1566 plaats geluid hebbende beeldstormerij en tot herstel van de daardoor aan die kerk en hare ornamenten toegebrachte schade. d. Uitgaafboek der St. Janskerk over het jaar 1567. e. Register van ontvangsten en uitgaven, gedaan door Catharina Aertssen, begijn, als dienares van O. L. Vr. in de O. L. V. kapel aan den toren der St. Janskerk. (Zorider jaartal.) f. Rekening en verantwoording, 20 December 1585 afgelegd, van de ontvangsten en uitgaven gedaan door Catharina Aertssen, begijn, als dienares van O. L. Vr. in de O. L. V. kapel aan den toren der St. Janskerk. g. Lijst der grondrenten, behoorende tot een beneficie, gefundeerd voor eene wekelijksche mis op het altaar van O. L. Vrouw in de O. L. V. kapel aan den toren der kerk van St. Jan, zooals Peeter Jacobszn, afgetreden koster, die twee jaren lang heeft ontvangen. 7i. Lijst der renten en cijnsen, welke Geertruijdt van Zittart aan de St. Janskerk geschonken had en waarvoor hare Kerkmeesters alle weken vijf H. missen op het O. L. V. altaar onder den toren moesten doen celebreeren. i. Opgaaf van de totale bedragen der jaarlijksche inkomsten en uitgaven der St. Janskerk. (Zonder dagteekening). iG'14 en 1615. j. Extracten uit de rekeningen der Rentmeesters van de St. Janskerk, betreffende hetgeen zij ontvangen hebben bij gelegenheid eener missie, door de paters Capucijnen in die kerk gegeven en wat zij daarvan uitgaven. 16*4. k. Agenda voor eene vergadering der Kerkmeesters van St. Jan. l. Specificatie der waskaarsen, in het jaar 16*28 door Joostken weduwe van Jan van Turnhout geleverd aan de kerk van St. Jan Evangelist. m. Stukken van het jaar 1502, betreffende eene kwestie tusschen den Deken en het Kapittel, alsmede mr Willem van Enckevoirt, kanunnik eenerzijds en de Fabriekmeesters der St. Janskerk te 's Bosch anderzijds over de begeving der Kapelanie van het St. Catharinaaltaar in die kerk, zijnde : a. een betoog der Fabriekmeesters om aan te toonen hun collatierecht; b. twee Pauselijke beschikkingen hierover gegeven. n. Verweerschrift, door de Kerkmeesters van St. Jan ingediend aan het Kapittel van die kerk tegen de beschuldiging door deszelfs Deken tegen hen ingebracht, dat zij zich aan simonie zouden schuldig maken door begrafenisrechten te heffen en door in gezegde kerk offerblokken, stokken en tafeltjes te zetten tot het bekomen van gelden voor het herstel dier kerk. (Zonder dagteekening.) o. Memorie der Kerkmeesters van St. Jan over eenige kwesties, die zij o. a. hebben over: het sluiten van het privaat, staande op het erf van de bouwloods dier kerk; het H. Eerwaardig Sacrament; het celebreeren van missen op het altaar van O. L. Vrouw; het recht der kerk op de offers, die de pelgrims geven, welke O. L. V. in haar beeld komen vereeren ; de kap, welke de cantor begeert, enz. Zonder dagteekening. Drie portefeuilles. 330a Het Kapittel der St. Janskerk. Register, bevattende de navolgende stukken, betrekking hebbende zoo op de goederen, welke toebehoorden aan het Kapittel van de St. Janskerk te 's Bosch als op de Godshuizen aldaar: Verpachting door de Kanunniken van de St. Janskerk gedaan aan Cornelis Sgrauwen, wonende in den Hage bij Breda, van den Grooten en Smallen Tiend, geheven 27 wordende over het dorp Marteres, divelck men noempt het dorp van den Haghe by Breda. 7 Nov. 1600. Accoord tusschen de Kanunniken van gezegd Kapittel, ter eenre en Jan Montens en Anthonis Lips als gecommitteerden van den pastoir ende van de Schepenen, regeerders en de ingesetenen des dorps van Materis alias in den Hage by Breda, ter andere zijde, waarbij het Kapittel zich verbindt aan voornoemden pastoor in 1605 en 1606 telkens te zullen geven fl 25 en te zullen bijdragen in de kosten van herstel van het koor der parochiekerk te Princenhage. 21 Maart 1605. Aanvraag van den Stadhouder en Schepenen van Princenhage aan gezegd Kapittel om het koor der parochiekerk te Princenhage te herstellen. 28 Juli 1613. Dito aanvraag van September 1604 met goedgunstige beschikking der Kanunniken van de St. Janskerk van September 1604. Extract uit de rekening en verantwoording van Cornelis Henrick Dircks en Jan Rombouts als beheerders der parochiale kerk te Princenhage over 1564 gedaan; uit idem door Jan Janssen Schoenmaecker en Peter Gillis Dirx in dezelfde hoedanigheid over 1565 gedaan en uit idem door Antonis Rombouts Derven en Jan Cornelis Oomenzoon ook in die qualiteit over 1587 gedaan. Advies van het Kapittel van de St. Janskerk ter zake, dat de parochiekerk van Princenhage geene bijzondere reparatie noodig heeft en bovendien daartoe de noodige fondsen bezit. 1613. Item van 30 Juli 1613. Verpachting door de Kanunniken van de St. Janskerk van voorschreven tiend aan Jan Cornelis Lamberts aliasLamsen. 13 Febr. 1615. Accoord tusschen het Kapittel van de St. Janskerk en zijnen Deken Joannes Hermans over het herstellen van diens huis. 17 Sept. 1615. It. van 15 October 1618. De gemachtigde van Nicolaes Zoes, bisschop te 's Bosch, verpacht aan Adriaan Cornelis eene hoeve te Tilburg. 1621 en 25. De Staten Generaal stellen het traktement van Pieter Schuyl van Walhorn als rentmeester der geestelijke goederen binnen de stad en meierij van 's Bosch vast op fl 800 'sjaars. 21 Sept. 1632. Order van den Raad van State tot het aanslaan der goederen van de vier pastoriën van 's Bosch en van die der twee gasthuispastoors aldaar, welke beide laatsten waren: Poorter, scholaster van Oirschot, en Havens.1) 7 Dec. 1632. Request aan den Raad van State van Johan Havens, burger van 's Bosch en een van de kapellanen van het Gasthuis aldaar, inhoudende, dat hij en zijn medekapellaan Poorter hebben gepresenteerd een request om hun leven lang te mogen genieten de buiten 's Bosch gelegen goederen derkapelanie van eerstgenoemde; dat de opbrengst daarvan diens eenig inkomen is; dat hij, eerstgenoemde suppliant, is een man met verscheyden sieclcten ende incurable accidenten geaffligeert en dat hij alsnog verzoekt inwilliging van hun voorschreven request. 1633. Request van den rentmeester Schuyl, inhoudende dat de twee pastoors van het Groot Gasthuis te 's Bosch, n.1. Poorter, scholaster te Oirschot en Havens, gepreekt en mis gelezen hebben in dat gasthuis, waarvoor zij gezamenlijk ontvangen hebben de inkomsten van eenige grondrenten en een vierde van tienden, geheven wordende onder Oirschot; dat hij hun heeft laten aanzeggen, dat zij hebben terug te geven wat zij over de jaren 1630—32 van die tienden genoten hebben doch te vergeefs, weshalve hij den Raad van State verzoekt hem te machtigen om genoemde pastoors te doen gijzelen ten einde hen daardoor tot die restitutie te dwingen of wel om in beslag te doen nemen zoodanige rente van fl 52.10 als aan voornoemden pastoor Havens als rector van het benificie, gefundeerd !) Zie over hen Schutjes. Gesch. van het Bisdom 'sBosch IV blz. 377. op het St. Catharinaaltaar in de St. Janskerk te 'sBosch, jaarlijks toekomt van het dorp Mierlo, alsmede de vruchten, die voorzegde Poorter als scholaster te Oirschot jaarlijks ontvangt. Hij herhaalt hierbij nog zijn verzoek tot machtiging om de Kannuniken van het Kapittel van de St. Janskerk te constringeeren tot nakoming van de Resolutie van den Raad van State van 7 Dec. 1632, mitsdien om hem te laten volgen de vier pastorale prebenden en het kanonikaat van Ruysch. 'sBosch 27 Jan. 1633. Bericht van voornoemden Schuyl op voorbedoeld request van de pastoors van het Groot Gasthuis ten betooge, dat de twee kapellanen van dat Gasthuis nooit pastoors zijn geweest en nooit de cura pastoralia gehad hebben, doch dat hij op grond van artikel 3 van het Capitulatieverdrag (van 1629) geen bezwaar heeft tot inwilliging van hun request. Bericht van denzelfde van 24 Juli 1635 op liet voorschreven request van Johan Havens. Nader request van Johan Havens. Bericht van denzelfden Schuyl op liet meerbedoeld request van Johan Havens en Poorters, kapellanen ende paters van het Oasthuys te 's Bosch ende het Bagyntiene aldaer. 22 Jan. 1633. Verklaring van bisschop Ophovius, dat hij het er altijd voor gehouden heeft, dat genoemde Havens en Poorters waren patres monalium van het Groot Gasthuis te 's Bosch en kapellanen van de zieken aldaar. 22 Jan. 1633. Verklaring der Kannuniken van het Kapittel van de St. Janskerk, dat voorbedoelde requestranten niet hadden de pastoreele zorg. 31 Jan. 1633. Verklaring van de mater ende eenige nonnen oft susterIcens van het Groot Gasthuis te 'sBosch, dat Johan Havens en Cornelis Poorters, zoomede hunne voorgangers, nooit zijn geweest en door haar, deponenten, ook nooit zijn gehouden voor pastoors maar alleen voor kapellanen of paters; dat nooit kinderen in dat gasthuis werden gedoopt doch wel in de St. Janskerk te 's Bosch door den Pastoor of Plebaan van die kerk; dat zij altijd'gehoord hebben, dat de voorgangers van genoemde kapellanen of paters niet gehouden waren te preeken maar dit slechts deden te hunner oefening ; dat dan ook de bedienden van bedoeld gasthuis gewoon waren in de St. Janskerk ter kerke te gaan. 5 Febr. 1633. It. van Wouter Crillaerts, gewezen klerk en Guilliam Donckers, tegenwoordige klerk van gezegd gasthuis. 5 Febr. 1633. Extract uit een testament van Peter van Cham, priester en beneficiaat van de St. Janskerk te 'sBosch. van 7 Dec. 1568, waarin deze zich noemt een van der cappellanen van den Qrooten Gasthuys binnen der stadt voorsr. Extract uit het testament van Henrick van de Kloot, priester en beneficiaat van de kerken binnen s Bosch, van 17 Sept. 1575, waarin ook hij spreekt van de kapellanen van het Groot Gasthuis te 's Bosch. Bericht van meergenoemden Schuyl op het dikwerf bedoeld request. 9 Maart 1633. Missive van den Raad van State aan genoemden Schuyl, dat hij nog nader zal hebben te onderzoeken of voornoemde Havens en Poorters pastoors waren. 18 Maart 1633. Antwoord hierop van Schuyl van 24 Maart 1633. Bericht van den Raad van State aan rentmeester Schuyl, dat het inkomen der prebenden van de twee kapellanen van het Groot Gasthuis door hem behoort te worden aangeslagen doch dat, vermits Havens beweert, dat hij ziek is en daarom alsnog vraagt om voor den korten tijd, dat hij nog te leven heeft, te kunnen blijven genieten zijn aandeel in de opbrengst der goederen der prebenden, geheven wordende buiten den Bosch, die ziekte eerst nog behoort te worden onderzocht. 8 April 1633. Bericht hierop van rentmeester Schuyl, dat Havens omtrent de 36 jaren oud, doch ongezond is, als hebbende een accident ende quaden hoest; hij vermeent echter, dat die ziekelijkheid niet van ernstigen aard is, vermits Havens dagelijks in het Groot Gasthuis de mis leest, niet alleen voor de overgebleven begijnen en dienstboden van dat gasthuis, maar ook voor alle man. 13 April 1633. Verzoek van den Raad van State aan rentmeester Schuyl om hem te dienen van advies op een request van Jan Havens, kapellaan van het Groot Gasthuis te 's Bosch. 28 Juni 1635. De Staten Generaal benoemen Pieter Schuyl, rentmeester der geestelijke goederen te 's Bosch, tot provisor der kleine gasthuizen aldaar in de plaats van de R. Katholieke geestelijkheid. 12 Mei 1637. Brief van genoemden Schuyl aan de Staten Generaal, dat de erfgenamen van den rentmeester Simon van Bethmeer, die de administratie had over de Gasthuizen van Adam van Mierde en van Gysbert van den Broeck te 's Bosch, weigeren hem als provisor der kleine gasthuizen aldaar te erkennen. 7 Sept. 1637. De Staten Generaal gelasten de Bossche schepenen Le Lion en Bernage eenen anderen rentmeester over de voorbedoelde gasthuizen van van Mierde en van den Broeck aan te stellen. 9 Sept. 16-37. De Raad van State verhoogt het traktement van Pieter Schuyl als rentmeester der geestelijke goederen van de stad en Meierij van 'sBosch tot tl 1000. 23 April 1638. Request van voornoemden Schuyl om ook te mogen beheeren de goederen van het Bisdom 's Bosch. 22 Maart 1639. De Staten Generaal stellen Pieter Schuyl, rentmeester van de geestelijke goederen der stad en meierij van 's Bosch, aan tot administrateur van de goederen, toekomende aan de 27 kanunniken van het Kapittel van de St. Janskerk te 'sBosch. 1 Sept. 1646. Pieter Schuyl doet aan Adriaen Cornelis Jacob Denys, pachter van de tienden van de Abdis van Thorn te Princenhage, aanzeggen, dat hij heeft te vergoeden de tienden, welke hij te Princenhage heeft doen weghalen, Request van de Abdis van Thorn, waarin zij sustineert, dat uit kracht van de fundatie, die Hildegundis Gravin van Stryen in 992 ten behoeve van het Stift Thorn deed, hare voorgangsters steeds hebben gehad de Groote en Novale Tienden, o. a. over de heerlijkheden Gilze en Princenhage, uitgenomen de tienden van het Kerkeland van Gilze en Oeverveld en van Molenschot, Chaam, Bavel, Lyndonck, Etten en Burgst onder Oeverveld, welke aan den Pastoor van Gilze zijn toegewezen zoo tot zijn onderhoud als van dat zijner vicarissen, bij accoord van 22 Mei 1299; dat de Kanunniken van de St. Janskerk te 's Bosch bij de invoering der nieuwe bisdommen zich met de sterke hand hebben gesteld in het bezit niet alleen van de tienden van den Pastoor van Gilze maar ook van tienden, aan de Abdis van Thorn toekomende; dat de Staat thans in het bezit is van de tienden van het Kapittel der St. Janskerk te 's Bosch en die jaarlijks verpacht; dat hoewel de pachters van den Staat zich behooren te houden aan de grensscheiding tusschen die van Gilze en Bavel ten opzichte van Lyndonck in het jaar 1653 gemaakt, zij zich ondanks de protesten van haar, abdis, niet ontzien om zoowel buiten die grensscheiding, voor wat Lyndonck betreft, als buiten de grenzen van de overige hiervoren gemelde plaatsen, zoomede onder de parochie van Gilse verschillende novale tienden haar, abdis, van ouds toekomende, te heffen en op te rijden, weshalve zij den Raad van State verzoekt, dat dezelve haar hare tienden vrijelijk zal laten genieten en aan hare tiendpachters zal doen teruggeven wat de pachters van den Staat aan dezen ontnamen. Thorn 25 Juni 1661. Memorie door de Abdis en de Kanonikessen van het Stift Thorn over gemelde tienden aan den Raad van State ingediend met afschriften van verschillende processenverbaal van getuigenverhooren over den tiend, welke door het Stift van Thorn in 1299 aan den Pastoor van Merterssem (genaamd de Hage) gelaten en daarna aan het Kapittel van St. Jan te 's Bosch gekomen was, alsmede over dien, welke in gezegd jaar door liet Stift van Thorn aan den Pastoor van Gilze afgestaan en daarna ook aan gemeld Kapittel gekomen was. Bericht hierop van rentmeester Schuyl aan den Raad van State. 8 Maart 1662. Resolutie van den Raad van State, dat apart zullen worden verpacht de novale tienden over iJpelaer, ovei den Aeit tc Gilze, over de nieuwe inneminge buyten Molenschot, over Hooch Veltdonck, toekomende aan den Secretaris van Etten, over een hoekje, toekomende aan Jan Marinus en over het Armenland in Oijendonk, alles zonder prejuditie van den Staat of de Abdis van Thorn, alsmede, dat rentmeester Schuyl zich naar Breda zal begeven om met de rentmeesters van de Abdij van Thorn de grensscheiding der tienden vast te stellen 13 Juni 1662. Bericht aan den Raad van State, dat de kaart der bedoelde tienden zich bevindt bij Johan de Bruijn, rentmeester der Abdij van Thorn. 23 Juli 1662. Grensscheiding der meerbedoelde tienden, door rentmeestei Schuyl ter plaatse opgemaakt. 10 Aug. 1662. Request van de weduwe van den Kannnnik Lowies de Bils om te mogen hebben de negende portie in de graduale prebende der Kanunniken van de St. Janskeik te 's Bosch. 1661. Aanstelling van Rogier van Leefdael, heer van Lieffringe en Deurne, tot rentmeester der geestelijke goederen binnen de stad en meierij van 's Bosch ter vervanging van Pieter Schuyl van Walhorn overleden. 4 Juni 1666. Memorie van Blootenborch omtrent het salaris, dat de rentmeesters der geestelijke goederen, Schuyl en Leefdael, wegens hunne ontvangsten der bezittingen van het Kapittel van de St. Janskerk en het Baselaarsklooster te 's Bosch, alsmede van de kloosters Eikendonk en Coudewater, konden rekenen. 1666. Order van den Raad van State, dat aan Christianus Voochts als bezitter van zeker beneficie, gefundeerd in de kerk van Nuland, door de weduwe en erven van den rentmeester Schuyl van Walhorn zeven jaren achterstand zullen worden uitbetaald. 13 Sept. 1666. Request van den rentmeester Rogier van Leefdael tot vaststelling van zijn salaris als beheerder van de goederen van het Kapittel van de St. Janskerk te's Bosch 1667. Inventaiis van het jaar 1631 van alle boeken, papieren, brieven en meubels, behoord hebbende tot de administratie der geestelijke goederen binnen/s Bosch en Orthen en gevonden ten sterfhuize van Barend Alpherts, rentmeester dier goederen, zijnde die bescheiden en meubels daarop overgedragen aan den rentmeester Schuyl. Borderellen op de groote rekeningc-n der geestelijke goederen over 1637—1641 ; 1658, 1665, 1666; 1695—1717. Verantwoording der opbrengsten van roggepachten, uitgekeerd aan de Kanunniken van het Kapittel van de St. Janskerk te 's Bosch. 1655. Extract uit de rekening van 1665—66, betreffende de administratie der goederen toegekomen hebbende aan de overleden Kanunniken van het Kapittel van de St. Janskerk te 's Bosch. Een band. Zie nog nos 225 c en 338 a, 3306 Register inhoudende : a de namen der kerkmeesters van de St. Janskerk over 1606 — 1629; b de grondrenten en cijnsen, toekomende aan die kerk uit huizen te 's Bosch, met vermelding van de namen hunner vergelders gedurende voorzegd tijdvak (hierdoor van groot belang voor de geschiedenis der Bossche huizen); c de fundaties ten behoeve dier kerk, met vermelding van vele belangrijke bijzonderheden dienaangaande; d de huizen en landerijen, in de stad en meierij van 's Bosch gelegen, toebehoorende aan gezegde kerk; e de grondrenten en cijnsen, aan die kerk toekomende uit erven, gelegen over 1 Oct. 1685 tot ultimo Sept. 1686. Hierin komen voor de namen van hen, die gedurende dat tijdvak begraven werden in de St. Jans-, de Begijnen-, de St. Peters-, de Kruisbroeders- en de St. Jacobskerk, het Tolbrug- en liet Geertruiklooster, alsmede op het St. Jans-, St Jacobs-, Kruisbroeders- en St. Peterskerkhof. Ken band. Zie nog no. 338a. 33666 Rekening en verantwoording, gedaan door mr Abraham Verster als rentmeester van de goederen der kerken en kapellen te 's Bosch over 1761—66. Ken band. 336bbl Item gedaan door mr C. M. Juyn als rentmeester der kerken en kapellen te 's Bosch over 1770. 336c Rekening ën verantwoording van Willem van Hout van de door hem als rentmeester der St. Catharina (Kruisbroeders)kerk te 's Bosch over 1639 tot 1651 gedane ontvangsten en uitgaven. Hierin komen voor de namen van hen, die gedurende dat tijdvak begraven werden in voorzegde kerk, het daartoe behoorend kerkhof, het klooster op den Uilenburg en het klooster Achter Tolbrug te 's Bosch. Ken portefeuille. 336cc Notulen van hetgeen in de vergaderingen der Magistraat van 's Bosch in de jaren 1641, 5, 1718 en 51 verhandeld werd betrekkelijk de Kruisbroeders-, St. Geeitruid- en St. Jacobskerk. Ken band. 336ci Rekening en verantwoording van Willem van Hout van de door hem als rentmeester der St. Peterskerk te s Bosch over 3 Nov. 1648 tot 3 Nov. 1651 gedane ontvangsten en uitgaven. Hierin komen voor de namen van hen, die gedurende dat tijdvak begraven werden in voorzegde kerk, alsmede op het daarbij behoorend kerkhof. Ken portefeuille. 336e Rekening en verantwoording van het beheer, gevoerd door Stephen van Teffelen als rentmeester van de St. Peterskerk te 's Bosch over uit. Sept. 1672 tot 1 Oct. 1679. Hierin komen voor de namen van hen, die gedurende dat tijdvak begraven werden in de Geertrui-, St. Jans-, Kruisbroeders- en St. Jacobskerk, in het klooster op den Uilenburg en op liet kerkhof der St. Peterskerk. Een portefeuille. 338a Rekening en verantwoordingen van de rentmeesters deigeestelijke goederen wegens hun beheer der bezittingen van de navolgende kerkelijke instellingen te 's Bosch: het Kapittel van de St. Janskerk over 1711 en 1717; het klooster der Hieronymianen of Fraters over 1660; 1666—1676; 1711 en 1717; de Beneficiaten der kerken over 1666—1676 en 1717; het Groot Begijnhof over 1720—1729 ; het Godshuis der Leprozen te Hintham over 1710 tot 1711. Hierbij worden vermeld vele historische bijzonderheden over deze instellingen. Een portefeuille. Zie nog nos 330cZ en e en 336c en e. 3386 Kloosters. Rekeningen verantwoording van AlerdtJohan Gansneb gena Tengnagel, rentmeester der geestelijke goederen, wegens het beheer over 1717 der bezittingen van de navolgende vrouwenkloosters te 's Bosch : St. Geertrui; Bethania van St. Maria Magdalena op den Windmolenberg en van het klooster Nazareth van den H. Alexius, ook wel genaamd het klooster der Cellezusteren, Zwartzusteren of Sehwesteren. Hierbij zijn vermeld eenige historische bijzonderheden over deze kloosters, alsmede de navolgende akten: a. Authentieke copie van het testament van 15 Nov. 1593, waarbij de Eerw. Heer Johannes van Brecht, kanunnik der O. L. Vr. kerk te Aken, legateert fl 1000 aan de arme dienstboden en aan het St. Geertruiklooster te 's Bosch, aan het laatste onder de verplichting om daarvoor jaarlijks een jaargetijde te houden ter nagedachtenis van hem en zijne bloedverwanten. b. Akte, betrekkelijk een accoord, den 29 Febr. 1648 gesloten tusschen Johan Gans en Frans Blom ter eenre de administratie door hem in 1782 gevoerd over de kapitalen, opgenomen tot het timmeren der barakken aldaar. Een band. 355d Verzameling van stukken omtrent militaire zaken, rakende de stad 's Bosch. 1567—1771. Een band. Zie nog no. 402a. 356 Munten Add. De Munt te 's Bosch. Een portefeuille. 356a Nederduitscli Hervormde Kerk. Diverse stukken, betreffende die kerk. Zie nog nos. 371, 2, 3. Een portefeuille. 367a Patriottentijd. Stukken betreffende de plundering van 's Bosch in 1787. Een portefeuille. 370&w Poorters. Extracten uit de poortersboeken van 's Bosch. 370a Posterijen. Diverse stukken, betreffende het postkantoor te 's Bosch van 1770—91. Een portefeuille. 373a Predikanten. Verzet der Predikanten te 's Bosch tegen het vergeven van het ambt van wijnroeier aldaar aan den Katholiek Thomas Hinten. 1680. Hierbij nog het plakkaat der Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden van 1750 tegen het huwen van Protestanten met Katholieken in de Generaliteitslanden. Een band. 375 Privilegiën. Add.: 375bis. Een band. 375a Verzameling van charters en privilegiën van 's Bosch, beginnende met het Previlegium Trinitatis en eindigende met eene resolutie der Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden van 1671. Vooraf gaat eene kronijk van 's Bosch. Een band. 377 Add.: Idem, gecopieerd door Gijsbert van den Velde, griffier der stad 's Bosch. Een band. 380a Patten van der. Papieren uit de 17e en 18e eeuw, betreffende dit Bossche geslacht. Een portefeuille. 28 384a Regeering. Lijsten van de Schepenen van 's Bosch en extracten uit het oudste pensioenboek van die stad. Een portefeuille. 385a Wapens der leden van de Magistraat van 's Bosch van 1629—1742. Een band quarto. It. van de Raden van 's Bosch met hunne pensionarissen, griffiers en secretarissen van 1686—1723. Een band quarto. 385aa Wapenboek van de Schepenen van 's Bosch van 1190—1770. Een band. 385aaa Charters, betreffende de benoeming der leden van de Regeering van 's Bosch en hunne bevoegdheden. Oude copiën. Een band. 389a Alphabetisch register op de resolutiën van Schepenen, Gezworenen en Raden der stad 's Bosch van 1 Januari 1735 tot ultimo December 1739. Een band. 396a Resolutiën en publicatiën van den Hoogschout en de Schepenen van 's Bosch over 1770—9. Een band. 399a Instructies en tarieven voor den griffier, gezworen klerken, rolliers, pensionarissen, advocaten en procureurs, ingebieders en groenroeden bij de Schepenbank van 's Bosch. Een band. 399& Resolutiën der Regeering van 's Bosch omtrent het vergeven van ambten. Een portefeuille. 400a Memorie van de inkomsten en lasten der stad 's Bosch over 1557. Een portefeuille octavo. 400& Rekeningen der stad 's Bosch over 1644/45. Item over 1700 en 1782. Twee banden. 400c Begrooting der gemeente 's Bosch voor 1817, toen tellende 14000 zielen, met bijlagen, bestaande in opgaven van schuldbrieven ten laste dier stad, van de traktementen harer ambtenaren, van hare inkomsten, enz. Een portefeuille. 402a Akten en andere stukken, betreffende de regeering der stad 's Bosch, als: de redevoering, waarmede de presidentschepen Mr. D. G. van Teylingen heeft afscheid genomen van het College van Schepenen van 's Bosch op 8 Oct. 1744 ; memorie, dienende tot justificatie van het gedrag van eenige leden der Magistraat van 's Bosch, van 30 Maart 1754; vereischten om tot schepen van's Bosch te kunnen worden benoemd van 1774 ; memorie omtrent het voortzetten van den straatweg van 's Bosch—Eindhoven tot aan de grenzen van het Land van Luik, 1 Juni 1756 ; contract over vijf obligatiën, staande ten laste van het fonds van den Bosschen straatweg en toebehoorend hebbende aan mr. Leonardus Franken, schepen van 's Bosch, 1783 ; memories, overgegeven aan den Hertog van Brunswijk over de voeding van het Bossche garnizoen, 1757— 1774 ; memorie over de kosten van vervoer van passagiers, welke door de vrachtschippers kunnen gevorderd worden, van 1778; memorie over de klachten der kooplieden van 's Bosch wegens de vexatiën, die zij van het garnizoen aldaar te verduren hadden bij den invoer van brandhout, van 1785 en 1786; memorie der Schepenen van 's Bosch over het aandeel dier stad in de kosten van confinement van tien aldaar gedetineerde Joden en Jodinnen, van 1785. Een portefeuille. 417a Religieuss troubelen. Lijst der akten, betreffende de religieuse troubelen te 's Bosch over 1566—80. 418a Resolutiën. Register van resolutiën, plakkaten, reglementen, ordonnantiën en privilegiën, betreffende de stad 's Bosch. 419a Schepenbank. Extracten uit de schepen- en notarieele protocollen van 's Bosch, gemaakt door haren archivaris R. A. van Zuylen. Twee banden en een klapper. 419& Roosendael. Catalogus der boekerij van wijlen Mr. Jacob Frederik Roosendael. 1784. Een band. 421 Schutterijen. Add.: Verklaring, dat de Schutters van den Jongen Voetboog de Hervormden in 1578 buiten de Vughterpoort van den Bosch hebben gehouden. 16Dec. 1609 Inventaris der juweelen enz., toebehoorende aan de Schutterij van den Jongen Voetboog. 18 Dec. 1622. Verklaring van de Schutters van den Jongen Voetboog, dat zij wederom trouw in hunnen boogaard zullen komen. 20 April 1654. 421a Archief van de Schutterij van den Handboog of van St. Sebastiaan. Een doos. 426a Straatverlichting. Stukken, betreffende de straatverlichting. 1713 — 16. Een portefeuille. 428a Straatweg'sBosch—Best— Eindhoven—Belgische grens. Legger der renten, verschuldigd wegens opgenomen kapitalen tot den aanleg van den nieuwen straatweg van 's Bosch naar Eindhoven. 1781—83. Een band. Zie nog no. 402a en Handelingen van het Provinciaal Genootschap van 1852 blz. 27. 429a Suyskens. Papieren betreffende de familie. 17e eeuw. Een portefeuille. 431a Thielemans. Papieren betreffende de familie. 17e eeuw. Een portefeuille. 431 b Verster. Geschillen van mr Justus Verster, griffier van 's Bosch, met de Regeering van die stad. Een portefeuille. 432a Warmond van. Stukken betreffende de vereffening der nalatenschap van Cornelis van Warmond, architect der gemeente 's Bosch en aldaar overleden inSept. 1767, nalatende zijne vrouw Mathaea Sopers, welke aldaar stierf in 1793; hare erfgenamen waren Theodorus Sopers en de familie Gast. Een portefeuille. 434a Wynants van Rosan. Papieren betreffende de familie. Aan haar waren verwant de families van Casteren, Kuysten en Wonders. 17e en 18e eeuw. Een portefeuille. Zieken gasthuis het groot. Zie no 330a. Zinnelooshuis. Zie nos 311& en 455a. 437 Zoemeren Gerard van. Add.: Testament van Gerard van Zoemeren, heer van Berkel (bij Tilburg), licentiaat in de rechten en oud schepen en raad van 's Bosch. Hij noemt zich daarin zoon van wijlen mr Nicolaes Gerritszoon van Zoemeren, in zijn leven notaris en getuigschrijver te 's Bosch en weduwnaar, eerst van Maria Kelders, dochter van wijlen mr Jan Hogaerts Kelders, in zijn leven notaris en griffier van het Bisdom van 's Bosch en daarna van Elisabeth, dochter van wijlen Willem Oliviers van Berckhuijsen, in zijn leven schepen en raad van 's Bosch. Tot zijne erfgenamen institueert hij zijne vier kinderen, die hij van zijne eerste vrouw had, zijnde Nicolaes van Zoemeren, priester en cantor van het Kapittel van Hilvarenbeek, Helena van Zoemeren, gehuwd met Norbertus Mutsaerts, licentiaat in de rechten, Johanna van Zoemeren en Walburch van Zoemeren, gehuwd met Gijsbrecht Eelkens, licentiaat in de rechten en drossaard te Bhety. Aan zijne laatstgenoemde dochter legateerde hij zijn huis, genaamd de Bozenboom, staande in de Kerkstraat te 's Bosch (thans bewoond door den confiseur Weijl). Hij bepaalde nog, dat al zijne manuscripten en collectanea, plakkaten, ordonnantiën en privilegiën, door hem bijeenverzameld, verdeeld zouden worden tusschen zijne beide gehuwde dochters of wel dat zij die bij elkaar zullen houden „om luiere ldjnderen daermede te beneficieren25 Mei 1652. Testament van Niclaes van Zoemeren, priester, licentiaat in de rechten en cantor van Hilvarenbeek. Hij maakte daarbij o. a. legaten aan zijne zuster Helena van Zoemeren, weduwe van den advocaat Norbertus Mutsaerts, wier dochter was Maria Anna Mutsaerts weduwe van Jan Snelle, alsmede aan zijne zuster Walburgh van Zoemeren weduwe van den Drossaard Eelkens. 5 Aug. 1685. Lierop. Afschrift van het charter, waarbij Lippertus van Eyck, zoon van Henrick genaamd Boyfaes van Eyck, fundeert het O. L. V. altaar in de kerk te Lierop, 21 Aug. 1444. Zie n° 234. Mierlo. 453 bis Geschiedenis van Mierlo. Nuland. 453a Plan tot naasting der parochiale kerk te Nuland door de Katholieken in 1798. Correspondentie over het fonds tot onderhoud van die kerk 1819. Een portefeuille. St. Oedenrode. 454a Akten, betreffende de hoeve Ten Houte. Een portefeuille. 454b Beschrijving der bouwhoeve Wolfswinkel en van de reis van Leiden daarheen in 1686 door van Alkemade. Een portefeuille. 445c Processtukken, betrekkelijk eene grondrente, door Anna van Hambroek verleend uit de Heerlijkheid Jekschot. Een portefeuille. Oirschot. 455 Add.: Aanteekeningen, betreffende de familie Sweerts de Landas. 455a Rekening en verantwoording, gedaan door Mr. Jan van Heurn, wegens de waarneming over het jaar 1792 van het rentmeesterschap van het kapittel van St Pieter te Oirschot vermogens de commissie van des rendants principaal Willem Ernest Lodewijk van Heurn, door deEerw. Heeren Deken en Kanunniken van dit kapittel op hem ■ 6. De stad Grave en het land van Cuijk. Grave. 487a Archief van het Gilde der Timmerlieden te Grave. Twee banden. 7a. De Baronie van Boxmeer. 488a Afschrift van het Reglement van het St. Petersbroederschap te Boxmeer van 1710. Reglement van dat Broederschap van hetzelfde jaar en naamlijst zijner leden van af 1710 tot 1838. Een portefeuille. 488b Kronijk van Boxmeer, samengesteld en geschreven in 1654 door Antonius Peelen, pastoor en medicinae doctor aldaar, geboren te Boxmeer 8 Nov. 1601, stierf aldaar 10 Juli 1667. Extract uit die kronijk, gemaakt in 1775 door den landschrijver W. F. de Both. Een portefeuille. 488c Rekening en verantwoording van de erven van Johan Hendr. Verheyen als rentmeester der vrijheerlijkheid Boxmeer over het jaar 1737. Een band. 8. De Heerlijkheid Gemert. 491a Instelling eener weekmarkt te Gemert. Beschrijving van de inhuldiging van F. Baron van Reischach als landcommandeur van Gemert op 15 Juli 1786. Processtukken van het geding, gevoerd tegen mr Petrus Adrianus de la Court, gewezen drossaard van Gemert, om aan de kas van die gemeente uit te keeren het saldo van hetgeen hij voor haar ontvangen had. 1790 en 91. Stukken, betreffende de verkiezing van kerk- en armmeesters en twee representanten te Gemert. 1796. Een portefeuille. 49 lè Korte beschrijving van de feestelijkheden ter eere van de eerste H. Communie en het Vormsel van 9 doofstommen van het Instituut van den Eerw. Heer M. van Beek te Gemert. 1835. Een band. 9. Het land van Heusden en Altena. 495a K. van Alkemade en P. van der Schelling. Rechten ende Kostuymen van de stad en 't land van Heusden. (Hierachter : aanteekeningen over en penteekeningen, voorstellende de Abdij van Bern en hare grafzerken ; Heusden ; Neder-Hemert (eiland); Onsenoort; Gansoijen en Herpt). Een band. 498a Afschriften van de rekeningen der Drossaarden en Rentmeesters van de Graven van Holland in liet Land van Heusden. 1359-1400, door Aug. Sassen. Een portefeuille. Almkerk. 501a Eenige charters, betreffende Almkerk. Een band. Baardwijk. 503a Versameling van stukken, dewelke gedient hebben ter aanleidinge, ondersoek, overweeging en besluyting tot het maken van een overlaat in het Land van Heusden tusschen de dorpen Baardwijk en Drunen ter ontlasting van de rivier de Maas en atieidinge van de overtollige opperwateren over de buytenlanden etc. langs het Ouwdt Maasje, gelegen tusschen het Landt van Heusden en de Langstraat, naar het Bergscke Velt, welke handelingen begonnen zijn in het jaar 1757 en tot besluyt gebragt in den jaare 1765; voorts is het maken van dezen overlaat begonnen en voltooyt in den zoomer van het jaar 1766. (Copie van uit dien tijd.) Een band. 10. Het Baljuwschap Zuid-Holland, 's Gravenmoer. 518a Kronijkje van 's Gravenmoer. Een portefeuille. Waspik. 5185 Stukken van een proces, in 1586 door Schout en Regeerders van Waspik gevoerd over eeuen aldaar door hen geheven hoofdelijken omslag. Een portefeuille. 11. De Baronie van Breda. De stad Breda. 547a Plegtstatige inzegening van de Catholyke Kapel der Koninklijke Militaire Akademie te Breda 14 December 1828. Stichting van een nieuw R. K. Ziekenhuis op den Haagdijk te Breda 1821. Een portefeuille. Etten. 558è Beschrijving van de heerlijkheid Etten c. a. door Pieter Nuijts. Een band. Gilze. De tienden onder Gilze. Zie No. 330a. Princenhage. De tienden onder Princenhage. Zie No. 330a. 12. Het Markiezaat van Bergen op Zoom. Bergen op Zoom. 562« Beschrijving der stad Bergen op Zoom door Thomas de Rouck. (Zie over hem oorkonde 771a). Een band. I Nieuwe Catalogus DER OORKONDEN EN HANDSCHRIFTEN, Berustende in de Boekerij VAN HET Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant EERSTE SUPPLEMENT, Samengesteld door het Bestuurslid Jhr. lïlr. A. F. 0. van SASSE van YSSELT. LUTKIE & CRANENBURG — 's-HÉRTOGENBOSCH. 1915. Nieuwe Catalogus DER OORKONDEN EN HANDSCHRIFTEN, Berustende in de Boekerij VAN HET Provinciaal Genootschap yan Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant EERSTE SUPPLEMENT, Samengesteld door het Bestuurslid Jhr. Mr. fl. F. 0. van SASSE van YSSELT. LUTKIE & CRANENBURG — 's-HERTOGENBOSCH. 1915. VOORWOORD. Het is thans vijftien javen geleden sedert dat ik den Nieuwen Catalogus der oorkonden en handschriften, berustende zn de Boekerij van het Provinciaal Genootschap van K-unsten en Wetenschappen in Noord-Brabant, in het licht deed schijnen. Gedurende dat tijdsverloop is de verzameling oorkonden en handschriften van het Genootschap meer dan verdubbeld zoowel wat betreft de hoeveelheid als de hoedanigheid. Het Genootschap dankt zulks in hoofdzaak aan de vrijgevigheid van wijlen mr. P. F. van Cooth, griffier der Staten van Noord-Brabant, van L. Gast, pastoor te Oostelbeers en van wijlen Aug. Sassen, notaris te Helmond. Verder is de vermeerdering der oorkonden en handschriften het gevolg, behalve van enkele kleine schenkingen, van aankoopen uit de verzamelingen der Jonkheeren van den Bogaerde van Terbrugge, R. A. van Zuylen en mr. R. baron van Breugel Douglas. De nieuw verkregen oorkonden heb ik in dit supplement zoo volledig mogelijk beschreven, zoodat hel bijna niet meer noodig zal zijn die stukken zeiven te raadplegen; met de handschriften was dat echter niet mogelijk; die zullen daarom door hen, die daarvan wenschen gebruik te maken, zelf behooi en te worden ingezien; de moeilijkheid bestaat echter tn de wijze waarop; door middel van uitleening gaat dat niet, want dan bestaat het gevaar dat zij verloren gaan; en door inzage op de leeskamer van het Genootschap gaat dat bijna met, omdat deszelfs Bibliothecaris te weinig tijd heeft om daar eiken dag van 2 tot 4. uren aanwezig te zijn; het best ware het daarom aan den Rijksarchivaris van Noord Brabant te verzoeken om, als iemand de handschriften wenscht in te zien, dat onder zijn toezicht en in zijn archief te willen doen plaats hebben. A. VAN SASSE VAN YSSELT. I. OORKONDEN. « N. B. De letter a achter een nummer beteekent, dat de oorkonde zich bevindt in eene der twee doozen, gemerkt A. la. 16e van Gerstmaand 1319. Getuigenverklaringen voor Schepenen en Gezworenen der stad Helmond afgelegd over de gemeene weide van die stad. Copie. 2a. 1 Maart 1325. Hertog Jan van Brabant verkoopt aan de luiden van Bakel en Aarle en hunne nakomelingen de gemeene gronden, gelegen aldaar. Copie. 3a. Tweede Zondag na H. Sacramentsdag 1334. Hertog Jan van Brabant geeft aan de ingezetenen van Middel-, Oost- en Westelbeers de gemeente aldaar uit. Copie. 3a (bis). Des Donderdags na St. Mathijsdag 1336. Jan van Drongelen en Jan van Besoijen komen met elkander overeen een veerschip over de oude Maas te leggen tusschen Drongelen in het gerecht van genoemden Jan van Drongelen eenerzijds en het gerecht van Jan van Besoijen voornoemd anderzijds. (Oude copie). 4. Daags voor St. Jacob Apostel 1337. De Deken en het Kapittel van Breda geven een vidimus 1) van eenen brief van voormelden datum, waarbij Henrick Heer van Brederode en diens echtgenoote IJsenbeel van Fonteyne verklaren van Jan van Polanen 2) geleend te hebben 150 pond oude groote tournoois van de munt van Frankrijk en aan deze tot zekerheid van de terugbetaling daarvan in pand geven het baljuwschap van het land van Brederode, gelegen tusschen de Lek en de Merwede; ge- ■1) Dit geschiedde blijkbaar in de 14e eeuw. 2) Hij was de stichter van de Burcht van Breda. lovende voorts Willem Graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland hem in het bezit van dat pand te zullen handhaven. 4a (bis). Des Zondags na H. Sacramentsdag 1339. Willem van Henegouwen, graaf van Holland, beleent Jan van Besoijen met het ambacht van Besoijen. (Oude copie). 5. In het Octaaf van Pinksteren 1343. Yda, dochter van Ghiselbertus van den Leempoel en Aleid, hare dochter, alsmede Henricus Wouterszoon en Enghelbertus Dirkszoon genaamd van Ek, schoonzonen van genoemde Yda, verkoopen voor Schepenen van Oisterwijk aan Enghbrecht van den Leempoel, broeder van Yda voornoemd, een vierde in de bouwhoeve te Berkel onder Oisterwijk, waarin hij thans woont, en welk een vierde hun bij doode van Heil wig, moeder van Enghbrecht en Yda voornoemd, is aangekomen. Hierover waren als schepenen Jacobus Jacobszoon en Thomas van Carckhoven. 6. Derde Zondag na Dominicam invocavit 1345. Henrick van den Hoevel verkoopt voor Schepenen van den Bosch aan den kleermaker Goijart, zoon van Mathijs, den rademaker, een huis, 1) staande te 's Hertogenbosch op den hoek van de Markt en de Kolperstraat, met twee kamers er naast. Hierover waren als schepenen Henrick van Arkel en Arnd Aykens. 29 November 1345. Nycolaus Koel verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Dirck van Doorn (de Spina) eene grondrente uit het goed de Eertbrugghe, gelegen in de parochie van Haaren bij Oisterwijk achter het erf van Gerard Koelbuyc en aan genoemden Koel door voorzegden van Doorn tegen die grondrente overgedragen. Hierover waren als schepenen Arnold IJsebout en Arnd Aijkens. 8. Maandag vóór Pastenavond 1354. Boudewijn die Rademeker, Jan Mathijszoon, Jan die lay, Jan Hondertpont, Jan van Bychlaer, Jacob Marienzoon en Willem Willemszoon van den Velde, schepenen van Liempde (Lijmde), verklaren, 1) Dit is het huis het Gulden lavoir. dat in hunnen gheseten ghedinghe Henric Henric Manszoon en Jan, de bastaardzoon van Jan Monicx, ter voldoening eener schuld van 4000 pond, die na te noemen Herbrecht had schuldig beleden aan: Jan en Jacob, zonen van Lambrecht, den broeder van dien Herbrecht; Henric Henric Manszoon als momboir over zijne vrouw Mechteld, de dochter van genoemden Lambrecht; Jan Rutgerszoon als man en momboir van Lysbeth, de natuurlijke dochter van meergenoemden Lambrecht; Jan eerstgenoemd en zijnen broeder Lambrecht, kinderen van genoemden Jan Monicx, den broeder van denzelfden Herbrecht; Arnd Henric Manszoon als momboir over zijne vrouw Mechteld, de dochter van meergenoemden Jan Monicx en Godevarde Boudewijnszoon als momboir over zijne vrouw Mechteld, de bastaarddochter van Henric Bies, den broeder van dienzelfden Herbrecht, en welke schuldvordering zij hadden overgedragen aan Henric Henric Manszoon en Jan, den zoon van Jan Monicx, voornoemd — het goed van Herbrecht, ver Mechtelden soens van Vrilichoven, overgedragen hebben aan Loyen Marienzoon van den Berghe. 9a. 24 Juni i360. Wenceslaus van Bohemen Hertog en zijne echtgenoote Johanna Hertogin van Brabant dragen over aan Reinoud van Brederode het dorp en de vrijheid Waalwijk met de hooge en lage heerlijkheid, renten, cijnsen en boeten, — onder beding, dat als genoemde van Brederode of zijne nakomelingen in gezegd dorp een huis zouden bouwen hetzelve voor hen of hunne nakomelingen een open huis zoude zijn. Copie. (Hierbij nog een charter van 1303, waarbij Hertog Jan van Brabant aan zijne luiden van Waalwijk voor altijd dezelfde vrijheden schenkt als die van Leuven en den Bosch bezitten. Copie). 10. 2e Zondag na St. Iigidius Abt 1361. Godefridus en Petrus, zonen van Johannes van Erp Lucaszoon, en Margaretha, zuster van Arnd Aykens, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch eene grondrente, gaande uit gronden, toebehoorende aan Dirk, heer van Craenendonck en gelegen te Acht in de parochie Woensel, welke grondrente door genoemden Heer van Craenendonck was verleend aan gezegden Arnd Aykens en aan genoemde verkoopers was verkocht door Petrus, den zoon van Petrus van den Steenwech, bij den verkoop van al de goederen van meergezegden Arnd Aykens. Hierover waren als schepenen Johannes van Ghestel en Henricus van den Kelre (de Penu). (Hieronder twee zegels in groene was, waarvan dat van van Ghestel is drie klimmende leeuwen en dat van van den Kelre drie vogels (2 en 1), in het midden waarvan eene ster.) 11. Dinsdag na St. Mathijs 1362. Claes van der Rijt schenkt voor Schepenen van Oisterwijk aan zijnen neef Ghysbrecht Houtappel een stuk land, groot twee loopens rogge in zadc} gelegen te Berk el op Montens hofstad tusschen het erf van Enghbrecht van den Leempoel eenerzijds en het erf van Zuetmen van Haren anderzijds. Hierover waren als schepenen Willem Coman en Jan van Eel. 12. Octaaf van O. L. H. Hemelvaart 1364. Wolterus, zoon van Leonius van Erp, draagt voor Schepenen van 's Bosch over aan Jordanus van Roesmalen, smid (faber), zijn zevende deel in eene grondrente, die Walterus, zoon van Nicolaus van Oerle, jaarlijks had te betalen en Enghbrecht van den Leempoel nu verplicht is aan genoemden Wolterus te voldoen. Hierover waren als schepenen Henricus van Uden en Gerardus Vos. 13. Des anderen daags na 0■ L. V. Geboortedag 1367- Schepenen, gezworenen, rentmeesters, dekens der ambachten, een deel van de goede knapen en de gemeene stad van 's Bosch vergunnen aan Ghisebrecht Keijst, den zoon van wijlen Henrick Keijst, om eenen overwelfden kelder te maken voor de Korte Kamers aldaar en wel voor zijnen kelder onder de straat, gelijk die aldaar gemaakt en overwelfd is. 14. 4e Zondag na Dominica qua cantatur Judica 1369. Petrus van Woesic, als gemachtigde van het klooster de Porta Coeli, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Ruth van Woesic een 'huis, staande aldaar aan het straatje, waardoor men van de Hinthamerstraat naar gezegd klooster gaat. 1) Hierover waren als schepenen Ghiselbertus de Spina (van Doorn), Ghiselbertus Lisscap, 1) Het Baselaarsstraatje. Henricus Loze, Wilhelmus van Neijnsel, Johannes, zoon van Baldewijn en Nicolaus Scilder. 15a. 18 Fefouari 1371. Verdrag tusschen de steden en vrijheden van Brabant, als Leuven, Brussel, 's Hertogenbosch, Bergen op Zoom, Steenbergen, Grave, Helmond, Eindhoven, Oisterwijk, Oirschot, St. Oedenrode, Waalwijk, Oerle, Eersel, enz. om onderlinge eendracht en vriendschap te onderhouden en om de kaart van Kortenberg, door Hertog Jan II van Brabant in 1312 verleend, na te komen. Copie. (Men zie hierover van Heurn Historie I p. 217.) 16. Zondag na H. Sacramentsdag 1371. Schepenen, gezworenen, rentmeesters, dekens van de ambachten, een deel der goede knapen en de gemeene stad van 's Bosch verkoopen aan Roelof van den Grave de helft van eenen kamp, gelegen voor Engelen aan de Dieze. 17. Dinsdag voor St. Agnetendag 1373. Heymeryc van Lennenshovel, Jan van den Soen, Heynryc van den Laer, Wouter Mariensoen, Willem Snider, Henrick van der Beke en Wouter van Roede, schepenen van Boxtel, verklaren dat ten hunnen overstaan Delye en Aleid, kinderen van Jan Peterszoon, geassisteerd met dezen, aan Jan, zoon van Metken van den Eynde, hebben verkocht haar aandeel in eenen beemd, genaamd de Eendenbeemd, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd „in gheen meddelt". Hieraan zijn verbonden de navolgende akten: Eene van8Nov. 1487, waarbij voor Johannes Pijnappel en Godefridus Grotart van Os, schepenen van 's Bosch, Stephanus, zoon van Petrus (den zoon van Stephanus) van de Leemputten en Catharina, de dochter van Arnold van Liemde, aan Henrick Ghijsselen verkoopt V7 in eenen beemd, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd die meddel en in een akker teelland, genaamd Tongercamp, ook gelegen te Boxtel, nadat zijn vader afstand had gedaan van diens vruchtgebruik op 2/3 in gezegde perceelen ten behoeve zoo van genoemden Stephanus van de Leemputten, als van diens broeders Jan, Danckolphus en Henrick, en van hunne zuster Heilwig en Ermgard, en Eene van 8 April 1491, waarbij voor Arnoldus Keymp en Johannes van Achel, schepenen van 's Bosch, Johannes, zoon van Lambert, den zoon van Augustinus Goossenszoon, een stukje beemd, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd Meddel aan het riviertje de Aa, verkoopt aan Henrick Ghijsselen, waarop deze verklaart, dat Heer Johannes Dirckszoon van Bucstel, priester, gerechtigd is dat stukje beemd te vernaderen. 18. Daags voor St. Luciadag 1373. Jan van Ghemonden verleent voor Schepenen van den Bosch aan Jan Wrede van Herpen eene grondrente uit zijnen mansus, genaamd de Laer, gelegen in de parochie van Boxtel ter plaatse Zelisel, welke mansus door hem gekocht was van Willem van Os, ridder en diens broeders. Hierover waren als schepenen Emond de Roover en Ywan Stierken. 19. Woensdag na het Octaaf van St. Denys martelaar 1374. Ghysbrecht geheeten Houtappel eenerzijds en Ghysbrecht geheeten van den Leempoel, zoon van wijlen Enghbrecht van den Leempoel, en Diederic geheeten Waghebaert, zijn zwager, in den naam en van wege Enghelken, zijne echtgenoote, voor hen zeiven en voor hunne mede-erfgenamen van genoemden Enghbrecht en diens huisvrouw Agnesen, anderzijds, verdeelen voor Schepenen van Oisterwijk goederen, gelegen in de parochie van dien naam in eene stede, genaamd Berkel. Hierover waren als schepenen Merten van Dusel en Ghysbrecht Jacobszoon. 20. St. Severijn 1376. Albert, natuurlijke zoon van Henrick, den zoon van Albert van Bucstel, verkoopt voor schepenen van s Boscn aan Johannes de Globo, priester, ten behoeve van na te noemen Sophia, zijnde diens moeder, een akker lands, geheeten dat Scijndelstuc, gelegen in de parochie van Boxtel, ter plaatse genaamd Mulsel, tusschen het erf van Sophia weduwe van Arnoldus de Globo eenerzijds en dat van Gerard, den natuurlijken zoon van Heer Gerard van Bucstel, anderzijds. Hierover waren als schepenen Arnoldus van Andel en Symon de Myrabello. 21 a. Des Vrijdags voor alre Posteldag in de Hooimaand 1377. Jan, heer van Geldrop, geeft aan de luiden van Geldrop uit de gemeente van dat dorp bij een charter, bezegeld door hem en zijnen zoon Philips, alsmede door Dirck de Roover, heer van Rixtel, Hendrick, persoon van Geldrop en Jan Oem, heer van Bokhoven, zwager van Jan voornoemd. Copie. 22a. 13 Maart 1379. Wenceslaus Hertog van Brabant geeft aan de Magistraat van den Bosch het recht keuren te maken op den verkoop van brood, wijn en bier, mits dat de helft van de opbrengst daarvan zal zijn ten zijnen behoeve en de andere helft ten behoeve der voormelde stad. Oude Copie. 23. St. Marcusdag 1380• Verklaring van Jan de Roover, dat hij en zijn ouder altijd ghecroent hebben op allerlei vennen en heiden, gelegen op den Brant en dat hij het recht op dat croenen schenkt aan de geburen en het dorp van Mierlo. Zij was mede bezegeld door zijnen broeder Dirck de Roover en zijnen neef Heer Jan van Geldrop, ridder, alsmede door Maes den Hoghen. 24. 16 October 1380. Willem van Aerle, Henric van Aerle, Gylis Zegherszn, Dieric die Cromme, Jan van der Wassendonc en Godevaert Eckermans van Best, schepenen van Oirschot, verklaren, dat ten hunnen overstaan Jan Goeswijnszn van der Hameyden heeft overgedragen aan diens broeder Dierick eene roggepacht, gaande uit eene hoeve te Hedel, die placht toe te behooren aan Heer Willem Vos en welke roggepacht hem verleend was door Heer Willem voornoemd met diens dochter Katelinen. 25a. 5 Februari 1386. Johanna Hertogin van Brabant bepaalt, dat de Kwartieren van Peelland, Oisterwijk en Kempenland zullen bij te dragen hebben in de kosten van het onderhoud van haar leger, welke kosten tot dusverre alleen gekomen waren ten laste van de ingezetenen van het Kwartier van Maasland, omdat dat leger zich aldaar bevond ter bestrijding van de Gelderschen. 2ü. Daags voor St. Petersbanden 1393. Henrick van Eycke, zoon van Gerard van Eycke, den zoon van Henrick Posteel, verkoopt aan Philips Jozollus land, gelegen te Meerwijk en toebehoorende aan Elisabeth van Zonne zijne (vrouw?; het hier gestaan hebbend woord is bijna geheel vergaan). Hierover waren als schepenen Symon de Myrabello en Arnoldus Weer. 27. Vijfde dag na den Zondag, waarop gezongen wordt Oculi 1394. Jan van Dormalen, bakker, zoon van Dirck van Dormalen, verkoopt voor Schepenen van den Bosch al de landerijen, welke hij en zijn broeder Paulus van hunnen vader Dirck geërfd hadden en gelegen zijn te Oirschot ter plaatse genaamd Best, aan hunnen oomzegger Jan Keympt. Hierover waren als schepenen Jan Coptiten en HeymerickGroy. 2g_ Vijfde Zondag na Paschen 139S. Johannes, zoon van Henricus, genaamd Hencenszoon van Rode St. Ode, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Andries van Ouderichem eene grondrente uit land, gelegen onder Boxtel ter plaatse genaamd Borselaer en uit een huis met erf, gelegen te St. Oedenrode ter plaatse genaamd Onlant. Hierover waren als schepenen Arnoldus van Vladeracken en Engelbertus Ludinc Pijnappel. » 29. Daags na H. Sacramentsdag 1398. Petrus Becker, zoon van Petrus, als man van Jutke, dochter van Walter Rijke Godefriduszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Henric Donc Willemszoon het een vierde gedeelte van een huis en erf, staande en gelegen aldaar in de Vughterstraat. Hierover waren als schepenen Arnoldus Stamelart van Spanct en Enghelbertus Ludinc Pijnappel. 30. . St. Agnes Maagd 1399. Willem gheheyten Hadelwighen, zoon van wijlen Daniël van den Hautert, verleent voor Schepenen van Oisterwijk aan Janne gheheyten van den Staec, zoon van Willem van den Staec, zoo ten behoeve van dezen Janne als van diens voorkinderen, die hij had van Maryen sintn voerwyve, eene grondrente uit de helft eener hoeve, genaamd de Brabantsche hoeve, gelegen in de parochie Oisterwijk ter plaatse genaamd Udenhout. Hierover waren als schepenen Jan van den Eindt en Anchem die Wale. Hieraan eene akte van St. Leonard Abt 1411, waarbij voor Jacobus van Vladeracken en Johannes Dicbier, schepenen van 's Bosch, Walterus, zoon van Johannes genaamd Willemszoon van Udenhout, voorschreven grondrente overdraagt aan Delyana, dochter van Janne, den zoon van Willem van den Staec. 31. St. Jans Baptistdag te midden zomer i399. Lambrecht genaamd van den Langhen Cruus verkoopt voor Schepenen van Gestel (Moergestel?) aan Gherijt Gherijtszoon van Gorpe ten behoeve van dezen en ten behoeve van Willem Sniders van den Langhen Cruus, zijnen zweer, zijn aandeel in eenen beemd, genaamd het Broecsken, gelegen in de parochie van Gestel. Hierover waren als schepenen Aert Eliaszoon, Jan van der Eycken, Jan Tymmerman en Gooswijn Jan Gooswijnszoon. 32. Begin 15c eeuw. (Betreft de Noordbrabantsche van Bylandt's.) Notum sit universis praesentia visuris, quod cum Willelmus, Johannes, Ghevardus, Theodericus dictus Bylant, fratres, liberi quondam domini Johannis de Eyndoven, militis, Arnoldus dictus de Eyndoven, filius quondam Ghevardi de Eyndoven et Arnoldus dictus die Veer promisissent ut debitores principales indivisi super se et bona sua omnia habita et habenda se daturos et soluturos Henrico dicto de Hoemen, filio quondam Johannis, Eremberto, filio Johannis dicti Erenbrechtssoen, generis quondam Huberti dicti de Hellu et Hadewigi, filiae ejusdem quondam Huberti de Hellu, annuum et hereditarium censum quadraginta librarum monete pro tempore solutionis hujusmodi census in Buscodusis ab bursam communiter currentis anno quolibet haereditarie in festo beati Petri ad cathedram de et ex omnibus bonis et singulis dictorum Willelmi, Johannis, Ghevardi et Theoderici Bylant, fratrum, Arnoldi et Arnoldi habitis et habendis quocumque locorum consistentibus sive sitis et cum deinde (?) antedicti Willelmus, Johannes, Ghevardus et Theodericus Bylant, fratres, promisissent ut debitores principales indivisi super se et bona sua omnia habita et habenda dictos Arnoldum de Eyndoven et Arnoldum Veer a dicto censu ac ab omnibus dampnis eeisdem Arnoldo et Arnoldo occasione dicti hereditarii census eventione ac eventione hereditarie et penitus indempnes observare pro ut haec in quibusdam litteris scabinorum in Buscoducis super hoe confectis plenius continetur. Constitutus igitur coram scabinis infrascriptis dictus Johannes, filius quondam domini Johannis de Eyndoven, militis, promisit ut debitor principalis super se et bona sua omnia ab eo ad praesens habita et in posterum ab eis habenda et acquirenda. (Het overige ontbreekt). 32a (bis.) Bamabas Apostel 1401. Verleening eener grondrente ten behoeve van Jan de Penu (van den Kelre), zoon van Arnold Stamelart de Penu. 33. Vijfde Zondag na het octaaf van H. Sacramentsdag 1401. Henricus Roempot, zoon van Johannes, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch op grondrente land, gelegen te Esch, aan Johannes Belenzoon. Hierover waren als schepenen Jacobus Coptiten en Jacobus van Neynsel. Hierbij nog : eene akte van 1407, waarbij voor Gerardus van der Aa en Arnoldus Dicbier, schepenen van 's Bosch, Laurentius, zoon van Laurentius van der Bruggen, voorschreven grondrente, die hij verkregen had van voornoemden Henricus Roempot, overdraagt aan zijne zuster Luytgard, alsmede eene akte van 1471, waarbij voor Petrus Pels en Johannes Pijnappel, schepenen van 's Bosch, Johannes, zoon van Willem Peterszoon en Geertruid, dochter van Luytgard van der Bruggen Laurentiusdochter, dezelfde grondrente overdraagt aan Johannes Croeck Henrickszoon. 34 St. retersbanden 1401. Jan van Rysinghen en Jan van den Audenhuys, schepenen van St. Oedenrode, verklaren, dat ten hunnen overstaan Deynout, zoon van wijlen Deynout, den zoon van wijlen Henrick van den Rode, verkocht heeft aan Henrijc van Stijphout Mertenszoon eene grondrente, die Arnt, zoon van Gheertrud van den Rode en zijne kinderen verleend hadden uit eene bouwhoeve en uit eenen beemd. (Het zegel van van Rysinghen bestaat uit 3 molenijzers 2 en 1.) 35, Vigilie van St. Matheus Apostel 1404. Oda van der Meer weduwe van Ghijsbrecht van den Leempoel, den zoon van Enghbrecht; Johannes, Engbertus, Henricus, Walterus en Heylwigis, kinderen van genoemde echtelieden; Johannes Byts, smid (faber), als man van Elizabeth en Henricus van der Vlasvoirt Walterus zoon, als man van Agnese, dochter der eerstgenoemde echtelieden, voor zich en voor Ghiselbertus, haren broeder, alsmede Engbertus van den Yvenlaer Willemszoon verdeelen voor Schepenen van 's Bosch een goed, genaamd het goed ten Leempoel, afkomstig van Enghbrecht van den Leempoel, gelegen in de parochie van Oisterwijk ter plaatse genaamd Berkel; hiervan werd toebedeeld: het huis, genaamd die aude thofstat, de Lage Grashoff, de Straetacker, de Hofïfacker, gelegen bij de waterleiding, genaamd die Moyti, een perceel land, gelegen bij de Kapel te Berkel, een perceel, gelegen ter plaatse genaamd Udenhout, een perceel, gelegen te Helvoirt, ter plaatse genaamd Noortbroeck, een perceel, genaamd de Heyhoeve, gelegen in de parochie van Venloen enz., aan Engbertus van den Yvenlaer; enz. Hierover waren als schepenen Walterus Coptiten en Arnoldus Heym. (Op den rug staat: Brieven van mijn zoone (n.1. den zoon van Mr. Gerard van Zoemeren) van de partyen intgenerael gelegen tot Berckel, Udenhout, Loon, Tilborch ende Helvoirt). Zie oorkonden nos 5 en 19. 36. Vijfde Zondag na O. L. V. geboorte 1405. Johannes, Petrus, Gobelinus en Henricus, zonen van Gobelinus van den Berghe, Bela, dochter van Hubert Carnauwe en Weyndelmoedis, de dochter van laatstgenoemden Gobelinus, en Gerardus Neve als man van Katharina, dochter van meergenoemden Gobelinus, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Engbertus, zoon van Willem van den Yvenlaer, een stukje land, gelegen in de parochie van Oisterwijk ter plaatse genaamd Berkel tusschen het erf van genoemden kooper eenerzijds en dat van Johannes Doerman anderzijds. Hierover waren als schepenen Goesewinus Steenwech en Gerardus Bathenzoon. Zie de vorige oorkonde. 37. Vijfde Zondag na Pinksteren 1401. Henricus, Johannes, Stephanus, Gertrudis, Heylwig en Margaretha, kinderen van Johannes Tymmerman, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Engbertus Willemszoon van den Yvenlaer een stuk grond, gelegen in de parochie van Oisterwijk ter plaatse genaamd Berkel, op de plaats genaamd Leempoel, tusschen het erf van genoemden kooper eenerzijds en het erf van Hessellon Gobelszoon anderzijds, zich uitstrekkende van af den openbaren weg tot aan het erf van Johannes van Doorn. Hierover waren als schepenen Jacobus van Wyel en Johannes Heym. Zie de vorige oorkonde. 38. Vijfde Zondag na Driekoningen 1408. Gerardus, Johannes, Wilhelmus en Herbertus, zonen van Willem 2 Berkelman; Rutgerus, zoon van Goeswinus van Zegeworp als man van Gertrudis, dochter van genoemden Willem Berkelman; Ghiselbertus, zoon van Nycolaus Berkelman, en Johannes, zoon van Walter Berkelman, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Engbertus, zoon van Willem van den Yvenlaer, twee stukjes land, gelegen in de parochie van Oisterwijk, ter plaatse genaamd Berkel, tusschen het erf van genoemden kooper en dat van Johannes van Kets. Hierover waren als schepenen Arnoldus Heym en Johannes van Best. Zie de vorige oorkonde. 39. St. Peter ad cathedram i408. Voor Schepenen van Mill verleenen Gerit van Diependael en Yda, zijne huisvrouw, aan Egbert den Moller en Fyen, zijne huisvrouw, eene roggepacht van derde half malder rogge, Graafsche maat, uit twee stukken land, waarvan een gelegen is naast de Hostaard in den Diependael. (Hierbij een akte van 3 Mei 1483, waarbij voor schepenen van Mill Lambert die Moller en Beert, zijne huisvrouw, voorschreven roggepacht overdragen aan de Armmeesters van Mill tot eene erfspijnde, te spijnden in de Moederkerk aldaar). 40. 5 Augustus i409. Yda, dochter van Arnold, genaamd Rover Boest, weduwe van Matheus, den zoon van Willem Posteel en Heylwig, verbindt zich ter voldoening aan het testament harer genoemde schoonouders jegens broeder Johannes Lisscap, priester en conventuaal in het klooster de Porta Coeli bij 's Bosch, van uit hare landerijen Schoenoert te Orthen te zullen voldoen de grondrenten, door hare genoemde schoonouders bij hun testament vermaakt aan het Gasthuis van Antonius Vinscot en dat van Henrick van Neynsel te 's Bosch. 41. Zesde Zondag na den feestdag van St. Mathys apostel i4i0. Gerardus, bastaardzoon van Willem Eelkens, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Wouter Donc, zoon van Willem, eene roggepacht, gaande uit een perceel, genaamd Gheynswinckel, gelegen te Mierlo ter plaatse genaamd thout, welke grondrente Willem Donc verkregen had van Jan, den zoon van Gerlach de Roover, ridder en nu hem, Gerardus, toebehoort. Hierover waren als schepenen Ywan Stierken en Jacob van Wyel. 42. Daags vóór St. Jacob Apostel 14iO. Egidius van Gheel en Goeswijn van Berkel, schepenen van 's Bosch, geven vidimus van eenen schepenbrief van die stad van 1374, waarbij voor Johannes van Dordrecht en Gerard van Uden, schepenen van 's Bosch, Jan, zoon van Gerlach de Roover, ridder, aan Willem genaamd Donc verleende eene grondrente uit een erf, genaamd Gheynswinckel, gelegen in de parochie Mierlo ter plaatse genaamd het Hout, alsmede eene verklaring, dat na deze lezing Henrick genaamd Donc, zoon van Willem, ten hunnen overstaan zich verbonden heeft gemelden brief ten zijnen behoeve en ten behoeve zoo van Wouter zijnen broeder, zoon van genoemden Willem, als van Gerard, bastaardzoon van Willem Eelkens, te zullen bewaren. Zie de vorige oorkonde. 43. Daags voor St. Severinus i410. Wouter Donck, zoon van Willem Donck, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus Witmer eene grondrente, gaande uit het perceel Gheynswinckel, gelegen te Mierlo te plaatse genaamd thout, welke grondrente genoemde Willem Donck verkregen had van Jan, zoon van Heer Gerlach de Roover, ridder. Hierover waren als schepenen Ywan Stierken en Petrus van Best. Zie oorkonde n° 42. 44. Daags na St. Catharina, maagd en martelares, 14H. Willelmus van Laervenne, als procurator van de Tafel van den H. Geest te 's Bosch, verkoopt met machtiging van de provisors dierzelfde tafel voor Schepenen van 's Bosch aan Walterus van Os een huis met erf, staande aldaar in de Hinthamerstraat naast het erf van Jacob Avenzoon en zich uitstrekkende tot aan de Dieze, welk huis met erf Godefridus Sceyvel Johanneszoon aan genoemde Tafel vermaakt had onder bepaling, dat zij daarvan in het bezit zoude kunnen treden na doode van Aleid weduwe van Ywan van Gravia. Hierover waren als schepenen Dirck Rover, Johannes van Dussen en Johannes Dicbier. 45. i4 December 1AH. Gerardus van Ellaer verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick, zoon van Willem Donck, eene grondrente uit een huis met erf, staande in de Vughterstraat aldaar tusschen het erf van Jacob van den Wijel eenerzijds en dat van Henrick van den Kerchove anderzijds. Hierover waren als schepenen Danijel Roesmont en Jacobus van Vladeracken. Zie oorkonde n° 29. 46. 28 Juli i413. Henrick Dicbier, zoon van Godefridus, Arnoldus Heym, Henrick van Uden en Bartholomeus Spyerinc, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat zij ten verzoeke van Petrus van Langvelt afgescheiden hebben een gedeelte eener plaats van Godefridus Sceyvel, zoon van Johannes Sceyvel, gelegen te 's Bosch achter het huis en erf van genoemden Godefridus aan de overzijde der Dieze tusschen de gracht van het Klooster der Predikheeren aldaar eenerzijds en het erf van Engbertus van Delft, zoon van Jacob genaamd Avenzoon, anderzijds, en zich uitstrekkende vanaf gezegde rivier tot aan eene andere gracht, te weten het gedeelte der plaats, die zich uitstrekt vanaf de Dieze tot aan het riool van gezegd klooster, zijnde tengevolge dezer afscheiding gekomen een derde gedeelte der plaats, namelijk het gedeelte, dat gelegen is naast het erf van genoemden Engbertus, aan Petrus van Langvelt, een ander derde gedeelte, namelijk dat, hetwelk gelegen is naast de eerstbedoelde gracht van meergezegd klooster, aan dat klooster en het overig een derde gedeelte, namelijk dat, hetwelk gelegen is tusschen de hiervoren bedoelde gedeelten, ook aan Petrus van Langvelt. Zie oorkonde n° 44. 47, 2 Augustus i413. Petrus van Langvelt als man van Elizabeth, dochter van Godefridus van Bruheze, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus Gorter twee derde gedeelten eener plaats van Godefridus Sceyvel, zoon van Johannes Sceyvel, gelegen te 's Bosch achter het huis en erf van genoemde Godefridus aan de overzijde van het water de Dieze en tusschen de gracht van het Klooster der Predikheeren aldaar eenerzijds en het erf van Engbertus van Delft, den zoon van Jacob genaamd Avenzoon, anderzijds, en zich uitstrekkende vanaf de Dieze tot aan eene andere gracht, zijnde het verkochte een deel der plaats, voor zooverre die zich uitstrekt vanaf de Dieze tot aan het riool van gezegd klooster, en zijnde die twee derde gedeelten gelegen tusschen het erf van genoemden Engbertus van Delft en het overige één derde gedeelte, hetwelk aan meergezegd klooster toebehoort, terwijl dat overige één derde gelegen is achter de verkochte twee derde gedeelten; alsmede twee derde gedeelten der brug, aldaar over het water gelegen. Hierover waren als schepenen Henrick van Uden en Bartholomeus Spyerinc. (Zie oorkonde n° 46). 48. Des Zondags na St. Pelcrsbanden 1414. Aert Houtappel, zoon van wijlen Ghijsbrecht Houtappel, verkoopt voor Schepenen van Oisterwijk aan Engbertus, zoon van wijlen Willem van den Yvenlaer, een stuk land, gelegen te Berkel op Wouters hofstad. Hierover waren als schepenen Jan Jan Wytmanszoon en Laureyns van der Heyden. Zie oorkonde n° 37. 49. 3 Augustus i416. Henrick die Bye Janszoon en Jan Boin Lambrechtzoon, schepenen van Drunen, verklaren, dat ten hunnen overstaan Gherit van Nesch Aert Luttelmanszoon verleend heeft aan Rutger den Bye Robbrechtszoon en Diderijc Loef Jan Loefszoon eene grondrente uit een stuk land, gelegen in den Ban van Drunen. 50. 21 Augmtus 1416. Willem, zoon van Arnoldus Kuyc, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick, zoon van Sander van Os, eene grondrente, gaande uit een huis en erf, gelegen te 's Bosch buiten de Pijnappels poort tusschen het erf van Willem van den Pre, schoenmaker, eenerzijds en dat van Johannes Voet anderzijds en zich uitstrekkende tot aan het water, welke grondrente genoemde Willem van Kuyc gekocht had van Rodolph, zoon van Arnoldus van Kuyc. Hierover waren als schepenen Arnoldus Stamelaert van Uden en Willem van der Aa. 51. 3 Februari 1417. Testament van Bartholomeus Wedigen, wonende te 's Bosch over de Tolbrug en van diens echtgenoote Catharina. 52. 6 Juli 1418. Johannes van Orthen, zoon van den physicus Mr. Petrus van Orthen, den bastaardzoon van Johannes, den zoon van Trude, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes, zoon van Bernard Hughen, gewandsnijder (pannicida), een steenen huis met erf en stal, afkomstig van genoemden Johannes, den zoon van Trude, staande te 's Bosch aan de Kerkstraat tusschen het erf van Albert die Wael eenerzijds en dat van Andries van Oudrigem anderzijds en zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan het erf van Godefridus Petri en dat van Willen Paeuwe, welk goed aan genoemden Johannes van Orthen was ten deel gevallen bij de scheiding en deeling, ge maakt van de goederen, die aan Nycolaus van Os genaamd van Lievedael en diens echtgenoote Katherina, dochter van Gerard van Arkel en zuster van Johannes, den zoon van Trude, bij doode van genoemden Johannes, den zoon van Trude, waren aangekomen, en dat daarna was overgedragen aan meergezegden Johannes van Orthen door Petrus van Orthen, den zoon van Ghenard van Orthen. Hierover waren als schepenen Jacob van Vladeracken en Rodolph Berwout. 53, 12 Mei 1419. Macharis de Buck, vicaris der kerken van Bakel en Deurne, en Rutger Arndszn van Doerne, in diens hoedanigheid van curaat der gezegde kerken, erkennen ten overstaan van Dirck Onstaden van Asten, priester en notaris, het legaat van Lana, dochter van Emond van 'Vlierden en echtgenoote van Jan, den snijder (sartor), van Deurne, waarbij zij aan de Heilige geestmeesters van Deurne, ten behoeve van de armen aldaar, vier vaten rogge, te leveren door de weduwe en kinderen van haren broeder Dirck van Vlierden, legateerde onder voorwaarde, dat anderhalf ander vat rogge, door denzelfden verschuldigd, zal komen aan de kerk van Deurne en haren vicaris en onder hen gelijkelijk zal worden verdeeld. 54. 20 Jannari 1420. Zibertus van Hoculem en Johannes van der Hagen, schepenen van 's Bosch, verklaren, dat ten hunnen overstaan heer Johannes van Dommelen, genaamd Merskens, priester, zoon van Godefridus Merkens, den zoon van Johannes van Dommelen, bakker, onder eede heeft verklaard in het bezit te zijn eener grondrente, gaande zoo uit de helft van een huis, staande in de Hinthamerstraat te s Bosch tusschen een straatje, gaande van die straat naar het klooster dePorta Coelienhet erf van Gerard Broecrienmaker, als uit de erven van Dirck, zoon van Johannes van Heze, en dat deze grondrente in het jaar 1384 aan genoemden bakker verleend is door Dirck voornoemd, zijnde de brief daarvan verbrand bij den brand, welke daags voor de maand Mei (precipue mensis Maij) in 1419 te 's Bosch woedde. Hierna hebben deze verklaring met eede bevestigd Johannes van Hezewijc, Godefridus Kempke, schoenmaker en Nycolaus Godden. (Zie oorkonde no 14). 55. 9 September 1422. Meester Petrus Cromme, deken der Collegiale Kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch, verkoopt in tegenwoordigheid en met toestemming van Johannes Bathenzoon en Henricus Muddekens, kanunniken van gezegde kerk, alsmede van het geheele Kapittel en de Kapittelheeren dier kerk, voor Schepenen van 's Bosch een steenen huis met erf en plaats, afkomstig van twee huizen met erven en plaatsen, toebehoord hebbende aan Johannes Trudenzoon, daarna aan mr. Petrus van Orthen, physicus, gelegen te 's Bosch in de Kerkstraat tusschen het erf van Johannes Wouterszoon eenerzijds en dat van Godefridus de Vos anderzijds en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van Godefridus, zoon van Peter Sac, alsmede van dat van Willem in den Paeuwe, — tegen eene grondrente, aan Willem van Loen Janszoon, bakker. Hierover waren als schepenen Henricus Dicbier Godefriduszoon en Henrick Steenwech. (Zie oorkonde n° 52). 56. 15 Juni 1423. Ghiselbertus genaamd Wonder, zoon van wijlen Arnoldus genaamd Wonder, alsmede Arnoldus en Gerardus, gebroeders, Katherina en Oda, gezusters, kinderen van genoemden Ghiselbertus, Johannes, genaamd van Breugel, als man en momboir van Mechtildis, en Jacobus genaamd Cnode, als man en momboir van Hadewigis, dochters van genoemden Ghiselbertus, ieder hoofdelijk en voor het geheel en onder verband van hunne tegenwoordige en toekomstige goederen, beloven ten overstaan van Schepenen van 's Bosch aan Johannes, zoon van wijlen Rodolphus genaamd de Bever, om, indien de erfchijns van 13 ponden, die met afdoening van alle andere kosten was blijven rusten op eene kamer, gelegen te 's Bosch tusschen de Kamers der kooplieden en vroeger toebehoorende aan wijlen Christina genaamd Berewout en daarna door Wilhelmus Scilder erfelijk verkocht aan Godescalcus, zoon van wijlen Rodolphus genaamd Roesmont, tot hooger cours mocht stijgen dan het geld tot betaling van een chijns van 13 ponden ter beurze van den Graaf (van Holland) geldt, dit meerdere aan genoemden Johannes ten allen tijde te vergoeden. Hierover waren als schepenen Gerardus Scilder en Johannes Loenman. 57. 19 December 1425. Godefridus van Rode als gemachtigde van de Tafel van den H. Geest te 's Bosch, ingevolge machtiging van de Provisoren van die Tafel, verkoopt voor Schepenen aldaar, tegen eene grondrente, een hofke, gelegen in de parochie van Oisterwijk ter plaatse genaamd Berkel in de plaats de Leempoelen tusschen het erf van Josephus Hermanszoon eenerzijds en het erf van Engbertus van den IJvenlaer, zoon van Willem Eliaszoon, anderzijds, aan genoemden Engbertus van den IJvelaer. Hierover waren als schepenen Godefridus van Rode voornoemd en Bertoldus die Lu. Hierbij eene akte van 31 Juli 1504, waarbij voor Jordanus de Boert en Mathias Brugman, schepenen van 's Bosch, Rutger, zoon.van Rutger Jacobszoon Keelbreker, zijne zuster Elisabeth, dochter van laatstgenoemden Rutger, Henricus, zoon van Paulus (zoon van Petrus Ghibenzoon) en Elisabeth voornoemd, Arnoldus, zoon van Johannes Heeren, als man van Gertrudis en Wilhelmus, zoon van Willem die Haen als man van Margaretha, dochters van genoemden Rutger Jacobszoon Keelbreker, van hun recht op eene grondrente uit eene bouwhoeve (mansus) van Johannes Hals junior, — gelegen in de parochie van Oisterwijk, ter plaatse genaamd Udenhout in de Leempoel met den houtwas en met de landerijen, gelegen in de parochies van Tilburg, Venloon en Helvoirt, welke bouwhoeve Gerardus van den Pass, landbouwer (colonus), wonende op die bouwhoeve, in gebruik heeft, afstand doen ten behoeve van mr. Henrick die Bye alsmede ten behoeve van de andere personen, die van genoemden Johannes Hals Johanneszoon vanwege diens moeder Agnes, dochter van Engbertus van den IJvenlaer, erfgenamen zijn. (Zie oorkonde n° 38). 57 a (bis). 9 Maart 1428. Jonker Dirck van Meerheym, heer van Boxtel, verhuurt ten overstaan van schepenen aldaar eenige zijner landerijen, gelegen aldaar ter plaatse genaamd Tongeren, enz. Hierover waren als schepenen Danckolff Eliaeszn van Lucel, Henrick die Zeelander, Mathijs die Mollenaer, Peter die Visscher, Wouter van Dessel en Dirck Gode vaertszn. Hierbij nog eene schepenakte van 's Bosch van 30 Juli 1450, waarbij ten overstaan van Ghiselbertus Haec en Rodolphus die Bever, schepenen aldaar, Gerardus Brant, zoon van Herman Brant, aan Lambert van Doerne Christiaanszoon ten behoeve van juffrouw Elisabeth, bastaarddochter van Heer Dirck van Meerheym, in leven heer van Boxtel, eene grondrente verleent uit voorschreven landerijen, die nu gezegd worden eene hofstede te zijn. 5g_ 6 Juni 1428. Jan, zoon van wijlen Heynen Stywszoon, draagt voor Schepenen van Helmond over aan Jan Bonenzoon van Deurne een vierdel eener hofstede, gelegen te Helmond naast de straat, waarmede men gaat naar de Bossche straat. Hierover waren als schepenen Arnd Peter Meuszn en Jan Snoex. 59. Vigilie van St. Andreas, apostel, 1428. Vermits Johannes van Uden Janszoon het recht van wederinkoop heeft eener grondrente, verleend aan Engbertus van den Yvenlaer door Godefridus de Campo, natuurlijken zoon van Heer Godefridus de Campo, deken van Woensel, en door diens vrouw Wynrica, zoo heeft genoemde Johannes van Uden daarvan voor Schepenen van 's Bosch afstand gedaan ten behoeve van Engbertus van den Yvenlaer voornoemd. Hierover waren als schepenen Petrus van Eest en Godefridus van Erp. Hierbij een schepenbrief van 's Bosch, waarbij genoemde Engbertus van den Yvenlaer voorschreven recht van wederinkoop erkende. 60. 5 Maart 1429. Eene bijna niet leesbare akte van den notaris Rutger van Arkel, betreffende afstand van grondrenten, behoorende tot eene fundatie, gemaakt voor het altaar van St. Sebastiaan, Wilhelmus en Quirinus in eene kapel, die staat aan het Hinthamereind te 's Bosch nabij de poort, waarmee men gaat naar het klooster de Porta Coeli. Bedoelde kapel zal geweest zijn de St. Antoniuskapel en de fundatie, in de akte bedoeld, zal geweest zijn eene van die, waarvan Schutjes spreekt in zijne geschiedenis van het Bisdom 's Bosch IV blz. 379. 61. 15 December 1430. Boudewijn, zoon van Johannes Barmerszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Willem, zoon van Henrick van der Sluysen, de helft in eenen kamp broekgrond, gelegen in de parochie van Maren ter plaatse genaamd die Delen. Hierover waren als schepenen Johannes van Erp Janszoon en Gerardus Balyaert. 62. 20 Jan. 1431. Petrus Steenwech en Johannes Bathens zoon, schepenen van 's Bosch, geven vidimus van een schepenbrief van die stad van den laatsen Augustus 1431, waarbij voor Johannes van Erp Johanszoon en Gerardus Baylyaert, schepenen van die stad, Johannes die Lu de jonge, zoon van Dirck die Lu, tegen eene grondrente verkoopt aan mr. Andreas die Lu, zijnen zoon, een steenen huis met erf, van Johannes van Ghestel afkomstig, staande te 's Bosch achter de straat genaamd de Papenhulst bij de Dieze, alsmede een gedeelte van eene plaats, gelegen voor gezegd huis met erf in de richting van gezegde straat tusschen de Dieze eenerzijds en het erf van Henrick van Broeckhoven anderzijds en zich uitstrekkende van af gezegd huis met erf en de Dieze tot aan de openbare straat. Zij verklaren verder, dat na voorschreven lezing ten hunnen overstaan Marcelis die Lu verklaard heeft, dat hij voormelden brief voor zich en ten behoeve van Johannes die Lu den jongen, zoon van Dirck die Lu, zal bewaren. Zie over het hier bedoeld huis mijne Voorname huizen van 's Bosch II p. 503. 63. Op den anderen dag in Juni 1433. Ludolf Staeck van Wyc en Willem die Borchgrave, schepenen van Heusden, getuigen, dat ten hunnen overstaan Willem Arent, moeder van Dirck zoons zoon, aan het Kapittel, den H. Geest en het Gasthuis binnen Heusden verleend heeft eene grondrente uit twee stukken land, gelegen in den Ban van Vlijmen op de Nieuwe Heide tusschen Willem Jan Goeswinuszoons zoon oostwaarts en de gemeente westwaarts buiten twijs en binnen twijs. 64. 6 Juli 1436. Willem van Haevelt, Henric Willemszoon, Jan Coel, Henric van den Rullen, Daniël Jans Smoelnerszoon, Tyelman Arndszoon en Gherit Roeverszoon van Tuystoffe, schepenen van Vechel, verklaren, dat ten hunnen overstaan Heer Dirc van der Heest, priester-vicaris der kerk van Vechel, daartoe door den Bisschop van Luik gemachtigd, aan Roelof, bastaardzoon van Sionge Deenkens, verkocht heeft een huis met erf, staande neven het kerkhof van Vechel, eenerzijds naast het erf van het altaar van St. Agatha, in voorschreven kerk gesticht, en anderzijds langs de Aa aldaar, verbindende zich de kooper aan den genoemden vicaris of diens opvolger jaarlijks te zullen voldoen twee pond Bosch geld, waarvan deze twee oude grooten zal hebben te betalen aan den Rector van gezegd altaar. 65. 10 Februari 1439. Jan, zoon van wijlen Peter van der Donschot, als man van Kathelijn, dochter van wijlen Margriet, natuurlijke dochter van Kathenna Meyen, draagt voor Schepenen van Helmond over aan Aelbrecht, zoon van wijlen Gerit Weilarts, eene roggepacht, door zijne vrouw geërfd van voornoemde Margriet, hare moeder, die ze blijkens schepenbrief van Deurne verkregen had van Bruysten, zoon van wijlen Eruysten van den Schoetecker, die ze weder verkregen had van Henrick, den zoon van Henrick Cuelman van Nystelre Junior, zijnde ze verder door genoemden Henrick Junior gekocht geweest van Henrick Cuelman Senior; hierna heeft Lucas, zoon van wijlen Bruysten Aelbrechts, broeder van genoemde Katherina, van gezegde roggepacht afstand gedaan ten behoeve van voornoemden Aelbrecht. Hierover waren de schepenen Herman Eycman en Udeman van Thefelen. 66. 4 Juli 1439. Vermits Guedeldis weduwe van Henrick van Vessem, zoon van Gerard, den zoon van Henrick van Vessem, het vruchtgebruik van eene grondrente, gaande vooreerst uit bouwland, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd Mulsel tusschen het erf van Willem Pieckeenerzijds en dat van Dirck Snyder anderzijds, verder uit land, gelegen alsvoren tusschen het erf van Sophia de Globo eenerzijds en dat van Henrick van Elsbroeck anderzijds, en eindelijk uit een huis met erf, staande te Boxtel tusschen het erf eenerzijds en de rivier de Dommel anderzijds, had afgestaan aan Henrick van Vessem, haren zoon, zoo ten zijnen behoeve als ten behoeve van Sophia en Petra, dochters van Lambert Drynchellinc en Lysmoda van Vessem, hare dochter, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch laatsgenoemde Henrick van Vessem, Wychman van den Berghe als man van genoemde Sophia en Franco Bollens als man van Petra voorschreven grondrente verkocht aan Sophia weduwe van Henrick van Geffen. Hierover waren als schepenen Henrick van Arendnest en Johannes de Ouden Willemszoon. (Zie oorkonde n° 20). 67. 5 Dec. 1439. Theodoricus, Arnoldus en Johannes, zonen van Theodoricus van der Capellen en Gerardus Scheenken als man van Katharina, dochter van laatst genoemden Theodoricus van der Capellen, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan hunnen broeder Petrus van der Capellen hun aandeel in eene grondrente, gaande uit een huis met erf, staande in de parochie van Vucht St. Lambert tusschen het erf van Arnoldus Diric Bytszoon eenerzijds en dat van Henrick die Bysscher anderzijds, alsmede uit een huis met erf, staande in gezegde parochie tusschen het erf der kinderen van Pouwels Heynen zoon eenerzijds en dat van aldaar anderzijds, welke grondrente Theodoricus van der Capellen senior verkregen had van Theodericus Byts. Hierover waren als schepenen Henricus Dicbier en Tielemannus de Spina (van Doorn). 08. 18 Augustus 1440. Johannes de Ridder Petruszoon verkoopt voor Schepenen van 's Bosch een stukje land, gelegen in de parochie van Oisterwijk ter plaatse genaamd Berkel tusschen het erf van Engbert van den Yvenlaer Engbertszoon, aan dezen laatste. Hierover waren als schepenen Rodolphus Lonys en Henricus Berwout. gga 1 Februari 1442. Jacobus Heer, zoon van den slachter Godefridus Heerken, als man van Margaretha, eerder weduwe van Henrick van Vlijmen Wouterszoon, draagt voor Schepenen van 's Bosch aan Heilwig weduwe van Gerard Groy over haar aandeel in eene grondrente, gaande uit de bezittingen van Dirck van Meerheym, heer van Boxtel, ridder en diens echtgenoote Maria, vrouwe van Boxtel, welk aandeel Henrick van Vlijmen Wouterszoon gekocht had van Gerard Eelkens. Hierover waren als schepenen Daniël Roesmont en Godefridus Eoest. Hierbij eene schepenakte van 4 Juli 1462, waarbij Dionysius, zoon van Henrick, den zoon van Michiel van Breda, ten overstaan van Arnoldus Heer Ghiselbertszoon en Tieleman Pyckenet, schepenen van 's Bosch, dat aandeel verkocht aan Lambert van Doerne Christiaanszoon ten behoeve van Elisabeth weduwe van Johannes Hals en dochter van Michiel van Breda. 70 27 Augustus 1443. Laurentius, zoon van Laurentius van den Eruekelen, als man van Jutta, dochter van Tyman Claeszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Lambert van Doerne Christiaanszoon ten behoeve van Beatrix, dochter van Wouter Sconderman Henrickszoon, land gelegen te St. Michielsgestel bij Herlaer ter plaatse genaamd Griensvenne. Hierover waren als schepenen Godefridus Boest en Johannes van Craendonc. 71, 30 September i444. Johannes van den Doren Janszoon verleent voor Schepenen van 's Bosch eene grondrente aan Nycolaus, zoon van Arnold Corstiaens, uit den Dorenakker, gelegen in de parochie van Haaren tusschen het erf der erfgenamen van Elyas van Kuyc en dat van Arnoldus van Laerhoven, en zich uitstrekkende van den gemeenen weg tot aan het erf van Stephanus van der Amervoirt; alsmede uit eene streep gronds, gelegen alsvoren tusschen het erf van genoemden Nycolaus en dat van het altaar van St. Catharina in de kerk van Oisterwijk. Hierover waren als schepenen Johannes van Erp en Willem die Joede. 72. 14 Mei 1445. Vermits Gerardus Mol van Driel de helft van een huis, staande in de Hinthamerstraat te 's Bosch tusschen een straatje, loopende van die straat naar het klooster de Porta Coeli en tusschen een erf van Gerard Broekrij en maker, alsmede andere erven van Dirck, zoon van Johannes van Heeze, wegens wanbetaling eener grondrente, toebehoorende aan Johannes van Dommelen, genaamd Merskens, priester, zoon van Godefridus Merskens, den zoon van Johannes van Dommelen, bakker, den 20 Juni 1420 bij gerechtelijke uitwinning gekocht had, zoo heeft Gerardus Mol voorschreven helft wederom verkocht aan Henricus van Stiphout Henrickszn, behoudens de rechten, welke de overige renthefïfers als Ambrosius, zoon van Johannes van der Stegen, enz., daarop kunnen doen gelden. Geschiedende zulks ten overstaan van de schepenen van 's Bosch Rodolphus Lonys, Wilhelmus Dicbier, zoon van Henrick, Rodolphus Scilder, Amelius van den Hoevel en Christianus Coenen. (Zie de oorkonde n° 54). 73_ 28 Juli i445. Nycholaus Loenman verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Herman van Amerzoyen Janszoon eene grondrente uit eene bouwhoeve, genaamd Everbest, gelegen in de parochie van Beek bij Aarle. Hierover waren als schepenen Willem Dicbier Henrickszn en Roelot Scilder. 74. 25 April 1450. Johannes van den Doren Janszoon verkoopt voor Schepenen van 's Bosch eene grondrente, — die Johannes van den Loe Petruszoon hem verleend had uit eene hofstede in de parochie van Haaren, — aan Elisabeth, dochter van Udeman van Bruheze en Gerardus, zoon van Bartholomeus Brabants. Hierover waren als schepenen Johannes Spierinc en Gerardus Boest. Hierbij eene akte, waarbij Gerardus, zoon van Bartholomeus Brabants, voor Schepenen van 's Bosch verkoopt aan Elisabeth, dochter van Udeman van Bruheze, de helft van gezegde grondrente, die genoemde Elisabeth en voorzegde Gerardus van laatstgenoemden Johannes van den Doren verkregen hadden. Hierover waren als schepenen Geiardus Boest en Giselbertus Haeck. 75. 15 Mei 1450. Gerardus, zoon van Bartholomeus Brabants, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Elisabeth, dochter van Udeman van Bruheze, de helft van eene grondrente, die Nycolaus, zoon van Arnoldus Corstiaans had verleend aan Johannes van den Doren Johanneszoon uit een stuk land, genaamd de Dorenacker, gelegen in de parochie van Haaren tusschen het erf der erfgenamen van Eliasvan Kuyck eenerzijds en dat van Arnoldus van Laerhoven anderzijds, alsmede uit een stuk land, gelegen alsvoren tusschen het erf van Nycolaus, zoon van Arnoldus Corstiaans eenerzijds en dat van het St. Catharina-altaar in de Kerk van Oisterwijk anderzijds, en welke grondrente Elisabeth, dochter van Udeman van Bruheze en Gerardus, zoon van Bartholomeus Brabants, beiden voornoemd, hadden verkregen van Johannes van den Doren Janszoon. Hierover waren als schepenen Gerardus Boest en Giselbertus Haeck. (Zie oorkonde n° 71.) 76. 15 Januari 1452. Stephanus Heijs, verblijvende te Breda, draagt als uitvoerder van het testament zijner huisvrouw Margaretha over aan de kapel van Merkendale onder Breda roggepachten, gaande uit landerijen, gelegen te Haseldonk. 77. 20 Mei 1452. Goeste, Godevaerts Henrickszoon dochter en huisvrouw van Jan van Ypelair verkoopt voor Schepenen van Oosterhout aan Rombout Lenaert Hoyszoon eenen beemd, geheeten de Hoijbloec, Hierover waren als schepenen Lambrecht Stevenszoon en Aert Johanneszoon. Hierbij een transfix, waarbij voor Jan van Buyte en Lambrecht Stevenszoon, schepenen van Oosterhout, genoemde Rombout Lenaert Moyszoon 10 Juli 1452 gezegden beemd verkoopt aan Jacob van Ringelberch. 78. 7 Februari 1453. Testament van Henricus van der Haseldonck Peterszoon, inwoner van Vught, gepasseerd voor Otto van Hedel, priester der St. Pieterskerk aldaar. Hij vermaakt daarbij o. a. legaten aan de Fabriek van die kerk, aan het daarin staand altaar van St. Barbara, aan de gilden van St. Joris en St. Barbara te Vught, enz. 79. 11 Februari 1453. Henrick, zoon van Henrick de Becker Rodolphszoon als man van Petra, dochter van Godescoedis en haren eersten man Arnold, zoon van Gerard Jan Vranckenzoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes Vuchs, zoon van Jan, de helft in een huis met erf, staande in de vrijheid van 's Bosch ter plaatse genaamd den Dungen aan de Litsche straat, van welk half huis en erf Daniël van den Yser, als man van Godescoedis voornoemd den tocht had, doch dien hij en zijne genoemde vrouw hadden overgedragen aan Lambert van Doerne Christiaanszoon ten behoeve van genoemde Petra. Hierover waren als schepenen Goeswijn van Beeck en Godefridus van Lancvelt. 80. 