart 7. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hoirn verkoopen aan Meen Gheryt Dircxz. weduwe te Aemsteldamme, eene jaarrente van een pond gr. vl. Ghegheven opten sevenden dach in Maerte int jaere ons Heren Dusent vierhondert twee ende tachtich. Inv. n°. 318. Gelijktijdig afschrift Pap. G. 980. 1482 Maart 14. De Rekenkamer gelast Hoirne op 20 Maart in den Hage rekening te doen van de pacht en crimineele zaken van het schoutambacht, waargenomen door Dirck .Jansz. Bangairt van Mei tot Lichtmis 1477, door burgemeesters van Lichtmis 1477 tot half Mei 1478 en door Garbrant Jansz. van dien tijd tot 2 Januari 1481 (1480 na den loop enz.). En mede te brengen de brieven van commissie, leening en décharge, door den ontvanger-generaal, van de sommen op het ambacht geleend, door Mairten Vedelair 150, door de stad 350, weer door Vedelair 250, te zamen 650 pond, later door de stad nog 450 pond om die op de rekening te mogen korten. Gescreven inden rekencameren inden Haga XIIII in Merte anno LXXX1 naden loip shoefs van Hollant. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. 981. 1482 Maart 19. De heer van Montingny en Hautes, stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten kapitein, schout, burgemeesters, schepenen en raad van Hoorn de bruggen af te breken waarover men 's nachts in de stad kan komen en de doorgangen te versterken. Gescreven inden Hage upten XlXen dach in Mairte anno LXXXI secundum cursum curie. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 982. 1482 Maart 20. Het Hof van Holland beslist, dat de vier Koggen, gedurende het proces met Haerlem over het onderhoud van den Hontbosch, tot de onkosten zullen bijdragen, die men tot nader vonnis van het Hof, zal hebben te voldoen. _ Aldus gedaen inden Hage upten XXen dach in Mairte int jair XIIIIc een ende tachticht secundum cursum curie. Inv. n". 1099. Afschrift Pap. Gesch Gelijktijdig met de oorkonde van 30 Maart. Afschrift 17e eeuw Inv. n". 1112. Gedrukt: Vervolg op de Nalezing tot de Verzameling van stukken van 1388 tot 1598 betrekkelijk het Hoog-Heemraadschap van den Hondsbossche en Duinen tot Petten. Alkmaar 1881, n». 5. 083. 1482 Maart 21. (P. Jansz.) raad van Holland vraagt Jan Bruyn, klerk en secretaris van Hoirn, over lijfrenten; schrijft over een exploit; over eene schuld van Burgemeesters aan Adam (van Cleve) en hem; over procureur Albert van Loo Mertens; eene reis van den stadhouder van gisteren, naar Schoenhoven; over blokhuizen tegen Vyanen en Utert (Utrecht) te bouwen, en daardoor vermindering van ruiters te Hoern; de voortdurende daling van het koren; eene reis van den landsheer naar Zeelant; meester Jacop, barbier aan den Roedestien en den procureur van de kerk van Zwaech; den pastoor van Oesterblocker en over voor hem ontvangen huishuur. Gescreven ende gedaen XXI dach in Merte anno LXXXII. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. Vermoedelijk geen Paaschstijl in dezen brief, aangezien P. Jansz. 1482 Juni 10 oud-raad is blijkens den brief van dien dag. 984. 1482 Maart 30. De heer van Montingny en Hautes, stadhouder, gelast den eerstgezworen bode-exploitier het vonnis van het Hof van 20 Maart, tegen de vier Koggen van Yrieslant, ten uitvoer te leggen. Upten XXXen dach int jair ons Heeren Duysent vierhondert een ende tachtich naden loop shoöfs van Hollant. Inv. n°. 1099, Gelijktijdig afschrift Pap. Geseh. met de oorkonde van 20 Maart. 085. 1482 Maart 31. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Meynaert Scheltsz. met weesvoogden, aan St Pietersdal hebben verkocht de steeg tusschen zijn huis en het convent, bij de stadsvesten aan de conventsbrug. Int jaer ons Heren Dusent vierhonderd ende twe ende tachtich opden lesten dach in Maerten. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 29 v°. 986. 148'2 Juni 10. P. .Jansz., oud-raad van Holland, schrijft Hoirn over het ontzet uit zijn raadsambt; dat hij den hofmeester Pieter Lanchals heeft gesproken, die met den deken en meester Jacop Cruesijn de taxatie van de 5000 had gemaakt, waarvoor Jansz. met Adam van Cleve te Hoirn is geweest; waarna de hofmeester heeft beloofd hun informatie te werk te stellen, wanneer de stad het vervolgt, hoewel het geen tijd is de onschuldigen te ontlasten en de schuldigen te executeeren. Gescreven des Manendages voer Odolphi anno LXXX1I. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Zegel verdwenen. 987. 1482 Juli 12. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Mathijs Jacobsz. aan St. Pi etersdal heeft verkocht een huis en erf in de Proosteghe. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende twe ende tachtenticli op Sinte Margrietenavont. Afschrift Inv. nö. 792 bl. 28 v°. 988. 1482 Juli 24. De heer van Montingnv en Hantes, stadhouder, en de Raad van Hollant enz., gelasten den eerstgezworen deurwaarder de bezetting van Hoirn aan te zeggen, dat zij geene burgers gevangen mogen houden, maar ze naar den Hage moeten zenden. Gegeven inden Hage onder tsignet hier angehangen upten XXIIII «n dach in Julio int jair ons Heeren Duysent CCCC twee ende tachtich. O. (Inv. n°. 630) P. Gresch. Het signet is verdwenen. 989. 1482 Juli 29. Maximiliaan, hertog van Oostenrijck, beveelt den eerstgezworen deurwaarder der kamer van den Raad van Hollant, zich naar Hoorn te begeven en paal en perk te stellen aan de knevelarijen van de bezetting jegens de poorters. Upten XXIXen dach van Julio int jaer ons Heeren Duysent CCCC twee ende tachtich. O. (Inv. n°. 630) P. Gr. Aanhangend signet van Maximiliaan R. W. Gr. Met aangehechte oorkonde van 14 Augustus. 990. 1482 Juli 31. De heer van Montingny en Hantes, stadhouder, en de 25 Raad van Hollant enz. gelasten den eerstgezworen deurwaarder zich naar Hoorn te begeven, om paal en perk te stellen aan het geweld en de rooverijen, die de poorters te lijden hebben van de omliggende bevolking. Upten lesten dach in .Tulio int jaer ons Heeren Duysent vierhondert twee ende tachtich. O. (Inv. ii°. 631) P. G. Aanhangend signet van den Raad R. W. Cr. Met aangehechte oorkonde van 20 Augustus. 991. 1482 Augustus 10. Boniface de S. Tomas, bevelhebber van ruiterij, schrijft aan Hoern over eene schuld van hun poorter Meynairt de Molder, overleden te Nerden, en over twee gevangenen. Gheschreven te Nerden den X daech van August anno LXXXII. O. (Inv. n°. 169) Pap. Zeer Gesch. Ongezegeld. 992. 1482 Augustus 14. Walraven Jacopsz eerstgezworen deurwaarder oorkondt, dat hij voldaan heeft aan het bevel van Maximiliaan van 29 .Juli 1.1. Upten XHIIen dach in Augusto int jair als boven (anno LXXXII). O. (Inv. n°. 630) P. G. Zegel van Walraven Jacopsz. R. W. G. Aangehecht aan de oorkonde van 29 Juli 1482. 993. 1482 Augustus 20. Walraven Jacopsz. eerstgezworen deurwaarder oorkondt, dat hij voldaan heeft aan het bevel van stadhouder en Raad van 31 Juli. Upten XXen dach in Augusto int jair als boven (anno LXXXII). 0. (Inv. n°. 631) P. G. Zegel van Walraven Jacopsz. R. W. Gesch. Aangehecht aan de oorkonde van 31 Juli 1482. 994. 1482 October 31. Gibertus de Waldorp, pastoor van Coedijck, deken van West-Friesland, heft op het interdict over de kerken, kapellen en kerkhoven van Hoern, welke ontwijd waren wegens bloedvergieting bij de inneming der stad, en ontheft verschillende personen van den ban. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo octuagesimo secundo die vero ultima mensis Octobris. O. (Inv. n°. 704) P. G. Zegel van Gibertus de Waldorp R. W. G. en het merk van den notaris Martinus Johannesz. 905. 1482 December 22. Burgemeesters, schepenen en raden van Berghen opten Zoom oorkonden, dat Jan Baldri c.s. van Hoorne hebben ontvangen 115 pond 2 schellingen 6 penningen, als het aandeel waartoe de stad met Brouwershavene, Enchuyse en Alcmair, bij vonnis van den Grooten Raad van 22 Januari 1.1. was veroordeeld, en dat Jan Baldri van Alcmair 50 pond 6 schellingen (8) penningen heeft ontvangen. Opten voirs. tweentwintichsten dach van Decembri inden jaire onss Heeren Duysent vierhondert twee ende tachtentich. 0. (Inv. n°. 494) P. Zeer Gesch. Het stadszegel ad causas is verdwenen. Hierin is gevidimeerd de oorkonde van 22 Januari 1482. Vergelijk Handtv. van Enchuysen blzz. 38—41. 996. 1482 December 22. Burgemeesters, schepenen en raden van Berghen opten Zoom oorkonden, dat Mathijs Clausz. en zeven andere poorters van Hoorne, bekend hebben, aan Jan Baldry schuldig te zijn 55 pond 2 schellingen 6 penningen, als restant van de som waartoe Hoorne met de drie andere steden is veroordeeld, te betalen in Antwerpen op Pinkstermarkt e.k. Int jair ons Heeren Duysent vierhondert twee ende tachtentich opten tweentwintichsten dach van Decembri. 0. (Inv. n°. 494) P. G. Zegel ter zaken van Bergen op Zoom Gr. W. G. Aan de achterzijde de kwitantie van Jan Baldry van 26 September 1483. 997. 1483 Maart 5. Kerkmeesters van de Parochiekerk oorkonden, dat de jaarrente van vier Rijnsche guldens, welke Katrijn Yolkert Thaemsz. huisvrouw hun besproken heeft om de armen brood te geven, en de jaarrente van vier Rijnsche guldens die Volkert, haar man heeft besproken aan de armen, voor de nakomelingen van genoemden Volkert aflosbaar zijn met den penning 16 'ƒ2- Int jair ons Heren Dusent vierhondert LXXXIII opten vijften dach in Maerte. 0. (Inv. n®. 720) P. G. Chirograaf. 998. 1483. Maart 26. Schepenen in Hoern schatten voogden van O. L. Vrouwekerk opt Noert, voor hoofd-, schat- schrijfgeld en den derden penning toe, een huis en erf voor de Parochiekerk, ten zuiden van het klokhuis met het gasthuis, waaruit Olfert (Jansz.) hun drie Rijnsche guldens jaarrente schuldig is. Opten ses ende twintichsten dach in Marcio int jair ons Heren Duysent vierhondert drye ende tachtich. 0. (Inv. n°. 872) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Florysz., Jan Jansz. van Neck, Jan Jan Foeyenz., Lambert Claesz., Cornelys Claesz. en Willem Mathijsz. Gr. W. G. en Gesch. Aangehecht aan de oorkonden van 11 Januari 1470 en 28 Januari 1522. 999. Vóór 1483 April 4. De 108 voetboogschutters van Hoirn verzoeken den hertog van Oestenrijck enz., hun gedurende 15 of 16 jaren de Waag, welke de stad van de grafelijkheid in pand heeft, af te staan, mits zij 67 pond per jaar aan de stad betalen; zij zijn wel aangesteld tot bescherming van de stad, maar genieten weinig voordeel. Inv. n°. 596. Gelijktijdig afschrift Pap. G. Met bevestigende apostille van 4 April 1483 na Paschen en het extract uit de kwitantiën van Nicolaes de Prevost, van 6 Juli 1478. ÏOOO. 1483 April 30. De heer van Montingny en Hantes, stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoirn en den kapitein van de ruiterij aldaar, de poorters van Uytrecht en de verdere bisschoppelijke onderdanen, in vrede den landbouw te laten uitoefenen, de inwoners van Hollant enz., ongestoord voorraad naar die stad, en omgekeerd die van Uytrecht, mondkost naar deze landen te laten brengen. Gescreven ter Goude upten lesten dach van April 1 anno LXXXIII. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Signet van Maximiliaan R. W. Zeer Gesch. lOOl. 1483 Mei 6. De heer van Montingny en Hantes, stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant, gelasten Hoirne scherp te waken tegen een overval van den jonkheer van Cleve, Heynrick van Nyevelt, die met een aantal krijgslieden binnen Amersfoird is gekomen. Gescreven tot IJsselsteyn den VIen dach van Meye anno LXXXIII. O. (Inv. n". 169) Pap. G. Signet van Maximiliaan R. W. Gesch. 1002. 1483 Mei 9. De Raad van Hollant enz. gelast den eerstgezworen bode-exploitier, den burgemeesters van Hoerne aan te zeggen, alles te niet te doen betreffende de pacht van de Waag door Willem IJsbrantsz. van Yelsen. Upten IXen dach van Meye int jaer ons Heren Duysent vierhondert drye ende tachtich. Inv. n°. 595. Gelijktijdig afschrift Pap. Gesch. 1003. 1483 Mei 10. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Lijsebet Jacob Nannyncks weduwe aan Gasthuismeesters heeft verkocht 1/« van zeven morgens land met '/e van een buis en werf, bij den Zwaechdyc onder Sevenhuysen, voor eene lijfrente van zeven Rijnsche guldens. Opten tyensten dach in Meye int jaer ons Heren Duysent vierhondert drie ende tachtich. O. (Inv. n°. 878) P. G. Zegels van schepenen Wouter Harcxz. en Pieter Symonsz. Br. W. G. Sevenhuysen, volgens Kuypers's Gemeenteatlas gehucht Zwaagdijk, gemeente Westwoud. 1004. 