16 December 1453. Bernardus Hughen, Goeswinus Toelinc en Heilwigis Pennincs als uitvoerders van den uitersten wil van Petrus die Gorter, poorter van 's Hertogenbosch, schenken ten overstaan van den priester Henricus van Eyck, notaris aldaar, aan Godefridus van Vucht, prior van het Predikheerenklooster aldaar, ten behoeve van hetzelve, twee derde gedeelten eener plaats, toebehoord hebbende aan Godefridus Sceyvel, zoon van Johannes Sceyvel, gelegen te 's Bosch achter het huis en erf van genoemden Godefridus aan de overzijde der rivier de Dieze tusschen de gracht van gezegd klooster eenerzijds en het erf van Engbertus van Delft, zoon van Jacob Avenzoon, anderzijds en zich uitstrekkende van af de Dieze tot aan eene andere gracht, namelijk van dat gedeelte der plaats, dat loopt van af de Dieze tot aan het riool van meergezegd klooster, zijnde de twee derde gedeelten voor- zegd gelegen tusschen het erf van genoemde Engbertus van Delft en het overige een derde gedeelte, dat aan het meerbedoeld klooster toebehoort en gelegen is achter de twee derde gedeelten ; zoomede twee derde gedeelten der brug, aldaar over de Dieze gelegen en het recht om in opposito antiquae cloacae van meergezegd klooster te bouwen een steenen gebouw, genaamd stenen gevel, dat aan genoemden Petrus die Gorter eertijds toegestaan was door broeder Johannes van Sonne, prior van hetzelfde klooster, - hebbende Petrus die Gorter de twee hiervorenbedoelde derde gedeelten gekocht gehad van Petrus van Lancvelt als man van Elizabeth, dochter van Godefridus van Rruyheze. (Zie oorkonde n° 47). 81o. 9 Januari 145i. Ten overstaan van Schepenen van den Bosch verdeelen Rombout Brekelman en Beatrix weduwe van Ghyselbert Hessels eene bouwhoeve, gelegen te Helvoirt ter plaatse genaamd „aen den Gestel." Hierover waren als schepenen Peter Steenwech en Jan Spiker. g2. 30 November 1454. Jan Maes van der Hulst en Robbert van Drongelen Peterzoon, schepenen van Heusden, getuigen dat Jutte, die de vrouw was van Ghijsbert Geerlic'szoon en haar zoon Roelof, wiens vader was Willem Dries Kempen, hebben opgedragen aan Aleijt, die de vrouw was van Roelof Reijnerszoon, het vierde gedeelte van eenen kamp lands, gelegen in den Banne van Engelen en genaamd Aernts Kamp, die het eigendom placht te wezen van Ghijsbert Gheerlic'szoon en gelegen is tusschen de straat eenerzijds en het erf van Aleijt voornoemd anderzijds, terwijl het zich uitstrekt van af het erf van Roelof van Bochoven tot dat van Aleijt voornoemd, met den dijk, sloot, tuin en wetering daartoe behoorende; — alsmede dat Jutte voornoemd aan de meergenoemde Aleijt beloofd heeft den eigendom van voorschreven een vierde deel ten eeuwigen dage te zullen vrijwaren ; dat Roelof voornoemd aan haar, Aleijt, beloofd heeft, dat hij van dat een vierde zoude afdoen den kommer, dien hij daarop gemaakt mocht hebben en dat Aernt Gheerlic'szoon, Jan Gheerlics'zoon, Ghijsbert Aernt Beijszoon als momboir van zijne vrouw Marie en Henric van Est Henric'szoon als momboir van zijne vrouw Gheertrude afstand gedaan hebben van hun recht op meerbedoeld een vierde deel. 83. 20 Juni 1455. Extract, op dezen datum afgegeven, uit het testament van Henricus, den zoon van Johannes Pijeck, in leven poorter van 's Bosch. Volgens dat uittreksel legateerde hij imam ranseam, die aan zijne vrouw Beatrix had toebehoord, aan de Lieve Vrouw Broederschap te 's Bosch de toga zijner dochter, en legaten aan onderscheidene altaren te 's Bosch voor de zielerust van hem, zijne vrouwen Beatrix en Johanna, en zijne dochters Belia en Aleid. 84. 19 Januari 1456. Bertoldus van Beke Arndszoon draagt over voor Schepenen van 's Bosch aan zijne zuster Agnes eene roggepacht, gaande uit eene bouwhoeve, genaamd het goed Ter Heijden, gelegen in de parochie van Berlicum tusschen de gemeente Heeswijk ex uno en de openbare straat ex alio, welke roggepacht blijkens eene schepenacte van 's Bosch Rutger van Arkel ten behoeve van genoemden Bertoldus van Beke had verkregen van Jan van Beke Willemszoon. Hierover waren als schepenen Dirck van der Aa en Adam die Lu. Hierbij: a eene Bossche schepenakte van den laatsten October 1466, waarbij meergenoemde Bertoldus van Beke eene zelfde grondrente, gaande uit dezelfde bouwhoeve, die Ghijselbert Wonder bij wijze van gift verleend had aan Jan, den bastaardzoon van Reymbold de Cossen en diens huisvrouw Aleid, de dochter van Ghijselbert voornoemd en die Rutger van Arkel ten behoeve van Bertoldus van Beke Arndszoon verkregen had van Johannes van Beke Willemszoon, overdraagt aan Agnes van Beke, dochter van genoemden Arnd. b eene Bossche schepenakte van 2 Augustus 1698, waarbij Theodorus van Asten, notaris en klerk ter secretarie der stad 's Bosch, voor zich en namens zijnen minderjarigen broeder en zuster, Steven Stolwerck als man van Maria Anna van Asten, Alegonda van Asten, Francis van Asten, Gerardus van Asten en Johannes van Asten, broeders en zusters, eene der voorschreven roggepachten, gaande uit de bouwhoeve, nu genaamd de Heycampsche hoeve, welke hun vermaakt was door Anna van Asten bij testament, verleden voor den notaris Roeland van Edenburch te Delft, verkochten aan Hendrick de Lepo, notaris te 's Bosch. 3 85. 1 Maart 1456. Verklaring van Henri Aert Roverszoon en Henrick van Dommelen, schepenen van St. Oedenrode, dat ten hunnen overstaan Wouter van Vroenhoven aan zijnen broeder Aert den smid, zijnde hunnen medeschepen, verkocht heeft eene grondrente, gaande uit een stuk land en eenen beemd, gelegen te St. Oedenrode ter plaatse genaamd Sproeuwelair, alsmede uit een gedeelte in eene grondrente, door hem gekocht van Wouter Jan Bontmekerszoon, die ze eertijds verkregen had van Jan, zijnen vader en van Heer Jorden, priester en Jan, zijne broeders. 86a. 17 Januari 1457. Heer Henrick, priester, zoon van Henrick Janszn, verkoopt aan Katherina, dochter van Huybert Witten van Tilborch, eene grondrente, gaande uit een huis, erf, plaats en achterhuis, staande te den Bosch op den Papenhuls tusschen het huis van Heer Maarten Stevens, priester, ex uno en dat van Heer Willem Hals, priester, ex a/io, en zich van gezegde straat achterwaarts uitstrekkende tot aan de Begijnengraaf; uit een huis, erf en plaats, staande te den Bosch tusschen het huis van Heer Bartholomeus Crom, priester, ex uno en dat van Heer Henrick die Smijt, priester, ex aho, en zich van de straat achterwaarts uitstrekkende tot aan het Vondelingenhuis en uit land, gelegen te Macharen. Hierbij nog eenige latere transporten van deze grondrente. Oude copiën. 87. 20 Juli 1457. Henricus, zoon van Jacob 's Bressers van Beke, als man van Ka'tharina, dochter van Dirck Kuyst, verkoopt voor Schepenen van s Bosch aan Lambertus van Doerne Christiaanszoon ten behoeve van Ghyselbert Back, kanunnik der kerk van St. Jan Evangelist aldaar, eene grondrente, gaande uit erven van Johannes Peysters, gelegen te Beek ter plaatse genaamd die Haghehorst, welke grondrente Henricus Kyes van den Bosch als man van Elisabeth, dochter van Johannes Peysters van Beke, schonk aan Coenrardus die Writer en Arnoldus van Roestenberch gewoon was uit gezegde erven te betalen, zooals Willem, zoon van Willem Arnolduszoon Tielkini en Guedeldis zijne vrouw na den grooten brand in 's Bosch van 1419 bij monde van Henricus Behaut voor schepenen van die stad hebben verklaard. Hierover waren als schepenen Amelis van Boechem en Ghyselbert van den Broeck. 88. 23 Juli 1457. Amelis van Boechem en Ghyselbert van den Broeck, schepenen van 's Bosch, geven vidimus van een schepenbrief van 29 Januari 1420, waarbij Zibertus van Hoculem, Wouter Colen van Oerle, Nycolaus Loenman en Johannes van der Hagen, schepenen van 's Bosch, verklaren, dat ten hunnen overstaan Willem, zoon van Willem Arnolduszoon Tielkini, als man van Guedeldis, dochter van Johannes van Eyck en genoemde Guedeldis tactis sacrosanctis getuigden en met eede bevestigden, dat zij eigenaars zijn van grondrenten, gaande uit goederen gelegen te Hagelhorst en uit een goed, gelegen in het kerspel Hilvarenbeek ter plaatse genaamd Westerswijk en dat vervolgens Godefridus Janszoon en Arnoldus Haeck, slachter, onder eede verklaard hebben, dat voorschreven eed goed en niet valsch is. Hierna heeft voor Schepenen alsvoren Henricus, zoon van Jacob 's Bressers van Beke, bekend, dat hij voormelden schepenbrief bewaart zoo voor zich als voor Heer Ghyselbertus Eack, kanunnik te 's Bosch en zich verbindt dien aan Lambert van Doerne Christiaanszoon ten behoeve van genoemden Heer Back te zullen uitreiken, zoo dikwijls als deze dien zal behoeven. 89. 14 Mei 1458. Goeswinus, zoon van Jacobus van den Hout, als man van Elisabeth, dochter van Engbertus van den Eijnde, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes, zoon van Willem van den Hout, eene grondrente, gaande uit eene weide, gelegen te Oisterwijk ter plaatse genaamd Riedonck, welke grondrente genoemde Engbertus van den Eijnde verkregen had van Hessellonc Snabbe. Hierover waren als schepenen Arnoldus Monicx, zoon van Ghiselbertus en Willem Dicbier, zoon van Johannes. 90. 24 November 1459. Ambrosius, zoon van Johannes van der Stegen, doet voor schepenen van 's Bosch afstand van het vruchtgebruik van eene grondrente, gaande uit een huis en erf, gelegen te 's Bosch in de Baseldonksche straat tusschen die straat eenerzijds en het erf van Johannes van Coll Meeuszoon anderzijds en door hem verkregen van Arnoldus die Bye Janszoon. Hij draagt daarop deze rente over aan Lambertus van Doerne, zoon van Christiaan, ten behoeve van Dirckje, dochter van hem, Ambrosius. Hierover waren als schepenen Johannes Steenwech en Johannes Neve. (Op den rug staat: deze rente is afgelost door Henrick Janszoon die Lange „in den Ancker," waaruit kan worden opgemaakt welk huis het hier geldt). Hierop volgt eene akte van denzelfden datum, waarbij voor Schepenen van 's Bosch Symon, zoon van Egbert Scheenken, als man van genoemde Dirckje, voorschreven grondrente verkoopt aan Henrick, zoon van Johannes die Langhe. Hierover waren ook als schepenen Johannes Steenwech en Johannes Neve. 1 Februari 1461. Nycolaus, zoon van Jan van den Steen, verleent voor Schepenen van den Bosch aan Henrick Brant, zoon van Rodolph Delft, eene grondrente uit huis, erf, plaats en erfenissen, gelegen te den Dungen ter plaatse genaamd Sporct. Hierover waren als schepenen Marcelis van Uden en Willem van Wyck Leoniuszoon. Hierbij nog eene akte van 22 Januari 1599, waarbij Mechteld, weduwe van Jan, zoon van Willem Gijsbertszn in den Put, Robbert, zoon van Petrus van Brouhese als man van Wilhelma, dochter van Jan Janszn Snoeck en Margaretha, de dochter van genoemden Willem Gijsbertszn in den Put en Petrus, zoon van Gerard Havens, als man van Antonia, dochter van Arnold de Wyse en weduwe van Paulus, zoon van meergenoemden Willem Gijsbertszn, voormelde grondrente, die zij als rechtverkrijgers van Henrick Brant verkregen hadden, verkoopen aan Maria Havens Fransdochter ten behoeve van Adriana van Gameren, eerst weduwe van genoemden Frans Havens en daarna van Jan Thomassen. 92 6 Sept. 1462. Jutta weduwe van Daniël Croeck Danielszoon, doet voor Schepenen van 's Bosch aan Rutger van Arkel ten behoeve van Heilwigh en Verl...dis, gezusters, dochters van haar en Daniël Croeck voornoemd, alsmede ten behoeve van de nakomelingschap van haar en genoemden haren man afstand van tocht op een huis met erf, staande te 's Bosch op den Ouden Huls tegenover de kapel van St. Joris den martelaar tusschen het erf van Johannes van Doorn eenerzijds en dat van Henrick Stelleken anderzijds; alsmede op eene grondrente, welke Daniël van Vladeracken verleend had aan Agnes, dochter van Johannes van Alphen, uit een erf, gelegen te 's Bosch op den Ouden Huls bij het huis van Wouter Lucken, alsmede op eene grondrente, gaande uit te 's Bosch gelegen goederen, toebehoord hebbende eerst aan Johannes van Alphen, vervolgens aan Johannes Danielszoon van Vladeracken en daarna aan Johannes van Catwyck, welk huis en grondrenten Daniël Croeck Danielszoon gekocht had van Petrus van Arendnest als man van Guedelen, dochter van Johannes van Catwyck. Hierover waren als schepenen Arnoldus Stamelart Henrickszoon en Arnoldus Heer Ghyselbertszoon. 93. 12 Febr. 1463. Verklaring van Dirk Wouters, Jan Eliaszoon van Lucel, Wouter Peterszoon van de Loeck, Willem Claas Horkenszoon, Jan Eliaszoon van Laerscot, Embrecht Embrechtszoon van de Bersellare en Michiel Henrixs Avengoenszoon, schepenen van Boxtel, dat ten hunnen overstaan Lysbeth Lambrechtsdochter van den Horrick en weduwe van Henrick van Weert, aan Lambrecht Augustijns Goessenzoon heeft overgegeven een testament, houdende beschikkingen omtrent beemden en hooilanden, gelegen te Boxtel ter plaatsen genaamd op Nerghenna, bij de Loobrugge en de Wetensbrug en dat zij genoemden Lambrecht Augustijns Goessenzoon als kooper in die landerijen heeft gevest, zoomede dat Gerrit, zoon wijlen Jan van Weert, als momboir over de kinderen van wijlen Henrick van Weert, Willem, zoon van wijlen Jan van Weert en Lysbeth voornoemd zich verbonden hebben om Lysbet, Marie en Adriana, dochters van Henrick van Weert, te brengen tot hare mondige dagen en te doen vertijden van voorschreven gronden. 94. 14 Oclober 1463. Vidimus van een testament van Aleid, echtgenoote van Willem Nuweert, ingezeten van 's Bosch en dochter van mr. Willem van Oudenhoven, den 3 Februari Ü54 opgemaakt ter plaatse genaamd op ten zijll achter het Wild Varken. Zij legateert daarbij o. a. goederen aan Rutger, Henrick en Aleid, natuurlijke kinderen van heer Rutger van Oudenhoven. 95. 20 October 1463. Vermits Elisabeth weduwe van Gerard van Ollant het vruchtgebruik van een huis met erf, toebehoord hebbende aan haren genoemden man en staande te 's Bosch in de Vughterstraat tusschen het erf van Petrus Witmeer eenerzijds en dat van Gerard van den Broeck Godefriduszoon anderzijds, had opgedragen aan Rutger van Arkel ten behoeve van Petrus, Gerard, Johannes, Hadewigis, Mechteldis, Elisabeth en Aleid, kinderen van Elisabeth en Gerard voornoemd, alsmede ten behoeve van Gerard, Johannes en Gerard den jonge, kinderen van Johannes, (den zoon van Gerard van der Eycke) en Hilla, dochter van Elisabeth en Gerard meergenoemd, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch Gerard en Elisabeth, alsmede Godefridus Janszoon van Helmont, als man van Hadewigis, Everardus, zoon van Jacob Funsel, als man van Mechteldis en Henricus, zoon van Wellinus Mughovels, als man van Aleid, allen hiervoren genoemd, zoomede Johannes, zoon van Gerard van der Eycke, als voogd van genoemde Elisabeth, zeven achtste gedeelten in voorschreven huis met erf verkocht aan Johannes, den zoon van Elisabeth en Gerard meermalen genoemd. Hierover waren als schepenen Symon van Geel en Johannes Ghijsselen Janszoon. gg. 27 Juli 1464. Johannes van Dommelen, goudsmid, bastaardzoon van Heer Johannes van Dommelen genaamd Merskens, priester, den zoon van Godefridus Merskens, den zoon van Johannes van Dommelen, bakker, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick die Lange, den zoon van Johannes die Lange, eene grondrente, gaande uit de helft van een huis, staande te 's Bosch in de Hinthamerstraat tusschen het straatje, gaande naar het Klooster de Porta Coeli en tusschen het erf van Gerard Broecrij en maker, alsmede uit de overige erven van Dirck, den zoon van Johannes van Heze. Hierover waren als schepenen Johannes Monicx Jacobszoon en Goeswinus van den Hezeacker. (Zie oorkonde n° 72). 97. 5 Januari 1466. Vermits Gerard, zoon van Johannes van den Nuwenhuys, verklaard heeft te kunnen vernaderen een stuk land, gelegen in de parochie van Haaren ter plaatse genaamd Ruydonc en aan Henrick Ghijsselen verkocht door Engbert en Lambert, gebroeders, Engelberna en Aleit, gezusters, kinderen van Petrus Venman, enz. en vermits daarna genoemde Henrick dat naastingsrecht heeft erkend, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch genoemde Gerard al zijn recht op voorschreven land afgestaan aan Henrick Ghijsselen voornoemd. Hierover waren als schepenen Gerard Bathensoen en Willem Pyckenet. 98. 9 Augustus i46ö—2 September 1766. Schepenbrieven, betrekkelijk eene grondrente of roggepacht, gaande uit goederen gelegen te Wargartshuizen onder Vucht, van inhoud als volgt: a. Theodoricus van Wetten en Enghelbertus van Uden, schepenen van 's Bosch, geven vidimus 1° van eenen schepenbrief van die stad van den twaalfden dag voor St. Maarten in den winter 1309, waarbij Henricus van Neynsel en Arnoldus Poeldonc, schepenen dierzelfde stad, verklaren, dat ten hunnen overstaan Aleid, dochter van Jan Spiker, poorter van 's Bosch, al haar recht op zekere goederen, gelegen onder Wargherdshuesen, en welke goederen eertijds toebehoorden aan haren genoemden vader, verkoopt aan haren broeder Jan Spiker. 2° van idem van den vierden Zondag na Maria Lichtmis 1330, waarbij voor Elias den gewandsnijder en Gerlach van Zonne, schepenen van 's Bosch, Ghibo van Wergarthuzen en Arnoldus, zijn zoon, aan Hille, weduwe van Jan Spiker, verleenen eene grondrente uit goederen, gelegen onder Wergartshusen, aan genoemden Ghibo toebehoorende en die genoemde Jan Spiker aan voorzegden Ghibo tegen voorschreven grondrente had verkocht. 3° van idem van den zesden Zondag na O. H. besnijdenis 1347, waarbij voor Jacobus Coptijt en Ghiselbertus van Doorn, schepenen van 's Bosch, Wilhelmus Slijc afstand doet van zijn recht van vruchtgebruik op al de erfelijke goederen, welke op broeder Tielman Spiker van de orde der Predikheeren, op zijne zuster Katharina Spiker, alsmede op Henrick Spiker, zoon van Herman, den zwaardveger (forbitor), door den dood van Beenne, echtgenoote van hem, Wilhelmus, vererfd waren en wel ten behoeve van die erfgenamen. 4° van idem van den zesden Zondag na O. H. besnijdenis 1347, waarbij voor Jacobus Coptijt en Ghiselbertus ven Doorn, schepenen van 's Bosch, Katherina Spiker en Henrick Spiker hun aandeel in voorschreven goederen verkoopen aan genoemden Wilhelmus Slijc, alles onder voorbehoud van het recht van broeder Tielman Spiker op hetgeen hem door Wilhelmus Slijc versproken was en het het recht van genoemden Henrick op de grondrente, die Arnoldus Knode van Vught gehouden is te betalen aan genoemden Wilhelmus Slijc gedurende diens leven. 5° van idem van den zesden Zondag na den feestdag van de H. Margaretha, maagd, 1378, waarbij, — overmits Wilhelmus Slike al de goederen, welke aan broeder Tielman Spiker van de orde der Predikheeren en diens zuster Katherina Spiker, alsmede aan Henrick Spiker, zoon van Herman, den zwaardveger, bij doode zijner vrouw Beene verstorven waren, van genoemde Katherina en Henrick had gekocht, — Leoninus, zoon van Leoninus van Erp, als man van Agnes, dochter van Nicolaus van Megen en Eefsa, dochter van genoemden Wilhelmus Slike, voor Goeswijn Moedel van Steenwech en Laurens Boijen, schepenen van 's Bosch, aan Johannes Steen, ketelmaker (cacabarius), verkoopt meerbedoelde grondrente, die Ghibo van Wergartshuzen en diens zoon Arnold verleend hadden aan Hille weduwe van Jan Spiker van uit hunne goederen, gelegen te Wergartshuzen en aan genoemden Ghibo toebehoorende, en op welke grondrente voorzegde Agnes gerechtigd is. Ten slotte getuigen voornoemde schepenen, dat ten hunnen overstaan Foyssa, weduwe van Johannes Ludinx van Uden, Enghelbertus van Uden, zoon van haar en Johannes voornoemd, Godefridus Mostart, zwager van genoemden Enghelbertus en Jan (Pels, zoon van Petrus, verklaard hebben, dat zij voormelde schepenbrieven zoo voor hen zeiven als voor Arnold, den zoon van Willem Heijnmanszoon, aan hen, schepenen, in bewaring hebben gegeven 9 Augustus 1466 b. Foyssa, weduwe van Johannes Luedincs van Uden, draagt voor Martinus Monicx en Willem Pijckenet, schepenen van 's Bosch, over het vruchtgebruik van de helft eener grondrente, die Ghibo van Wargarshuysen en Arnoldus, zijn zoon, aan Hille, weduwe van Jan Spiker, verleend hadden uit goederen, gelegen te Wergashuesen en welke grondrente Johannes Steen, ketelmaker (cacabarius), gekocht had van Leoninus, zoon van Leoninus van Erp, als man van Agnes, dochter van Nicolaus van Megen, — aan Enghelbertus van Uden, haren zoon, zoo ten diens behoeve als ten behoeve van diens zuster Deliana; 5 Januari 1466. c. Vermits Foissa, weduwe van Johannes Luedinx van Uden, het vruchtgebruik van de helft eener grondrente, die Ghybo van Wargarshuysen en Arnoldus, zijn zoon, verleend hadden aan Hille weduwe van Jan Spycker uit goederen, gelegen te Wargarshuysen en welke grondrente Johannes Steen, ketelmaker (cacabarius), gekocht had van Leonius, zoon van Leonius van Erp, als man van Agnes, dochter van Nicolaus van Megen, — overgedragen had aan haren zoon Enghelbertus van Uden, zoo ten diens behoeve als ten behoeve van diens zuster Deliana, — en vermits vervolgens genoemde Engelbertus van Uden en Godefridus Mostart als man van genoemde Deliana voorschreven helft verkocht hadden aan Arnold, den zoon van Willem Heymanszoon blijkens schepenbrief van 's Bosch van 5 Januari 1466, zoo heeft voor Franciscus van Balen en Zeger Adriaans, schepenen van 's Bosch, Everardus Pels Gijsbertszoon, als ten overstaan van burgemeesters, schepenen en raden der stad Antwerpen daartoe gemachtigd door Aernout Pels, voorschreven helft verkocht aan Herman, zoon van Jan de Leeuwe; 11 September 1562. d. Everardus Pels Ghijsbertszoon, als daartoe voor burgemeesters, schepenen en raden der stad Antwerpen gemachtigd door Aernout Pels, verkoopt voor Franciscus van Balen en Zeger Adriaans, schepenen van 's Bosch, aan Herman, zoon van Jan die Leeuwe, de helft eener grondrente, die Ghibo van Wargarshuysen en Arnoldus, zijn zoon, verleend hadden aan Hille, weduwe van Jan Spijcker, uit goederen gelegen te Wargarshuysen en welke grondrente Johannes Steen, cacabarius, gekocht had van Leonius, zoon van Leonius van Erp, als man van Agnes, dochter van Nycolaus van Megen, zijnde vervolgens de helft daarvan den 9 Augustus 1466 door Arnold, zoon van Willem Heijmanszn, gekocht van Jan Pels, zoon van Petrus Pels, als man van Mechteld, dochter van Arnold van Leempde genaamd Becker; 11 September 1562. 1) e. Burgemeesters, schepenen en raden der stad Antwerpen verklaren, dat ten hunnen overstaan Aernout Pels, koopman en poorter van die stad, gemachtigd heeft Everard Pels Ghijsbertszoon, zijnen neef, wonende te 's Bosch, om te verkoopen alle goederen, die wijlen Gijsbrecht Pels voornoemd voor hem den 4 Juli 1544 van Jacob de Wolff en den 4 November van datzelfde jaar van Peeter de Wolff, als man Elisabeth, dochter van Peter Peterszoon, gekocht had blijkens schepenbrieven van 's Bosch ; 3 Juni 1562. 1) Blijkens een bij deze akte zicli bevindend oud extract uit de schepenbrieven, welke op deze rente betrekking hadden en thans gedeeltelijk niet meer bestaan, had den 9 Aug. 1466 Jan Pels de helft van die grondrente verkocht aan Aert Heijmans; had den 5 Januari van dat jaar Engelbertus van Uden c. s. dit reeds gedaan met de wederhelft daarvan ; verkocht 4 Juli 1544 Jacob de Wolff, bastaardzoon van den kanunnik Reinier de Wolff, al zijne goederen aan Ghijsbert Pels ten behoeve van diens broeder Arnold Pels; machtigde 21 Juli 1547 Arnold Pels, koopman te Antwerpen, zijnen broeder Ghijsbert Pels om al zijne goederen te verkoopen en machtigde dezelfde den 3 Juni 1562 voor schepenen van Antwerpen zijnen neef Everardus Pels Gijsbertszoon om te verkoopen alle goederen, die deze Gijsbert voor hem, Arnold Pels, gekocht had van Jacob de Wolff en Peter de Wolff als man van Elizabeth, dochter van Peter Peterszoon. f. Alzoo Jan en Nyclaes, gebroeders, Catharina en Eefken, gezusters, kinderen van wijlen Herman die Leeuwe, in het jaar 1564 de nalatenschappen hunner ouders gedeeld hadden en daarbij aan genoemde Catharina was toebedeeld eene grondrente of roggepacht van drie en een half mud rogge Bossche maat, welke pacht Ghibo van Wargarshuysen en Arnd, zijn zoon, hadden verleend aan Hille, weduwe van Jan van den Spyker, uit goederen gelegen te Wargarshuysen en Everaert Pels Gijsbertszoon als gemachtigde van Arnoudt Pels voor schepenen van 's Bosch den 11 September 1562 bij twee onderscheidene schepenbrieven had verkocht aan genoemden Herman die Leeuwe, — zoo heeft voor Dierck van Vechel en Marten.Monis, schepenen van 's Bosch, Arnt van der Straeten, als gemachtigde van Jan, Nyclaes en Eefken voornoemd, afstand gedaan van alle recht, dat hun op voorschreven roggepacht toekwam; 1 April 1577. In het op de vorige bladzijde aangehaald extract staat nog vermeld: Anno 1578 den 6 Meert heeft mijn Vader Nicolaes Geraertssen van Zoe,neren aengetekent, dat Joufir. Pels, (,dewelcke was de voirs. Joffr. Catharina de Leuw, weduwe Jor Everts Pels, gaslhuysmeester), dese pacht hem gegeven hadde tot behoef van Gerarden ende Ever den, syne kinderen ; 't selve hadde hy oick gescreven in sijn testament van den jaere 1579. Maer in sijn rentboeck folio 11 heeft hy gescreven, dat hy dese pacht gekocht heeft van Jouffr. Catharina Pels op den 12 April 1577. g. Juffr. Helena van Zomeren, weduwe van de heer Norbertus Mutsaerts, in leven licentiaat in de rechten, en Walburch van Zomeren, weduwe van den heer Gijsbertus Eelkens, in leven ook licentiaat in de rechten en drossaard der heerlijkheid Rethy, dochters van wijlen de heer Gerardt van Zomeren, in leven ook licentiaat in de rechten en oud-raad van 's Bosch, voor haar zeiven en Sr Johan Scheffers als gemachtigde van Nicolaes van Zomeren, mede licentiaat in de rechten en cantor te Hilvarenbeek, zoon van genoemden Gerardt van Zomeren, allen als erfgenamen hunner zuster Johanna van Zomeren, verkoopen voor Reynier Tempelaer en Johan Daesdonck, schepenen van 's Bosch, aan Jan Pauls van Ceulen eene roggepacht van drie en half mud rogge Bossche maat, welke Catharina, dochter van wijlen Harman, den zoon van wijlen Jan de Leeuw, den 12 April 1d77 verkocht had aan mr. Jacob Donck ten behoeve van Nicolaes, zoon van wijlen Geraerdt Daniels en die genoemde Johanna van Zomeren ingevolge het testament van mr. Gerardt van Zomeren voorzegd, zoon van voornoemden Nicolaes Gerardtszoon, geërfd heeft; 23 Januari 1670. h. David Albrecht Zehender, sous-luitenant in het regiment Zwitsers van den kolonel May, verkoopt voor Antonij van Hanswijck en mr. Willem Cornelis Ackersdijck, schepenen van 's Bosch, aan Jan Spens, inwoner van die stad, meerbedoelde grondrente of roggepacht, thans vergolden wordende door den heer van Kessel, de erven Paijmans, van Heeswijk, molenaar te Vught en Jan Heesters, en hem aangekomen bij overlijden zijner huisvrouw Catharina Adriana de Marcq, die ze 9 Juni 1757 had verkregen bij de deeling der nalatenschap van wijlen haren vader Theodorus de Marcq, in leven schepen van 's Bosch, opgemaakt tusschen Leonard de Marcq, secretaris te Oirschot, cum suis, als voogden over de minderjarige kinderen van genoemden Theodorus de Marcq ter eenre en diens meerderjarigen zoon Dr Everard de Marcq, ter andere zijde; 2 September 1766. (Hierbij nog eenige akten op papier, ook op deze grondrente betrekkelijk). 99a. 8 Augustus 1468. Karei van Bourgondië, Hertog van Brabant, geeft opnieuw communale gronden aan Vlierden uit. (Oude copie.) 99a (bis.) 20 Juli 1470. Verklaring van Jan Kerberts van Erfurt, clericus van het Bisdom Maintz en notaris, dat ten zijnen overstaan Wouter van Howeninghen aan Johannes Peterszoon Witmeer in diens hoedanigheid van meester en rector van het Oude Mannengasthuis op den Uilenburg te den Bosch eenige akten van schepenen van den Bosch en Vught, toebehoorende aan dat gasthuis, heeft overgegeven, waarvan die van den Bosch inhouden: „de eerste, Jan van Zidewinden draagt over een huis, staande op den Ulenborch te den Bosch naast het erf van het Huis van Postel, 1380 ; de tweede, Jan Wouterszn Koge verbindt zich, 1380; de derde, Jan Wouterszn Koge, 1382; de vierde, Wouter van Erp huis en erf, 1382; de vijfde Arnd van den Zidewinden Janszn, 1411; Henrick Dicbier, heer van Mierlo, de tiend, geheeten de ryende van Gesel, 1407 ; Jan die Bye, zoon van Henrick die Bye van Druenen, 1364; en die van Vught., aanvangende de eerste: Wij Arnt Reyners enz. getuigen, dat ten hunnen overstaan de gebroeders Jan, Zeger en Henrick hebben verkocht de Bontenbeemd, 1377 ; de tweede, Wij Henrick Knoyen enz. 1380; voorts een schepen- brief van den Bosch, beginnende: Jan Dummoer, zoon van Jan Victorszn., 1458 ; het testament van Jacob Goni, handelende over een vat rogge, te leveren uit land te Berlicum en het testament van Heer Petrus Mollenaer, handelende over eene geldrente. 99a (ter). Des Dinsdags voor O. L. V. Onbevlekt Ontvangenis 14/0. Lismaet Dirckdochter verleent aan Aert Aertszn, richter in het Ambacht van Muilkerk en Munsterkerk en voor Heemraden van datzelfde ambacht aan de Kerkmeesters van Munsterkerk en Dussen eene grondrente, bestaande in vijf pond was, elk jaar te leveren van eenen kamp lands, gelegen te Munsterkerk over de Dibbercht, genaamd het Sijne Kampje. (Oude copie.) ^00. 4 December 1410. Voor Aert Aertszn, richter in het Ambacht van Muilkerk en Munsterkerk en voor heemraden in hetzelfde ambacht, zijnde Ariaan Janszoon, Laurens Janszoon, Scale van der Eyck Wouterszoon, Claes Aertszn , Cornelis Janszn, Gielis Reijerszn en Melis Geritszn, draagt Lismoet, dochter van Dirck, aan Aert van der Dussen en Jan Henrixzn, als kerkmeesters van Muilkerk, in eigendom over en neemt daarop van hen in erfpacht aan een kamp lands, gelegen te Munsterkerk over de Dibborcht, zijnde geheeten Sisekampje, tegen eenen jaarlijkschen cijns van 5 ponden was, te betalen op St. Peter in Syl • > verbindende zij zich het gezegde land te vrijen en te waren buten bans ende binnen bans van alle onkosten zonder tot eenigen verderen last gehouden te zijn, behoudens dat zij den dijk, tot meergezegd land behoorende, nog zal opmaken. 101. 9 December van het 7 e jaar van het pausdom van paus PaulusII. Philippus, bisschop van staat toe, dat in de parochiale kerk van Vlijmen door een daartoe bevoegd geestelijke de Mis gelezen wordt op het altaar van de H. Barbara, maagd en martelares, hoewel het nog niet gewijd is. Iq.)_ 23 Juli 4472. Alzoo Johannes, zoon van Frank van Uden den jonge, als weduwnaar van Jutte, dochter van Henrick Glaviman, het vruchtgebruik van een stuk land, gelegen in het kerspel Helvoirt ter plaatse genaamd die Luwacker tusschen het erf der Tafel van den H. Geest te 's Bosch eenerzijds en dat van Nycolaus van den Staeck anderzijds; item van een stuk broekgrond (terra paludialis), gelegen in gezegd kerspel ter plaatse genaamd 't Broexken tusschen het erf van Coenraad van den Staeck eenerzijds en dat van Nycolaus van Lucel anderzijds, alsmede van andere goederen, door zijne gezegde vrouw nagelaten, had afgestaan aan Willem Glaviman, zoon van Henrick, zoo heeft deze voorschreven goederen voor Schepenen van 's Bosch verkocht aan genoemden Johannes van Uden, onder belofte van vrijwaring, zoo door hem Willem Glaviman als door zijne zonen Henrick en Jan. Hierover waren als schepenen Adam die Lu en Johannes Pynappel. Aan deze akte is gehecht een schepenbrief van 's Bosch van 23 Juli 1472, waarbij voor schepenen voornoemd Johannes van Uden voorschreven afstand van vruchtgebruik deed. 103. 15 Oclober 1473. Testament van Gherardus van Ghestel, kanunnik der Collegiale kerk van St. Katherina te Eindhoven. Hij legateerde daarbij o. a. aan de Kapelanen van gezegde kerk eene grondrente, die voldaan moest worden door Gerardus, zoon van Johannes Gherardszoon, wonende te Eindhoven, uit een huis, staande aldaar eenerzijds naast het erf der kinderen Heynrick Sterken en anderzijds naast dat van Johannes Smets; aan de Kerkfabriek van gezegde kerk eene grondrente, die de weduwe van Lucas Erken en hare kinderen, te Woensel wonende, te voldoen had uit hunne erven; eene grondrente, die hem te betalen had Heer Arnoldus Scoermans uit diens panden; aan het Klooster St. Sophia der Karthuizers te Vucht eene grondrente, die hem te betalen had Nicolaus, zoon van Arnoldus Christiaans, wonende te Acht, parochie Woensel; aan Godefridus van Werdingen, wonende te Stratum, zijnen zwager, eene grondrente, die deze hem te betalen had; aan Everard, zoon van Erke, zijne zuster, eene grondrente. Verder legateerde hij nog zijn huis met erf en plaats, staande in de stad Eindhoven met den eenen kant naast het kerkhof van genoemde Collegiale kerk en met het andere eind naast het erf van Wolter, zoon van Heynrick Berssen, en met het eene eind aan de Kerkstraat en het andere eind aan het erf van hem, testator, alsmede zijn ander huis met erf en plaats, staande in gezegde stad met den eenen kant naast het erf van Anselma weduwe van Nycolaus Sonck en met den anderen kant naast het erf van Wilhelmus Scoenmekers en met een eind aan de Molenstraat en met het andere eind aan het erf van hem, testator, — voor een derde gedeelte aan de Fabriek der meergezegde kerk, voor een ander derde gedeelte tot versiering van de tafel, staande in die kerk in het hoofdaltaar en voor het overig een derde gedeelte aan de O. L. Vrouwe broederschap in die kerk, tot het lezen van plechtige missen. Tot uitvoerders van zijnen uitersten wil benoemde hij Heynric Happozoon, clericus, Heynric Coenen en Wolter Keteler, leeken. 104. 8 Februari 4474. Willem Donck, Alard Spyker en Arnoldus Houbraken verklaren voor Schepenen van 's Bosch, dat ten aanzien van twee stukken land, behoorde tot eene bouwhoeve, genaamd die grote hoeve, die toebehoorde eerst aan Johannes de Globo en daarna aan Meester Johannes en Juffer Sophia, zijne zuster, kinderen van Henrick van Gefïen, en gelegen is te Boxtel ter plaatse genaamd Mulsel, en welke stukken land door Henrick Noeden, Elizabeth, dochter van Johannes Spijker den jonge en Henrick Moei van Houbraken voor Schepenen van 's Bosch verkocht waren aan meester Arnold van den Cluyten, — deze laatste hun naastingsrecht erkend heeft. Hierover waren als schepenen Gerard Symons en Johannes Kanapart Janszoon. 104a (bis.) 31 Maart 1475. Judocus, zoon van Willem van Nuwelant, verkoopt aan Arnoldus die Beye, apotheker, den zoon van Gerard, een derde in het huis de Lelie, staande aan de Markt te 's Bosch nabij het Stadhuis. 105. 8 April 4475. Verklaring van Bartelmeeus Jans Brouwerszoon en Jan van der Spont, schepenen van Oosterhout, dat ten hunnen overstaan Willem Janszoon van Bedaf aan Jan van Emmichoven heeft verleend eene roggepacht van uit zijn land, gelegen bij het bosch van de kinderen Peter Joerdens oostwaarts en het land van het in de kerk van Oosterhout staand O. L. Vrouwe altaar westwaarts. Hieraan zijn gehecht de navolgende schepenakten : Eene van 12 Aug. 1476, waarbij voor Bartelmeeus Janszooon en Godscalck Janszoon, schepenen van Oosterhout, genoemde Jan van Emmichoven voorbedoelde grondrente verkoopt aan Jacop Jan Lippenzoon en Eene van 16 December 1475, waarbij voor Bartelmeeus Jans Brou- werszoon en Godscalck Jan Godschalckszoon, schepenen van Oosterhout, genoemde Jacop Jan Lippenzoon meerbedoelde grondrente verkoopt aan Henrick Henrick Omenzoon. 106. 25 Februari 1470. Jan, zoon van Ambrosius Janszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Margaretha weduwe van Jacob Janszoon een huis met erf, staande in de vrijheid van 's Bosch ter plaatse genaamd den Dungen, welk huis met erf genoemde Jan gekocht had van Henrick en Anthonius, zonen van Henrick Everitszoon, en van Jan, zoon van Rutger van Griensvenne, als man van Mechteld, dochter van Henrick Everitszoon voornoemd. Hierover waren als schepenen Willem Pyckenet en Gijselbertus Pels. ■107. 7 Februari 1477. Eroeders Macharias Loenman, prior, Symon van Oesterhout, procurator, Petrus Lisscap en Johannes van Gerwen, kloosterlingen van het Predikheerenklooster te 's Bosch, verkoopen voor Schepenen aldaar aan mr Willem van den Bosch ten behoeve van Henrick, zoon van Willem Melissoen, eene grondrente, gaande uit huis, erf en achterhuis, gelegen te 's Bosch op den Papenhuls tusschen de erven van Martinus Stevens, priester eenerzijds en Willem Hals, priester anderzijds; uit een huis en erf, gelegen tusschen de erven van Bartholomeus Crom, priester, eenerzijds en Henrick die Smyt, priester, anderzijds en uit een stuk land, gelegen in de parochie van Macharen tusschen de erven van Jacob, zoon van Henrick Janszn eenerzijds en Dirck van Macharen anderzijds, welke grondrente Katherina, dochter van Hubert Wyten van Tilborch, bij koop verkregen had van Henrick, priester, zoon van Henrick Janszn en door haar vervolgens gelegateerd was aan voorzegd klooster. Hierover waren als schepenen Goeswijn van Beeck en Henrick Sanders. 108. 8 Juli 1477. Jan, zoon van Heymerik Janszoon genaamd Degens, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Ghiselbertus, zoon van Aelbert Ghysbrechtszoon, lakenscheerder, eene grondrente uit zijn huis, staande te 's Bosch aan de Orthenstraat tegenover de Vischstraat, naast het huis de Zon, eene poort met gang tusschen beiden liggende. Hierover waren als schepenen Henrick van Kessel en Ghiselbertus Pels. Zie mijne Voorname Bossche huizen I p. 146. 14 Februari 1478. Bul, waarbij bisschop aan aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk meldt, dat hij aan de O. L. V. Broederschap, ge undeerd in de St. Jacobskapel te 's Bosch, toestaat, aldaar een draagbaar oitq/ir ter eere Vcin O. L» V. tc hebben. ' Hieraan een charter van 8 November 1483, waarbij Johannes van Hoerne, bisschop van Luik, aan dezelfde broederschap vergunt aan gezegde bul uitvoering te geven. 109a (bis.) 30 Maart im' Testament van Johannes Monicx Jacobszn, schepen en burger van 's Bosch, waarbij hij verschillende legaten maakt, o. a. behoeve van de kerk van St. Jan Evangelist aldaar, van de Armen aldaar van het klooster der Zusters van Orthen aldaar, van he St. Geertruiklooster aldaar, waarin dochters van zijnen broeder Maarten waren, enz. jjq 10 Oelober 1481. Aleid, weduwe van Petrus de Bon, burger van Nijmegen, verkoopt voor Schepenen van den Bosch aan Goijart, zoon van Go.jart; va Vairlaer, eene grondrente, gaande uit een huis en f ^ in het Nyestraetken, tusschen dat straatje «t uno en het erf van Divid Janszn « alio, welke grondrente Petrus de Bon voornoemc " t i« had van Petrus, zoon van Mathijs Noyen. H.erove, «are» als schepenen Willem Steenwech en Reinier van den Hoevel. 15 November 1481. Johannes van Spaendonck, zoon van Petrus van Spaendonck veïee" voor Schepje» van Bosch aan», Willen, van den B eh Me Busco) ten behoeve van Zeger, zoon van Johannes Elyaeszoo , eene grondrente uit een huis met erven, staande en gelegen> iri de parochie van Haaren bij Oisterwijk ter plaatse genaamd die Ghener alsmede uit eenen beemd, gelegen alsvoren ter plaatse genaamd op hei Roet tusschen het water genaamd die Molenloop en het w*ter ^ ^ en uit eenen beemd, gelegen te Helvo.rt ter plaats£/ Afcr* broeck. Hierover waren als schepenen Johannes van der Aa Willem Steenwech. 112. 22 Januari 1483. De gemeente 's Bosch verleent eene erfrente aan Aleyt weduwe van Arnt van Reeth Henrickszoon. 113. 7 Juli 1483. Bartelmeeus Jans Brouwers zoon en Jan van der Spont, schepenen van Oosterhout, verklaren, dat ten hunnen overstaan Peter Claeus Scheijnen zoon en Johannes Janszoon van Dongen aan Claeus Coman Adriaenszn verkocht hebben drie morgen land, hun, verkoopers, aangekomen bij doode van hunne moeder en van jufFruow Geertruyde, hunne moei, en gelegen naast het erf van vrouwe van Lyer eenerzijds en dat van Claeus voornoemd en anderen anderzijds. Hieraan eene akte van 27 Juli 1491, waarbij Jacob Heijmans en Johannes Willem Janszn, schepenen van Oosterhout, verklaren, dat ten hunnen overstaan Claeus Coeman Adriaenszoon voorschreven stuk land verkocht heeft aan Jan Adriaen Ghyselszoon. 114. 20 October 1483- De stad 's Bosch verkoopt aan Aelbert, zoon van wijlen Aelbert Ketelaer, eene losrente. Hierbij een extract uit het testament van Aelbrecht, zoon van Jan Aelbertszoon, zeemtouwer, den 25 September 1577 verleden ten overstaan van Heer Willem van Laerhoven, priester en vicecureyt der St. Pieterskerk te 's Bosch, waarbij hij zijn aandeel in gezegde losrente, die hij met zijne beide broeders bezat, legateerde aan Grietken, dochter van Jan Aertszoon, zijne tegenwoordige huisvrouw. 115. 30 October i483. Testament van Laurentius, zoon van Helye Huben, wonende te Vught, waarbij hij legaten vermaakt aan de Kerkfabriek van Luik, aan de Fabriek, de definitores en den custos der Kerk van St. Peter te Vught, aan zijne broeders en zusters, enz. 116. Des anderen daags na St. Merdensdag den H. Bisschop i485. Voor schepenen van Mill verleenen Aernt Willem Essekenzoon en Yken, zijne huisvrouw, aan Ermgaert weduwe van Goessen Babben eene roggepacht van twee malder rogge Graafsche maat uit eenen kamp lands met huis en tuin, gelegen te Wanrooi bij de kapel. 4 •117. 1 April 1486. Verklaring van Jan van Leeuwen, rechter te Escharen, Johan van Eesscheren en Jan Meliszoon, laten aldaar, dat ten hunnen overstaan Jasper van Esscheren Derickszoon, Aleid, zijne huisvrouw en Jutta, de dochter van Thomas van Esscheren, overgedragen hebben aan Henrick Claeszoon die sloetmecker eene grondrente, groot vier malder rogge 'sjaars, gaande uit een en kamp lands op de uiterwaard aan de Maas, die Kersten Kerstenszoon en Hadewich, zijne huisvrouw, plachten te vergelden. Hierbij een schepenbrief van Escharen van Maandag na den Zondag, als men in de kerk zingt Laetare Jerusalem, 1541, waarbij schepenen van dat dorp verklaren, dat Henrick Vertogen en Jutte, zijne huisvrouw, hebben overgedragen aan Henrick Peterszoon en Henrijke, zijne huisvrouw, voorschreven grondrente, waarvan nu gezegd wordt, dat zij te Grave moet vergolden worden, en aan transportanten van vader en moeder was aanbestorven, alsmede, dat zij thans slechts met twee malder rogge vergolden wordt. •lig, 16 October 1486■ Testament van Margaretha, dochter van wijlen Arnold Willemszoon, woonachtig te Vlijmen, verleden ten overstaan van Rodulphus van Dommelen, priester van het Bisdom Luik, ten deze optredende voor en namens den afwezigen pastoor van Vlijmen: Johannes van Orthen, regulier kanunnik der Premonstratenser Abdij van Berne. Zij bepaalt daarbij, dat zij wenscht begraven te worden in de parochiekerk te Vlijmen; behalve eenige kleine legaten aan liefdadige instellingen, vermaakt zij nog eene graanrente van drie vat rogge, jaarlijks te betalen uit een land, genaamd de Slage, aan de H. Geestmeesters aldaar, waarna zij het overige harer nalatenschap vermaakt aan de wettige leden harer familie. 119, 3 December 1486. De stad 's Bosch verkoopt eene erfrente aan Zeger en Goijard, zonen van Jan van Hedel Goijardszoon en Yda, dochter van Zeger van Brede. 120. 21 Maart 1487. Vermits aan mr. Arnd van der Cluyten bij vonnis van Schepenen van 's Bosch, bij gebreke van betaling eener grondrente, door Gerard van Mulsen Adriaanszoon aan genoemden van der Cluyten op 1 April 1486 verleend, de goederen van genoemden van Mulsen zijn toegewezen, en daarop meergenoemde van der Cluyten die had overgedragen aan Henrick Bredebairt, zoo heeft vervolgens voor Schepenen van 's Bosch laatstgenoemde die goederen, welke bij die stad en bij Boxtel gelegen zijn, in het bijzonder eene roggepacht, gaande uit land te Boxtel, verkocht aan Maarten van Elmpt. Hierover waren als schepenen Engelbert van Uden, Gerard van Eyck, Johannes Pynappel en Goijart Grotart van Os. 121. 24 Maart 1487. Maarten van Elmpt verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan mr Arnold van der Cluten eene grondrente, gaande uit eene hoeve te Boxtel en afkomstig van Gerard van Mulsen Adriaanszoon. Hierover waren als schepenen Engelbertus van Uden en Johannes Pijnappel. (Zie oorkonde n° 120.) 122. 23 Juni 1487. Herman geheeten die Mommer, Pauwels Jacobszoon, Matheus Henrick Janszoon, Aert Ghys Woutgheerszoon, Peter Schuerman en Peter van der Borre als procureurs van het dorp Esch verkoopen ten overstaan van Schepenen aldaar uit kracht van octrooi en macht aan het dorp en de ingezetenen van Esch door hunnen genadigen Heer den Koning als Hertog van Brabant gegeven en van brieven van procuratie hun, goede mannen voornoemd, door de gemeene buren van Esch of het meerendeel hunner verleend, — aan Henrick die Greve Martenszoon een stuk communalen grond, genaamd het Scoetken. Hierover waren als schepenen Aelbrecht Henrick Abenzoon, Jan Laureyns Hubenzoon, Willem Tymmerman en Willem Janszoon. 123. 12 December 1487. Jan en Willem, gebroeders en Ida hunne zuster, kinderen van Henrick Wouterszoon en Ida Sanders; Ida, dochter van Johannes Sanders; Nicolaus, zoon van Aelbert Claeszoon, als man van Oda, dochter van Henrick Sanders; Arnoldus van de Rundven Dirckszoon; Henricus, Rutger en Egidius, zonen van Johannes Bogart Rutgerszoon, voor zich en voor Matheus en Wouter, hunne broeders en Heylwich hunne zuster, ook kinderen van Johannes Bogart Rutgerszoon, allen erfgenamen en rechtverkrijgenden van Johannes Bogart van Hyntham, zoon van Johannes Balenszoon, van de zijde van den vader van genoemden Johannes Bogart; Elisabeth weduwe van Dirck Bolants ; Johannes en Dionysius, zonen van Dirck Bolants en Elisabeth voornoemd voor zich en voor Willem en Katharina, ook kinderen van laatstgenoemde echtelieden, alsmede voor Willem en Katharina, kinderen van Henrick Vos en wijlen Judoca, dochter van Dirck Bolants en Elisabeth meergenoemd, allen erfgenamen en rechtverkrijgenden van genoemden Johannes Bogart, van de zijde van diens moeder, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch land, afkomstig van meergenoemden Johannes Bogart, zoon van Johannes Balenszoon, gelegen te Rosmalen ter plaatse genaamd de Hooge Vliedart, 1) — aan Johannes, zoon van Ada van Kempen. Hierover waren als schepenen Johannes Dachverlies en Godefridus Groetart van Os. Hierbij de navolgende transfixen : Een van 9 April 1510, waarbij voor Arnoldus Monicx en Gerard van der Bruggen schepenen van 's Bosch, Johannes Scellens, zoon van Godschalk Noijens, als man van Hillegond, bastaarddochter van Johannes, zoon van Ada van Kempen genaamd Huijskens en genoemde Johannes, zoon van Ada van Kempen, aan Wouter Oems Janszoon verkoopen voorbedoeld land, gelegen in de Hooge Vliedart naast het erf van Arnold Beys Arndszoon en door Johannes, zoon van Ada van Kempen en Sophia, zijne vrouw, aan genoemden Johannes Scellens bij zijn huwelijk met Hillegond geschonken. Id. van denzelfden datum, waarbij genoemde Johannes Scellens en Johannes van Kempen zich voor genoemde Schepenen jegens Wouter Oems Janszoon verbinden om gedurende een tijdvak van twee achtereenvolgende jaren te betalen de twee grondrenten, op voorschreven land klevende, waarvan de eene te voldoen had Willem Vos, zoon van Henrick en de andere Johannes Bloeymans. Id. van 18 Sept. 1517, waarbij voor Johannes Monicx en Nycolaus van Buckhoven, schepenen van 's Bosch, Andreas, zoon van Jan Andrieszoon, aan Wouter Oems Janszoon verkoopt broekland, gelegen te Rosmalen ter plaatse, genaamd die Hoich Vliedert, tusschen het erf van het Leprozenhuis, genaamd Ter Eycendonck, eenerzijds en dat van de kinderen van Ghysbert die Cock anderzijds en zich uitstrekkende van eene openbare steeg tot aan het erf van genoemden kooper. 124. 26 Juni i488. Engbrecht van den Bersselare, Wouter van de Laeck, Jan die Momber, Michiel Anegoen, Arnt van Vucht, Gherit van de Loo en Jan Lancxzoon, schepenen van Boxtel, getuigen, dat ten hunnen 1) Thans genaamd de Hooge Vliert. overstaan Laureijns, zoon van wijlen Engbrecht van den Bersselare, aan meester Arnd van der Cluyten heeft verkocht eene erfrente, door Joest, Aert Vrients zoon, van Heylwijg, wettige dochter van Adriaen Melen Aertszoon en van Jan Jan Meeuszoon als man van Machteld, wettige dochter van Adriaen voornoemd, verkregen en die aan genoemden Laureijns jaarlijks moet betaald worden van uit een huis, hof en hofstad meiten cuylen, voorheen toebehoorende aan wijlen Ruelen Aertszoon, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd Munsel eenerzijds aan het erf van wijlen Wouter Engelen en anderzijds aan de erven van de erfgenamen van Aert Hacken en anderen, enz. 125. 13 October 148S. Michiel Henrickszoon en Jan Willem Stoopszoon, schepenen van Eindhoven, verklaren, dat ten hunnen overstaan Rutgher, de zoon van wijlen Aert Happen, procurator van het Klooster der Regulieren „die Haghe", gelegen bij Eindhoven, ten behoeve van dat klooster verkocht heeft eene roggepacht van een mud rogge, die Jacop, de zoon van Engbrecht Ghevartszoon, had verleend aan Elyzabeth, de dochter van Arnt Boudewijnszoon van den Hoeve, uut der beteringhe van eenen beemd, genaamd de Elsbroeck, gelegen in de parochie van Woensel, tusschen het erf van Gheertruyd, de dochter van Henrick Michiels, eenerzijds en dat van Aleyt Boelarts en hare kinderen anderzijds en zich uitstrekkende met het eene eind tot aen den doden grave en met het andere eind tot aan het erf van Reyner Willemszoon, alsmede uut der beteringhe van eenen beemd, genaamd die hoeve beempt, en uit een euwsel daarboven gelegen, beide stukken gelegen in gezegde parochie tusschen het erf van Heilwigh Everards Parmansweduwe en hare kinderen en dat van Arnt Happenzoon eenerzijds en tusschen het erf van genoemde Heilwigh en hare kinderen en dat van Aernt Spyckincx anderzijds en zich uitstrekkende met het eene eind tot aan de Dommel en met het andere eind tot aan den akker van genoemden Jacop, genaamd die hoeve streepe, zijnde voorschreven beteringhen door voornoemden Rutgher wegens wanbetaling eener roggepacht van een mud rogge gerechtelijk verkocht geweest aan Jan Gherit Ketelerszoon, die ze wederom verkocht aan Rutgher meergenoemd. 126. 28 November 1488. Gielis Jan Ghyselszoon verkoopt voor Schepenen van Oosterhout aan Ascensius Janszoon een loopens land. Hierover waren als schepenen Jan van der Spont en Jan Aert Joeszoon. ■127. 4 Maart 1491. Jan van Put, als uitvoerder van het testament van Jacoba, natuurlijke dochter van Arnd Jacobszoon en huisvrouw van Goijart Cornelis- zoon Sprenkel, ter eenre en Gerrit Jacobszoon de Zeelmaker, Jan Damen de Grove en Jan Conincx, ingezetenen van Breda, als kapelmeesters der kapel van Merkendale, staande buiten de poort van die stad, ter andere zijde, komen met elkander overeen omtrent goederen, aangewezen voor de fundatie eener Mis in gezegde kapel. 128, 20 Maart 1491. Wolterus van Brede, zoon van Jacob en Hilla, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes Dagens eene grondrente, die Gerardus van Ellair verleend had aan Henrick, zoon van Willem Donck, van uit een huis met erf, staande te 's Bosch in de Vughterstraat tusschen het erf van Jacob van den Wyel eenerzijds en dat van Henrick van den Kerckhoff anderzijds, alsmede van uit eene grondrente, ook gaande uit voorschreven huis met erf en eene plaats van Willem die Rijcke, zijnde de eerstbedoelde grondrente door genoemde Hilla aan haren zoon Wolterus geschonken als bijdrage voor diens huwelijk met Hilla, dochter van Tijelman Pyeckenet, en zijnde voorschreven huis met erf thans gelegen tusschen het erf der erven van Wolterus Vuchts eenerzijds en dat van Kathenna van den Acker anderzijds en strekkende het zich uit van af de straat tot aan de Dieze. Hierover waren als schepenen Yewanus Kuijst en Willem Hagens. (Zie oorkonde n° 45.) 129. 3 April 1491. Meester Kuyst verbindt zich voor Schepenen van den Bosch jegens Marcelis van Ekart, kramer, dat hij het attemptaat, door de Priorin van het Klooster der Regularissen te Helmond of haren procureur tegen voornoemden Marcelis voor den Ofïiciaal van Luik, te Leuven residerende, gedaan, af zal doen en dat gezegde Priorin of haar procureur tegen hem, Marcelis, niet meer zal procedeeren, zoomede, dat als meergenoemde Marcelis vrijgesproken wordt, deze ter zake voorschreven niet meer voor den geestelijken rechter zal getrokken worden, maar bij reformatie gedagvaard worden voor den Kanselier en Raad van Brabant. Hierover waren als schepenen Yewaen Kuyst en Willem Hagens. 130. 18 Januari 1492. Cornelius, zoon van Willem die Canter, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Godefridus van Lancvelt Lonijszoon eene grondrente uit erven, gelegen in de parochie Oisterwijk ter plaatse genaamd Udenhout. Hierover waren als schepenen Gerardus Kuyst en Petrus van Vladeracken. Hieraan eene akte van 22 September 1598, waarbij voor Franciscus Bardoul en David Everswijn, schepenen van 's Bosch, Nicolaus en Johannes, zonen van Henrick Peterssen van Ophoven, voor zich en voor de overige erfgenamen van genoemden Henrick, voorschreven grondrente verkoopen aan Petrus Janssen van Tilborch. 131. 22 Januari 1492. Vermits Godefridus die Ridder, zoon van Egidius Henrickszoon en zijne vrouw Johanna, dochter van Everard Janszoon, eene grondrente, die Arnoldus, zoon van Willem van den Ievelaer, verleend had aan Gerard Moll, zoon van Andries, uit eenen akker, toebehoord hebbende aan Dirck Sceyvel en gelegen ter plaatse genaamd die Slaegen en uit de overige erven aldaar gelegen ; verder eene grondrente, die Arnoldus, zoon van Willem van den Ievelaer, aan genoemden Gerard Moll uit het voorschreven verleend had en voorts de helft van een stuk land, gelegen in de parochie van Roesmalen (Rosmalen) ter plaatse genaamd die Hoeven tusschen het erf van Marcelis van Uden eenerzijds en dat van Everard van den Water en Johannes Monicx Jacobszoon anderzijds, — verkocht hadden aan Arnoldus, zoon van Willem Heijmanszoon, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch Godefridus die Ridder en zijne vrouw Johanna hierboven genoemd aan genoemden Arnoldus Willemszoon beloofd voor zich zeiven alsmede voor Georgius Reijmbrants als man van Elisabet de oude, Franck Post als man van Geertruid, Laurentius van Reeck als man van Elisabet de jonge en Martinus van Loen Janszoon als man van Heilwigh, de dochters van genoemde echtelieden, binnen twee jaar afstand te doen van alle aanspraken, die zij op het verkochte zouden hebben. Hierover waren als schepenen Gerardus Kuyst en Anthonius Spierinc. 132. 1 April 1492. Schepenen, gezworenen, raadslieden, die men noemt ledige luden, dekens van de ambachten en de geheele gemeene stad van 's Hertogenbosch, verklaren, dat zij aan Arnd Peter Stevenszoon van de Amervoirt, den molner (muitor), toegestaan hebben het gebruik van een stuk erf, gelegen te 's Bosch buiten de H. Kruispoort oostwaarts aan den stadsstroom en binnen de Pieckenpoort, o. a. onder de bepaling, dat hij en zijne rechtverkrijgenden daarop ten eeuwigen dage eenen lossen rosmolen zullen mogen hebben ten gerieve van de poorters en ingezetenen van voorschreven stad. 133. 5 Januari 1493. Johannes, zoon van Paulus genaamd Roever Coenenzoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Paulus genaamd Roever, zoon van Rudolphus Coenen, zijnen vader, eene grondrente, gaande uit eene boerderij, gelegen in de parochie van Helvoirt ter plaatse genaamd de Afterstraat, welke grondrente door hem verkregen was van Jacobus, zoon van Egidius Loniszoon. Hierover waren als schepenen Johannes van Hedel en Henricus Eyckmans. 134 abest. 135. 12 September 1493 of 1494. Testament van Geertruid, dochter van Dirck Snoecx en weduwe van Henrick die Langhe, genaamd in den Ancker, burger van 's Bosch. Zij maakt daarbij verschillende legaten, o. a. grondrenten ten behoeve van de Fabriek van de Kerk van St. Lambert te Luik ; de Fabriek van de Kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch; het Minderbroedersklooster aldaai ; het Predikheerenklooster aldaar ; een altaar in de kapel van St. Jacob op den Windmolenberg aldaar; het Karthuizersklooster te Vucht; de nieuwe kapel van St. Antonius aan het eind van het Hinthamereind te 's Bosch; de Armenblokken aldaar enz., welke grondrenten zij vestigde op hare twee huizen, staande te 's Bosch op het Hinthamereind nabij de Zwengelbrug in de straat, waardoor men gaat naar het klooster de Porta Coeli. Enz. (Zie oorkonden nos. 90 en 96). 136. 9 September 1493. Jacobus, zoon van Egidius Loniszoon, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes, zoon van Paulus Roever Coenenzoon, eene grondrente uit eene boerderij, gelegen in de parochie van Helvoirt ter plaatse genaamd die Afterstraet naast het erf van Engbertus, zoon van Henrick Brabants en zich uitstrekkende van het erf van Johannes van den Stadeacker tot de gemeene straat. Hierover waren als schepenen Goeswinus van den Hezeacker en Adam Roempot. (Hierin een briefje, waarbij Roelofïf Noppen Janszoon verklaart, dat meester Goijart Grootart hem deze grondrente den 4 Mei 1587 heeft overgedragen.) Zie oorkonde n° 133. 137. 19 Maart 1494. Heer Johannes, priester, zoon van Henrick van Stakenborch, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Mathys, zoon van Johannes van Vladeracken, eene grondrente uit twee derde gedeelten in een huis met erf, staande aldaar aan de Zadelmakersstraat tusschen het erf van Willem die Becker eenerzijds en dat van Henrick die Cuyper anderzijds, welke parten Henrick en Willem, zonen van Henrick Goetkynt en Luytgard, van hunne ouders geërfd hadden, zijnde bedoelde grondrente door Dirck, zoon van Christiaan van den Hoevel, verkregen, zoo ten behoeve van dezen als van hem zeiven, zijnen broeder Henrick en Yda, dochter van Johannes genaamd Minderbroeder. Hierover waren als schepenen Johannes Pynappel en Dirck Pels. 138. 2 Jan. 1494. Petrus van Milheze en Marcelius van den Hoevel, in hunne hoedanigheid van uitvoerders van den uitersten wil van Geertruid, weduwe van Henrick die Lange, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch de helft in het huis genaamd het Anker, staande te 's Bosch op het Hinthamereind in de richting van het klooster de Porta Coeli, welke helft Henrick van Stiphout, zoon van Henrick, had gekocht van Gerard Moll van Driel en vervolgens had verkocht aan zijnen broeder Nicolaas, waarna die was gekomen aan diens weduwe Geertruid, die na zijnen dood hertrouwde met Henrick die Lange. Kooper werd Petrus Bardeyn van Os onder verplichting van daarop eenige grondrenten te vestigen ten behoeve van het Leprozenhuis op den Eykendonck, van de Armen Blokken te 's Bosch enz; tot fundatie van twee missen in de nieuwe St. Antoniuskapel aldaar, enz. Hierover waren als schepenen Johannes Pynappel en Dirck Pels. (Zie oorkonde n° 135). 139. 2 Jan. 1494. Petrus Bardeyn van Os en Coenrard die Cuyper, zoon van Dirk Stevenszoon, komen voor Schepenen van den Bosch met elkander overeen over hunne wederzijdsche rechten en verplichtingen ten aanzien van het huis het Anker, staande op het Hinthamereind te 's Bosch in de richting van het klooster de Porta Coeli en waarvan elk hunner een gedeelte had gekocht van Petrus van Milheze en Marcelius van den Hoevel in hunne hoedanigheid van uitvoerders der uiterste wilsbeschikking van Geertruid weduwe van Henrick die Lange, genaamd in den Ancker. Hierover waren als schepenen Johannes Pynappel en Dirck Pels. (Zie de vorige oorkonde). 139a (bis). 12 Juni 1494. Adriana weduwe van Coenrard van den Staeck verleent voor Schepenen van 's Bosch aan hare dochter Coenrarda eene grondrente uit een huis met erf en land, staande en gelegen te Haaren ter plaatse genaamd Belveren. Vrijwaring te dier zake geeft met haar haar broeder Jacobus, zoon van Gerard Ghyselair. 140. 21 Nov. 1494. Henrick Dierxzoon, Peter Valkenaer, Goyart van Herentum, Dierick die Visser, Peter van de Loo, Willem Lanxzoon en Ghent Coppens, schepenen van Boxtel, getuigen, dal ten hunnen overstaan Roelof Aryaens Roelofszoon zich jegens meester Arnd van der Cluyten verbonden heeft om erfelijk te vergelden eene roggepacht aan den H. Geest te Boxtel; item aan de Heeren van St. Oedenrode 1) te Rooi; item aan het Clarissenklooster te 's Bosch, met dien verstande, dat de goederen van mr. Arnd ten eeuwigen dage daarvan vrij zullen blijven. (Hieraan een zegel, voorstellende een heilige met een sleute in de hand). -[41 19 Maart 1498. Heer Jan Venmans, priester en rector van het St. Catherinaaltaar te Helmond, Heer Geraert Swerts, prriester en rector van het H. Geestaltaar in voorschreven kerken Heer Dieryck Snoecx, priester en rector van Sint Salvators ook in die kerk, voor zich en voor en namens hunne andere medebeneficiaten, nu wezende en later zullende zijn, zich sterk makende, verkoopen voor Schapenen van Helmond aan Jan Beek eenen hof, genaamd den Gasthuishof, gelegen aldaar bij een huis, genaamd 't Huyskens huis, tusschen de Kampstraat en de Kerkstraat, en eertijds toebehoord hebbende aan nu wijlen Luitgard van de Capellen, welken hof de voornoemde beneficiaten voortijds 1) Hiermede zullen bedoeld zijn de Kapittelheeren van St. Oedenrode. verkregen hadden van Daniël van der Hellen, welke dien te voren gekocht had, een en ander blijkens schepenbrieven van Helmond. Hierover waren als schepenen Jan Snoecx en Dieryck Swerts. 142. 7 Maart 1499. Johannes en Quirinus, gebroeders en Godefrida, hunne zuster, kinderen van Henrick van den Laer en Mechteld, dochter van Jan Akaryns; Otto, zoon van Adriaan van den Oever als man van Eva en Willem, zoon van Willem van den Roijenacker, als man van Catharina, dochters van Henrick van den Laer en Mechteld voornoemd, deelen voor Schepenen van 's Bosch de nalatenschappen van laatstgenoemde echtelieden, waartoe o. a. behoorden een huis in de Tolbrugstraat te 's Bosch; eene roggepacht, gaande uit goederen onder Heeswijk gelegen enz. Hierover waren als schepenen Johannes Monicx en Arnoldus Beys. (Hierbij nog een tweetal transporten betreffende gezegde roggepacht, hebbende bij de eerste d.d. 10 Aug. 1699 mrs. Jacobus en Theodorus Schoneus, chirurgyns wonende te 's Bosch, als executeurs-testamentair van hunnen vader mr. Gerard Schoneus, insgelijks chirurgijn te 's Bosch, % daarvan verkocht aan Pieter Jacques, weesvader aldaar en echtgenoot van Maria van Ravenswaey). 143. 22 Mei 15Q0- Vermits Arnoldus Cnoden, zoon van Jan Houweningen, als man van Heilwig, dochter van Wouter van Os, lakenbereider, eene grondrente, gaande uit het goed Ten Velde, gelegen te St. Oedenrode en toebehoorende eerst aan Beertken van den Velde, vervolgens aan Edmond die Roover, zoon van Johannes van Hellu, verkocht had aan Wouter van Os, zoon van Wouter van Os, lakenbereider, en die rente vervolgens gekomen was aan mr. Johannes Sampson, weduwnaar van Hillegond Loyer Jacobsdochter, als vruchtgebruiker en aan hunne kinderen Johannes, Jacobus en Nicolaus, als bloote eigenaren, en vermits daarna genoemde mr. Sampson van zijn vruchtgebruik ten behoeve van zijne voorzegde zonen Jacobus en Nicolaus afstand had gedaan, zoo hebben dezen voor Schepenen van 's Bosch gemelde grondrente verkocht aan Johannes Heym. Hierover waren als schepenen Johannes van Arkel Petruszoon en Johannes Ghysselen. 144. 31 Januari 1501. Henricus, zoon van Henricus, den zoon van Wolterus van der Heijden, weduwnaar van Geertrudis, de dochter van Johannes Scellekens, alsmede Wolterus, Johanne'S, Henricus en Anthonius, zonen van eerstgenoemden Henricus en diens vrouw Geertrudis, voor zich zeiven en als zich sterk makende voor Paulus, den zoon van deze echtelieden, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Andreas en Johannes, zonen van Lodovicus van Berze, zoo ten dezer behoeve als ten behoeve van hunne zuster Katherina, een derde in : a. huis met erf, plaats en gebouwen, staande en gelegen in de parochie Oirschot in den heerdgang (pastoria) van Spoerdonck tusschen het erf van Andreas, zoon van Lodovicus van Beerze, timmerman, diens broeder Johannes en diens zuster Katherina eenerzijds en het erf van Johannes Leemans anderzijds, zich uitstrekkende van de gemeene straat tot aan het erf van Jordanus van der Vloet; b. den Luytenacker, gelegen als voren, tusschen het erf van genoemde koopers en zich uitstrekkende van de gemeene straat tot aan het] erf van genoemden Jordanus van der Vloet; c. tria pecia hereditatum, gelegen alsvoren tusschen het erf van genoemde koopers eenerzijds en dat van Wolterus genaamd Loyen Timmermans anderzijds en zich uitstrekkende van het erf van den Heer van Meerrodt tot aan de gemeene straat; d. een stuk land, genaamd de Streep, gelegen alsvoren tusschen het erf van genoemden Heer van Meerrodt en dat voorheen van Heer Willem van der Heyden, en zich uitstrekkende van het erf van Petrus Gieliszoon tot de gemeene straat; e twee bonaria weiland van zes bonaria weiland, gelegen alsvoren tusschen de erven van Henrick Janszoon van Aelst en Willem die Decker van Berze eenerzijds en het erf van het Huis van Postel en anderen anderzijds en zich uitstrekkende van het erf, genaamd die Langdonck en meer andere tot aan de gemeene straat, welke beide bonaria rijdende zijn met de overige hiervoren bedoelde bonaria; f. dua pecia weiland, aan elkaar gelegen ter plaatse alsvoren tusschen het erf van meergenoemden Jordanus van der Vloet, zich uitstrekkende van het erf der kinderen van Willem van der Vloet tot aan de gemeente Oisterwijk; g den halven bonarium weiland van twee en een halven bonarium weiland, gelegen alsvoren tusschen het erf van meergenoemden Jordanus van der Vloet eenerzijds en dat van Paulus Vlemincx anderzijds en zich uitstrekkende van het erf der genoemde kinderen van Willem van der Vloet tot aan de gemeente Oisterwijk; g een halven bonarium, genaamd de Audenbeempt, gelegen alsvoren tusschen het erf van genoemden Jordanus ven der Vloet en zich uitstrekkende tot aan gezegde gemeente; zijnde het voorschrevene aan eerstgenoemden Henricus van der Heijden, en zijne genoemt e kinderen aangekomen bij doode van den in de tweede plaats ge- noemden Henricus van der Heijden, hunnen vader en grootvader, respectief. Hierover waren als schepenen Lambertus Bogaert en Arnoldus Paeuweter. N. B. De in deze akte genoemde van der Heijdens waren van eene andere familie dan die van Best. 145. 10 Februari 1501. Lauwreys, zoon van wijlen Jan Greeys en Cornelis van den Eynde, zoon van wijlen Peter van den Eynde, als erfgenamen van wijlen Jan Boeyen, zoo voor zich als in den naam van diens andere erfgenamen verkoopen voor Schepenen van Oisterwijk aan Peter, zoon van wijlen Jan Tielmans, twee huizen met hunne hoeven en gronden, te zamen groot een half mudzaat lands, gelegen in de parochie van Oisterwijk ter plaatse genaamd Kerkhoven tusschen het erf van Willem van Oss eenerzijds en dat van Geertruid weduwe van Benedictus Heyen met hare kinderen, een gemeen straatje tusschen beiden liggende, anderzijds, strekkende vanaf de gemeene straat tot aan het erf der erfgenamen van wijlen Aert Goessens, enz. Hierover waren als schepenen Wouter Thomaszoon en Henrick Willem Edmonzoon. 146. 14 Maart 1502. Johannes, zoon van Dirck Voss en Katharina van Heerssel Jansdochter, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Gerlach die Roover een vierde gedeelte in een huis met erf, plaats en achterhuis, staande aldaar aan den Papenhuls tusschen het erf van Rodolph die Bever eenerzijds en dat van Heer Everard van den Water, kanunnik te 's Bosch, anderzijds, van welk part zijn genoemde vader, als weduwnaar van Katharina voornoemd, had het vruchtgebruik doch waarvan deze had afstand gedaan ten behoeve van zijnen gezegden zoon. Hierover waren als schepenen Goeswijn van Brecht en Lambert Millinck. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 503). 147. 14 Nov. 1502. Vermits Arnoldus, zoon van Andries Bernts, twee kamers onder een dak, staande te 's Bosch achter het Dries Bernts straatje, loopende van de Korte Colperstraat tot aan een plaatsje van genoemden Arnoldus, gelegen vóór gezegde kamers en de overige twee kamers van denzelfden Arnoldus, met de helft van den scheidingsmuur tusschen de beide eerstbedoelde en de beide laatstbedoelde kamers en met het recht van gebruik te maken zoo van een riool {cloaca seu lalrina), loopende van de eerstbedoelde kamers naar de Ridderstraat, als van gezegd plaatsje en straatje, verkocht had aan Dirck Geritszoon, bakker en Willem, zoon van Willem van Gerwen, zoo heeft genoemde Willem van Gerwen Willemszoon zijn recht op eene der eerstbedoelde kamers voorschepenen van 's Bosch verkocht aan genoemden Dirck Geritszoon, bakker. Hierover waren als schepenen Lambert Millinck en Gerardus van Berckel Gerardszoon. I4ga 14 Juni 1503. Testament van Andries Moll Gerardszoon en diens echtgenoote Katherina, dochter van Laurentius Gijsbrechtszoon, beiden burgers van 's Bosch, zoomede een nader testament van genoemde Katherina van 7 September 1519, met den inventaris der gelden, door de Kerkmeesters der St. Janskerk te 's Bosch in hare nalatenschap ten huize van Roelof van den Broeck gevonden. 149 98 Juli 1503. Mathijs, zoon van Johannes van Vladeracken, draagt over voor Schepenen van 's Bosch aan Katherina weduwe van Cornelius Roelofs- zoon eene grondrente, gaande uit een huis aan de Zadelstraat te 's Bosch en door hem verkregen van den priester Heer Johannes, zoon van Henrick van Stakenborch. Hierover waren als schepenen Goeswyn van Brecht en Gerard van Berckel. (Zie oorkonde n . 137). 150(J 23 September lb03. Willem en Jan Canghieter, zonen van Gijsbrecht en burgers van 's Bosch, maken bij hun testament legaten aan verschillende armenen kerkelijke instellingen aldaar. 20 Januari 1504. Wouter van Chaam, Johan van den Putt en Mercelis de Backer als kerkmeesters der O. L. V. kerk te Breda, verkoopen wegens de lasten en nooden van die kerk aan de kapel van Merkendaal, staande buiten die stad, eene grondrente, die Cornelia, dochter van Aert Rusenaers, gelegateerd had aan gezegde kerk. •1^2 29 Augustus 1504. Vermits Chrispina weduwe van Petrus Bardeyn aan hunne zonen Meester Willem en Heer Johannes Bardeyn, priesters, had afgestaan het vruchtgebruik van twee derde gedeelten in een huis met erf, staande te 's Bosch aan het eind der Hinthamerstraat bij de brug, genaamd de Zwengelbrug tusschen een straatje, genaamd het Sint Anthonis straetken, eenerzijds en tusschen het erf van Coenrard die Cuyper anderzijds, waarvan de eigendom bij doode huns vaders geërfd was door hare voornoemde zonen, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch genoemde Meester Willem Bardeyn zijn een derde gedeelte in voorschreven huis overgedragen aan zijnen broeder Heer Johannes. Hierover waren als schepenen Jordanus van Boert en en Johannes Monicx Johanneszoon. (Zie oorkonde n° 139). 153. 15 Januari i505. Vermits Goeswinus, zoon van Petrus Pryker en van diens tweede vrouw Katherina, dochter van Johannes Vuchs, voor zich en als zich sterk makende voor zijne zuster Katherina, alsmede Elisabeth, zijne zuster, begijn in het Groot Begijnhof te 's Bosch, aan Aleid, dochter van genoemden Petrus Pryker en ook hunne zuster, eene grondrente hadden verleend van uit een huis met erf, plaats en achterhuis, staande te 's Bosch aan de Peperstraat tusschen het erf van Aleid weduwe van Lambert van den Hoevel eenerzijds en dat van Eva weduwe van Herbert Hals en hare kinderen anderzijds, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch genoemde Goeswinus voor zich en voor zijne zuster Katherina zich jegens eerstgenoemde Aleid verbonden voorschreven grondrente te zullen aflossen wanneer het goed, waarop die kleeft, verkocht zal worden. Hierover waren als • schepenen Lambertus Bogart en Johannes Keymp. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 462.) 154. 30 Maart i50ö. Jan Tempeler verkoopt voor Schepenen van Helmond aan Herbert Berthoutszoon van Wetten een zill lants, gelegen te Helmond in die Meyenstraet. Hierover waren als schepenen Jan Starkens en Dieryck Ziberts. 155a. 4 Nov. 1506'. Arnoldus, zoon van Andreas Bernts, verleent voor Yewan Kuyst en Rodolph Noppen, schepenen van's Bosch, aan Jan, zoon van Woutger van Merlaer, eene grondrente uit a een kamp, genaamd den ballinc buenre, gelegen in de parochie van St. Oedenrode tusschen de erven van Tordanus Vrients, Elisabeth Geerlix en Wouter die Jeger eenerzijds en die van Juffer Sophia weduwe van Anthonius Spiennck en hunne kinderen anderzijds en zich uitstrekkende van af het erf van Stephanus Goetscalx tot aan het gemeene broek; b twee kamers en hare erven, gelegen te 's Bosch in een straatje nabij de Colperstraat tusschen he erf van Goeswyn Janszoon van Doerne eenerzijds en dat van Dirck Geritszoon, verwer, anderzijds en zich van achteren uitstrekkende tot aan het erf van Catharina, dochter van Wouter s Bien en Goyart Martens, gewandsnijder. Hieronder staat: . .. .... D' Eerw Huren ende broederen Peeter van Beerze, prior, Mathijs van Hees licentiaet in de H. Godtheyt, Jan van Herssel senior ende WiUem Somers, procurator des Convents van PredickHeeren£** deser stadt van 's Hertogenbossche, in name ende van wegen deszelfs convents verklaren, dat Willem Willemszoon van Esch gezworen bode der voo'rzegde stad, als eigenaar van eene der voorschreven kamers aan hen voormelde grondrente heeft afgelost 6 Aug. 1618. (Onder de onderteekenaars komt genoemde Willem Somers met v^o wel frater Johannes Teysterbant suppnor en frater Godefndus Boon ab Oosserwijck. .cc 27 Nov. 1506. Willem zoon van Henrick van Griensvenne, als man van Margaretha, dochter van Hubert Eliaszoon, van 's Bosch aan domicella Katherina weduwe van Henrick Ghys selen een perceel weiland, gelegen te Boxtel ter plaatse de Tongerensche beemden. Hierover waren als schepenen Lam die Wolf en Rodolph Noppen. 57 8 Juli 150T1. Maximiliaan, Roomsel, Koning, Aartshertog var\ tx: Ur» te beschikken. 19 October 1507. 158a. De Kanselier van Brabant gelast de Rege,BÏng va» 's Hertogen- ^geV'HStórheTllwoord daarop ITÏeglte» van ge.egde stad aan voorbedoelden Kanselier. 159. 11 Januari 1508. Goessen, zoon van wijlen Peter Prykers, machtigt voor Schepenen van 's Bosch Claessen, zoon van Goessen Corten, zijnen zwager, om te verkoopen de helft in een huis met erf, staande in de Peperstraat aldaar en nu bewoond door mr. Frans Toelinck. Hierover waren als schepenen Joirden van Boert en Willem van Achel. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 464). 160. 10 Maart 1508. Vermits eerst Henricus van Stiphout Henrickszn de helft in een huis, staande te 's Bosch in de Hinthamerstraat naast het straatje, gaande van die straat naar het klooster de Porta Coeli, verkregen had van Gerard Moll van Driel en daarna genoemde Henricus van Stiphout die helft verkocht had aan zijnen broeder Nycolaus, zijnde voorschreven helft thans een geheel huis met een daarachter gelegen achterhuis en staande het nu tusschen voorschreven straatje eenerzijds en het overige van dat huis, toebehoorende eertijds aan Henrick die Lange genaamd in den Ancker en zijne vrouw Geertruid, vervolgens aan Coenrard die Cuyper, zoon van Dirck Stevenszoon, anderzijds. En vermits vervolgens Petrus van Milheze en Marcelis van den Hoevel, als executeurs-testamentair van genoemde Geertruid, voorschreven huis met achterhuis, den Ancker genaamd, verkocht hebben aan Petrus Bardeyn van Os, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Heer Lambertus, priester, zoon van genoemden Petrus Bardeyn van Os, een derde in datzelfde huis met achterhuis verkocht aan zijnen broeder Heer Johannes, priester. Hierover waren als schepenen Gerardus Kuyst en Philippus Sanders. (Zie oorkonde n° 152). 161. 2 Juni 1508. Notarieele verklaring van Johannes Bacx van Herenthals, notaris te 's Bosch, dat ten huize van Jan de Cock in St. Jacob, zijnde eene openbare herberg aan de Markt 1) te 's Bosch, Ghijsbert de Cock Janszoon en Jan de Wit Janszoon, timmerman, bij gerechtelijke uitwinning eigenaars zijn geworden van de navolgende onroerende goederen van hunnen schuldenaar Wouter de Brouwer Janszoon : een huis met erf, vier kamers en tuin; een stuk erf met recht van uitweg en eene rosmolenplaats, alles gelegen op het Ortheneind te 's Bosch. 1) Is thans de Pensmarkt. 5 162. 28 Januari 4509. Vermits Paulus, zoon van Adrianus van den Akeren, verleend had aan Heer Johannes, priester, zoon van Dirck van den Zande, eene erfrente van vier Rijnsche guldens uit huis, erf en landerijen, staande en gelegen in de parochie van Esch, ter plaatse genaamd Breedeacker, tusschen het water aldaar stroomende, de Aa genaamd, eenerzijds en tusschen den gemeentegrond van Esch anderzijds, alsmede uit eenige landerijen, — zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch genoemde rentheffer verklaard, dat voornoemde eigenaar de rente steeds zal kunnen aflossen met twee en zeventig dezelfde guldens. Hierover waren als schepenen Godefridus Symons en Gerard van der Bruggen. 163. 30 Januari 1509. Gerard, zoon van Henrick Dirickszoon en Mechteld, de dochter van Johannes van Grotell en Hadewig, de dochter van Johannes van den Kelder en Oda, de dochter van Dirck die Lu; Lucas Barniers als man van Johanna, dochter van Johannes van Grotell en Hadewig voornoemd en Yda, dochter alsvoren, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch hun aandeel in een huis met plaats en achterhuis, staande aldaar aan den Papenhuls tusschen het erf van Rodolph die Bever eenerzijds en het erf van heer Peter die Ruyter, kanunnik der Collegiale kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch, anderzijds, zich uitstrekkende van de straat tot aan het water, welk aandeel zij hadden geërfd van Andries die Lu, zoon van Dirck voornoemd, aan Gerlach die Rover. Hierover waren als schepenen Arnold Monicx en Lambertus Bogart. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 504). 164a. 22 Februari 1509. De Schepenen van Bakel en van Aarle komen als vertegenwoordigers van die dorpen overeen, dat al degenen, die recht beweren te hebben op de gemeene gronden van Bakel en Aarle, jaarlijks zullen hebben te verschijnen op de gemeene waarheid, die gehouden zal worden te Bakel ter plaatse, genaamd de Wolfsput, nadat zij daartoe zullen zijn ontboden door de zes goede mannen, welke gekozen zijn door hen, aan wie gezegde gemeente is verleend en dat zij, die daarop niet verschijnen of bevonden zullen worden op het recht op meergezegde gemeente inbreuk te hebben gemaakt, eene boete zullen verbeuren, in te vorderen door den Heer van Bakel. 165. 13 Maart 1500. Geerlick die Rover verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Mr. Claes Kuyst ten behoeve van den Deken en het Kapittel van St. Jan Evangelist aldaar een erf of tuin, gelegen in gezegde stad, ter plaatse genaamd de Papenhuls, tusschen het erf van Peter de Ruyter, kanunnik te 's^Bosch, eenerzijds en de poort met gang van den verkooper anderzijds. (Het gold den verkoop van het erf, waarop later de zoogenaamde Heerenkelder gebouwd is). Hierover waren als schepenen Arnt Monicx en Gerrit van der Bruggen. (Zie nog mijne Voorname Bossche huizen II p. 509). 166. 22 Juni 1509. Henricus van Esch, priester, als commissaris en stadhouder der leenen van den Eerwaardigen Vader den Abt en het Convent van Echternaken, getuigt, dat voor hem in zijne voorschreven qualiteit van stadhouder en voor Dirck van Doirne, mr. Arnt van der Ameyden, Dirck van Oss en Jaspar van Esch, als mannen van leen van genoemden Abt en Convent: de eerbare Marten Janszoon van Birghelen verklaard heeft, dat hij een vierde in den tiend van Vlierden, dat hij in leen heeft van meergenoemden Abt en Convent, verkocht heeft en het hem, stadhouder voornoemd, daarom opdraagt ten behoeve van mr. Claes Coelenzoon en Gerrit diens broeder, alsmede dat hij, stadhouder, daarop deze beide laatsten met dat een vierde beleend heeft. ^67. 29 Maart 1510. Hadewig, dochter van Nicolaas Meliszoon en Hadewig, dochter van Johannes van Groetelt, doet voor Schepenen van 's Bosch afstand van het recht, toekomende aan hare moeder en aan haar op een huis met erf, plaats, achterhuis en andere gebouwen, staande aldaar aan den Papenhuls tusschen het erf der erfgenamen van Roelof die Bever eenerzijds en het erf van Heer Petrus die Ruyter, kanunnik der Collegiale kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch, anderzijds en zich uitstrekkende tot aan het water, zooals haar dat recht bij erfenis was aangekomen van Andries die Lu, zoon van Dirck die Lu, — ten behoeve van Geerlach die Roever. Hierover waren als schepenen Roelof van den Broeck en Arnold Paeuweter. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 504). ^0g 5 Juli 1510■ Martinus van Campen als man van Geertruid, dochter van Ywan van Dommelen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes, zoon van Johannes Franckenzn van Uden, de helft eener weide, gelegen in de parochie van Oisterwijk ter plaatse genaamd Udenhout en de helft eener weide, genaamd de Berkelsche beemd, gelegen ter plaatse genaamd Nartbroeck. Hierover waren als schepenen Johannes Kanapert Janszoon en Henricus van Uden. 109 11 Juni 1511. Lysbeth weduwe van Peter Jan Tyelmanszoon, dochter van wijlen Lambrecht Goyaertszoon, bekrachtigt voor Schepenen van Helvoirt het testament, hetwelk zij met wijlen haren genoemden man den 29 September 1489 voor Schepenen van Oisterwijk gemaakt had, waarna zij voor Schepen voornoemd al de goederen, die zij met haren man bezat, hetzij die gelegen mochten zijn te Oisterwijk, Beek, Tilburg, Haaren, Helvoirt of ergens anders, overdraagt aan Goyard Wouter Stickerszoon, onder verplichting van dezen laatste om in haar levensonderhoud haar leven lang te voorzien en na haren dood voor haar een eerlycke uuytvaert te doen houden en alle hoire kercken rechten te betalen. Hierover waren als schepenen Jan van der Hoeven en Jan Peter Holttenzoon. (Hieraan het schepenzegel van Helvoirt). 27oa. 7 November 1511. Henrick Raymeker, Willem Lambrechtszoon, Henrick van den Bogaert, Gerinck van Houthem, Jan Lybrechts, Jan Rycartszoon en Gerit van der Hauthart, schepenen van Schijndel, verklaren, dat ten hunnen overstaan Roelof Dirckszoon van Ghent verkocht heeft aan mr Jan van Berkel eenen kamp lands, de Knottenkamp genaamd, gelegen in de parochie van Schijndel in de Dinthersche kampen en eenen kamp lands, de Nieuwe kamp genaamd, gelegen ter plaatse voorschreven aan de Landweer tusschen de gemeente van Schijndel eenerzijds en de gemeente van Vechel anderzijds, welke kampen genoemde van Ghent verkregen had tegen Heer Jan van Zochel, priester. Hierbij nog: a eene Schepenakte van Schijndel van 13 November 1541, waarbij voor Ardt van Zochel en Peter Reynders, schepenen, Claes, Adnaen, Hugo, Anna en Sofia, allen wettige kinderen van wijlen mr. Jan, den bastaardzoon van wijlen Claes van Berkel, en diens huisvrouw Mariken ; en Jan, zoon van wijlen Jan van der Dussen als man van Margriet, ook wettig kind van mr. Jan en Mariken voornoemd, met consent van hunne genoemde dochter Mariken, wettige dochter van Elias Dirckszoon van Hamellenborch, eenige goederen van wijlen mr. Jan deelen; Claes van Berkel en Jan van der Dussen kregen daarbij voor hun deel Hendrik Timmermanshuis, staande te's Bosch op het Hinthamereind aan de Pijnappelspoort tusschen de Dieze tot aan de stadsmuren toe eenerzijds en Michiel Loeckemans anderzijds ; alsmede eenen kamp genaamd de Zeven bunders, gelegen te Schijndel, tusschen de gemeenten van Schijndel en Vechel en eenen kamp, gelegen te Schijndel aan het Wybosch op de Locht bij het duin; b eene Schepenakte van Schijndel van 17 Mei 1552, waarbij voor Jan van Oetelaer en Jan Rutger Janssen, schepenen, Niclaes, zoon van wijlen mr. Jan van Berkel, en Marten, zoon van wijlen Pauwel Pauwelszoon van Boxtel als man van Margriet 1), dochter van genoemden mr. Jan, verdeelen eenige kampen lands, gelegen onder Schijndel. 171. 21 Maart 1512. Adriaan, zoon van wijlen Jan Berckelmans als man van Margriet, dochter van wijlen Goijart die Becker, doet voor Schepenen van Oisterwijk ten behoeve van Goijard, zoon van wijlen Wouter Stickers, afstand van de nalatenschap van wijlen Elisabeth weduwe van wijlen Peter Jan Tielmans zoon en dochter van wijlen Lambert Goijarts. Hierover waren als schepenen Jan Andries Lambrechtszoon en Jacop Henrick Emeyszoon. 172. 16 Augustus 1512. Lauwerijs en Embrecht, zonen van wijlen Claes Tielmans en Jan, zoon van wijlen Jan Tielmans, zoo voor zich en namens hunne zuster Beatrijse, die buitenlands is en voor wie zij gezamenlijk instaan; Gerrit, zoon van wijlen Henrick Leuw en Huybrecht, zoon van wijlen Jan van Gerwen als momboiren over Kathelijn, Johanna en Elizabeth, onmondige kinderen van wijlen Jan Tielmans; Jan, zoon van wijlen Goeyaert Roosen en wijlen Heylwigh, de dochter van wijlen Jan Tielmans eerstgenoemd; Aert, zoon van wijlen Lambrecht van Woensel, als man van Katheryne, dochter van wijlen 1) Hij was haar tweede man; van haren eersten man van der Dussen had zij twee kinderen. Goeyaert en Heylwigh voornoemd; Heer Bartholomeus Jan Blanckaertszoon, priester en Jan Roosen voornoemd als momboiren over de onmondige kinderen van wijlen Embrecht, (zoon van wijlen Goeyaert en Heylwigh meergenoemd), en van diens huisvrouw Geertruye, dochter van Jan Blanckaerts voornoemd; Alaert, zoon van wijlen Henrick Alaerts en Jan Roosen voornoemd als momboiren over de onmondige kinderen van wijlen Gerrit, zoon van wijlen Goeyarts en Heylwigh dikwerf genoemd, allen als nakomelingen en erfgenamen van wijlen Peter, den zoon van wijlen Jan Tielmans voornoemd, doen ten overstaan van Schepenen van Oisterwijk (?), afstand van alle hunne rechten op diens nalatenschap ten behoeve van Goyaerd, zoon van wijlen Wouter Stickers. Hierover waren als schepenen Wouter Thomas Wouterszoon en Aelbrecht Willemszoon. (Zie oorkonde n° 171). 173. 20 Augustus i512. Ten overstaan van den notaris Joannes Bacx van Herenthals, clericus, verklaren Henricus van Uden en Wouter van der Rullen, kerkmeesters der Collegiale en parochiale kerk van St Jan Ev. te 's Bosch, ontvangen te hebben van Barbara Meyerijnne, ancilla, en uitvoerster van den uitersten wil van wijlen strenui mW ei militis Andreas Knoef, in de wandeling genaamd cleyn enderlijn, nuncupati atque capitanei, dum vixerat, cesareae majestatis, verschillende geldsommen, kleinodiën en zilveren vaten om die te verdeelen onder eenige godshuizen en armen. Hierna verklaarden den 5 Mei 1513, bij akte ten overstaan van genoemden notaris opgemaakt, nobilis et strenuus Dominus Symon de Phirt, miles, consiliarius Caesareae majestatis, als gemachtigde van zijne Keizerlijke Majesteit en van den honorabilis vir Gabriel Surgant, als gemachtigde der zusters en erfgenamen van heer Andreas, genaamd cleyn enderlijn, blijkens akten van volmacht hierna te vermelden, en Barbara als weduwe van dezen laatste te hebben terug ontvangen van de Fabriekmeesters der gezegde kerk de som van 200 gouden rijnsguldens, welke som was overgebleven van hetgeen dezen als voorzegd ontvangen hadden en van geene aanspraak meer te zullen maken op hetgeen dezen meer hadden ontvangen; deze verklaring werd gedaan door heer Symon in het logement de Roode Poort in de Hinthamerstraat en door Barbara in een huis, staande op (apud) de Markt naast het logement de Gulden Kop (hospitium aurecapitum) te 's Bosch. Volgen de volmachten : a. die, waarbij de Roomsche Keizer den ridder en raad heer Symon van Phyrt machtigt om in zijne handen te stellen alle goederen van wijlen zijnen kapitein cleyn anderle, zooals die door dezen nagelaten zijn, en ze te verdeelen tusschen de naaste vrienden en magen van dezen, weshalve hij een ieder gelast om die goederen aan genoemden heer Symon uit te leveren. b. die, waarbij Gabriel Surgant, gemachtigde van Ennely en Rosy Konopffin, zusters van wijlen heer cleyn enderlin, substitueert den edelen Jonker Symon van Phirt om de goederen van genoemden cleyn enderlin op te vorderen en daarvoor kwijting te geven. Hierbij nog eene akte van 14 Mei 1513, waarbij Lambert van Burderick en Art Kemp verklaren ontvangen te hebben uit handen van de Kerkmeesters van den Bosch de twee honderd gouden guldens, die zij gehouden waren aan de erfgenamen van wijlen Heer Andries Knoef, die men hiet deen enderlinck, terug te geven van de penningen, welke Berber Meyerinne, zijne huisvrouw, aan genoemde Kerkmeesters had ter hand gesteld om die te geven aan zeker Godshuis tot zaligheid zijner ziel, hebbende voor gezegde tweehonderd gulden Heer Simon van Feert en Berber voornoemd kwitantie gegeven. (Zie over genoemden Knoef Taxandria VIII blz 246 en vlgd en IX blz 180 en vlgd). 174. 13 April 1513. Testament van Henrick Glavimans Willemszn en zijne huisvrouw Mary van Meyelsvoert Jansdr, verleden ten overstaan van Henrick de Bye Henrickszoon, notaris te den Bosch. Zij legateeren daarbij hun woonhuis, genaamd het Lavoir, staande aan de Markt aldaar, op den hoek der Kolperstraat, onder bepaalde voorwaarden aan het Groot Ziekengasthuis aldaar. 175. 