1483 Mei 24. Schepenen in Hoern oorkonden, dat -Jan -Jacob Hillenz. aan Jan Jansz. heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf in de Kerckstraet, aflosbaar met den penning 15. .... Opten vier ende twintichsten dach in Mayo int jair ons Heren Duysent vierhondert drie ende tachtich. O. (Inv. n°. 1021) P. G. Zegels van schepenen Garhrant Dircxz. en Pieter Symensz. Gr. W. G. 1005. 1483 Juni 6. Schepenen in Spaenbroeck oorkonden, dat Pieter 1'ieterz. Gaves en zijne zuster Gheertruudt, aan St. Pietersdal hebben verkocht 2'/a morgen land onder Spaenbroeck. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende drie ende tachtich des ander dages nae Sinte Bonifaciusdach. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 28 r°. ÏOOO. 1483 Juli 31. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat .B recht IJsbrants weduwe aan Katrijn Hein Claeszd. heeft verkocht, een nobel jaarrente uit haar huis en erf op Heer Gerytslant, ten westen van de vesten, aflosbaar met den penning 15. Opten enen dartichsten dacli in Julio int jair ons Heerèn Dusent vierhondert drie ende tachtich. Inv. n°. 1025. Afschrift Pap. Gr. 16^ eeuw. 1007. 1483 September 1. Maximiliaen en Philips, hertogen van Oistenrijck, gelasten den kastelein-dijkgraaf van Medenblic en Jan Woutersz., exploitier van het Hof, den onderzaten van het dijkgraafschap en van de Vier Koggen aan te zeggen, de grachten om het slot Medenblic uit te diepen. Upden eersten dach van September int jair ons Heren Duysent vierhondert drie ende tachtich. Inv. n°. 1077. Gelijktijdig afschrift Pap. Gesch. 1008. 1483 September 15. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Griet Aernts weduwe aan kerkmeesters van de Parochiekerk, voor eene lijfrente van 3 Rijnsche guldens, heeft verkocht, voor de armen, '/4 van 2'l-2 morgen land, „die Laen", gelegen in die Goeu, ten zuiden grenzend aan land van St. Geertruydenconvent. Opten vijftienden dach in Septembri int jaire ons Heren Duysent vierhondert drie ende tachtich. 0. (Inv. n°. 724) P. G. Zegels van schepenen Heynric Pietersz. en Dirc Jacobsz. Br. W. G. 1009. 1483 September 25. Philips van Wassenaer, bevelhebber van Hoern, verzoekt den burgemeester Volkert (Jacobus) Cleyman, ondei anderen, de sleutels van de Noordpoort aan den kastelein van het blokhuis af te geven. (Gescreven inden) Haghe den XXVen dach van Septembri anno XIIIIc(LXXXIII). O. (Inv. n°. 169) Pap. Zeer Gesch. Zegel verdwenen. Moet zjjn 1483, daar Wassenaer in 1482 komt — en Yolkert Jacobsz. in 1483 voor het laatst als burgemeester voorkomt bij Velius. 1010. 1483 October 15. Procureur Ailbert van Loo schrijft aan (burgemeester) Volckert Jacopsz. over het verzoekschrift der stad aan de Meesters van de rekening, en vraagt het geld voor zijne wedde, of in plaats daarvan een goed jong beest. Gescreven inden Hage upten XVen dach van Octobri anno LXXXIII. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. Welk verzoekschrift bedoeld wordt, blijkt niet. 1011. 1483 November 1. , , De heer van Egmonde tot Baer etc., stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoorn afgevaardigden in den Hage te zenden, voor de dagvaart van 9 November. , , . „ u • Gescreven inden Hage upten eersten dach m Novembri anno LXXXIH. O. (Jnv. n°. 169) Pap. Gr Signet van Maximiliaan. R. W. Gesch. 1012. 1483 Nov. 14. , , , De gecommitteerden upt stuck vander demeyne encle finantiën enz., en de Rekenkamer inden Hage, gelasten Hoorne op te geven, wie onlangs erfrenten op de stad ten laste van de grafelijkheid, hebben gekocht. Gescreven inden Hage ten bureele van de finantiën XIIII in Novembri XIIII® LXXXIII. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Zegel verdwenen. 1013. 1484 Januari 5. ^ Schepenen in Hoern oorkonden, dat C laeys Claeysz. c.s. aan St. Pietersdal hebben verkocht, een halven morgen land achter het convent. . Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende vier ende tachtich op Heilige Drie Conyncksavont. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 28 r°. 1014. 1484 Januari 23. Schepenen in Hoirn schatten St. Marienconvent toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning, 38 stuivers uit een huis en erf in de Noirderstraete, buiten de ameide, waaruit Jan Syghersz. het convent 25 stuivers jaarpacht schuldig is. . . . . Opten drye ende twintichsten dach in Januario int jaire ons Heren Duysent vierhondert vier ende tachtich. O. (Inv. n°. 831) P. Gr. Zegels van schepenen Heinric Pietersz., Wouter Hercxz., Garbrant Dircxz., Jan Janz. Verweer, Pieter Symonsz., Dirc Jacobsz., Ellyn Symonsz. Gr. W. G. 1015. 1484 Januari 28. Schepenen in Hoirn schatten Huiszitten Armenvoogden toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning een huis en erf ten noorden van de Parochiekerk, waai uit de weduwe en erfgenamen van Bouden den schilder, hun 3 Rijnsche guldens pacht gedurende twee jaren schuldig zijn. Opten acht ende twintichsten dach in Januario int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende tachtich. O. (Inv. n°. 1021) P. Gr. Zegels van schepenen Heynric Pietersz. Gr. W. G. Wouter Hercxz. Gr. W. Gesch. Garbrant Dircxz., Jan Jansz. Verweer Gr. W. G. Pieter Symensz. Gr. W. Gesch. Dirc Jacobsz. en Ellyn Symensz. Gr. W. G. 101«. 1484 Maart 3. Herbernus de Mijnden, proost van West-Friesland, gelast ten verzoeke van de armen in Hoern, aan de geestelijkheid in zijn gebied, Jacobus Egbertusz. van Oudorp, Zaterdag over eene week te ontbieden in de Parochiekerk van Hoern, om het vonnis van den proost te hooren over de helft van een huis bij de kerk, dat Fia Jacobus Bartoldidr. den armen heeft vermaakt. Datum anno Domini LXXXIIII die vero tercia mensis Marcii. O. (Inv. n°. 1021) Pap. Gesch. Opgedrukt zegel ad causas van de proosdij van West-Friesland R. W. Gesch. 1017. 1484 Maart 6. Herbernus de Mijnden, proost van West-Friesland, wijst in een geding tusschen Armenvoogden en Jacobus Egbertusz. van Oudorp, als beklaagde, den Armen de betwiste helft toe van een huis, en veroordeelt den beklaagde in de kosten. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo octuagesimo quarto die vero sexta mensis Marcii. 0. (Inv. n°. 1021) Pap. Gesch. Opgedrukt zegel ad causas van de proosdij van West-Friesland. 1018. 1484 Maart 20. Jan van Rietvelt, raad van Holland, baljuw en kastelein van Goylant, maant Horne aan, hun poorter Willem van Velssen 100 pond schadevergoeding te geven, voor het afslaan van het slot der Waag. Gescreven inden Haige upten XX™ dach in Maert anno LXXXIII naden loep shoefs. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. (Zie n°. 1002). ÏOI». 1484 Maart 22. De stad Hoirn maant Karstyn Symon Claesz. weduwe aan, twee jaar achterstallig schot te betalen, ten einde verkoop van haar goederen te voorkomen. Gescreven opten XXIIen dach in Merte anno LXXXIIII. 0. (Inv. n°. 386) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. 1020. 1484 Maart 27. ." Herbernus de Mijnden, proost van \\ est-r riesland, 111 een geding tusschen Meester Heynrious Johannesz., cureit van Oestwoud, procurator van Armenvoogden in Hoern, en heer Nicolaus Theodricusz., priester, over twee morgen land onder Wognum, door Wilhelmus, den broeder van Nicolaus, aan de armen vermaakt, wijst het toe aan de armen en veroordeelt den beklaagde in de kosten. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo octuagesimo quarto die vero vicesima septima mensis Maren. 0. (nv. n°. 1032) Pap. G. Opgedrukt zegel ad causas van de proosdij van West-Friesland K. W. Geselt. 1021. 1484 Maart 27. , Herbernus de Mijnden oorkondt hetzelfde, in verkorten vorm. Datum, enz. 0. (Inv. n°. 1032) Pap. Gescli. Opgedrukt zegel ad causas van de proosdij van West-Friesland E. W. Gesch. 1022. 1484 April 5. , r Schepenen in Hoirn oorkonden, dat \\ ïllem lymen Dircz.-weduwe aan St. Marienconvent heeft verkocht een morgen land onder Hem, een huis en erf op Heer Grerytsland, een kooltuin buiten de Oesterpoirte en verder haar roerend en onroerend goed, waarvoor het convent haar levenslang zal onderhouden. Opten vijften dach in Aprili int jaire ons Heren Duysent vierhondert vier ende tachtich, 0. (Inv. n°. 829) P. Gr. Zegel van schepen Wouter Herrxz. Gr. W. Gesch. Het zegel van Garlirant Dircxz. is verdwenen. 102S. 1484 April 5. , , J ,...... Schepenen in Hem en Venhuusen oorkonden, dat W Ulem Tyman Dircxz weduwe aan St. Marienconvent heeft verkocht een morgen land onder Hem. Int jair ons Heren Duysent vierhondert ende vier ende tachtich opten vijften dach in April ghescreven. 0. (Inv. n°. 829) P. G. Zegels van schepenen Femme Ennisz. en Dirc Pietersz. Gr. W. Vrij gaaf. 1024. 1484 April 8. Heer Reyner Gheerlofz., pater, en Niese Elbertzd., mater van St. Marienconvent, beloven Willem Tymans Dircx weduwe levenslang te onderhouden, waarvoor zij heeft geschonken een morgen land onder Hem, een huis en erf i(innen Hoern op Heer Gherytslant, een kooltuin buiten de Oesterpoerte en verder haar roerend en onroerend goed. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert vier ende tachtich opten achten dach in Aprili. 0. (Inv. n°. 829) P. G. Zegel van St. Marienconvent Gr. W. G. 1025. 1484 April 15. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Meynaertsz. van wege St. Pietersdal, Reyner Pietersz. gepand heeft om vijf Rijnsche guldens pacht, over vijf jaar, welk pand hem verstaan is met den derden penning, en zij hem voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning hebben toegeschat 7 '/2 Rijnschen gulden uit het huis en erf in de Vijselstrate, daar de pacht uitgaat. Opden vijftienden dach in Aprili int jaer ons Heren Dusent vierhondert vier ende tachtich. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 29 r°. 1020. 1484 Juli 3. Schout, schepenen en burgemeesters van Hoern schenken het St. Crispijns- en St. Crispiniaensgild eenige voorrechten. Gegeven upten darden dach in Julio int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende tachtich. Inv. n°. 528. Afschrift P. G. eind 16e eeuw. 1027. 1484 Juli 26. Schout, burgemeesters en schepenen van Medemblick oorkonden, dat Jan Jansz. c. s. voor Katrijn Albert Pietersz. weduwe, hebben gekocht van burgemeesters van Hoirn, haar pontael van schot. Opten ses ende twintichs^en dach in Julio int jair ons Heeren Duysent vierhondert vier ende tachtich. O. (Inv. n°. 387) Pap. Vrij gaaf. Het opgedrukt geheimzegel van Medemblik is verdwenen. 1028. 1484 Augustus 28. Schepenen in (Groote)-Broeck oorkonden, dat Griet Pieter Reylofsz. weduwe c.s. aan St. Marienconvent hebben geschonken een stuk land onder Lutkebroec, Heyn die Weligheslant genaamd, en aan Thade Pieter Reylofsz.dochter twee Rijnsche guldens lijfrente uit de nalatenschap van haar vader. Int jaer ons Heren MCCCC ende vierentachtich op Sinte Augustinusdach. O. (Inv. n°. 833) P. G. De zegels van schepenen Gherbrant Maertensz. en Meynert Pietersz. zijn verdwenen. Aan de achterzijde: Taedes brief. 1029. 1484 September 2. De heer van Egmondt, tot Bair enz., stadhouder, en de Raad van Hollant enz., gelasten den eerstgezworen deurwaarder, uitgeweken poorters van Hoorn tot betaling van hun aandeel in de gemeene lasten aan te manen. Gegeven inden Hage upten IIen dach in Septembri int jair ons Heeren Duysent vierhondert vier ende tachtich. O. (Inv. n°. 345) P. O. Aanhangend signet van den Raad. R. W. G.' 1030. 1484 November 27. % Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Wendelmoet .Jansweduwe aan Gasthuisvoogden heeft verkocht, een eri achter de Kerckstraete. Opten seven ende twintichsten dach in Novembri int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende tachtich. O. (Inv. n°. 872) P. G. Zegels van schepenen Pieter Jansz. Vryes en Maerten Jansz. Gr. W. Gesch. en G. 1031. 1484. , , , _ . , , Voogden van O. L. Vrouwekerk en de Kruisbioeders, komen met gasthuisvoogden en huiszittenvoogden overeen, dat eerstgenoemden, in ruil voor koopman Olfer s huis ten behoeve aan de kerk, eene jaarrente uit Jan Mouritz huis van l3/8 Fransch schild zullen ontvangen, waarvan St. Pietersdal 20 stuivers jairrente toekomen. VVVTTTT Int jaer ons Heren IIIIC ende omtrent LXXX1111. Afschrift Inv. n». 792 bl. 44 r». 1032. 1485 Januari 31. Schepenen in Hoirn schatten gasthuisvoogden voor hooldschat-, schrijfgeld en den derden penning toe, een huis en erf aan de oostzijde van de Havenstege, waaruit de erfgenamen van Garbrant Snijder hun 20 stuivers pacht schuldig zijn. Opten een ende dartichsten dach in Januario int jaire ons Heren Duysent vierhondert vijfif ende tachtich. O (Inv n°. 