9 Augustus 1515. Paschasius van Breijn Willemszoon als man van Engela, dochter van Henrick van Merlaer, den zoon van Arnoldus van Merlaer, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick, zoon van Roelof Ambroeszoon, het aandeel zijner vrouw in: a eene grondrente, die Zebertus, zoon van Nycolaus Coel, den zoon van Zebertus die Dorre, verleend had aan Elizabeth weduwe van Johannes, den zoon van Nycolaus Coel Keelbreker en aan Mechteld, de dochter van Elizabeth en Johannes voornoemd, van uit eene hofstede, gelegen te Eerlykem (Berlicum) ter plaatse genaamd Beeckvelt tusschen het erf van het Klooster van Berne eenerzijds en dat van Gerard, den zoon van Gerard die Tijmmerman anderzijds, alsmede uit een stuk bouwland en eenen kamp broekgrond terzelfder plaatse gelegen tusschen het erf van Arnold Tengnagel en Jacob Vranckenzoen eenerzijds en dat van gezegd klooster en genoemden Arnold Tengnagel anderzijds, hebbende genoemde Henrick van Merlaer voorschreven grondrente gekocht van Henrick van Arkel als man van Mechteld, de dochter van Johannes, den zoon van Nycolaus Coel Keel brekers; b eene grondrente, die Johannes, zoon van Wautger Martenszoon, verleend had aan Gerard, den zoon van Johannes Sporken, uit eene hofstede, gelegen in de parochie van Berlykem ter plaatse genaamd op die Loeffoirt tusschen de gemeene straat eenerzijds en het erf van Judocus Peterssoen en anderen anderzijds, alsmede uit den Kepkensakker, gelegen alsvoren tusschen het erf van Gerard Lanensoen eenerzijds en dat van Gibo Bolle en anderen anderzijds, zoomede uit een stuk land, gelegen in de parochie van Roesmalen (Rosmalen) ter plaatse genaamd Kolcmanscamp tusschen het erf van Nycolaus Aelbrecht Cleijssoenszoen eenerzijds en dat van Gerard Dircxsoen anderzijds, hebbende meergenoemde Henrick van Merlaer deze grondrente gekocht van Rutger, den zoon van Jacob Keelbreker, als man van Heijlwig, de dochter van Gerard, den zoon van Johannes Sporken. Hierover waren als schepenen Matheus Kuijst en Johannes van Gunsterslair. Hieraan zijn verbonden: a eene akte van 22 April 1532. waarbij Godefridus Symionis en Everardus van den Water, schepenen van 's Bosch, vidimus geven van: 1° een schepenbrief van die stad van 15 Januari 1436, waarbij voor hare schepenen, Bertoldus die Luu en Nycolaus van Berze, - Elisabeth weduwe van Johannes, den zoon van Nycolaus Coel Keelbreker en Mechteld, de dochter van genoemde Elisabeth en Johannes tegen het beding van eerstbedoelde grondrente aan Zebertus, zoon van Nycolaus Coel, den zoon van Zebertus die Dorre, verkoopen eene hofstede, gelegen in de parochie van Berlikem ter plaatse genaamd Beecvelt tusschen het erf van het klooster van Berne eenerzijds en dat van Gerard, zoon van Gerard die tijmmerman, anderzijds en zich uitstrekkende van af het erf van Petrus Lemmens tot aan de gemeene straat, alsmede een stuk bouwland en eenen kamp broekgrond, gelegen terzelfder plaatse tusschen het erf van Arnold Tengnaegell en Jacob Vranckenszoon eenerzijds en het erf van het klooster van Berne en dat van Arnold Tengnaegell anderzijds, zich uitstrekkende vanaf de rivier die Aa tot aan het erf van genoemden Arnold Tengnaegell; 2° een schepenbrief van gezegde stad van 16 Juli 1459, waarbij voor hare schepenen Nycolaus Spierinc en Wolterus van Vucht, Henricus van Arkell als man van Mechteld, de dochter van Johannes, den zoon van Nycolaus Coel Keelbreker, voorschreven grondrente verkoopt aan Henrick van Meerlaer, den zoon van Arnoldus Henrickszoon van Meerlaer. b. eene akte van 20 Maart 1516. waarbij voor schepenen van 's Bosch, Franciscus Toelinc en Nycolaus van Buchoeven, — Arnoldus, zoon van Henrick van Meerlaer, krachtens volmacht, bij schepenbrief der stad Bergen in Henegouwen verleend aan hem en mr Henrick die Bye door Pascasius genaamd Pasquier de Braine als man van Engela en door Johannes Condelier als man van Aleid, dochters van genoemden Henrick van Meerlaer, zoo mede door Johannes Wautquier als man van Johanna en door Elisabeth, Henrick en Aleid, kinderen van Henrick van Meerlaer, den zoon van genoemden Henrick van Meerlaer, het recht van dezen op de in de akte van 9 Augustus 1515 vermelde grondrenten verkoopt aan mr Henrick die Bye en Henrick Roelofssoen, genaamd glaesmaker. c. eene akte van 25 October 1552. waarbij voor schepenen van 's Bosch Jan van der Stegen en Frans Boogaert, — overmits van de eerste der beide laatstbedoelde grondrenten Jutken, dochter van Roelof, den zoon van wijlen Henrick, den zoon van wijlen Roelof Broeszn, genaamd gelaesmaker, voor zich en voor Jan, haren broeder, den zoon van wijlen Roelof voornoemd, den zoon van wijlen Henrick, den zoon van wijlen Roelof Broeszn, genaamd gelaesmaker, aan Janne, den zoon van wijlen Peter Jacopszn, als man van Engelkene, dochter van wijlen Henrick, den zoon van wijlen Roelof Broeszn, genaamd gelaesmaker, een vierde gedeelte had verkocht, — laatstgenoemde Janne als man van voor. noemde Engelkene de helft van die grondrente wederom verkocht aan Wouter, den zoon van wijlen Eijmbert Toelinck. d. eene akte van 3 November 1614. waarbij voor schepenen van 's Bosch, Herman van Huemen en Gherardt van den Berghe, — Roeloff Noppen Henricxzn, burger van die stad, als bij schepenbrieven der stad Amsterdam gemachtigd door de voogden over de kinderen van den juwelier Hans Thijssen en Katalijn Boel, de dochter van Augustijn Boel en Aelbertken, de dochter van Wouter, den zoon van Eijmbert Henrickzn Toelinck, laatstbedoelde helft der grondrente verkoopt aan Jan, den zoon van wijlen Peter Heniickszn Wonders van Roosmalen, bierbrouwer. 176. 29 April 1517. Arnold, Willem, Hillegond en Elisabeth, kinderen van Henrick van Volken en Willelma, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Jacob Donck Henrickszoon een paar perceelen land, gelegen te Rosmalen, ter plaatse genaamd Heze, waarvan het eerste o.a. grensde aan het erf van Johan van Vladeracken, heer van Gefïen en Nuland en van welke perceelen hunne genoemde moeder den tocht had, waarvan zij echter ten hunnen behoeve had afstand gedaan. Hierover waren als schepenen Maarten van Campen en Frans '1 oelinck. ]77_ 10 October 1517. Schepenen en Raden der stad 's Hertogenbosch verklaren: a. dat op voorschreven datum Jan van Balen als procureur der Susteren vin Orthen van Sinte Andries hnys bijtmen deser stadt gelegen hun getoond heeft een brief, waarbij Karei Hertog van Bourgondie, Lotharingen, Brabant, enz. verklaart dat hem de la part de nous bien aimez, les seurs de la maison Saint Andrien de Orthen en nostre ville de Bois le Duc nous ait esté exposé et remonstré comment en la dite maison de Saint Andrien a eté dancienneté et encores est a present une notable congregation de femmes y vivans en commun et conensemble et gaignans leur vie honnestement a filer et faire linges et ja soit ce que les dites femmes ou seurs ne soient dans une religion ou profession ains ajant franc arbitre de pouvoir yssir et partir de la dicte maison de Saint Andrien quant bon leur semble et comme personnes layes eulx mettre en estat de mariage ou autrement on leur plaisir et que d'aütre part les dites seurs estans et demourans en icelle maison soient neantmoins subjectes a notre jurisdiction contribuans en nos aydes et subventions et generalment en tous leurs faiz et condicion telle que autres personnes layes bourgois manans et habitants en nostre ville de Bois le Duc mesmement en fait de succession, tellement quelles sont capables et habiles a succeder en leur parens et amys aussi que Ion leur peut et doit succeder avec ce aussi de povoir faire acquestes et venditions de biens, telz que bon leur semble, neantmoins elles font doubte que au temps advenir aucuns ne voulsissent quant a ce soubz couleur de leur dicte congregation tenir et reputer de la condicion des personnes ecclesiastiques ayant fait profession en cloistres ou religion et lesquelles par certaine ordonnance faicte par feu nostre tres chier Sr. et père, que Dieu absoille, en 1'an soixante troix, ne peuvent faire aucuns acquestes que ce ne soit de nostre consentement, ne peuvent aussi succeder a leurs parens et amys, ce que seroit un tres grant grieff, interest et dommage des dites seurs non estans comprises en la dite ordonnance. Ainsi que sont personnes prives layes et de la condicion dessus declairée si comrae elles dient, en nous supplians pour ce trés humblement que pour le seuite pour temps advenir nostre plaisir soit sur ce faire aucune declaracion et dicelle leur faire expedier nos lettre patentes a ce pertinentes. Savoir faisons que nous ces choses considerées et après ce que les lettres patentes contenans la dite ordonnance ou la copie d'icelles ont esté veues et visitées en nostre grant conseil et sur tout en bon advis aux seurs de Orthen inclinans a leur dite supplication et requeste avons au cas dessus dit declaré et declarons en leur octroyant et consentant se mestier est par ces presentes que nonobstant leur dite congregation elles comme personnes layées pourront succeder a leurs parens et amys et a leurs biens, eens, rentes et autres heritaiges aussi que leurs dits parens et amys pourroient semblement succeder a icelles seurs d'Orthen et a leurs biens, eens, rentes et heritaiges, pourroient avecq ce faire acquestes et vendicions tout ainsi et par les forme et manieres que font, peuvent et doivent faire autres personnes layes manans et habitans en nostre dite ville de Eois le Duc et en la mayerie dicelle etc. 27 April 1474. b. dat meester Claes Kuyst, meester Peter van Oss en meester Symon van den Coudenborch, secretarissen dezer stad, eenparig verklaarden op hun eed ter manisse des leegen scouth, dat die moeder ende procuratrix met een ofte meer susteren desselve huys van Sinte Andries bij consente huers proviseurs vestinge doen ende erfven voir scepenen deser stadt ende insgelijcx hen weder aen geguedt ende gevest wordt ende hebben van gelycken verscheyden extracten als secretarissen geprotocolleert ende voir scepenen gepasseert zijn geweest. Item meester Peter van Oss voirgen. tuyghde noch hem kennelyck te zijn, dat zuster Mechtelt van Helmont, oick bijnnen dese huyse woenende, in de gueden by hueren alders achtergelaten tegen Goyartden, hueren brueder, gedeylt heeft tot gelycker portien. Item Cemen Henricxszn, cremer, tuyghde by synen eede ter manisse des leegen scouth voirgen. hem kennelijck te zijn, dat Connegondt Voss, wesende suster totten susteren van Orthen voirs. met hueren medéerfgenamen heeft gedeylt die gueden van hueren vader ende moeder gebleven. Enz. Item Heer Dirck van Loemel, priester, tuyghde in priesterlycke formen, sijn hant op sijn borst leggende, dat Lysbeth Nyss ende Margriet Nyss, woenende ten susteren van Orthen, van den gueden, van hueren vader ende olden vader aengecomen, hunne portie tegen hunne bruederen ende susteren gehadt hebben, dair se mede tevreden waren, enz. Item Margriet Goyens, mater der voirs. susteren van Orthen, tuyghde by hueren eede ter manisse des Richters accorderende met Heeren Dircken voirgen. Item suster Sophia Janss, woenende in den voirs. huyse tuyghde by hueren eede, dat zy bijnnen een jair herwaerts suster wesende oft dairomtrent gedeylt heeft tegen huere susteren enz. Item Cemen Henricxszn ende Claes Meliszn voirgen. tuyghden noch by hueren eede hen kennelijck te zijn, dat sekere susteren uuyten susterhuyse voirgen. zijn gegaen, aennemende een huwelycken staet ofte anderssins in der werelt blyvende. Item enz. Item Heer Marcus van Geele, priester, tuyghde in priesterlycke formen, sijn hant op sijn borst leggende, hem kennelick te zyne, dat nadien Heylwich, dochter wilner Willems Janszn van Balen int suster huys van Orthen gegaen is geweest, die zwagers van huere zusteren gecomen zijn ende hebben zuster Heylwigen ofte huere oeverste geontenteert van huere kijndsgedeelte enz. Item Dirck Scoercop (?) ende Dirck van Creyelt, twee van de zesse gecommitteerde totten poliecen deser stadt, tuyghden eendrechtelick by huennen eeden by manisse des Richters, dat zy houden die zusteren van Orthen bijnnen dese stadt genoch voir weerlijck persoenen, mitsdien zy gelden ende contribueren in deser stadt assysen, te wetene in maelgelt settinge gelijck andere borgers deser stadt ende hueren byerassijns tegens derselver stadt tanderen tyden met een sekere somme van penningen affgecoft hebben. 17g 2 April 1518- Schepenen, Gezworenen, Raadslieden, die men noempt ledige luiden Dekenen van de Ambachten, een deel der Goede Knapen en gehee de gemeene stad 's Bosch verleenen eene erfrente aan Frans Vuchts Peterszoon, goudsmid. Hieraan een zegel, bestaande uit een grooten boom tusschen twee kleine. 179. 6 Mei 1519. Schepenen, Gezworenen, Kerkmeesters, H. Geestmeesters en de gemeene naburen en ingezetenen van Esch verkoopen uit kracht van het octrooi, hun door den Koning van Spanje als hertog van Brabant verleend, aan Mr Marten de Greve, secretaris der stad s Bosch, een stuk heide, behoorende tot den gemeenen grond van Esch en gelegen in de parochie van Vucht St. Peter aan het eind der gemeene akkers, genaamd de Hoeven. 180a. 22 Mei i519. Broeder Johan van Zwolle, biechtvader der Zusters van het Klooster achter de Tolbrug te 's Bosch, bekent ontvangen te bebben van de stad Leiden „bij hande des thesoriers derselver stede" de som van drie pond Vlaamsch. 181. 21 Sept. 1519 Broeder Wilhelmus de Rino (van Rijn), prior en magister-generalis der orde van het H. Kruis en behoorende tot het Klooster dier orde te Hoei, maakt Willem van Oss en diens vrouw Katherina deelachtig aan al de goede werken, welke door gezegde Orde zullen verricht worden. Gegeven in het huis dezer Orde te 's Bosch. 182. 4 Sept. 152... Vermits Stephanus, zoon van Henrick van Keysersweert en weduwnaar van Maria, dochter van Coenrard ten behoeve zijner kinderen Coenrard, Adam en Heilwig had afstand gedaan van den tocht op Vi eener weide, gelegen te Helvoirt ter plaatse genaamd Int Byesbroic naast het erf van Adriana weduwe van Heer Johannes Bacx ; item op ZU van eenen akker, genaamd de Kalverkamp, gelegen in de parochie van Vucht St. Peter ultra de Dommel; item op zk van eenen akker, gelegen in de parochie van Vucht St. Lambert ter plaatse genaamd Cromvoirt; item op 3/i in twee huizen met erven en kamer, naast elkaar staande te 's Bosch in de Postelstraat naast het erf van Gerard van Dueren, zoo hebben zijne voornoemde kinderen aan Mr Henrick Pelgrom Dirckszoon, als uitvoerder van den uitersten wil van voor Schepenen van 's Bosch enz. (de akte is verder grootendeels vergaan). Hierover waren als schepenen Johannes van Vladeracken en Herman van Deventer. 183. 4 Juni 1520- Willem van Erp, zoon van heer Willem van Erp, ridder, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Gerardus Michielszn ten behoeve van heer en meester Willem van Enckenvoirt een perceel grond, genaamd de Laeracker, gelegen in de parochie van Vechel tusschen het erf van Heer Leo van der Horst, priester, eenerzijds en dat der erven van Johannes Dircx anderzijds en zich uitstrekkende van af het water de Laeck tot aan het erf van Arnoldus Bitssen. Hierover waren als schepenen Gerardus van Berckel en Henrick Pelgrom Dirckszoon. 184. 12 Juni 1520. Vermits Walterus Oems Janszoon een huis met erf, staande aan de Markt te 's Bosch, tusschen dat van Dirck de Roover, ridder, eenerzijds en dat, waarin Gijsbert van Vlochoven woonde, anderzijds en door hem gekocht geweest van Marcelis van Crieckenbeck, tegen eene grondrente had verkocht aan Lambert, den zoon van Willem van den Laerschot, zoo heeft genoemde Walterus Oems voor Schepenen van 's Bosch verklaard, dat Lambert van den Laerschot die grondrente kan aflossen in ander geld dan te voren bedongen was. Hierover waren als schepenen Gerardus van Berckel en Henrick Pelgrom Dirckszoon. Hierbij de navolgende Bossche Schepenakten : a. 30 Januari 1623. Boudewijn, zoon van wijlen Henrick, (den zoon van Wouter Boudewijns) en Johanna, de dochter van Jan Eelkens; Peter, zoon van wijlen Willem Somers, als man van Aalken en Herman, zoon'van wijlen Willem Somers als man van Johanna, dochters van Henrick, (zoon van Wouter Boudewijns) en Johanna Eelkens voornoemd; en Wouter, zoon van Henrick en Johanna voornoemd, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch een voorhuis, middelhuis, achterhuis en een ander huis, staande aldaar aan de Markt, eertijds tusschen het huis van Henrick Robben eenerzijds en het huis of erf van Jonker Goeswyn van Brecht en meer anderen anderzijds en zich achterwaarts uitstrekkende van de Markt over de Dieze tot aan de openbare straat, welk goed Joost de Bye, zoon van Herman, als man van Elisabeth, de dochter van Mathijs Stooters Lambertszoon en weduwe van Jan Kemp Henrickszoon, krachtens het testament van dezen laatste en met consent van Nyclaes Kemp Henrickszoon, Lambert Stooters Mathijszoon en Lambert van den Heesacker, als executeurs van dat testament, den 15 Februari 1565 had verkocht aan voornoemden Wouter, den zoon van Boudewijn Henrickszoon, van wien het bij boedelscheiding kwam aan zijnen genoemden zoon Henrick, en welk goed nu is een voorhuis aan de Markt, genaamd de Papegaai, met zijne kelders, plaats, zomerkeuken, middelhuis, andere plaats, tuin en achterhuis of brouwhuis boven het water, staande tusschen de huizen en erven, behoord hebbende tot de huizing, genaamd de Moriaan, eertijds toebehoord hebbende aan Jonker Goeswijn van Brecht en meer anderen, eenerzijds en het huis, genaam de Drie Koningen, toebehoorende aan de kinderen Cornelis van Horenbeeck, anderzijds en zich achterwaarts uitstrekkende van de Markt over het water tot aan de Tolbrugstraat, — aan Peter, zoon van Adriaan Wynants van Dinther. b. 11 December 1624. Maria, dochter van wijlen Adriaan van Empel en weduwe van Peter Adriaanszoon van Dinther verkoopt het huis de Papegaai aan Dierick Tolinck Aertszoon. c. 9 April 1675. Adriaan van Schyndel, wijnkooper te 's Bosch, verbindt zich om aan Marcellus van der Sluyse, medicinae doctor, als actie en transport hebbende van al de geprocedeerde kooppenningen van het huis de Papegaai, eene grondrente uit dat huis te betalen. 185. 23 Juli 1520. Schepenen, Gezworenen, Raadslieden, die men noemt Zedige luyden, Dekenen van de Ambachten, een deel der goede knapen en alle de gemeenen van de stad 's Bosch, verklaren, dat zij van wege die stad hebben verleend eene rente aan Mr. Jan die Wolff, priester en Hadewigh, zijne zuster, kinderen van wijlen Jan die Wolff Claaszoon. Op den rug dezer akte staat: fiat vidimus de ista littera pro Johanne, filio Jacobi van de Venne et reddatur littera Johannae, relictae quondam Nycolai Kuysten. Testes Engelant et Stegen; datum ultima Februarii 1598. 186. 6' April 1521. De gemeente 's Bosch verleent eene erfrente aan Joris den zoon van wijlen Jan Sampsons. Hierbij eene akte, den 5 Mei 1578 verleden voor Schepenen van 's Bosch Jeronimus Wynants en Jacob van der Cammen, waarbij Jonker Hugo van Berckel, schout van het Kwartier van Peelland, als man van Angela van Boshuysen, dochter van Jonker Willem van Boshuysen en wijlen Anna, de dochter van voornoemden Joris Sampsons, voorschreven geldrente verkoopt aan Jonker Jan, den zoon van wijlen Jonker Everard van Amerzoyen. Alsmede eene akte, den 27 November 1591 verleden voor Schepenen van 's Bosch Marten Moins en Herman Pelgrom, waarbij Willem van den Oetelaer, stadhouder van gezegd kwartier van Peelland, als gemachtigde van voornoemden Jonker Jan van Amerzoyen voorschreven geldrente verkoopt aan Arnd van Breugel, raad van 's Bosch, den zoon van mr. Jan. jg7. 22 Dec. 1521. Schepenen, gezworenen, raadslieden, die men noempt ledige lude, dekenen van de ambachten, een deel der goede knapen en geheel de gemeene stad 's Bosch, verleenen eene erfrente aan Hadewigh, dochter van wijlen Jan die Wolff Claeszoon. 48g_ 20 Sepl. 1522. Breed gemotiveerd vonnis, gewezen door Lambrecht Bogart, Geerlaeck die Roever, Dirck die Borchgreve Dirckszoon, Jan van den Wyngart, Jan van Raveschot en Henrick van Deventer, schepenen van 's Bosch, in zake de procedure, voor den Laag Schout van gezegde stad en hen, Schepenen, hangende tusschen Dirck Geritszoon die Becker, eischer, en Boudewyn Loniszoon, gedaagde, wegens het te diep graven en maken van een privaat bij 's eischers huis, staande te 's Bosch in de Kolperstraat ten einde der Ververstraat. (Hierin worden woordelijk aangehaald de titels van bedoeld huis en de verklaringen der door de Schepenen in deze zaak gehoorde getuigen ; op den rug van het vonnis staat: betreft het huis tegenover de Ververstraat naast den blijndel spiegel). 189a. 23 Januari 1523. Uitspraak van Schepenen van 's Bosch ten gunste van het Klooster der Bogarden aldaar nopens de verplichting van de Kerkmeesters der St. Janskerk aldaar om aan dat klooster te betalen de grondrente, die Aert Monicx Ghijsbrechtszoon, burger van s Bosch, bij zijn testament van 1464 aan dat klooster onder verplichting van het lezen van zielmissen had vermaakt. 190. 22 Januari 1523. Verklaring van Jan Wouterszoon en Claes Saessenszoon, schepenen van Woudrichem, dat ten hunnen overstaan Jan van Ryswyck Gerytszoon van Jacop van Hal honderd Rijnsche guldens heeft opgenomen onder verband zijner goederen, in het land van Altena gelegen. 191. 17 Juni 1523. De Regeering der stad 's Bosch verkoopt eene lijfrente aan Ghysbrecht de Cock, oud omtrent 4 jaren, zoon van Jan en Barbara, de dochter van wijlen Leonard van Kelmis. 192. 8 Augustus 1523. Heer Henric van den Corput, priester en kanunnik te Breda, bijgestaan door Cornelis Jan Gijsbrechtszoon, zijnen voogd, verleent voor Schepenen van Breda aan Magdalena Willem Rutgers dochter weduwe van Jan Gheldolfs Hoghen zoon en aan Mechteld Willem Rutgers dochter weduwe van Jan Beerten, hare zuster, eene grondrente uit een huis met erf en tuin, door hem van Magdalena en Mechteld voornoemd verkregen en staande aan de Katerstraat te Breda, tusschen een ander huis van hem, Henric van den Corput, Westwaarts, en het huis van de erfgenamen van Heer Peter Stevens, priester en kapelaan te Breda, Oostwaarts, behoudens den tocht van voorschreven grondrente ten behoeve van Adriaan Buys, natuurlijken zoon van wijlen Cornelis Buys en wel ter vervanging van den tocht, dien deze op voormeld huis had. Tot zekerheid dezer grondrente verbindt hij zijne andere huizen, staande in de Katerstraat naast het voorschreven huis Oostwaarts en het huis van Jorijs van Froenhuyzen. Hierover waren als schepenenen Jan van Nedervenne en Anthonis van den Brandt. 193a. 23 Augustus 1523. Schepenen van Hilvarenbeek geven vidimus van eenen brief van 6 December 1394, waarbij Jan Jan Leemanszn de hoeve ten Clapstaart onder Esbeek in erfpacht gaf aan Henrick van der Spaendonck tegen eene canon van 12 mudden 's jaars. Hierbij nog eenige akten van 1670 en volgende jaren, betreffende de vraag welke personen die erfpacht te betalen hadden. 6 194. i Nov. 1524. De Regeering der stad Antwerpen verleent eene erfrente aan Daniël van der Cammen, 195. 4 Dec. 1525. Prelaten, Edelen en Steden van het land van Brabant, representeerende de drie Staten van dat land, verkoopen eene erfrente aan den Eerwerdighen Convente van Sinte Barbaren Huyse geheiten Cathuseren te Keulen. •196. 19 September 1520. Cornelis, zoon van wijlen Lambrecht Maes, als man van Margriet, dochter van wijlen Willem die Necker, verkoopt voor Schepenen van Oisterwijk aan Jan, zoon van wijlen Jan Langerbeens en Jan, zoon van wijlen Aert die Meyer, als kapelmeesters der St. Willebrords kapel te Berkel, ten behoeve van die kapel, een stukje land, tot een buchtken liggende, gelegen nabij gezegde kapel. Hierover waren als schepenen Wouter Thomas Wouterszn en Wouter Jacob Stynenzoon. 196bisa. 7 April 1527. Wouter, zoon van Erenbert Loyenszn; Paulus, zoon van Henrick 's Grevenzoon; Johannes, zoon van Arnoldus Bolants; Willem, zoon van Johannes van Gyersbergen; Johannes van Nertingen Jacobszoon en Petrus, zoon van Godefridus van Helmont, verleenen voorSchepenen van 's Bosch aan Jacobus Coelborner, zoon van Johannes Coelborner, eene grondrente uit de navolgende perceelen: a een perceel van genoemden Wouter, gelegen in de parochie van Vucht St. Peter ter plaatse genaamd op te scovfvoirt tusschen de gemeene straat eenerzijds en het erf van Mr. Willem, den broeder van voornoemden Wouter anderzijds en zich uitstrekkende vanaf het erf van Erenbert, zoon van Hendrick van den Stappen, tot het overige erf van meergenoemden Wouter, een weg tusschen beiden liggende ; b een huis met erf van genoemden Paulus, gelegen in de parochie van Vucht St. Peter nabij de kerk van St. Peter tusschen het kerkhof van die kerk eenerzijds en zich uitstrekkende vanaf de Vicarie dier kerk tot de gemeene straat: c een huis met erf van genoemden Johannes Bolants, gelegen in de parochie van Vucht St. Lambert bij de kerk van St. Lambert tusschen het erf van het Personaat dier kerk eenerzijds en de gemeene straat anderzijds; d een stuk grond van genoemden Willem, gelegen in de parochie van Vucht St. Peter ter plaatse genaamde op te scorfvoirt tusschen het erf van Arnd Heym eenerzijds en dat van de Karthuizers te Vucht anderzijds en zich uitstrekkende van af het erf van genoemden Arnd Heym tot aan het erf van Lodewijk Erenbertszoon; e een huis met erf en weiland van genoemden Johannes van Nertingen, gelegen in de parochie van Vucht St. Lambert ter plaatse genaamd Cauwenberch tusschen de rivier de Dieze eenerzijds en de gemeene straat anderzijds en zich uitstrekkende tot aan het erf van genoemden Petrus van Helmont; ƒ twee huizen met erven van meergenoemden Petrus van Helmont, gelegen in de parochie van Vucht St. Lambert ter plaatse genaand op 't water tusschen de rivier de Dieze eenerzijds en eene steeg anderzijds. Hierover waren als schepenen Willem Pijnappel eh Anthonius Belarts. 197. 4 Mei 1527. Everardus, zoon van Willem Wyntkens, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick Boyens ten behoeve van Margaretha weduwe van Johannes van Gunterslair eene grondrente uit eene boerderij, gelegen in de parochie van Empel bij de kerk aldaar tusschen het erf van Bela weduwe van Petrus Joesten eenerzijds en de gemeene straat anderzijds, alsmede uit een stuk land, genaamd den Hoevel, gelegen in voorschreven parochie tusschen de gemeene straat eenerzijds en het erf der mvestitorum ecclesiae de Empel anderzijds, enz. Hierover waren als schepenen Johannes van Brecht en Johannes van der Stegen. 198. 20 December 1527. Gherit Rutten en Thomas Lambertszoon, schepenen van Berlicum, geven vidimus van eenen brief, voorzien van het abtszegel van Bern, waarbij heer Art van Wyck, abt van Bern, op 23 Mei 1480 aan Anthonis Gheritszoon in erfpacht uitgaf eenige perceelen land, gelegen te Berlicum ter plaatse genaamd Beekveld. ■199. 9 Januari 1528. Petrus, zoon van Petrus Claeszn, als man van Yda, dochter van Heer Johannes Bardeyn, priester, zoon van Petrus Bardeyn van Os; Heer Lambertus Bardeyn, priester, zoon van genoemden Petrus Bardeyn en Hermanus, zoon van Johannes die Leeuwe, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Gerard, zoon van Wouter van der Hoeven, een huis met erf en achterhuis, genaamd in den ancker, toebehoord hebbende, eerst aan Henrick die Lange, genaamd in den ancker en zijne vrouw Geertruid, daarna aan genoemden Petrus Eardeyn, en staande te 's Bosch aan de Hinthamerstraat tusschen een straatje, loopende van die straat naar het Klooster de Porta Coeli, eenerzijds en een ander huis en erf, ook eerst toebehoord hebbende aan genoemde echtelieden die Lange en daarna toebehoorende aan Coenrard die Cuyper, zoon van Dirck Stevenszn, anderzijds, en achterwaarts zich uitstrekkende van af de Hinthamerstraat tot aan het erf van Wautgerus, zoon van Gerard Meliszoen, genaamd in den wildeman, terwijl het voorschreven achterhuis achterwaarts zich uitstrekt langs het huis en erf van genoemden Coenrard. Hebbende genoemde Petrus Bardeyn van Os het verkochte huis met erf en achterhuis tegen eene grondrente gekocht van Petrus van Milheze en Marcelus van den Hoevel in hunne hoedanigheid van uitvoerders van den uitersten wil van genoemde Geertruid en hebbende Heer Johannes Bardeyn, zoon van meergenoemden Petrus, een derdedeel daarvan gekocht van zijnen broeder Meester Wilhelmus en een ander derde deel van zijnen anderen broeder Heer Lambertus; en hebbende daarna meergenoemde Heer Johannes Bardeyn bij zijn testament het voorbedoelde huis met erf en achterhuis vermaakt aan zijne bastaarden, n.1. zijnen zoon Raphael en zijne dochters Anthonia en Yda, waarna van dit huis met erf en achterhuis Jordanus, zoon van Nycolaus die Leeuwe, als man van genoemde Anthonia, een derde deel heeft verkocht aan eerstgenoemden Heer Lambertus Bardeyn en Hermanus die Leeuwe, zijnde ten slotte aan Petrus, zoon van Petrus Claeszn als man van Yda, alsmede aan eerstgenoemden Heer Lambertus Bardeyn en aan Hermanus die Leeuwe het dikwerf bedoeld huis met erf en achterhuis tegelijk met een kamp lands, in de parochie van Oss gelegen, bij boedelscheiding, tusschen hen en genoemden Raphael opgemaakt, toebedeeld geworden. De koopers verbinden zich te voldoen de uit het verkochte gaande grondrenten, als eene aan den Hertog van Brabant, eene aan het Leprozenhuis, genaamd ter Eyckendonck te Hintham en eene tot het lezen van Missen in de St. Anthoniuskapel aldaar. Hierover waren als schepenen Dirck die Borchgreve Dirckszoon en Willelmus van Haestrecht Willemszoon. (Zie oorkonde N° 160.) 2oo. i Oct. 1528. Henrick, zoon van Johannes Boyens, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes, zoon van Ywan van den Hoevel en Willem, zoon van Dirck Janszoon,: a een stuk land, afkomstig van Jan van den Wouwer Janszoon, gelegen in de parochie Tilburg ter plaatse genaamd de Broekzijde tusschen het erf der kinderen van Wouter Michielszoon aan de eene zijde en den akker, genaamd den Cleynen Vedijck, aan de andere zijde en zich uitstrekkende vanaf de Tafel van den H. Geest te Tilburg tot aan het erf van genoemden Wouter Michielszoon; b een stuk weiland, afkomstig van denzelfden van den Wouwer, gelegen in de parochie Tilburg aan de Broekzijde ter plaatse genaamd den Veedyck in de Lange beemden tusschen het erf van den Persoon der kerk van Tilburg aan de eene zijde en het erf van Aleid weduwe van Marcelis van Vessem en hare kinderen aan de andere zijde en zich uitstrekkende vanaf het erf, genaamd Heystendijck, tot aan gezegden akker, genaamd den Veedijck; c een kamp lands, afkomstig van denzelfden van den Wouwer, gelegen in de parochie Tilburg op Hoenvoirt tusschen het erf van het Klooster Tongerloo aan de eene zijde en het erf der kinderen van Willem van den Gheyn en meer anderen aan de andere zijde, haddende genoemde verkooper voorschreven perceelen bekomen bij gerechtelijke uitwinning. Hierover waren als schepenen Mathijs Stooters Lambertszoon en Antonius Beelaerts. 201. 10 Jan. i531. Everard van den Water en Jacop Colen, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat ten hunnen overstaan Jan van de Wiel, proest onser liever vrowen bruederscappen binnen der kercken Sint Jan Evangelist in de stadt van den Bosche; Heer Jacop Sanders, priester zoo voor zich als voor zijne broeders en zusters, voor wie hij instaat en Heer Laurens Cuypers, priester, voor en namens Claes van Ravesteyn als man en momboir van Agatha, dochter van wijlen Jacop van Bree, alsmede voor en namens Willeken van den Hoevel, voor wie Heer Laurens zich sterk maakt, als verkoopers eener bouwhoeve, gelegen te Boxtel, ter plaatse genaamd Mulsel, hun door meester Arnd van der Cluijten bij zijn testament gemaakt, ter eenre en Arnd Willemszn van Meyelsvoirt als kooper der voorzegde hoeve van Anthonis Janszoon, ter andere zijde, verklaard hebben, onder beding eener boete van fl 100, aan het oordeel van de navolgende arbiters, te weten Everard van den Water en Ghysbrecht Pels, vanwege den voornoemden Jan de Wiel cum suis en Lambrecht Arndszoon en Gerit Peterszoon van de Loe, vanwege den voornoemden Arnd van Meyelsvoirt, te onderwerpen een geschil, dat tusschen verkoopers en kooper der hoeve was ontstaan wegens een tiend, dien daarop de Heer van Boxtel en eene roggepacht, die daarop het Klooster op den Donk pretendeerde. 9Q2. 20 Mei lo3i. Vermits aan Petrus van Wyck als gemachtigde van Herman van Deventher bij vonnis der Schepenen van 's Bosch een huis met erf, staande aldaar aan het Ortheneind tusschen het erf van Frederick Olyslegers en dat van Didekin Witmer, was toegewezen op grond van wanbetaling eener grondrente, die Johannes |van Hazelberch, zoon van Lambert, daaruit op 4 Maart 1487 verleend had aan Johannes, zoon van Goeswyn van den Waude en vermits vervolgens genoemde Petrus van Wyck voorbedoelde toewijzing had overgedragen aan Zweder van Gerwen, zoo heeft, nadat de gebruikelijke afkondigingen hadden plaats gehad, deze van Gerwen voorschreven huis met erf voor Schepenen van 's Bosch verkocht aan genoemden Petrus van Wyck ten behoeve van voornoemden Herman van Deventher. Hierover waren als schepenen Henricus Kuyst Gerardszoon, Henricus Pelgrom Dirckszoon en Henricus van Eyck. 203. 9 Nov. 1531. Vermits Marcelis van Maren Symonszoon had verleend aan Lambert van den Broeck Gerardszoon eene grondrente uit zijne gerechtigheid in een stuk land, gelegen in de parochie van Maren ter plaatse genaamd op te Bemeleyen tusschen het erf der kinderen van Johannes Hack Goossenszoon eenerzijds en dat van Goeswinus Hack Goossenszn anderzijds, alsmede uit een huis met erf, plaats en achterhuis, staande te 's Bosch aan de Kerkstraat tusschen het huis van Gerard Buckinck, borduurstikker, eenerzijds en dat van Adriana weduwe van Herman Preyt, goudsmid, anderzijds, zoo sluiten genoemde renthefifer en rentplichtige voor Schepenen van 's Bosch over de aflossing dier rente met elkander eene overeenkomst. Hierover waren als schepenen Everardus van de Water en Johannes Pynappel, zoon van Johannes Bouwenszoon. 204. 23 Augustus 1532. Volmacht van Henric van Merode, heer van Petershem, Diepenbeeck, Herlaer, Oirschot, enz., op Henric van der Schoot, vorster en gruitmeester te Oirschot 204 a (bis) 2 Mei 1533. Verklaring van Derick Aernt Drieszoon, Cornelis Aerndszoon van Loeken, Peter Goeijenszoon en Jan Willemszoon, schepenen van Uden, dat de gemeene buren van de »vyerwaken" van het Land van Uden, bijeen vergaderd zijnde aan de kerk te Uden, vergund hebben op verzoek van Joost de Gruyter, dat deze en diens rechtverkrijgers, gebruikers zijnde van eene der twee nieuwe hoeven, onder Uden en bij de Graspeel gelegen, hunne beesten zullen mogen doen weiden op de Graspeel en de gemeente (communale gronden) van Uden. Hierbij eene verklaring d.d. 8 November 1535, van Johan Hertog van Kleef, als vader en voogd van Hertog Wilhelm, Heer van Ravenstein, 1) waarbij hij voorschreven consent goedkeurt. 205. 24 December 1533. Lambert, zoon van Thomas Loryens, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Heer en Meester Bartholomeus de Merlair, priester en benificiaat der Collegiale Kerk van St. Jan Ev. aldaar, eene grondrente van uit eene bouwhoeve, gelegen te Breugel aan de Plaets en zich uitstrekkende van de Plaets tot aan den stroom, de Beek genaamd, alsmede van uit een kamp, gelegen te Breugel nabij het erf van het Klooster Hooidonk. Hierover waren als schepenen Adriaan van Eyndhouts en Gerardus van Berckel Janszoon. 206. 9 Juni 1535. Verklaring van Goijart Symons en Herman (Proening) van Deventher, schepenen van den Bosch, dat ten hunnen overstaan Willem Pynappel als meester en rector der fabriek van de St. Janskerk te den Bosch; Rutger van Berckel namens de erfgenamen van Juffrouw Luytgart van Berckel weduwe van Wouter van Beeck; en Gijsbrecht van den Asdonck, Lambrecht van Meyel, zoon van Arnd Geritszn van den Venne, Stans Jans Lemmenszn, Wouter Dirckszn van Beth, Henrick Dirck Scosterszn, Gerard Janszn van den Schoer, en Peters Janszn van Lierop zich jegens elkander verbinden om voor gemeenschappelijke rekening te zullen voortzetten het proces tusschen de oude hofsteden van Strijp ter eenre en die van Stiphout ter andere zijde over het gebruik van de gemeene gronden van Stiphout. 1) Men zie ovev hem Charters en Gesch. bescheiden, betrekkelijk het Land van Ravestein I p. 26. 207. 7 Juli 1535. Alzoo Adrianus, zoon van Zeger die Ruyter, aan Godefridus Grotart van Oss ten behoeve van Katharina weduwe van Gerard Jacopszoon Baliart in vruchtgebruik en ten behoeve van dezer kinderen Jacop en Magdalena, alsmede ten behoeve van de kinderen van Gerard, den zoon van Gerard Baliart en Katharina, in eigendom had verleend eene grondrente uit een huis, erf en achterhuis, staande te 's Bosch op het Hinthamereind over de Zwengelbrug en beneden de Pynappelpoort tusschen het erf van Joost Arndszoon van der Weyden en dat der kinderen van Gysbert Loeckeman, onder beding van die grondrente te mogen aflossen, zoo heeft voor Schepenen van s Bosch verklaard Paulus, 1) zoon van Hubert die Ruyter, dat hij van wege genoemde Katharina en hare kinderen uit handen van Adrianus, zoon van Zeger die Ruyter, de voor de aflossing bepaalde som ontvangen heeft. Hierover waren als schepenen Goeswinus van der Stegen en Johannes die Wolfïf. 208. 7 Februari 1536. Voor den notaris Oswald Werntz stellen de magnifici et tiobiles viri Domini Antonius Fugger en Hieronymus Fugger, fratrueles cives Imperialis civitatis A ugustae Vindelicorum ac Cesareae ei Catholicae Majestatis consiliarii, Vitus Herle tot hunnen lasthebber te Antwerpen aan. 209. 25 December 1536. Keizer Karei V als hertog van Brabant en de Staten van dat Hertogdom verleenen eene erfrente aan Symon Pacx Janszoon ten behoeve der kinderen van wijlen Anthonis van Achelen. 2|o, 4 Januari 1538. Johannes, zoon van Arnoldus Naets, draagt voor Schepenen van den Bosch eene kamp lands, gelegen te Empel ter plaatse genaamd Op Rees, over aan Henrick, zoon van Johannes Jordenszn van Scynle. Hierover waren als schepenen Hermanus van Deventher en Hendrick van Eyndthouts. 2ii. 28 Januari 1538- Vermits Petrus, zoon van Johannes Coelborner, als man van Margaretha, dochter van Dirck van Homoet en weduwe van Arnold 1) Hij was waarschijnlijk de oudoom van den Bosschen ossenkooper Herman de Ruyter. Diricxzoon die Sloetmaker, van het vruchtgebruik, haar toekomende op een huis met erf en ledige plaats, staande te 's Bosch achter de Minderbroederskerk tusschen het erf van Roelof, zoon van Gerard van Nauwen, smid (faber), eenerzijds en dat van Ghysbert van Broeckhoven anderzijds, had afstand gedaan ten behoeve van Anthonius, zoon van Arnold Janszoon, als man van Agnes, dochter van genoemde Margaretha en Arnold, zoo heeft genoemde Anthonius als man van genoemde Agnes, aan Henrick, zoon van Henrick van Tulden, voor Schepenen van 's Bosch eene grondrente uit voorschreven pand verleend. Hierover waren als schepenen Wolterus van Achel en Franciscus van Balen. Hieraan eene schepenacte van denzelfden datum, houdende den voorschreven afstand van vruchtgebruik. 212. 15 Maart 1538. De gemeente 's Bosch verleent eene erfrente aan Melchior Cock, burger van Keulen en diens huisvrouw Geertruyt van Zegheen. 213. 18 April 1540. Jacobus, Cornelius en Johannes, zonen van Cornelius van der Loigenhage en Henrica, de dochter van Johannes Marceliszn van den Ekart en Geertrudis, de dochter van Henricus, den zoon van Willem Meliszoon, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Franciscus van der Cammen drie vierde gedeelten in eene grondrente, gaande uit een huis met erf en achterhuis, staande en gelegen te 's Bosch op den Papenhuls tusschen het erf van Martinus Stevens, priester, eenerzijds en dat van Willelmus Hals, priester, anderzijds; uit een huis met erf, staande tusschen het erf van Bartholomeus Crom, priester, eenerzijds en dat van Henricus Smit, priester, anderzijds en uit een stuk land, groot zeven hond, gelegen in de parochie van Macharen tusschen het erf van Jacobus, den zoon van Henricus Janszoon eenerzijds en dat van Dirck van Macharen anderzijds, welke grondrente Katharina, de dochter van Hubert Wyten van Tilborch, gekocht had van Henrick, priester, den zoon van Henrick Janszn, waarna zij die bij haar testament had gelegateerd aan het Predikheerenklooster te 's Bosch, hebbende vervolgens de fraters Macharius Loenman, prior, Symon van Oisterhout, procurator, Petrus Lyscap en Johannes van Gerwen, kloosterlingen van gezegd klooster, ze verkocht aan mr Willem van den Bosch ten behoeve van Henrieus, den zoon van Willem Meliszoon. Hierover waren als schepenen Hermanus van Deventher en Henricus Keymp. (Zie oorkonde n° 107). 2(4, 20 September 1540. De Aartspriester van Kempenland verleent op de voordracht van Willem de Castro, kanunnik van St. Castor bij Coblenz en pastoor van de parochiekerk van St. Petrus apostel te Boxmeer, wegens het vaceeren van het rectoraat van het altaar van den H. Geest in die kerk tengevolge van het overlijden van Johannes Fischers, priester, een institutiebrief voor dat rectoraat aan Heer Henrick Poortmans, priester. 215. 15 December 1540. Schepenen, gezworenen, raden, die men noemt ledige luyden, dekenen van de ambachten, een deel der goede knapen en de geheele gemeene stad 's Bosch, verleenen eene erfrente aan Aleid, dochter van Goijard die Brouwer van Maren, begijn. 216, 6 Februari 1541. Henrick (Proening) van Deventher en Jan die Wolff, schepenen van 's Bosch, verklaren, dat de Rechter aldaar van wege den Keizer als hertog van Brabant en daartoe behoorende heerlijkheden, ten verzoeke van Heer en Meester Henrick Loekemans, priester en beneficiaat der St.Janskerk te 's Bosch, Claes die Quade Janszoon van Ravestein en Wouter Dircx Janszoon, als executeurs-testamentair van het testament van wijlen Katherijne, dochter van wijlen Jan Gijsbertszoon van der Leest en echtgenoot van Henrick Jacobszoon (Hetgeen hierna volgt is grootendeels door de muizen opgegeten; voor zooverre het uit het overgeblevene der akte nog is na te gaan betreft zij de deeling van eenige grondrenten met de familie van Wachtendonck). 2^ 7 Mei d542. Willem Jacobszoon van Kuyck en Goetschalck Bueckelaar, schepenen van Heusden, verklaren, dat zij een extract genomen hebben uit een van hunne stadsregisters, dat zij houden voor auctentijck en luidt als volgt: Heer Gielis Gieliszn, priester ende Jan Gentszn die Bye, coster tot Huesden, hebben aangebracht by hoeren eeden als thijnsgenoten, die voorsr. Heer Gielis sijn hant op sijn borste liggende, dattet capittel binnen Huesden van Sinte Katherynen Kerck jairlycx liggende heeft vier vaet rogs auder maten sjaers erffpachts, altijt verschynende op Sinte Lambertsdach, die gelegen sijn op drie mergen lants, gelegen in den Banne van Vlijmen, Jan Buys Janszoons erve oestwaert ende Michiel Goessenszoons erve westwaert, streckende van der straeten tot Folpaert Mallants erve toe ende dat een bekent pacht is opgeheven ende gebuert; datum op ten negentiensten dach in Octobri anno vijftienhondert ende twee voir scepen Dirck Spierincx, Ryckout Adriaanszn ende Zeger Jacobszn van Kuyck. 218a. 5 Juli 1542. Schepenen en Raden der stad den Bosch maken bekend aan de Schepenen, Gezworenen en gemeene naburen van Helmond, Aarle, Beek, Rixtel, Stiphout, Lieshout en Mierlo, dat in het Land van Gelre en van Kleef of daaromtrent eene groote menigte van knechten en ruiters bijeen is, van wie zij vreezen, dat zij eenen aanslag op de Meierij zal doen en het daarom zeer noodzakelijk is dat zij, Schepenen, gezworenen enz. en anderen der Meierij, die zij ook aangeschreven hebben, zoowel vroeg of laat op de been zijn, de wacht houden en desnoods aan de kwaadwilligen het hoofd bieden, alsmede dat een ieder hunner bevolen wordt met zijn geweer te volgen den Heer van Helmond, die van hen, Schepenen en Raden, opdracht heeft. 219. 12 Februari 1543. Meester Henrick Fabri, 1) deken der St. Catharinakerk te Heusden en pastoor te Baardwijk, doet voor Schepenen van Heusden afstand van eene grondrente, die Henrick Wouter Evertszoon verleend had aan Henrick Korstiaan Zassenzoon uit eenen morgen lands, gelegen in den Ban van Baardwijk tusschen het erf der erfgenamen van Goessen Gerit Tielmanszoon Oostwaarts en Aert Beryszoon Westwaarts en strekkende vanaf de straat tot aan de schut, — ten behoeve van het. Kapittel van Heusden, onder voorwaarden, dat daarmede betaald zullen zijn de twee schilden, die mr Henrick zijn levenlang te betalen heeft uit het huis, dat weleer was van Adriaan van Haren en dat na zijnen dood het voorzegd Kapittel daarvoor zijn jaargetijde met waslicht zal houden in de maand Mei en die van Jan Smits Henrickszoon, zijne huisvrouw Lysbeth en hunne vrienden in de Passieweek. Hierover waren als schepenen Goetschalck Bueckelaer en Claes Buys Henrickszoon (eerstgenoemde zegelde met twee ruggelings gekeerde zalmen). 1) = Smits. 220. i4 Augustus 1544. Mechteld weduwe van Rutger, den zoon van Johannes genaamd die cremer, staat voor Schepenen van 's Bosch af aan Petrus, zoon van Egidius van Broeckhoven, als man van Jutte, de dochter van Mechteld en Rutger voornoemd, den tocht van de helft eener bouwhoeve, gelegen te Oirschot ter plaatse genaamd die Vluei tusschen het erf van Henrick van den Gasthuys eenerzijds en dat van Willem Mathijszoon anderzijds en zich uitstrekkende vanaf het erf van Johannes van Elmpt Martinuszoon tot aau de gemeente. Hierover waren als schepenen Gerardus van Berckel Johanneszoon en Marcelis Heymans. 221. 22 December 1544. Bartholomeus, zoon van Mathijs van Dinther en Bartholomea, de dochter van Herman die Mombair, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus, zoon van Petrus die Huedemeker genaamd van Antwerpen, weiland, gelegen te Vucht parochie St. Lambert ter plaatse genaamd in den Ham tusschen het erf van Mathijs Stooters Lambertszoon eenerzijds en dat van Henrick Geerlicx anderzijds en zich uitstrekkende vanaf eene openbare steeg tot aan de sloot genaamd sbussers slooi. Hierover waren als schepenen Walraaf van Erp Walraafszoon en Martinus die Greve. 222. ^ luli 1546. Arnd Heym Janszoon verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Heer en Meester Henrick Pelgrom, zanger der Collegiale Kerk van St. Jan Evangelist aldaar, ten behoeve van den Deken en de Kapittelheeren van het Kapittel van gezegde kerk eene grondrente uit de hoeve Ten Velde, gelegen te St. Oedenrode ter plaatse genaamd Eversche. Hierover waren als schepenen Heer van den Wyngarde, ridder en Martinus de Greve. 223. 2 November 1546, Willem Henricxzoon en Henrick van Weert, schepenen van Gestel bij Herlaer, getuigen, dat ten hunnen overstaan Henrick, zoon van Jacop Hammaycker als man van Anna; Lambrecht, zoon van wijlen Lambrecht van Cuyck als man van Yda en Jan, zoon van Henrick Ricarts, als man van Mariken, alle dochters van wijlen Goyfert, zoon van wijlen Berwout die Louwe; Mechteld en Jenneken, gezusters, ook dochters van voornoemden Goyfert, zoo voor zich en als zich sterk makende voor Hanricxken, hunne zuster, onmondige dochter van Goyfert voornoemd, — overgedragen hebben aan Margriet, dochter van wijlen Henrick Willem Huybenzoon, eenen schepenbrief van 's Bosch, melding makende van eene grondrente. 221. 82 Januari 1547. Jan van Heedel en Bartelmeeus Pauwelszoon, schepenen van Oosterhout, getuigen, dat ten hunnen overstaan Jan en Gysbrecht, gebroeders, zonen van wijlen Lauwreys Back en Henrick Henricxzoon in den naam van Henrick, zoon vah wijlen Lauwreys Back voornoemd, aan Juffrouw Margriet, dochter van wijlen Lauwreys Back, hunne zuster, verkocht hebben elk een zesde in de helft van drie morgen beemd en in de helft van een bunder beemd, gelegen in de Wynstert. 225. 20 Maart 1547. Marie van Tulden als priorin, zuster Katrijne van Coerttenbach als subpriorin, zuster Anna van Bosschuyssen als procuratrix en de zusters Paula van den Broeck, Ysabeelle van Keets, Agnes van Uden en Margriet Monicx als raadszusters van het klooster Sint Annenborch te Rosmalen en als zoodanig dat klooster vertegenwoordigende, verklaren, dat bijaldien aan hetzelve niet zoude worden voldaan de grondrente, welke Jan die Yriese Henrickszn van Nistelroeij, wonende te 's Bosch in den roodert schilt, aan dat klooster had verleend zoo uit zes morgen lands, liggende in het dorp Ros malen ter plaatse genaamd die bossche blindere en door hem gekocht van de erfgenamen van wijlen Steven van Culenborch, als uit al zijne overige goederen, zij daarvoor geen ander goed zullen aanspreken dan die zes morgen, ook al zouden die braak komen te liggen. Deze verklaring werd ten haren verzoeke met het kloosterzegel bezegeld door haren pater heer Jan Zweers alias Hacken. 226. 10 Juni 1547. Eroeder Cornelis van Eertborne, doctor in de godgeleerdheid en prior van het Predikheerenklooster te Antwerpen, broeder Machiel Dauwaert, supprior, broeder Karei Groelst, broeder Ferdinando de Vibero, broeder Gillis Wattiers, ouders van hetzelfde klooster, broeder Jan Beerens, broeder Arnout van der Beken, broeder Jan Overloop, broeder Henrick van den Putte, allen conventualen van gezegd klooster, verklaren voor zich en hunne medeconventualen van dat klooster, dat zij, te zamen vergaderd zijnde, volmacht gegeven hebben aan Anna Symons, buisvrouw van Pelgrum Petersen, moeder van hunnen genoemden medeconventuaal broeder Henrick van den Putte en woonachtig te 's Bosch, om te verkoopen eene grondrente, welke deze broeder vóór zijne professie bij testament aan meergezegd klooster vermaakt had. 227. 12 Maart 1549. Heer Adrianus Preyker, priester en beneficiaat der Collegiale Kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch en Servatius, zoon van Johannes, den zoon van Servatius van der Stegen, als uitvoerders van den uitersten wil van Heer Servatius, priester en beneficiaat der gezegde kerk als hij leefde, en zoon van Servatius van der Stegen, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick, zoon van Henrick, den zoon van Johannes van Tulden, eene grondrente, gaande uit de helft eener bouwhoeve, gelegen in de parochie van Oirschot ter plaatse genaamd die Vluet tusschen het erf van Henrick van den Gasthuys eenerzijds en dat van Willem Mathijszn anderzijds, welke grondrente genoemde priester van der Stegen den 14 Augustus 1544 verkregen had van Petrus, zoon van Egidius van Broeckhoven, als man van Jutte, dochter van Rutger, den zoon van Johannes genaamd du cremer. Hierover waren als schepenen Wouter van Achel en Pau us Raessen. (Zie oorkonde n° 220). 22g. 10 Maart 1551. Vonnis, door den Raad van Brabant gewezen tusschen Coenraed en Henrick van den Staecke, gebroeders c. s., impetranten in materie van reformatie ter eenre, en de Wethouders van 's Bosch, gedaagden en Henrick Aertszoon, geïntimeerde, ter andere zijde, waarbij deze laatste veroordeeld wordt aan genoemde impetranten eene roggepacht te betalen. Hierbij eene lastgeving, door gezegden Raad den 21 Maar 1551 aan den Schout van 's Bosch gegeven om voormeld vonnis te executeeren. 2«g 21 Maart 1551. Vermits Arnolda weduwe van Godefridus, den zoon van Gerardus, den zoon van Godefridus Roverszoon, den tocht van een vierde in eene grondrente, die Reinier Becx, zoon van Johannes Becx, verleend had aan Godefridus en Johannes, gebroeders, zonen van Gerardus, den zoon van Godefridus Roverszoon en aan Henricus Martenszoon als man van Emerentiana, dochter van laatstgenoemden Godefridus, alsmede aan Henrick, Paulus en Joseph, onmondige kinderen van Joachim, den zoon van genoemden Gerardus, den zoon van Godefridus Roverszoon, van een huis met erf en twee daaraan gelegen achterhuizen, staande te 's Bosch aan de Markt tusschen het huis van Henrick Houbraken eenerzijds en Willem van Boemel anderzijds, — had afgestaan aan Gerard, Henrick, Joseph, Jaspar, Paulus, Michael, Zwendeldis genaamd Zwenszen en Christina, kinderen van haar en Godefridus voornoemd, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch deze kinderen, alsmede Johannes, zoon van Gerard, den zoon van Godefridus Roverszoon en Henricus Martenszoon als man van genoemde Emerentiana drie vierden in voorschreven grondrente verkocht aan genoemden Henrick en Joseph, zonen van Joachim voornoemd. Hierover waren als schepenen Henrick van Eyndhouts en Hubert van Loon. 230. 28 Maart 1551. Raso, zoon van Natalis, den zoon van Johannes Christiaenszn, als man van Johanna, de dochter van Johannes, den zoon van Johannes, den zoon van Paulus genaamd Roever, den zoon van Rodolphus Coenen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Gode fridus Grootaert van Os, secretaris van die stad, de helft in eene grondrente, gaande uit eene boerderij, gelegen in de parochie Helvoirt ter plaatse genaamd die Afterstraet, welke grondrente Paulus genaamd Roever, zoon van Rodolphus Coenen, verkregen had van zijnen zoon Johannes, den zoon van Paulus genaamd Roever Coenenzoon. Hierover waren als schepenen Henricus van Eyndhouts en Goeswinus van Brecht, zoon van heer Johannes van Brecht, ridder. (Zie oorkonde n° 133). 231. 7 April 1551. Everard, zoon van Jan Rutgers, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch, uit kracht van het testament van wijlen zijne echtgenoote Hadewig, dochter van Dirck Wagemans, aan Henrick, zoon van Petrus Eymberts, een huis met erf, staande in de vrijheid van 's Bosch ter plaatse genaamd den Dungen aan de Litsche straat. Hierover waren als schepenen Laurentius Pelgrom en Rodolf die Bever Janszoo n. 24 April i553. Brief van Adriaan van Achelen, secretaris van den Bosch, aan de Schepenen en den Yorster van Nederwetten. c>33a i9 October "1553, Karei V bevestigt de dorpen Son en Breugel in hun recht om drie jaarmarkten te houden en verleend hun het recht om bruggeld te heffen voor het passeeren van de brug, liggende tusschen die beide dorpen over de Dommel. 234a- 20 Februari 1554 enz. Vier processtukken uit de zaak van den Procureur-generaal bij den Hove van Holland, Zeeland en Friesland tegen Jan van de Wouwere te Etten en Frans van de Wouwere te Breda. 235. 6 April i554. Jan en Gerrit, gebroeders, zonen van Gerrit Willemszoon en Catharina, de dochter van Johannes Wellens, dragen voor schepenen van 's Bosch twee derde gedeelten in eene roggepacht, welke Henrick genaamd Gefken, zoon van Henrick gezegd Gefken Lambrechts, gevestigd had ten behoeve van Johannes gezegd Meynart, den zoon van Jan, op eenen akker, genaamd Beyntelsveld en gelegen te Nistelrode ter plaatse genaamd Vorstenbosch (zijnde deze grondrente door Jan van den Hoevel Petruszoon, broeder Jan Want, conventuaal in het Predikheerenklooster te "s Bosch 1) en Stephanus Want, zijnen broeder, zonen van Henrick Want en Margaretha, dochter van genoemden Petrus van den Hoevel, Alardus Spycker, voogd over enz., Xycolaas die Quade van Ravesteijn als man van Margaretha, dochter van Henrick van den Hoevel, zoon van Petrus meergenoemd enz. overgedragen geweest aan Catharina, dochter van Johannes Wellens en echtgenoote van Andreas van Meerlaer, ten behoeve van enz. op 8 Februari 1537, over aan Dirck, zoon van Henrick van Tulden, en wel aan dezen in vruchtgebruik en aan zijne onmondige kinderen Henrick, Gerard, Peter en Elisabeth, door hem verwekt bij Richmoed, zijne eerste vrouw, dochter van Gerrit Willemszoon, in eigendom. Hierover waren als schepenen Frans van Balen en Petrus van Os. (Hierbij nog vier transporten van deze roggepacht, waarvan de laatste d.d. 14 Jan. 1749 ten behoeve van Ida Deckers weduwe van Dirck Sopers, wonende te 's Bosch.) 1) Zie over hem Limburg's Jaarboek IV blz 157. 236. i9 April 1554. Testament gemaakt voor Dyrck Aertszoon en Ghoris Buysen, schepenen van Breda, door den eersame ende voirzienige Jacop Tynagel en juffrouw Margriet Back, zijne echtgenoote, wonende te Oosterhout. De broeder der testatrice was blijkens dit testament Laureys Back. 237. 2i Juli i554. Vermits Johannes, zoon van Dirck Ghybenszn, eene roggepacht, gaande uit een perceel, genaamd den Hooghen Acker, gelegen in de parochie van Vucht Sint Peter ter plaatse genaamd Wargartshuysen tusschen het erf der kinderen van den Velde eenerzijds en dat van Elyas, zoon van Johannes van den Braken c.s. anderzijds, verkocht had aan Laurentius, zoon van Elyas genaamd Hubenszn en vermits vervolgens genoemde Laurentius bij zijn testament gelegateerd had aan Godefridus, zoon van Godefridus Peynenborch, den broeder van zijne vrouw Catharina, een deel dier roggepacht, welke Engelbertus Ghysbertszoon en Johannes Ghysbertszoon gehouden zijn te betalen, met bepaling dat bij gebrek aan kroost het zoude komen aan de erven van genoemde Catharina. Zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch Eymbertus, zoon van Johannes Peynenborch, Walterus, zoon van Comelis van der Meer en Angela, dochter van Wouter Peynenborch; Petrus, zoon van Gerard Jacopszoon, als man van Jutta, weduwe van Laurentius, den zoon van Adrianus Graten en Margareta, de dochter van Johannes Peynenborch; Johannes, zoon van Gommarus Peynenborch; Henrick, zoon van Henrick Peynenborch; Johannes van den Ameyden als man van Margareta en Ambrosius, zoon van Herman Broesszn, als man van Anna, dochters van genoemden Henrick Peynenborch ; Matheus, zoon van Gerongius Diericxszn en Aleid, dochter van Mathias Peynenborch en Herman, zoon van Lambert, den zoon van Reinier Hoors, als man van Catharina, dochter van Johannes, den zoon van Laurentius Ellenszn, allen als erfgenamen van genoemde Catharina, de huisvrouw van gezegden Laurentius, voorschreven roggepacht verkocht aan Johannes Lants van Luyk ten behoeve van Mathias, den zoon van Lambert Stooters. Hierover waren als schepenen Henrick Kuyst Gefardszoon en Paulus Raessen. 7 238. 18 Au9- 1554- Heer Willem van Os, ridder, als weduwnaar van Katharina, dochter van Henrick van der Kelen, tot het navolgende gemachtigd bij het testament door haar met hem gemaakt, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes van Lyebergen, in diens hoedanigheid van proost der Lieve Vrouwe Broederschap aldaar, eene grondrente uit eene boerderij, gelegen in de parochie Oisterwijk ter plaatse genaamd Kerkhoven. Hierover waren als schepenen Henrick Kuyst Gerardszoon en Goeswijn van Hedel. 239_ 24 Sept. 1554. Eymart Peterszoon, Henrick Rutgerszoon, Jan Aertszoon, Jan van Hautart Gijsbertszoon, Jan van Soechel Janszoon, Jan Herbartszoon en Rutger Henrickszoon, schepenen van Geffen, getuigen, dat ten hunnen overstaan Heer Aert van Hees, priester, — ter oorzake dat deze met Dirck, bastaard van wijlen Heer Dierck Peter Broeszoon, gekocht had van Heer Arien. priester, Goeyard, Aert, Rombouts, Ambrosius en Rombold, gebroeders en van Jacop Peter Eymartszoon als man van Hadewich, kinderen van Aerd Rombouts en Lysbeth, de dochter van Peter Broeszoon, veertien hond lands, gelegen in het Marensch veld in de parochie van Maren, die ze geërfd hadden van Heer Dierck voornoemd, — de helft van dat land verkocht heeft aan genoemden bastaard. (Het aanhangend zegel vertoont een Heilige, hebbende naast zich in den hoek rechts een wapen, bestaande denkelijk uit twee ruiten en uit een vrijkwartier, beladen met ?) 24o«. " 23 October 1555. Getuigenis van Karei Danielszn van Vlierden, omtrent 30 jaren, dat de knechts of jagers van den Heer van Oirschot te Moergestel zijn aangevallen door de zonen of knechts van den Hoogschout, die hun afnamen eene tromp en eenen jachtstok. 241. 27 Juni 1556. Heer Willem van Os, ridder, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan mr Godefridus van Empel, ten behoeve van het Leprozenhuis te Hintham, eene grondrente uit een huis met plaats, staande te 's Bosch op den Windmolen berg tusschen het van Deventhersgasthuis eenerzijds en het erf van Johannes, zoon van Mathias Stooters anderzijds en zich uitstrekkende van af den Windmolenberg tot aan het water. Hierover waren als schepenen Heer Willem van Os, ridder en Wouter van Achel. (Zie over gezegd gasthuis mijne Voorname Bossche huizen III p. 48.) 242. 2 Sept. 1556. Heer Roelof van Eyck en Joost van Berckel als gemachtigden blijkens schepenakte der vrijheid van Gaesbeeck van Heer Philippus van Bourgogne, heer van Reimerswael, als man van Margaretha van Edingen, dochter van Hercules van Edingen, heer van Keystergate en Theodorica, dochter van Gerlach de Roever, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick de Heusch, zoon van Arnold de Heusch, huis met erf, plaats, brouwhuis en poort, staande aldaar aan den Papenhuls tusschen den Heerenkelder (penuarium) entwee huizen van den Deken en het Kapittel van de Collegiale Kerk van St.Jan Ev. van den Bosch Hinthamerstraatwaarts eenerzijds en het erf van Frans Bogart Lambrechtszoon Diezewaarts anderzijds en zich uitstrekkende van af de openbare straat tot aan het water, zoo en in dier voege als Heer en Meester Gerardus van Gameren, priester en kanunnik der gezegde kerk die thans in huur heeft. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 504). 243. 2 November 1556. Willem Henricxzoon van Griensvenne en Henrick van Weert, schepenen te Gestel bij Herlaer, verklaren, dat ten hunnen overstaan Agnes, dochter van wijlen Dirck Aerts, eene grondrente, die aan Margaretha, dochter van genoemden Dirck Aerts verleend was geweest, heeft overgedragen aan Henrick, zoon van Jacop Hammaycker als man van Anna; Lambrecht, zoon van wijlen Lambert van Cuyck, als man van Yken; Jan, zoon van wijlen Henrick Ricarts, als man van Mariken, en Mechteld, Jenneken en Henricxken, dochters van wijlen Bertrout die Louwe. 244. 24 Jan. 1557. Vermits Coenrardus, zoon van Stephanus Henricszoon en Maria, dochter van Coenrard van der Staeck, eene roggepacht, gaande uit eene hofstede te Haaren ter plaatse genaamd Belver, verkocht had aan Rombold Gerardszoon van Alckmar met beding van wederinkoop en van dat beding op 3 Dec. 1554 gebruik had gemaakt, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch Gerard en Dymphna, kinderen van genoemden Coenrardus, gezegde grondrente wederom overgedragen aan Heylwig, echtgenoote van genoemden Rombold Gerardszoon van Alckmar, ten behoeve van dezen haren man. Hierover waren als schepenen Henrick van Eyndhouts en Johannes van Liebergen. 245. iO Maart 1557. Godefridus Grootart van Oss, secretaris van 's Bosch en Coenrard, zoon van Johannes van Coblentz (de Confluentia), als lasthebbers van Anthonius en Willem, gebroeders en Agnes en Catharina, gezusters, kinderen van Willem van Oss, ridder en Catharina, de dochter van Henrick van der Helen en Johanna, de dochter van Dirck de Roever, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch huis, erf, plaatsen, boomgaard, grient, enz., gelegen nabij den stadswal aldaar aan de Windmolenbergstraat naast het erf van Petrus, zoon van Johannes Muyckens aan de eene zijde en naast het Gasthuis van Henrick van Deventher aan de andere zijde, strekkende van gezegde straat tot aan den Stadswal, aan mr Goeswyn, zoon van mr Jan van der Stegen. Hierover waren als schepenen Goeswyn van Brecht, zoon van Heer Jan, ridder en Petrus van Oss. (Zie hierover oorkonde n° 241). 246. 24 Maart 1557. Alzoo Philips Sebastiaansse als man van Mecliteld, dochter van wijlen Everard van Vlierden, zoo voor zich en als gemachtigde van Jan Hermansse als man van Margriete, dochter van genoemden Everard van Vlierden, blijkens volmacht hem voor Schepenen van Antwerpen verleend ; Elysabeth, weduwe van Jan Willemsse en dochter van Everard van Vlierden voornoemd en Christoffel van Vlierden, bastaardzoon van wijlen Daniël van Vlierden, zoon van Daniël den oude, zoo voor zich en als gemachtigde van Aert Henrickszoon van Someren, voor de eene helft; en Henrick en Frans, zonen van wijlen Willem Andriesse, als gemachtigde bij testament van laatstgenoemden Frans en diens huisvrouw Margiiete, voor twee derde gedeelten der andere helft, als erfgenamen, voor wat betreft eenige perceelen, gelegen in de parochiën van Kessel en Maren, van Jan van Vlierden Daniels' zoon en Claerken Hacken, diens huisvrouw, die perceelen, zooals genoemdejan van Vlierden Danielszoon ze vernaderd had, voor Schepenen van 's Bosch verkocht hadden aan Jan, Bernard en Ghijsbert, zonen van Everard Gerardszoon, zoo hebben voor Schepenen van Maren Bernard en Ghysbert, zonen van Everard Gerardszoon voornoemd, gezegde perceelen overgedragen aan hunnen vader Everard, den zoon van Gerard Everardszoon. Hierover waren als schepenen Jan Daemen en Herman Jansse. 247. 27 Juli 1558. Jan Baten Janszoon als man van Catelijn, dochter van wijlen Daem Stove, verkoopt voor Schepenen van Helmond aan Anna genaamd Vestersdochter een zille Ixnd, gelegen aldaar in de Ameyesh aet. Hierover waren als schepenen Gielis Weylants en Reynder Becx. 248. 20 September i558 Ghysbert Pels en Goyart Lombarts, schepenen van 's Bosch, ge tuigen, dat voor hen verschenen zijn mr Henrick Pelgrom, zoon van wijlen mr Henrick, kanunnik en cantor der Collegiale kerk van St. Jan aldaar; Jan Beyens Pauwelszoon en Joost, zoon van Henrick Joosten, als provisors en regeerders van het Mannen Gasthuis, te Esch gefundeerd door wijlen Maarten van Elmpt en Yda, de dochter van wijlen Jan Roetarts, zijne eerste vrouw, welke verklaarden, dat de bezittingen van dat Gasthuis, zooals zij van de ingezetenen van Esch vernomen hadden, verwaarloosd waren geworden, zeer ten nadeele van dat Gasthuis, hetgeen zij tengevolge van hunnen ouderdom en impotentie niet meer konden herstellen en dat zij daarom verzochten andere provisors in hunne plaats te benoemen. Schepenen voornoemd hebben daarop ter hunner vervanging tot provisors van voorzegd Gasthuis benoemd de heeren en meesters Jan, zoon van Jan Goijartszoon, priester en vicecureit of substituut van den pastoor der parochiekerk van het dorp Esch, Herman van Akeren, schepen van dat dorp en Jan van der Masen, procureur te 's Bosch. 249a. September 1559. Eed door Philips II, in September 1559 te 's Hertogenbosch afgelegd en eed, door de Regeering van die stad in zijne handen afgelegd. 250. 11 September 1559. Wilhelma, dochter van Dirck, den zoon van Gerard Roeffs, en weduwe van Willem, zoon van Gerard Colen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Willem Polet als man van Geertruid, dochter van Dirck, den zoon van Gerard Roeffs, eene grondrente, welke Lambertus, zoon van Baldewyn Zuerincx, den 7 September 1554 verleend had aan Maria, dochter van Dirck voornoemd, van uit een huis met ledige plaats, staande, toen hij dat huis kocht, te 's Bosch aan het eind der Ververstraat nabij de Kolperstraat, tusschen het huis de Blinde Spiegel eenerzijds en tusschen het erf der erven van Gerard van Casteren anderzijds en welke grondrente haar bij doode van Maria voornoemd was aanbestorven. Hierover waren als schepenen Frans van Balen en Henrick Bloeyman. (Zie oorkonde n° 188). 17 Jan. 1560. Rodolphus, zoon van Cornelis Stephanus Claeszn, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus, zoon van Dionysius Hennckszn eene grondrente uit eene boerderij, gelegen in de parochie van Esch ter plaatse genaamd aen den Esschelatr tusschen de Bruggenstraat eenerzijds en het erf van Willem van Ghiersbergen anderzijds, en zich uitstrekkende van af het erf van Catharina, weduwe van Petrus Janszn en hare kinderen tot aan de straat, genaamd het Dasbroeck, enz. Hierover waren als schepenen Ghysbertus Heym en Goyart Lombarts. „ ... . „ Hieraan eene akte van 20 September 1568, waarbij voor Arnoldus van Campen enGoeswinus Pynappel, schepenen van 's Bosch, genoemde Petrus, zoon van Dionysius Henrickszn, voorschreven grondrente verkoopt aan Barbara, weduwe van Godefridus Buysen. 252a. 1560- Philips II, Koning van Spanje, als Hertog van Brabant, handhaaft tegenover den Heer van Mierlo de gemeente Helmond in haar recht om de ingezetenen van Peelland in te gebieden. 253 23 October 1561. Johannes, zoon van Servatius van Weert; Johannes, zoon van Johannes van Doerne als man van Elizabeth en Gerardus, zoon van Johannes Fabri, als man van Maria, zijnde evenals genoemde Elizabeth dochter van voornoemden Servatius van Weert, voor zich zeiven ; voornoemde Johannes van Doerne en Gerardus Fabri, alsmede Johannes van Beerdonck en Petrus, zoon van Egidius van Broeckhoven, a s voogden over Gerard en Jacob, onmondige zonen van genoemden Servatius van Weert, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch tegen eene grondrente aan Johannes Kuysten Johanneszoon, een huis met erf, bakhuis, eesthuis, zomerhuis, boomgaard, kruidtuin en weide, staande en gelegen in de parochie van Vucht St. Peter tegenover het huisje (domunculus) van St. Nicolaas, genaamd St. Nycolaesstock, tusschen na te melden akker, genaamd den Braakakker, eenerzijds en een anderen akker, genaamd den Brugakker anderzijds, en zich uitstrekkende van af het erf van Johannes van de Water tot aan den openbaren weg, alsmede voormelden Braakakker, gelegen in voorschreven parochie tusschen voorbedoeld erf eenerzijds en de erven van Nicolaes van der Stegen en de weduwe van Henrick van Deventher den jonge anderzijds en zich uitstrekkende van af het Gevoegh Sleegsken tot aan den openbaren weg; voorts den Brugakker, gelegen in voorschreven parochie tusschen het erf van Johannes van de Water eenerzijds en den openbaren weg anderzijds en zich uitstrekkende met een eind tot aan voormeld huis; verder den Eikakker, gelegen in voorschreven parochie tusschen het erf van Christina, weduwe van Henrick Janszn beiderzijds en zich uitstrekkende tot aan den Grooten akker; wijders den Grooten akker, gelegen in voorschreven parochie tusschen het erf van voornoemde weduwe eenerzijds en den openbaren weg anderzijds; ook nog den Koekamp, gelegen alsvoren tusschen het erf der verkoopers eenerzijds en het erf van Bartholomeus Loeff en meer anderen anderzijds en zich uitstrekkende van af het erf van Johannes van Bree en Bartholomeus Loeff tot aan het erf van Folcard Henricxzn van den Dyck en meer anderen; wijders een kamp, gelegen alsvoren tusschen den Koekamp voormeld eenerzijds en den openbaren weg anderzijds en zich uitstrekkende van af het erf van Johannes van Bree en meer anderen tot aan het erf van genoemden Folcard en meer anderen ; den Meerbeemd, gelegen alsvoren tusschen het erf van Bartholomeus Loeff eenerzijds en dat van het St. Geertruiklooster te 's Bosch anderzijds en zich uitstrekkende tot aan de rivier de Dommel; een perceel hooiland, gelegen onder de vrijheid van 's Bosch bij de plaats, genaamd die Leeghvonder, waarover men gaat naar Vlijmen, tusschen het erf der weduwe van Henrick van Deventher eenerzijds en dat van de erven van Johannes Segerszn anderzijds en zich uitstrekkende van af eene openbare steeg tot aan den openbaren weg en eindelijk een rijdend perceel hooiland, gelegen met andere perceelen onder voorschreven vrijheid over de Dieze, tusschen het erf van Karei van Os en meer anderen eenerzijds en dat der erven van Ghybo genaamd Ghyb Heesters en meer anderen anderzijds. Hierover waren als schepenen Zeger Adriaans en Henrick van Staeckenbroeck. Hieraan zijn gehecht de navolgende akten: a. eene akte van 9 Januari 1570, waarbij Hillegondis, dochter van Philips Geerartszn en weduwe van Johannes Kuysten, bastaardzoon van Heer Johannes Kuysten, uit kracht van het testament door haar met hem gemaakt, voor Arnold van Campen en Frans van Hanenberch, schepenen van 's Bosch, voorschreven goederen verkoopt aan Zeger, zoon van Johannes Damen van Scyndel. b. een brief van laatstgenoemde Schepenen van 9 Januari waarbij zij verklaren gezien te hebben een octrooi, door Philips, koning van Spanje, den 24 Juli 1561 aan Jan Kuysten, bastaard en door wijlen Heer Jan Kuysten, priester, in zijnen priesterlijken staat verwekt bij de ongehuwde Mechteld van Aken, en aan Hillegonde van Rode, zijne huisvrouw, wettige dochter van wijlen Philips van Rode, verleend om over al hunne goederen te beschikken, met bepaling, dat vermits genoemde echtelieden wettige kinderen hebben en genoemde Jan Kuysten een bastaard is, deze, voor het geval diens kinderen voor hem kwamen te overlijden, ter causen van sijnder naluerlicheyt ende uyt saken van deser gratiën, octroy ende consent gehouden zal zijn aan hem, Philips, eene goede som in verhouding tot zijn vermogen te betalen. c% een brief van dezelfde schepenen van 9 Januari 1570, waarbij zij verklaren gezien te hebben een testament, den 28 Juni 1570 ten overstaan van Heer en Meester Petrus Peelmans, priester en kapelaan of vicecuraat der parochiale kerk van St. Jan Evangelist te s Bosch, verleden in tegenwoordigheid van het Eerwaardig en Heilig Saciament ten woonhuize van na te noemen erflaters, staande aldaar aan de Groote Markt bij die Gulden Coppe, bij welk testament Jan, bastaardzoon van Jan Kuysten, ziek van lichaam en Hilleken Philipsdochter, zijne wettige huisvrouw, de navolgende beschikkingen maakten, waartoe Jan Kuysten bij voorschreven octrooi gemachtigd was: lo. een legaat van een stuiver aan de Kerkfabriek van St. Jan te 's Bosch; 2o. machtiging op den langstlevende om over de goederen van den vooroverleden echtgenoot te beschikken; 3o. last op den langstlevende om aan hunne dochter Jenneken, als zij tot den Godlycken staet mocht komen, 800 car-guld mede te geven; 4o. een legaat aan Cornelis, bastaardzoon van den erflater, van 800 car-guld; 5o. benoeming door den erflater tot zijne executeurs-testamentair en momboiren over Jenneken en Cornelis voornoemd : Geerit Philipszn in de drie emmers en Adam van den Laer, zijne, testators, zwagers met toevoeging van Heer en Meester Peeter die Ruyter, kanunnik, zijn, testators, broeder. 254. 5 Nov. 1561. Judocus, zoon van Rover Goyartszn, als gemachtigde van Mechteld, dochter van Gerard Martens en weduwe van Otto Dircx; van Willelma, dochter alsvoren en weduwe van Baldewyn Drion en van Karei, zoon van Willelma en Baldewyn voornoemd, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus, zoon van Henrick Corstiaens, twee kamers met erven, naast elkaar gelegen in de St. Jacobstraat te 's Bosch tusschen het erf van Johannes van Liebergen eenerzijds en dat van Mechteld weduwe van Rutger van Doem anderzijds en zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan het erf van Johannes Gerartszoon, faber (smid). Hierover waren als schepenen Henrick van Eyndhouts en Henrick van Staeckenbroeck. 255. 1 Maart 1562. Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het land Brabant, verklaren eene erfrente te hebben verkocht aan Jutken, dochter van wijlen Mathys Peters. 256. 26 Mei 1562. Jan, zoon van Marten van Loon, als man van Adriana, en Peter, zoon van Rombout Michiels als man van Aleid, dochters van Jan Papen Janszn en Heylwig, de dochter van Dirck, den zoon van Goijart Henricx, verdeelen de nalatenschappen hunner schoonouders, waartoe behooren landerijen, gelegen onder Empel en Orthen, huizen, staande te 's Bosch in het Klein straatje van Best en aan het Ortheneind, grondrenten, enz. Hierover stonden als getuigen de Bossche schepenen Henrick van Eyndhouts en Henrick van Staeckenbroeck. 257a. 30 Maart 1563. Gerardus, zoon van Jacob Hermans en weduwnaar van Maria, dochter van Herman van Casteren Jacobszoon en Arnolda, dochter van Johannes Arntszoon van Zambeeck, staat af aan Godefridus van Zambeeck, Henrick, zoon van Johannes Henrickszoon Willems en Henrick de Bye, apotheker, als voogden over zijne minderjarige kinderen het vruchtgebruik van: V, stuk land, gelegen in de parochie van Empel ter plaatse genaamd Hencxtem, '/7 stu^ lancl> gelegen 'n de parochie van Empel onder de jurisdictie van Merewijk, de Kerkebeemd genaamd, Vv stuk land gelegen beneden de vrijheid van 's Bosch achter de plaats genaamd de Vliedert ter plaatse genaamd Brentens peper en Vt eener boerderij, gelegen te Nistelrode in 't Loo, welke boerderij Johanna, weduwe van Jacob Casteren, 8 April 1516 gekocht had van Martinus van Campen en Chnstianus Coenen als man van Mechteld, dochter van Arnoldus van Campen, voor zich in vruchtgebruik en voor zijne kinderen in eigendom. 258- 25 Mei 1563 Verklaring van Claes Jan Wellens en Peter Anthoniszoon, schepenen te Heze onder Rosmalen, dat ten hunnen overstaan Jan Roelofs met zijne moeder Hylwych Roelofs en als zich sterk makende voor Jan Jan Janszoon, zijnen zwager, verleend heeft aan Hylken Claessen eene grondrente uit al hunne goederen. 2gg 15 Januari 1564. Vermits Lodovicus en Herbertus, zonen van Willem Joordens, een stuk bouwland, gelegen te Helvoirt ter plaatse genaamd de Dystelberch tusschen het erf van Ghijsbert Heym eenerzijds en dat van Anna, weduwe van Willem van Delft, anderzijds, den 19 November 1563 tegen eene grondrente verkocht hadden aan Jacob, zoon van Everard van Arckell, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch genoemde Jacob van Arckell een stukje van voorbedeeld perceel bouwland verkocht aan Jonker Ghijsbert Heym voornoemd- Hierover waren als schepenen Henricus van Eyndhouts en Jerommus Wynants. 200. 9 Maart 1564. Vermits aan Petrus van Keulen (de Colonia) Ghysbertszoon bij vonnis der Schepenbank van 's Bosch was toegewezen een huis met plaats en drie kamers, een erf, genaamd loyerye en eene aldaar zich bevindende pendula, genaamd leyfïne, — alles staande en gelegen te 's Bosch aan den Vughterdijk tusschen de beide poorten en tusschen het erf van Johannes, zoon van Rodolph Noppen, eenerzijds en tusschen het erf van Lambert, zoon van Wouter Colen, anderzijds en zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan het water, — ter zake van wanbetaling eener grondrente, die Tielman Willemszoon ten behoeve van Herman Reynierszoon Pottey bij koop van Godefridus, zoon van Petrus Goijartszoon van den Hovel, den 7 November 1554 verkregen had — en vermits vervolgens genoemde Petrus van Keulen voorschreven gerechtelijke toewijzing had overgedragen aan Mathias Keyen, zoo heeft deze daarna voormeld goed verkocht aan Petrus van Keulen voornoemd. Hierover waren als schepenen van 's Bosch Jeronimus Wijnants, Johannes van den Water en Goijart Loeff. 261. 25 April i564. Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het land van Brabant, verleenen eene erfrente aan Elisabeth, dochter van Henrick van der Aa. Hieraan de volgende transfixen: Eene akte, waarbij voor Joris van Bernagien en Anthony van Oudtheusden, schepenen van 's Bosch Jonker Marcelis Hovelmans, op 7 Oct. 1634 verkoopt aan Mr Arnold van Broeckhoven, licentiaat in de rechten en oud-raad van 's Bosch, voorschreven erfrente, welke bij scheiding en deeling tusschen de kinderen en erfgenamen van wijlen Jonker Henrick Hovelmans, drossaard der Baronieën van Kranendonk en Eindhoven, door dezen verwekt bij zijne vrouw, wijlen Juffrouw Catharina van den Hovel, dochter van wijlen Johan en Elisabeth van der Aa voornoemd, ten deel was gevallen aan gezegden Jonker Marcelis Hovelmans, ook drossaard der voorschreven Baronieën. Eene akte, waarbij voor Johan van Brecht en Peter Pelgrom, sche • penen van 's Bosch, Wouter Scellens, raad van gezegde stad en Adriaan Zegers ten behoeve van Sewit, dochter van Willem, den zoon van Adam van Constans, en ten behoeve van Anna, weduwe van Cornelis, den zoon van Willem Adamszoon voornoemd, — zijnde dezen met Sewit, de dochter van voornoemden Cornelis en Anna, de erfgenamen van Willem Adamszoon meergenoemd — en Henrick Adamszoon, op 26 Aug. 1595 afstand doen van hun recht op eene erfrente ten laste der Staten van Brabant, die Roelof, de zoon van Jan Lamberts en zijne vrouw Elsken, dochter van Adam van Constans, hadden gelegateerd aan de kinderen van Willem en Henrick Adamszoon voornoemd, de broeders van genoemde Elsken, doch welk legaat deze na dood van haren man, als wanneer zij te 's Bosch woonde, voor haar aandeel had herroepen,'waarna zij de helft in die rente gelegateerd had aan Wouter Scellens en Adriaan Zegers, behoudens de verplichting van dezen om aan de kinderen van Willem en Henrick Adamszoon voornoemd uit te betalen de hoofdpenningen van de geheele rente, als die kinderen binnen 's Bosch zouden komen en om hun ook nog fl 12 reis- of teergeld te geven, zooals een en ander blijkt uit het testament, door haar op 29 Nov. 1589 gemaakt voor Gijsbert van den Velde, notaris en secretaris van 's Bosch. 262. 29 April 4564. Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het land van Brabant, verkoopen eene erfrente aan Jacobmyne Peeters, weduwe van Joris de Groette. Hieraan zijn gehecht: a eene akte, waarbij Jacomijncken Peetersdochter, weduwe van wijlen Joris de Groote, parochiaan van Noord-Monster, den 9 Dec. 163J voor schepenen van Middelburg aan de gemeene armen aldaar voorschreven rente transporteert; b eene akte, waarbij op 13 Sept. 1649 Adriaen van Bullestraeten, raad en tresaurier der stad Middelburg, als ontvanger voor de armen aldaar, ten overstaan van Schepenen dier stad meergezegde rente verkoopt aan Jacob Jansen Gysselen, wonende te 's Bósch. 203. 27 Juni 4564. Alzoo Ghysbrecht en Jacop die Cock, gebroeders, zonen van wijlen Tan die Cock; Margriet die Cock, hunne zuster, weduwe van Jan van Breugel; Willem van Eynde als gemachtigde van Lysbet die Cock weduwe van Jan Sadoirvil, blijkens schepenbrief van Antwerpen; Jan, zoon van wijlen Jan Thomaszoon als man van Mane en Joost, zoon van Arnd van Os, als man van Anna die Cock, dochters van Jan die Cock voornoemd, verklaarden, dat zij aan hunne zuster Barbara die Cock, zoomede aan Jonker Vits Herll en diens vrouw Catharina die Cock overgedragen hebben hun 6/g part, (behoorende dezen de overige Vs parten te voren reeds toe): a in twee huizen voor aan de straat met eene poort daarnaast en met eene plaats daarachter, alsmede met dertien kamers op die plaats staande, gelegen te 's Bosch aan de Orthenpoort tusschen het huis der weduwe Gerit Symons eenerzijds en de openbare straat anderzijds en achterwaarts zich uitstrekkende tot aan den stadswal; b. in twee huizen voor aan de straat met zeven kamers daarnaast en daarachter, staande te 's Bosch aan den Ouden Huls op den hoek en in het straatje de Molensteeg tusschen den Stadswal eenerzijds en de openbare straat anderzijds, zooals een en ander blijkt uit een Schepenbrief van 's Bosch van 20 December 1544. En alzoo daarna Jan Thielmans als gemachtigde van Catharina, dochter van Jan die Cock, koopman en poorter van 's Bosch, hare helft in eenen houttuin met dertien kamers, waarvan twee kamers voor aan de straat staan, met de tuinen gelegen te 's Bosch in de Orthenstraat omtrent de stadspoort en aldaar van achteren uitkomende aan den stadswal, had overgedragen aan Barbara, dochter van Jan die Cock voornoemd en weduwe van Jan van den Wiel, zoo heeft voor Schepenen van 's Eosch Peter die Cort, secretaris van die stad als gemachtigde van Catharina die Cock, dochter van wijlen Jan die Cock en Barbara van Keimes Lenardsdochter en weduwe van Erasmus Schetz, heer van Grobbendonck, de twee huizen voor aan de straat met eene poort daarnaast en eene plaats daarachter, alsmede dertien kamers op die plaats staande, gelegen te 's Bosch aan de Orthenpoort, verkocht aan Wouter Scellens, zoon van wijlen Dirck Scellens, secretaris en griffier van 's Bosch. Hierover waren als schepenen Goeswijn van Brecht en Bartholomeus Loeff. 264a. Baardwijksche liermisdag 1564. Brief door Peter die With Wouterszn, dienaar van de Vrijvrouwe van Bokhoven, geschreven aan Jacob Oem. (Hierachter eene verklaring van Frans Rijkersz, pastoor te Baardwijk, over de voldoening der schade, veroorzaakt door den manslag, door eenen Hack gepleegd). 265. 23 Sept. 1564. Johannes, zoon van Hugo Mathijszoon, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Adriaan, zoon van Albert Kethelaer en weduwnaar van Aleid, dochter van Dierck van Vechel, ten behoeve van dezen als vruchtgebruiker en van diens kinderen als eigenaren, eene grondrente uit een huis met erf en rosmolen, staande aldaar bij de Heylicli Cruyspoort aan het eind der Vughterstraat naast het water eenerzijds en naast een straatje anderzijds, alsmede uit vier naast elkander gelegen kamers, staande te 's Bosch aan die Mortel tusschen het erf van Yda Post eenerzijds en dat van den verleener anderzijds. Hierover waren als schepenen Godefridus van Vechel en Johannes van Hedel. 2gg 26 October i564. Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het land van Brabant, verleenen eene erfrente aan Jenneken, weduwe van Jan Hermans die molder. 267. 2 Nov. -1564. De Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het land van Brabant, verkoopen eene erfrente aan Marcus Aelbrechts ten behoeve van Willem Peterszoon van Engelen, genaamd Hoy Hoy, ter tocht en van zijne kinderen ten erfrecht. Hieraan zijn gehecht de navolgende schepenakten : a. eene akte van 28 Mei 1573, waarbij voor Jan van der Stegen en Henrick van Broeckhoven, schepenen van 's Bosch, Aexken, dochter van Frans Arndszoon, den pasteibakker en weduwe van Willem Peterszoon voornoemd, in tegenwoordigheid en met consent van Marcus Aelbrechtszn, als executeur-testamentair van haren vader, voorschreven erfrente verkoopt aan Peter van Hees ten behoeve van Lambertken, onmondige dochter van Lambert Brugmans. b eene akte van 3 Juli 1630, waarbij voor Ghysbrecht Pieck van Tienhoven en Jan van der Molen, schepenen van 's Bosch Mathijs Aertszn Heselers, als man en voogd van Heylwich, dochter van wiilen mr Jacob Wyfflieth en wijlen Lambertken, dochter van za . Lambert Brugmans, meergezegde erfrente verkoopt aan Arnd Aertszn van den Heuvel, ten behoeve van m' Gerard van Soemeren, licentiaat in de rechten en oud-raad van 's Bosch ter tocht en van zijnen ZOon Willem, door hem verwekt bij Elizabeth Oliviers, zijne tweede huisvrouw, ten erfrecht. ^gg i Februari 1565. Vermits Jan, zoon van Dirck Laureynszoon, als man van Margaretha weduwe van Petrus, zoon van Symon van Hedel, het vruchtgebruik, haar toekomende op een huis met erf, staande te Berl.cum ter plaatse genaamd Beekveld nabij het erf van het Klooster van Berne, alsmede op een paar erven te Berlicum gelegen, had afgestaan aan Symon en Jan, zonen van Petrus van Hedel en Margaretha voornoemd, en aan Rombout, gewoonlijk genaamd Rom, won va Thomas Mathijszoon, als man van Johanna, dochter van dezelfden zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch Symon en Jan van Hede gebroeders en genoemde Rombout als man van Johanna voorschreven onroerend goed verkocht aan Joost, zoon van Henrick, den zoon van Petrus Eymbertszoon van Griensvenne. Hierover waren als schepenen Willem die Borchgreve en Arnold van Campen. 269. 18 October 1565. De Staten van Brabant verleenen eene erfrente aan de Armen van Middelburg, welke dezen 13 September 1639 verkoopen aan Jacob Gysselen Janszoon, wonende te 's Bosch. 270. 31 Juli 1566. Huybert van Ostaeyen, als gemachtigde van den rentmeester van het Kapittel binnen Heusden, verkoopt voor Schepenen van die stad wegens verschenen erfcijns eenen morgen lands, genaamd de Lieve morgen, gelegen in de Ban van Herpt te Ophoven tusschen het erf van het Godshuis van Berne, aan Oth van Gellicom, waarna deze dien koop weder overdroeg aan genoemden van Ostaeyen. Hierover waren als Schepenen Jacob Willemszn van Wyck en Daniël van der Horst. 271. 14 Februari 1567. Heer Henricus Janszoon, priester en rector der kapel van Heese te Rosmalen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch, na bekomen machtiging van Frans Sonnius, bisschop van het Bisdom 's Bosch, aan .Henrick, zoon van Goeswyn Ghysbertszoon, eene grondrente, welke Coenraad de slachter, zoon van Johannes van Haren Franckszoon, aan Katharina, weduwe van Rodolph den Backer, zoon van Ghybo, verleend had van uit een huis en erf met stal, genaamd de Kleine ot Zwarte Draak, staande in de Vughterstraat te 's Bosch tusschen het huis van Johannes van Keulen eenerzijds en het erf van Wouter van den Kerckhof (de Cymetherio) anderzijds. Hierover waren als schepenen Bartholomeus Loeff en Johannes van Hedel. 272. 5 Juli 1567. Philips II, Koning van Spanje en Hertog van Brabant, beveelt op het verzoek van den Schout, Schepenen, Gezworenen, Kerkmeesters, H. Geestmeesters, Dierick Rutgers, Henrick Thielmans, Peter Gieliszn en andere gemeene ingezetenen van het dorp en parochie Son, — behalve van Maurits Happen, — welk verzoek inhoudt, dat hoewel Hertog Jan van Brabant in het jaar 1355 hun en hunne voorzaten tegen zekeren cijns uitgegeven had zekere vroente of gemeente, binnen gezegde parochie gelegen ter plaatse, genaamd Desperheide en wel om die eeuwig te bezitten en te gebruiken, daarop te turven, te vlaggen en beesten te weiden, en dat hoewel zij en hunne voorzaten die vroente of gemeente steeds gebruikt en bezeten hebben, nochtans genoemde Maurits Happen en eenige anderen, ook namens de Karthuizers te den Bosch, voor Schepenen aldaar hun recht van bezit op die vroente of gemeente met vrucht hebben betwist, en dat zij daarom tegen de uitspraak van die Schepenen vragen provisie en opene brieven van reformatie, den eersten deurwaarder van den Raad van Brabant om genoemde Schepenen te dagvaarden voor dien Raad ten einde te hooren eisc doen en concludeeren, dat hun voorzegd vonnis zal worden nietig verklaard, gereformeerd of gecorrigeerd en dat tevens tegen den zelfden dag zullen worden geintimeerd genoemde Maurits Happen, de Karthuizers van den Bosch en alle anderen, die der zaak eenigzins aangaan, ten einde ook dezen zullen compareeren. 273_ 1 Juni 1569. Jacob Adriaan Aert Meeuszoon, wonende te Geertruidenberg, verkoopt voor Schepenen van Terheiden eenen beemd aldaar enz., aan Jan Back Franszoon. Hierover waren als schepenen Corstiaen Back Franszoon en Henrick van Asten Janszoon. 274a< 14 December 1569. Verklaring van P. Curtius, secretaris van den Bosch, dat de drie Leden van die stad M' Frans van Balen, Bartholomeus Loeff, Jan van de Water, Jeronimus Wynants, Jan Otten en Jan Gerits gekozen hebben tot commissarissen om met de Gedeputeerden van het dorp Vught te verlengen het accoord, tusschen die gemeente en de stad den Bosch gesloten over de accijnzen van wijn, bier, andere dranken, brood, vleesch en andere Victualiën, te Vught verorberd. 275é SI Augustus 1570. Adriaan van Uden Janszn verleent voor Schepenen van Helmond, aan Heer Bartholomeus, priester, ten behoeve van het Schuttersgil e van St. Joris aldaar, eene grondrente uit hooiland, gelegen aldaar ter plaatse, genaamd „die Bosschen", ten einde uit de inkomsten daarvan te bestrijden „sekeren dienste in der kercken van Helmont tot behulp der middelmissen". Hierover waren als schepenen Jan Scuermans en Adriaen Lauwreys Witlocx. 276. 15 Maart i570. Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het Land en Hertogdom Brabant, verleenen eene erfrente aan Heer Servaes Willemszoon van Eyndoeven, priester te St. Oedenrode. 277. 13 Juli 1570. Henrick Henrickszn van Kreyelt en Barthelmeus Jacopszn, schepenen der vrijheid van Oerle, getuigen, dat Jan Peterszoon alias van Triecht en zijne vrouw Mariken Adriaansdochter hebben gewoond in de vrijheid van Oerle en aldaar altijd zijn gehouden geweest voor goede, eerbaar gehouden personen; dat genoemde Jan in desen voirleden tijt van trouble zich altijd stil en gehoorzaam aan Z. Koninkl. Majesteit of zijne officieren heeft gedragen en gehouden; dat noch hij noch zijne genoemde vrouw uit voorschreven vrijheid verjaagd of verbannen zijn geweest om eenigerlei heresie, secte of ketterij, hoedanig die ook wezen mogen, maar dat zij zich altijd hebben gesteld en gehouden onder de H. Roomsch Katholieke Kerk, haere Sacramenten aldaer halende ende dieselve frequenterende gelijck een goet nabuer der voirs. vryheit schuldich ende gewoynlijck is sulcx te doene; dat zij ook niet uit de voorschreven vrijheid zijn gevlucht om eenigerlei zaken of delicten, hoedanig die ook zijn mogen, civiel of crimineel, maar daarin altijd mogen terugkomen mits zich gedragende, zooals zij zich tot nu toe gedroegen. Hieronder stond: Ita est. Guilielmus Betius, pastor in liberate de Oerle. B. Stockelmans (secretarius). 277a(hj»j. 29 December 157O. Tusschen Jan Laureys Sgreven, schout, Adriaen Brouwers en Everard van Laerhoven, schepenen der Bank van Hilvarenbeek en Gerard Otten als procuratie hebbende der gemeente en parochie voornoemd, ter eenre en Jan van der Stegen en Jan van Lyebergen als fabriekmeesters der St. Janskerk te den Bosch, ter andere zijde, 8 wordt geaccordeerd over de quota, welke gezegde kerk als tiend hefster onder Hilvarenbeek heeft bij te dragen in de herstelling van de kerk en groote klok aldaar. 278. 31 Januari 157i. Jan Mr Wilms, Jonker Wilbroirt van Berghelen, Jan van der Beeck, Mr Michiel Rombouts, Jacob Henricxss, Jan Goeyaetss en Peter Andrieszn, schepenen van Bergeik, getuigen, dat ten hunnen overstaan Roef Simons en Elizabeth, zijne dochter, met Peter, haren man en momboir, aan Heylwig, dochter van Wouter Conincx, eene grondrente verleend hebben uit eene hofstede, gelegen onder de parochie Riethoven, naast het erf van Margriet van Baelen en de gemeente. Hieraan is vastgehecht eene akte van 13 December 1606, waarbij Marcus van Bornbergen, Symon Adriaens, Jacob Cornelis, Jan Stappers, Goyart Berchmans, Symon Janss en Jacob Jan Nyss, schepenen van Bergeik, getuigen, dat ten hunnen overstaan Wouter Henricus Heesborchs aan Jacob Cornelis verkocht voorschreven grondrente, welke afkomstig was van voornoemde Heylwig, de moeder van den verkooper. 279a. 28 Juni 157i. Leonardus, zoon van Andreas van Horrick, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus, zoon van Petrus Mickarts genaamd van Antwerpen, eene grondrente uit eene boerderij, gelegen te Vechel ter plaatse genaamd Buekelaer, alsmede uit eenen akker, gelegen aldaar ter plaatse genaamd de Hoochbocht tusschen het erf van Jaspar Suermont en vele anderen. Hierover waren als schepenen Frans Haenenberch en Jan van Hedel. 280. iS September 15H. Franchoys van Haenenberch en Jan van Hedel, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat de naaste vrienden en magen van Jan, onmondigen zoon van wijlen Jacop Claeszoon van Ravesteyn en Aleid, de dochter van wijlen Mathijs Stooters, hun bij verzoekschrift hadden medegedeeld, dat bij doode van genoemden Jacop aan gezegde Aleid in tocht en aan voorzegden onmondige in eigendom onder anderen,waren gekomen twee zesde gedeelten in eene bouwhoeve, bestaande uit huis, erven, tuinen, akkerlanden, hooilanden, weilanden, heiden, houtwasschen, enz., gelegen in de parochie Boxtel ter plaatse genaamd Munsel en in gebruik bij Jan Dierickszoon van Hees als laat, van welke hoeve drie zesde gedeelten toebehooren aan de Brueder scappe van Onser Liever Vrouwen binnen der stadt ('s Bosch) en het overige een zesde gedeelte aan de kinderen of erfgenamen van wijlen Heer Jacop Sanders; dat de voorschreven Bruederscappe van Onser Liever Vrouwen en de kinderen van wijlen Heer Jacop Sanders hunne parten in de hoeve gaarne ten hoochsten ende schoonsten zouden willen verkoopen, waarom zij die dan ook op Zondag te voren hadden doen veilen ; dat het beter en voordeeliger zoude zijn om de parten van genoemden onmondige nu ook te verkoopen dan ze te behouden, gemerct deselve tot seer vielen pryse inne toecomenden tyde voor den voorsr onmundigen souden moetin worden vercojt en dat het verhuren van laatstbedoelde parten op zich zelf ook zeer weinig zoude opbrengen, weshalve zij hun om machtiging verzochten om de parten van den minderjarige tegelijk met de overige te verkoopen; dat zij hierover gedelibereerd hebbende, tot momboiren over dien onmondige aanstellen Jan, zoon van wijlen Nycolaes van Ravesteyn, Jan Nobelmans als getrouwd hebbende Agatha, dochter van genoemden Nycolaes van Ravesteyn, ooms van vaderszijde, Lambert, zoon van wijlen Mathijs Stoöters en Joost Hermanszoon die Bye, als getrouwd hebbende Elisabeth, dochter van denzelfden Mathijs Stooters, ooms van moederszijde van dezen minderjarige en hun machtiging geven om diens twee zesde gedeelten in het openbaar mede te verkoopen, mits zulks geschiede na behoorlijke voorafgaande proclamatien en veilingen en ten hoochsten ende schoonsten en de vruchtgebruikster eerst afstand doe van haren tocht. 281. 8 Nov. 1571. Laurentius Metsius, bisschop van 's Bosch, geeft aan Cornelius van der Moeien en Jacobus Bacx, in hunne hoedanigheid van proosten der Lieve Vrouwe Broederschap te 's Bosch, machtiging, om, ten einde uit onverdeeldheid te geraken, te verkoopen de helft in eene boerderij, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd Munsel. Zie oorkonde n° 280. 282. 21 Juni i572. Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het Land en Hertogdom Brabant, verkoopen eene erfrente aan Elizabeth, dochter van Jan Hoze en weduwe van Jacob Grotart, tot haren tocht en van hare beide kinderen ten erfrecht. 283. 1573. Meester Cornelis Otto van Beeck verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Wouterken, dochter van zaliger Joost Lenartszoon, eene erfrente, hem door de Staten van Brabant verleend. Hierover waren als schepenen Rutger van Berckel en Henrick van Broeckhoven. 284. 6 Februari 1573. Claudi Laureynszoon als man van Anneken, dochter van wijlen Thomas Degens en Geertruid weduwe van Jan, zoon van Thomas Degens voornoemd, verklaren voor Schepenen van 's Bosch, dat Dierick Loeckemans en Jutkene weduwe van Jan van Roye hun rekening en verantwoording hebben gedaan van het beheer, dat Dierick Loeckemans en Jan van Roye voornoemd als voogden over genoemde kinderen van Thomas Degens over de goederen van dezen hebben gevoerd en dat zij hen te dier zake dechargeeren. Hierover waren als schepenen Jan van der Stegen en Henrick van Broeckhoven. 285. 16 Februari 1573. Jan van der Stegen en Henrick van Broeckhoven, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat ten hunnen overstaan Henrick, zoon van Thomas Janszoon, Marten Berntszoon van Soemeren, Jan en Christoffel Spyckers als geordonneerde momboiren over Aelken, Henricxken en Lysken, onmondige dochters van wijlen Henrick van Soemeren, hun bij verzoekschrift te kennen hadden gegeven, dat op genoemde onmondigen met drie harer andere zusters en broeders, welke mondig zijn, bij doode van Lambrecht van Oerle en Diericxken, zijne huisvrouw, uit kracht van het testament door genoemde Diericxken op 12 October 1573 1.1. gemaakt (n.b. deze datum is juist overgeschreven), voor de eene helft waren verstorven verschillende onroerende goederen, waarvan de wederhelft door genoemden Lambrecht van Oerle was vermaakt aan Jan, zoon van Jan Darkennes en Aert Willemszoon, kremer; dat de nalatenschappen van genoemde ertlaters zijn belast met vele schulden en processen; dat de mondige erfgenamen daarom van oordeel zijn, dat de bedoelde onroerende goederen behooren te worden verkocht; dat zij, requestranten, zulks ook in her belang achten der voornoemde minderjarigen en dat zij, schepenen, om die redenen hun machtiging geven om het aandeel dezer minderjarigen in die goederen met hunne mede-erfgenamen in het openbaar te verkoopen. 286. 19 Maart 1573. Jan van der Stegen en Henrick Heeren, schepenen van den Bosch, geven vidimus van eenen brief, waarbij Burgemeesters, Schepenen en Raden der stad Antwerpen verklaren, dat ten hunnen overstaan Alijt van Erpe Henricksdochter, weduwe van Willem Gheerartszn, wonende te Antwerpen, op 9 December 1573 machtigde Mathijs Eymberts en Jan Geubels, wonende te den Bosch, om te verkoopen en te transporteeren haren tocht op het één vierde van drie huizen, naast elkander staande in de St. Jorisstraat aldaar en van een huis, staande aldaar aan het Hinthamereind bij het huis de Halve Maan, van welk een vierde den eigendom hebben hare wettige kinderen, terwijl van de overige parten Anthonis van Erpe en Henrick Herinck eigenaren zijn. (Hierbij nog eene koopakte van 19 Maart 1573, waarbij genoemde gemachtigden het vruchtgebruik van het een vierde in laatstbedoeld huis, dat is het huis de Blinde man, overdragen aan voorbedoelde kinderen, die het daarop met Henrick Herinck Willemszn als man van Catharina, dochter van genoemden Henrick van Erpe en als gemachtigde van Anthonis, zoon van dienzelfden van Erpe, verkoopen aan Cornelis, zoon van Lambert Corneliszoon die Becker; hierbij eene koopakte, waarbij de weduwe van laatstgenoemde met haren tweeden man Arnd van Schijndel dat huis 21 Maart 1579 verkoopen aan haren zoon Lambert; eene akte, waarbij de rechtverkrijgers van laatstgenoemde dat huis 15 Februari 1616 verkoopen aan Henrick, zoon van Adriaan Henrickszn, wonende te den Bosch, alsmede eenige latere akten, betreffende datzelfde huis. 287. 27 Maart 1573. Jan, zoon van wijlen Jaspar Monicx, als man van Catharina, dochter van wijlen Mr Goijart Grotarts van Os, 1) in leven secretaris van 's Bosch en diens tweede huisvrouw Anna, draagt voor Schepenen aldaar over aan Arnolda Wolffs weduwe van voornoemden Mr Goyart Grotarts eene roggepacht, gaande uit een huis en erf, gelegen onder Helvoirt. Hierover waren als schepenen Bartholomeus Loeff en Henrick van Broeckhoven. Hierbij eene akte, waarbij, — vermits Aleid, dochter van wijlen i) Hij had deze roggepacht 28 Maart 1551 gekocht van Raso, bastaardzoon van Jo'nannes Christiaanszoon, als man van Johanna, dochter van Johannes, zoon van Johannes, zoon van Paulus genaamd Roever, den zoon van RodolfCoenen, (Zie oorkonde n° 230). Mr Adriaan van Achelen, ook secretaris van gezegde stad en van voornoemde Arnolda Wolffs, te voren weduwe van meergenoemden Mr Goijart Grotarts van Os), weduwe van Nicolaas Jans, den tocht harer goederen had overgedragen aan Roelof Noppen Jans, ten behoeve van hare kinderen Nicolaas, Adriaan en Henrick Jans, - zoo hebben die kinderen van wie de beide eersten toen te Haarlem woonden, voor Jacob van Balen en Zeger M' Zeger Adriaens schepenen van 's Bosch, gemelde roggepacht overgedragen aan Franchoys Noppen, zoon van wijlen Roelof, den zoon van Jan Noppen; 4 September 1614. Hierbij nog eenige latere transporten van deze roggepacht. 288a. 12 APril i573- Jan Willemszn Hoeck en Antonis Hermanszn huren van Dierck Loeft Henrickszn als weesmeester, Mr Jan Staess als oom en voogd der voorkinderen van Jaspar Doedyns zal. en Gijsbertken Jan Staesdochter en Wouter Jacobszn, ook weesmeester, een hoptuin met boomgaard, genaamd Costershof, gelegen in de banne van Genderen. Deze akte is medeonderteekend door Franciscus Eustachius Andelinus, priester en pastoor van Genderen. 2gg# 8 October i573. Burgemeesteren, Schepenen en Raden der stad Antwerpen getuigen, dat ten hunnen overstaan Kathelyne Cocx, dochter van Gysbrecht Cock en weduwe van Jan de Arietta, kolonel over de Waalscbe soldaten, verklaard heeft, dat zij voor nul en geener waarde houdt de verschillende processen, die Jan van Achelen, zich uitgevende van met wijlen Heer Coenraert del Vaille, ridder, haar voogd te zijn, voor verschillende gerechten begonnen heeft tegen Gysbrecht de Cock, haren vader en dat zij te dien einde eenige procureurs stelt om zulks namens haar voor gezegde gerechten te verklaren. 290. 29 Maart 1574. Jacoba, weduwe van Johannes Geraardszoon van Doorn en Nicolaus, zoon van Adrianus Danielszoon, als man van Elisabeth, dochter van Jacoba en Johannes van Doorn voornoemd, verkoopen voor Schepenen van 'sBosch aan Nicolaus, zoon van Johannes, denzoon van Nicolaus Mathijszoon, twee aaneengebouwde huizen, waarvan het grootste genaamd is den Roosboom, met erven, plaats, put, achter huizen, stoofken en keuken, staande aldaar in de Kerkstraat tusschen het erf van den goudsraid Adrianus de Groot, Marktwaarts eenerzijds, en het erf van Johannes van den Water Everardszoon, aan de andere zijde en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het huis, geheeten den Roch, toebehoorende aan Margaretha, weduwe van Petrus Loeckemans, en van meer anderen, hebbende het nog eenen uitgang met poortje in het Crullenstraatje. Hierover waren als schepenen Henricus van Eyndhouts en Paulus Wynants. (Zie mijne Voorname Bossche huizen II p. 325). 291. 14 September 1574. Johannes die Louwe, kramer, Johannes Coenen, graankooper en Gerardus, zoon van Dirck Henricxzoon van Tulden, als voogden over de minderjarige kinderen van Christina, dochter van Henrick, zoon van Henrick Johanneszoon van Tulden, daartoe benoemd bij testament van Petra, weduwe van genoemden Henrick, zoon van Henrick Johanneszoon van Tulden, dragen ter voldoening van eene overeenkomst, aangegaan tusschen Mr Henrick van Broeckhoven en genoemde Petra weduwe van Henrick van Tulden, voor Schepenen van 's Bosch over aan genoemden Mr Henrick van Broeckhoven Petruszoon eene grondrente, gaande uit de helft van eenen mansus (boerderij), gelegen in de parochie van Oirschot ter plaatse genaamd die Vluet tusschen het erf van Henrick van den Gasthuys eenerzijds en dat van Willem Mathijszoon anderzijds, welke grondrente Heer Adrianus Preyker, priester en beneficiaat in de Collegiale Kerk van St. Jan Evangelist te 'sJBosch, en Servatius, zoon van Jan, den zoon van Servatius van der Stegen, als uitvoerdeis van den uitersten wil van Heer Servatius, zoon van Servatius van der Stegen, priester alsmede beneficiaat van gezegde kerk, verkocht hadden aan meergenoemden Henrick, zoon van Henrick Johanneszoon van Tulden. Hierover waren als schepenen Jan van der Stegen en Dirck van Vechel. Hierbij nog eene Bossche schepenakte van 15 September 1576, waarbij Mr Henrick van Broeckhoven Petruszoon gezegde grondrente verkoopt aan Mr Jacob Donck ten behoeve van de onmondige kinderen van Arnd de Raet Eliaszoon. (Zie oorkonde n° 227). 292. 30 Juni 1575. Petrus, zoon van Anthony van den Wiel, als man van Elisabeth en Franciscus Walravens, als man van Sophia, dochters van Lambert van den Hezeacker en diens eerste vrouw Ghysberta van Middegael Godfriedsdochter, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch gedeelten in een perceel weiland, gelegen te Empel ter plaatse genaamd In de Korte beemden naast de plaats genaamd Het Kwade stuk nabij den Zegedijk, aan Petrus, zoon van Petrus Mickarts genaamd van Antwerpen. Hierover waren als schepenen Dierck van Vechel en Martinus Moins. 293. 3 December 1576. Henrick, zoon van Michiel Henrickszn van Zoemeren, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus, zoon van Henrick van Middeler, een huis met erf, staande in de Postelstraat aldaar tusschen het huis van Johannes die Louwe, kramer (institor), eenerzijds en dat van de weduwe Jacob Hermans anderzijds en zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan het erf van Frans Kuysten. Hierover waren als schepenen Zeger Adriaans en Paulus Winants. (Dit huis is hetzelfde als dat waarvan de rede is in oorkonde n° 847). £94. 30 October 1577. Frater Gerardus Peterszn, procurator van het klooster van St. Salvator en St. Brigitta weduwe, genaamd Marienwater, staande in de parochie Rosmalen, tot het navolgende gemachtigd door gemeld klooster en met toestemming van Laurentius Metsius, bisschop van 's Bosch, ruilt voor Schepenen van 's Bosch, met Mr Henrick Oliviers van Berchuysen eene grondrente, gaande uit een kamp lands, gelegen in de parochie Tephelen, ter plaatse genaamd Scebgheer, tusschen het erf van Johannes van Amstel eenerzijds en dat van Johannes genaamd Wijnricxzn anderzijds, door Judoca, dochter van Henrick Elen Eliaszn en Heylwig, den 14 Juni 1493 verleend aan Franck van Langel ten behoeve van gezegd klooster, tegen eene grondrente, gaande uit landerijen, gelegen te Rosmalen. Hierover waren als schepenen Judocus van Ouwen en Arnoldus van Broegel. 295. 14 Februari 1578. Frans van Gestel Henrickszn als meester en rector van het Groot Ziekengasthuis te den Bosch verkoopt met machtiging van Mr Jacob van der Cammen, schepen van den Bosch, als provisor van gezegd gasthuis, voor Schepenen van den Bosch aan Martinus Janszn Ketelaer een huis met erf en daaraan annex huisje, staande aan de Hinthamerstraat aldaar op den hoek der Oude Gasthuisstraat (thans de Gasselstraat geheeten), tusschen die straat ex uno en het erf van Gerard Jacobszn en zijne kinderen, genaamd het Hazewindje, ex alio. Hierover waren als schepenen Joost de Ouden en Jacob van der Cammen. Hierbij nog enkele latere akten, dit voormalig huis betreffende. 296a. 30 Maart 1579. Brief door Lambert Strick uit 's Bosch geschreven aan Derick Aertszoon, president-schepen van 's Bosch, toen te Antwerpen verblijvende, waarbij hij dezen verzoekt expeditie en provisie van zijn verzoek en mededeeling van den uitslag der bijeenkomst van de te Antwerpen tot het sluiten van vrede door de Staten Generaal gedeputeerden. Hij brengt hem daarbij tevens de groeten over zijner vrouw. 297. 15 Juli 1579. Petrus, zoon van Henrick Corstiaens, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch tegen eene grondrente aan Georgius, zoon van Rombout Suyskens, twee kamers met erven onder een dak en naast elkaar gelegen in de St. Jacobstraat te 's Bosch tusschen het erf van Johannes van Liebergen eenerzijds en dat van Mechteld weduwe van Rutger van Doirn anderzijds en zich uitstrekkende van af die straat tot aan het erf van Johannes Gerartszoon, faber, welke kamers door hem op 5 Nov. 1561 voor Schepenen van 's Bosch gekocht waren. Hierover waren als schepenen Godefridus Lombarts en Johannes Monicx. Op den rug der akte staat, dat op 17 December 1591 Joris Rommen alias Suysken voorschreven grondrente aan hare toenmalige hefster Juffrouw Jaab Ghysberts heeft afgelost in tegenwoordigheid van Sander Jacobszoon van Boesdonck en Dirick van Lieshout, poorters der stad 's Bosch. (Zie oorkonde n° 254). 298a. 39 December 1579. Paspoort door Henry Heylman dit de Sart, ridder en kapitein eener compagnie Waalsche Infanterie van het regiment van Monseigneur de Haultepenne, kolonel, enz., te Engelen uitgereikt aan Jan Jansen van Engelen. 299. 29 December 1579. Schepenen van Mill verklaren, dat ten hunnen overstaan Derick Peter Reynenzoon en Mette, zijne huisvrouw, aan Jan Reynen, Joerden Peters, Jan Gerit Claeszn, Reyn Janszn, Maerten Franszn, Jan Wyffers Janszn en Roelof Arntz, als schepenen van Mill en aan Arnd Dericks en Wyllem Martens als heemraden in het Hollanderbroek, recht van aflossing hebben verleend van eenen erfschepenbrief van Mill van drie malder rogge, welke Schepenen en Heemraden voornoemd in hunnen nood tegen geld verleend hadden aan Derick Peterszn en Mette, zijne huisvrouw voornoemd. 30Qa 19 Januari 1580. Brief van Henry Heylman, dit de Sart, kommandant van de schans te Engelen. (Zie oorkonde n° 298). gQI 21 April 1580. Ricardus Rubbens, als daartoe voor Schepenen van Hedel gemachtigd door Jacobus Sanders van Os als man van Elsbene, dochter van Henrick de Heusch, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch huis, erf plaats, brouwhuis en poort, gelegen aldaar op den Papenhuls tus'schen den Heerenkelder en twee huizen van den Deken en het Kapittel der Collegiale Kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch Hinthamerstraatwaarts aan de eene zijde en het erf van Franciscus Bogart, zoon van Lambertus Bogart, Diezewaarts aan de andere zijde, welke voorschreven goederen Roelof van Eyck en Joost van Berckel als gemachtigden van Philips van Borgingen, heer van Ammervael, als man van Margaretha van Edingen, dochter van Hercules van Edingen en Theodorica, dochter van Gerlach de Roover, den 2 September 1555 verkocht hadden aan genoemden Henrick de Heusch, zoon van Arnold de Heusch, - aan Everard van de Water Janszoon, als man van Elisabeth, dochter van meergenoemden Henrick de Heusch. Hierover waren als schepenen Paulus Wynants en Godeindus van Vlierden. Zie mijne Voorname Bossche huizen II p. 505. 301a (bis). 8 Juli 1580 Maria, weduwe van Laureyns Posz genaamd van Lent, in leven beeldhouwer, geboren te 's Bosch en overleden te Frankfort aan de Main, vraagt aan de Regeering van eerstgemelde stad om raad hoe te handelen met de erfenis, die haar genoemde man verkregen had en met de nalatenschappen harer ouders. (In het Duitsch). 302a. 11 Juli 1580. Burgemeester, Rechter en Raden der stad Linz in Oostenrijk verzoeken aan de Magistraat van 's Bosch, dat aan Maria, burgeres van Linz en weduwe van Lorenz Possen, beeldhouwer te 's Bosch, alsmede aan hun kind, de nalatenschap van genoemden Possen zal worden uitgekeerd. (Zie de vorige oorkonde). 303. 16 December 1580. De Jurati en Judices pupillorum Baroniae in Pamella verklaren, dat ten hunnen overstaan Joannes en Philippus, zonen van Petrus de Mets, Joannes Valcke, als zijnde van wege zijne vrouw Pauline Petrusdochter de Mets erfgenaam; Marianne Petrusdochter de Mets weduwe van Andrée de Cordier en Marianna, dochter van Joannes de Clercq en Barbara Petrusdochter de Mets, deze met machtiging van haren man Jacob van Cuenebrouck, allen ingezetenen en burgers van Pamelle, bisdom Gent en germani fratres et sorores alsmede testamentaire erfgenamen van den Zeer Eerwaarden Heer Laurentius Petruszoon de Mets zaliger gedachtenis, in leven bisschop van 's Hertogenbosch, volmacht gegeven hebben aan Anthonius Wouterszoon van Heeswijck en Meester Martines Waget, kapelaan van genoemden bisschop, om diens nalatenschap, hun bij zijn testament vermaakt, in bezit te nemen. 304a. 11 Januari 1581. Verklaring van Jan Heymans, secretaris van Grave, dat Claes Michiels aan die stad heeft overgegeven eene missive der stad Heusden. 305a. 23 Maart 1581. Adolf, Graaf van Neuwenaar, Meurs en Limburg, heer van Bedbur, Alpen, Weerdt, Altena, enz., bepaalt 1° naar aanleiding der vele misdrijven, welke in zijn land van Altena gepleegd worden, dat elke schout in zijn dorp of territoir de macht zal hebben alle boosdoeners te denuncieeren, aan te tasten en aan te houden, en om dezen voorts binnen de 24 uren aan zijnen drossaard of diens stadhouder over te leveren; 2° dat vermits de procedures, welke aldaar over dijkzaken voor zijnen dijkgraaf en heemraden gevoerd worden, verward geschieden, dat voortaan de gerechtsdagen op eene geschikte plaats zullen gehouden en van al het daar verhandelde procesverbaal zal opgemaakt worden; 3° dat vermits de dijkgraaf de heemraden met groote kosten moet schadeloos stellen, dat zij, die voor den dijkgraaf iemand in rechten willen aanspreken, den dijkgraaf daarvoor zijne gerechtigheid in gereed geld zullen voldoen» behoudens hun verhaal op de tegenpartij, enz. S0Ö 20 Mei 1581. Ghijsbert, zoon van wijlen Jacop van Uden en Jan Willemszoon als weduwnaar van Maryken, dochter van Jacop van Uden voornoemd, zoo voor zich en met Mr Henrick Willemszoon en Henrick Henrickszn, bakker, als voogden over de minderjarige kinderen van Jan Willemszoon en Maryken voorzegd, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Roelof, zoon van Arnt Vastaerts, een stuk bouwland, genaamd de Vlashof, gelegen in de parochie van Boxtel tusschen de gemeene straat en het erf van voornoemden kooper eenerzijds en tusschen het erf van Robbert van Malsen anderzijds. Hierover waren als schepenen Willem die Borchgreve en Jacob van der Cammen. g07a. 6' Maart 1582. Conclusie genomen voor Schepenen van 's Bosch door de Jonkers Nicolaes en Willem van Boshuysen, gebroeders, in de procedure, door hen ingesteld tegen Jan van Duynhoven, wonende te Rixtel, om hun te betalen eene roggepacht, die in 1358 voor Schepenen van 's Bosch gevestigd werd op goederen, gelegen te Rixtel en toen toebehoorende aan Arnd van Heesbeen, zijnde die rente op hen vererfd van hunnen vader Willem van Boshuysen Rutgerszn. 308a. 7 November 1582. Jacob Franszoon Beyhaert als man van Peterken, dochter van Peter Peterszoon van Antwerpen genaamd Mickarts en Christina, dochter van Jan Gerards, alsmede Adam van de Laer in diens hoedanigheid van curator over de twee minderjarige kinderen van genoemde echtelieden van Antwerpen verkoopen den Vernoijenkamp onder Maren en het Hoogkijfkampke in de Putten te Empel gelegen. 309. 20 November 1582. Schepenen, Gezworenen, Raadslieden en Dekens van de Ambachten, representeerende de drie leden der stad 's Bosch, ordonneeren ten verzoeke van de Dekens, Gezworenen en Gemeene gezellen van het Molders- en Olieslagersambacht in die stad, na verhoor van de uit hun midden benoemde commissarissen Mr Dierick van Vechel, gezworene, Arnt van Broegel, raadsheer, Claes van Os en Peeter Govartszn, dekens van de Ambachten, dat zij, die van buiten de stad komen en daarin het molders- en olieslagersambacht willen uitoefenen eerst van hetgeen zij dienaangaande geleerd hebben bewijs moeten leveren aan de Dekens en Keurmeesters van dat ambacht en wel op de wijze als zulks bij deze ordonnantie is bepaald. 310a. 21 Januari 1583. Brief van W. van Emmerick, secretaris van den Bosch. 311a. 1 Januari 1584. Brief door van Kelst, bevelhebber te Gemert, geschreven aan Johan Ratsche, luitenant van de Compagnie Lanciers van den Heer van Helmond. 312. 8 Mei 1584. Arnoldus van Beeck Jacobszoon verbindt zich voor Schepenen van 's Bosch met onderzetting van een huis, erf, ledige plaats, achterhuis en huisje, staande en gelegen aldaar aan de Hinthamerstraat tusschen het huis van Mc Maarten Moons ex uno en het huis van Jan de Mooi, bakker en het Gruitstraatje ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot een vrouwengasthuis (Brantsgasthuis), aan Anna, dochter van Leonius Janszn van Hedel en weduwe van Adrianus Lucaszn en aan Maria, dochter van Jan, den zoon van Petrus, den zoon van genoemden Leonius van Hedel, te betalen de som van 130 Car. guldens wegens den verkoop van gezegd huis. Hierover waren als schepenen Roelof Aertszn en Herman van Huemen. 313. 25 Juni 1584. Alzoo Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het Land van Brabant, aan Elizabeth, dochter van jan Hoze en weduwe van Jacop Grootart, tot haren tocht en aan hare beide kinderen ten erfrecht op 21 Juni 1572 hadden verkocht eene erfrente, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Dierick, zoon van wijlen Tacop Grootart en wijlen Elizabeth, voor zich en als zich sterk makende voor Jacop Moers, man van Jaecxken, dochter alsvoren voorschreven erfrente verkocht aan Rutger, zoon van wijlen Hennck Rutten, den messemaker. Hierover waren als schepenen Jacop van der Cammen en Herman van Huemen. (Zie oorkonde n° 282). g|4 7 December 1585. De Baad van Brabant te Brussel verklaart Gevaert van Doerne in zijn verzoek tot indemniteit voor zijne gevangenhouding en remboursement van de door hem te dier zake gedane verschotten, door hem ingediend in zijne procedure tegen de gemeente Son en Breugel, niet-ontvankelijk. 315a. 4 Juli 1586. Brief van Philips Graaf van Hohenlo uit Zalt-Bommel geschreven aan Mons. Iselsteyn, gouverneur van Heusden, houdende diens vriendhlijck begheeren, dat de oudste compagnien aldaar uit de stad naar het bolwerk achter 't Casteel verlegd en ƒ enige nieuw aangeworven compagnien in de stad gelegerd worden. gjg_ 22 September 1586. Michiel Piggen schrijft uit Breda aan Symon van den Werve te Brussel, dat hij zich verheugt, dat deze na het overgaan van Antwerpen nog in leven is, alsmede dat hij dezen tot het bekomen van geld noch hulp noch raad kan geven. 18 April 1587. Jan en Wouter, zonen van Mr Wouter van Achelen, doctor in de beide rechten en raad der stad 's Bosch en van diens eerste vrouw Elisabeth, dochter van Dirck Artssen den oude; Anthomus, zoon van Dirck de Raet, als man van Francisca en Mr Zeger Haedriaenszn, schepen van 's Bosch, als man van Aleid, zijnde deze en genoemde Francisca dochters van genoemden Mr Wouter van Achelen en Elisabeth, genoemde mannen zoo voor zich en als zich sterk makende voor Gerard en Mr Roland, uitlandige zonen van laatst genoemde echtelieden van Achelen en voor Dirck, zoon van Lambert, ook zoon van laatstgenoemde echtelieden, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus Sonmans den jonge ten behoeve van Maria, dochter van Mr Henrick de Bye, apotheker en weduwe van Johannes Michielszn, de helft van eene geheele grondrente, die Mr Petrus Sonmans aan genoemden Lambert, Jan en Wouter, zonen van Mr Wouter van Achelen en Elisabeth, aan Mr Zeger Adriaenszn, aan Anthonius de Raet, beide laatsten als mannen hunner genoemde vrouwen, en aan Gerard en Mr Roland voornoemd 3 Febr. 1578 verleend had uit een huis met erf en achterhuis, staande in de Vughterstraat te 's Bosch tusschen het huis van Maria weduwe van Johannes Willemszoon en hare kinderen eenerzijds en dat van Johannes van de Laer, genaamd de Ploeg, anderzijds, tot wëlk huis nog behoorde het recht van gebruik van eene steenen brug, gelegen over het daarbij gelegen water en dat van eene steeg, aldaar gelegen over het water en loopende naar het klooster der Kruisbroeders te 's Bosch. Hierover waren als schepenen Johannes Heym en Willem van Reys. 3!8a. 15 November 1580 — 24 Juni 1587. Twee brieven van Gio. Brugmangno, een over de teruggaaf van een paard, ontnomen aan een zijner soldaten door eenen inwoner van den Bosch, en de ander over den overtocht van den vijand te Lith en over de gezindheid der Gravenaars. 319a. 2 Juli 1587. Brief, door Jacques de Gryse uit Geertruidenberg geschreven aan den luitenant-generaal Graaf van Hohenlohe. 320. 20 Augustus 1587. Cornelia weduwe van Jacob, zoon van Gerard Jacopszoon, molenaar, doet voor Schepenen van 's Bosch ten behoeve harer kinderen Gerard, Adriaan en Henrick, voor wie optraden hunne voogden Cornelis Janszoon de Ridder en Johannes Henrickszoon, afstand van haar vruchtgebruik op eene grondrente, gaande uit land, gelegen te Rosmalen, ter plaatse genaamd op te buenre, nabij het land van de kerk aldaar. Hierover waren als schepenen Arnoldus van Broegel en Willem van Reys. 32[ 17 November 1587. Willem, zoon van Jan Reynerszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Boudewijn, zoon van Lambert Thyszoon, tee an , geleden in de parochie van Boxtel onder het gebied van Liempde plaatse genaamd int smaeldtr. Hierover waren als schepenen Johannes van Campen en Everard die Borchgrave. g 0£J 2 Maart 1588. Zoenbrief, verleden in de kerk te Leende ten overstaan van Peter Vriesen, Peter Bax en Andries Zwuesten, schepenen van Heeze en Leende. S8 September 1588. Burgemeesters, Schepenen en Raad der Stad Antwerpen verklaren, dat ten hunnen overstaan Jonker Jacob de Gocken Margne van der Cammen geld hebben opgenomen van Hans Baten koopman te Hamburg en daarvoor hebben verbonden, eerstgenoemde ÏunnTr: eene grondrente, gaande uit den Grooten Tiend, genaamd de Tiend van Stiphout, toekomende aan de erfgenamen van den oude Willem van Taterbeke en door eerstgenoemde hunner 1 Augustus 1579 verkregen^ van Jonker Jan van Wittenhorst, heer van Horst en diens echtgenoote ïJrgaretha ; eene geldrente ten laste der stad Antwerpen en voorts zijne heerlijkheid Wolfswinkel; laatstgenoemde hunner eenige geldrenten. 26" October 1588. Henrica, dochter van Herbert Direckszoon van den Hoevel, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Godefridus, zoon van Paulus den zoon van Henrick 's Heeren van Lieshout, eene grondrente die Arnoldus van Berckt Arnolduszoon als man van Johanna, doch e van Maurits Happen, 27 Maart 1584 verleend had aa" gen0em e verkoopster uit eenen akker, gelegen in de parochie van Son ter plaatse genaamd Boeckt tusschen de gemeene straat en het erf van tlns Thielmans, alsmede uit den Boerenbeemd, gelegen in de parochie van Son tusschen het erf van het klooster van Hooydonk en dat van genoemden Arnoldus van Berckt. Hierover waren als schepenen Johannes van der Stegen en Goijard van Engelan . Hierbij nog eene «elfde schepen.kte, waarbij genoemde verkoopster J^noemden koop,, verkoop, eene grondren.e, haar verleend door denzelfde 18 Februari 1580 zoo uit eene bouwhoeve, gelegen in de parochie van Son ter plaatse genaamd Esp tusschen het erf van Dirck Herbertszoon en dat der erven van Thomas Matheuszoon, als uit den Boerenbeemd, gelegen in dezelfde parochie tusschen het erf van het klooster van Hooydonk en dat der erven van Maurits Happen. Alsmede eene Bossche schepenakte van 16 April 1609, waarbij Erxsken, weduwe van Paulus, den zoon van wijlen Godefridus, den zoon van wijlen Paulus, den zoon van wijlen Henrick 's Heeren, laatstbedoelde grondrente als huwelijksmedegave geeft aan haren zoon Gysbert 's Heeren. En eene Bossche schepenakte van 11 November 1705, waarbij Guiliam van Breugel, burger van 's Bosch, de beide voorbedoelde grondrenten* verkoopt aan Mechteld van Ingen, woonachtig aldaar. 325. 11 Maart 1589. Sander, zoon van Gerard, den zoon van Johannes Mathyszoon, voor zich en ook nog met en benevens Petrus, zoon van genoemden Johannes Mathyszoon, in den naam en van wege de overige kinderen van genoemden Gerard, voor wie zij zich sterk maken, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Reinier, zoon van Lambert de Haze, zoo ten behoeve van dezen als van Mathys van der Meer, zoon van Reinier van der Meer, een huis met erf en plaats, staande te 's Bosch aan de Oude Dieze naast het erf van Johannes Monicx. Hierover waren als schepenen Nycolaus van Thulden en Godefridus van Engelant. 326a. 29 Maart i589. Koning Philips van Spanje, Hertog van Brabant, machtigt Jacop de Cock om een te Antwerpen staand huis, dat dezen gelegateerd was door diens moei Catharina de Cock, weduwe van Erasmus Schetz, heer van Grobbendonck, te verkoopen, belasten enz., mits hij stelle zekerheid voor de betaling eener grondrente. 327. 26' Juli 1589. Philips, Koning van Spanje, Hertog van Brabrant, enz, handhaaft de ingezetenen van Knegsel in het bezit van eenen vooraai d, gelegen voer de hiiyse van Knechsel, in welk bezit zij door die van Oerle waren gestoord. 9 328 13 October 1589. Goyard van Alphen, Ardt van Berckt, Joost Willemszoon, Michiel Floriszoon Lobri, Ardt Ruth tsheeren en Gysbert Dirckszoon, schepenen te Son, verklaren, dat ten hunnen overstaan Catharina, dochter van wijlen Anthonis Cornelis Schoeverszoon, aan haren broeder Cornelis, zoon van wijlen Anthonis Cornelis, verkocht heeft eene grondrente, gaande uit eene boerderij, gelegen te Breugel aan de Straat en door Nicolaa weduwe van Rutger Ardt Rutten daaruit op 9 Oct. 1570 verleend aan Willem Wouterszoon. 329 27 Januari 1590. Peter de Cort, secretaris der stad 's Bosch, als gemachtigde van Symon Laureynszoon, draagt voor Schepenen aldaar over aan Gijsbrecht van den Velde ten behoeve van Jan du Carme junior, koopman te Antwerpen, eene grondrente, welke Mr Cornelis Otto van Beeck als gemachtigde van Jan Beek, zoon van wijlen Jaspar Beek, had overgedragen aan genoemden Symon, den zoon van Laureyns Bartholomeuszoon en ging uit een huis met erf, toebehoorende aan Mathijs Back, den zoon van wijlen Willem Back en staande te s Bosch bij den Hoogen Steenweg tusschen een straatje eenerzijds en het erf, toebehoorende, eertijds aan Claes die Huesch, daarna aan Roelof de Bever, anderzijds. Hierover waren als schepenen Gerard van den Berch en Wouter Scellens. (Zie mijne Voorname Bossche huizen III p. 576). 330, 17 Maart 1590. Cornelis, zoon van Anthonis Corneliszoon en Margaretha, de dochter van Willem, den zoon van Wouter Lambertszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus, zoon van Jacob Johanneszn Goijartszoon, eene grondrente, gaande uit eene bouwhoeve, gelegen te Breugel ter plaatse genaamd de Straat, welke grondrente genoemde Willem, de zoon van Wouter Lambertszoon, den 19 October 1570 verkregen had van Nicolasina weduwe van Rutger, den zoon van Arnold Rutten, en daarna van Catharina, dochter van Anthonis Corneliszoon en Margaretha voornoemd, aan genoemden verkooper, haren broeder, was gekomen. Hierover waren als schepenen Gerard van den Berge en Wouter Scellens. (Zie oorkonde n° 328). 831. 2 Juni 1590. Zeger Adriaanszoon en Henrick de Hont, schepenen van s Bosch, geven vidimus van een brief, waarbij de Staten van Brabant op 15 September 1572 eene erfrente verleenden aan Elisabeth, dochter van wijlen Arnt Monicx. Hierna heeft ten hunnen overstaan Johannes de Moeije verklaard, dat hij dien brief zal bewaren zoo te zijnen behoeve als tot dien van Heer Johannes de Bever. 332. 13 September 1590. Hog. Kelders, officiaal van 's Bosch, maakt openbaar bekend, dat hij Johannes Berckmans, priester te Gemert, die twist heeft met en onrecht heeft aangedaan aan Johannes Hanschens, priester en rector van het O. L. V. Altaar in de kerk van Keek bij Aarle, over het celebreeren der Zondagsmis, voor zich gedagvaard heeft, doch dat deze niet voor hem heeft willen verschijnen, weshalve deze wederspannig is ; hij zegt hem alsnu aan, dat wanneer hij binnen zeven dagen geene gegronde redenen wil opgeven, waarom hij niet tot het celebreeren der Zondagsmis gehouden is, hij hem schorsen zal (d. i. verbieden om H. diensten te verrichten.) (Op de keerzijde staat de verklaring van den secretaris en notaris Hornkens, dat hij op 17 September 1590 voorschreven bevelschrift van den Officiaal van 's Bosch in het openbaar afgekondigd en aan Johannes Berckmans beteeken d heeft.) Hierbij nog een bevelschrift van genoetnden Officiaal van 12 October 1590, waarbij hij al de onder hem staande priesters, die het notaris- en tabellionambt uitoefenen, oproept om voor hem te verschijnen ten einde hen te overtuigen van de schuld van ge noemden Johannes Berckmans, die volgens hem de straf der suspensio heeft beloopen. De vergadering van bedoelde priesters bekrachtigt daarop in het openbaar die straf, waarna voorzegde Hornkens verklaart, dat hij op 22 October 1590 de suspensio a sacris aan Johannes Berckmans gefulmineerd heeft. 333a. 25 October 1590. Brief door F. van Bernuy van uit Breda geschreven aan Huges, secretaris van den Raad van State te den Haag. 334. 23 Februari 1591. Petrus, zoon van Jacob Johanneszoon Goyarts, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Cornelius, zoon van Arnold Kemp, den zoon van Cornelius, eene grondrente, gaande uit eene hofstede, gelegen te Breugel ter plaatse de Straet nabij het erf van Maria weduwe van Dirk Tempelaers, welke grondrente Cornelius, zoon van Anthonius Corneliszoon en Margaretha, de dochter van Willem, den zoon van Wonter Lambertszoon, den 17 Maart 1590 verkocht had aan genoemden verkooper. Hierover waren als schepenen Jeronimus Wynants en Arnoldus van Broegel. (Zie oorkonde n° 330). 335. 27 Maart 1591 Vermits Petrus, zoon van Symon van Hedel, verleend had aan Willem, zoon van Arnold Jacobszoon, eene grondrente uit een huis met erf, staande te Berlicum ter plaatse genaamd Beekveld, nabij het erf van het klooster van Berne, alsmede uit een paar andere erven te Berlicum gelegen, zooals blijkt uit schepenbrieven van 's Bosch van 7 Febr. 1540 en vermits daarna die grondrente bij scheiding en deeling was ten deel gevallen aan Maria, dochter van genoemden Willem en weduwe van Hubert Emontszoon, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch Reinier, zoon van Mathias den kleermaker (sartor), als man van Catharina, dochter van Hubert Emontszoon en Maria voornoemd en Petrus, zoon van Michiel Dierickszoon als man van Johanna, dochter van Johan Hubertszoon en Maria, de dochter van Willem, den zoon van Arnold Jacobszoon, welke Maria met Johan Hubertszoon in tweeden echt gehuwd was geweest, in tegenwoordigheid en met toestemming van Jan, zoon van Nicolaas, den zoon van Jan Willemszoon, als man van Adriana, dochter van Hubert en Maria meergenoemd, getuigd dat Joost, zoon van Henrick Peterszoon, eigenaar van voorschreven onroerend goed, de hun in gezegde grondrente toekomende helft afgelost heeft. Hierover waren als schepenen Jeronymus Wynants en Franciscus Henrickszoon van Gestel. 336. *7 April i590. Johanna en Elisabeth, dochters van Arnd de Raet, den zoon van Elias en Willem Adriaanszoon als man van Henrica, de dochter van genoemden Arnd de Raet, voor zich zeiven en alsnog gezegde Willem als gemachtigde, blijkens schepenbrieven der stad Hamburg, van Elias de Raet, zoon van denzelfden Arnd, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Heer Nicolaus Vuchts, priester en kanunnik der St. Janskerk aldaar, ten behoeve van Frans, den zoon van meergenoemden Arnd de Raet, vier vijfde gedeelten in eene grondrente, gaande uit de helft van eene hofdstede, gelegen te Oirschot ter plaatse genaamd de Vluet, welke grondrente Mr Henrick van Broeckhoven, zoon van Petrus, verleend had aan Mr Jacob Donck ten behoeve van de onmondige kinderen van den dikwerf genoemden Arnd de Raet. Hierover waren als schepenen Arnoldus van Broegel en Henrick de Hondt senior. (Zie oorkonde n° 291). 337. 8 April 1591. Cornelis, zoon van Arnold Kemp Corneliszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus van Asperen, zoon vanjohannes en weduwnaar van Johanna, dochter van Natalis de Louwe, ten tocht en aan zijne kinderen ten erfrecht eene grondrente, gaande uit eene boerderij, gelegen in de parochie van Breugel ter plaatse genaamd die Straet tusschen het erf van Maria weduwe van Dirck Templers eenerzijds en dat van Gerardus Melen anderzijds, welke rente genoemde Cornelis verkregen had van Petrus, den zoon van Jacob, den zoon van Johannes Goyartszn. Hierover waren als schepenen Jeronimus Wynants en Franciscus Henricxzn van Gestel. (Zie oorkonde n° 334). 338. 50 April i59i. Herbertus, de zoon van Joachim, den zoon van Godefridus van den Wyer en Catharina, de dochter van Herbertus, zoon van Henrick Brant, bontwerker, (pellifex) en zijn broeder Cornelius van den Wyer verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Catharina weduwe van Everardus Janszoon eene grondrente, gaande uit een huis met erf, staande te 's Bosch aan de Hinthamerstraat tusschen het erf van Daniël de Hesenscoer eenerzijds en een openbaar straatje anderzijds, welke grondrente Arnoldus van den Broeck, zoon van Arnoldus, bakker, 12 December 1446 verleend had aan Herbertus Brant, zoon van den pellifex Henrick Brant. Hierover waren als schepenen Hermanus van Heumen en Arnoldus Heym. 339. 18 Juli 1591. Philips, Koning van Spanje, als Hertog van Brabant, verleent aan Jacob en Dierck, zonen van wijlen Jacob Peterszoon van Grinsven, octrooi om als momboiren over Elsken, dochter van Claes, den broeder van Goijart, zoon van Ambrosius Kepkens, overleden te Geffen in April 1.1., de nalatenschap van dien Goijart onder beneficie van inventaris te aanvaarden. 340. 25 October 1591. Vermits Johannes, zoon van Rodolphus, den zoon van Jacobus, den zoon van Johannes Willemszoon, droogscheerder (rasorpannorum), den 28 Augustus 1560 aan Margaretha, dochter van Johannes Eeckers, de vrouw van Nicolaas Marceliszoon, had verleend eene grondrente uit een huis met erf, staande te 's Bosch aan die Boertsche straet tegenover de kapel van de H. Barbara, maagd en martelares, tusschen het erf van Johannes, den zoon van Rodolphus Ambrosiuszoon eenerzijds en dat van Jordanus Int Scaepshooft als vruchtgebruiker der nalatenschap van zijne vrouw anderzijds, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Jeronymus, zoon van Jeronymus Houbraken en Barbara, de dochter van Georgius van Straesborch den oude en Margaretha, de dochter van Johannes Eeckers, openlijk verklaard, dat Anna, weduwe van Johannes van Geldrop, als vruchtgebruikster van voorschreven huis met erf (contrapignora), hem voorbedoelde grondrente heeft afgelost, clamans inde quitos el penitus absölutos. Hierover waren als als schepenen Martinus Moins en Godefridus van Engelant. 7 Felruari 1592. Elisabeth, dochter van wijlen Aert Monicx, liet na eene erfrente ten laste van de Staten van Brabant, waarvan de helft erfde Hans de Moye, zoon van wijlen Nicolaes de Moye en Clara Endewijns, die ze overdroeg aan Jonker Jan de Eever Robbrechtszoon. Deze draagt ze daarop voor Schepenen van 's Bosch over aan H enrick, zoon van wijlen Jacob, den zoon van wijlen Henrick Hermanszn Vilts. Hierover waren als schepenen Herman Pelgrom en Jan van Brecht. 342. 13 November 1592. Seger Hanricx en Peter Janszn Steymans, schepenen der heerlijkheid Zeelst, verklaren dat te hunnen overstaan Willem Andrieszn als voogd . over de twee kinderen van Peter Jacops met Jan Blix als man van diens vrouw gerechtelijk gedeeld heeft verschillende onroerende goederen. 343. 10 November 1593. Vermits Elizabeth, dochter van zaliger Goyart van Vlierden Danielszoon en weduwe van Segher Claeszoon den tocht eener erfrente, den 15 December 1540 door de Regeering van 's Bosch verkocht aan Aleid, dochter van Goyart die Brouwer van Maren, begijn, en bij deeling toegescheiden aan genoemden Segher Claeszoon als man van Elizabeth voornoemd, had afgestaan aan Willem en Judith, kinderen van haar en haren genoemden man, zoo te hunnen behoeve als van hunne zusters Goyartken en Catharina, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch genoemde Willem en Judith, voor zich en als zich sterk makende voor hunne zusters Goyartken en Catharina, voorschreven erfrente verkocht aan Rumen Claessen van Linter, messenmaker. Hierover waren als schepenen Nicolaes van Thulden en Lambrecht Remmens. (Zie oorkonde n° 215). 344a. 12 Januari 1594. Brief van Prins Maurits van Oranje aan de Burgemeesters, Schepenen en Raden der stad Bergen op Zoom, dat zij te dragen hebben de kosten, gevallen op het transporteeren van troepen van die stad naar Zeeland. 345. 21 Januari 1594. Gregoris van der Meer en Reynder de Haze, schepenen van 's Bosch, geven vidimus van eenen brief, waarbij de Staten van Brabant 18 Juni 1568 eene erfrente verkoopen aan Joost van Ouwen Joostzoon. 346 21 Januari 1594. Catharijn, dochter van wijlen Jan Bacx en weduwe van Joost van Ouwen Joostzoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick Boudewijns, ten behoeve van Arnolda weduwe van Jan Elkens eene erfrente, die de Staten van Brabant den 28 Juni 1568 hadden verkocht aan genoemden Joost van Ouwen Joostzoon. Hier over waren als schepenen Gregoris van der Meer en Reijnder de Haze. 347. 21 Februari 1594. Johannes van der Stegen, raad van 's Bosch, zoon van Mr Johannes van der Stegen, ook raad van die stad, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Henrick van Gestel, eveneens raad van die stad, den zoon van Franciscus Henrickszoon, ten behoeve van Christina, weduwe van genoemden Franciscus Henrickszoon van Gestel, mede raad van die stad, als vruchtgebruikster en van de erven van laatstgenoemde als eigenaren eene erfrente ten laste der stad 's Bosch, welke deze op 4 Juni 1481 verleend had aan Wouter, zoon van Godfried de Jeger en die eerstgenoemde Johannes van der Stegen den 2 Maart 1585 gekocht had van Elisabeth weduwe van Godefridus Monicx. Hierover waren als schepenen Lambertus Remmens en Reynder de Haze. 348. 27 April 1594. Alzoo Matheus Wals Christiaanszoon, priester, wonende te Oisterwijk, aan Jonker Jacques de Cock had overhandigd eene som van 328 car. gulden, zoo heeft deze zich voor Schepenen van Oisterwijk verbonden hem te betalen 210 car. gulden van 20 stuiv. het stuk. Hierover waren als schepenen Wouter van Buerden Peterszoon en Wouter Henrick Bathen. 349a. 1 Hei 1594. Brief, door Arndt van Grunevelt van uit Hedel aan de Staten der provincie Utrecht geschreven, waarin hij hun onder anderen bericht, dat de Bosschenaren op St. Jansdag eene groote processie hadden gehouden, meenende, dat Z- Exc. bij Coevorden verslagen was, hetgeen echter door de sterke hand van God niet was geschied. 350. 15 Juli 1594. Willem, zoon van Godefridus Wouterszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Adrianus Wijnen een huis met erf en twee achterhuizen, genaamd de Blauwe handschoen, staande aldaar aan den Vughterdijk tusschen de beide poorten tusschen het erf van Petrus Heze eenerzijds en dat van den timmerman Pelgrom anderzijds en zich uitstrekkende van af de straat tot aan het water, welk huis genoemde Willem van Dirck die Gruyter gekocht had. Hierover waren als schepenen Godefridus van Vlierden en Reinier de Haze. 351. 26 Juli 1594. Bernardus, zoon van Johannes Ter Clocken, als man van Gertrudis, dochter van Simon, zoon van Johannes Aelbertszoon van Maren en Gertrudis, de dochter van Dirck van Vechel, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Arnold Henrickszoon van Zutphen eene grondrente, gaande uit een huis met erf en twee kamers, staande aldaar in de Karrestraat tusschen het huis van Egidius den kuiper eenerzijds en dat van Mechteld weduwe van Willem Weygerganx anderzijds, welke grondrente Jacobus van de Staek als man van Catharina, dochter van Henrick Noyts en met toestemming van Heer Willem Ilammeker, priester en Mr Gerard Selle van Herenthals als uitvoerders van den uitersten wil van Margaretha, weduwe van Johannes Rutten, had verkocht aan Dirck van Vechel Goijartszoon ten behoeve van diens zuster Sophia van Vechel, hebbende van die grondrente Johannes van Vechel, zoon van genoemden Dirck, den 18 Mei 1557 een vierde overgedragen aan Mr Goijart van Vechel Dirckszoon ten behoeve van Gertrudis, dochter van Dirck van Vechel en weduwe van Johannes van Maren Aelbertszoon, in vruchtgebruik en ten behoeve van de kinderen van genoemde Gertrudis en Johannes van Maren, haren eersten man, in eigendom en zijnde zij ten slotte bij deeling gekomen aan de echtelieden Bernardus en Gertrudis voonoemd. Hierover waren als schepenen Reynder de Haze en Rutger van Griensven. 352. 7 December 1594. Jan Michiels, Jan Verdonck, Remigius Janssen, Jan Peters, Andries Zwuesten, Peter Driessen en Jan Ruenens, schepenen van Heeze en Leende, verklaren, dat te hunnen overstaan Yewen Jan Bloijssen zoon als man van Elisabeth, dochter van Marten Daem Pompen, verklaard heeft, dat hij met Adam, zoon van Marten voornoemd en diens tweede huisvrouw Jenneken, gedeeld heeft de nalatenschap van wijlen Marten meergenoemd, doch, zooals in deze akte staat omschreven, onder voorwaarde, dat zij zullen onderhouden Lysken, de weduwe van Marten Pompen, dikwerf genoemd en betalen hetgeen verschuldigd is aan Meester Gherit van Lierop, aan de ingezetenen van Leende en aan Henrick Pompen, hunnen oom. 353a 23 Februari 1Z95. Drie brieven van Gijsbertus Masius, bisschop van den Bosch. 314. 1 Maart 1595. Alzoe d'eerweerdige broderscap van onsz liever vrouwen, geerigeert in der kercke van Sint Jans Evangelisten binnen deeszer stadt van 's hertogenbossche, in den jaere 15 hondert een ende tnegentich lestleden tot hen waerts weder heeft genomen alle alsulcke coren ofte rogpachten als beset, gemaect ende geordineert sijn geweest totter spijnden, die die voirs. broederscap uuyt oirsaecke van seeckere fundatiën, by versceyden personen gefundeert, gehouden was te doene, welcke voirs. pachten diversche jaren bij den tafele van den heyligen geest, naevolgende de conventie metter talele gemaect, sijn ontfangen omme de spijnden dair voer te doene. Ende alsoo nu bevonden wort ofte vele van de voirs. corenpachten van verscheyden jaeren ten achteren ende onbetaelt te staan ende omme tot betalingen deser gescapen soude wesen lange processen te moeten sustineren, omme dwelck te verhueden soe eest, dat de Heeren Proosten ende gemeyn mede broederen der voirs. broederscappe in notabelen getale vergadert sijnde met gemeynnen ende eendrachtigen advyse ende gevolge gecommiteert hebben ende committeren mits desen, neffens den tegenwoordigen proesten, Goijverden van Vlierden, meester Marten Moins, Mr Dierken van Vechel ende Aerden van Brogel, gesworen broederen der voirs. broederscappe, omme by denselven oft tmeestendeel van dyen in den naemen ende van wegen der voirs. broederscappe van de achterstelle der corenpachten voirs., die die broederscappe jaerlicx is heffende, metten debiteuren ende gelders derselven ofte anderen sulx aengaende int minnelijck te veraccorderen, denselven achterstellen ende faulten daeraf onbetaelt staende te liquideren, mcdereeren ende redelicke quitsceldinge nae gelegentheyt der saecke daer aff doen, soe tselve gevuechelijxste sal connen gescieden. Gelovende de voirs. broederscappe inne goeder trouwen altijt vast, stedich ende van werden te houden allen tgene ende soe wes by den voirs. gecommitteerden m sgeens voirs. is gehandelt, gedaen ende voorts gekeert sal werden. Des t' oirconde hebben wy den zegel der voirs. broederscappen hieraen doen hangen. Gegeven den iersten dach der maend meert anno 15 hondert vijfif ende tnegentich. Hieronder hangt een langwerpig zegel in roode was, waarop afgedrukt staat de H. Moeder Gods met het kindje Jezus op den arm in eene nis met baldekijn daarboven en met het volgend randschrift: Sigillum Commune presbiterorum clericorum confraternitatis nostrae Dominae ïllustr. 355_ 9 Mei i595. Nicolaus Janszn als man van Petronella, dochter van Petrus, den zoon van Johannes Corneliszoon en eerder weduwe van Johannes Adams, voor zich en als zich sterk makende voor hare kinderen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Petrus, zoon \ an Jacob Filters en Catharina, de dochter van Johannes Corneliszoon, ten behoeve van hem en van Johannes en Maria, ook kinderen van genoemden Jacob Filters en Catharina, een achtste gedeelte eener grondrente, gaande uit twee derden van een huis met erf, staande aan de Zadelstraat ie 's Bosch tusschen het huis van Willem die Becker eenerzijds en dat van Henrick die Cuyper anderzijds, door Henrick en Willem, zonen van Henrick Goetkijndt, geërfd van Luytgardis, hunne moeder en echtgenoote van laatstgenoemden Goetkijndt, hebbende Mathijs, zoon van Johannes van Vladeracken, den 28 Juli 1503 deze rente in haar geheel verkocht aan Katharina weduwe van Cornelis Roelofszn. Hierover waren als schepenen Everardus de Borchgrave en Petrus Pelgrom. Hierbij eene akte van 8 April 1598, waarbij voor Arnoldus van Broegel en Godefridus van Engelant, schepenen van 's Bosch, Johannes, zoQn van Jacob Henrickszn 't Filters en Henricus Lambertszn, als man van Maria, dochter van laatstgenoemden Filters, twee derden in voorschreven grondrente verkoopen aan Petrus, zoon van Jacob Henrickszn 't Filters. (Zie oorkonde n° 149). 356. 27 Mei 1595. Jan, zoon van wijlen Jacop Goossens, als man van Margriet, dochter van Peter die Smit en Mariken, de dochter van Peter Dierckszn Celen en Barbara de Lou, de dochter van Hubert de Louwe, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick, zoon van Wouter Boudewyns, als zijnde een der momboiren over de onmondige kinderen van Henrick Eelkens Janszoon en Anna, de dochter van Henrick de Hont, eene grondrente, gaande uit eene nieuwe steenen brug met een nieuw huis, daarop gebouwd en een groot stuk erf, daaraan gelegen, geheeten den Jongen Schut bogart, gelegen te 's Bosch buiten de H. Kruispoort in de Vughterstraat tusschen het erf der erfgenamen van wijlen Heer Aerd Pels eenerzijds en de stadsmuren anderzijds, welke grondrente Jan Janssen, timmerman, erfelijk opgedragen had aan mr Gerard de Luwe, priester en beneficiaat der kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch en waarvan Jan, de zoon van Jacop Goossens, voornoemd als man van Margriet bij opdracht de helft verkregen had van Goyard, zoon van wijlen Henrick de Kempenaer, als man van Peterken, dochter van Peter de Smit Dionyszn. Hierover waren als schepenen Goyart van Engelant en Everard die Borchgrave. 357. 29 December 1595. Voor Dirck van Vechel en Henrick Franszoon van Gestel, schepenen van 's Bosch, geeft Heer Bernard van Merode, heer van Grambais, Asten enz.; als man van Catharina, dochter van wijlen Jonker Henrick van Brederode en Margaretha, volmacht aan Arnd van Vladeracken om te verkoopen de goederen door hem geërfd van Heer Gerard van Vladeracken, waaronder een deel in het huis de Moriaan op de Markt te 's Bosch. (Zie mijne Voorname Bossche huizen III p. 393). 358. 1 Maart 1596. Prelaten, Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het land van Brabant, verkoopen eene erfrente aan Peeterken, dochter van Henrick Suyskens. 359a. 12 Oclober 1596. Wouter Janszn Heeren geeft aan Marten Janszn Keteler kwitantie voor de kooppenningen van eenen halven kamp land, gelegen te Maren. 360. 16 September 1596. Testament, op de slaapkamer van de woning van Petrus van Hees Artszoon, secretaris der stad 's Bosch en openbaar notaris, staande aan de Postelstraat aldaar, ten overstaan van dien notaris in tegenwoordigheid van Arnd Kuysten Franchoyszoon, bierbrouwer en Corstiaan van Reeck Artszoon, wollenlakenkooper, burgers van 's Bosch, gemaakt door Engelken, dochter van wijlen Gregoris van Eerssel en weduwe van Adriaan, zoon van Embrecht de Greve, inwoonster van 's Bosch. Zij vermaakte daarbij verscheidene legaten. 361. 16 December 1596. Gielis Goossenszoon van der Borcht en Adriaan Peter Peynenborch, schepenen van Oisterwijk, getuigen, dat vermits de Gezworenen, Kerkmeesters, H. Geestmeesters en gemeene ingezetenen van het het dorp Haaren bij Oisterwijk een verzoekschrift hadden ingediend aan den President en Leden van de Rekenkamer des Konings te Brussel, inhoudende hoe dat zy overmidts die langhduerighe lasten van onderhoudt van souldaten, uuytteringhe ende beroovinghe ende andere soe seer belast sijn geweest, dat hen den noot gedrongen heeft opt te nemen groote sommen van penningen, daervoir sy jaerlijcx groote interesten geloift hebben te betaelen boven de dagelycxe opcomende lasten, deweleke soe groot ende swaer val/en, dat hun nyet mogelijck en waei e de voirs. oude lasten te betalen ende de nyeuwe te continueren ende daerop sy in den Rade van Brabant gewonnen hadden open brieven van octroye, uuyt craehte van de weleken sy luyden vercochi hadden tsestieh bunderen van hender gemeynten, maer dat de voirsr. tsestieh bunderen int vereoopen soe vele nyet uuytgebrocht hadden zulex dat sy supplianten metten penningen, daeraff geeomen, in verre nae nyet en eunnen vervullen de voirsr. lasten en de tachterheden, behalven alsnoeh de lasten, schaden ende pileringhe by heil geleden na dato van voirs. octroye ende vercoopinghe ende dat sy daarduere heur credit verloren hebben om enighe penningen voirder op interest op te lichten om de voirgaende lasten te verminderen ende dat zy, supplianten, in desen heuren uuyttersten noot nyet en weeten noch en hebben aen te wenden dan hunne voirsr. gemeynte, en daarop van voorschreven Rekenkamer machtiging bekomen hadden om van hunne gemeente nog tweehonderd bunders te verkoopen, Anthonis Embert Peynenborch en Aert Claeszoon van Vucht, oudburgemeesters of gezworenen van het dorp, Adriaen Corneliszoon de Laet, oud-kerkmeester, Jan Janszoon de Cort en Wouter Wouter Brockenzoon, oude-Heilige Geestmeesters van het dorp Haaren voornoemd, als optredende voor dat geheele dorp, met goedvinden van de gemeene ingezetenen en naburen van hetzelve, na voorafgaande Zondagsche kerkgeboden of proclamatiën ten hoogste voor alle man en met uitgang van brandende kaarsen, te hunnen overstaan aan Goijard, zoon van wijlen Henrick Francken, verkocht hebben vier loopens zaad en zes en dertig roeden land van hunne gemeente, gelegen te Berkel ter plaatse genaamd de Creyten heide. Item, waarbij dezelfden aan denzelfde verkoopen drie loopens zaad en vijf en veertig roeden land van hunne gemeente, gelegen alsvoren. 362. 5 Maart 4597. Vermits Peter, zoon van Anthonis van den Wiel als man van Elisabeth en Frans Walravens als man van Sophia, dochters van Lambert van den Hezeacker en Gijsbertken, diens eerste vrouw, dochter van wijlen Goyaert van Middegael, twee vierde gedeelten en nog de helft van een vierde gedeelte in eenen kamp weiland, gelegen in de parochie van Empel ter plaatse genaamd de Korte Beemden bij de plaats, geheeten het Kwade stuk, nabij den dijk, geheeten den Zeegdijk, tusschen de erven van Jan van der Stegen, zoon van Mr Goessen van der Stegen aan de eene zijde en die der weduwe van Jonker Aert van Raveschot en diens kinderen aan de andere zijde, zich uitstrekkende van het erf van Peter, zoon van Aert Goitscalx en meer anderen tot den voorschreven Zeegdijk, verkocht hadden aan Peter, zoon van wijlen Peter Mickarts genaamd van Antwerpen en vermits daarna Engelken, dochter van wijlen genoemden Peter van Antwerpen, (zoon van wijlen Peter van Antwerpen Peterszoon genaamd Mickarts) en Christina, alsmede Jacop, zoon van wijlen Franchoys Beyhart en weduwnaar van Petronella, dochter van Peter en Christina voornoemd, voor hun zeiven en alsnog genoemde Jacop Beyhart als zich sterk makende voor zijne kinderen, door hem verwekt bij zijne genoemde vrouw, ingevolge een accoord tusschen hen en Arnolda weduwe van Jan Henrickszoon Eelkens, koopman in lijnwaad, aangegaan betreffende twee derde gedeelten, wezende het part van genoemde Engelken en Jacop, alsmede van diens kinderen in gemeld gedeelte van voorschreven stuk weiland, — die twee derde gedeelten verkocht hadden aan Wouter, zoon van genoemden Jan Eelkens ten behoeve van diens moeder Arnolda weduwe van dezen Jan Eelkens, en vermits daarna genoemde Wouter Eelkens namens zijne moeder aan meergenoemde Engelken en Jacop Beyhart beloofd had, dat dezen voorschreven twee derde gedeelten ten allen tijde zouden mogen terugkoopen, zooals blijkt uit schepenbrieven van 's Bosch, zoo heeft voor Schepenen van die stad Peter, zoon van genoemden wijlen Peter van Antwerpen alias Mickarts en Christina, het overblijvende een derde gedeelte in meergemelde gedeelten van het weiland verkocht aan genoemden Wouter Eelkens ten behoeve van diens moeder Arnolda. Hierover waren als schepenen Philips van Brecht en Willem Oliviers. (Zie oorkonde n° 292). 363. 28 Maart i591. Alzoo Peter, zoon van wijlen Mathijs Buekentop en Peter, zoon van wijlen Goijart Adriaens, als voogden over de onmondige kinderen van Jan Rut Geritszoon en Yken, dochter van Peter Diericx, hadden verkocht aan Zeger, zoon van Peter Vuchts, eene hofstede, staande te Maren ter plaatse genoemd de Wyld tusschen de erfenis der erfgenamen Symon Loijen boven naast en Jonker Joost van Vladeracken beneden naast en zich uitstrekkende van af de gemeene straat tot aan de Kleine Maas, met last om daaruit grondrenten te vergelden aan de St. Anthonis kapel te "s Bosch, aan Jonker Jan van Herwynen, aan de Guldbroeders van Sint Odera te Alem en aan Goossen van der Stegen, alles uitwijzens schepenbrieven van 's Bosch van 17 Aug. 1576, zoo heeft voor Schepenen van die stad Ariken weduwe van voornoemden Zeger Vuchts voor haar zelve en als zich sterk makende voor Peter, hunnen onmondigen zoon, voorschreven hofstede, waarvan het huis thans weggeruimd is, verkocht aan Jacop Henrickszoon Verstegen als man van Jenneken, dochter van Jan Rut Geritszoon en Ylcen voornoemd. Hierover waren als schepenen Mathijs van der Meer en Henrick van Horenbeeck. 364a. 15 April 1597. Brief van C. van Aerssen, griffier der Staten Generaal, geschreven van uit Princenhage. 365. 11 Juni 1597. Peter, zoon van Jan Peterszoon de Weyer, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Jan, zoon van wijlen Joachim Marceliszoon, schoenmaker, een huis met erf, tuin en drie kamers, aan elkaar gelegen aldaar tusschen de beide poorten bij de St. Corneliskapel tegenover het huis de Valck en tusschen het erf van Arnt Hammaker eenerzijds en tusschen de erven van Mathijs, Willem en Henrick Gecx anderzijds, zijnde het verkochte door den verkooper den 12 Augustus 1593 gekocht van Margaretha, dochter van wijlen Willem, den zoon van wijlen Willem van Meijlsfoirt, en weduwe van Lonis Hermanszoon van Wijck, en gaande daaruit o.a. eene grondrente aan Josyne, dochter van Everart van de Water den oude. Hierover waren als schepenen Rutger van Griensven en Henrick van Horenbeeck. 366. 27 Juni 1597. Geertruid Sterck weduwe van Lambrecht, zoon van Dierck Aertszoon, doet voor Schepenen van 's Bosch afstand van tocht op eene ten laste der Staten van Brabant zijnde erfrente ten behoeve van de kinderen, gesproten uit haar huwelijk met voornoemden man, te weten Dierck en Lambrecht. Hierover waren als schepenen Goyart Loeff en Ghysbert van der Stegen. 367. 27 Juni 1597. Dierck, zoon van Lambrecht, den zoon van Dierck Aertszoon, en Geertruid Sterck, voor zich en als zich sterk makende voor zijnen broeder Lambrecht, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Wouter, zoon van wijlen Jan Eelkens, in leven koopman in lijnwaad, eene erfrente, den 25 April 1564 door de Staten van Brabant verleend aan zijnen genoemden vader, haddende zijne moeder te voren afstand gedaan van haar vruchtgebruik op die rente ten behoeve harer beide voormelde zonen. Hierover waren als schepenen Goyart Loeff en Gysbert van der Stegen. (Zie de vorige oorkonde). 338a. 8 Juli 4597. Philips II, Koning van Spanje, als Hertog van Brabant, geeft vidimus van het charter, waarbij Hertog Jan van Brabant den 16 April 1396 aan de goede luyden van Haaren uitgaf de gemeente. 369. 20 Augustus 1597. De Officiaal van het Bisdom 's Bosch gelast op de klacht van Heer Johannes Everardszoon Schovers, priester en pastoor of perpetueel vicaris van de parochiale kerk van Tongelre, aan na te melden tiendpachters de grondrente, gaande uit de tienden van den Rector dier kerk, welke grondrente aan den perpetueelen vicaris van dezelve indertijd verleend was doch welke de pachters van die tienden niet wilden uitkeeren op grond, dat Heer Egidius Dielenus, cantor van de Collegiale kerk van St. Catharina te Eindhoven en pretens rector van gezegde parochiale kerk van Tongelre, hun die zoude verpacht hebben zonder melding te maken van gezegde grondrente, dezelve alsnog uit te keeren. 370a. 25 Augustus 4597. Twee attestaties van Jacobus Basilius Junior, predikant te Bergen op Zoom. 37^a 47 September 1597. Brief, door Tomas de Wyngarde van uit het fort St. Andries geschreven, om te zenden vier „petyttes pieres", welke zich op het fort Crèvecceur bevinden. 372 16 Februari 1598. Mr Jan van Straesborch, zoon van wijlen Joris van Straesborch en Margriet, dochter van wijlen Jan Eeckers en weduwe van Nicolaes Marcelissen, verklaart voor Schepenen van 's Bosch, dat Anneken weduwe van Jan Dirckszoon van Geldrop aan hem heeft afgelost eene grondrente, gaande uit een huis met tuin, staande in de Boertsche straat te 's Bosch tegenover de Kapel van St. Barbara, maagd en martelares, welke rente Jan, zoon van wijlen Roelof, den zoon van wijlen Jacop Jan Willemszoon, droogscheerder, den 28 Augustus 1560 daaruit had verleend aan Margriet, dochter van wijlen Jan Eeckers en echtgenoote van Nicolaes Marcelissen. Hierover waren als schepenen Claes van Tulden en Peter Pelgrom. (Zie oorkonde n° 340). 373a. 20 April 1598. Philips, Koning van Spanje, als Hertog van Brabant, gelast ten verzoeke van Henrick Noppen als gemachtigde van Jan Debouth, dezen als man van Heylwich, van Gielis Bormans, koopman als man van Beatrix en van Dierck Kneff den jonge als man van Elisabeth, allen dochters van wijlen Gijsbrecht Robben, den eersten deurwaarder om te dagvaarden de schepenen, burgemeesters en andere regeerders van Helmond, Eindhoven, Hilvarenbeek, Oss, Oisterwijk en alle andere gemeenten, die hunne zegels aan na te melden rentebrief hebben doen hangen, om te verschijnen voor Wethouders van 's Bosch ten einde genoemde verzoekers te hooren eischen betaling van eenen rentebrief, dien de stad 's Bosch en hare Meierij aan requestranten of hunne voorvoorouders verleend hadden. 374. 15 Juni 1598. Vermits Hermanus, zoon van Wouter Peterszoon, had verleend aan Wouter, zoon van Boudewijn Janszoon, eene grondrente uit eene bouwhoeve, gelegen in de parochie Schijndel ter plaatse, genaamd in Lieshout, tusschen het erf van Jonker Willem van Lier eenerzijds en dat van Corstiaan van der Aa anderzijds, alsmede uit een stuk land, genaamd die Bueners, gelegen in gezegde parochie tusschen het erf van Egidius Pennincx eenerzijds en dat van de Tafel van den H. Geest te 's Bosch anderzijds, zooals blijkt uit eenen schepenbrief van die stad van 26 Juni 1578; en vermits daarna die grondrente bij de scheiding en deeling der nalatenschap van genoemden Wouter, zoon van Boudewijn Janszn, is ten deel gevallen aan de kinderen van Ermgard, dochter van laatstgenoemden Wouter, den zoon van Boudewijn Janszoon, en van Anna, dochter van Frans, den zoon van Petrus Vuchts Janszoon, te weten aan de kinderen, gesproten uit 10 het huwelijk van Ermgard zoo met Arnd de Raet Eliaszoon, haren eersten man, als met Johannes van Liebergen, haren tweeden man, zooals blijkt uit eenen schepenbrief van 's Bosch van 17 Maart 1590; en vermits die grondrente bij eene verdere deeling van 7 April 1590 voorts is ten deel gevallen aan Frans, den zoon van genoemde Ermgard en Arnd de Raet, zoo heeft deze Frans de Raet voor Schepenen van 's Bosch die grondrente verkocht aan Henrick van Gestel, raad van 's Bosch, zoon van Frans van Gestel, ook raad van die stad. Hierover waren als schepenen Jacob van Balen en Peter Pelgrom. 375. 15 Juni 1598. Alzoo mf Henrick van Broeckhoven Peterszoon eene grondrente, te vergelden uit de helft eener boerderij, gelegen in de parochie Oirschot ter plaatse genaamd die Vlueth tusschen het erf van Henrick van den Gasthuys eenerzijds en het erf van Willem Mathijszoon anderzijds, op 15 September 1576 had overgedragen aan mr Jacob Donck ten behoeve van de onmondige kinderen van Arnd, zoon van Elias de Raet, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Frans, zoon van Arnd de Raet Eliaszoon, gezegde grondrente overgedragen aan Henrick van Gestel, raad van 's Bosch, zoon van Frans van Gestel, ook raad van die stad. Hierover waren als schepenen Jacobus van Balen en Peter Pelgrom. (Zie oorkonde n° 336J. 376. 29 Augustus 1598. Margaretha Becx, huisvrouw van Symon Pijnappel, voor zich en als gevolmachtigde van haren genoemden man blijkens akte, verleden voor Schepenen der Heerlijkheid Lith, verkoopt in afkorting van schuld wegens lijnwaad, door haren man op 20 Januari 1597 van na te noemen kooper gekocht, voor Schepenen van Helmond aan Henrick van Vucht een stuk bouwland, gelegen aldaar aan de Ameijestraat, haar aangekomen bij doode harer moeder. Hierover waren als schepenen Wolf Franck en Jan Pijnappel. 377a. 28 September 1598. Brief door Hendrick Donck te Eindhoven geschreven aan mr Peter de Ruyter, kanunnik der kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch. 378a. St. Willibrord 1598. Kaart van de Schutterij van den Voetboog te Esch. 378bis. 6' November 1599. Wouter, zoon van wijlen Jan Wouterszoon, wonende te Geffen, als man van Joesken, dochter van wijlen Roelof, den zoon van Willem Roelofszoon, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Peter, den zoon van wijlen Jan Symenszoon van Heeswijck, lakenkooper, als executeur van het testament van wijlen Margriete, de dochter van wijlen Heynderik, den zoon van wijlen Aert Willemszn van Uden, en weduwe van Symen Janszoon van Heeswijck, ten behoeve van Metkenen, onnoozele dochter van laatstgenoemde echtelieden van Heeswijck, eene grondrente uit eene bouwhoeve, gelegen te Geffen ter plaatse, genaamd „aen den Papendijck", naast het Heyke. Hierover waren als schepenen Herman van Heumen en Willem Oliviers. Hierbij nog eene Bossche schepenakte van 7 Mei 1603, waarbij genoemde Peter van Heeswijck als krachtens apostille van Schepenen van 's Bosch op zijn request van 26 April 1603 daartoe gemachtigd en als oom van genoemde onnoozele Metken van Heeswijck voorschreven grondrente overdraagt aan Heer Jacob van Berchem, meester van het Ziekengasthuis te 's Bosch, ten behoeve van hetzelve. 379a. hm) ? Brief van Johan Blommesteyn aan Willem van Reys, raad van 's Bosch. 380. 20 Maart 1600. Henrick Janszoon van Vucht draagt voor Schepenen van Helmond ingevolge vernadering over aan Mr Jacob Becx, licentiaat in de beide rechten, schout en secretaris te Helmond, een stuk land, genaamd op het Vossenbergsche pad, gelegen aan de Ameydestraat aldaar. Hierover waren als schepenen VVolff Franck en Gabriel van Berchen. 381. 2 December 1600. Daniël Peterszoon van Berlicom en Anthoni van Gemert, schepenen van Heusden, getuigen, dat Henrick Janssen, wonende te Nieuwkuik, hun heeft getoond eene volmacht, verleend door Coenraet Salomonszn Ketelaer, wonende te s Bosch, zoo voor zich zelve als in den naam van Jan, zoon van wijlen Roelof Salomonszoon, buitenslands wonende en van zijne broeders en zusters, broeders- en zusterskinderen, voor wie hij zich sterk maakt, houdende die volmacht in, dat Aert van Breugel en Peter Pelgrom, schepenen van 's Bosch, verklaard hebben, dat op 18 Nov. 1600 te hunnen overstaan Coenraet Sakynonszoon Ketelaer, ingezetene van die stad, zoo voor zich zelve als in den naam als voorzegd, machtigt Henrick Janssen, wonende te Nieuwkuik, om een hophof, gelegen te Hedikhuizen, te verkoopen aan Jan van Wijck Crijnszoon en om aan Pauwels Heymanszoon, wonende aldaar, te verkoopen een halven morgen, gelegen alsvoren ter plaatse, genoemd de Ham, — alsmede, dat daarop genoemde lasthebber aan gezegden van Wijck verkocht heeft voorschreven hophof, gelegen tusschen het erf van Mary Roel Heymanszoon Noordwaarts en dat van Pauwels Roelofszoon Zuidwaarts en zich uitstrekkende van de Achterstraat tot aan den Hoogen dijk, de Kerkenwaard en Jan van Wijck's erf met den dijk, tuin, sloot, Maas en wetering, daartoe be- hoorende. Hierbij eene akte van 5 Februari 1605, waarbij Ghijsbert Janszoon van Wijffliet en Adriaen van der Merwede, schepenen van Heusden, verklaren, dat Willem Marten Adriaenszn, wonende te Tilburg, als man van Alit Adriaensdochter, de zuster en erfgenaam van Lijsken Adriaens, huisvrouw van Jan Quirijnszn, in zijn leven gewoonc hebbende te Hedikhuizen, en als zich sterk makende voor alle andere erfgenamen van Peeter Adriaens kinderen, zoo te Gorinchem als te Woudrichem wonende, voorschreven hophof te hunnen overstaan verkocht heeft aan Antonie Peterszoon, wonende te Hedikhuizen en dat daarop Jan Jacobszoon, wonende te Wijk en Gerrit Corneliszoon, wonende te Giessen, als man van Lijsken Huybrechtsdochter van Asperen, respectievelijke broederskinderen van zal. Jan Quinjnszoon van Wijck en als zoodanig diens naaste bloedverwanten zijnde, makende voornoemde Gerrit Corneliszoon zich ook nog sterk voor zijnen zwager Cornelis Huybrechtszoon, verklaarden, dat zij geen aanspraak maken op de nalatenschap van Jan Quinjnszoon, maar t ie aan zijne schuldeischers overlaten. gg2 13 Januari idOl. Gerit Janssen, Sebastiaan Wouterszoon, Jan Peter Aertszoon, Aert Janssen van Uyden, Peter Hermanszoon, Jan Dierck Brooszoon en Jan Peter Gerritszoon, schepenen te Heze onder Rosmalen, getuigen dat Sebastiaan Wouterszoon en Jan Peterszoon hunne medeschepenen, hun hebben aangebracht en zij als schepenen daarover hebben gestaan, dat Arnout van Vladeracken, schout van het Kwartier van Maasland, ter instantie van Truyken, weduwe van Ariaan Geritszoon en dochter van Willem de Haen en Willemken, en andere erfgenamen, omdat onder dezen onmondigen waren, heeft verdeeld de nalatenschappen van de echtelieden Willem de Haen en Willemken voornoemd, zooals in deze akte is omschreven. 383. 13 Januari 1601. Roelof Janszoon Glummer, als man van Elisabeth, dochter van Arnold Corneliszoon en Margaretha, de dochter van Petrus Yewaenszoon, voor zich en voor zijne genoemde vrouw, alsmede voor hare kinderen, reeds geboren en nog geboren zullende worden, voor wie hij, Roelof, zich sterk maakt; Joost, zoon van Leonard Joosten, als man van Petra, dochter van Arnold en Margaretha voornoemd, alsmede genoemde Roelof en Joost, als gemachtigden blijkens brieven van Burgemeesters, Schepenen en Raden der stad Wezel van Engel Huyck en Suzanna, diens huisvrouw, dochter van Arnold en Margaretha meergenoemd, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Cornelius, zoon van Henrick Wouterszoon van Ravesteijn, eene grondrente, gaande uit eene bouwhoeve te Helvoirt, en daaruit door Cornelius Junior en Ghysbert, zonen van Adrianus van de Venne, Anthonius Henrickszoon als man van Aleid en Johannes Arndszoon als man van Belia, dochters van genoemden Adrianus van de Venne, op den 24en September 1551, verleend aan genoemde Margaretha, dochter van Peter Yewaenszoon in tocht en aan hare kinderen in eigendom. Hierover waren als schepenen Peter Pelgrom en Leonardus Vos. 384. 8 Februari 1601. Charles de Bourgogne als stadhouder van den Souvereinen Leenhove van Brabant beleent Jonker Daniël van Assche ten behoeve van Daniël van Griecken en diens broeders en zusters bij doode van Jonker Peter van Griecken, hunnen vader, met huis, schuur en eene hoeve lands, gelegen te Berkel, parochie Oisterwijk, alsmede met land, gelegen in de parochies Velthem en Wencsele. 385. n Februari 1602. Verklaring van Aert Dierickszoon van Lille, Nicolaes Peterszoon van Sutphen, Jan Jacobs Janszoon, Jan Jans Goyaertszoon, Dierick Seberts Brants, Aert Peters van Overbeeck en Peter Gerits Geritszoon, schepenen van Boxtel, dat te hunnen overstaan Quinteyn, zoon van Aert Dierickszoon, aan Henrick, zoon van Goijaert Dierickszoon van Hees, heeft verkocht een stuk akkerland, genaamd de Scherpenhof, gelegen in de parochie Boxtel in den heerdgang van Munsel en zich uitstrekkende tot aan het erf van Jonker Robbert van Malsen. 386. 18 December 1602. Alzoo Hanrick, zoon van wijlen Jaspar van Esch en weduwnaar van Mariken, zijne tweede vrouw, dochter van wijlen Aert van Laerhoven, 20 Juni 1600 had verkocht aan Lambert, zoon van wijlen Huybert van Herpen, eenen kamp lands, gelegen in de parochie Boxtel onder de jurisdictie van Liempde ter plaatse genaamd Casteren tusschen het erf der kinderen van wijlen Jonker Huybert van Malsen aan de eene zijde en het erf van Heyman Willemszn, enz. aan de andere zijde, en strekkende van het erf van Wouter Peterszoon tot aan de gemeene straat, genaamd de Heirstrate, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch genoemde Lambert van Herpen voorschreven kamp weder verkocht aan Henrick van Esch voornoemd. Hierover waren als schepenen Goeyaert van Vlierden en Goeyaert van Engelant. 387. 3 Juni 1604. Alzoo Jan, zoon van wijlen Niclaes Janszn van Berlicum, bierbrouwer, aan Heer Gooswyn, zoon van wijlen Peter Goossens, priester, ten behoeve van Elizabeth, dochter van wijlen Jan Gijsbertszn de Wilde, den 26 Maart 1564 had verleend eene grondrente uit een huis met tuin, achterhuis en brouwhuis, genaamd In St. Jan, staande te 's Bosch in de Hinthamerstraat tegenover het Zinnelooshuis, en vermits genoemde Elizabeth bij haar testament deze grondrente bestemd had voor eene wekelijksche Mis in het Kapelleke te Hinthavi, waarna Adriaan Colen van Berlicum bij het verkoopen van een huis met erf, staande te Berlicum, gezegde rente uit dat huis met erf gegroot had Joost Henrick Peterszoon van Griensven en derhalve door dezen moest vergolden worden, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Goyart van Engelant de jonge, als door Heer Gysbertus Masius, bisschop van 's Bosch, aangesteld tot administrateur over de goederen der St. A ntoniuskapel te Hintham, verklaard, dat Jan Cornelis Henricxzn, velblooter, als man van Margriet, dochter van wijlen Joost Henrick Peterszn voornoemd, in zijne handen voorschreven rente heeft afgelost. Hierover waren als schepenen Art van Brogel en Everart de Borchgrave. 388. 28 Augustus 1604. Albert en Isabella, Aartshertog en -Hertogin van Oostenrijk,verleenen „op het verzoek van Henrick Franszoon van Gestel, kapitein te 's Bosch, inhoudende, dat ingevolge recht van confiscatie hun toekomt eene grondrente, d'oor hem te betalen van uit een oud en vervallen huisje, staande te 's Bosch, hem thans toebehoorende en te voren toebehoord hebbende aan Thomas Janszoon de Backer, welk huisje wegens achterstallige betaling der rente door hem was uitgewonnen; dat hij, van Gestel, gedurende 24 achtereenvolgende jaren koning Philips II van Spanje getrouwelijk heeft gediend in het verdedigen en behouden van de stad 's Bosch voor het Katholiek geloof en Z. M. den Koning voornoemd en dat hij, zijne vrouw en kinderen daardoor groote schade geleden hebben, wat hem evenwel niet belette om dag en nacht voort te gaan met de verdediging van den Bosch, hebbende hij zich daarbij vooral in het beleg van November 1601 dapper gedragen";— alsmede op het advies van Maarten Fierlants, raad en rentmeester-generaal der domeinen van Brabant in het Kwartier van 's Bosch en op de getuigents van Anthoni baron van Grobbendoncq, krijgsraad en gouverneur van 's Bosch, getuigende van de getrouwheid en ijver van voornoemden van Gestel, — aan deze kwijtschelding van voorbedoelde grondrente. 389. 15 September 1604. Heer en broeder Dionys van Loemel, prior, heer en broeder Jan van Tilborch, subprior, heer en broeder Cornelis van Oisterwyck, procurator en heer en broeder Willem Henricxszn, kelwerder des Convents van der Hemelscher Poerten genoempt Baseldonck binnen deze stadt van 's Hertogenbossche in den name desselve Convents, verklaren voor Schepenen van 's Bosch, dat de timmering, die zij zullen maken in en aan den zydelmuere oft wange van de brug der gezegde stad, gelegen op den Papenhuls over de rivier de Dieze, hierin zal bestaan, dat het voorschreven klooster zijne bleekhut, staande op deszelfs bleekerij, gelegen aan den overkant der brug links, zal timmeren boven de gracht, liggende tusschen den dijk of weg aldaar en de voorschreven bleekerij, en wel in den gezegden zydelmuere, tegen die gracht staande en dat het daarin de balken der hut zal leggen, alsmede op dien muur ter hoogte van bedoelde nieuwe timmering zal metselen, zooals aan het voorschreven klooster is vergund zonder eenig meerder recht op de gracht of brug te hebben dan daaraan vroeger is verleend, doch dat het klooster daarentegen gehouden is den zydelmuere der voorzegde brug over de lengte, waarop het daarin of daarop zal hebben getimmerd en de drop dier timmering daarover zal uitsteken, ten allen tijde van den grond af op eigen kosten te onderhouden en de nieuwe timmering zoo te maken dat de pilaar, die tegen den muur tot stevigheid daarvan is gelegd, door den drop daarvan niet zal worden beschadigd maar onder den droge zal blijven, alsmede om geene deuren, vensters, glazen of andere openingen in de nieuwe timmering aan den kant van den weg of de brug te maken, terwijl als de stad aan de brug zal willen timmeren het klooster voorschreven timmering, voor zooverre die op stads erf zal komen te staan, zal afbreken. Hierover waren als schepenen Everaert de Borchgreve en Antonis Pijnappel. (Op den rug staat „betreft de Judasbrug bij de bleekhut van het Bazelaarsklooster"; ter plaatse van deze hut staat thans het stedelijk Gymnasium; zie mijne Voorname Bossche huizen II p. 495). 390. 22 Januari 1005. Eene erfrente, door de Staten van Brabant den 25 April 1564 verleend aan Lambrecht, zoon van Dierick Aertszoon en daarna in vruchtgebruik gekomen aan diens weduwe Geertruid Sterck, wordt, nadat zij van dat vruchtgebruik had afstand gedaan ten behoeve van hun beider zonen Dierick en Lambrecht en nadat dezen vervolgens die rente den 27 Juni 1597 hadden verkocht aan Wouter, zoon van wijlen Jan Eelkens, welke Wouter Eelkens daarna als weduwnaar van Maria, dochter van Ghysbrecht van den Kerckhove, eerder weduwe van Adriaen Goyaerts — ingevolge het accoord door hem, Wouter, getroffen met Jan van den Kerckhoff, Wouter Huybrechts van Capelle, Jacob Adriaenszoon en Matheus van Herlaer, als momboiren over Adriaentken, onmondige dochter van Adriaen Goyaerts en Maria voornoemd, — die rente den 24 Juni 1598 aan voornoemde voogden ten behoeve van Adriaentken voorzegd had overgedragen — door Zeger, zoon van wijlen mr. Zeger Adriaenszoon, als man van meergezegde Adriaentken, voor Schepenen van 's Bosch overgedragen aan Jonker Henrick Franszoon van Gestel, president-schepen van die stad. Hierover waren als schepenen Peter Pelgrom en Adriaen Zegers Adriaenszoon. 391 • 17 Maart 1605. Gerlach Ruys, zoon van mr Henrick Ruys, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Steven, zoon van Albert Snelle, koopman, eene grondrente, gaande uit een huis, staande aldaar in den Mitiderbroederenstraetken bij de Markt tusschen het huis van Ygram Zebrechtszoon eenerzijds en dat van Arnold Moers anderzijds, welke grondrente Henrick van Zoerendoncq, zoon van Jacob, voor zich en als gemachtigde van zijnen broeder Willem, wonende te Parijs, alsmede als zich sferk makende voor zijne broeders mr Philips en Mathias op 10 Febr. 1605 had overgedragen aan Gerlach Ruys voornoemd. Hierover waren als schepenen Jacob van Balen en Peter Pelgrom. (Cf. Ned. Adelsboek 1916 p. 431). 3^2 31 Januari 1607. Sebertus, zoon van Lambert Vuchts Hendrikszoon en Maria, de dochter van Sebertus Jacobszoon, verkoopt voor Schepenen van s Bosch als rechtverkrijger van Johannes Hoernken aan Steven, zoon van Albert Hermanszoon Snelle van Swolle, eene graanrente, die Henrick van Kuyck, zoon van Ysebold van Bergelen en Margaretha, de bastaard van heer Henrick van Kuyck, ridder, den 21 Mei 1423 aan genoemden Johannes Hoernken verleend had uit eene aan genoemden Ysebold toebehoorende bouwhoeve, genaamd ter Dootleggen, gelegen in de parochie Aalst, alsmede uit een deel in eene bouwhoeve van meergenoemden Ysebold, gelegen te Asten ter plaatse genaamd Opheusden en uit een deel in eene bouwhoeve van denzelfden Ysebold, gelegen in de parochie Deurne onder de jurisdictie van Vlierden ter plaatse genaamd Bergelen. Hierover waren als schepenen Goijart van Engelant en Petrus van Gestel. 393a. IQ Februari 1607. Testament van Jan van Outelair, geboortig van St. Oedenrode. Hierbij een extract uit het Leenregister van Brabant, blijkens hetwelk Eymbert van Oetelaer Jansz. in 1531 koopt de hoeve ten Schoer, gelegen te St. Oedenrode onder het goed ten Eogaard en diens zoon Willem van Oetelaer, stadhouder van Peelland, in 1576 daarmede wordt beleend. 