876) P. G. Zegels van schepenen Gheryt Jansz. Br. W. G., Cornelys Claesz. Gr. W. Gesch . Willem Mathijsz., Pieter Jansz. Yryes, Jan Jacobsz. Merwen en Maerten Jansz. Br. W. Gr. Met aangehechte oorkonde van 24 Mei 1448 en 16 Februari 1463. 1033. 1485 Maart 7. Anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo quinto, indictione tercia, mensis Martii die vero septima, hora post meridiem quasi quinta, pontificatus sanctissimi in Cristo patris ac domini nostri domini Innocentii divina providencia pape octavi, anno eins primo. Burch en Wendelmoet, dochters van Johannes Theodericus, bespreken een stuk land onder Scardam, de Vier Deymden genaamd, aan kerkmeesters en voogden van de Huiszitten Armen. Acta sunt hec in ecclesia parocliiali de Hoirn, anno, indictione, mense, die, hora et pontiticatu quibus supra. O. (Inv. n°. 725) P. G. Met het merk van den notaris Henricus Johannesz. 1034. 1485 Maart 30. Schepenen in Hoirn schatten Huiszittenvoogden toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning, een erf in de Noirderstrate, waaruit de weduwe en erfgenamen van .Jacob Walravensz. hun vier Fransche schilden pacht, gedurende vier jaren schuldig zijn. Opten dartichsten dach in Mairte int jaire ons Heren Duysent vierhondert vijf ende tachtich. 0. (Inv. n°. 1022) P. Gr. Zegels van schepenen Gheryt Jansz. Gr. W. Gesch., Cornelys Claesz., Willem Mathysz., Pieter Jansz. Vryes Br. W. Vrij gaaf, Jan Jacobsz. Merwen P/2 hond land onder Scellinchout, voor 5 pond gr. vl. en eene lijfrente van 28 Rijnsche guldens. Opten seven ende twinchsten dach in Februario int jair ons Heren Duysent vierhondert sess ende tachtich. O. (Inv. n°. 880) P. Gr. Zegels van schepen Taems Pietersz. en schout Jan Claesz. Gr. W. G. en Gesch. 1045. 1486 Maart 4. De heer van Egmonde, tot Barr etc., stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoorn op Zaterdag e.k. (11 Maart) den rentmeester Thomas Beuckelair de penningen te brengen, waarvan de ingesloten brief van Maximiliaan spreekt. Gescreven inden Hage upten IIIIen dach in IVIar te anno LXXXV secundum cursum curie. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. 1046. 1486 Mei 7. De heer van Egmonde, tot Bar etc., stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoorn afgevaardigden in den Hage te zenden voor de dagvaart op 11 Mei, ter bespreking van den intocht van den landsheer, die onlangs tot Roomsch-koning is gekozen. Gescreven inden Hage upten Vllen dach in Meye anno LXXXVI. 0. (Inv. 11°. 169) Pap. ft. Zegel verdwenen. 1047. 1486 September 5. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Haes Jacob .Tan Foeyenz. weduwe verklaard heeft, 88 Rijnsche guldens van St. Marienconvent te hebben ontvangen, voor twee van de drie morgen land onder Venhuysen, welke zij aan het convent had verkocht. Opten vijfsten dach in Septembri int jaire ons Heren Duysent vierhondert sess ende tachtich. O. (Inv. n°. 833) P. G. Zegel van schepen Pieter Taemsz. Gr. W. Gresch. Het zegel van Claes Jacobsz. is verdwenen. 1048. 1486. September 28. Schepenen in Hoern oorkonden, dat heer Evert Jansz., priester, de Huiszitten Armen heeft geschonken twee morgen en 3 '/2 hond land onder Hoern, de Pijsel en de Costerij genaamd, voor eene jaarlijksche uitdeeling van geld of turf. Int jair ons Heren Duysent vierhondert sess ende tachtich opten acht ende twintichsten dach in Septembri. O. (Inv. n". 1021) P. Gr. Zegels van schepenen Jan .Tan Maertensz. en Baertant Yredericxz. Gr. W. G. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 hl. 8 r». 1049. 1486 October 18. Schepenen in Hem en Venhusen oorkonden, dat Haesse Jacop Jan Foeyies weduwe, aan St. Marienconvent heeft verkocht, drie morgen land onder Venhuysen, over de Water lees. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ende ses ende tachtic ghescreven opten achtienden dach in Octobri. O. (Inv. n°. 833) F. Gr. Zegel van schepen Hermen Gherytz. Gr. \V. Gesch. Het zegel van Jan Heynenz. is verdwenen. Waterlees, thans: waterlozing. 1050. 1486 December 15. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Volkert Thaemsz. zijne zuster Kathrijn c.s. heeft geschonken een huis en erf in de Proeststeghe, de Drystal genaamd, waarmee zij afstand heeft gedaan van de erfenis haars broeders. Int jair ons Heren Dusent vierhondert ses ende tachtich opten vijftienden dach in Decembry. 0. ilnv. n°. 1021) P. G. Zegels van schepenen Jan Jan Maertenz. en Jan Ellertz. Gr. W. G. 1051. 1487 Januari 9. Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Hom verkoopen aan Pieter Allaert, te Aemstelredamme, een jaarrente van 12 Rijnsche guldens. Gegeven upten negensten dach van Januario int jair ons Heren Dusent vierhondert zeven ende tachtich. Inv. n°. 318. Gelijktijdig afschrift Pap. G. 1052. 1487 Februari 20. Schepenen in Scellinchout oorkonden, dat Lijsbeth Dirck Quadijcksd. en haar zuster Nyeze, aan Huiszittenvoogden voor eene lijfrente van 16 Rijnsche guldens hebben verkocht, drie morgen land onder Scellinchout Opten twintichsten dach in Februario int jaire ons Heren Duysent vierhondert seven ende tachtich. 0. (Inv. n°. 1030) P. G. Zegels van schepenen Willem Claesz. en Gheryt Jansz. Gr. W. Gesch. en G. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 18 v°. 1053. 1487 Maart 5. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Kathrijn Jan Corstgenzd. o. a. heeft bepaald, dat het vaderlijk erfdeel van haar dochter Yrou, zuster in St. Ceciliaconvent, voor altijd aan het convent zal blijven. Opten vijften dach in Mairte int jaire ons Heren Duysent vierhondert seven ende tachtich. 0. (Inv. n°. 809) P. G. Zegels van schepenen Baertont Vredericxz. en IJsbrant Jacohsz. Br. en Gr. \\ . G. 1054. 1487 Maart 17. . . Maximiliaen, Roomsch-Koning, §n Philippus, aartshertog van Oostenrijck, bevestigen de ordonnantie van Albrecht van 4 Maart 1368. Behoudens één bepaling, staan zij den munters van Hollandt toe, de privilegiën te gebruiken, hetzij de munt open of gesloten is, en gelasten den munters van Brabant en Hollandt elkaar niet te benadeelen Gegeven in onse stede van Brugge den 17en dach van Maerte int jaer ons Heeren 1486. Ingevoegd in de oorkonde van Philips van 8 Augustus 1504. Hier is in°opgenomen de ordonnantie van 4 Maart 1368. Inv. n°. 119 hl 16, gedeeltelijk bl. 32. Het afschrift heeft, onjuist, munters van Brabant, moet zijn : van Hollandt, blijkens het gedeeltelijk afschrift op bl. 32. 1055. 1487 Juli 12. De Rekenkamer in Hollant, gelast den eerstgezworen bode-exploitier, verschillende steden en ambtenaren in Kennemerland en Frieslant te dagvaarden, om in den Hage rekening en verantwoording van hun beheer af te leggen. Upten XIT«" dach van Julio int jaer Duysent IIIIC LXXXVII. Inv. n». 346. Afschrift Pap. G. van 14 Maart 1488 (1487 sec. cursum curie) door J. Cornelisz. met eenige aanteekemngen. 1056. 1487 Juli 16. Schepenen in Spanbroeck oorkonden, dat heer Unerijt Dirck Mentsz., priester, en zijn vader aan Huiszitten Armenvoogden hebben verkocht twee hond bouwland en 2'h morgen weiland daar achter, onder Spanbroeck. Opten sestienden dach in Julio int jaire ons Heren Duysent vierhondert seven ende tachtich. O. (Inv. n°. 1031) P. G. Zegels van schepenen Dirck Jan Foeyenz. en Dirck Claes Pietersz. Gr. W. Gesch. 1057. 1487 September 10. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat .Tans Hermentz. aan Pouwels Symensz. heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf aan de vesten, aflosbaar met den penning 15. TT Opten thienden dach in Septembri int jair ons Heren Duysent vierhondert seven ende tachtich. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 46 r°. 26 1058. 1487 October 14. Schepenen in Hogentwoud oorkonden, dat schout Jan Willemz. eene overeenkomst tot stand heeft gebracht tusschen kerkmeesters van Hoern en Cornelys Claes Jacopsz., als voogd van Juttendochter, de begijn „van dat verdagen ende van die wet te recht te comen." Int jair ons Heren Dusent vierhondert seven ende tachtich opten viertiensten dach in Octobri. O. (Inv. n°. 720) Pap. Gesch. Opgedrukt zegel van Jan Symenz., pastoor te Hoogwoud. Gr. W. Gesch. 1051). 1488 Januari 2. Hairlem verzoekt Hoirne hun poorter Pieter Jansz. uit de ongeldregisters te schrappen, aangezien de jaren der betaling van schot en ander ongeld zijn vervallen, wegens de erfenis van zijne tante Aef Pieter Jeefsd., Vrou koopman Dircx.dochter, zijne zustersdochter, en Gert Jansd., zijne dochter, professide begijnen in St. Marienconvent in Hoirne. Gescreven den anderden dach in Januario anno XIIIIc LXXXVII naden scrijven deser stede. O. (Inv. n°. 1G9) Pap. G. Zegel verdwenen. 1060. 1488 Januari 9. Pieter Jan Reyners verkoopt aan Claes en Symen Pietersz. een half huis met erf in Hoern, op Heer Gerritsland. Gescreven int jaer ons Heren Dusent vierhondert acht entachtich opten neghenden dach in Januario. 0. (Inv. n°. 1025) P. G. Zegels van schepenen van Edam Claes Willemsz. en Frans Jaoopz. Gr. W. G. 1001. 1488 Januari 10. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat St. Marienconvent aan Claes Syboutsz. heeft verkocht, een huis en erf op Heer Gherytsland. Opten tienden dach in Januario int jaire ons Heren Dusent vierhondert acht ende tachtich. O. (Inv. n°. 832) P. G. Zegels van schepenen Jan Garbrantsz en Claes Jan Hermensz. Gr. W. Vrij gaaf. 1062. 1488 Januari 22. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat de mater van St. Ceciliaconvent, Mathijs Reynersz. c.s., het goed hebben verkocht dat zuster Aef Reynersd. van haar ouders heeft geërfd, en dat Mathijs c.s. hebben verklaard, dat de koop- \ penningen voor altijd aan het convent zullen blijven. Opten twie ende twintichsten dach in Januario int jair ons Heren Dusent vierhondert acht ende tachtich. Dubbel O. (Inv. n°. 809) P. G. Zegels van schepenen Jan Garbrantsz. en Claes Jan Harmensz. Br. W. Gesch. en G. 1063. 1488 Januari 26. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat de mater van St. Ceciliaconvent Remmet Dircsz. c.s. het goed hebben verkocht, dat zuster Ringhel Willemsd. van haar ouders heeft geërfd, en dat Remmet c.s. hebben verklaard, dat de kooppenningen voor altijd aan het convent zullen blijven. Int jair ons Heren MCCCC acht ende tachtich des daghes na Sinte Pouwelsdach bekeringhe. 0. (Inv. n°. 809) P. G. Zegels van schepenen Martijn Jansz. en Claes Jan Harmensz. Br. en Gr. W. G. 1064. 1488 Januari 31. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan Elbert Hartochsz. aan Arys Dircxz. heeft verkocht, 8 morgen land min 138 roeden, in het oosteinde van Wognom. Opten laitsten dach in Januario int jaire ons Heren Duysent vierhondert acht ende tachtich. 0. (Inv. n°. 881) P. G. Zegels van schepenen Gheryt Jansz. en Wouter Wigghersz. Gr. W. G. 1065. 1488 Februari 8. De ministra en St. Marienconvent schenken aan St. Pietersdal, wegens hulpvaardigheid, een stuk land onder Swaech, de Soutmanswout genaamd, een stuk onder Venliusen en een Rijnschen gulden jaarrente uit een huis in de Appelsteghe, waarvoor het convent ten bate der zusters dagelijks eene mis zal doen lezen. In jaer ons Heren MIIIIc acht ende tachtich opten VUIen dach in Pebruario. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 38 r°. 1066. 1488 Februari 9. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat koopman Jan Yemenz. aan Huiszitten voogden heeft verkocht, 2'/j morgen land onder Wognom. Opten negenden dach in Februario int jair ons Heren Dusent vierhondert acht ende tachtich. O. (Inv. n°. 1032) P. G. Zegels van schepenen Jan Garbrantsz. en Gheryt Jansz. Gr. W. G. en Gesch. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 12 v». 1067. 1488 Februari 11. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat zuster Jacop Jacop Ottenz., de gift heeft goedgekeurd welke St. Marienconvent aan St. Pietersdal heeft gedaan, voor eene vicarie op het St. Jacops- en St. Margaretenaltaar in de kerk van het zusterconvent. In jaer ons Heren MIIIIc ende achtentachtich opten elfften dach in Februario. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 38 v°. 1068. 1488 Maart 11. Burgemeester en raad in Groningen oorkonden, dat Hillegunt Geryt Ulfers weduwe overeengekomen is met Joest Berensz., dat zij het minste van de twee huizen te Horn zal verkoopen, om het andere vrij te maken, Ruemstalshuus genaamd, en dit levenslang zal mogen gebruiken, waarna het voor de helft aan Joest zal komen, om het ter eere Gods weg te schenken. Ghegeven inden jaer ons Heren Dusent vierhundert acht entachtentich des Dinxdages voer midvasten. O. (Inv. n°. 