394a. 13 Maart 1608. Request aan den Bisschop van 's Bosch, waarbij de Pastoor en de Kerkmeesters der Parochiale kerk van St. Catharina aldaar, zijnde Johannes Boyen, pastoor, Liev Symonszn, Peter Janszn Mutzarts, Peter van Asperen, Steven Albertszn Snelle, Peter Mathijssen van Weert en Gerard van Zoemeren, kerkmeesters, vertoonen, dat de fundamenten dier kerk gereed zijn en dat de stad bereid is om aan een timmerman fl. 2250 te betalen voor het maken van de daken dierzelfde kerk, onder voorwaarde, dat zij, requestranten, in den aanstaanden zomer het overige muurwerk ter hoogte van het koor der kerk zullen opbouwen, en dat daartoe noodig zal zijn, dat zij het oude dak der vorige kerk aan den meestbiedende verkoopen en ook twee, in dit request omschreven grondrenten dier kerk verkoopen, alsmede verzoek hun daartoe machtiging te verleenen. Hierbij de verlangde machtiging, geteekend door Jo. Bardoul, in margine. 395a. 2 November 1608. Attestatie van Lambertus de Rycke, predikant te Bergen op Zoom. 396. . . Maart 1600. De Eerwaardige Heer M' Johan Hanskens ab Aerle, priester, scholaster en kanunnik te St. Oedenrode, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Jonker Henrick van Gestel, afgegaan presidentschepen van die stad, eene grondrente, gaande uit eene boerderij, gelegen te Asten, ter plaatse genaamd Onstaden, welke grondrente den 7 Sept. 1616 voor Schepenen van 's Bosch daaruit was verleend aan Joseph van en mr Johan Hanskens voornoemd door .... van Beeck, zoon van Jonker Wouter van Beeck in den naam en als gemachtigde van dezen Wouter van Beeck van Juffrouw Maria van Boschuysen en door denzelfden Jonker Johan van Beeck zijn broeder, voor hen zeiven en als zich sterk makende voor Juffrouwen Maria, Heylwich en Wilhelma van Beeck, hunne van voornoemden Jonker Wouter van Beeck en Juffrouw Maria van Boschhuysen. Hierover waren als schepenen Goyaert Loeff van der Sloot en Rombout Rombouts. (Het schrift dezer akte is gedeeltelijk door het vocht vergaan). 397. 16 April 1609. Vermits Erxsken weduwe van Pauwels, zoon van wijlen Goyart, den zoon van wijlen Pauwels, den zoon van wijlen Henrick 'sHeeren, den tocht eener grondrente, gaande uit een huis, erf, tuin, schuur, schaapskooi en bouwland, staande en gelegen te Son ter plaatse genaamd Esp, alsmede uit een beemd, genaamd de Boerbeemd, gelegen te Son tusschen het erf van het klooster van Hooydonk en dat der erfgenamen van wijlen Maurits Happen, had opgedragen aan haren zoon Ghijsberd, geboren uit haar huwelijk met Pauwels Goyartszoon, zoo heeft voornoemde Ghijsberd voor Schepenen van 's Bosch voorschreven rente verkocht aan Henrick, zoon van wijlen Hendrick Dirckszn Houbraken van Vechel. Hierover waren als schepenen Rogier van Griensven en Henrick Heumen. (Zie oorkonde n° 324.) ^98. 4 Juni 1609. Joost Henrickszoon Seemtauwer als man van Aleid, dochter van wijlen Henrick Janszoon van Santen, voor zich en in zijne hoedanigheid van oom en voogd over Jacob en Lyntgen, kinderen van wijlen Jacob Janszoon, ook zeemtouwer, en Lyntken, dochter van voornoemden Henrick Janszoon van Santen, alsmede als gemachtigde van Bavo Janszoon, zeemtouwer, eveneens oom en voogd over voorzegde kinderen; voornoemde Catharina, dochter van Henrick Janszoon van Santen en weduwe van Jacob Janszoon voorzegd; en Thomas Jacobszoon als man van Lysbeth Lucas weduwe van Marcelis, zoon van meergenoemden Henrick Janszoon van Santen, en als voogd over Dingentken, minderjarige dochter van Lysbeth Lucas en Marcelis, haren eersten man, met hun allen erfgenamen en rechtverkrijgers van den dikwerf genoemden Henrick Janszoon van Santen, verklaren voor Schepenen van den Bosch, dat Loenis Symonszoon, 1) bierbrouwer, als man van Catharina en Herman, zoon van Antonis Andrieszoon van der Moeien, als man van Geertruid, dochters van Henrick Janszoon van Santen meergenoemd, hun hebben afgedragen hun aandeel in de nalatenschap van voornoemden Jan van Santen. Hierover waren ais schepenen Rogier van Griensven en Johan van B roegel. 1) Van der Putten ? 399. 28 Augustus 1609. Vermits de erfgenamen van wijlen Jan Lambert Millinck en wijlen diens echtgenoot Ide, dochter van wijlen Pauwels Eymberts van den Eersselaer, gehouden waren aan Cornelis Janszoon van Roy, ingebieder der stad 's Bosch, te voldoen eene geldrente, gaande uit een beemdje, thans toebehoorende aan Peter Jacobszoon van Rund en gelegen in de parochie Boxtel onder Lennesheuvel achter de Ploeg en vermits genoemde Peter Jacobszoon van Rund voorzegde grondrente gedurende eenige jaren van wege voorbedoelde erfgenamen heeft betaald aan voormelden ingebieder in de plaats van eene roggepacht, die hij verplicht was aan meerbedoelde erfgenamen te betalen uit de landerijen, door hem verkregen van Jan Peter Stoots en gelegen onder Lennesheuvel, zoo is verschenen voor Schepenen van Boxtel Peter Jacobszoon van Rund voornoemd en heeft zich jegens Philips, zoon van genoemden Jan Lambert Millinck en Ide en dezer overige erfgenamen verbonden om voorschreven geldrente in het vervolg uit zijne voormelde goederen te voldoen aan genoemden Cornelis van Roy en zijn daarop voor dezelfde schepenen verschenen Philips Millinck voornoemd, Lambert, zoon van wijlen Lambert Millinck, Wouter Bernaerts als man van Catarina, dochter van wijlen Lambert Millinck voornoemd en Adriaan Janszoon als man van Elisabeth, dochter van wijlen Peter Millinck, zoo voor zich zeiven en in den naam en vanwege alle hunne andere medeerfgenamen van wijlen Jan Lambert Millinck en Ide voornoemd, en hebben openlijk beleden, dat zij Peter Jacobszoon van Rund van voorschreven roggepacht ontslagen hebben. Hierover waren als schepenen Jan Alarts, Adriaan Eymberts} Henrickszn, Henrick Seberts Brants, Jan Gerit Goossens, Aert Peters van Overbeeck, Henrick Jans Schellekens en Jan Jans Roeffen. 400. '7 October 1609. Jacop, zoon van wijlen Cornelis Jacopsen, wonende te Riethoven, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan M' Jan, zoon van Hooghart Bartholomeuszoon Kelders, griffier van het Bisdom 's Eosch, a eene grondrente, welke Gheerit Dielis Genenzoon blijkens schepenbrieven van Pergeik van 1 Dec. 1563 verleend had aan Frans Jacops uit eenen akker, gelegen te Westerhoven en genaamd de Roefsakker, en welke grondrente van genoemden Frans Jacops is gekomen op diens kleinzoon Jacop voornoemd; b eene grondrente, welke Franck Franszoon blijkens schepenbrieven van Bergeik van 6 Dec. 1565 had verleend aan Goossen Willemszoon uit eene beemd, geheeten de Coppelen, gelegen te Riethoven, en welke grondrente Catharina, dochter van Maarten Goossens, met Jan Stappers, haren momboir aan meergenoemden Jacop, zoon van Cornelis Jacopsen, 2 Maart 1599 voor Schepenen van Bergeik verkocht had; c eene grondrente, welke Roeff Symons en zijne dochter Elisabeth met Peter haren man blijkens schepenbrieven van Bergeik van 31 Jan. 1571 hadden verleend aan Heylwig, dochter van Wouter Coninx, van uit eene bouwhoeve te Riethoven, en welke grondrente Wouter Henrickszoon Heesborchs den 13 Dec. 1606 voor Schepenen van Bergeik aan den dikwerf genoemden Jacop verkocht had; d eene grondrente, welke Dirick Delis Gerritszoon blijkens schepenbrieven van Bergeik van 1 Febr. 1570 verleend had aan Frans Jacopszoon van Dommelen van uit eenen beemd, genaamd de Roest, gelegen te Riethoven, en welke grondrente van genoemden Frans op Cornelis Franszoon zijnen zoon, den vader van den meermalen genoemden Jacop en ten slotte op dezen laatste vererfd was. Hierover waren als schepenen Geerardt van den Berge en Goeyaert Loeff. 401. 5 November 1609. Jonker Ferdinandus Suerus als man Susanna, dochter van wijlen Jonker Constantijn van Lougenhaegen, zoon van wijlen Jacob, den zoon van Cornelis van Lougenhaegen en wijlen Henrica, diens huisvrouw, dochter van wijlen Jan Marcelis van den Eeckart, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Goyard Scheffer, zoon van Jan Scheffer den oude, eenen kamp land, gelegen in de parochie Rosmalen ter plaatse genaamd de Hooge Vlierdt en eenen kamp broekland, gelegen in dezelfde parochie ter plaatse genaamd die Hoich Vliedert tusschen het erf der kinderen van wijlen Gysbert de Cock eenerzijds en dat van het Leprozenhuis op den Eykendonk anderzijds, zijnde deze beide kampen aan Jonker Ferdinandus Suerus als man van Susanna aanbedeeld bij scheiding en deeling, den 3 November 1609 opgemaakt tusschen hem en Jacob, Cornelis, Jan en Elisabeth, kinderen van voornoemden Cornelis van Lougenhaegen en Henrica. Hierover waren als schepenen Goyard de Jeger en Goyard Loeff. 402. IS Februari i610. Vermits Stephaen, zoon van wijlen Albert Snelle van Swoll, als man van Mariken, dochter van wijlen Jochim en weduwe van Jacop, zoon van wijlen Andries, den zoon van Gijsbrecht Voss, den tocht, haar competeerende van eene grondrente, gaande uit eenen beemd, gelegen in de parochie Oisterwijk ter plaatse genaamd Riedonck, had afgestaan aan Jan, zoon van Lonis Peeters, als man van Hillegonde, dochter van Mariken en wijlen Jacop Andrieszn voornoemd, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch genoemde Jan, als man van Hillegonde, voorschreven grondrente verkocht aan Stephaen Snelle voornoemd. Hierover waren als schepenen Peeter van Gestel en Robbert van Voorn. 403. 26 April 1610. Joris, zoon van Rom Suyskens van Geffen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan zijne na te noemen nicht Elizabeth eene kamer of woning, zijnde de middelste kamer van drie kamers, met erf en plaatsje, staande en gelegen in de St. Jacobsstraat te 's Bosch, waarin Elizabeth, dochter van wijlen Jan Dierickszn van Dinther en Catharina, dochter van Rom Suyskens van Geffen voornoemd, woonachtig is. Hierover waren als schepenen Gerart van den Berge en Peter Pelgrom. 404. 27 April 1610. Jan, zoon van wijlen Jan Willemszoon Verhagen, de jonge, als man van Anna, dochter van wijlen Henrick Janszoon In den Duijn en Nicolaas, zoon van wijlen Willem Thoniszoon voor zich en als man van Mariken, dochter van wijlen Henrick Marceliszoon, verleenen voor Schepenen van 's Bosch aan Cornelis, zoon van wijlen Arnd Corneliszoon van Horenbeeck, eene grondrente uit een perceel land, genaamd het Groot Loo, gelegen te St. Oedenrode ter plaatse genaamd Aen d'Eerde-, item uit eene hofstede, gelegen te St. Oedenrode, ter plaatse genaamd Eerschot bij de parochiekerk aldaar en zich uitstrekkende tot aan de Dommel; item uit den Walbeemd, ook genaamd den Voorstenbeemd, gelegen nabij de voorschreven kerk; item enz., zijnde voorschreven goederen o.a. bezwaard met eenen cijns van eenen braaspenning int boeck van Helmont; item van acht stuivers drie oort aan het Kapittel van St. Oedenrode; item van vijf vaten rogge aan den H. Geest te St. Oedenrode ; item van dertig stuivers twee oort aan den H. Geest te 's Bosch, enz. Hierover waren als schepenen Gerard van den Berghe en Peter van Gestel. 405a. fg Juni 1610. Philips, Prins van Oranje, bepaalt ten verzoeke van de bewoners van de Katerstraat te Breda, dat de hand zal worden gehouden aan de ordonnantie, waarbij het aan oudekleerkoopers en beddenmakers verboden is zich in die straat te vestigen. 400. 27 Oclober 1610. Gysbert, zoon van Paulus, (den zoon van Goyart, den zoon van Paulus, den zoon van Henrick 's Heeren van Lieshout) en Arca, de dochter van Gysbert, zoon van Henrick Drieszoon, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Henrick, zoon van Henrick Houbraken, eene grondrente, gaande uit den Boeckterkamp, gelegen te Son ter plaatse genaamd Boeckt en uit den Boerenbeemd, gelegen te Son bij het erf van het klooster Hooydonk, welke grondrente Henrica, dochter van Herbert Dierickszoon van den Hovel op 26 Oct. 1588 had overgedragen aan Goyart, zoon van Paulus, den zoon van Henrick 's Heeren van Lieshout voornoemd en waarvan genoemde Arca, die toen weduwe van diens zoon Paulus was, het vruchtgebruik aan haren genoemden zoon Gysbert had afgestaan. Hierover waren als schepenen Petrus van Gestel en Gerardus van Horenbeeck. (Zie oorkonde n° 397.) 407 abest. 408- 2 Maart 1611. Arndt, zoon van wijlen Laureijns, den zoon van wijlen Goijaert Vreijnss, wonende te Erp, verleend voor Schepenen van 's Bosch aan Peeter, zoon van wijlen Thomas Janszoon van Nuenen, eene giondrente uit eene boerderij, gelegen te Erp ter plaatse genaamd aan het Looeind. Hierover waren als schepenen Jan Bardoul en Tielman, zoon van Jan Tielmans. ^09- 18 Februari 1611. Heer Rutger van Broeckhoven, zoon van mr Henrick van Broeckhoven, in leven raad van 's Bosch, als man van vrouwe Johanna, dochter van Arnoldus Corneliszoon van Horenbeeck, verkoopt voor Schepenen van gezegde stad aan Cornelius, zoon van genoemden Arnoldus van Horenbeeck, als voogd over de onmondige kinderen van mr Henrick van Horenbeeck, in leven raad van meergezegde stad en zoon van meergenoemden Arnoldus van Horenbeeck : a eene grondrente, gaande uit eene bouwhoeve, gelegen in de parochie Dinther ter plaatse genaamd Vorstenbosch, welke rente Aleid weduwe van den dikwerf genoemden Arnoldus Corneliszoon van Horenbeeck den 15 Maart 1603 gekocht had van Martinus, zoon van Johannes van Lier en Margaretha, de dochter van Gerardus, den zoon van Dirck Petruszoon 's Heeren; b eene grondrente, gaande uit twee bouwhoeven, gelegen alsvoren, welke door Abraham, zoon van Henrick Thomaszoon, als man van Catharina, dochter van Johannes de Wolff Lambertszn en diens tweede vrouw Elisabet, den 22 Augustus 1597 verkocht was aan Arnoldus Corneliszoon van Horenbeeck meergenoemd als man van Aleid, dochter van Johannes de Wolft en Elisabet voornoemd, — voor zooverre deze Arnoldus daarin al niet reeds gerechtigd was. Hierover waren als schepenen Gerardus van Horenbeeck en Gerardus van Broeckhoven. 410. 5 Augustus 1611. Aartshertog Albert en Isabella gelasten op het vertoon van Loys van Torrmes, aartsbisschop en hertog van Reyms en abt van St. Remy aldaar en in die hoedanigheid proost van Meerssen bij Maastricht: dat tot die proostdij o.a. behooren de tienden over het dorp Lithoijen, welke door zijnen tegenwoordigen rentmeester Jan Olislegers in pacht zijn uitgegeven aan Aernout van Vladeracken, schout van het Kwartier van Maasland, en dat deze in het genot van die tienden gestoord wordt door Johan Clingen, bewerende ze gepacht te hebben eerst van den laatst overleden Bisschop van Roermond en daarna van eenen Johan Dadenberge, die tot die verpachting niet was bevoegd, — genoemden Johan Clingen om de door hem daardoor veroorzaakte schade te vergoeden. 411. 27 Augustus 1611. Willem Janszoon van den Weghe, Nicolaas Peterszoon van Zutphen, Jan Janszoon Roeffen, Goessen Henrick Goossenszoon, Peter Geraerds Geritszoon, Henrick Janszoon Schellekens en Mauritius Joesten, schepenen van Boxtel, verklaren, dat te hunnen overstaan mr Rochus Lemmius, licentiaat in de beide rechten en rentmeester der Baanderij van Boxtel, als gemachtigde van Heer Geraert de Hornes, grave van Baucignys, baanderheer van Boxtel, heer van Overyssche, Arguennes, enz. verkocht heeft aan mr Gerit en Aerd, zonen van wijlen Aerd Corneliszoon van Hoerenbeeck, een houtwalleke, genoemd de Koningsdijk, gelegen in de parochie Boxtel, ter plaatse genaamd Munsel, tusschen het erf van Jan Nicolaas Goessens eenerzijds en het erf der kinderen van wijlen Aert Corneliszoon van Hoerenbeeck anderzijds, en strekkende van af de gemeene straat tot aan het erf van Jan Nicolaaszoon voornoemd, welk walleke tot dusver behoord heeft tot de hoeve van den Heer van Boxtel, gelegen te Munsel onder de parochie Boxtel. 412. 3 November i6H. Jan van Aelst, stadhouder en Goijart Lenardszn van Dyck, Jan, zoon van Peter Op Stipdonck en Jan Peter Janszn, burgemeesters van Lierop, verleenen namens dat dorp voor Schepenen van den Bosch eenen jaarlijkschen cijns van 180 car. gulden aan Jan Willemszn Ooms, wonende te Gestel bij Eindhoven, ten behoeve van de beurzenstichting, gemaakt door mr Peter van den Eynde, priester, doctor in de Godgeleerdheid en president van het college van Viglius in de Universiteit van Leuven, om daarvan zes leerlingen te laten studeeren in de Jezuitenschool te den Bosch. Hierover waren als schepenen Rogier van Broeckhoven en Jan Bardoul. 413. December 16il. Aelken, dochter van wijlen Jan Thomaszoon en Adriana, de dochter van wijlen Aert van Gameren, verklaart voor Schepenen van 's Bosch, dat Franchoys Noppen, zoon van Roelof, aan haar heeft afgelost eene grondrente, gaande uit het huis, genaamd de Groote Rozenboom, staande in de Kerkstraat te 's Bosch tusschen het huis van Gerrit Buckincks, den borduurstikker, aan den eenen kant en dat van Adriana, weduwe van Herman Preyt, goudsmid, aan den anderen kant, welke grondrente Peter van der Schouth als gemachtigde van: a Gerard, Maria en Emerentiana van Gulick, kinderen van wijlen Melchior van Gulick en Emerentiana van Berckel, dochter van wijlen Gerard van Berckel en Maria, de dochter van wijlen Goijart Sterck, en 11 b Pauwels Robbyns als man van Catharina van Gulick, dochter alsvoren, 29 April 1596 verkocht had aan Adriana, dochter van Aert van Gameren en weduwe van Franchoys Havens, haren eersten man, te haren behoeve ten tocht en ten behoeve van Maria, dochter van Franchoys Havens en genoemde Adriana, voor een derde part; van de kinderen van wijlen Dierck, zoon van dezelfde echtelieden Havens en rentmeester van den Hertog van Brabant in het Kwartier van Leuven en Catharina van der Moeien, voor een tweede part en van Aleid dochter van Jan Thomaszoon en Adriana voornoemd, voor het laatste derde part in eigendom. Hierover waren als schepenen Willem Oliviers en Anthonis Pynappel. (Zie oorkonde n° 290.) 414. 29 December 1611. Mr Johannes Splinter van Voorn, licentiaat in de beide rechten, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Apollonia, dochter van Petrus Radermaker ab Aquisgrano, (van Aken), een huis met erf, plaats, brouwhuis en poort, staande aldaar aan den Papenhuls tusschen den heerenkelder (penuarium) en twee huizen van de Heeren Deken en Kapittel der St. Janskerk van den Bosch Hinthamerstraatwaarts eenerzijds en tusschen het erf, voorheen van Frans Bogart Lambrechtszoon, nu van het Clarissenklooster van Boxtel, Diezewaarts anderzijds en zich uitstrekkende van af den Papenhuls tot aan het water, welk huis met erf enz. genoemde verkooper den 12 December 1585 gekocht had van Everard, zoon van Jan van de Water, als man van Elizabeth, dochter van Henrick, den zoon van Arnold de Heusch. Genoemde verkooper, alsmede zijn zoon mr Robrecht van Voorn, licentiaat in de rechten en raad van den Bosch en Andreas Arnou als man van Johanna, dochter van den verkooper, verbinden zich om de koopster ter zake van dezen koop te vrijwaren. Hierover waren als schepenen Rutger van Broeckhoven en Albert van Breugel. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p 505.) 415. 22 Haart 1612. De Raad van Brabant te Brussel beslist in de zaak van Arnout van Vladeracken, schout en dijkgraaf van Maasland, impetrant ratione officii tegen de erfgenamen van Marcelis Gijsberts, gedaagden, dat een stuk land, groot vier hond en gelegen te Kessel, niet gehouden is bij te dragen in de kosten van herstelling van den Maasdijk te Lith. 416. 25 Mei 1612. Adriaen Gerartszn van Weert voor zich en als echtgenoot van Cornelia, dochter van wijlen Joost, (den zoon van Peter Rombouts) en wijlen Clara, (de dochter van Jan van Sambeeck), zijnde zijne vrouw weduwe van Christoffel Coenrartszn van den Grave, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Antonis Cloot, zoon van wijlen Lambert Jacopszn Cloot, twee morgen land, gelegen in de parochie Rosmalen tusschen het erf der Tafel van den H. Geest te 's Bosch en dat van Peter, zoon van wijlen Wouter Heeren, hebbende de verkooper een dier morgens aangekocht van Cornelis Jacopszn van Bladel, als man van Claerken, de dochter van Reynder Pottey en Mariken, de dochter van Joost Rombouts en Clara van Sambeeck voornoemd. Hierover waren als schepenen Wilhelm Oliviers en Jan Bardoul. 417. 23 Mei 1612. De Raad van Brabant te Brussel veroordeelt in de zaak van Johan Olislagers als rentmeester van de Proostdij van Meerssen ter eenre en Arnout van Vladeracken, schout van het Kwartier van Maasland, ter andere zijde, deze partijen om na te komen de dading, welke zij ter beeindiging van hun proces over de aan genoemde Proostdij toebehoorende tiend van Lithoijen met elkaar hadden aangegaan. (Zie oorkonde n° 410.) 418. 2 Juni 1612. Peter Wynnen en Henrick Goben dragen voor Schepenen van Helmond aan mr Jacob Becx, licentiaat in de rechten en secretaris van die stad, over alle recht, hun toekomende op eenen akker, gelegen in de jurisdictie van Helmond aan de Meijstraat, welken akker genoemde Becx op 20 Maart 1600 door vernadering verkregen had tegen Henrick van Vucht, alsmede op een erf, gelegen in de parochie Nuenen ter plaatse, genaamd Opwetten, welk erf meergenoemde Becx op 20 April 1607 voor Schepenen van Helmond had overgedragen aan Wouter Jacobszoon ; daarentegen scheldt mr Jacob Becx hun kwijt alles, waartoe zij jegens hem door Schepenen van Helmond op 17 Juli 1608 veroordeeld waren. Hierover waren als schepenen Jan Martens en Peter die Louwe. 419. 6 Juni i6i2. Tielman, zoon van wijlen Jan Tielmans, raad van 's Bosch en Maria, de dochter van Jan Thomas, zijnde hij door zijne moeder bloed- verwant der kinderen, door Lambert, zoon van Jan de Wolf, verwekt bij diens vrouw Barbara, ook dochter van Jan Thomas, vernadert ten overstaan van Schepenen van 's Bosch en in tegenwoordigheid van Jan, zoon van Aert Peters, Jenneken weduwe van Nicolaas Artszoon van Empel, Maryken, dochter van laatstgenoemde; van genoemden Jan, zoon van Aert Peters, in diens hoedanigheid van voogd over Aelken, dochter van meergenoemden Nicolaas Artszoon van Empel en Jenneken, alsmede in tegenwoordigheid van Aert, zoon van Dierck Aertszoon en Jenneken voornoemd en Dierck Goossens als man van Diericken, dochter van laatstgenoemde echtelieden Dierck Aertszoon en Jenneken, eenen kamp hooi-of weiland, gelegen in de parochie en heerlijkheid Empel en Meerwijk ter plaatse genaamd het Schurft, door voorzegden Jan en Nicolaas van de kinderen van Lambert de Wolf gekocht en door Jan van Liebergen, zoon van wijlen Jan van Liebergen en Johanna, (de dochter van wijlen Jan de Wolf en Aleid, de dochter van wijlen Nicolaas van Boechem), voor zich en als gemachtigde van Sr Willem Monicx, wonende te Haarlem, als man van Aleid, dochter van wijlen Jan van Liebergen en Johanna de Wolf voornoemd, in 1611 gevest. Hierover waren als schepenen Rogier van Broeckhoven en Antonis Pyn appel. 420. S Juni i613. Heer Michiel Janszoon van Stiphout, priester, eertijds pastoor te Heesch, geassisteerd door Willem Pauwelszoon, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Heer Frans van Tulden, priester en pastoor te Heesch, de smalle tienden aldaar, welke Heer en Meester Franchoys van Uden, priester, bij zijn testament gelegateerd had aan de kinderen van Goyart de Jeger, waarna Hendrick Jasperszoon van Esch als bij schepenbrieven van Aerle gemachtigd door Rasa Raessen, weduwe van Jonker Jan de Jeger, zoon van Goyart de Jeger, daartoe door dezen bij diens testament gemachtigd, en door Heylwich Raessen, weduwe van Jonker Wouter de Jeger, zoon van voornoemden Goyart de Jeger, zoo voor zich en als zich sterk makende voor hare kinderen, bij haar door genoemden Wouter de Jeger verwekt, gezegde tienden verkocht had aan Aerd van Breugel, raad der stad 's Bosch, zoon van mr Jan van Breugel, zoo als vermeld staat in schepenbrieven van die stad van 5 Maart 1595, welke Aerd van Breugel ze vervolgens verkocht aan Heer Michiel Janszoon van Stiphout voornoemd. Hierover waren als schepenen Laureyns Lenaertszoon en Godschalck Danielszoon. 421. October 1613. Aan Arnoult van Vladeracken, schout van Maasland, wordt op diens request, inhoudende, dat hij: „die belast is met huysvrouwe ende acht kinderen, ende hem altijdt eerlycken in synen staet ende officie heeft gedraegen, syne gemeynte wel ende getrouwelijck geregeert ende voorgestaen ende oversulcx by een yeder (onberoemelijck gesproken) voor een vroem ende eerlijck officier is geacht ende gereputeert geweest, — anders dan dat ontrent twee jaeren geleden eenighe oproerighe geesten in de vryheyt van Oss hebben geinstigeert gehadt eenen Ermert Denyssen als man van Metken, dochter van Jan Henricx, omme (hem) suppliant voor den Officiael van den Bischop van den Bossche te betrecken in rechte ten fine van dotatie ende vergoedinge der defloratie van de voors. Metken, die de voors. Ermert sustineerde door (hem) suppliant in den jaere 1601, ende alzoo staende des suppliants houwelijck bevrucht geweest te zyne aleer deselve met de voors. Ermert in houwelycken staet was vergaedert, ende alhoewel (die voorsr.) suppliant genoechsaeme redene was hebbende om den voors. Ermert synen eysch ende conclusie te doen ontseggen, enz.," (zijnde het ten laste gelegde) „syne eenighe faulte daerinne hy in syne jeucht door den dranck en de aenlockinghe van de voors. Metken mach gevallen zijn," — door de Aartshertogen Albert en Isabella abolitie verleend voor al hetgeen hij ter zake voorschreven mocht misdreven hebben. 422. 8 October 1&13. Jan Pijnappel, zoon van wijlen Franchoys Pynappel, als gemachtigde bij brieven, verleden voor Schepenen van Helmond, van Jonker Wolphart Everart van Wittenhorst, heer van Deurne, Rossum, enz., verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Dirck van Kessel ten behoeve van Jonker Rogier van Brouckhoven, zoon van wijlen den heer en meester Henrick van Brouckhoven, in leven rentmeester der Staten van Brabant in het Kwartier van 's Bosch, eene grond- rente uit eenen hooibeemd, genaamd Dierdonck, gelegen in de parochie Bakel aan de Aa boven de hoeve Dierdonck; eene boerderij gelegen in de parochie Deurne aan het Kerkeind en eene boerderij, gelegen onder de jurisdictie van Vlierden en Deurne en door genoemden lastgever bij vernadering verkregen van mr Rogier van Grinsven, litenciaat in de rechten en raad van 's Bosch. Hierover waren als schepenen Jacop van Balen en Tieleman, zoon van Jan Thielman. 423. 1 Februari 1614. Johanna, dochter van wijlen Jan, (den zoon van wijlen Jan Henricxzoon van Gestel genaamd Franszoon) en Soetken, dochter van wijlen Nicolaas de Wolff, en weduwe van Nicolaas Kuysten Franszoon, doet afstand van den tocht eener erfrente ten laste van de stad 's Bosch, — door deze 20 December 1521 verleend aan Hadewig, dochter van wijlen Jan de Wolff Claaszn, — ten behoeve harer kinderen Nicolaas, Cornelis, Aelken, Soetken, Frans, Jan, Catharina en Margaretha Kuysten, waarna dezen voor Schepenen van 's Bosch die rente verkoopen aan Willem Willemszn van Esch, gezworen bode van die stad. Hierover waren als schepenen Peter van Gestel en Zeger mr Zeger Adriaanszn. 424. 4 Juli 1614. Adriaan Janszoon van Geldrop, burger van 's Bosch, als gemachtigde blijkens schepenbrief der vrijheid van St. Oedenrode, van mr Gielissen, zoon van wijlen mr Adriaan Lueniszn, in leven secretaris der heerlijkheid St. Michielsgestel, en van wijlen Jenneken Jacobsdochter van Heze, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Jan van der Sluys, zoon van wijlen Jan van der Sluys, eene erfrente, welke de Staten van Brabant 24 Augustus 1571 verkocht hadden aan Eustaes Coppeye en die ten slotte Gysbert, zoon van wijlen Antonis, den zoon van Jacop Goyartszoon. den 13 November 1589 verkocht had aan Jan van Turnhout ten behoeve van genoemden mr Adriaan Louiszoon van Heze. Hierover waren als schepenen Zeger mr Zeger Adriaanszoon en Tielman Jan Tielmans. 425. 21 Juli 1614. Jan Bloemarts, burger der stad 's Bosch, als gemachtigde van de Eerwaardige Vrouwe Ysabella van Wachtendonck, abdis van het Juffrouwen klooster Grevendaal genaamd Nieuwklooster (bij Goch), alsmede van de Edele Juffrouwen van dat klooster, dfaagt voor Schepenen van 's Bosch over aan Heer en Meester Arnd Swaens, priester, deken van Geertruidenberg, eene erfrente, welke de stad 's Bosch 20 Maart 1535 had verkocht aan Jonker Henrick Masschereel en die door den dood van de Juffrouwen"] Catharina en Elisabeth Masschereel, nonnen in gezegd klooster, aan hetzelve vererfd was. Hierover waren als schepenen Jacob van Balen en Zeger mr Zeger Adriaanszoon. 426. 8 Oclober 1614. Heer en Meester Philips van Soerendoncq, als gemachtigde van de Zusters Maria Heym, mater, Maryken Andriessen, subpriorin, Nicolaa van Ravesteyn, procuratrix, Elisabeth van Berckel, Maria van Erp, Johanna van Antwerpen, Johanna Coenen en Catharina Aerts, allen senioren en conventualinnen van het Zusteren Convent Bethaniën op den Windmolenberg te 's Bosch, en dat klooster vertegenwoordigende, verklaart voor Schepenen aldaar, dat Adriaan Janszoon van Geldrop als man van Christina, dochter van wijlen Matheus Adriaanszoon de Greve, door het verleenen van grondrenten uit onderpanden, onder Middelbeers en Oisterwijk gelegen, aan gezegd klooster voldaan heeft de som van fl 100, die Matheus Adriaanszoon de Greve, eertijds weduwnaar van Willemken, zijne tweede huisvrouw, dochter van wijlen Adriaan Dierckszoon van Dongen, en Peterken, weduwe van Peter Claes Eliszn,'zijne latere vrouw, bij hun testament hadden schuldig'beleden aan meergezegd klooster ter zake, dat hij, Matheus, Engelken, dochter van zijnen broeder, geplaatst had in dat klooster, alwaar zij was gekleed en geprofest. Hierover war^n als schepenen Herman van Heumen en Peter van Gestel. 427. 24 October 1614. Henrick Peterszn van Oeffel draagt voor Schepenen van den Bosch aan mr Johan van Tulden, wethouder van die stad, over het recht van lossing eener erfrente van fl 25 'sjaars, deel uitmakende van eene rente van fl 100 'sjaars ten laste van het corpus der stad den Bosch, die door hem eenigen tijd geleden verkocht was aan Wouter Bormans. Hierover waren als schepenen Herman van Heumen en Peter van Gestel. 428a. 20 November 1614. Verklaring van Theodorus Verbraken, pastoor te Mierlo, dat ten overstaan van hem en van mr Henrick, den koster van Mierlo, Jan Claessen in de gerf kamer der kerk aldaar, onmiddellijk na de Hoogmis, ter uitvoering van een testament, aan Catharina, de dochter van wijlen Jan Sprangers, heeft uitbetaald de som van fl 50. 429a i5 Januari 1615. Daniël van Emmerick, priester-kanunnik der Kathedrale kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch, Wauter van Cuyck, priester en kanunnik der Collegiale kerk van St. Peter te Oirschot en Geraert van den Hovel, priester en beneficiaat der eerstgemelde kerk, als executeurs-testamentair van Johan Daems van Nuenen, priester, kanunnik, vicedeken en scholaster der voorschreven Collegiale kerk van Oirschot, verkoopen een huis met poort, tuin en achterhuis, staande te 's Bosch aan de Peperstraat tegenover de Triniteit tusschen het erf van Willem Aertse van Meijelsfort, thans zijne erven en dat van Aleid en Thorothee, gezusters, kinderen van wijlen Baudewijn Henricx in de Klok ex uno en tusschen het erf, eertijds van Metken Steenhouwer, nu juffrouw Barbara van Grevenbroeck, ex alio, en zich uitstrekkende van de Peperstraat tot aan het erf van het Groot Gasthuis van 's Bosch, welk huis met toebehooren Jan, zoon van wijlen Herbert Roelofs, den 5 Dec. 1592 had verkocht aan Jan Daems voornoemd, — aan mr Jan van der Wegen, doctor in de medicijnen, tegen eene grondrente van 50 car. guldens 's jaars, te betalen ten behoeve van seeckere fondatie clericael van vijf beur sieren, door meergenoemden Jan Daems gemaakt. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 421). 430a. 30 Maart 1615. Exploit, bij hetwelk ten woonhuize van Alexandre Bonaventura, staande te Antwerpen en ten verzoeke van de Magistraat van den Bosch beteekend wordt eene beschikking van Aartshertog Albert, waarbij ten verzoeke van die magistraat verklaard wordt, dat de bevoegdheid aan genoemden Bonaventura verleend om in de grensgarnizoensplaatsen een wijn- en bierkelder voor het garnizoen open te stellen, niet geldt voor den Bosch. 431. 9 April 1615. Alzoo Henricxken, dochter van Jacob Donck en weduwe van Henrick 't Filters, genaamd in den Ruieh, zoon van Jacob Filters en Heylken, zijne eerste huisvrouw, dochter van Gerard Ooms, den tocht in 2/« van alle goederen, door genoemden Henrick Jacobszoon Filters nagelaten, waarvan de verwachters zijn Gerard en Dierick, zonen van genoemden Jacob Filters, genaamd in den Ruich, en Heylken Ooms, aan deze beide laatsten had afgestaan, zoo hebben dezen die 2/s voor Schepenen van 's Bosch overgedragen aan Jan en Peter, zonen van meergenoemden Jacob Filters en diens tweede huisvrouw Catharina, dochter van Jan Cornelissen, en aan Benrick Lambertszoon van Herperscayk als man van Maryken, dochter van Jacob Filters en Catharina voornoemd. Hierover waren als schepenen Rogier van Broeckhoven en Arnd Monicx. 432. Juni 1615. Albert en Isabella, aartshertog en aartshertogin van Brabant, stellen Jan van Vladeracken, zoon van Arnoult van Vladeracken, den schout van het Kwartier van Maasland, aan tot secretaris en vorster van Rosmalen, Nuland en Maren. 433. 10 Juli 1615. De Eerwerdighe Heere ende Meester Robertus Sweertius, licentiaat in de Heilige Godheid en plebaan der Kathedrale kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch; mr Jacob van der Cammen, licentiaat in de rechten en raad van die stad en Peeter van Leeuwen, openbaar notaris, allen in hunne hoedanigheid van executeurs-testamentair van zaliger Hillegond, dochter van Peeter Andrieszn Hicksteyn en weduwe van Jan Fabri van Gemert, voor de eene helft; Cornelis en Jacob, gebroeders en Frensken, hunne zuster, kinderen van wijlen Dierck Fabri van Gemert; Dierick van Gent als man van Mechteld en Jan Corstiaenszn van den Camp als man van Maria, dochters van voornoemden Dierck Fabri van Gemert; Jan van Houthem als man van Mechteld, eenige dochter van wijlen Jan Fabri van Gemert; Ambrosius, zoon van wijlen Henrick Fabri van Gemert, voor zich en als gemachtigde van Sr Josepho van Gefifen, schout te Helmond, in diens hoedanigheid van momboir over Jan en Diercxken, onmondige kinderen van wijlen Dierck Fabri, in leven schout van Maasland, zoon van zaliger mr Geerard Fabri van Gemert en genoemde Jan Corstiaenszn van den Camp ook als momboir over deze minderjarigen; Maria, dochter van voornoemden wijlen mr Geerard Fabri van Gemert en weduwe van Lambrecht Becx; Jacques van der Meeren als man van Theodora, dochter van mr Geerard Fabri reeds genoemd; voorzegde Ambrosius Fabri van Gemert ook nog als gemachtigde van Sr Josepho van Geffen als man van Mechteld, dochter van meergenoemden mr Geerard Fabri, blijkens schepenbrieven van Aarlebeek; dezelfde Ambrosius Fabri bovendien als gemachtigde van Sr Justus Fabritius, zoon van voorschreven mr. Gerard Fabri, blijkens schepenbrieven van Aarlebeek; genoemde Maria, Ambrosius en Jacques van der Meeren, als zich sterk makende voor mr Jan, zoon van genoemden mr Geerard Fabri, licentiaat in de rechten en advocaat bij den Hoogen Raad te Mechelen; Johan de Becker als man van Elisabeth, dochter van Cornelis Franszoon van Bethmer en wijlen Catharina, de dochter van wijlen Jan Fabri van Gemert; Anthonetta, dochter van genoemden Cornelis en Catharina, alsmede Franchoys, haar broeder, — allen als erfgenamen van genoemden JanJanszoon Fabri van Gemert, in leven echtgenoot van genoemde Hillegond Hicksteyn, — voor de andere helft, — verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Thielman, zoon van wijlen Jan Thielmanszn, raad van die stad, eene erfrente, door de Staten van Brabant den 18 Januari 1573 verkocht aan Yken, weduwe van Peeter Andrieszn Hicksteyn en door Joseph, zoon van wijlen Geerard Verhouthert en Maryken, dochter van genoemden Peeter Andrieszoon, overgedragen aan voornoemden Jan Smits van Gemert blijkens Schepenbrieven van 's Bosch van 17 Maart 1593. Hierover waren als schepenen Rogier van Broeckhoven en Arnd Monicx. 434. 10 Juli 1615. De 'Eerwaardige Heer en Meester Robertus Sweertius, licentiaat in de H. Godgeleerdheid en plebaan der Kathedrale kerk van St. Jan te 's Bosch ; mr Jacob van der Cammen, licentiaat in de rechten en raad van die stad en Peter van Leeuwen, notaris, als executeurs van het testament van zaliger Hillegond, dochter van Peter Andrieszoon Hicksteyn en weduwe van Jan Fabri van Gemeit( verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Thielman, zoon van wijlen Jan Thielmanszn, raad van 's Bosch, eene erfrente door de Staten van Brabant den 28 Januari 1572 verleend aan Yken, weduwe van Peeter Andrieszoon Hicksteyn. Hierover^ waren als schepenen Rogier van Broeckhoven en Arnd Monicx. 435. 10 Juli 1615. Dezelfden, als in oorkonde n° 433 vermeld, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch eene rente, welke de Staten van het Hertogdom Brabant hadden verkocht aan Peeter, zoon van wijlen Andries van Hicksteyn en die Willem Gerardszoon van der Hautart, zoon van Gerard en wijlen Maryken, dochter van wijlen Peeter Andrieszoon van Hicksteyn voornoemd, had opgedragen aan den voornoemden Jan Janszoon Fabri alias van Gemert als man van Hillegond, dochter van genoemden Peeter Andrieszoon, — aan Thielman, zoon van wijlen Jan Thielman, raad van 's Bosch. Hierover waren als schepenen Rogier van Broeckhoven en Arnd Monicx. 436. 10 Juli 16'15. De Eerwaardige Heer en Meester Robbertus Sweertius, licentiaat in de H. Godgeleerdheid en plebaan der Kathedrale kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch; mr. Jacob van der Cammen, licentiaat in de rechten en raadsheer van 's Bosch en Peter van Leeuwen, openbaar notaris, als executeurs-testamentair van Hillegond, dochter van Peeter Hicksteyn Andrieszoon en weduwe van Jan Fabri van Gemert, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Thielman, zoon van wijlen Jan Thielmanszn, raadsheer dier stad, eene erfrente, welke de Staten van Brabant den 28 Januari 1571 hadden verleend aan Peeter, zoon van wijlen Andries Hicksteyn. Hierover waren als schepenen Rogier van Broeckhoven en Arnd Monicx. 437. 30 Juli 1615. Peter en Joost, gebroeders, zonen van wijlen Marten, den zoon van Joost Leonardszn van Vechel, en Jan, zoon van wijlen Jan Thomaszoon van Turnhout, als man van Lambertken, dochter van genoemden Marten van Vechel, deelen voor Schepenen van 's Bosch renten, hun aangekomen als erfgenamen van Aelken en Maryken, dochters van genoemden Joost Leonardszn van Vechel, hunne moeien, zijnde onder deze renten begrepen eene grondrente, welke Aert, zoon van Cornelis Pleviers, den 20 Juni 1550, uit zijn huis, genaamd de Haan, staande te 's Bosch aan de Maikt, had verleend aan Joost Leonardszn voornoemd ten behoeve der kinderen door dezen verwekt bij Margriet, zijne huisvrouw, dochter van Jan Martenszn van der Molen. Hierover waren als schepenen Jacob van Balen en Rogier van Broeckhoven. 438, 6 Augustus 1615, Antonis Cloot, zoon van wijlen Lambert Jacobszn Cloot, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan mr. Jacob van Balen, licentiaat m de beide rechten en president-schepen van die stad, twee morgen lands, wezende de helft van vier morgen lands, gelegen in de parochie Rosmalen tusschen het erf der Tafel van den H. Geest te s Bosch eenerzijds en het erf van Peter, zoon van wijlen Wouter Heeren, anderzijds, welke beide morgen genoemde Antonis Cloot den 25 Mei 1612 had gekocht van Adriaan Gerardszn van Weert en Cornelia, dochter van wijlen Joost, den zoon van Peter Rombouts en Clara, de dochter van Jan van Sambeeck, echtelieden. Hierover waren als schepenen Rogier van Broeckhoven en Peter van Gestel. Hierbij nog eene akte van 14 October 1767, waarbij Leendert Willem van Beusekom, notaris te 's Bosch, als gemachtigde van Frangois van Balen, wonende te Udenhout, weduwnaar en erfgenaam van Anna Maria de Leuw, voorschreven twee morgen, welke nu gezegd worden gelegen te zijn aan het Heeseind in een en grooteren kamp van vier morgen, genaamd het Smalland, en die door hem van zijne ouders geërfd waren, voor S. Roosendael en Corn. Lambertus Ackersdijk, schepenen van 's Bosch, verkoopt aan Johannes van Drunen. (Zie oorkonde no 416). 4,39 30 Januari 1616. Gerard van Asten, groenroede der stad 's Bosch, als gemachtigde van Jonker Charles Cristiaen van Rodoan, heer van Perleghem, Damerval enz. en van Jonker Silvester van Mantanca, heer van Thillegem, enz., zoo voor hen zeiven en als zich sterk makende voor Jonker Johan de Croesier, heer van Dennebroeucq, Andincthem, enz. en Jonker Bouduin Borluyt, heer van Scoonberge, enz blijkens procuratiebrieven voor Schepenen van Brugge gepasseerd, mitsgaders uit kracht der macht hem, lasthebber, daarbij verleend door voornoemden Jonker Charles Cristiaen van Rodoan, Jonker Silvester de Mantanca, als man van Elisabeth de Rodoan, met sterkmaking als boven voor Jonker Johan de Croesier, als man van Catarina de Rodoan en Jonker Bauduwijn Borluyt, als man van Jacqueline de Rodoan, allen kinderen en erfgenamen van zaliger Jonker Philips de Rodoan, heer van Berlegem en Dammerval en Maximiliana van Bourgoigne, eenige dochter van Heer Philips van Bourgoigne, in zijn leven ridder en heer van Dammerval en Margaretha, de dochter van Heer Hercules van Eedingen, ook ridder, verkoopt voor Schepenen van 's Eosch aan Jan Peterszoon Wonders voor de eene helft en Cornelis, zoon van wijlen Jan Corneliszoon, wonende te Rosmalen, voor de andere helft een stuk land, gelegen te Empel in de Hoeven, ter plaatse genaamd aan de Kwade Slinck tusschen het erf van Cornelis van Hoirenbeeck eenerzijds en dat van Mathys van den Ancker, als transport hebbende van de erfgenamen van Gerard Pelgrom en Symon van Bethmeer, als gemachtigden van een Gasthuis, anderzijds en zich uitstrekkende van af den Hoeffdijk tot aan drie morgen, ook toebehoord hebbende aan voornoemde verkoopers en nu aan genoemden Jan Peterszoon Wonders van Rosmalen, bierbrouwer. Hierover waren als schepenen Arnd van Brouckhoven en Albert van Broegel. Hieraan eene akte van 30 Jan 1616, waarbij voor Arndt van Broegel en Albert van Proegel, schepenen van 's Bosch, genoemde van Asten, gemachtigde van alsvoren, aan dezelfde koopers verkoopt bedoelde drie morgen land, gelegen alsvoren tusschen het erf der weduwe van mr Marten Moons, raad van 's Bosch, eenerzijds en dat van Jan Peterszoon Wonders van Rosmalen, bierbrouwer en Cornelis, zoon van wijlen Jan Corneliszoon, anderzijds en strekkende van af het bij de eerstgemelde akte verkochte tot aan het erf van Jenneken en Arnolda van Meer, gezusters. 440. 29 Maart i616. Jonker Henrick Franszoon van Gestel, president-schepen van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Jonker Jacop den jonge, zoon van Jonker Jacop de Cock den oude en wethouder van den Bosch, zoo ten behoeve van dezen als ten behoeve van zijne huisvrouw Hester van Gestel, eene erfrente, welke Lambrecht, zoon van wijlen Mathys Stooters, zoutkooper, van gezegde stad gekocht had en waarvan Henrick, zoon van wijlen Aert Lucaszoon van Roy op 6 October 1601 een gedeelte en Gerard, zoon van wijlen Dierck Henrickszoon van Tulden, op 2 Mei 1606 het overige gedeelte aan voornoemden Jonker Henrick van Gestel had verkocht, item eene erfrente, door de stad den Bosch verleend aan Henrick, zoon van wijlen Jacop van Engelen en op 20 Juli 1591 door Andries, zoon van wijlen Andries van Gerwen, als man van Elizabeth, dochter van Peter Loeff, verkocht aan voornoemden Jonker Henrick van Gestel ten behoeve van Franchoys van Gestel, zijnen vader; item eene erfrente, door de stad den Bosch verleend en door Maria, dochter van wijlen Cornelis Joachims van den VVyer op 27 April 1601 verkocht aan meergenoemden Jonker Henrick van Gestel; en item een gedeelte van eene erfrente, die door de stad den Bosch was verleend aan Wouter, zoon van wijlen Goyart de Jeger en waarvan bedoeld gedeelte door meergenoemden Jonker Henrick van Gestel op 21 Februari 1594 gekocht was van Jan, zoon van wijlen Jan van der Stegen. Hierover waren als schepenen Anthony Pynappel en Goyart Loeff. 441. 29 Maart 1616. Jonker Henrick Franszoon van Gestel, president-schepen der stad 's Hertogenbosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Jonker Jacop de Cock, den jonge, zoon van Jonker Jacop de Cock, den oude, wethouder van 's Bosch, zoo te zijnen behoeve als ten behoeve van diens huisvrouw Hester van Gestel: a. eene erfrente, welke de Staten van Brabant verleend hadden aan Catharina van Kerckhove, weduwe van Henrick van Deventer en die genoemde verkooper 22 Januari 1605 gekocht had van Zeger, zoon van wijlen m' Zeger Adriaenszn en Aleid, de dochter van wijlen mr Wouter van Achelen; b. eene erfrente, welke de Staten van Brabant verleend hadden aan Lamberd Diercks Arndszn en die genoemde verkooper op voormelden datum gekocht had van Zeger, zoon van wijlen mr Zeger Adriaenszn, als man van Adriaentken, dochter van wijlen Adriaen Goyaertszn en Maryken van den Kerkhoff; c. eene erfrente, welke de Staten van Brabant verleend hadden aan Jan Ysebrants en Henrick Heeren, als momboiren over de kinderen van Ghijsbrecht Ysebrants en die Herbert, zoon van Joachim van den Wyer, als man van Dorssken, dochter van wijlen Ghysbrecht Ysebrants voornoemd, den 7" November 1575 had verkocht aan Jacop Donck ten behoeve van Frans Henrickszn van Gestel, den vader des verkoopers. Hierover waren als schepenen Anthony Pynappel en Goyart Loeff. 442. 29 Maart 1616. Thieleman Jans Thielemans, raad van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Jonker Jacop de Cock, den jonge, zoon van Jonker Jacop de Cock, den oude, wethouder van die stad, zoo ten diens behoeve als ten behoeve van Juffrouw Hester van Gestel, zijne huisvrouw, eene erfrente ten laste der Staten van Brabant, welke de verkooper den 10" Juli 1615 gekocht had van m' Robertus Sweertius, priester, licentiaat in de Godgeleerdheid en plebaan der Kathedrale kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch, mr Jacop van der Cammen, licentiaat in de rechten en raad van die stad en Peter van Leeuwen als executeurs-testamentair van zal. Hillegond, dochter van Peter Andrieszoon Hicksteijn en weduwe van Jan Fabri van Gemert, alsmede van de erfgenamen van deze. Hierover waren als schepenen Anthony Pynappel en Goyart Loeff. (Zie hierover de oorkonde no. 433}. 443. 20 April 1616. Mathys, zoon van wijlen Willem Peterszoon Belmaker, wonende te Someren, als man van Maryken, dochter van zaliger Willem Celen van Bussel, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Anneken, dochter van Adriaen van der Sprange, ten behoeve van Jan Govartszoon van Sambeeck eene grondrente uit eene boerderij, gelegen in de parochie Someren ter plaatse genaamd aan tVEijnde Schools, alsmede uit verschillende aldaar gelegen perceelen. Hierover waren als schepenen Henrick Franszoon van Gestel en Antonis Pynappel. 444. 26 April 1616. Anthonius Janszoon Damen, wonende te Someren, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Anna, dochter van Adriaan van Sprange, ten behoeve van Johan van Sambeeck eene grondrente uit eene bouwhoeve, gelegen te Someren aan een helft den voors. heere vercoopere ende voor d'ander helft den heere Staeckenbroeck; gaande uit gemelde bouwhoeve nog grondrenten ten behoeve van: a Jan, onmondigen zoon van wijlen Steven Snellen Aelbertszoon; b het Gasthuis van Tacob Uytteroisterwijc en c genoemde Hester van Griensven. Hierover waren als schepenen Henrick Kuysten en Geraerd Tielemans. 573 26 Januari 1644. Peter van Broeckhoven, priester en kanunnik te Xanthen, nu wonende te Leuven, verkoopt voor Schepenen aldaar als gemachtigde zoo van Marie de Bocxhorn, dochter van Philips de Bocxhorn, raad-ordinaris in den Raad van Brabant en Walrave Heym, dochter van Tor ian Heym, als van Jor Ferdinandus de Bocxhorn, zoon van laatstgenoemde echtelieden, aan J°r Guilliam d'Absolons, licentiaat in de rechten en oud raad van Leuven, eene bouwhoeve, gelegen in de parochie St. Oedenrode ter plaatse genaamd Ten Velde, welke hoeve Mechteld, dochter van wijlen Heymerick, zoon van Beirtkini genaamd van den Velde, in den avond van St. Matheus, apostel en evangelist, van het jaar 1414 had verkocht aan Jan Heym en die ten slotte was gekomen aan genoemde Walrave Heym, wordende zij thans in huur bezeten door Gijsbrecht Jan Rutten Cluytmans, president schepen van St. Oedenrode. Hierover waren als schepenen Jonkheer Loys de Borchgrave en mr Petrus Gudelinus. 574. i6 Februari 4644. Alzoo Anthonetta van Beuningen weduwe van Anthony van Soemeren, in leven ritmeester ten dienste dezer landen, den tocht van een huis met erf, hoven, ledige plaats, brouwhuis, poort en voorhuisje, staande te 's Bosch ter plaatse de Papenhuls bij den kelder van het Kapittel dier stad, tusschen dien kelder en andere huizen des Kapittels voornoemd Hinthamerstraatwaarts aan de eene zijde en tusschen het huis en erf van het voormalig Klooster der Clarissen te Boxtel, nu Franchois Blom, aan de andere zijde, strekkende van afdegemeene straat tot aan het water daarachter vlietende, had overgedragen aan Jonker Henryck Wylde, kapitein eener compagnie Engelsche Infanterie, als man van Elisabeth, dochter van haar en Anthony van Soemeren voornoemd en aan mr Anthony van Outheusden, griffier van 's Bosch, als curator over Christina, onmondige dochter van Maurits van Lintdorp en Margriet, ook dochter van haar en Anthony van Soemeren meergenoemd, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch genoemde Henryck Wylde en mr. Anthony van Outheusden q.q. voorschreven huis met toebehooren verkocht aan Johan Abraham, kapitein. Hierover waren als schepenen Johan van den Berch en Laureyns van 's Gravesande. (Hierbij nog eene akte van denzelfden datum houdende den voorschreven afstand van vruchtgebruik). Men zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 506. 575. 30 Maart 1644. Willem, zoon van wijlen Willem Willemszoon, wonende in de parochie en heerlijkheid Lithoijen, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Anthony, Jan en Maria van Kessel, kinderen van wijlen Gijsbert van Kessel, eene grondrente uit een stuk teelland, gelegen in de parochie en heerlijkheid Lithoijen op de Langeweyden. Hierover waren als schepenen Gerard Tielemans en Johan van den Berch. 15 576a. 28 Mei 1644. Het St. Barbaragilde te 's Bosch verkoopt een stuk groes- of moerland, gelegen te Vught, aan Aert van Boxtel. 577_ 15 October 1644. Franchois, zoon van wijlen Franchois Pynappel, als man van Jenneken, dochter van Peter Jacobszoon de Leeuw en wijlen Henricxken, de dochter van wijlen Pauwel Corneliszoon, draagt voor Schepenen van 's Bosch over aan mr. Wouter Crillaerts ten behoeve van diens dochter Hendricxken, verwekt bij zijne vrouw Lucie, dochter van genoemden Pauwel Corneliszoon, de helft van eene grondrente, gaande uit eene boerderij, gelegen in de parochie Someren aan d'Eynde Schoots, tusschen het erf van Anthonis, zoon van wijlen Marten Wylers eenerzijds en dat van Nicolaas Diercks Peterszoon anderzijds, strekkende vanaf den gemeenen Kerkweg tot aan de gemeene straat, enz., welke grondrente Gevert, zoon van wijlen Aert Scheevdas 8 Januari 1601 had verkocht aan Anna, dochter van Cornelis Pauwelszoon en oud-moei van de vrouw van transportant en van gene op deze vererfd was. Hierover waren als schepenen Johan van Noort en Henrick Tielemans. Vgl. oorkonde n° 444. 57ga 17 October 1644. Brief van S. (?) van der Noot uit Grave aan „Monsieur de Suillicom, chevalier, conseiller, secretaire de Son Altesse Monseigneur le Prince d'Orenge, a 1'armée", om hem te bedanken voor diens bemoeiingen te zijnen gunste bij den Prins van Oranje. 579 21 Juni 1645. Philips, Koning van Spanje, als hertog van Brabant, verleent op het verzoek van Olivier de Vree, oud-burgemeester en schepen van Brugge, als executeur-testamentair van wijlen Godefroyd Montens, en van' Cornelis van der Locht, oud-schout van Breda, als oom en momboir van de weezen, achtergelaten door genoemden Godefroyd Montens van diens vrouw Catharina Goris, octrooi om te verkoopen de hoeve genaamd Berckel, gelegen onder Oisterwijk. 580a. 23 Augustus 1645. Mr Guilliam van Boesdonck, schepen en apotheker te Helmond, machtigt mr Johan van Ravesteyn om namens hem met Cornelis van den Berckenbosch, als man van Mayken (zijne zuster), voor schepenen van 's Bosch aan Aert Willemszoon van Malssen te transporteeren twee grondrenten. 581a. 11 October 1645. Mr Adolph Becx en Peeter van Hemselroij, schepenen van Helmond, verzoeken aan alle ambtenaren, die daartoe bevoegd zijn, mr Cristiaen van Empel, chirurgyn aldaar, behulpzaam te zijn om, — ter voldoening aan een vonnis, door dezen verkregen als schuldeischer en legataris van wijlen Henrick Janszn van Vucht, den behuwdoom zijner vrouw —, te lichten een schuldbrief, die genoemde van Vucht had ten laste van Hendrick van Sutphen. 582. 5 December 1645. Alzoo mr Guilliaem van der Boesdonck, apotheker, zoon van wijlen Henrick Sanderszn van der Boesdonck en Geertruyt, dochter van wijlen mr Cornelis Helssemans; Frans Sebastiaen Deckers als man van Isabel; Cornelis Reynders van den Bereken bos als man van Maria, zijnde evenals genoemde Isabel dochter van Henrick Sanderszn en Geertruyt voorzegd en Cornelis Crygels als man van Anthonia, dochter van mr Willem Molengraeff en weduwe van Jacob, zoon van Henrick Sanderszn en Geertruyt meergezegd, vier vijfden in eene roggepacht, gaande uit een huis met tuin, staande in de parochie Esch ter plaatse genoemd op Esscherakker, en uit een perceel, genaamd de Lange Akker, gelegen in voorschreven parochie, (welke roggepacht Willem, zoon van wijlen Jan Belienszn den 10 Dec. 1443 voor Schepenen van 's Bosch verleend had aan Ghyselbert Roesmont ten behoeve van Philips, zoon van wijlen Herman Coenen), alsmede vier vijfden in eene roggepacht, (welke Willem, zoon van wijlen Jan genaamd Belienszoon, den 23 Mei 1433 voor Schepenen alsvoren verleend had aan Willem, zoon van wijlen Huybert, den zoon van Henrick Delyenzoon, uit een derde in een tuin, gelegen in de parochie Esch ter plaatse genoemd de Essche Laer en uit een huis met tuin, staande aldaar), — den 11 December 1632 voor Schepenen van 's Bosch verkocht hadden aan Franchoys van Eerssel, als man van Jacomina, dochter van Henrick Sanderszn en Geertruyt meergezegd, aan wie het overige een vijfde gedeelte daarin reeds toekwam; vermits daarna Jacomyntken weduwe van Franchoys van Eerssel bij haar testament, daartoe bevoegd verklaard bij het testament, door haar met haten man in 1635 gemaakt voor den notaris Peeter de Louw, hare nalatenschap vermaakt had aan hare kinderen Margriet en Maryken van Eerssel met bepaling, dat als dezen zonder oir kwamen te overlijden, Guilliaem van der Boesdonck en Maria van der Boesdonck, haar broeder en zuster, hare nalatenschap zouden erven, edoch met dien verstand, dat laatstgenoemde het aandeel daarin slechts zoude erven ten tocht, zullende hare kinderen het dan verkrijgen ten erfrecht; en vermits vervolgens Cornelis Reynders van den Berckenbos als man van Maria van der Boesdonck den tocht, haar competeerende in de helft van voorschreven roggepachten, had afgestaan aan Laureynssen van Kessel ten behoeve van de kinderen door hem, Cornelis, bij genoemde Maria van der Boesdonck verwekt, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch genoemde Cornelis Reynders van den Berckenbos als vader der kinderen, door hem bij genoemde Maria van der Boesdonck verwekt, de eene helft en mr Johan van Ravensteyn, als gemachtigde van mr Guilliaem van der Boesdonck, schepen en apotheker te Helmond, blijkens procuratiebrieven voor den notaris Guiliaem van Camphen gepasseerd, de andere helft in meergezegde roggepachten verkocht aan Laureynssen van Kessel ten behoeve van Goyart van Asperen, onmondigen zoon van wijlen den heer Theodore van Asperen, in leven licentiaat in de rechten en raad van 's Bosch. Hierover waren als schepenen Davidt van den Bosch en Johan Donkers. (Zie oorkonde no. 580a.) 583_ 29 Juni i646. De Raad van Brabant gelast op het verzoek van Barbara Goyaerts, ingezetene van 's Bosch, — inhoudende, dat, hoewel zij van Heer Dierck Brouwers, pastoor der stad en lande van Straelen, haren moederlijken oom, met hare broeders en zuster al zijne onroerende goederen geërfd had, nochtans die van het Vicariaat van het Bisdom Roermond of eenigen, die daarvan gemachtigden beweren te zijn en de Officiaal van dat thans vaceerend Bisdom zich veroorlootd hebben het sterfhuis van genoemden pastoor met al diens nagelaten goederen, in den Lande van Straelen en Gelder bevonden, aan te slaan onder voorwendsel, dat die pastoor niet zoude hebben gebruik gemaakt van het door hem verkregen verlof om te testeeren — en zulks ten nadeele van diens erfgenamen, welke allen weinig gefortuneerd zijn, wat inzonderheid suppliante is, die met ploegen haren kost moet verdienen, — den eersten Deurwaarder of bode om de inkomsten van de goederen, die eertijds behoord hebben tot de Dekanie der vrijheid van St. Oedenrode en thans aan het Bisdom Roermond zouden competeeren, ten verzoeke van suppliante in conservatoir arrest te nemen. 584. 1 December 1646. Peter Huyberts van Geldrop, bakker te 's Bosch, verleent voor Schepenen aldaar aan mr Geraerdt van Zoemeren, licentiaat in de rechten en oud-raad van die stad, ten behoeve van Nicolaes van Zoemeren, als rector van een officie, eertijds door Bartholomeus Merlaer in de St. Janskerk te 's Bosch gefondeerd en ter collatie van de weerlyke vrienden staende, eene grondrente uit een huis met erf en kamer, voorheen genaamd de Hooge Kamer, thans één woning zijnde, geheeten in den Zoeten Naam Jezus, staande te 's Bosch aan de Kerkstraat op den hoek van de Oude Gasthuisstraat tusschen deze straat en het huis van den glazenmaker Joost Pauwels. Hierover waren als schepenen Gerard Tielemans en Mathijs van Brull. 585. 19 Maart 1647. Willem, zoon van wijlen Peter Willemszoon van Griensven, wonende binnen de parochie en heerlijkheid St. Michiels-Gestel, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Anna, dochter van wijlen Jacob Adriaanszoon van Vechel, eene grondrente uit eene boerderij, gelegen in de parochie Schijndel ter plaatse genaamd aan het Heselaer aan den Mijldoren aldaar, enz. Hiervoor waren als schepenen Peeter Lus en Jeronimus van Thulden. 586a. 21 November 1641. Verklaringen, afgelegd ten overstaan van Daniël Wytvelt, notaris te Helmond en de getuigen Jan Wijnants van Amstel en Henrick Franssen omtrent de bedragen, waarvoor Jacob Willemszn van Heeswyck, medepachter van molens der stad Helmond, in de beden was aangeslagen. 587a, 28 December 1647. Akte van huwelijksvoorwaarden, te 's Bosch opgemaakt tusschen Herman Pika, gereformeerd luitenant onder den ritmeester Bloemendael en weduwnaar van Elisabeth Otterbeeck, ter eenre en Wilhelmina de \Y ijs, weduwe van Ancem van Houbraken, geassisteerd met hare moeder Beatrix de Wijs, ter andere zijde. 588. 26 Januari 1648. Leonard Janszoon, Marten Jan Josten, Thomas Rynders, Reynder Peters, Thonis Janszoon van Hooff en Peter Art Stereken, schepenen van Bakel, getuigen, dat te hunnen overstaan Thomas Peters Schepers, wonende te Bakel ter plaatse genaamd Milheeze, aan Lambrecht Becx, schout der stad Helmond, verleend heeft eene grondrente uit eene boerderij, gelegen te Milheeze in de Robbert, alsmede uit eenige perceelen land. 5§9a. 8 Februari 1648. Jor Christiaen Bertram van Zeemont verleent aan Jor Johan Back van Wyffliet eene grondrente uit zijn een derde deel in eene te Someren gelegen bouwhoeve, genaamd „die alde hoeve op Veericken . 590a. 31 Juni 1648■ Verklaring van Guiliam van Zoemeren, priester en rector van na te melden beneficie en van Nicolaes van Zoemeren, priester, als hebbende de collatie van hetzelve, zijnde beiden geboren burgers van den Bosch, dat zij niet den origineelen stichtingsbrief bezitten, waarbij Bartholomeus Merlaer in het Koorke der St. Janskerk te 's Bosch, genaamd Merlaers koor, den 20 Juli 1538 twee missen met een beneficie fundeerde, maar dat hun daarover wel een en ander bekend is, hetgeen zij dan ook mededeelen. 591 1 Juli 1648. Joris Coppens, als gemachtigde van Sr Guillielmo van Taterbeeck, blijkens procuratiebrieven voor notaris le Rousseau te Antwerpen verleden, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan mr Arnout van Broeckhoven, licentiaat in de rechten en oud-raad van die stad, een vierde der tienden van Heesch, van ouds genaamd het Akkerveld, Beemd en Nyland. Hierover waren als schepenen Johan Gans en Gysbert van Hamel. 592_ 25 November 1648. Goijart van Reyl, zoon van wijlen Jan Peterszoon van Reyl, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Jan Peterszoon van Boxmeer eene grondrente uit het huis in de Fortune, slaande aldaar in de Ververstraat op den hoek van de Waterstraat, tusschen deze straat en het huis in den Kleinen Ketel, toebehoorende aan Henrick van Susteren. Hierover waren als schepenen Jacob van Casteren en Laureyns van Berckel. 593. 2 Januari 1649. Jan Peters van Tuyl en Stans Stanszoon Molenmaecker deelen voor Schepenen van Vught eenen akker, genaamd de Buswaeije, gelegen omtrent den Dryborcht in de parochie Vught St. Peter tusschen het erf van mr Niclaes van Tulden eenerzijds en dat der erfgenamen van Jor Dirc van de Waeter anderzijds, door hen gemeenschappelijk ten overstaan van Schepenen van 's Bosch 11 Maart 1648 aangekocht van Maria, dochter van wijlen Ghysbert van den Velde en Petronella Heesters weduwe van Dirc van den Velde. Hierover waren als schepenen Luycas Hendricx en Tonis Ariens. 594a. 30 Januari 1649. Thomas Peterszn Schepers verleent voor Schepenen van Helmond eene grondrente aan Lambrecht Eecx, schout aldaar. 595. 8 Maart 1649. Adriaan Laureijnssen van St. Oedenrode verleent voor Schepenen van Helmond aan den schout Becx eene grondrente uit eene bouwhoeve, gelegen te St. Oedenrode ter plaatse genaamd Olland. Hierover waren als schepenen Peter Bunnen en Guiliam van Boesdoncq. 596. 17 Mei 1649. De Raad en Leenhof van Brabant beleent Claes Aert Peters en Claes Hendricx Leenaerts, als provisors der Tafel van de huisarmen te Mierlo, ten behoeve van die Tafel met eene roggepacht, gaande uit den windmolen aldaar. 597. 1 October 1649. Thomas Janszoon van Geldrop, burger der stad Helmond, verkoopt voor hare Schepenen aan Lambrecht Becx, schout van die stad, een grondrente, aan hem op 22 Februari 1640 voor hare schepenen Peter van Hemselroy en Willem van Empel verleend door Jan Rutten c. s. Hiervoor waren als schepenen Peter Bunnen en Jan Dircx Coolen. ggg 25 November 1649. De Raad en Leenhof van Brabant beleent Jacob de Cock, als man van Hester van Gestel, ten gevolge van het overlijden van Heer Franchois van Gestel, priester en licentiaat in de rechten, met eene grondrente, gevestigd op den Grooten Tiend van Moergestel. ggga_ 6 Maart 1650. Testament van Jonker Herman van Middegael, gemaakt op zijn kasteel de Brouwmeer onder St. Michielsgestel. 000. 9 Maart 1650. Emerentiana Tholincx, dochter van wijlen Dierck Remboutszoon Tholincx, notaris en procureur voor het Gerecht van s Bosch en huisvrouw van Lambrecht van Balen, doctor in de medicijnen, ten deze namens hem optredende blijkens akte van volmacht, gepasseerd te Luik, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johanna van Balen, dochter van wijlen Peter van Balen, een derde in een stuk land, gelegen in de parochie Rosmalen ter plaatse genaamd in de Loeffaartsche hoeve tusschen het erf van het Klooster van Coudewater eenerzijds en dat van het St. Catharinagilde te s Bosch anderzijds, welk een derde Jan Vos, zoon van wijlen mr Willem Vos en Beliken, de dochter van Wouter Tholincx en Maria van der Dass, weduwe van Wouter Vos, in leven notaris en procureur voor het Gerecht te 's Bosch, en zoon van wijlen mr Willem Vos en Beliken Tholincx voornoemd, aan genoemde Emerentiana Tholincx hadden verkocht. Hierover waren als schepenen Jacob van Casteren en Laureijns van Berckel. 001. 8 April 1650. Theodore Smets, licentiaat in de rechten, verkoopt voor schepenen van 's Bosch aan Aelbert Segers en Dries Janssen twee morgen land, gelegen in de Honderd morgen onder de parochie Vught St. Lambert tusschen het erf van Juffrouw van Gerwen naast d'Euteren eenerzijds en dat van de Juffrouwen Helena en Judith van den Water anderzijds en zich uitstrekkende vanaf den Honderdmorgenschen dijk tot aan het erf van Cornelia Martens weduwe van Anthoni Donckers, welk land de verkooper gekocht had van Johan Cruesen, Cornelis de Hase en Francisco Henricus Pelgrom c. s Hierover waren als schepenen Jacob van Casteren en Laureijns van Berkel. Hierbij nog eene akte, waarbij Nicolaas Cornée, wonende te 's Bosch, voor de eene helft en Gerrit Hendrik van Hemert, marktschipper van 's Bosch op Rotterdam, voor de andere helft, voorschreven twee morgen den 14 November 1791 ten overstaan van Dr. Johannes Gisbertus Hopman en Mr Fran^ois Johan Gallé, schepenen van 's Bosch, verkoopen aan Andries Bekkers, koopman aldaar. 602. 24 April 1650. Aert, eenige zoon van wijlen Aert Aertszoon J. Koogels en Henricken, dochter van Jan Claeszoon van Linter, messenmaker, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Joost Martenszoon van Vechel eene erfrente, welke de gemeente 's Bosch 15 December 1540 had verleend aan Aleid, dochter van Goyart die brouwer van Maren, begijn en die daarna Willem en Judith, kinderen van Seger Claessen en Elisabeth, dochter van Goyart van Vlierden Danielszoon, den 10 November 1593 hadden verkocht aan voornoemden messenmaker Jan Claeszoon van Linter. Hiervoor waren als schepenen Jacob van Casteren en David van den Bosch. (Zie oorkonde n°. 343). 603. 11 Mei 1650. Jacob van Casteren en Jacob Focanus, schepenen van 's Bosch, verklaren, dat te hunnen overstaan Eerken, dochter van wijlen Adriaan, (den zoon van wijlen Marten van Vechel Joostzoon) en Ariken, (de dochter van Huybert Janszoon), hare gewezen voogden Joost van Vechel Martenszoon en Dierck van Middelaer Wouterszoon gedechargeerd heeft van hun beheer als zoodanig, 604. 4 Mei 1651. Anthonij van Kessel, koopman en burger van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar als gemachtigde van Johan van Kessel, zijnen broeder, ook koopman en burger van die stad, aan Johanna van Balen een derde gedeelte van twee vijfde gedeelten van tien hond land, gelegen in de parochie Rosmalen ter plaatse genaamd In de Loeffaertsche hoeve tusschen de erven van het Convent Coudewater en het St. Catharinagilde te 's Bosch, den lastgever aangekomen bij transport van Lucretia Donckers, huisvrouw van Jan van der Horst, raad van 's Bosch, in den naam en als gemachtigde van Aert Teulincx, doctor in de medicijnen en Marten Pieterszoon Hagenaer, man van Maritgen Teulincx, beiden kinderen van zal. Hendrick Teulincx en Betken Claess, zooals blijkt uit eenen schepenbrief van 's Bosch van 15 Februari 1647. Hierover waren als schepenen Jacob van Casteren en Gysbert Kuysten. (Zie oorkonde n°. 600). 605a 12 Juni 1651. Testament van Hester van Griensven, dochter van mr Rogier, licentiaat in de rechten en raad van 's Bosch. Hierbij een procesverbaal van opening van hetzelve, gedaan op den sterfdag van genoemde Hester van Griensven 14 December 1651 ten verzoeke van hare bloedverwanten Reynder van der Berckenbosch, Steven Nicolaaszn van Deursen, Jan Hermanszoon van Meerwijck als man van Maria de Nettin en mr Cornelis van der Merendoncq, licentiaat in de rechten en raad van 's Bosch. 606. 22 Juni 1651. Henrick, zoon van wijlen Jan Peters de Leppere, wonende te Enschot, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Anneken van Vechel eene grondrente uit eene boerderij, gelegen in de parochie Oisterwijk ter plaatse genoemd Berkel aan de Doyecraen, alsmede uit een erf, gelegen te Enschot. Hierover waren als schepenen Jacob van Casteren en Gijsbert Kuysten. 607. 8 Juli 1651. Maeijken weduwe van Jacob Peterszoon van Rund doet voor Schepenen der Baronie van Boxtel afstand van den tocht van een perceel hooiland, gelegen aldaar onder Lennisheuvel, ten behoeve der kinderen bij haar verwekt door genoemden haren man, waarna dezen, met namen Gerard Jacobszoon van Rund, Anna gehuwd met Peter Janszoon van de Laeck, Jenneken gehuwd met Jan Jacobs de la Vigme, Margriet, gehuwd met Jan Jan Peeters en Peryntgen, gemeld perceel verkoopen aan Jufvr. Corneli Martens weduwe van Anthoni Donckers. Hierover waren als schepenen Cornelis Diercx Marijnen, Peter Roeffen, Roelant van Widenvelt, Henrick Peter Gerards, Dominicus Schenckels, Peter van Hove en Jan van Aken. 608. 14 November 1651. Johan van Asten, notaris en schrijver van de evictiën te 's Bosch, als gemachtigde van den Eerw. frater Chrysanthus, prior en van de conventualen van het Eerw. Convent va?i Ste Barbaren fiuyse, geheeten de Karthuizers te Keulen, zijnde dezen tot het navolgende gemachtigd door den Eerw. Pater Generaal en Provinciaal, frater Johannes, prior der Karthuizers en den Eerw. Pater, frater Michael Arnoldi, visitator van de Rijnprovincie en Saksen en prior der Karthuizers te Trier, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johan Carsman, koopman aldaar, eene erfrente ten laste der Staten van Brabant, welke door dezen den 4 Dec. 1525 aan voorschreven Convent verkocht was. Hierover waren als schepenen Jacob Focanus en Willem van Houte. 609. 24 December 1651. Vermits Keizer Karei V als hertog van Brabant en de Staten van Brabant den 26 Juli 1536 eene erfrente hadden verkocht aan den Pater en de Convente van den Goidtshuyse van de Chartroisen te Keulen, zoo heeft Johan van Asten, notaris en schrijver van de evictien aldaar, als gemachtigde van den Eerw. frater Chrysanthus, prior en van de conventualen van voorschreven klooster der Karthuizers te Keulen, zijnde dezen tot het navolgende behoorlijk gemachtigd, voor Schepenen van 's Bosch voorschreven rente verkocht aan Johan Karsman, koopman aldaar. Hierover waren als schepenen Jacob Focanus en Willem van Houte. Zie de vorige oorkonde. 610. 8 Februari 1652. Theunis, zoon van wijlen Jacob Everts, wonende te Oirschot, verleent voor Schepenen van den Bosch aan Symon Leunus van der Putten eene grondrente uit huis en erven, gelegen te Oirschot. Hierover waren als schepenen Jacob van Casteren en Gijsbert Kuysten. 611. 26 Juni 1652. Alzoo de Ridderschap, Edelen en Steden van Holland en WestVriesland, representeerende de Staten van dat land, hadden verkocht een huis, grenzende noordwaarts aan het Raymaeckersstraatje en zuid-oostwaarts aan het huis en erf van Adriaen van Lieshout en zich uitstrekkende van af de straat ter breedte van het halve Geckstraatje, rijdende recht door tot aan het water, met de kamers, gemerkt nos 15, 16 en 17, onder den last van betaling van 4 ponden payements aan den Rector van het St. Agatha-altaar inde St. Janskerk van 's Bosch, van pond payements aan de erfgenamen van Henrick van den Heuvel en 1 pond payements aan de Coralien van gezegde kerk, alsmede onder de verplichting van eene afscheiding te moeten maken met den kooper van het huis daarnaast, zijnde het verkochte afkomstig van de Abdij van Bern en onder de administratie van den rentmeester Dirck Crab, en vermits bij gezegden verkoop op 24 Augustus 1650 genoemde Adriaan van Lieshout van voorschreven huis met kamers kooper was geworden en gezegde Dirck Crab verklaard heeft de koopsom daarvan te hebben ontvangen, — zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Floris Kant, als een der Gecommitteerden van genoemde Staten, voorschreven huis met kamers, staande aan de Hinthamerstraat te 's Eosch over de Geerlingsebrug en zijnde, als gezegd, afkomstig van de Abdij van Bern, met toestemming van meergenoemden van Lieshout verkocht aan Cornelis Verheye. Hierover waren als schepenen Jacob van Casteren en Jacob Focanus. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen III p. 113). 612a. 10 Mei 1653. Transactie, over eene geldschuld ten overstaan van Schepenen van Oisterwijk aangegaan tusschen Christina wed. Jacob Kempen, schuldeischeres en mr Jaspar Loos,chirurgijn te Oisterwijk, schuldenaar. 613. 15 Mei 1653. De Raad van Brabant te 's Hage verleent op het verzoek van Hendrijck, zoon van wijlen Jacob Boyen en Elisaqeth van Liebergen, poorteres van 's Bosch, inhoudende, dat zijne genoemde moeder hem na doode zijns vaders diens schoenmakersaffaire had overgedragen ; dat zij thans is overleden; dat hij gaarne die zaak zoude voortzetten, vermits het sluiten van den schoenwinkel te schadelijk zoude zijn en dat hij thans den leeftijd van 21 jaren is gepasseerd, aan genoemden Hendrijck Boyen venia aetatis. 614. 26 Juli 1653. Catharina van den Velde, dochter van wijlen Peter van den Velde, weduwe en eenige testamentaire erfgenaam van Jacob Henricxzoon van Lotthum, voor d'eene heltt; Gijsbert de oude, Peter, Adriaan en Gijsbert de jonge, gebroeders en zonen van wijlen Reijnder, zoon van Gijsbert Diercxzoon den beenhouwer, voor zich zeiven en Wilhelmus Donckers, notaris, als gemachtigde van Vincent van Tongerloo, weduwnaar van Maria Wynants, dochter van wijlen Peter Wijnants en Cunera, dochter van wijlen Gijsbert Diercxzoon voornoemd, als vader en testamentairen voogd en van Osius van de Visscherye, pasteibakker en Daniël Bordiers, huikmaker, als geassumeerde en beeedigde voogden over de onmondige kinderen van Vincent van Tongerloo en Maria Wijnants voornoemd, blijkens procurati ebrieven voor Burgemeesters, Schepenen en Raden van Antwerpen verleden, voor de andere helft, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Laureyns van Kessel, secretaris van die stad en Joost Martenszoon van Vechel als voogden over de onmondige kinderen van wijlen Anthonis Willemszoon van Jabeeck en Elisabeth van Esch Willemsdochter, eene grondrente, gaande uit eene hofstede, gelegen te Nuenen ter plaatse genaamd op d'Een einde, welke grondrente Jan, zoon van wijlen Michiel Laureijnszoon als man van Henricxken, dochter van wijlen Peter Janszoon Smits, te voren weduwe van Jan Outers, den 22 Juni 1627 aan voornoemden Jacob, zoon van wijlen Henrick Jacobszoon van Lotthum, stoeldraaier, verleend had. Hierover waren als schepenen Petrus Lus en Cornelis Kuchlinus. 615. 19 September 1653. Jan, zoon van wijlen Reijnder Janszn, wonende in de parochie Nuland, als man van Marijken, dochter van wijlen Adriaen Jan Willemszoon, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Aelken, dochter van wijlen Jacob van Vechel, eene grondrente uit twee boerderijen, gelegen in de parochie Nuland ter plaatse genoemd de Wolfsdijck. Hierover waren als schepenen Ghijsbrecht Kuijsten en Laureijns van 's Gravesande. 616. 27 Januari 1654. Pieter Schuyl en Johan van Zutphen, schepenen van 's Bosch, verklaren, dat te hunnen overstaan Marten en Anthonet, kinderen van wijlen Peter van Vechel Martenszoon en Jenneken Lucas, hunne gewezen voogden Joost van Vechel Martenszoon en Huijbert van Capelle gedechargeerd hebben wegens hun beheer als zoodanig. 617. 27 Januari 1654. Alzoo Jan Everts van den Loeffaert en Cornelis Verheijen eenigen tijd geleden hadden gekocht van Nicolaes Blom huizen en erven, die deze had gekocht van de Staten van Holland en Westfriesland 1) en staan aan de Hinthamerstraat te 's Bosch over de Geerlingsche brug, zoo zijn genoemde koopers voor Schepenen aldaar overeengekomen, dat het huis van Verheyen ten eeuwigen dage een vrijen uitgang zal hebben door een poortje, dat genoemde Everts te zijnen kosten zal maken voor aan de Hinthamerstraat tusschen hun beider erven, enz. Hiervoor waren als schepenen Pieter Schuijl en Gerart Hamel gezegd Bruynincx. (Zie oorkonde n°. 611). gl8_ 2 April 1654. Ten overstaan van den notaris Thomas van Hijnsberch verkoopen Rogier, zoon van wijlen Lucas Cocx van Riethoven en mr Henrick Conincx, weduwnaar van Geertruid, dochter van voornoemden Lucas Cocx van Riethoven, als haar erfgenaam en als gemachtigde van Henrick, zoon van dienzelfden Lucas Cocx, blijkens procuratiebrieven voor Schepenen van Dingbank en Heerlijkheid van Bergeik, Westerhoven "en Riethoven gepasseerd, aan Maria Lopes de Villanova eene erfrente, door Henrick, zoon van Jan Cocx van Riethoven den 1 Mei 1569 van de Staten van Brabant gekocht. 619a. 9 APril i654- Verklaring van Johannes Slaetius, Hervormd predikant te Heusden, dat Adriana Mutsaers wed. van Dirck Overschie en Isaias Overschie, resp. moeder en oom van Aeltjen Overschie, toestemming hebben gegeven tot het huwelijk van deze met Arent Breehout, jongman, wonende te Delft. 620. 25 April 1654. Steven Vermeer en Johan Schoock, schepenen van s Bosch, geven vidimus van een brief van octrooi, waarbij Aartshertog Albert en Isabella op het verzoek van Heylwich Thielmans, dochter van wijlen Jan Thielmans, ingezetene van 's Bosch, haar den 17 December 1618 machtigden om bij uitersten wil over hare leengoederen te beschikken. 621. Tl Juni 1654. Jan Hendrick Abrahams, wonende te Milheeze onder de parochie 1) Deze eigendommen behoorden tot de Abdij van Bern te s Bosch. Bakel, als man van Jenneken, dochter van Bernhard Janszoon van den Spoer, wonende te Bakel en wijlen Geertje Slaets, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Hendrick Ruysch ten behoeve van Heer en Meester Lambert Becx, licentiaat in de rechten, eene grondrente uit twee naast elkaar staande huizen met daartoe behoorende landerijen, gelegen te Milheeze, parochie alsvoren, waarvan zijn genoemde schoonvader den tocht aan zijne vrouw had overgedragen. Hierover waren als schepenen Justus Versterren enjohan van Oerle. 622. 19 September 1654. Johan van der Horst, raad van 's Bosch, als man van Lucretia Donckers, voorheen weduwe van Adriaen Herincx, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Huybert Peterszn van St. Truyen een huis met tuin en twee achterhuizen, uitkomende in de St. Clarastraat, staande en gelegen in de Hinthamerstraat te 's Bosch aan den hoek van de St. Clarastraat en wel tusschen laatstgemelde straat en het huis en erf van Guiliam Danckarts en zich uitstrekkende van af de Hinthamerstraat tot aan den uitgang van het huis en erf van genoemden Danckers, zijnde voorschreven panden door den verkooper den 24 Juli 1654 bij gerechtelijke uitwinning gekocht geworden. Hierover waren als schepenen Johan van Zutphen en Gerart Hamel. Hierbij eene akte van 5 November 1685, waarbij voor Johan Schoock en Cornelis Ackersdijck, schepenen van 's Bosch, Johan van den Borghals als vader en voogd over zijne dochter Maria, door hem verwekt bij Barbara, dochter van wijlen Huybert Peterszn van St. Truyen en Geerart van Noort als gemachtigde van Maria de Groen, dochter van Huybert, den zoon van Huybert Peterszoon van St. Truyen, voorschreven huis met erf en achterhuis, genaamd De drie Koningen, staande tusschen de St. Clarastraat en het huis, genaamd De vergulde toelast, en zich uitstrekkende van af de Hinthamerstraat tot aan na te melden twee huisjes, mede door na te noemen kooper gekocht en het erf van het huis De vergulde toelast, alsmede twee huisjes, staande in de St. Clarastraat te 's Bosch tusschen het voorschreven huis De drie Koningen en eenen uitgang, — verkoopen aan Herman van Heesch. 623a. 1655. Verzoek door de Classis der Baronie van Breda gedaan aan de Heeren van den Rade en Rekeninge van den Prins van Oranje om pastorien te verstrekken aan de predikanten van Oosterhout, Chaam, Alphen en Baarle. g24. iO September 1655. De Raad en Leenhot van Brabant te 's Hage beleent Abraham Collijn met een bouwhuis, schuur, schaapskooi, varkensschot, paardenstal, bakhuis, eikeboomen, rondom het bouwhuis staande, heivelden, klaverweiden, akkers, beemden, alsmede land, gelegen in de Rosmalensche hoeven, door hem geerfd van Johanna Maria Faustina, onmondige dochter van Maria van de Waeter. 025. 9 December 1655. Vermits in het erfdeel, dat ten deel is gevallen aan Franchoijs Wonders als man van Josina, dochter van wijlen Pauwel Wijnants van Rosand en Johanna van Casteren, bij de scheiding en deeling op 22 April 1653 voor Schepenen van 's Bosch tusschen de voor- en nakinderen van genoemden Pauwel Wijnants opgemaakt, abusievelijk is weggelaten een hond veld, gelegen in de parochie Schijndel ter plaatse genaamd Op de Beeck, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch Herman, zoon van wijlen Pauwel Wijnants van Rosand en Johanna van Casteren, Dierck Dierckszn van Kessel, Cornelis Jasparszn van Heeswijck en Peeter Baudewijns van den Santvoirt, als momboirs over Jaspar en Barbara, onmondige kinderen van genoemden Pauwel en diens tweede vrouw wijlen Judith, dochter van Jaspar Willemszoon van Heeswijck, voorbedoeld stuk land alsnog aan genoemden Franchoys Wonders toegescheiden, Hierover waren als schepenen Jacob van Casteren en Joost Aertszn Canters. g23. 29 December 1655. Alzoo Schepenen, Gezworenen, Raadslieden, die men noempt ledighe luyden, Dekenen van de Ambachten, een deel der goeder Knapen ende all die gemeyn stadt van 's Hertogenbossche den 20 October 14S3 eene erfrente verkocht hadden aan Aelberd, zoon van wijlen Aelbert Kethelers, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Cornelis van Boxmeer als gemachtigde van Johan Baptista en Cornelis van Breugel, licentiaten in de rechten en zonen van wijlen Aelbert van Breugel, in leven ook licentiaat in de rechten, advocaat en oud-raad van den Bosch en wijlen Agnes Beyens, blijkens procuratiebrieven gepasseerd voor Schepenen der stad Helmond, voorschreven rente getransporteerd aan Joost Martens van Vechel. Hierover waren als schepenen Jacob Focanus en Laureyns van 's Gravesande. 627. 25 September 1656. Maria van Engelen weduwe van Jacob Gysselen verkoopt voor Schepenen van 's Bosch als gemachtigde van mr Roelof van Engelen een steenen huis of woning met erf en ledige plaats, staande te 's Bosch aan de Oude Dieze tusschen het huis van Johan van den Bossche, stadhouder van den Hoogschout der Stad en Meierij van 's Bosch, eenerzijds en het huis van Anna van Hambroeck anderzijds, welk huis genoemde Koelot van Engelen den 16 Augustus te voren bij gerechtelijke uitwinning gekocht had, — aan Jonker Franchoys Beijharts, oud-drossaard der Baronie van Boxtel. Hierover waren als schepenen Gijsbert Kuysten en Joost Aertszoon Canters. (Op den rug staat: het huis gecomen van den heer van Nuenen (van Eyck n. 1.) Zie hierover mijne Voorname Bossche huizen II p. 295. 628a. 1657. Mr Maerten Pauw en Cornelis Vlaming van Outshoorn, gecommitteerden van den Raad van State, verkoopen aan mr Jan van Uden en Dries Lambrechtse den Middelbloktiend onder Berlicum, afkomstig van de Abdij van Berne. 629. i6 Januari 1657. Jan Matheuszoon van Bilsen als man van Henderske, dochter van Jaspar Gijsmaers van Meerwijck en als gemachtigde van Jan, zoon van Jaspar Gijsmaers zoon van Meerwijck, zijnen zwager, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Geertruid van Heerssel, weduwe van Hans de Helt alias Colen, eene grondrente, gaande uit eene boerderij in de parochie Haaren, enz., welke Jan Willem Peters, wonende aldaar, als man van Jenneken Gijsberts 1 Juni 1643 had verkocht aan Aert van Boxtel, Dirck Corneliszoon Fabri en Jacob Gerardszoon, in hunne hoedanigheid van momboiren over de onmondige kinderen van Jaspar Gijsmaerszoon van Meerwijck. Hierover waren als schepenen Pieter Lus en Willem van Houte. 630. 5 Februari 1657. Hendrick Corstiaen Marcus en Marten Marten Ariens, schepenen 16 der heerlijkheid Liempde, getuigen, dat te hunnen overstaan Steven Anthonis Diercx als man van Catelijn, dochter van wijlen Willem Peter Schuttiens, aan Adriaen, Geraert en Marijken, kinderen van wijlen Willem Peter Schuttiens, verkocht heeft een perceel hooiland, genaamd de Korenput alias het Kleinder Liempdsveld, gelegen in de heerlijkheid Liempde. g3], 17 Augustus 1657. Marcelis van de Poll, drossaard van Hedel en rentmeester van Empel en Meerwijk, als gemachtigde in laatstgemelde hoedanigheid van den Heer van Empel en Meerwijk, eigenaar voor een derde gedeelte van een perceel hooiland, genaamd de Wasplagen, gelegen in voorschreven heerlijkheid aan den dijk, komt met eenige andere eigenaars van aldaar gelegen perceelen hooiland ten overstaan van Schepenen van den Bosch overeen, dat die perceelen over elkaar tot en met eerstgemeld perceel naar voormelden dijk ten eeuwigen dage zullen kunnen uitwegen Hierover waren als schepenen Willem van Houte en Marten Christiaan Zuerius. 632. 28 September 1657. Willem Thielemans, wonende te Mierlo, Jan Thielemans, wonende te Nuenen en Herman Anthoniszoon, wonende te Mierlo, als man van Lijsken Thielemans, allen kinderen van Dierck Thielemans, wonende te Mierlo en Merijken Goijarts Willemsdochter, verleenen voor Schepenen van 's Bosch zoo voor zich en als gemachtigden van Goyart Thielemans, wonende te Zevenbergen, hunnen respectieven broeder en zwager, aan Joost Martens van Vechel eene grondrente uit eene boerderij, gelegen te Nuenen. Hierover waren als schepenen Joost Nagel en Willem van Houte. 633. 4 Oclober 1657. Vermits de Prelaten. Edelen en Steden, representeerende de drie Staten van het Land van Brabant, den 24 April 1564 aan Henrick, zoon van Goossen Heeren, eene erfrente hadden verkocht, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Maria Martens, als eenige en universeele erfgenaam harer zuster Magdalena Martens. voorschreven erfrente overgedragen aan Dirck Reijnders van Rosmaer om ze na haren dood in genot te aanvaarden. Hierover waren als schepenen Johan van Zutphen en Huybert van Berckel. Hierbij: a eene akte van 1 December 1676, waarbij Peeter Aleraans en Hendrick van Ravestijn, als momboirs over de drie onmondige kinderen van Joan Roeffens en Margaretha, dochter van Dirck Reijnders van Roesmaer ]) voornoemd, voorschreven erfrente verkoopen aan Gerardina Alemans. b eene akte van 28 October 1680, waarbij genoemde Peeter Alemans als testamentaire erfgenaam van genoemde Gerardina Alemans voorschreven erfrente verkoopt aan Jan Janssen van Ingen als voogd over de onmondige kinderen van Cornelis Adriaense van Deursen. 634a. 21 October 1057. lacobus, aartsbisschop van Ephese en vicaris-apostoliek, begiftigt Ludovicus van der Putten met het pastoraat der parochiale kerk van St. Catharina te 's Bosch. 635. 28 December 1657. Pauwels Francken, wonende te Naastenbest onder Oirschot, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Nicolaas van Zoemeren, cantor te Hilvarenbeek, eene grondrente uit een kamp land, gelegen te Naastenbest. Hierover waren als schepenen Johan van Zutphen en Huybert van Berckel. 633. 21 Juni 1658. Jan Roeloeffs Kievits, weduwnaar van Margaretha van Cham Christoffelsdochter, door haar tot het navolgende gemachtigd bij het testament, door hen beiden op 24 Febr. 1655 voor den notaris Cornelis van Boxmeer gemaakt, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Joost van Berckel een huis met erf, tuin, plaats en achterhuis, geheeten de Engel, staande aldaar aan de Vughterstraat tusschen het huis De drie nobels eenerzijds en het huis van Walburch Tolinck anderzijds en zich uitstrekkende vanaf gezegde straat tot aan de Dieze, zijnde dit huis aan verkoopers vrouw aangekomen van hare ouders. Hierover waren als schepenen Johan van Zutphen en Johan Schoock. 637. 25 Juni 1658. Mr Henrick Nagelmaeckers, licentiaat in de rechten en Cornelis Jacobszoon van Vechel als executeurs-testamentair van wijlen Jan 1) In na te melden akte sub b heet hij van Roesmaelen. Hermanszoon van Eerssel, zijnde diens testament op 7 Juli 1645 gepasseerd voor den notaris Niclaes van Nyehoff en op 11 Juli 1657 door notaris Thomas van Hynsberch geopend, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Aeltjen, dochter van wijlen Jacob van Vechel, eene erfrente ten laste der Staten van Brabant, welke aan de momboiren over de onmondige kinderen van Herman Aertszoon van Eerssel en Engelken Boudewijns bij de scheiding en deeling der nalatenschappen van de echtelieden Jan Noppen en Swaentjen, dochter van Gerard Henricx, op 27 April 1600 was toebedeeld. Hierover waren als schepenen Huybert van Berckel en Johan Schoock. 638. 3 September 1658. Ambroise baron van Maldegem, als man van Isabella Clara de Kesselaer de Marquette, eenige erfgename van Hesther van Gnensven, verbindt den Ridder- of Vosselaerstiend onder Hilvarenbeek, leenroerig aan den Leenhove van Brabant, om daaruit te voldoen eene roggepacht van 22 mudden, waarmede genoemde Hesther van Griensven bij haar testament de twee daarbij door haar te 's Bosch gestichte armengasthuizen had gedoteerd. Hierover waren als schepenen van 's Bosch Pieter Lus en Gerardt Hamel Bruynincx. Q39_ 12 December 1658. Aert Jansen van Kreyl, Jan Jansen van Kreyl, Anthonis Ghysbertsen van Mugheuvel als man van Jaxken, dochter van Jan Handrikszoon van Kreyl en Mariken, dochter van Boudewijn Michielsen, alsmede Lambert Ghijsbertszoon en Willem Handrikszoon van Kreyl in hunne hoedanigheid van voogden over Aelken, onmondige dochter van wijlen Boudewijn, zoon van Jan Handrikszoon van Kreyl zal., verkoopen na afstand van den tocht, gedaan door Jan Handrikszoon van Kreyl, hunnen vader en grootvader van genoemde minderjarige, voor Schepenen der heerlijkheid Gefïen aan Hendrikje Jans weduwe van Handrick Janszoon Olislager te 's Bosch een stuk land, gelegen te Gefifen op den Kuyl. Hieroverover waren als schepenen Bernard Gerardssen, president en Adriaan Handrikszoon van Kre^l. 640a. 24 Januari 1659. Verklaring van den Ontvanger-Generaal mr Philippus Doublet, dat hij van Josephus d'Outelair, prior van de Karthuizers te Antwerpen, heeft ontvangen de som van 56850 pond voor alle goederen, renten en tienden, welke door de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden aan gezegd Klooster waren gecedeerd zoowel voor wat betreft die, gelegen binnen hun territoir als die, gelegen binnen het territoir van den Koning van Spanje. 641. 29 Maart 1659. Johan van Dachverlies Willemszoon als man van Gerken, dochter van Dierck Dierckszn van Erp, timmerman, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johan Willemszn van de Graefif voorhuis, middelhuis, erf, tuin, achterkamer en achterhuis, gang en poort, staande en gelegen aldaar aan de Oude Dieze tusschen een huis en erf van den verkooper eenerzijds en het huis en ert van Margriet, dochter van Jans van Bel, weduwe van Herman van Sambeeck, anderzijds en zich uitstrekkende tot aan de Dieze. Hierover waren als schepenen Gijsbert Kuijsten en Gerard Hamel. Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p, 275 en oorkonde no. 492. Hierbij een schepenbrief van 's Bosch van 16 Februari 1664 waarbij Gerken, dochter alsvoren, in hare hoedanigheid van voogdes over de onmondige kinderen, bij haar verwekt door Johan van Dachverlies Willemszoon, aan genoemden van de Graeff verkoopt eerstbedoeld aangrenzend huis. Denkelijk hebben betrekking op dit huis de navolgende bijliggende Bossche schepenbrieven : a een van 22 Dec. 1439, waarbij Arnoldus Mutsart Henrickszn aan Dirck, zoon van Petrus Janszoon, verkoopt een huis en erf, staande en gelegen te 's Bosch aan de Oude Dieze (antiqua Dyesa); b een van 15 December van datzelfde jaar, waarbij Henricus van den Oever afstand doet ten behoeve van genoemden Mutsart van zijn recht van wederinkoop op dat huis en erf; c een van 28 September 1525, waarbij Johannes Pijnappel, zoon van Johannes Boudewijnszoon, dat huis en erf verkoopt aan mr Gerard van Herenthals, rector der scholen te 's Bosch. 64 '2a. 16 Mei 1659. Rogier van Hauterive gezegd van Leefdael, heer van Deurne, gelast op het verzoek van Abrahamus Huysingius, predikant van Deurne en Vlierden, den Heiligen Geestmeester van Deurne om Lambert Koellen „ten respecte van de Gereformeerde religie" te ondersteunen met een bedrag van fl 10. 643. 12 Juli 1659. Jan Herman Anthonissen van Wolffsberch verklaart voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Geertruid, dochter van Jan van Oers en weduwe van Gerard Anthonissen van Bueren ten tocht en aan Symon en Geertruid, kinderen van laatstgenoemde echtelieden, Cornelis Jacobs als man van Jenneken en Nicolaas de la Ville als man van Judith, dochters alsvoren, ten erfrecht en verbindt daarvoor een huis met plaats, staande te 's Bosch tegenover de Ververstraat tusschen het huis van Joost Martenszoon van Vechel eenerzijds en het huis de Boterton anderzijds en zich uitstrekkende tot aan het erf van genoemden van Vechel. Hierover waren als schepenen Gerart Hamel Bruijnincx en Rutger Tulleken. 644. 14 Augustus 1659. Maria, dochter van wijlen Thomas Henricxszn van Beugen en Catharina, de dochter van Willem van Esch, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Joost Martenszoon van Vechel eene grondrente, gaande uit eene hofstede, gelegen te Erp ter plaatse genaamd op d'Erpsche Boerdonck, uit een stuk akkerland, genaamd de Cruyssestraat, ook gelegen te Erp, alsook uit een stuk akkerland, gelegen te Erp ter plaatse genaamd in de Erpsche heijcampen, welke grondrente door Aert, zoon van wijlen Dierck Geraertszoon, wonende te Erp, den 7 Juli 1616 was verleend aan Henrick Janszoon van Beugen, vettewariercreemer en vervolgens bij scheiding en deeling, tusschen de kinderen en erfgenamen van Thomas Henricszn van Beugen en Catharina van Esch voornoemd gemaakt, aan de verkoopster was ten deel gevallen. Hierover waren als schepenen Gijsbrecht Kuysten en Herman Cuchlinus. (Zie oorkonde no. 445.) 645a. 22 October 1659. Eugenius Albertus, bisschop van Roermond, geeft vergunning aan Henricus van Hegelsom, pastoor te Vierlingsbeek en vicaris te Horst, om bij testament over zijne goederen te beschikken, mits hij aan het Seminarie te Roermond 2 ponden Vlaamsch legateere. 646a. 10 Mei 1660. Eenige geërfden van Loosbroek geven den Vorster te Dinther last om tegen de Schepenen aldaar te protesteeren wegens den door dezen onbevoeglijk gedanen verkoop van eene vroente of gemeente, gelegen in de Loosbroeksche gemeente, zijnde toch die verkoop in strijd met een accoord en de brieven van maintenue van 1590. 647. 20 Juli 1660. Peerken Henrick Bunsaerts met Jacob Martens Verhees, haren man, verkoopt voor Schepenen van Princenhage aan Johan Henrick Dyrven, notaris te Breda, een perceel weiland, gelegen te Princenhage. Hierover waren als schepenen Cornelis Adriaan Leyten en Cornelis Adriaan 's Graeuwen. 648. 27 Augustus 1660. Guilliaem Ciermans, raad en rekenmeester-ordinaris van Z. K. Maj. Rekenkamer van Brabant, resideerende te Brussel, zoon van wijlen Peter Ciermans en Elisabeth Thomas, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Jacob Henricxzoon Olislagers, ten behoeve van diens moeder Henricxke, een perceel akkerland, gelegen in de parochie en heerlijkheid van Geffen ter plaatse genaamd op den Doelen naast het land der Broederschap van Onze Lieve Vrouw te Geffen. Hierover waren als schepenen Franchoys Bruynincx en Johan Hamel. 649a. 16 September 1660. Specificatie van de goederen Ter Borcht, gelegen onder Oisterwijk en nagelaten door Jor Godefroy Pynappel, in welke goederen Jor johan van de Poll, Spaansch kapitein, vanwege zijne moeder Pijnappel voor Vio gerechtigd is. 650a. H October 1660. Akte, waarbij Jan Peters Rovers van Spreuwenborgh, oud-molenaar van de watermolens te Geldrop en Jor Charles de Boussele, drossaard der stad en lande van Diest, als man en momboir van Mechteld de Hornes, eigenares van bedoelde watermolens, op Schepenen van den Bosch appelleeren van een vonnis, door Schepenen van Geldrop gewezen ten voordeele van Jor Amand de Hornes. 651a. 29 Januari 1661. Brief vdn de Schepenen van Gestel bij Eindhoven, waarbij zij zenden de verklaring van Laureyns Sebastiaanszn van Esbeeck, oudpresident-schepen dier heerlijkheid. gy%a. 15 Maart 4661. Mr Franciscus van der Borcht, Catharina en Maria van der Borcht, kinderen van wijlen Goossen van der Borcht, schepen der vrijheid van Oisterwijk, eerstgenoemde ook nog namens Hendrick, onmondige zoon van wijlen zijnen broeder mr Embert van der Borcht, geven voor Schepenen van Nederweert volmacht aan Joris van Gulick om voor Schepenen van Oisterwijk over te dragen aan J« iranco de Beveren, ontvanger der verpondingen over het Kwartier van Oisterwijk, eene grondrente, gaande uit onderpanden, gelegen op den Hondsberg en door hen geerfd van hunne moei Helena van der Borcht. 653. 28 April 16Q1. Johan Hamel en Gijsbert van Hamel, schepenen van 's Bosch, maken bekend, dat Maria, dochter van Marcelis van Haren en weduwe van Marten van Vechel, hun heeft verzocht om over haar onmondig zoontje van Vechel tot voogden te benoemen Joost Martenszoon van Vechel, burger van 's Bosch, grootvader van hetzelve en Coenraad Janszoon van Cuyck, ook burger van 's Bosch, moederlijken oudoom van hetzelve en dat zij daarop dezen tot voogden over dat kind hebben aangesteld. 054_ 24 Februari 1662. Alzoo Wouter Goossens Peynenborch, weduwnaar van Heylwich, dochter van Dirck Gerritszoon van de Wiel, den tocht, hem als langstlevenden echtgenoot toekomende van een achtste van twee derde parten eener erfrente ten laste van de Staten van Brabant, kwartier van 's Hertogenbosch, had afgestaan aan Peter, Goossen, Henricken en Wouteren, gebroeders, zoo te hunnen behoeve als ten behoeve van Tonisken en Stijntje, gezusters, allen kinderen van hem en zijne genoemde vrouw, zoo hebben voor Schepenen van 's Bosch genoemde gebroeders voor zich en als zich sterk makende voor hunne genoemde zusters, alsmede Cornelis en Mathijs, gebroeders, zonen van wijlen Wijnant van Heusden, zoo voor zich en als zich sterk makende voor Adriaen Gysbertszn Verheyden, Wouter Goossens Pijnenborch voornoemd als momboir over de onmondige kinderen van wijlen Gerit Dirckszn van de Wiel en als zoodanig tot het navolgende gemachtigd door Schepenen van Oisterwijk ; alsnog meergenoemde Wouter Goossens Peynenborch als transport hebbende van Jan Wouterssen, wonende te Rucphen, door dezen verleend, zoo voor zich en als lasthebber van Evert Wouterssen, zijnen broeder, en Meeuws Pauwels, in diens hoedanigheid van man van Tanneken Wouterssen, zijne zuster, blijkens procuratiebrieven voor mr Marten van Hees, openbaar notaris te Oisterwijk, gepasseerd; mr Thomas van Hijnsberch, notaris, als rentmeester van het Groot Begijnhof te ' s Bosch en in die qualiteit optredende voor de onnoozele Anna van Eerssel; dezelfde mr Thomas van Hynsberch als lasthebbende van den heer Franchoys Beyharts, erfridder des H. Rijks en oud-drossaard van Boxtel, door dezen verleend voor zich en mede als erfgenaam van den heer Caspar Beyharts, in leven deken der Collegiale kerk van Boxtel, zoomede als zich sterk makende voor Jonker Anthony Beyharts, kapitein-luitenant van eene compagnie-ordinaris ten dienste van den Koning van Spanje, zijnde deze last gegeven bij procuratiebrieven, voor Jan van den Heuvel als openbaar notaris binnen de Baronie van Boxtel gepasseerd; alsnog dezelfde mr Thomas van Hynsberch als gemachtigde van Sophia Heymans en Jacobus, haren broeder, hen gezamenlijk sterk gemaakt hebbende voor Elisabeth Heymans, hunne zuster en Peter Effermans, haren^man, mitsgaders voor hunne zuster Cornelia Heymans, allen kinderen en erfgenamen van wijlen Wynant Heymans en Nelken Jacobs Roust; mede nog als gemachtigde van Jan Govers en Gysbertje Govers, begijntje, hen sterk gemaakt hebbende voor hunnen afwezigen broeder Cornelis Govers, kinderen en descendenten van Goyardt Gysbrechts en Anna Heymans, hebbende dezen volmacht gegeven voor J. van der Hooffstadt, openbaar notaris te Mechelen ; Aert, zoon van Wouter van Eerssel, voor zich en als gemachtigde van Jan Peters van Eerssel en Frans Franssen van Eerssel blijkens procuratiebrieven voor Schepenen van Gent verleden ; Adriaen, zoon van Jan van Eerssel, de jonge, voor zich en als gemachtigde van Barbara Wouter Colen weduwe van Adriaen van Eerssel den oude; Jan en Michiel, gebroeders, en Catharina, hunne zuster, kinderen van wijlen Adriaen van Eerssel en Barbara voornoemd, voor zich en als zich sterk makende voor hunne minderjarige broeders en zusters, blijkens procuratiebrieven voor Schepenen van Tilburg en Goirle gepasseerd; voornoemde Adriaen van Eerssel de jonge alsnog als gemachtigde van Anneken van Eerssel, daartoe bijstand bekomen hebbende van haren man Nicolaes Henricx van Aelst, blijkens procuratiebrieven voor Schepenen van Turnhout gepasseerd; Annekeni dochter van wijlen Wouter van Eerssel en Jan van der Beeken, als gemachtigden van Sr Nicolaes van Gerwen, man van Adriaentje, dochter van Wouter van Eerssel voornoemd, blijkens procuratiebrieven door deze voor zich en als erfgenaam van wijlen hare zuster Cathalyn van Eerssel voor den openbaren notaris Joachim van Grinsven verleend, — zijnde al de voornoemde personen erfgenamen van de vaderlijke fideicommissaire goederen van wijlen Jan Hermans van Eerssel, — voorschreven erfrente verkocht aan Thomas Christoffels van de Graeff. Hierover waren als schepenen Amt van Tienen en Joost Nagel. 655. 5 April 1662. „Wilhelm Hendrick, Prince van Orange, grave van enz., heere van Breda, der stadt Grave ende den Lande van Cuyck, enz.," doet te weten, dat vermits wegens het ontslag, op grond van hoogen ouderdom aan Elias Jansen als richterbode van Sambeek verleend, een opvolger van dezen behoort te worden benoemd, hij met goedvinden van de Princesse Douairière van Orange, zoo voor zich en als gemachtigde van zijne voogden, tot richterbode aanstelt Jan Thonissen. 656. 23 April 1662. Dierck, zoon van wijlen Henrick Dierckszn, wonende te Helvoirt, als man van Henricxke, dochter van Adriaen Berckelmans, verleent voor Schepenen van 's Bosch aan Cornelis Jacobszn van Vechel eene grondrente uit eene boerderij, gelegen binnen de heerlijkheid Helvoirt ter plaatse genaamd aan de Gesel naast het erf van Adriaen Willemszn Berten en meer anderen eenerzijds en het erf van Dierck Reijnders van Rosmaer, burger van 's Bosch, anderzijds. Hierover waren als schepenen Reijnier Tempelaer en Nicolaes de Lobel. 657. 21 September 1662. Mr Adriaen de Weer als gemachtigde van mr Hendricus van Gorcum, priester, verkoopt voor Schepenen van Oisterwijk aan Adriaan Corneliszoon van Beurden eene grondrente, gaande uit eene boerderij, gelegen onder Gestel bij Oisterwijk ter plaatse genaamd het Kolk en uit een perceel weiland, geheeten de Beemd, ook gelegen te Gestel en wel ter plaatse genoemd „In den hoogen inslag", welke grondrente Adriaan, zoon van Jan Cornelis Goijerts, als man van Catharina, dochter van wijlen Matheus Elias, den 21 Januari 162S verleend had aan heer Goyerd Hendricx van Gorcum, in zijn leven ook priester en die door genoemden mr Hendricus van Gorcum van dezen geërfd was. Hierover waren als schepenen Jan Janszn Timmerman en Loenis Hendricx van Megen. (Zie oorkonde no. 493.) 658. 1 December 1662. De Raad van Brabant verleent op het verzoek van de Kanunniken van het Kapittel van St. Oedenrode, inhoudende, dat verschillende personen achterstallig zijn in het betalen van renten, cijnsen en pachten, tot hunne prebenden behoorende, brieven van executie. 659a. 4 Januari 1663. Testament van Johan Backers Jr (of de Bacquer) en diens echtgenoote Agnes Gysselen, beiden woonachtig te 's Bosch. 660. 25 October 1663. Marten, zoo voor zich en als man en momboir van Maria, dochter van Thomas van Beugen en Anneken zijne zuster, beiden kinderen van wijlen Jaspar de Leeuw, verleenen voor Schepenen van 's Bosch aan Mechteld weduwe van Peter Boons eene grondrente uit twee derde gedeelten in een huis, staande in de Karrestraat aldaar ; uit een derde gedeelte in een huis, staande aan de Markt aldaar naast het huis van Wouter van Achelen eenerzijds en dat van Henrick van de Gevel anderzijds en zich uitstrekkende vanaf de Markt tot aan de Dieze, en uit een vierde gedeelte in eene woning, staande met eene andere woning onder een dak aan gezegde Markt naast deze woning eenerzijds en het huis van Anthony van Bruaenen anderzijds en zich uitstrekkende vanaf de Markt tot aan het erf van Philips van Beugen. Hierover waren als schepenen Daniël van der Meulen en Henrick van Schrieck. 6Gi. 9 Februari 1664. Willem van Houte en Johan Daesdonck, schepenen van 's Bosch, verklaren, dat te hunnen overstaan Mathijs, zoon van wijlen Anthonis Willemszoon van Jabeeck en Elizabeth Willemsdochter van Esch, den leeftijd van 24 jaren gepasseerd zijnde, verklaard heeft, dat Laureijns van Kessel, oud-secretaris van genoemde stad en Joost Martens van Vechel, als zijne gewezen voogden, aan hem rekening en verantwoording van hun beheer hebben gedaan en hij hen te dier zake gedechargeerd heeft. 662a. 12 Februari 1666. Brief van J. Focanus, president-schepen van den Bosch. 663. 4 Mei 1666. Tieleman Aertszoon Klercx, wonende te Engelen, verklaart voor Schepenen van Heusden van Cornelis Jacobszoon van Vechel ter leen ontvangen te hebben de som van fl 650 en verbindt daarvoor het Baetenkampje, gelegen in het Engelensche Veld. Hierover waren als schepenen Willem Lookermans en Hendrick van Drunen. 664. 4 Mei 1666. De Raad en Leenhof van Brabant beleent mr Johan Nagelmaeckers, advocaat te 's Bosch, als momboir over de onmondige kinderen van wijlen Rogier d'Abselons, zoon van wijlen Guilliam d'Abselons, ten behoeve van Godefroy d'Abselons, minderjarigen zoon van Rogier voornoemd, met de helft in de tienden van Heesch en de daartoe behoorende smalle tienden, zooals voornoemde Guilliam d'Abselons die van Willem Berwouts 1) verkregen had en hem, Godefroy, bij doode van Guilliam d'Abselons meergenoemd aanbestorven waren. 665. 1 September 1667. Jacop de Bye, notaris te 's Bosch, als gemachtigde van Johan Snellen blijkens procuratiebrieven voor Jan Peynenborch, notaris te Oisterwijk verleden, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan mr Theodorus van Nyehoff, licentiaat in de rechten en advocaat aldaar, ten behoeve van Johanna van Gierle weduwe van Johan van de Gracht, zijne schoonmoeder, eene grondrente, gaande uit een huis, stal en achterhuis, genaamd Tilburg, staande te 's Bosch aan den Vughterdijk tusschen de beide poorten aldaar naast het huis van Jaspar Gast H. Kruispoortwaarts eenerzijds en dat van Magdalena van der Stappen weduwe van Jan Janszoon Scheffers Vughterpoortwaarts anderzijds, welke grondrente Wouter Adamszoon van Weerde, molenaar, den 12 Aug. 1643 had verkocht aan Jan, zoon van wijlen Steven Snellen. Hierover waren als schepenen Cornelis Cuchlinus en Martin Christiaen Zweerts. 1) Hij was zoon van J« Cornelis Berwouts en werd met voorschreven tienden in 1614 beleend bij doode van J°r Anthonis Berwouts, zijnen oom. 666. 13 April 1607. Scheiding en deeling der nalatenschap van mr Bartholomeus Loeff van der Sloot. 667. 5 Ocloler 1667. Henrick van Mil als man van Elisabeth, dochter van Jan Hermanszoon de Pesser, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Henricxken, zijne schoonzuster, dochter van Jan Hermanszoon de Pesser voornoemd en weduwe van Antoni van Esschaeren, eene grondrente, gaande uit eene hofstede, gelegen onder de parochie Gemonde en de jurisdictie van St. Oedenrode ter plaatse genaamd op Bersselaer, welke grondrente den 8 Maart 1657 door Jan, zoon van wijlen Mathijs Bartholomeus, wonende in gezegde parochie, verleend was aan Henricxken, voornoemd ten behoeve van de onmondige kinderen van wijlen Jan Hermanszoon de Pesser voornoemd; item eene grondrente, gaande uit een stuk akkerland, gelegen te Dinther ter plaatse genaamd Int Retsel, welke grondrente den 5 Jan. 1632 door Oth, zoon van wijlen Corst Otten, wonende te Dinther, verleend was aan Jan Hermanszoon de Pesser meergenoemd; item eene grondrente, gaande uit een derde eener bouwhoeve, gelegen te Berlicum ter plaatse genaamd Loeffaert, welke grondrente den 17 Februari 1649 door Antoni, zoon van wijlen Herman Janszoon de Pesser en Elisabeth, dochter van wijlen Antoni Preeckers, verkocht was aan Geertruid, dochter van wijlen Jan Thomaszoon van Velp en weduwe van Jan, den zoon van wijlen Herman Janszoon de Pesser. Hierover waren als schepenen Joost Aertszoon Canters en Johan van Blotenburgh. 668. 4 December 1667. Maijken, dochter van wijlen Dilis van der Aa en weduwe van Peter van Meerhout, wonende te Schijndel, verleent voor Schepenen van s Bosch aan Cornelis Jacobuszoon van Vechel eene grondrente uit landerijen, gelegen te Schijndel. Hierover waren als schepenen Gerardt Tielemans van Breugel en Gijsbrecht van Hamel. 669. 30 Deccmler 1667. Maijken Steven Eelkens, weduwe en erfgename van Jan Aertszoon van Eschaeren, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Margriet Schoenmans. echtgenoot van mr Peter Everard van Oldenburch, een huis met een grooten tuin en daarachter staande woning, staande en gelegen te 's Bosch aan de Oude Dieze tusschen het huis der erven van Anna van Hambroeck eenerzijds en dat van Dirck de Pleijtmaecker anderzijds en zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan het erf van Henrick van den Broeck, licentiaat in de rechten. Hierover waren als schepenen Gerard Tielemans van Breugel en Joost Aertszoon Canters. Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 288. 670. Januari 1668. Joris Vervoorden, inwonende poorter van 's Bosch, verleent voor Schepenen aldaar aan Maria van Doren eene grondrente uit een huis met erf, genaamd de Blauwe hand, staande in die stad aan den Vughterdijk tusschen het erf der kinderen van Peter van Geffen eenerzijds en dat van Anthony Cinck anderzijds, en strekkende van af gezegde straat tot aan den stadswal, de Dieze tusschen beiden loopende, alsmede uit twee huisjens, naast elkander staande in een straatje achter het huis, genaamd In Breda. Hierover waren als schepenen Geraert Tielmans van Breugel en Ghijsbrecht van Hamel. 671. 15 December 1668. Sr Johan de Backer de jonge als gemachtigde van den heer Jacobus Philippus van der Haven, gehuwd met Juffr. Elisabeth de Backere, blijkens procuratiebrieven voor den notaris de Moor te Eeckeren gepasseerd, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johan van der Meulen, secretaris van die stad, ten behoeve van Catharina Hermans van Limborch eene grondrente, gaande uit eene bouwhoeve onder Oostelbeers, welke rente Jan, zoon van Nicolaes Rijckarts, den 11 Febr. 1640 had verleend aan Lysken weduwe van Herman van Eerssel, alsmede eene grondrente, gaande uitperceelen onder Breugel, welke Nicolaes, zoon van Reynder Nicolaes Maessen, wonende op de Smeermoes, als een der erfgenamen van Maria, dochter van Nicolaes Aelbertszoon van der Heijden, den 28 April 1667 had verleend aan Adriaan Willem Henrickszoon van Engelen, zijnde deze beide grondrenten op 27 Augustus 1667 aan genoemde verkoopster ten deel gevallen bij scheiding en deeling der nalatenschappen van Johan Backers en diens echtgenoote Agnes Gysselen. Hierover waren als schepenen Franchoys Bruijnincx en Jacob Zivert van Ziborch. 672a. 5 Februari 1669. Dielis en Cornelis, zonen van wijlen Paulus Vos en Peter Theuniszoon van de Velde, als man van Syken, dochter van Paulus Vos voornoemd, mitsgaders Jenneken weduwe van Guiliam, zoon van Paulus Vos meergenoemd, verkoopen aan Gerrit Michielszn van den Ancker een huis met erf, staande te 's Bosch in de St. Jacobstraat tusschen het huis van Margaretha Roelofs Jansdochter, echtgenoote van Henrick Roeffs, eenerzijds en het huis van Jan Roelofszn Kivits, glazenmaker, anderzijds en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan den tuin van Philip Wouterszn Livens, zijnde hunnen vader aangekomen bij scheiding en deeling, opgemaakt tusschen hem en Philip Wouterszn Lievens. 673. 7 Februari 1669. Johan Davidts van Oerle en Jacob Ziverts van Zyborch, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat te hunnen overstaan Anthony, zoon van Anthony Willemszoon van Jabeeck, verklaard heeft, dat zijn gewezen voogd Joost Martenszoon van Vechel hem behoorlijke rekening en verantwoording gedaan heeft. 67 i. 19 Februari 1669. Peter Schilders, schout te Vlijmen en Marten Reyner van Ingen, wonende aldaar, in hunne hoedanigheid van lasthebbers van Geerardt Wedda, vaandrig in de compagnie van den baron Casper Hara, heer van In- en Cniphuysen, in garnizoen te Groningen, als man van Mechteld Hoorn, doen voor Schepenen van Heusden afstand van diens recht op eenen halven morgen land, gelegen onder Engelen in den Rouwenkamp, ten behoeve van Cornelis Jacobszoon van Vechel, wonende te 's Bosch. Hierover waren als schepenen Esaïas d'Ouwerschie en Hendrik van Herpt. 674a (bis.) 7 Mei 1669. Request civiel van Maria Hack, vrouwe van den Triangel, tegen den Prior van Huybergen. 675. 2 Augustus 1669. Johan Davits van Oerle en Johan Fran^ois Balbiaen, schepenen van 's Bosch, geven vidimus van een schepenbrief van Heusden van 14 Mei 1636, waarbij Jan Danielsen van Berlicum en Dirck Corneliszoon van Leckerkerck, schepenen van Heusden, verklaren, dat te hunnen overstaan Thonis wonende te Veen, verklaarde geld schuldig te zijn aan Jan Maesen, ruiter in de compagnie van den Heer Martin en daarvoor te verbinden vier morgen land, gelegen te Veen en grenzende aan de Pastorie aldaar, alsmede zeven hond land, mede gelegen te Veen en grenzende aan het erf van Sebastiaen Beelaerts. 676. 22 Augustus i669. Cathalijn, dochter van Willem Verbeeck, verklaart voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Jacomina, dochter van Cornelis Jacobs van Vechel en wel ten behoeve van genoemden Cornelis van Vechel. Hierover waren als schepenen Fran^ois Bruynincx en Jacob Zywaert van Siborgh. 677. 27 Januari 1610. Willem van Houte en Laurens van 's Gravesande, schepenen van 's Bosch, verklaren, dat te hunnen overstaan Helena van Zomeren, weduwe van mr Norbertus Mutsaerts, licentiaat in de rechten en Walburgh van Someren weduwe van mr Gijsbert Eelkens, licentiaat in de rechten en drossaard van Rethy, kinderen van wijlen mr Gerard van Zomeren, ook licentiaat in de rechten en oud-raad van's Bosch, alsmede Johan Schetïfers namens Nicolaes van Zomeren, licentiaat in de rechten en cantor te Hilvarenbeek, hebben goedgekeurd de scheiding en deeling van de goederen van wijlen hunne zuster Johanna van Zomeren. 678a. 27 Maart 1670. Verklaring van J. Verster, secretaris van den Bosch. 679a. 24 Augustus (?) 1670. Anneken Jacobs en hare kinderen geven aan Rogier van Leefdael, heer van Deurne, diens Officier en aan Schepenen van Deurne te kennen, dat Jacobs Goorts, de man van eerstgenoemde en vader van hare kinderen, sedert de invoering van de Christelijke reformatie den Staat als ook den Heer van en de gemeente Deurne als presidentschepen en ook gedurende eenige jaren als secretaris trouw en ijverig gediend heeft; dat hij op de dreigementen van booze lieden in den avond van 26 Augustus 1670 in gezelschap van eenige ingezetenen van Deurne is gegaan uit het erfhuis van Cornelis Janssen de Jeger te Liessel, alwaar hij als gesubstitueerd secretaris de pen had gevoerd ; dat nadat hij aan zijn huis was gekomen en afscheid van zijn gezelschap had genomen, hij aan den dorpel zijner deur uit een roer van eenen onbekend gebleven moordenaar een schot van 50 tot 60 korrels grooten ganzenhagel in den rug gekregen heeft, waardoor hij neerstortte en den 23 Augustus daaraanvolgende is overleden ; dat zij, Anneken en hare kinderen, dientengevolge thans in kommervolle omstandigheden verkeeren en daarom in den vreemde hunnen kost zullen moeten gaan zoeken; dat het zoude kunnen gebeuren dat aldaar genoemde Goorts belasterd werd en dat zij daarom aan gerequestreerden verzoeken een attest omtrent diens eerlijkheid af te geven. 680. 18 Juli 1671. De President en Raadsleden van den Koning van Castilie, enz., Graaf van Vlaanderen, geordonneerd in Vlaanderen, getuigen, dat voor hun Hof Bernard Janssens en Willebrord Bartholomeeus, kooplieden te Gent, de een als broeder en de ander als oom van den advocaat Mr Pieter Janssenius, verklaard hebben gezien te hebben een verzoekschrift, door dien advocaat gepresenteerd aan den Hoochweerdigen Heere rector magnificq van de Universiteit te Leuven, met de appostille daarop door dezen gesteld en dat zij er in toestemmen, dat genoemde advocaat zal verkoopen al zoodanige renten, huizen, gronden, erven enz., als zijne drie kinderen, hunne nichten, bezitten in de stad en meierij van den Bosch. 681. 20 October 1671. Elisabeth, dochter van Herman Goijartszoon van Santbeeck, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Luycaes de Haes, procureur en raad der stad Helmond, ten behoeve van Geerloff Suyckers Junior, zoon van Geerloff Suyckers, secretaris van Helmond, eene grondrente, die Hendrik, zoon van Dirck Hendricx, den 11 April 1633 had verleend aan hare moeder Margaretha, weduwe van Herman Goijartszoon van Santbeeck, uit eene boerderij, gelegen op den Beekschen Donk te Beek bij Aarle. Hierover waren als schepenen Frederik Hendrik Sweerts en Hendrik Copes. 17 682a. 19 Juli 1612. Brief door Ch. de Manmaker, heer van Hoffwegen, geschreven te Bergen op Zoom over de gevangenneming van eenen Franschen trompetter. 683a '10 Juli 1673. Verklaring van G. Kirkpatrick, gouverneur van den Bosch. 684. 3 November 1613. De Raad van Brabant te 's Hage verbiedt op het verzoek van den Ambachte van de Molders binnen 's Hertogenbosch aan Willem van Grimbergen, koopman aldaar, om als meester-mulder koren te malen, daar hij niet zijne twee leerjaren heeft volbracht. 685. 30 Maart 1674. Aert van Geffen als man van Anneken, dochter van wijlen Jacob de Bruyn, voor zich en als gemachtigde van Cornelis de Bruyn en Hillegonda van Roermont; Igrom van Roermond, zoon van wijlen Reynder Igromszn van Roermond en Alegonda, de dochter van voornoemden Jacob de Bruyn; genoemde Igrom en Herbert Ancems van Herpen als voogden over de twee onmondige kinderen van Reynder en Alegonda voornoemd en Peter Laersmans als man van Anna van Roermond, dochter van dezelfden, allen erfgenamen van meergenoemden Jacob de Bruyn, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Henrich Matheuszoon van Bilsen een huis met middelhuis, tuin, bleekveld, achterhuis, acht looikuipen en twee kalkkuipen, genaamd de Keizerskroon, staande te 's Bosch aan den Vughterdijk tusschen de beide poorten bij de St. Corneliskapel tegenover de Valk en zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan het water, welk huis Jan Joachim Marcelissen, schoonvader van meergenoemden Jacob de Bruijn, den 11 Juni 1591 gekocht had van Peter Jan Peterszoon de Weyer, hebbende Anthony van Witvelt, stadhouder van de stad en meierij van Vilvorden, als man van Catharina de Bruyn Jacobsdochter haar part aan voornoemde verkoopers verkocht. Hierover waren als schepenen Jacob Syvert van Syburch en Reynder Tempelaer. 686. 7 Augustus 1674. Jan Baptist Greyns en Peeter Happart, schepenen van Antwerpen, verklaren, dat te hunnen overstaan Maria Theresia van Egeraet, dochtej van wijlen Hendrick van Egeraet en Anna Loeft van der Sloot, voor zich en in den naam van Adriaen en Adam Egeraet, hare twee uitlandige broeders, alsmede van Joanna Maria en Adriana Angelica Egeraet, hare twee minderjarige zusters, verkocht heeft aan Emerentiana Loeft van der Sloot, dochter van wijlen Godevaert, het een vierde in een derde deel eener erfrente ten laste der stad Antwerpen, haar en hare genoemde broeders en zusters aanbestorven van hunne genoemde moeder, die de dochter was van Hendrick Loeft van der Sloot, broeder van Bartholomeus Loeft van der Sloot, van wien zij voor een derde part erfgenaam ab intestato was, zijnde voorschreven erfrente uitgegeven aan Bartholomeus Loeft van der Sloot van 's Hertogenbosch, die de vader was van voornoemden Bartholomeeus. 687a. 5 October 1674. Op de klacht van Johannes Alstorphius, predikant van Waalre en Valkenswaard, over de handelingen, door Cornelia van de Poll weduwe van Johan van den Cluse, heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst, tot nadeel van de Gereformeerde religie en verachting van de justitie, „alles in vilipendentie van de orders en resolutiën der Staten Generaal verricht", gelasten dezen den Kwartierschout om den Schepenstoel te Waalre en Valkenswaard te veranderen en de Paapsche school te verbieden, alles ten koste der Vrouwe van de beide laatstgenoemde heerlijkheden; den klager zijne kosten te doen vergoeden en om voorts het schoutambt aldaar te bedienen oi te doen bedienen totdat genoemde Vrouwe daartoe een persoon der Gereformeerde religie met hunne goedkeuring zal hebben benoemd. 688a. 17 October 1674. Brief door L. A. S. de Chamilly te Grave, tijdens het beleg van die stad door den Prins van Oranje, geschreven, welke brief blijkens hetgeen er op aangeteekend staat, werd onderschept. 689. 2 Februari 1675. Mr Herman Kuchlinus, schepen van 's Bosch, als gemachtigde van Adriaen Pieterson, gecommitteerde ter vergadering van de Staten Generaal, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan mr Hendrick van Breugel, als administrateur van de beurzen, gefondeerd door Hester van Griensven, a eene rente van fl 35 's jaars, den 23 Juli 1652 verleend door Jor Dirck van Grevenbroeck, heer van Mierlo, ten overstaan van Schepenen aldaar; b eene rente van fl 2.50 'sjaars, denzelfden dag verleend door Herman Aelberts en door genoemden heer van Mierlo te zijnen laste genomen, welke beide renten Jan Jansse Kei, wonende te Batenburg, als man van Anneken, dochter van Cornelis Gerritsse, den 17 Juni 1664 voor Schepenen van Helmond had verkocht aan Jacobus Pieterson en van dezen vererfd waren op voorzegden lastgever. Hierover waren als schepenen Steven van Teffelen en Simon Coenraet Lintworm. 690_ 25 Mei 1675. Alzoo Maria Hovelmans weduwe van Gerard van Kelst den tocht van diens nalatenschap had afgestaan aan Jeronimus van Kelst Johanneszoon als man van Catharina' van Kelst Gregoire en aan d'Ardenne als man van Alegonda van Kelst, zoo ten behoeve van die vrouwen als ten behoeve van de onmondige kinderen van Symon van Kelst en alle kinderen van haar Maria Hovelmans en Gerard van Kelst, zoo hebben voor Schepenen van 's-Bosch voornoemde Jeronimus van Kelst Johanneszoon en Gregoire d'Ardenne in hunne voorschreven qualiteiten en als zich sterk makende voor de onmondige kinderen van Symon van Kelst, verkocht aan Gerard van Bockholt ten behoeve van Cornelis Jacobszoon van Vechel eene grondrente, gaande uit den Broekbeemd, gelegen te Oirschot in den heerdgang van Best aan de Bodemsteeg, naast het erf der kinderen Dirck Martens van der Heyden 1), welke grondrente Jonker Anthonys van Grevenbroeck, zoon van Jonker Floris van Grevenbroeck, heer van Ournies en La fontaine, daaruit den 24 Mei 1639 had verleend; item eene grondrente, gaande uit eene bouwhoeve onder Oirschot, welke Marten en Andries, zonen van Jacob Hendricx van Ginhoven alias den Lubbert te Spoordonck, den 24 Aug. 1637 daaruit hadden verleend aan Gerard van Kelst; item enz. Hierover waren als schepenen Assuerus Tulleken en Simon Coenraet Lintworm. 0gja_ 6 December i6T5. De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden berichten naar aanleiding eener missive van Cornelis Thooft, stadhouder van den Hoogschout te den Bosch, over het meisje Aletta van Osch, dat 1) Hij was in 1593 schepen van Oirschot. bij hare moei Adriana van Osch was opgehouden geweest, dat het nu bij een Gereformeerden burger aldaar is uitbesteed. 692. 20 December 1675. Ludovicus van der Putten als executeur van het testament van Dr Johan Ransecremer verkoopt voor Schepenen van den Bosch aan Guillelmus van der Putten en diens zuster Catharina van der Putten eene halve hoeve lands, voor de wederhelft toebehoorende aan de kinderen en erfgenamen van Simon van der Putten en gelegen te Loosbroek, parochie Heesch, welke hoeve Jan van Santen 12 Maart 1674 gekocht had van Lambert van den Heesacker Lambertzn als man van Margaretha, dochter van Mathijs Lambertszn Stooters en waarvan de andere helft aan Herman Anthoniszn van der Meulen was aangekomen van de ouders zijner echtgenoote en aan genoemden Ransecremer nomine uxoris bij de deeling met de medeerfgenamen van genoemden van der Meulen. Hierover waren als schepenen Simon Coenraet Lintworm en Henrick van Casteren. 693. 3 Maart 1676. Anthonetta, dochter van Henrick Colen, koopman te 's Bosch en Agnes van Roy, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Goijardken van den Ancker weduwe van Bernard Lehardy een huis met vier kamers of woningjes, daarachter staande, genaamd de Roy Leers, staande te 's Bosch in de Hinthamerstraat tusschen het huis der erven Peter Becx eenerzijds en dat van Aert Tybosch, een gangske tusschen beiden liggende, anderzijds en zich uitstrekkende tot aan de Dieze, haar aangekomen uit de nalatenschappen harer ouders. Hierover waren als schepenen Marten Christiaan Sweerts, heer van Oirschot en Simon Coenraet Lintworm. 694. 21 November 1676. Jan en Catelijn, kinderen van wijlen Thieleman Francken van Diepenbeeck en Hester, dochter van Daniël Schotelmans en Servaes Fabri van Gemert als man van Jenneken, dochter van genoemde echtelieden, gezamenlijk gerechtigd voor 3/öj mitsgaders Julius Danielszoon Schotelmans, als gemachtigde, blijkens procuratiebrieven voor den notaris Hendrick van Eijndhoven te 's Bosch gepasseerd, van Francq en Julius, ook kinderen van Thieleman en Hester voornoemd, als gerechtigd voor het overige 2/e, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan mr Johan Louis van Cattenburch, secretaris van die stad, ten behoeve van Ruth Meliszoon van Roosmaelen eene kamer van drie kamers, staande binnen die stad onder een dak bij de Pijnappelsche poort, hunnen vader ten deel gevallen bij scheiding en deeling, den 10 Oct. 1637 voor Schepenen van 's Bosch gepasseerd. Hierover waren als schepenen Assuerus Tulleken en Simon Coenraet Lintworm. 695a. 9 Maart 1677. Pero Verschey, burger van den Bosch, als man van Maria, dochter van Cornelis Goossens van Empel en als voogd over Hendrien en Grietjen, dochters alsvoren, verkoopt aan Adriaen Jonckers, inwoner van den Bosch, huis, erf, hof en rosmolen met vier woningen daarachter, genaamd de Rosmeulen, staande en gelegen aldaar buiten de H. Kruispoort op den Vughterdijk tusschen het huis en erf van Bernardt Goossens, den messenmaker, Vughterpoortwaarts eenerzijds, een gang tusschen beiden liggende en het water anderzijds, en zich uitstrekkende van af de straat tot aan het water, genaamd de Dieze, door den vader van verkoopers gekocht van Jan Roelofszoon Kievids op 10 Sept. 1664. 695a (bis). 16 September 1677. Verklaringen door getuigen ten overstaan van Schepenen van Oss afgelegd over hetgeen zij aan den collecteur van den tol te Lith aldaar aan tolgeld hadden moeten betalen. 696. 7 Maart 1680. Paulus Wonders en Jan van Bilsen, burgers van 's Bosch, verklaren voor Schepenen aldaar geld opgenomen te hebben van Sr Anthony van Kessel als gemachtigde van Theodora Andrea van Kessel. Hierover waren als schepenen Johan van Sutphen en Johan Francoys Balbiaen. 697. 24 Mei 1680. De Jonkers Willem Arnoudt en Jacobus Theodorus, zonen van Jonker Rogier, den zoon van mr Arnout van Broeckhoven en Johanna van Reys, mitsgaders Jonker Caspar Cornelis de Voocht, heer van Formeseel, als man van Maria Isabella, dochter van genoemden Rogier, allen als erfgenamen van dezen laatste, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Gerart Schoneus, chirurgyn aldaar, twee vijfden in eene grondrente, gaande uit gronden onder Heeswijk, welke mr Johan Frederick Solimos, wonende te Keulen, als man van Anna Bungarts, dochter van Jan Bungarts Janssen, voor zich en voor de andere erfgenamen van genoemden Jan Bungarts verkocht had aan mr Arnout van Broeckhoven voornoemd. Hierover waren als schepenen Johan van Sutphen en Johan Francoys Balbiaen. (Zie hierover oorkonde no. 508). 698. 5 Juni 1680. Dirck Swaen verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan mr Franco is Dominicus van den Velde, advocaat aldaar, de helft in eene grondrente, welke Laureyns, zoon van wijlen Oth Janssen, uit onderpanden, gelegen in de parochie Kessel, den 12 April 1650 had verleend aan Adriana Mutsarts en welke helft hem bij scheiding harer nalatenschap was ten deel gevallen. Hierover waren als schepenen Johan Frangois Balbiaen en Jacob Syvert van Syburch. 699 27 September 1680. Robbert de Lobell, schepen van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar in diens hóedanigheid van regent van het Groot Gasthuis aldaar aan mr Roelandus van Niel, licentiaat in de rechten, ten behoeve van Elisabeth, Maria, Aldegonda, Catharina en Anna, dochters van wijlen Johan Willemszoon van de Graeff, als vruchtgebruiksters en van de langstlevende harer als eigenares, een huis met voorhuis, middelhuis, erf, tuin, achterkamer, achterhuis, gang en poort, staande te 's Bosch aan de Oude Dieze tusschen het huis en erf, eertijds toebehoorende aan Dirck van de Velde als man van Perijntje, dochter van wijlen Huijbert Aertszoon Heesters, ter eenre en het huis en erf van Margaretha, dochter van wijlen Simon van Bel en weduwe van Herman Goijarts van Sambeeck, ter andere zijde en zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan de Dieze, welk huis het Gasthuis in December 1679 verkregen had voor den dijkplicht, waarmede Lambert Peters van Hees aan het Heeseiud onder Rosmalen belast was. Hierover waren als schepenen Joost Nagel en Jacob Siwaert van Siborgh. (Zie over dit huis mijne voorname Bossche huizen II p. 276). 700. 26 April 1681. Johan Hermanszn van Wolfsbergen, wonende te 's Bosch, verklaart voor Schepenen aldaar geld schuldig te zijn aan Henrick van Meurs, Mathijs van Venroy en Nicolaas van Bruggen, allen dekens van het Smedenambacht aldaar, ten behoeve van dat gilde. Hierover waren als schepenen Gerard van Cromman en Johan van Leefdael. 701a. 29 April 1681. Verklaring van Schepenen van Lierop, dat door de Wethouders van dat dorp altijd zijn aangesteld gewest ijkmeesters, die steeds alle maten ongestoord hebben geijkt met de korenmaten als biermaten, welke in hunne schepenkom berusten, totdat een zekere Lambert Slyckers eenige jaren geleden zich den ijk aangematigd en als generaal-ijkmeester tot zich genomen heeft. 702. 7 Augustus 1681. Helena Gerrits van Rosmalen, eerst weduwe van Jan Pieters en daarna van Adriaen van de Zande, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johan Louis van Cattenburgh, secretaris van die stad, ten behoeve van haren zoon Peter, geboren uit haar eerste huwelijk en haren zoon Johan, geboren uit haar tweede huwelijk, een vierde in een huis, staande aldaar aan de Postelstraat tusschen het erf der Weduwe van Vechel en een Gasthuis van Boxtel en zich uitstrekkende van af die straat tot aan het erf der laatstgenoemde weduwe, haar verkoopster aangekomen uit de nalatenschappen harer ouders. Hierover waren als schepenen Johan Francoys Balbiaen en Gysbert van Hamel. (Dit huis is hetzelfde als dat waarvan de rede is in na te melden oorkonde van 1 Febr. 1757). 703. 5 Januari 1682. Cornelis van Ingen, burger van 's Bosch, weduwnaar van 1 heodora van Vechel, tot het navolgende gemachtigd bij het testament door haar ten overstaan van den notaris G. van Camphen gemaakt, verklaart voor Schepenen van die stad geld schuldig te zijn aan mr Johan van der Meulen, secretaris van die stad, ten behoeve van Catharina Filters weduwe van Cornelis Jacobs van Vechel. Hierover waren als schepenen Steven van reffelen en Henrick Copes. 704. 6 Oclober 1682. Johan van Ophuysen, wonende te Tilburg, verklaart voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Johan Mond in diens hoedanigheid van voogd over Jacobus Mond. Hierover waren als schepenen Johan van Leefdael en Henrick Copes. 705. 13 October 1682. Peter van Ortten, inwonend burger van 's Bosch, bekent voor Schepenen aldaar geld schuldig te zijn aan Jacomina van Vechel, ook aldaar wonende. Hierover waren als schepenen Henrick Copes en Johan van Blotenburch. 706. 18 Februari 1683. Hendrick van der Hofstadt en Maria Botermans, beiden wonende te 's Bosch, bekennen voor Schepenen aldaar geld schuldig te zijn aan Maria, dochter van Cornelis Jacobszn van Vechel. Hierover waren als schepenen Henrick Copes en Cornelis 't Hooft. 707a. 17 Maart 1683. Antony Willem Hensen en Jan Goorts op het Vloeieind worden door Rogier van Leefdael, heer van Deurne en Liessel, aangesteld tot burgemeesters van die beide dorpen. 708a. 16 April 1683. Johanna Donckers weduwe van Johannes Gysselen, moeder, en Adriaan en Johannes Gysselen, broeders van wijlen Anthonetta Gysselen, geven ten overstaan van Schepenen van 's Bosch kwijting aan Hendrick van der Coeveringh weduwnaar van voornoemde Anthonetta Gysselen. 709. 16 Mei 1684. Jan Marten Tijssen van Wijck, wonende te St. Michiels-Gestel, verklaart voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Maria en Jacomina van Vechel. Hierover waren als schepenen Robbert de Lobel en Adriaen Blotenburch, 710, 16 November 1684. Aelbert van Deursen, wonende te Gemert en zijne zuster Geertruijd van Deursen, bekennen voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Maria van Vechel en hare zuster Jacomijne. Hierover waren als schepenen Johan Francoys Balbiaen en Quirinus Crollius. Hierbij eene akte van 3 April 1677, waaruit blijkt, dat mr Aelbert van Deursen tot vrouw had Jacomijne Bardoul, alsmede een inventaris der bezittingen van Luijtjen weduwe van Albert Bardoul, die waarschijnlijk hare moeder was; deze goederen lagen meerendeels onder Gemert. 711. 26 April 1685. Marcelis Visscher, gepasseerd zijnde den leeftijd van 24 jaren, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch, het achtste part in een huisje, staande in de Postelstraat aldaar, welk part hem was aangekomen bij doode zijner grootmoeder Hendersken Adriaens, — aan Lijsbeth van Geffen weduwe van Jan Overmeer. Hierover waren als schepenen Johan Francois Balbiaen en Quirinus Crollius. 712. V September 1685. Josina van Vechel, Maria van Vechel en Cornelis de Leeuw als man van Hester van Vechel, allen kinderen van Aert van Vechel en Elisabeth de Raet, verkoopen bij gerechtelijke uitwinning voor Schepenen van 's Bosch aan Reynier van Boxtel, burger van die stad, eene bouwhoeve, gelegen in de parochie Rosmalen omtrent de Kruisstraat, zijnde die hoeve ten Huysbergh genaamd. Hierover waren als schepenen Robbert de Lobell en Johan Francois Balbiaen. 713. 11 Januari 1686. Jan Hendrickszoon Timmermans, wonende te Loon op Zand, doet ten behoeve zijner onmondige kinderen Marijken en Geertruid, gesproten uit zijn eerste huwelijk met Henderske, dochter van Anthonis Janszoon Vuchts, voor Drossaard en Schepenen van St. MichielsGestel afstand van den tocht van een stuk akkerland, gelegen op de Heesakkers onder St. Michiels-Gestel, waarna hij, Jan Hendrickszoon Timmermans, als vaderlijke momboir over genoemde minderjarigen, het verkoopt aan Jan en Dingena, kinderen van genoemden Thonis Janszoon Vuchts. Hierover waren als drossaard J. Elsevier en als schepenen Andries Corsten van Aelst en Cornelis Janszoon Maet. 714a- 11 Maart 1686. Maurits Biben verkoopt bij executie aan den luitenant-kolonel Sei liard een huis met stalling, koetshuis, erf, tuin en poort, staande aan den Papenhuls te 's Bosch tusschen het huis van de erven van Mevrouw Peyton walwaarts aan de eene zijde en het huis der kinderen van wijlen den kapitein Kerrweer en Mevrouw Schuyl aan de andere zijde en zich uitstrekkende van af gezegde straat met eene poort achterwaarts tot aan de Dieze. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 506). 715a. 17 Mei 1686. Testament van Godefrida van den Ancker weduwe van Bernard Le Hardy, inwoonster van den Bosch, waarbij zij aan haren zoon Michiel Le Hardy vooruit maakt haar huis de Roos, staande in de Hinthamerstraat aldaar, met de daarin zich bevindende winkelwaren en tot hare erfgenamen instelt haren voornoemden zoon en Maria Catharina van de Coevering, gesproten uit het huwelijk van wijlen hare dochter Cornelia Le Hardy met Henrick van de Coevering. 716. U Juni 1686. Cornelis Verheye, inwonend burger van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Margrieta Biesters eene schoone huysinge, erve ende grooten hoff daerachter, gestaen ende gelegen binnen (die) stadt in de Hinthamerstraet over de Geerlinxse brugge tusschen seecker straetien genoemt het Raeymaeckers straetie aen d'een syde ende tusschen huys ende erve van Sr Johan ab Angelis aen d'ander syde, strekkende voor van de Hinthamerstraet tot op het waeter de Diese genoemt, welcke huysinge, erve ende hoff, gecomen van de A bdye van Bern, den Heere Floris Kant als een van de Heer en Gecommiteerde Raeden van Staeten van Hollandt ende West Vrieslant by appo stille marginael, gestelt op de requeste aen haer Ed. Grootmog. tot dien eynde gepresenteert bv de coopers van eenige geestelijck goederen ende huysen, gelegen binnen dese stadt, gecomen eensdeels van de Abdye van Bern ende eensdeels van 't Clooster van Mariendonck buyten Heusden, wesende van der date dryentwintigsten April 1652, uyt cracht hem daerby verleent, wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven hadde aen wylen Sr Cornelis Verheye, des opdraegers vader, inne schepenen brieven deser stad, wesende van den date den ses entwintichsten Junij 1652 ende hem opgedragen daernaer by deylinge tusschen hem ende Juffr. Maria Verheye, syne sustere, weduwe Dominé Johannes de Bruyn, als erjf genaemen van der voors. Cornelis Verheye gemaeckt op den vijfden November 1682 voor den notaris Hendrick van Heeswijck ende seeckere getuygen gepasseert ende daernaer voor Heeren Schepenen alhier gerenoveert, is te deel gevallen. Hierover waren als schepenen Willem Schuyl de Walhorn en Cornelis Ackersdijck. (Zie over dit huis oorkonde no. 611). 717. 5 Augustus 1686. De WelEd. Jonker Gaspar de Voocht, heer van Geffen en Vormenzeel en den Leenhuize van Nuland, als man van vrouw Maria Isabella van Broeckhoven, dochter van Jonker Rogier, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan heer Johan van Camphen, notaris en procureur aldaar, eene bouwhoeve, gelegen onder Esch, hem aangekomen van zijne schoonouders ingevolge akte van huwelijksvoorwaarden, op 25 Sept. 1671 verleden voor notaris Cornelis van Boxmeer. Hierover waren als schepenen Jacob Ferdinand Sweerts de Landas en Laureyns van 's Gravesande. 748. 28 Augustus 1686. Jan Thunnisz., soldaat in de compagnie van den kapitein Lettendorp, behoorende tot het regiment der Walen, als man van Maijken Visschers, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Lysbeth van Geffen weduwe van Jan Overmeer het achtste part in een huisje, staande aan de Postelstraat aldaar naast het erf van Juffr. Donkers eenerzijds en een erf van een gasthuis van Boxtel anderzijds en zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan het erf van genoemde Juffr. Donkers, hebbende zijne vrouw dat part geërfd van hare grootmoeder Hendersken Ancens. Hierover waren als schepenen Willem Schuyl de Walhorn en Cornelis Ackersdyck. (Zie oorkonde no- 702). 719, 3 Februari 1687. Jonker Herman Pelgrom verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johan van Camphen, substituut-rentmeester der domeinen, notaris en procureur aldaar, een perceel weiland, genaamd de Ossenweide, gelegen te Esch achter het Gasthuis aldaar. Hierover waren als schepenen Willem Schuyl de Walhorn en Abraham Daesdoncq. 720. 20 Maart 1687. Leendert Aerts van de Ven, wonende te Gemonde, bekent voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Jacomina van Vechel, wonende aldaar. Hierover waren als schepenen Philip van Thienen en Abraham Daesdoncq. Hierbij nog eene schuldbekentenis aan haar en eene schuldbekentenis van 20 April 1704 ten behoeve van Mechtildis van Ingen. 721. 27 Maart 1687. Hendricus Pijnappel en zijne zuster Josina, beiden wonende te 's Bosch, verkoopen voor Schepenen van Rosmalen aan Reynier van Boxtel, burger van 's Bosch, eenen morgen hooi- of weiland, gelegen te Rosmalen op den Roomput naast de bouwhoeve, toebehoorende aan genoemden kooper. Hierover waren als schepenen Ariaen Willems van der Horst en Daem Otten de Leeuwe. 722a. 27 Mei 1687. Aanzegging aan den Vorster te Liessel, dat het neringhuis van het Huis van Liessel en bijbehoorende gronden, toebehoorende aan Jor Albada, bij gerechtelijke uitwinning is gesteld ten name van Arnoldus Costerius Johanszn, rentmeester en schout der stad en lande van Weert en dat die nu voor een ieder te koop zullen worden gebracht in de herberg de Zwarte Arend te 's Hertogenbosch op Woensdag 18 Juni 1687 tusschen 3 en 4 uren des namiddags. (Men zie over het Blokhuis te Liessel, waartoe voormeld onroerend goed behoorde, Schepenakte van den Bosch van 9 Nov. 1690 (Reg. n° 480 f. 61), waarbij dat Blokhuis ten laste van Jor Everhard Josephus van Albada aan Johan van Campen te den Bosch gerechtelijk werd verkocht; zoomede Schepenreg. van den Bosch n°. 580 f. 141). 723. 3 Januari 1688. Dierck Jansse van de Sande, wonende te St. Michiels Gestel, bekent voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Maria van Vechel ten behoeve harer zuster Jacomina. Hierover waren als schepenen Frederick Henrick Sweerts de Landas en Abraham Daesdoncq, 724. 9 April 1688. Ten overstaan van Adriaan Bernage, drossaard en Willem van Ophuysen, schepen der heerlijkheden Tilburg en Goirle, verkoopt Jan Gijsbert Beiris van Oerle aan Willem van Oerle de onverdeelde helft van een perceel weiland, gelegen te Tilburg ter plaatse genaamd Korvel. 725a. 29 Juni 1688. Brief, door Godard van Rheede, graaf van Athlone, vrijheer van Amerongen en veldmaarschalk der Vereenigde Nederlanden, geschreven van uit Tilburg. 726. 49 November 1688. De Raad en Leenhof van Brabant beleent, na doode van Catharina Vilters weduwe van Cornelis Jacobszoon van Yechel 1), Jacomina en Maria van Vechel, wonende te 's Bosch, met een stuk hooiland, gelegen in de Rosmalensche Hoeven onder Rosmalen en deel uitmakende van de hoeve, genaamd Adriaan van Zutphens hoeve. 727. 8 Mei 1690. Dirck Willems, wonende te Dinther, geeft voor Schepenen van 's Bosch eene schuldbekentenis af aan Peter ab Angelis ten behoeve van Magdalena van den Ancker weduwe Dancklofs. Hierover waren als schepenen Robbert de Lobel en Christoffel Seitz. 727a [bis). Mei 1690. Akte van requisitie en protest van Pieter Zyberts te den Bosch voor de weduwe van Adriaan van Straelen (Maria Agnes Zyberts) tegen (Aug. Norbert) de Kennis, kloosterheer van de Abdij van Postel 2), om het huis van genoemde weduwe, staande te Helmond, aanstonds te verlaten, vermits hij daarin zonder recht zich bevindt, als hebbende hij het niet gehuurd en als willende de Heer van Helmond en diens officianten niet, dat hij er nog langer in verblijft. 72taa. 28 Mei 1690. Overeenkomst tusschen mr Johan van Gemert, advocaat te 's Bosch en Michiel Le Hardy als respectievelijke eigenaren der aan de Hinthamerstraat te 's Bosch staande huizen Valckenborgh en de Roos. 729a. 24 Juli 1690. Brief van L. Turcq namens de Magistraat van Bergen op Zoom. Hierbij eene memorie van diezelfde Magistraat betreffende den procureur Schuringh. 730a. 21 APril i69L Koning Willem III als baron van Breda stelt ter vervanging van Adriaen Fran^ois Beens Cornelis van Eyl aan tot secretaris van de Weeskamer te Breda. 1) Hij was familie van den H. Leonardus van Vechel. 2) Men zie over hem Schutjes Gesch. Bisd. 's Bosch IV p. 12Ü. 731. 2 April 1692. Margriet Eelkens, wonende te Oirschot, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Catharina Theresa Verreyth ten behoeve van Daniël Jan Daniels, wonende te Tilburg, eene grondrente, gaande uit de helft van de molens te Osch, Heesch, Nistelrode en Berchem met het daarbij behoorend recht van molendwang, welke rente Marcelis van Megen als gemachtigde van Peter d'Assignies, ridder, heer van Planti, Terbruggen, In Tichelt en Gageldonck, den 2 Augustus 1639 had verleend aan Servaes Jacobszoon van Weert en haar, verkoopster, was aangekomen als erfgenaam van Arnoldus Eelkens. Hierover waren als schepenen Frederick Hendrick Sweerts de Landas en Jacob van Casteren. (Zie oorkonde no. 540). 732. SI Juli 1693. Dirck Jan Aertsen, wonende te St. Michiels-Gestel, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch een stuk akkerland, gelegen onder eerstgemelde gemeente op den Heesakker en door hem in 1687 gekocht van Jan en Digna, kinderen van wijlen Thomas Janszoon Vuchts, — aan Maria van Vechel. wonende te 's Bosch. Hierover waren als schepenen Willem Schuyl de Walhorn en Hendrick Hamel. 733. SI Juli 1693. Dirck Jan Aertsen als man van Jenneke, dochter van Willem Thijssen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Maria van Vechel, wonende aldaar, de helft in een stuk moerland, gelegen te Vught in de parochie St. Pieter aan het Vlasmeer. Hierover waren als schepenen Willem Schuyl de Walhorn en Hendrick Hamel. 734a. 16 November 1693. Dirck Dijckhoff, schout te Lith, vraagt aan Schepenen van de heerlijkheid Groot Lith verbeurdverklaring van twee zwarte paarden, die hij op 11 November 1693 heeft in beslag genomen, omdat hij meende, dat zij zouden worden uitgevoerd in strijd met het plakkaat van 30 Maart 1693, alsmede veroordeeling van ieder van de houders dier paarden tot eene geldboete van fl 200. 735. 24 September 1694. Hendrick Ackersdyck en Cornelis van Blotenburg, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat Cornelis Verheyen, wonende aldaar, verklaard heeft, dat Nicolaes van Heeswyck, als gekocht hebbende het huis van Margrieta Biesters, staande in de Hinthamerstraat aldaar naast het Raeijmakersstraetje, hem heeft betaald de restant-kooppenningen van dat huis. (Zie over dit huis oorkonde no. 716). ijqq 13 Mei 1695. Schepenen, Burgemeester, Kerk- en H. Geestmeester der parochie Esch als representeerende de gemeente Esch, verkoopen aan Guilliam van Campen, procureur te 's Bosch, ten behoeve van Maria Boons weduwe van Johan van Campen, een perceel van de communale gronden dier gemeente, gelegen aldaar aan de Scheurvoort achter de hoeve van voornoemden van Campen. 737_ 19 November 1695. Theodorus van Asten, klerk ter secretarie van 's Bosch, neemt voor Schepenen aldaar van Maria Clara van der Meulen geld op onder verband van een huis met erf, staande te 's Bosch aan de Peperstraat, begrensd Noordwaarts door dat van Peter en Antonetta Marttens en Zuidwaarts door dat van Peter Geraerts van Boxtel en zich uitstrekkende van af de Peperstraat tot aan de Pape Schole. Hierover waren als schepenen Cornelis Ackersdyck en Gillis van Berckel. 73g# 27 Februari 1696. De heer Jacobus van de Velde verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Juffrouw Jacomina van Vechel eene grondrente, gaande uit eene halve hoeve lands, genaamd de Brabantsche hoeve, gelegen in de parochie Oisterwijk; item eene grondrente, gaande uit eenen hof gelegen in voorschreven parochie ter plaatse genaamd Udenhout aan het erf van her Klooster Marienwater; item eene grondrente, gaande uit onderpanden, gelegen onder Udenhout ter plaatse genaamd Riedonck. Hierover waren als schepenen Abraham Daesdoncq en Cornelis Ackersdijck. (Zie oorkonde n<" 30, 89 en 402). 70^ 30 April 1696. Adriaan Jonckers weduwnaar van Maria Adriaan Pauwels van Gerwen, als daartoe door deze bij haar testament gemachtigd, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Hendrick Anthonij van de Graeff, postmeester aldaar, een huis met stal en plaats, genaamc de Rosmolen, staande aldaar aan den Vughterdyk tegenover den Jongen Schuttersboogaard en naast het gemeene water stadwaarts. Hierover waren als schepenen Cornelis 't Hooft en Cornelis Ackersdyck. (Zie oorkonde n° 695a.) 740a Mei 1696. Commissarissen uit de Regeering van 's Bosch adviseeren deze om aan Hendrick Anthonij van de Graeff, wagenpostmeester van 's Bosch op Maastricht, ten behoeve zijner posterij te verkoopen een plaatsje, gelegen aan de Vughterbinnenpoort te 's Bosch. 741. 3 September i696. Ten overstaan van Cornelis Ackersdyck en Johan van Gooien, schepenen van den Bosch, verkoopt Herman Cremers, deurwaarder, in den naam van Adriaen van Blyenburch, heer van Naaldwijk, in den oud-raad van Dordrecht, in diens hoedanigheid van ontvanger der gemeene middelen in het Kwartier van Kempenland, bij gerechtelijke uitwinning aan Thomas Martenszn Bisschop een paar perceelen land, gelegen te Helmond. 743. 20 September 4696. Sr Wouter van Vechel verkoopt als gemachtigde van Guilelmus de Froy, pensionaris der stad Leuven, voor Schepenen van 's Bosch aan Johan Kuysten, koopman te 's Bosch, eenen kamp land, gelegen in de parochie Osch in de Holbeemden. Hierover waren als schepenen Cornelis Ackersdijck en Gillis van Berckel. 742. 21 Juli 1698. Schepenen, Burgemeesters, Gezworenen, Kerk- en H. Geestmeesters mitsgaders de principaalste gegoeden en geërfden, representeerende het corpus van het dorp en de gemeente Esch, gelegen in het Kwartier van Oisterwijk, tot het navolgende geoctroieerd door de Staten Generaal, verkoopen aan Herman Pelgrom (de Bye) een perceel gemeentegrond, genaamd de Blijkheuvel, gelegen naast het erf van den kooper. 744. 6' Augustus 1698. Jonker Petrus van de Velde voor zich en als gemachtigde van Jonker Johan Dominicus van de Velde, kapitein in dienst van den 18 Koning van Spanje; Jonker Jacobus Theodorus van de Velde luitenant-kolonel ten dienste van denzelfden Koning en gouverneur van het fort Margriet; Jonker Melchior van de Velde, raad en rentmeester-generaal der Staten van Brabant in het Kwartier van Brussel en Juffrouw Maria Sibilla van de Velde, allen kinderen en erfgenamen van wijlen David van de Velde, ridder, raad en rentmeestergeneraal van de Staten van Brabant, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Christina van Vechel weduwe van Marten de Leeuw eene grondrente, gaande uit een huis met erf en tuin, staande aldaar bij de poort, genaamd de H. Kruispoort, aan het einde der Vughterstraat, tusschen het water en een straatje, welke rente Herman (Johannes ?), de zoon van wijlen Hugo Mathijszn, den 23 Sept. 1564 had verleend aan Adrianus, den zoon van wijlen Albertus (Ket) Helaer cum suis. Hierover waren als schepenen Henrick Copes en J. Festus van Breugel. (Zie oorkonden nos 265 en 695a). 745a. imh De Raad en Leenhof van Brabant schorst Philip van Thienen in de uitoefening zijner heerlijke rechten, als zijnde hij verdacht van als heer van Berlicum en Middelrode zich te hebben schuldig gemaakt aan knevelarij. 74g 25 Mei iö99. Alzoo Laurents Gerrits Veraa weduwnaar van Jenneke Jansse Cuyper den tocht harer nalatenschap had afgestaan aan hun beider vier onmondige kinderen, zoo heeft hij namens die kinderen onder verband hunner goederen voor Schepenen van 's Bosch 400 car. gulden schuldig bekend aan Maria Bruynincx weduwe van Henrick van Grinsven. Hierover waren als schepenen Frederik Hendrik Sweerts de Landas en Adriaan van Blotenburg. 747a. 32 Maart 1700. Op eene vraag, door den Gecommitteerde in de Rekenkamer der Generaliteit, gedaan aan mr Frans van Heurn, rentmeester der Geestelijke goederen in Peelland, of het waar is, dat hij vijf percent inhoudt van de beneficiën en prebenden, die hij als zoodanig heeft uit te keeren, antwoordt deze, dat zulks waar is doch dat hij zich daartoe gerechtigd acht, omdat zijne voorgangers zulks altijd hadden gedaan. 748. 29 Januari 1101. Vermits Jan van Eijck, inwonend burger van 's Bosch, als man van Maria van der Ven, eerder huisvrouw van Willem van Helvoirt, den tocht, haar competeerende op een huis met erf en tuin, genaamd de Simme, staande te 's Bosch op den Vughterdijk, had afgestaan aan de drie kinderen van haar en Willem van Helvoirt voornoemd, zoo hebben Jan van Eijck en Maria van der Ven voorzegd namens de drie hiervoren bedoelde onmondige kinderen voor Schepenen van 's Bosch onder verband van voorschreven huis geld opgenomen van Anna Catharina van Ingen weduwe van Cornelis van Ceulen. Hierover waren als schepenen Jeuriaen van Luinen en Jan Adriaan Ruijsch. 749a. 7 April 1101. Brief door P. Nuyts van uit Etten geschreven aan Fr. Hesselius. 750a. 22 Augustus 1101. J. D. van Heeckeren geeft aan de Regeering van den Bosch kennis van het overlijden van zijnen broeder Walraven van Heeckeren van Nettelhorst, hoog- en laagschout van de stad en meierij van den Bosch. 754a. 15 October 1101. De Staten Generaal keuren goed de collatie, door Johan van Leefdael, heer van Deurne en Liessel, van verschillende laïcale vicariën, gefundeerd in de kerk te Deurne, gedaan op Gerardus Suljaert, wonende te 's Bosch. 752. 15 December 1101. Johan de Caron en Hendrick van Berckel, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat te hunnen overstaan heer en meester Hermanus van Breugel, raad en gewezen rentmeester van 's Bosch en in die qualiteit tot het volgende speciaal gemachtigd door Schepenen van die stad, heeft opgedragen twee huisjens of kamers, staande aldaar bij de Pijnappelsche poort ter plaatse genaamd de Hofstad achter het hoekhuis aldaar, welke huisjes toebehoorden aan Govaert van Cromvoirt en door genoemden rentmeester ten overstaan van twee Com* missarissen bij uitwinning verkocht waren aan Joris van Bilsen ten behoeve van diens moeder ten einde uit de opbrengst te verhalen de huurpenningen, die door genoemden van Cromvoirt aan het kantoor van gezegden Rentmeester waren verschuldigd als borg voor de huur van de Kraan te 's Bosch, alsmede wegens restant van het gemaal, — aan voornoemden Joris van Bilsen ten behoeve zijner moeder de weduwe Johan van Bilsen. 753. 3 Juli 170*?. De Raad en Leenhof van Brabant verleent aan Hendrick Musch, heer van Milheze, brief van daagsel tegen diens nalatige cijnsplichtigen. 754, 28 April 1703. Coletta van Wamel, voor zich en als gemachtigde van hare zuster Elisabeth van Wamel, Antonetta Colen en Henrick van Berckel, raad en stadhouder van 's Bosch, voor zich en als gemachtigde van zijnen broeder en zusters, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Arnoldus Kievits het huis de Vergulde Camp, staande aan de Groote Markt aldaar tusschen het huis der erfgenamen van Willem Janszoon Want eenerzijds en dat van Guiljam van Rynshoven 1) anderzijds, welk huis Maria Abraham Thomaszoon 12 Januari 1637 had verkocht aan Balthazar, zoon van Adriaan Wynants en aan verkoopers was aangekomen als erfgenamen van Catharina, dochter van genoemden Balthazar. Hierover waren als schepenen Jacob Cromans en Abraham Hubert. 755, 18 Februari 1704. De Raad en Leenhof van Brabant beleent Heribertus Huygermans, poorter van 's Bosch, met de helft van een derde part in de smalle tienden van Heesch, alsmede met de helft van vijf mudden rogge, gaande vooruit uit de tienden aldaar, door hem 9 Januari 1686 gekocht van Alerd Adriaen de Rockeny. 756. 12 November 1704. Gielen en Cornelis, zonen van Hendrik van de Ven, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch een perceel teel- en weiland, gelegen te Esch, aan Adriaan van de Ven, zoon van Gielen voornoemd, in tocht en aan de andere kinderen van denzelfden Gielen in eigendom. Hierover waren als schepenen Francis van Rotterdam en Gerrit Willem van Grimbergen. 1) Het huis de Gulden Poort. 757. S December 1104. Hendrick de Bye, notaris en procureur te 's Bosch, als gemachtigde van Gerardina Maria Vervoort weduwe van Johan Cremers blijkens procuratiebrieven, voor notaris Johan den Man te Breda gepasseerd, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Adrian Gielen van de Ven, wonende te Boxtel, eene grondrente, gaande uit een perceel teel- en weiland te Esch, aan de lastgeefster aangekomen bij scheiding en deeling, tusschen haar en Franciscus en Gerardus Cremers in 1697 gemaakt van de nalatenschap van Sr Adolph Cremers. Hierover waren als schepenen Isaacq Verster en Francis van Rotterdam. 75Sa. 9 Juli 1105. Leendert van Hulst, sergeant in het Regiment van den kolonel Junius en in de compagnie van den kapitein Cornelis van Vliet, verklaart voor den tijd van een jaar geëngageerd te hebben Richardt van Esch, geboortig van 's Bosch. 759. 13 October 1106. Lambertus van Brummen, wonende te 's Bosch, verleent voor Schepenen aldaar, ter voldoening van den koopprijs van na te melden huis, aan Samuel Kuchenius in diens hoedanigheid van regent van het Weeshuis en de fundatie der Leprozen te 's Bosch, eene grondrente van 200 car. guldens uit een huis, staande in de Ververstraat te 's Bosch, door hem aangekocht van voornoemden regent en behoord hebbende aan voorschreven fundatie. Hierover waren als schepenen Guiljam van der Helst en Nicolaes de Blanckendael. 760. 21 Mei 1107. Christofifel Storm, wonende te 's Bosch, verklaart voor Schepenen aldaar geld schuldig te zijn aan Mechtildis van Ingen, ook aldaar wonende. Hierover waren als schepenen Jacob Cormans en Nicolaes de Blanckendael. 761. 18 Juli 1KÏ1. Adriaantje Willems weduwe van Adriaan Hendrikszoon van Kalcker; Jan Adriaanszoon van Kalcker; Cornelis Janssen als man van Laureijnsken en Adriaan Peters als momboir over Neesken, Hendrinen en Jenneken, allen dochters v^n Adriaan van Kalcker voornoemd, mitsgaders Hendrik Joordens van Kalcker, allen wonende te Orthen, vrijdom van 's Bosch, bekennen voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Jacobus van der Meulen, koopman aldaar. Hierover waren als schepenen Jacob van der Hoeven en Nicolaes de Blanckendael. 702. 21 November 1707. Adriaen van Onsenoort, timmerman te 's Bosch, bekent voor Schepenen aldaar geld schuldig te zijn aan Lambert Prince, inwonend burger van die stad. Hierover waren als schepenen Coenraed Cuper van Holthuijsen en mr. Gerardt van Breugel. 763. 13 Januari 1108. Jacobus Compagnie, mr schoenmaker te 's Bosch, bekent voor Schepenen aldaar geld schuldig te zijn aan Thomas de Leeuw, ook aldaar wonende. Hierover waren als schepenen Pieter van 's Gravesande en Daniël de 764a. 1 October 1108. Schout en Gerechten van Werkendam verzoeken aan de Gecommitteerde Raden der Staten van Holland en West-Vriesland approbatie van het contract, door hen op 21 September 1708 gesloten met Hermanus Hamelton-en Hendrick Blanck, directeuren van loterijen te Amsterdam, tot het houden eener loterij van fl 500000, waarvoor zij van den Raad van State, tot delging van de schulden van het dorp Werkendam, octrooi hadden verkregen. Hierbij de gevraagde approbatie. 763 31 Mei 1110. Isbrant van Broechuijsen en Pieter PijU, schepenen van Heusden, verklaren, dat te hunnen overstaan Gerrit Veercom, wonende te Vlijmen, afstand heeft gedaan van zijn recht op: a de helft van een huis met vijf hond hopland, staande op de Haarsteeg onder Vlijmen ; b twee hond land, zijnde bosch en moeras, gelegen onder Hedikhuizen en c de helft van twee en een half hond hopland, gelegen onder Vlijmen, — ten behoeve van Wijnant Murray, schout van Engelen en Vlijmen. 7gg. 9 Mei 1111. Willem van Lier, koopman te 's Bosch, Johan Boudewijn van Beverwijk, secretaris te Vught, Nicolaes van Blotenburg en Hendrik de Bye, procureurs bij het gerecht te 's Bosch, als curators over den boedel van Johan van Lier, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Jacob van der Meulen, burger en koopman aldaar, eetie schoone ter neringh staende huysinghe met zijn voorhuys, cameren, hoff,agtercamer en agterhuys, uyt- en toegiink aen de riviere de Diese, genaamd de Engel, staande aan de Vughterstraat, eenerzijds naast het huis van den heer Schenk en anderzijds naast dat van den heer Boudewijn Vloots en zich uitstrekkende van af die straat tot aan de Dieze, door genoemden Johan van Lier den 24 Maart 1689 gekocht van Matthias Neesen. Hierover waren als schepenen Abraham Daasdonk en Abraham Hubert. 767. 24 Juli 1711 De Raad en Leenhof van Brabant ontslaat op het verzoekschrift, aan denzelve ingediend door Cornelis van Ertryck, als in huwelijk hebbende Catharina Anna Cnaepen — waarbij hij stelde, dat Anthony Cnaepen en Anna van Molendyck, echtelieden, ouders zijner vrouw, voor van Heusden, notaris te Breda, op 12 Maart 1685 hadden gemaakt hun testament, waarbij zij elkander tot erfgenamen instelden met last op den langstlevende om hunne genoemde oudste dochter fl 1000 uit te keeren; dat daarna, na doode van haren man, genoemde Anna van Molendyck haar testament herroepen enop6Aug. 1704 voor den te Breda resideerenden notaris van Eyl hare genoemde dochter onterfd heeft op de legitieme portie na, met bepaling, dat zij van het overige van haar erfdeel slechts zoude hebben den tocht tot onderhoud van haar zelve en hare kinderen, edoch met dien verstande, dat als die kinderen zonder nakomelingen overleden, de eigendom zoude komen aan de jongste dochter der testatrice, Aldegonda Clara Cnaepen genaamd; dat dit nadeelig voor hem en zijn kind is, daar hij van de inkomsten van bedoeld restant zijn kind niet kan onderhouden, — de erfenis zijner vrouw van het daarop door genoemde testatrice gelegd fideicommissair verband. 768. 28 October 1711. Francis Devenijns, schepen en heemraad van Oijen, als gemachtigde van Jacob Dirck Sweerts de Landas, vrijheer van Oijen ; Jan Franssen, president, Hendrick Jansen, Rijnder van den Acker, schepenen, Jan Bastiaens de Gaey en Dirck Jansen, burgemeester en Peter de Kesel, kerkmeester en H. Geestmeester, als vertegenwoordigende het corpus van Oijen, nemen ten overstaan van Schepenen van rs Bosch voor de gemeente Oijen geld op van Anthonetta ab Angelis, wonende te 's Bosch. Hierover waren als schepenen Abraham Daasdonck en Francois Chatvelt. 769a. 17 October 1712. Ten overstaan van Pero de Cassemajor, notaris te 's Bosch, komen Daniël Chambrie, brigadier en kolonel ten dienste der Vereenigde Nederlanden, als eigenaar van een huis, gelegen naast het Refugiehuis der Adellijke Abdij van St. Geertruid te Leuven, staande te 's Bosch en Victor van Beughem, ridder, ordinaris — gecommitteerde van de Staten der Landen en Hertogdommen van Brabant bij de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden, in zijne hoedanigheid van gemachtigde van Alexander baron van Pallandt, abt der Adellijke Abdij van St. Geertruid te Leuven, ordinaris-gedeputeerde uit het eerste lid der gezegde Staten, als eigenaar van voormeld Refugiehuis, met elkander overeen over den opbouw van een houten koetshuis, door den contractant ter eenre te maken tegen den zijgevel van het Refugiehuis. (Zie over deze huizen mijne Voorname Bossche huizen I p. 412.) 770. 6 Maart 1713. Roelof Anthonisse van Kilsdonck en Jan van Kilsdonck, gebroeders, wonende te Beek bij Aarle, alsmede Corstiaen van de Ven, wonende te Vechel, verklaren voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Anthonetta ab Angelis, wonende aldaar. Hierover waren als schepenen Johan Amende en Mathias de Vlamingh. 771a. 30 September 1713. Brief van Jacob Koppens te Bergen op Zoom, bediende bij den dienst der accijnsen aldaar, waarbij hij bericht dat de heer Houkgeest, wiens moeder was eene dochter van Thomas de Rouck, burgemeester van Bergen op Zoom, en zijne zuster Mevrouw de Wed. Braams, hem verklaard hebben, dat het hun niet bekend is, dat genoemde de Rouck, die schrijver is geweest van „den Nederlanschen Herauld", heeft nagelaten geschriften en papieren „betreffende de wapenen en genealogien der Edelen en voornaamste geslagten deser landen, voornamelijk rakende de Oude Marquisen van Bergen op Zoom"; wel wisten zij, dat hun genoemde grootvader door het schrijven van gemeld boek: „veel dienst en plaisier hadde gedaen aan 't Marquisenhof, selfs met te benadeelen syne goederen, sonder de minste voordeelige erkentenis daervan te hebben ontfangen". 772. 22 Mei 1714. Christiaan van Woerkum, wonende te Eindhoven, bekent voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan de erfgenamen van Jaspar de Leeuw en diens weduwe Helena Boyen. Hierover waren als schepenen Nicolaes de Blanckendael en Cornelis van Blotenburg. 773. 23 Mei 1714. Johanna Adriana Donder, oud 28 jaren, wonende te 's Bosch, verbindt voor Schepenen aldaar ten behoeve van Hester en Johanna Maria van Orthen een huis met erf, tuin, put, achterhuis, waschhuis en plaatsje, uitkomende op de Dieze en staande engelegen te'sBosch aan de St. Jorisstraat tusschen het huis van Pieter van Hijnsbergen eenerzijds en dat van van der Horst anderzijds. Hierover waren als schepenen Abraham Hubert en Nicolaes de Blanckendael. 774. 25 September 1714, Johan van Proyen, notaris en klerk ter stadssecretarie te 's Bosch, realiseert als houder eener schuldbekentenis voor Schepenen van 's Bosch eene som van 1200 car. gulden, zijnde een gedeelte eener som, welke Hendrik Schalckmans, koopman te 's Bosch en Maria van den Heuvel weduwe van Jan Winters, eveneens aldaar wonende, op 25 Sept. 1714 voor den notaris Theodoor van Asten wegens hun geleverde wijnen, brandewijnen, enz., aan Frangois van Rotterdam, oud-raad van 's Bosch, ten behoeve van Cornelis Schraeftwegh Schrijvens, Osey en Schraeftwegh, kooplieden te Rotterdam, bij gezegde akte hadden schuldig beleden. Hierover waren als schepenen Jacob Lodevicus Sweerts de Landas en Nicolaes de Blanckendael. 775. 15 1715. Jacobus van Ruth, burger van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Johan Steenhuysen, wonende aldaar, een huis met erf, genaamd den Blompot, staande te 's Bosch aan de Ververstraat, tusschen het huis van zal. Willem van Heeswijck eenerzijds en dat van Juffr. van Vliert anderzijds, door zijnen vader den 29 Augustus 1677 gekocht van Michiel Withuy q.q. Hierover waren als schepenen Abraham Daasdonck en Frangois Chatvelt. Hierbij nog eene akte van 10 Mei 1720, waarbij voor Cornelis van Blotenburg en Hendrik Anthony van der Graaff, schepenen van 's Bosch, Belia Corle weduwe van Johannes Steenhuys, in leven krankenbezoeker of ziekentrooster van gezegde stad, uit kracht \an diens testament gezegd huis verkoopt aan hare kinderen Jan, Hendrik, Jacobus en Mechlina Steenhuys, waarna zij namens Jan en Hendrick Steenhuys, hare uitlandige zonen en namens hare overige kinderen Jacobus en Mechlina Steenhuys, alsmede met consent van Anna en Hermannus van Accooy, datzelfde huis verkoopt aan Johannes van Leuwarden, burger van 's Bosch. Alsmede eene akte van 18 September 1762, waarbij voor Willem Bopp en Johan Philip van Eys, schepenen van 's Bosch, Johannes Harthout, burger van die stad, meergezegd huis, dat nu gezegd wordt te grenzen aan het erf van van Keulen eenerzijds en dat van van Beugen anderzijds en zich uit te strekken tot aan het erf van Beeseman en dat hem was aangekomen van zijnen schoonvader Jan van Leuwaarden, verkoopt aan Johannes van Leuwaarden den jonge. 77g 2 Juli 1716. De Raad van Brabant te 's Hage geeft in de procedure van Tomas van Gulick, wonende te Boxtel, eerst impretant van mandement van evocatie en nu rauwelijks eischer, tegen Gijsbert van den Boer en Cornelis van de Ven of diens moeder, mede wonende te Boxtel, eerst gedaagden en nu verweerders in voorschreven cas, zijnen eersten deurwaarder last om getuigen te dagvaarden. 777a 19 September 1716. Mr Paulus Suyskens, advocaat te 's Bosch, koopt van de erfgenamen van de echtelieden Willem Zyberts en Maria Donckers, zoomede van mr Pieter Zyberts, het huis de Zwarte bok, staande in de Vug terstraat te 's Bosch. (Zie hierover mijne Voorname Bossche huizen I p. 362). 77g 11 Februari 1717. Monsieur Jacob van Lier, burger van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Sr Jaspar Spijckers, wonende aldaar, een morgen land, gelegen in de Empelsche Hoeven nabij de Kooi aldaar naast het perceel van den kooper en den verkooper aangekomen uit de nalatenschappen zijner ouders. Hierover waren als schepenen Cornelis van Blotenburg en Jacob Hasevoet. 779a. i April 1111. Het corpus van Heeswijk verkoopt aan diverse personen eenige perceelen communalen grond. 780. 30 Juni 1717. Voor Peter Cremers, als gesubstitueerden schout en voor Jan van Els en Thomas Chairlis, als schepenen der Dingbank van Sambeek, verkoopen de gezamenlijke erfgenamen van wijlen Symen van de Water, alsmede Michiel Jacobs en Peter Coppen, als momboirs over Gertruy van de Water en hare onmondigen, aan de echt.elieden Reyn Biermans en Geesken Gerits een stuk bouwland, gelegen onder het Gerecht van Sambeek op het Hersselsveld. (Aan deze akte hangt het schepenzegel van Sambeek, gedeeld links Grave en rechts Nassau, met het randschrift: Sigil. scabinorum Sanbeke). 781. 8 October 1717. Aert Wynants en Adriaantje, zijne zuster, wonende te Halder onder St. Michielsgestel, bekennen voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan mr. Quirinus Crollius, secretaris van die stad ten behoeve van Juffrouw Mechtildis van Ingen, wonende te Heusden, onder speciaal verband van een vijfde in een kapitaal, gehypothekeerd op de Tienden van Vechel, toebehoorende aan den heer Dirx, hoogschout te Roermond, alsmede van een huis met tuin en landerijen, staande en gelegen te Halder tusschen het huis van Gijsbert Elias eenerzijds en het erf van Adriaan Hoeffnagels anderzijds, enz. Hierover waren als schepenen Daniël de Lobell en Jacob Philip van Thienen. 782a. 4 April 1720. Jonker Caspar de Voocht, wonende bij Eindhoven, verkoopt voor zich en als gemachtigde van Jonker Arnold de Voocht, Margaretha en Isabella de Voocht, zijnde alle vier kinderen van wijlen Jonker Caspar de Voocht en Maria Isabella van Broeckhoven, heer en vrouwe van Geffen en Vormeseele, aan mr Nicolaas de Gyselaer, advocaat te 's Bosch, een grafkelder, gedekt met eene zerk, waarop het wapen van van Broeckhoven en gelegen achter het groot choor der St. Janskerk te 's Bosch, door verkoopers geërfd van hunne ooms j°r Willem Arnoud en Jacobus Theodorus van Hammen (van Broeckhoven?). (Denkelijk de grafzerk n° 189, afgebeeld in Dr X. Smits: De grafzerken in de St. Janskerk te 's Bosch). 783a. 11 Mei 1720. De Staten Generaal gelasten den Kwartierschout van Kempenland om een monnik van de Abdij van Postel, die te Eersel kerkelijke bedieningen kwam uitoefenen, uit die gemeente te verwijderen evenals elk anderen regulieren priester. 784a. 2 April 1721. Martinus van Alphen en Guilliam Spierincx als dekenen van de schutterij, genaamd de Cloveniers, te Helmond, verkoopen ten overstaan van Schepenen aldaar aan Gerardus de Mater, burger van die stad, eenen rentebrief ten laste van diezelfde stad. Hierover waren als schepenen Gerard Huberti en Cornelis de Graeff. 785. 6 April 1723. De Raad en Leenhof van Brabant te 's Hage verlengt op het verzoek van Isabella Maria van der Meulen, weduwe van mr Johan van Nyhoff, advocaat te 's Bosch, inhoudende, dat Margo Becx, hare moei maternel, haar tot universeele erfgenaam heeft ingesteld, doch dat deze bij vier onderhandsche briefjens aanzienlijke legaten heeft vermaakt en dat dezelfde mr Norbert Snellen, advocaat te 's Bosch, tot executeur-testamentair heeft aangesteld met macht om alles buiten haar om te doen, zoodat zij van den staat der erfenis onkundig is; dat de erflaatster op 10 Januari 1732 is overleden en dat de termijn van drie maanden tot het aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving staat te verstrijken, — dien termijn voor een tijdvak van nog drie maanden. 786a. 11 Juli 1723. Request aan den Raad van State van de ingezetenen en naburen der R. K. parochie Woensel, houdende verzoek te bepalen, dat Christiaan Coppens aldaar de eenige pastoor zal zijn en dat wanneer er een tweede priester zoude mogen zijn, deze aan hem als kapelaan zal ondergeschikt wezen (de eerste onderteekenaar wasj. C. de Jeger d'Eeckaert). 787a. 1724. Extract uit het cijnsboek van het Klooster van Corssendonck, betreffende de cijnsen, die het te Enschot kan heffen, o. a. van den Ridderhof aldaar. 788. 1 Mei 1725. Jan Jansen van den Bergh, wonende te Liempde, als in huwelijk hebbende Maria Michielsen van de Ven, c. s., verkoopt voor Schepenen van Esch aan Jacobus van der Meulen den oude, wonende te 's Bosch, een huisje en bakhuis met akker- en weiland, gelegen onder de Dingbank van Esch ter plaatse genaamd aan 't Crayenbroeck. Hierover waren als schepenen Adriaan van Kasteren en Cornelis van der Braacken. 789. 18 September 1726'. Hendrick de Bye, notaris en procureur te 's Bosch, als gemachtigde van Gerardus Assuerus Ludovicus baron de Horion Colonster, heer van Colonster, Angleur, Goor, Buggenum, grand majoor van Luik en gedeputeerde van de Adellijke Staten des lands van Luik en graafschap Loon en zijn Hoogheids ordinaris raad, transporteert voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes Christophorus baron de Bertholt, heer van Balen, enz., hoog-drossaard van het Hertogdom Limburg, eene roggepacht, gaande uit gronden onder Boxtel en vergolden wordende door de Wed. Adriaan Vorstenbosch te Olland, Dirck Evert Beeckmans te Boxtel en de Wed. Marten van de Laarschot te Schijndel, den transportant aangekomen bij testament van Anna Wilhelmina barones van Doerne, zijne echtgenoote. Hierover waren als schepenen Daniël de Lobell en Jacob Massingh. 790. 25 September 1726. Jan Pels, president, Willem Aanhuys, Jan van Grinsven, Aert Franssen van Hassel, Zeger Claessen, Adriaan van Veghel en Claas Nelissen, schepenen van Rosmalen, verkoopen aan Sinjeur Gerardus Deckers, koopman te 's Bosch, drie morgen land in de Leunse Kampen, behoorende tot de landerijen, welke in hun dorp wegens de lasten geabandonneerd waren. 791. 13 November 1726. Hendrick de Bye, notaris en procureur te 's Bosch, als gemachtigde van Johan Christophorus Baron van Bertholt de Belver, heer van Balen, Ruyff, Asten, Belgren, enz., hoogdrossaard van het Hertogdom Limburg, enz., verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Hendrik Ignatius van Velpe, wonende aldaar, eene grondrente, gaande uit een huis en tuin, staande en gelegen te Boxtel achter Stapel en genaamd het goed Ten Bosch, welke rente Nicolaas, zoon van Jan de Mooy, den 12 Juni 1641 had opgedragen aan Jan Christoffel van Boecop cum suis en aan Everhard van Doerne, heer van Asten, nomine uxoris, was aangekomen als haar echtgenoot bij scheiding en deeling, den 19 Augustus 1680 gemaakt tusschen hem en Philips van Bertholt van Ruyff, heer van Balen, enz., als man van Catharina Charlotta van Boecop, waarna die rente genoemden lastgever was aangekomen bij koop van Gerardus Assuerus Ludovicus Baron de de Horion Collonster, die de grondrente geërfd had krachtens testament van zijne vrouw Anna Wilhelmina baronesse van Doerne, vrouwe van Asten, enz., den 8 Nov. 1720 voor den notaris H. de Bye te Asten verleden. Hierover waren als schepenen Jacob van der Hilst en Jacob Elsevier. (Zie oorkonde n° 556). rjQ2. 10 Februari 1727. Martina van Sevenaar, laatstelijk weduwe van den majoor Cane, voor Va; Christiaen Broeksmit als gehuwd met Alegonda Smal, dochter van Robbert en Maria van Sevenaar; Hendrik Jalinx, schoolmeester te Vught als gehuwd met Wilhelmina, dochter van Coenraet van Woestenburg; Helena en Jan van Woestenburg, wiens moeder was Jacoba van Sevenaar, kind en kleinkinderen van Philips van Sevenaar en Helena Jacobs; Robbert Stuart, zoon van Robbert en Maria van Sevenaar, in Oost-Indie wonende en Cornelis van Woestenburg, in West-Indie wonende, kleinzonen van Philips van Sevenaar en Helena Jacobs voornoemd, elk hunner voor Vsi, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Philip Webster, havenmeester aldaar, eenen tuin, gelegen voor de Dwarsstraat achter de Predikheeren te 's Bosch (Hooge Nieuwstraat) en zich uitstrekkende tot aan den Stadswal aldaar, door voornoemden Philips van Sevenaar 24 Februari 1698 gekocht van den executeur-testamentair der nalatenschap van Johan Hendrik van Gooien. Hierover waren als schepenen Jacob van der Helst en Gerard Piper. 18 Juni 1727. Nicolaes de Blanckendael en Abraham Hubert, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat te hunnen overstaan Evert Buyster als gemachtigde van mr Gerard van Suchtelen, ontvanger der verponding over de stad 's Bosch en haren vrijdom, wegens achterstallige belasting ten laste van de Wed. Hendrik Draak en Mathijs van Dilsen, aan Hendrik Backers, koopman te 's Bosch, gerechtelijk verkocht heeft twee woningen onder een dak, staande aan de Postelstraat aldaar naast het huis van Huysbergen eenerzijds en dat van Jan Roelants anderzijds en afkomstig van Willem Copier c. s. 794. 27 December 1727. Peter Eaudewijns, burger en inwoner der stad Helmond, bekent voor Schepenen aldaar wegens geleend geld aan Anna van den Boomen wed. van Doctor Canters, inwoonster van die stad, fl 150 schuldig te wezen. Hierover waren als schepenen Hendrick Donker en Dirck Geenen. 795. 4 Maart 1728. Conradus Lemans en Adriaen Slingsbie, schepenen van Heusden, getuigen, dat te hunnen overstaan Gerard van de Pol, luitenant in staatschen dienst, Jan Frederik Tromer, postmeester der stad Breda, uit naam van diens vrouw, Simon Lodewijk van de Pol, substituutdrossaard over stad en land van Heusden mitsgaders commies bij 's lands magazijnen aldaar, zoo voor zich en als last hebbende van zijne twee zusters Zara Elisabeth van de Pol en Adriana Maiia van de Pol, allen kinderen en erfgenamen van wijlen Johan Frederik van de Pol, oud-eersten burgemeester van Heusden, voor de eene helft en Christiaen van Dongen, brouwer en brander te Heusden, voor de andere helft, verkocht hebben aan Gerrit van Riemsdijk, commies van de convooien en licenten te 's Bosch, voor de eene helft en aan Lambert van Roosmalen, mr bakker aldaar, voor de andere helft, twee perceelen land, gelegen te Engelen. 