1021) P. Gr. Geheimzegel van Groningen Br. W. Vrij gaaf. 1069. 1488 April 12. Burgemeesters van Hoirn oorkonden, dat Wouter Harcxz., voogd van St. Ceciliaconvent, Jacob Pietersz. heeft gemachtigd voor het gerecht van Opmeer op te treden tegen den dijkgraaf Jorys Zyvertsz., over pacht van goederen aldaar. Opten twalefsten dach in April int jaire ons Heren Duysent vierhondert acht ende tachtich. O. (Inv. n°. 807) Pap. Zeer Gesch. Het opgedrukt zegel ter zake van Hoorn is verdwenen. 1070. 1488 April 15. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat de mater van St. Ceciliaconvent aan Jacob Dircsz., van Haarlem, heeft verkocht, al het goed dat zuster Griet Mathijsd. heeft geërfd van haar ouders, terwijl Jacob heeft verklaard, dat de kooppenningen en ander geld door Griet Mathijsd. in het convent gebracht, daar. zullen blijven. Int jair ons Heren Dusent vierhondert acht ende tachtich opten vijftienden dach in April. O. (Inv. n°. 809) P. G. Zegels van schepenen Jan Maertijnsz. en Jan Jansz. Verweer Gr. W. G. 1071. 1488 Augustus 13. Schepenen in Schagen sluiten, met bemiddeling van den pastoor en een poorter aldaar, eene overeenkomst met de ingelanden van Burchoeren, over landschot en geersenschot. Int jair ons Heeren Duysent vierhondert acht ende tachtich upten darthiensten dach in Augusto. Afschrift Inv. n°. 1010 bl. 1 r°. 1072. 1488 November 10. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat scheidsrechters in eene twist tusschen St. Ceciliaconvent en Jacob Dircxz. c.s. uitspraak hebben gedaan, dat de schepenbrief en de conventsbrief tusschen hen gemaakt, onder eenig voorbehoud van kracht zullen blijven. Opten tienden dach in Novembri int jair ons Heren Duysent vierhondert acht ende tachtig. 0. (Inv. n°. 809) P. G. Zegels van schepenen Dirck Heynenz. en Jan Jansz. Verweer. Gr. W. Gesch. 1073. (1488) December 22. De graaf van Chimay, eerste kamerling van den hertog, schrijft aan Horn, dat de hertog hem met instructies heeft gezonden, welke hij aan stadhouder en raden heeft getoond en volgens welke hij hulp verzoekt (waarvoor?). Den XXIIen dach van Decembri anno VIII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Met handteekening van De Croy en van Barradet. Vermoedelijk 1488, aangezien Karei van Chimay 1483 kamerheer wordt, volgens v. d. Aa; Barradet komt voor o. a. in de oorkonde van 4 Februari 1482. 1074. 1488. Voogden van 0. L. Vrouwekerk verkoopen aan het convent St. Pietersdal 20 stuivers en 1 braspenning, als deel in de jaarrente, hun bij akte van 1484 toegewezen. In jaer van LXXXVIII. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 44 v°. 1075. 1489 Juni 15. T11 , Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Meester Jan Biock Claesz. aan Gasthuisvoogden heeft verkocht, voor eene lijfrente van 22 Rijnsche guldens en een oort van een Rijnschen gulden, eene erfpacht van drie Rijnsche guldens, uit eene hofstede in de Noerderstraet, volgens schepenbrief van 31 Maart 1433 (des Dingesdaghes na Onser Liever Vrouwedach Annunciacio), en nog eene jaarrente van een gouden Fransch schild uit een huis en erf in de Kerckstraet, ten noorden grenzend aan het Gasthuis. Upten vijftienden dach in Junio int jair ons Heren Duysent vierhondert negen ende tachtich. O. (Inv. n°. 871) P. Gesleten. Zegels van schepenen Coppert Jacobsz. en Jan Jansz. Gr. en Br. W. Gesch. 1076. 1489 September 10. Burgemeesters van Hoorn oorkonden, dat Claes Corff, ontvanger van den omslag voor de bewapening in Frieslant, hun eene korting heeft toegestaan op hun aandeel over den termijn van 1 December 1488 tot einde Juli 1489, van 1203 pond 15 schellingen, wegens eene som door Hoorn aan het gemeene land in den Rotterdamschen oorlog voorgeschoten. Den thienden in September anno XIIIIc negen ende tachtich. 0. (Inv. n°. 347) P. G. Het zegel ter zake is verdwenen. De som is terugbetaal^ blijkens eene knip in bet perkament. 1077. 1489 December 14. Maximiliaen, Roomsch-Koning, en Phillips, aartshertog van Oistenrijck, geven eene muntordonnantie voor Hollant, Zeelant en Vrieslant. Gegeven in onser stede van Breda den Xlffle" dach van Decembri int jaer ons Heeren Duysent CCCC negen ende tachtentich. Afschrift Inv. n". 118 bl. 105 r°. Gedeeltelijk Inv. n°. 505 bl. 1. Gedrukt: Groot Placaatboek I 2578. 1078. 1489 December 29. Schepenen in de stede Westewoude oorkonden, dat Lijsbeth Pieter's weduwe c.s. verklaard hebben, aan Meynt Jacops weduwe in Enchusen schuldig te zijn, drie Rijnsche guldens jaar rente uit drie morgen land onder Bynnenwysen, aflosbaar met den penning 15. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende neghen ende tachtich op die neghen ende twintichste dach in December. 0. (Inv. n°. 833) P. G. Zegels van pastoor Pieter Jansz. en poorter Wiggher Harmensz. Gr. W. Gesch. en G. 1079. 1490 'Februari 11. . Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Griet Huyge van Zwijnens weduwe, aan Maerten Remmersz. den doorgestoken rentebrief van 6 Maart 1459 heeft verkocht. Upten elfsten dach in Februario int jaire ons Heren Duysent vierhondert ende tneghentich. 0. (Inv. n°. 765) P. G. Zegels van schepenen Jan Jansz. en jacob jansz. Gr. W. Gesch. en G. , Aan de achterzijde o. a. deze brief heeft ghegheven Brecht Gheryts heren Gheryt Symsz onse paters nycht. 1080. 1490 Februari 13. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat de mater van bt. Ceciliaconvent aan Jong Claes Claes Semmenz. het moederlijk erfdeel van zijne dochter Kaustijn, zuster m het convent benevens de erfenis die hij zelf haar zal nalaten, heeft verkocht, waarvan de kooppenningen aan het convent zullen blijven. O. (Inv. n°. 809) P. G. Zegels van schepenen Gherbrant Dircsz. en Coppert Jacobsz. Br. W. G. 1081. 1490 Maart 28. . Johan van Denemarcken, Norwegen, enz., staat den iloi- landsche steden, en in het bijzonder Amsterdam, toe, op Denemarcken en Norwegen handel te drijven. Datum to Coppenhaven ain Sondage Iudica na Godes geboort Dusent veerhundert in negetigesten jare. Afschrift n°. 488 bl. 18 v°. Gedrukt: Handvesten van Amsterdam blz. 55. 1082. 1490 April 3. , ■, ,, Het Hof van Hollant gelast Heer Claes van Assendeli, rentmeester van Yrieslandt, aan de erfgenamen van Heer Gheryt Eyntz. 40 pond, voor hunne vordering op den landsheer te betalen. T„r vwtv Actum drie daghen in April anno X111 r11 ^ A A AIA secundum cursum curie. Afschrift Inv. n». 1095 bl. 88 r». 1083. 1490 April 27. . , De graaf van Egmond, heer tot Bair etc., stadhouder- generaal van Hollant, enz., gelast aan Hoorne, Claes Korve, rentmeester, voor de termijnen wegens ruitergeld, van Maart en April, 300 pond of voorloopig ten mmste 150 pond, te betalen. Gescreven inden Hage den XXVIIen dach in Aprille anno XC. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. Handteekening van Egmont. 1084. 1490 Mei 7. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Meester Jan Hees aan voogden van het Armengasthuis heeft verkocht, voor eene lijfrente van 19 Rijnsche guldens, 2'/i morgen land onder Wognom. Upten sevenden dach in Meye int jaire ons Heren Duysent vierhondert ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 881) P. G. Zegels van schepenen Symon Claesz. en Claes Jansz. Gr. W. Gesch. en G. 1085. 1490 Mei 21. De graaf van Egmonde, heer tot Bair, stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten aan Hoirn, op verzoek van schout Jan van Scagen, terstond iemand uit het gerecht, dien de schout zal aanwijzen, den eed af te nemen, aangezien Van Scagen geen poorter is en zijn plaatsvervanger juist is afgetreden. Gegeven inden Hage den een ende twintichsten dach van Meye anno XIIIlc tnegentich. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1086. 1490 Mei 26. De graaf van Egmonde, heer tot Bair etc., stadhoudergeneraal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten aan Hoorne op alle gebeurlijkheden gewapend voorbereid te zijn, aangezien zij eene waarschuwing hebben bekomen, dat Frans van Brederode met de Denen en andere kwaadwilligen, met veel volk in zee is gestoken om eenige steden of dorpen in Westvrieslant of Waterlandt in te nemen. Gescreven mitter haest binnen de stede van der Goude upten XXVIen dach van Meye anno XC°. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Signet van Maximiliaan R. W. Gesch. 1087. 1490 Augustus 25. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Baeff' Harkesd., mater, en hare zuster Gheertruyt, zuster in St. Ceciliaconvent, aan hare broeders Wouter en Zybrant hebben verkocht, de goederen en renten welke het convent uit de erfenis van hunne ouders zijn aangekomen, en dat de broeders verklaard hebben de kooppenningen en het roerend goed der zusters, aan het convent te zullen laten. Upten vijff ende twintichsten dach in Augusto int jaire ons Heren Duysent vierhondert ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 809) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Jacobsz. en Pouwels Symonsz. Gr. W. G. Mede in dubbel ontwerp van 18 Maart 1490 Pap. Gesch. en G. 1088. 1490 Augustus 28. Rector et Universitas Studii Lovaniensis, verzoeken aan Hoern ten tweeden male niet voort te gaan met het eischen van heffingen van goederen en inkomsten van Mr. Petrus, Mr. Johannes en Simon, zoons van Petrus Wilhelmusz. te Hoern, studenten in de letteren te Leuven, aangezien dit m strijd is met hunne landsheerlijke en pauselijke privilegiën. Datum Lovanii sub nostro sigillo rectoratus,_ mensis Augusti die vicesima octava anni XIIIIC nonagesimi. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Opgedrukt zegel van de universiteit R. W. Gesch. 1089. 1490 September 9. Maximiliaen en Philips, aartshertogen van Oestennjck, gelasten, op verzoek van den ontvanger-generaal van de espargne en extraordinaris : au Willemsz., den bode-exploitier der kamer van den Raad van Hollant, de particuliere ontvangers aan te zeggen, dat zij voortaan den ontvangergeneraal moeten gehoorzamen. .... Gegeven den negensten dach van Septembri int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tnegentich ende des rijcx van ons coninck tvijffte. Inv. n°. 348. Gelijktijdig afschrift Pap. Gesch. van P. Meerbeek. Met eene aanteekening over indaging van twee Hoornsche burgemeesters op 7 October 1490. 1090. 1490 October 31. De Raad van Hollant enz., gelast aan Hoorn, afgevaardigden te zenden naar de dagvaart te Huesden op St. Maertensavond e.k. . Gescreven inden Hage den lesten dach m Octobry anno tnegentich. 0. (Inv. n°. 169) Pap. Zeer Gesch. Zegel verdwenen. 1091. 1490 December 1. Schepenen in Scellinchout oorkonden, dat Jacob C ortges, voogd van liet Middelzusterhoff in Alckmair c.s., aan lilt jaere ons Heren Dussent vierhondert ende een ende tnegentich upten twalften dach in Octobry. 0. (Inv. n°. 247) Pap. Gr. Het opgedrukt zegel van Jan van Seagen in roode was, is nagenoeg verdwenen. 1100. 1491 November 13. Medemblick verzoekt aan Hoirn, Pieter Symonsz. of andere poorters vrij te laten gaan, aangezien hij bekommerd is door Jacop Allertsz. van Abbekerck, wegens een halfjaar lijfrente ten laste van Medemblick, over welke rente de stad met hem heeft afgesproken, de zaak bij vonnis uit te laten maken. Opten dartienden dach in Novembri anno een ende tnegentich. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. 1101. 1491 December 26. De Raad van Hollant, Zeelant en Vrieslant, gelast Hoirn afgevaardigden in den Hage te zenden voor de dagvaart op Zondag e.k. (1 Januari), ter bespreking van de uitrusting van 200 man te water; Brabant en Zeelant hebben elk reeds 200 man te water gebracht voor de beveiliging van den rivierhandel en de beteugeling van Sluys. Gescreven inden Hage op Sinte Stevensdach anno XCI. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1102. 1492 Januari 2. Claes Corff Dircxz. bekent 123 '/j Andriesgulden van Garbrant Dircxz. en Lambert Jansz., poorters van Hoern, te hebben ontvangen, in mindering van 329 Andriesguldens, hem verschuldigd sedert St. Maarten in den winter 1.1., volgens vonnis van het Hof van Hollant van den eersten September 1491. Den tweesten dach in Januario anno XIIIIc een ende tnegentich naden loep tshooffs van Hollant. 0. (Inv. n°. 294) Pap. Gesch. Met handteekening van Corff. Aan de achterzijde eene aanteekening van Corff over de betaling. 1103. 1492 Januari 4. Schepenen in de stede Westewoude oorkonden, dat Lijsbeth Pieters weduwe c.s. aan St. Marienconvent hebben verkocht, drie morgen land onder Bynnenwisen. 