796. 20 Mei 1728. Ten overstaan van Abraham Daasdonk en Johan Hibelet, schepenen van 's Bosch, verkoopt Johan van Proyen als gemachtigde van Tinco Lyclama a Nyeholt, rentmeester der geestelijke goederen in de kwartieren van Oisterwijk en Kempenland, aan Maarten van Liempde, wonende te Haaren, de hoeve St. Aagten, gelegen aldaar. 797a. 20 October 1729. Testament van Wouterke van Eerssel, weduwe van Sr Ivo Deckers, in leven graankooper te 's Bosch, wonende aldaar op den hoek der Putstraat, ten behoeve harer kinderen. 798. 3 Maart 1730. Maria van Ravensvvaey als erfgenaam van wijlen haren man Pieter Jacques, in leven weesvader te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Wouterke van Eerssel weduwe van Ivo Dekkers, wonende aldaar, twee vijfde gedeelten eener grondrente, gaande uit landerijen onder Heeswijk, welk part zij en haar man gekocht hadden van Jacobus en Theodorus Schoneus, als executeurs-testamentair van het testament huns vaders Gerardus Schoneus. Hierover waren als schepenen Frangois van Paddenburg en Antonij van Heurn. (Zie oorkonde n° 697). 799a. 3 Juli 1731. Aernoudt Louis du Bois, heer van Assche, Walheim, enz., wonende te Antwerpen, voor de eene helft en mr Adrianus Schoneus, advocaat te 's Bosch, als curator, voor de andere helft verkoopen in het koffiehuis de Koningin Anna te 's Bosch aan Adriaan van Ostade te Oisterwijk een water-, koren- en volmolen met eene bouwhoeve, staande en gelegen te Oisterwijk. 800. 2/ November 1731. Theodorus van Velpe, weduwnaar van Maria Mechtildis de Helt, staat voor Schepenen van 's Bosch af aan zijne minderjarige kinderen Johan Baptista Wilhelmus Petrus, Henricus Ignatius en Wilhelmina Maria van Velpe, door hem verwekt bij zijne genoemde huisvrouw, den tocht van een huis, genaamd de Gulden Ploeg, staande in de Lange Korenstraat te 's Bosch tusschen Den Vergulden Vlegel eenerzijds en het huis der weduwe Rogier van der Pas anderzijds en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het huis Het Steentje, toebehoorende aan de weduwe van der Putten. Hierover waren als schepenen Johan Hibeleth en Marten Cornelis van Beresteyn. 801. 23 November 1731. Johannes de Leeuw, wonende te 's Bosch, verbindt voor schuld ten overstaan van Schepenen aldaar ten behoeve van Beatrix van Geffen weduwe van Adrianus Hyacinthus van den Berg zijn huis met erf, binnentuin en tuin over de Dieze, genaamd de Blauwe Leeuw, staande en gelegen te 's Bosch in de Vughterstraat tusschen het huis de Lijnwaadkist, toebehoorende aan de wede Reynder Smeyers, eenerzijds en het huis van Elisabeth van de Laer weduwe van Beugen anderzijds en zich uitstrekkende tot aan het erf van de Capucijnen. Hierover waren als schepenen Abraham Hubert père en Marten Cornelis van Beresteyn. 802. 5 Februari 1735. Gerrit van Utrecht, wonende te 's Bosch, verklaart voor Schepenen aldaar geld schuldig te zijn aan Lambert Prinse, eveneens aldaar wonende. Hierover waren als schepenen J. S. van 's Gravesande en Jacob Laurens Chatvelt. 803a. 13 September 1136. Samuel Hoeufft, theol. doctor te Breda, verzoekt namens den Kerkeraad aldaar, dat te 's Hage de huwelijksproclamatien zullen plaats hebben van het voorgenomen huwelijk van Cornelis de Bond, zijnde van de Christelijk Gereformeerde Religie, met Clara Hartog, daar deze toch, hoewel vroeger Jodin geweest zijnde, na voorafgaande belijdenis des geloofs in den avond van voorzegden dag publiek in zijne kerk is gedoopt. 804. 23 December 1136. Willem Roels, klerk ter secretarie der stad 's Bosch, als gemachtigde van Hermana Moselagen weduwe van Johan Vorsters, koopman te 's Bosch, doet voor Schepenen aldaar ten behoeve van de kinderen van haren overleden man afstand van den tocht van de door dezen nagelaten onroerende goederen. Hierover waren als schepenen Johan Hibelet en Jacob van der Helst. 805. 16 April 1731. Johan van Bruggen, notaris en klerk ter stadsgriffie te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Martinus van Son, wonende te Boxtel, een perceel land, gelegen in de Baronie Boxtel in den heerdgang Lennisheuvel ter plaatse genaamd op de Ladonck. Hierover waren als schepenen Hendrik Bernard Martini en Otto Juyn. 806. 14 Mei 1137. Op vertoog van Norbertus Gerardus Amandus Snelle, heer van Berkel en wonende te 's Bosch, dat hij bezit eene heerlijke hoeve, genaamd de Schouwe, gelegen te Berkel onder Oisterwijk, alsmede de tot die hoeve behoorende achterleenen en cijnsboek en dat hij 19 in der minne de betaling der cijnsen niet kan bekomen, geeft de Raad en Leenhof van Brabant zijnen eersten deurwaarder bevel om wanneer genoemde Snelle het hem vraagt bedoelde cijnsen door middel van rechte in te vorderen. 807. 5 Februari 1738. Paulus Gevaerts, vrijheer van Gansoijen, baljuw van de Beijerlanden, enz. en leenheer van den adellijken huize en Leenhove van Gansoijen, beleent Willem Sprangers, wonende te Sprang, met een stuk land, gelegen op de Hooge Waard onder Besoijen, ten overstaan van Willem van Andel, stadhouder en Adrianus Verlegh en Adnaan Olifiers, leenmannen. 808. 3 Augustus 1139. Jan van Eyndhoven Junior als man van Catharina van Oers, wonende te Vucht, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Theodorus Princen, inwoner dier stad, een zestiende gedeelte in eene bouwhoeve, gelegen te Esch ter plaatse genaamd Craaijenbroek. Hierover waren als schepenen Gerard van Breugel en Hyeronymus Gerbade. 809. 5 October 1739. Schepenen en Raad van 's Hertogenbosch verkenen aan Norbertus Gerardus Snelle, heer van Berkel, Roomsch werelds priester, geboren burger van die stad, paspoort om zich voor zaken te begeven naar Goch, gelegen in het gebied van Zijne Kon. Majesteit van Pruisen, en verklaring, dat te 's Bosch geene besmettelijke ziekten zijn. 810a. 9 November 1139. Request van de Gecommitteerden van den Polder' het Boschveld en de Maij aan den Raad van State om aan de aannemers der fortificatiën te gelasten aan hen terug te geven de kosten, gevallen op het dichten eener doorbraak in den Boschdijk en om dien dijk in zijnen vorigen toestand te herstellen of wel te bepalen, dat de Staat een en ander zal doen; voorts om hun te laten het beheer over dien dijk alsmede van de daarin liggende sluis der Bossche sloot en van de keerkaden voor de houten bruggen, welke in den Vughtschen steenweg liggen. Beschikking hierop van den Raad van State, houdende afwijzing van het verzoek om schadevergoeding en herstel van den Boschdijk, doch houdende toewijzing tot wederopzeggings toe van het overige in het request gevraagde mits de Polder zich houdt aan de daartoe in de beschikking gestelde voorwaarden. 811. 26 November H39. Margaretha Maria Bex weduwe van Willem Pompe, mr. bakker te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar eene erfrente ten laste van de Staten van Brabant, door Petrus Scheffers, burger van 's Bosch, aan haren man verkocht, — aan Florus Smits, burger van 's Bosch, als in huwelijk hebbende hare dochter Dina Maria Pompe. Hierover waren als schepenen Johan Hibelet en Jacob Laurens Chatvelt. 812. 19 Januari i741. Johan van Bruggen, notaris te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Theodorus Princen, wonende aldaar, eene erfrente op de Staten van Brabant, hem op 30 Nov. 1789 aangekomen bij koop van Floris Smits nomine uxoris. Hierover waren als schepenen Gerard Piper en Jan Hendrik van Heurn. 813a. 22 Februari 1741. Brief van eenen van Beusekom, waarbij hij aan L. N. Ruysch, rentmeester van den Graaf van Arberg, heer van Helmond, verzoekt bij dezen zijnen invloed aan te wenden om zijnen jongsten broeder Isaack van Beusekom. zoon van Jacob en Maria Knoop, te begiftigen : a. met het beneficie, gefundeerd op de kapel van Milheeze, dat is komen te vaceeren doordien de laatstelijk begiftigde Louis Franfois van Krayenhoff is aangesteld tot praeceptor van de Latijnsche school te Helmond en zijne studiën heeft voltooid; b met het beneficie, gefundeerd op het St. Jansaltaar in de kerk van Helmond. 814a. 22 September 1741. Lijst der nonnen van het klooster Maria-graf te Grave, met vermelding van haren leeftijd, zooals die aan de Gedeputeerden der Staten-Generaal werd opgegeven en van dien, zooals die werkelijk was. Met eenen begeleidenden brief van pater Modestus, capucijn, missionaris te Grave. 815. 28 Februari 1743. Jan Trip en Maria Aben, echtelieden, verkoopen voorSchepenen van Vierlingsbeek aan Jan Hendrik Kerstens landerijen gelegen aldaar. Hierover waren als schepenen Hendrik Fransen, presidentschepen, loco scholtus en Peter Gerritsen Jan van de Water, schepenen. 816. 1 April 1143. De Raad en Leenhof van Brabant machtigt Eduardus van Woensel op diens vertoog, dat Cornelis van Ertrycke, vader zijner huisvrouw Cornelia Maria van Ertrycke, nu onlangs overleden zijnde, bij zijn testament, den 21 Februari 1743 gepasseerd voor notaris Adriaan Waalwijk, haar heeft vermaakt haar wettelijk erfdeel en aan hare kinderen onder fideicommissair verband het overige zijner nalatenschap en dat het noodig is zijne nalatenschap te verkoopen ten einde de daarop klevende schulden te kunnen betalen, — zoomede Johan Gerard Couwenbergh, koopman in wijn te Breda, om zooveel goederen van gezegde nalatenschap te verkoopen als noodig is om voorbedoelde schulden te voldoen. 817. 20 September 1743. Cornelis Guillielmus Vercamp, Roomsch werelds priester, wonende te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Elisabeth Wijks weduwe van Arnoldus van Osch, eveneens aldaar wonende, een huis en erf met een kelder onder de Fransche kerk (St. Annakapel) en achterhuis, staande aan de Hinthamerstraat te 's Bosch tusschen het huis van Pieter van der Linden aan den eenen kant en dat van Anthony Ouwers aan den anderen kant en zich uitstrekkende van af gezegde straat onder de Fransche kerk tot op de St. Annaplaats, alwaar bedoeld huis van achteren uitkomt. Hierover waren als schepenen Jacobus Laurens Chatvelt en Cornelis Martinus Pels. 818. 6 November 1743. Jan Louis Verster, Jan Baptist Le Heu en Francois Potters, ordinaris-gecommitteerden van den Polder, genaamd den Ham en Rijskampen, verkoopen voor dien polder ten overstaan van Schepenen van 's Bosch aan mr Nicolaes de Blankendael, secretaris van die stad, ten behoeve van Jan Babtist Le Heu, commies ter recherche aldaar, twee hond lands, gelegen in den eersten blok op de Beemden in een kamp van acht hond. Hierover waren als schepenen Jacob Laurens Chatvelt en Arent Verspyck. 819. 6 Januari 1745. Helena van der Linden weduwe van Dirk Sas verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Peeter van Lier, bakker aldaar, een huis, staande aldaar in de Korte Putstraat, tusschen het huis der wed. Sopers eenerzijds en dat van mr Anthony Versfeit anderzijds en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het huis de Ossenkop. Hierover waren als schepenen Arnoldus Versfeit en Jacob van Brandwijk. 820a. 27 Februari 1745-1761. Brieven van de Bosschenaren Ant. van Heurn en Ant. Martini. 821a. 25 Juni 1745. De erven van Anna Maria van Breugel, die te 's Bosch overleed, zijnde Gaspar de Voocht c. s., en Bernardus Josephus Costerius, schout te Weert, c. s. verkoopen eene bouwhoeve, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd Munsel, aan Anna van Heeswijk weduwe van Johannes van Veldriel. 822. 30 Juli 1745. Jonkheer Gaspar de Voocht, mr Abraham Justus Verster als gemachtigde van Anna Elisabeth, Margaretha, Jacoba en Elisabeth de Voocht en Bernardus Schaasberg als gemachtigde van Bernardus Josephus Costerius, schout en rentmeester van Weert, Costerius weduwe van Christoffel van Bree, Costerius weduwe van Arnoldus Josephus van den Bergh, raad-ordinaris van het Vorstendom Gelre, Lucia Theresia, Anna Barbara en Maria Elisabeth Costerius, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Anna van Heeswijck weduwe van Johan van Veltdriel, wonende te 's Bosch, eene bouwhoeve, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd Munsel, zooals die door genoemden Jonkheer de Voocht en voornoemde lastgevers geerfd was van Anna Maria van Breugel. Hierover waren als schepenen Leonard Jan Smits en Frans van Heurn. (Zie oorkonde n° 821a.) 823a. 4 Augustus 1745. Request van Wilhelmus Engelbertus Buschman, predikant van Hooge en Lage Mierde en Hulsel om wegens de inbraak, die in den avond van 11 Sept. 1744 in zijne pastorie was geschied, een bevel te verkrijgen tegen de regenten van voornoemde dorpen om op zijne pastorie te plaatsen een klokje ter zwaarte van 70 a 80 ponden, met de daarop door de Gecommitteerden uit den Raad van State verleende goedgunstige beschikking van 4 Aug. 1745. Hierbij nog eene Resolutie van den Raad van State van October 1728, dat wegens den vervallen staat der kerk te Hooge Mierde de predikant van de Lage Mierde voorloopig ook predikant der Hooge Mierde zal zijn en het traktement der aan de kerk van die plaats verbonden predikantsplaats genieten. 824. 19 October 1746. Arnoldus Versfeit, als rentmeester van het Groot Ziekengasthuis te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Jan Richt en Gerrit Eckerveld, wonende aldaar, een huis met erf, genaamd de Rooije Poort, staande te 's Bosch aan de Tolbrugstraat tusschen de huizen van Van Hooft en Gerrit Akkervelt. Hierover waren als schepenen Pieter Storm van 's Gravesande en Tjaart van Berchuis. Hierbij nog eene akte van 7 Juni 1784, waarbij voor mr Pieter van Wullen en mr Pieter Losecaat, schepenen van 's Bosch, Christiaan Richt, vleeschhouwer aldaar, zoo voor zich en als executeur-testamentair der nalatenschappen van wijlen de echtelieden Gerardus Eckerveld en Lucia Richt, aan mr Casper van Breugel, secretaris van 's Bosch, ten behoeve van hem zelve verkoopt een huis met erf, staande aldaar aan de Tolbrugstraat tusschen het huis de Zwarte Raaf eenerzijds en het huis de Beurs anderzijds en zich met een poortje uitstrekkende van af de gemeene straat tot aan den tuin van het Groot Ziekengasthuis, genoemde Lucia Richt voor de eene helft en hem, verkooper, voor de andere helft aangekomen uit de nalatenschap van hunnen vader Jan Richt. 825a. 14 Augustus 1747. W. L. van Weideren, kommandant van het Regiment van den Heer van Oijen, betuigt zijnen dank aan de Magistraat van den Bosch, dat zij hem op den tocht van dat regiment naar Breda, tot aan Loon op Zand heeft geleverd elf karren, elk met twee paarden. 826. 30 Mei 1748. Hillebrant en Henderik Verhoeks, beiden wonende te Driel, alsmede Cornelis van Groeningen en Jacobus van Buuren, wonende te 's Bosch, in hunne hoedanigheid van voogden over de voor- en nakinderen van Peter van Lier, in leven mr bakker te 's Bosch, door hem verwekt bij Elisabeth Verhoex en Elisabeth Beerinx, verkoopen voor Schepenen aldaar aan Rijnier van Veldriel, koopman aldaar, een huis met erf, staande aldaar in de Korte Putstraat, begrensd eenerzijds door dat der Weduwe Sopers, anderzijds door dat van mr Antony Versfeit en zich uitstrekkende van af de straat tot aan het achterhuis van het huis de Ossenkop, zijnde het verkochte genoemden van Lier aangekomen van Helena van der Linden, weduwe van Dirk Sas blijkens koopakte van 6 Jan. 1745. Hierover waren als schepenen Gerard Piper en Johan Phrlip van Eys. (Zie oorkonde n° 819). 827. 27 Augustus 1748. Peter Gerads, president-schepen als loco-schout, Jan van de Water en Hendrik van den Staey, schepenen van Vierlingsbeek, verklaren, dat te hunnen overstaan Catharina Kemmelings wed. van Aert Zeelen, bijgestaan door Peter Rutten en Jasper Lovendaal als voogden over hare minderjarige dochter; Peter Zeelen en Elisabeth Jurgens; Baltus Cremers en Hendryn Zeelen ; Christiaan Janssen en Theodora Zeelen en Hendrik Zeelen, mede instaande voor zijne afwezige huisvrouw Johanna Burgers, allen echtelieden, aan Roelof van Els en diens echtgenoote Peternel van Cleff, transporteeren eenige stukken land, gelegen onder Groeningen. 828. 7 Juni 1749. Anselmus van Wesel, koopman te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Ruth Keer, marktschipper van 's Bosch op Delft en 's Hage, een huis met plaats en achterhuis, staande te 's Bosch op de Breede Haven tusschen dat der erfgenamen van Fredrik Hubert eenerzijds en dat der Wed. Cornelis de Gelder 1) anderzijds en zich uitstrekkende voor van de Breede Haven tot aan het water aldaar vlietende, zijne vrouw Helena van den Berg aangekomen van hare ouders. Hierover waren als schepenen Willem Cornelis Ackersdijck en Leonard Johan Smits. 1) Geboren Adriana van Hemert. 829. 5 Augustus 1149. Adriana van Hemert weduwe van Cornelis de Gelder, in leven marktschipper van 's Bosch op Gouda en Haarlem, in hare hoedanigheid van moeder-voogdes over hare dochter Anna de Gelder, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Stephanus Keps, marktschipper van 's Bosch op Leiden, een huis met steenen gevel, staande te 's Bosch op de Breede Haven aan den Boom tusschen dat van Joost van Rijswijk Noordwaarts eenerzijds en dat van Rut Keer anderzijds en zich uitstrekkende van de Haven achterwaarts tot op de Dieze, aan Cornelis de Gelder aangekomen bij koop van Johan de Beer c. s. Hierover waren als schepenen Leonart Jan Smits en D. G. van Teylingen. (Zie de voorgaande oorkonde). 830a. 8 Juli 4750. Jacob van Brandwijk, raad en oud-schepen van 's Bosch, als in huwelijk hebbende Maria Vreda van Blotenburg, te voren weduwe van mr Gerard Cornelis van Blotenburg, die haar eene dochter schonk, welke eigenares is van na te melden huis, verkoopt voor deze in het openbaar een huis, staande aan de Peperstraat te 's Bosch, aan genoemde dochter aangekomen krachtens testament van Nicolaas van Blotenburg, raad en schepen van 's Bosch, — aan mr Antony Versfeit, advocaat te 's Bosch, ten behoeve van Wilhelmina en Johanna Versfeit, wonende aldaar. Hierbij eene akte van 27 April 1678, waarbij krachtens gerechtelijke uitwinning vorenbedoeld huis, dat toen gezegd werd te staan tusschen dat der weduwe van Wouter van Achelen eenerzijds en dat van Herbert van Dijck anderzijds en wel recht tegenover de woning van Gijsbert van Hamel, verkocht werd aan Cornelia Vermeyden wed. van Gerrit Koen. 83]. 28 Augustus 1750. Adrianus Schellaars, burger van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Jacobus Staas, ook burger van 's Bosch, twee huisjes met een gedeelte van den tuin van het voorste huis, staande te 's Bosch op de Weversplaats in de Beurzenstraat achter het huis genaamd St. Barbara, zich uitstrekkende voor van den gemeenen gang achterwaarts tot op het erf der erven Adriaen Roeters met het recht van uitgang achteruit naar de Mortel. Hierover waren als schepenen Hend. Jan van Breugel en S. Rosendael. Hierbij nog deze akten: 1 Mei 1767. Jacobus Staas, burger van 's Bosch, zoo voor zich en als gemachtigde van Reynier van Boxmeer, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes Bruijning, predikant bij de NederduitschGereformeerde gemeente aldaar: a een tuin met tuinhuisje en secreet, gelegen aldaar in de Mortel, zich uitstrekkende langs den muur van den tuin van het Gouvernement en rondom besloten met eene planken heining, begrensd N. 0. door voornoemden Staas, Z O. door voornoemden Reijnier van Boxmeer en de erven Kien, Z. W. de barakken; b het grootste gedeelte van het erf van meergenoemden Staas, behoorende tot diens huis in de Beurzenstraat en gelegen naast gemelden tuin, terwijl het zich N. O. uitstrekt tegen het erf van Caspar Neurenburg. Hierover waren als schepenen mr Stephanus Rosendael en Nicolaas Jeremias Storm van 's Gravesande. 6 October 1767. Caspar van Neurenburg, wonende te 's Eosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Johannes Bruijning voornoemd het grootste gedeelte van het erf, behoorende tot zijn huis, staande in de Beurzenstraat te 's Bosch, welk erf gelegen is langs den muur van den tuin van het Gouvernement en tegen den tuin van den kooper. Hierover waren als schepenen W. van der Does en A. Hubert. 27 Juni 1714. Johan Willem van den Boongaart, koopman te 's Bosch, als executeur-testamentair der nalatenschap van Reijnier van Boxmeer, in leven wijnkooper te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Bartholomeus Roeters, wonende aldaar, een huis met erf, uitkomende in een gangetje en staande in de Beurzenstraat te 's Bosch, met eene ruime open plaats daarachter, begrensd door het erf van den predikant Bruijning eenerzijds en dat van Leendert du Trie anderzijds en zich uitstrekkende voor van het gangetje achterwaarts tot aan het erf der Weduwe Jacobus Staas. Hierover waren als schepenen A. van Galen en G. van Beresteijn. 16 September 1176. Godefridus Kucnen als man van Johanna Meyer voor de eene helft en Philip van Gogh als voogd over zijne minderjarige kleindochter Commerina Meyer, dochter van wijlen Frederik Meyer en Louisa van Gogh, beiden wonende te 's Bosch, verkoopen voor Schepenen aldaar aan Gerardus van der Vaart, timmerman aldaar, de in eerstgenoemde akte omschreven twee huisjes. Hierover waren als schepenen Jacob de Gijselaar en Carel Jan Bisdom. Hierbij nog eene akte van 15 October 1779, waarbij deze huisjes wegens wanbetaling van belasting ten laste van genoemden van der Vaart gerechtelijk worden verkocht aan Johannes Tielen te 's Bosch. 29 October 1192. Johannes Bruijning, emeritus predikant bij de Nederduitsch-gereformeerde gemeente te 's Bosch, verkoopt zijne voorschreven stukken tuin en erf aan mr Carel Jan Bisdom, president-schepen te s Bosch. 27 November 1793. Barbara van Munster, weduwe van Caspar van Neurenburg, wonende te 's Bosch, verkoopt aan voornoemden Bisdom een stukje tuin, gelegen achter haar huis in de Beurzenstraat aldaar en grenzende ten N. en W. aan haren tuin. §32_ 12 September 1750. Martinus Kalff, inwoner van 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Elisabeth Draak weduwe van Gerardus Dekkers een huis met erf, staande te 's Bosch aan de Vischmarkt tegenover het huis genaamd het Klaverblad, zijnde dat huis met erf genaamd de Otter en begrensd eenerzijds door dat van de koopster en anderzijds door dat van Wouter Groenenboom en aan de vrouw van den verkooper aangekomen voor Va als testamentaire erfgenaam van Jacomijn van Oijen weduwe van Johannes van Texel en voor % bij koop van Pieter Hubert in diens hoedanigheid van vader en voogd over de zes minderjarige kinderen, gesproten uit zijn eerste huwelijk met Adriana van Texel. Hierover waren als schepenen Pieter Storm van 's Gravesande en Abraham Bastide. Hierbij eene schepenakte van 's Bosch van 5 Juni 1785, waarbij Franciscus Dekkers, koopman aldaar, voor zich en zijne broeders en zusters voorschreven huis, dat nu gezegd wordt te staan in de Mandenmakersstraat bij de Vischmarkt, en hun van hunne ouders is aangekomen, in zijne hoedanigheid van executeur-testamentair van genoemde weduwe verkoopt aan Hendrik Walger, wonende te 's Bosch. g33 4 Mei 1151' Johan Rietvelt, secretaris van Oudheusden, Elshout en Hulten, transporteert voor Schepenen van Heusden aan Dirk van Outheusden, wonende te Hedikhuizen, een huis met erf, gelegen aldaar. Hierover waren als schepenen Frangois Nicolaes Slingsbie en Cornelis Schimmelpenningh. 834a. 12 Mei 1151. De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden keuren goed de collatie van de beneficiën, gefundeerd op de H.H. Sacraments- en St. Jansaltaren in de kerk te Helmond, na het overlijden der laatste gebeneficeerde Anna van Perzijn, door Fr. Hermanus Calis, abt der Abdij van Postel, als eigenares der tienden van Helmond, Binderen, Rixtel en Overbruggen gedaan ten behoeve van Leendert Willem van Beusekom, notaris te 's Bosch, die lidmaat is van de ware Christelijke Gereformeerde religie, waarna de Raad van State daarvoor aan dezen een bevelschrift van betaling uitreikt. 835. 30 September 1751. Abraham Verster, stadhouder, Jonker Francois Adama en Jan Meys, leenmannen van den Edelen Leenhove des huis en lande van Oud-Herlaer, ressorteerende onder de kerk van St. Lambrecht in het Bisdom van den Krommen Staf van Luik, beleenen Adriana Doncquers, oud omtrent 60 jaren, (dochter van Melchior en Margaretha van Zutphen), zijnde zij geassisteerd met haren momboir Johannes Marsman, — bij doode harer zuster Angelina Doncquers douairière van mr Victor van Beugem, die erfgenaam was zijner eerste vrouw Cornelia Sonnemans, — met eene boerderij, gelegen onder Liempde. 836. 25 April 1152. Willem Anhuys, drossaard der Heerlijkheid Nuland, als gemachtigde van Abraham Cortebrand, agent en procureur te 's Hage, van dezen zoo pro se en als administrateur der nalatenschap van Johanna del Tombe, weduwe van mr. Hendrik van Cattenburgh, burgemeester van Gouda, zoomede als lasthebber van Casimier Abram Grave van Slippenbagh, ridder der Zweedsche order van den Degen, luitenant generaal der Cavalerie, gouverneur van Lillo en onderhoorige forten, in dienst der Vereenigde Nederlanden, als executeurtestamentair van genoemde Johanna del Tombe en als voogd over hare kinderen blijkens de procuratie, door haar den 24 Januari 1752 op Haanwijk onder St. Michiels Gestel verleend, voor de eene helft; en voorts als gemachtigde van Henrietta Christina Godin weduwe van mr. Otto van Cattenburgh, als eenige erfgename van dezen laatste, voor de andere helft, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Antonij en Johan van Hanswijk, burgers van die stad, den Marensen Coornwaart, gelegen onder Maren, N. de rivier de Maas, W. het land de Snel en den Heer van Alem, Z. de Kil en O. het Marcusoort. Hierover waren als schepenen Frans van Heurn en N. J. Storm van 's Gravesande 837. 23 September 1752. Isaacq van Ruelo, notaris te 's Bosch, als daartoe gemachtigd door Louis Carel van Groune, gepensionneerd luitenant ten dienste dezer landen en Clara Maria Oda Coehoorn van Houwerda, echtelieden, wonende te Oosterhout, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Anthony en Johan van Hanswyk, burgers van die stad, een zesde gedeelte in eene bouwhoeve, genaamd de Hofstad, gelegen te Cromvoirt, zoo en in dier voege als dat part aan genoemde vrouw verkoopster was aangekomen uit de nalatenschap van haren oom Jacob Minten, die de geheele hoeve den 26 Oct. 1703 gekocht had van den heer van Deurne, als rentmeester der geestelijke goederen. Hierover waren als schepenen Leonard Johan Smits en Johan Philip van Eys. 838. 10 Augustus 1754. Anneke de Bresser, wonende te Boxtel, verkoopt ten overstaan van J. Bowier, drossaard, Jan van den Biggelaar en Cornelis Marynen, schepenen aldaar, aan Rynier van Veldriel, wonende te 's Bosch, een perceel weiland, genaamd Wey aan de Hoogstraat, gelegen te Boxtel in den heerdgang van Onrooy. 839a. September 1754. Voorstel van B. de Roy tot verbetering van de verdedigingswerken van het fort Isabel, gelegen onder 's Bosch. 840a. 5 December 1754. Brief door P. Keuchenius, predikant te Hilvarenbeek, geschreven aan D. Heuvel, predikant te Tilburg. 841. 23 Januari 1755. De Staten van Holland en Westfriesland ontslaan op het verzoek van Gerbrand van Grootveld, wonende te Hoorn, eenigen erfgenaam van Maria Cornelia Clomp, die den 15 Nov. 1747 aldaar was overleden, hare nalatenschap van het fideicommissair verband daarop door deze bij haar testament gelegd. 812a. 30 Juni 4755. Fr. Franciscus van den Yenne te Weert, van de Orde der Minderbroeders-Recollecten en vicaris van de provincie Neder-Duitschland, benoemt Arnoldus Raessens, president-schepen en opperkerkmeester te Eindhoven, tot geestelijken vader der Eerw. Paters MinderbroedersRecollecten der missie te Eindhoven, ten einde voor hunne belangen zoowel in als buiten rechte op te treden. 843. 46 Januari 4756'. De Raad en Leenhof van Brabant te 's Hage beleent Theodorus Petrus Pypers, drossaard, als gemachtigde van Willem Jan Uda, wonende te Son, met een perceel teelland, gelegen aldaar ter plaatse de Boicht, zijnen lastgever aangekomen bij koop van Peter Marcelles Schenaarts. 844. 9 Juli 4756. Rudolphus van Engelen, woonachtig te 's Bosch, als gemachtigde van de gezusters Theodora en Maria van Deursen, begijnen in den Hove te Lier, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch eene erfrente ten laste der Staten van Brabant aan Ludovicus de Mele ten behoeve van Maria Elisabeth van Ingen, ook woonachtig te Lier. Hierover waren als schepenen Johan Bon en Arent Verspijck. 845a. 24 Augustus 1156. Jaspar Theussen en zijne vrouw Jenneken Biermans, zoomede hunne kinderen, verkoopen voor Schepenen van Sambeek aan Theodorus Kerstjens en Johanna van Els, echtelieden, bouwland, gelegen aldaar. Hierover waren als schepenen Jasper Clabbers, gesubstitueerd scholtus, Albert Yinck en Jan van Haessem, schepenen. 846. 48 October 1756. Cornelis van Akkere, wonende in de Baronie van Boxtel, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan vrouwe Maria Anna Pelgrom weduwe van den heer Majoor Maximiliaan Antoine de Ghistelles, wonende aldaar, een stuk weideveld, gelegen te Boxtel en hem aangekomen bij overlijden van zijne moeder Cornelia Adriaense van der Voort, huisvrouw van Jan van Akkere. Hierover waren als schepenen L. J. Smits en A. J. de Vlieger. g£7_ 1 Februari 1757. Wegens achterstallige belasting verkoopt Leonard Johan Smits, ontvanger der verpondingen te 's Bosch, ten overstaan van Schepenen aldaar aan Cornelis Vermazen, burger van die stad, een aldaar in de Postelstraat ten name van Jan van Hasselt staand huisje, begrensd aan de eene zijde door den stal van Bakkers en aan de andere zijde door de Weduwe Keldermans en zich uitstrekkende van af die straat tot aan het erf der Weduwe Vervorst. Hierover waren als schepenen Jacob de Gyselaar en mr Cornelis Lambertus Ackersdyck. (Zie oorkonde n° 293). 848< 15 April 1758. Leendert Willem van Beusekom, notaris te den Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar ten behoeve van Jacob Dirk Cremers, Abraham Hubert en Jacob van de Graaff als in huwelijk hebbende Joanna Maria Hubert, Maria Elisabet Hubert, Elisabet Geertruid Santvoort eerst weduwe en erfgename van Herman Jan Hubert, nu echtgenoote van FranCois Adam Doornick en Pieter Hubert, zijnde genoemde Hubert's allen kinderen, erfgenamen en rechtverkrijgers van wijlen mr Abraham Hubert en Maria Elisabet Cremers, welken met voornoemden Jacob Dirk Cremers door den Raad en Leenhof van Brabant gemachtigd zijn om te verkoopen eenige goederen, behoorende tot den boedel en nalatenschap van Herman Cremers, hnnnen respectievelijken vader en grootvader, aan Antonij Koppens, wonende te Middelrode, eene bouwhoeve, gelegen te Helmond, ter plaatse genaamd de Hage, door meergenoemden Herman Cremers 3 December 1716 aangekocht van het Rijk. Hierover waren als schepenen mr Willem van der Does en Arnoldus Versfelt. 849a. 14 Juni 1758. Twee brieven van J. Gordon, predikant te Bergen op Zoom. 850> 28 September 1758. Abraham Verster, drossaard der grondheerlijkheid St. MichielsGestel, voor zich en als gemachtigde van Pieter Fran^ois Verster, kapitein in het regiment dragonders van wijlen den generaal-majoor van Massou, mr Philip Reinhard Vitriarius, griffier en secretaris van Oisterwijk, als in huwelijk hebbende Henrietta Geertruid Versteren Daniël Bosch, luitenant in het regiment van den generaal Trips, als in huwelijk hebbende Johanna Gysberta Verster, alsmede Jasper Yerster, notaris en procureur te 's Bosch, allen kinderen van wijlen Jan Louis Verster, in leven schepen en raad, mitsgaders leenman van de Tolkamer aldaar en Catharina Gast, verkoopen voor Schepe nen van 's Bosch een bosch, gelegen in de baronie van Eoxtel onder Onrooij naast de erven van den Heer van Boxtel, Jacobus van den Bogaart en Claas Teulinx cum suis, — aan Leendert Willem van Beusekom ten behoeve van mr. J. L. Chatvelt, secretaris van 's Bosch. Hierover waren als schepenen J. Bowier en J. Clant Schatter. 851. 27 October 1758. Paulus den Besten, koopman te 's Bosch, als gemachtigde van de gezamenlijke Gecommitteerden der negen blokken van de Huisarmen der stad 's Bosch, zijnde deze Huisarmen gerechtigd verklaard tot den boedel en nalatenschap van wijlen Catharina van Campen bij sententie van den Raad en Leenhof van Brabant van 22 Maart 1755, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Theodorus Princen, wonende te Esch, ten behoeve zijner dochter Isabella Maria Princen, eene schoone en welgeleegene hoeve lands met een speelhuys en tuyn, geleegen onder den dorpe van Esch en gedeeltelijk onder Vugt. Hierover waren als schepenen Justus Clant Schatter en Johan van Hanswijk. 852a. + 1759. Wilhelmus Engelbertus Buschman, predikant van Geffen en Nuland, verzoekt den Raad van State om aan de Regenten van gezegde dorpen te gelasten eene nieuwe pastorie voor hem te bouwen. 853. 8 Maart 1159. Mr Hendrik Aemelius van Panhuys als in huwelijk hebbende Josina Aemilia Chatvelt en als zoodanig erfgenaam ab intestato van mr Jacob Laurens Chatvelt, in leven raad en secretaris der stad 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Reynier van Veldriel, koopman aldaar, een bosch, gelegen onder de Baronie van Boxtel ter plaatse genaamd Onrooy in de Buekens, genoemden erflater den 28 Sept. 1758 aangekomen bij koop en opdracht van de kinderen van wijlen Johan Louis Verster. Hierover waren als schepenen Nicolaes Jeremias Storm van 's Gravesande en Samuel Thomas Sayer. (Zie oorkonde n° 850). gg^ 23 Februari 1160. Fran^ois Ludovikus Johannes van den Heuvel, Antonia van Breugel wed. van Johannis Hofmans, Asuerus Franciscus van Roosmalen als man van Johanna van Breugel en Cornelis Guielmus Dell Fontaine als man van Maria van Breugel, wonende te Antwerpen, allen als testamentaire erfgenamen van Johanna Barbara van den Braak wed. van Ludovikus van Heeswijk, gewoond hebbende te den Bosch, verkoopen voor Schepenen aldaar aan Maria van de Water wed. Henderik Westerlaken, wonende aldaar, een huis met erf, staande aldaar in de St. Antoniestraat, genaamd het Wild wijf, zich achterwaarts uitstrekkende tot aan de Dieze. Hierover waren als schepenen G. Piper en W. C. Ackersdijck. 855a. 21 APril i761' Hendrik van Ommeren, president-schepen van Aarle en lidmaat van de ware Gereformeerde religie, begiftigt in zijne hoedanigheid van president-schepen en oudsten schepen van Aarle zijnen minderjarigen zoon Johan Cornelis van Ommeren met het beneficie, gefundeerd op het O. L. Vrouwe en H. Kruisaltaar in de kerk aldaar, opengekomen door het overlijden van Matheus Jacobus Reyers en vraagt daarvan approbatie aan de Staten Generaal, waarna dezen dat verzoek om bericht zenden aan den rentmeester der geestelijke goederen de Kempenaer. 856a. 17 Februari 1764. Eenige brieven, door A. Van Hardeveldt, predikant te Wijk bij Heusden en door diens zoon K. W. van Hardeveldt, toenmaals proponent, later predikant te Made, van uit Wijk bij Heusden geschreven aan J. Royer, hofprediker van den Prins van Oranje. g57_ 9 Juni 1164. Balthasar Le Heu, man en momboir van Agnes van Wolfsbergen, voor zich en als gemachtigde van mr. Antonius van Wolfsbergen, Johanna Elisabet en Cecilie van Wolfsbergen, wonende te Brussel ; Johan Francis van Wolfsbergen en Joseph Pirets, man en momboir van Cornelia van Wolfsbergen, wonende al de genoemde comparanten te 's Bosch en zijnde zij allen kinderen en erfgenamen van wijlen Jacobus van Wolfsbergen en Maria Catharina van Mierlo, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Reijnier van Veldriel, koopman aldaar, een perceel weiland, gelegen te Gewande aan de Oude Kooi of Blauwe Sluis naast het land der Clarissen. Hierover waren als schepenen S. Rosendael en A. Gerbade. 858. 16 Juli 1764. Leendert Willem van Beusekom, notaris te 's Bosch, als gemachtigde van : Johannes Ludovicus Schoutheet, griffier van den Lande van Dendermonde, Petrus Martinus Schoutheet, kanunnik aldaar, Jonkvrouwe Helena Schoutheet, wonende alsvoren, Jonker Pieter Frangois Rijke, eersten raadpensionaris der stad Gent, als in huwelijk hebbende Isabella Ameye, Jonkvrouwe Helena Ameye en Jonkheer Pieter de Meulenaar, als in huwelijk hebbende Maria Frangoise Ameye, (de drie laatstgenoemde vrouwen als kinderen en erfgenamen van wijlen Isabella Schoutheet, douairière van mr Johan Baptist Ameye, eersten raadpensionaris en gedeputeerde in de Leden van Vlaanderen), en wel van allen als testamentaire erfgenamen van wijlen Adriana Elisabet Donquers, ongehuwde dochter, te 's Bosch gewoond hebbende en aldaar overleden, blijkens haar testament den 5 Juni 1756 voor Cornelis Wijgaers, notaris te 's Bosch gepasseerd, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Reijnier van Veldriel, koopman aldaar, een perceel akkerland, genaamd de Loyen akker, gelegen te Boxtel onder Lennisheuvel naast het erf van het Lieve Vrouwe gilde of Broederschap van Boxtel. Hierover waren als schepenen H. Gerbade en C. de Back. 859. 4 April 1165. Johannes van Veldriel, als in huwelijk hebbende Isabella Maria Princen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Josephus de Leeuw eene schoone en welgelege hoeve lands met een speelhuys en tuyn, gelegen onder den Dorpe van Esch en gedeeltelijk onder Vugt, aan zijne vrouw den 27 October 1758 aangekomen bij koop voor Schepenen van 's Bosch van Paulus den Beste q. q. Hierover waren als schepenen mr Antony Johan de Vlieger en Johan van Hanswijk. (Zie oorkonde no 851). 20 860a. 6 September 1765. Willem de Ve, Prins van Oranje, machtigt met goedvinden van zijnen voogd, den Hertog van Brunswijk, Stephen graaf van Randwijk, heer van Homoet en Gameren, drossaard der stad en lande van Breda en bij diens afwezigheid diens stadhouder mr Rombout Melchior Damisse om de oude Magistraat van Breda te ontslaan en eene nieuwe, waarvan de lijst was overgelegd, aan te stellen en te installeeren. Met eigenhandige onderteekening van den Hertog van Brunswijk. 861. li Januari 1766. Dienstorder voor de militaire begrafenis van Steffens, kolonel der artillerie te Breda. 862a. 4 November 1766 — 8 December 1779. Twee brieven van de Douairière Clant Schatter, geboren Collot d'Escury, de een uit Helmond, de ander uit den Bosch. 863. 16 December 1766. Theodorus Princen, wonende te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Martinus Josephus de Leeuw, wonende te Esch, eene hofstede gelegen aan het Kraaienbroek aldaar. Hierover waren als schepenen W. Bopp en N. J. St. van 's Gravesande. 864. H Januari 1768. Hendrik Jan van den Pavort, notaris te 's Bosch, als gemachtigde van mr Petrus Nagelmakers voor Vö; van Martinus van Bommel, weduwnaar van Geertruyt Elisabeth Schoneus en dus als vader en voogd over de vier door haar nagelaten kinderen, voor 5/i2 en van Albertina Schoneus, wonende te 's Bosch, voor het overige 5/I2, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Martinus de Leeuw een perceel akkerland, gelegen te Esch ter plaatse genaamd aan het Krakenbroek. (Kraaienbroek ?) Hierover waren als schepenen Corn. Lamb. Ackersdijk en D. Jannette 8646is. 4 Mei 1768. Antoinetta van Opzeeland weduwe van Jacobus Peys, wonende te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Hendrik van Ginkel, apotheker aldaar, een perceel hooiland, groot drie morgen, genaamd het Kerkenkampke, gelegen te Rosmalen ter plaatse In de Streepen geheeten. Hierover waren als schepenen C. L Ackersdijck en D. Jannette. 865a. 6 Febiuari 1769. Twee brieven van Samuel Hoeufft, predikant te Breda. 866. 30 Augustus 1770. Alzoo op 8 Juni 1768 voor Jan de Gier, notaris te 's Bosch, Jan van Gemert, vleeschhouwer aldaar, fl 280 had schuldig beleden aan Reynier van Veldriel, koopman aldaar en voor dienzelfden notaris Jacob Maas, burger van 's Bosch, zich voor de terugbetaling van die som tot een bedrag van fl 200 had borg gesteld, zoo heeft voor Schepenen van 's Bosch Willem Roels, gezworen klerk ter secretarie aldaar, als houder der van voorschreven geldleening en borgtocht opgemaakte akte, den inhoud daarvan voor het nu nog resteerend bedrag van fl 180 vernieuwd en gerealiseerd. Hierover waren als schepenen N. J. St. van 's Gravesande en C. A. Lormier. 867. 26 October 1770. Johannes Verster de Balbian, notaris en procureur te 's Bosch, als daartoe gemachtigd door Schepenen van 's Bosch, verkoopt voor die schepenen aan Reijnier van Veldriel, koopman aldaar, een perceel teelland, gelegen in de Baronie van Boxtel ter plaatse genaamd Munsel Onrooij, welk perceel Arnoldus van Hooft als in huwelijk hebbende Catharina Thomas de Bresser en Theodorus de Bresser, beiden wonende te 's Bosch, op 17 Juli 1770 voor Schepenen aldaar hadden verhandlicht ad opus jus habentium. Hierover waren als schepenen A. Hubert en J. M. Deutz. 868. 21 Mei 1771. Cornelis Adriaen Leyten, wonende te Berkel, Dingbank van Oisterwijk, bekent voor Schepenen van 's Bosch geld schuldig te zijn aan Jacoba Princen, wonende aldaar. Hierover waren als schepenen Abraham Verster en Willem Cornelis van Heemskerck. 869a. 1772. Drie brieven van Izaak van Nuyssenburg, Hervormd predikant te Geertruidenberg. 870. 24 Mei 1773. Hendrik Frederik Engelbergh en Frangois Tieleman Leemans, medicinae doctor, schepenen van Heusden, verklaren, dat te hunnen overstaan de heer Johan Baptist Verheyen, rentmeester der Hooge Heerlijkheid Loon op Zand, zoo voor zich en als gemachtigde van zijne zusters vrouwe Maria Josepha Verheyen, weduwe en testamentaire erfgenaam van wijlen den heer Josephus Nicolaas van Rijswijk, in leven medicinae doctor te Waalwijk, Juffrouwen Antonetta Leonora Verheyen, weduwe en testamentaire erfgenaam van wijlen den heer Albertus Baasten en Johanna Maria Verheyen, verkocht heeft aan den heer Johannes Josephus van Veldriel, koopman te 's Bosch, een perceel hooiland, genaamd het Sluyscampke, gelegen onder de Heerlijkheid Engelen. 871. 20 September 1774. Jenneke Mallant, weduwe en erfgename van Hendrik Janszoon van der Delle, wonende te Hedikhuizen, transporteert voor Schepenen van Heusden aan Jan de Wilt, wonende te Hedikhuizen, teeliand, gelegen aldaar in het blok Luttelherpt. Hierover waren als schepenen Hendrik Frederik Engelbergh en Nicolaas van Bergen van der Grijp. 872. 9 Februari 1775. Jan de Gier, notaris te 's Bosch, als gemachtigde van Johan Baptist Verheyen. wonende binnen de heerlijkheid Loon op Zand, in diens hoedanigheid van executeur-testamentair van Justina Maria Nolbertina en Theresia Elisabeth Clercx, verkoopt voor Schepenen van Heusden een perceel hooiland, genaamd Sluiskamp, gelegen in den buitenpolder van Engelen, aan Geertruyda van Keulen weduwe van Louis de Mele, wonende te 's Bosch. Hierover waren als schepenen Hendrik Frederik Engelbergh en Gysbert du Pont. 873. 2 October 1776. Maria Theresia, keizerin van Duitschland, hertogin van Brabant, enz., stelt pour te bon rapport, gui nous a êtè fait de Theodore van Berckel, nous confiant a plein de ses léautés, preud-homme, bonne diligence et parfaite intelligence au fait de bien tailler les coins et monnoies, genoemden van Berckel aan a Fétat de premier tailleur général de nos coins et ntonnoies en notres Pais Bas, vacant par la mort de N. Roettiers. 874. 9 December 1777. Drieck Hendricksz en zijne vrouw Merrij Jans verkoopen voor Schepenen van Vierlingsbeek aan Thijs Hendricksz een perceel hooiland, gelegen aldaar in de VVeijens. Hierover waren als schepenen Jan Goossens en Thijs Willems. 875. 33 Mei 1778. Hendrick Jacob baron van Tuyll van Serooskerken, heer van Vleuten, luitenant-generaal en chef van een regiment cavalerie, enz., woonachtig te Utrecht, verkoopt voor Schepenen van den Bosch eene huizinge en hoeve, genaamd de Kerkhofsche hoeve, gelegen onder Nederwetten en afkomstig van het voormalig klooster Hooidonk, door Isaacq van Battum, als rentmeester der geestelijke goederen van Peelland 5 Mei 1668 verkocht geweest aan Diederik Hoeufft, heer van Fontaine, Peureuse, etc., en van dezen geërfd door Reynoud Gerard van Tuyll van Serooskerken, heer van Zuylen, enz., als gehuwd met Isabella Agneta Hoeufft, zijnde de ouders van verkooper — aan Vincent Maximiliaan baron van Tuyll van Serooskerken, majoor in gezegd Regiment, garnizoen houdende te 's Hertogenbosch. Hierover waren als schepenen mr Danker de Kempenaer en Arnoldus van Galen. 876. 20 Juli 1778. De Raad en Leenhof van Brabant machtigt Adriana Helena Snelle, huisvrouw van Boëtius ütalpert van der Wiele, wonende te 's Bosch, om bij testament te beschikken over de van zijn Hof te leen gehouden wordende hoeve, gelegen te Berkel onder Oisterwijk aan de Craan, genaamd de Oude Schouw, met het daartoe behoorend cijnsboek, achterleenen, enz., mits zij niet disponeere ten behoeve van eenige geestelijke personen, kerken, kloosters en godshuizen of andere doode handen. 877. 1 Augustus 1778. Jacob Vogel en Mattheus Over 't Water Verboom, schepenen van Hoorn, verklaren, dat voor hen Jan Waardenburgh, wonende aldaar, als daartoe bij akte, den 7 Sept. 1775 verleden voor Cornelis Bles, notaris te Tilburg, gemachtigd door den heer Jan Baptist Verheyen, rentmeester der heerlijkheid Loon op Zand, in diens hoedanigheid van vader en voogd over zijne twee minderjarige kinderen Arnoldus en Gerardus Verheyen, door hem verwekt bij zijne eerste vrouw Maria Cornelia van Grootveld, aan den heer mr. Gerbrand van Grootveld, wonende te Hoorn, heeft verkocht een huis, staande aan het Groote Oost aldaar. 878. 15 Juni 1779. Christophel Tyes, hoedenmaker te 's Bosch en Hendrik Spierinx, wonende te Hintham, stellen zich ten overstaan van Schepenen van 's Bosch ten behoeve van Johan Abraham van der Voort, oud-gouverneur en directeur van Amboina, wonende te Oirschot, tot borgen voor Jan Brink, woonachtig te 's Bosch. Hierover waren als schepenen Stephanus Rosendael Az. en Dr. Aldert Walraven. 879. 25 Januari 1180. Jan Bouwmans, burger van 's Bosch, verklaart voor Schepenen aldaar geld schuldig te zijn aan Maria Catharina van Herck, meerderjarige dochter aldaar. Hierover waren als schepenen Willem Cornelis van Heemskerck en Claudius Antonius Lormier. 880a. 25 September 1781. Carl Theodor Keurvorst van de Paltz, heer van Ravenstein, geeft een dijkreglement uit voor het Land van Ravenstein. 881a. 9 December 1782. Attestatie van P. G. Ecrevisse, priester der Duitsche Orde en pastoor te Gemert. 882. 18 Februari 1183. Adriaan Doedijns, burger van Heusden, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Adriaan Klercx, wonende te Heesbeen, een perceel weiland, gelegen aldaar. Hierover waren als schepenen Johan Albertus Rietvelt en Constantinus Wilhelmus Pröbsting. 883a. 29 Oclobcr 1783. Resolutie der Staten Generaal, houdende afwijzing van het verzoek van eenige ingezetenen van Eersel, Duizel en Steensel om aan Jacob Meijer te verbieden als gezworen klerk in de plaats van den secretaris Josua Waakhuizen de secretariën hunner dorpen waar te nemen en lastgeving aan genoemden Meijer om aan Adriaan Cox terug te geven fl 6, die hij dezen voor schrijfloon te veel had in rekening gebracht. 881. 21 November 1183. Leendert Willem van Beusekom en Johan van Bruggen, notarissen te 's Bosch, verkoopen voor Schepenen aldaar als gemachtigden van Johan Clingh, wonende te Rotterdam, aan Johannes Josephus van Veldriel, koopman te 's Bosch, twee scharen weide in de Jan Geertswaard, gelegen onder de heerlijkheid Lith, hem, lastgever, aangekomen als medeërfgenaam van zijnen oom Johan Clingh, in leven rentmeester der heerlijkheid Lith. Hierover waren als schepenen mr Willem van der Does en mr Johan Hendrik van Heurn. 885a. 12 September 1784. Willem V, Prins van Oranje, stelt, bij overlijden van Dirk van der Burgh, Pieter Johan Wygers aan tot koster, voorlezer en schoolmeester van het dorp en de heerlijkheid Alphen bij Breda. 886a. 4 October 1784. Paspoort, uitgereikt door P. de Verdun, kolonel-kommandant van het Regiment te voet van Friedrich August Hertog van SleeswijkHolstein, in garnizoen te Bergen op Zoom, aan Martinus Jonkers, geboortig van Vierlingsbeek. 887. 5 Juni 1785. Franciscus Dekkers, burger van ' s Bosch en koopman aldaar, als executeur-testamentair van wijlen Elisabeth Draak weduwe van Gerardus Dekkers, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Reynier Veldriel, wonende aldaar, hooiland, gelegen onder Rosmalen. Hierovei waren als schepenen mr Johan Hendrik van Heurn en Daniël Baert Verspyck. 888. 7 October 1785. Willem Joseph Spens, wonende te 's Bosch, als gemachtigde van Cornelis Isaacq 'T Hooft, generaal-majoor, blijkens volmacht voor den auditeur-militair te Zaltbommel gepasseerd, alsmede van Hendrik 'T. Hooft, kolonel in het regiment infanterie van den luitenantgeneraal baron van Hardenbroek, blijkens volmacht voor Schepenen van Willemstad verleden, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Anna Catharina Derhenne huisvrouw van Christiaan van Luydt, wonende aldaar, een perceel weiland onder Vucht, aan zijne last- gevers aangekomen ingevolge het testament van Josina Maria Clara van der Meulen. Hierover waren als schepenen mr Johan Hendrik van Heurn en Abraham Walsart. 889. 21 April 1786. Jan de Aart, wonende te Heusden, transporteert voor Schepenen van Heusden aan Hendrikus van Diem, wonende te Oudheusden, een stuk bouwland, gelegen aldaar. Hierover waren als schepenen Govert de Koek en David Papet. 890. 23 October 1786. Johannes Josephus van Veldriel, koopman te 's Bosch, als gemachtigde van Anna Elisabet de Leeuw, echtgenoote van Pierre de Latour, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan mr. Casper van Breugel, secretaris van die stad, ten behoeve van hem, lasthebber, een morgen hofland, gelegen onder de heerlijkheid Empel, zijnde een gedeelte van het perceel, genaamd de Buesenacker, dat op dezen datum verkocht is aan Maria van Gemert weduwe van Antony Deckers, en aan de lastgeefster is aangekomen uit de nalatenschap van haren grootvader Theodorus Princen, die het geheele perceel den 19 April 1749 gekocht had van de Regenten van het Groot Zieken Gasthuis te 's Bosch. Hierover waren als schepenen mr Cornelis Lambertus Ackersdijck en Arnoldus van Galen. 891. 30 April 1787. Maria Hulshout weduwe en testamentaire erfgenaam van Jacob van Vechel, wonende te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan mr Bernardus Storm, advocaat aldaar, een huis en erf, genaamd Vechelslust, staande aldaar Achter het Wild varken tusschen het huis van N. Suys en dat van Mevr. de weduwe Jan van Bommel, zich uitstrekkende van af gezegde straat tot aan de Dieze en haar aangekomen als eenige erfgenaam van haren genoemden man krachtens diens testament, den 20 Dec. 1777 voor den notaris Johannes Verster de Balbian te 's Bosch gepasseerd, haddende hij het 20 October 1745 voor Schepenen aldaar gekocht van Jan Louis Verster cum suis. (Zie over dit huis mijne Voorname Bossche huizen II p. 140). 892. 15 October 1787. Bernardus Mulders, woonachtig te 's Bosch, als gemachtigde van Jan Paulus van den Bergh van Lunenburg en van Johanna Maria en Isabella Catharina van den Bergh van Lunenburg, blijkens akte van volmacht te Culemborg gepasseerd, alsmede als gemachtigde van de echtelieden Jacobus Ignatius van den Bergh van Lunenburg en Hendrica van Grootveld, wonende te Zwolle, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch verschillende obligaties en grondrenten, aan zijne lastgevers aangekomen uit de nalatenschap van Maria Catharina van den Bergh, gewoond hebbende te 's Bosch, — aan Augustinus Tilmanus van Ryckevorsel, wonende aldaar. Hierover waren als schepenen mrs. Adriaan Hendrik de Roock en Petrus Losecaat. 893a. 22 Augustus 1788. Frederica Wilhelmina van der Horst, wonende te Rotterdam, Nicolaas Hendrik van der Waayfort als gehuwd met Maria van der Horst, wonende te Schiedam en als instaande voor Frederik Hendrik van der Horst, wonende te Hellevoetsluis, zijnde deze van der Horst'en de eenige kinderen van Johanna Maria Hubert wed. van Mathijs van der Horst, machtigen mr Jan Hendrik van der Does, raad van 's Bosch, om voor hen te verkoopen eenen hypotheekbrief, door Chabot, gewoond hebbende te den Bosch, op een huis verleend. 894. 25 Juni 1789. Philip de Bergh, wonende te 's Bosch en Francis Verouden, wonende te Esch, als bij het testament van wijlen Antonij Verouden, den 30 Oct. 1784 verleden voor Schepenen van Esch, aangesteld tot voogden over diens dochter Johanna Elisabeth Verouden, alsmede over het kind van Elisabeth Verouden en tot zijne executeurs-testamentair, voor de eene helft en genoemde Francis Verouden, als zich sterk makende voor Hendricus Pero Verouden, wonende te Esch, voor de andere helft, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Johannes Josephus van Veldriel, wonende aldaar, een perceel moerveld, gelegen te Helvoirt in het Meulenbroek en genaamd de Reuvert, alsmede een uitgeturfd moer- of heiveld, gelegen te Vucht en genaamd het Oostbroek in den Brand, aan voornoemde erfgenamen voor de eene helft en aan Hendricus Pero Verouden voor de andere helft aangekomen bij successie van genoemden Antonij Verouden. 895. 2 November 1789. Willem Jonkergouw voor zich en als gemachtigde van zijne mede- erfgenamen van Lauwerens van de Veerdonk verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Jan Brink, woonachtig aldaar, hunne aandeelen in perceelen land, gelegen in den Maliskamp onder Rosmalen. Hierover waren als schepenen Jaques Arnold Henri de Lannoy en Frangois Louis de Graffenried. 896a. 21 December 1789. Brief door H. Fagel uit den Haag geschreven om inlichtingen betreffende eenige lieden, die blijkens de Leidsche courant gewapend uit Breda naar Brussel waren uitgeweken. 897. 10 Mei 1191. Petrus Cnoebart, wonende te 's Bosch, als gemachtigde van mr Arnold Willem Tybosch, woonachtig te Boxtel, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Jacobus Josephus Hyacinthus Borrekens, ridder en oud burgemeester van Antwerpen, twee schuldbekentenissen, door den lastgever als rentmeester van wijlen Z. H. den Prins Maximiliaan Emanuel de Hornes als baron van Boxtel en Liempde den 8 Maart 1753 afgegeven aan Lamberdina Maria van Ravesteyn weduwe van Johan Fran^ois Tybosch. Hierover waren als schepenen Arnoldus van Galen en Nicolaas Jeremias Storm van 's Gravesande. 898. 18 October 1791. Jan Verhellouw, stadsarchitect te 's Bosch, verkoopt voor Schepenen aldaar aan Johannes Josephus van Veldriel, wonende aldaar, een perceel hooi- of moerland, gelegen binnen de Dingbank van Hel voirt in het Molenbroek. Hierover waren als schepenen Nicolaas Jeremias Storm van 'sGravesande en mr Fran^ois Johan Gallé. 899. 14 November 1791. Nicolaas Cornee, wonende te 's Bosch, voor de eene helft en Gerrit Hendrik van Hemert, marktschipper van 's Bosch op Rotterdam, voor de andere helft, verkoopen voor Schepenen van 's Bosch aan Andries Bekkers, koopman aldaar, twee morgen hooiland, gelegen onder Cromvoirt, aangekomen den eerstgenoemde bij koop van Petrus Schefifers c. s. en den laatstgenoemde als in huwelijk hebbende Cornelia Troosters, de dochter van Hermanus Troosters, die ze verkreeg bij koop als voren. Hierover waren als schepenen Dr. Johannes Gijsbertus Hopman en Mr Francjois Johan Gallé. 900a. 10 Januari 1792. Getuigenverhoor met confrontatie voor Schepenen van den Eosch in zake Jenne Mie van Nunen beklaagd van met steenen geworpen te hebben naar gerechtspersonen van Son, die aldaar bezig waren een stuk heide op te meten. 901. 13 Augustus 1792. Maria Anna en Maria Elisabeth van Zuylen, beiden wonende te Antwerpen, verkoopen voor Schepenen van den Bosch : ] een huis, genaamd de Lindenboom, staande op het Hinthamereind aldaar; 2° een daarnaast en anderzijds naast het huis de Ploeg staand huis, genaamd de Blinde man; 3° een eveneens op het Hinthamereind staand huis, genaamd de Drie Kuipers, staande tusschen het huis het Zwart Schaap ex uno en het huis de Witte wan ex alio, aan verkoopsters aangekomen uit de nalatenschap van haren vader Rogier van Zuylen, in leven burger van den Bosch, — aan Nicolaas van Zuylen, koopman aldaar en diens echtgenoote Johanna Cornelia van der Horst. Hierover waren als schepenen mr Pieter Losecaat en Dr Johannes Gijsbertus Hopman. Hierbij nog eenige oudere transportakten, betreffende deze drie, thans niet meer bestaande huizen. 902a. U Mei 1793. Brief van Charles van Boetzelaer, gouverneur van Willemstad. 903. 18 Mei 1795 (het eerste jaar der Bataafsche vrijheid.) Een pak transporten en andere titels betreffende een huis, staande aan de noordzijde van de Hoogstraat op het Westeinde nabij de Fransche Kerk te Rotterdam; item een huis, staande aan de noordzijde van den Visschersdijk te Rotterdam (welk huis den 27en November 1801 door de curators over den insolventen boedel van Gerardus Wilhelmus van Baarll en Johanna Sophia Moens, echtelieden, verkocht werd aan Maria Elisabeth Sluys weduwe van Cornelis van Rees); item een huis, staande aan de westzijde van de Stinksteeg aan de Zijl te Rotterdam, welk huis op 27 November 1788 gekocht werd door Johannes Wilhelmus van Baarll en op 18 Mei 1795 wederom verkocht werd door diens kinderen Theodora Elisabeth van Baarll en Nicolaas Tceodorus van Baarll aan Maria Elisabeth Suys weduwe van Cornelis van Rees voornoemd. 904a. 12 Augustus 1795. Akte, waarbij de Municipaliteit van Dinther de novale tienden dezer gemeente verpacht. 905a. 1 April 1790. Paspoort ten behoeve van Adriaan en Geertruy Dame te Loon op Zand. 006a. IS Mei 1790. Leonardus van 't Hullenaer verkoopt voor Schepenen van Vierlingsbeek aan Matheas Zwarts en Petronella Kerstjens, echtelieden, een perceel bouwland, gelegen aldaar. Hierover waren als schepenen Anthoon van Bon, Peter Toebaerts en Anthoon Ebben. 907a. 7 Juni 1798. Brief van den Prins Batthyany, geschreven van uit Boxtel. 908a. 28 Augustus 1798. Brief door J. Hagelaers, pastoor te Helmond, geschreven aan Roes, R. K. priester en organist te Xanthen. 909a. 27 October 1798. Bezwaarschrift, door de Gereformeerde gemeente van Berlicum en Middelrode aan de Municipaliteit der burgerlijke gemeente van dien naam ingediend tegen de plannen tot naasting der kerkgebouwen te Berlicum en te Middelrode. 910. 17 Juli 1199. David van de Walle, schout, Francis van Grevenbroek en Augustinus de Vries, schepenen der heerlijkheid Oudheusden, Elshout en Huiten, verklaren, dat te hunnen overstaan Antonij van Blaijel, wonende te Drunen en Adriaantje van Blaijel weduwe van Arnoldus Peynenburgh, wonende te Onsenoort, aan Adriaan van Heesbeen, wonende te Drunen, verkocht hebben zes en een half hond bouwen weiland, gelegen in de Gaarsweide te Elshout. 911. 7 Juli 1800. David van de Walle, schout, Francis van Grevenbroek en Augustinus de Vries, schepenen der heerlijkheid Oudheusden, Elshout en Huiten, verklaren, dat te hunnen overstaan mr Johannes Fran^ois Leemans, advocaat, Cornelis van Rijswijk, procureur te Heusden en Sebastiaan Kuypers, notaris en procureur te Giessen, als daartoe door Pieter en Ary van Berkel ten overstaan van Schepenen van Heusden gemachtigd, aan Adriaan van Heesbeen, wonende te Drunen, verkocht hebben twee hond weiland, gelegen te Elshout. 912. 7 Januari 1801. David van de Walle, schout, Augustinus de Vries en Hendrik van Balen, schepenen der heerlijkheid Oudheusden, Elshout en Huiten, verklaren, dat te hunnen overstaan Adriaan van Heesbeen, Roelof van Heesbeen, Francis Berkelmans als gehuwd met Maria Catharina van Heesbeen, Gerrit Evertse van den Dungen als gemachtigde van de meerderjarige kinderen van wijlen Evert Gerritse van den Dungen en diens echtgenoote Anna van Heesbeen en zich voorts sterk makende voor den absenten Wouter van den Dungen, Roelof van Heesbeen voornoemd ook nog als lasthebber van Johanna van Heesbeen weduwe van Adriaan Smits, Hendrik Hendrikse van Huiten als in huwelijk hebbende Dingena Smits en Johannes Adriaanse Leenheers, Johannes Schoenmakers en Peeter Klase Smits, in hunne hoedanigheid van testamentaire voogden over Maria Smits, minderjarig kind van Peeter Peeterse Smits en Pieternella van Kessel, allen testamentaire erfgenamen nomine uxoris van Godefridus van Heesbeen, gewoond hebbende en onlangs overleden te Vlijmen, als gehuwd geweest zijnde met Huybertje Smits, — aan Adriaan van Heesbeen wonende te Drunen, verkocht hebben zestien en een vierde hond hooi- en weiland en bosch, genaamd de Gaarsvveide, gelegen te Elshout. 9!3a. 3 Augustus 1801. Brief van C. H. van Hoek, president van den Gemeenteraad van Bergen op Zoom. 914a. 29 Juli 1802. Het Departementaal Bestuur van Brabant committeert den burger mr P. Verhoysen tot lid van het Departementaal Gerechtshof van Brabant. 915. 5 Augustus 1802. Het Departementaal Bestuur van Brabant creëert Petrus Henricus van Fenema tot notaris voor de steden en landen van het Departement Brabant, onder voorbehoud van adfnissie door het Gemeentebestuur der plaats, alwaar hij als notaris de praktijk zal willen exerceeren. 916a. 1806. Akte betreffende de erfgenamen van Adrianus Gijsbertus Biedijks, landschrijver van het Land van Megen, in December 1767 teMegen overleden, zijnde die erfgenamen van Niel's en Biedijks'en. 917a. 2 Januari 1806. Brief van Moize, generaal-kommandant van Bergen op Zoom. 918a. 8 Januari 1806. Brief van generaal A. Jacobé Triquy, gouverneur van Grave, aan den kapitein Rühl de Lilienstern, kommandant der Genie aldaar. 919a. 13 November 1806. Door het Departementaal Bestuur van Brabant wordt Melchior van Bon te Vierlingsbeek als landmeter binnen het Departement Braband geadmitteerd. 920a. 25 Januari 1809. Koning Lodewijk Napoleon machtigt den algemeenen ontvanger te den Bosch om aan den Landdrost van Brabant fl 7000 ter hand te stellen voor de slachtoffers van den watersnood. 921a. Ue 27e van Hooimaand 1809. Begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente Lieshout voor het jaar 1809. 922a. 15 Augustus 1809. Brieven van den generaal-majoor de Mellet, gouverneur der vesting Bergen op Zoom. 923a. 23 Mei 1810. David van de Walle, schout, Jan van der School en Willem Garsten, schepenen der heerlijkheid Oudheusden, Elshout en Huiten, verklaren, dat te hunnen overstaan Hendrik Michiel Adriaansze Muskens. Peter van Loon als in huwelijk hebbende Hendrika Muskens en Adriaan Michiel Adriaansze, allen wonende te Elshout, Goijert Paaymans als in huwelijk hebbende Johanna Muskens, wonende in den Wolfshoek te Drunen en Catharina Muskens, wonende te Baardwijk, allen kinderen van Michiel Adriaansze Muskens en Antonetta van Bladel, echtelieden, gewoond hebbende en overleden te Bladel, aan Adriaan van Heesbeen, wonende te Drunen, verkocht hebben een huis met schuur en bouwland, staande in de Gaarsweide te Elshout. 924a. 7 Maart 1815. Brief van mr Ch. G. Hultman, den eersten gouverneur der provincie Noordbrabant. 925a. 18 October 1894. Reispas, afgegeven door den Schout van Helmond aan Wilhelmus Hubertus van Lieshout aldaar. 926a. 7 Mei 1821. Brief van A. F. G. burggraaf van der Fosse, gouverneur van Noordbrabant. 927a. 1833—48. Drie brieven van Prins Frederik der Nederlanden aan de Jonkheeren A. en mr H. B. Martini. 928a. 2 Augustus 1833. Drie brieven van den luitenant-generaal A. F. Meyer uit het kamp van Rijen, enz. 929a. 24 Augustus 1S40. Brief van C. W. Pape. predikant te Heusden. 930a. 12 September 1842. Brief van A. R. E. G. B. Falck aan Jhr. E. M. A. Martini, gevolmachtigd minister te Parijs. 931a. 1843—52 Die buitenlandsche paspoorten voor Jhr. E. M. A. Martini, minister-residentbij de Hoven van Denemarken, Zweden en Noorwegen. 932. 2 Mei 1845 (5845). De vrijmetselaarsloge Het vrij geweten te Breda neemt Johannes Kuhle, geboren te Utrecht, len luitenant der Infanterie, aan tot broeder-vrij metselaar in den meestergraad. Nagekomen oorkonden. 34 (bis). Feestdag van den Apostel Thomas 1401. Gerardus Nysschart Janszoon draagt voor Schepenen van 's Eosch aan Marcelis, zoon van Alard Zelenzoon, over alle goederen, welke aan Arnold Gheenkenszoon bij doode van diens broeder Marcelis door erfenis waren aangekomen en na doode van Bacha van den Bossche, weduwe van laatstgenoemden Marcelis, door erfenis zullen aankomen, waar die ook gelegen zijn in de parochie Gestel bij Herlaer ter plaatse, genaamd Thede, zoomede alle goederen van genoemden Arnold Gheenkenszoon, die hij thans heeft en in het vervolg verkrijgen zal, waar die ook gelegen zijn en aan hem, Gerardus Nysschart, overgedragen zijn door Willem Mercke en diens broeder Johannes, zonen van Arnold Mercke. Hierover waren als schepenen Arnoldus Veer en Johannes van Best. 169 (bis.) 8 Augustus 1511. Dirck, zoon van wijlen Dirck van Loen, verkoopt voor Schepenen van 's Bosch aan Jan Keymp, zoon van wijlen Henrick Keymp, een gedeelte van eenen tuin, gelegen aldaar in de Korte Colperstraat achter het kleine huis en erf van kooper tusschen een ander gedeelte van voorzegden tuin eenerzijds en tusschen een huis, staande in de Crullartstraat en toebehoorende aan Jan Goijartszn van Lijt, een aldaar staand huis, toebehoorende aan het Groot Gasthuis te 's Bosch en een huis, toebehoorende aan de erfgenamen van mr Goyart van Dommelen, anderzijds en zich uitstrekkende van af het huis van kooper en het kleine huis van verkooper achterwaarts tot aan het huis van genoemden Jan van Lijt, staande in de Kerkstraat. Hierover waren als schepenen Geerlick die Roever en Gerit van Wyck. ALPHABETISCH REGISTER op de voornaamste onderwerpen, die in de oorkonden voorkomen. N. B. De cijfers geven aan de volgnummers der oorkonden. A. Aa familie van der '261. Aarle gemeene weide van 2a, 164a. beneficie in de kerk van 855a. Abraham Johan, kapitein 574. Abselons d'familie 573, 664. Achelen familie van 209, 32a, 87, 89,317, 510,4,660, 830a. Aerssen C. van, griffier der Staten-Generaal, 364a. Aerts(sen) familie 296a, 317, 66, 7, 90, 447. Albada heer van het Blokhuis te Liessel, 722a. Alem de Guldebroeders van St. Odera te 363. Alphen bij Breda aanstelling van eenen koster, voorlezer en schoolmeester 885a. Alstorphius Johannes predikant 687a. Altena land van 305a. Ameijden familie van der 24. Amerzojjen familie van 73, 186, 519a. Amstel familie van 294, 586a. Ancker familie van den 553, 693, 715a, 27. Arckel familie van 52, 60, 84, 92, 5, 175, 259, 516. Asperen familie van 502a, 82. Assignies d' Peter verleent eene grondrente uit zijne helft in de molens te Oss, Heesch, Nistelrode en Berchem 540, 731. Asten schepenen van 451. Asten familie van 84. B. Baardwijk pastoor van 264a. Back (of Bacx) familie 87, 8, 161, 73, 82, 209, 24, 36, 329, 46, 510, 4, 5, 589a. Bakel gemeene weide van 2a, 164a ; kerk van 53; schepenen van 588. Balen familie van 278, 438, 600. Bardeyn van Os familie van 138, 9, 152, 60, 99. Basilius Jacobus, predikant 370a. Batthyany prins 907a. Becx familie 229, 376, 80, 418, 57, 99, 514, 5, 94a, 5, 8, 693, 785, 811. Beeck familie van 84, 206, 83, 329, 60, 96, 522. Beek (en Donk) proces over het celebreeren der Zondagsche Mis in de kerk te Beek 332. Berchem familie van 526a. Berokel familie van 170a, 86, 206, 42, 452, 636 ; de stempelsnijder Theodorus van 873. Berckenbosch familie van den 553, 80a, 82, 605a. Berewout familie 56, 480, 2, 664. Berge familie van den 36. Bergeik Schepenen van 278. Bergen op Zoom C. H. van Hoek, president van den Gemeenteraad van 913a; magistraat van 729a; transport van troepen naar Zeeland van 344a; veldtocht der Staatschen in de omstreken van 470a. Bergh familie van den van Lunenburg 892. Beijliart familie 308a, 62, 627, 54. Berkel bouwhoeve de Schouwe (de Leempoel,) 5, 11, 9, 35, 7, 57, 68, 384, 806, 76 ; St. Willebrordskapel 196. Berlicum het goed Ter Heyden of de Heycampsche hoeve te 84 ; de heerlijkheid 745a ; de kerk te 909a; Middelbloktiend te 628a. Berne abdij van 198, 611, 7, 28a, 716. Bernuy F. van 333a. Bertholt J. Chr. de 789, 91. Besoijen ambacht van 4a (bis) ; veer te 3a (bis). Bever familie de 56, 329, 31, 41, 478, 83. Beugen familie van 644, 60. Beurden familie van 348, 657. Biedijks familie 916a. Bije familie de 57, 174, 84, 257, 80, 317, 461. Birgelen familie van 166, 278, 392. Blommesteijn Johan 379a. Blotenburg famile van 830a. Bocxhorn familie de 573. Boecop familie van 556. Boesdonk familie van der 580a, 2. Boetselaer Ch. van gouverneur van Willemstad, 902a. Bogart familie 242. Bon M. van geadmitteerd als landmeter 919a. Bonaventura Alexandre 430a. Bongaert familie van den 522. Borchgrave familie de 475. Borcht familie van der 652a. Bosliuysen familie van 186, 307a, 96. Bourgogne familie van 242. Boxmeer kerk te 214. Boxtel bouwhoeve de Laer 18 ; „ te Munsel 20, 66, 104, 24, 201, 80, 1, 385, 411, 821a, 22, 67 ; goed ten Bossche 556, 791; heeren van Boxtel bla(bis), 69a, 411, 897; Meddel 17 ; Nergenna 93 ; schepenen van 17, 93, 124, 40, 385, 411, 560, 607. Brecht familie van 184, 530. Br6da Katerstraat 192, 405a; kapel van Merkendale 75, 127, 51 ; militaire begrafenis te 861a ; schepenen van 236 ; verandering der magistraat van 860a; uitwijking van gewapenden naar Brussel 896a; Weeskamer 730a. Br ederode H. van 357. Bree familie van 510, 4, 59a. Breijel familie van 466a. 's Bressers familie 87, 8. Breugel bruggeld 233a; jaarmarkten te 233a ; proces van 314. Breugel familie van 56, 186, (Thielmans) 272, (id ) 324, 420, 554, 626, 821a, 4, 54, 90. Broeck familie van den 95, 148a. Broecklioven familie van 62, 211, 20, 7, 53, 61, 91, 336, 409, 22, 508, 22, 8, 73, 91, 697, 717, 82a. Bruggen familie van der 33. Brugmangno Gio. 318a. Bruheze familie van 47, 74, 5, 91. Bueckelius Jan 449. Buys familie 192. Bungaers familie 508. Buschman W. E., predikant 823, 52a. Bylandt familie van 32. C. en K. Cammen familie van der 194, 295, 323, 510, 4, 5. Campen familie van 168, 257a, 717, 9,22a, 36, 851. Campo familie de 59. Capellen familie van der 67. Karsman familie 608, 9. Karthuizers te Antwerpen 640a. „ Keulen 195, 608, 9. Katholieke Kerk (rouw aan de 277, 388. Kelmis familie van 191, 263. Kelre familie van den 10, 32a (bis), 163. Kelst van bevelhebber te Gemert 311a. Kelst familie van 690 (het woord Gregoire in den 3en r. te laten volgen op aan). Kemp familie 169 (bis), 184, 334, 7, 447, 77. Kempenaer familie de 356. Kessel familie van 422, 63, 86, 526a, 8, 52, 75, 604,61,96. Ketelaer familie 114, 265, 95, 359a, 81, 626, 744. Keuchenius familie 759, 840a. Chamilly L. A. S. brief van 688a. Chatvelt familie 850, 3. Kirckpatrick G. gouverneur van 's Bosch, 683a. Clant Schatter Douairière 862a. Classis der Baronie van Breda over pastoriën der predikanten 623a. Clingh familie 410, 884. Cluyten familie van der 120, 1, 201. Cluse van den familie 687a. Knegsel communale grond 327. . Knoef bijgenaamd Cleijn Enderlin 173. Coblentz familie van 245. Cock familie de 161, 91, 212, 63, 89, 323, 6a, 48, 440, l, 2, 510, 4, 5, 55, 59a, 72, 98. Cocx van Riethoven familie 618. Corput familie van den 192. Kortenberg kaart van 15a. Craenendonck familie van 10. Cremers familie 741, 57, 80, 848. Cromvoirt bouwhoeve de Hofstad te 837. Cuyck familie van 392. Kuyst (en) familie 87, 165, 85, 253, 93, 360, 423, 52,97,505. D. Dachverlies familie van 641. Daems van Nuenen fundatie clericael van 429a. Darkennes familie 285. Deckers familie 235, 790, 8, 832, 87, 90. Defloratie abolitie van eene actie wegens 421. Deurne armen van 53 ; attestatie aangaande den Protestantschen president-schepen Jacob Goorts 679a; burgemeesters 707a; collatie van vicariën 751a; H. Geestmeester 642a; kerk van 53. Dinther novale tienden te 904a. Dispensatie van kerkelijke straffen, beloopen wegens ongeoorloofde samenleving 460. Dommelen familie van 96, 168. Donck familie 41, 2, 3, 5. Donckers familie 492, 523, 601, 7, 14, 22, 708a, 77a, 835, 58. Drongelen veer 3a (bis). Drunen schepenen van 49. Dlissen Heemraden van Muilkerk en Munsterkerk 99a (ter), 100. E. Ecrevisse P., priester der Duitsche orde 881a. Edingen familie van 242. Eeckart familie van den 401, 50. Eelkens familie 356, 62, 7, 90, 459, 80, 1, 2, 542, 669,77,731. Eijck familie van 26, 80, 8, 242. Eindhoven missie der Minderbroeders 842a; O. L. Yr. Broederschap in de kerk te 103 ; regeering 464a ; schepenen 125. Elmpt familie van 120, 1, 248. Emmerick W. van secretaris van 's Bosch, 310a. Empel kerk van 11)7 ; uitweg van weilanden de Wasplagen e. a. 631. Empel familie van 241, 419, 58la Engelant familie van 387. Engelen familie van 541, 627, 71, 727 (ab Angelis), 68 (ab Angelis), 70 (ab Angelis), 844. Enschot de Ridderhof te 787a. Erp familie van 10, 2, 98, 183, 446. Ertrijck familie van 767, 816. Esbeek de hoeve ten Clapstaart te 193a. E3Ch. communale grond 122, 736, 42 ; Groenendaal (?) 851, ü; mannengasthuis 248 ; schepenen 788 ; schutterij van den voetboog 378a. Esch. familie van 528. F. Fabri van Gemert familie 433, 4, 5, 6, 42, 94, 694. Falck A. E. E. G. B. 930a. Penema P. H. van gecreëid tot notaris voor het Departement Brabant 915. Filters familie 341, 55, 431, 54, 78, 83, 703, 26. Focanus J. president-schepen van 's Bosch, 662a. Fosse A. F. G. van der, gouverneur van N.-Brabant 926a. Frederik Prins der Nederlanden 927a. Fugger 208. G. Gameren familie van 242, 413. Gangelt familie van 466a. Gansoijen heerlijkheid 807. Gecx familie 365. Geffen Hervormde pastorie van 852a; O. L. V. Broederschap in de kerk te 648 ; schepenen van 239. Gelderschen oorlog met de 25a; 218a. Geldrop communale gronden 21a; watermolens 650a. Geldrop familie van 21a, 23, 426, 597. Gemeene waarheid 164a. Genderen pastoor van 288a. Gereformeerde religie 642a, 79a, 87a, 91 a, 803a. Gestel verklaring van Schepenen van 651a. Gestel Gerardus van, kanunnik te Eindhoven, zijn testament 103. Gestel familie van 295, 347, 74, 5, 88, 90, 6, 423, 40, 1, 2, 545, 98. Gevaerts Paulus 807. Ghijsselen familie 17, 97, 156, 226, 9, 475, 541, 627, 59a, 71, 708a. Glaviman familie 102, 74. Goes familie 453. Gordon J., predikant te Bergen op Zoom, 849a. Graeff van de 641, 54, 99, 739, 40a. Grave gezindheid der Gravenaars 318a ; klooster Mariagraf 814a. Greve familie de 179, 360, 426. Grevenbroeck familie van 429a, 689, 90, 911. Grijse Jacques de 319a. Gri(e)nsven familie van 339, 422, 572, 605a, 38, 89, 746. Gruneveldt Arndt van 349a. Gulick familie van 413, 652a, 776. H. Haaren communale gronden 368a; droevige toestand der gemeente 361 ; de Eertbrugghe 7 ; hoeve St. Agatha 796 ; regeering 490. Hagen familie van der 489. Hals familie 57, 69a, 153. Hardeveldt van predikanten 856a. Havens familie 91,413. Hedel familie van 119, 268, 312, 35. Heeckeren W. van Nettelhorst, hoog- en laagscliout 750a. Heeren familie 69a, 324, 59a, 97, 406, 9, 16, 38, 41, 508, 633. Hees Petrus van, secretaris van 's Bosch, 360. Heesbeen familie van 307a, 910, 1, 2, 23a. Heesch. schepenen van 420; tienden te 420, 519a, 9], 755. Heeswijk communale grond 779a. Heeze en Leende schepenen van 322a, 52. Hegelsom Henricus van 645a. Heijden familie van der 144, 690. Heijlman dit de Sart, bevelhebber van de Schans te Engelen 298a, 300a. Heijm familie 143, 96a (bis), 259, 573. Heijmans, secretaris van Grave, 304a. Helmond gemeene weide la; kerk 141, 834a; klooster der Regularissen 129 ; pastoor Hagelaers 908a; recht van ingebod 252a; schepenen 65, 275, 380, 499, 581a; schuttersgilden 275, 784a. Helvoirt bouwhoeve aan den Gestel 81a. Hemert familie van 601, 828, 9. 's Hertogenbosch brand 54, 87 ; bruggen: de Judasbrug 389; forten: het fort Isabel 839a; gilden: St. Barbaragilde 576a; Molenaars en Olieslagersgilde 309, 684 : Smidsgilde 700 ; godshuizen : Antonius Yinscot 40 ; Henrick van Neynsel 40; Jacob Uytter Oisterwijksgasthuis 555; gasthuis op den Uilenburg 99a (bis) ; huizen : het Anker 90, 138, 9, 60, 99 ; St. Barbara 831; de Beurs 824; de Blinde man 286, 901 ; de Blinde spiegel 188, 250; de Blauwe hand 670; de Blauwe handschoen 350; de Blauwe leeuw 801 ; 22 de Blompot 775; de Boerendans 565 ; de Boterton 643 ; in Breda 670 ; het Buffet 523 ; de Cluyt 446 ; de Drie Koningen 184, 622; de Drie Kuipers 901 ; de Drie nobelen 523, 636; de Engel 636, 766; het Fortuin 592 ; de Groene kaas 536; de Groote Rozenboom 290, 413 ; de Gulden beer 523 ; de Gulden hamer 463 ; het Gulden harnas 463 ; de Gulden kop 253 ; het Gulden lavoir 6, 174; de Gulden ploeg 800; de Gulden poort 754 ; de Haan 437; de Halve maan 286; het Hazewindje 295 ; de Heerenkelder 165 ; de Hooge kamer 584; de IJzeren hoed 489; St. Jacob 161, 535a; St. Jan 387 ; de Keizerskroon 685 ; het Klaverblad 832 ; de Kleine of zwarte draak 271; de Kleine ketel 592; de Koningin Anna 799a; de Lelie 104a (bis); de Lindenboom 901 ; de Lijnwaadkist 801 ; de Moriaan 184, 357 ; de Ossenkop 826 ; de Otter 832 ; de Papegaai 184 ; de Pauw 502a; de Pijlkoker 527; de Ploeg 317, 461, 901 ; het Refugiehuis van St. Geertruid 769a ; de Rog 290 ; de Roij leers 693 ; de Rolwagen 523 ; de Roode poort 824 ; het Roode schild 225 ; de Roos 715a, 28a; de Rosmolen 509, 695a, 739 ; de Rozenboom 203 ; de Sampson 463; de Simme 748; de Stad t trecht 567; het Steentje 800; in Tilburg 665; het Trapke 536 ; de Valk 365, 685; Valkenburg 728a; Vechel's lust 891; de Vergulde kam 754; de Vergulde toelast 622; de Vergulde vlegel 800 ; het Wild wijf 854 ; de Witte schoen 525; de Witte Wan 901; de Wolzak 472, 94 ; in den Zoeten naam van Jezus 584; de Zon 108; de Zwarte Arend 722a; de Zwarte bok 777a; de Zwarte raaf 824; het Zwart schaap 901 ; kapellen : St. Antoniuskapel 60 ; kapittel 55 ; kerken : St. Catharinakerk 394a, 634a; St. Janskerk (het Merlaerskoortje 525, 84, 90a, de Kapelanie 527), 277a(bis)-, St. Pieterskerk 114 ; keuren op verkoop van bier, brood en wijn 22a ; kloosters: Achter de Tolbrug 180a; Baselaars 14, 40, 389 ; Bethaniën 426; Bogarden 189a; Kruisbroeders 181; Predikheeren 107, 55, 213 ; Zusters van Orthen 177 ; O. L. V. Broederschappen: in de St. Jacobskapel 109; in de St. Janskerk 201, 38, 80, 1, 354 ; Schutterijen: de Jonge Schutsbogaard 356. Heurn familie van 747a, 820a. Heusch. familie de 242, 301, 29, 414, 512. Heusden godshuizen 63; kapittel 63, 217, 9, 70 ; St. Katharinakerk 219; schepenen 82, 217, 381; vasten- en bededag 513». Heuvel familie van den 528. Hilvarenbeek Ridder- of Vosselaerstiend 638 ; schepenen 277a (bis). Hintham St. Antoniuskapel 199, 387 ; Leprozenhuis 199, 241, 759. Hoeuff Samuel 803a, 865a. Hohenlohe graaf van 315a, 9a Hont familie de 356. Horenbeeck familie van 184, 404, 9, 11, 554. Horion familie van 466a, 789, 91. Hovelmans familie 261, 690. Huybergen Prior van het klooster 674a (bis). Huysingius Abraham 642a. Hultman mr. Ch. G., gouverneur van N.-Brabant 924a. I. en J. Jacobé Triquy, gouverneur van Grave 918a. Jeger familie de 347, 420, 40. Ingen familie van 324, 703, 48, 60, 81, 844. IJsselstein van, gouverneur van Heusden, 315a. IJvenlaer familie van den 35, 6, 7, 8, 48, 57, 9, 68. L. Le Bleu Jacobus, dichter 503a (bis). Leefdael Rogier van 642a, 707a. Leempoel familie van den 5, 11, 2, 9, 35 Leemputten familie van de 17. Lemnius familie 411. Liebergen familie van 277a (bis), 97, 374, 494. Liempde schepenen van 8, 465, 630. Lier familie van 819, 26. Lierop de ijk 701a; regeering van 412. Lieshout gemeentebegrooting 921a. Liessel Blokhuis te 722a; burgemeester van 707a. Lith molens te 563; overtocht van den vijand 318a; tol 695a (bis) ; uitvoer van paarden 734a. Lithojjen tiend te 410, 7. Lodewijk Napoleon koning 920a. Loeckemans familie 216. Loeff familie 288a, 440, 501. Loeff van der Sloot familie 253, 666, 86. Loos mr. Jaspar 612a. Loosbroek communale grond 646a. Lougenhaegen familie van 401,50. Lu familie die 62, 163, 356. M. Malsen familie van 306, 86. Manmaker Ch. de, heer van Hofwegen, 682a. Marcq familie de 98. Maren de Korenwaard 836. Martini Ant. 820a. Masius Gijsbertus, bisschop 353a. Masschereel familie van 425. Meer familie van der 325 en van Meer 522. Meerheijm familie van 57a (bis), 69a. Meerwijk familie van 605a, 29. Megen graaf van 158a. Meijer A. F., luitenant-generaal 928a. Meijer Jacob, beschuldigd van knevelarij 883a. Mellet de, gouverneur van Bergen op Zoom, 922a. Merlaer familie van 155a, 75, 205, 35. Merode familie van 204, 357. Mets(ius) familie de 303. Michiels familie 183, 519a, 63. St. Michielsgestel schepenen van 243. Middegael familie van 292, 362, 599a. Middel-, Oost- cn Westelbeers gemeene weide 3a. Middelrode heerlijkheid 745a; kerk 909a. Mierde Hooge en Lage de kerken van 823. Mierlo communale grond 23 ; tafel der huisarmen 596. Milheze beneficie in de kapel van 813a. Mill spijnde in de kerk 39 ; schepenen 299. Millinck familie 399. Moergestel jacht van 240a. Moins familie 312, 439, 92. Moize generaal-kommandant van Bergen op Zoom 917a. Molengraeff familie 505, 50, 82. Moll familie 148a. Monicx familie 8, 109a (bis), 31, 89a, 287, 325, 31, 41 419, 78, 83, 92. Montens familie 579. Morgan Charles, gouverneur van Bergen op Zoom, 520a. Muyckens familie 245. Mulsen familie van 120, 1. Murray schout van Engelen en Vlijmen 765. Musch, heer van Milheze, 753. Mutsaers familie 98, 506, 33, 37, 61, 2, 619a, 41, 77, 98 N. Nagelmaeckers familie 637. Nederwetten de Kerkhofsche hoeve te 875. Niel familie van 916a. Nijliofï familie (van) 458, 9, 637, 65, 785. Noppen familie 287, 413, 501, 32, 8. Noot van der 578a. Nuyssenburg Izaak van, predikant te Geertruidenberg, 869a. Nuyts P., schout te Etten, 749a. Nuland Hervormde pastorie 852a ; het Huis te Nuland 572. O. St. Oedenrode Dekanie 583; van Eyndoeven, priester te, 276; Mr Johan Hanskens, kanunnik 396 ; goed ten Schoer 393a; goed ten Velde 143, 573; kanunniken 658; schepenen 34, 85, 547a; Wolfswinkel (?) 323. Oem familie 21, 264a. Oetelaer familie van den 186, 393a, 640a. Oij en regeering 768. Oirle familie van 454, 724. Oirschot St. .Torisgasthuis 467 ; schepenen 24. Oisterwijk Armen vrouwenhuis 446 ; Creytenmolen 471; goed Ter Borcht 649a; schepenen 5, 171, 2, 348, 61. Oliviers familie (van Berchuysen) 267, 94, 486, 511. Oosterhout schepenen van 77, 105, 13, 26, 224. Ophoven familie van 130. Orthen familie van 52, 5. Oss familie vati 181, 238, 41, 5. Overschie familie 619a. Oudenhoven familie van 94. Ouwen familie van 345, 6. P. Pape G. W., predikant, 929a. Paspoorten 289a, 557a, 809, 86a, 905a, 25a, 31a. Pelgrom familie 182, 350. Pelgrom de Bye familie 719, 42, 846. Pels familie 98, 356. Philips II van Spanje, eed. 249a. Phirt familie de 173. Pieck familie 83. Pijnappel familie 206, 376, 422, 85, 577, 641, 9a, 721. Pijpers Th. P„ drossaard, 843. Pika Herman 587a. Polanen familie van 4. Polders Boschveld en de Maij 810a; de Ham en Rijskampen 818. Poll familie van de 631, 87a, 795. Postel kloosterlingen van 484a ; 727a (bis), 783a. Posteel familie 26, 40. Posz gend van Lent, beeldhouwer, 301a (bis), 302a. Predikheeren klooster te Antwerpen 226. Prijker familie 153, 291. Princen familie 802, 8, 12, 51, 63, 8, 90. Princenhage schepenen van 647. Proening van Deventher familie 202, 441. Q. Quade familie de 216, 35. R. Raessen familie 420. Raet familie de 291, 317, 36, 74, 5, 712. Ransecremer familie 69-2. Ravenstein dijkreglement 880a; heer van 204a (bis); familie van 280, 383, 580a 2, 633. Rheede Godard, graaf van Athlone 725a. Rijcke L. de, predikant, 395a. Rode familie van 28, 57, 253. Rodoan familie de 439. Roover familie de 21, 3, 41, 2, 3, 146, 63, 5, 7, 84, 242, 5. Rosmalen St. Annenborch 225; Coude- of Marienwater 294 ; hoeve ten Huysbergh 712; Kapel te Heze 271; schepenen 790 ; schepenen van Heze 382. Rouck Thomas de wapenkundige 771a. Rubbens Ricardus 301. Ruys familie 391. Ruyssenaers familie 151. Ruyter familie de 163, 207, 377a. s. Sambeek richterbode 655 ; schepenen 845a; wapen 780. Sampsons familie 143, 86. Sceyvel familie 44, 6, 7, 80. Scheffers familie 401, 50, 559a, 665, 77, 811, 99. Schetz baron van Grobbendonck 263, 326a, 88, 495a. Schijndel schepenen 170a; Schouwvoering over eene grensbeek 571a. Schoneus familie 142, 798, 9a, 864. Schoot familie van der 204. Schoutheet familie 858. Selle van Herenthals mr Gerard 351, 641. Sevenaer familie van 792. Sijberts familie 503, 727a (bis), 77a. Slaetius Johannes, predikant, 619a. Sluyse familie van der 184, 424. Smets familie 601. Snelle familie 391,2,402,77,531, 9, 50, 1,72,665, 785,806, 9,76. Snoecx testament van Geertruid 135. Someren schepenen van 462. Someren familie van 98, 246, 67, 85, 93, 486, 90, 511, 6, 37, 46, 54, 74, 84, 90a, 635, 77. Son belemmering der magistraat van 900a; bruggeld 233a; communale grond 272 ; jaarmarkten 233a; proces 314; schepenen 328. Sonmans familie 461. Sopers familie 235. Spaendonck familie van 111. Splinter van Voorn familie van 414, 89. Stakenborch familie van 137, 49. Steegh familie 512. Stegen familie van der 90, 157, 227, 45, 77a (bis), 91, 347, 62, 3, 453, 514, 5. Stiphout communale gronden 206 ; heerlijkheid 568a; tiend 323. Stooters familie 184, 237, 41, 80, 440, 692. Straesborch mr. Jan van 372. Stratum regeering van 519a. Strick familie 296a, 565. Suermont familie 279a. Suerus familie 401, 50. Suijckers familie 681. Suijs familie 903 (voor Sluijs te lezen: Suijs). Suijskens familie 297, 358, 403, 566. Swaens, deken van Geertruidenberg, 446. 23 T. Taterbeeck G. van 591. Tengnagel familie 175, 236. Terheiden schepenen van 273. Toelinck (Tholincx of Teulings) familie 175, 84, 600, 4, 36. Tijpoots familie 476. Tombe familie del 836. Tongelre grondrente der kerk van 369. Tuyll familie van 875. Tulden familie van 211, 27, 35, 91, 420, 7, 593. u. Uden communale weide 204a (bis)', schepenen van 204a {bis). Uden familie van 420, 512. Udenhout de Brabantsche hoeve 30. V. Vaart familie van der 831. Valkenswaard invoering der Gereformeerde religie 087a. Vastaerts familie 306. Vechel kerk 64; schepenen 64; tienden 781. Vechel familie van 265, 351, 437, 55a, 500, 4, 7, 17, 21, 4, 38, 43, 4, 8, 9, 85, 603, 6, 14, 5, 6, 26, 32, 7, 43, 4, 53, 6, 61, 3, 8, 73, 6, 90, 703, 5, 6, 9, 10, 2, 20, 3, 6, 32, 3, 8, 43, 4, 891. Velde familie van den 562, 7, 93, 614, 98, 738, 44. Velpe familie van 489, 667, 791, 800. Vercamp familie 817. Verheijen familie 716, 35, 870, 2, 7. Verhoijsen mr. P., lid van het Depart. Gerechtshof van Brabant, 914a. Verster familie 678a, 850, 67. Vierlingsbeek schepenen van 827, 74, 906a. Vladeracken familie van 92, 137, 49, 76, 355, 7, 63, 82, 410, 5, 7, 21, 32. Vlierden communale gronden 99a; tiend 166. Vlierden familie van 53, 240a, 6, 343, 602. Vlijmen kerk van 101, 18. Voocht familie de 717, 82a, 821a, 2. Vorstenbosch kapel te 476. Vos familie 24, 146, 402, 600. Vrijmetselarij 932. Vucht accoord met de gemeente 's Bosch over accijnzen 274a ; St. Nycolaesstock 253 ; St. Pieterskerk 78, 115 ; Wargardshuizen 98, 237. Vuchts familie 178, 336, 63, 74. W. Waalre invoering der Gereformeerde religie 687a. Waalwijk heerlijkheid 9a. Wanrooij kapel te 116. Want familie 235. Water familie van de 131, 46, 290, 301, 65, 414, 99, 514, 93, 601. Weert familie van 253. Weideren W. L. van, regimentskommandant, 825a. Werkendam loterij van 764a. Werve Symon van den 316. . Wiel familie van de 201, 92, 362, 512, 62. Wijnants familie 184, 625, 754. Wijngarde Thomas de 371a. Wijs familie de 587a. Wijtfliet familie van 267. Witmeer familie 95, 99a (bis). Wittenhorst familie van 323, 422, 87. Woensel Marienhage 125 ; pastoor van 786a. Wolff familie de 185, 7, 409, 19, 23. Wonders familie 439, 625, 96. Wouw schepenen van 479a. Wouwere strafproces tegen van de 234a. Z. Zeelst schepenen van 342. Zeemont Chr. Bertram van 589a. Zeger Adriaens familie 317, 90, 441. Zehender familie 98. Zoenbrief 322a. Zuerius Jacob 564a. >1. HANDSCHRIFTEN. NEDERLAND. 10a Garnizoenen. Verandering van garnizoenen in 1748. 37a Unie der Nederlandsche gewesten, gesloten te Brussel 10 Januari 1577. NOORDBRABANT IN HET ALGEMEEN. 48a Banken van leening de. Een portefeuille. 47 Ambten. Add.: Lijst van de traktementen der schoutenciviel en van eenige gemeentesecretarissen in 1810. 49a Belastingwezen. Correspondentiën, besluiten en adviezen der Staten van Brabant, gevoerd en gegeven in de 16e eeuw over de beden en andere belastingen, die de Koningen van Spanje over Brabant wilden heffen. Een portefeuille. 88a Folklore. Bouwstoffen voor de kennis der folklore in N.-Brabant, bijeengebracht doorAug. Sassen. Twee portefeuilles. 90 Genealogiën van N.