1116. 1492 (Voorjaar). Hoirn schrijft den graaf tot Egmonde, heer tot Bar etc., stadhouder-generaal en den anderen raden van Hollant enz., dat het met Enchuysen, Drechterlant en Zypekerspel, op de dagvaart binnen de stad met de Noord-Friezen gehouden, geweigerd heeft de schuld op zich te nemen van het geweld tegen de Nyeborch en het huis van Claes Corf, omtrent Paschen een jaar geleden, aangezien zij samen daar geen deel aan hebben gehad. Int jair ons Heeren XCII. Inv. n°. 96. Gelijktijdig afschrift Pap G. Vermoedelijk voorjaar 1492, aangezien het huis van Corf 1491 is geplunderd; Velius blz löl; Nyeborch, door Floris V gebouwd N. van Oudorp; vgl. Velius blz. 153 en aant. 1117. 1492 Juni 3. Schaumburg verzoekt Hoern, namens den hertog van Saxen Mr. Wouter Cortges, tresorier van Alcmaer, en .Jan Eavesteyn. negen slangen en drie steenbossen over te geven. Gescreven tot Alcmaer upten IH™ dach van Junyo anno XIHIcXCII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1118. 1492 Juni 7. Aelbrecht, hertog van Sassen, stadhouder-generaal, gelast Horen en de dorpen van Westvrieslant, aan de wenschen van Jacop van Egmondt volgens zijn ingezonden verzoekschrift te voldoen, en eene overeenkomst met hem te sluiten. Gescreven tot Haerlem den Vllen dach van Junio anno XCII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. Het ingesloten verzoekschrift is verdwenen. 1119. 1492 Juni 7. De heer van Saxen, stadhouder-generaal, geeft Kennemerland de privilegiën terug. Aldus gedaen binnen der stede van Haerlem opten sevenden dagh van den maent van Junio int jaer veertienhondert twee ende tnegentich. Afschrift Inv. n°. 1112. Pap. G. 17e eeuw in de oorkonde van 13 Juli 1556. Gedrukt: Lams blz. 88. Op den seventyentsten dach in Decembri int jair ons Heren Duysent vierhondert twee ende tneghentich. 0. (Inv. n°. 1025) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Pieter Ruyghenz. en Mairten Mairtsz. Gr. W. G. 1138. 1493 Februari 27. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Walraven Jacopsz. aan zijn broeder Jan 2 morgen — en aan zijn zwager Simon Pietersz. l'/a morgen land onder Wogghenom heeft afgestaan, in ruil voor 3'/2 morgen onder Hoirn. Op den seven ende twyntichsten dach in Februario int jair ons Heren Duisent vierhondert drie ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 830) P. Zeer Gesch. De zegels van schepenen Jan Jan Mairtsz. en Simon Claesz. Kuiser zijn verdwenen. 1139. 1493 Maart 1. Thomaes Buecklaer, rentmeester-generaal van Hollant en Vrieslant, bekent van Hoirn te hebben ontvangen 1000 Andriesguldens, waartoe de stad door den hertog van Sassen wegens ongehoorzaamheid was veroordeeld. Opten eersten daich in Merte int jaer XIIIIc twee ende tnegentich naden loep tshoefs van Hollant. 0. (Inv. n°. 294) Pap. Gesch. Met handteekening van Buecklaer. 1140. 1493 Maart 4. .. Maximiliaen, Roomsch-Koning enz., staat zijn goeden luiden van Westwoude toe, jaarlijks nog een vierden burgemeester bij de drie anderen te kiezen. Gegeven opten vierden dach in Maerte int jaer ons Heeren Duysent vierhondert twee ende tnegentich nae schrijven van onsen hove van Hollant. Afschrift Inv. n°. 118 hl. 262 r°. Gedrukt: Handtv. Medenblick hlz. 38. 1141. 1493 Maart 16. De gemeene gezworenen van St. Jacopscapelle buiten Harlem oorkonden, dat Aeff .Jacops Keeves wij ff door hen met lazarije besmet is bevonden. Int jair ons Heren MCCCC ende XCIII opten XVIsten dach van Maert. O. (Inv. n°. 905) P. G. Het zegel is verdwenen. 1142. 1493 Maart 26. De graaf van Egmont, heer tot Bair, stadhouder-generaal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoirne terstond de achterstallige bede en omslag in handen van den rentmeester-generaal te stellen, aangezien de hertog van Saxen met zijn geheele leger van Rijsel in den Hage komt, om de hem verschuldigde bede in te vorderen. Gescreven inden Hage upten XXVIen dach in Merte anno XCII secundum cursum curie Hollandie. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Zegel verdwenen. 1143. 1493 April 28. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Dirck Jansz. te Amsterdamme aan heer Simon Jansz., priester, heeft verkocht eene jaarrente uit een huis en erf in de Nyesteghe, met 12 jaren achterstallige rente. Op den acht ende twyntichsten dach in April int jair ons Heren viertyenhondert drie ende tneghentich. O. (Inv. n°. 811) P. Gr. Zegels van schepenen Arys Dircxz. en Claes Jansz. Gr. en Br. W. Gr. Transfix bij de oorkonde van 23 December 1467. Reg. n°. 751. 1144. 1493 Juni 27. Het Hof van Hollant bevestigt de overeenkomst van Jan van Leeck, burgemeester, en Gheryt Albout, poorter van Hoirne, met Alexius Haller, om hen, met voorkennis van Jan Stalpairt a.s. Zaterdag over acht dagen «500 goudguldens in den Hage te leveren, in mindering van de penningen die Hollant en Yrieslant den heer van Saxssen schuldig zijn, en voor het stedelijk aandeel in den omslag van een stuiver per schild, ten behoeve van hetgeen Haller nog van het gemeene land heeft te vorderen. Volgt geene betaling en vereffening, dan moeten de twee Hoornsche Heeren zeiven in gijzeling komen of anderen zenden. Upten XXVIIen dach van Junio anno viertienhondert drie ende tnegentich. O. (Inv. n°. 350) P. G. Het signet van het Hof is verdwenen. 1145. 1493 Juli 5. Schepenen in Spanbroeck wijzen gasthuismeesters van Hoern bij „maecsel" toe, een stuk land van Jan Evertz. Int jaer ons Heren Dusent vierhondert ende drie ende tnegentich opten wyften dach in Julio. O. (Inv. n°. 882) P. Gesch. Zegel van Clemment Pieterz. Gr. W. Gesch. Maecsel, zie Pols I blz. XCV, CXXXYIII vgl., en Mnl. Woordenboek onder n°. 5. 1146. 1493 September 29. Kerkmeesters van de Parochiekerk sluiten met Jan Pieterz. van Gisp eene overeenkomst over het maken en snijden van de groote tafel op het hoogaltaar, wa,arbij zij uitvoerig de voor te stellen tafereelen aangeven._ Zij stellen een huis en benoodigdheden tot zijne beschikking, zullen hem bij het begin 50 gouden guldens betalen en verder gedurende vijf jaren elk jaar 50 gulden, en zoo noodig nog eene gelijke som tot slot. Int jaer ons Heren XII1ICXCII1 den XXIX dach in Septembri. O. (Inv. n°. 715) Pap. Gr. Chirograaf. Aan de achterzijde eene opgave van het betaalde loon. Deze Jan Pietersz. van Gisp staat in het Schotboek 1518 voor 5 \4 ft en woont in het tweede stadskwartier, evenals Aef Mr. Dirc van Gispsdochter, die voor 1 ft staat opgeschreven, in het fragment Schotboek 2e helft 15e eeuw bl. 2 v°. komt hij voor met zuster voor V ft. Vgl. de oorkonde van 18 April lo08. Burgemeestersrekening 1502 bl. 16 v". Item Jan Pieterz. van Gisp gheven IIII Rinsgulden van Sinte Cyriacus te maken an die Westerpoert. Vgl. over dit beeld bl. 8 v°. 1147. 1493 October 26. , Schepenen in Hoirn oorkonden, dat W alraven Jacopz. aan St. Marienconvent heeft verkocht, de helft van / morgen min '/2 hond land, Merten Janslant genaamd, onder Hoirn, buiten de Goeu tusschen den weg en den Holewech. Opten ses ende twintichsten dach in Octobry int jaer ons Heren Duysent vierhondert drieentnegentich. O. (Inv. n°. 830) P. Gesch. Zegels van schepenen Claes Janz. en Dirck Yrerericz. Gr. W. G. 1148. 1493 November 18. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Welmoet Jan Hetsz. weduwe aan kerkmeesters van de Parochiekerk heeft verkocht, 2 hond 40 roeden land, in Goudsmitslant onder Swaech. Opten achtiensten dach in Novembry int jaer ons Heren Duysen vierhondert drie ende tnegentich. O. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Hermz. en Claes Janz. Gr. en Br. W. G. 1149. 1493 December 21. _ Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Melys Florysz. aan kerkmeesters van de Parochiekerk voor de rechte armen heeft verkocht, een hond land min 8 roeden, gelegen in Goudsmitslant onder Swaech. Opten enen twintichsten dach in Decembry int jaer ons Heren Duysent vierhondert drie ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Hermz. en Heynric Pieterz. Gr. en Br. W. G. 1150. 1494 Januari 18. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Dirck Janz. aan heer Symon Janz., priester, heeft verkocht een rentebrief van een Rijnschen gulden met een schatbrief en eene kwijtschelding van de beide genoemde brieven, op de helft van een huis en erf in de Nyestege bij de steenen brug, ten zuiden grenzend aan St. Ceciliaconvent. Upten achtiende dach in Januario int jaer ons Heren Duysent vierhondert vier ende tnegentich. O. (Inv. n°. 811) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Hermz. en Jan Ellertz. Gr. W. G. 1151. 1494 Januari 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Huiszittenvoogden aan Jan Aerntz. hebben verkocht eén huis en erf in de Cruusstrate. Upten twintichsten dach in Januario int jaer ons Heren Duysent vierhondert vier ende tnegentich. O. (Inv. n°. 1021) P. G. Zegels van schepenen Andrys Dircz. en Dirck Yrericz. Gr. W. G. 1153. 1494 Januari 22. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Heyn Geerrytz. aan kerkmeesters van de Parochiekerk voor de rechte armen heeft verkocht 5/g morgen 21 roeden land onder Wognom. ' Upten twee ende twintichsten -dach in Januario int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 727) P. G. Zegels van schepenen Andrys Dirckz. en Claes Jan Hermsz. Br. en Gr. W. Gesch. 1153. 1494 Januari 31. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Aernt Janz. aan kerkmeesters van de Parochiekerk voor de rechte armen heeft verkocht V2 morgen 10 roeden land, in Goutsmitslant onder Swaech. Upten laysten dach in Januario int jaer ons Heren Duysent vierhondert vier ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Hermsz. en Heynric Pieterz. Gr. W. G. Amstelredam verklaard heeft, de kusten van het land te hebben ontvangen, verder afstand doende van al zijne aanspraken. Den XVten dage in Julio int jair ons Heren Dusent vierhondert seven ende tnegentich. O. (Inv. n°. 727) P. G. Zegels van schepenen Jan Ellertsz. en Claes Jansz. Gr. W. Gesch. 1192. 1497 Augustus 18. De graaf van Egmondt, heer tot Bair etc., stadhoudergeneraal, en de andere raden van Hollant enz., gelasten Hoirn afgevaardigden naar Liere in Brabant te zenden, voor de dagvaart van alle staten op 28 Augustus. Gescreven inden Hage upten XVIIIen dach van Augusto anno XCVII. O. (Inv. n°. 169). Pap. G. Zegel verdwenen. 1193. 1497 September 4. Harderwijck schrijft Hoern, dat een vrijgeleide naar Amsterdamme is gezonden voor die stad en de andere Hollandsche steden in den Waterlande, voor de dagvaart op O. L. Yrouwedag e.k. (8 September), en verzoekt de stad hun poorter Reyner Heymansz., op het blokhuis gevangen, tegen dien tijd vrij te laten. Gescreven nostro sub secreto op Manendaige post Decollacionis Johannis anno etc. XCVII. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. Vergelijk het Traetaet van Harderwijck van 11 Augustus. Inv. n°. 137 en de burgemeestersrekening van 1497 hl. 31 v°.—37 r°. 1194. 1497 September 5. Dirck Jansz. en Yelle Rippisz. verkoopen aan HuiszittenArmenmeesters het land, dat hun beiden is toegetuigd onder Burchorn, en staan af de andere landen, door wijlen Dirck Jacopsz. aan de Armen geschonken. Int jair ons Heeren Duysent vierhondert sevenentnegentich opten vijfften dach in September. 0. (Inv. n°. 1034) Pap. Gesch. Met handteekeningen van pastoor \Y oltert van Barsingehorn en pastoor Ysbrant van Schagen. 1195. 1497 September 12. Harderwijck verzoekt Hoern om inlichtingen over hun poorter Reyner Heymansz., die nog steeds op het blokhuis gevangen zit. 1200. 1498 Januari 22. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Geryt Willemsz. en Janne koopman Aerjans weduwe, aan St. Marienconvent hebben verkocht eenig land onder Hoirn, in het molenland in de Gouwe, buiten de Koepoort. Den XXIIten dage in .Januario inden jaire ons Heren Duysent vierhondert acht ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 830) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Ellertz. en Claes Jansz. Gr. W. Gesch. en G. 1201. 1498 April 3. Phelips, aartshertog van Oistrijck, staat op verzoek aan Hoirne toe, dat niemand land binnen eene mijl afstands van de stad aan kloosters of geestelijke personen mag verkoopen, en dat niemand binnen 500 roeden van de stad wijn of bier mag slijten of tappen. Gegeven in onse stede van Brugghe den derden dach van April int jaer ons Heeren Duisent CCCC zeven ende tneghentich voor Paesschen. O. (Inv. n°. 98) P. G. Zegel met contrazegel van Philips W Gesch. Afschrift Inv. n°. 