-Brab. geslachten, tweede deel: Borcht van der Montens Campen van Nouhuijs van Ceulen van Pelgrom de Bye Dachverlies Raveschot van Everts Rombouts Gast Sopers Horenbeeck van Suermondt Loeff Susteren van Meer van (en van Berckel) Suijs Mele de Velpe van Monicx Wijnants van Resandt 90a Genealogiën der families: Amstel van Minoretti Cuyck de Heeren yan Pels Eyek van Pus Griensven Hesther van Someren van Groulard de van Surester Suijs Kievits Vechel van Leeuw de Velde van den Martini Velde van den gezegd Meulen van der Honselaer Vladeracken van 18 portefeuilles. 91a De Heusdensche tak der familie van Gerwen. 91 b Genealogische aanteekeningen, betreffende de families: Ackersdijck Houwelingen van Baselaar ^ (Lekkerbeetje) Becx Kars Beelaerts Lanschot v an Berchem van Lus Berewout Mahie Bever de Meerwijk van Borchgrave de Meeuwen van Brederode van Pauweter Breugel van P'Per Cloot van den Huysbercli Raet de Cock de Eoover de Coenen van Zegenwerp Ruys Colen Rl,yter de Cortembach van Schoneus Donckers Smits van Ecka^. Eijl van en 0ljen Erp van Vechel van (eene an- Gestel van dere dan die sub 90a) Gulick van Voort van de Hault de la Wits de Heym Een portefeuille. 113a Genealogie der Hertogen en Hertoginnen yan Brabant, beginnende met Salyius Brabon en zijne huisvrouw Swana, geleefd hebbende in het jaar 51 vóór Christus geboorte, en eindigende in 1546 met koning Philips II van Spanje. Hierbij nog eenige geschiedkundige aanteekeningen, betrekkelijk deze Hertogen en de stad 's Hertogenbosch, voornamelijk de St. Janskerk aldaar. Handschrift van de 17e eeuw. Een band. 114a Resolutiën, door de Staten Generaal en den Raad van State van de Republiek der Yereenigde Nederlanden voor de Generaliteitslanden genomen omtrent het beroepen van predikanten; het vrijstellen der predikanten van inkwartieringen; het beheeren der kerken- en armengoederen ; het onderhoud van kerken, torens, pastoriën en schoolmeesterswoningen ; het houden van bedestonden en catechisatiën; het aanstellen van voorlezers, kosters en schoolmeesters; de gemengde huwelijken ; het tegengaan van bedevaarten. Hierbij nog een concept-reglement voor kerkelijke pleidooien. Een portefeuille. 125a Landkaarten. Beschrijving der landkaarten en plattegronden van N.-Brabant. Een band. 133 Munten en Penningen. Zie nog 221aa. 141a Notariaat in 1665—1707 het. Een portefeuille. 143 Onderwijs Zie nog n°. 114a. 148a Paspoorten, door de Franschen in de jaren 1711 — 13 aan Noordbrabanters uitgereikt. Een register. 149a Stads- en dorpsgezichten in N.-Brabant. Een portefeuille. 173a Korte inhoud van verschillende resolutiën en plakkaten van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, betreffende Staatsbrabant. Een band. 180a Representanten van Staatsbrabant. Monument voor het aankomend geslacht of karakterschets der volksvertegenwoordigers, zitting hebbende in de Nationale vergadering. Korte Characterschets der mannen, welken het ingeleeverd 24 Plan van Constitutie voor de Bataafsclie Eepubliek tot een grondslag der deliberatiën van de Nationaale Vergadering, representeerende 't volk van Neederland, hebben aangenoomen. Een band. 190 Staten Generaal. Zie nog 173a. 192a Straatwegen in N.-Brabant de. Een portefeuille. 198a Wapens van de steden, heerlijkheden, baroniën en kanseliers van Brabant. Een band. 2. DE MEIERIJ VAN 's BOSCH. DE MEIERIJ IN HET ALGEMEEN. 200 Aa rivier de Add.: Oude keur op de rivier de Aa. 216a Chronologisch register op de resolutiën, door de Staten Generaal over de jaren 1520—1779 genomen omtrent allerhande zaken, de stad en meierij van den Bosch betreffende. Een portefeuille. 2166 Beurzen ad studia. Fundatie, den 12 Sept. 1653 gemaakt door Sophia van Bruhese, dochter van Huybrecht en Maria Brockx, ten behoeve van hare bloedverwanten en anders van jongelieden, geboortig van 's Bosch, den Dungen of Antwerpen, van vier beurzen voor de Universiteit te Leuven, waarvan twee voor studenten in de philosophie in het college het Varken en twee voor studenten in de theologie in het collegium Major Theologorum. Bis. Lijst der met deze beurzen gebeniücieerden van af 1692—98. Verklaring, betrekkelijk de collators en begiftigden der twee beurzen, den 13 Juni 1663 door mr. Gerlacus ab Angelis, priester te Heusden, gesticht in het College van Adrianus VI der Universiteit te Leuven, van 16 Juli 1683. Memorie voor Gerard Becx, ten betooge dat hij gerechtigd is op de collatie van zes beurzen, gefundeerd door Peter van de Water, kanunnik der St. Janskerk te 's Bosch, als zijnde deze geweest zijn grootmoedersoom. 1688. Testament, waarbij mr. Johan Kievits, kanunnik-graduaal van het Kapittel der St. Janskerk te 's Bosch en penitentiarius des Bisdoms van 's Bosch, eene beurs fundeert. 31 Dec. 1619. Akte, waarbij Peter van den Endepoel namens zijne vrouw Maria de Gruyter afstand doet van het recht van collatie dezer beurs ten behoeve van Elisabeth van Haeren, dochter van Johan en Anna de Gruyter. 3 October 1708. Fundatie der beurzen, genaamd Cursae Culiancie, gedaan voor het Groot College van den H. Geest der Universiteit te Leuven door Nicolaus Cuijlen, priester, koordeken en kanunnik van het Kapittel der Collegiale kerk van St. Peter te Turnhout. Hij bepaalde daarbij, dat als er van hem geene bloedverwanten meer zouden zijn, die in de termen vallen om van deze beurzen te genieten, zij dan genoten zouden kannen worden door jongelieden van het dorp Bladel, mits van den R. Kath. godsdienst zijnde. 22 Maart 1662. (Zie over deze beurzen Th. Ign. Welvaarts Geschiedenis van Bladel en Neterselblz. 32). Memorie over de fundatie van beurzen, gedaan door Viglius van Aytta. 216c Stukken, betreffende vier beurzen, door RomboutRombouts, doctor in de medicijnen en oud-raad van 's Bosch, 18 Dec. 1642 gesticht in het Collegium Breugelianum der Universiteit te Leuven ten behoeve van de bloedverwanten van hem of zijne executeurs-testamentair, mits geboortig zijnde van de stad of meierij van 's Bosch. Zijne executeurs-testamentair waren Laurentius van Kessel, secretaris van 's Bosch en mr. Thomas van Hynsbergli, notaris aldaar. Een portefeuille. 219a Preliminaris et vera historia certaminis, quod P. Govaerts, vicarius apostolicus Silvaeducensis et consiliarius ecclesiasticus in Magno consilio caes-et cath. Majest., sustinet pro authoritate et clecreto Philippi quarti per ipsum misso et scripto gubernatori Belgii a° 1659 13a Junii, quo Rex expressis verbis distinguit inter bullas apostolicas, concementes materiam beneficialem et litigiosam et quo enixis verbis declarat ad lias dumtaxat requiri placetum regium, non ad illas, contra Zegerum Bernardum van Espen, etc. Een band. 220 Bisdom van 's Bosch. Zie nog 330a. 221« Communale gronden. Register van charters, waarbij communale gionden werden uitgegeven aan de stad en onderscheidene plaatsen der Meierij van 's Bosch. Een band. 22lft«Cijns en grondrentenrecht. Register van het jaar 1550, behelzende eene opgave der dagen, waarop in de verschillende plaatsen der Meierij van 's Bosch de cijnsen moesten worden betaald aan den Rentmeester der keizerlijke domeinen; bepalingen omtrent het Brabantsch cijnsrecht; en herleiding van verschillende muntsoorten. (De pergamenten omslag bevat een oud-Nederlandsch gedicht over Jozef uit het Oude Testament). Register van iets lateren tijd, bevattende bepalingen over het Brabantsch cijnsrecht; herleidingen van verschillende muntsoorten; item van verschillende vlaktematen. 221 & Legger van grondrenten, toebehoord hebbende aan Dingne, dochter van Herman van Casteren, over 1623—1654. Betreft grondrenten, gaande uit erven, gelegen in de stad en meierij van 's Bosch en Zuidewijn-Capelle. Aan het eind van den legger staat geschreven : 1668 den *22 April ben ick Peeter Blondien getrout met Wïlhélma Kuysten by pater van Susteren; daarop volgen de geboorten hunner kinderen. Een register. 221c Memoire int corte van zekere Jaerlicxe Renten en de anderen incoetnen van onsen vader (Goeswyn) van der Steghen, uytghescreven uyt den staet boeclc, sijnde in handen van mr. Seg'lier Hadriani, den 25 cn dacJi Octobris ao 1567 by my Gysbrecht van der Steglien. Hierin nog extracten uit een paar testamenten ten behoeve der familie van der Stegen, zijnde het Bossche regeeringsgeslacht. Een band. 223b Doop- en trouwregisters. Extracten uit de doopen trouwregisters van Berlicum, Boxtel, Liempde, Loon op Zand, St. Michiels-gestel en Oisterwijk. Een portefeuille. 225a Geestelijke goederen. Staat van al de landerijen, tienden, grondrenten, inkomsten, meubels, titels, registers, enz , toebehoord hebbende aan de kerken, kerkelijke fundatiën, kloosters, enz. in de stad en meierij van den Bosch, opgemaakt 3 Maart 1667 door de weduwe van Pieter Schuijl de Walhorn en in het laatst der 18e eeuw door een ander voortgezet. Een portefeuille. 2256 Staat der inkomsten over 1686—1693 van de navolgende altaren en kapellen, zoomede de namen harer beneficianten : Aarle het O. L. Vrouw- en St. Anna-altaar. Bakel het St. Anthonis en St. Jan- en St. Catharinaaltaar. Beek en Donk de St. Leonardskapel; O. L. Vrouw- en St. Wouteraltaar. Deurne het St. Catharina-, H. Kruis-, O. L. Vrouw-, Georgii et Barbaraealtaar; de Veldheuvelsche kapel Helmond het Gremium; het St. Catharina-, St. Jan-, St. Anna-, St. Petrus en Paulus-, H. Sacraments-, O. L. Vrouw-, St. Nicolaas-, St. Salvator- en H. Kruisaltaar. Leende de Strijper kapel; het O. L Vrouwaltaar. Lierop het Klein koorke. Liessel de Kapel. Mierlo de Kapel op het Broek; het St. Jansaltaar in de kapel op het Hout; het O. L. Vrouwaltaar in de kapel op het Kasteel; het Apostelhuis ; het H. Drievuldigheid-, het St. Nicolaas-, het St. Agatha-, het St. Gregorii en Sebastiani- en het St. Lucasaltaar; de Keldermanscijns. Milheeze de Kapel. St. Oedenrode het Laarskoorke; de Scholasterije; het St. Maarten-, St. Huiberts-, St. Nicolaas- en St.Lambertsaltaar. Rixtel het St. Triniteitsaltaar. Someren het O. L. Vrouwaltaar; het H. Kruisaltaar in het Kesselkoorke. Stiphout het H. Sacramentsaltaar. Vecliel de St. Anthoniskapel; het O. L. Vrouwaltaar. Stukken betreffende de collatie van eenige der voorschreven beneficiën op de zonen van den raadsheer Antony van Persyn over 1682 en volgende jaren. Een portefeuille. 225c Register der in 1659 van Staatswege verkochte of geveilde onroerende goederen, behoord hebbende aan het Bisdom van 's Bosch en het Kapittel der St. Janskerk aldaar. Zie nog no. 330a. Een band. 225cc Bekening en verantwoording, gedaan door Allard Jan Gansneb genaamd Tengnagel van diens beheer als rentmeester der Episcopale goederen te 's Bosch en der geestelijke goederen in het Kwartier van Maasland over 1758. Een band. 225ci Rekening en verantwoording, gedaan door Jacobus de Bergh voor de weduwe van Willem van Ophuizen van diens beheer als rentmeester der Episcopale en kloostergoederen te 's Bosch en der geestelijke goederen in het Kwartier van Maasland over 1799. Een portefeuille. 225e Rekening en verantwoording van de Rentmeesters der geestelijke goederen van hun beheer over de bezittingen der na te melden vrouwenkloosters gedurende de daarachter gestelde jaren: Coudewater onder Rosmalen 1717 ; Binderen bij Helmond 1677 ; Hooidonk bij Nederwetten 1669-1679; 1682—1700; 1716; Zoeterbeek bij Nuenen 1716 ; St. Barbara's dael op den Eikendonk onder den Dungen 1661; 1717 ; het Dael van St. Maria en Catharina te Oisterwijk 1632; 1633 ; St. Agnetendael bij Dommelen 1719; St. Elisabeths valleij te Boxtel 1633. Hierbij de vermelding; van eenige historische bijzonderheden omtrent deze voormalige kloosters. Een portefeuille. Zie nog 330a. 225ee Borderellen op de rekeningen der geestelijke goederen in de Meierij van den Bosch over 1637 -58. Zie nog no. 330a. Een band. 225eee Gedeputeerden. Processenverbaal van het verhandelde op de vergaderingen van de Gedeputeerden der vier Kwartieren van de Meierij van den Bosch in 1592 en 1602. Een portefeuille. 225eeee Grafzerken. Wapens ende inscriptiën op de tombes, sepulturen, zarken ende glazen zoo in de kercken binnen de stad 's Hertogenbosch als op de dorpen in de Meierye. (Dezedorpen zijn: St. Michiels-gestel, denDungen, Haaren, Helvoirt, Esch, Berlicum, Boxtel, Nuland, Vlijmen, Gemonde, St. Oedenrode, Veghel, Tilburg, Oisterwijk, Helmond, Oirschot en Schijndel). Een band. 225f Houtschat. Memorie over den. Zie nog 253e. Een portefeuille. 225ff Korenmaten. Herleiding van de korenmaten in de verschillende plaatsen van de Meierij van den Bosch tot die van die stad in 1571. Een portefeuille. 228a Leen- en Tolkamer. Register of repertorium op de verbandboeken van de Leen- en Tolkamer der stad en meierij van 's Bosch van 1605—1793. Een band. N. B. Het laatste deel van de Handelingen der Leen- en Tolkamer is in bruikleen bij het Rijksarchief te 's Bosch. 231a Minuten van adviezen, door de Leen- en Tolkamer der stad en meierij van 's Bosch aan den Raad van State gedurende de jaren 1789 — 1795 over verschillende onderwerpen uitgebracht, als over de Costuimen van Oirschot; het houden van markten; het uitvoeren van openbare werken; het aan- en verkoopen van communale gronden; het opnemen van gelden door gemeentebesturen; het heffen van belastingen; het onderzoeken van gemeente- rekeningen, enz. Hierbij nog twee memories, door deze Kamer in 1795 en 1796 aan de Provisioneele Representanten van Staats-brabant gericht, opdat zij die Kamer zouden laten blijven bestaan. Een portefeuille. 23lfcis a Meierij. A. C. Broek- Beschrijving van de verschillende plaatsen en de aloude geslachten der Meierij van 's Bosch, (met vele afbeeldingen van dorpen, kasteelen en wapens). Een band. 231 bisaa Aanteekeningen van Aug. Sassen, betrekkelijk regeeringspersonen, notarissen, bedienaren van den godsdienst, nonnen, enz. in de stad en Meierij van 's Bosch. Een portefeuille. 231&is aaa Mr. W. C. Ackersdijck. Aanteekeningen op de Geschied- en aardrijkskundige beschrijving der stad en meierij van 's Bosch door St. Hanewinkel. Een portefeuille. 233a Onderwijs in de Meierij van den Bosch het. Een portefeuille. 236 Polders- Zie ook nos 237a en 472a. 237a Copie van het charter van Matheusavond 1358, betrekkelijk den plicht van den polder van der Eigen om de dijken te Orthen te onderhouden. Authentieke copie van het verdrag van „die van den Lande van Ravenstein en het Graafschap Megeir' over den Groenendijk, d.d° 18 Mei 1569. Octrooi der Staten Generaal aan de Heemraden van de Polders het Hoog en Laag Hemaal om den Groenendijk ten koste van het Land van Ravenstein te dichten. 21 Jan. 1640. Besluit door Laureyns van 's Gravesande, Johan van Oerle, Joost Canters, Gerridt Cornelis van Kerckenbrugge, Peter Jacobs van Grinsven, Antonis Gerritsen Ruys en Reijnder Hermens van Meerwyck als Heemraden van den Polder van der Eigen genomen, bepalende dat in den Zomerdijk, ter plaatse genaamd de Kruisstraat, tusschen het erf, toebehoorende voorheen aan Jonker Hendrick van Daghverlies, nu Mons. Fransoys de Biggore als man van Juffr. Agries van Daghverlies en dat toebehoorende voorheen aan nu wijlen Raes van Elmpt, thans Peter van Gemert, een zijl of sluisje zal worden gelegd ten koste van de geërfden in den Hoek van de Kruisstraat, alsmede dat dezen liet zullen hebben te onderhouden en de schade, die het mocht veroorzaken, aan voornoemde eigenaars zullen hebben te vergoeden. Ultimo Augustus 1661. Memorie van Rogier van Leefdael, heer van Deurne, over de middelen tot redres van de polders, gelegen in het Kwartier van Maasland en tot verbetering hunner afwatering. 12 November 1682. Memorie over idem van 1684. Brief van Rogier van Leefdael, heer van Deurne, aan den Raad van State om te bevorderen het droogmaken van de polders in het Kwartier van Maasland 1692. Resolutie der Staten Generaal tot het droogmaken der polders van Maasland van 29 Jan. 1692. Extract uit het verbaal van het verhoor der hoofdingelanden van de geïnundeerde polders van Maasland enz., gehouden namens den Raad van State door van Oostliuysen en van Eeck over de vraag hoe bedoelde polders zouden kunnen worden drooggemalen. Conceptplan tot het droogmalen van Maasland, den 20 Sept. 1693 opgemaakt door B. Schotanus a Sterringa, inventeur van nieuwe molens. Plan om de polders in het Kwartier van Maasland tegen jaarlijksche overstroomingen te beveiligen van 1690. Memorie over een zoodanig plan van denzelfden tijd. Memorie ten betooge, dat de polders der tien Maasdordorpen van het Kwartier van Maasland minder in de verpondingen en beden behooren te betalen dan waartoe zij daarvoor aangeslagen zijn. Laatst der 17e of begin der 18e eeuw. Resolutie van den Raad van State, bepalende, dat zullen worden opgemaakt de Groene dijk en de Empelsche dijk en dat de Blauwe Sluis liet dubbelde van hare toenmalige breedte zal krijgen. 29 Mei 1694. Memorie van C. van Bilsen omtrent de aanbesteding van den Engelenschen dijk, laatst der 17e of begin der 18e eeuw. Memorie van J. van Aaffoirden, dijkgraaf te Empel, ten betooge, dat volgens dijkrecht het gemeene land of de polders op hunne kosten de doorgebroken dijken moeten herstellen, opdat de dijkgeslaagden hunne dijken niet zullen verlaten. Laatst der 17e of begin der 18e eeuw. Procesverbaal van de klopschouw, gevoerd over de Rosmalensche wetering op 24 en 25 Mei 1696. Procesverbaal van de klopschouw, gevoerd over de Rosmalensche wetering op 3 en 4 Aug. 1728. Provisioneel accoord en verdrag tusschen de Gecommitteerden der stad ea vrijheid Osch en van het dorp Lithoijen ter eenre en de Gecommitteerden van den polder het Hoog Hemaal, voor zooverre die ressorteert onder Lith en Geffen, van den polder het Laag Hemaal en van de polders van der Eigen en Empel ter andere zijde over het opmaken en onderhouden van de Osserkade, den Schutlakenschen dam en den Lithoijenschen Leuterdijk. 16 Sept. 1730. Copie van het bestek van aanbesteding der werken tot herstel van de Osserkade, den Schutlakenschen dam en den Lithoijenschen Leuterdijk, gedaan door de Gecommitteerden van de vier Hemalen, ongeprejudicieerd de differenten en het gesustineerde van de Regenten van Osch en Lithoijen met en tegen die van Lith en Geffen, mitsgaders de polders Laag Hemaal, van der Eigen en Empel. 20 Juli 1734. Accoord, gesloten tusschen de Gecommitteerden van de vrijheid Osch en het dorp Lithoijen, uitmakende een gedeelte van den polder het Hoog Hemaal ter eenre en de Gecommitteerden van de dorpen Geffen en Lith, uitmakende het overige gedeelte van den polder het Hoog Hemaal, mitsgaders van de polders van der Eigen en Empel en den polder het Laag Hemaal, ter andere zijde over het opmaken en onderhouden van de Osserkade, den Schutlakenschen dam, den Leuterdijk enz. 21 Sept. 1734. Lijst van de gequalificeerde geërfden van den polder van der Eigen van 1733. It. voor zooverre zij geërfd zijn onder de Kruisstraat van omstreeks denzelfden tijd. Lijst van de geërfden en morgentalen van den polder van der Eigen van 1762. Octrooi, door den Raad van State aan den polder het Laag Hemaal verleend om den steenen molen, dien deze polder aan de Dieze heeft staan, te gebruiken tot een korenen runmolen. 8 Juli 1737. Request van den polder van der Eigen om te verkrijgen, dat die van Hintham gehouden zullen zijn om den dijk, loopende van de Steenen Kamer tot aan den Zomerdijk te Hintham, te hunnen koste te onderhouden of dat zij zullen moeten bijdragen in de polderlasten van den polder van der Eigen, met eene afwijzende beschikking daarop van den Raad van State van 7 Oct. 1757. Hierbij eene kaart. Memorie, ingediend door de ordinaire gecommitteerden van den polder van der Eigen omtrent het recht van dien polder op het openen en sluiten zijner sluizen ingeval van hoog water, ingediend aan den opperdijkgraaf R B. R. graaf van Rechteren. 18e eeuw. Beschikking van den Raad en Leenhof van Brabant van 19 Dec. 1764 op het request door Antony Delruel, wonende te 's Bosch, aan denzelve ingediend als erfgenaam van wijlen Geertruij Ermgard van Schriek weduwe van Jacob van Thienen en daardoor recht hebbende op eene schuldvordering ten laste der nalatenschap van wijlen Jonker Arendt van Thienen, — ten einde te verkrijgen : a een bevel tegen Nicolaas van de Griendt, wonende te Orthen en de verdere kinderen en erfgenamen van wijlen Assuerus van de Griendt tot het afleggen van rekening en verantwoording van het beheer, zoo door wijlen Assuerus van de Griendt voornoemd als na diens dood door zijnen zoon Nicolaas gevoerd over de goederen, behoorende tot de nalatenschap van genoemden Jonker Arendt van Thienen; b benoeming van eenen curator om die goederen ten behoeve van diens schuldeischers te verkoopen. Bij deze beschikking stond de Raad en Leenhof het sub a gevraagde toe, doch stelde voor wat betreft het sub b gevraagde het request ten fine van advies in handen van den Hoogdijkgraaf, Heemraden en Gecommitteerden van den polder van der Eigen. Advies op dit request, voor wat betreft het sub b gevraagde, door de Gecommitteerden van den polder van der Eigen. Een portefeuille. 231b Notulenboek van de Geërfdendagen van den polder van der Eigen en copiën der door dien polder gevoerde correspondentiën en uitgegeven ordonnantiën over de jaren 1758 — 1767. Een band. 241a Lijst der geërfden in den polder het Boschveld en de Maij, wonende te 's Boscb, opgemaakt in het begin der 19e eeuw, met eene kaart van dien polder. Hierbij een extract uit een memorieboek van 1612. Een portefeuille. 242 en 243. Zie nog nos. 237 a en 472a. Pootkaarten. Register van charters, waarbij plantrecht werd uitgegeven aan de geërfden in de verschillende dorpen van de Meierij; zie no. 221a. 243a Postels abdij. Legger van grondrenten, toebekoorende aan de Abdij van Postel, voor zooverre die geheven worden van erven, gelegen in de Meierij van 's Bosch, van 1664—1674. Een portefeuille. 244 Zie nog no. 273aa. 245a Minuten van requesten, adviezen, deductiën, memoriën, dagvaardingen en insinuatiën, geconcipieerd door mr. Jan van Heurn in 1772 en volgende jaren en loopende over diverse zaken, betreffende de stad en meierij van 's Bosch en hare bevolking. 3 banden. 247tt Aanteekeningen op het Manuaal of Woordenboek, betrekkelijk tot alle de rekeningen van de steeden, vrijheden en dorpen in de vier Quartieren van de Meyerye van 's Hertogenbossche, eerst samengesteld ten dienste van die van de Leen- en Tolkamer der Stad en Meyerye voorschre. en vervolgens ten nutte van het gemeen uytgegeven door mr. Joh. Cornelis Santvoort, griffier deihoofdstad 's Hertogenbossche. 1741. Een band. 249a Processenverbaal van schouwvoering, gedaan in de stad en meierij van 's Bosch door den Rentmeester-generaal der Domeinen van Brabant en de Leen- en Tolkamer te 's Bosch over 1679—1781. Hierbij verschillende ordonnantiën, besluiten, requesten en rechterlijke beslissingen, betrekkelijk de schouwvoeringen. Een band. 250 Tienden. Add. Adviesen en andere stukken over de verplichting der heffers van geestelijke tienden om bij te dragen in de onderhoudskosten van kerken en torens in de Meierij van 's Bosch. 1719—1758. De verschillende plaatsen van de Meierij. Asten. 252a Historische aanteekeningen omtrent Asten, gemaakt ter aanvulling van de Beschrijving der Meierij van 's Bosch van Jac. van Oudenhoven in het laatst der 18e eeuw. Een portefeuille. Bergeik. 253a Extracten uit de Algemeene Archieven van België, betrekkelijk gebeurtenissen en belastingheffingen, welke te Bergeik gedurende den Tachtigjarigen oorlog van af 1574—1584 plaats hadden. Procesverbaal van grensscheiding tusschen Bergeik, Westerhoven, Riethoven en Luiksgestel in 1470 opgemaakt. Zie nog no. 256 h. Een portefeuille. Berkel. 2536 Leen- en cijnsboekje der heerlijkheid Berkel, beginnende met 1440. Een portefeuille. 253c Cijnsboek der heerlijkheid Berkel van 1418. Item aangelegd omstreeks 1626 door haren heer Gerard van Zoemeren, licentiaat in de rechten en schepen van 's Bosch. Item van 1647. Cijnsboek der heerlijkheid Berkel over de jaren 1723—1737. Een portefeuille. 253d Leenregister der heerlijkheid Berkel, aangelegd in 1645 door haren heer Gerard van Zoemeren. Vooraf gaateene lijst van al degenen, die heeren van Berkel waren, van af de eerste tijden tot en met 1736. Het register eindigt met eene opgave der tot deze heerlijkheid behoorende cijnsen. Een band. 253e Schouwkohier der heerlijkheid Berkel van af 1549 tot 1800. Hierbij: a een charter van 27 Sept. 1356, waarbij Wenceslaus en Johanna, hertog en hertogin van Brabant, aan de goede luiden en poorters van den Bosch vrijdom van den houtschat geven; b geschiedenis van Berkel, oudtijds Oosttilburg geheeten; c een charter van daags voor St. Andries Apostel 1280, waarbij -Tan hertog van Brabant aan Gerebrants, ridder, het recht van schouwvoering over de plaats Oosttilburg gaf; d ordonnantiën op de schouwvoering ; e naamlijst der heeren van Bei kei van af 1280 tot 1736; f memorie voor de Regenten van Berkel over het herstellen der kerk aldaar van 1684. Een band. 253 f Verschillende akten van transport, beleening en verhuring der hoeve genaamd de Oude Schouwe van Berlcel, gelegen te Berkel ter plaatse genaamd de Craen, aan welke hoeve verbonden waren verschillende cijnsen, alsmede het recht om te dragen den naam van heer van Berkel en te voeren de schouw over dat dorp. 1624—1750. Een portefeuille. 253# Rekening en verantwoording, gedaan door de Kapelmeesters der kapel te Berkel van hun beheer over hare goederen gedurende het jaar 1626 Zie nog over deze kapel no. 253e. Item gedurende het jaar 1632. Opgave van de inkomsten der kerk te Berkel in 1684. Aanbod van de Regenten van Berkel aan den Raad van State om de gedevaliseerde kerk hunner gemeente winden dakdicht te maken en verder te onderhouden. 1684. Rekening en verantwoording, gedaan door Jacobus van den Hove, kerkmeester te Berkel, van zijn beheer over de goederen der kerk aldaar gedurende de jaren 1719 tot 1730. Request door de R. Katholieke ingezetenen van Berkel gericht aan Alexander van Palland, abt der Abdij van St. Geertrui te Leuven, om de kosten van een bedehuis te Berkel en de verdere kosten van hunnen godsdienst te willen betalen. 12 April 1710. Memorie over de uitoefening van den R. Katholieken godsdienst te Berkel van 1710. Resolutie der Staten Generaal van 1722, waarbij zij aan Elias Robben, R Katholiek priester, geboren te Berkel en wonende te Udenhout, vergunning geven om in het in laatstgezegde gemeente staand kerkenhuis den R. Katholieken godsdienst te bedienen. (Zie over hem Schutjes Gesch. van het Bisdom 's Bosch V blz. 771). Een portefeuille. 2537i Klacht van Franck Lambrechts Broeken aan den Raad van State nopens, dat hij, als burgemeester van Berkel op last van de Regenten van dit dorp op 7 Aug. 1693 naar het Fransche leger te Hamont en Budel gegaan zijnde om te voorkomen, dat het de Meierij zoude brandschatten, met de Gecommitteerden van de andere dorpen der Meierij door de Franschen gevangen genomen en als gijzelaar eerst op het kasteel van Namen en naderhand op die van Dinant en Sedan gevangen gezet is, uit welk laatste kasteel het hem eindelijk gelukte te ontsnappen; dat hij en zijn gezin tengevolge zijner gevangenschap groote schade hadden geleden en dat de Regenten van Berkel weigeren die te vergoeden. 1697. Beschikking hierop van den Raad van State tot het hooren der Regenten van Berkel over deze klacht. 26 Juli 1697. Antidotaal request van de Regenten van Berkel, waarin zij betoogen, dat Broeken zonder hunne machtiging zich naar het Fransche leger had begeven en dat in elk geval, vermits Broeken het ook deed voor de gemeenten Enschot en Heukelom, Berkel slechts Vs in de door hem gestelde schade zoude hebben te betalen. 1697. Een portefeuille. Bladel. •253ï Kaart van het Kruisbooggilde van St. Joris. Copie. Een portefeuille. Boxtel. 254a Diverse akten betrekkelijk de Protestantsche keik te Boxtel, (waaronder ook de Protestantsche gemeenten Esch en Liempde behoorden), haren predikant en koster. 1657 tot 1764. Schrijven van Samuel de Wael, predikant te Boxtel, van 1676 over hetgeen hij deed om de bedevaart van het H. Bloed aldaar tegen te gaan. Resolutie van de Staten Generaal van 4 Aug. 1685 omtrent het verblijf van de nonnen van het gewezen Clarissenklooster te Boxtel. Request der Kerkmeesters van Esch en Helvoirt om wegens de geringheid van de inkomsten hunner kerken hunne rekening en verantwoordingen op ongezegeld papier te kunnen schrijven. 1728. Ordonnantie van Drossaard en Schepenen van Boxtel van 1662, bepalende, dat alle scabinale akten van Boxtel op het Raadhuis aldaar moeten worden verleden. Een portefeuille. 254aa Kronijkje van Boxtel. Een portefeuille. 25ib Memorie over de fundatie van een gasthuis te Boxtel, gedaan door Magdalena van der Stappen weduwe van Jan Janszoon Scheffer(s) bij haar testament, den 16Sept. 1644 te 's Bosch verleden ten overstaan van den notaris van Hynsberg aldaar. Een portefeuille. 254c Eenige stukken, betreffende de hoeve, genaamd deBalsvoortsche hoeve, welke aanvankelijk toebehoorde aan mr. Jan van Hedel, zoon van Jacob Dirckszoon, in 1571 schepen van 's Bosch. Een portefeuille. 254d Koopakte eener bouwhoeve, gelegen te Boxtel ter plaatse genaamd Munsel. 18e eeuw. (Zie hierover nog de oorkonden). Een portefeuille. Deurne. 254e Stukken, betreffende de heerlijkheid Deurne, zoomede de communale-gronden van die gemeente. Hierbij nog eene genealogie der van Doerne's, die heeren van Deurne waren. Een portefeuille. Den Dungen. 254 f Extracten uit de doop- en trouwregisters van den Dungen. Een portefeuille. Dinther. 254# Stukken van het proces, in 1795 gevoerd door mr. Cornelis Speelman, ridder-baronet, over de novale tienden onder Dinther. Zie nog no. 256e. Een portefeuille. 25 Eindhoven. 256» Staat van hetgeen ieder kanunnik en beneficiaat competeert uit het 2k van de rekening der inkomsten van het Kapittel van St. Catharina te Eindhoven. 1740—1746. Een portefeuille. 256aa Extracten uit de rekeningen der Burgemeesters van Eindhoven over 1590/91. Een portefeuille. 256aaa Bedezetting der stad Eindhoven over de jaren 1671 en 93. Esch. Kerk. Zie 254a. 256b Nota uit de 18e eeuw over de renten, cijnsen en andere inkomsten van het Gasthuis te Esch. Een portefeuille. 256bb Verschillende transporten der bouwhoeve, later het huis Groenendaal onder Esch, waarvan het oudste is dat van 1720, waarbij Frangois vanKessel, Bartholomeus Francken als man van Maria van Kessel, Lambertus van Balen als man van Isabella van Kessel, Augustinus van Ryckevorsel als man van Adriana van Kessel, Josina en Catharina van Kessel, allen kinderen en behuwdkinderen van Antony van Kessel en Isabella van Boxtel, de bouwhoeve Oroenendael met een speelhuys verkoopen aan Jacobus van der Meulen, wonende te 's Bosch. Zie nog n° 254 a. Een portefeuille. Haaren. 256c Yidimus van een charter, waarbij Jan Hertog van Brabant ten behoeve van Geerling van den Bossche, ridder, nepos van zaliger Heer Willem, heer van Hoerne en Altena, vrijdom van belasting en diensten verleent aan allen, die tot incultuurbrenging zich zullen ophouden op diens goederen onderErp, Vechel,Hetsrode, Oirschot, Hilvarenbeek, Gestel, Oosttilburg, Haaren, Berkel, Udenhout, Rosmalen, Osch (Osse), Berlicum en Middelrode. Driekoningendag 1303. It. van een charter, waarbij Jan Hertog van Brabant verklaart, dat hij geen recht heeft om van de mannen van heer Willem van den Bossche, ridder, eenige bijdrage te eischen. St Clemens paus en martelaar 1334. Wenceslaus en Johanna, Hertog en Hertogin van Brabant, beleenen Jan de Roover, ridder, met het goed de Nemelaer onder Haaren en de daartoe behoorende visscherij; vermeerderen dit leen te zijnen behoeve met de warande over de parochiën en dorpen van Oisterwijk, Haaren, Helvoirt en Esch; bevestigen nog de voorrechten, gegeven aan Geerling van den Bossche en diens zoon Willem, voor wat betreft de van dezen afkomstige goederen, die Jan de Roover thans bezit en breiden die voorrechten uit tot diens overige goederen. 22 Maart 1357. Afschriften van verschillende akten van transport, betreffende het goed de Nemelaer en het daartoe behoorend jachtrecht. Een portefeuille. 256cc Transporten van het goed de Roudonk onder Haaren, dat in 1693 nagelaten werd door Catharina Muyekens en waarvan het woonhuis alstoen omschreven werd als: een omwatert steene hnys, genoemt den Rouivdoncq,met schuur en grachten, gelegen tot Haaren aen de Esser voort. Een portefeuille. Heesch. 256d Request, den 7 Sept. 1809 door Isabella Maria Princen weduwe van Johannes van Yeldriel, wonende te 's Bosch, gericht tot Lodewijk Napoleon, koning van Holland, om als eigenares van een gerecht onverdeeld derde part in den Ouden of Groven Tiend, geheven wordende over het dorp Heesch en van eene grondrente van vijf mudden rogge 's jaars, gaande uit de overige twee derde parten van genoemden tiend, welke aan liet Domein competeeren en afkomstig zijn van het Kapittel van St. Jan van 's Bosch, — niet te behoeven bij te dragen in de kosten van herstel der parochiale kerk te Heesch, waartoe zij door de Kerkmeesters dier kerk was aangeschreven. Zij betoogt daarbij niet tot die betaling gehouden te zijn, omdat haar aandeel in den tiend en hare roggepacht nooit tot de geestelijke tienden hebben behoord, ten bewijze waarvan zij bij haar request overlegt extracten uit het Leenregister van Brabant. Extracten uit gezegd Register, houdende beleening met voorschreven aandeel in den tiend van de families van Uden, Berwouts, van Amersoijen, van Doerne, van Broeckhoven, d'Abselons en Huygermans. Akte, waarbij Alard Adriaen van Riedwyck, heer van Rocqueny, als man van Anthonette Marie dAbselons, dochter van Guilliam d'Abselons en Isabella van Broeckhoven, de helft van een derde in gezegden tiend verkoopt aan Jacob Huijgermans ten behoeve van zijnen zoon Heribertus Huygermans, echtgenoot van Gertrudis Gast. 6 Dec. 1685. Nog eenige akten, betrekkelijk meergezegden tiend, waaronder verschillende beleeningen met een deel in dezen tiend. Een portefeuille. Heeswijk. 256e Extract uit het Leenregister van Brabant, betreffende de beleeningen met de heerlijkheden Heeswijk en Dinther over 1479 — 1621. Nog eenige akten, betrekkelijk deze heerlijkheden. Een portefeuille Helmond. 256/ Register uit de 16e eeuw, inhoudende de authentieke afschriften der charters, uitgegeven ten behoeve der zeven ambachten of gilden van Helmond, alsmede afschriften van enkele charters, die stad betreffende, en van de kaart van het Kolveniersgilde aldaar. Een portefeuille. 256g Advies, uitgebracht over de vraag of de Heer van Helmond gerechtigd is door de geheele Meierij van 's Bosch te jagen uit kracht van het charter van Donderdag na het octaaf van St. Peter en Paulus 1314, waarbij Hertog Jan van Brabant aan Jan Berthout van Berlaer in leen gaf de vrijheid en het dorp Helmond met het recht van de jacht in de Meierij van 's Bosch 1708. (Zie hierover Krom en Sassen Oorkonden, betreffende Helmond). Een portefeuille. 256/i Stukken, betreffende de grensscheiding tusschen Helmond en Bakel van 1300, 1305 en 1738 (met eene kaart). Een portefeuille. 256i Afschriften der rekeningen van de Rentmeesters der Heeren van Helmond over 1400—85 door Aug. Sassen. Een portefeuille. 's Hertogenbosch. Aanbestedingen Zie no. 355&. 257a Afgevaardigden. Lijst der afgevaardigden van 's Bosch ter Staten van Brabant 1496—1630. Een portefeuille. 258a Archieven. Verslag, aan de Regeering der stad 's Bosch uitgebracht over hare archieven door de schepenen Martini, van Broekhuysen, van Beresteyn en van Heurn. 1733. Hierbij eene specifieke opgave van al de archivalia dezer stad. Een band. 258b Register van 's lands plakkaten, resolutiën, ordonnantiën en reglementen ; van stadswaarschuwingen en publicatiën, stadskeuren en reglementen, welke zich bevinden onder het college van Schepenen van 's Bosch. Item van de resolutiën, publicatiën, enz. op de huwelijkszaken, zich bevindende onder de collectanea van de Trouwkamer te 's Bosch 1778. Een portefeuille. 258cl Armbestuur. Aanteekeningen omtrent de negen (armen) blokken te 's Bosch (laatst der 18e eeuw); item omtrent de armenfondsen, de gods- en weeshuizen aldaar (begin der 19e eeuw); advies over een testament van Catharina van Campen ten behoeve der negen armenblokken van 's Bosch van 1752 ; staat der armenfondsen te 's Bosch met vermelding hunner bestemming (begin der 19e eeuw); rekening en verantwoording der ontvangsten en uitgaven, in 1806 voor het armenblok op het Hinthamereind gedaan door Louis Gast; beschouwingen over de oprichting te 's Bosch van een werkhuis tot voorkoming van armoede van A. J. Vereijk (overleden te 's Bosch in 1788); ontwerpen voor het oprichten van een zoodanig werkhuis (laatst der 18e eeuw); concept-reglement voor een Algemeen Armbestuur te 's Bosch (begin der 19e eeuw). Een portefeuille. Zie nog nos 311 l en m. 258e Belastingen. Geschiedkundig overzicht, betreffende den oorsprong van de belastingen en geldmiddelen der stad den Bosch, door R. A. van Zuijlen. Een portefeuille. Zie nog no. 355a. 261a Beleg der stad in 1629. Dagboek van het beleg van 's Bosch in 1629 door Robbert van Voorn. Een portefeuille. 26li Negen brieven van Caspar Schetz, baron van Grobbendonck, gouverneur van 's Bosch in 1629. Een portefeuille. 265a Beschrijving van 's Bosch, door mr. Johan Hendrik van Heurn. Eigenhandig handschrift van dezen. Het werd tot nu toe niet uitgegeven. Coppens gebruikte het voor zijne geschiedenis van het Bisdom 'sBosch. Twee banden. Vooraf staat het eerste concept voor die beschrijving van mr. J. H. van Heurn. Een band. 266b Bogaerts. Inventaris der nalatenschap van Franchoys Bogaerts, raad van 'sBosch. 1562. Een portefeuille. 267a Bonefanten. Afschrift van het testament, waarbij de kanunnik Henrick Buck te 'sBosch de school der Bonefanten stichtte. 1401. Resolutie der Staten Generaal van 11 Maart 1654, betreffende de collatie der beurzen, doorvoornoemden Buck voor de Bonefanten gefundeerd. Een portefeuille. 268a Bree Pieter van, glasblazer te 's Bosch en aldaar gestorven in 1723. Inventaris zijner nalatenschap van 16 Juni 1723. Een portefeuille. 268aa Burgerwacht. Reglement op de Burgerwacht, gearresteerd 1798. Een portefeuille. 2686 Campen Catharina van. Stukken betreffende de vereffening der nalatenschap van Catharina van Campen, overleden te 's Bosch in 1745, dochter van Johan, notaris en procureur te 's Bosch en Maria Boons. Hare erfgenamen waren de familie Gast en Euphemia Minten, weduwe van Louis de Montfort. Hierbij eenige aanteekeningen over de familie van Campen. Een portefeuille. 268c Ceulen van. Papieren betreffende de familie van Ceulen (18e eeuw). Een portefeuille. 273a Costuimen van 's Bosch, met aanteekeningen voorzien. Een band. 273aa Costuimen van 's Bosch met verschillende plakkaten en edikten uit den Spaanschen tijd omtrent de manier van procedeeren voor Schepenen. Een portefeuille. 274a Oud handschrift, bevattende een gedeelte der Costuimen van 's Bosch met verwijzingen op den kant naar de Costuimen van Mechelen en de getuigenverklaringen in turba afgelegd omtrent verschillende Bossche costuimen. Een portefeuille. 285a Eigendommen der stad. Geschiedenis van de. Een portefeuille. 2856 Doop-, ondertrouw- en trouwregisters. Extracten uit de — der kerken en kapellen en der Schepenen van 's Bosch. 1573- 1762. Een portefeuille. 287a Gast. Papieren, betreffende de familie Gast van de 17e en 18e eeuw. Een portefeuille. 288 Gilden. Zie nog no. 265a tweeden band. 288a Kaarten van het gilde der timmerlieden, metselaars en leidekkers; der vleeschhouwers; der snijders ; der schrijnwerkers, draaiers, kuipers en rademakers; der olieslagers en molenaars; reglement op het stalen en verwen der wollen lakens van 7 Juli 1617. 289a Archief van het Bierdragersgilde. 309a Archief van het Vleeschhouwersgilde. 10 dln. 3096 Archief van het Schippersgilde. 1 band. 310 Godshuizen. Acid. Afschriften van de fundatiebrieven der Godhuizen te 's Bosch. Twee banden. Rapport van 1669 over de fundaties der Godshuizen te 's Bosch. Een portefeuille. Men zie over de Bossche Godshuizen ook nog nos 330a en 442a. 310a Verslag door J. van Blotenburg op 24 Aug. 1669 aan de Schepenen van 's Bosch uitgebracht over den oorsprong en den toestand van de verschillende godshuizen te 's Bosch. (Copie.) Zie nog no. 330a. Een portefeuille. 310& Lijst der Kapitaalswaarden en renten van de grondrenten en cijnsen, verschuldigd aan de Godshuizen te 's Bosch. 1738. Hierbij een register van de lijfrenten, bedongen ten behoeve van verschillende ingezetenen van's Bosch in 1723 en 1753. Een band. 311a Begrootingen van de inkomsten en uitgaven voor de Godshuizen en het Roomsch Armen Weeshuis te 's Bosch over 1815—1817. Verpachting der Bank van Leening te 's Bosch in 1815 aan de Wed. de Moncliy te's Hage c.s. Een portefeuille. 311& Rekening en verantwoording, gedaan door Jacob van Hilverson en Herbert van Meerwyck van het door hen als provisors van het Gasthuis, door Aerdt van Avennes te 's Bosch gefundeerd, gevoerd beheer over 1 Mei 1685 tot 1 Mei 1686. Een band. 311c Item gedaan door Johan van Davervelt van het door hem over 1 Sept. 1694 tot ultimo Aug. 1699 gevoerd beheer als rentmeester van het Vrouwen Gasthuis, staande te 's Bosch in de Hinthamerstraat achter de Drie Mollen en gefundeerd door Margriet Heeren. Een band. 311 cZ Item gedaan door Joost Aerts Canters van het door hem over 1 Jan. 1662 tot ultimo December 1664 gevoerd beheer als rentmeester van het Mannengasthuis, staande op den Papenhulst te 's Bosch en gefundeerd door Johan Moons. Een portefeuille. 31 le Item gedaan door Gerardt van Nooit van het door hem over ultimo December 1688 tot ultimo December 1691 gevoerd beheer als rentmeester van het Vrouwen Gasthuis, staande op den Papenhulst te 's Bosch en gefundeerd door Adam van Mierde. Item door denzelfde van het door hem over 1 Januari 1689 tot ultimo December 1691 gevoerd beheer als rentmeester van het Mannen Gasthuis, gefundeerd door genoemden Adam van Mierde. Een portefeuille. 311 f Item gedaan door Coenraad Christiaan Molhuysen van het door hem over de jaren 1780—82 gevoerd beheer als rentmeester van het Vrouwen Gasthuis, staande in de Hinthamerstraat te 's Bosch en gefundeerd door Hendrik yan Neynsel. Een band. 311 <7 Item gedaan door Johan van Prooijen van het doorhem over de jaren 1723—29 gevoerd beheer als rentmeester van het Jacob Uytter Oosterwyks Mannen Gasthuis en het Gerard de Weerds Mannen Gasthuis, staande in de St. Jorisstraat te 's Bosch. Een band. 311 gg Item gedaan door Gerard van Osch van het door hem over de jaren 1715—19 gevoerd beheer als rentmeester van het vrouwengasthuis, gefundeerd door Agnes van den Broeck. Een band. 3117t Register van de grondrenten en cijnsen, toebehoorende aan het Hendrick Smits Mannen Gasthuis te 's Bosch, 1725—1754. (Hierachter eenige familieaanteekeningen omtrent een onbekende over 1545 —1576). Een band. 31 li Lijsten der collators en provisors van de fundatie, in 1536 gemaakt door Aleid van Hove weduwe van Jan van Berckel Gerardszoon, raad van 's Bosch, ten einde uit hare inkomsten tot den huwelijksstaat te brengen twee schamele maagden of knapen. Lijst der voor die fundatie bestemde goederen. Een portefeuille. 311,7 Rekening en verantwoording, gedaan door Louis Gast van het beheer door hem in 1805 gevoerd over het Catharina Caters gasthuis. Een portefeuille. 3117c Inventaris van liet archief en de bezittingen van het Krankzinnigengesticht Reinier van Arkel tot en met 1808. Akte van oprichting en statuten van dat gesticht. Een band en een portefeuille. 311Z Rekening en verantwoording, gedaan door de Blokmeesters van de Armenblokken over 1664, 5,1737, 56 en 7. Voorts eenige akten, betreffende die blokken. Een band. Zie nog n° 258 d. 311 m Inventaris van het archief van liet Blok van het Hinthamereind. 313 Grinsven Petrus Embertszn van. Add. his. Een band. 316a Gymnasium. Gedichten van Albinus Villerius, eerst conrector (1642—72), daarna rector (1672—85) der Latijnsche school te 's Bosch. Een band. 319 Heurn mr Jan van. Zie n° 245 a. 324a Huizen. Het huis op den hoek der Koksche poort (marktzijde) en Orthenstraat. 18 akten van transport en aflossingen van renten. Een doos. 3246 Het huis de Drie tuitte rozen op de Schapenmarkt. 12 akten van transport. Een doos. 324c Het huis de Galden poort op de Markt. Een portefeuille. 324d Het Hooghuis van Megen aan de Hinthamerstraat. Een band. 329a Illustre L. V. Broederschap. 215 met de pen geteekende wapens van de Broeders dier Broederschap van 1624—1744. Daarachter een blad met wapens van in Noord-brabant gevestigd geweest zijnde families. 329a1 Wapenboek van de leden dier Broederschap van af den beginne tot 1765. 329aa Illustre school. Aanteekeningen, betreffende die school. Een portefeuille. 329aaa Ingen van. Papieren, betreffende de Bossche familie van Ingen, welke verwant was aan de Bossche families van Ceulen en Princen (17e en 18e eeuw.) Een portefeuille. 330 St. Janskerk. De oorspronkelijke afteekeningen der grafzerken in de St. Jan door Jhr. E. M. Martini. 4 dln octavo. Zie nog no. 225eeee. 3301 Beschrijving dezer kerk naar het handschrift van mr. J. H. van Heurn. Een portefeuille. 3302 Akten, betreffende die kerk, en wel: A. Oorkonden. 1. 14 Juli 1347. Ten overstaan van den notaris Henrick Gerardszoon van Neynsel verleenen Elysabeth Deenkini, weduwe van Johannes Trypijn, bijgestaan door Johannes, haren zoon, als momboir, zoomede genoemde Johannes als erfgenaam en Hcnricus gezegd Boyen de jonge als man van Elysabeth en Johannes Trypijn voornoemd: discretis viris dominis Gerardo dicto Givet et Waltero Deenkini, presbyteris, ad opus dominorum investitorum ecclesiarum de Orten et Buscoduce en der kapellanen en beneficiaten der gezegde kerk van 's Bosch eene grondrente uit een huis en erf van eerstgenoemde Elysabeth, staande te 's Bosch in de Kerkstraat tusschen het huis en erf van Johannes gezegd Allaert eenerzijds en het huis en erf van Johannes gezegd Metten anderzijds. 2. 6 December 1361. Extract uit het testament van Elizabeth Roesmont, waarbij zij voor het licht in de St. Janskerk te 's Bosch aan die kerk vermaakte de grondrente van één groot, gaande uit het erf van Jan Coptiten. 3. 3 October 1412. Egidius van Gherwen, deken en de overige kanunniken der Collegiale kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch, verklaren uit naam van hun Kapittel verkocht te hebben aan Hilla, dochter van Gerard van Doorn (de Spina), eene grondrente, gaande uit een huis met erf, staande te 's Bosch in de Hinthamerstraat, hetwelk eertijds toebehoorde aan Johannes Ghijskini en nu aan genoemde Hilla. 4. 24 April 1418. Testament van Heer Ghijselbertus van Bakel, priester en plebaan der St. Janskerk te 's Boscli, waarbij hij verschillende legaten vermaakt en bepaalt, dat in het nieuwe koor van gezegde kerk naar het Zuiden ter eere van den Zaligmaker, diens moeder Maria en den H. Apostel Bartholomeus wederom een altaar zal worden opgericht, dat hij tegelijkertijd beneficieert. 5. 9 September 142—. Mr. Petrus Cromme, deken van de Collegiale Kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch, verkoopt in tegenwoordigheid en met toestemming van Heer Johannes Bathensoen en Heer Henrick Mudekens, kanunniken van gezegde kerk, zoo uit hunnen naam als uit naam van het geheele Kapittel van die kerk voor Schepenen van 's Bosch aan Willem van Loen Janszoon, bakker, tegen eene grondrente, aan voormeld Kapittel te vergelden, een steenen huis met erf, afkomstig van twee huizen met erven, toebehoord hebbende 'eerst aan Johannes Trudezoon, daarna aan mr Petrus van Orthen, phisicus, staande in de Kerkstraat te 's Bosch tusschen het erf van Johannes Wouterszoon eenerzijds en dat van Godefridus Vos anderzijds en zich uitstrekkende vanaf gezegde straat tot aan de erven van Godefridus Peters en Willem in de Paenwe. Hierover waren als schepenen Henrick Dicbier Godefriduszoon en Henrick... 6. 11 October 1448. Bulle van Paus Nicolaus V, waarbij hij aan de Kerkmeesteis der St. Janskerk te 's Bosch machtiging verleent om in de O. L. V. Kapel, staande nabij den toren dezer kerk, mis te laten doen, ook aan een draagbaar altaar, ondanks dat de Bisschop van Luik zulks wilde beletten of daarin wilde gekend zijn. Onderaan hangt het looden zegel van den Paus. 7. 4 Februari 1461. Testament van Arnoldus Goijartszoon van Huesselingen, poorter van 's Hertogenbosch. Bij dit testament, dat hij maakte, omdat hij voornemens was eene bedevaart te doen naar Compostella, legateerde hij eene geldsom aan de Kerkfabriek van St. Jan te 's Bosch en, eveneens eene geldsom aan het beeld van de H. Barbara, staande in die kerk in het koor beatae Mariae novae, ten einde hetzelve te versieren; item aan de beata Maria virgo nova juxta turrim van gezegde kerk; legateerde hij voorts eene boerderij, gelegen in de parochie Herpen ter plaatse genaamd Scaeywijck (Schaik), zoowel om laatstbedoeld beeld te versieren als om in de behoeften van gezegde kerk te voorzien. (In eene aanteekening, bij dit testament gevoegd, staat vermeld, dat het legaat ten behoeve der kerk, gemaakt was tot den opbouw daarvan). Verder maakt hij nog legaten aan de O. L. V. Broederschap, aan de Tafel van den H. Geesten aan het Groot Zieken gasthuis te 's Bosch ; aan Anthonius van Oeffel, enz. 8. 24 Maart i480. Akte, verleden ten overstaan van Johannes Amelrici, notaris wonende in de Peperstraat te 's Bosch, waarbij door Heilwich, dochter van wijlen Daniël Roesmont en weduwe van Aert Berewout Goijartszn, poorteres van 's Bosch, bepaald werd, dat voir den heelde van onser nyeiver vrouwen, staende in der capellen by den toren der herclten van Sint Jans Evangelist, drie wekelijksche missen zullen gelezen worden door de priesters, voertijt wonende in den liuyse geheyten Sinte Gregoris ofte ten frateren, gelegen in de Hijntemerstraten in die stat voirs. en waartoe zij bestemt eene grondrente, gaande uit eenen kamp land, geheeten Batenkamp, gelegen in de parochie Rosmalen, ter plaatse genaamd Luedincxkamp, en uit eenen halven morgen land, gelegen alsvoren, dien zij gekocht had van Roelof Dicbier als man van Cristinen, zijne huisvrouw, dochter van wijlen Jan van Ouden; voorts schenkt zij aan Amelis van Boecliem, Gerid Sanders en Claes van der Stegen, in hunne hoedanigheid van Kerkmeesters der voorschreven kerk, opdat deze niet, wegens de voor bedoelde missen te leveren ornamenten, kelk, boek, wijn, brood, water, waslicht enz. bezwaard worde, de grondrente, welke Jan die Meester, zoon van wijlen Willem, had verleend aan wijlen Godscalck Roesmont, den oom der fundatrice, uit een huis en erf, staande in de Colperstraat te 's Bosch tusscken het huis van Jan die Lewe, gewandsnijder, eenerzijds en dat van Dirck van Remunde anderzijds. g 23 April 1485. Johannes van Hoerne, bisschop van Luik, geeft aan de Fabriekmeesters der Collegiale en Parochiale kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch en aan de Proosten en Rectoren der O. L. V. Broederschap, in gezegde stad gevestigd, vergunning om de oude gebouwen van die kerk en het O. L. Vrouwekoor, annex aan het Hoogkoor dierzelfde kerk, welke door ouderdom in vervallen staat verkeeren, gedeeltelijk of geheel, voor zoover het noodig zal blijken te zijn, door bekwame werklieden te doen vernieuwen; de aldaar staande altaren naar meer geschikte plaatsen te doen overbrengen en de lijken van hen, die aldaar begraven liggen, op te doen graven en in het gewijde gedeelte van het kerkhof der gezegde kerk te doen begraven. 10_ 8 Juli 1494. Engelbrecht van Udem, Jan van Hedel, Bemt Janszoon van Overmeer en Henrick Eyckman, schepenen van 's Bosch, getuigen, dat op bovenstaanden datum voor Jan van Vladeracken als stadhouder van Lambrecht Millinck, onderschout van 's Bosch, en voor hen, schepenen, zijn verschenen de Eerbare Meester Adriaen Venyn en Heer Symon Lem Peterszoon, piiesters en kapelanen-curaten der kerk van Sint Jan Evangelist te s Bosch en dat dezen alstoen op priesterlijke manier, hunne rechterhand op de borst leggende, verklaard hebben, dat zij op Beloken Paschen en verder op alle daarop volgende Zondagen tot den Zondag voor ascentiendach laetst geleden, als hen statiën zijn geweest omme in den voirs.Jcerclcen die sermonen te doene, telleen male opten predickstoel ende elck van hen in zijnre statiën den gemeynen volcke ten verzoeke van de Kerkmeesters der voormelde kerk afgekondigd hebben, dat een ieder, die eenig recht beweert te hebben op de lasten, die achter in die kerk in liet koor van O. L. V. staau, daarvan aan genoemde Kerkmeesters opgave zal doen en dat zij, die daaraan nog geld schuldig zijn, die schuld zullen voldoen. Voorts getuigen zij, dat mede voor hen verschenen is Claes Pels, hun dienaar en dat deze hun verklaard heeft, dat hij op voormelde Zondagen hetzelfde, als voorzegd, afgekondigd heeft van de pui, als hy die geboden van der stadt wegen gedaen hadde. 11 11 Maart 1509. Mr. Dominicus Ottenzoon, kanunnik der kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch, Willem Pijnappel, als rector en meester der fabriek van die kerk en Alart Henrickxzn van Brede, als provisor der Broederschap van het eerwaardig H. Sacrament in die kerk. verklaren ontvangen te hebben van Lijsbet, dochvan wijlen Wouter van den Broeck, geld om daarmede te koopen eene grondrente met de inkomsten waarvan op Asschewoensdag betaald zullen worden : 1° de schrijver van de tafels der Heeren van het Kapittel, die elk jaar hebben te schrijven drie memoriaelkens voor het afkondigen van de drie gefundeerde preken, welke de vice-cureiten jaarlijks moeten houden over het lijden onzes Heeren Jezus Christus, te weten de eerste op Maandag nae papen vastelavont na de metten, de tweede op denzelfden Maandag na de vespers, beginnende te vier uren en de derde des Dinsdags daaropvolgende na de metten, welke memoriaelkens de schrijver elk jaar schrijven zal en afgeven, het een des Zondags voor papen vastelavont aan den predikant, zijnde een Predikheer of Minderbroeder, die alsdan zijne statie in de voorschreven kerk te preken zal hebben te een uur, het ander aan den Predikheer of Minderbroeder, die op den papen vastelavont te een uur preekt en het derde aan den predikant van het klooster der Clarissen om het in dat convent af te kondigen des Zondags voor papen vastelavont, moetende de schrijver in de drie hiervoren bedoelde memoriaelkens en in die, welke hij wegens het houden van voorzegde preken ook nog voor de vicecureiten van de St. Jan en het Begijnhof te schrijven heeft, vragen dat men een pater noster en een ave maria om Gods wil zal bidden voor de fundateurs van die preken ; 2° mijnheer de Deken der voorschreven kerk, opdat hij tamelijk zal doen nakomen de verplichting om de preken te houden; 3° de kanunnik, die de schrijver is der Heeren van het Kapittel; 4° de schrijver van de tafels der beneficiaten, opdat dezen tamelijk zullen helpen om voorbedoelde verplichting na te komen en zij de provisoren van het Eerwaardig H. Sacrament op Asschewoensdag behulpzaam zullen zijn om aan de personen, die het geld of het brood, hetwelk voor dezen gefundeerd is, verdiend hebben, uit te deelen en wel aan elk een wittebrood van een halven stuiver, zullende genoemde provisoren jaarlijks door hunnen Imape op Asschewoensdag bij laatstbedoelde personen het brood moeten doen thuis brengen gelijk zij dit op Asschewoensdag doen bij andere personen, voor wie voorheen brooden gefundeerd waren. 12. -31 ^509 Request, gericht aan de Regeering der stad 's Hertogenbosch door Jordaen van Boert en Wouter van der Rullen in hunne hoedanigheid van kerkmeesters der St. Janskerk aldaar, waarbij zij haar hulp, bijstand en raad verzoeken tegen den Deken en het Kapittel van die kerk, die te Rome eene bul verkregen hadden, waarbij op dezer verzoek bepaald was, dat de aalmoezen en offers, welke in die kerk gegeven werden tot het verdienen van aflaten alsstationes urbis —en die, volgens overeenkomst door hen, kerkmeesters, met Deken en Kapittel voornoemd aangegaan, besteed moesten worden voor de eene helft tot het onderhoud van de ornamenten en het licht van het altaar en koor der bij die overeenkomst bedoelde broederschap en tot ondersteuning der priesters en andere klerken, welke aan gezegd altaar de mis celebreeren en zingen, en voor de andere helft tot het onderhoud der gemelde kerk, — nu zouden moeten strekken tot ondeihoud van de ornamenten en licht van het altaar en koor der voorbedoelde broederschap en van de priesters en klerken, die aldaar de mis celebreeren en zingen, voor de eene helft en voor het gebruik van het koor der gezegde kerk, het onderhoud der ornamenten, boeken en andere zaken aldaar zijnde, voor de andere helft, doch dit laatste alleen by consent van den deken en het kapittel voornoemd. Kerkmeesters achten daardoor hun recht van beheer gekrenkt en vreezen, dat als laatstbedoelde bepaling gehandhaafd zoude blijven die oblatien, die de goede luyden geivoonlick zijn te doen tot behoef van de fabriken als in de kiste voir onse lieve vrouive beneden in de kercke ende andere stocken ende blocken zeer vermindert souden werden ende souden te neercomen in de kisten ende stocken, die gcordineert souden worden omme die voirs aflaten (stationes urbis) te wijnnen ende die capellanen in luiere sermoenen ende lioiren der biechten meer geneycht souden wesen die goede luyde te onderwysen tot faveure der Heeren van den Capittele voirs. als liueren oversten dan totter f abriken. (Zonder dagteekening). 13. 24 September 1511. Johannes Salmon, proost der Collegiale Kerk van St. Marie te Dinant, als daartoe door Paus Julius II gemachtigd, doet uitspraak in een geschil, dat over het beneficie van het altaar van den H. Nicolaas, belijder, staande in de St. Janskerk te 's Bosch, was ontstaan tusschen Petrus Gherincx van 's Bosch, perpetuus capellanus ad altare Sancti Nicolai voornoemd en Arnoldus Boest, qui, zoo beweerde genoemde Gherincx, se gerit pro clerico falso afferens eandem cappellaniam ad se de jure spectare. 14. 22 Juni 1515. Testament van Geertruid, dochter van Wouter Scaeps, ingezetene van 's Bosch, waarbij zij een deel harer goederen legateert aan de St. Janskerk aldaar, ter tijmmeringe daarvan. 15. 28 September 1515. Het Kapittel der kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch geeft op het verzoek van Tielman van den Broeck, fabriek- 26 meester van gezegde kerk en zijne vrouw Juffrouw (Domicella) Mechteldis, dochter van Amold, den zoon van Gerard van Vladeracken, poorters van voormelde stad, aan hen vergunning om op het altaar der H. Driekoningen, staande in het schip der meergezegde kerk achter het altaar van St. Jan Ev. en zijnde nog niet gewijd, doch zullende met Gods wil nog gewijd worden, te vestigen eene eeuwigdurende kapelanie, te bedienen eerst door den priester, Heer Thomas, zoon van Johannes Arnoldszoon en, na diens dood, door een anderen geestelijke, die daartoe door het Kapittel zal worden benoemd. 16. 5 April 1516. Vermits de Koning van Castilie, Hertog van Brabant, heeft doen afkondigen, dat alle geestelijke personen, die sedert het overlijden van Karei den Stoute bij gift, koop of anderszins gronden, renten of andere goederen verkregen hadden, dezelven voor de belastingen zouden doen taxeeren, zoo hebben Lenaert Cottreau, raad van Z. K. Majesteit voornoemd, Jan van Baex (em), ridder, schout, Victor van der Moeien, rentmeester van 's Bosch en Jan van Kessel, schout van Boxtel, als daartoe gecommitteerd, getaxeerd de grondrenten, welke de St. Janskerk te 's Bosch sedert bedoeld tijdstip verkregen had en waarvan hun specificatie was gedaan door Jordaen van Boert en Wouter van der Bullen als fabriekmeesters van gezegde kerk. Hierbij eene kwitantie van voornoemden Victor van der Moeien, houdende verklaring, dat de kerkmeesters van gezegde kerk hem betaald hebben, wat zij van voorbedoelde geschatte waarde gehouden waren aan den Koning te betalen. 17. 20 Augustus 1516. Contract van aanbesteding, opgemaakt tusschen de kerkmeesters van St. Jan eenerzijds en Mr. Jasper Mabry, Jan van Heersel en Bernaert Ariaenszn. anderzijds, voor de levering van een O. L. V. Beeld in de zon, te hangen in gezegde kerk. 18. 23 September 1516. Testament van Dirck Janszn van Bladel en Lysbeth, zijne huisvrouw, ingezetenen van 's Bosch, verleden ten overstaan van den notaris Joannes Bax van Herentals, clericus, waarbij zij tot hunne executeurs-testamentair benoemen de Kerkmeesters der St. Janskerk te 's Bosch en Dirck Peterszoon van den IJevelair en voor die kerk, ingevolge het contract vroeger daarover gemaakt, reserveeren het derde gedeelte hunner goederen. 19. 1 September 1518. Testament van Gertrudis weduwe van Willem van Sittart, poorteres van 's Bosch. Zij fundeert daarbij eenige missen op het altaar van de nieuwe O. L. V., ook wel genaamd het altaar van O. L. V. beneden, d. w. z. op het altaar in de O. L. V. kapel nabij den toren der St. Janskerk en legateert daartoe aan Jordanus van Boert, Wouter van der Rullen en Tielman van den Broeck, in hunne hoedanigheid van kerkmeesters der gezegde kerk, verschillende grondrenten. (Hierachter eene specifieke lijst van die grondrenten, met de namen harer vergelders tot het jaar 1609 toe). 20. 7 September 1519. Testament, door Katherina weduwe van wijlen Andries Mols, poorteres van 's Bosch, gemaakt in haar huis, geheeten de Zwaan, hetwelk in die stad staat. 1) Zij vermaakt daarbij tal van legaten, o. a. het vierde deel van haar huis aan hare nicht Heilwich. Voor het overige harer nalatenschap stelt zij tot erfgenamen in Onze Lieve Vrouwe totter tijmmeringen der kerclcen van Sijnt Jans voor een vierde: Laureynssen, zoon van wijlen Jan van Allair, ook voor een vierde; de kinderen van wijlen Willem, zoon van wijlen Jan van Allair, eveneens voor een vierde en de kinderen van wijlen Jan, zoon van wijlen Jan van Allair voornoemd, voor het overig een vierde gedeelte. 1) Dit huis stond aan de Pensmarkt. (Zie mijne Voorname Bossche huizen III p. 511 en volgd.) 'M. 18 Januari 15"13. Keizer Karei V, hertog yan Brabant, verleent mandement van maintenue in het bezit op de supplicatie van de fabriekmeesters der Collegiale kerk van St. Jan te 's Bosch, — inhoudende, dat in die kerk zijn eene kapel en broederschap van O. L. V.; dat in die kapel staat een blok, dair de goede Inden hen offerande inne iverpen ende doende zijn; dat daarin noch sittende is een begyne, die welcke op sekere dagen, te weten als men onse Lieve Vrouwe omme draecht ende opten Heyligen goeden Vrydach ontfanglit den offer, dien aldaer wert gedaen ende gegeven, van welcken offere geheelijc en al te heffen ende dien tot reparatie der voirs. hereken te bekeeren de fabrijchneesters ten tyde wesende altijt hebben geiveest in peyselycker ende vredelycker possessien ende gebruyclc; dat desniettemin de Proosten van gezegde Broederschap aan genoemde begijn hebben aangezegdom aan hen bedoelde offers af te dragen en ook gemelden blok geledigd hebben; en dat zij, supplianten, hierdoor in hun bezit zijn gestoord. 22. 7 November 1584. Ghijsb. Masius verklaart uit handen van Matheus van den Weghe, als rentmeester der fabriek van de St. Janskerk te 's Bosch, ontvangen te hebben tweemaal een pond Bosch paijement voor het twee jaren lang van den predikstoel aflezen van eenige namen en het doen bidden voor de rust der zielen van overledenen. 23. ~i Juni 1594. Kerkmeesters der St. Janskerk te 's Bosch machtigen Henrick Gerardszoon van Stiphout om voor den Raad en Leenhof van Brabant in Holland voor hunne rechten op te treden terzake van het mandament van arrest, dat Jan Peterszoon van Gemert, als man en voogd van Henricxken, Jaspars van Bell dochter, voor zich zelf en als zich sterk makende voor den onmondigen broeder en zuster zijner huisvrouw, voor genoemden Raad heeft geimpetreerd tegen Jenneken weduwe van Jan van Puynhoven als pachteres der aan gezegde kerk toebehoorende bouwhoeve, gelegen te Eixtel. 24. St. Jan Baptist geboortedag 1004- Authentieke copie der instructie, gemaakt voor Simon van Bethmeer, als rentmeester der St. Janskerk, door Mrs Herman Pelgrom, Peeter Pelgrom en Jan van Brogel, raden der stad 's Bosch, als fabriekmeesters van de Kathedrale kerk van St. Jan Evangelist binnen die stad. 25. 0 Mei 1005. Ten overstaan van Mr Gisbertus Coeverincx, licentiaat in de Godgeleerdheid en deken der kerk van St. Jan Evangelist te 's Bosch, van Tielman Craen en Mr Antonius Bruynincx, licentiaat in de Godgeleerdheid, deze beide laatsten als oudsten der kanunniken van gezegde kerk, zoomede ten overstaan van Mrs Herman Pelgrom, Petrus Pelgrom en Joannes van Bruegel, als fabriekmeesters der meergezegde kerk, allen in voorschreven qualiteiten Collators der cantorije in die kerk, doet Mr Godefridus van Vlierden, kanunnik en cantor der meergezegde kerk, afstand van die cantorije met het verzoek tevens van daarmede te willen begiftigen Mr Judocus Vos, licentiaat in de Godgeleerdheid en ook kanunnik der dikwerf bedoelde kerk, waarna genoemde collators dezen met die cantorije begiftigen, althans daartoe voordragen aan den Onderdeken en het Kapittel der meergezegde Kathedrale kerk. Aldus gedaan ten huize van genoemden Bruynincx in tegenwoordigheid der getuigen Joannes van Ravensteyn en Albert Pelgrom. 26. 1 Juli 1611. De drie leden der regeering van 's Bosch benoemen in de plaats van de afgetreden fabriekmeesters der St. Janskerk, zijnde Jor Henrick van Gestel, raad en Niclaes Jan Donckers, deken van de Gewandsnijders, mr Rogier van Griensven, raad en Jan Sclieffers, deken van de Kramers. 27. 13 Juli 1627. Vermits de Kerkmeesters der Kathedrale kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch geaccordeerd hebben met den Deken van het Kapittel van Hilvarenbeek namens de Fabriekmeesters der Collegiale en parochiale kerk aldaar over de quota, waarvoor de fabriek der eerstgemelde kerk, als bezitster van een tiend onder de vrijheid van Hilvarenbeek, gehouden is bij te dragen tot het herstel der laatstgemelde kerk, welke in December 1615 tengevolge van het inslaan van den bliksem was afgebrand, zoo verklaart heer Christiaen Cauthals, deken van die kerk, de som van fl 210 ter voldoening van bedoelde quota van voornoemde kerkmeesters te hebben ontvangen. 28. 18 December 1624. Contract, waarbij de Eerw. Heer mr. Jacob Casseyer, licentiaat in de Godheid en plebaan der St. Jan Ev. kerk te 's Bosch, van mrs. Robbrecht van Voorn en Bartholomeus Loeff, licentiaten in de rechten en raden van 's Bosch, alsmede van Johannes Pelgrom en Guiliam Vos, allen kerkmeesters van voorschreven kerk, voor den tijd van vier jaren huurt een huis met erf en plaats, *) staande aan de Kerkstraat te 's Bosch tusschen het huis van Anthonis Scheffers, marktwaarts eenerzijds en dat van Aernoult de Wernamont kerkwaarts anderzijds. 29. Accoord, gemaakt tusschen de Fabriekmeesters der St. Janskerk te 's Bosch ter eenre en Jan van Vickenvoert Janszoon anderzijds over een huis met erf en tuin, toebehoorende aan laatstgenoemde, staande aan de Kerkstraat te 's Bosch en zich met zijnen tuin en achterhuis achterwaarts uitstrekkende tot aan twee huizen of kamers, staande aan de Torenstraat te 's Bosch en toebehoorende aan gezegde kerk (zonder dagteekening). 1) Het was de Plebanie. (Zie daarover mijne voorname Bossche huizen II p. 379). 30. 14 April 1(028. Schepenen van 's Bosch gelasten aan de Fabriekmeesters dei kerk van St. Jan Evangelist aldaar om aan Anthonis Donckers terug te geven de kooppenningen van eene zerk, gelegd en opgenomen in voorschreven kerk nabij het altaar van St. Jans onthoofding tegenover het Heilig graf aldaar en doordevooigangers van bedoelde fabriekmeesters aan genoemden Donckers verkocht geweest, zoomede om voormelde zerk wederom op voorschreven plaats te doen leggen. 31. 26 April 1630. Op het request van de Kerkmeesters der parochiale kerken en kapellen te 's Bosch besluiten de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, in overweging genomen hebbende, dat de St. Jans lierclce aldaer deur de belegeringe seer ontramponeert ende van incomen verarmpt is, dat hun uyt de rancoenpenningen van de lestgedane verpachtinge binnen den Bosch voor eens de som van tl 1000 zal worden toegekend. Hierbij nog een: Plakkaat van Albert en Isabella van 28 Maart 1611 over het herstellen der kerken, die door de troebelen en oorlogen verwoest zijn en over de middelen, welke daartoe mogen gebezigd worden, zooals het houden van collecten, het plaatsen van offerblokken, het innen van geestelijke tienden. 32. 4 December 1631. Brief van mr. Jacob Casseyer, plebaan te Brussel, aan Lazarus van Zonst, pensionaris te 's Bosch, waarbij hij dezen gelukwenscht met de geboorte van diens dochter en hem de zaak, betreffende de huur der Plebanie te 's Bosch, aanbeveelt. (Cf. oorkonde no. 28.) 38. Vermits sommigen begeeren, dat het kruis, staande op het kerkhof van de kerk van O. L. Vrouw en St. Jan Ev. te s Bosch, zal worden geplaatst buiten de Piekepoort aldaar op den dijk tegenover den dijk, die komt van het Gerecht, zoo verklaren de Meesters der voorschreven kerk, voor zooverre het aan hen is, daarin toe te stemmen, mits dat bedoelde personen aaD gezegde kerk teruggeven, wat zij daaraan ten koste heeft gelegd boven hetgeen zij daarvoor ontvangen heeft. (Zonderdagteekening). 34. Brief van Kyrsten van Dosseldorp over het leveren van steen aan Gijsbert Hack en Melis van Bochem, als kerkmeesters der St. Janskerk. B. Tafels van Kerkelijke Plechtigheden. 1534. 1. Tafels van de kerkelijke plechtigheden, te houden op den Zondag, waarop de feestdag der H. Driekoningen valt en van hetgeen de Provisoren van de Broederschap van het H. Sacrament en de baar der geloovige zielen daarbij gehouden zijn uit te keeren. 2. Vier tafels der plechtigheden van het H. Kruislof, dat in de St. Janskerk gezongen werd op den eersten Maandag na Driekoningen bij de baar der geloovige zielen en van de uitkeeringen, die daarbij moesten worden gedaan door de Provisors van die baar. 3. Tafels, betreffende de drie sermonen, welke op de Vastenavonddagen in de St. Janskerk over het lijden des Heeren gehouden werden, met opgave van de kosten, die daarop vielen. 4. Tafels, houdende beschrijving van de wijze waarop in de St. Janskerk over de Zeven woorden aan het Kruis gepreekt zal worden op O. L. Vr. Boodschap, wanneer dit feest op Passiezondag valt en anders op Maandag daarna en opgave der daarop vallende kosten. 5. Tafels, houdende beschrijving van de wijze waarop op Palmzondag in de St. Janskerk het sermoon zal gehouden worden om de Christenen voor te bereiden tot het houden van hun Paschen en opgave van de daarop vallende kosten. 1535. 6. Tafels der kerkelijke diensten voor de geloovige zielen te verrichten in het Octaaf van Paschen en van de uitkeeringen, die daarbij moesten worden gedaan door de Provisors van de baar der geloovige zielen. 1534. 7. Tafel van de wijze, waarop in de St. Janskerk op den dag, waarop men binnen de stad 's Bosch eene generale processie ter eere van O. L, Vrouw hield, eene H. Mis werd gelezen op het altaar, aan den H. Naam Jezus toegewijd en opgave van de daarop vallende kosten. 8. Tafel van de kerkelijke diensten voor de geloovige zielen, te verrichten op Zondag en Maandag na O. L. Vrouw Hemelvaart en de uitkeeringen daarbij te doen, zoo door de Provisors der Broederschap van het H. Sacrament, als door de Provisors van de baar der geloovige zielen. 9. Tafels van de kerkelijke plechtigheden op Allerzielendag en van de uitkeeringen, die de Provisors van de baar der geloovige zielen daarbij hadden te doen. Zie J. Hezemans de St. Janskerk blz. 85 en 167. 10. Tafels van de kerkelijke diensten, welke moesten geschieden op Allerzielendag, als die op een Zondag valt, en van de uitkeeringen, die daarbij moesten worden gedaan door de Provisors der baar van de geloovige zielen. C. Akten betreffende de orgels. a. Stukken betreffende het groot orgel. b. Een contract van 10 Februari 1500, waarbij meester Willem de orgelmaker aanneemt een positief in het groot orgel der St. Janskerk te maken, (op den rug staat aangenomen door Willem van Heist). c. Eene omschrijving van hetgeen aan het mechaniek van het groot orgel moest geschieden, waarbij vermeld wordt dat dy ratten menigmaelen schaede int werck gedaen hadden, en dat het renoviert was van den alden meister Daniël. d. Contract, 17 Januari 1517 door Wouter van der Rullen en Tielman van den Broeck, in hunne hoedanigheid van fabriekmeesters der Collegiale kerk van St. Jan Ev. te 's Bosch, gesloten met meester Willem Heyst over het repareeren en maken van het groot orgel, staande achter in gezegde kerk onder den toren. e. Voorts een contract van 32 Januari 1518, waarbij de Fabriekmeesters van gezegde kerk aan meester Henryken van den Hauwe, meester van organen te maken tot Mechelen, aanbesteedden het orgel der gezegde kerk te reformeren, binnen te reynigen, die positien heel uuyt te doen, enz. Verder een contract van Maandag voor St. Barbara 1519. waarbij Wouter van der Rullen en Tielman van den Broeck, in hunne hoedanigheid als voorzegd, met meester Peter Wouterszn overeenkomen, dat deze het nieuw begonnen orgel, zooals hij het bevinden zal ende is bestaen van meester Willem HeysVs handen, geheel zal opmaken en opgemaakt leveren, zooals in het contract omschreven staat. Vergelijk J. Hezemans de St. Janskerk blz. 153 en vlgd. 14 September 1016. f. Kwitantie van den orgelmaker Jan van Weerdt, voor de betaling van eene kast voor het orgel op het oxaal in de St. Janskerk. Nog eene kwitantie van denzelfde voor de som van tl 350. 15 st., hem door de Kerkmeesters der St. Janskerk betaald in mindering der som van fl 1100, waarvoor hij had aangenomen te leveren het orgel, staande op voorzegd oxaal. Voorts eene kwitantie van 14 Mei 1617, waarbij Franclioys Symonszn., schrijnwerker, bekent ontvangen te hebben van Goijaert de Weer, kerkmeester, de som van fl 290 voor de kast van voorschreven orgel, die hij had aangenomen op te maken en te garneeren, zooals de kast is der Minderbroeders, met uitzondering, dat het middelste tabernakel moest zijn gelijk aan het middelste tabernakel van het H. Sacramentsaltaar in de St. Janskerk, terwijl de twee andere tabernakels daarmede moesten overeenstemmen; alsmede voor de kast van den blaasbalg en het afschieten van den tuin tweers over het ockxsael. N.B. Het contract van aanbesteding, ter zake waarvan deze laatste kwitantie gegeven werd, is van 10 October 1616 en te vinden in het Schepenregister van 's Bosch no. 318 blz. 23 verso. Volgens dat contract verbond zich mr. Franchoys Symons, schrijnwerker, tegenover de Fabriekmeesters der St. Janskerk te 's Bosch, te maecken een kast van een orgelen op het oxael van St. Jans Evangelistenkercke binnen deser stadt aen den pylaer aen d'oost zyde van derselver oxael ende dal inne manieren ende onder conditiën hiernae volgende, te weten op den voet gelijclc de caste is van het orgel, staende in de kercke des convents van de Minderbroederen binnen deser stadt, enz., uutgenoomen, dat de dry tabernakels zullen commen op een ander manier, te weten de middelsten tabernakel gelijck den middelsten tabernakel, staende boven het heylich Sacramenlsaltaer in de St. Janskerck voors., enz. 1611—1619. g. Stukken betrekkelijk het in 1618 en 19 vervaardigde groot orgel der St. Janskerk. Hieronder: a. eene kwitantie van Joris Deur van 28 Juli 1617 voor de betaling van de som van f 200 voor twee hardsteenen pilaren, waarop de balk gelegd was, waarop het orgel aan den toren zoude rusten. b. een contract van 13 April 1617, waarbij de vier kerkmeesters van St. Jan, onder advies van den schrijnwerker Wouter Wouters, met meester Franchoys Symons, ook schrijnwerker, overeenkwamen over het houtwerk van het orgel, dat door hem aangenomen was te plaatsen tegen den toren en wel in dier voege, dat de kerkmeesters het daarvoor benoodigde hout zouden koopen en mr. Symons het lojfbaerlijclc zoude bewerken. c. bestek voor het inwendige werk (mechaniek) van het orgel (in duplo). d. brief van den orgelmaker Albert Kyspenninck, zich beklagende, dat de kerkmeesters schijnen hem niet te willen gunnen het maken van het innerlijk werk van het orgel. e. brief van Willem van den Hoevel (?) te Keulen aan Hans van Hamel te 's Bosch van 24 Maart 1617 over liet maken van het orgel; hij schrijft daarin, dat de meester, die het orgel van den Keulschen Dom maakte, reeds lang overleden was, maar dat diens vrouw nog leefde en dat haar tweede man het bestek van dat orgel had ; dat meester Frans de schrijnwerker al een keer of drie met den organist van den Keulschen Dom op het orgel van die kerk was geweest, zoodat Frans vermeent genoeg van alles op de hoogte te zijn om eene orgelkast als die van den Keulschen Dom te kunnen maken ; dat hij in Keulen met eenen wel experten orgelmaker ajf'gesproken hebbe, wesende van de Graeff, dan heeft van jongs hier in Duytsland gearbeyt ende hier in Cuelcn vast vele schoone arbeytl gemaeckt soo goet valle ende onsen orgelist hem seer prijst, soo aldar tot noch niet van versien waert wel soude te becoomen sijn, heeft oyck tot Mastricht die grootste orgelle aengenomen, kont aldaer sijn arbeyt, dat nu haest sall aenvangen, darvan informatie nemen ende een maell aldaer ontbieden ende syne meeninghe hooren, want alsoo een stuck werck veel sall costen, soo wy estimeren by de ses dusent rijcxdaeller, 't waer schaede dat sulcx soude verbroet(?) wórden, dat my oyck leet soude wesen enz. f. machtiging door Schepenen van 's Bosch den 15 Juni 1618, — naar aanleiding van het rapport, door Robbrecht Sweertsius, plebaan der St. Janskerk, de Fabriekmeesters van die kerk en mr. Philip van Hemisschen, organist, uitgebracht over hetgeen zij het jaar te voren te Keulen hadden afgesproken met mr Florentz Hocque, orgelmaker aldaar, — aan voornoemde Fabriekmeesters gegeven om met dezen orgelmaker een schriftelijk accoord te sluiten over liet maken van het inwendige van het orgel aan den toren der gezegde Kerk. g. brief van Florentz Hocque van 8 Oct. 1618, dat hij aan mr Frans alle maten voor de groote kast en de daartoe behoorende stukken verstrekt heeft, zoodat deze met zijn werk voort kan gaan en het voltooien. h. stukken, betreflende de levering van het lood, voor het maken der orgelpijpen benoodigd. i. advies, den 14 Februari 1619 uitgebracht in de loedsie (bouwloods) der St. Janskerk door de Paalmeesters en door "Wouter Wouterszn, Francois Simons, enz. over het bevestigen van het orgel; zij waren van oordeel, dat het niet mocht genageld of geankerd worden aan den klokkentoren, daeraen tselve te voiren heeft gestaen, ouermidts denselven clockentoren doir den voirleden brant in 't luyden van de groote clocke gemeyndelijck wiggelt naer kerckenwaert in ende mede van ter zyde en zijn daarom van oordeel, dat het op eene andere, door hen aangegeven wijze, moet vastgemaakt worden. j. kwitantie van 20 Aug. 1619, waarbij mr. Florentz Hocque, orgelmaker, verklaart op rekening van het contract van 15 Juni 1618 fl 2000 ontvangen te hebben. lc. klacht, door mr. Florentz Hocque, orgelmaker, bij Schepenen van 's Bosch ingediend, ter zake dat hij het orgel reeds lang afgeleverd heeft, zoodat het al zes jaren lang bespeeld is geweest ; dat hij het in dien tijd ook heeft onderhouden; dat Fabriekmeesters der St. Janskerk, wijl het al zoo lang in gebruik was geweest, het orgel hadden moeten opnemen of door experts doen keuren en dat zij, ondanks minnelijke aanmaningen, weigeren hem het restant zijner aannemingssom uit te betalen. Met eene beschikking hierop van Schepenen van 's Bosch van 14 Augustus 1628, waarbij zij eenige leden van de regeering van die stad, de Kerkmeesters der Kathedrale kerk aldaar en den griffier dier stad committeeren omme eenighe meesters hen het luerck van het nieu orgel verstaende te assu- meren ende helselve werck volgens den contracte metten suppl. gemaeckt op te nemen oft anderssints daerover ende de resterende penninge te veraccorderen gelijck sy nae gelegentheyt der saecken sullen bevinden te behoyren. Vergelijk J. Hezemans de St. Janskerk blz. 262 en vlgd. D. Het oxaal. a. Stukken betreffende den bouw van bet oxaal. 30 November 1626. b. Contract, gesloten tusschen de Kerkmeesters der St. Janskerk en mr George Duer, steenhouwer, over het maken van een altaar onder het oxaal in die kerk. Het moest gelijk zijn aan het altaar, door de barbiers aan de andere zijde van het oxaal gemaakt, met uitzondering van de twee heiligen, staende int piedestael, in de plaats waarvan de contractant ter andere zijde twee andere, hem te noemen heiligen zal plaatsen, terwijl hij in de plaats der wapens ook wat anders, hem nader te zeggen, zal hebben te maken. E. De meubels der kerk. a. Stukken, betreffende de meubels der kerk. 1618 en 1619. b. Stukken, betreffende de levering van een albasten hoogaltaar, dat Hans van Mildert, beeldsnijder te Antwerpen, had te plaatsen in het hoogkoor der St. Janskerk. F. De toren der St. Janskerk. G. Diverse Stukken. a. Rekening en verantwoording gedaan door Jordanus van Boert en Wouter van der Rullen, fabriekmeesters der kerk van O. L. V. en St. Jan Evangelist te 's Bosch en Mathijs Francken, wegens de ontvangsten en uitgaven door hen gedaan als uitvoerders tier testamenten van de gebroeders Willem Gijsbertszoon en Jan Gijsbertszoon Kangieter. Onder de ontvangsten vermelden zij : in den yersten hebben die voirs. executoiren gevonden een cofferken, staende in een kiste voer onze nyewe lieve vroue in de voirs. kercke, dar in gevonden zijn zekere penningen van goude ende oick van silver enz. Onder de uitgaven vermelden zij betalingen aan de: fabrique St. Jans Evangeliste ; onser nyewer lieve vroue ; onser oude lieve vroue ; sanctae Barbarae in St. Janskercke ; Sanctae Agathae en de Sanctae Katherinae alsvoren ; gilde van den Heyligen eerwerdigen sacrament in St. Janskercke; gilde van den Heyligen eerwerdigen sacrament ter predicaren; aultar van den Heyligen cruys; enz. (zonder jaartal). Hierbij: a. een extract uit het testament van genoemde gebroeders van het jaar 1500. b. eene aanteekening omtrent hunne familieleden; daarin wordt gezegd, dat hun vader Gijsbert Cangieter huwde met een Agnes ijesproeten van hees-, (zij is geschreven op een blad, waaróp de volgorde van kerkelijke diensten vermeld staan). b. eene verklaring van Anthonis Henrickszn, priester en kapelaan van het dorp Dinther, dat Lutgart weduwe van Aert Claes met hare kinderen Claes, Rutger, Kathelijn en Adriaan, Gijsbrecht Loekeman gemachtigd heeft om van de kerkmeesters van St. Jan als executeurs-testamentair te ontvangen hetgeen Willem Gijsbertszoon Canghieter hun bij zijn testament vermaakt heeft. 28 April 1509. b. Rekening en verantwoording van ontvangsten en uitgaven, gedaan door Goijaert Symons, oudsten fabriekmeester der St. Janskerk en Daniël van Vlierden, meester van het Groot Ziekengasthuis te 's Bosch, als uitvoerders van den uitersten wil van Jan Kenneparts. c. Registers van uitgaven, door de Kerk-of Fabriekmeesters van St, Jan in 1566—9 gedaan ter gelegenheid van de aldaar in voor zooverre die toekomen aan het Kapittel van de St. Janskerk te 's Bosch. 4 Dec. 1645. Correspondentie over deze kwestie. De Staten Generaal stellen den rentmeester Pieter Schuyl van Walhorn aan tot rentmeester der geestelijke goederen in de dorpen St Michiels-Gestel, Gemonde, Vucht en Cromvoirt. 23 Maart 1650. Twee publicaties van verpachtingen van geestelijke tienden, in de Meierij van 's Bosch gelegen. 1653 en 54. De Raad van State verpacht aan Jan Isaac Wachtelaer eene bouwhoeve, gelegen te Hapert aan de keik en een watermolen, staande te Hapert. 25 Juni 1655. Verklaring van den pachter der hoeve de Couwenberg, toebehoorende aan het Kapittel van St. Jan te s Bosch en gelegen te St. Oedenrode, omtrent grondrenten, die daaruit gaan. 10 Nov. 1657. Bepaling van den Raad van State, dat hangende geschillen over de tienden van het Kapittel van St. Jan te s Bosch, geheven wordende over Princenhage, dezen van 's Lands wege zullen verpacht worden. 14 Juni 1657. Verkoop van bouwhoeven en landerijen, behoord hebbende aan het Bisdom 's Bosch en gelegen onder Hapert, Oostelbeers, Lithoijen, Litli, Nuland, Kessel, Maren, Alcm en Goirle (hieronder de Groote en Kleine Baasterhoeven onder Oostelbeers, waarvan voor de som van tl 14.500. koopers werden Johan Gans heer van Bommenede en Pieter Schuijl van Walhorn). 1659. Maat van de Groote en Kleine Baasterhoeven. 1661. Advies over het geschil van den Staat met de Abdis van Thorn over de tienden onder Gilze en van de, van de moederkerk aldaar afhangende parochiën Ginneken en Merterssem (Princenhage), ten betooge, dat de Abdis van Thorn alleen gerechtigd is op de novale tienden, geheven wordende buiten het Kerkeland van Molenschot, Chaam, Etten, Burgst en Overveld. Hierbij de geschiedenis dezer tienden. 11 Sept. 1659. buiten den Bosch; f het aandeel dezer kerk in de tienden onder Hilvarenbeek; g vermeldiDg der Bossche o-iiden, die aan deze kerk te betalen hadden, als iemand Ö " hunner meester werd. Een band. 330bb Register van 1538 der fundatiën in de St. Janskerk gefundeerd ten behoeve der geloovige zielen, genaamd die taefelen van alle glielovighe alhyndiglie zielen. Zie nog no. 33O2. Een band. 330c Rekening en verantwoording, gedaan door Jan van Liebergen wegens hetgeen hij als kerkmeestei der St. Janskerk ontving en uitgaf over 1561—64. Item over 1566. Item, door Adriaan Pauwels Ketelaar in qualiteit alsvoren over 1569. Een portefeuille. 330tï Item, gedaan door Willem van Hout. als rentmeestei der goederen van de St. Janskerk over 3 Nov. 1629-3 Nov. 1630. Hierin komen de namen voor van hen, die gedurende dat tijdvak begraven werden in het Predikheerenklooster, het klooster op den Uilenburg, het Geertruiklooster, het klooster der Zusters van Orthen, het klooster op den Windmolenberg, het klooster der Clarissen, het kloostei van de Bogaarden, het Groot Gasthuis, het Groot Begijnhof, het Klooster der Zwarte Zusters, de St. Janskerk en het daartoe behoorend kerkhof te 's Bosch. Een portefeuille. 330e It., gedaan door denzelfde in qualiteit alsvoren over 3 Nov.°1648 —3 Nov. 1649. Hierin komen voor de namen van hen, die gedurende dat tijdvak begraven werden in de St. Janskerk, het daartoe behoorend kerkhof, het klooster Achter Tolbrug en het Groot Begijnhof te 's Bosch. Een band. 330f Stukken betreffende het Baxkoorke in de St. Janskerk en wel: a twee vertalingen van den brief, waarbij Heer Gysbeit Back, kanunnik in het Kapittel van gezegde kerk, fundeert twee kapellaniën in dat koorke. 4 Sept. 1455 b twee inventarissen der titels, behoorende tot gezegde fundatie en gevonden ten huize van Hester van Kessel weduwe van Guiljaum Donckers, notaris en klerk ter secretarie te 's Bosch, alsmede administrateur van gezegde fundatie. 31 Dec. 1657. c drie rekening en verantwoordingen van de administratie der goederen van gezegde fundatie, gedaan over de jaren 1665, 1666 en 1670. d twaalf opgaven van renten, behoorende aan gezegde fundatie en bestemd om uit hare opbrengst armen te bedeelen. 1671 — 1688. e eenige akten, betreffende de collatie met gezegde kapellaniën of vicariën. f drie losse akten aangaande de schoonmaak van het Baxkoorke en het innen van de daartoe behoorende renten. Een portefeuille. 3'30g Stukken van 1810 en 17, betreffende de overdracht der St. Janskerk aan de Katholieken. Een portefeuille. 330gg Extracten uit de doopregisters der St. Janskerk over 1566 — 1570 en 1631 — 1810, alsmede uit de begrafenisregisters dier kerk over 1630—46. Zie nog nos 336& en 336e. Een portefeuille. 336a Kapellen en Kerken. Register van ontvangsten wegens grondrenten, cijnsen, pachten van landerijen, enz. behoorende aan de St. Jan-, St. Jacobs- en Kruisbroederskerk te 's Bosch, alsmede aan de kapellen aldaar. 1665—1688. Een band. Zie nog nos 330 " 745a. Zie over den minister Gogel Handel, van het Prov. Genootschap van K. en W. in N. Brabant 1862 p. 46 en Tijdschrift N. Brabant 1853 p 339. Op bladz. 124 15e r. v. o. achter „over" te plaatsen : 1807, 8 en. 177 3e „ „ „ voor 1810 te lezen: 1814. 180 10e „ „ „ achter Philips te plaatsen: den goede. 215 13e „ „ b. toe te voegen: Zie Handel. Prov. Gen. 1852 blz. 27. 238 4e „ „ „ voor: rekeningen van de vereeniging Vroechdendaal te" te lezen : uittreksels uit de stadsrekeningen van. Op bladz. 249 sub n». 655 achter „Esdré" te plaatsen : Zie over hem Dr. C. R. Hermans Gesch. Mengelwerk I p. 273.