117 bl. 41 r°. Inv. n°. 119 bl. 103. Gedrukt: v. Marle. Hoorn blz. VIII. 1202. 1498 April 24. Heinrick, bastaard van Nyenroen, verklaart door Hoern wel voldaan te zijn voor het groote steenen huis en erf aan den Roden steen, ten zuiden gelegen aan de Proestganck. Gescreven int jaer ons Heren Dusent vierhondert acht ende tnegentich op den XXIIII dach inden Apryll. 0. (Inv. n°. 538) P. G. Het zegel van Heinrick van Nyenroen is verdwenen. 1203. 1498 Mei 16. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Marten Pietersz. aan de Huiszitten-Armen heeft verkocht 10 deimpten land onder Beets, Nuewers Weer genaamd, tusschen den weg en de watering. Den sestiensten dage in Meye int jair ons Heren Duysent vierhondert acht ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 1033) P. G. Zegels van schepenen Dirc Arysz. en Jan Claesz. Br. W. G. 1204. 1498 Mei 17. T Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Jan Jansz. en Jan Arysz. aan de Huiszitten-Armen hebben verkocht een morgen land onder Westerblocker. Den seventiensten dage in Meye inden jaer ons Heeren Duysent vierhondert acht ende tnegentich. O. (Inv. n°. 1029) P. Gr. Zegels van poorters Pieter Wiggersz. en Mathijs Gerbrantsz. Gr. W. G. 1205. 1498 Juni 7. Anno Domini Millesimo quadringentesimo nonagesimo octavo, indictione prima, pontificatu sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina favente gratia pape sexti, anno sexto, mensis Junii die septima, horas quarta vel quasi post vesperas. Aleidis Johannesd. zuster van St. Cecilieconvent, geeft bij schenking onder de levenden aan het convent een huis en hof, gelegen in de wijk bij de brug tegenover het convent, haar vermaakt door haar oom heer Symon Johannesz. van Leiden, priester. Acta sunt hec sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. O. (Inv. n°. 811) P. G. Met het merk van den notaris Nicolaus Judocusz. 1200. 1498 Juli 14. Philips, aartshertog van Oistennjck, gelast den eerstgezworen deurwaarder, voor den Grooten Raad te dagvaarden stadhouder en de kamer van de Raad van Hollant, benevens andere belanghebbenden, in zake een vonnis tegen Hoorn, aangaande het openzetten der sluizen aldaar, toen de drie kloosters van de Derde Orde van St. Franciscus bezwaar hadden gemaakt tegen de sluiting. Gegeven in onse stede van Bruessel den XIIlIen dach van Julio int jair ons Heeren Duysent vierhondert acht ende tnegentich. O. (Inv. n°. 834) P. G. Grootzegel met contrazegel van Philips. E. W. Gesch. Met aangehechte oorkonde van 2 Augustus. 1207. 1498 Augustus 2. Willem de Latre deurwaarder, oorkondt, dat hij de kamer van den Raad van Hollant en de andere belanghebbenden tegen 6 September e.k. voor den Grooten Raad heeft gedagvaard. Upten dach ende int jaer als boven (upten Ilen dach van Augusto anno XIIIIcXCVIII). O. (Inv. n°. 834) P. G. Met handteekening van de Latre. Aangehecht aan de oorkonde van 14 Juli. 1208. 1498 Augustus 11. Symon Aelbrechtsz. van Assendelf, pensionaris van Hairlem, schrijft aan Hoorn, dat hij na het vertrek van de Hoornsche heeren uit Bruessel, met burgemeester Gheryt van Berckenrode bij den kanselier is geweest om over hunne gemeenschappelijke belangen te spreken; maar nu moeten zij terug en dus raden zij aan, den pensionaris van Hoorn of een ander te zenden, om een oog in het zeil te houden. Ghescreven metter haest te Bruessel des Saterdaechs na Sinte Lourijsdach anno XCVIII. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Met handteekening van den Haarlemschen Pensionaris. 1209. 1498 October 1. Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Lyefve Jacob Willem Saers weduwe c.s., van Hairlem, aan HuiszittenArmen hebben verkocht de helft van vier morgen land onder Oisterblocker, ten noorden van de Gouwe. Den eersten dage van October int jair ons Heeren Dusent vierhondert acht ende tnegentich. O. (Inv. n°. 1029) P. G. Zegels van schepen Mourijs Dircxz. en poorter Pieter Wiggersz. Gr. W. G. en Gesch. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 hl. 11 v°. 1210. 1498 October 21. Schepenen in Sybekarspel en Benninckbroeck oorkonden, dat heer Maerten Peetersz., pastoor van Benninckbroeck, aan St. Pietersdal heeft verkocht 3/2 morgen land in Benninckbroeck ten zuiden van de Gou, en zijn woonhuis aan St. Pietersdal heeft geschonken, waarvoor hij in de conventskerk wenscht te worden begraven. In jaer ons Heren XIIIIC ach en neghentich opten XXI dach in Octobri. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 43 v°. 1211. 1498 December 16. •Johan van Denemarcquen, S weden, Nor wegen enz. staat 1238. 1499 October 11. Albert Jansz., burgemeester van Hoern, oorkondt, dat heer Dirck van Zuylen, ridder, burgemeester van Utrecht, als scheidsrechter heeft bepaald, dat Heynrick de bastaard van Nyeuweroede aan Hoern zal kwijtschelden een erfje aldaar,* bij het groote steenhuis; de stad aan hem, haar eisch van 9 gouden Rijnsche guldens; en dat van Nyenrode aan den schout van Bruekelen, verltooploon voor een huis en boete voor haar burgers moet betalen. Opten XI dach van Octobri anno XCIX. 0. (Inv. ii0. 538) Pap. Gr. Met handteekening van Albert Janz. 1229. 1499 November 3. Claes Corff verzoekt aan Horne, hem binnen tien dagen de rest van 245 pond 10 stuivers te betalen, aangezien hij slechts 125 pond heeft ontvangen. Gescreven t Alcmaer up desen Zondach derden dach in Novembri anno XCIX. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 1230. 1499 December 8. Philips, aartshertog van Oestenrijck, geeft eene muntordonnantie voor Hollant, Zeelant en Vrieslant. Gegeven in onse stad van Ghent den VlIIten dach in Decembri, int jaer ons Heeren Duysent vierhondert negen ende tnegentich. Afschrift Inv. n°. 118 bl. 27 r°. 1231. 1500 Januari 26, Fabriekmeesters van de Parochiekerk nemen meester Jacob aan tot steenhouwer, om van 's morgens 5 tot 's avonds 7 uur voor een oört van een gouden Rijnschen gulden te werken, ingaande 's daags na St. Geertruidendag (18 Maart 1500). Upten sess ende twintichsten dach in Januario anno vijftienhondert. 0. (Inv. n°. 716) Pap. Gesch. en gedeeltelijk verloren. Chirograaf. 1232. 1500 Maart 26. Schepenen in Wijdenes oorkonden, dat Huiszitten-Armenvoogden aan Jacop Heynsz. hebben verkocht, 2/:; deel van land onder Wijdenes, aan den Meuwech. Int jaer ons Heren Duysent vijfhondert den sessentwinchtichsten dach in Martio. Inv. n°. 1030. Afschrift Pap..G. van 26 October 1598 door secretaris Cort van Hoorn. 1233. 1500 Mei 22. Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Lijsbeth Jan Claes die Waels-weduwe aan het altaar van den Soeten Name Jhesus en St. Anna, in de St. Anthoniskerck binnen Hoirn, heeft geschonken een morgen land onder Oesterblocker. Int jair ons Heren Dusent vijfhonderd op ten XXIIsten dach in Meye. O. (Inv. n°. 760) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Wiggersz. en Mourijs Dircxz. Gr. W. G. 1234. 1500 Juli 24. Schepenen in Nyedorp oorkonden, dat Jacop Simonz., Simon Claesz. die Wilde als voogd van zijne zuster Aecht c.s. aan de Huiszitten-Armen hebben verkocht 4 '/2 snees land in Brouwersfen onder Nyedorp. Int jair ons Heeren Duysent vijfhondert upten vyer ende twintichsten dach van Julio. O. (Inv. n°. 1033) P. G. Zegel van poorter Cornelys Mathijsz. Gr. W. G. 1235. 1500 Augustus 30. Stadhouder en Raden in Hollandt, Zeelandt en Vrieslandt stellen in een proces tusschen graaf Eezaert van Oostvrieslandt en de Staten van Hollant en Vrieslant, over eene dankbaarheidsgift aan den graaf, wegens bedwinging van den hoveling Eedo Wymekyn, de gift op 3900 gulden. Opten XXXen in Augusto int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 42 r°. 1230. (15e Eeuw). Yredemakers en kerkmeesters van Wognum schrijven aan Hoorn, dat al de dorpen onder den zwaren Soutendijc, evenals Wognum, hunne slechte omstandigheden zullen uiteenzetten aan den landsheer, opdat de Noorderdijk, waarvan hun aller heil afhangt, in goeden staat moge geraken; de toestand van het dorp is aan Hoirn voldoende bekend, maar de kerk vooral, verkeert in treurige geldelijke omstandigheden. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zonder zegel. Soutendijc vgl. Eeg. n°. 703. 1237. Einde 15e eeuw. Hoern verzoekt den graaf van Egmonde, heer tot Bair etc., stadhouder-generaal, den president en de raden van Hollant enz., om een mandement van betaling, aangezien de stad volgens lastgeving van commissarissen vaii het Hof aan de kapiteins van de Zuiderzee, aan kapitein Dirick Jansz. geleverd heeft (volgens zijne kwitantie, aan schipper Claes Walichsz. met knecht) 12 stuivers per dag voor liet gereedhouden van een coggescip mit artelerie, en aan Pieter Claesz. 4 Philippusguldens per maand voor liet gereedhouden van een baersse mitte artelerie heeft betaald, blijkens aangehechte (maar thans verdwenen) kwitanties. Inv. n°. 352. Gelijktijdig afschrift Pap. Gesch. Vermoedelyk in verhand met den brief van 5 Juli 1491. 1238. Einde 15e eeuw. Claes Jan Hermanz. schrijft aan Pieter Taemz. en Claes Pieterz., poorters van Hoern, over besprekingen met (procureur) Eelbert van Loe, aangaande Jan Raewestein, en over besprekingen met (rentmeester) Claes Coerf. Ghescreven op Woensnesdach voer Oens Lyefroeu (15 Augustus). O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. Eind 15e eeuw komen deze personen voor. Ygl. Burgemeestersrekening 1502 bl. 3 r°. 1239. Einde 15e eeuw. Tyman van Waeveren maant Hoern wederom aan, hem zijne vordering te voldoen, aangezien hij te Harlem een last koren van een poorter van Hoern heeft bekommerd, waarvoor schipper Aerys Jacopz. borgen heeft gesteld. Ghescreven haestych op Woensdach nae Alre Kynderendach (4 Januari). O. (Inv. n°. 169) Pap. Gesch. Zegel verdwenen. 1240. Begin 16e eeuw. Broeder -Herek, prior, en het convent van St. Pietersdal, bekennen van Karstijn Simon-Claesweduwe, van Hoorn, wonende te Amsterdam, te hebben ontvangen twee morgen land onder Swaech en 3'/2 morgen onder Westwoud, voor eene vicarie van vijf missen per week, en beloven het land terug te geven, wanneer een famielid, als priester den dienst zal kunnen waarnemen. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 35 r°. 1241. 1501 Februari 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Dirck Gerytsz en Vien Outgersz. aan St. Ceciliaconvent hebben verkocht, een huis en erf in de Nyen Stege. Opten twintichsten dach in Februario inden jaer ons Heren Dusent vijffhondert ende een. 0. (Inv. n°. 811) P. Gr. Zegels van schepenen Rembout Nelisz. en Geryt Martensz. Gr. W. Gr. 1242. 1501 Februari 25. Phelips, aartshertog van Oestrijck, gelast zijn kanselier en andere dienaren, bekend te maken dat, met uitzondering van landsvijanden en majesteitschenners, aan een ieder die naar Brugge en andere plaatsen wil trekken waar de bisschop van Dornycke aflaten ter eere van het jubeljaar verleenen zal, vrijgeleide wordt gegeven. Gegeven in onse stede van Ghendt opten XXVen dach van Februario int jaer ons Heeren Duysent ende vijffhondert. Inv. n°. 706. Gelijktijdig afschrift P. G. 1243. 1501 Juni 18. Schepenen in Widenes oorkonden, dat Jan Jacopsz. van Amsterdam, aan Jacop Heynz. heeft verkocht, een morgen land min een marck, in Zuelleweyd. Int jair ons Heren Vijftienhondert ende een den achtienden dach in Junio. 0. (Inv. n°. 1030) P. G. Zegels van schepen Wouter Folkerts, en van Florys Claesz. Gr. W. Gesch. 1244. 1501 Augustus 25. Geryt van Berkenrode verkoopt aan Hoerne een huis en erf aan' den Royesteyn, ten noorden grenzend aan het stadhuis. Upten vijf ende twintichsten dach in Augusto int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende een. O. (Inv. n°. 538) P. G. Zegel van Florys Bolle Gr. W. G. 1271. 1504 Januari 7. Claes Corff zendt aan Hoern afschrift van eene door hem uit den Hage ontvangen ontheffing ten behoeve van de vijf steden, met verzoek den volgenden dag afgevaardigden naar Alcmair te zenden, om daarover te beraadslagen. Gescreven te Alcmair op desen Sonnendaeh als den VIIen dach van der maendt van Januario anno XVC ende drie secundum cursum curie Hollandie. O. (Inv. n°. 169) Pap. Gr. Zegel verdwenen. 1272. 1504 Februari 8. De graaf van Egmont, heer tot Bar etc., stadhoudergeneraal, en de andere raden van Hollant enz., voldoende aan de lastgeving uit Mechelen van den landsheer, van 14 November 1.1., raden den heer van Mangny, ridder, kanselier van den aartshertog aan, gunstig te beschikken op het verzoekschrift van Hoorne, dat een poorter bij doodslag uit noodweer, zijn goed tegen 60 pond aan de grafelijkheid, mag vrijen. Gescreven inden Haghe upten Villen dach in Februario anno XVc ende drie secundum cursum curie. O. (Inv. n°. 99) Pap. Cr. Zegel verdwenen. Met bevestigende apostille van 22 Augustus 1504. 1273. 1504 Juni 8. Broeder Herck Claesz., prior, en St. Pietersdal, verkoopen aan Katrijn Willems Janz. weduwe in Hem, een morgen zaadland, Wouter Hemszlant genaamd, onder Hem, voor acht Rijnsche guldens jaarrente. Int jaer ons Heren XVC ende vier op ten achten dach in Junio. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 45 r°. 1274. 1504 Juni 15. Burgemeesters in Hoirn oorkonden, dat Arys Jansz. c.s., poorters te Wijnes, aan Dirck Arysz. en Jan Claesz. Soop, te Hoirn volmacht hebben gegeven tegenover Meester Jacob Jonge Jacobz., van Amsterdam. Opten vijftienden dach in Junio int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende vier. O. (Inv. n°. 1030) Pap. G. Het opgedrukt zegel van zaken Gr. W. is verdwenen. Stadhouder van Gelre is graaf' Hendrik van Nassau, Si.ichtenhorst blz. 322. Vergelijk: Nijhofk, Gedenkwaardigheden 6® deel le stuk blz. XCII v. 1306. 1506 Augustus 14. Het Hof van Hollandt veroordeelt de Vier Koggen van Medemblick, aan Adrien Gherritsz., pachter van de visscherij in de sluis te Medemblick, tot 50 pond te betalen voor de onkosten van herstelling der sluis. Actum Xlfflen in Augusto anno XV<' ende zes. Afschrift (Inv. n°. 1095) bl. 90 r». 1307. 1506 Augustus 24. Broeder Johannes Nicolausz. van Beerhem, prior van het Regulierenconvent in Nazareth, verzoekt den proost van West-Friesland, de benoeming te bevestigen van Theodericus Johannesz. tot possessor van eene vicarie op het altaar van St. Jan Baptist in de Parochiekerk te Hoirn, openstaande door het overlijden van heer Johannes Jodocusz. Datum anno Domini Millesimo quingentesimo sexto, vicesima quarta die mensis Augusti. 0. (Inv. n°. 737) P. G. Zegel van prior Jan Claesz. van Beerhem Gr. W. G. Nazareth bij Breedevoort. (Zie n". 1255.) 1308. 1506 September 7. Nicolaus de Lavennis, proost van West-Friesland, bevestigt de benoeming van Theodericus Johannesz. tot possessor der vicarie op het altaar van St. Jan Baptist in de Parochiekerk te Hoirn. Datum anno Millesimo quingentesimo sexto, septima die mensis Septembris. 0. (Inv. n°. 737) P. G. Zegel van de proosdij van WestFriesland R. W. Gesch. Aan de achterzijde oorkonde van notaris Johannes JohannesSymonz. 1309. 1506 September 7. Notaris Johannes Johannes-Symonz. bevestigt heer Cornelius Wilhelmusz., priester, in het bezit van eene vicarie tegenover die op het altaar van St. Jan Baptist in de Parochiekerk te Hoirn. Acta sunt hec in Parochiali ecclesia sepedicta de Hoirn, anno Millesimo quingentesimo sexto mensis Septembris, die vero septima. Aan de achterzijde van de gelijktijdige oorkonde van Nicolaus de Lavennis. 1310. 1506 October 2. De koning van Castillen stelt, in het proces voor den Grooten Raad tusschen Hoirn en Zwach, de stad in het gelijk en veroordeelt het dorp in de proceskosten. Aldus gedaen ende uytgesproken te Mechelen den tweesten dach van Octobri int jaer Duysent vijf hondert ende zesse. 0. (Inv. n». 241) P. G. 1311. 1507 Januari 23. Melys Claesz. en Jan Frericxz. van Monykedam, koopen St. Ceciliaconvent te Hoirn uit, voor de goederen, het convent aanbesterven van wege zuster Lijsbeth Claesd. door het overlijden van haar vader Jong Claes, en nog aan te besterven bij overlijden van haar moeder Corstijn, en wel voor 35 Rijnsche guldens, te betalen bij overlijden van Corstijn, en welke som zij ook zullen voldoen indien Lijsbeth vóór haar moeder komt te sterven. Int jair ons Heren vijftienhondert seven den XXIIIsten dach in Januario. 0. (Inv. n°. 809) Pap Gesch. Chirograaf met handteekening van den notaris Claes Joestz. priester. 1313. 1507 Januari 27. Symen Jansz. c.s. verkoopen aan Huiszitten-Armen twee deimpten land onder Westerblocker. Int jair ons Heren vijftienhondert ende seven den XXVIIei) dach in Januario. O. (Inv. n°. 1029) P. G. Zegels van burgemeester Claes Pietersz. Ruyghe en Dirc Arysz. Gr. W. G. Mede in afschrift Inv. n". 1010 bl. 7 r°. 1313. 1507 Febr. 12. Pieter Reyloffz., rentmeester van exspergi door Westvrieslant oorkondt, dat Symon, schoenmaker in Sneeck, als erfgenaam van zuster Jacop, overleden in St. Marienconvent, hem in handen heeft gesteld al de goederen die zij het convent besproken had. Int jair ons Heren vijftienhondert seven den XLI'-n dach in Februario. ' 0. (Inv. n°. 829) P. G. Zegel van Pieter Reyloffz. Gr. W. G. 1314. 1507 Maart 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Claes Jansz. aan kerckmeesters, voor de armen, heeft verkocht de helft van Pieter Gastenweyd, tot Keirn. Int jair ons Heren Duysent vijfhondert seven den twintichsten dach in Maerte. O. (Inv. n°. 724) P. Gr. Zegels van schepenen Gerbrant Heynsz. en Jan Taemsz. Br. W. G. en Gesch. 1315. 1507 April 11. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Oude Jan Jan Gorysz. aan de armen van de Parochiekerk heeft verkocht 111/2 hond min 5 roeden land onder Zwaech, in eene weide van de kerkarmen, ten oosten grenzende aan land van de Begijnen van Medemblic. Int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende seven upten elften dach in Aprill. O. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van schepenen Jan Jansz. van Leeck en Dirck Arysz. Gr. W. G. Begijnen te Medemblik: daarmede worden bedoeld de nonnen van de kloosters der Orde van St. Franciscus. Römer I, blz. 555. 1316. 1507 Mei 7. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Almer Jansz. en zijne vrouw Yef, aan de Huiszitten-Armen en de kerkarmen hebben geschonken een huis en erf op Venidzen. Int jair ons Heeren Duysent vijfhondert ende seven upten sevenden dach in Meye. O. (Inv. n°. 1021) P. G. Zegels van schepenen Jan Jansz. van Leeck en Dirck Arys. Gr. W. G. Venidzen, vgl. Velius blz. 36, naar Venetië genoemd, in Schotboek Inv. n°. 380 + 1436 heet het Yenegen; in Enkhuizen, Alkmaar en Purmerend komt deze naam, gewijzigd, nog voor. 1317. 1507 Mei 10. Schepenen in Alckmaer oorkonden, dat Meester Wouter Claesz. van Avenhoirn met zijne vrouw, mede namens hunne dochter, zuster te Bethleem in Westerblocker, aan dat convent hebben geschonken de helft van vijf koeweiden onder Alckmaer, om uit de opbrengst eene wekelijksche mis van het Heilige Sacrament en ook hun jaargetijde te laten doen, en uit het overschietende de zusters te onthalen; 30 bij niet-volbrengen dier voorwaarden, zal het geschonkene aan St. Pietersdal komen. Opden Xten dach in Mayo in jaer XV° ende zeven. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 34 r°. 1318. 1507 Juli 3. De afgevaardigden van de vier Drechterlandsche koggen, te Hoeren vergaderd, komen, na geschil over het artikel van het octrooi, dat de dijkgraaf binnen Enchusen moet wonen, overeen, dat ieder hunner volgens loting een jaar lang het dijkgraafschap zal bedienen, en dat de dijkgraaf dan in die kogge moet wonen. Upten derden dach van Julio anno XVC ende zeven. Inv. n°. 1109 Afschrift P. G. van 28 September 1610. Met handteekening van den stadssecretaris J. C. Cort. 1319. 1507 September 5. Frans Dircxz., procureur in de Kamer van den Raad van Hollant, schrijft aan Hoern over de bemoeiingen van IJsbrand Pietersz., secretaris van het Hof van Hollant en pensionaris van Rotterdamme, en van Mr. Christoffel Boudijnsz., in een proces over het Goudsche bier. Gescreven haestelyck inden Hage den Ven dach in Septembri anno XVc zeven. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel verdwenen. 132©. 1507 September 13. Christiernn, recht erfgenaam van Noorwegen, gekoren koning van Denemarcken en Sweeden enz., bevestigt de vrijheden door zijne voorvaderen aan Amsterdam verleend en geeft er nog verschillenden voor de kooplieden op Noorwegen. Datum Bergen, am Heyligen Kruysavondt Exaltationis nach Christi geboorte XVc unde zevenden jaere. Afschrift Inv. n°. 488 bl. 23 v°. Gedrukt: Handvesten van Amsterdam blz. 57. Dapper blz. 141. 1321. 1508 Januari 10. Schepenen van Hoirn oorkonden, dat Thaems Pietersz. van Alcmair en vele Hoornsche schippers, onder eede hebben verklaard, hoeveel zij het vorige jaar 1507 aan de Goudsche sluis van hunne goederen hebben moeten betalen. Int jair ons Heren Dusent vijfhondert ende achte den tienden dach in Januario. 0. (Inv. n°. 466) P. G. Onderaan is eene strook afgesneden zoodat de zegels ontbreken. 1322. 1508 Januari 28. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Brecht Jan-weduwe c.s., en Pieter Taetsz., samen aan de Huiszitten-Armen hebben verkocht l3/4 morgen land in eene weide onder Wognum. Anno MCCCCCVIII upten XXVIIIe" dach in Januario. Afschrift Inv. n°. 1010 bl. 13 v°. 1323. 1508 Februari 21. Adrianus Ram, proost van West-Friesland, bevestigt heer Theodricus Nicolausz., priester, door de patroons heer Petrus Nicolausz. en meester Gerardusz., priesters, vicarissen in de Parochiekerk, en Andreas Theodricusz. en Albertus Johannesz., leeken, in het bezit der vicarie op het Maria-altaar in de kapel van St. Ceciliaconvent, opengevallen door het overlijden van heer Johannes Johannesz. Datum anno Millesimo quingentesimo octavo, in profesto Petri apostoli ad cathedram. 0. (Inv. n°. 815) P. G. Zegel van Adrianus Ram R. W. Zeer Gesch. Aan de achterzijde de notarieele verklaring van de bevestiging door Nicolaus Judocusz. 1324. 1508 April 17. Anno Domini Millesimo quingentesimo octavo, indictione undecima, mensis Aprilis die vero decima septima, hora decima vel quasi ante meridiem, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Julii divina favente gracia pape secundi, anno quinto. Burgemeesters van Hoirn teekenen appel aan bij den Grooten Raad tegen de aanmaning van Augustijn van Teylingen, rentmeester van West-Friesland, om hem binnen vier dagen 2625 pond voor den omslag over Hollant en Vrieslant te voldoen, of anders burgemeester .Jacop Walravensz. en schepen Claes Pietersz. Rughe naar den Hage in gijzeling te zenden. Acta sunt hec in opido Hoirnensi in camera consilii prefati opidi, sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu quibus supra. 0. (Inv. n°. 356) P. Gr. Met liet merk van den notaris Nicolaus Judocusz. Mede in afschrift Inv. n°. 1974. 1325. 1508 April 18. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat kerkmeesters aan Gryet Pieters van Gysp en haar neef Jan Jansz. hebben verkocht eene lijfrente van zes Rijnsche guldens. Den achtiendach in April int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert ende acht. Afschrift Inv. n°. 718 bl. 15 r°. 1326. 1508 Juni 5. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Claes Meusz. en Griet Myusd. aan St. Pietersdal hebben verkocht, twee huizen en erven ten westen van den Burchwal. Opten Vten dach in Junio anno XVc ende acht. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 44 v°. 1327. 1508 Juni 5. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Aecht Dircx met toestemming van verwanten en weesvoogden, aan de kerkfabriek heeft verkocht een huis en erf opt Noirdt, met twee belendende huizen aan den burgwal ten noorden van de Nieuwe-steech. Opten vijften dach in Junio anno vijftienhondert ende acht. 0. (Inv. n°. 724) P. G. Zegels van schepenen Symen Pieterz. Horn en Gerbrant Heynz. Gr. W. G. < 1328. 1508 Juni 13. Hairlem verzoekt aan Hoorne haar poorters aan te manen, Haarlemsch bier te blijven drinken en slijten als voorheen; sommigen hebben geweigerd dat te doen, dewijl het bier eens zout is geweest door het openzetten der Amsterdamsche — en lekkage der Spaarndammer sluizen, tengevolge waarvan het Spairnewater „dair men dagelicx uut brouwet" brak was geworden. Gescreven den XlIIen dach in Junio anno XVc ende acht. O. (Inv. n°. 169) Pap. G. Zegel van Haarlem Gr. W. Gesch. 1329. 1508 Juli 15. Schepenen van Hoirn oorkonden, dat kerkmeesters aan Aecht Dircxd. hebben verkocht eene lijfrente van 21 Rijnsche guldens. met zijne zuster Dieuwer, aan de Huiszitten-Armen hebben verkocht een morgen land onder Westerblocker. Upten twintichsten dach van Octobri int jair ons Heeren vijftienhondert negen. 0. (Inv. n°. 1029) P. Gr. Zegels, van schepen Pieter Wiggers Br. W. G. en poorter Jan Reynersz. Gr. W. G. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 5 v°. 1339. 1509. Claes Peterz. en zijne zuster Dyewe verkoopen aan Huiszittenvoogden de helft van het achterland, Lysbet Entytslant genaamd, voor 7 guldens lijfrente. Anno XVc ende neglien. O. (Inv. n°. 1029) Pap. G. Aan de achterzijde Lisbet Entislant Westerblocker. 1340. 1510 Januari 11. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan (. iaes ülaeszweduwe c.s. aan St. Ceciliaconvent hebben verkocht, een huis en erf in de Nieuwe Steech met een aangrenzend erf, benevens de helft van de Steech aan de oostzijde van dat huis en erf, voor eene jaarrente van 12'/2 stuiver, uit het verkochte te voldoen. Upten elften dach in Januario int jair ons Heren vijttienhondert ende thien. O. (Inv. n°. 811) P. G. Zegels van schepenen Claes Jansz. Moller en Claes Willemsz. Br. en Gr. W. G. 1341. 1510 Februari 26. . Schepenen van Westerwoud oorkonden, dat in een twist tusschen voogden van het altaar of de broederschap van den Soeten Naeme .Jhesus ende die Heylighe Vrouwe Sinte Annen in de St. Anthonyskerk te Hoern, en kerkmeesters van de Parochiekerk aldaar, de naaste buren bij zeventuig aan de broederschap hebben toegewezen een morgen land in een stuk land „die Bloken Ouddeel", onder Westerblocker. Int jaer ons Heren vijftyen hundert ende tien opten ses ende twintichsten dach in Februario. 0. (Inv. n°. 761) P. G. Zegels van Mathijs Pieterz. en Claes Reynerz.. poorters van Westwoud Gr. W. G. 1342. 1510 Juli 22. .. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Katrijn Orrebbers- weduwe aan kerkarmen heeft verkocht, eene erfpacht van twee Rijnsche guldens, uit een huis en erf in de Kercksteech, aflosbaar met den penning 15. Upten twe ende twintichsten dach in Julio int jair ons Heeren Viefthienhondert ende thiene. 0. (Inv. n°. 723) P. Gr. Zegels van schepenen Heyndirck Pietersz. en Jonge Jacob Claesz. Gr. W. G. 1343. 1511 Maart 10. Maximiliaen, keizer enz., geeft eenige bepalingen voor de bedijking van de Vier Noorder Koggen in het Oosterdijkgraafschap van West-Friesland. Gegeven in onsen stadt van Mechelen den thienden dach van Maerte tjaere ons Heeren Dusent vijfhondert ende thien. Afschrift Inv. n°. 1104 blz. 38. Gedrukt: Verslagen en Mededeelingen Oud Vaderlandsch Eecht II, blz. 226—238. 1344. 1511 Maart 16. Cristiernn, gekoren koning van Dennemarghen en Swedenn enz., staat aan Horn toe, op alle havens en steden van Norwegen en vooral op Bergen handel te drijven, mits de tollen betalende. Datum Copenhagenn an Sunte Ciriacus dage des hilligen martelers im jare unsses herenn Vefftemhundert dar nha am elfften. 0. (Inv. n°. 102) P. G. Geheimzegel van Christiaan R. W. G. Afschriften Inv. n°. 118 bl. 185 r°. Inv. n°. 488 bl. 25 v°. 1345. 1511 Mei 16. Het Hof van Hollant gelast in een proces tusschen den landsheer en Drechterlandt over schouw en keur van een drogendijk en mogelijke inlaag, dat, hangende het geding, gedaagden met het onderhoud van den oudendijk zullen voortgaan. Actum den XVI®" dach van Meye anno XVC elf. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 50 r°. Vgl. de volgende oorkonden. 1346. 1511 Juli 26. Het Hof van Hollant gelast in een proces tusschen den landsheer en Drechterlandt, dat Plorys van Wyngaerden met een of twee metgezellen en met die van Groetebrouck, een onderzoek naar de inlaag en den oudendijk zullen instellen. Actum XXVI in Julio anno XVc en elf. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 52 r°. 1347. 1511 Augustus 20. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Peeter Gerytsz. en Ghertruyt Peeter Willemsz.weduwe aan St. Pietersdal hebben verkocht l'/2 Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf aan de vesten. Opten drie ende XXten dach in Augusto int jaer ons Heeren XVC ende elff. Afschrift Inv. n°. 792 bl. 41 v°. 1348. 1511 October 4. Het Hof van Hollant geeft, in een proces tusschen den landsheer en Drechterlandt over eene inlaag, als uitspraak, dat deze, bij vorig vonnis verboden, toch gemaakt zal worden, waardoor Drechterlandt den oudendijk zal moeten onderhouden. Actum den lillen October XVC ende elf. Afschrift Inv. n°. 1095 bl. 48 r°. 1349. 1512 Januari 3. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Jacob Pieter Allertsz. aan Huiszitten-Armen heeft verkocht, zeven hond land onder Wognum. Upten derden dach in Januario int jaer ons Heeren Duysent vijfhondert ende twalef. Afschrift Inv. n°. 1010 bl. 10 v°. 1350. 1512 Januari 28. Schepenen in Hoerne oorkonden, dat Claes Jan Ysbrantsz. aan de Huiszitten-Armen heeft verkocht 'ƒ4 van 3 morgens en 20 roeden land onder Zwaech. Upten acht ende twintichsten dach in Januario int jair ons Heeren Duusent vijfhondert ende twaleff. O. (Inv. n°. 1028) P. G. Zegels van schepenen Cornelys Claesz. en Jacob Walravensz. Gr. W. G. Mede in afschrift Inv. n°. 1010 bl. 7 v°. 1351. 1512 Mei 27. Schepenen in Hoorne oorkonden, dat Bette Koppijn Cornelysz.-weduwe aan de stad heeft verkocht, haar aanspraken op een huis en erf op den hoek van de Pompsteech. 1154. 1494 Februari 26. Schepenen in Bennincltbroeck oorkonden, dat (jnerbrant Jansz. bekend heeft aan St. Pietersdal schuldig te zijn, 6 gouden Rijnsche guldens jaarrente uit zijn huis, werf en 10 morgen land. . Int jaer ons Heren MI1II'' ende vier en neghentich opten ses ende twintichten dach in Februario. Afschrift Inv. n° 792 bl. 39 v°. 1155. 1494 Maart 5. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Gerbrant Zwiertz. aan Herc Janz. heeft verkocht, den rentebrief van 15 Januari 1474 en den verkoopbrief van 2 October 1475. Upten vijften dach in Marcio int jair ons Heren Duysent vierhondert vier ende tnegentich. O. (Inv. n°. 833) P. Gesch. Zegels van schepenen Andrys Dircz. en Heynrick Pieterz. Gr. W. G. Doorgestoken hij de oorkonden van 15 Januari 1474 en 2 Octoher 1475. 1156. 1494 Maart 18. ... Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Huiszittenvoogden aan Heynrick Pieterz. hebben verkocht een huis en erf met een rentebrief van een Wilhelmusschild daaruit, in de Cleyne Havensteege. Upten achtyensten dach in Marcio int jaer ons Heren Duysent vierhondert vier ende tnegentich. O. (Inv. n°. 1021) P. G. Zegels van schepenen Claes Jan Hermz. en Jan Ellertz. Br. W. G 1157. 1494 April 13. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Claesz. en Aef Jacopsd. elkaar verzekerd hebben in het bezit eener lijfrente van 7 Rijnsche guldens uit zes morgen land onder Wognom, Valkenburchs weyde genaamd. Upten dertyensten dach in April int jaer ons Heren Duysent vierhonderd vier ende tnegentich. O. (Inv. n°. 727) P. G. Zegels van schepenen Jan Janz. Leeck en Elbert Janz. Gr. W. Yrij gaaf. Met aangehechte oorkonde van 3 December 1502 Heg. n°. 1256. 1158. 1494 April 26. Maximiliaen, Roomsch-koning, en Philips, aartshertog van Oestenrijck, gelasten den stadhouder van Hollant, Zeelant en Vrieslant, den schouten van Dordrecht, Leyden, Haerlem, Amsterdam, en den eerstgezworen deurwaarder van den Grooten Raad, Holsteinsche onderdanen aan te houden, zoolang tot meester Jan Jansz. van Haerlem schadeloos is gesteld voor de inbeslagneming van eene lading koren door onderdanen van hertog Vrederick van Holsten. Gegeven in onse stede van Mechelen den XXVisten dach van April int jaer ons Heeren Duysent CCCC viere ende tnegentich ende van den rijcke van onse coninck te wetene van den Roemschen tnegenste ende van dien van Hungerien tvierde. Inv. ri°. 487. Pap. Gr. Gelijktijdig afschrift. 1159. 1494 Juni 27. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Pieterz. aan Geerryt Claesz. heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf in de Nyestege, aflosbaar met den penning 15. Upten seven ende twintichsten dach in Junio int jaer ons Heren Duysent vierhondert vier ende tnegentich. 0. (Inv. n°. 1024) P. Gr. Zegels van schepenen Jan Janz. Leeck en Jan Janz. van Neck Gr. W. Gesch. en G. llttO. 1494 Juli 22. Maximiliaen van Qestenrijck gelast den eerstgezworen deurwaarder van den Grooten Raad, Jan Jansz. van Hairlem te helpen om schadevergoeding te krijgen voor goederen, hem afgenomen door onderdanen van hertog Frederick van Holsten, en schout en schepenen van Amsterdam te dagvaarden, aangezien zij geweigerd hebben beslag te leggen op goederen van Holsteinsche onderdanen. Gegeven in onser stede van Mechelen den XXII<:n dach in Julio int jair ons Heren Dusent vierhondert viere ende tnegentich ende van den rijcke van ons coninck te wetenne vanden Roomschen tnegenste ende van dien van Hongarien etc. tvierde. Inv. n°. 487. Pap. G. Gelijktijdig afschrift. 1161. 1494 September 25. Burgemeesters, schepenen en raden van Hoern bekennen aan Henrick den bastaard van Nyenroede volgens zijn brief schuldig te zijn 9 Rijnsche guldens rente uit de hofstede, welke zij betalen zullen op St. Ponciaen (14 Januari) 1495. Opten vijf ende twyntichsten dach in Septembry int jair ons Heren Dusent vyrhondert vier ende tnegentich. Inv. n°. 538. Afschrift Pap. Vrij gaaf begin 16e eeuw met de oorkonden van 3 October en 25 September 1492. 1162. 1495 Februari 3. Schepenen in Spanbroec oorkonden, dat Jan Evertsz. aan voogden van het Armengasthuis heeft verkocht vijf morgens land, Bangertsgeest genaamd. Int jair ons Heren Dusent vierhondert vijf ende tnegentich opden derden dach in Februario. O. (Inv. n°. 882) P. G-. Zegel van Martyn Bestekint, schout van Spanbroec Gr. W. G. 1163. 1495 Februari 25. Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Aernt Claesz. c.s. aan St. Ceciliaconvent hebben afgestaan de erfenis door hun tante Geertruyt Aerntsd. in het convent ingebracht. Int jair ons Heren Duysent vierhondert vijff ende tnegentich opten XXVsten dach in Februario. O. (Inv. n°. 809) P. G. Zegels van schepenen Symon Claesz. Kuyser en Albert Jansz. Gr. W. G. 1164. (1495) Maart 10. Vredric Vredricsz., schout van Bruekelen, bekent van Hoorn te hebben ontvangen 9 enkele guldens van wege Henric den bastaard van Nyenroede, hem verschenen op St. Ponciaensdach 1495 (14 Januari). Opten tiensten dach van Mairt. O. (Inv. n°. 298) Pap. G. Met handteekening van Yredericsz. 1165. 1495 April 20. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Dirck Elbertz. met vrienden en verwanten van Ellert Pieterz. gezamelijk aan de Parochiekerk voor de rechte armen hebben geschonken 5'/j morgen land onder Swaech, gekocht uit de boete voor den doodslag op Pieter Ellertz., vader van Ellert bovengenoemd, onder voorwaarde dat kerkmeesters Ellert eene lijfrente zullen uitkeeren van 11 Eijnsche guldens, welke na zijn dood voor zielmissen ten bate der schenkers zal worden bestemd. Opten twintichsten dach in April int jaer ons Heren Duysent vierhondert vijf ende tnegentich. O. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van schepenen Gerbrant Dircxz. en Jan Janz. Leeck Gr. W. Gesch. lieC. 1495 Mei 1. Maximiliaen, Roomscli-koning, en Philips, aartshertog van Oistenrijck, gelasten den eerstgezworen deurwaarder, alle baljuwen, schouten en andere gerechtsdienaars van Hollant, Jan Jansz. van Hairlem, beter dan tot nu toe te helpen om door beslaglegging op goederen van Holsteinsche onderdanen, schadevergoeding te verkrijgen. Ghegeven in onser stede van Mechelen den eersten dach van Meye int jair ons Heren Dusent CCCC vivendetnegentich ende des rij eken van ons coninck te wetene troemschen thienste ende van Ungaerien etc. tvijfte. Inv. n°. 487. Pap. G. Gelijktijdig afschrift. 1167. 1495 Mei 20. Schepenen in Hoern oorkonden, dat Geerryt Claesz. aan kerkmeesters ten behoeve van de kerkarmen heeft verkocht, de helft van 4 morgen min een vierendeel en 30 roeden land onder Swaech. Opten twintichsten dach in Meye int jaer ons Heren Duysent vierhondert vijf ende tnegentich. O. (Inv. n°. 728) P. G. Zegels van schepenen Jan Jansz. Verweer en Gijshert Claesz. Gr. W. Gesch. 1168. 1495 Juni 21. Vrouwe Madeleene van Wairdenburgh, gravin van Egmond en vrouwe tot Bair etc. verzoekt aan Hoern, Clais Symonsz. alias Biscop, hoewel hij in verschillende boeten is vervallen wegens niet ontruimen van zijn huis, ongemoeid te laten, aangezien hij Wolter van Deelen, haar dienaar, voor de schade wil aanspreken, daar deze hem het huis heeft verkocht, met belofte, alle uit den koop voortvloeiende schade te zullen vergoeden, onder verband van zijn persoon, zijn schoutambacht van Grotebroeck en al zijn goed. Gescreven inden Haige den XXI in Junio anno XCV. 0. (Inv. n°. 169) Pap. G. Ongezegeld. 1169. 1495 Juli 14. Hairlem verzoekt aan Hoorne hun poorter Jan Jansz. te willen helpen, aangezien hij volgens toestemming van Maximiliaen, beslag heeft gelegd op zekere goederen, om de door hem geleden schade te verhalen op de onderdanen van den hertog van Holsten.